STUT i 3» VERZAMELDE VOLZINNEN VAN EVERT RINSEMA UITGEGEVEN DOOR „DE STIJL" LEIDEN 1920 KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK 2370 5301 VERZAMELDE VOLZINNEN VAN EVERT RINSEMA UITGEGEVEN DOOR „DESTIJL" TE LEIDEN IN 1920 1 komt door zwijgen niets tot stand door spreken blijft niets staande I • I geen mensch bedwingt ooit zijn tong zonder iets te louteren I ' I de mensch is waar als hij lust heeft tot spreken hij is goed als lust zich in zwijgen openbaart 4 zooals gij het kwade doet doe zoo ook het goede ongevraagd de meeste menschen worden alleen als kind in de wieg bewonderd 6 een beginsel zonder ruimte is een beginsel zonder vreugd 7 nederigheid is een deugd die weinig menschen zonder zelfvernedering kunnen begroeten een goed mensch is aan de ontwikkeling der menschheid een denkend leven verschuldigd 9 onbruikbaar wordt de mensch door datgene wat hij niet gebruikt I I het vuur dat in ons is is rustig in wezen onrustig in woorden 11 het verhevene in het geluk is dat wij meester zijn over onze aandoeningen I ^ I sterft de mensch dan verliest hij zijn spraak 13 overdenkt steeds wat ge gezegd hebt en ge zult voortaan met plezier derde man zijn 14 bezit iemand kracht zoo zal hem niets ontbreken heeft hij macht hem ontbreekt alles 15 kleine kinderen en kleine menschen met beide moet men spelen 16 vraag nooit een mensch wat waar is wees bescheiden vraag niet meer dan u ongevraagd ter oore komt 17 er is geen grootere teleurstelling voor den denker dat men hem gelooft [dan 18 wie veel gedacht heeft moet vele schoone oogenblikken gekend hebben waarin hij het leven anders heeft gewild dan denkend I » I in onze wereld waar velen onbruikbaar zijn allen uitgeslapen is gebrek aan bruikbare onnoozelheid 20 zichtbaar begrijpen sommige menschen niet dat men door voortdurend spreken een werkend mensch lastig valt laat staan onzichtbaar 21 de menigte oordeelt niet zij vonnist 22 te midden der menigte ontdekt men zichzelven 23 er zijn weinig ziekten en kwalen die na hare openbaring niet voorspeld zijn door gezonde dat is hun kwaal [menschen 24 brutaliteit heeft veel van heldenmoed heldenmoed niets van brutaliteit 25 als een kleine moeite u in geen moeilijkheden brengt dan zijt ge een goed mensch of een goed rekenmeester 26 het eenige wat ik op een kalm en bedaard mensch tegen heb is hij heeft geen vuur genoeg om gedwongen kalm te zijn 27 spreek nooit geheimzinnig als ge wilt dat het gesprokene geheim blijft 28 wie geen geheim kan bewaren heeft ook niets in zijn leven dat een geheim waard is 29 een volgeling ziet om een opvolger recht voor zich uit 30 woorden en daden zijn niet vereenigbaar 31 het ideaal van de menigte is iets grootsch beleven het ideaal van den enkeling iets grootsch doen 32 't schijnt wel dat we onze vrienden niet kunnen naderen noch voorbijgaan zonder lach 33 het zwijgen van vele menschen duurt gewoonlijk niet langer dan hun leed 34 in aardigheden is niets eigenaardigs in 't eigenaardige niets aardigs 35 niet allen die luidkeels waardeeren kunnen in stilte bewonderen 36 we spreken gaarne over het lot van anderen tot zoover zijn wij met ieders lot begaan 37 redeneerkunst is niet zelden de schaduwzijde van het denken 38 wie zijn kind geen aanpakken leert leert het bevelen 39 belangstelling zij komt van verre 40 alleen in de kracht van ons leven verheft goedheid zich tot deugd 41 als nieuws gaat over veler tong is niemand vrij van laster 42 rondom menschen die te goed zijn heeft een ieder het te kwaad 43 veler instemming met het gesprokene