Prijs ƒ 0,30. Antw, ƒ0,10. ZELF DENKEN EN ÜUEN REKENBOEK voor de Hoogste Klasse der Lagere Schooi, Vervolgklassen, Herhalingsscholen, Ambachtsscholen en andere Inrichtingen voor voortgezet Onderwijs KPÏÏPEK Achtste Druk 1917 UITGAVE VAN (,'. A. J. VAN DISHOECK TE BUSSUM 2370 6978 ZÉLF DEM EN DOEN li REKENBOEK voor de Hoogste Klasse der Lagere School, Yervolgklassen, Herhalingsscholen, Ambachtsscholen en andere Inrichtingen voor voortgezet Onderwijs DOOR i PEPER Achtste Druk 1917 UITGAVE VAN C. A. J. VAN DISHOECK *TE BUSSUM Bij den uitgever dezes verscheen van J. PEPER: I. ZELF DENKEN EN DOEN. Rekenboek voor de Hoogste Klasse der Lagere school, Vervolgklassen, Herhalingsscholen, Ambachtsscholen en andere Inrichtingen voor Voortgezet Onderwijs, ie (He-Druk), 2e Stukje (9e Druk) en 2e Stukje A (2e Druk) a (Antwoorden! 5 et.), ƒ 0,35 II. VOORLOOPER. behoorende bij het eerste stukje van «Zélf denken en doen». 9e druk (Antw. a 5 ct.). . y»ïT ƒ 0,35 III. CIJFEREN. 2 stukjes a (Antw. a 5 ct.) 2e druk . . . . . . . ƒ 0,30 IV. PRACTISCH HANDELSREKENEN. Leerboek ten gebruike bij het onderwijs in Handelsrekenen aan Handelsdag- en avondscholen, Handelscursussen, Herhalingsscholen, enz. en voor zelfstudie, door W. de Groot, Leeraar M. O. Boekhouden en Handelsrekenen te Amsterdam en J. Peper, Directeur der Middelbare Handelsdagschool te Amersfoort. Met modellen. Serie A in 2 deelen voor Handelsavondscholen, Handelscursussen en Herhalingsscholen. Deel I 4e druk f 1,25 ing. geb. ƒ 1,65 » II - 1,60 » > 1,90 Serie B in 3 deelen voor Handelsdagscholen: per deel ing. ƒ 1,25 geb. ƒ 1,65 Serie C in 3 deelen voor de practijkexamens. Deel I 4e druk en II Vr. a ƒ 1,25 ing. geb. ƒ 1,65 • » ', III . ... . . ■ . . a - 1,90 » ."», - 2,40 V. EINDEXAMENS 1912. van Nederlandsche Handelsscholen f 0,75 VI. FORMULIEREN (ter invulling). behoorende bij «Elementair Handelsrekenen» en «Prac- tisch Handelsrekenen I» 3e druk » . . ƒ 0,50 VII. ELEMENTAIR HANDELSREKENEN. Eenvoudig leerboekje met tal van aan de practijk ontleende modellen, voor Vervolgklassen, Herhalingsscholen, M.U.L.O.scholen, 3-jarige H. B. S., Ambachtsscholen, Kweek- en Normaalscholen, enz. 4e druk f 1,20; Antwoorden f 0,15. VIII. OPGAVEN VOOR HET EXAMEN BOEKHOUDEN M.O. (Acte K XII en Q). Met volledige uitwerkingen, toelichtingen en vragen. Opgaven - • • • / 1.25 Volledige*uitwerkingen . . .• ,. - J;hj,-. ., . . . ', - 1,75 § 1. Een kapitaal, groot ƒ4875, wordt uitgezet a 40/0 'sjaars. Na hoeveel tijd is het aangegroeid tot ƒ5053,75? Een winkelier koopt 180 KG. koffie voor ƒ216. Tegen welken prijs moet hij ze per i/2 KG. verkoopen om 200|0 te winnen? Een bak, zonder_deksel, is buitenwerks 9,3 dM. lang, 7,8 dM. breed en 4,65 dM. diep. Als het hout 1,5 cM. dik is, hoeveel HL. water is er dan in dien bak, als hij voor 2/3 deel gevuld is? A. kan zeker werk doen in 6 dagen, B. in 8 dagen. Zij werken samen en verdienen ƒ21. Hoeveel komt ieder daarvan toe? Igljfe'fs Een sneltrein vertrekt om 7 uur 40 minuten van Amsterdam naar Rotterdam en komt daar om 9 uur 14 minuten aan. Als hij onderweg 10 minuten gestopt heeft en de afstand Amsterdam—Rotterdam 84 KM. bedraagt, hoeveel KM. legt dan de trein gemiddeld per uur- af? Een zolder is 10 31. lang en 6 M. breed. Er ligt tarwe op ter hoogte van 7i/2 dM. In de lengte loopt er een pad door van 5 dM. en in de breedte een van 6 dM. breedte. Hoeveel HL. graan ligt er op dien zolder? Hoe zwaar weegt een stuk ijzer, lang 71/2 dM., breed 3,6 dM. en dik 2,5 dM., onder water, als het S. G. van ijzer 7,2 is? - 16 lk X (M + 32/3 + 7 5/6 -f 8,5 - 211/2) 23/5 ~ '; 4 § 2. 1. Een ambtenaar, die wekelijks ƒ21 uitgeeft, houdt van zijn jaarlijksch inkomen nog 90/0 over. Hoeveel bedraagt dat inkomen? 2. Indien het zoutgehalte van zeewater 40/0 bedraagt, hoeveel KG. zeewater zijn dan noodig om 57 KG. zout te verkrijgen ? 3. Een kruidenier heeft 240 KG. thee van ƒ2,40 de KG. Het 2/3 deel van die partij verkoopt hij met 100/0 winst, de rest met 80/0 winst. Hoeveel gulden heeft hij in 't geheel gewonnen? Hoeveel o/0 is dat? 4. Iemand zet op interest ƒ 3600 a 50/0 en ƒ 4000 a 4i/2o/0 'sjaars. Na hoeveel maanden zal hij ƒ7810 aan kapitaal en interest terug ontvangen? 5. Hoeveel HG. weegt 2,75 M3. zuiver? 6. Veertig werklieden verdienen in 6 dagen, als ze 10 uur per dag arbeiden, ƒ600. Hoeveel verdienen 75 werklieden in 12 dagen, als zij 9 uur per dag werken? 7. Twintig duizend gulden geeft in iy2 maand ƒ 100 rente. Hoe lang moet ƒ12000 uitstaan tegen hetzelfde percent om ƒ200 rente op te brengen? 8. (63/4 + 103/10 + 4/g + 125/6-lQ7/i2)X 244/5 _ 3Vio - 5 1. Een winkelier heeft 80 KG. meel van 20 cent, 50 KG. van 24 cent en 70 KG. van 30 cent de KG. Als hij dit meel onder elkaar mengt, hoe duur komt hem dan dit per KG. te staan? 2. Iemand koopt een stuk laken, lang 72 M. Voor contante betaling mag hij 2i/2°/o of ƒ8,64 korten. Voor hoeveel stond dit laken per M. geprijsd ? 3. 56,34 KM. 1,75 HM. 75,25 dM. 8,974 MM. +175,2 HM. +18,54 DM. + 68,5 cM. -f 54,95 KM. -f 36,54 DM. + 15,75 M. + 23,4 mM. + 3,4 HM. + 16,8 M. = ... + 8,4 dM. = ... + 7,54DM.= ... + 5,7 DM. = ... HM. cM. dM. M. 4. Een fietsrijder gaat 's morgens 10 minuten voor 7 uit Rotterdam naar Leiden en rijdt met een snelheid van 10 KM. per uur. Hoe laat komt hij in Leiden aan, als hij onderweg 3 kwartier rust en de afstand Rotterdam— Leiden 40 KM. bedraagt? 5. Een bak, van binnen lang 2i'2 M., breed 11/2 M. en diep 96 cM., is voor 0,8 deel gevuld met olie van ƒ0,60 den L. Bereken de waarde van al de olie. 6. Hoeveel RM. kan men koopen vqor: ƒ212,81; ƒ1695,26; ƒ129,80; ƒ188,50; als RM. 1 — ƒ0,59? 6 Nota voor den Heer J. Poortman, alhier, van L. Wachter, Uitgeest. Zegel ƒ j Jan. I 2 2 KG suiker a ƒ0,26 per pond . „ § P 2 l/2 » thee „ 10,24 per ons. . „ » 2 1 pak waskaarsen „ „ 0,40 „ ||| : 3 5 KG. meel „ „ 0,18 per KG. . „ ' „ 4 2 pakjes lucifers L „0,06 per pak. . L n 4 11/2 KG. koffie „ „ 0,575 per ij2 KG. L ' n A 5 21/2 L gort „ „ 0,13 per L. . . L „ 5 1 kistje sigaren „ „ 2,50 , . . . . L „ I 6 2^2 KG. rozijnen „ „0,30 per pond . |„ ». 6 1^2 » krenten „ „0,21 „ „ .|j„ „_ 7 li/2 I tabak „ „ 1,20 „ „ . j .»' : 7 31/2 n rijst l „0,175 „ „ . j„' Totaal . .Jj/ '■■ 8- , 29i/4X (304/5 _ 233/7): (93/5 X8i/3) _ ~ (98/4+.9V5-ll8/r)Xl7/a8 § 4. 1. Iemand onderneemt een reisje langs den Rijn en koopt bij een wisselbank RM. 275 a ƒ 59,26 per RM. 100. Als hij weer thuis komt, blijkt hij nog RM. 15,75 over te hebben, die hij nu verkoopt a ƒ59,24 per RM. 100. Hoeveel gulden heeft dit reisje hem gekost, als hij bovendien nog ƒ 18,75 aan Nederlandsch geld heeft uitgegeven ? 7 Vul in : ƒ3625 geeft in 8 maanden a 4i/2% 'sjaars ƒ 4975 7850 3735 6444 9 82/» 6 3% rente. 3. Een winkelier koopt 25 balen rijst, brutogewicht 2100 KG., tarra 2 KG. per baal a ƒ0,15 de KG.'Hij verkoopt ze in 1 't klein a ƒ0,25 de KG. Hoeveel bedraagt zijn winst, als hij 2-i/2°/o overwicht geeft? 4. Bij een stemming voor Lid van de Tweede Kamer werden uitgebracht 7549 stemmen, waarvan er 54 van onwaarde bleken. Met hoeveel stemmen werd de candidaat A. herkozen, als hij 124 stemmen boven de volstrekte meerderheid verkreeg? 5. Vul in: 15° Celsius = . . . ° Réaumur = . . . ° Fahrenheit. 10° Réaumur = . . . ° Celsius = . . .0 Fahrenheit. 122° Fahrenheit = . . .0 Celsius = . . .0 Réaumur. — 3° Celsius = ,\ . ° Réaumur — . . . ° Fahrenheit. — 16° Réaumur — . . . ° Celsius = . . ."Fahrenheit. —19° Fahrenheit = . . .0 Celsius = . . ..° Réaumur. 6. Als" het 4/5 deel van den inkoop evenveel is als het s/8 deel van den verkoop, hoeveel 0/0 is er dan gewonnen? 