WÊmm ÉLASTINfi-POUTIEKf I DOOR S. KOPERBERG (Ovérdruk uit Het Indische Volk.) SOCIALISTISCHE BELASTING-POLITIEK De omstandigheid, dat bij de ontwerp-begrooting voor 1920 de Regeering met voorstellen komt om nieuwe belastingen te heffen en andere te rerhoogen, noodzaakt onze partij haar standpunt inzake de belastingpolitiek uiteen te zetten. In negatieven zin is dit geen moeilijke taak, een Sociaal-democraat zal nooit te vinden zijn voor de invoering van belastingen, die het arbeidende volk zwaarder treffen, te minder voor nieuwe of zwaardere heffingen in dit land met zijn verarmde- en aan de grens van het pauperisme levende inlandsche bevolking. Het is ongelooflijk — en getuigt tevens van economische kortzichtigheid —, dat de Regeering een volk, dat gebukt gaat onder den loodzwaren last der economische overheersching, dat mede daardoor niet alleen kapitaalarm, maar ook in zijn arbeidslust ontzaglijk gedrukt wordt, met voorstellen voor den dag durft komen, om deze bevolking nog sterker economisch lam te-slaan. De nieuwe industrieele expansie der laatste jaren heeft hier te lande steeds meer geschoolde, althans schoolsche arbeidskrachten noodig. De Heer van Reigersberg Versluijs drong dan ook indertijd in zijn preadvies voor de Vereeniging voor Studie van Koloniaal— Maatschappelijke Vraagstukken uit zuiver kapitalistische overwegingen sterk aan op uitbreiding van het volks- en ambachtsonderwijs. Dat is geen eisch van ethisch beleid, maar van kapitalistische noodzaak. Beter onderwijs en hygiënische verzorging eischen naast militaire weerbaarmaking steeds meer van 's Lands uitgaven en de galop, waarin 't kapitalisme hier te lande rijdt, eischt spoedige voorziening in deze behoeften. Dat de sociaaldemocratie deze uitgaven op die voor militaire doeleinden na steunt, komt omdat haar maatschappelijk inzicht leert, dat 't kapitalisme, naar wij hopen, gebreideld in zijn al te nadeelige gevolgen, ook voor dit land en volk een historische noodzakelijkheid is, en omdat sociale overwegingen de S. D. ertoe leiden alle maatregelen te steunen, om meer kennis en gezondheid aan de inheemsche bevolking te verzekeren. Dit neemt evenwel niet weg, dat het de S. D. niet onverschillig is, hoe deze uitgaven gedekt worden. Voorop staat, dat in geen geval een zwaardere druk op de bevolking mag worden gelegd, maar daarnaast wenscht zij ook den economisch noodzakelijken ontwikkelingsgang in deze landen niet te belemmeren. Dat legt ons een positieve taak op, nl. aan te wijzen, hoè zonder de bevolking te treffen en de kapitalistische ontwikkeli ng te belemmeren, de steeds stijgende uitgaven kunnen worden gedekt. Dat is geen gemakkelijke taak, omdat deze positieve uitbouw van een belastingstelsel, socialistisch in strekking moet zijn : Een socialistische belastingpolitiek is nog niet uitgewerkt, wel hebben Lassalle en Marx de richting aangegeven en heeft Karl Renner2) een meer positief belastingsysteem ontwikkeld, doch dat is dan ook zoowat alles wat in de socialistische litteratuur op belasting ') F. Lasalle. Arbeiterprogram, Karl Marx. Das Kapital, II: Afd. III. 2) Dr. Renner: Das arbeitende Volk und die Steuern. 1919 2 gebied geschreven is; terwijl dit bovendien alles bijna uitsluitend op Europa toepasselijk is. De hier op te zetten poging is dus problematiek, doch in de gegeven omstandigheden ten eenenmale geboden. Een uiteenzetting van een in strekking socialistisch belastingsysteem heeft voor alles rekening te houden, met 't koloniaal karakter dor Indische samenleving. In een vrij land wordt om het deel van het maatschappelijk inkomen, de burgerlijke benaming voor de meerwaarde, die de arbeidskraccht voortbrengt, gestreden door de verschillende klassen. Het klassekarakter beheerscht de verdeeling van het maatschappelijk inkomen, de arbeider krijgt wat noodig is, om hem en zijn gezin in stand te houden, d.w.z. zijn arbeidskracht te reproduceeren, het overige valt de kapitalistische klassen toe, en dient alleen om deze klassen in 't leven te houden, doch ook om aan hun steeds stijgende „cultuurbehoeften", waaronder de luxe te voldoen, en om hun kapitaal te vergrooten accumuleeren. Dit laatste dient tot reproduc)ie van de Voortbrenging en om den „nationalen rijkdom" te vergrooten. Deze „nationale rijjsdom" is in een klassemaatschappij als 't kapitalisme, erop gericht om het bezit der productiemiddelen in handen van enkelen, de bezittende klasse, steeds te vermeerderen, maar blijft,