PRACTISCH BOEKHOUDEN Handleiding bij het Onderwijs door >. W. KREUKNIET, Oud-Accountant en oud-Leeraar in het Boekhouden en de Staathuishoudkunde te Rotterdam. VIERDE DEEL. ZESDE, VERBETERDE DRUK. Die Buchhaltung wird in dem MaSe mehr an Bedeutung im praktischen Berufsleben der Völker gewinnen, je mehr es gelingt, durch entsprechende wissenschafiliche Pflege der Buchhaltung deren Wesen zu erklaren und deren Formen zu verbessern. (DRAPALA). G. DELWEL — WASSENAAR 192 1 Voorbericht van den zesden druk. Deze druk is met zorg herzien, verouderde opgaven zijn weg gevallen en nieuwe opgaven zijn opgenomen. Wassenaar, 6 December 1920. W. KREUKNIET. De eerste druk verscheen in 1911, de tweede in 1913, der derde in 1915, de vierde in 1916, de vijfde in 1918 en deze zesde in 1921. f. Verdere uitbreiding van het memoriaalbegrip. § 1. Vreemde valuta's in het inkoopboek: Daar te onzent vele inkoopen in het buitenland geschieden, komen facturen in vreemde valuta's herhaaldelijk voor. Tot dusverre is ondersteld, dat deze alle, stuk voor stuk, tegen een vasten koers werden omgerekend in eigen munt (§ 38 II). Deze omrekening is echter zeer tijdroovend, terwijl het maken van fouten daarbij niet is uitgesloten. Er is daarom een regeling bedacht, waarbij alle facturen in vreemde valuta, in een maand ontvangen, gelijktijdig worden omgerekend. Hierbij worden twee gevallen onderscheiden: s A. Alle inkoopen worden op één grootboekrekening geboekt. Voor elke valuta wordt in het inkoopboek een kolom geopend, terwijl het maand-totaal van elke kolom tegen een vasten koers wordt omgerekend. Ter verduidelijking dient nevenstaand model van een inkoopboek voor dames-confectie-artikelen (damesmantels enz.) van een winkelier, die zijn goederen hoofdzakelijk uit Londen, Parijs, Berlijn en Weenen betrekt (pag. 6). De omrekeningskoersen zijn 1 £ = ƒ 12.121); 1 fr. = / 0,48; 1 R.M. = / 0,60; 1 Kr. = / 0,50. Uit het boek wordt de volgende maandjournaalpost getrokken: CONFECTIE. Inkoopboek Januari 1914 / 31.420,— AAN CREDITEUREN. £ 1000-/.;fr- 10.000—; R.M. 15.000— Kr. 5000,—; ƒ 3000,—; / 31.420 — Op de crediteurenrekening (pag. 9) boekt men in het credit in de kolom voor Engelsch geld £ 1000'/., in die voor Fransch geld fr. 10.000,—, in die vóór Duitsch geld R.M. 15.000,—, in die voor Oostenrijksch geld Kr. 5000,—, in die voor Hollandsen *) Deze koers is zeer gemakkelijk, omdat hij gelijk is aan / 12,— + 1% van / 12,—. INKOOPBOEK (§ 1) 6 Datum. £ Franc. R.M. Kroon. Gulden. 1 1914. Januari. Totaal . . . 1000.—,— 10.000,— 15.000,— 5000,— 3000,— | 1 =— 7 geld / 3000,—, terwijl in de totaalkolom het totaal dezer bedragen, voor zoover noodig herleid tegen de vaste koersen, wordt uitgeworpen (/ 31.420,—). Het crediteurenboek ondergaat bij toepassing van dit systeem een vereenvoudiging: de rekening van een crediteur wordt alleen gehouden in de valuta, waarin de factuur is uitgedrukt, zoodat de vermelding van het in eigen geld herleide bedrag vervalt. In het crediteurenboek komen alzoo rekeningen voor, die alleen in £, R.M., Francs, Kronen of Guldens worden gehouden. Zoo heeft de rekening van J. Newes, Londen, in het crediteurenboek den volgenden vorm. J. NEWES, Londen. Jan. £ j s. d. 1914 ! £ s. ld. 1914 Betaald. ... 100 Jan. Factuur. . . .100 '—— Bij de betaling per bank van een factuur, groot £ 100 /. a 12,13, wordt geboekt: CREDITEUREN. £ 100-/ / 1213,— AAN BANK / 1213 — De crediteurenrekening wordt voor £ 100-/. gedebiteerd, terwijl in de totaalkolom / 1213,— wordt uitgeworpen. Het spreekt vanzelf, dat in het crediteurenboek de rekening van den crediteur, die betaling ontving, voor £ 100'/. wordt gedebiteerd. Het zal duidelijk zijn, dat het saldo der bedragen, in de £ kolom van de crediteurenrekening opgenomen, moet overeenstemmen met het saldo der rekeningen in Engelsche valuta van het crediteurenboek. Dezelfde overeenstemming bestaat tusschen de saldi der overige valuta's en de daarbij behoorende rekeningen van het crediteurenboek. Is het aantal crediteurenrekeningen groot, dan is in dit systeem een splitsing van het crediteurenboek wenschelijk. 8 Voor elk der vier genoemde crediteurengroepen wordt dan een rekening-courantboek aangelegd. In het Duitsche crediteurenboek worden de rekeningen der Duitsche'crediteuren opgenomen, in het Fransche crediteurenboek hebben zij, die in Fransche valuta gefactureerd hebben, een rekening, terwijl de Hollandsche crediteuren in het Hollandsche crediteurenboek voorkomen. B. De inkoopen worden op verschillende grootboekrekeningen geboekt. Men kan dan, om de omrekening van elk factuurbedrag afzonderlijk te voorkomen, een der volgende methodes toepassen: a. Voor elke te debiteeren rekening wordt voor elke valuta een kolom geopend. Ter verduidelijking dient het model van een inkoopboek voor een winkelier, die confectiegoederen en manufacturen uit het buitenland betrekt (pag. 10). De confectie-inkoopen in £ boekt bij in de eerste kolom C (Confectie), die in Franc in de tweede kolom C, de manufacturen inkoopen in £ boekt hij in de eerste kolom M (Manufacturen) enz. Uit het boek wordt de volgende maandjournaalpost getrokken: CONFECTIE. Inkoopboek Januari 1907 / 31.420,— MANUFACTUREN. Idem „ 20.460,— AAN CREDITEUREN . / 51.880,— £ 1500; fr. 15.000,—; R.M. 25.000,—; Kr. 5000,— ; / 9000,—. Deze methode is alleen toe te passen, als het aantal te debiteeren rekeningen en het aantal valuta's zeer gering zijn, omdat anders het aantal kolommen te groot zou worden. 6. Voor elke valuta wordt een inkoopboek aangelegd. Worden de inkoopen over talrijke grootboekrekeningen verdeeld, en zijn de facturen in vele valuta's uitgedrukt, dan verdient het aanbeveling het inkoopboek te splitsen, door voor elke valuta één boek aan te leggen, b.v. een inkoopboek in £, een inkoopboek in R.M. enz. Uit elk dezer wordt een maand journaalpost getrokken. § 2. Vreemde valuta's in het verkoopboek. Wil men in het buitenland veel en gemakkelijk zaken doen, dan moet men zijn waren aanbieden in de munt van het land, waar men zijn koopers zoekt. CREDITEUREN (§ 1). 1914 Omschrijving £ Fr. R.M. Kr. | Gld. Totaal 11914 j Omschrijving £ | Fr. j R.M. | Kr. | G1A j Totaal ljan.1 Inkoopboek 1000.-,-|l0000,—IlSOOO,—IsOOQ,—13000,-^31420,- INKOOPBOEK (§ 1). 10 Da- I £ Franc. R.M. Kroon. Gulden. tUm" [ C. | M. C. [ M. C. | M. ~C. | M. C 1 M, 1914 Jan. Totaal ... 1000.-,- 500.-,- 10000,— 5000,— 15000,— 10000,- 5000,— — 3000,^ 6000,— 11 Zoo geven bloembollenkweekers Fransche, Engelsche en Duitsche prijscouranten uit, waarin de prijzen resp. in Fransche, Engelsche (of N.-Amerikaansche) en Duitsche munt zijn uitgedrukt. Men factureert dan aan het buitenland in de vreemde valuta. De omrekening van elk factuurbedrag in eigen munt (§ 28 II) moet zoo mogelijk voorkomen worden. Hierbij zijn twee gevallen te onderscheiden: A. Alle verkoopen worden op één grootboekrekening geboekt. B. De verkoopen worden op verschillende grootboekrekeningen geboekt. In het eerste geval kan men in het verkoopboek voor elke valuta een kolom openen, terwijl het maand-totaal van elke kolom tegen een vasten koers wordt omgerekend. Ter verduidelijking dient achterstaand model van een verkoopboek van een boterhandelaar in een onzer zuidelijke grenssteden, die factureert in R.M., fr. en guldens (pag. 12). Omdat hij niet alleen de opbrengst der resp. in Duitschland, België en Nederland verkochte boter wenscht te weten, doch ook het aantal K.G., in elk dezer landen afgeleverd, met het oog op de berekening der middenprijzen, is bij elke geldkolom een hoeveelheidskolom opgenomen. De omrekeningskoersen zijn 1 R.M. = / 0,60, 1 fr. = / 0,48. Uit het boek wordt de volgende maand journaalpost getrokken: DEBITEUREN. Verkoopboek Mei 1914 / 10.540,— R.M. 9000,— ; fr. 8000,— ; / 1300,—. AAN BOTER. Duitschland 4000 K.G. België enz 3000 „ Nederland 1000 „ 8000 K.G. / 10.540,— Op de debiteurenrekening heeft men voor elke valuta een kolom geopend, zoowel in het debit als in het credit: er zijn dus de volgende kolommen: R.M., fr., Gulden. In de debitkolom voor Duitsch geld boekt men R.M. 9000,—, in die voor Fransen geld fr. 8000,—, in die voor Hollandsch geld / 1300,— en in de totaal debitkolom / 10.540,—. In het debiteurenboek worden de rekeningen gehouden alleen in de valuta der debiteuren, dus öf in R.M., óf in frs., óf in guldens. VERKOOPBOEK (§ 2). 12 I • I 1 1 £m'. copteboek. NAAM. K.G. R.M. K.G. Frc. K.G. Guldens. 1 J 1914 Mei | 4000,— 9000.— | 3000,— 8000,— 1000,— 1300,— 13 Bij het opmaken der saldi uit het debiteurenboek legt men drie lijsten aan: een voor de saldi der rekeningen in B.M., een tweede voor de saldi der rekeningen in frs., een derde voor de saldi der rekeningen in guldens. Het totaal der eerste lijst moet overeenstemmen met het saldo der R.M., voorkomende op de debiteurenrekening, het totaal der tweede lijst met het saldo der frs., en dat der derde lijst met het saldo der guldens. Is het aantal debiteurenrekeningen groot, dan is in dit systeem een splitsing van het debiteurenboek wenschelijk. Voor elk der drie genoemde debiteurengroepen wordt dan een rekening-courantboek aangelegd. In het „R.M. Debiteurenboek" worden de rekeningen der Duitsche afnemers opgenomen, in het „fr. Debiteurenkoek" hebben zij, aan wie in Fransche valuta gefactureerd wordt, een rekening, terwijl de Hollandsche afnemers in het „Guldens Debiteurenboek" voorkomen. In het sub B. genoemde geval wordt óf voor elke te crediteeren rekening voor elke valuta een kolom geopend, óf voor elke valuta een verkoopboek aangelegd. In het voorgaande is ondersteld, dat de herleiding der factuurbedragen, in vreemde valuta's uitgedrukt, tegen vaste omrekeningskoersen toelaatbaar is. Dit is alleen het geval, als de met behulp dezer vaste omrekeningskoersen verkregen bedragen in Hollandsen geld niet veel verschillen van de bedragen, die werkelijk voor de ingekochte zaken betaald worden, immers anders wijkt de inkoopsom, voor de boeking gebezigd, te veel van de werkelijkheid af. Voor Augustus 1914 waren de wisselkoersen vrij stabiel, zoodat de aangenomen omrekeningskoersen nooit veel van de werkelijke verschilden, sinds dien echter hebben de wisselkoersen hun stabiliteit verloren en kunnen dus geen vaste omrekeningskoersen worden gebezigd, doch zal men de vreemde valuta's tegen den beurskoers, bij voorkeur tegen den koers van betaling moeten herleiden, doch daarmede vervallen ook de op het gebruik der vaste omrekeningskoersen gebaseerde inrichtingen van het in- en verkoopboek. § 3. Gfecombineerde bankboeken. Staat een zaak met verschillende banken in verbinding, dan kan men óf voor elke bank een bankboek aanleggen, óf alle banken in één boek vereenigen, waarin voor elk der banken zoowel in het debit als in het credit een kolom wordt geopend. 14 Het groote voordeel dezer combinatie is gelegen in de vereenvoudiging, die het journaliseeren der bankposten ondergaat. Immers in plaats van voor elke bank twee maandjournaalposten te vormen, heeft men voor alle banken te zamen maandelijks slechts twee journaalposten samen te stellen. Een tweede voordeel achten sommigen het feit, dat uit één boek de stand der banken kan worden opgemaakt. Hiertegenover staat het groote nadeel, dat het maken van fouten door de plaatsing van een post in een verkeerde bankkolom door de combinatie der bankboeken 'zeer wordt vergroot. Ter verklaring van een gecombineerd bankboek dient het onderstaand model. Om specificatie te vermijden is ondersteld, dat in de beide Diversen-kolommen geen posten zijn geboekt. Bovendien is ondersteld, dat de kasposten, in totaal ƒ 10.000,—, over de drie banken als volgt verdeeld zijn: A. / 5000,—, B. / 3000,— en C. / 2000,—. De journaalposten, uit het boek getrokken, luiden: I BANK A. Bankboek September / 17.000,— BANK B. Idem . : ■..•'-'„ 13.000,— GECOMBINEERD y. TOTAAL. Datum. No. , Diversen II 1 I 1 A I B I c 1920 f lSept. Saldo |/ 7000 — 30 „ : Saldo / 8000,-/17000,-1/ 6000,— /32000,— 1/25000 — / 30000,—'/15000 — _ j ^ 15 BANK C. Idem / 2.000 — AAN DEBITEUREN. Idem / 32.000- CREDITEUREN. Bankboek September , 34.700,— ONKOSTEN. Idem „ 300,— AAN BANK A. Idem », 10.000,— AAN BANK B. Idem ,;, 12.000,— AAN BANK C. Idem 13.000- § 4. Kas-Bankboek. Kas en bank worden in de practijk als een geheel beschouwd. Betalingen worden zoowel per kas als per bank gedaan, ontvangsten van debiteuren neemt men in de kas op, of wel men laat er door de bank over beschikken. In het algemeen hebben alle bankposten dikwijls hetzelfte karakter als de kastransacties. Het gevolg hiervan is, dat de journaalposten, die worden getrokken uit de debetzijden van het kas- en van het bankboek vaak groote overeenkomst zullen vertoonen: de te credi- BANKBOEK (§ 3). ^ '! r. I m ; TOTAAL. . No. . Onkosten Kas. i ; . turn. teuren sen | ^ B C 1920 l8ept.| Saldo. . ƒ10000,—/16000,— - | . J \ I /34700,— / 300,—1/10000,—j ƒ25000,—j/30000,— /15000,— i I r—'—"! "I " 16 teeren rekeningen zijn in beide posten dikwijls vrijwel dezelfde. Dit is ook het geval bij de journaalposten, getrokken uit het credit van het kas- en uit het credit van het bankboek. Van deze omstandigheid heeft men gebruik gemaakt, om de vier journaalposten uit het kas- en het bankboek tot twee te verminderen, door de combinatie van het kas- en het bankboek (pag. 16 en 17). Behalve de bekorting in het journaliseeren zien velen in deze combinatie nog het voordeel, dat uit één boek de stand van kas en bank blijkt. Dit voordeel is van geringe beteekenis, omdat de bepaling van het kas- en het banksaldo bij het gebruik van een kas- en van een bankboek niet veel meer tijd kosten zal, dan bij het houden van een kas-bankboek. In sommige zaken, waar de kas- en de banktransacties beide zeer talrijk zijn, is de combinatie met het oog op de arbeidsverdeeling reeds onmogelijk: één persoon zou onmogelijk het kasbankboek alleen kunnen bijhouden. Een nadeel der combinatie is de vergrooting der mogelijkheid fouten de maken. Een kaspost boekt men niet licht in het bankboek, noch een bankpost in het kasboek. Zijn echter kas- en bankboek gecombineerd, dan is het licht mogelijk, dat een kaspost in de bankkolom of een bankpost in de kaskolom wordt geboekt. KAS-BANK- i f>0k; TOTAAL. Datum. No. ^ | Diversen. — - Kas. Bank. 1920 1 Sept. ! | Saldo / 2000,— 1 — Chèque No. 7538 . . „ 500,— 1 24 J. de Meyere, alhier . / 1000,—[ „ 1000,— 1 „ 25 , Borderel No. 39 . . . ,, 3000,— / 3000,— 3 27 | Coupons | \f 300,— ,, 300,— 30 „ Saldo „ 20000,— ƒ 68000,—ƒ 300,—ƒ 40000,— ƒ 6000(V— 17 Alleen als de journaalposten uit het kas- en die uit het bankboek, wat de rekeningen betreft, overeenkomen, kan de combinatie der beide boeken mits deze in tabellarischen vorm worden gehouden, overwogen worden. De journaalpost, die uit het onderstaand kas-bankboek wordt getrokken, in de onderstelling, dat in den loop der maand geen gelden uit de kas bij de bank zijn gestort, luidt: KAS. Kas-bankboek September 1920 . ƒ 38.000 — BANK. Idem „ 40.000 — CREDITEUREN. Idem ., 68.800,— ONKOSTEN. Idem , 2.500 — TE BETALEN WISSELS. Idem „ 3.000 — AAN KAS. Idem / 39.000, AAN BANK. Idem „ 45.000, BOEK (§ 4). t, I . I j. >. ,. | I I TOTAAL. \Da- 2. ! ! ,Credl" i , 0n" Diversen. turn. B j j teuren. j kosten. Kas Bank 1920 I lSept. Saldo /15000,— 1 „ — Chèque No. 7538 . . „ 500 — 1 „ 25 Borderel No. 39 . . . / 10,— „ 50,— 2 ,, 27 Promesse, L. de Groot / 3000,— / 3000 — 30 „ Saldo „ 1000,—j ƒ68800,—ƒ 2500,— / 3000,— ƒ40000,— /fiOOOO,— 1 j Pr. B. IV. 2 18 AAN DEBITEUREN. Idem / 68.000,— AAN EFFECTEN. Idem ., 300,— TOEPASSING: §§ 1—4, Opgaven^ 1ste reeks. § 5. Traiteboek. Dit dagboek wordt gebruikt, wanneer het accepteeren van wissels of het afgeven van promessen dikwijls voorkomt; anders worden de posten in het gewone memoriaal geboekt. Voorbeeld. 7 Jan. 1920 afgegeven aan H. Masson, alhier, een promesse per 7 April 1920 / 3880,—. 10 „ „ Geaccepteerd de traite van M. Lissone, Amsterdam, / 5881,32 per 5 April 1920. 18 „ ,, Geaccepteerd de traite van J. v. Ree, Delft, / 3288,— per 17 April 1920. 25 „ „ Geaccepteerd de traite van J. Colico, Londen, £ 510*/. per. 25 Maart 1920 a 10,50. 26 „ „ Gedisconteerd mijn promesse per 7 April 1920 aan H. Masson, alhier . . . . / 3880,— af 72 d. disconto 5% . . „ 38,80 Betaald per kas / 3841,20 Dit voorbeeld is geheel in onderstaand traiteboek opgenomen. TRAITEBOEK (8 5). Datum. I Te debiteeren II V^al" I 1%™- £ | da8- |vreemd| eigen | kingen. 1920 7 Jan. 3 H. Masson, alhier Prom. 7 April ƒ 3880,— 26/1'20 10 „ 15 M.Lissone,Amster- dam Traite 5 April |„ 5881,32 18 „ 16 J. v. Ree, Delft . „ 17 April [„ 3288,— 25 „ 19 J. Cohco, London „ 26 Maart £ 510 •/• „ 5355,— ' ƒ 18404,321 In de derde kolom worden de personen vermeld, wier rekeningen gedebiteerd moeten worden. Uit het boek vloeit 31 Januari de volgendevjournaalpost voort: CREDITEUREN / 18.404,32 AAN TE BETALEN WISSELS. Totaal volgens traiteboek .... / 18.404,32 19 De rekeningen, voorkomende in het crediteurenboek der diverse personen, worden alle rechtstreeks van uit het traiteboek gedebiteerd. De betaling of disconteering wordt in het kasboek of het bankboek aangeteekend en van daar uit gejournaliseerd. In het traiteboek vermeldt men vaak (in de kolom „Opmerkingen") den datum van betaling of disconteering, opdat men uit dit boek dagelijks zien kan, welke wissels nog loopen. § 6. Remiseboek. Dagboekposten betreffende te innen wissels komen in verschillende dagboeken voor. Worden de wissels per kas gekocht of verkocht, dan worden de betrokken dagboekposten in het kasboek opgenomen; geschiedt de koop of verkoop per bank, dan wordt de dagboekpost in het bankboek ingedragen; vindt de vereffening van koop of verkoop in rekening plaats, dan werd tot dusverre de daarop betrekking hebbende dagboekpost in het memoriaal of prima nota geboekt. Deze laatste boeking willen wij thans eens nader beschouwen. In overeenstemming met het beginsel, dat voor veelvuldig voorkomende posten in het memoriaal afzonderlijke dagboeken worden aangelegd, zal men, als de posten betreffende koop en verkoop van wissels, die in rekening worden vereffend, talrijk zijn, een speciaal dagboek aanleggen: dit is het remiseboek. Men dient te bedenken, daar de bedoelde wisselposten van tweeërlei aard zijn: ze kunnen ingaande wissels en ook uitgaande wissels betreffen. Het is zeer wel mogelijk, dat de posten betreffende ingaande wissels, die voor opname in het remiseboek in aanmerking komen, zeer talrijk zijn, terjdjl die, welke op uitgaande wissels betrekking hebben, zelden voorkomen, omdat de uitgaande wissels gewoonlijk per kas of per bank worden verhandeld. In dit geval zal men slechts een speciaal remiseboek aanleggen voor den ingang der wissels, terwijl men den uitgang in het algemeen memoriaal zal blijven boeken. Het is ook denkbaar, dat de ingang van wissels, die voor opname in een speciaal remiseboek in aanmerking komen, wenig voorkomt en daarentegen de uitgang veel. In dit geval moet men den ingang in het gewone memoriaal boeken en voor de uitgaande wissels een remiseboek bezigen. Het derde geval komt voor, als zoowel de ingang als de uitgang van wissels, waarvoor de vereffening in rekening geschiedt, vaak voorkomt. Men neemt dan beide soorten van posten in het remiseboek op, dat in dit geval den scontrovorm heeft. 2* 20 Voorbeeld. 10 Jan. 192Ó Getrokken op T. Starren, Dordrecht o/eigen / 4628,75 per 7 April 1920. 11 ,, ,, Ontvangen van J. v. Leeuwen, alhier, zijn promesse / 2057,66 per 8 April 1920. 12 „ „ Getrokken op J. James, Londen o/eigen £ 510 /. per 12 April 1920 Koers 10,50. 15 ,, „ Ontvangen van H. Hoog, Amsterdam, zijn traite op J. v. d. Have, alhier, ƒ 4580,— per 15 Maart 1920 ter voldoening onzer factuur per 15 Maart 1920 en deze verdisconteerd bij de Rotterdamsche Bankvereeniging onder aftrek van / 46,25 rente en kosten. 18 ,, ,, Getrokken op H. v. d. Ven, Amsterdam, o/Rotter* damsche Bankvereeniging / 8425.— per 15 Maart 1920. Disconto en kosten / 79,50. 20 ,, „ Geëndosseerd aan H. v. d. Maten, alhier, de promesse van J. v. Leeuwen, alhier, ƒ 2057,66 per 8 April 1920. Disconto /. 30,85. Per kas ontvangen. 25 ,, ,, Ontvangen van J. v. d. Lee, alhier de traite van H. v. d. Molen, Amsterdam, op K. ten Brugge, alhier, / 6450,—per 25 Maart1920. Disconto ƒ 59,75. . Betaald per R. B. V. 26 „ ,, Verdisconteerd bij de R. B. V. mijn traite op J. James Londen, £ 510-/. a 10,60. 27 ,, ,, Ontvangen van J. ten Hoonte, Haarlem, zijn traite op H.Moritz, Amsterdam, / 7845,75per lOMaart 1920. 28 ,, ,, Gedisconteerd van J. v. d. Lee, Amsterdam, zijn traite op H. v. d. Molen, alhier, / 8425,— per 10 Maart onder aftrek van / 69,50 disconto. Per kas betaald. 30 ,, „ Geëndosseerd aan J. van 't Hoff, alhier, mijn traite op T. Starren, Dordrecht, / 4628,75 per 7 April, onder aftrek van / 50,50 disconto. Het netto provenu strekt in vermmdering van ons debit. 31 j, „ Ontvangen van H. ten Cate, alhier, zijn traite op H. Masson, Amsterdam, ƒ 6450,— per 31 Maart 1920 ter voldoening onzer heden vervallen vordering op hem. Disconto / 60,50. Dit voorbeeld is geheel opgenomen in het onderstaand remiseboek (ingaand), in het bankboek, het kasboek en het memoriaal. 21 REMISEBOEK (INGAAND). ■n vi Bedrag Ua- o Te crediteeren f Opmerk. tum- fa da«- I vreemd eigen | 1920 lOJan. T. Starren, Dordrecht, o/eigen 7 April / 4628,75 30/1 '20 11 „ J. v. Leeuwen, alhier, prom 8 „ / 2057,66 20/1 '20 12 „ J. James. Londen, o/eigen 12 „ £ 510 / ƒ 5355,— 26/1 '20 27 „ J. ten Hoonte, Haarlem, traite 10 Maart ƒ 7845,75 31 „ H. ten Cate, alhier, traite 31 „ i/ 6450,— ƒ26337,16 In de derde kolom van het remiseboek worden de personen genoemd, wier rekeningen moeten gecrediteerd worden. Uit het gegeven model vloeit de volgende journaalpost (op 31 Januari) voort: TE INNEN WISSELS.1) Totaal volgens remiseboek . . . / 26.337,16 AAN DEBITEUREN. Idem / 26.337,16 Uit het voorgaande vloeit voort, dat de invoering van een remiseboek geen invloed uitoefent op het kas- en op het bankboek, alleen het memoriaal ondergaat dien invloed. Bij het gébruik van een ingaand remiseboek zal het disconteeren van wissels tot twee boekingen aanleiding geven: een in het remiseboek en een in het memoriaal. In het remiseboek wordt de nominale waarde van den gekochten wissel geboekt, waarvoor dus de verkooper is te crediteeren en in het memoriaal wordt het disconto geboekt; hiervoor is de verkooper te debiteeren en de Intrestrekening te crediteeren. Het verdisconteeren van wissels wordt bij het gebruik van een ingaand remiseboek, voor zoover de verrekening niet per kas of per bank geschiedt, steeds geheel in het memoriaal geboekt. Hierin wordt aangegeven, dat de rekening van den kooper voor het netto provenu moet worden gedebiteerd, de intrestrekening voor het disconto en de rekening Te innen wissels voor het nominale bedrag moet worden gecrediteerd. x) Deze rekening kan worden gesplitst in Wissels in eigen en Wissels in vreemd geld. BANKBOEK. 22 Datum j Te crediteeren | Diversen Totaal Datum Te debiteeren Kas Diversen Totaal 1920 I 1920 15 Jan. H. Hoog, Amsterdam .f 4580,— / 4580,— 15 Jan. Intrest . . / 46.251)/ 46,25 18 „ H. v. d. Ven, Amsterdam,, 8425,.— „ 8425,— 18 „ Intrest „ 79.601)!,, 79,50 25 „ Intrest ........ / 59,7b1),, 59,7525 „ Te innen wissels . ... „ 6460,—*)„ 646o|— 26 „ Te innen wissels . . . „ 5406,—1)'„ 6406,— KASBOEK. Datum Te crediteeren Diversen Totaal Datum Te debiteeren Kas Diversen Totaal 1920 1920 20 Jan. Te innen wissels / 2057.661) f 2057,66 20 Jan. Intrest / 30,851)/ 30,85 28 „ Intrest j„ 69,50*),, 69,50 28 „ Te innen wissels ... „ 8425,—a)|„ 8425,— MEMORIAAL. Datum j Te debiteeren teroen | D^618611 Totaal Datum Te crediteeren teuren Diversen Totaal 1920 I 1920 30 Jan. Intrest / 50.501)/ 50,50 30 Jan. Te innen wissels . ... / 4628,751)/ 4628,75 30 „ J. v. 't Hof, alhier . . . / 4578,25 |„ 4578,25 31 „ Intrest „ 60.501) ,, 60,50 31 „ H. ten Cate, alhier ... „ 60.501)1,, 60,50 1) . Komen intrestposten aan deze zijde vaak voor, dan opent men hiervoor een speciale kolom. 2) Komen wisselposten aan deze zijde vaak voor, dan opent men hiervoor een speciale kolom. 23 Wordt een in-,en.uitgaand remiseboek gebruikt, dan wordt het verdisconteeren van wissels op dezelfde wijze geboekt als het disconteeren in een ingaand remiseboek, d. w. z. in het remise.boek wordt aangegeven, dat de kooper voor het nominale bedrag moet worden gedebiteerd, terwijl in het memoriaal wordt aangegeven, dat de kooper voor het disconto moet worden gecrediteerd en de intrestrekening voor het disconto moet worden gedebiteerd. Het gegeven voorbeeld is in achterstaand remiseboek (in- en uitgaand) uitgewerkt. Ten opzichte van het in- en uitgaand remiseboek moet nog een opmerking worden gemaakt. In het remiseboek, zooals dit tot dusverre .is behandeld, komen niet alle wissels voor; alleen wordt daarin geboekt de in- en uitgang van wissels, die niet per Jcas of per bank worden verrekend. Op de vraag welke wissels zich op een zeker oogenblik in portefeuille moeten bevinden, geeft het boek geen antwoord, het dient trouwens alleen als dagboek. De grootboekrekening „Te innen wissels" geeft als ze „bij" gewerkt is aan, welke wissels zich in portefeuille bevinden. Deze grootboekrekening is echter steeds min of meer achter, zoodat ze voor practisch gebruik geen groote beteekenis heeft. Daarom richt men somtijds het remiseboek zoodanig in, dat het behalve den dienst van dagboek ook den dienst van de grootboekrekening „Te innen wissels", verricht, alzoo denzelfden dubbelen dienst doet als het kasboek, dat behalve den dienst van dagboek, den dienst der kasrekening verricht, en als het bankboek dat ook dienst als bankrekening doet. Wil het remiseboek dienst als grootboekrekening doen, dan moeten daarin alle in- en uitgaande wissels, die in het kas- en in het bankboek voorkomen, zij het ook pro memorie worden opgenomen. Hierbij moet vooral worden zorg gedragen, dat deze posten buiten de uit het remiseboek te vormen journaalposten blijven, daar anders dubbele boekingen worden opgenomen. Men werpe daartoe de wisselbedragen niet in de „Bedrag" kolommen van het remiseboek uit, doch neme deze alleen in de binnenkolommen op. Duidelijkheidshalve kan men de posten nog van de letters P. M. voorzien. In het onderstaand remiseboek is het gegeven voorbeeld opnieuw uitgewerkt, daarin zijn alle wissels opgenomen. Om de controle op de wissels gemakkelijk uit te oefenen worden aan de debitzijde de wissels, die aan de creditzijde voorkomen, 24 die dus zijn afgevoerd, van een teeken b. v. V. voorzien. Alle wissels aan de debitzijde voorkomende, die het teeken niet dragen, moeten zich nog in portefeuille bevinden. REMISEBOEK Ver- ! Bedrag Datum. Folio. Te crediteeren , , ; , valdag. j • B j vreemd j eigen 1920 10 Jan. T. Starren, Dordrecht, o/eigen . . . 7 April j ƒ 4628,75 11 ,, J. v. Leeuwen, alhier,- prom i 8 ,, |„ 2057,66 12 ,, J. James, Londen, o/eigen . ... 12 ,, £ 510 / „ 5355,—■ 27 J. ten Hoonte, Haarlem, traite . . . 10 Maart I,, 7845,75 31 „ H. ten Cate, alhier, traite 31 „ „ 6450,— ƒ26337.16 REMISEBOEK Bedrag Datum. jFolio. Te crediteeren j P. M. er~ valdag. vreemd eigen 1920 | 10 Jan. I T. Starren, Dordrecht ,1 o/eigen I , 7 April / 4628,75 11 ,, J. v. Leeuwen, alhier, prom | ; 8 ,, I ,', 2057,66 12 „ J. James, Londen, o/eigen 12 „ £510/j „ 5355,— 27 ,, J. ten Hoonte, Haarlem, traite 10 Maart 1 ., 7840,7.") 25 „ ! P. M. Traite op. H. v. d. Molen, alhier, per R.j B. V ƒ 6450,-125 ., 28 „ P. M. Traite op H. v. d.l Molen, alhier, per Kas',, 8424,—110 31 „ H. ten Cate, alhier, traite : 131 ., { j „ 6450,— ƒ 26337,16 "~ 25 Het gegeven voorbeeld is in nevenstaand remiseboek met hoe veelheidsverantwoording uitgewerkt. TOEPASSING: §§ 5—6, Opgaven 2de reeks. (In- en uitgaand). Bedrag Datum. Folio. Te debiteeren vreemd eigen 1920 30 Jan. J. v. 't Hoff, alhier, traite op T. Starren, Dordrecht ƒ 4628,75 ƒ 4628,75 (met hoeveelheidsverantwoording) Bedrag Datum. Folio.' Te debiteeren P. M. " vreemd eigen 1920 | 20 Jan. j P. M. Prom. J. v. Leeuwen, per Kas ƒ 2057,66; 26 >, j | P. M. Traite op J. James, on Londen, per R. B. V. . . £510/ J0 „ j J. van 't Hoff, traite op T. I Starren j ƒ 4628,75 ƒ 4628,75 II. Uitbreiding van het rekening-systeem der Naamlooze Vennootschappen. A. Rekeningen van het aandeelenkapitaal. § 7. Register der overschrijvingen. Als het aantal overschrijvingen gering is, kan men deze in het memoriaal boeken. Nauwkeurige vermelding van de namen der aandeelhouders en der overgedragen nummers is daarbij hoofdzaak. Wordt het aantal overschrijvingen groot, dan wordt daarvoor een afzonderlijk boek aangelegd: het zoogenaamde register der overschrijvin gen. De inrichting blijkt uit achterstaand model. Van uit het register wordt in het aandeelhoudersgrootboek de rekening van den ouden aandeelhouder gedebiteerd en die van den nieuwen gecrediteerd. Tevens wórden de kosten, aan de overschrijving verbonden, van uit het register gejournaliseerd, tenzij dit van uit het kasboek geschiedt. § 8. Verhoop of verbeurdverklaring van niet-volgestorte aandeden. In de statuten is gewoonlijk bepaald, hoe gehandeld moet worden, als een aandeelhouder niet in staat is, een opgevraagde storting te doen. Somtijds wordt in dat geval na behoorlijke kennisgeving zijn aandeel verbeurd verklaard. De vennootschap geeft dan een nieuw aandeel uit, dat hetzelfde nummer draagt. Van de opbrengst wordt niets aan den ouden aandeelhouder uitgekeerd. Meermalen echter is bepaald, dat de verkoop van het nieuwe aandeel geschieden zal voor rekening van den ouden aandeelhouder, die in dit geval de waarde van zijn bezit terug ontvangt. Is in de statuten niets bepaald,' dan kan de N. V. den aandeelhouder, die in gebreke blijft, een opgevraagde storting te voldoen, in rechten tot nakoming zijner verplichtingen aanspreken. Register der overschrijvingen. Folio 25 té n bb ö %M Over^edraff Nieuwe aandeelhouder. I S 3 -S 03 SflS NAAM ^vergearag. :p J ë 1 vanden &andeeL Gestort I B^ Folio eVl li |l§ aanZlhouaer. j 1*2 aandeel- NAAM K°8ten- °PmerkuiSen- I ^1 p§ 8 Aant. Nos. A £ houders- I 'O I | o grootboek. [ 7l2'08 73 1 Jan van Andel. 2 1,2 / 400— "/ia'08 279 | J. van Schie. 1 m ff ;■ I 27 28 Voorbeeld. Aangezien de storting van 20% op aandeel n°. 1275, groot ƒ 1000,—, waarop 25% is gestort, niet is verkregen, wordt, ingevolge art. 14 der statuten, dit aandeel verbeurd verklaard. Een nieuw aandeel wordt uitgegeven en verkocht voor / 450,— Boeking: KAS. Ontvangen op aandeel n°. 1275 nieuw, 45% / 450 — AAN AANDEELHOUDERS NOG TE STORTEN. 20% op aandeel n°. 1275 .... / 200,— AAN WINST OP VERBEURD VERKLAARDE AANDEELEN. De eerste storting, groot 25% op aandeel n°. 1275 „ 250 — De rekening „Winst op verbeurd verklaarde aandeden" kan men afsluiten door overdracht van het saldo naar de Verlies- en winstrekening, of naar de rekening „Reserve". Ingeval de verkoop van het aandeel geschiedt voor rekening van den nalatigen aandeelhouder, vervalt de rekening „Winst op verbeurd verklaarde aandeelen" en wordt deze vervangen door de rekening „Crediteuren", omdat er dan een schuld, groot ƒ 250,—, aan den ouden aandeelhouder ontstaat. In dit geval wordt somtijds de opbrengst van het verkochte aandeel verminderd met een boete, die de nalatige eigenaar aan de vennootschap heeft te betalen. Voor het bedrag dezer boete wordt dan de rekening „Boete wegens nalatige storting op aandeelen" gecrediteerd, terwijl de rekening „Crediteuren" slechts gecrediteerd wordt voor de opbrengst, verminderd met de boete. § 9. Vervroegde stortingen. Ingeval in het prospectus de tijdstippen, waarop de stortingen op de aandeelen moeten geschieden, worden aangegeven, wordt gewoonlijk bepaald, dat voor vroegere stortingen rente zal worden vergoed. Men wil daarmede tegemoet komen aan de bedenking, die kapitalisten, welke gemakshalve de 1) De koers van niet-volgefourneerde aandeelen wordt gewoonlijk in procenten van het gestorte bedrag uitgedrukt. De verkoop geschiedt dus a 100%. 29 volstorting prefereeren boven de termijn-betalingen, tegen de inschrijving mochten hebben. De berekening en de boeking, die dan moeten worden gemaakt, worden door het volgende voorbeeld verklaard. Een maatschappij heeft de inschrijving op 200 nieuve aandeelen van / 1000,— opengesteld, tegen ten koers van 100%, die op de volgende wijze moet worden gestort: 15 Januari 50%<*/ 15 Maart 30%M 15 Mei 20%/ Voor vervroegde storting zal 4% rente worden vergoed. Op 15 Januari worden 50 aandeelen volgestort. Op de overige wordt de gevraagde storting voldaan, Op 15 Maart worden 10 aandeelen volgestort, terwijl op de overige de gevraagde 30% wordt gefourneerd. Geef de boekingen op de drie stortingsdagen. Berekening. 15 Januari. Er worden 50 aandeelen volgestort. Het bedrag daarvan had op de volgende wijze betaald moeten worden: 50% dat is / 25.000,— op 15 Januari. Over dit bedrag wordt alzoo geen rente vergoed. 30% dat is / 15.000,— op 15 Maart, dat is 60 dagen na 15 Januari. 20% dat is / 10.000,— op 16 Mei, dat is 120 dagen na 16 Januari. De rentevergoeding bedraagt alzoo de rente van / 15.000,— gedurende 60 dagen = / 100,— en van / 10.000,— gedurende 120 dagen a 4% = / 133,33. Op de overige 160 aandeelen wordt 50% gestort, zoodat daarvoor geen renteberekening plaats grijpt. 15 Maart. Er worden 10 aandeelen volgestort. Het bedrag daarvan had op de volgende wijze moeten betaald worden: 30% dat is / 3.000,— op 15 Maart. Over dit bedrag wordt alzoo geen rente vergoed. 20% dat is / 2.000,— op 15 Mei, dat is 60 dagen na 15 Maart. De rentevergoeding bedraagt alzoo de rente van / 2000,— gedurende 60 dagen a 4% = ƒ 13,33. Andere rentevergoedingen worden niet gegeven. 30 Boeking: a. 15 Januari. KAS. Volstorting van 50 aandeelen . , . ƒ 50.000,— Storting van 50% op 150 aandeelen „ 75.000,— AANDEELHOUDERS NOG TE STORTEN. 50% op 150 aandeelen „ 75.000,— INTREST. Vervroegde storting op 50 aandeelen „ 233,33 AAN AANDEELENKAPITAAL. 200 aandeelen / 200.000,— AAN KAS. Intrest wegens vervroegde storting op 50 aandeelen „ 233,33 b. 15 Maart. KAS. Volstorting van 10 aandeelen . . . ,, 5.000,— Storting van 30% op 140 aandeelen. „ 42.000,— INTREST. Vervroegde storting op 10 aandeelen „ 13,33 AAN AANDEELHOUDERS NOG TE STORTEN. 50% op 10 aandeelen „ 5.000,— 30% op 140 aandeelen ,, 42.000,— AAN KAS. Intrest wegens vervroegde storting op 10 aandeelen „ 13,33 c. 15 Mei. KAS. Storting van 20% op 140 aandeelen „ 28.000,— AAN AANDEELHOUDERS NOG TE STORTEN. Idem „ 28.000,— § 10. Toewijzing. Het komt meermalen voor, dat het aandeelenkapitaal eener N. V., waarvan het publiek groote verwachtingen heeft, meer dan volteekend wordt. 31 Directeuren en commissarissen worden dan voor de vraag geplaatst, aan wie de aandeelen toegewezen moeten worden. Gewoonlijk volgt men den regel, iederen inschrijver voor één aandeel, dit aandeel te laten en de overige aandeelen zoo veel mogelijk pondspondsgewijze onder de overige inschrijvers te verdeelen. In het volgende wordt een andere handelwijze toegelicht. Onder de inschrijvers bevinden zich steeds eenige personen, die slechts om speculatieve redenen aandeelen vragen. Het is niet hun plan bona fide aandeelhouders te worden, doch zij wenschen slechts een gunstigen koers af te wachten, om zich met winst van hun bezit te ontdoen (agiotage). Deze inschrijvers zijn de vennootschap van niet het minste nut. Integendeel, zij drukken den koens der aandeelen,. daar, zoodra de beursprijs der stukken iets hooger is dan de koers van insclrrijving, zij hun papier aanbieden. Bij de toewijzing van aandeelen moet men dus zooveel mogelijk speculatieve inschrijvers geheel buitensluiten. Toch is er éen klasse van personen, te wier opzichte men dezen regel niet, of althans minder streng, toepasen moet. Wij bedoelen de personen, die op den beursprijs influenceeren kunnen. Het is zeer wenschelijk, dat onder de effectenhandelaars, die dagelijks de beurs bezoeken, eenige aandeelhouders zijn, omdat anders de beursprijs der aandeelen min of meer gedrukt zal worden. Bevinden zich n.1. alle aandeelen in handen van particulieren, dan hebben de effectenhandelaars in het geheel geen belang bij een stijging van den koers; daar zij zelf geen stukken bezitten, wordt het fonds slechts zelden verhandeld en komt het zelden of nooit ter sprake. Het is dan ook zeer wel mogelijk, dat aandeelen, die zich slechts bevinden iri handen van bona fide particulieren, ter beurze verhandeld worden tegen een prijs, die lager is dan de innerlijke waarde. * Het is daarom zeer wenschelijk, dat men bij de toewijzing invloedrijken beursmannen eenige aandeelen geeft, al weet men ook, dat ze om speculatieve redenen genomen worden. Dat het verder noodzaakelijk is te letten op te finantiëele positie der inschrijvers, behoeft eigenlijk geen betoog. Inschrijvers, van wie vermoed kan worden, dat ze hun aandeelen niet als vaste belegging zullen kunnen beschouwen, doch genoodzaakt kunnen worden, hun papier, wegens geldgebrek, te ver- 32 koopen, moeten afgewezen worden, om het aanbod ter beurze van aandeelen zooveel mogelijk te beperken, ter stijving van den koers. Vooral bij kleine aandeelen moet men dezen regel in het oog houden, omdat daarbij personen, die het slechts even doen kunnen, inschrijven. Komt bij hen geldgebrek, dan brengen zij onmiddellijk hun stukken ter markt, waardoor de koers daalt. Bovendien hebben deze personen zulk een geringe draagkracht, dat ze bij de minste daling van den koers hunner aandeelen, een verdere daling vreezende, tot verkoop overgaan: zij kunnen weinig risico loopen. Ook het aantal aandeelhouders kan een punt van overweging uitmaken. Hoe meer aandeelhouders, des te meer administratief werk, en des te meer tosten, nu en later. Verder moet men er vooral zorg voor dragen, inschrijvers, die de venoótschap door hun relatiën en op andere wijzen steunen kunnen, de gevraagde aandeelen te geven. Zij zijn toch de personen, die de maatschappij het meest behoeft. Hun belang brengt het mede, de maatschappij tot bloei te brengen en daartoe zijn zij, door hun relaties als anderszins, in staat. Resumeerende, komen wij tot de volgende regels, die bij de toewijzing van aandeelen toegepast kunnen worden: 1. Aan hen, die de vennootschap met hun relatiën en op andere wijze steunenkunnen, moeten alle gevraagde aandeelen toegewezen worden. 2. Aan hen, die alleen aandeelen vragen, in de hoop, ze zoo spoedig mogelijk met winst te kunnen verkoopen, moet niets worden toegewezen. 3. Aan hen, die influenceeren kunnen op den beursprijs, moeten aandeelen toegewezen worden, al weet men vooruit, dat deze behooren tot de sub 2 bedoelde personen. 4. De overige aandeelen moeten toegewezen worden aan zoo weinig mogelijk personen, van wie verwacht mag worden, dat ze bona fide aandeelhouders zullen worden en die eenige finantiëele draagkracht hebben. § 11. Inschrijvers. Somtijds wordt bij inschrijving een zeker deel van de nominale waarde der gevraagde aandeelen gestort. Worden die gevraagde aandeelen niet alle toegewezen, dan moet het de veel gestorte bedrag terug betaald worden. Dit bedrag is een schuld der N. V. aan de inschrijvers en wordt daarom in het credit der rekening „Inschrijvers" geboekt. 33 Voorbeeld: Het aandeelenkapitaal der N. V. „Hollandsche Ijzergieterij", groot / 100.000,—, in aandeelen van / 1000,—, wordt 3 maal volteekend. Koers 100%. Eerste storting 20%. Boeking: KAS. Ontvangen 20% van / 300.000,— . / 60.000,— AANDEELHOUDERS NOG TE STORTEN. 80% van / 100.000,— 80.000,— AAN AANDEELENKAPITAAL. 100 aandeelen van / 1000,— .... / 100.000,— AAN INSCHRIJVERS. 20% van / 200.000,— „ 40.000,— Men kan ook bij inschrijving boeken: KAS. Ontvangen 20% van / 300.000,— „ 60.000,— AAN INSCHRIJVERS. 20% op / 300.000,— „ 60.000 — en bij toewijzing: AANDEELHOUDERS NOG TE STORTEN. 80% van / 100.000— „ 80.000,— INSCHRIJVERS. Afschrijving , 20.000,— AAN AANDEELENKAPITAAL. 100 aandeelen van / 1000,— ... „ 100.000,— Bij terugbetaling van het te veel ontvangen bedrag, gaat te schuld aan de inschrijvers te niet en moet men dus boeken: INSCHRIJVERS. Terugbetaald / 40.000,— AAN KAS. Terugbetaald aan inschrijvers ... / 40.000,— Het kan ook voorkomen, dat inschrijvers, die een gedeelte der betaalde som terug ontvangen kunnen, dit in mindering doen strekken van het bedrag, dat zij nog fourneeren moeten op de hun toegewezen aandeelen. De vordering der N. V. op deze Pr. b. rv. 3 34 lieden gaat dan te niet, doch tevens de schuld aan hen, ten bedrage van het bij de inschrijving te veel betaalde bedrag. Men boekt dus: INSCHRIJVERS. Overschrijving op de rekening „Aandeelhouders nog te storten" .../.... AAN AANDEELHOUDERS NOG TE STORTEN. Overschrijving van de rekening „Inschrijvers" ƒ In het voorgaande is ondersteld, dat allen, die inschrijven, een storting doen. Het komt te onzent echter ook voor, dat alleen van onbekende inschrijvers, of van personen, wier credietwaardigheid in twijfel wordt getrokken, bij de inschrijving een storting wordt gevraagd. Ook in dit geval wordt de rekening „Inschrijvers" gebezigd. § 12. Inschrijvingsregister. Vooral bij zeer groote maatschappijen is het raadzaam, de ingekomen inschrijvingsbiljetten zorgvuldig te rangschikken. Onderstaand model geeft een schema der inrichting van een register voor de aanvragen en toewijzingen van aandeelen. De inschrijvingsbilletten worden in volgorde van ontvangst genummerd en onmiddellijk in het inschrijvingsregister geboekt. De gegevens, die noodig zijn om over de toewijzing van de aandeelen te beslissen: naam, woonplaats, beroep en aantal gevraagde aandeelen, worden in het register vermeld. Bij de toewijzing wordt het aantal toegewezen aandeelen in het register aangeteekend. Inschrijvingsregister. —ifcjüi « .• Ê .2 SP'ës fe § Storting 5$l NAAM. WOON- BEROEP.! M-0! c &3 No. — I j | PLAATS. <&Ï|I<Ï1 Datum- Boek- 1 Aart, J. van Mauritsweg, Particulier 10 1 6 1—6 9/j 1921 Kasb. Rotterdam 35 De inschrijvers ontvangen van de toewijzing bericht door middel van een toewijzingsbillet, hetwelk gezegeld moet worden1). Gewoonlijk wordt in het prospectus vermeld, dat het zegel der toewij zingsbilletten ten laste der inschrijvers komen zal. Op de toewijzing volgt de storting. Deze wordt in het kas- of bankboek aangeteekend, al naar gelang de storting in contanten of per bank geschiedt. In het inschrijvingsregister wordt van deze storting aanteekening gehouden, opdat men met een oogopslag zal kunnen zien, welke inschrijvers zich nog niet van hun stortingsplicht hebben gekweten. Deze handelwijze bespaart het overbrengen van alle inschrijvingen naar het debiteurenboek. De uitgifte der aandeelen geschiedt vaak bij de stortingen, somtijds worden bij de stortingen recepissen afgegeven, die later tegen de definitieve stukken worden ingewisseld. Het is aan te bevelen de nummers der uitgegeven aandeelen, in het inschrijvingsregister te vermelden, opdat men steeds wete, welke aandeelen men aan iederen aandeelhouder heeft gegeven. § 13. Consortiumrekening. Het is hier de plaats naast de boeking der naamlooze vennootschap ook de boeking van het consortium aan een beschouwing te onderwerpen. Daartoe kiezen wij de volgende voorbeelden: I. 5 Juni. Drie bankiershuizen, A. Meline & Fils te Parijs, D. Turpin té Londen en E. Berthelot te Amsterdam nemen het aandeelenkapitaal over van de Maatschappij tot Landaanwinning, gevestigd te Amsterdam, groot / 2.000.000,— tegen den koers van 98V«%. Berthelot, die met de administratie belast is, geeft / 1.000.000,— als voorschot aan de maatschappij en plaatst de aandeelen bij openbare inschrijving tegen den koers van 10174%. Bij het zenden der afrekening aan Meline en Turpin berekent hij over het voorschot van / 1.000.000,— en 3/16% over het bedrag der geheele uitgifte. De onkosten door B. betaald voor advertentiën, drukwerken en finantiëele bladen bedragen / 2250,—, de aan commissionnairs uitgekeerde provisie / 4225,—. Het zegelrecht der toewijzihgsbületten is gelijk aan dat der nota's van aan- en verkoop van effecten. 3* 36 Het restant, aan de Maatschappij verschuldigd, blijft bij B. voorloopig in deposito tegen een rente van 3%. Welke posten maakt B. ? Boeking: Het is aan te bevelen bij dezen post de rekening „Consortium der Maatschappij tot Landaanwinning" te gebruiken. Deze rekening staat in de plaats van de rekening, die eigenlijk voor het eigen aandeel in het consortium moet geopend worden en van de rekeningen der overige deelnemers. Wanneer deze rekeningen derhalve gedebiteerd of gecrediteerd moeten worden, debiteert of crediteert men de genoemde consortiumrekening. a. de overname der aandeelen: CONSORTIUM DER MAATSCH. TOT LANDAANWINNING. Overname van het aandeelenkapitaal / 2.000.000 — a 981/* • / 1.96&000,— AAN MAATSCH. TOT LANDAANWINNING / 1.965.000,— b. het geven van het voorschot: MAATSCH. TOT LANDAANWINNING. Voorschot enz » 1.000.000 — AAN KAS „ 1.000.000,- c. de plaatsing der aandeelen: INSCHRIJVERS OP AAND. MIJ. TOT LANDAANWINNING (Kas). Plaatsing der aandeelen der Maatsch. tot Landaanwinning, / 2.000.000 — a lOP/4% • • • » 2.025.000 — AAN CONSORTIUM DER MAATSCHAPPIJ TOT LANDAANWINNING. Plaatsing enz » 2.025.000 - d. de afrekening: CONSORTIUM DER MAATSCHAPPIJ TOT LANDAANWINNING. 1U% over het voorschot groot / 1.000.000— „ 2500 — 37 Vu % provisie over/ 2.000.000— / 3750,— Onkosten voor advertenties, drukwerken enz ,, 2250, Provisie aan commissionnairs . ,, 4225,— f ƒ 2500,— AAN PROVISIE j;j 3750,— („ 2250,— AAN KAS (Onkosten) \f 4225,— e. de afsluiting: CONSORTIUM DER MAATSCH. TOT LANDAANWINNING. Afsluiting / 47.275, AAN MELINE & FILS, PARIJS, H/R. Hun aandeel in het batig saldo . „ .15.758,33 AAN D. TURPIN, LONDEN, Z/R. Idem » 15-758'33 AAN WINSTAANDEEL IN CONSORTIUMS. Winst op aandeelen in de Maatschappij tot Landaanwinning . „ 15.758,34 Het aandeel in de winst komt op de rekening „Winstaandeel in Consortiums". Het is niet wenschelijk, dit rechtstreeks naar de Verlies- en Winstrekening over te brengen, zoo men in den loop des jaars nog in andere consortiums deelneemt. Men boeke de winst- of verlies-saldi op de rekening „Winstaandeel in consortiums". Aan het einde des jaars wordt het saldo naar de Verliesen winstrekening overgebracht. Het resultaat, dat men met de deelname in consortiums heeft behaald, komt dan in één bedrag op de Verlies- en winstrekening te staan. II. 8 December. Vier bankiers, A. Mertens te Rotterdam, B. Schuurman te 's-Hage, J. de Bas te Leiden, en D. Prins te Haarlem, verzekeren aan de firma van Dedem en Kool, de plaatsing van een aandeelenkapitaal, groot / 400.000,—, in een door haar op te richten Margarine-boterfabriek te Oudshoorn. Zij nemen dit kapitaal over tegen den koers van 91%. Bij gehouden openbare inschrijving wordt door verschillende personen voor / 260.000,— deelgenomen tegen den koers van 38 100%. Het overige wordt tusschen de deelhebbers in het consortium verdeeld en door ieder van hen voor eigen rekening genomen. De gemaakte onkosten voor annonces, courtages en porto's bedragen / 2986,40. Wat zal de bankier A. Mertens boeken, wanneer hij belast is met de regeling van deze zaak, de gelden van de inschrijvers ontvangt en alle betalingen doet? Boeking: a. de overname van de aandeelen: CONSORTIUM DER MARGARINE BOTERFABRIEK TE OUDSHOORN. Overname van het aandeelenkapitaal groot / 400.000 — a 91% . . / 364.000,— AAN VAN DEDEM & KOOL . . / 364.000,— b. de inschrijving: INSCHRIJVERS OP AAND. M.B. TE O. (KAS). Ontvangen op / 260.000,— aandeelen der M. B. te O. a 100% . . „ 260.000 — AAN CONSORTIUM DER M. B. TE O „ 260.000,— c. de verdeeling der resteerende aandeelen: B. SCHUURMAN TE 's-HAGE. 35 aand. in de M. B. a 91 % . . . / 31.850,— J. DE BAS TE LEIDEN. Mem „ 31.850,— D. PRINS TE HAARLEM. Wem M 31.850,— AANDEELEN IN DE M.B. TE O. Wem „• 31.850,— AAN CONSORTIUM DER M.B. TE 0 „ 127.400,— Opmerking. Het is gewoonte, trouwens het spreekt van zelf, dat de resteerende aandeelen door de deelnemers tegen den koers van overname worden genomen. 39 d. de onkosten: CONSORTIUM DER M. B. TE O. Annonces, courtages enz / 2.986,40 AAN KAS / 2.986,40 e. de afsluiting: CONSORTDUM DER M. B. TE O. Afsluiting „ 20.413,60 AAN B. SCHUURMAN TE 's-HAGE. Zijn aandeel in het batig saldo ... „ 5.103,40 AAN J. DE BAS TE LELDEN. Idem „ 5.103,40 AAN D. PRINS TE HAARLEM. Idem „ 5.103,40 AAN AANDEELEN IN DE M. B. TE O. Winst op aandeelen in de Margarine- boterfabriek te Oudshoorn „ 5.103,40 Opmerking. Als niet alle aandeelen zijn geplaatst, is het niet raadzaam het aandeel in het batig saldo der consortiümrekening als winst te boeken, doch verdient het aanbeveling het op de boekwaarde der overgenomen aandeelen af te schrijven, omdat het resultaat der emissie niet afgescheiden worden kan van dat der nog te plaatsen stukken. III. De Bouwmaatschappij „Maashaven", gevestigd te Rotterdam, wier doel het is, de exploitatie van terreinen en gebouwen, gelegen aan de door de gemeente Rotterdam nieuw te graven haven onder Katendrecht, besluit tot het uitgeven van nog niet geplaatste vier seriën van het maatschappelijk kapitaal, ieder groot / 500.000,—, verdeeld in 2000 aandeelen van / 250,— en tot plaatsing van een obligatieleening groot / 750.000,— met hypothecair verband op haar eigendommen, rentende 4y2%, verdeeld in 750 stuks k f 1000,—. Een consortium van bankiers onder leiding van R. Vink; alhier, neemt de aandeelen over tegen den koers van 92% en de obligaties tegen den koers van 95%. Bij eene openbare inschrijving, op deze aandeelen en obligatiën geopend, wordt ingeschreven voor: 4000 aandeelen a f 250 — tegen 98V2% 500 obligaties a „ 1000.— tegen 100%. 40 De kosten van emissie komen ten laste der maatschappij, zij bedragen / 3118,40. De deelnemers in het consortium zijn: R. Vink, 4000 aandeelen en 300 obligaties; A. Jansen, 3500 aandeelen en 120 obligaties; B. van Dorp, 350 aandeelen en 300 obligaties, en J. v. Loon voor 150 aandeelen en 30 obligaties. Wat boekt het consortium en wat J. v. Loon ? Boeking: A. van het consortium (R. Vink): o. de overname van aandeelen en obligaties: CONSORTDUM DER BOUWMAATSCHAPPIJ „MAASHAVEN". 8000 aandeelen van / 250,— a 92% / 1.840.000,— 750 obligaties van / 1000,— a 95% „ 712.500,— AAN BOUW-MAATU. „MAASHAVEN" / 2.552.500,— b. de inschrijving: INSCHRIJVERS OP AANDEELEN „MAASHAVEN" (KAS). 4000 aand. van / 250,— a 987,.% „ 985.000,— INSCHRIJVERS OP OBLIGATIES „MAASHAVEN" (KAS). 500 oblig. van / 1000,— a 100% . „ 500.000,— AAN CONSORTIUM „MAASHAVEN", enz „ 1.485.000,— c. de verdeeling: Er zijn overgebleven 4000 aandeelen a / 250,— en 250 obligaties a / 1000,—. Deze moeten onder de deelnemers worden verdeeld naar verhouding hunner deelname. Ieder moet alzoo de helft der aandeelen nemen, waarvoor hij heeft deelgenomen en het derde deel der obligaties, waarvoor hij bij het consortium is betrokken. 41 AANDEELEN EN OBLIGATIES „MAASHAVEN". 2000 aandeelen / 460.000 — 100 obligaties „ 95.000,— A. JANSEN. 1750 aandeelen „ 402.500 — 40 obligaties „ 38.000,— B. v. DORP. 175 aandeelen „ 40.250,— 100 obligaties „ 95.000 — J. v. LOON. 75 aandeelen „ 17.250,— 10 obligaties „ 9.500— AAN CONSORTIUM „MAASHAVEN". 4000 aand. van / 250— a 92% / 920.000,— 250 oblig. van / 1000,— a 95% „ 237.500,— d. de onkosten: BOUWMAATSCH. „MAASHAVEN". Voor emissiekosten enz „ 3.118,40 AAN KAS. Voor idem „ 3.118,40 e. de afsluiting: De consortiumrekening heeft na boeking der voorafgaande posten den volgenden vorm: 8000 aandeelen . ƒ 1.840.000,— 4000 aandeelen ... / 985.000,— 760 obligaties . . „ 712.500,— 600 obligaties 600.000 — 4000 aandeelen 920.000,— 250 obligaties ... „ 237.500,— Het creditsaldo, zijnde / 90.000,—, is blijkbaar de winst. De winst op de 4000 aandeelen is / 65.000,—, alzoo per aandeel / 16,25. De winst op 500 obligaties is / 25.000,—, alzoo per obligatie ƒ 50,—. 42 CONSORTIUM „MAASHAVEN". Afsluiting / 90.000,— AAN A. JANSEN. Winst op 1750 aand. a / 16,25 . „ 28.437,50 80 oblig. a f 50,— . „ 4.000,— ~ / 32.437,50 AAN B. v. DORP. Winst op 175 aand. a / 16,25 . / 2.843,75 „ 200 oblig. a ƒ 50,— . „ 10.000,— — „ 12.843,75 AAN J. v. LOON. Winst op 75 aand. a / 16,25 . . / 1.218,75 „ 20 oblig. a / 50,— . . „ 1.000 — „ 2.218,75 AAN AANDEELEN EN OBLIGATIES „MAASHAVEN". Winst op 2000 aand. „Maashaven" a / 16,25 / 32.500— Winst op 200 oblig. a / 50,— . . ., 10.000,— ~ „ 42.500,— B. van den bankier J. v. LOON: a. AANDEELEN EN OBLIGATIES „MAASHAVEN". 75 aandeelen „Maashaven". van / 250,— a 92% / 17.250,— 10 obligaties „Maashaven" von / 1000,— a 95% . , 9.500,— AAN R. VINK. Idem 26.750,— b. R. VINK. Mijn aandeel in de winst van het consortium „Maashaven" ...... 2.218,75 AAN AANDEELEN EN OBLIGATIES „MAASHAVEN". Winst op 75 aandeelen a / 16,25. ,, 1.218,75 „20 obligaties a / 50,—. ,, 1.000,— 43 § 14. Liquidatie. Er kunnen verschillende redenen bestaan, om te besluiten tot hquidatie der N. V. Gewoonlijk zal de oorzaak zijn de omstandigheid, dat het bedrijf niet loonend is. De wet (Art. 47 W. v. K.) zegt, dat, indien het verhes 75% van het maatschappelijk kapitaal bedraagt, de vennootschap van rechtswege ontbonden is. De bestuurders zijn persoonlijk en hoofdelijk voor het geheel jegens derden verantwoordelijk voor alle verbintenissen, welke zij, nadat het bestaan van die vernimdering aan hen bekend was of moest bekend zijn, hebben aangegaan. Dit artikel, hoe goed bedoeld, heeft zeer weinig waarde, omdat niet aangegeven is de wijze, waarop de balans der N. V. moet worden opgemaakt. Door bezittingen hooger te taxeeren, voorkomt men, dat de boeken een verlies aanwijzen. Zoo komt het bij cultuurmaatschappijen voor, dat het nadeelig saldo der Exploitatierekening naar de rekening der onderneming wordt overgebracht en alzoo de boekwaarde daarvan verhoogt. Het spreekt van zelf, dat het maatschappelijk kapitaal daardoor in schijn onveranderd blijft. Alleen dan, als de wetgever regels geeft voor de balansopstelling, kan art. 47 practische beteekenis krijgen. De Hquidatie geschiedt door de bestuurders, tenware deswege bij de acte een andere manier voorgeschreven is (Art. 56 W. v. K.). De bezittingen worden te gelde gemaakt en de schulden worden betaald. Het batig saldo wordt, na aftrek der liquidatiekosten, over de aandeelen gelijkelijk verdeeld, tenzij de statuten een andere verdeeling voorschrijven. Zoo komt het voor, dat allereerst de preferente aandeelen moeten worden ingelost, en dat het dan blijvend saldo over de gewone aandeelen wordt uitgekeerd. De betalingen aan de aandeelhouders bij Hquidatie worden gewoonHjk op de aandeelen door stempeHng aangegeven. Bij betaling der laatste of der eenige uitkeering worden de aandeelen ingetrokken. Voorbeeld: 1 Jan. De „Hollandsche Margarinefabriek" opent, om te Hquideeren, het boekjaar met de volgende BALANS op 31 December 1908. Gebouwen ...... / 160.000,— I Aandeelenkapitaal . ƒ 250.000 — Machines. „ 20.000,— Hypotheek .... „ 100.000,— Margarine „ 40.000,— Beleening ..... „ 35.000,— Debiteuren | „ 40.000,— Kas „ 800,— ! Verlies . L 124,200,— j | ƒ 385.000,— ƒ 385.000,— 44 31 Jan. In den loop van Januari worden de gebouwen verkocht voor netto / 165.000,— en de hypotheek afgelost met / 375,— rente, / 1125,— boete wegens aflossing binnentijds en / 10,— kosten van royement, terwijl een uitkeering geannonceerd wordt, groot 25%, over de 100 aandeelen van / 2500,—. 28 Febr. In den loop van Februari wordt op 80 aandeelen, na afstempeling, de vroeger geannonceerde 25% uitgekeerd. De machines worden gerealiseerd voor / 16.000,—, de 'margarine voor / 41.000,—, terwijl de beleening wordt afgelost met / 175,— rente. De uitstaande vorderingen komen in tot een bedrag van / 30.000,—, de rest blijkt oninbaar te zijn, de kosten daarop bedragen / 100,—. Door de liquidateuren wordt in rekening gebracht / 3515,— voor kosten van hquidatie. Een tweede uitkeering op aandeelen, groot 20%, wordt gepubliceerd. 31 Maart. In den loop van Maart wordt op 20 aandeelen 45% en op de overige 20%, na intrekking der stukken, uitbetaald. Boeking: A. 31 Jan. KAS. Opbrengst der gebouwen . . . . f 165.000,— HYPOTHEEK O/G. Aflossing „ 100.000,— INTREST. Rente der hypotheek . / 375,— Boete „ 1125,— Royement ,, 10,— „ 1.510,— AANDEELENKAPITAAL. Een uitkeering van 25% . . . . „ 62.500,— AAN GEBOUWEN. Opbrengst „ 165.000,— AAN KAS. Aflossing der hypotheek .... ,, 100.000,— Rente en kosten ,, 1.510,— AAN LIQUIDATIEREKENING. Een geannonceerde uitkeering van 25% op 100 aandeelen „ 62.500,— 45 B. 28 Febr. LIQUIDATIEREKENING. Uitkeering vanv 25% op 80 aandeelen / 50.000— KAS. Opbrengst der machines . . . . „ 16.000,— Opbrengst der margarine 41.000,— Ontvangen van debiteuren . . . ,, 30.000,— BELEENING O/G. Aflossing , 35.000,— INTREST. Rente der beleening ,, 175,— VERLIES EN WINST. Oninbare vorderingen „ 10.000,— Incassokosten " I — LI QUIDATIEKOSTEN. Diverse kosten ,, 3.515,— AANDEELENKAPITAAL. Een uitkeering van 20% . . . . „ 50.000,— AAN KAS. Uitkeering van 25% op 80 aandeelen / 50.000,— Aflossing der beleening >, 35.000,— Intrest der beleening „ 175,— Incassokosten „ 100,— Liquidatiekosten 3.515,— AAN LIQUIDATIEREKENING. Een geannonceerde uitkeering van 20% op 100 aandeelen „ 50.000,— AAN DEBITEUREN. Saldo „ 40.000 — AAN MACHINES. Opbrengst „ 16.000,— AAN MARGARINE. Opbrengst „ 41.000,— C. 31 Maart. LIQUTDATIEREKENTNG. Een uitkeering van 45% op 20 aandeelen „ 22.500,— 46 Een uitkeering van 20% op 80 aandeelen ƒ 40.000, AAN KAS. Idem / 62.500.— D. Afsluiting: VERLIES EN WINST. Saldo der Intrestrekening , 1.685,— Saldo der Liquidatiekosten . . . ,, 3.515,— Verlies op machines , 4.000,— GEBOUWEN. Afschrijving van de winst. . . . ,, 5.000,— MARGARINE. Idem „ 1.000,— AAN INTREST. Afschrijving van het verlies . . 'i 1.685,— AAN MACHINES. Idem u 4.000,— AAN VERLIES EN WINST. Winst op gebouwen * 5.000,— Winst op margarine 1.000,— AAN LIQUIDATIEKOSTEN. Afschrijving ); 3.515,— De Verlies- en winstrekening staat nu debet voor / 124.200,— + / 10.100, f- / 9200,— en credit voor / 6000,—. Het debetsaldo is alzoo ƒ 137.500,—. De sluitpost is: AANDEELENKAPITAAL. Zujver verlies / 137.500,— AAN VERLIES EN WINST. Afboeking van het zuiver verlies / 137.500, Uit het gegeven voorbeeld blijkt, dat de Liquidatierekening gecrediteerd wordt voor het bedrag der geannonceerde uitkeeringen op de aandeelen. De rekening „Liquidatiekosten" wordt gedebiteerd voor alle kosten, die bij de hquidatie worden gemaakt. Het saldo wordt naar de Verlies- en winstrekening overgebracht. § 15. Het bewaren der boeken en bescheiden na liquidatie. Bij Hquidatie, zoowel eener vennootschap onder een firma, of eener 47 commanditaire vennootschap, als bij die eener naamlooze, rijst de vraag: wie moet de boeken, brieven, kwitantiën enz. bewaren ? Voor de vennootschap onder een firma is bepaald in art. 35 W. v. K., dat, indien daaromtrent niets is overeengekomen, de boeken en papieren, tot de bescheiden der vennootschap behoord hebbende, blijven berusten onder dien vennoot, welke daartoe bij meerderheid van stemmen of bij staking, door de Arrondissements-rechtbank verkozen wordt, behoudens aan de vennooten of hunne rechtverkrijgenden den vrijen toegang daarvan. De verplichting tot het bewaren der boeken en bescheiden rust in het algemeen op den koopman, derhalve bij een vennootschap onder een firma op de vennooten. Zoolang niets is bepaald omtrent den persoon, die de boeken en bescheiden bewaren zal, blijft die verplichting rusten op elk der vennooten. In hun belang zal het derhalve zijn, één der vennooten daarvoor aan te wijzen. Zij konnen ook die boeken en bescheiden bij een ander in bewaring geven. Wanneer de vennootschap van naam verandert na de liquidatie, of zich oplost in een andere vennootschap, zal dit moeten geschieden in dien vorm, dat de oude vennootschap wordt ontbonden en een nieuwe wordt opgericht. De oude vennooten of de door hen daarvoor aangestelde vennoot zullen de boeken en bescheiden der oude vennootschap moeten bewaren. Daar niets echter belet, dat zij een derde met de bewaring belasten, kunnen zij de boeken en bescheiden overdoen aan de nieuwe vennootschap. Zij zullen dan echter goed doen, te regelen de verplichting van de nieuwe vennootschap tot het bewaren der boeken en bescheiden van de oude. Bovenstaande regelen zijn ook van toepassing op de commanditaire vennootschap, met dien verstande evenwel, dat de verplichting tot het bewaren der boeken en bescheiden slechts rust op den beheerenden vennoot of beheerende vennooten en niet op den commanditairen vennoot. De naamlooze vennootschap is een rechtspersoon, voor welke gehandeld wordt door een directeur, bij liquidatie door den liquidateur. De verplichting tot het bewaren van boeken en bescheiden rust op de vennootschap en op den persoon, die haar vertegenwoordigt. Art. 56 W. v. K. verklaart art.' 35 ook op de 48 naamlooze vennootschap toepasselijk. Is geen persoon aangewezen voor het bewaren der boeken en bescheiden, dan zal de verplichting daartoe na liquidatie rusten op den liquidateur. TOEPASSING: §§ 7—15, Opgaven 3de reeks. B. Rekeningen van obligatieleeningen. § 16. Plaatsing'skoer's van obligaties. De koers, waartegen obli» gaties worden uitgegeven, hangt van zeer veel factoren af. De voornaamste daarvan zijn de volgende: a. De rentestand. Hoe hooger de rente is, die een obligatie oplevert, des te hooger zal de koers van uitgifte kunnen zijn. b. De toestand van de maatschappij, die de leening uitgeeft. Hoe gunstiger deze is, hoe hooger de koers kan zijn. c. De wijze en voorwaarden der aflossing. De invloed hiervan op den koers is zeer ingewikkeld. Is bepaald, dat de obligaties in betrekkelijk korten tijd zullen worden afgelost tegen een koers, die den houder winst oplevert, dan zal deze bepaling een gunstigen invloed op den plaatsingskoers uitoefenen. Is aan de aflossing voor den houder nadeel verbonden, dan zal, als de aflossingskans groot is, de koers daardoor gedrukt worden. § 17. Aanwending van het agio der obligatieleening. Behalve de methodes, behandeld in § 52 van het derde deel, komt nog een wijze van aanwending van het agio voor, welke van eenig aanbelang is. Allereerst moet men zich afvragen, waarom de leening boven pari is geplaatst. Blijkbaar, omdat de rentevoet betrekkelijk hoog is. Worden 7% obligaties a 102% geplaatst, dan geschiedt dit, omdat het publiek met minder dan 7% genoegen neemt. Hieruit volgt, dat de rente, die jaarlijks betaald wordt, eigenlijk iets te hoog is en dat het agio moet aangewend worden tot verlaging dezer rente. Men moet derhalve het agio verdeelen over den geheelen duur der leening, in verhouding van den te betalen intrest. ' Stel, dat een 7% obligatieleening, groot / 500.000,—, aflosbaar is in 20 jaar en geplaatst is a 102%. 49 Ieder jaar moet afgelost worden / 25.000,—. Het eerste jaar moet aan intrest betaald worden 7% van / 500.000,—, het 2de jaar 7% van / 475.000,—, het 3de jaar 7% van / 450.000,—, het 20ste jaar 7% van / 25.000,—. In het geheel alzoo: Vim (500.000 + 475.000 + 450.000 + 25.000). De som dezer rekenkundige reeks is / 367.500. Het agio bedraagt / 10.000,—. Aan het eind van het eerste jaar, waarin / 35.000,— rente wordt betaald, kan derhalve als winst worden geboekt: 35.000 367 500 X f 10.000 - = / 952.38. Aan het eind van het tweede jaar, waarin / 33.250,— rente wordt betaald: j X£i"C> ■&8-S0Ö — X / 10.000,— = / 904,76 enz. Aan het eind van het eerste jaar moet worden geboekt : AGIO DER 7% OBLIGATIELEENING / 952,38 AAN INTREST / 952,38 Men moet de intrestrekening crediteeren, omdat deze voor den intrest, op de obligaties betaald, gedebiteerd is. Na 20 jaar zal de rekening „Agio der 7% obligatieleening" opgeheven zijn. Vervolgens kan men het agio reserveeren. Men boekt dan: AGIO DER 7% OBLIGATIELEENING. Overdracht naar reserve / 10.000,— AAN RESERVE (of AGIORESERVE). Het agio der 7% obügatieleening . . / 10.000,— § 18. Koersverschil der obligatieleeningen. Bij de behandeling der rekeningen „Agio der obligatieleening" en „Disagio der obligatieleening" is ondersteld, dat de geheele leening onmiddellijk geheel werd geplaatst. Nu zullen wij het geval behandelen, dat een leening slechts gedeeltelijk geplaatst wordt. Staat de koers van uitgifte onder pari, dan wordt de rekening „Disagio der obhgatieleening" gedebiteerd voor het disagio der geplaatste obligaties. Worden de ongeplaatste stukken later met agio aan den man gebracht, dan moet men dit in mindering Pr. B. IV. 4 50 brengen van het vroeger geboekte disagio. Is het disagio geheel afgeschreven, dan zou men de rekening „Agio der obhgatieleening" kunnen crediteeren voor het agio, dat mén verder maakt. Een dergelijke opmerking kan gemaakt worden bij het geval, dat bij de uitgifte eener obhgatieleening slechts een gedeelte met agio wordt geplaatst. Het is niet onmogelijk, dat bij plaatsing der overige stukken een disagio zal toegestaan moeten worden. Dit disagio moet men in het debet der agio-rekening brengen, térwijl men, zoodra het agio geheel verdwenen is, een disagiorekening zal moeten openen. Er is echter een betere handelwijze. Indien een leening slechts gedeeltelijk geplaatst wordt, hetzij met agio of met disagio, terwijl de mogelijkheid bestaat, dat de plaatsing der overige stukken met disagio of met agio zal geschieden, handelt men verstandig de rekening „Koersverschil der obligatieleening" te openen. De rekeningen „Agio der obhgatieleening" en „Disagio der obhgatieleening" vervallen dan. De rekening „Koersverschil der obligatieleening" wordt gedebiteerd voor het disagio en gecrediteerd voor het agio. Deze rekening brengt daardoor een groote vereenvoudiging in der boekhouding, in het geval, dat obligaties nu eens met agio, dan weder met disagio worden geplaatst. Een debetsaldo op deze rekening is natuurlijk verlies, een creditsaldo daarentegen winst. Voorbeeld: Uitgegeven een 7% obhgatieleening, groot / 1.000.000,—, in obligaties van / 1000,—, a 105%. Geplaatst en het bedrag per kas ontvangen, 600 obligaties. De overige blijven in portefeuille: Boeking: KAS. Ontvangen op 600 obligaties a 105% / 630.000,— ONGEPLAATSTE 7% OBLIGATIES. 