6 INHOUD. Blz. 277. De Nieuwe kerk te Groningen, van Conraed Roelefs 104 278. Binnenaanzicht der Nieuwe kerk te Groningen . 104 279. Rembrandt Harmensz. van Rijn. Portret door hem zelf 105 280. De Anatomische Les door Rembrand, Mauritshuis 105 281. De Staalmeesters door Rembrand, Rijksmuseum . 106 282. De Nachtwacht door Rembrand, Rijksmuseum . 106 283. Gezicht op Delft, naar een schilderij van Joh. Vermeer, Mauritshuis 107 284. Gezicht op Nijmegen, naar een schilderij van Jan van Goyen, Rijksmuseum 107 285. De Esschenlaan, door Jan Hackaert en Adriaan van de Velde 108 286. Het Laantje van Middelharnis, door Meindert Hobbema. National Gallery Londen . . . .108 287. Gezicht op Wijk bij Duurstede, naar een schil¬ derij door Jacob van Ruysdael 109 288. Maanschijnlandschap door Aert van der Neer, Mauritshuis 109 289. Vechtende boeren, door Adriaan Brouwer . . .109 290. Het Vendel van kapitein Roelof Bicker en luite¬ nant Jan Michiels Blaeuw, door Bartholomeus van der Helst, 1630. Rijksmuseum 110 291. Een echtpaar ten voeten uit, door Frans Hals . 110 292. Michiel de Wael (fragment schuttersstuk van Frans Hals) 110 293. Avondschool door Gerard Dou, Rijksmuseum. .111 294. Boerenherberg, door Adriaan van Ostade . . .111 295. Buitenhuis, door Pieter de Hoogh 112 296. Binnenhuis, door Pieter de Hoogh 112 297. Gezicht op Dordrecht, door Albert Cuyp . . .112 298. Het vroolijk Huisgezin, door Jan Steen . . . .112 299. Johan de Witt, naar een buste van A. Quellinus. 113 300. Zaal van de Staten van Holland 113 301. Gisbertus Voetius, naar een gravure van J. van Munnickhuyzen 114 302. BalthazarBecker, naar een gravure van A. van Zijlvelt 114 303. Johannes Coccejus,naareen gravure van J.Suijderhoeff 114 304. Baruch Spinoza naar een oude prent 114 305. René Descartes, naar een gravure van J. Suijderhoeff 114 306. Christiaan Huygens, naar een medaljon van J.Clerion 115 307. Illustratie uit Swammerdam's Ephemeri Vita . .115 308. Titelblad van Swammerdam's werken 115 309. Antonie Leeuwenhoek, naar een zwartekunstprent van J. Verkolje 115 310. Michiel Adriaensz. de Ruyter, naar een gravure van Blooteling 116 311. Tocht naar Chattam, naar een ets van D.Stoopendaal 116 312. Witte Cornelisz. de With, naar een gravure van Blooteling. 117 313. Het opbrengen der Royal Charles, naar een schilderij van Jan van Diest 117 314. Cornelis Tromp, naar een gravure van L. Visscher 117 315. Overlangsche doorsnede van een oorlogsschip . 117 316. Model van de Prins Willem. Museum voor Ge¬ schiedenis en Kunst 118 317. De Spiegel van het model der Prins Willem . .118 318. Achtersteven van het model der Prins Willem met afgenomen spiegel 118 319. Krijgsraad voor den Vierdaagschen Zeeslag, naar een penteekening van W. van de Velde . . .119 320. De Postillon, houtsnede. Uit „De Voorhof der Ziele", 1668 120 321. Moord der De Witten, naar een ets van Romijn de Hooge 120 322. Willem III, naar een prent van G. Valck . . . 121 323. Mary Stuart, gemalin van Willem III, naar een schilderij van Wissing . 121 Blz. 324. De inscheping van Willem III te Hellevoetsluis en zijne ontscheping te Torbay, naar een ets van J. van de Abeele 121 325. Het Poppenhuis. Stedelijk Museum te Utrecht . 122 326. Trekschuit 1678. Uit Reysboek 1678 123 327. Boerenkermis. Prent uit Rotgans' Boerenkermis . 123 328. Damesmode ± 1700. Uit Het groote Tafereel der Dwaasheid 1720 123 329. Boerin ± 1700, naar B. Picart 123 330. Heerenmode ± 1700. Uit Het groote Tafereel der Dwaasheid 123 331. Hermannus Boerhave, naar een gravure van J. Wandelaar. 124 332. Academische gehoorzaal te Leiden. Uit Sermo academicus enz 124. 333. Burgerwoonvertrek + 1720, naar een pastel van Cornelis Troost, Mauritshuis 125 334. Trouwstoet + 1720, naar B. Picart 125 335. Zaal in eeu deftig huis + 1720 126 336. Queeckhoven, de Kostschoole van Mons. Pierre Man- noury, naar een gravure van Daniël Stoopendaal 127 337. Keuken ± 1730. Titelprent uit een keukenboek . 127 338. Parkaanleg + 1720, naar een gravure van Daniël Stoopendaal 128 339. Heerenhuis te Dordrecht ± 1720 128 340. Antonie Heinsius, naar gravure van L. A. Claessens 129 341. Justus van Effen, naar gravure van P. Tanjé . . 129 342. Jan Willem Friso, naar gravure van J. Houbraken 129 343. Huibert Kornelis Poot, naar gravure v. J. Houbraken 129 344. Simon van Slingelandt, naar gravure van P. van Dijk 129 345. Jan Wagenaar, naar gravure van J. Houbraken . 129 346. Willem IV, naar schilderij van Joh. Val. Tischbein 130 347. Anna van Hannover, naar schilderij van Joh. Val. Tischbein 130 348. Stadhuis te Sneek, ± 1760. Louis XV .... 131 349. Stadsgezicht te Utrecht, ± 1745, naar J. de Beijer 131 350. Tafelsieraad, 1757 132 351. Willem van Haren, fragment naar gravure van J. Houbraken 132 352. Pieter Langendijk, fragment naar gravure van J. Houbraken 132 353. Onno Zwier van Haren, fragment naar gravure van P. Velijn 132 354. Kamer in stijl Louis XV, in het gebouw van Pulchri Studio te '^Gravenhage 133 355. Willem V, naar schilderij van Ziezenis .... 134 356. Prinses Wilhelmina, naar schilderij' van J. Fr. A. Tischbein 134 357. Titelblad van een muziekboek, gravure van Sant Croos 135 358. Vertrek van Willem V uit Amsterdam, 1768, naar gravure van Vinkeles 135 359. Gezicht in de Maarsser trekschuit, naar teekening van J. Ekels 136 360. Slag bij Doggersbank, naar Bendorp 136 361. Aagtje Deken, naar gravure van A. Cardon . . 136 362. Betje Wolff-Bekker, naar gravure van A. Cardon 136 363. Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen, naar gravure van J. Vinkeles 137 364. Cornelis de Gijselaar, naar gravure van R. Vinkeles 137 365. De kinderen van Willem V, naar zwartekunstprent van J. Smith 137 366. Hoe mooi staat mij dit kransjen, naar gravure van J. Vinkeles 137 367. Lodewijk, hertog van Brunswijk-Wolfenbuttel, naar gravure van J. Houbraken 137 368. Schooltje. Uit Swildens' Vaderlandsch A-B-boek . 137 369. Illuminatie ter gelegenheid van den prinselijken jaardag 1788 138 4. Hunebed te Tinaarloo. 1,2,3. Steenen voorwerpen, uit de vroegste beschavingsperiode. No. 1 is eenvoudig een afgehakt stuk steen met scherpe kanten. Het wordt ' geacht gebruikt te zijn door menschen, die 3000 jaar voor Christus hebben geleefd. No. 2 en 3, gedeeltelijk gepolijst, een pijlspits en een beitel, getuigen van hooger ontwikkeling. Deze en 4-10 behooren alle aan een latere beschavingsperiode, den Hunebeddentijd, + 1200 voor Christus. Het Hunebed is reeds een respectabel grafmonument. De hieronder gevonden werktuigen zijn van gepolijste steen en toonen van der meulen, Platenatlas, 3e druk. 10 reeds een merkbaren vooruitgang. Het aardewerk is versierd met ingedrukte puntjes, die waarschijnlijk met een gekleurde stof gevuld zijn geweest. 1 werd gevonden bij St. Gertrud; 2 bij Weekrum; 3 bij Velp; 5 en 6 „in Limburg"; 7 bij Steenwijk; 8 bij Boxmeer; 10 bij Eext. Deze bevinden zich alle in 's Rijks museum van Oudheden te Leiden. No. 9 werd gevonden bij Steenwijkerwold en bevindt zich in het Museum te Enschede. Behalve 4 alle ontleend aan Holwerda, Nederlands vroegste beschaving. 9 O 11-20. Voorwerpen uit den bronstijd. 11. Bronzen bijl, geheel vlak, gevonden bij Wageningen. 12. Bronzen bijl met opslaande randen, gev. „in Drente". 13,14. Bronzen bijlen, gevonden resp. bij Epe en Nijmegen. 15. Z.g. bronzen celjt, gev. bij Schoonebeek. 16. Bronzen dolk, gev. bij Wageningen. 17,18. Bronzen zwaar- 20 21. Reproductie van een klein gedeelte der Tabula Peutingeriana. Deze kaart is een middeleeuwsche copie naar een laat-Romeinsch origineel, in het bezit gekomen van den Augsburgschen humanist Peutinger (nu te Weenen). Het is een reiskaart, in kleuren uitgevoerd en oorspronkelijk bestaande uit 12 bladen, die samen een perkamenten rol vormden. Het eerste blad is verloren gegaan. Hier wordt, iets verkleind, het bovenste kwart van het tweede blad afgebeeld. Indien ge uit de letters a en b en c rechte lijnen naar beneden trekt, ontmoet ge teekens, waarbij de namen Noviomagi, Pretoriü Agrippine c b 19 den, gev. in de Waal. 19. Een urn,.gevonden bij Weert. 20. Urntje, gelijk er zich dikwijls in de grootere bevinden, gev. bij Deurne. Al deze voorwerpen hebben volgens Dr. Holwerda aan eenzelfde bevolking toebehoord. ±300 v. Chr.-lOO n. Chr. Ze zijn alle in het Museum te Leiden en ontleend aan Dr. J. H. Holwerda Jr. Ndl. vroegste beschaving. 14 en Lugduno, geschreven staan, waarin wij met zekerheid alleen Nijmegen mogen herkennen, terwijl Pretorium Agrippinae vermoedelijk Arentsburg bij Voorburg en Lugdunum (niet Leiden!) onbekend is. De drie rivieren zijn van 't Noorden naar het Zuiden, gelijk de namen aan de monden aanwijzen, de Rhenus = Rijn, de Patabus = de Maas (eigenlijk de Batavus) en de Loire. - Tusschen Rijn en Maas loopen van Nijmegen uit twee groote heerwegen. Aan den Noordelijksten daarvan vindt ge nog een naam Fletione {— Vleuten? of Vechten?) Ten Noorden van den Rijn vindt ge na eenig zoeken den naam Chamavi. a 16 21. Gedeelte van de Tabula Peutingeriana. 22. Fundamenten van een romeinsch paleis te Arentsburg bij Voorburg, gelijk die in 1828 zijn opgenomen door Reuvens. Het zijn vertrekken, gelegen aan eene zijde van het atrium, d. i. het voorhuis. De kamers werden verwarmd door hypocausten, d. i. een centrale verwarming'met heetëlucht. Naar Holwerda, Oudheid[ kundige Mededeelingen van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden III. 27. Augustus als veldheer. De eerste vorst die over ons land geregeerd heeft. (Vaticaansch Museum, Rome.) 23. Romeinsch fort de saalburo, dicht bij Homburg in den Taunus, eens behoorende tot de Limes-versterkingen. Het is gedeeltelijk zoo uitgegraven, gedeeltelijk restauratie. Zooals de teekening aangeeft, lag de muur binnen een dubbele gracht. Achter den muur zien wij den weergang. Er zijn 4 toegangspoorten, versterkt door poortgebouwen. Het gebouw in het midden is het praetorium. Lengte 221 M., breedte 147 M. 25. Kom van roode terra sigillata uit een fabriek te Lyon, 2e eeuw na Chr., gevonden te Vechten, thans in 's Rijks Museum te Leiden. 26. Romeinsch vaatje, gevonden te Nijmegen, thans, als boven, te Leiden. 24, 25, 26 zijn ontleend aan Holwerda, a. w. 28. Romeinsch damesschoentje, gevonden te Vechten, thans in het Stedelijk Museum te Utrecht. Het zoolbeslag zou voor een damesvoetje thans wat zwaar geacht worden. 28 29 30 31 33 33 34 35 36 29—36. Romeinsche voorwerpen, in ons land gevonden. 29 en 31. Glazen flesschen. Vermoedelijk zijn deze, met geurige oliën gevuld, uit Syrië naar Rome en vandaar naar hier gekomen. 30. z.g. Casserolle, braadpan, van brons. 32 en 36. Romeinsche baksteenen met legioenstempels. 33. Het ijzeren gedeelte van een z.g. pilum; onder de verbreeding links was een houten staaf bevestigd. De spits rechts was van verhard ijzer en staal. 34. Bronzen Medusaschild. Het heeft waarschijnlijk het middengedeelte van het beslag van een schild uitgemaakt. De Medusakop werd geacht den drager tegen booze invloeden te beveiligen. De kop is uit één stuk brons gedreven en is vermoedelijk verguld geweest. Hij is omstreeks 100 n. Chr. vervaardigd. 35. IJzeren speerpunt. 29—35 zijn alle gevonden in den omtrek van Nijmegen en bevinden zich in het Museum Kam te Nijmegen. 37. Bronzen fibula, de voorgangster van Onze 37 3g 3g veilipheidsoeld. Zij werd gebruikt om den mantel te bevestigen. 38. Bronzen stilus. Dit voorwerp werd gebruikt om in wastafels te schrijven. Het vlakke bovenstuk diende om het geschrevene weer uit te vlakken. 39. Romeinsch beeldje, wit aardewerk, voorstellende een dwergje, dat een boekrol in zijn handen heeft, gevonden te Vechten, thans in het stedelijk Museum te Utrecht. 