IV VOORWOORD. De schrijvers dezer handleiding hebben in hunne jarenlange Landraadspractijk de ondervinding opgedaan, dat de kennis der Inlandsche , politie-ambtenaren van de eischen, welke men aan een behoorlijk voorloopig onderzoek in strafzaken mag stellen, geenszins voldoende mag heeten. Doch evenzeer hebben zij toen ervaren, dat de Inlandsche ambtenaren zeiven dat gebrek aan opleiding voor hunne politietaak gevoelen en betreuren. Het beste bewijs daarvoor was ons de steeds levendige belangstelling, waarvan zij blijk gaven, wanneer wij in of na de vergadering in raadkamer hun als Landraadsleden iets meer vertelden van het recht en zijne toepassing dan noodig was voor de behandelde strafzaak. Zonder voorlichting gevoelen zij zich bij het onderzoeken eener zaak veelal — zooals een Assistent-Wedana dat eens uitdrukte — als iemand, die bij nacht in een bosch loopt zonder fakkel. Wij meenden daarom een nuttig werk te verrichten door gedurende onzen verloftijd ten hunnen dienste een boek samen te stellen, waarin wij beknopt en naar wij hopen duidelijk hebben omschreven: vooreerst den omvang van de werking der strafwet en de competentie der rechters, voor wie het door de politie gehouden voorloopig onderzoek moet dienen. Vervolgens de wijze waarop dat onderzoek behoort te worden gehouden, zooals de wet en meer nog de ondervinding ons hebben geleerd. Ten slotte eenige algemeene leerstukken van strafrecht, gevolgd door een aantal van de meest voorkomende of niet dan wel te weinig aan de Inlandsche politie bekende strafbare feiten. Zooveel doenlijk hebben wij bij elk bijzonder strafbaar feit in den vorm van vragen uiteengezet, wat in zoodanige zaak noodzakelijk door de politie moet worden onderzocht. Om de strekking der vragen te verduidelijken, hebben wij ze voor zooveel noodig van aanteekeningen voorzien. Zoo de politie bij haar onderzoek den inhoud van dit boek ter harte neemt, vertrouwen wij, dat niet meer zoo dikwijls de rechter beklaagden zal moeten vrijspreken omdat de zaak niet behoorlijk door de politie was onderzocht. En de Inlandsche ambtenaar zal dan de voldoening smaken, dat al zijne moeite niet tevergeefs is geweest. Op deze wijze ingericht zal het boek tegelijk bruikbaar zijn voor de Hoofden van Plaatselijk Bestuur. Hunne veelzijdige ambtsbezigheden veroorloven hun gewoonlijk niet eene meer IV KEPADA PEMBATJA2! Karena kita soedah bertahoen-tahoen mendjadi President Landraad maka kita ketahoeï bahwa pengetahoean prijaji2 politie dalam hal peperiksaan Voorloopig Onderzoek tidak bolêh dibilang tjoekoep. Akan-tetapi kita ketahoeï djoega bahwa prijaji2 itoe poen merasa kekoerangan pengadjarannja dalam perkerdjaan politie itoe dan tidak bersenang-hati dari sebab itoe. Lebih2 poela njata hal ini, tempo kita melihat bagimana soekanja hati Lid* Landraad, kaloe selagi atawa sesoedahnja menimbangan perkara Landraad kita tjeritakan kepadanja dari hal pengadilan itoe lebih banjak dari perloenja dan bagimana pengadilan itoe dilakoekan. Kaloe tidak ada keterangan maka prijaji2 jang memeriksa perkara itoe sering kali merasa seperti seorang Assistent-Wedana berkata kepada kita: „kaja'hamba djalan waktoe malam dalam hoetan, tidak pakai obor." Sebab itoe maka kita sangka, tentoelah kita mendjalankan pekerdjaan jang besar goenanja, kaloe waktoe-ver lof kita diEropa. kita pakai akan mengarang boekoe^ jang bolêh dipakai olëh prijaji2 j. t. Dalam boekoe itoe kita terangkan dengen pëndëk — tetapi kita harap tjoekoep — ja-itoe: lebih doeloe kita bitj arakan dalam boekoe ini daërah temp at Strafwet itoe dilakoekan, dan kekoeasaan hakim jang mesti memakai soerat2 Voorloopig Onderzoek jang diboeat olëh prijaji politie. Kemoedian kita njatakan, bagimana perkara mesti diperiksa soepaja Voorloopig Onderzoek itoe tjoekoep; keterangan2 jang didapati dalam boekoe ini dipetik dari dalam Wet, akan-tetapi kebanjakan dari pada keterangan2 itoe diperolëh dari pengetahoean jang didapat dalam djabatan hakim. Maka baroelah dibitjarakan beberapa pengetahoean jang mesti diperhatikan dalam sekalian perkara politie. Soedah itoe diterangkan poela perboeatan2 jang bolëh dihoekoem dan jang atjap kali soedah djadi perkara; begitoe djoega perboeatan2 jang tidak diketahoeï atau koerang diketahoeï olëh politie. Sebolëh-bolëhnja kita njatakan keterangan2 itoe dalam tiap2 perkara dengan beberapa pertanjaan. Apa jang terseboet dalam pertanjaan itoelah jang perloe sekali diperiksa olëh politie, Dan soepaja gampang boeat orang jang koerang mengerti maksoed pertanjaan itoe, kita iringkan poela keterangan jang perloe akan menjatakan pertanjaan itoe. Kaloe politie memeriksa perkara2 dengen memperhatikan apa jang diterangkan dalam boekoe ini maka pertjajalah kita bahwa tidaklah lagi banjak pesakitan Jang dilepaskan olëh V wetenschappelijke studie van het strafrecht te maken. Bij hen bestaat daarom de behoefte — uit den mond van meer dan een hunner mochten we dit hooren — aan een boek, dat hen in staat stelt zonder veel tijdverlies het voorloopig onderzoek der Inlandsche ambtenaren te controleeren. Wellicht mogen we ons ook vleien het in handen te zullen zien van jeugdige collega's en aspirant-collega's, voor wie Indische rechtstoestanden nog zoo goed als vreemd zijn. Omdat dit boek behalve den Inlandschen ook den Europeeschen ambtenaar van dienst kan wezen, hebben wij gemeend ons te moeten bedienen van de Maleische en van de Nederlandsche taal. Beide hebben wij in één boek vereenigd, ten gerieve zoowel van den Inlandschen ambtenaar, die zijne kennis van de Nederlandsche taal begeert te vermeerderen, als van den Europeeschen ambtenaar, voor wien het dikwijls verre van gemakkelijk is de vraagpunten, welke hij den In^landschen onderzoekenden ambtenaar wenscht te stellen, duidelijk in de Maleische taal weer te geven. Wij hebben niet gekozen de gebruikelijke Maleische schrijftaal, maar de taal zooals die in beschaafde kringen in geheel Ned.-Indië wordt gesproken, omdat de schrijftaal door vele Inlandsche hoofden, althans op Java, niet voldoende wordt verstaan, terwijl daarentegen het Maleisch, waarin dit boek is geschreven, verstaanbaar is voor alle ambtenaren, onverschillig in welk gedeelte van Ned.-Indië zij gevestigd zijn. Amsterdam, Maart, 1904. In vier maanden tijds was de eerste druk van dit werk uitverkocht, dank zij het warme onthaal, dat het vooral van de zijde der Inlandsche ambtenaren mocht vinden. Niet weinig heeft stellig daartoe bijgedragen de aanbeveling van het boek door den Directeur van Justitie aan de Hoofden van Gewestelijk Bestuur in Ned.-Indië (circulaire van 20 April 1905 n°. 3682), waarvan hier met dankbaarheid wordt gewag gemaakt. Een tweede druk is dus noodzakelijk geworden. Als gevolg van den herhaalden aandrang van velerlei zijde ziet de „Penoentoen" thans in derde uitgave het licht, bijgewerkt tot op heden. DE SCHRIJVERS. Proboi,inggo Sërang November 1905. DE SCHRIJVERS. 1908. DE SCHRIJVERS. V hakim „sebab koerang terang," tjoèma olëh-karena peperiksaan politie tidak betoel dan tidak tjoekoep. Maka bolêhlah prijaji2 bersoeka-hati, sebab mengetahoeï bahwa soesah-pajahnja tidak pertjoema sadja. Sebab boekoe ini bergoena boeat prijaji2 dan djoega boeat ambtenaar2 Belanda maka kita kira lebih baik dipakai basa Belanda dan basa Melajoe. Kedoea basa j. t. dikoempoelkan dalam satoe boekoe sadja, soepaja prijaji2 jang soeka mempeladjari basa Belanda gampang menambah pengetahoeannja dalam basa itoe, dan soepaja ambtenaar2 Belanda jang sering kali soesah akan menjalin pertanjaan jang perloe diperiksa olëh prijaji2 kedalam basa Melajoe, gampang memboeat pertanjaan itoe. Dalam boekoe ini tidak dipakai basa Melajoe „Abdoellah bin Abdoelkadir moensji," tetapi basa Melajoe jang dibitjarakan olëh orang-baik2 diseloeroeh tanah-Hindia; sebab di-tanahDjawa banjak prijaji2, jang koerang mengerti „basa Abdoellah" itoe; akan-tetapi basa Melajoe jang kita pakai dalam boekoe ini dapat diartikan olëh sekalian prijaji2, biar poen dimana tempat-tinggalnja di-Hindia. Amsterdam, Maart 1904. Olëh-karena boekoe Penoentoen ini diterima dengan senanghati olëh orang banjak, jang pertama olëh prijaji2 maka dalam empat boelan tjëtakan jang pertama soedah habis terdjoeal. Keadaan ini tentoelah disebabkan djoega olëh pertolongannja Directeur van Justitie jang soedah soeka menjiarkan soerat-ideran kepada Resident2 ditanah-Hindia Belanda bersama banjak poedji-poedjian boeat Boekoe Penoentoen ini. Sebab itoe maka disinilah kita mengoetjap banjak terimakasih. Sekarang njatalah bahwa tjëtakan jang kedoea ini perloe dikeloearkan. Dari sebab dimana-mana beroelang-oelang orang meminta' boekoe Penoentoen ini makapoen sekarang tjëtakan jang ketiga ini dikeloearkan dengan tambahan dan peroebahan jang perloe2 sehingga sekarang. KEDOEA PENGARANG. KEDOEA PENGARANG. Probounggo Serang KEDOEA PENGARANG. VI De invoering van een nieuw Wetboek van Strafrecht voor Nederlandsch-Indië heeft voor het dagelijksch gebruik de vorige uitgaven van dit boek grootendeels waardeloos gemaakt. Eene nieuwe bewerking was derhalve noodig. Van deze gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om de bijzonderlijk voor de Buitenbezittingen uitgevaardigde verordeningen, op ons onderwerp betrekking hebbende, vollediger te behandelen. Aan de bewerking in het Maleisch is bijzondere zorg besteed. Voor een goed deel is ze te danken aan Raden M. Hamid, destijds Fiscaal-griffier bij het Dandgerecht te Buitenzorg, die onder onze persoonlijke leiding zich van die taak heeft gekweten. Het is ons aangenaam hier te herdenken de warme belangstelling in de rechtswetenschap, daarbij door hem betoond, alsmede zijn. helder juridisch denken. Inlandsche rechtskundigen van zulk gehalte wekken vertrouwen .voor de toekomst. W. B. 's-Gravenhage, September 1917. Olëh-karena pada masa ini di Hindia-Belanda diadakan boekoe Strafwet baroe maka boekoe2 Penoentoen jang lama hampir tidak bergoena lagi. Dari sebab itoe perloe sekali bahwa boekoe Penoentoen itoe diroebah sama sekali. Dalam tjëtakan jang ke-empat ini diterangkan lebih sempoerna beberapa verordening2 atas perkara hoekoeman jang dikeloearkan oentoek tanah-sebrang (Buitenbezittingen). Boekoe ini dimelajoekan dengan titi. Banjak sekali jang dimelajoekan olëh Raden M. Hamid, Fiscaal-griffier Dandgerecht di Bogor jang bersama2 dengan pengarang menjalin boekoe ini kepada basa Melajoe. Dengan amat soeka-hati kita melihat bagimana soekanjadia akan'ilmoe pengadilan dan terang pikirannja dalam'ilmoe itoe. Inlandsche rechtskundigen sebagai dia kita bolêh pertjaja banjak goenanja' di hari kemoedian. 's Gravenhage, September 1917. W. B. INLEIDING. Tegen niemand mag eene strafvervolging worden ingesteld dan op de wijze als bij algemeene verordening*) is voorgeschreven (art. 88 R.R., art. 26 A. B.) En dan moet, alvorens tot vervolging wordt overgegaan, nog eerst vaststaan, dat het door den verdachte bedrevene is strafbaar gesteld bij eenige wettelijke bepaling, welke tijdens zijne handeling of zijn verzuim reeds was uitgevaardigd (art. 1 W. v. S.) Dit zijn grondbeginselen, welke niet alleen de justitie bij het gerechtelijk onderzoek maar evenzeer de politie bij het voorloopig onderzoek van strafzaken van Inlanders nimmer uit het oog zal mogen verliezen. In het Inlandsen Reglement — in de Buitenbezittingen in de Reglementen op het Rechtswezen — zal de algemeene politie 2) . vinden de regels houdende de wijze van strafvervolging (art. 2 Iy. G. R. ), in het voor alle klassen der bevolking in Ned.-Indië geldende Wetboek van Strafrecht in de eerste plaats, maar ook in andere wettelijke bepalingen, de gevallen waarin eene vervolging geoorloofd is. Het eerste boek van het Wetboek van Strafrecht bevat Algemeene Bepalingen, waaronder algemeene leerstukken van strafrecht. In het tweede boek zijn zoo goed als alle misdrijven samengevat. Het derde boek houdt een groot aantal overtredingen in. Voorts treft men in andere wettelijke bepalingen nog misdrijven en overtredingen aan, in verordeningen: 1) Algemeene verordeningen zijn 'algemeen bindende voorschriften (art. 31 R. R.), uitgevaardigd: 1°. door samenwerking van Koning en Staten-Generaal (vergadering van afgevaardigden van het Nëderlandsche volk); men noemt ze wetten (rijkswetten). In dit boek gebruiken wij meermalen de uitdrukking „wettelijke bepaling", „volgens de wet" of „bedreigd door de wet" e. dgl., maar de beteekenis van „wet" is dan: elk voorschrift met bindende kracht in Ned.-Indië, zoodat daaronder vallen alle soorten van algemeene verordeningen alsook de in de Javasche Courant afgekondigde reglementen en keuren van politie, vastgesteld door Hoofden van Gewestelijk Bestuur, door Gewestelijke of Plaatselijke Raden (art. 72 j°. 68 c. R. R.). 2°. door den Koning alleen: deze noemt men Koninklijke Besluiten. 3°. door den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië in overeenstemming met den Raad van Nederlandsch-Indië: deze heeten Koloniale Ordonnanties. Ze zijn gepubliceerd in het Staatsblad van Ned.-Indië. In het Bijblad vindt men slechts regelingen en voorschriften, uitgevaardigd door en van wege de Regeering ten behoeve van ambtenaren bij het uitoefenen hunner ambtelijke functiën. Waar noodig raadpleegden wij bij het samenstellen van dit boek ook het Bijblad. 2) Voor de havenpolitie in Ned.-Indië is een Algemeen Politiereglement afgekondigd in Stb. 1905 n°. 547. j°. Stb. 1911 n°. 414, 1916 n°. 636; (art. 6 sub 146° Inv. V.),; voor de boschpolitie treft, men speciale bepalingen aan in Stb. 1875 n°. 216 (art. 6 sub 43°. Inv. V.). PERMOELAAN. Tidak seorang bolêh dibikin-perkara olëh politie melainkan menoeroet hatoerannja jang diseboet dalam algemeene verordening1). Akan-tetapi sebeloemnja dibikin-perkara maka haroeslah njata doeloe bahwa perboeatannja orang jang ditoedoeh sebetoelnja ada perboeatan jang diantjam dengan hoekoeman olëh Wet jang soedah dikeloearkan waktoenja perboeatan itoe. Jang terseboet diatas ini ja-itoe pokok2nja keadilan. Boekannja hakim sadja akan-tetapi politie di dalam voorloopig onderzoek djoega haroes mengingatkan pokok2 ini. Hatoeran2 jang teroetama menjatakan bagimana perkara2 itoe mesti diperiksa' olëh politie soepaja kèmoedian diperiksa olëh hakim terkoempoel dalam Inlandsch Reglement, diloear poelau Djawa dan Madoera dalam Reglement2 Rechtswezen. Kebanjakan dari pada perboeatan2 jang diantjam oleh Wet dengan hoekoemah didapati dalam Wetboek van Strafrecht jang sekarang ini bolêh dilakoekan pada segala bangsa (anaknegeri, orang Belanda, .orang Tjina d. 1.1.) di seloeroeh HindiaBelanda dan djoega dalam hatoeran2 jang tersiar dalam oendang2 lain2). Wetboek van Strafrecht itoe dibagi atas tiga boekoe (bagian). Boekoe jang pertama terisi Algemeene Bepalingen ja-itoe pokok2 jang oemoem. Boekoe jang kedoea terisi hampir semoea perboeatan2 jang dikatakan misdrijf. Dan boekoe jang. ketiga terisi beberapa perboeatan jang dikatakan overtreding. 1) Jang dinamat Algemeene Verordening ja-toe: hatoeran* jang mesti ditoeroet olëh sekalian orang dan jang ditetapkan olëh: 1°. Radja Belanda bersama-sama Staten-Generaal (Perhimpoenan Wakil boemipoetra tanah-Belanda); hatoeran jang sedemikian ini dinamaï Wet (rijkswet). Didalam boekoe ini atjap kali kita raemakai perkataan: „menoeroet Wet", „diantjam olëh Wet" d. 1.1. Akan-tetapi artinja Wet dalam perkataan* itoe tidak lain daripada sekalian hatoeran jang sak di-tanah-Hindia Belanda, pëndëknja sekalian Algemeene Verordening dan sekalian Reglement atau Keur van Politie, jang dikeloearkan olëh Kepala Gewest, Gewestelflke atau Plaatselijke Raad. 2°. Radja Belanda sendiri: hatoeran ini dinamaï Koninklijk Besluit. 3°. Gouverneur-Generaal tanah-Hindia Belanda bermoepakat dengan Raad van Nederlandsch-Indiê; hatoeran ini dinamaï Koloniale Ordonnantie. Ketiga-tiganja hatoeran ini didapati dalam Staatsblad van N ederlandsch-Indü, melainkan Reglement dan Keur van Politie jang dimaloemkan dalam soerat kabar Javasche Courant. Dalam Bijblad tjoema didapati sekalian hatoeran dan perintah, jang diboeat olëh Pemerintah Agoeng dan Pemerintah Negeri, akan dipakai olëh prijaji2 mendjadi penoentoen, kaloe dia mendjalankan pekerdjaan pangkatnja. Dimana perloe dipakai djoega Bijblad ini, tatkala boekoe ini ditoelis. 2) Boeat pelaboehan* di-Hmdia Belanda diadakan Algemeen Politie-reglement dalam Stb. 1905 n°. 547, j°. Stb. 1911 n°. 414, 1916 n°. 636. Boeat politie-hoetan lihat hatoeran8 dalam Stb. 1875 n°. 216. 3 fi Dalam perkara misdrijf si pesakitan selamanja melakoekan perboeatannj a : a. dengan sengadja ja-itoe dia berniat melakoekan perboeatan itoe dan bemiat mengadakan kedjadiannja perboeatan itoe meskipoen tjoekoep djoega kaloe pada masa perboeatannj a dia mesti mengetahoei bahwa kedjadian itoe tentoe diadakan. KETERANGAN. Maksoednja itoe diseboet dalam pasal2 dengan kata-pekerdjaan jang menerangkan bahwa soeatoe kelakoean itoe hanja bolëh diperboeat dengan sengadja (oepamanja: memaksa) atau dengan perkataan „opzettelijk" artinja dengan kemaoeannja dan pengetahoeannja atau dengan perkataan „met het oogmerk." Boeat menghoekoem pesakitan perkara melanggar satoe pasal jang ada perkataan „opzettelijk" maka dia haroes mengetahoei djoega hal2 jang terseboet dibelakang perkataan itoe. Oepamanja pesakitan mengetahoei bahwa dia melanggar sopan-san toen di temp at jang bolëh kelihatan perboeatannj a olëh sembarang orang. b. atau kedjadiannja perboeatan pesakitan itoe diadakan dari sebab salahnja (schuld), ja-itoe kaloe pesakitan tidak melakoekan dengan hati2 seperti orang lain jang sama keadaannja dengan dia sehingga itoe kedjadian olëh pesakitan koerang dipikirnja atau tidak diperdoelinja. KETERANGAN. Maksoednja itoe dalam pasal2 diseboet dengan perkataan2 „aan wiens schuld te wijten is". Lihat Boekoe II Titel VII W. v. S. Dipakai djoega perkataan „onachtzaamheid" akan-tetapi djarang. Melainkan boeat satoe doea pasal sadja (oepamanja mengasoetkan, menggalakkan andjing pada manoesia) maka boeat hatoeran2 overtreding tidak perdoeli apa perboeatan pesakitan itoe dilakoekan dengan sengadja atau tidak. Oepamanja kaloe saksi jang dipanggil dihadapan hakim tidak menghadap maka saksi itoe bolëh dihoekoem kaloe dia melakoekan perboeatan itoe hanjalah tidak dengan sebab jang sah. Kaloe pesakitan melakoekan satoe perboeatan atau dia tidak melakoekan soeatoe kewadjiban jang djatoeh bagian •overtreding maka pesakitan itoe dianggap berboeat hal itoe dengan salahnja. Oepamanja: kaloe orang jang soedah mendapat idzin akan memboeka' opiumkit memasoekkan orang jang tidak kentara mabok sebeloemnja politie datang akan-tetapi achirnja njata bahwa orang itoe mabok betoel maka jang mempoen j ai koeasa akan memboeka' rpemah itoe bolëh dihoekoem. Akan-tetapi kaloe pesakitan dida'wa melanggar soeatoe oeroesan maka politie djangan membikin-perkara kaloe njata bahwa dia soedah mentjoba dengan soenggoeh-soenggoeh segala kelakoean akan menegahkan kedjadian itoe. Oepamanja: pendjoeal obat2-an menerima roepa2 obat dari negeri Tjina, kaloe dia rriinta' pada apotheker akan diperiksa obat itoe dan olëh apotheker dipestikan bahwa boekan obat*-an gelap; akan-tetapi 2 4 In allen gevalle zal, ook met het oog op de zwaarte van de later door den rechter op te leggen straf de politie voor elke overtreding behoor en te onderzoeken of de dader heeft gehandeld hetzij met opzet of met schuld en welke eventueel de gevolgen zijn van zijne handeling of zijn verzuim. II. Toepasselijkheid van de Ned.-Indische strafwet buiten Ned.-Indië heeft in bepaalde gevallen alleen plaats, wanneer het gepleegde feit een misdrijf is (artt. 4, 5 en 7 W. v. S.) Zie Hoofdstuk I § 1. III. Poging tot overtredingen is straffeloos, zijnde voor et voltooide feit zelve, de overtreding, geen (althans niet dan bij hooge uitzondering) opzet vereischt (art. 54 id.) Evenzoo medeplichtigheid aan overtredingen (art. 60 id.) N. B. Gehandhaafd is de strafbaarstelling van poging tot en medephchtigheid aan overtredingen betreffende 's Lands middelen en pachten (art. 4 al. 1 Inv. V.). IV. Alleen bij misdrijven, uitsluitend op klachte vervolgbaar, is het indienen en intrekken der klachte aan wettelijke termijnen gebonden. Zie Hoofdstuk II § 2. V. De verjaringstermijn voor het recht tot strafvordering en tot uitvoering van de opgelegde straf is bij overtredingen korter dan bij misdrijven (artt. 78 en 84 W. v. S.) N. B. Over den langeren termijn voor fiscale overtredingen zie Hoofdstuk II § 3. VI. De strafvervolging kan worden voorkomen en, eenmaal aangevangen zijnde, worden beëindigd door vrijwillige betaling van het maximum der boete en van de eventueel gemaakte kosten, wanneer het gepleegde feit is eene overtreding en alleen geldboete als hoofdstraf daartegen is bedreigd, (art. 82 id.) VII. Ingeval er verdenking bestaat ter zake van misdrjjT; kan van den Chef van het Postkantoor en van de ambtenaren van den Postspaarbankdienst gevorderd worden het verstrekken van de inlichtingen, op bl. 28. omschreven. N. B. Men zie evenwel op die bladzijde de uitzondering op dezen regel. VIII. Zie de definities van begunstiging op bl. 76 en 78 en van verduistering op bl. 78. 4 kemoedian kenjataan jang obat2-an itoe tertjampoer morphine palsoe. Dari sebab pendjoeal obat itoe soedah minta' diperiksa obat2 nja maka tentoelah dia tidak dihoekoem perkara mendjoeal obat palsoe. Begitoe djoega jang melakoekan overtreding tidak bolëh dihoekoem, kaloe dia melakoekan perboeatannj a dengan terpaksa (overmacht). Haroeslah prijaji2 politie memeriksa dalam tiap2 perkara overtreding dengan sesoenggoeh2nja apa pesakitan melanggar wet dengan sengadja atau hanja salahnja sadja dan apa kedjadiannja perboeatan pesakitan itoe. Hal ini djoega perloe boeat hakim akan mendjatoehkan hoekoeman jang pantas. II. Hatoeran2 Strafwet Hindia-Belanda terkadang2 dilakoekan djoega di loear tanah-Hindia, tjoema djikaloe perboeatan pesakitan itoe soeatoe misdrijf. Dihat Bagian I § 1. III. Pentjobaan dalam perkara overtreding tidak bolëh dihoekoem, sebab akan perboeatan overtreding jang habis sama sekali dilakoekan djoegapoen pesakitan menoeroet hatoeran jang biasa ta'oesah berboeat dengan sengadja. Begitoe djoega tjampoer (medeplichtigheid) dalam perkara overtreding. KETERANGAN. Pentjobaan dan tjampoer dalam perkara overtreding hasil negeri teroes bolëh dihoekoem djoega. IV. Diberi tempo dalam wet akan memasoekkan atau menarik pengadoean atas hal jang baroelah dibikin-perkara kaloe . ada orang jang mengadoekan, tjoema kaloe hal itoe perkara misdrijf. I/ihat Bagian II § 2. V. Tempo boeat goegoernja membikin-perkara dan mendjalankan hoekoeman jang soedah didjatoehkan dalam perkara overtreding lebih pëndëk daripada perkara misdrijf. KETERANGAN. Diketjoealikan overtreding hasil negeri. Lihat Bagian II § 3. VT. Hak akan membikin-perkara orang lain bolëh ditegahkan dan — kaloe penda'waah itoe soedah dimoelai — bolëh dibatalkan kaloe pesakitan dengan maoenja sendiri membajar denda jang amat tinggi ditentoekan olëh wet dan djoega membajar ongkos2 perkara. Hal j. t. diatas ini hanja bolêh diterima kaloe perkaranja pesakitan itoe overtreding dan antjamannja hanja denda sadja. VII. Kaloe pesakitan ditoedoeh perkara misdrijf hanja Chef Postkantoor dan ambtenaar2 Postspaarbankdienst bolëh diperintah akan mengeloearkan keterangan seperti diseboet di katja 28. KETERANGAN. Hatoeran ini didjalankan djoega dalam perkara overtreding diseboet di katja 28 sadja. VIII. Djhat lagi bagimana diterangkan perkara begunstiging di katja 76 dan 78 dan perkara verduistering di katja 78. 8 KETERANGAN. Strafwet negeri Belanda j. t. dilakoekan atas sekalian bangsa Belanda dan rajat negeri Belanda jang terlahir dan orang toean ja beroemah di tanah-Hindia, kaloe merika-itoe melakoekan soeatoe perboeatan jang dianggap misdrijf olëh wet itoe, dan lagi kaloe perboeatan menoeroet Strafwet tanah-Hindia bolëh dihoekoemdjoega. Kaloe orang2 kapal j. t. melakoekan perboeatan overtreding di tanah-Hindia merika-itoe hanja bolëh dihoekoem dengan . peladjaran di kapal sadja. 2°. kaloe soeatoe perboeatan dilakoekan diloear tanah-Hindia ditempat Consul Belanda sebelah timoer Kaap de Goede Hoop (Afrika) dan sebelah barat Kaap Hoorn (Zuid-Amerika) olëh rajat negeri Belanda, tidak perdoeli bangsa apa. Perboeatan itoe dipoetoeskan olëh Raad van Justitie di Betawi: permoelaan kaloe perboeatan itoe djatoeh bagian misdrijf jang penting terseboet dalam pasal 23 Stb. 1887 n°. 207 dan dalam appel dari poetoesan Consulaire rechtbank, kaloe perboeatan itoe menoeroet wet Belanda djatoeh bagian misdrijf lain. KETERANGAN. Tentoelah prijaji2 politie tanah-Hindia djarang tjampoer mengoeroeskan perkara2 j. t. Lagi Strafwet tanah-Hindia dilakoekan atas orang kapalperang asing, kaloe dia melakoekan perboeatan itoe di daërah tanah-Hindia habis toeroen kedarat. KETERANGAN. Menoeroet kebiasaan haroeslah Commandant dari kapal-perang itoe segera dikasih tahoe dari hal kedjadian, laloe dimoepakatkan apa perboeatan itoe hendak dipoetoes olëh hakim tanah-Hindia atau olëh hakim mihtair di kapal-perang itoe. Hatoeran2 politie boeat anak-kapalperang asing jang soedah toeroen kedarat didapatkan di Stb. 1905 n°. 513 j°. n°. 611. § 2. Kekoeasaannja Justitie dan Politie boeat anak-negeri. Kaloe politie mendengar bahwa soeatoe perboeatan jang bolëh dihoekoem soedah dilakoekan orang maka dia haroeslah mentjari keterangan selamanja beloem njata siapatah jang melakoekan perboeatan itoe. Dan lagi kaloe soedah' njata siapa orangnja itoe tetapi dia boekan Inlander atau disamakan dengan bangsa Inlander maka prijaji politie mesti meneroeskan tjari keterangan itoe sampai perkara itoe olëh Officier atau Hulpofficier van Justitie ditarik kepadanja. Akan-tetapi kaloe njata bahwa orang jang melakoekan perboeatan itoe Inlander atau disamakan dengan Inlander maka hanja prijaji2 politie sadja jang haroes membikin voorloopig onderzoek. 9 N.B. Inlanders zijn de inboorlingen of landzaten van den Oost-Indischen Archipel voor zooverre deze behooren tot het Ned-Indische grondgebied, als Javanen, Madoereezen, Dajaks • enz ' Met hen worden in strafrechtelijken zm — zoo het tegendeel niet is bepaald — gelijkgesteld Chineezen, Arabieren, en alle anderen, die geen Christenen, Europeanen of Japanners zijn (art. 109 R.R.) Christen-Inlanders zim onderworpen aan dezelfde wetten als de Mohamedaansche Inlanders (art. 3 Ov.). De zaken, waarin zij op Java en Madoera dit onderzoek heeft te houden, zijn die welke ter kennisneming staan van den Inlandschen rechter t. w. van den Landraad, den Politierechter het Regentschaps- en het Districtsgerecht alsmede, voorzoover de beklaagden Inlanders of met dezen gehjkgestelden zijn, het Landgerecht. De Landraad neemt kennis van (art. 95 R. O.): I Alle misdrijven, gepleegd zoowel door eigenlijk gezegde Inlanders als door met hen gelijkgestelden, uitgezonderd >) «(ardiè ingaande' slavenhandel (artt. 324 t/m 327 W. v. S.); b benadeeling van schuldeischers in de gevallen van artt. 396 t/m 400 en 402 W. v. S.); c. zeeroof en de verder in artt. 438 t/m 447, 450 en 451 W. v. S. vermelde scheepvaartmisdrijven; d de lichte vorm van mishandeling, van diefstal, van verduistering, van oplichting, van bedrog door den verkooper, van vernieling of beschadiging van goederen, yan begunstiging (artt. 352 al. 1, 364, 373, 379, 384, 407 al. 1 en 482 W. v. S.). N B Ter zake van de misdrijven sub a, b en c staat de dader terecht voor den Raad van Justitie ongeacht den landaard van den beklaagde; ter zake van die sub d voor den koutte- of den Landrechter, ook wanneer het feit is gepleegd onder omstandigheden, die tot strafverzwaring krachtens art. 52 W. v. S. aanleiding geven. II. alle door hoogergenoemde personen gepleegde overtredingen, uitgezonderd: V. die welke ter kennisneming staan van: a. het Districtsgerecht, t.w. overtredingen waarop ten hoogste ƒ3 boete (art. 80 R. O.), en b het Regentschapsgerecht, t.w. overtredingen, waarop hecntenis van ten hoogste 6 dagen of boete van ten hoogste i 10 doch meer dan ƒ3 is gesteld (art. 83 R. O.), mits gepleegd door eigenlijk gezegde Inlanders en met uitsluiting van tegen Europeanen of met dezen gelijkgestelden gepleegde klachtdelicten (art. 88 R. CV en van overtredingen in zaken van pachten en belastangen (artt. 80 en 85 R. O.); 1) Ook de drukpersmisdrijven? Onder de competentie-regeling van Stb. 1856 n*. ii.Jl.IUI 74 art. 31 vallen ze niet meer, nu de betrekkelijke strafbepaling m het drukpersJ' reglLent niet is gehandhaafd. Znlks schijnt evenwel eene omissie, welke ongetwnfeld weldra door den wetgever zal worden hersteld. 9 .KETERANGAN. Jang dinamaï' Inlander ja-itoe boémi poetera poelau2 jang ternitoeng dalam daërah tanah-Hindia, oepamanja orang Djawa, orang Madoera, orang Dajak d. 1.1. Boeat Strafwet disamakan dengan Inlander orang Tjina, orang Arab dan lain2 bangsa jang boekan orang Serani, orang Eropa atau orang Djepang, asal orang itoe tidak diketjoealikan dalam hal jang dibikin-perkara. Djadinja boeat bangsa jang ternitoeng dalam bagian Inlanders tidak dibëdakan orang jang memëgang agama Islam daripada orang Serani. Perkara2 jang voorloopig onderzoeknja di Djawa dan Madoera mesti dibikin olëh prijaji2 politie ja-itoe perkara2 masoek bagian Inlandsche rechter (pengadilan Goepernemën boeat Inlander dan jang disamakan dengan Inlander) ja-itoe Landraad, Politierechter, Regentschaps- dan Districtsgerecht, djoega Landgerecht meskipoen gerecht ini hakim boeat segala bangsa. Landraad itoe memoetoeskan: I. sekalian perkara misdrijf, ketjoealikan: a. perkara perniagaan-böedak; b. perkara meroegikan orang jang menghoetangkan menoeroet pasal 396 s/s 400 dan 402 W. v. S.; c. perkara pembadjak d. s. b. terseboet dipasal 438 s/s 447, 450 dan 451 W. v. S.; d. perkara penjiksaan badan, pentjoerian, menghilangkan lain orang poenja barang, penipoean-oplichting, penipoean olëh orang jang mendjoeal barang, peroesakan barang2 orang lain, begunstiging, asal perkara jang ëntëng2. KETERANGAN. Perkara2 terseboet di hoeroef a s/s c. dipoetoeskan olëh Raad van Justitie, tidak perdoeli bangsanja si pesakitan; perkara2 terseboet dihoeroef d. dipoetoeskan olëh Politierechter atau Landgerecht. II. sekalian perkara overtreding, ketjoealikan: 1°. jang dipoetoeskan olëh: a. Districtsgerecht, ja-itoe, overtreding jang antjamannja tidak lebih dari ƒ3 denda; b. Regentschapsgerecht ja-itoe overtreding jang antjamannja tidak lebih dari 6 hari hechtenis atau lebih dari ƒ3 akan-tetapi tidak lebih dari ƒ10 denda; asai perboeatan2 ini dilakoekan olëh Inlander jang sebetoelnja anak-negeri; akan-tetapi diketjoealikan perkara klachtdelict kaloe orang jang mengadoe bangsa Eropa atau disamakan dengan bangsa Eropa dan lagi perkara overtreding atas hasilnja negeri. 1) Perkara misdrijf jang dilakoekan dalam soerat2 jang ditjëtak tidak diketjoeaalikan, tentoelah-sebab keliroe. Bolêh dipertjaja bahwa tidak lamalagi diketjoealikan djoega seperti doeloe. 10 KETERANGAN. Perkara Hachtdelict j. t. diatas dipoetoeskan olëh Landraad tjoema dimana tidak ada Landgerecht. Di poelau2 Kangean dan Sapoedi (Madoera) overtreding2 perkara Regentschapsgerecht dipoetoeskan olëh Politierechter; di Karimon-Djawa (Semarang) dan Bawean (Soerabaja) olëh Landgerecht. c. Politierechter ja-itoe overtreding jang antjamannja tidak lebih dari 3 boelan hechtenis atau / 100 denda dengan atau tidak - dengan merampas barang; d. Landgerecht ja-itoe overtreding jang antjamannja tidak lebih dari 3 boelan hechtenis atau ƒ500 denda dengan atau tidak dengan merampas barang (djoega klachtdelict j. t. diatas); akan-tetapi kaloe pesakitannja Inlander jang sebetoelnja anak-negeri maka antjamannja selamanja mesti lebih dari 6 hari hechtenis atau ƒ10 denda. 2. overtreding2 jang diseboet dalam reglement perkara' soerattjêtak. KETERANGAN. Perkara terseboet diangka 2 dipoetoeskan olëh Raad van Justitie. Districtsgerecht di Sumatra's Westkust, Tapanoeli, Banka, BilHton dan Menado dan Regentschapsgerecht di Amboina memoetoeskan , overtreding dilakoekan olëh Inlander jang sebetoelnja anak-negeri, asal antjamannja tidak lebih dari 6 hari: hechtenis atau ƒ 15 denda. Ditempat2 lain di Buitenbezittingen (ja-itoe tanah-sebrang poelau Djawa dan Madoera jang masoek tanah-Hindia Belanda) tidak didapati gerecht jang begitoe roepa, Akan-tetapi di seantero Buitenbezittingen diadakan Magistraat jang kekoeasaan sama dengan Politierechter (di Benkoelen, Palembang dan Djambi tjoema kaloe perboeatan dilakoekan olëh Inlander jang boekan sebetoelnja anak-negeri bertinggal diloear kota dan jang disamakan dengan Inlander), dan Landraad jang kekoeasaan sama dengan Landraad di Djawa dan Madoera, ketjoealikan di Zuid-Nieuw-Guinea perkara Landraad dipoetoeskan olëh Residentie-Gerecht. KETERANGAN. Di Sumatra's Westkust dan di Tapanoeli Landraad jang Presidentnja boekan ambtenaar'ilmoe pengadilan dinamai Ra pat. Biarpoen pengadilan dan hakim jang terseboet diatas ini mëmangnja pengadilan boeat Inlander tetapi perkara sekalian. Inlander jang diseboet dibawah ini tidak dipoetoeskan olëh; Inlandsche rechter: 1. Radja 1), Rijksbestierder, Regent, Onderregent, biarpoen soedah berhenti atau dilepas dari pangkatnja. 1) Selamanja merika-itoe masih mendjabat pangkatnja, tidak bolêh diperkarakan kakte tidak mendapat idzinnja Gouverneur-Generaal dan peperiksaan perkara'itoe dihadapan hakim haroes dengan toetoep pintoe. 11 (Stb. • 1867 n°. 10, 1869 nos. 27 en 101, 1882 n°. 20, 1901 n°. 306, 1915 n°. 369.) Deze regel geldt alleen voor die aanzienlijke Inlanders, die justitiabel zijn voor den Gouvernementsrechter en geldt dus niet voor die Zelfbestuursgebieden, waar de rechtsmacht niet of niet geheel (Vorstenlanden: Stb. 1903 n°. 8 art. 2 § 1) aan het Ned.-Indisch Gouvernement is overgedragen noch voor rechtstreeks bestuurd gebied, waar eigen rechtspleging aan de bevolking is gelaten m. a. w. niet voor die Inlanders, die justitiabel zijn voor den Inheemschen rechter (Bb. n°. 7106); 2°. hunne .vrouwen, bloedverwanten en aangehuwden tot den vierden graad ingesloten, wettige en onwettige, mits de persoon, met wien zij verwant zijn, nog leeft op het oogenblik dat de strafvervolging wórdt ingesteld; 3°. Inlanders, die recht hebben op het voeren van den vorstentitel, ofschoon zelf nooit geregeerd hebbende; 4°. Patihs, Districtshoofden en andere Inlandsche hoofden, die over de eigenlijk gezegde Inlandsche bevolking een gelijk of hooger gezag uitoefenen dan de Districtshoofden, voorts Ondercollecteurs, Hoofdpriesters, Hoofddj aksa's, en Djaksa's alsmede Fiscaal-griffiers (Stb. 1915 n°. 369), en hunne adjuncten, Priesters die als permanente adviseurs zitting hebben in de Inlandsche rechtbanken door een Europeesch ambtenaar voorgezeten, leden van den Landraad en Inlandsche leden van de Weeskamer te Batavia en van de Wees- en Boedelkamers elders (Stb. 1908 n°. 346), mits het feit begaan en de strafvervolging aangevangen zij toen zij nog in werkelijken dienst waren; 5°. niet-Europeesche leden der Gewestelijke en Plaatselijke Raden, zoolang zij met het lidmaatschap zijn bekleed (Stb. 1905 n°. 137); 6°. door de Regeering aangestelde Hoofden van Vreemde Oosterlingen, effectief en titulair, en Chineesche leden van de Weeskamer te Batavia en van de Wees- en Boedelkamers elders (Stb. 1908 n°. 347.) Al deze lieden staan wegens het plegen zoowel van misdrijven als van overtredingen terecht voor den Europeeschen rechter: de sub. 1°. genoemden, in actieven dienst zijnde, ter zake van elk strafbaar feit voor den Raad van Justitie, al de anderen voor dezelfde rechters als Europeanen. Ni B. Voor de Buitenbezittingen vindt men ten dezen nog speciale bepalingen: voor Menado Amboina Sumatra's Westkust Z. en O. Afd. Borneo in Stb. 1882 n°. 19 „ „ 1896 „ 41 „ „ 1900 „ 324 1913 „ 334. 11 Hatoeran ini tidak dilakoekan boeat perkaranja orang* jang dipoetoeskan olëh Inheemsche rechter (lihat dibawah) maka dari sebab itoe tidak dilakoekan di tanah* Zelfbestuur dimana kekoeasaannja hakim* boeat memoetoeskan perkara tidak atau tidak semoea (seperti dikeresidënan Solo dan Djocja) diserahkan pada Goepernemën. Begitoe djoega di tanah* jang diperintah olëh Goepernemën sendiri akan-tetapi hak memoetoeskan perkaranja boemi poetera tidak diserahkan pada Goepernemën; 2. isteri, keloearga dan periparan orang* jang terseboet di angka , h sampai kepada tjoetjoe dari tjoetjoenja, kakë dari kake'nja, tjoetjoe dari soedaranja jang laki* atau perampoean, soedara laki* atau perampoean dari kake'nja, biar poen isteri dan keloearga2 itoe menoeroet 'adat isteri dan keloearga jang sedjati (toelên) atau tidak, asal orang2 j. t. diangka 1 itoe lagi hidoep, ketika si pesakitan dibikin-perkara; 3. Inlander jang berhak akan memakai nama Pangëran, biar poen dia beloem pernah memëgang pangkat akan memerintah negeri; 4. Patih, Wedana dan lain2 prijaji, jang sama tinggi pangkatnja dengan atau lebih tinggi daripada Wedana dalam hal memerintah negeri; Ondercollecteur, Hoofdpenghoeloe, Hoofddjaksa, Djaksa dan Adjunct2nja, Fiscaal-Griffier, sekalian Penghoeloe jang tetap ditentoekan akan membantoe dipengadilan boeat Inlander, jang dikepalai olëh hakim Belanda, begitoe djoega lid* Landraad, dan Inlander jang memëgang djabatan lid Weeskamer di-Betawi atau lid Wees- en Boedelkamer diHindia Belanda, asal perboeatan jang bolëh dihoekoem itoe dilakoekannja selagi dia memëgang pangkatnja, dan dia beloem dilepas ketika dia dibikin-perkara sebab perboeatan j. t.; 5. Inlander atau orang jang disamakan dengan Inlander, jang memëgang djabatan lid Gewestelijke atau Plaatselijke Raad, selagi dia memëgang pangkat itoe; 6. Kepala2 bangsa jang disamakan dengan Inlander, jang diangkat . olëh Pemerintah Agoeng (selagi dia memëgang pangkatnja atau titulair) dan orang Tjina jang memëgang djabatan lid Weeskamer di-Betawi atau Wees- en Boedelkamer di-Hindia Belanda. Perkara sekalian orang* jang terseboet diatas ini, biar poen perkara misdrijf atau overtreding, dipoetoeskan olëh pengadilan atau hakim jang dinamaï Europeesche rechters (pengadilan atau hakim boeat bangsa Eropa): perkara orang2 terseboet di angka 1 °. selamanja masih mendjabat pangkatnja dipoetoeskan olëh Raad van Justitie, biarpoen perkara misdrijf atau overtreding. Perkara sekalian orang* jang lain dipoetoeskan olëh Raad van Justitie atau Residentiegerecht atau Landgerecht. KETERANGAN. Dalam hal ini di Buitenbezittingen diadakan masing2 hatoeran: Menado Ambon Sumatra's Westkust.... Z. dan O. Afd. Borneo Stb. 1882 n°. 19 „ 1896 „ 41 „ 1900 „ 324 1913 „ 334 3 12 Kaloe Inlander atau orang jang disamakan dengan Inlander melakoekan misdrijf atau overtreding her sama2 dengan orang Eropa atau orang jang disamakan dengan bangsa Eropa atau dia tetjampoer dalam perkara itoe maka perkara j. t. dipoetoeskan djoega olêh Europeesche rechter, ketjoealikan kaloe si pesakitan bangsa Eropa itoe soedah mati atau tidak ada, ketika perkara j. t. mesti dipoetoeskan. Di tanah2 Zelfbestuur di Buitenbezittingen jang hak memoetoeskan perkara rajatnja tidak diserahkan pada Goepernemën perkara2 dipoetoeskan olëh hakim boemi poetera Inheemsche rechtèrs. Begitoe djoega ditanah2 jang diperintah olëh Goepernemën tetapi haknja memoetoeskan perkara ditetapkan padanja. Akan-tetapi tidak semoeanja perkara dipoetoes olëh Inheemsche rechter, ja-itoe perboeatan2 jang dilakoekan di tanah* terseboet itoe seringkali dipoetoes olëh hakim Goepernemën, kaloe pesakitannja bangsa Eropa, bangsa asing, prijaji2 atau orang2 jang di bawah perintah Goepernemën atau kaloe dia rajatnja Zelfbestuur jang berboeat kelakoeannja bersama2 dengan seorang dari pada j. t. diatas ini atau kaloe boemi poetera itoe melakoekan perboeatan jang bolëh dihoekoem pada Goepernemën (kepoenjaanja atau kehasilannja) atau melanggar oendahg^ja Goepernemën jang sah di tanah Zelfbestuur itoe. KETERANGAN. Kaloe orang jang dibawah kekoeasaan Inheemsche rechter melakoekan soeatoe perboeatan diloear daërahnja maka perkaranja dipoetoes olêh hakim Goepernemën. Misdrijf atau overtreding jang dilakoekan olëh orang-militair selagi dia orang-militair maka dipoetoeskan olëh hakim-militair. Begitoe djoega kaloe dilakoekan sebeloemnja dia mendjadi orangmflitair, asal sadja misdrijf atau overtreding itoe baroe didjadikan perkara ketika dia soedah memëgang djabatan militair. Akan-tetapi overtreding dalam hal hasil-negeri selaloe dipoetoeskan olëh hakim-biasa {burgerlijke rechter). Begitoe djoega perkara orang-militair — disini terhitoeng djoega orang kapalperang dari K. N. Marine — kaloe dia dengan orang jang boekan militair (burger) dipanggil dihadapan hakim itoe dari sebab dia melakoekan soeatoe perboeatan bersama2. Kaloe orangburger soedah meninggal atau tidak ada maka perkara itoe dipoetoes olëh hakim-militair. Kaloe orang militair jang mesti menghadap dimoeka burgerlijke rechter seorang Inlandsch Officier didalam pangkat atau dilepas dengan hormat atau seorang aspirant-officier O. I. 1,. maka perkaranja itoe dipoetoeskan olëh Europeesche rechter. KETERANGAN. Prijaji2 pohtie naroes djoega melakoekan kewadjibannja kaloe orang^niihtair berboeat kedjahatan atau pelanggaran jang mesti dipoetoes olëh hakim-mihtair. Merikaïtoe olëh politie dengan segera mesti diserahkan pada Pembesar orang-militair dari Land-atau Zeemacht ja-itoe pada 13 N.B. De. politie is intusschen gehouden op te treden tegen eiken militair, die een strafbaar feit begaat, ook al staat dit feit ter kennisneming van den militairen rechter. Zij levert hem evenwel met een procesverbaal van hetgeen door haan is gedaan ten spoedigste over aan de militaire autoriteit van de Land- of Zeemacht d. i. aan den Garnizoenscommandant (art. 19 R. L.) of aan den Commandant van het oorlogsschip. Is boven behandeld de bevoegdheid van den Inlandschen rechter en de Inlandsche politie in algemeenen zin, thans dient te worden besproken hunne competentie in het concrete geval, b.v. er is ergens door een Inlander / 100 gestolen. De Landraad neemt dan kennis van zijne zaak. Maar welke Landraad ? Binnen het ressort van welken Landraad zal de daar functioneerende politie de zaak voorloopig hebben te onderzoeken ? Bij voorkeur zal het zijn de Landraad en dus ook de politie welke gevestigd is in de afdeeling of het regentschap, binnen •welke het strafbaar feit is gepleegd (art. 241 I. R. j°. art. 89 R. O.). Is de diefstal dus gepleegd in de afdeeling Soerabaja, alsdan de Landraad van Soerabaja. Is hij gepleegd in de haven van Soerabaja of in de territoriale zee langs de kust van die afdeeling, alsdan dezelfde Landraad. Had het feit plaats aan boord van een Ned.-Indisch schip in volle zee, alsdan de Landraad, binnen welks ressort de plaats is gelegen, waar het schip tehuis behoort, d.i. de woonplaats -van den eigenaar van het vaartuig of de plaats waar de reederij is gevestigd. • Werd het gepleegd op grondgebied buiten Ned.-Indië maar is de Ned.-Indische strafwet op den dader toepasselijk, dan heeft zijne terechtstelling plaats voor den Landraad, binnen wiens ressort de verdachte woont of in hechtenis is genomen, en, zoo hij in Ned.-Indië geen verblijf hield, voor den Landraad, van Gouvernementswege aangewezen, daar geen Landraad alsdan onbevoegd zou zijn van de zaak kennis te nemen. Intusschen mag ook in de andere hooger genoemde gevallen de Landraad, binnen wiens ressort de beklaagde woont, verblijf houdt of in hechtenis is genomen, de zaak aan zich trekken, mits de woonplaats van het grootste aantal der op te roepen getuigen nader bij deszelfs zetel, is gelegen dan bij dien van den Landraad, binnen wiens ressort het feit is gepleegd. Zal in den regel de hoofdleiding van het voorloopig onderzoek berusten bij de politie van het rechtsgebied waarbinnen het feit is begaan, en zal dus de politie uit het ressort van een anderen rechter enkel op hare uitnoodiging in beweging worden gesteld, dit neemt niet weg, dat de politie ter plaatse, waar een verdachte wordt aangehouden of een stuk van overtuiging wordt in beslag genomen, eigener autoriteit nauwgezet zal hebben te onderzoeken de omstandigheden waaronder zulks is geschied en de resultaten van dit onderzoek ten spoedigste ter kennis zal hebben te brengen van de politie, die de hoofdleiding in handen heeft. 13 Garnizoenscommandant atau pada Commandant kapal-perang dengan disertainja procesverbaal dari apa jang soedah diperiksa. Diatas ini soedah diterangkan bagimana akan mengetahoei pengadilan jang mana mesti memoetoeskan perkara ini atau itoe dan bagimana kekoeasaannja prijaji2 politie dalam hal ini. Sekarang kita terangkan: kaloe seandainja ada soeatoe perkara— oepamanja si Kromo mentjoeri wang / 100 banjaknja — maka jjj^lèlah menoeroet keterangan jang terseboet diatas ini perkara itoe djadi perkara Landraad. Tetapi Landraad jang mana mesti memoetoeskan perkara itoe? Dan prijaji politie dalam daërah Landraad jang mana mesti mengoeroeskan perkara? Mestinja: Landraad dan prijaji. politie jang ada di afdeeling atau keboepaten tempat pentjoerian itoe. Djadinja kaloe pentjoerian itoe terdjadi di-afdeeling Soerabaja maka Landraad di-Soerabaja-lah, jang mesti memoetoeskan perkara itoe. Kaloe pentjoerian itoe dilakoekan dipelaboehan Soerabaja atau dilaoet territoriaal pesisir afdeeling Soerabaja maka Landraad Soerabaja djoegalah jang mesti memoetoeskan perkara itoe. Kaloe pentjoerian itoe dilakoekan dikapal, poenjanja seorang pendoedoek tanah-Hindia, selagi kapal itoe ditengah laoet, maka perkara itoe dipoetoeskan olëh Landraad di-afdeeling atau keboepaten tempat-tinggal si poenja kapal itoe atau tempat kantor kapal itoe. Kaloe pentjoerian itoe dilakoekan didaërah tanah2 asing akantetapi menoeroet Wet perboeatan itoe mesti dihoekoem olëh pengadilan tanah-Hindia maka perkara itoe dipoetoeskan olëh Landraad di-afdeeling tempat-tinggal si pesakitan itoe atau tempat dia ditangkap. Dan kaloe si pesakitan itoe mëmangnja tidak beroemah atau tidak memondok didaërah tanah-Hindia maka perkara itoe dipoetoeskan olêh Landraad jang ditentoekan olëh GouverneurGeneraal, sebab dalam hal ini tidak ada Landraad jang tidak berkoeasa akan memoetoeskan perkara itoe. Akan-tetapi Landraad di-afdeeling atau keboepaten tempat si pesakitan beroemah, memondok atau tertangkap itoe selamanja bolëh djoega memoetoeskan perkara itoe, asal tempat-tinggal kebanjakan saksi2 lebih dekat pada tempat Landraad j. t. dari pada tempat Landraad jang mestinja memoetoeskan perkara itoe. Kaloe ada kedjadian soeatoe perkara tentoelah sekali prijaji politie di tempat kedjadian itoe jang mesti moelai memeriksa perkara itoe djadi prijaji politie dari. daërah hakim lain baroelah bolêh tjampoer dalam pekerdjaan ini kaloe dia dimintai tolong. Akan-tetapi prijaji politie dari tempat di mana orang jang ditoedoeh itoe ditangkap atau barang boekti dibeslag haroes djoega dengan kekoeasaannja sendiri mentjari keterangan dalam perkara ini dan dengan segera memberi kabar dari pendapatannja kepada prijaji politie jang membikin voorloopig onderzoek. 14 HOOFDSTUK II. Het voorloopig onderzoek der politie. INLEIDING. Het te houden onderzoek moet zoo uitvoerig wezen, dat aan de autoriteit, die heeft te beslissen of de zaak voor verdere vervolging vatbaar is (den Resident of den Ass.-Resident; in de Buitenbezittingen den Magistraat) uit de door de politie samengestelde stukken zal kunnen blijken of een strafbaar feit is begaan en of een bepaalde persoon daaraan schuldig is. En heeft die autoriteit, de Chef der gerechtelijke politie, de zaak, welke ter kennisneming ' staat van den Landraad, gesteld in handen van deszelfs Voorzitter, dan behoort deze in die stukken de noodige gegevens te kunnen vinden voor het opstellen zijner akte van verwijzing. Den rechter, die in de zaak vonnis heeft te wijzen, moeten ze kunnen dienen tot deugdelijke leiddraad bij het onderzoek ter terechtzitting, niet alleen naar de schuld van den beklaagde maar eventueel ook naar de zwaarte van de op te leggen straf. Het onderzoek moét dus van dien aard wezen, dat het de tevredenheid wekt van al deze autoriteiten. Het moet volledig zijn. Nauwgezette en voortdurende raadpleging van de wettelijke voorschriften in dit boek verklaard en de wenken daarbij gegeven, zullen in de meeste gevallen den politie-ambtenaar die voldoening schenken. Maar bovendien moet eenieder de waarheid uit die stukken tegenblinken. Bij het opvolgen van dezen wenk is voor den politieambtenaar evenwel de voornaamste gids zijn eigen geweten. Bovenal mogen de stukken niet worden opgesmukt met verklaringen van getuigen, die geprest zijn geworden om aldus tegen beter weten in te getuigen. Evenmin mag de politie uit gemakzucht genoegen nemen met verklaringen, die zij zelve gevoelt door den getuige zeiven te zijn verzonnen of door anderen hem te zijn ingegeven. In alles streve zij er naar de waarheid, de volle waarheid, aan het licht te brengen. 14 BAGIAN IL Peperiksaan Voorloopig Onderzoek. PERMOELAAN. Peperiksaan dalam soeata perkara haroes diperboeat dan diterangkan dengan segala- hal-ahoealnja soepaja ambtenaar jang mesti menentoekan apa soedah ada tjoekoep keterangan akan meneroeskan perkara itoe (Resident, Assistent-Resident; di Buitenbezittingen: Magistraat) dalam soerat peperiksaan bisa lihat, apa betoellah soedah ada perboeatan jang dilakoekan dan apa soedah ada orangnja jang berboeat kelakoean itoe. Kaloe perkara itoe olëh ambtenaar j. t. soedah ditentoekan djadi perkara Landraad dan olêh dia diserahkan pada President Landraad itoe maka ambtenaar ini dalam soerat2 peperiksaan itoe mesti djoega bisa mendapat keterangan jang perloe akan memboeat akte van verwijzing. • Dan lagi soerat2 peperiksaan itoe mesti bolëh dipakai penoentoen dihadapan pengadilan jang memoetoeskan perkara itoe akan mènentoekan salahnja si pesakitan dan beratnja hoekoeman djoega. Dari sebab ini patoetlah peperiksaan itoe tjoekoep dan terang sekali soepaja prijaji2 politie mendapat poedjian dari ambtenaar2 j. t. diatas. Maka dari sebab itoe haroeslah dia membatja hatoeran* dan keterangan* jang terseboet dalam boekoe ini dengan titi dan kekalnja. -Dan lagi prijaji* politie ingat* bahwa isinja soerat* peperiksaan itoe mesti benar2. Akan melakoekan pertoendjoekan ini boeat prijaji* hampir tidak ada lain penoentoen hanja pikir dan rasa hatinja sendiri. Prijaji2 djangan sekali membagoeskan peperiksaan itoe dengan hatoeran saksi2 jang, olëh-karena dipaksa, menerangkan soeatoe hal jang tidak benar. Begitoe djoega prijaji* tidak bolëh ambil gampang sadja pertjaja hatoeran saksi* jang prijaji rasa sendiri bahwa hatoerannja itoe hanja dikarang sadja olêh saksi sendiri atau diadjarkan olëh orang lain. 15- Zij eerbiedige voorts de vrijheid en den huisvrede ook van den geringsten hutbewoner, en make daarop slechts inbreuk zoo de noodzakelijkheid dit gebiedend eischt. 7'jandra Tirta Sarie Tjakra. l). § 1. Het onderzoek van den Wedana. Meer speciaal zal hier op den voorgrond treden het onderzoek van het Districtshoofd op Java en Madoera in zaken van misdrijf, zichtbare sporen achterlatende als moord, doodslag, zware mishandeling, brandstichting, diefstal onder verzwarende omstandigheden (art. 21 LR.) Voor de Buitenbezittingen gelden bijna geheel dezelfde regelen als voor Java en Madoera. Districts -en dorpshoofden treft men ook daar in de meeste gewesten aan, zij het somwijlen onder andere benaming2), terwijl in sommige gewesten x) In deze oud-Javaansche spreuk wordt den rechter (Jaksa) voorgehouden, dat Wj zij gelijk de volle maan, die licht brengt in de duisternis; gelijk het stroomend water, dat opruimt het vuil, hetwelk het op zijn weg ontmdet; gelijk de bloem, die een zoeten geur verspreidt; gelijk de Godheid, die scherp toeziet wat waarheid is, wat leugen. *) Dorpshoofden : „Sumatra-G—Westkust—qookog rn ripéhoofdon, Iyampongsche Districten kampong- en soekoehoofden, Palembang, Oostkust van Sumatra en Atjeh kamponghoofden, Menado negorijhoofden, Amboina kepala soa's, Districtshoofden: SuuuUj'a Wcstkusi { gliocloe's kapala of pamocsock, ^ i nuk nnrlnr dn bevolen ves zgnde districtsli—fden, Palembang demangs poliüe, Atjeh moekimhoofden, staande onder de bevelen van zgnde districtshoofden, Banka demangs en de onder dezen gestelde batins, Celebes en Amboina regenten. 