MOLEST-VERZEKERING VOLGENS AMSTERDAMSCHE BEURS-ZEEPOLIS AMSTERDAM - J. H. DE BUSSY - 1915 Molest-Verzekering volgens Amsterdamse/ie Beurs-Zeepolis. Dikwijls is opgemerkt, dat de Amsterdamsche Molest«Um«ll* de aansprakelijkheid van assuradeuren nt duidelijk omschrijft. Waar het echter in zaken van gewone zeeassurantie voorkomt dat zelfs niettegenstaande de opgedane ondervind en rechterlijke uitspraken sedeft een reeks van jaren zich bij eene met de meeste zore geredigeerde polis „og kwesties voordoen Is Tet begrnpelhk dat assuradeuren zich niet wagen „ hun„e Beursconditie eene omschrijving van het Molest-So ni^h^ Z°nder tWijfel Zeer ,astiS voor ^n, die bÏrio te vl ZeeaSSUrantiev^ zijn opgeleid, zich een vtfzLrlZ T Va? hCt riSiC0' dat bji °™ ™lestverzekenng volgens Amsterdamsche Beurspolis wordt wet1 incTusferT"8 ?eSl°ten verzekeri^n zoo(behaive door i "7*?* W°^a behee"<*t bepal^ntln h" ? p°hs 8eschre™ bijzondere wedvoer L ° dC bePaliflgen ^r Nederlandsche Ier IZ p 7r T d°°r het bePflalde j« den druk afgew'ek n °' & * Beurscond^ van de wet is 5 Volgens het polisformulier geschieden alle verzekeringen op Beursconditiën. Meestal na tijden van oorlog, wanneer gebleken was, dat er voor de verzekerden ongunstige omstandigheden bestonden, hebben Amsterdamsche assuradeuren door vaststelling van conditiën, die op molest betrekking hebben, daarin voorzien. Hoewel zeker de mogelijkheid bestaat, dat zich in tijden van oorlog gevallen zullen voordoen, waarbij het zeer moeilijk zal blijken te bepalen of assuradeuren voor de daaruit voortvloeiende schade al of niet aansprakelijk zijn, mag toch worden aangenomen, dat bij verzekeringen op Amsterdamsche Beurspolis, inclusief molest, het risico, dat door assuradeuren wordt overgenomen, in hoofdzaak is vast te stellen. Daarvoor dient men echter de verschillende bepalingen vervat in het formulier der polis, in de wet en m de Beursconditiën, in onderling verband te brengen en na te gaan van welke bepalingen is afgeweken. Het doel van deze memorie is dan ook op die afwijkingen te wijzen, de redenen, die geleid hebben tot het vaststellen van de Beursconditiën, op molest betrekking hebbend, in volgorde van den tijd van vaststelling, te verklaren en te herinneren aan de verplichtingen den verzekerden bij de wet opgelegd Nu zijn er enkele bepalingen in de polis en in de Beursconditiën, die niet direct op molest betrekking hebben, maar waarop toch dient te worden gewezen, daar die bij het vaststellen van de aansprakelijkheid van den assuradeur van belang kunnen zijn. 6 Art. 647 W. v. K. In eene verzekering onder het beding „vrij van molest", is de verzekeraar bevrijd, zoodra het verzekerd voorwerp vergaat of bederft, door geweld, neming, kaperij, zeerooverij, aanhouding op last van hooger hand, verklaring van oorlog en represailles. De verzekering vervalt, zoodra het verzekerde door het molest wordt opgehouden of van den koers gebragt. Alles behoudens de verplichting van den verzekeraar, om de schade te voldoen, welke vóór het molest heeft plaats gehad. 7 In het formulier van de Amsterdamsche Beurspolis tegen zeegevaar zijn onder de gevaren, waarvan de verzekeraar het risico overneemt, genoemd: „geweld, neming, kaperij, zeerooverij, aanhouding op last van hoogerhand, verklaring van oorlog en represailles," terwijl volgens Art. 647 W. v. K. eene verzekering onder het beding „Vrij van Molest" de verzekeraar is bevrijd, zoodra het verzekerd voorwerp vergaat of bederft door voornoemde gevaren. Volgens het polisformulier heeft de verzekerde afstand gedaan van het recht tot „abandonnement, tenzij dat het verzekerde interest ongetwijfeld verloren zal zijn, en er geen redelijke grond tot hoop van terugbekoming plaats heeft, in welke gevallen echter mede de toestemming en goedkeuring van den rechter zal vereischt worden, alvorens deze bepaling in werking te kunnen brengen". (Zie bladz. 31). Behalve deze bepaling geeft het polis-formulier eene omschrijving van de risico's die de verzekeraar bij het aangaan van de verzekering overneemt, welke omschrijving afwijkt van verschillende bepalingen van de wet. Het is gewenscht hier op de volgende afwijkingen van het bepaalde in de wet de aandacht te vestigen. Volgens het polisformulier is de verzekeraar aansprakelijk van af het begin der reis, tot de goederen 8 Art. 637 W. v. K. Voor rekening van den verzekeraar zijn alle verliezen en schaden, die aan de verzekerde voorwerpen overkomen door storm, onweder, schipbreuk, stranding, het overzeilen, aanzeilen, aanvaren of aandrijven, gedwongene verandering van koers, van de reis of van het schip, door het werpen van goederen, door brand, geweld, overstrooming, neming, kapers, roovers, aanhouding op last van hooger hand, verklaring van oorlog, represailles; alle schade veroorzaakt door nalatigheid, verzuim of schelmerij van den schipper of de scheepsgezellen, en in het algemeen, door alle van buiten aankomende onheilen, hoe ook genaamd, ten zij, door de bepaling der wet, of door beding bij de polis, de verzekeraar van het Ioopen van eenige dezer gevaren ware vrijgesteld. 