40 41 40. Dakbedekking van een romeinsch huis. 41. Een fragment van een romeinsche muurschildering in kleuren, beide uit Arentsburff. 40, 41 zijn ontleend aan Holwerda, Oudheidkundige Mededeelingen, III. 42. Goud-smeedwerk uit de 7de eeuw, gevonden in Friesland. De munten met aangesoldeerde ringen zijn öf origineele Romeinsche en Byzantijnsche geldstukken,6f namaak daarvan in goud of brons. De nagemaakte waren gewoonlijk slechts aan één 42 zijde versierd. De munt met viervoudigen parelrand was ook een draagmunt. Verrassend schoon is de gesp met 5 halfbollen, die in geen enkel opzicht onderdoet voor het schoonste werk van onze dagen. Het muntje met den fraaien vogel is een broche geweest. De holte een edelsteen omsloten. De meeste der hier afgebeelde voorwerpen zijn in het Museum te Leeuwarden. boven den rug heeft 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 56 55 61 57 58 59 60 De hier afgebeelde voorwerpen zijn alle gevonden in Friesland en dateeren uit den tijd na de Romeinen. In het bovenste vak vinden we, volgens den Catalogus der meest belangrijke voorwerpen in het Friesch Museum te Leeuwarden door Mr. P. C. J. A. Boeles, waaraan dit prentje ontleend is: 43-46. Friesche haarnaalden van been. 47. Een fluit van been. 48. Een oorbel van been. 49, 50 en 60. Lepels vervaardigd van hout, been of brons, blijkbaar naar Romeinsche modellen. 51. Priem van been of hout, waarvan ons het gebruik niet precies bekend is. Misschien was het een breipen. 52. IJzeren els met versierd beenen handvat. 53. Weefplaatje; door de vier gaatjes werden de scheringdraden getrokken. 54 en 59. Speelschijfjes of damsteenen, van steen of been. 55. Driehoekige kam, gemaakt naar Romeinsch model, of nog Romeinsch. 56 en 57. Saksische kam met foudraal. 58 en 61. Kammen. Ter weerszijden van den driehoekigen kam twee dobbelsteenen. 13 65 64, 65. Merovingische urnen in het Museum van Oudheden te Leiden. 64 is gevonden bij Naaldwijk, 65 bij Qarderen. 66. Merovingisch kannetje in het Museum van Oudheden te Leiden, gevonden te Heinenberg. 67. Karolingische kan in het Museum van Oudheden te Nijmegen, gevonden te Nijmegen. 62, 63 zijn misschien iets ouder, althans producten van een lagere beschaving. 62 is een hut-urn op % van de ware grootte, 63 een scheepsurn op 1/4. Zij geven ons een denkbeeld, hoe deze zaken er in werkelijkheid hebben uitgezien. 68. Frankische soldaten naar een miniatuur uit de 9de eeuw. 69. 70. Karolingische munt, vergroot. De voorzijde vertoont een gelauwerd borstbeeld en het opschrift fDN KARLUS. IMP. AUG. REX F. ETL., d. w. z.: Karei, keizer, koning der Franken en Longobarden. De keerzijde een vier- 68 63 71. Oudste portret van karel den oroote. Zijne Heiligheid Paus Leo; boven Karei staat: DominaCaruloRegi = voor koning Karei; onder de voeten van St. Pieter: beate Petre donas vitam Leoni papae, bictoriam Carulo regi donas = Zalige Petrus, gij geeft het leven aan Paus Leo, de overwinning aan koning Karel. Het hoofd van keizer Karei heeft in den loop der eeuwen talrijke restauraties ondergaan. - De mozaïek bevindt zich in S. Giovanni in Laterano te Rome, een in de IXe. eeuw gebouwde kerk. zuilig tempeltje en fXPICTIANA RELIGIO, d.w. z.: Christelijkeeeredienst (de drie eerste letters zijn Grieksche). Vermoedelijk isde voor dezen tijd bijzonder mooie munt in Italië geslagen. 64, 65, 66, 67 zijn ontleend aan Holwerda, a. w. 62 en 63 aan Pleyte, Nederlandsche Oudheden. 71. Een mozaïekwerk, gelijk blijkt uit de kleine vakjes, waaruit het is samengesteld. De donkere achtergrond is op Byzantijnsche wijs geheel van goud. De groote figuur in het midden is de H. Petrus, herkenbaar aan den sleutel. Rechts van hem ligt karel de oroote geknield. Hij ontvangt van Petrus den standaard van Rome. Links ontvangt Paus Leo de stool. 9de eeuw. — De Latijnsche opschriften luiden als volgt. Ter zijde van St. Pieter staat: Sanctus Petrus; boven den Paus staat: Sanctissimus dominus Leo papa = 62 66 67 72. Karolingische kapel te Nijmegen. Deze kapel is gebouwd door Karei den Groote in het laatst der achtste eeuw. De binnenkern is achtzijdig, terwijl de buitenbouw lózijdig is. Daar de Nijmeegsche kapel reeds langen tijd buiten gebruik is en er ruïne-achtig uitziet, geven we hiernaast een binnenzicht van de Akensche kapel, die van dezelfde constructie is als die van Nijmegen. 73. Interieur van den dom te Aken. De afbeelding vertoont het Karolingische gedeelte van dit bouwwerk. In de diepte ziet men het „lichte" gedeelte van den gotischen uitbouw (koor). Hier te lande werden o. a. dergelijke kerken te Nijmegen en Groningen gebouwd. 74. De groote heer op den troonzetel is karel de kale. Geestelijken, kenbaar aan de tonsuur en hun kleedij, staan voor hem. Twee daarvan links bieden Karei een Bijbel aan. Aan weerszijden van den troon staan gewapende wachters en wereldlijke grooten. De afbeelding is belangrijk voor de kennis der kleederdrachten in de 9de eeuw. Zij is genomen uit den Bijbel zelf, , die den Keizer werd aangeboden. 16 75. Noormannen vallen een stad aan. Angelsaksische miniatuur uit de 9de eeuw. De toren links moet een stad voorstellen. De ondernemende held op de voorplecht voert een soort dorschvlegel, de krijgers op de „brug" bogen en, naar het schijnt, slingerinstrumenten. 76. Miniatuur, voorstellende dirk ii van Holland (+ 985) en zijn gemalin hildeoardis, die een Evangelieboek op een altaar plaatsen. Het is het oudste portret, dat wij van Nederlanders hebben. Het opschrift luidt: d. i. ongeveer: Dirk en Hildegardis, met hem door liefde verbonden, hebben dit boek aan den eerwaarden vader Albertus ten geschenke gegeven, opdat hij hunner altijd gedenke. De miniatuur bevindt zich in het Evangelieboek zelf, dat deel heeft uitgemaakt van de kloosterbibliotheek van Egmond en thans bewaard wordt in deKoninklijke Bibliotheek. Behalve voor de kennis van de kleederdracht is het plaatje ook belangwekkend, omdat het ons een zeer ouden vorm van een altaar geeft en een paar regels schrift uit de 10de eeuw. Hoe textum dedit almo patri teodricus habendum Necne sibi coniuncta siinul hildgardis amore Altberto quorum memor ut sit iure per evum. 76. Graaf dirk ii van holland en qravin hildeoardis. 17 77. De hier afgebeelde doorsneden en plattegronden van de Parochiale kerk te St. Odiliënberg geven een voorstelling van een romaansche kerk, vermoedelijk uit de tiende of elfde eeuw, zooals die thans gerestaureerd is. De lange arm van het kruis bestaat uit 3 beuken. De doorsnede over de lengte toont ons, dat de gemeenschap tusschen de beuken van het schip wordt tot stand gebracht door zware half-cirkelvormige bogen, rustend op pijlers. De middenbeuk ontvangt het licht door kleine vensters, aangebracht in de muren, die boven de zijbeuken uitsteken. Ook zijn venstertjes aangebracht in de muren der zijbeuken. Deze vensters worden aan de bovenzijde afgesloten door halve bogen. De doorsnede over de breedte, westelijk van het dwarspand, laat ons zien, dat ook hier de ruimte overspannen wordt door half-cirkelvormige bogen, waarop een lichte muur rust, die een zoldering draagt; gewelven zijn hier niet aanwezig. Achter het dwarspand liggen 3 koren, het middenkoor is de voortzetting van den middenbeuk van het schip. Het wordt afgesloten door 5 zijden van een regelmatigen achthoek en is door een tongewelf (zie Doorsnede over de lengte) gedekt. Ter weerszijden daarvan liggen de zijkoren, van het middenkoor gescheiden door de torens. In die torens bevinden zich kruisgewelven. Aan den oostgevel zien wij friezen in halve cirkeltjes uitgemetseld aan het middenkoor, zoo ook boven in den toren en langs den rand van den boven het koor uitstekenden muur. Dit ornament komt in romaansche kerken veèl voor, evenals lijnen, die daaruit naar beneden loopen en afwisseling brengen in het muurvlak. Het vierkant B is verhoogd. Daaronder ligt een kelder, waarin de Heiligen Wiro, Pleghelmus en Otgerus begraven zijn. Het Hoogaltaar staat in de apsis, dat is het achterste gedeelte, van het middenkoor. De figuren in vak B stellen kanunnikenbanken voor. C is het altaar. De uitbouwen aan weerszijden van C zijn preekstoelen (z.g. ambones). In ons land zijn de meeste oude romaansche kerken in den loop des tijds verdwenen, omdat ze te oud of te klein werden. De opvolgster van de ernstige, haast sombere romaansche bouwkunst met veel muur en weinig venster werd de ijle gotische met weinig muur en veel venster. Wij vinden nog romaansche kerken of gedeelten daarvan: te Utrecht de St. Jan, de St. Pieter met krypt, de torengevel van de Klaaskerk, te Maastricht de O. L. Vrouwe- en de Servaaskerk, te Rolduc (bijzonder mooie krypt), Susteren. Dikwijls zien we, dat kerken ten deele romaansch zijn, voor een ander deel gotisch. Dat komt doordat vroeger de bouw van een kerk dikwijls eeuwen duurde, zoodat onder het bouwen de mode veranderde of doordat de kerken bij gedeelten vernieuwd zijn. Zoo is bijv. van de beroemde Munsterkerk te Roermond de eene helft romaansch, de andere vroeg-gotisch. Van de St. Janskerk te Utrecht is het schip romaansch, het koor laat-gotisch. Interessant is vooral de Pleghelmus-kerk te Oldenzaal met romaansch noordelijk zijschip en middenschip en laat-gotischen zuidelijken uitbouw (zie 77A-H). 18 SCHAAL VAN O 4 JJ4Ji78J» JS zo METERS. 77A—D. Aan de vorige romaansche kerk (vgl. plan van no. 77) was haast bijna alles restauratie. Deze, de Sint-pleqhelmus te Oldenzaal, heeft veel meer oorspronkelijk-romaansche gedeelten (zie de Legenda) be¬ waard. Dr. Jan Kalff, de Secretaris van de Monumentencommissie, aan wien wij de afbeeldingen 77A-H danken, houdt thans de romaansche gedeelten voor iets jonger, misschien reeds 12eeeuwsch. - Wanneer wij ons plaatsen op het punt A met onzen rug naar het koor (de oorspronkelijke halfronde afsluiting is in stippellijn aangegeven) en wij zien in de richting van het pijltje, dan hebben wij voor ons het beeld van 77B: het middenschip. Binnen vier halfronde, en op kwadraat grondvlak geplaatste, bogen rust op zware pijlers het romaansche kruisgewelf. Op het prentje komt het massieve karakter van deze bouworde zeer goed tot zijn recht. Duidelijk komt op 77B het licht van links. Natuurlijk, want links bevindt zich de lichte gotische uitbouw (einde 15e eeuw) en rechts het donkere romaansche gangetje. Karakteristiek blijkt dat op het prentje door den lichtstreep links en de donkere, lage, halfronde boogopeningen, tusschen de pijlers rechts. — Begeven wij ons nu naar het punt B, dan blijkt het romaansche ka¬ rakter van dezen bouw ■zeer sprekend. Fig. 77C geeft het lage donkere gangetje, dat eigenlijk het oorspronkelijke Noordelijke zijschip is. Het is hier smal en duister. 77B. Middenschip van de pleqhelmuskerk te Oldenzaal. Door kleine vensteropeningetjes valt maar spaarzaam licht naar binnen. Het is ook veel lager dan het middenschip, dat in den rechterzijwand (77B) nog een rij afzonderlijke, hooge vensters bezit en daarbeneden door de donkere, lage bogen heel goed de hoogte van het Noordelijke zijschip laat zien. — Heel anders ziet de kerk er uit in den grooten, lichten, laat-gotischen uitbouw aan den zuidkant. Hier valt door hooge ramen rijkelijk licht naar binnen. De ruimte, waar de drie stervormige figuren (77A) in geteekend zijn, is even hoog als het middenschip. Een zijwand (als aan de rechterzijde, fig. 77B) bevindt zich hier niet. Bij plaatsing op het punt C zien wij het beeld, dat figuur 77D geeft. Wij zien in het rechtsche gedeelte van het dwarsschip, het zuidelijk transept. De achterwand is nog romaansch en vertoont behalve twee kleine romaansche vensters (hoog) een nis, die met een oorspronkelijk romaansch venster ook nog eenig licht doorliet. De pijler op den voorgrond ziet er anders uit dan die op den achtergrond. Hij draagt ook een ander, op duidelijk uitspringende ribben rustend, gewelf. Die beide ribben zijn natuurlijk de punt van de op den plattegrond gestippelde sterrefiguur. Aan den gotischen boog, die dezen zuidelijken uitbouw afsluit van het zui¬ delijk transept, wordt ons dadelijk duidelijk, dat het hier twee verschillende bouwstijlen geldt: den romaanschen en den gotischen. 