15 Ingatlah prijaji2 mesti mentjari keterangan dengan sesoenggoeh2 soepaja njata apatah jang benar dan apatah jang djoesta. Dan lagi djangan sekali2 melanggar kemardikaan dan kesedjahteraan roemah orang siapapoen, kaloe tidak ada kemestian. Tjandra Tirta Sarie Tjakra. m(iki \ (CTiitm\ ooittin ooi((Kin \(Èïi otiooifik. ooiTikioarm (kili a_nn ieji ooi art - ocn q/ _ o i q q .* i o c o qc q (kï) .u «sin -s» asm asm oi onij mm jji ooi tm «m iij ooi nrtn (KiniaanniüiicKiKnnnCT q o v a o q <-> ïjoi^ ooiTn(Kin^(un(Kiarn(Kin(Kin(Ki| a^a^iuiooi(K^nniLQ^ajuiaïin^ Hij is verplicht tot inhechtenisneming.: 1°. ingeval van ontdekking op heeterdaad1); 2°. wanneer hij van een zijner superieuren den last tot arrestatie ontvangt, welke last schriftelijk moet zijn (art. 46 id.). Bevoegd tot inhechtenisneming is hij nog, wanneer er een misdrijf is gepleegd en er vrees bestaat voor ontvluchting van den dader of medeplichtige (art. 45 id.) De wet drukt evenwel den Wedana op het hart om hierbij met omzichtigheid te werk te gaan. Maar dubbel voorzichtig zij hij, wanneer Tde verdachte van jeugdigen leeftijd is, daar zoo herhaaldelijk reeds *) Hieronder kan ook gebracht worden het in art. 43 I. R. genoemde geval, dat bij de lijkschouwing reeds voldoende aanwijzingen van schuld tegen iemand bestaan. 20 Dan lagi procesverbaal itoe bergoena boeat hakim, akan mengingatkan si pesakitan atau saksi2, kaloe dia loepa atau kaloe hatoerannja dihadapan hakim lain daripada hatoerannja dimoeka kepala-dësa atau Wedana. Lain daripada itoe Wedana mesti memboeat „relaas" dari hal pendapatannja sendiri dan mengirim relaas itoe kepada Regent (di Buitenbezittingen kepada Magistraat), soepaja Regent mengetahoei apa perkara jang soedah terdjadi dan kaloe perloe Regent bolëh memeriksa perkara itoe sendiri atau memberi perintah ini atau itoe kepada Wedana. Apa jang kita bitjarakan diatas ini dari hal kewadjiban kepala-dësa, terpakai djoega dalam hal kewadjiban Wedana, kaloe dia memeriksa perkara misdrijf j. t.: tetapi sebab peperiksaan kepala-dësa itoe tjoema peperiksaan jang pëndëk sadja, dan peperiksaan jang teroetama mesti dilakoekan olëh Wedana jang mëmangnja soedah angkat soempah tempo dia menerima pangkatnja, ■ dan olëh-sebab itoe sah, kaloe procesverbaal itoe diboeatnja atas soempah maka perloe sekarang kita bitjarakan lebih pandjang sekalian jang perloe diketahoeï olëh Wedana, djika dia memeriksa perkara misdrijf j. t. Arrestatie. Wedana mesti menimbang, apa orang jang ditahan olêh kepala-dësa itoe, mesti teroes ditahan atau tidak: Kaloe dia memberi perintah bahwa si pesakitan teroes ditahan atau mesti ditangkap maka dia mesti memboeat relaas dari perkara tahanan atau tangkapan itoe. Dalam hal ini biasanja Wedana menoeliskan tanggalnja waktoe si pesakitan dimasoekkan dalam pendj ara-district. Kaloe menoeroet timbangan Wedana orang jang ditangkap itoe tidak salah maka tidak bolëh dia meiepaskan orang itoe, tetapi dia mesti mengirim orang itoe kepada Regent bersamasama soerat2-peperiksaan dan soerat-pennintaan, soepaja orang itoe dilepaskan. Wedana mesti menangkap si pesakitan: 1. kaloe ada misdrijf atau overtreding, jang ketahoean op , heeterdaad (lihat katja 17) 1); 2. kaloe dia mendapat perintah dari kepalanja, tetapi perintah itoe mesti dibenkan dalam soerat. Wedana bolêh menangkap orang, kaloe orang itoe tertoedoeh dalam perkara misdrijf, dan kaloe ada sebab jang mengoeatirkan bahwa orang itoe tentoelah lari, djika tidak ditahan. l) Dalam I. R. pasal 43 terseboet bahwa orang jang ditoedoeh mesti poela ditangkap, kaloe peperiksaan mait tjoekoep menjatakan, jang orang itoe salah dalam perkara itoe. Hal ini sebetoelnja ternitoeng dalam hal op heeterdaad. 21 is gebleken, een hoe noodlottigen invloed een verblijf van enkele dagen onder misdadigers op jeugdige personen voor hun leven kan uitoefenen te De Wedana mag een verdachte niet langer aanhouden dan uren, l) wil hij zich niet blootstellen aan eene aanklacht wegens onwettige gevangenhouding, en zendt hem dan met de stukken op naar den Regent. Alleen in geval van ziekte of onmogelijkheid van vervoer van den verdachte mag de aanhouding langer duren, maar hij zal alsdan toch den Regent tijdig van het bestaan van zoodanige reden hebben kennis te geven (art. 50 I. R.) Is de verdachte niet te vinden doch beschikt de gerechtelijke politie over zijn portret, dan is zij gerechtigd ter opsporing van den verdachte het portret te doen, verveelvoudigen, openlijk ten toon te stellen en te verspreiden (Stb. 1912 n°. 600 art. 22). Ondervraging van den verdachte. Is er een verdachte opgevat , dan worde hij dadelijk nauwkeurig door den Wedana ondervraagd, die ten spoedigste onderzoek doet in hoeverre de verklaringen van den verdachte geloof verdienen. Een voorbeeld tot opheldering. Iemand werd gevat op het oogenblik dat hij uit een riettuin kwam, waaruit de vlammen opstegen. Hij ontkende den brand te hebben gesticht en verdedigde zich met te zeggen dat hij in dien tuin was gegaan om zijn gevoeg te doen. De politie gelastte hem meteen de plaats te wijzen waar hij dat had verricht. Verdachte kon die plaats niet wijzen en trok daarop zijne verdediging in. Was de politie niet zoo voortvarend geweest, de onwaarheid zijner opgaven zou dan stellig niet meer bewezen hebben kunnen worden. Geheel verkeerd is de algemeen gebruikelijke methode om aan de door den verdachte genoemdè personen, die zijn alibi zouden kunnen bevestigen, als eerste vraag te stellen of het waar is, dat verdachte zich op die plaats op dat tijdstip heeft bevonden, daar in den regel die personen men- ) De Districtshoofden in de I^mpongsche Districten alsmede de beambten van ' de politie in Zuid-Nieuwj^ilnea zijn verplicht den gearresteerde onmiddellijk op te zenden; de Demangs politie in Palembang mogen niemand langer dan 24 uren aanhouden. 21 Dalam Wet terseboet bahwa dalam hal ini Wedana mesti bekerdja hati2; artinja: kaloe tidak njata betoel jang orang itoe mesti ditangkap, djangan Wedana menangkap orang lekas2. Debih2 poela Wedana mesti hati2 dalam hal j. t., kaloe orang jang ditangkap itoe masih anak2, sebab anak2 jajng ditangkap itoe bolëh mendjadi djahat se'oemoer hidoepnja olëh-karena dia betjampoer dalam pendjara dengan orang2 djahat, biar poen anak itoe tjoema beberapa hari sadja dalam pendjara itoe. Wedana tidak bolëh menahan orang lebih lama daripada 3 x 24 djam kaloe dia tidak maoe ditoedoeh, jang dia mengoeroeng orang. Sebab itoe Wedana mesti mengirim orangtahanan itoe kepada Regent dalam 3 x 24 djam bersama-sama soerat-peperiksaan. Tjoema kaloe orang-tahanan itoe sakit, atau kaloe ada sebab jang perloe menjebabkan dia tidak bolëh dikirim, baroelah Wedana bolëh menahan orang itoe lebih lama daripada 3 x 24 djam, tetapi dalam hal ini Wedana mesti merapportkan lekas2, apa sebabnja maka orang itoe ditahan begitoe lama. Kaloe orang jang ditoedoeh tidak kedapat akan-tetapi ada portretnja maka politie ada kewadjiban akan memerintah membanjakkan, memperlihatkan pada orang banjak dan menghamboerkan portret itoe. Pertanjaan kepada si pesakitan. Kaloe si pesakitan soedah ditangkap maka Wedana mesti memeriksa kepadanja baik2, apa jang perloe diketahoeïnja, dan apa jang diterangkan si pesakitan itoe bolêh dipertjajaï atau tidak. Perkara ini kita terangkan disini dengan oepama jang soedah kedjadian: Pada soeatoe hari keloear orang dari kebon teboe, selagi kebon ini tebakar. Orang itoe ditangkap olëh politie dan dida'wa membakar kebon itoe. Tetapi orang itoe moengkir dan mendjawab tempo ditanja, apa jang diboeatnja didalam kebon itoe—bahwa dia masoek kesitoe sebab maoe „boeang-air besar." Lantas politie menjoeroeh toendjoekkan tempat boeangaimja itoe; tetapi orang itoe tidak bisa menoendjoekkan tempat j. t. Olëh-sebab itoe lantas dia mengakoe bahwa dialah jang membakar kebon itoe. Djadinja: seandainja politie tidak lantas memeriksa, apa si pesakitan itoe sesoenggoehnja mengatakan jang sebenarnja, tentoelah dibelakang-kali tidak bolëh dinjatakan lagi, jang si pesakitan itoe djoesta, kaloe dia teroes moengkir. Kaloe si pesakitan mendjawab bahwa dia ada dilain tempat ketika dia dida'wa melakoekan misdrijf itoe (alibi) — oepama- 1) Kepala district di kampong dan pegawai-politie di Zuid-Nieuw-Guinea mesti mengirimkan orang jang ditangkap pada waktoe itoe djoega. Demang politie di Palembang tidak bolêh menahan orang lebih dari 24 djam lamanja. 22 schen zijn aan verdachte verwant of met hem bevriend, en die dus gaarne om hem te helpen zijne opgaven bevestigen:. De politie ondervrage dus allereerst of zij zich kunnen herinneren, waar zij zich op het (door verdachte genoemde) tijdstip bevonden hebben en late hun daarvan eene zoo uitvoerig mogelijke verklaring geven, opdat zij later met de opgaven van vefdachte of van andere getuigen in kennis gesteld, hunne verklaring niet kunnen herroepen met de uitvlucht, dat zij zich daareven vergist hebben. Wordt iemand verdacht van levensberooving of het toebrengen eener zware verwonding, dan moet de Wedana hem ten spoedigste met het lijk of den verwonde confronteeren, niet alleen omdat iemand, die zich schuldig gevoelt, alsdan wellicht schuld zal bekennen, maar in de eerste plaats opdat de verdachte wete, wiens leven hij wordt beschuldigd te hebben aangerand. In de practijk bespeurt men van zoodanige confrontatie helaas doorgaans nooit iets. Bekentenis van schuld. Geenerlei dwangmiddel mag worden gebezigd om eene bekentenis af te persen (art. 66 I. R.). De politie-ambtenaar, die handelt in strijd met dit verbod, is thans strafbaar zelfs wanneer hij alleen maar beoogt om aan een verdachte (dan wel aan een getuige) eenigerlei verklaring te ontlokken (art. 422 W. v. S. ) Bekent de verdachte schuld, dan moet de Wedana hem een zoo uitvoerig mogeüjk verhoor afnemen. Een zoodanig verhoor 22 nja diroemah si A didêsa D dan jang mengetahoei dia ada disitoe si A dan B — biasanja politie memeriksa si A dan si B dan bertanja kepada si A: „apa betoel tempo misdrijf itoe kedjadian, si pesakitan ada diroemahmoe didêsa D bersama-sama kowë dan si B?" dan bertanja kepada si B: „apa Detoel tempo misdrijf itoe kedjadian, si pesakitan ada diroemahnja si A didêsa D bersama-sama kowë dan si A?" Kebiasaan ini tidak baik, sebab biasanja orang jang diseboetkan si pesakitan itoe, sanaknja atau sobat-baiknja, jang njata soeka menolong si pesakitan; djadinja selamanja mendjawab: „betoel, betoel!" Olëh-karena itoe maka politie mesti bertanja lebih doeloe kepada orang 2 j. t. : „apa kowë masih ingat dimana kowë, waktoe misdrijf itoe kedjadian?" Dan kaloe dia ingat, mesti dia disoeroeh menerangkan lebih pandjang sekalian jang perloe diketahoeï, soepaja njata apa si pesakitan itoe djoesta atau tidak, tetapi djangan sekalikali dikatakan kepada saksi2 itoe, apa jang soedah diterangkan olëh si pesakitan. Sekalian keterangan j. t. mesti ditoeliskan, dan kaloe si saksi membetoelkan apa jang ditoeliskan itoe, baroelah dikatakan kepadanja apa jang soedah diterangkan olëh si pesakitan tadi. Dalam hal ini tentoelah saksi2 itoe tidak bolëh mengoebah keterangannja lagi, dan kaloe dia bilang: „saja keliroe sebab goegoep dan bingoeng" maka teranglah bahwa perkataan ini tidak bolëh dipertjajaï. Kaloe si pesakitan ditoedoeh mematikan orang atau ditoedoeh soedah meloekaï orang lain sampai orang ini loeka besar, maka dengan segera Wedana mesti menemoekan si pesakitan dengan mait atau dengan orang jang loeka itoe (confrontatie.) Confrontatie ini perloe, sebab atjap kali si pesakitan mengakoe kesalahannja, kaloe dia melihat mait orang jang diboenoehnja atau melihat orang jang diloekaïnja. Dan lagi confrontatie itoe perloe poela soepaja si pesakitan mengetahoei, bahwa dia ditoedoeh soedah mematikan atau meloekaï orang jang diperlihatkan kepadanja itoe. Sajang sekali confrontatie j.t. tidak biasa dilakoekan olëh politie! Pengakoean kesalahan. Seorang poen tidak bolëh dipaksa dengan soeatoe apapoen soepaja dia mengakoe salah. Politie-ambtenaar jang melanggar hal ini sekarang bolëh dihoekoem, meskipoen dia memaksa dengan maksoed boekan soepaja mendapat pengakoeannja si pesakitan akan-tetapi tjoema soepaja mendapat soeatoe keterangan dari terda'wa (atau dari saksi.) Kaloe si pesakitan mengakoe kesalahannja maka Wedana mesti menjoeroeh si pesakitan mentjeritakan sekalian jang 23 behoort tot in de geringste bijzonderheden af te dalen met afvrage hoe verdachte het misdrijf heeft voorbereid en voltooid, welke de aanleiding is geweest tot het plegen van het feit, en waaruit de juistheid zijner opgaven kan blijken, speciaal of er personen of voorwerpen zijn, die ze zouden kunnen bevestigen, opdat die personen als getuigen kunnen worden gehoord en die voorwerpen (wapens e.a.) door den verdachte kunnen worden aangewezen. Wanneer verdachte's bekentenis door den Wedana bij ambtsr eedig procesverbaal is geconstateerd en die bekentenis blijkt overeen te stemmen met hetgeen is verklaard door de getuigen, die de verdachte zelf heeft genoemd en met het vinden van de stukken van overtuiging, welke de verdachte zelf heeft aangewezen, is herroepen der bekentenis — wat een verdachte na bespreking zijner zaak met medegevangenen zoo herhaaldelijk doet — feitelijk onmogelijk geworden, en mocht hij desniettemin ze herroepen, dan zal den rechter toch eene volkomen betrouwbare buitengerechtelijke bekentenis overblijven, waaraan slechts heel weinig bewijsmateriaal behoeft te worden toegevoegd om tot eene veroordeeling van den verdachte te geraken. Heeft de Wedana daarentegen gemeend te kunnen volstaan met enkele vragen, waarop door verdachte met eene bloote erkentenis is geantwoord, dan heeft de rechter geen waarborg, dat eene vrijwillige bekentenis werd afgelegd, en zal veelal de bekentenis als bewijsmiddel worden verworpen en de beklaagde wegens onvoldoend bewijs worden vrijgesproken. 23 soedah diboeatnja. Tjerita ini mesti terang dan pandjang, sampai diketahoeï semoea keadaan ketjil2 perboeatan itoe. Si pesakitan mesti mentjeritakan bagimana permoelaan perboeatan itoe sampai kepada perboeatan itoe dilakoekannja; apa sebabnja maka dia melakoekan perboeatan itoe; dan bagimana bolëh diterangkan bahwa tjeritanja itoe sesoenggoehnja betoel. Debih2 poela mesti ditanja, apa ada orang jang bisa membenarkan tjeritanja itoe, soepaja orang2 itoe bolëh didjadikan saksi atan apa ada barang2 (sendjata d. 1.1.) jang bolëh menjatakan kesalahannja soepaja barang2 itoe ditoendjoekkannja. Kaloe pengakoean jang terseboet diatas ini ditoeliskan olêh Wedana dalam procesverbaal atas soempah pangkatnja, dan tjerita itoe tjotjok dengan keterangan saksi2 jang ditoendjoekkan olëh si pesakitan tadi, atau barang2 jang diseboetkan si pesakitan betoel dapat karena penoendjoekannja maka tentoelah tidak bolëh lagi si pesakitan moengkir atau mengatakan, jang dia „goegoep atau bingoeng" tempo dia mentjeritakan perboeatan j. t. Djika seandainja dia moengkir djoega dihadapan hakim, artinja djikaloe si pesakitan „membanting relaas," seperti atjap kali kedjadian, kaloe si pesakitan soedah lama dalam pendjara dan dia diasoeng-asoeng olëh orang-toetoepan jang lain — maka hakim tentoelah bolëh djoega mendjatoehkan hoekoeman, karena procesverbaal itoe tjoekoep akan menerangkan kesalahan si pesakitan, asal ada keterangan lain, biarpoen keterangan ini tjoema sedikit. Atjap kali Wedana memeriksa pengakoean tjoema dengan pertanjaan, jang bolëh didjawab olëh si pesakitan dengan betoel atau tidak sadja (ngegongi), oepamanja: „Apa betoel malam Minggoe paing boelan Sawal tahoen jang soedah kowë mentjoeri satoe dandang, satoe kain-saroeng, satoe keris, doea selëndang loktjan, harga / 15, diroemah Kartosemito didêsa Belambangan dengan meroesakkan pagar roemahnja j ang kidoelkoelon ?'' Si pesakitan mendjawab: „betoel." Maka "bertanja poela Wedana: „Apa betoel kowë djoeal dandang dan kain-saroeng itoe kepada si Sidin, dësa Babagan, dengan harga / 1.90 dan kowë gadaikan selëndang dan keris itoe diroemah-gadai didêsa Semoet pakai nama Soedarmo ?" \ö. • •:;< « Si pesakitan mendjawab: „betoel." Demikianlah pengakoean itoe biasanja diperiksa. Djadinja: boekannja si pesakitan sendiri jang mentjeritakan apa jang soedah dilakoekannja. Kaloe dibelakang-kali si pesakitan jang soedah,.ngegongi" seperti jang terseboet diatas ini moengkir dihadapan hakim maka pengakoean dimoeka Wedana itoe tidak bergoena, akan 24 Als proef op de som late de Wedana den verdachte alles zijne bekentenis rakende ter plaatse aanwijzen. Zijn er meerdere verdachten, dan verzuime bij niet hen één voor één de aanwijzingen te laten doen en wel geheel onafhankelijk van elkander, zoodat n°. 2 niet kan zien wat n°. 1 aanwijst. Plaatselijk onderzoek. Is er bij de komst van den Wedana nog geen verdachte in confessie, dan beginne de Wedana met eene nauwkeurige opname der plaatselijke gesteldheid om te geraken tot de ontdekking, op welke wijze het misdrijf is gepleegd en wie de dader en diens medeplichtige is. In de eerste plaats lette hij op sporen door den dader achtergelaten? een van den dader afkomstig kleedingstuk of voorwerp tot het plegen van het misdrijf gebezigd, voetstappen1) enz. Zelfs oogenschijnlijk onbeduidende omstandigheden mogen zijne aandacht niet ontgaan, zooals van den dader afkomstige excrementen in zijne angst geloosd, daar zoodanig feit kan dienen om eventueel eene bekentenis van den beklaagde in een van hare onderdeden te bevestigen. Verder moet hij letten (b.v. bij zware verwonding of levensberooving): 1 °. op alles wat het lichaam zelf betreft, n.1. of het nog leeft of levenloos is, de plaats der wonden, de lengte en breedte (zooveel mogelijk in cM. uit te drukken) en zoo mogelijk ook de diepte er van, de vorm der wonden speciaal of de randen glad of ruw zijn, de andere waar- 1) Bij de ontdekking van zoodanige voetstappen lette de Wedana op de richting waarin ze leiden, op de grootte, bp den vorm, op de plaatsing der voeten ten opzichte van elkander (of ze meer dan normaal is binnen- of buitenwaarts uitwijken). Kunnen eenige voetstappen zoolang ongeschonden bewaard blijven, dan brenge men den verdachte later naar die plaats en vergelijke er zijne voetstappen mede. Ontdekt, men vingerafdrukken van den misdadiger op eenig voorwerp, b.v wanneer de moordenaar zijne met bloed bezoedelde vingers aan eene deur heeft afgeveegd, dan worde het voorwerp, waarop deze afdrukken zichtbaar zijn, met de in OostIndische inkt of sirihspeeksel gestelde afdrukken van de vingertoppen van vermoedelijke daders ten onderzoek opgezonden naar het bureau van daktyloscopie op een der drie hoofdplaatsen. 24 menjatakan kesalahan si pesakitan dan olëh-karena itoe atjap kali si pesakitan mesti dilepaskan „sebab koerang terang" kesalahannja. Sesoedahnja si pesakitan mengakoe kesalahannja, Wedana mesti membawa' si pesakitan itoe ketempat misdrijf dan menjoeroeh dia meniroe disitoe, bagimana dia soedah melakoekan perboeatan j. t., soepaja bolëh diketahoeï apa pengakoean si pesakitan itoe tjotjok. Kaloe banjaknja pesakitan lebih dari seorang, djanganlah Wedana loepa akan menjoeroeh si pesakitan* itoe satoe per satoe meniroe, bagimana dia melakoekan perboeatan itoe, tetapi mesti didjaga, soepaja si pesakitan n°. 2 tidak melihat, apa jang ditoendjoekkan olëh si pesakitan n°. 1, dan begitoe djoega soepaja si pesakitan n°. 1 tidak melihat apa jang ditoendjoekkan olëh si pesakitan n°. 2 d. s. b. Peperiksaan tempat misdrijf. Kaloe tempo Wedana sampai ditempat misdrijf itoe, beloem ada pesakitan jang mengakoe maka dengan segera Wedana mesti memeriksa keadaan tempat-misdrijf itoe dengan teliti, soepaja bolëh diketahoeï, bagimana misdrijf itoe soedah dilakoekan dan siapa jang melakoekan misdrijf j. t. dan siapa2 jang toeroet tjampoer dalam perkara itoe. I/ebih doeloe diperiksa, apa ada tanda atau bekas jang ditinggalkan olëh orang jang melakoekan misdrijf itoe; oepamanja: apa ada ikat-kepala, kain, sendjata atau bekas kaki1) d. 1.1. jang ketinggalan ditempat misdrijf itoe. Biar tanda atau bekas itoe roepanja tidak bergoena sekali poen — oepamanja boeang-air besar jang dikeloearkan sebab ketakoetan — tetapi mesti djoega diketahoeï, karena tanda atau bekas itoe barangkali bolëh didjadikan keterangan dibelakangkali, sebab tjotjok dengan tjerita si pesakitan. Dalam perkara meloekaï orang atau mematikan orang d. 1.1. perloe sekali diperiksa: 1. bagimana keadaan badan si loeka atau mait itoe; jaïtoe: apa or,ang itoe lagi hidoep atau soedah mati; dimana-manabadan itoe loeka, berapa pandjangnja, lëbarnja (dioekoer dengan centimeter), dan .kaloe bolëh mesti dioekoer djoega berapa !) Kaloe ada bekas telapak-kaki, mesti dinjatakan baik2: moedjoernja, besarnja, bangoennja bekas telapak itoe d. 1.1. Kaloe ada bekas telapak jang bolêh tinggal beberapa hari, mesti didjaga soepaja bekas telapak itoe tidak 'roesak. Dibelakang-kali bolêh ditjotjokkan dengan telapakkaki si pesakitan. Kaloe politie mendapati bekas djarinja si pendjahat, oepama kaloe si pemboenoeh djarinja terkena darah jang disekakan dibarang ini atau itoe, barang dengan bekas djari itoe perloe dikirim ke Kantor daktyloscopie di Betawi, Semarang atau Soerabaja bersama-sama dengan bekas. djarinja orang2 jang disangka melakoekan kedjahatan itoe, jang bolêh diambil dengan tinta atau doebang, soepaja diperiksa dan dibandingkan satoe sama lain. 25 neembare beleedigingen, de ligging van het lichaam, in welke richting (voor- of achterover of op welke zijde) de kleeren, hoe ze om het lijf zitten, de inhoud xier zakken, en bij vermoeden dat het slachtoffer zich tevoren aan overspel heeft schuldig gemaakt of er spermavlekken op lichaam of kleedingstuk aanwezig zijn al of niet opgedroogd, of de kain 'was opgeschort of de' broek of haarwrong los was, enz. enz.; 2°. op de naaste omgeving, b.v. of er veel of weinig bloed op den grond lag, of er in den grond veel bloed is kunnen dringen en ook getrokken is, of er ook elders bloedspatten zichtbaar zijn (dit alles om te ontdekken of het feit gepleegd is ter plaatse, waar het lichaam is gevonden), op de meubels in het vertrek waar het feit is gepleegd, hare plaats onderling enz. enz., waardoor het mogelijk wordt? de juistheid van de verklaring van een verdachte of getuige te controleeren. Ingeval van levensberooving schrijft de wet voor dat de Wedana, zich begevende naar de plaats waar het lijk gevonden is, zich doet vergezellen van twee dorpshoofden en zoo mogelijk van een geneeskundige (art. 42 L R.) De dorpshoofden fungeeren daarbij slechts als getuigen om eventueel te kunnen constateeren, dat inderdaad de lijkschouwing in hunne tegenwoordigheid heeft plaatsgehad. l) Onderzoek van den geneeskundige. De geneeskundige stelt zelfstandig zijn onderzoek in en bepaalt zich meer in hoofdzaak tot het gevonden lijk, waarbij hem zyne wetenschap de behulpzame hand biedt tot een meer degelijk onderzoek. Wedana en geneeskundige maken ieder afzonderlijk een procesverbaal van hunne bevinding op. Het eerste heet -procesverbaal van lijkschouwing, het laatstboedoeldé visum repertum Veelal blijkt later, dat beide schrifturen niet met elkander overeenstemmen op punten, die beiden eenerlei hadden moeten waarnemen. De geneeskundige is b.v. veelal van oordeel — en dit zeer ten onrechte — dat hij kan volstaan met de beschrijving der wonden, welke den dood ten gevolge gehad moeten hebben, terwijl de Wedana tevens melding heeft gemaakt van kneuzingen, schrammen, enz., wat twijfel zou kunnen doen ont- ^ Tef «frette wordt daarom gewoonlijk in een procesverbaal van plaatselijk onderzoek de Wedana met de twee dorpshoofden als eene commissie voorgesteld Volgens de wet is de Wedana de eenige relatant, al eischt zij de medeonderteekening van het procesverbaal door de dorpshoofden. 25 dalamnja loeka itoe dan bagimana angoennja, apa pinggirnja litjin atau kasar, apa ada tanda penjiksaan-badan jang lain2, bagimana terletaknja mait atau si loeka itoe (mengkoerap, atau meloemah (tertelentang) atau miring), bagimana pakaian dibadannja, apa isi kantong-badjoenja, dan kaloe disangka jang si pesakitan baroe tjampoer-tidoer, diperiksa apa ada bekas-pedjoeh dibadannja atau pakaiannja (soedah kering atau beloem), apa kain-saroengnja terantjoet, apa tjelana atau sanggoel terboeka d. 1.1.; 2. .bagimana keadaan tempat jang dekat mait atau orang loeka itoe; jaïtoe: apa banjak atau sedikit darah ditanah, apa banjak darah jang bolëh dihisap tanah, dan jang mëmang soedah inasoek kedalam tanah itoe, apa ada bekas darah jahg tepantjarpantjar (sekalian ini perloe diketahoeï akan menentoekan, apa misdrijf itoe dilakoekan ditempat itoe atau tidak), bagimana pekakas2 roemah ditempat misdrijf itoe, d. 1. 1. d. 11. Sekalian keterangan2 jang didapat itoe perloe sekali, soepaja dibelakang-kali bolëh ditjotjokkan apa hatoeran si pesakitan atau saksi2 itoe betoel atau tidak. Dalam perkara mematikan orang ditentoekan olëh Wet, bahwa Wedana mesti pergi ketempat misdrijf itoe bersama-sama doea kepala-dësa, dan — kaloe bolëh— bersama-sama dokter djoega. Kedoea kepala-dësa itoe menoeroet Wedana ketempat itoe, tjoema akan mendjadi saksi, akan menerangkan bahwa sesoenggoehnja Wedana memeriksa mait itoe dimoeka kepala2-dësa j- t.1). Peperiksaan dokter. Kaloe ada dokter, dia memeriksa mait itoe sendiri dan peperiksaannja itoe tjoema peperiksaan dibadan mait sadja. Pengetahoeannja menoentoen dia akan memeriksa mait itoe sebagimana mestinja. Wedana dan dokter membikin procesverbaal sendiri2. Dalam procesverbaal itoe dinjatakan pendapatannja seseorang. Procesverbaal Wedana bernama procesverbaal van lijkschouwing dan procesverbaal dokter dinamaï visum repertum. Kedoea procesverbaal itoe atjap kali tidak tjotjok dalam beberapa hal jang mestinja mesti tjotjok. Oepamanja: dokter mengira bahwa visum repertumnja itoe tjoekoeplah, kaloe dia njatakan sadja, bagimana keadaan sekalian loeka dibadan mait itoe, jang menjebabkan orang itoe mati, tetapi dalam proces- x) Biasanja Wedana dan kepala2-dësa itoe dinamai commissie dalam procesverbaal peperiksaan mait itoe. Akan-tetapi pendapatan ini salah, karena menoeroet Wet tjoema Wedana sendiri, jang mesti memeriksa mait itoe dan menoeliskan pendapatannja dalam procesverbaal, biarpoen menoeroet Wet kepala2-dêsa itoe mesti toeroet menêkan procesverbaal itoe. 26 staan aan de juistheid van de opgaven van den Wedana. Het verdient daarom aanbeveling, dat na afloop van het onderzoek beide autoriteiten hunne aanteekeningen onderling vergelijken, en, voor zoover ze afweken in enkele onderdeden, betreffende die punten gezamenlijk andermaal het lijk in oogenschouw nemen, om te zien wie gedwaald heeft. Schetsteekening. Bij elk plaatselijk onderzoek behoort tegelijk eene schetsteekening te worden vervaardigd van de plaats des onheils, waarbij gelet moet worden op de juiste verhouding der voorwerpen onderling. Niet moeilijk zal dit in de meeste gevallen zijn, wanneer de Wedana in meters alles opmeet en het opgemetene in centimeters op papier brengt. Bij het opmeten van groote terreinen kan hij volstaan met opgave van de afstanden in passen, tenzij hij de hulp kan inroepen van een oud-leerling eener school voor Inlandsche ambtenaren, die met zijn kennis van landmeten een zuiverder beeld van het terrein weet te geven. Huiszoeking. - Tot het doen van huiszoeking in woningen en vaartuigen van Inlanders is de Wedana steeds bevoegd. Eveneens elk ander Inlandsch politie ambtenaar 1). Ter ontdekking van opium -en petroleumovertredingen (Stb. 1865 n°. 84 en 1917. n°. 160) behalve de Wedana alleen het in rang op hem volgend hoofd, doch niet dan bij wettige verhindering van den Wedana, waarvan melding gemaakt moet worden in het procesverbaal van huiszoeking (Bb. n°. 2920). Deze regel is later uitgebreid tot de mantri's politie, ook die bij het boschwezen, alsmede boschwachters, die alsdan evenwel eigener autoriteit mogen handelen (Stb. 1898 n°. 278 1899 n°. 122). N. B. In de Buitenbezittingen is het Hoofd van Gewestelijk Bestuur gerechtigd om (ook niet ambtelijke) personen aan te wijzen voor het doen van huiszoeking in hooger bedoelde gevallen (Stb. 1876 n°. 262). Zie voorts Stb. 1916 n°. 157 art. 11. Tot tegengang van opiumsluikhandel is huiszoeking ook toegestaan in de rijtuigen, gebouwen en terreinen van spoorweg- en stoomtrammaatschappijen, doch niet dan nadat een beambte van de betrokken maatschappij, wien het aangaat, zal zijn uitgenoodigd er bij tegenwoordig te zijn. Aan dezen moet m allen gevalle een afschrift van het procesverbaal van huiszoeking worden uitgereikt (Stb. 1887 nD. 189). ) Bij het doen van huiszoeking naar gestolen hout door de bosehpolitie moet het betrokken dorpshoofd of diens vervanger tegenwoordig zijn. Is dit niet mogelijk,. dan wordt de reden hiervan in het procesverbaal van huiszoeking vermeld (Stb 1913 n° 495 art. 36). 26 verbaal Wedana dinjatakan poela bekas2 jang lain (bengka*, garoekan d. 1.1.). Sebab kedoea procesverbaal itoe tidak tjotjok, djadi atjap kali pendapatan2 dalam procesverbaal Wedana'tidak bolêh dipertjajaï. Olëh-karena itoe, baiklah kedoea prijaji2 itoe menjotjokkan pendapatan2 nja kaloe mait itoe soedah diperiksanja, dan djika ada hal jang tidak sama, dia periksa mait itoe sekali lagi bersama-sama akan mengetahoei pendapatan siapa jang salah. Gambar. Kaloe Wedana memeriksa tempat misdrijf, dia mesti memboeat gambar tempat itoe. Dalam gambar itoe mesti dinjatakan bagimana keadaan barang2 jang didapat ditempat itoe. Memboeat gambar itoe biasanja tidak soesah, asal Wedana mengoekoer tempat itoe dan mengoekoer antaranja barang jang satoe dengan jang lain dengan oekoeran Meter, dan dalam gambamja ditoekarnja Meter dengan Centimeter. Kaloe tempat jang mesti digambar itoe terlaloe besar maka bolëhlah Wedana menjatakan oekoerannja dengan langkah; artinja berapa langkah pandjangnja, berapa langkah lëbamja, berapa langkah djaoehnja barang ini dari barang itoe d. 1.1. Kaloe ada prijaji2 jang doeloenja dibeladjar Sekolah-Prijaji, bolëhlah Wedana meminta' tolong kepada prijaji itoe, akan mengoekoer tempat itoe menoeroet 'ilmoe oekoeran-tanah (Landmeetkunde). Memboeka' roemah. Wedana selaloe mempoenjai kewadjiban akan menggelëdah dalam roemah dan perahoe (kapal) kepoenjaannja Inlander. Begitoe djoega sembarang prijaji atau pegawai politie. Goena mendapatkan overtreding madat dan minjak-tanah gelap melainkan Wedana sendiri djoega mempoenjai kewadjiban akan menggelëdah: 1°. prijaji jang sepangkat dibawah Wedana akan-tetapi hanja kaloe Wedana ada halangan jang sah. Hal ini haroes diterangkan dalam procesverbaal; 2°. mantri2 politie, djoega dari boschwezen, boschwachter, akantetapi pegawai2 ini bolëh melakoekan pekerdjaannja j. t. diatas dengan kekoeasaannja sendiri. KETERANGAN. Di Buitenbezittingen Kepala Gewest koeasa. memerintah pada orang2 meskipoen boekan prijaji akan menggelëdah dalam hal j. t. diatas. Goena mendjaga pendjoealan madat gelap djoega bolëh digelëdah karëta, gedong dan tempat2 karëta-api (sepoor atau. tram) akan-tetapi sesoedahnja minta pada pegawai jang oeroesdisitoe soepaja dia ada waktoe menggelëdah. Pada pegawai j. t. haroes dikirim soeatoe salinan procesverbaal dari gelëdahan. *) Kaloe pegawai politie hoetan menggelëdah sebab mentjari kajoe gelap maka sebolëh-nja kepala-dësa dimana penggelêdahan itoe dilakoekan atau wakilnju mesti mengawani dia. Djika ini, tidak bisa haroeslah sebabnja hal ini diterangkan dal am procesverbaal penggelêdahan. 27 Buiten dringende noodzakelijkheid worde nimmer huiszoeking gedaan tusschen zonsondergang en zonsopgang. Van alle huiszoekingen op eenzelfden dag gehouden worde steeds een procesverbaal opgemaakt, ook wanneer ze geen positief resultaat hebben opgeleverd. Daarin moet worden vermeld voor elk van de plaatsen waar huiszoeking is gehouden, wat aanleiding daartoe heeft gegeven. (Bb. n°. 2243) N. B. Behalve in zaken van opium- en petroleum-overtredingen is dit wettelijk ook voorgeschreven ter ontdekking van vuurwapens- en busknutovertredingén (Stb. 1908 n° 491 art. 12 en n°. 492 art. 18). Tot papieronderzoek ter bescherming van het opium-monopolie zijn geen Inlandsche ambtenaren bevoegd verklaard (Stb. 1892 n°. 80). Wanneer het instellen van zoodanig onderzoek bij het doen van huiszoeking naar opium wenschelijk voorkomt, Tichte de Wedana tot het Hoofd van Plaatselijk Bestuur tijdig het verzoek om een Europeeschen ambtenaar opdracht te geven hem te vergezellen voor het onderzoek van boeken en papieren. De ambtenaar, die de wettelijke vormen voor huiszoeking voorgeschreven niet inacht neemt, is strafbaar (art. 429 W. v. S.) Inbeslagname van stukken van overtuiging en van vergelijking1). Wat bij het plaatselijk onderzoek of vroeger of later is gevonden en de zaak tot klaarheid kan helpen brengen, neme de Wedana als stukken van overtuiging onverwijld in beslag, waarbij hij voorwerpen van oogenschijnlijk gering belang niet mag over 't hoofd zien.2). Hij hechte er een strook papier aan, waarop hij bekend stelle, 1) Model van een staat dier stukken, zie bl. 36. *) Zoo werd eens de dader van twee diefstallen ontdekt, doordat in het huis van den eersten bestolene een lapje was in beslag genomen, waarmede de opengetrokken huiswand aan een boom op het erf was bevestigd geworden, en geruimen tijd later op het erf van den tweeden bestolene een gelijksoortig lapje, hetwelk was gevuld met aarde van een kerkhof, welke aarde op het dak van het huis geworpen naar het geloof der dieven den bewoner vaster doet slapen. Bij eene huiszoeking naar aanleiding van den laatsten diefstal bij een bromotjorah ingesteld, werd nu een grootere gelijksoortige lap gevonden. Wijselijk had de politie het eerstgevonden lapje nog bewaard. Deze drie lapjes bleken nu samen een ouden hoofddoek te vormen van den persoon, bij wien de huiszoeking was ingesteld. Deze, die eerst hardnekkig alle schuld had ontkend, bekende nu het plegen van beide diefstallen. Van den anderen kant mag men de zaak natuurlijk ook niet overdrijven. Zooals eens in eene belangrijke moordzaak ter terechtzitting als stukken van overtuiging tientallen voorwerpen (kleeren, wapens, enz.) werden geproduceerd, waarvan de Djaksa niet kon aangeven welk verband ze hielden met de te berechten zaak. De Wedana werd als getuige opgeroepen, daar ook de stukken hierover geen licht verspreidden. Deze verklaarde nu den dag na de ontdekking van het misdrijf ze te hebben in beslag genomen bij verschillende desalieden, omdat men toch nooit kon weten of ze voor de zaak niet van eenig belang zouden kunnen worden, waarvan hem later evenwel niets was gebleken. 27 Prijaji2 tidak bolëh sekali menggelëdah sesoedahnja matahari masoek dan sebeloemnja matahari keloear, kaloe tidak ada kemestian jang sangat. Penggelêdahan2 jang dilakoekan pada satoe hari selaloe mesti diperboeat dalam satoe procesverbaal, meskipoen tidak mendapat apa2 .Dalam procesverbaal itoe haroes diterangkan akan satoesatoe tempat apatah sebabnja penggelêdahan itoe. KETERANGAN. Lain dari pada dalam perkara overtreding madat dan min jak- tanah gelap apa j. t. diatas haroes djoega menoeroet Wet dilakoekan dalam hal overtreding sendjataapi dan obat senapan, akan-tetapi baiklah dilakoekan dalam lain2 perkara djoega. Prijaji2 Djawa tidak dikoeasakan akan memeriksa soerat2 atau boekoe2 goena mendjaga pelanggaran madat-monopolie. Kaloe hal ini ditimbang perloe akan mentjari keterangan dalam perkara madat maka Wedana haroes minta pada Kepala negeri soepaja dia memerintah pada soeatoe ambtenaar Eropa akan mengawani dia. ■ Kaloe dia tidak menoeroet hatoeran2 jang dipestikan dalam hal menggelëdah, prijaji2 bolëh dihoekoem. Beslag barang-boekti dan barang-bandingan1). Sekalian barang jang didapat ditempat misdrijf itoe atau jang didapat sebeloemnja atau sesoedahnja tempat itoe diperiksa, mesti dibeslag olëh Wedana dengan segera, biarpoen barang itoe roepanja koerang bergoena2), asal Wedana mengira jang 1) Tjonto staat-boekti lihat katja 36. 2) Begitoelah politie soedah dapat mengetahoei orang jang mentjoeri diroemah si A. dan si B., sebab diroemah si A. ini kedapatan sepotong kain, jang dipakai si maling akan mengikatkan pagar-roemah, jang soedah diboeka'nja, pada satoe pohon dipekarangan itoe. Beberapa lama kemoedian daripada itoe politie mendapat sepotong kain dipekarangan roemah si B., seroepa dengan kain jang terseboet. Kain jang didapat dipekarangan si B. itoe, dipakai olêh si maling akan memboengkoes tanah jang diambiinja dari koeboeran, jaitoe tanah jang, kaloe dilemparkan Iceatas atap, bolëh menidoerkan (sirep) isi roemah itoe. Tempo politie memeriksa roemah orang bromotjorah olëh-karena pentjoerian diroemah si B. itoe, kedapatan sepotong kain, jang seroepa dengan kain jang didapat olëh politie tadi. Oentoenglah politie menjimpan kain2 jang soedah didapatnja tadi. Tempo ketiga potong kain itoe dibandingkan maka njatalah bahwa ketiga potong kain itoe setangan-kepalanja •orang bromotjorah jang diperiksa roemahnja itoe. Orang ini moela-moelanja moengkir, tetapi kemoedian mengakoe bahwa mëmanglah dia jang mentjoeri diroemah si A. dan -si B., tempo njata, jang ketiga potong kain jang didapat itoe, asalnja setangankepalanja. Tetapi djanganlah poela dibeslag sadja barang2, kaloe tidak njata bahwa barang2itoe bolêh mendjadi keterangan, seperti soedah kedjadian dalam satoe perkara pemboenoehan. Kehadapan pengadilan dibawa' berpoeloehpoeloeh barang (pekakas, sendjata), jang Djaksa tidak ketahoeï, apa goenanja barang itoe dalam perkara j. t. Tempo Wedana dipanggil djadi saksi akan menerangkan goenanja barang2 jang dibeslagnja itoe, dia menerangkan bahwa barang2 itoe dibeslagnja pada beberapa orang dësa sesoedahnja misdrijf j. t. kedjadian, sebab barangkali barang2 itoe ada goenanja akan memberi keterangan dalam perkara itoe; tetapi dibelakang-kali nj ata bahwa barang2 itoe tidak sekali perloe dibeslag. 5 28 op welke strafzaak het voorwerp betrekking heeft en stelle er een volgnommer of -letter op. Voorts teekene bij aan waar wanneer en door wien het is gevonden en wanneer en door wien het hem is ter hand gesteld. Bij diefstal van goederen van eene bepaalde soort als padi eemge stukken van een servies enz. vrage de Wedana b£het plaatselijk onderzoek den bestolene dadelijk af, of er noe se~ Ihksoortige goederen zich in zijn bezit bevinden. Hij neme daarvan minstens een in beslag, b.v. een bos padi, een bord om later als stuk van vergelijking te kunnen dienen, wanneer de politie iets vindt, dat de bestolene zegt te herkennen als het hem ontvreemde. En hij wachte met de inbeslagname der stukken van vergelijking; niet totdat er gestolen goed is gevonden want dan is er wellicht niets meer over. Tele- en phonogrammen mag de politie op straffe bij de wet bepaald i) zich met doen overleggen door een telegraaf- of telephoon-ambtenaar om ze als bewijsstuk te gebruiken- wel de rechter, die de zaak zal moeten berechten. Deze worde (S^!9lT?ZO604)dO°r H°°fd Haatseliik Bestuur Wanneer geadresseerde of afzender van een poststuk dan wel de inlegger m den Postspaarbank verdacht wordt van misdriif medeplichtigheid daaraan of poging daartoe dan wel van overtreding van eemge bepaling omtrent 's-Lands middelen en pachten waarop benevens geldboete en verbeurdverklaring ook eene vrijheidstraf is gesteld, is alleen het Hoofd van Plaatselijk Bestuur bevoegd 1 1 °. van den Chef van het Postkantoor te vorderen het aanhouden van poststukken voor verdachte bestemd of vermoedelijk van hem afkomstig, althans het aanteeke- nmg^^oen houden van zoodanige stukken (Stb. 1893n . 240); 2°. van de ambtenaren van den Postspaarbankdienst te vorderen het geven van inhchtingen omtrent inleegers of hun tegoed (Stb. 1914 n°. 369). \ 28 barang2 itoe bolêh mendjadi keterangan dalam perkara itoe. Barang2 jang dibeslag politie itoe, dinamaï stukken van overtuiging (barang-boekti.) Pada barang 2-boekti itoe mesti digantoengkan atau ditêmpelkan sepotong kertas. Dikertas.ini dinjatakan masoek perkara jang mana barang itoe ternitoeng; dan saban2 kertas itoe ditandaï dengan angka atau letter menoeroet hatoerannja. Dan lagi dinjatakan poela, dimana dan kapan barang itoe didapat, siapa mendapat dan siapa jang mengasihkan ketangannja. Kaloe perkara jang diperiksa itoe perkara pentjoerian barang2 jang sesoedahnja ketjoerian lagi ada jang ketinggalan, dan barang jang ketinggalan ini seroepa dan sematjam dengan barang jang ditjóeri — oepamanja padi jang sematjam dan seroepa ikatannja, atau piring2 jang seroepa besar dan kembangnja d. 1.1. — maka dengan segera Wedana mesti mengambil satoe atau doea gêdêng daripada padi atau satoe doea daripada piring itoe, soepaja dibelakang-kali barang2 itoe bolêh dibandingkan dengan padi atau piring jang didapat olëh politie dan diakoe olëh si poenja padinja atau piringnja. Barang jang terseboet mesti disimpan olëh Wedana sebab sebetoelnja barang2 itoe barang-boekti djoega, tetapi dinamai stukken van vergelijking (barang-bandingan.). Ingatlah! djangan ditoenggoe mengambil barang-bandingan itoe sampai politie mendapat barang-tjoerian; sebab bolëh djadi nanti barang jang ketinggalan itoe habis atau soedah tidak ada lagi. Prijaji-politie tidak dikoeasakan memerintah pada ambtenaar telegraaf atau telephoon menoendjoekkan soerat-tele-atau phonogram akan dipakai soerat keterangan. Jang berkoeasa hanja hakim jang mesti memoetoeskan perkara. Hal ini haroes dioeroes olëh Kepala-negeri. Kaloe orang jang dikirimi atau jang mengirimkan soeatoe soerat di pos atau jang menjimpankan wang di Postspaarbank ditoedoeh perkara misdrijf, tjampoer atau mentjoba perboeatan itoe; atau ditoedoeh perkara overtreding dari hatoeran hasil negeri jang antjamannja boekan denda dan rampas sadja akan-tetapi djoega hoekoem-badan maka didalam hal ini hanja Kepala-negeri jang mempoenjai koeasa akan memerintah: 1°. pada Chef Postkantoor soepaja menahan soerat2 boeat orang jang ditoedoeh atau soerat2 jang tersangka dikirim olëh dia atau soepaja sekoerang2nja memboeat tjatetan dari soerat2 itoe; 2°. pada ambtenaar2 Postspaarbankdienst soepaja memberi keterangan daripada orang2 jang menjimpankan wang atau dari banjaknja wang jang disimpankan. 29 Intusschen is de Wedana gehouden om, zoodra er termen zijn dat het Hoofd van Plaatselijk Bestuur handelend optrede daarop diens aandacht te vestigen. Laat de politie-ambtenaar zich onbevoegd een poststuk of postpakket door een postambtenaar afgeven, dan is hii strafbaar.1). 1 Verzegeling. Het inbeslaggenomene wordt tegelijkertijd door den Wedana verzegeld op zoodanige wijze, dat verwisseling onmogelijk kan plaats hebben zonder het zegel of het bindtouw te schenden De verzegeling is ook daarom van zooveel belang, omdat gedurende het geding ter terechtzitting anders eenvoudig door beklaagde kan worden beweerd, dat een stuk van overtuiging of van vergelijking niet hetzelfde is als het door de politie m beslag genomene. De verzegeling moet zoo mogelijk geschieden *e&*™>x*&*& van den verdachte en daarvan moet de Wedana dan ook melding maken in het van de verzegeling op te maken ambtseedig procesverbaal van verzegeling Daarin moet voorts vermeld worden, op welke wijze het voorwerp is wT5 ' Z8? ^ stemPel is gebruik gemaakt en wie den Wedana het van overtuiging of van vergelijking heeft ter hand gesteld. 2) Zijn er ingeval van vergiftiging braaksel, ontlasting of ingewanden m beslag genomen zonder verzegeling 3) dan staat het niet vast, dat de door den deskundige onderzochte substantie, waarin deze wellicht arsenicum heeft aangetroffen, het onvermengde zelfde braaksel enz. is, hetwelk in beslag werd genomen, waardoor het deskundig onderzoek waardeloos wordt en vrijspraak zal moeten volgen, zelfs als beklaagde bekent met arsenicum te hebben vergiftigd Ook in andere zaken, meer in het bijzonder in zaken van valsche x) Zie art. 430 W. v. S. *) De onkosten voor cachet en lak zijn zoo gering, dat er geen bezwaar kan bestaan deze uit het politiefonds te bestrijden. Te Bondowoso placht inderffid een Inlandsch schrijver stempels uit hoorn te snijden. maertna een ) Bij het ten onderzoek opzenden daarvan wordt ook wel verzuimd er bederfwerende substantie bij te voegen. a«umu er Deaen 29 Selamanja kaloe ada keperioean maka Wedana dengan lekas2 mesti memberi tahoe pada Kepala-negeri dalam segala oeroesan jang haroes dilakoekan olëh Kepala-negeri. Prijaji-politie jang tidak berkoeasa minta' dan terima dari ambtenaar post, -telegraaf atau-telephoon soerat atau pakket post, soerat telegraaf atau soerat telephoon bolëh dihoekoem. Zëgelan. Soepaja barang-boekti atau-bandingan perkara ini djangan keliroe dengan barang-boekti atau bandingan perkara itoe, dan soepaja si pesakitan tidak bolëh moengkir dihadapan hakim mengatakan bahwa barang-boekti atau-bandingan itoe boekannja barang jang soedah dibeslag olëh politie maka barang2 j. t. mesti dizëgël olëh Wedana dengan segera, sampai tali pengikat barang2 itoe tidak bolëh diboeka'dengan tidak róesak talinja atau zëgëlannja. Zëgelan itoe mesti diboeat, kaloe bolëh, dimoeka si pesakitan. Dan kalöe diboeat dimoeka si pesakitan, Wedana mesti menerangkan dalam procesverbaalnja atas soempah pangkatnja, jang dinamaï ■procesverbaal van verzegeling, bahwa zëgëlan itoe soedah dibikin dimoeka si pesakitan. Dan perloe djoega diterangkan, bagimana barang itoe diboengkoes dan bagimana roepanja tjap jang dipakai; begitoe djoega nama orang jang menjerahkan barang-boekti atau-bandingan itoe kepada Wedana. *) Kaloe dalam perkara peratjoenan moentahnja atau boeangairnja atau oesoesnja si kena-ratjoen dibeslag olëh politie, soepaja barang2 itoe diperiksa olëh orang jang pandai {deskundige) akan mengetahoei apa ada ratjoen dalamnja tetapi politie loepa menjëgël barang itoe maka peperiksaan deskundige itoe tidak bergoena boeat hakim, biarpoen deskundige itoe mendapat ratjoen dalam barang itoe ; sebab tidak njata bahwa barang itoe mëmangnja barang jang soedah dibeslag olëh politie dan tidak terang bahwa ratjoen jang didapat olëh deskundige itoe, mëmangnja soedah ada dalam barang itoe tempo dibeslag olëh politie. Djadinja, seandainja dalam hal j. t. si pesakitan mengakoe memakai ratjoen jang demikian, tetapi biarpoen begitoe si pesakitan tidak bolëh dihoekoem. Djadi kaloe orang jang mestinja mesti dihoekoem itoe, dilepaskan olëh pengadilan maka politielah jang salah sebab barang2 itoe tidak dizëgël. Djoega dalam perkara lain2 apalagi dalam perkara wang palsoe atau wang-kertas palsoe, politie mesti menjëgël wang *) Harga tjap dan lak tidak mahal. Djadinja barang ini bolëh dibeli dengan wang politiefonds. Doeloe di-Bondowoso ada seorang djoeroetoelis jang pandai memboeat tjap atau stêmpël daripada tandoek. 30 munt of valsch bankpapier, moet om dezelfde redenen verzegeling plaats hebben. Moet gedurende den loop van het onderzoek het verzegelde voorwerp aan verdachte of getuige worden vertoond en is het daarvoor noodig de zegels te verbreken, dan moet bij procesverbaal van ont- en verzegeling worden geconstateerd, dat de zegels zich in goeden staat bevonden vóór het verbreken en dat na gemaakt gebruik opnieuw verzegeling heeft plaats gehad, wederom met beschrijving van wijze van verpakking en verzegeling en gebezigd cachet. De "Wedana ga dus nimmer uit, of hij drage bij zich: 1°. aanteekenboek met potlood, om dadelijk aanteekeningen te kunnen maken staande elk onderzoek; 2°. een centimetermaat voor het opmeten en in kaart brengen van de plaats des onheils; 3°. lak en zegel voor het verzegelen van in beslag genomen goederen. Getuigenverhoor. Vooraf worde den getuige gevraagd naar zijne namen, beroep en woon- of verblijfplaats, 1), voorts of en zoo ja in welken graad van bloed- of aanverwantschap hij staat tot den verdachte alsook tot andere getuigen, daar hierdoor in vele gevallen van de zaak zelve een duidelijker beeld wordt gegeven en de beoordeeling van de innerlijke waarde der verklaring zoodanige opgave gewenscht kan maken. Daarom moet de Wedana ook aanteekening houden, of de getuige bij de politie bekend staat als bromotjorah (orang weri, doersila, doerdjana palang, samaran, bengseng, kesitan, semoet-gatei, djawara enz ) Zooveel mogelijk late de Wedana den getuige zelf het verhaal van het gebeurde doen en vuile alleen het onvolledige in de verklaring door middel van vragen aan. Den getuige worde telkens gevraagd, of hij het verhaalde zelf met zijne zintuigen heeft waargenomen, aangezien alleen inzooverre de getuigenis bewijskracht heeft. Elke opgave van een getuige moet met redenen van wetenschap omkleed zijn, omdat alleen dan valt te ontdekken welke waarde men er aan heeft te hechten. *) Den leeftijd van den getuige moet de Wedana schatten, zoo getuige dien niet kan opgeven. 6 6 30 atau wang-kertas jang dibeslag itoe; sebabnja seperti jang terseboet diatas ini djoega. Kaloe barang2 jang soedah dizëgël itoe mesti diperlihatkan kepada si pesakitan atau saksi2, dan olëh-karena itoe zëgëlan barang j. t. mesti dipetjahkan maka dalam procesverbaal van ont- en verzegeling (procesverbaal pemboeka'an zëgëlan dan penjëgëlan lagi) mesti dinjatakan bahwa zëgëlan barang itoe, sebeloemnja dipetjahkan, masih baik dan sesoedahnja barang itoe dipakai, dizëgël lagi sekali. Apa jang terseboet diatas ini dari hal zëgëlan mesti ditoeliskan djoega dalam „procesverbaal van ont- en verzegeling" itoe. Djadinja: kaloe Wedana pergi kemana-mana, dia mesti membawa': 1. boekoe tjatetan dan potlood, soepaja kaloe dia mesti memeriksa perkara, dia bolëh menoeliskan pendapatannja dengan segera; 2. oekoeran centimeter, soepaja dia bolëh mengoekoer dan memboeat gambar jang terseboet tadi; 3. lak dan tjap akan menjëgël barang2 jang dibeslag. Pertanjaan kepada saksi2. Lebih doeloe mesti diperiksa nama sekalian saksi itoe, pekerdjaannja dan tempat-tinggalnja1). Habis itoe diperiksa apa si saksi itoe sanak atau ipar si pesakitan; kaloe begitoe, persanakan atau periparan deradjat (poepoe) jang keberapa? Djoega perloe ditanja, apa saksi itoe sanak atau ipar saksi2 jang lain, sebab atjap kali pertanjaan ini menerangkan bagimana keadaannja perkara itoe, dan sebab djawab pertanjaan itoe bolëh dipakai akan menimbang, apa saksi itoe bolêh dipertjajaï atau tidak; sebab itoe djoega mesti diterangkan olëh Wedana, apa politie tahoe jang saksi itoe orang bromotjorah (orang weri, -doersilo, -doerdjana, -palang, samaran, bengsëng, kesitan, semoet-gatel, djawara d. 1. 1.) atau tidak. Sebolëh-bolëhnja Wedana mesti menjoeroeh saksi2 itoè mentjeritakan sendiri, apa jang diketahoeïnja dalam perkara itoe; tjoema tempo2 sadja Wedana mengingatkan saksi2 itoe dengan pertanjaan; oepamanja kaloe si saksi tidak mentjeritakan apa jang perloe diketahoeï dalam perkara itoe. Kepada saksi2 perloe ditanjakan, apa jang ditjeritakannjaitoe mëmang dilïhatnja, didengarnja, atau dirasanja sendiri, pëndëknja apa dia tahoe sendiri; sebab tjoema keterangan saksi jang sedemikian sadja — dan boekan pengetahoean jang diper- "■) 'Oemoer si saksi ditaksir sadja olëh Wedana, kaloe saksi itoe tidak bisa menerangkan sendiri. 