9 „zonder eenige schade en verlies" zijn gelost en wordt een aantal gevaren genoemd, waarvan het risico overgenomen wordt. Die opsomming van gevaren wijkt af, van het bepaalde in Art. 637 W. v. K. In den druk der polis wordt allereerst genoemd „alle gevaren ter zee", zijnde de algemeene aanduiding waarvoor de verzekering gedaan wordt, waarna de opnoeming der gevaren volgt, welke ongeveer overeenkomt met die van Art. 637, met uitzondering van het slot daarvan, luidende: „en in het algemeen door van alle van buiten komende onheilen", hetwelk in het polisformulier is vervangen door: „alle andere fortuinen van de zee, bedacht of onbedacht, gewoon of ongewoon, geene uitgezonderd". Tusschen beide is een werkelijk niet onbelangrijk verschil. Verder is volgens de polis de aansprakelijkheid van den verzekeraar, in tegenstelling met verschillende bepalingen in het W. v. K., beperkt tot het bedrag van de verzekerde som. Volgens het bepaalde in den druk der polis eindigt bij verzekeringen op goederen het risico van den verzekeraar als de verzekerde goederen, zonder eenige schade of verlies, ter destinatie, vrijelijk en vredelijk op het land gebracht zullen zijn, in het vermogen van den verzekerde of zijne gemachtigden mits de ontlossing geschiede binnen 15 dagen na het arrivement van het schip ter gedestineerde plaats, ten ware, dat door wettige verhindering de lossing in dien tijd niet had kunnen geschieden, hetwelk 11 ingevalle van ramp of schade, bewezen zal moeten worden. Deze bepaling is volgens onderstaande Beursconditie gewijzigd. Bepaling; omtrent het voortduren van het risico na ontlossing. (Vastgesteld en als beursconditie aangenomen in de Vergadering dato 14 Aug. 1901.) Ten aanzien van goederen, die op de, in de polis genoemde, destinatieplaats uit het zeeschip worden gelost, loopt het risico van den verzekeraar voort totdat die goederen in de opslagplaats van den verzekerde of van hem, die deze namens of voor den verzekerde in ontvangst neemt, zijn aangekomen, met dien verstande echter dat de aansprakelijkheid van den verzekeraar eindigt na verloop van 15 etmalen, te rekenen van den dag van aankomst van het zeeschip, tenzij vóór het verstrijken van dien termijn de goederen in voormelde opslagplaats zijn gekomen. Indien de lossing of aflevering tengevolge van eene door den verzekerde te bewijzen wettige verhindering mocht zijn vertraagd, wordt bedoelde termijn gedurende het bestaan van zoodanige verhindering geschorst. Deze bepaling geldt ook ten aanzien van goederen, welke krachtens doorvoer-cognossement op een andere plaats dan de in de polis genoemde destinatie uit het zeeschip worden ontlost en vandaar per lichter spoorweg of ander, bij het binnenlandsch transport gebruikelijk, vervoermiddel naar de bestemmingsplaats worden gebracht, met dien verstande evenwel, dat de termijn van 15 etmalen verkort wordt tot 4 etmalen, te rekenen van den dag van aankomst der goederen ter destinatieplaats. 12 Art. 647 W. v. K. Zie bladzijde 6. Art. 648 W. v. K. Indien bij het beding van Vrij van Molest, door den verzekerde bedongen is, dat de verzekeraar, niettegenstaande de opbrenging, het gewone gevaar zoude blijven loopen, draagt de verzekeraar, zelfs na dit molest, alle gewone schaden, die aan het verzekerde overkomen tot dat het schip is opgebragt en het anker heeft laten vallen, met uitzondering echter van de zoodanige, welke ongetwijfeld uit het molest dadelijk voortspruiten. Bijaldien de oorzaak van het vergaan twijfelachtig is, wordt vermoed dat het verzekerde door eene gewone ramp is vergaan, waarvoor de verzekeraar aansprakelijk is. 13 In beide gevallen is het verblijf van de goederen in de loods of op de kade, bij de reederij van het zeeschip of bij den binnenlandschen vervoerder in gebruik, in de risico begrepen, met inachtneming van het bovenstaande. Bij eene molestverzekering dient in het oog te worden gehouden, dat de assuradeur aansprakelijk is voor alle schaden, welke ongetwijfeld uit geweld, neming, kaperij, zeerooverij, aanhouding op last van hooger hand, verklaring van oorlog en represailles dadelijk voortspruiten, als: geheel of gedeeltelijk verlies en beschadiging van het verzekerd voorwerp, averijgros zoomede als averij particulier, alles op de conditiën van de Amsterdamsche Zee-beurspolis. De ondervinding in 1870 opgedaan, leerde, dat bijverzekeringen „Vrij van Molest", de verzekerden volgens de bepalingen van het W. v. K., in eene zeer slechte conditie waren. De verzekering toch verviel, zoodra het verzekerde door het molest werd opgehouden en van den koers gebracht (Art. 647 W. v. K.) terwijl, zoo in de Polis bedongen was, dat de verzekeraar niettegenstaande de opbrenging het gewöne gevaar zoude blijven loopen, het risico eindigde zoodra het schip was opgebracht en het anker had. laten vallen (Art. 648 W. v. K.). De bepaling genoemd in Art. 648 W. v. K. werd niet altijd in de polissen opgenomen, zoodat op 13 Februari 1871 eene beursconditie werd aangenomen, 15 waarbij voor verzekeringen „Vrij van Molest" gunstiger bepalingen