400 obligaties van / 1000— . . „ 400.000,— AAN 7% OBLIGATIELEENING. 1000 obligaties van / 1000,— . / 1.000.000 — AAN KOERSVERSCHIL DER 7% OBLIGATIELEENING. 5% van / 600.000,— „ 30.000,— 51 Worden later de overgebleven obligaties geplaatst, dan moet men het eventueele disagio of agio insgelijks op de rekening „Koersverschil der 7% obhgatieleening" boeken. § 19. Inkomst-obligaties. In het algemeen moet de rente op uitgegeven obligaties steeds op den vervaldag betaald worden, van welken aard de bedrijfsresultaten der maatschappij ook zijn. Somtijds is echter bij de uitgifte der obhgatieleening bepaald, dat de coupons alléén betaald zullen worden, als de behaalde winst dit toelaat, dus als de betaling uit de winst geschieden kan. Men spreekt dan van inkomst-obligaties. De bedoeling, die men met de uitgifte dezer obligaties heeft, ügt voor de hand: men wil voorkomen, dat de kasmiddelen zullen verminderen door de rentebetaling, als ze niet vermeerderd zijn met behaalde winst.- Voorbeeld I: Uitgegeven een 7% inkomst-obhgatieleening, groot ƒ 100.000,—, in stukken van / 1000,—, a 90%. De volledige storting op alle stukken heeft heden plaats bij de Handelsbank. De rente, die te eeniger tijd niet betaald mocht worden, zal zoo mogelijk later worden voldaan. Boeking: HANDELSBANK. 90% storting op 100 obligaties van / 1000,— / 90.000,— DISAGIO DER 7% INKOMSÏOBLIGATIELEENING. 10% van / 100.000,— , 10.000,— AAN 7% INKOMST-OBLIGATIELEENING. 100 stukken van / 1000,— ... / 100.000,— Voorbeeld II: Voor de betaling van de eerste halfjaar-coupon der 7% inkomst-obhgatieleening, groot / 100.000,—, is slechts beschikbaar een winst van / 2025,78. De coupon wordt betaalbaar gesteld met 2%. '4* 52 Boeking: INTREST. 2% coupon n°. 1 / 2000 — AAN TE BETALEN COUPON No. 1 DER INKOMST-OBLIGATIELEENING. Idem / 2000— Bij de betaling der 2% wordt de coupon n°. 1 niet ingetrokken, daar deze met 3x/2% betaald moet worden: ïij wordt afgestempeld, d. w. z. er wordt op aangegeven, dat 2% in mindering is betaald. Voorbeeld III: Voor der betaling van de tweede halfjaar-coupon is aan winst beschikbaar / 8728,75. Er wordt alzoo betaald: iy»% op coupon no. 1 / 1500,— 372% op coupon no. 2 „ 3500,— ƒ 5000 — Boeking: INTREST. °P coupon no. 1 ƒ 1500,— 3Vs% op coupon no. 2 „ 3500,— AAN TE BETALEN COUPON No. 1 DER INKOMST-OBLIGATIELEENING. Restant / 1500 — AAN TE BETALEN COUPON No. 2 DER INKOMST-OBLIGATIELEENING . . 372% » 3500>- § 20. Uitgestelde couponbetaling. Zoodra de coupon eener leening vervalt, ontstaat er een opeischbare schuld der vennootschap aan de obligatiehouders. De betaling dezer schuld kan niet dan met goedvinden der crediteuren worden uitgesteld (§ 55 III). Voorziet derhalve de vennootschap, dat zij op den vervaldag van de coupon niet over voldoend kasgeld zal kunnen beschikken, dan zal ze in overleg moeten treden met de houders der coupons. Krachtens het beginsel, dat de loopende verplichtingen zoo veel mogelijk uit de boeken moeten blijken, mag echter het vervallen van de onbetaalde coupon niet buiten boeking blijven, ofschoon dit in de practijk vaak geschiedt. 53 Het volgend voorbeeld zal de boeking duidelijk maken. a. 1 Juli. De Zuid-Nederlandsche Trammaatschappij is niet in staat de heden vervallen halfjaarlijksche coupon (No. 10) harer 6% leening, per resto groot / 250.000,—, te betalen. Boeking: INTREST. De heden vervallen coupon der 6% leening / 7500,— AAN TE BETALEN COUPONS (No. 10). Idem / 7500 — b. Met de obligatiehouders overeengekomen, om de vervallen, doch niet betaalde halfjaarlijksche coupon (No. 10) der 6% leening voor de helft in contanten te voldoen en voor de andere helft scrips uit te geven, die later, zoodra de maatschappij daartoe in staat is, tegen contanten zullen worden ingetrokken. Boeking: TE BETALEN COUPONS (No. 10). Afboeking / 7500,— AAN KAS. Betaald aan houders der coupons van de 6% obhgatieleening / 3750,— AAN SCRIPS VOOR UITGESTELDEN INTREST. \ Betaling van de helft der coupons No. 10 van de 6% obhgatieleening „ 3750,— Bij het vervallen van de volgende coupon kan men, als de helft in contanten zal worden betaald en de rest in scrips, boeken: INTREST. De heden vervallen coupon der 6% leening ƒ 7500,— AAN TE BETALEN COUPONS (No. 11). Betaalbaar met 1V2% / 3750— AAN SCRIPS VOOR UITGESTELDEN INTREST. De helft van coupon No. 11 „ 3750,— Met de houders der scrips moet te eeniger tijd een regeling worden getroffen. Meermalen wordt besloten de scrips tegen 54 aandeelen, of obligaties, in te wisselen, slechts zelden worden ze geheel of gedeeltelijk in contanten betaald. In elk dezer gevallen moet de rekening „Scrips voor uitgestelden intrest" gedebiteerd worden, wegens het te niet gaan der daarop geadministreerde schuld. TOEPASSING: §§ 16—20, Opgaven 4e reeks. § 21. Uitgelote obligaties. Het komt voor, dat uitgelote obligaties betaalbaar worden gesteld op een anderen dag dan een der vervaldagen van de coupon. Het spreekt dan van zelf, dat de vennootschap verplicht is ook de rente over het nominaal bedrag der obligaties van af den laatsten vervaldag tot den dag van aflosbaarstelling te betalen. Zelfs in dit geval wordt de rekening „Uitgelote obligaties" gecrediteerd voor de som, die werkelijk aan de houders der uitgelote stukken zal moeten betaald worden, dus met inbegrip van den te vergoeden intrest. Men bedenke echter, dat men in dit geval bij de uitloting reeds een verlies boekt (den intrest), dat eerst later bij aflossing zal zijn geleden. Valt tusschen uitloting en aflossing het opmaken der balans, dan moet de nog niet vervallen intrest als actief worden opgenomen. Een voorbeeld ter toelichting. A. 10 Pebruari. Uitgeloot 10 obligaties der 6% obhgatieleening a / 1000,— tegen den koers van 101. Betaalbaar 1 Mei. Coupon Va, 7s- Boeking op 10 Febr.: 6% OBLIGATIELEENING. Uitloting van 10 stuks a / 1000,— / 10.000,— VERLIES EN WINST. 1% agio op 10 uitgelote 4% obligaties „ 100,— INTREST. 3/m. a 6% van / 10.000,— . . . „ 150,— AAN UITGELOTE 6% OBLIGATIES. , | 10 stuks van / 1000,— a 101, met 3/m. rente tot 1 Mei ƒ 10.250, 55 B. 1 Mei. Betaald de 10 6% obligaties, den lOen Februari uitgeloot a 101. Coupon 1/2, 1/8. Boeking: UITGELOTE 6% OBLIGATIES. 10 stuks van ƒ 1000— a 101% . / 10.250,— AAN KAS. Idem / 10.250,— Wanneer de rente betaald werd tot op den dag van opvraging, zouden velen hunne uitgelote obligaties niet tijdig ter aflossing aanbieden, doch nu zij weten, dat na den dag van aflosbaarstelling hun kapitaal renteloos is, zullen zij zich wel voor schade wachten. § 22. Uitloting van ongeplaatste obligaties. Is bij de uitgifte der leening bepaald, hoeveel obligaties periodiek znllen worden uitgeloot, dan moeten ook de eventueel ongeplaatste stukken aan de loting deelnemen. In overeenstemming echter met het beginsel, dat ongeplaatste stukken geen wezenlijké rol spelen, immers noch bij de uitgifte boven of onder pari (§ 48 III), noch bij het vervallen der coupons (§ 55 III) treden zij op, worden uitgelote ongeplaatste obligaties steeds voor de nominale waarde afgeboekt. Voorbeeld: Ingevolge het plan van aflossing worden heden van de 6% obhgatieleening, groot / 1.000.000,—, 20 obligaties van / 1000,— a 101% uitgeloot. Onder de uitgelote obhgaties bevindt zich 1 stuk in portefeuille. Boeking: 6% OBLIGATIELEENING. Uitloting van 20 stuks a / 1000,— ƒ 20.000,— VERLIES EN WINST. Agio a 1% op 19 stuks a / 1000,— uitgelote 6% obhgaties ,, 190,— AAN UITGELOTE 6% OBLIGATIES. 19 stuks van / 1000,— a 101% . / 19.190,— AAN 6% ONGEPLAATSTE OBLIGATIES. Uitgeloot la/ 1000— „ 1.000,— Geschiedt de uitloting niet volgens een vast plan, dan laat men gewoonlijk de ongeplaatste stukken niet aan de loting deelnemen. 56 § 23. Conversie. Bij een gunstigen toestand der onderneming en van de geldmarkt, kan het voordeehg zijn, een leening om te zetten in een andere, met lageren rentevoet. Stel, dat een vennootschap een 7% leening heeft uitgegeven, welke te allen tijde aflosbaar is a 100% en dat zij een 6% leening kan plaatsen tegen 99%, dan zal haar belang eischen, de 7% leening af te lossen en een 6% leening aan te gaan. Het disagio van 1% zal zij in 1 jaar door rentebesparing hebben ingehaald, waarna de rentebesparing de Verlies- en winstrekening ten goede komen zal. Omgekeerd kan het voorkomen, dat een vennootschap het gewenscht acht, een leening om de zetten in een andere met hoogeren rentevoet. Stel, dat een hypotheekbank 5% pandbrieven a pari heeft uitgegeven en dat de rentestand later aanzienlijk stijgt. De beurskoers der pandbrieven zal dan dalen, waardoor de bezitters dezer stukken schade hjden. De hypotheekbank zal dan geen 5% pandbrieven meer a pari kunnen plaatsen, doch óf moeten overgaan tot een verlaging van den koers harer 5% pandbrieven, öf pandbrieven van een hooger rentetype b. v. 6% moeten uitgeven. Gaat zij tot dit laatste middel over, dan kan zij, om den koers harer oude 5% pandbrieven te steunen en haar pandbriefhouders derhalve ter wille te zijn, bepalen, dat jaarhjks een zeker bedrag 5% pandbrieven, door loting aan te wijzen, zal kunnen ingewisseld worden tegen 6% pandbrieven1). De verwisseling der schuldbrieven van zeker rentetype tegen schuldbrieven van een ander rentetype wordt conversie genoemd2). Men onderscheidt een conversie naar beneden, als de rentevoet wordt verlaagd, en een conversie naar boven, waarbij de rentevoet wordt verhoogd. Conversie naar boven komt slechts wenig voor, daar het initiatief tot de conversie uit moet gaan van den geldnemer en deze gewoonlijk uitsluitend zijn finantiëel voordeel behartigt. Vandaar dan ook, dat gewoonlijk bij conversie steeds aan verlaging van den rentevoet wordt gedacht. Uit den aard der zaak is conversie alleen mogehjk, als het recht van tusschentijdsche aflossing bedongen is, of wel bij het aflossen der leening. De toetreding tot de conversie kan nooit verplichtend *) Een conversie naar boven is voorgekomen o.a. bij de Eerste Nederl. Hypotheekbriefbank te 's Gravenhage, de Haarlemsche Hypotheekbank te Haarlem en de Insulaire Hypotheekbank te Zierikzee. a) In engeren zin is conversie elke verwisseling van het eene papier tegen het andere. Zoo spreekt men ook van conversie van obhgaties in aandeelen (§ 24). 57 -zijn, omdat in de voorwaarden van leening slechts met toestemming van beide partijen een verandering kan worden gebracht1). Daarom wordt- steeds bepaald, dat zij, die niet tot de .conversie toetreden willen, aflossing hunner obhgaties kunnen bekomen. Dikwijls wordt, om de obhgatiehouders over te halen, toe te treden tot eene conversie naar beneden, bepaald, dat zij een conversiepremie zullen ontvangen. Wordt b. v. een leening geconverteerd en de koers van uitgifte op 100 gesteld, terwijl oude obhgatiehouders nieuwe obhgaties tegen 9872% kunnen bekomen, dan bedraagt de conversiepremie lVg%. Bij de conversie hebben oude obhgatiehouders gewoonlijk recht van voorkeur, d. w. z. zij genieten, als de leening meer dan volteekend wordt, bij de toewijzing de voorkeur boven inschrijvers, die geen af te lossen obhgaties bezitten. Dit' voorkeursrecht wordt gewoonlijk uitgeoefend door aan de oude obhgatiehouders inschrijvingsbiljetten te geven, die anders gekleurd zijn dan de overige, terwijl zij daarop de nummers hunner obhgaties moeten vermelden. Bij conversie worden öf de oude stukken ingetrokken en door nieuwe vervangen, óf de verandering van den rentevoet wordt op de oude stukken door middel van een stempel aangegeven. De onkosten, verbonden aan de conversie, boekt men op een speciale rekening, die men noemen kan: „Dienst der conversie". De conversiepremie Wordt als koersverschil geboekt. De boeking der Conversiepremie op een afzonderlijke rekening is onnoodig. Voorbeeld: Een maatschappij converteert haar 7% leening, groot / 500.000,— in een 6% leening van hetzelfde bedrag. De koers van uitgifte is 101%. Houders van 7% obligaties kunnen hun stukken converteeren a 99%, of aflossing bekomen. Tot de conversie treden toe de houders van / 400.000,— obhgaties. De overige 7% obhgaties worden afgelost, terwijl door vrije inschrijvers de resteerende 6% obhgaties worden genomen en betaald. De kosten aan drukwerk, provisie, enz. beloopen / 1200,—. Boeking: a. Conversie. 7% OBLIGATIELEENING. Conversie in een 6% leening . . / 500.000,— *) Een gedwongen conversie kan alleen bij een staatsleening voorkomen. De Staat maakt dan echter misbruik van zijn macht. 58 DISAGIO DER 6% OBLIGATIELEENING. 1% over / 400.000 — m . . . . f 4.000— KAS. Gestort op 100 6% obligat. a 101 „ 101.000— AAN 6% OBLIGATIELEENING. 500 obligaties a / 1000,— ... / 500.000,— AAN KAS. Afgelost 100 7% obligaties ... „ 100.000 — Conversiepremie „ 4.000,— AAN DISAGIO DER 6% OBLIGATIELEENING. 1% agio op 100 6% obligaties . „ 1.000 — b. Kosten. DIENST DER CONVERSIE . . . „ 1.200,— (of DIENST DER 6% OBLIGATIELEENING.) AAN KAS „ 1.200,— § 24. In aandeelen converteerbare obligaties. Obligaties geven in den regel slechts een matige rente en dragen vaak mede de risico's van het'bedrijf. Daarom wordt somtijds bepaald, dat bij gunstige ontwikkeling van het bedrijf, aan obhgatiehouders de kans gegeven zal worden, daarvan mede te profiteeren, door hun de bevoegdheid te geven, de obhgaties tegen aandeelen in te wisselen. Men spreekt dan van in aandeelen converteerbare (verwisselbare) obligaties, of kortweg van converteerbare obligaties1). Voorbeeld: 1915. Een maatschappij geeft een 5% leening, groot / 1.000.000,— uit, in obligaties van / 1000,—, die van 1925—1930 tegen aandeelen kunnen worden ingewisseld. Koers van uitgifte 99%. Alle stukken worden geplaatst en volgestort bij de Industriebank. *) Deze komen in den laatsten tijd bij vele Amerikaansche spoorwegmaatschappijen voor. Vroeger gaf te onzent de Redjang Lebong 7l/a% verwisselbare obhgaties uit, terwijl de Staatsspoor nog heden 6% obhgaties in omloop heeft, waartegen aandeelen bij de Ned. Bank zijn gedeponeerd. 59 Boeking: INDUSTRIEB ANK. Storting a 99% op / 1.000.000,— 5% leening / 990.000,— DISAGIO DER 5% CONVERTEERBARE LEENING. 1% van / 1.000.000— „ 10.000 — AAN 5% CONVERTERBARE LEENING. / 1.000.000,— in aandeelen converteerbaar gedurende 1925—1930 . / 1.000.000,— 5% leening DISAGIO DER 5% CONVERTEERBARE LEENING. 1% van / 1.000.000— AAN 5% CONVERTERBARE LEENING. Worden in 1925 honderd obhgaties geconverteerd in aandeelen, dan wordt geboekt: 5% CONVERTEERBARE LEENING. Conversie in aandeelen van 100 obhgaties / 100.000,— AAN AANDEELEN IN PORTEFEUILLE. Idem / 100.000,— De conversie van obhgaties in aandeelen geschiedt niet steeds als in het gegeven voorbeld a pari. Als de rentabiliteit van een aandeel grooter is dan die van een obhgatie, zal een obligatiehouder gaarne meer dan de pari-waarde van een aandeel bij de omwisseling willen betalen. Met het oog hierop wordt somtijds bepaald, dat obhgatiehouders slechts met betahng van een zeker agio hun stukken tegen aandeelen kunnen omwisselen. Voorbeeld: De Hollandsche Trammaatschappij heeft een 5% Jeening, groot / 1.000.000,— loopen, in stukken van / 1000,—, welke te allen tijde tegen 130% tegen aandeelen ingewisseld kunnen worden. Wat wordt geboekt als de houders van 10 obhgaties van dat recht .gebruik maken? Boeking: 5% OBLIGATIELEENING. Conversie in aandeelen van 10 obhgaties / 10.000,— 60 KAS. Storting van 30% agio bij de conversie van 10 obligaties in aandeelen / 3.000,— AAN AANDEELEN IN PORTEFEUILLE. Conversie van 10 oblig. in aandeelen ,, 10.000,— AAN AGIO OP AANDEELEN. 30% van / 10.000,— „ 3.000,— Opmerking. De houders van 5% obhgaties zullen eerst dan tot conversie in aandeelen overgaan, als de rentabiliteit der. aandeelen, die ze nemen moeten tegen 130% hooger is dan die hunner obhgaties. §25. Annuïteiten-aflossing. Wanneer men een schuld van/10.000— a 4% heeft aangegaan, en verplicht is, haar uiterlijk na 35 jaar af te lossen, kan men jaarhjks de rente a / 400,— betalen en aan het eind van het 35e jaar de hoofdsom. Men kan echter ook een anderen weg inslaan. Indien men jaarhjks betaalt / 535,771), zal de schuld na 35 jaar afgelost zijn. De eerste betaling van / 535,77 bestaat uit / 400,— rente en uit / 135,77 aflossing van schuld2). Iedere volgende betaling bestaat uit minder rente, doch uit meer aflossing. Daardoor zal de schuld na 35 jaar geheel afgelost zijn. De vaste som, die jaarhjks betaald moet worden, om een schuld, die een zekere rente draagt, in een bepaald aantal jaren af te lossen, noemt men annuïteit3). Het voordeel aan het stelsel der aflossing door annuïteiten verbonden, springt in het oog: gedurende een zeker aantal jaren betaalt men een vast bedrag ter aflossing van schuld en betahng der rente. Het komt meermalen voor, dat vennootschappen obligatieleeningen in annuïteiten aflossen. Jaarhjks wordt dan het verschil tusschen de annuïteit en den betaalden intrest aangewend tot .uitloting van obhgaties. Daar dit verschil gewoonlijk geen veelvoud is van de nominale waarde eener obhgatie, bhjft een deel der annuïteit ongebruikt. Dit deel wordt dan bij de volgende annuïteit gevoegd. *) Nauwkeuriger / 635,7732. a) Men zegt dan, dat de delgingsvoet der leening 1,3677% bedraagt. ') De berekening der annuïteit vindt men in leerboeken van het handelsrekenen verklaard. 61 Voorbeeld: Een maatschappij heeft een 4% leening, groot / 500.000,-^gesloten, aflosbaar in 35 jaar met annuïteiten. De obhgaties zijn / 1000,— groot. Geef de boeking der uitloting in hét eerste jaar. Berekening: De annuïteit is 50 X / 535,7732 = . . . . f 26.788,66 groot Het eerste jaar wordt aan intrest betaald . . ,, 20.000,— zoodat voor aflossing beschikbaar is / 6.788,66 Hiervan worden afgelost 6 obhgaties . . . ,, 6.000,— zoodat beschikbaar blijft / 788,66 Boeking: Bij het verschijnen der rente is geboekt: INTREST / 20.000,— AAN TE BETALEN COUPONS . ƒ 20.000,— Men kan derhalve met de volgende boeking volstaan: 4% OBLIGATIELEENING. Uitloting van 6 obhgaties . . . ƒ 6.000,— AAN UITGELOTE 4% OBLIGATIES. Idem / 6.000,— Op het debiteeren der rekening „4% Obhgatieleening" voor / 6788,66 zou aan te merken zijn, dat de schuld slechts met / 6000,—■ is verminderd en niet met / 6788,66. Duidelijkheidshalve volgen ook de berekening en de boeking van het 10e jaar, aan de hand van ommestaand aflossingsplan. Berekening: De annuïteit is ƒ 26.788,66 Aan intrest wordt betaald „ 17.160,— Beschikbaar voor aflossing / 9.628,66 Overschot van het vorig jaar met inbegrip van 4% rente „ 876,71 Totaal beschikbaar / 10.505,37 Hiervan worden afgelost 10 obhgaties .... ,, 10.000,— zoodat beschikbaar bhjft / 505,37 62 AFLOSSINGSPLAN eener 4% leening van /500.000—, aflosbaar in 35 jaar. (Annuïteit / 26.788,66). I Overschotten Per resto. Intrest. Aflossing. met rente a 4%. 1 / 500.000— / 20.000,— / 6.000,— / 820,21 2 „ 494.000,— „ 19.760— „ 7.000— „ 882,82 3 „ 487.000,— „ 19.480— „ 8.000— „ 199,14 4 „ 479.000,— „ 19.160,— „ 7.000,— „ 860,91 5 „ 472.000,— „ 18.890— „ 8.000,— „ 800,35 6 „ 464.000— „ 18.660— „ 9.000,— „ 30,17 7 „ 456.000,— „ 18.200— - „ 8.000,— „ 643,58 8 „ 447.000,— „ 17.880— | „ 9.000— „' 574,33 9 „ 438.000,— „ 17.520— I „ 9.000— „ 876,71 10 „ 429.000,— „ 17.160— „ 10.000,— „ 525,68 11 „ 419.000— „ 16.760,— „ 10.000— „ 576,41 12 „ 409.000,— „ 16.360,— „ 11.000— I „ 5,27 13 „ 398.000— „ 15.920— „ 10.000,— „ 908,89 14 „ 388.000— „ 15.520— „ 12.000,— „ 184,65 15 „ 376.000— „ 15.040— „ 11.000,— „ 970,64 16 „ 366.000— & 14.600— „ 13.000— „ 165,67 17 „ 352.000,— „ 14.080,— „ 12.0Q0,— „ 909,30 18 „ 340.000— „ 13.600,— „ 14.000,— „ 101.38 19 „ 326.000— „ 13.040— „ 13.000,— „ 884,56 20 „ 313.000,— „ 12.520— „ 15.000,— „ 159,36 21 „ 298.000— „ 11.920,— „ 15.000,— „ 29,13 22 „ 283.000,— „ 11.320— „ 15.000— „ 517,70 23 „ 268.000,— | „ 10.720— „ 16.000,— „ 609,81 24 „ 252.000,— „ 10.080— „ 17.000,— „ 331,21 25 „ 235.000,— „ 9.490— „ 17.000— „ 748,66 26 „ 218.000— | „ 8.720 — „ 18.000,— „ 850,01 27 „ 200.000,— I „ 8.000— „ 19.000— „ 664,22 28 „ 181.000,— „ 7.240— „ 20.000,— „ 221,40 29 „ 161.000,— „ 6.440,— „ 20.000— „ 592,86 30 „ 141.000,— „ 5.640— „ 21.000— „ 771,18 31 „ 120.000— „ 4.800— „ 22.000— „ 790,23 32 „ 98.000— „ 3.920 — „ 23.000,— „ 685,25 33 „ .75.000— „ 3.000,— „ 24.000,— „ 492,87 34 „ 51.000,— „ 2.040,—. „ 25.000,— „ 261,19 35 „ 26.000,— | „ 1.040— „ 26.000,— „ —,— Boeking: INTREST / 17.160,— AAN TE BETALEN COUPONS . / 17.160,— 4% OBLIGATIELEENING. Uitloting van 10 obligaties . . . „ 10.000,— AAN UITGELOTE 4% OBLIGATIES. Wem t> 10.000,— 63 Uit dit voorbeeld blijkt, dat het restant, hetwelk jaarhjks overblijft, geleidelijk tot uitkeering komt en dus buiten boeking kan bhj ven. § 26. Liquidatie-accoord. Zijn de baten niet toereikend, om alle crediteuren te voldoen, dan moet met dezen een accoord worden aangegaan, zoo men een failhssement voorkomen wil. Het geheele aandeelenkapitaal is dan verloren en moet aangewend worden tot dekking van het verhes. Voorbeeld: De N. V. S. „Sambo" heeft de volgende balans opgemaakt. Nog te storten aand. ƒ 75.000,— Aandeelenkapitaal . . ƒ 300.000,— Kas „ 300,— Crediteuren „ 80.420,— Goederen 81.371,90 Obligatieleening ... „500.000 — Debiteuren .... „ 10.218,50 Verlies en winst . . „ 713.529,60 / 880.420,— / 880.420,— De algemeene vergadering besluit tot ontbinding. De aandeelhouders storten hun aandeelen vol, de goederen worden verkocht voor / 79.000,—, de vorderingen worden geheel geïnd, op een post van / 500,— na, die oninbaar blijkt te zijn, terwijl met alle crediteuren een accoord van 28% wordt getroffen. Het resteerende wordt voor hquidatiekosten gereserveerd. Boeking: KAS. Volstorting der aandeelen . . . . ƒ 75.000,— Opbrengst der goederen ,, 79.000,— Ontvangen van debiteuren . . . ,, 9.718,50 AANDEELENKAPITAAL. Afschrijving „ 300.000,— CREDITEUREN. Afschrijving van 72% van / 80.420,— „ 57.902,40 OBLIGATIELEENING. Afschrijving van 72% van / 500.000,— „ 360.000 — 64 VERLIES EN WINST. Verlies op goederen / 2.371,90 Verlies op debiteuren ,, 500,— AAN AANDEELENHOUDERS NOG TE STORTEN. Volstorting der aandeelen ... ƒ 75.000,— AAN GOEDEREN. Opbrengst bij verkoop „ 79.000,— Verlies 2.371,90 AAN DEBITEUREN. Verrekend M 10.218,50 AAN VERLIES EN WINST. Het aandeelenkapitaal „ 300.000, 72% van / 80.420,— „ 57.902|40 72% van / 500.000,— „ 360.000,— De Verlies- en winstrekening staat nu debet voor / 716.401,50 en credit voor / 717.902,40. Ze heeft dus een creditsaldo van / 1500,90. Dir bedrag wordt aangewend tot dekking der liquidatiekosten. Voor de hquidatiekosten zal men de rekening „Liquidatiekosten" debiteeren. Na afloop der hquidatie wordt het saldo dezer rekening overgebracht naar de Verhes- en winstrekening, zoodat de afboeking van / 1500,90 onnoodig is. Men kan echter boeken: VERLIES EN WINST. Het saldo / 1.500,90 AAN LIQUIDATIEKOSTEN. Het batig saldo der. Verhes- en winstrekening ƒ 1.500,90 TOEPASSING: §§ 21—26, Opgaven 5de reeks. C. Rekeningen der winstverdeeling. § 27. Interim-dividend. Bij zeer gunstig werkende vennootschappen komt het somtijds voor, dat in den loop van het boekjaar een tusschentijds of zoogenaamd interim-dividend wordt uitgekeerd, terwijl na het einde van het boekjaar het restant of zoogenaamd slot-dividend wordt betaalbaar gesteld. De uitkeering 65 van het 'interim-dividend geschiedt gewoonlijk na de eerste zes maanden van het boekjaar en alleen dan, als gebleken is, dat de vermoedehjke jaarwinst die uitkeering toelaat. De betaling geschiedt öf tegen intrekking van het eerstvolgend dividendbewijs öf tegen afstempehng daarvan. Voorbedd: a. 31 Juli 1916. Over het kapitaal, groet ƒ 200.000,— wordt een interim-dividend van 4% verklaard. Boeking: ■ INTERIM-DIVIDEND 1916 .. . / 8.000,— AAN TE BETALEN INTERIMDIVIDEND 1916. 4% over het eerste halfjaar van 1916 ƒ 8.000,— b. 10 Aug. 1916. Betaald het mterim-dividend over 10 aandeelen van / 1000,—. Boeking: TE BETALEN INTERIM-DIVIDEND 1916 / 400,— AAN KAS / 400,— c. 31 Jan. 1917. De winst van 1916, groot / 14.000,—, wordt geheel aangewend tot betaling van dividend. Boeking: 0 1. VERLIES EN WINST 1916 . . / 14.000,— AAN DIVIDEND 1916 / 14.000,— 2. DIVIDEND 1916 „ 8.000,— AAN INTERIM-DIVIDEND 1916 „ 8.000,— Er is alzoo nog / 6000,— dividend beschikbaar, of 3%. § 28. Gumulatief-dividend. In den laatsten tijd is een nieuw soort dividend ontstaan, cumvlatief-dividend geheeten. De aandeelen waarop dit wordt uitgekeerd, heeten cumulatieve aandeden (§ 27 III). Deze dragen wel geen vaste rente, doch zoo de winst in eenig jaar niet voldoende is, om het bepaalde dividend uit te keeren, wordt in het volgend jaar de winst het allereerst aangewend tot aanzuivering van het tekort van het vorig jaar. Pr.B. rv. 6 66' Heeft een N. V. b. v. 100 7% cumulatieve aandeelen van / 1000,— en 100 gewone aandeelen van hetzelfde bedrag uitgegeven en bedraagt de winst, voor dividend beschikbaar, in 1918, 1919 en 1920 resp. / 4000,—, / 8000,— en / 11.000,— dan komt daarvan aan de cumulatieve aandeelen resp. / 4000,—, / 8000,— en / 9000, . De boekingen zijn de volgende: le jaar: VERLIES EN WINST 1918. Dividend cumulatieve aandeelen . / 4.000,— AAN DIVIDEND CUMULATIEVE AANDEELEN 1918. 4% van / 100.000,— ...... ƒ 4.000,— 2e jaar: VERLIES EN WINST 1919. Dividend „ 8.000,— AAN DIVIDEND CUMULATIEVE AANDEELEN 1919. 8% van / 100.000,— „ 8.000,— 3e jaar: VERLIES EN WINST 1920. Dividend . . „ H.OOO,— AAN DIVIDEND CUMULATIEVE AANDEELEN 1920 9% van / 100.000,— „ 9.000 — AAN DIVIDEND GEWONE AANDEELEN. 2% van / 100.000,— „ 2.000,—. Somtijds wordt bepaald, dat op cumulatieve aandeelen, buiten en behalve het daarbij behoorend dividend, nog een deel der resteerende winst zal worden uitgekeerd. Men spreekt dan van cumulatieve winsldeelende aandeelen. Voorbeeld: De Hollandsche Cacaofabriek heeft uitgegeven een gewoon aandeelenkapitaal van / 2.000.000,— en 1000 6% cumulatieve winst-, deelende aandeelen van / 1000,—. De winst wordt als volgt verdeeld. Eerst wordt 6% dividend over de cumulatieve winstdeelende aandeelen betaald, daarna 6% over de gewone aan- 67 deelen. Van de rest wordt 20% gereserveerd, ontvangen directie en commissarissen 10%, terwijl het restant den aandeelhouders wordt uitgekeerd en wel zoodanig, dat op een cumulatief winstdeelend aandeel het tiende deel wordt betaald van de uitkeering op een gewoon aandeel. De winst over 1919 bedraagt / 390.000,—. Verdeeling der winst: Winst / 390.000 — Dividend cum.-winstdeelende aandeelen 6% van / 1.000.000,— , 60.000 — / 330.000,— Dividend gewone aandeelen 6% van / 2.000.000— „ 120.000,— / 210.000,— Reserve 20% / 42.000,— Tantième 10% „ 21.000,— 7 „ 63.000,— / 147.000,— De gewone aandeelen ontvangen hiervan . . . „ 140.000, en de cum.-winstdeelende / 7.000, De uitkeering op een gewoon aandeel bedraagt alzoo / 60,— + / 70,— = / 130,— en op een cum.-winstdeelend aandeel / 60,— + / 7 — = / 67,—. Boeking: VERLIES EN WINST 1919. Verdeehng der winst / 390.000, AAN DIVIDEND GEWONE AANDEELEN 1919. 13% van / 2.000.000,— .... / 260.000,— AAN DIVIDEND CUM.-WINSTDEELENDE AANDEELEN 1919. 6,7% van / 1.000.000— .... 67.000,— AAN RESERVE. 20% van / 210.000,— * 42.000,— AAN TANTIÈMES. 10% van / 210.000,— „ 21.000,— § 29. Dividend op in den loop van het boekjaar uitgegeven aan^ deelen. Ten aanzien van het dividendrecht der in den loop van 5* 68 heif boekjaar uitgegeven aandeelen, kunnen zich de volgende gevallen voordoen: li de aandeelen geven recht op het volle dividend van het loopend boekjaar; 2. ze geven recht op een evenredig deel daarvan; 3. het dividendrecht gaat eerst het volgend boekjaar in. Het hangt van de omstandigheden af, welke regeling men kiezen zal. Is niets bepaald, dan hebben de nieuwe aandeelhouders ongetwijfeld recht op het volle dividend van het loopend boekjaar. § 30. Dividendbetaling uit Tiet kapitaal. Dividend kan slechts uit winst voortspruiten. Het beginsel geen winst geen dividend, is ook in onze wet opgenomen. Art. 49 bepaalt n. L, dat bij de acte geen vaste renten mogen bedongen worden en dat de uitdeelingen geschieden uit de inkomsten (winsten), na aftrek van alle uitgaven (verhezen). Uitkeeringen, die niet verdiend zijn, geschieden uit het kapitaal. Dit is b. v. het geval, als te weinig op de active der N. V. is afgeschreven. De aandeelhouders ontvangen dan een deel van hun kapitaal , terug. Dit bhjkt uit het volgend voorbeeld. BALANS. Activa ƒ 726.000,— Aandeelenkapitaal . . / 500.000,— Crediteuren „ 200.000,— Winst „ 25.000,— / 725.000,— ƒ 726.000 — I ' I I Onderstelt men, dat op de activa, voorkomende op bovenstaande balans, / 15.000,— te weinig is afgeschreven, dan bedraagt de zuivere winst slechts / 10.000,—, toelatende een dividend van 2%. De werkehjke waarde der activa bedraagt dan / 710.000,— Er is noodig voor de betaling der crediteuren „ 200.000,— De waarde der aandeelen is alzoo / 510.000,— of 102% van het kapitaal. Wordt nu 2% dividend uitgekeerd, dan bhjft het kapitaal intact, omdat dan de reëele waarde van een aandeel nog 100% bedraagt. Keert men evenwel 5% uit, dan wordt de reëele waarde van een aandeel 97%, d. i. er wordt 2% dividend en 3% kapitaal uitgekeerd. 69 De uitkeering van niet gemaakte winst is alzoo een verkapte kapitaalvermindering, die in strijd is met onze wet, welke nadrukkelijk eischt, dat op elke kapitaalvermindering de koninklijke goedkeuring moet worden aangevraagd. § 31. Uitkeering van dividend in aandeden. Is de winst zeer groot en niet in contanten aanwezig of wel zijn deze contanten noodig voor uitbreiding van het bedrijf, zoodat uitkeering feitelijk onmogelijk is, dan wordt wel eens besloten het gemeenschappehjk kapitaal te vergrooten en in aandeelen met de deelgerechtigden af te rekenen. Het verdient dan duidelijkheidshalve aanbeveling, om van de winstverdeeling den gewonen journaalpost te geven en daarna de rekeningen der deelgerechtigden in de winst, zooals „Dividend" en „Tantièmes" tegenover de rekening „Aandeelenkapitaal", voor de nieuwe aandeelen te debiteeren, inplaats van rechtstreeks de Verhes- en winstrekening tegenover de rekening „Aandeelenkapitaal" te debiteeren. § 32. Onverdeeld winstsaldo. Er is nog een ander middel om dividenden af te ronden, dan dat hetwelk in § 75 III besproken: men rondt niet het dividend, doch de geheele winst zoodanig af, dat voor dividend een rond bedrag beschikbaar komt. Een terugwerking is daartoe noodig. Het deel der winst, dat dan onuitgekeerd blijft, wordt onverdeeld winstsaldo genoemd. Voorbeeld: Een vennootschap, wier volgestort kapitaal / 300.000,— bedraagt, heeft een winst over 1919 gemaakt van / 21.725,80. De statutaire winstverdeehng luidt: 60% aan de aandeelhouders, 20% wordt gereserveerd, terwijl het restant voor tantièmes wordt bestemd. Men wenscht de winst in geheele procenten uit te keeren en geen onverdeeld dividendsaldo. De volgende berekening moet dan worden gemaakt: Verdeehng der winst: Andeelhouders 60% / 13.035,48 Reserve 20% „ 4.345,16 Tantièmes 20% , 4.345,16 / 21.725,80 70 Voor dividend is beschikbaar / 13.035,48. Hiervan kan over een kapitaal van / 300.000,— 4% worden uitgekeerd. Wenscht men dus geen onverdeeld dividend, dan moet 60% der te verdoelen winst / 12.000,— bedragen. De geheele te verdeelen Winst beloopt dann-^-x / 12.000,— = / 20.000,—. Men heeft alzoo: Winst / 21.725 80 Onverdeeld winstsaldo 1.725 80 Te verdeelen winst / 20.000 — Boeking: VERLIES EN WINST 1919. Verdeeling der winst ƒ 21.725 80 AAN DIVIDEND 1919. 4% van / 300.000,— ƒ 12 000 — AAN RESERVE. * ' 20% van / 20.000,— 4 000 — AAN TANTIÈMES. 20% van / 20.000,— 4 000 — AAN ONVERDEELD WINSTSALDO 1919. Beschikbare winst ƒ 21.725 80 Verdeelde winst m 20.000 Onverdeeld winstsaldo — 1.725 80 Bedraagt het volgend jaar de winst / 29.829, dan komt daarbij het onverdeeld winstsaldo A. P. „ 1.725,80 zoodat beschikbaar is / 31 554 80 Na terugrekening vindt men, dat hiervan onverdeeld moet bhjven „ 1.554,80 Er wordt alzoo verdeeld ƒ 30.000 waarvan de aandeelhouders 60% = / 18.000,— bekomen, toelatende een dividend van 6%. Boeking: VERLIES EN WINST 1920. Verdeeling der winst / 29.829 — ONVERDEELD WINSTSALDO 1919. saldo A.P 1.725 80 AAN DIVIDEND 1920. 6% van / 300.000,— ƒ ig.000,— 71 AAN RESERVE. 20% van / 30.000 — / 6.000,— AAN TANTIÈMES. 20% van / 30.000 — „ 6.000— AAN ONVERDEELD WTNSTSALDO 1920. Beschikbare winst / 31.554,80 verdeelde winst „ 30.000,— onverdeeld winstsaldo „ 1.554,80 In de practijk boekt men gewoonhjk het onverdeeld winstsaldo niet op afzonderhjke rekening, zoodat geen rekening „Onverdeeld ■winstsaldo" dan voorkomt, doch brengt men het op de nieuwe Verhes- en winstrekening over. Het gevolg hiervan is, dat de Verhes- en winstrekening aan het eind van het volgend jaar niet het juiste bedrijfsresultaat van dat jaar aangeeft, omdat het onverdeeld winstsaldo van het vorig boekjaar daarin is opgenomen. In de gegeven voorbeelden zouden dan de rekeningen „Onverdeeld winstsaldo 1919" en „Onverdeeld winstsaldo 1920" vervallen. In het eerste voorbeeld zou de rekening „Verhes en winst 1920" •worden gecrediteerd voor / 1725,89 en in het tweede de rekening „Verhes en winst 1920" worden gedebiteerd voor / 31.554,80 en de rekening „Verhes en winst 1921" gecrediteerd voor / 1.554,80. Bij vergelijking der bovenstaande voorbeelden met die van § 75 III zal men bemerken, dat een onverdeeld winstsaldo invloed uitoefent op de geheele winstverdeeling, zoodat niet alleen het dividend, doch ook de reserve en de tantièmes den invloed ervan ondervinden, terwijl een onverdeeld dividendsaldo alleen invloed uitoefent op het dividend. Tegen de vorming van een onverdeeld winstsaldo is een principiëele bedenking te maken: Als de winstverdeeling letterlijk volgens de betreffende statutaire bepaling wordt opgesteld, kan geen onverdeeld winstsaldo voorkomen. Volgens de statuten moet de winst van / 21.725,80 in bovengenoemd voorbeeld, als volgt worden verdeeld: Aandeelhouders 60% . / 13.035,48 Reserve 20% „ 4.345,16 Tantièmes 20%. , \ • V ■ „ 4.345,16 / 21.725,80 72 Houdt men echter / 1725,80 der 'winst in, dan blijft dit bedrag onverdeeld, en is dus de winstverdeehng niet statutair. Als de statuten de verdeeling der geheele winst voorschrijven, is elke winstverdeehng, die een onverdeeld winstsaldo laat, in strijd met de statuten. Ten opzichte van het onverdeeld dividendsaldo is deze bedenking onbestaanbaar. Immers, de statuten geven wel de winstverdeehng aan, doch schrijven niet de winstuitkeering verplichtend voor, zoodat de algemeene vergadering bepalen kan, dat ter afronding van het dividend een deel van het aan de aandeelhouders' toekomende dividend niet zal worden uitgekeerd. In Engeland komt het veelvuldig voor, een enkele maal ook te onzent, dat in de statuten geen bindende winstverdeehng is opgenomen. Gewoonlijk wordt allereerst de winst aangewend tot uitbetaling van een matig dividend, vervolgens worden tantièmes toegekend, terwijl de geheele resteerende winst ter beschikking wordt gesteld van de algemeene vergadering. Deze elastische wmstverdeeling heeft het groote voordeel, dat men telken jare naar omstandigheden handelen kan. Wordt b. v. na een gunstig jaar een ongunstig jaar verwacht, dan zal man een groot deel der winst van het gunstige jaar naar het volgend jaar overbrengen, om ook dan nog een behoorlijke uitkeering te kunnen doen. Voorbeeld. De margarinefabriek „Silvetta" werkende met een gestort kapitaal van ƒ 3.000.000,— heeft over 1920 een netto winst gemaakt van / 675.299,88. — De statutaire winstverdeehng luidt: eerst 6% dividend, van de rest wordt 10% voor tantièmes bestemd, terwijl het restant ter beschikking komt van de algemeene vergadering. In de vergadering van 5 Februari 1921 wordt besloten, het geheele restant der winst op nieuwe rekening over te brengen. Boeking: VERLIES EN WINST 1920. verdeehng / 675.299,88 AAN DIVIDEND 1920. 6% dividend / 180.000,— AAN TANTIÈMES. 10% van / 495.299,88 „ 49.529,99 AAN VERLIES EN WINST 1921. Saldo winst 1920 „ 445.769,89 73 § 33. Renteberekening over onverplichte stortingen. Sommige vennootschappen, die met een niet-volgestort maatschappehjk kapitaal werken, stellen aandeelhouders de gelegenheid open, hun aandeelen vol te storten. Van deze gelegenheid wordt soms door aandeelhouders, die zich gedrukt gevoelen door de kans, die zij loopen, dat op een voor hen ongelegen tijdstip bijstorting op hun aandeelen kan worden gevraagd, gebruik gemaakt. Over de onverplichte stortingen wordt een matige rente uitgekeerd. Daar echter in geen geval vaste renten mogen bedongen worden (Art. 49 W. v. K.), zal de rente over de onverplichte stortingen alleen uit de nettowinst kunnen uitgekeerd worden. Is geen winst gemaakt, dan moet ze achterwege blijven. De berekening behoort dus tot de winstverdeehng. Gewoonlijk wordt bepaald, .dat de winst in de eerste plaats tot de uitkeering der rente over de onverplichte stortingen zal worden aangewend. Voorbeeld: De Nederlandsche Hypotheekbank, werkende met een kapitaal van / 1.000.000,—, waarop 10% gestort is, terwijl 10 aandeelen van ƒ 1000,— zijn volgestort, heeft over 1920 een winst gemaakt van / 18.725,60. Besloten wordt daarvan allereerst 4% over de onverplichte stortingen uit te keeren. Daarna wordt 4% dividend uitgekeerd, terwijl het restant als volgt wordt aangewend: aandeelhouders 50% reserve 20 ,, directeuren 15 ,, commissarissen 15 ,, Het dividend wordt in geheele procenten uitgekeerd. Boeking: VERLIES EN WINST 1920. Verdeehng der winst / i8.725,60 AAN RENTE OVER ONVERPLICHTE STORTINGEN1) ■Diversen voor 4% van / 9.000,— / 360,— AAN DIVIDEND 1920. 11% van / 100.000,— „ 11.000 — A) Of crediteuren. 74 AAN ONVERDEELD DIVIDENDSALDO. Beschikbaar dividend / 11.182,80 Uitgekeerd „ „ 11.000,— MfgH / 182,80 AAN RESERVE. 20% van / 14.365,60 „ 2.873,12 AAN TANTIÈMES. Directeuren / 2.154,84 Commissarissen „ 2.154,84 „ 4.309,68 § 34. Uitbreidingskapitaal. Somtijds wordt bepaald, dat een deel der winst zal worden aangewend ter uitbreiding van het kapitaal. Daartoe kan de reserve ook dienen. Het verschil bestaat in het volgende. Wordt besloten een uitbreidingskapitaal te vormen, dan is het de bedoeling, om, zoodra dit de bepaalde hoogte heeft bereikt, het op te heffen, door het statutaire aandeelenkapitaal er mee te vergrooten. Deze bedoeling heeft men bij de vorming van een reserve niet. Voorbeeld: Door een N. V. is besloten / 10.000,— der winst van 1916 aan te wenden tot vorming van een uitbreidingskapitaal. Heeft het kapitaal na eenige jaren zijn maximale hoogte, stel / 100.000,—, bereikt, en wordt besloten, het aan te wenden tot vergrooting van het statutaire kapitaal, dan moet men boeken: UITBREIDINGSKAPITAAL bijschrijving op het aandeelenkapitaal / 100.000,— AAN AANDEELENKAPITAAL, vergrooting door opheffing van het uitbreidingskapitaal .... / 100.000,— Boeking: VERLIES EN WINST 1916. gereserveerd / 10.000,— AAN UITBREIDINGSKAPITAAL gereserveerd uit de winst van 1916 / 10.000,— 76 Het bedrag der kapitaalvergrooting wordt gewoonlijk pondpondsgewijze over alle aandeelen verdeeld. Is het kapitaal b.v. ƒ 500.000,—, dan zal in het gegeven voorbeeld, op ieder aandeel van / 1000,—, leen -bedrag van / 200,— moeten uitgekeerd worden. Men kan öf de'oude aandeelen intrekken tegen uitgifte van nieuwe, met een hoogere nominale waarde, öf de vergrooting op ieder aandeel bijstempelen, óf de oude aandeelen latén bestaan en nieuwe aandeelen uitgeven voor het bedrag, waarmede het oude kapitaal is vergroot. De koers der nieuwe aandeelen zal lager zijn dan die der oude, omdat de nominale waarde grooter is geworden, doch de reëele waarde onveranderd is gebleven, immers het deel, dat ieder oud aandeel in het uitbreidingskapitaal had, was reeds in den koers der oude aandeelen verdisconteerd. Voor de dahng van den koers bestaat nog een tweede oorzaak. Het kapitaal, waarover het dividend moet worden uitbetaald, is door de uitbreiding grooter geworden. Er bestaat echter geen reden om te verwachten, dat na de uitkeering van het uitbreidingskapitaal, de winst grooter worden zal. Het dividend, in procenten uitgedrukt, zal dus vermoedelijk kleiner worden en daardoor zal de koers dalen. Ingeval de winst van een enkel jaar wordt aangewend ter vergrooting van het aandeelenkapitaal, kan de rekening „Uitbreidingskapitaal" vervallen, en kan men onmiddellijk boeken: VERLIES EN WINST. overschrijving naar de rekening „Aandeelenkapitaal" / AAN AANDEELENKAPITAAL, aanwending van een deel der winst van 19.. tot vergrooting van het aandeelenkapitaal / Ingeval men gedurende eenige jaren een deel der winst tot kapitaalvermeerdering aanwendt, kan men ook jaarhjks een dergelijke boeking geven. Aan te raden is het evenwel niet, omdat dan elk jaar een statutenwijziging moet worden aangevraagd, daar het aandeelenkapitaal statutair is vastgesteld. Bovendien bedenke men, dat zoolang niet de uitgifte van nieuwe aandeelen heeft plaats gehad, het aandeelenkapitaal zelve niet veranderd is, en dus de rekening „Aandeelenkapitaal" ongerept moet bhjven. 76 Tegen de vergrooting van het kapitaal uit de winst bestaat een fiscaal bezwaar: ze is belastingphchtig. De uitreiking van aandeelen wordt door den fiscus en volkomen te recht als een winstuitkeering beschouwd en is dus onderworpen aan betaling der Dividendbelasting. Dit bezwaar is aan cte kapitaaluitbreiding door de vorming eener reserve niet verbonden. § 35. Winsluitkeering aan obligatiehouders. In § 24 TV hebben wij de converteerbare obhgaties leeren kennen als een middel, waardoor obhgatiehouders betrokken worden bij den gang der zaken van de vennootschap. Een ander middel bestaat in de toekenning van een deel der winst aan obhgatiehouders, welke bij enkele vennootschappen voorkomt.J) Gemakshalve verdient het aanbevehng, de winstuitkeering te doen plaats grijpen gelijktijdig met de betaling der eerste coupon, die na de goedkeuring der balans vervalt. De coupon kan dan betaalbaar worden gesteld voor de rente, vermeerderd met het winstaandeel. Voorbeeld: De Algemeene Credietbank heeft in 1918 een winst gemaakt van / 15.725,99. De algemeene vergadering van den 10 Mei 1919 verdeelt de "winst volgens de statuten als volgt: eerst 5% over de aandeelen, daarna van het restant: 50% voor de aandeelhouders 20% ,, de reserve 10% ,, commissarissen 10% ,, de directeuren 10% ,, de houders van 4^8% schuldbrieven. Het aandeelenkapitaal bedraagt / 1.000.000,—, waarop gestort / 100.000,—. Voor winstuitkeering komen in aanmerking de houders van / 400.000,— ^V2% schuldbrieven in stukken van / 1000.—. Het dividend wordt in geheele procenten uitgekeerd. Het onverdeeld dividend over 1917 bedroeg / 925,36 en het onverdeeld winstaandeel schuldbriefhouders / 3,88. l) O. a. de Residentie Hypotheekbank, 's-Gravenhage en de Provinciale Crediet- en Spaarbank. Schiedam. 77 Berekening. Winst / 15.725,99 5% dividend „ 5.000 — / 10.725,99 Aandeelhouders 50% / 5.363,— Reserve 20% „ 2.045,19 Commissarissen 10% »> 1.072,60 Directeuren 10% „ 1.072,60 Houders schuldbrieven 10% „ 1.072,60 „ 10.725.99 Dividend / 5.363,— onverdeeld dividend „ 925,36 Totaal / 6.288,36 Super dividend 6% „ 6.000,— onverdeeld dividend ƒ 288,36 Uitkeering schuldbrieven / 1.072,60 onverdeeld saldo ■» 3,88 Totaal / 1.076,48 Uitkeering op elke schuldbrief / 2,69 dus op 400 schuldbrieven „ 1.076.— Onverdeeld saldo / 9,48 Boeking: VERLIES EN^WINST. Verdeehng der winst ,, 15.725,99 ONVERDEELD DIVIDEND. Beschikt ter afronding van het dividend n 637,— ONVERDEELD WINSTAANDEEL SCHULDBRIEFHOUDERS. idem „ 3,40 AAN DIVIDEND 1918. 11% van / 100.000— „ 11.000,— AAN RESERVE. 20% van / 10.725,99 ........ „ 2.145,19 AAN TANTIÈMES. Commissarissen / 1.072,60 Directeuren „ 1.072,60 „ 2.145,20 78" AAN WINSTAANDEEL HOUDERS 47, % SCHULDBRIEVEN. 10% van / 10.725,99 / i.072,60 Bij de betaling van het winstaandeel wordt deze laatste rekening gedebiteerd. Is de winstuitkeering op alle 47,% schuldbrieven dezelfde, dan kan men in de plaats van de rekening „Winstaandeel houders 47,% schuldbrieven", bij de winstverdeeling, de rekening „Te betalen coupons 47,% schuldbrieven" voor / 1072,60 crediteeren. Immers, crediteert men deze rekening bij het vervallen der coupon ook voor de halfjaarlijksche rente van 274%, dan staat ze credit voor het bedrag, waarop de houders op den vervaldag aanspraak hebben. De rekening „Winstaandeel houders 47,% schuldbrieven" kan dan geheel vervallen. TOEPASSING: §§ 27—35: Opgaven 6de reeks. § 36. Reserve tot uitloting van obligaties. Aflossen' van schuld verarmt niet, doch vermindert de hoeveelheid kasmiddelen. Wanneer alzoo die hoeveelheid voor geen vermindering vatbaar is, omdat ze in het bedrijf gebruikt moet worden, is het begrijpelijk, dat men niet gaarne tot aflossing van schuld zal overgaan; die aflossing immers zou aan het bedrijf de zoo hoog noodige kasmiddelen onttrekken en daardoor de levenskracht der zaak schaden. De uitkeering van winst vermindert eveneens de hoeveelheid kasmiddelen. Moet dus-een schuld worden afgelost, en winst worden uitgekeerd, dan vermindert de hoeveelheid kasmiddelen door twee oorzaken. Indien de dubbele vermindering het bedrijf zal kunnen schaden, kan bepaald worden, dat alleen de schuld zal worden afgelost en geen winst zal worden uitgekeerd. .De rechthebbenden op de winst doen geen algeheelen afstand van hun vordering, doch bewilligen alleen in een uitstel van betaling: vroeg of laat moeten zij hun vordering op de een of andere wijze ontvangen. Een dergehjke regeling noemt men aflossing uit de winst; een schuld wordt afgelost, en een deel der winst, even groot als de afgeloste schuld, wordt ingehouden. Het vreemde kapitaal, dat in het bedrijf gebruikt werd, is nu door eigen kapitaal vervangen. Beide, handelingen worden afzonderhjk geboekt. 79 Wordt b.v. een 4% obligatieschuld van / 10.000,— uit de winst afgelost, dan boeke men: a. De aflossing der schuld: 4% OBLIGATIELEENING. aflossing / 10.000 — AAN KAS (of Aflosbare obhgaties) . / 10.000,— b. Het inhouden van een deel der winst, gelijk aan de afgeloste schuld: VERLIES EN WINST. reserve tot aflossing der obhgatieleening / 10.000,— AAN RESERVE TOT AFLOSSING DER OBLIGATIELEENING. gereserveerd van de winst .... / 10.000,— Het is vooral van belang, dat men het karakter der rekening „Reserve tot aflossing der obhgatieleening" goed begrijpt: het deel der winst, waarvan de uitkeering is uitgesteld, wordt op deze rekening geboekt. De rekening vertegenwoordigt alzoo de rechthebbenden op de gereserveerde winst. Belangrijk is de vraag, wanneer de rekening „Reserve tot aflossing der obhgatieleening" verdwijnt. Om deze te beantwoorden, heeft men slechts op te merken, dat de aflossing uit de winst alleen geschiedt, om de beschikbare middelen, die door de aflossing der leening verminderen, op de oude hoogte te houden. De reserve maakt dus een deel uit van het bedrijfskapitaal, en mag alzoo alleen verminderen, als dit kapitaal zelve verminderd moet of kan worden. Is b.v. een verlies geleden, dan kan dit van de „Reserve tot aflossing der obligatieleening" worden afgeschreven. Bhjkt het kapitaal te groot te zijn, dan kan het verminderd worden, door de bedoelde reserve geheel of gedeeltelijk uit te keeren, enz. Ook komt het veelvuldig voor, dat de „Reserve tot aflossing enz." wordt aangewend tot vergrooting van het statutaire kapitaal. De aandeelhouders ontvangen dan gratis nieuwe aandeelen, of wel de vergrooting der nominale waarde der aandeelen wordt op de bestaande aandeelen bij gestempeld. 80 Men moet dan boeken: RESERVE TOT AFLOSSING DER OBLIGATIELEENING. opheffing door uitgifte van aandeelen / .... AAN AANDEELENKAPITAAL, vergrooting door opheffing der Reserve tot afl. der oblig •ƒ.... Het gebruik dezer reserve als Dividendreserve is in strijd met haar karakter. Nog sterker moet de gewoonte worden afgekeurd, om bepaalde verliezen of waardevermmderingen, b.v. van gebouwen, van deze reserve af te schrijven. In de eerste plaats ontstaat, als de waardeverminderingen der gebouwen of van andere activa van de „Reserve tot Aflossing" worden afgeschreven, en dus niet in het debet der Verhes- en winstrekening worden gebracht, een geflatteerde Verhes- en winstrekening. Blijkbaar komt de afgekeurde handelwijze eigenlijk neer op het crediteeren der Verhes- en winstrekening voor een deel der, ,Reserve tot aflossing". Ten tweede moet men bedenken, dat de bedoeling, die men had met de vorming der „Reserve tot aflossing", het intact houden van het bedrijfskapitaal was. Schrijft men nu waardeverminderingen van deze reserve af, dan verdwijnt de reserve en vermindert het bedrijfskapitaal, men veroorzaakt dus juist wat men heeft willen verhinderen. Somtijds wordt bepaald, de obligaties met een zeker agio uit de winst af te lossen. Stel, dat uit de winst 10 obhgaties van / 1000,— a 105% zullen afgelost worden. Ieder stuk moet dan met / 1050,— betaald worden. Aan de houders is / 10.500,— te voldoen. Er is dus een verhes van / 500,—. Men moet derhalve boeken: VERLIES EN WINST. 5% agi° der 10 a 105% uitgelote obligaties van / 1000,— / 500,— OBLIGATIELEENING. voor 10 stuks a ƒ 1000,— .... „ 10.000,— AAN UIGELOTE OBLIGATIES. 10 obl. van / 1050— / 10.500,— 81 De beschikbare middelen zullen nu met / 10.000 — verminderd worden. Deze vermindering moet uit de winst worden aangevuld. Daartoe boeke men: VERLIES EN WINST. aflossing van 10 obhgaties a / 1000 — / 10.000— AAN RESERVE TOT AFLOSSING DER OBLIGATIELEENING. inhouding van een deel der winst . / 10.000,— Bij iedere aflossing van een deel der obhgatieleening vermindert de rentelast. Is een 4% leening ƒ 100.000 — groot, dan moet jaarhjks / 4000,— rente betaald worden. Voor dit bedrag moet derhalve de Intrestrekening gedebiteerd worden. Is echter de leening tot / 80.000,— verminderd, dan heeft men slechts jaarhjks de Intrestrekening voor / 3200,— te debiteeren, dus voor / 800,— minder. Men zegt dan, dat men een rentebesparing van / 800,— heeft. Het komt voor, dat men de bespaarde rente ook aanwendt tot aflossing. Men moet dan boeken: INTREST. bespaarde rente der 4% obhgatieleening / 800,— AAN RESERVE TOT AFLOSSING DER 4% OBLIGATIELEENING. vergrooting met de bespaarde rente / 800,— Bij het vervallen van de (jaar) coupon is geboekt: INTREST / 3.200 — AAN TE BETALEN COUPONS. 4% van / 80.000— / 3.200,— Hieruit blijkt, dat de Intrestrekening gedebiteerd is in het geheel voor / 4000,—, dat is voor de rente der geheele leening. Ter toelichting laten wij hier eenige posten met uitwerking volgen: I. In de statuten van de N. V. „Drijvend Droogdok", alhier, wier kapitaal f 250.000,— bedraagt, komt de bepaling voor, dat de door haar aangegane 4% hypothecaire leening, groot ƒ 210.000,—, verdeeld in 420 obhgaties, groot / 500,—, zal worden afgelost door jaarhjks van de gemaakte winst ƒ 3000,— af te zonderen, en dit Pr. B. IV. 6 82 bedrag, vermeerderd met de bespaarde rente, aan te wenden tot aflossing bij uitloting van bovengenoemde obligaties. Voor de aflossing op heden is van de winst / 3000,— bestemd. De rentebesparing bedraagt / 500,—. Zeven obhgaties uitgeloot en de houders betaald. Boeking: 4% OBLIGATIELEENING . . . . / 3500,— VERLIES EN WINST . . . .'. . . „ 3000 — INTREST „ 500,— AAN RESERVE TOT AFLOSSING DER OBLIGATIELEENING ... / 3500 — AAN KAS t „ 350o[- II. 8 November. De N. V. de Chemische Fabriek, wier kapitaal / 1.000.000,— bedraagt, bestaande uit 1000 aandeelen a ƒ 1000,—, heeft haar 5% obhgatieleening, groot / 400.000,—, achtereenvolgens door jaarhjksche uitloting uit de winst afgelost. De algemeene vergadering besluit het kapitaal met / 500.000,— te vergrooten, daartoe de gevormde reserve te gebruiken en aan iederen houder van een aandeel de keus te laten, tegen storting van / 100,—, een aandeel van ƒ 500,— te ontvangen, of zijn aandeel in de reserve in contanten op te nemen. Door 960 houders wordt / 100,— per aandeel gestort en daarvoor het nieuwe aandeel ontvangen. De overige 40 aandeelen blijven ter eventueele beschikking van de rechthebbenden in portefeuille. Boeking: '■ RESERVE TOT AFLOSSING DER 5% OBLIGATIELEENING . . . / 384.000,— KAS „ 96.000,— AANDEELEN IN PORTEFEUILLE „ 20.000,— AAN AANDEELENKAPITAAL. . . / 500.000,— Immers, ieder bezitter van één aandeel heeft aanspraak op / 400,— der reserve. Slechts 960 houders innen deze vordering, de reserve vermindert dus met 960 x / 400,— = / 384.000, . Ieder aandeel, dat later opgevraagd wordt, geeft aanleiding tot den volgenden post: 83 KAS / 100— RESERVE TOT AFLOSSING DER 5% OBLIGATIELEENING „ 400 — AAN AANDEELEN IN PORTEFEUILLE / 500,— Geeft een houder van een aandeel de voorkeur aan het opnemen van zijn aandeel in contanten, dan moet worden geboekt: RESERVE TOT AFLOSSING DER 5% OBLIGATIELEENING / 400,— AAN KAS / 400,— § 37. Vermindering van het aandeelenkapitaal. Een aandeelhouder is niet met zijn geheele vermogen voor de verhezen der N. V. aansprakelijk, doch alleen voor het bedrag zijner deelname. Het behoud van het aandeelenkapitaal is derhalve voor de crediteuren der N. V. van het grootste gewicht. Vandaar dan ook, dat elke goede wetgeving bepahngen bevat, die het behoud van het kapitaal beoogen. Geen aandeelhouder kan eischen, dat hem het bedrag zijner deelname terugbetaald zal worden. Geen vermindering van het kapitaal is geoorloofd, tenzij de koninklijke bewilliging verkregen is. Aan het Departement van Justitie houdt men bij het onderzoek der statuten aan dit voorschrift zeer streng de hand. Zelfs als daarin bepaald wordt, dat in aangegeven gevallen het kapitaal zal worden verminderd, b.v. door periodieke uitloting van aandeelen, wordt geëischt, dat in elk dezer gevallen de koninkhjke bewilliging op de kapitaalvermindering zal worden aangevraagd. Kapitaalvermindering, waardoor het oorspronkelijk dekkingsfonds der crediteuren onveranderd blijft, kan op de volgende wijzen geschieden: o. Door vernietiging der aandeelen, die nog niet waren uitgegeven. De boeking van dit geval is reeds in § 34 III behandeld. b. Door aflossing van aandeelen uit de winst. Bij dezen vorm werdt het tekort, dat door de aflossing van aandeelen in het kapitaal ontstaat, aangevuld door een deel der winst, gelijk aan het afgeloste kapitaal, te reserveeren. Daardoor bhjft het kapitaal in werkehjkheid onveranderd. Wordt b.v. besloten om 10 aandeelen van / 1000,— af te lossen en gelijktijdig 6* 84 ƒ 10.000,— der winst in te houden, dan vermindert en vermeerdert het kapitaal met / 10.000,—, waardoor het onveranderd blijft. De belangen der crediteuren strekken zich niet uit tot de aflossing der aandeelen uit de winst, omdat deze vorm van aflossing een wijze van verdeeling der winst is. Crediteuren hebben alleen belang bij de aflossing van aandeelen uit het stamvermogen. De aflossing van aandeelen uit de winst geeft tot twee boekingen aanleiding: 1. de aflosbaarstelling van eenige aandeelen, 2. het inhouden van een deel der winst. Zooals reeds vroeger is gezegd, heeft de tweede handeling de bedoeling, om de beschikbare middelen, die door de aflossing der aandeelen verminderd zijn, weder op de oude hoogte te brengen. Vandaar dan ook, dat het bedrag, hetwelk moet gereserveerd worden, gelijk moet zijn aan het nominaal bedrag der afgeloste aandeelen. Voorbeelden: I. De algemeene vergadering besluit om van de winst van 1920 / 20.000,— te bestemmen tot aflossing a pari van 20 aandeelen van / 1000.—. Boeking: a. De aflosbaarstelling. AANDEELENKAPITAAL. aflossing van 20 aandeelen . . . . / 20.000,— AAN AFLOSBAAR GESTELDE AANDEELEN. idem / 20.000,— b. De inhouding van een deel der winst. VERLIES EN WINST. aflossing van 20 aandeelen . . . . „ 20.000,— AAN RESERVE TOT AFLOSSING VAN AANDEELEN. idem . „ 20.000,— Worden later de aandeelen afgelost, dan wordt de rekening „Aflosbaar gestelde aandeelen" gedebiteerd. De houder van een afgelost aandeel ontvangt gewoonhjk een zoogenaamd action de jouissance of bewijs van deelgerechtigdheid, hetwelk hem een blijvend aandeel in de winst verzekert. 85 De uitgifte der actions de jouissance geeft geen aanleiding tot eenige boeking, omdat er geen op geld waardeerbare verplichting voor de maatschappij ontstaat: er wordt slechts bepaald, dat, indien er in de volgende jaren winst wordt gemaakt, een bepaald deel daarvan aan de houders der actions zal worden uitgekeerd. Laat de winst een uitkeering toe, dan wordt de rekening „Houders van actions de jouissance" gecrediteerd. Bij betaling van het verschuldigde dividend wordt deze rekening gedebiteerd. De aflossing van aandeelen uit de winst is meermalen onbillijk genoemd, omdat een vennootschap daartoe alleen in goede jaren kan overgaan. De uitgeworpen aandeelhouder wordt dan benadeeld. Deze aanmerking verhest veel van haar beteekenis, als aan de houders der uitgelote stukken actions de jouissance worden gegeven, die aanspraak geven op een zeker deel der winst. De houders der afgeloste stukken blijven dan deelen in de baten, die de vennootschap oplevert. II. 1 December. De algemeene vergadering der Zuid-Australische Stoomvaartmaatschappij, wier kapitaal ƒ 360.000,— bedraagt, besluit het kapitaal dier vennootschap terug te brengen tot ƒ 300.000,— en bij uitloting 50 aandeelen van / 1000— aan te wijzen, die tegen den koers van 120% zullen worden terugbetaald. Zij besluit daartoe een deel der winst van 1920 te bestemmen, en voor de uitgelote aandeelen actions de jouissance uit te reiken, recht gevende op een evenredig aandeel in de winst, nadat aan aandeelhouders 6% zal zijn uitgekeerd. Boeking: 1. Aflossing der aandeelen: AANDEELENKAPITAAL / 50.000,— VERLIES EN WINST 1920 . . . . „ 10.000 — AAN AFLOSBAAR GESTELDE AANDEELEN / 60.000 — 2. Reserveeren der winst: VERLIES EN WINST 1920 . . . . „ 50.000,— AAN RESERVE TOT AFLOSSING VAN AANDEELEN „ 50.000 — Het aandeelenkapitaal wordt met / 60.000,— verminderd, derhalve moet men een gelijk bedrag der winst reserveeren. 86 Kapitaalvermindering, waardoor het oorspronkelijk dekkingsfonds der crediteuren vermindert, kan op de volgende wijzen geschieden : o. Door afschrijving der verliezen van het aandeelenkapitaal. Een verhes is een vordering der vennootschap op de aandeelhouders, daar deze het verlies moeten hjden. Wordt nu besloten deze vordering te innen, door van de schuld der vennootschap aan de aandeelhouders, dat is van het aandeelenkapitaal, een gehjk bedrag af te trekken, dan grijpt een compensatie plaats. De vordering gaat te niet, dus de rekening „Verhes en winst" wordt gecrediteerd, en de schuld gaat voor een gehjk bedrag te niet, waarvoor de rekening „Aandeelenkapitaal" gedebiteerd wordt. Voorbeeld: De Houtwarenfabriek „Jeka" werkende met een kapitaal van / 400.000,—, heeft in 1918 verloren / 35.728,75, in 1919 / 38.725,16 en in 1920 / 16.278,29. In de algemeene vergadering van den 18 Februari 1921 is besloten het aandeelenkapitaal tot dekking dezer verliezen met 25% te verminderen en het restant dezer kapitaalvermindering te reserveeren. Boeking: AANDEELENKAPITAAL vermindering met 25% / 100.000, AAN VERLIES EN WINST 1918. dekking door kapitaalvermindering / 35.728,75 AAN VERLIES EN WINST 1919. . idem „ 38.725,16 AAN VERLIES EN WINST 1920. idem • • „ 16.278,29 AAN RESERVE . restant „ 9.267,80 De vermindering der nominale waarde wordt door een stempel op de aandeelen aangegeven. Men zegt dan, dat de kapitaalvermindering op de aandeelen afgestempeld is. Deze vermindering is meermalen in het belang der aandeelhouders, omdat zoolang het verhes niet afgeschreven is, geen dividend kan betaald worden en de verkrijging van nieuw kapitaal moeilijk is. Ze oefent geen invloed uit op de reëele waarde der aandeelen, omdat ze de verhouding, waarin ieder aandeel in het surplus der 87 bezittingen boven de schulden aan derden, deelt, onveranderd laat. Ze oefent ook geen invloed uit op de winst per aandeel. Ze doet echter den koers relatief stijgen. b. Door aflossing van aandeelen uit het stamvermogen. Deze vorm komt vooral voor, als het aandeelenkapitaal te groot voor het bedrijf is. Men moet dan boeken: AANDEELENKAPITAAL, vermindering / AAN AFLOSBAAR GESTELDE AANDEELEN. idem / Men kan door het lot laten aanwijzen, welke aandeelen ingetrokken zullen worden, doch billijker is het de nominale waarde van alle aandeelen evenredig te verminderen. Wordt besloten een aandeelenkapitaal van / 1.000.000,—, in aandeelen van / 1000,—, te verminderen met / 200.000,—, dan kan men 200 aandeelen uitloten, of wel op alle aandeelen / 200,— uitkeeren. Deze uitkeering wordt dan op de aandeelen afgestempeld. c. Door ontheffing van de verplichting tot storting op de aandeelen. Dit geval is reeds in § 31 III behandeld. § 38. Inkoop van eigen aandeden. Een bizondere vorm van aflossing uit het stamvermogen is de inkoop van eigen aandeelen. Deze inkoop geschiedt vaak om den koers der aandeelen te steunen, ter tijdehjke belegging van kasgeld of om andere redenen. Het ligt dan in de bedoehng der directie, later weder tot verkoop over te gaan, zoodat een kapitaalvermindering niet wordt beoogd. Daarom is het gewenscht, de ingekochte aandeelen niet op de kapitaalrekening af te boeken (waartoe trouwens statutenwijziging noodzakehjk zou zijn), doch ^verdient het aanbeveling, ze op een afzonderhjke rekening te boeken. Voorbeeld: Een vennootschap neemt van een harer debiteuren, van wien ze / 10.000,— te vorderen heeft, 6 harer eigen aandeelen van / 1000,— tegen 95% over en ontvangt de rest in contanten. 88 Boeking: INGEKOCHTE EIGEN AANDEELEN. / 6000,— a 95% / 5.700,— KAS. Ontvangen van N.N. . „ 4.300,— AAN DEBITEUREN. N.N . ƒ 10.000 — De stukken moeten afgescheiden worden van het overig fondsenbezit, dat de vennootschap heeft. Daarom is het debiteeren der Effectenrekening niet aan te bevelen. Bij het betaalbaar stellen van het dividend wordt geboekt: DIVIDEND. % over / 6.000 — / AAN INGEKOCHTE EIGEN AANDEELEN. Idem ƒ Tegen het inkoopen van eigen aandeelen kan worden aangevoerd, dat het eigenlijk een verkapte kapitaalvermindering is, zoodat alleen na statutenwijziging tot het inkoopen van eigen aandeelen kan worden overgegaan. Ook bedenke men, dat door den inkoop ongetwijfeld de belangen der crediteuren kunnen geschaad worden, aangezien daardoor de overwaarde der bezittingen boven de schulden geringer wordt en daarmede het dekkingsfonds der crediteuren. De aankoop van eigen aandeelen ter belegging van een reserve moet echter worden toegestaan, omdat deze het oorspronkelijke dekkingsfonds der crediteuren niet vermindert. Bovendien moet men bedenken, dat de N. V. vrij is in de beschikking over de winst. § 39. Dividend- en tantièmebelasting. Onder den naam van „dividend- en tantièmebelasting" wordt een belasting geheven van de uitdeelingen der binnen het Rijk gevestigde naamlooze vennootschappen, commanditaire vennootschappen op aandeelen, coöperatieve of andere vereenigingen en onderhnge verzekeringmaatschappijen. Deze vennootschappen, vereenigingen en maatschappijen zijn belastingplichtig naar het bedrag van haar gewone en buitengewone uitdeelingen, onder den naam van dividend, tantième of welken 89 anderen naam ook, gedaan aan oprichters, concessionarissen, preferente en gewone aandeelhouders, leden, deelnemers, houders van aandeelen in afzonderlijke fondsen .commissarissen of gecommitteerden, bestuurders of beheerende vennooten en andere deelgerechtigden in de winst, al of niet tot het personeel behoorende. De bedoeling is slechts de uitgekeerde winst en niet de behaalde winst noch het kapitaal zelve te treffen.1) Hieruit volgt, dat stortingen in de reserve vrij van belasting zijn. Wordt echter de reserve, op welke wijze ook, uitgekeerd, b.v. in geld of in aandeelen, dan is de belasting verschuldigd. Over het winstaandeel, dat obligatie- of pandbriefhouders toegewezen wordt, is blijkbaar ook belasting verschuldigd.8) Dit is ook het geval met het winstaandeel, dat verzekerden bij levensverzekering-maatschappijen is toegekend. Kan worden aangetoond, dat in de uitdeeling tevens aflossing van kapitaal is begrepen en zoo ja, tot welk bedrag, dan wordt het bedrag van die uitdeeling afgetrokken, totdat het gestorte kapitaal is afgelost of afgeschreven. Bijschrijving op- en uitreiking van aandeelen of obhgaties, voor zoover daarop geen storting plaats heeft en uitkeering van het batig saldo in geval van hquidatie, voor zoover het saldo het gestorte, doch nog niet afgeloste of afgeschreven kapitaal overtreft, worden als uitdeelingen aangemerkt.8) Wordt derhalve een reserve tot aflossing van obhgaties aangewend tot vergrooting van het aandeelenkapitaal of tot het vormen eener winstleening, dan is belasting verschuldigd. x) Natuurlijke personen betalen Rijksinkomstenbelasting naar het 5ehaalde inkomen, juridische personen echter dividend- en tantièmebelasting naar de uitgekeerde winst. ") Dit is echter alleen het geval, als op de obhgaties of pandbrieven buiten en behalve een vaste rente, een winstandeel wordt uitgekeerd. De uitkeeringen op inkomst-obligaties (§ 19) zijn derhalve vrij van belasting. *) Het belastbaarstellen van een batig saldo in geval van. hquidatie, voor zoover het saldo het gestort* kapitaal overtreft, hoe billijk ook, houdt somtijds de hquidatie tegen. Dit geval heeft zich o. a. voorgedaan bij de Dordtsche Petroleum Industrie Mij. Het kapitaal dezer Vennootschap bedraagt (1920) / 24.000.000,— en zij bezit / 24.430.000,— nominaal Koninklijke, ze is dus een "holding company". In Juli 1920 werd overwogen tot liquidatie over te gaan, wat behoudens een verrekening in gold kon geschieden door een aandeel Dordtsche om te ruilen in een aandeel Koninklijke. De aandeelen Koninklijke stonden toen + 800%, zoodat dividendbelasting had moeten betaald worden over +700% van / 24.000.000,— (rond). Deze belasting zou eenige millioenen hebben bedragen. Daarom is van hquidatie niets gekomen. 