31 Ook worde in het procesverbaal van verhoor- vermeld hoe de persoon getuige in de zaak is geworden: of hij bv i« opgeroepen geworden omdat zijn naam door een verdachte of getuige is genoemd geworden, of de politie wellicht bij hem is gekomen om te vragen of hij soms iets van de zaak afwist en in dat geval hoe de politie op de gedachte is gekomen dat hii wel iets van de zaak zou afweten, enz. Het dwaalbegrip, dat voor het-bewijs van eene aanwijzing altijd twee getuigen noodig zijn, late de politie varen. Wanneer dus voor een feit, dat tot het bewijs tegen een verdachte zal medewerken, met meer dan één getuige gevonden kan worden die naar waarheid heeft waargenomen dat het feit is voorgevallen, dan onthoude zij er zich toch van zulks nader te doen bevestigen door een tweeden getuige, die in werkelijkheid van de zaak mets weet. De politie loopt daarbij bovendien nog de kans, dat, wanneer dit laatste voor den Landraad aan het licht komt, de rechtbank het geheele onderzoek gaat wantrouwen en dus ook den eersten d.i. den waarheidsprekenden getuige niet gelooft Het verhoor geschiede buiten tegenwoordigheid van andere getuigen opdat met een volgende getuige eenvoudig naprate wat een ander heeft gezegd. Dit geldt vooral wanneer twee of meer personen hetzelfde feit hebben waargenomen, b.v. zij kwamen samen iemand met een gestolen rund tegen; dit feit is door hen als beschikkende over verschillende waarnemingsorganen en een verschiUend bevattings- en zeggingsvermogen, waarschijnlijk op verschillende wijze waargenomen en zal zeker niet op dezelfde wijze door hen worden weergegeven. Af te keuren is daarom de gebruikelijke wijze om een nog niet gehoorden getuige het verhoor van een anderen getuige te doen bijwonen of gene het door dezen verklaarde voor te houden om daarna in het procesverbaal te vermelden, dat de verklaring van gene overeenstemt met die van deze, dan wel onder het hoofd van den tweeden getuige woordelijk over te schrijven wat de eerste getuige heeft verklaard, niettegenstaande door dien tweeden getuige niet meer dan „ja" is gezegd 31 olëhnja dari pada orang lain — jang bergoena boeat pengadilan akan menimbang perkara itoe. Dalam sekalian keterangan jang diperolêh daripada saksi2 itoe, mesti njata, apa sebabnja maka dia mengetahoei jang diterangkannja itoe. Baroelah bolêh ditimbang, apa keterangan itoe bolêh dipertjajaï atau tidak. Djoega mesti diterangkan dalam procesverbaal peperiksaan saksi8 itoe bagimana maka dia mendjadi saksi; artinja: apa dia dipanggil olëh politie akan mendjadi saksi, sebab si pesakitan atau saksi2 jang lain menjeboet namanja; atau apa politie jang datang kepadanja akan menanjakan, apa dia mengetahoei apa2 dari perkara si pesakitan itoe d. 1. 1. Dan kaloe begitoe, apa sebabnja maka politie mengira bahwa saksi itoe mesti tahoe dari perkara itoe. Adapoen dalam keterangan aanwijzing pendapatannja prijaji2 keliroe bahwa keterangan itoe tidak bolëh dipakai kaloe tidak ditegoehkan olëh — doea saksi. Oepamanja: kaloe soeatoe hal jang akan mendjadi keterangan dalam soeatoe perkara hanja ditegoehkan olëh satoe saksi jang tahoe sebab dia llhat betoel apa kedjadian maka prijaji djanganlah tjari saksi kedoea jang sebetoeinja tidak tahoe soeatoe apapoen dalam hal itoe. Ingathlah politie kaloe perkara itoe diperiksa dihadapan Landraad dan olëh Landraad ketahoean bahwa saksi jang kedoea itoe djoesta, bolëh djadi hakim tidak pertjaja djoega saksi jang pertama jang hatoerannja benar, dan koerang pertjaja semoea peperiksaan2 prijaji itoe sehingga dalam banjak perkara pesakitan dilepas dan prijaji ini dapat nama djelëk. Saksi2 itoe mesti diperiksa satoe per satoe; artinja saksi2 itoe tidak mendengar apa jang diterangkannja seseorang, soepaja oepamanja saksi jang kedoea tidak tjoema mengikoet mehgatakan apa jang soedah diterangkan olëh saksi jang pertama. Lebih2 poela mesti diperhatikan apa jang terseboet tadi, kaloe doea atau lebih banjak saksi jang melihat perboeatan jang dilakoekan olëh si pesakitan itoe; oepamanja, saksi2 itoe berdjalan bersama-sama .tempo dia ketemoe dengan si pesakitan jang membawa' teranak tjoerian. Soedah tentoe penglihatan saksi2 itoe berlain-lainan, sebab mata dan koeping, apalagi pengartian órang2 tidak sama, dan kaloe seandainja sama penglihatannja, tetapi tjerita saksi jang satoe tentoe tidak sama dengan tjerita saksi jang lain, apalagi kaloe olëh jang seorang lebih banjak kelihatan dari pada jang lain. Djadinja kebiasaan politie, akan menjoeroeh saksi2 jang beloem diperiksa, mendengarkan apa jang diterangkan olêh saksi jang lagi diperiksa, salah sekali. Djoega salah kebiasaan akan membilang kepada saksi jang diperiksa, apa jang soedah ditjeritakan olëh saksi jang lain, sebeloemnja dia ditanja, sebab kaloe ditanja apa keterangan itoe betoel, selamanja dia mendjawab ja; olëh-karena ini maka biasanja Wedana menjalin keterangan saksi jang pertama 32 Wijken de verklaringen van twee getuigen over een zelfde feit van elkander af en moet confrontatie plaats hebben, dan wachte de Wedana niet met het opteekenen hunner verklaringen tot dat ze na confrontatie met elkander overeenstemmen maar schrijve de eerst afgelegde verklaringen onverwijld op' en voege daaraan later het resultaat der confrontatie toe, wat evenzeer moet geschieden wanneer de verklaringen van' een getuige en een verdachte of van verdachten onderling in den aanvang met elkaar in strijd zijn. Verkeert een getuige in levensgevaar b.v. ingeval van vergiftiging of ernstige verwonding, dan behoort de Wedana zoo de geneeskundige hiertegen geen bezwaar oppert, hem' ten spoedigste te verhooren en tevoren door den dorpspriester of een districtsgeestelijke te doen beëedigen, want in het midden gelaten de vraag of eene op die wijze afgelegde getuigeverklaring bewijs kan leveren, ze heeft in het onderzoek haar belang, omdat men aan eene verklaring meer geloof mag hechten wanneer ze in extremis onder eede is afgelegd, en ze althans als een vast uitgangspunt voor het verder onderzoek kan dienen alsook tot beoordeeling van de betrouwbaarheid der andere getuigen. Processenverbaal. Wanneer de Wedana na een plaatselijk onderzoek, lijkschouwing, inbeslagname, verzegeling of een niet in zijne woning gehouden verhoor van een verdachte of getuige is thuis gekomen, sla hij zijn aanteekeningboek open en schrijve dadelijk het concept voor een procesverbaal, dat hij te gelegener tijd laat overschrijven om het daarna met zijne handteekenine te bevestigen. Het worde geschreven in de Maleische taal, ook wanneer de Wedana de Nederlandsche taal mocht verstaan, daar niet altijd de ambtenaren, die na hem zich van het stuk moeten bedienen (Djaksa, Regent), deze taal machtig zijn. Veelal zijn de visa reperta (ook van Inlandsche artsen) in de Nederlandsche taal geschreven; evenzoo de verklaringen van den Directeur of scheikundige bij de fabriek der Opium-regie; dit verdient dus afkeuring, en mocht de verbalisant niet in staat zijn zijne schnftuur in de Maleische taal te stellen, dan moet dit zoodra mogelijk in deze taal worden overgebracht ten dienste van den 32 tadi sadja, seperti keterangan itoe mëmangnja diperolëh daripada saksi j. t. Kaloe keterangan saksi jang lagi diperiksa itoe, tidak sama (tjotjok) dengan keterangan saksi jang soedah diperiksa maka perloe Wedana menjotjokkan hatoeran si saksi ini dengan hatoeran saksi itoe (confrontatie), tetapi djanganlah Wedana baroe menoeliskan keterangan saksi* jang pertama, kaloe habis confrontatie itoe: hatoeran jang pertama diperolëh, sesoedahnja saksi diperiksa, ditoeliskan dengan segera, dan kemoedian ditambabkan hatoeran jang diterangkannja olëh saksi2 pada confrontatie itoe, kaloe dia ada menambah keterangannja atau mengganti hatoerannja, atau tetap sadja dalam keterangannja itoe. Kaloe seorang saksi sakit keras, sebab kena ratjoen d.1.1. atau loeka besar, sehingga disahgka dia bolëh mati sebab penjakit dan loeka itoe maka Wedana mesti memeriksa saksi itoe dengan segera, kaloe dokter tidak melarang. Saksi jang demikian mesti disoeroeh angkat soempah dengan pertolongan Penghoeloe, naib atau modin, karena biar poen boeat pengadilan keterangan jang begitoe sah atau tidak, tetapi keterangan itoe ada goenanja dalam peperiksaan perkara, sebab politie lebih mempertjajaï keterangan2 jang diperolëh daripada saksi2 jang diperiksa tempo adjalnja hampir poetoes (onderzoek in extremis), kaloe saksi itoe angkat soempah tatkala dia diperiksa, dan sebab keterangan itoe bolêh; didjadikan permoelaan jang tentoe dalam peperiksaan itoe dan bolëh dipakai akan menimbang apa keterangan saksi jang lain bolëh dipertjajaï- Hal memboeat procesverbaal. Kaloe Wedana soedah memeriksa tempat misdrijf, memeriksa mait beslag barang, menjëgël, atau memeriksa saksi atau si pesakitan diloear „Kewedanaan" dan dia sampai diroemahnnja maka lekas diboeka'nja boekoe tjatetannja dan ditoelisnja dengan segera concept procesverbaainja jang akan disoeroehnja salin, dan dibenarkannja dengan tanda-tangannja. Procesverbaal itoe mesti ditoelis dalam basa Melajoe, biar poen Wedana pandai basa Belanda, sebab prijaji2 lain (Djaksa, Regent) jang mesti memakai proces-verbaal Wedana itoe, tidak semoea pandai basa Belanda. Biasanja visum repertum ditoelis dalam basa Belanda , biar poen Dokter-Djawa jang memboeatnja. Begitoe djoega verklaringnja Directeur atau scheikundige Opiumfabriek (lihat Bagian IV § 20). Sebab soerat2 itoe mesti dibatja olëh prijaji2 Djawa, jang kebanjakan tidak pandai basa Belanda, maka soerat2 itoe patoet ditoelis selamanja dalam basa Melajoe. Kaloe jang membikin proces-verbaal itoe tidak pandai basa 33 Wedana om later met het origineel bij de stukken te worden gevoegd. „Eene slechte gewoonte is het, dat het visum repertum ettelijke dagen na den aanvang van het onderzoek pas wordt ingediend bij den (Ass.) Resident. Even afkeuringswaard is de gewoonte het pas bij den bundel te voegen, wanneer deze den President van den Landraad zal worden in handen gesteld, omdat de Wedana bij zijn onderzoek er dan geen gebruik van heeft kunnen maken en diens onderzoek dus niet volledig is geweest. De verbalisanten moeten hun proces-verbaal aanvangen met het bekendstellen van dag, datum en uur van hun onderzoek Wanneer een verdachte of getuige op verschillende dagen in verhoor is genomen, moet dus in elk proces-verbaal van verhoor vermeld worden het tijdstip van het- verhoor, daar het voor den rechter van veel belang kan zijn te weten welke verklaring eerder is afgelegd. > Zij moeten in het proces-verbaal vermelden, behalve hun naam, ook de kwaliteit waarin zij zijn opgetreden, zooals Wedana van het district of Inlandsche arts in het regentschap En voorts, dat zij hunne verklaring doen op den eed bij de aanvaarding hunner bediening afgelegd1) (art. 295 LR.) Eene uitdrukking als „ingat soempah" is dus onvoldoende. De verklaring op den ambtseed is noodig, omdat de wet alleen aan TOodanig procesverbaal bewijskracht toekent. , 1.?1lechts voorzóóver heeft het dan bewijskracht, als er uit blijkt, dat de verbalisant het door hem verklaarde persoonlijk heeft waargenomen of zelf heeft verricht. Zoo heeft b.v. de geneeskundige te verklaren, wat hij van het eerste oogenblik tot aan den dood of de genezing van den verwonde aan diens lichaam heeft opgemerkt, en zal de Wedana niet aan een zijner volgelingen mogen opdragen éene opmeting te doen of eenige andere verrichting, maar zal hij zich daarvan zelf hebben te kwijten, daar hij anders niet kan verklaren dat te hebben waargenomen, en desniettemin het wel verklarende zich zou blootstellen! aan meineed als zijnde het proces-verbaal op den ambtseed opgemaakt. 1) De ambtseed is ,ook ingesteld voor de mantri's politie B. B en de (Ass-) Wedana's van politie op Java en Madoera (Stb. 1916 n°. 481), voor de mantri's poUtie N het boschwezen en boschwachters, alsook voor Inlandsche ambtenaren en (facultatief) beambten bij de irrigatie (Stb. 1904 n°. 149, Bb. n°. 5164 j° 6429) Inlandsche posthuiscommandanten, rechercheurs en politie-agenten der le klasse kunnen, voorzooverre voldoende ontwikkeld en betrouwbaar geoordeeld, door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur worden aangewezen tot het afleggen van den ambtseed In de door hen op te maken processenverbaal behooren zij van deze aanwijzing melding te maken (Sb. 1915 n°. 448). 33 Melajoe maka soerat2 itoe mesti disalin dengan segera dalam basa Melajoe, dan salinan itoe diserahkan kepada Wedana soepaja dibelakang-kali dihatoerkannja bersama-sama visum repertum, verklaring jang toelën d. s. b. dengan soerat2 peperiksaan] a. Salah sekali kebiasaan, akan menghatoerkan visum repertum kepada (Assistent) Resident, kaloe peperiksaan soedah lama dilakoekan. Salah djoega kebiasaan akan menaroehkan visum repertum itoe pada bundel soerat2 peperiksaan, kaloe bundel itoe mesti disediakan akan dihatoerkan kepada President Landraad. Sebab Wedana tidak bisa memakai visum repertum itoe tempo dia memeriksa perkara itoe maka peperiksaannja tidaklah tjoekoep. Wedana dan dokter d £ 1. mesti memoelaï proces-verbaalnja dengan mènjatakan: hari, tanggal dan djam, ketika dia memeriksa perkara itoe. Kaloe si pesakitan atau si saksi tidak diperiksa dalam satoe hari, mesti diterangkan dalam tiap2 proces-verbaal peperiksaan itoe: hari apa, tanggal berapa satoe2 peperiksaan itoe dilakoekan; sebab perloe sekali hakim mengetahoei keterangan jang mana lebih doeloe diperolëh. Dan mesti dinjatakan poela dalam proces-verbaal itoe nama prijaji jang memboeatnja, dan pangkat prijaji itoe, oepamanja Wedana district atau Dokter-Djawa Keboepaten Begitoe djoega mesti dinjatakan bahwa procesverbaal itoe diboeat atas soempah jang diangkatnja tempo dia menerima pangkatnja •). Keterangan soempah ini perloe sekali, sebab menoeroet Wet tjoema proces-verbaal jang begitoe sadjalah, jang sah. Perkataan „ingat soempah" sadja tidak tjoekoep. Tetapi keterangan dalam proces-verbaal itoe tjoema sah, kaloe dalamnja njata bahwa prijaji jang memboeatnja sesoenggoehnja melihat atau mengerdjakan sendiri apa jang diterangkannja; oepamanja, dokter mesti menerangkan sekalian pendapatannja dari hal orang jang loeka itoe, dari moelanja orang itoe diperiksanja sampai ketika dia mati atau baik; dan Wedana tidak bolëh menjoeroeh orang jang mengiringkannja, mengoekoer tempat misdrijf atau mengoekoer loeka si saksi atau si pesakitan d. s. b. tetapi dia mesti melakoekan pekerdjaan itoe sendiri, sebab, kaloe tidak begitoe, dia tidak' bolëh menerangkan bahwa isi procesverbaalnja itoe sesoenggoehnja keterangan jang diketahoeïnja sendiri atau perkerdjaan jang dilakoekannja sendiri. Prijaji2 jang memboeat proces-verbaal atas soempah pangktnja, disalahkan melakoekan soempah t) Soempah-pangkat soedah ditetapkan olëh Wet boeat mantri2 politie B. B., Wedana dan Ass.-Wedana van politie di poelau Djawa dan Madoera, mantri2 politie djati (boschwezen) dan boschwachter. Begitoe djoega boeat prijaji2-irrigatie. Inlandsche posthuiscommandanten, rechercheurs dan politie-agenten klas satoe, djika tjoekoep kepinterannja dan bolêh dipertjaja, olêh Kepala Gewest bolëhditoendjoekkan bahwa dia bolëh disoempah doeloe sebeloemnja mendjatiat pekerdjaan. Kaloe dia memboeat procesverbaal haroeslah dalam procesverbaal itoe diterangkan tal itoe. 34 De geneeskundige heeft meestal de gewoonte aan den voet van het visum repertum een naschrift te geven, behelzende niet veel meer dan de mededeeling, dat de patiënt is overleden en op welk tijdstip dit plaats vond. Natuurlijk moet daarbij opnieuw worden verklaard, dat deze opgave op den ambtseed wordt gedaan en moet er uit blijken, wanneer en door wie het eerst de dood is geconstateerd en dat de geneeskundige zich persoonlijk heeft overtuigd, dat de patiënt op het te vermelden tijdstip van het onderzoek dood was, met conclusie of de dood het gevolg is geweest van het toebrengen der slagen, kwetsuren, enz. Deskundigen. Over de medewerking van den geneeskundige is reeds genoeg gezegd. De Wedana kan evenwel ook de voorlichting van andere deskundigen behoeven. Is een chemisch onderzoek gewenscht b.v. van braaksel in geval van vergiftiging of van bloedvlekken in geval van verwonding, dan zende hij de behoorlijk verzegelde stukken van overtuiging ten spoedigste aan den Regent, die daarop eene beschikking van den (Ass.-)Resident vraagt, omdat het wenscheüjker is, dat Europeesche deskundigen worden geroepen door het Europeesch politiehoofd. N.B. Voorwerpen, welke onderzocht moeten worden' op menschenbloéd, zende men op naar het Geneeskundig Laboratorium te Weltevreden. Daarentegen wende men zich voor het onderzoek naar vergiften tot de naastbijgelegen militaire apotheek, of, voor zooveel West-Java betreft, tot het Scheikundig Laboratorium te Weltevreden (Bb. n°. 7086). Om het ontbindingsproces tegen te houden, behooren lijkdeelen te worden verzonden in spiritus of jenever; een monster van dat vocht moet (verzegeld) mede worden opgezonden. Inlandsche deskundigen kieze de Wedana zelf. Dezen behooren van hun onderzoek een proces-verbaal op te maken, behelzende eene beschrijving van het onderzochte voorwerp en de verpakking met opgave dat de zegels in goeden staat zijn bevonden, voorts hun onderzoek en oordeel met reden van wetenschap en ten slotte de verklaring, dat zij dadelijk na onderzoek het voorwerp of weder verzegeld hebben of aan den Wedana persoonlijk weder hebben ter hand gesteld. Zijn de deskundigen niet in staat tot het opmaken van een proces-verbaal, dan verbaliseere de Wedana hunne verklaring met inachtneming van het voorgaande. 34 palsoe, kaloe dia menerangkan dalam proces-verbaalnja, apa jang tidak diketahoeïnja sendiri itoe seperti pengetahoeannja sendiri. Biasanja dokter tjoema menoeliskan dipenghabisan visum repertumnja bahwa si orang-sakit atau si loeka soedah mati pada tanggal sebegitoe. Keterangan ini tidak tjoekoep, sebab dokter mesti menerangkan sekali lagi bahwa keterangan itoe diboeatnja atas soempah pangkatnja, dan lagi dalam keterangan jang sedemikian mesti njata, kapan orang itoe mati, siapa jang memeriksa matinja lebih doeloe, apa mëmang dokter sendiri jang memeriksa bahwa orang itoe sesoenggoehnja mati pada waktoe j. t. dan apa matinja itoe disebabkan olëh-karena loeka, ratjoen d. 1.1. jang, mendjadikan perkara itoe. Deskundige. Diatas ini soedah diterangkan bagimana dokter bolëh mendjadi pembantoe Wedana. Kaloe perloe, Wedana bolëh djoega mendapat keterangan daripada orang2 lain, jang diketahoeïnja, bahwa orang itoe mëmang mengetahoei apa jang perloe diperiksanja (deskundigë). Kaloe oepamanja ada orang kena ratjoen, dan moentahnja mesti diperiksa olëh deskundige maka Wedana mesti menjëgël moentah itoe dan mengirimkannja kepada Regent jang akan menghatoerkan kepada (Assistent) Resident, soepaja deskundige Belanda memeriksa moentah itoe. KETERANGAN. Barang2 jang disangka ada darah orang mesti dikirim kaGeneeskundig Laboratorium di Weltevreden. Barang"1 jang mesti deperiksa apatah terisi ratjoen haroes dikirim ka roemah obat militair jang dekat atau boeat tanah West-Java kaScheikundig Laboratorium di Weltevreden. Boeat mendjaga soepaja hatinja mait d. 1. l.nja djangan boesoek maka haroeslah ini Hilrinmlrgn dalam spiritus atau sopi: tjonto spiritus atau sopi jang dipakai. mesti dikuimkan bersama2 sesoedahnja dizëgël. Akan-tetapi deskundige Djawa mesti dipilih olëh Wedana sendiri. Deskundige2 itoe mesti memboeat proces-verbaal dari hal pendapatannja; dalam proces-verbaal itoe dinjatakannja, bagimana roepa barang itoe, bagimana boengkoesannja, bagimana zëgëlannja, bagimana peperiksaan deskundige itoe dan bagimana timbangan pikirannja. Timbangan ini mesti diiringi olëh sekalian sebab jang menjatakan apa sebabnja maka begitoe timbangannja. Habis itoe mesti diterangkan poela bahwa barang itoe dipoelangkannja kepada Wedana dengan segera dan dizëgëlnja kembali sesoedahnja diperiksanja. Kaloe seandainja deskundige tidak bisa memboeat procesverbaal maka Wedana mesti memeriksa pendapatan deskundige itoe dan memboeat proces-verbaal peperiksaan itoe dengan memperhatikan apa jang terseboet dalam perkara deskundige diatas ini. > 35 Bundel van het voorloopig onderzoek. Wanneer de Wedana het onderzoek heeft voleindigd en de zaak voor opzending naar den Regent gereed is, moet hij allé stukken tot een bundel vereenigen. In den regel zal hij voor elk strafbaar feit een bundel samenstellen, tenzij meerdere feiten ééne doorloopende handeling vormen b.v. iemand gaat uit om te stelen wat maar onder zijn bereik komt en neemt hier een bos padi, daar een kip weg enz. (art. 64 W. v. S.) Zijn er meerdere feiten door denzelfden persoon gepleegd zonder tezamen eene doorloopende handeling te vormen of heeft van meerdere personen, die in vereeniging een strafbaar feit hebben gepleegd, één hunner alléén ook nog aan andere feiten zich schuldig gemaakt (art. 65 e.v. W. v. S.), dan zullen die feiten zoo mogelijk tezelfder tijd worden berecht. Doch de Wedana zende den bundel, die gereed is, onverwijld naar den Regent en teekene op dien bundel aan of de andere bundels weldra zullen volgen. Het spreekt wel vanzelf, dat de medeplichtigen zoo mogelijk tegelijk met de daders terechtstaan en hunne zaak dus met die van de daders in denzelfden bundel wordt vereenigd. Aan de stukken van het voorloopig onderzoek, welke de Wedana opzendt naar den Regent, voege hij nog toe: I. een kort apergu van de zaak, waarbij datum voor datum wordt opgeteekend, wat in de zaak is verricht (getuigenverhooren, plaatselijk onderzoek, huiszoeking enz.), opdat de rechter een juist beeld krijgevanden gang van het gehouden onderzoek. II. Eene lijst van stukken van overtuiging en van vergelijking, opdat de Djaksa kan controleeren of wel alle op de zaak betrekking hebbende stukken van overtuiging en vergelijking zijn opgezonden. Immers in gevallen wanneer zoo'n staat niet is bijgevoegd, komt het herhaaldelijk voor, dat de Djaksa, ter terechtzitting ze produceerende, niet kan verklaren, inhoeverre ze op de te berechten zaak betrekking hebben, en is het hem, wanneer b.v. door hem worden overgelegd twee krissen, afkomstig ieder van een verschillenden diefstal — beide door denzelfden beklaagde gepleegd en daarom tegelijkertijd berecht — in den regel niet mogelijk te verklaren, welke kris aan den eenen, welke aan den anderen bestolene is ontvreemd. 35 Bundel soerat2 peperiksaan Voorloopig Onderzoek. Kaloe peperiksaan soedah habis dan perkara itoe mesti dihatoerkan kepada Regent maka. sekalian soerat^peperiksaan dikoempoelkan mendjadi satoe bundel. Biasanja soerat2-peperiksaan satoe2 perkara itoe didjadikan satoe2 bundel, akan-tetapi perkara2 dikoempoelkan djadi sebundel sadja kaloe perboeatan pesakitan ternitoeng tjoema satoe perboeatan (doorfoopende handeling), oepamanja kaloe orang pergi mentjoeri apa sadja jang dia bolêh dapat: disini segëdëng padi, disana se-ëkor ajam d. 1.1. Kaloe beberapa perboeatan dilakoekan olêh satoe orang atau kaloe dari beberapa orang jang bersama2 melakoekan soeatoe perboeatan ada satoe orang jang djoega soedah melakoekan perboeatan lain maka kedjadian 2 ini semoeanja sebolëh* haroes dipoetoes pada satoe waktoe. Akan-tetapi Wedana djangan toenggoe mengirim-' soerat peperiksaan sampai perkara itoe semoea diselesihkan. Dalam perkara jang soedah habis diperiksa Wedana segeralah kirim bundelnja pada Regent dan terangkan diatas bundel itoe bahwa soerat2 perkara jang lain akan segera dikirim atau tidak. Kaloe lain daripada orang jang melakoekan perboeatan jang bolëh dihoekoem itoe (dader), ada orang jang menoeroet melakoekan perboeatan itoe (mededader) atau jang tjampoer dalam perkara itoe (medeplichtige), tentoelah semoeanja perkara itoe mesti diperiksa* sama sekali dan soerat2-peperiksaan mesti didjadikan satoe bundel. Bersama-sama peperiksaan voorloopig onderzoek mesti dikirim olêh Wedana kepada Regent: I. Satoe soerat keterangan pëndëk dari hal-ahoealnja perkara dengan menjeboetkan tanggal2 nja dari satoe2 peperiksaan (meriksa saksi2, meriksa di tempat-misdrijf, memboeka' roemah d. 1.1.) soepaja njata hal lakoe2 nja peperiksaan itoe. II. Staat barang2-boekti dan-bandingan, soepaja Djaksa bolëh memeriksa apa barang2 boekti dan-bandingan perkara itoe dikirim semoea. Staat j. t. perloe sekali, sebab kaloe tidak ada staat itoe, atjap kali Djaksa tidak bisa menerangkan dimoeka pengadilan, apa sebabnja barang2-boekti atau-bandingan jang dihatoerkannja kepada pengadilan itoe, termasoek dalam perkara jang maoe dipoetoeskan. Atjap kali, kaloe Djaksa menghatoerkan kepada pengadilan — oepamanja doea keris jang dibeslag dalam doea perkara pentjoerian jang soedah dilakoekan olëh seorang pesakitan dan sebab itoe kedoea perkara pentjoerian itoe mesti dipoetoeskan bersama-sama — dia tidak bisa menerangkan keris jang mana terhitoeng dalam perkara pentjoerian jang 6 36, In de practijk gebeurt het bij drukke Landraden daarom (iikwijls, dat, zoo het aantal stukken van overtuiging zeer groot is, de Djaksa of de Dandraadsvoorzitter zelf, om tijd te winnen, de bestolenen vóór den aanvang der terechtzitting de rechtzaal laat binnenkomen om te sorteeren ieder de hem ontstolen goederen. Dat hierdoor afbreuk wordt gedaan aan het gerechtelijk onderzoek, waarbij het dikwijls juist aankomt op het herkennen door den bestolene van het teruggevondene ten aanschouwe van de rechtbank, die hem daarover onder eede hoort, spreekt, wel van zelf. 36 pertama, dan keris jang mana ternitoeng dalam perkara pentjoerian jang kedoea. Inilah sebabnja maka di-Landraad jang banjak pekerdjaan, apalagi kaloe barang-boekti dalam. satoe perkara terlaloe banjak, si ketjoerian atjap kali disoeroeh datang olëh Djaksa atau President Dandraad kepadanja akan memilih barangtjoeriannja, sebeloemnja pengadilan bermoela. Tentoelah pembatja2 mengarti bahwa perboeatan ini meroesakkan peperiksaan perkara itoe, sebab' atjap kali perloe sekali pengadilan mengetahoei, apa si ketjoerian itoe bisa mengenali barang2tjoeriannja itoe dihadapan pengadilan. Jang-terseboet ini bolêh didjaga soepaja djangan kedjadian, kaloe bersama-sama barang-boekti dan-bandingan itoe dihatoerkan staat jang seperti dibawah ini: STAAT BARANG-BOEKTI DAN-BANDINGAN dalam perkara pesakitan Pa' Ripin alias Midin dan Kertoredjo alias Ketjil, jang dida'wa mentjoeri diroemah Kromowidjojo didêsa Wonosari dan diroemah hadji Abdoellah didêsa Boender. NOMOR „ DAPAT dan KETERANGAN BARANG2 ORANG JANG I.etter dan POENJA DIBESLAG BARANG-B QEKTID AN-B ANDINGAN ' B.2-Boekti ' N". I. sapi kebiri, boeloenja koening- 1 dalam djoerang, dibawah mêrah, tandoëknja malang > Kromowidjojo pedoekoehan Petoek tjarong. |J (désa Kidang). N*. II. Dandang, lobangnja ditoe- Ij \ toep dengan karoeng jang | dükat dengan tali, oedjoeng I f didapoernja Pa' Ripin tali ini dilak pada dandang itoe. I^aknja .memakai letter ' M. M. S. \\} hadji Abdoellah Isi dandang: a. 1 saroeng batik prangkemon. \ b. 1 kopiah. . i dikebon djagoengnja c. +5 batok beras-ketan, jang Kertoredjo. diboengkoes dalam daoen-kelapa ' ' h \ dilobang gangsiran diba- N*. III. 1 arit pakai tjap lak M. M. S.. > Pa' Ripin > wah roemah Kromowi- j J djojo- B.2-B andingan N . IV. 5 batok beras, diboengkoes | dalam sepotong kain gadoeng I. ... ... „ , I diloemboeng hadji j- • j-, f 'j \\\hadji Abdoellah \ & i . jang oedjoengnja dilak pada ut AbdoeJah boengkoesan itoe. Laknja me- | makai letter R. A. ^ ' 37 III. Eene lijst van getuigen, voorzien van de noodige gegevens om den Regent, den Landrechter, den Politierechter of den Landraadsvoorzitter, naar gelang de getuigen moeten verschijnen voor den Regent, door het Districtshoofd na beëindiging van het voorloopig onderzoek opgezonden, of voor het Landgerecht, de politierol of den Landraad, wanneer door een van dezen de strafzaak wordt berecht, in staat te stellen dadelijk de schadeloosstelling voor de getuigen op te maken volgens de wettelijke bebepalingen (Stb. 1884 no. 143 jo, Stb. 1898 nO. 103 en 343 1901 no. 122, 1903 nO. 3, 1911 n°. 590 en 1913 no 662 I. R. art. 48 al. 4, Bb. n°. 4678). Een model voor zoodahigen staat laten wij hiei volgen, waarbij wordt verondersteld, dat de getuigen zijn Inlanders van geen hoogeren rang dan desahoofden. 37 III. Staat-saksi2 dengan sekalian keterangan jang perloe, soepaja dengan segera Regent, Landrechter, Politierechter atau President Landraad bolêh menentoekan wang-keroegian, jang menoeroet Wet' mesti dibajar kepada saksi2 jang menghadap dihadapannja, dan soepaja saksi2 itoe bolêh lekas mendapat bajaran j. t. Tjonto staat-saksi2 j. t. ditjëtakan dibelakang katja ini. Dalam tjonto ini dioepamakan bahwa orang jang mendjadi saksi2 itoe orang ketjil, atau prijaji jang pangkatnja tidak lebih tinggi daripada kepala-dësa. Lijst van getuigen in de zaak van de verdachten namen. Woon- of verblijfplaats (d. i. plaats waar getuige de oproeping ontving.) Plaats verschijning. Afstand van de woon- of verplijfplaats a. tot de naastbij ge¬ legen in den officieelen afstandwijzer vermelde plaats. of b. tot het naaste met name te noe men station, zoo de reis gedeeltelijk met stoom transportmiddelengeschiedt. In hoeverre moet de reis te land of te water plaats hebben? En moet zij geheel of gedeeltelijk met stoomtransportmiddelen geschieden ? Klasse van trein, tram of boot, waarin getuige moet reizen. I Aantal dagen, die getuige moet doorbrengenaan boord van een schip, wan¬ neer hij daar niet in eigen voeding moet voorzien. Bedrag (30-50 ct.) Bedrag van van ver- door getuige blijfkosten genoten voorper dag, schot. •*aarop Datum en getuige nummer van aanspraak , . ge , het mandaat, kan maken. 00 (Handteekening van het Districtshoofd, dat de zaak onderzocht heeft.) (Handteekening van het Hoofd van Plaatselijk Bestuur van de woonof verblijfplaats der getuigen). (Handteeke¬ ning van den ambtenaar tot het afgeven van mandaten op 's Landskas | bevoegd.) Staat saksi2 daï,am perkara pésakiTan. Djaoehnja dari II Dari mana I Banjakttjall Temnat- ' tempat-tinggal sampaikemana Berapahari , ^ si saksi mesti Dikelas be- . . . belandja, Berapa ba- tinggal „sampai jjSlang ^^tf 1 rapasi ^ jang mesti njaknja Voor- (atau tempat Tempat si ketempat, dekat sekali, naik perahoe saksi mesti ... , diterima schot, jang si *~ *~ jang dekat jaitoe kaloe atau kapal? dikapal, N». NAMA. si saksi saksi mesü sekali ||*jg»£ Apa segala naik olëh saksi soedah dan jang diafanmelti sebaS karëta- ... . „ saksi2 terima. Hari menerima menghadap. i~s 'S-a- V1**11 sepagian tidak mesti terseboet axljalani perdjalanan api stoom- . setiap hari, boelan dan soerat- dalam oIêl1 S1 saksi sadja si saksi membajar ... dengan mesti naik tram atau . satoe hari nomor man- Panggüan,. ^ kapal api ? 30 sampai daal. w„zer ■> tramatau atau kapalapi? 50 sën. ====^______________ ^ kapal api? | (TaMoa-tanga» ambtenaar, jang berkoeasa mengasih mandaat jang (Tanda-tangan Wedana (Tanda-tangan A mbtenaar Belanda akan dibajar jang memeriksa perkara). Kepala Afdeeling (Hoofd van Plaatselijk olch's Lands Bestuur) ditempat sita si saksi). | Kas). 00 03 39 Hoofden en aanzienlijke -personen of zoodanige andere Inlanders of Vreemde Oosterlingen, voor wie in verband met hun rang en stand de gewone schadeloosstelling onvoldoende zoude wezen, dienen eene declaratie in (Stb. 1884 n°. 143 art. 9 j°. 1908 n°. 600 Bb. n°. 4516), waarop de Resident of Assistent-Resident moet vermelden: 1°. hoeveel getuige dient te ontvangen als vergoeding voor verblijfkosten; en 2°. hoeveel hij voor vervoermiddel noodig heeft of hoeveel hem heen en terug per paal toekomt (zonder aftrek van 2x8 palen.) Inlandsche Vorsten en Grooten, die niet zonder voorafgaande machtiging van den Gouverneur-Generaal als. getuigen mogen worden opgeroepen, dienen eene zelfde declaratie in als Europeanen. IV. Ingeval in eene zaak behoorende tot de kennisneming van den Landraad, de beklaagde in het ressort van een anderen Landraad woont, verblijf houdt of in hechtenis is genomen dan dat waar het misdrijf is gepleegd, een tabel, behelzende de afstanden van de woonplaatsen der getuigen zoowel tot den zetel van den Landraad, binnen welks ressort het feit is gepleegd, als tot den zetel van den Landraad, binnen Wiens ressort de verdachte woont, verblijf houdt of in hechtenis is genomen, opdat de Landraadsvoorzitter in staat zij over de competentie van den door hem voorgezeten Landraad eene beslissing te nemen (zie bl. 13.) § 2. Vervolging van strafbare feiten, welke alleen op klachte vervolgbaar zijn. Onder de Inlandsche bevolking heerscht de meening, dat degene die door het plegen van een strafbaar feit schade heeft geleden, b.v. de bestolene, de verwonde, het in zijne macht heeft al dan niet den dader strafrechtelijk te doen vervolgen, en, wanneer de vervolging is ingesteld, naar zijne keuze haar te doen voortzetten of staken. Een desahoofd, vernemende dat er in zijne desa diefstal heeft plaats gehad, is veelal van oordeel, dat hij, van den bestolene geen klacht ontvangen hebbende, ook geen vervolging mag aanvangen. 39 Prijaji2 dan anak2 negeri jang bengsawan atau anak8 negeri dan orang2 asing timoer lain djoega djika wang keroegian jang biasa tidak tjoekoep menoeroet pangkat atau keadaannja mesti menghatoerkan declaratie. Resident atau Assistent-Resident menerangkan dalam declaratie itoe: t. berapa si saksi mesti menerima wang akan ganti be- landja, jang dikeloearkan si saksi pembajar tempat- menginap; 2. berapa sëwa karêta atau lain2 nja, atau berapa si saksi mesti dapat tiap2 paal poelang-balik (dengan tidak dikoerangkan wang-djalan 2x8 paal). Radja2 atau Orang besar2, jang tidak bolêh dipanggil djadi saksi, kaloe tidak dengan idzin GouverneurGeneraal, menghatoerkan declaratie jang seperti dihatoerkan olëh saksi2 bangsa Eropa. IV. Kaloe orang jang melakoekan perboeatan jang bolëh dihoekoem dan jang perkaranja mesti dipoetoeskan olëh Landraad Itoe, beroemah atau memondok atau ditangkap ditempat jang tidak masoek daërah Landraad, tempat misdrijf itoe dilakoekannja, mesti dihatoerkan djoega bersama-sama bundel soerat2 peperiksaan itoe satoe daftar, jang menerangkan berapa djaoehnja tempat tinggal saksi2 dari tempat Landraad jang dalam daërahnja soedah kedjadian misdrijf itoe, dan begitoe djoega dari tempat Landraad jang dalam daërahnja si pesakitan tinggal atau menoempang atau ditangkap, soepaja President Landraad bolëh mengetahoei, apa Landraad jang dikepalaïnja itoe berkoeasa akan memoetoeskan perkara itoe (lihat katja 13). § 2. Perboeatan jang bolëh dihoekoem, tjoema bolëh dibikin-perkara kaloe ada orang jang mengadoekan. Banjak orang jang menjangka bahwa orang jang mendapat roegi atau ketjelakaan olëh-karena perboeatan jang bolëh dihoekoem, jang dilakoekan orang- lain padanja — oepamanja ketjoerian barang2, loeka d. 1. 1. — berkoeasa akan membikinperkara atau tidak membikin-perkara si pesakitan, atau kaloe soedah dibikin-perkara, dia berkoeasa sesoeka-soekanja akan menjoeroeh berhentikan perkara itoe atau menjoeroeh teroeskan. Begitoe djoega banjak kepala2-dësa jang menjangka bahwa dia tidak bolë|h membikin-perkara, kaloe ada perboeatan jang bolëh dihoekoem, dilakoekan orang dalam dësanja, dji- 40 Deze meening is onjuist, want als regel geldt, dat aan het oordeel van de justitieele politie is onderworpen de vraag, of in het algemeen belang eene strafvervolging gewenscht mag heeten Het desahoofd zal aangaande elk strafbaar feit, dat hem ter oore komt, onderzoek doen en ten spoedigste het geval rapporteeren aan den Wedana (art. 14 LR.) Hetzelfde is den Wedana voorgeschreven, die het misdrijf of de overtreding, welke te zijner kennis is gekomen, aan den Regent heeft te melden. Daar de Regent elk relaas van den Wedana onverwijld aan den (Ass.)-Resident heeft in te dienen (artt. 40, 67, 78 id.), is dus ten slotte het antwoord op de gestelde vraag door laatstgenoemden ambtenaar te geven, die daarbij het algemeen belang tot richtsnoer neemt. Er zijn evenwel uitzonderingen op den regel. In sommige gevallen heeft de wet, op grond dat het belang van het individu meer geschaad zou kunnen worden door eene strafvervolging dan het algemeen belang er bij gebaat zou zijn, aan de beleedigde partij de beslissing overgelaten van al of niet vervolging, t.w. ■^-de^misirijwm : 1°. bij overspel van de gehuwde vrouw (art. 284 W.v.S.) 2°. bij. vleeschelijke gemeenschap buiten echt met eene vrouw, van wie de man moet weten dat zij nog geen 15 jaren oud is althans nog niet huwbaar is (art. 287id.) N.B. Geen klacht is vereischt, wanneer het meisje "jonger dan 12 jaren1) is of het misdrijf voor haar zeer ernstige gevolgen heeft gehad. 3°. bij het bewegen door een van de middelen in art. 293 id. vermeld tot vleeschelijke gemeenschap van een minderjarige (vrouwelijk of mannelijk) van onbesproken gedrag. 4°. bij. beleediging door woord, geschrift of afbeelding (artt 319, 320, 321, 485 id.) N.B. Geen klacht is vereischt wanneer de beleediging is aangedaan aan een ambtenaar in of ter zake van de rechtmatige uitoefening zijner bediening. ) Zoo de persoon in kwestie geen Europeaan is, is de leeftijd meestal niet te bewijzen doch enkel te schatten. Toch dient het beproefd te worden, dat bewijs te ruiden. De politie onderzoeke alsdan, of in of nabij de woonplaats van het kind welks leeftijd men zoekt, korter dan 12 jaren geleden eene gebeurtenis heeft plaats" gehad waarvan de datum vaststaat, b.v. het afbranden van een fabriek of huis een hongersnood, eene overstrooming, eene aardbeving, vervolgens of het kind toen al geboren was en zoo ja, of het toen reeds kruipen of praten kon enz. Ook worde onderzocht, of het bekend is, onder welken Regent, Wedana of dorpshoofd het kind geboren is. 40 kaloe tidak ada orang j ang mengadoekan perboeatan itoe kepadanja. Persangkaan ini salah sekali sebab, menoeroet Wet, Resident atau Assistent-Resident — karena ambtenaar ini dibawah perintah Procureur-Generaal — mesti menimbang sendiri, apa hal jang kedjadian itoe bergoena boeat keamanan negeri akan dibikin-perkara atau tidak. Sebab itoe maka kepala'-dêsa mesti memeriksa sekalian perboeatan jang bolëh dihoekoem, jang dikabarkan orang kepadanja dan dengan lekas dia mesti merapportkan hal itoe kepada Wedana. Begitoe djoega Wedana mesti merapportkan sekalian misdrijf atau overtreding jang didengarnja kepada Regent, sebab semoea relaas Wedana jang diterima Regent, dihatoerkan dengan segera kepada Assistent-Resident. Dan ambtenaar inilah jang, dengan memperhatikan keamanan negeri, memberi perintah, apa hal jang kedjadian itoe mesti dibikin-perkara atau tidak. Tetapi tidak selamanja begitoe. Ada beberapa perboeatan jang lebih baik tidak dibikin-perkara, sebab kemaloean jang akan dipikoel olëh orang jang mesti mengadoekan perboeatan itoe, lebih besar daripada goenanja boeat keamanan negeri, djikaloe hal itoe dibikin-perkara. Olëh-karena itoe maka dalam hal j. t. Wet menjerahkan kepada orang jang mendapat maloe, akan membikin-atau tidak membikinperkara hal itoe. Diserahkan akan membikin-perkara atau tidak: perkara misdrijf1: 1 °. kaloe orang perampoean jang berlaki bergendak; 2°. kaloe bergendakan dengan perampoean jang si laki mesti tahoe bahwa perampoean itoe 'oemoernja beloem 15 tahoen atau beloem roemadja. KETERANGAN. Kaloe perampoean itoe lebih moedah dari 12 tahoen1) atau kaloe dan perboeatannja itoe ada kedjadian jang sangat oepamanja mendapat loeka besar maka tidak perloe ada pengadoean. 3°. kaloe memboedjoek anak jang beloem sampai 'oemoer dan tingkah-lakoenja baik (perampoean atau laki) soepaja bersetoeboehan, dengan memakai 'akal (daja-oepaja) terseboet di pasal 293 W. v. S. 4 °. kaloe memaloekan orang dengan perkataan, soerat atau gambar. KETERANGAN. Tidak perloe ada pengadoean, kaloe memaloekan ambtenaar jang lagi atau dan sebab dia melakoekan pekerdjaannja jang sah. *) Kaloe anak itoe boekan bangsa Eropa, biasanja tidak bisa ditentoekan apa 'oemoernja si anak itoe 12 tahoen atau koerang atau lebih. Biar poen soesah diketahoei 'oemoer itoe, tetapi politie mesti ntentjoba djoega mentjari keterangan, jang bisa menjatakan berapa lebih-koerang 'oemoer si anak itoe: oepamanja diperiksa, apa dalam 12 tahoen sebeloemnja kedjadian perkara ini, didêsa tempat tinggalnja anak itoe atau didekatnja barangkali ada paberik atau ada roemah. jang tebakar, atau ada kelaparan, bandjir, lindoe besar dan lain* keadaan jang tentoe kapan djadinja; dan kemoedian deperiksa apa pada masa itoe si anak soedah dilahirkan; dan kaloe begitoe, apa si anak itoe soedah bisa jnerangkang atau bitjara d. 1. L Bolëh djoega diperiksa apa si anak itoe soedah dilahirkan ketika Regent, Wedana, prijaji ini atau itoe masih ada d. 1.1. 41 5°. bij schending van ambts- of beroepsgeheim, mits gepleegd tegen een bepaald persoon, alsmede schending van een geheim aangaande eene onderneming van handel, nijverheid of landbouw door een geëmployeerde bij zoodanige onderneming of door een der personen bevoegd tot het opsporen van eene overtreding van het Reglement op het makén van ijs en koolzuurhoudende wateren dan wel van het Veiligheidsreglement (artt. 322, 323 W. v. S. Stb. 1908 n°. 318 art. 8; Stb. 1910 n°. 406 art. 14 j°. art. 6 sub 163° en 182° en art. 7 Inv. V.) 6°. bij schaking (art. 332 id.) 7°. bij dwang om iets te doen, niet te doen of te dulden, mits uitgeoefend middels bedreiging met smaad of smaadschrift (art. 335 id.) 8°. bij afdreiging (art. 369 id.) 9°. bij diefstal, verduistering, bedrog, benadeeling (bl. 84), vernieling of beschadiging en bij medeplichtigheid aan een dezer misdrijven door een bloed- of aanverwant in de opgaande of nederdalende linie (met bloedverwant in de opgaande linie is onder Menangkabausche Maleiers op Sumatra têndeze gelijk te stellen de oom van moederszijde) of in den tweeden graad der zijlinie van den benadeelde (artt. 367, 376, 394, 404, 411 W.v.S.) N.B. Niet bij heling. 10°. bij het opzettelijk inbreuk maken op iemands auteursrecht alsmede het verspreiden of openlijk te koop stellen van een werk met de wetenschap dat daardoor zoodanige inbreuk wordt gemaakt (Stb. 1912 n°. 600 artt. 33, 34.) y,™^jaY^verfrtoilinge'fi: 11 ^verzuim of nalatigheid in het verrichten van arbeid • ^als bedoeld in art. 30 van het Reglement omtrent de particuliere landerijen bewesten de Tjimanoek op Java (Stb. 1912 n°. 422 art. 54, j°. art. 6 sub 200° Inv. V.) 12°. bij willekeurige verbreking vaneen geregistreerd contract door een koelie in de Buitenbezittingen (Stb. 1886 n°. 223, 1887 n°. 201, 1888 n°s. 74 en 76, 1889 n°. 208, 1891 n°. 102 j°. Stb. 1889 n°. 138, Stb. 1896 no. 233, 1915 n°. 421 en 1916 n°s. 334 en 685 j°. art. 6 sub 73°, 75°, 78°, 79°, 82°, 83°, 102°, 251° en 271° Inv. V.) In deze gevallen is dus geen vervolging mogelijk zonder klacht van den persoon, tegen wien de daad is gericht. Pas na klachte mag de (Ass.-)Resident eene vervolging doen instellen. Maar deze is ook dan daartoe niet verplicht, wanneer het algemeen belang het niet vordert. Zoo zal hij b.v. wanneer op Amboina eene klacht wegens schaking is ingediend met de bedoeling om schadevergoeding te erlangen, den klager verwijzen naar den rechter in burgerlijke zaken zonder tot strafrechtelijke vervolging over te gaan. 41 5°. kaloe memboeka' rahasia jang orang dapatkan karena pangkatatau pekerdjaannja, asal dilakoekan pada seorang jang tentoe, atau rahasia akan soeatoe onderneming atau paberik, asal dilakoekan olëh orang jang makan gadjih dari onderneming atau paberik itoe atau olëh orang jang berkoeasa memeriksa perkara hal paberik2. 6°. kaloe membawa' lari perampoean. 7°. kaloe memaksa orang lain soepaja memboeat atau mengalpakan soeatoe kelakoean atau memaksa menahankan soeatoe perboeatan, asal pemaksaan ini dilakoekan memakai antjaman hendak memaloekan dengan perkataan (smaad) atau dengan toelisan (smaadschrift.) 8°. kaloe memaksa orang akan memberi wang atau barang dengan memakai antjaman bahwa rahasianja hendak diboeka'kan (afdreiging.) 9°. kaloe keloearga atau periparan jang sebatang tij ang] (rechte linie) atau soedara atau soedara ipar (laki2 atau peram"poean) dari orang, jang mendapat keroegian, mentjoeri, mengampoenjai barang, menipoe, meroegikan orang (katja 84), membinasakan atau meroesakkan barang2 nja orang jang mendapat keroegian itoe; atau kaloe merika-itoe tjampoer dalam soeatoe dari pada perboeatan j. t. diatas. Kaloe orang jang meroegikan atau jang keroegian itoe orang Melajoe Minangkabau di Sumatra maka dalam hal j. t. itoemamaq dari iboenja disamakan dengan keloearga jang sebatang tijang. KETERANGAN. Hal j. t. diatas tidak dilakoekan dalam perkara heling. 10°. kaloe orang melanggar auteursrechtnja orang lain dan djoega kaloe orang menjiarkan atau mendjoeal boekoe* dengan mengetahoei bahwa dia karena perboeatan itoe melanggar auteursrechtnja orang lain. perkara overtreding2: 11 °. kaloe orang telëdor atau mengalpakan melakoekan pekerdjaan jang terseboet di pasal 30 Reglement particuliere landerijen bewesten Tjimanoek. 12°. kaloe orang koeli di Buitenbezittingen melanggar contract jang dimasoekkan dalam register. Dalam hal2 j. t. diatas ini seorangpoen tidak bolëh dibikinperkara, kaloe tidak ada pengadoean dari orang jang dihijanatkan (dimaloekan atau jang dapat keroegian.) Kaloe pengadoean itoe ada maka baroelah (Ass.)Resident bolëh membikin-perkara akan-tetapi dia tidak mesti membikin-perkara itoe djika keamanan negeri tidak menoentoet. Oepamanja: kaloe di Ambon soeatoe orang menghatoerkan pengadoean pada politie dalam perkara membawa'lari perampoean akan-tetapi maksoednja orang itoe hanja soepaja mendapat ganti keroegian maka (Ass.-) Resident hendaklah menoendjoekkan orang itoe pada hakim perkara civiel dan dia ta'oesah membikin-perkara crimineel. 42 De klacht moet gedaan worden door den persoon (in het geval van 11°. den landeigenaar), tegen wien of den bestuurder der ondenieming (5° en 12°.), tegen welke het feit is gepleegd, met dien Verstande dat bij schaking bovendien nog vervolgd kan worden, zoo de weggevoerde tijdens de wegvoering minderjarig was, op klachte van iemand, wiens toestemming zij behoeft voor het aangaan van een huwelijk, en, zoo zij toen meerderjarig was (d.i. bij Inlanders: vanaf het intreden van de puberteit), van haren echtgenoot (art. 332 W.v.S.) De man kan dus niet gaan klagen voor zijne belasterde vrouw, zij moet dat zelve doen. Was degene, tegen wien het feit is gepleegd, op dat tijdstip ' nog minderjarig en in allen gevalle nog geen 16 jaren, oud, dan moet evenwel de klacht worden ingediend door dengene, die naar het adatrecht zijn wettige vertegenwoordiger is (art. 72 id.), d.i. op Java de vader en bij diens overlijden de moeder of de grootvader van vaderszijde. Diens bevoegdheid eindigt intusschen, zoodra eerstgenoemde 16 jaren oud of meerderjarig is geworden. N. B. Voor hem, die onder curateele is gesteld, treedt de curator op, tenzij zulks was geschied wegens verkwisting. In geval -van overspel kan nooit iemand anders klagen dan de beleedigde echtgenoot zelf; deze kan daarbij nimmer door iemand worden vertegenwoordigd. Is geen wettige vertegenwoordiger aan te wijzen, dan treedt als klager op een bloedverwant in de rechte linie en bij gebreke van dezen een bloedverwant tot dén derden graad in de zij Unie ingesloten. En, is de wettige vertegenwoordiger dezelfde persoon als degene, tegen wien de klacht moet worden ingediend, ook en bij voorkew^eechtgenoote van dengene, tegen wien het feit is gepleegd. Ook wanneer degene, tegen wien het feit is gepleegd, overleden is, kan — behalve ingeval van overspel — eene vervolging worden ingesteld, mits niet is gebleken dat de overledene ze niet heeft gewild (art. 73 W.v.S.) Als klagers kunnen dan optreden de ouders, de (ook onmondige) kinderen, de overlevende echtgenoot of echtgenooten. N. B Bij eene vervolging ter zake van smaad of smaadschrift ook alle bloed- en aanverwanten in de rechte linie of zijlinie tot den tweeden graad alsmede bij de Menangkabausche Maleiers de mamaq (artt. 320, 321 id.). Met uitzondering van de gevallen boven sub. 11°. en 12°. (overtredingen) vermeld, is voor het indienen van eene klacht een termijn gegeven van zes maanden aan elk der tot klachte gerechtigden, die binnen Ned.-Indië verblijf houdt, en van negen maanden voor wie daarbuiten verblijf houdt, te rekenen vanaf het tijdstip dat hij het feit heeft vernomen (art. 74 id.) Evenwel is ook bij klachtovertredingen de klager aan die termijnen gebonden, wanneer hij, voor het Landgerecht verschenen, gebruik maakt van zijn recht om ter terechtzitting alsnog van klacht te dienen (art. 8 L.G.R.) N.B. In het geval van art. 293 W. v. S. zijn deze termijnen 9 en 12 maanden. 42 Pengadoean itoe mesti dimasoekkan olêh orang jang ciihijanatkan sendiri atau olêh pengoeroes onderneming dalam perkara j. t. diatas n°. 5 dan 12. Dalam perkara membawa' lari perampoean orang bolëh djoega dibikin-perkara atas pengadoeannja wali-nikah, kaloe perampoean itoe waktoe dibawa' lari beloem sampai 'oemoer (akalbaliq) atau atas pengadoean lakinja kaloe perampoean itoe soedah sampai 'oemoer. Djadinja si laki tidak bolëh mengadoe, kaloe bininja dimaloekan orang tetapi si bini sendiri jang mesti mengadoe. Kaloe orang jang dihijanatkan waktoe perboeatan itoe dilakoekan beloem sampai 'oemoer atau 'oemoernja beloem 16 tahoen maka pengadoean itoe haroes dimasoekkan olëh walinja (ja-itoe ditanah-Djawa: bapanja, dan djika bapanja soedah mati, iboenja atau bapa-bapanja.) Kekoeasaannja wali itoe habis sesoedahnja anak2 itoe'oemoernja 16 tahoen atau akal-baliq. KETERANGAN. Akan orang jang ada dalam walijat (curateele) pengadoean itoe mesti dimasoekkan olëh curatornja, kaloe dia ada dalam walijat itoe boekan dari sebab pemborosannja (verkwisting). Dalam perkara bergendak tidak lain orang jang bolêh mengadoe hanja si laki atau si bini sendiri, djadinja tidak bolëh ^diwaküi olëh orang lain. Kaloe tidak ada walinja pengadoean itoe haroes dimasoekkan olëh soeatoe keloearga jang sebatang tijang dan kaloe ini djoeapoen tidak ada olëh soedara dari bapa atau iboenja atau olëh anak dari soedaranja. Begitoe djoega kaloe wali itoe ja-itoe orang jang diadoëkan tetapi sebolëh2 olëh bininja orang jang dihijanatkan. Meskipoen orang jang dihijanatkan soedah mati, perkarapoen bolêh dibikin (kaloe boekan perkara bergendak), asal tidak kenjataan bahwa sebeloemnja soedah mati orang itoe tidak maoe membikin-perkara. Dalam hal ini jang bolëh mengadoe ja-itoe iboe-bapanja, anak2 nja (biarpoen beloem sampai'oemoer) dan laki atau bininja orang jang mati itoe. KETERANGAN. Dalam perkara memaloekan dengan perkataan atau dengan toelisan pengadoean bolëh djoega dimasoekkan olêh keloearga atau periparannja jang sebatang tijang atau olëh soedaranja orang jang dimaloekan. Akan orang Melajoe Minangkabau djoega mamaqnja. Sekalian orang2 jang tinggal ditanah-Hihdia olëh Wet diberi tempo 6 boelan lamanja akan memasoekkan pengadoean, dan 9 boelan akan orang2 jang tinggal diloear tanah-Hindia. Tempo2 ini moelai djalan dari waktoe orang2 terseboet diatas mendapat kabar dari perhijanatan itoe. Tjoema dalam hal j. t. n°. 11 dan n°. 12 (perkara overtreding) temponja tidak ditentoekan akan-tetapi tempo2 itoe dipakai dan tidak bolëh diliwati olëh orang jang baroe - mengadoe dimoeka pengadilan seandainja dia dipanggil dimoeka Landgerecht. KETERANGAN. Dalam hal terseboet di pasal 293 Wv. S. tempo2 ini lamanja 9 dan 12 boelan. 