voor de verzekerden werden vastgesteld. Het beding noodrg volgens Art. 648 W. v. K. om de verzekering van kracht te doen blijven voor het gewone gevaar, totdat het schip ter plaatse, alwaar het opgebracht werd, is aangekomen, werd geacht voor alle verzekeringen te gelden. Bij ophouding door molest, vrees voor molest of door het binnenloopen in eene vluchthaven, blijft de verzekering nog eenigen tijd van kracht, terwijl indien het schip door molest of vrees voor molest van den gewonen koers afweek, de verzekering voor het gewone gevaar blijft doorloopen. Het verdient de aandacht, dat in de clausule naast molest ook vrees voor molest als motief voor verlenging van het risico is aangenomen. Clausule voor Verzekeringen vrij van Molest. (Vastgesteld als beursconditie in de Algemeene Vergadering dato 13 Februari 1871). OP GOEDEREN EN VRACHTPENNINGEN. Vrij van Molest, zullende onze risico voor het gewone gevaar doorloopen: ingeval van opbrenging, tot dat het schip, ter plaatse alwaar het opgebracht is, het anker heeft laten vallen; ingeval van afwijzing, ten gevolge van blokkade, waardoor het schip elders arriveert, tot na verloop van vijftien dagen na het arrivemént aldaar, of zooveel korter als het schip vroeger zal zijn ontlost; en ingeval van ophouding door molest of vrees voor molest of van het binnenloopen dientengevolge in eene vluchthaven, tot na verloop van twee maanden 17 na den dag waarop de ophouding is aangevangen of het schip in de vluchthaven het anker heeft laten vallen, of zooveel korter als het schip vroeger mocht zijn ontlost, echter nadat de ophouding of het liggen in de vluchthaven vijftien dagen zal hebben geduurd vrij van beschadigdheid op de bestaande beursconditiën, zullende ingeval binnen vijftien dagen na den aanvang der ophouding of het liggen in de vluchthaven, de reis vervorderd wordt, onze risico onveranderd, en ingeval de reis na verloop dier vijftien dagen, ma»r binnen de voormelde twee maanden vervorderd wordt, vrij van beschadigdheid als boven blijven loopen. Nog wordt bepaald dat onze risico voor het gewone gevaar zal blijven doorloopen, indien het schip door molest of vrees voor molest van den gewonen koers afwijkt. (De conditie vrij van beschadigdheid is later gewijzigd bij Beursconditie d.d. 23 Dec. 1890). OP CASCO. Vrij van molest, zullende onze risico voor het gewone gevaar doorloopen: ingeval van opbrenging, totdat het schip ter plaatse alwaar het opgebracht is, het anker heeft laten valleningeval van afwijzing, tengevolge van blokkade' waardoor het schip elders arriveert, tot na verloop van vijftien dagen na het arrivement aldaar of zooveel korter, als het schip vroeger zal zijn ontlost; en ingeval van ophouding door molest of vrees voor molest, of van het binnenloopen dientengevolge in eene vluchthaven, tot na verloop van twee maanden na den dag waarop de ophouding is aangevangen, of het schip ,n de vluchthaven het anker heef laten vallen, of zooveel korter als het schip vroeger mocht zijn ontlost, zullende ingeval binnen de voormelde twee maanden de reis vervorderd wordt, onze risico onveranderd blijven loopen. 19 Nog wordt bepaald dat onze risico voor het gewone gevaar zal blijven doorloopen, indien het schip door molest of vrees voor molest van den gewonen koers afwijkt. Reeds in het jaar 1900 werd bij assuradeuren aangedrongen om eene omschrijving te geven welke risico's bij verzekeringen tegen molestgevaar werden overgenomen. De vele verzekeringen uitsluitend tegen molestgevaar op goederen voor Nederlandsche handelshuizen bestemd, die van het buitenland c.i.f. waren gekocht en op buitenlandsche polissen voor het gewone gevaar „vrij van molest" waren gedekt, gaven mede daartoe aanleiding. De Amsterdamsche assuradeuren meenden toen dat het zeer moeilijk en zelfs ondoelmatig was eene molestclausule vast te stellen. Verzekeringen van het Molestrisico op afzonderlijke polissen, vooral indien de goederen zelve op buitenlandsche polissen waren gedekt, waren zoo tegen het belang van de verzekerden, dat het zeer ongewenscht was, deze door het maken van afzonderlijke beursconditiën in de hand te werken. Wegens het bezwaar, dat, ingeval het Molestrisico op afzonderlijke polis is gedekt, bij voorkomende schade de vraag kan ontstaan op welke der beide polissen deze verhaalbaar is, en de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat ten slotte de verzekerde op geen van beide polissen de schade krijgt uitbetaald, werd het ondenkbaar geacht, dat eenig koopman zou over- 20 Art. 280 W. v. K. Het wordt als geene ongeoorloofde overeenkomst beschouwd, indien, na de verzekering van een voorwerp voor deszelfs volle waarde, de belanghebbende hetzelve vervolgens geheel of gedeeltelijk laat verzekeren, onder de uitdrukkelijke bepaling, dat hij zijn recht tegen de verzekeraars alleen zal doen gelden, indien en voor zoo verre hij de schade op de vroegere niet zal kunnen verhalen. In het geval van zoodanige overeenkomst moeten, op straffe van nietigheid, de vroeger gesloten overeenkomsten duidelijk worden omschreven, en zullen