STAATSCOMMISSIE PACHT Ingesteld bij Koninklijk Besluit van 12 Maart 1919, no. 10 VE RS LAG VAN DE Wk STAATSCOMMISSIE VOOR HET PACHTVRAAöSTUK DEEL I. f ? ' STAATSCOMMISSIE PACHT I Ingesteld bij Koninklijk Besluit van 12 Maart 1919, no. 10 VERSLAG VAN DE STAATSCOMMISSIE VOOR HET PACHTVRAAGSTUK DEEL L Amsterdam . . —^ , 31 Januari 1920. Uoes Aan Hare Majesteit de Koningin. Het behaagde Uwer Majesteit bij besluit van 12 Maart 1919, No. 10, in te stellen eene Commissie, aan welke werd opgedragen: a. te onderzoeken, of er grond is voor herziening van de vierde Afdeeling van den zevenden titel van het derde boek van het Burgerlijk Wetboek, en, bij bevestiging van deze vraag, aan te geven welke de wijzigingen behooren te zijn; b. na te gaan, of de bestaande bijxondete tijdsomstandigheden aanleiding geven tot het maken van een regeling, om opdrijving van de huurprijzen te voorkomen, en, bij bevestiging van deze vraag, zoodanige regeling te ontwerpen. De Commissie heeft zich terstond aan den arbeid gezet om het tweede deel harer opdracht, genoemd onder b, tot uitvoering te brengen. Zij is hiermede thans gereed gekomen en heeft de resultaten van haar onderzoek en van hare overwegingen neergelegd in een Rapport met Bijlagen. Voormeld Rapport met Bijlagen heeft zij de eer aan Uwe Majesteit aan te bieden, met het eerbiedig verzoek, 'haar wel te willen machtigen, om tot het publiceeren daarvan over te gaan. De Staatscommissie voor het Pachtvraagstuk: P. A. DIEPENHORST, Voorzitter. J. W. GOEDBLOED, Secretaris. HOOFDSTUK !. Inleiding. Instelling en opdracht. Bij Koninklijk Besluit van den 12 Maart 1919, no. 10 werd ingesteld een Staatscommissie, aan welke werd opgedragen: a. te onderzoeken of er grond is voor herziening van de vierde afdeeling van den zevenden titel van het derde boek van het Burgerlijk Wetboek, en, bij bevestiging van deze vraag, aan te geven, welke de wijzigingen behooren te zijn; b. na te gaan, of de bestaande bijzondere tijdsomstandigheden aanleiding geven tot het maken van een regeling, om opdrijving van de huurprijzen te voorkomen, en, bij bevestiging van deze vraag, zoodanige regeling te ontwerpen. Samenstelling. Benoemd werden: a. tot lid en voorzitter dier Commissie: Mr. P. A. Diepenhorst, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit, te Amsterdam. b. tot leden: De. L. N. Deckers, lid van de Tweede Kamer der StatenGeneraaL te 's-Gravenhage, S. Koenen, L.I., hoogleeraar aan de Landbouwhoogeschool, te Bennekom, L. H. Mansholt, lid der Gedeputeerde Staten van Groningen, te Westpolder (Ulrum), Mk. E. M. Meters, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit, te Leiden, L. E. J. F. Mollerus, Raad-Adviseur bij de Directie van den Landbouw, te 's-Gravenhage, VI Me. J. B. L. C. C. baron de Wykeeslooth de Weerdesteijn, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te Utrecht. By Koninkujk Besluit van 5 April 1919, no. 58, werd tot secretaris der Commissie benoemd Mr. J. W. Goedbloed, advocaat en procureur, te Goes. Installatie. De Staatscommissie is Zaterdag 22 Maart 1919 des namiddags 2 uur in een der zalen van het Departement van Landbouw door Zijne Excellentie den Minister van Landbouw H. A. van IJsselsteijn geïnstalleerd. Zijne Excellentie sprak daarbij de navolgende rede uit: Mijne Heeren! Mede namens mijn Ambtgenoot van Justitie zy het mij allereerst vergund, U dank te zeggen, dat Gij, Mijne Heeren, Voorzitter en Leden der door Hare Majesteit de Koningin benoemde Staatscommissie voor de herziening van de wettelijke bepalingen omtrent de pacht, bereid zflt gevonden deze taak op U te nemen. Ik behoef U er wel niet aan te herinneren, dat de regeling van de pachtovereenkomst, zooals deze thans in het Burgerlijk Wetboek voorkomt, reeds sedert geruimen tijd tot ernstige kritiek aanleiding heeft gegeven. Zonder mij te verdiepen in oudere voorstellen te dien opzichte, moge ik er wel op wijzen, dat de groote Staatscommissie voor den Landbouw, in welke drie Uwer zitting hadden, zich met dit onderwerp heett bezig gehouden en zeer waardevolle gegevens over de rechtsvormen van het grondgebruik en de pacht heeft gepubliceerd. Gij, Mijnheer de Voorzitter, hebt in de jaarvergadering van de Vereeniging van Nederlandsche patroons „Boaz" den 22en Februari 1906 gehouden, op tal van gebreken gewezen, die de tegenwoordige regeling aankleven. Aan het eind van Uw zeer belangrijke mededeelingen werd door U onder andere het volgende opgemerkt: VII „Het zou gebrek aan ernst verraden, indien ik maar eenigs„zins de pretentie koesterde op dezen middag den juisten weg „te hebben aangewezen. Een ernstig onderzoek van eene „Commissie, die welberaden, nauwkeurig uitgewerkte voorstellen „kan indienen, is noodig, vooral nu er kans bestaat, dat ook „van Regeeringswege deze zaak met kracht zal worden ter hand „genomen. De mannen van het vak zullen daarin vertegenwoordigd moeten zijn, maar ook het wetenschappelijk element „zal niet geheel kunnen ontbreken. Een zich strikt beperken „tot het pachtCONTRACT zal voor de vruchtbaarheid van „handelen noodzakelijk wezen en wellicht kunnen de in de U „uitgedeelde conclusie vermelde punten tot handleiding dienen". Bij de Algemeene Beschouwingen, in de Tweede Kamer der Staten-Generaal gehouden, over Hoofdstuk X der begrooting, werd ditzelfde onderwerp, in het bijzonder door U, Dk. Dbckehs, aangeroerd. G\j hebt toen op tal van misstanden, uit de geldende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek voortvloeiende, gewezen. Waar van zoo bevoegde zijden sedert lange jaren op de bedenkelijke gevolgen is gewezen, die uit de bestaande bepalingen voortvloeien, daar lag het op mijn weg te trachten, in deze, ik erken het gaarne, hoogst moeilijke materie verandering te brengen. Ik hoop, Mijne Heeren, van U het licht te ontvangen, dat voor my'n Ambtgenoot van Justitie en mij noodig zal zyn om eene behoorlijke regeling van het pachtcontract voor te bereiden. Naast den wensch om een misstand, die reeds sedert jaren gesignaleerd werd, weg te nemen, trad tevens de noodzakelijkheid op den voorgrond, om te overwegen, of door de crisis, waarin ons Vaderland tengevolge van den oorlogstoestand der omliggende landen verkeert, niet zulke bijzondere omstandigheden in het leven zyn geroepen, dat er maatregelen dienen genomen te worden, die alleen zouden gelden voor dezen bnitengewonen tijd* Toen ik in de Tweede Kamer hèt voornemen te kennen gaf vm om ook deze zijde van het vraagstuk te onderzoeken, werd mij bij interruptie voor de voeten geworpen: „Juist driejaar te laat". Ik zal niet beweren, dat het niet wenschelijk ware geweest, óf deze maatregelen vroeger te nemen, óf althans eerder te onderzoeken of deze moesten genomen worden. Ik behoef U wel niet te zeggen, zooals ik trouwens ook in 's Lands Vergaderzaal opmerkte, dat ik voor die vertraging de verantwoordelijkheid niet draag. Maar uit deze opmerking en de rede, die bij deze zelfde gelegenheid door het Kamerlid Bakker gehouden is, moge U wel blijken, dat, is inderdaad, het ontwerpen van zulke maatregelen thans noodig, het noodzakelijk is, dat zulks spoedig geschiede. Indien dan ook bij de opdracht aan Uwe Commissie verstrekt, deze crisismaatregel in de tweede plaats genoemd wordt, zoo behoeft het nauwelijks toelichting, dat het uit een tijdrekenkundig oogpunt niet wenschelijk is, dat het ontwerpen der crisismaatregelen volgt op of afhankelijk gemaakt worde van de algemeene herziening van de betreffende artikelen van het Burgerlijk Wetboek, die Uwe Commissie mocht noodig achten. Eene zeer spoedige overweging der vraag, of thans crisismaatregelen inderdaad noodzakelijk zijn en welke U daartoe zoudt kunnen aanbevelen, acht ik inderdaad een bij uitstek groot landsbelang. De overweging van hetgeen als blijvende herziening van het pachtcontract noodzakelyk is, zal uit den aard der zaak eenigen tyd vorderen. Deze, Uw hoofdtaak zal aan den gedegen arbeid Uwer Commissie kunnen worden toevertrouwd. Ik begrijp, dat aUe overhaasting van dezen uitgesloten moet zijn. Toch hoop ik, dat ook hiervoor binnen niet te langen tyd Uwe voorstellen gereed zullen zijn. Het ministerieele leven is kort en waar van zooveel verschillende zyden wordt aangedrongen op éénzelfden maatregel, lx zou het mij leed doen, indien het mij niet mogelijk ware, aan de totstandkoming van dezen een zekeren stoot te geven. Hiermede verklaar ik Uwe Commissie geïnstalleerd. De Voorzitter der Staattsoommissie antwoordde het volgende: Excellentie, Sta mij toe, dat dik met ieen kort woord op Uwe rede antwoor dende, allereerst dank breng aan Hare Majesteit de Koningin voor het vertrouwen in ons gesteld door de opdracht van deze belangrijke taak. Daaraan verbind ik de betuiging van erkentelijkheid voor de medewerking, door U met Uwe voordracht daarbij verleend. Terecht is door Uwe Excellentóe op het hoogst moeilijke der pachtkwestie de aandacht gevestigd. Een Staatscommissie, die zich tot taak ziet gesteld te onderhoeken, op wat wijze de wetgeving het best rationeele paehtverhoudingen kan bevorderen, heeft moeilijk werk te verrichten. Moeilijk, omdat hier op de medewerking vian den Staat verwachtingen zijn gebouwd, die niet kumnen bevredigd worden. Moeilijk, omdat de landbouw draagt een eigen afgezonderd karakter, dat licht door staatsinmenging kan worden geschaad, al leeft ook bij ons het sterke besef, diat het agrarisch leven niet aan zich zelf mag worden overgelaten. De imfoeiilijkhedid wordt verhoogd door dé zich telkens wisselende omstandigheden en allerhande onbekende factoren, die de toekomst van den landbouw onzeker maken. Gelukkig achten wij' cm bij. de vervuiling van het eerste stuk der door Uwe Excellenitie opgedragen taak voor een deel te kunnen bouwen op den arbeid der door U vermelde groote Staatscommissie voor den Landbouw, in 1906 ingesteld. Waardevol materiaal is hier bijeenveTgadeird, al 'hebben zich sindsdien geopend nieuwe perspectieven, welke de overweging van de vraag öf forscher ingrijpen mogelijk is, wenschelijk maken. Voor de uitwerking van het tweede deel, de behandeling der vraag of die in crisistijd gekomen opdrijving der pachtprijzen X wettelijke maatregelen noodzakelijk maakt, missen wij die voorstudie, missen wij alle houvast. Hier doet de veelvermogende tijd zich als een geduchte vijand gevoelen. Reeds werd van een conflict met zijn geboden gewaagd in de interruptie „drie jaar te laat", waarmee een Kamerlid de aankondiging van de instelling der Commissie begroette. Een uitspraak, die, hoe spijtig ook, toch de troostvolle erkenning in zich bevat, d!at de Oommissie begeerd werd en haar komst met verlangen werd verbeid. Nog meer gespannen wordt de verhouding met den tijd, als aan de toekomst wordt gedacht. Verborgen is, op wat wijze zich der «Hingen loop zal voltrekken en niemand is in staat met absolute zekerheid te beslissen, of het gelijk is aan de zijde dergenen, die voor den landbouw een schitterende toekomst voorspellen, dan wel of beter inzicht wordt getoond door hen, dlie tijden van inzinking en achteruitgang aanstaande- achten. Wel echter is algemeen de overtuiging, dat in de abnormale stijging van koop- en pachtprijzen veel kunstmatigs ligt, dat, — als de groote tegenslag mocht komen, — bedenkelijke gevolgen met zich moet brengen. Ai leert de crisis van de tachtiger jaren dier verlig© eeuiw, dat dergelijke schok door den eigengeërfden boer, die met geleend kapitaal werkt, nKieïhjfcer is te doorstaan dan door den pachter, toch is het gevaar, hetweük den paohtensstand dreigt, niet te onderschatten. Vooral nu de pachtsom zoo enormen sprong maakte, terugslag dus veel forsoher aanpakt; vooral nu het pachtstelsel zich zoodanig uitzette, dat meer dan de helft van den vaderlandschen bodem door pachters wordt geëxploiteerd, is goede ontwikkeling van de paohtverhoudingen een levensvoorwaarde voor het welzijn van onzen vaderlandschen landbouw. De ernst van het geding zal voor de Commissie een prikkel wezen om ons aanstonds te zetten aam de beantwöord'inig der vraag, of door wettelijke maatregelen crisis-uitwassen dienen te worden gebannen en uiteraard zullen wij ons beijveren om daaromtrent Uwe Excellentie en Uwen Ambtgenoot van Justitie met bekwamen spoed een rapport te doen toekomen. XI Op de kortheid van het ministeriëele leven doelend, gewaagde Uwe Excellentie van het „vita brevis". De hoffeKjikheid weerhield U daaraan het „ars longa'", „ars staat^ommissarialis longa" toe te voegen. Twijfel aan onze artistieke neigingen zal bij Uwe Excellentie niet rijzen, wanneer zoodanige kunst door ons niet wordt beoefend en wij, ziende op U, het liefst aan een „vita longa" en op ons aan een „ars. brevis" denken. In den weiwillenden steun vam Uwe Excellentie bhjft onze Oommissie zich aanbevelen, gelijk wfcj U danken en het op hoogen prijs stellen, dat de imstallatïe door U persoonlijk is geschied. Werkplan. De Staatscommissie besloot in de eerste plaats het onder b genoemde van hare opdracht tot uitvoering te brengen. ZQ meende dit deel van haar taak .0 moeten voorbereiden door het rondzenden van Vragenlijsten en het houden van Enquêtes. Aan de meeste vergaderingen kon de heer de Wykerslooth de Weerdesteijn tot leedwezen der Commissie niet deelnemen wegens ongesteldheid. Vragenlijsten. Een Vragenlijst werd door de Commissie ontworpen en vastgesteld. Zij is tot .een aantal van ongeveer 3400 over het geheele land verspreid. In ruim aantal werd deze lijst in de allereerste plaats toegezonden aan de verschillende landbouworganisaties, gewestelijke, provinciale en landelijke. By de toezending werd onderstaande circulaire bijgevoegd. AMSTERDAM „, A ., G0ES -, 24 Aprü '19. L. S. De Staatscommissie voor het Pachtvraagstuk heeft de eer Uwe organisatie hierbij een aantal exemplaren-Vragenlijst toe te zenden. De bedoeling is, dat deze lijsten door Uwe organisatie gezonden worden aan personen, zoowel pachters als ver- XII pachters, welke naar uw meening het meest geschikt en bereid zijn de vragen met kennis van zaken te beantwoorden. Opdat een volledig beeld van den werkehjken toestand^ verkregen worde, verdient het aanbeveling, dat de lijsten zooveel mogelijk 'gelijkmatig verdeeld worden over het territoir, waarop Uwe organisatie werkt. Mocht het aantal toegezonden exemplaren niet toereikend zijn, of U meerdere wenschen, dan wordt U verzocht bij den Secretaris deze aan te vragen of adressen van personen op te geven, aan wie naar Uwe meening alsnog toezending gewenscht is. Gelijk U uit den inhoud der vragen blijkt, bedoelt de Staatscommissie thans in de allereerste plaats na te gaan, of de bestaande bijzondere omstandigheden aanleiding geven tot het maken van een regeling om opdrijving van de huurprijzen van landerijen te voorkomen. Op dit onderzoek hebben de vragen betrekking en hieromtrent moet de beantwoording licht verschaffen. Wil de Staatscommissie dit deel van haar taak met succes volbrengen, dan moet uit den aard der zaak met spoed gewerkt worden. Dringend wordt daarom een beroep op Uwe medewerking gedaan om uiterlijk 8 Mei a.s. de Vragenlijsten beantwoord aan den Secretaris Mr. J. W. GOEDBLOED te Uoes terug te zenden. De Commissie betuigt U bij voorbaat haar dank voor Uwe medewerking in dezen. Prof. Mr. P. A. DIEPENHORST, Voorzitter. Mr. J. W. GOEDBLOED, Secretaris. In iedere Vragenlijst werd ingesloten de navolgende circulaire: AMSTERDAM . .. ,1Q GOES ' Apnl 19> L. S. Bij de beantwoording der in deze lijst gestelde vragen gelieve men met de uiterste nauwkeurigheid te werk te gaan. xni Wat de vragen I, II, IV en V betreft, drage men zorg van de daar te noemen cijfers, indien het uitzonderingen betreft, dit uitdrukkelijk te vermelden. Deelt men feiten of omstandigheden mede, die men niet persoonlijk waargenomen, doch bij geruchte vernomen, of van hooren zeggen heeft, dan geve men dit aan. Indien men omtrent een of ander punt een meening geeft, motiveere men die zoo volledig mogelijk. Waar voor een succesvol optreden der Staatscommissie in dezen met grooten spoed moet gewerkt worden, wordt men dringend verzocht de Vragenlijst binnen tien dagen na ontvangst beantwoord aan den Secretaris Mr. J. W. GOEDBLOED te Goes terug te zenden in de hierbij gevoegde envelop. De Staatscommissie betuigt bij voorbaat haar dank voor de medewerking in dezen. Prof. Mr. P. A. DIEPENHORST, Voorzitter. Mr. J. W. GOEDBLOED, Secretaris. Voorts werden Vragenlijsten toegezonden aan adressen, door de leden der Commissie aan den Secretaris opgegeven. Ten slotte werd bij advertentie in verschillende landbouwbladen, ten getale van 20, bekend gemaakt, dat voor belangstellenden op aanvrage bij den Secretaris dergelijke lijsten te bekomen waren. Op deze bekendmaking zijn slechts enkelen ingegaan. Ingekomen Vragenlijsten. In totaal zijn van de verspreide Vragenlijsten bij den Secretaris ingevuld teruggekomen een aantal van 1012, verdeeld als volgt: uit Groningen 78, uit Friesland 124, uit Drenthe 12, uit Overijssel 57, uit Gelderland 144, uit Utrecht 56, uit Noord-Holland 101, uit Zuid-Holland 136, uit Zeeland 100, uit Noord-Brabant 147, uit Limburg 57. De Vragenlijsten waren over het geheel vry nauwkeurig beantwoord, Van verschillende landbouworganisaties werd groote XIV steun ondervonden bij de verspreiding en wat niet minder van belang is, door de zaakkundige wijze, waarop deze verspreiding door die organisaties geleid werd. Hierdoor werd verkregen, dat uit het meerendeel der provincies de ingevulde Vragenlijsten vrijwel het geheele gebied der provincie bestrijken. De Commissie meent hier openlijk haar dank te móeten uitspreken voor de medewerking, ondervonden zoowel van de organisaties bij de verspreiding als van de particulieren bfl de beantwoording der lijsten. Door deze medewerking alleen is het haar mogelijk geweest haar werk te baseeren op een feitelijken grondslag, onmisbaar voor een richtige vervulling harer opdracht. Bewerking der Vragenlijsten. De ingekomen Vragenlijsten zijn provinciesgewflze door den Secretaris bewerkt. De rapporten daaromtrent zyn hierachter afgedrukt. Enquêtes. De Commissie heeft op de navolgende plaatsen en data Enquêtes gehouden: op 30 Mei 1919 te Leeuwarden, op 5 Juni 1919 te 's-Hertogenbosch, op 12 Juni 1919 te Middelburg, op 28 Juni 1919 te Roermond, op 4 Juli 1919 te Arnhem, op 5 Juli 1919 te Utrecht en op 14 Juli 1919 te 's-Gravenhage. De verschillende landbouworganisaties zijn daarbij uitgenoodigd vertegenwoordigers te zenden, ten einde door de Commissie te worden gehoord. Aan deze uitnoodiging is door alle organisaties, behoudens een enkele uitzondering, gehoor gegeven. Voorts zijn in de plaatselijke, provinciale en vakpers bij advertentie tijdig plaats en zittingsuur der Commissie bekend gemaakt, opdat ieder', die mededeelingen wenschto te doen, door de Commissie kon worden gehoord. Hiervan is gebruik gemaakt bij de Enquêtes te Leeuwarden, Middelburg, Roermond en Arnhem. XV De verslagen der verschillende Enquêtes zijn hierachter in tijdsorde afgedrukt. De Commissie betuigt in aansluiting aan den dank, reeds hierboven gebracht, hare groote erkentelijkheid aan allen, die tot het welslagen der Enquêtes hebben medegewerkt, gelijk mede aan ben, die de Commissie op eenige wijze bij de uitvoering harer taak hebben willen steunen. De Staats-Commissie voornoemd: Mr. P. A. DIEPENHORST, Voorzitter. Dr. L. N. DECKERS. S. KOENEN. L. H. MANSHOLT. Mr. E. M. MEIJERS. L. E. J. F. MOLLERUS. Mr. J. W. GOEDBLOED, Secretaris. HOOFDSTUK II. Verhouding algemeen normaal; het Noorden gaf hooger percentage dan het Zuiden, de klei dan het zand. Samenvatting van den inhoud der Vragenlijsten en van de Mondelinge Verhooren. § 1. Verhouding tusschen koopprijs en pachtprijs in 1913 en 1914 vóór het uitbreken van den oorlog. Vrijwel algemeen wordt de verhouding normaal genoemd. In Friesland en Groningen schijnt de pacht hooger percentage *) van de koopsom te hebben bedragen dan in de andere provinciën, n.1. 5 tot 7 % tegenover de andere provinoiën gemiddeld 3 tot 4 en 5 %. Ook moet onderscheid gemaakt worden tusschen de zanden de kleistreken. Het zand gaf over 't algemeen lager percentage dan de klei. In Friesland wordt voor de klei 6 %, voor het zand 5 tot 6 % genoemd. Drenthe noemt 2% tot 3% en 4 %. In het Zandgebied van Overijssel wordt de pacht beslist te laag genoemd. Uit de Veluwe komen berichten van 3 %, uit de Graafschap van 2, 2%, hoogstens SV2 %. Van de Zandstreek van Utrecht bericht Renswoude, dat bruto slechts 3% % bij verpachting gemaakt werd. Ook de Zandstreken van Noord-Brabant en Limburg geven berichten van 2, 2V2, 3 %. Evenwel, ook op de kleistreken kwamen zeer lage percentages voor: er zijn uit Noord-Holland berichten, dat een rente gemaakt werd van 3 %, waarbij dan ± 1 % afging voor lasten. In Utrecht was o.a. in Maarssen, Kamerik, Houten volgens de berichtgevers het percentage 2Y2 tot 3. In Zuid-Holland' berichten Sliedrecht en Lexmond voor boerderijen een percentage van 2V2 en 3. Eigenaardig is voorts, dat Zeeuwsch-Vlaanderen met zijn vele buiten- *) Men bedenke, dat bij de epgaven van het percentage niet scherp is onderscheiden tusschen bruto- en netto-opbrengst. XVII landsche grondeigenaars aanmerkelijk lagere pachten had dan het overige Zeeland. Sommige pachten waren daar sinds 1870 onveranderd gebleven. Ook het grootgrondbezit en de gestichten blijken in Gelderland, in het bijzonder in de Graaüsehap, zeer lage pachten gevorderd te hebben. Uit Friesland komt de klacht" over de onregelmatige opbreng-, sten bij openbare verpachtingen; bij seizoenverpachting werd nu eens 3, dan weer 10 % gemaakt. Zoowel in deze provincie als in Walcheren meent men, dat de arbeideisperceelen te hooge pacht gaven. §2. Stijging der pachtprijzen gedurende de oorlogsjaren; oorzaken en karakter der stijging. De gegevens der Vragenlijsten leveren het navolgende resultaat op. Behoudens eenige afvjkingen kan vastgesteld, dat de stijging der pachtprijzen gedurende de oorlogsjaren in alle provinciën betrekking heeft op alle soorten grond, op elke cultuur en zoowel op nieuwverhuring als op wederinhuring. Uit de zandstreken komen berichten, dat de vruchtbaarste gronden, die het minst behoefte aan mest hadden, het meest gestegen zyn. In kleistreken daarentegen acht men de stijging in vergelijking het hoogst bij de minder vruchtbare landerijen. In streken, waar groenten geteeld of handelsgewassen verbouwd worden, sohijnt de stijging zich het sterkst bij landerijen, voor die culturen bestemd, vertoond te hebben. Ook is vrij algemeen het bericht, dat vooral bij nieuwverhuring, bij huur van losse peroeelen en bij gescheurd weiland de stijging sterker was dan bij wederinhuur, vooral wanneer het land reeds lang bij bepaalde families in pacht was. Als hooge uitzondering berichten enkelen, dat geen stijging is voorgekomen. De meerderheid der berichtgevers achten de winst evenredig met de stijging. Uit elke provincie echter komen ook berichten, dat de winst niet evenredig is, vooral van de zandstreken; doch daartegenover staan verschillende berichten, dat de winst de stijging zelfs overtreft. B Vragenlijsten. Stijging in alle provinciën op alle soorten grond, op elke cultuur, bij bij wederinhuring. De winst evenredig met de stijging. XVIII Verschil, of de schade der omzetting door de stijging gedekt wordt Oorzaken der stijging. Zeer verschillend is de meening omtrent de vraag, of de schade, door omzetting toegebracht, door de stijging gedekt wordt. Een groot deel der berichtgevers, die deze vraaigi beantwoorden, ontkennen schade, of achten deze gedekt door de premies en de hoogere huur, achten de schade zeer gering, zien er soms voordeel in, meenen, dat het ten nauwste samenhangt met de kwaliteit ^van den grond, oordeelen, dat er volstrekt geen schade zou zijn, indien er voldoende aanvoer van kunstmest was. Anderen daarentegen meenen, dat belangrijke schade is toegebracht en dat het zeer veel tijd en onkosten zal medebrengen om het gescheurd weiland weer dicht te leggen. Als algemeene oorzaken der stijging worden genoemd de hooge prijzen der producten, van de zuivel, van het vee, de voorspoedige oogsten der laatste jaren, waardoor het bedrijf meer rendabel wend) en bij den boer meer geldruimte kwam. De berichtgevers uit de zandstreken merken daarentegen vaak op, dat dit meerdere bezit van contanten voor een deel ontstaan is uit het te gelde maken van vee, varkens en kippen, waarvoor geen voeder was, en derhalve bedrijfskapitaal is. Een oorzaak is voorts geweest het gebrek aan krachtvoeder, tengevolge waarvan de pachtprijzen der wei- en hooilanden, vooral bij publieke verpachtingen, een buitengewone hoogte bereikten. Voorts wordt genoemd een gebrek aan land. En dit gebrek deed zich sterkor gevoelen eenerzijds door het niet ontginnen tengevolge van het gemis van kunstmeststoffen, anderzijds tengevolge van de voordeelige resultaten van het bedrijf, zoodat zich me9r gegadigden aanboden, zelfs personen buiten het eigenlijke boerenbedrijf staande, terwijl ook het kleinbedrijf zich uitbreidde en de arbeider trachtte zelfstandig, te worden. Bijzondere factoren hebben het gebrek aan land in sommige streken scherper op den voorgrond doen treden, in Limburg o.a. de terugkeer van velen, die vóór den oorlog in België of Duitschland werkten en de uitbreiding van het mijnwezen, in Noord-Brabant, in de omgeving van Tilburg, de uitbreiding der stad, in streken met zich uitbreidenden tuinbouw het omzetten in tuinland (Zwijndreoht) of de teelt van uitvoer-gewassen door exporteurs en groentenzouterijen (sommige deelen van Noord-Holland). XIX Uit enkele gedeelten (Drenthe en Limburg) wordt medege deeM, dat de eigenaars, die tot heden verpachtten, aangelokt doo de gunstige resultaten, zelf gaan exploiteeren. Als oorzaak van de hooge koopprijzen en daarmee samenhan gend van de hooge huurprijzen wordt ook genoemd, dat tenge volge van de onzekerheid der belegging op andere wijze zij, di gedurende den oorlog] groote winsten gemaakt hadden, lande rijen aankochten. Naast deze oorzaken noemt men te lage pachten, de hooge» lasten, die op de eigenaars drukten in den vorm van belastingen van watersohaps- en polderlasten (duurdere kolen voor de bemaling, duurdere grint en steenbeslag voor onderhoud dei wegen), de stijging van den levensstandaard der eigenaren. Ook acht men, dat er een gemis aan organisatie onder d« pachters is, waardoor de weg geopend wordt voor onbeteugeld* concurrentie en zelfs zij, die alleen om der wille van de strijkgelden duur kochten, toch nog op vrij gemakkelijke wijze erin slagen om de te duur gekochte landerijen te verhuren. Het beeld van den toestand, gelijk dit door de gegevens der Vragenlijsten geteekend wordt, vindt in algemeene trekken zijne weerspiegeling in de mededeelingen, bij dè mondelinge verhooren verkregen. Ook daaruit blijkt, dat over het geheele land een aanzienlijke stijging der pachtprijzen is ingetreden. Weliswaar niet voor alle deelen van het land in dezelfde mate. In Utrecht schijnt de stijging niet die hoogte bereikt te hebben als in de overige streken des lands, althans niet bij verpachtingen op langen termijn. De stijging heeft betrekking op alle soorten grond, op elke cultuur en komt voor zoowel bij nieuwverhuring als bij wederinhuring. In sommige provinciën verscherpt zich de toestand bij bepaalde wijze van verhuring, gelijk in Friesland en Zeeland bij publieke verhuring, terwijl daartegenover voor de zandstreken van Noord-Brabant geen sterk onderscheid te constateeren valt tusschen publieke en onderhandsche verpa<&ting. Opvallend is bij alle mcndelinge verhooren de klacht over de buitengewoon sterke stijging der pachtprijzen, zoowel bij de éénjaarhjksche verpachtingen van hooi- en weilanden en bij de r 3 Mondelinge verhooren. Over het geheele land aanzienlijke stijging op alle soorten grond, op elke cultuur en algemeen. Buitengewoon sterk bij hooi- ea weilanden. XX Oorzaken der stijging. Do stijging lot heden nog niet te hoog in verband met de opbrengstenvanhetbedrijf, grasverkoopingen, publieke en onderhandsche, als bij meerjarige verhuringen dier landerijen, doch inzonderheid bij de eerstgenoemde wijze van verpachting. Die klacht is zonder onderscheid algemeen. In sommige gevallen wordt daarbij de aandacht gevestigd op de handelwijze van notarissen, als zouden dezen op onbehoorlijke wijze die stijging in de hand werken. Algemeen keurt men voorts af den invloed van strijk-, bod- en hooggelden en dergelijke premiën op de stijging. Ook bij huur van losse perceelen, van gescheurd weiland, van tuinland worden hooge pachtprijzen vermeld. Als oorzaken der stijging worden dezelfde als in de Vragenlijsten genoemd: eenerzijdls de hooige prijzen der producten, de sterke concurrentie der huurders, het gemis aan kraehtvoeder, vooral bij> verpachting vanbooi- en graslanden van belang, anderzijds de hoogere lasten, die op den eigenaar drukten. De stijging is nog niet van dien aard, dat tot heden het bedrijf niet meer zou rendeeren. Wel acht men de stijging onrustbarend, is men bevreesd, dat voor 1919 bij eenige daling der prijzen het bedrijf niet meer loonend zal zijn, ziet men de toekomst donker in, meent men, dat vooral bij lange termijnen de toestand zeer gevaarlijk is, doch tot heden kan men met het bedrijf uitkomen. Hoe pessimistisch men ook voor de toekomst moge gestemd zijn, alle mededeelingen staven het feit, dat tot heden bet bedrijf zelfs bij de hooge pachtprijzen loonend was. Een uitzondering hierop maakt een mededeeling uit Noord-Holland, als zou de stijging abnormaal zijn tegenover de thans geldende prijzen, zoowel bij akkerbouw ais bij weidebed'riji, zij het ook voor laatstgenoemd bedrijf in meerdere mate. Uitdrakkebjk dienen hiervan echter uitgezonderd te worden de kleine bedrijven op de zandgronden in het Zuidelijk en ZuidOostelijk deel van Friesland, welke aangewezen zijn op de zoogenaamde maadlanden. Reeds in 1918 zijn de nadeelige gevolgen van de hooge pachtprijzen dier landerijen voor het kleinbedrijf aldaar gebleken. Wat de stijging voor de toekomst zal brengen, daaromtrent heerscht verschil van meening. Is men in het meerendeel der provinciën op dit pumt zeer pessimistisch gestemd, in Utrecht XXI meent men, dat op do zandgronden de stijging niet zorgwekkend is, zelfs niet bij teruggaande conjunctuur. Ook in Zeeland werd de meeniog geuit, dat ook nu de pachten niet te hoog zijn, zélfs al komt er eenige daling in de prijzen der producten; voordat de ongunstige conjunctuur komt, als deze tenminste komt, zullen de hooge, loopende pachten geëindigd zijn. § 3. Veranderingen in de termijnen, de wijze en de voorwaarden van verhuring sinds de oorlogsjaren. . Blijkens Vragenlijsten en mondelinge verhooren valt over het geheele land, behoudens in Utrecht, een neiging op te merken om voor kortere termijnen te huren en te verhureu. De drang hiertoe ging zoowel van pachter als van verpachter uit. De eerste wenschte zich te dekken bij eventueele daling der conjunctuur, de andere wilde bij mogelijke stijging hiervan mede de voordeelen genieten. In Friesland ging de pa^ttermijn van boerderijen in de bouwstreken, die vroeger zeven jaren bedroeg, terug tot vijf jaren. Pachtteiraijnen van negen en veertien jaren verdwenen en werden teruggebracht op zes en zeven jaren, gingen van tien en zeven jaren terug op vier jaren, van vier op twee jaren. In NoordHolland zijn termijnen van één en twee jaren zelfs voor boerderijen geen zeldzaamheid. Deze. termijn kwam daar ook reeds vóór den oorlog voor, doch het gebruik is tijdens de oorlogsjaren toegenomen. Ook meent men in Noord-Brabant op te merken, dat notarissen bij de eigenaren op kortere huurtermijnen aandringen, om gemakkelijker te kunnen verkoopen. Evenzeer wordt in het tumbedrijf in verband met de hooge pachtprijzen een verkorting der termijnen opgemerkt. Uit een en ander blijkt de wensen om het risico, verbonden aan de hooge pachtprijzen en de onzekere bedrijfstoestanden tijdens de oorlogsjaren, te beperken. Om diezelfde reden kwam het in Friesland gedurende den oorlog meermalen voor, dat brj het eindigen van den pachttermrjn het contract voor een of twee jaren werd verjengd. Ditzelfde motief zat voor bij het beding van keurjaren en bij dat om den pachtprijs slechts voor een gedeelte van den termijn vast te stellen. Kortere termijnen Verlenging van 't loopende contract met een of twee vaststelling van den pachtprijs 70oi een gedeelte ran den termijn. XXII Toeneming vai publieke verhu ring. Meerdere lasten voor den pachter Slechts bij uitzondering tusschen tij dsche ontbinding. Als uitzonderingsgeval is voorgekomen, dat los lamd voor langere termijnen, dan gebruikelijk was, verhuurd werd. Wat de wijze van verhuring betreft, er wordt in verschillende Vragenlijsten en ook bij mondelinge verhooren gewezen op toeneming van publieke verhuringen. In Friesland meent men, dat de hooge landprijzen in die richting drijven; vooral zij, die, azend op strijk- en plukgelden, tegen hooge prijzen gekocht hebben, trachten op deze wijze zoo hoog mogelijke rente van de belegde gelden te maken. Voorts melden enkele berichtgevers, dat verhuring bij gesloten inschrrjvingsbiljetten toegenomen is. De voorwaarden zijn in dien zin gewijzigd, dat er een neiging is om naast de hiuursom meerdere lasten voor rekening van den pachter te brengen. Als zoodanig worden genoemd de polderlasten, de buitengewone polderlasten, het onderhoud der gebouwen en het geheele onderhoud der gebouwen, — terwijl vóór den oorlog de materialen voor rekening van den eigenaar, de arbeidsloonen voor die van den pachter kwamen. — Bij éénj aarsverpachtingen van weilanden komt thans voor den pachter het onderhoud der slooten, het zetten van heiningen, het blooten der landen. In verband met de hooge pachtsom en de soliditeit van den pachter werd bij uitzondering vooruitbetaling van pacht bedongen. Ook kwam voor, dat men, om bij mogelijken verkoop den koopprijs niet door een loopenden huurtermijn te doen drukken, als voorwaarde stelde, dat hij verkoop van de geheele of van een gedeelte «der boerderij de pacht zou zijn ontbonden. Uit Limburg deelt een berichtgever mede, dat de pachtprijs in produkten in plaats van in contanten werd vastgesteld. In de Over-Betuwe is voorgekomen, dat het recht van optie, volgens gebruik alleen aan den pachter toekomend, door den verpachter uitgeoefend werd. §4. Tusschentijdsche ontbinding, willekeurige toepassing van voorwaarden, willekeur van verpachters. Tusschentijdsche ontbinding krachtens eenige bepaling der overeenkomst is voorgekomen, doch over het geheele land slechts hij uitzondering. Dit blijkt uit de gegevens der Vragenlijsten, zoowel als uit de-mondelinge verhooren. XXIII Indien 'het voorkwam, was het meerendeels in het nadeel vanden pachter. Daartegenover staat, dat door berichtgevers medegedeeld wordt, dat sommige pachters een ruime schadeloosstelling; ontvingen. Bij het mondelinge verhoor in Arnhem werd een geval medegedeeld, dat een landeigenaar gebruik maakte van de overtreding van een verbod, van oude tijden her in de pachtcontracten voorkomend, om de kamers in de hoeven met behangselpapier te behangen, teneinde de huur tussohentijds te ontbinden. Ongeveer twaalf pachters zouden om die reden hebben moeten vertrekken. Evenzoo werd in Middelburg bij het mondelinge verhoor een geval medegedeeld, dat bij overlijden van den pachter aan diens weduwe de huur werd opgezegd krachtens bepaling van het contract: het geschiedde om een nieuwe huw tegen hoogeren pachtprijs te kunnen sluiten; het meerendeel der eigenaars zou dit echter niet doen. Bij het mondelinge verhoor te 's-Gravenhage werd gewezen .op het aanhangig zijn van een appèl-procedure tot ontbinding voor het Gerechtshof te Amsterdam. De pachter heeft gescheurd in strijd met het pachtcontract ter voldoening aan opgelegden scheurplicht. Mocht het geschil ten gunste van den verpachter worden beslist, dan voorzag men meerdere procedures tot ontbinding. *) Werden deze gevallen als uitzonderingsgevallen genoemd, daartegenover staat, dat bij het mondeling verhoor te 's-Hertogenbosch de klacht werd geuit, dat in het Zandgebied van NoordBrabant — en dan niet als uitzondering — door de verpachters gebruik wordt gemaakt van allerlei betrekkelijk onbeduidende bepalingen van het contract, als het houden van een bepaald aan tal stuks vee, het delven van slooten, om bij overtreding tusschentijdsche ontbinding te verkrijgen. . Meerdere gevallen worden genoemd, dat de pachtprijs gedulende den loopenden termijn verhoogd werd, soms met terugwerkende kracht. In het Zandgebied van Noord-Brabant aou dit her haaldelijfc zijn voorgevallen. Gedreigd werd met verkoop bij niet verhooging, of den paohter werd te kennen gegeven, dat, indien *) Zie Weekblad van het Recht No. 10440 vonnis Rbk. Alkmaar d.d. 22 Mei 1919. Willekeurige toepassing van voorwaarden. XXIV Willekeur van verpachten. Drukke verkoop gedurende de oorlogsjaren. bij met de tusschentijdscbe verhiooging geen genoegen nam, bij bij bet einde der loopende pacht niet zou kunnen inhuren. Ook kwam voor, dat de pachter, die eenige dagen ma oontractueelen datum de pacht betaalde, gedreigd werd met tusschentijdsche ontbinding, indien hij. niet in verhooging van den pachtprijs toestemde. Terwijl het vroeger gewoonte was aan de erven van den overleden pachter tegen denzelfden prijs te verhuren, werd nu bij overlijden hoogere pachtsom bedongen. Als willekeur van verpachters wordt uit het Zandgebied van Noord-Brabant gemeld, dat er meerdere gevallen van contractbreuk zijn voorgekomen bij mondelinge verhuren, waar men voor levenslang gehuurd had. Bij verkoop kondigde de notaris aan, dat de boerenplaats dadelijk te betrekken was, niettegenstaande er een schriftelijk huurcontract was en de pacht nog twee of drie jaren liep. Vaak wachtte de verpachter tot het alleruiterste met de pachtvernieuwing en stond deze slechts toe op voorwaarde van hoogeren pachtprijs en andere bezwarende voorwaarden, als het voor rekening van den pachter ontginnen van enkele Hectaren heide. Ook in Noord-Holland leidt de daar voorkomende gewoonte van eenjaarlijksohe verpachtingen tot het misbruik om met den opzeg te wachten tot den aUeruitersten termijn. Bij het mondeling verhoor te Middelburg werd gewezen op de handelwijze van buitenlandsohe eigenaars-verpachters van landerijen in Zeeuwsch-Vlaanderen om betaling van den pachtprijs in Hollandsch geld te vorderen, hoewel de pachters volgens contract en in elk geval volgens gebruik ook in buitenlandsch geld mochten voldoen. Voorts wordt 'gemeld, dat bij het afloopen van den huurtermijn mindeT dan voorheen met die belangen van den zittenden pachter gerekend werd. § 5. Verkoop gedurende de oorlogsjaren; verandering in het type van grondeigenaar; stichtingen en publiekrechtelijke lichamen. Treedt het in de gegevens der Vragenlijsten niet zoo sterk op den voorgrond, bij de mondelinge verhooren is duidelijk gebleken, dat in die gedeelten van het land, waar dleze verhooren gehouden werden, met uitzondering van een groot gedeelte van Utrecht, XXV een drukke verkoop van landerijen gedurende de oorlogsjaren heeft plaats gehad. Inzonderheid een bepaalde categorie van landeigenaren, dB buitenlandsche, Duitsche en Belgische, heeft zeer veel verkocht. Hunne eigendommen waren, wat de Belgische eigenaren betreft, voornamelijk gelegen in Zeeland, in het bijzonder ZeeuwschVLaanderen, op het eiland Flakkee, in Westelijk Noord-Brabant, en in Limburg, wat de Duitsche eigenaren betreft, in Limburg en de Graafschap. Van invloed op dezen verkoop zijn geweest eenerzajds de hooge grondprijzen hier te lande, anderzijds de lage koers van het buitenlandsoh geld. Men klaagt over de houding van notarissen, die de buitenlandsche eigenaren tot dien verkoop hebben aangemoedigd, zelfs bij circulaire, en zelf soms ais kooper optraden. Uit Zuid-Limburg wordt 'een belangrijke speculatie in gronden bericht in verband met de sterke uitbreiding der plaatsen in het mjjndistrict, of waar men vermoedt, dat mijnontginningen zullen komen. In de Graafschap zijn groote landgoederen geveild en gingen stichtingen vaak tot verkoop van boerderijen over in verband met de lage pachten en de hooge lasten. Ook in het Zandgebied van Noord-Brabant is veel verkocht, onderhands zoowel als publiek. Evenzeer bleek bij de mondelinge verhooren te Leeuwarden en te 's-Gravenhage, dat in Friesland, in Noord- en Zuid-Holland een drukke verkoop heeft plaats gehad. Hoewel de klacht algemeen is, werd in bet bijzonder bij laatstgenoemde verhooren gewezen op bet zeer verderfelijke stelsel van strijk- en hooggelden, zoowel bij publieke verkoopingen als verhuringen en keurde men het optreden van notarissen te dezer zake in sterke mate af. Het verkochte is deels eigendom geworden van de boeren, 't zij dat dezen pachter waren, en kochten om hun bedrijf te behouden, 't zij, dat zij bijkochten om hium bedrijf te vergrooten of gelden te beleggen. Voor een ander deel werd gekocht door lieden, die gedurende de oorlogsjaren veel geld gemaakt hadden of door personen, die aasden op strijk- en plukgelden. Ook werd gekocht voor groententeelt, die door de oorlogstoestanden zich stérk uit- Vooral buiten- landscheeigenarer, verkochten. Het stelsel vaa strijk- en hooggelden verderfelijk. De koopers. XXVI De boer kocht met overgespaard geld en met hypothecair crediet. Over stichtingen est publiekrechtelijke lichamen geen klacht. Geen algemeene organisatie. breidde. Daarnaast kwamen ook onderscheidene perceelen in handen van arbeiders, die op die wijze zelfstandig trachten te worden. Het grootgrondbezit heeft in het algemeen niet gekocht. Wel wordt uit Noord-Brabant medegedeeld, dat ook de industrieelën grond aankochten. Voorzoover de landbouwer kocht, geschiedde dit deels met overgespaarde gelden, deels met gelden onder hypothecair verband. In de kleistreken acht men in het algemeen de positie van den bezwaarden eigenaar-gebruiker voor het heden niet bedenkelijk, vooial niet, wanneer gekocht werd in de eerste oorlogsjaren, hoezeer men ook daar het oog niet gesloten heeft voor het feit, dat over het geheel gekocht is tegen hooge prijzen en een neergaande conjunctuur in den landbouw niet uitgesloten is, terwijl de arbeidsloonen hoog zijn en de lasten zwaar. In de zandstreken wordt gewezen op het feit, dat de hypotheekrente, door den bezwaarden eigenaar-gebruiker thans op te brengen, vaak even hoog is als de pacht voorheen, terwijl de contante gelden, waarmede hij de koopsom voor een deel betaald heeft, niet alleen bestonden uit spaarpenningen, maar ook voor een deel uit bedrijfskapitaal, ontstaan uit den verkoop van vee en kippen, die wegens het gebrek aan voederartikelen zijn van de hand gedaan. Zijne positie wordt daar minder gunstig geacht dan voor den oorlog, toen hij nog pachter was. Over stichtingen en publiekrechtelijke lichamen als eigenaar zijn geen klachten vernomen, integendeel, in sommige provinciën wordt hunne houding tegenover den pachter geroemd. Wel wordt somtijds gewezen op de wenschelijkheid, dat door deze lichamen minder publiek en meer onderhands' zou worden verhuurd. Doch daartegenover wordt ook gesteld, dat aan onderhandsche verpachting evenzeer schaduwzdjdten, als bevoorrechting van familie- en andere betrekkingen, verbonden kunnen zijn. Als uitzondering dient vermeld een klacht over te lange credieten bij publieke verpachting van weilanden aan den Maasmond (Noord-Brabant), welke landerijen eigendom van den Staat zijn. § 6. Pogingen om onredelijke opdrijving van pacht te voorkomen. Van een algemeene organisatie, over het geheele land werkend, xx vn ter bestrijding van de opdrijving der pachtprijzen, ie geen sprake. In de provinciën Friesland, Zuid-Oostelijk en Zuidelijk Deel, Drenthe, Westelijk deel, Overijssel, Weidegebied, heeft sinds 1918 een Bond van Huurders van Losse Landerijen gewerkt met het doel de opdrijving van pacht bij publieke verhuring van weiland en hooiland te voorkomen. Veelal geschiedde dit in samenwerking met het Hooibureau. Over de resultaten dezer actie wordt verschillend geoordeeld. Ook de Veenkoloniale Boerenbond heeft in die richting gewerkt. Voorts wordt uit Friesland mededeeling gedaan van het bestaan van het Pachtbureau, ingesteld door de Friesche Maatschappij van Landbouw. Algemeen is men van oordeel, dat de invloed hiervan nog niet groot is. Evenwel, als de bemiddeling van-dit Burea i ingeroepen wordt, is men met bet resultaat zeer tevreden. In Gelderland zijn in 1918 plaatselijke Bonden van Booigraspachters opgericht met afwisselend resultaat. Evenzoo werd in Heel en Panheel (Limburg) een dergelijke Bond in 't leven geroepen. Overigens beperkt een en ander zich tot onbeduidende acties. § 7. Maatregelen, die aanbevolen worden. Bij de beantwoording der Vragenlijsten is niet scherp onderscheiden, of men wenscht maatregelen ter bestrijding van nadeelen, uit de oorlogstoestanden ontstaan, 't zij van Overheids wege, 't zij van andere zijde, dan wel, of men wenscht maatregelen ter bestrijding van verkeerde pachttoestanden in het algemeen, onafhankelijk van de oorlogstoestandlen, zij het dat de gebreken al dan niet meer of minder gedurende de oorlogsjaren zijn op den voorgrond getreden. Duidelijker is bij de mondelinge verhooren gebleken, of een ingrijpen van Overheidswege met het oog op de euvelen, tengevolge van de oorlogstoestanden ontstaan, noodig, wenschelijk en mogelijk werd geacht. Bij het verhoor in Leeuwarden bleek een zeer sterke strooming te zijn, die een ingrijpen van Overheidswege in de paohttoestanden gewettigd achtte. Voor de toekomst werd dringend noodzakelijk geacht een door de Regeering ingesteld Pachtbureau, over hetwelk alle verhuringen zouden loopen, 't zij rechtstreeks1, 't zij als college Bond vin Huurders van Losse Landerijen. Pachtbureau van de F. M. L. De Vragenlijsten onderscheiden niet scherp crisismaatregelen en algemeene maatregelen; de monde- Mondelinge verhooren. r xxvin Vragenlijsten. van beroep in geval van verschil, terwijl zelfs verdedigd werd een zoo noodig aanwijzen van den persoon van den pachter door genoemd Bureau. Voor het heden werd als crisismaatregel gewenscht een wet, overeenkomstig de Huurcommissiewet, toepasselijk op verhuring van landerijen. Ook bij het verhoor te 's-Hertogenbosoh en bij dat te Roermond, zij het bij laatstgenoemd verhoor slechts voor éénjaarlijksche grasen hooiverp ach tin gen, is een noodwet aanbevolen. Daarentegen achtte men bij de verhooren te Middelburg, Arnhem, Utreoht en 's-Gravenhage een bijzonderen crisismaatregel, een wettelijk ingrijpen voor het heden, 't zij niet noodig, 't zij niet wenschelijk, 't zij niet mogelijk. Vrij eenstemmig werd echter de wensen naar voren gebracht om te komen tot een verbod van strijk- en hooggelden bij publieke verhuring en publieke verkooping, tegelijkertijd met den wensch naar een wettelijke regeling der notariskosten. Hierbij aansluitend kan men ook in de antwoorden der Vragenlijsten tweeërlei strooming onderscheiden. Aan de ééne zijde staan zij, — en vertegenwoordigers hiervan komen in alle provinciën voor, — die meenen, dat alle inmenging van Overheidswege in dezen afkeuring verdient, 't zij, dat zij deze thans niet meer noodig' achten, daar met terugkeer van meer normale tijden, meer geregelden invoer van granen, kirachtvoeder en kunstmeststoffen, de pachten uit ziohzelve zullen dalen, 't zij, dat zij ingrijpen door regeeringsmaatregelen principieel verwerpen en daarvan niet het minste nut verwachten. Onder deze groep zijn te begrijpen zij, die organisatie van de huurders, versterking der organisaties op landbouwgebied, publicatie van abnormale pachten, intrekking van alle crisismaatregelen aanbevelen. Ook kunnen daartoe gebracht worden zij, «He meenen, dat de Overheid op andere, meer indirecte wijze kan ingrijpen, o.a. door verzwaring der Oorlogswinstbelasting, een verbod van hooiuitvoer naar het buitenland, door garantieprijzen der producten, invoerrechten op granen, vaststelling van maximumprijzen. Daartegenover is er eeni strooming, die evenzeer in elke provincie voorkomt en die meent, dat de Overheid zeer zeker regelend in de pachtprijzen heeft dn te grijpen. XXIX Reeds voor het heden. Meer of minder vaag worden de wensohen geuit, doch bij allen is de bedoeling duidelijk, dat de Overheid reeds thans regelend in de pachtprijzen zal ingrijpen. Gevraagd wordt: ingrijpen van regeeïingswege om koop- en pachtprijzen te drukken; instelling eener Commissie van Staatswege, die partijen hoort en naar bevind van zaken de pachten verlaagt; vaststelling van maximum pachtprijzen, naar grondbelasting te regelen; als basisprijs den huurprijs van 1913 en 1914 te nemen, waarop een zeker percentage als verhooging wordt toegestaan, met terugwerkende kracht voor de loopende huren, totdat de toestand te overzien is; hertaxatie van de huren der laatste jaren, mede in het belang van de arbeiders, daar de verschillende boeren reeds bezuinigen op arbeidskrachten; een recht voor de huurders om bij blijvende daling der productenprijzen de huur te beëindigen; een ingrijpen van regeeringswege, indien de prijzen der producten sterk mochten! dalen; een wet op het verhuren van hooi- en graslanden. In aansluiting hiermede wenscht men instelling van Commissies, die de pachten, thans geldend, zullen regelen, Pachtcommissies of Pachtbureaus of Pachtraden, plaatselijk, gewestelijk of provinciaal. Men verwijst naar de Huurcommissiewet en wenscht een wet, overeenkomstig deze en toepasselijk op landerijen, nu eens beperkt tot bepaalde soorten van verhuringen, als publieke, of van bepaalde landerijen, als losse landerijen, hooi- en weilanden, dan weer alle verhuringen omvattend. Daarnaast worden wenschen voor de toekomst geuit. Als het diepst ingrijpend! kan worden genoemd de wensen naar het instellen van Pachteommissies, Pachtbureaus, Pachtraden, organen van Overheidswege in te stellen, waarover alle verhuring van landerijen zal loopen en die de bevoegdheid verkrijgen zoo noodig bij verschil den persoon van den pachter aan te wijzen. Minder ver gaat men, als men vraagt, dat de Overheid organen als bovengenoemd in het leven zal roepen, en voor alle verhuring van landerijen het gebruik hiervan verplicht zal stellen, doch de keuze van den persoon van den pachter aan den verpachter verblijft, of dat men de bevoegdheid van dergelijke organen beperkt tot de verhuring van een bepaalde soort landerijen, bijv. de éenjaarljjksche publieke verpachting van hooi- en graslanden. ( Maatregelen voor ie toekomst; mondelinge verhooren en Vragen- XXX Beide wenschen zijn uitgesproken, zoowel in de Vragenlijsten, als bij de mondelinge verhooren. Men vraagt bescherming van den pachter door regeling van de wijze van verhuring. Reeds boven werd gewezen op den vrij eenstemmigen wensch naar een verbod van strijk-, bod- en hooggelden bij publieke verhuring en dien naar een wettelijke regeling der notariskosten. Tegenstrijdig vraagt men vervolgens nu eens afechaifingi van publieke verhuring, dan weer verbod van onderhandsche verhuring; naast verhuring bij gesloten briefjes en invoering van een sollicitantenstelsel afschaffing vaai een en ander; verbod van langdurige pachttermijnen naast invoering van veeljarige. Voorts wordt gevraagd een bescherming van den zittenden pachter door voorkeurrecht; door verbod van opzegging der pacht zonder wettige reden; door 'het heffen van hooge contractkosten voor nieuwe pachters, die zittende pachters verdrijven; door het garandeeren van een recht tot tusschentijdsche ontbinding, indien boven zeker maximum gehuurd is; door een betere regeling van het risico; door invoering van een mobiele pacht; door vergoeding voor aangebrachte verbetering en verbod van de cultuur belemmerende bepaliugen. Een Raad van Beroep voor pachtgeschdllen acht men gewenscht. Voorts wordt gevraagd bescherming van het kleinbedrijf en het kleingrondbezit door Verbod van boerderijen boven zekere oppervlakte, beperking van het grootgrondbezit door zware belasting; bevordering van eigen exploitatie. Meer indirect ingrijpen van Staatswege wordt aanbevolen m den vorm van bevordering van ontginning, inpoldering en drooglegging van plassen, regeling van den waterstand en den waterafvoer. HOOFDSTUK III. Oordeel en voorstellen der Commissie. A. § 1. Sterke stijging der pachtprijzen gedurende de oorlogsjaren. In de betrokken kringen wes het buiten kijf, dat over geheel Nederland gedurende de oorlogsjaren een sterke stijging der pachtprijzen viel waar te nemen. Deze meening is door de onderzoekingen der Staatscommissie bevestigd. Zoowel door de gegevens der Vragenlijsten als bij de mondelinge verhooren is gebleken, dat de pachtprijzen in Nederland, zij het dan ook in de eene streek meer dan in de andere, gedurende de oorlogsjaren sterk gestegen zijn. In bijzondere mate is die stijging op te merken geweest bij de verhuring van losse landerijen, tuinland, gescheurd weiland, vooral bij de eenjaarlijksche verpachtingen van hooi- en weilanden en dn grasverkoopingen, zoowel publieke als onderhandsche. Wat deze verkoopingen betreft, zij zijn, als vallende buiten het onderzoek der Commissie, verder buiten (bespreking gelaten. De prijzen bereikten daarbij een ongekende hoogte. Gelijk uit den aard der zaak spreekt, vertoonde de loop der prijzen bij een dergelijke stijging vaak een grillig karakter. Perceelen naast elkaar gelegen, van dezelfde structuur en dezelfde vruchtbaarheid, verschilden meer dan eens aanmerkelijk in pachtprijs. Het leek somtijds, of het juiste schattingsvermogen bij de gegadigden, de pachters, zoek was. Welke zijn nu de oorzaken van de buitengewone stijging der pachtprijzen gedurende den oorlog? § 2. Oorzaken der stijging, karakter dier oorzaken. Alvorens te komen tot een opsomming der oorzaken, dient opgemerkt te worden, dat, naast de meer algemeene, in bepaalde XXXII streken des lands ook bijzondere oorzaken tot prijsstijging voerden. In sommige gevallen hingen deze oorzaken ten nauwste samen met de oorlogsomstandigheden, waren daarvan een noodzaikelijk gevolg, in andere gevallen bestonden zij onafhankelijk van deze omstandigheden, of werd tengevolge dier omstandigheden haar invloed slechts versterkt. Zoo keerden in Limburg velen, die vóór Augustus 1914 in Duitschland of België werkten, tijdens den oorlog naar hun geboorteland terug, deden daardoor een tekort^aan^Jand ontstaan of verscherpten de bestaande vraag mei als noodzakelijk gevolg een stijging der pachtprijzen. Ook de uitbreiding van het mijnwezen aldaar, de 'behoefte aan bouwterrein dientengevolge en de daarmee samenhangende speculatie in gronden dreven den koopprijs van den grond omhoog en veroorzaakten stijging der pachtprijzen. Deze oorzaken werkten ook reeds voor den oorlog, doch werden tijdens den oorlog in hare werking versterkt. De sterke uitbreiding van fabriekssteden als Tilburg, een uitbreiding van den tuinbouw als in ZwSjndrecht en omgeving waren reeds voor den oorlog aanwezig, oefenden ook toen reeds invloed en deze invloed is wellicht tijdens de oorlogsjaren versterkt. Naast deze bijzondere zijn meer algemeene oorzaken, die haren invloed over het geheele land hebben doen gelden, aan te wijzen. Sommige dezer oorzaken dragen een economisch volkomen normaal karakter, kunnen dit althans dragen. Als er is een waardevermindering van het geld en wellicht daarmede samenhangend een stijging van de prijzen dLr producten, is een dienovereenkomstige stijging der pachtprijzen een economisch normaal verschijnsel. Evenzeer eoonomdisch normaal mag geacht worden de invloed, op de stijging der pachtprijzen geoefend door de hoogere lasten, die tijdens den oorlog op de eigenaars drukten en gingen drukken. Daarentegen dient als economisch abnormaal gekenmerkt te worden alles, wat strekt om op kunstmatige wijze de concurrentie der betrokkenen bij het pachten te prikkelen. Wanneer tengevolge van. het gebrék aan krachtvoeder toch reeds een zeer versterkte vraag naar gras- en hooiland aanwezig ls en verschillende, vooral kleine, bedrijven voor het voortbestaan nood- XXXIII zakelijk dergelijke perceelen moeten pachten, dan is het kunstmatig opdrijven der pachtprijzen door een prikkel van strijk-, hoog-, bodgelden, door het gebruik maken van stroomannen, als een economisch abnormale oorzaak te brandmerken. Zeer zeker bestond dit alles reeds voor den'oorlog, doch tijdens den oorlog zijn de verderfelijke gevolgen van een en ander maar al te zeer aan het licht gekomen. Niet in alle gevallen spreekt het karakter even scherp en duidelijk. Evenals steeds, zijn ook hier grensgevallen. En vooral, wanneer de vraag aan de orde komt, door welken maatregel of door welke maatregelen de gevonden oorzaak moet bestreden worden, dient deze in hare verschillende deelen ontleed te worden. Zoo is ongetwijfeld een oorzaak der stijging geweest het gebrek aan land, een onevenredigheid van vraag- en aanbod, welke zich gedurende de afgeloopen jaren in toenemende mate deed gelden. Vooral is deze van belang geweest bij de verpachting van hooien weilanden. Men kan echter ter bestrijding van dit euvel niet volstaan met slechts te wijzen op de noodzakelijkheid van uitbreiding der bebouwbare oppervlakte. Doch ook dient hierbij de vraag overwogen, of in 'Nederland niet een wellicht abnormale verhouding van wei- tegenover bouwland is, of niet in de jaren voor den oorlog de Nederlandsche landbouw zich mogelijk te veel in de richting van veeteelt en zuivelbereiding heeft bewogen en te weinig aandacht aan den zuiveren akkerbouw heeft gewijd. § 3. Hooge prijzen der producten, verminderde koopkracht van het geld. Thans komende tot een bespreking van de algemeene oorzaken der stijging, valt zeker in de eerste plaats de aandacht op den invloed, die uitgegaan is van de hooge prijzen der producten, zoowel in land- en tuinbouw, als van het vee en de zuivel. De prijzen bereikten gedurende de oorlogsjaren eene hoogte, die vóór dien tijd ongekend was. En vrijwel elk product had van die stijging zijn deel. XXXIV De vraag daarlatende, of de hooge prijzen een gevolg zijn van de verminderde koopkracht van het geld, dan wel van de schaarschte der goederen, kan veilig gesteld worden, dat een dienovereenkomstige stijging der pachtprijzen een volkomen normaal economisch verschijnsel is. Het zou abnormaal geweest zijn, indien de pachtprijzen niet een dergelijke stijging hadden ondergaan. Daarnaast heeft de prijzenpolitiek der Regeering gedurende de oorlogsjaren invloed gehad op de stijging der prijzen. De garantie- en de maximumprijzen moesten eenigszins aan den hoogen kant zijn, walden zij doel treffen. Immers deed men dit niet, werd de winstmarge al te krap gesteld, of de garantieprijs te laag, dan was het gevolg, öf dat de produkten op heimelijke, verboden wijze tegen veel hoogere prijzen in den smokkelhandel verkocht, öf dat zij in verminderde mate of in het geheel niet verbouwd werden. Dit laatste is o. a. duidelijk gebleken bij de garantieprijzen voor het broodkoren, rogge én tarwe. Toen de garantieprijzen van deze produkten voor het oogstjaar 1918 op eene hoogte gesteld werden, te laag in verhouding tot de prijzen van andere produkten, als b.v. van aardappelen, was het gevolg, dat de graanverbouw, die had moeten toenemen, daarentegen veeleer afnam. Daarnaast had de hooge prijs van een zoogenaamd gegarandeerd produkt als noodzakelijk gevolg een prijsstijging van andere, niet gegarandeerde produkten. De handelwijze der Regeering om de maximum- en garantieprijzen eenigszins hoog te stellen was derhalve voor het doel zeer juist en verstandige politiek, doch het feit, dat hierdoor invloed op de prijsstijging der produkten werd geoefend, blijft niettemin. Tengevolge van de hooge prijzen der produkten, mede in verband met de vrij voorspoedige oogsten gedurende de oorlogsjaren, werd het bedrijf — en zeker op de vruchtbare kleigronden — rendabel en het spreekt van zelf, dat die voorspoed zich in de pachtprijzen afspiegelde. XXXV % 4. Meer geldruimte bij den landbouwer. Naast deze oorzaak dient genoemd, dat bij den landbouwer tijdens den oorlog meer geldruimte ontstond. Vele landbouwers, inzonderheid op de klei, maakten goede jaren. De oogsten leverden veel geld op. Alles kreeg waarde, zelfs wat voordien waardeloos was. Weliswaar stegen evenzeer in belangrijke mate de bedrijfsonkosten, als arbeidsloonen, onderhoud van werktuigen, het veevoeder, de prijzen van vee en materiaal bij aankoop, waartegenover stond, dat de uitgaven voor kunstmest lager waren dan voor den oorlog, om de eenvoudige reden, dat er geen of slechts een zeer geringe hoeveelheid kunstmest te verkrijgen was. Evenwél, niettegenstaande die meerdere bedrijfsonkosten waren de inkomsten van, dien aard, dat er contanten kwamen bij den boer. Eensdeels was dit te danken aan de hierboven uiteengezette oorzaken, doch daartegenover staat, dat in het bijzonder in de zandstreken die ruimte van geldmiddelen voor een ander deel toe te schrijven was aan het feit, dat er bedrijfskapitaal was vrijgekomen. Door het gebrek aan voeder had de zandboer zijn kippen en varkens moeten verkoopen, was zijn veestapel ingekrompen. Daarbij had hij geen uitgaven voor kunstmest, kwam ook dit bedrijfskapitaal vrij; al werden ook de opbrengsten veelszins verkregen ten koste van den voedselvoorraad van den grond Het meerdere geldbezit bij dén landbouwer is dus voornamelijk ontstaan uat twee oorzaken: de meerdere rendabüiteit van het bedrijf, de hoogere netto-opbrengst, en vooral in de zandstreken het vrijkomen van bedrijfskapitaal. Maar al te vaak is dit laatste door de betrokkenen niet ingezien en soherp onderscheiden. Dit kan hun tot groote schade strekken, vooral bij langdurige pacht. Immers het ruimer voorzien zijn van contanten dreef den boer tot het besteden van hoogere pachtprijzen en, als er gelegenheid was, tot het pachten van meer land. Dit was op zich zelf reeds gevaarlijk, waar de zekerheid ontbrak, dat de bestaande, hooge prijzen dier produkten zich zouden handhaven, en integendeel center een daMng binnen niet te langen tijd kon worden voorspeld. XXXVI Doch nog te meer bedenkelijk werd dit hooge opdrijven der pachten, indien men meende, dat men mogelijke slechte jaren wel zou kunnen doorkomen, en de verliezen bestrijden uit het meerdere geld, dait men in handen had, terwijl men niet inzag, dat die meerdere contanten ontstaan waren uit vrijgekomen bedrijfskapitaal en dus niet voor hoogere pachtprijzen mochten besteed worden. Hier kan zich het feit wreken, dat de landbouwer, vooral de kleinere zandboer, te weinig aan boekhouding doet en daardoor een juist inzicht in de resultaten van zijn bedrijf mist. § S. Gebrek aan krachtvoeder en kunstmeststoffen. Vooral bij de verpaobting van hooi- en graslanden heeft het gebrek aan ruw- en kraohtvoeder en aan kunstmeststoffen de prijzen tot een ongekende hoogte doen stijgen. De vraag werd grooter,. terwijl' het aanbod minder werd, en hetgeen op de markt kwam, was van minder kwaliteit. En dan was er nog een omstandigheid, die de werking dezer oorzaken verscherpte. Bij ons te lande heeft zich in de laatste dertig jaren in verschillende streken langzamerhand een categorie van veehouders gevormd, die in verhouding tot hun veestapel te weinig land, of met andere woorden in verhouding tot hun in eigendom of meerjarige pacht bezeten land te veel vee bezitten. Wat zij bij de eigen productie aan veevoeder te kort kwamen, moesten zij zich telken jare opnieuw trachten te verschaffen door het bijkoopen van hooi, gras, door het bijpachten van losse weideperceelen, vaak ook door het insoharen van vee in andermans land en door aankoop van kraohtvoeder voor de wintermaanden. Dit leverde vóór den oorlog, toen de aanvoer geregeld binnenkwam en men ruimschoots ruw voeder en krachtvoeder kon bijkoopen, geen bezwaar op. Doch, toen gedurende de oorlogsjaren de aanvoer belemmerd werd, bleek de economisch wankele grondslag van het bedrijf van dergelijke veehouders. Zij waren gedwongen tot eiken prijs grasen hooiland te pachten en de buitengewoon sterke stijging der pachtprijzen bij dergelijke verpachtingen is voor geen gering deel aan die categorie van veehouders te wijten. XXXVII Uk den aard der zaai zal bij meer regeknatigen aanvoer van ruw voeder en kraohtvoeder en kunstmeststoffen de oorzaak van stijging, die in bet ontbreken hiervan gelegen was, verdwijnen. § 6. Hoogere lasten, die op den eigenaar drukken. Tijdens den oorlog zijn hoogere lasten op den grondeigenaar komen te drukken. De polderlasten gingen sterk omhoog, immers de kosten van bemaling werden door de sterke stijging van den prijs der brandstoffen aanmerkelijk hooger, het onderhoud der wegen werd duurder tengevolge van het duurdere grint en steenbeslag. Evenzoo stegen de kosten van het onderhoud der gebouwen en de overige kosten van onderhoud, die voor rekening van den eigenaar kwamen. 