80 -Geen belasting is verschuldigd over hetgeen door bedoelde Vennootschappen is ontvangen ter zake van het bezit van aandeelen op naam in andere zoodanige vennootschappen. Dit is billijk, omdat over deze uitkeering reeds door den fiscus belasting ontvangen is. De dividend- en tantièmebelasting voor de bedoelde maatschappijen bèdraagt / 5,—. Ter dekking der crisisuitgaven wordén hierop 33 opcenten geheven ten behoeve van het Rijk. Bovendien hebben de gemeenten de bevoegdheid 30—48 opcenten te heffen. De maximale belasting is alzoo 5% -f 81 opcenten of 9,05%. Aan de belasting zijn mede onderworpen de salarissen der bestuurders of beheerende vennooten voor zoover die / 10.000, te boven gaan en de salarissen van commissarissen en gecommitteerden. Het bedrag, waarover de belasting berekend wordt, moet naar onderen worden afgerond tot een veelvoud van / 100,— Bovendien moet in het oog gehouden worden, dat de belasting afzonderlijk moet berekend worden: a. over het totaal van iedere uitdeeling, behalve de tantièmes; b. over het totaal belastbaar bedrag der tantièmes, vermeerderd met het belastbaar bedrag der salarissen. Belangrijk is de vraag, te wiens laste de belasting door de vennootschap moet worden gebracht, ten laste der personen, die de uitdeelingen ontvangen of ten laste van alle deelgerechtigden in de winst, dus ten laste der vennootschap. Deze vraag kan slechts gedaan worden met betrekking tot de dividendbelasting, echter niet ten opzichte der tantièmebelasting, omdat de wet (art. 11) eischt, dat de belasting van de winstaandeelen (en salarissen) van commissarissen of gecommitteerden, bestuurders of beheerende vennooten en verder personeel van die aandeelen (en salarissen) in vermindering gebracht moet worden. Hetgeen in afwijking van deze bepahng door deze personen te veel genoten wordt, kan door de N. V. van hen worden teruggevorderd. Elk beding of besluit, voor zoover het hiermede strijdt, is nietig. Ten opzichte der dividendbelasting geeft de wet niet het dwingend voorschrift deze ten laste der aandeelhouders te brengen. Het belang der vraag of de dividendbelasting ten laste der aandeelhouders of ten laste der N. V. moet komen, bhjkt uit het volgend voorbeeld. 91 Een N.V. heeft over 1918 een winst gemaakt van / 30.000,—. De winstverdeehng luidt: eerst 5% over het aandeelenkapitaal, groot / 200.000,—, daarna wordt het restant als volgt verdeeld: reserve 10%, diverse tantièmes 40%, aandeelhouders 50%. Dividend in geheele procenten. Brengt men de belasting den aandeelhouders in rekening, dan luidt de verdeeling: Winst / 30.000,— Dividend 5% „ 10.000,— / 20.000 — Reserve / 2.000,— Tantièmes „ 8.000 — Dividend „ 10.000,— „ 20.000,— Er is dus voor dividenduitkeering beschikbaar / 20.000,— Wordt 1 % dividend = / 2000,— uitgekeerd, dan moet beschikbaar zijn / 2181,—Er kan alzoo worden uitgekeerd: 20000 10/ o0/ -^-X 1% = 9% ruim. Men heeft dan: Aandeelhouders / 20.000,— Dividendbelasting 9,05% over / 18.000,— „ 1.629,— / 18.371,— 9% dividend „ 18.000,— Onverdeeld dividendsaldo / 371,— Brengt men de belasting ten laste der winst, dan luidt de verdeeling: Winst / 30.000,— Dividendbelasting ,, 1.629,— / 28.371,--- Dividend 5% „ 10.000,— / 18.371,— Reserve / 1837,10 Tantièmes „ 7348,40 Dividend „ 9185,50 „ 18.371,— Er is dan beschikbaar voor dividendbetahng ƒ 19.185,50 !) / 2000 + 9,05 opcenten. 92 Daarvan kan 9% dividend worden uitgekeerd. Het onverdeeld dividendsaldo is / 1185,50. De aandeelhouders ontvangen dan ƒ 1185,50 min / 371,— = / 814,50 meer, daarentegen wordt in de reserve / 162,90 minder gestort en aan tantièmes / 651,60 minder uitgekeerd. Blijkbaar wordt alzoo de dividendbelasting, indien ze ten laste der N.V. komt, gedeeltelijk gedragen door de reserve en de tantièmisten. Over de vraag te wiens laste de dividendbelasting moet worden gebracht, is veel geschreven. Sommigen zien in het feit, dat art. 11 der wet de vennootschap nadrukkelijk als de belastingphchtige aanwijst, het bewijs, dat te haren laste de belasting moet worden gebracht. Hiertegen is aangevoerd, dat het bedoelde artikel slechts de strekking heeft om praktische redenen de vennootschap als kassier van den fiscus aan te wijzen, zonder meer. Anderen zijn van meening, dat waar de wet in art. 1 de belasting heft van de uitdeelingen, het billijk is, dat zij die deze uitdeelingen genieten, de belasting betalen. Vaak wordt in de practijk ter vereenvoudiging der berekening, de dividendbelasting ten laste van het volgend boekjaar gebracht. In het gegeven geval zal de verdeehng luiden: Winst / 30.000,— Dividend 5% „ 10.000,— / 20.000,— Reserve / 2.000,— Tantièmes „ 8.000,— Dividend „ 10.000,— „ 20.000,— Er wordt dan 10% dividend uitgekeerd. In het jaar der uitkeering wordt de onkosten-rekening gedebiteerd voor / 1810,— dividendbelasting. Indirect wordt hier alzoo de tweede methode toegepast. VoUedigheidshalve volgen hier de boekingen der drie bovenstaande gevallen: Élfel! t a. de dividendbelasting komt ten laste der aandeelhouders en drukt op het boekjaar, waarin de winst is gemaakt: 93 VERLIES EN WINST / 30.000,— AAN DIVIDEND ƒ 18.000 — AAN ONVERDEELD DIVIDENDSALDO » 371— AAN RESERVE » 2.000,— AAN TANTIÈMES „ 8.000 — AAN ONKOSTEN » 1.629,— 6. de dividendbelasting komt ten laste der winst en drukt op het boekjaar, waarin de winst is gemaakt: VERLIES EN WINST ......./ 30.000,— AAN DIVIDEND / 18.000,— AAN ONVERDEELD DIVIDENDSALDO » 1185.50 AAN RESERVE 1-837,10 AAN TANTIÈMES >, 7.348,40 AAN ONKOSTEN I 1.629,— c. de dividendbelasting komt ten laste der winst en drukt op het volgend boekjaar VERLIES EN WINST / 30.000— AAN DIVIDEND / 20.000,— AAN RESERVE » 2.000 — AAN TANTIÈMES 8.000,— De tantièmebelasting wordt berekend over het totaal der tantièmes aan bestuurders, commissarissen en personeel, vermeerderd met het belastbaar bedrag hunner salarissen over het jaar. Heeft in het gegeven voorbeeld de directeur een jaarsalaris van / 12.000,—, dan wordt de tantièmebelasting berekend over ƒ 8000,— tantième en / 2000,— salaris, alzoo over / 10.000,—. Is het salaris geringer dan het belastingvrije bedrag, dan wordt het tekort van het tantièmebedrag afgetrokken. Heeft in het gegeven voorbeeld de directeur een jaarsalaris van ƒ 7500,—, dan wordt de tantièmebelasting berekend over / 5500,—. Daar de belasting berekend wordt over het uitgedeelde bedrag moet ze in procenten boven het honderd berekend worden. Als dus voor tantième beschikbaar is / 8000—, dan wordt uitgekeerd.zonder de afronding tot een veelvoud van / 100,— in aanmerking te nemen *™ X f 8000,— m f 7336,09. 109.05 94 De belasting wordt dan berekend over / 7300,— en bedraagt dus a 9,05% f 660,65 zoodat uitgekeerd kan worden fJ 733#,35 Totaal / 8000,— Voor de belasting, verschuldigd wegens tantièmes, kan de onkostenverzekering worden gecrediteerd, in welk geval de tantièmerekening voor het netto bedrag der uit te betalen tantièmes wordt gecrediteerd. Echter kan men ook de tantièmerékening voor het bruto bedrag crediteeren, zooals in het gegeven voorbeeld; de rekening wordt dan gedebiteerd bij de betaling der tantièmes en de belasting. Volledigheidshalve zij nog medegedeeld, dat de aandeelhouder voor zijn dividend en de tantièmist voor zijn tantième nog persoonlijk in de inkomstenbelasting wordt aangeslagen. TOEPASSING: §§ 36—39: Opgaven 7e reeks. III. Uitbreiding van het gfootboekbegrip. § 40. Splitsing van het grootboek. In § 52 II hebben wij het debiteuren- en het crediteurenboek leeren kennen als deelen van het grootboek. De verschillende debiteurenrekeningen komen niet in het grootboek voor, doch worden in een afzonderlijk daartoe speciaal bestemd boek opgenomen, terwijl in het grootboek de rekening „Debiteuren" geopend wordt, welke het totaal der vorderingen aangeeft, en te allen tijde een saldo moet aanwijzen, overeenkomende met het saldo van alle rekeningen, voorkomende in het debiteurenboek. Met de crediteurenrekeningen is hetzelfde het geval. Een groep van gehjksoortige grootboekrekeningen wordt alzoo uit het grootboek gehcht en opgenomen in een speciaal daartoe bestemd boek, terwijl in het grootboek op een enkele rekening het totaal der rekeningen, welke zijn uitgelicht, wordt aangewezen. Dit beginsel wordt niet alleen met betrekking tot debiteuren- en creditenrenrekeningen, doch ook ten opzichte van andere rekeningen vaak toegepast. Zoo worden ook de rekeningen van aandeelhouders in een N.V., als de aandeelen niet geheel zijn volgestort, opgenomen in een aandeelhoudersgrootboek (§ 29 III). Grootboeken, welke gehjksoortige rekeningen bevatten, worden subgrootboeken genoemd, terwijl bij gebruik van sub-grootboekeh het eigenlijke grootboek algemeen grootboek wordt genoemd. De rekening van het algemeen grootboek, die in de plaats treedt van de rekeningen, in het sub-grootboek ondergebracht, heet sluitrekening. Deze benaming wijst op de omstandigheid, dat het algemeen grootboek niet in evenwicht zou zijn, niet zou „sluiten", tengevolge van het aanleggen van het sub-grootboek, als niet een speciale rekening in het algemeen grootboek geopend werd. 96 § 41. Het debiteurenboek. Het bijwerken der debetzijde van bet debiteurenboek kan op twee wijzen geschieden (§ 52 II): a. Met behulp van het verkoopboek. In een afzonderhjke kolom, die men gewoonlijk aan de linkerzijde aanbrengt, schrijft men in dit boek de nummers der foho's, die de rekeningen der koopers in het debiteurenboek hebben. Vervolgens debiteert men deze rekeningen, bij voorkeur dagelijks, vanuit het verkoopboek. b. Met behulp der facturen. Het verkoopboek wordt samengesteld uit de facturen, vóór deze den koopers toegezonden worden. Men kan nu het debiteeren der rekeningen van de koopers, insgelijks-rechtstreeks van deze facturen doen geschieden, of wel van de copieën daarvan. Volgt men de laatste methode, dan verdient het aanbeveling, een af zonderlijk copieboek te houden voor de verkoopfacturen. Men moet er zorg voor dragen, dat op de copiëen het folionummer wordt vermeld van de rekeningen der koopers in het debiteurenboek. De samenstelhng van het debiteurenboek vanuit het verkoopcopieboek is beter dan vanuit het verkoopboek zelve. Immers, heeft men in het verkoopboek een fout gemaakt, dan loopt men gevaar deze fout ook in het debiteurenboek te maken. Daarvoor wordt men echter gevrijwaard, als dit door middel der origineele stukken, met behulp der copieën der gezonden facturen alzoo, wordt samengesteld. Komt een debiteurenboek voor, dan moet men in het kasboek bij de tabellarische inrichting aan de debetzijde een afzonderhjke kolom aanleggen voor de betahngen, door debiteuren gedaan (§ 75 II). Bij het journaliseeren van het kasboek wordt dan de rekening „Debiteuren" in het algemeen-grootboek voor het totaal der debiteurenkolom gecrediteerd. Vóór de namen der debiteuren worden in het kasboek in een speciaal daarvoor bestemde kolom de folio's der betrokken rekeningen van het debiteurenboek vermeld. Deze rekeningen kunnen dan van uit het kasboek voor alle betalingen gecrediteerd worden. Het crediteeren der rekeningen in het debiteurenboek moet ook gedeeltelijk geschieden vanuit andere dagboeken of documenten, dan boven bedoeld. Worden bijv. vorderingen door wissels geïnd, die men aan de bank ter incasso zendt, dan worden de rekeningen der debiteuren vanaf de incassoborderels gecrediteerd. 97 § 42. Splitsing van het debiteurenboek. Wanneer het debiteurenboek te omvangrijk wordt, gaat men tot splitsing over. Men splitst het dan öf naar de woonplaatsen der debiteuren, óf naar de aanvangletters hunner namen. Men legt b.v. een staddebiteurenboek aan voor de debiteuren, die woonachtig zijn in de plaats van boeking, een binnenland-debiteurenboek voor de binnenlandsche debiteuren, en een buitenland-debiteurenboek voor de buitenlanders. Elke debiteur krijgt in een dezer grootboeken een rekening. Ook komen wel voor de volgende grootboeken: debiteurenboek A—L en debiteurenboek M—Z. Het eerste wordt gebezigd voor de debiteuren, wier namen met een der letters A—L aanvangen, terwijl voor de overige debiteuren rekeningen geopend worden in het tweede grootboek. Het spreekt vanzelf, dat nog andere splitsingen mogelijk zijn. Zoo noodig moet men dan verschillende verkoopboeken aanleggen, één voor elk debiteurenboek. Zoo men de debiteurenboeken samenstelt van uit copieboeken, moet men voor elk een afzonderlijk copiëboek houden. B.v. een verkoop-copieboek voor debiteuren A—L en een voor debiteuren M—Z. Zoo mogelijk kan men in het kasboek voor elk debiteurenboek aan de debetzijde een kolom openen, evenzoo in het bankboek. § 43. Het crediteurenboek. Hierin komen alle rekeningen van boekschulden voor. Het bijwerken der creditzijde van het crediteurenboek kan op twee wijzen geschieden (§ 52 II): a. Met behulp van het inkoopboek. In een afzonderhjke kolom, die men gewoonlijk aan de linkerzijde aanbrengt, schrijft men de nummers der folio's, die de rekeningen der verkoopers in het crediteurenboek hebben. Vervolgens crediteert men deze rekeningen, hetzij dagelijks, wekelijks of maandelijks van uit het inkoopboek. b. Met behulp der facturen. Het inkoopboek wordt samengesteld uit de ontvangen facturen. Men kan het crediteeren der rekeningen van de verkoopers insgelijks rechtstreeks van deze facturen doen geschieden. Men moet dan op die facturen het folionummer van de rekening der verkoopers in het crediteurenboek vermelden. De tweede methode is beter dan de eerste, omdat daardoor voorkomen wordt, dat een fout, die in het inkoopboek gemaakt is, in het crediteurenboek wordt overgenomen. Pr. b. iv. 7 98 Komt een crediteurenboek voor, dan moet men in het kasboek, zoo dit tabellarisch is ingericht, aan de creditzijde een afzonderlijke kolom aanleggen voor de betalingen, aan de crediteuren gedaan. Bij het journaliseeren van het kasboek wordt dan de rekening „Crediteuren" in het algemeen-grootboek voor het totaal der crediteurenkolom gedebiteerd. Vóór de namen der crediteuren worden in het kasboek in een speciaal daarvoor bestemde kolom de foho's der betrokken rekeningen van het crediteurenboek vermeld. Deze rekeningen worden dan vanuit het kasboek voor alle betalingen gedebiteerd. Het debiteeren der rekeningen in het crediteurenboek moet ook gedeeltelijk geschieden vanuit andere dagboeken of vanaf documenten. Worden b.v. betalingen door de bank gedaan, dan geschiedt het debiteeren vanuit het bankboek of vanaf de ontvangen borderels. § 44. Splitsing van het crediteurenboek. Wanneer het crediteurenboek te omvangrijk wordt, kan men tot de splitsing overgaan, die in § 42 voor het debiteurenboek is verklaard. Zoo noodig moet men voor elk crediteurenboek een inkoopboek aanleggen. De facturen, die op één grootboek betrekking hebben, worden van alle andere afgescheiden. § 45. Gemengde rekeningen. In het voorgaande is ondersteld, dat geen gemengde rekeningen voorkomen, d.w.z., geen rekeningen van vordering en schuld. Toch komt het in bijna iedere zaak voor, dat eenzelfde persoon èn als debiteur èn als crediteur optreedt. Men kan dan een der volgende methodes toepassen: 1. Men opent zoowel in het debiteuren- als in het crediteurenboek een rekening voor hen, die èn als debiteur èn als crediteur optreden. 2. Voor hen, die gewoonhjk slechts als debiteur voorkomen en alleen bij uitzondering als crediteur optreden, opent men alleen in het debiteurenboek rekeningen, terwijl zij, die gewoonhjk alleen als crediteur optreden, in het crediteurenboek een rekening bekomen, welke ook wordt gebezigd voor de enkele gevallen, waarin zij debiteuren der zaak zijn, De eerste methode heeft tegenover de tweede het nadeel, dat, om den stand der rekening te bepalen, beide grootboeken moeten opgeslagen worden. De tweede methode verdient daarom de voorkeur. 99 § 46. Saldilijsten. Zooals men weet, moet te allen tijde het saldo der debiteurenrekening van het algemeen grootboek overeenstemmen met het saldo der rekeningen van het debiteurenboek, als een geheel beschouwd. Het is wenschelijk af en toe te onderzoeken, of deze overeenstemming werkehjk bestaat. Daartoe maakt men een saldihjst op der debiteurenrekeningen, bevattende foho, naam en saldo van elke rekening. Het totaal der saldi moet overeenstemmen met het saldo der debiteurenrekening, voorkomende in het algemeen grootboek. Een eventueel verschil moet worden opgespoord. Ook uit het crediteurenboek wordt nu en dan een saldihjst opgemaakt. Het totaal daarvan moet overeenstemmen met het saldo der crediteurenrekening van het algemeen grootboek. Het volgend voorbeeld ter toelichting. Saldibalans algemeen-grootboek. I ~ ' 1 Kas / 2000,— 2 Goederen „ 28000,— 3 Debiteuren . „ 6000,— 4 Crediteuren ƒ 10000,— 5 Kapitaal „ 21000,— 6 Handelsbank ,, 4000,— ƒ 36000,— ƒ 36000,— Saldihjst debiteurenboek. 1 A. Mooi, Rotterdam / 2000,— 2 J. Maas, Schiedam „ 1000,— 3 J. v.'t Land, Schiedam 500,— 4 K. Masson, Dort „ 1500,— ƒ 6000.— Saldilijst crediteurenboek. 1 A. v. d. Linden, Rotterdam ƒ 5000,— 2 P. de Groot, Rotterdam ...... „ 2000,— 3 J. de Jong, Delft „ 2000,— 4 A. v. d. Meer, Delft „ 1000,— ƒ 10000,— 7* 100 Zooals blijkt, geeft de sluitrekening „Debiteuren" in het algemeen-grootboek de totale grootte der vorderingen aan. Een specificatie daarvan geeft het debiteurenboek. Zoo ook geeft de sluitrekening „Crediteuren" in het algemeengrootboek de totale grootte der schulden aan. Een specificatie daarvan wordt gegeven door het crediteurenboek. Om het opsporen van eventueele verschülen tusschen de saldilijsten en de sluitrekeningen te vergemakkelijken, is het raadzaam de saldihjsten meermalen 's jaars op te maken: hoe korter de periode is, die tusschen twee saldihjsten ligt, des te gemakkehjker wordt een fout opgespoord. Gewoonhjk worden dan ook maandelijks saldihjsten opgemaakt. Om dit te bekorten, kan men de saldihjsten volgens nevenstaand model inrichten. (Pag. 101.) Men heeft dan maandelijks slechts de saldi in te vullen, terwijl de namen slechts éénmaal worden opgenomen. Komen debiteuren en crediteuren in verschillende valuta's voor (§ 28 II), dan wordt voor elke valuta een saldihjst aangelegd. Niet alleen dienen de saldihjsten tot controle der verrichte boekingen, ze geven ook een duidehjk beeld van den stand der verschillende debiteuren- en crediteurenrekeningen. Komt b.v. een debiteur in Januari voor met een saldo van / 500,—, en bhjft dit saldo in de volgende maanden onveranderd, dan trekt dit reeds onmiddelhjk de aandacht. Heeft een debiteur een hooger saldo dan is overeengekomen, dan bhjkt dit spoediger uit de saldihjst, dan bij het doorbladeren van het debiteurenboek. § 47. Het afletteren der rekeningen van debiteuren en crediteuren. Het is niet voldoende, geregeld te onderzoeken, of de saldihjsten der debiteuren- en crediteurenboeken stemmen met de overeenkomstige rekeningen van het algemeen grootboek, nien moet ook de zekerheid hebben, dat de saldi zelve juist zijn. Loopen de posten stuk voor stuk af, dan moet het saldo eener rekening bestaan uit de nog niet afgerekende posten. Dit moet van elke rekening worden nagegaan. Aangezien het vaak voorkomt, dat verschillende facturen gelijktijdig in één bedrag alzoo, worden voldaan, komt niet steeds tegenover eiken debetpost een gehjke creditpost te staan. In dit geval bhjkt niet onmiddellijk, welke posten nog openstaan. Men is dan gewoon de posten af te letteren, d.w.z. men plaatst bij de posten, SALDILIJST. Jan: I Febr. Maart. April, j Mei. j Juni. Juli. Aug. Sept. I Oct. Nov. I Dec. Folio. NAAM. 1 ; — —-.— —■. , 1 ■. D C1 | D c d C|d|c|d|C|D|C D|c I D I C D I c | D | c D c | D j C TOTAAL . . j 1 1; 2-51 ; ] '<-~r~\ 1 ilfl 101 1) In de saldihjst van het.debiteurenboek wordt de ereditkolom gebezigd alleen voor de enkele rekeningen van schuld, die in dit grootboek mochten voorkomen. Zoo wordt in de saldihjst van het crediteurenboek de debetkolom gebezigd voor de enkele rekeningen van vordering, welke in dit grootboek zijn opgenomen. 102 die tegenover elkander wegvallen, dezelfde letter, zooals uit ondeistaand voorbeeld blijkt: A. VAN STAVEREN, alhier. 1909 I I 1909 3/i Onze factuur . . a \ f 200,— Betaald .... a ƒ 350,— l6/i •• . . o „ 50,— l% Korting op factuur 37i I a\„ 100,— V e „ 25 — ,7» I e I „ 600,— «/, Betaald . . . . 6 „ 350,— Vi •• ■ ■ b \ „ 350— 16/8 ., . . . . c| „ 175,— 7» » -•• • . c „ 100,— »/4 j d\„ 200— l% „ .. • • c „ 75— »/• „ . . *. . e „ 475,— 7* , 400,— i 75 > d\„ 200,— v6 „ ,. ■ ■ „ ïoo,— 21/5 1 ' „ . . j „ 80,— Op de saldihjst van 31 Mei komt A. v. Staveren voor met een debetsaldo van / 580,—. De afgeletterde posten zijn alle afgeloopen. Het bhjkt alzoo onmiddellijk, dat het saldo bestaat uit de factuur van 1 April, groot / 400,— en de facturen van 1 Mei en van 21 Mei, resp. groot / 100,— en / 80,—. Nu zal moeten worden onderzocht, of deze posten werkehjk nog niet vervallen zijn en zoo ja, waarom ze nog niet zijn ontvangen. In een goed geadministreerde zaak wordt geregeld op de aangegeven wijze de juistheid der saldi van de rekeningen der debiteuren vastgesteld. Het afletteren is een eenvoudig middel om de afwikkeling der posten aan te geven en daarmede het verband tusschen de credit en de debetposten te doen bhjken. § 48. Overige sub-groothoeken. Behalve de genoemde komen nog andere sub-grootboeken voor. Zoo zal een bank alle rekeningen van depositohouders in een afzonderhjk daartoe bestemd subgrootboek opnemen, en voor alle prolongaties twee sub-grootboeken aanleggen: een voor prolongaties opgenomen geld en een voor prolongaties uitgegeven geld. Zijn de dubieuse debiteuren talrijk, dan worden ze in een speciaal daartoe bestemd sub-grootboek opgenomen. Een hypotheekbank legt een sub-grootboek aan voor haar hypothecaire debiteuren. Een levensverzekeringmaatschappij brengt de rekeningen van haar agenten in een agentengrootboek. 103 Voor elk dezer sub-grootboeken worden sluitrekeningen in het algemeen-grootboek geopend. De sluitrekeningen, welke bij de bovenstaande sub-grootboeken behooren, zijn: Deposito o/g, Prolongatie o/g, Prolongatie u/g, Dubieuse debiteuren, Hypothecaire debiteuren (of Hypotheken), en Agenten. De overeenstemming tusschen sub-grootboek en sluitrekening wordt periodiek door het opmaken van saldihjsten vastgesteld. In het algemeen kan men desgewenscht voor elke omvangrijke groep van rekeningen een afzonderhjk grootboek aanleggen, hetwelk dan als sub-grootboek optreedt. De sphtsing van het grootboek komt alzoo in wezen geheel overeen met de sphtsing van het algemeen memoriaal, behandeld in het tweede deel. § 49. Het nut van sub-grootboeken en sluitrekeningen. Subgrootboeken en sluitrekeningen bewijzen de volgende diensten: a. Ze maken arbeidsverdeling mogehjk. In vele zaken komen zoo veel rekeningen voor, dat ze onmogelijk door één persoon kunnen bijgehouden worden, en dit is toch, waar slechts één grootboek gebruikt wordt, noodzakelijk. Het gebruik van sub-grootboeken maakt het mogehjk, dat meer dan één persoon met het bijhouden der rekeningen belast kan worden. De een houdt het debiteurenboek, de ander het crediteurenboek, enz. 6. Sub-grootboeken vermeerderen de duidelijkheid der boekhouding. Komt slechts een enkel grootboek voor, dan staan de rekeningen in de bontste volgorde. Een systematische rangschikking kan onmogehjk worden verkregen. Worden echter sub-grootboeken gebruikt, dan komen alle gehjksoortige rekeningen in één grootboek te staan. Dit vermeerdert de duidelijkheid. Nog in een ander opzicht wint de boekhouding door het gebruik der sub-grootboeken aan duidelijkheid: het saldo van een enkele sluitrekening geeft het saldo aan van een aantal rekeningen, hetwelk meermalen in de honderden loopt. Zoo geeft het saldo der sluitrekening „Debiteuren" het totaal der uitstaande vorderingen aan, en wordt het totaal der schulden door het saldo der crediteurenrekening aangegeven. Maakt men geen gebruik van sub-grootboeken en de daarbij behoorende sluitrekeningen, dan zou het totaal der vorderingen en dat der schulden niet dan met zeer veel moeite kunnen worden bepaald. 104 c. Wanneer sub-grootboeken in gebruik zijn, is hét mogelijk de resultaten van het bedrijf geheim te houden, doordat het algemeengrootboek, dat den toestand der geheele zaak aangeeft, door een vertrouwd bediende kan worden gehouden. d. Sub-grootboeken maken het mogelijk in korten tijd een proefbalans op te maken. Immers, het gebruik der sub-grootboeken vermindert het aantal rekeningen, voorkomende in het algemeengrootboek, zeer, zoodat het opmaken eener proefbalans van het algemeen-grootboek zeer weinig tijd kost. e. Het opsporen van fouten wordt vereenvoudigd. Is in één der grootboeken eén fout geslopen, die het evenwicht verstoort, dan wijst de proefbalans of het saldo der sluitrekening op het bestaan dier fout. Sluit de proefbalans van het algemeen grootboek niet, maar komen de saldi der sluitrekeningen overeen met de uit de sub-grootboeken getrokken saldohjsten, dan moet de fout in het algemeen grootboek gemaakt zijn en wel op een andere rekening dan een der sluitrekeningen. Sluit echter de proefbalans van het algemeen grootboek, terwijl het saldo eener sluitrekening niet overeenkomt met het totaal der saldohjst, getrokken uit het betrokken sub-grootboek, dan moet in dit laatste het verschil worden gezocht. Was b.v. het totaal debet der proefbalans, voorkomende in § 46 / 36.000,— en het totaal credit / 35.000,—, terwijl de saldi der rekeningen „Debiteuren" en „Crediteuren" bleken overeen te komen met de bijbehoorende saldihjsten, dan zou daaruit de gevolgtrekking mogen gemaakt worden, dat dé fout in een der rekeningen Kas, Goederen, Kapitaal of Handelsbank moest worden gezocht. Wees echter de saldihjst van het debiteurenboek / 6000,— aan, en bleef die van het crediteurenboek overeenstemmen met de betrokken sluitrekening, dan moest het verschil in het debiteurenboek worden gezocht. Het gebruik der sluitrekeningen geeft dus aan, in welk grootboek de fout schuilt, wat veel tijd bespaart. /. Het gebruik der sluitrekening is een krachtig controlemiddel. De saldi der sluitrekeningen in het algemeen-grootboek geven de saldi der overige grootboeken aan. Ieder bedrag, dat in een dezer grootboeken wordt geboekt, wordt alzoo door de sluitrekening in het algemeen-grootboek gecontroleerd. Daardoor wordt voldaan aan den eisch, dat, om fraude te voorkomen, de boeken niet uitsluitend in handen van één persoon moeten zijn. Ofschoon het debiteurenboek, alsmede het crediteurenboek, slechts door één per- 105 soon wordt gehouden, oefent de houder van het algemeen-grootboek een gestadige controle op hem uit door zijn sluitrekeningen. g. Het gebruik der sub-grootboeken maakt de vermeerdering van het aantal rekeningen gemakkehjk. Dit voorbeeld wordt in de volgende §§ nader toegehcht. § 50. Onkostenboek. Houdt men slechts één grootboek, dan ziet men vaak tegen de vermeerdering van het aantal rekeningen zóó op, dat men zelden meer dan één onkostenrekening daarin opent. Dank zij het systeem der süb-grootboeken, kan men echter in een afzonderlijk onkostenboek voor élke soort onkosten een speciale rekening openen, terwijl men in het algemeen-grootboek slechts één onkostenrekening houdt, welke als sluitrekening optreedt. Het gebruik van het onkostenboek geeft een specificatie der onkosten, welke de controle daarvan zeer vergemakkelijkt en een zeer duidelijk overzicht der kosten geeft. Men merke op, dat de onkostenrekening, voorkomende in het algemeen grootboek, door de invoering van het onkostenboek veel van haar beteekenis verliest: ze dient nu slechts om het totaal der onkosten aan te geven en de juistheid van het onkostenboek te controleeren, doordat de daaruit opgemaakte saldohjst steeds stemmen moet met het saldo der onkostenrekening. Door deze verandering van karakter der onkostenrekening kunnen de omschrijvingen zeer kort zijn: het onkostenboek geeft immers aUe gewenschte inlichtingen. Vandaar, dat op de onkostenrekening gewoonhjk alleen de boeken vermeld worden, waaraan de posten zijn ontleend, terwijl in het onkostenboek alle onkostenposten van een duidehjke omschrijving zijn voorzien. Ter toelichting het onderstaand voorbeeld: a. onkostenrekening van het algemeen-grootboek, b. saldistaat per 31 Maart 1909 van het onkostenboek, c. de rekening „Verwarming" van het onkostenboek. a. Onkosten. 1909 Jan. Kasboek ... .1/ 4600,— Febr. „ . . . . |„ 5340,— Mrt. ., .... |;, 6075,— Bankboek . . .j„ 360,— 106 b. Saldïstaat per 31. Maart 1909 van het Onkostenboek. 1 Postzegels / 300,— 2 Telegrammen „ 1000,— 3 Reiskosten 2000,— 4 Verwarming ,. >» 160,— 5 Verlichting ' „ 100,— 6 Salarissen 10000,— 7 Kantoorbehoeften „ 200,— 8 Schoonmaken kantoor ,» 60,— 9 Kantoorhuur „ 500,— 10 Nieuwjaarsgratificaties 600,— 11 Assuranties > 100,— 12 Tijdschriften en couranten , 75,:— 13 Informatiekosten. . '. ,» 100,— 14 Rechtskundige adviesen , 300,— 15 Belasting 60,— 16 Fooien „ 50,— 17 Quitantiezegels >> 100,— 18 Incassokosten en kassiersloon ,, 300,— 19 Reclame „ 500,— / 16375.— Folio 4. Verwarming. 1919 10 Jan. 20 H.L. anthraciet a / 2,25 / 45 — 6 Febr. 60 H.L. cokes. . .a „ 0.60 „36 — 3 Mrt. 20 H.L. anthraciet a „ 2,25 „ 45,— 10 „ 40 H.L. cokes. . .a „ 0,60 „24,— I § 51. Huizeriboek. Reeds vroeger is er op gewezen, dat men voor elk huis twee rekeningen moet openen, een voor het huis zelf en een voor de exploitatie daarvan. Hieruit volgt, dat wanneer men in het bezit is van vele huizen, het aantal rekeningen aanzienlijk wordt. Het is dan raadzaam in het algemeen-grootboek slechts twee rekeningen te openen, één voor alle huizen zelve, en één voor de exploitatie daarvan, terwijl men in een sub-grootboek een specificatie geeft. Zie onderstaande modellen. Wenscht men echter de afschrijving afzonderhjk te boeken, dan moet men in het algemeengrootboek nog een derde rekening openen: „Afschrijving op gebouwen". 107 Folio.. Exploitatie huis Stationstraat no. 34, Rotterdam. Folio.. 1 OMSCHRIJVING. Bedrag. j OMSCHRIJVING. Bedrag. Reparaties I ƒ 110,— \ \sm huur H. Jansen I / 325,— Assurantiepremie . . „ 14,50 I idem D. van Rijn . . „ 150,— Grondbelasting . . . „ 23,751 Zegel „ 9,37 Zegel van 2 huurcon- 3 m huur D. van Rijn „ 150,— tracten „ 18,75 I I lil § 52. Machineboek. Voor elke machine wordt een rekening geopend, die wordt gedebiteerd voor den aanschaffingsprijs en de eventueele uitgaven voor verbetering en gecrediteerd voor de afschrijvingen, en de opbrengst bij verkoop. In het algemeen grootboek komen de sluitrekeningen „Machines" en „Afschrijving op machines" voor. Het totaal van den saldostaat, getrokken uit het machineboek, moet overeenstemmen met het saldo der beide sluitrekeningen, als een geheel beschouwd. Voor elke machine wordt de jaarhjksche afschrijving bepaald. Heeft men b.v. een machine, die / 10.000.— heeft gekost, en vermoedelijk 10 jaar zal gebruikt kunnen worden en daarna vermoedelijk nog / 1000.— waard zal zijn, dan kan men jaarhjks het 10e deel van / 9000,— = / 900,— afschrijven. Stel dat men bevonden heeft, over 1918 op de totale waarde der machine*, groot / 50.000,—, / 4000,— te moeten afschrijven, dan moet men boeken: VERLIES EN WINST. Afschrijving op machines / 4000,— AAN AFSCHRIJVING OP MACHINES. Idem . . / 4000,— De rekening „Machines" bhjft dan alzoo voor / 50.000,— in de boeken voorkomen. De waardevermindering wordt op de rekening „Afschrijving op machines" geboekt. Na de boeking der eerste afschrijving, is de boekwaarde der machines / 46.000,—. Aan de hand van het machineboek is te allen tijde te bepalen, voor welke waarde een bepaalde machine nog te boek staat, hoeveel, zooals men zegt, de boekwaarde bedraagt. Men heeft dan den aanschaffingsprijs slechts te verminderen met de afschrijvingen, welke alle in het machineboek zijn opgenomen. HUIZENBOEK. Folio . Stationstraat no. 34, Rotterdam. Folio ÏÖ8 Datum. OMSCHRIJVING. Bedrag. Datum. OMSCHRIJVING. Bedrag. 1900 1900 1 Jan. Kad. Sect. No groot .... c.A. 1 Jan. Totale afschrijving tot op heden ... / 500,— enz. ƒ 21650,— 10 Mei Bijbouw van een schuur in den tuin enz., volgens nota van J. Steen .. ,, 2000,— 10!) Wordt een machine verkocht, dan kan derhalve onmiddellijk bepaald worden, of de afschrijvingen voldoende zijn geweest. Wordt b.v. een machine, die in 1902 voor / 10.000,— is gekocht en waarop volgens het machineboek gedurende 6 jaar jaarhjks / 900,— is afgeschreven, zoodat de boekwaarde in 1908 / 4600,— bedraagt, voor / 4000,— verkocht, dan is de afschrijving ƒ 600,— te laag geweest. Er moet dus / 600,— extra worden afgeschreven. Men zou dus moeten boeken, in de onderstelling, dat de opbrengst der verkochte machine per kas werd ontvangen: a. KAS / 4000,— AAN MACHINES. Opbrengst der verkochte machine ... / 4000,— 6. VERLIES EN WINST. Extra afschrijving op de verkochte machine „ 600,— AAN MACHINES. Idem „ 600,— c. AFSCHRIJVING MACHINES. Afschrijving op verkochte machines . . „ 5400,— AAN MACHINES. Idem „ 5400 — Na boeking dezer posten is de machine, die voor / 10.000,—op de machinerekening te boek stond, daarvan afgevoerd en is tevens het aandeel, dat de verkochte machine in de afschrijving had, afgeboekt. Op deze boeking moet evenwel worden aangemerkt, dat het totaal der afschrijvingen in het loopend boekjaar niet in één bedrag op de Verhes- en winstrekening komt te staan. Zoo is bij den verkoop der machine in ons voorbeeld, de Verhes- en winstrekening voor / 600,— gedebiteerd. Ook voor overige extra-afschrijvingen zou de Verhes- en winstrekening gedebiteerd moeten worden, evenals voor de afschrijving op de machines aan het eind van het boekjaar. Daarentegen zou ze gecrediteerd worden voor eventueel te hooge afschrijvingen. Was b.v. de machine in ons voorbeeld verkocht voor / 5000,—, dan zou de afschrijving / 400,— te hoog zijn geweest, waarvoor derhalve de Verhes- en winstrekening zou moeten gecrediteerd worden. 110 De duidelijkheid der Verhes- en winstrekening eischt echter, dat daarop alle afschrijvingen in één bedrag voorkomen. Om dit doel te bereiken, debiteert men de rekening „Afschrijving op machines" in den loop des jaars voor alle extra-afschrijvingen in plaats van de Verhes- en winstrekening, voor welke rekening zij alzoo als hulprekening optreedt. Ook wordt de rekening gecrediteerd voor de bedragen, welke te veel zijn afgeschreven. Aan het eind van het boekjaar wordt nu het bedrag der afschrijving bepaald, dat ten ïhste van het loopend boekjaar moet worden gebracht, aan de hand van den machinestaat en de op de afschrijvingsrekening geboekte bedragen. Stel, dat de Machinerekening bij den aanvang van 1908 debet staat voor / 100.000,— en de afschrijvingsrekening voor / 40,000,— was gecrediteerd, dat in den loop van 1908 een machine, die/5000,— heeft gekost en waarop / 3500,— was afgeschreven, voor / 1000,— werd verkocht, en een machine met een kostprijs van / 7000,—, waarop / 5000,— was afgeschreven, voor / 2200,— werd verkocht, dat in den loop van 1908 diverse machines voor / 20.000,— waren gekocht, dat de afschrijvingen op de machines, aan het eind van 1908 aanwezig; / 10.000,— bedragen. Ten laste van 1908 moet nu komen de afschrijving van / 10.000,— de extra-afschrijving op de met verlies verkochte machine „ 500,— / 10.500,— af te hooge afschrijving op de met winst verkochte machine ,, 200,— / 10.300,— Men heeft dus te boeken: VERLIES EN WINST. Afschrijving op machines / 10.300,— AAN AFSCHRIJVING OP MACHINES. Idem „ 10.300,— De machinerekening heeft den onderstaanden vorm: MACHINES. 1908 Balans ƒ 100000— 1908 Verkoop .... ƒ 6000,— „ Aankoop . . . . „ 20000,— „ „ , 7000,— „. Balans „ 108000 — / 120000.— ƒ 120000,— 1909 Balans / 108000,—| 111 De rekening „Afschrijving op machines" is in den loop van 1908 gedebiteerd voor de afschrijving op de verkochte machines / 8500,- de extra afschrijving op een der verkochte machines „ 500,- / 9000,- en gecrediteerd voor de te hooge afschrijving op de andere machine „ 200,- Wij laten de rekening hier volgen. 1908 Afschrijv. op ver- 1908 Balans / 40000,— kochte machine ƒ 3500,— Te hooge afschr. 'Extra- afschrijv. „ 500,— op verk. machine „ 200,— Afschrijv. op ver- Afschrijvingen . ,, 10300,— kochte machine „ 5000,— ,, „ Saldo „ 41500,— - ƒ 50500.— ƒ 50500,— " 1909 Balans / 41500,— § 53. Grondstofferiboek. Voor elke grondstof wordt een rekening geopend, terwijl in het algemeen-grootboek de rekening „Grondstoffen" als sluitrekening optreedt. § 54. Effectenboek. Voor elk fonds wordt in dit boek een rekening geopend, die wordt gedebiteerd voor aankoop, en kosten voor nieuwe couponbladen, en wordt gecrediteerd voor verkoop, uitloting en de opbrengst van coupons. In het algemeen-grootboek treedt de Effectenrekening als sluitrekening op. Het gebruik van het effectenboek geeft een nauwkeurige specificatie van de verhezen en winsten op fondsen, terwijl de Effectenrekening van het algemeen-grootboek slechts het totale resultaat iv één bedrag aanwijst. § 55. Voorbeeld. Als voorbeeld van het gecombineerd gebruik van een gesplitst memoriaal en een gesplitst grootboek, laten wij hier de boekhouding van een makelaar in assuranties volgen. Hij heeft de volgende transacties te boeken: ZEEVERZEKERING. 2 Jan. Verzekerd door J. v. d. Kan., alhier, op het casco van de „Mercurius", van 2 Jan. 1902 tot 2 Jan. 1903, bij de Deutsche Lloyd / 10.000,— a 2% Provisie 21/2°/00. Pohs / 1,—. 112 2 Jan. Verzekerd door H. de Ronde, alhier, op het casco van de „Venus", van 2 Jan. 1902 tot 2 Jan. 1903, / 30.000 — a 2% en wel bij Agrippina / 8000,—, bij de Nederlandsche Lloyd / 10.000,— en bij de Ned. Transport Verzekering-Maatschappij ƒ 12.000,—. Provisie l1/»0/»- Polis / 1 ~• 3 Jan. Verzekerd door bemiddeUng van mijn agent J. ten Hoonte te Ridderkerk op het casco van de „Jupiter" / 20.000,— van 3 Jan. 1902 tot 3 Jan. 1903 a l8/4% bij de Deutsche Lloyd. Provisie IVsVooj waarvan aan den agent het 8/4 moet uitgekeerd worden. Pohs / 1,—. Af te rekenen met den agent. BRANDVERZEKERING. 2 Jan. Verzekering / 5000,— bij de Rotterdamsche Assurantiemaatschappij a 8/«%o op een partij vaten van J. v. d. Berg, alhier, van 2 Jan. tot 2 April 1902. Provisie x/6. Polis / 0,30. 2 Jan. Verzekerd door bemiddehng van mijn agent J. ten Hoonte te Ridderkerk, de hofstede met opstal van H. Moritz, aldaar, voor / 20.000,— en wel / 5000,— bij de Nederlandsche Lloyd, / 8000.— bij de Brandwaarborg-maatschappij en ƒ 7000,— bij de Haagsche Brandverzekerings-maatschappij a 30lw, van 2 Jan. 1902 tot 2 Jan. 1903. Provisie 1/6, waarvan aan J. ten Hoonte de helft toekomt. Pohs / 0.50. ZEESCHADE. Schaderekening op casco s.s. „Saturnus". Pohsboek M fol. 250. Schadeboek Q 363. ƒ 4000,—. Schade 3,5%. Assuradeur: Deutsche Lloyd. Verzekerde: J. Man, alhier. Expertise / 26,75 aan H. Boog. Onkosten / 1,75. Provisie / 7,50. Schaderekening op casco s.s. „Mars". Pohsboek N fol. 25. Schadeboek Q 364. ƒ 25.000,— en wel / 10.000— bij de Ned. Transport Verzekering-Maatschappij en ƒ 15.000,— bij de Internationale Lloyd. Schade 0,732%. Verzekerde H. Telman. Provisie / 5,—. BRANDSCHADE. Schaderekening voor de Rotterdamsche Cultuurmaatschappij voor 0,4045% schade op diverse Chineesche koeli-schuren enz., verzekerd voor ƒ 80.000,— bij de Union. Onkosten / 1,50. Provisie / 3,—. Schadeboek P 350. Brandpolisboek K fol. 15. Schaderekening voor H. Mooi, alhier, voor 7,5% schade op fabriek en inventaris, verzekerd voor / 50.000,— en wel / 10.000,— bij de Union, / 30.000,— bij de Brandwaarborgmaatschappij en 113 /10.000,— bij de Star. Onkosten / 15,—. Provisie / 37,50. Schadeboek P 351. Brandpohsboek L fol. 210. ROYEMENTEN. 2 Jan. Restornorekening voor H. den Goede over 2°/00 van / 5000,— bij de Union. Provisie 0,2%. Zie Zeepolisboek M fol. 10. 2 Jan. Aan den agent J. ten Hoonte / 3,75 te weinig provisie toegekend. Brandpohsboek K fol. 2151). MEMORIAAL. 2 Jan. Aan de Union /10,— te veel provisie in rekening gebracht. 2 Jan. Aan de Rotterdamsche Brandwaarborg-maatschappij in rekening gebracht diverse kosten, totaal / 37,50. 2 Jan. Aan de Union in rekening gebracht x/» jaar rente van / 5000,— a 6% = / 160,—. KASBOEK. 2 Jan. Ontvangen van: de Union / 3000,— J. ten .Hoonte 55,50 Ontvang- en Betaalkas „ 1000.— Betaald aan: De Internationale Lloyd ,, 750,— De Rotterdamsche Cultuur-Mij „ 319,10 Diverse fooien , 25,— En voor mijn privé uit de kas genomen . . . . „ 500 — De volgende dagboeken zijn in gebruik: Zeepohs-boek, Brandpohs-boek, Zeeschade-boek, Brandschade-boek, Royement-boek, Memoriaal, Kasboek. Verder komen de volgende grootboeken voor: Algemeen-grootboek, Assuradeuren-grootboek, Verzekerden-grootboek. x) Dit is eindelijk geen royement; toch wordt deze post in het Royementboek opgenomen, omdat de liniatuur zich daartoe bizonder leent. Pr. B. IV. g 114 115 Zeepolis-boek. . . | ASSUI' A DEUREN Verzekerden, Agenten en Experts. 1 I SCHIP. interest, i Bedrag. Van Tot !-.-.- ' Pr°visie- öonijr. | NAAM Bedrag. . o NAAM. Debet. Credit. P FM I I Et 1 ^^^^^^^^^ _ —, w l 2 . Moreurius . . . i Casco . . I / 10000 %'02 V.'Osj 2 1 | D. Lloyd . . • / 10000 / 175,-; / 25,- / 1.- ! 1 ! J. v. d. Kan / 201,- 2 - Venus Casco . . „ 30000 k'02 V0S 2 2 j A—a . L. ^000 „148,- 4 N Tr. V. Mij. I » 12000 „ 222,—j „45,— „ 1— 2 i H. de Ronde „601,— 3 - Jupiter Casco „ 20000 k'02 k'03 1'/* 1 D. Lloyd . . [„20000 „ 320,- „ 7,50 _gJ!=_J 3 J. Ten Hoonte .... „ 351,- / 22,50 j /1050 — ƒ 77.50 / 3 — I /1153 —j ƒ 22,50 Algemeen-grootboek. Assuradeuren-grootboek. VERZEKERDEN ' Vanuit het zeepolis-boek worden de Zeepolisboek fol. 1 . . . / 1153,— rekeningen der assuradeuren gecrediteerd. AAN ASSURADEUREN. Idem / 1050,— Verzekerden-grootboek. AAN PROVISIE. j(jem ,, 77,50 Vanuit het zeepolis-boek worden de AAN ONKOSTEN (of Polissen). . • rekeningen der personen, die de premie j(jera > 3,— te betalen hebben (verzekerden of agen- AAN VERZEKERDEN. ten) gedebiteerd en gecrediteerd voor Idem _ J; 22,50 hun aandeel in de provisie. . JANUARI 1902. Folio 1. 8* HG 117 Brandpolis-boek. JANUARI 1902. Folio 1. S a | ASSURADEUREN. J Verzekerden Agenten en Experts | I INTEREST. Bedrag. j Van Tot "Voohrj ! ProvisieJ Polis. I QjS |_ | I I ' || I NAAM. (Bedrag, j j o' i NAAM. J Debet. I Credit. 2 — Vaten \f 5000- 2/x '02 */4 '03 I 3/4 1 Rott. Ass.-mii. . .1 6000,— ƒ 3,12! / 0,63 / 0,30 4 ! J. v. d. Berg . j / 4 05 I 2 ! — Hofstede !„20000 - % '02 2/4 '03 3 2 N. Lloyd ...... 5000,— „ 12,50 ! ' " 3 Brandwbmij. ...» 8000,—' „ 20 — , 4 Haagsche Bvz. . • » 7000,— „ 17,50 „ 5,— \ „ 0,50 3 J J. ten Hoonte „ 60,50 | / 5.— \f 53,12 1/ 5,63 ' f 0,80 I | / 64.55 / 5.- j | Algemeen-grootboek. j Assuradeuren-grootboek. Vanuit het brandpolis-boek worden VERZEKERDEN. de rekeningen der assuradeuren ge- Brandpolis-boek fol. 1 . / 64,55 crediteerd AAN ASSURADEUREN. Idemƒ .63,12 , Verzekerden-grootboek. AAN PROVISIE. Idem ,, „5,03 Vanuit het brandpolis-boek worden de AAN ONKOSTEN (of Polissen). ' . rekeningen der personen, die de premie Idem ,,0,80 I te betalen hebben (verzekerden of agenten) AAN VERZEKERDEN. gedebiteerd en gecrediteerd voor hun Idem 5 aandeel in de provisie. Opm. Maatschappijen bij wie èn zeeèn brandverzekeringen gesloten worden, hebben twee rekeningen: een voor zeeen een voor brandassuranties, omdat de afrekeningengescheiden gehouden worden. 118 119 Zeeschade-boek. JANUARI 1902 Folio 1. 1~ assura Deuren. verzekerden, experts. II *J SCHIP. ; INTEREST. Bedrag. — —i— rr~ —r— - Provisie. Onkosten g',° 1 o NAAM. Bedrag, j sc™^_ o j NAAM. | Bedrag. • Q 363 M 250 Saturnus . . . Casco . . . . f 4000,— 3,5 1 Deutsche Llovd . f 4000— / 140— 5 J. Man \ f 104,— ! / 7,501 / 1 75 6 H. Boog „ 26,75 ! Q 364 N 25 Mars .... Casco . . . . „25000,— 0,372 5 Ned Tr Verz Mü i., 10000,— ,, 73,20 6 Int. Lloyd. *. . • -50000,— „ 109,80 7 H. Telman I „ 178—j „ 5,—j / 323,— | / 308,75 ƒ 12,50 ƒ 1,75 ■ Algemeen-grootboek. Assuradeuren-grootboek. «cronn. nnTm™ Vanuit het zeeschade-boek worden \ ASSURADEUREN. , , • ■, , . „ , de rekeningen der assuradeuren gede- Zeeschade-boek fol. 1. / 323,— < hiteerd 1 AAN VERZEKERDEN. Idem . / 308,75 AAN PROVISIE. „ , . ... Verzekerden-grootboek. Idem M 12,50 | AAN ONKOSTEN. Vanuit het zeeschade-boek worden Idem ,,1,75 de rekeningen der verzekerden en experts gecrediteerd. ■ l) In het schadeboek wordt van iedere schade een nauwkeurige omschrijving gegeven. 120 121 Brandschade-boek. JANUARI 1902 Folio 1. Ir' I mmBOT " ASSURADEUREN. j VERZEKERDEN, EXPERTS. I Schade- Pohs- ; INTEREST. Bedrag. % , L, .. .. • , boek. boek.! "3 stxaiut t> i ! Bruto- U T ! Provisie. Onkosten ______ I gj NAAM. Bedrag, j 8cha °e- | , NAAM. I Bedrag. J EÜr? ! ?oïn Chin. koeli-schuren, enz. . ƒ 80000,- 0,4055 5 Union . k 80.000.-1/ 323.60 8 Rott. Cultuur-mij ... I / 319 10 I / 3- / i fin P 351 | L 210 Fabriek en inventaris . . „ 50000,— 7,5 5 Union .... 10.000. ,, 750, ' ' ó' ' l<50 3 Brandwaaii). mij. .. 30.000^— 225o!— 6 Star •„ 10.000 — „ 750,— 9 M. Mooy j „ 3697,50 I „ 37,50 , 15 — / 4073,60 | f 4016,60 / 40,50 ƒ 16^50 ! ' ! i Algemeen-grootboek. Assuradeuren-grootboek. ASSURADEUREN. Vanuit het brandschade-boek worden de Brandschade-boek fol. 1 / 4073,60 rekeningen der assuradeuren gedebiteerd. AAN VERZEKERDEN. Idem / 4016,60 AAN PROVISIE. 1 I Verzekerden-grootboek. Idem . „ 40,50 Tr • , AAN ONKOSTEN Vanuit liet brandschade-boek worden de Idem 16 50 rekeningen der verzekerden en experts gecrediteerd. Royement-boek. 122 § Folio ASSURADEUREN. VERZEKERDEN 1 Poli8boek. i OMSCHRIJVING. Bedrag. Provisie. — ö | p,°,io-j NAAM. | Bedrag. jFolio.j NAAM. Bedrag. o £3 £32 Restorno 2V'. ' • / 6000,- 7 1 Union ; I / 9>- / l,-j 10 H. den Goede. . . . / 10.- 2 B.2) K 215 Te wemg provisie toegekend ., 3,75 I 3 J. ten Hoonte 3,75 / 9,— / 4,75 i 7 18,Vs Assuradeuren-grootboek. Algemeen-grootboek, Vanuit het royement-boek worden de rekeningen der assuASSURADEUREN. radeuren gedebiteerd. Royement-boek fol. 1 . ƒ 9,— PROVISIE. Idem „4,75 Verzekerden-grootboek. AAN VERZEKERDEN. Idem / 13,75 Vanuit het royement-boek worden de rekeningen der verzekerden enz. gecrediteerd. ») Z. = Zee. 2) B. = Brand. 1 JANUARI 1902 123 Folio 1. 124 125 Memoriaal. JANUARI 1902 FoKo h ~JT~=I f = ' S I OMSCHRIJVING. j Folio. NAAM. o ! 2 Te veel provisie in rekening gebracht i 7 Union 2 Diverse kosten ■ 3 j Rotterd. Brandw.b. 2 Rente % jaar a 6% I 7 | Union { Algemeen-grootboek. ASSURADEUREN. Memoriaal fol. 1 . . / 187,50 PROVISIE. Idem 10,— AAN ASSURADEUREN. Idem ƒ 10,- AAN INTREST . Idem ., 150,— ' AAN ONKOSTEN. Idem ., 37,50 i ASSURADEUREN, j DIVERSEN. I PROVISIE. ONKOSTEN. D- | C. D. | C. D. | C. j D. | C. / io,— i / 10,- 1 ,^'°0 f 37,50 „ 150,— J 150,— ƒ 187,50 1 7 10- ƒ 150T- / 10,— / 37,50 Assuradeuren-grootboek. De rekeningen der assuradeuren worden vanuit het memoriaal gedebiteerd en gecrediteerd. Kasboek. 126 127 Folio 1. | OMSCHRIJVING. | deugen" k^den, Diversen. Totaal. | OMSCHRIJVING. | beuren ^en, Onkosten Diversen. Totaal. q ^ enz- | q enz. I 1 . 1 M I '__ - I I | 2 Union i 7 / 3000— 17 3000,-- 2 Intern. Lloyd 6 / 750,— I 750 — 2 J. ten Hoonte 3 / 55,501 „ 55,5| 2 Rotterd. Cultuurmij. . . .1 8 / 319,10 I „ 319,10 2 Ontvang-en Betaalkas j 11 ƒ 1000.—„ 1000,-- 2 Diverse fooien ƒ 25 — ! 25 — / sooo.-y'ö^Ti^óö^/Toss^c 2 Privé ! i^-iL500'- / 750,— / 319,10 / 25— / 500— ƒ 1594,10 Algemeen-grootboek. A. KAS. I Kasboek fol. I / 4055,50 AAN ASSURADEUREN. aIn VERZEKERDEN. ' ' ^ Assuradeuren-grootboek. I AAN ONKOSTEN- ÉN' ' " ^ ! ^ ^enmgen der assuradeuren worden BETAALKAS I gedebiteerd voor de bedragen, op de credit- ^e 1 ' zijde van het kasboek, in de kolom Assu- B. ASSURADEUREN ' ' ' " ?d™ °Pgen°men en .«««rediteerf voor _ cle bedragen, opgenomen in deze kolom aan j verzekerden! ' " "'" 15°'~ | de debetzijde van het kasboek- Idem , 319,10 ONKOSTEN. „ , . ... jd ^ Verzekerden-grootboek. PRIVÉ. * i i , , . _, Als het assuradeuren-grootboek. I Idem 500 — AAN kas. Idem „ 1594,10 VERZAMELJOURNAAL. •w BOEK. Assuradeuren. I Verzekerden. Provisie. Onkosten. Diversen. ? -I 'I Totalen van: Pohsboek (Zee) .... ƒ 1050,— ƒ 1153,—ƒ 22,60 / 77,50 / 3,— (Brand) ... „ 53,12 „ 64,55,, 5,— „ 5,63 „ 0,80 Schadeboek (Zee) . . . ƒ 323,— „ 308,75 „ 12,50 „ 1,76 (Brand) . . „4073,60 „4016,60 „ 40,60 „ 16,60 Royementboek . . . . !„ 9,— „ 13,75 / 4,75 Memoriaal „ 187,50,, 10,— „ 10,— „ 37,50 / 150,— Kasboek „ 750,—„3000,— „ 319,10,, 55,60 ƒ 25,— ƒ 500,—„ 1000,— Kas „4046,50,. 1594,10 Totaal . . . ƒ6343,10 ƒ4113,12 ƒ 1636,66 ƒ4422,10 ƒ 14,75 ƒ 136,Ï3| ƒ 25,—7 59,66 ƒ 4545,50 ƒ 2744,10 129 130 § 57. Kaartsysteem. In den laatsten tijd treden de gebonden grootboeken meer en meer op den achtergrond, om plaats te maken voor het kaartsysteem en de losbladige grootboeken. Bij toepassing van het kaartsysteem wordt elke rekening gehouden op een los vel karton of kaart. Deze kaarten zijn gewoonhjk doorboord (zie fig. 1) en worden opgeborgen in opzettelijk voor dit doel vervaardigde houten of stalen kastjes (fig. 2). Door de gaten Datum. Debet. Datum. Credit. 1 1 In I I Fig. 1. loopt een stang, welke bij het plaatsen of het uitnemen der kaarten wordt omgedraaid. De kaarten worden gewoonhjk alphabetisch gerangschikt (fig. 2). Men maakt dan gebruik van zoogenaamde geleide- of gidskaarten, welke boven de andere kaarten uitsteken en alleen dienen om het opzoeken van een bepaalde kaart te vergemakkehjken. Wenscht men b.v. de rekening van A. ten Bosch op te slaan, dan weet men door het gebruik van de geleidekaarten onmiddellijk, waar de kaart zich bevindt: ze moet liggen tusschen de geleidekaarten B en C. Om het opsporen der kaarten te vergemakkehjken wordt vaak het alphabet nog onderverdeeld, zooals fig. 3 aangeeft. De voornaamste voordeden van het kaartsysteem boven de ingebonden boeken zijn de volgende: 131 1. Het opzoeken eener rekening geschiedt vlugger. Dit is vooral het geval, als de kaarten in strikt alphabetische volgorde hggen. Fig. 2. Doch ook, als het gewone nummersysteem gehandhaafd wordt, kost het opzoeken eener kaart vaak minder tijd, daar het nummer eener rekening bij het kaartsysteem onveranderd bhjft en daardoor gemakkelijker in het geheugen wordt opgenomen, dan dat eener rekening van een ingebonden boek, waarvan door het transporteeren het folio¬ nummer telkens verandert. Kg. 3. lOO-deelig Alphabet. Is de kaart vol (zoowel de voor- als de achterzijde wordt gebruikt), dan wordt het saldo op een nieuwe kaart overgebracht, welke bij het nummersysteem hetzelfde nummer krijgt als de oude. 9* uo Ook de toepassing van dezen regel is zeer tijdroovend. Bovendien geeft ze alleen dan een gunstig resultaat, als het verschil slechts door een enkele fout is ontstaan. § 63. Het opsporen van fouten bij het gebruik van sluitrekeningen. Het is een der voordeelen van het gebruik van sluitrekeningen genoemd (§ 49), dat het opsporen van fouten wordt vergemakkelijkt. Is in het algemeen grootboek evenwicht, doch komt het saldo der daarin voorkomende sluitrekening „Debiteuren" niet overeen met het saldo der rekeningen van het debiteurenboek, dan is daardoor reeds de fout gelocahseerd: men weet, dat ze in de debiteurenposten moet worden gezocht. Ontbrak daarentegen de sluitrekening, dan zou het niet onmiddellijk blijken, waar de fout schuilt. Het opsporen van fouten in de debiteuren- en de crediteurenboeken is dikwijls zeer tijdroovend. Faalt het collationeeren en geven ook andere middelen niet het gewenschte resultaat, dan kan als volgt worden gehandeld. In een zaak zijn de volgende boeken in gebruik: inkoop-, verkoop-, kas-, bankboek en memoriaal. De debiteuren per 1 Februari 1907 bedroegen volgens het debiteurenboek / 153.000,— en per 1 Januari 1907 „ 150.000,— Vermeerdering in Januari 1907 ƒ 3.000,— De sluitrekening „Debiteuren", voorkomende in het algemeengrootboek wijst echter per 1 Februari een debetsaldo aan van / 154.500,— en per 1 Januari 1907 „ 150.000,— zoodat de vermeerdering in Jan. 1907 bedraagt. . ƒ 4.500,— of / 1500,— meer dan het debiteurenboek aanwijst. Dit verschil moet worden opgespoord. Wij gaan van de veronderstelling uit, dat bij eiken post, geboekt in het debiteurenboek, het dagboek vermeld is, waarin de post voorkomt. De posten, opgenomen op de debiteurenrekeningen, zullen ontleend zijn aan, of in elk geval moeten voorkomen in het verkoop-, het kas-, het bankboek en het memoriaal. Specificatiestaat van het debiteurenboek over Januari 1907. Verkoopboek. Kasboek. Bankboek. Memoriaal. D. C. D. C. D. C. D. C. 25 J. v. d. Most / 9000- / 4000,-J !ƒ 990,-1 / 10- ! • i | 1/49000,- / 1000,- / 8000,-/ 500,- ƒ40500,-ƒ 3000,- ƒ 2000,— 141 142 De onderstaande rekening kan als voorbeeld dienen: 25 J. v. d. MOST, alhier. 25 1907 I 1907 V, 1 Saldo /1000 — »% ! B2) / 990,— 6/i ! V1) „4000,— 10/i Ms) „ 10 — m/j i v „5000 — 10/, k«) [„4000,— •) B ~ bankboek •) M = memoriaal ») V = verkoopboek «> K = kasboek Men bepaalt nu het totaal der posten, voorkomende op elke rekening van het debiteurenboek in de periode van het onderzoek, verdeeld over de verschillende dagboeken, alzoo het totaal der debet-verkoopposten, en credit-bankposten, der credit-memoriaalposten en der credit-kasposten, eventueel ook het totaal der debet-kasposten en dat der debet-bank,- en memoriaalposten. Deze totalen brengt men op nevenstaanden specificatiestaat van het debiteurenboek. Zijn alle debiteuren-rekeningen geanaliseerd en de gevonden totalen op den specificatiestaat gebracht, dan worden de bedragen, voorkomende in de verschillende kolommen van dezen staat, opgeteld. Vervolgens bepaalt men met behulp van het journaal de totalen, die vanuit elk dagboek in de periode van onderzoek op de sluitrekening „Debiteuren" zijn geboekt. Wij onderstellen, dat in de maand Januari 1907 in het journaal de debiteurenrekening voor de volgende posten is gedebiteerd: van uit het verkoopboek voor / 50.000,— „ „ „ kasboek „ „ 1.000,— „ „ „ bankboek „ „ 500,— ',, ,, ,, memoriaal „ „ 3.000,— Totaal / 54.500,— En gecrediteerd van uit het bankboek voor. . / 40.000,— „ „ „ kasboek „ . . „ 8.000,— „ ,, ,, memoriaal „ . . „ 2.000,— Totaal / 50.000 — 143 Vergelijkt men deze optelling met den specificatiestaat, dan blijkt, dat de kasposten, de debetbankposten en de memoriaalposten stemmen, doch dat de fout schuilt in de verkoop- en in de creditbankposten. De rekeningen van het Debiteurenboek zijn: te laag gedebiteerd voor verkoopposten ƒ 1000,— en te hoog gecrediteerd voor bankposten .... „ 500,—■ Totaal ƒ 1500,— Men zal de fouten alzoo moeten vinden, door het collationeeren van het verkoopboek en der debetzijde van het bankboek met het debiteurenboek. § 64. Het opsporen van fouten zonder het gebruik van sluitrekeningen. Wij gaan daarbij van de onderstelling uit, dat alle dagboeken maandelijks worden gejournahseerd, en dat zoowel het totaal van alle in eenige maand in het journaal geboekte bedragen wordt bepaald, als het totaal der bedragen in de maand van uit elk dagboek, naar het journaal overgebracht. Natuurlijk moet de som der laatstbedoelde totalen gehjk zijn aan het eerstbedoelde totaal. Wij zullen verder onderstellen, dat er 8 dagboeken zijn en dat het journaal voor het totaal in eenige maand, bijv. Januari 1907 / 1.180.000,— aanwijst, en voor de totalen der verschillende dagboeken resp. ƒ 100.000,—, ƒ 300.000—, / 50.000,—, / 80,000—, / 100.000,—, / 200.000,—, f 50.000,—, en / 300.000,—. Zijn alle posten naar de verschillende grootboeken overgedragen, en zijn de proefbalansen daaruit opgemaakt, dan kan men overgaan tot de controle, eventueel tot het opsporen der fouten. Daartoe zijn twee personen noodig. Een daarvan (A) neemt de dagboeken, de ander (B) de verschillende grootboeken. Wij onderstellen nu, dat in de dagboeken bij eiken post steeds het grootboek aangegeven is, waarheen de post overgebracht moest worden. A noemt nu van den eersten debetpost in het dagboek, naam van het grootboek en folionummer der rekening. Vervolgens schrijft hij het bedrag in een der kolommen van het zoogenaamd „Slipbook", na aan het hoofd van de kolom den naam van het betrokken grootboek, dat B in handen heeft, te hebben geplaatst. 144 Intusschen heeft B in het grootboek het genoemde folio opgezocht. Hij noemt nu den naam van de rekening. Daarna noemt A het bedrag en haalt het aan. B noemt vervolgens uit het grootboek ook het bedrag, waarna hij dit eveneens aanhaalt, waarbij A ziet, of het in het „Slipbook" genoteerde bedrag overeenstemt met dat, hetgeen B noemt. Zoo handelt men met alle debetbedragen, die in het eerste dagboek in de maand, waarover het onderzoek loopt, voorkomen. Daarvoor is natuurlijk noodig, dat B nu en dan een ander grootboek ter hand neemt. A heeft daarbij te zorgen, dat hij telkens, als B een nieuw grootboek neemt, een nieuwe geldkolom in zijn „Slipbook" gebruikt. Het spreekt vanzelf, dat A steeds de bedragen, behoorende tot eenzelfde grootboek, in dezelfde kolom op elkander volgen laat. Zijn alle posten, voortvloeiende uit het eerste dagboek, op de genoemde wijze behandeld, dan kan men overgaan tot de opmaking van een staatje als het volgende: Grootboek I Totaal / 20.000,— II „ „ 50.000,— I III „ „ IV „ „ V „. „ 30.000,— " VI „ „ Totaal / 100.000 — Dit staatje wordt verkregen uit het „Slipbook". De tellingen / 20.000,—, ƒ 50.000,— en / 30.000,— zijn de totalen van drie geldkolommen daaruit. Komt het totaal van ƒ 100.000,— niet overeen met het totaal der telling van het eerste dagboek, aangegeven door het journaal, dan kan men gemakkelijk de fout opsporen. Het verdient echter aanbeveling met dat opzoeken te wachten tot voor alle gebruikte dagboeken staatjes, als hierboven gegeven, zijn opgemaakt. Zijn alle posten, voorkomende in het eerste dagboek, op de aangegeven wijze behandeld, dan neemt A de posten van een tweede en gaat daarmede als met die van het eerste te werk. Vervolgens een derde, enz., tot hij alle dagboeken gebruikt heeft. Daarna wordt een staat als de volgende opgemaakt: 145 Grootboek. ! T. II. III. IV. I V. VI. Totaal. 1 1 I 1 1 I I Dagboek 1 20.000 60.000 "30.000 100.000 | I Dagboek 2 | 40.000 100.000 60.000 70.000 30.000 300.000 Dagboek 3 I 10.000 | 20.000 20.000 50.000 Dagboek 4 | 10.000 40.000 30.000 80.000 Dagboek 5 70.000 10.000 20.000 100.000 Dagboek 6 j 50.000 ! 60.000 20.000 70.000 200.000 Dagboek 7 10.000 10.000 30.000 50.000 Dagboek 8 50.000 70.000 30.000 50.000 70.000 30.000 300.000 Totaal . . 200.000 170.000 230.000 180.000 270.000 I 130.000 1.180.000 Uit dezen staat blijkt het totaal debet van elk der verschillende grootboeken voor de maand Januari. Zoo is het totaal debet van grootboek I / 200.000,—, van II / 170.000,— enz. Eventueele fouten zijn nu gemakkelijk op te sporen, daar men weet in welk grootboek ze zich bevinden. Met de creditbedragen handelt men vervolgens, als voor de debetbedragen voorgeschreven is. Wanneer men zich de moeite getroost, de hier ontwikkelde methode aandachtig na te gaan, zal het blijken, dat ze werkelijk een aanwinst is, waarvan de boekhouder eener groote zaak kan profiteeren. § 65. Overschatting der waarde van de proefbalans als controlemiddel. Daar de proefbalans steunt op het evenwicht, wijst ze alleen op het bestaan van fouten, die het evenwicht verbreken, en op geene andere. Talrijk zijn dan ook de fouten, die men maken kan, zonder dat de proefbalans op het bestaan ervan Pr. b. tv. 10 146 wijst. Debiteert men b.v. een verkeerde rekening, dan zal de proefbalans toch sluiten; debiteert men een verkeerde rekening voor een te laag bedrag, en debiteert men tevens een andere rekening voor een be'drag, dat evenveel te hoog als het eerste te laag is, dan wijst de proefbalans evenmin op het bestaan der fout. Zeer groote fouten zouden daardoor onopgemerkt blijven. Deze worden evenwel dikwijls door andere middelen gevonden. Zoo zal, als men een verkeerde rekening van vordering of schuld heeft gebezigd, als men b.v. in plaats der rekening van A, die van B heeft gedebiteerd, de fout hoogstwaarschijnhjk aan het hcht komen bij de vereffening der vorderingen of schulden. Heeft men de kasrekening of de rekening van iemand, die op zekere tijdstippen een rekening-courant zendt, in de plaats van een andere rekening gedebiteerd of gecrediteerd, dan zal de fout bij het opmaken der kas, of de ontvangst der rekening-courant aan het hcht komen. Komt de fout in een resultatenrekening (Intrest, Onkosten enz.) voor, dan kan ze meestal alleen slechts bij toeval gevonden worden. VI. Bepaling der bedrijfsresultaten. § 89. Saldibalans. De staat, die de saldi aller rekeriingen bevat, welke in een grootboek voorkomen, wordt saldibalans genoemd. Ze wordt opgemaakt met behulp der proefbalans. o rekTnineen" Proefbalans. Saldibalans. f i i hh =n 1 Gebouwen ƒ 31.000,—ƒ 1.000,— /■ 30.000,— 2 Turf „ 230.000 —„ 200.000,— „ 30.000 — 3 Vaartuigen I„ 2.000,—„ 500,— II ,, 1.500,— I 4 Bosschen 30.000,— „ 10.000,—; ,. 20.000 — 5 Intrest „ 900,— ., 100,— „ 800,— 6 Onkosten 5.000,— „ 500,— i „ 4.500,— 7 Turfstrooisel . . . . ,. 100.300,— ., 101.000,— ƒ 700,— 8 Gereedschappen. . . „ 4.100,— „ 100,— „ 4.000,— 9 Pacht „ 300,— ,, 3.300,—|l „ 3.000 — 10 Pachterswoningen . . „ 10.000,— „ 10.000,— 11 Afschrijving dub. deb. |„ 300,— „ 300,— 12 Debiteuren „ 300.000,— ,, 290.000,— ., 10.000,— 13 Crediteeren „ 20.000,— ,, 25.000,— „ 5.000,— 14 Hypotheek „ 20.000,— „ 20.000,— 15 Gronden „ 50.000,—I „ 50.000,— 16 Kas „ 310.000,—j„ 309.300,— „ 700,— 17 Kapitaal |„ 132.500,— „ 132.500, I ƒ 1.093.600—Iƒ 1.093.600,—161.500,— j / 161.500,^ Uit de tellingen der rekeningen worden de saldi afgeleid. Men verkrijgt een debetsaldo, als de debettelling grooter is dan de credittelling, en een creditsaldo, als het omgekeerde het geval is. Uit de samenstelling der saldibalans vloeit, in verband met het feit, dat de proefbalans sluiten moet, onmiddellijk voort, dat de beide tellingen der saldibalans aan elkander gehjk zijn. Het eerste debetsaldo van / 30.000,—. is verkregen door het debetbedrag / 31.000,-— te verminderen met het creditbedrag 163 / 1000,— of, wat hetzelfde is, door van het eerste debet- en het eerste creditbedrag der proefbalans het kleinste, dus het creditbedrag af te trekken. Het tweede bedrag der saldibalans (/ 30.000,—) is verkregen door van het tweede debet- en het tweede creditbedrag der proefbalans het kleinste, dus het creditbedrag, af te trekken. Zoo voortgaande, verandert men de proef- in een saldibalans, door telkens elke twee bij elkander behoorende bedragen te verminderen met het kleinste. Elk dezer veranderingen vermindert wel de grootte der tellingen van de proefbalans, doch beide in dezelfde mate. Heeft men eindehjk de geheele proef- in een saldibalans veranderd, dan zijn de tellingen derhalve nog aan elkander gehjk. Zoo is de telling der saldibalans in het gegeven voorbeeld blijkbaar gehjk aan: 1.093.600 — (1000 + 200.000 + 500 -f 10.000 -f 100 + 500 -f 100.300 -f 100 -f 300 + 290.000 -f 20.000 + 309.300) = 161.500.—*). Sluit de proefbalans, dan moet alzoo de saldibalans insgelijks sluiten. Hieruit volgt, dat, als eenmaal de proefbalans is opgemaakt, bij het onderzoek, of er evenwicht in het grootboek is, het onnoodig is, de saldibalans op te maken, m.a.w. de saldibalans verricht geen dienst bij het onderzoek naar het evenwicht. § 90. Gebruik der saldibalans. De resultaten van het bedrijf, de verhezen en winsten alzoo, worden het gemakkelijkst bepaald met behulp van de balans en de saldibalans. . Sluit zich de indeehng van de balans aan bij het rekeningsysteem, dan is de bepahng der verhezen en winsten zeer gemakkelijk. Als voorbeeld nemen wij de saldibalans, voorkomende in § 89, waarbij de volgende balans behoort. Gebouwen / 29.400,— Turf „ 35.000,— Vaartuigen „ 1.350,-— Het bewijs steunt derhalve op de bekende rekenkundige eigenschap dat, als men twee gelijke getallen (= tellingen der proefbalans) met twee gelijke getallen (= som der kleinste tellingen van de proefbalans) vermindert, men gelijke uitkomsten (= tellingen der saldibalans) verkrijgt. 11* 164 Bosschen / 20.500,— Onkosten „ 300,— Turf strooisel ,, 4.000,-— Gereedschappen „ 3.600,— Pacht „ 200,— Pachterswoningen „ 9.700,— Debiteuren ,, 10.000,— Gronden „ 50.000,— Kas 700,— Totaal actief j 164.750,— Crediteuren f 5.000,— Hypotheek „ 20.000,— Intrest . . ,, 200,— Onkosten . . ,, 800,— Afschrijving dub. deb ,, 1.300,— Kapitaal ., 132.500,— Totaal passief / 159.800,— Actief / 164.750,— Passief „ 159.800,— Winst / 4.950 — Bij de bepahng der resultaten moet het karakter der rekeningen duidehjk in het oog gehouden worden. Twee hoofdgevaUen worden onderscheiden: I. Op de balans komt noch een bezitting, noch een schuld voor, welke op de rekening, waarvan het resultaat wordt bepaald, wordt geadministreerd. II. Op de balans komt een bezitting, of een schuld, of een bezitting en een schuld voor, welke op de betrokken rekening wordt geadministreerd. In het eerste geval is de betrokken rekening ten opzichte van het daarop voorkomende saldo, uitsluitend een hulprekening der Verhes- en winstrekening. Een debetsaldo is dan verlies, een creditsaldo winst. Het tweede geval wordt tot het eerste herleid, doordat men zich de balansposten op de betrokken rekeningen geboekt denkt, waarna het nieuwe saldo het resultaat aanwijst. 