19 77C. Noordelijk zijschip der pleohelmuskerk te Oldenzaal. 77D. Gezicht op het dwarsschip derzelfde kerk. 77C-D: Zie tekst vorige blz. 77E: Gezicht op het koor van de sint servaas te Maastricht. Op deze foto merken wij allereerst het halfrond uitgebouwde romaansche koor, geflankeerd door twee romaansche torens op (boogvormige vensters, blinde en open arcaden). Het is het jongste stuk van den romaanschen bouw (2e helft 12e eeuw)! Wat wij overigens op de foto zien is meest niet ouder, maar nog jonger, ook al is deze kerk in eersten aanleg misschien de oudste van Nederland. Zij is echter om de paar honderd jaar omgebouwd. Heelemaal moet weggedacht worden het metalen torentje op de viering, dat 19eeeuwsch is en pseudogotisch. Ook de steunbeeren van het dwarsschip (de gewelven, dieze noodzakelijk maakten, werden eerst in een latere periode aangebracht) zijn laat-gotisch. Het dwarspand zelf is kort 'na het jaar 1000 aangelegd. Het heeft dan ook kleine, romaansche vensters. De muren zijn, — het is duidelijk te zien aan het verschillende bouwmateriaal —, later opgehoogd terwille van den gewelfbouw. De ingewikkelde bouwgeschiedenis kan op onze foto slechts ruwweg worden nagegegaan. Zij geeft echter een aardig beeld van romaanschen viertorenbouw en een heel helder idee, hoe een kerk in elkaar zit. Koor en dwarsschip kunnen wij hier scherp onderscheiden. Het lengte-schip zien wij alleen, — maar daar ook duidelijk —, in het snijvlak met het dak van het dwarsschip boven het koor. De beide geveltorens aan den westkant zijn, van nieuwe dakbedekking voorzien, tusschen de beide koortorens zichtbaar. Het romaansche gedeelte eindigt bij het blinde arcadenfriesje boven het halfronde raam. 77E. De sint servaas te Maastricht. 20 77F. Gevel van de o. l. v. kerk te Maastricht. 77F-H. De o. l. v. kerk te Maastricht. Een aardig contrast, de zware, massieve gevel van O. L. V. en het elegante gotische bovenstuk van de kapel daarnaast! Oppervlakkig gezien lijkt het een vesting-gevel, maar de oorspronkelijke, lage vensters, waarvan er hier (77F) een zichtbaar is, doen dat vermoeden verwerpen. Een staaltje van buitengewoon slordige „restauratie" (of conserveering?) is aan den voet van den linkertoren te zien! 77G kan ons daarover geruststellen. De steigers om het daar zichtbare geveltorentje zijn het werk van een restauratie onder deskundige leiding, nl. van de Monumentencommissie, aan wier secretaris wij ook deze foto's danken. 77G geeft een beeld van het geheel gerestaureerde, laat-romaansche (13eeeuwsch) koor, dat door twee torens wordt geflankeerd. Wij zien hier op den hoek van dwarsschip en koor. Een kleine apsis is nog juist boven het aardige, 18e ceuwsche Barok-gebouwtje op den voorgrond zichtbaar. Onze derde afbeelding, 77H, laat ons de binnenzijde van dat koor zien. Merk op den kooromgang en den hoogeren bodem van het koor! Naast de trappen, ter weerszijden van het kleine altaar, zien wij de ingangen van de crypt (vgl. afb. 78). Het gotische ribbengewelf (vgl. de bijschriften afb. 81 e. v.) is in den romaanschen bouw ingezet. Rechts, op den zijmuur van het zuidelijk dwarsschip, een oude Middeleeuwsche muurschildering, rechts een zwaar gebeeldhouwde, XVIIIe ecuwsche preekstoel. 77H. Interieur van dezelfde kerk (gezicht op het koor). 21 78. Romaansche krypt van de st.lebuinuskerk te Deventer. Een krypt is een sous-terrain kapel, gewoonlijk onder het koor, waar een altaar, gewijd aan den Heilige, wiens stoffelijk overschot er begraven is, geplaatst is. Dit is de krypt (krocht) van de St.-Lebuinuskerk te Deventer. De gewelven zijn zóó gemetseld, dat twee ton¬ gewelven (dat zijn half-cylindervormige gewelven) elkaar in elk gewelfvak tusschen 4 zuilen snijden. Zulke elkaar kruisende tongewelven konden dus slechts boven een vierkant geconstrueerd worden. Een anderen, jongeren vorm van gewelfbouw vertoont ons de Mariakerk (fig. 81). De St.-Lebuinus werd gesticht door bisschop Bernulphus ± 1040. 78. Romaansche krypt van de st.-lebuinuskerk te Deventer. 79. Romaansche zuilkapiteel. Fijner bewerkt dan de kapiteelen der hierboven staande krypt is dit zeldzaam schoon kapiteel van zandsteen, dat eens de St.-Paulus abdij te Utrecht sierde. Het dateert uit de 12de eeuw, en bevindt zich thans in het Museum te Utrecht. 80. Het stapelhuis te Gent. In dit gebouw moest alle koren, dal de Schelde en de Leie afvoer en langs Gent kwam, te koop worden geboden. Het is als zoodanig een interessant symbool voor de stedelijke overmacht in de middeleeuwen, doch ook belangrijk als bouwwerk: een der weinige overgebleven profane gebouwen in romaanschen stijl gebouwd. 22 93. Librije van de st. walburqskerk te zutfen, zooals zij er nu uit ziet. De geketende boeken liggen op zware eikenhouten lessenaars „lectrijnen". De ketens loopen los over een ijzeren stang. Banken staan voor de lessenaars. De beschilderde gewelven zijn weer op geheel andere wijze geconstrueerd, dan die wij hiervoren zagen. Zij zijn in muurvorm gebouwd en worden ondersteund door spitsbogen, die een veel bescheidener rol spelen dan in de andere gotische gebouwen. 94. Deze grafsteen dekt de tombe van dirk van wasse- naer, proost van st.-jan. Hij werd proost in 1422 en overleed in 1465. De tombe geeft ons een beeld, hoe ongeveer het kleed was van een inwoner der hiervoor afgebeelde gebouwen. Hij is gekleed in misgewaad, de alba is het tot de voeten afhangend witte gewaad. Om den hals is de amict geslagen, de kazuifel bedekt weer armen en schouders. Over de linkerhand hangt de manipel. De grafsteen bevindt zich in de Janskerk te Utrecht. 94 30 95 95. Schrijvende monnik naar een initiaal in een bijbelhandschrift van de 15e eeuw. Een initiaal is een fraai geteekende beginletter. Hier is het een S, de eerste letter van den text: Si Septuaginta interpretum pura et ut ab eis in grecum versa est edicio permaneret: superflue, wat ongeveer het volgende beteekent: indien de bewerking van de 70 vertalers ongerept en, gelijk zij door hen in het Grieksch is overgezet, bleef. (Het laatste woord staat alleen en is dus onvertaalbaar). Het Bijbelhandschrift, waaruit dit plaatje genomen is, behoorde tot de schatten van het Kapittel van St. Marie te Utrecht. Het werd geschreven door een Broeder des Gemeenen Levens in het Fraterhuis te Zwolle. Bij uitzondering is ons omtrent dezen schrijver iets bekend. Hij heette Jacob van Enkhuyzen, schreef het eerste der zes deelen van het Bijbelhandschrift in 1464 en eindigde het zesde in 1478. Voor dit werk ontving hij 500 goudguldens van Hermannus Droem, kanunnik in het kapittel van St. Marie. Het is niet geheel ondenkbaar, dat de broeder Jacob van Enkhuyzen ongeveer in zoo'n lessenaar en zoo'n omgeving zijn werk heeft geschreven en geteekend. 96. Zeoel van bisschop Godfried van Renen van het jaar 1156. Hij draagt alba, kazuifel, amict en manipel, bovendien de kromstaf, mijter en Bijbel. Het randschrift luidt: GODEFRID' DEI GRA TRAIECTENSIS EPS, d. i. Godfried, bij de gratie Gods, bisschop van Utrecht. 31 co 100. De weergang van het kasteel te Muiden en een gedeelte van de binnenplaats, alles gerestaureerd. 33 34 102. De qrafelijke zaal, gezien van de oost-zijde in de richting van de gebouwen der Tweede Kamer. Ook hier treffen ons de verzwaringen van den muur ter plaatse waar de gewelfbogen weerstand moeten vinden. 103. Groote zaal van floris v. De Groote zaal werd gebouwd door Gerard van Leyden. Zij werd voltooid ± 1280, en was oorspronkelijk bestemd tot woon- en feestzaal, doch werd later vestibule van de daarachter gelegen grafelijke woonvertrekken en ook gebruikt om vreemde gezanten te ontvangen. In 1432 en 1456 vergaderde het Kapittel van het Gulden Vlies hier. (Zie beneden no. 139). In 1614 werd zij gebruikt om kramen en stalletjes te plaatsen. 1651 zag haar weer in eere hersteld: de Groote Vergadering kwam toen hier bijeen. De zaal was versierd met de op de Spanjaarden veroverde vaandels en vlaggen. Tot Loterijzaal werd zij gedegradeerd in 1709. Honderd jaar later werd de feestzaal der graven exercitieloods, daarna weer militair hospitaal, vestibule en wachtkamer voor het hof, toen weer loterijzaal. Toen zij voor dit doel te bouwvallig werd, ging de regeering tot een z.g. restauratie over. Doch deze bedierf alles wat nog goed gebleven was. O. m. werd de houten kap afgebroken en werd een zonderling samenstel van gotische bogen en gewelven aangebracht. Zaal met bijgebouwen werden daarna gebruikt voor archiefkamer, opslagplaats voor brandstoffen, bouwmateriaal enz. Gelukkig is de zaal thans hersteld in zijn oude pracht. Het meest trekt de statige overkapping de aandacht. Deze is hersteld naar teekeningen, die bij de afbraak gelukkig gemaakt zijn. Deze afbeelding is zoo genomen, dat wij van terzijde van den koninklijken troon naar den ingang zien. De tribune behoort er bouwkundig niet, doch moet er zijn met het oog op het doel, waarvoor de zaal gebruikt wordt: de vereenigde zitting van de beide Kamers der Staten-Generaal. De wanden zijn wit gelaten, doch aan de benedenzijden behangen met Deventersche tapijten. De vensters zijn gevuld met gebrand glas, waarin de wapens van de gravenhuizen, die Holland geregeerd hebben. Pe indrukwekkende schouw is hier niet te zien. De lengte van de Groote Zaal is 38,3 M., de breedte 17,89 M., de hoogte tot de nok 25,74 M. 35 104 105- 104. Het laatste avondmaal van dieric bouts, geb. 1410 te Haarlem. Bouts werkte sinds 1465 te Leuven. Deze plaat, naar een altaarstuk in de St ^^*^^'J^Z^ gotisch vertrek, hier gedekt door een zoldering van moer- en kinderbalken. Let verder op den ingeiegaen yioer, ae scnouw, ae «™p- „"*h„r Stoeten en neder te leeeen op Middeleeuwsche schouwen vinden we nog in van alle Discipelen doorloopt, juoas zit met oen rug naar uiu> iwc, «». *J323^^~ir? "t"T"^™ pn tp IIt °ht cPn 7eer fraaie middeleeuwsche vloer in het de patena of in de kelk die voor Mem staat. - Miuueieeuwscne scnouwen vmuen wc nug iu lasumuai "m™, u. «. ~ ï-™— — Museum te Utrecht, fragmenten ook in Amsterdam, waar ook nog een lamp te vinden is. ^ _~ ± . tv- •„ n™,** w«* c*»it ™, hp Heilicrp Maatrd met het Christuskind. 105 Middeleeuwsche kasteeltuin. Deze afbeelding is genomen naar een schilderij, die men heeft toegeschreven aan Dienc Bouts. Het stelt voor de Heilige Maagd mei. nei ^nristusKinu zittende op een ba^k^ uit stemeTi opgemetseld, waarop gras en bloemen groeien. Op den achtergrond zien wij eenige vierkante tuinbedden, die omlijst z.jn door steenen randen. Links voert een trapje naar beneden, naar de, slotgracht. Ook langs de zuilengaanderij ligt een bed. co "O. 106. Edelen en edelvrouwen, genomen naar een copie van de graftombe der Heeren van IJselstein in de Groote Kerk aldaar, vervaardigd tusschen 1360 en 1375. De mannen in gelijke harnassen, de kleedij der vrouwen is verschillend. 107 Van links naar rechts stellen de beelden voor: Gijsbrecht van IJselstein, Beerta van Heukelom, Arnold van IJselstein en Maria van Henegouwen. - De copie bevindt zich in het Museum van Utrecht. 