4w&$ Daarnaast had de eigenaar, gelijk elk ander burger, een grooter deel van zijn inkomen voor den fiscus te bestemmen, terwijl ook hij, gelijk ieder ander, voor de hoogere kosten van levensonderhoud kwam te staan. Het is uit den aard der zaak duidelijk, dat een en ander hetr er toe dreef, om de pachten van de hem behoorende landerijen op te slaan om op die wijze althans een deel der op hem drukkende lasten af te wentelen, terne' r waar hij wist en zag, — en het geldt hier voornamelijk de kleistreken —, dat zijn pachter goede jaren maakte. "Wellicht heeft hiertoe ook medegewerkt de omstandigheid, dat de fiscus de Vermogensbelasting en de Verdedigingsbelasting I hief naar de verkoopwaarde der onroerende goederen. Wanneer de waarde van tegen matigen prijs verhuurde landerijen bepaald werd naar den abnormaal hoogen verkoopprijs, die besteed werd voor land, dat uit de huur kwam, kon dit den eigenaar, die vroeger matig verpachtte, aanzetten om de pacht te verhoogen. Dit alles heeft ertoe geleid, dat de eigenaar de pachten verhoogde, of wat in de gevolgen cp hetzelfde neerkwam, dat op den pachter naast den pachtprijs lasten te drukken kwamen, die voorheen de eigenaar voor zijn rekening nam. In de Samenvatting is reeds gewezen op het feit, dat de pachter somtijds te betalen kreeg de polderlasten of de buitengewone polderlasten, het onderhoud der gebouwen of het geheele onderhoud der gebouwen, ter- XXX VIII wijl voor den oorlog de materialen door den eigenaar, de arbeidsloonen door den pachter betaald werden. Bij éenjaarsverpachting van hooi- en weiland kwam voor den pachter het onderhoud der slooten, het zetten van heiningen, het blooten der landen. De verhoogde lasten verslonden vaak de meerdere huur. En het is niet te verwonderen, dat bij matig verhuurde landerijen de eigenaar om van de hooge lasten af te komen tot verkoop overging, of da't de pachter, indien hij kennis kreeg van de plannen tot verkoop of voor de keus gesteld werd: verhooging van pacht, of verkoop der boerderij, noodgedwongen in een hoogeren pachtprijs bewilligde, § 7. Strijk-, bod-, hooggelden en dergelijke. Reeds voor den oorlog was het gewoonte in verschillende streken des lamds om bij p^lieke verpachtingen aan den eersten bieder of aan den hoogsten bieder of aan den hoogsten afmijner een premie in geld toe te kennen, Dit moest dienen als prikkel om de pachtlust bij de betrokkenen aan te wakkeren en daardoor de pachtprijzen op te drijven. Iéder, die dergelijke verpachtingen wel eens bijwoonde, weet uit ervaring, hoe ook zonder dien prikkel de belangstelling van den anders veelal zoo kalmen, gelijkgestemden boer tot het uiterste gespannen is, hoe de hartstocht om een bepaald perceel te willen hebben het dan wint van de bezonnenheid, die de baten afweegt naar de schaden. Vaak ook zijn die verpachtingen gelegenheden om zich te wreken op een bepaalden persoon of een grief te luchten door den pachtprijs op te drijven. En wanneer nu in een dergelijke atmosfeer nog daarbij komt de zooeven genoemde prikkel om door middel van strijk-, bod- en hooggeld in een betrekkelijk korten tijd een betrekkelijk belangrijk bedrag te winnen, dan is het te begrijpen, dat de gevolgen verderfelijk zijn. Op kunstmatige wijze werden daardoor de pachtprijzen opgevoerd. Niet de werkelijke waarde der gepachte perceelen besliste vaak over de hoogte van den pachtprijs, doch het zuivere toeval. XXXIX Dit euvel van publieke verpachtingen, dat reeds voor den oorlog bestond), heeft zich in zijne verderfelijke gevolgen gedurende de oorlogsjaren verscherpt. Algemeen is dan ook de klacht over die zoogenaamde strijken booggelden. Kunstmatig zijn mede daardoor de pachtprijzen vooral van wei- en hooilanden bij éenjaaorlijksche verpachtingen tot ongekende hoogte opgedreven, terwijl zij reeds zonder die kunstmatige opdrijving hoog zouden zijn geweest tengevolge van het gebrek aan ruw- en kirachtvoeder en kunstmeststoffen. Daarbij komt nog de omstandigheid, dat de gegadigde voor dergelijke pachtlanderijen, wanneer de prijzen hoog stijgen en naarmate zij hooger stijgen, vaak niet meer rekent, doch eenvoudig denkt: wat hét een ander waard is, is het mij ook waard, en naar dien maatstaf biedt en blijft doorbieden. Niet alleen echter bij publieke verpachtingen komt het strijk-, bod- en hooggeld voor, doch ook bij publieke verkoopingen, terwijl bij deze in de zandstreken van Noord-Brabant bovendien het misbruik bestaat, dat elke bieder kosteloos een bierkaartje ontvangt, ook wijnkoop genaamd. Vooral bij deze verkoopingen leidt een en ander tot kunstmatige verhooginig van den verkoopprijs. En uit den aard der zaak voert dit weer tot opdrijving van den pachtprijs. Hij toch, die duur gekocht heeft, wil dit, ingeval hij het verkochte verpacht, zooveel mogelijk op den pachter verhalen en daarom zoo hoog mogelijken pachtprijs bedingen. Op deze wijze voert ook dit euvel mdireot tot onredelijke opdrijving van pachtprijzen. § 8. Praktijken van notarissen en zaakwaarnemers. In de ontvangen Vragenlijsten en bij de mondelinge verhooren is gewezen op verschillende praktijken van notarissen en zaakwaarnemers, die geleid hebben en nog leiden tot kunstmatige opdrijving der pachtprijzen. Men klaagt over de hooge contracifcosten. Men deelt mede, dat gebruik wordt gemaakt van stroomannen bij publieke verpachtingen. Ook is gewezen op het feit, dat in enkele streken een officieuse relatie schijnt te bestaan tusschen sommige notarissen en de zoogenaamde strijkgelders. Zelfs is in een' mondeling ver- XL boor gezegd, dat volgens het gerucht notarissen zich niet ontzagen te doen bieden of zelf te bieden. Geliik men weet, is dit laatste bij de wet verboden. Nog is gesignaleerd de handelwijze van enkele notarissen in het Zuiden des Lands, inzonderheid in Zeeland en Limburg, die zich niet ontzien hebben, om zelfs bij gedrukte circulaires buitenlandsche eigenaren tot verkoop van hunne in Nederland gelegen landerijen op te wekken uit den aard der zaak om uit den publieken verkoop dier landerijen voor zich zelf winst te slaan. Zij wezen dan op de hooge verkoopwaarde gedurende den oorlog, op den lagen kters van het buitenlandse» geld, op de betrekkelijk lage pachtprijzen. Menig landeigenaar schijnt daardoor tot verkoop zijner landerijen te zijn overgegaan. Hierdoor is zeer zeker veel eigendom onder de boeren gekomen, doch ten koste vaak van hooge koopprijzen. Dergelijk optreden verdient ten strengste afkeuring. § 9. Verkoop van landerijen, landeigenaren van gewijzigd karakter, overgang van onderhandsche tot publieke verpachting. Gedurende de oorlogsjaren heeft over geheel Nederland een betrekkelijk belangrijke verkoop van gronden plaats gehad. Ook daaruit is voor een deel de stijging der pachtprijzen te verklaren. Ongetwijfeld kwam een niet gering deel van de verkochte goederen in handen van de pachters. Doch daarnaast kochten ook anderen dan de bóeren-gebruikers. En dezen waren veelal van een ander karakter, van een ander type dan de vorige eigenaar. Voor hen was de grond een voorwerp van geldbelegging, dat zoo hoog mogelijke rente moest afwerpen. De vertrouwelijke verhouding tot den pachter, dien men met kende, verdween of trad op den achtergrond om plaats te maken voor een zuiver commercieele. Dit leidde tot een minder ontzien van den zittenden pachter. Men kon bij publieke verpachting meer maken dan bij onderhandsche en ging daarom tot publieke verpachting over. XLI En uit den aard der zaak was vernoojfing van den pachtprijs het gevolg. Doch dit niet alleen. Het veelvuldiger voorkomen van publieke verpachtingen vestigde ook bij de oude eigenaren de aandacht op de hoogere prijzen, die daarbij bedongen werden. Doordat de nieuwe eigenaar den zittenden pachter minder ontzag, trad ook bij den ouden eigenaar de commercieele trek meer op den voorgrond. Niet zoozeer bij het groot landbezit. Doch wel bij den kleinen landeigenaar, die vaak ook van de ongunstige oorlogsjaren te lijden had. En dit had als gevolg, dat ook die kleine landeigenaar meer en meer tot publieke verpachting overging en, daarmee samenhangend, dat de pachtprijs steeg, of dat hij ook bij onderhandsche verpachting een belangrijke verhooging bedong. § 10. Gebrek aan land, onevenredigheid van vraag en aanbod. Ongetwijfeld is het gebrek aan land, de onevenredigheid van vraag en aanbod te dezen opzichte, een belangrijke factor in die stijging der pachtprijzen geweest. Nu is op zich izelf dit gebrek aan land een vrij betrekkelijk begrip. Uit den aard der zaak is de bebouwbare oppervlakte beperkt, hoewel ze door inpoldering en ontginning kan uitgebreid worden. Dan is hierbij "van invloed, dat nog vaak bij den boer de meening heerscht, als zou overgang tot eenig ander beroep of bedrijf voor hem en zijn kinderen onvermijdelijk* een standsvermindering ten gevolge hebben, die tot eiken prijs moet worden voorkomen. Ook het streven, dat de kinderen een bedrijf van gelijke oppervlakte als de ouders moeten hebben, speelt bier een rol. Voorts komt Merbdj in aanmerking de verhouding van weitot bouwland in Nederland. Ongetwijfeld zou, indien deze verhouding zich ten voordeele van het bouwland wijzigde, een veel grooter aantal arbeidskrachten in den landbouw een bestaan kunnen vinden. Evenwel, hoe dit ook rij, in bijzondere mate tijdens de oorlogsjaren heeft het gebrek aan land de pachtprijzen doen stijgen, waarbij op te merken valt, dat dit gebrek soms nog grooter werd, doordat talrijke personen, toen de eerste levensmiddelen al moei- XLII lijker in den vrijen handel te bekomen waren, trachten het gebruik van een stuk land te verkrijgen, ten einde daarop ten eigen behoeve die levensmiddelen te verbouwen. § 11. Scheurwet en scheurpremie. De invloed van de Scheurwet en de scheurpremie op de stijging der pachtprijzen is tweeledig geweest. Men betaalde voor het huren van gescheurd of te scheuren weiland hooge prijzen en men kon die ook betalen, omdat de opbrengsten vaak zeer hoog waren en men dikwijls daarboven nog de scheurpremie genoot. Daarnaast had ook invloed, dat tengevolge van het scheuren de beschikbare oppervlakte weiland verminderde en dientengevolge, zij het ook in betrekkelijke mate, de pachtprijs van het overige weiland steeg. De invloed van het scheuren is echter tot sommige gedeelten van het land beperkt en in verband met de gescheurde oppervlakte slechts van betrekkelijke kracht. De volgende gegevens*) kunnen een en ander toelichten. Voor de teelt van koolzaad werd gescheurd in: Groningen . . . . 1790 H. A. Friesland .... 731 , Drenthe 56 „ Overijssel .... 506 Gelderland .... 634 Utrecht 335 „ Noord-Holland . . 1033 Zuid-Holland . . . 1116 Zeeland 1032 Noord-Brabant . . 1242 Limburg .... 599 „ Totaal ongeveer 9000 H.A. *) Zie Verslag over den Landbouw in Nederland over 1918 Versl en Meded. 1919 No. 3, blz. LXIX, LXXI, LXXII. xLm Voor den verbouw van premiegewassen werd gescheurd in: Groningen .... 2028 H. A. Friesland .... 2579 „ Drenthe ..... 1912 „ Overijssel .... 3012 „ Gelderland .... 4536 „ Utrecht 1075 „ Noord-Holland . . 3026 „ Zuid-Holland ... 2712 „ Zeeland 884 „ Noord-Brabant . . 5741 „ Limburg .... 1097 „ Totaal ongeveer 28000 H.A. Tengevolge van den scheurplicht waren op 15 Februari 1919 in de onderscheidene provinciën het volgende aantal H.A. grasland gescheurd: Groningen . . 3000 H.A., waarvan 285 H.A. met tarwe en roggepremie Friesland. . . 4500 „ „ 510 „ „ „ „ „ Drenthe. . . . 1800 „ » 124 „ » , » Overüssel. . . 2500 » „ 807 , , B , , Gelderland. . 3500 , , 813 „ „ „ „ Utrecht. . . . 1500 „ . £ , 341 » » „ „ „ Noord-Holland 3600 „ „ 290 „ „ , „ Zuid-Holland. 3700, „ , 220 B „ „ Zeeland. . . . 1500 „ „ 44 ,, „ „ „ Noord-Brabant 3000 „ „ 540 , „ , , „ Limburg . . . 1000 „ , 255 , „ , , „ Totaal ongev. 29600 H.A. „ 4229 „ „ „ „ „ Volgens bovenstaande gegevens werden dus in totaal gescheurd ongeveer 67200 H.A.*) *) Ten aanzien der koolzaadteelt op gescheurd grasland valt nog op te merken, dat in Juli 1918 een korten tijd gelegenheid heeft bestaan om tweejarige kunstweiden en klaverland voor uitbetaling van de helft der scheurpremie in aanmerking te doen komen, waarvan, vooral in de provincie Groningen, nogal gebruik is gemaakt. Deze oppervlakten zijn1 in bovenstaande cijfers begrepen. XLIV B. § 12. Voorstellen. In de slotparagraaf der Samenvatting is een opsomming gegeven van de maatregelen, die.aanbevolen werden in de Vragenlijsten en bij de mondelinge verhooren. Verreweg het meerendeel dezer maatregelen bedoelt een principieele herziening van het pachtcontract, onafhankelijk van de bijzondere tijdsomstandigheden. Zeer zeker is een onderzoek, of hiervoor of wel voor een verandering van de eigendomsverhoudingen grond is en zoo ja, welke wijzigingen dienen aangebracht te worden, een deel van de taak aan de Commissie opgedragen. Thans evenwel is dit deel niet aan de orde, doch loopt het onderzoek over de vraag, of de bestaande bijzondere tijdsomstandigheden aanleiding geven tot het maken van een regeling om opdrijving van de huurprijzen te voorkomen en bij bevestigende beantwoording dier vraag, rust op de Commissie de taak een zoodanige regeling te ontwerpen. Het komt daarom der Commissie gewensoht voor de bespreking en beoordeeling van de aanbevolen maatregelen, voorzoover deze bedoelen een principieele herziening van het pachtcontract, niet thans, doch bij uitvoering van het ander deel harer taak te doen plaats hebben. Naast deze zijn ook maatregelen (aangeprezen, die zeer zeker verband houden met de bijzondere tijdsomstandigheden. Naar aanleiding van de sterk gestegen huurprijzen heeft men gevraagd een her taxatie van de huren der laatste jaren; een vaststelling van maximumpachtprijzen, waarbij de grondbelasting als maatstaf te nemen ware; het vaststellen van de huurprijzen van 1913 en 1914 als basisprijs met een zeker percentage als verhooging en met terugwerkende kracht voor de loopende huren. Geen dezer maatregelen verdient naar het oordeel der Commissie aanbeveling. Voorzoover zij bedoelen een terugkomen op hetgeen geschied is, voor zoover men vraagt terugwerkende kracht daaraan te vérleenen over alle of een deel der oorlogsjaren, vindt dit geen steun in de resultaten van het onderzoek der Commissie. XLV Ongetwijfeld is de stijging der pachtprijzen gedurende de oorlogsjaren zeer belangrijk geweest, doch, hoe belangrijk ook, niet is ge-' bleken, dat als regel de pachtprijzen te 'hoog waren in verband met de resultaten van het bedrijf. Voorts pleit tegen toepassing dezer maatregelen, dat aldus rij, die lichtvaardig zonder te letten op de mogelijke gev olgen, althans daarmede ernstig rekening te houden, zich verbonden hebben tot betaling van pachtsommen, die reeds bij den aanvang van de pacht te hoog geacht moeten worden, worden bevoordeeld boven hen, die als ernstige mannen de draagwijdte hunner handelingen hebben overwogen en daarom niet voor een dergelijken hoogen prijs hebben willen pachten. Een niet minder groot bezwaar tegen een hertaxatie der huren is, dat de werkzaamheden, hieraan verbonden, willen zij grondig en degelijk geschieden, zeer tijdroovend en niet minder kostbaar zullen zijn. Deze hertaxatie zou eenigszins in den trant eener herziening van de belastbare opbrengst der ongebouwde eigendommen moeten gesohieden. Welnu, een dergelijke herziening, begonnen in 1879, werd eerst in 1890 voltooid. De mogelijkheid toegegeven, di t in vlugger tempo kan worden gewerkt, moet toch gerekend worden op een duur, die te lang is, dan dat deze bertaxatie mogelijk en in de gevolgen billijk zou zijn, afgezien nog van het kostenbezwa ir. Ditzelfde bezwaar van tijdroovend en kostbaar geldt evenzeer tegen het voorstel om maximum-pachten vast te stellen met de grondbelasting als maatstaf. Wordt genoegen genomen met de taxatie der ongebouwde eigendommen volgens de grondbelasting zonder meer, dan is deze taxatie, aannemende, dat deze goed was op het ooigenblik-, dat zij plaats vond, thans wegens het lange tijdsverloop met de huidige waarde niet meer in overeenstemming. Ook niet, wat betreft de waardeverhouding der peroeelen onderling. Er zal dus noodzakelijk eene herziening moeten plaats hebben. En daartegen gelden dezelfde bezwaren, als hierboven reeds vermeld. Tegen den voorslag om de buurprijzen van 1913 en 1914 ais basisprijs te nemen met een zeker percentage als verhooging is naast de boven reeds genoemde bezwaren nog dit aan te voeren, dat volstrekt niet is aan te nemen, dat deze huurprijzen voor alle XL VI of het m'eerenldeel der verpachtingen normale of billijke prijzen waren. Prijzen van in die jaren afloopende pachttermijnen zuL'eu verschillen, soms aanmerkelijk, van in die jaren beginnende termijnen. Naast de prijzen van onderhandsche staan die van publieke verpachtingen. Nog meer verschillen zijn aan te voeren. Er pleit niets voor, integendeel veel tegen om de prijizen van 1913 en 1914 te fixeeren als de normale, de billijke pachten. En allerminst kan billijk of juist zijn om deze prijzen m. t pon zeker percentage te verhoogen. In de eerste plaats worden dan de verschillen, die tusschen de pachtprijzen in die jaren, soms zonder grond, bestonden, vergroot. Voorts is het ook niet juist om de pachtprijzen van alle soorten grond met een gelijk percentage te verhoogen. Er zou al dadelijk onderscheid moeten worden gemaakt tuschen zand- en kleigronden, tusschen bouw- en weilanden. En ook bij dezelfde soorten grond zou men moeten onderscheiden tusschen verschillende streken en tusschen verschillende cultures in dezelfde streken. Niet minder zou te letten zijn op den persoon van den pachter: immers de een zal in de oorlogsjaren onder vrijwel dezelfde omstandigheden en voorwaarden aanmerkelijk voordeeliger bedrijfsresultaten hebben te boeken gehad dan de ander. Dit 'alles maakt de aanbevolen maatregel afgezien nog van de overige bezwaren vrijwel practisch onuitvoerbaar. Met een en ander meent de Commissie voldoende haar afwijzend oordeel over deze maatregelen te hebben gemotiveerd. Reeds boven bij de bespreking der oorzaken, die tot de stijging der pachtprijzen gedurende de oorlogsjaren voerden, werd opgemerkt, dat verschillende dier oorzaken een normaal eoonomisch karakter dragen. De hooge prijzen der produkten, de verminderde koopkracht van het geld, de meerdere geldruimte bij de boeren, voorzooveT deze een gevolg was van de gunstige resultaten van het bedrijf, de hoogere lasten, die op den eigenaar drukten, dat alles werkte mede tot de stijging der pachtprijzen. Daartegen door wettelijke maatregelen te reageeren acht de Commissie noch mogelijk noch gewenscht. Voorts is evenzeer onnoodig een ingrijpen ter bestrijding van oorzaken, die een zuiver tijdelijk karakter droegen, en thans niet XLVH meer van grooten invloed zijn, als het gebrek aan ruw- en krachtvoeder en kunstmeststoffen, het scheuren van weiland, het gebrek aan land, in het bijzonder hooi- en weiland, voorzoover dit tengevolge van de tijdsomstandigheden in verscherpte mate op den voorgrond trad. Daarom meent dan ook de Commissie, dat een bijzondere wet op het verhuren van hooi- en graslanden, eveneens aanbevolen, afgezien van de vraag, of tijdens de oorlogsjaren daarvoor reden zou zijn geweest, thans bij de gewijzigde tijdsomstandigheden niet meer op haar plaats is. Om dezelfde reden, waarom de Commissie een terugkomen op hetgeen geschied is over alle of een deel der oorlogsjaren afwijst, namelijk omdat niet is gebleken, dat als regel de pachtprijzen en de koopprijzen te hoog waren in verband met de resultaten van het bedrijf, verwerpt zij ook een anderen aanbevolen maatregel: een ingrijpen van regeeringswege om de koop- en de pachtprijzen te drukken. '-afes Wel meent de Commissie, dat al dadelijk van Overheidswege opgetreden kan worden en daarom ook opgetreden moet worden tegen alles, wat de pachtprijzen kunstmatig omhoog heeft gedreven en nog drijft, of waardoor boven de bedongen pachtsom nog andere kosten ten laste van den pachter komen, kosten, die de pachter weliswaar kent, doch die hij gewoonlijk in zijn berekening der lasten niet opneemt en die hem toch drukken. Daaromtrent doet de Commissie hieronder een voorstel in Hoofdstuk IV onder A. Voorts is als maatregel aanbevolen het verleenen van een recht aan de huurders om bij blijvende daling van de prijzen der producten de huur te beëindigen. Inzooverre hierin ligt een erkenning van het beginsel, dat een daling der prijzen een reden kan zijn tot wijziging van de gesloten pachtovereenkomst, kan de Commissie den voorslag beamen, doch ook niet verder. Het beginsel, dat prijsdaling en daaraan parallel loopend prijsstijging naast andere oorzaken kan leiden tot wijziging der aangegane overeenkomst, is nader uitgewerkt in een voorstel tot betere regeling van het remissierr cht. De buitengewone stijging der huurprijzen, het onzekere van de toekomstige conjunctuur wet- XL VIII tigen voldoende, dat reeds thans een dergelijk voorstel wordt gedaan. Het ontwerp van wet daaromtrent en de motiveéring van een en ander volgt in Hoofdstuk V onder B. Ten slotte zij vermeld, dat de vraag, of en, zoo ja, op welke wijze de zittende pachter behoort te worden beschermd, al dan niet in verband met de tijdsomstandigheden, een onderwerp van ernstige beraadslaging is geweest. Haar oordeel over deze gewichtige vraag kan de Commissie thans nog niet geven. Waar omtrent de voorstellen, onder A en B behandeld, de Commissie tot overeenstemming is gekomen, meent zij, dat in het belang der zaak deze reeds thans in overweging dienen te worden gegeven. De Commissie heeft zich verder voorgenomen binnen korten tijd haar oordeel over het vraagstuk van de bescherming van den zittendten pachter bekend te maken. HOOFDSTUK IV. A. Regeling omtrent het dragen der kosten van en verbod van het uitloven van premiën bij openbare verkoopingen en verpachtingen. Eenstemmig klaagde men er bij het onderzoek over, dat de kosten, vallende op openbare verpachtingen van onroerende goederen, ten laste van de pachters worden gebracht. Evenzeer was algemeen de 'klacht over het uitloven van premiën bij openbare verpachtingen, waardoor de prijzen, gelijk reeds vroeger is uiteengezet, kunstmatig worden opgejaagd. Deze prijsopdrijving kan bij openbare verkoopingen van onroerende goederen wedter eene stijging der pachtprijzen na zich sleepen en dus indirect op zoodanige verhfooging invloed uitoefenen. Hoewel deze misstanden ook reeds vóór den oorlog bestonden, is hunne werking in de laatste jaren in toenemende mate verscherpt. Het komt der Commissie voor, dat aan het bestaan ervan zoo spoedig mogelijk een eind behoort te worden 'gemaakt. Op grond van het bovenstaande wordt de navolgende regeling in overweging gegeven: ONTWERP VAN WET houdende regeling omtrent het dragen der kosten van en verbod van het uitloven van premiën bij openbare verkoopingen en verpachtingen. Artikel 1. Alle kosten, vallende op eene openbare verkooping of verpachting, komen ten laste van dfenjrerkooper of verpachter. Elk beding, strijdig met dit voorschrift, As nietig. Artikel 2. Het uitloven van premiën, als wijnkoop, inzet-, bod-, hoog- of strijkgelden, bij openbare verkoopingen of verpachtingen, is verboden. D L Overtreding van dit verbod wordt gestraft met 'hechtenis van ten hoogste eene maand of geldboete van ten hoogste duizend gulden. Het strafbare feit wordt beschouwd als overtreding. Toelichting der Artikelen. Artikel 1 Inzonderheid bij openbare termijnverpaohting komt het raadzaam voor, dat de gegadigde, bij het doen van zijn bod, alléén rekening heeft te houden met de jaarlijks te betalen pachtsom. Natuurlijk kan hij bij zijne berekening de kosten wel omslaan over de pachtjaren, maar in de practijk komt hiervan gedurende den loop der verpachting weinig terecht. Het bezwaar is geringer 'bij openbare seizoenverpachting, maar ook hier wordt feitelijk bij het opbieden met de bosten weinig rekening gehouden. De bepaling ook tot onderhandsche verpachting uit te breiden komt niet noodig voor. Immers dan kan de pachter nauwkeurig overwegen, tot hoever bij wil gaan en veel kalmer, dan bij openbare verpachting, zijn beslissing nemen. De wrkdng zou ook te ruim worden, aangezien zij zich mede tot dé gewone verhuringen van huizen zou uitstrekken. Verder zou het voorschrift gemakkelijk kunnen worden ontdoken. Bij het onderzoek zijn evenzeer bezwaren ingebracht tegen het verhoogen der koopsom van gras, fruit, te velde staande vruchten enz. met een zeker percentage tot dekking van de kosten der' openbare verkoopin'g. Hoewel zuliks niet rechtstreeks tot de bemoeiing dier Commissie behoort, meent zij toch in overweging te moeten geven om artikel 1 ook tot de openbare verkoopingen van roerend of onroerend goed uit te breiden. Zij is van gevoelen, dat bij openbare verkoopingen en verpachtingen de gegadigden geen rekening moeten te houden hebben met de kosten'. Men zal misschien het voorschrift trachten te ontduiken door b.vb. eenvoudig in de voorwaarden te zetten, dat de geboden som met een zeker percentage wordt verhoogd. Maar, de vraag daar- LI gelaten, of de geldigheid van zoodanig beding ntiet zou kunnen worden betwist, zullen de gegadigden, als eenmaal het wetsvoorschrift bestaat, aan dergelijke praktijken ongetwijfeld een eind maken. Onder „alle kosten" zijn de zegel- en andere rechten begrepen (men vergelijke b.vJb. artikel 59 der Zegelwet). Artikel 2. ^ . De bepaling van dit artikel strekt om het kunstmatig opdrijven der prijzen bij openbare verkoopingen en verpachtingen te voorkomen. Het is van belang, dat aan het bestaan van wijnkoop en andere premiën zoo spoedig mogelijk een eind wordt gemaakt. Bij handhaving van het verbod zijn, naar het oordeel der Commissie, wel zulke publieke belangen betrokken, dat strafrechterlijke sanctie gewettigd is. De aard van het strafbare feit plaatst het onder de overtredingen. HOOFDSTUK V. B. Wijziging van het Remissierecht. De vermindering van de pachtsom ingeval de pachter door onvoorziene toevallen in zijn bedrijf benadeeld wordt, het zoogenaamd remissierecht, wordt reeds thans in de artikelen 1628 en volg. van het B.W. erkend en geregeld. Echter door de weinig practische uitvoering, vereenigd met de vrijheid, die de wet laat, om bij contract anders te bepalen, is van deze regeling weinig terecht gekomen. Toch is het beginsel, waarop bet 'remissierecht steunt, n.1. om den verpachter buitengewone irisico's van het bedrijf mede te doen dragen, alleszins billijk. Het hoofdargument van de tegenstanders van een remissierecht is steedis, dat de verpachter door een vaste pachtsom te bedingen afstand doet van de gunstige kansen, die het bedrijf kan opleveren; 'hij dient dan ook niet belast te worden met de kwade kansen. Gewoonlijk wordt dan nog vergelijkenderwijs gewezen op de overeenkomst tusschen geldschieter en geldleener: de eigenaar, d^e zelf met geleend1 kapitaal zijn land 'bewerkt, kan evenmin in slechte jaren vermindering van verschuldigde rente vorderen. Het hier weergegeven argument is even onjuist, als de daaraan toegevoegde vergelijking mank gaat. De landeigenaar-verpachter geeft niet een onveranderlijke hoofdsom in leen, die hem een door den algemeenen rentestandaard bepaalde rente oplevert. Het voorwerp der verpachtingen, de grond, is aan voortdurende waardeveranderingen onderhevig. Wanneer 'bet den pachters goed gaat, dan plukken ook de grondeigenaars daarvan de vruchten, doordat zij hoogere pachtprijzen bij het einde der pacht en hoogere verkoopprijzen kunnen bedingen. En omgekeerd, wanneer het landbouwbedrijf ongunstige jaren doormaakt, dalen ook de gronden de pachtprijzen. Er is nog een tweedie reden, die maakt, dat de eigendom van den grond op geheel andere wijze voordeel trekt van den arbeid lui van den pachter dan de geldschieter van den arbeid van den geldnemer. De pachter houdt den ten gebruike ontvangen grond niet in onveranderden toestand. Door bemesting, door bebouwing, door goed onderhoud en dergelijke dient hij niet alleen zijn belangen, maar ook de belangen van den grondeigenaar. Zoolang den pachter de verbeteringen niet ten volle door den grondeigenaar vergoed worden, trekt deze mede de vooideeien van de exploitatie van het bedrijf. Daartegenover kan een pachter, die zijn bedrijf verwaarloost of roofbouw pleegt, den eigenaar ernstig schade berokkenen, een schade, die deze slechts /zelden op den pachter verhalen kan. V-.'.-k.£ 4 Voeg hier nog bij, dat men de werkelijkheid geweld aandoet, wanneer men den band, die tusschen grondheer en pachter bestaat, als een even losse beschouwt als die tusschen geldschieter en geldnemer, dan behoeft men waarlijk niet verder naar den rechtsgrond te zoeken, waarom men wel den grondeigenaar en niet den geldschieter bij geheel bijzondere omstandigheden doet deelen in de risico's van het bedrijf. Het remissierecht wordt reeds in onze wet erkend voor het geval, dat de geheele of de halve oogst van een jaar door onvermijdelijke toevallen is te niet gegaan (art 1628 B. W.). De Staatscommissie voor den landbouw gaf in hear rapport van 1913 een remissierecht met dwingend karakter in overweging voor het geval ten minste de helft van de waarde van den oogst van een huurjaar door overstrooming, hagelslag of verwoesting van den oorlog verloren ging (Rapporten en voorstellen, bl. 143). Ook het voorstel van wet van den heer Helsdingen c.s. hield een remissierecht met dwingend karakter in. Er kan geen enkele principieele reden worden aangevoerd, waarom men den pachter wel een remissierecht zou toekennen bij overstrooming, hagelslag of oorlogsverwoesting en niet hij een anderen onverwachten ernstigen tegenslag in het bedrijf. De Staatscommissie heeft zich dan ook blijkens haar rappot t slechts hierom tot de genoemde oorzaken bepaald, omdat zij bij gebreke van scherpomlijnde gevallen en bij bet gebruik var ruime omschrijvingen, gelijk in het Zwitsersche Burgerlijk Wetboek, te veel rechtsonzekerheid en te veel proeessen vreesde. LIV Het was derhalve een overweging van zuiver practisoh-legdslatieven aard, die tegen een ruim remissierecht werd aangevoerd. De meening echter, dat men het veelzijdige maat^happelijke leven in wetsvoorschriften met scherp omlijnde begrippen kan vast leggen, is reeds lang bij het contracten-recht een illusie gebleken en door de meeste wetgevers — ook den onzen — prijsgegeven. Door alleen daar regelend in te grijpen, waar toepassing van den rechtsregel tot geen twijfel aanleiding kan geven, zou in tal van gevallen der gerechtigheid afbreuk worden gedaan. Wanneer het economische leven zoo samengesteld en zoo vol schakeeringen is, dat het niet in enkele scherp omlijnde vormen te persen is, dan dient het recht zich een gelijke soepelheid als de materie, die het regelen moet, eigen te maken. Bij andere overeenkomsten geschiedt dit reeds zonder schade voor de justitiabelen; waarom dan ook niet bij het pachtcontract? Bij een zoo belangrijke en algemeene verhouding, als de arbeidsovereenkomst schept, heeft de wetgever gemeend de bevoegdheid om eenzijdig de dienstbetrekking te verbreken te moeten toekennen in geval er ^dringende redenen" aanwezig zijn, een begrip dat in zijn algemeenheid niet verder bepaald wordt dan dat „redelijkerwijze niet gevergd kan worden de dienstbetrekking te doen voortduren". Dit is slechts één voorbeeld uit vele in de wetgeving van derf lateren tijd. Er bestaat geeri afdoende grond, waarom men bij de pachtovereenkomst dit voorbeeld niet volgen zal. Voor het goed functioneeren van het recht is het van meer belang, dat de organen, die bet recht moeten toepassen, met deskundigheid en snelheid 'beslissen, dan wel dat men voorschriften heeft, die schijnbaar automatisch werken. Het tot mi toe opgemerkte geldt voor de regeling der pachtovereenkomst, ook afgezien van bijzondere tijdsomstandigheden. De tegenwoordige toestanden maken echter de verbetering van de wettelijke regeling van bet remissierecht als noodmaatregel voor andere verbeteringen van hét pachtcontract wenschelijk. De pachtsommen zijn, gelijk uit het overzicht dienaangaande gebleken is, door een samenloop van oorzaken zeer gestegen, zoo- LV idlat men, ook zelfs rekening: 'houdend met de algemeene stijging der prijzen, de pachten hoog, vele zelfs zeer hoog, moet noemen. Al kunnen nu deze pachtsommen in het algemeen genomen wegens de hooge opbrengsten der bedrijven, thans nog niet te hoog genoemd worden, bedenkelijk zojii het worden, wanneer de prijs der landbouwproducten zich plotseling in sterk dalende richting ging bewegen. Of dit zal plaats grijpen en zoo ju, wanneer, daaromtrent kunnen geen voorspellingen gemaakt worden. Echter de mogelijkheid bestaat en met dit gevaar moet rekening gehouden worden. Te meer, omdat men niet mag wachten met wettelijke maatregelen, totdat de gevreesde daling ingetreden is. Immers met het oog op den tijd, noodiig! voor de totstandkoming der wet en voor het treffen der maatregelen tot hare riobtige uitvoering is het gewenscht, dat de wet als veiligheidsklep gereed is, wanneer een plotselinge omslag der prijzen een crisis dreigt te veroorzaken. Op grond van het 'bovenstaande wordt de navolgende regeling in overweging gegeven: ONTWERP VAN WET tot wijziging en aanvulling der 'bepalingen in bet Burgerlijk Wetboek omtrent buur . van landerijen, benevens der bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Begtsvordering. Artikel I. De artikelen 1628 tot en met 1632 van het Burgerlijk Wetboek worden gelezen als Volgt: Artikel 1628. De huurder heeft aanspraak op eene vermmdering van de huursom, wanneer gedurende een huurjaar of een buurseizoen, ten • gevolge van buitengewone omstandigheden, de opbrengst van het bedrijf aanzienlijk minder is geweest dan bij het aangaan •der overeenkomst te verwachten was. Omstandigheden, die aan de schuld van den huurder te wijten zijn of die hem persoonhjk betreffen, komen niet als buitengewone omstandigheden in aanmerking. LVI Vergoeding van bedrijfsschade, die de huurder 'krachtens eene overeenkomst van verzekering of uit anderen hoofde ontvangt, geldt als opbi engst van het bedrijf. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde1 recht vervalt na verloop van zes maanden na het eindigen van het huurjaar of het huureeizoen, waarover de huurpiijs verschuldigd is. Ieder 'beding, waarbij ten nadeele van den huurder van het in dit artikel bepaalde wordt af geweken, is nietig. Artikel 1629. De verhuurder heeft aanspraak op eene verhooging van de huursom, wanneer gedurende een huurjaar of een huurseizoen de lasten, die hem door publiekrechtelijke lichamen zijn opgelegd, wegens buitengewone werken, waardoor het bedrijf gebaat wordt, aanzienlijk hooger zijn geweest dan bij bet aangaan der overeenkomst te verwachten was. De verhuurder heeft eveneens aanspraak op eene verbooging van de huursom, wanneer gedurende een huurjaar of een huurseizoen, tengevolge van eene buitengewone stijging van den prijs van voortbrengselen van het bedrijf, de opbrengst aanzienlijk hooger is .geweest dan bij het aangaan der overeenkomst te verwachten was. Het im dit artikel bedoelde recht vervalt na verloop van zes maanden na het eindigen van het huurjaar of het huurseizoen, waarover de buursom verschuldigd is. Ieder beding, waarbij ten nadeele van den verhuurder van het in dit artikel bepaalde wordt afgeweken, is nietig. Artikel 1630. Eene verlaging van den prijs van voortbrengselen van bet bedrijf kan eerst dan als eene buitengewone omstandigheid als bedoeld in aart. 1628, lid 1, in aanmerking komen, wanneer door Ons bij algemeénen maatregel van bestuur verklaard is, dat zulks in het algemeen belang wenschelijk is. Eene verhooging van den prijs van voortbrengselen van het bedrijf kan eerst dan als eene buitengewone stijging als bedoeld in art. 1629, lid 2,-in aanmerking komen, wanneer door One bij alge- LVII meenen maatregel van bestuur verklaard is, dat zulks niet strijdig is met het algemeen belang. De algemeene maatregel van bestuur geeft aan, op welke voortbrengselen hij betrekking heeft. Hij kan voor het geheele Rijk worden uitgevaardigd of slechts voor bepaalde gedeelten. Hij heeft slechts betrekking op de huursommen, die verschuldigd zijn voor het grondgebruik in een bepaald kalenderjaar. Artikel 1631. Bij algemeenen maatregel van bestuur kunnen bepaalde buitengewone omstandigheden worden aangegeven, welker intreden niet tot toepassing van art. 1628 kan leiden, wanneer den huurder bij de huurovereenkomst de verplichting is opgelegd zich tegen de nadeelige gevolgen van deze omstandigheden te verzekeren. De algemeene maatregel van bestuur geeft mede aan, op welke voortbrengselen hij betrekking heeft. Hij kam voor bet geheele Rijk worden uitgevaardigd of slechts voor bepaalde gedeelten. Artikel 1632. De bovenstaande artikelen vinden overeenkomstige toepassing, wanneer tegen eene vergoeding ineens of m termijnen zakelijke genotsreohten op landerijen voor 10 jaar of korter bij overeenkomst gevestigd zijn. Artikel II. In het Wetboek van Burgerlijke Regtsvordering wordt ingevoegd een nieuw artikel'234, aldus luidende: Artikel 234. Wanneer in een geschil betrekkelijk de toepassing van een der artikelen 1628 tot en met 1632 van het Burgerlijk Wetboek, deskundigen worden benoemd, bepaalt het vonnis den dag, waarop zij door den rechter naar aanleiding van hun berigt zullen worden geboord. De rechter kan tevens bepalen, dat de deskundigen niet schriftelijk, maar mondeling op de zitting hun berigt u'tbrengen. Lvm Partijen zijn verplicht om den deskundigen alle gewenschte inliöhtinigen vcor de samenstellinig van (hun berigt te geven. Onmiddelhjk na 'het verhoor der deskundigen worden partijen tot de pleidooien toegelaten. Overgangsbepaling. De rechten en verplichtingen, voortspruitende uit huurovereenkomsten, welke van kracht zijn op het tijdstip van het in werking treden van deze wet, worden te rekenen van dat tijdstip, doch alleen voor het vervolg, geregeld naar de bepalingen van deze wet. Toelichting der Artikelen. Artikel I. Artikel 1628. Lid L Dit artikel sluit zich dln hoofdzaak aan bij artikel 287 van het Zwitsersohe Verbmtenissenredht. Zoowel de oorzaken, die tot eene verlaging van de pachtsom kunnen leiden, als het bedrag, dat de opbrengst van het bedrijf door deze oorzaken ingeboet moet hebben, zijn aangegeven op een wijze, die in staat stelt met de eigenaardigheden van ieder bijzonder geval rekening te houden. Men vergelijke het idaaromtrent in de algemeene toelichting opgemerkte. De vaststelling van het geleden verlies op tenminste een half of een vierde van den oogst draagt een arbitrair karakter en is een beletsel om rekening te houden met de bijzondere omstandigheden van het bedrijf en het min of meer riskante van de verbouwing van bepaalde gewassen. Om deze reden ia in het voorgestelde artikel bet stelsel van art. 1629 B. W. verlaten en teruggekeerd tot dat van het Romeinsche recht, hetwelk een aanzienlijk verlies (plus quam tolerabile L. 25 § 6 D. loc. cond. 19. 2) verlangde. De oorzaak van bét verlies, dat den pachter treft, moet volgens het voorgestelde artikel een buitengewone omstandigheid zijn. Het verlies moet verder volgens bet slot der eerste zinsnede niet te verwachten zijn geweest. Hiermede worden 'die bedrijfBrisioo's, waarmede een voorzichtige bedrijfsleider bij het sluiten van de LIX pachtovereenkomst en het bieden van de pachtsom rekening houdt, uitgesloten. De vaststeling van het bedrag, waarmede de pachtsom verminderd kan worden, is geheel aan het oordeel van den rechter overgelaten. Immers, wanneer b.v. de pachtsom beneden de normale is, dient de rechter met dit feit rekening te houden. Lid 2. Het behoeft geen nadere toelichting, dat het artikel evenmin toepassing mag vinden, wanneer de pachter schuld heeft aan de geringe opbrengst. Eveneens moet het artikel buiten toepassing blijven, wanneer de verminderde opbrengst een gevolg is van een omstandigheid, die den pachter persoonlijk betreft, als b.v. ziekte van den pachter of staking van zijn personeel. Op gelijke wijze komen in art. 1638d B. W. en in art. 53 van het Wisseltractaat persoonlijke omstandigheden voor rekening van den persoon, dien zij treffen. Bij de vraag of vermmdering zal toegestaan worden, mag slechts één padhtjaar of, wanneer het bedrijf slechts gedurende een gedeelte van het jaar wordt uitgeoefend, één pachtseSzoen in aanmerking komen. Het stelsel der verrékeniing van de opbrengs' van meerdere pacht jaren brengt zooveel practische moeilijkheden mede, dat men daarin wel een der hoofdredenen mag zoeken, waarom van de hluddige regebng van artikel 1628 B. W. zoo weinig in de practijk is terecht gekomen. Algemeen vindt dan ooit deze verrekening, zoowel bij juristen alstbij economen afkeuring ') Ook de Staatscommissie in 1913 in haar voorstel tot wijziging der artikelen 1628 en vl. B. W. liet 'haar niet toe. Dit voorbeeld wordt in het tegenwoordige ontwerp gevolgd. Te minder bestaat hiertegen bezwaar, nu in het volgendie artikel voorgesteld wordt, den verpachter een recht op verhooging van de pachtsom te geven, indien een jaar bijzonder gunstige resultaten heeft opgeleverd. De onbnlijkheid om één paobtjaar op zichzélf te beschouwen — iets wat in het Burgerlijk Wetboek tot het voorschrijven dier verrekening geleid heeft — verdwijnt immers voor een groot deel hierbij. , ') Laarent XXV, no. 459. H. Clerix, De la remise dn fermage, Nyon 1991, blz. 58. LX Lid 4. De pachter zal zich op de 'buitengewone omstandigheid kunnen beroepen, (hetzij door een zelfstandige vordering tot vermindering in te stellen, hetzij door zich, tot betaling van den pachtprijs aangesproken, bij wijze van verweer op de buitengewone omstandigheid te beroepen. Dit beroep in rechten moet echter binnen een betrekkelijk korten tijd, nadat de huurder de resultaten van het huurjaar heeft kunnen overzien, geschieden. Vandaar dat een vervaltermijn van zes maanden voorgesteld wordt. Lid 5. De voornaamste oorzaak, waarom in de practijk van de tegenwoordige regeling van het remissie-recht in het Burgerlijk Wetboek weinig terecht gekomen is, is in het feit gelegen, dat door partijen van de regeling 'kan afgeweken worden. Dientengevolge wordt de toepassing der genoemde artikelen in bijna: alle pacbtoontracten uitgesloten. Op voetspoor van het voorstel van de Staatscommissie van 1913, naar wier Rapport in dezen zij verwezen, en van art. 287 van het Zwitsersche verbintenissenrecht wordt voorgesteld de regeling te maken tot een van dwingend recht. Daarbij is niet, gelijk 'het Zwitsersche wetboek doet, een uitzondering gemaakt voor het geval, dat met de mogelijkheid van plaats vinden van buitengewone omstandigheden reeds bb de bepaling van den pachtprijs rekening gehouden is. Te gemakkelijk wordt op die wijze een deur geopend voor wetsontduiking, terwijl anderzijds de eisch. in het ontwerp, dat de buitengewone omstandigheid niet verwacht werd, reeds uitsluit, dat met een bepaalde buitengewone omstandigheid, die tot toepassing van het remissierecht kan leiden, bij het sluiten van het contract in eenigszins belangrijke mate rekening gehouden is. Artikel 1629. Geeft men den pachter het recht om wegens bijzondere omstandigheden een vermindering van de pachtsom te verlangen, dan gebiedt de billijkheid om den verpachter bij zeer bijzondere omstandigheden het recht te geven om een verhooging te eischen. LXI Ook bier moet de omstandigheid wederom buitengewoon en niet te verwachten zijn geweest. In de eerste plaats wordt het geval genoemd van een aanzienlijke verzwaring van de lasten, die op den verpachter drukken. De last moet niet een vrijwillig aanvaarden zijn, hij moet den verpachter door een publiekrechtelijk lichaam, als b.v. een waterschap, zijn opgelegd. Het werk, waarvoor de last wordt opgelegd, moet verder ten bate van het bedrijf komen, ö,v. een verharding van een weg of een verbetering van afwatering, niet dus b.v. een verzwaring van de grondbelasting. In de voorgestelde bepaling ligt tevens een prikkel voor de leden van waterschappen om tot verbeteringen te besluiten. Thans worden voorstellen daartoe door de grondeigenaars dikwijls met onverschilligheid ontvangen, omdat zij deze verbeteringen meer als een dadelijk belang hunner pachters beschouwen. Artikel 1630. Terwijl er in beginsel evenmin als b5j de leer der overmacht bezwaar bestaat om een groote plotselinge verandering van het prijsniveau als schuldbevrijdende buitengewone omstandigheid in aanmerking te brengen, moet anderzijds toch daarbij de uiterste behoedzaamheid betracht worden. De landbouw moet. door de plotselinge prijsdaling Voor een crisis staan, eer uit dezen hoofde aun een vermindering van de pacht gedacht mag worden. Om dit element scherp te doen uitkomen en een gelijkmatige toepassing van het remissierecht uit dezen hoofde over het geheele land te verzekeren, wordt voorgesteld, dat prijsverlaging der voortbrengselen van het bedrijf slechts dan als buitengewone omstandigheid in aanmerking kan komen, wanneer bij algemeenen maatregel van bestuur verklaard is, dat dit in het algemeen belang is. Ook voor een verhooging van de pachtsom wegens een plotse-' linge stijging der landbouwproducten is een overeenkomstige algemeene maatregel wenschelijk. Wegens de bijzondere omstandigheden, waarin bepaalde gedeelten van het land of bepaalde landbouwproducten kunnen 'verkeeren, moet de algemeene maatregel van bestuur zich tot die LXII gedeelten of die producten kunnen beperken of bepaalde gedeelten of producten kunnen uitzonderen. Daar verder de verrekening der gunstige jaren met de ongunstigste jaren niet in het ontwerp wordt toegelaten, dient ook de algemeene maatregel van bestuur slechts op één jaar betrekking te hebben. Dit belet natuurlijk niet, dat voor een volgend jaar een gelijke maatregel uitgevaardigd kan worden. Artikel 1631. Wanneer verzekering tegen een buitengewoon nadeel mogelijk is, moet het reeds als de economisch meer verkieselijke oplossing beschouwd worden, dat de pachter zich verzekert, dan dat hij, onverzekerd ,het bij een ongunstigen loop van zaken op het remissierecht laat aankomen. Vandaar dat, waar verzekering mogelijk is, artikel 1628 moet ophouden te gelden. Deze gedachte is in artikel 1631 uitgewerkt. Door de omstandigheden, die aldus buiten artikel 1628 vallen, bij algemeenen maatregel van bestuur vast te stellen, kan binnen de grenzen van het bereikbare door de Overheid een zachte drang tot verzekering worden geoefend. Artikel 1632. Dit artikel wordt voorgesteld om ontduiking tegen te gaan. Een erfpachtrecht of recht van beklemming voor korten tijd b.v. moge juridisch van een pachtcontract verschillen, economisch stemt het daarmede in hoofdzaak overeen. Vandaar dat op zoodanige bij overeenkomst gevestigde zakelijke rechten, die genot van landerijen verschaffen, de 'regeling eveneens toepasselijk moet zijn. Artikel II. Aangezien bij geschillen omtrent verlaging of verhooging van pacht de rechter zich in de meeste gevallen door deskundigen zal moeten doen voorlichten, worden voor deze geschillen enkele vereenvoudigingen in de procesorde voorgesteld. Overgangsbepaling. Deze overgangsbepaling stemt overeen met die van de wet op de arbeidsovereenkomst (wet van 13 Juli 1907, Stbl. no. 193). BIJLAGEN BIJLAGE A. Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Groningen. (Ingekomen totaal 78 Vragenlijsten, verdeeld als volgt: uit Bouwstreek 25, uit Weidestreek 16, uit Noordelijk Westerkwartier 10, uit Oldambt 8, uit Woldgebied 4, uit Veenkoloniën 8, uit Goorecht 7.) Ad Vraag I. Pachtprijzen*) per H.A. voor den oorlog. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. Bouwstreek (19 berichten) 55—135; Weidestreek (16 berichten) 65—130; Noord. Westerkwartier (8 berichten) 70—125; Oldambt (6 berichten) 50—150; Woldgebied (3 berichten) 70—100; Veenkoloniën (6 berichten) 80-150; (Wildorvank 65-80); Goorecht (2 berichten) 75-100. 6. Ingevolge openbare termijnverpachting. Bouwstreek (14 berichten) 70—140; Weidestreek (13 berichten) 90-140; Noord. Westerkwartier (7 berichten) 70—135; Oldambt (6 berichten) 60—150; Woldgebied (1 bericht) ± 100; Veenkoloniën (4 berichten) 90—150; Goorecht (2 berichten) 50—115. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachUng. bouwland. Bouwstreek (10 berichten) 80—170; (Krewerd 65—75); Weidestreek (10 berichten) 80—300; Noord. Westerkwartier (3 berichten) 80-150; Oldambt (4 berichten) 60-190; Woldgebied (2 berichten) 60—80; Veenkoloniën (4 berichten) 90—200; Goorecht (4 berichten) 50—70. grasland. Bouwstreek (14 berichten) 95—200; Weidestreek (12 berichten) 100—200; Noord. Westerkwartier (9 berichten) *) Pachtprijzen en Verkoopwaarde srijn uitgedrukt in guldens. 1 2 100-160; Oldambt (3 berichten) 100-150; (Bellingwolde 40-60); Woldgebied geene; Veenkoloniën (4 berichten) 125—200; Goorecht (5 berichten) 100-115. tuinland. Bouwstreek (6 berichten) 200-400; (Ten Post 120—150); Weidestreek (1 bericht) 200; Noord. Westerkwartier (1 bericht) 150-200; Oldambt geene; Woldgebied (1 bericht) 100—150; Veenkoloniën (4 berichten) 150—300. arbeidersperceelen. Bouwstreek (8 berichten) 80—200; (Warffum ± 300); Weidestreek (3 berichten) 200—300; Noord. Westerkwartier (4 berichten) 150—250; Oldambt (4 berichten) 150—300; (Bellingwolde 60—70); Woldgebied geene; Veenkoloniën (3 berichten) 150-300. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Bouwstreek (14 berichten) 70—200; Weidestreek (8 berichten) 100—300; Noord. Westerkwartier (2 berichten) 85—140; Oldambt (4 berichten) 90-190; Woldgebied (3 berichten) 60—100; Veenkoloniën (3 berichtén) 90—200; Goorecht (5 berichten) 70—90. grasland. Bouwstreek (16 berichten) 90—200; Weidestreek (10 berichten) 140—200; Noord. Westerkwartier (9 berichten) 120—250; Oldambt (2 berichten) 125—400; Woldgebied (1 bericht) 125; Veenkoloniën (2 berichten) 150—220; Goorecht (5 berichten) 115-150. tuinland. Bouwstreek (5 berichten) 120—200; (Maarhuizen tot 500); Weidestreek (1 bericht) 200; Noord. Westerkwartier (2 berichten) 200—300; Woldgebied (1 bericht) 100—150; Veenkoloniën (2 berichten) 150-800. arbeidersperceelen. Bouwstreek (11 berichten) 150—300; Weidestreek (4 berichten) 200—300; Noord. Westerkwartier (4 berichten) 160—260; Oldambt (2 berichten) 100—200; Veenkoloniën (1 bericht) 150-300. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. Bouwstreek (9 berichten) 150—300; (Spijk 350—450); Weidestreek (5 berichten) 100—300; Noord. Westerkwartier (3 berichten) 80-175; Oldambt Q. bericht) 200-250; Woldgebied (1 bericht) 60—110; Veenkoloniën (1 bericht) 150; Goorecht (1 bericht) 50—75. grasland om te weiden. Bouwstreek (10 berichten) 80—200; 3 Weidestreek (9 berichten) 100-220; Noord. Westerkwartier (9 berichten) 105-185; Ol'dambt (2 berichten) 150-200; (N. Beerta 60); Veenkoloniën (1 bericht) 150; Goorecht (1 bericht) 80-140. grasland om te hooien en na te weiden. Bouwstreek (9 berichten) 80—230; Weidestreek (6 berichten) 100-240; Noord. Westerkwartier (5 berichten) 120-180; Oldambt (1 bericht) 150-250; Goorecht (2 berichten) 100—150. tuinland. Bouwstreek (4 berichten) 180-300; (Maarhuizen tot 600); Weidestreek geene; Noord. Westerkwartier (2 berichten) 150-300; Woldgebied (1 bericht) 100-150; Veenkoloniën 1 (bericht) 150—200. arbeidersperceelen. Bouwstreek (5 berichten) 180-300; Weidestreek (4 berichten) 200-300; Noord. Westerkwartier (6 berichten) 150—250; Veenkoloniën (1 bericht) 150—200. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. Bouwstreek (2 berichten) 250—275; Weidestreek (5 berichten) 150-300; Noord. Westerkwartier (2 berichten) 80-120; Oldambt (1 bericht) 200-250; Woldgebied 60-110; Veenkoloniën (1 bericht) 150; Goorecht (1 bericht) 80. grasland om te weiden. Bouwstreek (10 berichten) 75—230; Weidestreek (7 berichten) 120-250; Noord. Westerkwartier (8 berichten) 120-175; Oldambt (1 bericht) 150-200; Veenkoloniën (1 bericht) 150; Goorecht (2 berichten) 100—150. grasland om te hooien en na te weiden. Bouwstreek (10 berichten) 125—325; Weidestreek (5 berichten) 145-225; Noord. Westerkwartier (7 berichten) 120-200; Oldambt (1 bencht) 150-250; Woldgebied geene; Goorecht (1 bericht) 145. tuinland. Bouwstreek (2 berichten) 225; (Maarhuizen tot 600); Noord. Westerkwartier (2 berichten) 175-300; Veenkoloniën (1 bericht) 150—200. arbeidersperceelen. Bouwstreek (1 bericht) 200; Weidestreek (2 berichten) 300; Noord. Westerkwartier (3 berichten) 175—250; Veenkoloniën (1 bericht) 150—200. Ad Vraag II. Verkoopwaarde per H.A. yoor den oorlog. a. boerderijen. Bouwstreek (20 berichten) 800-2200; Weidestreek (18 berichten) 1200-2500; Noord. Westerkwartier (7 berichten) 1000—1800; Oldambt (4 berichten) 1000-2400; Woldgebied 4 (3 berichten) 1200—2000; Veenkoloniën (5 berichten) 1600—2500; Goorecht (2 berichten) 1250-1500. b. bouwland. Bouwstreek (10 berichten) 1000-2500; Weidegtreek (5 berichten) 1200—2500; Noord. Westerkwartier (2 berichten) 1000-2200; Oldambt (4 berichten) 1100-2000; Woldgebied (1 bericht) 1200—1500; Veenkoloniën (4 berichten) 1700—4000; Goorecht (5 berichten) 800-2000. c. grasland. Bouwstreek (10 berichten) 1000-3000; Weidestreek (10 berichten) 1200-2500; Noord.Westerkwartier (8 berichten) 1200- 3000; Oldambt (1 bericht) 2000; Veenkoloniën (2 berichten) 2500—3000; Goorecht (4 berichten) 1000-1500. d. tuinland. Bouwstreek (6 berichten) 1650-3000; (Middelstum 5000-6000); Weidestreek (1 bericht) 2500-3000; Noord.Westerkwartier (1 bericht) 2500-3000; Woldgebied (1 bericht) 20002200; Veenkoloniën (4 berichten) 2000-4000; Goorecht (1 bericht) 1000-2000. e. arbeidersperceelen. Bouwstreek (4 berichten) 1000—3000; (Middelstum 5000-6000); Oldambt (2 berichten) 1500-4000; Veenkoloniën (1 bericht) 1300-4000. Ad Vraag III. Behoudens enkele uitzonderingen wordt de verhouding tusschen koop- en pachtprijs normaal genoemd. Uit de Bouwstreek komen echter berichten, dat de koopprijs lager was dan de pachtprijs. Zuurdijk: voor bouwland was de verhouding vrijwel normaal, voor tuinland en arbeidersperceelen te laag. Zoo was ook de pachtprijs hooger te Warfhuizen, Warffum, Spijk, Thesinge, Ten Post. Uit de Weidestreek: alle berichtgevers spreken van eene normale verhouding, behalve Niehove: huurprijs iets hooger dan koopprijs. Noordelijk Westerkwartier bericht eveneens een goede verhouding, uitgezonderd Visvliet en Noordhorn, welke te lagen koopprijs melden. Ook Oldambt, Woldstrèek, Veenkoloniën en Goorecht spreken van goede verhoudingen. Oterdum meldt: voor boerderijen, bouwland, grasland ± 7% der koopsom, voor arbeidersperceelen 6 tot 8 %; Veendam pachtprijs 5 tot 6 % van den koopprijs. 5 Ad Vraag IV. Pachtprijzen per H.A. in den laatsten tijd. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandscJie termijnver pachting. Bouwstreek (18 berichten) 80—265; Weidestreek (15 berichten) 85-350; Noord. Westerkwartier (8 berichten) 150-240; Oldambt (5 berichten) 110-220; Woldgebied (1 bericht) 150—200; Veenkoloniën (5 berichten) 150—300; Goorecht (2 berichten) 120—250. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. Bouwstreek (11 berichten) 130-300; Weidestreek (13 berichten) 130-350; Noord. Westerkwartier (7 berichten) 170-400; Oldambt (5 berichten) 110-270; Woldgebied (1 bericht) 150-200; Veenkoloniën (4 berichten) 170-300; Goorecht (1 bericht) 80. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Bouwstreek (8 berichten) 200—550; (Middelstum 500-700); Weidestreek (3 berichten) 150—400; NöOrd. Westerkwartier (4 berichten) 200-400; (Hoogkerk tot 600); Oldambt (2 berichten) 100-250; Woldgebied (1 bericht) 200-250; Veenkoloniën (3 berichten) 180-300; Goorecht (3 berichten) 110—190. grasland. Bouwstreek (12 berichten) 200-400; (Stedum tot 800); Weidestreek (7 berichten) 200-700;. Noord. Westerkwartier (7 berichten) 165—500; Oldambt (2 berichten) 100-300; Veenkoloniën (2 berichten) 300; Goorecht (2 berichten) 300. tuinland. Bouwstreek (2 berichten) 400—600; Noord. Westerkwartier (1 bericht) 400—500; Woldgebied (1 bericht) 200—225; Veenkoloniën (2 berichten) 400. arbeidersperceelen. Bouwstreek (4 berichten) 400—500; Weidestreek (1 bericht) 300—400; Noord. Westerkwartier (4 berichten) 250—450; Oldambt (2 berichten) 150—450; Veenkoloniën (2 berichten) tot 400. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Bouwstreek (13 berichten) 250—500; (Middelstum 350—800); Weidestreek (5 berichten) 130—400; Noord. Westerkwartier (4 berichten) 225—600; Oldambt (3 berichten) 150—300; Woldgebied (1 bericht) 200—250; Veenkoloniën (4 berichten) 200—300; Goorecht (5 berichten) 175—200. grasland. Bouwstreek (12 berichten) 250—1000; Weidestreek 6 (7 berichten) 250—400; Noord. Westerkwartier (8 berichten) 180—500; Oldambt (1 bericht) 200—300; Veenkoloniën (2 berichten) 300—320; Goorecht (3 berichten) 170—300. tuinland. Bouwstreek (3 berichten) 350-700; Noord. Westerkwartier (3 berichten) 300—800; Woldgebied (1 bericht) 200—225; Veenkoloniën (2 berichten) 400. arbeidersperceelen. Bouwstreek (8 berichten) 350—700; (Stedum 850); Weidestreek (3 berichten) 350—400; Noord. Westerkwartier (4 berichten) 250—500; Oldambt (1 bericht) 300—400: Veenkoloniën (1 bericht) 400. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. Bouwstreek (9 berichten) 250- 900; • Weidestreek (4 berichten) 200—700; Noord. Westerkwartier (3 berichten) 250—600; Oldambt (1 bericht) 400—500; Veenkoloniën (2 berichten) tot 300. grasland om te weiden. Bouwstreek (10 berichten) 250—400; Weidestreek (9 berichten) 200—400; Noord. Westerkwartier (6 berichten) 225—500; Oldambt (2 berichten) tot 300; Goorecht (2 berichten) 200-240. grasland om te hooien en na te weiden. Bouwstreek (9 berichten) 300—450; Weidestreek (6 berichten) 275—450; Noord. Westerkwartier (6 berichten) 250-400; Oldambt (2 berichten) 300-400. tuinland. Bouwstreek (3 berichten) 350-850; Noord. Westerkwartier (2 berichten) 300—500; Veenkoloniën (1 bericht) 400. arbeidersperceelen. Bouwstreek (4 berichten) 350—720; Weidestreek (3 berichten) 300—450; Noord.Westerkwartier (5 berichten) 250—500; Veenkoloniën (1 bericht) tot 400. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. Bouwstreek (4 berichten) 300—850; Weidestreek (4 berichten) 200—650; Noord. Westerkwartier (2 berichten) 250-500; Oldambt (1 bericht) 400—500; Veenkoloniën (2 berichten) tot 300. grasland om te weiden. Bouwstreek (9 berichten) 250—550; Weidestreek (7 berichten) 200—475; Noord. Westerkwartier (8 berichten) 250—500; Oldambt (1 bericht) 300; Veenkoloniën (1 bericht) tot 300; Goorecht (3 berichten) 200—260. grasland om te hooien en na te weiden. Bouwstreek (8 berichten) 300—550; Weidestreek (6 berichten) 200-510; Noord. Wester- 7 kwartier (6 berichten) 300—450; Oldambt (1 bericht) 300-400 Goorecht (4 berichten) 200—300. tuinland. Bouwstreek (2 berichten) 500—850; Weidestreek (1 bericht) 425; Noord. Westerkwartier (3 berichten) 350—500; (Hoogkerk tot 800); Veenkoloniën (1 bericht) tot 400. arbeidersperceelen. Bouwstreek (3 berichten) 480—800; Weidestreek (1 bericht) 300—450; Noord. Westerkwartier (3 berichten) 350 -500; Veenkoloniën (1 bericht) tot 400. Ad Vraag V. Verkoopwaarde per H.A. in den laatsten tijd. a. boerderijen. Bouwstreek (20 berichten) 1300—3000; Weidestreek (14 berichten) 1500-3000; Noord. Westerkwartier (7 berichten) 2000—3500; Oldambt (5 berichten) 1500—8000; Woldgebied {11 berichten) 1300- 2600; Veenkoloniën (5 berichten) 2200-3200. 