166 Intrest. De intrestrekening heeft een debetsaldo van / 800,—. Dit is een verhes. Bovendien moet volgens de balans nog / 200 — intrest betaald worden. Dit bedrag verhoogt het verhes, hetwelk daardoor / 1000,— wordt. Denkt men zich de schuld in het debet der rekening geplaatst, dan krijgt deze een debetsaldo van / 1000,— het verhes (116). Onkosten. De onkostenrekening heeft een debetsaldo van / 4500,— Dit is een verhes. Bovendien moet volgens de balans nog / 800,— onkosten betaald 'worden. Dit bedrag verhoogt het verhes, hetwelk daardoor / 5300,— wordt. Echter heeft men nog / 300,— onkosten te vorderen, met welk bedrag het verhes alzoo vermindert. Het denhitdve verhes is alzoo / 5000,—. Denkt men zich de onkostenrekening gedebiteerd voor de verschuldigde onkosten (/ 800,—) en gecreditéeird voor de vorderen (/ 300,—), dan heeft ze een debetsaldo van / 5000,—, het verhes (IIc).' Turfstrooisel. De winst is bhjkbaar / 700 (- / 4000— = / 4700,— (Ha). Gereedschappen. Bij toepassing van den'regel Ha bhjkt, dat het verhes / 400,— bedraagt. Pacht. Het creditsaldo, vermeerderd met de nog te vorderen pacht, geeft de winst aan (Ha). Pachterswoningen. Bij toepassing van den regel Ha blijkt, dat het verhes / 300,— beloopt. Afschrijving dub. del. De totale afschrijving moet volgens de balans / 1300,— bedragen. Reeds is afgeschreven / 300,—, zoodat de afschrijving, ten laste van het boekjaar komende, / 1000,— bedraagt. Menjian ook als volgt redeneeren. Denkt men zich de rekening gedebiteerd voor het bedrag, voorkomende onder de schulden op de balans, dan wijst ze een debetsaldo van / 1000,— aan, het verhes OI6). Gewoonhjk maakt men de bovenstaande berekeningen eerst op een vel papier, waarvan de hniatuur op pag. 167 is aangegeven. § 91. Voorafgaande posten. Alvorens men de saldibalans opmaakt, moet men dikwijls eerst eenige posten boeken, om een duidelijke Verlies- en winstrekening te krijgen. Komen b.v. op de Onkostenrekening bedragen voor, die men over verschillende rekeningen wil verdeelen, dan moet men in het memoriaal deze verdeehng aangeven. De Onkostenrekening zal I NAMEN DER REKENINGEN. SALDIBALANS BALANS VERLIES en WINST. Ë — j - I 1 Gebouwen / 30000— / 29400,— ƒ 600,- Gebouwen . .. . . f ^ \ , 6000,- 4 Bosschen » ^u"""'_ / 200,-1 „ 1000— 5 " 4500—1 l 300,-,, 800,-1 „ 5000- SSKki:::: :: ]: :: ' b 4oo*- i l «oo,r 8 Gereedschappen.. " 400 _» 12 Debiteuren ,. 10000,- " 1UUUU' 6000)_| 13 CrecteuM11 » 2°000'_ 20000,-4 5 SSffi*50000,-" L 50000,- .", Ifi 700— » 700,— 16 Kas . ... » ,132500,—! „ 132500,—^ 17 Kapitaal • " * , l 4950,—| „ 4950,— !| ƒ 161500—[/ 161500,—]!ƒ 161750—|T^6*750,-^[/_Jj40q— ƒ 13400,— ' 1 167 169 De bezittingen kan men links en de schulden rechts plaatsen, doch men kan ook het omgekeerde doen1). Daar men echter op de rekeningen in het grootboek de bezittingen links en de schulden rechts boekt, geeft het verwarring, als men bij de balans anders handelt. Daarom brengt men ook te onzent algemeen de bezittingen aan de hnkerzijde der balans en de schulden aan de rechter. Het is aan te raden, de bezittingen te rangschikken, naarmate ze meer of minder gemakkehjk kunnen gerealiseerd worden, of wel naarmate ze beteekenis hebben voor het bedrijf. Past men het eerste beginsel toe, dan is deze volgorde aan te bevelen: Kas. Kassier. Effecten. Vorderingen op korten termijn (u/g. rekeningen). Te innen wissels. Debiteuren. Bedri j f svoorraaden. Dubieuse debiteuren. Vorderingen op langen termijn (Hypotheek). Vast kapitaal (Machines enz.). Past men het tweede beginsel toe, dan hangt de volgorde van den aard van het bedrijf af. De schulden worden gerangschikt, naarmate ze meer of minder spoedig opvorderbaar zijn. Men kan onderstaande volgorde nemen: Crediteuren. Schulden op korten termijn (o/g. rekeningen). Te betalen wissels. Schulden op langen termijn (Hypotheek). Kapitaal. § 94. De afschrijvingsrekeningen, op de balans. I §§ 34—37 II is verklaard, dat de bedragen, die op afschrijvingsrekeningen zijn geboekt, in mindering moeten komen van de aanschaffingswaarde der bezittingen, waarbij ze behooren. ') Dit geschiedt algemeen in Engeland. 170 worden""1611 °P ^ VerSChiUende ^ p de balans gebracht a. Aan de creditzijde: Men neemt de bezittingen, waarbij ze behooren, voor den aan schaffangsprijs op. De fout> ^ wordt Jmaakt her" stel men door aan^decreditzijde de ^o^JZ^' hotl 1 aanscbafflng8P«JS eener stoommachine / 10 000- heeft men daar , 4000 _ afgegchr ^ kJmen°™> ^ debetzijde der balans de machine voor / 10 000- nrm.™ 6. Aan de debetzijde: In een binnenkolom wordt aan de debetzijde de aanschaffing Prijs geschreven. De afschrijving trekt men daar vTÏÏTSï saldo zijnde de boekwaarde der bezitting, wordt dan Het gegeven voorbeeld komt, als men de tweede mlnieXepast, als volgt op de debetzijde der balans te staan: Stoommachine ; __ Afgeschreven • 4 000'_ / 6.000,-- dewrkThfkert0^ * de «*«»> °mdat ae werkehjke boekwaarde der bezittingen onmiddelhjk bhjkt. VII. De afsluiting der rekeningen. § 95. Nut der afsluiting. Elke rekening heeft slechts een kortstondig bestaan. De noodzakelijkheid daarvan vloeit voort uit het beginsel: de boekhouding moet duidelijk zijn. Immers, laat men de rekeningen langen tijd doorloopen, dan kunnen zij niet meer beantwoorden aan het doel, waarvoor ze geopend zijn. § 96. Tijdstip der afsluiting. Uit het voorgaande volgt, dat men tot afsluiting over moet gaan, als de rekeningen te omvangrijk worden. Gewoonhjk laat men echter de afsluiting steeds samenvallen met het bepalen der resultaten van het bedrijf, omdat dan de afgesloten rekeningen en de daarbij behoorende Verhes- en winstrekening en de inventaris een afgerond geheel vormen. § 97. Algemeene regels voor de afsluiting der rekeningen. Als het saldo der Verhes- en winstrekening hetzelfde bedrijfsresultaat aanwijst als de balans (§ 92) en men dus onderstellen mag, dat geen fouten zijn gemaakt, kan men overgaan tot de afsluiting en het heropenen van de rekeningen. Daartoe worden in de allereerste plaats de verliezen en winsten in het memoriaal geboekt en van daar uit gejournahseerd. De verhezen en winsten, voorkomende op pag. 160, geven aanleiding tot den volgenden journaalpost (§ 71 I). A. VERLIES EN WINST ...../ 8.450 — AAN GEBOUWEN. Afschrijving . . ....... / 600 — AAN VAARTUIGEN. Idem » 150>^ AAN INTREST. Verhes • • • • - 1-000>- 172 AAN ONKOSTEN. Idem f 5 000 AAN GEREEDSCHAPPEN. Idem 4 AAN PACHTERSWONINGEN. Idem AAN AFSCHRIJVING OP DUB DEB. Idem. ... B. TURF. » 1 000'- Wülst / 5.000,- BOSSCHEN. Idem „ 500,- TURFSTROOISEL. Idem „ 4.700,- PACHT. Idem „ 3.200,- AAN VERLIES EN WINST. . lo^n C. VERLIES EN WINST. " a wv~ Zuivere winst 4 950 _ AAN KAPITAAL. Idem JïL „ 4.950,— Na de boeking dezer posten in het grootboek zijn alle verhezen en winsten van de rekeningen afgevoerd. Het saldo van elke rekening komt dan overeen met het bedrag ten name dezer rekening, op de balans voorkomende. Zoo bedraagt het saldo der rekening „Turfstrooisel", na het debiteeren dezer rekening voor / 4700,- winst, ƒ 4000,-, de balanswaarde. De rekening eener bezitting wordt voor de balanswaarde gecrediteerd, terwijl de nieuwe rekening wordt gedebiteerd. De rekening eener schuld wordt voor de balanswaarde gedebiteerd, terwijl de nieuwe rekening wordt gecrediteerd Alle posten, die uit deze regels voortvloeien, noemt men sluüposten._ Ze worden alle rechtstreeks in het grootboek geboekt zonder^tusschenkomst van het journaal alzoo. Gemakshalve bedient men zich daarbij van de kladbalans, voorkomende op pag. 167. § 98. Afsluiting der Kasrekening. De Kasrekening wordt afgesloten door deze voor het kassaldo, voorkomende op de balans, 173 te crediteeren, terwijl de nieuwe kasrekening er voor gedebiteerd wordt. § 99. Afsluiting der rekeningen van vorderingen in eigen geld. (Debiteuren, Deposito u/g, Prolongatie u/g, te innen wissels enz.). De afsluiting dezer rekeningen komt geheel overeen met die der Kasrekening. Het saldo der vorderingen, aangewezen door de balans, wordt eenvoudig naar de nieuwe rekening overgebracht. De oude rekening wordt daartoe gecrediteerd en de nieuwe gedebiteerd. Indien dit saldo uit verscMUende vorderingen bestaat, moet men deze alle afzonderlijk naar de nieuwe rekening overbrengen, met een duidelijke omschrijving, tenzij een sub-grootboek in gebruik is. § 100. Afsluiting der rekeningen van schuld in eigen geld (Crediteuren, Deposito o/g, Prolongatie o/g, te betalen wissels enz.). Het saldo der schulden, aangewezen door de balans, wordt eenvoudig naar de nieuwe rekening overgebracht. De oude rekening wordt daartoe gedebiteerd en de nieuwe gecrediteerd. Bestaat het saldo uit verschillende schulden, dan moet dezelfde opmerking der vorige paragraaf worden gemaakt. § 101. Afsluiting der Goederenrekeningen. Men crediteert de Goederenrekeningen voor de aanwezige voorraden, volgens de balans, terwijl men de nieuwe Goederenrekeningen er voor debiteert. De oude Goederenrekening zal dan afgesloten zijn en de nieuwe geopend. § 102. Intrestrekening. Op de saldibalans komt de Intrest voor met een creditsaldo van / 500,—. Onder de bezittingen op de balans komen voor: Disconto van te betalen wissels / 200,— Intrest deposito u/g ,, 30, / 230 — Onder de schulden op de balans komen voor: Disconto te innen wissels / 250,— Intrest prolongatie o/g ■ 40, / 290 — 175 moet als winst worden geboekt. De rekening „Provisie" moet er dus voor gecrediteerd worden, terwijl de nieuwe Provisierekening, d. i. die van het volgend boekjaar, gedebiteerd moet worden. Dit vereischt eenige opheldering. Aannemende, dat het restant der partij in den loop van het volgende boekjaar wordt verkocht voor / 11.000,—, zonder verdere onkosten, dan heeft de verkooprekening, die men daarna opmaakt, den volgenden vorm: Bruto-provenu / 26.000, Onkosten / 500,— Provisie „ 520,— „ 1.020 — ƒ 24.980,— Deze post wordt aldus gejournahseerd: GOEDEREN IN COMMISSIE VAN ST. JEVONS, LONDEN. Voor netto-provenu. / 24.980,— Voor provisie a 2% . „ 520,— ƒ 25.500,— AAN ST. JEVONS, LONDEN, Z/R. Voor nettó-provenu van enz. . . ƒ 24.980,— AAN PROVISIE. Voor 2% van / 26.000,— .... „ 520,— De Provisierekening wordt dus gecrediteerd voor ƒ 520,—. Toch is / 300,— daarvan een winst, die het vorig jaar gemaakt is en ook als zoodanig geboekt is. De winst, die valt in het boekjaar, waarin de verkooprekening is opgemaakt, bedraagt slechts / 220,—. Om dit te doen blijken, werd de Provisierekening bij de opening gedebiteerd voor / 300,—. Ze staat nu debet voor / 300,— en credit voor ƒ 520,—, dus credit voor ƒ 220—, d. i. voor de winst, die valt in het boekjaar, waarin de verkooprekening is opgemaakt. Ter verdere toelichting volgen hier de afgesloten en geopende rekeningen. Bij de Provisierekening ga men van de onderstelling uit, dat ze reeds credit stond voor de afsluiting voor verschillende bedragen, / lö^f— in totaal. ' De plaatsing der Goed. in commissie op den inventaris is reeds vroeger verklaard. Opgaven le reeks. (Theorie pag. 5—18.) 1. Boek de volgende inkoopen van een grossier in klompen in een inkoopboek, waarvan het model behandeld is in § 1. 1 Oct. E. Vergauw, Rupelmonde. 20 bos mans a 9,25 fr. 185,—. 10 „ vrouwen a 7,25 „ 72,50. fr. 257,50 1 Oct. P. van Nunen, Dussen, 117 paar a 38 c. ƒ 44,46. 3 Oct. A. Benoit, Seloignes, 90 paar fr. 61,15. 6 Oct. A. Canivet, Beveren, 136 bossen fr. 1101,—. 8 Oct. J. Roode, Best, 400 paar / 156,—. 12 Oct. J. v. Delden, Schijndel, 200 paar / 74,—. 14 Oct. H. Schaepkens, Beveren, 60 bosjes fr. 120,—. 14 Oct. J. Versnel, Rupelmonde, 15 bos fr. 122,75. 14 Oct. A. Bogaers, Basel, 59 bos fr. 500,—. 20 Oct. J. Willemse, Goes, 250 paar / 120,75 af vracht „ 2,75 / 118,— 25 Oct. J. Prins, St. Oedenrode, 250 paar / 101,25. Geef den maandjournaalpost, als voor elke valuta een crediteurenrekening voorkomt. 2. In een grootboek komt een algemeene crediteurenrekening voor. Bij de afsluiting heeft deze een saldo van / 72.984,60. De saldi der bedragen in vreemde munt, waarvoor op de crediteurenrekening speciale kolommen zijn geopend (zie het moedel op pag. 9), zijn £ 500'/.; fr. 10.000,— ; R.M. 20.000,—; Kr. 10.000,— en / 45.275,80. Sluit de rekening af. De omrekeningskoersen zijn: / 12,12; ƒ 0,48; / 0,59 en / 0,50 (§ 1). 12* 180 3. Boek de volgende facturen in het tabellarisch inkoopboek, waarvan het model voorkomt op pag. 10. Jan. 3. J. Hirsch, Weenen, mantels 500 Kr. Jan. 4. K. Haupt, Berhjn, jupons R.M. 300,—. Jan. 5. E. Brunner, Manchester, div. manufacturen £ 20'/. Jan. 7. J. James, Londen, costuums £ 40'/. Jan. 10. H. Pooiers, Almelo, diverse manufacturen / 375,—. Jan. 11. R. Haupt, Berhjn, jupons R.M. 200,—. Jan. 15. R. Lehmann, Weenen, mantels Kr. 750 -. Jan. 18. H. v. Loon, Tilburg, flanel / 250,—. Jan. 25. J. Smith, Manchester, manufacturen £ 50'/. Jan. 25. H. Dechamps, Parijs, costuums fr. 1000,—. Jan. 30. H. Printemps, Parijs, costuums fr. 1500,—. Journahseer dit inkoopboek, als in het grootboek slechts één crediteurenrekening (model pag. 9) voorkomt. 4. Een glasblazerij, die uitsluitend flesschen fabriceert, factureert den laatsten eener maand alle partijen, in de loopende maand afgezonden. In het copy-verkoopboek komen de volgende posten over de maand Juh voor: J. Klaassen 7530 kelderflesschen / 675,76. H. Moritz 25 970 langhalzen / 779,10. Brown & Co., Canada, 100 gros R.M. 950,—. Hollandsche Brouwerij, / 2750,—. Smith, James & Co., Canada, R.M. 1000,—. Helmondsche Brouwerij, / 157,85. Pieters & Co., / 1429,85. F. Löwen, Duisburg, R.M. 750,—. H. Reichardt, Bochem, R.M. 1400,—. Bierbrouwerij „Het Anker" / 170,—. Journahseer dit verkoopboek (§ 2). Omrekeningskoers ƒ 0,60. In het grootboek komt slechts één debiteurenrekening voor. 5. Boek in het retourboek, behoorende bij het verkoopboek, waarvan op pag. 12 een model gegeven is, de volgende posten en geef den maandjournaalpost: 181 2 Mei H. Kaufmann, retour 10 K.G R.M. 25,— J. Schmidt, reductie „ 3,25 4 ,, E. Dessieux, retour 5 K.G fr. 13,— H. Montreux, korting „ 2,50 10 „ E. Kans, retour 40 K.G / 52,— J. v. d. Leeuw, korting . 2,35 15 ,, J. Heine, vergoeding R.M. 7,75 20 „ H. Molin, restitutie van vracht fr. 6,50 6. De Rotterdamsche Bhk-emballagefabriek staat in rekening met de Hollandsche Bank en met de Industriebank. Bij de eerste was zij den lsten Januari 1907 schuldig / 15.000,— en bij de tweede / 10.000,—. Boek de volgende posten in het gecombineerd bankboek, volgens het model voorkomende op pag. 14/15. 2 Jan. Betaald aan H. Mort, / 1000,—, in chèque no. 275 op de H. B. 3 Jan. Incasso-borderel van de I. B / 3000^*- kosten 10>— ƒ 2990,— 4 Jan. Opgenomen bij de H. B. in chèque 276 ƒ 500,—. 5 Jan. Betaald door de E B. het accept van Brown & Co., Manchester, / 1800,—. 7 Jan. Verdisconteerd bij de H. B. een wissel op de Rotterdamsche Vernisfabriek / 4750,—. Disconto en provisie / 75,— 15 Jan. Incasso-borderel van de H. B / 5000,— Kosten ,, 18,— f 4982,— 20 Jan. Verkoopnota van de H. B. over verkochte effecten. Netto provenu / 2758,75. 25 Jan. Aan J. v. Klaveren betaald / 2000,— in chèque no. 728 op de I. B. 28 Jan. Incasso-borderel van de I. B / 5000,— Kosten „ 20,— / 4980,— Geeft den maandjournaalpost. (§ 3.) 7. Breng de volgende posten over naar het Kas-Bankboek, waarvan het model gegeven is in § 4. 1 Jan. 1921. In kas / 300—, debetsaldo der bank ƒ 4000,—. 2 Jan. Betaald aan H. de Goede, zijn factuur van den 23sten Oct. A. P. / 750,—, in chèque no. 721. 182 4 Jan. Ontvangen van F. v. Peursum, alhier, in nnnderine zijner rekening / 3000,-. Gestort bij de Bank ƒ 2500 — 6 Jan. Betaald aan J. v. Klaveren, Amsterdam, / 600 10 liet saldo zijner rekening bedroeg j 620 af reductie ( 20 / 600,— bij zegel . . . . „ q,iq in t aü i • / 600,10 quitanties ekemng ontvangen van de Bank over geïncasseerde Geïncasseerd werden de quitanties op A, B, C, D en E, totaal t , / 875,— incassokosten en provisie 4 50 1 o t ,m Saldo te g°ed • • ~ f 870,50 10 dan Volgens ontvangen rekening-courant is de Bank over net laatste kwartaal van 1920 schuldig / 14,25 rente ™15 ïTo'z Van de Eank n°ta ontvangen ovêr geïncasseerde coupons / aa5j~~, kasgeH11 °Pgenomen biï de Bank °P chèque no. 722 / 1000,— Hiervan / 750,— voor mijn privé opgenomen / 10*nJr Bii/e Ea?k> S1/*Z° 6en Prolon8atie gesloten van ƒ 10.000 — op diverse fondsen. Het bedrag onder aftrek van 1»/ provisie en ƒ 0,60 zegelkosten werd door de Bank op onze gewone rekening geboekt. * Mn5nrSn" Door de Bankwerd *eden betaald de traite van ƒ 10 000,— van H. v. d. Most, Amsterdam, heden vervallende z» Jan Wota ontvangen van de Bank over voor mij verkochte rondsen / 8750,—. 31 Jan. Betaald salarissen / 200 Diverse onkosten . 50' Geef den maandjournaalpost. (§ 4.) Opgaven 2 de reeks. (Theorie pag. 18—25.) 8. PnTr^ t ToIgende P°sten in het kasboek, bankboek, memoriaal en traiteboek. Geef de maandjournaalposten uit het traiteboek (§ 5). 3 Dec. Geaccepteerd de traite van J. v. d Lee a ^ -c Am"terdam» / 7325,80 per 3 Maart 1921.' 4 Dec. Betaalbaar gesteld bij de Incassobank, de traite van L. Paciolo, Amsterdam per heden / 3450,—. 187 13. Door de naamlooze vennootschap „Rotterdamsche Uitgeversmaatschappij" wordt besloten tot uitgifte van 100 preferente aandeelen, ieder groot / 1000,— a pari. De stortingen moeten op de volgende tijdstippen plaats hebben: 15 Mei 30% 15 Juni 20% 15 Augustus 50% Voor vervroegde stortingen wordt 5% rente vergoed. Op 15 Mei worden alle aangeboden aandeelen geplaatst en worden 20 aandeelen volgestort, terwijl op het restant de verschuldigde storting van 30% wordt betaald. (§ 9.) 14. L De Tabaksmaatschappij „Soehngan" geeft de derde serie van haar aandeelenkapitaal, groot ƒ 1.000.000,—, verdeeld in vijf seriën, ieder van ƒ 200.000,— in aandeelen van / 1000,—, heden a pari'uit. Bij inschrijving moet 10% van het ingeschreven bedrag worden gestort. Er wordt ingeschreven voor 350 aandeelen. (§ 11.) II. Aan een inschrijver van 10 aandeelen in bovenbedoelde maatschappij worden 6 stuks toegewezen. Deze aandeelen stort hij heden vol en brengt daarbij in mindering het bedrag, dat door hem is betaald bij de inschrijving op de aandeelen, die hem niet zijn toegewezen. (§ 11.) 15. Een consortium neemt van de Hollandsche Industriëele Maatschappij te Amsterdam over 750 aandeelen van / 1000,— a 90% en 1000 5% obhgaties van ƒ 1000,— a 95%. Bij openbare inschrijving worden bij diverse finantiëele instellingen geplaatst 750 aandeelen a 100% en 1000 obhgaties a 99%, alles met provisie. De kosten der emissie bedragen / 4000,—. In het consortium nemen deel: de Hollandsche Bank, die met de leiding is belast, voor 250 aandeelen en 500 obhgaties, de Nationale Bank voor 200 aandeelen en 300 obhgaties en de Industriëele Bank voor 300 aandeelen en 200 obhgaties. Geef de boeking van de Hollandsche Bank, van de Nationale Bank en van de Hollandsche Industriëele Mij. De Hollandsche Bank berekent 74% provisie en voor advertenties, prospecti en andere kosten / 3000,—. De emissiekosten komen ten laste der Holl. Industriëele Maatschappij. (§ 13.) 16. De Rotterdamsche Handelsmaatschappij geeft uit 1000 6% preferente aandeelen van £ 100 en 2000 gewone aandeelen, even- 188 eens van £ 100. Een Engelsen consortium, onder leiding van de London Trade Bank, neemt de preferente aandeelen over tegen 92% en de gewone tegen 90%. In het consortium participeeren: de London Trade Bank te Londen voor 400 preferente en 500 gewone aandeelen, de Swiss' Bank te Londen voor 300 preferente en 300 gewone aandeelen, de inbrengers voor 300 preferente aandeelen, de Hollandsche Bank te Rotterdam voor 200 gewone aandeelen en diverse Engelsche bankiers voor 1000 gewone aandeelen. Bij gehouden openbare inschrijving worden te Londen geplaatst 800 preferente a 102% en 1600 gewone aandeelen a pari. Bij de Hollandsohe Bank te Rotterdam 100 preferente a 102% en 200 gewone a pari. De London Trade Bank betaalt aan kosten, provisie1 enz. £ 1000, terwijl de Hollandsche Bank haar voor kosten, provisie enz. / 3000,— in rekening brengt. De overige aandeelen worden onder de participanten verdeeld. Geef de boeking van de London Trade Bank en die van de Hollandsche Bank. 1 £ = /12,10. De onkosten der emissie (£ 1000 en / 3000,—) komen voor rekening der Rotterdamsche Handelsmaatschappij. (§ 13.) 17. Een vennootschap heeft de volgende balans opgemaakt: * Fabrieksgebouwen . . ƒ 100.000,— Aandeelenkapitaal . . / 300.000,— v Weefgetouwen . . . „ 50.000,— Crediteuren „ 100.000— f «Machinerieën . . . . „ 15.000,— Afschrijving machines "Steenkolen „ 1.000,— en weefgetouwen . „ 5.000,— •Madapollams . . . . „ 40.000,— Afschrijving gebouwen „ 6.000,— "Garens j„ 10.000,— 'Katoen [„ 40.000,— 'Debiteuren |„ 31.000,— •Kas L 13.000,— Winst I„ 110.000,—[ | ƒ 410.000,— 1 | ƒ 410.000,— De algemeene vergadering heeft het besluit genomen te liquideeren. a. Zij neemt het voorstel aan der Stoomspinnerij „Gelderland" om de weefgetouwen, de machinerieën, de madapollams, de garens en de katoen over te nemen voor de boekwaarde. De betahng geschiedt voor de helft in contanten en voor de andere helft in aandeelen der „Gelderland". b. Er wordt een uitkeering op de aandeelen, elk / 1000,— groot, geannonceerd van 25% in contanten, tegen afgifte van dividendbewijs No. 23, terwijl voor elke vier aandeelen een aandeel in de „Gelderland" verkrijgbaar wordt gesteld. De dividendbewijzen No. 24 zullen als recu dienen. 189 c. De vorderingen komen tot een bedrag van / 30.000,— binnen. Het restant is oninbaar. d. De fabrieksgebouwen worden gerealiseerd voor netto / 90.000,—, welk bedrag wordt ontvangen. e. De crediteuren worden, onder bijbetaling van / 200,— rente, per kas voldaan. /. Er komen 300 dividendbewijzen No. 23 binnen. Aan de rechthebbenden worden de aandeelen in de „Gelderland" uitgereikt. g. De steenkolen worden per kas verkocht voor ƒ 1000,—. h. Het saldo wordt onder aftrek der liquidatiekosten, die in den loop der hquidatie zijn betaald en in het geheel / 800,— bedragen, betaald tegen ontvangst der aandeelen. (§ 14.) Opgaven 4 de reeks. (Theorie pag. 48—54.) 18. Een vennootschap heeft een 5% leening, aflosbaar in 20 jaar, groot / 500.000,— met / 25.000^- agio geplaatst. Er wordt besloten dit agio te bestemmen tot vermindering van den rentelast. Daartoe wordt het verdeeld over den geheelen duur der leening. De coupon vervalt tweemaal 's jaars. Wat moet worden geboekt bij het vervallen van de eerste coupon? (§ 17.) 19. Een spoorwegmaatschappij heeft een 3% leening, groot / 2.000.000,—, als volgt geplaatst: ƒ 1.000.000,— a 97% „ 900.000,— k 97V2% „ 100.000,— a 98% De geheele leening zal in 25 jaar afgelost worden. Het disagio wordt afgeschreven door verhooging van den intrest der leening. Wat moet worden geboekt bij het vervallen van de eerste halfjaarlijksche coupon? (§ 17.) 20. Een vennootschap plaatst een 4% obhgatieleening, groot / 500.000,—, als volgt: /150.000,— & 9974. „ 75.000— k 98s/4, „ 68.000,— k 97V2, en de rest . . . ." a 97 /<. 190 Men besluit het disagio te verdeelen over den ganschen duur der leening, die 20 jaar bedraagt, naar evenredigheid van den ieder jaar te betalen intrest. Maak een tafel, bevattende de bedragen, die elk van die 20 jaar op de intrestrekening moeten worden overgeschreven. N.B. Elk jaar wordt Vso van de obhgatieleening afgelost. (§ 17.) (Ned. Academie van Accountants.) 21. Uitgegeven een 6% leening, groot / 500.000,—, in stukken van / 500,—. Hiervan worden geplaatst: 50 stukken a 10072%, 100 stukken a pari, 200 stukken a 9972%, 400 stukken worden door den bankier H. Voorthuyzen a 98% genomen. De overige stukken bhjven voorloópig in portefeuille. (§ 18.) 22. Van de zich nog in portefeuille bevindende obhgaties der 6% leening 1920 worden 10 stukken verkocht. / 10.000,— a 97 = / 9700,— Rente 3 mnd. . . ,, 150,— / 9850,— Courtage s/8% / 37,50 Zegel „ 10,— „ 47,50 / 9802,50 Per kas ontvangen. (§ 18.) 23. Geplaatst de resteerende 30 stuks der 7% obhgatie-leening van 1920, elk groot / 1000,—, a 98%. Per kas ontvangen. (§ 18.) 24. De Maatschappij „Duinoord" verkoopt 1 December 1920 10 obhgaties a / 1000,— van de nog ongeplaatste stukken harer 6% obhgatieleening a 97*/4%, coupon 7S, Vu- Zij laat het provenu strekken tot gedeeltelijke aflossing van een hypotheek op hare gebouwen, groot / 16.000,—, waarop nog 6 maanden rente a 6% 's jaars is verschenen. Voor het ontbrekende geeft zij een chèque op haren kassier. Geef de boeking der maatschappij. (§ 18.) 25. I. De Goudexploitatie-maatschappij „Esperanza" verkeert in finantiëele moeilijkheden. Zij gaat met de crediteuren de volgende regehng aan. 194 II. De Noordelijke Spoorwegmaatschappij loot 20 stukken harer 6% converteerbare obligaties a pari uit. III. Wat zal in 1930 geboekt worden, als dan het aandeelenkapitaal vergroot wordt met / 450.000,—, zijnde het volle bedrag der nog uitstaande converteerbare obligaties, de nieuwe aandeelen ter beschikking van de obhgatiehouders worden gesteld, en 100 obligaties in aandeelen worden omgewisseld? (§ 24.) 39. I. De Limburgsche Tramwegmaatschappij stelt op 2 Januari 1920 de gelegenheid open tot inschrijving a pari op / 300.000,— gedurende de eerstvolgende 10 jaren in aandeelen omwisselbare (convertible) 5% obhgaties, deel eener totale leening van / 500.000— in stukken van / 1000,—. Coupon 1/i—1/7. Hiérbij heeft ieder aandeelhouder het recht tot inschrijving naar rato van 15% van het bedrag der aandeelen in zijn bezit, terwijl de maatschappij op eiken coupondag de bevoegdheid heeft de obligaties af te lossen a 110% met de loopende rente over een half jaar. De leening wordt volteekend. De storting grijpt later plaats. II. Wat moet geboekt worden, wanneer 25 obhgaties ter inwisseling worden aangeboden? III. Welke boeking maakt de maatschappij, op een vervaldag van de coupon, als dan nog circuleeren 250 obhgaties, waarvan 50 stuks aflosbaar worden gesteld? (§ 24.) 40. Een maatschappij heeft een 5% obhgatieleening, groot / 300.000,—, uitgegeven, die in 20 jaar met annuïteiten moet afgelost zijn. Wat wordt geboekt: a. bij het vervallen van de eerste halfjaarlijksche coupon; b. bij de eerste jaarhjksche uitloting? De annuïteit van een schuld van / 1,—, af te betalen in 20 jaar a 5%, bedraagt / 0,08024259. (§ 25.) 41. Een maatschappij geeft een 4y2% obhgatieleening van 2Q00 schuldbrieven a ƒ 500,— uit, aflosbaar in 10 jaren, en maakt het onderstaande amortisatie-plan. De annuïteit bedraagt ƒ 126.378,82. De plaatsing der stukken geschiedt tegen 971/2%. 195 g i te Af te lossen Intrest Uitgelote I Afgelost jf obligaties | kaPitaaL j * 4Vi% J obligaties. | kapitaal. 1 2000 I ƒ 1.000.000, I ƒ 45.000,— 162 ƒ 81.000,— 2 1838 „ 919.000,— „ 41.355,— 332 „ 166.000,— 3 1668 „ 834.000,— „ 37.530,— 500 „ 255.000,— 4 1490 „ 745.000— „ 33.525,— 696 „ 348.000,— 5 1304 „ 652.000,— „ 20.340.— 890 „ 445.000,— 6 1110 „ 556.000,— „ 24.975, - 1093 „ 546.500, — 7i 907 „ 453.500,— „ 20.407,50 1305 „ 652,500, — 8| 695 „ 347.500— „ 15.637,50 1526 „ 763.000. 9 474 | „ 237.000,— „ 10.665 — 1758 „ 879.000. 101 242 „ 121.000,— „ 5.445,— 2000 „ 1.000.000,— Het disagio wordt bij aflossing der obligaties als verlies afgeboekt . Geef de boekingen bij de uitgifte en van de eerste aflossing. (§ 25,) 42. De Cultuurmaatschappij „Sumatra" heeft een aandeelenkapitaal van / 500.000,—; zij heeft een 5% obhgatieleening loopen, groot / 300.000,—, terwijl zij aan diverse personen / 40.000,— schuldig is. Haar vorderingen bedragen / 25.000,—. De onderneming staat voor / 500.000,— te boek. Het kassaldo bedraagt / 10.000,—. Aan den te veld staanden oogst is ƒ 150.000,— ten koste gelegd. Zij komt met de trustees der obhgatieleening en de gemachtigden der crediteuren het volgende overeen: I. de onderneming over te doen aan de Snikerplantage „Java", voor / 250.000,— en den te veld staanden oogst voor ƒ 50.000,—. II. de uitstaande schulden met 20% te verminderen. Er wordt gevraagd: 1. De balans op te maken, onmiddelhjk voor deze Overeenkomst, 2. de overeenkomst te boeken, in de onderstelling, dat de verkoopsom in contanten wordt ontvangen, 3. de hquidatieposten te geven, als de uitstaande vorderingen alle binnen komen, de hquidatiekosten, die in den loop der hquidatie betaald worden, / 3000,— beloopen en met de crediteuren in contanten wordt afgerekend. (§ 26.) 196 Opgaven 6 de reeks. (Theorie pag. 64—78.) 43. I. 1 Juh 1920. De Margarinefabriek „Van den Burg & Zn." besluit tot het betalen van een interim-dividend van 4% op haar aandeelenkapitaal, groot / 1.000.000,—. (§ 27.) II. 15 Juh 1920. Betaald per kas het interim-dividend over 28 aandeelen van / 1000,—. (§ 27.) III. 1921. Van de zuivere winst, in 1920 gemaakt, ten bedrage van ƒ 84.725,65, wordt, na aftrek van het in Juh 1920 uitgekeerde interim-dividend van 4%, een slot-dividend van 3% ter beschikking der aandeelhouders gesteld. Het restant wordt voor tantièmes aangewend. (§ 27.) 44. I. De N.V. „Hollandia", werkende met een 5% cumulatief kapitaal van / 200.000,— en een gewoon aandeelenkapitaal van ƒ 300.000,—, heeft in 1919 een zuivere winst gemaakt van / 8475,96. Besloten wordt dit bedrag (tot in een achtste procent nauwkeurig) op de cumulatieve aandeelen uit te keeren en het saldo op nieuwe rekening over te brengen. (§ 28.) II. De zuivere winst van 1920, met inbegrip van het saldo A.P. bedraagt / 17.295,68. Het restant der winst, na uitkeering van het cumulatief dividend, wordt aangewend tot dividenduitkeering (tot een achtste procent nauwkeurig) op de gewone aandeelen. Het onverdeeld saldo wordt op nieuwe rekening overgedragen. (§ 28.) 45. De Algemeene Handelsbank heeft in 1920 een winst behaald van ƒ 22.500,—. Het geplaatste aandeelenkapitaal is / 500.000,— groot. Hierin zijn begrepen 100 aandeelen van / 1000,—, welke in den loop van het boekjaar zijn geplaatst en recht geven op de helft van het dividend over 1920, op de oudere aandeelen uit te keeren. De geheele winst wordt voor dividend aangewend. Hoeveel bedraagt de uitkeering op een oud, en hoeveel op een nieuw aandeel ? Geef ook de boeking. (§ 29.) i97 46. Een N.V. heeft de onderstaande verkorte balans opgemaakt: Ongeplaatste aandeelen ƒ 50.000,—Disagio op aandeelen ,, 15.000,— Oprichtingskosten . . ,, 10.000,— Diverse activa. . . . ,, 357.500,*— 1 f 432.500,—| Aandeelenkapitaal . . ƒ 300.000,— Crediteuren L 100.000,— Afschrijvingen . . . ',, 20.500,— Winst i„ 12.000 — 1/ 432.500,— Besloten wordt tot uitkeering van 4% dividend. Heeft deze uitkeering plaats uit de winst of uit het kapitaal, als aan de „Diverse activa" hoogstens een waarde van / 300.000,— kan worden toegekend*. Wat is de reëele waarde van een aandeel van ƒ 1000,— ? (§ 30.) 47. Mede tengevolge van den verkoop van eenige concessies heeft de Cultuurmaatschappij „Java", werkende met een geplaatst kapitaal van / 1.000.000,—., in 1920 een winst behaald van / 350.000,—. Besloten wordt hiervan / 200.000 — dividend uit te keeren, betaalbaar voor de helft in contanten en voor de andere helft in aandeelen, terwijl van het restant / 50.0Ö0 — voor tantièmes wordt bestemd en het overige wordt gereserveerd. (§ 31.) 48. Een vennootschap heeft in 1920 een winst gemaakt van ƒ 24.743,98. De statuten schrijven omtrent de verdeehng voor: Eerst 5% dividend over het kapitaal, groot / 300.000,—. Van het restant wordt 10% gereserveerd, 10% wordt aan de directie en de commissarissen uitgekeerd en 80% moet bij het dividend worden gevoegd. Het dividend wordt in geheele procenten uitgekeerd. Geef den journaalpost der winstverdeehng, als geen onverdeeld dividendsaldo, doch een onverdeeld winstsaldo gewenscht wordt. (§ 32.) 49. De Nederlandsche Maatschappij van Zekerheidstelling heeft in 1904 een netto winst behaald van ƒ 43.759,20. Het kapitaal is groot / 2.000.000,—, in aandeelen van / 1000,—, waarvan geplaatst waren bij den aanvang van het boekjaar 1700 aandeelen met 10% storting, en 10 aandeelen, die volgestort zijn. In den loop van het boekjaar werden nog geplaatst 150 aandeelen van / 1000,— met 10% storting, om aan de statutaire bepaling te voldoen, dat geen grooter bedrag aan obhgaties in omloop mag zijn, dan vijfmaal het geplaatste aandeelenkapitaal, De nieuwe aandeelen hebben recht 198 op het halve dividend, dat over de oude aandeelen uit de winst van 1904 zal worden uitgekeerd. De winst wordt op de volgende wijze verdeeld: Eerst 37,% rente over de onverphchte stortingen van aandeelhouders (de verplichte storting is 10%). Van de rest wordt 10% aan de reserve toegekend. 20% voor tantièmes en 70% voor de aandeelhouders bestemd. Het dividend wordt tot in kwart-procenten afgerond. Geef de winstverdeehng. (§ 33.) 50. Een vennootschap heeft, door jaarhjks een deel der winst in te houden, een reserve tot vergrooting van het aandeelenkapitaal gevormd. Er is bepaald, dat deze reserve zal worden opgevoerd tot de helft van het kapitaal, hetwelk / 500.000,— groot is. Wat moet worden geboekt, als de reserve haar maximale hoogte heeft bereikt, en wordt opgeheven door Uitgifte van nieuwe aandeelen? (§ 34.) 51. I. De Hollandsche Voorschotbank, werkende met een aandeelenkapitaal van / 1.000.000,—, waarvan geplaatst / 213.000—, met 10% storting, heeft in 1918 een winst gemaakt van / 4021^82! Volgens de statuten moet deze als volgt verdeeld worden. Eerst 10% voor de reserve, daarna ontvangen de aandeelhouders 4% dividend, van het restant komt 45% aan de aandeelhouders, 15% aan commissarissen, 20% aan directeuren, 10% aan schuldbriefhouders en 10% aan houders van oprichtersbewijzen. De algemeene vergadering besluit op voorstel der directie de dotatie van 10% aan de reserve met / 1267,64 te verhoogen. Het dividend wordt in geheele procenten uitgekeerd. Aan schuldbrieven staat / 150.000,— uit. (§ 35.) II. Betaald 10 halfjaar-coupons der 47,% schuldbrieven van ' / 225— en liet daarop verschuldigde winstaandeel over 1918 10 — «35.) ~TBÉ^ Opgaven 7 de reeks. (Theorie pag. 78—94.) 52. De Stoomvaart-maatschappij „Holland" verkeert in ongunstigen toestand. Zij komt met de gemaohtigden der voornaamste crediteuren het volgende overeen. De betahng der schulden zal ge- 203 III. Zij betaalt het tantième van een harer directeuren, groot / 1500,—, in een harer aandeelen, tegen den koers van 96% en de rest in contanten. fyj **J 66. Een vennootschap heeft een aandeelenkapitaal van ƒ 300.000,—, waarop 80% gestort is. Er wordt besloten, het uit de winst vol te storten en bovendien 5% over het volle kapitaal als dividend uit te keeren. Aan tantièmes wordt / 5000,— toegekend, terwijl het personeel ƒ 3000,— winstaandeel ontvangt. Hoe groot is de dividend- en tantièmebelasting?1) (§^3**) %fi 67. I. Hoe moet de volgende winstverdeeling worden geboekt? De winst over 1920 bedraagt / 35.726,80. Het aandeelenkapitaal is groot / 400.000,—. Het dividend wordt in halve procenten nauwkeurig bepaald. De dividendbelasting1) moet ten laste der aandeelhouders worden gebracht. In de boeking moet ook de tantièmebelasting tot uitdrukking komen. De winstverdeehng luidt: Eerst 4% over het kapitaal, van het restant wordt 10% bij de reserve gevoegd, 20% als tantième uitgekeerd en 70% voor verhooging van het dividend aangewend. II. Hoe is de boeking, als de dividend- (niet de tantième-) belasting ten laste der vennootschap wordt gebracht en op 1920 moet drukken? (§39.) ITT. En hoe, zoo de dividendbelasting door de vennootschap wordt gedragen en ten laste van 1921 moet worden gebracht? Opgaven 8 ste reeks. (Theorie pag. 95—133.) Letter onderstaande rekening af (§47). Tot welke opmerking geeft de beschouwing dezer rekening aanleiding? Maximum crediet / 500,-— H. TEN HOONTE, alhier. Bet. 1 m. na dato der fact. " 1919 | 1 1919 I 1/1 Saldo «J / 200— 10/1 Betaald * ƒ 200 — 10/1 Onze factuur . . . , 4 „ 100,— 21/1 Korting op factuur 20/U „ 10,— 20/1 , . . . • V „ 300,— 18/2 Betaald 4 „ 50,— 30/1 „ „ '200,- 18/2 , r"o^,_ 11/3 ! Retour op fact. van 10/3 „ 50— 25/2 „ • • • • • • ■ ,:' » 20?'~ 20/3 Onze factuur i „ 200,— 1/3 Retour emball. fact. 20/1t „ 6 — 30/3 I „ 400,— „ Betaald e.,, 85,— ! " " I 10/3 Zijn factuur „'150,— 15/3 Betaald '■ .1 „ 100,— l) Met het maximum aantal opcentei 204 o». Op een saldilijst komt de rekening „Debiteuren" met een saldo van / 115.000,— en de rekening „Crediteuren" met een saldo van / 40.000,— voor. De saldilijst, getrokken uit het debiteurenboek, geeft een saldo van / 111.000,— en de saldihjst, getrokken uit het orediteurenboek een saldo van f 38.000,— aan. De verschillen bhjken op de volgende wijze ontstaan te zijn- 1. Een factuur ten bedrage van / 2500,— van J. v. Klaveren, die in het debiteurenboek een gemengde rekening heeft, is abusievelijk in het algemeen grootboek op de orediteurenrekening geboekt 2. Een betahng van / 500,— aan H. v. Someren is niet in het crediteurenboek aangeteekend. 3. Een betaling van ƒ 1500,— door J. van Zanten \s in het algemeen grootboek abusievehjk in het credit der Goederenrekeninc geboekt. 6 Door welke boekingen worden de fouten hersteld? (§49.) 70. Uit het Onkostenboek is per 31 Dec. 1918 de volgende saldistaat getrokken. 1 | Salarissen . . . ƒ 8 000 2 Kantoorhuur 900* 3 | Telefoon | "- ^qq' 4 j Telegraaf . . \ " 2.000*- - 5 Postzegels ' '700' 6 Quitantie- en wisselzegels ggn' 7 Kantoorbehoeften .... i " 750'. 8 Verlichting ; | " ^_ m Ze™uIimngs ■ ■ ■ ■ L 300- 10 Huisbewaarder 400 11 Informatiekosten. . ' 250' 12 Fooien 100' 13 Diversen qqq' ~f 16.400,— In het algemeen grootboek staat de Onkostenrekening debet voor ƒ 16.000 — en credit voor / 600,—. Bij de afsluiting worden de volgende notities gemaakt: 1. Onder het hoofd „Salarissen" zijn verechillende voorschotten m het geheel / 200,— geboekt. 2. De kantoorhuur bedraagt / 1200— per jaar, te voldoen 1 Febr., 1 Mei, 1 Aug. en 1 Nov. 3. Het saldo van het depot, bij de Rijkstelefoon gestort, bedraagt, volgens ontvangen rekening-courant, / 25,—. Het telefoonabonnement, groot / 150,— per jaar, wordt voldaan in twee gelijke termijnen, en is bij vooruitbetahng betaalbaar in Januari en in Juh 205 4. Het saldo van het depót, bij de Rijkstelegraaf gestort, bedraagt, volgens ontvangen rekening-courant, / 125,—. 5. De voorraad postzegels bedraagt ƒ 15,—. 6. De voorraad quitantie- en wisselzegels bedraagt / 25,—. 7. De voorraad ongebruikte kantoorbehoeften heeft een waarde van / 150,—. 8. De waarde der ongebruikte inforniatiebiljetten bedraagt /15,—. Gevraagd wordt: a. Hoe komt de Öhkostemekening op de Verlies- en winstrekening en hoe op de balans voor? b. Hoe sluit men het onkostenboek af en hoe opent men het weder? (§50.) 71. In de boekhouding eener fabriek is een machineboek in gebruik, terwijl in het algemeen grootboek de rekeningen „Machines" en „Afschrijving machines" als sluitrekeningen optreden. De afschrijvingen worden in het machineboek in het credit der betrokken rekeningen geboekt.^ De saldistaat, per 31 Dec. 1918 uit het machineboek getrokken, geeft een debetsaldo van / 50.000,—, terwijl op de saldibalans, behoorende bij het algemeen grootboek, de rekening „Machines" voorkomt met een saldo van ƒ 60.000,— en de rekening „Afschrijving machines" met een saldo van ƒ 11.150,—. Bij onderzoek bhjkt, dat het verschil ontstaan is door de volgende oorzaken: 1. De aankoop eener nieuwè machine van / 150,— is in het algemeen grootboek abusievelijk op „Onderhoud machines" geboekt. 2. In den loop des jaars is een machine, waarvan de kostprijs / 2100,— heeft bedragen en waarop / 800,— was afgeschreven, voor ƒ 1000,— verkocht. In overeenstemming met § 52 is toen in het algemeen grootboek de afschrijvingsrekening gedebiteerd voor / 1100,— en de Machinerekening voor ƒ 2100,— gecrediteerd. In het machineboek is geen boeking verricht. Hoe herstelt men de fouten? (§ 52.) 72. De volgende saldistaat is op 31 Dec. 1908 uit het Effectenboek getrokken: 1 ! Aand. Labouchère Oyens & Co's Bank . . ! / 3.600—, ƒ 2.800^- 2 I „ National Bank of South Africa . . ! „ 6.000,— „ 3.960,— 3! ,. Rotterdamsche Bank „ 12.000,— ,, 600, 4 „ Steel Corporation „ 4.000,—; „ 2.600,— 5 47!% Obl. Marine „ 7.000,—j „ 3.400, 6 Aand. Ned. Am. Stoomvaartmij „ 6.600,—1 ,. 3.600,— 17 „ Rotterdamsche Lloyd 2.300,—j „ 2.400,— 18 „ Great Cobar. i „ 7.800,— „ 4.800,— 9 I „ Amsterdam-Deli | „ 6.250,—| 400,— ƒ 55.460,—; / 24.460,— 206 De waarde der fondsen bedraagt: / 1000 Labouchère, Oyens & Co's Bank a 98 ƒ 980,—. £ 200 National Bank a 103 / 2472,—. / 8000 Rotterd. Bank a 154 / 12.320,—. $ 2000 Steel Corporation a 53 ƒ 2650,—. $ 2000 4V2% Marine a 72, coupon 74 en Vio, 1 3656,25. f 2000 N. A. S. M. a 129 / 2580,—. / 1000 Amsterdam-Deli a 664 / 6640,—. De Effectenrekening heeft in het algemeen grootboek een debetsaldo van / 31.100,—. Bij onderzoek bhjkt, dat het verschil tusschen het saldo dezer sluitrekening met den saldistaat van het effectenboek is ontstaan, doordat de October-coupons der 4V2% Marine, ten bedrage van / 110,—, in het grootboek abusievelijk op de Intrestrekening zijn geboekt. Gevraagd wordt: a. Door welken memoriaal- en welken journaalpost wordt de gemaakte fout hersteld? b. Hoe komt de Effectenrekening op de Verhes- en winstrekening en hoe op de balans voor? c. Hoe sluit men het Effectenboek af en hoe opent men het weder? (§ 54.) Opgaven 9 de reeks. (Theorie pag. 147—161.) 73. Hoe brengt men het volgende op den inventaris? De nominale waarde der te innen wissels in eigen geld bedraagt / 20.000,—. De contante waarde beloopt / 19.850,—. (§ 72.) 74. De rekening „Te innen wissels in vreemd geld" heeft een debetsaldo van / 23.600,—. De contante waarde der aanwezige wissels is / 23.400,—■. Wat moet op den inventaris worden geboekt ? (§ 75. De rekening „Exploitatie s.s. Olga" heeft een creditsaldo van / 7000,—. Er is nog ongeboekt: vracht / 300,— en onderhoudskosten / 800,—. Wat boekt men hiervan op den inventaris? (§ 74.) 76.i) Op de saldibalans eener stoomvaartmaatschappij heeft de rekening „Assurantie eigen risico" een creditsaldo van / 170.000,—. De ') Zie aant. 20? nog niet verdiende premie (= premie der loopende reizen der schepen) bedraagt / 10.000,—. Het batig saldo gaat voor 8/4 naar de Assurantie-reserve, die op de saldibalans met / 60.000,— voorkomt en voor de rest naar de Verlies- en winstrekening. Gevraagd wordt: a. de rekening „Assurantie eigen risico" samen te stellen; b. aan te geven, welke bedragen op den inventaris zullen worden opgenomen. (§ 74.) 77. Wat boekt; men van hét volgende op den inventaris? „Goederen •in' 1/i tekening-niét A en B" komt op de saldibalans voor met een debetsaldo van ƒ 20.000,—. De zelfkostende prijs van de partij, waarvan nog geen verkooprekening is opgemaakt, bedraagt ƒ 25.000,—. „Goederen in compagnie met A en B" staat op de saldibalans credit voor / 40.000,—. De voorgeschoten onkosten bedragen / 500,—. Over de verkoopen is 2% provisie te berekenen. (§ 75.) 78. Wat boekt men op den inventaris van de volgende intresten? Disconto van Te innen wissels / 250,—. Disconto van Te betalen wissels . . . . „ 300,—. Rente van Prolongatie u/g . . . . . . . ,, 40,—. Rente van Prolongatie o/g ,, 25,—. Diseonto van debiteuren ,, 100,—. Disconto van crediteuren ,, 150,—. (§§ 72, 75.) 79. Wat boekt men op den inventaris van*de volgende onkosten? Vooruitbetaalde inkomstenbelasting / 75,—. Nog verschuldigde personeele belasting . . . . ,, 35,—. Nog verschuldigte kantoorhuur ,, 110,—. Onkosten op Goed. van N.N. te X „ 250,—. Onkosten op Goed. in compagnie met A & B . „ 200,—. (§§ 72, 75.) 80. Hoe brengt men het volgende op den inventaris? De rekening „Goederen in commissie" heeft een creditsaldo van ƒ 25.000,—. Onverkocht is nog een partij, waarvan de waarde op / 10.000,— kan worden gesteld. De voorgeschoten onkosten beloopen / 400,—, terwijl de provisie 172% bedraagt. (§ 76.) 211 3. door den magazijnmeester is dubbel geboekt een verkoop .van SmrK.G. * ^"Het verschil, dat na herstel dezer fouten tusschen den boekvooiraad en den inventaris bestaat, wordt toegeschreven aan indroging, overwioht enz. en is daarom af te schrijven. Welke boekingen moeten verricht worden? 88. Een koopman houdt zijn boeken volgens de maandehjksche methode. Zijn debiteuren en zijn crediteuren worden in een totaal bedrag aan het einde van elke maand uit de dagboeken overgebracht op de rekening „Personen" in het grootboek, en in dep loop der maand eveneens uit die dagboeken in het rekeningcourantboek (Debiteuren- en Crèditeurenboek) op de verschillende rekeningen geboekt. Na het opmaken van de saldolijsten der debiteuren en der crediteuren, uit het rekening-courantboek getrokken, bhjkt, dat het saldo dezer lijsten niet overeenstemt met het saldo „Personen" uit het grootboek. Bij het nazien worden de volgende fouten gevonden: a. A. is in het Rek.ct.boek (Debiteuren- en Crediteurenboek) gecrediteerd voor / 412,16; moet zijn / 421,16. b. B. is in het Rek.ct.boek gecrediteerd voor / 250,—, voor welk bedrag hij gedebiteerd moest worden. c. C. staat in het Rek.ct.boek terecht gecrediteerd voor / 100,—, intrest; later bij betahng van dit bedrag is geboekt: Intrest aan Kas / 100,—. 6 d. De Privé-rekening, welke hij in het Rek. ct.boek wenschte opgenomen te zien. en daarin dan ook voortkomt met het debetsaldo van / 2500,—, is in het grootboek geboekt onder „Huis. houding". e. De som der verkochte goederen over Juni is / 3468,20, terwijl de onjuiste telling in het verkoopboek is / 3568,20. Met welke boekingen in Rekening-courantboek, Journaal en Grootboek worden deze fouten hersteld ? 89. Geef de boekingen in het journaal ter verbetering van de volgende, op 31 December 1905 aan het hcht gekomen abuizen: L Verkoopboek (tabellarisch, met kolommen voor Goederen, Goederen in commissie en Goederen in compagnie). a. Op 20 Juh 1905 werd een verkoop van eigen goederen ad / 2100,70 in de kolom voor Goederen in commissie geboekt. b. Op 20 Augustus 1905 werd verzuimd een verkoop van Goederen in compagnie ad / 3204,55 te boeken. H* 212 c. Op 30 September 1905 werd een verkoop ad / 4440,50 van Goederen in commissie in de kolom voor Goederen geboekt met / 4444,50. II. Inkoopboek. Op 30 Juni 1905 werd hierin een verkoop van eigen goederen ad / 12.100,40 geboekt. III. Kasboek (waarnaast een onkostenboekje wordt gehouden); de kas wordt wekelijks opgemaakt en eventueele kasverschillen worden onmiddeüijk op Kasverschillen afgeboekt. a. Op 25 Maart 1905 werd als ontvangst geboekt met omschrijving „Goederen" de opbrengst van een partij ad / 3204,45, welke als verkocht aan P. Jansen in het verkoopboek voorkomt, zonder bemerking: per kas ontvangen. b. Het saldo op 29 September 1905, groot / 1212,96, werd overgebracht met / 1221,96 en het verschil, waarvan de oorzaak niet werd ontdekt, bij de eerstvolgende kasopmaking afgeboekt. c. Het onkostenboekje, eindigende 22 September 1905, is / 10,— te laag geteld. d. Op 31 October 1905 werd de aflosing eener Beleening o/g ad / 10.000,—, benevens de rente ad / 100,—, op naam van den bankier M. Satijn geboekt. (Vereeniging van Leeraren, Najaar 1906.) 90. Saldibalans op 31 December 1906. 1 Fabrieksgebouw / 60.000,— I 2 Weefgetouwen enz ,, 35.000,— 3 Katoen „ 10.000,—[ 4 Kas 1.000,-1 6 Salarissen ,, 2.500,— 6 Arbeidsloon wevers „ 8.000,— 7 Kolen „ 1.500,— 8 Madapolams ,, 25.000,— 9 Onkosten I „ 4.000,— 10 Katoenen garens ,, 15.000,— 11 Arbeidsloon spinners „ 7.000/— j 12 Machines „ 12.000/ I 13 Te innen wissels ,, 5.000,— 14 Debiteuren | „ 8.000, 15 Crediteuren I •ƒ 31.500, 16 Te betalen wissels 10.000 17 Dikkers, kassier ,, 8.000, 18 Hypotheek . " L. „ 30.000,— 19 Kapitaal . 104.000- 20 Privé „ 3.000,— 21 Intrest I 500 22 Afschrijving op fabrieksgeb. .... (J 10.000, 23 ,, ,, weefgetouwen. ... „ 15.000, 24 „ „ machines „ 5.000, / 205.500,— ƒ 205.500 — 213 1. Afschr ij ven 4%. 2. Afschrijven 8%. 3. Taxatie / 11.000,—. 7. Voorraad / 300,—. 8. Taxatie / 28.000,—. 9. Nog te betalen ƒ 500,—. 10. Taxatie / 19.000,—. 12. Afschrijven 8%. 15. In het crediteurenboek komen eenige Engelsche crediteuren voor. Het creditsaldo daarvan bedraagt £ 125/., vaste koers / 12,12 per £ en het creditsaldo der rekeningen in Hollandsen geld / 30.000,—. 18. Ongeboekte rente ƒ 150,—. Algemeene Herhaling. 91. L Ter incasso gegeven aan het postkantoor, alhier, 50 quitanties, bedragende totaal / 418,6072. Betaald aan rechten ƒ 2,50. II Afrekening ontvangen van een borderel postquitanties bedragende / 418,60V2 Onbetaald retour ,, 37,74 Betaald / 380,86V2 Verschuldigd recht ,, —,90 Ontvangen / 379,9672 Geef de boekingen in: a. het kasboek, 6. het journaal, c. het debiteurenboek. 92. I. Een bloemboUenhandelaar heeft prijscouranten in de Fransche, Duitsche en Engelsche taal en munt in het buitenland verspreid, opdat het publiek zijn prijzen gemakkelijk zal kunnen vergelijken met die zijner buitenlandsche concurrenten. Hij boekt alle bestellingen in een tabellarisch verkoopboek, waarin voor elke valuta een kolom is geopend (§ 2), en herleidt maandelijks de verkoopen tegen de vaste koersen / 0,48, ƒ 0,59 en ƒ 0,60 (per shilling). Wat journahseert hij, wanneer hij in een maand heeft geleverd: aan Fransche afnemers voor . fr. 10000,— aan Duitsche afnemers voor . R.M. 20000,— aan Engelsche afnemers voor . £ 1000 /. 214 II. Hij ontvangt in postwissels, ter voldoening van diverse vorderingen, totaal fr. 800,— = f 386,— en verkoopt aan de Hillegomsche Bank diverse wissels, ontvangen van Duitsche afnemers totaal R.M. 1000,— a 58,90 = / 589,—. Geef de boekingen in: a. het kasboek, b. het bankboek, c. het debiteurenboek, d. het journaal. 93. A. de Hoop koopt van J. van Traa 1000 balen Koffie voor / 40.000,— voor gemeenschappelijke rekening met W. de Hoop en E. van Schouten, ieder voor Va- Onkosten / 500,— Provisie "■7i% = / 607,50. Wat boekt ieder der deelnemers? 94i). 1 Januari 1907. Het kapitaal, waarmede ik heden mijn boekhouding begin, bedraagt / 40.000,—. De bezittingen en schulden zijn: a. een huis aan de Hoogstraat no. 725, waarde volgend taxatie ƒ 25.000,—, belast met een eerste hypotheek van de Rotterdamsche Hypotheekbank, groot / 15.000 — a 4%, vervaldagen der rente 1 April en 1 October; b. vorderingen op A. Mooi / 3000 — B. de Jong „ 2000,— c. ƒ 10.000,— 3% Nat. Werk. Schuld a 9074%. Coupon V» Vr d. het saldo in contanten. 95. 1. 10 Mei. Factuur ontvangen van J. Hoffman, Hamburg, over 600 roUen Varinastabak, voor gezamenlijke rekening met hem, J. Macculloch en mij, ieder voor 7,. De partij is aan J. Macculloch ten verkoop verzonden. Inkoop R.M. 40.000,— Onkosten „ 900,— R.M. 40.900,— Provisie 1% „ 409,— R.M. 41.309,— Is voor ieder R.M. 13.769,67, a 59 = / 8124,10. *) Zie aant. 215 II Advies ontvangen van J. Hoffman, Hamburg, dat hij ter inning van zijn vordering, groot R.M. 13.769,67, voor mijne rekening getrokken heeft op J. Macculloch £ 674.19.8 per 7 Aug. III. Verkooprekening ontvangen van J. Macculloch te Londen, over bovenstaande partij tabak. Bruto provenu £ 2400.—.— Onkosten £ 120.—.— Provisie 1% „ 24.—.— „ 144—.— £ 2256.—.— Is voor ieder £ 752.—.— a 12,10 = ƒ 9099,20. 96. De rekening „Reederij Mercurius" staat gecrediteerd voor ƒ 40.000,— vracht en gedebiteerd voor diverse kosten, totaal / 10.000,—. In rekening te brengen: Rente over de uitrustingskosten / 250,—. Provisie 2% over de vracht. Het saldo wordt, na tot een 1000-voud afgerond te zijn, verdeeld onder H. de Jong 74, B. Booy 74, O Boer 74 en eigen aandeel 74. 97. Vermist van de partij tabak, in commissie ontvangen van W. Roscher, te Bremen, 1 pak. Ik vergoed daarvoor aan hem / 50,—, zijnde de waarde op heden. 98. 10 Juh. Ontvangen ten verkoop van L. Child, Londen, een wissel op J. Vermaas, alhier, groot / 10.000,— per 13 Augustus, met order het netto provenu afgerond tot een duizendvoud voor zijn rekening a deposito te plaatsen bij de Credietbank, alhier, en het restant te zijner beschikking te houden. Bedrag van den wissel ƒ 10.000,— ,af 36 d. disconto a 3% ƒ 30,— Provisie 74% „ 24,93 Courtage 1%q „ 9,97 „ 64,90 ~~J" 9.935,10 Den wissel zelf in disconto genomen en / 9000,— gestort bij de Credietbank. 218 II. 11 Jan. Advies ontvangen van St. Mill, Londen, dat hij in dato 7 Januari op mij getrokken heeft per 3/m. na dato, voor gemeenschappehjke rekening met hem, H. Rodbertus en mij, ieder voor Vs de volgende wissels: £ 500 /. o/Londen and Country Bank, £ 610 /. eigen. Geaccepteerd a 12,10 = / 13.431,—. III. 15 Jan. Ontvangen uit Londen bovenbedoelte 500 balen Santoskoffie. Onkosten bij aankomst: Vracht / 298,45. Lossen, bezorgen, enz. / 75,—. IV. 7 April. Betaald in een aanwijzing op de Credietkas, alhier, de in dato 7 Jan. door St. Mill te Londen getrokken traites, groot £ 1110 /. a / 12,10 == / 13.431,—. V. 25 Februari. Verkocht aan H. van Klaveren, Amsterdam, 100 balen Santoskoffie van de partij in derde rekening met St. Mill, Londen, en H. Rodbertus, Berhjn, op 3/m. promesse, / 2800,—, zegel / 1,50. 20 Maart. Aan J. ten Hoonte, alhier, 200 balen voor / 5650,— a contant. 30 April. Aan M. Morin, Dordrecht, op 3/m. promesse 200 balen a / 5600,—, zegel ƒ 3,—. VI. 1 Mei. Verkooprekening gezonden aan St. Mill, Londen, en H. Rodbertus, Berhjn, over de door mij voor gezamenlijke rekening verkochte 500 balen Santoskoffie. Bruto provenu / 14.050,— p. 24 Mei Onkosten / 420,— Intrest. 24 d. (7 April—1 Mei van 1 ƒ 13.431,— I » -o/ oq «k 23 d. 1 Mei—24 Mei van I /0 " ' / 14.050 —J Provisie 1% „ 140,50 „ 650,15 Netto provenu / 13.399,85 Is voor ieders Vs / 4466,62. 103. 10 Mei. Betaald in een aanwijzing op de Credietbank, alhier, de in dato 15 Februari j.1. geaccepteerde traite van J. Overstone te Londen, groot £ 300 /., getrokken voor gezamenlijke rekening van hem, P. Pagini te Milaan en mij, ieder voor Vs- Koers 12,10. 104. Advies ontvangen van F. Flörke & Co. te Bremen, dat zij de 58 kisten indigo, hun den 15 Augustus per stoomboot „Bismarck" toegezonden, niet tegen de door mij gestelde limiet kunnen verkoopen. 219 De hun toegezonden factuur bedraagt / 16.456,75, de door ben berekende onkosten R.M. 184,90. Op. mijn order hebben zij deze kisten gezonden aan V. Maroslaw te Petersburg, waarvoor zij aan vracht R.M. 62,75 betaalden. Voor de gemaakte kosten ad R.M. 247,65 geef ik hun dekking in mijne zichttraite op de Bremer Bank a 59,50. 1051). Op 20 Oct. j.1. zond ik ten verkoop aan Adam Tudor & Co. te Londen een partij van 1000 balen Java-koffie, door mij ingekocht voor gezamenlijke rekening van J. Kautz te Bremen, Ch. Ie Bon te Marseüle en mij, ieder Vs en waarvan de bezorging van den verkoop reeds vroeger mij was opgedragen^ De bijgevoegde inkoopsfactuur bedroeg / 68.214,60. Heden verkooprekening ontvangen van Adam Tudor & Co. over de helft der partij ten bedrage van £ 2866.10.—. De andere helft is op mijn last door hen aan J. Rau te Hamburg ten verkoop gezonden. Voor kosten van verzending berekenen zij. £ 50.8.6. Koers: Londen k/z 12,10. ,t Gevraagd de boeking op 20 October en op heden. 106. Ë Overgedaan aan Pinas & Co. mijne vordering, groot / 25.000,— op detf failliten boedel van H. ter Gouw, alhier, voor 60%. Het bedrag in contanten ontvangen. II. Wat boeken Pinas & Co. van dezen post? III. En wat als de uitkeering 70% bedraagt en zij dit bedrag per kas ontvangen. 1071). I. Overgenomen van de Vries & Co. hun agentuur & commissiehandel. Voor koopprijs van hun agenturen betaal ik hun f 5000,— en voor 't recht hun firmanaam te voeren / 1000,—. II. Betaald aan mijn reiziger P. Tusschenbroek als voorschot op de hem komende provisie / 25,—. III. Ter incasso ontvangen van Gebr. Kolk te Groningen onderstaande kwitantiën: W. Dormolen, alhier .... / 130,— M. Krebaum, alhier ... „ 300,— J. de Graaf, alhier. ... „ 60,— waarvoor zij mij in rekening-courant debiteeren. !) Zie aant. 220 IV. In contanten ontvangen van M. Krebaum / 300 — J. de Graaf „ 60,— V. Als oninbaar geretourneerd aan Gebr. Kolk hun kwitantie op W. Dormolen / 130,—. VI. Te debiteeren Gebr. Kolk voor incassoloon V*% van / 360,— = ƒ 1,80. VII. In depot ontvangen van H. Fettweis te Keulen 50 balen koffie. Betaald voor vracht / 4,— en sleeploon ƒ 1,50. VIII. Van bovenstaande partij voor eigen rekening genomen 10 balen koffie a / 780,—. IX. Verkocht aan J. de Groot voor rekening van H. Fettweis te Keulen 40 balen koffie a / 3300,—. X. Met goedkeuring van H. Fettweis een reductie toegestaan aan J. de Groot op de factuur over bovenstaande balen a / 60,—. XI. Factuur gezonden aan Gebr. Kolk over de mij komende provisie over door mijn bemiddeling gesloten verkoopen ƒ 250,— en porti / 10,—. XII. Te crediteeren mijn reiziger W. van Riet voor provisie a / 50,—. XIII. Heden geopend mijn filiaal te Amsterdam, waaraan verzonden diverse goederen a / 4000,—. • XD7. Betaald voor huur van mijn filiaal te A. / 100,— en remise gezonden in contanten aan den filiaalhouder B. Dirksen voor te maken onkosten / 80,—. XV. Opgaaf ontvangen van mijn filiaal te A. over de in de vorige maand verkochte goederen a / 1534,—, welk bedrag door B. Dirksen werd geremitteerd. XVI. Factuur gezonden aan Gebr. Kolk over te hunnen behoeve gemaakte reclame a / 175,—. XVII. In rekening gebracht aan Gebr. Kolk <ƒ» aandeel in de huur van mijn filiaal te A. / 50,—. XVIII. Betaald aan B. Dirksen zijn salaris over de afgeloopen maand / 100,—. XIX. Wat boekt het filiaal van.de posten XIII, XIV, XV? 1081). I. Geïntervenieerd voor J. Macleod, Londen zijn traite op K. van Someren, alhier, waarvan de betahng.door den betrokkene is geweigerd. Wisselbedrag / 6000,— Protestkosten enz. „ 6,50 / 6006,50 Betaald aan J. van Zutfen, den houder van den wissel, in contanten. ') Zie aant. 232 Rotterdam, 30 Januari 1900. VI- I Jan. o0 Herverzekerd bij de Assurantie Mij. „Rotterdam" / 20.000,— op de „Ada van Holland" 1% / 200,— Courtage 10% „ 20,— f 180,— i Commissie 5% 9 i) '- H / 171,— vn. Mrt. 30 Goedgekeurd de Schaderekening van de makeI laars Sluiters & Co., over het s.s. „Ada van Holland". Het s.s. is d.d. 15 Februari te Cuxhaven binnengesleept met een gebroken schroefas. De schade bedraagt 13,21% . „ 7926, VIH. Ontvangen van réassuradeuren 13,21% van / 20,000,— . „ 2642,— ' IX. | '— ■ . 1 April. 16 Verzekerd / 12.000,— op het s.s. „Zeeleeuw" I voor 12 m. 15 April 1900—1901 a 6%, courtage 10%, netto 5,4% . . „ 948,— Per makelaar Postman. X. , I Herverzekerd op s.s. „Zeeleeuw" bij de „CSe " des Assurances d'Anvers" te Antwerpen / 5000,— a 6%, Courtage 10% . . . / 270,— | Onze commissie 5% „ 13 50 XI. I „ 256,50 Sept. 10 jjet stoomschip „Zeeleeuw" heeft 2 maanden op de werf gelegen. Wij vergoeden voor restitutie van premie 0,8% (0,4% per maand) I f 95, Per Postman. XII. Gedebiteerd de „Cie des Assurances d'Anvers" voor gerecouvreerde restitutie van premie voor 0,8% van / 5000,— Jj 40 _ xm. Dec. 17 Het stoomschip „Zeeleeuw" is in aanvaring geweest met het s.s. „Calliope". Wij vergoeden aan de eigenaars der „Zeeleeuw" voor reparatiën volgens begrooting, opgemaakt door experts, 45 % 6400 Betaald. Met de eigenaars van het s.s. „Calliope" beginnen de gezamenlijke assuradeuren te Londen een proces. *) Zie post ni en IV. 233 Rotterdam, 17 December 1900. XIV. Gedebiteerd de „Cie des Assurances d'An- Dec. 17 vers" te Antwerpen voor gerecouvreerde schade 45% van / 5000,— / 2250,— XV. Mei. Het proces tegen de eigenaars van het s.s. „Calliope" is door ons gewonnen. Ons wordt voor ons aandeel vergoed J 40% van / 12.000,— J ,. 4800,— Ontvangen per kas. XVI. Remise gezonden aan de „Cie des Assurances d'Anvers" voor haar aandeel in bovenstaande vergoeding 40% van ƒ 5000,— 2000,— 140. I. '10 April 1914. Advies ontvangen van J. Herman te Keulen, dat hij op mij getrokken' heeft, ter inning van zijn factuur in dato 5 dezer, R.M. 20.000,— per 5 Juh, met verzoek de bijgevoegde traite geaccepteerd terug te zenden. Hieraan voldaan. Koers 59,10. II. 1 Juni. OnvUngen van J. Herman, Keulen, zijn traite op mij R.M. 20.000,—, door mij den lOden April geaccepteerd, met verzoek den wissel te verdisconteeren en het netto, provenu in k/z wissels voor zijn rekening over te maken aan J. Carey, Londen. Den wissel zelf in disconto genomen. R.M. 20.000 — a 59,10 = / 11.820,—per 5 Juh af 36 d. a 4% „ 47,28 ƒ 11.772,72 Courtage 1%,, / 11,77 Provisie 78% „ 14,72 26,49 / 11.746,23 III. 2 Juni. Getrokken op J. Malthus, Londen, een k/z wissel, groot £ 970.15.3 a 12,10 = / 11.746,23 en dezen wissel voor rekening van J. Herman, Keulen, geremitteerd aan J. Carey, Londen. 234 141. Ontvangen van H. Masson, alhier, voor rekening van H. Brown, te Londen, / 15.000,— in contanten. Van dit bedrag strekken / 10.000,— tot voldoening mijner factuur van 10 dezer, terwijl de rest in mindering moet gebracht worden van een traite, die H. Brown eerstdaags op mij zal afgeven. 1421). Ontvangen van H. v. d. Borden, alhier, op rekening van mijn vordering óp hem, groot ƒ 8000,—, / 7000,— in contanten en tot zekerheid der betahng van het ontbrekende zijn polis van levensverzekering, gesloten bij de Nationale Levensverzekering-Bank, alhier. De contante waarde der pohs is / 4500,—. 143. 6 April. Ontvangen van J. Crawford te Londen een wissel op K. Boerkamp, alhier, groot / 6000,— per 10 Mei, met order dezen te verdisconteeren en van het netto provenu af te houden, hetgeen hij schuldig is als borg van H. André, alhier, van wien ik ƒ 5000,— te vorderen heb, benevens de (ongeboekte) rente over dit bedrag gedurende 4 maanden a 6%. Over het saldo zal later worden beschikt. Den wissel verdisconteerd a 3%. 144. Overgenomen de zaak van H. Meeuwis, Kassier en Commissionnair in Effecten, alhier, op onderstaande balans. Kas / LI 58.07 vi Crediteuren / 24.500,73 Coupons „ 415.81 VJ Deposito's , 32.009,27 Debiteuren . . . . „ 300,43 1 Intrest •„ 553,67 Wissels „ 8.090,66l/J Deb. in Rek. court. . „ 16.755,16 Kapitaal ....... 30.946.52VJ ƒ 57.663,67 / 57.663,67 Met*H. Meeuwis overeengekomen, dat hij / 25.000,— in contanten zal bijpassen en het restant van het tekort zal beschouwd worden als koopprijs der relatiën. De / 25.000,— per kas ontvangen. *) Zie aant. 238 153. Saldibalans van de handelszaak van J. de Vries op. 30 Nov. 1896. 1 Kapitaal ƒ 80.000,— 2 Kas / 15.240,96 5 A. Salmon, Londen, m/r „ 3.612,24 8 Goederen in commissie „ 4.446,52 13 Wissels in vreemd geld „• 15.480,43 16 Wissels in eigen geld „ 19.514,07 20 Goederen 60.247,89 23 Debiteuren 25.729,11 29 Crediteuren „ 36.712,10 30 Intrest , 1.972,16 32 Onkosten „ 6.211,33 35 Te betalen wissels „ 24.723,82 37 Commissie „ 1.456,15 40 Goederen in consignatie „ 18.417,15 44 J. Kantz, Berlijn, m/r ....... „ 417,56 45 Ch. Ie Bon, Marseille, z/r „ 8.469,79 48 Credietkas . . . „ 10.200,— ƒ 166.425,94j / 166 *25,94 r 5. A. Salmon, Londen, m/r. Debet £ 306.4.6 a 12,08. 8. Nog te boeken provisie / 89,60. Nog te boeken onkosten / 312,54. Waarde van den nog aanwezigen voorraad ƒ 2.460,35. 13. Contante waarde / 15.315,38. 16. Contante waarde / 19.370,14. 20. Schatting / 68.342,69. 23. Op deze rekening komt voor een dubieuse vordering van / 4312,94, waarop 40% te reserveeren voor vermoedehjk verhes. Contante waarde der overblijvende vorderingen / 21.296,08. 29. Verschil der nominale en der contante waarde / 201,18. 30. Nog ongeboekte verschuldigde intrest / 157,12. Nog ongeboekte te goed komende intrest / 227,16. 32. Nog ongeboekte verschuldigde onkosten / 470,62. 35. Contante waarde / 24.514,54. 37. Nog te verrekenen met Ch. Ie Bon, te Marseille, hem te veel berekende provisie ten bedrage van / 17,34. 40. Berekende waarde van de voorradige goederen / 17.743,26. 44. J. Kantz, Berhjn, m/r. Credit R.M. 54,16 a 59,30. (Staatsexamen 1897.) 242 160. Stel uit de volgende gegeven» de saldibalans samen. Kapitaal / 50.000,— Debiteuren „ 15.000,— Crediteuren „ 10.000,— Te innen wissels ,, 2.500,— Te betalen* wissels ,, 2.500,— Kantoorbehoeften 1.000,— Onkosten „ 5.000,— Erfpacht „ 2.500,— Afschrijvingen ,, 500,— Voorraad 1 Januari 19091) .... „ 15.000,— Inkoopen „ 100.000,— Verkoopen „ 110.000,— Kortingen toegestaan door crediteuren ,, 5.000,— Kortingen toegestaan aan debiteuren ,, 2.000,— Kas , 3.000,— Werktuigen „ 2.000,— Deposito- en Disconto-Bank ... ,, 30.000,— 161a). De Surinaamsche Mijnbouwmaatschappij ontvangt van haren vertegenwoordiger te Paramaribo de volgende gegevens, welke in de boekhouding te Amsterdam op rekening gesteld worden. Wat zal de boekhouder te Amsterdam naar aanleiding daarvan te boeken hebben? Kasstaat (vermeldende de boekingen in het kasboek te Paramaribo, voorgevallen in de maand Mei, tot rubrieken vereenigd). Saldo vorige maand ƒ 1.000,— Geldzendingen. Remise uit Europa „ 20.000,— Delegatiën. Stortingen van Europeesch personeel, uit te betalen in Europa .... „ 2.000,— Verkoop van goederen. Verkoop van goederen aan personeel „ 500,— Verkoop van goederen aan derden „ 300,— Restitutie. Restitutie van voorschotten in Nederland verstrekt ,, 1.000,— ') Deze en de vier volgende rekeningen komen speciaal in Engeland veei voor. *) Zie aant. 243 UITGAVEN. Hoofdstuk I. Algemeene uitgaven. Beheer in Suriname. Salarissen ƒ 1.845,— Port, telegr., zegels ,, 45,-— Kantoorbediening ,, 25,— Huur van kantoor en woningen . . ,, 100,— / 2.015 — Hoofdstuk II. Réis- en verblijfkosten. Reiskosten ingenieur naar Europa . „ 400,— Hoofdstuk III. Onkosten op geldzendingen. Commissieloon ,, 2,50 Hoofdstuk IV. Geneeskundige hulp. Behandl. v. personeel en arbeiders . „ 60,— Verpleging in het Hospitaal ... ,, 40,— 100,— Hoofdstuk V. Riviertransport. Salarissen ƒ 100,— Arbeidsloonen „ 1.200,— Huur, bootvracht, enz ,, 2.000,— „ 3.300,— Hoofdstuk VI. Landtransport. Salarissen ƒ Arbeidsloon ,, 400,— 400,— Hoofdstuk VII. Eigenlijke exploitatie. Salarissen / 200,— Arbeidsloon „ 2.000,— - „ 2.200,— Hoofdstuk VIII. Permanente werken. Aanleg en onderhoud wegen. ... ,, 600,— Hoofdstuk IX. Gebouwen én woningen. Aanmaak tijdelijke gebouwen . . . ƒ 125,—■ Reparatiën . ,, 85,— „ 210,— Hoofdstuk X. Machinale installatie. Aankoop machines. Reiskosten ingenieur ,, 980,— Hoofdstuk XI. Magazijnvoorraad. Onkosten op goederenzendingen uit Europa ƒ 40,— Goederen in Suriname gekocht . . ,, 2.000,— Onk. op goed. in Suriname gekocht. „ 30,— „ 2.070,— , 16* 244 Hoofdstuk XII. Magazijnonkosten. Salarissen ƒ 100,— Arbeidsloonen ,, 20,— Emballeeren ,, 15,— Reparatiën ,, 20,— 155 — Hoofdstuk XIII. Voorschotten. Aan personeel in geld „ 1.200,— / 13.632,50 De boekingen, wat betreft Hoofdstuk I—X geschieden alle in één bedrag op de rekening Exploitatie. In een apart daarvoor aangelegd boek worden ze afzonderhjk op de hoofden gesteld. Voor remises de Surinaamsche Bank te crediteeren, die van Amsterdam uit eerst gedebiteerd wordt. Voor Hoofdstuk XI, XII en XIII komen afzonderhjk hoofden in het grootboek voor. 162. Betaald aan de Rotterdamsche Bank als borg voor de Katoenspinnerij „Nijverheid" / 15.000,—. Voor de nog verschuldigde / 10.000,— verleen ik hypotheek van ƒ 7500,— op mijn huis en geef verder in onderpand 4 Obhg. N.W.S. 3%. (Staatsexamen.) 