107. Gebeeldhouwd deksel van een doodkist, voorstellend den jongeling Eppo, overleden in 1341. De steen geeft ons de kleederdracht van dien tijd. Hij is genomen uit de kerk te Rinsumageest en bevindt zich thans in het Museum te Leeuwarden. Het plaatje is een verkleinde reproductie naar een gelijke plaat in den Catalogus enz. door Mr. P. C. J. A. Boeles. Het hier bijna onleesbaar randschrift deelt ons in 't Latijn mee: „In het jaar 1341 op den sterfdag van Simon en Juda (28 October) werd ons ontrukt de beminnelijke jongeling Eppo . . . Athigard en Hacira waren zijne ouders. Hessel en Sytze waren zijne broeders, Sikke zijn tweelingbroeder". Misschien was Eppo een lid der familie Tjaarda, die haar stamslot te Rinsumageest had. De krijgshaftige, met speer bewapende, figuur was in het burgerlijk leven blijkbaar schoolmeester; daarop wijst het lepelvormige voorwerp rechts, te weten de plak. 109. Muurschildering in een kerk te Munster, midden 13e eeuw. Friesche boeren bieden den bisschop producten van hun land aan. Het fragment, dat wij hier gereproduceerd zien, doet vermoeden, dat de knielende man den bisschop eieren vereert. Twee anderen dragen vaatjes, vermoedelijk boter bevattend; een derde draagt een voorwerp, dat wij voor een kaasje aanzien. De laatste man leidt een dier, dat naar 't uiterlijk een paard, doch naar de hoogte veeleer een geit gelijkt. 110. Een troubadour draagt hieronder begeleiding van een snareninstrument een roman voor. De gekroonde dame op de rustbank is koningin Blanche van Castilië, gemalin van koning Lodewijk VIII van Frankrijk; de andere dame is haar schoondochter, de gemalin van Robert van Artois, Mathilde van Brabant. De lelies op den achtergrond en de kleeren der dames wijzen erop, dat deze miniatuur een voorstelling geeft uit Fransche hofkringen. Zij is herkomstig uit een Fransch miniaturenhandschrift der 13e eeuw. 111. Verkleinde reproductie van een bladzijde uit een handschrift van Jakob van Maer- lants Alexanders Geesten. Maerlant bewerkte de Alexanders Geesten (Geesten = gestes = daden) naar Gauthierde Chatillon tusschen 1237 en 1260. Van Maerlants bewerking wordt slechts één volledig handschrift bewaard te Mfinchen, en daaruit is dit blad genomen. Het is uit de 14e eeuw en is eenigszins verduitscht. We vinden hierin een schrijfproeve uit de 14de eeuw, die ook voor ongeoefenden wel te lezen en te verstaan is. 112-115. Vijf miniaturen naar een handschrift van Froissart's kroniek. No. 112 stelt een tournooi voor te Betanzos in Portugal gehouden. Een der strijdenden is: messire Jehan de Hollande. 110 Jè oxuc bic Conlei-"v»acn "TB ut fyou«Ofy Cv)n «ntottgttaett' fel ocöw^toewWöf OJVftrUccvb w aw oxttf öic Ccnftut* ktfvr' "39 X7\i\je ctrnncr ten Areïjflrsïtódt' at óntCtc te toOicn bavtvtf fi utfytm Co ttot&re WfctCtt TB are Ww^«#jjet**to ft w tr facV^MÖTm De hertog van Lancaster is als „scheidsrechter" . op de tribune (rechts) met gevolg aanwezig. Om het „krijt" publiek, dat ook overal de ramen bezet heeft. Enkele kijklustigen zelfs op den muur achter het tournooiveld. Men merke naast de strijdenden ook de schildknapen op. No. 113A brengt een belegering van de stad Bourbon door den koning van Frankrijk in beeld. Wij zien een artilleriepark met allerlei kanonnen en mortieren uit de 2e helft der XVe eeuw. Een zwaar poortgebouw, kerktorens, grachten, tenten en soldaten zijn verder bezienswaardig. No. 113B stelt een inscheping voor: de Hertog van Ierland (zie mastkorf en wimpel) neemt afscheid van een getrouwe; zijn bagage wordt ingeladen. No. 114 geeft een beeld van een vorstelijken intocht : de Koningin van Sicilië zit in dien staatsiewagen, zonder veeren of riemenIVoor haar rijdt manlijk gevolg; een viertal amazones zijn juist door de poort. Het geheel geeft een aardig beeld van poort, stadsmuur, straat Cn bestrating van een stad in den tijd van Karei den Stoute (Parijs!). No. 115 eindelijk laat ons een vorstelijke begrafenis in Londen ■k| zien. Richard II (t 1399) wordt vanuit den Tower ter aarde besteld (links op den achtergrond); de stoet verlaat op den ■tij voorgrond de stadt; rechts op den achtergrond de bijzetting. 111 38 112 113A 112-115. Vijf miniaturen naar een handschrift van Froissart, den kroniekschrijver, die in de 2e helft der XlVe eeuw, als 'n tweede Herodotus West-Europa had bereisd en op het eind van zijn leven al zijn wetenswaardigheden te boek stelde. De maker van deze miniaturen was vermoedelijk een Bruggeling, die omstreeks 1470 heeft gewerkt. (Toelichtende tekst op de vorige blz.). 115 113B 114 39 116. Stadrechtoorkonde van Zutfen (orig. in het archief der gemeente Zutfen). Het zegel is van witte was en aan de oorkonde bevestigd met geel zijden draden. Het is losgeraakt en daarna weer aangeknoopt, zoodat de bevestiging er onregelmatig uitziet. Het omschrift van het zegel is: GERARDUS DEI GR... ELRENSIS...NIE COMES. Het tegenzegel: SECRETUM COMITIS GERARDUS DE GELRE. De zonderlinge tegenstrijdigheid, dat Otto's stuk een zegel draagt van Gerardus, wordt hieraan toegeschreven, dat Otto's opvolger zijn zegel aan het stuk heeft gehangen, of wel dat eerst Gerard het oorkondelijk getuigenis aangaande de handeling van graaf Otto heeft laten neerschrijven. Met behulp van een vergrootglas is dit laat-12de eeuwschschrift ook voor ongeoefenden zeer wel leesbaar. De hoofdinhoud is te vinden regel 3- 8, luidende: Noticie igitur posterorum presentis scripti testimonio transmittimus, quod ego Otto, comes Gelrie et Sutphanie, ex prehabito consilio cognatorum et amicorum meorum nobilium virorum, Sutphaniensl civitati omnem libertatem cum integritate rerum suarum eontuli, ut civitas gaudeat eadem Ubertate, qua Uberior civitas ex üla parte montium usque ad mare fruitur, ita quod nullam faciam in ea indebitam exactionem vel accreditum onerosum preter voluntatem ipsorum, instituens in ea etiam duodecim scabinos quorum consilio eadem civitas regatur, ut, si que inordinata in ea fuerint, maturiori consilio pertractent et ad integrum statum reforment. -r._ k. :„ ,w nüknmplincren brengen wii dus door de getuigenis van dezen brief, dat ik Otto, graaf van Oelre en Zutfen, na ingewonnen advies van mijn verwanten en de met mij bevriende edelen, aan de stad van Zutfen alle vrijheid en onaantastbaarheid van hun goed heb verleend, opdat de stad dezelfde vrijheid geniete, welke eene vrije stad van gene zijde der bergen tot aan de zee geniet ; zoodat ik hun geen belasting, welke zij niet schuldig zijn, zal opleggen noch een bezwarende léening [vragen], tenzij met hun eigen toestemming, daarbij ook instellende 12 schepenen, door wier gemeenschappelyk overleg de stad geregeerd zal worden, opdat zij, wanneer er iets ongeregelds gebeurd mocht zijn, dit met wijs overleg behandelen en herstellen. 40 *) De 4 regels hieraan voorafgaand bevatten aanhalingen uit het Corpus iutiS'tanonici, d. i. een verzameling van wetten van kerkelijk recht. (Het hieronder tusschen haakjes geplaatste staat niet in den tekst). Volledig zouden wij thans citeeren als volgt: [Zie Decretales van Gregorius IX, le boek, titel VIII met het opschrift:] De usu pallii [Hoofdstuk 3, beginnende met de woorden:] Nisi speciaUs. — [Zie ook 5de boek, titel XXIX met het opschrift:] De clerico per saltunt promoto, het [eerste en] eenige hoofdstuk. [Zie ook le boek, titel XVI met het opschrift:] De sacramentis iterandis vel non, eerste hoofdstuk. [Zie verder het Decretüm Gratiani le gedeelte] XLIIIe distinctie [2e hoofdstuk, beginnende:] In mandatis; [en het tweede gedeelte] XXIIIIe causa, 2e vraag [5de hoofdstuk, beginnende:] Dampnationis; [en het 2e gedeelte] XXIIe causa, 2e vraag [21e hoofdstuk, beginnende:] Utilem. De oude juristen nl. kenden groote stukken van het kerkrecht zoo goed, dat door aanhaling der beginwoorden van een hoofdstuk voor hen de plaats voldoende werd aangegeven. *) Hetzelfde citaat als hierboven. 8) Henricus de Segusia (overl. 1271), kardinaal van Ostia en daarom (H)ostiensis (d. i. de man van Ostia) genoemd, heeft zijn boek, genaamd Summa super titulis decretalium, ingedeeld in dezelfde onderdeden als de Decretalen van Gregorius IX. Eodem titulo beteekent dus, dat men hierbij verwezen wordt naar het onderdeel van zijn boek getiteld: De clerico per saltum promoto, d. i. over den geestelijke, die met voorbijgang van een lagere wijding, een hoogere ontvangen heeft. Er zijn n.1. 4 z.g. kleine wijdingen: Lector, Acolythus, Ostiarius, Exorcist en 3 groote: Subdiaken, Diaken, Priester. De wijdingen moeten ontvangen worden in deze volgorde; wie een hoogere wijding ontvangt zonder de voorafgaande lagere, wordt „per saltum", d. i. met een sprong gepromoveerd. Zoo'n verzuimde wijding moet dan worden aangevuld. 4) De Introitus van de Mis is het eerste gebed, dat de priester bij het begin van de Mis uit het Misboek, dat dan aan de rechterzijde van het altaar staat, bidt. Al het voorgaande wordt uit het hoofd gebeden. 5) Kyrie eleison. Het Kyrie eleison (d. i. Heer, ontferm u onzer) wordt onmiddellijk na den Introitus drie keer gebeden en daarna drie keer het Christe eleison (d. i. Christus, ontferm u onzer) en daarna weer drie keer het Kyrie eleison. 6) Collecta (een populaire vorm voor collectio = verzameling) is het eerste gebed, dat de priester in de Mis bidt of zingt in naam van het verzamelde volk. 7) Per Dominum. De Collecta eindigt meestal met de volgende woorden: „Per Dominum nostrum Jesum Christum, Filium tuum, qui tecum vivit et regnat in unitate Spirtitus Sancti, Deus per omnia saecula saeculorum amen." Dit einde is de z.g. conclusie. Worden er meerdere collectae gebeden, dan wordt de conclusie somtijds slechts aan het einde der laatste collecta toegevoegd. Zoo ook hier. De bijzondere collecta van de Mis voor de toewijding der maagden wordt met de collecta van den dag onder één conclusie vereenigd. 8) Per. d. i. Per Dominum nostrum. Terwijl in de Noord-Nederlandsche handschriften de miniatuurteekeningen noch bijzonder schoon, noch bijzonder opmerkenswaardig zijn, onderscheiden vele handschriften zich door de fijne randteekeningen. Zoo ook dit. De fraaie initiaal, de hoofdletter D, waarin een voorstelling is gegeven van den bisschop en den aartsdiaken en de maagden, die gewijd zullen worden, verdient meer bijzonder onze aandacht. Hier en daar schijnen vlekken tusschen en door de regels van het handschrift te liggen. Het zijn de letters van de andere zijde van het perkament, die aan deze zijde doorschijnen en door de photografie natuurlijk zijn weergegeven. Het Latijn van den text is middeleeuwsch Kerklatijn, dat in veel opzichten zondigt tegen de grammatica van het Ciceroiiiaansch Latijn. Het blad, dat wij iets verkleind hebben doen reproduceeren, is genomen uitliet Pontificale van St. Marie, thans in de Universiteitsbibliotheek te Utrecht. Het is uit de eerste helft der 15de eeuw, geschreven op perkament, en bevat in hoofdzaak de beschrijving van het ritueel bij de kleine en groote wijdingen. Dit handschrift wordt algemeen geacht het mooiste Noord-Nederlandsche handschrift te zijn, waarom wij daaruit een blad hebben genomen, dat hoewel niet het mooiste, dan toch om verschillende redenen het meest verkieslijk was. Deze reproductie is verkregen door eerst het handschrift in driekleuren-photografie te photografeeren, daarna nog eens voor het goud. Naar en door de zoo verkregen photografieën zijn cliché's vervaardigd voor rood-, blauw-, geel- en gouddruk en op deze cliché's is deze plaat gedrukt. Geeft het middeleeuwsch origineel ons een diepen eerbied voor den kunstzin en het geduld van den monnik, die het handschrift verluchtte, de reproductie is een niet minder eerbiedwekkend bewijs voor de ontwikkeling