heeft geen andere beteekenis dan op een fatsoenlijke manier zelf het woord te nemen 44 met woorden kan men iemand verslaan niet overtuigen 45 kosteloos onderwijs kost geen leermeester moeite 46 in dienst van den rijke verdient men geen schatten dat is de vloek die op den rijke rust de vloek die door het geven van schatten niet kan worden weggenomen I ? I wanneer ge bij iemand zijt die ge niet kent vraag dan bijtijds hoe laat het is dat wetende zult ge het 'n volgende keer weten ongevraagd 48 't is goed zich voor te bereiden om te werken nog beter is het werkende zich voor te bereiden om in het toekomende iets zonder voorbereiding te doen 49 in winst moet iets begrepen zijn anders is de winst niet zoet 50 er schuilt heldenmoed in liefhebben wie steeds bescheiden is wordt nooit veroveraar 51 ge zijt niet wakker als ge nog geen lust hebt op te staan 52 den bekeerde zeg ik wees geen verkeerde belijden is geen strijden houdt niet alleen uw smarten maar ook uw vreugden geheim ook dat is 'n daad 53 wij moeten de waarde van den tijd kennen zullen de uren die we over hebben voor ons zijn over uren 54 wellicht is er voor menigeen meerdere vreugd gelegen in het erkennen van een vriend naarmate hij hem minder kent 55 gezond verstand is het tweede slachtoffer van den haat 56 wie steeds naar de laagte ziet klimt niet hoog 57 geleerde kennis moeten wij bijhouden wil ze in ons geheugen blijven ware kennis niet aan haar is eeuwige heugenis verbonden 58 het is alleen bij een allemansvriend onder de mendat hij u nadert [schen mogelijk en aankruipt terwijl ge hem trapt 59 huwt de mensch zoo bewandelt hij geen ongebaande wegen 60 zoodra een deugd gemeengoed wordt houdt zij op deugd te zijn 61 door werken leert men willen 62 dé rijke beschouwt zijn handen als heilig doch ik zeg u: niet de hand maar het gebruik uwer handen is heilig 63 er is te veel in ons leven dat onze gedachten bezig houdt te weinig waarvan wij geheel zijn vervuld 64 wie zijn tijd goed wil besteden moet beginnen te beperken [met hem 65 tucht is orde zonder eenheid 66 al wat gewild is is ontstaan door geweld 67 als woorden in de liefde beteekenis krijgen krijgen verliefden veelal woorden 68 wie geest heeft maar geen geluk is gelijk een mensch die een groot huis bewoont maar in 't geheim gebrek lijdt 69 niet door gezond verstand maar door overdrijving wordt de vrees verdreven 70 de liefhebbende mensch wordt in de oogen van den verstandige nooit mondig m 71 wanneer het zwijgen u in gezelschap overkomt zullen de aanwezigen u vragen naar uw gezondheid * 72 er zijn geen tegenstrijdige waarheden wel zijn er tegenstrijdige denkbeelden omtrent dB waarheid I 73 spreek met een zwemmer niet over afkoelen l 74 ik houd niet van geloof het predikt berusting ik heb het leven lief het leven is hard 75 wie acht slaat op achting verliest zijn achting 76 de mensch is van nature hoekig 77 het verlangen onzer ziel leeft der lusten dood 78 haat verlaagt den mensch tot 'n willoos wezen ze verlaagt den mensch tot een werktuig van menschen 79 aan zweet kleeft stof 80 men moet wel een-meester in het zwijgen zijn om dagen te kunnen zwijgen zonder te pauzeeren 81 gelukkig de gever die het gelukt te geven 82 de meeste menschen worden door vrienden begraven 83 omdat ons leven zich vergeestelijkt is ieder mensch ontvankelijk voor geestelijk leven I 84 | als verdeeling van verantwoordelijkheid mogelijk is dan is geen verantwoordelijkheid te groot 85 weinig kennis leidt tot veel ergernis 86 voor den geestelijken mensch bestaat er rust in den strijd geen rust na den strijd 87 de liefde tot den mensch is niet in ons eens zijn ze is in het éénzijn 88 er is niets zoo sterk dan een leger dat zich verdedigt doch in tijd van vrede is er niets zoo zwak het sterke overwint niet want het zwakke is in wezen sterk het sterke is in wezen zwak het sterke is arm aan latente kracht 89 wie va!