1631). 5 November. Gekocht van B. Stanf ord te Londen 300 balen Ceylon Koffie ad £ 3620.3.8 a / 12,10 k/z = / 43.804,21. Deze koffie is door mij ten verkoop gezonden aan C. Junghun te Bremen. De onkosten op de verzending bedragen / 195,79. Met C. Junghun overeengekomen, dat hij voor 2/s deel m deze partij nemen zal = ƒ 17.600,—. In verband met bovenstaande det lname is door mij aan B. Stanf ord last gegeven om voor £ 700 = / 8470, — van zijne vorderingen op C. Junghun te trekken. (Mercurius-Examen, Najaar 1887.) 164. 6 Maart. Door Chs. Morin te Melbourne is aan mij afgezonden een lading wol, waarvan de factuur bedraagt, inclusief zijne commissie ad 2%, £ 11.245 9/8. Voor dit bedrag is door hem ingevolge mijn order eene traite afgegeven op de Austrahan Trade Bank te Londen, groot £ 10000 /. o/B. Thoms per 6 Mei. De factuur wordt door mij geboekt a / 12,06 = ƒ 135.620,13; de traite tegen den koers van / 12,10 = / 121.000,— aangenomen. (Idem, Najaar 1888.) l) Hier volgen ter verdere oefening eenige opgaven, meerendeels ontleend aan de praktijk-examens. Ieder, die een dezer examens wil afleggen, raden we aan door te werken „Het Boekhouden op onze Examens" door A. B. A. v. Ketel en L. v. Horssen, waarin de voornaamste exanïen-opgaven naar typen zijn gerangschikt. 245 165. 2 Juni. Getrokken op E. C. Cowan te New-York, aan eigen order, een wissel groot $ 4252,60 per 22 Juli ter verrekening van: $ 1000,— voor £ 205.8/9 = / 2480,—, die ik te vorderen heb van E. Jones te Londen en die hij mi]* verzocht op New- York te trekken; ,, 8942,60 voor / 22.177,65, die ik van Cowan te vorderen heb op de zijne rekening. $ 9942,60 „ 5690,— en na aftrek van $ 5690,—, die ik hem schuldig ben op de mijne rekening. $ 4252,60 a 2,48 / 10.546,45. (Idem, Voorjaar 1889.) 166. 22 November. Remise ontvangen van Wellman & Co. te Bremen, in een wissel, groot ƒ 21.000,—, per 19 Januari op de Nationale Handelsvereeniging, alhier, met order dezen te verchsconteeren en het netto provenu aan te wenden tot aflossing van, en interestbetaling op, eene door mij op 25 Augustus 1.1. voor hun rekening gesloten beleening bij de Spaarbank van de Maatsch. tot Nut van 't Algemeen, alhier, groot ƒ 20.000,—, rentende 3V2%, op onderpand van 50 obhgatiën 3% Portugal ad £ 100 /.. De wissel wordt door mij bij de Nationale Handelsvereeniging (de betrokkene) tegen 2% met 60 dagen verdisconteerd en het provenu ad ƒ 20.930,— aangewend tot aflossing van bovenstaande beleening ad ƒ 20.000,— en rente ad / 125,—. (Idem, Najaar 1889.) 167. 1 Juni. Ingetrokken mijn traite op Euler & Co. te Berlijn, voor mijne rekening, R.M. 20.000,— per 8 Juni a.s. aan de Discontogesellschaft, aldaar, ter incasseering gezonden en bij de trekking geboekt a ƒ 58,60 ƒ 11.720,—. Daar de betrokkenen 3 maanden uitstel aangevraagd hebben tegen een rentevergoeding a 4%, breng ik hun in rekening: Den ingetrokken wissel R.M. 20.000,— Provisie van de Discontogesellschaft ... „ 25,— 3/m. rente a 4% „ 200,— Kleine onkosten ƒ 5,85 . • . „ 10;— Samen R.M. 20.235,— voor welk bedrag ik op hen trek per 8 Sept. aan de order van de Rotterdamsche Bank a / 58,50 . . . ./ 11.837,47V2. (Idem, Voorjaar 1890.) 246 168. 6 Juni. Afrekening ontvangen van D. Turpin te Londen over door hem op 4 Juni voor mijn rekening verkochte fondsen, 30 stuks 3% Portugal a £ 100. Coupon Vi— 7? a 395/8% £ 1188.15.— 25 stuks 3% Noorwegen 1881 a £ 100. coupon 78—78 a 877,% . „ 2187.10.— £ 3376. 5.— Commissie 7„% . . „ 6.17. 6 £ 3369. 7. 6 Volgens begeleidend schrijven zal £ 500 van dit bedrag strekken tot verrekening van de door mij in dato 4 Juni op hem voor zijn rekening getrokken traite, terwijl het overige door hem in mindering wordt gebracht van de £ 3000 = fr. 75.600,—, door hem voor mijn rekening op 3 Juni aan A. Mehne & Fils te Parijs geremitteerd. £ 500 ... a 12,10 / 6.050,— „ 2869.7.6 a 12,10 ,, 34.719,44 (Idem, Voorjaar 1891.) 169. 5 December. Advies ontvangen van Triboulet & Co., Marseille, dat zij 300 balen Rio koffie* - die zij den 30sten September per ,,Margot Cécile" uit Rio Janeiro van de firma Mac Berhoz voor onze rekening ten verkoop ontvingen, niet tegen onze hmite kunnen verkoopen. De hun gezonden factuur bedraagt / 17.623,95, de door hen berekende onkosten frs. 421,56. Deze balen terugontvangen en Triboulet & Co. voor de onkosten gedekt in onze traite op de Banque Méridionale. De traite, door ons d.d. 5 October op Triboulet & Co. getrokken, groot frs. 35.000,— per 5 December, wordt op onze order door bovengenoemde bank geïnterveniëerd. Frs. 421,56 = / 202,35; frs. 35.000 = / 16.800,—. (Idem, Najaar 1891.) 170. Ontvangen van L. Baurn te Hannover diverse effecten tot zekerheid van een door hem op ons in blanco getrokken wissel, groot R.M. 20.000,—, per 15 Juh aan de order van de „Barmer Bankverein", welke wissel door hem op den vervaldag zal worden gedekt. Deze wissel, ons heden door den houder, E. de Groot, alhier, ter accept aangeboden, is door ons wegens onvoldoend onderpand voor R.M. 15.000,— a 59,40 = / 8910,— geaccepteerd. Voor het ontbrekende heeft de houder protest tegen ons doen opmaken. (Idem, Voorjaar 1893.) 247 171. Verkocht aan G. de Haas, voor rekening van L. Baurn te Hannover, de aan ons tot zekerheid gegeven effecten, wegens voortdurende dahng van den koers. Hun opbrengst bedraagt / 7325,—. Per kas ontvangen. Voor het tekort komende aan de vereischte dekking van ons accept en met order, om bij vertoon den geheelen wissel ad R.M. 20.000,— = ƒ.11.880,—te voldoen, verleent hij pandrecht op 100balen Santos koffie, die hij heeft hggen onder het „Blauwhoedenveem", alhier, waarvan hij ons de ceel door J. van Haaren doet zenden. Deze koffie vertegenwoordigt eene waarde van + / 6000,—. (Idem.) 172. 10 December. Overeengekomen met L. Sanders, alhier, dat hij van het door hem als borg voor L. van Vloten te Utrecht aan ons verschuldigde ad / 16.542,40, slechts 75% zal betalen tegen algeheele kwijting en teruggave van de acte van borgtocht. Hij voldoet ons door overschrijving van zijn deposito-rekening ƒ 6000,—, terwijl hij voor het overige bij ons een beleening sluit op 200 balen Santos koffie, die bij het „Blauwhoedenveem" op ceel hggen, welke ceelen hij ons ter hand stelt. Deze koffie heeft volgens taxatie van de makelaars O. Boon en B. Kunst, alhier, eene handelswaarde van / 8250,— en is door het „Veem" geassureerd. (Idem, Najaar 1893.) 1731). I. Heden van het Nederlandsch-Indische Gouvernement vergunning verkregen tot het verrichten van mijnbouwkundige opsporingen in drie terreinen, gelegen in Borneo. II. Met de Petroleum-Maatschappij „Lucifer" overeengekomen, dat zij tegen betahng in eens van ƒ 75.000,— voor ons naar petroleum exploreeren zal op een onzer concessies. Zij verkrijgt het recht de aan te boren ohe te koopen voor ƒ 0,50 per unit. Bedrag ontvangen. III. Heden aangesteld tot ingenieur den heer A. Freiburg, op een salaris van ƒ 750,— per maand, en tot steigers de heeren J. Ellink en R. Roemer, beiden op een salaris van ƒ 200,— per maand. Aan Freiburg betaald voor uitrustingskosten / 1500,— en een voorschot van ƒ 1500,— op zijn salaris. Aan de beide steigers ieder voor uitrustingskosten ƒ 1000,— betaald. IV. Gekocht en betaald: een boormachine voor stoomkracht / 6000,— twee handboorapparaten 400,— diverse instrumenten ,, 2000,— Totaal / 8400,— 1) Zie aant. 248 V. Betaald voor vracht op diverse goederen naar Indië f 1500, voor passage en reiskosten van personeel 5000,— Totaal ƒ 6500 — VI. Gekocht en betaald: een zeiljacht je met toebehooren voor. / 13.500,— een eetkamerameublement . . . . ,, 1600, diverse kleinigheden „ 3000, Totaal / 18100,— Deze goederen zijn naar onzen vertegenwoordiger in Indië gezonden om als geschenken aan te bieden, als hem dit gewenscht voorkomt. VIL Uit den kasstaat, ontvangen van onzen vertegenwoordiger, bhjkt, dat in de maand Mei is betaald: aan onkosten op machinerieën....... / 520, aan salarissen ■ : 3000 aan levensmiddelen, op expeditie gebruikt . „ 1200,'— aan geneeskundige hulp „ 500, aan expeditiekosten van den ingenieur ... „ 800, aan premie voor aanwijzing eener vindplaats. „ 50,— aan kantoorbehoeften m ioo aan salaris van den vertegenwoordiger ... „ 1000,'— Totaal / 7170 — VIII. Bericht ontvangen van onzen vertegenwoordiger, dat de hem toegezonden geschenken door hem als volgt zijn aangewend: aan den Sultan van Kapuas het zeiljachtje, aan den resident van Barito het ameublement, aan diverse inlanders voor vertrapping hunner rijstvelden en voor de diensten, door hen aan den ingenieur en aan de steigers verleend, verschihende kleine geschenken met . een totale waarde van / 1000,—. Het restant der gezonden Weinigheden heeft onze vertegenwoordiger verkocht aan Si Hok Goang voor / 2500,—, betaalbaar binnen 6 maanden met 17»% rente per maand. IX. Bericht ontvangen van de Petroleum Maatschappij „Lucifer", dat zij in onze concessie een spuitende bron heeft aangeboord. X. Bericht ontvangen van de „Lucifer", dat de productie van hchtolie in de afgeloopen maand heeft bedragen 30000 units. XI. Bericht ontvangen van onzen vertegenwoordiger in Indië, dat hij een consignatiecontract heeft gesloten met den Radja van Poeloe Kala. Deze heeft zich verbonden, al zijn producten aan de maatschappij in consignatie te geven. De provisie is bepaald op 4% op verkoopen in Indië en op 3% op verkoopen alhier. Bij het sluiten van bet contract is aan den Radja een voorschot van 249 / 50.000,— verleend, rendeerende 8/4% per maand. De netto provenuèn zullen tot aflossing strekken. XII. In Februari is door onzen vertegenwoordiger verkocht eigen goederen / 10.000,—. XIII. Ontvangen van onzen vertegenwoordiger in Indië: 500 balen Liberia 1 • , , ... > eigen goederen. 500 bossen rotting J & & 100 kisten gom copal 1 goederen van den Radja 100 kisten gutah percha J van Poeloe Kala. XD7. Bovenstaande goederen heden verkocht: 500 balen Liberia, netto 3000 K.G. a 28 = ƒ 1680,—. 500 bossen rotting = 3500 K.G. a 17 = / 1190,—. 100 kisten gom copal = 5000 K.G. a 18 = ƒ 1800,—. 100 kisten gutah percha = 4500 K.G. a / 1,— = ƒ 9000,—. Onkosten op de beide laatste partijen ƒ 200,—. 174. Geïnterveniëerd voor rekening van Chamberlain & Co., fabrikanten van draadnagels te Londen, hun traite op P. van Rossem,. alhier, ten bedrage van £ 315.10.2 per 12 Nov. a 12,06 = ƒ 3805,03. Deze wissel was ons in dato 7 Nov. door Baring & Co. te Londen geremitteerd. Wisselbedrag / 3805,03 Protestkosten „ 7,10 Rente 8 d. a 5% „ 4,23 Provisie V8% „ 4,76 Courtage herwissel 3/4°/oo » 2^87 ƒ 3823,99 (Mercurius-Examen, Najaar 1889.) 175. Oct. 20. H. Korver te Rotterdam neemt van B. de Groot te Amsterdam diens handelszaak onder de firma Erven de Weduwe J. Koning over met alle baten en lasten voor de som van ƒ 60.000,—. De balans, die tot grondslag voor deze onderneming dient, wijst onderstaande gegevens aan: Debet. Credit. Goederen / 30.985,20 Kapitaal / 50.000,— Goederen in consignatie ',, 6.429,40 Te betalen wissels „ 18.000,— Dubieuse debiteuren „ 3.267,20 Debiteuren „ 20.865,— Intrest „ 1.388,45 Onkosten . . * „ 7.296,25 Afschr. dubieuse debiteuren ... ,, 2.231,50 ƒ 70.231,50 / 70.231,50 250 De koopsom wordt door H. Korver voldaan in zijne dispositie op de Rotterdamsche Bank ten laste zijner deposito-rekening. (Staatsexamen 1896.) 176. De algemeene vergadering van aandeelhouders der cultuurmaatschappij „Poeloe Kala", met een aandeelenkapitaal van / 250.000,—, besluit te creëeren / 250.000,— preferente 6% cumulatieve aandeelen en nog / 250.000,— gewone aandeelen, beide a / 1000,—. De eerste worden staande de vergadering a pari geplaatst, terwijl de laatste voorloopig in portefeuille zullen blijven. Van de te verdeelen winst wordt in de eerste plaats het dividend over de preferente aandeelen betaald, het restant, afgerond tot een veelvoud naar beneden van / 1000,— moet worden aangewend tot uitloting van preferente aandeelen met 100% in geld en 100% in gewone aandeelen, terwijl het saldo op de nieuwe rekening zal worden geboekt. ' " * En hoe moeten de eerste twee volgende winstverdeelingen worden gejournaliseerd, als de zuivere winsten bedragen: het eerste jaar ƒ 13.000,— en het tweede jaar / 21.357,76? Hoe moet het tweede jaar de conversie der preferente aandeelen worden geboekt ? 177. I. De Bouwmaatschappij „Eigen Haard" heeft de volgende winstverdeehng: Eerst 5% over het aandeelenkapitaal, van,de rest 10% aan de reserve, 10% tantièmes, 40% aan de huurders in contanten te betalen en de rest eveneens aan de huurders, ter betahng van de perceelen, die zij bewonen. Telken jare moet een bedrag, gehjk aan 40% der overwinst, worden aangewend tot aflossing van aandeelen a pari. De houder van een uitgeloot aandeel ontyangt, behalve de nominale waarde van zijn aandeel, zijn deef in de reserve. Wat moet worden geboekt, als de winst / 20.000,— bedraagt, het oorspronkelijk aandeelenkapitaal ƒ 200.000,1— groot is in aandeelen van / 1000,—, het effectieve kapitaal / 150.oJqÓ,— bedraagt en de reserve vóór de wimtverdeeling ƒ 27.500,— groot is ? II. Wat boekt „Eigen Haard", als het gereserveerde winstaandeel van een harer huurders, die het recht heeft, het door hem bewoonde perceel te koopen voor / 2000,—, / 1600,— bedraagt en van zijn recht gebruik maakt, door bijbetaling in contanten van ƒ 400,— ? Hl. Op de algemeene vergadering der maatschappij „Eigen Haard" is besloten te hquideeren. De volgende balans is opgemaakt : 251 Kas / 9.500,— Aandeelenkapitaal . ƒ 10.000,— Huizen 90.000,— Crediteuren .... „ 3.250,— Debiteuren . . . . „ 250,— Huurders, gereser- k Effecten ,, 7.000,-^ veerd winstaandeel „ 80.000,— Winst •. . „ 5.000,— i| Reserve , 8.500,— ƒ 106/750,— ƒ 106.750,— De verdeeling der winst geschiedt op de bij de statuten aan gegeven wijze. De uitloting der aandeelen bhjft echter achterwege. De effecten worden verkocht voor netto ƒ 7000,—. Het halve winstaandeel der huurders wordt in contanten betaald,, evenals het dividend en de tantièmes. Met de huurders wordt overeengekomen, dat indien hun aandeel in het hun toekomende gereserveerd winstaandeel 8/« bedraagt der overeengekomen koopsom, zij zonder bijbetaling in het bezit worden gesteld van het door hen bewoonde perceel. Bedraagt hun aandeel minder, dan ontvangen zij het in contanten. Ingevolge deze overeenkomst wordt ƒ 11.200,— der reserve in contanten uitgekeerd. De overige perceelen worden verkocht voor / 20.000,—, welk bedrag per kas wordt ontvangen. De hquidatiekosten bedragen / 800,—. De schulden worden betaald. De vorderingen worden geïnd. Met de aandeelhouders wordt in contanten afgerekend. De Zuid-Nederlandsche Trammaatschappij heeft in 1906 een winst gemaakt van / 76.345,80. Deze moet op de volgende wijze worden verdeeld: Eerst 4% over het kapitaal, oorspronkehjk / 1.000.000,— groot, doch door aflossingen gereduceerd tot / 800.000,—, in aandeelen van / 1000,—. Van de rest wordt 20% als tantième uitgekeerd, 10% aan het personeel toegekend, 30% voor superdividend bestemd en de overige 40% worden aangewend tot uitkeering van 50% op de aandeelen, door het lot aan te wijzen. Een uitgeloot aandeel wordt ingetrokken en vervangen door een van / 500,— nominaal. Bovendien wordt aan den houder een winstaandeel gegeven, dat met de overige aandeelen op gehjken voet deel heeft in het superdividend. Hoe moet de winstverdeeling worden geboekt? ^En hoe de betahng van het superdividend en de conversie der uitgelote aandeelen, als het onverdeelde superdividend van het 178. 252 vorige jaar / 735,94 en de onverdeelde uitkeering op aandeelen / 325,75 bedraagt? Het superdividend wordt in geheele guldens per aandeel uitgekeerd. 179. Tot de bezittingen der N.V. „Geldersche Ijzergieterij" behooren diverse perceelen bouwland, die zeer in waarde gestegen zijn. Het voorstel van een syndicaat, onder leiding van H. Roovaart, tot aankoop dezer gronden voor / 80.000,—, te betalen voor / 30.000,— in contanten en voor de rest in aandeelen van / 250,— der op te richten Bouwmaatschappij „Zomerzorg", wordt door de algemeene vergadering aangenomen. De geheele opbrengst zal onder de aandeelhouders worden verdeeld, daar de vennootschap over voldoend bedrijfskapitaal beschikt. Het kapitaal is / 200.000,— groot, zoodat op elk aandeel / 15&7— in contanten en een aandeel van / 250,— in „Zomerzorg" zal worden uitgekeerd. Daar de gronden te boek staan voor ƒ 50.000,—■, zal het aandeelenkapitaal met een gehjk bedrag verminderd worden. 180. De „Cultuur-Maatschappij voor Java's Westhoek", wier aandeelenkapitaal / 150.000,— bedraagt (geheel geplaatst), is niet in staat aan hare finantiëele verplichtingen te voldoen en besluit in overleg met crediteuren en obhgatiehouders tot de volgende reconstructie. De 100 5% obhgatiên a / 1000,—, zullen worden ingewisseld tegen aandeelen van / 400,—, de crediteuren, tot een gezamenlijk bedrag van / 220.000,— worden betaald met een aandeel van / 400,— per ƒ 1000,— hunner vordering; de oude aandeelhouders ontvangen actions de jouissance, gezamenlijk recht gevende op 10% der overwinst, nadat 5% dividend aan aandeelhouders zal zijn uitgekeerd. Wat boekt de maatschappij, wanneer het nadeehg saldo harer winstrekening / 92.000,— bedraagt, terwijl het restant van het bedrag, dat door de reorganisatie beschikbaar komt, wordt aangewend tot vermindering der boekwaarde der onderneming? 181. De Sumatra Cultuurmaatschappij heeft bij hare oprichting 100 oprichtersbewijzen uitgegeven, die jaarhjks deelen in de overwinst. Ter belegging van overbodig kasgeld heeft de maatschappij in het afgeloopen jaar 25 oprichtersbewijzen ingekocht, totaal voor ƒ 7500,—. Op de algemeene vergadering wordt besloten, deze stukken te vernietigen en den kostprijs af te schrijven van de reserv^ 258 TOELICHTINGEN. 1. Vernieuwingsfondsen. De ervaring heeft geleerd, hoe groot de som is, die gemiddeld jaarlijks moet worden afgeschreven. Zoo heeft men voor locomotieven gevonden 2,5 cent per afgelegde K.M., voor personenwagens 1,25 cent, voor goederenwagens 1,25 cent, voor stalen rails 0,75 cent, voor ijzeren 3 cent per afstandskilometer enz. Aan het eind van he.t jaar berekent men met behulp der gevonden vernieuwingscijfers de som, die over het afgeloopen jaar voor afschrijving moet gereserveerd worden. Men debiteert dan de Verlies- en winstrekening en crediteert de rekeningen „Vernieuwingsfonds voor den weg" en „Vernieuwingsfonds voor het rollend materieel". 2. Magazijn-vernieuwingsfonds. De materialen, die voor vernieuwing moeten gebruikt worden, heeft de maatschappij gewoonlijk in voorraad. Ze heeft daartoe de rekening geopend „Magazijnvernieuwingsfonds voor den weg", die gedebiteerd wordt voor de materialen, die gekocht worden voor de vernieuwing van den weg en „Magazijn-vernieuwingsfonds voor het rollend materieel", die wordt gedebiteerd voor de materialen, die gekocht worden voor de vernieuwing van het rollend materieel. 3. Vernieuunngsrékening. Bij iedere vernieuwing van den weg wordt de rekening „Vernieuwing van den weg" gedebiteerd en de rekening „Magazijn-vernieuwingsfonds voor den weg" gecrediteerd, waardoor de laatste rekening steeds den zelfkostenden prijs aangeeft van den vooraad vernieuwings-artikelen. Bij iedere vernieuwing van het rollend materieel wordt de rekening „Vernieuwing van het rollend materieel" gedebiteerd en de rekening „Magazijn-vernieuwingsfonds-rollend materieel" gecrediteerd. Daardoor geeft de laatste rekening steeds den zelfkostenden prijs aan van den voorraad vernieuwingsartikelen van het rollend materieel. De saldi der rekeningen „Vernieuwing van den weg" en „Vernieuwing van het rollend materieel" geven aan, hoeveel in het boekjaar aan de vernieuwing is ten koste gelegd. Deze saldi moeten worden afgeboekt van de sommen, die volgens berekening voor de vernieuwing beschikbaar moesten worden gebouden. 4. Belegd vernieuwingsfonds. De magazijnvoorraad moet beschouwd worden als een belegging van de vernieuwingsfondsen. Vandaar, dat het saldo der rekening „Belegd vernieuwingsfonds voor den weg" slechts / 40.000,— bedraagt, ofschoon het vernieuwingsfonds / 200.000,— groot is. 5. Woarborgkapitalen-concessiën. De maatschappij heeft tot zekerheid der nakoming van concessievoorwaarden bij een bepaalde instelling fondsen moeten deponeeren, die echter, zoolang zij de concessie-voorwaarden nakomt, haar eigendom blijven. 259 193. Saldibalans van de Nederlandsche Lloyd te Amsterdam. per 31 December 1899. % NAMEN DER REKENINGEN. '! DEBET CREDIT M I I 1 Kas 1/ 14.261,28) 2 Stoomschepen . . !j „ 4.721.300,— 3 Crediteuren . . I ƒ 183.557,93 4 Vervoer. - „ 4.781.206,48 5 Schepen in aanbouw | „ 1.815.000,— 6 Centraalmagazijn „ 281.425,77 7 Aandeelenkapitaal .Ij „ 5.000.000,— 8 Onderhoud stoomschepen . . . . I „ 230.306,44 9 Vernieuwings- en ketelfonds ... I „ 39.307,59 10 Debiteuren „ 62.507,18 11 Borgtochten „ 49.500,— 12 Reserve „ 30.307,94 13 Intrest „ 58.173,46 14 Assurantie eigen risico | „ 172.876,38 15 Aandeelen in portefeuille „ 68.000,— 16 Depóts van steenkolen en victualiën ,, 479.613,52 17 Industriëele Bank „ 89.129,46 18 Te innen wissels „ 77.504,63 19 Reisrekening J „ 2.896.314,15 20 4% Scheepsverbandbrieven .... „ 2.088.000,— 21 Prolongatierekening „ 315.000,— 22 Assurantie-reserve „ 62.590,15 23 Gebouwen en terreinen || ,, 258.000,— 24 Aandeelen in het Hoüandsche Veem Ij „ 25:000,— 25 Agentschappen „ 672.429,56 26 Inrichting der werkplaats „ 49.250,— 27 Schadeactie op de Engelsche regee¬ ring • . . . . „ 173.510,52 28 Lichters . i „ 21.300,— 29 Belegde reserve „ 30.204,82 30 Proceskosten „ 16.407,53 31 Belegde assurantie-reserve . . . ■ I ,, 62.708,15 / 12.407.346,47 / 12.407.346,47 2. 10% afschrijven. 3. £ 6708 = / 81.300,96 M. 108.507,— ,, 64.290,40 Holl. „ 37.998,22 / 183.589,58 4. Passagegelden en vrachten loopende reizen / 721.208,15, saldo overbrengen naar fol. 19. 6. Taxatie / 279.718,53; saldo naar fol. 19. 8. Nog te betalen, niet ingekomen rekening / 4.207,52. 9. Te brengen op / 60.000,—. 17* 260 10. £ 813.4/8 = / 9.856,39 fr. 6809,— „ 3.268,42 Holl. „ 49.207,06 / 62.331,87. 11. Nog verschuldigd 1/e jaar rente a 4% ƒ 990,—. 14. Onverdiende premie ƒ 100.000,—; van het batig saldo 2/3 toevoegen aan de Assurantie-reserve. 16. Taxatie / 489.308,15; saldo naar folio 19. 18. £ 6318.5/9 k/z. = / 77.789,64. 19. Kosten op loopende reizen / 360.416,52. i 20. Verschuldigd 1 mnd. rente / 6960,—. 21. Nog toekomende rente ƒ 265,—. 23. 3% afschrijven. 24. 10% afschrijven. 26. 12V2% afschrijven. 27. Hierop 45 dagen rente a 5% = / 1084,44 (niet op deze rekening bij te boeken). 28. 10% afschrijven. —■—£ 29. / 31.000,— 4Y2% Koninkhjke fabriek van Ijzerwaren / 31.000,— (coupon Vs—Vu)- Koersverschil noch rente toevoegen aan de reserve. 30. Nog te betalen, niet ingekomen, rekening / 1000,—. 31. / 82.000,— 2V2% N.W.S. = / 65.600,— (coupon p. »/4 is reeds geïnd). Koersverschil toevoegen aan de Assurantiereserve. WINSTVERDEELING. Aandeelhouders 5% rente over hunne stortingen. Van de rest komt, na afronding op veelvouden Van / 10.000,—, 15% aan Commissarissen; 10% „ Directie; 5% ,, Gezagvoerders en verder personeel; 25% „ de Reserve; 45% ,, Aandeelhouders, met dien verstande, dat de uitkeering 7y2% niet de boven gaat en het meerdere bestemd wordt tot stichting van een dividend-reserve. (Nationale Bond, Najaar 1900.) TOELICHTINGEN. 1. Vervoer. Deze rekening wordt gecrediteerd voor de passagegelden, voor hetgeen ontvangen wordt voor het vervoer van goederen en van de post. Het crediteeren geschiedt reeds gedeeltelijk voordat de reis is afgeloopen. Dit heeft tengevolge, dat men bij de winstbepaling nauwkeurig berekenen moet, hoe vel aan vervoer is geboekt, voor loopende reizen. Met dit bedrag moet het saldo der rekening „Vervoer" verminderd worden, om de winst te verkrijgen. 261 2. Reisrekening. Deze rekening wordt voor alle kosten, die aan de exploitatie verbonden zijn, gedebiteerd. Dit debiteeren geschiedt gedeeltelijk reeds voor den afloop van de reis. Dit heeft tengevolge, dat bij de winstbepaling nauwkeurig moet worden berekend, hoeveel uitrustingskosten geboekt zijn voor de loopende reizen. Met dit bedrag moet het saldo der Reisrekening worden yerminderd. 3. Centraalmagazijn en depóts van steenkolen en victualiën. Daar de maatschappij groote hoeveelheden steenkolen en victualiën verbruikt, koopt ze deze in het groot in. Bij den koop wordt een der genoemde rekeningen gedebiteerd. Deze rekeningen worden weder gecrediteerd telkens als een deel van den voorraad ten behoeve der exploitatie van een schip wordt aangewend, terwijl de Reisrekening dan gedebiteerd wordt. Aan het eind van het boekjaar wordt de voorraad, die zich in het centraalmagazijn en in de depóts bevindt, opgemaakt. Een eventueel tekort moet naar de Reisrekening worden overgebracht. . 4. Vernieuwings- en ketelfonds. De ervaring heeft geleerd, hoe groot de som is, die gemiddeld jaarlijks moet worden afgeschreven. Aan het einde van het jaar berekent men het bedrag, dat over het afgeloopen jaar voor afschrijving moet worden gereserveerd. Men debiteert dan de verlies- en winstrekening en crediteert de bovengenoemde rekening. 194. In 1898 werd opgericht de „Indische Handelsmaatschappij „Bantam", met een aandeelenkapitaal van ƒ 300.000,—, waarvan 175 aandeelen bij de oprichting werden geplaatst. Om de overige aandeelen te plaatsen, wordt door de directie met de voornaamste leveranciers overeengekomen, dat zij aandeelen zullen nemen onder persoonlijke dividend-garantie van de directeuren ad 6%. Deze aandeelen zullen worden volgestort door inhouding van 5% op^ iedere factuur. . De firma Riemers, voorwaardelijk aandeelhouder van 3 aandeelen van / 1000,—, eiseht in 1902 ontbinding van het contract, omdat de maatschappij in uiterst ongunstigen toestand verltterti en de directie bovendien niet in staat blijkt het gegarandeerde dividend uit te keeren. De firma geeft hare aandeelen terug en ontvangt het door haar gestorte terug in een aanwijzing op de Nederlandsen Indische Escompto Maatschappij. Op de boven aangegeven wijze had de firma R. ƒ 1916,27 betaald. Wat boekt de maatschappij bij het sluiten en bij het ontbinden van het contract met de firma R. ? 262 195. I. De Hollandsche Bank heeft een aandeelenkapitaal van / 1.000.000,—. Uitgegeven zijn 100 oprichtersbewijzen. Ingeval van kapitaal-uitbreiding is voor houders van oprichtersaandeelen de helft der nieuwe aandeelen a pari verkrijgbaar, met dien verstande, dat een oprichtersaandeel slechts op / 20.000,— nieuwe aandeelen recht geven zal, zoodat de oprichtersaandeelen waardeloos worden, zoodra het kapitaal tot ƒ 5.000.000,— zal zijn opgevoerd. Er wordt besloten de oprichtersaandeelen, die op naam staan, te verwisselen in bewijzen aan toonder, en van de winst / 30.000,— te bestemmen tot aankoop dezer bewijzen, tegen hoogstens 20% der nominale waarde der aandeelen, waarop het bewijs tijdens de intrekking nog recht heeft. II. Ingekocht 3 oprichters-bewijzen a 10%, elk recht gevende op / 20.000,— nieuwe aandeelen. III. Uitgegeven 1000 nieuwe aandeelen van / 1000,— a 130%. Door houders van oprichters-bewijzen worden genomen 500 aandeelen. De rest wordt geplaatst en volgestort. j^t^.j 196. De Zuid-Amerika-lijn heeft bekend gemaakt, dat de volgende stortingen op de aandeelen, waarop 30% is gefourneerd, moeten geschieden ten kantore der Amsterdamsche Bank: Op 15 Juni 1901 25%. Op 15 Juli 1901 25%. Op 15 Aug. 1901 20%. en dat op den eerstgenoemden datum, indien gewenscht, volstorting geschieden kan, onder vergoeding van 3%. Zoo de houder dit verlangt, zullen bij de volstorting aandeelen met dividendbewijs over het volle jaar 1901 worden uitgereikt, mits over de op 1 Januari 1901 niet gestorte bedragen 4% rente 's jaars van dien datum tot den dag der storting worde bijbetaald, makende op 15 Juni / 12,83 per aandeel van / 1000,—. Wat moet de maatschappij op 15 Juni boeken, als dan 100 aandeelen worden volgestort en daarvan 50 aandeelen, met dividendbewijs 1901, terwijl op de overige 900 aandeelen de gevraagde storting geschiedt? 197. GEGEVENS. 1. Afschrijven / 2500,—. 2. „ ƒ 1500,—. 3. „ ƒ 100,—. 5. „ / 200,—. 6. Te vorderen rente / 15,—. Zie folio 34. 263 7. Bij den huur is overeengekomen, dat de vennootschap eenige verbouwingen kon laten aanbrengen, die voor rekening zouden komen van den eigenaar, doch voorloopig door de vennootschap zouden betaald worden. Die kosten bedroegen / 5000,—. De huur is aangegaan voor 10 jaar, en bedraagt / 2500,— per jaar, waarvan jaarlijks slechts / 2000,— wordt betaald. Het verschil k f 500,— wordt afgeboekt van de verbouwingskosten. 8. Afschrijven / 2000,—. 9. Overbrengen naar Dubieuse debiteuren / 300,—. 10. Overbrengen naar Dubieuse debiteuren / 100,—. 13. Afschrijven / 200,—. 14. Nog te vorderen / 500,—. 15. Nog te vorderen / 300,—. 16. Nog te vorderen van agenten / 500,—. 17. Voorraad / 1000,—. 18. Voorraad ƒ 100,—. 19. Voor diverse wedstrijden zijn prijzen voor ƒ 600,— aangekocht, die alle zijn toegekend. In het magazijn bevinden zich nog prijzen ter waarde van / 75,—, die nog niet zijn afgehaald. 22. Ongeboekte rente / 100,—, ten laste der Onkostenrekening te brengen. 23. Voorraad pakpapier, paktouw enz. / 300,—. 24. Nog verschuldigd 5 dagen loon / 200,—. 25. Ongeboekte rekeningen / 50,—. 26. Ongeboekte rekeningen / 100,—. 27. Ongeboekte rekeningen / 50,—. 28. Nog verschuldigd / 170,—. 29. Nog verschuldigd / 300,—. In portefeuille bevindt zich copy, waarvoor ƒ 200,— is betaald. 31. Voorraad / 30,—. 32. Zie folio 7. 33. Taxatie / 100,—. 34. Zie folio 6 en 22. 35. Dit blad wordt van een uitgever gekocht en gratis aan de abonné's der courant gegeven. 36. De abonné's zijn gratis verzekerd tegen ongelukken. 38. Op den verjaardag der Koningin hebben de abonné's het portret van H. M. ontvangen. De aanschaffingsprijs bedroeg f 400,—. 39. In bewerking / 300,—. Op de Verlies- en winstrekening moet voorkomen de winst, die de Handelsdrukkerij heeft opgeleverd. Zie fol. 42. 42. In magazijn bevindt zich voor een waarde van / 500,— aan diverse soorten papier, voor handelsdrukwerk bestemd. Versohuldigd loon / 75,—. Zie folio 39. 264 Saldibalans van het Dagblad van Maastricht. 31 December 1912. 1 Uitgeefrecht / 15.000,— 2 Machines ..'...„. 40.000,— 3 Meubilair „ 1.000,-— 4 Kas „ 1.000,— 5 Oprichtingskosten .../..... „' 1.000,-— 6 Huurwaarborg „ 5Ó0,— 7 Verbouwing . . . . . . : . . . .' „ 3.000,— 8 Letters 20.000,— 9 Debiteuren-advertenties „ 2.000,— 10 Debiteuren-handelsdrukkerij .... „ 1.400,— 11 Advertenties / 40.000, 12 Postkantoor ,, 300, k 13 Dubieuse debiteuren ..:....„ 200,— 14 Abonnementen 12.000, 15 Weekabonnés I „ 50.000,- ■ 16 Agenten verkoop I „ 25.000 17 Papier . . „ 30.000,— 18 Inkt „. 1.000,— 19 Prijzen „ 600,— 20 Aandeelenkapitaal „ 50.000, 21 Crediteuren ;J 7.000, 22 Handelsbank ! 4.000, 23 Vrachten en expeditie I „ 20.000,— [ 24 Drukloon I „ 22.000,— I 25 Exploitatiekosten I » 2.000,— 26 Provisie i „ 2.000,— 27 Colportage . . ' „ 1.000,— 28 Salarissen • » 10.000,— 29 Redactie • I ,, 5.000, 30 Gas- en waterverbruik . . . . . '. I „ 1.000,— 31 Kolen ,,. 200, 32 Huur . I 2.000, 33 Cliché's I „ 1.000, 34 Onkosten ' 2.000, 35 Geïllustreerde Huisvriend . . . . „ 8.000,— 36 Verzekerings-premie ,, 3.000,— 37 Incasso 400, 38 Portret Wilhelmina' „ 400,—' 39 Handelsdrukwerk . '■ ■ 4.000 40 Afschiijving machines p „ 6.000,— 41 Afschrijving letters ^ 3.000,— 42 Exploitatie handelsdrukkerij . . . ,, 3.000,— ^^00000^ ƒ 200.00Q,— 198. De gecombineerdé vergadering van aandeel- én bbligatiehouders der Maatschappij voor Glasindustrie „la Meuse" te Dinant besluit, ten einde faillissement te vóotkoinèn: 279 Pol. 16. 5% div. ten laste van de Exploitatierekening (Art. 16). ,, 17. Voorraad zaagjes, zeefdoekjes, riemen, zakken enz. enz. = / 17.173,58. „ 18. Waarde / 3.242,52. „ 19. Waarde ƒ 1600,—. ,, 20. De premie was voor drie jaar vooruitbetaald. Jaarlijks wordt 1fa afgeschreven. Het 2e jaar is nu om. Verricht nu deze 2e afschrijving. „ 21. Debiteuren / 29.628,54, crediteuren / 10.563,87. Afzonderlijk op de balans te brengen. „ 22. Is te veel uitbetaald; ten laste van de Exploitatierekening te brengend „ 23. Nog te betalen / 142,65. Ten laste van de Reserve mag / 500,— worden geboekt. „ 26. Zie fol. 3 en 5. „ 27. Ten laste van dit jaar te boeken / 12.500,— voor bestrijding van de verkoopkosten van het nog niet verkochte deel van den voorraad. „ 29. Zie artt. 18 en 15. Zie ook fol. 23. „ 30. Voorraad / 296.316,—. Zie fol. 7. Het saldo komt toe aan Aardappelleveranciers tot 0,1 ct. nauwkeurig per K.G. zetmeel. De totale hoeveelheid zetmeel bedroeg 6.120.000 K.G. Het restant te brengen naar fol. 31. De uitkeering te brengen op fol. 33, onder den naam „AardoppeUeveranciers 3e uitkeering". ,, 31. Voorloopig niets aan te doen. „ 32. ƒ 835,— komt ten laste van het nieuwe jaar. ,, 27—31. Sluit de Exploitatie-rekening af en brengt het saldo naar fol. 31. Het saldo van fol. 31 naar de balans. OPGAVEN. 1. Stel de Exploitatie-rekening en de Balans samen. 2. Verdeel het saldo van föl. 31 overeenkomstig art. 37. 3. Stel de Aardappelrekening en Aardappelmeelrekening samen. Sluit ze af. 217. De naamlooze vennootschap „Drukkerij de Atlas" te 's-Gravenhage, met een aandeelenkapitaal van / 200.000,—, verdeeld in 200 aandeelen van / 1000,—, alle geplaatst met 75% fournissement, heeft in 1902 een verhes geleden van / 44.791,50. Om dit verhes te dekken en aan kasmiddelen te komen, worden de volgende besluiten genomen: 1. De aandeelhouders zullen 15% op hun aandeelen storten. 2. De aandeelen zullen, door afstempeling, van ƒ 1000,— worden teruggebracht tot / 800,— 282 220. Proefbalans van de Stoomkatoenspinnerij „Thomas Alnsworth", op 31 December 1903. i_ Saldo-Proefbalans. Fol. HOOFDEN Debet. Credit. 1 ' II I 1 Aandeelenkapitaal II I f qqq qqq 2 Terrein / 40.000,— 3 Gebouwen L 150.123,80 4 Stoommachine I 65.321 31 5 Spinmachine I" 679!oi2|66 6 Bobbins, klossen, bussen, bakken . „ 25.138,24 7 Katoen .1 61.047,56 8 Afval van katoen 12.431 50 9 Arbitragevergoeding ' f 3!oi4'23 10 Loonen I 129.541,01 }1 Olie „ 2.536,17 12 Pakkisten i 1.684 50 13 Emballage en katoenbalen .... ' [;• 2.843 17 14 Paklinnen en pakpapier I „ 2.690,43 15 Vrachten L 3.45ö!24 16 Onderh. gebouwen en machinerie. . „ 4.456,72 }l garens I 5.479!ö0 18 Steenkolen | 41.482 60 19 Debiteuren ï" 304!l2L86 20 Kassier I 25.047,81 21 Kas „ 4.020,15 22 4% Obhgatieleening ;j 500.000,— 23 4% Obügaties in portefeuille . . . „ 100.000,— 24 Accepten >; 181.042,60 25 Assurantiepremie I!6.020 12 26 Algemeene onkosten „ 7.504,81 27 Dividendenreserve 50.000 28 Centr. Werkgevers Risico Bank . . „ 1.250, 29 Afschrijvingsrekening ]| ' 240.180 60 30 Mc Fadden Co., Liverpool, in £ . . |j \ 61,32 31 Mc. Fadden Co., Liverpool,; in R.M. „ 43,60 32 Te innen wissels I 49.825 24 33 Vernieuwingsfonds 3.000 34 Intrest \ I 18.127,36 35 Kosten Ongevallenwet ,, 888,75 36 Exploitatie spinnerij 226.257 12 ƒ 1.718.820,44 ƒ 1.718.820,44 INVENTARIS. Fol. 3. Afschrijven naar fol. 29 2%. „ 4. Afschrijven naar fol. 29 5%. 5. Afschrijven naar fol. 29 6%. 6. Afschrijven 20% ten laste van fol. 36. 283 Fol. 7. Deze rekening is gedebiteerd voor de waarde van den voorraad op 1 Januari 1903 en voor de gekochte katoen. Zij werd op het einde van elke maand gecrediteerd ten laste der rekening Garens (zie fol. 17) voor den kostprijs van de in die maand verwerkte katoen. „ 8. Voorraad / 510,60. „ 9. Nog onafgerekend ƒ 160,35. Deze rekening wordt gecrediteerd voor vergoeding door de katoenleveranciers toe te staan, wegens het leveren van mindere kwaliteit, dan gekocht is. ,, 10. Nog te betalen ƒ 1020,64. Het saldo overbrengen naar fol. 36. ,, 11. Voorraad / 312,81. Het saldo overbrengen naar fol. 36. „ 12. „ „ 1200,—. „ 13. „ „ 383,67. „ 14. „ „ 265,22. „ 15. Nog verschuldigd / 32,87. „ 16. Voorraad machinedeelen / 130,60. Het saldo overbrengen naar fol. 36. „ 17. Voorraad / 82.584,19. Deze rekening is gedebiteerd 1. voor den voorraad op 1 Jan. 1903; 2. op het einde van elke maand voor de in die maand verwerkte katoen (zie ook fol. 7); 3. op het einde van elke maand voor een in verband met de productie berekend bedrag, waartoe het aantal K.G. garens in die maand gesponnen, wordt vermenigvuldigd met het zoogenaamde spinloon per K.G. Dit bedrag, waarvoor de „Exploitatie-spinnerij" (zie fol. 36) werd gecrediteerd, wordt geacht te dekken de loonen, drijfkracht, onderhoudskosten en afschrijvingen. „ 18. Voorraad / 2312,46. Het saldo overbrengen naar fol. 36. „ 19. / 1510,20 disconto berekenen. „ 22. De coupons vervallen 1 April en 1 October. „ 24. / 900,80 disconto berekenen. „ 25. Vooruitbetaald / 327,80. ,, 28. Dit bedrag is het aandeel in het Reservefonds van de C. W. Risicobank, dat bij uittreding wordt terugbetaald. „ 29. Zie fol. 3, 4 en 5. De afschrijvingen komen ten laste van fol. 36. „ 31. Credit R. M. 200,— = / 118,20. „ 32. / 253,40 disconto berekenen. „ 33. Te verhoogen met / 1000,— en dit bedrag ten laste van folio 36 brengen. „ 34. Zie folio 19, 22, 24 en 32. „ 35. Als voorschot is bij de C. W. Risicobank reeds gestort V» van de jaarpremie, welke anders aan de Rijksverzekeringsbank had betaald moeten worden, n.1. / 888,75. Vermoedelijk is over 1903 in het geheel verschuldigd 65% 284 der Rijkspremie, zijnde / 1190,61. Het saldo overbrengen naar folio 36. Fol. 36. Zie folio 6, 10, 11, 16, 18, 29, 33 en 35. (Federatie, Voorjaar 1904.) 221. De Maatschappij „Holland" heeft besloten tot het intrekken van de in omloop zijnde 100 oprichtersbewijzen en voor elk bewijs een aandeel van / 250,— benevens / 50,— in contanten uit te keeren. Daartoe geeft de maatschappij heden de 4e serie, groot ƒ 125.000,— (500 aandeelen van ƒ 250,—), van haar aandeelenkapitaal uit, waarvan 400 stuks worden geplaatst en gestort a 102%, terwijl de overige 100 aan de houders der oprichtersbewijzen worden uitgereikt. Tot verdere betaling aan die houders wordt het agio dezer emissie aangewend; terwijl voor het resteerende voor / 3150,60 aan effecten, waarin het Reservefonds was belegd, wordt verkocht. (Nationale Bond, Najaar 1913.) 222. Proefbalans der Coöperatieve Spaarbank en Landbouwvereeniging „Salland", op 31 December 1904. AFDEELING SPAARBANK. 1 Inleggelden ƒ 3.200,— 2 Gebouwen ƒ 68.123,45 3 Afschrijving gebouwen I 10.000, 4 Maalinrichting 20.485,07 5 I Inventaris I 1.681,12 6 Effecten |l 59.004,12 I 7 Koersreserve effecten | „ 4.020,60 8 Rente van effecten I 1.449,50 9 Kas 1.785,34 10 Kassier £ 3.648,18 11 Voorschotten I ,, 32.876,65 12 Spaargelden n ' 149.207,48 13 Reserve I 5.000, 14 Intrest ......! j )( 1.427,56 15 Onkosten . . . 11 4.582,07 16 Afdeeling Landbouw I 10.584,50 / 188.637,72 / 188.637,72 285 AFDEELING LANDBOUW. 1 Voorraad op 1 Januari 1904 ..... | ƒ 3.280,501 2 Verkoopen j ƒ 244.147,48 3 Inkoopen „ 241.121,30 4 Reserve voor prijsverschillen ,, 3.684,50 5 Pakhuishuur „ 2.050,22 6 Provisie „ 2.444,57 7 Landbouwwerktuigen ,, 3.642,27 8 Ontginning van gronden „ 1.736,72 9 Subsidie aan de Fokvereeniging ... ,, 300,— 10 Reserve „ 6.994,94 11 Exploitatie maalinrichting ,, 1.460,61 12 Intrest „ 334,27 13 1 Onkosten • „ 451,30 j 14 Afdeeling Spaarbank ,, 10.584,50 / 261.116,59 / 261.116,59 GEGEVENS VOOR BEIDE INVENTARISSEN. (Tusschen Afdeeling Spaarbank en Afdeeling Landbouw wordt verband gehouden op fol. 16 (Afd. Spaarbank) en fol. 14 (Afd. Landbouw). Fol. 2. Afschrijven / 2000,— (zie fol. 3), waarvan / 1600,— ten laste der afdeeling Landbouw komt. „ 3. Zie fol. 2.' ,, 4. Afschrijven 5% = ƒ 1024,25 ten laste van fol. 11 der afdeeling Landbouw. „ 5. Afschrijven 10% = / 168,11. ,, 6. Beurswaarde zonder rente f 57.312,34. — Let hierbij op fol. 7 en fol. 8. ,, 8. Waarde der loopende coupons ƒ 810,50. ,, 11. Hierop nog te rekenen ƒ 1125,25 intrest. Zie fol. 14. ,, 12. Hierop nog te rekenen ƒ 412,60 intrest. Zie fol. 14. ,, 14. Intrest te vergoetlen aan de afdeeling Landbouw / 482,10. — Zie ook fol. 11 en 12. „ 15. Nog te betalen ongeboekte onkosten / 117,93. Van het saldo moet daarna de helft ten laste der afdeeling Landbouw worden gebracht. De voorraad op 1 Januari 1905 — te boeken op afzonderlijke rekening — bedraagt / 5480,14, waarvan / 500,— komt ten bate van fol. 4. Fol. 3. Nog te betalen ongeboekt aan diverse leveranciers / 2072,04. ,, 4. Zie bovenstaande opmerking. De vereeniging verkoopt tegen marktprijs; bij verandering van dien prijs (geringe wijziging uitgezonderd) wordt de voorraad opgenomen en het verschil in waarde tusschen kostprijs en markt- 128 § 56. Verzameljournaal. Bij het overdragen der journaalposten, getrokken uit de dagboeken, moet men herhaaldelijk, dezelfde rekening debiteeren en crediteeren. Zoo komt de rekening „Assuradeuren" in alle journaalposten voor. Door het gebruik van een verzameljournaal, kan men de overdracht der posten naar het grootboek zeer vergemakkelijken. De inrichting bhjkt uit het nevenstaand model. (Pag. 129.) Slechts een enkele journaalpost wordt door het gebruik van het verzameljournaal noodig en wel de volgende: ASSURADEUREN. Januari . . ƒ 5343,10 VERZEKERDEN. Idem „ 1536,65 PROVISIE. Idem ;) UJ5 ONKOSTEN. Idem „ 25, PRIVÉ. Idem 500,— KAS. Idem . . 4055,50 AAN ASSURADEUREN. Idem / 4113,12 AAN VERZEKERDEN. Idem 4422,10 AAN PROVISIE. Idem g 136,13 AAN ONKOSTEN. Idem j 59,55 AAN INTREST. Idem j 150 — AAN ONTVANG- EN BETAALKAS. Idem - 1000 — AAN KAS. Idem u 1594,10 Alleen de oorsprong der bedragen, die in de kolommen „Diversen" voorkomen, moet worden nagegaan, ter bepaling der te debiteeren en te crediteeren rekeningen. 132 De volle kaarten worden in een afzonderlijk daartoe speciaal bestemd bakje opgeborgen in dezelfde volgorde als de in gebruik zijnde kaarten. 2. Het aanleggen van nieuwe grootboeken vervalt. Dit voordeel doet zich vooral bij de debiteuren- en de crediteurenboeken gelden. Is het systeem der ingebonden boeken in zwang, dan zal men, zoo deze vol zijn, nieuwe grootboeken moeten aanleggen. Het Kg. 4. schrijven der rekeningen-hoofden, en het transporteeren der saldi van het oude naar het nieuwe grootboek, benevens het aanleggen van een nieuwen klapper, welke de nieuwe folio's der rekeningen aanwijst, kost den boekhouder dikwijls dagen onafgebroken arbeid, terwijl bij toepassing van het kaartsysteem, de arbeid, verbonden aan het in gebruik nemen van nieuwe kaarten, over het geheele jaar wordt verdeeld en dus niet zoo storend werkt op den geregelden gang van zaken. Tegenover deze en andere voordeelen staat echter het groote nadeel, dat de losse kaarten gemakkelijk zoek kunnen raken. Vooral 133 om dit nadeel van het kaartsysteem zooveel mogehjk te ontgaan, heeft men het systeem der losbladige grootboeken bedacht. § 58. Losbladige grootboeken. De losse kaarten zijn hierbij vervangen door bladen (fig. 4), en het kastje, dat de kaarten bevat, door een gewonen boekband, welke van een bizonder mechnisme is voorzien, hetwelk het in- en uitnemen der bladen mogehjk maakt (fig. 5). Er zijn zeer vele soorten van losbladige grootboeken, welke Fig. 5. onderling echter weinig verschillen. Bij het eene fabrikaat is het inen uitnemen der bladen gemakkehjker dan bij het andere, terwijl ook niet alle soorten, opengeslagen, even vlak liggen. Aan het losbladige systeem zijn alle voordeden van het kaartsysteem verbonden, terwijl het daaraan klevende groote nadeel — het gemakkehjk verloren raken der kaarten — bij het losbladige systeem van geringe beteekenis is, omdat het grootboek als het ware ingebonden is. Zelfs zijn er fabrikaten in den handel, waarbij het in- en uitnemen der bladen eerst mogehjk is, als het mechanisme met behulp van een sleutel is geopend. TOEPASSING: §§ 40—58: Opgaven 8ste reeks. IV. De proefbalans. § 59. Begrip. Ontstaan en te niet gaan van de bezittingen en schulden zijn de eenige oorzaken van het debiteeren en crediteeren der rekeningen. In twee gevallen moet de rekening gedebiteerd worden, namelijk als een bezitting ontstaat en als een schuld te niet gaat. Ontstaat een bezitting, dan moet gelijktijdig, daar 'niets uit niets ontstaan kan, een andere bezitting te niet zijn gegaan, of de verplichting moet aangegaan zijn, later een bezitting als equivalent te geven, d.i. er moet een schuld zijn ontstaan. In beide gevallen is er evenwicht in de boekingen, d.i. een rekening wordt voor hetzelfde bedrag gedebiteerd, als waarvoor een andere rekening gecrediteerd wordt. Gaat een schuld te niet, dan moet in de plaats der oude schuld een nieuwe zijn ontstaan, of er moet een bezitting zijn te niet gegaan. Tn beide gevallen is er weder evenwicht in de boekingen. Hieruit volgt, dat er steeds evenwicht in het grootboek moet zijn. De staat, die dient om te onderzoeken, of er evenwicht in het grootboek is, heet proefbalans. § 60. Inrichting. De proefbalans bestaat uit vier kolommen. In de eerste kolom worden de nummers der grootboekrekeningen geschreven, in de tweede schrijft men de namen der rekeningen, in de derde de som der debetbedragen van elke rekening en in de vierde de som der creditbedragen. Het totaal der bedragen, die men in de derde kolom heeft geschreven, moet gehjk zijn aan het totaal der bedragen, die in de vierde kolom zijn opgenomen. Somtijds kan het aanbeveling verdienen, de proefbalans anders in te richten. Men neemt dan een staat, die inplaats van twee, vier en twintig geldkolommen bevat, twee voor elke maand van het jaar. In de eerste twee geldkolommen neemt men dan de bedragen op, die de eerste maand van het boekjaar, meestal dus Januari, op de rekeningen zijn gebracht. 135 In de volgende twee geldkolommen boekt men de totalen der bedragen, die tot Januari en Februari behooren, dus de bedragen van Januari en Februari tezamen, enz. Met potlood geeft men in het grootboek de tellingen aan, waardoor men niet telkens bij de optelling de bedragen, tot de vorige maanden behoorende, heeft te betrekken. Men kan echter ook op andere wijze te werk gaan. Aan beide zijden van elke rekening late men twee naast elkander liggende geldkolommen aanbrengen. De eerste daarvan wordt gebezigd tot inboeking der afzonderhjke bedragen. Het maandehjksch totaal werpe men in de tweede kolom uit. De tweede kolom bévat alzoo niets anders dan de maandelijksche totalen. De tweede vorm der proefbalans wordt alzoo gebezigd, als men maandelijks de proefbalans opmaken wil. Dit maandelijks opmaken heeft groote voordeelen. 1, Het werk wordt meer over het geheele boekjaar verdeeld. Maakt men maandelijks een proefbalans op, dan behoeft men aan het einde van het boekjaar nog slechts de proefbalans van de laatste maand te maken, dus niet die van het geheele boekjaar. 2. Eventueelë fouten, die het evenwicht verstoren, vindt men gemakkelijker, dan wanneer men slechts eenmaal 's jaars een proefbalans opmaakt. Immers, sluit een der maandproefbalansen niet, dan weet men in welke maand de fout is gemaakt. Men behoeft alzoo slechts de bedragen te contröleeren, die in deze maand zijn ingeboekt. Maakt men daarentegen slechts eenmaal 's jaars de proefbalans op, dan zal men, niet wetende, in welke maand de fout is gemaakt, het geheele grootboek moeten nagaan. Door het opmaken van maandproefbalansen worden de fouten alzoo gelocaliseerd. Tegenover deze voordeelen staat bijna geen enkel nadeel. De maandproefbalansen vorderen weinig meer tijd dan de jaarproefbalans, omdat geen enkele telling tweemaal wordt gemaakt. Zoo heeft men bij het opmaken der proefbalans per ultimo Februari, slechts het totaal te bepalen van alle bedragen, in Februari naar het grootboek gebracht en van de potloodtellingen der vorige maand, welke onmiddellijk boven de eerste bedragen staan, in Februari op de rekeningen geboekt. Maandelijks heeft men alzoo slechts bij de telling op elke rekening in debet en in 136 credit één bedrag meer te betrekken, dan het aantal bedragen, in die maand geboekt. § 61. Het nut der journaaUelling. Als algemeenen regel heeft men aangenomen, dat alleen van vut het journaal posten naar het grootboek kunnen worden overgebracht. Alle posten, die in het grootboek moeten geboekt worden, gaan dus door het journaal. Een uitzondering op dezen regel vormen alleen de bedragen, waarmede men de rekeningen bij den aanvang van het boekjaar geopend heeft, m. a. w. de bedragen, die op de balans voorkomen. Indien men het journaal aanvangt met de balanstelling en men bepaalt alsdan de som der debet- of der creditbedragen in het journaal voorkomende, dan moet men de telling der proefbalans bekomen. Deze overeenstemming is een niet te onderschatten controlemiddel, dat op het bestaan der volgende fouten wijst, die bij de overdracht der posten van het journaal naar het grootboek kunnen worden gemaakt: 1. men vergeet een geheelen. journaalpost over te dragen; 2. men brengt een journaalpost twee- of meermalen over; 3. men debiteert een rekening voor een te hoog of voor een te laag bedrag, en crediteert een andere rekening voor een bedrag, dat evenveel te hoog of te laag is. Heeft men een of meer dezer fouten gemaakt, dan zullen de tellingen der proefbalans niet overeenstemmen met die van het journaal. Men moet dan overgaan tot het opsporen der fouten. De eerste fout kan gemakkehjk worden gevonden, als men de gewoonte heeft aangenomen bij de overdracht van een journaalpost naar het grootboek, voor de fohonummers in het journaal een bepaald teeken, b.v. en stip, te plaatsen. Men onderzoekt dan, of voor het een of ander folionummer dit teeken ontbreekt. Ook kan men het verschil bepalen tusschen de journaal- en de proefbalans-telling, en onderzoeken, of in het journaal een bedrag voorkomt, gehjk aan dit verschil. Het spreekt vanzelf, dat de eerste fout slechts voorkomen kan, als de proefbalans-telling kleiner is dan de journaal-telling. De tweede fout kan gemaakt zijn, als de proefbalans-telling grooter is dan de journaal-telling. Ze zal bij aocuraat werken 137 slechts zeer zelden voorkomen. Deze fout wordt op dezelfde wijze opgespoord als de eerste. Ook de derde fout komt weinig voor. Is de journaaltelling kleiner dan de proefbalans-telling, dan moet men een te hoog bedrag in het grootboek hebben geboekt; is ze grooter, dan een de laag. Het opsporen der fout kost veel tijd en kan wellicht alleen gevonden worden door collationeeren, d.w.z. het vergehjken van alle bedragen, die in het journaal staan, met die, welke op de rekeningen in het grootboek zijn geboekt. Het is van het grootste belang twee journaaltellingen te maken, een der debet- en een der creditbedragen. De voordeelen daarvan zijn: 1. Men heeft de absolute zekerheid, dat er in het journaal evenwicht is. Aan den voet van elke journaalpagina worden beide tellingen gegeven. Ze moeten overeenstemmen, zoo ten minste geheele posten op de pagina staan; ze controleeren alzoo elkander. Zijn ze gehjk, dan weet men, dat er evenwicht in het journaal is en staat dit vast, dan moet, indien de proefbalans niet sluit, de fout gemaakt zijn bij de overdracht der posten naar het grootboek. 2. Het maken van twee journaaltelhngen vergemakkelijkt de opsporing van fouten. '3W§o| Maakt men slechts één telling, dan kan men bij die bewerking een fout maken, waarop eerst later, bij de vergelijking der journaaltelhng met de tellingen der proefbalans, zal worden gewezen. Op welke pagina van het journaal de fout gemaakt is, weet men dan echter niet. Daardoor kost -de opsporing der fout veel tijd. § 62. Het opsporen van fouten. De tellingen der proefbalans moeten onderhng gehjk zijn en overeenstemmen met de tellingen van het journaal. Ontbreekt die dubbele overeenstemming, dan moet men de oorzaak daarvan opsporen. Komt ééne telling der "proefbalans overeen met de journaaltellingen, dan moet de fout gemaakt zijn aan de zijde van het grootboek, waartoe de andere telling behoort. De fout wordt daardoor reeds eenigszins gelocaliseerd. Verschillen beide tellingen met die van het journaal, dan is geen der beide zijden van het grootboek goed. Het eenige middel, dat zeker doel treft, is het collationeeren. In de meeste gevallen neemt men daartoe dan ook onmiddellijk zijn toevlucht, als de proefbalans niet sluit. 138 Is er slechts een enkele fout gemaakt, dan kan men dikwijls met vrucht gebruik maken van eenvoudige middelen, die men bedacht heeft om de verschillen op te sporen. Bestaat die enkele fout b.v. uit de verwissehng van twee cijfers, dan kan men den volgenden weg inslaan, om haar op te sporen. Verwisselt men het cijfer der eenheden met dat der tientallen, dan ontstaat een verschil, dat gehjk is aan negen maal het verschil der verwisselde cijfers. Verwisselt men het cijfer der tientallen met dat der honderdtallen, dan ontstaat een verschil, dat gelijk is aan negentig maal het verschil der verwisselde cijfers. Verwisselt men het cijfer der honderdtallen met dat der duizendtallen, dan ontstaat een verschil, dat gehjk is aan negenhonderd maal het verschil der verwisselde cijfers, enz. Verwisselt men het cijfer der eenheden met dat der honderdtallen, dan ontstaat een verschil, dat gehjk is aan negen en negentig maal het verschil der verwisselde cijfers. Gemakkelijk kan men dit aantal regels nog vermeerderen. Daar het verschil van twee cijfers steeds kleiner moet zijn dan tien, heeft men den volgenden regel: deel het verschil der proefbalans-telling en der telling van het journaal door 9, 90, 99, 900, 999, enz. Alleen het quotiënt, dat een geheel getal is, kleiner dan tien, komt in aanmerking. Dit quotiënt geeft het verschil der verwisselde cijfers aan. Men moet dan alle verwisselingsgevallen, die zich kunnen voordoen, opstellen en daarna onderzoeken, of een dezer gevallen werkelijk heeft plaats gehad. Het volgende voorbeeld dient ter toelichting. De debettelling der proefbalans geeft 297 meer dan de jouxnaaltelling. Alleen de deeling door 99 geeft een geheel getal, kleiner dan tien, tot quotiënt, nl. 3. Daar de proefbalans-telling grooter is dan de joumaaltelling, zijn de volgende gevallen mogehjk. in het journaal stond: in het grootboek is geboekt: 0— 3 3—0 1— 4 4—1 2— 5 , 5—2 3— 6 6—3 4— 7 7—4 5— 8 8—5 6— 9 9—6 139 Het streepje duidt het cijfer der tientallen aan. Men moet nu in het debet van het journaal de getallen opzoeken, die tot cijfer der eenheden 3, 4, 5, 6, 7, 8 of 9 hebben en tot cijfer der honderdtallen respectievehjk 0, 1, 2, 3, 4, 5 of 6. Vindt men zulk een getal, dan moet men onderzoeken, of bij de overdracht naar het grootboek een verwisseling heeft plaats gehad. Men kan zijn onderzoek ook vanuit het grootboek beginnen, door in het debet de getallen op te zoeken, die tot cijfer der eenheden 0, 1, 2, 3, 4, 5 of 6 hebben en tot cijfer der honderdtaUen respectievehjk 3, 4, 5, 6, 7, 8 of 9. Uit dit voorbeeld bhjkt, hoe bewerkehjk de methode is. Bovendien zal het duidelijk zijn, dat alleen dan een gunstig resultaat verkregen kan worden, als het verschil slechts door één fout veroorzaakt wordt. Daardoor heeft de methode zeer weinig waarde. Het verschil kan ook ontstaan zijn door de verschuiving van een getal naar rechts oi links. Verschuift men een getal een plaats naar links, dan ontstaat een verschil, dat gehjk is aan negen maal dit getal. Verschuift men een getal twee plaatsen naar links, dan ontstaat een verschil, dat gehjk is aan negen en negentig maal dit getal, enz. Hieruit volgt: Is de proefbalans-telling grooter dan de journaaltelling, deel dan het verschil tusschen beide door 9, 99 enz. Gaat deze deeling op, onderzoek dan of in het journaal een bedrag voorkomt, gehjk aan het quotiënt. Is dit het geval, ga dan na, of dit bedrag in het grootboek een of twee plaatsen te veel naar links geplaatst is. Verschuift men een getal een plaats naar rechts, dan ontstaat een verschil, dat gehjk is aan negen maal het verkeerde getal. Verschuift men een getal twee plaatsen naar rechts, dan ontstaat een verschil, dat gehjk is aan negen en negentig maal het verkeerde getal. Hieruit volgt: Is de proefbalans-telling kleiner dan de journaaltelling, deel dan het verschil tusschen beide door 9, 99 enz. Gaat deze deeling op, onderzoek dan, of in het grootboek een bedrag voorkomt, gehjk aan dit quotiënt. Is dit het geval, ga dan na, of dit bedrag in het journaal een of twee plaatsen meer naar links staat. V. De inventaris. § 66. Onvolkomenheid van het dubbel boekhouden. Doordat men alle veranderingen in de bezittingen en schulden op rekeningen aanteekent, en op elk foho van het grootboek meestal slechts één rekening houdt, kan men, het grootboek openslaande, zich slechts een denkbeeld vormen van de grootte eener enkele bezitting of schuld. Men kan zich dus, met het grootboek voor zich, geen helder denkbeeld vormen van den toestand van het geheel. Door de boomen ziet men het bosch niet. De proefbalans kan slechts gedeeltelijk in deze onvolkomenheid voorzien, daar ze ons wel inlichten kan omtrent den stand der kas en der vorderingen en schulden, doch ons omtrent de waarde en de grootte der overige bezittingen en van de grootte van het kapitaal niets of slechts zeer weinig kan mededeelen. Komt b.v. .op een proefbalans de rekening „Debiteuren" met een totaal debet van / 100.000,— en een totaal credit van / 80.000,— voor, dan kan men daaruit afleiden, dat de totale vordering nog ƒ 20.000,— bedraagt, doch geeft de proefbalans voor de goederenrekening deze bedragen, dan leert men daaruit alleen, dat de totale inkoop, vermeerderd met den aanvangsvoorraad, / 100.000,— en de totale verkoop / 80.000,— heeft bedragen. Hoe groot de waarde van den goederenvoorraad is en hoeveel er is gewonnen of verloren, weet men niet. De proefbalans kan dus hoogstens den omzet aangeven, nooit het zuiver vermogen1). Bovendien worden nooit de veranderingen geboekt, die slechts door den loop des tijds ontstaan. Hiertoe behooren: de waardeveranderingen van het vaste kapitaal, de waardeverandering van den voorraad, enz. Ook nog andere kapitaalveranderingen blijven l) Tenzij bij het systeem „le permanence de Pinventaire", hetwelk in het begin van het eerste deel is ontwikkeld. (Zie de proefbalans op pag. 16.) 10* 148 ongeboekt, o.a. de rente van opgenomen en uitgeleende gelden. Deze weglatingen zijn mede oorzaken, dat men zich uit het grootboek geen heldere voorstelling kan vormen van het geheel. Daartoe is noodig het opmaken van een volledigen staat van bezittingen en scbuldeo, met de waarde, die men er aan toekent. Zulk een staat wordt inventaris genoemd. § 67. Inrichting van den inventaris. Daar de volledige inventaris alle bezittingen en schulden aangeeft, is hij meermalen zeer omvangrijk. De voorradige goederen worden stuk voor stuk aangegeveu, evenals de aanwezige effecten, alle uitstaande vorderingen, voorradige wissels, machines, gereedschappen, grondstoffen, enz. Onder het hoold Schulden worden alle crediteuren en alle te betalen wissels genoemd. Gewoonlijk maakt men den inventaris eerst op losse vellen op, om, wanneer men geheel gereed gekomen is, en de zekerheid heeft, dat alles in orde is, den inventaris in een afzonderlijk boek, het Inventarisboek, in te schrijven. § 6S. Volgorde der bezittingen en schulden op den inventaris. Uit den aard der zaak is het van weinig beteekenis, in welke volgorde men de bezittingen en schulden op den inventaris brengt. Hoofdzaak is het slechts, dat men alle bezittingen en alle schulden opneemt. Toch is het raadzaam, duidelijkheidshalve, niet elk jaar de volgorde te veranderen, doch op den inventaris de bezittingen en de schulden te doen volgen in dezelfde orde als op vorige inventarissen. Men maakt dan de vergelijking der inventarissen onderling zeer gemakkelijk. Met het oog op deze vergelijking is het ook wenschelijk, om de verschillende groepen, waarin men de bezittingen en schulden sphtst, een nummer te geven en deze eenmaal aangenomen aanduiding bij alle inventarissen te behouden. § 69. Het gebruik van de grootboeken bij het opmaken van den inventaris. De grootboeken zijn bij het opmaken van den inventaris onmisbaar. Uit het debiteurenboek moet men een lijst opmaken van alle debiteuren, uit het crediteurenboek een lijst van alle crediteuren. De zichtbare bezittingen, zooals goederen, effecten, wissels enz., moet men niet uit de boeken opmaken, doch in natura tellen, 149 meten of wegen. Eerst daarna onderzoekt men, of de gevonden voorraad overeenkomt met dien, welke door de voorraadboeken aangegeven wordt. § 70. Methodes van waardebepaling. Er zijn vijf methodes van waardebepaling in zwang: a. de nominale waarde, b. de gekapitahseerde opbrengst, c. de marktprijs, d. de zelfkostende prijs, e. de taxatie. a. Nominale waarde. Voor de nominale waarde komen gewoonhjk op den inventaris: a. het kassaldo, b. de boekvorderingen en schulden, c. de wissels in eigen geld. § 71. Kassaldo. Het kassaldo komt alleen dan voor de nominale waarde op den inventaris, als het uit binnenlandsch geld bestaat, dat voor de nominale waarde gangbaar is. Bestaat het voor een deel uit gedeprecièerd papier, dan moet het voor de koerswaarde worden opgenomen. Vreemde munten worden gewoonhjk niet op de kasrekening geboekt, doch op afzonderhjke rekeningen geadministreerd. Alleen in grensplaatsen komt het voor, dat de munten van naburige landen met het eigen geld worden vermengd. Daar die vreemde munten dan gewoonlijk een vasten koers hebben, bestaat er geen bezwaar, om ze tegen dezen koers op den inventaris te brengen. § 72. Boekvorderingen, schulden en wissels in eigen geld. De uitstaande vorderingen en schulden worden bepaald met behulp van de in gebruik zijnde sub-grootboeken. Het saldo der sluitrekening van elk dezer geeft het totaal der loopende rekeningen aan. De uitstaande vorderingen moeten in drie deelen worden gesplitst: a. Inbare vorderingen Deze verdeeling heeft zoowel op b. Dubieuse vorderingen boek- als op wisselvorderingen c. Oninbare vorderingen betrekking. 150 Tot de sub b genoemde vorderingen behooren ook die, waarvan de rechtsgrond wordt betwist. In den inventaris moeten de beide laatste soorten afzonderlijk worden genoemd. Tevens moet dan in mindering van de nominale waarde der dubieuse vorderingen een bedrag worden gebracht, gehjk aan de som, die men vermoedelijk niet zal innen. Het verschil tusschen beide bedragen, de nominale waarde en de afschrijving, moet in de laatste geldkolom van den inventaris worden uitgeworpen. Het sub c genoemde bedrag moet geheel als verlies beschouwd worden. Wil men een zeer nauwkeurigen inventaris verkrijgen, dan moet men van de uitstaande vorderingen en schulden de contante waarde berekenen. Alle schulden, die over eenigen tijd. vervallen, worden verminderd met het disconto, dat men zou genieten, als men zijn crediteuren ging betalen op den dag, waarop men den inventaris opmaakt. Alle vorderingen worden eveneens verminderd met het disconto, dat men zou moeten toestaan. Deze berekening moet men zoowel over de boek-, als over de wisselvorderingen en schulden maken. Daar ze zeer veel tijd kost en toch zeer weinig invloed uitoefent op het saldo der bezittingen en schulden, wordt ze in de practijk weggelaten. Deze rentevereffening is echter noodzakehjk, als de vervaldag van de vordering of Schuld zeer ver in de toekomst hgt. Heeft men b.v. een niet-rentegevende vordering, die over eenige jaren vervalt, dan moet men daarvan de contante waarde berekenen, daar anders de onnauwkeurigheid van den inventaris te groot zou zijn. Bovendien is de rentevereffening noodzakehjk bij vorderingen én schulden, die een vaste rente dragen, zooals over deposito's, prolongaties en hypothecaire vorderingen en schulden. Nauwkeurig moet men de rente berekenen, die men te vorderen heeft of schuldig is op den dag, waarop men den inventaris opmaakt. Men kan de intresten, die uit de rentevereffening voortvloeien, op den inventaris plaatsen bij de vorderingen of schulden, waarbij zij behooren, doch men kan ook op den inventaris in één post bijeenvoegen, alle te vorderen intresten, als de rente der zoogenaamde u/g (uitgegeven geld) rekeningen, eventueel de rente der crediteuren en der te betalen wissels, en in een anderen post alle verschuldigde intresten, als de rente der o/g rekeningen, èn eventueel de rente der te innen wissels en der debiteuren. 