van de druk- en photografie-techniek in onze dagen. [pro] motus fuerit ita ut defacili diligens cautela adhiberi non poterit, consulo ut episcopus in capella sua privatim ordines celebret, et sic secrete et diligenter suppleat quod obmissum est. De usu pallii, Nisi specialis. De clerico per saltum promoto. Cfapitulo] unico. De sacra[mentis] iteran[dis] vel non. Cjapitulo] I. XLIil dif^tinctione], In mandatis. XXIIII qfuaestione] II, Damnationis. XXII q[uaestione] II, Utilem. Potest enim episcopus ordinem praetermissum ab illo qui per saltum ignoranter p[ro]motus est supplere, et extunc iniuncta sibi prius penitentia cum illo dispensare, ut in suseéptis ordinibus amministret. De clerico per saltum promoto, c[apituIo] utvjcQ,,Et si de aliquo defectu ante submisit vel non dubitetur, observa ut ibidem notatur, et eodem titulo per ostiensem in summa. De consecratione sacrarum virginum quae tantum diebus dominicis et festivis fieri debet. Cantato misse introitu obmittitur Kyriel[eison]. Collecta de virginibus consecrandis dicitur cum collecta diei sub uno Per Dominum. Collecta. Da quaesumus domine famulabus tuis quas virginitatishonore dignatus es decorare, inchoati opens consummatum effectum et ut perfectam tibi offerant plenitudinem, inicia sua perducere mereantur ad finem. Per. Episcopo procedente in missa usque ad evangelium, abbatissa sive archidiaconus secundum consuetudinem monasterii praesentet episcopo virgines consecrandas dicei%|| Reverende pater postulat sancta mater ecclesia ut has presentes virgines dignemini benedicere et consecrare et Domino nostro Jhesu Cristo summo dei filio desponsare. is bevorderd, zoodat er niet gemakkelijk een nauwkeurige voorzorg aangewend kan worden, [dan] raad ik aan, dat de bisschop in zijn private [huis]kapel de wijdingen toedient, en aldus in 't geheim en nauwkeurig aanvulle wat overgeslagen is. De usu pallii. Nisi specialis. De clerico per /saltum promoto. Capitulo unico. De sacramentis iterandis vel non. Cfepitulo] \XLIII distinctione, In mandatis. XXIIII qfuaestione] II, Damnationis. XXII q[uaestione] II, Utilem i). De bisschop kan immers de overgeslagen wijding van dengene, die onwetend «per saltum" bevorderd is, aanvullen en hem van dan af, na hem eerst een boete te hebben opgelegd, dispenseeren, om zjjjhns dienst uit te oefenen in de wijdingen, die hij ontvangen heeft. De clerico per saltum promoto. Capitulo unico 2). En indien hij vroeger over het een of ander beletsel [voor het ontvangen deiwijdingen] gezwegen heeft, of indien er niet aan getwijfeld kan worden [dat er n.1. een wijding is overgeslagen] dan onderhoude men datgene wat daar ter plaatse staat aangeteekend en wat onder denzelfden titel gezegd wordt door den (H)ostifcnsis in zijn Summa3). Over de wijding der gewijde maagden, die alleen op zonen feestdagen mag plaats hebben. Nadat de Introitus4) van de Mis is gezongen, wordt het Kyrie eleison6) weggelaten en de Collecta gebeden van [de Misstvoor] de toewijding der maagden met de Collecta % Jj van den dag onder één Per Dominum 7). Collecta. Geef Heer, zoo vragen wij, aan Uwe dienaressen, die Gij gewaardigd hebt te versieren met de eer des maagdoms, dat zij haar begonnen werk ten einde toe mogen volbrengen, en dat zij mogen verdienen ( haar begonnen plan ten einde te brengen opdat zij U [hun werk] in volle volmaaktheid mogen aanbieden. Per. 8) Terwijl nu de bisschop de Mis voortzet tot aan het Evangelie, presenteert de abdis of de aartsdiaken, naar gelang het in het klooster de gewoonte is, aan den bisschop de maagden, die toegewijd moeten worden, zeggende: Hoogwaardige Vader, onze Heilige Moeder de Kerk vraagt, of gij deze voor u staande maagden wilt gewaardigen te zegenen en toe te wijden en ze te verloven aan onzen Heer Jezus Christus, den zoon van den allerhoogsten God. !) - s) Zie ommezijde. De cliché's voor deze reproductie zijn vervaardigd in de werkplaatsen van de Firma L. van Leer en Co., Amsterdam. v. d. Meujen, Platenatlas. J. B. Wolters — Groningen, Den Haag. 4*. "T- DGeieeKe kaart van amsterdam van 1544 van Cornelis Anthonisz., de oudste kaart van Amsterdam. De plaat kan ons eenig denkbeeld geven van een middeleeuwsche stad. Wij zien de Dam het Oude Raadhuis de Nieuwe Kerk, de Kalveretraat, het Begijnhof, het St. Lucien-klooster, het Rokin, de tegenwoordige Gedempte Voorburgwal en Spuistraat en de Singel, waarmee wij de grens van het Oude Amsterdam bereikt hebben; verder een gedeelte van de ommuring met den weergang en een poort, tal van huizen met luifels. Wie goed zoekt, zal op de kaart reeds een enkel renaissance-gebouw kunnen vinden 118. Gedeelte van den stadsmuur van Maastricht, gebouwd 1229. De muur met boog is 2.50 M. dik, hoogte tot den weergang 6.90. Deze muren zijn later, toen zij kanonnen niet weerstaan konden, veelal door aarden wallen vervangen of daar zoodanig mee verzwaard, dat ze er onder geraakten. Deze muur van Maastricht is weer bloot gelegd. 119. Muurschildering, gezicht op Utrecht in de 15de eeuw. De muurschildering bevond zich in de Jacobi-kerk te Utrecht en is door den kunstschilder Der Kinderen gecopieerd. Van die copie is dit een reproductie. Het gedeelte vlak boven den gotischen boog is vergaan. In de middeleeuwen werden zalen en kerken veelal beschilderd. Vgl. hiervoor no. 109. 42 122. De koorn- marktspoort te Kampen. Wat de waterpoort voor den waterweg was, was de gewonepoortvoorden landweg, een voortzetting van den muur, doch . met een doorgang en juist om dien doorgang op dat punt zeer verzwaard. Deze torens zijn uit de 14de eeuw, de daartusschen gelegen poort is ouder. 123. De koppelpoort te Amersfoort, uit de 15de eeuw vermoedelijk, is een mooi type van zoo'n waterpoort. De doorgang over het water kon met een zwaar luik, dat zich nog binnen in het poortgebouw bevindt, gesloten worden. Blijkens weergang, schietgaten enz. is de poort op verdediging ingericht. 122 43 123 124 124. Gotisch stadhuis te Gouda. Het is gebouwd 1448-1450 door Henrick Aelbrechtsz., Louis Gerbrandsz. en Klaes Huygensz. De stoep en het voorportaal zijn uit lateren tijd. Achter het stadhuis links zien wij de Waag. Dit stadhuis wordt als een der beste werken der Noord-Nederlandsche profane gotische bouwkunst beschouwd. 125. Gotisch stadhuis te Middelburg, gebouwd in het begin der 16deeeuw; deze 'gotiek staat sterk onder den invloed van Vlaamsche voorbeelden. Hier zijn aan den toren luchtbogen aangebracht. 127. Middeleeuwsch huis. Het Huis groene- '1 '1 "'"""•■■^^■■■■fiïs^B ut ,oa itxJiZ „ „ . woude te Utrecht, naar oude teekeningen en schil- Museum te MiadXrr HU'S' *• M ,De *otische boo« ^ vermoeden, 128. Middeleeuwsch huis, laat-gotisch, museum te Middelburg. dat dlt huls uit laat.gotjschen tijd is. te Kampen, gerestaureerd. HUIS KOECKENKELNAER ( hock CMOORSTRAAT^-.) 129. Middeleeuwsch huis. Een huis koeckenkelnaer wordt in Utrecht reeds vermeld in 1313; het is echter allerminst zeker, dat dit huis ermee bedoeld wordt. Het huis is geteekend door den heer G. de Hooo naar een schilderij van A. Honick van 1652. Het was, gelijk hier blijkt, een hoekhuis met twee gevels. Uit Muller, Oude Huizen te Utrecht. 130. Middeleeuwsche keuken. Een onbekende Nederlandsche meester schilderde een drieluik of triptiek voor een altaar (+1500) en bracht daarop twee episodes uit het leven van den Heiligen Benedictus in beeld. Een daarvan is hier afgebeeld. In het onderdeel van de levensbeschrijving van den H. Benedictus genaamd: De capisterio fracto et consolidato, (d. i. over een zeef, die gebroken was en weer heel gemaakt werd) lezen wij: de dienstbode, die de H. Benedictus gevolgd was, leende bij de buren een zeef om het koren te ziften. Doch toen deze zeef bij ongeluk brak, was zij zeer ongelukkig* en weende bitter. De H. Benedictus, dat ziende, kreeg zoo'n medelijden met zijn trouwe dienstbode, dat hij de stukken van de zeef nam en neerknielde om te bidden. Toen hij opstond, was de zeef weer heel en men kon er heelemaal niet meer aan zien, dat zij stuk was geweest. Veel toelichting heeft de prent niet noodig. Alles is zeer minutieus geteekend. Tegen den boezem van den schouw hangt het braadspit met de twee pannen, die het afdruipende vet moeten opvangen. Boven het haardvuur zien we een dwarsijzer, waaraan 3 haken om potten en ketels aan te hangen, daarbij een tang. Boven het kippenhok een kastje met vazen, flesschen; daarboven een plank met pannen en kandelaars, zooals thans bij duizenden weer worden nagemaakt. Op het kippenhok staat een vijzel. Bovenal echter trekt de keurige dienstbode onze aandacht en het vogelkooitje, dat aan een touwtje hangt en neergelaten kan worden. Uit de teekening blijkt verder, dat de keuken sousterrain ligt. Door het venster boven het kippenhok zien wij, hoe de dienstbode haar meester is gaan halen en hoe beide, zij hem op eerbiedigen afstand volgend, zich naar de plaats van het onheil begeven. Zonderling alleen is het, dat het hok, waarin de kip gemest wordt, zich in de keuken bevindt. Het origineel van dit altaarblad bevindt zich in een Museum te Brussel. 131. De annunciatie (Verkondiging), naar een altaarstuk van den Meester van Flemalle, ± 1430. En de Engel, tot haar gekomen zijnde, zeide: „Wees gegroet, Gij begenadigde! De Heere is met u, Gij zijt gezegend onder de vrouwen." (Luc. II : 28). Dit oogenblik heeft de meester in beeld gebracht op een altaarschilderij. Naar de gewoonte der tijden gaf hij de omgeving, zooals hij die dagelijks zag. Let op de bank, de schouw, de zoldering, het venster, de tafel, de nis in den muur met den ketel, waaruit het water gegoten werd om de handen te wasschen, den handdoek, die er net als onze badhanddoeken uitziet, den kandelaar, het potj« met de lelie, de reticule, waarin het gebedenboek geborgen wordt. In het Museum voor Geschiedenis en Kunst te Amsterdam bevindt zich nog zoo'n bank. Ook is daar een schouw als deze opgesteld. 132. Middeleeuwsche slaapkamer. Hetzelfde onderwerp als fig. 131 behandelt ook deze plaat: Maria boodschap. Hier zien wij evenwel een laatmiddeleeuwsche slaapkamer en een geheel andere zoldering, een tongewelf. Het ledikant is met gordijnen omgeven. Een deel van het gordijn is opgenomen. Ook hier is het symbool van O. L. Vr., de lelie, naast haar geschilderd. Rogiervan der Weyden, de schilder van dit stuk, leefde ± 1400-1460. 133. Miniatuur uit een Keurboek van Yperen, 14de eeuw. Het prentje is merkwaardig, omdat het ons eenige voorstelling geeft van de weefnijverheid. De man links zet de ketting op uit verscheiden draden, die door oogjes loopen en waarmee de daaronder liggende klosjes omwoeld zijn. Rechts op het prentje zien wij het weefgetouw, waaraan twee mannen (?). Die het meest naar rechts zit, heeft de weefspoel in de hand. Door de balansvormige voorwerpen, die bevestigd zijn aan de bovenste dwarslat, kunnen de verschillende gedeelten van de ketting, of de schering, naar boven of naar beneden getrokken worden. Tusschen de zoo van elkaar gescheiden kettinggedeelten wordt de inslagspoel gehaald. Het afgewerkte laken zien wij in een breede strook, terwijl dit gewonden wordt om den stok met het tandrad en den hefboom. 