43 Geen nieuwe termijn wordt gegeven aan iemand, die eerst later tot klachte gerechtigd werd, hetzij omdat toen pas hij 16 jaren oud werd of de curateele over hem werd opgeheven hetzij omdat hij tot klachte bevoegd werd tengevolge van het inmiddels overlijden van den persoon, tegen wien het feit was gepleegd. Hij blijft dan gebonden aan den termijn van den aanvankelijk tot klagen gerechtigde. Evenmin heeft recht op een nieuwen termijn iemand, die, dadelijk kennis bekomen hebbende van een diefstal of ander vermogensdelict, pas veel later vernomen heeft, dat de dader is een zijner naastbestaanden. N. B. Zoodra het onderzoek heeft uitgewezen, dat deze is dader of medeplichtige, moet de Wedana de vervolging opschorten m afwachting dat eene klacht wordt ingediend. De klacht kan door den tot klachte gerechtigde of diens daartoe bij geschrifte gemachtigde worden ingediend mondeling of schriftelijk bij eiken politie-ambtenaar of -beambte, daar hun allen gelijkelijk bij de wet de uitoefening der politie is opgedragen. De beambte of lagere ambtenaar geeft van de ontvangen klacht kennis aan zijn meerdere, evenals dit geschiedt bij strafbare feiten niet op klachte vervolgbaar. Heeft de Wedana eene mondelinge klacht ontvangen hetzij direct van den klager of van een lageren politiedienaar ingeval de klager zich tot dezen had gewend, dan dresseere de Wedana daarvan een ambtseedig procesverbaal, waardoor voor den rechter vaststaat, dat de klacht is ingediend en dus eene vervolging mag geschieden. N. B. Betreft de klacht een van de soorten van beleediging dan neemt de Wedana woordelijk in het procesverbaal de geuite beleedigende woorden op. Het verbaal moet den klager of diens gemachtigde worden voorgelezen, door wien het daarna mede wordt onderteekend. Kan hij niet teekenen, dan wordt de reden hiervan in het verbaal opgenomen. De volmacht wordt vastgehecht aan het verbaal. Schriftelijk ingediend, moet de klacht onderteekend zijn door den klager of moet daaronder diens duimtopafdruk zijn gesteld, ■gewaarmerkt door een Notaris, Hoofd van Plaatselijk Bestuur of President van een Landraad (Stb. 1916 nV44 j°. 46). Eene schriftelijke klacht, met een kruisje geteekend, is waardeloos. De Wedana roepe den klager dan Voor zich en beschouwe de klacht als mondeling op den dag der verschijning gedaan. 43 Tidak sekali* diberikan tempo baroe kepada orang jang baroelah kemoedian berkoeasa akan memasoekkan pengadoean olëh-sebab dia: a. baroe waktoe itoe 'oemoernja 16 tahoen; b. baroe waktoe itoe walijatnja diberhentikan; £. mendapat hak terseboet itoe karena orang jang dmijanafckan soedah mati dan orang ini beloem pernah mengadoe waktoe dia masih hidoep. Tempo jang mesti dipakai ja-itoe jang diberikan olêh Wet kepada orang jang bermoela berhak akan memasoekkan pengadoean. Begitoe djoega seorangpoen tidak mendapat tempo baroe, kaloe dia mendapat kabar dari ketjoerian, kehilangan barang, ditipoe d. s. b., akan-tetapi baroelah kemoedian mengetahoei bahwa soeata keloearga atau periparannja jang melakoekan perboeatan itoe. KETERANGAN. Djika dari peperiksaan kenjataan bahwa keloearga atau periparan melakoekan atau tjampoer dalam soeatoe perboeatan maka Wedana mesti memberhentikan peperiksaan itoe semantara akan menoenggoe adanja pengadoean. Pengadoean itoe bolëh dihatoerkan dalam soerat atau dengan moeloetólëh orang jang mempoenjai hak atau wakilnja kepada prijajipolitie atau pegawai politie, sebab kepadanja dikoeasakan olëh Wet akan mendjalankan pekerdjaan politie. Pegawaipolitie atau prijaji2 ketjil mesti menghatoerkan pengadoean itoe kepada kepalanja, seperti soedah dibitjarakan dalam perkara2 jang bolëh dibikin-perkara tidak dengan pengadoean. Kaloe Wedana menerima pengadoean dengan moeloet dari si pengadoe atau dari pegawai 2-politie karena si pengadoe mengadoe kepadanja maka Wedana memboeat prpces-verbaal atas soempah pangkatnja, sehingga hakim bolêh menentoekan bahwa pengadoean itoe mëmangnja soedah dihatoerkan; djadinja hal itoe bolëh dibikin-perkara. KETERANGAN. Kaloe pengadoean itoe satoe daripada perkara2 pemaloean maka Wedana sabolêh2 mesti menoeliskan dalam procesverbaalnja sekalian perkataan, jang soedah dikatakan olëh orang jang memaloekan' akan memberi maloe si kena-maloe. Procesverbaal mesti dibatjakan kepada si pengadoe atau koeasanja; orang2 ini haroes menaroeh tanda-tangannja dibawah procesverbaal itoe. Kaloe dia tidak bisa menoelis maka Wedana haroes menerangkan - hal ini dalam procesverbaalnja. Soerat kekoeasaan mesti diberikoetkan dengan procesverbaal itoe. Pengadoean dalam soerat mesti memakai tanda-tangannja atau tjap-doemoek(djempol tangan)nja orang jang mengadoe itoe akan-tetapi tjap-doemoek itoe mesti dibenarkan olëh Notaris Kepala-Negeri atau President Landraad. Pengadoean dalam soerat jang tjoema memakai „kaki-ajam" (perapatan), tidak sah. Dalam hal ini Wedana memanggil si pengadoe dan memboeat proces-verbaal atas soempah pangkatnja, seperti si kena-maloe itoe datang kepadanja mengadoekan hal itoe. 7 44 De klager heeft het recht eene reeds aangevangen strafvervolging te doen staken, zelfs nog ter terechtzitting tot aan de uitspraak van het vonnis, mits binnen drie maanden na het indienen der klacht (art. 75 W.v.S.) N. B. Bij overspel is intrekking steeds mogelijk, zoolang het onderzoek ter terechtzitting geen aanvang heeft genomen, in de gevallen boven sub 11° en 12° vermeld onvoorwaardehjk. Wie eene klacht heeft ingetrokken, kan niet andermaal dezelfde klacht indienen. De wijze waarop de klager van de intrekking der klacht moet doen blijken, is natuurlijk dezelfde als de manier, waarop hij de klacht kan indienen. De Wedana wachte het verstrijken van den termijn van intrekking der klacht niet af, doch vange met de vervolging aan zoodra de klacht is ingediend. § 3. Het vervallen en schorsen der strafvervolging. Het recht tot vervolging ter zake van een misdrijf of overtreding vervalt, en, eenmaal aangevangen, houdt de strafvervolging op: 1°. wanneer blijkt uit een rechterlijk gewijsde, dat de dader reeds vroeger voor hetzelfde feit heeft terechtgestaan en toen is vrijgesproken (art. 303 LR.) omdat door den rechter is verklaard, dat zijne schuld niet bewezen i.-, of is ontslagen van rechtsvervolging (art. 304 id.) omdat is verklaard, dat het feit, alhoewel bewezen, misdrijf noch overtreding oplevert, of is veroordeeld (art. 76 W. v. S.) N. B. Onder rechterlijk gewijsde zijn bier begrepen uitspraken van de in en van de buiten Ned.-Indië in naam der Koningin rechtsprekende rechters alsmede van de Inheemsche rechters. In geval van vrijspraak en ontslag van rechtsvervolging eveneens de uitspraken van rechters in andere Staten en evenzoo in geval van veroordeeling aldaar, zoo deze is gevolgd door geheele uitvoering of de uitvoerbaarheid der straf is opgeheven door gratie of verjaring volgens buitenlandsche wet. Onder hetzelfde feit heeft men te verstaan de daad op zich zelve beschouwd, ontdaan van alle bij-omstandigheden, b.v. een slag aan een bepaalden persoon toegebracht, onverschillig of beklaagde den eersten keer beschuldigd is geweest daardoor lichamelijk letsel of den dood veroorzaakt te hebben dan wel of toen opzet of schuld is tenlaste gelegd geweest. Is iemand van oplichting vrijgesproken, dan kan hij evenwel, al betreft het dezelfde zaak, later wegens verduistering worden vervolgd. Evenzoo kan iemand, die als dader heeft terechtgestaan, andermaal voor den rechter worden geroepen wegens medeplichtigheid aan datzelfde feit. i 44 Si pengadoe berkoeasa akan memberhentikan pembikinanperkara itoe, biar dimoeka pengadilan sekali poen, asal perkara itoe beloem dipoetoeskan hakim dan lagi dalam 3 boelan dari waktoe pengadoeannja dimasoekkan. KETERANGAN. Perkara bergendak bolëh ditarik selamanja peperiksaan dihadapan hakim beloem moelai. Perkara j. t. diatas n°. 11 dan n°. 12 selama*nja bolëh ditjaboet. Siapa menarik pengadoean tidak bolëh memasoekkan pengadoean lagi dalam perkara itoe. Hatoeran memberhentikan pembikinan-perkara itoe sama sadja dengan hatoeran menghatoerkan pengadoean. Wedana djangan menoenggoe sampai tempo akan menarik pengadoean itoe laloe akan-tetapi mesti lantas moelai membikin peperiksaan, djika soedah ada pengadoeannja. § 3. Goegoernja dan berhentinja penda'waan. Hak akan membikin-perkara (menda'wa) orang lain, sebab dia melakoekan misdrijf atau overtreding, djadi goegoerlah dan — kaloe penda'waan itoe soedah dimoelai — djadi habislah ; 1. kaloe njata dari rechterlijk gewijsde bahwa doeloe si pesakitan soedah dibikin-perkara sebab perboeatan itoe, tetapi hakim soedah meiepaskan dia sebab koerang terang kesalahannja (vrijspraak) atau soedah meiepaskan dia daripada penda'waan sebab, biar poen terang kesalahannja akantetapi perboeatan itoe boekannja misdrijf dan boekannja overtreding (ontslag van rechtsvervolging), atau sebab hakim soedah menghoekoem dia. KETERANGAN. Jang dinamai dalam hal ini rechterlijk gewijsde ja-itoe poetoesan2 jang mendapat kekoeatan, boekan poetoesan hakim Goepernemën sadja akan-tetapi djoega poetoesan Inheemsche rechter dan poetoesan hakim didatrah negeri Belanda dan lain2 negeri jang ada dibawah perintahnja Radja Belanda. Begitoe djoega poetoesan hakim negeri2 jang tidak diperintahi Radja Belanda (negeri Inggris, Tjina d. 1.1.), kaloe pesakitan; a. dilepas - vrijspraak; b. dilepas - ontslag van rechtsvervolging; c. dihoekoem dan soedah mendjalankan hoekoemannja sama sekali atau hoekoemannja tidak didjalankan sebab pesakitan dapat ampoen atau hoekoemannja goegoer menoeroet Wet negeri2 j. t. Jang dinamai „sebab perboeatan itoe" (hetzelfde feit) ja-itoe soeatoe perboeatan sadja tidak dengan hal-ahoealnja. Oepamanja: poekoel orang ta'perdoeli apa pesakitan doeloe dida'wa meloekai atau inemboenoeh orang olëh-karena pemoekoelnja itoe; atau pesakitan doeloe dida'wa poekoel orang dengan berniat atau dari sebab salahnja sadja (schuld). . Kaloe pesakitan dilepas-vrijspraak dari penda'waan menipoe 45 Ook neemt men aan, dat een veroordeelde ter zake van een voortdurend delict d. i. het laten voortduren van een verboden toestand, waarvan men het in zijne macht heeft dien te doen ophouden, b. v. het ongerechtigd dragen van een Nederlandsch ordeteeken, andermaal kan worden vervolgd wanneer hij niettegenstaande de veroordeeling dien toestand heeft doen voortbestaan. Heeft de Resident of Assistent-Resident na kennisneming van de stukken van het voorloopig onderzoek ter dagelijksche rol van zaken (natuurlijk niet in zijne hoedanigheid van Politierechter) beslist, dat tegen den verdachte geen voldoende bezwaren ter verdere vervolging bestaan of dat verkeerdelijk, het feit, waarvan deze verdacht wordt, door de politie is beschouwd te zijn misdrijf of overtreding (art. 86 I.R.), dan wordt de verdachte, die zich te dier zake in hechtenis bevindt, vrijgelaten en de strafvervolging houdt op. In het eerste geval kan evenwel de politie, later meer bewijs tegen den verdachte vindende, de zaak opnieuw aanbrengen. Hetzelfde geldt, wanneer de Voorzitter van den Landraad zoodanige beslissing heeft gegeven bij beschikking, welke door den Raad van Justitie is bekrachtigd (art: 240 e al. 2enfid.) 2°. wanneer de dader vóór of tijdens de strafvervolging is overleden *) (art. 77 W. v. S.); 3°. wanneer de vervolging van den verdachte door verloop van tijd is verjaard (art. 78 id.) De verjaringstermijn vangt aan op den dag na dien van de handeling des daders (art. 79 id.) en een nieuwe termijn begint, zoo de Resident of Assistent-Resident in de zaak van den verdachte eenige beslissing heeft genomen ter dagelijksche rol van zaken, hetzij hij last heeft gegeven hem aan te houden of de stukken in zijne zaak heeft gesteld in handen van den Voorzitter van den Landraad, gerekend vanaf het oogenblik dat de beschuldigde geacht kan worden daarmede bekend te zijn (art. 80 id.) Hiervan zal o.m. kunnen blijken uit de bekendmaking aan hem van den inhoud der akte van verwijzing. N.B. Evenwel begint de termijn ten aanzien van de vervolging ter zake van valschheid in geschrifte of valsche munt pas te loopen vanaf het oogenblik dat van de valsche of vervalschte papieren of munt is gebruik gemaakt en bij vervolging ter zake van vrijheidsberooving vanaf den dag dat de van zijne vrijheid beroofde is bevrijd of gestorven (art. 79 id.). De vervolging is verjaard (art. 78 id.) voor: a. drukpersdelicten en alle overtredingen na verloop van !) Bij overtredingen van 'sl een dezer rechtbanken staat, en anders de ^Magistraten (ter Sumatra's Westkust het Hoofd van Plaatselijk Bestuur). Is tegen het strafbaar feit ook verbeurdverklaring bedreigd, dan moet tevens afgifte plaats hebben van de aan verbeurdverklaring onderworpen nog niet in beslag genomen goederen of zal de waarde daarvan moeten worden voldaan, te schatten door den tot afgifte der machtiging bevoegden ambtenaar. De vorenstaande bepalingen vinden evenwel geen toepassing wanneer de delinquent vóór het begaan van het feit nog geen zestien jaren oud was. *) De Gouverneur-Generaal mag, zoo vrijwillig de geldboete is betaald en deze ƒ 2000.— niet te boven gaat, in bijzondere gevallen van onwillekeurige of verschoonbare overtredingen last geven tot restitutie der boete of een deel daarvan (Stb. 1878 n°. 169 art. 1). 46 dan boeat segala overtreding; akan-tetapi dalam perkara overtreding hasil negeri dilakoekan hatoeran boeat misdrijf jang dibawah ini, kaloe tidak ditentoekan tempo lain dalam algemeene verordening atas hasil negeri itoe; i. sesoedahnja 6 tahoen boeat misdrijf kaloe antjamannja denda, hechtenis atau gevangenisstraf, jang lamanja tidak lebih dari 3 tahoen; . c. sesoedahnja 12 tahoen boeat misdrijf kaloe antjamannja gevangenisstraf lamanja lebih dari 3 tahoen; d. sesoedahnja 18 tahoen boeat misdrijf, kaloe antjamannja hoekoem mati atau gevangenisstraf selama hidoep. Akan-tetapi lamanja tempo2 itoe dipëndêkkan sampai sepertiganja boeat pesakitan jang 'oemoernja koerang dari 18 tahoen waktoe dia melakoekan perboeatan itoe. Kaloe pesakitan salah sebab tjampoer atau mentjoba soeatoe perboeatan maka lamanja tempo2 goegoer itoe sama sadja dengan tempo2 boeat pesakitan jang melakoekan perboeatannja sampai habis sama sekali. 4. kaloe dalam perkara overtreding jang tjoema dihoekoem dengan denda (dengan atau tidak dengan rampas barang*) si pesakitan — sesoedahnja dia dikoeasakan dengan soerat olêh Resident atau Assistent-Resident — membajar denda jang paling tinggi diantjam olëh Wet dengan kemaoeannja sendiri, serta membajar ongkos^ja perkara itoe (biasanja tjoema wang jang dibajarkan kepada saksi* sadja) di-Kantorwang Goepernemën ('s Lands kas) dan kemoedian soeratkwitantie pembarajan itoe dihatoerkannja kepada Resident atau Assistent-Resident dalam waktoe jang ditentoekan dalam soerat-koeasa j. t. *). KETERANGAN. Di Blutenbezittingen President* Landraad bolêh memberg koeasa, kaloe perkara itoe mesti dipoetoeskan olêh pengadilannja; kaloe tidak, hanja Magistraat sadja jang bolêh memberi koeasa itoe (di Sumatra's Westkust: Kepala-negeri). Kaloe perboeatan itoe diantjam djoega dengan hoekoem rampas barang2 maka barang2 jang mesti dirampas itoe haroes diserahkan kepada politie, djika barang* itoe beloem dibeslag, atau pesakitan haroes membajar harganja barang* itoe sesoedahnja ditaksir olëh ambtenaar j. t. jang bolëh memberi koeasa. Hatoeran2 j. t. diatas tidak dilakoekan, kaloe pesakitan 'oemoernja koerang dari 16 tahoen waktoe dia melakoekan perboeatan itoe. *) Kaloe denda j. t. soedah dibajar olêh si pesakitan dengan kemaoeannja sendiri maka Gouverneur-Generaal bolêh memerintahkan akan memoelangkan denda itoe atau sebagian daripada denda itoe, asal denda j. t. tidak lebih dari ƒ 2000 banjaknja dan perboeatan si pesakitan itoe bolëh diampoenkan. 47 N. B. Intusschen zal de dader aangaande de betaling der boete transactiën kunnen sluiten, zoo dit bij de wet is toegestaan, b.v. bij overtreding van de bepalingen op de in- en uitvoerrechten met den Directeur van Financiën of een ambtenaar namens hem wegens overtredingen, die hem voorkomen niet met smokkelhandel in verband te staan (Stb 1882 n° 240 art. 29). Wanneer de dader vermoed wordt krankzinnig te wezen, maar die toestand nog niet door den rechter is vastgesteld en eveneens wanneer hij vermoed wordt krankzinnigheid te simuleeren, kan, wanneer het gepleegde strafbare feit staat ter kötiilisneming van een College (Landraad), de Voorzitter van de rechtbank, bij welke de strafvervolging aanhangig is, gelasten dat hij voor tenhoogste zes maanden — zoo noodig met een zelfden termijn te verlengen — ter observatie in een krankzinnigengesticht wordt opgenomen (Stb. 1897 n°. 54 art. 48 j°. 1905 n°. 358.). Schorsing van de behandeling der zaak door den rechter heeft dan plaats totdat de Voorzitter, op grond dat gebleken zal zijn dat hij niet krankzinnig is, ontslag uit het gesticht zal hebben bevolen. Is evenwel door eene beslissing van den rechter tot wiens kennisneming het misdrijf of de overtreding behoort (dus niet uitsluitend door eene beslissing van den Landraad) gebleken, dat de dader na het plegen van het feit krankzinnig is geworden, dan wordt de strafvervolging geschorst *) tot na het herstel van den dader en zal de politie zich dus zoo lang van elke daad van vervolging hebben te onthouden (art. 402 L R.) Die schorsing kan aan den strafrechter worden gevraagd door den (Ass.-)Resident. *) In zaken van overtredingen van 'sl ada, apa matahari soedah toeroen? b. tempo kowë melihat barangmoe soedah tidak ada lagi, apa matahari soedah naik ? •itaftsolugéval de diefstal is gepleegd bij nacht: 13. Is in de woning of op het hieronder nader te omschrijven erf gestolen door iemand, die zich daar bevond buiten weten of tegen den wil van den rechthebbende? (art. 363 3°. W. v. S.) N. B. Het is in dit geval niet voldoende, dat hij zijne hand naar binnen heeft gestoken, hij moet er zich bevinden met zijn-geheelé lichaam. Als binnendringer wordt gestraft (art. 167 W. v. S.) hij, die zonder toestemming van den rechthebbende en niet bij vergissing binnengekomen, bij nacht wordt aangetroffen in eene woning of besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik. In eene woning of op een besloten erf, waarop eene woning staat.1) (artt. 363 3°. en 365 al. 2 id.). 14. Woonde iemand tijdens den diefstal in het gebouw? d.i. hield er iemand dag en nacht verblijf in? N. B. Een wachthuisje op de sawah gedurende het rijpen en ,.,.■oogsten der padi is dus ook een bewoond huis. Evenzoo kunnen schepen en rakithüizen bewoonde huizen zijn. 15. Zoo er tijdens den diefstal niemand in het gebouw woonde: was het blijvend bestemd om bewoond te worden? Wanneer er niet gestolen is uit het eigenlijk gezegde woonhuis, maar uit de emper of een gebouwtje tegen het woonhuis aangebouwd, alsdan te onderzoeken: 16. Was de emper of de keuken door een binnendeur met het eigenlijk gezegde woonhuis verbonden? N. B. In dat geval maken ze een deel uit van het woonhuis zelf. 17. Was het erf, waarop dit gebouw en de plaats vanwaar gestolen is (stal, rijstschuur, boom, enz.) stonden, van alle kanten omheind met een pagger, sloot of anderszins waaruit duidelijk blijkt, dat men het erf niet anders mocht binnengaan dan door den daarvoor bestemden ingang? N. B. Als een zoodanig erf zal men ook hebben te beschouwen . een sawah of tegal, omheind als hier bedoeld, waarop eene gemeenschappehjke veekraal staat, zoo aan de kraal verbonden is eene hut voor den bewaker, ook wanneer dit eene losse hut is. Het doet niet ter zake, of het erf afsluitbare ingangen had. Is het niet te bewijzen, dat iemand, die in eene woning, besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, is binnenge- J) Zie blz. 69 vraag 10 N, B. 71 Kaloe pentjoerian waktoe malam: 13. Apa dari dalam roemah atau dari pekarangan (lihat dibawah ini) ditjoeri olëh orang jang ada disitoe dengan tidak tahoenja atau soekanja jang berhak?. KETERANGAN. Tidak tjoekoep kaloe pesakitan hanja tangannja sadja dimasoekkan kedalam sebab dia sendiri (dengan badannja) mesti ada didalam roemah atau pekarangan. Orang jang masoek kedalam tidak dengan idzinnja jang berhak dan tidak sebab keliroe sadja waktoe malam didapati dalam roemah atau kamar atau pekarangan tertoetoep jang dipakai olëh lain orang bolëh dihoekoem menoeroet pasal 167 W. v. S. Dalam roemah atau pekarangan tertoetoep jang ada roemah didalamnja.x) 14. Apa tempo ketjoerian itoe, ada orang jang tinggal dalam' roemah itoe, artinja apa roemah itoe ditempati orang siang-malam ? KETERANGAN. Djadinja goeboek disawah tempo padi didjaga, dinamaï djoega roemah jang ditinggali orang. Begitoe djoega perahoe dan roemah-rakit bolëh ternitoeng djadi roemah jang ditinggali orang. 15. Kaloe tempo ketjoerian tidak seorang djoega tinggal diroemah itoe, apa roemah itoe mëmang ditentoekan akan ditinggali siang-malam ? Kaloe tempat barang tj oerian itoe belëngkët pada roemah jang terseboet diatas ini, oepamanja: empër, dapoer d. L1. maka perloe sekali 'diperiksa: 16. Apa didalam roemah itoe ada pintoe tempat djalan dari dalam roemah itoe keëmper atau kedapoer atau kelainlain tempat jang belëngkët pada roemah itoe? KETERANGAN. Kaloe begitoe, maka ëmpër atau dapoer itoe dinamaï djoega roemah jang ditinggali orang, sebab ëmpër dan dapoer itoe belëngkët dan terhitoeng djadi satoe dengan' roemah jang terseboet. 17. Apa roemah dan tempat barang-tjoerian itoe (kandang, loemboeng, pohon d. 1.1.) didapati dalam pekarangan, jang bepagar sekehlingnja atau jang dikelilingi si poenja dengan solokan, soesoekan d. 1. 1., soepaja tanda2 ini menjatakan kepada orang lain, bahwa pekarangan itoe tidak bolëh dimasoeki orang, kaloe tidak dari pintoenja. KETERANGAN. Djoega terhitoeng pekarangan j. t. sawah atau tegal tertoetoep seperti, diatas jang ada kandang koem- oeian teranaK, asal aaa tempat-ajaga jang belëngkët pada andane itoe. biarooen temnat-diaca itoe bolëh rrminrlah2k»n. Tidak perdoeli apa pekarangan itoe ada pintoenja jang bolëh di toe toep. Kaloe tidak bolëh dinjatakan bahwa orang jang masoek kedalam roemah , kamar atau pekarangan jang tertoetoep dan *) I,ihat katja 69 pertanjaan 10 Keterangan. 72 drongen, daar kwam om te stelen, dan is hij toch strafbaar, zoo hij tegen den wil van den bewoner met schending van diens rechten is binnengetreden of zich op de vordering van of namens den rechthebbende niet aanstonds verwijdert (art. 167 W. v. S.). In een spoortrein of tram (art. 365 al. 2 id.). 18. Bevond de bestolene zich, toen het feit gepleegd werd, in een spoortrein of tram, die in beweging was? N. B. Deze diefstal wordt zwaarder gestraft met het oog op de hulpeloosheid, waarin de reiziger dan veelal verkeert. De hoogere straf wordt evenwel alleen toegepast, wanneer tevens geweld of bedreiging met geweld tegen personen is gepleegd. Op den openbaren weg (art. 365 al. 2 id.). 19. Was deze weg voor een iegelijk toegankelijk? 20. Was de plaats, waar op dien weg de diefstal gepleegd werd, gelegen buiten de bewoonde buurt ? Hoever vandaar ? N. B. Diefstal wordt zwaarder gestraft als hij gepleegd is op den openbaren weg, omdat op eenzame wegen de reiziger bijzondere bescherming behoeft. Desniettemin kan evenzeer wegens diefstal op den openbaren weg gestraft worden hij, die dat feit pleegt op een weg in de kota, waar de bestolene gemakkelijk hulp kan krijgen; maar in dat geval zal de rechter bij de strafoplegging rekening houden met deze minder ernstige omstandigheid. Daarom moet in allen gevalle uitvoerig vraag 20 beantwoord worden en make de politie eene schetskaart van de omgeving van de plaats des misdrijfs. De openbare weg is geen verzwarende omstandigheid, wanneer de diefstal niet tevens is gepleegd met geweld of bedreiging met geweld tegen personen. Door den dief aangewende middelen. Als verzwarende omstandigheden bij diefstal zijn aan te merken: A. braak (aan huiswand, deuren, kasten enz.) of verbreking (aan trommels, doozen, zakken enz.); B. inklimming; C. valsche sleutels; D. valsche order of valsch kostuum; 72 dipakai. olêh orang lain; datangnja kesitoe dengan niat mentjoeri maka dia poen bolêh dihoekoem, kaloe dia masoek kedalam kamar d. 1.1. itoe tidak dengan soekanja dan meroesak haknja jang poenja atau kaloe dia tidak segera mendjaoehkan dirinja ketika diperintah olêh jang poenja atau wakiïnja. Dalam kareta-api atau tram. 18. Apa orang jang ketjoerian waktoe perboeatan itoe dilakoekan ada didalam karëta-api atau tram jang lagi djalan? KETERANGAN. Pentjoerian ini dihoekoem lebih berat sebab orang2 jang ada didalam karëta-api atau tram kebiasaannja soesah mendapat pertolongan. Akan-tetapi hoekoeman lebih berat itoe hanja didjatoehkan, kaloe pentjoerian itoe dengan paksa atau antjaman hendak memaksa:. Didjalan-Negeri. 19. Apa djalan tempat ketjoerian itoe bolëh dilaloeï (diliwati) sembarang orang2? 20. Apa tempat ketjoerian itoe djaoeh dari tempat jang ditinggali orang (bewoonde buurt)? Kaloe begitoe, berapa djaoehnja? KETERANGAN. „Openbare weg" itoe dinamaï sekalian djalan» jang bolêh dilaloei sembarang orang; oepamanja: djalan-dësa, djalan-distrikt, djalan-kota dan djalan-besar. Sebab sekalian 'djalan itoe mëmang dipestikan boeat dipakai segala isi negeri maka djalan jang begitoe kita namaï dalam boekoe ini „djalan negeri". Mentjoeri didjalan-negeri inilah djoega hal pemberatan karena si ketjoerian soesah mendapat pertolongan di tempat jang sebegitoe. Kaloe orang mentjoeri didjalan dalam kota tentoelah si ketjoerian itoe lebih gampang mendapat portolongan, sebab djalan itoe ditengah-tengah tempat jang ditinggali orang Menoeroet maksoed Strafwet pentjoerian mi dinamaï „pentjoerian didjalan-negeri" djoega, akan-tetapi hakim tentoelah menimbang hal ini kaloe mendjatoehkan hoekoeman atas perboeatan jang dilakoekan dengan hal pemberatan „djalan-negeri". Mengingatkan jangterseboet inilah menjebabkan maka pertanjaan 20 mesti didjawab dengan terang dan teliti; dan olëh-karena itoe djoegalah maka baik sekali, kaloe politie menggambar satoe peta (kaart) djalan tempat ketjoerian itoe dan kelilingnja. Djalan-negeri boekan hal pemberatan hoekoeman, kaloe pentjoerian itoe boekan dilakoekan dengan paksa atau antjaman hendak memaksa. Daja-oepaja pentjoeri. Terhitoeng dengan hal pemberatan hoekoeman: A. membongkar dinding roemah, pintoe, lemari d. 1.1. atau meroesakkan teromol, kotak, kantong, poendi2 d. 1.1.; B. memandjat; C. memakai amak-koentji palsoe; D. melihatkan soerat-perintah palsoe atau memakai pakaian kebesaran palsoe atau pakaian dienst palsoe, 73 wanneer door een van deze middelen de dader a zich den toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft of b het te stelen voorwerp onder zijn bereik heeft gebracht (art. 363 5° W. v. S.) N. B. Het is dus geen vereischte meer, dat de dief in een van deze vier gevallen zich den toegang moet hebben verschaft tot een bewoond huis of de aanhoorigheid daarvan. Bij diefstal met geweld of bedreiging met geweld kan het doel, beoogd met braak enz., alleen zijn het boven sub a vermelde (art. 365 3° id.) Zoowel het vertrek waar het gepleegd werd als het gebouw, waarvan dit vertrek deel uitmaakt,- is hier aan te "merken als plaats des misdrijfs. Als binnendringer wordt gestraft hij, die middels braak, inklimming, valsche sleutels, valsche order of valsch kostuum is binnengekomen in eene woning of besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik (art. 167 al. 2 W. v. S.). E. geweld of bedreiging met geweld tegen personen om den diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken of om, bij betrapping op heeterdaad, aan zich of andere deelnemers aan den diefstal de vlucht mogelijk te maken of het bezit van het gestolene te verzekeren (art. 365 al 1 id.) A. t/m C. 21. Waren alle erf- en huisdeuren behoorlijk gesloten, toen men het laatst vóór den diefstal het gestolene zag of wist dat het zich nog ter plaatse bevond? 22. Werden die sluitingen bij de ontdekking van den diefstal nog in goeden staat bevonden ? Zoo niet, welke dan niet ? 23. Op welke wijze moet men ze geopend hebben? Waarom denkt gij dat ? 24. Was het mogelijk zonder braakpleging of valsche sleutels van den buitenkant de van binnen afgesloten deuren te openen ? 25. Was er braak te bespeuren in de erfpagger, huis- of kraalomwanding? Welke? Waren b.v. de verbindingstouwen van de klemlatten der erfpagger of van den huiswand stuk, en vertoonde deze gladde doorsneden, zoodat daarbij een scherp werktuig moet gebruikt zijn of bleken ze te zijn stuk getrokken? Of was een van de deurposten uit den grond gelicht? Of had men eenige steenen uit den rollaag onder den huiswand verwijderd? Of waren de spijkers uitgetrokken, waarmede het slot aan de deur was gespijkerd ? Of was een gedeelte van het dak afgebroken? Waren de scharnieren van de kast of kist stuk? 73 a kaloe dengan soeatoe dari hal2 j.t. diatas si pentjoeri masoek ketempat ketjoerian atau b kaloe dari sebab soeatoe dari hal2 itoe barang jang akan ditjoeri disampaikan di tangannja si pentjoeri. KETERANGAN. Sekarang tidak perloe lagi bahwa dengan soeatoe dari empat hal ini pentjoerian itoe djoega mesti dilakoekan didalam roemah jang ditinggali orang atau di tempat jang disamakan dengan ini. Akan-tetapi maksoednja orang jang mentjoeri dengan memaksa atau mengantjam hendak memaksa orang, kaloe dia membongkar d. 1.1. djoega, tidak 'bolëh mendjadi lain daripada j. t. diatas dibawah a. Terhitoeng dengan tempat ketjoerian boekannja sadja kamar dimana perboeatan itoe dilakoekan akan-tetapi djoega lain2 bagian dari roemah jang . dimasoeki olëh sipesakitan dengan daia-oepaja j. t. Bolëh dihoekoem menoeroet pasal 167 W. v. S. sekalian orang jang masoek kedalam roemah atau kamar atau pekarangan tertoetoep jang dipakai orang lain, kaloe masoeknja itoe dengan membongkar d. 1.1. E. memaksa atau mengantjam hendak memaksa orang, kaloe perboeatan ini dipergoenakan soepaja "pentjoerian itoe bolëh dilakoekan atau gampang bolëh dilakoekan atau soepaja kaloe ketahoean op heeterdaad si pentjoeri atau orang jang ikoet mentjoeri bolëh melarikan dirinja atau soepaja barang pentjoerian itoe pesti ada di tangannja si pentjoeri. A. ss C. 21. Apa segala pintoe pekarangan dan pintoe roemah itoe betoel terkoentji, tempo orang melihat bahwa barang jang ditjoeri itoe masih ada atau tempo orang tahoe bahwa barang itoe lagi ada ditempatnja? 22. Apa koentji pintoe2 j. t. masih baik, tempo si ketjoerian tahoe, jang dia ketjoerian? Kaloe tidak baik lagi, pintoe jang-mana jang tidak seperti sebeloemnja ketjoerian? 23. Kaloe tidak roesak bagimana daja-oepaja orang memboeka' pintoe itoe? Apa sebab kowë kira, jang pintoe itoe bolëh diboeka' begitoe dengan tidak roesak? 24. Apa pintoe jang terkoentji dari dalam itoe, bolêh diboeka' orang dari loear dengan tidak meroesakkan pengoentjiannja atau dengan tidak memakai koentji palsoe ? 25. Apa ada keroesakan pada pagar pekarangan, pada pagar roemah atau pada pagar kandang? Kaloe ada, bagimana keroesakan itoe? Oepamanja: apa tali pengikat gapitan pagar itoe roesak atau poetoes, dan apa pada tali itoe kelihatan bekas potongan dengan pekakas tadjam atau bekas dipoetoeskan dengan tangan d. 1.1. ? Apa tiang-pintoe tertjaboet? Apa orang mengangkat atau meroesakkan batoe rispagar? Apa orang tjaboet pakoe koentji-pintoe ? Atau apa orang angkat atau boeka' gêntëng roemah dengan meroesakkan rëng, kapoer ataü 1.1. ? Apa hêngsël pintoe-lemari atau-gerobog poetoes ? 74 N. B. Wanneer een straatroover iemand zijn horloge ontrukt en de ketting daarbij afbreekt, dan is het stukbreken van die ketting evenwel geen braak in den zin der wet, omdat deze moet zijn afgeloopen vóórdat men het te stelen voorwerp wegrukt en daarmede onder zijn bereik heeft gebracht. Evenmin het lossnijden van een touw, waaraan een rund stond vastgebonden. 26. Is het niet mogelijk, dat men deze braakopeningen heeft gemaakt om daardoor de plaats van den diefstal te verlaten? N. B. Braak is alsdan geen verzwarende omstandigheid. Bij het instellen van een onderzoek naar dit vraagpunt lette de politie o. a. op de richting der voetstappen, zoo die in de buurt zichtbaar zijn. 27. Is de weggenomen trommel, kist enz. geledigd met verbroken afsluiting elders teruggevonden? N. B. In dat geval mag men in den regel aannemen, dat alleen de inhoud en niet de trommel enz. is weggenomen met het oogmerk zich die wederrechtelijk toe te eigenen. De trommel wegnemende, legde de dief meteen de hand op den inhoud er van. ' De diefstal had dus plaats nog vóórdat door braakpleging de inhoud voor hem zichtbaar werd. Braak in den zin der wet is er dus niet gepleegd. 28. Was de opening, waardoor de dief zich den toegang tot de plaats des misdrijfs verschafte, een bestaande niet tot ingang bestemde ? (art. 99 W. v. S.) N. B. Wanneer het ook voor den bestolene de gewone manier was de padischuur binnen te gaan door op te khmmen tegen de omwanding der schuur, pleegt de dief geen inklimming als hij op,dezelfde wijze naar binnen is geklommen. 29. Was er op de klemlatten van de pagger of tegen den huiswand aarde gekleefd en stond daarin soms de indruk van een voet of teen? Waren de klemlatten soms ingedrukt? 30. Was er ondergraving van den huiswand zichtbaar? 31. Zoo ja, aan welken kant van den wand-lag de uitgegraven aarde opgehoopt? 32. Waren er sporen te zien van overschrijding van sloot of gracht, welke tot afsluiting diende? N. B. Deze overschrijding moet als inldimming worden beschouwd. Was sloot of gracht tijdelijk droog geloopen, dan verandert dit niets aan de toestemming nl. om het erf af te sluiten, en is dus de verzwarende omstandigheid aanwezig. 33. Waren de operiingen, door braak of ondergraving gemaakt, groot genoeg om een volwassen persoon of alleen maar om een kind door te laten of althans om het gestolene er door naar buiten te trekken (wanneer de dief het gat alleen behoeft om er eene hand door te steken en zóó iets weg te halen uit het huis)? N. B. Ook op openingen, daarvoor niet groot genoeg, moet de politie letten, omdat ze de politie op het spoor van den dader kunnen brengen, daar het dikwijls voorkomt, dat de 74 KETERANGAN. Kaloe si bega) mengambil arlodjinja orang dengan paksa sampai rantainja arlodji itoe poetoes maka memoetoeskan rantai ini boekan bongkar (keroesakan) menoeroet maksoednja wet sebab bongkar itoe mesti soedah habis dilakoekan sebeloemnja barang jang akan ditjoeri itoe diambiL Begitoe djoega boekan bongkar, kaloe orang memoetoeskan tab jang dipakai mengikat sapi. 26. Apa tidak bolëh djadi jang keroesakan itoe diboeat olëh si maling tjoema akan ketoear dari tempat ketjoerian itoe? KETERANGAN. Dalam hal ini keroesakan itoe tidak dinamaï „hal pemberatan". Akan menentoekan hal ini, perloe sekali diperiksa betoel*, apa didekat keroesakan itoe ada bekas tapakrkaki si maling. Kaloe begitoe, diperiksa bagimana moedjoernja bekas tapak itoe. 27. Apa teromol, kas d. 1.1. jang ditjoeri itoe kedapat kombali soedah habis isinja dan roesak toetoepnja? KETERANGAN. Kaloe begitoe maka bolêh dianggap bahwa hanja isinja sadja teromol itoe d. 1.1. jang diambil dengan maksoed mempoenjai. Kaloe si pentjoeri mengambil teromol maka dia mengambil djoega isinja. Pentjoerian barang* isinja teromol itoe djadi soedah': dilakoekan [sebeloemnja ada bongkar, keroesakan. Maka disini tidak ada bongkar menoeroet Wet. 28. Apa lobang dari mana si pentjoeri masoeknja ketempat ketjoerian itoe mëmang soedah ada dan boekan dibiasakan akan masoek orang ? KETERANGAN. Kaloe • si maling tempo mentjoeri naik kedalam loemboeng seperti biasanja si ketjoerian naik diloemboengnja maka pentjoerian ini tidak dinamai „pentjoerian dengan memandjaV", 29. Apa di gapitan-pagar atau di pagar-roemah ada tanah atau loempoer bekas kaki atau djari-kaki si maling? Apa gapitan pagar itoe melengkoeng? 30. Apa pagar roemah itoe digangsir? 31. Kaloe begitoe, apa tanah keroekan didapati disebelah dalam atau disebelah loear pagar roemah? 32. Apa ada bekasnja sipentjoeri melangkahi solokan atau. parit jang dipakai menoetoep (mengoelilingi) tempat ketjoerian? KETERANGAN. Melangkah ini mesti dianggap dengan memandjat. _ Kaloe solokan atau parit itoe sementara kering maka ini tidak membëdakan maksoednja (goenanja) ja-itoe akan menoetoepi pekarangan, djadinja hal pemberatan hoekoeman adalah. 33. Apa besarnja lobang-gangsiran atau lobang keroesakan itoe tjoekoep akan dimasoeki olëh orang jang soedah sampai'oemoer (volwassen persoon) atau apa besarnja lobang itoe tjoema tjoekoep akan mengeloearkan barang-tjoerian sadja? oepamanja: kaloe si maling memboeat lobang-gangsiran atau lobang keroesakan itoe tjoema akan tempat merogoh barang jang ditjoerinja. _ KETERANGAN. Atjap kali soedah terdjadi jang si maling tjoema poera'-^poera' menggansir dibeberapa tempat, jang tidak bolëh didjalam sebab belëngkët pada gerobog atau barang2 75 dief, ingeval hij in het huis van den bestolene heel goed bekend is, met de bedoeling de verdenking van zich af te wenden zulke openingen maakt speciaal op plaatsen waar zware meubelstukken staan en het binnendringen dus niet doenlijk is, daar de politie dan allicht geneigd zal wezen hem met rust te laten en den dief te zoeken op verderen afstand. 34. Moet men het slot van de huisdeur of de kast, trommel enz. geopend hebben door gebruikmaking van een sleutel of ander voorwerp ? 35. Zoo ja, was het een andere sleutel dan die welke de gebruiker van huis, kast, enz. met dat doel placht te bezigen ? 36. Kan onmogeHjk deze sleutel gebruikt zijn om het slot te openen? Waar werd deze geborgen nadat het slot het laatst 'vóór den diefstal was gesloten? Dag deze onder het bereik van den dief? Dag die sleutel nog op dezelfde plaats, toen de diefstal ontdekt werd? N. B. Deze vragen te stellen, omdat alleen dan het gebruik maken van een" valschen sleutel • of ander voorwerp eene verzwarende omstandigheid is, wanneer het slot geopend is met een anderen sleutel dan dien, welke daarvoor bestemd was door den eigenaar of gebruiker van het voorwerp, waaraan het slot bevestigd is (art. 100 W. v. S.). D. 37. Heeft de dader, teneinde toegang te erlangen, eene schriftelijke order vertoond, onderteekend met den naam van iemand die bevoegd is de opdracht te geven daarin vervat, welke order valschelijk is opgemaakt of vervalscht? N. B. Voorbeeld: een aan een beambte gegeven schriftelijke lastgeving van het Hoofd van Plaatselijk Bestuur om daar binnen te gaan teneinde te onderzoeken of de Hondsdolheidordonnantie wordt nageleefd (Stb. 1915 n°. 302 art. 13). 38. Heeft hij met hetzelfde doel een kostuum aangetrokken, tot het dragen waarvan hij niet gerechtigd is, en bij het zien waarvan de bewoner hem den toegang meent niet te mogen weigeren ? N. B. Het kostuum behoeft niet te zijn dat van een ambtenaar; het kan ook zijn dat' van iemand in dienst bij. een particulier of particuliere instelling. E. 39. Heeft de dief geweld gepleegd tegen personen of dezen met geweld gedreigd om zoodoende den diefstal te kunnen plegen dan wel om bij betrapping op heeterdaad ongehinderd in 't bezit van het gestolene te kunnen blijven' óf zijne mededaders te kunnen doen blijven? 75 lain jang tidak bisa disingkirkan karena berat, soepaja politie mengira jang si maling tidak tahoe dimana djalan jang baik akan masoek kedalam' roemah itoe; djadinja politie bolëh menjangka bahwa si maling boekan kenalan si ketjoerian atau boekan orang dësa tempat roemah ketjoerian itoe, sehingga si maling dan barang-tjoerian itoe ditjari olëh politie diloear dësa jang terseboet. Kita terangkan kebiasaan ini, soepaja politie djangan tertipoe. 34. Apa'pintoe roemah, lemari atau trommel jang terseboet diboeka' si maling1 dengan anak-koentji atau lain2 pekakas? 5p'. Kaloe begitoe, apa anak-koentji atau pekakas itoe boekannja anak-koentji atau pekakas jang biasa dan mëmangnja dipakai olëh si ketjoerian? * 36. Apa tidak bolëh djadi jang si maling memboeka' barang itoe dengan memakai anak-koentji si ketjoerian jang terseboet? Dimana si ketjoerian menjimpan anak-koentjinja sesoedahnja dia mengoentji barang jang terseboet, sebeloemnja dia ketjoerian? Apa anak-koentji itoe ditaroeh ditempat ini atau itoe, sehingga si maling gampang mengambil anak-koentji jang terseboet? Apa anak-koentji itoe lagi ada ditempatnja dan beloem beroebah tempatnja, tempo orang tahoe jang dia soedah ketjoerian? KETERANGAN. Pertanjaan ini perloe ditanjakan, sebab baroelah bolëh dinamaï memakai anak-koentji palsoe, kaloe koentji diboeka' si maling dengan anak-koentji atau lain2 pekakas jang boekan biasanja dan mëmangja dipakai si ketjoerian. D. 37. Apa si pesakitan soepaja diberi masoek soedah melihatkan soerat-perintah ditandai-tangan olëh orang jang berkoeasa memberi perintah itoe, soerat-perintah mana palsoe atau dipalsoekan? KETERANGAN. Oepamanja: perintah dalam soerat .olêh Kepala-negeri pada soeatoe pegawai boeat masoek kedalam pekarangan (roemah) orang akan memeriksa apatah ordonnantie atas andjing gila itoe dilakoekan. -38. Apa si pesakitan dengan maksoed terseboet diatas memakai pakaian kebesaran atau-dienst (kostuum) jang dia tidak berkoeasa memakai dan apa orang jang poenja roemah itoe tidak berani melarang masoek sebab si pesakitan memakai pakaian itoe? KETERANGAN. Kostuum itoe teroesah kostuumnja ambtenaar. Kostuum ini bolëh djoega pakaiannja (selëmpang, pëtji d. 1.1.) orang jang bekerdja pada partikelir atau perkoempoelan partikelir. E. -39. Apa si pesakitan memaksa pada orang atau mengantjam dia dengan paksaan soepaja dia bolëh melakoekan pentjoerian itoe atau soepaja barang tjoerian itoe tetap ada di tangannja atau ditangan temen2 pentjoeri, kaloe dia ketahoean pada waktoe itoe djoega (op heeterdaad)? u 76 40. Op welke wijze? Door iemand vast te houden of te binden of op te sluiten of door hem, terwijl hij zich daartegen verzet, een kleedingstuk van het lijf te rukken, of door gebruik te maken van een wapen? of wel door hem te dreigen zich van zoodanig middel te zullen bedienen? of door hem bewusteloos te maken of onmachtig om zich te bewegen b.v. door bedwelmende middelen? (art. 89 W. v. S.) N. B. Bedreiging met dit laatste is geen bedreiging met geweld. Meer dan één dief. 41. Door hoeveel personen minstens moet de diefstal gepleegd zijn? N. B. Dit kan blijken uit de omstandigheid, dat bij de jf.rflutdekking van den diefstal voetsporen van verschillenden vorm of afmeting op het erf ontdekt worden, of dat het weggevoerde of een ander van zijn plaats genomen voorwerp te zwaar is om verplaatst te worden door slechts één persoon, enz, 42. Hebben zij, - al dan niet na afspraak, in samenwerking het feit gepleegd ? N. B. Dit telt als verzwarende omstandigheid. Persoon van den bestolene. 43. Is de dief of zijn medeplichtige de echtgenoot van den bestolene (art. 367 W.v.S.)? N. B. Dief en medeplichtige zijn dan straffeloos. Men zie voorts bl. 41 over diefstal door bloed- of aanverwant van den bestolene. § 3. Begunstiging. N. B. Lichte begunstiging is een misdrijf, waarvan de Politieof de Landrechter (Magistraat) kennis neemt, ingeval het misdrijf, waardoor het voorwerp is verkregen, is lichte diefstal (bl. 69 sub 10 N. B.), lichte verduistering (bl. 79 sub 2 N. B.) of lichte ophchting' (bl. 82 sub 2 N.B.) Zie art. 482 W. v. SI. Strafbaar wegens heling is hij die een voorwerp, waarvan hij weet of moet vermoeden dat het door misdrijf verkregen is, in ontvangst neemt, in bezit houdt of vervreemdt op een der in art. 480 1°. W. v. S. genoemde wijzen, met het doel hiermede voordeel te behalen. 76 40. Kaloe begitoe, bagimana paksanja atau antjam-antjamannja itoe? oepamanja: apa si maling memëgang, mengikat atau mengoeroeng si ketjoerian? Atau apa si maling merampas (menjebrot) barang jang ada ditangan si ketjoerian atau jang dipakai olëh si ketjoerian? Atau si maling mengambil barang itoe sesoedahnja dia memakai sendjata atau dia mengantjam-antjam si ketjoerian hendak memakai sendjata atau memboeat dia pingsan atau lemah sampai tidak bisa bergerak (oepamanja: si pentjoeri memakai barang jang bolëh memabokkan orang)? KETERANGAN. Mengantjam hendak memboeat pingsan atau lemah boekan mengantjam dengan paksaan. Banjaknja maling. 41. Berapa orang banjaknja si maling itoe sedikit-dikitnja? KETERANGAN. Banjaknja maling itoe bolêh dipestikan, kaloe ditempat ketjoerian itoe didapati bekas-kaki si maling jang berbêda-bêda roepanja dan pandjang-lêbarnja, atau kaloe barang jang ditjoeri itoe atau tang dipindahkan tempatnja olêh si pentjoeri, tidak bolëh diangkat olêh satoe orang sadja karena terlaloe berat atau terlaloe besar d. 1.1. 42. Apa si pentjoeri2 melakoekan bersama2 perboeatan itoe sesoedahnja atau tidak sesoedahnja merika-itoe bermoepakatan ? KETERANGAN. Ini masoek hal pemberatan hoekoeman. Si pentjoeri apanja si ketjoerian? 43. Apa si pentjoeri atau medeplichtige laki (bini) nja orang j ang ketj oerian ? KETERANGAN. Kaloe begitoe si pentjoeri dan medephchtige itoe tidak bolëh dihoekoem. Lihat lagi katja 41 atas pentjoerian' olëh keloearga dan periparan si ketjoerian. § 3. Begunstiging. KETERANGAN. Perkara misdrijf begunstiging jang êntëng dipoetoes olëh Politie- atau Landrechter (Magistraat), kaloe asalnja barang dari pentjoerian jang ëntëng (katja 69.sub 10 Keterangan), dari mengampoenjai lain orang poenja barang jang ëntëng (katja 79 sub 2 Keterangan) atau dari penipoean —ophchting jang ëntëng (katja 82 sub 2 Keterangan). I. Dihoekoem olëh-sebab heling sekalian orang jang dengan niat mendapat keoentoengan menerima, mempoenjai atau mengeloearkan dari tangannja, dengan soeatoe dari pada perboeatan terseboet di pasal 480 1 °. W.v.S., soeatoe barang jang dia tahoe atau mesti sangka bahwa barang itoe asalnja dari misdrijf. 77 1. Is er een misdrijf gepleegd? b.v. diefstal, verduistering, oplichting, valschheid, knevelarij, en is door dat misdrijf eenig voorwerp verkregen (b.v. een gestolen kris, een valsch diploma) ? N.B. Door misdrijf verkregen is ook het voorwerp, door iemand aan zijn echtgenoot ontstolen, alhoewel ter zake van dat misdrijf de dief zelf straffeloos is. Voor heling van gestolen hout is dus in de eerste plaats noodig het bewijs, dat er ergens gestolen is, en dat het hout, hetwelk gezegd wordt geheeld te zijn, van dien diefstal afkomstig is. 2. Was dat voorwerp nog niet teruggekeerd tot den rechthebbende of althans in handen van de politie? 3. Heeft de dader dat voorwerp öf gekocht, ingeruild, in pand genomen, als geschenk aangenomen; öf vervoerd, bewaard, verborgen; öf verkocht, in ruil of pand gegeven? N. B. Een zoodanig voorwerp te koop aanbieden, ten verkoop of in bewaring geven is dus op zich zelf niet strafbaar. Onder zekere omstandigheden kan daaruit evenwel worden afgeleid, dat de dader het heeft vervoerd, bewaard of verborgen. Het koopen is strafbaar, ook wanneer het gekochte nog niet is geleverd of betaald. Onder verbergen zal men ook moeten begrijpen het verborgen houden. Ten aanzien van een in een ravijn verborgen rund kan dit blijken uit de handeling van het geregeld voedsel brengen aan het dier. 4. Wist hij, toen hij kocht, vervoerde, verkocht enz. of mag men aannemen dat hij op dat tijdstip moest vermoeden, dat het voórwerp door misdrijf verkregen was? N. B. Voor den heler is dus de wetenschap, waar of wanneer dit misdrijf is gepleegd, of wie de benadeelde is, niet noodig. 5. Heeft hij gehandeld uit winstbejag? N.B. Dit kan zijn: loon voor zijne daad (het vervoeren, verkoopen, enz.) of voordeel als gevolg van den koop, ruil, enz. Bij koop, in ruil of pand nemen of als geschenk aannemen behoeft naar het oogmerk van winstbejag geen speciaal onderzoek te worden ingesteld; dit wordt verondersteld daarvan het natuurlijk gevolg te wezen. Verbergen van het voorwerp niet uit winstbejag, doch om het aan de nasporingen yan de politie te onttrekken, is strafbaar krachtens art. 221 W. v. S. Zie bl. 65. Zwaarder wordt gestraft hij, die van het koopen, inruilen, in pand nemen, bewaren of verbergen van goederen, waarvan hij weet, dat ze door misdrijf zijn verkregen, eene gewoonte 77 1. Apa ada soeatoe misdrijf jang soedah dilakoekan? (oepamanja: mentjoeri, mengampoenjai barang orang lain, menipoe, memalsoe, menganiaja) dan apa ada barang jang asalnja dari misdrijf itoe (oepamanja: keris dari pentjoerian, diploma palsoe)? KETERANGAN. Kaloe si laki mentjoeri barang bininja maka barang ini asalnja dari misdrijf djoega, meskipoen si laki itoe dari perkara pentjoerian ini tidak bolêh dihoekoem. Djadinja boeat perkara heling kajoe pertama mesti dinjatakan bahwa ada ketjoerian dan bahwa kajoe itoe asalnja dari pentjoerian itoe. 2. Apa barang itoe beloem dikombalikan pada jang poenja atau diserahkan pada politie? 3. Apa si pesakitan barang itoe dapat beli, dapat toekar, dapat gadai atau diberikannja padanja, atau barang itoe olëhnja dibawa', disimpan, disemboenikan, atau didjoeal, ditoekarkan atau digadaikan? KETERANGAN. Kaloe orang menawarkan barang atau memberi barang itoe akan didjoeal atau disimpan maka dia olëh-sebab hal ini sadja tidak bolêh dihoekoem. Akan-tetapi dari tambahan keterangan2 jang lain bolëh ditentoekan bahwa si pesakitan soedah membawa', menjimpan atau menjemboenikan barang itoe. Pesakitan jang dapat beli salah djoega, kaloe barang jang dibeh itoe beloem diterima atau dibajar. Dengan menjemboenikan barang terhitoeng djoega mempoenjai barang jang disemboenikan. Kaloe ada sapi jang disemboenikan didalam djoerang maka hal jang terseboet diatas itoe bolëh ditentoekan, kaloe pesakitan seringkali membawa' makanan ketempatnja sapi itoe. 4. Apa sipesakitan ketika dia membeli, membawa', mendjoeal d. 1.1. tahoe atau bolëh dianggap jang dia pada ketika itoe mesti tahoe bahwa barang itoe asal dari misdrijf? KETERANGAN. Boeat heler ja-itoe orang jang me'akoekan perboeatan terseboet diatas tidak per'oe bahwa dia tahoe tempatnja atau waktoenja misdrijf j.t. di angka 1 itoe dilakoekan atau siapa orangnja jang dihijanatkan itoe. 5. Apa si pesakitan melakoekan perboeatan itoe dengan niat mendapat keoentoengan ? KETERANGAN. Keoentoengan ja-itoe oepah boeat perboeatannja (membawa', mendjoeal d. 1.1.) atau keoentoengan pendjoealan, penoekaran d. 1.1. Kaloe orang dapat beli, dapat toekar, dapat gadai atau dapat persen barang maka tidak perloe ditjari keterangan bahwa dia melakoekan perboeatan itoe dengan niat mendapat oentoeng. Hal ini dianggap seperti mëmangnja tentoe begitoe. Menjemboenikan barang dengan tidak berniat mendapat keoentoengan akan-tetapi dengan niat mendjaoehkan barang itoe dari oesoedannja politie bolëh dihoekoem menoeroet pasal 221 W. v. S. Lihat katja 65. Si pesakitan dihoekoem lebih berat, kaloe dia memboeat kebiasaan dari hal membeli, menoekar, menggadai, menjimpan ' atau menjemboenikan barang2 jang diketahoeinja bahwa baïang2 itoe asal dari misdrijf. 'Dalam perkara terseboet diatas tidak tjoekoep kaloe hanja dianggap sadja bahwa sipesakitan 78 maakt (art. 481 W. v. S.). Het „moeten vermoeden" is hier niet voldoende, de wetenschap, dat ze door misdrijf verkregen zijn, moet bewezen worden: hij moet dus den diefstal hebben zien plegen of de dief moet hein gezegd hebben dat hij het goed gestolen had of moet gestolen hebben ingevolge zijne opdracht. En dan moeten meerdere transacties van dien aard bewezen zijn, wil men met eene vervolging van dien persoon als gewoonteheler slagen. Het vaak zooveel gemakkelijker te bewijzen verkoopen enz. valt niet onder dit gewoontemisdrijf. Dat het verbergen of bewaren geschiedde uit winstbejag is voor dit misdrijf niet vereischt. II. Strafbaar is hij die voordeel trekt uit hetgeen bij het van de hand zetten van een voorwerp, waarvan hij weet of moet vermoeden dat het door misdrijf verkregen is, dit voorwerp heeft opgebracht b.v. na verkoop van dat voorwerp den koopprijs mede deelt of ten geschenke ontvangt een kleedingstuk met dat geld gekocht (art. 480 2°. id) Het tegen losgeld doen terugkeeren of aannemen om te doen terugkeeren van goederen door een strafbaar feit verkregen, is thans op zich zelf niet strafbaar meer. De politie, het bewijs van deze omstandigheid verkregen hebbende, zal het daarbij nu dus stellig niet meer mogen laten; zij zal zich hebben te beijveren om, met behulp van deze aanwijzing, het misdrijf, waardoor de goederen zijn verkregen, of de medeplichtigheid daaraan tot klaarheid te brengen. § 4. Verduistering. Strafbaar is hij die opzettelijk eenig goed, dat geheel of tendeele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toeeigent (art. 372 W.v.S.) 1. Heeft de dader zich vergrepen aan eenig goed, dat hij van een ander onder zich had, d.i. waarover hij persoonlijk of middels'anderen de feitelijke macht had? N. B. Verduistering kan ook plaats hebben, wanneer de dader mede-eigenaar van het goed is. Het verkoopen door den eigenaar, die als bewaarder daarover was aangesteld, van zijne in beslag genomen goederen is ook nu niet strafbaar als verduistering, omdat deze hem zelf _ toebehooren. Zulks levert thans evenwel een zelfstandig misdrijf op (art. 231 W. v. S.). 