151 § 73. Vorderingen en schulden in vreemd geld. Reeds vroeger is er op gewezen, om het vreemde geld tegen een vasten koers in de boeken op te nemen. Op den inventaris moet men, indien deze gewoonte gevolgd wordt, het saldo van het vreemde geld, herleid tegen den aangenomen koers, opnemen. Neemt men evenwel bij de inboeking van vreemd geld den koers van den dag aan, dan moet men bij het opmaken van den inventaris dit eveneens doen. § 74. Te reserveeren vorderingen en schulden. Het komt meermalen voor, dat op hulprekeningen van de Verhes- en winstrekening bedragen aijn geboekt, die bij het opmaken Tan den inventaris nog geen verhezen of winsten zijn. Zoo is b.v. de Premierekening van een assuradeur gecrediteerd voor premiën, bij vooruitbetaling voldaan. Bij het opmaken van den inventaris mag waarschijnlijk het totaal daarvan niet geheel als winst worden beschouwd, daar nog niet alle risico, over de gesloten verzekeringen zal afgeloopen zijn. Men moet nu bepalen, welk premiebedrag bestemd is om de risico, die de assuradeur nog loopt, te dekken. Dit bedrag is bhjkbaar de som, die bij het opmaken van den inventaris nog vooruitbetaald is. Het is alzoo een schuld aan de verzekerden en moet als zoodanig dan ook op den inventaris gebracht worden1). Een reederij heeft eenigen tijd voor het opmaken van den inventaris een harer schepen uitgerust. Het daarvoor betaalde bedrag kan men gedeeltehjk op den inventaris brengen, zoo de reis nog niet volbracht is. Men moet dan berekenen, welk deel der reis nog niet afgeloopen is en dan van de totale uitrustingskosten een gehjk deel onder de bezittingen op den inventaris opnemen. Hieruit volgt, dat men bij het opmaken van den inventaris alle hulprekeningen der Verhes- en winstrekening moet nagaan, om te bepalen, welke vorderingen en schulden, die gereserveerd moeten worden, daarop voorkomen. Dit geldt ook voor de onkostenrekeningen. Indien een Onkostenboek (§ 50) in gebruik is, kan dit goede diensten bewijzen. § 75. Ongeboeide vorderingen en schulden. In den inventaris moet men ook de ongeboekte vorderingen en schulden opnemen. l) Stel, dat een netto-jaarpremie / 100,— groot is en dat bij het opmaken van den inventaris 9 maanden der verzekering verstreken zijn, dan moet / 25,— der premie worden gereserveerd. (Zie mijn Depreciatie en Reservefondsen, pag. 161/62 e.v.) 152 Tot de ongeboekte vorderingen behooren o.a.: a. de nog niet in rekening gebrachte provisie van in- en verkoopen, die men voor anderen deed, b. voorgeschoten onkosten, c. rente over uitstaande vorderingen, voorkomende op rekeningen als Hypotheek u/g, Deposito u/g, enz. en over de onkosten, die men heeft gemaakt voor rekening van anderen (Goederen in commissie enz.). Tot de ongeboekte schulden behooren o.a.: a. onbetaalde, doch verschenen belastingen, b. onbetaalde salarissen en loonen, c. onbetaalde kantoor- en pakhuishuur, d. rente over uitstaande schulden, voorkomende op rekeningen als Hypotheek o/g, Prolongatie o/g, enz. De rente van de rekeningen-courant, die men met derden heeft, kan zoowel te vorderen, als te betalen zijn. Gewoonhjk echter is reeds vóór het opmaken van den inventaris deze rente berekend en in de betreffende rekeningen opgenomen, zoodat ze niet op den inventaris behoeft voor te komen. § 76. Goederen in commissie. Zijn bij het opmaken van den inventaris nog commissiezaken loopende, dan moet men de creditsaldi der verschillende Goederen in commissie-rekeningen onder de schulden op den inventaris opnemen. Immers, die saldi geven aan de sommen, die men verschuldigd is aan de committenten, terzake van den gedeeltehjken verkoop der door hen gezonden goederen. Echter zijn deze saldi niet voor hun volle beloop schulden der zaak, daar de voorgeschoten onkosten, indien ze nog niet op de Goederen in commissie-rekeningen zijn geboekt, en de provisies, die men reeds over de verkoopen verdiend heeft, eigenlijk in mindering moeten gebracht worden. De gemaakte fout wordt hersteld, door deze onkosten en provisies onder de bezittingen in den inventaris op te nemen. De onverkochte voorraad blijft bij het opmaken van den inventaris buiten beschouwing, daar hij noch een bezitting, noch een schuld der zaak is. § 77. Failliete boedel. De vorderingen op failliete boedels maken een uitzonderling op den regel, dat in het algemeen vorderingen voor de nominale waarde op den inventaris moeten gebracht worden. Men moet, met het oog op de omstandigheden, de vermoedelijke uitkeering schatten en het alzoo verkregen bedrag onder de bezittingen op den inventaris brengen. b. De gekapitaliseerde opbrengst. § 78. Gebouwen en landerijen. Dit system van waardeering bestaat in het kapitahseeren van de som, die een zaak oplevert, verminderd met alle daaraan verbonden kosten. Het kan worden toegepast bij de waardeering van landerijen, huizen, enz., in het algemeen bij zaken, die een zeker provenu op leveren, onverschillig wie de eigenaar is. Stel, dat een stuk land, na aftrek van alle kosten, / 500,— per jaar oplevert. Is de rente, die men met solide belegging maakt, 4%, dan kan men de waarde van het -stuk land gevoegehjk op 25 maal / 500,— stellen, dus op / 12.500,—. Bij de waardeering van huizen kan men een soortgelijke berekening geven. Alleen neemt men daarbij gewoonhjk een hoogeren rentevoet aan, omdat aan het bezit van huizen meer risico verbonden is dan aan dat van landerijen1). Gebouwen, die in eigen gebruik zijn, hebben geen bepaalde opbrengst; het systeem der gekapitahseerde opbrengst is daarbij alzoo onbruikbaar. Het is dan raadzaam af en toe de waarde te laten taxeeren. Gewoonhjk slaat men ëéhter bij gebouwen een anderen weg in. De som, waarvoor de gebouwen op den inventaris worden gebracht, wordt gehjk gesteld aan die, waarvoor ze op den vorigen opgenomen waren, verminderd met een bepaald procent. De grootte van dit procent hangt geheel af van het gebruik, dat men van de gebouwen maakt en van den bouw. Onderhoudskosten mogen in geen geval de inventariswaarde verhoogen, uitbreidingskosten echter wel. Sommigen hebben voorgesteld, ook de waarde van schepen te bepalen volgens het systeem der gekapitaliseerde opbrengst. Het behoeft geen betoog, dat deze waardeering beslist onbruikbaar is. *) De rechtbank te Rotterdam, den 20sten October 1899 uitspraak doende in de onteigeningskwestie tusschen de gemeente Rotterdam contra eenige eigenaars van weekwoningen, bepaalde, dat de bruto-huur moest worden verminderd met de grondlasten, daarna met 2% voor assurantie en 8% voor reparatie, terwijl de netto-huur, die dan overbleef, moest worden gekapitaliseerd a 5%. 154 Een schip zal reeder A een verhes berokkenen, doch aan reeder B een schoone winst geven, toch moet de waarde, waarvoor beiden het op htm inventaris moeten plaatsen, dezelfde zijn. Daar de opbrengst afhankehjk is van den eigenaar, kan de waarde niet gelijk zijn aan het gekapitaliseerde provenu. c. en cl. De marktprijs en de zelfkostende prijs. § 79. Bedrijfsvoorraden. Hiertoe behooren alle zaken, die bestemd zijn, om verkocht te worden, zooals grondstoffen, effecten, goederen enz. De waardeering kan geschieden naar den zelfkostenden of naar den marktprijs. Tegen de waardeering naar den marktprijs wordt de volgende bedenking gemaakt. Is de marktprijs hooger dan de zelfkostende prijs, dan wordt, indien de eerste bij de waardeering aangenomen wordt, een winst berekend, die nog niet gemaakt is en wellicht ook niet gemaakt worden kan. Immers, het is een dwaling, te beweren, dat een zaak, die men niet verkoopt, bij verkoop opbrengen zal den prijs, die er voor genoteerd wordt, daar die prijs, veranderlijk als hij is, bij uitvoering der verkooporder zal kunnen gedaald zijn. Is de marktprijs lager dan de zelfkostende prijs, dan wordt, indien de eerste bij de waardeering aangenomen wordt, een verlies berekend, dat nog niet geleden is en wellicht ook niet geleden worden zal. Immers, het is een dwaling, te beweren, dat een zaak, die men niet verkoopt, bij verkoop opbrengen zal den prijs, die er voor genoteerd wordt, daar die prijs, veranderlijk als hij is, bij uitvoering der verkooporder zal kunnen gestegen zijn. Het is in het algemeen af te keuren, ongerealiseerde winsten en niet geleden verhezen te boeken. Als men geen ongerealiseerde winst mag boeken, dan ook geen ongerealiseerd verlies. Daarom is ook de Duitsche bepaling af te keuren: de bezittingen zijn aan te slaan tegen den marktprijs, als die lager is dan de zelfkostende prijs. Ware men er van verzekerd, dat men bij lateren verkoop den prijs maken zal, die wordt genoteerd bij het opmaken van den inventaris, dan zou men alle zaken, die bestemd zijn om vervreemd te worden, tegen dien prijs kunnen aanslaan. Wanneer die zekerheid niet bestaat, moet men noch een winst, noch een verhes boeken, omdat, men niet weet, of de latere verkoop een winst of een verhes zal opleveren; men moet alzoo waardeeren tegen den zelfkostenden prijs. 155 Laat het zich echter aanzien, dat de marktprijs van langen duur zal zijn, dan ia er eenige waarschijnhjkheid, dat de onderhavige zaken bij verkoop ongeveer dien prijs zullen opbrengen. In dit geval moet men, zoo de marktprijs hooger is dan de zelfkostende prijs, den eersten iets lager stellen en tegen dien verminderden prijs de zaken aanslaan. Is de marktprijs in dit geval lager dan de zelfkostende, dan moet men de zaken tegen den eersten aanslaan. In het algemeen kan men als regel stellen, dat, indien een prijsnoteering hoogstwaarschijnlijk van bhjvenden aard zal zijn, men bij de waardeering daarmede rekening moet houden. Zoo zal iemand, die langen tijd geleden in de nabijheid van een zich sterk uitbreidende stad bouwgrond kocht, deze nu veilig voor een aanzienlijk hoogere waarde dan den inkoopsprijs op zijn inventaris mogen opnemen. Een uitgever, die een fondsartikel bezit, dat niet meer „gaat", zal genoodzaakt zijn dit voor een aanzienlijk lager bedrag dan den zelfkostenden prijs te inventariseeren. Een winkelier, wiens voorraad mode-artikelen aan het einde van het seizoen niet verkocht is, zal het restant op zijn inventaris moeten brengen voor een bedrag, aanmerkelijk lager dan den inkoopsprijs. § 80. Zelfkostende prijs. In vele gevallen is de vraag, wat is de zelfkostende prijs van belang. Vooral in industriëele zaken is dit het geval. De boekhouding moet daarom zoo ingericht zijn» dat met de grootst mogelijke zekerheid de zelfkostende prijs van alle fabrikaten kan vastgesteld worden. In vele fabrieken stelt men dezen regel niet. Men is daar van meening, dat de prijs der verbruikte materialen, vermeerderd met de betaalde loonen, den zelfkostenden prijs aangeeft. Toch is het duidelijk, dat zij, die zoo denken, dwalen. Zij vergeten, dat de waardevermindering der machines en werktuigen een bestanddeel van den zelfkostenden prijs der fabrikaten vormt, en verder, dat de algemeene onkosten (waaronder te verstaan is: salarissen van kantoorpersoneel, port, belasting, huur, rente, enz.) eveneens den zelfkostenden prijs verhoogen. Het is daarom van het grootste belang, nauwkeurig te berekenen, hoe groot de invloed der beide laatste factoren op den zelfkostenden prijs is. 156 Vele fabrikanten zijn de meening toegedaan, dat zij wel is waar de halffabrikaten (d.w.z. de artikelen, die nog niet geheel gereed zijn) tegen den zelfkostenden prijs moeten aanslaan, doch dat zij de goederen, die geheel afgewerkt zijn, en geregeld met winst worden verkocht, voor een hoogere waarde dan den zelfkostenden prijs op hun inventaris mogen brengen. Zij redeneeren dan dikwijls aldus: wij zijn fabrikanten en koopheden, als fabrikanten verkoopen we de gefabriceerde goederen aan ons zelve als kooplieden en berekenen daarbij dan een zekere fabricagewinst. Het is deze fabricagewinst, die ook bij het opmaken van den inventaris over de voorradige goederen berekend wordt. Het behoeft geen lang betoog, dat deze theorie, die de „tweezielen-theorie" genoemd wordt, onjuist is. Fabrikant èn koopman zijn één en dezelfde persoon. Het is daarom ongerijmd om den één een winst ten koste van den ander te laten maken. Gefabriceerde goederen moeten in het algemeen steeds tegen den zelfkostenden prijs worden aangeslagen. Een fabrikant van confectie-goederen mag zijn magazijnvoorraad niet voor den prijs, dien hij bij verkoop waarschijnlijk zal maken, op zijn inventaris brengen, anders boekt hij wellicht een winst, die hij eerst na geslaagden verkoop maken zal. Een steenfabrikant moet bij de taxatie van zijn voorraad zijn prijscourant laten hggen en slechts nauwkeurig den zelfkostenden prijs van zijn steenen berekenen, in welken kostprijs, wij herhalen het, ook de algemeene kosten begrepen zijn. Bracht hij de steenen voor het verbruikte materiaal, vermeerderd met de betaalde loonen, op zijn inventaris, dan zou hij de waardevermindering zijner machines en de algemeene onkosten geheel als verhes afschrijven, terwijl toch een deel daarvan in zijn voorraad steenen is overgeaan en dus de inventariswaarde daarvan verhoogen moet. In dit verband kan ook de vraag behandeld worden, voor welke waarde onvoltooide contracten van aannemers, scheepsbouwmeesters e. d. op den inventaris moeten gebracht worden. De meeningen daarover loopen zeer uiteen. Sommigen beweren, dat in elk geval de zelfkostende prijs moet worden aangenomen. Hoe zonderling die meening is, blijkt, als men zich verplaatst in den toestand van een aannemer, die eenige jaren aan één contract werkt en een korten tijd, b.v. een maand, voor den afloop, zijn balans opmaken wil. Past hij den genoemden regel toe, dan zou hij geen winst of verlies mogen boeken. De geheele winst of het geheele 157 verlies zou dan echter op de volgende maand vallen. Men zal ons toegeven, dat dit ongerijmd is. Naar onze meening is de beste handelwijze de volgende. Men bepaalt nauwkeurig den zelfkostenden prijs van elk onvoltooid contract. Het spreekt vanzelf, dat, behalve de gebruikte materialen en de betaalde arbeidsloonen, de waardevermindering der machines en werktuigen en het aandeel in de algemeene onkosten in rekening moeten gebracht worden. Vervolgens gaat men na, of het contract een verlies of een winst zal opleveren. Kan men dit nog niet bepalen, dan dient men den zelfkostenden prijs als inventariswaarde aan te nemen. Is het echter wel mogehjk, ongeveer het vermoedehjk verhes of de vermoedelijke winst aan te geven, dan moet men daarmede rekening houden. Voor een vermoedehjk verhes dient men een reserve te vormen, terwijl dat deel van de vermoedelijke winst, dat op het boekjaar valt, als winst kan geboekt worden. Met de calculatie van een vermoedehjke winst moet men echter zeer voorzichtig zijn. Meermalen komt het voor, dat een contract, dat na korten tijd afloopen zal en waarschijnhjk een,schoone winst zal opleveren, door een onverwachten tegenslag een aanzienlijk verhes berokkent. Contracten hebben alle uit den aard der zaak een speculatief karakter: men weet gewoonlijk eerst, of ze winst of verlies hebben opgeleverd, als ze geheel afgeloopen zijn, § 81. Het liquidatiebeginsel. Bij de waardeering onderstelt men wel eens, dat tot hquidatie wordt overgaan. Voor de som, die de bezittingen dan vermoedehjk zouden opbrengen, worden ze op den inventaris gebracht. Men stelt zich dan op het liquidatiestandpunt. Dit is te eenenmale foutief bij zaken, die in het bedrijf worden gebezigd, zooals machines, werktuigen, paarden, schepen, enz., omdat deze niet bestemd zijn om vervreemd te worden, zoodat de som, die ze bij verkoop zouden opbrengen, bij de waardeering geheel buiten rekening moet worden gelaten. Is eenmaal een werktuig gekocht, dan heeft een verandering, die in den prijs van dergelijke werktuigen ontstaat, in het geheel geen invloed op de inventariswaarde. Men heeft slechts te zorgen, dat de aanschaffingsr prijs gehjkmatig over den duur van het werktuig wordt verdeeld. § 82. Het continuïteitsbeginsel. Bij de waardeering van alle voorwerpen, die in het bedrijf worden gebruikt, moet men in het oog 158 houden, dat de zaak niet wordt geliquideerd, doch zal worden voortgezet. Dit noemt men het continuïteitsbeginsel. De liquidatiewaarde kan alleen eenige beteekenis hebben voor de waardeering van zaken, die bestemd zijn om vervreemd te worden. § 83. Recht op de firma. Gewoonlijk brengt men het recht op de firma voor den zelfkostenden prijs, verminderd telkenj are met een vast bedrag, op den inventaris. De afschrijving stelt men zoo hoog, dat na weinig jaren het geheele bedrag afgeschreven is. De afschrijving tot de residuumwaarde1) kan hierbij niet worden toegepast, omdat deze waarde onmogelijk berekend kan worden, daar ze geheel afhangt van den gang van het bedrijf in de toekomst. Men neemt daarom het ongunstigste geval aan: dat de residuumwaarde nul zal zijn. Juist omdat de residuumwaarde niet bepaald kan worden, is totale, spoedige afschrijving gewenscht. e. Taxatie. § 84. Gebruik. In eenige gevallen kan geen der genoemde methodes worden toegepast: a. bij gereedschappen, flesschen en tallooze andere zaken van betrekkelijk geringe waarde, zooals verlegen winkelgoederen; b. als men gedurende geruimen tijd geen inventaris heeft opgemaakt, is taxatie het eenige middel om de waarde van het vaste kapitaal te bepalen; c. ook bij de overname van zaken handelt men verstandig, als men het vaste kapitaal laat taxeeren; d. als het opstellen van een nauwkeurigen inventaris te veel tijd zou kosten, zooals b.v. in vele winkelzaken. Daar taxaties nogal uiteenloopen, vooral als ze in opeenvolgende jaren door verschillende personen geschieden, geven ze een zeer ongelijkmatigen druk. De hooge kosten, aan taxatie verbonden, zijn ook een nadeel. § 85. Het saldo van den inventaris. Bij het opmaken van den inventaris moet men het saldo der privérekening onder de bezittingen of onder de schulden opnemen, naar gelang het een debet- of creditsaldo is. Immers een debetsaldo is een bezitting (vordering l) Waarde bij verkoop of liquidatie. 159 der zaak op het aansprakelijk hoofd) en een creditsaldo is een schuld (van de zaak aan het aansprakelijk hoofd). Het saldo der kapitaalrekening wordt onder de schulden opgenomen, tenzij het een debetsaldo is, wat wel zelden zal voorkomen. Men maakt daardoor echter een fout, omdat het saldo der kapitaalrekening niet de ware grootte van het kapitaal aangeeft. Is het totaal der bezittingen, volgens den inventaris, grooter dan het totaal der daarop geboekte schulden, voor kapitaal het saldo der kapitaalrekening aannemende, dan zal het verschil tusschen deze beide totalen de gemaakte winst geven. Bedraagt het totaal der bezittingen b.v. / 100.000,— en het totaal der schulden f 90.000,—, dan zal de winst / 10.000,— bedragen. Is het totaal der bezittingen, volgens den inventaris, kleiner dan het totaal der daarop geboekte schulden, voor kapitaal het saldo der kapitaalrekening aannemend, dan zal het verschil tusschen deze beide totalen, het geleden verhes aangeven. Bedraagt het totaal der bezittingen b.v. / 90.000,— en het totaal der schulden / 100.000,—, dan zal het verhes / 10.000,— bedragen. Het dubbel boekhouden stelt zich echter, zooals wij weten, niet tevreden met de kennis van het bedrijfsresultaat in één bedrag, doch geeft een gedetailleerd overzicht van de verschillende verliezen en winsten. Daardoor verkrijgt men tevens een controle op de juistheid van het winstcijfer, met behulp van den inventaris bepaald. Daarover wordt in het volgend hoofdstuk gesproken. § 86. Geflatteerde inventaris. Wanneer bezittingen op den inventaris zijn gebracht voor een waarde, die hooger is dan de regels der inventarisleer toelaten, of schulden in het geheel niet, of voor een te laag bedrag zijn opgenomen1), zegt men, dat de inventaris geflatteerd is. Hij geeft dan den juisten toestand der zaak niet aan en is dus onbruikbaar voor het doel, waarvoor hij is opgemaakt. Het verschil tusschen het totaal der bezittingen en dat der schulden is dan grooter dan het in werkelijkheid bedraagt, en dus ook de toename van het zuiver vermogen, dat is de winst, door het bedrijf opgeleverd. Deze te rooskleurige voorstelling der 1) Dit kan vooral voorkomen, als de waarde der schulden langs wiskundigen weg berekend moet worden, b.v. bij de reserve eener levensverzekeringsmaatsschappi j. 160 resultaten van het bedrijf kan schromelijke gevolgen hebben, daar ze wellicht handelingen veroorzaakt, diè waren uitgebleven bij een juiste voorstelling der verkregen resultaten. § 87. Geheime reserves. Tegenover het flatteeren van den inventaris staat het vormen van geheime reserves. Wanneer een bezitting voor een te lage waarde te boek staat, of geheel verzwegen wordt, wanneer een schuld voor een te hooge waarde is geboekt, is een geheime reserve aanwezig. Een bezitting kan voor een te lage waarde te boek staan: a. door te hooge afschrijvingen. Vooral in voorspoedige jaren wordt dikwijls te veel afgeschreven. Te weinig ziet men nog in, dat de afschrijvingen geheel onafhankelijk zijn van de resultaten van het bedrijf1). Dikwijls schrijft men de geheele waarde van een bezitting af of brengt men ze voor / 1,— op den inventaris: Dubieuse debiteuren, Meubilair, Schepen, enz. b. door te lage taxatie; c. als men den zelfkostenden prijs als inventariswaarde aanneemt, ofschoon de werkehjke waarde aanmerkehjk hooger is. § 88. Balans. Een balans is een staat, die in het kort, alle bezittingen en schulden der zaak, met de waarde, die er aan wordt toegekend, aangeeft. Zij verschilt van den inventaris slechts in inrichting. Terwijl de inventaris een gedetailleerde opsomming geeft van alle bezittingen en schulden, geeft de balans alleen de totale waarde van de groepen, waarin deze zijn verdeeld. Bij den inventaris treedt alzoo het quantitieve karakter op den voorgrond, daar van elke bezitting en schuld de hoeveelheid aangegeven wordt, die aanwezig is; bij de balans is de waarde de hoofdzaak, de hoeveelheid bhjft onvermeld. Op den inventaris komen b.v. alle effecten, die aanwezig zijn, met naam en aantal voor, met de waarde, die er aan wordt toegekend. Op de balans valt de specificatie weg en wordt slechts de totale waarde van aUe effecten in één bedrag aangegeven. Men zou de balans kunnen noemen een extract van den inventaris. Werkehjk heeft ze de bestemming om de vorming van een x) W. Kreukniet, Depreciatie en Reservefondsen, blz. 43. 161 overzicht over alle bezittingen en schulden te vergemakkehjken. Vandaar haar beknoptheid. De inventaris is gewoonlijk zeer omvangrijk: hij beslaat dikwijls tientallen pagina's, toch is slechts de kennis van enkele cijfers noodig, om een overzicht te vormen over ten toestand der zaak. Deze cijfers vindt men op de balans. De balans verricht bovendien haar dienst bij de bepahng der bedrijfsresultaten: het gebruik van den lijvigen inventaris zou daarbij zeer onhandig zijn. TOEPASSING: §§ 66—88, Opgaven 9de reeks. Pt. B. IV. 11 165 Hieruit vloeien de volgende regels voort: I. Op de~balans komt noch een bezitting noch een schuld voor de betrokken rekening voor. Dan is a. een debetsaldo verhes, b. een creditsaldo winst. II. a. Op de balans komt een bezitting voor de betrokken rekening voor: De balanswaarde dezer bezitting denkt men zich in het credit der rekening geplaatst. Ontstaat alsdan een debetsaldo, dan is dit het verhes; een creditsaldo is winst. b. Op de balans komt een schuld voor de betrokken rekening voor: De balanswaarde dezer schuld denkt men zich in het debet der rekening geplaatst. Ontstaat alsdan een debetsaldo, dan is dit het verhes; een creditsaldo is winst. c. Op de balans kqmt èn een bezitting èn een schuld voor de betrokken rekening voor: De balanswaarde der bezitting denkt men zich in het credit en die der schuld in het debet der rekening. Ontstaat alsdan een debetsaldo, dan is dit het verhes; een creditsaldo is winst. Deze regels worden door het volgende voorbeeld toegehcht. Gebouwen. De boekwaarde der gebouwen bedraagt volgens de saldibalans ƒ 30.000,—, terwijl volgens de balans de werkelijke waarde / 29.400 — of / 600,— minder bedraagt. Het verlies is alzoo ƒ 600,—. Denkt men zich de balanswaarde in het credit, der rekening geplaatst, dan geeft deze een debetsaldo van / 600,—, het verhes (Ha). Turf. De waarde volgens de balans bedraagt ƒ 35.000,—. de boekwaarde van den voorraad beloopt / 30.000—, zoodat de winst f 5000, bedraagt. Denkt men zich de balanswaarde in het credit der rekening geplaatst, dan geeft deze een creditsaldo van ƒ 5000,—, de winst (Ha). Vaartuigen. Denkt men zich de balanswaarde, groot / 1350,—, in het credit der rekening geplaatst, dan geeft deze een debetsaldo van / 150,—, het verlies (Ha). Bosschen. Bij toepassing van den regel Ha bhjkt, dat de winst / 500,— bedraagt. 168 dan gecrediteerd worden en de rekeningen, die daarvoor aangewezen zijn, zullen worden gedebiteerd. Heeft men voor verschiüende huizen of schepen exploitatierekeningen geopend, en acht men het wenschelijk, het saldo dezer rekeningen in éen bedrag op de nota van verhezen en winsten te krijgen, dan moet men in het memoriaal aangeven, dat de saldi dezer exploitatierekeningen overgebracht moeten worden naar een Algemeene exploitatierekening. ■ \ ™ G, 30,- f 730 ~ ____ f 730,— ~~j ■ Dênnalenbet, WiSS6lS • i f 200'- Disc"te innen dissels . f 250,- Depositorente . . . . „ 40,- Prolongatierente. . .1, 40 — § 103. Afsluiting der rekening Goederen in commissie. Het komt meermalen voor, dat ten tijde der afsluiting der rekeningen, nog met alle commissies zijn uitgevoerd, zoodat nog een of meer commissierekeningen open staan. Hoe men deze afsluit en weder opent zal nu worden verklaard. Onderstel dat de rekening „Goederen in commissie van St. Jevons te Londen" gecrediteerd is voor / 15.000,—, welk bedrag het bruto provenu aanwijst van het verkochte deel der partij goederen, van St. Jevons ten verkoop ontvangen. Onderstel verder, dat dezelfde rekening gedebiteerd is voor / 500,— onkosten, en dat de provisie 2% bedraagt. De afsluiting der rekening „Goederen in Commissie van St. Jevons" geschiedt door het saldo naar de nieuwe rekening over te brengen. Gelijktijdig is deze rekening dus weder geopend. Al heeft men de verkooprekening nog niet opgemaakt (hetwelk eerst geschiedt na verkoop der geheele partij, tenzij het onverkochte deel wordt teruggezonden), toch heeft men provisie verdiend en wel 2% van 't bruto-provenu, of ƒ 300,—. Deze provisie 176 Goederen in commissie van St. Jevons, Londen. "O1 I 1901 | I f 600>- { f15000,- 31/12 An Saldo N.R. . . „14500,-j ' I 'n ">>!; "', [f15000,- |f 15000,- 1902 1/1 Per Saldo O.R. . . f14500,- PROVISIE. 19«1 I 1901 | 31/12 Aan Verl. en winst f 1300,— i \ f 1000,— \\ 31/12 2% van f 15000,— „ 300,— Goed in comm. van St. Jevons, Londen f 1300, J 1 ' M30Ö,- 1902 1/1 2% van f 16000,— f 300,-J Goed in comm. van St. Jevons, Londen Daar het saldo der rekening „Goed. in comm. van St. Jevons", f 14-500,— bedragende, een schuld aan St. Jevons is, wordt het in het credit der balans opgenomen. Men stelt de schulden dan evenwel te hoog, omdat men het ïietto-provenu schuldig is. De gemaakte fout wordt hersteld, door onder de bezittingen de provisie over het verkochte gedeelte der partij, zijnde / 300,—, op te nemen. De balans wordt dus gedebiteerd voor / 300,— provisie. Men kan nog een andere wijze volgen. In een binnenkolom der balans schrijve men het saldo der commissierekening / 14.500,—, trekke daarvan af de provisie en werpe dan het saldo / 14.200,— als schuld uit. • Te onzent volgt men gewoonhjk de eerste methode, ofschoon de tweede duidelijker is. Tot nog toe is ondersteld, dat de rekening „Goederen in commissie van N. N." bij het maken van onkosten daarvoor werd ge- 177 debiteerd. Dit is echter niet steeds de gewoonte. Meermalen komt het voor, dat men bij de betaling dezer onkosten de Onkostenrekening debiteert, inplaats van de rekening „Goed. in comm. van N. N." Bhjkbaar treedt hier de Onkostenrekening op als hulprekening van den committent. De afsluiting en opening der rekeningen is dan iets moeilijker. In het gegeven voorbeeld zou de rekening „Goed. in comm. van St. Jevons" credit staan voor ƒ 15.000,— en de Onkostenrekening debet voor / 500,—. Verder neme men aan, dat de Onkostenrekening een debetsaldo van ƒ 3000,— heeft. Dit saldo is niet in zijn geheel een verhes, omdat ƒ 500,— ervan een vordering op St. Jevons vormen. Het verhés op onkosten is dus slechts / 2500,—. De Onkostenrekening moet daarvoor gecrediteerd worden. Crediteert men verder de Onkostenrekening voor / 500,—, waarvoor men de nieuwe Onkostenrekening debiteert, dan zijn de afsluiting en de opening geschied. Het debiteeren der Onkostenrekening is op dezelfde wijze te verklaren, als het debiteeren der Provisierekening voor de reeds verdiende, doch nog niet in rekening gebrachte provisie. Na het opmaken der Verkooprekening zal immers geboekt worden: GOED. IN COMM. VAN ST, JEVONS, LONDEN. Voor netto provenu . / 24.980,— „ onkosten . ,, 500,— „ provisie . . „ 520,— ƒ 26.000 — AAN ST. JEVONS, LONDEN Z/R. Voor netto-provenu van enz. . . / 24.980,— AAN ONKOSTEN. Voor enz » 500, AAN PROVISIE. Voor enz » 520, Zooals men ziet wordt in den loop van het volgend boekjaar de Onkostenrekening gecrediteerd voor de vordering op St. Jevons, daar deze dan verrekend wordt met de schuld aan hem. Stond nu de Onkostenrekening niet voor dit bedrag gedebiteerd, dan Pr. B. IV. 12 178 zouden ten onrechtere voorgeschoten onkosten als een winst op de Onkostenrekening geboekt worden. Hier volgen de rekeningen. Goederen in commissie van St. Jevons, Londen. 1901 [ [| 1901 I j f 15000,- 31/12 Aan Saldo N.R. . . f 15000,- f 15000,- i f15000,- 1902 I 1/1 Per Saldo O.R. . .f16000,- De Provisierekening blijft onverandert (pag. 176). Onkosten. 1901 I 1901 I J f13000,—1| ff 10000- 31/12 Per Verl. en winst . „ 2600,— 31/12 Per saldo NR. . . . L 500,- Mmm' *li _ f13000,- f13000,- 1902 1/1 Aan Saldo O.R. . . f 600,— De wijze, waarop in het laatste geval de balans moet worden opgesteld, eischt eenige toelichting. In het credit der balans neemt men te onzent het bruto-provenu der Goederen in commissie op. De schulden zijn dan te hoog genomen. Daarom neemt men onder de bezittingen op de verdiende provisie en voorgeschoten onkosten. Aan de creditzijde schrijft men dus: Goed. in comm. van St. Jevons, Londen . . . . / 15.000,— en aan de debetzijde: ss»» Provisie ƒ 300,— Onkosten . n 500,— TOEPASSING: §§ 89—103, Opgaven 10de reeks. 183 6 Dec. Afgegeven aan K. v. Gezel, alhier, mijn promesse per 21 Maart 1921, / 9425,70. 8 Dec. Gedisconteerd mijn promesse per 15 Februari 1921 / 4825,— van J. v. 't Zandt, alhier. Onder aftrek van ƒ 49,75 betaald per kas. 13 Dec. Overeengekomen met J. ter Bruggen, Groningen, dat ik hem voor zijn vordering per heden , • • / 6450,- onder berekening van 3 maanden rente a 6% „ 96,75 een promesse geven zal per 31 Maart 1921 / 6546,75 De promesse afgegeven. 16 Dec. Gedisconteerd de traite van H. Oplo, Assen . „ 7500,— per 10 Februari, onder aftrek van . . ■ ,, 75,— disconto en het netto provenu ƒ 7425,— betaald ƒ 3425,— per kas en in een chèque No. 15 295 op de Incassobank / 4000,—. Deze post geheel over de kas laten loopen. — 20 Dec. Overeengekomen met H. Most, .alhier, dat ik de in zijn bezit zijnde traite van H. Zomer, Groningen op ons / 8425, onder aftrek van disconto ,, 85, / 8340,— verrekenen zal met mijn vordering per heden op hem ,, 4280, / 4060,— Het restant betaald in een chèque op de Incassobank. 9. I. Boek de volgende posten in het kasboek, bankboek, memoriaal en ingaand remiseboek. Geef de maandjournaalpost van het ingaand remiseboek. 1921. Jan. 3 Getrokken op H. Memel, Amsterdam, / 7558,75 per 3 Maart 1921 o/eigen. 5 Verdisconteerd aan de R. B. V. mijn traite op J. Brezet, Arnhem, per 10 Maart 1921 ƒ 8945,—. Disconto en kosten ƒ 85,75. 7 Ontvangen van K. Roos, Arnhem, remise in zijn traite op Gebr. Roos, den Haag ƒ 4725,— per 5 April. Onder aftrek van / 54,50 in disconto genomen. 10 Verdisconteerd aan A. Zadels, Den Haag, de traite van K. Roos, Arnhem, op Gebr. Roos, Den Haag / 4725,— per 5 April. Het provenu vonder aftrek van ƒ 50,95 disconto per kas ontvangen. 12 Getrokken op J. Veile, Antwerpen, fr. 20.000,— per 2 Februari o/eigen. Geboekt a / 19,95. 184 Jan. 14 Ontvangen van K-W^te, Iave^l, f 330 /. m zijn accent ïSr10JE7ÏÏ7lïïen dit ™kocht - ""Kt " 20 0n*va°gen van J. v. d. Linden, Dordrecht, zijn traite op K. ter Heide, alhier, / 7425 — r>er 18 AnS L , doening onzer factnur per 18 Aprifl921 Ifdeïe Zr „ 21 Gedisconteerd van H. Oudshoff, alhier, zijn traite on mi St11 te DTnter / 7258'76 Per Ï8 ^5 dfsconto 6taald ^ ^ °nder aftrek ^ / 40,26 " M ^brutr^^ Druan 1921. De nota beloopt / 5628 75 ,) 26 Overeengekomen met J. de Ronde, alhier, dat wij onze wederzijdsche vorderingen als volgt zullén veiSenen Zijn vordering per heden bedraagt ' / ' In portefeuille bevindt zich zij'n promesse per 16 April 1921 . / 3458 75 af disconto ... ' tl'l^ t, . ,, . mJ 36,50 „ 3422,25 -Betaald in een chèque op R.B.V. "TTm?™ 00 ^heel over het bankboek laten loopen). 1 ' £5 'fi ™kfMner factuur ^20 Fe- » 29 Geëndosseerd aan K. Dumont, Brussel de traite op J. Veile, Antwerpen . .' fr 20 000 meen cheque op de Banque de BruxeUes ' "•wu'~~ heden van de R. B. V. gekocht . ' 4 530Koers ƒ 19,80 TotaaI i~Ï53^ Deze remise strekt ter voldoening der factuur van K Du mont, per 2 Februari M2I U" lo'Ójim6 Chè<ÏUe VaD fr- 4530'~ over de Bai* laten bh^endochahe^s;^ Geef de maandjoumaalposten uit het remiseboek g h«26 ?• Vj Transatlantische Handelsvereemirimr te Rotterd»™ 185 het kasboek en het kassiersboek niet tabellarisch, doch wel met een kolom voor de tegenrekeiüng. Schrijf in die boeken de volgende transacties in en geef de uit deze hulpboeken voortvloeiende journaalposten. a. Betaald aan R. de Jongh alhier, zijn factuur over April / 218,24 b. Betaalbaar gesteld bij de Rotterdamsche Bankvereeniging de heden vervallen 980 coupons nr. 15 der Obl. Leening / 24.500,— alsmede 20 uftgelote obhgaties „ 20.000— „ 44.500 — c. Afgegeven aan Bateman & Co., alhier, onze promesse aan zijn order per 8 September a.s. ter voldoening zijner factuur dd. 25 Mei 29.260, d. Betaald met chèque no. 40 op Robaver (Rotterdamsche Bankvereeniging) de geaccepteerde traite van Fleischmann & Co. te Frankfurt per 4 Juni . . . ,, 16.580,— e. Getrokken op Noury & v. d. Lande, Deventer, een 3/m traite.aan eigen order voor rekening van de Oelwerke A.G. te Emmerich ter vereffening onzer vordering op haar groot R.M. 81.200,— • „ 33.698,— /. Verdisconteerd bij Robaver bovenstaande traite, die heden geaccepteerd werd terugontvangen / 33.698,— af 92 dagen disconto a 4V2% 387,53 „ 33.310,47 g. Bericht ontvangen van Robaver, dat zij voor onze rekening betaalde: 960 coupons no. 15 a ƒ 25,— • • / 24000,— 12 coupons nr. 14 a ƒ 25,— ,, 300,— 8 uitgelote obhgaties a / 1000,— . . . „ 8000,— „ 32.300,— h. Retournota van Robaver over onze traite op Hansen & Co., Nijmegen, per 4 Juni / 11.318,50 protest en andere kosten j, 8,25 ,, 11.326,75 Heden faillissement aangevraagd van R. Batonnier, eenig firmant der firma Hansen & Co. i. Overeengekomen met W. Stalemans, Amsterdam, dat wij zijn factuur per heden, groot ,, 158.912,50 zullen voldoen als volgt: Hij neemt over 50 onzer aandeelen a 110% / 55.000,— in chèque no. 41 op Robaver „ 29.850,— door acceptatie van 3 wissels aan eigen order a ƒ 25.000—per 3 mnd. / 75.000,— 937,50 „ 74.062,50 „ 158.912,50 (Deze post mag niet in kasboek en diversepostenboek voorkomen) {Federatie 1918.) 186 11. In het tabellarisch wisselboek der firma Boon & Co. over zekere maand is geboekt, aan den kant der inkomende wissels: 1. het saldo der vorige maand / 22.715,80 2. het bedrag der eigen traites op Brown & Co £1217.18.3 >( i4.76l309 3. het bedrag der wissels op debiteuren . . . . „ 40.767,70 4. het bedrag der door den kassier de Incassobank gefourneerde wissels 32.829 65 5. het bedrag der gekochte en per kas betaalde wissels j 4.643,90 / 115.718,14 en aan den kant der uitgaande wissels: 1. het bedrag der aan onzen bankier J. Wolf, Londen, geremitteerde wissels £ 500 / 6.060 2. het bedrag der aan crediteuren gezonden wissels: „ 49.423,60 3. het bedrag der verkochte en per kas ontvangen wissels £ 317.18.3 . 3.862,63 4. het bedrag der aan de Incassobank ter incassee- ring gegeven wissels £ 26.617,96 X 5. het bedrag der bij de Incassobank verdisconteerde wissels (disconto hierop ƒ 182,50) „ 20.000,— 6. het saldo " 9.753,95 ~ f 115.718,14 Geef de journaalposten, welke hieruit voortvloeien. In het kassiersboek worden de wissels P. M. vermeld. (Federatie 1911.) Opgaven 3 de reeks. (Theorie pag. 26—48.) 12. I. Daar de houder van aandeel No. 1234, groot / 1000,—, met 20% storting, niet in staat is, het opgevraagde fournissement van 50% te voldoen, moet ingevolge art. 13 der statuten zijn aandeel voor zijn rekening worden verkocht. De verkoop geschiedt tegen 1°°%1); het bedrag wordt per kas ontvangen (§ 8). II. Hoe zou de boeking van den vorigen post zijn, als het aandeel verbeurd werd verklaard? (§8). 1) Van de nominale waarde der storting (/ 700,—) 191 Er zal een 6% inkomst-obhgatieleening worden uitgegeven, groot / 300.000,—, in stukken van / 1000,—, die door de crediteuren a 95% kunnen worden genomen en door andere inschrijvers a 100%. Alle crediteuren verbinden zich, uitstel van betaling voor zes maanden te verleenen, zonder rentevergoeding, voor het bedrag, waarvoor door hen geen obhgaties worden genomen. Geplaatst worden bij crediteuren 200, bij andere inschrijvers 75 obhgaties, terwijl de resteerende 25 obhgaties voorloopig in portefeuille bhjven. (§ 19.) II. Voor de betahng van de eerste halfjaar-coupon der 6% inkomst-obhgatieleening, groot / 300.000,—, waarvan geplaatst / 290.000,—, is slechts beschikbaar een winst van ƒ 8125,89. De coupon wordt betaalbaar gesteld met / 28,—. LTI. Op den vervaldag van de 2de halfjaar-coupon bhjkt, dat een verhes is geleden. IV. Op den vervaldag van de 3de halfjaar-coupon is aan winst beschikbaar / 18.275,89. 26. Heden vervalt de halfjaarlijksche coupon der 5% leening, groot / 200.000,—. Wegens gebrek aan kasmiddelen kan zij niet worden voldaan. (§20.) 27. Een N.V. heeft een 77a% obhgatieleening uitgegeven o.a. met de bepahng, dat de uitbetaling der rente, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, kan worden uitgesteld, behoudens de rente der eerste acht coupons. Heden vervalt de tiende halfjaarlijksche coupon. De directie maakt van haar recht gebruik en stelt slechts de coupon voor de helft der daarop uitgedrukte som betaalbaar in contanten. Voor het restant worden den houders scrips uitgereikt, die later tegen contanten zullen worden ingetrokken, zoodra de toestand der kas dit toelaat. De leening is groot / 1.000.000,—. (§ 20.) 28. Op de vergadering van houders der 2de hypothecaire obhgatieleening der Zuiderspoorwegmaatschappij is besloten, met het oog op den treurigen toestand der maatschappij, haar voorloopig te ontslaan van de betahng der couponrente. Tot dusverre bleven van iedere obhgatie twaalf coupons van / 25,— per stuk onbetaald. Deze worden desverlangd a pari ingewisseld tegen scrips, die later tegen aandeelen van hetzelfde bedrag zullen worden ingetrokken. Voor een stel coupons ontvangt men, omdat de aandeelen / 250,— 192 groot zijn, een scrip van / 250,— en een passcrip van / 50,—. Voor 5 passcrips is weder een scrip van / 250,— te bekomen. (§ 20.) Wat boekt de maatschappij, als zij een stel coupons tegen scrips inwisselt ? Opgaven 5 de reeks. (Theorie pag. 54—64.) 29. Uitbetaald zes 4% obhgaties, ieder groot / 1000,—, die op de laatste algemeene vergadering zijn uitgeloot. Aan een dezer stukken ontbrak de loopende coupon; het is daarom betaald met / 980,—. (§ 21.) 30. Bericht ontvangen van den kassier R. Maas, dat hij voor onze rekening heeft betaald 10 uitgelote 4% obligaties a / 1000,—, bij hem aflosbaar a pari, met 3 mnd. rente = / 10.100,—. (§ 21 ) 31. 13 April. Aflosbaar gesteld de 5% obhgatieleening, per resto groot / 125.000,—, met bijbetaling der rente vanaf den laatsten vervaldag, 1 Februari, tot den dag van aflosbaarstelling. (§ 22.) 32. Uitgeloot a 102% 20 obhgaties der 5% leening van 1918. Hiervan bevinden zich nog twee stuks in portefeuille. De obhgaties zijn elk / 1000,— groot. (§ 22.) 33. Een vennootschap converteert een 4ya% leening, groot / 300.000,—, in een 4% leening van hetzelfde bedrag. Voor elke 4y2% obhgatie wordt een 4% obhgatie verkrijgbaar gesteld. De uitgifte der nieuwe leening geschiedt tegen den koers van 99, zoodat voor elke oude obhgatie, die tegen een nieuwe ingewisseld wordt, / 10,— in contanten moet worden uitgekeerd. Alle houders der oude stukken treden tot de conversie toe en ontvangen het koersverschil in contanten. (§ 23.) 34. Een maatschappij converteert een 5% leening, groot / 500.000,—, in een 6% leening van hetzelfde bedrag. De koers van uitgifte wordt op 99% gesteld. Houders van 5% obhgaties kunnen hun 193 stukken tegen 98% converteeren, of aflossing vragen. Tot de conversie treden toe de houders van ƒ 350.000,— obligaties. Per kas worden 100 6% obbgaties geplaatst. De 50 6% obligaties, die geen plaatsing vinden, blijven in portefeuille. De kosten, aan de conversie verbonden, bedragen / 1000,—. (§ 23.) 35. De Haagsche Bierbrouwerij heeft een 7% obhgatieleening, per resto groot / 350.000,—. Ze besluit deze, ter veimindering van den rentelast en tot versterking van bedrijfskapitaal, te converteeren in een 6% leening van / 500.000,—. Zij, die niet tot de conversie toetreden, ontvangen aflossing a pari in contanten met intrest van af den laatsten vervaldag van de coupon tot den dag van betaalbaafstelling, zijnde / 14,— per obhgatie. Op de geconverteerde stukken wordt / 2,— rente betaald, omdat de coupons der beide leeningen dezelfde vervaldagen hebben. De koers van uitgifte is 100%. De houders van / 300.000,— 7% obligaties treden tot de conversie toe, terwijl de overige aflossing ontvangen; 200 6% obhgaties worden geplaatst en volgestort. De kosten der conversie bedragen / 3300,—. Alle obhgaties zijn / 1000,— groot. (§23.) 36. Een maatschappij heeft aan de houders van uitgelote obhgaties het recht gegeven, te kiezen tusschen betahng in contanten en in aandeelen, voor zooverre deze disponibel zijn. Wat moet worden geboekt, als de houders van 25 obhgaties aflossing in contanten vragen en 20 stukken a pari worden ingewisseld tegen aandeelen ? Obligaties een aandeelen zijn beide / 1000,— per stuk groot. (§ 24.) 37. De houder van een a pari uitgelote 6% obhgatie, groot / 1000,—, maakt gebruik van zijn recht, betaling te vragen in een aandeel, hetwelk hem a 105% in rekening wordt gebracht. Op het uitgelote stuk moet nog drie maanden rente worden betaald. Het saldo wordt per kas vereffend. (§ 24.) 38. È 1920. De Noordelijke Spoorwegmaatschappij geeft een 6% leening uit van / 1.000.000,—, in stukken van / 1000,—, die van 1930—1935 in aandeelen kunnen worden omgewisseld, voor zoover ze dan niet afgelost zijn. De geheele leening wordt door een syndicaat, onder leiding van H. Geertsema,,a 96% overgenomen. Pr. p.. iv. 13 199 schieden in 5% obligaties, die uit de winst zullen worden afgelost. Alvorens de aflossing dezer obbgaties is geschied, zal geen andere uitkeering der netto-winst, onder welken vorm ook, plaats mogen vinden. De uitgifte der obhgaties zal a pari geschieden. Het gedeelte van elke schuld, dat niet in een obhgatie kan worden voldaan, zal in contanten worden betaald. De crediteuren, die tot dit accoord toetreden, hebben in het geheel van de vennootschap / 278.678,97 te vorderen. De betahng geschiedt in 1045 obligaties van ƒ 250 — elk en in / 17.428,97 in contanten. , II. De eerste Verlies- en winstrekening, die na dit accoord is opgemaakt, toont een netto-winst aan van ƒ 23.789,49. Er worden 95 obhgaties uitgeloot. (§ 36.) III. Een der uitgelote obhgaties per kas betaald. Daar een der coupons aan dit stuk ontbreekt, wordt den houder ƒ 6,25 gekort. De maatschappij neemt de verplichting op zich, deze coupon bij vertoon op den vervaldag te betalen. IV. Na de aflossing der geheele leening wordt besloten, de gevormde reserve gedeeltelijk aan te wenden tot vergrooting van het aandeelenkapitaal, dat uit 1000 aandeelen van / 1000,— bestaat. Tegen afgifte van dividendbewijs No. 23, wordt afgegeven een aandeel van / 250,—. Voorts wordt besloten het restant der reserve aan te wenden tot verhooging van het dividend over het boekjaar 1906. (§36.) 53. De naamlooze vennootschap „Paarshqedenveem", met een kapitaal, bestaande uit 1000 aandeelen van ƒ 1000—, heeft in 1878 een 5% obhegatieleening gesloten, groot / 500.000,—. In het prospectus der leening was de bepaling opgenomen, dat jaarhjks uit de winst een bedrag van / 20.000 ,—bestemd zou worden tot aflossing van 20 obhgaties. Deze aflossing vond geregeld ^c^Welke boekingen vloeien uit deze bepaling jaarhjks voort? 6. Hoe moet het besluit, genomen in de algemeene vergadering van 12 April 1904, strekkende, om de tengevolge van deze bepaling ontstane reserve van f 500.000 — te doen verdwijnen en gratis aan de aandeelhouders nieuwe aandeelen van / 500,— uit te reiken, geboekt worden, zoo de nieuwe aandeelen eerst zullen meedeelen in de winst, als op de oude 5% uitgekeerd is? (§ 36.) (Vereeniging van Leeraren, Voorjaar 54*.x) Een maatschappij heeft een 4% obhgatieleening, groot ƒ 275.000, , uit de winst afgelost. Er wordt besloten de daardoor gevormde reserve te veranderen in een 3% winstleening, in stuk- 1) Zie aant'. 200 ken van / 250,—. Voor elk aandeel, dat een houder bezit, wordt eén obhgatie uitgereikt. Het aantal aandeelen bedraagt 1000 Het restant der reserve wordt bestemd, om de exploratiekosten te bestrijden, die in het volgend jaar zullen worden gemaakt. (§ 36.) 55. De naamlooze vennootschap „de Chemische Fabriek" wier kapitaal / 1.000.000 — bedraagt, bestaande uit 1000 aandeelen k f 1000,—, heeft haar 5% obhgatie-leening, groot / 400 000 — achtereenvolgens door jaarhjksche uitloting uit de winst afgelost en daardoor een reserve gevormd van gehjk bedrag. De algemeene vergadering besluit het kapitaal met / 500.000,— te vergrooten, daartoe bovengenoemde reserve te gebruiken, en aan lederen houder van een aandeel tegen een storting van honderd gulden een aandeel van ƒ 500,— uit te reiken. Door 960 houders wordt / 100,— per aandeel gestort en daarvoor het.nieuwe aandeel ontvangen. De overige 40 aandeelen blijven ter beschikking van de rechthebbenden in portefeuille. (§ 36 ) 56. De naamlooze vennootschap „Kojogredo", die volgens haar statuten haar 5% obhgatieleening, groot / 300.000,— in 15 gelijke jaarhjksche termijnen uit de winst moet aflossen, gaat heden over tot mtlotmg van den 14den termijn ten bedrage van / 20 000 — Van de netto winst, die in het laatste boekjaar gemaakt is, wordt heden ƒ 4O000,— voor tantièmes en / 120.000,— voor dividend bestemd. Daar verder van het dividend, dat in de voorafgaande jaren uitgekeerd had kunnen worden, een bedrag van / 200 000 — is ingehouden, wordt thans besloten, op elk der bestaande 600 aan- Z*,™ f ^'T' in plaats van dodend, gratis een aandeel van ƒ 1000,— uit te keeren, en deze kapitaalvergrooting met bovengenoemde besparing te dekken. (§§ 31 en 36.) (Nationale Bond, Najaar 1902.) 57-1) Voor de aflossing eener 4% leening, groot / 250.000,— a 103°/ moet jaarhjks 25% der overwinst, na uitkeering van 4% dividend over het kapitaal, groot ƒ 500.000,—, worden aangewend, benevens de bespaarde rente. De leening is per resto / 150 000 — groot in stukken van / 1000,—. De winst bedraagt / 36 000 — Geef de boekingen. (§36.) ' ' 58.l) ■ In de statuten van „De Rotterdamsche Boekhandel" komt omtrent de winstverdeehng het volgende voor ') Zie aant. 201 Eerst 5% dividend over het aandeelenkapitaal, het restant wordt tot een duizendvoud afgerond en aangewend tot aflossing der aandeelen nos. 26—100. Het aandeelenkapitaal, oorspronkelijk / 100.000,— groot, in aandeelen van / 1000,—, is door aflossing verminderd tot / 75.000,—. De winst, in 1916 gemaakt, bedraagt / 8768,90. Gevraagd wordt de winstverdeeling te boeken. (§ 37.) 59. De Rotterdamsche Bierbrouwerij, die eenige jaren met verhes heeft gewerkt en ook niets op de boekwaarde harer bezittingen heeft afgeschreven, besluit tot algeheele reorganisatie. Het aandeelenkapitaal, groot / 700.000,—, wordt door afstempeling op de stukken venninderd met / 350.000,—. Dit bedrag wordt aangewend als volgt: tot afschrijving van / 150.000,— op de fabriek, ,, ,, 30.000,— op de machines, ,, ,, 8.000,— op de vaten, „ 110.000,— zijnde het debetsaldo der Verhes- en winstrekening. Het restant wordt aangewend tot vorming van een reserve. (§ 37.) .60.1) De Chemische fabriek heeft in de laatste drie jaren met verhezen gewerkt. Achtereenvolgens is verloren in 1912 / 17.858,86, in 1913 / 15.729,85 en in 1914 ƒ 4728,95, telkenjare op afzonderhjke rekening geboekt. De algemeene vergadering besluit het aandeelenkapitaal, groot / 100.000,—, door afstempehng op de aandeelen, elk groot / 500,—, te verminderen met ƒ 40.000,—•, ter dekking der verhezen. De rest zal worden aangewend tot afschrijving op de uitstaande vorderingen. (§ 37.) 61. Het maatschappehjk kapitaal der Cultuur-Maatschappij „Borneo" van / 500.000,— en de obhgatieleening, pro resto groot / 400.000,—, worden gecombineerd tot een nieuw aandeelenkapitaal van / 600.000,—, in dier voege, dat voor iedere obhgatie van / 1000,— nieuwe aandeelen worden uitgereikt tot een bedrag van ƒ 1250,— en voor elk oud aandeel van / 1000,— nieuwe aandeelen tot een bedrag van / 200,—. Geef de boeking. (§ 37.) 62. De N.V. „De Dageraad" heeft tot doel de exploitatie van een dagblad. Haar kapitaal bedraagt / 150.000,—, in aandeelen van *) Zie aant. 202 / 500,—. Het uitgeefrecht is gekocht voor / 50.000,—. Er is bepaald, dat het batig saldo der Verhes- en winstrekening op de volgende wijze zal worden verdeeld. Alleseerst wordt 5% dividend uitgekeerd. Het restant wordt, na te zijn afgerond tot een duizendvoud, voor de helft aangewend tot afschrijving van het uitgeefrecht, terwijl de andere helft als superdividend wordt uitgekeerd. Jaarhjks zullen zooveel aandeelen a pan worden uitgeloot, dat de vermindering van het aandeelenkapitaal gehjk is aan die van het uitgeefrecht. Aan de houders van uitgelote aandeelen worden actions de jouissance uitgereikt, die aanspraak geven op een deel van het superdividend, gehjk aan dat, hetwelk over de bestaande aandeelen wordt uitgekeerd. Zoodra het aandeelenkapitaal verminderd is tot / 100.000 houdt de uitloting op. Aan het einde van het eerste boekjaar bhjkt' dat er een winst gemaakt is van / 15.789,50. Welke boekingen moeten worden gegeven ? (§ 37.) 63. Door verkoop eener waterleiding te Venlo, die / 200 000 — heeft opgebracht, is de Maatschappij tot exploitatie van Waterleidingen m staat een gedeelte van haar aandeelenkapitaal terug te betalen. In de algemeene vergadering van aandeelhouders wordt bepaald, dat 70% van bovengenoemd bedrag gebruikt zal worden voor vermindering van het preferent aandeelenkapitaal en 20% voor vernundenng van het gewoon aandeelenkapitaal. Het resteerende bedrag zal worden aangewend tot amortisatie van oprichtersbewijzen. Wat boekt de maatschappij ? (§ 37.) 64. De aandeelhouders der Discontobank hebben in de laatste algemeene vergadering besloten, dat het aandeelenkapitaal van 50 mihoen gulden tot 40 milhoen gulden zal worden teruggebracht, door inkoop van aandeelen. Deze inkoop zal geschieden tegen 74% met dien verstande, dat de eene helft den 1 Oct. 1912 en de andere helft den 16 Nor. 1912 moet worden betaald. De winst, welke door den inkoop van aandeelen wordt behaald, zal uitsluitend worden aangewend tot het vormen van een reserve. Wat boekt de maatschappij op 1 Oct. 1912 en 16 Nov. 1912 als een voldoend aantal stukken wordt ingekocht? (§ 37.), 65. I. De Utrechtsche Bankvereeniging koopt ter beurze 10 harer eigen aandeelen van / 1000,— a 98%, courtage »/., zegel en betaalt de koopsom in contanten. . p-,.^, "knip* van deze aandeelen, bij de betaalbaarstelling van het dividend van 5%, de dividendbewijzen. 208 81. De rekening „Provisie" heeft een creditsaldo van / 2600,—, de rekening „Goederen in commissie" een creditsaldo van / 14.000,— en de rekening „Goederen in compagnie" een creditsaldo van / 20.000,—. De ongeboekte provisie over de beide laatste bedragen is 2%. Wat moet van al deze gegevens óp den inventaris worden geboekt ? (§§ 75, 76.) 82. Een inventaris geeft voor totale waarde der bezittingen de som van / 250.000,— aan. Daaronder komt een debetsaldo der Privérekening, groot / 3000,—, voor. Het totaal der schulden bedraagt / 235.000,—. Het kapitaal is daaronder opgenomen voor het saldo, dat de Kapitaal-rekening op de saldibalans heeft. Hoe groot is de winst, of het verlies ? (§ 85.) 83. -De rekening „Aankoop concessie" heeft een debetsaldo van / 54.000,—. De rekening „Fabriek en terreinen" een debetsaldo van / 240.000,—. De rekening „Buizennet" een debetsaldo van / 56.000,—. De rekening „straatlantaarns" een debetsaldo van / 6000,—. De rekening „meters" een debetsaldo van / 18.000,—. De afschrijvingen op deze bezittingen bedragen resp. 3, 4, 4, 4 en 5%. Wat moet van al deze gegevens op den inventaris worden geboekt? 84. Op de saldibalans eener stoomvaartmaatschappij komen de volgende rekeningen voor: Vervoer (passagegelden en vrachten) ƒ 4.000.000,— De ongeboekte baten der loopende reis bedragen. ,, 700.000,— Het resultaat moet overgebracht worden naar de Reisrekening, die gedebiteerd wordt voor alle uitrustingskosten en op de saldibalans voorkomt met een saldo van / 3.000.000,—. De ongeboekte kosten op loopende reizen bedragen / 360.000,—. De depóts van steenkolen en victualiën komen met / 500.000,— op de saldibalans voor. De taxatie van den voorraad is / 480.000,—. Het saldo moet eVeneens worden overgebracht naar de Reisrekening. Gevraagd wordt: a. de Reisrekening samen te stellen; 6. aan te geven,- welke bedragen op den inventaris thuis behooren. . 209 85. Hoe boekt men het volgende op den inventaris ? De rekening „Debiteuren" heeft een debetsaldo van / 20.000,— en de rekening „Dubieuse debiteuren" een van / 4000,—, terwijl de rekening „Afschrijving op dubieuse debiteuren" een creditsaldo van / 1000,— heeft. Er moet worden overgebracht van de rekening „Debiteuren" als dubieus / 3000,—. Het disconto der overige vorderingen bedraagt / 200,—. Het vermoedelijk verlies op alle dubieuse vorderingen bedraagt / 1800,—. Opgaven 10 de reeks. (Theorie pag. 162—178.) 86. In een zaak wordt voor de debiteurenrekeningen het kaartsysteem toegepast. (§ 57.) Gefactureerd wordt in guldens, francs en marken. De rekeningen der debiteuren worden uitsluitend in de valuta gehouden, waarin is gefactureerd; op de rekeningen van Fransche afnemers komen dus aUeen francs voor, op die van Duitsche alleen marken. In het algemeen grootboek wordt een algemeene debiteurenrekening gehouden. Voor elke valuta is daarop een kolom geopend. De facturen in vreemde valuta worden tegen vaste koersen herleid. Deze koersen zijn 1 fr. = ƒ 0,48 en 1 R.M. — / 0,59. Bij betalingen der debiteuren wordt op de debiteurenrekening het werkelijk ontvangen bedrag in Hollandsen geld in de laatste kolom geboekt. De debiteurenrekening geeft op 31 Dec. 1908 de volgende totalen. (Zie pag. 210.) * 87. Bij de afsluiting zijner boeken vindt de boekhouder van een graanhandelaar den voorraad gerst als volgt aangegeven: volgens den inventaris 20 000 K.G. „ de gerstrekening 24 000 „ „ het magazijnboek 21 000 „ Bij vergelijking der posten, voorkomende in het magazijnboek, met die van het in- en het verkoopboek, bhjkt hem, dat: 1. door den magazijnmeester is afgeleverd aan A. Jansen 1000 K G. gerst, welke niet is gefactureerd. Alsnog wordt een factuur ten bedrage van / 62,— uitgeschreven; 2. voor fourage der paarden 1500 K.G. gerst is gebezigd. Dit verbruik alsnog voor / 90,— te boeken; Pr. B IV. H DEBITEUREN. 210 s' la'-! Fl. Fr. R.M. Totaal | Fl. Fr. ! R.M. Totaal | j Q [ | 50.000,- fej.OOÖ,— j 60.000,- |l28.600,- | 30.000,— I 60.000,- 140.000, - | 82.250,- Gevraagd wordt: a. Hoe komt deze rekening op de Verlies- en Winstrekening, en hoe op de Balans voor? 6. Hoe sluit men deze rekening af en hoe opent men« ze weder ? c. Hoe sluit men de rekeningen der debiteuren af en hoe opent men ze weder ? 216 991). Advies ontvangen van W. Roscher, Hamburg, dat hij voor mijn rekening heeft gekocht een wissel op Londen, groot £ 200. op D. Ricardo, o/D. Hume, Londen, a 20,35 = R.M. 4070,— Courtage 1%,, „ 4,07 R.M. 4074,07 a 59 = ƒ 2403,70 Dezen wissel heeft W. Roscher op mijn order geremitteerd aan. W. Petty, Londen. 100. A. is met B. overeengekomen om een kalender uit te geven (oplaag 50.000 ex.) en die te verkoopen aan diverse uitgevers, als premie hunner nieuwsbladen. A., die zelf een blad uitgeeft, bedingt voor zijn abonné's 25.000 exemplaren tegen kostprijs. B. is met de administratie belast. Wat boekt B. van de volgende posten: L Factuur ontvangen van P. Proost, papierhandelaar te Amsterdam, voor 121/» riem papier k f 20,— = / 250, . Voor mijn rekening gezonden naar de Veluwsche Drukkerij to Apeldoorn. H. Betaald aan H. Schrift, alhier, voor de door hem vervaardigde teekening, ten behoeve van den kalender / 25,—. DII. Nota ontvangen • van de Veluwsche Drukkerij voor het drukken van den kalender / 500,—. TV. Bericht ontvangen van P. Proost, papierhandelaar te Amsterdam, dat hij mij gecrediteerd heeft vóór ƒ 10,—, zijnde de prijs van het overgeschoten papier, op mijn order door de Veluwsche Drukkerij hem geretourneerd. V. Factuur gezonden aan A. over 25.000 exemplaren van den kalender a 1,63 c. = / 382,50. VI. Als proef verzonden 350 kalenders. VII. Verkocht van den kalender: aan C 1000 stuks / 35 — » D 4600 „ „ 17L50 ,, E 1300 „ 31 — » F 14000 „ ' „ 300,'— » G 1600 „ 59 — " H 1150 „ ,' 34^25 totaal 23650 stuks / 630,75 VIII. Het restant, zijnde 1000 exemplaren, wordt verkocht a 81/, cent per stuk aan D. Holle, alhier. ') Zie aant. 217 IX. Afrekening opgemaakt. Ten laste der exploitatie van den kalender komt Voor op de Portirekening / 20,— ,, Reiskostenrekening ,, 25,— ,, Reizigers-Provisierekening . . . . ,, 75,— ,, Algemeene Exploitatie .... ■ ,, 20,— ƒ 140,— 101. I. 10 Mei. Gekocht van J. van Haarlem, Amsterdam, 500 balen Javakoffie voor / 23.028,—. II. 15 Mei. Overeengekomen met A. Smith te Londen en W. Roscher te Hamburg, om bovenstaande partij Javakoffie voor gezamenlijke rekening te nemen. De partij W. Roscher ten verkoop verzonden. F Inkoop / 23.028,— Ontvangen, wegen, enz. f 77,— Paspoort „ 2,50 Courtage Vt% » 115>14 194,64 f 23.222,04 Provisie 1% „ 232,23 ƒ 23.454,87 Is voor ieder ,, 7.818,29 III. 16 Mei. Getrokken op W. Roscher, Hamburg, voor rekening van hem, A. Smith, Londen en mij, ieder voor een derde, een wissel, groot R.M. 39.754,02 per 15 Aug., k/z koers 59 = / 23.454,87. P7. 17 Juh. Verkooprekening ontvangen van W. Roscher, Hamburg, over 500 balen Javakoffie, door hem voor gemeenschappelijke rekening met hem, A. Smith, Londen en mij, verkocht. Netto provenu R.M. 42.000,—. Per 15 Juh. K/z koers 59. Mijn V, bedraagt alzoo R.M. 14.000,— = / 8260,—. V. Bericht ontvangen van W. Roscher, Hamburg, dat hij V*% te veel provisie in rekening heeft gebracht. Het totale netto provenu is daardoor R.M. 300,— te laag. K/z koers 59. 1021). I. 10 Jan. Factuur ontvangen van St. Mill, Londen, over 500 balen Santoskoffie-, door hem ingekocht en aan mij toegezonden, om door mij voor gemeenschappelijke rekening met hem, H. Rodbertus, te Berhjn, en mij, ieder voor een derde, te worden verkocht. Totaal £ 1110-/. per 7 April, voor mijn Vs £ 3707-> K/z koers 12,10 = ƒ 4477,—. 1) Zie aant. 221 II. Nota gezonden aan J. Macleod, Londen, over den door mij te zijner eere geïnterveniëerden wissel. Wissel met ko3ten ƒ 6006,50 Briefport enz. „ 1,25 ƒ 6007,75 Provisie V«% „ 15,02 / 6022,77 109. In betaling gegeven tegen 90% aan J. Smoker, alhier, een in 1930 opeischbare vordering, rendeerende 5%, te betalen door J. Oldenburg, alhier, groot / 10.000,—. 1101). Verkocht aan R. de Zeeuw, alhier, voor / 15.000,—, een vierde aandeel in mijn brik „Jupiter", die in mijn boeken voorkomt voor ƒ 55.000,—. Het bedrag ontvangen. lil1). 5 Jan. Verdisconteerd a forfait aan de Rotterdamsche Bank, alhier, onzen wissel op T. Morin te Parijs, groot fr. 10.000,—, per 15 Jan. K/z koers 47,90. Disconto 2%. Over het provenu, bedragende / 4786,81, verminderd met Vs% delcredere-provisie, beschikt. Geef ook de boeking van de Rotterdamsche Bank. 112. Het stoomschip „Paul Kruger" begon den eersten Mei zijn negende reis. De achtste reis eindigde met een creditsaldo van / 1.040,65, hetwelk overgebracht werd naar de negende reis. De volgende vrachten werden geïnd: op zuivelproducten naar Hongkong / 26.000,—, op suiker naar Nagasaki / 18.000,—, op zijde naar Hahfax en Quebec / 83.000,—, op hout naar Rotterdam / 20.000,—, waar het schip den 30sten November aankwam. Gedurende de reis werd aan loonen uitbetaald / 15.000,— en voor kolen ƒ 22.000,—. De assurantiepremie bedroeg / 24.000,— per jaar. Daar het schip de haven van Quebec eerst laat in het seizoen verliet, moest een extra premie van ƒ 3600,— worden betaald. De assuratiepremie der vrachten bedroeg in het geheel ƒ 3000,—. De havengelden, aanschaffing van victualiën enz. beliepen: te Rotterdam ƒ 8000,—, te Port Said ƒ 12.000,—, te Hongkong ƒ 5000,—, te Nagasaki / 6000,—, te Hongkong / 500,—, te Aden ƒ 80,—, te Port-Said / 12.000,—, te Gibraltar ƒ 450,—, te Halifax / 4500,—, te Quebec / 3000 — cn te Rotterdam / 8000,—. >) Zie aant. 222 Over de vracht wordt 1% provisie in rekening gebracht. Het saldo wordt tot een duizendvoud afgerond. Stel de negende reisrekening samen. 1131). 10 Oct. Ontvangen van A. Hoppe te Amsterdam, in een aanwijzing op de Rotterdamsche Credietbank, alhier, / 5000,—, als dekking van den door hem op mij in dato 13 Juli in blanco getrokken wissel, vervallende 13 October. 1141). Ontvangen van mijne echtgenoote, J. Bool, met wie ik in gemeenschap van vruchten en inkomsten gehuwd ben, teneinde aan mijne zaak uitbreiding te geven, / 10.000,— in contanten. 1151). Betaald aan de Rotterdamsche Credietbank voor rekening van D. Freida, alhier, in contanten / 15.000,—. Met D. Freida overeengekomen, dat dit bedrag beschouwd zal worden als betaling zijner vordering a / 10.000,—, terwijl hij tot dekking van het restant le hypothecair verband verleent op zijn huis, onder Krahngen, a 4%. 1161). Geremitteerd aan J. Leoville, Parijs, voor rekening van H. Bakker te New-York, fr. 25\000,— k/z a 48, in mijn eigen traite op H. Bonnet te Parijs, welken wissel ik daartoe heden trek. Geef ook de boekingen van J. Leoville, H. Bakker en H. Bonnet. 117. Tot dekking mijner vordering op J. Mögle, alhier, wordt door hem pandrecht verleend op 200 balen Santoskoffie, die hij heeft hggen onder het Blauwhoedenveem, alhier, waarvan hij mij de ceel ter hand stelt. De koffie heeft een waarde van ongeveer / 10.000,—. Mijn vordering bedraagt / 8000,—. 1181). Boek de volgende posten in de boeken van de vereeniging „Een ieders Nut". I. Ter incasso gezonden aan de Post 1000 contributie-quitanties a / 5,—, makende / 5000,— Betaalde rechten ,, 50,— II. Afrekening ontvangen van een borderel, aan de Post ter inning gegeven: ') Zie aant. 223 1000 contributie-quitanties a / 5,— / 5000,— niet ontvangen ,, 300,— / 4700 — af rechten ,, 47,— Ontvangen ƒ 4653,— III. Ontvangen in diverse postwissels 20 jaar-contributies a / 5,— = / 100,—. IV. Gekocht / 25,— postzegels. V. Betaald aan den heer H. Causeur het hem toekomende honorarium voor zijn voordracht over de Vrouwenquestie / 100,— en voor vergoeding van reis- en verblijfkosten . . . . ,, 15,— Totaal / 115,— VI. Nota ontvangen van den boekhandelaar Rayon over geleverde boeken, voor de bibliotheek bestemd, / 200,—. VII. Nota ontvangen van H. Printer voor geleverd drukwerk in de afgeloopen maand / 50,— en voor het drukken van het orgaan No. 76 / 100,—• porti, door hem betaald ,, 25,— „ 125,— Totaal / 175,— 1191). I. Gekocht van de Handelsvereeniging „Rotterdam" op de veiling van heden 500 balen kruidnageln a / 30.000,—. II. Overeengekomen met de Handelsvereeniging „Rotterdam" om het bedrag der geleverde partij kruidnagelen als volgt te voldoen: / 10.000,—, in contanten; / 20.000,— door bij haar een beleening op de partij kruidnagelen te sluiten a 5%. De benoodigde contanten verkregen door het sluiten van een beleening a 572%, groot ƒ 10.000,—, op / 14.000 — Nederland 1919 bij J. v. Dam & Co., alhier. Provisie 74%. Contractkosten / 1 120. TL Geleend aan W. Spiegelberg, alhier, / 10.000,— in contanten, terug te betalen !• December a.s., met 5% rente, onder borgstelling van H. Spiegelberg, alhier. II. Overeengekomen met H. Spiegelberg, dat hij van het door hem als borg van W. Spiegelberg verschuldigde 75% der hoofdsom betalen zal, tegen terugontvangst der acte van borgtocht. Per kas ontvangen. Het restant, inclusief de rente tot heden, zijnde / 325,—, ontvangen van W. Spiegelberg in contanten. ') Zie. aant. 221 121 I. 10 Maart 1914. In betaling ontvangen van K. ten Hoonte, Keulen, ter voldoening van mijn factuur van 6 dezer, zijn traite op K. v. Locbem, te Amsterdam, per 6 Mei, groot ƒ 8000,—. II. 8 Mei. Met protest terug ontvangen van onzen kassier M. Ma3son de traite van K. ten Hoonte op K. v. Lochem, Amsterdam, groot ƒ 8000,—. Protestkosten ƒ 6,75. III. 21 Mei. Retourrekening gezonden aan K. ten Hoonte, Keulen, over ziju geprotesteerde traite op K. v. Lochem, Amsterdam. Porti en telegrammen ƒ 1,25, rente a 6% / 40,04. IV. 21 Mei. Getrokken op de Corner Bankverein op order en voor rekening van K. ten Hoonte, Keulen, het bedrag onzer retourrekening, k/z koers 59. Den wissel verkocht eh het bedrag ontvangen. 