de bepalingen van 277 en 278 insgelijks daarop toepasselijk zijn. 21 gaan afzonderlijke polissen tegen molestgevaar te sluiten. Zelfs na de gunstiger bepalingen voor verzekeringen „Vrij van Molest" hierboven genoemd, bleef het gevaar dreigen, dat bij opbrenging of aanhouding of oponthoud in een vluchthaven de polis voor het gewone gevaar ophield van kracht te zijn, en de verzekerde in vele gevallen in de onmogelijkheid zou verkeeren de goederen dan te verzekeren. Indien het Molestrisico op afzonderlijke polis is verzekerd, kan de verzekerde geen schadevergoeding eischen, indien b. v. de goederen tijdens de opbrenging of aanhouding door brand, niet als gevolg van molest, verloren gaan of beschadigd worden, en evenmin voor eenige verlies of schade na vrijgeving der goederen tijdens wederinlading en ten gevolge van zee-evenementen gedurende de verdere reis; voor die gevaren zal hij afzonderlijke verzekeringen moeten afsluiten. De meeste c. i. f. polissen waren Engelsche polissen en zelfs al is het risico van molest daar ingesloten, zoo kunnen de verzekerden nog in tijden van oorlog in eene zeer slechte positie komen. Engelsche assuradeuren toch beschouwen hun risico als geëindigd, zoodra de verzekerde goederen in een vluchthaven zijn gelost, waardoor de verzekerden, die geen bericht van de lossing ontvangen, onverzekerd zijn. Bij verzekeringen op Amsterdamsche polis zonder het beding „Vrij van Molest" blijft de verzekering ten volle van kracht. Het is den verzekerden steeds mogelijk volgens het bepaalde in Art. 280 W. v. K. een tweede verzekering te sluiten, waardoor de verzekerde zich kan vrijwaren, tegen bovengenoemde bezwaren. 23 Steeds hadden de Amsterdamsche assuradeuren hunne medewerking verleend om die moeilijkheid te voorkomen. In de contracten van verzekering en open polissen werd steeds de clausule opgenomen (in 1898 als beursconditie vastgesteld) waarbij aan de verzekerden het recht werd toegekend, ingeval assuradeuren gebruik maakten van de in die overeenkomsten voorkomende bepaling het molestrisico 15 dagen na opzegging te doen eindigen, het contract op te zeggen. De verzekerden waren dan in de gelegenheid gesteld hunne goederen inclusief molest te verzekeren. BEPALINGEN van opzegging van Molestrisico voor Contracten, Open Polissen en Schip- of Schepenposten, zoowel voor Stoom- als voor Zeilschepen. Vastgesteld als beursconditie in de Algemeene Vergadering van 9 November 1898. Dat aan ons, assuradeuren, het recht is toegekend ons van het molestrisico te vrijwaren ten aanzien van afladingen met ons nog niet opgegeven schepen, mits daarvan 15 dagen te voren kennis gevende, des echter, dat de overeenkomst ten aanzien van hen, die zulk eene kennisgeving niet hebben gedaan, ongeschonden in stand blijft. Zoodra evenwel door ons of één of meer der onzen mocht verklaard zijn, het molestrisico voor onze rekening niet verder te willen loopen, zal deze uitsluiting van risico voor den verderen geheelen duur der verzekering van toepassing zijn, ten ware daarover nader werd overeengekomen. 25 Is het molestrisico geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het hiervoor bepaalde uitgesloten, dan wordt de verzekering geloopen vrij van molest volgens beursconditie. Wordt de verzekering krachtens voorgaand beding (hetzij geheel of gedeeltelijk) vrij van molest geloopen, dan heeft de verzekerde het recht de verzekering voor^ zoover zij vrij van molest loopt, op elk tijdstip, dat hem goed dunkt te doen eindigen. In dat geval worden van het oogenblik dier opzegging af de afladingen met nog niet aan ons opgegeven schepen geacht op de overeenkomst van verzekering te valideeren in verhouding tot het niet opgezegde gedeelte. Is echter vóór het verschijnen van den termijn waarop het molestrisico door ons niet meer geloopen wordt, een schip opgegeven gereed ter belading van voor den verzekerde bestemde goederen, dan zijn alle afladingen jnet zoodanigen bodem verzekerd op de voorwaarden in kracht op den dag, waarop het schip is opgegeven. BEPALING VOOR TIJDRISICO'S. Bij verzekeringen op Casco's of op het behouden varen van Casco's voor een bepaalden tijd, wordt de r.s.co geloopen „Vrij van Molest volgens beursconditie." Het werd onmogelijk geacht eene molestclausule vast te stellen, die zoo goed mogelijk de risico's omschrijft welke, uitgesloten zijnde bij de verschillende Buitenlandsche polissen „Vrij van Molest", door eene afzonderlijke te Amsterdam gesloten molestpolis worden overgenomen. De Amsterdamsche polis inclusief Molestgevaar behoefde geen afzonderlijke toelichting. 