6. bouteland. Bouwstreek (14 berichten) 1500—4000; Weidestreek (8 berichten) 1500—4000; Noord. Westerkwartier (2 berichten) 2500-3000; Oldambt (5 berichten) 1500—3200; Woldgebied (1 bericht) 1600-2000; Veenkoloniën (4 berichten) 2200-3200; Goorecht (5 berichten) 2000—3000. c. grasland. Bouwstreek (13 berichten) 2000—4000; Weidestreek (10 berichten) 2000—4000; Noord. Westerkwartier (7 berichten) 2500—4000; Oldambt (1 bericht) 3000; Veenkoloniën (3 berichten) 2400—4000; Goorecht (5 berichten) 1000—3000. d. tuinland. Bouwstreek (3 berichten) 3000—8000; Weidestreek (3 berichten) 2000—7000; Noord. Westerkwartier (1 bericht) 4000-4500; Veenkoloniën (3 berichten) 2400—4000. e. arbeidersperceelen. Bouwstreek (2 berichten) 3000—8000; Weidestreek (1 bericht) 2000-3000; Oldambt (1 bericht) 1800—2000; Veenkoloniën (2 berichten) 2400—4000. Ad Vraag VI. Vrij algemeen wordt geantwoord, dat alle gronden gestegen zijn. Uit de Bouwstreek komen echter berichten, dat de vruchtbare gestegen zijn. Spijk: stijging op de zeer vruchtbare gronden; Bierum: de vruchtbare het meest; Warffum: alle gronden, doch de vruchtbare het meest. Uit de Weidestreek meldt Niehove: alle gronden, doch naar 8 evenredigheid de slechtste het meest; Visvliet: alle gronden, doch de slechtste het meest Uit Oldambt meldt Beerta: meer de zeer vruchtbare gronden gestegen; Nieuw-Beerta; alleen de zeer vruchtbare gronden. Eveneens meldt de Woldstreek stijging op de vruchtbare gronden, Zoo Schild wolde: de vruchtbare het meest. Ook de Veenkoloniën; Sappemeer: stijging alleen op de zeer vruchtbare gronden; Wildervank: vruchtbare gronden stijging het meest. Uit Goorecht meldt alleen Onnen: stijging het grootst op de vruchtbare gronden. De stijging betreft land van elke cultuur en zoowel nieuw- als wederinhuur. Zuurdijk meldt: alle landerijen zyn gestegen, doch bij wederinhuring en onderhands wordt gewoonlijk niet die uiterste pacht bedongen, als bij publieke verharing. Maarhuizen: alle landerijen gestegen, het is niet mogelijk om nog iets uit de hand te huren. Eenrum: er is hier betaald f265 per H.A. voor een zeer geschikt gelegen boerderij, bij gesloten briefjes; tot dusver altgd in eigen exploitatie. Spijk: stijging is algemeen, behalve de gronden aan arbeiders ten behoeve van tuinbouw verstrekt door Spaarbanken, Af deelingen der Mij. tot Nut van't Algemeen. Bierum: stijging op grond voor handelsgewasien, zoowel niéuwals wederinhuring. Middelstum: stijging in 't bijzonder voor handelsgewassen. Thesinge: speciaal op tuinbouw en handelagewassen, zoowel nieuw- als wederinhuring. Hoogemeeden: een huurder kan een boerderij niet wederinhuren dan tegen veel hoogeren prijs. Saaxum: stijging voornamelijk de handelsgewassen. Oldehove: voornamelijk handelsgewassen. Grijpskerk: alle landerijen, voornamelijk op groentencultuur. Hoogkerk: de prijzen voor wederinhuring waren niet zoo hoog als die van nieuwverhuring. Finsterwolde: voornamelijk op handelsgewassen. NieuwBeerta: stijging algemeen, hier weinig verhuurd, alleen eigen geërfde boeren. Hollum: stijging voor tuinbouw meer. Sappemeer: het meest voor tuinbouwgewassen. Wildervank: alleen op landbouwgewassen. Over de vraag of de stijging evenredig is met de winst en met de schade, wordt verschillend gedacht In het algemeen kan gezegd worden, dat de groote meerderheid uit alle deelen der provincie de stijging evenredig acht met de winst, ver- 9 schillenden zelfs meenen, dat de winst de stijging aanmerkelijk overtreft. Wat de schade door omzetting betreft, «ommigen achten, dat de pachter te veel bevoordeeld is bp^ven den verpachter, anderen, dat het ten nauwste samenhangt met de onmisbaarheid van het perceel en de ligging, weer anderen, dat de schade voldoende gedekt is door de premies of door de zeer gestegen huur der perceelen. Uit de Bouwstreek: Ulrum: stijging niet evenredig met de winst en de schade grooter dan de huur; Zuurdijk: misschien evenredig met winst, doch b\j omzetting heeft pachter geprofiteerd boven verpachter; er zijn voorbeelden, dat de pachter bij onderlinge overeenkomst f 100 per H.A. extra pacht aan den verhuurder betaalde voor te scheuren grasland; Kloosterburen: de stijging niet evenredig met winst; Baflo: idem; Spijk: in 't begin van den oorlog was de stijging evenredig met de winst, thans niet meer; Bierum: de stijging niet evenredig aan de schade. Daarentegen Pieterburen, Hornhuizen, Warffum, Uithuizen, Uithuteermeeden, Appingedam, Stedum, Thesinge, Ten Post, Oosterhoogebrug: stijging evenredig met winst. Voorts bericht Warfhuizen: stijging niet evenredig met meerdere winst; Maarhuizen: winst grooter dan stijging; Middelstum: bij best bouwland winst grooter, in tegenovergesteld geval schade grooter. Hoogemeeden bericht, dat de stijging hooger is dan de winst; Aduard: voor bouwland evenredig, voor grasland niet; Horssens: de stijging te hoog in verhouding tot de winst ;01dehove: weinig schade door scheuren; Niehove: de premies der regeering hebben de schade gereduceerd; Visvliet: de stijging niet evenredig met schade; Grijpskerk: stijging eer te laag, dan te hoog; Oterdum: winst grooter. Uit het Oldambt berichten alle berichtgevers, dat de stijging evenredig is met de winst. Uit de Veenkoloniën bericht slechts Sappemeer, dat de stijging aan de winst overtreft. Uit het Goorecht berichten Haren en Onnen(2), dat de stijging de winst overtreft. Als oorzaken der stijging worden genoemd: de hooge prijzen der 10 land- en tuinbouwproducten, van het vee en van de zuivel; meerdere rendabiliteit van het bedrijf; meer vraag dan aanbod. De verwachting is, dat de hooge prijzen nog lang zullen stand houden en in elk geval hooger zullen zijn dan voor den oorlog. Warfhuizen bericht een zeer sterke vraag voor klein bedrijf 20 H.A. Spijk noemt naast hooge prijzen der producten lage arbeidsloonen. Pinsterwolde: ieder wil een stuk land hebben om zijn eigen benoodigdheden te verbouwen en de rest te verkoopen. Haren: er is winst gemaakt, waardoor verlangen naar uitbreiding ontstond; slecht boekhouden, zoodat men de waarde der landerijen niet meer weet en geen rente berekent over eigen kapitaal; onvoldoende aanvoer van kunstmest. Ad Vraag VU. Drie en dertig berichtgevers, over de geheele provincie verspreid, geven een ontkennend antwoord. Voorts berichten vijf en twintig berichtgevers een verkorting van termijn van zes op drie, twee en een jaar, of een in enkele gevallen voorkomende verkorting van termijnen. Warfhuizen bericht, dat de pachter meerdere vrijheid tot het opzeggen der huur heeft verkregen; pachter en verpachter hebben beiden het recht de huur op te zeggen met vergoeding van een half jaar huur; zeer zelden wordt hiervan misbruik gemaakt. Middelstum: er worden solide borgen gevraagd. Grijpskerk: drie huurjaren met drie keurjaren. Niehove: eerst voor drie"jaar, thans weer voor zes jaar op dezelfde voorwaarden. Ad Vraag Vin. Vijftien berichtgevers beantwoorden de vraag omtrent tusschentijdsche ontbinding bevestigend, de anderen ontkennend. Zij, die bevestigend beantwoorden, antwoorden deels eenvoudig bevestigend, deels „zeer zeldzaam" of „enkele gevallen". Zuurdijk: één geval van ontbinding door den verpachter; 't betrof een boerderij van 70 H.A., zeer in 't nadeel van den pachter; een verhooging van f 100 per H.A. was het gevolg. Eén geval van ontbinding bij minnelijke schikking, waarbij de pachter een schadevergoeding verkreeg van f 300 per H.A. voor de 11 twee of drie nog resteerende huurjaren. Warfhuizen: zeer zeldzaam. Hornhuizen: één geval is bekend, dat de verpachter de pacht tusschentijds ontbinden wou, doch door meer pacht te betalen kon de pachter blijven, in zijn nadeel. Maarhuizen: ja, wegens de scheurplicht konden de huurders een half jaar pacht ontvangen of een veel grootere huursom betalen. Den Ham: twee pachtovereenkomsten ontbonden en de boerderijen verkocht. Groningen: in verschillende contracten is bepaald, dat men tegen betaling van een half jaar huur de overeenkomst kan ontbinden. Twaalf berichtgevers beantwoorden de vraag omtrent verkoop bevestigend, de anderen ontkennend. Finsterwolder vooral boerderijen, die gesplitst konden worden in perceelen; deze perceelen gekocht door boeren uit de buurt * om een eigen bedrijf te beginnen. Anderen antwoorden eenvoudig bevestigend of „een enkel geval". Ad Vraag IX. Hornhuizen vermeldt, dat indertijd een plan is ontworpen tot stichting van een Pachtbureau, doch nooit doorgegaan om de eenvoudige reden, dat er geen recht van bestaan was voor zulk een Bureau. Grijpskerk bericht, dat vele jaren geleden door de Maatschappij ter bevordering van den Landbouw in het Westerkwartier een Pachtcommissie is aangewezen, doch zonder resultaat; inhalige verhuurders wenschten de Commissie niet. Veendam: De Veenkoloniale Boerenbond werkte mee tot het voorkomen van onredelijke pachtprijzen van grasland, ongetwijfeld met succes. Haren vermeldt het Rijkshooibureau. De overige berichtgevers antwoorden ontkennend op de vraag, of reeds pogingen ter voorkoming van opdrijving of ter bestrijding van eenigen misstand zijn aangewend. Een en dertig Vragenlijsten geven geen nadere middelen aan. Vijftien berichtgevers verklaren, dat geen redelijke maatregelen te treffen zijn; dat het beste is geen ingrijpen van Staatswege; dat de daling van pachtprijzen uit zich zelf zal komen; dat het beste is zooveel mogelijk vrijheid te laten; dat het zeer moeilijk is rechtvaardige maatregelen te treffen; dat er geen maatregelen te treffen zijn; dat de prijzen reeds dalende zijn, zoodat ingrijpen overbodig is; dat weinig opdrijving is voorge- 12 komen. Vijf berichtgevers vragen Pachtcommissies, óf provinciale óf plaatselijke óf zonder nadere definieering. Voorts wordt gevraagd bescherming van kleingrondbezit; beperking van grootgrondbezit, o.a. door zware belasting; verbod aan rijke boeren om meer land bij te koopen en te doen bebouwen door zetboeren; verplichting tot onderhandsche verhuring, waarbij meer te letten op de geschiktheid van den huurder dan op de hoogste pacht. Verbod van strijk- en bodgelden en verhuring bij gesloten briefjes. Een sollicitantenstelsel na vaststelling door Commissie van de pachtsom, keuze van den pachter aan den' verpachter. Vergoeding voor aangebrachte verbeteringen by ontbinding en geen verhooging van huur wegens aangebrachte verbeteringen bij wederinhuur. Onvoorwaardelijke toepassing van Art. 1628 B.W. Vrijheid van cultuur; verhuring op langen termijn met tusschentijdsche bepaling der pachtsom. Ingrijpen van regeeringswege, als de prijzen der producten sterk mochten dalen; organisatie van de huurders; landverbetering en ontginning; emigratie; regeling van den huurprijs door huurders en verhuurders zonder tusschenkomst van notarissen, rentmeesters en zaakwaarnemers. Verplichte verbetering en bemesting van den grond door * den huurder, in het huurcontract vast te stellen; verplichting tot boekhouding voor alle grondgebruikers ter inzage aaD de Pachteommissie met het recht om niet productieve grondgebruikers uit te sluiten. Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Friesland. (Er zijn totaal ingekomen 124 Vragenlijsten, waarvan 34 uit Kleiweidestreek, 17 uit Veenweidestreek, 44 uit de Wouden, 29 uit Kleibouwstredk.) Ad Vraag I. Pachtprijzen *) per H.A. voor den oorlog. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. Kleiweidestreek (32 berichten) 80—200; Veenweidestreek (17 berichten) 54—150; de Wouden (38 berichten) 30—200; Kleibouwstreek (29 berichten) 60—150. 6. Ingevolge openbare termijnverpachtina. Kleiweidestreek (30 berichten!) 80—200; Veenweidestreek (13 berichten) 65—170; de Wouden (33 berichten) 30—135; Kleibouwstreek (26 berichten) 80—200. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Kleiweidestreek (9 berichten) 100—250; Veenweidestreek (4 berichten) 20—100; de Wouden (24 berichten) 20—120; Kleibouwstreek (28 berichten) 60—165. grasland. Kleiweidestreek (28 berichten) 100—250; Veenweidestreek (14 berichten) 50—170; de Wouden (33 beTichten) 20—150; Kleibouwstreek (27 berichten) 75—180. tuinland. Kleiweidestreek (4 berichten) 100—250; Veenweidestreek (1 bericht) 150—180; de Wouden (1 bericht) 80—120; Kleibouwstreek (3 berichten) 150—250. arbeidersperceelen. Kleiweidestreek (5 berichten) 120—250; *) Pachtprywn en verkoopwaarde zijn uitgedrukt in guldens. 14 Veenweidestreek (2 berichten) 100—200; de Wouden (18 berichten) 35—120; Kleibouwstreek (8 berichten) 120—300. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Kleiweidestreek (8 berichten) 130—250; Veenweidestreek (2 berichten) 40—110; de Wouden (25 berichten) 20—160; Kleibouwstreek (26 berichten) 100—240. grasland. Kleiweidestreek (23 berichten) 115—250; Veenweidestreek (12 berichten) 60—180; de Woujdien (30 berichten) 20—150; Kleibouwstreek (27 berichten) 80—240. tuinland. Kleiweidestreek (2 berichten) 100—250; Veenweidestreek (1 'bericht) 160—190; de Wouden (3 berichten) 80—140; Kleibouwstreek (8 berichten) 150—275. arbeiderspercéelen. Kleiweidestreek (4 berichten) 150—225; Veenweidestreek (1 bericht) 60—80; de Wouden (18 berichten) 35—160; Kleibouwstreek (13 berichten) 125—325. c. Ingevolge onderhandsche ^verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Kleiweidestreek (3 berichten) 100—250; Veenweidestreek (1 bericht) 36—45; de Wouden (8 berichten) 35—200; Kleibouwstreek (6 berichten) 150—275. grasland om te weiden. Kleiweidestreek (15 berichten) 100—260; Veenweidestreek (11 berichten) 40—210; de Wouden (22 berichten) 20—150; Kleibouwstreek (7 berichten) 120—400. grasland om ie hooien en na te weiden. Kleiweidestreek QlÖ berichten) 100—265; Veenweidestreek (9 berichten) 40—240; de Wouden (24 berichten) 20—300; Kleiweidestreek (.8 berichten) 160—310. tuinland. Kleiweidestreek (1 bericht) 100—250; de Wouden (2 berichten) 90—180; Kleibouwstreek (1 bericht) 200—300. arbeidersperceelen. Kleiweidestreek (2 berichten) 100—265; de Wouden (5 berichten) 30—100; Kleibouwstreek (1 bericht) 300—400. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Kleiweidestreek (2 berichten) 170—280; Veenweidestreek (2 berichten) 40—160; de Wouden! (7 berichten) 45—150; Kleibouwstreek (6 berichten) 170—360. grasland om te weiden. Kleiweidestreek (16 'berichten') 100—270; 15 Veenweidestreek (11 berichten) 45—240; de Wouden (18 berichten) 60—150; Kleibouwstreek (9 berichten) 90—270. grasland om te hooien en na te weiden. Kleiweidestreek (12 berichten) 100—290; Veenweidestreek (8 berichten) 45—270; de Wouden (19 berichten) 30—300; Kleibouwstreek (18 berichten) 110—350. tuinland. Kleiweidestreek (1 bericht) 100—250; Veenweidestreek (1 bericht) 190—220; de Wouden (2 berichten) 100—200; Kleibouwstreek (1 bericht) 200—300. arbeidersperceelen. Kleiweidestreek (2 berichten') 100—290; Veenweidestreek (1 bericht) 70—100; de Wouden (3 berichten) 40—100; Kleibouwstreek (2 berichten) 225—400. Ad Vraag II. Verkoopwaarde per H.A. voor den oorlog. o. boerderijen. Kleiweidestreek (28 berichten) 1800—3000; Veenweidestreek (14 berichten) 900—2800; de Wouden (32 berichten) 400—2500; Kleibouwstreek (27 berichten) 1000—3000. 6. bouwland. Kleiweidestreek (10 berichten) 1500—2700; Veenweidestreek (5 berichten) 600—1800; de Wouden (35 berichten) 300—1800; Kleibouwstreek (28 berichten) 1000—3000. c. grasland. Kleiweidestreek (20 berichten) 1500—3300; Veenweidestreek (15. berichten) 900—3000; de Wouden (36 berichten) 400—2500; Kleibouwstreek (28 berichten) 1400—3000. d. tuinland. Kleiweidestreek (3 berichten) 2000—3600; de Wouden (5 berichten) 300—2000; Kleibouwstreek (6 berichten) 3000—3600. e. arbeidersperceelen. Kleiweidestreek (2 berichten) 200O— 3600; Veenweidestreek (3 berichten) 800—1800; de Wouden (.6 berichten) 600—1500; Kleibouwstreek (7 berichten) 1500—4500. Ad Vraag III. Het meerendeel der berichtgever®, verspreid over de geheele provincie, acht een normale verhouding aanwezig. Uit de Kleiweidestreek bericht Finkum, dat in de laatste jaren de huur boven de verkoopwaarde ging; Lollum deelt mede, dat de pachtprijs een Weinig te hoog was. In dienzelfden zin ruiden de berichten uit Pingjum, Schraard en Witmarsum. Daartegenover 16 fK'} staat (het bericht uit Makkum, dat de huren1 laag waren in verhouding tot de koopsom. Oosterlittens bericht, dat de verhouding hij onderhandsche verpachting normaal was, daarentegen bij publieke verpachting abnormaal. Als cijfers worden genoemd iVz tot 6 % voor b(^rderijen, 5 tot 8, zelfs tot 10 % voor los grasland. Uit de Veenweidestreek 'berichten Warns en Heerenveen, dat de pachtprijzen hooger dan een normale rente van de koopsom waren en meent Terkaple, dat men' met voldoende koopkracht beter koopen dan pachten kon. Uit de "Wouden zijn onderscheidene berichten over de hooge huurprijizen bij verpachting van hooilanden en bij seizoenverpaohtingen ingekomen. Nijlamer bericht, dat bij seizoenverpachting soms 3- %, soms 10 % gemaakt werd. Voor boerderijen en bij ternrajnverpachting noemt men 4 en 5 % van den koopprijs. Zonder nader te onderscheiden wordt ook gesproken van 6 tot 9 %. Uit de Kleibouwstreek zrjm berichten over iets te hooge huurprijzen, zoo Holwerd, Kollum, Lutjewoudè. Anjum bericht, dat de koopprijs altijd rentegevend was. Blija noemt als cijfers 6, 7, 8 % van den kbopprijs, Mlnnertsga 5, 6 %, Engekum' AVz %. Menaldum en Dronrijp meenen, dat het voordeeliger was te verkoopen dan1 te verhuren. Den huurprijs van arbeidersperceelen achten Wolvega en Nes te hoog. Ad Vraag IV. Pachtprijzen per H.A. in den laatsten tijd. 1. Boérderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. Kleiweidestreek (31 berichten) 100—225; Veenweidestreek (17 berichten) 90—240; de Wouden (33 berichten) 50—300; Kleibouwstreek (28 berichten) 100—240. 5. Ingevolge openbare termijnverpachting. Kleiwedidiestreek (25 berichten) 160—330; Veenweidestreek (14 berichten) 130— 300; de Wouden (28 berichten) 60—300; Kleibouwstreek (28 berichten) 140—450. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachtinp. bouwland. Kleiweidestreek (13 berichten) 100—500; Veenweide- 17 streek (7 berichten) 80—450; de Wouden (21 berichten) 50—750; Kleibouwstreek (28 berichten) 120—270. grasland. Kleiweidestreek (.23 berichten)' 150—600; Veenweidestreek (11 berichten) 130—350; de Wouden (29 berichten) 75—400; Kleibouwstreek (27 -berichten) 130—500. tuinland. Kleiweidestreek (4 berichten) 200—700; Veenweidestreek (1 bericht) tot 350; de Wouden (3 berichten) 75—300; Kleibouwstreek (6 berichten) 200—400. arbeidersperceelen. Kleiweidestreek (6 berichten) 140—150; de Wouden (10 beriohten) 70—500; Kleibouwstreek (8 berichten) 160—500. b. Ingevolge openbare termijnver pachting. bouwland. Kleiweidestreek (12 berichten) 200—600; Veenweidestreek (.5 beriohten) 120—480; de Wouden (15 berichten) 50—750; Kleiweidestreek (27 beriohten) 145—540. grasland. Kleiweidestreek (21 berichten) 200—450; Veenweidestreek (.11 'berichten) 140—450; de Wouden (24 berichten) 75—450; Kleibouwstreek (26 berichten) 150—500. tuinland. Kleiweidestreek (4 berichten) 180—750; Veenweidestreek (1 bericht) tot 450; de Wouden (4 berichten) 75—360; Kleibouwstreek (8 'beriohten) 100—500. arbeidersperceelen. Kleiweidestreek (6 berichten) 240—450; Veenweidestreek (1 bericht) tot 450; de Wouden (8 berichten) 60—375; Kleibouwstreek (.9 berichten) 100—500. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen. < bouwland. KleiweMiestreek (6 berichten) 180—600; Veenweidestreek (2 berichten) 130—600; de Wouden (9 berichten) 50—500; Kleibouwstreek (7 berichten) 220—700. grasland om te weiden. Kleiweidestreek (.12 beriohten) 150—400; Veenweidestreek (11 berichten) 120—400; de Wouden (18 berichten) 100—450; Kleabouwistreek (8 berichten) 210—375. grasland om te hooien en na te weiden. KleSweidestreek (6 berichten) 200—400; Veenweidestreek (8 berichten) 130—450; de Wouden (.15 berichten) 90—600; Kleibouwstreek (11 berichten) 200—600. tuinland. Kleiweidestreek (2 berichten) 360—700; de Wouden (2 berichten) 260—400; KleSbouwstreek (1 bericht) 700—800. Jf ' 18 arbeidersperceelen. Kleiweidestreek (3 berichten) 250—500de Wouden (4 berichten) 80—300; Kleibouwstreek Cl bericht) 700—800. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizom. bouwland. Kleiweidestreek (6 berichten) 275—700; Veenweidestreek (2 berichten) 150—600; de Wouden (11 berichten) 50—525; Kleibouwstreek (9 'berichten) 250—700. grasland om te weiden. Kleiweidestreek (12 berichten) 220—575Veenweidestreek (.11 berichten) 140—450; de Wouden (17 W richten) 90—500; Kleibouwstreek, (8 'berichten) 220—400. grasland om te hooien en na te weiden. Kleiweidestreek (7 berichten) 220—500; Veenweidestreek (8 berichten) 140—600- de Wouden (19 berichten) 120—650; Kleibouwstreek (18 berichten) 240—600. tuinland. Kleiweidestreek (2 berichten) 400—700; de Wouden (3 berichten) 260—525; Kleibouwstreek (1 bericht) 700—800. arbeidersperceelen. Kleiweidestreek (4 'berichten) 250—500Veenweidestreek (1 bericht) 100-200; de Wouden (4 berichten) 80—525; Kleibouwstreek (2 berichten) 300—800 Ad Vraag V. Pachtprijzen per H.A. in den laatsten tijd. a. boerderijen. Kleiweidestreek (29 berichten) 2100—7000Veenweidestreek (13 berichten) 1000—4000; de Wouden (33 be^ richten) 700—5000; Kleibouwstreek (25 berichten) 1600—5000. 6. bouwland. Kleiweidestreek (11 berichten) 2400—4200Veenweidestreek (4 berichten) 1400—7200; de Wouden (28 berichten) 600—4000; Kleibouwstreek (26 'berichten) 1700—5000. c. grasland. Kleiweidestreek (23 beriohten) 2200—6000- Veen. weidestreek (12 berichten) 1500—4500; de Wouden (32 berichten) 600—4000; Kleibouwstreek (26 berichten) 2500—6000. d. tuinland. KlCiweidiesfeneek (5 'berichten) 2200—7000- Veenweidestreek (1 bericht) 4000-5000; de Wouden (3 berichten) 600—4000; Kleibouwstreek (9 berichten) 3000—8000. e. arbeidersperceelen. Kleiweidestreek (1 bericht) 4800; Veenweidestreek (1 bericht) 1800—2400; de Wouden (6 berichten) 600—3000; Kleibouwstreek (7 berichten) 2700—8000. Ad Vraag VI. De stijging beeft betrekking op alje soorten grond, 19 * Uit de Kleiweidestreek komen berichten, dat de vruchtbaarste gronden het meest gestegen zijn, zoo Finkum, Sneek, Loenga, Bolsward. Daartegenover bericht Miedum, dat de lichtste gronden het meest gestegen zijln, Oosterwierum hetzelfde van de schrale. Workum meldt: de slechtste gronden zijn nog het duurst. Ook Hommerts bericht: de mindere gronden zijn veel hooger in verhouding tot dè betere. Van de berichtgevers uit de Veenweidestreek acht Heerenveen, dat de minder vruchtbare het meest gestegen zijn, daarentegen Oldeboorn, dat in verhouding de stijging het sterkst was bij de vruchtbare gronden. Ook 'bij de berichtgevers uit de Wouden vindt men een dergelijke tegenstelling. Dat de slechtste gronden het meest gestegen zijn, berichten Akkerwoude, Gorredijk, Langezwaag, Siegerswoude, Ter Idzardt, Nijlamer. Daartegenover bericht Oosterwoldé, dat de schrale gronden het minst gestegen zijn. Uit de Kleibouwstreek berichten Anjum, Oude Leije, Lieve Vrouwen Parochie, Oudebiltzijl, Almenum de grootste stijging voor de vruchtbaarste landerijen, Holwerd en Beetgumermolen daarentegen voor de minder vruchtbare gronden. Het meerendeel der berichtgevers is van oordeel, dat de stijging voor alle cultures geldt en algemeen is. Oosterlittens meldt, dat de stijging het sterkst is bij losse bouwgronden; Arum, dat de stijging vooral bij tuingrond van invloed is; Roodhuis, 't meest bij gescheurd grasland; Ytens, vooral bij nieuw bouwland1. Dat de stijging bij nieuwverhuring bet grootst is, berichten Wifrdum en LoUum. Bolsward meent, dat bij wedérinhuur rekening gehouden is met den onzekeren toestand, en dat vooral bij publieke verhuring dé stijging te groot is. Uit de Veenweidestreek berichten Ruigahuizen, Tjerkgaast en Oldeboorn, dat de stijging in het bijzonder bij nieuwhuur sterk was; Heerenveen meldt de hoogste stijging bij greidlanden, Haskerhorne speciaal bij losse landerijen. Uit de Wouden wordt de sterkste stijging bij nieuwhuur bericht door Kooten, Óosterwolde, Eestrum en Bergen. Tietjerk, Suameer en Oldeboltwolde melden de sterkste stijging bij publieke verhuring en verhuring voor één seizoen. Van de Kleibouwstreek berichten Franeker, Holwerd, Nes ' 20 Kollum de sterkste stijging bij nieuwhuur; Blije, en Beetgumermolen bij publieke verpachting. Lieve Vrouwen Parochie wijst op een uitermate sterke stijging bij verbouw van handelsgewassen. Minnertsga vermeldt, dat greidland, geschikt tot scheuren, soms met 300 % steeg; sommige perceelen kasten f 5400 per H.A. en brengen een huur van f 800 per H.A. op. Aalzum' bericht een bijzondere stijging voor tuinland en arbeidersperceelen, Engelum voor land bij de dorpen, vnl. gaardeniersland en kleinbedrijf. Voor de Kleiweidestreek, de Veenweidestreek en de Kleibouwstreek is de overgroote meerderheid der berichtgevers van oordeel, dat de winst evenredig is met de stijging, of vrij evenredig, of tot heden evenredig. Uit de Kleiweidestreek berichten Jelsum, Witmarsum en Oosterend een winst," die de stijging overtreft, Heeg en Gubaard achten evenwel de stijging hooger dan de winst. Uit de Veenweidestreek bericht Snikzwaag, dat de winst ruim opweegt tegen de stijging, terwijl Zurioh de stijging te hoog acht. Van de Kleibouwstreek zijn Oudebiltzijl, Tzummarum, Wijnaldum, Menaldum, DTonrijp van oordeel, dat ,de winst de stijging overtreft; meent Oude Leije, dat dit in enkele gevallen voorkomt, terwijl Kollum, Lieve Vrouwen Parochie, Minnertsga de stijging hooger dan de winst achten en Aalzum alleen evenredigheid van winst met stijging aanwezig acht, voorzoover de garantóeprijizen gehandhaafd blijven. In de Wouden is men echter niet zoo eenstemmig over de vraag, of de stijging evenredig is met de winst. Van de twee »en veertig berichtgevers achten vijftien de vraag niet bevestigend te kunnen beantwoorden. Akkerwoude, Oostermeer, Bergum, Surhuisterveen, Langezwaag, Óosterwolde, Makkinga, Nijeholtwoldje verklaren', dat de stijging de winst overtreft. Kooten acht de winst in de meeste gevallen niet evenredig; Gorredijk, in 1917 en 1918 niet meer; Siegerswoude, bij losse landerijen aanmerkelijk door de schade overtroffen; Blesdijke en Wolvega, ih de laatste jaren niet meer; Lippenhuizen, bij openbare verpachtingen niet evenredig. Tietjerk deelt mede, dat men bij nieuwhuur naar een goeden eigenaar Uitziet en dan voor de eerstvolgende vijf jaren zeer 'hoog pacht, men koopt zich als het ware een pacht. 21 Voorzoover de vraag, of de stijging evenredig is met de schade, -» beantwoord wordt, worden uiteenloopende meeningen geuit. Sommige berichtgevers achten geen schade aanwezig, zoo die van Oosterlittens, Oosterwierum, Arum, Oosterend; integendeel groot voordeel, ais die van Nes, Blija, Wijnaldum. Ook uit de Wouden doelen enkele berichtgevers die meening: Akkerwoude, Twrjzel, Kooten, Ureterp, Oldeholtpade. Daartegenover staan zij, die meenen, dat er wel schade is, of dat de schade niet gedekt wordt door de winst, of niet gedekt wordt door de loopendie huren, zoo Lollum, Woikum, Oubaard, Tjerkgaast, Oudehaske, Heerenveen, Akkrum, Woivega, Siegerswoudé, Nijeholtwoide, Anjum, Franeker. Als oorzaken der stijging worden genoemd: de hooge prijzen der producten, de vrij voorspoedige oogsten in de laatste jaren, de meerdere geldruimte onder de boeren, de meerdere koopkracht van den kleinen veehouder en van den arbeider, de zucht naar zelfstandigheid. Ook de hooge garantieprijzen hebben de stijging in de hand gewerkt. Uit de Veenweidestreek en de Wouden wordt gewezen op het gebrek aan krachtvoeder en ruw voeder, er werd te veel vee gehouden, er waren te veel veehouders. Men wijst vanuit die streken op het feit, dat de overtreders van de regeerimgsmaatregelen de prijzen opdreven; speculanten, bakkers, slagers, alles pachtte. Voorts wordt genoemd het beleggen van gelden in land; de zucht naar strijk- en bedgeld, waardoor de koopprijs en tegelijkertijd de pachtprijs steeg. Men wijst op de sterke concurrentie, de groote vraag bij gering aanbod, het gebrek aan organisatie onder de gegadigden. Ad Vraag VU. Vrijwel eenstemmig wordt bericht, dat in het algemeen geen verandering is ingetreden. Uit 'alle deelen der provincie komen berichten, dat er in enkele gevallen voor korter termijn wordt verhuurd Uit het Kleiweidegebied berichten in dien zin Jelsum, Oosterwierum, Lollum, Bolsward. Workum noemt korter inhuringstermijn. Arum meldt, dat termijnen van vijf en zeven jaren teruggebracht warden tot één en drie jaren. Sneek bericht, dat boerderijen onderhands voor korter, publiek voor langer termijn worden verhuurd. 22 Uit het Veenweidegebied komen evenzoo 'berichten van korter termijnen, zoo Warns, Snikzwaag, Akkrum. Oudega bericht, dat boerderijen vroeger voor vijf jaren, thans voor drie jaren met twee optiejaren worden verhuurd. Tjerkgaast wijst er op, dat de termijnen, voornamelijk voor boerderijen verkort zijn. Haskerhbrne en Terkaple noemen termijnen van vijf jaar, die teruggebracht worden op drie jaren; van twee en drie jaren op één jaar. Ook uit de Wouden komen deze berichten. Zoo Gorredijk, Lippenhuizen, Óosterwolde. Akkerwoude daarentegen deelt mede, dat enkele boerderijen verhuurd zijn voor zes en zeven jaren, waar ze anders voor drie en vijf jaar verhuurd werden. Oldeholtpade en Wolvega berichten, dat in de eerste oorlogsjaren de afloopende huurtermijn van boerderijen soms met een jaar werd verlengd in i plaats van een nieuwen huurtermijn aan te gaan. Uit de Kleibouwstreek bericht Anjum bij uitzondering een verkorting van vijf op drie jaren, Aalzum en Tornaard melden een teruggaan van zeven op vijf jaren of drie jaren met twee keurjaren. Ook Lieve Vrouwen Parochie, Tzummarum, Dongjum, Franeker, Achlum berichten een verkorting van termijnen. Dronrïjjp en Engekum melden, dat in het najaar van 1914 sommige boerderijen en ook wel los land voor één jaar werden verhuurd, later kwamen weer 'de oude termijnen. Voor gescheurd weiland golden bijzondere voorwaarden. De berichtgever uit Minnertsga meldt, dat het vroeger gewoonte was om bij onderhoud van boerderijen de materialen ten laste van den verpachter, de arbeidsloonen ten laste van den pachter te brengen. Thans drukt alle onderhoud op den pachter. Dit belet hem om verbeteringen als drainage, gierput, stalverbeteringen en dergelijke aan te brengen. Uit Büjja bericht men, dat vooruitbetaling van pachten ge' vorderd wordt. De berichtgevei uit Leeuwarden meldt, dat het vroeger gewoonte was bij publieke verhuring 5 % onkosten ten laste van den huurder te brengen, terwijl betaaldag volgende Mei was; thans zijn de kosten afgeschaft, doch moet in November betaald worden. Uit Suameer wordt medegedeeld, dat verleden jaar bij notarieele acte 5 Hectaren scheurpliohtig land zijn verhuurd voor dubbelen huurprijs met 5 fo onkosten per jaar voor een huurtermijn van vijf jaar. '23 Ad Vraag VIII. De vraag omtrent tusschentijdsche ontbinding wordt slechts bij hooge uitzondering bevestigend beantwoord en indien men bevestigend beantwoordt, wordt gewoonlijk gezegd, dat het slechts in. enkele gevallen is voorgekomen. Uit de Kleiweidestreek bericht Finkum, dat voor enkele perceelen weiland, die gescheurd moesten worden, soms de pacht ontbonden is en een nieuw contract is aangegaan met verhoogden pachtprijs, 't welk voor beide partijen voordeelig kan zijn. Oosterlittens — een uitzondering — meldt, dat ontbinding dikwijls is voorgekomen, doch in het voordeel van den pachter was. Heeg vermeldt één geval: een boerderij werd in den herfst 1918 zeer billijk verhuurd onder beding van huurbreuk bij verkoop. Er werd na het sluiten dezer overeenkomst inderdaadi verkocht. De pachter kon met veel moeite nog één jaar blijven. Bolsward bericht, dat bij overdracht van pacht van vader op zoon vrij ge-1 ' regeld verhooging van pacht wordt gevraagd; vóór den oorlog nooit. Uit de Veenweidestreek antwoorden alle berichtgevers, voorzoover zij de vraag beantwoorden, ontkennend. Slechts twee berichtgevers uit de Wouden antwoorden bev stigend; Suameer vermeldt één geval, doch de pachter is er wel bij gevaren; Siegerswoude zegt, dat het is voorgekomen, doch dat het was in bet voordeel van den pachter en in het nadeel van den verpachter. Uit de Kleibouwstreek bericht Nes, dat het zelden is voorgekomen. Blija noemt één geval, voortvloeiend uit de verplichting tot scheuren. Oude Leije deelt mede, dat het is voorgekomen, doch dat het geschiedde met wederzijdsche toestemming en in het voordeel van beide partijen was. Lieve Vrouwen Parochie deelt eenzelfde geval mede, als hierboven onder Heeg vermeld. Uit de antwoorden op de tweede vraag is op te maken, dat in Friesland gedurende de oorlogsjaren vrij veel verkocht is. Sommige berichtgevers zien daarin geen verslechtering van de positie der padhters; immers bij loopende pachttermijnen werden deze geëerbiedigd of er werden hooge afkoopsommen aan de pachters b" taakt. Anderen wijzen er op, dat de pachter, om te voorkomen, . dat de plaats uiteenging, duur moest koopen, of wanneer hij 24 bleef, een hoogeren pachtprijs moest betalen. Ook wijst men erop, dat vaak de nog loopende huurjaren den koopprijs drukten, zoodat .de pachter, werd hijzelf kooper, tegen betrekkelijk lagen prijs kocht. S!*$&*'- Ad Vraag IX. Over geheel Friesland is het Pachtbureau van de Friesche Maatschappij van Landbouw bekend. Sommige berichtgevers uit de Veenweidestreek en uit de Wouden meiden, dat het volstrekt niet gewerkt heeft; in de Kleiweidestreek heeft het meer gewerkt. Doch algemeen is men van oordeel, dat de invloed nog niet groot is. Evenwel, als het werkt, is men met het resultaat zeer tevreden. Dan heeft in het Zuid-Oosten en Zuiden in 1918 een Bond van Huurders van Losse Landerijen getracht opdrijving van den pachtprijs van losse perceelen gras- en heiland te voorkomen; aanvankelijk met succes, doch door samenspanning van de minderheid der huurders, van verhuurders en notarissen hebben de pogingen schipbreuk geleden. Voorts heeft het Hooibureau in samenwerking met voornoemden Bond gras- en hooilanden getaxeerd. Daarna zijn deze perceelen onder gegadigden verloot. Uit sommige plaatsen komen gunstige berichten hierover. Daarentegen worden uit andere plaatsen beweringen vernomen, dat de taxatie kant noch wal raakte. Een enkele maal laat een groot-grondeigenaar door een Commissie taxeeren. Over de middelen tot redres heerscbt groot verschil. Algemeen, vooral in de Wouden, protesteert men tegen de hooge kosten van den notaris, 7 a 8 pCt.; men wil hem tot ambtenaar maken. Voorts vraagt men afschaffing van publieke verhuringen, van strijk-, en hooggelden. Er wordt gevraagd instelling van Staatswege van Pachtbureaus, waarover alle verhuringen moeten loopen; in elk geval moet aan kerken, diaconie, godshuizen en dergelijke instellingen de verphchting worden opgelegd van het Pachtbureau gebruik te maken. Men wenscht door deskundige plaatselijke Commissies den 25 pachtprijs te laten taxeeren en vervolgens het sollicitatiestelsel toe te passen. Men vraagt afschaffing der inschrijvingen met gesloten briefjes. Aangedrongen wordt, om alle pachten dier laatste jaren te doen her taxeeren, mede in het belang van de arbeiders, daar verschillende boeren reeds bezuinigen op arbeidskrachten. Dan wordt aanbevolen om de pacht in overeenstemming met de prijzen, speciaal zuivelprijzen, te doen variëeren. Uitbreiding der Huurcommissiewet ook tot de pachtprijzen der landerijen wordt gevraagd. Men ziet heil in een verbod van boerderijen boven de vijftig poridemaat, of dat een boer, die een eigen bedrijf heeft, losse perceel<*a bijhuurt. Voorts wordt gevraagd ontginning van voor cultuur geschikte gronden. Ook wil men 'beperking van bét grootgrondbezit. Anderen verwachten bet niet van een ingrijpen van Staatswege: men meent, dat de veranderde omstandigheden weer normale toestanden zullen brengen; de geregelde aanvoer van krachtvoeder zal den pachtprijs van gras- en hooiland drukken. De meeste kracht moet uitgaan van een versterking der orga- • nisaties. Overzicht Van de Vragenlijsten uit de Provincie Drenthe. (Er zijn ingekomen totaal 12 Vragenlijsten, verdeeld als volgt: uit het Zandgebied 2, uit Veen- en Zandgebied 3, uit Noordelijke randgemeenten 3, uit Zuidelijke randgemeenten 4.) Ad Vraag I. Pachtprijzen*) per H.A. voor den oorlog. 1. Boerderijen. o. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. Zandgebied (2 berichten) 40—50; Veen- en Zandgebied (3 'berichten) + 20; (Nieuw-Amsterdam 60); Noordelijke randgemeenten (1 bericht) 50—75; Zuidelijke randgemeenten (4 berichten) 20—80. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. Zandgebied (1 bericht) + 50; Veen- en Zandgebied (1 bericht) ± 20; Noordelijke randgemeenten (1 bericht) 50—75; Zuidelijke randgemeenten (1 bericht) 30—40. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Zandgebied! (2 beriohten) 24—60; Veen- en Zandgebied (3 berichten) + 40; (Emmen 5—30); Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 48—75; Zuidelijke randgemeenten (3 berichten) 28—45. grasland. Zandgebied (2 berichten) 55—80; Veen- en Zandgebied (3 beriohten) 40—60; Noordelijke randgemeenten (2 beriohten) 60—75; (Eelde 130); Zuidelijke randgemeenten (3 berichten) 28—60. tuinland. Zandgebied (1 bericht) ± 80; Veen- en Zandgebied (1 bericht) ± 40; Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 100—160; Zuidelijke randgemeenten (2 berichten) 90. *) Pachtprijzen en verkoopwaarde zijn uitgedrukt in guldens. 27 arbeidersperceelen. Zandgebied Cl bericht) ± 80; Veen- en Zandgebied Cl bericht) + 40; Noordelijke randgemeenten Cl bericht) 160; Zuidelijke randgemeenten C2 berichten) 50. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Zandgebied (2 berichten) 24—60; Veen- en Zand gebied C2 beriohten) + 40; (Emmen 5—30); Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 48—75; Zuidelijke randgemeenten C3 berichten) 28—80. grasland. Zandgebied (2 beriohten) 60—80; Veen- en Zandgebied C2 berichten) 50—60; Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 60—75; (Eelde 130); Zuidelijke randgemeenten C3 berichten) 28—80. tuinland. Zandgebied Cl bericht) ± 90; Noordelijke randgemeenten (1 bericht) 50; Zuidelijke randgemeenten C2 berichten) 110—160. arbeidersperceelen. Zandgebied (1 bericht) ± 90; Zuidelijke landgemeenten (2 berichten) 60. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor een jaar of . seizoen. bouwland. Veen- en Zandgebied (2 berichten) + 40; (Emmen 5—30); Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 60—70; Zuidelijke randigemeenten (3 berichten) 28—60. grasland om te weiden. Zandgebied (1 bericht) 60; Veen- en Zandgebied C2 berichten) 50—60; Noordelijke randgemeenten C2 beriohten) 60—75; CEelde 140); Zuidelijke randgemeenten (3 berichten) 75—100. grasland om te hooien en na te weiden». Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 90—110; (Eelde 140); Zuidelijke randgemeenten (4 berichten) 60—200. tuinland. Noordehjke randgemeenten (1 bericht) 170. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. Veen- en Zandgebied Cl bericht) 5—30; Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 60—75; Zuidelijke randgemeenten (2 berichten) 60—70. grasland om te weiden. Zandgebied Cl bericht) 60; Veen- en ^ Zandgebied Cl bericht) 50—60; Noordehjke randgemeenten C2 berichten) 80—140; Zuidelijke randgemeenten C2 berichten) 110. grasland om te hooien en na te weiden. Zandgebied Cl bericht) 28 60—80; Noordelijke randgemeenten (.2 berichten) 100—140; Zuidelijke randgemeenten (4 berichten) 100—200. tuinland. Noordelijke randgemeenten (1 bericht) 170. Ad Vraag II. Verkoopwaarde per H.A. voor den oorlog. a. boerderijen. Zandgebied Cl bericht) ± 800; Veen- en Zandgebied (1 bericht) 1400; Noordelijke randgemeenten Cl bericht) 1300; Zuidelijke randgemeenten (4 berichten) 1000—2000; CDalen 500—600). 6. bouwland. Zandgebied (.1 bericht) 400—1200; Veen- en Zandgebied C3 berichten) 800—1000; Noordelijke randgemeenten (2 beriohten) 600—1000; Zuidelijke randgemeenten C3 berichten) 700—1000. c. grasland. Zandgebied (1 bericht) 400—1600; Veen- en Zandgebied (.3 beriohten) 1200—1300; Noordelijke randgemeenten C2 berichten) 1000—1500; Zuidelijke randgemeenten C3 berichten) 1000—2000. d. tuinland. Zandgebied Cl bericht) ± 1000; Noordelijke randgemeenten Cl bericht) 1200—2000; Zuidelijke randgemeenten C2 berichten) 2000. e. arbeidersperceelen. Zandgebied (1 bericht) + 1000; Noordelijke randgemeenten Cl bericht) 800—1200. Ad Vraag III. Men acht de verhouding van koopprijs tot pachtprijs in de laatste jaren vóór den oorlog normaal, en de pacht eer te laag dan te 'hoog. Veenbuizen noemt een percentage van 5 en 5V2 %, de overigen 2% tot 3V2 en 4 %. Ad Vraag IV. Pachtprijzen per H.A. in den laatsten tijd. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. Zandgebied Cl bericht) ± 100; Veen- en Zandgebied (3 berichten) 30—80; CNieuw-Amsterdam 100—120); Noordehjke randgemeenten (1 bericht) 75—125; Zuidelijke randgemeenten (4 beriohten) 40—55; (Zuidwolde 100—150). 29 b. Ingevolge, openbare termijnverpachting, Zandgebied (1 bericht) + 120; Noordelijke randgemeenten (1 bericht) 75—125; Zuidelijke randgemeenten (3 berichten) 50—80. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Veen- en Zandgebied (2 beriohten) 60—100; Noordelijke randgemeenten (2 berichten)) 80—125; (Eelde 260); Zuidelijke randgemeenten (3 berichten) 80—100. grasland. Veen- en Zandgebied (2 berichten) + 100; Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 120—150; (Eelde 290); Zuide- * rijke randgemeenten (3 berichten) 80—125. tuinland. Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 150—320; Zuidelijke randgemeenten (2 berichten) 135—140^ arbeidersperceelen. Noordelijke randgemeenten (1 bericht) 80—150; Zuidelijke randgemeenten (2 berichten) 75. b. Ingevolge openbare termijnverpackting. bouwland. Veen- en Zandgebied (2 berichten) 65—100; Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 80—125; (Eelde 260); Zuidelijke randgemeenten (3 berichten) 80—100. grasland. Veen- en Zandgebied (2 berichten) 120—150; Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 120—216; (Eelde 290); Zuidelijke randgemeenten (3 beriohten) 80—125. tuinland. Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 160—320; Zuidelijke randgemeenten (.1 bericht) 95. arbeidersperceelen. Noordelijke randgemeenten (1 bericht) 90—200; Zuidelijke randgemeenten (.1 bericht) 90. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Veen- en Zandgebied (1 bericht) 80—100; Noordelijke randgemeenten (2 'berichten) 80—125; (Eelde 300); Zuidelijke randgmeenten (3 berichten) 80—100. grasland om te weiden. Veen- en Zandgebied (1 bericht) 150; Noordelijke randgemeenten (2 beriohten) 120—160; (Eelde ± 340); Zuidelijke randgemeenten (3 berichten) 140—200. grasland om te hooien en na te weiden. Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 180—210; (Eelde ± 360); Zuidelijke randgemeenten (3 berichten) 200—500. d. Ingevolge, openbare verpachting voor één jaar of seizoen. 30 bouwlanal. Veen- en Zandgebied (1 bericht) 80—100; Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 80—125; (Eelde 300); Zuidelijke randgemeenten (2 beriohten) 80—120. grasland om te weiden. Zandgebied! (1 bericht) 100—200; Veen- en Zandlgebied (1 bericht) 150; Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 120—160; (Eelde + 340); Zuidelijke randgemeenten (3 berichten) 150—200. grasland om te hooien en na te weiden. Noordelijke randgemeenten (2 beriohten) 180—210; (Eelde ± 360); Zuidelijke randgemeenten (4 berichten) 175—500. Ad Vraag V. Verkoopwaarde per H A. in den laatsten tijd. a. boerderijen. Zandgebied (.1 bericht) ± 1600; Veen- en Zandgebied (1 bericht) tot 800; Noordelijke randgemeenten (1 bericht) 1500—2000; Zuidelijke randgemeenten (4 berichten) 1000—2500. b. bouwland. Zandgebied (1 bericht) 400—2000; Veen- en Zandgebied (2 berichten) 1400—1800; Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 1200—5000; Zuidelijke randgemeenten (3 beriohten) 1200—2000. c. grasland. Zandgebied (.1 bericht) 600—2000; Veen- en Zandgebied (.1 bericht) ± 1800; Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 1000—2500; (Eelde 5000); Zuidelijke randgemeenten (3 berichten) 1800—3000. ■ W "' d. tuinland. Noordelijke randgemeenten (2 berichten) 2500— 6000; Zuidelijke randgemeenten (2 iberichten) 3000. e. arbeidersperceelen. Noordelijke randgemeenten (1 bericht) 1500. Ad Vraag VI. De stijging 'heeft betrekking op alle kwaliteit van grond; indien er sprake is van verschil, «üan zijn de vruchtbaarste het meest gestegen, daar de minder vruchtbare het meest behoefte aan mest hadden en deze niet in voldoende mate te krijgen was, zoodat dte opbrengst in verhouding tot die der vruchtbare gronden garing was. Voorts betreft de stijging alle cultures en is algemeen, zoowei bij nieuwhuur als wederinhuur. Men zondert uit boerderijen, die sedert geslachten in bepaalde faimiliën geweest zijn. 31 De meerling, dat de stijging evenredig is met de winst, en die, dat de stijging de winst overtreft, zijn beide gelijk vertegenwoordigd. De ïaatste wordt nog nader beperkt tdt sommige gevallen. Schade door omzetting acht men evenredig met de winst. Als oorzaken worden genoemd: de stijging der producten; gebrek aan land; er is meer durf bij de bieren; de eigenaren nemen zelf hun eigendSommen in gebruik. Ad Vraag VII. De groote meerderheid van de beriohtgievers antwoordt, dat geen verandering is ingetreden. Dwingelo bericht: slechts in enkele gevallen korter huurtijd voor grasland. Veenhuizen deelt mede, dat meer en meer gebruik gemaakt wordt om te laten inschrijven met gesloten briefjes, Wat voor den zittenden pachter medebrengt, dat hij zoo hoog mogelijk inschrijft. Nieuw-Amsterdam meldt: bij publieke verpachtingen zijn de verpachters wel geneigd om de termijnen te verlengen. Dalen bericht: de verhuurders worden iets brutaler. Ad Vraag VUL Tusschentijdsche ontbinding is volgens alle berichtgevers, behoudens die uit Veenhuizen, — doch ook hij spreekt van slechts enkele gevallen, — niet voorgekomen. Verkoop heeft plaats gehad, er is verkocht aan de pachters, die door de hooge koopprijzen m nadeeliger positie kwamen, dan toen zij pachtten. Emmen meent, dat verkoop niet meer dan voor den oorlog heeft plaats gehad. Ad Vraag XI. Zuidwolde bericht, dat het Hooi- en Stroobureau en de Bond ' van Huurders van Lcsse Landerijen pogingen in het werk hebben gesteld om de stijging der pachtprijzen tegen te gaan, doch dat niet het minste succes bereikt is. Evenzoo Dwingelo. De overige berichtgevers beantwoorden de vraag ontkennend. Middelen welke tot redres worden aangegeven. . Veenhuizen vraagt provinciale Commissies, bestaande uit pachters en verpachters, die toezicht houden op alle verpachtingen 32 en bet recht hebben de paohtoomtracten te wijzigen en bij wanbeheer, 't zij vam den pachter, 't zij van den venpachter, öf den paxshter bet verpachte te ontnemen öf den verpachter tot beter beheer te dwingen; vergoeding voor verbeteringen en verbod van éénjarige pachten. Dwingelo vraagt instelling van officieele schattingscommissies en verbod van onderhandsche verpachting; het verwacht daarvan echter niet veel; voorts ontginning van heideveld en bevordering daarvan op onbekrompen schaal, opdat het kleinbedrijf voldoende groenland verkrijgt; het heideveld moet daartoe zooveel mogelijk komen in handen van Rijk en Gemeente. Nieuw-Amsterdam wenscht instelling van Pachtcommissies, die pachtsom, pachttijd en Voorwaarden vaststellen naar de verkoopwaarde, te schatten bij afloop van den pachttermijn met een rwhi van wederinpacht voor den zittenden pachter bij goed beheer; mj nieuwliuur wijst de Pachtcommissde den meest bekwamen en belanghebbenden pachter aan. Dalen meent, dat de kleine pachters móéten pachten en daarom elkaar op abnormale wijze opdrijven. De Regeering zou nu aan de zittende pachters de perceelen, die ze in huur hebben, kunnen toewijzen tegen oen door een plaatselijke Commissie vastgestelden redelijken pachtprijs. Eelde acht, dat van regeeringswege alle verhuringen publiek moeten plaats hebben en dat aan de eigenaren de verpUchting moet worden opgelegd om het land, voor den oorlog verhuurd, ook nu te verhuren. Zoelte meent, dat alleen, door een krachtige vereeniging van pachters de abnormale 'opdrijving van pachtprijzen kan worden tegengegaan en de nadeelige gevolgen kunnen beperkt worden. Hoogeveen ziet alleen heil in intrekking van alle crisismaatregelen. Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Overijssel. (Er zijn ingekomen 57 Vragenlijsten, verdeeld als volgt: uit het Weidegebied 14; uit het Zand- en Veengebied 9; uit het Zandgebied 28; uit de IJsselstreek 6.) Ad Vraag I. Pachtprijzen *) per H.A. voor den oorlog. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. Weidegebied (10 berichten) 45—100; Zand-en Veengebied (5 berichten) 40—80; (Vriezenveen 20); Zandgebied (26 beriohten) 15—45; dé IJsselstreek (3 berichten) 35—60. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. Weidegebied (8 berichten) 50—140; Zand- en Veengebied (2 berichten) 50; Zandgebied (6 berichten) 30—50; de IJsselstreek (3 berichten) 33,5—70. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Weidegebied (7 'berichten) 25—200; Zand- en Veengebied (.6 berichten) 18—50; Zandgebied (18 berichten) 15—60; de IJsselstreek (3 berichten) 45—60. grasland. Weidegebied' (9 berichten) 20—110; Zand- en Veengebied (6 berichten) 10—75; Zandgebied (17 berichten) 20—120; IJsselstreek (2 berichten) 40—75. tuinland. Weidegebied (3 beriohten) 200; Zand- en Veengebied (1 bericht) 25; Zandgebied (3 berichten) 140—175; (Enschede 40). arbeidersperceelen. Weidegebied (1 bericht) 50—75; Zandgebied (.6 berichten) 45—60; (Welaum 15). *) Pachtprijzen en Verkoopwaarde zijn uitgedrukt in guldens. 3 34 b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Weidegebied (8 berichten) 35—250; (Rouveen 25); Zand- en Veengebied! C4 berichten) 18—50; Zandgebied (7 berichten) 25—50; IJsselstreek (4 berichten) 40—100. grasland. Weidegebied (10 berichten) 20—150; Zand- en Veengebied (5 berichten) 20—75; (Vriezenveen 1—15); Zandgebied (9 beriohten) 10—60; IJsselstreek (4 berichten) 40—90. tuinland. Weidegebied (5 berichten) 50—200; Zand- en Veengebied) (1 bericht) 25; Zandgebied (2 berichten) 180—200; IJsselstreek (2 berichten) 160—200. arbeidersperceelen. Zandgebied (3 berichten) 20—70; IJsselstreek (2 berichten) 80—120. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Zand- en Veengebied (1 bericht) 40; Zandgebied (6 berichten) 25—50; IJsselstreek Cl bericht) 70. grasland om te weiden. Weidegebied (2 berichten) 50—175; Zand- en Veengebied (3 berichten) 50—60; Zandgebied (7 berichten) 20—80; IJsselstreek (4 berichten) 70—100. grasland om te hooien en na te weiden. Weidegebied (8 berichten) 50—200; Zand»- en Veengebied (4 berichten) 60—110; Zandgebied (8 berichten) 40—140; IJsselstreek (3 berichten) 100—150. tuinland. Zandgebied (2 beriohten) 90—150. arbeidersperceelen. Zandgebied (2 berichten) 70—90; (Welgum 25). d. Ingevolge, openbare verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. Zandgebied (3 berichten) 30—50; IJsselstreek s (2 berichten) 70—90. grasland om te weiden. Weidegebied (3 berichten) 65—190; Zand- en Veengebied (3 berichten) 50—110; Zandgebied (3 berichten) 60—75; (Weerselo 20—30); IJsselstreek (5 berichten) 50—115. grasland om te hooien en na te weiden Weidegebied (6 berichten) 100—200; Zand- en Veengebied (1 bericht) 60; Zandgebied (7 berichten) 45—100; IJsselstreek (3 berichten) 90—175. tuinland. Zandgebied (2 berichten) 90—160. arbeidersperceelen. Zandgebied (1 bericht) 30. 35 Ad Vraag II. Verkoopwaarde per H.A. voor den oorlog. a. boerderijen. "Weidegebied (12 beriohten) 650—2500; Zanden Veengebied (4 berichten) 900—1400; Zandgebied (25 berichten) 350—1200; IJsselstreek (3 berichten) 600—2000. b. bouwland. Weidegebied (9 beriohten) 700—5000; Zand- en Veengebied (6 beriohten) 460—900; Zandgebied (21 berichten) 200—1500; (Welsum 100); IJsselstreek (3 beriohten) 1000—2100. c. grasland. Weidegebied (12 berichten) 400—3000; Zand- en Veengebied (6 berichten) 400—2000; Zandgebied (22 berichten) 200—1750; IJsselstreek (3 iberichten) 800—2000. d. tuinland. Weidegebied (5 beriohten) 1500—4000; (Zwolle 10000); Zand- en Veengebied (1 bericht) 500; Zandgebied (5 berichten) 800—1750; IJsselstreek (1 bericht) 4000. e. arbeidersperceelen. Zandgebied (5 'berichten) 800—2000; (Welsum 400); IJsselstreek (1 bericht) 2000. Ad Vraag III. Uit het Weidegebied en het Zand- en Veengebied wordt de vraag vrijwel bevestigend) beantwoord. Zwolle omschrijft: rente, zuiver hoogstens 4 %; Wilstóm: bracht meestal goede rente op. Voorts melden nog zes berichtgevers, dat de pachtprijs lager was dan de koopprijs. Uit bet Zandgebied bericht bet overgroot deel van de berichtgevers, dat de verhouding niet normaal was; er werd niet voldoende padht opgebracht Wierden bericht 4 %, Raalte 3 %; alleen Dalfsen bericht, dat de koopprijs minder was dan. de pachtprijs. De IJsselstreek bericht een normale verbxxudiing. Ad Vraag IV. Pachtprijzen per H.A. in den laatsten tijd. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. Weidegebied (11 berichten) 65—150; Zandt en Veengebied (4 berichten) 50—70; Zandgebied (23 berichten) 20—80; IJsselstreek (2 berichten) 70—200. &. Ingevolge openbare termijnverpachting. Weidegebied (8 berichten) 100—200; ZandU en Veengebied (2 berichten) 80—100; Zandgebied (8 berichten) 25—100; IJsselstreek (1 bericht) 70—130. 36 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche iermijnvérpachting, bouwland. Weidegebied (4 berichten) 50—130; (Oldemarkt 250— 300); Zand- en Veengebied (6 berichten) 40—80; (Vriezenveen 200); Zandgebied (15 berichten) 30—120; IJsselstreek (3 berichten) 80—300. grasland. Weidegebied (9 berichten) 80—325; Zand- en Veengebied (6 berichten) 80—200; Zandgebied (13 berichten) 30—160; IJsselstreek (2 berichten) 120—325. tuinland. Weidegebied (3 berichten) 350; Zandgebied (4 berichten) 40—250; (Denekamp 350—450). arbeidersperceelen. Weidegebied (2 berichten) 100—200; Zandgebied (5 'berichten) 40—100; IJsselstreek (1 bericht) 150. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Weidegebied (8 berichten) 65—400; (Rouveen 50); Zand- en Veengebied (5 berichten) 40—200; Zandgebied (5 berichten) 60—120; (Welsum 35); IJsselstreek (4 berichten) 80—350. grasland. Weidegebied (10 berichten) 60—350; Zand- en Veengebied (5 berichten) 75—200; Zandgebied (6 berichten) 40—200; IJsselstreek (4 berichten) 120—350. tuinland. Weidegebied (4 berichten) 250—600; Zandgebied (3 berichten) 150—450; IJsselstreek (2 berichten) 250—400. arbeidersperceelen. Weidegebied (2 berichten) 100—300; Zandgebied (3 beriohten) 150—200; (Welsum 45); IJsselstreek (2 berichten) 100—350. o. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Weidegebied (2 berichten) 250; (Genemuiden 50); , Zand- en Veengebied (3 berichten) 2Ö0; (Nieuw-Leusen 80); Zandgebied (3 berichten) 32,5—80; IJsselstreek (2 berichten) 150—250; (Olaf 70). grasland om te weiden. Weidegebied (4 beriohten) 80—400; Zand- en Veengebied (3 berichten) 125—250; Zandgebied (5 berichten) 30—250; IJsselstreek (3 berichten) 100—450. grasland om te hooien en na te weiden. Weidegebied (3 berichten) 225—400; Zand- en Veengebied (2 berichten) 150—350; Zandgebied (2 berichten) 100—350; IJsselstreek (2 berichten) 150—550. tuinland. Zandgebied (1 bericht) ± 250. 37 arbeidersperceelen. Weidegebied (1 bericht) 250—300; Zandgebied (i bericht) 45. d. Ingevolge, openbare verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Weidegebied (2 berichten) 250—300; (Rwiveen 50); Zand- en Veengebied (2 berichten) 200—250; (Nieuw-Leusen 90); Zandgebied Cl bericht) 40; IJsselstreek (2 beriohten) 150—250COlst 70). grasland om te weiden. Weidegebied (5 berichten) 80—600; Zand- en Veengebied (2 berichten.) 140—250; Zandgebied (5 beriohten) 95—200; IJsselstreek (3 berichten) 100—450. grasland om te hooien en na te weiden. Weidegebied (7 berichten) 75—500; Zand- en Veengebied (.1 bericht) 160; Zandgebied (4 berichten) 100—350; IJsselstreek (2 berichten) 450—550(Olst 150). tuinland. Weidegebied (1 bericht) 300—375; Zandgebied (1 bericht) 260. arbeidersperceelen. Weidegebied (1 bericht) 250—300; Zandgebied (1 bericht) 45. Ad Vraag V. Verkoopwaarde per H.A. in den laatsten tijd. o. boerderijen. Weidegebied (10 beriohten) 1500—4000; Zanden Veengebied C5 berichten) 1000—1600; Zandgebied (24 berichten) 800—3000; IJsselstreek (3 beriohten) 1500—3200. b. bouwland. Weidegebied (9 berichten) 1100—4000; Zand- en Veengebied C6 berichten) 800—1000; Zandgebied (18 berichten) 600—3000; (Welsum 300); IJsselstreek (3 berichten) 1600—3000. c. grasland. Weidegebied CU beriohten) 700—5000; Zand- en Veengebied (6 berichten) 700—3000; Zandgebied C20 berichten) 700—3500; IJsselstreek (3 berichten) 1500—3500. d. tuinland. Weidegebied (4 berichten) 3000—7500; Zandgebied (3 berichten) 2500—6000. e. arbeidersperceelen. Weidegebied (1 bericht) 1700—2000; Zandgebied (4 berichten) 2000—3500; (Welsum 800). Ad Vraag VI. Uit 'het Weidegebied wordt eenstemmig bericht, dat de stijging op alle soorten grond en op alle cultures betrekking heeft en alge- 38 meen is. Hasselt bericht, dat de stijging betrekking heeft op grasland. Het Zand- en Veengebied ia verschillend. Staphorst bericht een stijging, die betrekking heeft op alle soorten grond,, op alle cultures en die algemeen is; Nieuw-Leusen: alleen gemengde grond; Oud-Avereest: de beste het meest, 'hoofdzakelijk nieuwverhuring; Slagharen: wornamelijk de meer vruchtbare. « Het Zandgebied bericht deels een stijging van alle soorten grond, zoo Ootmarsum, Weérselo, Enschede, Haaksbergen, Bornebroek, Delden, Zenderen, Almelo, Wierden, Rijssen, Batmen, Raalte, Heino, Dalfsen, Dalmsholte; deels de vruchtbare: Geesteren, Denekamp, Oidenzaal, Losser; vooral de slechte gronden en hoofdzakelijk hooiland: Heino. Geesteren bericht, dat de stijging betrekking heeft op teelt van handelsgewassens. Ootmarsum bericht, dat de stijging voornamelijk bij nieuwverhuring voorkwam. Oidenzaal: bij nieuwverhuring en bij die perceelen, Waarvan de pacht zeer laag was. Losser: stijging voornamelijk bij nieuwverhuring. Enschede: idem. Bornebroek: voornamelijk bij v^derinhuring. Rijssen: alleen bij nieuwverhuring. Raalte: bij nieuwverhuring meer dan bij wederinhuring. Heino: vooral bij de losse landerijen, die öf jaarlijks öf om de drie jaar verhuurd worden. De oveiigen berichten voorts, dat dé stijging algemeen is. Het IJsselgebied bericht, dat de stijging betreft allé soorten grond, alle cultures en algemeen ds. Schalkhaar: bij wederinhiuur gewoonlijk iets billijker, vooral bij boerderijen; slechts zeer enkele eigenaren gaan niet met pacMopdrijving mee, doch verplichten den huurder een weiland te verbeteren. Verschillende berichtgevers melden, dat de stijging de winst overtreft; dat tot en mét 1918 de stijging evenredig was, doch nu niet meer; 'dat, wanneer er voldoende aanvoer van kunstmest geweest was, de omzetting niet schadelijk geweest zou zijn. Vooral van de schralere gronden komen berichten, dat de stijging de winst overtreft. Uit het Weidegebied: Zwolle: de stijging was tot en met 1918 evenredig, nu niet meer; door omzetting ontstond eenige schade Wilsum: geen schade door omzetting. Kampen: stijging evenredig. 39 Hasselt: tot heden evenredig niet winst. Kampen, Vollenhoven, Wanneperveen, Kuinre, Steenwijkerwold: stijging evenredig met winst. Staphorst: stijging overtreft winst. Nieuw-Leusen: stijging evenredig met winst. Vriezenveen: stijging overtreft winst en schade niet. Dat de stijging evenredig is met de winst, berichten Geesteren (niet met schade), Oidenzaal, Losser (voor/groote bedrijven), Enschede, Delden, Wierden, Rijssen, Batmen, Baalte, Dalmsholte. Daarentegen, niet evenredig met winst: Ootmarsum (wel bij grootere bedrijven, niet bij kleine). Denekamp, Haaksbergen, Bornebroek, Almelo (wel indien er voldoende aanvoer van kunstmest geweest was), Heino» Deventer bericht, dat de stijging niet evenredig met de winst was, Olst daarentegen wel. Zenderen bericht, dat, indien voldoende kunstmest beschikbaar wordt gesteld, de omzetting eer een voor- dan een nadeel is. Als oorzaken der stijging worden genoemd: hooge prijzen der landbouwproducten, van (het vee en van de zuivel; gebrek aan land; meer vraag dan aanbod; te lage pachten; onzekerheid van andere geldbelegging. Kampen bericht: slechte oogst, geen krachtvoeder, groote behoefte aan hooi voor het leger, de pachters konden hun hooi duur verkoopen. Hasselt: te weinig krachtvoeder, er is meer hooi noodig, terwijl gedurende de twee laatste jaren de opbrengst iets beneden het middelmatige bleef. Genemuiden: schaarschte aan land tegenover den gröoten veestapel. IKuinre: geen krachtvoeder; slechte hooioogst. . Oidenzaal: opdrijven der koopwaarde, ruimte van geld bij de boeren. Haaksbergen: hoogere onderhoudskosten en belastingen. Delden: de pachten waren veel te laag en niet in verhouding tot de hoogere opbrengsten. Zenderen: burgers en arbeiders wilden land om hun eigen aardappelen en bieten te verbouwen. Raalte: hooge verkoopprijzen door de onzekerheid der geldbelegging op andere wijze dam in land door de O.W.ers. Schalkhaar: de arbeiders hebben in den laatsten tijd hooge loo- 40 nen; ook smokkelaars. Ook kunnen de boeren bun vee niet meer weiden op stadsgrond -wegens bet scheuren daarvan, dientengevolge concurrentie voor de overige weiden buiten. Hasselt bericht, dat de pachtprijzen niet gestegen zijn. Ad Vraag VU. Zwolle bericht een verlenging van den paohttermijn: vroeger voor een of drie jaar, thans voor zes jaren. Kampen van vijf op op vier jaar. Vollenhoven: thans slechts voor één jaar. Oldemarkt: boerderijen nu voor drie jaar, bouwland nu voor zes jaar. Raalte . zes jaar huiur, na drie jaar opzegbaar. Heino: kcrter termijn. Deventer: vroeger geen onderhoud van wegen en geen borgstelling, thans voor bouwland! 3 % onderhoud! van wegen, twee borgstellingen en bij onteigening van perceelen voor bouwterrein en andere doeleinden van gemeentewege schadevergoeding van 2 cent per M*. Ad Vraag VIII. Omtrent tusscbentijdsche ontbinding berichten allen ontkennend. Omtrent verkoop van landerijen wordt uit het Weidegebied door Zwolle, Wtilsuim, Kampen, Hasselt, Rouveen, Wanneperveen, Steenwijkerwold, Oldemarkt bevestigend geantwoord. Zwolle bericht, dat de boerderijen gekocht 'zijn door vermogende landbouwers voor eigen gebruik, of door pachters, die duur moesten inkoopen. Steenwijkerwold bericht, dat de pachters meer moesten betalen. Wilsum meent, dat de Regeering moet ingrijpen om te voorkomen, dat nog meerdere boerderijen uit elkaar gaan. Kampen meent, dat er geen verandering in de positie der pachters is gekomen, daar zij bij niet-verkoop ook meer pacht zouden hebben moeten betalen. Wanneperveen bericht: geen verandering in den toestand. Uit het Zand- en Veengebiedl wordt ontkennend geantwoord. Uit bet Zandgebied: het landgoed Singraven is verkocht, de kleine pachters voelden meer de verandering dan de groote. Losser: positie verbeterd1, daar meestal de rente van den koopprijs wordt berekend als pacht. Haaksbergen: één geval, de pachter kan op het oogenblik geen nieuwe boerderij krijgen. Hasselt: één geval: de eigenaar was een Duitscberj Bornebroek: veel voorgekomen; kocht een andter, dan was vertrek zoo goed als zeker; bleef men 41 wonen, dan moest men tweemaal zooveel pacht betalen onder minder gunstige voorwaarden. Zenderen: de heerlijkheid „Saaiveld" gem. Weerselo ± 600 H.A.; „de vloedbelt'' te Zendteren ± 50 H.A. en vele verspreide stukken bouwland; de pachters kochten dezen grond terug en de rente overtrof de vroegere pacht; bleven zij pachter van den nieuwen eigenaar, dan steeg ook de huur aanmerkelijk, minstens 25 a 30 %. Almelo: verschillende eigenaars verkochten, o.a. Gorter, Lamberts, Salomonson; in enkele gevallen werden de pachters eigenaar tegen het dubbele der vroegere pachtsom. Raalte: nog heden 100 H.A. (5 boerderijen). Dalmsholte: losse gronden verkocht, doch positie niet slechter geworden. Schalkhaar: vele gevallen, positie zeer verslechterd; in sommige gevallen onhoudbaar. Diepenveen: op 4 K.M. afstand van Diepenveen zijn 5 boerderijen geveild. Ad Vraag IX. Uit de Weidestreek wordt bericht, dat in 1918 is opgericht een Rond van Huurders van Losse Landerijen. Steenwijkerwold: in dit deel der provincie nog het meeste bereikt door dien Bond, doch door tegenwerking van huurders en verhuurders in het algemeen geen resultaat. Hasselt: een actie gevoerd om de schade, ontstaan door overstrooming in den winter, gezamenlijk door pachter en verpachter te dragen. Tot een goed geonganiseerden Paohtersbond is het nog niet gekomen, men werd gedwongen alle actie te staken. Oldemarkt: de Bond van Huurders van Losse Landerijen had geen succes, nadeel. Dalfsen bericht, dat de Plaatselijke Commissie van het Hooibureau heeft gezorgd voor bekendmaking van taxatieprijzen van perceelen hooiland in publieke veiling verpacht, waardoor in de meeste gevallen de opdrijving voorkomen werd. Maatregelen, die aanbevolen worden. Steenwijkerwold acht instelling van een Pachtcomimissie zeer urgent. Delden vraagt instelling van een Pachtbureau, zooals bijv. in de provincie Friesland. Raalte vraagt instelling van Commissies van rijkswege, welke over een beperkten kring werkzaam zijn met recht van ingrijpen. Olst vraagt instelling van een Pachtcommissie of Pachtbureau. 42 Schalkhaar: een Commissie, die de te verhuren landerijen taxeert en naar deze taxatie moet verhuurd worden, zij het met eenige speling. In deze Commissie wordt ook een verhuurder opgenomen. Bornebroek vraagt een Pachtoommissie en voorts ontginning. Zwolle vraagt taxatie van huur en verloting onder gegadigdeu; het recht voor de huurders om hij blijvende daling van de prijzen der producten de huur te beëindigen. Welsum vraagt afschaffing van publieke verhuring en verlenging van de bestaande huur (één-jaarlijksche) tegen door drie taxateurs vastgestelde prijzen, vrijkomende perceelen te verloten onder gegadigden. Kampen vraagt een wettelijk verbod van huur, langer dan twee of drie achtereenvolgende jaren. Losser vraagt wettelijke bepaling, dat huurders thans vaste (bepaalde) huurjaren hebben. Losser vraagt vergoeding van verbetering voor den pachter. Delden vraagt afschaffing van strijk- en koopgeld bij alle publieke verpachting. Anderen verklaren zich tegen regeeringsinmenging. Zwolle meent, dat de plaatselijke omstandigheden te verschillend zijn om maatregelen te nemen, die niet dikwijls zeer onbillijk zouden zijn voor andertn. Kampen meent, dat er van regeeringswege weinig te doen is om pachtstijging te voorkomen. Kuinre acht, dat de tijdsomstandigheden uit zichzelf wel wijziging in den» toestand zullen brengen. Nieuw-Leusen acht, dat weinig ertegen te doen is. Oidenzaal: niet noodig in te grijpen. Zenderen: 't zal moeilijk vallen maatregelen te treffen. Wderden: geen regeeringsinmenging. Deventer betwijfelt, of het ingrijpen van regeeringswege in de kwestie van vraag en aanbod nuttig kan werken. Anderen meenen, dat er geen grond is voor inmenging. Genemuiden: abnormale pachtopdrijving is hier niet voorgevallen. De Krom: er zijn hier geen nadeelige gevolgen in de hier geldende pachtregels. Denekamp: de opdrijving ia niet abnormaal. Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Gelderland. (Ingekomen totaal 144 Vragenlijsten, verdeeld als volgt: uit de Veluwe 20, uit de Graafschap Zutphen 33, uit het Rijk van Nijmegen 3, uit de IJsselstreek 22, uit de Lijtmers 24, uit de OverBetuWe 13, uit de Neder-Betuwe 5, uit de Tielerwaard 10, uit de Bommelerwaard 3, uit Maas en Waal 11.) Ad Vraag I. Pachtprijzen *) per H.A. voor den oorlog. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. Veluwe (16 berichten) 15—90; Graafschap (30 berichten) 10—50; (Azewijn 40—80); Bijk van Nijmegen (1 bericht) 80; IJsselstreek (21 berichten) 20—100; Lijmers (22 berichten) 25—70; Over-Betuwe (13 berichten) 45—100; Neder-Betuwe (4 berichten) 50—90; Tielerwaard' (4 berichten) 50—75; Maas en Waai (5 berichten) 40—108. b. Ingevolge openbare termijnver pachting. Veluwe (4 berichten) 30—100; Graafschap (13 berichten) 30—60; (Azewijn 40—80); IJsselstreek (13 berichten) 30—120; Lijmers (4 berichten) 45—80; Over-Betuwe (9 berichten) 50—120; Tielerwaard (4 beriohten) 50—100; Maas en Waal (1 bericht) 60—70. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Veluwe (15 berichten) 15—50; Graafschap (26 berichten) 30—80; Rijk van Nijmegen (3 berichten) 40—90; IJsselstreek (20 berichten) 35—120; Lijmers (20 berichten) 25—100; Over-Betuwe (10 'berichten) 25—210; Neder-Betuwe (4 berichten) *) Pachtprijzen én Verkoopwaarde zijn uitgedrukt in guldens. 44 50—210; Tielerwaard (.9 berichten) 50—150; Bommelerwaard (2 berichten) 70—140; Maas en Waal (5 berichten) 40—150. grasland. Veluwe "(13 beriohten) 35—180; Graafschap (22 berichten) 25—80; Rijk van Nijmegen (2 beriohten) 70—110; IJsselstreek (16 berichten) 20—100; Lijmers (16 beriohten) 28—120; Over-Betuwe (12 berichten) 40—250; Neder-Betuwe (4 berichten) 65—120; Tielerwaard (8 berichten) 60—180; Bommelerwaard (2 berichten) 60—160; Maas en Waal (6 berichten) 75—160. tuinland. Veluwe (4 berichten) 60—500; Graafschap (4 berichten) 50—120; IJssellstreek (5 berichten) 50—200; Lijmers (2 berichten) 28—120; Over-Betuwe (3 berichten) 100—200; NederBetuwe (2 berichten) 80—300; Bommelerwaard (1 bericht) 200—250; Maas en Waal (1 bericht) 80. arbeidersperceelen. Veluwe (7 berichten) 25—180; Graafschap (4 berichten) 40—120; IJsselstreek (5 berichten) 50—130; Lijmers (.12 berichten) 25—150; Over-Betuwe (11 berichten) 60—210; Neder-Betuwe (2 berichten) 65—100; Tielerwaard (3 berichten) 70—120; Bommelerwaard (1 bericht) 120—160; Maas en Waal (2 beriohten) 75—120. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Veluwe (8 berichten) 30—150; Graafschap (12 berichten) 25—80; Rijk van Nijmegen (1 bericht) 40—70; IJsselstreek (12 berichten) 30—200; Lijmers (15 berichten) 25—100; Over-Betuwe (11 berichten) 25—210; Neder-Betuwe (2 beriohten) 50—210; Tielerwaard (9 berichten) 50—140; Bommelerwaard 70—140; Maas en Waal (5 berichten) 75—175. grasland. Veluwe (7 berichten) 30—180; Graafschap (9 berichten) 25—70; Rijk van Nijmegen (1 bericht) 70—110; IJsselstreek (12 berichten) 40—160; Lijmers (16 berichten) 40—120; Over-Betuwe (13 beriohten) 50—250; Neder-Betuwe (3 berichten) 65—120; Tielerwaard (8 berichten) 70—180; Bommelerwaard (3 berichten) 60—160; Maas en Waal (6 berichten) 70—150. tuinland. Veluwe (3 berichten) 60—500; Graafschap (3 berichten) 50—70; IJsselstreek (2 berichten) 150—200; Lijmers (l bericht) 120—140; Over-Betuwe (4 berichten) 100—225; Tielerwaard (1 bericht) 400; Bommelerwaard (1 bericht) 200—250; Maas en Waal (1 bericht) 80. arbeidersperceelen. Veluwe (3 berichten) 30—180; Graafschap 45 (2 berichten) 70—80; Lijmers (9 berichten) 40—180: Over Betuwe 11 berichten) 75—210- Tielerwaard (4 berichten) 75—125, 400 (Tiel); Bommelerwaard (1 bericht) 120—160; Maas en Waal (3 berichten) 75—110. c. Ingevolge onderhand&che verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Veluwe (3 berichten) 35—50; Graafschap (6 berichten) 15—60; IJsselstreek (6 berichten) 40—110; Over-Betuwe (5 berichten) 60—210; Neder-Betuwe (2 berichten) 50—200; Tielerwaard (3 berichten) 70—175; Bommelerwaard) (1 bericht) 150—180; Maas en Waal (1 bericht) 75—80. grasland om te weiden. Veluwe (6 berichten) 40—144; Graafschap (10 berichten) 15—90; Rijk van Nijmegen (1 bericht) 60—90; IJsselstreek (9 berichten) 45—150; Lijmers (1 bericht) 70—100; Over-Betuwe (7 berichten) 40—120; Neder-Betuwe (3 berichten) 70—120; Tielerwaard (9 berichten) 40—125; Bommelerwaard (1 bericht) 65—90; Maas en Waal (6 berichten) 60—160. grasland om te hooien en na te weiden. Veluwe (4 berichten) 50—160; Graafschap (6 berichten) 70—125; Rijk van Nijmegen Cl bericht) 90—150; IJsselstreek (4 berichten) 80—250; OverBetuwe (3 berichten) 100—250; Neder-Betuwe (1 bericht) 150; Tielerwaard (9 berichten) 50—200; Bommelerwaard (1 bericht) 100—130; Maas en Waal (5 berichten) 90—250. tuinland. Veluwe (1 bericht) 175; Over-Betuwe Cl bericht) 150; Tielerwaard (2 berichten) 200—400; Maas en Waal (1 bericht) 80. arbeidersperceelen. Veluwe (4 beriohten) 42—120; Graafschap Cl bericht) 70; IJsselstreek Cl bericht) 40—70; Over-Betuwe (4 berichten) 60—280; Tielerwaard (4 berichten) 70—400; Bommelerwaard 130—150; Maas en Waal (1 bericht) 75. d. Ingevolge, openbare verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. Veluwe (1 bericht) 25; Graafschap C2 beriohten) 50—200; IJsselstreek (2 berichten) 40—120; Lijmers Cl bericht) 80—100; Over-Betuwe (5 berichten) 60—210; Neder-Betuwe (2 berichten) 50—200; Tielerwaard (4 berichten) 75—280; Bommelerwaard (2 berichten) 150—220; Maas en Waal (2 berichten) 75—100. grasland om te weiden. Veluwe (6 berichten) 35—144; Graafschap (4 'berichten) 60—100; Rijk van Nijmegen (1 bericht) 60— 90; IJsselstreek (4 berichten) 50—200; Lijmers (2 berichten) 46 120—130; Over-Betuwe (9 berichten) 40—200; Neder-Betuwe (2 berichten) 70—120; Tielerwaard (7 beriohten) 40—125; Bommelerwaard (2 berichten) 60—90; Maas en Waal (7 berichten) 70—180. grasland om te hooien en na te weiden. Veluwe (4 berichten) 60—180; Graafschap (4 berichten) 70—150; Rijk van Nijmegen (1 bericht) 90—150; IJsselstreek (6 berichten) 80—150; Lijmers (3 berichten) 120—170; Over-Betuwe (3 berichten) 100—250; Neder-Betuwe (2 beriohten) 150; (1 bericht 45—60); Tielerwaard (9 berichten) 60—200; Bommelerwaard (2 berichten) 80—130; Maas en Waal (5 beriohten) 90—270. tuinland. Lijmers (.1 bericht) 120—140; Over-Betuwe (2 berichten) 150—175; Tielerwaard (1 bericht) 200; Maas en Waal (1 bericht) 80. arbeidersperceelen. Veluwe (4 berichten) 25—120; Graafschap (1 bericht) 70; Lijmers (1 bericht) 120—140; Over-Betuwe (7 berichten) 60—280; Tielerwaard (3 berichten) 75—130; Bommelerwaard (1 bericht) 130—150; Maas en Waal (1 bericht) 75. Ad Vraag II. Verkoopwaarde per H.A. voor den oorlog. a. boerderijen. Veluwe (16 berichten) 300—3000; Graafschap (28 berichten) 300—2000; Rijk van Nijmegen (2 berichten) 1500— 2000; JJsselstreek (17 beriohten) 400—3000; Lijmers (23 berichten) 700—2500; Over-Betuwe (11 'berichten) 1200—2500; NederBetuwe (.3 berichten) 1500—2200; Tielerwaard (5 berichten) 1000—2000; Maas en Waal (5 berichten) 1000—2000. &. bouwland. Veluwe (14berichten) 300—5000;'Graafischap (25 berichten) 300—2000; Rijk van Nijmegen (3 berichten) 1000— 2200; IJsselstreek (21 berichten) 700—3500; Lijmers (22 beriohten) 600—2500; Over-Betuwe (14 berichten) 1000—2500; NederBetuwe (4 berichten) 1200—1800; Tielerwaard (12 berichten) 800—3000; Bommelerwaard (3 berichten) 1500—2800; Maas en Waal (7 berichten) 800—2000. c. grasland. Veluwe (.13 beriohten) 600—3000; Graafschap (24 berichten) 300—2000; Rijk van Nijmegen (2 berichten) 1200— 2400; IJsselstreek (21 berichten) 500—3500; Lijmers (21 beriohten) 750—2800; Over-Betuwe (.12 berichten) 1000—3000; Nedter- 47 Betuwe (4 berichten) 1400—2200; Tielerwaard C9 berichten) 1000—3500; Bommelerwaard (3 berichten) 1500—3000; Maas en Waal (8 berichten) 1000—2000. d. tuinland. Veluwe (6 berichten) 800—6000; Graafschap (8 berichten) 600—3000; IJsseMreék (7 berichten) 1000—6000; Lijmers (4 berichten) 1000—2000; Over-Betuwe (7 beriohten) 1500— 3000; Neder-Betuwe (2 berichten) 2000—8000; Tielerwaard (2 berichten) 1500—4000; Bommelerwaard Cl bericht) 2000—3000; Maas en Waal (2 berichten) 1200—2000. e. arbeidersperceelen. Veluwe (11 berichten) 800—6000; Graafschap (8 beriohten) 600—2000; IJsselstreek (5 berichten) 700— 3000; Lijmers (.10 berichten) 800—3000; Over-Betuwe (7 berichten) 1400—4000; Tielerwaard (5 berichten) 1500—4000; Bommelerwaard (1 bericht) 2000—2600; Maas en Waal (4 berichten) 1000—2200. Ad Vraag III. Men antwoordt over geheel Gelderland, dat de verhouding tusschen koopprijs en pachtprijs öf normaal was öf te lage prtch'. werd gemaakt. Van de Veluwe komen berichten van te lage pachtprijzen. Men maakt 3 %, doch speciaal is dit het geval met dè Graafschap. Er wordt bericht van 2, 2Y2, hoogstens SY2 %; vooral bij boerderijen, gepacht van grootgrondbezit en gestichten, was de pacht zeer laag; zoo bericht Berg, dat als regel gold', dat de rente van den koopprijs ongeveer f 10 a f 20 per H.A. hooger was dan rte pacht.< Ook uit de IJsselstreek komen dergelijke berichten. Evenzoo uit de Lijmers. Uit Over- en Neder-Betuwe, Tielerwaard en Bommelerwaard wordt een normale verhouding bericht, terwijl Tiel cijfers geeft en wel omtrent boerderijen 5 %, bouwland 4 %, grasland 5 %, tuinland 10 % en arbeidersperceelen 10 %. Uit Maas en Waal komt een bericht, nl. uit Horssen, AY2 tot 5 %, plus kosten, en uit Maasbommel: pachtprijs hooger dan koopprijs. Ad Vraag IV. Pachtprijzen per H.A. in den laatsten tijd. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. Veluwe (13 48 berichten) 20—150; Graafschap (21 berichten) 20—80; (Azewijn 80—140); Rijk van Nijmegen (1 bericht) 200; IJsselstreek (20 berichten) 30—120; Lijmers (14 berichten) 50—120; Over-Betuwe (10 berichten) 50—150; Neder-Betuwe (3 berichten) 90—100; Tielerwaard (3 berichten) 65—100; Maas en Waal (4 berichten) 70—200. 6. Ingevolge openbare termijnver pachting. Veluwe Cl bericht) 60—130; Graafschap (11 beriohten) 40—100; (Azewijn 80—140); IJsselstreek (12 berichten) 35—150; Lijmers (4 berichten) 55—80; Over-Betuwe C7 berichten) 70—300; Tielerwaard Cl bericht) 100; Maas en Waal (2 berichten) 80—160. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting, bouwland. Veluwe (13 berichten) 40—200; Graafschap (19 berichten) 40—100; (Azewijn tot 140); Rijk van Nijmegen (1 bericht) 250; IJsselstreek (12 'berichten) 50—250; Lijmers (16 beriohten) 50—230; Over-Betuwe (8 berichten) 70—525; NederBetuwe (4 berichten) 100—250; Tielerwaard (8 berichten) 150— 750; Bommelerwaard (.1 bericht) 175—200; Maas en Waal (4 berichten) 150—320. grasland. Veluwe (13 berichten) 40—300; Graafschap (14 berichten) 45—200; Rijk van Nijmegen (2* berichten) 300—600; IJsselstreek (12 berichten) 60—350; Lijmers (11 berichten) 50—280; Over-Betuwe C8 berichten) 100—550; Neder-Betuwe C2 berichten) 125—325; Tielerwaard C6 berichten) 100—500; Bommelerwaard Cl bericht) 250—300; Maas en Waal (4 beriohten) 180—400. tuinland. Veluwe (4 berichten) 70—700; Graafschap (4 berichten) 80—180; IJsselstreek (6 berichten) 70—400; Lijmers (1 bericht) 125—150; Over-Betuwe (4 berichten) 90—500; NederBetuwe Cl bericht) 350—400; Tielerwaard Cl bericht) 600; Bommelerwaardi Cl bericht) 300—350; Maas en Waal Cl bericht) 150. arbeidersperceelen. Veluwe (8 beriohten) 70—300; Graafschap (6 berichten) 80—180; IJsselstreek (3 berichten) 80—200; Lijmers (9 'berichten) 55—245; Over-BetuWe (5 berichten) 100—700; Tielerwaard (3 berichten) 180—600; Bommelerwaard (1 bericht) 260—300; Maas en Waal (2 berichten) 150—350. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. 53 Vorden: de stijging alleen betrekking op gemengd bedrijf; de wederinhuurdere in gematigder condities dan de nieuwe 'huurders. Zelhem: de stijging bij grasland het hoogst. Eaag-Keppel: de stijging bij nieuwhuur bet meest. Lichtenvoorde: de stijging is beperkt tot enkele gevallen. Drummen: stijging het meest bij nieuwhuur. Gorssel: stijging is niet algemeen. Twello: stijging bij wederinhuur minder dan bij nieuwhuur. Wehl: stijging betreft alleen publieke verhuring. Breedenbroek: stijging blijft hoofdzakelijk 'beperkt tot die gronden, die niet voor langer dan 8 jaar verhuurd werden. Bern mei: 't meest gestegen ie tuinland en vooral bij nieuwhuur. Eist: nieuwhuur meer dan wederinhuur. Echteld: alleen op land van handelsgewassen. De stijging wordt evenredig geacht met winst, ook met schade; soms acht men de winst de stijging te overtreffen. Tegenstrijdig wordt bericht over de vraag, of door omzetting schade is geleden. Soberpenzeel: stijging geringer dan de winst, niet evenredig met schade. Nijkerk: stijging hooger dan de winst: niet evenredig met schade. Nijkerk: het losse grasland wordt buitensporig hoog verpacht; voor keuterboeren is die stijging niet evenredig met winst. Loohem: geen schade door omzetting. Winterswijk: stijging evenredig met winst bij bouwland, niet bij grasland. Aalten: stijging grooter dan winst, geen schade. Nijmegen: stijging eenigszins evenredig met winst bij bouwland, niet bij grasland De Steeg: stijging uiterst matig en schappelijk. ïïarfsen, Hattum: stijging niet evenredig met winst. Angeilo: niet evenredig met schade. Doetinchem: evenredig met schade. Zevenaar: stijging niet evenredig met meerdere winst. Bemmel: winst overtreft stijging. Bemmel: stijging is buiten verhouding met de winst. Eist: stijging is lager dan de winst. Dodewaard: niet evenredig met de winst. Dreuinel: stijging niet evenredig met de winst. Batenburg: winst grooter dan stijging. Uit Appeltern: twee beriohten; het eene: stijging evenredig met winst; het andere; niet evenredig met winst. Omtrent de oorzaken 'der stijging wordt, voorzoover de vraag beantwoord wordt, bericht: hooge prijzen der producten, duur 54 krachtvoeder; men meende, dat de hoeren groote winsten maakten en de verpachter wilde daarvan ook zijn deel, terwijl de geneigdheid onf te buren grooter werd (Barneveld); gebrek aan boerderijen, terwijl O.W.ers bun igeld trachten vast te leggen in boerderijen en landerijen (Lochem); publieke verpachtingen; ontginning kan door gebrek aan kunstmest niet doorgaan, vandaar concurrentie (Hengelo); het groot-grondbezit, dat de landerijen niet wil verkoopen voor rendeerenden prijs (Winterswijk); geldruimte bij de boeren, doordat bedrijfskapitaal losgekomen is en zij niet inzien, dat zij deze gelden later weer noodig hebben voor het koopen van mert en vee (Aalten); iedereen heeft geld verdiend en wil zelfstandig worden (Berg); wensch van den verpachter om de opbrengst eenigszins1 in overeenstemming te brengen met de onkosten (de Steeg); opdrijving door smokkelaars en O.W.-ere (Steenderen); veel vraag naar boerderijen, omdat de jonge boeren wenscben te gaan trouwen, nu de oorlog geëindigd is (Warnsveld); te hooge durf (Angerlo); de boeren hebben veel geld, waaronder smokkelgeld (Zevenaar); toename van tuinbouw (Bemmel); ongewensobte toestanden bij openbare verpachtingen (Slangenburg); voortdurende verkleining van bedrijven en toename van arbeiders, die voor zichzelf beginnen (Tiel); winst door fraudeleuzen verkoop van granen (Wadenoyen); teveel vee (Maasbommel); meer intensief drijven van landbouw en veeteelt -door gegoeden, meer mededinging, vooral wat betreft wei- en hooiland door boeren van eldei9 (Appeltern). Ad Vraag VII. Vrijwel eenstemmig wordt deze vraag ontkennend beantwoord; er is geen verandering gekomen in de termijnen, de wijze en de voorwaarde van verhuring. Hierop zijn echter ook uitzonderingen. .Wageningen: de termijn van zes jaar wel eens verkort. Nijkerk: voorheen was de verhuring van zes jaar regel; een groot-grondeigenaar verpacht nu voor één jaar, andere grootgrondeigenaars volgen. Er zijn er echter ook, die de boerderijen op dezelfde wijze als voorheen verhuren. ■ Hengelo: een paar gestichten hebben den termijn van de hoogere pachten op twee jaar gesteld, doch bij al de anderen gelden de ge- Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Utrecht. (Er zijn 56 Vragenlijsten ingekomen, waarvan 4 uit Eemland, 17 uit N. W. Weidegebied, 15 uit Lopikerwaard en Kleigebied van Ouden RJijn en IJssel, 10 uit Kleigebied1 van Krommen Rijn, 10 sÈ&W~': uit bet Zandgebied.) Ad Vraag I. Pachtprijzen *) per H.A. voor den oorlog. 1. Boerderijen. a. Ingevolge, onderhandsche termijnverpachting. Eemland 1 boerderij verpacht, prijs onbekend; N. W. Weidegebied (15 berichten) 50—100; (Nieuwersluis 50—150); Lopikerwaard enz. (14 berichten) 50—100; (Ouden Rijn 40—50; Hoogland 35—40); Kleigebied van Krommen Rijn (10 berichten) 50—80; Zandgebied (9 'beriobten;) 20—50; (de Rilt 40—70). 5. Ingevolge openbare termijnverpachting. Eemland. geen opgave; N. W. Weidegebied (4 'berichten) 50—110; Lopikerwaard enz. (3 berichten) 60—120; Kleigebied van Krommen Rijn (.1 bericht) 80—100; Zandgebied (2 berichten) 40—50, 70—80. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Eemland geen cpgave; N. W. Weidegebied (3 berichten) 35—100; Lopikerwaard enz. (10 beriohten) 50—105; Kleigebied van Krommen Rijn (9 berichten) 40—100; Zandgebied (6 beriohten) 35—65. grasland. Eemland (2 berichten) 35—160; N. W. Weidegebied (6 berichten) 85—150; (Kockengen 20—50); Lopikerwaard enz. (11 berichten) 60—150; Kleigebied van Krommen Rijn (9 beriohten) 50—150; Zandgebied (4 beriohten) 60—95. •) Pachtprijzen en verkoopwaarde zijn uitgedrukt in guldens. tuinland. N. W. Weidegebied, (7 berichten) 120—350; Lopikerwaard enz. (3 berichten) 90—200; Kleigebied van Krommen Rijn (1 bericht) 80—100; Zandgebied (1 bericht) 100—175. arbeidersperceelen. N. W. Weidegebied (6 berichten) 140—210; Lopikerwaard enz. (.6 berichten) 110—210; (Jutfaas 350—700); Kleigebied van Krommen Rijn (7 berichten)'70—175; (Soest 35). b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. N. W. Weidegebied (2 beriohten) 90—100; Lopikerwaard' enz. (5 berichten) 45—210; Kleigebied van Krommen Rijn (1 bericht) 50—70. grasland. Eemland, (2 berichten) 70—200; N. W. Weidegebied (.2 berichten) 90—100; Lopikerwaard enz. (4 beriohten) 40—100; Kleigebied van Krommen Rijn (1 bericht) 70—90. tuinland. N.. W. Weidegebied (2 berichten) 150—350; Lopikerwaard enz. (3 berichten) 70—210. arbeidersperceelen. N. W. Weidegebied (2 berichten) 150—210; Lopikerwaard enz. (3 beriohten) 80—210,. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. N. W. Weidegebied (2 berichten) 90—150; Lopikerwaard enz. (5 berichten) 50—210. grasland om te weiden. Eemland (1 bericht) 70; N. W. Weidegebied (3 berichten) 80—110; Lopikerwaard enz. (3 berichten) 80—125; Kleigebied van Krommen Rijn (1 bericht) 80—160. grasland om te hooien en na te weiden. Eemland (1 bericht) 70; N. W Weidegebied (2 berichten) 100—130; Lopikerwaard enz(.5 beriohten) 100—175; Kleigebied van Krommen Rijn (2 berichten) 100—170; Zandgebied (2 berichten) 110. tuinland. N. W. Weidegebied geen opgave; Lopikerwaard enz. (2 berichten) 120—150. arbeidersperceelen N. W. Weidegebied (2 berichten) 150—210; Lopikerwaard enz. (3 berichten) 80—210; Kleigebied van Krommen Rijn (2 berichten) 70—175; Zandgebied (.1 bericht) 140. d. Ingevolge, openbare verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. N. W. Weidegebied (2 berichten) 90—175; Lopikerwaard enz. (3 berichten) 60—210. grasland om te weiden. Eemland (2 beriohten) 70—140; N. W. w Weidegebied (3 berichten') 80—120; Lopikerwaard enz. (2 berichten) 80—120. grasland om te hooien en na te weidt n. Eemland (3 berichten) 105—200; N. W. Weidegebied 100—140; Lopikerwaard (3 berichten) 10Ö—175; Kleigebied van Krommen Rijn (2 berichten) 100—160; Zandgebied (3 'berichten) 100—150. tuinland. N. W. Weidegebied (2 berichten) 150—420; Lopikerwaard enz. (1 bericht) 120. arbeidersperceelen. Lopikerwaard enz. (2 berichten) 90—2*0. Ad Vraag II. Verkoopwaarde per H.A. voor den oorlog. a. boerderijen. Eemland (2 berichten) 1000—3500; N. W. Weidegebied (14 berichten) 1000—4000; Lopikerwaard enz. (13 berichten) 1000—2500; Kleigebied van Krommen Rijn (9 berichten) 1200—2500; Zandgebied (8 berichten) 700—1800. 6. bouwland. N. W. Weidegebied (5 berichten) 1600—2500; Lopikerwaard enz. (9 berichten) 800—2000; Kleigebied van Krommen Rijn (7 berichten) 1000—2100; Zandgebied (5 berichten) 500—1800. c. grasland. Eemland (1 bericht) 2000—3500; N. W. Weidegebied (8 berichten) 1000—2500; Lopikerwaard enz. (12 berichten) 900—2500; Kleigebied van Krommen Rijn (7 berichten) 1000— 3000; Zandgebied (4 berichten) 800—2000. d. tuinland. N. W. Weidegebied (6 berichten) 2000—4500; Lopikerwaard enz. (3 berichten) 1500—3000; Zandgebied (2 berichten) 1300—1800. e. arbeidersperceelen. N. W. Weidegebied (1 bericht) 2000; Lopikerwaard enz. (3 berichten) 2000—2500; kleigebied van Krommen Rijn (2 berichten) 2500—4500; Zandgebied (1 bericht) 1500—1800. Ad Vraag III. Uit Eemland wordt op twee der drie Vragenlijsten medegedeeld, dat de koopprijs te hoog was in verhouding tot de huurprijzen. Uit N.W. Weidegebied wordt in acht van de vijftien berichten gemeld, dat de verhouding van koop- tot pachtprijs in 1913 en 1914 normaal was. Oud-Loosdrecht spreekt in twee berichten van een 65 Uit Willeskop wordt gemeld, dat de eigenaars grove winsten door de omzetting1 genoten. In 1918 werd voor grasland voor omzetting in bouwland gedurende zes jaar van ƒ 400 tot ƒ 700 per H.A. per jaar betaald. Uit Eemland worden de volgende oorzaken voor de stijging van den pachtprijs opgegeven: gebrek, aan veevoeder; aanwezigheid van veel kleine veehouders en hooge vee- en zuivelprijzen; de regeeringsmaatregelen betreffende de distributie en maximumprijzen van hooi, welke altijd meer d m het dubbele waren van den daarvoor geldenden prijs. Zoodra deze vervallen, zakken de prijzen. Uit Lopikerwaard ënz.-wordt als oorzaak bijna algemeen opgegeven: gebrek aan land. en concurrentie tusschen de boeren. Kamerik meldt: opvoering van loon en distributie; Harmeien: duffe prijzen, woekerwinsten; Galecop: opdrijving door particulieren buiten het boerenbedrijf; Willestocp: hooge prijzen, die door verbouwing van wortelgewassen en ook wel premieteelt van koolzaad en granen werden verkregen, doch ook hooge vee- en zuivelprijzen. Hoogland: groote vraag naar boerderijen; hooge prijzen, het scheuren van grasland), waardoor minder vee kan gehouden worden. Men wil echter zooveel mogelijk het vee, dat men heeft, houden, zoodoende gaat men voor veel te hooge prijzen land huren. Uit Kleigebied van Krommen Rijn meldt slechts Werkhoven als oorzaak: een veel te optimistische blik in de toekomst; er is wat geld verdiend en men meent zich de weelde van meer grondbezit wel te kunnen veroorloven. Uit het Zandgebied meldt Achterveld, waar de stijging slechts was op de arbeidersperceelen, van de kerk gehuurd, diat deze stijging kwam, doordat dit land al meer dan 20 jaar verhuurd was tegen denzelfden lagen prijs, om in de behoefte van de arbeiders te hulp te komen, doch nu kunnen de arbeiders het reeds heel gauw zonder dit land stellen en bovendien moet de kerk nu meer geld uitgeven voor reparatie enz. Er bestaan ook geen klachten van die arbeiders hierover. In de Bilt stegen de prijzen weinig, behalve van tuingrond, waaraan groot gebrek bestaat. In Renlswoude waren de pachtprijzen veel te laag in verband met de verkoopwaarde. Uit Veenendaal 5 66 wordt genoemd: concurrentie; gebrek aan samenwerking der pachters, en het meerdere geld, diat ze in kas hebben. „Zoo gewonnen, zoo geronnen". Een andere berichtgever aldaar spreekt van: meer winstbejag. Ad Vraag VII. ' Door de groote meerderheid! der berichtgevers wordt medegedeeld, dat, afgezien van de pachtsom, geen wijzigingen zijn voorgekomen. Uit zes plaatsen wordt echter gemeld, dat de termijnen van verhuring korter zijn geworden. Voor den oorlog zes jaar, thans twee of drie jaar. Uit Hoogland wordt gemeld, dat de publieke verhuringen sterk zijn toegenomen. Ad Vraag VIII. Het eerste gedeelte van deze vraag wordt door bijna alle berichtgevers met „neen" beantwoord, terwijl enkele mededeelen, dat hun niets ervan bekend is. Uit Willeskop wordt gemeld: één geval, in bet nadeel van den pachter. Twee berichtgevers uit Schalkwijk antwoorden mst „neen"', terwijl een derde uit dezelfde gemeente verbreking van het pachtcontract als zeer zeldzaam aangeeft. Tusschentijdsche verbreking van het pachtcontract in verband met de gewijzigde omstandigheden, op grond van bepalingen van het contract is dus in Utrecht zoo goed als onbekend. Een en twintig berichtgever» melden, dat in hun streek geen gevallen van verkoop bekend zijn. Daarentegen geven vier en twintig berichtgevers op, dat dit in hun streek wel voorkwam. Beide opgaven zijn over de verschillende landbouwgebieden gelijkelijk verdeeld. In Bunschoten heeft de gemeente Amersfoort verschillende landerijen verkocht, die daardoor meer rente, dan daarvoor huur opbrachten. Positie der pachters is dezelfde gebleven. Ook vele families met grootgrondbezit hebben landerijen verkocht. Vele boeren hebben zelf gekocht, doordat zij in de laatste jaren financieel sterk geworden zijn, 67 doch velen zitten niet groote hypotheek; anderen werden gedwongen duur te huren. Uir^Lopik wordt gemeld, dat de toestand van de pachters niet verslechterd is, daarentegen uit de Meern, Wijk hij Duurstede en Schalkwijk, dat dit wel het geval is. Ad Vraag IX. Uit alle plaatsen wordt gemeld, dat geen pogingen zijn aangewend om misstanden te verheipen. Alleen in Vinkeveen mogen de tuinders geen duurder land huren dan voor f 0.60 de roede, anders krijgen ze geen, voorschot en mogen niet veilen. Die maatregel heeft met goed succes gewerkt, anders waren zeker prijzen besteed van f 700 per H.A. Acht berichtgevers achten speciale maatregelen onnoodig. Loenen zegt: hoogst zelden, dat een misstand voorkomt. De berichtgever uit Kamerik: naar mijn meening zullen de pachtprijlzen vanzelf wel dalen, wanneer de prijzen der produkten (d.w.z. hier de kaasprijzen) dalen. Men verwacht daarvan1 een daling van 85 ct. tot 50 ct. per pond. Daarentegen worden door dlrie en twintig berichtgevers maatregelen wel noodzakelijk geacht. In Eemnes wenscht het Bestuur van den Boerenbond aanvoer van krachtvoer. Nieuwersluis wenscht: drooglegging van plassen; uit Galecop: hij publieke verhuringen geen strijkgeld uit te reiken; uit Soest: de markt moet zichzelf regelen, alleen kan voor pachter op langen termijn een Huuroommissie toezicht houden, dat deze niet fnuikend Wordt bij daling der prijzen; Maarssen: het is zeer moeilijk, omdat het zoo ingrijpt in het particulier bezit, anders zou het aanbeveling verdienen om taxateurs voor verhuringen te benoemen, maar dan mag wel rekening gehouden worden met zeer betrouwbare en deskundige mensohen. In totaal zijn twaalf berichtgevers voor het instellen van plaatselijke of provinciale Commissies. Zoo zegt Wilnis: bij de wet Commissies instellen in alle gemeenten, welke de gebruikswaarde der goederen taxeeren en aan den scheidenden pachter, in verband met den betaalden huurprijs, de vermeerdering der gebruikswaarde uitkeeren. 68 De berichtgever uit Jutfaas denkt zkh de werking der Commissies van meer tijdslij ken aard: abnormale prijzen zullen verdwijnen met normale tijden; Pacbtoommissie als Huurconiloissie, Hij geeft verder als miiddel op: onderlinge samenwerking tusschen pachter en verpachter. Loenersloot wenscht: de Pachtwet verbeteren van regeeringswege; Groot-Mijdreobt: een,' Pachtwet, die den boer beschermt, zoodat hij niet aan den dijk gezet kaar worden; Kookengen: eer behoorlijke Pachtwet, met een collectief pachtcontract. '38 92 Uit streken, waar groenten en handelsgewassen verbouwd worden, wordt bijzondere stijging van binderijen van deze cultures bericht. Hoogmade: alleen op tuinbouw en handelsgewassen; Leiderdorp : 't meest op teelt van handelsgewassen; Koudekerk: 't meest op tuinbouw en handelsgewassen; Zuidbuurt: tuinbouw 't meest. Daarentegen Moerkapelle: alle gronden, behalve de tuingronden ; Reeuwijk: speciaal de handelsgewassen; Boskoop: alleen op grond voor groenten; Bodegraven: het meest op tuingrond ; Den Haag: vooral voor handelsgewassen en tuinland; Den Haag: alle gronden, behalve de dure tuingewassen; Poeldijk: alleen voor speciale handelsgewassen; Wateringen: vooral voor tuinbouw en handelsgewassen; Monster: vooral voor speciale handelsgewassen; Naaldwijk: in het bijzonder tuinland en land voor, handelsgewassen; Honselersdijk: hoofdzakelijk handelsgewassen en tuinbouwgewassen; Hof van Delft: alle gronden, doch voornamelijk die voor tuinbouw; Botterdam: het meest op landerijen, waarop handelsgewassen, vooral pronkboonen, geteeld worden; Bleiswijk: het minst de zeer goede, humusrijke tuingronden, die in normale tijden reeds hooger prijs deden voor de teelt van komkommers en andere fijne groenten; Moordrecht: het grootst bij tuinbouw en handelsgewassen; Dubbeldam: alle landerijen, doch speciaal tuinbouw en bij oude weilanden om te scheuren; Oud-Beierland: voornamelijk bij bijzondere tuinbouwproducten; Rozenburg: voornamelijk voor selderij en vlas buitengewoon; Goedereede: voor alle landerijen, doch het meest voor handelsgewassen; Sommelsdijk: voornamelijk voor handelsgewassen; Dirksland: alle landerijen, doch het meest voor handelsgewassen, uien en koepeen en het land, dat het dichtst bij de dorpen ligt. De overgroote meerderheid bericht, dat de stijging algemeen is. Anderen, niet ontkennend, dat ook bij wederinhuur stijging heeft plaats gehad, „zien deze toch in de voornaamste plaats bij nieuwhuur. In de streken, waar gescheurd is, wordt bijzondere stijging gemeld van nieuw gehuurd weiland om te scheuren. Op de vraag, of de stijging evenredig is met de meerdere 94 van verkoóp der boerderij: zoo Zwammerdam; voorts Alblasserdam: zeer velen hebben opslag moeten geven, wat men echter niet te hooren komt, omdat de eigenaar den pachter verbiedt dit te vertellen. Lexmond: meer boerderijen bij inschrijving verhuurd en voor meer jaren; Pernis: bepaling, dat bij verkoop van een gedeelte de geheele huur vervalt; Maasland: de voorwaarde van zorgvuldige bemesting wordt bij verhuur voor een jaar weggelaten; de verhuurder acht, dat hij voldoende door de hoogere huur gedekt wordt; Goedereede: de pachtsom wordt bepaald, en vervolgens ingeschreven naar de beneficiën van landerijen, die in perceelen verhuurd worden. Ad Vraag VIII. Omtrent tusschentijdsche ontbinding wordt bericht: Zuidbuurt: met wederzij dsch goedvinden en om goede vrienden met den landheer te blijven werd de pacht wel met f 5 per bunder opgeslagen; Oegstgeest: soms wel en dan met tamelijke schadevergoeding aan den pachter, opdat de verpachter zou kunnen verknopen; Oud-Alblas: de berichtgever meldt, dat hem met Augustus 1918 de huur van 3 H.A. grasland werd opgezegd en de verhuurder 17s H.A. hiervan ging verhuren om te scheuren. Deze l1/,, H.A. bracht evenveel op als de 3 H.A. De oorspronkelijke huurder had nog vier jaar huur; Klaaswaal: pachtcontract verbroken, gepaard gaande met verhooging van pacht en verlenging van termijn of scheuren van weiland; OudBeierland: volgens gerucht is contract verbroken en pacht ad. f 50 per H.A. verhoogd onder bedreiging, dat anders het land verkocht werd; Dirksland: neen, doch het gebeurt op een andere wijze n.1. in gemeen overleg wordt de loopende huur ontbonden; de vastgestelde huur van het ontbonden contract benevens de bedongen huur der optiejaren wordt de gemiddelde huur voor den geheelen termijn; Oude-Tonge: wanneer zulks voorkwam, was 't in beider belang. Overigens wordt deze vraag ontkennend beantwoord. Blijkens de antwoorden is veel verkocht in Zuid-Holland. Meestal acht men de positie van den pachter hierdoor verslechterd; hij moest óf zelf koopen óf was zijn bestaan kwijt. 95 Naaldwijk: bepaling in het huurcontract, dat b\j verkoop huur ontbonden was, heeft in onderscheidene gevallen veel schade berokkend; Gorinchem: kwam wel voor, maar de loopende huur werd gestand gedaan, dus was het voor den pachter niet nadeelig. Ad Vraag IX. Slechts één bericht kwam in over een ingrijpen, n.1. Everdingen bericht, dat het Hooibureau in 1918 heeft ingegrepen ; niettegenstaande dit ingrijpen werd verpacht voor f 150 & / 160 per 1000 K.G. Middelen welke tot redres worden aangegeven. Negen en veertig berichtgevers laten deze vraag onbeantwoord. Deze zijn verspreid over de geheele piovinoie. Twintig berichtgevers verklaren zkh positief tegen elke regeeringsinmenging, 't zij dat ze deze uit zichzelf verkeerd achten, 't zij dat ze meenen, diat deze nu niet meer noodig is. Moerkapelle: ingrijpen niet noodig, daar abnormale opdrijving niet voorkomt; Bodegraven: regeringsmaatregelen niet gewenscht, de tóestand zal zichzelf wel wijzigen; Wassenaar: hier is niets te doen; Den Haag: geen hel in regeringsmaatregelen; Den Haag en Loosduinen: stijging van de pacht een normaal verloop gehad; Rijswijk: zal zichzelf .wel regelen; Rietveld' en Woerden meenen dat het niet noodig is; Lekkerkerk: als de omstandigheden normaal worden, dalen de zuiVelprijzen vermoedelijk beduidend, en komt de kwestie van pacht en verkoopwaarde vanzelf wel in orde; GorinChem: inmenging van regeeringswege wordt niet gewenscht geacht; idem: de régeering zal er buiten moeten blijven, men zie slechts naar de distributie en maximumprijzen, die alles bedorven hebben; Oud-Beierland: staking van alle regeeringsinmenging, het werkt doodend en belemmerend voor de productie (zie Huurcommissie); het instellen van een Pachtbureau zou het metst den minderwaardigen huurder ten goede komen (zie schippersbeurs). Door het drukken van de pacht wordt de eigenaar ten eerste benadeeld in zijn 'kapitaal, ten tweede gedwongen te verkoopen; Rozenburg: geen enkele maatregel helpt afdoende;' Goedereede: geen maatregelen noodig; idem: geen beperking pachtprijzen noodig; idem: landeigenaar moet zelf een be- 96 slissing kunnen nemen, hoe met zijn eigendommen te handelen; pachtprijs wordt igeregeldi door vraag en aanbod. Melissant: niet van gelang, dat de Regeering ingrijpt; Dirksland: staatsmmenging niet gewensöht; idem: men zal eiken genomen maatregel ontduiken; vraag en aanbod regelen de pacht; die kooper van heden moet wel een hooge pachtsom bedingen, wil hij een matige rente maken van zijn kapitaal; de polderlasten toch zijn in den laatsten tijd meer dan verdubbeld. Twintig berichtgevers zien heil in een Commissie, tot regeling der pachtprijzen, 't zij dat men spreekt van een Commissie als de Hnuroommissie, 't zij dat men blootweg een Paohtcommissie noemt, 't zij1 dat men de werkwijze nader omschrijft. Regeling als van de Huurcommissie vragen: Zwammerdam, Poeldijk, Honselersdijk (2 berichten). Blootweg Commissies of Paohtcom- , missies vragen: Langeraar, Zegwaard, 's-Gravenzande, Bleiswrjk, Oudewater, Zuid-Beierland, Oud-Beierland, Nieuwe Tonge en Oude Tonge. Hof van Delft: maximumprijzen door een Commissie van verkoop en pacht, voor elke streek op zichzelf; Overschie: een plaatselijke Oommissie van' onpartijdige vak- en zakenmensohen, gesteund door de Regeering; Schoonrewoerd: een Commissie, die het land taxeert, terwijl het lot aanwijst, wie pachter is; Strijen: instelling van gewestelijke Pachtcommissies, hoogstens provinciaal; deze Commissies onderzoeken alle misstanden, maken deze bekend aan een Hoofdpachtoommigsie, en deze dringt bij de Regeering op wettelijke bescherming aan. 's-Gravenzande acht ingrijpen van Regeeringswege gewensöht, doch weet niet, op welke wijze. Vijf berichtgevers vragen verbod of beperking van; publieke verhuring; zoo: Woubrugge, Bleiswrjk (2 berichten), Ribbon, Stad aan het Haringvliet (verbod van publieke verpachting bij wederinhuur). Twaalf berichtgevers vragen afschaffing der strijk- en' plukgelden; aldus: Langerak, Hazerswoude, Ztri&buurt, Wateringen, Naaldwijk, Maasdijk (2 beriohten), Pijnacker, Berkel, Hillegersberg, Zwijridirecht, Dirbsland. Afschaffing van het beneficiSnstelsel wordt gevraagd door Nieuwe-Toöge. 97 Langerak vraagt den duur der publieke verpachting te beperken tot vijf jaar; Dubbeldam daarentegen vraagt verplidbting van minimum paöhttermijnen van zeven jaar en jaarlijksohe vooruitbetaling der pacbtpenningen. Vergoeding voor aangebrachte verbetering wenschen Naaldwijk, Bleiswijk en Dubbeldam. Wateringen vraagt gegarandeerde prijzen der prodlukten; Vianen vraagt een recht voor den zittenden pachter tot wederinhuur; Alblasserdam meent, dat voorüchting door organisaties voldoende is; Ter Aar ziet heil in door organisaties van pachters te oefenen drang en vraagt een maatregel, waarbij aan een pachter, die boven zeker maximuim gehuurd heeft, 'bevoegdheid tot tusschentijdsche ontbinding der pacht gegeven wordt. Moordrecht stelt voor als basisprijs voor pacht te nemen die van 1913 en 1914, daarop een zeker percentage verhooging toe te staan, met terugwerkende kracht voor loopende huren, totdat de toestand weer te overzien is. Den Haag meent, dat coöperatie van pachters gewenscht is, vooral voor tuinders. Noordeloos deelt mede, dat het vooral de pachters, voornamelijk de kleinere zijn, die de pachten opdrijven; de eigendommen der gemeente zijn onderhands verpacht geweest; op aandrang van vele pachters zijn de boerderijtjes de laatste maal weer bij publieke inschrijving verpacht. Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Zeeland. (Totaal ingekomen 100 Vragenlijsten, verdeeld als volgt: Schouwen-Duiveland 10, St Filipsland 1, Tholen 7, Walcheren 13, N.-Beveland 5, Z.-Beveland 24, W. Zeeuwsch-Vlaanderen 10, O. Zeeuwsch-Vlaanderen 30.) Ad Vraag I. Pachtprijzen*) per H.A. voor den oorlog. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. SchouwenDuiveland (8 berichten) 50—100; (Dreischar 150; Sirjansiand 115; zand 15); St. Fffipeland 70—100; Tholen (6 berichten) 50—100; Walcheren (12 berichten) 50—120; N.-Beveland (4 berichten) 60—85; Z.-Beveland (20 beriohten) 30—100; W. ZeeuwschVlaanderen (12 berichten) 45—80; O. Zeeuwsch-Vlaandeern (20 berichten) 50—110. 6. Ingevolge openbare termijnverpachting. Schouwen-Duiveland (3 berichten) 100—140; (Dretechor 125—200; zand 26); St. Filipsland en Tholen komt niet voor; Walcheren (6 berichten) 75—150; N.-Beveland (3 berichten) 60—100; Z.-Beveland (13 berichten) 60—125; een 150, komt niet veel voor; W. ZeeuwschVlaanderen (3 'berichten) 50—80; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (6 berichten) 60—120; in 't algemeen boude men bierbij in 't oog, dat slechts 34 lijsten deze vraag beantwoord hebben, velen en daaronder de beste kenners berichten, dat deze wijze van verpach" ting zeer weinig of in het geheel niet voorkomt. 2. Losse landerijen. {; 4 a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. y** . bouwland. Schouwen-Duiveland (7 berichten) 50—140; (Dreischor 200—300); St. Filipsland 125—150; Tholen (7 berichten) *) Pachtprijzen en verkoopwaarde zijn uitgedrukt in guldens. 103 perceelen in verhouding tot de koopprijzen te hooge pacht opbrachten. Ad Vraag IV. Pachtprijzen per H.A. in den laatsten tijd. 1. Boerderijen. o. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. SchouwenDuiveland (7 berichten) 100—260; St. Filipsland 135; Tholen (3 berichten) 100—150; Walcheren (11 berichten) 75, 90—150, 250; N.-Beveland (4 berichten) 90—140; Z.-Beveland (18 berichten) 80, 90—150, 200; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (12 berichten) 55, 70—100, 170; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (22 berichten) 75—170. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. Schouwen-Duiveland (5 beriohten) 125—150; (zand 28); Walcheren (7 berichten) 75, 100—170, 200; N.-Beveland (2 berichten) 100—175; Z.-Beveland (12 berichten) 100—300; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (3 berichten) 100—160; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (3 berichten) 100—170. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Schouwen-Duiveland (7 berichten) 150—350; Tholen (5 berichten) 100—325; Walcheren (10 berichten) 100, 125—250, 300; N.-Beveland (3 berichten) 120—160; Z.-Beveland (18 berichten) 100, 150—350, 400; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (9 berichten) 55—225; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (20 berichten) 50, 70, 90—200, 300. grasland. Schouwen-Duiveland (7 berichten) 100, 200—250, 300; Tholen' (5 berichten) 100—175; Walcheren (8 berichten) 90—300; N.-Beveland! Cl bericht) 150; Z.-Beveland (16 berichten) 100, 140—250, 350; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (8 berichten) 55— 225; 0. Zeuwsch-Vlaanderen (8 berichten) 75—125, 240. tuinland. Schouwen-Duiveland (3 berichten) 200, 700—750; Tholen (4 berichten') 250—750, 800; WaUcberen (1 bericht) 200— ' 500; N.-Beveland (1 bericht) 150; Z.-Beveland (4 berichten) 120, 150, 400, 900; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (4 berichten) 55—225; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (6' berichten) 100, 150—350, 600. arbeidersperceelen. Schouwen-Duiveland (3 berichten) 150—325; Tholen (3 berichten) 100—250; Walcheren (5 beriohten) 100, 200, 300—375, 500; N.-Beveland (4 beriohten) 150—175; Z.-Beveland 104 (10 berichteii) 140—300, 400, 450; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (5 beriohten) 50—225; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (5 berichten) 110—200. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Schouwen-Duiveland (8 berichten) 150—375; Tholen (2 berichten) 100—250; Walcheren (8 berichten) 100—350; N.Beveland (3 berichten) 150—250; Z.-Bevelaittd (.17 berichten) 120—500; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (4 berichten) 110—250; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (3 berichten) 110—130. grasland. Schonwen-!Duftveland (7 berichten) 150, 200—300, 350; Tholen (2 berichten) 100—200; Walcheren (6 beriohten) 100, 125^-250, 350; N.-Bevelamd (1 berioht) 150; Z.-Beveland) (13 berichten) 60, 150—250, 350; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 berichten) 120—150; 0. Zeeuwsch-Viaanderen (2 berichten) 110—180. tuinland. SChcweni-IhiivdaM (2 beriohten) 225, 600—750; Tholen (1 bericht) 160—250; Walcheren. (3 'beriohten) 180, 200, 400—550, 700; N.-Beveland (2 berichten) 150—300; Z.-Beveland (4 berichten) 130—240, 600; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 berichten) 150—200; O. Zeeuwsch-Vlaanderen geen opgave. ■ arbeidersperceelen. Schouwen-Duiveland (1 bericht) 250—375; Tholen (1 bericht) 200—250; Walcheren (3 berichten) 175, 350, 450, 550; N.-Beveland (4 berichten) 150—300; Z.-Beveland (4 berichten) 150—400, 500, 550; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 berichten) 60—200; O. ZeeuwschrVlaanderen geen opgave ontvangen. o. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Schouwen-Duiveland (2 berichten) 750—920; Tholen (4 berichten) 500—850; Walcheren (4 berichten) 150—750; N.-Beveland (3 berichten) 200—900; Z.-Beveland (18 berichten) 150—850; W. Zeeuwsch-VLaanderen (10 berichten) 75—600; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (16 berichten) 120, 200—800. grasland om te weiden. St. Filpsland 3f 5; Tholen (4 beriohten) 250—300; Walcheren (2 berichten)) 150—400; Z.-Beveland (12 berichten) 155, 200—300, 500; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (7 berichten) 100—600; 0. Zeeuwach-Vlaanderen (5 berichten) 180— 500. grasland om te hooien en na te weiden. Tholen (8 berichten) 105 200—300; Walcheren Cl bericht) 180—400; Z.-Beveland (5 berichten) 155, 200—300,500; W. Zeeuwsoh-Vlaanderen (2 berichten) 120—600. tuinland. Tholen C3 berichten) 600—1000; Walcheren (1 bericht) 400—750; Z.-Beveland C4 berichten) 160—900; W. Zoeuwsch-Vlaanderett (2 berichten) 90—220; O. Zeeuwsch-Vlaanderen tot 800 (1 bericht). arbeidersperceelen. Tholen Cl berioht) 500—700; Walcheren (3 berichten) 300—750; N.-Bevelandl Cl berioht) 700; Z.-Beveland (8 berichten) 160—700; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (4 berichten) 90—220; 0.- Zeeuwsch-Vlaanderen (4 beriohten) 170—230. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Schouwen-Duiveland Cl bericht) 700; Tholen (1 bericht) 700; Walcheren (1 bericht) 150—250; N.-Beveland (1 bericht) 200—500; Z.-Beveland (4 berichten) 160, 180—300, 750; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 berichten) 125—600; 0. ZeeuwschVlaanderen Cl bericht) 425. grasland om te weiden. Walcheren (2 berichten) 150—500; Z.Beveland C4 berichten) 160—500; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 berichten) tot 700; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 berichten) 300. grasland om te hooien en na te weiden. Walcheren (2 berichten) 150—500; Z.-Beveland (4 berichten) 160—500; W. ZeeuwschVlaanderen (2 berichten) 80—150. tuinland. Walcheren (1 bericht) 400—800; Z.-Beveland (3 beriohten) 170—500; W. Zeeuwsch-Vlaanderen Cl bericht) tot 140. arbeidersperceelen. Walcheren Cl bericht) 400—800; Z.-Beveland (3 berichten) 165—500; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 beriohten) 80—150; 0. ZeeuwsCh-Vlaanderen (1 bericht) 300. Ad' Vraag V. Verkoopwaarde per H.A. in den laatsten tijd. a. boerderijen. Schoniwen-Duiveland (8 berichten) 2000—4500; St Filipsland 2000—3250; Tholen 15 berichten) 2500—5000; Walcheren (10 berichten) 2000—5000; N.-Beveland C4 berichten) 2000—4500; Z.-Beveland (18 berichten) 2000—4000; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (11 beriohten) 900—3600; 0. ZeeuwschVlaanderen (20 berichten) 900—3500. b. bouwland. Schouwen-Duiveland (9 beriohten) 2500—5000; 106 St. Fiitipsland 2000—4000; Tholen (5 berichten) 2500—6000; Walcheren (10 berichten) 2000—5000; N.-Beveland (4 berichten) 2000—4500; Z.-Beveland (19 beriohten) 2500—5000; W. ZeeuwsCb-Vlaanderen (10 beriohten) 900—4500; 0. ZeeuwschVlaanderen (29 berichten) 1800, 2500—3500, 5000. c. grasland. Schouwen-IMveland (8 berichten) 2000—5000; Tholen (5 berichten) 2000—5000; Walcheren (9 berichten) 2000— 5000; Z.-Beveland (17 beriohten) 2300—4000; W. ZeeuwschVlaanderen (9 berichten) 1200—4500; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (8 berichten) 900—3000. d. tuinland. S<^uwen-Duiveland (2 berichten) 7000—7500, één geval 19000; Tholen (3 berichten) 6000—7500; Walcheren (2 berichten) 4000—6000; N.-Beveland (1 bericht) 3400; Z.-Beveland (4 berichten) 2500—4500; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (4 berichten) 18(X)—4500; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (3 berichten) 3000— 5000. e. arbeidersperceelen. Schouwen-Duiveland (4 berichten) 2000— 7500; Tholen (2 berichten) 4000—5000; Walcheren (6 berichten) 3000—6000; N.-Beveland (3 berichten) 2000—4500; Z.-Beveland (9 berichten) 2500—5000; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (3 berichten) 1800—4500; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 beriohten) 2200—3500. Ad Vraag VI. Eenstemmig is men in de beantwoording, dat de stijging betreft alle kwaliteiten grond; alleen Zeeuwsch-Vlaanderen heeft eenige afwijking. Zoo bericht Sluis, dat de stijging betreft voornamelijk de zeer vruchtbare gronden; Groede daarentegen, dat de mindere kwaliteiten het meest gestegen zijn. Een berichtgever uit Axel zegt, dat de stijging in de eerste plaats de vruchtbare gronden betreft. Uit Hulst komen twee berichten, dat alleen zeer goede kleigrond en zeer goede zandgrond gestegen is; evenzoo Grauw: alleen vruchtbare gronden. De stijging betreft gronden van elke cultuur. Uit Schouwen-Duiveland komt een bericht, dat de stijging inzonderheid verbouw van handelsgewassen betreft. Uit Middelburg: elke cultuur, doch speciaal vlasenthanssuikerbieten.UitOvezande|:stijginghethoogst bij verbouw van handelsgewassen. Uit Kruiningen: eUie cultuur, doch in het bijzonder, waar handelsgewassen geteeld worden. 107 Uit Krabbendijke: hoe intensiever verbouw, hoe meer stijging. Uit Groede, Schoondijke, IJzendijke: de stijging het hoogst voor land, waarop handelsgewassen geteeld worden. Uit Stoppeldijk: hoogste stijging bij teelt van vlas en suikerbieten. Uit Clinge: speciaal handelsgewassen. De stijging is algemeen; wel komen van alle deelen berichten, dat ze het sterkst is bij nieuwhuur, in mindere mate bij wederinhuur en in het bijzonder bij geheele boerderijen, speciaal wanneer de pachter reeds geruimen tijd op de boerderij za*« Zoo Kapelle bij Zierikzee: bij wederinhuur, vooral van boerderijen, in geringe mate. St. Filipsland: bij nieuwverhuring. Oostkapelle: bij onderhandsche verhuring minder dan bij publieke. Middelburg : het grootst bij arbeidersperceelen. Kats: bij wederinhuur redelijk, soms laag, doch bij nieuwverhuring te hoog. Ovezande: bij nieuwverhuring tot den hoogsten graad opgedreven. Heinkenszand: inzonderheid nieuwverhuring, bij wederinhuring iets verhoogd. Wemeldinge: bij nieuwverhuring algemeen, bij wederinhuring zijn er uitzonderingen. Waarde: hooger bij nieuwverhuring dan bij wederinhuring. Krabbendijke: by nieuwverhuring het meest, minder bij wederinhuring; hét minst bij boerderijen, waarop de pachter reeds zat. Aardenburg: meestal nieuwverhuring. Schoondijke: het hoogst bij nieuwverhuring. Axel: bij nieuwverhuiring, niet bij wederinburing. De stijging is evenredig met die winst tot beden; zelfs berichten een aantal berichtgevers, dat de winst de stijging aanmerkelijk overtreft. Zoo St. Filipsland en Stavenisse: ieder pachter rekenide er op, dat de oorlog spoedig zou eindigen; Rortgene: de paohten waren te laag; Golijnsplaat: de winst beduidend grooter dan de stijging; Heinkenszand: winst overtreft stijging aanmerkelijk; Waarde: winst grooter dan schade; Krabbendijke: niettegenstaande de beduidende stijging, de winsten grooter dan voor den oorlog; Hulst: stijging bleef ver beneden de winst; Hontenisse: stijging is veel lager dan de Winst. Daartegenover staan enkele andere berichten: Haamstede: de stijging abnormaal hooger; Gapinge: de stijging niet evenredig met de winst; Kats: bij nieuwverhuring zeer-twijfelachtig, of idle winst everiredig is met de stijging; Ovezande: tot 1917 evenredig, nu niet meer; 's He'jr-Arendskerke, Wolphaartsdiijk; 108 stijging soms abnormaal boog; Biezelinge: stijging overtreft winst aanmerkelijk; Sluis: niet altijd evenredig; Zuiddorpe: zoolang garantieprijzen bestonden, was stijging evenredig met winst; Axel: stijging te boog. Vrijwel algemeen is men van meening, dat de omzetting geen schade, of zeer geringe schade beeft aangebracht. St. Maartensdijk: omzetting veroorzaakt niet steeds schade; Meverskerke: door tijdig buiten werking stellen der sCheurwet, bijna geen schade; Kats: weinig schade en zeker niet in gemengd bedrijf; Krabbendijke: omzetting gaf voordeel. Als oorzaken der stijging worden genoemd: hooge prijzen der produkten, landbouw- en vee; ruimte van 'geld onder de boeren; concurrentie;, 'gunstige uitkomst in het 'bedrijf in de laatste jaren; Wijziging in de belastingen en hoogere grond- en polderlasten (duurder onderhoud van wegen); zucht van den arbeider om boer en zelfstandig te worden; arbeiders verdienen veel geld; gebrek aan boerderijen; veel geld verdiend met vlassen en smokkelen (Zeeuwsch-Vlaanderen); te hooge garantieprijzen. Ad Vraag Vil. Uit Schouwen-Duiveland bericht men algemeen, dat de termijnen ingekort zijn van veertien op zeven jaar en van zeven op vier jaar, ter keuze van den pachter; voorts onderhoud van gebouwen voor rekening van den pachter, terwijl eveneens eventueele verhooging van' polder- en andere lasten ivoor rekening van dezen 'komt. Noord-Beveland berioht geen verandering. Uit ZuM-Beveland komt een enkel bericht over verkorting van termijnen; vroeger zeven, thans vier jaar. Het meerendeel bericht geen verandering. Krabbendijke: nog gelijk als voor 100 jaar. Ellewoutsdijk: een geval van wederinhuring, waarbiji pacht der hofstede is aangegaan voor vier jaar met recht aan den pachter om na twee jaar pacht te beëindi'gen, terwijl de verpachter aan de vier jaar gebonden is. W. Zeeuwsch-Vlaanderen geeft bericht uil Gadzand, dat de termijnen van negen en veertien jaar teruggebracht zijn op drie en zeven jaar. O. Zeeuwsen-Vlaanderen bericht door verschillende berichtgevers verkorting van tennfijnen; Zoo "Westdorpe: van >zeven, negen, twaalf jaar op drie, zes, negen jaar; Koewacht: le Burgerlijke Godéhnizen verpachtten vroeger publiek voor negen jaar, thans ter keuze van den pachter 109 voor drie en vijf jaar, mits niet 30 % verhooging1 der pacht; Terneuzen: Belgische eigenaren verbraken loopende pacht, onder bedreiging met niet wederinhuring bij afloop der pacht, bedongen hoogeren pachtprijs voor de nog loopende, of gingen nieuwe termijnen aan met hoogeren pachtprijs; Zaamslag: hetzelfde; Zaamslag: de pachttermijn van zeven jaar is gesplitst; gedurende den eersten termijn van drie jaar geldt de vastgestelde prijs; bij verandering der prijzen van de producten gedurende de volgende vier jaar zal de pachtprijs opnieuw vastgesteld worden. Ad Vraag VIII. Omtrent tusschentijdsche ontbinding bericht Zierikzee, dat slechts een geval bekend is en zeer ten nadeele van den pachter; overigens wordt uit Schouwen-Duiveland de vraag ontkennend beantwoord. St. Filipsland en Tholen beantwoorden de vraag onkennend. Ook Walcheren beantwoordt ontkennend. Middelburg: wanneer het gebeurde, werd de rechthebbende ruim schadeloos gesteld en was het in beider belang. Koudekerke: een geval ten nadeele van den pachter. Noord-Beveland' antwoordt ontkennend. Evenzoo Zuid-Beveland. Een geval uit Nisse wordt 'gemeld, waar pachtbreuk gezocht werd ten nadeele van den pachter; de oude pacht bedroeg f 50 per H.A. de nieuwe f 100. Uit Zeeuwsch-Vlaanderen, zoowel Westelijk als Oostelijk deel berichten verschillenden de vraag bevestigend. Alle deelen van Zeeland berichten, dat zeer veel verkocht is, vooral Zeeuwsch-Vlaanderen. Algemeen is het oordeel, dat de positie der pachters bierdoor achteruit is gegaan. Vele pachters kochten zelf en kwamen op hooge lasten. Zierikzee: de pachters waren genoodzaakt te koopen tegen veel te hooge prijzen, terwijl de verkoopers aanboden geldt op hypotheek ad 65 % der waarde. Anna Jacobapolder: één geval; de pacht eindigt dit jaar en de pachter heeft nog géén hofstede. Nieuwdorp: een hofstede verkocht gedurende loopende pacht; de eigenaar zat in geldverlegenheid; de pacht (neg drie jaar) werd voor 13 a 14000 gulden afgekocht. Biezelinge: pachters kochten zelf de gebouwen met de helft el een derde van het land, de rest werd door arbeiders gekocht; 't was niet in het nadeel van den pachter. 110 Krabbendijke: kocht de pachter de hofstede niet, dam ging deze uit elkaar. Terneuzen: vele Belgische eigenaren verkochten, wel 23 %. Zaamslag: Belgische eigenaren verkochten om den hoogen koers van het Nederlandsche en den lagen van het Belgische geld. Notarissen en zaakwaarnemers zijn in dezen de ■ hoofdschuldigen; als een troep roofzuchtige gieren hebben de heeren zich tot de buitenlandsche eigenaars gewend en hen de hooge koersen voorgespiegeld en zoodoende het land ondersteboven gekeerd. Families, die tot 100 jaren op eenzelfde boerderij hebben gezeten tot wederzijdisch genoegen, zijn aan den dijk gezet. Ad Vraag IX. Eenstemmig worden de twee i eerste vragen ontkennend beantwoord. Zierikzee: er is een Commissie igeweest, doch het haalde niets uit; geen kleine pachters, alleen eigenaars en groote pachters. St. Maartenlsdijk: zeven jaar geleden is hier een actie gevoerd om de losse landerijen van gemeente en andere publiekrechtelijke lichamen niet meer publiek bij opbod, doch onderhands te verpachten; gemeente en kerk hebben toen onderbands verpacht, ook het Kroondomein. Te treffen maatregelen. Allerlei zeer verschillende maatregelen worden aanbevolen. Vrij veel wordt gesproken van Pachtcommissies, doch in vele gevallen wordt niet nader gepreciseerd. Zierikzee: tot regeling der prijzen buiten den eigenaar om, bestaande uit eigenaars, pachters en arbeiders; St. Maartensdijk: taxatiecommtiBsie, bij sollicitatie verpachten, keuze van den sollicitant aan den eigenaar; Commissie, die de waarde in verband met inkomsten en uitgaven vaststelt en den gebruiker en diens opvolger (weduwe of kinderen) in de gelegenheid stelt het te blijven gebruiken; Middelburg: Commissies als de Huurcommissies; Vlissrngen: Commissies van deskundigen, die minimum en maximum pacht' prijzen vaststellen; 's Heerenhoek: bureau van organisatie en regeling; Goes: Commissie, die de pachtprijzen tot een behoorlijke 'hoogte terugbrengt; Kloetinge: (>ommissie, die bij' verpachtingen invloed doet gelden op de vaststelling der pacht- 111 Iprijzen; Stoppeldijk: een Commissie bestaande uit twee eigenaars, twee pachters met onpartijdigen i voorzitter toot een of twee gemeenten om de pacht te regelen. Uit Schouwen-Duiveland komt een sterke aandrang tot verbod van strijkgeld en steekpenningen, evenzoo uit Tholen. Vrij sterk ageert men ook tegen publieke verhuringen en hooge notariskosten bijv. Axel: publieke verhuringen zijn uitzuigers. Losse landerijen onderhands te verpachten, desnoods met loting en uit hetzelfde gezin maar één persoon. Ellewoutsdijk: slechts pachter hij, die gezinshoofd! is of zelfstandige positie bekleedt, want opdrijven geschiedt soms door personen, die nog minderjarig en inwonend zijn en geen verantwoordelijkheid hebben. Zaamslag beveelt aan, lange termijnen van vijf en twintig jaar, om de vijf jaar pachtprijs herzien; komen eigenaar en pachter niet Ünderminne omtrent den pachtprijs overeen, dan taxatie door een van regeeringswege aangesteld) taxateur. Westdorpe: een recht aan den zittenden pachter om onder zekere voorwaarden pachter te blijven. Veere: nieuwe pachters, die oude verdrijven, zeer hooge contractkostm laten betalen. Voor reeds bestaande contracten stelt Duivendijke voor, den termijn terug te brengen tot twee of drie jaar. 's HeerArendskerke: een Commissie, die de partijen boort, en naar bevind van zaken de pachten verlaagt. Anderen' zien meer in indirecte middelen heil: vrije cultuur, itopoldering, ontginning enz. waardoor meer land ter bescMkking komt en de pachtprijzen uit zichzelf zullen dalen. Kleverskerke, Wolphaartsdijk meenen, dat door regeeringsbemoeiïng geen pachter gebaat zal worden; enkele verouderde gebruiken moeten uit de pachtcontracten verwijderd, ook de termiji nen zouden langer moeten zijn. Krabbendijke: maatregelen van bovenaf zijn moeilijk uit te voeren, altijd zal er een groot verschil tusschen de pachters onderling zijn, de persoon zelve is hier zoon machtige factor. Hulst; de boeren profiteeren algemeen, zij. behoeven geenszins beschermd te worden, de eigenaars zijn zeer gematigd, zelfs grootgrondbezitters. Vele boerenbedrijven zijn zoo groot, dat het algemeen belang met spMtsing gediend zou zijn. Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Noord-Brabant. (Er zqn ingekomen 147 Vragenlijsten, verdeeld als volgt: 27 uit Noord-Westelrjk Noord-Brabant; 1 uit Biesbosch;12 uit het Land van Heusden en Altena; 5 uit Maaskant; 18 uit de Westelijke Zandgronden; 6 uit de Langstraat; 10 uit de Kempen; 49 uit de Meyerü; 3 uit Land van Ravenstein; 6 uit Land van Cuyk; 10 uit de Oostelijke Zandgronden.) Ad Vraag I. Pachtprijzen*) per H.A. voor den oorlog. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. Noord-Westeijjk Noord-Brabant (26 berichten) 40-100; Biesbosch (1 bericht) 60—80; Land van Heusden en Altena (7 berichten) 60—80; Maaskant (4 berichten) 25—50; (Oss75); Westelijke Zandgronden (16 berichten 17.5-66; Langstraat (2 berichten) 115; (Drunen 30); Kempen (2 berichten) 20-25; Meijexij (47 berichten) 18—60; Land van Ravenstein (2 berichten) 35—60; Land van Cuyk (6 berichten) 30—80; Oostelijke Zandgronden (8 berichten) 15—50. 6. Ingevolge openbare termijnverpachting. Noord-Westelijk Noord-Brabant (8 berichten) 55-130; Land van Heusden en Altena (4 berichten) 60-100; Maaskant (1 bericht) 75; Westelijke Zandgronden (4 berichten) 35—100; Langstraat (1 bericht) 30; Menerij (15 berichten) 20—50; Land van Ravenstein (1 bericht) 35-60; Land van Cuyk (2 berichten) 30—60; Oostelijk Noord-Brabant (1 bericht) 35. 2. Losse Landerijen, a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (24 berichten) *) Pachtprijzen en Verkoopwaarde zijn uitgedrukt in gulden». 113 40—150; Biesbosch (1 bericht) 60-80,- Land van Heusden en Altena (12 berichten) 50—140; Maaskant (9 berichten) 35—100; Westelijke Zandgronden (16 berichten) 36—80; Langstraat (4 berichten) 60—175; Kempen (2 berichten) 50; (Luiksgestel 18); Meijerij (40 berichten) 12—80; Land van Cuyk (6 berichten) 30—60; Oostelijk Noord-Brabant (5 berichten) 20—50. grasland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (22 berichten) 75—150; Biesbosch (1 bericht) 50—60; Land van Heusden en Altena (12 berichten) 45-100; (Herpt tot 160); Maaskant (9 berichten) 75-100; (Vinkei 45); Westelijke Zandgronden (15 berichten) 50—100; Langstraat (4 berichten) 50-140; Kempen (2 berichten) 75; (Luiksgestel 25); Meyery (35 berichten) 24—80; (Diessen 18, Geldrop 100); Land van Ravenstein (3 berichten) 50-90; Land van Cuyk (6 berichten) 30—100; Oostelijk Noord-Brabant (5 berichten) 35—80. tuinland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (5 berichten) 80—120; Land van Heusden en Altena (1 bericht) tot 200; Westelijke Zandgronden (10 berichten) 60—150; Langstraat (2 berichten) 120; (Vlijmen 210); Mejjery (9 berichten) 30—60; Land van Cuyk (1 bericht) 30-70; Oostelijk Noord-Brabant (1 bericht) 42. arbeidersperceelen. Noord-Westelijk Noord-Brabant (14 berichten) 58—200; (Wouw 40—50); Land van Heusden en Altena (5 berichten) 60—150; Maaskant (2 berichten) 60—100; Westelijke Zandgronden (6 berichten) 40—75; (Teteringen 150—200); Langstraat (2 berichten) 85—140; Meyery" (20 berichten) 25—80; Land van Ravenstein (2 berichten) 60; (Huisseling 150); Land van Cuyk (2 berichten) 80—100; Oostelijk Noord-Brabant (1 bericht) 24. 6. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (19 berichten) 45—180; Biesbosch (1 bericht) 60—80; Land van Heusden en Altena (11 berichten) 40—125; (Herpt tot 140); Maaskant (7 berichten) 50-120; Westelijke Zandgronden (8 berichten) 30—95; Langstraat (3 berichten) 90-125; (Drunen 60); Kempen (2 berichten) 18 en 50; Meyerij (19 berichten) 20—60; (Cromvoirt 10—30; Stratum ± 100); Land van Ravenstein (3 berichten) 30-80; Land van Cuyk (5 berichten) 30—70; Oostelijk NoordBrabant (3 berichten) 20—50. 8 120 Maaskant (3 berichten) 100-400; Westelijke Zandgronden (3 berichten) 60-200; Langstraat (2 berichten) 140-270; Kempen 1 bericht)30;Meijerij (7 berichten) 42-120; Land van Ravenstein (1 bericht) 150-200; Land van Cuyk (1 bericht) 250; Oostelyk Noord-Brabant (2 berichten) 60-100. arasland om te weiden. Noord-Westelijk Noord-Brabant (14 berichten) 225-500; Biesbosch 200-210; Land van Heiden en Altena (10 berichten) 180-400; Maaskant (6 berichten) 100-300; Westelijke Zandgronden (9 berichten) 100-400; Langstraat (2 berichten) 200-350; Kempen (1 bericht) 50, Merjenj (15 berichten) 60-400; Land van Ravenstein (2 berichten) 250-300; Land van Cuyk (5 berichten) 220-380; Oostelijk Noord-Brabant (3 berichten) 200-300; (St. Antonis 40-600). grasland om te hooien en na te weiden. Noord-Westehjk NoordBrabant (14 berichten) 250-500; Land van Heusden en Altena (3 berichten) 320-600; Maaskant (6 berichten) 200-600; Westelijke Zandgronden (12 berichten) 120-500; Langstraat (4 berichten) 200-500; Kempen (1 bericht) 50; Meijerij (6 berichten) 60-120; (Uden 250); Land van Ravenstein (2 berichten) 300-450; Land van Cuyk (5 berichten) 350-550; Oostelijk Noord-Brabant (3 berichten) 400- 500; (St. Antonis 60-80). . tuinland. Langstraat (1 bericht) 320; Meijerij (4 berichten) ^rhe'idersperceelen. Noord-Westelijk Noord-Brabant (2 berichten) 360-500; Land van Heusden en Altena (2 berichten) 300-340; Langstraat (1 bericht) 235; Meflerij (6 berichten) 48-100. d. Inqevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (8 berichten) 310-780- Land van Heusden en Altena (3 berichten) 200-6oO; Maaskant (2 berichten) 150-400; Langstraat (1 bericht) 150; Kempen (2 berichten) 30, 100-200; Meijerij (5 berichten) 40-140; Land van Ravenstein (1 bericht) 150-200; Land van Cuyk (1 bericht) 250; Oostelijk Noord-Brabant (1 bericht) 60. grasland om te weiden. Noord-Westelijk Noord-Brabant (17 berichten) 170-600; Biesbosch 200; Land van Heusden en Altena (10 berichten) 200-450; Maaskant (6 berichten) 120-300; Westelijke Zandgronden (5 berichten) 140-400; Langstraat (2 berichten 220-400; Kempen (1 bericht) 50; Meijerij (11 berichten) 121 60—265; Land van Ravenstein (2 berichten) 250—300; Land van Cuyk (4 berichten) 300—450; Oostehjk Noord-Brabant (2 berichten) 60—260. grasland om te hooien en na te weiden. Noord-Westelijk Noord-Brabant (16 berichten) 250—650; Biesbosch 200—250; Land van Heusden en Altena (7 berichten) 200—600; Maaskant (6 berichten) 200—600; Westelijke Zandgronden (10 berichten) 150—500; Langstraat (4 berichten) 200—500; Kempen (1 bericht) 50; Meijery (7 berichten) 60—500; Land van Ravenstein (1 bericht) 400; Land van Cuyk (6 berichten) 350—550; Oostelijk Noord-Brabant (3 berichten) 70—600. tuinland. Langstraat (1 bericht) 340: Meierij (3 berichten) 60—70. arbeidersperceelen. Land van Beusden en Altena (2 berichten) 300—340; Langstraat (1 bericht) 250; Meijerij (2 berichten) 60-70. Ad Vraag V. Verkoopwaarde per H.A. in den laatsten tijd. a. boerderijen. Noord-Westelijk Noord-Brabant (19 berichten) 2000—5000; Land van Heusden en Altena (4 berichten) 1900-3200; Maaskant (3 berichten) 1000-2000; Westelijke Zandgronden (16 berichten) 1000-4000; Langstraat (2 berichten) 900—4000; Kempen (4 berichten) 500-2000; Meijerij (42 berichten) 200-4500; Land van Ravenstein (2 berichten) 1600—2200; Land van Cuyk (5 berichten) 1650 -3500; Oostelijk Noord-Rrabant (7 berichten) 700—2500. 