1221). Gekocht in publieke veiling een huis en erve onder Kralingen, Kad. Sectie P. No. 345, van H. Anderman voor / 15.000,—, veilingskosten / 1050,—. Op dit huis was door mij een hypothecair voorschot gegeven, groot / 20.000,—. Tot gedeeltelijke dekking van hetgeen ik nog te vorderen heb, wordt door A. Anderman le hypotheek gegeven op zijn huis onder Kralingen, Kad. Sectie P. No. 346, tot een bedrag van / 30Ó0,—. Het restant breng ik op de rekening Dubieuse debiteuren. De kosten aan den notaris J. Mooi betaald. 1231). I. 3 Febr. Ontvangen van J. Ehrlich te Bremen diverse effecten tot onderpand van een door hem op ons in blanco getrokken wissel, groot R.M. 10.000,—, per 3 Mei, met verzoek dezen wissel te accepteeren. Hieraan voldaan. Koers 59. II. Verkocht op order van J. Ehrlich de effecten, dienende tot onderpand van den door hem op mij getrokken wissel, R.M. 10.000,—, per 3 Mei. Netto provenu ƒ 5000,—, per kas ontvangen. III. 3 Mei. Ontvangen van J. Ehrlich te Bremen / 900,— in een aanwijzing op K. Vergeert, alhier. Betaald de traite van J. Ehrlich, R.M. 10.000,— a 59. 124. Ontvangen van de Credietbank, alhier, de "door haar betaalde traite van H. Carps te Amsterdam, groot / 5000,—, welke wissel door mij bij mijn acceptatie bij genoemde bank betaalbaar was gesteld. 1251). Heden opgericht een expeditiezaak onder de firma J. de Groot & Co. met bezittingen en scholden volgens onderstaande 'balans. ') Zie aant. 225 Kassa ''i . . . . 1 ƒ 2.000,— Kassier V . . . „ 6.000,— Wagens „ 20.000 — Sleeparsmaterialen L, 3.000,— Paarden . ' „ 3.000,— Fourage „ 200,— Stalgebouw „ 25.000,— Gereedschappen I „ 1.500/— Vrachtboot „Maria" „ 40.000;— Lichter „Nooit Gedacht" | „ 5.000,— Lichter „Paul Kruger" „ 6.000,— Sleepboot „Transvalia" L, 25.000;— Kolendepót „ 2.500,— Kantoormeubilair 1 ,, 600,— Werkplaats ..„ 8.000,— Kapitaal J. de Groot / 120.000,— Crediteuren „ 7.800,— Hypotheek „ 20.000,— ij ƒ 147.800,— ƒ 147.800,— II. Cautie gesteld bij den Ontvanger der Invoerrechten en Accijnzen a / 1000,— in contanten. III. Ter reëxpeditie ontvangen van B. van Putten te Castricum 3 kisten bloembollen voor Manchester; volgens zijn order op deze zending nanemen voor assurantie / 1,50. rV. Per s.s. „Rotterdam" verzonden aan John Wight te Manchester bovengenoemde kisten bloembollen onder naneming van assurantie / 1,50 expeditiekosten „ 1,— V. Rekening gezonden aan J. van Staveren over expeditiekosten op 1 baal garen. Vracht van Londen / 6,— Inkomende rechten „ 14,— Expeditie „1,50 Sleeploon „ 0,75 Declaratie ,,0,75 Cognossement „ 1,— / 24,— VI. Remise ontvangen van J. van Staveren in zijn traite op K. Dirksen, alhier, / 24,—. Geëndosseerd aan den kassier. VII. Betaald voor weekloon aan equipage s.s. „Maria" ƒ 100,— Equipage sleepboot „Transvalia" ,, 60,— Schipper Lichter „Nooit Gedacht" „ 60,— Schipper Lichter „Paul Kruger" ,, 15,— Expeditieknechts „ 45,— Sleepers „ 120,— Personeelwerkplaats „ 70,— Pr. B. iv. 15 226 VIII. Vrachtnota ontvangen van de cargadoors Botmy & Co., voor 1 kist bhk. Vracht van Huil / 12,—. IX. Factuur ontvangen van Schreuder & Co. over leverantiën ten behoeve van: s.s. „Maria" / 60,— Sleepboot „Transvaha" .... „ 40,— ƒ 100 — X. Betaalbaar gesteld bij den kassier de kwitantie van Schreuder & Co / 100,— de kwitantie van Botmy & Co „ 12,— XI. Geassureerd bij de Zuid-Hollandsche Verzekering Mij. een partij suiker naar Amsterdam, premie / 14,— en het casco der vrachtboot „Maria", premie ƒ 150,—. Laatstgenoemde verzekering loopt over 1 jaar. XII. Afgeleverd door de werkplaats loop- en stootijzers (voor paarden) / 100,—. XIII. De in deze maand door de werkplaats verrichte reparatiën aan wagens bedroegen / 50,—, voor s.s. „Maria" / 80,—, voor lichter „Transvaha" / 30,—, aan gereedschappen / 40,'—. XIV. Factuur ontvangen van P. den Boer over geleverd hooi ƒ 500,—. XV. Factuur ontvangen van Th. Hagen over geleverd tuig- en leerwerk / 150,—. XVI. Factuur ontvangen van D. Smid over geleverde ijzeren wielen ten behoeve der wagens / 200,—. XVH. Te debiteeren N.N. voor sleeploon op 1 partij rotting / 20,—. XVIII. Te crediteeren de Z. H. V. M. voor premie van assurantie op het stalgebouw / 50,— Voorraad hooi en haver .... „ 20,— Paarden „ 30,— XIX. Afgeleverd uit het kolendepöt aan: s.s. „Maria" 40 H.L. ƒ 28,— sleepboot „Transvaha" . 30 „ „ 21,— de werkplaats 50 ,, „ 35,— kantoor 10 ,, ,, 7,— XX. Te debiteeren P. v. Klaveren: voor expeditiekosten / 30,— sleeploon , 40,— vracht over diverse zendingen per s.s. „Maria" van Vlaardingen . „ 170,— provisie op remboursen . . . . „ 6,— XXI. Toegestaan aan P. v. Klaveren 5% restitutie op vracht in" deze maand bevaren, zijnde / 8,50. XXII. 1 November. Ter reëxpeditie ontvangen van H. Kikkert, te Vlaardingen, 12 tonnen haring, bestemd voor A. Bonhomme te Maastricht. De zending is belast met / 180,— rembours. 227 XXIII. 4 November. Verzonden naar Maastricht bovengenoemde 12 tonnen haring onder naneming van: Rembours / 180,— Expeditiekosten „ 2,40 Provisie (op rembours) . . . . „ 1,80 / 184,20 XXrV. 10 November. Remise ontvangen in contanten van H. Claassens, te Maastricht, ter voldoening mijner naneming van 4 dezer a ƒ 184,20. XXV. Gestort bij den ontvanger der Invoerrechten en Accijnzen (zeekantoor) als suppletie op het door mij overschreden crediet ƒ 500,—. 126. Een wijnhandelaar heeft bevonden, dat gemiddeld jaarhjks 2% van den omzet oninbaar is. j. Wat moet hij boeken, als zijn omzet in 1906 heeft bedragen / 100.000,— en in zijn grootboek de rekening „Afschrijving op dub. debiteuren" voorkomt? II. Dezelfde wijnhandelaar ontvangt / 750,— in mindering van diverse dubieuse posten. III. Hij ontvangt de volgende afrekening over dubieuse posten van het Incasso-bureau „Securitas": • Ontvangen quitanties op diversen / 500,— Onbetaald „ 100,— / 400,— af 10% incasso-provisie ƒ 40,— diverse kosten „ 2,50 " 42'50 / 357,50 IV. Hij schrijft als totaal oninbaar ƒ 300,— af. V. Aan het einde van het boekjaar heeft de rekening „Afschrijving op dubieuse debiteuren" een debetsaldo van / 100,—. De omzet heeft bedragen ƒ 110.000,—. 1271). A., eigenaar van een advertentiebureau, heeft met de voornaamste bladen contracten gesloten, waai bij hij zich verbonden heeft, om tegen een vasten prij3, in een bepaalden tijd, een bepaald aantal regels te nemen. Wat moet hij van de volgende posten boeken? I. Overeengekomen met de administratie van „De Dagelijksche Courant" om in een jaar, te rekenen van af heden, 50000 regels de plaatsten tegen 10 cent per regel, met gratis bewij mummers. In de eerste week van elke maand zal worden beschikt over de advertenties, in de vorige maand geplaatst. *) Zie aant. 15* 228 II. Nota ontvangen van „De Hollander" over in de vorige maand geplaatste advertenties, totaal 5000 regels a 8 cent per regel volgens contract, ƒ 400,—. Dit bedrag betaald. III. Nota gezonden aan H. ten Have, alhier, over de voor zijn rekening in den loop der vorige maand in diverse bladen geplaatste advertenties / 300, Bewijsnummers .... „ 1,25 Totaal / 301,25 D7. Nota ontvangen van het „Technisch Weekblad" over de in de vorige maand geplaatste advertenties. Volgens overeenkomst betaal ik den vollen particulieren prijs, onder aftrek van 20% provisie. Particuliere prijs / 200,— Provisie „ 40,— / 160,— V. Betaald an mijn reiziger A. zijn provisie over de door hem in de vorige maand aangebrachte advertenties, zijnde / 100, . 128. I. 20 Januari 1914. Afrekening ontvangen van J. Kitchin, Londen, over de voor mijn rekening verkochte wissels, totaal R.M. 10.056,54 per 14/4 hem in dato 11 dezer ten verkoop gezonden. R.M. 10.056,54 a 20,63 £ 487. 9.5 bij 10 d. a 5% „ —.13.4 £ 488. 2.9 Courtage l%o ,, —. 9.9 £ 487.13.— Telegram en porti „ —. 4.4 ~£ 487. 8.8 a 12,12 / 5907,79 II. Advies ontvangen van J. Kitchin, te Londen, dat hij in mindering van bovenstaand netto provenu mij heeft geremitteerd £ 300.—.— in een zichtwissel, groot / 3630,— op de Credietbank, alhier, en de resteerende £ 187.8.8, onder aftrek van 1%,, courtage, makende £ 187.4.11 heeft betaald voor mijn rekening aan St. Mill, Londen. K/z koers 12,10— / 2267,94. 1291). De erven van H. Mort komen overeen met K. de Man, dat deze de handelszaak van den overledene zal overnemen, tegen betaling o. van het kapitaal, hetwelk / 30.000,— bedraagt, 6. van ƒ 5000,— voor het recht om de firma te bhjven voeren. Het debetsaldo der Privérekening, bedragende / 2000,—, komt in mindering. De betahng zal geschieden in twaalf half jaarhjksche 1) Zie aant. 229 termijnen, met 5% intrest per jaar over het saldo. De eerste termijn wordt heden door K. de Man uit zijn privékas (dus niet uit de kas der zaak) voldaan. Wat boekt K. de Man in de boeken van den overledene? 130, - H. de Boer heeft van de Borneo Exploitatiemaatschappij bet recht verkregen om tegen een jaarhjksche' vergoeding van ƒ 500,— een stuk grond te exploiteeren. Bovendien moet over elke 1000 K.G. mineralen, die worden opgedolven, / 1,— worden betaald, met dien verstande, dat jaarhjks minstens / 2000,— moet worden betaald, ongerekend de huur van / 500,—. Een tekort - in eenig jaar komt in mindering van een surplus in een der volgende jaren. Achtereenvolgens bedraagt de productie: le jaar 1.000.000 K.G. 2e „ 5.000.000 „ 3e „ 11.000.000 „ Geef de boeking van H. de Boer. 131. A. Jansen doet zijn zaak over aan H. de Boer. De bezittingen zijn: vorderingen / 56.000,— goederen „ 38.000,— machines „ 24.000,— ƒ 118.000,— De schulden zijn ,, 38.000 — / 80.000,— Het saldo, zijnde / 80.000,—, moet in half jaarhjksche termijnen van / 5000,— worden voldaan, vermeerderd met 5% intrest per jaar over het saldo. Bovendien moet voor het recht om de firma te blijven voeren nog / 10.000,— worden betaald en wel in halfjaarlijksche termijnen, ter grootte van Vs der netto winst. De netto winst in het eerste halfjaar is / 10.000,—. Gevraagd: ti Geef den post, waardoor H. de Boer de overname in nieuwe boeken boekt. De eerste termijn wordt eerst over een half jaar betaald. 2. Geef den post, dien hij aan het einde van het eerste' halfjaar maakt. 132*). Getrokken op J. Neumann, Hamburg, aan de order van mij zeiven, R.M. 10.000,— per 3/m a 58,50, ter inning van R.M. 6000,—, die hij schuldig is op de m/r en / 2340,—, die hij mij op de z/r schuldig is. x) Zie aant. 230 133. Remise ontvangen van W. Petty, Londen, in een zichtwissel op J. ten Hoonte, alhier, groot / 2430,—, ter voldoening van £ 300-/. a ƒ 12,10 = / 3630,—, die hij mij schuldig is, onder aftrek van / 1200,—, die hij van mij te vorderen heeft. 1341). I. Overgenomen van J. Steen, alhier, zijn zaak in bouwmaterialen voor / 20.000,—. De aanwezige bouwmaterialen zijn getaxeerd op ƒ 15.000,—, diverse vorderingen / 3000,—, schulden / 2000,—, terwijl voor het recht om de firma te blijven voeren / 4000,— wordt betaald. Geef de boeking in de handelsboeken en in de privé-boeken. (Per kas betaald.) II. Heden bleek, dat onder de overgenomen schulden niet voorkomt de vordering Van H. v. Meppel, te 's-Gravenhage, groot ƒ 750,—. Krachtens een bepahng van het contract van overname is J. Steen voor dit bedrag te belasten. 135. Overeengekomen met H. Schendel, alhier, dat hij mij zijn rentelooze vordering op J. Schendel te Dordrecht, groot ƒ 10.000,—, opeischbaar bij het overlijden van den debiteur, voor 25% zal overdoen, en zulks in mindering mijner vordering, groot / 6000,—, op hem. Het ontbrekende zal hij in den loop dezer maand in contanten voldoen. 1361). Overeengekomen met G. Spierdijk, dat hij van hèt door hem als Ixrg van H. Sperhng, alhier, verschuldigde ad / 10.000,—, tegen algemeene kwijting, 80% zal betalen. Het bedrag ontvangen. 137. Overeengekomen met W. Romer, alhier, dat hij mijn vordering ad / 10.000,— als volgt betalen zal: in contanten / 5000,—, in een wissel op H. de Roodt, alhier, / 2000,—, terwijl hij voor het restant een schuldbekentenis geeft per 1 Mei, welker betahng verzekerd wordt door verleening van een hypotheek op zijn huis te Leiderdorp. Het bedrag en den wissel ontvangen. 1381). I.7Meil914. Ontvangen van H. Geistderver, te Bremen, 20 Obhg. Öostenr. Papierrente, coupon Vio, met verzoek daarop voor zijn rekening een beleening te sluiten bij de Credietbank alhier, en het bedrag te bestemmen tot gedeeltelijke betahng van onze factuur van 1 dezer, groot / 25.000,—. Op beleening ontvangen / 18.000,— a 4%. Provisie 74%. Contractkosten / 1.—. 1) Zie aant. 251 II. 7 Juli. Remise ontvangen van H. Geistderver te Bremen in een wissel, groot / 30.000 — per 10 Aug. op H. Damme, alhier, met verzoek dezen te. verdisconteeren en het netto provenu aan te wenden tot aflossing der beleening door mij voor zijn rekening gesloten bij de Credietbank. Den wissel zelf in disconto genomen a 4% en de beleening afgelost. 1391). Rotterdam, 12 Januari 1900. I. I Jan. 12 Verzekerd op Koffie per s.s. „Cornenres van Santos.naar U. K. CorU. B/Hbg.*) door tusschenkomst van de makelaars Grootman & Co. ƒ 10.000,— 7/16%. courtage V18%, netto %% / 37.50 II. 'I Geteokend de polis voor / 1000,— op Sigaretten per s.s. „Bromo" van Rotterdam naar Semarang | . »/„%, courtage »/•%. netto »/„% 3,75 Per kas ontvangen. III. i Jan. 15 Verzekerd / 60.000,— op casco en machinerieën van het s.s. „Ada van Holland" voor 12 maanden, ingaande 15 Januari en eindigende 14 Januari b. d. i. (beide dagen inbegrepen). Franchise 3% nman a 7%, courtage 10%, netto 6,3% . . „ 3780,— Makelaars Sluiters & Co. Jan. 16 Herverzekerd bij de Assurantie*Mij. „Rotreadam" op casco en mach. van het s.s.,, Ada van Holland*. / 20.000,— tot origineele premie . / 1260,— onder aftrek van 5% commissie . ,, 63,— 1197. (Niet door tusschenkomst van een makelaar.) V. . Jan. 30 Overeengekomen met de makelaars Sluiters & Co., dat het s.s. „Ada van Holland" gedurende de maanden Februari en Maart de Ooatzee zal mogen bevaren, waarvoor wij de risico zullen lobpen a l/2% per mnd., courtage 10%, netto 0,9% 540,— x) Zie aant. a) United Kingdom Continent Bordeaux/Hamburg. In assurantiezaken worden vele uitdrukkingen in het Engelsch gegeven. Deze beteekent: Een haven in het Vereenigde Koningrijk of een tusschen Bordeaux en Hamburg. 235 145. Saldibalans 31 December 1900. 1 Debiteuren ƒ 15.200,— 2 Crediteuren | / 13.460,— 3 Machines 8.500,— 4 Te betalen wissels >» 3.290,— 5 Te innen w's.-els • • „ 1.080,— 6 Aandeelen in de bouwmaatschappij „In- suliiide"' 2.500,— 7 Kapitaal » 17.250,— 8 Kas « 220,- 9 I Msoontobank >. 4.16V,— 10 Dubieuso debiteuren 1.460,— 11 Fikaal A 5.660,— 12 „ B » 4.220- 13 C .. H.190.- 14 Salarissen 7.410,— 15 Privé 2.000,— 16 Advertenties 1-610,— 17 Intrest en kortingen » '30, 18 Belasting 100,— 19 Commissie der reizigers 1.420,— 20 Assurantiepremies » 1.110, 21 Differentierekening >• 129,— 22 Brandstoffen » 1-320,— 23 Vracht • 1-030,— 24 Diverse onkosten » 700,— 25 Kantoorbehoeften „ 250,— ƒ 51.699,— / 51.699,— 3. Afschrijven ƒ 800,—. 6. Gaan onveranderd over op nieuwe rekening. 9. Aan de Bank verschuldigde rente ƒ 25,—. 10. Vermoedehjk verhes / 750,—. 11. Voorraad / 10.050,—. 12. „ „ 3.650,—. 13. „ „ 3.050,—. 20. De vooruitbetaalde premiën bedragen / 130,—. 22. Voorraad ƒ 100,—. 24. Vooruitbetaald voor de telephoon / 30,— en het saldo van het depót ten behoeve van den intercommunalen telephoondienst, bedragende / 20,—. 146. I. 5 Jan. Geaccepteerd de traite van K. Moritz, te Amsterdam, per 10 Maart a.s. aan de order van J. v. Aggelen, alhier, groot / 10.000,—. Daar ik den trekker slechts / 8000,— schuldig ben, heb ik voor dit bedrag geaccepteerd. II. 10 Jan. Ontvangen van K. Moritz diverse effecten, tot verdere dekking van den op ons in dato 5 Jan. getrokken wissel, met 236 verzoek op den vervaldag den geheelen wissel te voldoen. Den wissel voor het volle bedrag geaccepteerd. III. 10 Maart. Betaald de traite van K. Moritz, per heden. Op last van den trekker heden verkocht de doormem in dato 10 Jan. j.1. gezonden effecten, netto provenu / 3250,—. Het resteerende, onder aftrek van / 2,50 provisie en / 1,50 onkosten, hem geremitteerd in een aanwijzing op de Credietbank te Amsterdam, waarmede ik in rekening-courant sta. 147. I. Geleend aan K. Morisse, alhier, / 5000,—. Hij verleent mij 2de hypotheek op zijn pand en erve Schiekade 325. II. De 2de hypotheek, te mijnen behoeve gevestigd op het pand en erve Schiekade 325, toebehoorende aan K. Morisse, die failleerde, is bij rangregehng voor / 3000,— als preferent aangenomen. Voor de rest treed ik alzoo als concurrent crediteur op. III. Het accoord van 40%, aangeboden in het faillissement van K. Morisse, is heden door de Arrondissemehts-rechtbank, alhier, gehomologeerd. 148. I. H. Drachten staakt zijn betalingen met de volgende balans: Goederen en gebouwen f 10.000, Debiteuren 25 000* Crediteuren . .' ' ' f 51.000,— „ 1.000,— Orebouwen 15.000 Kapitaal ' " lo^ooo'— / 51.000,— / 51.000,— Zijn crediteuren accepteeren zijn onderhandsch accoord van 75%, te betalen 35% contant en 40% over 6 maanden. H. Drachten leent van zijn schoonvader J. Drager / 20.000, , verkoopt aan K. Doorenboom, alhier, een deel der aanwezige goederen voor / 8000,— tegen contante betahng en voldoet de geaccordeerde betahng van 35%. Wat boekt H. Drachten? II. Wat zal H. Drachten boeken als hij: a. het restant zijner goederen verkoopt per kas aan K. Dorrenboom voor / 2500,—; 6. zijn uitstaande vorderingen int tot een bedrag van / 14.500, en genoodzaakt is het restant als oninbaar af te schrijven; c. zijn gebouwen realiseert voor netto / 16.000,—, welk bedrag hij per kas ontvangt; d. zijn crediteuren het restant van het geaccordeerde bedrag uitkeert; 237 e. zijn schoonvader het geleende geld terugbetaalt, met 3 maanden rente a 6%? Maak de Balans en de Verhes- en Winstrekening op van H Drachten. Geef ook zijn Kasrekening. 1491). I. Gekocht van H. Mosch een V, aandeel in den hem toebehoorenden stoomkorenmolen „De Ooievaar", voor / 15.000 — Kosten ✓/JrSO;—. Alles betaald. II. Geleend aan H. Mosch, onder hypothecair verband van zijn /„ aandeel m den stoomkorenmolen „De Ooievaar" / 10 000 III Overeengekomen met H. Mosch, dat ik zijn 7, aandeel in den stoomkorenmolen „De Ooievaar" voor / 14 000 — zal overnemen. Dit bedrag hem betaald onder aftrek van niijn hypothecaire vordering en de rente tot heden, zijnde ƒ 450 — 150. I. Verkocht aan J. Smeding, alhier, van de partij koffie van W. Labouchere te Brussel 60 balen voor / 3800,—. II. Geaccepteerd tot een bedrag van / 3800,—, zijnde het bedrag zijner vordering, de traite van W. Labouchère te Brussel 'm '™ t\ - 7?OT het ontbrekende is protest opgemaakt. III. W. Labouchere verzocht mij den geheelen wissel te voldoen, waartoe hij voor het ontbrekende pandrecht verleent op de onder mijne berusting zijnde partij Santoskoffie, door hem aan mij ter verkoop gezonden. Den wissel voor het ontbrekende geaccepteerd. 1511) Met K. van Looy, alhier, overeengekomen, voor gezamenlijke f ItcS 6611 roomboterfabriek op te richten, met een kapitaal van / 50.000,—, waarvan ieder de helft zal bijdragen. Mijn aandeel betaald m een aanwijzing op M. Masson, alhier. 1521). Overgedaan aan K. de Geer mijn aandeel in de firma Koens en de Geer voor ƒ 15.000,-, zijnde / 10.000,- voor mijn aandeel in het kapitaal der firma, groot / 20.000—, / 2000,— voor mijn aan?6Q<™n vermoedebjke winst van het loopend boekjaar en / J000,— voor het recht, door mij aan K. de Geer verleend, de tirma Koens en de Geer te bhj ven voeren. 1) Zie aant. 239 1541). Hoe boekt bet Incasso-Bureau „Securitas" de volgende posten. I. R. Mees & Zn. te debiteeren voor incasso voor contributies, 63 leden a / 5,— . . . . / 315,— de quitantie van C. Stolk & Zn., Delft op G. A. van Die , 6,40 de quantitie van P. Dase, Utrecht, op C. v. 't Riet „ 21,23 30 abonnementen op 't weekblad „Handel" orgaan van „Securitas" „ 120,— quitanties voor geplaatste advertenties in „Handel" „219,75 ƒ 682,38 II. Te debiteeren voor seinkosten: G. de Vries, Rotterdam / 0,45 E. de Bie, Schiedam , 0,35 H. W. de Vrijer, Ridderkerk „ 0,70 „ 1,50 III. R. Mees & Zn. te crediteeren voor protestkosten van den wissel van C. de Vries, Arnhem, op J. C. de Vaal „ 6,75 IV. Ontvangen per kas: Mei 3 De quitantie van J. Kleineman, Dordt, op P. van As f 25,13 5 Idem Maatschappij „Klimop", Utrecht, op Schelten 161,92» Voor een advies aan N.N , 1,— Voor incassoloon van P. van Driel, alhier . „ 3,50 „ 9 Voor 2 exeinpl. „Handel" 0,30 „ 12 Voor de quitantie van C. A. van Kekke, Tïel, op P. van Beuze 1 49,80» Idem G. de Kuiner, Leeuwarden, op P. van 't Hof, hoofdsom » 375.79 Idem voor rente ,, 12,51 Idem voor kosten » 73,25 „ 21 Mag. „de Vlinder", voor geplaatste advertenties in „Handel" . » 20,— 'n 23 Voor contributie van J. de Gelder .... „ 5,— 25 De quitantie van D. de Vroede, Rotterdam, op C. de Stek 9 „ 71,28 30 Idem van P. de Geus, Rotterdam, op F. van Gils „ 0.50 ƒ 799,99_ l) Zie aant. 240 V. Betaald per Kas: Mei 3 Gas / 1,76 ,, 6 Mij. „Klimop", Utrecht, afrekening „ 145,725 ,, 7 C. de Groot, Amsterdam, J. Uil, dagvaarding deurwaarder ,, 2,95 Idem rolgeld ,, 0,60 Idem griffiekosten. „ 7,85 „ 9 C. A. van Rekke, Tiel, afrekening , 44.805 „ 13 G. de Kuiner, Leeuwarden, afrekening „ 349.44 ,, 14 Postzegels . . .' 10,— 28 Advertentie N.R. Ct , 17,92 ,, 31 D. de Vroede, Rotterdam, afrekening „ 64,13 Salaris E. Benke ,, 25,— Salaris S. A. van Torp „ 8,33 Privé opname „ 50,— ƒ 728,50 VI. Te debiteeren: Mij. „Klimop", Utrecht ] / 16,20 C. A. van Rekke, Tiel I m™°g0_ „ 5,— G. de Kuiner, Leeuwardén . . . . | , ~ „45,73 D. de Vroede, Rotterdam . . . . J loon „ 7,15 ƒ 74,08 1551). I. A trekt op B. een accomodatiewissel, vervallende over 3 maanden en / 5000,— groot. Hij verdisconteert den wissel met / 50,— disconto bij de Discontobank, alhier, en betaalt aan B. de helft van het ontvangen bedrag, / 2475,—. II. Op den vervaldag van dezen wissel trekt B op A een wissel van / 5500,— per 3 maanden. Hij verdisconteert dien bij de Rotterdamsche Bank, met / 55,— disconto, betaalt de traite van A, groot / 5000,— en draagt de helft van het saldo, zijnde / 222,50, aan A af. Geef de boeking van A en van B van beide posten. 156. Een drukker heeft voor / 15.000,— een rotatiepers gekocht. Hij schrijft jaarhjks 8% van den aanschaffingsprijs af. Wat moet hij boeken: a. aan het einde van elk jaar? 6. in den loop van het 7e jaar, als hij dan de pers bij A. Krause te Leipzig inruilt voor een nieuwe van / 15.000,— met bijbetaling van / 8000,— ? 157. I. Over te brengen op Dubieuse debiteuren J. de Vreede, alhier, voor / 1000,—. 1) Zie aant. 241 II. Ontvangen van J. de Vreede, alhier, ƒ 300,—. III. Bij het afsluiten der rekeningen zijn de eenige dubieuse debiteuren J. de Vreede, alhier, voor / 700,—, en K. Morin, Amsterdam, voor ƒ 1500,—. De eerste vordering wordt op ƒ 300,—, de tweede op / 1000,— getaxeerd. Welk gebruik maakt men bij de afsluiting van deze gegevens? TV. In den loop van het volgend jaar wordt jran J. de Vreede, alhier, ƒ 400,— tegen volledige kwijting ontvangen. V. En van Morin, op dezelfde voorwaarde, ƒ 900,—. 158. Stel de saldibalans samen, die bij de volgende balans en Verlies- en winstrekening behoort, als de winst naar de Privérekening is overgebracht. ACTIEF. Goederen / 19.470,06 Kas , /528,— Effecten „ Wissels in vreemd geld ,, 4.190,— Intrest ,, 64,— Debiteuren l£041,20 Goederen o/Zadoks te Hamburg , 8.800,— Provisie ,, 73,54 Dubieuse debiteuren . ,, 8.004,— Cohn & Co., Londen, m/r „ 2.121,— / 59.406,80 VERLIES OP: Wissels in vreemd geld . ƒ 16,50 Intrest „ 1.734,— Onkosten „ 1.439,40 Afschrijving dub. debit. „ 793,— / 3.978,90 PASSIEF. Intrest / 112,10 Crediteuren 7.368,60 Te betalen Wissels . . „ 3.000,— Privé '. „ 2.305,— . Onkosten , 218,40 Goederen in commissie „ 4.902,70. Reserve dub. debit. . ,, 5.000,— Kapitaal , 36.600,— / 59.406,80 WINST OP: Goederen / 5.458,91 Effecten „ 1.340 — Provisie ,, 685,94 Cohn & Co., Londen, m/r ■ . . „ 3,95 Goederen o/Zadoks te Hamburg .... 190,10 ~~f 7.678,90 159. Betaald als borg van A. Meijer te Haarlem aan de Kasvereeniging te Rotterdam / 8250,—. Voor de nog als zoodanig te betalen / 6150,— wordt ófxSr mij 2e hypotheek verleend op mijn huis. (Staatsexamen 1893.) Pr. B. IV. 16 253 182. Het aandeelenkapitaal der Bataafsche Hypotheekbank bestaat uit twee seriën, ieder groot / 250.000,—. Op de aandeelen der eerste serie is 25% gestort en op die der tweede 20%. De aandeelen der eerste serie zijn alle geplaatst, van die der tweede bevinden er zich nog 100 a / 1000,— in portefeuille. De aandeelen der eerste serie deelen in de volle winst van het afgeloopen boekjaar, die der tweede deelen slechts in het vierde deel der winst, daar ze uitgegeven zijn in de tiende maand van het boekjaar. Verder gelden omtrent de winstverdeehng de volgende bepalingen: eerst 5% dividend per jaar over het gestorte bedrag, van de rest wordt 25% gereserveerd, 25% aan tantièmes uitgekeerd, 25% aan de pandbriefhouders toegekend, terwijl het restant voor verhooging van het dividend wordt aangewend. Het dividend wordt uitgekeerd in achtste procenten. De winst bedraagt ƒ 10.500,—. Journahseer de winstverdeehng. 183. Een vennootschap heeft bij het sluiten eener leening, groot ƒ 750.000,—, in stukken van / 1000,— de bepahng gemaakt, dat de houders der obhgaties 30% der winst zullen genieten. Telken jare zullen 25 obhgaties worden afgelost. De houders der afgeloste stukken ontvangen een coupon, die recht geeft op het winstaandeel, dat aan houders van obhgaties over het afgeloopen jaar mocht toekomen. Telkens, na veimindering der obhgatieleening met / 25.000,—, wordt het procent van het winstaandeel met 1 verminderd. Wat moet worden geboekt: a. bij de uitbetahng van het winstaandeel over 20 obhgaties, als de winst in het vorig boekjaar heeft bedragen / 50.000.— en op de leening is afgelost / 175.000,—; b. bij de betahng der 25 uitgelote obhgaties en de uitreiking van de daarbij behoorende coupons, recht gevende op het winstaandeel over het loopende boekjaar? 184. . De Bouwmaatschappij „Linnaeuspark", te Watergraafsmeer, wordt heden opgericht met een kapitaal van / 2.000.000,—, verdeeld in / 500.000,— preferente aandeelen, welke bevoorrecht zijn voor kapitaal en voor 6% cumulatief dividend, en in / 1.500.000,— gewone aandeelen. Door inbreng wordt de maatschappij eigenares van 40 hectaren bouwterrein, voor een bedrag van ƒ 2.000.000,—. Een op de terreinen rustende hypotheek, groot / 500.000,—, wordt ten name der maatschappij overgeschreven. De inbrengers stellen een som van / 90.000,— ter beschikking van de maatschappij, teneinde te verzekeren de dividendbetahng 254 op de preferente aandeelen, gedurende de eerste drie jaar. Het bedrag is bij de Kasvereeniging te Amsterdam gedeponeerd. De gewone aandeelen worden den inbrengers in betaling gegeven. De preferente aandeelen worden a pari bij inschrijving geplaatst. De oprichtingskosten komen voor rekening der inbrengers. Aan de inbrengers zijn acht oprichtersbewijzen gegeven, recht gevende op te zamen ƒ 1,— per Ma. verkocht bouwterrein, voor zoover deze verkoop boven f 14,— per M2. geschiedt en nadat eerst 6% dividend over de preferente aandeelen zal zijn uitgekeerd. 185. 1 Februari 1913. De Utrechtsche Bierbrouwerij geeft een 4% obhgatieleening uit, groot / 1.000.000,—, coupon 7* en 7„. Deze leening zal gedeeltelijk strekken tot aflossing eener 5% obhgatieleening, coupon 76» 7n> Per resto groot / 400.000,—. De koers van uitgifte is 98%. De 5% obhgatiehouders ontvangen, als zij tot de conversie toetreden, voor elke 5% obhgatie, behalve de daarop verschenen rente, een 4% obhgatie, benevens 2% in geld. De 5% obhgatiehouders treden tot een bedrag van / 350.000,— tot de conversie toe. Het restant wordt aflosbaar gesteld, met intrest tot heden. De overige 4% obhgaties worden geplaatst en volgestort. 186. In de statuten eener vennootschap komt de bepahng voor, dat jaarhjks 10% der winst zal worden gereserveerd en dat de baten, met de belegging gemaakt, jaarhjks bij de reserve zullen worden gevoegd. De Verhes- en winstrekening heeft een creditsaldo van / 24.000,—. Op de saldibalans komt de belegde reserve voor met een saldo van / 34.000,—. De waarde der effecten, waarin de belegging geschiedt, bedraagt / 35.000,—. Wat moet met behulp dezer gegevens worden geboekt? 187. De reserve eener vennootschap wordt als bedrijfskapitaal gebruikt. Er is bepaald, dat zij jaarhjks verhoogd zal worden, behalve met 10% winst, die overblijft, als over het kapitaal, groot / 300.000,—, 5% dividend zal zijn uitgekeerd, met 5% rente. De winst bedraagt / 26.250,—. Bij de berekening van deze winst is de rente over de reserve niet in rekening gebracht. Welke boekingen moeten worden gegeven, als de reserve op de saldibalans voorkomt met / 250.00o'—? 255 188. Een cultuurmaatschappij geeft haar aandeelenkapitaal, groot ƒ 750.000,—, in aandeelen van / 1000,—, op de volgende wijze uit. Bij inschrijving worden 490 aandeelen a pari geplaatst. Aan de inbrengers der concessie worden 200 aandeelen toegekend. Deze bhjven echter voorloopig onder berusting der maatschappij. Zij zullen na drie jaren aan de inbrengers worden gegeven, indien in dien tijd gemiddeld 5% dividend aan de aandeelhouders zal zijn uitgekeerd. Bovendien zullen de inbrengers, zoodra de storting op de aandeelen is geschiedt, in contanten ontvangen ƒ 100.000,—, waarvan echter onmiddellijk zal worden ingehouden / 33.000,—, die ten name der inbrengers a deposito moeten worden gestort bij de Handelsbank. Dit bedrag, waarover de inbrengers in den loop van het boekjaar niet mogen beschikken, strekt tot waarborg eener uitkeering van 6% dividend over het eerste boekjaar, waarvoor de inbrengers zich borg hebben gesteld. 189. De „Nederlandsche Ijzergieterij" komt het volgende met de Ijzergieterij „De Vulkaan" overeen. Alle activa der „Nederlandsche Ijzergieterij" zullen overgaan op „De Vulkaan". Ter betahng dezer activa zal „De Vulkaan" voor ieder aandeel van ƒ 1000,— der „Nederlandsche Ijzergieterij" / 750,—- in contanten betalen en bovendien drie aandeelen a / 100,— nominaal in „De Vulkaan". De koers dezer aandeelen is 250%. Balans der „Nederlandsche Ijzergieterij". Gebouwen en erve / 200.000,— Machinerieën, enz 500.000,— Teekeningen en modellen „ 15.000,— Werken in uitvoering „ 100.000,— Grondstoffen 86.000,— Kas 1.000,— Kassier 50.000,— Debiteuren 29.000 — Kapitaal f 600,000 — Obligatieleening „ 250.000,— Crediteuren 40.000 — Reserve „ 70 000— Spaarkas personeel „ 20.000,— ƒ 980,000,— ƒ 980,000,— De „Nederlandsche Ijzergieterij" wordt geheel geliquideerd. De obhgatieleening wordt, ingevolge overeenkomst met de trustees, a 110% afgelost. De kosten der hquidatie bedragen ƒ 1000,—. 256 Geef de boeking van de „Nederlandsche Ijzergieterij" en van „De Vulkaan". Wat ontvangt de houder van een aandeel in de „Nederlandsche Ijzergieterij" ? 190. Een vennootschap heeft ter vergrooting van haar kapitaal een fonds gevormd, hetwelk / 150.000,— groot is. Het aandeelenkapitaal bedraagt / 600.000,—. Er wordt besloten, het aandeelenkapitaal te vermeerderen met / 400.000,—. De bezitter van een oud aandeel van / 1000,— ontvangt gratis een nieuw aandeel van / 250,—. De overige nieuwe aandeelen worden overgedaan aan een consortium, onder leiding van J. van Es, a 120%. Van het agio worden afgeschreven de kosten, die bij de uitbreiding van het kapitaal zijn gemaakt en totaal / 8000,— bedragen, terwijl het restant wordt gereserveerd tot versterking van het dividend. 191. Op de saldi-balans eener vennootschap komen de volgende rekeningen voor: Reserve met / 234.578,35; Effecten van de belegde reserve met / 54.562,57; Deposito van de belegde reserve met / 50.000,—; Gebouwen van de belegde reserve / 100.000,—; Intrest van de belegde reserve met / 3.845,52; Exploitatie der gebouwen van de belegde réserve met een creditsaldo van / 653,79. In de statuten komt de bepahng voor, dat de baten, die met de belegging van de reserve worden gemaakt, jaarhjks bij de reserve zullen worden gevoegd. Over het deel van de reserve, dat blijkens de saldibalans, bij het afsluiten der boeken opgemaakt, mocht bhjken in het bedrijf te zijn gebruikt, wordt 4% intrest berekend. De effecten van de belegde reserve hebben een waarde van ƒ 54.387,90; de niet verschenen intrest daarop bedraagt / 354,70, op de gebouwen van de belegde reserve moet ten laste der Exploitatie der gebouwen van de belegde reserve 2% worden afgeschreven. De te vorderen, doch niet verschenen, huur bedraagt / 1267,50, nog te betalen kosten / 345,70. Over het deposito van de belegde reserve is / 854,77 rente te vorderen. Wat wordt met behulp van deze posten op de balans geboekt? 192. 2. Coupon V4 en Vio- 4. Te verhoogen met / 75.000,—. 5. Voorraad ƒ 98.000,—. Het saldo naar foho 6 overbrengen. 6. Zie foho 5. Saldo naar foho 4. 7. Waarde / 41.000,—. Saldo naar folio 4. 9. Te verhoogen met / 50.000,—. 10. Voorraad / 51.000,—. Het saldo naar foho 11 overbrengen. 11. Zie foho 10. Saldo naar foho 9. 12. Waarde / 9.800,—. Het saldo naar fohó 9. 257 13. Afschrijven 2%. 16. Zie foho 2, 20, 26. 20. Verschuldigd 4% rente, te boeken op foho 27. 23. Nog verschuldigd / 2.000,—. 24. Zie foho 25. 25. Waarde / 99.000,—. Het saldo naar foho 24. 26. Te vorderen rente / 800,—. Zie folio 16. 27. Zie foho 20. 28. Afschrijven wegens vermoedehjk verlies / 6.000,—. 29. Waarde ƒ 81.000,—. 30. Te verhoogen met 1% van de bruto-ontvangsten. Zie foho 17 en 18. Saldibalans der Zuid-Nederlandsche Spoorwegmaatschappij. 31 December 1913. 1 Kapitaal ƒ 4.000.000,— 2 ■ 4% Obligatieleening . „ 6.000.000,— 3 Weg en werken ƒ 8.000.000,— 4 Vernieuwingsfonds voor den weg . „ 200.000,— 6 Magazijn-vernieuwingsfondsvoorden weg 100.000,— 6 Vernieuwing van den weg . . . . „ 60.000,— 7 Belegd vernieuwingsfonds voor den weg >; 40.000,—I 8 Rollend materieel 2.000.000,— 9 Vernieuwingsfonds voor het rollend materieel I . 100.000,— 10 Magazijn-vernieuwingsfonds rollend materieel „ 50.000,— 11 Vernieuwing rollend materieel. . . „ 40.000,— 12 Belegd vernieuwingsfonds van rol¬ lend materiaal „ 10.000,-—, 13 Kantoorgebouw , 25.000,—f 14 Kas „ li.000, 15 Kassier (> 37.000,—! 16 Intrest „ 200.000,— 17 Goederenvervoer ,, 520.000,— 18 Personenvervoer . „ 400.000, 19 Saldo winst A. P „ 3.25o'— 20 Borgstellingen „ 50.000,— 21 Onverdeeld dividendsaldo .... „ 12.000,— 22 Te betalen coupons „ 3.000,— 23 Exploitatierekening , 400.000,— 24 Reserve I 100.000,— 25 Belegde reserve . . . . ' „ 98.250,— 26 Prolongatie jj „ 400.000,— 27 Crediteuren |j „ 200.000,— 28 Debiteuren „ 70.000,— 29 Waarborg-kapitalen-concessiën. . . ! „ 80.000,— 30 Ondersteuningsfonds „ 35.000,— [ f 11.623.250,—| ƒ 11.623.250,— I l'r.B. IV. 17 265 a. tot afschrijving van het niet-preferente kapitaal, groot fr. 2.000.000,—, tegen uitreiking van een winstbewijs in ruil voor een bewijs van aandeel van fr. 1000,—; b. tot conversie van het preferente kapitaal, groot fr. 3.000.000,— waarvan ieder aandeel ad fr. 1000,— ingewisseld wordt tegen een nieuwe aandeel ad fr. 500,—; c. tot uitgifte van een 4%. hypothécaire leening, groot fr. 4.000.000,— ; d. tot aflossing van de 5 % obligatieleening, groot fr. 5.000.000,—, waarvan de houders genoegen nemen met betaling van 60% in nieuwe aandeelen en 40% in 4% hypothecaire obligaties (1903); e. te aanvaarden het aanbod van „la Banque de Dinant" om over te nemen: fr. 2.000.000— 4% hypothecaire leening (1903) a 98%: /. het kapitaal der gereorganiseerde maatschappij te bepalen op fr. 5.000.000,—. De nog disponibele aandeelen worden door eenige heeren staande de vergadering a pari overgenomen. g. om tegenover de reductie van het oude kapitaal af te schrijven op: het recht op de firma . . . fr. 1.000.000,— gebouwen en machinerieën . „ 500.000,— dienst der leening ... . „ 40.000,— en het saldo aan te wenden tot gedeeltelijke dekking van het nadeelige saldo der balans per 1 Mei 1903. Ongeplaatst waren: 100 gewone aandeelen . . . . a fr. 1000,—, 50 preferente aandeelen . . . ,, „ 1000,—, 200 5% obligatiën „ „ 1000,—. Geef den jburnaalpost. (Mercuriu8, Voorjaar 1903.) 199. 1 April 1901, De Nederlandsche Depositokas koopt heden, ter belegging van haar waarborgfonds ten bedrage van / 100.000,—, daartoe vroeger door de aandeelhouders dier vennootschap in contanten gestort, 123 certificaten 272% N. W. S. / 123.000— Cert. 27,% N. W. S. a 80»/B%-/ 99.476,25 Rente 90 d. = / 768,75 Provisie 78% „ 153,75 ■ " „ 922,50 ƒ 100.398,75 1 Juli 1901. De coupons der 123 certificaten van het waarborgfonds heden geïnd met ƒ 1522,127, en de door dat fonds sedert 1 April gekweekte rente aan de aandeelhouders uitgekeerd. 266 19 Februari 1902. Tot dekking van het over 1901 geleden verlies ten bedrage van / 15.983,67 worden heden 20 certificaten N. W. S. van het waarborgfonds verkocht. / 20.000 — Cert. 27,% N. W. S. a 807a% / 16.100,— Rente 48 d. = 66,67 / 16.166,67 Provisie 78% „ 25 — / 16.141,67 Wat werd achtereenvolgens geboekt op 1 April, 1 Juli en 19 Februari? (Staatsexamen 1902.) 200. De Petroleum-maatschappij „Esperanza" met een aandeelenkapitaal van / 2.000.000,—, verdeeld in 4000 aandeelen a / 500,—, waarvan nog 40 stuks in portefeuille zijn, gaat over tot vergrooting van haar kapitaal met 2000 aandeelen van dezelfde nominale waarde en biedt deze haar aandeelhouders aan tegen 180%, met recht van voorkeur op 1 nieuw aandeel voor elke 2 oude aandeelen, waarvan de dividendbewijzen No. 21 als claim worden ingeleverd. Bij de inschrijving komen alle bestaande claims in, ook die welke de maatschappij in portefeuille had en die zij vooraf ter beurze plaatste a / 150,— per stuk. De nieuwe aandeelen zijn tegen volstorting verkrijgbaar bij de Amsterdamsche bank, die voor hare bemoeiingen en kosten / 30.000,— geniet; verder wordt uit het voordeelig saldo het reservefonds der Maatschappij verhoogd met / 400.000,—, welk bedrag op prolongatie gezet wordt a 47* % tegen / 480.000,— N. W. Schuld 3% a 96% als onderpand. (Nationale Bond, Najaar 1902.) 201. De Maatschappij „Phoenic" heeft een 4% obligatieleening te haren laste, welke afgelost moet worden uit de winst. De obligaties zijn aflosbaar met 105%. Coupons 1 Jan. en 1 Juli. Op 31 December 1902 wordt gereserveerd: ƒ 5000,— voor aflossing van obligaties en / 250,— voor betaling der premiên. Op 31 Januari worden 5a/ 1000,— obligaties uitgeloot, betaalbaar 1 April 1903 met rente tot dien dag. Een der obligaties bevindt zich in portefeuille. Wat boekt de maatschappij op 31 December, op 31 Januari en op 1 April, indien op dien laatsten datum de aflosbare obligaties ter betaling worden aangeboden? (Vereeniging van Leeraren, Voorjaar 1903.) 267 202. De maatschappij „Cbncordia" heeft een aandeelenkapitaal van / 500.000,—, bestaande uit 400 aandeelen A elk / 1000,—, waarvan 280 stuks geplaatst en 100 aandeelen B, eveneens elk van / 1000,—. In hare statuten komen de volgende bepalingen voor: Van de winst ontvangen de aandeelen B eerst 6% dividend over hun gestort kapitaal. Na afronding tot honderdtallen wordt van de overblijvende winst uitgekeerd 25% aan de aandeelen A (waarvan Vs moet blijven staan, om daarvan — indien noodig — de winst aan te vullen, tot de aandeelen B 6% dividend kunnen ontvangen), 25% aan de aandeelen B, terwijl de overige 50% voor aflossing van aandeelen B worden" bestemd. De afgeloste aandeelen B ontvangen winstbewijzen, welke recht blijven geven op een evenredig aandeel in de 25% overwinst voor de aandeelen B, totdat alle aandeelen B zijn afgelost. Voor elk afgelost aandeel B ontvangen de vroegere firmanten Kwast & Zonen, als oprichters der maatschappij, gratis een aandeel A. Wat wordt geboekt, indien de netto-winst in het eerste boekjaar / 48.413,20 bedraagt, en zooveel mogelijk aandeelen B worden afgelost? (Nationale Bond, Voorjaar 1903.) 203. De Hollandsch-Indische Petroleum Maatschappij werkt met een kapitaal van / 1.000.000,—, verdeeld in 1000 aandeelen van ƒ 1000,—, en heeft een extra-reserve van / 300.000,—, belegd in een 4% deposito bij de Amsterdamsche Depositokas.. De algemeene vergadering van aandeelhouders besluit tot vergrooting van het kapitaal met 1000 aandeelen van / 1000,—, en geeft daartoe heden 500 stuks a 140% uit, welke tegen vólstorting verkrijgbaar zijn bij de Amsterdamsche Bank. Het agio dezer emissie wordt geheel en het deposito der extrareserve, voor zoover noodig, gebruikt tot aflossing a pari der 4Va% obhgatieleening, per resto groot / 250.000,—. De overige 500 aandeelen worden gratis aan de oude aandeelhouders uitgereikt, n.1. 1 nieuw aandeel op 3 oude, waartoe de extra-reserve, benevens bovengenoemde kapitaal-besparing wordt aangewend. Het deposito van de extra-reserve wordt op de gewone depositorekening overgebracht. (Nationale Bond, idem.) 204. De Maatschappij „Veritas" heeft een 4V9% obligatieleening loopen, pro resto groot / 80.000,—, waarvan de coupon op 16 Mei en 16 Nov. vervalt. 268 Verder heeft zij een reservefonds, groot / 82.000,—, bestaande uit: een prolongatie bij Siem & Co., groot / 72.000,— rente van 16 April tot 16 Mei a 3% . „ 180,— " / 72.180,— ƒ 12.000,— Certif. 2V2% N.W.S. a 80% / 9.600,— rente 472 maand a 2x/2% „ 112.50 ~ „ 9.712,50 Samen / 81.892,50 Naar aanleiding van dezen stand van zaken schrijven commissarissen in hun verslag van 1 Mei aan de algemeene vergadering van aandeelhouders: „Hierbij stellen wij u voor, het reservefonds op te heffen en de „daarin gestorte gelden te bezigen tot aflossing der bestaande obli„gatieschuld." „Bij de belegging toch der gelden in het reservefonds gestort, „die niet in het bedrijf mogen worden aangewend, is bij solied „beheer weinig meer dan 3% te maken en wanneer men nu in „aanmerking neemt, dat voor de obhgatieschuld 4y2% wordt be„taald en, bij aflossing daarvan, de maatschappij van deze vaste „lasten wordt ontheven, dan springt het voordeel der verandering „in het oog." De algemeene vergadering neemt dit voorstel aan. Geef alle journaalposten, .die noodig zijn, om dit besluit heden, 16 Mei, uit te voeren. (Nationale Bond, idem.) 205. Door de bierbrouwerij „Het Zwarte Paard" werden op 1 Mei 1904 betaald 112 coupons a / 20,— van hare obligatieleening. Bij verificatie op 10 Mei d.a.v. blijkt, dat zich daaronder 2 coupons bevinden, die eerst 1 Mei 1914 vervallen. Deze behooren tot de obligaties No. 22 en 35. De houder is onbekend- Obligatie No. 35 wordt a pari uitgeloot en op 1 November 1906 afgelost, doch onder aftrek van de te veel betaalde coupon per 1 Mei 1904. Wat wordt geboekt: a. op 1 Mei 1904; 6. op 10 Mei 1904; c. op' 1 Nov. 1906; d. op 1 Mei 1914. (Vereeniging van Leeraren, Voorjaar 1905.) 269 206. Saldibalans der Sigarenfabriek „Le Fumeur", op 31 December 1902. % NAMEN DER REKENINGEN < DEBET. CREDIT. ' 1 Kas I / 1.000 — 2 Bank / 29.050,— 3 Debiteuren | „ 33.000,— 4 Dubieuse debiteuren j ,, 3.000,— 5 . Reserve dubieuse debiteuren ... ,, 700,— : 6 Kosten van overname „ 12.000,— 7 Kapitaal A. Rijsen „ 20.000,— 8 Privé A. Rijsen „ 400,— 9 Kapitaal B. Rijsen „ 20.000,— 10 Privé B. Rijsen j „ 2.400,— 11 Commanditair kapitaal A. de Jong I ,, 50.000,— 12 Privé A. de Jong „ 2.000,— I 13 Differentierekening I ,, 300,— 14 Exploitatie stripperij ,, 1.000,-— 15 Inventaris stripperij ,, 500,— 16 Tabak in consignatie „ 8.000,— 17 I Tabak „ 50.000,— 18 Machines en werktuigen j ,, 7.000,— 19 Fabrieksgebouw en erve „ 30.000,— 20 Vormen . . „ 1.000 — 21 Licht en verwarming der fabriek . i „ 1.500,— 22 Arbeidsloon sigarenmakerij 23.050,— 23 Fabrieksonkosten „ 3.000,— 24 Sigarenverkoop ' .1 „ 100.000,— 25 Transportmiddelen „ 2.000,— 26 Etiquetten „ 5.000,— 27 Verpakking „ 12.000,— 28 Onkosten van verkoop | ,, 10.600,-— 29 Arbeidsloon verpakkers enz. . . . | „ 12.900,—- 30 Kantoormeubilair |[ „ 1.000,— 31 Crediteuren L „ 15.000,— 32 Intrest „ 800,— 33 Algemeene onkosten ,, 4.000,— 34 Sigaren „ 10.000,— - I / 236.050,— I ƒ 236.050,— Den 31sten Dec. 1902 was nog ongeboekt, omdat de betreffende documenten nog niet ontvangen waren: 1. Nota van aankoop eener schrijfmachine / 275,—. 2. Rente der Bank / 250,—. 3. Diverse nota's van etiquetten, totaal / 500,—. Dit bedrag is echter begrepen in de waarde van den voorraad etiquetten, den 31sten December aanwezig. 4. Provisienota's van reizigers / 100,—. 5. Diverse nota's van advertentie-bureaux ƒ 200,—. 270 1. Te kort in kas / 10,—. 5. Extra-reserveeren / 1000,—. 6. Afschrijven / 2400,—. 7. Te berekenen 5% intrest. 9- „ ,1 5% „ 11- „ „ 5% „ 12. Zie folio 28. 14. De te strippen tabak is tegen den kostenden prijs verstrekt door het magazijn der fabriek aan de stripperij. Boeking: Exploitatie stripperij aan Tabak. Alle gestripte tabak is in consignatie gezonden. Boeking: Tabak in consignatie aan Exploitatie-stiipperij. Waarde der tabak, in de stripperij aanwezig, / 500,—. Ongeboekt loon / 95,—. 15. Afschrijving 10%. Te boeken op folio 14. 16. Kostprijs van den voorraad / 8500,—. Saldo naar folio 14. 17. Kostprijs van den voorraad / 30.000,—. In den loop des jaars is tabak, waarvan de kostprijs / 18.000,— bedroeg, verkocht voor ƒ 20.000,—. De winst, daarop behaald, is naar de Verlies- en winstrekening over te brengen. Op de Fabricage-rekening is de kostprijs der verbruikte tabak te boeken. 18. Afschrijven ƒ 700,—. Te boeken op Fabricage-rekening. 19. Een afschrijving van / 1000,— te boeken op Fabricagerekening. 20. Een afschrijving van / 100,— te boeken op Fabricagerekening. 22. Hiervan af te boeken / 50,— reizigersprovisie, die abusievelijk op deze rekening is geboekt. Ongeboekt loon / 250,—. Saldo naar Fabricage-rekening. 24. Saldo naar folio 34. 25. Afschrijven / 250,—. Te boeken op folio 34. 26. Voorraad / 1000,—. Saldo naar folio 34. 27. Voorraad ƒ 2000,—. Saldo naar foüo 34. 28. Afboeken / 200,—, die reeds den 31sten Januari 1902 verschuldig waren. Krachtens acte van overname is dit bedrag te verhalen op A. de Jong. 29. Ongeboekt loon / 125,—. 30. Afschrijven / 100,—. 33. Waarde der voorradige kantoorbehoeften / 50,—. 34. Het saldo der Fabricage-rekening wordt naar de rekening Sigaren overgebracht. Waarde van den voorraad sigaren / 20.000,—. 271 I. Stel de Fabricage-, de Sigaren- en de Verlies- en winstrekening samen, benevens de Balans. II. Stel de rekening Exploitatie-stripperij samen, sluit ze af en open ze weder. III. Welke bijlagen zult ge uwen patroon bij de balans overleggen ? (Mercurius, Voorjaar 1903.) 207. De algemeene vergadering van aandeelhouders der „Oliemaatschappij" keurt het denkbeeld van oprichters der „Raffinaderij" eener fusie met de „Olie-Maatschappij" goed en neemt de volgende besluiten: le. De „Olie-Maatschappij neemt over van de groep, die de „Raffinaderij" heeft opgericht, / 1.800.000,— aandeelen „Raffinaderij" tegen afgifte van / 400.000,— nieuw te creëeren aandeelen in de „Olie-Maatschappij", waardoor het maatschappelijk kapitaal / 1.400.000,— wordt. Deze / 400.000,— nieuwe aandeelen deelen niet in de winst van het loopend jaar en mogen door de nemers gedurende 3 jaren vanaf heden niet ter markt worden gebracht. 2e. De verkoopers der aandeelen „Raffinaderij" fourneeren / 600.000,— in contanten tegen ontvangst van een gelijk bedrag preferente aandeelen. 3e. De bestaande reserve ad / 600.000,— wordt aan de tegenwoordige aandeelhouders in contanten uitbetaald, omdat het onbillijk wordt geacht, de nieuwe preferente aandeelen in deze reserve te doen deelen. Wat boekt de „Olie-Maatschappij" ? 208. De International Mercantile Marine Trust heeft uitgegeven: $ 53.357.000,— gewone aandeelen, „ 59.214.000,— preferente aandeelen, „ 50.000.000,— 4V2% obligaties. De inbreng heeft bestaan: a. uit de bezittingen van de Ley-üne, met een werkelijke waarde van £ 1.900.000,—, betaald met $ 11.736.000,— 47a% obligaties; b. de bezittingen der Blue Starline, waarvoor door de Trust werd betaald: $ 17.800.000,— 478% obligaties, „ 38.400.000,— preferente aandeelen, „ 19.200.000,— gewone aandeelen. De waarde der ingebrachte bezittingen kan op $ 26.400.000,— worden gesteld; 272 c. de bezittingen der Atlantic Company, benevens £ 142.710 aandeelen in de American Steamship Company. De waarde der bezittingen van de Atlantic Company is getaxeerd op £ 3.870.000,—, die der aandeelen van de A. S. C. op $ 130.000,—. Voor den inbreng gaf de Trust af: $ 20.464.000,— 4Va% obligaties, „ 18.314.000,— preferente aandeelen, „ 9.157.000,— gewone aandeelen. Aan het oprichtingssyndicaat werden als commissie gegeven: $ 2.500.000,— preferente aandeelen, „ 25.000.000,— gewone aandeelen. Wat is de reëele waarde van: a. een 4V2% obligatie der I. M. M. T. 6. een preferent aandeel der I. M. M. T. c. een gewoon aandeel der I. M. M. T. (1 £ = $ 4,80.)!) 209. 15 Maart. In de algemeene vergadering van aandeelhouders der Exploitatie Maatschappij „Batjan" werd de volgende balans van 31 December 1904 ter tafel gebracht. Activa. Concessies / 200.000,— Exploitatie onkosten „ 182.517,50 Gebouwen, inrichtingen, enz. . „ 40.219,50 Kas „ 1.406,— Kantoormeubilair „ 1.000,— Verlies „ 80.000,— / 505.143,— Passiva. Kapitaal /. 400.000,— Geldleening 5% ....... „ 80.000,— Disconto-Bank (Kassier) . . . „ 23.000,— Intrest (3 mnd. geldleening). . „ 1.000,— Onkosten , 1.143,— / 505.143 — Daar gebleken is, dat alle boringen zonder gunstig resultaat waren en de geldmiddelen zijn uitgeput, werd tot liquidatie besloten en de balans voor kennisgeving aangenomen. De volgende vergadering zal den len April e.k. worden gehouden en zal alsdan de balans worden overgelegd, waarbij met onderstaande besluiten rekening gehouden en de juiste stand der zaak aangegeven moet worden. x) Ondersteld wordt, dat de preferente aandeelen preferent zijn voor het kapitaal. 273 1. Het saldo-verlies wordt op „Kapitaal" afgeschreven. 2. Gebouwen enz., en meubilair worden aan den meestbiedende verkocht. 3. De Raad van Beheer wordt met de liquidatie belast (zonder vergoeding) en doet afstand van het volgens de statuten genotene, n.1. gedurende 4 jaren a / 5000,— per jaar en restitueert dit bedrag. 4. De Directeur betaalt van het door hem genoten salaris ƒ 4000,— per jaar (over 4 jaren) terug. Vóór 15 Maart waren de op 31 December nog „te betalen onkosten" betaald. De gebouwen, inrichtingen, enz., werden verkocht aan de firma Muller & Co. voor / 25.000,—, betaalbaar 1 Mei; de concessies gratis aan haar overgedragen. Het meubilair bracht / 1100,— in contanten op. Het saldo der ontvangen en uitbetaalde gelden boven / 1000,— werd aan de Disconto-Bank op afzonderlijke rekening gegeven. De intrest tot 1 April der 5% geldleening bleef verschuldigd. Geef de balans en de Verlies- en winstrekening per 1 April. Hoeveel procent ontvangen crediteuren? (Federatie, Voorjaar 1905.) 210. Een naamlooze vennootschap, met een geheel geplaatst kapitaal Van ƒ 500.000,—, ziet zich genoodzaakt dit op de helft terug te brengen, tot gedeeltelijke dekking van het verfies ad ƒ 260.430,50. Het overige wordt afgeschreven van de reserve. Het aandeel van ƒ 1000,— wordt dus tot / 500,— teruggebracht. Ten einde in de behoefte aan werkkapitaal te voorzien, wordt een preferent cumulatief aandeelenkapitaal, groot ƒ 250.000,—, uitgegeven, hetwelk tegen storting in contanten a 100% geheel geplaatst wordt. Tevens worden gecreëerd 250 nieuwe gewone aandeelen a / 1000,—, die voorloopig in portefeuille blijven, en niet zullen worden uitgegeven, dan tegen intrekking van een gelijk aantal preferente cumulatieve aandeelen. Uit de winst moet n.1. betaald worden 4% dividend op de cumulatieve aandeelen, en het resteerende moet gebruikt worden tot uitloting dezer aandeelen. Elk uitgeloot cumulatief aandeel is betaalbaar met 100% in geld en een gewoon aandeel. Maak de journaalposten, die uit bovenstaande besluiten voortvloeien, en ook die van de winstverdeeling, uitloting en uitbetaling van cumulatieve aandeelen, wanneer de eerstvolgende Verhes- en winstrekening een voordeelig saldo aanwijst van ƒ 16.000,—. (Vereeniging van Leeraren,, Najaar 1904.) Pr. B. IV. 18 274 211. De Maatschappij van bouwgronden „Schieland" heeft een preferent aandeelenkapitaal, rente 6% cumulatief, groot / 100.000,—; een aandeelenkapitaal, groot / 200.000,—; en een 4V2% obligatieleening, groot / 500.000,—, waarvan ƒ 50.000,— is afgelost. De maatschappij bestaat 3 boekjaren. De rente der preferente aandeelen is nooit uitbetaald, wel geboekt ten laste der „gronden". De coupons der obhgatieleening van 2V2 jaar zijn halfjaarlijks uitbetaald, de 6e coupon kon wegens den ongunstigen toestand der kas niet worden uitbetaald. Door den algemeenen slechten toestand van bouwgronden, laat het zich aanzien, dat in de eerste jaren geen grond tot kostprijs of daarboven zal kunnen worden verkocht en worden de volgende voorstellen van directie en commissarissen aangenomen: le. De rente der preferente aandeelen wordt beschouwd nooit cumulatief te zijn geweest en zal voor 't vervolg slechts 5% bedragen, verschuldigd als en voor zoover dit uit de winst kan geschieden. 2e. Preferente en gewone aandeelhouders ontvangen voor 2 oude aandeelen a ƒ 1000,— één nieuw aandeel a / 1000,—. 3e. Obligatiehouders ontvangen voor 2 oude obligaties a / 1000,— één nieuwe obligatie, rentende 5%, verschuldigd wanneer de jaarlijksche winst dit toelaat en een preferent aandeel a / 1000,—. Dat de 6e coupon der obligatieleening verschuldigd was, werd reeds geboekt. Welke journaalposten vloeien uit bovenstaande regeling voort? (Nationale Bond, Najaar 1903.) 212. De Mijnbouw-Maatschappij „Insuhnde", met een gewoon aandeelenkapitaal van / 5.000.000,— (waarvan / 800.000,— in portefeuille) besluit tot de volgende reorganisatie. Het aandeelenkapitaal wordt vervangen door een gewoon aandeelenkapitaal van / 2.100.000,— en een preferent aandeelenkapitaal van / 3.900.000,—, in stukken van / 1000,— (preferent vöor kapitaal en 7% dividend, gedurende de eerste 3 jaren cumulatief). De gewone aandeelen worden alle aan de tegenwoordige aandeelhouders gegeven, in verhouding van 50% van hun bezit. Van de 7% preferente aandeelen wordt een bedrag van ƒ 480.000,— gegeven aan houders van de thans uitstaande 3% obligaties (deze leening is geheel geplaatst), in verhouding van 60% van hun bezit. Het restant dezer aandeelen wordt, op / 1.000.000,— na, door een consortium overgenomen a 90%. Een te vormen syndicaat geeft voor 3 jaren een voorschot, groot / 400.000,— onder hypothecair verband van alle bezittingen der 275 maatschappij, waarvan een bedrag van / 250.000,— zal worden aangewend tot verdere ontwikkeling van de mijngangen te Paleleh. Het syndicaat, hetwelk het voorschot verleent, krijgt eene optie op alle preferente aandeelen, waarover het na uitvoering van het reorganisatie-plan de vrije beschikking heeft. Uitgesloten hiervan is een bedrag van / 500.000,—, dat bij de maatschappij in portefeuille bliijft. Wat moet de maatschappij bij uitvoering dezer besluiten boeken ? 213. De balans eener vennootschap onder de firma wijst de volgende cijfers aan: ACTIVA. , PASSIVA. Vaste goederen ... ƒ 20.000,— Kapitaal A . . . . ƒ 50.000,— Machinerieën, enz. . . „ 25.000,— Kapitaal B . . . . „ 50.000,— Meubilair „ 2.000,— Traiterekening . . „ 4.000,— Pabricagerekening . . „ 6.000,— Kasvereeniging . . „ 20.000,— Grondstoffen . . . . „ 4.000,— Crediteuren , 18.000,— Te innen wissels . . „ 2.000,— Kas „ 500,— Debiteuren „ 22.600,— Verlies „ 60.000,— f 142.000,— ƒ 142.000,— Men gaat tot liquidatie over. De bezittingen worden als volgt gerealiseerd: Vaste goederen ƒ 18.000,— Machinerieën enz ,, 24.000,— Meubilair „ 2.000,— De goederen in bewerking worden afgewerkt en verkocht voor / 8000,—. Voor de afwerking betaalt men / 1800,— aan loon en / 400,— aan grondstoffen. De overige grondstoffen brengen / 3800,— op. De wissels worden geïncasseerd door de Kasvereeniging, terwijl de debiteuren voor hun volle bedrag inkomen. Het saldo gaat naar den kassier. De crediteuren worden betaald met chèques op de Kasvereeniging; bij haar worden tevens alle wissels betaalbaar gesteld. Op den dag, voor de definitieve liquidatie vastgesteld, geeft de rekening-courant met den kassier een voordeelig saldo van / 37.373,30. Voor het batig saldo hunner kapitaalrekening ontvangen de beide vennooten een chèque op de Kasvereeniging. 214. De Bouwgrond-Maatschappij „Linnaesuspark", met een preferent aandeelenkapitaal van ƒ 1.000.000,— en een gewoon van '18* 276 / 500.000,—, is niet in staat hare schulden tot een gezamenlijk bedrag van / 766.700,— te voldoen, en besluit tot de volgende reconstructie. Het kapitaal wordt / 1.100.000,—, terwijl een hypotheek van / 250.000,— onafgelost blijft. Van het kapitaal wordt / 1.000.000,— ter beschikking gesteld van de preferente aandeelhouders in dier voege, dat deze tegen inlevering van een oud aandeel en storting van / 375,—, een nieuw aandeel, groot / 1000,—, verkrijgen. De resteerende / 100.000,— aandeelen worden ingevolge accoord gebezigd om, met ƒ 50.000,— contanten, de voornaamste crediteuren af te betalen, te zamen / 305.000,— bedragende. Van de verkregen / 375.000,— geschiedt: Aflossing van hypotheken, tot op een bedrag van / 250.000,— na ... . ƒ 126.210,— Achterstallige rente „ 36.000,— Bovenbedoelde transacties met de voornaamste crediteuren „ 50.000,— Aflossing opgenomen geld bij de Amsterdamsche Bank ƒ 19.300,— rente „ 700,— "~ „ 20.000,— Betaling van diverse crediteuren. . . „ 29.490,— / 261.700,— Het restant zal worden aangewend tot ombouw der lichtfabrieken en waterleiding / 55.000,— Kosten van reconstructie ,, 5.000,— Terwijl het saldo van ƒ 53.300,— als bedrijfskapitaal zal worden aangewend „ 53.300,— ~~ „ 113.300,— / 375.000,— De / 500.000,— gewone aandeelen worden waardeloos. 215. De Tuinbouw-Maatschappij „de Toekomst" sloot den lsten Juli 1902 een obhgatieleening, nominaal groot / 32.000,—, verdeeld in stukken van / 500,— a 80% onder de volgende voorwaarden: a. obligatiehouders genieten 6% cumulatieve rente voor zooverre deze uit de winst kan worden beschikbaar gesteld; b. aflossing geschiedt a pari uit de winst. Het winstaandeel, dat krachtens art. 13 der statuten den aandeelhouders toekomt, wordt, totdat de leening is afgelost, voor de helft aangewend tot aflossing en voor de andere helft tot versterking van het reservefonds. De winst over het boekjaar 1 Juü 1902—ult° Juli 1903 bedraagt / 14.887,50, welke overeenkomstig de statuten en bovenstaande bepaling wordt verdeeld als volgt: 277 Winst / 14.887,50 Rente 6% over / 32.000,— „ 1.920,— / 12.967,50 Aandeelhouders 5% over het kapitaal groot / 150.000,— . . „ 7.500,— / 5.467,50 directie 10% / 546,75 administratie 10% „ 546,75 reservefonds 40% „ 2.187,— aandeelhouders 40% . . . . „ 2.187,— " „ 5.467,50 Aandeel aan aandeelhouders . / 7.500,— id. „ 2.187 — ƒ 9.687,— waarvan aan het reservefonds / 4.843,50 waarvan beschikbaar voor aflossing van obligaties. . ,, 4.843,50 Uitgeloot worden: 9 obligaties, No. 1, 7, 8, 13, 20, 32, 38, 51, 52. Wat is te journaliseeren ? (Mercurius, Najaar 1903.) 216. Saldibalans v. d. N. V. „De Embd ener Aardappelmeelfabriek" te Embden. 30 Juni 1903. 1 I Aandeelenkapitaal~rT I ƒ 300.000,— 2 Recepissen van aandeelen .... „ 60.000,— 3 ObUgatie-leening 4% „ 200.000— 4 Te betalen coupons ,, 452,50 5 Kassier ƒ 262.958,25 6 Kas , 1.047,86 7 Aardappels „ 542.707,16 8 Aardappel-leveranciers le uitkeering. || | „ 1.923,24 9 Aardappel-leveranciers 2e uitkeering „ 253.903,36 11 Oprichtingskosten „ 3.611,26 12 Dienst der leening „ 777,25 13 Woningen j ,, 13.145,— 14 Fabrieksgebouwen | „ 195.862,76 15 Machinerieën !„ 114.490,24 16 Dividend .„ 40, — 17 Diverse bezittingen „ 47.637,50 18 Turf „ 16.860,62 19 Kantoorbehoeften en meubilair . . ;> 1.867,52 20 Assurantie j! „ 1.770 — 21 Personen L 19.064,67 22 Tantièmes „ 10,— 23 Loonen „ 37.689,50 24 Salarissen „ 4.540,— 25 Vrachten I! „ 32.229,36 26 Intrest „ 11.571,34 27 Exploitatierekening \ I „ 13.307,66 29 Reserve ! | „ 16.019,84 30 Aardappelmeel ,, 537.591,— 31 Onverdeelde resten ,, 5.038,34 32 Onkosten ;| „ 70.435,65 [ ƒ 1.378.275,94 I ƒ 1.378.275,94 278 OPMERKINGEN. Statutaire bepalingen: Art. 2. De fabriek werkt op coöperatieven grondslag. „ 15. De N.V. ontvangt ter bestrijding van alle onkosten, intresten, afschrijvingen, reserveering enz. 40 ct. per H.L. aardappels. ,, 16. Uit dit bedrag wordt eveneens 5% dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders. ,, 17. De afschrijvingen bedragen minstens 5 ct. per H.L. verwerkte aardappels. ,, 18. Eveneens wordt gereserveerd een bedrag van 1 ct. per H.L. ,, 20. De aardappelleveranciers ontvangen bij levering de eerste uitkeering. In den loop van het jaar ontvangen zij zoo mogelijk de tweede uitkeering. » 21. Alle uitkeeringen geschieden in verhouding van het zetmeelgehalte der geleverde aardappels, tot in 0,1 ct. nauwkeurig per K.G. ,, 37. De onverdeelde resten, vermeerderd met het saldo van de exploitatie-rekening, worden als volgt verdeeld, 10% aan tantièmes, 60% voor aardappelleveranciers en 30% voor aandeelhouders. Het dividend wordt niet nauwkeuriger bepaald dan tot op 0,1%. De onverdeelbare resten, die nu weder overschieten, komen ten voordeele van de reserve. Opm. bij de balans. Fol. 1 en 2. De recepissen zijn in den loop van Juni verruild voor aandeelen. De boekhouding daarmee conform nu te verrichten. Daar de recepissen uitgegeven zijn onder bijberekening van rente genieten zij mede het dividend. ,, 3. Coupon Ye—Vu- ,, 5. Den kassier te debiteeren voor / 2.144,67 rente. „ 7. De boeking overeenkomstig art. 15 te verrichten. Verwerkt is 634.507 H.L. Het saldo over te brengen naar fol. 30. „ 11 tot 15. Af te schrijven 5 ct. per H.L. over 634.507 H.L. Alvorens deze afschrijving te verrichten moet ge voor fol. 13, 14, 15 afschrijvingsrekeningen openen. Op fol. 13 is nog niets afgeschreven, op fol. 14 reeds / 17.463,30 en op fol. 15 reeds / 12.866,04. Het af te schrijven bedrag te verdeelen als volgt: Op fol. 13 af te schrijven 2% over de aanschafwaarde » « 1* U ii * 8% „ | m ».15»u i io% „ „ Indien nog een bedrag beschikbaar is, schrijft ge af op fol. 12. Het nu overblijvende dient ter afschrijving op fol. 11. 280 3. Een stuk grond, te boek staand voor / 14.400,—, zal voor / 20.000,— worden verkocht aan J. van der Hoop te 's-Gravenhage; 50% der kooppenningen zal als le hypotheek a 4V2% daarop worden gevestigd; 20% zal, tegen onderpand van effecten, 3 maanden na den koopdag met rente a 4% worden voldaan; en 30% zal, tegen borgstelling van P. de Groot, te 's-Gravenhage, een jaar na den koop met rente a 6% worden betaald. Het avans zal voor de helft dienen tot afschrijving op de fabriek. 4. De overige gronden, in de boeken voorkomende met / 9700, , zullen op / 12.000,— worden gebracht, in verband met de stijrinê der omliggende terreinen. Hoe worden de bovenstaande besluiten gejournaliseerd, als de genoemde verkoop doorgaat, de acten van hypotheek en borgtocht inkomen, het onderpand in effecten, bestaande uit / 6000,— N. W. Sch. 27,% (a 80%), ontvangen wordt, en de aandeelen afgestempeld worden? Op 160 aandeelen wordt de storting geëffectueerd. (Staatsexamen 1903.) 218. Jeronimo Hoek te Leiden, fabrikant, koopman en commissionnair in boter en kaas, sluit op 31 December 1902 en heropent op 1 Januari 1903 zijn boeken met de volgende balans. g8?. / 1.700— Crediteuren ... ƒ 11.000 — Debiteuren .... „ 18.000— Commissiegoed . „ 6.000 — Kassier, wisselrek. . „ 30.000,— Promessen ' 15.000 — Goederenvoorraad . „ 27.000,— | Kassier . . 40 000' Vaste goederen . . „ 23.000— Kapitaal 28.'oOo'— Commissie 300, f 100.000,— \—f 100.0ÓÖ7- Hij zet met behulp van zijn kassiers Land & van Belkum zijn zaak om in een naamlooze vennootschap met een aandeelenkapitaal van / 150.000,—, in 150 aandeelen van / 1000,—, dat door de genoemde kassiers voor de helft geplaatst wordt a pari met 10% commissie, en brengt haar in voor 35 aandeelen, waaronder 5 als vergoeding voor te lage boekwaarde der vaste goederen, die door een beëedigd makelaar op / 28.000,— zijn getaxeerd. Hij neemt 22 aandeelen in ontvangst en laat de overige in handen der vennootschap tot zekerheid der op zich genomen verplichtingen. Hoe journahseert de naamlooze vennootschap, als zij de boekhouding voortzet in de boeken van Jeronimo Hoek? (Staatsexamen 1903.) 281 219. Blijkens heden voor den notaris A. van Loon te 's-Gravenhage verleden acte wordt opgericht de naamlooze vennootschap „De Haagsche Koffiehandel", voorheen de Reese & Co. Door den vroegeren vennoot J. de Reese worden ingebracht: Terreinen en fabrieksgebouwen aan de Veerhaven voor / 50.000,— Machinerieën en gereedschappen „ 20.000,.