27 Na enkele jaren bleek echter, dat in tijden van oorlog of oorlogsgevaar een zeer groot aantal afzonderlijke Molestverzekeringen werden aangeboden op goederen, die voor het gewone gevaar „Vrij van Molest" op buitenlandsche polissen waren verzekerd, en dat over het geheel de verzekerden het gevaar van afzonderlijke molestverzekering zeer licht telden. In 1905 werd toen door de Vereeniging van Assuradeuren te Amsterdam de volgende Molestclausule als beursconditie aangenomen. Molestclausule. (Vastgesteld en als beursconditie aangenomen in de Algemeene Vergadering van 7 Maart 1905 en aangevuld in de Algemeene Vergadering van 26 November 1912). Bij verzekeringen op goederen zonder het beding „vrij van Molest" komen ten laste van den verzekeraar, boven en behalve het overige in de polis omschreven risico, uitsluitend de materieele beschadiging en het verlies van de verzekerde goederen, een en ander als rechtstreeksch gevolg van het molest, daaronder begrepen ontploffing van torpedo's alsmede van drijvende of vaste mijnen. Derhalve kunnen opslagkosten, pakhuishuren, nadeel door vertraagde aankomst, prijsverschil door verkoop onderweg, eigen bederf en dergelijke kosten en schaden, als gevolg van of uit vrees voor molest ontstaan, niet ten laste van den verzekeraar worden gebracht, tenzij deze kosten en schaden krachtens de bepalingen der Nederlandsche Wet, van toepasselijk buitenlandsch recht of van de York-Antwerp rules als averygrosse moeten worden omgeslagen. Als uitzondering op het in den druk der polis bepaalde zal, ingeval van aanhouding of opbrenging 28 Art. 668. Het abandonnement, in geval van opbrenging of van aanhouding, kan gedaan worden, indien de opgebrachte of aangehoudene schepen of goederen niet zijn terug gegeven of ontslagen, binnen de bij het vorige artikel bepaalde termijnen, te rekenen naar gelang van de plaats waar de opbrenging of aanhouding is geschied, en van den dag dat de verzekerde daarvan heeft bericht ontvangen. In geval van verbeurdverklaring der opgebrachte of aangehoudene schepen of goederen, kan het abandonnement dadelijk gedaan worden. De in Art. 667 bepaalde termijnen zijn: Na verloop van zes maanden ten aanzien van reizen uit dit Koningrijk naar de havens en kusten van Europa, of die van Azië of Afrika in de Middelandsche Zee of Zwarte Zee, en omgekeerd; Na verloop van twaalf maanden ten aanzien van reizen uit dit Koningrijk naar Madera, de West-Indign, deAzorische, Kanarische of andere eilanden en kusten ten westen van Afrika en ten oosten van Amerika gelegen, en omgekeerd; Na verloop van achttien maauden, ten aanzien van reizen uit dit Koningrijk naar andere gedeelten der wereld en omgekeerd. Bij reizen van en naar havens, beide gelegen buiten dit Koningrijk wordt de termijn berekend, naar gelang van den afstand dier havens, welke met de hiervoren bepaalde het naast overeenkomt. Art. 665 W. v. K. Indien schepen of goederen zijn gestrand, opgebracht of aangehouden, kan het abandonnement dadelijk worden gedaan, zoodra de verzekeraar weigert of in gebreke blijft den verzekerde eene genoegzame som op te schieten, om de onkosten, tot redding of reclame, te kunnen goedmaken. In geval van verschil wordt deze som door den rechter begroot. Zij komt ten laste des verzekeraars, al ware het dat die onkosten gevoegd bij het beloop der verschuldigde schade, de som te boven gingen, waarvoor verzekerd is. (Van het bepaalde in de laatste alinea is in den druk der polis afgeweken. Zie blz. 9). 29 van het verzekerde, het abandonnement daarvan aan den verzekeraar kunnen geschieden overeenkomstig de bepalingen der Wet, met dien verstande, dat de bij Art. 668 W. v. K. bedoelde termijnen door een termijn van 6 maanden vervangen worden. Bij de vaststelling dezer clausule werd m.i beoogd te doen uitkomen, dat Assuradeuren schaden of kosten, welke als een rechtstreeksch gevolg van molest kunnen geacht worden, ten hunnen laste nemen, maar dat er schaden en verliezen zijn, die nooit onder het risico van den zeeverzekeraar vallen en ook bij eene molestverzekering niet worden vergoed. De molestclausule geeft aan welke schaden of kosten nooit voor rekening van assuradeuren komen, en die omschreven kunnen worden als gevolg van handelingen of daden van den verzekerde of zijn gemachtigde, als hij tijdens oponthoud de beschikking over het verzekerde heeft en voor alle schaden en verlies door vertraagde aankomst in het algemeen. Die schaden komen nooit voor rekening van zeeassuradeuren, onverschillig door welke oorzaak de aankomst van het verzekerde is vertraagd; alleen geeft onze wet eenige gevallen aan waarbij sommige kosten in averijgros moeten worden omgeslagen en stelt de assuradeur zich voor de aldus te betalen avarijgros aansprakelijk. Het was zeer twijfelachtig of verlies of beschadiging door torpedo's en drijvende of vaste mijnen steeds als vallende onder het begrip „Molest" kon worden 30 Art. 283 W. v. K. Behoudens de bijzondere bepalingen ten aanzien van deze of gene soort van verzekering gemaakt, is de verzekerde verplicht om alle vlijt en naarstigheid in het werk te stellen, ten einde de schade te voorkomen of te verminderen, en hij moet, dadelijk na derzelver ontstaan, daarvan aan den verzekeraar kennis geven; alles op straffe van vergoeding van kosten, schaden en interessen, zoo daartoe gronden zijn. De onkosten door den verzekerde gemaakt, ten einde de schade te voorkomen of te verminderen, zijn ten laste van den verzekeraar, al ware het dat dezelve, gevoegd bij de geledene schade, het beloop der verzekerde som te boven