7. In een bak zonder deksel, van buiten gemeten 2,35 M. lang en 0,75 M. breed, kan 79,2 DL. water. Hoe hoog is de bak, als de wanden 7,5 cM. dik zijn? 8. 12^/2 XJ21/2 - 6?fe >< 121/2 + 3 VXÜ/ie _ 121/2- 3 ?/M 8 § 5. 1. Iemand verkoopt een partij koffie met 7i/20/0 verlies voor ƒ5643. Hoeveel zou hij ontvangen hebben, als hij 71/2°/o gewonnen had? " * 2. Bereken: 2/3 0/0 van ƒ 3726,40; 4/6 o/0 van f 1515,75. 3/4 „ „ , 1364,50; 7/„ „ n ; 3360,25. 17/g „ „ „ 2768,25; l2/3 „ „ n 462,80. 73/5 „ „ „ 846,85 ; 43/4 „ „ „ 138,45. (In de uitkomst wordt al wat minder is dan l/2 cent verwaarloosd, en 1/2 cent of. meer voor 1 cent gerekend). 3. Hoeveel francs kan men koopen voor? £\. ƒ725,50 als franc 1 —f 0,48? „ 136,20 „ I 1 -=„ 0,48? „236,48 „ „ 100 =„ 48,20? „ 375,80 „ j 100 =„48,18? 4. Een mengsel van goud, zilver en koper bevat 17i/2o/rj zilver en 243/4o/0 koper. Hoeveel KG. fijn goud bevat het mengsel, als het geheele gewicht 12i/2KG. bedraagt? 5. Een graanhandelaar heeft 120 HL. haver van ƒ4,20 den HL. verkregen door haver van ƒ4,50 en ƒ 3,60 te mengen. Hoeveel HL. van ƒ4,50 bevat dit mengsel? 6. De middellijn van den cirkel staat tot den omtrek als 7: 22. De omtrek is dus ... keer de middellijn. In bewerkingen met tiendeelige brenken neemt men hiervoor 3,14. te 9 Vul in: ■ Middellijn 14 cM; omtrek 31/7 X • • • cM. = . . . cM. ±2 i „ 3% X • • • „ = • • - I 76 j | 3,14 X ...„'=... „ 85 „ j 3,14 X • • • ; =.-..„ 7. De afstand Breda—Vlissingen is 100 KM. lang. Hoe laat is een reiziger te Vlissingen, die 's morgens 9.40 uit Breda vertrekt, als de trein 48 KM. per uur aflegt en onderweg in 't geheel 22 minuten stopt ? 8. 9,504 X 9,504 — 4,738 X 4,738 9,505 — 4,738 — — . . . § ö. 1 Vul in: O mtrek van een cirkel 78,5 cM.; middellijn^! • cM. = ... cM. | f „ 665,68dM.; „ || l||f 1 . „ ,; „ 23,55dM.; « » » 244,92 cM.; „ | „ i „ 44 dM.; 2. Het voorwiel van een fiets heeft een middellijn van 72 cM. Hoeveel KM. is er afgelegd, als het wiel 25000 omwentelingen heeft gemaakt? 3. Een stuk laken van 80 M. wordt gekocht tegen ƒ6,75 den M. en verkocht tegen ƒ8,00 den M. Doordat het gekrompen is, wordt er slechts ƒ72 gewonnen. Hoeveel 0/0 is het stuk gekrompen ? 4. V ul in : 25 spiegels a ƒ ... per stuk = ƒ . . 10 schilderijen „ „ 12,50 „ „ = n . . . f Rabat 12i/2o/0= „ . . . 7~875T 10 5. Bereken in HL.: 4,7 M3. -f 295 dM3. + 1875 cM3. + 18,3 HL. + 24,57 DL. = 136,5 DL. +168,75 M3. + 357,6 dM3. +0,57 dS.+45,29 HL. z:- 6. Een aardappelveld, lang 240 M. en breed 175 M., levert per A. 6,HL. aardappels op. Hoeveel bedraagt de totale ontvangst, als het 3/4 deel der aardappels verkocht wordt a ƒ3,60 en de rest a f 3,20 per HL.? 7. Een wagenrad maakt 12000 omwentelingen bij het afleggen van een .,weg, die 56,520 KM. lang is. Bereken, hoe lang de middellijn van het wiel is. 8. 72,5 X (6,95 + 4,375—2,965 — 3,764) 14,5 ~~ ~ - • • De oppervlakte van nevenstaanden rechthoek a, b, c, d is . .. X • • • cM2. = ... cM2. De oppervlakte van den driehoek e, b, d, die de ... is van den rechthoek, is dus ... & iasis S cM cC x _ _ cM2 —. . . cM. De oppervlakte van een driehoek is derhalve; basis X hoogte. Vul in: Driehoeken: Basis. Hoogte. Oppervlakte. 12 dM.. . 41/2 dM.; ... dM2. 7,2 M ; 4,5 M.; ... M2. 8,4 DM.; 3,6 DM.; . . . A. 12,5 HM.; 4,8 HM.; ... HA. 11 Twee vrienden gaan samen op reis; A. heeft ƒ130,25, B. f 161,75 op zak. Na hoeveel tijd zullen zij evenveel geld hebben, als A. per dag ƒ5,25, B. ƒ 6,75 uitgeeft? Een koffiehandelaar koopt 1200 KG. Santos-koffie a 32 ct. per i/2 KG. en ontvangt 2i/2o/0 korting voor contante betaling. Tegen welken prijs per .1/2 KG. moet hij de partij verkoopen om ƒ 46,80 te winnen, als bij verkoop eveneens 2i/2% korting voor contante .betaling wordt I toegestaan? Een handelaar heeft 240 L. spiritus van 8QQ/0 en 120 L. van 750/o sterkte. Hij doet er nog 40 L. water bij. Van welke sterkte is nu het mengsel? . ^. Drie personen openen voor gemeenschappelijke rekening een grossierszaak in kruidenierswaren. A. legt in ƒ 16000 en B. ƒ17500. Na een jaar bedraagt de winst ƒ4800, waarvan C, die de zaak bestuurt, eerst ƒ1800 ontvangt, terwijl de rest onder de drié deelnemers in verhouding van hun inlagen wordt verdeeld. Als C. in 't geheel ƒ2790 ontvangt, hoeveel heeft hij dan ingelegd? Vul het ontbrekende in: Driehoeken: Oppervlakte Hoogte: 12 cM.; 25 dM.; 4,5 M.; 0,72 HM.; Basis: 162 cM2.; 300 dM2; 21,60 M2; 44,64 DM2.; . . . cM. . . . dM. .'. . M. . . . HM. 12 Vul in: Rotterdam, 19 . De heeren R. Hollander en Zn., alhier, WMÊÊ debet aan A. L. van Leiden. Voor aan UEd, verkocht en geleverd: 120 balen koffie. Bruto 14240 KG. Tarra 11/2 KG. per baal. . . | Netto. . . „ a 471/2 ct. per i/2 KG. ±z f... ti Contant 13/40/0= I ... ... Opbrengst || f 26,48 X654,732—175,5X98,2098 -f- 65,4732 V 336,45 _ 33,65 ~~ 111 § 8. Wanneer men in een cirkel een zeer groot aantal stralen trekt, wordt het. cirkel vlak verdeeld in stukjes, die den vorm hebben van een ... De oppervlakte van één zoo'n De oppervlakte van den cirkel is: omtrek X Va straal of omtrek X lU middellijn. Bereken de oppervlakte van een cirkelvormig bloemperk, waarvan de middellijn 3,5 M. bedraagt. Een geit staat op een bleekveld aan een touw, lang 4,8 M. Hoeveel dM2. gras kan die geit af eten? 13 4. Een fouragehandelaar verkocht 120 HL. haver met 10-0<0 winst voor ƒ 495. Als hij 45 HL. gekocht had a ƒ 3,50, wat was dan de inkoopsprijs per HL. van de rest? 5. Een grasperk is de helft van een cirkel, die een middellijn heeft van 45 M. Bereken de oppervlakte van dit perk. 6. Nota voor Mevrouw F. Janzen, alhier, van Vroom en Dreesman, Amsterdam. Zegel | ƒ Juni 2 273/4 M. madras a ƒ0,45 per M. „ „ 2 5 roeden enz. a 55 ct. per stuk. „ „ 2 24 M. gordijnkoord a 2i/2 ct. per M. „ „ 4 1 karpet a ƒ 18,75. L ; „ 4 18 ɧ lanarster a ƒ0,90 per M. „ „ 5 251/2 M. Brusselsch tapijt a ƒ2.25 per M. „ I 5 40 M. viltpapier a ƒ0,125 per M. | 5 273/4 M. linoleum a ƒ2,25 per M. „ 5 5 vloerkleedjes a ƒ 1,875 per stuk. „ „ 54 2 Leidsche dekens a ƒ9,75 per stuk. „ ' 7^7 77 Contant 2 0/0 „ ' i.' Totaal ƒ ... 77 7. 243/4 y 243/4 _ 243/4 X 365/6 + 185/12 X 185/12 243/4— 185/12 S. Iemand zet 2 kapitalen, samen groot ƒ 33000, op interest, het eene a 40/0, het andere a 50'0 'sjaars en ontvangt na 9 maanden ƒ34087,50 aan kapitaal en rente terug. Bereken de grootte van elk kapitaal. § 9. 1 Bereken: 317,5 dM3. -f- 2,564 M3. + 8,37 S. + 23,4 HL. + 4,6 DL. z= L. 14 2. Bij welke temperatuur wijzen de 3 thermometers van Fahrenheit, Celsius en Réaumur samen 302° aan? 3. Een heer brengt den len Maart f7500 bij een bank, die hem 40/0 rente zal geven. Den len Juli van dat jaar gaat de bank failiet en kan slechts 6fJ0/0 van haar schulden betalen. Hoeveel ontvangt die heer? 4 Van een partij graan wordt 3/4 verkocht met 18% winst, doch de rest met 7% verlies. Als de totale verkoop ƒ23688 bedraagt, hoe groot was dan de inkoop? 5. In een bak, van binnen lang 3i/4 M., breed 2% M. en diep 2 M., staat 1404 DL. water. Hoeveel cM. staat het water beneden den rand? 6. Acht en veertig arbeiders verdienen in 12 weken ƒ 9216. Hoeveel verdienen 35 arbeiders in 16 weken, als deze ieder ƒ2,50 per week minder loon ontvangen dan elk der eerstgenoemde werklieden? 7 Iemand koopt een huis voor ƒ12000 met nog 8% onkosten. Hij verhuurt dit huis voor ƒ800 per jaar, maar moet jaarlijks ƒ125 aan onderhoud, belasting enz. betalen. Hoeveel o/„ rente trekt hij zoodoende van zijn geld ? 8. 16,25 X (17,625 + 24,78 — 13,925 + 76,852 - 4,95) 4,0652 ■ Ü §^°- 1. Een ijzeren staaf weegt 90 KG. Onder water gedompeld weegt zij 77,5 KG. Bepaal het S. G. van ijzer. 