— benevens zijn aandeel in den „goodwill" der zaak. Door den vroegeren vennoot J. A. de Bie worden ingebracht: Winkel met vasten opstand en woonhuis aan de Hoogstraat „ 40.000,— Winkel met pakhuis aan de Tuinstraat „ 10.000,— benevens zijn aandeel in den „goodwill" der zaak. De firma brengt verder in: Hare vorderingen op debiteuren „ 25.000,— De voorradige goederen en materiëel volgens fac- tuurwaarde en taxatie resp. op / 20.000,— en. „ 2.000,— Het debet-saldo van den kassier Scheurkogel & Co. „ 5.000,— min de schuld aan crediteuren ad „ 15.000,— een en ander opgemaakt volgens de laatste balans. Als „goodwill" wordt voor de zaak aangenomen een bedrag van / 20.000,— in contanten aan de beide vennooten, ieder voor een gelijk gedeelte, uit te keeren; benevens wat hieronder nader aan den oprichter zal worden toebedeeld. Het maatschappelijk kapitaal wordt bepaald op / 100.000,— in 100 aandeelen van / 1000,—, waarin deel nemen: J. de Reese voor 25, J. de Bie voor 25 en A. B. C. D. en E. elk voor 10 aandeelen. De aandeelhouders genieten 5% cumulatief. Verder worden nog uitgegeven oprichtersaandeelen, recht gevende op een winstaandeel, als bij de statuten omschreven, en wel voor iedere 5 aandeelen één, benevens 10 voor de firma de Reese & Co. voor verdere vergoeding van haar inbreng, te verdeelen in verhouding van de kapitalen der beide vennooten. Het verder ontbrekende kapitaal zal gevonden worden door een obligatieleening, groot / 100.000,—, rentende 4%, waarvoor mede verbonden worden de onroerende goederen der vennootschap. De storting op de aandeelen heeft bij het verlijden der acte plaats; de inbrengers ontvangen hunne aandeelen, verder contanten, voor zooverre aanwezig en voor het ontbrekende obligatiën. Wat boekt de maatschappij ? (Federatie, Voorjaar 1904.) 286 prijs van den voorraad ten bate of ten laste van de „Reserve voor prijsverschillen" geboekt. Fol. 7. Afschrijven / 2227,55, te vereffenen op fol. 10. 8. Nog te betalen ongeboekte loonen / 263,28. Van dit saldo betaalt de provincie 50%; het saldo vereffenen op fol. 10. 9. De jaarlijksche subsidie bedraagt / 600,—, te voldoen in twee gelijke termijnen. Een termijn is reeds betaald en geboekt; het saldo vereffenen op fol. 10. ,, 10. Ongeboekte huur van landbouwwerktuigen te goed / 127,55. Deze reserve is reeds gevormd uit de huur van landbouwwerktuigen en dient tot afschrijving op die werktuigen, beneyens het verstrekken van subsidiën, het dekken van ontginningskosten van 'gronden, e.d. Maak volgens bovenstaande gegevens de Balans en Winstrekening van elke afdeeling afzonderlijk. (Staatsexamen 1905.) 223. De Naamlooze vennootschap Bouwonderneming verkoopt heden, 31 December, een blok van vijf nieuwgebouwde heerenhuizen voor / 100.000,—; kosten van overdracht voor rekening der koopers. Van het ontvangen geld wordt aangekocht voor rekening van het reservefonds: 30 a ƒ 1000,— N.W.S. 3% a 92% / 27.600,— rente 4 mnd. 3% „ 300,— / 27.900,— Courtage V8% 37,50 / 27.937,50 en het overige op rente geplaatst bij de „kassiers Kareisen & Zn. Met het oog op meerdere verkoopen van eigendommen, onlangs gedaan, wordt besloten het aandeelenkapitaal, dat / 1.000.000,— bedraagt, met / 200.000,— te verminderen; daartoe in te trekken de 100 aandeelen a / 1000,—, die nog in portefeuille zijn, en nog 100 aandeelen uit te loten a 110%. De loting heeft heden plaats gehad. Verder wordt besloten: 1. de 10% agio op uitgelote aandeelen, alsmede 30 der uitgelote aandeelen zelf „af te lossen uit de winst"; 2. op de overige nog in omloop zijnde aandeelen 5% dividend uit te keeren; 3. het verdere winstsaldo, zijnde / 8034,60, te reserveeren Voor het volgend jaar. (Staatsexamen 1905.) 287 224. 1 December. De naamlooze vennootschap Durendaalsche Ijzersmelterij draagt de nog niet geplaatste 150 preferente aandeelen a ƒ 1000,— in haar aandeelenkapitaal heden over aan de Durendaalsche Bank tegen 110%, onder voorwaarde, dat deze aandeelen in de winst over het nog loopende boekjaar meedeelen. De door haar bij genoemde Bank op deze aandeelen gesloten beleening, groot / 75.000,—, wordt met bijbetaling van 3 mnd. rente a 4% 's jaars heden afgelost. De 10% agio op de geplaatste aandeelen wordt, volgens een vroeger genomen besluit van aandeelhouders, aangewend tot vorming van een reservefonds. Van het ontvangen geld wordt / 20.000,— besteed voor den aankoop van een terrein, voor het bedrijf benoodigd, terwijl ten behoeve van het reservefonds / 15.000,— op hypotheek wordt geplaatst a 4% 's jaars voor 10 jaren vast, op onderpand van gronden, achter de terreinen der Ijzersmelterij gelegen, toebehoorende aan C. Landvoogd, alhier, en welke gronden van genoemden Landvoogd tevens in huur worden genomen voor / 1000,— 's jaars. Het overige geld Wordt als volgt aangewend: 1. Vooruitbetaald 5 jaar huur a / 1000,— 's jaars, / 5000,—. 2. In rekening courant geplaatst bij de kassiers Kareisen & Zn. / 40.000,—. 3. Het saldo in kas genomen. {Staatsexamen 1906.) 225. De nalatenschap van Mevr. de Wed. A. van der Schalk bedraagt, na aftrek van successierechten enz. / 600.000,—. Erfgenamen zijn hare vier kinderen, de HH. Jan van der Schalk, C. van der Schalk, H. van der Schalk en Mevr. Post geb. van der Schalk, elk voor een gelijk deel. •Zij legateerde echter, bij uiterste wilsbeschikking V* gedeelte van haar vermogen aan hare kleinkinderen, met dien verstande, dat de vruchten van dit legaat zullen verblijven aan de ouders, zoo lang die leven. De Heer Jan van der Schalk werd met het beheer van bovenbedoeld legaat belast. Gevraagd wordt de boeking van den heer Jan van der Schalk, wanneer dezen, voor zijn eigen aandeel in de nalatenschap wordt toebedoeld: le. de fabrieksgebouwen voor / 80.000,—, 2e. de werktuigen voor / 10.000,— en 3e de aanwezige grondstoffen en producten voor ƒ 40.000,— onder verplichting, het te veel ontvangene te verrekenen met zijne mede-erfgenamen. Voor het legaat, waarvan hij de administratie in zijn boeken opneemt, ontvangt hij: le. een hypotheek ten laste van de N. .288 Stearine Kaarsenfabriek „Pollux", groot / 85.000,— a 4% met rente tot den sterfdag a / 850,—, 2e. eene Inschrijving Grootboek der Ned. Werkel. Schuld 21/2% groot / 75.000,— a 80% = f 60.000,— met rente tot den sterfdag a ƒ 468,75, terwijl het te kort door hem zelf moet worden aangevuld, in mindering van hetgeen hij te veel heeft ontvangen. Hij rekent met zijne mede-erfgenamen per kas af, en stort het ontbrekende aan het kapitaal van het legaat in de kas van het legaat. 226. De firma J. van der Schueren & Co. te Amsterdam, boekt zoowel wissels (kort en lang papier) als betalingen en ontvangsten door haren kassier J. Maes gedaan, in haar kasboek. Zij brengt hierin wijziging door een afzonderlijk wisselboek, kasboek en kassiersboek bij te houden.. Boek onderstaande posten, welke nu nog alle in het kasboek voorkomen, in de genoemde boeken. Ontvangsten. 1906. October 1 Aan Saldo (geld en wissel) / 1.512,17 „ 2 „ J. Maes kwitantie no. 15 .... „ 2.000,— ,, 5 ,, A. de Korte remise per 9 Oct. op A'dam (en toen geïnd.) ,, 2.500,— „ 9 ., J. Klaassen & Co., R'dam. . . . „ 3.000,— ,, 11 ,, J. Maes, betaalbaarstelling P. van Mens „ 4.600,— „ 12 „ S. van Soest, Utrecht „ 7.000,— „ 19 ,, P. Stuers, remise per 25/12 R'dam „ 8.000,— 20 „ S. Lankhout, 's-Bosch „ 5.000,— „ 25 „ J. Maes, kwitantie no. 16 . . . . „ 4.000,— „ 27 „ Onze assignatie per zicht op S. van Houten, 's-Hage „ 3.000,— ,, 29 „ J. Maes, betaalbaarstelling De Veer & Co „ 9.000,— „ 31 „ J. Maes, intrest 3e kwartaal . . . „ 120,— ,, 31 ,, idem, kassiersloon en courtage id.. „ 175,— / 49.907,17 289 Uitgaven. 1906. October 2 Per P. de Lange, A'dam ....... / 2.618,90 ,, 3 ,, Onkosten, vracht „ 15,— ,, 4 ,, Onkosten, plakzegels ,, 10,— „ 8 „ O van Laar, A'dam ....... „ 217,90 9 ,, J. Maes, wissel op Tiel per 12/10 . „ 500,— 11 „ P. van Mens, door J. Maes. . . . „ 4.600,— 14 „ J. Maes, storting „ 9.000 — 19 „ idem storting „ 1.000,— „ 19 ,, idem gedisconteerd remise per 25/12 ,, 7.938,67 ,, 19 „ Intrest gedisconteerd a 4% . . . ,, 61,33 22 „ Onkosten, J. de Jong „ 100,— 25 „ P. de Korte, kwitantie no. 16 ƒ 4000,— contanten ,, 175,05 " „ 4.175,05 ,, 27 ,, J. Maes, assign. op S. v. Houten, 's-Hage „ 3.000,— 29 „ De Veer & Co., door J. Maes. . . „ 9.000 — ,, 31 ,, Onkosten, salarissen „ 250,— ,, 31 ,, Onkosten, kantoorhuur ,, 250,— ,, 31 ,, Intrest, J. Maes, 3e kwartaal . . . ,, 120,— „ 31 „ Onkosten, kassiersloon J. Maes id. . „ 175,— 31 „ Saldo (geld) „ 6.875,32 ƒ 49.907,17 Opmerkingen. • Kasboek. Hierin mogen, behalve het saldo, geene memorieposten voorkomen. De te deb. of cred. rekeningen duidelijk aangeven. Kassiersboek. Alleen posten per kas en het saldo zijn pro memorie. Wisselboek. Het wisselboek doet voor de zoogenaamde inkomende zijde grootendeels dienst als hulpboek, voor de uitgaande zijde geheel als bijboek. Het kan in scontro- of in tabellarischen vorm gehouden worden. De per kas of kassier gefourneerde wissels komen in dit boek steeds p. m. Pr. b. iv. 19* 290 227. A. Oromveld te Gorssel leende van de Veluwbank te Zutfen op 15 Augustus 1903 de som van / 5000,—, waarvoor hij een promesse afgaf per 15 November 1903. De nota der bank luidde . / 5000,— af 94 d. disc. a 4V8% . . _ 58,75 ƒ 4941,25 provisie ƒ 12,50 zegel „2,50 porto's „0,25 ~~ „ 15,25 / 4926,— De promesse is voor aval geteekend door P. Oromveld, broeder, en S. de Gast, behuwdbroeder van A. Cromveld. Op 10 November bericht P. Cromveld aan de Veluwbank dat zijn broeder A. Cromveld is overleden en dat hij en S. de Gast op 15 November elk de helft der verschuldigde / 5000,— zullen voldoen. De bank neemt er genoegen mede dat P. Cromveld op dien datum voldoend zakelijk onderpand zal verstrekken en ontvangt op 15 November van dezen effecten ter waarde van / 2916,40. Eveneens ontvangt zij op 15 November van S. de Gast een wissel op de Amsterdamsche bank te Amsterdam per 1 December 1903, groot ƒ 3000,— met verzoek dezen te disconteeren en van het provenu het door hem verschuldigde af te houden. De Veluwbank disconteert dezen wissel met 3ya% disc. en zendt het accept aan P. Cromveld terug. Wat boekt de Veluwbank op 15 Augustus en wat op 15 November ? Schrijf ook de promesse. 228. Door eenige aandeelhouders is ten behoeve van een eerst sedert kórten tijd opgerichte Levensverzekeringmaatschappij bijeengebracht een waarborgfonds, bestaande uit 100 4% pandbrieven Rott. Hyp. Bank ad ƒ 1000— = ƒ 100.000,—. Dit fonds is gebracht onder beheer van de Directie van de Maatschappij. Wat wordt door de Maatschappij geboekt: a. bij de ontvangst der 100 pandbrieven; b. bij het incasseeren der halfjaarlijksche coupons; c. bij uitbetahng van het provenu daarvan aan de rechthebbenden; d. bij verzilvering van 20 pandbrieven ter gedeeltelijke dekking van een verhes van ƒ,20.870,30, wanneer het provenu der fondsen bedraagt, met inbegrip van loopende rente / 20.225,—; 291 e. bij terugkoop een jaar later, van 15 pandbrieven. De winstrekening wees toen een creditsaldo aan van / 15.315,07, terwijl voor de stukken betaald werd / 15.154,75. 229. S. Goedhardt te Groningen komt op 10 Maart met zijn debiteur W. Geluk te Assen overeen, ter voorkoming van diens faillissement, dat hij genoegen zal nemen met 60% van de contante waarde zijner totale vordering. Het creditsaldo der rekening van W. Geluk bedraagt / 2,37, terwijl door S. Goedhardt vroeger is afgegeven een wissel ten bedrage van / 3000,^-, die door hem bij de Nederlandsche Bank werd verdisconteerd. Deze wissel zal door S. Goedhardt worden ingetrokken en door W. Geluk zal een 2-maands promesse worden afgegeven, groot / 750,—, die door diens schoonvader als borg zal worden geteekend. Verder bekomt S. Goedhardt eerste hypotheek ad / 1000,— op het woonhuis van W. Geluk. De kosten hierop ad ƒ 30,— worden door S. Goedhardt betaald, doch komen, evenals het zegel van ƒ 0,50, waarmede S. Goedhardt de promesse heeft voorzien, ten laste van W. Geluk. Als de wissel door S Goedhardt wordt ingetrokken onder restitutie van / 11,24 disconto, de promesse door hem wordt verdisconteerd met / 4,58 disconto en het saldo door W. Geluk in geld wordt afgerekend, vraagt men den journaalpost van S. Goedhardt. (Staatsexamen 1908.) 230. N. Togtema te Groningen, die maandelijks zijn hulpboeken journaliseert, hield tot heden (31 Januari) geen kassiersboek. Alle transacties met zijn kassier „de Groningsche Bank" hepen tot nu toe over de kas. Hij wenscht echter van af 1 Januari 1908 naast een kasboek, een kassiersboek aan te leggen en zal alleen de door hem op zijn kassier afgegeven quitanties over de kas laten loopen. Stel nu uit achterstaand kasboek het gewenschte kasboek en het kassiersboek samen. (N.B. Het creditsaldo van den kassier bedroeg op 1 Januari 1908 / 9423,05.) .19* 292 KAS ! I I 1908 ; Jan. 1 j Saldo • . \t 582'07 ,, 2 Groningsche Bank . \ Betaling der door mij geaccepteerde traite j r A. Winters, Utrecht, per heden . . . j >> ,, 3 Groningsche Bank . j Mijne quitantie No. 1 » 1-000, ,, 4 Te betalen wissels . | Afgegeven aan de Groningsche Bank mijn promesse per 4 April a.s. in mindering van mijn heden vervallende promesse aan genoemde Bank » O.UUU, ,, 4 Groningsche Bank . Verrekend het saldo der heden vervallen ^ ] 'promesse in rek.-courant » n»'o« „ 7 Personen j N. van Gulik, alhier » ,, 8 Groningsche Bank . Mijn quantitie No. 2 » oUu, ,, 12 Personen ! Ontvangen van R. Kahrel, Zwolle, een assignatie op de Groningsche Bank op zicht " l'WOt— ,, 15 Groningsche Bank . , Betaalbar gesteld de traite zicht van B. Bos te Arnhem " !-000, ,, 16 Interest i Van A. v. Moorsel 3/m. intr. van ƒ 1000,— «0/ ,, 15,—- ,, 20 Privé Mijn tantième over 1907 als commissaris j der Groningsche Bank >> 5°°> ,, 21 Groningsche Bank . Betaalbaarstelling traite zicht van W. Karsten, Zwolle, o/B. Willems ..." 1.000,— ,, 21 Personen | Ontvangen van W. Karsten, Zwolle, per postwissel het door hem in dato heden te veel gedisponeerde bedrag . . . . >> L88 ,, 25 Personen Gestort door H. Strunk, alhier, voor mijn „ j rekening bij de Groningsche Bank . » 419,4U | „ 26 Personen Betaald door A. Vis, Deventer, mijn traite zicht order Groningsche Bank .... w °04, Ou | ,, 27 Prolongatie o/g . . Gesloten prolongatie bij de Groningsche Bank op / 8000,— N. W. S. 21/2% heden gekocht » 5■mo> ,, 27 Groningsche Bank . Het saldo der heden gekochte f 8000,— ■ ^ N. W. S. 21/2% in rekening-courant " l-o89,44 ,, 29 Te innen wissels . j Verdisconteerd bij de Groningsche Bank een wissel op K. Smal te Amsterdam per w/s ." 6-000'-^ ,, 30 Groningsche Bank . : Interest 4e kwartaal 1907 . . ƒ 112,10 » 1 Onkosten en commissie. . . . ,, 138,70 » 2o(J,8 ƒ 32.604,40 Fbr. 1 Saldo / 644,82 [ 1908 Jan. 2 1 Te betalen wissels . J Betaald traite A. Winters, Utrecht, per heden .ƒ 5.000,— ,, 3 I Personen B. Maas, alhier, voor factuur 15/12 '07 . ! 593,42 ,, 4 Te betalen wissels . ! Aflossing van mijn promesse aan de Groningsche Bank, heden vervallende . ! ,, 7.500,— ,, 4 Interest 92 dagen disconto van mijn promesse aan de Groningsche Bank per 4/4 / 5000,— j a 5% „ 63,89 6 Onkosten : Plakzegels t . : ,, 25,— „ 8 Personen Betaald aan B. v. d. Land, alhier, met mijn quitantie op de Groningsche Bank No. 2 ƒ 500,— geld , 223,45 „ 723,45 „ 12 ( G roningsche Bank . j Geremitteerd in rekening-courant de as- ! signatie zicht op haar van R. Kahrel ] te Zwolle „ 1.500,— ,, 15 Personen Betaling traite zicht van B. Bos, Arnhem | „ 1.000,— ,, 17 Onkosten Betaald aan vracht enz. op 90 balen kinabast van Londen ,, 210,12 ,, 20 Groningsche Bank . i Mijn tantième over 1907 als commissaris „ 580,— ,, 21 Personen J Betaling traite zicht van W. Karsten, Zwolle, order B. Willems, groot ƒ 1000, ter vereffening zijner factuur van 3 j dezer / 998,12 j gezonden postwissel 1,88 | ,, 1.000,— „ 25 Groningsche Bank . ; Storting H. Strunk, alhier ,, 419,40 ,, 26 Groningsche Bank . j Geïncasseerd mijn traite zicht op A. Vis, Deventer / 504,06 af: voor kosten ,, 0,25 „ 503,81 „ 26 Onkosten \ Incassokosten traite zicht A. Vis, Deventer , 0,25 „27 Effecten Gekocht per de Gron. Bank ƒ 8000,— 21/, N. W. S. & 82% . . . . f 6560,— rente 26 d. a 2V2% . . . „ 14,44 ƒ 6574,44 Provisie Vs% „ 10,— „ 6.584,44 ,, 27 Interest J 1 %o provisie van de gesloten prolongatie bij de Groningsche Bank op / 8000,— N. W. S. 27.% „ 5,~ ,, 29 Groningsche Bank . j Verdisconteerd een wissel op K. Smal te Amsterdam per 14/3 . . . / 6000,— af: 46 d. disconto ' 5% . ,, 38,33 i ,, 5.961,67 ,, 29 Interest 46 d. disconto van bovenstaanden wissel I ,, 38,33 ,, 30 Interest I Interest Groningsche Bank, 4e kwartaal . 1907 k, 112,10 ,, 30 Onkosten i Onkosten en commissie idem „ 138,70 .-31 ! Saldo „ 644,82 / 32.604,40 (Staatsexamen 1908.) BOEK 293 294 231. J. Vermeer te Zaandam was den lsten Januari 1910 met zijn kassier, de Incassobank te Amsterdam overeengekomen, dat in verband met den slechten staat zijner finantiën een beorag van ƒ 20.000,— van zijn rekening-courant zou worden afgevoerd, welke schuld op afzonderlijke rekening wordt overgeboekt en zonder rentevergoeding uit eventueel door J. Vermeer te behalen winsten zou worden terugbetaald. Daarbij was bepaald, dat de Incassobank op eene indertijd door J. Vermeer gesloten polis van levensverzekering groot / 20.000,— bij overlijden, als bénéficante zou worden aangeteekend tot zekerheid van het door haar te loopen risico. Verder was vastgesteld: o. dat van de jaarlijksche winst vooraf / 3000,— zou komen ten bate van J. Vermeer; b. dat van de verdere winst / 800,— zou dienen tot bestrijding der premie van levensverzekering; c. dat van het dan resteerende de helft zou komen aan de Incassobank tot delging van het betrekkelijke schuldgedeelte. Wat boekte J. Vermeer en wat de Incassobank van het bovenstaande en van de in 1911 door J. Vermeer behaalde winst ten bedrage van / 5834,—. De Incassobank boekte in dat jaar de premie van levensverzekering op rekening van J. Vermeer, die haar zijnerzijds op zijne particuliere rekening aanteekende. (Staatsexamen 1912.) 232. Op den löden Juni 1912 erft J. Vermeer in effecten / 32.500,—, in contanten / 5000,—. De effecten verkoopt hij door bemiddeling van de Incassobank op 30 Juni d. a. v. voor ƒ 32.650,— en vereffent zijne schuld bij die instelling. Zijne rekeningcourant saldo op dien datum, rente inbegrepen, beloopt ƒ 18.940,—. De sub I bedoelde verzekering, waarvan de reservewaarde / 11.000,— bedraagt, zet hij om in eene dadehjk ingaande lijfrente met eene uitkeering van / 450,— per halfjaar. De koopsom bedraagt / 12.500,—. Poliskosten, porti enz. / 2,75 per kas betaald. Wat boekte J. Vermeer en wat de Incassobank van het bovenstaande ? N.B. Ter bepaling van den finantieelen stand tusschen J. Vermeer en de Incassobank diene, dat de winst in 1910 door J. Vermeer behaald, bedroeg / 10.836,—. (Idem.) 295 233. Saldibalans van de Provinciale Bank op 31 December 1906. Fol. 1 Aandeelenkapitaal J / 1.000.000,— 2 Bankgebouw / 100.000,— 3 Meubilair „ 4.000,— 4 Aandeel in commanditaire vennoot¬ schappen „ 470.000,— 5 Kassa „ 167.170,70 6 Effecten „ 540.720,34 7 Effecten-orders „ 144.570,20 8 Effecten in leendepöt „ 320.570,— 9 Deposito in effecten 1 „ 320.570,— 10 Verkochte, nog te leveren effecten . . „ 20.720,50 11 Gekochte, nog te ontvangen effecten . ,, 130.520,70 12 Deelname in syndicaten ,, 700.700,40 13 Coupons „ 20.720,31 14 Vreemd geld „ 240,50 15 Wissels in eigen geld „ 100.400,50 16 Wissels in vreemd geld I „ 10.509,80 17 Incasseeringen ' . . . ,. 40.450,40 18 Provisie „ 100.320,50 19 Delcredere provisie „ 30.700,30 20 Intrest „ 120.500,70 21 Onkosten , 98.700,30 I 22 Rasverschillen , 712,40 I 23 Huur safe-inrichting I ,, 8.115,— 24 Koersverschillen I ,, 7.140,50 25 Bedrijfsbelasting „ 200,— 26 Personen „ 3.039.423,65 27 Deposito I „ 1.500.800,— 28 Prolongatie u/g „ 3.330.500,— ! 29 Prolongatie o/g | „ 4.720.000,— 30 Accepten „ 301.120,— 31 Vorderingen wegens verstrekte borg¬ stellingen 20.000,— 32 Verstrekte borgstellingen ...... ! „ 20.000,— 33 Reserve ! „ 500.000,— ƒ 8.945.048,801| ƒ 8.945.048,80 OPGAVEN VOOR DE BALANS. Fol. 2. Niets afschrijven. ,, 3. Niets afschrijven. ,, 4. Nog te boeken winst over 1906 / 37.520,— ten laste van Personen fol. 26. » „ 6. Waarde voorraad / 430.700,50. 296 Fol. 7. De rekening Effectenorders wordt gedebiteerd voor de eindbedragen der aankoop-nota's, gecrediteerd voor de eindbedragen der verkoop-nota's. ,, 12. Bedrag der verrichte stortingen op nog af te wikkelen syndicaten: / 450.000,—. „ 13. Waarde voorraad / 30.740,50. „ 14. Waarde voorraad / 10.730,40. ,, 15. Het disconto, geboekt bij het disconteer en en verdisconteeren van wissels, na 31 December 1906 vervallende, komt slechts tot op dien datum ten bate of ten laste van 1906. Disconto, over te brengen op 1907: van gedisconteerde wissels / 900,40 van verdisconteerde wissels ,, 7800,50 „ 16. Waarde portefeuille / 53.886,60. „ 19. Onafgeloopen risico ƒ 20.000,—. „ 20. Zie fol. 15, 27, 28, 29. „ 21. Saldo kleine kas / 60,80; nog te betalen / 700,50. ,, 23. De huur wordt vooruit geïnd; van het saldo te beschouwen als ten gunste van het volgend jaar / 2705,—. „ 24. Zie fol. 26. ,, 25. Over het dividend 1905 werd verzuimd de 10 opcenten te berekenen. „ 26. Van deze rekening moet nog overgebracht worden naar koersverschillen (fol. 24) het koersverlies op de M/R. ad. / 120,30 en het avans ad. / 5140,27, beide over het 4e kwartaal 1906. Deze rekening moet als volgt gesplitst op de Balans gebracht worden: Debiteuren tegen accepten / 301.120,— Debiteuren tegen onderpand „ 2.304.507,20 Rekening-courant-saldo's (debet) .... „ 1.700.800,90 Rekening-courant-saldo's (credit) .... ,, 1.224.464,58 „ 27. Ongeboekte intrest / 20.708,90. „ 28. Ongeboekte intrest ƒ 11.720,30. „ 29. Ongeboekte intrest / 33.420,50. WTNSTVERDEELING. Allereerst 5% over het kapitaal aan aandeelhouders. Van hetgeen overblijft: 60% voor aandeelhouders. 20% voor tantièmes. , 20% voor reserve. 297 234. Een woiugbouw-vereeniging heeft 130 woningen gesticht en hiertoe door bemiddeling van de gemeente twee voorschotten van het rijk ontvangen, groot resp. / 262.000,— en / 63.000,—. Over het eerste voorschot moet een rente betaald worden van 3Ys% en over het tweede van 3'/8%. De vereeniging is verplicht het geleende bedrag in 50 annuïteiten terug te betalen; de annuïteit van het grootste voorschot ten bedrage van / 11.423,20 vervalt 1 Maart en die van het andere, groot / 2.870,28, 1 November. Ten einde de financiëele lasten zooveel mogelijk gelijkmatig over de jaren te verdeelen, wordt besloten: 1. Jaarlijks op de gebouwen evenveel af te schrijven als in den loop van het jaar op de voorschotten is afgelost. 2. Voor het onderhoud een fonds te vormen, waarin jaarlijks per woning / 20,— wordt gestort, teneinde de werkelijke onderhoudskosten hieruit te bestrijden. Gevraagd: 1. de boeking bij de betaling der le annuïteit van beide voorschotten ; 2. de boeking van de afschrijving op 31 December van het eerste jaar; 3. de boekingen voor het onderhoudsfonds, als de werkehjk betaalde onderhoudskosten in dat jaar hebben bedragen / 585,19. (Verg. van Leeraren, Najaar 1917.) 235. Bij het afsluiten der boeken over 1916 worden de volgende verschillen geconstateerd: 1. Saldo proefbalans regk. Crediteuren C . . . . / 16.162,18 Saldo telhngstaat orediteurenboek C . . . . ' 15.314,63 2. Saldo proefbalans rekg. Debiteuren D. . . . ,, 32.964,76 Saldo telhngstaat debiteurenboek D ,, 33.583,25 Bij het pointeeren blijkt, dat deze verschillen als volgt zijn ontstaan: a. . een verkoop groot ƒ 512,14 aan Adema is geboekt in het crediteurenboek in het debet der rekening Adema, van wien men regelmatig goederen betrekt; b. niet geboekt is in het retourenboek (dagboek) de wel in het crediteurenboek opgenomen terugzending van een partij goederen ter waarde van / 335,41 aan Bolkestein op 28 December 1916; c. op 31 December 1916 werd als oninbaar afgeschreven ten laste der Reserve voor dubieuse posten de vordering op wijlen van Klaaswaal groot / 1368,13, hetgeen den houder van het debiteurenboek niet werd medegedeeld; 298 d. het restant-verschil betreffende „Debiteuren" werd gevonden in eene saldo-vordering op S. du Rieu, welke post men had verzuimd van het rekeningcourantboek 1915 in dat van 1916 over te brengen. Deze vordering op de lijst der dubieuse posten te plaatsen. Geef de noodige journaalposten ter correctie. (Federatie, Najaar 1917.) 236. In het grootboek der Machinefabriek Concordia komen o.a. de volgende rekeningen voor: Magazijn-grondstoffen; Goederen in bewerking; Producten; Loonen; Voorschotten op accoord; Ziekengeld; Ondersteuningsfonds der werklieden; Onkosten afd. A.; Onkosten afd. B.; Krachtopwekking; Algemeene onkosten; Verkoopkosten; Berekende opslagen. Journaliseer de onderstaande posten, daarbij gebruik makende van de bovengenoemde rekeningen. a. Factuur ontvangen van de Helmondsche fabriek van Normaalproducten over een partij moeren en bouten . / 1486,75 b. Loonlijst over de afgeloopen week: loonen / 863,40 ziekengeld ,, 26,50 ~ / 889,90 af: bijdragen in het onderst, fonds ,, 17,26 uitgekeerd " _ „ 872,64 c. Materiaaluitgifte van de afgeloopen week volgens staat: voor direkt materiaalverbruik . . . ƒ 862,50 voor poets- en smeermiddelen afd. A. ,, 84,30 voor poets- en smeermiddelen afd. B. ,, 35,65 voor steenkolenverbruik „116,45 voor machinekamerbehoeften . . . . ,, 12,85 voor bureaubehoeften (boekh. en cor- resp.) „ 26,40 ~ „ 1138.15 d. Loonverdeelingsstaat: aan directe loonen / 407,20 aan voorschotten op accoordwerk . ,, 207,45 aan loon machinist en stoker. . . . „ 34,50 aan loon portier en kantoorknecht . ,, 25,25 aan löon bazen afd. A ,, 80,40 aan loon bazen afd. B ,, 108,60 Z „ 863,40 299 e. Afgeleverd in magazijn: producten volgens staat: loonen . . ƒ 312,50 materiaal . ,, 407,10 opslag afd. A. 120% v. / 160,— loon „ 192,— opslag afd. B. 100% v. / 152,50 loon „ 152,50 opslag algemeene onkosten (10%) . ,, 106,41 / 1170,51 f. Afrekening over afgeleverd accoordwerk: aanneemsom (directe loonen) . . . . / 282,40 ontvangen voorschot „ 168,10 betaald ~ „ 114,30 g. Afrekening voor de reiziger A. Gruber over de afgeloopen maand: een maand salaris / 100,— verblijfkosten (20 dgn. a / 5,—) . . . „ 100,— 2% provisie over / 6795,40 „ 135,90 / 335,90 af: ontvangen voorschot op reiskosten / 82,50 10% deler, provisie vordering op K. Buine „ 26,40 „ 108,90 betaald _ „ 227,— (Federatie, Voorjaar 1918.) 237. Algemeen Grootboek. Fol. 2. Afschrijven 4% ten laste van fol. 2 van het Kostprijs grootboek. Zie fol. 10. „ 3. Afschrijven 10% ten laste van fol. 2 van het Kostprijs grootboak, Zie fol. 10. „ 4. Deze rekening wordt gedebiteerd a) voor den beginvoorraad. b) voor de gekochte grondstoffen; gecrediteerd a) voor de verwerkte grondstoffen ten laste van „Goederen in bewerking" (fol. 1 Kostprijsgrootboek); b) voor den eindvoorraad. Waarde van den voorraad / 62.120,80. — Het verschil te vereffenen op „Goederen in bewerking" (fol. 1 Kostpri j sgrootboek). ,, 5. Deze rekening wordt gedebiteerd a) voor den beginvoorraad, b) voor de directe kosten (grondstoffen en loonen), c) voor de opslagkosten (tot dekking der Algem. onkosten, Indirecte Fabricatieko3ten en Afschrijvingen) voor welke „Berekende opslagen" (fol. 2 Kostprijsgrootboek) wordt gecrediteerd; gecrediteerd a) voor de verkoopen. Boven- 300 dien debet (credit) voor te weinig (te veel) berekende opslagkosten. Waarde van den voorraad / 67.283,54. Fol. 6. Nog te verrekenen drie dagen loon ad / 684,70, van welk bedrag / 184,20 komt ten laste van „Algemeene kosten" (fol. 7) en / 500,50 ten laste van „Goederen in bewerking" (fol. 1 Kostprijsgrootboek). ,, 7. Zie fol. 6. Op deze rekening blijft / 581,70 staan voor aandeel-kosten op onderhanden zijnd werk. Het saldo gaat over naar „Berekende opslagen" (fol. 2 Kostprijsgrootboek). Zie verder de aanteekening bij fol. 4. „Debiteuren en Crediteuren Grootboek". ,, 8. Op deze rekening blijft staan / 1216,37 voor aandeel kosten op onderhanden zijnd werk. Het saldo gaat over naar „Berekende opslagen" (fol. 2 Kostprijsgrootboek). ., 9. Zie fol. 4. Debiteuren- en Crediteuren grootboek. „ 10. Zie fol. 2 en 3. Debiteuren en Crediteuren Grootboek. Fol. 1. Oninbaar ƒ 482,60. ,, 4. Nog te boeken onkosten in rekening-courant / 84,60 (zie fol. 9 Algemeen Grootboek). Te debiteeren voor rente in rekening-courant / 34,20 (zie fol. 7 Algemeen Grootboek). ,, 5. De Reserve te verhoogen tot / 5000,—. Kostprijs Grootboek. Fol. 1. Zie fol. 4 en 6 Algemeen Grootboek. Gaat over voor de boekwaarde. ,, 2. Zie fol. 5, 7 en 8 Algemeen Grootboek. Het saldo te vereffenen op fol. 5 Algemeen Grootboek. Kasboek. Het saldo in kas bedraagt / 4603,02. Het verschil te boeken op „Kasverschihen". I. Maak de Balans en de Verhes- en Winstrekening. (De Verhesen Winstrekening komt alleen in het Algemeen Grootboek voor. II. Geef — van elk grootboek afzonderlijk — de achtereenvolgende aan de afsluiting voorafgaande journaalposten; bovendien voor elk grootboek afzonderhjk die journaalposten gecombineerd tot één journaalpost. (N.B. Op de juistheid van elk dier gecombineerde journaalposten zal in het bizonder worden gelet.) (Federatie, Najaar 1918.) 301 Proefbalans van de firma Sluiters te Rotterdam op 30 Juni 1918. Algemeen Grootboek. 1 Kapitaal / -,— ƒ 300.000,— ƒ —,— ƒ 300.000,— 2 Gebouwen . . . . „ 150.000,— „150.000 — 3 Gereedschappen en werktuigen 120.000,— „120.000,— 4 Magazijn-grond¬ stoffen „ 365.140,80 „ 300.340,61 „ 64.800,19 5 Fabrikaat 542,031,45 „ 572.012,20 „ 29.980,75 6 Loonen „ 58.123,76 „ 58.123,76 7 Algem. onkosten . „ 37.290,12 „ 2.316,34 „ 34,973,78 8 Indirecte fabricage- kosten , 83.096,18 „ 3.105,—1„ 79.991,18 9 Verkoopskosten . . „ 6.145,50 L 6.145,50 10 Afschrijvingen . ... „ 60.000,— „ 60.000,— 11 Sluitrekening . . .• „ 65.929,90 „ 65,929.90 ƒ 1.361.827,81 ƒ 1.361.827,81 ƒ 455.910,65 7455.910,65 Debiteuren en Credi-1 leuren Grootboek, j 1 Debiteuren . . . . 1/ 653.303,66 f 573.911,12 / 79.392,54 2 Crediteuren . . . „ 436.016,36 „ 473.096,76 / 37.080,40 3 Te innen wissels . „ 10.360,16 „ 10.360,16 4 Kassier „ 450.812,70 „ 445.730,26 „ 5.082,44 5 Reserve dubieuze debiteuren ... „ 3.150,50 „ 3.150,50 6 Sluitrekening ... 54.604,24 „ 54.604,24 7X550.492,88 / 1.550.492,88 / 94835,14 / 94.835,14 Kostprijs Grootboek. 1 Goederen in bewer¬ king ƒ 358.617,82 / 351.040,18 ƒ 7.577,64 2 Berekende opslagen „ 132.614,80 /132.614,80 3 Sluitrekening . . . „ 125.037,16 „125.037,16 _ / 483.654,98 / 483.654,98 / 132.614,80 /132.614,80 Kasboek. Kas 1/ 441.030,20 1/ 436.527,18 / 4.503,02 238. Met welke bedragen en aan welke zijde zullen de rekeningen Provisie, Interest en Onkosten op de balans voorkomen, welke de Maatschappij „Odorato" per 31 December 1917 opmaakt, indien gegeven is: 302 2 October 1917. Geplaatst a deposito dadelijk opvraagbaar » 1 V»% 's jaar / 10.000,—. (De rente wordt bij opvraging voldaan.) 1 November 1917. Betaald 3/m. pakhuishuur / 600,— (vooruitbetaling). Op 1 Mei en 1 November van ieder jaar vervallen de coupons eener 5% obhgatieleening, op 31 December pro resto groot / 80.000,—. Van de per 1 November 1917 aflosbaar gestelde obhgaties zijn 2 ad / 1000, — op 31 December nog niet opgekomen. (Bij uitloting worden de aflosbaar gestelde obhgaties van de rekening „5% obhgatieleening" afgeboekt.) 2 December 1917. Verkocht van de door D. Kareisen in commissie gezonden goederen / 12.000,—. Onkosten / 320,11. Provisie 2%. De rest was op 31 December nog onverkocht. 31 December 1917. Voorraad post- en plakzegels . . / 60,70 Disconto. Te innen wissels . . . ,, 112,40 Disconto. Te betalen wissels . .„ 165,20 In Januari 1918 kwamen de volgende rekeningen in: Loodgieter, voor reparaties in 1917 aan kantoorgebouw . / 112,50 Boekhandelaar, voor kantoorboeken voor 1918, geleverd in November 1917 . . „ 714 50 N.B. De verschillende bedragen op de diverse rekeningen afzonderlijk vermelden. (Verg. van Leeraren, Najaar 1918.) 239. De Buitenlandsche Crediet- en Hypotheekbank te Amsterdam, die haar werkterrein voornamelijk in Duitschland en Oostenrijk heeft, is door voortdurende daling der Marken- en Kronenkoersen in financiëele moeilijkheden geraakt. Haar directie doet daarom de volgende voorstellen, die alle met de vereischte meerderheid door de algemeene vergadering worden aangenomen. 1. Het werkterrein der Bank wordt, in afwachting en met vertrouwen op betere tijden, beperkt tot Nederland; . 2. Het totaal geplaatste kapitaal, bestaande uit 1000 aandeelen van / 1000,— waarop 25% was gestort, wordt volgefourneerd, waarna, tot dekking van geleden verhezen, de aandeelen door afstempeling tot 50% der nominale waarde worden teruggebracht; 3. Er worden 1000 6% cum. pref. aandeelen ieder groot / 500,— gecreëerd, te nemen a 105% door de aandeelhouders. Deze ontvangen per aandeel een reorganisatiebewijs, welke bewijzen, zoodra de winst zulks toelaat met ƒ 100,— per stuk bij uitloting worden aflosbaar gesteld. Het agio wordt, onder aftrek van / 5000 — voor onkosten aan de reconstructie verbonden, eveneens tot dekking der verhezen aangewend; 303 4. De half jaarsche coupons der 5% pandbrieven zullen de eerste zes jaren betaald worden met 10% in contanten en 90% in scrip. De scrips af te lossen uit de winst; 5. In verband met het bovenstaande worden de bepahngen betreffende de winstverdeeling als volgt gewijzigd: Eerst 6% dividend en eventueel achterstallig dividend voor de cum. pref. aandeelen, en vervolgens van de rest: 50% voor de gewone aandeelen, 10% voor de cum. preferente aandeelen, 15% voor aflossing reorganisatiebewijzen, 5% voor tantièmes, 5% voor de reserve, 15% voor uitloting scrips uitgestelde interest. Wat journaliseert de Bank na de Kon. bewilliging op de Statuten bij de ten uitvoerlegging van het vorenstaande? a. Als de verschillende stortingen en afstempehngen plaats hebben door middel van de Rotterdamsche Bankvereeniging; b. Bij verdeeling van / 50.000,-^ winst, als op de cum. pref. aandeelen nog 2% achterstallig dividend van het vorig boekjaar verschuldigd is. (Belastingen buiten beschouwing laten.) (Verg. van Leeraren, Najaar 1919.) 240. Op de balans der Levensverzekering-Maatschappij „Probitas" te Leiden per 31 December 1917 stonden: Debet. Effecten, voor de aankoopwaarde met .... ƒ 12.318.250,60 Intrest van effecten — voor loopende rente met ,, 121.708,25 en Credit. Reserve voor koersverschillen op effecten, voor „ 1.006.983,70 De algemeene vergadering besluit: le. de effecten, te beginnen met 31 December 1918, in de balans op te nemen voor de contante waarde berekend tot een rentevoet van 41/s%, met dien verstande, dat geen fondsen boven pari zullen worden opgenomen; 2e. dat het eventueele overschot der Reserve voor koersverschillen niet ten bate der winstrekening 1918 zal komen; 3e. de rente van effecten, die over eenig jaar gemaakt wordt boven de 4^2%, te brengen ten bate der Reserve voor koersverschillen, totdat deze 10% uitmaakt van de berekende contante waarde der effecten. Sluit overeenkomstig dit besluit de biervoor genoemde rekeningen af per 31 December 1918, indien gegeven is: 304 a. inkoop effecten in 1918 ƒ 632.318,40 loopende rente op idem „ 2.911,60 b. verkoop effecten in 1918, met een aankoopwaarde van / 341.613,50, voor ,, 302.310,80 loopende rente op idem ,, 1.412,30 c. uitgeloot effecten in 1918, met een aankoopwaarde van / 98.304,70 voor „ 110.500,— d. geïnd coupons in 1918 ,, 518.713,15 e. loopende rente van effecten op 31 December 1918 | 129.308,07 /. contante waarde der id. a 41/2% „ 11.761.513,43 9- 472% rente van het in effecten belegde kapitaal 504.800,— (Federatie, Najaar 1919.) 241. 1. Journaliseer de volgende posten: October 1. Gedisconteerd a forfait van H. van den Heuvel, alhier, zijne traite «p Vaubert & Co. te Parijs per 24 dezer, groot fr. 30.000,— a / 35— / 10 .500 — af: delcredereprovisie 1% . / 105,— af: disconto 24 dagen a 5%„ 35,— ï^n 6 /0 — » — / 10.360 — en dit bedrag voldaan als volgt: in zijne promesse per heden. ... ƒ 4.350,— in eene chèque op onzen bankier, ,Mar x Bank" „ 6.010,— —— ' H „ 10.360,— October 2. Bovenstaand appoint geremitteerd aan J. Fermière te Parijs, na vooraf op den wissel A. Pierson & Co. aldaar als noodadres te hebben vermeld fr. 30.000,— „ 10.465,— October 24. Ontvangen van H. van den Heuwel alhier een chèque op de Rotterdamsche Bankvereeniging, overgemaakt door.Vaubert & Co. te Parijs, tot dekking van hun schuld aan Van den Heuvel per heden groot fr. 30.000,— a ƒ 34,65 . . „ 10.395 — October 30. Pierson & Co. te Parijs berichten ons, dat zij voor onze rekening geïntervenieerd hebben den wissel op Vaubert & Co. per 24 dezer groot fr. 30.000 — protestkosten 20,— V«% provisie . . . . „ 75,— porti enz ,, 5,— „„ „ ^ -— - fr. 30.100,— tot dekking, waarvan zij een herwissel op ons afgaven, die voor onze rekening heden op vertoon is betaald door onzen bankier „Marx Bank" alhier a / 34,75 ,, 10.459,75 (Federatie, Najaar 1919.) 305 242. In de boeken der NV. Goederenhandel komt de rekening Exploitatie Gebouwen per 31 December voor met / 733,33 debet en ƒ 933,33 credit. Gevraagd wordt de afsluiting en heropening dier rekening, benevens de daarbij behoorende journaalposten, als met het onderstaande nog rekening moet worden gehouden. Een der bovenhuizen wordt bewoond door den directeur der N.V., die vrij wonen heeft. De huurwaarde bedraagt / 700,—. Het andere bovenhuis is verhuurd voor / 800,— per jaar, waarvan nog twee maanden te vorderen. De huurwaarde van de kantoren en pakhuizen wordt bepaald op / 3000,— 's-jaars. Bij betaling van een aflossing der hypotheek a / 1000,— en rente a / 500,— werd geboekt: Hypotheek aan Kas / 1500,—. De rente der hypotheek, per resto / 39.000,—- groot, bedraagt 5% en is verschuldigd van 1 November j.1. af. De genoemde aflossing der hypotheek moet uit de exploitatiewinst geschieden. Nog te betalen onderhoudskosten / 300,—. (Ned. Verg. t. Bevord. d. Hand. Wetensch., Voorjaar 1920.) 243. I. Be Naamlooze Vennootschap „Tilburgsche Kamgarenspinnerij" staat in rekening-courant met de Amsterdamsche Bank. Welke journaalposten vloeien voor de Tilburgsche Kamgarenspinnerij voort uit de volgende berichten, die deze naaml. vennootschap van haar bank ontvangt? (Voorzoover geen koers is Opgegeven, 2,60 aannemen.) 5 Februari 1920. Vol gens opdracht kochten wij heden voor U M. 100.000 — a 3,50 / 3500,— Kosten _ 0 80 ~ / 3500,80 voor welk bedrag wij uw gewone rekening debiteeren. Het bedrag van M. 100.000,— hebben wij op onzen naam voor uwe rekening en risico uitgezet bij de Disconto-Gesellschaft te Berlijn en hebben TJ hiervoor op de Markenrekening gecrediteerd. Tot nader bericht wordt over deze rekening een rente vergoed ad 17,%. 10 Februari 1920. Heden remitteerden wij ten laste uwer Markenrekening aan Julius Püttmann te Stuttgart M. 40.000, Kosten op gewone rekening ƒ o,60 Pr. b. rv. 20 306 13 Februari 1920. Ingevolge uwe opdracht verkochten wij op de beurs te Berlijn voor uwe rekening 2 Aandeelen a M. 1000,— Badische Anilin- und Sodafabrik a 432% M. 8640,— Voor het netto provenu ad ,, 8520,—, volgens bijgaande nota, hebben wij U op Markenrekening gecrediteerd. 26 Februari 1920. Heden remitteerden wij ten laste uwer Markenrekening aan Marx & Co. te Wittenberg M. 62.354,20. Kosten op gewone rekening / 0,60. 27 Februari 1920. Ingevolge uwe opdracht realiseerden wij heden het saldo uwer Markenrekening M. 6165,80 bij rente 1»/,% „ 65,70 M. 6231,50 a 2,80 = / 174,48 af onkosten „ 0,50 73,98 waarvoor credit in rekening-courant. (Vereeniging van Leeraren, Voorjaar 1920.) 244. De N.V. „Vereenigde Plantages" te Rotterdam hebben tot bankiers: a. op Java: de Nederl. Handel-Maatschij. (N.H.M.) te Batavia en de Nederl. Indische Handelsbank (N.I.H.) te Soerabaya; 6. in Nederland: de Nederl. Indische Handelsbank (N.I.H.) te Amsterdam, de Nederl. Handel-Maatschij. (N.H.M.) te Rotterdam en R. Mees & Zonen te Rotterdam. Hare verhouding tot ieder dier banken bhjkt uit een bankboek, dat als hulpboek dienst doet en in debet en credit voor ieder der banken een geldkolm (in totaal dus 5) heeft. Zij houdt daarnaast nog een memoriaal en een kasboek. Posten, die èn in het kasboek èn in het bankboek voorkomen worden uit het kasboek gejournaliseerd. Schrijf onderstaande posten in het bankboek en trek uit dit boek per ultimo Mei de vereischte journaalposten (in het grootboek is / 1,— Ned. Ind. crt. = ƒ 1,— Ned. crt.). 307 1 Mei. Stand der rekeningen: N.I.H. Soerabaya Cred. Ned. Ind. ... ƒ 261.520,18 id. Amsterdam Deb. Ned „ 53.412,90 N.H.M. Batavia id. Ned. Ind 19.463,53 id. Rotterdam id. Ned „ 418.739,46 M. Mees & Zn. id. Cred. Ned „ 32.327,30 3 „ Bericht ontvangen dat de N.H.M. te Batavia uitbetaalde aan den administrateur der onderneming „Kalibaroe" Ned. Ind. / 5000 — 8 „ Bericht ontvangen van de N.I.H. te Soerabaya, dat zij den 1 April j.1. op ons afgaven een 3 mnd. wissel o/J. Berg- mann te Rotterdam Ned. crt / 50.000,— waarvoor zij ons a 1003/4 crediteeren met Ned. Ind. 49.627,79 10 „ Geremitteerd aan R. Mees & Zonen een chèque op de N.H.M. te Rotterdam / 200.000,— 14 ,, Bij de aanbieding ter acceptatie aan J. Bergmann alhier betaald de traite van de N.I.H. te Soerabaya groot / 50.000,— onder aftrek van 48 dagen disc. a 5% . . ,, 333,33 ƒ 49.666,67 in een chèque op de N.H.M. te Rotterdam. 15 „ Ontvangen van R. Mees en Zonen . . . . „ 20.000,— 18 ,, R. Mees & Zonen belasten ons per 15/6 voor de betaling van 442 dividendbewijzen No. 14 met „ 112.710,— 18 „ De N.H.M. te Rotterdam, belast ons per 16/6 voor de betahng van 580 dividendbewijzen No. 14 met „ 147.900,— 19 ,, De N.I.H. te Amsterdam, belast ons per 1B/S voorde betahng van 318 dividendbewijzen d°. „ 81.090,— 20 „ Bericht ontvangen van de N.I.H. te Soera¬ baya, dat zij voor rekening van de onderneming „Simpang" ontving van Oey Kong Tjouw te Soerabaya Ned. Ind , 148.325,50 waarvoor zij onze rekening per s/4 heeft gecrediteerd. 25 „ Betaald aan W. Hofmeester te Amsterdam zijn factuur van 12 dezer in een chèque op de N.I.H. te Amsterdam / 1.238,63 28 ,, De Delftsche Oliefabrieken te Delft voldoen het bedrag onzer factuur van 21 dezer als volgt: in geld: / 5,25 door giro op onze rekening bij R. Mees & Zonen „ 21.300,— / 21.305,25 20* 308 29 Mei. Bericht ontvangen van R. Mees & Zonen, dat zij voor onze rekening remitteerden aan de N.I.H. te Amsterdam / 50.000,— kosten „ 0,30 / 50.000,30 29 ,, Op verzoek van Dr. R. Leemputte te Zürich, commissaris der maatschappij, betaald zijn tantième over 1919 groot ƒ 18.250 als volgt: 1. aandeel in tantièmebelasting / 1.497,96 2. per kas betaald aan Mevr. de Wed. Leemputte, alhier ,, 4.000,— 3. door overschrijving op rekening van den Heer Leemputte bij de N.I.H. te Amsterdam van onze rekening „ 12.752,04 / 18.250,— N.B. Bij P. M. boeking in het bankboek moet worden aangegeven, hoe de inschrijving in het kasboek is gedacht. (Federatie, Voorjaar 1920.) 245. De Coöperatieve Stoomzuivelfabriek „de Heibloem", te Niemandshoven heeft haar bedrijf in werking gesteld op 1 Januari 1916. Het benoodigde kapitaal werd bijeengebracht gedeeltehjk door de oprichters en gedeeltehjk door het sluiten eener leening bij de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank tegen een rentestand van 4y2% en aflosbaar in 20 jaarhjksche op 31 December vervallende annuïteiten ieder groot / 1 921,90, waarvan de eerste verviel op 31 December 1916. De rente begrepen in de annuïteit, betaalbaar 31 December 1919 bedraagt ƒ 1012,50. Ieder jaar wordt op het fabrieksgebouw 4%, op de machines 10% en op de werktuigen 15% afgeschreven, telkens berekend over de aanschaffingswaarde. Met uitzondering van het laatste jaar hebben in deze activa geen veranderingen plaats gehad, terwijl op de in 1919 aangeschafte werktuigen 5% moet worden afgeschreven. Gevraagd wordt mede met behulp van onderstande gegevens de balans samen te stellen per 31 December 1919, alsmede de verües- en winstrekening over 1919. De aanschaffingswaarden van fabrieksgebouw, machines en werktuigen, zoowel als de sinds 1 Jan. 1916 plaats gevonden afschrijvingen moeten afzonderlijk op de balans vermeld worden. 309 Verkorte Balans per 31 December 1918. Fabrieksgebouw ... ƒ 22.000,— Coöp. Centrale BoeMachines |„ 8.400,— renleenbank . . . . „ 22.600,11 Werktuigen . . . . . j ,, 1.660,— ] Leden-Leveranciers. . ,, 1.051,94 Boterafnemers . . . „ 5.080,451 Inlegsommen .... .,, 15.000,— Emballage „ 4.200,— Arbeidsloon 65,20 Brandstoffen . . . . I „ J^075,— j Onkosten „ 91,31 Boter „ 1.680,50 Dividend etc , 4.000,— Kas „ 122,50 Reserve tot aflossing I leening „ 2.499,89 I f 45.208,45 ƒ 45.208,45 Recapitulatie uit het Kasboek over 1919. Saldo ƒ 122,50 üitk. dividend etc. . / 4.000,— Opbrengst boter . . „187.310,55 Terubetaling aan uit- Opbrengst karnemelk ,, 3.422,10 getreden leden. . . ,. 250,— Storting nieuwe leden „ 400,— Leden-Leveranciers „142.725,15 Salaris Directeur 3.500,— I Arbeidsloon ..... „ 7.210,80 Emballage 840,70 Brandstoffen 24.380,— Onderhoud Machines . „ 612,35 Laboratorium onkosten „ 108,05 Diverse onkosten ,, 640,25 Werktuigen „ 850,— Annuïteit . . . . . . „ 1.921,90 Saldo : . „ 4.215,95 /191.255,15| I ƒ191.255,15 Gegevens voor den inventaris per 31 December 1919. 1 Emballage / 2.982,50 2 Brandstoffen * „ 145,— 3 Voorraad onderhoudsartikelen machines ! ,, 83,25 4 Boterafnemers 2.733,50 5 Boter . „ 5.310,20 6 Nog te betalen arbeidsloon „ 42,60 7 Nog te betalen onkosten ,, 34,40 8 Leden-Leveranciers » 1.838,15 (Vereeniging van Leeraren, Voorjaar 1920.) Aanteekeningen. 54. Men spreekt yan een winstleening, als gereserveerde winst in obligaties aan de aandeelhouders of andere rechthebbenden wordt uitgekeerd. _ 57. Het komt vaak voor, dat de réserve tot aflossing eener obhgatieleening geen veelvoud is der nominale waarde van de af te lossen obhgaties. In dat geval kan de obhgatieleening niet voor hetzelfde bedrag gedebiteerd worden, als waarvoor de reserve wordt gecrediteerd. Men boekt dan vaak het bedrag, dat voor de volgende aflossing beschikbaar blijft, op een afzonderlijke rekening, die den naam draagt van „Fonds tot aflossing der obhgatieleening". 58. Hierbij geldt dezelfde opmerking als bij post 57. De reserve tot aflossing wordt gewoonlijk slechts gecrediteerd voor het nominaal bedrag der af te lossen aandeelen, terwijl de rekening „Fonds tot aflossing van aandeelen" wordt gecrediteerd voor het nog beschikbare bedrag. 60. Het verhessaldo van eenig jaar wordt gewoonlijk op de rekening „Verhessaldo" geboekt. Het creditsaldo der Verhes- en winstrekening van het volgend jaar wordt dan aangewend tot dekking van het verhes, terwijl een eventueel debetsaldo bij het vorig verhessaldo wordt gevoegd. Men kan echter ook de eventueel opeenvolgende verhessaldi afzonderhjk houden. In dat geval vermeldt men in het hoofd der rekening het boekjaar, waarin het verlies is geleden. 76. Aan het eind van het boekjaar kan de rekening „Assurantie eigen risico" worden afgesloten door het saldo naar de Verhesen winstrekening over te brengen. Dit is echter niet raadzaam, daar het eene jaar een verhes en het andere jaar een winst zal worden gevonden, die blijkbaar elkander moeten opheffen. Daarom moet men een eventueel creditsaldo der „Assurantie eigen risico" overbrengen naar de „Assurantie-reserve" en een eventueel debetsaldo daarvan afschrijven. Alleen, wanneer de „Assurantiereserve" een aanzienlijke hoogte heeft bereikt, welke hoogte geheel afhangt van de waarde van de betrokken bezittingen, kan men eventueele creditsaldi als winst afboeken. 311 94. De schuld aan de Rotterdamsche Hypotheekbank is grooter dan / 15.000,—, daar de rente van 1 Oct. tot 1 Jan. nog verschuldigd is. Toch moet men de Hypotheekrekening niet voor de ware grootte der schuld crediteeren, maar voor de nominale waarde, dat is voor.de hoofdsom. Den lsten April wordt / 300,— rente betaald. Dan zal de Intrest-rekening daarvoor gedebiteerd worden, toch is dit bedrag in zijn geheel geen verhes, slechts de rente van 1 Jan.—1 April mag als verhes geboekt worden. Dit bereikt men door de rente van 1 Oct.—1 Jan. als winst op de Intrestrekening te boeken. 99. Wij moeten aan W. Petty in Londen £ 200 remitteeren. Wij geven W. Roscher, aldaar, last £ 200 op Londen voor onze rekening te koopen en aan Petty te zenden. De remise kost ons R.M. 4074,07. 102. VI. De traites van £ 1110 = / 13.431— zijn betaald den 7den April. Den lsten Mei hebben wij dus 24 d. rente te vorderen over dit bedrag. Die rente moet dus van het bruto provenu worden afgetrokken. Het bruto provenu wordt eerst den 24sten Mei door ons ontvangen. Wij rekenen den lsten Mei met de deelnemers af en brengen dus in mindering van het bruto provenu de rente van 23 d. 105. Twee boekingen geven, één zonder en één met een consignatierekening . 107. III. Te openen een „Incassorekening". Deze rekening wordt gedebiteerd voor de quitanties, die wij ter incasso krijgen en gecrediteerd (per kas) voor de geïncasseerde bedragen. Daardoor geeft het saldo steeds aan het bedrag der quitanties, die wij van anderen nog onder ons ter incasso hebben. VI. Teneinde te bepalen, hoeveel verdiend wordt met het incasseeren van quitanties en wfssels, opent men de rekening „Incassoprovisie''. XIII. Men kan een algemeene rekening „Filiaal te Amsterdam" openen en deze debiteeren voor alles, wat men aan dit fihaal zendt, of er aan ten koste legt, en crediteeren voor de opbrengst en de waarde der geretourneerde goederen. Men kan echter ook een andere boeking geven. Daarbij maakt men^gebruik o.a. van de volgende rekeningen: Goederen-filiaal te A., Onkosten-füiaal te A., enz. 108. Wij betalen aan J. van Zutfen voor rekening van J. Macleod den wissel op K. van Someren (hoofdsom en kosten). Wij moeten derhalve de rekening van Macleod debiteeren. Daar wij echter bij de interventie nog niet het juiste bedrag weten van onze vordering op Macleod (wij zullen hem nog pro- 312 visie en kosten in rekening brengen (zie II), debiteeren wij een hulprekening: Gefaterviniëerde wissels. Is het juiste bedrag onzer rekening bekend, dan debiteeren wij de rekening J. Macleod daarvoor. 110. Is men eigenaar van een deel van een schip, dan boekt men dit, óf op de rekening „Scheepsaandeelen", óf op een speciale rekening, b.v. „*/4 aandeel in de Jupiter". 111. Verdisconteerd a forfait beteekent: verdisconteerd onder afstand van het regresrecht. De Rotterdamsche Bank mag bij wanbetaling van den betrokkene ons niet aanspreken tot vergoeding . 113. Men zegt, dat een wissel in blanco getrokken is, als de trekker bij de trekking geen vordering op betrokkene heeft. 114. Is het huwehjk in gemeenschap van vruchten en inkomsten en niet in gemeenschap van goederen gesloten, dan behoudt de vrouw haar vermogen. Staat zij derhalve een deel daarvan af, dan treedt ze als gewoon crediteur op. 115. Wij betalen / 15.000,—, ofschoon wij slechts / 10.000,— schuldig waren. Voor het verschil krijgen wij derhalve een vordering op Freida, die deze nu op de in den post aangegeven wijze dekt. 116. Ik moest fr. 25.000,— naar Parijs zenden. In plaats van een wissel van fr. 25.000,— te koopen, trek ik een wissel van dat bedrag op H. Bonnet. Het is deze wissel, dien ik naar Parijs zend. Boek eerst de trekking van den wissel en daarna de zending daarvan naar Parijs. 118. Uit de boeken moet blijken: o. hoeveel aan contributies ontvangen is, b. hoeveel incassokosten betaald zijn, c. hoeveel voor het houden van voordrachten is uitgegeven, d. hoeveel betaald is voor de bibliotheek, e. hoeveel het drukwerk heeft gekost, /. hoeveel het orgaan heeft gekost, g. hoeveel de algemeene onkosten hebben bedragen. 119. Ingevolge overeenkomst moeten wij ƒ 10.000,— in contanten betalen. Om aan deze som te komen, sluiten wij een beleening van / 10.000,—. Het ontvangen geld geven wij aan de Handelsver eeni ging. Voor de betahng van het restant onzer schulden strekken de gekochte goederen als onderpand. 313 Boek eerst den verkoop, dan het sluiten der beleening op de effecten, de betahng der contanten aan de Handelsvereeniging en ten slotte de verleening van het pandrecht op de goederen. 121. Ingeval van wanbetaling van een wissel heeft de houder, die de betahng afvroeg, een vordering op zijn voorman (d. i. hij, van wien hij den wissel ontving) voor de hoofdsom en de kosten. De protestkosten zijn door den kassier bij het protesteeren van den wissel gemaakt. De retourrekening, die de houder zendt, bevat o.a. het wisselbedrag en de gemaakte kosten. 122. Wij hadden op Anderman een hypothecaire vordering. Het onderpand koopen wij nu van hem. Onze vorderingen brengen wij daarbij gedeeltehjk in mindering van de koopsom. Voor een gedeelte van het restant onzer vordering geeft hij ons een nieuw onderpand. 123. I. De effecten, die wij ontvangen, blijven het eigendom van J. Ehrlich, voorloopig althans. Ze dienen alleen als fonds van den op ons getrokken wissel. 125. In de balans komen de meeste der rekeningen voor, die in de opgave gebruikt moeten worden. De voornaamste rekening ontbreekt echter: de Expeditierekening. Deze rekening moet de winst aangeven, die wij als expediteur maken. Daartoe wordt ze voor alle kosten en voorschotten gedebiteerd en gecrediteerd voor expeditieloonen en restituties. II. Van de cautie, die gesteld wordt bij den Ontvanger, worden alle rechten, die wij te betalen hebben, successievehjk afgetrokken, daarom kan dit bedrag in zijn geheel als kosten op de Expeditierekening geboekt worden. III. B. v. Putten heeft op de kisten bloembollen / 1,50 onkosten gemaakt. Deze kosten brengt hij ons in rekening (hij neemt deze kosten na). Wij zullen ze weder in rekening brengen, met onze onkosten en onze provisie, aan den expediteur, aan wien wij de kisten zenden enz. De laatste expediteur brengt het totale bedrag der kosten en provisies in rekening aan den geadresseerde. De op ons nagekomen kosten laten wij over de Expeditierekening loópen, omdat wij ze weder in rekening brengen aan den expediteur, die op ons volgt. Wij debiteeren alzoo de Expeditierekening voor de op ons nagekomen kosten en crediteeren ze voor het bedrag, dat wij op onzen volgenden expediteur nanemen. V. De Expeditierekening staat gedebiteerd voor alle kosten, die wij op de baal garen hebben gemaakt. 314 VII. De volgende rekeningen openen: Exploitatie „Maria", idem „Transvalia", idem „Lichters", idem „Sleeperij", idem „Werkplaats", omdat wij wenschen te weten, hoeveel de Maria, de Transvalia en de Lichters opbrengen en tevens het resultaat wenschen te bepalen, dat de sleeperij (zie Balans) en de werkplaats (zie Balans) afwerpen. XII. Teneinde te bepalen, hoeveel het onderhoud der paarden heeft gekost, kan men de rekening „Paardenonderhoud" openen. Zie verder toelichting bij VTI. XIII. Zie toehchting bij VTI. Teneinde te bepalen, hoeveel het onderhoud der wagens en der gereedschapen heeft gekost, moet men onderhoudsrekeningen openen. XVI. Zie toehchting bij XII. XX. Voor de provisie op remboursen opene men een afzonderlijke rekening. 127. In het algemeen ontstaat noch gaat te niet door het sluiten van eén contract een bezitting of schuld, er ontstaan alleen verplichtingen en rechten. Een boeking wordt alzoo niet gegeven. De eigenaar van het Advertentiebureau wenscht uit zijn boeken te zien: a. hoeveel hij met de plaatsing van advertenties heeft verdiend. Daartoe debiteert hij de rekening „Advertenties" voor hetgeen hij betalen moet aan de bladen en brengt hij al wat hij van zijn chënten voor de plaatsing ontvangt, in het credit dezer rekening. Doet hij zeer vele zaken met enkele bladen, dan kan hij ter detailleering van het overzicht, voor ieder daarvan een afzonderlijke rekening openen; 6. de verdienste op bewijsnummers en het totaal der provisie, die hij aan zijn agenten heeft betaald. 129. Te openen de rekening „Erven van H. Mort". Het eigen kapitaal van K. de Man is slechts gehjk aan den eersten termijn. 132. ƒ 2340,— a 58,50 = R.M. 4000,—. Door alzoo een wissel van R.M. 10.000,— te trekken, innen wij onze vorderingen op J. Neumann, zijnde het saldo der m/r. en dat der z/r. 134. De boeken, die men als particulier houdt, noemt men privé-boeken. Iemand, die een handelszaak begint met / 30.000,— in contanten, zal in zijn handelsboeken boeken: KAS / 30.000,— AAN KAPITAAL / 30.000,— en in zijn privé boeken: HANDELSZAAK „ 30.000,— AAN KAS „ 30.000,— 315 Voor iedere zaak, die hij heeft, of waarin hij vennoot is, opent hij in zijn privé-grootboek een rekening, die hij voor het ingebrachte kapitaal debiteert, daar zijne deelname een bezitting van hem uitmaakt. Doet hij zijn zaak over of treedt hij als vennoot uit, dan wordt die rekening gecrediteerd voor het bedrag, dat hij er voor maakt. 136. De ontbrekende 20% zijn nog niet verloren, omdat wij slechts aan den borg algeheele kwijting geven. H. Sperhng blijft het restant nog schuldig. 138. De beleening is gesloten voor rekening van Geistderver. Wij hebben alzoo hem voor het geleende geld te crediteeren en niet de rekening Beleening o/g., die alleen gebruikt wordt, als wy voor eigen rekening een beleening sluiten. 139. De posten van deze opgaven zijn ontleend aan het bedrijf van een assuradeur. De meeste verzekeringen worden door tusschenkomst van makelaars gesloten. Hun courtage wordt gewoonlijk in % van het verzekerde bedrag uitgedrukt. Zij incasseeren de bruto premie en dragen de netto premie, d.i. de bruto premie verminderd met hun courtage, aan den assuradeur af. Het is deze netto premie, die voor den assuradeur alzoo slechts beteekenis heeft. Voor de premiën opent hij een Premierekening. Zoo hij verschillende risico's overneemt, heeft hij voor iedere risico een afzonderhjke premierekening b.v. Brand-premie, Zee-premie, Hagelslag-premie enz. Men boekt de premie als een winst, terwijl men de geheele schade als een verhes boekt. Bhjkbaar moet derhalve de Premierekening voor de premiën gecrediteerd worden. Voor de schaden debiteert men een afzonderhjke rekening: de Schaderekening. Heeft men verschülende prenuerekeningen, dan komt bij ieder daarvan een Schaderekening voor, b.v. Zeeschaden, Brandschaden enz. Voor de premies, die de assuradeur betaalt voor het reassureeren, opent hij de rekening: Reassurantiepremie, teneinde aan het eind van het boekjaar te kunnen bepalen, hoeveel het totaal daarvan heeft bedragen. Betaalt de assuradeur een schade op een belang, dat hij gereassureerd heeft, dan heeft hij op den reassuradeur een vordering voor diens aandeel in de schade. Teneinde over het totaal daarvan een afzonderlijk overzicht te krijgen, opent hij een speciale rekening: „Terug ontvangen door herverzekering". Wordt een deel der premie gerestitueerd, dan kan men de Premierekening daarvoor debiteeren, doch ook, om het totaal der gerestitueerde premiën gedurende een jaar te bepalen, de rekening „Restitutie van premiën" debiteeren. Is een post, waarover restitutie van premie betaald wordt, gereassureerd, dan moet de reassuradeur insgehjks een deel zijner premie terug betalen aan den 316 eersten assuradeur, die het bedrag in mindering brengt van de door hem betaalde premie. De genoemde rekeningen worden alle afgesloten door het saldo naar de Ver hes- en winstrekening over te brengen. 142. Geeft iemand tot zekerheid der betahng van zijn schuld een pohs van levensverzekering, dan bhjft deze zijn eigendom. Wij kunnen onze vordering alsdan op de rekening „Debiteuren met onderpand" overboeken, of wel het in pand geven P. M. boeken. 149. Koopt men een aandeel in een gebouw, dan kan men daarvoor een afzonderhjke rekening openen: „1/t aandeel in ...", of wel de rekening „Gebouwen" voor het aandeel debiteeren. Geeft men de eerste boeking, dan moet, als men later eigenaar van het geheele gebouw wordt, de rekening van het halve aandeel afgesloten worden. 151. De boeking in de privé-boeken wordt gevraagd. Zie de toehchting bij 134. . 152. Zie de toehchting bij 134. 154. C. Stolk heeft het incasseeren zijner vordering op G. A. v. Die, van wien hij zelf geen betaling verkrijgen kon, opgedragen aan „Securitas". Na correspondentie met den debiteur heeft „Securitas" een quitantie aan R. Mees & Zn. ter inning gegeven. „Securitas" geeft een weekblad uit. Ze wenscht te weten: a. hoeveel abonnementsgelden ze ontvangt, 6. hoeveel de advertenties opbrengen, c. hoeveel de losse nummers opbrengen. Het incassoloon, dat „Securitas" in rekening brengt, is 10% voor de leden, d.i. voor hen, die jaarlijks / 5,— betalen. Voor nietleden, is het loon hooger (gewoonlijk 20%). „Securitas" wenscht te weten, hoeveel contributiegelden zij ontvangt. Voor alle cliënten opent „Securitas" eene collectieve rekening: „Cliënten", die zij crediteert voor de geïncasseerde quitanties en debiteert voor onkosten en de afgedragen gelden. In een afzonderlijk grootboek hebben alle cliënten een rekening. 155. Een accommodatie-wissel (schoorsteenwissel, pleizierwissel, papier de complaisance) is een wissel, die in blanco getrokken wordt tot geldverschaffing. A. trekt op B. een wissel. Tegen den vervaldag trekt B., om de gelden, voor de betahng van den wissel benoodigd, te verkrijgen, 317 een wissel op A., later zal A. weder op B. trekken en zoo gaat de kruik te water tot ze breekt. Het disconto wordt door de betrokken partijen gelijkelijk gedragen en het netto provenu gehjkehjk verdeeld. 161. Het Europeesch personeel stort in de kas te Paramaribo gelden, die in het moederland betaald worden, aan bepaalde personen. Daarvoor is te openen de rekening: „Delegaties". 173. Men vergehjke deze opgave met 161 bij de keuze der rekeningen. INHOUD. I. Verdere uitbreiding van het memoriaalbegrip, Pag. § 1. Vreemde valuta's in het inkpopboek 5 § 2. Vreemde valuta's in het verkoopboek 8 § 3. Gecombineerde bankboeken 13 § 4. Kas-bankboek 15 § 5. Traiteboek 18 | 6. Remiseboek 19 II. Uitbreiding van het rekeningsysteem der naamlooze vennootschappen. A. REKENINGEN VAN HET AANDEELENKAPITAAL. § 7. Register der overschrijvingen 26 § 8. Verkoop of verbeurdverklaring van niet-volgestorte aandeelen . 26 § 9. Vervroegde stortingen 28 § 10. Toewijzing . : 30 i 11. Inschrijvers 32 | 12. Inschrijvingsregister 34 § 13. Consortiumrekening 35 § 14. Liquidatie 43 § 15. Het bewaren der boeken en bescheiden na liquidatie .... 46 B. REKENINGEN VAN OBLIGATIELEENINGEN. § 16. Plaatsingkoers van obligaties 48 | 17. Aanwending van het agio der obhgatieleening 48 § 18. Koersverschil der obligatieleeningen 49 §19. Inkomst-obligaties 51 } 20. Uitgestelde couponbetaling 52 § 21. Uitgelote obhgaties 54 | 22. Uitloting van ongeplaatste obligaties 55 § 23. Conversie 56 § 24. In aandeelen converteerbare obligaties 58 § 25. Annuïteiten-aflossing 60 § 26. Liquidatie-accoord 63 319 C. REKENINGEN DER WTNSTVERDEELING. Pag. § 27. Interim-dividend 64 § 28. Cumulatief-dividend 65 § 29. Dividend op in den loop van het boekjaar uitgegeven aandeelen 67 § 30. Dividendbetaling uit het kapitaal 68 § 31. Uitkeering van dividend in aandeelen 69 § 32. Onverdeeld winstsaldo 69 § 33. Renteberekening over onverplichte stortingen 73 § 34. Uitbreidingskapitaal 74 § 35. Winstuitkeering aan obligatiehouders 76 § 36. Reserve tot uitloting van obhgaties 78 § 37. Vermindering van het aandeelenkapitaal 83 § 38. Inkoop van eigen aandeelen 87 § 39. Dividend- en tantièmebelasting 88 III. Uitbreiding van het grootboekbegrip. § 40. Splitsing van het grootboek 95 § 41. Het debiteurenboek 96 § 42. Splitsing van het debiteurenboek 97 § 43. Het crediteurenboek 97 § 44. Splitsing van het crediteurenboek 98 § 45. Gemengde rekeningen 98 § 46. Saldilijsten 99 § 47. Het afletteren der rekeningen van debiteuren en crediteuren . 100 § 48. Overige sub-grootboeken 102 § 49. Het nut van sub-grootboeken en sluitrekeningen .x 103 § 50. Onkostenboek 105 §51. Huizenboek 106 § 52. Machineboek 107 § 53. Grondstoffenboek 111 § 54. Effectenboek 111 § 55. Voorbeeld 111 § 56. Verzamel journaal 128 § 67. Kaartsysteem 130 § 58. Losbladige grootboeken .- . 133 IV. De proefbalans. § 59. Begrip 134 § 60. Inrichting 134 §61. Het nut der journaaltelling 136 § 62. Het opsporen van fouten 137 § 63. Het opsporen van fouten bij het gebruik van sluitrekeningen . 140 § 64. Het opsporen van fouten zonder het gebruik van sluitrekeningen 143 § 66. Overschatting der waarde van de proefbalans als controlemiddel 145 320 V. De inventaris. § 66. Onvolkomenheid van het dubbel-boekhouden 147 § 67. Inrichting van den inventaris 148 § 68. Volgorde der bezittingen en schulden op den inventaris ', 149 § 69. Het gebruik van de grootboeken bij het opmaken van den in- ventaris 149 § 70. Methodes van waardebepaling 160 §71. Kassaldo _ ■ • • § 72. Boekvorderingen, schulden en wissels in eigen geld . . . . . 15Q § 73. Vorderingen en schulden in vreemd geld 151 § 74. Te reserveeren vorderingen en schulden 151 § 75. Ongeboekte vorderingen en schulden 151 § 76. Goederen in commissie 1-0 § 77. Failliete boedel . . . 152 § 78. Gebouwen en landerijen 153 § 79. Bedrijfsvoorraden 254 § 80. Zelf kostende prijs 155 § 81. Het liquidatiebeginsel 257 § 82. Het continuïtsbeginsel 257 § 83. Recht op de firma ' 158 § 84. Gebruik (der taxatiemethode) ' 158 § 85. Het saldo van den inventaris 15g § 86, Geflatteerde inventaris 259 § o/. Geheime reserves .... lftft § 88. Balans ,™ 160 VI. Bepaling der bedrijfsresultaten. § 89. Saldibalans 162 § 90. Gebruik der saldibalans ". 163 § 91. Voorafgaande posten • j66 § 92. Controle van het saldo der Verlies- en winstrekening . . [ 168 <* § 93. Vorm der balans 168 § 94. De afschrijvmgsrekeningen op de balans ! . 169 VII. De afsluiting der rekeningen. § 95. Nut der afsluiting 171 § 96. Tijdstip der afsluiting 171 § 97. Algemeene regels voor de afsluiting der rekeningen . . . . ! 171 § 98. Afsluiting der kasrekening 272 § 99. Afsluiting der rekeningen van vorderingen in eigen geld. 173 § 100. Afsluiting der rekeningen van schuld in eigen geld . . . . .173 § 101. Afsluiting der Goederenrekening 273 \ 102. Intrestrekening 173 \ 103. Afsluiting der rekening Goederen in commissiè 174