-n het eene spreekt die zaait verdeeldheid wij kunnen niet van het eene spreken want wie spreekt van het eene daalt af tot het vele en daarom verheugt de ziel zich niet in het geen toch [sproken woord wie het eene verstaat hem dient het vele 90 aan de vreugde ontbreekt het innerlijke aan het innerlijke ontbreekt de vreugde en toch waar de gedachte aan het woord vijandig is daar is ware harmonie 91 Niet het woord dat vloeit is krachtig Maar het woord dat wordt beheerscht het woord geeft dan een indruk alsof het wordt geduld 92 we hebben de snelheid lief we gaan niet gelijk kinderen huppelend door het leven de dans is niet meer in ons we zijn zwaar 93 slechts wie stil en ledig wordt door zijn daad die heeft de daad gedaan 94 ledig zijn ontvankelijk zijn het is niet totnietsbekwaamzijn maar het is bekwaam zijn te ontvangen en dat is zich geven 95 wat niet beheerscht wordt uit zich op de wijze der natuur wat wordt beheerscht en dus wordt ingehouden maar juist daardoor komt tot uiting uit zich uit grond van waarheid 96 is een kunstvoorwerp een kunstwerk we zullen het geestelijk zien is een kunstvoorwerp geen kunstwerk we zullen het van nabij be zien 97 het zien uit vakkundig oogpunt is niet zelden 'n verslapping van het geestelijk zien want er is geen liefde in 't naderen zonder schroom 98 werk met aandacht ^ want waar aandacht ontbreekt daar is niet slechts de schade 'n mindere en minderwaardige productie maar daar is gemis verval van innerlijke rijkdom daar is geen rust geen midden 99 de kunst van te zwijgen is gelegen in het aanhoudend voeden van ons denkvermogi 100 het vee leeft in weelde het gevogelte in armoede de natuur verzadigt den sterke maar zij verwekt grooten ijver in den zwakke daarom den mensch is veel gegeven want de natuur verwekt ijver uit armoed opdat wij werken en genieten de weelde van het z ij n 101 medelijden in de liefde verraadt zwakheid van ziel. 102 het kind begrijpt de gewone dingen door ze te doen zoo is ook zijn begrip van liefde in de manier van doen gelegen n.1. van lief te doen 103 de daad is de verlosser der gedachte* 104 wie het gaat als voor den wind gaat gelijk de wind voorbij groote actie bespoedigt den val matige beweging behoedt voor den val waarlijk er is iets dat zich bespoedigt in wat wij voorspoed noemen 105 wie de waarheid denkt is goed is boven liefde en haat wie de waarheid liefheeft is waar liefde en haat zijn nog in hem laak iemand hij zal zich verdedigen prijs hem hij raakt in verlegenheid hij kan niet waar zijn hij kan niet goed zijn want er is geen mensch goed tenzij in zuivere [evenwichtige] verhouding tot de waarheid 106 in een huishouding waar geen orde is is plaats voor velen men ordent behelpt schikt zich zóó is er orde waar geen orde fs ruimte waar geen ruimte is want er is liefde menschenliefde menschenliefde een afwijking van liefde-voor-een-bestaande-orde een chaos kweekplaats voor hef de en idealisme als in 'n wildernis in natuur er is gezang van vogels 107 de verfijnde met z'n nooden en behoeften is zwak en ziekelijk en daardoor juist in wezen onmenschelijk en grof 108 men wapent zich en maakt zich desnoods sterk daar men van nature niet verstaat zich alleen