gingen, of de aangewende pogingen vruchteloos zijn geweest. Art. 654 W. v. K. De verzekerde is verplicht aan den verzekeraar, of, indien er meerdere op eene en dezelfde polis geteekend hebben, aan den eersten onderteekenaar, onverwijld mede te deelen alle tijdingen die hij opzigtelijk eene ramp, aan schip of goed overkomen, bekomt, en moet kopyen, of uittreksels van de brieven waarin de tijdingen vervat zijn, mededeelen aan diegenen der verzekeraars, die zulks mogten verlangen. Bij verzuim daarvan, is de verzekerde gehouden te vergoeden alle de onkosten, schaden en interessen. Art. 655 W. v. K. Zoo lang de verzekerde niet geregtigd is, om het verzekerde aan zijnen verzekeraar te abandonneeren, en dien ten gevolge hetzelve niet werkelijk abandonneert, is hij verplicht, bij schipbreuk, stranding, opbrenging of aanhouding, alle mogelijke vlijt en gepaste pogingen aan te wenden om hetzelve te redden of te doen vrijgeven. Hij heeft hiertoe geene bijzondere volmacht van den verzekeraar noodig, en is zelfs geregtigd, om van denzelven te vorderen eene toereikende som ter bestrijding der onkosten, die tot redding of reclame moeten worden uitgegeven. 31 gerekend, zoodat In navolging van vele buitenlandsche Molestclausules, een hierop betrekking hebbende bepaling werd gemaakt. De bepaling in het formulier der polis, waarbij de verzekerde afstand heeft gedaan van het recht tot abandonnement, werd in geval van aanhouding of opbrenging gewijzigd, en een korter termijn gesteld, waarop het abandonnement kan geschieden, terwijl zulks in geval van verbeurdverklaring van het verzekerde voorwerp thans volgens het bepaalde in de wet dadelijk kan plaats vinden. Men dient in het oog te houden, dat toen in 1905 de molestclausule werd vastgesteld, kon geacht worden, dat opslag in pakhuizen als gevolg van molest, voor zoover die kosten volgens het W. v. K. niet in averijgros werden gebracht, alleen zou voorkomen in geval van aanhouding of opbrenging. Die opslag geschiedde dan door de betrokken Regeering, in afwachting van de uitspraak van een prijsgericht, zoodat die kosten wel nooit aan den verzekerde in rekening zullen worden gebracht. Wellicht is het wenschelijk er op te wijzen, dat behalve de algemeene verplichtingen, volgens Art. 283 W. v. K. aan den verzekerde opgelegd, nog itr het bijzonder volgens Art. 654 en 655 W. v. K. de ver- 32 Art. 673 W. v. K. In de gevallen, in welke abandonnement kan gedaan worden, is de verzekerde gehouden de ontvangene berigten, binnen vijf dagen na derzelver ontvangst, aan den verzekeraar mede te deelen, op straffe van vergoeding van kosten, schaden en interessen. Art. 638 W. v. K. Bij verzekering van het schip, houdt de verplichting van den verzekeraar op door alle willekeurige verandering van koers, of van de reis, en bij verzekering op vrachtpenningen, door alle willekeurige verandering van koers, van de reis of verwisseling van het schip, in beide gevallen door den schipper uit zich zeiven of op last der eigenaars van het schip gedaan; ten zij, ten aanzien van den schipper, die zulks uit zich zeiven heeft gedaan, het tegendeel uitdrukkelijk bij de polis ware bedongen. Bij verzekering op goederen geldt hetzelfde, indien de willekeurige verandering van koers, reis of schip heeft plaats gehad op last, of met uitdrukkelijke of met stilzwijgende toestemming van den verzekerde. De reis wordt gerekend veranderd te zijn, zoodra de schipper dezelve naar eene andere bestemming, dan waarvoor verzekerd is, heeft aangevangen. 33 zekerde verplicht is aan den verzekeraar alle ontvangen tijdingen mede te deelen en alle mogelijke pogingen aan te wenden om ingeval het verzekerde interest is opgebracht of aangehouden, hetzelve te doen vrijgeven en dat hij volgens Art. 673 gehouden is, de ontvangen berichten, binnen 5 dagen naderzelver ontvangst, aan den verzekeraar mede te deelen, op straffe van vergoeding van kosten, schaden en interessen. Zou b.v. blijken, dat aan den verzekerde de gelegenheid was gegeven, zelfs onder beperkende bepalingen, de beschikking ter plaatse van opbrenging of aanhouding over het verzekerd voorwerp te verkrijgen, zonder dat de verzekeraar op de hoogte is gesteld, dan ontstaat niet alleen de mogelijkheid, dat het recht om de goederen te abandonneeren vervalt, maar zou zelfs geacht kunnen worden, dat de verzekerde over het verzekerd voorwerp heeft beschikt, en alle risico voor den verzekeraar als geëindigd kan worden beschouwd. (Art. 638 al. 2.). Uitdrukkelijk acht ik het gewenscht te verklaren, dat ik in ommestaande omschrijving van de aansprakelijkheid van assuradeuren, bij Molestverzekeringen, mijne persoonlijke opvatting geef, vooral daar over dit onderwerp in het assurantievak groot verschil van meening bestaat. De praktijk zal echter uitwijzen of mijne opvatting al dan niet juist is. 35 Naar mijne meening kan de aansprakelijkheid van den verzekeraar bij Molestverzekering volgens Amsterdamsche Beurspolis aldus worden omschreven: 1°. Alle avarijgros ten gevolge van Molest volgens de bepalingen van de Nederlandsche Wet, toepasselijk buitenlandsch recht of volgens de Antwerp-York rules. 