2. Een cirkelvormig bloemperk, waarvan de middellijn 2,8 M. bedraagt, wordt beplant met geraniums van 10 ct. per stuk. Als er gemiddeld 24 per M2 komen te staan, bereken dan den inkoopsprijs van alle geraniums. 15 3. Een fleschje, voor 2/3 deel met kwik, gevuld, weegt . 2,97 KG. Als het fleschje alleen 250 G. weegt en het S. G. van kwik 13,6 is,' hoeveel cM3. inhoud heeft het dan? 4. Een koffiehandelaar verkoopt een partij Java-koffie met 250/0 winst Hij staat evenwel voor contante betaling ^i/2% korting toe. Hoeveel 0/0 wint hij nu? / , (- ■ 5. Hoeveel KG. koffie van 45 ct. per i/2 KG. moet men bij .60 KG. van 52i/2 ct. per i/2 KG. voegen, om koffie van 50 ct. per i/2 KG. te bekomen? 6. Van een stuk land, waarvan de omtrek 6,6 HM. bedraagt, verhoudt de lengte zich tot de breedte als 7 : 4. De eigenaar verkoopt het a f 36,75 de A. Hoeveel bedraagt de opbrengst? 7 Iemand is lid van de Coöperatieve winkelvereeniging „Eigen Hulp" en koopt: in Januari voor f 38,75 „ Februari „ „ 42,96 „ Maart „ „ 57,05 „ April „ „ 40,84 „Mei „ '„ 36,75 „ Juni „ „ 25,85 „ Juli ':|§r, „ „ 61,48 „ Augustus " „' „ 47,63 „ September' „ „ 37,98 „ October „ „ 54,64 „ November „ „ 49,43 „ December „ „ 50,54 Als over dat jaar 80/0 dividend over den totalen inkoop wordt uitgekeerd, hoeveel zal dit lid dan ontvangen? 8. 158/4 (171/2 + 24,95 - 21,25 + 29l/4) 16 § 11. 1. Bereken de oppervlakte van een cirkelvormig tafelblad, waarvan de middellijn 1,75 M. bedraagt. 2. Men vindt den inhoud van een cilinder door de oppervlakte van het grondvlak te vermenigvuldigen met de hoogte. Een blikken melkbus, die den vorm heeft van een cilinder, is van binnen 32 cM. wijd en 60 cM. hoog. Hoeveel L. melk kan er in? 3. Iemand moet een ronden put graven, die 1,80 M. wijd en 18 M. diep is. Bereken, hoeveel M3. aarde hij moet uitgraven. 4. Het reservoir van een petroleumwagen is cilindervormig, 2,8 M. lang en 1,35 M. wijd Voor hoeveel geld aan petroleum kan er in, als de prijs 7i/2 ct. per L. bedraagt? 5. In een watertoren bevindt zich een cilindervormig reservoir, wijd 10,5 M. en diep 10 M. Bereken den inhoud van dit reservoir in DL. 6. A. en B. handelen. Na een jaar blijkt A. 200/0 gewonnen en B. 40/0 verloren te hebben. Als ze nn evenveel bezitten en samen ƒ9600 hebben, met hoeveel is dan ieder begonnen te handelen? 7. Een marmeren, cilindervormige zuil is 7 dM. dik en 71/2 M. hoog. Bereken het gewicht van die zuil, als het S. G. van marmer 2,84 is. 8. (98765 + 49073 — 86492 + 79654 + 29086) X 97675 3907 — • • • 17 § 12. 1. Een paardenhandelaar koopt 7 paarden a f 275,5 a f 360, 4 a ƒ425 en 9 a ƒ325 per stuk. Hoe duur moet hij ze gemiddeld verkoopen om 12 0/0 te winnen? 2. Een rechthoekig stuk land is lang 128 M. en breed 75 M. In de lengte wordt een sloot gegraven, die 13/4M. breed is, waardoor het stuk in 2 gelijke deelen verdeeld wordt. Hoe groot is de oppervlakte van ieder deel? (Teekenen). 3. Een depothouder ontvangt: 50000 sigaren, merk „ Bismarck" a ƒ 20,— per mille. 12000 „ „ „ Willem de Zwijger" „ n 18,— „ „ 15000 „ „ „Napoleon" „ „ 24,50 „ „ Hoeveel moet hij in 't geheel betalen, als hij 15 o/0 rabat geniet? 4. Vul in: De rente van ƒ 1280 in 2i/2 jaar a 4i/2 o/0 's jaars = ƒ.... S f i 3675 „5 , „ 43/5b • =„.., I i » | 4914 „ 7i/2 „ , 33/4, j = „... I \ i «12420 » 33/4 „ „5 „ ,=„... 5. Iemand koopt een boerderij, groot 24 HA. en 80 A., a ƒ1875 de HA. en moet 80/0 veilingskosten betalen. Hij rekent jaarlijks voor grondbelasting enz. ƒ223,20 te moeten uitgeven. Hoe duur moet hij nu het land per HA verpachten om 4 0/0 van zijn geld te trekken? 6. Iemand verkoopt een partij koffie met 80/0 winst. Had ' hij ƒ518 minder ontvangen, dan zou hij 60/0 verloren hebben. Hoe groot is nu de verkoop? 7. Een goudsmid koopt een staafje goud, dat 4,5 KG. weegt en een gehalte heeft van 0,926. Hoeveel moet hij betalen, als 1 KG. fijn goud ƒ1650 kost? Zelf denken en doen. II. 2 18 0,84 M3. + 725 dM3. =... DL.. 7,65 HA. + 49,25 dm2. —... CA. 17,25 MM. + 6,875 KM. =... DM. 9,765 KG. + 24,44 HG. = ... DG. 16,75 DL.4-46,478 HL. = ... dL. 5,956 KG. 4- 25,45 DG. =... G. § 13. Tot welk bedrag groeit f 6000 aan, wanneer het gedurende 3 jaar op samen gestelden interest wordt uitgezet a 4 oy0 's jaars ? Neem het product van 2496 honderdste deelen en 65 duizendste deelen, tel daarbij 7488 tienduizendste deelen en deel daarna de uitkomst door 39 tienden. Vul in: 100 balen Amerikaansch katoen. Brutogewicht 19200 KG. Tarra 4 o/0 — . ../. . „ Nettogewicht .... KG. a 31 ct. per 1/2 KG. = f ... . Contant li/z°/o= „ • Opbrengst f . . . . Op een zolder, lang 6 M., breed 5 M., ligt een partij graan ter hoogte van 9 dM. Hoe hoog ligt een 4-maal grootere partij graan op een zolder, die 16 M. lang en 41/2 M. breed is? Een wijnhandelaar mengt dooreen 160 L. wijn van 50 ct., 240 L. van 55 ct., 400 L. van 75 ct, 320 L. van 60; ct. en 400 L. van 90 ct. Hoe duur moet hij het mengsel per L. verkoopen om IOO/q te winnen? 19 6. Een reeder betaalt ƒ800 om een schip met 15 koppen .bemand, gedurende 8 weken van proviand te voorzien. Ook betaalt hij ƒ 1600 om een ander schip voor 12 weken te proviandeeren. Met hoeveel koppen is het laatste schip bemand? Een stuk bouwterrein, lang 325 M. en breed 240 M., wordt voor plantsoen ingericht. Om het plantsoen wordt een straat aangelegd ter breedte van 25 M. Eveneens wordt een straat gelegd in de lengte en één in de breedte, beide 25 M. breed. Hoeveel M2. plantsoen blijven er over? 8. 95;9 X (17 - 1239/40) + 10% X (322;3 _ 18%) =... O i § 14. 1. Iemand wil een huis koopen, dat jaarlijks voor ƒ680 wordt verhuurd. Hoeveel kan hij voor dat huis bieden, als hij 51/2% van zÜn geld wil trekken en er bij den koopprijs 80/0 onkosten komt? Voor de belasting en het onderhoud moet jaarlijks gemiddeld ƒ86,— betaald worden. 2. De Zangvereeniging „Zang veredelt" gaf een uitvoering ten bate van „Kindervoeding". Er werden verkocht 275 toegangskaarten van ƒ1,50, 360 van ƒ1,—, 125 van ƒ0,75 en 240 van f 0,60. Aan zaalhuur en andere onkosten moest betaald worden ƒ150,75. Hoeveel bedroeg de zuivere opbrengst? 20 . Een heer heeft een kapitaal, groot ƒ80000. Hiervan zet hij i/5 deel uit a 4 0/0i i/4 deel van de rest a 4i/20/ö en het overige a 33/4o/0. Hoeveel rente ontvangt hij per jaar en hoeveel o/0 trekt hij gemiddeld van zijn geld? 4. Een fabrikant heeft 240 man gedurende 10 uur per dag in zijn dienst en betaalt per week /^456 aan arbeidsloon uit. Hoeveel zal hij per week moeten betalen, als het aantal werklieden met 40 en het uurloon met 2 cent vermeerdert ? 5. Drie kooplieden verzenden voor gemeenschappelijke rekening een paftij koffie: A. 840 balen, B. 1000 en C. 560 balen. Onderweg bekomt het schip averij en een deel der lading ter waarde van ƒ4200 is door zeewater onbruikbaar geworden Hoeveel schade lijdt ieder? 6. 3,75 S.+56,4 HL.+0,375 DL.+8,4 dAR 4-1,75 dL. =.. HL. 19,75 KG.4-86,4HG.+193/4DG.41846,5G.4-24568mG.=.KG. 0,075 HA. 4- 0,00012 HA. 4- 75,64 DM2. 4- 75,6 cA- 4- 4-0,0084 A. = ...M2. 7. Een houten balk is lang 4*/2 M., breed 2i('2 dM en dik 3 dM., terwijl zijn gewicht 270 KG. bedraagt. Hoeveel weegt een balk van dezelfde houtsoort, die 5!/2 M. lang, 4i/2 dM. breed en 4 dM. dik is? 8. 33/4 x 1,208 KG. + 15i/2 X 36,24 HG. + 73/4 X 64 DG. =... G. 75/8 X 36,72 HL. 4-153/4 X 86,5 dM3.4- 165/12X48,84DL. =..L. § 15. 1. Vier personen koopen een partij graan, groot 2100 last, a ƒ9,60 per HL., terwijl bovendien aan diverse onkosten 2l/2°/0 van de koopsom moet betaald worden A. neemt deel voor 260 last, B. voor 450 last, C. voor 515 last en D. voor de rest. Hoeveel moet ieder betalen? 