78 mesti tahoe jang barang2 itoe asalnja daii misdrijf: dalam perkara ini mesti dinjatakan bahwa si pesakitan tahoe jang barang2 itoe asalnja dari misdrijf. Oepamanja dia melihat waktoe pentjoerian dilakoekan atau si pentjoeri memberi tahoe pada dia bahwa barang itoe dapat mentjoeri atau itoe orang soedah mentjoeri sebab disoeroehnja. Dan lagi kaloe politie maoe membikin-perkara dengan tjoekoep pada orang jang memboeat kebiasaan dari melakoekan perboeatan terseboet diatas itoe maka mesti dinjatakan bahwa pesakitan melakoekan perboeatan itoe lebih dari satoe kah. Mendjoeal d. 1. 1. jang lebih gampang dinjatakannja tidak masoek perkara gewoontemisdrijf j. t., meskipoen si pesakitan sering melakoekan perboeatan itoe. Boeat perkara ini tidak perloe bahwa barang2 itoe disemboenikan atau disimpan dengan niat mendapat keoentoengan. II. Dihoekoem sekalian orang jang mendapat keoentoengan dari pendapatan pendjoealan, penoekaran, penggadaian dari soeatoe barang d. s. b. jang dia tahoe atau mesti sangka bahwa barang itoe asal dari misdrijf, oepamanja: jang dapat bagian dari wang pendjoealannja barang tj oerian atau dapat persen badjoe jang dibeli dengan wang itoe. Orang jang menerima wang teboesan dengan berdj andji hendak mengombalikan barang asal dari misdrijf atau sanggoep soepaja barang itoe dikombalikan, sekarang tidak bolêh dihoekoem lagi. Dari sebab itoe politie mesti soenggoeh2 tjari keterangan lebih djaoeh soepaja si pesakitan bolëh dihoekoem karena perkara misdrijf j. t. (mentjoeri, tjampoer mentjoeri d. L 1.) § 4. Mengampoenjai !) lain orang poenja barang (verduistering). Dihoekoem sekalian orang jang sengadja mengampoenjai dengan tidak sah soeatoe barang jang. antero atau separonja poenjanja orang lain dan barang mana ada ditangannja si pesakitan karena perboeatannja jang boekan misdrijf. 1. Apa si pesakitan soedah melakoekan perboeatan djahat bagai soeatoe barang orang lain jang soedah ada ditangannja, artinja barang jang dipëgang olëhnja sendiri atau olëh soeroehannja? KETERANGAN. Verduistering bolêh djoega dilakoekan olëh ' orang jang ikoet mempoenjai barang itoe. Orang jang didjadikan si pen]impan barangnja sendiri sesoedahnja barang itoe dibeslag tidak bolëh dihoekoem erKara verduistering, Kaïoe uia menujueai uaraug imc, swmu arane ini ooeniania sendiri. Hal ini didiadikan zelfstandig misdrijf. ampoenja — in bezit hebben. mengampoenjai iets, dat men reeds in bezit heeft, zich toeëigenen. 79. Ook is niet strafbaar als verduistering het verdonkeremanen van trekvee door den Inlander, die bil wijze van schijnkoop ossen heeft verkocht aan eene suikerfabriek en ze daarna van deze heeft teruggekregen ter bewaring om er riet mede te trekken voor de fabriek, omdat er geen koopcontract is'tot .stand gekomen en het vee. dus in eigendom bleef toebehooren aan dien Inlander. De dader mag het goed niet door misdrijf onder zich hebben. Maar overigens doet het niet ter zake, hoe hij het in zijne macht heeft gekregen: of het hem is toevertrouwd, of hij het heeft gevonden (over gevonden voorwerpen, zie bl. 67), of hem bij eene betaling door eene vergissing een bankbiljet te veel is ter hand gesteld, enz. 2. Welke is de waarde van het verduisterde? Is wellicht vee verduisterd? N. B. Is de waarde niet meer dan f 25 en is er geen vee verduisterd, dan staat het feit als lichte verduistering (art. 373 W. v. S.) ter kennisneming van den Polfüe- of van den Landrechter (Magistraat). Wie zich verbond voor een ander kains te venten, verduistert, ' wanneer hij ze verkoopt maar geen verantwoording aflegt, den koopprijs zoo h ij ze voor den met den lastgever overeengekomen prijs verkocht; de kains daarentegen, zoo hij ze beneden dien prijs verkocht. 3. Heeft hij zich aan dat goed vergrepen door er over te beschikken op eene wijze als waarop alleen de eigenaar daartoe gerechtigd zoude wezen: door het te verkoopen,. te verpanden, te verbruiken enz. ? N.B. Het tekoop aanbieden kan strafbare poging tot verduistering ■ zijn. Het wegmaken van het goed valt thans onder eene andere strafbepaling (art. 406 W. v. S.). Welke de handeling is geweest, welke de toeêigening van het verdwenen goed uitmaakt, kan ook in het duister blijven. Het feit, dat inderdaad eene zoodanige handeling heeft plaats gehad, kan dan mede bewezen worden door den leugen van den verdachte, dat hij het goed niet onder zich. heeft gehad of zijne weigering om het terug te geven. Wanneer ba iemand een kas tekort ontdekt wordt, en tevens, dat in zijne boeken eene post valschèlijk geboekt of vervalscht is, dan wel eenige ontvangst in het geheel niet is geboekt, verzegele (zie bl. 29) de politie ten spoedigste de boeken en andere op zijne administratie betrekking hebbende papieren, waaruit zal moeten bkjfcen het tekort aan kas (en goederen), opdat alle gelegenheid tot knoeierij door den dader of een derde worde onmogelijk gemaakt. De vervanger van den ontrouwen lasthebber vange dus zijne aclministratie aan met nieuwe boeken. Zegt de verdachte niet te weten hoe het tekort is ontstaan, dan moet de politie na het constateeren van het tekort en eventueel het onderzoek der boeken, hare taak niet. als beëindigd beschouwen, doch zal ze moeten teaebten nader aan het licht te brengen, dat hrj zich dat geld heeft toegeëigend, t. w. of verdachte in den laatsten tijd meer heeft uitgegeven dan bh vroeger placht uit te geven, of wel meer' heeft uitgegeven dan zijne inkomsten bedroegen, of niemand anders dan verdachte toegang kon krijgen tot de plaats waar verdachte het geld placht te bewaren, enz. 79 Kaloe orang Djawa mendjoeal sapi dan gerobaknja -kepada paberik-goela dan kemoedian sapi dan gerobak jang terseboet i dititipkan olêh toean paberik kepadanja, soepaja dibelakang hari si toekang-gerobak mengangkat teboe dari kebon kepaberik akan-tetapi pendjoealan itoe tjoema pendjoealan poera2 sadja maka orang Djawa itoe tidak bolëh disalahkan perkara verduistering, kaloe dia menghilangkan sapi. dan gerobak jang terseboet. sebab sapi dan'gerobak itoe masih kepbenjaan orang Djawa itoe djoega. Barang 2 jang ada ditangannja si pesakitan tidak bolêh dengan perboeatan misdrijf. Akan-tetapi selainnja tidak perdoeli bagimana barang itoe ada di tangannja si pesakitan: atau diterimakannja atau didapatinja (hal barang pendapatan lihat katja 67) atau kaloe si pesakitan dari sebab kesalahan menerima pembajaran wang kertas lebih dari mestinja d. 1.1. 2. Barapa harganja barang jang diampoenjainja-itoe? Apa barangkali vee (lihat katja 67) jang diampoenjainja ? KETERANGAN.. Kaloe harganja tidak lebih dari f 25 dan jang diampoenjai itoe boekan vee maka perkara ini dipoetoes olêh Politie- atau Landrechter (Magistraat). Orang jang berdjandji hendak mendjoealkan kainnja orang lain dan tidak menjerahkan padanja wang pendjoealan atau tidak mengombalikan kainnja mengampoenjai wang pendjoealan kain itoe, kaloe kain didjoeal seharga jang dipestikan olêh jang poenja, akan-tetapi dia mengampoenjai kain, kaloe didjoeal dibawah harga jang dipestikan. 3. Apa si pesakitan melakoekan perboeatan djahat bagai barang itoe dengan perboeatan jang hanja bolêh dilakoekan olëh orang jang mempoenjai barang itoe, oepamanja didjoeal, -digadaikan; dipakai sampai habis d. 1. 1. ? KETERANGAN. Menawarkan barang bolëh mendjadikan pentjobaan verduistering. Menghilangkan barang ja-itoe tidak masoek perkara verduistering, meskipoen doeloe terhitoeng pelanggaran kepertjajaan djoega, sekarang djatoeh hatoeran lain. Djoega atjapkali tidak dapat diterangkan perboeatan apa jang dilakoekan olëh si pesakitan akan mengampoenjai. barang itoe. Kaloe si pesakitan djoesta bilangnja bahwa soeatoe barang mëmang tidak ada di tangannja atau bahwa dia tidak maoe mengombalikan barang itoe pada jang poenja maka dengan hal ini bolêh ditentoekan bahwa si pesakitan soedah mengampoenjai barang itoe. Djika kas-wangnja soeatoe orang didapati ada koerang dan kaloe djoega boekoe2nja palsoe atau dipalsoekan atau soeatoe penerimaan wang tidak dimasoekkan maka politie haroeslah dengan segera menjëgël boekoe2 itoe dan soerat2 (tjatetan) jang dipëgang olëh si pesakitan (lihat katja 29). Zëgëlan ini perloe sekali, soepaja bolêh diperiksa berapa kekoerangan wang atau barang2 itoe dan soepaja si pesakitan atau orang lain djangan bisa mengoebah boekoe2 dan soerat2 j. t. Orang jang mengganti si esajutan, mesti menajaianxan penerajaannja dengan memaitai oekoe baroe. Kaloe jang ditoedoeh - bilang bahwa dia tidak tahoe apa sebabnja kekoerangan itoe maka politie — sehabisnja memeriksa kekoerangan itoe dan boekoe2 nja — djangan berhenti mentjari keterangan sebab sebetoelnja beloem tjoekoep .kenja taan bahwa si pesakitan soedah mengampoenjai wang itoe ja-itoe apa si pesakitan tidak. lama ini soedah membelandjakan wang lebih banjak dari pada biasa atau lebih banjak dari kekoeatannja, dan apa tidak ada seorang lain jang bisa masoek dalam tempat wang jang hilang itoe d. s. b. 80 Bij het ambtsmisdiiji verduistering (artt. 415, 417 W. v. S.) is toeëigening niet vereischt, doch is het voldoende zoo bewezen wordt, dat de dader het goed aan zijne bestemming onttrokken of verdonkeremaand heeft dan wel heeft toege' laten, al dan niet zelf daarbij de helpende hand biedende, dat zulks door een ander geschiedde. 4. Heeft hij door deze handeling eens anders recht gekrenkt, en was hem dat toen bekend? N. B. Was hem het goed toevertrouwd, dan moet met bet oog hierop omstandig onderzoek worden gedaan- naar de voorwaarden bij de overeenkomst gemaakt en de verplichtingen, welke de dader op zich had genomen en naar hetgeen hij volgens de adat verplicht was, omdat daarvan afhangt de beantwoording der vraag, of hij al dan niet gerechtigd was te doen wat hij gedaan heeft. 5. Is de verduisteraar of zijn medeplichtige de echtgenoot van den benadeelde (art. 376 W.v.S.)? N. B. Hij is dan straffeloos. Zie verder bl. 41 over verduistering door bloed- of aanverwant van den door het misdrijf benadeelde. 6. Had hij het goed onder zich: a tegen genot van geldelijke vergoeding of b. uit hoofde van zijne persoonlijke dienstbetrekking of van zijn beroep (art. 374 id.) of c. bij wijze van bewaargeving uit noodzaak (b.v. bij brand) of d. als voogd, curator, executeur-testamentair, beheerder van eene instelling van weldadigheid of van eene stichting (art. 375 id)? N. B. Onder stichtingen te begrijpen de wakaps ten behoeve van moskeeën, welke beheerd worden door de Penghoeloe's, zoo ook b.v. de klappertuinen en sawahs, welke somwijlen worden aangekocht uit bijdragen van desalieden, opdat uit de opbrengst daarvan de kosten voor eene desaschool worden bestreden. e. in zijne bediening als ambtenaar (het desahoofd ten opzichte van landrente, bedrijfsbelasting, stukken van overtuiging of goederen genoemd in art. 24 I.R.) of althans als met eenigen openbaren dienst belast (Penghoeloe-Ivandraad ten opzichte van gelden van minderjarigen, door hem krachtens de adat als Voorzitter van den Priesterraad in bewaring genomen)? N. B. Deze omstandigheden leiden tot straf verzwaring; de omstandigheid sub e. maakt daarbij het feit tot een ander misdrijf (zie N. B. sub 3). Als misbruik van vertrouwen werd vroeger gestraft het ten nadeele van den schuldeischer opzettelijk verduisteren of weerloos maken van met credietverband bezwaarde gebouwen, werken, beplantingen en bezaaiingen van Inlanders op grond, waarop een Inlandsch gebruiksrecht wordt uitgeoefend. Zie hierover thans § 6 van dit Hoofdstuk. 80 Dalam perkara verduistering jang hanja bolëh dilakoekan olëh ambtenaar tidak perloe bahwa si pesakitan mengampoenjai barang itoe. Akan-tetapi perkara itoe tjoekoep, kaloe dinjatakan bahwa si pesakitan soedah menghilangkan barang itoe, atau bahwa dia soedah membiarkan orang lain menghilangkan barang itoe, tidak perdoeli apa si pesakitan menolong orang ini atau tidak. 4. Apa si pesakitan dengan perboeatan ini meroesakkan haknja orang lain dan apa dia tahoe hal ini? KETERANGAN. Kaloe barang itoe dipertjajakan padanja politie haroeslah mentjari keterangan jang tjoekoep, apa jang diperdjandjikan dalam perdjandjian jang terseboet, dan apa kewadjibannja si pesakitan menoeroet perdjandjian itoe dan menoeroet 'adat dinegeri tempat perkara ini, sebab pendapatan peperiksaan inilah jang perloe diketahoeï akan menimbang, apa si pesakitan itoe berhak akan melakoekan jang soedah diboeatnja itoe. 5. Apa si pesakitan atau medeplichtigenja laki (bini) nja orang j ang keroegian ? KETERANGAN. Kaloe begitoe si -pesakitan tidak dihoekoem. Lihat katja 41 atas mengampoenjai olëh keloearga dan periparannja orang jang keroegian. 6. Apa barang itoe ada ditangannja si pesakitan: a. dengan dia mendapat pembajaran wang atau b. dari sebab pangkatnja atau pentjariannja atau c. sebab barang itoe diserahkan padanja dengan terpaksa (oepamanja: waktoe kebakaran) atau d. sebab dia wali, curator, executeur-testamentair, pengoeroes balai-derma. KETERANGAN. Dengan balai-derma terhitoeng djoega wakap mesdjid jang dioeroes olëh Penghoeloe, dan kebon kelapa, sawah d. 1.1. goena membajar ongkos2 sekolah-dësa jang dibeh dengan oeroenan dari orang-dësa. e. sebab dia melakoekan djabatannja ambtenaar (oepamanja kepala-dësa dalam . hal mengoeroes padjeg, bëa-pentjarian, barang boekti atau barang2 terseboet dalam pasal 24 LR.) atau sebab dia melakoekan soeatoe pekerdjaan Goepernemën (oepamanja: Penghoeloe-Landraad dalam hal mengoeroes wangnja orang jang beloem sampai'oemoer, wang mana menoeroet'adat disimpan olëhnja karena dia Voorzitter Raad Agama) ? KETERANGAN. Hal2 terseboet diatas ini memberatkan hoekoeman; hal terseboet dihoeroef e mendjadikan misdrijf lain (lihat Keterangan di angka 3). Dihoekoem doeloe dengan hoekoeman pelanggaran kepertjajaan sekalian orang jang sengadja menghilangkan barang sampai orang jang memindjamkan wang mendapat roégi, ja-itoe tanggoengan roemah, pekerdjaan, tenaman atau sebaran poenjanja anak-negeri (credietverband) di tempat jang ada haktanahnja anak-negeri. Boeat hatoeran sekarang ini lihat § 6 dibawah ini. 81 §5. Afpersing. — Afdreiging. — Bedrog. Strafbaar is hij die met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordeelen iemand tot de afgifte van eenig goed, tot het aangaan van eene schuld of tot het te niet doen van eene inschuld I. dwingt a door geweld of bedreiging met geweld ((AFPERSING); b: door bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim (AFDREIGING), mits in deze twee gevallen het af te geven goed geheel of tendeele toebehoore aan een ander dan den dader (artt. 368, 369 W. v. S.) • N. B. Bedreiging met aangifte bij de politie is nog geen bedreiging- met het openbaar maken van een geheim. Het gebruik maken van\ dit dwangmiddel is dus niet strafbaar. Is het oogmerk tot bevooraeeling niet te bewijzen, dan zijn alle bovenvermelde handelingen toch strafbaar als vallende onder het zonder daartoe gerechtigd te 'zijn iemand dwingen om iets te doen, niet te doen of te dulden b.v. bij eene werkstaking de werkwilligen het werken beletten (art. 335 W.v.S.) door een der opgenoemde middelen (uitgezonderd de open- • baring van een geheim), zefs door eenige andere feitelijkheid tegen persoon of goed dan geweld en door bedreiging met zoodanige feitelijkheid. Zie ook bl. 41. Is de dader ambtenaar en het middel misbruik van gezag, dan vallen deze feiten onder de strafbepaling van art. 421 W. v. S., terwijl hij die door geweld een ambtenaar of een der personen genoemd in art: 215 dwingt tot het volvoeren eener al dan niet rechtmatige of het nalaten eener rechtmatige ambtsverrichting, strafbaar is krachtens art. 211. II. beweegt door het aannemen van een valschen naam of van eene valsche hoedanigheid of door listige kunstgrepen of door een samenweefsel van Verdichtsels: OPLICHTING (art. 378 W.v.S.) Bedrog. Oplichting is de meest voorkomende vorm van bedrog. Wanneer daarvan aangifte is gedaan, zal de politie bij haar " onderzoek zich de navolgende vragen hebben te stellen: 1. Heeft afgifte van eenig goed plaats gehad of is eene schuld aangegaan of eene inschuld tenietgedaan, en is hij die een dezer handelingen heeft verricht, daartoe door den dader bewogen geworden ? 81 § 8. Afpersing. — Afdreiging. — Bedrog. Dihoekoem sekalian orang jang dengan niat mengoentoengkan dirinja atau orang lain jang tidak sah, I. memaksa orang soepaja memasrahkan soeatoe barang kepadanja atau orang lain atau soepaja memberi hoetang atau membatalkan pioetang a. dengan kekerasan atau dengan mengantjam hendak melakoekan kekerasan (AFPERSING); b. dengan mengantjam hendak memaloekan dengan smaad atau smaadschrift (lihat §15) atau dengan memboeka'kan rahasia (AFDREIGING), asal dalam kedoea hal ini barang itoe antero atau separonja poenjanja orang lain. TC ETERANGAN ■ Pengantjaman hendak memberi tahoe perkaranja soeatoe orang pada politie boekan pengantjaman hendak memboeka'kan' rahasia. Djadinja -orang jang mengantjam dengan perboeatan itoe tidak bolëh dihoekoem. Kaloe niat akan mengoentoengkan tidak dapat dinjatakan perboeatan2 j. t. diatas itoepoen bolëh dihoekoem ja-itoe mendjadi perkara: memaksa tidak dengan sah pada orang soepaja melakoekan soeatoe pérboeatan atau tidak melakoekan atau menahan soeatoe kelakoean, asal dilakoekan dengan soeatoe dari perboeatan2 j.t. diatas (ketjoeali antjaman hendak memboeka'kan rahasia) atau dengan pelawanan atau dengan meroesakkan barang atau dengan antjaman hendak melawan atau meroesakkan (oepamanja: kaloe ada hoeroe-hara berhentian-kerdja maka ada jang menghalang*i orang lain soepaja tidak kerdja). Lihat djoega katja 41. Kaloe si pesakitannja ambtenaar dan dia menakoetkan pangkatnja maka perkara ini djatoeh pasal 421 W. v. S. Dan orang jang memaksa ambtenaar atau soeatoe dari orang terseboet di pasal 215 soepaja melakoekan kewadjibannja jang sah atau tidik atau soepaja mengalpakan kewadjibannja jang sah maka dia dihoekoem menoeroet pasal 211. II. memboedjoek orang soepaja melakoekan seperti terseboet di angka I dengan memakai nama atau pangkat palsoe atau akal tipoean atau tjampoeran omongan djoesta (PENIPOEAN-OPLICHTING). Perdajaan. Penipoean-oplichting ja-itoe seroepa perdajaan jang paling banjak dilakoekan orang. Kaloe politie mendapat rapport hal perkara ini maka haroeslah dia mengingatkan pertanjaan dibawah ini: 1. Apa ada orang memasrahkan soeatoe barang atau memberi hoetang pada si pesakitan atau membatalkan pioetang pada dia, dan apa orang itoe melakoekan perboeatan ini dari sebab olëh si pesakitan diboedjoeknja? 82 N. B. Ook poging tot oplichting, zonder dat dus afgifte enz. heeft plaats gehad, is nu strafbaar. Het af te geven goed kan ook 's daders eigen goed wezen, b.v. eene in pand gegeven zaak. 2. Welke is de waarde van het goed, van de schuld of inschuld? Was het afgegeven goed vee? N. B. Zie §4 sub 2. 3. Heeft het middel, gebezigd om iemand te bewegen tot eene der handelingen sub 1, bestaan: a. öf in het zich noemen of doen noemen bij een vertrouwen wekkenden naam of hoedanigheid (b.v. als politiehoofd, als eigenaar van een gevonden voorwerp, als vertegenwoordiger van eene groote handelszaak), die hij niet bezit en zich daarbij tevens te gedragen alsof hij die wel bezat ? N. B. Het is niet vereischt, dat een persoon bestaat van den naam door den dader valschelijk gebezigd. b. öf in eenige slim overlegde bedriegelijke handeling, waardoor aan een leugen het uiterlijke mom van waarheid wordt gegeven ? c. öf in een complex van leugens waarvan de eene den anderen meer aannemelijk maakt, zoodat het geheel den schijn van waarheid bezit? N. B. Onder de bij de wet genoemde middelen valt dus niet wat iedereen dadelijk inziet een tastbare leugen te zijn. Evenmin één op zich zelf staande leugen. 4. Uit welk milieu komt de opgelichte voort (b.v. is hij een eenvoudige goedgeloovige berg-Javaan?) en is bij van normale geestesontwikkeling ? Zoude nu, door het middel, aangewend om te geraken tot afgifte enz., ieder ander van dezelfde geestesontwikkeling als de opgelichte, bierbij in aanmerking genomen de kring waaruit hij is voortgegesproten en waarin hij omgaat, evenzeer bewogen zijn geworden tot de afgifte enz. ? 5. Heeft de dader aldus gehandeld met het oogmerk om zich of een ander voordeel, van welken aard ook, te bezorgen, daarbij overtuigd zijnde dat door deze bevoordeeling eens anders recht zal worden gekrenkt? N. B. Dat hij door zijne daad voordeel heeft genoten, behoeft dus niet te worden bewezen. Het beoogd te hebben is voldoende. 6. Is de dader of zijn medeplichtige de echtgenoot van hem, tegen wien het misdrijf was gericht (art. -394 W. v. S.)? N. B. Hij is dan straffeloos. Zie verder blz. 41 over ophchting door bloed- of aanverwant van den opgelichte. Als oplichting werd vroeger gestraft: het met het doel een ander straf te doen beloopen, onder diens goederen, in diens woning of op diens erf verbergen of 82 KETERANGAN. Pentjobaan penipoean sekarang bolêh dihoekoem. Barang penipoean bolëh djoega barangnja si pesakitan sendiri; oepamanja: barang jang digadaikan olëhnja. 2. Berapa harganja barang itoe? dan berapa besarnja hoetang atau pioetang itoe? Apa jang ditipoekan barang vee (lihat katja 67)? 3. Apa si pesakitan menipoenja itoe dengan-: a. mengakoekan atau terima sadja bahwa dia dikatakan atau disangka bemama atau berpangkat jang mashoer meskipoen dia tidak mempoenjai nama atau pangkat itoe dan apa kelakoean si pesakitan itoe seperti orang jang mempoenjai nama atau pangkat itoe? (oepamanja: seperti kepala-politie, si poenja barang jang terdapat, pengoeroes perkoempoelan dagang)? KETERANGAN. Tidak perloe bahwa orang jang [namanja dipakai olëh si pesakitan sebetoelnja ada. b. memakai perboeatan palsoe sehingga pendjoestaannja itoe roepanja benar? c. memakai roepa2 djoesta, jang satoe sama lain mendjadikan bolêh dipertjaja sehingga semoeanja meroepakan omongan jang benar? KETERANGAN. Jang terseboet dalam Wet ja-itoe boekan akal penipoean jang gampang diketahoei orang bahwa itoe djoesta. Begitoe djoega boekan akal tipoean, kaloe dalam tjeritanja si pesakitan tjoema satoe hal sadja jang djoesta. 4. Jang ditipoenja itoe orang dari mana (oepamanja: apa dia orang-goenoeng jang lekas pertjaja) dan apa akalboedinja baik? Apa semoea orang asalnja sama dengan asalnja si pesakitan dan jang akal-boedinja dan keadaannja sama dengan jang ditipoe tentoe djoega bólëh dapat diboedjoek dengan akal tipoean itoe akan memasrahkan d. 1.1. ? 5. Apa si pesakitan memboedjoek itoe dengan niat hendak mengoentoengkan dirinja atau orang lain dan dia melakoekoekan perboeatan ini dengan mengetahoei bahwa dia meroegikan haknja orang lain? KETERANGAN. Tidak oesah dinjatakan bahwa si pesakitan olêh perboeatannja mëmang soedah mendapat oentoeng. Kaloe dia sadja berniat mendapat oentoeng, itoe soedah tjoekoep 6. Apa si pesakitan atau medeplichtigenja laki (bini) nja orang jang ditipoe? KETERANGAN. Kaloe begitoe dia tidak dihoekoem. Lihat katja 41 atas penipoean olëh keloearga dan periparannja orang jang keroegian. Dihoekoem doeloe dengan hoekoeman Penipoean sekalian orang jang menjemboenikan atau tjoema menaroeh barang2 jang terseboet dibawah ini didalam barang atau dalam roemah atau dalam pekarangan orang lain, soepaja orang lain ini kena 83 neerleggen van opium, djitjing, met opium vermengde of opium bevattende zaken of gereedschappen welke in den regel uitsluitend gebezigd worden tot of het kenmerk dragen te zijn gebezigd voor het bereiden van opium (art. 4 al. 2 Inv. V ). Zie hierover thans § 15 sub IV. Wegens bedrog is ook strafbaar de verkooper, die bij de levering (dus niet bij den verkoop) van het verkochte bedrog pleegt jegens den kooper (art. 383 W. v. S.): 1 °. door willens en wetens een ander voorwerp te leveren dan het bepaald aangewezene, of 2°. door, zich hierbij bedienende van een listfgen kunstgreep, iets te leveren van anderen aard, andere hoedanigheid of hoeveelheid (b.v. door met valscbe maat te meten.) N. B. Is het verschil in prijs tusschen het geleverde en hetgeen geleverd had moeten worden niet meer dan / 25, dan staat de zaak ter kennisneming van den Politie- of den Landrechter (Magistraat), (art. 384 ld.) Zie voorts hierboven sub 6. Strafbaar wegens bedrog (stellionaat) is mede: hij die met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordeelen, I. wetende dat een ander op een der na te noemen goederen alleen of met hem zeiven dan wel met een derde een zakelijk recht bezit, 1 °. verkoopt, verruilt of met credietverband bezwaart a. eenig Inlandsch gebruiksrecht op den grond, of b. eenig gebouw, werk, beplanting of bezaaiing op grond, waarop een Inlandsch gebruiksrecht wordt uitgeoefend (art. 385 1°. W.v.S.); 2°. verpandt of verhuurt een zoodanig stuk grond (art. 385 4°. id.) II. zonder de wederpartij er mede in kennis te stellen, dat die goederen reeds bezwaard zijn, 1 °. handelt als boven sub. I 1 °. vermeld, alhoewel een der sub a en b genoemde goederen reeds met credietverband bezwaard is (art. 385 2°. id.); 2°. verkoopt of verruilt een reeds door verpanding bezwaard stuk grond, waarop een Inlandsch gebruiksrecht wordt uitgeoefend (385 5°. id.); 3°. met credietverband bezwaart een Inlandsch gebruiksrecht, alhoewel de grond reeds is verpand. (385 3°. id.) III. wetende dat het reeds is verhuurd aan een ander, voor denzelfden termijn verhuurt een stuk grond, waarop een Inlandsch gebruiksrecht wordt uitgeoefend (385 6°. id.) 83 hoekoem, jaitoe: tjandoe, djitjing, barang* jang ditjampoeri tjandoe atau pekakas* jang biasanja dipakai atau jang soedah kentara dipakai akan memasak tjandoe. Boeat hatoeran sekarang ini lihat § 15 angka IV. Sebab perkara perdajaan dihoekoem pendjoeal jang menipoe si pembeli waktoe menjerahkan padanja barang belian: 1. sebab dengan sengadja menjerahkan barang lain dari pada jang dibelinja; 2. sebab dengan memakai akal-tipoean menjerahkan barang jang bangsanja atau keadaannja lain atau jang banjaknja tidak sama dengan jang dibelinja (oepamanja: kaloe memakai timbangan atau oekoéran palsoe.) KETERANGAN. Kaloe bëdanja harga barang jang diserahkan dengan barang jang dibelinja tidak lebih dan/25maka perkara ini dipoetoes olëh Politie- atau Landrechter (Magistraat). Lihat djoega apa. terseboet diatas angka 6. Sebab menrpoe-stellionaat dihoekoem sekalian orang jang dengan niat mengoentoengkan tidak sah pada dirinja atau orang lain I. dan meskipoen dia mengetahoei bahwa orang lain sendiriah atau dengan temennja (ja-itoe pesakitan sendiri atau orang lain) mempoenjai hak j.t. dibawah ini atas barang j.t. djoega: 1. mendjoeal, menoekarkan atau menaroehkan credietverband atas a. hak tanah anak-negeri (Inlandsch gebruiksrecht) atau b. roemah, pekerdjaan, tanaman atau sebaran di tempat jang ada hak-tanahnja anak-negeri; 2. menggadaikan atau menjëwakan tanah seperti terseboet diatas. II. dan meskipoen dia tidak memberi tahoe pada orang jang membeü d.1.1. bahwa tanah, roemah d.1.1. soedah ditaroehi credietverband atau soedah digadaikan: 1. berboeat seperti terseboet di bab I angka 1, meskipoen soeatoe dari barang* terseboet di hoeroef a dan b soedah ditaroehi credietverband; 2. mendjoeal atau menoekarkan tanah jang ada haknja anaknegeri dan tanah mana soedah digadaikan pada orang lain; 3. menaroehi credietverband atas hak-tanah terseboet di angka 2, meskipoen tanah itoe soedah digadaikan pada orang lain. III. menjëwakan tanah jang ada haknja anak-negeri selamanja itoe tanah masih disëwakan, meskipoen dia mengetahoei bahwa tanah itoe soedah disëwakan pada orang lain. 12 84 N. B. De Inlandsche gebruiksrechten, hierboven bedoeld, zijn opgesomd in art. 3 van Stb. 1908 n°. 542 (regeling credietverband). Bescherming van den agrarischen eigendom schijnt de strafwet dus niet te verleenen. Zie voorts hierboven sub 6 (oplichting). Nog een andere vorm van bedrog wordt behandeld in § 7. a Benadeeling van rechthebbenden of schuldeischers. Strafbaar is I. hij die willens en wetens een ander, die het recht van pand, terughouding, vruchtgebruik of gebruik op eene zaak heeft, belet dat recht uit te oefenen door de zaak aan hem te onttrekken, II. hij die willens en wetens ten nadeele van den verbandhouder eene zaak geheel of tendeele aan een daarop gevestigd credietverband onttrekt, wanneer hij is dè eigenaar van de zaak of wanneer hij — al dan niet met medeweten van den eigenaar — handelt ten diens behoeve (art. 404 1°. en 4°. W.v.S.) N. B. Wanneer hij, die de zaak onttrekt, dan wel zijn medeplichtige is de echtgenoot van den benadeelde, is hij straffeloos. Zie verder bl. 41 over de hier bedoelde benadeeling door bloedof aanverwant van den benadeelde. Ad Juin. Het beletten van den pandhouder tot uitoefening van zijn recht op een in pand gegeven stuk grond kan onder deze strafbepaling niet begrepen zijn, omdat de dader, slechts •een Inlandsch gebruiksrecht op den grond hebbende, niet kan gezegd worden eigenaar van den grond te zijn. Ad Hum. Onder „zaak" heeft men hier te verstaan: gebouwen, werken, beplantingen en bezaaiingen, hetzij deze roerende of onroerende goederen zijn. I 84 KETERANGAN. Hak2nja anak-negeri terseboet diatas ini terdapat dalam pasal 3 Stb. 1908 n°. 542 (oeroesan credietverband). Djadinja roepanja Strafwet tidak melindoengi hak agrarisch eigendom. Lihat djoega diatas angka 6 (penipoean). Masih ada perkara perdajaan lagi, jang nanti diterangkan di § 7. § 6. Meroegikan orang jang berhak atas soeatoe barang atau orang jang menghoetangkan. Dihoekoem sekalian orang jang sengadja: , L menegahkan orang lain melakoekan haknja atas barang gadaian, barang jang orang ini berhak tahan sampai jang poenja melakoekan kewadjibannja, barang jang dia berhak pakai atau barang jang dia berhak menarik hasilnja, olëh-karena pesakitan mendjaoehkan barang* itoe dari tangannja orang lain itoe, II. dengan roeginja orang jang memberi hoetang dengan memakai credietverband mendjaoehkan semoeanja atau separonja dari barang2 jang ditaroehi credietverband itoe, asal si pesaki" tan jang mempoenjai barang itoe atau asal dia melakoekan perboeatan j. t. itoe goenanja si poenja barang (dengan tahoenja jang poenja barang atau tidak). KETERANGAN. Kaloe orang jang mendjaoehkan barang itoe atau medeplichtigen ja silaki (bini) dari orang jang keroegian maka da tidak dihoekoem. Lihat seteroesnja di katja 41 atas meroegikan orang j. t. diatas olêh keloearga dan periparan si keroegian. I. Djika orang menegahkan orang lain melakoekan haknja atas tanah gadaian maka dia tidak djatoeh perkara terseboet diatas sebab si pesakitan atas tanah itoe hanja mempoenjai hak Inlandsch gebruiksrecht; djadinja dia tidak bolêh dibilang jang poenja milik (eigendom) atas tanah itoe. II. „Barang" artinja disini ja-itoe roemah2, perboeatan*, tanam2an dan sebaran, . tidak perdoeli apa barang* ini barang angkat2an atau tidak. 85 § 7. Brandstichting. — Vernieling of beschadiging van goederen. Strafbaar is bij die opzetteüjk brandsticht, I. indien daarvan is te duchten öf gemeen gevaar voor goederen öf levensgevaar voor een ander, al dan niet diens dood tengevolge hebbende (art. 187 W. v. S.); II. in eenig tegen brandgevaar verzekerd goed met het oogmerk om zich of een ander ten nadeele van den verzekeraar wederrechtelijk te bevoordeelen (BEDROG) (art. 382 id.) 1. Heeft de dader den wil gehad eenig goed in vlammen te doen opgaan ? 2. Heeft hij aan dit voornemen uitvoering gegeven door dat goed zelf of brandbare stoffen, in de nabijheid daarvan geplaatst zóó dat de brand hiervan kon overslaan op evenbedoeld goed, met vuur in aanraking te brengen ? N. B. Het blootelijk aanleggen van een vuur (b.v. om afval en vuil op te mimen) op zóó korten afstand van gebouwen of goederen, dat daardoor brandgevaar kan ontstaan, dan wel op of aan den openbaren weg is ook strafbaar (art. 497 2°. id.). 3. Was het op dat oogenblik voor een ieder, ter plaatse bekend, duidelijk dat tengevolge van die handeling voor het leven van een anderen persoon dan den dader of voor meerdere goederen gevaar te verwachten was? N. B. Of dit verwachte gevolg ook is ingetreden, doet voor de strafbaarheid niet ter zake. Het is ook onverschillig of de goederen, waarvoor gemeenschappelijk gevaar te duchten is, aan eenzelfden persoon of aan verschillende personen toebehoor en. Dat het opzet des daders gericht zoude moeten zijn op het gevaar voor goederen of persoon, wordt niet vereischt. O.m. hierbij te onderzoeken: a. Was het bekend dat er tijdens de brandstichting men- schen zich bevonden binnen de plaats van den brand? Zoo ja, wie? ook ernstige zieken, invaliden, zuigehngen of andere hulpbehoevenden? i. Was het gebouw, waar de brand gesticht is, uit licht ontvlambare materialen samengesteld als bamboe, alang2, hout enz. ? c. Was de plek, waar de brand werd gesticht, dichtbij de plaats waar men wist, dat iemand placht te slapen? d. Was er wind? veel wind? 85 § 7. Pembakaran (Penoenoean). — Membinasakan atau meroesakkan barang2. Dihoekoem sekalian orang jang sengadja membakar, I. djika perboeatan itoe bolêh mendjadikan bahaja oemoem boeat barang2 atau bahaja mati boeat orang lain, biar* poen orang ini tidak mati; II. soeatoe barang jang ditaroehi verzekering (assurantie) boeat bahaja kebakaran dengan niat meroegikan maatschappij assurantie dan mengoentoengkan dirinja atau orang lain {PERDAJAAN). 1. Apa si pesakitan berniat membakar soeatoe barang? 2. Apa si pesakitan akan menjampaikan niatnja itoe menaroeh api atas barang itoe djoega atau atas apa2 jang gampang terbakar jang ditaroehnja dekat barang terseboet itoe, sehingga apinja bolêh mendjilat barang itoe? KETERANGAN. Djoega orang bolêh dihoekoem kaloe dia mendjadikan api (oepamanja: membakar sampah) terlaloe dekat keroeman atau barang, sehingga bolëh menjebabkan kebakaran nja roemah atau barang itoe, atau mendjadikan api di djalan 'negeri atau dipinggirnja. 3. Apa pada waktoe itoe semoea orang jang kenal keadaannja tempat itoe mengarti bahwa pembakaran itoe tentoe akan mendatangkan bahaja mati boeat orang lain dari pada si pesakitan atau bahaja boeat barang2 ? KETERANGAN. Si pesakitan tetap bolëh dihoekoem, meskipoen bahaja itoe sebetoelnja tidak ada kedjadiannja. Begitoe djoega tidak perdoeli apa barang2 jang akan didatangi bahaja itoe poenjanja satoe orang atau poenjanja beberapa orang. Tidak perloe bahwa datang ja bahaja itoe boeat barang atau orang oleh si pesakitan dimaksoedkan. Dalam hak' ini mesti ditjari keterangan: a. apa orang2 tahoe bahwa waktoe roemah itoe dibakar, ada orang dalam roemah itoe? Kaloe ada, siapa? Apa ada diantara orang jang di dalam roemah itoe orang jang sakit keras, orang jang tidak bisa berdjalan, atau anak-ketjil atau lain2 orang jang perloe . mendapat pertolongan ? b. apa roemah itoe terbikin daripada barang jang. gampang tebakar (oepamanja: bamboe, alang2, kajoe d.1.1.) ? c. apa tempat kebakaran itoé dekat pada tempat jang diketahoeï orang bahwa tempat ini tempat orang tidoer? d. apa waktoe dia membakar ada angin? Apa angin itoe keras? 86 e. Was de wind in de richting van andere goederen of van gebouwen, waarin men wist dat zich menschen bevonden? /. Hoever stonden die gebouwen van de plaats der brandstichting verwijderd ? g. Was er water in de buurt om te blusschen? h. Zoo ja, hoever van den brand verwijderd? N. B. Ter verduidelijking van een en ander zal de politie wèl doen, zoo zij van de plaats waar het misdrijf is gepleegd, eene schetsteekening maakt, waarop alles wat voor dé beoordeeling der zaak van belang is, worde aangeteekend. 4. Heeft het teweeggebrachte feit wellicht later den dood tengevolge gehad van een van hen, voor wie toen levensgevaar "te duchten was? 5. Was het in brand gestoken goed dan wel de goederen of een er van, waarvoor gevaar te duchten was, eigendom van een ander dan den dader? N. B. Was zoowel het een als het ander eigendom van den dader en was er bovendien geen levensgevaar voor een ander te duchten, dan is art. 187 niet toepasselijk. Wie, met eene afzichtelijke, ongeneeselijke ziekte behept, zijn alleenstaand door hem alleen bewoond huis in brand steekt om zelf den dood in de vlammen te vinden, is straffeloos. 6. Was het in brand gestoken goed verzekerd tegen brandschade? Tot welk bedrag? 7. Was dit bedrag hooger dan de werkelijke waarde? en had de dader het oogmerk om den verzekeraar te benadeelen en tevens zich zeiven of een ander te bevoordeelen doordat hij of een ander srtaks de verzekeringsom zoude opvorderen ? N. B. Welke verzekeringsom de polis ook behelze, volgens de wet is men bij assurantie over en weer niet verder verbonden dan tot het beloop van de waarde van het verzekerde of het wezenlijk belang van den verzekerde (art. 253 W. v. K.). Straffeloos is de dader of de medeplichtige, die de echtgenoot is van dengene, tegen wien het misdrijf van art. 382 W. v. S. is gepleegd (art. 394 id.) Zie voor het geval, dat de dader bloed- of aanverwant van den benadeelde is, bl. 41. Wanneer noch punt 3 noch punt 7 hierboven bewezen kan worden, is de brandstichter daarom nog niet straffeloos. Immers III. strafbaar is bij die opzettelijk en wederrechtelijk eenig goed, ' geheel of tendeele aan een ander toebehoorende, vernielt (b.v. huis in brand steekt, te veld staande oogst afsnijdt), doodt wanneer het goed een dier is, beschadigt (b.v. boschbeschadiging)j onbruikbaar maakt of wegmaakt (b.v. eens anders duiven laat - wegvliegen.) (artt. 406, 408, 410 W, v. S.) 86 e. apa angin itoe kebetoelan bertioep ketempat lain* barang atau ketempat* lain jang orang2 tahoe bahwa tempat itoe ditinggali orang? /. berapa djaoehnja roemah itoe dari tempat kebakaran? g. apa dekat kebakaran itoe ada air jang bolëh dipakai . akan memadamkan. api? h. kaloe begitoe, berapa djaoehnja air itoe dari tempat kebakaran j.t.? KETERANGAN. Akan menerangkan hal* j. t. politie mesti memboeat satoe gambar an tempat kebakaran itoe. Pada gambaran itoe dinjatakan dan ditoendjoekkan segala hal jang perloe boeat pengadilan, akan menimbang perkara itoe. 4. Apa perboeatan jang dilakoekan si pesakitan itoe barangkali kemoediannja menjebabkan matinja orang jang tadinja akan didatangi bahaja mati itoe? 5. Apa barang jang kebakaran itoe atau soeatoe dari barang* jang akan kena bahaja itoe poenjanja orang lain dari pada si pesakitan? KETERANGAN. Kaloe barang2 itoe semoea poenjanja si pesakitan dan lagi kaloe tidak ada bahaja mati boeat orang lain maka perboeatan itoe tidak djatoeh pasal 187 W. v. S. Kaloe orang jang kesal dan soesah hatinja karena sakit keras dengan niat mematikan dirinja sendiri membakar roemah jang . hanja ditinggali olëhnja dan djaoeh dari roemah2 lain maka dia tidak bolëh dihoekoem. 6 Apa roemah itoe ditaroehi verzekering? Dan berapa besarnja verzekering itoe? 7. Apa verzekering itoe lebih besar dari pada harganja roemah itoe? dan apa si pesakitan berniat meroegikan orang jang menaroehi verzekering soepaja mengoentoengkan dirinja atau orang lain ja-itoe sebab dia atau orang lain itoe kemoedian maoe meminta' wang verzekering? KETERANGAN. Berapapoen besarnja wang verzekering jang ditentoekan dalam soerat-polis semoea orang menoeroet Wet dalam oeroesan assurantie tidak bolëh minta' atau diminta' lebih dari harganja barang jang ditaroehi verzekering itoe. Si pesakitan atau medeplichtigen ja tidak dihoekoem. kaloe merika-itoe laki (bini)nja orang jang mendapat keroegian dalam perkara j.t. diatas II. Lihat katja 41 atas hal membakar ini olëh keloearga dan periparannja orang jang keroegian. Kaloe pertanjaan n°. 3 atau n°. 7 j. t. diatas ini tidak dapat dinjatakan pesakitan poen masih bolëh dihoekoem. Sebab III. sekalian orang dihoekoem jang sengadja dan tidak sah membinasakan (oepamanja: membakar roemah, memotong hasilan di ladang), mematikan binatang, meroesakkan (oepamanja: meroesak hoetan) atau memboeat apa* atas soeatoe barang sampai barang itoe tidak bolëh dipakai lagi, atau menghilangkan (oepamanja: meiepaskan boeroengdaranja orang lain) soeatoe barang jang antero atau separonja poenja orang lain. 87 N. B. Hier geen baldadigheid tegen goederen [art. 489 W. v. S.). doch willens en wetens iemand schade toebrengen. Is de waarde van het veroorzaakte nadeel niet meer dan ƒ25, dan staat de zaak ter kennisneming'van den Politie- of den Landrechter (Magistraat), tenzij het object is vee bl. 67) of eenig dier is gedood enz. middels voor leven of gezondheid . schadelijke stoffen (art. 407 W. v. S.) Straffeloos is de dader of medeplichtige, die de echtgenoot is van dengene, tegen wien het misdrijf is gepleegd (art. 411 id.) Zie verder voor het geval dat de dader bloed- of aanverwant is van den benadeelde bl. 41. IV. En eveneens strafbaar is hij, die zijn eigen onroerend goed in brand steekt zonder verlof van het Hoofd van Plaatselijk Bestuur of den door dezen aangewezen ambtenaar (art. 496 id.) Strafbaar is voorts bij, aan wiens schuld te wijten is: V. A. brand, indien hierdoor ontstaat a. gemeenschappelijk gevaar voor goederen, of b. levensgevaar voor een ander of c. iemands dood (art. 188 id.) B. vernieling, beschadiging of onbruikbaarmaking van spoorweg-, tramweg-, telegraaf- of telefoon werken, werken dienende tot waterkeering, -verdeeling of -loozing, électriciteit-, gas- of waterleidingen of riolen, mits ten algemeeneh nutte gebezigd (art. 409 id.) § 8. Omkooping. Strafbaar is A. I. hij die eene gift of belofte doet 1. aan een ambtenaar met het oogmerk om hem te bewegen in zijne bediening iets te doen of na te laten, wat hij weet in strijd te zijn met diens plicht (art. 209 1°. W.v.S.) N. B. Wie mede als ambtenaar worden beschouwd, zie hierover bl. 52. 87 KETERANGAN. Hal 2j.t. diatas ini ja-itoe boekan perboeatan jang dilakoekan orang dari sebab kenakalannja, akantetapi perboeatan jang dilakoekan dengan niat meroegikan orang. Kaloe harga keroegian itoe tidak lebih dari / 25 maka perkara itoe dipoetoes olêh Politie- atau Landrechter (Magistraat), asal barang2 itoe boekan vee (katja 67) atau pesakitan tidak mematikan binatang d. 1.1. dengan memakai barang jang bolëh mematikan atau membinasakan kesehatan. Si pesakitan atau medeplichtigen] a tidak dihoekoem, kaloe merika-itoe laki (bini) nja orang jang mendapat keroegian. Lihat katja 41 atas haï membinasakan d.1.1. olëh keloearga dan periparannja orang jang keroegian. IV. Dan djoega dihoekoem sekalian orang jang membakar barangnja sendiri jang boekan barang angkat2an tidak dengan idzinnja Kepala-negeri atau ambtenaar jang ditoendjoekkan olëhnja' Djoega dihoekoem sekalian orang jang olêh-sebab salahnja (schuld) ménjebabkan: V. A. kebakaran, kaloe kebakaran ini mendjadikan a. bahaja oemoem boeat barang2 atau b. bahaja mati boeat orang lain atau ■ c. matinja orang. B. kebinasaan-atau keroesakannja atau peroebahannja sampai tidak bisa dipakai lagi djalan sepoor, -tram, -telegraaf atau -telepon; perabot, pekakas atau lain2 boeatan boeat menahan, membagai atau mengeloearkan air; leidingnja listrik, -gas atau -air atau -kotoran, kaloe barang2 terseboet itoe akan goena orang banjak. § 8. Memberi dan menerima sorok (sorong, soeab, oesoer). Dihoekoem: A. I. sekalian orang jang memberi atau berdjandji 1. pada ambtenaar dengan bermaksoed memboedjoek soepaja dia dalam pekerdjaan pangkatnja-melakoekan atau mengalpakan soeatoe perboeatan jang diketahoeinja bahwa perboeatan itoe berlawanan dengan kewadjibannj a. KETERANGAN. Siapa disamakan dengan ambtenaar lihat katja 52. 88 2. aan een rechter of lid van een rechtscollege met het oogmerk om invloed uit te oefenen op de beslissing van een aan diens oordeel onderworpen zaak (door het onderzoek in eene bepaalde richting te leiden of op eene bepaalde wij- dan wel — als ze zijne stem uit te brengen) verzwarende 3. aan een Inlandschen Officier van Justitie, ^eij Jj| ^ een adviseur (art. 7 R.O.), een der raads- het oogmert lieden in het Regentschaps- of Districts- . om ^ r_ gerecht, een raadsman van den Magistraat, I oordeelinjr in een der Inlandsche hoofden bedoeld bij 'eene strafzaak Stb. 1867 n°. 10 art. 2 of ander persoon ^ verkriisen ingevolge wettelijk voorschrift als advi- /arj. 210 W seur of raadsman aangewezen tot het v S ) bijwonen van de terechtzitting, met het oogmerk om invloed uit te oefenen op diens uit te brengen gevoelen betreffende eene aan het oordeel van de rechtbank of van het gerecht onderworpen zaak N. B. De zaak, welke de rechter heeft te beslissen, behoeft niet juist een burgerlijk- of strafproces te wêzen. Ze kan ook zijn een verzoek aan den Landraad om machtiging te verleenen aan den voogd tot het vervreemden van onroerende goederen van een minderjarige (Stb. 1896 n°. 188), tot benoeming van een curator (art. 225 LR.) enz. Of de gift of belofte is aangenomen, doet niet ter zake. De gift of het beloofde behoeft niet juist te bestaan in geld of goed. Het kan ook zijn eene vrouw voor den bijslaap, de praestatie van diensten, enz. Ze behoeft niet Vergezeld te wezen van een uitdrukkelijk verzoek. Het is voldoende als uit omstandigheden, welke de gift voorafgaan, haar vergezellen of volgen, het voor een ander duidelijk is, welke de strekking van de gift is. Als Inlandsch Officier van Justitie valt o. i. niet aan te merken de Fiscaal-Griffier bij het Landgerecht (art. 116 octies R. O.) Evenmin als „raadsman" of „adviseur", omdat hij dient van „requisitoir" (art. 34 L. G. R.) II. 1. de ambtenaar of andere persoon hierboven sub 1 t/m 3 vermeld, die de gift of belofte aanneemt, wetende dat ze hem wordt gedaan met het oogmerk als hierboven uiteengezet (artt. 419 1°. en 420 W.v.S.) 2. de ambtenaar, die eene gift of belofte aanneemt, wetende dat ze hem wordt gedaan teneinde hem te bewegen om zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen in zijne bediening iets te doen of na te laten. (art. 418 id.) B.I. hij die een gift doet aan een ambtenaar, tengevolge of naar aanleiding van hetgeen hij weet dat II. de ambtenaar, die de gift aanneemt wetende dat zij hem wordt gedaan tengevolge of naar aanleiding van hetgeen door den ambtenaar in strijd met zijn plicht in zijne bediening is gedaan of nagelaten, (artt. 209 2°. en 419 2°. id.) 88 atau dengan hal penibel atan, ja-itoe bermaksoedsoepaja hakim itoe menghoekoem si pesakitan. 2. pada hakim atau lid pengadilan dengan bermaksoed hendak mempergoenakan koewasanja atas poetoesannja dalam perkara jang mesti dipoetoes olëhnja (oepamanja: kaloe perkara itoe diperiksa olëhnja boekan menoeroet semestinja atau kaloe hakim atau lid itoe mehimbang perkara itoe menoeroet apa jang diminta'kan) 3. pada (Hoofd) djaksa dan adjunctnja, adviseur (pasal 7 R. O.), penolong bitjara dari Raad Keboepaten atau Raad-District, penolong bitjaranja Magistraat, penolong bitjara terseboet dalam Stb. 1867 n°. 10 pasal 2 atau penolong bitjaranja hakim lain jang ditoendjoekkan olëh Wet, dengan bermaksoed mengoewasani atas timbangannja dalam hal perkara jang mesti dipoetoes olëh pengadilan itoe KETERANGAN. Perkara jang mesti dipoetoes olêh hakim teroesah perkara da'wa (civiel atau crimineel).. Hal ini bolêh djoega perminta'ari pada Landraad soepaja wali dikoewasakan mendjoeal d. 1.1. barang jang boekan barang angkat2an poenjanja orang jang beloem sampai'oemoer atau soepaja mengangkat orang mendjadi curator d. 1.1. Tidak perdoeli apa pemberian atau perdjandjian itoe diterimanja. Pemberian itoe teroesah wang atau barang ja-itoe bolêh djoega memberi perampoean akan dipakainja, berboeat. djasa kepada hakim d. 1.1. itoe. Dan djoega pemberian itoe teroesah diiringi dengan perminta'an jang njata. Hal itoe tjoekoep. kaloe dari hal-ahoealnja pemberian itoe orang lain bolëh mengetahoei apa maksoednja pemberian itoe. Memberi sorok pada Fiscaal-Griffier Landgerecht roepan ja tidak bolëh dihoekoem menoeroet hatoeran j.t. diatas diangka 3. II. 1. sekalian ambtenaar atau orang2 terseboet diatas di angka 1 s.s. 3 jang memerima pemberian atau perdjandjian itoe dengan mengetahoei bahwa perboeatan itoe dilakoekannja dengan maksoed jang diterangkan diatas. 2. sekalian ambtenaar jang menerima pemberian atau perdjandjian dengan mengetahoei bahwa perboeatan itoe dilakoekan olëh jang memberi atau jang berdjandji dengan niat memboedjoek dia soepaja melakoekan atau mengalpakan soeatoe perboeatan dalam pekerdjaannja perboeatan mana tidak berlawanan dengan kewadjibannja. B. I. sekalian orang jang memberi pada ambtenaar sebab dia mengetahoei bahwa II. sekalian ambtenaar jang menerima pemberian dengan mengetahoei bahwa orang lain memberi sebab ambtenaar itoe dalam pekerdjaan] a soedah melakoekan atau mengalpakan soeatoe perboeatan jang berlawanan dengan kewadjibannja. 89 N. B. In het laatste geval moet degene, die de gift aannam, op dat tijdstip dus nog ambtenaar wezen. hij die bij gelegenheid van eene verkiezing, gehouden krachtens algemeene verordening (zooals die van dorpshoofd op Java en Madoera: art. 71 R. R.), door gift of belofte I. een kiesgerechtigde beweegt en deze dus aan hem zijn woord geeft II. als kiesgerechtigde zich laat bewegen om zijn kiesrecht hetzij niet, hetzij op bepaalde wijze uit te oefenen (art. 149 W. v. S.). § 9. Knevelarij. Strafbaar is: niet verschuldigd te zijn (art. 425 1 °. eri 2°. W. v. S.). I. de ambtenaar, die in de uitoefening zijner bediening vordert, ontvangt of aanneemt a. als verschuldigd aan hem, aan een ander ( welke hij weet ambtenaar of aan eene openbare kas gelden of andere roerende goederen, b. als verschuldigd aan onverschillig wien persoonlijke diensten of leveringen, 1. Is de dader ambtenaar? N. B. Wie onder ambtenaar (= Landsdienaar) mede begre. pen zijn, zie blz. 52. 4 XU.M >"j Een authentiek afschrift van het benoemingsbesluit worde J zoo mogelijk bij de stukken gevoegd. 2. Heeft hij door misbruik van het gezag, aan zijn ambt verbonden, iemand gedwongen a. om eenig goed af te geven, door het al of niet te vorderen, b. om eene betaling te doen, c. om met eene terughouding bij eene uitbetaUng genoegen te nemen, d. om persoonlijke diensten te verrichten, b.v. sawahs bewerken, water halen, het erf aanvegen, verzorgen van paarden en dglke, e. om zonder vergoeding van vervoerkosten leveringen te doen, b.v. van bouwmaterialen, gras, padi, vruchten, e. dglke. ? 