47 184. Zaal van een deftiqe stadswoning in het laatst der 15de eeuw. Waren de vorige kamers alle ontleend aan schilderijen, hier is er een, die werkelijk bestaan heeft. Deze zaal is uit het Huis Zoudenbalch, thans gelegen in een van de minst aanzienlijke straten van Utrecht. Tot voor kort bijna ongeschonden is zij toen in teekening gebracht door den heer G. de Hoog. De bouwheer was Evert Zoudenbalch, thesaurier ten Dom en proost van Maastricht. De muren zijn blijkens een inventaris van 1603 met tapijten behangen geweest. De deur is genomen naar een middeleeuwsche deur uit de St. Paulusabdij, die zich thans in het Museum te Utrtcht bevindt, en waarvan de zeer typische paneelbewerking onze aandacht trekt. Het beeldhouwwerk boven de deur was hier aanwezig. Éea gepolychromeerd afgietsel is ook in het stedelijk museum te Utrecht te vinden. We zien daarin een voorstelling van St. Maarten, die een stuk van zijn mantel snijdt om het aan een bedelaar te geven. Een kleine hulde van den thesaurier van het kapittel ten Dom aan den Heilige, wien klooster en kerk bijzonder waren toegewijd. Ut ook op het netwerk van de schouw. Uit Mr. S. Muller Fz., Oude Huizen te Utrecht. 135. Miniatuur uit het Breviarium Grimani. Het was de gewoonte van de middeleeuwsche hooge geestelijken zich bijzonder schoone brevieren te laten maken en deze te doen illustreeren: „verluchten", door bekwame illuminatoren. (Een brevieris een verkort gebedenboek, dat door de R. K. geestelijken gebruikt wordt bij hun dagelijksche gebeden en dat de gebedsformules, stukken uit de H. Schrift, psalmen, hymnen enz. bevat, benevens een kalender voor het kerkelijke jaar.) Een der schoonste brevieren, misschien wel het schoonste, is het z.g. Breviarium Grimani, dat te Venetië bewaard wordt. Daarin zijn voor de verschillende maanden van het jaar typeerehdeteekeningen in pracht vari kleur aangebracht. Deze plaat begeleidt de maand April, en vertoont ons, welke kleeren de bewoners van bovenstaande zalen en huizen droegen ongeveer H\ het midden der 15de eeuw; naast den boom zien we den nar. Op den achtergrond een pleziervaartuigje, boven in het plaatje de zonnewagen. Het origineel van deze reproductie was een type der tot volmaaktheid gekomen, doch weldra stervende Vlaamsche miniatuurkunst. Het brevier heet naar den oorspronkelijken bezitter. 48 135 136. Filips de ooede naar een schilderij van Rogier van der Weyden + 1400-1464 (zie ook nos. 132 en 138). Filips de Goede, zoon van Jan zonder Vrees en Margaretha van Beieren, werd geboren 1396, overleed 1467. Hij bracht de Bourgondische landen, Vlaanderen, Artois, Holland, Zeeland, Henegouwen, Brabant, Limburg, Luxemburg en Namen in één hand en gaf deze vereenigde landen de eerste instellingen, die hen tot één staat moesten vormen. 137. Claus Sluter: Mozesof Profetenput. Het Bourgon¬ dische hof was zeer kunstzinnig (zie ook 83A). Zoo riep Filips de Goede eenige Nederlandsche kunstenaars naar zijn Bourgondische hoofdstad Dyon om daar het door hem gestichte Karthuizer klooster te versieren. In den hof van dat klooster werd (± 1400) de Mozesput door den Noord-Nederlander(?) Claus Sluter gebouwd. Over is het hier gereproduceerde: de zeskante sokkel, die bestemd was om een kruisigingsgroep te dragen, en die uit het bassin oprees. De hier zichtbare profetengestalten zijn Mozes, Jesaja (links), koning David (rechts). 49 138. Karel de stoute, zoon van Filips den Goede, geb. 1433, gesneuveld voor Nancy 1477, naar een schilderij van Rogier van der Weyden in een Museum te Berlijn. 139. Het elfde kapittel van het gulden vlies, gehouden te Brugge in 1468. Het onderschrift luidt: Cy commence le premier livre de la Thoison d'or. Trés excellent et trés puissant prince palatin de Haynau, de Hollande de Zelande et de Namur, marquis du Saint Empire. Op het kleed, dat Kareis troon versiert, is zijn devies geborduurd: Je 1'ay emprins (d. i. Je 1'ai entrepris). Karei draagt (evenals zijn vader, zie 136, en evenals op zijn portret, 138) de keten van het Gulden Vlies; de kapittelleden zijn daarmede eveneens getooid. Ook hier vinden we een schriftvoorbeeld uit de 15e eeuw. o 139 139A-B. Reliekschrijn van memlinck. De paneelen van dit gotisch reliekschrijn, dat zich te Brugge bevindt in het Sint Jans-hospitaal, zijn geschilderd door Memlinck (± 1430-1494). De legende vertelt, dat de H. Ursula door den zoon van een heidenkoning tot vrouw werd gewenscht, doch dat zij, Christus getrouw willende blijven, uitstel vroeg en met 11000 maagden langs Keulen en Bazel naar Rome toog, waar dé Paus haar ontving. Op de terugreis troffen zij in Keulen een Hunnenleger en de 11000 maagden werden daar gedood en ten slotte ook de H. Ursula, toen zij weigerde den Hunnenkoning te trouwen. Het schrijn van de H. Ursula is van zeer hooge kunstwaarde. We geven hier het schrijn en een paneel ervan, dat algemeen het mooist wordt geacht en dat bovendien ons leert, hoe Memlinck in zijn dagen krijgstenten en soldaten zag (vgl. no. 113A). Op den achtergrond het koor van den Keulschen Dom. Het werd geschilderd in 1489, toen Memlinck reeds jaren onder den invloed van Rogier van der Weyden uit was. 139B en 140 Blad uit de „heures de turin". De verluchting van dit handschrift wordt toegeschreven aan Hubert van Éyck, tijdgenoot van Willem VI van Beieren en Filips den Goede. Hij zou het getijdenboek, dat thans verbrand is en waarin het origineel van dit prentje voorkwam, vervaardigd hebben voor Willem VI van Beieren. Het plaatje wordt geacht voor te stellen een ontmoeting van Willem VI en zijn dochter, Jacoba van Beieren, op het strand. Het onderste plaatje is niet zeer duidelijk. Wij zien twee mannen te paard, en in het verschiet een stad. Verder koeien en eenige geestelijken. Iu den rechterbovenhoek is in een medaillon God de Vader afgebeeld. Door de van Hem uitgaande stralen wilde de schilder naar middeleeuwsch gebruik aanwijzen, dat het gebed verhoord wordt. Het onderschrift luidt: Et tu Deus meus, creator, redemptor et protector meus, preces sanctorum tuorum et meas dignanter exaudias et me servum tu (urn), d. i.: En gij mijn God, mijn schepper, verlosser en beschermer, wil genadiglijk de gebeden Uwer Heiligen en de mijne verhooren, en mij uw slaaf enz. 141-143 Naast de aristocratische miniatuur, die weldra sterven zal, de meer plebejische producten der jonge boekdrukkunst. 141 is een blokdruk of xylograaf. Text en teekening beide zijn van één in reliëf gesneden houtblok afgedrukt. Dit is een voorbeeld van het oudste drukwerk. Door de letters in het houtblok van elkaar te scheiden kwam men tot de losse drukletters, die in andere volgorde naast elkaar geplaatst weer voor ander drukwerk gebruikt konden worden. No. 143, een z.g. Costeriaan, geeft daarvan een der oudste, zoo met het oudste voorbeeld. Tegenover dit onbeholpen drukwerk staat reeds veel gunstiger het drukwerk in no. 142. De prent is op een houtblok gesneden; losse letters zijn gebruikt voor het zetten van den text. Het origineel van dit titelblad werd gedrukt te Gouda, 1486. • ....... De text van 144 luidt: Excercicium super Pater noster. Nota quod tna pertinent ad orantem; scil. spintalis libertas que per alas, cordis puritas que per albas vestes et attencionis actualitas que dicticam signihcatur. Qui talis est dignus est accipere librum cum septem seris: id est dominicam oracionem et solvere signacula eius. De vertaling luidt ongeveer: Oefening over het Onze Vader. „Merk op, dat drie zaken noodig zijn voor wie bidt: t w geestelijke vrijheid, die door de vleugels, reinheid des harten, die door de witte kleeren, aandacht, die door het tafeltje wordt aangewezen. Die zoo is, is waardig het boek met zeven zegelen te ontvangen, d. i. het Gebed des Heeren en zijne zegels te ontbinden." Zie Openbaring V-V1II. De zittende persoon is, gelijk in 't Latijn 52 tnttt amazone tyïtoiit tmnöen ecuetè ïatttfloet.e fi Di* fcone Sbanircrjrt. 141. excercicium super pater noster. wordt aangeduid: „de broeder". Voor hem staat met witte vleugels het gebed „Oracio". De broeder bidt: „Domine doce me orare: Heer, leer mij bidden." Oracio zegt: „Veni, docebo te pater noster: Kom, ik zal u het Onze Vader leeren." Onderaan lezen wij: Een bedelare sal sijn gheestelic reijn, van herten aendachtelic. De vlogele bedieden gheestelicheit, de witte cledere reijnicheit. Aendacht betekent tafelkijn. Dus pijnt u den bode ghelijc te sijn. 142. Titelprent. 143. Abecedarium Links staat: (ven) turus est iudicare vivos et mortuos. Credo in spiritum Sanctum Sanctam ecclesiam Cathohcam sanctorum communionem, remissionem peccatorum, Carnis resurrexionem Et vZn ?fï^mT &5 ^r geloofsbelijdenis: - Hij zal komen om levenden en dood™ HordS Ik geloof in den Heiligen geest, de Heilige Katholieke Kerk, de gemeenschap der Heiligen, vergiffenis der zonden' de opstandmg des Vleesches en het eeuwige leven. Amen. Rechts staat: (temp) tadonem Sed lhbera nos l malo nSZ rntMT' gRl^plena'< Don?™s tecum' Benedicta tu in raul'eribu* * benedictus Sventn™ tui Jheus Cnstus. Amen Het eerste gedeelte is een stuk van het Onze Vader, het tweede het „Wees geboet"Verzoetang maar verlos ons van den Booze, Amen. Wees gegroet, Maria, gij begenadigde, de Heer ^ met u' t ^e&end^0nderA de Yrouwen en «w«m«l Hij, die uit u geboren za worden, Jezus ChristaT De teveli ™f wtktehc 1 A "W** in het Abecedarium. De vierkante ruimten zijn daarvoorop«gelate«l Inimer^ men teekende zulke „capitalen", vermoedelijk in rood, later met de hand in. ,."i>™KCuuen. lramers 53 UI 147. Grafmonumfnt van maria van bourqondië. Dit monument van verguld koper 148. Portret van maximiliaan van oostenrijk. Maximiliaan, die erfgenaam bevindt zich in een kerk te Brugge. De gelijkenis der Hertogin schijnt niet goed zou worden van de Oostenrijksche landen, trouwde in 1477 met Maria van geslaagd te zijn Bourgondië. Hij was regent over de landen zijns zoons 1482-1494 en voor zijn (De oude nummering is voor het gemak van den gebruiker bewaard. Lees 143-147]. kleinzoon 1506-1515. Het portret is geschilderd door Ambrogio de Predes. UT 149. Wapenrustinq van filips den schoone. Deze bevindt zich in het Keizerlijk Museum te Weenen. 150. Filips de schoone van oostenrijk , erfgenaam van de Bourgondische landen na den dood van Maria'van Bourgondië, trouwde Johanna van Arragon. Het kind uit dit huwelijk, Karei V, werd de erfgenaam der Bourgondische, Spaansche, Italiaansche .en Oostenrijksche landen. Het komt ons vreemd voor, hoe de tijdgenooten het origineel van dit portret „den Schoone" hebben kunnen noemen. De schilderij, waarnaar dit plaatje genomen is, bevindt zich in het Louvre en is eenigszins beschadigd. 150 it ! l\ JARUISAL?MBR0EDERS van Jan van Scorel (1495-1562). Jan van Scorel werkte reeds onder Italiaanschen invloed. Hij was kanunnik in St Marie Uit het H. Land. teruggekeerde pelgrims vereenigden zich in een broederschap, tot het onderhouden van een kapel. Voor zoo'n kapel schilderde I v s' deze portretten. Het origineel bevindt zich te Utrecht .in het Stedelijk Museum. De benedengroep bestaat uit geestelijken, de boveneroep uit leekèn De geestelijke beneden links is Jan van Scorel zelf. No. 6 van de broeders (van links) is „moderne restauratie". De schilderij had daar van een kachelpijp" veel geleden. Om het pasklaar te maken voor de lijst heeft men èr van boven wat afgesneden. De kachelpijp was uit de 19e, de lijst uit de 16e eeuw' 159. Afstand van karel v. Naar een kopergravure uit het plaatwerk van Hogenberg. 59 160. Johannus calvinus, geb. 1509, moest wegens kettersche gevoelens Frankrijk verlaten en begaf zich naar Bazel, waar zijn Institutio religionis; Christianae verscheen. In 1536 kwam hij te Genève, waar hij de stad regeerde overeenkomstig zijn godsdienstige opvattingen en in 1564 overleed.' Het origineel van dit portret bevindt zich te Rotterdam. - 161. Paus adriaan vi. De eenige Nederlander, die Paus is geweest. Hij werd geboren te Utrecht in 1459, genoot zijn opleiding onder de Broeders des Gemeenen Levens, werd kanunnik in het kapittel van St. Pieter, hoogleeraar te Luik,!; opvoeder van Karei V, bisschop van Tortosa, groot-inquisiteur, kardinaal. Hij was paus van 1522-1523. Dit portret is een reproductie van een gravure! naar het origineel van Jan van Scorel, 1495-1562, dat zich thans in het aartsbisschoppelijk paleis te Utrecht bevindt. De gravure is naar Houbraken. 