21 2. Hoeveel bedraagt de waarde van een baar goud met een gewicht van 4,875 KG. en een gehalte van 0,988, als 1 KG. fijn goud ƒ1648 kost? 3. Een kapitaal, tegen 41/2% 's jaars uitgezet, geeft in 71/2 jaar ƒ810 rente. Tegen welk percent 's jaars zal men dit kapitaal moeten uitzetten, opdat het in 4i/2 jaar ƒ540 interest oplevert? 4. Iemand mengt dooreen 80 L. spiritus van 800/0, 10 L van 900/0 sterkte en 10 L. water. Hoeveel percent zuivere spiritus bevat nu het mengsel? -i 5. Een koopman heeft gedurende zeker jaar goederen ingekocht tot een bedrag van ƒ 264325,75'en verkocht voor ƒ 282738,25. Als hij op het eind van dat jaar nog voor ƒ12625,50 aan goederen in zijn pakhuis aanwezig heeft, bereken dan, hoeveel hij op zijn goederen heeft gewonnen. 6. Nota voor den heer K. Pietersen, alhier van J. Drukpers, boekhandelaar, Leiden. P Zegel ƒ Febr. 2 1 gros kroontjespennen k ƒ0,85 .. . „ „ 4 1/2 dozijn potlooden a 71/2 ct. per stuk „ „ 4 1 dozijn schrijfboeken a 10 ct. „ • „ a „ 7 1 doos postpapier en enveloppen a ^,40 • • • . „ „ 12 1 fleschje inkt a 25 ct „ „ 15 1 fleschje lijm a 27V2 ct „ „ 19 30 ex. J. Peper: Cijferen I a ƒ0,30 . „ „ 25 1 ex. N. Beets: Camera Obscura a ƒ2,50 „ Totaal . . ƒ 22 7. Een kleermaker koopt een stuk laken, lang 48 M., voor ƒ288. Hij krimpt het en nu blijkt, dat het stuk 8l/3 % in lengte verloren heeft. Tegen welken prijs per M. moet hij het gekrompen laken zijn klanten in rekening brengen om er in tgeheel /9 aan te verdienen? 8. (89675 -f 49328 + 65497 — 39865) X 16975 679 ~~ § 16. A. en B. drijven voor gemeenschappelijke rekening handel in koffie. A. legt in ƒ16000 en B. ƒ24000. Op 'teind van het jaar bedraagt de winst ƒ4000, waarvan ieder eerst 5 % over hetv gestorte kapitaal ontvangt, terwijl de rest gelijkelijk wordt verdeeld. Hoeveel ontvangt ieder? Vul in: 25 ° Celsius = -10° „ = ... „ = 24 II „ = — 10 0 Réaumur =...0 Fahrenheit. = 86' = 13' Een partij koffie, wegende 6300 picols, wordt verkocht a ƒ0,34 per i/2 KG. Hoe zwaar — in KG. — is een andere partij, die dezelfde waarde heeft en ƒ0,315 per V2 KG. kost? (1 picol = 61,75 KG.). Een grondeigenaar verkoopt een stuk bouwland, groot 15 HA. 60 A. met 10 % winst. Als inkoop, verkoop en winst samen ƒ64350 bedragen, wat is dan de verkoopsprijs van 1 HA. ? 23 5. Een houten bak, zonder deksel, is van buiten gemeten 1,80 M. lang, 1,40 M. breed en 0,88 M. diep. Als het hout een dikte heeft van J/2 dM., wat is dan de inhoud van dien bak? (in L.) 6. Drie personen moeten samen een erfenis deelen. Eerst moet 15 0/o successierechten betaald worden. Van de rest krijgt A. 1/3 deel en f 1200, B. 3/8 deel en f 1500 en C. de rest. Als C. nu ƒ2060 ontvangt, hoe groot is dan de erfenis en hoeveel krijgen A. en B. ieder P 7. Vul in: Inkoop f 1275; verlies 8 %; verkoop f. . . „ „ 3650; winst 6 „ ; i „ . . . „ „ . . . ; winst 5 „ ; „ „3911,24. . „ . . . ; verlies 83/4 „ ; „ „ 4434,75. „ 7345; winst ... „ ; „ „7682,87. „ „ 12800; verlies ...„ ; „ „12224. 8. lQi/e X (321/2 + 352/3 + 195/6 + 171/3 + 9>/3) _ • 35/6 . § 17. 1. Een goudsmid vermengt 7i/2 KG. goud van 0,800 gehalte met 41/2 KG. van 0,600. Welk gehalte heeft het mengsel ? 2. Bereken: 42/3 maal: 13 dagen, 19 uren, 16 minuten en 24 seconden. 3. De Koninklijke Nederl. Stoomb.-Mij. maakte in zeker jaar met haar schepen 353 reizen naar verschillende Europeesche havens. Als in 't geheel voor f 4972951 aan vracht werd ontvangen en 't goederenvervoer in dat jaar 833500 ton bedroeg, hoeveel was dat dan gemiddeld per. reis en per ton? 24 4. Stel een kruideniersrekening samen met behulp van de volgende gegevens: 2i/2 KG. natuurboter a ƒ0,75 per pond. l!/2 „ margarine ■ „ „ 0,55 „ 1 1 | koffie /|§ „ „ 0,575 | n lk p thee „ „ 0,20 „ ons. 21/2 pond suiker | B 0,26 | pond. 1 flesch slaolie n n 0,90. 11/2 KG. kaas ■ „ „ 0,40 ' „ 40 eieren n n 0,055 f 1 pakje lucifers „ n 0,06. 5. Als francs 100 ƒ 48,20 waard zijn, hoeveel bedraagt dan de waarde in Nederlandsch geld van frs. 425 -f- frs. 162,75 -jfrs. 363,25 -f frs. 464,80 ? 6. Een grondeigenaar verkoopt 7 HA. 65 A. 24 cA. bouwland voor ƒ20661,48. Als hij nu 12i/20/0 wint, hoe duur heeft hij dan vroeger het land per HA. gekocht? 7. In zeker jaar werden in de Noordzeesluizen te IJmuiden geschut 4579 zeeschepen met een inhoud van 18914310 M3. en 21325 visschers- en andere vaartuigen met een inhoud van 2088338 M3. Hoeveel schepen passeerden dat jaar de sluizen, hoeveel M3. bedroeg de geheele inhoud en wat was de gemiddelde inhoud van 1 schip? 8 147,65 X 147,65 — 63,84 X 147,65 + 31,92 X 31,92 _ 147,65 — 31,92 ~' ' : § 18. 1. Een heer trekt ieder half jaar ƒ 1704,375'rente van zijn kapitaal. Als dit kapitaal ƒ72000 groot is en het 5/g deel uitstaat a 44/5 o/0 's jaars, tegen welk o/0 staat dan de rest uit? 25 2. Een som gelds, groot ƒ4020, moet zóó onder 3 personen verdeeld worden, dat A. ƒ476 minder krijgt dan B., en deze ƒ248 minder dan C. Hoeveel ontvangt ieder? 3. Een koopman koopt een partij Edammer kaas a ƒ0,90 per KG. voor ƒ517,50. Hij verkoopt ze later a ƒ0,55 de xh KG., doch doordat ze is ingedroogd, wint hij slechts ƒ89,70. Hoeveel °/0 is de kaas ingedroogd? 4. In Nederland wordt jaarlijks gemiddeld 75 millioen gulden aan sterken drank uitgegeven. Hoeveel behoeftige ouden van dagen zouden van dit geld een pensioen van ƒ40 per maand kunnen krijgen? 5. Iemand koopt 240 KG. rijst k 15 ct. de i/2 KG. en ontvangt 50/0 overwicht. Hoe duur moet hij de rijst per KG. verkoopen om 22i/2% te winnen? 6. A., B., C en D. nemen aan een sloot te graven voor ƒ214,50. A. werkt er aan 15 dagen, B 17 en C. 21 dagen. Als D. ƒ68,75 ontvangt, gedurende hoevéél dagen, heeft hij dao gegraven en wat ontvangen A.. B. en C. ieder? 7. Een bak is lang 4i/2 M., breed 45 cM. en dik 32 cM. Hoeveel M. bedraagt de lengte van alle kantlijnen van dien balk te zametti 8. 132 X (7,25 HA. + 7,25 A. + 7,25 cA.) = . . . DM2. § 19. 1. Een graanhandelaar koopt 7i/2 last haver en 165 HL. tarwe, samen voor ƒ2295. Als de tawe per HL. 2i/2 maal zoo duur is als de haver, hoeveel bedraagt dan de prijs van 1 HL. van iedere graansoort? 26 2. Iemand geeft van zekere som gelds het 3/7 deel uit; daarna nog het ö/g deel van de rest. Als hij nu ƒ 724,80 minder overhoudt dan hij heeft uitgegeven, hoeveel geld had hij dan eerst? 3. De ontvangsten der gemeente Amsterdam over zeker jaar bedroegen de som van: ƒ617845,67; ƒ1899894,64; ƒ6200000,— ; ƒ1266411,425; ƒ1278041,755; ƒ2111091,945; ƒ2345557,795; ƒ1275310,275; ƒ60930,65; en de uitgaven over hetzelfde jaar de som van: ƒ 741337,93; ƒ2096025,955; ƒ1472315,195; ƒ916507,04; ƒ1171105,01; ƒ2543688,98; ƒ405328,92; ƒ215223,29; ƒ4716547,645; ƒ 2007256,585; ƒ 227998,685. Met welk bedrag hebben de ontvangsten de uitgaven overtroffen ? 4. Vul in: 1 V2 % van ƒ 1240 is evenveel als . . . °/o van ƒ 960. 33/4 „ | „ 1840 „ $ÊéM • • • » „ 1500. 4i/2 „ „ „ 2760 | „ „ . . . „ „ „3105. 5 4/5 „ | „ 3560 „ „ „ • . . I I „ 5340. 5. Als in zeker jaar de 25e Maart op een Donderdag valt, op welken dag valt dan de 13e Juli d. a. v. ? 6. Iemand koopt een staafje zilver, zwaar 41/2 KG., met een gehalte van 0,680 a ƒ46,25 per KG. fijn. Hoeveel moethij betalen? 7. Aan den Rij&svischafslag te IJmuiden werden op zekeren dag verkocht: 166 groote Tongen a ƒ1,20 per stuk. 331 middel „ „ „0,75 „ 551 kleine „ „ „ 0,35 „ „ 7 Heilbot „ „ „ 1,90 5 é 27 217 Kabeljauwen a f 1,425 per stuk. 22 Roggen I „ 8,10 \ 20 stuks. 905 groote levende Schelvisschen a ƒ84 per 120 stuks. 