89 KETERANGAN. Dalam bab II orang jang menerima pem-' berian itoe mesti masih djadi ambtenaar pada waktoe itoe. C. sekalian orang jang pada pilihan (verkiezing) jang diadakan menoeroet algemeene verordening (oepamanja: pilihan' kepala-dësa di tanah Djawa dan Madoera) dengan pemberian atau perdjandjian:- L memboedjoek orang j ang berhak memilih sampai orang ini berdjandji padanja II. dapat diboedjoek, asal orang ini berhak memilih akan memilih menoeroet apa jang soedah diminta'kan atau tidak sekali toeroet meniilih. § 9. Penganiajaan (Ngadjepit). Dihoekoem: I. sekalian ambtenaar jang dalam melakoekan pekerdjaannja meminta' atau menerima wang mana d. 1.1. dia tahoe bahwa sebetoelnja tidak mesti dibajar, dilakoekan. a. wang atau barang angkat2an jang disepertikan mesti dibajar padanja, pada ambtenaar lain atau pada kas-negeri b. pertolongan dengan bekerdja atau pemberian jang disepertikan mesti dilakoekan boeat orang siapa poen, 1. Apa si pesakitan ambtenaar ? KETERANGAN. Siapa terhitoeng ambtenaar lihat katja 52. Salinan authentiek dari beslui t-angkatarmj a si pesakitan haroeslah disertakan dengan .soerat2 peperiksaan. 2. Apa si pesakitan dengan menakoetkan kekoeasaan pangkatnja soedah memaksa orang soepaja a. memberi soeatoe barang padanja dengan diminta'nja atau tidak, b. memberi pembajaran padanja, c. terima bahwa si pesakitan menahan separonja dari pembajaran jang mesti diterimakan • pada orang itoe, d. menolong padanja dengan pekerdjaan, oepamanja: menanami sawah, mengambil air, menjapoei pekarangan, mengoeroesi koeda d. 1.1., e. membawa' barang2 dengan tidak mengganti ongkos2 nja, oepamanja : pekajoe-roemah (tiang, papan, atap), roempoet, padi, boeah2an d. 1.1. ? 90 N. B. Ook zonder het voorafgaan van een bevel of verzoek is het „ontvangen" reeds strafbaar, zoodat eene verdediging v als zou vrijwillig zijn gegeven hetgeen door den dader ontvangen is of wel als zou het betalen van het geld op eene oude gewoonte — hoe slecht die dan ook is — berusten, den verdachte niet kan baten. 3. Was het eene ambtsverrichting van den dader, in verband waarmede deze vorderde of ontving? N. B. Dikwijls is door den rechter uitgemaakt, dat het ontvangen van geld voor de afgifte van een kosteloos te verstrekken biljet ten bewijze van den eigendomsovergang van een stuk vee (soerat ütimongso) door een districtsschrijver, wiens bevoegdheid tot afgifte van zulke bewijzen steunt niet op eene wettelijke bepaling (gewestelijke keur) maar op eigendunkelijke machtsoverdracht van het Districtshoofd, niet strafbaar is, omdat de bevoegdheid tot afgifte niet behoort tot de functiën van een schrijver. 4. Heeft hij bij het vorderen of ontvangen het doen voorkomen of het ontvangene werkelijk verschuldigd was als belasting, belooning, rente (b.v. gevorderd boven het tarief door een beambte van een Gouvernementspandhuis) enz. hetzij aan hem zeiven hetzij aan een anderen ambtenaar hetzij aan eene openbare kas? of — bij het vorderen of aannemen van persoonlijke diensten of leveranties — aan andere personen (particulieren) ? N. B. In de woorden „als verschuldigd" ligt het kenmerkend verschil tusschen knevelarij en omkooping besloten. Is dit punt niet te bewijzen, dan is de ambtenaar, die immers het hem toevertrouwde ambt heeft misbruikt, strafbaar ingevolge art. 421; of, zoo hij heeft gehandeld met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordeelen, ingevolge art. 423 W. v. S. 5 Wist hij, toen hij vorderde of ontving, dat hetgeen gevorderd of ontvangen werd, niet verschuldigd was? de ambtenaar, die in de uitoefening zijner bediening ten nadeele van den rechthebbende doch ten behoeve van onverschiUig wien beschikt over tot het L-andsdomein behoorende gronden waarop Inlandsche gebruiksrechten worden uitgeoefend als ware hij overeenkomstig de regelingen van wet of adat daartoe gerechtigd, alhoewel hij weet daardoor in strijd hiermede te handelen (art. 425 3°. W. v. S.) 90 KETERANGAN. Kaloe si pesakitan soedah menerima, biar poen dia tidak memberi perintah atau meminta', maka si pesakitan dihoekoem, Djadinja. kaloe si pesakitan mendjawab bahwa wang atau barang itoe diterimanja sebab orang kasihkan dengan soeka hati kepadanja, atau kaloe dia mendjawab bahwa wang atau barang itoe dikasihkan kepadanja menoeroet kebiasaan koeno, maka dia dihoekoem djoega. 3. Apa si pesakitan meminta' atau menerima olëh-sebab dia mendjalankan pekerdjaan jang terhitoeng dalam kewadjiban pangkatnja? KETERANGAN. Menoeroet Wet tjoema Wedana atau Ass.Wedana sadja jang dikoeasakan akan memberi soerat-ketera■ ngan hal djoeal-beu teranak (soerat titimongso atau soerat pel) dan ten toekan poela bahwa pemberian soerat-keterangan itoe tidak dengan bajaran apa2. Kaloe djoeroetoelis Wedana atau djoeroetoehs Assistent-Wedana ' disoeroeh olêh kepalanja akan memberi soerat2 jang demikian dan djoeroetoelis itoe meminta' bajaran dan menerima bajaran dari si pendjoeal atau si pembeli teranak itoe, maka soedah dipoetoes olêh hakim bahwa si djoeroetoelis itoe tidak bolêh dihoekoem sebab njata bahwa pemberian soerat-keterangan j. t. boekannja pekerdjaan jang terhitoeng dalam kewadjiban pangkat djoeroetoelis j. t. 4. Apa waktoe si pesakitan meminta' atau menerima wang d. 1.1. itoe dia mendjalankan daja-oepaja akan menjatakan seperti wang d.1.1. itoe mëmangnja padjeg, oepah, boenga wang (oepamanja: diminta' olëh pegawai roemah-gadai lebih banjak dari pada' jang ditentoekan didalam tarip) d.1.1. jang mesti dibajar padanja atau pada ambtenaar lain atau pada kas-negeri? atau djoega pada orang lain (partikelir) djika jang dimmta'atau diterima itoe pertolongan pekerdjaan atau pemberian lain2 ? _ KETERANGAN. Dari perkataan „disepertikan mesti dibajar" kita bolêh lihat bêdanja perkara knevelarij dan perkara omkooping. _ Kaloe hal ini (ja-itoe meminta' d. 1.1. wang d. 1. L dengan disepertikan mesti dibajar) tidak dapat dinjatakan maka ambtenaar jang mëmang melakoekan djahat dengan pangkatnja itoe dihoekoem menoeroet pasal 421 W.v.S. atau menoeroet pasal 423, djika dia melakoekan perboeatan itoe dengan niat mengoentoengkan tidak sah pada dirinja atau orang lain. 5. Apa si pesakitan waktoe dia meminta' atau menerima wang d. 1. 1. itoe tahoe bahwa itoe sebetoelnja tidak oesah dibajar ? II. Sekalian ambtenaar jang dalam mendjalankan kewadjiban pangkatnja mengambil, memakai, memëgang atau melakoekan perboeatan lain2 atas tanah Goepernemën jang ada haknja anak-negeri, perboeatan2 mana meroegikan pada orang jang berhak atas tanah itoe akan-tetapi mengoentoengkan pada si pesakitan atau orang lain dan si pesakitan melakoekan perboeatan itoe seperti dia berkoeasa menoeroet wet atau 'adat, meskipoen dia tahoe bahwa perboeatannja berlawanan dengan wet atau 'adat itoe. 91 § io. Meineed. Strafbaar is: bij die onder eede opzettelijk eene verklaring in strijd met de waarheid aflegt of doet afleggen in eenig geval, waarin door de wet eene verklaring onder eede wordt gevorderd of daaraan rechtsgevolgen worden verbonden (art. 242 W. v. S.) 1. Heeft de dader eene verklaring afgelegd of doen afleggen in strijd mèt de waarheid? N. B. De afgelegde verklaring zal bij valsch getuigenis in strafzaken moeten blijken uit het procesverbaal bedoeld in art. 274 al. 3 I. R., en anders uit een extract procesverbaal van verhoor. Het feit worde niet vervolgd, wanneer vóór de sluiting van het verhoor de verklaring door hem is ingetrokken, daar de voltooiing van het misdrijf door vrijwillig terugtreden is voorkomen. 2. Is die verklaring afgelegd nadat of ook wel vóórdat (b.v. procesverbaal van een openbaar ambtenaar in eene strafzaak met eede bevestigd als bedoeld in art. 295 I. R.) bij, die verklaard heeft, was beëedigd op de wijze zijner godsdienstige gezindheid ? N. B. Bij valsch getuigenis voor den rechter afgelegd zal moeten blijkgn, dat hij gezworen heeft ,,de geheele waarheid en niets dan de waarheicF' te zullen zeggen. Men leide hieruit evenwel niet af, dat ook ter zake van het opzettelijk verzwijgen van een gedeelte zijner wetenschap door een getuige eene strafvervolging wegens meineed tegen hem zoude kunnen worden ingesteld. Ingeval de valsche verklaring voorkomt in de in art. 295 I. R. bedoelde ambtseedige processen-verbaal, schriftelijke verklaringen en relazen, zal bij de stukken van het voorloopig onderzoek ook moeten worden overgelegd het procesverbaal van beëediging van den betrokken ambtenaar. 91 § 10. Soempah palsoe. Dihoekoem : sekalian orang jang sengadja memberi atau menjoeroeh beri keterangan jang tidak benar atas soempah, asal menoeroet Wet keterangan itoe mëmang perloe mesti diberikan atas soempah, atau kaloe Wet soedah menentoekan apa kedjadiannja seandainja keterangan itoe diberikan atas soempah, biar poen menoeroet Wet soempah itoe sebetoelnja tidak perloe. 1'. Apa si pesakitan memberi keterangan jang tidak benar atau menjoeroeh wakilnja memberi keterangan jang tidak benar ? KETERANGAN. Kaloe keterangan itoe diberi olëh si saksi dihadapan hakim atau pengadilan dalam perkara crimineel, maka keterangan itoe bolëh ditentoekan olëh soerat procesverbaal jang terseboet dipasal 274 I.R., dan kaloe tidak ada procesverbaal jang demikian, maka keterangan itoe tjoema bolëh ditentoekan olëh petikan (extract) proces-verbaal peperiksaan' perkara crimineel j. t. sadja. Akan-tetapi kaloe sebeloemnja peperiksaan saksi* j. t. dihabiskan olëh hakim, saksi itoe mentjaboet keterangan jang tidak benar itoe dan kemoedian dia memberi keterangan jang benar, maka saksi j. t. haroeslah tidak dibikin-perkara soempah palsoe, sebab olëh-karena saksi itoe menarik hatoerannja jang tidak benar itoe dengan maoenja sendiri perkara itoe tidak mendjadi habis dilakoekan. 2. Apa keterangan itoe diberikan, sesoedahnja pesakitan bersoempah menoeroet agamanja? Atau, apa keterangan itoe diberikan sebeloemnja si pesakitan bersoempah seperti jang terseboet (oepamanja: soerat proces-verbaal jang terboeat olëh prijaji dalam perkara crimineel jang terseboet dipasal 295 I. R., jaïtoe procesverbaal jang mesti disahkan dengan soempah dihadapan hakim) ? KETERANGAN. Kaloe keterangan jang tidak benar itoe diberi olëh si saksi dihadapan hakim, maka perloe sekali dinjatakan, bahwa saksi itoe soedah bersoempah akan memberi keterangan „jang sebetoelnja benar, tidak akan ditambahi atau dikoerangi". Akan-tetapi si saksi tidak bolëh dibikin-perkara soempah palsoe olëh-karena diadengan sengadja menjemboenikan pengetahoeannja jang tidak ditanjakan olëh hakim dengan terang. Kaloe keterangan jang tidak benar itoe ada dalam proces-verbaal atau dalam soerat verklaring atau dalam soerat relaas, jang diboeat olëh prijaji2 dengan mengingat soempahnja ketika dia menerima djabatannja (lihat pasal 295 I. R.) maka perloe sekali dilririm proces-verbaal soempahan prijaji itoe bersama-sama soerat 2 peperiksaan „Voorloopig Onderzoek." 13 92 3. Heeft de dader de valsche verklaring persoonlijk afgelegd of door zijn speciaal daartoe gemachtigde' doen afleggen (suppletoire en decisoire eed in civiele zaken?) N. B. Hij die alzoo valsch laat zweren, wordt dan gestraft als had hij zelf valsch gezworen. De machtiging moet alsdan geschieden bij notarieele akte. 4. Heeft hij dat mondeling of schriftelijk (b.v. ambtseedig procesverbaal) gedaan ? N. B. Voor de strafbaarheid is het onverschillig, o de meineed mondeling of schriftelijk gepleegd werd. 5. Vorderde de wet, dat de verklaring onder eede moest worden afgelegd (b.v. verklaring van een getuige voor den Landraad in straf- en civiele zaken- voor het Landgerecht en desgeëischt voor den Politierechter en voor den Districtsen den Regentschapsrechter, ook in burgerlijke zaken) of verbond zij aan de onder eede afgelegde verklaring rechtsgevolgen (b.v. eed in het voorloopig onderzoek voor den Wedana of Assistent-Wedana of Djaksa afgelegd, suppletoire of decisoire eed in civiele zaken voor den Landraad)? N. B. Dit rechtsgevolg, voorzooverre door de wet verbonden aan den eed in burgerlijke zaken, door eene der partijen afgelegd, treedt in zoodra de eed is afgelegd, . zoodat niet ter zake doet, wat eventueel de rechter m hooger beroep moge beslissen aangaande het vonnis des eersten rechters, waarbij het uitzweren van den eed is bevolen. Het doet niet ter zake of het valsch getuigenis van invloed is geweest of heeft kunnen zijn op 's rechters beslissing. Strafverzwaring heeft plaats, wanneer door de in eene strafzaak onder eede afgelegde verklaring nadeel kan zijn berokkend aan den beklaagde. Daarom moet in zoodanig valschheidsproces bij de stukken worden gevoegd een volledig afschrift van het procesverbaal van onderzoek ter openbare terechtzitting. 6. Heeft de dader opzettelijk valsch verklaard of doen verklaren ? N. B. Veelal bekent de beklaagde den meineed te hebben gepleegd behoudens het element van het opzet, en verschuilt zich er achter, dat hij als getuige een valschen eed afleggende verward was. Dit valt evenwel meestal gemakkelijk te ontzenuwen, gelet op beklaagde's weldoordachte antwoorden als getuige gegeven. 92 3. Apa keterangan jang tidak benar itoe diberi olêh sipesakitan sendiri atau diberi olëh orang lain jang mëmang disoeroehnja dengan soerat-koeasa akan memberi keterangan itoe? oepamanja perkara suppletoire eed (soempah tambahan keterangan dalam perkara civiel jang diminta' olëh hakim) dan decisoire eed (soempah akan menghabiskan perkara civiel). KETERANGAN. Orang jang menjoeroeh bersoempah palsoe itoe dihoekoem djoega. Soerat koeasa jang terseboet mesti diboeat olêh Notaris. 4. Apa keterangan j. t. diberi dengan moeloet atau dengan toelisan (soerat)? oepamanja: proces-verbaal jang terboeat dengan mengingatkan soempah pangkat d. 1.1. ? KETERANGAN. Soempah palsoe dihoekoem, tidak perdoeli apa si pesakitan bersoempah dengan moeloet atau dengan soerat. 5. Apa menoeroet Wet keterangan itoe mëmang perloe mesti diberi atas soempah (oepamanja: sekalian keterangan saksi dihadapan Landraad, biar dalam perkara crimineel atau dalam perkara civiel, dan dihadapan Landgerecht mesti diberi atas soempah, tetapi dalam perkara politierol tjoema perloe soempah jang demikian itoe kaloe Politierechter menjoeroeh si saksi bersoempah, akan-tetapi saksi itoe dihoekoem djoega, kaloe dia bersoempah palsoe dimoeka Politierechter, dan begitoe djoega kaloesaksi bersoempah palsoe dimoeka Districtsgerecht dan dimoeka Regentschapsgerecht dalam perkara civiel dan perkara crimineel) atau: apa Wet soedah menentoekan apa kedjadiannja, kaloe keterangan itoe diberikan atas soempah (oepamanja: soempah dalam voorloopig onderzoek dimoeka Wedana atau Assistent-Wedana atau Djaksa^ suppletoire atau decisoire eed dalam perkara civiel dihadapan Landraad)? KETERANGAN. Kedjadiannja menoeroet Wet, kaloe salah satoenja lawan dalam perkara civiel memberikan keterangan atas soempah, bermoela seketika soempah itoe dilakoekannja. Dari sebab itoe tidak perdoeli apa kepoetoesan hakim jang menjoeroeh soempah itoe dibelakang hari barangkali dioebah olëh hakim jang lebih tinggi. Kaloe ada perkara kesaksian palsoe, maka tidak perdoeli, apa keterangan jang tidak benar itoe soedah menjebabkan atau bolëh menjebabkan maka hakim menghoekoem. Kaloe dalam perkara crimineel si saksi memberi keterangan jang tidak benar, sehingga keterangannja itoe bolëh memberaikan si pesakitan, maka toeroenan (boekan petikan) procesverbaal peperiksaan hakim dalam perkara pesakitan mesti dihatoer. 6. Apa pesakitan sengadja menberiketerangan j ang tidak benar, atau apa dia sengadja menjoeroeh memberi keterangan jang demikian ? KETERANGAN. Atjap kali si pesakitan mengakoe, bahwa keterangan jang diberikannja itoe betoel tiak benar, akantetapi tidak dengan sengadja: tjoema sebab „bingoeng" atau „goegoep". Sering kali gampang dapat d&etahoeï bahwa perkataan itoe bohong sebab apa jang diterangkan dihadapan, hakim itoe, boekannja keterangan orang jang mëmang bingoeng atau goegoep. 93 § li- MisdrijVen en overtredingen ten aanzien van muntspeciën en bankbiljetten. Strafbaar is: I. bij die muntspeciën in of buiten Ned.-Indië wettig gangbaar dan wel biljetten van de Javasche Bank of vreemde bankbiljetten namaakt of vervalscht, met het oogmerk ze uit te geven of te doen uitgeven • als waren ze echt en onvervalscht (art. 244 j°. 248 en artt. 264 5°. en 265 W. v. S.) II. hij die muntspeciën als evenbedoeld in waarde vermindert met het oogmerk ze aldus in waarde verminderd uit te geven of te doen uitgeven (art. 246 id.) N. B. Over de toepasselijkheid der Ned.-Indische strafwet op deze strafbare feiten, wanneer ze in het buitenland zijn gepleegd, zie bl. 6. Voor de verjaring van eene vervolging ter zake van valsche munt en valschheid in bankbiljetten (d. i. valschheid in geschrifte), zie bl. 45. 1. Heeft verdachte een muntstuk of bankbiljet nagemaakt of vervalscht of heeft hij een muntstuk uit- of inwendig geschonden ? Waarin verschilt dat muntstuk of bankbiljet dan van een echt? N. B. De omschrijving van de in Ned.-Jhdië gangbare munten, waaronder ook het minimum en maximum gewicht, het minimum en maximum gehalte en de middellijnen, vindt men in Stb. 1912 n°\ 610 en 611. Het blijft evenwel in -vele gevallen moeilijk valsche van echte munten' te onderscheiden. Zoo zijn er bij lagen zUverprijs somwijlen geslagen rijksdaalders in omloop met volle zilvergewicht, welke nagemaakt en dus valsch zijn. , Het constateer en van de valschheid van muntstukken kan geschieden: a. wanneer het plegen van valschheid vaststaat, omdat de verdachte op heeterdaad betrapt is op het aanmaken van munt of de valschheid zeer in 't oog loopend is, door eigen waarneming van de politie, bij ambtseedig procesverbaal te constateeren met de motieven, waarop het oordeel is gebaseerd; b. wanneer de minste twijfel aan de valschheid rijst, door het onderzoek van scheikundigen of desnoods van goudsmeden naar de metaalsoort en het goud- of zilvergehalte; 93 § «S Misdrijf2 dan overtreding2 hal wang-logam dan wang-kertas. Dihoekoem: I. sekalian orang jang meniroe atau memalsoekan wanglogam jang menoeroet Wet lakoe didalam atau diloear tanah-Hindia atau wang-kertas dari Javasche Bank atau dari tanah-asing, dengan bermaksoed maoe membelandjakan sendiri atau soepaja wang itoe dibelandjakan olëh orang lain seperti wang toelën. II. sekalian orang jang mengoerangkan harganja (meroesakkan) wangr-logam jang terseboet diangka I, dengan bermaksoed maoe membelandjakan sendiri atau soepaja wang jang koerang harganja itoe dibelandjakan olëh orang lain. KETERANGAN. Adapoen hal lakoenja Strafwet tanahHindia atas perkara2 j. t. ini, djika dilakoekan diloear tanahHindia lihatTah katja 6. Hal goegoernja hak membikin-perkara wang palsoe dan wang-kertas palsoe (ja-itoe perkara soerat palsoe), lihat katja 45. 1. Apa si pesakitan meniroe atau memalsoekan wang-logam atau wang-kertas? Atau apa dia meroesakkan wang-logam? Kaloe begitoe, apa bëdanja wang-kertas itoe daripada toelênnja? KETERANGAN. Dalam Stb. 1912 n°. 610 dan n°. 611 ada terseboet keadaannja wang-logam jang lakoe di tanah-Hindia ja-itoe timbangannja, isinja mas, pêrak atau tembaga, lêbarnja d. t 1. Akan-tetapi seringkali soesah akan mengetahoei wang toelën dari wang palsoe. Oepamanja soedah kedjadian ketika harga pêrak moerah bahwa ada wang ringgit tjëtakan dibelandjakan jang ditiroe meskipoen timbangan pêrak ringgit itoe sama dengan timbangan ringgit toelën. Keterangan bahwa wang-logam jang ditangkap olëh politie itoe mëmang palsoe, bolëh diberikan begini: a. Kaloe palsoenja wang njata, sebab si pesakitan ketangkap selagi memboeat wang itoe, atau sebab terang sekali menoeroet pendapatannja politie sendiri, maka keterangan itoeicfy njatakan dalam proces-verbaal jang diboeat atas soempahpangkat dan proces-verbaal itoe di-rringi olêh sekalian sebab jang menjatakan bahwa wang itoe mëmang palsoe. b. Kaloe tidak bisa ditentoekan politie apa wang itoe palsoe atau tidak, politie mesti menjoeroeh periksa wang j. t. olëh deskundige (liat katja 34) atau olëh toekang-mas soepaja diterangkan logam apa, jang dipakai akan memboeat wang itoe; apa mas atau pêrak toelën atau boekan, atau tjampoeran, dan kaloe tjampoer an berapa isinja satoe satoenja logam. i 94 c. wanneer een nader onderzoek noodig is naar afwijkingen in de tnsschenruimten van de woorden in het randschrift of naar de ken teekenen, dat het muntstuk gegoten in plaats van geslagen is of naar geheime kenmerken van de echte munt, door een agentschap van de Javasche Bank of liever nog door den Directeur van Financiën, zijnde de Ontvangers van 's Lands Klas in deze geen betrouwbare deskundigen. Verdachte bankbiljetten zal men naar de Javasche Bank moeten opzenden, die kan constateer en of een bankbiljet met letter en nommer van het nagemaakte wel in omloop is of de kwaliteit van het papier, het watermerk, de handteekeningen enz. wel overeenkomen met die van echte biljetten. Andermaal worde er hier aan herinnerd, dat dadelijk bij de inbeslagname het muntstuk of bankbiljet na verpakking worde verzegeld, omdat hier alles aan de identiteit van het in beslag genomene gelegen is. Is de namaak van het muntstuk of bankbiljet zóó in 't oog loopend, dat men als bij eersten oogopslag moet zien, dat het valsch is, dan is een beklaagde niet strafbaar ter zake van valsche munt of valschheid in geschrifte. Naar wordt medegedeeld, kan men van tin vervaardigde muntstukken het uiterlijk van gloednieuw zilvergeld geven, door ze in den mond te nemen en met sirihspeeksel te bevochtigen; daar die glans al gauw weer verdwijnt, doet men ze even vóór de uitgifte die bewerking ondergaan. Dit is evenwel geen vervalschmg, maar oplichting. 2. Was dat geldstuk in Ned.-Indië, in Nederland of in een ander rijk in de muntwet als ganbaar erkend? en was dat bankbiljet door de Javasche of Nederlandsche Bank of eene in het buitenland krachtens de wet opgerichte circulatiebank uitgegeven ? N. B. Wettig gangbare munten in Ned.-Indië zijn: gouden tienguldenstukken, rijksdaalders, guldens, centen enz., alsook gouden ducaten, alhoewel deze de hoedanigheid van wettig betaalmiddel missen (negotiepenningen). Duiten zijn niet wettig gangbaar meer. De bedreigde straf is minder zwaar voor munt in een ander rijk gangbaar, alsmede voor biljetten eener. in het buitenland geautoriseerde circulatiebank. 3. Heeft verdachte het muntstuk of het bankbiljet nagemaakt of vervalscht met het doel het als echt uit te geven of te doen uitgeven? en wilde hij de geschonden munt aldus in waarde verminderd uitgeven of doen uitgeven ? N. B. Het namaken voor amusement is dus straffeloos. III. Hij die muntspeciën in of buiten Ned.-Indië wettig gangbaar, welke nagemaakt, vervalscht of geschonden zijn, dan wel bankbiljetten als worden uitgegeven door de Javasche Bank, welke nagemaakt, of vervalscht zijn, ontvangen hebbende, deze in voorraad heeft of binnen Ned.-Indië invoert met het oogmerk ze als echt, onvervalscht en ongeschonden uit te geven of te doen uitgeven, zoo hij 94 c. Kaloe perkte sekali diperiksa: apa toelisan jang dipinggirnja wang itoe berbêda dengan toelisannja wang toelën; atau apa ada tanda2 jang menjatakan bahwa wang itoe mëmang ditjëtak (tidak ditindes); atau apa tanda* rahasia wang toelën terdapat atau tidak, maka peperiksaan jang demikian perloe diserahkan pada salah sa toen ja Agent Javasche Bank atau pada Directeur van Financiën, sebab hal perkara j. t. toewan2 Algemeene Ontvanger koerang pandai. Kaloe perkara wang-kertas maka politie mengirim wangkertas itoe kepada Javasche Bank. Bank ini bolëh memeriksa, apa wang-kertas memakai letter atau nommer seperti jang dikirim itoe sebetoelnja ada atau tidak, atau apa kertasnja, tanda-tangannja, gambarnja d. 1.1. seroepa dengan wang-kertas toelën. Dïngatkan sekali lagi, bahwa , wang-logam atau wang-kertas jang .disangka palsoe, mesti dizëgël dengan segera, sebab dalam perkara ini perloe sekali akan dinjatakan, apa wang-boekti sebenarnja wang jang soedah ditangkap itoe. Kaloe pada roepa wang-logam atau wang-kertas itoe njata sekali kelihatan bahwa wang itoe wang tiroean atau wang palsoe, maka pesakitan tidak dihoekoem perkara wang palsoe. Menoeroet tjeritanja orang2 wang palsoe jang diboeat dari timah poetih bolêh dibikin gilap seperti wang toelën jang baroe, kaloe wang itoe dimasoekkan dalam moeloet dan dibikin basah dengan doebang; tetapi dari sebab güapnja itoe tjoema sebentar sadja maka perboeatan itoe baroe dilakoekan waktoenja wang itoe maoe dibajarkan. Akan-tetapi perboeatan ini boekan memalsoekan wang, ja-itoe perkara penipoean. 2. Kaloe wang jang palsoe itoe wang-logam: apa wang itoe menoeroet Wet lakoe di-tanah-Hindia atau di-tanahBelanda atau ditanah-'-asing ? Dan kaloe wang-kertas: apa wang itoe boeatan Javasche Bank, Nederlandsche Bank atau Bank jang dianggap olëh Goepernemën di tanah-asing? KETERANGAN. Wang-logam jang lakoe di-tanah-Hindia menoeroet Wet, jaitoe wang-mas Belanda (gouden tientje), ringgit, roepiah, wang-sën d. 1.1. dan lagi wang mas doekat. Doeit boekan wang jang lakoe menoeroet Wet. Hoekoeman koerang berat, kaloe perkara itoe perkara wang jang lakoe diloear tanah-Hindia atau perkara, wang-kertas dan Bank jang dianggap olëh Goepernemën di tanah-asing. 3. Apa pesakitan melakoekan perboeatan itoe dengan maksoed maoe membelandjakan atau menjoeroeh beland]akan wang palsoe itoe seperti wang toelën? dan apa dia maoe membelandjakan atau menjoeroeh belandjakan wang-logam, jang diroesakkan, sebagaimana adanja? KETERANGAN. Meniroe wang boeat main2 sadja tidak dihoekoem. III. sekalian orang jang menerima wang-logam menoeroet Wet lakoe didalam atau diloear tanah-Hindia, wang mana ditiroe, dipalsoekan atau diroesakkan; atau menerima wangkertas seroepa dikeloearkan Javasche Bank, wang mana ditiroe atau dipalsoekan, dan wang itoe ketempatan atau dimasoekkan di tanah-Hindia dengan bermaksoed 95 b ij de ontvangst geweten heeft, dat ze nagemaakt, vervalscht of geschonden waren (artt. 245, 247, 248, 272 W. v. S.). IV. hij die opzettelijk muntspeciën in of buiten Ned.-Indië wettig gangbaar, welke nagemaakt, vervalscht of geschonden zijn, voor echt, onvervalscht en ongeschonden, dan wei. biljetten van de Javasche Bank of vreemde bankbiljetten, welke nagemaakt of vervalscht zijn, voor echt en onvervalscht uitgeeft, hoewel de valschheid, vervalsching of schennis hem bekend was (artt. 245, 247, 248, 249, 264 al. 2 en 265 al. 2 id.). N. B. De politie geve nauwkeurig aan, uit welke omstandigheden zoude moeten volgen, dat de uitgever vóór of althanstijdens de 'uitgifte wist, dat ze valsch, vervalscht of geschonden waren. Ten aanzien van muntspeciën is de straf zwaarder wanneer bewezen wordt, dat hij hij de ontvangst daarvan geweten heeft, dat ze nagemaakt, vervalscht of geschonden waren, omdat hij dan in den regel voordeel heeft beoogd voor zich of een ander, terwijl üegene, die pas later die wetenschap heeft erlangd, ze uitgeeft tot herstel van hem berokkend nadeel. De ontvangst door den uitgever moet dus vaststaan. En daarom is de falsaris, die zelf het valsche geld uitgeeft, niet strafbaar wegens uitgifte. Ten aanzien van bankbiljetten is eene lichte straf bedreigd tegen den uitgever van biljetten van de Javasche Bank, wien de valschheid of vervalsching pas bekend is geworden nadat hij ze zelf had ontvangen (art 273 id.) V. hij die voorhanden heeft stoffen of werktuigen, wetende dat ze bestemd zijn tot het namaken, vervalschen of schenden van muntspeciën, die in of buiten Ned.-Indië wettig gangbaar zijn of tot het namaken of vervalschen van bankbiljetten uitgegeven door de 'Javasche Bank of eene in het buitenland geautoriseerde circulatiebank, met de bedoeling dat ze in omloop worden gebracht als waren ze echt, onvervalscht en ongeschonden (artt. 250 en 275 W. v. S.). N. B. Deze feiten zijn 'feitelijk niet anders dan voorbereidingshandelingen tot het plegen der sub I en II 'vermelde feiten, welke alleen gestraft kunnen worden omdat de wet ze afzonderlijk strafbaar heeft gesteld (zie bl. 55). Zulks is ook geschied voor het voorhanden hebben van stoffen enz. tot het namaken of vervalschen van postzegels en andere Gouvernementszegels (art. 261 id.). , VI. hij die opzettelijk zonder vergunning van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur in voorraad heeft of in Ned.-Indië invoert zilveren schijven of platen, geschikt om na stempe- 95 maoe membelandjakan atau soepaja wang terseboet itoe dibelandjakan, asal dia waktoe menerima mengataboei bahwa wang itoe tiroean, palsoe atau roesak. IV. sekalian orang jang sengadja membelandjakan seperti sesoenggoehnja toelën wang-logam menoeroet Wet lakoe didalam atau diloear tanah-Hindia, wang mana ditiroe, dipalsoekan atau diroesakkan atau membelandjakan seperti sesoenggoehnja toelën wang-kertas dari Javasche Bank atau dari tanah-asing jang ditiroe atau dipalsoekan, meskipoen dia tahoe bahwa wang-logam atau wang-kertas itoe tiroean, palsoe atau roesak. - KETERANGAN. Pegawai politie haroes menjatakan. jang terang dari sebab hal apa bolëh diketahoei bahwa si pesakitan. sebeloemnja atau waktoe membelandjakan wang itoe soedah tahoe bahwa wang itoe palsoe, tiroean atau roesak. Dalam perkara wang-logam palsoe hoekoemannja lebih berat, kaloe kenjataan bahwa si pesakitan waktoe menerima wang itoe tahoe bahwa wang itoe tiroean, palsoe atau roesak. Sebabnja hoekoeman itoe diberatkan ja-itoe kebiasaannja si pesakitan berniat mengoentoengkan dirinja atau orang lain. Akan-tetapi orang jang baroe kemoedian mengetahoei bahwa wang itoe tidak toelën dan lantas dia membelandjakan wang itoe maka dia hanja berniat soepaja djangan mendapat roegi olëh-karena. soedah menerima wang palsoe itoe. Djadinja haroes dinjatakan bahwa si pesakitan soedah menerima wang palsoe itoe. Dari sebab itoe orang jang meniroe atau memalsoekan sendiri dan kemoedian membelandjakan wang palsoe itoe tidak bolëh dihoekoem olëh sebab perkara membelandjakan. Dalam perkara wang-kertas palsoe jang seroepa dikeloearkan olêh Javasche Bank si pesakitan dihoekoem ëntëng, kaloe dia baroe tahoe bahwa wang-kertas itoe palsoe sesoedahnja dia menerima wang itoe. V. jang ketempatan barang2 atau pekakas2 jang dia bertahoe akan dipakai : boeat meniroe, memalsoekan atau meroesakkan wanglogam, jang lakoe menoeroet Wet di-tanah-Hindia atau diloear tanah-Hindia, atau boeat meniroe atau memalsoekan wang-kertas, jang dikeloearkan olëh Javasche Bank atau Bank jang dianggap olëh Goepernemën di tanah-asing, asal orang itoe berniat soepaja dibelandjakan wang-logam atau wang-kertas 'itoe seperti wang toelën. KETERANGAN. Perboeatan2 j. t. sebetoelnja tidak lain dari pada „voorbereidingshandeling" akan melakoekan perboeatan2 j. t. dibab I dan II, akan-tetapi dihoekoem djoega sebab wet mëmang menamai pekerdjaan jang begitoe perboeatan jang ada hoekoemannja sendiri (lihat katja 55). Begitoe djoega perkara ketempatan barang d. 1.1. goena boeat meniroe atau memalsoekan kepala-radja dan zégel2 lain. VI. jang sengadja dengan tidak idzinnja Kepala Gewest ketempatan atau memasoekkan dalam daërah Hindia-Belanda keping-kepingan perak (tidak perdoeli apa memakai tjap 96 ling of, zoo ze van een stempel voorzien zijn, na overstempeling of na eene andere bewerking te hebben ondergaan, voor wettige Ned.-Indische of vreemde munt te worden aangezien (art.v251 W.v.S.) N. B. Uitgezonderd zijn die, welke klaarblijkelijk tot sieraad of gedenkpenning moeten dienen. VII. hij die drukwerken, stukken metaal of andere voorwerpen, welke niet als valsche bankbiljetten of valsche munten zijn te beschouwen, in een vorm, die ze op Ned.-Indisch of vreemd bankpapier of muntspeciën doet gelijken, invoert in Ned.-Indië, vervaardigt, verkoopt of verspreidt (hierbij te denken aan meer dan ééne handeling) of ten verkoop of ter verspreiding voorhanden heeft. (art. 519 id.). VIII. 1. hij die wettige Ned.-Indische koperen munt op Java en Madoera invoert anders dan voor het Gouvernement, met uitzondering van opvarenden van Java en Madoera aandoende schepen, die per persoon tot een maximum van / 1.— mogen aan wal brengen (Stb. 1899 n<*. 229 en 255, 1902 n°. 423 art. 2 j°. art. 6 sub 113° Inv. V); 2. hij die duiten of op duiten gelijkende koperen plaatjes vervaardigt (Stb. 1902 n°. 423 art. 1 j°. art. 6 sub 112° Inv. V); 3. bij die duiten op of duiten gelijkende koperen plaatjes of andere niet in Ned.-Indië wettig gangbaar kopergeld op Java en Madoera in betaling geeft of neemt, vervoert of bezit (Stb. 1899 n<». 229 en 257, 1902 n°. 423 art. 3 j°. art. 6 sub 114° Inv. V.); 4. bij die in Ned.-Indië niet wettig gangbare koperen of bronzen munt of op zoodanige munt gelijkende of platen koper of brons blijkbaar tot vermunting bestemd, invoert op Java en Madoera (Stb. 1899 n<» 229 en 255, 1902 n°. 423 art. 2 j°. art. 6 sub 113° Inv. V). 96 atau tidak) jang dengan memakai akal (tidak perdoeli akal apa atau bagimana) bolëh digarap akan memberi roepa wang jang lakoe di Hindia-Belanda atau di negeri-asing. KETERANGAN. Jang diketjoealikan olêh Wet ja-itoe: keping-kepingan perak jang njata tjoema akan dipakai boeat perhiasan atau boeat tanda-mata. VII. jang memasoekkan dalam daërah Hindia-Belanda: kertas tjap2an, keping2an logam atau barang2 lain jang meskipoen tidak bolëh dibilang wang-logam atau wang-kertas palsoe akan-tetapi roepanja seperti wang-kertas atau wang-logam jang lakoe di tanah-Hindia diloear tanah-Hindia. Begitoe djoega jang memboeat, mendjoeal atau menjiarkan disana- . sini, atau jang ketempatan akan didjoeal atau disiarkan barang8 jang terseboet tadi. VIII. 1. jang memasoekkan ke-Poelau Djawa dan Madoera: wang tembaga jang lakoe menoeroet Wet, tetapi lain daripada boeat Goepernemën, ketjoealikan orang jang menoempang dikapal jang sihggah di-Poelau Djawa dan Madoera, asal orang itoe tidak membawa' wang itoe kedarat lebih dari / 1.— seseorang; 2. jang memboeat doeit atau jang memboeat kepingkepingan tembaga jang roepanja seperti doeit; 3. jang membelandjakan, menerima, membawa' dari tempat ini ketempat itoe atau mempoenjai doeit atau keping-kepingan tembaga jang roepanja seperti doeit atau wang tembaga dan tidak lakoe menoeroet Wet di-tanah-Hindia; tetapi perboeatan j. t. tjoema dihoekoem, kaloe dilakoekan di-Poelau Djawa dan Madoera; 4. jang memasoekkan ke-Poelau Djawa dan Madoera: wang tembaga atau brons jang tidak lakoe menoeroet Wet di-tanah-Hindia, atau keping-kepingan tembaga atau brons jang roepanja seperti wang j. t. atau kepingan tembaga atau brons jang njata bahwa kepingan ini akan dipakai memboeat doeit. 97 § 12. Valschheid in geschrifte. indien uit dat gebruik eenig nadeel kan ontstaan (artt. 263. 266 W. v. S.) Strafbaar is: I. hij die eenig geschrift, waaruit eenig recht,' eenige verbintenis of bevrijding van schuld kan ontstaan of dat bestemd is om tot bewijs van eenig feit te dienen, valschelijk opmaakt of vervalscht met het oogmerk om het als echt en onvervalscht te gebruiken of doen gebruiken, II. hij die in eene authentieke akte eene valsche opgave doet opnemen aangaande een feit, van welks waarheid de akte moet doen blijken, met het oogmerk om die akte te gebruiken of doen gebruiken als ware zijne opgave overeenkomstig de waarheid, III. hij die opzettelijk gebruik maakt van dat geschrift of die akte als ware het geschrift echt en onvervalscht en de inhoud van de akte overeenkomstig de waarheid, N. B. Over de verjaring van eene vervolging ter zake van valschheid in geschrifte, zie bl. 45. 1. a. Heeft de dader een geschrift met de onderteekening of alleen de onderteekening of heeft hij boven de onderteekening den inhoud van het geschrift geschreven ? of heeft hij met betrekking tot den zakelijken inhoud van het ge-, schrift een of meer woorden of cijfers in het geschrift veranderd of iets bijgevoegd of tusschengeschreven ? zóó dat het geschrift, zooals het daar ligt, den indruk wekt afkomstig te zijn van de hand van hem, wiens onderteekening het draagt ? N. B. Dat deze eene bestaande persoonlijkheid zij, wordt niet vereischt. Het onderzoek naar het namaken en vervalschen geschiedt gewoonlijk door vergelijking met erkende geschriften van den verdachte afkomstig, waarvoor de politie dikwijls haar toevlucht moet nemen tot een schrijfproef onder dicté. Bij het onderzoek van het van valschheid verdacht geschrift, hetwelk veelal aan niet deskundige onderwijzers moet worden 97 § 12. Soerat palsoe. Dihoekoem: I. sekalian orang jang memboeat soerat palsoe atau memalsoekan soerat jang bolêh mengadakan hak atau perdjandjian atau meloenaskan hoetang atau jang bolëh akan dipakai menerangkan soeatoe perkara (hal), dengan niat maoe memakai atau soepaja dipakai olëh orang lain soerat itoe seperti soerat toelën atau seperti soerat jang tidak dipalsoekan, II. sekalian orang jang menghadap pada openbaar ambtenaar dengan memberi keterangan palsoe dalam soeatoe hal soepaja keterangan j. t. dimasoekkan dalam soerat authentiek jang mesti menjatakan kebetoelannja keterangan itoe, dengan niat maoe memakai atau soepaja dipakai olëh orang lain soerat authentiek itoe seperti keterangannja itoe benar, III. sekalian orang jang sengadja memakai soerat2 j. t. diangka I seperti soerat toelën dan tidak dipalsoekan, dan soerat2 j. t. diangka II seperti isinja soerat itoe benar, KETERANGAN. Dari hal goegoernja membikin-perkara soerat palsoe lihat katja 45. La. Apa si pesakitan soedah menoelis soerat dan tanda> tangannja atau hanja tanda-tangannja sadja atau apa si pesakitan diatas tanda-tangan jang toelën soedah menoelis isinja soerat itoe? atau apa si pesakitan dalam isinja soerat itoe jang perloe soedah meroebahkan perkataan atau angka atau menambahkan soeatoe apapoen? sehingga soerat jang sematjam itoe bolëh dipertjaja asalnja dari orang jang poenja nama ada dibawah soerat itoe? KETERANGAN. Tidak perloe bahwa orang jang tanda-tangannja ditaroehkan itoe sebetoelnja orang jang ada. Kaloe meriksa perkara soerat palsoe, biasanja soerat itoe dibandingkan dengan soerat2 jang terang diboeat olëh si pesakitan; dan kaloe tidak ada soerat2 jang demikian, si pesakitan mesti disoeroeh toelis beberapa perkataan jang perloe2 soepaja toelisannja itoe bolëh dibandingkan dengan soerat palsoe j. t. At japkali peperiksaan ini mesti diserahkan pada goeroe2 sekolah jang koerang pandai hal itoe. Goeroe2 itoe atau politie asal perboeatan itoe bolëh meroegikan orang lain. 98 opgedragen, bediene men zich van een sterke loupe of late men photographische vergrootingen vervaardigen, waardoor uitgewischt schrift weer te voorschijn kan worden gebracht en mede aan 't licht kan komen, dat de door den vervalscher gebruikte inkt nog niet is ingedroogd, immers als 't ware bovenop het papier ligt. Voorts lette men op het aanbrengen van de dikte bij elke letter, de wijze van 'verbinding der letters, den afstand tusschen de letters en tusschen de woorden, de richting der letters, hare proporties, afwijkingen van den normalen lettervorm en de punctuatie. Uit het schrift zal men ook kunnen zien, welke soort van inkt en pen gebezigd moeten zijn. Deze bevinding moet dan weder aanleiding geven om in de woning of ten kantore van den vermoedehjken dader te onderzoeken of deze die soort inkt en pen in zijn bezit heeft, en, is het stuk geheel valschelijk opgemaakt, dan zoeke men daar tevens naar papier van de soort, welke voor het valsche stuk is gebruikt. Ook mag een onderzoek aldaar naar schrijfproeven niet worden achterwege gelaten, ingeval het schrift of de handteekening van een anderis nagebootst, en evenmin naar eenigen afdruk in spiegelschrift van valsch geschrift of handteekening op vloeipapier, bij den verdachte in gebruik. b. Heeft hij als openbaar ambtenaar, wien bij wettelijk voorschrift het opmaken van geschriften is opgedragen (authentieke akte), in zoodanige geschrift opzettelijk opgenomen: wat niet door hem zelf is waargenomen of verricht alsof hij dat wel zelf had waargenomen of verricht; wat de voor hem verschenen personen niet hebben verklaard, alsof zij dat wel hadden verklaard; dat voor hem zijn verschenen personen die niet zijn gecompareerd; of verzwegen wat hij had moeten opnemen ? of heeft hij, tot boekhouden verplicht (koopman in zijn dagboek), opzettelijk eene post valschelijk geboekt? c. Heeft de dader, voor een openbaar ambtenaar compareerende voor het verlijden eener akte, eene valsche opgave gedaan en heeft deze ze in de authentieke akte opgenomen, aangaande een feit, van welks waarheid de akte moet doen blijken (b.v. het sluiten van een niet plaats gehad hebbende koop en verkoop van gebruiksrechten op eene sawah, teneinde die aan beslag te onttrekken)? 98 sendiri kaloe meriksa soerat2 jang dikira palsoe mesti memakai gelas tjerrnin atau soerat jang dikira palsoe itoe disoeroeh membesarkan toehsannja olêh toekang portret, soepaja toelisan jang dihilangkan bisa kelihatan poela dan djoega bisa kelihatan apa tiatanja jang dipakai olëh si pesakitan beloem kering betoel dan roepanja tjoema kambang sadja diatasnja kertas; serta perloe diperiksa betoel2 djoega tebel tipïsnja aksara2; bagimana samboeng samboengnja satoe satoenja aksara dan satoe satoenja perkataan; toedjoenja aksara2; roepa danbesar ketjilnja aksara2 d. s. b. Dalam soerat palsoe itoe bolëh djoega dinjatakan tinta apa dan penna apa jang toa* dipakai olëh si pesakitan. Hal ihi mesti djoega menjebabkan mentjari keterangan di roemah atau kantornja si tersangka, apa dia mempoenjai tinta atau penna sematjam dengan jang dipakai boeat menoelis soerat palsoe itoe. Dan lagi kaloe soerat itoe semoeanja palsoe maka haroeslah disitoe ditjari djoega kertas sematjam dengan jang dipakai. Kaloe toelisan atau tanda-tangannja orang lain jang ditiroe, djoega djangan loepa mentjari keterangan apa terda'wa soedah mentjoba meniroe toehsannja atau tanda-tangannja orang lain itoe. Djika pada terda'wa ada terdapat kertas-penetap maka lihatlah apa betoel ada bekas menetap toelisan atau tandatangan seperti dalam soerat palsoe itoe. b. Apa si pesakitan openbaar ambtenaar jang menoeroet Wét berkoeasa memboeat soerat2 (soerat authentiek) dan apa dia dalam soerat itoe soedah sengadja memasoekkan: apa jang tidak diketahoeïnja sendiri atau apa jang mëmang tidak diboeatnja sendiri, seperti sesoenggoehnja diketahoeïnja atau sesoenggoehnja diboeatnja sendiri? apa jang tidak dihatoerkan (dikatakan) olëh orang jang ada dihadapannja dan memboeatkan soerat itoe seperti sesoenggoehnja dihatoerkan olëh orang itoe? seperti ada orang jang menghadap dimoekanja, tetapi sebetoelnja orang itoe tidak sekali-kali menghadapnja? atau tidak memasoekkan soeatoe hal jang dia mesti memasoekkan ? atau apa si pesakitan itoe mesti memëgang boekoe •(saudagar) dan dia soedah sengadja memasoekkan dalam boekoenja apa2 jang tidak benar? c. Apa si pesakitan jang menghadap pada openbaar ambtenaar akan diperboeatnja soeatoe soerat-akte soedah memberi keterangan palsoe dalam soeatoe hal dan apa ambtenaar itoe memasoekkan keterangan palsoe itoe dalam akte jang mesti menerangkan kebenarannja keterangan itoe (oepamanja: dari hal djoeal-beli hak anak-negeri atas sawah soepaja tidak dibeslag, meskipoen perdjandjian sebegitoe sebetoelnja tidak ada)? 99 2. a. Is het geschrift van dien aard, dat daarin zijn ontstaan vindt een recht, eene verbintenis of eene schuldbevrijding en het derhalve bron kan zijn voor eene eventueel in te stellen rechtsvordering of voor een principaal verweer in rechten? b. of wordt aan het geschrift volgens wet of voorschrift van het administratief gezag bewijskracht toegekend aangaande eenig daarin vermeld feit (b.v. koopmansboek ten aanzien van de hoedanigheid en hoeveelheid der leverantiën onder de omstandigheden in artt. 169 en 170 I. R. vermeld) en is het dus bestemd daarvan het bewijs te leveren, geschikt bovendien om zulks te doen, hetzij voor den rechter, hetzij tegenover de administratie? N. B. Desniettemin is valschheid en het opzettelijk gebruik maken van het valsche of vervalschte geschrift, ook al is dat géschrift niet ingevolge eenig voorschrift bestemd om het bewijs van den inhoud te leveren, evenzeer strafbaar in geneeskundige attesten als bedoeld in art. 268 W. v. S., in getuigschriften van goed gedrag, bekwaamheid, armoede enz. tot het verkrijgen van eene indienststelhng of liefdegaven of hulpbetoon (art. 269) alsmede in verklaringen van wettig gezag uitoefenende Inlandsche ambtenaren omtrent de herkomst en eigendom van of het gebruiksrecht op eenig goed, valschelijk opgemaakt of vervalscht met het oogmerk om de vervreemding of verpanding daarvan gemakkelijk te maken of de justitie of politie ten aanzien van den waren eigenaar of rechthebbende te misleiden, ook al zijn die geschriften niet ingevolge eenig voorschrift bestemd om het bewijs van hun inhoud te leveren (art. 274). Geschriften kunnen geen bewijskracht ontkenen aan de bestemming, die particuliere personen er aan hebben gegeven, zooals eene boekhouding door den administrateur eener onderneming aan een geëmployeerde voorgeschreven; valschheid in zoodanige geschriften is dus niet strafbaar. Geen strafbare valschheid pleegt degene, die, met het doen van uitbetalingen belast, valschelijk te hooge betaling in den betaalstaat opneemt ; wel daarentegen de mandoer, die werkbrief jes, waaruit de gegevens voor den betaalstaat zijn getrokken, vervalscht. Valschheid in boeken, welke uitsluitend bestemd zijn tot controle van de administratie van ambtenaren, die ze houden op last van hun controleerenden chef, is strafbaar, zelfs zonder dat van mogelijkheid van nadeel als gevolg van het gebruik daarvan behoeft te Wijken (art. 416). De bewijskracht van geschriften in burgerlijke zaken vindt men geregeld in artt. 167 e. v. I. R. j°. Stb. 1867-n°. 29 en 1916 n°. 44 j°. 46 en n°. 746. Over valschheid in bankbiljetten zie hierboven § 11. 3. Had de dader met het valschelijk opmaken of doen opmaken of vervalschen het oogmerk het geschrift als echt, overeenkomstig de waarheid en onvervalscht te gebruiken of doen gebruiken? 4. Heeft hij van het geschrift wellicht desbewust gebruik gemaakt als ware het echt, overeenkomstig de waarheid 99 2. a. Apa soerat itoe sebetoelnja asalnja soeatoe hak, kewadjiban atau peloenasan hoetang, sehingga soerat itoe bolëh mendjadikan pokok boeat penda'waan atau boeat pelawanan jang betoel2 di moeka pengadilan dalam perkara civiel? è. atau apa soerat itoe menoeroet Wet atau hatoeran administratief gezag akan dipakai keterangan jang sah atas soeatoe hal jang terseboet dalam soerat itoe (oepamanja: boekoe-perniagaan boeat menerangkan keadaannja atau banjaknja barang2 jang didjoeal seperti terseboet dalam pasal 169 dan 170 I.R.) dimoeka hakim atau dimoeka ambtenaar-administratie? KETERANGAN. Akan-tetapi djoega masoek perkara soeratpalsoe dan dihoekoem, kaloe orang sengadja memakai soerat palsoe atau jang dipalsoekan, meskipoen soerat itoe tidak menoeroet Wet atau soerat-perintah akan dipakai keterangan bahwa apa terseboet dalam soerat itoe benar, ja-itoe soeratketerangan dari dokter (pasal 268 W. v. S.), soerat keterangan kelakoean baik, kepandaian, kemiskinan d. 1. 1. soepaja mendapat pekerdjaan, pemberian atau pertolongan (pasal 269). Djoega soerat keterangan dari prijaji dalam hal asalnja miliknja atau haknja anak-negeri atas soeatoe barang, keterangan mana diboeat palsoe atau dipalsoekan dengan niat menggampangkan pendjoealan atau penggadaian barang itoe atau dengan niat berdjoesta pada hakim atau politie dari hal orang jang sebetoelnja bermihk atau berhak, meskipoen soerat2 itoe tidak menoeroet Wet akan dipakai keterangan (pasal 274). Tidak terhitoeng „soerat akan dipakai keterangan" sekalian ■soerat jang dipestikan apa goenanja olëh orang partikelir seperti boekoe^ja employé dari soeatoe onderneming jang dipestikan olëh admimstrateurnja. Djika orang memalsoekan boekoe ini maka dia tidak bolëh dihoekoem. Begitoe djoega kaloe orang jang mesti membajar oepahnja orang-koeli memalsoekan staat-pembajaran dengan memakai soerat2 tjatetan palsoe, sebab maksoednja staat itoe tjoema staat hitoengan, boekan „soerat akan dipakai keterangan". Akan-tetapi mandoer koeli bolëh dihoekoem, jang memalsoekan soerat2 tjatetan j. t. sebab maksoednja soerat ini akan' menerangkan bahwa isinja benar ja-itoe lamanja orang-koeli mengerdja. Dihoekoem djoega perkara palsoe dalam boekoe jang hanja akan dipakai controle dari apa jang dioeroes olëh ambtenaar, boekoe mana diadakan menoeroet perintah kepalanja, meskipoen teroesah dinjatakan. bahwa orang lain bolëh mendapat roegi dari sebab boekoe palsoe itoe dipakainja (pasal 416). Kekoeatan keterangannja soerat2 dalam perkara civiel lihat pasal 167 dan seteroesnja I. R. j°. Stb. 1867 n°. 29 dan 1916 n°3. 44 j°. 46 dan 746. Hal perkara wang-kertas palsoe lihat §11. -3. Apa si pesakitan memboeat palsoe atau menjoeroeh memboeat palsoe atau memalsoekan soerat itoe dengan bermaksoed maoe memakai atau soepaja soerat itoe dipakai olëh orang lain seperti soerat jang toelën, benar isinja dan tidak dipalsoekan? -4. Apa si pesakitan barangkali dengan diketahoeinja soedah memakai soerat itoe seperti soerat jang toelën, u 100 en onvervalscht, zij het dat dit gebruik van anderen aard was dan dat, hetwelk de falsaris had beoogd? N. B. Op hem, die schuldig is aan valschheid en aan dit gebruik maken, past de rechter slechts ééne strafbepaling toe (art. 64 W. v. S.). 5. Konde uit het gebruik, dat met dat geschrift beoogd of of dat er van gemaakt is, op dat tijdstip nadeel ontstaan voor onverschillig wien? N. B. Dat de wil om te benadeelen heeft bestaan, behoeft bij valschheid niet bewezen, doch wel onderzocht te worden, opdat de rechter bij de straftoemeting daarmede rekening kan houden. Het nadeel behoeft niet op geld waardeerbaar te zijn. § 13. Misdrijven en overtredingen tegen de zeden. Strafbaar is hij die eene oneerbare handeling öf in het openbaar d. i. op eene plaats waar zulks zichtbaar is voor anderen öf in tegenwoordigheid van een ander verricht, wetende niet alleen dat ze voor anderen kwetsend is maar ook dat ze geschiedt in het openbaar of dat een ander zonder het te willen zulks ziet (art. 281 W.v.S.) N.B. Het feit is dus strafbaar, gepleegd in een spoortrein of in een depot voor contractkoelies, plaatsen waar zich ook andere personen bevinden. Geschiedt de schending der eerbaarheid in het openbaar door woorden, dan is de dader strafbaar krachtens art. 532; geschiedt zulks door geschrift of afbeelding, dan is art. 282 W. v. S. toepasselijk. Bij het betrappen op heeterdaad op het uitoefenen van vleeschelijke gemeenschap (deze opmerking kan dus ook van belang zijn bij andere misdrijven tegen de zeden) heeft de ontie aaaenjK te onaerzoeKen dij voorkeur aoor een geneesundise (anders zii de onderzoeker van hetzelfde ceslarfit. als de onderzochte, dus eene vrouw door vrouwen te laten onderzoeken), of op het lichaam of op de kleeren zoowel van den man als van de vrouw spermavlekken zichtbaar zijn. Strafbaar is: a. de gehuwde vrouw, die, alhoewel ongedwongen, met een ander dan haren echtgenoot vleeschelijke gemeenschap heeft ; b. de man, die met haar vleeschelijke gemeenschap heeft, wetende dat zij gehuwd is (art. 284 \°.b en 2°. a id.) N. B. Dit zijn klachtdelicten. 