162. Maarten luther. Evenmin als Calvijn een Nederlander, maar hier mocht Luther evenmin gemist worden, al heeft hij dan op de kerkelijke toestanden'] in de Nederlanden ook niet zoo grooten invloed uitgeoefend als de Fransch-Zwitsersche hervormer. Luther leefde van 1483 —1546. Dit portret is genomen naar een houtsnede van Lucas Cranach, een tijdgenoot van Luther, geb. 1472, overl. 1553. - 163. Menno Simons, pastoor te Witmarsum (geb. 1492,1 overl. 1559). Hij is de geestelijke vader der Doopsgezinden. Naar een 16e eeuwsch portret in de kerkeraadskamer der Doopsgezinde kerk te Utrecht. 00 162 163 CwatttotMaettïe v Courante fccr gliclocfnjüacr tóchftetaijrf^icDentffcnmliebetcgljcnnse boojBe &taï>t enïe Cafteelban töulictvtfc&ertöen fcuenemu>uia ticljften 35uouttt tot Den teatjcntooojÏHgljcn DacljDatmen De nacite toatacljns^6 ttjDmgtic bccome» eau. fi^etbcrboWopltiflltaiJetjantegenrjeöalJt entje ^ttcïjt ban «tulen pet temitootiiofte Oeöojg^ctitte beirliaaisüeii* t'Kmftetrcbant/bp'SeEcitijariJSjcuöef/tntJtlSami' Cltcrf) tnöcn btvgulben 2a$anb»totinfte«l- 195A extract toteenen fètftïï$l)t fxhjeben inttetaDt fnathtjSttoeetotbatlcn DeDen / ni« int• cl botcbo fchtetenDe Dappet onDec Dc tontb Ittüi iv/ foo Dattetpten nathi uulbpDeóo.gbcquttftcnenDeDooDcn gbeboiibentoterDen/ Dun nachtbonabrnfpUaraptn wt enbetornen bjanDenDc ptcbljocpen tnteawhten om t'boltbt»beter «;De«aaeelmttoalfcbe«ogbttó/DatDegtaeneDW Den mceö at Qerben/Dtodtb «gfjen fjatt ocoote berbttttringbe matrttc *P<©tn 1 ".Dito 3t(n ttoc e bjo uuun tater ftabt gtjetregh en/cfi Bp jijMB»* tellen tic glit bJotht/Dtfc fepDen batter notb totl 1000. gcfonD t en tof pj» baer mannen jijn/oocBDetlggetiuitOeivOUutt «ffafteel toercben/Dtoltv obenbe Dc ï3o;ggerpe tfeltie meD*tebom-|»untoJertgöebia*tBt toaerom Dat tp't tjulDin/na Dien batte* geenonttet Doo; IjanDcn toarf/fp ant* toooiDen Datter DenooojleDennaefjt een boDebanjTBaearicbtgetonun taats bjtngmbe tpbtngbe Datttr boojftber onttet booj banDf toa*/Daee om jtjnfegbertfolbeeetopttoterfte te tjotiDen-Den «tuptman ïiupfrtjehucctjcftOouberneurDanDefolDatenatljmiêDatDit De folDaten topraif Otueracl/ efi ji j« €]tf elDat niemauDt tot Dcfen Urgfjet/tfp CDclc of on> «CDele oftotebettp/bantoatqualuept/bemenDerbojDcte op h|f-Qraf' ft/int g>tuf)tban «reulen/ofaeriDe25ii[gtculntimnR(iipttfemtfboc/ oftebcftbabigbtn/oocbljcbben DtOtrittetualBatr bolle maebt Degene biettegtjenboen/tebanggeneubcmtSegbette bungben/ont ghcKcnft tetoo;Dcn/toattfnne DelemcnfclicnbtmbertoonDcteir aatste prent, voorstellende het vertrek der doorluch pagnie (kenbaar aan d Lt alen vnde S S1^1^?^^™ vno t " ' ™ J*? ™ W* Zij" ^ in t0P gereed ^ daarachter «* <*n fc* der Vereenigde Oost-Indische Comvan de stadhouderlijke groep en ^0"^ "V" w,^" ^ ^ M <" 200 man slerk was' W« zie« verder, zoowel links als rechts Amsterdamsche burgemeesters Deze Ï'tsïen ielül"Zr6s n is het toe f T "l ?? °°k ™UhMen ™ in ««« -en rijk. Op den voorgrond de Prinses en de Prins met admr.-genrl. enz. De Prinses heeft meer ZTZ^kT^^MA „ ~ * eenige in de groep die diep buigt, is ... de Prins van Oranje-Nassau, stadhouder, kaptein- de gardesoldaten va, FreriÏÏk den SkÏ g P°Slhe' * S°ldaten' de COmpagnie stadsbezetting door de stad zelve betaald, zijn allen gekleed in uniform gelijkend op dat van 359. Gezicht in de roef van de maarsser trekschuit. Naar de teekening van J. Ekels in het Rijksarchief te Utrecht. De heer in het hoekje rechts veroorlooft zich de weelde van een vetkaars. De andere rookt ondanks de aanwezigheid van een dame. Op de tafel bevinden zich voor 18de eeuwsche rookers onmisbare voorwerpen; het kwispedoor, een ontzettend onsmakelijk voorwerp, en eetj tabakspot. Ook de schipper rookt een Gouwenaar. Hoe taai sommige gebruiken zijn, leeren de tabakspot en het kwispedoor. Wie een reis met een stoombootje in afgelegen streken maakt, zal het kwispedoortje nog op de tafel van de roef vinden. 360. De slaq bij doqoersbank. Uit „Zeetriumf der Bataafsche vrijheid" van Joh. Le Francq van Berkhey, naar een prent door K. T. Bendorp. 361 en 362. Elisabeth wolff-bekker (1738-1804) en Aaqtje deken (1741-1804) naar gravure van A. Cardon, teekening van W. Neering. De verdienstelijke schrijfsters van „De Historie van Mejufvrouw Sara Burgerhart" behooren niet meer tot den tijd, waarin men van een Arcadië droomde. 361 362 Juli - Kersentijd. Naai een aquarel van Jacobus Buys (1724-1801). Geteekend in 1772. Plaat III. v. d. Meulen, Platenatlas. J. B. Wolters — Groningen, Den Haag. 400. 400. GlJSHERT karel van hoqendorp, geb. 1762, overl. 1834, naar een gravure door W. van Senus, naar een schilderij van J. W. Pieneman. In de dagen van het herstel onzer onafhankelijkheid vinden alle beslissende daden hun oorsprong in het hoofd van dezen held. En als de omwenteling gelukt is, wordt zijn ontwerp van grondwei in hoofdtrekken de grondwet voor het jonge Nederland. Daarna wordt hij strijder voor vrijhandel, ministerieele verantwoordelijkheid, openbaarheid der financies. 401 402 403. Koninq willem i, naar een gravure van B. Taurell, haar de schilderij van J. W. Pieneman. 401. L. Graaf van limburo stirum (geb. 1758, overl. 1841), naar een gravure van J. E. Marcus, die haar vervaardigde naar een teekening van H. W. Caspari, 1814. 402. A. F. J. A. Graaf van der duyn van maasdam, geb. 1774, overl. 1849, naar een gravure van J. E. Marcus, die daarbij gebruik maakte van een teekening van H. W. Caspari, 1814. oo 404 404. Aanvaarding van het hoog bewind in naam van den Prins van Oranje, 21 Nov. 1813, ten huize van Gijsbert Karei van Hogendorp, naar een schilderij van J. W. Pieneman, berustend in het Rijksmuseum te Amsterdam. Gijsbert Karei, door de jicht gekweld, zit op den stoel. We zien er o. a. afgebeeld het gezin van Van Hogendorp, Van der Duyn van Maasdam, Van Lim- burg-Stirum, Canneman e. a. Wij nemen deze plaat op, omdat deze buitengewoon belangrijke daad de Nederlanden maakte tot bondgenoot van Napoleons vij¬ anden en zij Nederland behoedde voor een behandeling als veroverd Fransch gebied, gelijk de Zuidelijke Nederlanden ondervonden. Merk op, hoe wonderlijk de staande heer op den voorgrond in een toga van Romeinschen vorm gehuld is. Wij zouden geneigd zijn ver¬ ons ongewild gelegenheid biedt het 1813 te vergelijken met den toestand king te maken, dat elke vooruitgang verbetering brengt. band te zoeken tusschen deze toga en de voorliefde voor herinneringen uit de klassieke oudheid. Vgl. het Stadhuis te Groningen, de adelaars van Napoleon en diens portretten, waarop hij als Romeinsch keizer poseert. 405. De hier afgebeelde landing van den prins is genomen naar een gravure van R. Vinkeles, welke gemaakt is naar een teekening van J. W. Pieneman. De landing moet hebben plaatsgehad daar waar zich nu de gedenknaald bebevindt. Historisch belangrijk is het prentje, ook omdat het strand van Scheveningen in van heden en de gevolgtrekniet in elk opzicht waarlijk 149 406. Kroonprins wiLLEM^in den slag bij Waterloo. Gravure van R. Vinkeles, naar teekening van J. van Bree. Uit Scharp, Eerzuil 1815. 407. Portretgroep van koning willem ii en zijn gemalin, anna paulowna, met hun kinderen, de erfprins Willem, prins Hendrik en prins Alexander, overleden in 1847, en prinses Sophie, die later getrouwd is met den Groot-Hertog van Saksen-Weimar-Eisenach. Dit portret is gemaakt, toen Willem II nog kroonprins en Willem III nog erfprins was. De coiffure van de kroonprinses trekt meer bijzonder de aandacht. 150 1 408. Spotprent op de ministeriëele verantwoordelijkheid. Het onderschrift luidt: Ah mon pauvre prince, vous avez cassé les vitres? Venez que je vous donne le fouet sur le derrier (sic) de votre camerade. 409. Cornelis felix van maanen (1769-1846), lange jaren onder Willem I minister van justitie. Uit Napoleons bureaucratische school voortgekomen, was hij een overtuigd aanhanger van het „landsvaderlijke" regiem. Zoo ziet hij er ook aan zijn ministerieele tafel uit. Naar een litho van C. C. A. Last. 408 409 410. Hier leert hij 't schrijven en de talen,) tn wetenschappen zonder dralen, Hij onderscheidde zich door vlijt En zucht naar hooge kundigheid. II é!ait studieux, et fut des plus adroits Ainsi il préluda a de fameux exploits. 410-413. Van spevk's leven en dood. 411. Van Speyk verschijnt',hier met zijn boot En werpt gestadig 't'moordend lood Op Antwerp's diep bedroefden wal; Hetgeen hij lang gedenken zal. Van Speyk parait devant Anvers, en son canon .Vomit partout la mort et la désolation. 412. Eer dat Van Speyk het dulden wou, En hij zich overgeven zou, Vliegt hij veeleer met zwaar gerucht Met vriend en vijand in de lucht. Plutot que d'amener, il préfera mourir Et fait avec les siens, son ennemi périr. 413. Men heeft in 't Amstels weezensticht, Van Speyk een grafsteen opgericht. Dit zedig marmren monument, Vermeldt u zijn begin en end. Sa tombe a Amsterdam se voit aux orphelins, uu n rut eieve. mandant sa triste fin. mM^!beeIdh^en *enomen ui* centsprent van 1831 (Turnhout, Brepols en Dierckx zoon), die van een houtblok cedrukt was en eekleurd over het^tgein^Sd^SS?'-^ w ÜS? * V in dat « *» ™d met eSTÏÏ^^tï^ÏÏ over net uitgesneden gedeelte gestreken. Zoo gebeurde het dikwijls, dat de verf niet geheel op den hoed terecht kwam, doch gedeeltelijk er naast. 151 414. Diligence van Den Haag naar Rotterdam, v. v. in 1815. Blijkens de kroon en het koninklijk naamcijfer is het een postrijtuig. Het rust op metalen veeren. We vestigen de aandacht op de fraaie hoofddeksels der heeren op den bok. 415. De eerste stoomboot op het ij voor Amsterdam. 416. Ds. Hendrick de cock, die 1834 door de „Acte van afscheiding en wederkeering" de Christelijk Gereformeerde kerk stichtte. De predikant van Ulrum had evenals zijn collega te Doeveren, Ds. Scholte, vervolging van staatswege te verduren! Eerst in 1839 heeft de regeering het nieuwe kerkgenootschap erkend. Fragment van een steendruk door N. J. W. de Roode. 417. Het eerste rijwiel, de z.g. Draisine, zoo genoemd naar Jden uitvinder Karl von Sauerbronn-Drais, die deze machine ± 1817 construeerde. Boven het zadel is een bord aangebracht om er met de armen op te steunen. Met deze velocipede kon een snelheid van 7 a 8 K.M. bereikt worden. In het sportmuseum te Arnhem kunt ge zoo'n Draisine nog zien. 418. Nicolaas beets, geb. 1815, overl. 1903, naar een gravure in de Muzenalmanak van 1838. In 1839 verscheen zijn Camera Obscura, waarin o. a. Van varen en rijden, het opstel, dat door nos. 359, 414, 415 en 422 geïllustreerd kan worden. De heeren „op een kopje thee, om verder het avondje te passeeren", moeten ongeveer zoo in hun stropdas hebben gezeten. Tegenover Ds. de Cock (vgl. no. 416) moge hij de Nederl. Herv. kerk vertegenwoordigen. ut to 419. Hein de kruier, de onmiddellijke voorganger van de Dienstverrichting onzer dagen, Hein woonde in een pothuis. Justus van Maurik heeft hem nog zeer goed gekend. Genomen uit: De Nederlanden' (zie no. 421). 153 450. Anton mauve. Onder de dennen. 451. Jacob maris. Gezicht op Dordrecht. In een particuliere verzameling in N.-Amerika. van der meulen, Platenatlas, 3e druk. 11 161 452. Jozef israëls. Alleen in de wereld. Museum Mesdag, 's Gravenhage. 453. Hendrik willem mesdag. Storm op zee. Stedelijk Museum, Dordrecht. 162 455. De koopmansbeurs te Amsterdam, gebouwd door H. P. Berlage. 454. Het rijksmuseum te Amsterdam, gebouwd door Dr. P. J. H. Cuypers, geopend in 1885. 