2°. Verlies van of materieele beschadiging aan het verzekerde voorwerp als rechtstreeksch gevolg van molest, b. v. in den grond boren, torpedo's, drijvende of vaste mijnen, verbeurdverklaring, daden van geweld (als requisitie, oproer,plundering enz ), oorlogs- of krijgsgevaar, kaperij, zeerooverij, represailles, en verder, indien na aanhouding of opbrenging het verzekerde wordt vrijgelaten, beschadiging of verlies van de verzekerde voorwerpen als gevolg van daden of handelingen van de autoriteiten van het land of de plaats van aanhouding en opbrenging, als: na gedwongen lossing, „gewichtsverlies, schade door opslag in de open lucht van beschadigbare goederen en dergelijke oorzaken", voor zoover geen gelegenheid is gegeven over het verzekerde te beschikken of onder eigen beheer te nemen. 3°. Kosten, die eventueel door de autoriteiten ter plaatse van opbrenging of aanhouding worden gevorderd vóór het goed wordt vrijgegeven, en na lossing, {zonder dat gelegenheid is gegeven 36 Art. 701 W. v. K. Bijzondere averijen zijn: 1°. Alle schade en verliezen aan het schip of aan de lading overgekomen door storm, neming, schipbreuk of toevallige stranding; 2fl. Bergloonen en de kosten bij berging uitgegeven; 3°. Het verlies van, en de schade geleden aan kabels, ankers, touwen, zeilen, boegspriet, stengen, ra's, booten en scheepsgereedschappen, veroorzaakt door storm of ander onheil op zee; 4". Reclame-kosten en het onderhoud en de gagiën van het scheepsvolk gedurende de reclame, indien slechts hel schip of de lading zijn aangehouden; 5°. De bijzondere reparatiën der fustage en de kosten van beredding der beschadigde koopmanschappen, voorzoo verre dit een en ander niet het onmiddellijk gevolg is van eene ramp die tot averijgros aanleiding geeft; 6°. De meerdere vracht en de onkosten van laden en lossen welke, bij afkeuring van een schip gedurende de reis, moeten betaald worden, in de gevallen waarin, volgens de bepalingen van art. 478 van dit wetboek, de goederen door een ander schip voor rekening van de inladers worden vervoerd; en 70. In het algemeen, alle schade, verliezen en de gemaakte onkosten die niet zijn veroorzaakt of gemaakt opzettelijk en tot behoud en gemeen welzijn van schip en lading, maar die zijn geleden door of gemaakt ten behoeve van het schip alleen, of voor de lading alleen, en welke dien volgens naar aanleiding van art. 699, niet onder averijgros behooren. 37 al of niet onder gestelde voorwaarden tot voortzetting der reis), kosten en extra vracht van de plaats van opbrenging of aanhouding tot de in de polis genoemde destinatie. 4°. Alle reclamekosten. De conditie van beschadigdheid in de polis opgenomen, blijft ongewijzigd van kracht, en wordt bij eene molestverzekering niet gewijzigd. Het is niet te ontkennen, dat de molestclausule (fol. 27) aanleiding geeft tot verschil van meening, en daaruit wordt opgemaakt, dat bij eene molestverzekering assuradeuren zich uitsluitend aansprakelijk stellen voor materieele beschadiging en het verlies van de verzekerde goederen als een rechtstreeksch gevolg van het molest en van averijgros uit molest voortspruitend. Ik geloof, dat dit nooit de bedoeling is geweest bij de vaststelling der clausule, en wanneer ik in bovenstaande omschrijving verschillende kosten noem, waarvoor naar mijne opvatting de assuradeur aansprakelijk is, dan meen ik, dat die, evenals kosten van reclame voor schip of lading afzonderlijk, vallen onder averij-particulier, zijnde schaden en kosten, die zijn geleden of gemaakt ten behoeve van het verzekerd interest, welke niet onder averijgros kunnen worden gebracht. (Art. 701 W. v. K.) Deze zijn in het algemeen volgens de Amsterdamsche beurspolis gedekt en bedoeld in de clausule 39 „vrij van schade onder drie ten honderd", waaraan niet uitdrukkelijk is gerenuncieerd. Mochten evenwel toch onder de kosten sub. 3 door mij genoemd kosten van opslag en pakhuishuren vallen, die na opbrenging of aanhouding van het verzekerde voorwerp van den verzekerde worden gevorderd voor hetzelve vrijgegeven wordt, dan kunnen m. i. die kosten redelijkerwijze beschouwd worden als te vallen onder de kosten van reclame. Dk. TOLLENAAR Hzn. Amsterdam, Mei 1915. Polisformulier Z. O. Z. v» ij ondergeschrevenen verzekeren aan U of die het anders geheel of ten deele zoude mogen aangaan, vriend of vijand, te weten elk voor de som bij ons hier ondergeteekend, van ' en alle circumjacentiën van dien af tot En dat op Goederen, Waren en Koopmanschappen, gereed of niet gereed, en in het laatste geval, hetzij ons daarvan kennis is gegeven of niet, geladen of nog te laden in het Schip, hetwelk God beware, genaamd: daar Schipper op is of wie voor Schipper of Schippers in zijne plaats zoude mogen varen, of hoe de naam van Schipper of Schip anders zoude mogen geortographeerd, gesteld of gespeld worden, en welke de designatie charter of soort van hetzelve schip zoude mogen zijn. Verders i lastgeving 1 lastgeving, voor zooverre de vermelding daarvan volgens de wet vereischt