1080 middel „ „ „ „ 40 „ „ „ 1400 kleine „ „ „ „ 24 „ „ „ Bereken de totale opbrengst. (7,646 +12,975 + 4,809 — 17,625) X 0,17 _ 0,85 — —. . . § 20. Van een 'kapitaal staat het 1/4 deel uit a 41/4 % 's jaars, het 1/5 deel a 4i/20/0, het i/3 deel a 43/40/0 en de rest a 50/0. Als de totale jaarrente ƒ2777,50 bedraagt", hoe groot is dan het kapitaal ? Nota voor den heer K. van Sant. hier, van L. van Tükven, brandstoffen handelaar, Middelburg. Zegel || f Jan. 2 200 korte turven a ƒ0,45 per 100. J, "• : „ J 2 180 lange „ „„0,35 „ „ L „ 5 200 briquetten „ „ 4,50 „ 1000. I „ „ 7 3 HL. steenkolen,, „0,95 „ HL. „ „ 9 11/2 „ anthraciet „ „2,40 „ „ » ft 18 5 „ cokes „ „0,55 „ „ j 9 . , 25 100 vuurmakers „ „0,25 „ „ V' „ 271 2 HL. steenkolen „ „0,95 „ „ . !'„'.•' n 27 I1/2 „ anthraciet „ „ 2,35 „ „ „ Totaal . . . ƒ Iemand koopt een partij koffie, bruto 5760 KG., tarra 2V2°/o) » /"0,34 per V2 KG. en geniet 2i/2o/0 korting voor contante betaling. Hoeveel bedraagt het inkoopsbedrag? Schrijf de factuur, die hij ontvangt. 28 4. Twee vrienden gaan per fiets van Arnhem naar Amsterdam. Op hun kaart, met een schaal 1:400000, blijkt de afstand 16 cM. te zijn. Hoe laat arriveeren zij in Amsterdam, als zij gemiddeld 10 KM. per uur afleggen, in, 't geheel onderweg 21/2 uur rusten en om 5 uur 's morgens uit Arnhem vertrekken? 5. Hoeveel gouden tientjes kan de Rijksmunt te Utrecht slaan uit 18,9 KG. goud van 0,800 gehalte? (1 g.t. weegt 6,72 G.; gehalte 0,900). 6. Een partij katoen, groot 1300 M., dat licht beschadigd is, wordt met 7y20/o verlies verkocht. Als de opbrengst f 288,60 bedraagt, wat is dan de inkoopsprijs van 1 M. geweest ? f. Een blok marmer, lang 1,25 Mr., breed 7,5 dM. en dik 1,2 dM., weegt 319i/2 KG. . Wat is het S. G. van marmer? «• 5/8Xl3/5 + 2i/2X7i/5 + 63/4xi7/9 + 7i/5X6i/4:=. • - § 21. 1. Zes en dertig arbeiders verdienen in 9 weken / 4665,60. Hoeveel loon ontvangen 46 arbeiders in 12 weken, als ieder hunner per dag ƒ0,25 minder krijgt dan een werkman van de eerste groep? 2. Een kruidenier koopt koffie en thee, van de laatste 3 maal zooveel KG. als van de eerste. De thee kost per KG. ƒ2,40, de koffie ƒ0,75. Als hij na aftrek van 20/o korting voor contant ƒ 623,28 betaalt, hoeveel KG. heeft hij dan van ieder gekocht? 3. Als 35 yards (1 yard is 1 Engelsche el) even lang zijn als 32 Meters, hoeveel Amsterdamsche ellen zijn dan gelijk aan 1501/2 yard? (1 Amst. el = 0,68 M.). 29 4. Iemand doet 100 schreden in een minuut; als vijf schreden 4 M. lang zijn, in hoeveel uur legt hij dan een weg af, die 17,28 KM. lang is? 5. Een koffiehandelaar te Amsterdam koopt te Hamburg een partij koffie voor EI. 7200 en betaalt aan vracht en andere onkosten ƒ102,72. Hij verkoopt de geheele partij met 12i/2% winst. Hoeveel ontvangt hij, als hij iedere R.M. 100 van zijn schuld met ƒ59,24 voldoet? 6. Iemand mengt dooreen: 250 L. wijn van 90 ct. en ... L. wijn van ƒ 1,25 den L. Hij verkoopt daarna het mengsel a ƒ0,92 per flesch van 8 dL. en wint nu 15 van zijn vordering of ƒ3835,80. Hoe groot was die vordering? Een uitgever geeft aan de boekhandelaars 250/0 rabatHoeveel moet iemand voor een werk betalen, dat den. boekhandelaar ƒ11,25 kost? Van een rechthoekig stuk land is de lengte 2i/2 maal zoo groot als de breedte, terwijl de omtrek 840 M. is. Het land is gekocht a ƒ18,75 de A. en wordt verkocht a ƒ2450 per HA. Hoeveel bedraagt de winst? Een dame koopt 25 M. lancaster a ƒ0,90 per M., 16 M- t madras a ƒ 0,80 per M., 40 M. gordijnkoord a ƒ 0,025 per M. en 36 M. wit katoen a ƒ0,40 per M. Voor contante betaling wordt 5 o/0 gekort. Hoeveel ontvangt zij van een> bankbiljet van ƒ 100 terug? 13/4o/oVan ƒ2400 = ƒ. . .; 7/12o/0 Van f*8 = f . . . 26/8 „ „ „ 648 = ,, . . .; 3/4 „ | n56=„ . 1 f 7*k , | „ 1275=,, . . .; 5/? „ „ n84=„ . . \ 23/8 „ l y 124= „ . . .; 4/9 | „99=M . . . 31 § 23. 1. Een tabakshandelaar koopt 360 KG. tabak van 45 ct. en 240 KG. van ƒ0,60 de i/2 KG. Hij vermengt ze en verkoopt alles tegen f 0,56 de 1/2 KG. Hoeveel »/o wint hij ? 2. Drie kapitalen, samen ƒ 30000 groot, geven samen ƒ 706,87* interest per i/2 jaar. Het le kapitaal staat uit a 4i/2o/0) het 2e a 43/4o/0 's jaars. Tegen welk o/0 's jaars staat het 3e kapitaal uit, als de beide eerste evengroot zijn en ze samen zoo groot zijn als het derde? 3. Een ronde balk is 83/4 M. lang en heeft een omtrek van 1,32 M. Hoe zwaar is die balk, als het S. G. van het hout 1,17 is? 4. Hoeveel gulden kan men inwisselen tegen 5. Een boer verkóópt van een partij koren eerst het ?/12 gedeelte a ƒ9,60 den HL. en daarna nog het 7/10 deel van de rest k ƒ10,25 den HL. Later verkoopt hij het overige k ƒ9,80 den HL. en ontvangt ƒ294. Hoeveel heeft hij in 't geheel voor zijn koren ontvangen? 6. Een kapitaal, uitstaande a 50/0 's jaars, groeit in 2 jaar, op samengestelden interest gezet, aan tot ƒ52920. Hoe groot is dat kapitaal? 7. Op een weiland, lang 2,46 HM. en breed 18,6 DM. worden kerseboomen geplant, 6 M. van elkander en 3 M. van den kant. Als elke boom ƒ0,80 kost en aan arbeidsloon ƒ 254,20 uitbetaald wordt, hoeveel kost dan het aanleggen van dien boomgaard? frs. 425,65, als fr. 1 „ 2516,28, „ „ 1 l 748,75, frs. 100 „ 638,95, „ „ 100 ƒ 0,48? ï 0,48? „48,20? „ 48,16? 32 8. Hoeveel R.M. is frs. 3640,80, als fr. 1 = ƒ 0,48 en R.M. 1 '= ƒ0,59? 1. Tel op: a £ 12.10. 9. | 7.—. 5. „ 24.17.11. „ 84. 5.—. § 24. Trek af: Vermenigvuldig: £ 47. 7. 9. „ 15.11.10. £ 17.5.4. 16X£ . . . . £ (£ 1 (2 pond sterling) = 20 shilling. 1 shilling —12 pence). 2. Vul in: 1 shillings £ 1/20 = £ 0, . . .; £37. 5.—. = £35, . . . 8 „ =„...= „ ...,;„ 6. 9.-. = „ 6, . . . 12 „ = „ „ ; „ 17.11.-. = ,, 17, . . . 15 „ =„...= „ ....;„ 45.16.-. = ,, 45, .. . 19 l =»••• = „ •...;„ 29.19.-. = „ 29, . . . 3. Als £ 1 = ƒ12,10 dan is £ 3. 5.—. = £ 3,25 = 3,25 X ƒ 12,10 = ƒ „ 67.15.- „ 207.12.- „ —.15.- t 62.11.- „ 25. 4.- ï —.11.- Een erfenis, groot ƒ24000, moet na aftrek van 100/0 successierechten zoodanig onder 4 personen verdeeld worden, dat A. en B. ieder evenveel ontvangen, C. tweemaal zooveel krijgt als A. en D. weer tweemaal zooveel als C. Hoeveel ontvangt ieder? 33 5. V u 1 i n: 400 balen koffie Bruto 24730 KG. Tarra 1% KG. per baal . . . „ Netto . . . KG. a 35 ct. per i/2 KG. = ƒ Contant 1i/2 °/o = „ . . f • • • Courtage i/4 o/0 — . . . Opmerking: (Courtage is het loon van den makelaar, ^ door wiens tnsschenkomst de koop gesloten is. Cour- ƒ tage wordt steeds berekend van het bedrag zonder L aftrek van contant, zoodat courtage en contant van hetzelfde bedrag genomen worden. Bij inkoop wordt 1 het inkoopsbedrag verhoogd met de courtage,btf \ verkoop het verkoopsbedrag er mede v e r m i n d e r d). J 6. Een cirkelvormige vijver heeft een middellijn van 8,4 M. Langs den over loopt een pad ter breedte van 2,8 M. Bereken de oppervlakte van dit pad. (Teekenen!). 7. A., B. en C. drijven voor gemeenschappelijke rekening een handel in ijzerwaren. A. staat aan het hoofd van de zaak en ontvangt als zoodanig eerst / 1500 van de winst. De rest der winst wordt onder de 3 deelhebbers verdeeld in verhouding van hun kapitaal. Op 'teind van zeker jaar ontvangt A. ƒ3500. B. ƒ2400 en C. /3000. Hoeveel hebben zij ieder ingelegd, als zij dat jaar 80/0 van hun geld trekken? 8. (331/2 + 352/s +195/6 + 17i/3 + 9%) X1471/2 29i/2 : Inkoop f ■ . . Zelf denken, en doen. II. 34 § 25. 1. Hoeveel cent precies is 1 d. (pence), als £ 1 = /12,13? » f i » 1 d., „ „ 1 = „ 12,02? (In den handel rekent men 1 d. steeds op 5 cent). 2. Hoeveel gulden is £ 86.15.4, als £ l = f 12,10? Oplossing: £ 86.15- = £ 86,75 = 86,75 X f 12,10 = f . . ■ 4 d. = „. . ■ £ 86.15.4 = ƒ. . f Bereking op dezelfde wijze: Hoeveel gulden is £ 427 . 4.9, als £ 1 = ƒ 12,09?' „ . „ „ „ 36.14.7, , , „ = „ 12,08? „ „ B 216.-.6, „ „ „ = „12,10? „ „ -.15.3, „ l „ = „ 12,08? 3. Iemand gaat op reis naar Londen en koopt bij een wisselbank £ 36.15.