6. bouwland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (19 berichten) 1800—4000; Biesbosch 2000-2500; Land van Heusden en Altena (12 berichten) 1200—5000; Maaskant (7 berichten) 1200—3400; Westelijke Zandgronden (16 berichten) 1200—4500: Langstraat (5 berichten) 2200—5000; Kempen (4 berichten) 500-2000; Men'ery (30 berichten) 550—4000; Land van Ravenstein (3 berichten) 1190—3000; Land van Cuyk (6 berichten) 1400—3000; Oostehjk Noord-Brabant (5 berichten) 500—2000. c. grasland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (15 berichten) 1900- 4000; Land van Heusden en Altena (11 berichten) 1800-5000; Maaskant (7 berichten) 1100-5000; Westelijke Zandgronden (16 berichten) 1400—3800; Langstraat (5 berichten) 2500—5000; Kempen (3 berichten) 1000- 2000; Meijery 122 (32 berichten) 700—4000; Land van Ravenstein (3 berichten) 1300-5000; Land van Cuyk (6 berichten) 2500—6000; Oostelijk Noord-Brabant (5 berichten) 1200-4000. d. tuinland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (3 berichten) 2400—5000; Westelijke Zandgronden (8 berichten) 1700-6000; Langstraat (2 berichten) 3000—4000; Kempen (1 bericht) 1000—2000; Meijerij (11 berichten) 1200—6000; Oostelijk NoordBrabant (1 bericht) 5000. e. arbeidersperceelen. Noord-Westelijk Noord-Brabant (3 berichten) 3000—4800; Land van Heusden en Altena (1 bericht) 4500—5000; Maaskant (1 bericht) 4000; Westelijke Zandgronden (2 berichten) 1500—2100; Langstraat (2 berichten) 2000—4500; Meijerij (12 berichten) 1200-6000; Land van Cuyk (1 bericht) 2400. Ad Vraag VI. Behoudens Schijf-Rucphen, waaruit men bericht, dat alleen de vruchtbare gronden en vooral vruchtbaar weiland gestegen z$n en Geldrop en Beugen, die stijging van zeer vruchtbare gronden berichten, is men eenstemmig, dat de stijging elke kwaliteit van grond betreft. Oudland bericht, dat de stijging aanzienlijker was voor de mindere kwaliteit. Daarentegen berichten, dat de vruchtbaarste gronden het meest gestegen zijn: Fijnaard, Andel, Giessen en Rijswijk, Beek by Princenhage, Ginneken, Oosterhout, Hilvarenbeek, Hapert, Heeze, Heeswyk, Vessem, Nijnsel. Bergeyk 't Loo meldt, dat er geen styging is: enkele bekende eigenaren hebben den huurprijs gelaten als voor den oorlog. Evenzoo Liempde: de eigenaren stellen zich tevreden met den ouden pachtprijs. Vegbel meldt: de pachtprijzen voor alle soorten grond weinig verhoogd. Helenaveen bericht: vrijwel geen styging. Bakel meldt: alleen boerderijen gestegen. Drongelen meldt speciale stijging voor weiland en arbeidersperceelen. Berghem bericht speciale stijging voor hooi- en weilanden. Putte bericht, dat losse perceelen 100 % gestegen zyn; boerderijen daarentegen zijn op denzelfden prijs gebleven; Dongen: alle soorten land gestegen; boerderijen 50 %, zelfs 100 %. V23 * Moergestel bèricht, dat vooral de gronden, die door O W-ers gekocht worden om groote complexen te vormen, gestegen zijn tot f 5000 per H.A. De styging betreft alle soorten cultuur. Speciale styging voor handelsgewassen berichten Zevenbergen Steenbergen Dussen, Nieuwendyk, Princenhage; voornamelijk' tuingrond by Breda; voorts bericht Geldrop styging van tuingrond. Uit het Noord-Westelijk deel wordt bericht, dat de stijging algemeen is en zoowel nieuwhuur als wederinhuur betreft. Oudland en Wouw berichten, dat de styging in meerdere mate nieuwhuur dan wederinhuur betreft. Het land van Heusden en Altena bericht hetzelfde als het Noord-Westelijk deel. Dussen meldt, dat by wederinhuur goede eigenaren zich met normale styging tevreden stellen. De Maasstreek bericht een algemeene styging Uit de Langstraat bericht Drunen, dat vooral nieuwhuur gestegen is, overige berichtgevers melden een algemeene styging De Zandgronden melden een algemeene stijging. Daarentegen Schijf, Rucphen: meestal by nieuwhuur; Princenhage ■ verschillende weldenkende eigenaars, die hun huurders ook by wederinhuur billijk behandelen; Woensel: by boerderyen minder; Heeze:de meeste boerderijen zyn eigendom geworden; Hilvarenbeek: alleen by nieuwhuur hooger geworden; Uden: nieuwhuur het meest, doch ook by wederinhuurUdenhout: over het algemeen nieuwhuur; niet alle eigenaren passen styging toe; Rakel: alleen bij boerderijen; Heeswijkalgemeen, behalve by wederinhuur, waarbij veel op den ouden prijs doorgaat; Liessel: hoofdzakelijk bij nieuwhuur, bij wederinhuur weinig of niets verhoogd; Vinkei: bij wederinhuur wat minder; Eindhoven; nieuwinhuur aanmerkelijk hooger dan wederinhuur; Tongelre: voor boerderijen styging niet algemeen; bemert: by wederinhuur weinig verhooging, wel bfl nieuwverhuring; Beek en Donk: nieuwverhuring een derde hoogerNjjnsel: er wordt hier nog huur betaald voor boerderijen van tien jaar terug; er zy"n hier goede verhuurders. Uit het land van Cuyk bericht Cuyk, dat de stijging zoowel nieuwhuur als wederinhuur betreft, doch nieuwhuur veel hooger 124 Sint-Antonis bericht, dat de gronden, die het dichtst bij de kom der gemeente gelegen zijn, het meest gestegen zijn. De groote meerderheid van de berichtgevers uit het Noord- • ?*4Ï Westelijk deel en uit het Land van Heusden en Altena achten de stijging evenredig met de winst, of vrijwel evenredig, of tot heden evenredig, of evenredig, zoolang de prijzen de hoogte van thans houden. Klundert acht de stijging niet evenredig bij losse perceelen weiland; Langeweg niet bij alle inhuur; Fijnaart, Drongelen, Giessen, Rijswijk en Aalburg achten de stijging niet evenredig; Dussen meldt: in de eerste jaren evenredig, nu niet meer; Nieuwendyk en Almkerk berichten voor bouwland evenredig, niet voor weiland; Drongelen bericht: niet evenredig voor de landbouwers, die zich aan de regeeringsmaatregelen hielden; Almkerk bericht: de winst overtreft de stijging. Uit de Maasstreek en de Langstraat wordt door de groote meerderheid bericht, dat de stijging evenredig is met de winst. Empel bericht: niet evenredig; Oyen: tot verleden jaar evenredig; Oss: niet evenredig; Raamsdonksveer bericht: niet evenredig met winst. Evenzoo Waspik en Elshout. Evenzoo berichten van de Westelijke Zandgronden enkelen, dat de stijging niet evenredig is met de winst. Zoo Beek by Princenhage, Bavel, Tilburg, Ginneken berichten: in sommige gevallen evenredig, in andere niet; Teteringen: vermoedelijk niet evenredig; Rijsbergen: gedeeltelijk evenredig. De groote meerderheid der berichtgevers uit de Oostelijke Zandstreken, Meyery van den Bosch, Kempen, Land van Ravenstein komt "met de mededeeling, dat de stijging evenredig is met de winst en deze de styging dekt, zoo niet overtreft. Niet evenredig met de winst berichten Westerhoven, Goirle, Eindhoven, Heeze, Zeelst, Heeswijk, Cromvoirt, Esch. Voorts bericht Liempde: door roofbouw en clandestienen verkoop der producten kan men de styging momenteel ruim dekken. Udenhout bericht: de winsten der pachtboeren zijn niet zoo groot, als het lijkt, omdat het grondkapitaal gekrenkt is. Liessel bericht: of de landbouwers meer winst gemaakt hebben is de vraag; er is veel meer geld, maar de varkens en de 125 kippen zijn weg, de inkoop daarvan is nu duur; daalt deze, dan zou kunnen blijken, dat de boeren al het overgelegde geld ingeteerd hebben. Linden bij Cuyk, Beers bij Cuyk, en Cuyk berichten, dat de winst niet evenredig is. Een kleine minderheid bericht, dat de schade tengevolge van omzetting de stijging overtreft, of dat de schade op den duur grooter zal zijn. Zoo uit de Kleistreken: Willemstad, de Biesbosch, Nieuwendijk, Wijk by Aalburg, Raamsdonksveer, Drongelen, Dussen. Almkerk daarentegen beweert, dat de schade ruimschoots wordt vergoed. Evenzoo is er in de Zandstreken een kleine minderheid: Beek bij Princenhage, Schyf by Rucphen, Teteringen, Esch, Cromvoirt, Bavel, Veghel, Oss, Linden bij Cuyk. Eén bericht uit Heeswyk gaat hiermede accoord. Een andere berichtgever uit Heeswijk daarentegen bericht, dat de eigenaars geen schade lyden, daar bij het einde van den huurtermijn evenveel weiland gelaten wordt, als er weiland was. Liempde bericht, dat er geen schade is en in vele gevallen aanmerkelijk voordeel. De overgroote meerderheid bericht, dat de schade gedekt wordt door de stijging of dat de schade zeer gering is, of dat alleen minderwaardig weiland gescheurd werd. Als oorzaken der stijging worden genoemd: de hooge prijzen der producten; gebrek aan boerderijen (Steenbergen); te kort aan land voor kleinbedrijf (Klundert); de concurrentie der pachters (Dinteloord); meer geld onder den kleinen man (Zevenbergsche Hoek); de pachter maakt goede zaken (Almkerk); zy, die feitelijk buiten den landbouw staan, nemen eraan deel (Dussen); geen aanvoer uit het buitenland (Drongelen); voor het bouwland de sluikhandel (Giessen-Ryswyk); de kleine huurders, die veel hebben gemaakt voor suikerbieten en aardappelen (Andel); te veel vee (Wy"k en Aalburg). Evenzoo komen uit de Zandstreken en Maaskant berichten: hooge pryzen der producten; de oude pachten waren over het algemeen te laken (Hilvarenbeek); te lage pacht, concurrentie van arbeiders (Putte); de boeren waren kapitaalkrachtig (Gemert); de boertjes hebben meer contant geld (Volkel); winst door 126 mobilisatie (Rijsbergen); regeeringsmaatregelen en smokkelhandel (Cromvoirt); duurte van den grond; de boeren worden rijk geacht wegens groote bruto Opbrengst; duur leven der eigenaren; veel vraag, weinig aanbod (Heeswijk); gemis aan krachtvoeder, gebrek aan weiland (Westerhoven, Oyen, Schijf bij Rucphen), te kort aan boerderijen; te kort aan graanproductie (Eindhoven); iedereen wil boer worden (Maashees); trek van Geldersche boeren naar hier (Zeelst); de heeren zagen, dat de boer in de oorlogsjaren ook al eens iéts meer beurde (Stratum); te weinig samenwerking tusschen de pachters (Empel), uitbreiding der stad en kanalenaanleg (Heikant bij Tilburg en Tilburg). Ad Vraag VU. Behoudens enkele uitzonderingen wordt berioht, dat geen verandering is gekomen in de voorwaarden, waaronder verhuurd wordt. Wijk en Aalburg berioht: de verhuurde perceelen zijn kleiner gemaakt. Drongelen: er wordt meer publiek verhuurd. Biesbosdh: misschien wordt meer gelegenheid tot scheuren gegeven. Empel: bijna alles wordt publiek verhuurd; onderhoud van slooten en heiningen komt thans voor rekening van den pachter. Maren: grasland wordt niet meer onderbands verhuurd. Oosterhout: vroeger was de termfijn van opzegging twee jaar thans één jaar. Huisseling: grasland wordt wegens de hoogere pacht niet anders dan voor één jaar verhuurd. Voorts bericht men, dat er een neiging ie om de termijnen van de pacht te verkorten, aldus Made, Oude Molen, Wouw (voor bouwland in somlmige gevallen korter termijn), Almkerk van zeven op vijf jaar), Nieuwendijk Teteringen, Elshout (van dertien tot veertien op vijf tot zes jaar), Roerdonk, Helvoirt )vroeger boerderijen en losse gronden van' drie en zes jaar, thans één jaatf), Heeswijk (termijnen ingekort, pachter vreest risico, eigenaar wil kunnen beschikken), Tongelre, Vlierden. Nader wordt nog berioht door Udenhout: boerderijen werden en worden onderhands van jaar tot jaar verhuurd; Bakel: vroe- 127 ger werden de boerderijen voor zes jaar gebuurd met drie optiejaren en men bleef gewoonlijk op de boerderij, thans niet; Land Cuyk: men wl voor jaren verhuren; Empel: tot nu toe termijnen verkort; vanaf heden zooveel mogelijk verlengd. Ad Vraag VIII. In het algemeen wordt bericht, dat geen tusschentijdsche ontbinding heeft plaats gehad. Uitzonderingen: Oudland, één geval; zeer in het voordeel van den verpachter; Zevenbergeneen pachter werd bedreigd met niet meer te kunnen inhuren, indien pachtprijs niet tussehentijds werd verhoogd; Fijnaart; een pachttermijn met nog twee loopende jaren verkort en vervolgens nieuwe termijn met verhoogde pachtsom; Wijk en Aalburg: één geval; Drunen: éénjarige pacht werd opgezegd en pacht verhoogd; Elshout: enkele gevallen; Nistelrode: één geval, zeer nadeelig voor den pachter; Bakel: niet voorgekomen, wel is het den pachters lastig gemaakt; Heeswijk: zeer vele pachten zijn verhoogd, tegen de overeenkomst in; Escharen bij Grave: het landgoed „Tongelaar" is reeds tweemaal verkocht; het contract heeft deze voorwaarden: t als het huis afbrandt, moet de pachter opbouwen; 2. indien de pachter sterft, heeft de eigenaar het recht de pacht te ontbinden; boerderijen zijn kleiner geworden, de pachten verdubbeld. Eenstemmig bericht men, dat verkocht is, nu eens zeer veel, dan minder, zoowel boerderijen als losse perceelen. Alleen uit Helenaveen wordt bericht, dat niets verkocht wordt met het nadeel, dat men niets kan koopen; evenzoo Deurne: slechts eigengeërfde boeren. Wmtelre, Hapert, Langeweg: pachters koopen en komen voor zware hypotheken; Zevenbergen: vele Belgische eigenaars verkochten en pachters kochten; Made: veel verkocht, verhooging van huur; WouW: idem; Kruisland: de pachter moest bij verkoop meer huur betalen; Genderen: enkele perceelen, geen invloed voor den pachter; Princenhage: verschiltendé boerderijtjes tegen abnormale hooge prijzen, de pachter werd meestal eigenaar; Bavel: zes of zeven gevallen; Elshout- vele gevallen, positie der pachters werd sléohter; Vorstenbosoh bij Vechel: eenmaal, de pachter .ging er niet veel door achteruit- 128 Roerdonk: verschillende boerderijen gingen, uit elkaar; Heeze: bijna alle boerderrjen, die door particulieren — berichtgever is de Rentmeester van het kasteel — verhuurd werden, zijn verkocht en gekocht door de huurders; HilVarenbeek: slechts twee gevallen; Helvoirt: pachters koopen, zeer gevaarlijk; Dongen: zeer veel, dit dreef de prijzen op; Uden: verschillende boerderijen zijn verkocht op het einde der huur; Boekei: slechts zelden, tenzij voor boedelscheiding; Bakel: den berichtgever zelf overkomen: hij ontving bericht, dat de boerderij in de krant stond, dat hij kon vertrekken of koopen; Heeswijk: pachters moeten onderhands koopen of vertrekken; Hilvarenbeek: positie niet noemenswaard verslechterd; Moergestel: pachter gedwongen te koopen, wil (hij niet uit zijn bedrijf; voorheen huur ƒ 120, koopsom ƒ 6000; thans huur ƒ 300, koopsom ƒ 18000; Liempde: één geval; een boerderij huur ƒ 350 bracht ƒ 14000 op'; Berghem: zeer vele gevallen, positie verslechterd; Huisseling: positie momenteel niet verslechterd; Land van Cuyk: veel voorgekomen, pachters koopen voor abnormale hooge prijzen; hun verdienste van de goede jaren schiet er bij in en ook hun erfdeel; Mill: bijna dagelijks komt het voor. Eenvoudig bevestigend antwoorden Terheyden, Zevenbergen, Fijnaart, Dinteloord, Steenbergen, Roosendaal, Almkerk, Wijk en Aalburg, Drongelen, Empel, Lithoyen, Zundert, Etten, Ginneken, Oosterhout, Alphen en Riel, Tilburg, Raamsdonksveer, Waspik, Oirschot, Eindhoven, Zeelst, Tongelre, Mierlo, Gemert, Best, Nijnsel, Sint Oedenrode, Esch, Rosmalen, Oss, Cuyk. Ad Vraag IX. De eerste vraag wordt ontkennend beantwoord. Alleen uit Heikant-Tilburg wordt bericht over een Vrederaad van den Noord-Brabantschen Ohristelijlkten Boerenbond, die wel succes had. Made: buiten het plaatselijk Bestuur vam den Noord-Brabantschen Christehjken Boerenbond om zijn pogingen aangewend om misstand van huur te bestrijden. Bergen: de Boerenbond met behulp yan de Boerenleenbank en de Boerenhypotheekbank hebben de laatste jaren alles in het werk gesteld om de tuin- 129 ders zooveel mogelijk in de gelegenheid te stellen zelf eigenaar te worden van hunne gronden. voorts worden verschillende wenschen geuit. Afschaffing publieke verpachtingen, speciaal voor gronden, toebehoorend aan gemeenten, polders, gemeentebesturen, kerkbesturen enz. (Oudeland). Uit Klundert wordt bericht 'het bestaan eener vereeniging „Ghr. KJeinlandbouwers-Vereeniging'', 13 Maart 1912 opgericht; deze Vereeniging heeft reeds meermalen gerequesteerd om Domeinlanden ter beschikking te krijgen; in 1914 190 H.A., doch dit kwam niet aan de Vereeniging; het land kwam voor een groot deel aan de niet-leden en zelfs aan niet-landbouwers. Gevraagd wordt de Domeinhoeven te bregen tot 35 H.A., 'het restant te brengen onder klemlandbouwers, die niet meer dan 15 H.A. in pacht mogen hebben. Men vraagt geen maatregelen te nemen tegen de pachtprijzen der laatste verpaïshtingen, dit zou onbillijk zijn tegenover hen, die om de hooge prijlzen niet of weinig gepacht hebben. . Oude Molen verzoekt geen maatregelen, daar regeeringsmaatregelen steeds verkeerd werken en de boer viij wil zijn ; normale tijd zal normale prijzen geven. Zevenbergsche Hoek meent, dat de vraag, welke maatregelen genomen moeten worden, het best door advocaten beantwoord kan worden. Zevenbergen vraagt instelling van een Pachtoommissie als de Huurcommissie. Willemstad vraagt Pachtcommissies voor aangebrachte verbeteringen. Fynaart vraagt een recht van den tegenwoordigen' huurder tot wederinhuur. Dinteloord meent, dat regeringsmaatregelen geen resultaat zullen hebben op de vaststelling der pachtprijzen, daar de concurrentie de door Commissies vastgestelde pachtprijzen toch zou doen ontduiken door het geven van een bijslag; wel vraagt het vrije cultuur. Steenbergen wil verlenging van bestaande huur zonder verhooging. Wouw wenscht Pachtcommissies in den trant van Huurcommissies. 9 130 Roosendaal vraagt afschaffing van strijk- en hooggelden. Nieuwendrjk wil degelijke pachtcommissies, beperking van publieke verpachtingen. Genderen vraagt wettelijk Pachtcontract Almkerk wenscht verbod van publieke verpachting. Herpt meent, dat, wanneer de prijzen der producten dalen, de pachten en koopprijzen vanzelf wel minder Zullen worden. Drongelen: de Staat geeft voor hooiland tot 1 Mei volgend jaar crediet; de menschen pachten), en verkbopen het hooi en drijven met Staatscrediet zaken; hooilanden aan de Bergsche Maas kunnen tengevolge van de groote perceelen slechts door groote boeren gehuurd worden, die hun eigen weiland aan kleine gebruikers verhuren tegen abnormale pachten. Dussen meent, dat een verpachter het recht niet moet hebben een goeden pachter op te zeggen. Gassel raadt aan: 1. door de kranten de boeren op het gevaar van hooge pacht te wijzen; 2. instelling van Pachtcommissies. Empel vraagt vaststelling van pachtprijs door Commissie, bestaande uit eigenaar, pachter en onzijdig persoon; recht aan den zittenden pachter om in te huren. Lithoyen wenscht, dat van regeeringswege de waarde der eigendommen wordt vastgesteld en een percentage daarvan tot pachtprijs gesteld wordt. Alem wenscht een Oommissie, die toezicht houdt op de hooge verpachtingen. Voorts wordt ontginning van woeste gronden aangeraden, zoo Heikant, Rijnbergen. Princenhage wil paal en perk stellen aan abnormale verpachtingen. Etten vraagt plaatselijke Pachtcommissies. Raamsdonksveer vraagt geen regeeringsmaatregelen te nemen: de pachten gaan met den tijd mee. Getrtruidenberg meent, dat er niets tegen te doen valt; die geld hééft, pacht tegen de hoogste prijzen. Waspik wil lange termijnen van huur. Elshout wenscht, dat de verkoopingen en verpachtingen? die uitsluitend uit woeker voortkomen, verboden worden en waar dit uit woeker geschied ia, zooveel mogelijk te niet gedaan worden, doodat de pachters niet voor de volgende vijf of zes jaar eraan 131 verbonden blijven; zooveel mogelijk bevordering van den groentenen fruithandel op het buitenland. Biesbosch: als er kundige en eerlijke Commissies waren, die eerlijk bleven, was dit middel misschien aan te bevelen, doch de taxateur meent steeds, dat 'hij in het voordeel van den verpachter moet optreden. Woensel bericht, dat er niets te doen Valt: de pachters zijn tevreden. Vierlingsbeek meent» dat het wel vanzelf zal afloopen Hilvarenbeek meent, dat alle maatregelen onnoodig zijn daar de pachtprijzen te laag zijn in verhouding tot de koopprijzen. Een ander berichtgever uit deze plaats vraagt om de groote maatschappyon te verplichten boerderijen van 'ongeveer 10 H.A. te stichten Deurne vraagt het stichten van kleine boerderijen en met spoed Helvoirt: omtgmnimg, garantieprijzen, invoerrechten op granen Heeswijk: publicatie van abnormale pachten; wettelijke regeling. Veghel: de pachten zijn .hier zeer laag; het tegendeel ia noodig om de pachten te verhoogen. St^Oedenrode: hier heeft nimmer abnormale opdrijving plaats Veghel, Liempde en Heeze vragen Pachtcommissies, voorts vraagt Heeze wettelijk contract en ontginning. Ook Mierlo vraagt ontginning. Zeelst vraagt ingrijpen met behulp van ervaren landbouwers. Geffen: veeuitvoer en geen hooi naar het buitenland. Berghem: bij overstrooming van hooi- en weiland reductie der pacht. Land van Cuijk: Pachtcommissies, zware belastingen op het verhuren van. grond; nog verzwaard voor grootgrondbezit Linden: wettelijke maatregelen, dat er alleen eigenaars-gebruikers zijn of komen. 134 b. bouwland. Zuid-Limburg (18 berichten) 750—3000; Midden-Limburg (14 berichten) 600—3500; Noord-Limburg (14 barichten) 800—2500. c. grasland. Zuid-l&nburg (15 berichten) 1500—5000; Midden-Limburg (10 berichten) 700—4000; Noord-Iimbuirg (12 berichten) 1000—3500. d. tuinland. Zuid-Limburg (7 berichten) 2500—12000; MiddenLimburg (2 berichten) 1500—5000; Noord-Limburg (7 berichten) 1500—5000. e'. arbeidersperceelen. Zuid-Limburg (1 bericht) 1200—1600; Midden-Limburg geen opgave; Noord-Limburg (2 berichten) 800—1500. Ad Vraag Dl. Men antwoordt in het algemeen op vraag III, dat de verhouding normtaai was. Uit Zufld-Limburg geeft Meersen als antwoord: de verhouding was steeds zeer schommelend, naar gelang de pachters tot koopers werden gedwongen; Kerkrade zegt: normale verhouding was 3 tot 4 fo over de waarde, na aftrek van alle lasten. MiMen-Iimburg geeft een lager verboudingspercentage; zoo Roosteren': de verhouding was, dat degene, die land kocht om te verpachten, 2x/s tot 3 % van zijn geld kon maken, evenzoo MaasIb'racht: pacht + 3 fo van den koopprijs; Heel: pacht ± 3 tot SY2 fo van den koopprijs; Graafschap Hom: de pachtprijs was te Ijaag in verhouding tot den verkoopprijs; Hunsel 3 tot 4%; bouwland 1 % meer. Noord-Limburg daarmee overeenstemmend, noemt nog veel lagere percentage; Helden: boerderijen nauwelijks 3 fo; Venlo: bij betere grondsoorten gemiddeld niet meer dan 3 fo, bij minder goede kwaliteit ban dit tot 4 a 5 fo stijgen; uit het Land van Kessel o. a. Sevenum,: men kon maar zeer zelden 4 fo maken, waarvan dan nog af moest het onderhoud der gebouwen; Warasum: IY2 tot 3 fo van den koopprijs; Afferdèn: boerderijen 2Y2 tot 3 fo van den koopprijs, bouwland 3 fo, grasland 4 tot 5 fo, arbeidersperceelen 4 fo. 140 ontbonden verklaard, terwijl de termijn voor 12 jaar liep, waarna de pacht met f 40 per H.A. werd verhoogd. Daarentegen bericht de groote meerderheid, dat zeer veel verkocht is en de positie der pachters werd verslechterd, daar men óf zelf moest koopen óf hooger pacht na afloop van den pachttermijn moest betalen. Etenaken bericht: veel verkoop door Belgische eigenaren; Wijnandsrade: vele buitenlandsche eigenaars hebben verkocht; Ubach over Worms: veel verkocht, doch hield veel meer verband met industriedoeleinden; Tegelen: alle verkoopen geschiedden wegens sterfgeval, doch de verkoop werd) zeer waarschijnlijk door de hooge grondprijzen 'bespoedigd. Veel is gekocht door de pachters zelf. Ottersum bericht daarentegen, dat zeer vele pachters van de boerderijen vertrokken zijn. Ad Vraag IX. ' Slechts een bericht maakt melding van een organisatie om de hooge pachtprijzen tegen te gaan , n.1. Heel en Panheel: er werd een Hooipachtersbond opgericht, die echter bij gebrek aan steun van hoogerhand geen succes had. Overigens wordt Vraag IX a en b ontkennend beantwoord. Maatregelen, welke tot redres worden aangegeven. Zeer verschillende meeningen worden geuit. Sommigen meenen, dat door terugkeer van normale tijden de toestand uit zich zelf zich zal wijzigen en geen ingrijpen van Overheidswege noodig is. Grevenbioht: de enkele gevallen aullen wel vanzelf ophouden, nu de distributie van veevoeder is, en van broodgraan zal worden opgeheven; Venlo: de Regeering 'behoeft niet in te grijpen, voordat 'die verschillende land- en tumbouworganisaties daartoe een verzoek hebben gedaan; Meterik: hier zijn alleen eigen boeren; Bergen: de normale pacht- en koopprijzen komen wel terug als de tijden normaal worden; Ottersum: geen maatregelen noodig, daar bij een vermindering der prijzen van vee en produkten ook de huurprijzen wel minder zullen warden. Men vraagt invoering van een wet als de Huuroommissiewet; zoo Sint-Pieter, Geulle, Bleriik, Moök. Anderen wenschen een Pachtbureau, 't zij in elke plaats, 't zij 141 over een geheele landstreek, ingelicht door plaatselijke Commissies, met recht van vaststelling der pachtprijzen. Voorts wordt gevraagd vaststelling van maximumprijzen van regeeringswege; publicatie van pachtcontraoten en vaststelling van maximumpadhtprijzen naar grondhelasting. Door enkelen wordt gevraagd afschaffing van publieke verpachtingen. Men vraagt voorts: verbod voor groot-grondbezitters van eigen exploitatie; recht voor den afgaanden pachter op vergoeding voor mest enz.; recht van voorkeur voor den zittenden pachter; krachtige terhandneming Van ontginning van regeeringswege; voorschot voor woningbouw bij ontginning; 't splitsen van groote ontginningen in kleine bedrijven; sterke landbouworganisaties. Kort Verslag van de Enquête te Leeuwarden» in het Oranje-Hotel op 30 Mei 1919, voorm. 10 uur. Aanwezig zijn de heeren Me. P. A. Diepenhorst, Voorzitter, L. H. Mansholt en Mr. E. M. Meijers, leden, benevens de Secretaris der Staatscommissie. Om half tien voorm. verzoekt de heer R. Teoost van Kubaard gehoord te worden, daar hij verhinderd is om 12 uur te komen. De Commissie willigt het verzoek in en hoort alsnu den heer Teoost. Deze verklaart alsvolgt: Ik ben bevreesd, dat de gevolgen van de stijging der pachtprijzen buitengewoon verontrustend zullen zijn; tot heden met de tegenwoordige prijzen der produkten is het bedrijf nog rendabel; zoodra die prijzen echter dalen, zullen de hooge pachtprijzen zeer nadeelige gevolgen voor den boerenstand hebben. Daarbij komt, dat ook de overige bedrijfsonkosten zeer belangrijk gestegen zijn, zoo de voederartikelen en niet minder de arbeidsloonen. Deze laatste bedragen thans in mijn streek f25.— per week en per man. Dit loon komt den arbeider toe en hij moet het ook houden. Doch bij daling van de prijzen der produkten en bij den hoogen stand der pachten zal men op de arbeidskosten gaan besparen. Dit geschiedt nu reeds door minder arbeidskrachten in het werk te stellen. Dit is, behalve voor de arbeiders zelve, ook voor de boerderij en dus ook voor den eigenaar zeer nadeelig. Mijn overtuiging is, dat de toestand van dien aard is, dat door invloed *van de organisaties der landbouwers alleen, de nadeelige gevolgen niet kunnen gekeerd worden; immers de minderheid der eigenaren, die van de hooge pachtprijzen profijt wil blijven trekken, zal zich niet aan de regeling, door de organisaties gemaakt, onderwerpen, geluk al evenmin de minderheid der pachters. Het is gebleken bij de Coöperatieve 149 pachter als verpachter erop uit was om de afloopende pacht voor één of twee jaar te verlengen met het oog op de onzekere toekomst. Een bestendiging hiervan is echter niet gewenscht; er zouden op een gegeven oogenblik te veel boerderijen loskomen en de verlengingsduur van een of twee jaar is te kort, niet bevorderlijk aan goede cultuur. Ook is voorgekomen, dat men bij hooge pachtprijzen publiek verhuurde voor zeven jaren. Tengevolge van de hooge pachtprijzen wenschen de tuinders, die in normale gevallen op langen termijn verlangen te huren, thans korte termijnen. De openbare instellingen en stichtingen geven in het algemeen een goed voorbeeld. Meerendeels znn zij aangesloten bij het Pachtbureau en verhuren de boerenplaatsen door bemiddeling van dit Bureau. De losse perceelen, hun in eigendom toebehoorend, gaan publiek. Tegen verhuring hiervan door het Pachtbureau verzetten zich Gedeputeerde Staten. * De vertegenwoordigers van de Vereeniging van Landbouwers deelen mede, dat hun geen verandering in termijnen of voorwaarden is ter oore gekomen. Over de houding van openbare ÉJp instellingen en stichtingen kunnen zij geen mededeelingen verstrekken. De vertegenwoordigers der Friesche Maatschappij van Landbouw verklaren, dat van verandering in de voorwaarden of tusschentijdsche ontbinding hun niets is gebleken. Wat de termijn betreft, voor den oorlog was regel een vijf-jarige termijn in de greidestreken, een zevenjarige in de bouwstreken; thans gaat in de laatste de vijfjarige termijn overheerschen. In meerdere gevallen is met onderling overleg van pachter en verpachter de huur voor een of twee jaar voortgezet met het oog op de onzekere toekomst. Ook zijn gevallen voorgekomen van vijfjarigen termijn met keurjaren. De losse hooilanden, door de kleine bedrijven gebruikt, zün steeds voor één jaar verhuurd ; de huurders willen wel voor langeren termijn huren, doch 't stuit af, niet zoozeer op den onwil der verhuurders als wel op dien der notarissen, die liever nog twee- dan eenmaal per jaar verhuring houden. Eveneens is voorgekomen, dat losse landerijen, die vroeger voor één jaar verhuurd werden, thans voor drie en vijf jaar * verpacht worden tegen hoogen pachtprijs. 150 De openbare instellingen en stichtingen werken in de goede richting; los land moet echter wel veelal publiek door hen verhuurd worden om de groote bezwaren aan onderhandsche verpachting verbonden. De vertegenwoordigers van de Provinciale Afdeeling van den Aartsdiocesanen R. K. Boeren- en Tuindersbond verklaren in te stemmen met de gedane mededeelingen. Als vierde vraag stelt de Voorzitter, of men in Friesland meent, dat de toestanden een ingrijpen van Overheidswege wettigen; zoo ja, op welke wüze er moet ingegrepen worden, en of deze maatregelen bedoeld worden reeds voor het heden of slechts voor de toekomst. De vertegenwoordigers van de Vereeniging van Landbouwers achten beperking van publieke verhuringen ge wenscht en in elk geval een verbod van zoogenaamde bod» en strijkgelden bij publieke verhuringen. De vertegenwoordigers van de Friesche Maatschappij van Landbouw deelen mede, dat de resultaten van het Pachtbureau van de Friesche Maatschappij van Landbouw nog niet van dien aard zijn, hoezeer ook de werking van voormeld Bureau wordt toegejuicht, dat men acht op deze wüze, derhalve langs organisatorischen weg, de misstanden van de verpachtingen te kunnen uitroeien en blijvend weren. Op het groot aantal verpachtingen is dat, waarbij gebruik gemaakt wordt van de bemiddeling van het Pachtbureau, een betrekkelijk gering percentage. De verpachters, die de bemiddeling inriepen, waren toch reeds goede verpachters en daarnaast behoeft ook verpachters, die geen gebruik maakten van de bemiddeling, nog niet het odium van slechten verpachter te treffen; de uitwonende verpachters bijv., die niet door bemiddeling van het Pachtbureau verhuurden, zijn dikwijls nog niet de slechtste. Men kan het aldus stellen: er zijn 75 tot 80 % goede verhuurders, doch daartegenover 20 tot 25 % slechte en tegenover dezen dienen maatregelen getroffen te worden; die zeer kleine minderheid toch drijft de pachtprijzen omhoog. De door •de Friesche Maatschappij van Landbouw ingestelde Commissie voor het Pachtvraagstuk is wel algemeen' van oordeel, dat 151 door den wetgever moet worden ingegrepen, doch er is nog geen communis opinio, hoever deze moet ingrijpen. Een verbod van bod- en strijkgelden bij publieke verhuringen is o.a. een middel, doch men verheelt zich niet, dat dit een klein middel is, hoewel het ook als zoodanig aanbeveling verdient. Een deel der Oommissie verdedigt vèringrijpende maatregelen : van Overheidswege moet beslag gelegd worden op alle te verhuren landerijen, de huurprijzen dezer landerijen moeten door Commissies, plaatselijke of gewestelijke, getaxeerd en slechts voor deze getaxeerde waarde mag verhuurd worden; zoo noodig zou zelfs van Overheidswege de persoon van den huurder moeten worden aangewezen. In .die richting werkte ook de Bond*) van Huurders van Losse Landerijen, welke in 1918 werd opgericht, mede naar aanleiding van en in samenwerking met de maatregelen van Minister Posthuma. In korten tijd telde de Bond 5Q00 leden. Vooral door tegenwerking van de groot-grondbezitters en van de notarissen kwamen de maatregelen der Regeering niet tot hun recht en bereikte de Bondjajjn doel niet. Toch was het systeem op zichzelf juist: n.1. taxatie van de huurwaarde door plaatselijke Commissies en toewijzing volgens die taxatie. Die taxaties waren over het geheel juist, zij het ook met uitzonderingen; de fout was, dat men er zich niet aan hield. Een dergelijke regeling kan alleen met dwang en van Overheidswege gehandhaafd worden, door afschaffing van publieke verhuringen en verbod van strijk- en hooggelden, niet alleen bü verhuringen, doch ook bij publieke verkoopingen. Wil het kleinbedrijf niet geheel ten ondergaan, dan moet direct van Overheidswege ingegrepen worden, en zeker ten behoeve van het kleinbedrijf. Als maatregel voor het heden zou men wenschen een wet, overeenkomstig de Huurcommissiewet, die dit jaar reeds -p?^. *) Deze Bond werd 11 Februari 1918 te Wolvega opgeriont. 12 Femfaw d.a.v. vaardigde de Minister van Landbouw een bekendmaking uit betreffende hooi, waarin door hem mededeeling gedaan werd van* de maatregelen, diè met betrekking tot de prijzen van het hooi en tot de pachters van hooilanden voor het oogstjaar 1918 zouden worden genomen. Hierbij was bedoeld, een belangrijk deel van de uitvoering te geven in handen van organisaties van bonafide hooilandpachters. De Bond telde mede ten m gevolge dezer bekendmaking in korten tijd een groot aantal leden. 152 in werking trad met terugwerkende kracht voor 1919, waarbij de verhuringen van dit jaar, zoowel één jaarlij ksche als voor langeren termijn aan het oordeel van plaatselijke Commissies werden onderworpen en ook de opzegging van huur werd geregeld. Een ander deel der Commissie wil niet zoover gaan, doch wil verplicht gesteld zien een verhuring door bemiddeling van Pachtbureaus, overeenkomstig de regeling van het Pachtbureau der Friesche Maatschappij van Landbouw, 't zij rechtstreeks door een dergelijk Bureau, 't zij met beroep op een dergelijk Bureau ingeval van verschil. Publieke verhuring zou derhalve afgeschaft zijn. Alleen zou de verhuurder vrij zajn in de keuze van den huurder. Chicanes waren te ondervangen door het opleggen van zware boeten ingeval van overtreding, zoowel aan eigenaars als aan huurders. Dé vertegenwoordigers van de Provinciale Afdeeling van den Aartsdiocesanen R.-K. Boeren- en Tuindersbond verklaren wel te gevoelen de noodzakelijkheid van een ingrijpen van Overheidswege, doch meenen, dat nog niet zoover behoeft gegaan te worden, als door enkele vertegenwoordigers der zoo juist gehoorde organisatie is bepleit. In geen geval acht men het gewenscht, dat aan de Pachteommissie ten slotte ook de keuze van den huurder zou komen. Een plotselinge radicale verbetering te verkrijgen acht men, ook zelfs door regeeringsmaatregelen, niet mogelijk. Zelfs het verbod van publieke verhuring wordt nog niet noodig geacht. De organisaties kunnen in dezen nog zeer veel doen. Dat de Bond van Huurders van Losse Landerijen fiasco heeft gemaakt, moet geweten worden aan het feit, dat in dezen de taak, aan de organisatie gesteld, Ce zwaar was, maar het bewijst niet, dat de organisatie nog niet zeer veel zou kunnen doen. Wel moet door de Wet aan den zittenden pachter, indien tegen hem geen gegronde klachten kunnen ingebracht worden, een recht gewaarborgd worden om pachter te blijven. Dit recht is gebaseerd op den door den huurder aan de boerderij besteden arbeid. Voorts komt aan de familie van den gestorven pachter een recht om in te pachten toe. Een wettelijke regeling w een en ander zal preventieve werking uitoefenen. 153 De vertegenwoordigers van de Provinciale Frieieke AfdêeUwf van den Ohristëlijken Boereji- en Tuindersbond in Nederland verklaren, dat gebleken is de onmogelijkheid om door de organisaties alleen tot een betere regeling te geraken. Vandaar dat wettelijke regeling noodzakelijk is. De reeds bestaande overeenkomsten zouden moeten geëerbiedigd wórden. Voorts zou een Pachtbureau moeten worden ingesteld, waarin de organisaties hun vertegenwoordigers benoemden en bestaande uit een gelijk aantal eigenaars en pachters. Er zouden dlstnteten moeten" gevormd worden, waarin plaatselijke deskundigen de pachtjjH^zen taxeerden. Van deze taxatie 'moest dan hooger beroep zijn op het Pachtbureau. Op een vraag, of men bij afschaffing van publieke verhuring en invoering van een sollicitatiestelsel niét voorziet een samenspannen tusschen eigenaar en sollicitant, die boven de getaxeerde waarde een som aan den eigenaar biedt, wordt aangevoerd, dat dergelijke chicanes kunnen vóórkomen, doch dat daartegen zware boeten dienen bedreigd te worden en dergelijke knoeierijen toch uitzondering zullen blijven. Voorts wordt op een vraag, of in Friesland nog niet het middel is toegepast, dat men wel in Gelderland, bij publieke verhuring van hooilanden heeft aangewend, n.1. dat één huurder voor alle gegadigden optrad en bij toewijzing de perceelen onderling verdeeld werden, ontkennend geantwoord. Voorts wordt nog medegedeeld, dat wel in het algemeen de pogingen van/den Bond van Huurders van Losse Landerijen schipbreuk hebben geleden, doch dat het daarbij toegepaste stelsel van taxatie in vele gevallen gunstig gewerkt heeft. Soms werd op de getaxeerde perceelen loting onder de gegadigden toegepast. Ook werden de getaxeerde perceelen bij publiek opbod opgeroepen en toegewezen aan hem, die den getaxeerden prijs afriep. Ook een systeem van inschrijving Werkte gunstig. Op een vraag of het stelsel van bedrjjfsboeren met aandeel in de winst in Friesland toepassing vindt, wordt medegedeeld, . dat slechts één dergelijk geval bekend is. Daarna sluit de Voorzitter de vergadering. Alsnog wordt gehoord de heer M. Anema te Wolvega. Deze verklaart, dat de publieke verhuring van losse perceelen 154 hooiland groote misstanden met zich brengt. Door organisaties van de gegadigden deze misstanden weg te nemen is niet mogelijk, blijkens het fiasco van den Bond van Huurders van Losse Landerijen: er is te veel vraag en te weinig aanbod. Daarom moet in het bijzonder geval van de verhuring van losse perceelen hooiland Overheidssteun geboden worden. De publieke verhuringen dienen daarbij afgeschaft, gelijk mede de strijk- en hooggelden. Voorts dienen de perceelen en de huurders geregistreerd te worden, een Pachtcommissie taxeert de pachtprijzen en de perceelen worden vervolgens over de geregistreerde huurders of geregistreerde bedrijven toegewezen. Een organisatie alleen kan dit niet tot stand brengen, omdat iedere boer streeft naar uitbreiding van zijn bedrijf. De regeling van de organisatie moet sanctie van de Overheid verkrijgen. Kort Verslag van de Enquête te 's-Hertogenbosch, in Hotel Central op 3 Juni 1919, voorm. 10 uur. Aanwezig zijn de heeren Mr. P. A. Diepenhorst, Voorzitter, S. Koenen, L. H. Mansholt, L. E. J. P. Mollerus, leden, benevens de Secretaris der Staatscommissie. Als vertegenwoordigers van den Noord-Brabantschen Chris-^ telijken Boerenbond zijn aanwezig de heeren J. Ardts, G. van den Elsen, Dr. G. M. Kusters, J. van den Heuvel; van de Afdeeling 's-Hertogenbosch en omstreken van den NoordBrabantschen ChristeUjken Boerenbond de heeren A. M. de Bekker, P. van der Grod, C. W. van den Doelen; van de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw de heeren Chr. van Damen, P. Dekkers; van de Provinciale NoordBrabantsche Afdeeling van den ChristeUjken Boeren- en Tuindersbond in Nederland de heeren A. Bax, J. Lodder, J. van Sprang, A. D. van der Schans en Kr. Timmers. Als eerste vraag stelt de Voorzitter, of gedurende de oorlogsjaren een onrustbarende stijging der pachtprijzen in NoordBrabant heeft plaats gevonden; welke factoren op deze stijging hebben ingewerkt, en of dit een verontrustend verschijnsel is, reeds nu of voor de toekomst. De vertegenwoordigers van den Noord-Brabantschen ChristeUjken Boerenbond, waaronder begrepen die van de plaatselijke Afdeeling 's-Hertogenbosch, verklaren, dat de stijging algemeen is, doch voornamelijk bij nieuwhuur en verlenging. Tusschen publieke en onderhandsche verhuring is het onderscheid niet zoo sterk. In schijn is er bij de boeren ruimte van geldmiddelen, doordat hun veestapel, koeien en varkens, en het aantal kippen sterk ingekrompen is; inderdaad is dit meerdere geldbezit vermindering van bedrüfskapi- 156 taal. Die schijn verblindt zoowel pachtérs als verpachters. Voorts zijn ook de pachtheeren vaak finantieel irl mindere conditie gekomen. Evenwel ook zeer rijke verpachters drijven de pachten op. In sommige gevallen zijn de pachten verdubbeld; er wordt een geval genoemd, dat de pacht van f 250 op f 600 gekomen is. Uit het land van Cuyk en het N.O. deel van Noord-Brabant bericht men éèn enorme stijging van de pachten der Weilanden, . de pachtprijzen zijn thans twee- tot driemaal hooger dan voor den oorlog; 't betreft zoowel hooi verkoopingen als verpachtingen om te weiden voor twee of drie jaar; een melkkoe moet f 300 aan weidegeld op brengen. Verwacht wordt, dat, zoodra meer regelmatige aanvoer van krachtvoeder komt, de normale prijzen zich herstellen zullen. Het bouwland is daarentegen in die streken hoogstens een derde in pacht gestegen. Geklaagd wordt voorts over de misstanden; verbonden aan de publieke verpachtingen van hooi- en weilanden in de polders rondom den Bosch. Eigenaars, hun landopzichters en de notarissen werken mede om de pachtprijzen op te drijven; b$ publieke verpachtingen worden zelfs staroomannen gebruikt. De kléine boeren, die het voorgras gepacht en naar de daarop gepachte perceelen hun veestapel ingericht hebben, moeten wel het nagras pachten. Er zijn verleden jaar boeren geweest, die nièër pacht óp ie brengen hebben gehad, dan hun geheele bedrijf waard was. Medegedeeld Wordt een geval, dat een notaris een perceel aan iemand te huur aanbood tegen zeker bedrag met eenige dagen bedenktijd; voor nog de bedenkt^d was geëindigd, ontving de gegadigde van den notaris bericht, dat een hooger bod was ingekomen en of de gegadigde het land ook voordien hoogeren prijs wilde hebben. Deze begreep zeer goed, dat het tweede hoogere bod van een stroóman was. De vertegenwoordigers van de Provinciale Noord-BrdJbdntsche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland verklaren» dat, gehoord de mededeeïrhgen van de vertegenwoordigers Van de eerst genoemde prgatiiéötie, 2ö omtrent Westelijk Noord-Brabant en het Land van Heusden en Altena gunstiger medédeeling kannen doen. De pachtprijzen «ijn aanmerkelijk gestegen, doch er is door de boèren ook veel winst gemaakt. Bij wederinhuur is de 164 finantieel weerstandsvermogen en, die toch niets te verliezen hebben, mede door de mogelijkheid van dit crediet uit speculatiezucht als concurrenten van de boeren optreden. De vertegenwoordigers van de Provinciale Afdeeling van den ChristeUjken Boeren- en Tuindershond in Nederland verklaren, dat crisismaatregelen, naar zij meenen, niet gewenscht zijn: de geest der boeren is in het algemeen tegen Overheidsinmenging in hun bedrijfsleven en door de ervaring der crisisjaren is men te dien opzichte niet gunstiger gestemd. Men vreest, dat, indien van Overheidswege ingegrepen wordt, mogelijk eenige misstanden zouden bestreden worden, doch dat als uitvloeisel dier maatregelen veel meer andere misstanden in het leven zouden worden geroepen dan er inderdaad bestreden werden. Wel is een afdoende wettelijke regeling van het Pachtcontract gewenscht: vergoeding voor verbeteringen; meerdere bestaanszekerheid voor den pachter; afschaffing van strijk- en bodgelden bij publieke verhuring en verkoop; streng optreden tegen notarissen, die bij publieke verhuring en verkoop zoogenaamde stroomannen meebrengen; beperking van de onkostenrekening bij schriftelijke pachtcontracten, zoowel bij publieke als bij onderhandsche.-Onderscheidene notarissen durven zelfs bij inhuur 10 % over de pachtsom in rekening te brengen. Voorts verdient aanbeveling, dat nauwer toezicht wordt gehouden op het gebruik van alcoholia bij publieke verhuring en publieke verkooping in herbergen; de menschen znn reeds zonder dien prikkel opgewonden. Een vertegenwoordiger uit den wensch, dat van Staatswege bevorderd wordt de splitsing der groote bedrijven: klein en middelbedrijf verdient in elk opzicht aanbeveling. De vertegenwoordigers van de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw verklaren, dat zij crisismaatregelen niet geboden achten, tenzij dat direct kan worden ingegrepen tegen het misbruik om zelfs bö overtreding van onbeduidende contractsbepalingen pachtbreuk en ontbinding der pacht te vorderen. Voorts is een wettelijke regeling van het Pachtcontract dringend gewenscht: het recht van vrije cultuur komt den pachter toe; bepalingen in het Pachtcontract als verbod van 165 verkoop van stroo of de eisch van het houden van een bepaald aantal stuks vee dienen te vervallen; er moet meer bestaanszekerheid voor den pachter komen; vergoeding vóór aangebrachte verbeteringen dient geregeld te worden. Op een nadere vraag, of het niet gewenscht is den betalingstermijn der pacht te stellen op het oogenblik van het te gelde maken van den oogst, wordt geantwoord, dat de volgende regeling aanbeveling zou verdienen: betaald wordt voor 31 December van het loopende jaar, of in twee termijnen: de eerste termijn vervalt voor of uiterlijk 31 December in het loopende, de tweede termijn voor of uiterlijk Mei in het volgend jaar. Ook wordt nog gewezen op het misbruik, dat de verpachter de huur laat vooruitbetalen zonder interestvergoeding. Daartegen wordt opgemerkt, dat men vaak aldus handelt tegenover huurders, die geen solide borgen kunnen bieden. Ook schijnt het voor te komen, dat de pachters een dergelijk aanbod doen uit concurrentiezucht. Voorts wordt nog opgemerkt, dat wettelijk dient geregeld te worden, dat de pacht van boerderijen in geen geval van jaar tot jaar mag plaats hebben en gebonden is aan een minimalen termijn. De Voorzitter sluit de vergadering. Kort Verslag van de Enquête te Middelburg, in Hotel de Abdij, op 12 Juni 1919, voorm. 10 uur. Aanwezig zijn de heeren Mr. P. A. Diepenhorst, Voorzitter, benevens de Secretaris der Staatscommissie. Als vertegenwoordigers van de Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij znn aanwezig de heeren Ph. van Dixhoorn, P. Lindenberg, J. A. Snijder, Mr. H. C. J. Zaaijer; van de Provinciale Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond . in Nederland de heeren J. A. Dominicüs, G. v. d. Putte, C. P. Vogelaar; van den Christelijken Boerenbond in ZeeuwschVlaanderen (W.D.) -de heer P. C. C. Haverbeke; van de Plaatselijke Afdeeling van den R.K. Diocesanen Land- en Tuinbouwbond te 's-Heerenhoek en Heinkenszand de heeren M. v. 't Westeinde, C. Vroonland, Job van den Dries, Laurentius Goense. Als eerste vraag stelt de Voorzitter, of er gedurende de oorlogsjaren in Zeeland een stijging der pachtprijzen valt te constateeren, en aan welke factoren deze stijging wordt toegeschreven. De vertegenwoordigers van de Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij verklaren, dat in de geheele provincie een toename van de pachtprijzen valt te constateeren, vooral bü publieke verpachtingen. Het betreft zoowel hofsteden, als losse perceelen bouwen weiland. Ook op onderhuur van kleine perceelen heeft de stijging betrekking. Dat reeds thans moeilijkheden dientengevolge zouden ontstaan zijn, kan niet gezegd worden. Tot heden dreigt tengevolge van de hooge prijzen der producten nog geen gevaar. Mochten in de toekomst de opbrengsten van den grond belangrijk dalen, wat te verwachten* is, dan zou de rendabiliteit van het bedrijf bedreigd worden. Blijven echter in de vier of vfif komende jaren de prijzen der producten, hoewel 167 dalend, nog loonend, dan heeft dit nog niet zoo'n bezwaar, 't Gevaar zit meer in de hooge koop-, dan in de hooge pachtprijzen. Wel is er bezwaar voor hen, die voor het eerst ingespannen hebben, wegens de hooge prüzen van den inspan. De vertegenwoordigers van de Provinciale Zeeuwsche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland verklaren in het algemeen in te stemmen met bovenstaande mededeelingen. De pachters zijn in de laatste jaren, niettegenstaande de stijging der pachtprijzen, niet achteruit gegaan, dank zij de hooge prijzen der producten. Integendeel, eerder zijn de verpachters er slechter aan toe. De pachten zijn ook nu niet te hoog, ook al komt er eenige daling in de prijzen der producten. Voordat de ongunstige conjunctuur komt, als deze tenminste komt, zijn de hooge, loopende pachten beëindigd. Uit Walcheren wordt medegedeeld, dat voor de toekomst de stijging onrustbarend is; in het voorjaar 1919 waren bij publieke verhuring de prüzen van de weilanden buitengewoon hoog opgedreven, terwijl men in de herfst nog stijging verwacht. Ook voor losse perceelen wordt sterke stijging vermeld. De vertegenwoordiger van den Christelijken Boerenbond in Zeeuwsch-Vlaanderen (W.D.J en die van de Plaatselijke Afdeeling van den R. K. Diocesanen Land- en Tuinbouwbond verklaren in te stemmen met de gedane mededeelingen. Voorts wordt omtrent de stijging van de pachtprijzen der weilanden als oorzaak naast gebrek aan krachtvoeder ook genoemd het scheuren, hoewel aan dezen factor niet te groote invloed moet worden gehecht. Ook wordt genoemd als oorzaak van styging de ligging van losse perceelen temidden van een bedrijf, aan een anderen eigenaar toebehoorend, en voor het bedrijf noodzakelijk. Als tweede vraag stelt de Voorzitter, of er gedurende de oorlogsjaren in Zeeland veel verkoop van landerijen heeft plaats gehad; zoo ja, of voor een belangrük percentage gekocht is door landbouwers-gebruikers; of deze koopers als bezwaarde eigenaars in minder gunstige positie verkeeren dan, toen zij pachter waren, en of er een verandering is gekomen in het type van landeigenaar. 168 De vertegenwoordiger van den Christelijken Boerenbond in Zeeuwsch-Vlaanderen (W.DJ verklaart, dat in het Westelijk deel van Zeeuwsch-Vlaanderen veel verkocht is, dat deels gekocht werd door boeren, die het zelf wenschten te bebouwen, zoodat do oorspronkelijke pachter er af moest, deels door personen, buiten den landbouw staande, oorlogswinstmakers, voor geldbelegging. Veel eigendom van Belgische en Pransche eigenaren is verkocht, en dit proces is in de hand gewerkt door de notarissen. De vertegenwoordigers van de Plaatselijke Afdeeling en 's-Heer enhoek en Heinkenszand van den R.K. LHocesanen Land- en Tuinbouwbond verklaren, dat in hun omgeving in 1915 en 1916 meer verkocht is dan tegenwoordig; worden hofsteden verkocht, dan gaan zü uiteen en worden perceelsgewijze gekocht door arbeiders, gedreven als deze worden door zucht naar zelfstandigheid. Daarbij wordt veel gekocht met geleend geld. De vertegenwoordigers van de Provinciale Zeeuwsche Afdeeling van den Christelijken Boeren-en TuindersbondinNederlandyetkh\TeTi, dat in de laatste jaren, ook reeds voor den oorlog, een neiging bij de groote landeigenaars bestond om hofsteden aan de pachters te verkoopen; alle koopers, vroegere pachters van hofsteden, zyn er in de laatste jaren beter op geworden. Ook als de hofsteden gesplitst worden, heeft dit een gunstigen invloed. Het dorpje Waarde was 25 jaar geleden een arm plaatsje; vier groote hofsteden zijn daar uit elkaar gegaan en in handen van het kleinbedrijf gekomen; het is thans zeer welvarend; het kleinbedrijf prikkelt ook het grootbedrijf tot intensieve cultuur. Omtrent Walcheren wordt een zeer sterke verkoop van landerijen bericht door heeren-eigenaars; gekocht is veel door kleine boeren. De gunstige oorlogsjaren, doch ook de ontwikkeling der groentencultuur heeft dit in de hand gewerkt. In verschillende plaatsen heerscht groote welvaart. In Ritthem werd bijv. in 1894 voor de H.A. besteed f 1000, verleden jaar f 3000. De vertegenwoordigers der Zeeuwsche Landbouw-Maotschappij verklaren in het algemeen in te stemmen met de bovenvermelde mededeelingen. Opgemerkt wordt voorts, dat splitsing der groote bedrijven in het algemeen de welvaart doet toenemen; het gevaar, dat 169 de hypotheekschulden niet gedekt worden uit de verdiensten, is niet zoo groot. Voorts kan in Zeeland niet gesproken worden, — althans is dit van zeer geringen omvang geweest, — dat gekocht is door de boeren met vrijgekomen bedrijfskapitaal. Wel is echter ook thans weer bewaarheid, dat de kapitalisten koopen, wanneer de grond goedkoop is, de boeren, wanneer deze duur is. Dit is verklaarbaar, omdat hooge grondprijzen gewoonlijk ook wijzen op hooge productenprijzen en op welvaart onder de boeren. Ook uit Tholen wordt de gunstige invloed van de splitsing der groote bedrijven en toenemende welvaart bericht: in Stavenisse staat het Armenhuis leeg; de kleine man belegt gaarne zijn geld in' een stuk land; hij is bang voor deposito's. Uit Zeeuwsch-Vlaanderen wordt bericht, dat veel grond van Belgische eigenaars is verkocht, in de eerste periode in het begin van den oorlog 1915 uit geldgebrek, in de tweede periode 1917/'18 tengevolge van den lagen koers der franken. Twee notarissen uit het Oostelijk deel van Zeeuwsch-Vlaanderen *— in het bijzonder is het van één bekend — zonden circulaires aan buitenlandsche eigenaren, waarin gewezen werd op den gunstigen tyd voor verkoop van eigendommen tengevolge der hooge grondprijzen en den lagen koers der franken; er wordt beweerd, dat een notaris dientengevolge f50.000 verdiende. Hoezeer ook het optreden dezer notarissen afkeuring verdient, het gevolg is niet zoo slecht geweest, vooral in de eerste periode, toen er nog lage prijzen waren en het land veelal kwam in handen van de boeren-gebruikers. Een misbruik was, dat vaak verkocht werd, zonder dat de opzittende pachter er van af wist en deze dus uit zijn bedrijf gestooten werd. Vooral in het Westelijk deel is niet alleen gekocht door de boeren, doch ook door oorlogswinstmakers. Ook kwam voor, dat een boerderij verkocht werd en de kooper de beste perceelen ging verkoopen tegen hooge prijzen om daardoor de overige perceelen vrij te krijgen. Als derde vraag stelt de Voorzitter, of gedurende de oorlogs- { jaren in Zeeland een verandering in de termijnen, waarvoor gehuurd wordt, is gekomen. De vertegenwoordigers der verschillende organisaties verklaren 170 eenstemmig, dat in het algemeen geen verandering bekend is; wel verdwijnen meer en meer de perioden van veertien jaar. Ook is sporadisch voorgekomen, dat de eigenaar aan den pachter, die nog eenige jaren huur had, vroeg, of hij het op prijs zou stellen pachter te blijven, en dan voorsloeg het loopende contract te ontbinden en een nieuwe huur aan te gaan, uit den aard der zaak tegen een hoogeren huurprijs. Als vierde vraag stelt de Voorzitter, of in Zeeland gedurende de oorlogsjaren is voorgekomen een ontijdige verbreking der overeenkomst in strijd daarmee, of een strengere en willekeurige toepassing van contractsbepalingen, ten einde ontbinding tê verkrijgen. De vertegenwoordigers der verschillende organisaties merken op, dat zeer weinig gevallen zijn voorgekomen. Een geval wordt vermeld, dat bij sterfgeval aan de weduwe van den pachter de huur werd opgezegd krachtens bepaling van het contract; het geschiedde om een nieuwe huur tegen hoogeren prijs te kunnen sluiten. De meeste eigenaars zouden dit niet doen. Ook wordt opgemerkt, dat vele buitenlandsche eigenaars betaling in Hollandsch geld vorderden, hoewel de pachters volgens contract ook in buitenlandsch geld mochten betalen. Enkele gevallen zijn voorgekomen, dat de partijen overeenkwamen tijdens de loopende pacht een nieuw contract aan te gaan, de verpachter om te kunnen profiteeren van den hoogeren • huurprijs, waarvan de pachter de billijkheid erkende, de pachter, omdat hij huiverig was voor een langen huurtermijn. Als vijfde vraag stelt de Voorzitter, of er een onderscheid valt op te merken tusschen de verpachters-particulieren en de verpachters-publiekrechtelijke lichamen en stichtingen en dan ten nadeele van laatstgemelde. De vertegenwoordigers der verschillende organisaties verklaren, dat in het algemeen geen onderscheid tusschen eigenaren valt op te merken. In de reglementen van sommige Armbesturen en Godshuizen is voorgeschreven, dat de verpachtingen publiek moeten geschieden. Dit kan aanleiding geven tot wraakneming, vooral 171 in de dorpen. Evenwel ook inschrijving heeft bezwaren, daar het kan voorkomen, dat de zittende pachter de hofstede moet verlaten, omdat hij b.v. f 1 per H.A. minder inschreef. Ook onderhandsche verhuring heeft bezwaren en kan bevorderen bevoorrechting om familie- en andere relaties. Het komt eveneens voor, dat de pachters zelf opdrijven bijv. door het aanbod om een jaar huur vooruit te betalen. Trouwens, al wordt in de statuten publieke verhuring voorgeschreven, er zijn Oodshuizen, die, wanneer zij een goeden zittenden pachter hebben, dezen toch wel voorkeur geven. Als zesde vraag stelt de Voorzitter, of men, gezien de omstandigheden in Zeeland, acht, dat een ingrijpen van Overheidswege noodzakelijk is, 't zij voor het heden, 't zij voor de toekomst. De vertegenwoordigers van de Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij deelen mede, dat zij als leden eener Commissie, door hun organisatie benoemd tot de bestudeering van het Pachtvraagstuk, hebben vergaderd en hunne conclusiën in een rapport hebben neergelegd, dat binnenkort zal worden uitgebracht. Men is tot de overtuiging gekomen, dat voor het heden nog geen noodwet gevorderd wordt. Wel acht men voor de toekomst een wettelijke regeling van het pachtcontract noodzakelijk, waarin Pachtcommissies bevoegdheid erlangen, met verplichten langen termijn en optiejaren en hertaxatie der pachtprijzen; vrije concurrentie bij nieuwe verhuring en voor de weduwe van den zittenden pachter het recht om de loopende pacht voort te zetten; voorts vrije cultuur; verbod om den pachter te dwingen tot overname der gebouwen; \andere en betere regeling van het risico. De vertegenwoordigers van de Provinciale Zeeuwsche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland verklaren, dat zij,, gezien de omstandigheden, geen noodwetgeving gewenscht achten. Wel dient wettelijk geregeld te worden, dat verouderde pachtcontracten de ontwikkeling van den landbouw niet belemmeren. Daarom is vrije cultuur een eisch, opdat de jonge landbouwers niet in hun energie verlamd worden. Geklaagd wordt, dat vooral bij de Domeinboerderijen 175 Stein 300 H.A., te Schinnen 100 H.A., te Beek 80 H.A., te Hoensbroek 200 H.A., te Wijnandsrade ruim 300 H.A., te Ter Worm Heerlen 300 H.A., te Spaubeek 120 H.A. Enkele dezer verkoopen waren minder nadeelig voor den boerenstand, daar tengevolge van het groote aanbod de prijzen niet al te hoog opliepen. Er is dan ook meer grond in handen van den boerenstand gekomen. Zeer zeker heeft men met bespaard geld gekocht. Doch ook met geleend geld. Daaraan zit een gevaarlijke kant, daar de boer beter te hoog pachten dan te hoog koopen kan. De rente van de hypotheek is veelal even hoog als de vroegere pacht en voorts is een deel bedrijfskapitaal voor aankoop bestemd. Als derde vraag stelt de Voorzitter, of er gedurende de oorlogsjaren in Limburg een verandering in de pachttermijnen is gekomen en of men gebruik gemaakt heeft van willekeurige toepassing van verouderde bepalingen in pachtcontracten om tusschentijdsche ontbinding te verkrijgen. Medegedeeld wordt, dat men niet van een verandering in de termijnen als algemeen verschijnsel kan spreken, misschien een geringe verschuiving naar kortere termijnen, gelijk al evenmin als algemeen verschijnsel van een tusschentijdsche ontbinding kan worden gesproken. Wel is meer ingevoerd het instituut van publieke verpachting. Bij tuinbouw, als in de omstreken van Venlo, neemt verpachting, loopende van jaar tot jaar, toe; echter niet bü den landbouw. Als vierde vraag stelt de Voorzitter, of in Limburg publiekrechtelijke lichamen en stichtingen een van den particulieren verpachter onderscheiden positie innemen, 't zij in gunstigen, 't zij in ongunstigen zin. Medegedeeld wordt, dat deze instellingen geen gunstiger positie innemen. Het stelsel van publieke verpachting werkt verkeerd. Doordat de publiekrechtelijke instellingen óf wettelijk óf door den drang der omstandigheden verplicht zön meestal publiek te verpachten, nemen deze zeer zeker geen gunstiger positie in dan de particuliere eigenaars. 176 Als vijfde vraag stelt de Voorzitter, of men, gezien de omstandigheden in Limburg, meent, dat van Overheidswege door wettelijke maatregelen moet worden ingegrepen, reeds voor het heden of voor de toekomst. Verschillende meeningen worden geuit. Opgemerkt wordt, dat er misstanden zijn, die, indien ze niet gekeerd worden, erger worden. Misschien was de weg, dat aan de landbouworganisaties wettelijke bevoegdheden gegeven werden om door middel van Pachtcommissies regelend op de pachtprijzen in te werken. Gemakkelijk zal dit niet gaan en er zullen bezwaren aan verbonden zijn. Een Pachtbureau, als in Friesland, bestaat in Limburg niet; een dergelijke regeling is alleen uit te voeren, indien alle gegadigden eronder vallen en tot het inroepen van de bemiddeling verplicht worden. Voorts wordt opgemerkt, dat men streeksgewijze door de instelling en de hulp van Pachtraden een maximumpacht kan vaststellen, bij overtreding waarvan een beroep moet gewaarborgd zn'n. Vooral ten opzichte van publieke verpachtingen zou dit preventief werken tegenover notarissen en makelaars. Er moet iets gedaan worden, opdat gezien wordt, dat men niet straffeloos misbruik kan maken van de moeilijke omstandigheden, waarin medeburgers verkeèren, gelijk het geval was met de boeren, die moesten pachten tot eiken prijs om hun bedrijf te behouden. Men meent, dat een dergelijke maatregel in elk geval mogelijk is. ten opzichte van de gras verpachtingen; voor de eigenaren toch zijn door den oorlog daarop geen meerdere kosten gevallen. De pachters zijn meest kleine boeren, die de perceelen beslist moeten hebben voor de instandhouding van hun bedrijf, terwijl hun concurrentie werd aangedaan door buitenlanders, Duitschers. Men geeft toe, dat deze verpachtingen slechts voor één jaar zijn, en dat bij meer regelmatigen aanvoer van kunstmest en krachtvoeder de pachtprijzen spoedig zullen zakken. Nadat gewezen is, dat onderscheid moet worden gemaakt tusschen publieke verpachting van landerijen en boerderijen, voor deze laatste aan den opzittenden pachter een recht van continuatie zou kunnen worden verleend, wordt gevraagd, of I8i De vertegenwoordigers van de Provinciale Geldersche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland verklaren in het algemeen in te stemmen met de gedane mededeelingen. Klachten worden geuit over de buitensporige stijging van de pachtprijzen der weilanden in de omgeving van Arnhem. Deze weilanden worden voor een termijn van zes jaar verhuurd, gebruikers zij n meest consumptiemelkers voor Arnhem. Zij kunnen niet concurreeren tegen de boeren-vetweiders uit de Betuwe. Uit de omgeving van Winterswijk wordt medegedeeld een geringe verhooging van de pachtprijzen der boerderijen. Publieke verhuring hiervan is uitzondering. 'tZijn meest kleine bedrijfjes, de eigenaar heeft zelf een bedrijf en verhuurt deze kleine bedrijfjes tegen matigen pachtprijs. De pachten stonden zeer laag, thans maakt men althans eenige rente van zijn geld. Uit de omgeving van Oosterbeek wordt nog nader medegedeeld, dat een weide van ^ 5 bunder, die verleden jaar f 1210 had opgebracht, dit jaar verpacht is voor f 2100; arbeidersperceelen gaan tegen f 300 per H. A. De toestand zou daar zeer critiek worden. Als tweede vraag stelt de Voorzitter, of tijdens de oorlogsjaren in Gelderland veel verkoop van landerijen heeft plaats gehad; of een belangrijk percentage gekocht is door pachters; of deze koopers thans als bezwaarde eigenaars in nadeeliger positie zijn dan voorheen als pachters; of daarnaast een klasse van eigenaren is gekomen van een gewijzigd, een ander karakter dan de vorige eigenaren, die in zeer confldentieele verhouding met hun pachters leefden. De vertegenwoordigers van den Aartsdioeesanen R. K. Boeren-' en Tuindersbond verklaren, dat over geheel Gelderland veel verkocht is tegen hooge prijzen en dat de gebruikers met overgespaard geld en voor het restant met hypotheek dikwijls koopers werden, gedwongen als ze waren om te koopen of hun bedrijf er aan te geven. Stichtingen en deR. K. Kerk van Emmerik hebben van hun landbezit in Nederland verkocht. Dat notarissen hierin de hand hebben gehad, is niet bekend. Bezwaar wordt gemaakt, dat bij publieke verkoopingen zoogenaamde inzet- en plukpenningen gegeven worden. Ook maakt men bezwaar, dat bij verkoop 182 geen rekening gehouden wordt met den zittenden pachter. De vertegenwoordigers van de Provinciale Geldersche Afdeeling van den ChristeUjken Boeren- en Tuindersbond in Nederland verklaren, dat zij in het algemeen instemmen met de afgelegde verklaringen. Omtrent de Over-Betuwe wordt medegedeeld, dat er verkoopingen hebben plaats gehad, doch niet op overgroote schaal. Verkocht werden boerderijen, die uit de huur kwamen, tegen buitengewoon hoogen koopprijs. Met den zittenden pachter werd daarbij geen rekening gehouden. Over misbruiken door groot-grondeigenaars valt niet te klagen. Uit de omgeving van Winterswijk wordt medegedeeld, dat zeer weinig verkocht is; wat er verkocht werd, ging tegen zeer hoogen prijs; plaatsen, zeven of acht jaar geleden verkocht, brachten nu bij verkoop twee tot driemaal hoogeren prijs op. Koopers werden boeren; verdiensten, door smokkelen verkregen, schijnen hierin een rol te spelen. De vertegenwoordigers van de Geldersch-Overijsselsche Maatschappij van Landbouw verklaren in te stemmen met de afgelegde verklaringen. Uit de omgeving van Deventer en Zutphen wordt medegedeeld, dat tegen hooge prijzen vrü veel boerderijen zijn verkocht en de verafliggende boerderijen vaak uit elkaar, zijn gegaan. Koopers werden kleine gebruikers, die met overgespaard geld kochten. Voor het ontbrekende nam men hypotheek. Opgemerkt wordt, dat in de Graafschap over het geheel veel is verkocht door groot-grondbezitters en stichtingen; de pachten waren te laag, en de lasten werden te hoog. De pachters drongen dan ook bij eigenaren als die van Verwolde en het Oud- en Nieuw-Gasthuis van Zutphen aan om liever den pachtprijs te verhoogen dan té verkoopen. In den eersten tyd werd veel door pachters gekocht, thans minder. Als derde vraag stelt de Voorzitter, of tijdens de oorlogsjaren een verandering in de termijnen, waarvoor verhuurd wordt, is ingetreden en of op te merken valt een neiging bij de eigenaren om met het oog op de hooge pachtprijzen de termijnen te verlengen. De vertegenwoordigers van de Provinciale Geldersche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland 183 verklaren, dat in het algemeen een neiging bestaat, zoowel bij verpachter als bn pachter, om op korter termijn te verhuren: de verpachter wenscht kans te hebben op hoogeren huurprfis bn stijging der conjunctuur, de pachter Is huiverig om zich b§ de hooge pachten voor langen tijd te binden. De vertegenwoordigers van den Aartsdiocesanen R. K. Boeren- en Tuindersbond verklaren, dat voorgekomen is, dat de oude termijn van zes jaren veranderd is in drie huurjaren en drie optiejaren: men is huiverig, zoowel van de zijde van pachter als van verpachter, om zich voor langen termijn te binden. De vertegenwoordigers van de Geldersch-Overijsselsche Maatschappij van Landbouw bevestigen, dat eerder gesproken kan worden van een neiging om de termijnen te verkorten dan om die te verlengen. Bij boerderijen is vrijwel de termijn van zes huurjaren gebleven. Voorts stelt de Voorzitter de vraag, of er tijdens de oorlogsjaren in Gelderland is voorgekomen een scherper toezien op pachtvoorwaarden of een willekeurige toepassing van voorwaarden om daardoor tusschentijdsche ontbinding van pacht te verkrijgen. De vertegenwoordigers van de Provinciale Geldersche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland deelen mede, dat een landeigenaar gebruik heeft gemaakt tegenover zijne pachters van een misschien meer dan honderd jaar oude Clausule in de pachtcontracten, waarbij den pachters verboden werd de kamers in de hoeven met behangselpapier te behangen, teneinde de huur tusschen tij ds te ontbinden: tien of twaalf pachters zouden om die reden hebben moeten vertrekken, wat aanleiding heeft gegeven tot groote ontevredenheid. Voorts was in de Over-Betuwe een twaalfjarige huurtermijn regel n.1. zes jaar huur en zes optiejaren; het recht van optie werd gewoonlijk in dien zin opgevat, als komende aan den pachter; thans is veelvuldig van dit recht door den verpachter gebruik gemaakt. De vertegenwoordigers van de overige organisaties deelen mede, dat hun van misbruik als bovenvermeld niets ter oore is gekomen. 