100 benar isinja dan tidak dipalsoekan, biarpoen dia memakai soerat itoe tidak menoeroet maksoednja orang jang memboeat palsoe atau memalsoekan soerat itoe? KETERANGAN. Hakim hanja mendjatoehkan satoe hoekoeman, kaloe orang disalahkan dari sebab perkara soerat palsoe dan dari sebab. memakai soerat palsoe itoe. 5 Apa orang lain (tidak perdoeli siapa poen) bolëh mendapat roegi, kaloe seandainja soerat itoe dipakai menoeroet maksoednja orang jang memboeat soerat itoe atau dari sebab soerat itoe soedah dipakai olëh orang lain ? KETERANGAN. Dalam perkara soerat palsoe teroesah dinjatakan akan-tetapi haroes ditjari keterangan bahwa si pesakitan berniat meroegikan; hal ini perloe boeat hakim akan menimbang beratnja hoekoeman. Keroegian itoe teroesah bisa ditaksir dengan wang. § 13. > Misdrijf2 dan overtreding2 sopan-santoen. I. Dihoekoem sekalian orang jang melanggar sopan-santoen ditempat jang bolêh kelihatan olëh sembarang orang atau pada waktoe di tempatnja itoe ada orang lain, dengan mengetahoei boekan sadja bahwa perboeatan itoe pedih boeat orang lain akan-tetapi djoega bahwa perboeatan itoe olëhnja dilakoekan di tempat jang bolëh kelihatan olëh sembarang orang atau bahwa orang lain mesti meühat perboeatan itoe. KETERANGAN. Djadinja perboeatan ini dihoekoem, kaloe dilakoekan di karëta-api atau di los-koehe kontrakan, jaitoe tempat2 dimana djoega ada orang lain. Kaloe pelanggaran sopan-santoen itoe dilakoekan dengan perkataan di tempat jang bolëh kelihatan olëh sembarang orang si pesakitan poen dihoekoem menoeroet pasal 532 W. v. S.; djika perboeatan ini dilakoekan dengan soerat atau gambar maka si pesakitan itoe dihoekoem menoeroet pasal 282. Kaloe pesakitan itoe kedapatan lagi setoeboeh maka dengan segera politie mesti memeriksa atau menjoeroeh periksa olëh dokter, apa di badan atau di pakaian si laki2 atau si perampoean ada kelihatan bekas pedjoeh. Kaloe tidak ada dokter, lebih baik dan lebih pantas orang perampoean disoeroeh periksa olëh perampoean lam. II. Dihoekoem: a. perampoean berlaki jang meskipoen tidak dipaksa berdjina dengan orang lain, b. orang laki2 jang berdjina dengan perampoean itoe, dengan mengetahoei bahwa perampoean itoe berlaki. KETERANGAN. Perboeatan2 ini ja-itoe perkara klachtdeUct. 101 III. Strafbaar wegens feitelijke aanranding van de eerbaarheid is hij die iemand door geweld — hieronder begrepen, het brengen in den psychischen toestand van onmachtig te zijn tot het bieden van wederstand, al dan niet gepaard gaande met bewusteloosheid (art. 89 W. v. S.) — of bedreiging met geweld dwingt tot -het plegen of dulden van eenige ontuchtige handehng d. i eene onkuische handeling waarmede sexueel zingenot voor den aanrander wordt beoogd (art. 289 W.v.S.) 1. Heeft iemand, van het mannelijk of vrouwelijk geslacht, eene handeling verricht op sexueel gebied hetzij met eigen lichaam of jegens het lichaam van den dader of van een ander (mannelijk of vrouwelijk van geslacht) of heeft hij toegelaten, dat jegens zijn lichaam zoodanige handeling werd gepleegd? Heeft hij b.v. zijns of eens anders schaamdeel ontbloot? 'heeft de vrouw zich overgegeven voor het uitoefenen van den bijslaap? N. B. Wanneer het plegen of dulden der gedwongen ontuchtige handeling is geschied door eene vrouw en bestaat in het hebben van vleeschelijke gemeenschap buiten echt met den man, door wien de dwang wordt uitgeoefend, dan wordt de aanranding verkrachting en als zoodanig zwaarder gestraft (art. 285 W.v.S.) 2. Heeft de dader zulks gewild? en heeft hij dien persoon daartoe gedwongen? Heeft de aangerande tegengestribbeld, om hulp geroepen? of blijkt uit andere omstandigheden, dat deze persoon is gedwongen tot het plegen of dulden der onzedelijke handeling door geweld of wat daarmede is gelijkgesteld (zie boven) of door bedreiging met geweld ? N. B. Men onderzoeke of op het lichaam van aanrander of aangerande sporen te zien zijn, die wijzen op geweld of tegenweer als blauwe plekken, indrukken van nagels enz. Wanneer de dader in stede van te dwingen iemand — van het mannehjk of vrouwelijk geslacht — dien hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden beneden de 15 jaren oud of althans nog niet huwbaar te zijn door beloften of anderszins verleidt tot het plegen of dulden van eenige. ontuchtige handeling met een derde, is zulks eveneens strafbaar (art. 290 3°. W. v. S.) Ook wanneer hij speciaal door een van de na te noemen middelen, t.w. door giften of beloften van geld of goed, door misbruik van gezag of aanzien, door geweld (het verleiden wordt dan evenwel in den regel dwingen), door bedreiging of door misleiding een minderjarige van onbesproken zedelijk gedrag, wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, beweegt om met hem vleeschelijke gemeenschap te hebben (art. 293 W. v. S.) Dit is een klachtdelict. IV. Strafbaar is hij die — ook zonder uitoefening van dwang— eenige ontuchtige handehng pleegt 101 III. Dihoekoem karena feitelijke aanranding van de eerbaarheid (pelanggaran sopan-santoen dengan paksa) sekalian orang jang memaksa orang lain dengan kekerasan — dengan kekerasan terhitoeng djoega menjebabkan orang mendjadi lemah akan melawan, dengan mendjadi pingsan atau tidak — atau dengan antjaman hendak melakoekan kekerasan soepaja orang ini melakoekan atau menahankan perboeatan persoendelan ja-itoe" perboeatan doekana, asal orang itoe berniat hendak memoeaskan napsoe birahinja. t. Apa soeatoe orang, perampoean atau laki,* soedah melakoekan soeatoe perboeatan bersetoeboehan di badannja sendiri atau di badannja si pesakitan atau orang lain (laki* atau perampoean), atau apa dia soedah memberi idzin bahwa perboeatan itoe dilakoekan di badannja sendiri ? oepamanja: apa dia memboeka'kan kemaloeannja atau kemaloean orang lain? apa si perampoean soedah memberikan dirinja boeat bersetoeboehan? KETERANGAN. Kaloe jang melakoekan atau jang menahankan perboeatan persoendelan jang terpaksa itoe orang perampoean dan perboeatannja itoe berdjina dengan laki2 jang memaksa itoe maka pelanggaran sopan-santoen ini rKnamai menggagahi dan dihoekoem lebih berat. 2. Apa si pesakitan berniat maoe melakoekan perboeatan itoe? dan apa dia memaksa orang itoe? apa orang jang / dilanggar sopan-santoennja itoe merontah* (melawan) atau meminta' tolong dengan berteriak? atau apa njata dari hal lain* bahwa orang ini soedah dipaksa dengan kekerasan atau dengan apa jang disamakan dengan ini (lihat diatas) atau dengan antjaman hendak melakoekan kekerasan soepaja melakoekan atau menahankan perboeatan persoendelan ? KETERANGAN. Politie haroes periksa apa di badannja orang jang melanggar atau orang jang dilanggar sopansantoenja itoe adas bekas memaksa atau melawan seperti bekas digaroeh, digigit, dipoekoel d. 1.1. Kaloe si pesakitan tidak memaksa akan-tetapi memboedjoek orang dengan perdjandjian d. 1.1. (laki* atau perampoean) jang diketahoeinja atau jang dia mesti sangka bahwa 'oemoernja dibawah 15 tahoem atau beloem roemadja soepaja melakoekan atau menahankan perboeatan persoendelan dengan orang lain maka perboeatan ini dihoekoem djoega. Djoega dihoekoem kaloe si pesakitan dengan soeatoe dari daja-oepaja terseboet di bawah ini ja-itoe pemberian, perdjandjian wang atau barang, memakai kekoeasaan atau pangkat, kekerasan (pemboedjoekan ini kebiasaannja mendjadi pemaksaan), antjaman atau akal tipoean memboedjoek orang beloem sampai 'oemoer jang baik kelakoeannja, dengan mengetahoei atau mesti sangka bahwa orang itoe beloem sampai'oemoer, soepaja bersetoeboehan dengan dia sendiri. Perboeatan ini perkara klachtdelict. IV. Dihoekoem sekalian orang jang meskipoen tidak memaksa melakoekan perboeatan persoendelan: 102 1 °. met iemand (van het mannelijk of vrouwelijk geslacht), van wien hij weet dat deze verkeert in een staat van onmacht of bewusteloosheid (zie boven sub III). N.B. De volslagen krankzinnige schijnt door deze strafbepaling niet te worden beschermd. 2°. met iemand (van het mannehjk of vrouwelijk geslacht), dien hij weet of redebjkerwijs moet vermoeden nog geen 15 jaren oud of althans nog niet huwbaar te zijn (art. 290 W. v. S.) N. B. Is de sub 1°. of 2°. bedoelde persoon eene vrouw en heeft de dader vleeschelijke gemeenschap buiten echt met haar gehad, dan wordt hij zwaarder gestraft (artt. 286, 287 ' W. v. S.) Het feit sub 2°. is in dat geval in den regel een klachtdehct. Zie blz. 40. Bij kinderhuwelijk, dus in echt, is het feit sub 2°. ook strafbaar, mits de gemeenschap lichamelijk letsel tengevolge heeft gehad (art. 288 id.) Zwaar lichamelijk letsel of de dood als gevolg van eene der handelingen in artt. (285), 286, 287, 289 en 290 leidt tot straf verzwaring (art. 291 id.) 3°. met een minderjarige van hetzelfde geslacht, dien hij wéét of redelijkerwijs moet vermoeden minderjarig te zijn, zoo de dader zelf meerderjarig is (art. 292 W. v. S.) V. Strafbaar is hij die het plegen van ontucht door een rninderjarige met een derde opzettelijk teweegbrengt of bevordert m. a. w. onverschillig of daartoe het voornemen is ontloken bij den dader zeiven of bij den derde dan wel bij den minderjarige, 1 °. zoo de minderjarige is zijn eigen kind of onder zijne voogdij staat of 2°. zoo hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat het kind minderjarig is *) (art. 295 id.) <. wetende daarrooft, I toe niet gerech- II. iemand wederrechtelijk van de vrijheid be- | tigdtezijn.(art. roofd houdt, J 333 W. v.S.). 1. Heeft de dader aan iemand zijne vrijheid van beweging benomen d. i. hem vastgebonden of hem opgesloten door de gebruikelijke uitgangen van de plaats van opsluiting af te sluiten (b.v. een krankzinnige in een kooi) dan wel bij de uitgangen eene wacht te plaatsen (b.v. van een depot van een koelieronselaar) ? N.B. Hieronder valt ook het middel, hetwelk de Inlandsche politie gemeenlijk geoorloofd acht: „ditahan sadja" en veelvuldig toepast niet alleen op de verdachten zeiven, maar ook op hunne vrouwen, in de hoop, dat de verdachten eene bekentenis ;van . schuld zullen afleggen om haar weer op vrije voeten te zien gesteld. Die aanhouding bestaat dan dikwijls enkel in het interneeren in de woning van een ondergeschikt politie-beambte, welke zij niet dan onder toezicht mogen verlaten, en waar de familie hun voedsel moet brengen. 2. Heeft hij dat gedaan willens en wetens? Wist hij daartoe niet gerechtigd te zijn? N. B. Gerechtigd tot vrijheidsberooving zijn b.v. de ouders, het ouderlijk tuchtrecht uitoefenende. De autoriteit, bevoegd tot het opsluiten van preventieve gevangenen, veroordeelden, gegijzelden, krankzinnigen, begaat eene overtreding, wanneer hij zoodanige personen opneemt zonder vonnis of bevelschrift van de bevoegde macht (art. 555 W. v. S.). 3. Of heeft hij willens en wetens iemand, die niet onrechtmatig van zijne vrijheid was beroofd of wien door een ander onrechtmatig de vrijheid was benomen, in strijd met het recht in dien toestand gelaten? N. B. Wie als medephchtige van den sub I. of sub II. bedoelden dader heeft gehandeld, door willens en wetens eene plaats te verschaffen voor het plegen van die feiten, wordt niet als medephchtige gestraft, maar even zwaar als de vrijheidsroover zelf (art. 333 slotalinea). 4. Heeft de vrijheidsberooving zwaar Hchamehjk letsel (zie § 19) of den dood tengevolge gehad? N. B. In dat geval strafverzwaring. 111- § 17. Menoetoep (mengikat) orang. Dihoekoem sekalian orang jang sengadja dengan tidak berhak: I. menoetoep (mengikat) orang lain sehingga orang ini tidak bisa melakoekan kehendakhatinja, II. meneroeskan bahwa orang lain ditoetoep (diikat) sehingga tidak bisa melakoekan kehendak-hatinj a, dengan mengetahoei bahwa dia tidak berhak melakoekan perboeatan itoe. 1. Apa si pesakitan soedah menangkap orang sehingga dia .tidak bisa melakoekan kehendak-hatinja ja-itoe mengikat dia atau menoetoep dia,olêh-sebab pintoenja tempat itoe olëhnja dikoentji (oepamanja: menoetoep orang gila didalam koeroeng) atau olëh-sebab pesakitan menaroeh orang djaga dimoeka pintoenja tempat itoe (oepamanja: depot tempat koelie kpntrakan)? KETERANGAN. Perboeatan j.t. boekannja sadja menangkap orang atau mengoeroeng orang, tetapi djoega menahan orang. Roepanja, politie Djawa tidak mengetahoeï, bahwa menahan orang itoe poen perboeatan j. t. sebab kaloe ada orang jang baroe ditangkap karena terda'wa perkara ini atau itoe, atjap kali kedjadian, jang bini si pesakitan itoe „ditahan sadja" olëh politie^ diroemah pegawai ini atau itoe dan didjaga, soepaja orang itoe tidak bisa poelang. Perboeatan ini biasanja dilakoekan soepaja lakinja mengakoe; dan kaloe si pesakitan itoe soedah mengakoe, baroelah dilepaskan si bini itoe. 2. Apa dia melakoekan perboeatan terseboet diangka 1 itoe dengan sengadja? Apa dia tahoe bahwa dia tidak berhak akan melakoekan perboeatan itoe ? KETERANGAN. Jang berhak mengoeroeng orang ja-itoe orang-toea kaloe mengadjar anaknja. _ Orang jang berhak akan menoetoep orang titipan, hoekoeman, sitaan, gila, melakoekan soeatoe overtreding, kaloe dia menoetoep orang itoe dengan tidak ada vonnis atau perintahnja orang jang berkoeasa. 3. Atau apa si pesakitan sengadja dan berlawanan dengan Wet membiarkan, bahwa soeatoe orang teroes tertoetoepnja (terikatnja), meskipoen doeloe dia ditoetoep (diikat) dengan sah? KETERANGAN. Siapa seperti medeplichtigen] a si pesakitan terseboet diangka I atau II sengadja memben tempat akan melakoekan perboeatan itoe tidak dihoekoem perkara medeplichtige akan-tetapi dihoekoem sama beratnja dengan si pesakitan (dader) sendiri. 4. Apa orang jang ditangkap atau ditoetoep itoe mendapat zwaar Uchamehjk letsel (lihat § 19) atau mendjadi mati? KETERANGAN. Kaloe begitoe maka hoekoemanpoen diberatkan. 112 III. Strafbaar is hij, aan wiens schuld (zie bl. 3) te wijten is, dat iemand wederrechtelijk van zijne vrijheid beroofd wordt of beroofd bjjjft (art. 334 W.v.S.) N. B. Ook in dit geval worde vraag 4 gesteld. § 18. Levensberooving. I. Strafbaar wegens doodslag.is hij die, iemands dood willende, opzettelijk tegen hem eene handeling verricht, wélke zijn dood tengevolge heeft (art. 338 W. v. S.) N. B. Wanneer ongewild eene mishandeling den dood tengevolge heeft, is dit dus nu niet meer als doodslag te qualificeeren. Zie de volgende §. Poging tot zelfmoord is niet strafbaar. Wel is strafbaar hij, die opzettelijk een ander daartoe aanzet, hem daarbij behulpzaam is of hem de middelen daartoe verschaft, zoo althans de zelfmoord volgt (art. 345 W. v. S.). Levensberooving wordt lichter gestraft, wanneer die is geschied op het uitdrukkelijk en ernstig verlangen van hem, die van het leven wordt beroofd (art. 344). Wegens kinderdoodslag is met lichtere straf strafbaar de vrouw, wier zwangerschap naar hare meening nog niet van algemeene bekendheid is en die onder de werking van de vrees voor de ontdekking van hare bevalling haar kind opzettelijk het leven beneemt, mits zulks geschiede bij of kort na de geboorte (art. 341). Een ander, die aan het door die vrouw gepleegde deelneemt, is strafbaar wegens doodslag of medeplichtigheid daaraan (art. 343). Over het dooden van een dier, zie bl. 86. II. Strafbaar wegens moord is hij die doodslag pleegt met voorbedachten rade d. i. na kalm overleg althans niet onder den invloed van eene ploteelinge opwelling van drift (art. 340 W.v.S.) N. B. Vergiftiging is hieronder begrepen, zoo zij — zooals gewoonlijk het geval is — met voorbedachten rade is gepleegd. Bij vergiftiging worde onderzocht, of het toegediende gif is een letale dosis. Daar de nier verreweg het. meeste arsenicum uit het hchaam verwijdert, verzuime de politie niet dengene, 112 III. Dihoekoem sekalian orang, kaloe dari sebab salahnja (schuld) maka orang lain ditangkap atau dikoeroeng dengan tidak sah. KETERANGAN. Djoega disini pertanjaan 4 naroes ditanjakan. § 18. Menghilangkan njawa orang. I. Dihoekoem olëh-karena mematikan orang (doodslag) sekalian orang jang dengan niat mematikan orang lain sengadja melakoekan soeatoe perboeatan padanja, perboeatan mana mendjadikan matinja orang lain itoe. KETERANGAN. Djika perijiksaan badan mendjadikan i matinja orang akan-tetapi kematian ini tidak dimaksoedkan maka kedjadian ini sekarang tidak bolëh disamakan dengan mematikan orang. Lihat § jang dibawah ini. Pentjobaan boenoeh-diri tidak bolëh dihoekoem akan-tetapi dihoekoem sekalian orang jang sengadja memboedjoek orang lain soepaja boenoeh-diri, dan jang menolong orang itoe waktoe melakoekan perboeatan itoe atau jang memberi pekakas akan melakoekan perboeatan itoe, asal orang lain itoe betoel boenoehdiri. Menghilangkan njawa-orang dihoekoem ëntëngan, kaloe dilakoekan dengan perrninta'an keras dan bersoenggoeh2 dari orang jang dimatikan. Olëh-sebab mematikan anak (kinderdoodslag) dihoekoem dengan hoekoeman ëntëng sekalian perampoean jang boentingnja pada pikirannja beloem diketahoei olëh orang banjak dan olëh-karena dia ketakoetan bahwa orang banjak itoe akan mengetahoei dari hal b er anaknja sengadja mematikan anaknja, asal perboeatan ini dilakoekan waktoe anak itoe terlahir atau baroe keloear. Orang lain jang toeroet melakoekan perboeatan itoe dengan si perampoean itoe bolêh dihoekoem karena mematikan orang atau karena tjampoer dalam perkara mematikan orang. Dari hal mematikan binatang lihat katja 86. II. Dihoekoem olëh-sebab memboenoeh (moord) sekalian orang jang mematikan orang lain dengan voorbedachten rade jaitoe sesoedahnja dipikirkannja dan ditimbangnja kedjadian perboeatan itoe ketika dihgin hatinja, djadinja perboeatan itoe tidak dilakoekan ketika dia masih panas hatinja. KETERANGAN. Meratjoen orang terhitoeng dalam perkara memboenoeh, asal dilakoekan dengan voorbedachten rade. Dalam perkara ratjoen haroes ditjari keterangan apa ratjoen jang diminoemkan itoe tjoekoep akan mematikan orang. Olëh karena gindjel itoe banjak sekali menghilangkan warangan dari badan orang, sebab itoe kaloe ada orang menelan warangan, maka pohtie djangan loepa bersama-sama beberapa 113 die arsenicum heeft ingeslikt, onder getuigen te doen urineer en en deze urine te doen onderzoeken. Ook de faeces en eventueel het braaksel moeten onderzocht worden. Over verzegeling dier zelfstandigheden, het opzenden - naar en het onderzoek daarvan door deskundigen, zie men bl. 29 en 34. Wegens kindermoord is strafbaar met lichtere straf de moeder, die het als kinderdoodslag hierboven omschreven feit heeft gepleegd, na reeds te voren het besluit daartoe te hebben genomen (art. 342 W. v. S.). Een ander, die aan dit door de moeder gepleegde deelneemt, is strafbaar wegens moord of medeplichtigheid daaraan (art. 343). III. Strafbaar is hij, aan wiens schuld (zie bl. 3) de dood van een ander te wijten is (art. 359 W. v. S.) § 19. Het toebrengen van pijn of letsel. I. Strafbaar wegens mishandeling is hij die willens en wetens eens anders lichaam pijn of letsel aandoet, tenzij overeenkomstig 's daders bedoeling zulks inderdaad strekt tot welzijn van dien persoon. II. Strafbaar is met dezelfde straf hij die willens en wetens iemands gezondheid benadeelt (art. 351 W. v. S.) N. B. Poging tot deze niisdrijven is niet strafbaar. K Heeft de dader eene handeling verricht jegens een ander, waardoor hij gezegd moet worden dien persoon te hebben „mishandeld" d. i. hem Uchamelijk pijn heeft veroorzaakt dan wel verwonding, breuk of kneuzing (letsel) heeft toegebracht dan wel de gezondheid van dien persoon te hebben benadeeld? N. B. Kwelt of martelt hij een dier, dan maakt de dader zich schuldig aan een misdrijf tegen de zeden (art. 302 W. v. S.) De politie zal dan ook moeten onderzoeken, of het feit wellicht is gepleegd in het openbaar, daar dit tot strafverzwaring leidt. 2. Was daarbij zijn doel om pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid te benadeelen? N. B. Uit den aard van de handeling zal in den regel dit met behulp van die handeling te bereiken oogmerk genoegzaam blijken. Uitgesloten is b.v. strafbaarheid van den vader, die zijn kind straft door hem een pak siaag te geven; evenzoo van den meester, die zijn hond afstraft (dus geen dierenmishandeling.) 113 saksi menjoeroeh orang itoe berkentjing dan kentjingnja diperiksa. Begitoe djoega boeang-airnja dan moentahnja perloe diperiksa djoega. Dari hal zëgëlan barang j. t. dan peperiksaan itoe olëh deskundigen lihat katja 29 dan 34. Dihoekoem olëh-sebab memboenoeh anak (kindermoord) dengan hoekoeman ëntëng si indoeng jang memboenoeh anaknja seperti apa j.t. dalam kmderdoodslag, asal perboeatan itoe dilakoekan sesoedahnja si indoeng itoe berniat lebih doeloe. Orang lain jang toeroet melakoekan perboeatan itoe dengan si indoeng itoe bolêh dihoekoem karena memboenoeh orang atau karena tjampoer d'lam perkara ini. III. Dihoekoem sekalian orang jang mematikan orang lain karena salahnja (schuld). § 19. Menjakiti atau meioekai orang. I. Dihoekoem karena tnenjiksa-badan (mishandeling) sekalian orang jang sengadja menjakiti atau meioekai orang lain, djika perboeatan ini dilakoekan tidak menoeroet maksoednja si pesakitan goena kesëhatan badannja orang lain itoe. II. Dihoekoem (dengan hoekoeman terantjam dalam apa j. t. di angka I) sekalian orang jang sengadja meroesak kesëhatan badan orang lain. KETERANGAN. Pentjobaan misdrijf2 ini tidak dihoekoem. 1. Apa si pesakitan melakoekan soeatoe perboeatan pada orang lain sehingga bolëh dikatakan bahwa pesakitan menjiksa badannja orang lain ja-itoe menjakiti atau meioekai (patah, memar, lëtjet) atau meroesakkan kesëhatan badannja orang itoe? KETERANGAN. Kaloe si pesakitan menjiksa binatang maka dia djatoeh pasal 302 W. v. S. Djoega poUtie haroes menerangkan apa perboeatan ini barangka'li dilakoekan ditem- at jang Dolen ailihati sembarang orang sebab hal ini memeratkan hoekoeman. 2. Apa maksoed si pesakitan ini hendak menjakiti atau meioekai atau meroesak kesëhatan badan ? KETERANGAN. Dari tabiatnja (raatjamnja) perboeatan jang dilakoekan olëh si pesakitan kita atjapkah bolëh mengetahoei apatah maksoed j. t. ada atau tidak ada pada si pesakitan itoe. Oepamanja: tidak dihoekoem si bapa'jang memoekoel anaknja akan mengadjar dia. Begitoe djoega orang jang mengadjar andjingnja (ja-itoe boekan perkara menjiksa binatang). 114 Iemand een schop of trap geven alleen om zijne minachting uit te drukken, is geen mishandeling. Zie bl. 107. 3. Heeft hij gehandeld met voorbedachten rade (zie bl. 112)? N. B. Alsdan strafverzwaring. 4. Heeft de handeling tengevolge gehad: a. zwaar lichamelijk letsel d. i. ziekte (== storing van de normale werking der inwendige organen) dan wel vemonding zonder uitzicht op volkomen herstel of met gevaar voor het leven öf voortdurende ongeschiktheid tot het uitoefenen van ambts- of beroepsbezigheden öf verhes van het gebruik van een zintuig öf verminking (als zoodanig is niet te beschouwen het uit den mond slaan van een enkelen tand zonder meer) öf verlamming öf verstoring der verstandelijke vermogens van langeren duur dan vier weken öf afdrijving of dood van de vrucht eener vrouw (art. 90 W. v. S.) b. of den dood (b. v. tengevolge van een lichten stoot tegen eene zieke milt)? N. B. Ook in deze gevallen strafverzwaring. Niet evenwel bij dierenmishandeling. Wegens zware mishandeling is men strafbaar met zwaardere straf, wanneer het opzet in het bijzonder gericht was op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, b. v. bij het houwen met een zwaar wapen als een klewang (art. 354 W. v. S.) Daarentegen is strafbaar met lichtere straf de vrouw, die opzettelijk de afdrijving of den dood van hare ongeboren vrucht veroorzaakt of laat veroorzaken (art. 346). Een ander, die zulks teweegbrengt zonder of met toestemming van die vrouw, is strafbaar ingevolge art. 347 of art. 348. Is de mishandeling van dien aard, dat daardoor geene ziekte en geenerlei (verhindering in de uitoefening van ambts- of beroepsbezigheden is ontstaan, dan staat de dader wegens lichte mishandeling terecht voor den Politie- of Landrechter dan wel Magistraat, tenzij deze is gepleegd met voorbedachten rade of onder eene van de verzwarende omstandigheden .hieronder sub. 5 vermeld (art. 352 j°. artt. 353 en 356.) 5. Heeft hij het feit gepleegd: a. tegen zijn wettigen vader, zijne wettige of natuurlijke moeder, zijn echtgenoot of zijn wettig kind; wat de moeder betreft ook tegen haar natuurlijk kind. N. B. Gaat de straf dus de grenzen van het ouderlijk tuchtrecht te buiten, dan is de vader of de moeder niet alleen strafbaar maar heeft strafverhooging plaats. b. tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening zijner bediening (bl. 62). 114 Kaloe orang menjepak atau menendang orang lain dengan maksoed hanja mentjelakan dia maka perboeatannja boekan perkara penjiksaan-badan. Lihat katja 107. 3. Apa si pesakitan melakoekan perboeatannja itoe dengan voorbedachten rade? (lihat katja 112). KETERANGAN. Hal ini memberatkan hoekoeman. 4. Apa perboeatan itoe mendjadikan a. zwaar lichamelijk letsel ja-itoe sakit atau loeka jang tidak akan baik lagi atau jang bolëh mendjadikan mati atau si kena-siksa selamanja tidak bisa mengerdjakan pekerdjaannja atau pentjariannja atau selamanja tidak bisa memakai soeatoe dari pentjendrianja atau rompong (kaloe orang dipoekoel sampai keloear dari moeloetnja gigi tjoema satoe maka tidak terhitoeng zwaar lichamehjk letsel) atau lemah atau si kena siksa tidak bisa memakai akal-boedinja boeat lebih dari empat minggoe lamanja atau goegoernja kandoengan atau matinja anak jang terkandoeng, b. matinja si kena-siksa (oepamanja: olëh-sebab anaklimpanja jang sakit kena tendang)? KETERANGAN. Djoega hal ini memberatkan hoekoeman. Akan-tetapi hal ini tidak memberatkan hoekoeman dalam perkara menjiksa binatang. Olêh-sebab perkara penjiksaan-badan jang sangat (zware mishandeling) orang dihoekoem berat, kaloe dia bermaksoed sengadja meioekai sangat, oepamanja djika dia meloëkainja itoe dengan klewang. Akan-tetapi dihoekoem dengan hoekoe-* man ëntëng si perampoean jang sengadja menggoegoerkan atau menjoeroeh goegoerkan kandoengan atau mematikan anak jang terkandoeng. Orang lain jang melakoekan perboeatan ini dengan atau tidak dengan idzinnja si perampoean itoe dihoekoem menoeroet pasal 347 atau 348 w. v. S. Kaloe penjiksaan-badan itoe tidak mendjadikan sakit dan tidak menjebabkan bahwa si' kena siksa itoe tidak mengerdjakan pekerdjaannja atau pentjariannja maka si pesakitan poen karena" perkara penjiksaan-badan jang ëntëng dihadapkan dimoeka Politie-atau Landrechter atau Magistraat, asal perboeatan ini tidak dilakoekan dengan voorbedachten rade atau dengan soeatoe dari hal memberatkan hoekoeman terseboet diangka 5. 5. Apa si pesakitan melakoekan perboeatan itoe a. pada bapa'nja atau indoengnja, bini (laki)nja atau anaknja. KETERANGAN. Kaloe mengadjar anak itoe meliwati apa jang pantes boeat mengadjar itoe, si bapa' atau si iboe poen boekannja sadja dihoekoem akan-tetapi hoekoemannja diberatkan. b. pada ambtenaar jang' lagi atau olëh-sebab melakoekan pekerdjaannja.jang sah (lihat katja 62). 115 N. B. Wetenschap hij den dader, dat deze persoon ambtenaar was en dat nii als zoodanig handelde wordt-hier niet vereischt,- maar de eisch van het bestaan van- die wetenschap ligt ongetwijfeld in de bedoeling des wetgevers. c. door toediening van stoffen, welke schadelijk zijn voor het leven of de gezondheid van hem, wien ze worden toegediend. III. Strafbaar is hij, aan wiens schuld (bldz. 3) te wijten is, dat een ander zwaar lichamelijk letsel bekomt of lichamelijk letsel waaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening zijner ambts- of beroepsbezigheden ontstaat (art. - . 360 W.v.S.) § 20. Opium-overtredingen. ') Strafbaar is bij die in een van de gebiedsdeelen der <)piumregie I. 1. invoert onwettig opium d. i. ruw opium, bereid opium niet afkomstig van de regie, overblijfselen van gerookt onwettig opium, zoomede voorzoover niet afkomstig van de regie: morpbine, praeparaten van opium, opiumhoudende of met opium vermengde vaste stoffen en vochten, opium- dan wel antiopiumpillen of poeders en alle andere zaken van dien aard welke morphine of opium bevatten of daarmede vermengd zijn. N. B. Invoer van het eene gebiedsdeel van de regie in het andere is in sommige gedeelten van de Buitenbezittingen geoorloofd. Invoer zoomede bezit, vervoer en verkoop in Ned.-Iridië van surrogaten van morphine en van gereedschappen voor morphine- inspuitingen bestemd is strafbaar gesteld bij Stb. 1911 n°. 484 j°. art. 6 sub 191°. Inv. V. Over invoer, bezit en .vervoer door alsmede vervreemding aan Europeanen en Inlandsche militairen van de Landmacht ■ en Inlandsch personeel van de Koninklijke of Gouvernementsmarine, zie Stb. 1911 nos. 494 en 644 j*. art. 6 sub 193". Inv. V. 2. voorzoover verboden kring, aldaar invoert regie-opium d. i. bereid opium van - of afkomstig van de regie of regie-djitjing d. z. overblijfselen van gerookt regie-opium. *) Het is niet doenlijk het overweldigend groot aantal staatsbladen; in deze § 'ver-werkt, alle te vermelden. Dit is alleen geschied bfl uitzonderingsgevallen. 115 KETERANGAN. Menoeroet boenjinja Wet tidak perloe s pesakitan mengetahoei bahwa orang ini ambtenaar dan melakoekan pekerdjaannja jang sah akan-tetapi tentoelah maksoednja Wet bahwa pengetahoean itoe mesti ada. c. dengan memakankan (meminoemkan) barang* jang bolëh mematikan orang atau jang bolëh meroesakkan kesëhatannja badan orang jang makan . (minoem) barang* itoe. III. Dihoekoem sekalian orang, djika olêh-sebab salahnja (schuld) orang lain mendapat zwaar hchamelijk letsel atau kena loeka jang mendjadikan bahwa boeat sementara tempo orang lain itoe mendapat sakit atau tidak bisa melakoekan pekerdjaannja atau pentjariannja. § 20. Overtreding2 perkara tjandoe. Dihoekoem sekalian orang jang di soeatoe dari daërahnia opiumregie I. 1. memasoekkan tjandoe gelap ja-itoe apioen (beloem termasak), tjandoe jang boekan asal dari regie, djitjing dan tjandoe gelap, dan djika asalnja boekan dari regie djoega morphine jang berisi atau bertjampoer dengan morphine atau tjandoe. KETERANGAN. Memasoekkan tjandoe dari soeatoe daërah kelam daërah dan regie tidak dilarang di beberapa tempat ai Buitenbezittingen. * Memasoekkan, mempoenjai, membawa' dan mendjoeal di tanah-Hindia barang* jang bolëh dipakai gantinja morphine dan pekakas8 boeat mentjorotkan morphine bolëh dihoekoem menoeroet Stb. 1911 n°. 484. Dari hal memasoekkan, mempoenjai, membawa'dan mendjoeal tjandoe d. 1.1. pada orang Eropa dan anak-negeri dari Landmacht dan anak-negeri jang bekerdja di Korunklijke atau Gouvernements Marine hhat Stb. 1911 n°. 494 dan 644. 2. djika verboden kring, dihoekoem sekalian orang jang memasoekkan kebagian verboden kring itoe tjandoe-regie ]a-itoe tjandoe poenjanja regie atau asal dari regie dan dptpng-regie ja-itoe hampas dari tjandoe-regie sesoedahnia diisap. 16 116 II. 1. verkoopt onwettig- of regie-opium. N. B. In de regie-ordonnanties van de Buitenbezittingen is ook strafbaar gesteld vervreemden van regie-opium anders dan door verkoop. 2. verkoopt of op andere wijze vervreemdt anders dan aan de opiumregie regie-djitjing. N. B. Djitjing wordt tegen vasten prijs bij de opiumverkoopplaatsen ingenomen. III. bezit, in eigendom of in voorraad heeft of vervoert*) a. onwettig opium; b. regie-opium tot eene hoeveelheid van meer dan een thail; N. B. Tot vervoer van - grootere boeveelheid regie-opium van eene opiumverkoopplaats naar eene andere plaats zijn evenwel gerechtigd zij die gekocht hebbende (ten behoeve van derden) voorzien zijn van eene vergunning van (somwijlen ook: namens) het Hoofd van Gewestelijk Bestuur. Evenzoo tot bezit daarvan op de plaats van bestemming. En eveneens tot overdracht van dat opium in de regie-verpakking, mits tegen inkoopsprijs . De hoeveelheid,, waarvoor vergunning mag worden verleend, mag op Java en Madoera hoogstens 5 thail bedragen (Stb. 1914 n°. 469.) c. regie-djitjing tot eene hoeveelheid van meer dan een halve thail; N. B. Tot bezit van grootere hoeveelheid en tot vervoer daarvan naar de opiumverkoopplaats zijn gerechtigd de vanwege het Gouvernement erkende kithouders, evenwel tot niet grootere hoeveelheid dan 6 thail. In de Buitenbezittingen wordt de maximumphoeveelheid door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur vastgesteld, en zijn tot dat bezit en vervoer veelal ook andere vergunninghouders gerechtigd. d. regie-opium in eene andere dan de door de Regeering vastgestelde verpakking; e. gereedschappen, die in den regel uitsluitend gebezigd worden tot of het kenmerk dragen van te zijn gebezigd voor het bereiden van opium. In verscheidene streken van Ned. Indië — inzonderheid de verboden kringen — is het toegelaten om met vergunning van of vanwege het Hoofd van Gewestelijk Bestuur voor eigen gebruik regie-opium en regie-djitjing te bezitten of te vervoeren dan wel opiumpijpen, onderdeden daarvan of andere gereedschappen voor het rooken van opium bestemd of gebruikt te bezitten, te vervoeren of te verkoopen. IV. opnieuw opium bereidt uit regie-djitjing. *) In de verschillende ordonnanties is vrij willekeurig nu eens alleen het vervoeren dan weder het vervoeren en doen vervoeren strafbaar gesteld of toegelaten. 116 II. 1. mendjoeal tjandoe gelap atau tjandoe-regie. KETERANGAN. Melihat regie-ordonnantie* boeat Buitenbezittingen djoega bolëh dihoekoem orang jang mengeloearkan tjandoe-regie dari tangannja, boekan karena didjoeal (oepamanja: diberikan.) 2. mendjoeal atau mengeloearkan djitjing-regie dari tangannja pada orang lain dari pada opiumregie. KETERANGAN. Orang bolëh dioeal djitjing dengan harga pesti di tempat* pendjoealan tjandoe. III. ketempatan, mempoenjai atau membawa' *) a. tjandoe gelap; b. tjandoe-regie lebih dari satoe thail; KETERANGAN. Akan membawa' tjandoe-regie dari soeatoe tempat pendjoealan kelain tempat lebih dari satoe thail diidzinkan, djika orang membeli tjandoe itoe (boeat orang lain) dengan idzinnja (atjapkali djoega atas idzinnja) Kepala Gewest. Begitoe djoega boeat mempoenjai tjandoe itoe di tempat kemana tjandoe itoe dibawa nja. Dan djoega boeat menjerahkan tjandoe itoe dalam boengkoesan-regie, asal harganja tidak lebih dari harga pembeliannja. Banjaknja tjandoe lang bolëh diidzinkan akan dibawa? d.1.1. seperti terseboet diatas ja-itoe tidak lebih dari 5 thail boeat tanah-Djawa dan Madoera. c. djitjing-regie lebih dari setengah thail; KETERANGAN. Boeat mempoenjai dan membawa' djitjingregie lebih dari setengah thail ketempat pendjoealan diidzinkan pada kithouder (jang memboeka' kit) jang dianggap olëh Goepernemën, asal tidak lebih dari 6 thail. Di Buitenbezittingen djoega ada lain orang jang bolëh diidzinkan mempoenjai atau membawa' djitjing ja-itoe orang > jang mendapat idzin akan membawa' dan mempoenjai' tjandoe^ regie. Banjaknja djitjing jang orang disana bolëh mempoenjai atau membawa'ditentoekan olëh Kepala Gewest. d. tjandoe-regie terboengkoesnja tidak seperti jang soedah ditentoekan olêh Negeri; e. pekakas jang kebiasaannja dipakai hanja atau roepanja akan dipakai boeat masak tjandoe. D; beberapa bagian dari tanah-Hindia — sebetoelnja dalam verboden kring — dengan idzinnja atau atas idzinnja Kepala Gewest orang bolëh membawa' dan mempoenjai tjandoe-regie boeat pakaian sendiri, membawa' dan mempoenjai djitjing-regie atau membawa', mempoenjai dan mendjoeal pipa-tjandoe, bagiannja dari pipatjandoe atau pekakas* lain goena atau dipakai akan mengisap tjandoe. IV. memboeat tjandoe lagi dari djitjing-regie. *) Ingatlah didalam beberapa ordonnantie atjapkali hanja membawa' tjandoe d.1.1. dan djoega atjapkali membawa' dan menjoeroeh bawa'tjandoe d. 1.1. diseboet perkara jang bolêh dihoekoem atau jang bolëh diidzinkan. 117 V. kosteloos opium verkrijgbaar stelt ter gelegenheid van het in het openbaar aanleggen van feestelijkheden of volksspelen of het in het openbaar houden van optochten of als prijs uitlooft bij volksspelen en dergelijke. N. B. Het W. v. S. bevat eene zelfde strafbepaling ten aanzien van sterken drank en gegisten palmwijn, (art. 539.) VI. last geeft tot een van vorenvermelde handelingen, daarbij belang heeft of ze desbewust bevordert. N. B. Met bet opsporen van opium-overtredingen zijn behalve de gewone politie belast: de Controleurs B. B., de Mantri's politie, ook wanneer zij niet zijn toegevoegd aan een Districtshoofd, de Mantri's politie bij het boschwezen en de boschwachters (Stb. 1898 n°. 278, 1899 n°. 122). Bij aanhaling van opium maakt de politie daarvan een zoo mogelijk ambtseedig procesverbaal op, waarin zij moet vermelden wat, wanneer, waar, hoe en bij wien ze het heeft achterhaald en de gronden waarop zij meent, dat het opium niet van de regie is gekocht. Is de aanhaler een boschwachter, dan dient hij dit procesverbaal met de stukken van overtuiging in bij den Mantri-pohtie bij het boschwezen, die het doorzendt aan den Wedana of Assistent-Wedana. Is een ander de aanhaler, dan zendt hij zijn procesverbaal met het aangehaalde direct. aan den Wedana of Assistent-Wedana. Deze verzegelt het aangehaalde en zendt het aldus met zijn ambtseedig procesverbaal van verzegeling (zie bl. 29) door (Stb. 1898 n°. 277 art. 10, 1900 n°. 254 en 1903 n°. 314). Dit alles moet zoo vlug mogelijk geschieden, omdat volgens de wet het Hoofd van Plaatselijk Bestuur verphcht is dadelijk na de aanhaling het aangehaalde te doen onderzoeken. Het Hoofd van Plaatselijk Bestuur controleert bij ontvangst of genoegzaam vaststaat, dat het bij hem gebrachte voorwerp hetzelfde is als het bij den verdachte achterhaalde, voorziet hét ' vervolgens met zijn ambtszegel, maakt van deze daad een ambtseedig procesverbaal op en zendt het opium met een afschrift van het procesverbaal van aanhaling naar den Directeur van de fabriek der Opiumregie te Batavia. Deze of de scheikundige bij die fabriek onderzoekt het hem toegezondene en maakt 'daarna eene ambtseedige gemotiveerde verklaring op, waaruit kan blijken, • dat het verzegelde pakket in ongeschonden staat werd ontvangen, dat hij den inhoud heeft onderzocht, wat hem daarbij is gebleken, speciaal of het onderzochte geheel dan wel slechts ten deele geen regie-opium kan zijn en met welke hoeveelheid ruw opium van goede hoedanigheid hij dat gelijkstelt; tenslotte dat hij na onderzoek het onderzochte weder heeft verpakt en van eigen zegeL heeft voorzien. (Over de bewijskracht dier verklaring zie Stb. 1907 N°. 341 j°. 1913 N°. 218). Zoo zendt hij het aan het Hoofd van Plaatselijk Bestuur terug, die alsdan de bovengenoemde vier processenverbaal bij de processtukken voegt. 117 V. mengadakan tjandoe soepaja orang lain bolêh ambil boeat pertjoema ketika ada perlombaan atau arak2an atau lain keramaian boeat orang banjak atau berdjandji akan memberi tjandoe pada orang jang menang dalam perlombaan d. 1. 1. itoe. KETERANGAN. Didalam W. v. S. ada pasal (539) jang ' seperti ini atas perkara minoeman-keras dan arak. VI. jang memberi perintah pada orang lain soepaja melakoekan soeatoe dari perboeatan terseboet diatas atau jang mendapat oentoeng dari perboeatan2 itoe atau jang dengan sengadja melakoekan pekerdjaan ini atau itoe soepaja perboeatan j. t. gampang kedjadian. KETERANGAN. Lain daripada prijaji2-politie jang soedah diwadjibkan, dikoeasakan djoega akan mentjari keterangan perkara overtreding tjandoe: Controleur B. B., Mantri-politie (meskipoen Mantri mi tidak dibawah perintah Wedana), Mantri-pohtie hoetan dan pendjaga-hoetan (boschwachter). Kaloe politie menangkap apioen atau tjandoe, maka diboeatnja procesverbaal jang sebolêh-bolëhnja diboeat atas soempahpangkatnja; dalam procesverbaal itoe mesti diterangkan apa jang ditangkap, dimana, kapan, bagimana dan pada siapa tjandoe itoe ditangkap, dan apa sebabnja maka politie menjangka, bahwa tjandoe itoe boekan tjandoe jang dibeli pada regie. , Kaloe prijaji politie jang menangkap itoe pendjaga-hoetan, maka dikirrrnkannja procesverbaalnja bersama-sama barangboekti kepada Mantri-pohtie hoetan, jang akan mengirim procesverbaal dan barang2 boekti itoe kepada Wedana atau Assistent-Wedana. > Kaloe orang jang menangkap tjandoe itoe pegawai politie lain, maka procesverbaalnja bersama-sama barang2-boekti mesti ditéroeskan kepada Wedana atau Assistent-Wedana. Prijaji ini mesti menjëgël barang2-boekti, memboeat procesverbaal zëgëlan, (lihat katja 29) dan mengirim barang2 dan procesverbaal2 j. t. kepada Kepala Afdeeling. Perboeatan jang terseboet ini mesti dikerdjakan lekas2, sebab metfoeroet Wet Kepala Afdeeling mesti menjoeroeh periksa ' barang-tangkapan j. t. dengan segera sehabisnja penangkapan itoe. Kepala Afdeeling mesti memeriksa apa barang jang diterimanja itoe betoel barang jang ditangkap dari si pesakitan; soedah itoe baroe dizëgël poela dengan zëgël-pangkataja, dengan memboeat procesverbaal atas soempah; kemoedian tjandoe-boekti dan toeroenan procesverbaal penangkapan itoe mesti dikirim kepada Directeur paberik tjandoe-regie di-Betawi. Directeur ini atau scheikundige jang bekerdja di paberik itoe ' jang mesti memeriksa tjandoe itoe. Pendapatan peperiksaan ini ■diterangkannja dengan njata dalam soerat-keterangan (verklaring) jang diboeatnja atas soempah-pangkatnja. Dalam soeratketerangan itoe mesti dinjatakan apa boengkoesan itoe diterimanja dengan tidak roesak soeatoe apa, dan apa isinja soedah •diperiksa dan bagimana pendapatannja, apa barang jang diperiksa itoe mëmang tjandoe-regie atau tidak, dan berapa apioen jang baik bolëh disamakan dengan tjandoe-boekti itoe jang boekan tjandoe-regie. Kemoedian diterangkan poela, bahwa barang-boekti itoe soedah diboengkoes kombali dan dizegel dengan zëgêlnja. Baroelah dikirim kombali barang-boekti itoe kepada Kepala Afdeeling jang mesti mengoempoelkan ke-empat procesverbaal j. t. pada soerat2-peperiksaan jang lam. 118 VII. zonder vergunning van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur gelegenheid geeft tot het verbruiken van opium a. aan het pubhek; b. aan hen die, geen licentiehouder zijnde, geen opium mogen bezitten zonder vergunning; c. aan Inlandsch personeel van de Koninkhjke of de Gouvernements Marine. N. B. De kithouder mag alleen in de kit gelegenheid tot opiumverbruik geven. Voor mannen en voor vrouwen zijn afzonderlijke kitten ingericht. In de kit mag alleen door de bezoekers zeiven medegebracht opium worden verbruikt. 118 VII. dengan tidak idzinnja Kepala Gewest memberi djalan atau tempat boeat mengisap tjandoe a. pada orang banjak; b. pada orang jang karena boekan Hcentièhouder tidak bolëh mempoenjai tjandoe, djika tidak ada idzin; c. pada anak-negeri jang bekerdja pada Koninklijke atau Gouvernements Marine. KETERANGAN. Jang memboeka' kit hanja didalam kitnja bolêh memberi tempat boeat mengisap tjandoe. Akan _ orang laki2 dan perampoean masing2 diadakan kit. Didalam kit itoe hanja bolëh diisap tjandoe jang dibawa' sendiri olëh orang jang hendak mengisap tjandoe didalam kit. 119 ADDENDA et CORRIGENDA. ad bl. 2 nootl). Bij de wet, afgekondigd in Ned. Stb. 1917 n°. 702, is bepaald, dat de auteurswet in haar geheel voor Ned.Indië verbindend is, met uitzondering alleen van de artt. 43 en 44, terwijl de bijzonderlijk voor Ned.-Indië in die wet vastgestelde strafbepalingen vervallen zijn. r. 2 van noot x) bl. 2 in pl. v. 30 lees: 31. ad bl. 6, 4°. N. B. Een wetsontwerp is aanhangig, waarin de Omschrijving van het begrip „ingezetene" is gewijzigd. ad bl. 7 r. 15 v. b. Stb. 1908 n°. 219 is ingetrokken bij Stb. 1917 n°. 646. ad bl. 15 noot 2) In r. 1 te schrappen: Sumatra's Westkust soekoeen ripéhoofden; in r. 6 en 7 eveneens: Sumatra's Westkust panghoeloe's kapala of pamoesoek, staande onder de bevelen van zgnde districtshoofden. ad bl. 40 r. 20 v. b. in pl. v. de misdrijven lees: in geval van misdrijf : ad bl. 41 r. 29 v. b. in pl. v. de overtredingen lees: in geval van overtreding : r. 30 v. b. in pl. v. 11°. verzuim lees: 11°, bij verzuim. ad bl. 89 aan § 9 N. B. sub 1 toe te voegen: Alwie opzettelijk in strijd met het bepaalde bij het Reglement omtrent de particuliere landerijen bewesten de Tjimanoek handelt als boven sub b vermeld, is eveneens strafbaar, doch met veel lichtere straf (Stb. 1912 n°. 422 art. 57 j °. art. 6 sub 200°. Inv. V.). Voorts zijn zoo juist de navolgende wijzigingen in de wetgeving gebracht, t. w. bij K. B. van 4 Februari 1918 n°. 61: ad bl. 9 noot1) en bl. 10 sub 2. 1°. De drukpersdelicten — daaronder begrepen de overtredingen van Stb. 1856 n°. 74 artt. 12, 13, 19, 29 en 30 — zullen voortaan ter kennisneming staan van den dagelijkschen rechter van den beklaagde. Ergo op bl. 10 te schrappen: r. 21 t/m 25 v. b. ad bl. 52a N. B. 2°. Ook wanneer beklaagde onder de heerschappij van het oude Wetboek wegens een soortgelijk misdrijf dis waarvoor hij nu vervolgd wordt, is veroordeeld tot eene andere straf dan gevangenisstraf, zullen de nieuwe bepalingen omtrent recidive toepassing vinden. 119 TAMBAHAN dan OEBAHAN. katja 2. Menoeroet peroebahan baroe auteurswet bolëh didjalankan sama sekali di tanah-Hindia Belanda, ketjoealikan pasal 43 dan 44 sadja. Dimatikan pasal2 jang didjadikan dalam wet itoe tjoema goenanja tanah itoe. katja 6, 4°. Keterangan. Sekarang ini masih diadakan Wet bakal beroebah maksoednja „pendoedoek (ingezetene)". katja 82 baris 30 „si pesakitan" dioebah: orang jang ditipoe. katja 89 ditambah dibawah Keterangan sub 1: Siapapoen tidak menoeroet hatoeran2 j. t. dalam .Reglement particuliere' landerijen bewesten Tjimanoek dengan sengadja mendjalankan soeatoe perboeatan seperti terseboet diatas hoeroef b bolëh dihoekoem djoega akan-tetapi dengan hoekoeman paling ëntëng. Dan baroelah dikeloearkan dengan K. B. oebahan2 jang . terseboet dibawah ini: katja-.9 noot1) dan katja 10 sub 2. 1°. Perkara misdrijf2 dan overtreding2 jang dilakoekan dalam soerat2 jang ditjëtak — terhitoeng djoega overtreding2 jang terseboet di pasal2 12, 13, 19, 29 dan 30 Stb. 1856 n°. 74 — nanti dipoetoeskan semoea olëh Inlandsche rechter, djika pesakitan Inlander atau orang jang disamakan dengan Inlander. Dari sebab itoe di katja 10 mesti diboenoeh baris 21 s.s. 25. katja 52a Keterangan. 2°. Kaloe dalam perkara-misdrijf hoekoeman jang doeloe didjadikan waktoe didjalankan Strafwet jang lama maka hoekoemannja pesakitan boeat perkara jang baroe bolëh diberatkan djoega sebab recidive, meskipoen pesakitan dihoekoem doeloe dengan hoekoeman lain daripada gevangenisstraf (hoekoeman-mati, kerdja-paksa, tuchthuis). 120 en tenslotte bij K. B. van 22 Februari 1918 n°. 62, houdende herzierdng van de bepalingen betreffende het uiten van gevoelens van vijandschap, haat of minachting, weshalve worde gelezen: ad bl. 106 N.B. r. 4 l/m 6 v. o. in pl. v. die opzettelijk gevoelens opwekt of bevordert: die gevoelens. ... koestert en daaraan, al dan niet opzettehjk, in het openbaar uiting geeft. r. 3 v. o. in pl. v. opwekking: uiting. ad bl. 107 N.B. sub 1. r. 6 en 7 v. o. in pl. v. het opzettehjk.... Ned.-Indië: het koesteren van gevoelens van vijandschap, haat of minachting tegen eenigen groep van de bevolking van Ned.Indië, die zich van eenig ander deel dier bevolking onderscheidt door ras, landaard, godsdienst, herkomst, afstamming, nationaliteit of staatsrechtelijken toestand en het, al dan niet opzettehjk, in het openbaar daaraan uiting geven. r. 2 v. o. in pl. v. opwekking: uiting. katja 106 Keterangan baris 5 dan 6 dari bawah dan katja 107 Keterangan b. 6 dan 7 d.b. „sengadja menimboelkan atau meloeaskan ingetan" diganti: sengadja atau tidak dengan sengadja ditempat, dimana bolëh kedengaran olëh sembarang orang, mengeloearkan ingetan. katja 106 dan 107 Keterangan. b. 2 d. b. „pemboedjoèkan" diganti: ingetan seperti j. t. diatas. katja 107 Keterangan. b. 5 d. b „bangsa di tanahHindia atau antara bangsa8 di tanah itoe" diganti: bagian dari orang jang bertinggal di tanah-Hindia j ang poenj a bangsa, agama, asal, negeri tidak 'sama dengan bangsanja, agamanja, asalnja, negerinja bagian lain*. Februari 1918. KLAPPER. Kaloe ditjari kata Melajoe maka pembatja tjarilah pokoknja kata itoe (grondwoord). A. bl. Aanhalen van opium .' 117 Aanhouden van verdachten 17,21, 111 Aanslag tegen bestaanden regee- ringsvorm 63 Aansprakelijkheid: strafrechtelijke — 48, 58, 59 Adoe: peng — an palsoe; 64 peng — an pitenah 109 Afdreiging ...... ^ 41, 81 Afdrijving 114 Afkortingen IH Afpersing; . 66, 81 — van bekentenis 22 Akal-balkf 42 Akoe: peng — an kesalahan 22,53, 111 Algemeene verordening 1 Alibi 21 Ambt: in de uitoefening van zijn — 41, 52, 62 Ambtenaar' 6, 41, 51, 52 Ambtsgeheim 41 Ambtsmisdrijf 6, 51, 59, 80 Ampoenja: meng—i 4,9,41,44,66, 78 Aniaja: peng — an 89 Antjam: peng — an; 110 pentjoerian dengan — an hendak memaksa 70,73, 75 — hendak memaloekan .... 81 Apioen 7, 19, 26, 27, 115 Arrestatie 17, 20 Asoet: meng — kan orang .. 60, 61 Auteursrecht 2, 41, 119 Authentiek: — e akte 65, 98 — afschrift 53. B. bl. Badjak: pem — 6, 9 Bahaja: — boeat kesedjahteraan negeri bl. 65; — mati 32, 63 Bakar: pem — an .. 63, 65, 85, 110 Balai-derma 80 Baldadigheid 87 Bandingan: barang — ; .. 27, 35, 68 staat barang — .... 36 Bandjir 65, 70 Bankbreuk 59 Banting: mem — relaas 23 Bedreiging; 110 diefstal met — met geweld; .... 70, 73, 75 — met smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim .... 81 Bedrog; 9, 41, 81, 85 — bij levering van het ver¬ kochte 83 Bedwelming 76 Begunstiging 4, 9, 76 Bekas: — djari; 24 — kaki 24, 76 Bekentenis 22, 53, 111 Belandja: mem — kan wang palsoe 95 Beleediging; 40, 43, 106 — van ambtenaren .. 41, 62, 109 Benadeeling van rechthebbenden of schuldeischers 9, 41, 84 Berat: hal pem—anhoekoeman51,119 Beroep: in de uitoefening van zijn—40, 52 122 bl. Beroepsgeheim 41 Beschadiging 9, 41, 86 Beslag: — barang boekti dan bandingan 18, 27 Besloten erf 69, 71 Bevrijden van gevangenen .... 66 Bewusteloosheid 76, 101, 102 Bigamie 103 Bikin bodoh 9, 44, 81 Binasa: mem — kan barang 9; 41, 86 Binatang: mematikan—; 86 menjjksakan — .. 2, 113 Binnendringen in eene woning 71, 73 Biwara: soerat — 68 Bloedsporen: onderzoek van —■ 34 Boedjoek: mem — orang .. 58, 60 Boeka': mem — roemah ..19, 26 Boekti: barang— 18, 27, 35, 68 staat barang — 36 Boenoeh: mem — orang .. 63, 112 Boom: kappen van een — 59, 66 Boord: feiten gepleegd aan — .. 5 Bordeelverbod 102 Boschbeschadiging 86 Boschdiefstal 66 Boschpohtie 1, 26, 117 Braak: diefstal met — 69, 72, 73, 74 Brand: diefstal bij — 70 Brandstichting 63, 65, 85, 110 Bromotjorah 30 Buitenbezittingen 10 Bundel: — soerat peperiksaan .. 35 Burgerlijke rechter 12 Bijblad III, 1 C. Chëwan 67, 70 Competentie van rechter en politie: absolute —; 8 relatieve — 13 Confrontatie 18,22, 32 Connexiteit 12 Consulaire rechtspraak 8 Contractbreuk 41 Credietverband 80, 83, 84 Crimineele Wetboeken voor het krijgsvolk III, 2, 7 Curateele 42 bl. D. Dader 57 Daja:per — an 81, 85 Daktyloscopie 24 Damai: per — an akan membajar denda 47 Darah: peperiksaan — orang .. 34 Declaratie: — wang saksi 39 Deelnemen aan eene vereeniging van misdadigers 61 Desertie 5 Deskundige 25, 34 Dief: verwonden van een — .. 50 Diefstal \ 9, 41, 66 Districtsgerecht 9, 10 Districtshoofd; 15 onderzoek van het — 19 Djalan negeri: pentjoerian di — 72 Djati: bekas — 24 Djepit: nga — 89 Djina 40, 100 Djoeal:—orang lain poenja tanah 83 Djoedi: pen — an* 103 Doedoek: pen — tanah-Hindia 6, 119 Doeit: memasoekkan — ketanahDjawa, membelandjakan, mempoenjai, memboeat — 96 Doemoek: tjap — 43 Dokter: peperiksaan — 25 Dooden van een dier 86 Doodslag 110, 112 Doorloopende handeling 35 Dorpshoofd; 15, 52 onderzoek van het — 16 Drukpersdelicten .. 9, 10, 45, 119 Duimtopafdruk 43 Dwang om iets te doen enz. .. 3, 41 E. Eed: ambts — 33 Eerbaarheid: feitelijke aanranding der — 50, 101, 110 Eigenrichting 50 Element van een strafbaar feit 54 Europeesche rechter 11, 12 Extremis:- onderzoek in — .... 32 123 bl. I F. Familiechef stal 41 Fiscale overtredingen 2, 9, 12, 28, 45, 47, 57, 61 G. Gadai: — kan barang jang diam- bilnja pesakitan; 67 — kan tanah kepoenjaan orang lain 83 Gagah: peng — an 63, 101, 110 Gambar: — tempat misdrijf .... 26 Gangsir: mentjoeri dengan — .. 74 Geldboete: vrijwillige betaling van het maximum der — 46, 53 Gelêdah: meng — roemah .. 19, 26 Gemoedsbeweging: handelen in hevige — 51 Gendak 40, 44, 100 Gerechtelijke politie 5, 14, 40, 41, 45, 66 Getuige: schadeloosstelling van- 37, 38 verhoor van —; 30 wegblijven als —; .... 3 woonplaats van—.. 13, 39 Gevaar: levens—; 32, 63 — voor de algemeene veiligheid 65 Geweld: 58, 110 diefstal met — 70, 73, 75 Gewoontemfedrijf 78 Gewijsde: rechterlijk — .... 44, 53 Gila 47, 48 Goegoer; 45 meng ' — kan kandoengan 114 Gombala: peng —an 68 H. Haat: uiting geven aan gevoelens van — 106, 107, 120 Harga barang tjoerian .... 