— a ƒ12,09 per £. Bij zijn terugkomst heeft hij nog £ 3.15.4 over, die hij inwisselt tegen NederIandsch geld en wel tegen ƒ 12,08 per £. Hoeveel heeft die reis hem gekost, als hij voor zijn retourbiljet Rotterdam—Londen ƒ 18 moest betalen ? 4. V u 1 i n: 250 balen cacao. Bruto 13000 KG. Tarra 2 KG. per baal ... „ Netto . . . KG. a ƒ42,50 per 50 KG. = ƒ . . '. Contant lV2°/o=„ • • • f ■ • ■ Courtage li/2o/0 = s . . . Opbrengst ƒ . . . (Zie opmerking bij som 5 § 24). 35 Vul in: ƒ3675 geeft in 72 dagen a 5 o/„ 's jaars ƒ . . . rente. „ 2949 , „ 36 . „ 4 „ S n . . . „ „ 4824,50 „ „ 100 „ „ 5 „ | I . . . | 19637,75 i „128 „ „ 33/4 „ „ „ . . . „ * 2448,80 „ „ 235 2 „ 4i/2 „ „ „ . . . 3 „ 3042,35 ,: • , 320 „ , 4 , „ „ . . . I ('Jaar te tellen op 360 dagen). 6. Bereken in HL.: 0,75M3. + 2,75dS -f 9,5HL.-}-24,5DL.+17i/2dM3.+729DL. 7. - Een cilindervormige petroleumbus kan 60,288 L. bevatten. Als de bus 32 cM. wijd is, bereken dan de diepte. 8. (551,25 X 325,50 — 6269,2875) X 703,125 _ 44,125 § 26. 1. Bij 84 Liters wijn van 90 ct. den L. voegt men wijn van f 1,30. Hoeveel L. moet men er bij doen om wijn te krijgen van 1 gulden den L. ? 2. Een kapitaal, groot ƒ16000, wordt op samengestelden interest uitgezet; de eene helft tegen 40/0 en de andere tegen 50/0 's jaars. Hoe groot is dat kapitaal na 3 jaar? 3. Iemand geeft van zijn geld het 6/8 deel en nog ƒ 14 uit en houdt nu op ƒ54,80 na het 4/5 van zijn geld over. Hoeveel geld heeft hij eerst? 4. Hoeveel KG. wegen de volgende hoeveelheden zuiver water samen? 8,75 DL.; 4,68 HL.; 7,35 dM3 ; 76,364 M3 36 5. Een koopman verkoopt 600/q van een partij tabak met 250/q winst en de rest met 7i/2o/0 verlies. Hoeveel percent wint hij gemiddeld? 6. Bepaald de drukking der lucht in KG. op een M?., als de barometerstand 76 cM. is. (S,G. kwik 13,6). 7. Iemand heeft een jaarlijksch inkomen van f 1800. Hiervan moet hij 70('0 betalen voor een pensioenfonds. Als hij nu van de rest nog 10/0 wil overhouden, hoeveel kan hij dan per week uitgeven? 8. Bereken: 7,658 HA. + 637,5 dlP. + 97,56 DM2. + if68 A. + 8975 cM2. = ... A. § fa.] 1. Een fouragehandelaar koopt 100 HL. tarwe a ƒ9,60 den HL. en verkoopt ze k ƒ10,20 den HL. Als hij nu ƒ39,60 wint, berèken dan, hoeveel % hij heeft ingemeten. 2. De Tinproducte op Ban ka bedroeg in zeker jaar 156000 picol. Hoeveel was hiervan de waarde, berekend tegen den prijs van..ƒ793/8 de 50 KG.? (.l picol = 61,75 KG.). 3. Vul in. 180 balen Javakoffie. Bruto 11000 KG. Tarra H/2 KG. per baal . . . „ Netto . . . KG. a 391/2 ct per y2 KG. = ƒ . . . - » , Contant 1 V4°/o = „ . . .' > ƒ • Courtage ^4 % = „ . Inkoop: ƒ j 37 4. Hoeveel francs kan men bekomen voor £ 1415.8 ?(£ 1 = ƒ12,10; frs. 100 — ƒ48,20). 5. Een koopman heeft van een partij suiker, groot 13680 KG., 3/8 gedeelte verkocht a 23 ct., 2/g van de rest a 54 ct en het overige a 50 ct. de KG. Indien hij na aftrek van ƒ 205,20 voor gemaakte onkosten, nog 25 0/0 heeft gewonnen, tegen welken prijs per 50 KG. was dan die suiker ingekocht ? 6. Als men 400 L. spiritus van 750/0 vermengt met 50 L. water, van hoeveelo/0sterkte is dan het mengsel? 7. A. en B. moeten ƒ450 zóó verdeden, dat B. ƒ40 meer krijgt dan het 2/3 deel van het geld van A. Hoeveel ontvangt ieder? 8. 5040 X (723/4 — 36% 4-24i5/164-472/3 — ?Wki-\-V®\Vi_ 462/34-443/84-323/44-765/24 • § 28. 1. Iemand wint op het % deel van een partij thee 22i^o/^ doch verliest op de rest 71/2%. Als hij nu in 't geheel ƒ1320 wint, bereken dan den geheelen verkoop. 2. Een regenbak is van binnen lang 41/2 M., breed 23/4M. en diep 21/10 M., terwijl hij voor 3/5 deel gevuld is. Als er gemiddeld eiken dag 30 L. water meer uit den bak gaan dan er in komen, na hoeveel dagen zal hij dan leeg zijn? 3. Iemand ontvangt uit Manchester 595 yards laken a £ —.8.3 de yard. Voor vracht en andere onkosten betaalt hij ƒ67,75. Hij verkoopt het laken voor ƒ5,75 den M. Hoeveel bedraagt zijn winst, als hij ieder £ van zijn schuld voldoet met ƒ12,08? (35 yards = 32 M.). 38 De gemeente A. heeft de volgende geldleeningen gesloten. ƒ75000 a 43/40/0 jaars, ƒ65000 a 32/4o/Q en ƒ75000 a 41/2% 's jaars. Later lost ze deze leeningen af en sluit voor het geheele bedrag eene nieuwe a 4 0/0's jaars. Hoeveel rente bespaart die gemeente daardoor ieder i/2jaar? Tel op: Trek af: Vermenigvuldig: £ 76.15. 4. I 32.—. 6. £ 97. 5 2. £ 5.17.9. „ 54.19.11. „ 26.17.5. 35 X -.16. 5. £ £ Iemand verkoopt van een partij haver de helft en 15 HL. voor ƒ315 en later tegen denzelfden prijs per HL. de rest voor ƒ 189. Hoeveel bedroeg de verkoopsprijs van 1 HL. en hoe groot was de partij? Bereken den intrest van : ƒ7875,- a 4 o/0in 120 dagen. „ 8437,75 „ 4 o/„ „ 64 , jj 6348,80 „ 4i/20/0 „ 96 „ , 2057,64 „ 33/4o/0 „ 135 „ •„ 9857,25 „ 42/50/0 „ 275 „ 97,564 X 97,564 4- 49,526 X 97,564 + 24,763 X 24,763 _ 122,327 m § 29. 1. Koop op het postkantoor een postwisselformulier en ga na, hooveel de verzendingskosten bedragen van de volgende geldsommen: ƒ3,75; ƒ18,95; ƒ32,64; ƒ64,25; ƒ 93,20;; ƒ 124,99; ƒ 132,65; ƒ167,15; ƒ185,50; ƒ274,625; ƒ336,55; ƒ437,875. 39 2. Hoeveel L. alcohol van 450/0 sterkte moet men vermengen met 210 L. van 75 0/0 om een mengsel te verkrijgen van 590/0? 3. Hoeveel gld. is: $ 245; $ 576,50; $ 602,95; $ 849,65; $ 624,84, als $ 1 (1 Amerikaansche dollar) = ƒ2,475? 4. Iemand verzekert zijn inboedel tegen brandschade voor ƒ3200. Als hij 0,8 0/qq premie per jaar moet betalen en de poliskosten ƒ1,50 bedragen, hoeveel moet hij dan het eerste jaar voor deze verzekering betalen; hoeveel volgende jaren? 5. Iemand zet gedurende 3 jaar een kapitaal uit op samengestelden interest tegen 5 0/0 's jaars. Als hij f 9262 terugontvangt, hoe groot is dan dit kapitaal? 6. Voor de Nederlandsche schatkist werd ontvangen: In 1901 . . . ƒ153353726,065 „ 1902 . . . „ 161142410,505 „ 1903 . . . „ 166120594,34 „ 1904 . . . „ 170566769,46 „ 1905 ...» 175962689,62 „ 1906 ...» 181976431,01 „ 1907 . . . „ 183535133,015 „ 1908 . . . „ 183400933,165 „ 1909 . •'f|-.' „ 191302688,835 . 1910 . . . „ 199499045,16 Hoeveel gulden was dat gemiddeld per jaar? 7. Een rechthoekig stuk land wordt verkocht a ƒ 3750 de HA. voor ƒ 15262,50. Als de lengte 2 8/4 HM. is, hoeveel DM. is dit stuk dan breed? 8. (16,5 X 14,012 + 14 X 30,015): 62,50_ 0,32X240,12 ' ~~ 40 § 30. 1. 35i8M3. +4% dS.+ 27i/2 <£ 15.3.8=£ . . .; 45X£9.7.11 = £ . . . £ 12.15.8 : 4 = £ . . .; £ 128.8.4 : 5 = £ . . . Zelf denken en doen. II. 4 50 3. Een balk, lang 4i/2 M„ breed 3,6 dM. en dik 3,2 dM. weegt 622,08 KG. Bereken het S. G. van het hout. 4. Iemand laat een gracht graven, gemiddeld 3,2 M. wijd, 2i/2 M. diep en 40 DM. lang. Hoeveel dM. kan men een stuk land, groot 0,80 HA., met de aarde uit deze gracht ophoogen ? 5. Iemand zet 1 Maart ƒ36000 uit, deels a 4i/2, deels a 50/0 's jaars. Als hij op het eind van het jaar ƒ1437,50 rente ontvangt, hoeveel heeft hij dan uitgezet a 50/0? 6. Een goudsmid heeft 4i/2 HG. goud van 0,850 en 8i/2 HG. goud van 0,750. Hoeveel DG. koper moet hij hierbij doen, om goud van 0,600 te bekomen? 7. Een theehandelaar te Amsterdam koopt te Hamburg een partij thee, groot 7520 KG., a, RM. 4,80 per KG. en moet bovendien 4i/20/0 onkosten betalen. Hij verkoopt de partij te Amsterdam a ƒ3,20 per KG. en geeft li/2o/0 korting voor contante betaling. Hoeveel bedraagt zijn winst, als hij iedere RM. 100 van zijn schuld voldoet met ƒ59,20? 8. Vul in: 0,004 S + 36,25 M3. + 6,34 HL. + 127 dL. = . . . DL. 8,75 HA. + 36,25 A. + 4,725 DM2 _|_ 8,3125 HM2. =. . . M2. 12,375 KG. + 4,85 HG. 4-12,25DG. 4-125,4 G. =. . . HG. 7,94 DL.+ 6,25 HL. 4-8,75 dM3. +4,975 dS. = . . . L. 1. Een balk weegt in de lucht 543,2 KG. en in water 463,2 KG. Bereken de lengte van dien balk, als de breedte 5 dM. en de dikte 0,4 dM. bedraagt. 