185 College hunne klachten te kunnen uiten. Ook dient er iets gedaan te worden tegen de buitensporig hooge grasverpachtingen. De gegadigden, het kleinbedrijf, moeten tegenzichzelfbeschermd worden. De vertegenwoordigers van den Aartsdiocesanen E.-K. Boevenen Tuindersbond verklaren geen eigenlijken crisismaatregel noodzakelijk, noch gewenscht te achten. Het instellen van een Pachtcommissie met het recht een maximumpacht vast te stellen acht men, als te zeer in het eigendomsrecht ingrijpend, te moeten afkeuren. Het ideaal is, dat de grond zooveel mogelijk in eigendom behoort aan den boer-exploitant. Daardoor worden het best de misbruiken van het pachtstelsel bestreden. In die richting kan gewerkt worden door een progressieve grondbelasting, die het kleingrondbezit zooveel mogelijk vrij laat van lasten en progressie invoert naar mate van het bezit. Voorts wordt een voorkeursrecht voor den zittenden pachter bepleit en een verplichte opzeggingstermijn van minstens één jaar. Daartegenover wordt opgemerkt,, dat in Gelderland in het algemeen wel voor de eerste zes^jaren schriftelijk gecontracteerd wordt, doch daarna genoegen wordt genomen met stilzwijgende wederinhuur. Tegenover de opmerking, dat dus feitelijk bedoeld wordt een wettelijke verplichting om termijnverhuurbij acte te doen geschieden en dat het voor den pachter onvoordeelig kan zijn telkens na afloop van den termijn bij den verpachter te komen en opnieuw in te huren, wordt gesteld, dat dit tegenover de slechte verpachters een heilzaam middel kan zijn om misbruik te keeren; de goede landeigenaren blijven toch goed. Voorts wordt nog aangevoerd, dat het gemis aan schriftelijke contracten en het doorgaan in de oude sleur, gelijk al mede te lage pachten, de productiviteit van den bodem drukt. Men kan dit zien in de Betuwe en in de Graafschap, waar vaak bij de laagste pachten, de pachters de minste energie toonen. De instelling van een Raad van Beroep tegen pachtmisbruiken wordt toegejuicht. De Voorzitter sluit de vergadering. De Voorzitter hoort alsnog een persoon, die mededeelingen doet, welke om het particuliere karakter niet voor openbaarmaking in aanmerking komen. Kort Verslag van de Enquête te Utrecht, in Hotel de la Station, op 5 Juli 1919, voorm. 10 uur. Aanwezig zijn de heeren Mr. P. A. Diepenhorst, Voorzitter, S. Koenen, L. E. j. F. Mollerus, Mr. j. B. L. C. C. Baron pe Wtkerslooth de Weerdesteijn, leden, benevens de Secretaris der Staatscommissie. Als vertegenwoordigers van het Utrechtsen Landbouw-Genootschap zijn aanwezig de heeren W. M. de Beaufort, F. C. C. Baron van Tutll van Serooskerke, j. P. van Voorst van Beest, E. de Vries, W. H. van Woudenbergh Rzn ; als vertegenwoordigers van den Stichtschen Boerenbond de heeren C. Sturkenboom, W. van 't Klooster; als vertegenwoordiger van den Aartsdiocesanen R.-K. Boeren- en Tuindersbond J. F. de Rijk. Als eerste vraag stelt de Voorzitter, of in de Provincie Utrecht gedurende de oorlogsjaren een belangrijke stijging in de pachtprijzen valt op te merken, 't zij bij onderhandsche of bn publieke verhuring, bü nieuwhuur of wederinhuur, 't zij in alle gevallen; of deze stijging een onrustbarend verschijnsel is, reeds nu of voor de toekomst. De vertegenwoordigers van het Utrechtsen Landbouw-Genootschap verklaren, dat, hoewel in verschillende deelen van Utrecht verschillende toestanden heerschen, men als algemeenen regel kan stellen, dat scherp moet onderscheiden worden tusschen verpachtingen op langen termijn (zesjarigen) en op korten termün (eenjarigen), zoogenaamd los land. Bij de verpachtingen op langen termün zijn geen bezwaren, althans als regel, aan den dag getreden. Daarentegen zijn er wel klachten over de éénjaars - verpachtingen, speciaal van weiland en grasverpachtingen en hooiverkoopingen. Bij de verpachting op langen 187 termün is eenige verhooging te bespeuren. Uit de Vechtstreek wordt nader medegedeeld, dat de huurwaarde der boerderijen, als regel onderhands voor termijn verpacht, reeds vóór den oorlog eenigszins gestegen was en in de oorlogsjaren geen buitengewone pachtverhooging daarvan heeft plaatsgehad. De losse landerijen, eveneens onderhands voor een termijn van meer dan een jaar verpacht, zijn naar verhouding meer in pacht gestegen dan de boerderijen, doch het is geen abnormale stijging. De boerderijen golden voor den oorlog f90 a f 100 per H.A., in en na den oorlog f 110 a f 125 per H.A.; losse landerijen, grasland voor den oorlog f 100 a f 110, in en na den oorlog f 125 a f 140; tuinland. voor den oorlog ^ f 280, in en na den oorlog f 350; arbeidersperceelen als tuingrond. Onderhandsche en openbare verpachting voor één jaar komt niet voor. De stijging draagt geen abnormaal karakter. Voor het heden wordt deze zeker door de bedrijfsresultaten gedekt. En ook al daalt de conjunctuur in de toekomst, dan dreigt nog geen gevaar. Omtrent de Zandgronden wordt medegedeeld, dat een geringe verhooging valt te bespeuren, die evenwel niét zorgwekkend is, zelfs niet bij teruggaande conjunctuur. De pachten waren over het geheel laag. De koopende pachter zit dan ook duurder dan vroeger bij pacht. Publieke termijnverpachting komt niet voor in Utrecht. Er zijn sporadische gevallen van nieuwe eigenaren, die bij inschrijving verpachten; daarbij is voorgekomen een prns van f 60., f 80., f90. De doorsneeprfls is echter f 30, alles per H.A. Daarbij dient in het oog gehouden te worden, dat de boer besteedt, naar dat hij geld heeft. De boer heeft thans los geld, voor een deel bedrijfskapitaal; dit geld besteedt hij om te huren of te koopen. Als algemeene regel mag echter gesteld worden, dat de stijging bn de onderhandsche ter mijn verpachting in 99% der gevallen niet onrustbarend is. Wat de losse perceelen betreft, het bouwland in de nabijheid der groote steden en bestemd voor voedselvoorziening heeft hooge prijzen opgebracht. Een belangrijk gedeelte is echter voor gewone prijzen gegaan, namelijk arbeidersperceelen, en die bestemd voor den kleinen man. Hierbij moet echter dit voorbehoud gemaakt, dat onderhuur van dergelijke perceelen ver- 188 boden is. Bij onderhuur komt namelijk voor, dat de normale prijs van f 0.15 per roede stijgt met 75 tot 100%. De vertegenwoordigers van den Stichtschen Boerenbond verklaren, dat zij over 't geheel met de gedane mededeelingen instemmen. Uit de omgeving van Eemnes wordt medegedeeld, dat de jaarlijksche grasverpachtingen, hooien en naweiden, of weide, buitengewoon hooge prijzen hebben opgeleverd. Voor de crisis ging de H.A. voor f 100 tot f 105, thans f 250, zelfs f 500. De bedrijfjes zijn noodzakelijkerwijze op gras- of weiland uit den polder aangewezen. Bij regelmatigen aanvoer van krachtvoeder zal de prijs onmiddellijk dalen. De vertegenwoordiger van den Aartsdiocesanen R.-K. Boerenen Tuindersbond verklaart, dat in de omgeving van Mijdrecht zeer hooge pachtprijzen zijn besteed: van f 150 tot f 200 per H.A. voor vier, vijf en zes jaar. Tuingrond is gegaan voor f 1 per roede of f 700 per H.A.; men waagt maar. Naar aanleiding hiervan wordt opgemerkt, dat ook in de Vechtstreek enkele gevallen zijn voorgekomen, dat land voor f 6000 per H.A. werd verkocht om te scheuren, of verpacht voor f 700 per H.A., doch dit wordt roofbouw geacht. Als tweede vraag stelt de Voorzitter, of in de Provincie Utrecht gedurende de oorlogsjaren veel verkoop van landerijen heeft plaats gehad; of voor een belangrijk percentage gekocht is door boeren-pachters; of deze koopers als bezwaarde eigenaars in ongunstiger conditie gekomen zijn dan voorheen als pachter; of er wijziging gekomen is in het type van eigenaarnietgebruiker. De vertegenwoordigers van den Btichtschen Boerenbond verklaren, dat in de omgeving van Eemnes veel verkocht is, terwijl koopers waren deels kapitalisten, die geldbelegging zochten,een enkele, die oorlogswinst gemaakt had, deels ook boeren. Veelal hebben de laatsten een deel der kooppenningen moeten leenen. In sommige gevallen scheen dit zeer bedenkelijk. Dat notarissen de verkoopingen hebben bevorderd, is niet in het oog gevallen. Over het geheel is in Utrecht geen wijziging in het type van grondeigenaar gekomen. De vertegenwoordiger van den Diocesanen R.K. Boeren- en 189 Tuindersbond verklaart, dat in de omgeving van Mijdrecht veel land is gekocht door boeren, die moesten koopen om hun bedrijf te behouden. Daarbij hebben zij gebruik moeten maken van geleend geld, zoodat veel eigendom bezwaard is. De vertegenwoordigers van het Utrechtsen Landbouw-Oenootschap verklaren, dat de gevallen van Eemnes en Mijdrecht niet typeerend znn voor Utrecht. Dat de hooge prijzen hebben medegewerkt om b.v. bfl boedelscheidingen eerder tot verkoop over te gaan, zal wel juist zijn, doch het is niet van dien aard geweest, dat men kan zeggen, dat het type van grondeigenaar veranderd is. Op de Zandgronden is voorgekomen, dat groote boerderijen verkleind en de loskomende deelen verkocht werden. Ook de boeren hebben gekocht: zij hebben liever land dan effecten. De koopprijzen znn echter niet door de boeren opgedreven: misschien is in enkele gevallen gerekend op de garantieprijzen en is de hooge prijs door de hooge opbrengsten in het eerste jaar gedekt. Dit is echter uitzondering. De prijzen zijn over het geheel normaal. Er heeft in Utrecht geen opvallend drukke verkoop van landerijen plaats gehad. Als derde vraag stelt de Voorzitter, of er gedurende de oorlogsjaren in de Provincie Utrecht een verandering in den termijn, waarvoor verhuurd wordt, is ingetreden. De vertegenwoordigers der verschillende organisaties verklaren, dat hun hiervan niets is gebleken. Over het algemeen wordt in Utrecht voorts schriftelijk verhuurd; klachten over een te korten termijn van opzegging bij stilzwijgende wederinhuring znn niet voorgekomen. Als vierde vraag stelt de Voorzitter, of in de Provincie Utrecht gedurende de oorlogsjaren gebruik is gemaakt van verouderde bepalingen om tusschentijdsche ontbinding te verkrijgen. De vertegenwoordigers der verschillende organisaties verklaren eenstemmig, dat hun geen dergelijke gevallen bekend zijn. Gememoreerd wordt voorts, dat in verschillende contracten het verbod van scheuren voorkwam. Nu znn er gevallen geweest, dat de pachter, om aan het scheuren te ontkomen, zich achter die bepaling verschool, alsof de eigenaar hem dit verbood. 190 Soms werkte ook de eigenaar hiertoe met den pachter mede. Op een vraag, of gevallen bekend zijn, dat de bepaling, dat bn verkoop de huur beëindigd wordt, welke bepaling vroeger bij hoveniering-land werd toegepast, ook toegepast is op boerderijen en waarvan één geval bij Harmeien is voorgekomen, wordt ontkennend beantwoord. Wel wordt medegedeeld, dat in enkele huurcontracten de bepaling voorkomt, dat de eigenaar het recht heeft landerijen, tot de verhuurde hofstede behoorende, tüdens de loopende huur met ontbinding der huur voor die perceelen te verkoopen, waarna de totaal huur naar rato verminderd wordt. Als vijfde vraag stelt de Voorzitter, of, gezien de omstandigheden in de Provincie Utrecht gedurende de oorlogsjaren, men een ingrijpen van Overheidswege in de pachtverhoudingen door wettelijke maatregelen of anderszins noodzakelijk acht; welke die maatregelen dan moeten zijn en of deze reeds voor het heden of voor de toekomst toepassing dienen te erlangen. De vertegenwoordigers der verschillende organisaties verklaren, dat de omstandigheden een dergelijk ingrijpen van Overheidswege niet wettigen. Men meent, dat de Overheid geen maatregel zal kunnen treffen, die heilzaam zal werken en echt, dat de oorlogsjaren duidelijk hebben aangetoond, dat de Overheid in het bedrijfsleven van den boer niet moet ingrijpen. Opgemerkt wordt, dat wel door de crisisjaren de gedachte versterkt is, dat ten opzichte van het jachtvraagstuk het landbouwbelang gaat boven het jachtbelang. Men vestigt de aandacht op het feit, dat in de omgeving van Eemnes zeer groote schade aan de gewassen door het wild wordt toegebracht en meent, dat het kunstmatig fokken van wild ook gedurende de crisisjaren en tijdens het nijpend gebrek aan graan toch is doorgegaan. Daartegen wordt opgemerkt, dat de jachtschade bij nader onderzoek zou blijken niet zoo groot te zön, als men vaak meent en voorgeeft. Nog wordt vermeld, dat de Overheid zeer ten goede zou kunnen werken door verbetering te brengen in de waterschaptoestanden en in de ontwatering der lage landen. De Voorzitter sluit de vergadering. Kort Verslag van de Enquête te 's Gravenhage, in het Departement van Landbouw, op 14 Juli 1919, voorm. 11 uur. Aanwezig zijn de heeren: Mr. P. A. Diepenhorst, Voorzitter, Dr. L. N. Deckers, S. Koenen, Mr. E. M. Meijers, L. E. j. P. Mollerus, leden, benevens de Secretaris der Staatscommissie. Als vertegenwoordigers van den R. K. Diocesanen Land- en Tuinbouwbond zijn verschenen de heeren: A. van Gent, j. Klaver, G. j. van Marrewijk, Th. C. Wesselingh, P. Zuurbier Azn. ; van de Provinciale Zuid-Hollandsche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland de heeren: j. Biemond Pz., C. Warnaer; van de Vereeniging van Nederlandsche Akkerbouwers de heer Ph. j. van Dixhoorn; van decentrale Vereeniging van Hoeksche-Waardsche Landbouwvereenigingen de heeren H. v. d. Waal Dz., j. Overwater A.Azn. ; van den Bond van Coöperatieve Landbouwvereenigingen in Zuid-Holland en Utrecht de heeren A. v. d. Dussen, W. Vebbubg Az. , Als eerste vraag stelt de Voorzitter, of gedurende de oorlogsjaren in Noord- en Zuid-Holland een stijging der pachtprijzen is ingetreden, 't zn bij publieke of bij onderhandsche verpachting, bij nieuwhuur of bij wederinhuur of in alle gevallen; of deze stijging een abnormaal karakter draagt, reeds nu of voor de toekomst. De vertegenwoordiger van de Vereeniging van Nederlandsche Akkerbouwers acht, dat gelijk over het geheele land, zoo ook over Zuid-Holland een abnormale stijging der pachtprijzen te constateeren valt; vooral bij onderhuur, voorkomend op de Zuid-Hollandsche eilanden, evenals in Zeeuwsch-Vlaanderen, bereikt de stijging een zeer bedenkelijke hoogte. De Regeering diene voor de toekomst toe te zien. 192 De vertegenwoordigers van de Centrale Vereeniging van Hoék8che-Waard8che Landbouwvereenigingen verklaren, dat de pachtprijzen gedurende de oorlogsjaren wel zeer belangrijk gestegen zijn, doch dat de stijging nog niet abnormaal is tegenover de thans geldende prijzen; voor het heden levert de stijging dan ook nog geen bezwaar op; voor de toekomst daarentegen bij neergaande conjunctuur kunnen bedenkelijke gevolgen intreden. Hierop dient de Regeering het oog gevestigd te houden. Een belangrijke factor voor de stijging is geweest, dat personen, buiten den eigenlijken boerenstand, zooals arbeiders, als gegadigden bn het huren optraden en ook wel kochten. Op de eilanden is niet voorgekomen, dat winkeliers en dergelijke personen in den landbouw gingen. De vertegenwoordigers van den R. K. üiocesanen Land- en Tuinbouwbond verklaren, dat in Noord-Holland een zeer belangrijke stijging der pachtprijzen gedurende de oorlogsjaren is Ingetreden, zelfs abnormaal tegenover de thans geldende prijzen der producten, terwijl dit in nog meerdere mate voor de weidedan voor de landbouwstreken geldt. De stijging betreft evenzeer één- als meerjarige termijnpacht; een boerderij, die vroeger f 2000 deed, gaat thans voor f 6000, terwijl de verhuurder slechts kapitaalkrachtige pachters wenschte. Een factor voor de stijging is ook het scheuren geweest. Van een meer regelmatigen aanvoer van krachtvoeder verwacht men niet in belangrijke mate een remmenden invloed op de pachtprijzen. Wel zal hierdoor de veestapel vermeerderen. Alleen een teruggang in de prijzen der producten zal de pachtprijzen drukken. Tengevolge van de hooge pacht is er een neiging om steeds voor korter termijn te huren. De hooge huurprijzen bewerken hooge koopprijzen. Ook bij den akkerbouw zijn de koopprijzen te hoog, doch niet in die mate als bij het weiland. Uit Westland en Delfland wordt bericht, dat het tuinland regelmatig gestegen is met de stijging van de prijzen der producten, een stijging reeds dateerend van 30 tot 40 jaar terug. Een groot misbruik is de speculatie op de trekgelden bij openbaren verkoop, waardoor de koopprijs stijgt en tegelijkertijd de huurprijs; hiertegen moet van Staatswege opgetreden worden. Ongezond hoog zijn voor het heden de pachtprijzen in die streken nog niet. 198 klaren, dat hun in 't algemeen dergelijke gevallen niet bekend zijn ; mochten ze voorgekomen zijn, dan zijn het uitzonderingen. Wel is voorgekomen, dat de eigenaar bij het einde der huur, ongelet op den zittenden pachter, slechts trachtte den hoogsten pachtprijs te verkrijgen. Voorts wordt medegedeeld, dat thans voor het Gerechtshof te Amsterdam een appèl-procedure hangende is over het scheuren van weilanden door een huurder in strijd met het Pachtcontract, 't welk scheuren van weiland verbiedt, terwijl de pachter heeft gescheurd ter voldoening aan den hem opgelegden scheurplicht. Mocht de procedure ten gunste van den verpachter uitvallen, dan is te voorzien, dat meerdere procedures tot ontbinding zullen volgen. Opgemerkt wordt, dat aanleiding geweest is de lage pacht. Er zijn ook pachters geweest, die, overtuigd van de waardevermindering van den grond door het scheuren, op billijkheidsgronden den verpachter een hoogeren pachtprijs gegeven hebben. Als vijfde vraag stelt de Voorzitter, of, «gezien de omstandigheden in Holland gedurende de oorlogsjaren, men een ingrijpen van Overheidswege in de pachtverhoudingen door wettelijke maatregelen wenschelijk en noodzakelijk acht, reeds nu door speciale crisismaatregelen, dan wel voor de toekomst. De vertegenwoordigers der verschillende organisaties verklaren eenstemmig, dat zij geen specialen crisismaatregel wenschen, 't zij omdat zij deze niet noodig en den tijd daarvoor verstreken achten, ook mede, omdat de hooge prijzen tot heden gedekt zijn door de hoogere opbrengsten, 't zij omdat zij deze noch wenschelijk, noch mogelijk achten, op grond, dat de maatregel door allerlei chinane's, die niet te voorkomen zijn, ontdoken zal worden. Beter dan door Staatsingrijpen kan het aan de werking van vraag en aanbod overgelaten worden om normale pachtprijzen te verkrijgen. Wel wordt aangedrongen om aan misstanden een einde te maken. De trekgelden dienen verboden, de gesignaleerde misbruiken van notarissen moeten gekeerd worden. Een regeling ten opzichte van den huurtermijn van boerderijen, bijv. verbod van éénjarige huur, een betere regeling ten opzichte van afgaanden en opkomenden pachter, een meerdere bedrijfszekerheid voor den 199 pachter, verplichte vergoeding voor aangebrachte verbetering is zeer gewenscht. Voorts moet bepaald worden, dat, indien bedongen wordt het recht tot ontbinding der huur bfi sterfgeval van den huurder, ook aan de weduwe of aan de kinderen van den pachter dit recht toekomt. Het beding tot ontbinding bn sterfgeval van den huurder moet verboden worden en aan de weduwe of aan de kinderen van den pachter behoort het recht gegeven te worden om de pacht bij overlijden van den pachterechtgenoot of -vader naar keuze al dan niet voort te zetten. Op een vraag, waarom men den tijd voor crisismaatregelen reeds voorbij acht, wordt geantwoord, dat, naar verwacht wordt, binnen een of twee jaren reeds daling in de pachtprijzen zal intreden. De koopprijzen dalen nu reeds, de pachtprijzen zullen volgen. Daartegenover wordt opgemerkt, dat in de omgeving van Hazerswoude de landprijzen na den wapenstilstand in November 1918 daalden, doch nu weer stijgende zijn. Op een vraag, of bij daling van de prijzen der producten niet gevreesd wordt, dat zij, die op langen termün hebben gepacht, hunne verplichtingen niet zullen kunnen nakomen, wordt geantwoord, dat men een malaise als in de tachtiger jaren verwacht, thans nog sterker, omdat de arbeidsloonen en de belastingen veel drukkender zqn dan voorheen. Op een vraag, of dan bij daling van de prijzen der producten geen maatregel tegen te hooge pachten te treffen ware bijv. door het instellen van Pachtcommissies, die gerechtigd werden de pachten te verlagen of een normale pacht vast te stellen, wordt geantwoord, dat het theoretisch misschien mogehjk, doch practisch niet doorvoerbaar is. Het zou misschien, waar eenheidsproducten verbouwd werden, als bijv. melk, kaas, mogelük zijn, niet waar verschillende producten verbouwd worden. Daartegenover wordt de meening geuit, dat het wel mogehjk zou zijn door plaatselijke of gewestelijke Commissies een norm vast te stellen, waarboven de pacht niet mocht gaan. Als nadere vraag wordt gesteld, of dan die norm niet hoog moet genomen worden om ontduiking te voorkomen, of men consequent doorgaande ook aan de Commissie niet zal moeten toestaan, den persoon van den pachter aan te wijzen en ten slotte zal moeten overgaan tot het vaststellen van maximum 200 prijzen voor de producten. Hierop wordt door den een geantwoord, dat men deze bezwaren niet inziet, door den ander, dat misschien als crisismaatregel te overwegen ware een verbod van overschrijding van een bepaalden pachtprijs, vast te stellen door plaatselijke of gewestelijke Pachtcommissies bij nieuw te sluiten verpachtingen, niets meer, en chicanes te bedreigen met zware straffen. Op een nadere vraag, of men door te beweren, dat men de pachtprijzen wil laten bepalen door vraag en aanbod, niet verklaart, dat men den bodem beschouwt als elk andere koopwaar, wordt geantwoord, dat men in de gegeven omstandigheden niet een bepaalde crisismaatregel wenscht. Gevraagd, of er dan geen crisismaatregelen te nemen zouden zijn, die een blnvend karakter zouden kunnen dragen, en hoe men dan dacht de pachters, die te hoog gepacht hebben, bij daling der prijzen te beschermen, antwoordt men, dat men het juiste middel niet kan vinden. Evenwel, de organisaties hebben de boeren gewaarschuwd en waarschuwen hen nog steeds; de hooge huren, die reeds betaald zijn, znn vrijwel goedgemaakt door de hoogere opbrengsten. Men meent, dat de Staat niet kan ingrijpen dan met zeer hooge kosten, die verre de voordeelen zouden overschrijden en met tallooze chicanes als gevolg. De Voorzitter sluit de vergadering. VRAGEN ANTWOORDEN II. Welke was de verkoopwaarde in 1913 en 1914, vóór het uitbreken van den oorlog, in uwe streek per Hectare voor: a. boerderijen, b. bouwland, c. grasland, d. tuinland, e. arbeidersperceelen ? III. Bestond in 1913 en 1914, vóór het uitbreken van den oorlog, in uwe streek een normale verhouding tusschen koopprijs en pachtprijs van: a. boerderijen, b. bouwland, c. grasland, d. tuinland, e. arbeidersperceelen ? IV. Welke pachtprijzen, werden en worden in den laatsten tijd in uwe streek per Hectare bedongen voor: 1° boerderijen: a. ingevolge onderhandsche ternujnverpachting, b. ingevolge openbare termijnverpachting? 2' losse landerijen : a. ingevolge onderhandsche termijnverpachting, bouwland, grasland, tuinland, arbeidersperceelen ? ft. ingevolge openbare termijnverpachting, bouwland, grasland, tuinland, arbeidersperceelen ? c. ingevolge onderhandsche verpachting voor een jaar of seizoen, bouwland, grasland om te weiden, „ om te hooien en na te weiden, tuinland, arbeidersperceelen ? d. ingevolge openbare verpachting voor een jaar of seizoen, bouwland, grasland om te weiden, „ om te hooien en na te weiden, tuinland, arbeidersperceelen ? VRAGEN ANTWOORDEN VIII. Zijn er gedurende de oorlogsjaren in verband met de gewijzigde tijdsomstandigheden in uwe streek van de zijde van verpachters of pachters pachtovereenkomsten tusschentijds ontbonden krachtens een bepaling van deze overeenkomst ? Was dit in het na- of voordeel van den verpachter of van den pachter? Zijn u in uwe streek gevallen bekend, dat eigenaren overgingen tot verkoop van door hen verpachte eigendommen met het oog op de hooge grondprijzen en werd hierdoor de positie van de pachters verslechterd? IX. Werden en worden in uwe streek door of vanwege landbouworganisaties of door pachters of verpachters pogingen aangewend, bijv. door instelling van pachtcommissies of van pachtbureaus, om onredelijke verhooging van pachten of eenigen anderen eventueelen misstand betreffende de pacht te voorkomen? Zoo ja, hadden en hebben die pogingen en maatregelen reeds succes? Welke maatregelen zouden naar uwe meening 't zij van regeeringswege 't zij op andere wijze kunnen worden getroffen om abnormale opdrijving van pachtprijzen te voorkomen of indien deze opdrijving reeds plaats vond, de nadeelige gevolgen daarvan zooveel mogelijk te beperken? X. Zijt gij in staat en bereid geschriften, pachtcontracten of andere bescheiden, die uw antwoorden op bovenstaande rragen kunnen toelichten of in het algemeen naar uw oordeel de Staatscommissie van dienst kunnen zijn, tijdelijk — en desverlangd vertrouwelijk — af te staan? INHOUD. Bldz. Brief aan H.M. de Koningin III I. Inleiding V II. Samenvatting van den Inhoud der Vragenlijsten en van de Mondelinge Verhooren XVI III. Oordeel en voorstellen der Commissie XXXI IV. A. Regeling omtrent het dragen der kosten van en het uitloven van premiën bij openbare verkoopingen en verpachtingen XLIX V. B. Wijziging van het Remissierecht Lil BIJLAGE A. Provinciale Overzichten en Verslagen der Mondelinge Verhooren: Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Groningen . . 1 Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Friesland... 13 Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Drenthe ... 26 Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Overijssel... 33 Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Gelderland . . 43 Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Utrecht ... 58 Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Noord-Holland . 69 Overzicht van de Vragenhjsten uit de Provincie Zuid-Holland . 83 Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Zeeland ... 98 Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Noord-Brabant. 112 Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Limburg . . . 132 Kort Verslag van de Enquête te Leeuwarden 142 Kort Verslag van de Enquête te 's-Hertogenbosch 155 Kort Verslag van de Enquête te Middelburg 166 Kort Verslag van de Enquête te Roermond 173 Kort Verslag van de Enquête te Arnhem 179 Kort Verslag van de Enquête te Utrecht 186 Kort Verslag van de Enquête te 's-Gravenhage 191 BIJLAGE B. Vragenlijst 201 BIJLAGE C. VergelijkendeLyst van Pachtprijzen en Verkoopwaarde 205 3i j lage c. Pachtprijzen en Verkoopwaarde per Hectare in 1913 en 1914 en in den laatst en tijd. _____ GRONINGEN FRIESLAND DRENTHE OVERIJSSEL GELDERLAND UTRECHT NOORD-HOLLAND ZUID-HOLLAND ZEELAND NOORD-BRABANT LIMBURG Pachtprijzen,*) geldende per Hectare voor: in 1913 en 1914 indenlaatstentijd in 1913 en 1914 indenlaatstentijd in 1913 en 1914 in denlaatsten tijd in 1913 en 1914 in den laatsten tijd in 1913 en 1914 indenlaatstentijd in 1913 en 1914 in den laatsten tijd in 1913 en 1914 indenlaatstentijd in 1913 en 1914 in den laatsten tijd in 1913 en 1914 Iride^Haat^ indenlaatstentijd in 1913 en 1914 ïn den laatstentijF i Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs [ Hoogste trijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs J^atjste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs [ Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste priji Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste prijs Laagste prijs Hoogste^rijs BOERDERIJEN: ——- — — —■ gj£ — — gj^ Gld. GId. Gld. Gld. Gld. Gld. «&ld. Gld. Gld. Gld. Gld. Gld. Gld. Gld. Gld. GlcL GhT GlcL GldT" Gld. Gld. Gld. GlcL GÏcL~~~~GlcL GlcL Ghï Gld. Gld. QhL GUL Gld. Gld. GM. CM. GM~ - . Aa„^0 wrnnnvernachtinff 50.- 150.- 80.- 350.— 30.— 200— 50.— 300.— 20.— 80.— 30.- 150.- 15.— 100.- '20— 200.- 10.— 108.- 20— 200— 20— 150— 30— 400— 30— 250— 60— 400— 45— 180— 60— 500— 15— 150— 55— 260. 15— 100— 20— 235— 20— 150— 30— 300— «. mgevo ge onderhandsche. te™^Je^ ë ' 350___ m_ 400._ 30._ 200.- 60.- 450- 20- 75- 50- 125- 30- 140- 25- 200- 25- 120- 35- 300- 40._ 120- 80- 470- 30- 250- 60- 430- 50- 180- 85- 450- 60- 200- 75- 300- 20- 130- 30. 280- 23- 172.5 60- 300- o. ingevolge openbare termijnverpacnung 2». LOSSE LANDERIJEN: a. ingevolge onderhandsche termijnverpachting, 30— 80— 100— 700— 20— 250— 50.— 500— 5— 75— 60.— . 260— 15— 200— 30— 300— 15— 210— 40— 750— 35._ io5— 40— 400— 40— 400— 80— 1000.- 45— 250-— 80— 1000— 45.— 300— 50 _ 400— 12— 175— 20— 500— 20— 100— 45— 320— bouwland ^ _ m_ m_ m _ 2Q _ 2&() _ ^ _ m _ 28__ 80<_ 80.__ 290— 10— 120— 30— 325— 20— 250.- 40— 600— 20— 160— 50.— 350— 25— 300— 60— 700— 60— 300— 90.- 800— 25— 300— 55 _ 350— 18— 160— 36.- 450— 30— 150— 40.^- 350— j>rasland100— 400— 200— 600.- 80— 250— 75.— 700— 40— 160— 135— 320— 25— 200— 40— 450.- 25— 500— 70— 600— 8a_ 350._ 140_ 7Ü0._ loa__ 4Ü0— 100— 700— 60— 700— 100— 950— 70— 800— 55 900.- 30— 210— 50— 300— 30— 220— 45— 320— ™™and • •60- 300- 150— 500— 35— 300— 70— 500— 40— 80— 75— 150— 15— 75— 40— 200. - 25— 210- 55— 700— 35._ 700— 10O— 420— 70 - 300— 100— 400— 70— 400— 100— 700.- 60— 800— 50— 500, 24-~ 200-- 70— 360— 40— 180— - 65— 320— arbeidersperceelen \ 6. ingevolge openbare termijnverpachting, 60— 300—130— 800.- 20— 250— 50.— 750— 5— 80— 65— 260— 18.- 250— 35— 400— 25— 210— 30— 525— 45.— 210— 70— 200— 40 — 400— 60— 800— 50— 270— 80— 600— 60— 375— 100— 500— 10— 180— 20— 600— 20— 120.- 40— 300— bouwland • gQ_ m_ m_ im.- 20— 250— 75.— 500— 28— 130— 80— 290— 10— 150— 40.- 350— 30— 250— 50— 500— 40._ 200— 10O— 500— 25— 225— 90— 400— 60— 270— 80— 500— 50— 350— 10O— 350— 16.- 160— 22— 600— 24— 180— 60— 600— frasIand' 100'_ 500 _ 200 — 800.- 80— 275— 75— 750— 90— 160.- 95— 320— 25— 200— 150— 600— 50— 500— 60— 600— 70.— 350— 150.-- 220— 100 — 400— 100— 700— 60— 700— 150.- 1050— 70— 300— 130 — 700— 30— 400— 36— 600— 30— 220— 50— 696— Umland1fl0— 300- 250— 850— 35 - 325— 60— 500— 60— 90— 90— 200— 20— 120— 45— 350— 30.— 400.- 60— 750— 80— 210— 150— 325— 80— 150— 160— 500- 80— 420— 130— 650— 70— 300.- 150 — 550— 30— 200— 50— 600— 40— 120— 60— 125— arbeidersperceelen xu"" ingevolge onderhandsche verpachting voor een jaar | of seizoen, 50— 450— 200— 900— 35— 275— 50— 700— 5— 70— 80— 300— 25— 70.- 32.oO 250— 15— 210— 15— 600— 50— 210— 70— 600— 68 __ 320— 60— 1000— 50,- 400— 80— 1200— 85— 500— 75- 920— 18— 400— 30— 900— 25,- 80— 30— 200— bouwland . . . ■ ^0q_ 500— 20— 400.— 100- 450— 50— 140— 120— 340— 20— 100— 30— 450— 15— 160— 15— 600— 70— 160— 100.— 400— 68 - 300— 95— 900— 70— 300— 80— 1400— 10O— 400— 10O - 500-- 25-— 18a_ 40'~ 600-- 25'~ ]5a— 40— 750— grasland om te weiden . . . . . . . ■ ■ —^ ^ 810_ 90_ 600— 60— 200— 180— 500— 20- 200— 100— 550— 50— 250— 80— 700.- 70— 175— 120— 700— 80— 250— 100- 700 — 70— 300— 100.- 1500.-- 80— 400— 120'- 500— 25— 250— 50— 600— 30— 250.- 80— 750— grasland om te hooien en na re ^_ ^ _ m _ 9Q _ m__ m 8QQ _ 170 _ 90._ 150.__ 250— 80— 400— 120— 600— 120— 150— 150— 500— i00— 400— 200— 750— 70,- 700.- 280— 1000— 90— 800— 90'- 1000-- 40-~ m-~ 60— 320— 30— 400— 45— 500— tumland1F)0'_ qno- 950— 720.- 30— 400— 80— 800— 25.- 90— 45— 300— 42— 400— 100— 600— 70— 210— 120— 325— 75 — 350— 180— 400— 140— 420— 180— 650— 60— 400— 750— 40— 350— 48— 500— 30— 72— 60— 75— arbeidersperceelen • lov- 1 • 'v' d- ingevolo-e openbare verpachting voor een jaar of seizoen, 60— 300- 200— 850— 40— 360— 50— 700— \ 5— 75— 80.- 300— 30— 90— 40— 300— 25— 280— 60.- 600.- 60— 210— 70— 300— 85- 225— 60— 900— 50— 400— 200— 1000— 70— 400— 125— 700--~ 18'~" 375-~ 30-~ 780-~ 25-~ 90-~ 40— 125— bouwland . . . • 660.-1 45— 270- 90— 575— 50— 140— 120— 340— 20— 190— 80— 600.- 35— 200— 80— 700— 70— 140— 100- 300— 40 — 180 - 90— 400 - 70— 350— 100— 500— 00— 400.__ 125'_ 700.— 25— 200.- 50.— 600— 30— 150— 50— 350— grasland om te weiden ■ • ■ • • ■ ■ ' •_ • •_ m_ ^_ g-0_ 12Q___ 65ü.„ 60._ 200— 180— 500— 45.- 200— 75— 550— 45— 270— 100— 800— 10O— 200— 175— 600— 60— 300— 100— 700— 70— 300- 150— 600— 90— 400— 80 - 500^ 25'~ 3Ü°'~ 60-~ 65°— 40— 300-- 80-- 500— grasland om te hooien en na te weiden ^0- ^ _ m_ 90._ 160._ 260- 375- 80- 200- 150- 1260- i20- 420- 150- 110- 300- 200- 750- 70- 700- 280- 1000- ]00- 750- 170'- 800- 40'~ 170- 60- 840.- 140- 220- 50- «beMersperceelen' ' ■ 150— 300— 350— 800- "40— 400— 80— 800— 30— 45— 300.- 25— 280— 140— 400— 90— 210— 150— 325— 75— 300— 190— 250— 160— 420— 280— 800— 80._ 400.- 80- 800-- 40'~ 270'~ 60— 340-- V«rkoopwaarde, geldende per Hectare voor: , .. g00_ 2500— 1300— 3500.- 400 — 3000— 700— 7000.- 500— 2000— 800— 2500— 350— 2500.- MO— 4000— 300— 3000— 400— 8000— 700— 4000— 1O0O— 6000— 600— 5000— 800— 6000— 800— 5000— 1700— 8000— 600— 3000— 900- 5000— 150— 2500— 200— 5000— 650,- 2500— 1350— 5000 — o. boerderijen • • ^ im)_ 4000.-1 300- 3000— 600— 7200— 400— 1200— 400— 5000— 100— 5000— 300— 4000— 300— 5000— 400— 7000,- 500.— 2800— 1000— 4500— 800— 4800— 1000— 7000— 800- 3500— 2000— 7000— 800— 3500— 900 - • 600P-~- 150— 3500— 500— 5000— 600— 3500— 750— 7000- . bouwland • 10QQ-_ 400Q-_ 1()ü0__ 4000.^ 400 _ 3300._ 600— 6000— 400— 2000— 600— 5000— 200— 3000— ?00— 5000— 300— 3500— 500.- 7000— 800— 3500— 1000.- 6000— 700— 5000— 1000— 6000— 800- 4000— 1000— 12000— 1000— 3500— 2000- 5Ü00-— 400-" ö500-" 700-- 6000-- 700— 5000— 1800— 10000- . grasiana 1()()0_ 6000'_ 20Q() _ 800ü.-- 300 - 3600- 600— 8000— 1000— 2000— 3000— 6000.- 500— 10000.- 2500— 7500— 600— 8000— 500— 7000— 1300— 4500— 1500— 9000— 1500— 6000— 2000— 10000— 1500— 12000— 2500— 14000— 1500— 5600— 1800- l9000-~ 600'" 5000-- 10ÜÜ— 600°— 1500— 12000— 1800— 15000 - e arbeidersperceelen 1000— 6000— 180'0— 8000.. 600— 4500— 600— 8000— 800— 1200— 400,- 2000— BOO— | 3500— 600— 6000— 500— 8000— 1500— 4500— 1500— 4500— 600— 5000— 1400— 5000— 750— 3500— 1500— 5000.- 1200— 3500— 1800.— i 7500-— 600— 3300— 1200— 6000.- 800— 1600,- 1750— 2000— *) Men bedenke, dat geen onderscheid is gemaakt tusschen Zand, Veen of Klei. 49 bouwland. Veluwe (5 berichten) 40—300; Graafschap (9 berichten) 30—140; Rijk van Nijmegen (2 berichten) 250—350; IJsselstreek (.10 berichten) 60—250; Lijmers (13 berichten) 50—350; Over-Betuwe (9 beriohten) 75—525; Neder-Betuwe (3 beriohten) 90—250; Tielerwaard (8 berichten) 140—500; Bommelerwaard (3 berichten) 150—500; Maas en Waal (5 beriohten) 150—400. grasland. Veluwe (7 berichten) 50—500; Graafschap (7 berichten) 75—250; Rijk van Nijmegen (2 berichten) 300; IJsselstreek (11 berichten) 60—350; I4jmers (14 beriohten) 65—300; Over-Betuwe (9 berichten) 130—500; Neder-Betuwe (2 berichten) 125—325; Tielerwaard (6 berichten) 100—600; Bommelerwaard' (3 berichten) 200—440; Maas en Waal (5 èeriehten) 160—400- tuinland. Veluwe (2 berichten) 80—280; Graafschap (3 berich-X ten) 120; IJsselstreek (2 beriohten) tot 600; Lijmers (3 berichten) 190—300; Over-Betuwe (6 beriohten) 120—500; Tielerwaard (1 bericht) 600; Bommelerwaard Cl bericht) 420—500; Maas- en Waal Cl bericht) 200. arbeidersperceelen. Veluwe C2 berichten) 60—200; Graafschap (3 berichten) 60—150; Lijmers C8 berichten) 60—300; OverBetuwe C6 berichten) 100—700; Tielerwaard (4 berichten) 210— 600; Bommelerwaard (1 bericht) 330—750; Maas en Waal '4 beriohten) 200—350. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Veluwe (2 berichten) 40—180; Graafschap (4 berichten) 15—140; IJsselstreek (4 berichten) 50—180; Lijmers (1 bericht) 100—200; Over-Betuwe (4 berichten) 90—600; NederBetuwe (2 beriohten) 140—250; Tielerwaard (5 berichten) 80— 500; Bommelerwaard' (2 berichten) 200—500; Maas en Waal C5 berichten) 150—350. grasland om te weiden. Veluwe (5 berichten) 100—300; Graafschap (9 berichten) 15—200; Rijk van Nijmegen (1 bericht) 350; IJsselstreek (10 berichten) 80—350; Lijmers (1 bericht) 180—200; Over-Betuwe (8 berichten) 150—475; Neder-Betuwe (4 berichten) 125—325; Tielerwaard (8 berichten) 100—600; Bommelerwaard (3 berichten) 200—440; Maas en Waal (4 beridhteh) 100—400. grasland om te hooien en na te weiden. Veluwe (4 berichten) 4 50 80—400; Graafschap (5 berichten) 80—400; Rijk van Nijmegen (1 bericht) 500; IJsselstreek (3 berichten) 100—450; Over-Betuwe (3 berichten) 200—700; Tielerwaard (.7 berichten) 100—500; Bommelerwaard (1 bericht) 300—400; Maas en Waal (3 beriohten) 250—425. tuinland. Vehiwe (1 bericht) 350; Graafschap (JL bericht) 120—150; Lijmers (1 bericht) 300—350; Over-Betuwe (1 bericht) 500; Tielerwaard (1 bericht) 600; Bommelerwaard (.1 bericht) 420—500; Maas en Waal (1 bericht) 200. arbeidersperceelen. Vekiwe (1 bericht) 100; Graafschap (1 bericht) 100; Over-Betuwe (2 beriohten) 200—500; Tielerwaard (3 berichten) 350—600; Bommelerwaard (1 bericht) 220—260; Maas en Waal (1 bericht) 350. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Graafschap (1 bericht) 80; IJsselstreek (3 berichten) 60—180; Over-Betuwe (4 berichten) 100—600; Neder-Betuwe (1 bericht) 140—250; Tielerwaard (4 berichten) 80—400; Bommelerwaard (1 bericht) 300—400; Maas en Waal (4 beriohten) 200—450. grasland om te weiden. Veluwe (.5 berichten) 100—350; Graafschap (3 berichten) 100—200; Rijk van Nijmegen (2 berichten) 200—350; IJsselstreek (.9 berichten) 80—350; Lijmers (3 berichten) 200—400; Over-Betuwe (9 berichten) 200—700; NederBetuwe (2 berichten) 125—260; Tielerwaard' (8 beriohten) 100— 500; Maas en Waal (5 berichten) 180—450. grasland om te hooien en na té weiden, Veluwe (4 berichten) 150—700; Graafschap (2 berichten) 110—400; Rijk van Nijmegen (2 berichten) 500—600; IJsselstreek (5 berichten) 100—400; Lijmers (2 berichten) 300—350; Over-Betuwe (5 berichten) 300— 800; Tielerwaard (8 berichten) 100—500; Bommelerwaard (1 bericht) 100—250; Maas en Waal (4 beriohten) 200—800. tuinland. Veluwe (2 'beriohten) 400; (Arnhem 800—1260); Lijmers (1 bericht) 450; Over-Betuwe (3 berichten) 150—700; Bommelerwaard (.1 bericht) 300—400; Maas en Waal (1 bericht) 300. arbeidersperceelen. Over-Betuwe (3 berichten) 140—300; Tje^ lerwaard (2 berichten) 400, 51 Ad Vraag V. Verkoopwaarde per H.A. in den laatsten tijd. a. boerderijen. Veluwe (15 beriohten) 400—3000; Graafschap (28 berichten) 500—4000; Rijk van Nijmegen (1 bericht) 4000; IJsselstreek (19 berichten) 800—4000; Lijmers (21 beriohten) 1100—4000; Over-Betuwe (11 berichten) 2000—4500; Neder-Betuwe (2 berichten) 2000—3500; Tielerwaard (5 berichten) 2400— 5000; Maas en Waal (3 berichten) 2500—8000. o. bouwland. Veluwe (12 beriohten) 400—7000; Graafschap (23 berichten) 500—3000; Rijk van Nijmegen (3 berichten) 3000— 3500; IJssetetreek (.15 berichten) 700—5000; Lijmers (18 berich-* ten) 900—4200; Over-Betuwe (11 berichten) 2000—4500; NederBetuwe (5 berichten) 1800—3000; Tielerwaard (9 berichten) 1600—5000; Bommelerwaard (3 berichten) 2500—4200; Maas en Waal (6 berichten) 2000—5000. c. grasland. Veluwe (12 berichten) 500—3500; Graafschap (22 berichten) 700—4000; Rijk van Nijmegen (2 beriohten) 3000— 5000; IJsselstreek (15 berichten) 1000—4500; Lijmers (20 berichten) 1000—4000; Over-Betuwe (11 berichten) 2500—4500; NederBetuwe (4 berichten1) '2000—5000; Tielerwaard (8 berichten) 2000—7000; Bommelerwaard (3 berichten) 2000—4000; Maas en Waal (7 beriohten) 2000—7000. d. tuinland. Veluwe (4 berichten) 500—7000; Graafschap (4 be- trichten) 2000—7000; IJsselstreek (4 berichten) 2000—7000; Lijmers (2 berichten) 3000—4000; Over-Betuwe (3 berichten) 3000—4000; Neder-Betuwe (2 berichten) 2500—6000; Tielerwaard (1 bericht) 6000; Bommelerwaard (1 bericht) 4000—5000; Maas en Waal (1 bericht) 2500. e. arbeidersperceelen. Veluwe (8 beriohten) 500—3500; Graafschap (4 berichten) 2400—7000; IJsseMreek (2 beriohten) 1000— 4000; Lijmers (12 beriohten) 1100—5000; Over-Betuwe (5 berichten) 2800—8000; Tielerwaard (4 beriohten) 2600—6000; Bommelerwaard (1 bericht) 2800—3200; Maas en Waal (2 berichten) 2500—4000. Ad Vraag VI. Dooreen genomen wordt uit Gelderland bericht, dat alle soorten grond gestegen zijn. Uit de Veluwe komen echter beriohten, dat de zeer vruchtbare 52 bet meest gestegen zijn. Wageningen: alle gronden, doch voornamelijk de betere en die vruchtbaarste perceelen; Scherpenzeel: alle gronden, doch voornamelijk de betere; Barneveld: alle gronden, voornamelijk de beste; Voorthuizen; alle gronden, doch de zeer vruchtbare het meest; de heidegronden' eer gedaald dan gestegen (gebrek aan kunstmest); Nijkerk: alle gronden, dbch de zeer vruchtbare het meest; Eerbeek: alle gronden, doch de zeer beste het meest. Hetzelfde berichten sommigen uit de Graafschap: alle gronden, • de vruchtbaarste het meest. Ruurlo: alle gronden, de vruchtbaarste het meest; Hengelo, Zelhem: idem; Lichtenvoorde: alle landen, behalve de schrale; Aalten: alle landen, gronden bij bebouwde kommen sterker dan andere met het oog op bouwterrein; Heilweg: alle gronden, voorzoover geen eigendom van kerk of diaconie (?). Dinxperlo: de vruchtbare duurder, de schrale eer goedkooper (gebrek aan kunstmest). Dezelfde berichten komen uit de IJsselstreek; zoo Doesburg: alle gronden, de betere het meest; Brammen: alle gronden, doch de vruchtbare het meest; Voorstonden: alle gronden, behalve de schrale; daarentegen Harfsen: alle gronden, de schrale in verhouding het meest. Uit de Betuwe komen evenwel berichten, dat de minst vruchtbare gronden het meest gestegen zijn; zoo Bemmel: alle gronden, doch schrale meer dan goede; Heteren: alle gronden, het meest bij mindere gronden; Tiel: het gebeurde, dat tweede soort grond duurder was dan eerste soort. Toch zijn er ook uit de Betuwe berichten, dat de vruchtbare gronden 'het meest gestegen zijn. De stijging betreft land van elke cultuur en zoowel nieuwhuur als wederinbuur. Wageningen bericht, dat de stijging het sterkst is bij land, waarop tuin- en handelsgewassen verbouwd worden. Barneveld: enkele heeren zijn er nog, die de boeren laten inhuren voor den prijs van voor den oorlog, doch deze zijn zeldzaam. Nijkerk: bij wederinbuur wordt het nog al schikkelijk 'gemaakt, een enkele uitzondering daargelaten; een verhoöging van 20 % is evenwel het minste; van een aantal pachters van een landeigenaar is de pacht meer dan verdubbeld, doch dit ï$n uitzonderingen. 55 wone voorwaarden; soms van publieke verpachting tot onderhandsche verpachting overgegaan. Steenderen: voor enkele boerderijen termijnen verkort. Brammen: bij nieuwverhuring korter termijnen. Voorst: termijnen verkort. Zevenaar: dure perceelen weiland van negen op drie jaar verpacht. Breedenbroek: enkele stukken nu voor één jaar. Bemmel: termijnen teruggebracht van zes op drie jaar en drie optie-jaren. Heteren, Zetten: enkele gevallen korter termijn. Tiel: voor bouwland, speciaal gescheurd weiland, van zes op drie en vier jaar gebracht. Haaften: gewoonlijk zes-jarige huurtermijn, thans enkele gevallen van drie-jarige. Rufmpt: idem. Alphen: 10 % werd 9 % van de pachtsom. Ad Vraag VIII. Slechts enkele berichten antwoorden bevestigend op de vraag van tusschentijdsche ontbinding. Van sommige beriohten is daarbij niet duidelijk, of men werkelijk met tusschentijdsche ont-' binding te doen heeft, bijv. Lichtenvoorde antwoordt: ja, bij nieuwverpachting meest meer opgebracht worden. Anderen berichten kortweg: ja, zonder nadere omschrijving, zoo Voorthuizen, Nijkerk, Laag-Keppel, Brammen, Gorssel, Zevenaar, Herwen en Aardt, Gent, Bemmel, Tiel, Batenburg.» Wageningen bericht: ja, in enkele gevallen, waar de verpachter zich het recht heeft voorbehouden om bij verkoop de huur te ontbinden; het was in het nadeel van den pachter. Pannerden: ja, pachtcontracten ontbonden door verpachters, omdat men de gronden, ± 155 H.A., onderhands heeft verkocht" aan een speculatieve vereemiging, die de gronden voor een te hoogen prijs tracht te herverkoopen aan de vroegere pachters, die ze niet konden missen. Waardenburg: eenmaal voorgekomen wegens groote verwas r> loozing der gronden door den pachter. Wat betreft verkoop met het oog op de hooge grondprijzen, daaromtrent luiden de' berichten zeer verschillend: in sommige gemeenten is verkocht, terwijl in andere vlak in de nabijheid niet is verkocht; van een algemeen verschijnsel kan, blijkens de berichten niet gesproken worden. Barneveld antwoordt ontken- 5b' hend. Een ander berichtgever uit Barneveld bericht verkoop wegens de hooge grondprijzen, terwijl hij meent, dat bij neergaande conjunctuur weer teruggekocht aal worden. Nijkerk bericht, dat een grondeigenaar verleden jaar acht groote en vier kleine boerderijen onder Nijkerk heeft verkocht en nu onder Putten verkoopt. Lochem: bet landgoed Nettelhorst is hier verkocht; Varsseveid: door ste*fgeval is bier verkocht het landgoed Breukelaar. Harfsen: «eer vele gevallen; Gorssel: enkele gevallen. Berg: landerijen van oorporatie's in Emmerik zijn verkocht, waarschijnlijk om lagen markenkoera. Over de vraag of de positie der pachters verslechterd is, bericht men niet eenstemmig. Sommigen berichten: besliste vermindering; anderen doorgaans; weer anderen ontkennend Vorden: pachter was genoodzaakt tegen hoogen prijs te koopen om niet zonder middel van bestaan te- zijn. Lichtenvoorde: de pachters hebben bet tegen de vroegere pachtovereenkomst kunnen koopen en zijn dus goed behandeld. Varsseveld: pachters werden koopers, doch woonden nu duurder. Ophemert, Hedel, Alphen: positie niet verslechterd. Batenburg: positie verslechterd, pacht 2 % der werkelijke waarde. ,t ; Ad Vraag IX. De eenige organisatie, die genoemd wordt, is geweest een Bond van Höoigraspachtera. Deze Bond schijnt in 1917 op initiatief van het Hooibureau opgericht te zijn. Maasbommel bericht uitstekende resultaten bi 1917, in 1918 mislukte de poging- Wamei bericht: in 1918 werd in Wamel opgericht een Bond van Hooigraspachters, doch de leden werden door de verhuurders (notarissen) in het gezicht uitgelachen. Herwenen bericht: geen resultaten van dezen Bond. Evenzoo Appeltera en Alphen. Men bericht in dezen ook tegenwerking van notarissen. Voorts wordt uit Balgoy en Kent bericht, dat vanwege den plaatselijken Boerenbond een actie gevoerd wordt om 10 % onraad' af te schaffen. Als middelen van redres worden genoemd: instellen van Pachtcommissiee, die de maximumpacht vaststellen en misstanden op m het gebied van het pachtwezen uit den weg ruimen, bij overtreding zware boeten; bevordering van regeeringswege van ontginning, 't zij dat van regeeringswege direct ontgonnen wordt, 't zij door het verleenen van voorschot; geregelde aanvoer en beschikbaarstelling van kunstmest tegen billijken prijs, waardoor ontginning wordt bevorderd; een wet op het verhuren van gras- en hooiland; verbod, dat de pachter boven de bedongen pacht verplicht wordt bij de heerschap te werken; vergoeding voor aangebrachte verbeteringen; een voorkeurrecht voor den zittenden pachter op wederinhuur; grondeigenaars, die landerijen voor geldbelegging gebruiken, zwaarder belasten dan de eigenbouwers; verzwaring van de Oorlogswinstbelasting; afschaffing van strijk- en hooggelden; notaris tot rijksambtenaar op vast salaris. Anderen achten alle ingrijpen der Regeering ongewenscht en vertrouwen, dat bij den terugkeer van normale •verhoudingen de pachtprijzen uit zichzelf zullen dalen. 61 koopprijs, die iets te hoog was in verhouding tot pachtprijs; in Groot-Mijdrecht was dte pachtprijs betrekkelijk hooger dan de koopprijs; in Wilnis werd de huurprijs in 't algemeen berekend naar 4 % van den koopprijs, terwijl in Maarssen de maatstaf 3 % was. Uit Lopikerwaard melden zeven van de dertien berichten een normale verhouding. In Kamerik en Willeskop was de huurprijs in verhouding lager dan de koopsom. De eigenaar genoot gemiddeld in Kamerik 2% tot 3 % zuiver van zijn kapitaal; in Vleuten en Jutfaas 3 tot 4% %. Uit het Kleigebied van Krommen Rijn geven zeven van de tien berichten een normale verhouding; in Schalkwijk worden in twee berichten de koopprijzen in verhouding te hoog genoemd; in Houten trok de grondeigenaar zuiver 3 tot 4 % rente. Uit het Zandgebied spreken zes van de zeven berichten van een normale verhouding. Uit Achterveld wordt geen normale verhouding gemeld, terwijl in de Bilt de koopprijs veel te hoog was in verhouding tot pachtprijs; uit Renswoude wordt gemeld, dat bruto slechts 3Yz % rente door den eigenaar bij verpachting werd gemaakt. Ad Vraag IV. Pachtprijzen per H A. in den laatsten tijd. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. N.W. Weidegebied (.14 berichten) 80—400; Lopikerwaard enz. (14 berichten) 85—200; (Hoogland 50—60); Kleigebied van Krommen Rijn (.10 berichten? 60—200; Zandgebied (10 berichten) 30—130. 5. Ingevolge openbare termijnverpachting. N.W. Weidegebied (5 berichten) 100—470; Lopikerwaard enz. (2 beriohten) 150—250; Kleigebied van Krommen Rijn (1 bericht) 80—150; Zandgebied (1 bericht) 80—130. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. N.W. Weidegebied (5 berichten) 70—400; Lopikerwaard enz. (9 berichten) 80—400; Kleigebied van Krommen Rijn (.6 beriohten) 40—100. grasland. Eemland (2 berichten) 50—200; N.W. Weidegebied (5 berichten) 100—225; Lopikerwaard enz. (10 berichten) 100— 350; Kleigebied van Krommen Rijn (6 berichten) 120—190. 62 tuinland. N.W. Weidegebied (7 berichten) 150—700; Lopikerwaard enz. (3 berichten) 140—400; Zandgebied.(1 bericht) 350. arbeidersperceelen. N.W. Weidegebied (.3 berichten) 180—420; Lopikerwaard enz. (.6 berichten) 100—350; Kleigebied van Krommen Rijn (4 berichten) 150—420; Zandgebied (.1 bericht) 150. 6. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. N. W. Weidegebied) (1 bericht) 150; Lopikerwaard enz. (6 berichten) 100—200; Zandgebied (1 bericht) 70. grasland. Eemland (2 berichten) 280—500; N.W. Weidegebied (2 berichten) 150—225; Lopikerwaard enz. (5 berichten) 100—250; Kleigebied van Krommen Rijn (1 bericht) tot 500; Zandgebied (1 bericht) 175. tuinland. N.W. Weidegebied (1 berioht) 150; Lopikerwaard enz. (1 bericht) 200—220. arbeidersperceelen. N.W. Weidegebied (,1 bericht) 150; Lopikerwaard enz. (2 berichten) 280—325. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen. t bouwland. N.W. Weidegebied (3 berichten) 150—400; Lopikerwaard enz. (5 berichten) 100—300; Kleigebied van Krommen Rijn (1 bericht) 200—600; Zandgebied (.1 bericht) 70. grasland om te weiden. N. W. Weidegebied (2 berichten) 150— 250; Lopikerwaard enz. (5 berichten) 100—300; Kleigebied van Krommen Rijn (3 berichten) 100—400; Zandgebiedi (2 berichten) 175—250. grasland om te hooien en na te weiden. N. W. Weidegebied (1 bericht) 300; Lopikerwaard enz. (3 berichten) 180—400; Kleigebied van Krommen Rijn (4 berichten) 120—700. tuinland. N. W. Weidegebied (2 beriohten) 150—500; Lopikerwaard enz. (1 bericht) 175; Zandgebied (.1 bericht) 350. arbeidersperceelen. N. W. Weidegebied (,1 bericht) 150; Lopikerwaard enz. (3 berichten) 120—325; Kleigebied van Krommen Rijn (.1 bericht) 245; Zandgebied (1 bericht) 245. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. N. W. Weidegebied (2 berichten) 150—225; Lopikerwaard enz. (.4 'berichten) 150—300; Zandgebied (1 berioht) 70. grasland om te weiden. Eemland (1 bericht) 140—175; N. W. 63 Weidegebied Cl bericht) 150; Lopikerwaard enz. (4 berichten) 100—300; Kleigebied van Krommen Rijn (2 berichten) 120—200; Zandgebied Cl bericht) 175. grasland om te hooien en na te weiden. Eemland (3 berichten) 240—600; Lopikerwaard enz. C2 berichten) 200—400; Kleigebied van Krommen Rijn (3 berichten) 175—400; Zandgebied (1 berioht) 300—400. tuinland. Alleen N. W. Weidegebied Cl bericht) 150. arbeidersperceelen. N.W. Weidegebied Cl bericht) 150; Lopikerwaard enz. C3 berichten) 200—325. Ad Vraag V. Verkoopv/aarde per H A. in den laatsten tijd. a. boerderijen. N.W. Weidegebied) (14 berichten) 1000—6000; Lopikerwaard enz. (14 berichten) 1800—4000; Kleigebied van Krommen Rijn (7 'berichten) 1700—4000; Zandgebied (2 berichten) 2000. b. bouwland. N.W. Weidegebied (3 berichten) 2500—4500; Lopikerwaard enz. (7 berichten) 1000—3500; Kleigebied van Krommen Rijn (7 'berichten) 1800—3500; Zandgebied (8 berichten) 1500—3000. c. grasland. Eemland (3 berichten) 1500—3500; N.W. Weidegebied (5 berichten) 2000—6000; Lopikerwaard enz. (11 berichten) 2400—4500; Kleigebied van Krommen Rijn (8 berichten) 2100—3800; Zandgebied (5 berichten) 1000—3000. d. tuinland. N.W. Weidegebied (6 berichten) 3500—9000; Lopikerwaard enz. (5 berichten) 2500—6000; Zandgebied (2 berichten) 1500—4000. e. arbeidersperceelen. N.W. Weidegebied (1 bericht) 3500; Lopikerwaard enz. (3 berichten) 3000—4500; Kleigebied van Krommen Rijn (2 berichten) 3000—4000; Zandgebied (2 berichten) 1500—2000. Ad Vraag VI. In Eemland zijn dé pachtprijzen van alle landen gestegen; in N.W. Weidegebied! eveneens; ook zoo in Lopikerwaard enz.; doch in Willeskop wordt de meeste stijging bij de vruchtbaarste 64 gronden gevonden; in bet Kleigebied van Krommen Rijn ook stijging op alle gronden, doch Schalkwijk meldt, dat in het algemeen de beste gronden het meest gestegen zijn; zoo ook Houten (in Schalkwijk zijn uiterwaarden voor ± ƒ 5000 per H.A. verkocht). Het Zandgebied toont ook pachtstijging op alle gronden; in de Bilt zijn de pachtprijzen zeer weinig gestegen, zij worden er te laag genoemd; in Renswoude is de stijging het meest op de vruchtbare gronden; in Achterveld is de stijging slechts merkbaar op arbeidersperceelen, die dóór de kerk worden verpacht. De stijging 'heeft plaats gehad op 'alle landerijen, doch van vele plaatsen Wordt gemeld, dat dit vooral het geval is geweest met teel- en tuingronden. Over geheel Utrecht wordt de stijging algemeen gemeld. Zoowel bij nieuwverhuring als wederinhuring. In Wilnie, Kockengen, Maarssen is de stijging bij wederinhuring gematigder dan bij nieuwverhuring, terwijl uit Loenen wordt gemeld, dat de stijging beperkt is tot nieuwverhuring. Uit de meeste plaatsen wordt gemeld, dat de stijging evenredig is met de meerdere winst, sedert het uitbreken van dén oorlog gemaakt. Vier berichtgevers, nl. Harmeien, Hoogland, Schalkwijk en Houten melden, dat de stijging niet evenredig is met de winst. Uit Bunnik wordt gemeld: tot 1919 evenredig, vanaf heden onevenredig. De berichtgever uit Werkhoven schrijft: of de stijging evenredig is met de meerdere winst, hangt geheel af van de produktieprijzen in de toekomst; er is geld verdiend vóór de buitengewone stijging, spoedig zal blijken, dat de stijging en de prijzen der produkten eer omgekeerd dan recht evenredig zijn. In Bunschoten is de stijging grooter dan de winst. Uit Soest wordt gemeld door één der twee berichtgevers, dat de winst grooter is dan de stijging, terwijl de ander mededeelde, dat de winst en dé stijging evenredig zijn. In de Bilt dezelfde tegenstrijdigheid; een rentmeester aldaar noemt de pachtprijzen te laag. Door negen berichtgevers wordt gemeldl, dat de omzetting van weiland schade voor den eigenaar medebrengt, terwijl tien berichtgevers mededeelen, öf dat bet voordeel geeft öf dat de schade door hoogere pacht wordt gedekt. Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Noord-Holland. (Ingekomen totaal 101 Vragenlijsten, verdeeld als volgt: uit de Eilanden 7, uit de Duinstreek 9, uit het Middengebied 24, uit West-Friesland 40, uit de Meerlanden 18, uit het Gein 2 en uit het Gooiland 1.) Ad Vraag I. Pachtprijzen*) per H.A. voor den oorlog. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. De Eilanden (5 berichten) 30—80; Duinstreek (7 berichten) 70—125; Middengebied (22 berichten) 60—250; West-Friesland (33 berichten) 40—160; Meerlanden (17 berichten) 60—200; 't Gein (2 berichten) 100—125; Gooiland (1 bericht) 40—80. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. De Eilanden (3 berichten) 30—80; Duinstreek (3 berichten) 85—200; Middengebied (7 berichten) 70—250; West-Friesland (12 berichten) 70—170; Meerlanden (3 berichten) 85—200; Gooiland 40—80. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. De Eilanden (2 berichten) 70—120; Duinstreek (6 berichten) 55—125; Middengebied (13 berichten) 80—225; West-Friesland (31 berichten) 80—400; Meerlanden (8 berichten) 75—200; Gooiland 40—80. grasland. De Eilanden (4 berichten) 25—125 ; Duinstreek (5 berichten) 90—150; Middengebied (14 berichten) 70—175; (Wijde Wormer 250—300); West-Friesland (30 berichten) 75—200; Meerlanden (10 berichten) 70—200; 't Gein (2 berichten) 100—150; Gooiland 60—85. *) Pachtprijzen en verkoopwaarde zijn uitgedrukt in guldens. 70 tuinland. De Eilanden (1 bericht) 100—120; Duinstreek (5 berichten) 100—200; (Heemstede 350—400); Middengebied (6 berichten) 100—250; West-Friesland (18 berichten) 100—250; Meerlanden (6 berichten) 100—300. arbeidersperceelen. De Eilanden (1 bericht) 100—120; Duinstreek (1 bericht) 70; Middengebied (5 berichten) 80—300; West-Friesland (4 berichten) 85—200. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. De Eilanden (2 berichten) 70—150; Duinstreek (4 berichten) 90—125; Middengebied (7 berichten) 105—225; West-Friesland (21 berichten) 100—400; (Zijpe 85—95); Meerlanden (4 berichten) 130—225; Gooiland 40—60. grasland. De Eilanden (4 berichten) 25—125; Duinstreek (5 berichten) 100—175; Middengebied (8 berichten) 70—300; West-Friesland (20 berichten) 90—200; (Zijpe 80—85); Meerlanden (2 berichten) 80—225; 't Gein (2 berichten) 100—150; 't Gooiland 60—85. tuinland. De Eilanden (1 bericht) 120—150; Duinstreek (3 berichten) 110—400; Middengebied (6 berichten) 100—240; WestFriesland (15berichten) 100—300; Meerlanden (1 bericht) 130—225. arbeidersperceelen. De Eilanden (1 bericht) 120—150; Duinstreek (1 bericht) 80; Middengebied (1 bericht) f3.— per roede; "West-Friesland (1 bericht) 120. e. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. De Eilanden (1 bericht) 68; Duinstreek (1 bericht) 90; Middengebied (4 berichten) 100—150; West-Friesland (13 berichten) 100—320; (Zype 85—90); Meerlanden (3 berichten) 100—200. grasland om te weiden. De Eilanden (3 berichten) 68—80; Duinstreek (4 berichten) 90—175; Middengebied (10 berichten) 80—300; West-Friesland (13 berichten) 100—160; (Zijpe 75—85); Meerlanden (4 berichten) 90—200. grasland om te hooien en na te weiden. De Eilanden (2 berichten) 100—140; Duinstreek (6 berichten) 100—200; Middengebied (7 berichten) 80—250; West-Friesland (8 berichten) 100—190; (Zype 90—95); Meerlanden (2 berichten) 110—200; Gooiland 60*—85. tuinland. Duinstreek (3 berichten) 110—400; Middengebied 71 (2 berichten) 150—160; West-Friesland (6 berichten) 100—300; Meerlanden (1 bericht) 200—250. arbeidersperceelen. Duinstreek (1 bericht) 75; Middengebied (3 berichten) 250—350; West-Friesland (1 bericht) 150. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Duinstreek (3 berichten) 90—140; Middengebied (3 berichten) 140—160; West-Friesland (7 berichten) 100—225; (Zijpe 85—90); Meerlanden (1 bericht) 170—190. grasland om te weiden. De Eilanden (2 berichten) 70—80; Duinstreek (3 berichten) 100—180; Middengebied (5 berichten) 80—130; West-Friesland (8 berichten) 110—160; (Zijpe 80—85); Meerlanden (1 bericht) 95—100; Gooiland 40—80. grasland om te hooien en na te weiden. De Eilanden (3 berichten) 100—200; Duinstreek (6 berichten) 110—300; Middengebied (5 berichten) 80—300; West-Friesland (7 berichten) 100—160; (Zijpe 90—95); Meerlanden (4 berichten) 100—300; Gooiland 60—85. tuinland. Duinstreek (3 berichten) 110—400; Middengebied (2 berichten) 150—200; West-Friesland (4 berichten) 120—300. arbeidersperceelen. Duinstreek (1 bericht) 75; Meerlanden (2 berichten) 125—300; West-Friesland (1 bericht) 150. Ad Vraag II. Verkoopwaarde per H.A. voor den oorlog. a. boerderijen. De Eilanden (5 berichten) 600—1600; Duinstreek (7 berichten) 1000—2500; Middengebied (23 berichten) 1100—5000; West-Friesland (33 berichten) 800—5000; Meerlanden (16 berichten) 1200—3500; 't Gein (1 bericht) 1500—2000. b. bouwland. De Eilanden (3 berichten) 500—2000; Duinstreek (5 berichten) 1000—2500; Middengebied (9 berichten) 1600—3000; West-Friesland (30 berichten) 1000- 4800; Meerlanden (10 berichten) 1200—2500; (Ouderkerk a.d. Amstel 700—1000); 't Gein (1 bericht) 1500—2000; Gooiland 2000. c. grasland. De Eilanden (4 berichten) 700—2500; Duinstreek (7 berichten) 1000—2500; Middengebied (19 berichten) 1000—3600; West-Friesland (29 berichten) 1000—5000; Meerlanden (9 berichten) 1400—3500; 't Gein (1 bericht) 1500—1800; Gooiland 1000. d. tuinland. Duinstreek (6 berichten) 1500—5000; Midden- 72 gebied (7 berichten) 2000—5000; West-Friesland (19 berichten) 1500—6000; Meerlanden (6 berichten) 3000—6000. e. arbeidersperceelen. Duinstreek (2 berichten) 1400—2500; Middengebied (1 bericht) 1200—1500; West-Friesland (7 berichten) 600—5000. Ad Vraag III. Een groot deel der berichtgevers (65) beantwoorden deze vraag bevestigend. Anderen deflnieeren nader en verklaren, dat het voordeeliger was te pachten dan te koopen; sommigen berichten, dat een rente gemaakt werd van 3%, waarbij ^ 1% afging voor lasten, 3s/4%, 4%, 4 tot 5%, dat de koopprijs te hoog was voor normale rente van 't koopkapitaal, dat geen voldoende rente gemaakt werd. Dergelijke berichten komen uit alle deelen der provincie. Een uitzondering vormen twee berichten: Ursum: voordeeliger zelf eigenaar te wezen; Graftdn'k: koopprijs iets minder in verhouding tot pachtprijs. Ad Vraag IV. Pachtprijzen per H.A. in den laatsten tijd. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. De Eilanden (4 berichten) 60—140; Duinstreek (6 berichten) 100—400; Middengebied (19 berichten) 90—280; West-Friesland (30 berichten) 60—350; Meerlanden (14 berichten) 100—300; 't Gein (2 berichten) 150—200. 6. Ingevolge openbare termijnverpachting. De Eilanden (3 berichten) 60—170; Duinstreek (3 berichten) 130—400; Middengebied (10 berichten) 90—300; (Buiksloterham 430); WestFriesland (20 berichten) 60—300; Meerlanden (4 berichten) 250—430. 2. Losse landerijen. " & a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. De Eilanden (2 berichten) 200—240; Duinstreek (5 berichten) 185—500; Middengebied (16 berichten) 150—1000; West-Friesland (29 berichten) 80—800; Meerlanden (8 berichten) 140—900; Gooiland 60—100. grasland. De Eilanden (4 berichten) 60—240; Duinstreek (5 73 berichten) 120 -300; Middengebied (18 berichten) 90—700; West-Friesland (29 berichten) 85—400; Meerlanden (8 berichten) 115—200; 't Gein (2 berichten) 200—300; Gooiland 200. tuinland. Duinstreek (4 berichten) 190—700; Middengebied (5 berichten) 150—600; West-Friesland (15 berichten) 100—700; Meerlanden (2 berichten) 200. arbeidersperceelen. Duinstreek (1 bericht) 150; Middengebied (4 berichten) 150—400; West-Friesland (4 berichten) 100—400. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. De Eilanden (3 berichten) '110—250; Duinstreek (3 berichten) 185—500; Middengebied (5 berichten) 200—500; West-Friesland (18 berichten) 90—800; Meerlanden (1 bericht) 400—450; Gooiland 60—100. grasland. De Eilanden (5 berichten) 110—240; Duinstreek (3 berichten) 200—325; Middengebied (8 berichten) 100—315; West-Friesland (18 berichten) 90—400; Meerlanden (4 berichten) 200—300; 't Gein (1 bericht) 200—250. tuinland. Duinstreek (4 berichten) 200—425; (Heemstede 700); West-Friesland (12 berichten) 100—500; (Medemblik tot 700). arbeidersperceelen. Duinstreek (1 bericht) 160; West-Friesland (3 berichten) 200—500. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. Duinstreek (3 berichten) 200—530; Middengebied (6 berichten) 200—1000; West-Friesland (13 berichten) 95—900; Meerlanden (5 berichten) 500—1000; Gooiland 60—100. grasland om te weiden. Duinstreek (4 berichten) 100—220; Middengebied (8 berichten) 100—325; West-Friesland(lOberichten) 95—400; Meerlanden (6 berichten) 200—400; (Nw. Amstel 800— 900); Gooiland 150. grasland om te hooien en na te weiden. De Eilanden (2 berichten) 120—175; Duinstreek (5 berichten) 150—325; Middengebied (7 berichten) 120—700; West-Friesland (7 berichten) 100—450; Meerlanden (5 berichten) 175—700; Gooiland 400. tuinland. Duinstreek (4 berichten) 200—400; (Heemstede ± 750); West-Friesland (6 berichten) 250—500; (Medemblik tot 700). arbeidersperceelen. Duinstreek (1 bericht) 180; West-Friesland (3 berichten) 250—400 74 d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Duinstreek (3 berichten) 230—530; Middengebied (5 berichten) 200—400; (Buiksloterham 500—600); West-Friesland (7 berichten) 100—900; Meerlanden (2 berichten) 500—600Gooiland 60—100. grasland om te weiden. Duinstreek (4 berichten) 215—300Middengebied (5 berichten) 90—260; West-Friesland (7 berichten) 100—400; Gooiland 150. grasland om te hooien en na te weiden. De Eilanden (3 berichten) 120—450; Duinstreek (6 berichten) 230—600; Middengebied (6 berichten) 120—400; (Buiksloterham 500-700); West-Friesland (7 berichten) 100—450; Meerlanden (3 berichten) 150—175; (Sloterdijk 500—700); Gooiland 400. tuinland. Duinstreek (2 Berichten) 200: (Heemstede ± 750); West-Friesland (6 berichten) 250—600; (Medemblik tot 700). arbeidersperceelen. Duinstreek (1 berioht) 190; West-Friesland (1 bericht) 250. Ad Vraag V. Verkoopwaarde per H.A. in den laatsten tijd. a. boerderijen. De Eilanden (5 berichten) 800—4000; Duinstreek (7 berichten) 2000—4000; Middengebied (19 berichten) 2000—5000; West-Friesland (32 berichten) 1200—6000; Meerlanden (17 berichten) 2000—5600; 't Gein (2 berichten) 3000—5000. b. bouwland. De Eilanden (2 berichten) 1000—4000; Duinstreek (4 berichten) 2000-4000; Middengebied (12 berichten) 2000— 5000; West-Friesland (30 berichten) 1000—7000; Meerlanden (8 berichten) 2000—5000; Gooiland 3500. c. grasland. De Eilanden (4 berichten) 1000—4000; Duinstreek (7 berichten) 2000—4000; Middengebied (17 berichten) 1700— 4500; West-Friesland (26 berichten) 1200—6000; Meerlanden (12 berichten) 2000—5000; Gooiland 2800—3500. d. tuinland. Duinstreek (6 berichten) 2000—4000; (Heemstede 9000—10000); Middengebied (6 berichten) 2500—6000; WestFriesland (14 berichten) 3000—7000; Meerlanden (6 berichten) 2500—7000. e. arbeidersperceelen. Duinstreek (2 berichten) 2000—3500; Middengebied (1 bericht) 3000; West-friesland (3 berichten) 1400—4000; Meerlanden (1 bericht) 2000—5000. 75 Ad Vraag VI. De stijging betreft alle soorten grond. Enkele berichten geven afwijking: De Koog: in hoofdzaak de vruchtbare gronden; Westermient: de schrale gronden in mindere mate; Castricum: goede gronden wel gestegen, duingrond niet; Ursum: de vruchtbare gronden het meest; Stompetoren: voornamelijk vruchtbare gronden; Schagen: het meest de vruchtbare gronden; Barsingerhorn: de vruchtbare gronden wel iets meer dan de schrale door gebrek aan kunstmest: Zuid-Scharwoude: in hoofdzaak de vruchtbare gronden, die het naast bij de dorpen liggen; Koedijk: voornamelijk de vruchtbare gronden; Medemblik: in hoofdzaak de nieuwgescheurde graslanden; Oostwoud: voornamelijk de zeer vruchtbare; Nibbikswoud: alle gronden, de beste het meest; Wognum: de schrale in mindere mate; Westwoud : de stijging betreft hoofdzakelijk vruchtbare gronden; Grootebroek: de vruchtbare gronden het meest; Bovenkarspel: idem; Nieuwer-Amstel: voor de goede gronden rees de pacht meer dan voor de minder goede. Als bijzondere afwijking mag wel gelden het bericht uit Winkel: geen stijging voorgekomen. Volgens het overgroot aantal van antwoorden betreft de stijging alle cultures. Afwijkende berichten: Heilo: tuinland meer dan grasland; Ursum: speciaal op tuinbouw en teelt van handelsgewassen; Stompetoren: idem.; Wijdewormer: hoofdzakelijk op teelt van handelsgewassen; Wieringerwaard: in sterkere mate bij handelsgewassen; Oudendijk: de hoogste stijging in die streken, waar het grasland zich het beste leent voor bouwerij en gelegen aan groot vaarwater; Schagen en Barsingerhorn: voornamelijk handelsgewassen en tuinbouw; Zijpe: in 't bijzonder op handelsgewassen; Zuid-Scharwoude: tuinbouw vooral; Heer Hugowaard: vooral op handelsgewassen ; Koedijk: vooral op tuinbouw en vruchtbare veengronden; Obdam: voornamelijk de gronden, die geschikt zijn voor teelt van exportgroenten ; Twisk, Medemblik: speciaal voor handelsgewassen; Oostwoud, Nibbikswoud: speciaal voor tuinbouw en handelsgewassen; Hoorn: het meest op land- en tuinbouw; Westwoud: speciaal op tuinbouw en grasland; Grootebroek: uitsluitend handelsgewassen; Sloten: het meest op tuinbouw en handels- i gewassen; Aalsmeer: idem.; Broek in Waterland bericht: stijging het meest bij bouwland. Vrijwel eenstemmig bericht men, dat de stijging algemeen is en voorkomt zoowel bij nieuwverhuring als bij wederinhuring. Stompetoren: stijging algemeen, doch zeer varieerend. Wijde Wormer: stijging vooral bij nieuwverhuring. Wieringerwaard: stijging voor boerderijen bij wederinhuring in mindere mate dan bij bouwland en grasland. Oudendijk: stijging tot enkele gevallen beperkt. Schagen: stijging in hoofdzaak bij nieuwverhuring. Barsingerhorn: stijging algemeen, doch de zeer hooge prijzen bij nieuwverhuring. Zijpe: stijging in hoofdzaak bij nieuwverhuring. Wijdenes: idem. Medemblik: styging beperkt zich tot enkele gevallen. Medemblik: stijging algemeen, behalve voor de boerderijen van kerkgenootschappen en van een groot-grondeigenaar. De vraag, of de stijging evenredig is met de winst en met de schade, wordt zeer verschillend beantwoord. Sommigen spreken van niet evenredig met winst, anderen van vrijwel, in 't algemeen evenredig met winst, weer anderen evenredig by onderhandsche, niet evenredig by publieke verhuring, doch slechts één antwoord is ingekomen, dat de stijging de winst aanmerkelijk overtreft. Wel daarentegen, dat de schade door omzetting aanmerkelijk grooter is dan de styging. Oostwoud: de kosten verbonden aan het weer tot weiland leggen, zijn hier enorm groot, afgezien nog van den langen duur. Nieuwer-Amstel: op de lage koude gronden is omzetting schadelyk, op de hoogere gronden heel voordeelig. Stompetoren: wie gedwongen scheurt voor voedselgewassen, heeft op den duur aanzienlijke schade. Wognum: schade aanmerkelijk, daar het bijna onmogelyk zal zijn de gescheurde gronden straks weer in grasland om te zetten. Obdam: winst door omzetting, alleen om die winst omgezet. Verschillende berichtgevers laten de vraag onbeantwoord. De Cocksdorp: stijging voor de goede gronden evenredig met winst, voor de minder vruchtbare niet. Weste: niet evenredig met winst, noch met schade. Heilo: stijging niet evenredig met winst, wel met schade. Heilo: stijging evenredig met winst, ook met schade. Castricum: stijging, uitgezonderd de hoogste pachten, evenredig met winst. Schalkwijk: evenredig by onderhandsche termijnverpachting, niet bij publieke ver- 77 pachting. Graftdijk: stijging niet evenredig met winst door de belangrijke verhooging der polderlasten. Beemster: twee berichtgevers verklaren, dat de stijging evenredig is met de winst; één ontkent dit; een ander verklaart, dat de stijging het vorig jaar evenredig was met de winst, nu niet meer. Buiksloterham: stijging veel te hoog. Broek in Waterland: door de overstrooming geringe winst gemaakt, de meeste nog met bouwland. Obdam; stijging niet evenredig met winst. Nibbikswoud: stijging niet evenredig met winst. Wognum: één berichtgever: niet evenredig met winst; een ander: wel evenredig voor bouwland, niet voor grasland. Haarlemmerliede: in 't begin evenredig met winst, nu niet meer. Sloterdijk: stijging onevenredig, veel te hoog. Houtrijk en Polanen, Houtrakpolder: idem. Sloten: twee berichtgevers, die verklaren, dat de winst evenredig is met de stijging. Nieuwer-Amstel: een berichtgever verklaart, dat de winst voor bouwland wel, daarentegen voor grasland niet evenredig is met de stijging; twee andere berichtgevers verklaren, dat de winst wel evenredig is. Blaricum: de stijging overtreft de winst aanmerkelijk. Daartegenover: Lutjebroek, Medemblik: winst grooter dan stijging. Aalsmeer: vier berichtgevers verklaren, dat de winst in de meeste gevallen de stijging overtreft. Westerblokker noemt winst evenredig met stijging, doch die voor drie of vijf jaar pachten, hebben groote risico. Zeventig berichtgevers laten de vraag omtrent de oorzaken der stijging onbeantwoord. Deze berichtgevers zijn over de geheele provincie verspreid. Als oorzaken worden opgegeven: de stijging Van de prijzen der producten; hoogere veeprijzen; meer vraag dan aanbod; gebrek aan meststoffen; gebrek aan land; hoogere polderen waterschapslasten; het telen van exportgewassen door exporteurs en groentenzouterijen ; gebrek aan hooi en krachtvoeder; smokkelhandel; meer finantieele draagkracht bij den kleinen bouwer en boer; kleingrondbezit Ad Vraag VII. Zes en zestig berichtgevers, over de geheele provincie verspreid, beantwoorden deze vraag ontkennend. 78 • Van de Eilanden komen drie berichten, dat de termijn voor boerderijen gebracht is van zes op drie jaar of drie jaar met drie optiejaren. Uit de Duinstreek bericht Kennemerland een verkorting van termijn; Castricum: voor boerderijen geen wijziging, voor bouwland en grasland de termijnen verkort. Uit het Middengebied: Alkmaar: zeer verkort, veelal voor één jaar aangegaan; Ursum: meestal hooger pacht, korter termijn; Ursum: geen wijziging in termijnen, doch verscheidene eigenaars behielden zich het recht van verkoop voor op door hen te bepalen tyd; Stompetoren: in 'talgemeen korter huurtermijnen ; huurders vinden lange termijnen te riskant; Koog a/d Zaan: in deze streek wordt veel verhuurd mondeling vooreen jaar en dan wordt de huur stilzwijgend verlengd. Uit West-Friesland: Anna Paulowna: korter termijn by hooger prys; Oudendijk: vroeger vier of zes jaar, thans één of twee jaar; Schagen: in 'talgemeen korter termijn; Heer Hugowaard: korter termijn; Twisk: algemeen korter termijn; Hoorn: korter termijn, vrees voor daling; Westerblokker, Westwoud: korter termijn uit voorzichtigheid. Uit de Meerlanden: Haarlemmerliede: iets korter termijn] Haarlemmermeer: korter termijn; huurcontracten, die nog twee a drie jaar van kracht waren, gewyzigd met goedvinden van den huurder, met verlengde pacht en verhooging van de nog loopende huur met het oog op hooge belasting; Nieuw-Vennep: in heel enkele gevallen korter termijn. Ad Vraag VIU. Omtrent tusschentijdsche ontbinding hebben slechts enkele berichtgevers een bevestigend antwoord gegeven. Alle berichtgevers van de Eilanden antwoorden ontkennend. Schalkwijk: alhier wordt nog land verpacht zonder schriftelijk contract; van dit land zijn de pachtprijzen direct verhoogd, niet onredelijk. Uit de Duinstreek: Heemstede: bevestigend, in het voordeel van den verpachter. Uit het Middengebied: Ursum: bevestigend, in het nadeel van den pachter; Beemster: door verpachters in een paar gevallen de pachtovereenkomst te niet gedaan met schadeloos- 79 stelling der pachters; Broek in Waterland: wel eenige contracten ontbonden, doch niet door oorlogstoestanden, doch tengevolge der overstrooming. Uit West-Friesland: Zjjpe en Hoogwoud bevestigend, zonder nadere omschrijving. Uit de Meerlanden: Haarlemmerliede: bevestigend, nadeelig voor den pachter. Alle berichtgevers van 'tGein antwoorden ontkennend. De vraag is slechts door drie berichtgevers niet beantwoord. De overgroote meerderheid der antwoorden luidt ontkennend. Wat verkoop van landerijen betreft, daaromtrent luiden de antwoorden der berichtgevers uit de verschillende deelen der provincie zeer varieerend, waaruit op te maken valt, dat in sómmige deelen der provincie opvallend veel land verkocht is, in andere deelen minder, in andere vrijwel niets, althans heel weinig. Alle berichtgevers der Eilanden antwoorden ontkennend. Uit de Duinstreek: Kennemerland, Heilo, Castricum, Beverwijk antwoorden bevestigend, zonder nadere omschrijving; Schalkwijk: enkele gevallen. Uit het Middengebied: Ouddorp: bevestigend, zonder nadere omschrijving; evenzoo Graftdgk, Beemster, Wijde Wormer; Ursum: vele gevallen; Stompetoren: velen verkochten grasland voor kool- en graanbouw tegen koersen, waarbij graslandgebruikers op straat geraakten; Beemster: in een paar gevallen bij het eindigen der pachttermnnen tot verkoop overgegaan tot schade der pachters; Krommenie: door gebruikers gekocht: Wormer: vier gevallen; drie moesten van hun plaatsen; een heeft van zyn plaats een gedeelte duur gekocht, positie verslechterd; Koog a/d Zaan: drie gevallen, waarvan in één geval de landerijen in andere handen zijn overgegaan; Buiksloterham: zeer vele gevallen. Uit West-Friesland: Anna Paulowna, Zijpe, Heer Hugowaard, Obdam, Hoogwoud, Twisk antwoorden bevestigend zonder nadere omschrijving; Wieringerwaard: één geval, waar by overlijden van den pachter het gepachte bij onderhandschen verkoop aan de weduwe overging; Schagen: enkele gevallen, bij tusschentijdschen verkoop werd aan den pachter vergoeding gegeven; één pachter zonder bedrijf; anderen hebben de gemeente 80 moeten verlaten om elders tegen iederen prijs wat te vinden; Winkel: enkele verpachters verkochten onderhands hunne eigendommen aan hunne huurders; Koedijk: door verkoop van grasland zijn er zeer vele kleine eigenaars ontstaan, tuinbouwers, wat voor het algemeen welzijn gunstig was; Hoogwoud: positie van den pachter door verkoop niet direct verslechterd; Oostwoud: enkele boerderijen, welke echter door de koopers, klein-grondbezitters, zelf werden gebruikt; Nibbikswoud: ja, maar door koopers zelf gebruikt; Wognum: één geval, een boerderij, die nog drie jaar huur deed; de huur is echter dezelfde gebleven; Hoorn: meer verkocht dan gewoonlijk, het wordt voor huurders moeilijk; Lutjebroek: een enkele maal, maar de pachter werd schadeloos gesteld; Lutjebroek: onbekend; Enkhuizen: een enkele maal, de pachter werd schadeloos gesteld. Uit de Meerlanden beantwoorden alle berichtgevers de vraag toestemmend. De pachters kochten vaak zelve, de lasten werden wel zwaarder; ook wordt bericht uit Nieuwer-Amstel, dat meermalen pachters op langen termijn van den verpachter bericht ontvingen, dat de pachter voor zijne rekening te nemen had de verhoogde polderlasten, soms het onderhoud der gebouwen en dat, indien hij hieraan niet voldeed, de hofstede publiek zou worden verkocht; op deze wyze werden vele verpachte eigendommen verkocht. Uit het Gein antwoorden de berichtgevers bevestigend: eenige gevallen van verkoop zijn voorgekomen. Ad Traag IX. Op de vraag, of door organisaties of op andere wijze tegen onredelijke verhooging van pacht en anderen misstand is opgekomen, wordt door berichtgevers uit Heilo, Schagen en Hoorn geantwoord, dat in 1896 door de Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier een Pachtcommissie is ingesteld; deze heeft echter niets gepraesteerd en is door gebrek aan belangstelling te niet gegaan. Voorts deelt Alkmaar mede, dat door den L.T.B. met goed gevolg gerequestreerd is om bij verhuring van dijken en wegen de hoog- en strijkgelden af te schaffen; eveneens heeft de afdeeling Spaarnwoude L. T. B. aan den administrateur van een 81 publieke veiling verzocht om de plukgelden af te schaffen en alleen bij afslag te verhuren, doch zonder succes. Dan wordt uit Bovenkarspel bericht, dat voor ongeveer 15 jaar geleden de landerijen der Ned. Herv. Kerk, van de Armvoogden en van de Diaconie in het openbaar verhuurd werden. Later is daarin verandering gekomen en de verhuring heeft thans plaats tegen een door het Bestuur vastgestelden prijs; hierdoor wordt ongemotiveerde opdrijving voorkomen. Uit Haarlemmerliede wordt bericht, dat in die gemeente het plukgeld is afgeschatt; evenzoo in de Houtrakpolders, wat gemeente- en polderland betreft. Middelen welke tot redres worden aangegeven. Zes en dertig berichtgevers laten deze vraag onbeantwoord. Deze zijn verspreid over de geheele provincie. Twee en twintig berichtgevers verklaren zich positief tegen elke regeeringsinmenging, 't zij dat ze deze op zichzelf verkeerd vinden, 't zy dat ze meenen, dat deze nu niet meer kan baten, daar het kwaad reeds geschied is. Schalkwijk en Heemstede: alles zal automatisch weer in zfln verband komen. Stompetoren: standvastige, betrouwbare uitvoerpolitiek en ongestoorde wisselwerking tusschen vraag en aanbod. Beemster: het vrijlaten van alles, daardoor terugkeer tot normalen toestand. Buiksloterham: geen maatregelen, het is nu te laat, het kwaad is reeds geschied. Broek in Waterland (2): geen aanleiding tot maatregelen. Den Helder: inmenging overbodig. Oudendyk: laat een ieder vrij blijven; degene, wien het te heet of te zwaar wordt, laat het van zich zelf wel los. Schagen (2): maatregelen van regeeringswege niet gewenscht; geen verandering of verbetering door wettelijke regeling mogelijk, vraag en aanbod zullen eiken maatregel te niet doen. Koedijk: geen regeeringsbemoeiing, daarvan hebben de menschen genoeg, ze schieten liever hun eigen roer af. Oostwoud: vraag en aanbod zullen deze aangelegenheid genoegzaam regelen. Nibbikswoud: de zaak aan zyn loop overlaten. Lutjebroek, Enkhuizen: zoo iets regelt zich zelf. Houtrijk en Polanen, Sloterdijk, Houtrakpolder: het is nu te laat, het kwaad is reeds geschied. Aalsmeer: de streek zal zich vanzelf aan de omstandigheden aanpassen. Nieuwer-Amstel: dit kwaad moet zich zelf 6 * 82 genezen. Nieuwer-Amstel: weinig aan te doen. Voorts: Ransdorp (2) abnormale opdrijving van pacht komt hier niet voor. Heer Hugowaard (2): bedoelde maatregelen zijn hier niet noodig. Midwoude: hier niet noodig: er is hier geen misbruik door verhuurders. Aalsmeer: in het algemeen zijn de pachters in voordeeliger positie dan de verpachters. Aalsmeer: positie van den pachter gunstiger dan die van den verpachter. Nieuwer-Amstel: de pachter heeft aan hooge pacht ook schuld. Daartegenover wordt aangeraden Pachtcommissies in te stellen, 't zij een algemeene Commissie, waarop beroep kan geschieden, 't zij plaatselijke Commissies, bestaande uit pachter, verpachter en een onzijdig persoon, door belanghebbenden aan te wijzen, of door organisaties te benoemen. Zoo Weste, Kennemerland, Heilo, Ouddorp, Graft, Beemster, Wormer, Koegras, Hoogwoud, Hoorn, Wijdenes. Voorts wordt gevraagd afschaffing van pluk- en strijkgeld: Weste, Heilo, Limmen, Castricum, Alkmaar, Wieringerwaard, Barsingerhorn, Zijpe, Medemblik, Westwoud, Wijdenes, Haarlemmerliede, Aalsmeer (3), Nieuwer-Amstel. Lange pachttermijn en onderhandsche overeenkomsten worden gevraagd door de Cocksdorp, Weste, Schoorl, Medemblik. Weste vraagt schadeloosstelling voor verbetering van land en gebouwen bij ontbinding; evenzoo Castricum. Graftdijk vraagt verhuring bij opbod en afslag. Wormer wenscht verbod om zonder wettige reden de pacht op te zeggen, verpachting voor een termijn van minstens zes jaar met recht voor den pachter om elke twee jaar op te zeggen; openbare verpachting bij afslag met recht van voorkeur voor den opzittenden pachter. Wijde Wormer wenscht ingrijpen van de regeering om koopen pachtprijzen te drukken. Obdam vraagt, dat gemeenten, polders, corporaties niet verplicht worden om publiek te verhuren. Wognum vraagt een pachtwet, drooglegging van de Zuiderzee. Blaricum noemt als eenig middel goede organisatie. Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Zuid=Holland. (Er zijn ingekomen 136 Vragenlijsten, waarvan 9 uit Noordelijk klei- en veengebied, 17 uit Rijnland, 9 uit Bollengebied, 13 uit Westland, 7 uit Delfland, 13 uit Schieland, 5 uit Land van Gouda en Woerden, 3 uit Krimpenerwaard, 14 uit Alblasserwaard, 8 uit Vijfheerenlanden, 6 uit Hoeksche Waard, 3 uit Eiland van Dordrecht, 10 uit Hoeksche Waard, 4 uit Voorne en Putten, 1 uit Rozenburg, 3 uit Goedereede, 11 uit Overflakkee.) Ad Vraag I. Pachtprijzen*) per H.A. voor den oorlog. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnver pachting. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (22 berichten) 45—135; Bollengebied (7 berichten) 70—150; Westland (12 berichten) 70—180; Delfland en Schieland (19 berichten) 50—150; Land van Gouda en Woerden, Alblasserwaard, Krimpenerwaard en Vijfheerenlanden (18 berichten) 45—125; De Eilanden (29 berichten) 50—110. 6. Ingevolge openbare termijnverpachting. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (9 berichten) 75—180; Bollengebied (3 beberichten) 100—200; Westland (4 berichten) 80—130; Delfland en Schieland (8 berichten) 50—150; Land van Gouda enz. (5 berichten) 90—125; Vijfheerenlanden (1 bericht) 90—110; De Eilanden (12 berichten) 70—130; (Overflakkee 70-f beneficiën). 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Rijnland (8 berichten) 45—100; (1 bericht 190— 210);Bollengebied (2 berichten) 90—250; Westland (9 berichten) 100—180; Delfland en Schieland (8 berichten) 50—90; (1 *) Pachtprijzen en verkoopwaarde zijn uitgedrukt in guldens. 84 bericht, Maasland, 100—125); Land van Gouda en Woerden enz. (15 berichten) 70—Ï00; Vijfheerenlanden (7 berichten) 100—200; De Eilanden (24 berichten) 55—120. grasland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (11 berichten) 70—150; Bollengebied (3 berichten) 100—150; Westland (10 berichten) 100—300; Delfland en Schieland (11 berichten) 80— 170; Land van'Gouda en Woerden enz. (16 berichten) 60—150; Vijfheerenlanden (1 bericht) 90—140; De Eilanden (26 berichten) 60—130. tuinland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (13 berichten) 60—700: Bollengebied (5 berichten) 140—560; Westland (11 'berichten) 200—350 ; Delfland en Schieland (12 berichten) 150 —700; Land van Gouda en Woerden enz. (7 berichten) 70— 200; De Eilanden (21 berichten) 90—300. arbeidersperceelen. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (3 berichten) 150—320; Bollengebied (l bericht) 200—350; Westland (3 berichten) 200—280; Schieland (5 berichten) tot 400; Land van Gouda en Woerden enz. (10 berichten) 70—200; Vijfheerenlanden (1 bericht) 70—170; De Eilanden (16 berichten) 70—300. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Rijnland (3 berichten) 90—225; Bollengebied (1 bericht) 225—275; Westland (2 berichten) 100—125; Delfland en Schieland (5 berichten) 50—100; Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (9 berichten) 50—210; De Eilanden (21 berichten) 50—180. grasland. Rijnland (8 berichten) 80—220; Bollengebied (2 berichten) 100—200; Westland (3 berichten) 100—200; Delfland en Schieland (9 berichten)*80—225; Land van Gouda, Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (12 berichten) |60—150; De Eilanden (19 berichten) 60—160. tuinland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (6 berichten) 175—700; Bollengebied (2 berichten) 280—420; Westland (3 berichten) 275—350; Schieland (4 berichten) 350—700; Land van Gouda, Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (5 berichten) 60—250; De Eilanden (9 berichten) 75—300. arbeidersperceelen. Noord, klei- en veengebied (1 bericht) 200; Bollengebied (1 bericht) 280—420; Westland (1 bericht) 85 250; Schieland (2 berichten) tot 400; Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (4 berichten) 140—175; De Eilanden (7 berichten) 80—240. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen, louwland. Rijnland (2 berichten) 150—240; Bollengebied (1 bericht) 225—275; Westland (1 bericht) 300—400; Delfland en Schieland (3 berichten) 50—160; Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (6 berichten) 70—220; De Eilanden (23 berichten) 70 —400. grasland om te weiden. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (2 berichten) 100—180; Bollengebied (2 berichten) 150—200; Westland (2 berichten) 150—200; Delfland en Schieland (4 berichten) 80—250; Land van Gouda (1 bericht) 140—160; Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (9 berichten) 70—130; De Eilanden (20 berichten) 75—300. M^M grasland om te hooien en na te weiden. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (2 berichten) 110—260; Bollengebied (2 berichten) 150—225; Westland (6 berichten) 160—300; Delflanden Schieland (3 berichten) 180—275; Land van Gouda (1 bericht) 130—150; Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (8 berichten) 70—160; De Eilanden (16 berichten) 75—300. tuinland. Rijnland (1 bericht) 210—290; Bollengebied (2 berichten) 280—420; Westland (6 berichten) 350—700; Schieland (2 berichten) 350—700; Land van Gouda (1 bericht) 175—225; Vijfheerenlanden (1 bericht) 70—80; Hoeksche Waard (2 berichten) tot 240; Voorne en Putten, Overflakkee (5 berichten) 150—400. arbeidersperceelen. Rijnland (2 berichten) 160—210; Bollengebied (2 berichten) 200—420; Westland (4 berichten) 140; Schieland (2 berichten) tot 300; IJsselmonde (1 bericht) 250—300; Hoeksche Waard (1 bericht) tot 240; Voorne en Putten (1 bericht) 150—180; Overflakkee (3 berichten) 200—300. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. Rijnland (1 bericht) 210—250; Bollengebied (2 berichten) 225—300; Westland geen opgave; Delfland (1 bericht) ' 160; Schieland (1 bericht) 50—90; Vijfheerenlanden (2 berichten) 70—105; IJsselmonde (2 berichten) 175—250; Hoeksche Waard (2 berichten) 200—300; de overige (3 berichten) 200—400. grasland om te weiden. Noord, klei- en veengebied (2 berichten) 86 110—200; Rijnland (2 berichten) 150—160; Bollengebied (2 berichten) 100—250; Delfland (1 bericht) 140; Schieland (3 berichten) 80—275; Land van Gouda (1 bericht) 140—200; Alblasserwaard (3 berichten) 80—130; Vijfheerenlanden (7 berichten) 70—160; De Eilanden (16 berichten) 70—350. grasland om te hooien en na te weiden. Noord, klei- en veengebied (2 berichten) 120—225; Rijnland (2 berichten) 160—225; Bollengebied (2 berichten) 100—250; Delfland en Schieland (ieder 1 bericht) 180—275; Land van Gouda (1 bericht) 180—225; Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (12 berichten) 65—180; De Eilanden (18 berichten) 75—300. tuinland. Rijnland (1 bericht) 250—300; Bollengebied (2 beberichten) 280—410; Schieland (2 berichten) 350—700; Land van Gouda (1 bericht) 200—240; Vijfheerenlanden (1 bericht) 70—80; Hoeksche Waard (1 bericht) tot 240; Goedereede en Overflakkee (3 berichten) 180—400. arbeidersperceelen. Rijnland (1 bericht) 160—175; Bollengebied (2 berichten) 280—420; Vijfheerenlanden (1 bericht) 160—200; Hoeksche Waard (2 berichten) 240; Overflakkee (2 berichten) 200—350. Ad Vraag II. Verkoopwaarde per H.A. voor den oorlog. a. boerderijen. Noord, klei- en veengebied (5 berichten) 800—2000; Rijnland (13 berichten) 1400—3000; Bollengebied (6 berichten) 2000—3000; Westland (10 berichten) 1700—5000; Delfland (6 berichten) 2000—3000; Schieland (10 berichten) 1100—3200; Land van Gouda en Woerden (5 berichten) 1200— 3000; Krimpenerwaard (2 berichten) 1800—2000; Alblasserwaard (2 berichten) 1300—2500; Vijfheerenlanden (5 berichten) 1000—2500; De Eilanden (26 berichten) 1100—2300. 6. bouwland. Noord, klei- en veengebied (4 berichten) 800—2000; Rijnland (8 berichten) 1200—3000; Bollengebied (2 berichten) 2000—3000; Westland (11 berichten) 1500—3500; Delfland (5 berichten) 1800—2600; Schieland (4 berichten) 1000—2000; Land van Gouda en Krimpenerwaard (2 berichten) 1500—2200; Vijfheerenlanden (4 berichten) 1200—3000; De Eilanden (31 berichten) 1050—2500. c. grasland. Noord, klei- en veengebied (5 berichten) 1000— 87 * 2500; Rijnland (13 berichten) 1500—4000; Bollengebied (2 berichten) 2000—3000; Westland (11 berichten) 2000—5000; Delfland (4 berichten) 2200—4000; Schieland (6 berichten) 1400—3000; Land van Gouda en Woerden (1 bericht) 2000—3000; Alblasserwaard (5 berichten) 1000—3500; Vijfheerenlanden (5 berichten) 1500—2500; De Eilanden (27 berichten) 800—2500. d. tuinland. Noord, klei- en veengebied (4 berichten) 1800— 7000; Rijnland (8 berichten) 2500—5000; Bollengebied (5 berichten) 3000—10000; enkele gevallen tot 12000; Westland (12 berichten) 2500—10000; Delfland (4 berichtenf 4000—7000; Schieland (12 berichten) 3000—8000; Land van Gouda en Woerden (1 bericht) 3500; Alblasserwaard (5 berichten) 1500— 3500; De Eilanden (15 berichten) 1600—4000. e. arbeidersperceelen. Rijnland (2 berichten) 750—3500; Bollengebied (1 bericht) 3000—3500; Westland (1 bericht) 1800—2000; Schieland (1 bericht) 1000 per woning; Alblasserwaard (3 berichten) 1500—3000; Vijfheerenlanden (1 bericht) 1800—2300; Hoeksche Waard (2 berichten) 2000—3000; Overflakkee (4 berichten) 1400—3000. Ad Vraag III. Men is vrijwel eenstemmig, dat de verhouding tusschen koopprijs en pachtprijs normaal was en, behoudens enkele uitzonderingen, flat men beter pachten dan koopen kon. Een rente tot een maximum van 4% netto schijnt men van in land belegd kapitaal te hebben kunnen maken. Waddingsveen, Bodegraven, den Haag, Oudewater, Alblasserdam, Goedereede: 3)£ tot 4% ; Sliedrecht, Lexmond: voor boerderijen 2% tot 3%; Strijen: 3 tot 3>£%. Ad Vraag IV. Pachtprijzen per H.A. in den laatsten tijd. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (20 berichten) 65—250; Bollengebied (4 berichten) 70—180; Westland (9 berichten) 110—150; Delfland en Schieland (17 berichten) 80—250; Land van Gouda, Krimp. Waard, Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (15 berichten) 60—500; De Eilanden (28 berichten) 70—250. 88 b. Ingevolge openbare termijnverpachting. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (5 berichten) 85—245; Bollengebied (1 bericht) 150—175; Westland (3 berichten) 115-180; Delfland en Schieland (4 berichten) 130—210; Land van Gouda en Woerden enz. (5 berichten) 100—450; De Eilanden (15 berichten) 100—250. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (10 berichten) 85—500; Bollengebied (2 berichten) 280—700; Westland (8 berichten) 120—1000; Delfland en Schieland (9 berichten) 80— 400; Land van Gouda (1 bericht) 300; Alblasserwaard (4 berichten) 200—400; Vijfheerenlanden (2 berichten) 200—250; De Eilanden (32 berichten) 90—800. grasland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (12 berichten) 90—400; Bollengebied (4 berichten) 150—350; Westland (9 berichten) 125—400; Delfland en Schieland (10 berichten) 110—800; Land van Gouda (2 berichten) 150—400; Alblasserwaard (5 berichten) 100—400; Vijfheerenlanden (3 berichten) 100—200; De Eilanden (27 berichten) 70—400. tuinland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (13 berichten) 280—700; Bollengebied (3 berichten) 160—700 (gemest 1400); Westland (9 berichten) 300—750; Delfland (1 bericht) 700—800; Schieland (10 berichten) 100—950; Land van Gouda (2 berichten) 350—400; Alblasserwaard (1 bericht) 200—400; Vijfheerenlanden (1 bericht) 300—350; De Eilanden (16 berichten) 150—500. arbeidersperceelen. Rijnland (2 berichten) 300—600; Bollengebied (3 berichten) 250—650; Westland (1 bericht) 300; Schieland (4 berichten) 100—700; Land van Gouda (2 berichten) 300—500; Vijfheerenlanden (2 berichten) 280—360; De Eilanden (7 berichten) 120—500. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (5 berichten) 100—400; Bollengebied (1 bericht) 280—500; Westland (2 berichten) 120—300; Delfland (2 berichten) 175—600; Alblasserwaard (3 berichten) 200—400; Vijfheerenlanden (2 berichten) 225—350 en hooger; De Eilanden (22 berichten) 80—500. grasland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (7 berichten) 89 115—400; Bollengebied (2 berichten) 180—260; Westland (2 berichten) 125—350; Delfland (2 berichten) 175—300; Schieland (5 berichten) 225—500; Alblasserwaard (4 berichten) 125—400; Vijfheerenlanden (2 berichten) 150—300; De Eilanden (23 berichten) 80—480. tuinland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (5 berichten) 300—1050; Bollengebied (1 bericht) 280—650; Westland (2 berichten) 300—700; Schieland (1 bericht) 800; Land van Gouda (1 bericht) 400; Alblasserwaard (1 bericht) 200—400; De Eilanden (8 berichten) 150—550. arbeidersperceelen. Rijnland (1 bericht) 300—400; Bollengebied (1 bericht) 280—650; Land van Gouda (1 bericht) 500; Overflakkee (2 berichten) 130—250. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (6 berichten) 200—700; Bollengebied (1 bericht) 280—500; Westland (2 berichten) 550—1200; Delfland (4 berichten) 450—1000; Schieland (1 bericht) 80—190; Land van Gouda (1 bericht) 200; Alblasserwaard (1 bericht) 400—800; Vijfheerenlanden (4 berichten) 280—420; De Eilanden (24 berichten) 225—900. grasland om te weiden. Noord, klei-'en veengebied en Rijnland (5 berichten) 200—375; Bollengebied (1 bericht) 200—300; Westland (3 berichten) 200—1400; Delfland (6 berichten) 200—400*, Schieland (2 berichten) 110—500; Land van Gouda (1 bericht) 250; Alblasserwaard (3 berichten) 125—400; Vijf- ' boerenlanden (6 berichten) 130—500; De Eilanden (19 berichten) 80—400. grasland om te hooien en na te weiden. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (4 berichten) 200—450; Bollengebied (2 berichten) 200—400; Westland (6 berichten) 200—1500; Delfland (2 berichten) 300—400; Schieland (2 berichten) 140r-550; Land van Gouda (1 bericht) 300—350; Alblasserwaard (3 berichten) 125—400; Vijfheerenlanden (4 berichten) 100—350; De Eilanden (18 berichten) 120—550. tuinland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (2 berichten) 300—600; Bollengebied (2 berichten) 280—650; Westland (7 berichten) 500—1400; Delfland (1 bericht) 900; Schieland (6 berichten) 600—1800 (ook wel 2000 betaald); Land van Gouda 90 (1 bericht) 350—400; IJsselmonde (1 bericht) 200; Overflakkee 2 berichten) 500—700. arbeidersperceelen. Rijnland (2 berichten) 300—480; Bollengebied (1 bericht) 280—650; Westland (4 berichten) 180; Schieland (1 bericht) 100—110 per R.R.; Land van Gouda (1 bericht) 500; Eiland van Dordrecht (1 bericht) 300—420; Overflakkee (1 bericht) 450—550. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (3 berichten) 200—400; Bollengebied (1 bericht) 280—500; Delfland (1 bericht) 700—1000; Schieland (1 bericht) 400—500; Land van Gouda (1 bericht) 400; Vijfheerenlanden (4 berichten) 300—450; De Eilanden (14 berichten) 240—850. grasland om te weiden. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (5 berichten) 200—360; Bollengebied (1 bericht) 200—300; Westland (1 bericht) 200; Delfland (1 bericht) 300—400; Schieland (3 berichten) 250—600; Alblasserwaard (8 berichten) 125—400; Vijfheerenlanden (6 berichten) 150—450; De Eilanden (17 berichten) 100—500. grasland om te hooien en na te weiden. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (4 berichten) 250—400; Bollengebied (1 bericht) 200—350; Westland (1 bericht) 225; Delfland (1 bericht) 300—400; Schieland (1 bericht) 650; Land van Gouda (2 berichten) 150—350; Alblasserwaard (3 berichten) 170—600; Vijfheerenlanden (4 berichten) 100—600; De Eilanden (18 berichten) 140—600. tuinland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (2 berichten) 300—625; Bollengebied (l bericht) 280—650; Schieland (1 bericht) 1000; Land van Gouda (1 bericht) 400—450; IJsselmonde (1 bericht) 400; Overflakkee (2 berichten) 360—700. arbeidersperceelen. Rijnland (1 bericht) 300—400; Bollengebied (1 bericht) 280—650; Land van Gouda (1 bericht) 500; Vijfheerenlanden (1 bericht) 400; Overflakkee (2 berichten) 400—800. Ad Vraag V. Verkoopwaarde per H.A. in den laatsten tijd. a. boerderijen. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (19 berichten) 2200—4500; BoUengebied (4 berichten) 2500—4000; Westland (10 berichten)'2500—8000; Delfland (6 berichten) 91 -» 3500—4000; Schieland (11 berichten) 1800—6000; Land van Gouda (4 berichten) 3000—4000; Krimpenerwaard (2 berichten) 2500—3000; Alblasserwaard (2 berichten) 1800—3500; Vijfheerenlanden (7 berichten) 2000—4000; De Eilanden (24 berichten) 1700—4250. 6. bouwland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (10 berichten) 2100- 4500; Bollengebied (2 berichten) 2500—4000; Westland (9 berichten) 2150—7000; Delfland (4 berichten) 3000—5000; Schieland (2 berichten) 2600—3000; Land van Gouda (3 berichten) 2800—5000; Alblasserwaard (4 berichten) 2200—4500; Vijfheerenlanden (5 berichten) 2000—4000; De Eilanden (29 berichten) 2000—5000. c. grasland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (14 berichten) 2200—4500; Bollengebied (3 berichten) 2500—4500; Westland (11 berichten) 2700—12000; Delfland (6 berichten) 4000—5000; Schieland (7 berichten) 2000—5000; Land van Gouda (2 berichten) 2500—7000; Alblasserwaard (6 berichten) 1500—4000; Vijfheerenlanden (5 berichten) 2500—4000; De Eilanden (25 berichten) 1000—7500. d. tuinland. Noord, klei- en veengebied en Rijnland (13 berichten) 3500—14000; Bollengebied (4 berichten) 3000—8Q00; Westland (12 berichten) 4500—12000; Delfland (7 berichten) 5000—10000; Schieland (13 berichten) 4400—12000; Land van Gouda (3 berichten) 3000—7000; Alblasserwaard (1 bericht) 2500—2700; De Eilanden (13 berichten) 3200—10000. e. arbeidersperceelen. Rijnland (1 bericht) 1500—4000; Bollengebied (1 bericht) 3000—4000; Westland (1 bericht) 3000—4000; Schieland (1 bericht) 2000; Land van Gouda (1 bericht) 3000; Alblasserwaard (1 bericht) 2500—2700; Hoeksche Waard (1 bericht) tot 4500; Overflakkee (4 berichten) 2400—5000. Ad Vraag VI. De stijging betreft alle gronden en alle cultures. Sommigen berichten een bijzonder sterke stijging voor zeer vruchtbare gronden, anderen, dat naar verhouding de minst vruchtbare het meest gestegen zijn. Sliedrecht: stijging betreft meestal gescheurde weide; Alblasserdam: stijging slechts in enkele gevallen. 93 winst en met de schade, wordt in de meeste gevallen bevestigend geantwoord. Sommigen ontkennen evenredigheid met winst en nader beperkend stellen zij, dat tot heden de stijging evenredig is, doch bij gallende conjunctuur de winst aanmerkelijk overtroffen zal worden; anderen noemen de stijging voor bouwland even-, redig, doch voor veehoudersbedrijf te hoog. Omtrent de schade meent men in sommige gevallen, dat de eigenaars voldoende gedekt zijn door de buitengewoon hooge huurprijzen, die voor gescheurd weiland of voor weiland om te scheuren betaald zijn. Als oorzaken der styging noemt men: hooge prijzen der produkten, zoowel van landbouw als veeteelt; de concurrentie; meer vraag dan aanbod; speculatie; O.W.-ers; de gemakkelijke gelegenheid, die de z.g. strijkgeldbieder heeft om land, waaraan hy is blijven hangen, te verhuren; omzetting van weiland in tuinland (Zwijndrecht); behoefte aan hooiland wegens gebrek aan krachtvoeder; ruimte van geld onder de boeren, zoodat zij land kunnen koopen. Voorts worden herhaaldelijk genoemd: sterke stijging van polderlasten. Zoo bericht Koudekerk, dat de lage of matige pachten niet veel meer dan toereikend zyn om de polderlasten en het onderhoud te voldoen. Hof van Delft: waterschapsbelasting (Delflandsch sluisgeld), polderbelasting (z.g. molengeld). Stryen: hooge polderlasten, door hooge kolen- en grintprfjzen. ZuidBeierland: oorlogstoestanden, regeeringsmaatregelen ten opzichte der garantieprijzen, heffing van Vermogens- en Verdedigingsbelasting I naar de verkoopwaarde. Ad Vraat VU. In vele gevallen wordt deze vraag ontkennend beantwoord. Sommigen berichten een verkorting van termijn, zoo van zeven op drie jaar, van drie op een jaar. Waddingsveen: de meeste eigenaren laten de lasten voor rekening van den huurder: Den Haag: grondlasten voor rekening van den huurder; Strijen: buitengewone polderlasten voor rekening van den huurder. Soms is de pacht tusschentyds verhoogd onder bedreiging 99 70—200; Walcheren (11 berichten) 75—200; N.-Beveland (5 berichten) 80—120; Z.-Beveland- (21 beriohten) 60—150; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (11 berichten) 45 a 50—110; O. ZeeuwschVlaanderen (24 berichten) 50—130—135. grasland. Schouwen-Duiveland (8 berichten) 40—100; (Dreischor 200—300; rond Zieriikzee 70—150); Tholen (6 berichten) 60—125, 150; Walcheren (9 berichten) 70—150; (Middelburg 75—200); Z.-Beveland (18 berichten) 40—125, 150; W. ZeeuwschVlaanderen (10 berichten) 45—100; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (12 berichten) 25, 35—75, 80, 90. tuinland. Schouwen 100; (Z. Zee 180—400); Tholen (6 berichten) 125—800; Walcheren. (3 berichten) 100—300; Z.-Beveland (7 berichten) 40—225; (Kruiningen 500); W. Zeeuwsch-Vlaanderen (6 berichten) 70—170; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (6 berichten) 100—200, 225. arbeidersperceelen. Sclumwen-Duiveland (4 berichten) 100— 220; (Dreisohor 750—800, vlas): Tholen (3 berichten) 100—200; Walcheren (9 berichten) 100—300; N.-Beveland (3 berichten) 100—150; Z.-Beveland (14 berichten) 50, 90—150, 200; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (.8 berichten) 60, 80—120, 180; O. ZeeuwschVlaanderen (14 berichten) 70—100—135—150. 6. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Schouwen-Duiveland (8 berichten) 60—175; (Dreisohor 250—375); Tholen (4 beriohten) 100—250; Walcheren (9 beriohten) 75—250; N.-Beveland (4 berichten) 80—150; Z.-Beveland (10 berichten) 65—70—150—200; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (5 berichten) 65—220; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (13 berichten) 65—150. grasland. Schouwen-Duiveland (9 beriohten) 50—120; (Dreischor 240^350); Tholen (4 berichten) 75—150; Walcheren (6 berichten) 90—250; N.-Beveland (2 berichten) 80—100; Z.-Beveland (6 berichten) 65—160; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (3 berich4eu 1 75—120; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (6 beriohten) 60—110. tuinland. Schouwen-Duiveland (2 berichten) 120—250; Walcheren (3 berichten) 100—300; (Middelburg 150—500); Z.-Beveland (5 berichten) 70—160; W. ZeeuwsChUVlaanderen (3 berichten) 80—170; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 berichten) 180—220. 100 arbeidersperceelen. Schouwen-Duiveland (5 berichten) 100— 250; Tholen (2 berichten) 100—200; Walcheren (7 berichten) 100^-200—300; N.-Beveland (4 berichten) 144—225; Z.-Beveland (14 berichten) 70, 125—200; 240—300; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (4 berichten) 90—150; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 berichten) 80—100. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Schouwen-Duiveland (4 berichten) 250—360; Tholen (4 berichten) 150—500; Walcheren (3 berichten) 100—400; N.Beveland (3, berichten) 275—400; Z.-Beveland (17 berichten) 100—400; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (6 'beriohten) 150—300; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (19 berichten) 85, 170—450. grasland om te weiden. Schouwen-Duiveland (3 berichten) 60—250; Tholen (3 berichten) 175; Walcheren (3 berichten) 100—400; Z.-BeTeland (.11 berichten) 100—200—220; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (7 berichten) 60—250; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (7 berichten) 100—140. grasland om te hooien en na te weiden. Schouwen-Duiveland (2 beriohten) 170—200; Tholen (3 beriohten) 175; Walcheren (3 berichten) 100—400; N.-Beveland (1 bericht) 180; Z.-Beveland (.9 berichten) 100—200; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (3 berichten) 80—220; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (4 berichten) 100—130. tuinland. Schouwen-Duiveland (2 berichten) 225—450; Tholen (3 beriohten) 750—800; Walcheren (3 berichten') 100—600; Z.Beveland (4 berichten) 100—300; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (3 berichten) 90—225; O. Zeeuwsch-Vlaianderen (2 beriohten) 200—400. arbeidersperceelen. Schouwen-Duiveland (1 berioht) 200—240; Walcheren (4 berichten) 100—375; N.-Beveland (2 berichten) 144—400; Z.-Beveland (10 berichten) 120—300; W. ZeeuwschVlaandteren (5 berichten) 60, 100—225; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (9 berichten') 90—200. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen. (Deze rubriek is zeer weinig beantwoord.) bouwland. Scbouwen-DuSveland Cl bericht) 250—350; Tholen (1 berioht) 200; Walcheren (2 berichten) 100—400; Z.-Beveland 101 (4 beriohten) 120—250; W. Zeeuwsch-'Viaanderen (2 beriohten) 70—200; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (4 berichten) 160—250. grasland om te weiden. Tholen (1 bericht) 150; Walcheren (2 berichten) 100—400; Z.-Beveland (4 berichten) 100—250; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 berichten) 90—230; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 berichten) 100—200. grasland om te hooien en na te weiden. Tholen (1 berioht) 150; Walcheren C2 berichten) 100—400; Z.-Beveland (4 berichten) 100—250; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 berichten) 90—230; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (2 berichten) tot 100. tuinland. Tholen (1 'bericht) 170—225; Walcheren (2 berichten) 200—750; Z.-Beveland (4 berichten) 100—250; W. ZeeuwschVlaanderen (1 bericht) 100—120; 0. Zeenwsoh-VJaanderen (1 bericht) 270—300. arbeidersperceelen. Tholen (1 bericht) 100—150; Walcheren (2 beriohten) 125—400; Z.-Beveland (4 berichten) 130—250; W. Zeeuwsen-Vlaanderen (2 berichten) 80—140. Ad Vraag II. Verkoopwaarde per H.A. voor den oorlog. o. boerderijen. Schouwen-Duiveland (6 beriohten) 1600—3000; Tholen (7 berichten) 1600—2500; Walcheren (10 berichten) 800— 2800; N.-Beveland (3 berichten) 1100—1700; Z.-Beveland (18 beriohten) 1000—2500; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (11 berichten) 900—2500; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (22 beriohten) 1100—2700; (zand 900; Grauw ± 600). b. bouwland. Schouwen-Duiveland1 (9 berichten) 1600—3000; St. Filipsland 2000—2250; Tholen (7 'berichten) 1500—3500; Walcheren (11 berichten) 1000—2500; N.-Beveland (4 berichten) 800—2000; Z.-Beveland (19 berichten) 1200—3500; W. ZeeuwschVlaanderen (11 berichten) 900—2500; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (25 berichten) 1200, 1600—2700. c. grasland. Schouwen-Duiveland (8 berichten) 1400—3000; Tholen (7 berichten) 1500—2500; Walcheren (9 berichten) 1000, 1600—2500; N.-Beveland (2 berichten) 1200—1500; Z.-Beveland (18 berichten) 1500—3500; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (9 berichten) 1500, 1800—2500; 0. Zeeuwsch-Vlaanderen (15 berichten) 1400—2500. d. tuinland. Schouwen-Duiveland (2 beriohten) 3000—5600; 102 Thoien (.4 berichten) 2500—4500; Waileheren (3 berichten) 2000—2500—4000; N.-Beveland: (2 berichten) 1500—2400; Z.Beveland (3 berichten) 2500—3500; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (5 berichten) 1500—1800—2700; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (6 berichten) 1500, 2000—3000, 4000. e. arbeidersperceelen. Sc&ouwen-I^ C4 berichten) 1500—3200; Tholen (3 berichten) 2500—3000; Walcheren (5 beriohten) 1500—3000; N.-Beveland (2 berichten) 1200—1500; Z.Beveland (10 berichten) 2000—3500; W. Zeeuwsch-Vlaanderen (4 berichten) 1500, 1700—2500; O. Zeeuwsch-Vlaanderen (3 berichten) 1500—2600. Ad Vraag III. In 't algemeen wordt deze vraag bevestigend beantwoord. Er is echter een aanmerkelijk verschil, wanneer opgave van het gemaakte percentage gedaan wordt. Zoo bericht SchouwenDuiveland, dat de pachtprijs was 41/, tot 5 % van de koopsom, benevens polderlasten en onderhoud gebouwen. Tholen bericht, dat gewoonlijk het percentage van het in land belegd kapitaal geringer was dan dat belegd in roerend goed en fondsen. NoordBeveland meent, dat de eigenaars te hooge pacht maakten, om zich voor eventueele prijsdaling der gronden te dekken. ZuidBeveland meent, dat behoorlijke rente gemaakt werd door de grondeigenaars, hoewel bij boerderijen soms wat laag. Ook meldt een bwichtgever.i dat de pachtprijs te laag was in verhouding tot den koopprijs, zoodat, wanneer de landbouwer zijn hofstede kocht, hij aanmerkelijk zwaardere lasten had dan bij normale pacht. Ih Zeeuwsch-Vlaanderen spreekt men ook wel van een normale verhouding, doch bij opgave van percenten blijkt de pacht daar aanmerkeUjk lager dan in het overig deel van Zeeland; men bericht, dat daar hoogstens 3, 31/, tot 4 % van de koopsom gemaakt werd.Verschillende berichtgevers verklaren dan ook, dat de pacht te laag was; dat de pachter, die koopt, aanmerkelijk meer moet betalen. Uit Hulst bericht men, dat de buitenlandsche eigenaren niet op de hoogte waren van de stijging der verkoopwaarde en sommige pachten sinds 1870 onveranderd waren gebleven. Dit alles geldt dan voornamelijk voor boerderijen. Uit Walcheren bericht men, dat de arbeiders- 114 grasland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (16 berichten) 50-150; Biesbosch (1 bericht) 50-60; Land van Heusden en Altena (10 berichten) 50-120; (Herpt tot 160); Maaskant (7 berichten) 80—100; Westelijke Zandgronden (8 berichten) 40-90; Langstraat (3 berichten) 50-120; Kempen (3 berichten) 75-140; (Luiksgestel 25); Meijerij (15 berichten) 30-60; (Hapert 120, Diessen 16); Land van Ravenstein (3 berichten) 50-90; Land van Cuyk (3 berichten) 85-100; (Maashees 24); Oostelijk NoordBrabant (4 berichten) 20-80. tuinland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (7 berichten) 90-150; (Dinteloord 400); Land van Heusden en Altena (1 bericht) tot 200; Westelijke Zandgronden (4 berichten) 100-120; Meijerij (6 berichten) 30-60. arbeidersperceelen. Noord-Westelijk Noord-Brabant (7 berichten) 50—200; Land van Heusden en Altena (6 berichten) 60—150; Maaskant (5 berichten) 90-120; Westelijke Zandgronden (1 bericht) 90; Langstraat (2 berichten) 85-140; Meijerij (9 berichten) 30—80; Land van Ravenstein (2 berichten) 60—150; Land van Cuyk (3 berichten) 60—150. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (13 berichten) 75— 375; Land van Heusden en Altena (7 berichten) 100—400; (Genderen 80); Maaskant (4 berichten) 40—120; Westelijke Zandgronden (3 berichten) 60—90; Langstraat (1 bericht) 80; Kempen (1 bericht) 18; Meijerij (11 berichten) 30-80; Land van Cuyk (1 bericht) 50-70. grasland om te weiden. Noord-Westelijk Noord-Brabant (13 berichten) 70-170; Biesbosch (1 bericht) 80-100; Land van Heusden en Altena (10 berichten) 50-150; Maaskant (6 berichten) 50—180; Westelijke Zandgronden (10 berichten) 50—150; Langstraat(3berichten)80-120; Kempen (1 bericht) 25; Meijerij (11 berichten) 45—120; Land van Ravenstein (1 bericht) 70—85; Land van Cuyk (5 berichten) 40—90; Oostelijk Noord-Brabant (4 berichten) 30-150. grasland om te hooien en na te weiden. Noord-Westelijk NoordBrabant (13 berichten) 100-250; Biesbosch (1 bericht) 80-100; Land van Heusden en Altena (7 berichten) 75—225; Maaskant (5 berichten) 50-180; Westelijke Zandgronden (11 berichten) 115 60-250; Langstraat (3 berichten) 40-80-120; Kempen (1 bericht) 25; Meijerij (7 berichten) 45-80; (Helvoirt 150-250)Land van Ravenstein (l bericht) 125-150; Land van Cuyk (6 berichten) 60-170; Oostelijk Noord-Brabant (5 berichten) 40-130 tuinland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (2 berichten) 120-170Langstraat (1 bericht) 150; Meijerij (4 berichten) 40-65 arbeidersperceelen. Noord-Westelijk Noord-Brabant (3 berichten) 70 120-350; Land van Heusden en Altena (4 berichten) 75-200; Maaskant (1 bericht) 50; Langstraat (1 bericht) 115Meijerij (5 berichten) 40—70. d. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen bouwland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (8 berichten) 80-250(Steenbergen 375); Land van Heusden en Altena (3 berichten) 80-180; Maaskant (3 berichten) 40-120; Langstraat (1 bericht) 85; Kempen (1 bericht) 18; Meijerij (5 berichten) 30-80. grasland om te weiden. Noord-Westelijk Noord-Brabant (15 berichten) 75-180; Biesbosch (1 bericht) 60-70; Land van Heusden en Altena (11 berichten) 50-200; Maaskant (7 berichten) 50-180; Westelijke Zandgronden (6 berichten) 60-200Langstraat (3 berichten) 60-115; Kempen (1 bericht) 25Meijerij (8 berichten) 45-125; (Cromvoirt 25-30); Land van Ravenstein (2 berichten) 70-100; Land van Cuyk (4 berichten) 40-150; Oostehjk Noord-Brabant (3 berichten) 30—100. grasland om te hooien èn na te weiden. Noord-Westelijk NoordBrabant (15 berichten) 100-260; (Klundert tot 300); Biesbosch (1 bericht) 80-100; Land van Heusden en Altena (10 berichten) 70-225; Maaskant (7 berichten) 50-180; Westelijke Zandgronden (11 berichten) 60-300; Langstraat (3 berichten) 130160; (Vlijmen 60-80); Kempen (1 bericht) 25; Meijerij (8 berichten) 40-120; (Helvoirt 150-250, Cromvoirt 25-30); Land van Ravenstein (2 berichten) 125-150; Land van Cuyk (6 berichten) 60-200; Oostelijk Noord-Brabant (3 berichten) 30-150. tuinland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (2 berichten) 120170; Langstraat (1 bericht) 160; Meijerij (2 berichten) 40-45. arbeidersperceelen. Noord-Westelijk Noord-Brabant (2 berichten) 120—250; Land van Heusden en Altena (2 berichten) 80-110; Maaskant (1 bericht) 50; Langstraat (1 bericht) 120; Meiierii' (1 bericht) 40-45. 116 Ad Vraag II. Verkoopwaarde per H.A. voor den oorlog. a boerderijen. Noord-Westelijk Noord-Brabant (17 berichten) 1000-2500; Biesbosch (1 bericht) 1000—1200; Land van Heusden en Altena (4 berichten) 900-2000; Maaskant (3 berichten) 500—1000; Westelijke Zandgronden (18 berichten) 600—2000; Langstraat (2 berichten) 700-2000-2500; Kempen (5 berichten) 400—1000; Meijerij (45 berichten) 400—1800; (Cromvoirt 150200)- Land van Ravenstein (2 berichten) 1000-1600; Land van'Cuyk (5 berichten) 800-2500; Oostelijk Noord-Brabant (7 berichten) 400—1700. 6 bouwland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (19 berichten) 1200-2500; Land van Heusden en Altena (12 berichten) 800-3500; Maaskant (9 berichten) 500-2000; Westelijke Zandgronden (18 berichten) 400-2000; Langstraat (5 berichten) 1000-2500; Kempen (1 bericht) 400; Meijerij (33 berichten) 250-1800; (Cromvoirt 150-200); Land van Ravenstein (3 berichten) 800-1800; Land van Cuyk (6 berichten) 800-1500; Oostelük Noord-Brabant (7 berichten) 200-1200. e. grasland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (19 berichten) 1400-2800; Land van Heusden en Altena (12 berichten) 8003500; Maaskant (5 berichten) 500-1500; Westelijke Zandgronden (23 berichten) 600-3000; Kempen (2 berichten) 700-1500; Meijerij (9 berichten) 600-2000; Land van Ravenstein (3 berichten) 1000-3000; Land van Cuyk (6 berichten) 1500-3500; Oostehjk Noord-Brabant (7 berichten) 400-3000. d. tuinland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (4 berichten) 1800-2350; Westelijke Zandgronden (9 berichten) 700-3500; (Teteringen 4000-5000); Langstraat (1 bericht) 2800; Meijerij (9 berichten) 600-2000. e arbeidersperceelen. Noord-Westelijk Noord-Brabant (6 berichten) 1200-3300; Maaskant (1 bericht) 2500; Westelijke Zandgronden (3 berichten) 1000-2200; Langstraat (1 bericht) 2100; Meijerij (14 berichten) 600-1500; Land van Cuyk (2 berichten) 1200-1500. Ad Vraag Hl. Het overgroot deel van de antwoorden luidt blootweg bevestigend, of dat de verhouding normaal was, of vrij normaal. 117 Tilburg antwoordt: geen normale verhouding, doch geeft geen nadere explicatie, in welk opzicht de verhouding niet normaal was. Uit Noord-Westelijk Noord-Brabant bericht Fijnaart: pacht gewoonlijk 4 tot 5 % der verkoopwaarde; Klundert: de kooper was tevreden met 4°/0 vrij; Steenbergen: behalve uitzonderingen werd te duur verkocht; Nieuw-Vosmeer: de koopprijs in den regel hooger in verhouding tot den pachtprijs; Roosendaal: de verhouding wel iets in het voordeel van den pachter; Wouw: in den regel pachtprijs lager in verhouding tot den koopprijs. Uit het land van Heusden en Altena bericht Genderen: de verpachter maakt 4°/0 vrij: Andel antwoordt: voor boerderijen normale verhouding, voor bouw- en grasland niet. Uit de Maasstreek bericht Drongelen: het zand gaf geen .hooge rente; Alem bericht: de verhouding was normaal voor boerderijen, bouw- en grasland, voor tuinland en de arbeidersperceelen de pacht te hoog. Van de Westelijke Zandgronden, Baronie van Breda, bericht Zundert: pachtprijs was 3 % van den koopprijs; Ginneken: koopprijs aanmerkelijk hooger dan pachtprijs; Tilburg en Teteringen: verhouding normaal voor boerderijen, bouwland en grasland, voor tuinland en arbeidersperceelen de pacht te hoog. Uit de Oostelijke Zandstreken, Meijerij, Kempen en Peel bericht Veghel (2 berichten): koopprijs hooger in verhouding tot den pachtprijs; Boekei: de verhuurder genoot als zuivere opbrengst zelden meer dan 2% %; Erp: pachtprijzen te laag, pacht, alles vrij, 1XA tot 3% van den koopprijs; Stratum: grootgrooteigenaar had geen 2 % vry ; Eindhoven : koopprijs hooger, niet rentegevend; Geldrop: pachtprijs laag; Helmond: koopprijs iets hooger; Bergeijk: pachtprijs beneden koopprijs; Liempde: de koopprijs, tegen 4 % gerekend, was hooger dan de pachtprijs, onderhoud van gebouwen inbegrepen; Liessel: de koopprijs te hoog, de eigenaar of hij die kocht, zat voor grooter lasten dan de pachter. Uit het Land van Cuyk bericht Cuyk: veel voordeeliger pachter dan eigenaar, de pacht was nauwelijks 2% % van de koopsom. 118 Ad Vraag IV. Pachtprijzen per H.A. in den laatsten tijd. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. Noord-Westelijk Noord-Brabant (23 berichten) 50-200; Biesbosch (1 bericht) 150-235; Land van Heusden en Altena (5 berichten) 85—200; Maaskant (4 berichten) 75-150; Westelijke Zandgronden (15 berichten) 175-200; Langstraat (1 bericht) 35; Kempen (l bericht) 50; Meijerij (44 berichten) 20—96; Land van Ravenstein (2 berichten) 70-120; Land van Cuyk (5 berichten) 58—175; Oostelijk Noord-Brabant (8 berichten) 20—125. h. Ingevolge openbare termijnverpachting. Noord- Westelijk NoordBrabant (6 berichten) 120-280; (Roosendaal 77); Biesbosch 150 —235; Land van Heusden en Altena (5 berichten) 180—240; Maaskant (3 berichten) 80-150; Westelijke Zandgronden (7 berichten) 50-150; Langstraat (1 bericht) 40; Meijerij (11 berichten) 30—70; Land van Ravenstein (2 berichten) 70—120;. Land van Cuyk (1 bericht) 120; Oostelijk Noord-Brabant (1 bericht) 50. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (23 berichten)6jr-300; (Lage Zwaluwe 325); Biesbosch 200—235; Land van Héusden en Altena (11 berichten) 60-250; (Andel 300-500); Maaskant (6 berichten) 50—250; Westelijke Zandgronden (15 berichten) 55—200; Langstraat (4 berichten) 70—300; Kempen (2 berichten) 30—50—100; Meijerij (32 berichten) 35—130; (Heeze 20, Woensel tot 280); Land van Ravenstein (2 berichten) 80—150—200; Land van Cuyk (6 berichten) 60—150; Oostelijk Noord-Brabant (5 berichten) 45-90. grasland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (17 berichten) 65— 250; (Lage Zwaluwe 250-400); Land van Heusdenjen Altena (10 berichten) 150—350; Maaskant (6 berichten) 75—220; Westelijke Zandgronden (14 berichten) 60-200; (Bavel 300); Langstraat (5 berichten) 100—450; Kempen (1 bericht) 50; Meyery (28 berichten) 36—200; Land van Ravenstein (2 berichten) 90—250-300; Land van Cuyk (6 berichten) 150-350; Oostelijk Noord-Brabant (5 berichten) 120-200; (Deurne 40, St. Antonis 40-60). 119 tuinland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (5 berichten) 90-250; Westelijke Zandgronden (10 berichten) 80-300; Langstraat (2 berichten) 150-245; Meijerij (10 berichten) 50-150. arbeidersperceelen. Noord-Westelijk Noord-Brabant (7 berichten) 120-250; (Roosendaal 93, Dinteloord 360); Land van Heusden en Altena (3 berichten) 100-300; Maaskant (2 berichten) 80-200; Westelijke Zandgronden (3 berichten) 90-175; Langstraat (2 berichten) 100-2Ó0-225; Meijerij (11 berichten) 50-120; Land van Ravenstein (1 bericht) 70; Land van Cuyk (1 bericht) 85. 6. Ingevolge openbare terrnijnverpachting. bouwland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (19 berichten) 120-400; Biesbosch 200-235; Land van Heusden en Altena (11 berichten) 150-500; Maaskant (6 berichten) 100-250; Westelijke Zandgronden (9 berichten) 60-180; Langstraat (4 berichten) 175-350; (Raamsdonkveer 600); Kempen (1 bericht) 30; Meherij (12 berichten) 20-300; Land van Ravenstein (1 bericht) 70; Land van Cuyk (1 bericht) 85. grasland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (17 berichten) 120—500; Land van Heusden en Altena (8 berichten) 200—400; Maaskant (4 berichten) 200-250; Westelijke Zandgronden (8 berichten) 60-200; Langstraat (3 berichten) 200-450; Kempen (1 bericht) 50; Meijerij (8 berichten) 22-100; Land van Ravenstein (2 berichten) 90 -250-300; Land van Cuyk (5 berichten) 90-400; (Maashees 600); Oostelijk Noord-Brabant (4 berichten) 130—220; (St. Anthonis 40-50). tuinland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (3 berichten) 90—100—240—600; Westelijke Zandgronden (6 berichten) 80—185; Langstraat (1 bericht) 175-245; Meijerij (4 berichten) 36—60. arbeidersperceelen. Noord-Westelijk Noord-Brabant (5 berichten) 200-450; (Oudenbosch 140-160); Land van Heusden en Altena (4 berichten) 300-600; Maaskant (2 berichten) 200-225; Westelijke Zandgronden (1 bericht) 120-140; Langstraat (1 bericht) 200-250; de Meijerij (3 berichten) 50-600; Land van Ravenstein (2 berichten) 70-150; Land van Cuyk (2 berichten) 85-220. c. Ingevolge openbare verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. Noord-Westelijk Noord-Brabant (13 berichten) 300—750; Land van Heusden en Altena (9 berichten) 200^-900; Overzicht van de Vragenlijsten uit de Provincie Limburg. (Et zijn 57 Vragenlijsten ingezonden, waarvan 21 uit ZuidIimburg, 19 uit Midden-Iirnburg, 17 uit Noord-Limburg). Ad Vraag I. Pachtprijzen*) per H.A. voor den oorlog. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnver pachting. Zuid-Limburg (15 berichten) 45—100; Midden-Limburg (15 berichten) 20, 30—60, 70; (40—100 Hom); Noord-Iimburg (12,berichten) 20—50; (150 Mook). b. Ingevolge openbaredermijnverpachting. Ongeveer 10—20 % hooger dan onder a (slrcbts door 13 Vragenlijsten beantwoord). 2. Losse landerijen. o. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Zuid-Limburg (18 berichten) 50—90; Midden-Limburg (16 berichten) 25, 30—90, 100; Noord-Limburg (12 berichten) 20—100. grasland. Zuid-Limburg (.16 berichten) 45—150; Midden-Iimburg (12 beriohten) 30, 50—150; Noord-Iimburg (9 berichten) 30, 50—150. tuinland. Zuid-Limburg (7 berichten) 50, 100—220; MiddenLimburg (4 berichten) 60—140; Noord-Limburg (.7 berichten) 30—120. arbeidersperceelen. Zuid-Limburg (2 berichten) 60—72; MiddenLimburg (2 berichten) 120—135; Noord-Limburg (3 berichten) 40, 50, 180. b. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Zuid-Limburg (14 berichten) 50—120; Midden-Lim- *) Pachtprijzen en verkoopwaarde zijn uitgedrukt in guldens. 133 burg (.7 beriohten) 20—120; Noord-Limburg (8 berichten) 25—100. grasland. Zuid-Limburg (14 .beriohten) 45—180; Midden-Limburg (6 berichten) 24—140; NoordLLimburg (8 berichten) 30—150. tuinland. Zuid-Limburg (3 berichten) 140, 180, 220, 75 -f- V2 opbrengst fruit; Middenr-Iimburg (.1 bericht) 120—160; NoordLimburg (2 berichten) 30—35, 75—120. arbeidersperceelen. Zuid-Limburg (1 bericht) 60; Middeb-Limburg geen opgave; Noord-Limburg (.3 berichten) 40—50, 120. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Zuid-Limburg (3 berichten) 60—80; Midden-Limburg geen opgave; Noord-Limburg (2 berichten) 25—50. grasland om te weiden. Zuid-Limburg (7 berichten) 70—150Midden^Lirnburg (4 berichten) 50—150; Noord-Limburg (8 bê richten) 25—140. grasland om te hooien en na te weiden. Zuid-Iimburg (5 berichten) 80—250; Midden-Limburg (4 berichten) 80—150; NoordLimburg (4 berichten) 30—150. tuinland. Zuid-Limburg (3 berichten) 140—400; Midden-Limburg geen opgave; Noord-Limburg (4 berichten) 30—150. arbeidersperceelen. Zuid-Limburg (2 berichten) 60—72; Midden-Limburg geen opgave; Noord-Limburg 30. d. Ingevolge, openbare verpachting voor één jaar of seizoen, bouwland. Zuid-Hmburg (3 berichten) 80—90; Midden-Limburg (.1 bericht) 28—90; Noord-Limburg (3 iberichten) 25—60. grasland om te weiden. Zuid-Limburg (.6 berichten) 80—150; Midden-Iimburg (4 berichten) 80—150; Noord-Limburg (6 be^ richten) 30—150. grasland om te hooien en na te weiden. Zuid-Iimburg (4 berichten) 40, 80, 150—300; Mdden-Limburg (6 berichten) 80, 140, 160, 180—250; Noord-Limburg (5 berichten) 60—180. tuinland. Zuid-Limburg (2 berichten) 140—220; Midden-Limburg geen opgave; Noord-Limburg geen opgave. Ad Vraag II. Verkoopwaarde per H.A. voor den oorlog. a. . boerderijen. Zuid-Limburg (10 berichten) 1200—2500; Midden-Limburg (8 berichten) 650—2000; Noord-Limburg (12 berichten) 900—1500. 