tot niets te maken 109 voor een groot leger is 'n strenge discipline door haar is er in den aanval [noodzakelijk eenheid voor een klein leger is zij noodlottig voor helden is zij uit den booze daar van nature eenheid en heldenmoed in de zelfverdediging een zijn 110 verbreek den godsvrede zoo gij den vrede liefhebt want met den inwendigen den eeuwigen strijd in staten is de ware gemeenschap gebaad met den uitwendigen den tijdelijken strijd van staten de macht der barbaren 111 de natuurlijke liefde is niet geestelijk noch is zij zinnelijk maar zij is harmonisch in geest en zinnen daarom zal de natuurlijke levenskracht in de roes der bevruchting de ziel niet schaden zij is in de natuurlijke liefde volkomen en rijk aan vruchtbaarheid 112 wees waar en ge zult strijden maar strijdt niet opdat gij waar zoudt s c h ij n e n 113 verstandelijk begrip is begrip zonder bewustzijn van 't begripsmoment of zonder begrip van begrip 114 gewone menschen spreken over gewone dingen of zoo ze elkander niet meer vreemd zijn over datgene wat men vreest van nature hebben allen dan ook lief en is aller doel één te zijn in het te zamen zijn maar dat is een te zijn in een zich-klein-of-zwak-voelen omdat men nog niet verstaat alléén te zijn 115 de mensch heeft in den grond slechts lief niet wat hij ziet maar dat hij ziet want dat is ziende zijn 116 leven en sterven zij openbaren zich volgens inademing en uitademing ik zal niet sterven op het oogenblik dat ik de adem inadem want de adem zoo ik hem inadem zal ik ook uitademen daarvan ben ik zeker leven moet zich openbaren maar inademing en uitademing leven en sterven zijn in den grond slechts een 117 wind en woorden ontstaan door druk wordt de inademing bemoeilijkt zoo is zij niet diep is de inademing niet diep zoo is de uitademing hoorbaar en krachtig daarom de sterke overwint niet want als het hart hoorbaar klopt is de hemel bedekt DE STIJL Maandblad voor Nieuwe Kunst en Kuituur - Red.: Theo van Doesburg. Abonnement voor den 3en Jaargang f 6.— voor binnenland, buitenl. f 7.50. Eerste en tweede jaarg. uitverkocht. Adres van Redactie en Administratie Haarlemmerstraat 73a te Leiden. Depots: Antwerpen, Mutsaertstraat 36; Parijs, Av. Kléber 37; Via Ciro Menotti 10, Roma 49. Een abonnement op ons Maandblad „De Stijl", dat ondanks de tegenwerking der conservatieve hollandsche pers reeds zyn vierden jaargang tegemoet gaat, verzekert zijn lezers een inzicht in en contact met het steeds meer en meer zich bewustwordende nieuwe wereldgevoel, hetwelk in alle kunsten reeds een positieven vorm gaat aannemen. Om aan „De Stijl" een zoo algemeen mogelijk karakter te geven heeft de redactie zich de medewerking verzekerd van die kunstenaars, welke over de geheele linie voor de nieuwe kunstinzichten strijden. De ernst en de overtuiging, die aan „De Stijl" ten grondslag liggen hebben dit tijdschrift de warme sympathie verzekerd van alle buitenlandsche kunstcentra. Hoe bescheiden ook in opzet heeft De Stijl niet slechts in Nederland maar ook daarbuiten zijn invloed doen gelden. Een bewijs dat inhoud gaat boven kwantiteit. Wat De Stijl verschillen doet van andere tijdschriften is: dat zijn medewerkers niet over de kunst schrijven maar door de kunst. Het vastleggen hunner inzichten is een gevolg van de ontwikkeling van eigen arbeid, hetgeen een dor intellectueel getheoretiseer vanzelf uitsluit. Hierdoor, en door hun oorspronkelijkheid, zullen deze denkbéelden een onver woest baren grondslag vormen voor de collectieve kunstuitdrukking der toekomst. 2 108 690