51 2. Rotterdam 19 . Factuur voor den Heer J. Leidenaar te Amsterdam, van L. Goudswaard, Commissionnair. Voor UEd. verkocht: 150 balen Amerikaansche katoen. Bruto 28800 KG. Tarra40/0—. . . . . „ Netto .... KG. a 32i/2 ct. per i/2 KG. Korting voor contant li/2°/o Brutoprovenu Onkosten ƒ275. Commissie2o/0 = „. . . f. f. Opbrengst . . || ƒ. (Bij verkoop berekent de commissionnair zijn loon over het brnto-provenn, d. i. het bedrag, dat hij zelf bij yerkoop heeft ontvangen). 3. Hoe groot is de opbrengst van een partij Borneo Com dam ar, bruto 10500 KG., tarra 80/0 è ƒ 19,25 per 50 KG., contant 11/2 0/0, onkosten ƒ 245, commissie 11/2 %? (Schrijf de factuur). 4. Tot welk bedrag groeit ƒ 12000 aan, wanneer het gedurende 5 jaar op samengestelden interest wordt uitgezet a 41/2 °/o s jaars? 5. In een bak lang 4,5 M., breed, 3,75 M. en diep 1,6 M., staat 148 HL. water. Met laat er een steen in zakken, lang 1,5 M., breed 12 dM., en dik 71/2 dM. Hoeveel DL. water kan er nu nog in dien bak, tot hij vol is? 6. A. en B. kunnen samen een werk doen in 12 dagen en verdienen dan ƒ60. B. staakt nu 8 dagen het werk en nu maakt A. alleen de rest af in 6% dag. Hoeveel komt ieder 'van de ƒ 60 toe? 52 Een houten kubus, waarvan iedere ribbe 12 cM. lang is, wordt bekleed met lood ter dikte van l*/2 cM. Hoeveel weegt daarna die bekleede kubus, als 't S. G. van het hout 0,8 en van het lood 11,35 is? Hoeveel is: 5,625 X (43,2184375 — 12,75961 -f 53,69872 —26,8452) _ 0,1125 ——... § 39. 1. Bereken het inkoopsbedrag van 28 balen papier, ieder wegende bruto 55 KG., tarra 5 0/0) a ƒ 0,215 per i/2 KG., korting voor contant 1*/2 o/0, commissie 2 o/0. (Schrijf de factuur). 2. Een koffiehandelaar verzekert een partij koffie ter waarde van ƒ31500. Als de assurantiepremie ll/4% bedraagt en de onkosten der polis op ƒ 1,50 gesteld worden, hoeveel moet hij dan betalen? 3. In zeker jaar werd van ons land naar Duitschland uitgevoerd, 96390000 KG. aardappelen. Bereken hiervan de waarde, als ge weet, dat 1 HL. aardappels gemiddeld 70 KG. weegt en de prijs der aardappels op ƒ2,25 per H.L. gesteld wordt. 4. De opbrengst der Directe belastingen in Nederland over zeker jaar bedroeg: 0ter volgend jaar aan Grondbelasting ƒ 14665555.— „ Personeel „ 11522416,— „ Belasting op bedrijfs- en andere inkomsten „ 10197273,— „ Vermogenbelasting .V. „ 10233460,— „ Recht op de mijnen „ 31461,40 f 14825000.— „ 11750000.— „ 10104000,— , 10302000,— 31400,— Totaal . . ƒ Hoeveel bedraagt het verschil tusschen de opbrengst over het eene en de raming over het volgend jaar? 53 5. Iemand, die te Keulen logeerde, ontving 's morgens bg het verlaten van zijn hotel de volgende nota: Hotel „Hof van Holland". Keulen, 19 . Nota voor den Heer N.N. Aug. | 4 1 diner II RM- 2 25 „ 4 1 koffie met brood en kaas „ 0 75 ' ;„ 4 1 nacht logies met ontbijt „ 3 50 _ 5 1 fleschje Apolinariswater „ 0 25 .„ 5 1 diner+ 1/2 flesch wijn \ „3 25 „ 5 1 koffie met brood en vleesch „ 125 „ 6 1 naeht logies met ontbijt I » 3 50 Totaal . . || RM Hoeveel kostte hem dit verblijf in Nederlandsch geld, als RM. 1 = ƒ 0,595? 6 De afstand Amsterdam-Emmerik is op een kaart met schaal 1:100000, 11/4 M. lang. Hoe laat arriveert een reiziger te Emmerik, die met den D-trein van 9.15 (Amsterdamsche tijd) uit Amsterdam vertrekt, als de gemiddelde snelheid, waarmede de trein zich beweegt, 50 KM. per uur is en in 't geheel 10 minuten onderweg wordt gestopt? (Denk er aan, dat op de Duitsche spoorwegen de MiddenEuropeesehe tijd is ingevoerd, die met den Amsterdamschen 40 minuten verschilt. 12uur Amst. tijd=12.40Midden-Eur.tijd) 7. Een' bak, zonder deksel, is van buiten gemeten 21/2 M. lang, 96 cM. breed en 84 cM. diep terwijl de dikte van de wanden en den bodem 4 cM. bedraagt. In de lengte wordt een schot aangebracht, dik 2 cM. zóó, dat de bak in twee gelijke ruimten wordt verdeeld. Hoe groot is de inhoud van elk dier deelen? 54 8. 81,375 X 367,50 - 2089,7625 X 249,575 9,983 § 40. 1. Hoeveel emmers water gaan in een regenbak, die 4,5 M. lang, 2,8 M. breed en 1,75 M. diep is, als de wijdte van den emmer van onder 2 dM., van boven 3,6 dM. is, en de diepte 4i/2 dM. bedraagt? (Men vindt den inhoud van een emmer en andere lichamen van denzelfden vorm, door: le. de gemiddelde wijdte te bepalen, 2e. de oppervlakte te berekenen van een cirkel met een middellijn gelyk aan deze wijdte en 3e. deze oppervlakte te vermenigvuldigen met de diepte). 2. Bereken het gewicht van een boomstam, lang, 9,6 M., en waarvan de omtrek gemiddeld 1,98 M. bedraagt, als het S. G. van het hout 0,75 is. 3. Een rechthoekig stuk land is 2,4 HM. lang en 3,888 HA. groot. Het wordt beplant met vruchtboomen, die 6 M. van elkaar en 3M. van den kant staan. Als ieder boompje gemiddeld ƒ0,75 kost, wat is dan de inkoopsprijs van alle boomen? 4. Van een staafje goud is de lengte 4i/2 dM., de breedte 8 cM., terwijl de waarde ƒ 85758,75 bedraagt. Wat is de dikte van dit staafje, als het S. G. van goud 19 >/4 is en 1 KG. goud f 1650 kost? 5. Een bak is lang 23/4 M., breed 1,8 M. en diep 1,25 M. Hij wordt voor 4/ö deel volgepompt met water. Als er gemiddeld 50 L. per minuut ingepompt wordt, hoe laat is men dan met het werk klaar, als het 's morgens kwart over 10 begonnen wordt? 55 6. Iemand koopt 75 balen rijst a 15 ct. per i/2 KG. Hij ontvangt 2i/2°/o korting voor contant en betaalt nu ƒ2193,75. Hoeveel KG. rijst bevat iedere? 7. Een koopman te Rotterdam koopt te Manchester een partij katoen, groot 7000 yards (35 yards = 32 M.) a 31/2 d. (pence) per yard. Hij betaalt aan vracht en andere onkosten f 125. Voor hoeveel moet hij die stof per M. verkoopen, om in 't geheel ƒ250 te winnen, als hg £ 1 op ƒ12 rekent? 8. 204,8 X 0>01-26 X 0.375 _ 0,16 X 1.°5 X 2.88 § 41. 1. Een bak is binnenwerks lang 2i/2 M., breed 1,8 M. en diep 1,2 M. Er wordt 1224 KG. van zekere vloeistof ingegoten, waarvan het S. G. 0,85 is. Hoeveel dM. staat die vloeistof beneden den rand? 2. Hoeveel KG. wegen samen de volgende hoeveelheden zuiver water: 32,6 HL. + 1,645 dS. + 47/8 M3 + 3,625 HL. + 0,8327 DS. ? 3. Een tuin is lang 3,6 DM. en breed 2,8 DM. Om dien tuin is een schutting geplaatst van 1,75 M. hoogte. Hoeveel kost het verven van die schutting aan beide kanten, als per M2. ƒ0,275 betaald wordt? 4. In een bak lang 1,2 M., breed 0,96 M. en diep 0,75 M., wordt een looden kubus neergelaten, waarvan de oppervlakte 121,5 dM2. bedraagt. Hoeveel L. water kan er nu nog in dien bak, tot hij vol is? t 56 5. Een koopman m kaas en boter houdt het volgende Kasboekje bij. Vul de ontbrekende bedragen in en bepaal, hoeveel hij op 31 December nog in kas heeft. Kasboek. Ontvangsten. 19 . . Deel „ 2 n 3 „ 5 „ 9 » 12 „ 17 » 21 n 21 l 31 !ln kas . , lOntv. voor: 100 Edammer kaasjes a ƒ 1,45; per stuk. . . 240 KG. Leid- sche kaas è ƒ0,32 p.i/2 KG 250 KG. room. boter a 62i/2 ct per i/o KG. , 100 kom. kazen a ƒ 1,75 p. st 250 KG. Goud sche kaas s /•0,52i/2 p. i/J 120 KG. Goud sche kaas i ƒ0,50 d.i/o KG 250 Edammer kaasjes a f 1.45 per stuk. . . 100 kom. kazen a. ƒ1,75 ner st 120 zoete kazen a ƒ1,60 per st. ƒ375 19 . . Jan 1 ƒ . Saldo vorigjaarlf . . 19 . . Dec5 12 15 18 31 Betaald voor: weekloon knecht . . . ƒ Dostzeaels . 480 KG Goud- sche kaas a ƒ0,40 p.i/2 KG. „ 6 teleeram. vracht op kaas'„ weekloon knecht . . . L reiskosten naar Gouda . 