135 Ad Vraag IV. Pachtprijzen per H.A. in den laatsten tijd. 1. Boerderijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. ZuM-Limburg C13 berichten) 70—300; Midden-Limburg (11 berichten) 50—120; Noord-Limburg (11 berichten) 30—300. &. Ingevolge openbare termijnverpachting. Zxrid-Limburg (5 berichten) 80—200; Midden-Limburg (5 berichten) 60—150; Noord-Limburg (5 'berichten) 60—300. 2. Losse landerijen. a. Ingevolge onderhandsche termijnverpachting. bouwland. Zuid-Limburg (18 beriohten) 60—320; Midden-Limburg (15 beriohten) 45—190; Ncord-Lünburg (11 berichten) 45—150. grasland. Zuid-Limburg (16 berichten) 60—320; Midden-Limburg (12 berichten) 80—300; Noord-Limburg (11 beriohten) 40—350. tuinland. Zuid-Iimburg (4 berichten) 144—320; Midden-Limburg (2 berichten) 100—200; Noord-Limburg (8 berichten) 45—200. arbeidersperceelen. Zuid-Limburg (2 berichten) 65—320; Midden-Limburg (1 berioht) 100—125; Noord-Limburg geen opgave. * 6. Ingevolge openbare termijnverpachting. bouwland. Zuid-Limburg (14 berichten) 70—300; Midden-Limburg (7 berichten) 45—150; Nwrd-Limburg (8 berichten) 40—230. grasland. Zuid-Iimburg (11 berichten) 75—600; Midden-Limburg (6 berichten) 80—180; Noori-Iimburg (7 berichten) 60—350. tuinland. Zuid-Limburg (3 berichten) 160—220, 300 + % opbrengst fruit, 696 één geval; Midden-Limburg (2 berichten) 100—125, 220—300; Noord-Limburg (2 beriohten) 50—200. arbeidersperceelen. Zuid-Limburg (1 bericht) 60—80; MiddenLimburg (1 bericht) 100—125; Noord-Limburg geen opgave. c. Ingevolge onderhandsche verpachting voor één jaar of 'i seizoen. bouwland. Zuid-Limburg (6 berichten) 60—200; Midden-Limburg (3 berichten) 80—100, één bericht van 350; Noord-Limburg <6 berichten) 30—135. grasland om té weiden. Zuid-Iimburg (9 berichten) 80—300, 136 één geval van 200—750; Midden-Limburg (4 berichten) 80—325; Noord-Limburg (,7 beriohten) 40—350, één berioht 600. grasland om te hooien en na te weiden. Zuid-Limburg (4 berichten) 80—300, één bericht 200—750; Midden-Limburg (2 berichten) 200—400; Noord-Limburg (3 berichten) 120—700. tuinland. Zuid-Limburg (1 bericht) 300—500; Midden-Limburg geen bericht; Noord-Limburg (2 berichten) 45—200. arbeidersperceelen. Zuid-Limburg (1 bericht) 60—75; Middenen Noord-Ijmburg geen opgave. d. Ingevolge, openbare verpachting voor één jaar of seizoen. bouwland. Zuid-Limburg (2 berichten) 80—105; Midden-Limburg (.1 bericht) 80—100; Noord-Limburg (4 beriohten) 40—125. grasland om te weiden. Zuid-Limburg (3 berichten) 80—130, één bericht 150—300; Midden-Limburg (2 berichten) 250—300, 80—100; Noord-Limburg (6 berichten) 50—100, 120—750, 300—350. grasland om te hooien en na te weiden. Zuid-Limburg (2 berichten) 80—120, 200—300; Midden-Limburg (.4 berichten) 200—400; Noord-Limburg (4 berichten) 350—500. tuinland. Nooid-Limburg (1 bericht) 50. arbeidersperceelen. Geen opgave. Ad Vraag V. Verkoopwaarde per H.A. in den laatsten tijd. a. boerderijen. ZuM-Limburg (14 beriohten) 1700—3500, ook 4000, ook 5000; Midden-Limburg (6 berichten) 1500—3000, ook 4000; Noord-Limburg (.13 berichten) 1350—3000. b. bouwland. Zuid-Limburg (15 berichten) 750—4000; Midden-Limburg (.16 berichten) 1500—4000; Noord-Limburg (15 berichten) 1600—7000. ' c. grasland. Zuid-Limburg (13 berichten) 2000—7000; MiddenLimburg (7 iberichten) 1800—4000; Noord-Iimburg (13 berichten) 1800—5000; (Venlo 10000). d. tuinland. Zuid-Limburg (.4 berichten) 4000—10000, 15000; Midden-Limburg (1 bericht) 3500—6500; 'Noord-Limburg (8 berichten) 1800—6000. e. arbeidersperceelen. Zuid-Limburg (1 bericht) 1800—2000; Midden-Limburg geen opgave; Noord-Limburg (2 berichten) i750-=-2000. 137 Ad Vraag VI. Behoudens enkele uitzonderingen komen uSt «He deelen der provincie berichten, dat de stijging elke soort grond betreft. Wijnandsrade: alle gronden, doch in de eerste plaats de zeer vruchtbare; Stevensweert berioht: alleen de vruchtbare gronden zijn gestegen; Nederweert bericht: stijging van alle gronden, doch vooral deontginningsgronden; Helden bericht gelijk Wijnandsrade. Daarentegen bericht Venlo, da t de stijging het grootst is bij de minder vruchtbare gronden; Meterik bericht, dat de betere gronden in meerdere mate gestegen zijn; Afferden: dé stijging van vruchtbare gronden is zeer groot, van de schrale minder. Als uitzondering meldt Ottersum een niet noemenswaardige stijging. De stijging betreft elke cultuur. Eysden bericht, dat de stijging alleen fruitverbouw betreft. Roermond meldt speciale stijging voor tuinbouw. Nederweert bericht zeer sterke stijging van jonge graslanden, die door een Maatschappij gescheurd werden voor de teelt van speciale handelsgewassen. Een berichtgever uit Venlo meldt: bijzondere stijging voor tuinland bij gebleken gesdhiktheid voor teelt van speciale handelsgewassen. Blerik meldt meerdere stijging voor bouw- dan voor tuinland. De stijging is algemeen en betreft zoowel nieuw- als wederinhuring. Noorbeek: eenige eigenaren hebben niet opgeslagen. Eijsden: vooral bij publieke verhuringen treden abnormale prijzen op den voorgrond. Venlo: de stijging is algemeen voor tuinland en arbeidersperceelen. Se venum: de stijging is beperkt tot enkele gevallen van wederinhuring. Meterik: bij nieuwverhuring het hoogst. Bergen en Afferden berichten gelijk Meterik. De stijging wordt geacht evenredig te zijn met de winst en de schade; men drukt zich soms gereserveerd uit en verklaart tot heden de stijging evenredig; men is echter voor de toekomst bevreesd. 138 Uit Zuid-Limburg komen echter ettelijke berichten, dat de stijging niet evenredig is met de winst en deze overtreft; zoo Noorbeek, Sint Pieter, Bunde, Meersen, Etenaken, Hulsberg, Heerlen. Noorbeek meldt, dat de stijging beneden de schade blijft, terwijl verschillende berichten zijn ingekomen, dat er geen schade is. Meersen beweert o.a. dat er geen schade is, omdat de huurders geen eisohen kunnen stellen. Midden-Limburg bericht evenredigheid van stijging en winsi. en ontkent söhadte, terwijl vele berichten verklaren, dat er geen of weinig omzetting heeft plaats gehad. Ohé en Laak acht de stijging met de winst, door de groote boeren gemaakt, evenredig, niet voor kleine en keuterboeren. Noord-Limburg heeft meerdere berichten, die melden, dat de stijging de winst overtreft; zoo Helden, Maasbree, Bergen, Afferden. Broekhuizervorst bericht groote schade door scheuren: men heeft veel koolzaad op gescheurd land uitgezaaid en dit staat slecht. Als oorzaken der stijging worden genoemd: hooge prijzen der produkten en van het vee; voorts, dat de vraag naar land het aanbod overtrof; Noorbeek bericht: velen, die vroeger in België en Duitschland werkten, zijn teruggekomen; Eajsden noemt o.a. als oorzaak de publieke verpachtingen; Sint Pieter: speculatie» van eigenaren; Itteren: de verpachter grondt zijn eischen op de abnormale prijzen van de laatste twee jaren. Bunde: eigen exploitatie der groot-grondbezitters en verpachtingen bij inschrijving door zaakwaarnemers; Meersen: Limburg is overbevolkt; mijnenaanleg en woningbouw verslindt landjWijnandsrade: smokkelhandel; Ubach over Worms: depressie geldkoers; Schinnen: frauduleuze handel; Geleen: de Staat koopt te veel grond; Grevenbicht: de boeren hebben geld. Midden-Limburg noemt in verschillende berichten: gebrek aan veevoeder; zoo Ohé en Laak; iedereen wou meer land en meer hooi hebben; het jaarlijks verpacht grasland wordt meerendeels door elders wonende boeren gepacht voor hooi; Maasbracht: gebrek aan veevoeder. Ook Noord-Limburg noemt gebrek aan veevoeder, o.a. Warnsum. Helden bericht: groote vraag naar landerijen1 op korten termijn tengevolge van de goede resultaten der laatste jaren, niet voor langdurige pacht; Warnsum bericht een hevige concurrentie; 139 Afferden: vele groot-grondbezitters beginnen zelf en zeggen den pachters de pacht op. Ad Vraag VII. In het algemeen wordt deze vraag ontlkennenldl beantwoord. Enkele plaatsen berichten verkorting van termijnen: Meersen: voor boerderijen van 6 op 3 jaar; voor bouwland! 3 jaar en korter; grasland 1 jaar en korter; arbeMersperceelen per maand; Sohin op Geul: kortere termijnen; Wijnandsrade: de meeste pachters hebben zich uit vrees voor daling der prijzen opzegging van 3 jaar voorbehouden, zoowel voor boerderijen als voor bouwland; Sehinnen: pachttermijnen ingekort. Daarentegen Braekhuizervorst: de eigenaars verpachten het liefst voor langere termijnen, wat echter weinig gedaan wordt. Andere beriohten: Noorbeek: sommige heeren houden het fruit uit en verkoopen zelf; Eijsden: met de nieuwe Zegelwet nieuwe pachten en contracten en veel veranderingen; Itteren: voor den oorlog ging het pachtrecht bij overlijden van den pachter over op de erfgenamen, in den oorlog werd bij overlijden hoogere pachtprijs als voorwaarde bedongen; Heerlen: er is verpacht onder conditie, dat bij verkoop pachtcontract eindigt; Grevenbicht: geen verandering behalve de opslag;' Roosteren: sinds een jaar werden vele boerderijen verhuurd bij inschrijving; Baarlo: thans meer dan vroeger publieke verpachting; Helden: het komt thans meer voor, vooral bij boerderijen op lange ren termijn, dat pacht bedongen wordt in producten, bijv. per H.A. van de geheele boerderij een bepaald kwantum rogge bijv. 300 K.G. per H.A.; Tegelen: pacht voor onbepaalden termijn met een jaar opzegging bier regel. Ad Vraag VIII. Slechts enkele gevallen van ontbinding worden genoemd; Meersen: een geval bekend, waar de eigenaar f 7000 vroeg om een jaar langer te blijven voor ongeveer 26 H.A. bouw- en weiland, boven de gewone pacht ad. f 65 per H.A. en ook heeft verkregen; Roosteren: den berichtgever persoonlijk overkomen: krachtens een bepaling in het pachtcontract de huur met 6 jaar 143 Zuivelfabrieken en Coöperatieve Inkoopvereenigingen. De organisaties omvatten steeds een grootere of kleinere meerderheid van belanghebbenden. Er is altijd een groep, die zich niet aansluit en aldus zich voordeelen tracht te verwerven. Daarom is een wettelijke regeling beslist noodzakelijk. Ieder eigenaar, die gronden verpachten wil, moet daartoe gebruik maken van een Provinciaal Pachtbureau; van de beslissing van het Provinciaal Bureau moet beroep openstaan op een Landelijk Bureau. In plaats van publieke verhuringen zou een sollicitatiestelsel moeten komen. Het Bureau immers zou den pachtprijs moeten vaststellen. Dit stelsel moet niet alleen voor boerderijen, doch ook voor losse landerijen gelden. Men meent wel, dat de belangen van eigenaar en pachter strijden, doch dit is niet zoo; alleen een pachter, die billijk pacht, kan de noodige zorg aan de boerderij besteden en dit is in het belang van den eigenaar. Dit ziet ook de goede landeigenaar in en daarom is voor hem de wettelijke regeling, hierboven geschetst, geen bezwaar. Het werkt tegen den slechten eigenaar. In een regeling als bij de Huurcommissiewet zie ik geen heil. Mocht men meenen, dat op deze wijze grondeigendom voor den niet-zelf gebruiker geen aantrekkelijk bezit zou worden en er dus veel verkocht zou worden, dan is dit toe te juichen. De pacht moet niet meer dan een matige rente van de koopsom zijn. De vele verkoopingen zullen den prijs dan drukken; er zal meer kleinbedrijf en kleinbezit komen en dat is voor den landbouw uit technisch oogpunt en voor de maatschappelijke samenstelling ten zeerste gewenscht en toe te juichen. Vervolgens verschijnen om 10 uur 's voormiddags voor de Commissie als afgevaardigden van de Pnesche Maatschappij van Landbouw de heeren j. A. Hibma, D. Boeesma, H. Siébenga, A. Kleistba, H. Hylkema, E. Wesbonk; van de Vereeniging van Landbouwers, gevestigd te Leeuwarden, lid-vereeniging van de Vereeniging van Nederlandsche Akkerbouwers de heeren Joh. D. Bieema, B. J. Bieema, P. J. Wassenaae; van de Provinciale Prïesche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland de heeren Y. W. Ttsma, J. Bakkee, Y. P. Veldhuis ; van de Provinciale Afdeeling van den Aarts- 144 diocesanen R.K. Boeren- en Tuindersbond de heeren T. A. Hettinga, J. T. J. Hamer, D. D. van der Werf, G. B. Ellenbroek. Als- eerste vraag stelt de Voorzitter, of in de provincie Friesland in de pachtprijzen een tendens van stijging valt op te merken; aan welke factoren deze stijging is te wijten en of deze stijging een abnormaal karakter draagt. De vertegenwoordigers der Friesche Maatschappij van Landbouw verklaren eenstemmig, dat er in geheel Friesland een onrustbarende stijging der pachtprijzen valt te eonstateeren. Vooral springt deze stijging in het oog bij publieke verhuring en bij verhuring van losse perceelen; o.a. wordt meegedeeld, dat in de omstreken van Winsum omstreeks Dec. 1918—Jan. 1919 een boerenplaats publiek verhuurd werd voor f 295 per H.A., een andere onderhands voor f 157 per H.A., beide voor een termijn van vijf jaren; de laatste was .zelfs van betere qualiteit dan de eerste. Als regel wordt bij publieke verhuring een aanmerkelijk hoogere pachtprijs bedongen dan bij onderhandsche. Wanneer dan ook gebruik wordt gemaakt van de bemiddeling van het Pachtbureau van de Friesche Maatschappij van Landbouw, doen zich talrijke gegadigden voor; als voorbeeld diene, dat verleden jaar door een stichting taxatie van een plaats door het Pachtbureau werd gevraagd; na taxatie boden zich honderd gegadigden aan. Wat de huurprijzen van losse landerijen, bestemd voor hooibouw, zoogenaamde maadlanden, betreft, die publiek verhuurd worden om tweemaal te maaien, daaromtrent wordt een stijging bericht, die alle perken te buiten gaat; dit jaar is het nog dolzinniger dan verleden jaar en steeg de huurprijs tot f 140 per pondemaat; de huurders zijn ontoerekenbaar, men maakt geen berekening, maar biedt slechts tegen elkaar op. De stijging wijt men aan den hoogen prijs der producten (landbouw en zuivel) en de sterke concurrentie van de huurders. Was de exploitatie in 1915, 1916, 1917 en 1918 nog loonend, men vreest, dat dit in 1919 niet meer het geval zal zün; als er eenige daling in de producten komt, acht men, dat de gevolgen allerfataalst zullen zijn. Vooral voor de kleine bedrijven, die op de bovenvermelde 145 zoogenaamde maadlanden zijn aangewezen, ziet men de toekomst donker in. Reeds in 1918 zijn de verderfelijke gevolgen voor het kleinbedrijf gebleken; 15% van de leden der Coöperatieve Zuivelfabriek van Oostwolde konden hun verplichtingen in 1918 niet nakomen; allen houders van kleine bedrijven. En dat in 1918 het klein bedrijf n°g niet meer geleden heeft tengevolge van de hooge huurprijzen der hooilanden, is te danken aan de Regeeringsmaatregelen te dien opzichte. De vertegenwoordigers van de Provinciale Friesche Afdeeling van den Christel ijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland verklaren in te stemmen met de gedane mededeelingen. Men voert alsnog aan, dat rondom Sneek het bedrijf zich nog kan houden tengevolge van het gemakkelijk verkrijgbaar zijn van mest. In de boezemlanden zijn soms de grilligste tegenstellingen; één perceel doet f 70 per pondemaat, één er vlak naast f 120. Een boerenplaats in de nabijheid van Sneek was verhuurd voor f5000; deze plaats is thans los verhuurd voor 1 jaar en doet f 10.000; indertijd in den zoogenaamd goedkoopen tijd bedroeg de koopsom f 25.000. Men meent veilig te kunnen zeggen, dat de sterkste stijging der pachtprijzen in Friesland voorkomt. Ook vestigt men nogmaals de aandacht op het verschil der pachtprijzen bij onderhandsche en publieke verhuring, welk verschil meermalen wel 100 % bedraagt. De vertegenwoordigers van de Provinciale Afdeeling van den Aartsdiocesanen B.-K. Boeren- en Tuindersbond betuigen hun instemming met het bovenvermelde. Men illustreert de stijging der pachtprijzen met het volgende: in de omstreken van Britsum was een boerderij van gemengd bedrijf verhuurd voor f 4000 per jaar; deze zou bij taxatie f 6000 per jaar kunnen opbrengen; thans is die plaats verhuurd voor f 16.000 per jaai gedurende een termijn van 5 jaren. Men waagt veel meer, omdat ipen goede jaren gemaakt heeft. Rij neergaande conjunctuur zal het gevolg zijn, dat de grond verarmt, door mindere bemesting en dat men minder intensief gaat bouwen, door te besparen op de arbeidskosten. Vooral publieke verhuring zal een en ander in de hand werken, omdat men bij de onzekerheid van wederinhuur tegen het einde van den pachttermijn sterk gaat besparen op bemesting en arbeid. 10 146 De vertegenwoordigers van de Vereeniging van Landbouwers spreken als hunne meening uit, dat zeer zeker de huurprijzen gestegen zijn, doch dat de conjunctuur zal beslissen, of in de tóekomst fatale gevolgen daaruit zullen voortkomen; bij opgaande conjunctuur zal het nog gaan. Men ziet.in de publieke verhuring van boerderijen een belang voor den landbouw, daar de energie geprikkeld wordt, doch men wenscht publieke verhuring beperkt te zien tot de gevallen, dat een boerderij vrijkomt, niet bij elke expiratie van een huurtermijn. Het sollicitatiestelsel veroordeelt men, daar het protectie in de hand werkt. Voorts geeft men te kennen, dat men zich slechts over het groot, niet over het kleinbedrijf uitspreekt. Op een nadere vraag van den Voorzitter, of de sterke concurrentie bij de publieke verhuring van de hooilanden niet in zeer belangrijke mate samenhangt met het gebrek aan krachtvoeder gedurende de oorlogsjaren en of men niet meent, dat bij normalen aanvoer van voormeld voeder de concurrentie minder zal worden en de pachtprijzen zullen dalen, wordt van verschillende zijden erkend, dat zeer zeker het gebrek aan krachtvoeder een beteekenende factor in de stijging is geweest. De groote bedrijven, die vroeger niet of slechts in geringe mate gegadigden voor losse hooilanden waren, hebben bijgepacht en ook het kleinbedrijf bad door gemis aan krachtvoeder meer hooi noodig. Er wordt thans wel tweemaal zooveel hooi gebruikt als in normale tijden. Toch wordt niet minder de prijsstijging in de hand gewerkt door de ontwikkeling van het kleinbedrijf en daarmee samenhangend door het wild opbieden by publieke verhuringen. [jOfe Als tweede vraag stelt dè Voorzitter, of er gedurende de oorlogsjaren in Friesland veel verkoop van landerijen heeft plaats gehad; of daarbij voor een belangrijk percentage door de landbouwers zelve gekocht is, en zoo ja, of dientengevolge de economische positie van den landbouwer-bezwaarden eigenaar niet verzwakt is tegenover die van den vroegeren landbouwer-pachter en, voorzoover niet door landbouwers is gekocht, of dan geen karakteristieke verschuiving in het type van den landeigenaar heeft plaats gegrepen, 147 De vertegenwoordigers van de Provinciale Afdeeling van den Aartsdiocesanen R.-K. Boeren- en Tuindersbond verklaren, dat als algemeen verschijnsel door geheel Friesland valt waar te nemen een verkoop van boerderijen in losse perceelen. Doordat er onder de boeren een betrekkelijke ruimte van geld is, kan deze een deel dier perceelen koopen, niet het geheele complex van landerijen; hij doet dit dan ook, zoodat een betrekkelijk belangrijk deel van deze boerderijen-perceelen in handen der boeren gekomen is. De groot-grondeigenaars kochten echter niet. Voorts waren er personen, buiten den landbouw staande, die oorlogswinst gemaakt hadden en die, azend op de strijk- en hooggelden, kochten of de prijzen opjoegen. De nieuwe landeigenaars zijn dus deels landbouwers zelve, deels buiten den boerenstand staande, doch van een eenigszins ander karakter dan de vroegere groot-grondeigenaren. Dit laatste kan voor den landbouw een bedenkelijk verschijnsel worden. De vertegenwoordigers van de Provinciale Friesche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbondin Nederlandserklaren in te stemmen met de verstrekte mededeelingen. Voorts merken zy op, dat verkoop van grond voornamelijk plaats had door hen, die hun grondeigendom gelijkwaardig met een effect beschouwden, niet door hen, die grondeigendom als rustige belegging wenschten. Gewoonlijks waren bij de grondverkoopingen de boeren de hoogste inschrijvers; zij vreezen belegging in effecten en ook prikkelt hen de kans op strijkgelden. Voorts koopen zij, omdat zij tegelijk een bedrijf koopen. Dikwijls komen zij daardoor onder zware hypothecaire schuld te zitten. Het komt voor, dat een boerenplaats van f 120.000 gekocht wordt met f50.000 eigen kapitaal. Een dergelijk bezwaarde eigenaar kan in veel gevaarlijker economische positie komen dan iemand, die duur pacht. Dan wordt nog de aandacht gevestigd op het feit, dat om der wille der strijkgelden personen, totaal buiten het landbouwbedrijf staande, als kruideniers, kleermakers en dergelijke personen, wien het feitelijk niet om geldbelegging te doen was, inschreven en daardoor de koopprijzen opgedreven werden. De vertegenwoordigers van de Vereeniging van Landbouwers bevestigen, dat vele boerenplaatsen in perceelen verkocht zijn 148 en een belangrijk deel der perceelen is gekocht door de boeren, die een betrekkelijke ruimte van geldmiddelen hadden. Voorts wordt nog de aandacht gevestigd op de fatale werking der strijkgelden en aangedrongen op afschaffing daarvan. De vertegenwoordigers der Friesche Maatschappij van Landbouw verklaren in het algemeen in te stemmen met de gedane mededeelingen. Men bevestigt, dat door de boeren, die vroeger pachters tegen matige pacht waren, thans is moeten gekocht geworden tegen hooge prijzen, vaak met een groot deel geleend geld. Ook wordt gewezen op de slechte werking van strijkgeld bij publieke verkoopingen; zij, die liever geen koqper zouden zijn, mijnen het land en trachten de hooge koopprijzen rendabel te maken door publieke verhuringen. Een verkoop van landerijen om der wille van de hooge grondprijzen meent men in Friesland als algemeen verschijnsel niet te kunnen constateeren. Evenmin is opvallend een verkoop van familiegoederen door groot-grondbezitters. Wel acht men, dat tengevolge van de hooge prijzen bij versterf de erfgenamen eerder tot verkoop der onroerende goederen zijn overgegaan dan bij meer normale landprijzen. Voorts acht men, dat de hooge landprijzen drijven in de richting van publieke verhuring. Als derde vraag stelt de Voorzitter, of in Friesland gedurende de oorlogsjaren een wijziging' ïn de termijnen, waarvoor en in de voorwaarden, waaronder verpacht wordt, is ingetreden; of gevallen zijn voorgekomen, waarbij men, gebruik makende van een door den pachter niet nageleefde voorwaarde van het contract, tot tusschentijdsche ontbinding is overgegaan en of openbare instellingen en stichtingen als grondeigenaar bfi verpachting een goed dan wel een slecht voorbeeld geven. De vertegenwoordigers van. de Provinciale Friesche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland deelen als hunne meening mede, dat verandering in de voorwaarden niet is voorkomen, evenmin tusschentijdsche ontbinding op de wijze als bovengenoemd. Ten opzichte van de termijnen wordt medegedeeld, dat in het begin van de oorlogsjaren men zoowel van de zijde van. 157 stijging over het geheel redelijk. De grasverkoopingen gaan hoog. Over misbruiken, als opjaging van huurprijzen door stroomannen, gelijk in de omstreken van den Bosch, kan niet geklaagd worden. Voor de toekomst leveren de verpachtingen van losse landerijen wel gevaar op: er zijn perceelen tegen f400 per H.A. voor een termijn van zeven jaren verhuurd, grasland voor één ;, jaar tegen f 300. Van één perceel wordt een pachtprijs van f 200 per gemet vermeld. De vertegenwoordigers van de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw verklaren over het geheel te kunnen instemmen met de afgelegde verklaringen. Misbruiken, als in het land van Den Bosch, zijn hun niet bekend. De eigenaars laten meer betalen, doch ze hebben ook meerdere uitgaven. Voorts komen pachtverhoogingen gedurende de loopende pachten Voor. Op een nadere vraag omtrent beweerde misbruiken door notarissen wordt medegedeeld, dat deze door de percentages, die zij van de pachtprijzen genieten, belang hebben bij hoöge pachten, dat de klachten betreffen het geheele gebied van de Maas eu niet eerst nu, doch ook reeds voor den oorlog dergelijke misbruiken voorkwamen, terwijl een der afgevaardigden verklaart, dat in het algemeen de klachten over notarissen legio zijn. Als tweede vraag stelt de Voorzitter, of er gedurende de oorlogsjaren in Noord-Brabant veel verkoop van landerijen, heeft plaats gehad; of er veel is gekocht door de pachtersgebruikers; of de bezwaarde eigenaar-gebruiker in slechter conditie is gekomen dan, toen hij pachter was, en of er wijziging is gekomen in het karakter van den landeigenaar. De vertegenwoordigers van de Provinciale Noord~Brabantsfihe Afdeeling van den ChristeUjken Boeren- en Tuindersbond in Nederland verklaren, dat in Westelijk Noord-Brabant veel verkocht is tegen zeer hooge prijzen. Belgische eigenaars verkochten op aanschrijving van notarissen, dezen wezen daarbij op den lagen koers der franken en de hooge grondprij zen. Het land is grootendeels gekomen in handen van de pachters-gebruikers. Men koopt vaak met geleend geld onder hypothecair verband. Momenteel schijnt het te gaan: een geval is bekend, waarbij, gestipuleerd werd, dat aflqspi,n« niet voor verloop van zeven jaren zou plaats hebben; 158 thans kan de hypotheek reeds voor de helft afgelost worden. Voorts gaan vele boerderijen uit elkaar in losse perceelen, welke tegen zeer hooge prijzen verkocht worden tot f3600 en f4000 per H.A. Ook in het Land van Heusden en Altena worden veel losse perceelen verkocht, daarentegen hoort men daar niet in die mate van verkoop van boerderijen. Men heeft dus gekregen vele eigenaars-gebruikers, zij het ook bezwaarde eigenaars en vermindering van eigenaarsverpachters. ' V' ' Daartoe heeft ook medegewerkt, dat het ivoor den landeigenaarverpachter thans geen prettige tijd is, hij moet hooge polderlasten betalen en maakt niet meer dan 3 tot 4% % vrÜ geld. De vertegenwoordigers van de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw verklaren de mededeelingen van de eerstgenoemde organisatie te kunnen bevestigen: er is veel verkocht; in den regel werd gekocht door den gebruiker tegen vrij hooge prijzen. Als de tijd goed blijft, zal het niette veel bezwaar opleveren, daarentegen wel als er daling in de prijzen komt; de losse perceelen zijn over het geheel tegen te hooge prijzen \ gekocht. Gewezen wordt op de stijging der lasten voor de eigenaars en de te lage pachten; tegen polderlasten jvan f30 tot f 40 werd er pacht gemaakt van f 70 tot f 80 alles per H.A. De Vertegenwoordigers van den Noord-Brabantschen ChristeUjken Boerenbond, waaronder begrepen die van de plaatselijke afdeeling 's-Hertogenbosch, verklaren, dat in het Zandgebied van Brabant vele boerderijen zijn verkocht. In vele gevallen werden deze onderhands door de pachters gekocht, vaak tegen zeer hooge prijzen. Immers kocht de boer niet, dan verloor hij zijn bedrijf. De eigenaar, die jarenlang denzelfden pachter op de boerderij had, gevoelde, dat hij niet zonder meer den pachtprijs kon opzetten. Het was daarom voor dezen gemakkelijker de boerderij te verkoopen dan den pachtprijs te verhoogen. Een landeigenaar, die vele bedrijven had, verkocht die aan de opzittende pachters, en verschafte hun kapitaal onder hypothecair verband. De boeren moeten nu aan hun vroegeren eigenaar opbrengen de hypotheekrente, een evengroot bedrag als hun vorige pacht, terwijl zij bovendien in handen van den vroegeren eigenaar gestort hebben het bedragder koopsom boven de hypotheek 159 uit hun eigen middelen en voorts de eigenaarslasten dragen. In het land van Cuyk en Os zijn weinig boerderijen, daarentegen zeer vele losse perceelen tegen buitengewoon hooge prijzen verkocht; uiterwaarden tegen f 5000. per H.A. Koopers zijn meerendeel» boeren en enkelen, die gedurende de oorlogsjaren groote winsten gemaakt hebben. Op den duur zal dit beslist verderfelijk zijn. Vele weilanden zijn overgegaan uit handen van groote landeigenaars in die van groote boeren. Vermeld wordt voorts nog, dat het voorgekomen is, dat boerderijen in de vier oorlogsjaren twee tot drie maal verkocht werden. Men koopt het land voor geldbelegging. Zoo wordt rondom Tilburg veel gekocht door industrieelen: het is een rustige belegging, men heeft daardoor jachtterrein en buiten, verblijf. Daartegen kan een boer niet koopen. Men koopt ook uit speculatie en gaat nu bij de daling verkoopen. Op een nadere vraag wordt nog medegedeeld, dat de pachter, die zijn bedrijf koopt, het boven de hypothecaire gelden noodige meestal uit de in de goede jaren overgespaarde gelden betaalt. Vermeld wordt voorts, dat dit hypothecaire voorschot dikwijls grooter is dan de waarde voor den oorlog en dat de spaarpenningen vaak ontstaan zijn uit bedrijfskapitaal, door inkrimping van den veestapel als varkens, kippen enz. Als derde vraag stelt de Voorzitter, of gedurende de oorlogsjaren wijziging in de pachttermijnen is gekomen. De vertegenwoordigers van de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en de Provinciale Noord-Brabantsche Afdeeling van den ChristeUjken Boeren- en /Tuindersbond in Nederland verklaren, dat, voor zoover hun bekend, geen of geen belangrijke wijziging in de termijnen is ingetreden. Daarentegen verklaren de vertegenwoordigers van den NoordBrabantschen ChristeUjken Boerenbond, dat in sommige streken de termijnen dezelfde zijn als voor den oorlog; in andere streken wordt door notarissen bij de eigenaars op korter huurtermijn aangedrongen om gemakkelijker te kunnen verkoopen. Voorts wordt er op gewezen, dat in vele gevallen de oorspronkelijke huurtermijn van zes jaar met driejaar scheiding door stilzwijgende wederinhuur van jaar tot jaar loopt. Er wordt ge- 160 klaagd over het twijfelachtige der rechtspraak in dezen: men SebfÖft dit ook hieraan toe, dat de rechterlijke macht vele grondeigenaars onder hare leden telt. Als vierde vraag stelt de Voorzitter, of gedurende de oorlogsjaren in bestaande contracten wijziging is gebracht ten opzichte van pachtsom en termijnen en of er gebruik is gemaakt van bepalingen in het contract, wier nakoming rechtens kan gevorderd worden, doch welke feitelijk niet nageleefd werden, 't zij om daardoor tusschentijdsche ontbinding te verkrijgen, 't zij ter verkrijging van •hoogere pachtprijzen. De vertegenwoordigers van den Noord-Brabantschen ChristeUjken Boerenbond verklaren, dat het vaak voorkomt, dat de eigenaar tot het alleruiterste wacht met de pachtvernieuwing. Dan komt hij bij den pachter en staat pachtvernieuwing toe op voorwaarde, dat een hoogere pachtsom betaald wordt en nog b.v. 4 H.A. heide gratis door den pachter ontgonnen wordt. De handelwijze van den verpachter is onwettig, immers er is niet j$dig opgezegd, doch de pachter durft niet te weigeren. Tusschentijdsche verhooging van pacht komt herhaaldelijk voor, zelfs verhooging met terugwerkende kracht. De pachters zijn over het algemeen bevreesd om te klagen; was dit niet zoo, er zouden wel meer gevallen bekend worden. Naast de gevatlen, dat men zich aan de pachttermijnen bij verkoop houdt, zijn er meerdere gevallen van contractbreuk bij mondelinge verhoringen, waar men voor levenslang verhuurd had. Ook kj?mt het voor, dat bij schriftelijke huurcontracten, waar b.v. nog twee of drie jaar pacht loopt, bij verkoop de notaris vermeldt, dat de boerenplaats dadelijk is te betrekken. Men maakt gebruik van allerlei spitsvondige bepalingen van het contract, als het houden van een bepaald aantal stuks vee, het delven van slooten, om bij overtreding tusschentijdsche ontbinding te verkrijgen, De notarissen trachten plaatselijke gebruiken om te zetten en te verbasteren om te kunnen verkoopen. En de pachter moet koopen, wil hij zijn bedrijf behouden. Voorts wordt nog vermeld, dat in sommige streken als om Den Bosch, het onderhoud van-ajooten, hefczetten van heiningen, 161 het blooten van weilanden bij éénjaarlijksche verhuringen, thans voor rekening van den pachter komt. De vertegenwoordigers van de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw verklaren, dat hun in het Westen van Noord-Brabant geen verergering van misbruiken gedurende de oorlogsjaren bekend is, behoudens een zeer enkele uitzondering. Zoo is voorgekomen, dat een pachter enkele dagen na contractueelen datum de pacht betaalde. Van dit verzuim maakte de verpachter gebruik om tusschentijdsche verhooging van pacht te verkrijgen onder bedreiging van ontbinding. Ook is tusschentijdsche verhooging van pacht voorgekomen bij verpachting van kleine perceelen, doch dit was uitzondering. De vertegenwoordigers van de Provinciale Noord-Brabantsche Afdeeling van den ChristeUjken Boeren- en Tuindersbond in Nederland verklaren, dat in Westelijk Noord-Brabant, speciaal in het land van Klundert, slechts bij uitzondering mondeling verhuurd wordt en geen stilzwijgende wederinhuur plaats heeft Misbruiken, als omtrent het Zandgebied medegedeeld, kwamen niet voor. Een geval is bekend, dat tusschentijdsche verhooging van huur plaats had, om naafloop van den zevenjarigen termijn een nieuwen termijn te kunnen verkrijgen. Omtrent het land van Heusden en Altena wordt medegedeeld, dat daar mondelinge huur voorkomt en in enkele gevallen de huurtermijn van vier op twee jaar gebracht werd, terwijl ook voorgekomen is het willekeurig gebruik maken van bepalingen in het pachtcontract om tusschentijdsche ontbinding te verkrijgen. Naar aanleiding eener nadere vraag, of de gesignaleerde misbruiken, zoowel bij oude als bij nieuwe eigenaars voorkomen, wordt medegedeeld, dat de patriarchale pachtverhoudingen bij de erfgenamen der oude eigenaars minder worden. Bij de speculatieve landeigenaars is de verhouding zuiver commercieel. De industrieele eigenaars hebben soms iets patriarchaals in de verhoudingen, doch meestal is deze ook bij hen zuiver commercieel. Dit geldt voor de geheele Zandstreek. Voorts wordt nog opgemerkt, dat in de Zandstreek vroeger de wederinhuur met zes jaar werd verlengd, doch thans de verlenging van jaar tot jaar loopt. Ook wordt nog geklaagd, dat tengevolge van het feit, dat de 11 162 polderbesturen in handen der eigenaars zijn, aan het onderhoud van wegen en wateren te weinig wordt ten koste gelegd. De Voorzitter stelt alsnog de vraag, of er een verschil te constateeren valt tusschen publiekrechtelijke lichamen als verpachter en particulieren als zoodanig. Medegedeeld wordt, dat in het land van Blundert de Staat de groote verpachter is tengevolge van de Domein-goederen. De positie der Domeinpachters is zeer gunstig. Bij publieke verpachtingen van particulier eigendom jagen de pachters elkaar op, béstaan er strijk- en inzetgelden, wordt in de herberg verpacht en verkeeren de gegadigden vaak onder den invloed van sterken drank; de Staat daarentegen verpacht op het gemeentehuis. De Domeinboerderijen gaan onderhands voor lagen pachtprijs, bij het verpachten van bloklanden wordt aan de kleine boeren zelfs concurrentie door de Domeinboeren aangedaan. Tegen dit beweren wordt gesteld, dat het den Domeinboeren verboden is bloklanden te pachten. Daarentegen wordt uit het Land van Heusden en Altena bericht, dat bij de verpachting van hooi- en weilanden aan den Maasmond, Staatseigendom, een jaar crediet wordt verleend aan den pachter en voor elke volgende maand 1 % wordt berekend. Hiervan wordt door kleine pachters misbruik gemaakt, die tengevolge hiervan een crediet boven hunne nnantieele draagkracht genieten, vaak met de verkeerde gevolgen daarvan. Ook komt voor, dat groote perceelen om te weiden onderhands en op langen termijn aan groote boeren worden verpacht, die hun eigen kleine perceelen tegen abnormaal hooge prijzen aan de kleine boeren verpachten. Overigens worden geen klachten over publiekrechtelijke lichamen als verpachters geuit Opgemerkt wordt, dat bij openbare verpachtingen door deze lichamen de gesignaleerde misbruiken van de landopzichters niet voorkomen. Geklaagd wordt over de houding van een administrateur van groote landgoederen in het Zuid-Westelijk deel der provincie en woonachtig in Zeeland, die, misbruik makend van zijne positie, de pachters dwingt van zijne bemiddeling als assuradeur en agent in landbouwwerktuigen gebruik te maken, 163 daarbij persoonlijk voordeel beoogend ten koste der pachters, hoewel hij zelf zeer kapitaalkrachtig is. Als vn'fde vraag stelt de Voorzitter, of men meent, dat de toestanden in Noord-Brabant van dien aard zijn, dat zij een ingrijpen van Overheidswege wettigen; zoo ja, op welke wijze dan dient ingegrepen te worden en of de maatregelen bedoeld worden voor het heden of voor de toekomst. De vertegenwoordigers van den Noord-Brabantschen ChristeUjken Boerenbond verklaren, dat naar hun meening de toestanden van dien aard zijn, dat, zoodra mogelijk, een noodwet in den zin van de Huurcommissiewet moet ingrijpen; er dient oogenblikkelük geholpen te worden, omdat juist in de oorlogsjaren zooveel misbruik van macht tegenover de pachters is gepleegd. Verscheidene boeren zijn reeds arbeiders moeten worden. Er behooren Pachtcommissies ingesteld te worden, bestaande uit eigenaars, pachters en een lid der Staatscommissie of een opzettelijk daartoe in het leven geroepen orgaan, waarop beroep door den zittenden pachter kan geschieden, die recht tot zitten blijft behouden, totdat uitspraak is gedaan. Men vreest wel chicanes, doch bedreiging met hooge boete zou zeker afschrikkend werken. Een ander deel wil verder gaan en eventueel een Pachtcommissie het recht toekennen om ter afsnijding van mogelijke ontduiking der wet bij nieuwhuur ook den persoon van den pachter voor een bepaalde boerderij of bepaald perceel aan te wijzen. Deze noodwet zou oogenblikkelijk moeten ingrijpen en blijven bestaan, totdat een nieuwe wettelijke regeling van het Pachtcontract was tot stand gekomen: de pachter mist tot heden alle bestaanszekerheid en dit neemt meer en meer toe en is in de oorlogsjaren acuut geworden. Voorts wordt gewezen op de onbillijke regeling, dat bij verhuring van losse landerijen, wei- en hooiland, in sommige streken de notaris 10 % onkosten ten laste van den pachter brengt; de pachters durven zich niet te verzetten. In andere streken blijkt men de onkosten te brengen ten laste van den verpachter. Ook werkt zeer nadeelig het langdurige crediet, dat bö dergelijke verpachtingen verleend wordt, waardoor personen met gering 172 men zich angstvallig houdt aan allerlei de cultuur belemmerende en aan banden leggende bepalingen. Voorts is gewenscht vergoeding voor aangebrachte verbeteringen van weg, van drooglegging, van aparte bemesting, die meestal ten laste van den pachter komen. De vertegenwoordiger van den Christelijken Boerenbond in Zeeuwsch- Vlaanderen (W.D.) verklaart, dat geen noodwet noodig wordt geacht voor het heden. Wel is noodzakelijk, dringend noodzakelijk zelfs, vrfie cultuur, opdat een eind kome aan de zeer verouderde contracten in Zeeuwsch-Vlaanderen (W.D.), waarbij verbouw van suikerbieten en verkoop van stroo enz. verboden wordt. De Voorzitter sluit de vergadering. Hierna hoort de Voorzitter alsnog een persoon, die mededeelingen doet, welke om het particuliere karakter niet voor openbaarmaking in aanmerking komen. Kort Verslag van de Enquête te Roermond, in het Sint-Christoffelhuis op 28 Juni 1919, voorm. 10 uur. Aanwezig zijn de heeren Mr. P. A. Diepenhorst, Voorzitter, Mr. E. M. Metebs, lid, benevens de Secretaris der Staatscommissie. De Limburgsche Landbouwbond is vertegenwoordigd door de heeren J. Th. Vebheggen, M. Galiard, H. Puls, J. H. Rijs en M. Tops. Als eerste vraag stelt de Voorzitter, of in Limburg gedurende de oorlogsjaren een sterke stijging der pacht valt waar te nemen; of dit verschijnsel zich meer bjj publieke dan bn onderhandsche verpachting voordoet of omgekeerd; of hierin een verontrustend verschijnsel gezien wordt. Medegedeeld wordt, dat in Limburg publieke verpachting niet overheerschend is. Geconstateerd wordt een sterke stijging van pacht. Zeer sterk is deze stijging bn' landerijen, gekocht uit speculatie speciaal in de omgeving van de mijnen. Koopers zijn particulieren, maatschappijen, sociale instellingen. Men wil rente van de koopsom hebben. Vooral in de laatste tijden is er een zeer sterke opdrijving van pachtprijzen. Een verhooging van pacht is gewettigd door de hoogere opbrengsten van het bedrijf. Doch het wordt thans zoo, dat men gedwongen wordt te hoog te pachten of het bedrijf eraan te geven. Uit de omgeving van Schinnen wordt bericht, dat losse perceelen van 20 Aren publiek verpacht worden tot f200; een pachthoeve onderhands voor drie of zes jaar voor f 160 per H.A.; de vorige pacht was f60. Tot op heden kan men er met de hooge pachten nog wel 174 uit, doch verpachtingen voor langen termijn zijn gevaarlijk. In de omgeving van Stevensweert zijn zeer lange pachten aangegaan, althans langer dan drie of zes jaar. Feitelijk is elke lange pachttermijn voor de boeren thans met de hooge pachtprijzen gevaarlijk. Als tweede vraag stelt de Voorzitter, of tijdens den oorlog in Limburg veel verkoop van landerijen heeft plaats gehad; of een belangrijk percentage gekomen is in handen van landbouwers-gebruikers; of die landbouwers-bezwaarde eigenaars niet in slechter conditie zijn dan voorheen als pachter; of er een wijziging gekomen is in het type van landeigenaar. Medegedeeld wordt, dat in Zuid-Limburg veel speculatie in landerijen plaats heeft met het oog op bouwterrein bij zich sterk uitbreidende plaatsen als Heerlen en dergelijke; ook in streken, waar men vermoedt, dat mijnontginningen zullen komen, wordt drbk gespeculeerd. Voorts werd over geheel Limburg door Belgische eigenaars veel verkocht; zeker wel twee derde van den Belgischen grondeigendom.'die in Limburg nog vrij sterk was, is verkocht en om de hooge prijzen en om den lagen frankenkoers en wegens geldgebrek. Ook het meerendeel der Duitsche landheeren heeft om het koersverschil en ter verkrijging van contanten voor inschrijving op de oorlogsleening hun grondbezit verkocht. Er zijn verpachters, die hun pachters niet willen opzetten en hun grond verkoopen. Een deel van het land is gekomen in handen van de boeren-vroegere pachters, een ander deel in handen van eigenaren, die minder scrupules maken, als winkeliers, grossiers, handelaars en andere personen, die tijdens den oorlog veel geld gemaakt hebben. Vele boeren hebben te duur gekocht, doch menfkocht, omdat men zijn bedrijf wilde behouden. De notarissen hebben de eigenaars, vooral buitenlandsche, tot verkoop aangemoedigd. Sommige notarissen hebben zichzelf als kooper opgeworpen, terwijl enkelen — volgens de publieke opinie — de prijzen bij publieke verpachtingen en verkoopingen opdrijven door zelf te bieden of te doen bieden. Uit de omgeving van Schinnen wordt bericht, dat in enkele gemeenten groote landgoederen zijn verkocht: in 177 men, beginnende met een maximumprijs te stellen voor den pachtprijs, tenslotte ook geen maximumprijs moet stellen voor het product, het hooi. Geantwoord wordt, dat men alleen een crisismaatregel wenscht wegens de grove misbruiken en dan met terugwerkende kracht voor het gedeelte van een pachttermijn, dat nog niet verloopen is. Gewezen wordt op het feit, dat men dan toch een hoog maximum zal moeten stellen, of er zullen vele chicanes voorkomen, gelijk als bij de H uurcommissie wet, bijv. in plaats van een sleutelgeld een hekgeld. Van andere zijde wordt het denkbeeld van maximumprijs verworpen, doch de mogelijkheid, ofschoon niet onvoorwaardelijk, gesteld van taxatie. Limburg is een veeprovincie; de graslanden zijn door gebrek aan krachtvoeder buitengewoon gestegen; ontginningen zijn gescheurd voor verbouw van speculatieve gewassen. Limburg is voorts een provincie met sterk ontwikkelende en ontwikkelde industrie, altemaal omstandigheden, die een dergelijk wettelijk ingrijpen zouden wettigen. Voor maatregelen als de Huurcommissiewet spreekt men zijn vrees uit, doch wel is men van meening, dat er iets moet gebeuren. Als vroeger ingegrepen was, dan had het baat op kunnen leveren; doch thans is het kwaad gesticht en een groot deel der kwade gevolgen voorbij. De misstanden zyn gekomen door de buitengewone winsten op de produkten, cultures voor groentedrogerijen enz., de garantieprijzen, die naar den ruimen kant zijn gegaan. Aan ingrijpende wettelijke maatregelen kleven ook groote schaduwzijden. Waar de pachten niet gedaald zün en er dus maatregelen te overwegen waren tegen te hooge pachten op langen termijn, er voorts gebrek aan grond is, wordt de vraag opgeworpen, of men door aan de eene zijde tevreden te stellen, niet aan de andere zijde zou teleur stellen, de andere zijde namelijk die gaarne een hoogeren pachtprijs zou betalen. Vermeld wordt alsnog, dat in Limburg de Vereeniging „Eigen Erf" bestaat, welke ten doel heeft groote complexen te ont 12 178 ginnen en die gronden aan landbouwers over te dragen. In die richting zou met krachtigen steun der Overheid kunnen gewerkt worden: de boeren houden hun kinderen in hun bedrijf, leiden hen op in hun stand; zij komen op een leeftijd, dat zij zelfstandig worden en vinden geen emplooi en moeten op een leeftijd, dat zij te oud zijn om een nieuw beroep te leeren, noodgedwongen een andere betrekking zoeken. De Voorzitter sluit de vergadering. De Voorzitter hoort alsnog een persoon, die mededeelingen doet, welke om het particuliere karakter niet voor openbaarmaking in aanmerking komen. Kort Verslag van de Enquête te Arnhem/ in Hotel Riche, op 4 Juli 1919, voorm. 10 uur. Aanwezig zfln de heeren: Mr. P. A. Diepenhorst, Voorzitter, S. Koenen, L. E. J. P. Mollerus, leden, benevens de Secretaris der Staatscommissie. Als vertegenwoordigers van den Aartsdiocesanen R. K. Boerenen Tuindersbond zijn verschenen de heeren j. L. Pauwen, j. W. Smit, J. j. Wessels en van de plaatselijke Afd. Arnhem van voormelden Bond W. Bauman ; van de Provinciale Geldersche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland de heeren L. Bekker, j. C. Hijink, D. van Santen ; van de Geldersch-Overijsselsche Maatschappij van Landbouw de heeren G. Boschloo, j. Da les, W. j. Klein Lankhorst. Als eerste vraag stelt de Vooraitter, of in Gelderland gedurende de oorlogsjaren een belangrijke stijging in de pachtprijzen te constateeren valt; of dit verschijnsel zich voordoet bij publieke en (of) onderhandsche huur, bij wederinhuur en (of) nieuwhuur; of dit als een verontrustend verschijnsel moet worden beschouwd, reeds voor het heden of voor de toekomst. De vertegenwoordigers van de Geldersch-Overijsselsche Maatschappij van Landbouw deelen mede, dat in het algemeen in Gelderland, behoudens enkele gedeelten, een zeer sterke stijging der pachtprijzen valt te constateeren. In geheel Gelderland zijn de grasverkoopingen en de verhuringen van grasland dit jaar buitengewoon omhoog gegaan. Ter illustratie dienen de volgende cijfers, door de Afd. Deventer der betrokken organisatie op een circulaire der Maatschappij ingevuld: Boerderij per hTA. : voor den oorlog '13—'14: f 35 tot f 70, na „ „ '18—'19: f 70 tot f 130. 180 Bouwland per H. A.: voor den oorlog '13—'14: f 60 tot f 100, na „ » '18—'19: f 200 tot f 300. Grasland per H. A.: voor den oorlog '13—'14: f 40 tot f 90, na „ „ '18—'19: f 150 tot f 350. Voor het heden kan het bedrijf nog met de hooge pachtprijzen uitkomen, doch voor de toekomst lijkt het gevaarlijk, vooral wanneer de garantieprijzen vallen. Wel is de boven gememoreerde stijging der grasverpachtingen reeds nu voor het rendeeren van het bedrijf te hoog. De stijging komt voor bij publieke en onderhandsche verpachting en bij nieuwhuur en wederinhuur. Voorts valt te constateeren een neiging van publiekrechtelijke lichamen en stichtingen om hunne boerderijen niet meer onderhands doch publiek te verhuren. Dat is .voor den boer zeer nadeelig. De vertegenwoordigers van den Aartsdiocesanen B. K. Boerenen Tuindersbond verklaren in hoofdzaak in te stemmen met de bovenvermelde mededeelingen. De boerderijen zijn in de omgeving van Pannerden weinig in pachtprijs gestegen; voor den oorlog was de pacht daarvan niet te duur, ook thans nog niet. Wel zijn de pachtprijzen der weilanden, — omgeving Bemmel en Milligen, — verhuurd voor een termijn van één jaar, aanmerkelijk gestegen: vóór den oorlog f 150 tot f 200 per H.A., thans tot f 700. Hierin werkt als factor, dat huurders zijn houders van kleinbedrijf met een of twee koeien, die beslist voor hun tuinland veel mest behoeven. Voor boerderijen is de stijging tot heden niet verontrustend, wel voor losse perceelen. Ook uit andere deelen der provincie wordt een stijging der pachten van weiland en losse perceelen bericht van 100 % en meer. Daarentegen van boerderijen, onderhands gepacht, bericht men een veel matiger verhooging. Voorts klaagt men, dat de uiterwaarden door kapitaalkrachtige boeren gepacht worden, die tengevolge van de hooge veeprijzen oorlogswinst gemaakt hebben, wier veestapel van 10 tot 12 stuks op - 40 stuks geklommen is en nu de kleine gebruikers, voor wie men de uiterwaarden bestemd wilde zien, een doodende concurrentie aandoen, 184 Als vierde Vraag stelt de Voorzitter, of de publiekrechtelijke lichamen in Gelderland bij de verpachtingen als verpachters een andere positie innemen, 'tzn in gunstigen, 'tzij in ongunstigen zin, dan de particuliere eigenaars. De vertegenwoordigers der verschillende organisaties verklaren, dat in dezen geen reden tot klacht is ten opzichte van de publiekrechtelijke lichamen, dat eerder het tegendeel valt op te merken. Ook wordt nog vermeld, dat het gewenscht zou znn, indien de stedelijke besturen niet de bevoegdheid hadden om stichtingen en dergelijke instellingen te dwingen de boerderijen publiek te verhuren. Als vflfde vraag stelt de Voorzitter, of, gezien de omstandigheden in Gelderland gedurende de oorlogsjaren, men maatregelen van Overheidswege gewenscht acht ten opzichte van de pachtverhoudingen, reeds nu of voor de toekomst. De «vertegenwoordigers van de Geldersch-Overijsselsche Maatschappij van Landbouw meenen als hun persoonlijke meening en die hunner organisatie te moeten uitspreken, dat zij van een ingrijpen van Overheidswege door wettelijke maatregelen zeer weinig heil verwachten: door de crisisjaren heeft de boer »ijn vrijheid te meer leeren waardeeren en is huiverig geworden van wettelijk ingrijpen. Wel ware gewenscht een beperking van publieke verhuring en het toekennen aan den zittenden pachter van een recht van voorkeur; de noodzakelijkheid van een dergelijk recht is door de crisisjaren op den voorgrond getreden. De vertegenwoordigers van de Provinciale Geldersche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland achten eveneens een ingrijpen van Overheidswege door wettelijke maatregelen, als het instellen van Pachtcommissies in den trant van Huurcommissies, niet gewenscht. Het zou slechts aanleiding geven tot ontduiking. De boer is te conservatief, wenscht geen bemoeiing van anderen in de pachtverhoudingen, wil zijn pachtcontract niet blootleggen. Wel meent men, dat het aanbeveling verdient om vooral de kleine pachters in de gelegenheid te stellen bij een of ander 193 Uit de Noord-Hollandsche bollenstreek wordt bericht, dat de koopprijzen stijgen, — publieke of onderhandsche verhuring van bollenland komt als regel niet voor, — op welke stijging van invloed is het feit, dat minder kapitaalkrachtigen koopen met hypothecair crediet. Abnormaal zijn de prijzen echter tot heden nog niet. Voor de glascultuur is de pachtprijs geen factor van beteekenis. Het misbruik van trekgeld geldt ook hier als in Delfland en Westland. De Vertegenwoordigers van de Provinciale Zuid-Hollandsche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland verklaren, dat de pachtprijzen over het geheel gedurende de oorlogsjaren belangrijk gestegen zijn, doch dat naar verhouding van de prijzen der producten nog niet kan gesproken worden van een abnormale stijging. Verontrustend is de stijging bij publieke verhuring voor één jaar van weideen hooiland, waarbij -prijzen van f 500 tot f 600 voorkomen. Wat tuinland betreft, voor glascultuur maakt de pachtprijs weinig uit, voor de ruwe cultuur is de stijging verontrustend. De vertegenwoordigers van den Bond van Coöperatieve Landboutovereenigingen in Zuid-Holland verklaren, dat in de omstreken van Rotterdam over onderhandsche verpachting van weiland met termijnen van drie, zeven en tien jaar, voornamelijk voor melkveehouders, als regel niet van misbruik kan gesproken worden; er is wel stijging, doch deze is niet abnormaal. Wel valt er te klagen over publieke verhuring, waar, mede door trekgeld, de pacht abnormaal opgejaagd wordt, vooral ten opzichte van hen, die voor hun bedrijf beslist een bepaald perceel moeten hebben. Uit de omstreken van "Gouda wordt bericht, dat de pachtprijzen wel gestegen zijn, doch niet abnormaal; de pachtprijzen moeten stijgen, daar de verpachters ook aanmerkelijk hoogere lasten moeten betalen, zoodat soms na aftrek van lasten slechts 2 % van het kapitaal gemaakt wordt, terwijl daarentegen de opbrengsten van het bedrijf aanmerkelijk gestegen zijn; men hoort dan ook zelden, dat een pachter zijne verplichtingen niet kan nakomen. Als tweede vraag stelt deVoorzitter, of in Noord- en Zuid-Holland gedurende de oorlogsjaren veel verkoop van landerijen heeft 13 194 plaats gehad; of er voor een belangrijk percentage gekocht is door de gebruikers-pachters; of dezen als bezwaarde eigenaars in ongunstiger conditie zijn gekomen dan voorheen als pachters; of er overigens een verandering is gekomen in het type van eigenaar. De vertegenwoordigers van den R.K. Diocesanen Land- en Tuinbouwbond verklaren, dat in Noord-Holland een zeer beduidende verkoop heeft plaats gehad; tientallen H. A. weideland zijn gekocht en in gebruik genomen door z.g. O.W.-groententeelers, kweekers voor ruwe cultuur. In de Schermer is zeer veel verkocht, bijna alles is gekomen aan koopers, die een andere cultuur dreven. De Haarlemmermeer is voor een derde verkocht; ook in de Wijkermeer is zeer veel verkocht. In beide polders is het land meer overgegaan in handen der vroegere pachters. In vele gevallen heeft men geld moeten opnemen. Het is reeds voorgekomen, dat de koopers opnieuw hebben moeten verkoopen, omdat de resultaten van het bedrijf niet van dien aard waren, dat zij hunne verplichtingen konden nakomen. Uit Westland en Delfland bericht men, dat de kweeker, ook de kleine kweeker, tracht zooveel mogelijk eigenaar te zijn of te worden van zijn kweekerij. Fataal is bij de publieke verkoopingen het stelsel van trekgeld; daardoor worden de koopprijzen opgejaagd; de notarissen zorgen ervoor, dat bij de verkoopingen van landerijen personen, die op trekgelden speculeeren, tegenwoordig zün. Ook uit Hazerswoude komt het bericht, dat de koopprijzen buitengewoon opgedreven worden tengevolge van de trekgelden. Er znn menschen, die als het ware een beroep ervan maken om uit de trekgelden winst te slaan. Ook speculeeren zij erop om een speciaal perceel in handen te krijgen, dat noodzakelijk voor een bedrjjf is, bnv. als overweg, waarvoor dan een exorbitante prijs gevraagd wordt, 't Zijn de parasieten van de boeren. Voorts wordt nog opgemerkt, dat de tegenwoordige eigenaars, vroeger pachters, wol voor zwaardere lasten zitten, doch dat zij daartegenover ook meer bedrijfszekerheid genieten. De vertegenwoordigers van den Bond van Coöperatieve Landbouwvereenigingen in Zuid-Holland en Utrecht verklaren, dat er 195 in de omgeving van Rotterdam en Gouda veel verkocht is. Er is daar bij de publieke verkoopingen hetzelfde misbruik als boven gequalificeerd. Men vindt er personen, die op de plukgelden speculeeren, daartoe ten zeerste aangemoedigd door de notarissen, die als 't ware dergelijke lieden uitnoodigen op de verkoopingen te komen. Zij drijven de prijzen op, koopen zelf groote complexen landerijen of boerderijen en verkoopen dan weer de perceelen of de boerderijen aan kleine gebruikers of aan de boeren, fburneeren zelfs, zoo noodig, geld onder hypothecair verband. In de omgeving van Rotter&am werden onlangs drie complexen van landerijen verkocht; deze vielen in handen van plukgelders. Die verkochten hét land weer aan een oorlogswinstmaker en door den laatste wordt het land nu in perceelen aangeboden aan de kleine gebruikers, met de noodige verhooging van den koopprijs. De vertegenwoordigers van .de Provinciale Zuid-Hollandsche Afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond in Nederland verklaren, dat zij instemmen met de geuite bezwaren tegen het geven van plukgelden bij de publieke verkoopingen; de koopprüzen zijn dan ook over het algemeen veel meer opgedreven dan de huurprijzen en zijn tegenover de huurprijzen abnormaal hoog, waardoor ook weer op hun beurt de huurprijzen opgezet worden. Een belangrijke categorie van koopers znn winkeliers en dergelijke, derhalve personen, buiten het boerenbedrijf staande. Een beteekenende wijziging in het type der landheeren is niet ingetreden, behoudens de bovenvermelde en ettelijke O.W.-telers. Omtrent Flakkee wordt medegedeeld, dat gedurende den oorlog zeer veel verkocht is door Belgische eigenaren. Voor den oorlog was het land in hoofdzaak in eigendom bij uitwonende eigenaren. Thans is het in handen van kleine eigenaars-boeren. De Vertegenwoordigers van de Centrale Vereeniging van Hoeksche-Waardsche Landbouiwereenigingen verklaren, dat op de eilanden wel trekgelden, doch geen hooggelden bij publieke verkoopingen gegeven worden. Het trekgeld werkt echter verderfelijk en verhoogt kunstmatig den prijs. Ook op de eilanden is veel verkocht, deels publiek, deels onderhands aan de zittende pachters. In beide gevallen is veel in handen 196 gekomen van de landbouwers-zittende pachters, die kochten om hun bedrijf te behouden. Op een nadere vraag, of in Noord-Holland, wat door de tuinbouwers gekocht werd, niet veelal betaald werd met eigen geld als winst uit de goede jaren, wordt geantwoord, dat het gros der koopers hoogstens een derde of de helft van den koopprijs in eigen tondsen bezat, het restant werd opgenomen in de hoop de bedragen in de toekomst uit de hooge opbrengsten te kunnen aflossen. Voorts wordt gevraagd, of de notarissen bij de publieke verkoopingen met zoogenaamde stroomannen of agenten werken om de koopprüzen op te jagen. Geantwoord wordt, dat men niet kan verklaren, dat er een officieele relatie bestaat tusschen de notarissen en de zoogenaamde pluk- of trekgelders, doch dat men wel weet, dat de notarissen dergelijke personen aanschrijven om op de verkoopingen te komen. Ook is waar te nemen, dat, wanneer dergelijke plukgelders met een perceel blijven zitten, 't welk ze dan gewoonlijk niet met eigen contanten kunnen betalen, de notarissen hen aan de noodige gelden helpen. Zoo kocht onlangs in een zeker dorp een gepensionneerd veldwachter een perceel van ± 8 H.A. voor 30 mille. De man kon dit bedrag natuurlijk niet betalen, hij was geen serieus kooper. Nu trachten de notaris en znn trawanten dien man van zijn koop af te helpen. Als derde vraag stelt de Voorzitter, of gedurende de oorlogsjaren in Holland een verandering in de termijnen, waarvoor verhuurd wordt, is ingetreden, betzij, dat er een neiging bn den verpachter te bespeuren valt, om op langer termijn te ver-3 huren met het oog op de hooge pachtprijzen, hetzij, dat men vooral van de zijde van den pachter zich voor korten termijn wenscht te verbinden. Van de z§de van den R. K. Diocesanen Land- en Tuinbouwbond wordt verklaard, dat men in Westland en Delfland geen langen termijn meer wenscht, noch bn den pachter, noch bn den verpachter. Van den tienjarigen termijn komt men op den vijfjarigen en liefst nog korter, tenzij de pachter beneden den normalen marktprijs kan pachten. Uit Noord-Holland wordt 197 medegedeeld, dat de hooge pachtprijzen medebrengen een huur op zoo kort mogelijken termijn, zoowel bij losse perceelen als • bij boerderijen; termijnen van één en twee jaar zijn daarbij volstrekt geen uitzondering; het geschiedt op verlangen van beide partijen, zoowel van pachter als van verpachter. Opgemerkt wordt voorts, dat ook reeds voor den oorlog in Noord-Holland verpachtingen van een jaar voor boerderijen voorkwamen. Het land loopt van Kerstmis tot Kerstmis, het huis van Mei tot Mei. Opzeggingstermijn is drie maanden. Een der vertegenwoordigers deelt mede, dat hij reeds gedurende vijfentwintig jaar een boerderij huurt bij schriftelijk contract voor niet langer dan een jaar. 't Is op zich zelf een ongezonde toestand. Misbruiken komen voor: men maakt gebruik van een pachter, die om een boerderij verlegen zit en bedingt een hoogen pachtprijs; men zegt op den uitersten termün op. Er komen ook andere huurtermijnen voor, eveneens stilzwijgende wederinhuur. Uit de omgeving van Hazerswoude wordt medegedeeld, dat daar eveneens een neiging tot korteren termün bestaat met het oog op de onzekere toekomst. Men komt van tien- en zevenjarigen termijn op vierjarigen. Het liefst zou men zien een langeren huurtermijn, doch binnen dien termijn, na enkele jaren, herziening van den pachtprijs. De vertegenwoordigers der overige organisaties verklaren in te stemmen met de mededeeling, dat in het algemeen te constateeren valt een neiging om op korteren termijn, dan voorheen gebruikelijk was, te verhuren. Van de eilanden wordt medegedeeld, dat de huurtermijn van losse perceelen bij publieke verhuring gebracht wordt van vier m twee jaar, dat boerderijen in plaats van voor acht jaren, ook voor vier jaren verhuurd worden. Als vierde vraag stelt de Voorzitter, of gedurende de oorlogsjaren in Holland is voorgekomen, dat de verpachter, gebruik makende van verouderde bepalingen van het pachtcontract of do >r willekeurige toepassing van bepalingen, overging tot tusschentijdsche ontbinding van de pacht met het doel hoogeren pachtprijs te bedingen. De vertegenwoordigers der verschillende organisaties ver- BIJLAGE B. Vragenlijst STAATSCOMMISSIE PACHT. Ingesteld bij K. B. van 12 Maart 1919 No. 10. Streek: Grondso ort: *) (kleigrond, leemhoudende zandgrond, zandgrond, veengrond, enz.) Naam en beroep van hem, die de inlichtingen verstrekt: Benevens juist adres: _ Datum: _.. VRAGEN ANTWOORDEN I. Welke pachtprijzen golden in uwe streek in 1913 en 1914, vóór het uitbreken van den oorlog, per Hectare voor: 1° boerderijen: a. ingevolge onderhandsche ternujnverpachting, ö. ingevolge openbare termijnverpachting? 2° losse landerijen: a. ingevolge onderhandsche termijnverpachting, bouwland, grasland, tuinland, arbeidersperceelen ? ft. ingevolge openbare termijnverpachting, bouwland, grasland, tuinland, arbeidersperceelen ? c. ingevolge onderhandsche verpachting voor een jaar of seizoen, bouwland, grasland om te weiden, „ om te hooien en na te weiden, tuinland, arbeidersperceelen ? d. ingevolge openbare verpachting voor een jaar of seizoen, bouwland, grasland om te weiden, „ om te hooien en na te weiden, tuinland, arbeidersperceelen ? *) Is de grondsoort verschillend, dan wordt men verzocht voor iedere soort de pacht- en de koopprijzen op te geven. VRAGEN ANTWOORDEN V. Welke was de verkoopwaarde in den laatsten tijd in uwe streek per Hectare voor: a. boerderijen, b. bouwland, c. grasland, d. tuinland, e. arbeidersperceelen? VI. Indien de pachtprijzen sinds het uitbreken van den oorlog in uwe streek gestegen zijn, betreft dan deze stijging de zeer vruchtbare gronden of ook de minder vruchtbare gronden of ook de schrale gronden? Heeft deze stijging alleen betrekking op land, waarop tuinbouw of teelt van speciale handelsgewassen gedreven werd of wordt, of evenzeer op de overige landerijen? Is deze stijging algemeen of beperkt zij zich tot enkele gevallen en betreft zij zoowel nieuwverhuring als wederinhuring van: a. boerderijen; b. bouwland; c. grasland; d. tuinland; e. arbeidersperceelen ? Is deze stijging evenredig met de meerdere winst, sinds het uitbreken van den oorlog gemaakt? Is zij evenredig met de schade aan de eigenaars door omzetting van wei- in bouwland toegebracht? Zoo niet, overtreft deze stijging die winst of die schade aanmerkelijk? Aan welke oorzaken is de stijging der pachtprijzen toe te schrijven? VII. Is, afgezien van de pachtsom, in uwe streek sinds de oorlogsjaren wijziging gekomen in de termijnen, waarvoor, de wijze, waarop, en de voorwaarden, waaronder verhuurd werden: a. boerderijen; 6. bouwland; e. grasland; d. tuinland; e. arbeidersperceelen? BIJLAGE C. VERGELIJKENDE LIJST VAN PACHTPRIJZEN EN VERKOOPWAARDE