wordt. Het gemelde Schip Vrij van onkosten van ligdagen en van overwintering, en vrij van schade en avarij Grosse onder drie ten honderd, Nemende wij de risico, mits dezen ten onzen laste van het uur en dag af, dat de voorschr. koopmanschappen zullen gebracht zijn op de kade of den wal, om van daar geladen te worden in het voorz. schip, of in schuiten, barken of lichters, om daarmede gevoerd te worden aan boord van het gemelde schip, en zal dezelve loopen ter tijd toe, dat hetzelve schip tot de plaats of plaatsen als boven zal zijn aangekomen en de voorz. goederen, zonder eenige schade of verlies, aldaar gelost, vrijelijk en vredelijk op het land gebracht zullen zijn, in het vermogen van u geassureerde of Uwe gemachtigden, mits dat de ontlossing geschiede binnen 15 dagen na het arrivement van het schip ter gedestineerde plaats, ten ware dat door wettige verhindering de lossing in dien tijd niet had kunnen geschieden, hetwelk ingevalle van ramp of schade, bewezen zal moeten worden. Zullende het voorz. schip mogen varen, voorwaarts, achterwaarts, wenden en keeren aan alle zijden, en door nood, of met wille aannemen, alle zulke havens en reeden, als den schipper of schippers tot nut en vordering van voorschr. reize goeddunken zal en of door nood de gemelde goederen door dezelven ontladen werden en n5™a"en ln eenig ander schip of schepen, klein of groot, hetwelk zij zullen mogen doen eigener autoriteit en zonder ons consent te wachten, zullende wij de risico blijven loopen als of de goederen nooit ontladen waren geweest. Bestaande wijders de voorz. ris'co : in alle gevaren ter zee, onweder, schipbreuk, stranden, overzeilen, aanzeilen, aanvaren of aandrijven, gedwongen verandering van koers, van de reis of van het schip, over boord werpen, brand, geweld, overstrooming, neming, kapers, roovers, aanhouding op last van hooger hand, verklaring van oorlóg, represailles, nalatigheid, verzuim of schelmerij van den schipper, of het scheepsvolk, zonder toedoen of voorkennis van U geassureerde geschiedende en alle andere fortuinen van de zee, bedacht of onbedacht, gewoon of ongewoon, geene uitgezonderd, alle welke schaden ||0J>r ons zullen worden betaald ieder prorato onzer geteekende som, en dat zonder korting binnen 3 maanden na het behoorlijk bewijs van dezelve. En in zulke gevallen geven wij U geassureerde en alle anderen volkomen macht, om zoowel ten onzen schade als tot ons voordeel, alle noodige middelen, tot het behoud van het ten deze verzekerde intrest in het werk te stellen, hetzelve, zoo het noodig is, te doen verkoopen en de penningen te distribueeren, zonder onze toestemming of volmacht te behoeven te vragen, mits ons echter zooveel de omstandigheden zulks zullen toelaten, behoorlijk daarvan preadverteerende; de gevallene schade, zoowel als de alzoo gemaakte kosten, zullen door ons worden betaald, hetzij deze laatste met of zonder succes worden geTmpendeerd, mits een en ander te zamen niet te boven ga de door ons verzekerde sommen, en zullen wij de rekening deswege geloof geven, op behoorlijk gejustificeerde bewijzen, of op den eed van dcngcne, die dezelve zal hebben gedaan. Voorts op conditie dat wij ondergeteekenden het 25l art. van het we* 2 van koophandel tegen den geassureerde niet zullen mogen inroepen, tenzij de nagenoemde rechter mogt beslissen, dat daartoe, in eenig geval, ter goeder trouw en volgens usantie alhier, termen voorhanden waren, waartegen het verzekerde interest niet aan ons zal kunnen of mogen worden geabandonneerd, tenzij hetzelve ongetwijfeld zal verloren zijn, of dat er geen redelijke grond tot hoop van terugbekoming plaats heeft, in welke gevallen echter mede de toestemming en goedkeuring van den rechter zal vereischt worden, alvorens deze bepaling in werking te kunnen brengen. Zijnde yerder deze verzekering aangegaan onder uitdrukkelijke voorwaarde, dat art. 267, alsmede art. 662, van het wetboek van koophandel, het laatste art. voor zoover de opgaaf van den naam van den origineelen verzekerde betreft, niet door ons, en dat art. 747 van hetzelve wetboek van koophandel niet tegen ons kan worden ingeroepen, als zijnde aan het laatste art. door den verzekerde gerenuntieerd. Verder is bepaald, dat, wanneer er verschil over deze polis, de gevolgen van dien, of de daarbij aangegane verzekering mocht ontstaan, alsdan partijen zich zullen onderwerpen aan de uitspraak der Arrondissements Rechtbank te Amsterdam, en in hooger beroep, zoo de zaak daarvoor vatbaar is, aan die van het Gerechtshof te Amsterdam, of het Rechtscollegie waardoor dit Hof wellicht later mocht worden vervangen. En zulks tegen genot van eene premie van ten honderd, voor dewelke wij Ondergeteekenden in rekening-courant hebben belast, en alzoo den-geassureerden quiteeren bij dezen. Alles onder verband en submissie van onze personen en goederen, presente en toekomende, renuntiëerende als lieden van eer van alle cavillatiën en exceptiën die deze zouden contrarieeren. Aldus gedaan te goeder trouw, op alle goede en kwade tijdingen, en op Beursconditiën te AMSTERDAM, den p