300 Edammer kaasjes a ƒ1,25 per stuk. . . weekl knecht, verpakking. . postzegels . . weekl. knecht. strafport brief.!.. aUU zoete kazen a, ƒ 1.60 ner st. 240 KG. room¬ boter a ƒ0.60 Der i o KG.. Saldo in kas . L . \f - — 30 475 1450 2 25 57 Stel nu zelf een kasboekje samen voor een handelaar in granen, met behulp van de volgende gegevens; Jan. 1. In kas van de vorige maand . . . . f 380,75 „ 2. Ontvangen van G. Jans te Bodegraven voor 200 HL. tarwe a ƒ10,25 per HL. „ „ 3. Betaald aan P. Lanser, alhier, mijn schuld „ 165,50 „4. „ voor de huishouding „50,— „5. „ • „ postzegels enz „ 2,50 „ 7. „ weekloon pakhuisknecht . . . „ 12,75 „ 12. Ontvangen van J. Leenderts, hier, voor 320 HL. haver a ƒ3,60 per HL. . . . , „ 14. Betaald weekloon pakhuisknecht. . . „ 12,75 „ 15. „ voor 360 HL. rogge a, ƒ6,75 per HL „ „ 20. Ontvangen van J. Lamers te Leiden, voor 250 HL. rogge a, ƒ 7,50 per HL. . „ „ 21. Betaald weekloon pakhuisknecht. . . „ 12,75 „ 24. Ontvangen van S. Carelsen, hier, voor 25 HL. rogge a ƒ7,25 per HL . . . . „ | I 25. Betaald voor 400 HL. gerst k ƒ5,60 per HL. . . „ „ 26. Betaald voor diverse kantoorbehoeften „ 12,50 „ 27. „ „ de huishouding .'. . . „ 60,— „28. „ „ weekloon pakhuisknecht. „ 12,75 „ 30. Ontvangen voor 360 HL. gerst a ƒ5,65 per HL . . „ „ 31. Ontvangen voor 40 HL. gerst a ƒ5,70 per HL „ „ 31. Betaald aan vracht en andere onkosten „ 24,95 367/8 X (383/4 + 128i/a-68i/8) _ (48i/8-8i/3+ 133/4)X 187/w - 58 8. Vul in: 600 blokken Billitontin. 21000 KG. a ƒ ... per 50 KG. = ƒ Contant li/20/0= n Inkoop . . ƒ 33613,126 § 42. 1. Een makelaar koopt op last van een groothandelaar 100 balen rijst, bruto 10300 KG., tarra 3 KG. per baal, a ƒ 12 per 50 KG., korting voor contant iy2°lo- Hij berekent i/4o/0 courtage. Hoe hoog is het inkoopsbedrag? 2. Een koopman verkoopt 300/0 van een partij thee met 400/0 winst en de rest met 200/0 verlies. Hoeveel o/0 verliest hij gemiddeld? 3. Van een kapitaal staat het % deel uit a 3i/2o/0 en de rest a, 25/go/0 's jaars. Als de interest ƒ1085 per half jaar bedraagt, hoe groot is dan het kapitaal? 4. Een lakenkooper te Rotterdam ontvangt uit Engeland een partij laken, groot 210 yards a 5/6 (— 5 shilling + 6 pence) per yard. Voor vracht en andere onkosten betaalt hij ƒ92,30. Hoe duur moet hij de stof per M. verkoopen op 200/0 te winnen? (£ 1 = ƒ 12,10). 5. Iemand leent op 1 Maart ƒ2475, op 1 Mei ƒ3625 en op 1 Juli ƒ4200, alles a 40/0 's jaars. Hoeveel moet hij op 1 December aan kapitaal en interest terug betalen? 6. Vul in: 23/4 M3. + 45/8 dS. + 163/s HL. + 24% DL. +16>/2 L. =... dM3. 9i/2 HA. +163/8 HM2. -f 4i/2 DM2+165 c A+123/4 M2.=... M2 83/4 KG. + 19i/2 HG. +273/4 DG. +165 cG.+1275mG.=... G. 59 7. Vul in: £ 1 = ƒ 12,09 £ 6.17.5 = ƒ „ 18.14.3 = „ . -.15.7 = , £ 24.-.8 = ƒ . . . „ 37.18.4= „ . . . „ —.18.7 = „ . . . 8. 63/4 X 63/4 4VsV63j4 + 22/6X22/6 63/4-22/6 § 43. 1. Iemand koopt 100 balen katoen, bruto 19125 EG., tarra 4 0/0, a 36 ct. per 1/2 KG., contant li/4°/oi courtage l/40/0. Hoeveel moet hij betalen? 2. Vul in: 33/4 o/o van ƒ 3417,80 = ƒ...; 33/4 o/0 van ƒ 5417,83 — f... 27/8 „ , , 3718,96 = „...; 27/8 , „ „ 6411,47 = „ ... 3/4°/oo , „ 16324= ; 3/4o/03n „ 26500 = „... 485 „ „ „ 218,89 = „ ...; 485 „ „ „ 21889 = „... 3. Hoeveel francs is £ 28.19.9 als £ 1 = f 12,09 en franc 1 = ƒ0,48? 4. Stel een kruideniersrekening samen, waarop 12 posten "voorkomen. 5. Schrijf in Bomeinsche cijfers: 458; 1296; 1425; 1697; 1784; 1904; 1911. 6. A., B. en C. drijven voor gemeenschappelijke rekening handel. A. legt in ƒ 12000, B. ƒ 14000 en C ƒ 19000. In zeker jaar winnen zij ƒ4000, waarvan ieder eerst 5 0/0 van zijn gestort kapitaal ontvangt, terwijl de rest gelijkelijk onder A., B. en C. wordt verdeeld. Hoeveel ontvangt ieder van de winst? 60 7. Een commissionnair verkoopt voor zijn lastgever A. een» partij koffie voor ƒ24375,70. Als hij 2i/2o/0 commissieloon rekent, hoeveel moet hij dan aan A. uitbetalen? J 8 (0.4f 75 + 1 i/g): (3 i/B X 0,09375) . , , 3/4- 0,375 — • ' ' iJ 3 § 44. 1. Een kapitaal, groot ƒ45000, staat gedurende 33/4 jaar uit op samengestelden interest k 4i/2°/0 's jaars. Tot welk bedrag is het in dien tijd aangegroeid? 2. Vul in: 250 balen cacao. Netto 12500 KG. a ƒ 37,75 per 50 KG. = ƒ .... Onkosten „ 50,—- f Commissie 2i/2% = » Inkoopsbedrag . . ƒ. . . . 3. Een graankooper koopt 150 HL. tarwe k ƒ9,60 den HL. Hij verkoopt dezen partij k f 10,20 den HL. en wint nu ƒ89,40. Hoeveel % heeft hij ingemeten? 4. Tel op: Trek af: Vermenigvuldig: £ 14. 7.4. £ 248. 9.7. £ 165.18.9 | 24.—.7. „ 64.12.9. 36 X „ 136.15.3. „ 48.16.9. Deel: £ 2986.17.6 door 18. Een koopman heeft in den loop van zeker jaar goederen ingekocht tot een tótaal bedrag van ƒ284565,40 en verkocht voor ƒ267984,75. Als hij nog 12750 KG. koffie 61 van ƒ0,42 de % KG. en 4875 KG. thee van ƒ2,40 de KG. in zijn pakhuis heeft, hoeveel heeft hij dan dat jaar op zijn goederen gewonnen? Een distillateur mengt 7i/2 HL. alcohol van 800/0 met alcohol van 500/0 en doet bij het mengsel nog 150 L. zuiver water. Hij krijgt nu alcohol van 600/0 sterkte. Hoeveel HL. van 500/0 bevat het mengsel? Bereken het inkoopsbedrag van 200 blokken Bankatin, wegende 6000 KG. a ƒ80,25 per 50 KG., contant n/2°/o. commissie 20/0. (93/4 + 117/g - i615'16 + 5/16) X 153/4 _ 2,25 — • • • § 45. Vul in: Een partij suiker. Netto .... KG. a ƒ25 per 100 KG. = ƒ Contant 1 % — „ . ƒ Courtage 1/4% „ Inkoopsbedrag . . ƒ 7443,75 Bereken den interest van: ƒ 36725 gedurende 2i/2 jaar a 4 o/0 's jaars. „ 4860 „ 33/4 „ | 4i/2 „ „ 2753 n 5 „ „ 2i/2 „ Een commissionnair koopt voor zijn lastgever een partij koffie voor ƒ6250. Als hij ƒ250 onkosten en 2/4 A. voor ƒ19 wordt verkocht? 3. Iemand betaalde van zijn schuld het 3/5 gedeelte, en van hetgeen hij schuldig bleef, nog de helft en ƒ 10, waarna hij nog ƒ30 te betalen had. Hoe groot was zijn schuld? 4. Hoe dikwijls is de som van 0,053 HA., 1,74 A. en 32,9 cA. begrepen op de som van 8,35 HM2., 14,7 DM2., 0,3 M2. en 50 cM2? 5. Een stuk land is 127 M. lang en 83 M. breed. Door een sloot in de lengte en een in de breedte wordt het land in 4 gelijke stukken verdeeld. Elke sloot is 3 M. breed Hoe groot is elk stuk? 6. Twee kapitalen zijn samen ƒ 6000 groot. Hét eene staat 9 maanden uit a 4 0/0) het andere 8 maanden a 3 o/0 's jaars. Samen brengen ze ƒ 144 rente op. Hoe groot is elk kapitaal? 7. A ontvangt van een som gelds i/3 op ƒ10 na en Bi/4opƒ5 na; ze ontvingen evenveel. Hoe groot is de som? 8 (1814/l5 + 10%) : 197/i5 _ (SO/gg - 57/^>X 39/23 392/3 X (6/23 - 54/39,.) X F/42- Vtö) ]. A. J. Ti'" Met tal van illustraties van Tjeerd I II M II I ^0 18 353 ^ &et leesond 2 150 746 eerste schooldagen ƒ0,30, tekst hierbij ƒ0,10. ZONNESCHIJF Leesboek voor de Lagere School door T, van Büül. Negende druk. Geïllustreerd door Tj. JBottema. Sp'elling vair De Vries én Te Winkel. la, lb, a SOcent, Ila, Ilb, a 35cent, III, 40cent,4<—6a45cent,7, 10, 11 en 12 4 60 cent. Gecartonneerd 10 ets. per deeltje hooger. ZONNESCHIJN.» Kinderliedjes voor school en huis. Woorden van T. van Bdul. Muziek van A. C. Hazebosch. Prijs ƒ0,30. SOMMENBOEK VOOR DE VOLKSSCHOOL door Th. J. Thijssen, 4 stukje» met voorloopertje, zesde druk, a 25 cent. Antwoorden 5 cent. CIJFERBOEK VOOR DE VOLKSSCHOOL door Th. J. THijssen en J. Soederbxijzen, .3, stukjes, Serie C in 3 deelen, bevattende de leerstof voor de praetijkexamem. EEN BUNDEL FORMULIEREN, behoorende bij Pract. Handelsrekenen I, door W. de Groot en J. Peper en Elementair Handelsrekenen door J. Peper; prjjs ƒ0,75. 2e druk. PRACTISCHE SCHRIJFMETHODE VOOR LOOPEND SCHRIFT door A. van Katwijk. Achtste druk. Vöorb, boekjes, oefenschriften en handleiding. PRAKTISCH SCHRIFT door G. G. J. Mutsaers. Schrijfmethode voor herhalingsonderwijs en volwassenen, 3 cahiers met handleiding a 15 cent. VOLKSZANG. 20 liederen gekozen door het „comité voor Eenheid in den Volkszang", uitgaven in noten- en in cijferschrift 45—75 duizend k ƒ 0,12*.