69, 70 Hati2: tidak — 3 Haven: feiten gepleegd in een —; 5 — politie ' 1 Hazardspel 103 Hechtenis: recht tot in - neming 17, 20 Heeterdaad 17, 20, 65, 75 Heling 41, 49, 61, 76 bl. Herkenningsteekens aan gestolen goed 68 Hina: peng — an 42, 106 Hoetan: politie — 1, 26, 117 mentjoeri dalam — .... 66 meroesakkan — 86 Huiszoeking 19, 26 I. Ikat: meng — orang .. 45, 59, 111 Ingezetene 6, 119 Inheemsche rechter .. 6, 11, 12, 44 Irudimming: diefstal met — 69, 73, 74 Inlander; 9 jang disamakan dengan —; 9 aanzienlijke — 11, 39 Inlandsch: — gebruiksrecht 64,83, 90 —* officier 12 ^-rechter 9 — Reglement.... III, 1 Intellectueele dader 59 Invoeringsverordening .... III, 2 Jaarpas 6 K. Kampak 61, 65 Kapal: perboeatan dilakoekan di — 5 Karang: melindoengi haknja pe- ngarang boekoe 2, 41 119 Karëta-api: mentjoeri dalam '— 72 Kepala-dësa 16, 52 Keping-kepingan 95 Kinderdoodslag ...: 112 Kinderhuwelijk 102 Kindermoord 113 Klachtdehct :: 9, 39 Knevelarij 89 Koentji: — palsoe 73, 75 Koeroeng: mengoeroeng orang 45, 59, 111 Koloniale ordonnantie 1 Koninklijk besluit 1 Koopvaardijschip 6 Kostuum: diefstal met valsch ~ 72, 75 Krankzinnigheid 47, 48 1 24 L. bl. Laboeh: pe — an > 6 Landgerecht; 2, 9, 10, 42, 69, 87 — Reglement III Laoet: — territoriaal 5 Lari: membawa' — perampoean 41 Laster, lasterlijke aanklacht en — verdachtmaking 109 Latah 49 Lawan: pe — an 62, 65 Leeftijd: schatten van — 40 Lemah 76, 101 102 Lepas: me — kan orang tahanan 66 Levensberooving 110, 112 Loeka: me — i orang 113 Losprijsbepalingen 78 Lijfvisitatie 18, 19 Lijk: —schouwing; 25, 66 vinden van een — .... 16, 24 M. Maat: valsche — 83 Mabok: me — kan orang 76 Madjelis: Groote — 7 Magistraat 2, 9, 10, 69, 87 Mail-Inggeris 5 Mait: kedapatan — .. 16, 24, 66 Malam hari: mentjoeri wak toe ~ 70,71 Maloe: me — kan orang 40, 43, 106 me—kan ambtenaar 41,62,109 Mamaq 41, 42 Manus ministra 59 Marine: Koninklijke Ned. — 7, 12, 115, 118 Gouvernements — 7, 115, 118 Materieele dader 57 Mati: me — kan binatang 86 me—kan orang 110,112 Mededader 57 Medephchtigheid 44, 46, 57, 61 Meerderjarigheid: tijdstip van — 42 Meineed 60, 91 Middelen en pachten: algemeene verordeningen betreffende 's Lands—; 2 overtredingen betreffende 's Lands — 9, 12, 28, 45, 47, 57, 61 bl. Militair: orang— 7, 12, 115, 118 Militaire rechter 12 Minderjarige: onttrekken van een — aan het gestelde gezag 66 Minjak-tanah: overtreding perkara — 19, 26 Misdrijf 2 Misdadigers: beroeps— 30 verbergen van — .... 65 Mishandeling; 2, 9, 44, 113 zware — 110, 114 — van ambtenaren.... 62 i — van een dier 2, 113 poging tot — 57 Misleiding van de politie .... 64, 99 Moeara 6 Moord 63, 112 Morphine 115 Muiterij aan boord 61 Munt: valsche — 6, 45, 63, 93 IV. Nacht: diefstal bij — 70, 71 Nama: — palsoe 64 Nederlandsche strafwet 7 Njawa: menghilangkan — orang 112 Noodtoestand 49 Noodweer 50 O. Observatie: — in een krankzinnigengesticht 47 'Oemoer: menaksir —; 40 (beloem) sampai — 42, 66 Oesoer ' 87 Officier: Inlandsch— 12 Omkooping 87 Onderdaan: Nederlandsch— .... 8 Ondergraving: diefstal met — .. 74 Ondervragen: — van getuigen 30 — van verdachten 23 Onmacht 76, 101, 102 Ontoerekenbaar 48 Ontslag van rechtsvervolging .. 44 Onwettig opium 115 Oogst: afsnijden van te veld staande — 86 125 bl. Oorlogsschip; 5 passagierende bemanning van een — 8 Openbaar: in het — .. 100, 113, 120 openbare plaats 104 : .diefstal op — weg .... 72 Opiumdelicten 7, 19, 26, 27, 115 Opiutnf abriek: Directeur of scheikundige der — 32, 117 Ophchting "9, 44, 81 Oproer: diefstal bij — 70 Opruien 60 Opstand 6, 65 Opzet 3 Order: diefstal met valsche — 72, 75 Overmacht 3, 49 Overspel 40, 44, 100 Overstrooming; 65 diefstal bij — .. 70 Overtreding 2, 59 P. Padidiefstal 68 Paksa; 3, 41, 58, 110 - memaksa orang soepaja memasrahkan barang; .. 81 mentjoeri dengan — 70, 73, 75 Palsoe: koentji 72, 75 nama — 64, 82 oekoeran — ,.. 83 pakaian kebesaran — 72, 75 pengadoean — 64 soempah — 91 soerat — 45, 97 soerat keterangan — 64, 99 soerat perintah — .. 72, 75 staat-pembaj aran — .. 99 wang — .. 6, 45, 63, 93 Pandjat: mentjoeri dengan me- mandjat 69, 73, 74 Pandrecht op gronden 83, 84 Papieronderzoek 27 Particuliere landerijen: inbreuk op het Reglement omtrent de — 41, 119 Perniagaan-boedak 9 Petroleumdehcten 19, 26 Phonogram: doen overleggen van — 28 bl. Pingsap 76, 101, 102 Pitenah: pengadoean —; — soepaja orang lain tersangka 109 Plaatselijk onderzoek 24 Poging .. /. 4, 46, 54) Pohon: menebang — 59, 66 Politie: — hoetan; 1, 26, 117 — rechter; 2, 9, 10, 69, 87 Algemeen — strafre- glement 2 Portret: verveelvoudiging enz. van het — van verdachte; 21 melindoengi haknja pengarang — dan orang di — kan 2 Post: aanhouden van—stukken; 4, 28 Postspaarbank: inlichtingen te verstrekken door — 4, 28 Potong:—pohon 59, 66 — hasilan 86 Procesverbaal: memboeat — .... 32 — in zake boschdelicten .... 117 — „ „ klachtdelicten.... 43 — van getuigenverhoor .... 30 — „ huiszoeking 26 — „ verzegeling 29 O- Quarantaine 7 R. Rahasia: memboeka' — 41 Rapat 10 Rapport: tidak me—kan perkara 63, 67 Ratjoen: pe — an; 29, 34, 112 peperiksaan 29, 34 Rechtmatige uitoefening der bediening 62 Rechtsdelict 2 Recidive 52, 119 Reede: feiten gepleegd op de — 5 Regentschapsgerecht 9, 10 Regie-opium 115 Regiemeriten en keuren van politie; 1 — in de Buitenbezittingen 7 Residentiegerecht 10 28 66 86 32 17 43 30 26 29 126 bl. Roegi: me — kan orang .. 9, 41, 84 Roemah: mentjoeri didalam — 69, 71 Roesak: mentjoeri • dengan ke — an; 69, 72, 73, 74 me — kan barang 9, 41, 86 Roesoeh; 6, 65 mentjoeri waktoe roesoeh 70 Rooverij .■ 61, 65 Rijksraad 7 S. Sakit: menjakiti orang 113 Sakitan: pertanjaan kepada —; 22 membikin-perkara bininja - 49 Saksi: pertanjaan kepada —; .. 30 staat wang -keroegian —; 38 tempat-tinggalnja — .. 13, 39 — tidak menghadap 3 Salah (schuld) 3, 87, 112, 113, 115 Sama2: mentjoeri ber — 58, 69, 76 Samenhangende strafbare feiten 35 Samenspanning 63 Sangkoet: per — an antara si pesakitan dan si keroegian 76, 80, 82,84, 87 Schaking 41 Scheepvaartmisdrijf 6 Schending van ambts- of beroepsgeheim 41 Schetsteekening 26 Schuld 3, 87, 112, 113, 115 Semboeni: menjemboenikan barang asal dari misdrijf; 77 • menjemboenikan orang djahat .atau bekasnja misdrijf 65 Sengadja 3 Setoeboeh 40, 100 Siksa: penjiksaan badan 2, 9, 44, 113 „ ambtenaar .. 62 binatang .. 2, 113 pentjobaan — 57 Slavenhandel 9 Smaad 42, 106 Smaadschrift 42, 107 Soeab: memberi dan menerima — 87 I Soempah: — palsoe 60, 91 — prijaji 33 Soerat palsoe 45, 971 bl. Sopan-santoen: pelanggaran — 100 Smemberi dan menerima— 87 Souteneur 103 Spoortrein: diefstal in een — .. 72 Staat: — barang boekti dan ban- dingan 36 — saksi2 37 Staatsblad III, 1 Stellionaat 83 Strafwet; 5 Nederlandsche — ... 7 Stukken van overtuiging en vergelijking; 18, 27, 35 68 staat van— 36 T. • Tahan: — orang 111 — pesakitan 17, 21 Tambangan 104 Tangkap pesakitan 17, 21 Teboes: perkara—an 78 Tegenwerken van de politie .... -65 Telapak kaki: bekas — .... 24, 76 Telegram: doen overleggen van — 28 Tembaga: wang — 96 Territoriale zee 5 Tipoe: penipoean 41, 44, 81 politie .. 64, 99 Tiroe: meniroe soerat 97 „ wang 93 Tjampoer: ber — dalam perkara 45, 46, 57, 61 Tjandoe 7, 19, 26, 27, 115 Tjêtak: soerat jang di — 9, 10, 45, 119 Tjoba: pentjobaan .... 4, 46, 54 Tjoeri:men —; ...... 9, 41, 66 menoembak si pen — .... 50 Toenoe: penoenoean 85 Toerekenbaarheid 48 Toeroet perintah: tidak — politie 64 Toetoep: menoetoep orang .... 111 Tram: diefstal in een tram .... 72 Transactie: — bij overtreding van de bepalingen omtrent in- en uitvoerrechten 47 Tweegevecht: poging tot — .... 57 aanzetten tot — .. 61 127 bi u. Uitgeven: — van valsch geld .... 95 Uitlokken 60 Üitvoeringshandeling 55, 58 V. Vaartuig: Ned.-Indisch— 6 Valsch:—e aanklacht; 64 — authentiek stuk; .... 65 — e betaalstaat 99 — geschrift; 45, 97 — getuigschrift 99 diefstal met—kostuum; 72, 75 — e maat; 83 — e munt- en bankbil¬ jetten; 6, 45, 63, 93 — e naam; 64, 82 diefstal met — e orders; 72 ,, „ —en sleutel; 72, 75 — e verklaring .... 64, 99 Vee 67, 70 Verbergen: — van opium .. 82, 109 — „ goed van mis¬ drijf afkomstig 77 — ,, misdadigers of van sporen van het misdrijf 65 Verduistering.... 4, 9, 41, 44, 66, 78 Vereenigde personen: diefstal door — 58, 69, 76 Vergiftiging 29, 34, 112 Uitgeven: — van valsch geld .... 95 Uitlokken 60 Üitvoeringshandeling 55, 58 V. Vaartuig: Ned.-Indisch— 6 Valsch:—e aanklacht; 64 Verhoor van:—getuigen 30 — verdachten .... 22 Verjaring 45 Verkrachting 63, 101, 110 Vernieling 9, 41, 86' Vertegenwoordiger: wettige — van een minderjarige 42 Verzwarende omstandigheden 9,51,119 Verzwijgen van strafbare feiten 63 Vinden van goed 67 Vingerafdrukken 24 Visum repertum 25, 32, 331 Vleeschelijke gemeenschap buiten echt 40, 100 bl. Voetstappen 24, 76 Volksoploop 65 Voorbedachten rade: met — .. 112 Voorbereidingshandeling 55 Voorloopig onderzoek 5, 45 Voortdurend delict 45 Vordering van de politie: niet voldoen aan eene — 64 Vorstenlanden 7, 11 Vrouwenhandel 102 Vrijheidsberooving 45, 59, 111 Vrijspraak 44 Vuurwapenen 2, 7, 27 W. Waarde van het gestolene .. 69, 70 Waiseng 104 Wakap 80 Walijat 42 Wang palsoe 6, 45, 63, 93 Wedana 19 Wederspannigheid 62, 65 Weg: diefstal op den openbaren — 72 Weide 68 Wet 1 Wetboek van strafrecht .. III, 1, 7 Wetsdelict 2 Woning: diefstal in eene — .. 69, 71 Z. Zeden: misdrijven en overtre-' dingen tegen de — 100 Zeebrief .. .*. 6 Zeekrijgsraad 7, 8 Zeemijl: Engelsche — 5 Zeeroof 6, 9 Zegel: procesverbaal van ver — ing 29 ,, ,, ver- en ont — ing 30 Zelfbestuur: Inlandsch—; 5,6,7,12,106 — sordonnantie .. 5, 6 Zelfmoord : 112 Zelfstandig: —misdrijf; 58, 60, 61 — e overtreding .... 57 Zelfverdediging: wettige — .... 50 Zwaar lichamelijk letsel 114 128 INHOUD. Blz. D S.! Afkortingen III Voorwoord IV Inleiding. 1 HOOFDSTUK I. De handelingsbevoegdheid van de gerechtelijke politie. § 1. Omvang van de werking der strafwet 5 § 2. Bevoegdheid van de Inlandsche Justitie en Politie .... 8 HOOFDSTUK II. Het voorloopig onderzoek der Politie. Inleiding 14 § 1. Het onderzoek van den Wedana 15 a. onderzoek van het dorpshoofd 16 b. overname van de leiding door den Wedana 19 c. arrestatie 20 d. ondervraging van den verdachte 21 e. bekentenis van schuld 22 /. plaatselijk onderzoek 24 g. onderzoek van den geneeskundige 25 h. schetsteekening 26 i. huiszoeking 26 ƒ. inbeslagname van stukken van overtuiging en van vergelijking 27 k. verzegeling 29 l. getuigenverhoor 30 m. processenverbaal 32 n. deskundigen 34 o. bundel van het voorloopig onderzoek 35 § 2. Vervolging van strafbare feiten, welke alleen op klachte vervolgbaar zijn ,... . 39 § 3. Het vervallen en schorsen der strafvervolging 44 HOOFDSTUK IH. Eenige algemeene leerstukken van strafrecht. § 'h Ontoerekenbaarheid 48 § 2. Verzwarende omstandigheden 51 §3. Poging 54 § 4. Daderschap en medeplichtigheid 57 128 ISI BOEKOE. Katja Pëndëkan III Kepada Pembatja2! IV Permoelaan 1 BAGIAN I. Kekoeasaan prijaji2 dalam gerechtelijke politie (membikinperkara pada pesakitan). § 1. Daërah tempat Strafwet dilakoekan 5 § 2. Kekoeasaannja Justitie dan Politie boeat anak-negeri.. 8 BAGIAN II. Peperiksaan Voorloopig Onderzoek. Permoelaan 14 § 1. Peperiksaan perkara olëh Wedana 15 a. peperiksaan olëh kepala-dësa 16 b. peperiksaan diserahkan kapada Wedana 19 c. arrestatie 20 d. pertanjaan kepada si pesakitan 21 e. pengakoean kesalahan 22 /. peperiksaan tempat misdrijf 24 g. peperiksaan dokter 25 h. gambar 26 i. memboeka' roemah 26 ƒ. beslag barang-boekti dan barang-bandingan 27 k. zëgëlan 29 l. pertanjaan kepada saksi2 30 m. hal memboeat procesverbaal 32 n. deskundige .■ 34 o. bundel soerat2 peperiksaan voorloopig onderzoek .. 35 § 2. Perboeatan jang bolëh dihoekoem, tjoema bolëh dibikinperkara kaloe ada orang jang mengadoekan 39 § 3. Goegoernja dan berhentinja penda'waan 44. BAGIAN III. Beberapa peladjaran jang menoeroet Strafwet mesti diperhatikan dalam sekalian perkara misdrijf dan overtreding. § 1. Orang jang tidak bisa" menanggoeng tingka-lakoenja (ontoerekenbaar) , 48 § 2. Hal pemberatan hoekoeman 51 § 3. Pentjobaan 54 § 4. Orang jang melakoekan perboeatan (dader) dan orang. jang tjampoer dalam perkara itoe (medeplichtige) .... 57 129 Blz. HOOFDSTUK IV. Eenige veelvuldig onder Inlanders voorkomende strafbare feiten. § 1. Strafbepalingen, tot doel of gevolg hebbende steun en bescherming van de politie bij het volvoeren van hare taak 62 a. verzwijgen van strafbare feiten 63 b. misleiding van de politie 64 c. niet voldoen aan een bevel van de politie 64 d. tegenwerken van de politie op andere wijze 65 § 2. Diefstal 66 a. soort en hoedanigheid van het gestolene 67 b. hoeveelheid van het gestolene 68 c. waarde van het gestolene t 69 d. tijdstip van den diefstal • • • 70 e. in eene woning cf op een besloten erf, waarop eene woning staat 71 /. in een spoortrein of tram 72 g. op den openbaren weg 72 h. door den dief aangewende middelen 72 ' i. meer dan één dief j 76 ƒ. persoon van den bestolene 76 § 3. Begunstiging 76 § 4. Verduistering 78 § 5. Afpersing — Afdreiging — Bedrog 81 § 6. Benadeeling van rechthebbenden of schuldeischers 84 § 7. Brandstichting. — Vernieling of beschadiging van goederen 85 § 8. Omkooping 87 § 9. Knevelarij 89 §10. Meineed 91 §11. Misdrijven en overtredingen ten aanzien van muntspeciën en bankbiljetten 93 §12. Valschheid in geschrifte ' 97 §13. Misdrijven en overtredingen tegen de zeden 100 § 14. Misdrijven en overtredingen met betrekking tot hazardspel 103 §15. Beleediging 106 §16. Bedreiging 110 § 17. Vrijheidsberooving ' • Hl § 18. Levensberooving H 2 §19. Het toebrengen van pijn of letsel .'. 113 §20. Opium-overtredingen 115 Addenda et corrigenda 119 Klapper 121 129 Katja BAGIAN IV. Beberapa perkara jang bolëh dihoekoem kerap-kali dilakoekan olêh anak-negeri. | 1. Hatoeran8 jang ada antjamannja goena mengêntêngkan atau memperlindoengi prijaji8 politie dalam mendjalankan pekerdjaannja 62 a. tidak merapportkan perboeatan jang bolêh dihoekoem 63 b. penipoean politie 64 c. tidak menoeroet perintah politie v 64 d. lain8 perkara menjoesahkan politie 65 § 2. Pentjoerian 66 a. barang tjoerian mesti diterangkan dengan njata .... 67 b. banjaknja barang jang ditjoeri 68 c. harga barang jang ditjoeri 69 d. temponja ketjoerian 70 e. dalam roemah atau pekarangan tertoetoep jang ada roemah didalamnja 71 /. dalam karëta-api atau tram 72 g. didjalan-negeri 72 h. daja-oepaja pentjoeri..^ 72 *. banjaknja maling 76 ƒ. si pentjoeri apanja si ketjoerian? 76 § 3. Begunstiging 76 § 4. Mengampoenjai lain orang poenja barang (verduistering) 78 § 5. Afpersing. — Afdreiging. — Bedrog 81 § 6. Meroegikan orang jang berhak atas soeatoe barang atau orang jang menghoetangkan 84 § 7. Pembakaran (Penoenoean). — Membinasakan atau meroesakkan barang8 85 § 8. Memberi dan menerima sorok (sorong, soeab, oesoer) .. 87 § 9. Penganiajaan (ngadjepit) 89 § 10. Soempah palsoe 91 § 11. Misdrijf8 dan overtreding8 hal wang-logam dan wangkertas 93 § 12. Soerat palsoe 97 § 13. Misdrijf8 dan overtreding2 sopan-santoen 100 § 14. Misdrijf8 dan overtreding8 hal pendjoedian 103 § 15. Memaloekan orang 106 § 16. Pengantjaman 110 § 17. Menoetoep (mengikat) orang .' 111 § 18. Menghilangkan njawa orang 112 § 19. Menjakiti atau meioekai orang 113 § 20. Overtreding8 perkara tjandoe 115 Tambahan dan oebahan 119 Klapper 121 Handleiding! TEN GEBRUIKE BIJ Het Voorloopig Onderzoek jpn Strafzaken pan Inlanders in nederlandsch-Indië DCfOR im?, W. I Haase en W. Boekhoudt V IE R D E UIT GAVE GEHEEL OMGEWERKT DOOR mJ^w. boekhoudt Oud Raadsheer in het Hooggerechtshof pan ued.-IndiS. EIGEN UITGAVE. UITSLUITEND verkrijgbaar bij de Boekoit Penoenfoen AKAN DIPAKAI OLEH PRIJAJI* DALAM Peperiksaan |Poorfoopig Onderzoek; IXIKARANG ÖL|H Étf. W. F. Haase dan W. Boekhoudt TJËTAKAN J ANG KE-EMPAT DIROEBAH SAMA SEKALI OLËH mi; w. boekhoudt bekas Raadsheer Hooggerechtshof Hindia-Belanda. DIKELOEARKAN OLEH PENGARANGNJA SENDIRI. TJOEMA dapat dibeli di Toko-Boekoe Papyrus di Betawi. KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK 2289 9634 BOEKOE PENOENTOEN. Naami,. Venn. c. lt, Teuungs'. Drukkerijen, 's-Gravenhage. HANDLEIDING TEN GEBRUIKE BIJ HET VOORLOOPIG ONDERZOEK IN STRAFZAKEN van Inlanders in Nederlandsch-Indië DOOR MRS. W. F. HAASE en W. BOEKHOUDT. VIERDE UITGAVE GEHEEL OMGEWERKT door MR. W. BOEKHOUDT Oud Raadsheer in het Hooggerechtshof van Ned.-Indië. EIGEN UITGAVE. UITSLUITEND verkrijgbaar bij de N.V. Uitgeversmaatschappij „Papyrus" te Batavia. BOEKOE PENOENTOEN PEPERIKSAAN VOORLOOPIG ONDERZOEK DIKARANG OLËH MRS. W. F. HAASE dan W. BOEKHOUDT. TJETAKAN JANG KE-EMPAT bekas Raadsheer Hooggerechtshof Hindia-Belanda. DIKELOEARKAN OLEH PENGARANGNJA SENDIRI. TJOEMA dapat dibeli di Toko-Boekoe „papyrus" di Betawi. AKAN DIPAKAI OLEH PRIJAJI* DALAM DIROEBAH SAMA SEKALI oleh M* W. BOEKHOUDT III Li. S.! Wie bij het raadplegen van het boek zich rekenschap wenscht te geven, of hij de juiste beteekenis van den Nederlandschen text inderdaad goed heeft begrepen, raadplege den dikwijls meer uitvoerigen Maleischen text. Treft men in den Maleischen text een rechtsterm aan in de Nederlandsche taal zonder omschrijving van deszelfs beteekenis, dan zoeke men het woord in den Klapper achterin het boek. Aldaar wordt men verwezen naar de bladzijde, welke eene verklaring van het woord bevat. AFKORTINGEN. al. = alinea. d. s. b. =dan sebagainja. d. t. = dan toeroetannja. . M d. 1.1. = dan lain-lainnja. j°. =juncto, artinja: tersamboeng dengan. j. t. = jang terseboet. s. s. = sampai dan serta. A. B. = Algemeene Bepalingen van Wetgeving. Bb. = Bijblad. Cr. Wb. Kr. t. L> = Crimineel Wetboek voor het Krijgsvolk te I,ande. Cr. Wb. Kr. t. W. = Crimineel Wetboek voor het Krijgsvolk te Water. III Kaloe boeat si pembatja maksoednja soeatoe hal jang terseboet di' bagian Belanda barangkali koerang terang maka haraplah pembatja lihat dalam bagian Melajoe jang atjapkali diterangkan lebih genap. Djika di bagian Melajoe pembatja mendapat perkataan basa Belanda jang tidak diterangkan di tempat itoe maka tjarilah artinja perkataan itoe dalam Klapper dikatja2 penghabisan. Disitoe ditoendjoekkan katja dimana bolëh didapati keterangannja perkataan itoe. PENDEKAN. I. R. .= Inlandsch Reglement. Inv. V. = Invoeringsverordening van het Wetboek van Strafrechtvoor Ned.-Indië(Stb. 1917 n°. 497). I/. G. R. = Landgerecht Reglement. Ov. = Bepalingen omtrent de invoering van en den overgang tot de nieuwe wetgeving. R. L. = Reglement Rechtspleging bij de Landmacht. R. O. == Reglement op de Rechterlijke Organisatie en het Beleid der Justitie. R. R. = Reglement op het Beleid der Regeering. Stb. = Staatsblad. W. v. K. = Wetboek van Koophandel. W. v. S. = Wetboek van Strafrecht voor Ned.-Indië. 2 a. houdende regeling van eenig onderwerp in zijn geheel zooals de strafbare feiten in de auteurswet i(Stb. 1912 n°. 600)') en de fiscale overtredingen; b. slechts voor een gedeelte van Ned.-Indië geldende, zooals de strafbare feiten in de verordeningen op bezit en vervoer van en handel in vuurwapenen enz. (op Java en Madoera Stb. 1908 n°. 492 j°. art. 6 sub 165°. Inv. V.), in de Buitenbezittingen Reglementen en keuren van politie); c. eene regeling bevattende voor eene bepaalde rubriek van personen, zooals de Crimineele Wetboeken welke handelen over zuiver militaire delicten. Van die strafbepalingen zijn in de Invoeringsverordening (art. 4) gehandhaafd die welke voorkomen in verordeningen, geheel althans in hoofdzaak handelende over 's I,ands middelen en pachten (behoudens eene enkele daar vermelde uitzondering) alsmede die welke van kracht zijn verklaard in art. 6 der zelfde verordening. De overige zijn vervallen, w. o. de Algemeene Politiestr af reglementen (art. 3 Inv. V.). Al die strafbare feiten — zoo leert ons verder de Invoeringsverordening — worden beschouwd als overtredingen met uitzondering van een klein aantal der in art. 6 opgesomde, nl. die welke zijn aangeduid als misdrijven in art. 7. Men ziet, dat ook weder in het nieuwe Wetboek van Strafrecht de strafbare feiten worden onderscheiden in misdrijven en overtredingen. Tevergeefs zal men evenwel in dit Wetboek naar eene definitie zoeken van wat onder misdrijf, wat onder overtreding wordt verstaan. Wat vroeger de toepasser van de wet had te doen nl. (naar de bedreigde straf) elk strafbaar feit te rangschikken onder een van de twee rubrieken, dat heeft intusschen nu de wetgever zelf gedaan. Hij heeft de strafbare feiten ingedeeld als misdrijf of als overtreding alnaarmate ze z. i. geacht mogen worden door een ieder als onrecht te worden gevoeld ook zonder dat ze door hem tot strafbaar feit werden gestempeld (rechtsdelicten) dan wel pas onrechtmatig worden door de daartegen bedreigde straf (wetsdelicten), daarbij de zeden van den Westerling tot richtsnoer nemende. N. B. Dierenmishandeling b.v. is niet wetsdelict, maar rechts- delict geworden (art. 302 W. v. S.). Lichte mishandeling en lichte vermogensdelicten als diefstal zijn voortaan niet meer als overtredingen doch als misdrijven te beschouwen, al blijven ze ter competentie van den Pofitie- of Landrechter dan wel Magistraat. De beteekenis2) van de indeeling der strafbare feiten in *) Van deze strafbepalingen zullen moeten vervallen die van art. 45 al. 2A t/m D, welke overeenkomstig zijn aan die van art. 3pf t/m 34 der zelfde wet en die sub E, welke zijn overgenomen in art. 380 W. v. S. ^Lic ™. "J- *) De verschillende regelingen betreffende samenloop (art. 65 e. v.) en verbeurdverklaring (art. 39) zijn alleen voor den rechter van belang. 2 Dalam hatoeran2 jang tersiar dalam oendang2 lain didapat lagi misdrijf2 dan overtreding2 ja-itoe dalam verordening: a. boeat oeroesan soeatoe hal sama sekali seperti auteurswet (melindoengi haknja pengarang boekoe, toekang ■ portret d. s. b. dan haknja orang diportretkan) atau hal ha negerij b. jang tjoema dilakoekan pada satoe bagian daêrah tanahHindia seperti ordonnantie (boeat poelau Djawa dan Madoera) dan Reglement2 dan keur2 van politie (boeat gewest2 diloear Djawa dan Madoera) hal mempoenjai, membawa'atau mendjoeal-beli senapan; c. jang tjoema dilakoekan pada orang2 jang satoe bangsa atau satoe klas sadja seperti Crimineel Wetboek hal perboeatan2 jang bolëh dilakoekan tjoema pada orang militar. Oendang2 jang mana masih bolëh dipakai kita dapati dalam Invoeringsverordening ja-itoe oendang2 atas hasil negeri (ketjoealikan jang terseboet dalam pasal 4) dan oendang2 jang ditetapkan dalam pasal 6. Segala oendang2 lain (Algemeen Politiestrafreglement d. £ 1. ) ditiadakan waktoe dilakoekan Wetboek van Strafrecht jang baroe. Lagi dalam verordening itoe kita dapati bahwa perboeatan2 j.t. semoea dikatakan overtreding ketjoealikan beberapa perboeatan terseboet dalam pasal 7 jang dikatakan misdrijf. Pembatja soedah melihat maka dalam Wetboek van Strafrecht jang baroe perboeatan2 jang bolëh dihoekoeni dibëdakan djoega seperti doeloe doea roepa ja-itoe misdrijf (kedjahatan) dan overtreding (pelanggaran). Akan-tetapi dalam ini Wetboek tidak diterangkan apa artinja misdrijf dan apa artinja overtreding. Hatoeran jang baroe bolëh dibilang hatoeran jang gampang sebab kita orang tidak oesah lagi menimbang apa perboeatan ada misdrijf atau overtreding. Jang mengadakan Wet soedah memilih sendiri perboeatan satoe2 nja dan soedah menentoekan ini perboeatan misdrijf sebab bolëh dibilang sembarang orang Eropa soedah berasa lebih doeloe perboeatan ada kedjahatan (rechtsdelict) dan menentoekan lain perboeatan overtreding sebab perboeatan ini baroe ada pelanggaran hak sesoedahnja diantjam dengan hoekoeman olëh Wet (wetsdelict). KETERANGAN. Oepamanja menjiksakan binatang boekan. wetsdelict akan-tetapi rechtsdelict. Sekarang ini perkara penjiksaan badan, pentjöerian d. 1.1. jang êntêng tidak djatoeh lagi bagian overtreding akan-tetapi bagian misdrijf, meskipoen Politie-atau Landrechter (atau Magistraat) hakim jang mesti memoetoeskan perkara itoe. Dibawah ini kita menerangkan apatah maksoednja perboeatan jang bolëh dihoekoem itoe dibagi atas misdrijf dan overtreding : 3 misdrijven en overtredingen kan blijken uit het navolgende: I.:Misdrijf is niet bestaanbaar, zoo niet a. of de dader heeft gehandeld met opzet d.w.z. zijn wil gericht op hetgeen hij deed niet alleen, maar ook op hetgeen van die handeling het gevolg is geweest, hieronder begrepen het geval dat hij hééft moeten inzien dat naar waarschijnlijkheid dit gevolg moest intreden; NB In de strafbepalingen wordt dit uitgedrukt door een werkwoord, waarin het met opzet handelen ligt opgesloten (bv. in art. 335 „dwingen" iets te doen) of door het woord „opzettelijk" = willens en wetens of de woorden „met het oogmerk." ' . _ .. . _ Van alle omstandigheden, die in eene wetsbepaling volgen op het woord „opzettelijk" wordt bekendheid van den dader daarmede vereischt, b.v. bij het misdrijf van art. 281 1°. W. v. S. met de openbaarheid van de plaats. b. öf het gebeuren, hetwelk het gevolg is van beklaagde's opzettelijk doen of bestaat in beklaagde's niet doen, is te wijten aan zijne schuld d.w.z. wanneer hij niet met die omzichtigheid is tewerk gegaan welke ieder ander gewoon mensch, in zijne plaats verkeerende, stellig zoude hebben inachtgenomen, en zoodoende het gevolg van zijn handelen of nalaten öf niet heeft overdacht öf er zich onverschillig voor heeft betoond dat dit gevolg intrad. N. B. „Aan wiens schuld te wijten is" zijn de woorden, die de wetgever dan gebruikt; men zie b.v. titel VII van boek II. Ook, doch zelden, het woord „onachtzaamheid": artt. 231 en 232. Bij overtredingen is het slechts bij uitzondering een vereischte dat gehandeld moet zijn met opzet, b.v. aanhitsen van een diér op een mensch (art. 490). Als algemeene regel geldt, dat het voor de strafbaarheid daarvan niet ter zake doet of is gehandeld al dan niet met opzet, b.V. het wegblijven als getuige voor den rechter is strafbaar zoo dit slechts is geschied zonder geldige reden (art. 522). Evenwel wordt het strafbare doen met het eventueel daaraan verbonden gevolg of het strafbare niet doen van een beklaagde, waardoor hij eene overtreding pleegt verondersteld steeds te wijten te zijn aan zijne schuld. De kithouder, iemand in de kit toelatende, die vóór het binnentreden der politie zich daar niet opvallend dronken gedroeg maar wel degelijk beschonken was (Stb. 1909 n . 441 art 5), is ongetwijfeld strafbaar. De politie neme evenwel aan dat de schuld ontbreekt, wanneer bewezen wordt dat datgene, waarvan de dader wordt beschuldigd, over hem is .gekomen niettegenstaande zijn ernstige poging het te voorkomen, b.v. bij den handelaar wiens medicijnen een surrogaat van morphine blijken te bevatten in weerwil van het negatief resultaat van een deskundige, door wien hij na ontvangst uit China ze had laten onderzoeken (Stb. 1911 n°. 484 J °. art. 6 sub . 191°. Inv. V.). Voorts is de overtreder der strafwet mede straffeloos, wanneer hij eene overtreding in overmacht heeft begaan. 5 HOOFDSTUK I. De handelingsbevoegdheid van de gerechtelijke politie. § i. Omvang van de werking der Strafwet.l) De politie in Ned.-Indië is alleen dan bevoegd een strafbaar feit uitvoerig te onderzoeken, het zoogenaamd voorloopig onderzoek te houden, wanneer op dat feit de Ned.-Indische strafwet toepasseüjk is. In dat geval is zij daartoe tevens verplicht. De Ned.-Indische strafwet is van toepassing, wanneer een strafbaar feit door den dader is gepleegd of door den uiÜokker of medeplichtige is begaan 2): 1 °. op het grondgebied van Ned.-Indië (art. 2 W. v. S.), daaronder begrepen de territoriale zee van Ned.-Indië, d. i. naar de regels van het volkerenrecht3) binnen den afstand van niet meer dan drie Engelsche zeemijlen (=3 X 1852 meter), gerekend van de laagwaterlijn langs de kusten der eilanden van Ned.-Indië dan wel vanaf rotsen, banken of riffen, welker laagwaterlijn niet verder dan zes Engelsche zeemijlen van de kust verwijderd is, ook wanneer de hierbedoelde kuststreken behooren tot het gebied van zelfbesturende landschappen (zie Zelfbestuurs-ordonnantie4) Stb. 1914 n°. 24 art. 1 j°. Bb. n°. 8122). ■> N. B, Heeft het strafbare feit plaats gehad in de territoriale wateren van Ned.-Indië aan boord van een oorlogsschip van vreemde nationaliteit, dan is volkenrechtelijk de strafwet van de vreemde natie van kracht. Zijn bij die zaak. Ned.-Indische ingezetenen betrokken, dan geldt dezelfde regel zonder dat evenwel het gezag der Ned.-Indische strafwet is uitgesloten. Er behoort in dit geval overleg gepleegd te worden met den Commandant van den oorlogsbodem, die de daders dan wel zal overleveren aan de Ned.-Indische autoriteiten. Het onderzoek naar een .strafbaar feit in die wateren gepleegd aan boord van een onder vreemde vlag varend koopvaardijschip worde ingesteld in tegenwoordigheid van althans na kennisgeving aan den Consulair en vertegenwoordiger van de natie, waartoe het schip behoort (Bb. n°. 6273). 2*. buiten Ned.-Indië door onverschillig wien in volle zee, op eene reede of in een haven aan boord van een Ned.- 1) Strafwet = alle voorschriften met bindende kracht, t. w. algemeene en locale verordeningen, welke bepalingen van strafrecht inhouden. Vglk. art. 102 W. v. S. 2) Bij strafbare feiten, die bestaan in het nalaten van wat is geboden, wordt dit strafbare nalaten geacht te zijn geschied ter plaatse en ten tijde waar en wanneer had moeten zijn gedaan wat nagelaten werd. Wanneer b.v. een schepeling deserteert gedurende de reis, is hij strafbaar omdat hij door zijne afwezigheid de contractueel verplichte "werkzaamheden aan'boord niet heeft kunnen verrichten (art. 455 W. v. S.) en heeft hij dus aan boord gedelinqueerd, m. a. w. ter plaatse waar het schip zich toen bevond. 3) Dit begrip wordt ook aldus verklaard in art. 439 W. v. S., Stb. 1903 n*. 318, 1916 n°. 157. Zie ook Stb. 1882 n°. 115. 4) Nog niet in werking getreden. 5 BAGIAN I. Kekoeasaan prijaji2 dalam gerechtelijke politie (membikin-perkara pada pesakitan.) § i. Daërah tempat Strafwet1) dilakoekan. Prijaji2 politie di tanah-Hindia Belanda hanja koeasa memeriksa perkara kaloe strafwetnja tanah itoe dilakoekan atas perboeatan itoe. Kaloe ini soedah njata maka prijaji2 wadjib djoega membikin voorloopig onderzoek itoe. Strafwet tanah-Hindia Belanda itoe didjalankan, kaloe perboeatan jang bolêh dihoekoem2) dilakoekan: 1 °. di seloeroeh daërah tanah-Hindia Belanda dan lagi di laoetnja territoriaal, artinja menoeroet kebiasaan bangsa Eropa: dalam tiga mail-Inggeris (= 3 x 1852 meter) dioekoer dari pantai laoet pada waktoe air soeroet, atau dari karang2 atau pasir2 jang djaoehnja dari pantai-laoet j. t. tidak lebih dari anem mail-Inggeris, meskipoen pantai* ini masoek daërah tanah2 keradjaan jang memerintah sendiri di tanah-Hindia Belanda (zelfbesturende landschappen). KETERANGAN. Kaloe perboeatan jang bolêh dihoekoem itoe kedjadian dalam laoet territoriaal di kapal perang bangsa asing maka menoeroet kebiasaan bangsa Eropa Strafwet bangsa asing itoe jang dilakoekan. Kaloe pendoedoek tanah-Hindia tjampoer dalam. perkara j. t. maka Strafwet bangsa asing dilakoekan djoega, biarpoen Strafwet tanah-Hindia dalam hal ini tidak hilang kekoeatannia. Inilah haroeslah dimoepakatkan dengan Commandant kapal itoe, jang tentoelah menjerahkan pesakitan itoe kepada politie tanah-Hindia. Perkara jang kedjadian dalam laoet territoriaal di kapal dagang bangsa asing haroes diperiksa ditempat kapal itoe dihadapan Consulnja bangsa itoe atau sesoedahnja memberi tahoe kepadanja. 2°. diloear tanah-Hindia Belanda, tidak perdoeli olëh siapa, kaloe perboeatan itoe dilakoekan dikapal atau perahoe 1) Artinja Strafwet tidak lain daripada sekalian hatoeran didalam algemeene dan locale verordening jang menentoekan apatah orang jang melanggar Wet bolëh dihoekoem. 2) Kaloe pesakitan salah sebab tidak melakoekan soeatoe perboeatan jang mesti dilakoekan maka hal tidak melakoekan perboeatan itoe dianggap soedah kedjadian di tempat dan waktoe hal itoe mesti dilakoekan. Oepamanja kaloe anak-kapal lari sesoedahnja kapal itoe berangkat akan-tetapi sebeloemnja sampai ketempat jang ditoedjoe maka dia bolëh dihoekoem sebab dia dari ketidaannja tidak bisa melakoekan pekerdjaannja dikapal: tempatnjadimana dia melakoekan perboeatan jang bolêh dihoekoem itoe ja-itoe tempatnja dimana kapal berlaboeh pada itoe waktoe. 6 Indisch vaartuig (artt. 3 en 95 W. v. S.), d. i. een schip gerechtigd te varen op een in Ned.-Indië door het Ned.Indisch Gouvernement of door een daartoe bevoegd zelfbesttturder met het waarmerk van het Hoofd van Plaatselijk Bestuur verleende zeebrief of jaarpas (Stb. 1905 n°. 316 j°. Stb. 1913 n°. 439, Stb. 1901 n°. 294); N. B. In de Zelfbestuursordonnantie is bepaald, dat in landschappen, welke beheerscht worden door de Korte Verklaring, aan de Z elfbestuurders het verkenen van zeebrieven of jaarpassen is onttrokken. 3°. buiten Ned.-Indië door onverschillig wien, zoo is gepleegd een der misdrijven opgenoemd in art. 4 W. v. S., nl. opstand, valschheid in muntspecie of bankbiljetten in Ned.-Indië wettig gangbaar, zeeroof e.dglke.; N.B. Wordt zeeroof volgens het volkenrecht gestraft naar de strafwet van die natie, welke de zaak aan zich heeft getrokken, onverschillig de herkomst van het schip, met of tegen hetwelk het feit is gepleegd, daarentegen worden strafbare feiten aan boord van een roofschip begaan (b.v. diefstal ten nadeele van een der opvarenden) door geenerlei strafwet althans niet door die van Ned.-Indië beheerscht, hebbende een als zoodanig uitgerust schip volkenrechtelijk zijne nationaliteit verloren. 4°. buiten Ned.-Indië door een ingezetene van Ned.-Indië, zoo is gepleegd een der misdrijven genoemd in art. 5 1 °. W. v. S. N. B. Ingezetenen van Ned.-Indië zijn: 1 °. alle inboorlingen van Ned.-Indië; 2°. allen die met toestemming van de Regeering wonen binnen Ned.-Indië (art. 106 j°. 105 R. R.). 5°. buiten Ned.-Indië door een ingezetene van Ned.-Indië of door iemand die eerst nadat het strafbaar feit is gepleegd ingezetene van Ned.-Indië is geworden, zoo het is een feit, dat door de Ned.-Indische Strafwet tot misdrijf is gestempeld en ook in het land, waar het begaan is, strafbaar is (art. 5 2°. W. v. S.) N.B. De politie en justitie van Ned.-Indië hebben zich van de kennisneming van een strafbaar feit buiten Ned.-Indië begaan te onthouden, wanneer de buitenlandsche rechter reeds uitspraak in die zaak heeft gedaan, en — bij veroordeeling — de straf reeds geheel is. ondergaan of niet meer tenuitvoergelegd mag worden wegens het verkenen van gratie of wegens verjaring (art. 76 id.). 6°. buiten Ned.-Indië door een Ned.-Indisch ambtenaar die een ambtsmisdrijf pleegt (zie boek II titel XXVIII . W. v. S.), en doot een schipper of opvarende van een Ned.-Indisch vaartuig, die de algemeene verordening omtrent de zeebrieven en jaarpassen overtreedt of een scheepsvaartmisdrijf of — overtreding (Zie boek II titel XXIX en boek III titel IX id.) pleegt (artt. 7 en 8 id.). Al zal bij 4e Inheemsche rechtspraak onder leiding van de Europeesche Bestuursambtenaren ongetwijfeld evenals vroeger het oude thans ook weder het nieuwe Wetboek van Strafrecht worden toegepast, toch zijn in landschappen met Zelfbestuur geen andere algemeene verordeningen van verbindende krachtdan die: 6 dari tanah-Hindia jang selagi ada ditengah laoet, dimoeara atau dipelaboehan. Artinja „kapal atau perahoe dari tanahHindia" ja-itoe jang ada hak berlajar karena diberinja zeebrief atau jaarpas olëh Goepernemen tanah-Hindia atau olëh negeri jang memerintah sendiri dengan disahkan olëh Hoofd van Plaatselijk Bestuur. KETERANGAN. Dalam Zelfbestuursordonnantie soedah ditentoekan bahwa di tanah2 jang memerintah .sendiri, dimana Korte Verklaring soedah dilakoekan, pemerintah negerinja tidak ada hak boeat memberi zeebrief atau jaarpas. 3°. diloear tanah-Hindia Belanda, tidak perdoeli olëh siapa, kaloe jang diperboeat itoe satoe dari misdrijf2 j. t. dalam pasal 4 W. v. S. ja-itoe roesoeh, memalsoekan wang-logam atau wang-kertas jang lakoe ditanah-Hindia, pembadjak d. 1.1. KETERANGAN. Menoeroet kebiasaannja bangsa Eropa pembadjak itoe dihoekoem menoeroet Strafwet negeri jang menarik perkara itoe padanja, tidak perdoeli asalnja kapal jang dipakai akan membadjak atau jang dibadjak itoe. Akan-tetapi perboeatan2 jang dilakoekan di kapal pembadjak (oepamanja: pentjoerian akan roegi seorang danpada anak kapal itoe) tidak dikenakan atas soeatoe Strafwet djoegapoen, sebab menoeroet kebiasaannja bangsa Eropa kapal jang demikian itoe tidak mempoenjai bangsa. 4°. diloear tanah-Hindia Belanda olëh pendoedoek tanah itoe, kaloe perboeatan2 itoe soeatoe dari misdrijf2 terseboet dalam pasal 5 1 °. W. v. S. KETERANGAN. Tang dinamai pendoedoek (ingezetene): a. sekalian orang jang lahir di Hindia Belanda; ' b. sekalian orang jang beroemah di Hindia Belanda dengan idzin Pemerintah Agoeng. 5°. diloear tanah-Hindia Belanda olëh pendoedoek tanah itoe atau olëh orang jang baroe djadi pendoedoek sesoedahnja perboeatan itoe dilakoekan, kaloe perboeatan itoe menoeroet Strafwet tanah-Hindia djatoeh bagian misdrijf dan bolëh dihoekoem djoega ditempat perboeatan itoe dilakoekan. KETERANGAN. Prijaji2 politie dan hakim2 tanah-Hindia tidak bolêh mengoeroeskan dan memoetoeskan perkara jang dilakbekan diloear tanah-Hindia, kaloe hakim diloear tanahHindia soedah memoetoeskan perkara itoe dan lagi — seandainja pesakitan dihoekoem ■— dia soedah mendjalankan hoekoemannja sama sekali atau hoekoemannja tidak bolëh didjalankan karena diampoeni atau soedah goegoer. 6°. diloear tanah-Hindia Belanda olëh ambtenaar tanah-Hindia, kaloe perboeatannja ambtsmisdrijf ja-itoe misdrijf jang hanja bolêh dilakoekan olëh ambtenaar; atau olëh orang kapal tanah-Hindia jang melanggar algemeene verordening atas zeebrief dan jaarpas atau jang melakoekan scheepvaartmisdrijf atau — overtreding, ja-itoe jang terseboet dalam W. v. S. bagian II titel XXIX dan bagian III titel IX. 'Mèskipoen dalam hal keadilan bangsa boemi poetera, kaloe ditoentoen olëh Bestuursambtenaar Eropa, Wetboek van Strafrecht jang baroe tentoe akan dipakai djoega, maka sebetoekijadi tanah2 Zelfbestuur tidak satoe algemeene verordening bolëh dilakoekan hanja: 7 a. welke van nature verbindend zijn voor geheel Ned.-Indië omdat zij de strekking hebben te voorkomen dat de Nederlandsche Staat te kortschiet in zijne verplichtingen jegens andere Staten (de quarantaine-maatregelen: Stb. 1911 n°. 277 j°. art. 6 sub 188° Inv. V.) en die ter bestrijding van het opiumgebruik: Stb. 1916 n°. 268) x); b. welke in landschappen met Korte Verklaring ingevolge die Verklaring2) en elders ingevolge overeenkomst met de Zelfbestuurders toepasselijk zijn verklaard in het belang van het geheele Rijk (in- en uitvoer van vuurwapenen enz. in Ned.-Indië zonder vergunning Stb 1908 n°. 491, art. 6 sub 164° Inv. V. j °. Stb. 1913 n°. 448) of van het gewest waarin hef landschap gelegen is (in en vervoer Jiu4t/j alsmede verkoop van alcoholische dranken in Menado zonder vergunning, Stb. 1908 n°. 219 j°. art. 6 sub 162° Inv. V). N'e?" ïn de residfntie Menado is toepassing van het Wetboek Too-, o?o> fc v«pachtend voor den Rijksraad te Menado (Stb. Z n - ïn den Groote11 Madjelis in het rechtstreeks bestuurd gebied te Gorontalo (Stb. 1889 n°. 95) ten aanzien van misdrijven waarop gevangenisstraf van ten hoogste negen iaren fV^V8 g?tdd-i (Inv- V- 18) Evenelns voor den Rijksraad te Ternate, ook ten aanzien van nog andere strafbare feiten (St. 1874 n°. 144, 1882 n°. 33). 8 ™TDSOT,de Gouyernementsrechters inde Vorstenlanden wordt het ^™ Strafrecht toegepast met uitzondering alleen van art. 523 (art. 21 al. 18 Inv. V.). Strafbepalingen inhoudende reglementen en keuren van politie vermag het Hoofd van Gewestelijk Bestuur voor landschappen met Korte Verklaring ook uit te vaardigen ten aanzien van de Zelfbestuursonderhoorigen (art. 16 der Zelfbestuursordonnantie), t. w. de zoodanige welke voor alle ingezetenen gelijkelijk moeten gelden om effect te hebben (b v die op orde en zindelijkheid.) De heerschappij van de Ned.-Indische strafwetten strekt f"7 ?o ^-mt over de miutairen van het Ned.-Indisch Leger (art. 3 Cr Wb. Kr. t. D-), welke wetten als aanvulling van de speciale militaire strafwetgeving zijn te beschouwen. Evenzoo en wel tenvolle over de gezaghebbers, stuurliedenen schepelingen van de Gouvernements-marine. Daarentegen wordt in Ned.-Indië de Nederlandsche strafwet toegepast met mtsluiting van de Ned.-Indische: 1. op schepelingen der Koninklijke Nederlandsche Marine S ai1?, delinqueerende (aanvulling van de speciale i-^f • 6 "^taire strafwetgeving). Alhoewel oogenschijnhjk m stnjd met de wet (art. 2 W. v. S ) is hier de toepasselijkheid der Ned.-Indische strafwet uitgesloten omdat deze schepelingen — ook de Inlandsche — zijn onderworpen aan de rechtsmacht van den in Ned.-Indië «JL£ Ver.baDd JiSL h6t toetredel1 *™ Nederland tot de Internationale Sanitaire overeenkomst van 1903 en de Internationale Opiumconventie van 1912 2) Men zie in verband hiermede art. ,15 van de Zelfbestuursordonnantie. 7 a. algemeene verordening jang mëmangnja mesti dilakoekan dari sebab kewadjibannja Goepernemën Belanda pada lain8 Keradjaan. Oepamanja: oeroesan quarantaine dan apioen; b. algemeene verordening jang dilakoekan di landschap* jang memakai Korte Verklaring sebab menoeroet Verklaring itoe dan di landschap* jang lain sebab menoeroet perdjandjian dengan Zelfbestuurder, semoea bergoena akan seloeroeh Keradjaan Belanda (oepamanja: memasoekkan dan mengeloearkan sendjata api d. 1.1. di Tanah-Hindia dengan tidak ada idzin) atau bergoena akan daërah gewest landschap itoe (oepamanja: memasoekkan, mengeloearkan dan mendjoeal minoeman alkohol di Menado tidak pakai idzin). KETERANGAN. Di keresidënan Menado Wetboek van Strafrecht mesti dilakoekan olëh Rijksraad di Menado dan Olëh Groote Madjelis di (tanah-Goepernemen) Gorontalo, jang memoetoeskan misdrijf kaloe diantjam gevangenisstraf lamanja sampai sembilan tahoen atau hoekoeman jang lebih berat. Begitoe djoega Rijksraad di Térnate, djoega dalam beberapa perkara jang lain. Di keresidênan Solo dan Djocja Wetboek van Strafrecht, dipakai sama sekali olëh hakim Goepernemën ketjoealikan pasal 523 sadja. Kepala Gewest di landschap* memakai Korte Verklaring bolëh djoega mengeloearkan reglement dan keur van politie jang ada antjamannja pada rajatnja Keradjaan itoe, kaloe reglement atau keur tidak bergoena seandainja tidak dilakoekan atas semoea anak-negerinja dalam gewest itoe. Oepamanja: goena kesantosoan dan kesêhatan. Strafwet tanah-Hindia Belanda dilakoekan djoega atas militair (Ned.-Indisch Leger) seoepama pertambahan dari Strafwet boeat militair sadja. Dan lagi Strafwet j. t. dilakoekan djoega atas djoeragan, djoeroemoedi dan orang kapal dari Gouvernementsmarine. Akan-tetapi di tanah-Hindia Strafwetnja tidak dilakoekan melainkan Strafwet negeri-Belanda sadja, ja-itoe: 1 °. kaloe pesakitannja orang kapal dari Koninklijke Nederlandsche Marine jang melakoekan perboeatan di tanahHindia: ini seoepama pertambahan dari Strafwet* Belanda militair. Atas perkara jang baroe diseboet ini Strafwet tanah-Hindia tidak bolëh dilakoekan (meskipoen roepanja berbëda dengan pasal 2 W. v. S.), sebab orang kapal — djoega jang bangsa anak-negeri — djatoeh kekoeasaannja Zeekrijgsraad di tanah-Hindia jang hanja melakoekan Strafwet negeri Belanda. Zeekrijgsraad jang terseboet diatas ini dianggap hakim negeri Belanda. 8 gevestigden Zeekrijgsraad, die als Nederlandsche rechter alleen de Nederlandsche strafwet vermag toe te passen. xt^' ?eze is toepasselijk op ieder Nederlander en op ieder Nederlandsen onderdaan in Ned.-Indië geboren uit ouders aldaar gevestigd (art. 83 al. 2 Ned. W. v. S.), die zich schuldig maakt aan een feit, dat diezelfde wet als misdrijf beschouwt en dat ook volgens de Ned.-Indische strafwet strafbaar is, welk laatste in den regel het geval is. Voor het plegen in Ned.-Indië van overtredingen kunnen genoemde schepelingen dus niet anders gestraft worden dan krijgstuchtehjk. i) 2. wanneer binnen het ressort van een Nederlandsch Consulaat • ten Oosten van Kaap de Goede Hoop en ten Westen van Kaap Hoorn door een Nederlandsch onderdaan onverschillig van welken landaard een strafbaar feit is begaan, waarvan dan wordt kennis genomen door den Raad van Justitie te Batavia: in eersten aanleg wanneer het behoort tot de ernstige in art. 23 van Stb. 1887 n°. 207 vermelde misdrijven, en in hooger beroep (van de uitspraak eener consulaire rechtbank) wanneer het een ander misdrijf is volgens de Nederlandsche wet. N. B. Met deze zaken zal de Ned.-Indische politie uiteraard weinig bemoeienis hebben. Op de passagierende bemanning van een oorlogsschip van vreemde nationaliteit, op Ned.-Indisch grondgebied een strafbaar feit plegende, is weder de Ned.-Indische strafwet toepasselijk. •■5i?i-iHet 8ebruik brengt evenwel mede, dat het feit onmiddellijk ter kennis wordt gebracht van den Commandant van het oorlogsschip, met wien overleg wordt gepleegd of het feit zal worden berecht door den Ned.-Indischen rechter of door den rechter of de mihtaire autoriteit aan boord van het schip. Pohtioneele voorschriften tegen opvarenden van die oorlogsschepen, aan den wal gekomen, vindt men in Stb. 1905 n . 513 j°. n°. 611. § 2. Bevoegdheid, van de Inlandsche Justitie en Politie. Op het gerucht, dat een strafbaar feit is begaan, zal, zoolang de dader niet bekend is, elk politie-ambtenaar verplicht zijn tot het inwinnen van inlichtingen en, wanneer gebleken mocht wezen dat de dader is een Europeaan of met dezen gelijkgestelde, zal hij desniettegenstaande daarmede voortgaan totdat door den Officier of Hulp-Officier van Justitie de zaak is overgenomen. Is inmiddels gebleken, dat het is begaan door een Inlander of met dezen gelijkgestelde, dan zal bij uitsluiting de politie voor Inlanders geroepen zijn het voorloopig onderzoek te houden. 1) Vroeger heeft de Regeering van eene andere meening doen blijken (Bb. a'. 4809). 10 N. B. De Landraad neemt van de in art. 88 R. O. bedoelde overtredingen kennis alleen in streken waar geen Landgerecht is gevestigd (art. 95 4°. R. O.). De ter kennisneming van het Regentschapsgerecht staande feiten worden berecht op: Kangeanen Sapoedi (Madoera) door den Politierechter, op de Karimon-Djawa eilanden (Semarang) en Bawean (Soerabaja) door het Landgerecht (Stb. 1901 n°. 428 jD. 1916 n°. 6). c. den Politierechter, t. w. overtredingen waarop geen zwaardere straf staat dan hechtenis van ten hoogste 3 maanden of boete van ten hoogste / 100 met of zonder verbeurdverklaring (art. 110 R. O.); d. het Landgerecht, t.w. overtredingen, die van art. 88 R. O. inbegrepen, waarop geen zwaardere straf dan hechtenis van ten hoogste 3 maanden of boete van ten hoogste / 500 met of zonder verbeurdverklaring is gesteld (art. 116 novies R.O.); wat betreft de door eigenlijk gezegde Inlanders gepleegde overtredingen evenwel met dien verstande dat de bedreigde straf van hechtenis steeds meer dan 6 dagen en die van geldboete steeds meer dan / 10 zij. overtredingen van het drukpersreglement, bedoeld bij Stb. TB5Ó-nA-J4 j°. 1906 n°. 270 artt. 12. 13. 19. 29 en30. (art. 6 sub 15 InvT" Xl* ' J7 N. B. Ter zake van de sün~^--g£noemde overtredingen staat de dader terecht voor den Raad vanjTtstitie. De Districtsgerechten in Sumatra's Westkust, Tapanoeli, Banka, Billiton en Menado en de Regentschapsgerechten in Amboina nemen kennis van overtredingen gepleegd door eigenlijk gezegde Inlanders, waarop is gesteld ten hoogste 6 dagen hechtenis of / 15 boete. Elders in de Buitenbezittingen vindt men soortgelijke gerechten niet. Doch overal zijn Magistraten (in Benkoelen, Palembang en Djambi: alleen rechtsprekende over niet tot de Inheemsche bevolking behoorende buiten de hoofdplaats wonende Inlanders en met dezen gelijkgestelden) en bijna overal Landraden, welker bevoegdheid overeenkomt resp. met die van de Politierechters en van de Landraden op Java en Madoera. Alleen in Zuid-NieuwGuinea kent men geen Landraad; daar neemt het ResidentieGerecht kennis van de zaken elders aan den Landraad opgedragen. N. B. Ter Sumatra's Westkust en in Tapanoeli heet de Landraad, voor zooverre niet door een rechtskundig ambtenaar voorgezeten, Rapat. Aan de rechtsmacht van den Inlandschen rechter zijn evenwel onttrokken: 1 Inlandsche vorsten, Rijksbestierders, Regenten, Onderregenten, ook wanneer zij reeds zijn afgetreden of ontslagen ') 1) Zoolang zij in actieven dienst zijn, mag geen strafvervolging tegen hen worden ingesteld zonder vergunning van den Gouverneur-Generaal, terwijl de behandeling hunner zaak ter terechtzitting geschiedt met gesloten deuren. 12 Voor den Europeeschen rechter staan eveneens terecht alle Inlanders of met hen gelijkgestelden, die in dezelfde zaak betrokken zijn met Europeanen of met dezen gelijkgestelden, tenzij deze bij den aanvang van het onderzoek ter terechtzitting niet meer in leven of afwezig zijn (art. 6 R. O.) In gebieden met een Zelfbestuur, door hetwelk de rechtspleging over eigen onderdanen niet is overgedragen aan het Gouvernement, alsmede in rechtstreeks bestuurd gebied, waar bij uitzondering de bevolking in het genot van eigen rechtspleging is gelaten, wordt in de Buitenbezittingen rechtgesproken door Inheemsche rechters. Desniettemin staan aldaar begane strafbare feiten in den regel ter kennis van de Gouvernementsrechters bovenvermeld wanneer ze zijn begaan door Europeanen, Vreemde Oosterlingen, Inlandsche Landsdienaren (Stb. 1909 n°. 320) of andere rechtstreeks onder het gezag van de Ned.-Indische Re geering staande personen of door onderhoorigen van het Zelfbestuur wanneer dezen met een der eerstgemelden in vereeniging eenig strafbaar feit hebben gepleegd dan wel wanneer zij hebben begaan hetzij eenig strafbaar feit ten aanzien van het Gouvernement dan wel deszelfs eigendommen of inkomsten hetzij eenige overtreding van eene wettelijke bepaling welke voor het landschap verbindend is (Stb. 1914 n°. 24 artt. 14 en 17) Men zie b.v. de Regie-Ordonnanties. N. B. Heeft iemand, die onderworpen is aan de rechtsmacht van een Inheemschen rechter, een strafbaar feit gepleegd buiten diens rechtsgebied, dan wordt hij als ieder ander vreemdeling gebracht voor den Gouvernementsrechter. Eene opsomming van misdrijven en overtredingen, waarvan de kennisneming is onttrokken aan den Inheemschen rechter vindt men in Stb. 1902 n°. 415 (Sumatra's Westkust); 1881 n°. 83 en 1916 n°. 432 (Atjeh en Onderh.); 1896 n°. 220 (Wester Afdeeling van Borneo); 1882 n'. 143, 1895 noi. 185, 186 (Bali en Lombok). Zie voorts art. 19 Inv. V. Voorts worden Inlanders aan hun eigen rechters onttrokken, wanneer zij als militair dienen (art. 13 Cr. Wb. Kr. t. D-, art. 12 Cr. Wb. Kr. t. W.) De militaire rechter neemt kennis van feiten gepleegd door militairen in hun diensttijd en zelfs vóór hun indiensttreden, mits zij op het' tijdstip van het instellen der strafvervolging in militairen dienst waren. De burgerlijke rechter beslist evenwel, met uitsluiting van den. militairen rechter, steeds in zaken van Dandsbelasting-overtredingen alsmede ingeval een burger en een militair — hieronder begrepen de schepeling der K. N. Marine — voor hem terechtstaan (dus niet wanneer de burger inmiddels is overleden of afwezig is en alleen de militair is gedagvaard) ter zake van een strafbaar feit, dat zij in vereeniging hebben gepleegd (art. 14 Cr. Wb. Kr. t. L-> Is de militair, die voor den burgerlijken rechter moet terechtstaan, een Inlandsch officier O. I. L. in actieven dienst dan wel eervol ontslagen of een Inlandsch aspirant-officier, dan neemt de Europeesche rechter van de zaak kennis. (Stb. 1911 n°. 633).