456 456-457. Meer dan in den bouw van stijlvolle gebouwen, brengt onze tijd tot stand in andere zaken. Eén eeuw kan niet alles tegelijk doen. De ongelooflijke uitbreiding onzer steden heeft aanleiding gegeven tot overhaast en slecht bouwen, zoodat onze steden er droevig uitzien. Daarentegen heeft onze tijd de stoom- en electriciteits-techniek tot volle ontwikkeling gebracht. Wij zijn erin geslaagd, de trekschuiten en diligences te vervangen door rollende en varende paleizen, waarin het volmaakte bijna bereikt is. Hier ziet ge twee gezichten in het binnenste van „de Tamboro" van de Rotterdamsche Lloyd, nl. een eerste-klas rooksalon en een eerste-klas-hut en hierna „de Prinses Juliana", gebouwd op de werf van de Koninklijke Nederlandsche Scheepsbouw-maatschappij. Zij behoort tot onze nieuwste schepen, is lang 473 voet, breed 55, meet 8055 ton bruto, heeft 2 quadruple expansie machines, welke bij 86 omwentelingen 6600 paardekrachten ontwikkelen en het schip een snelheid van 15 mijlen geven. Het schip kan vervoeren 351 passagiers, de bemanning bedraagt 170 koppen. De lijnen, die de masten verbinden en vandaar naar beneden gaan, zijn voor de draadlooze telegraphie. Ook is een onderwater-kloksignaal-apparaat aangebracht. materieel te Amsterdam. 460. Eetsalon in den trein van H. M. de koningin. De trein is gebouwd door de Kon. Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagens van J. Beynes te Haarlem en de Kon. Meubelfabriek te 's Gravenhage, firma Mutters. De ontwerpen voor het geheel en de details zijn gemaakt in de bureaux der Maatschappij tot Exploitatie van S.S. en de Holl. IJzeren Spoorweg-Maatschappij, die H. M. den salontrein aanboden bij Haar huwelijk. 461. Automobiel uit de fabriek „de Trompenberg", z.g. Spijkerauto, model Torpedo. Met dit plaatje zijn wij in staat het nieuwste rijtuig te vergelijken met het rijtuig van de Koningin van Napels op no. 114, en ons te verheugen over den vooruitgang in de middelen om ons te verplaatsen, zij het dan ook, dat wij menigmaal onze wandeling buiten bedorven zien door het stof, dat dit nieuwste rijtuig opjaagt. 464. Vergelijk deze haven met nos. 229 en 415. 462. Rijwiel 1912. 463. Jan olieslagers te Rotterdam, zomer 1910. 464. De rijnhaven te Rotterdam. 466 465. Herman willem daendels, 18071811, gouverneur-generaal van wat er ons aan koloniën in Indië restte. Zijn opvolger Janssens heeft slechts enkele maanden het bewind over Java kunnen voeren. De energieke patriot, revolutie-generaal en Napoleontische maarschalk heeft krachtig maar willekeurig in Indië geheerscht. De Postweg, zijn werk (vgl. no. 468), was duur gekocht. Naar een zwartekunstprent van Ch. H. Hodges; overgenomen uit S. Kalff, De „loffelycke Compagnie". 466. Thomas stamford raffles, 18111815, Engelsch luitnt.-gouv.-generaal. Zijn „landrentestelsel" lag in de lijn der nieuwe ideëen, die hij bij zijn bewind reeds aantrof. Onzorgvuldig uitgevoerd bracht het den Inlander weinig verlichting. (Deze afbeelding, ontleend aan Colijn, Nederlandsch Indië, is genomen naar een schilderij van G. F. Joseph, nu te Londen). 467. Gouverneur-oeneraal van den bosch (naar een litho van J. H. Hoffmeister), 1830-1834 als zoodanig in Indië werkzaam voor de uitvoering van zijn „cultuurstelsel" en sedert als minister van koloniën (tot'39) trots veler tegenwerking dat stelsel vestigend. Het was een terugkeer tot het systeem der Compagnie, dat deze verdienstelijke Indische generaal voorstond. Eerst omstreeks het jaar 1860 kwam de kritiek tegen de „batig-slot"-staatkunde, die de geleidelijke afbraak van het cultuurstelsel veroorzaakte. 166 468. Daendels' postweq aan Java's Noordkust, bij Lasem, O. van Rembang. 469 470 469. Laboratorium van liet hospitaal te Petoemboekan (Sumatra's Oostkust), naar een foto op het Koloniaal Instituut te. Amsterdam. Het plaalje moge getuigen van de zorg voor de volksgezondheid en aantoonen, hoe ook in dat opzicht in Indië flink wordt aangepakt. 470. Postauto op het traject Lahat-Tebing Tinggi de Kikim overstekende. Sedert 1911 bestaat in Palembang en Bengkoelen een rijksautodienst. Het moderne vervoermiddel gaat hier den modernen wegaanleg vooruit! Overbrugging was 1913 in voorbereiding. - Dit jongegouvernementsbedrijf had reeds belangrijke resultaten te boeken. In drie jaar steeg het aantal reizigers van 1500 tot 20 000; de verhouding van reizende Europeanen en Inlanders sloeg in die jaren om van 2:1 in 2:8! Gemiddeld legde iedere reiziger + 60 KM. af. Ook aan het goederenvervoer is duidelijk te zien, hoe deze dienst in een „bestaande behoefte" voorziet. De opbrengsten stegen met 1500 0/0 en de verhouding rijks- en particulier vervoer wijzigde zich van 2 : ruim 1, in 2 : 14! - Men vergelijke Daendels' Postweg (no. 468). Deze afbeelding werd, ontleend aan het Verslag ^van den gouvernementsautomobieldienst in Palembang en Bengkoelen, 1913. 471. Landbouwcursus voor desa-schoolonderwijzers te Lawang. Dit plaatje illustreert het door de rijkslandbouwleeraren geleide onderwijs aan de Inlanders, cultuurwerk van begrijpelijkgroote beteekenis. De hier gegeven cursus in plantkunde en plantenteelt is op dit oogenblik aan de ontwikkeling der zaadkiemen toe; de desa-onderwijzers, tijdelijk weer leerlingen geworden, hebben straks de opgedane kennis verder te verbreiden. (Ontleend aan het Jaarboek van het Departement van Landbouw enz. in Nederlandsch Indië, 1913). 472. Penning geslagen ter gelegenheid van de opening van het Koloniale Instituut te Amsterdam. Zij typeert, wat wij boven slechts zeer onvolledig, — immers de belangrijke zendingsarbeid moest voorloopig nog ontbreken - , in beeld konden brengen: het toenemend begrip voor kolonialen arbeid in Nederland. Op de door Louis J. Vreugde ontworpen en door de firma Begeer geslagen penning staat Westersche Wijsheid den tot arbeid bereiden Inlander helpend ter zijde; om hen beiden wordt het licht. (Ontleend aan: de Hollandsche Revue 1917). 472 5 | SYSTEMATISCHE INDEX. Blz. AARDEWERK EN GLASWERK. Aardewerk uit den Huneb'eddentijd ........ 9 Aardewerk uit den Bronstijd 10 Aardewerk uit den Romeinschen tijd . . . . . . . 11 Legioensteenen uit den Romeinschen tijd. • 12 Glazen flesschen uit den Romeinschen tijd 12 Steenen dakpannen uit den Romeinschen tijd . . .12, 13 Aardewerk uit den Merovingisch-Karolingischen tijd. . 14 HANDSCHRIFT EN DRUKWERK. Handschrift üit de 9de'eeüw'. '. '. 14, 16, 17 Handschrift uit de 10de eeuw 17 Handschrift uit de 12de eeuw, stadsbrief 40 Handschrift uit de 13e eeuw 38 Handschrift uit de 14de eeuw. .' 38, 47 Handschrift uit de 15de eeuw 31, 39, 50, 52 Handschrift uit de 15de eeuw (kleurprent) . . . .40-41 Blokdruk uit de 15de eeuw . . • 53 Costeriaan uit de 15de eeuw .... f§0. .... 53 Drukwerk uit het laatst der 15de eeuw 53 Drukwerk uit de 16de eeuw . . . ..• 56, 66 Drukwerk uit de 17de eeuw . . \s, . . . 72, 89, 115 Schrijfvoorbeeld uit de 17de eeuw . 84 Drukwerk uit de 18de eeuw ...... . . 78, 115, 123, 135 EDELEN EN RIDDERLEVEN. (Zie hiervoor ook Kleederdrachten èn onder Gebouwen: Kasteelen.) Troubadour 38 Tournooi 39 Inscheping van een groot heer 39 Vorstelijke begrafenis .* 39 Beleg van een stad 39 Intocht van de Koningin van Napels te Parijs. ... 39 GEBOUWEN. BINNENHUIZEN. (Zie ook Kerken en Kloosters, Vergaderzalen, Schouwburgen, Ziekenhuizen.) Dom te Aken tg 15 Pleghelmuskerk te Oldenzaal 19, 20 O. L. V. kerk te Maastricht . 21 Krypt van de St. Lebuinuskerk te Deventer 22 Mariakerk te Utrecht . 23 St. Janskerk te 's Hertogenbosch . . . %jk . - . . . 26 Kapittelzaal van den Dom te Utrecht . j*,', .' . . . 29 Librije van de St. Walburg te Zutfen 30 Blz. Kloostercel 31 Grafelijke zaal te 's Gravenhage . . . 4*i .... 35 Gotisch vertrek naar Dieric Bouts . . 36 Keuken + 1500 . ... . . . <. .■ 46 Woonvertrek uit de 15de eeuw, naar den Meester van Flemalle 46 Slaapvertrek uit de 15de eeuw, naar Rogier van der Weyden 47 Zaal van een deftig huis uit de 15de eeuw te Utrecht. 48 Kapittelzaal van het Gulden Vlies 50 Studeerkamer van Erasmus. . . . 56 Schouwburgzaal te Londen 57 Zaal van het hertogelijk paleis te Brussel 59 School 84 Ziekenhuis uit de 17de eeuw 86 Burgerwoonvertrek uit de 17de eeuw 87 Kloveniersdoelen te Dordrecht 89 Bibliotheek te Leiden 90 Schouwburg te Amsterdam. . 90 Rolzaal van Holland . 91 Nieuwe Kerk te Groningen . . . . ... . . .104 Avondschool, Dou 111 Herberg, Ostade 111 Binnenhuis, Pieter de Hoogh . ! . . 112 Huiskamer, Jan Steen. . . . . . . . . .112 Vergaderzaal van de Staten van Holland. . . 113 Modelhuis in het Museum te Utrecht 122 Academische gehoorzaal te Leiden 124 Burgerwoonvertrek, Cornelis Troost 125 Kamer uit het eerste derde deel der 18de eeuw . . . 126 Keuken uit het midden der 18de eeuw 127 Kamer uit het midden der 18de eeuw, Louis XV . .133 Studeerkamer uit het laatst der 18de eeuw . . . Titelblad School uit het laatst der 18de eeuw 137 Voorhuis in een plattelandswoning • . .138 Kamer uit het laatst der 18de eeuw, Louis XVI . . .140 Vergaderzaal der Nationale Vergadering 142 Kamer uit het begin der 19de eeuw, Style Empire . . 146 Studentenkamer uit het begin der 19de eeuw . . '. . 169 Boekwinkel .153 Boerenwoning, Israëls .... . . .162 DOELEN. Kloveniersdoelen te Dordrecht . . . -JljL ,.' ... 89 KASTEELEN. Romeinsch fort , . . . . 11 Fundamenten van een Romeinsch paleis 11 Kasteel. Brederode. Reconstructie t>; ... . 32 Plattegrond van het kasteel te Muiden '.s'.tS. . . . 32 170 SYSTEMATISCHE INDEX. Blz. Kasteel te Muiden 33 Binnenplaats van het kasteel te Muiden 33 Front van de Grafelijke Zaal te 's Gravenhage.... 34 Zijkant van de Grafelijke Zaal te 's Gravenhage ... 34 Grafelijke Zaal te 's Gravenhage 35 Kasteel van Batavia 76 Kasteel van Banda 78 Huis Honsholredijk 93 KERKEN. Karolingische kerk te Aken, binnenaanzicht 15 Karolingische kapel te Nijmegen, buitenaanzicht ... 15 Romaansch altaar 17 Romaansche kerk te St. Odiliënberg 18 Romaansche kerk te Oldenzaal 19, 20 'Romaansche kerk te Maastricht 20, 21 Romaansche krypt van St. Lebuïnus 22 Romaansch zuilkapiteel 22 | Romaansche St. Mariakerk (binnen) 23 Romaansche St. Mariakerk (buiten) 23 Gotische St. Bavo-kerk 24 Gotisch Domkoor te Utrecht 26 Gotische St. Janskerk. Schip te 's Bosch 26 Doorsnede van een Gotische kerk 26 Plattegrond van de St. Janskerk te 's Bosch 26 Romaansche St. Martinikerk te Groningen 42 Nieuwe kerk te Groningen, 17de eeuw 104 Nieuwe kerk te Groningen van binnen 104 KLOOSTERS. Dominikanerklooster te Gent in vogelvlucht .... 28 Kloostergang van den Dom te Utrecht 29 Kapittelzaal van den Dom te Utrecht 29 Librije van de Walburgiskerk te Zutfen 30 Cel in een Broederhuis der broeders des Gemeenen Levens 31 KOOPMANSBEURZEN. Amsterdamsche Beurs van 1612 75 Amsterdamsche Beurs van Berlage 163 LANDHUIZEN. ZEVENTIENDE EEUW. Huis Honsholredijk en park 93 Hofwijk 99 Burgerbuitenhuis 112 ACHTTIENDE EEUW. Queeckhoven 127 Paviljoen te Haarlem 139 MUSEA. Rijksmuseum te Amsterdam 163 PAKHUIZEN. West-Indische pakhuizen 81 Groenlandsche pakhuizen 83 SCHOOL- EN ACADEMIEGEBOUWEN. Academische gehoorzaal te Utrecht 29 School in 1616, gevelsteen 84 School, Ostade 84 Universiteitsbibliotheek te Leiden 90 Academische gehoorzaal te Leiden 124 Kostschool in de 18de eeuw 127 School in de 18de eeuw 137 Landbouwcursus te Lawang 167 SCHOUWBURGEN. Rederij kerstooneel 57 Amsterdamsche schouwburg 90 Blz. STADHUIZEN. Stadhuis te Gouda in de 15de eeuw 44 Stadhuis te Middelburg in de 15de eeuw 44 Stadhuis te 's Gravenhage in de 16e eeuw 65 Stadhuis te Amsterdam in de 17de eeuw 103 Stadhuis te Sneek, midden der 18de eeuw 131 Stadhuis te Groningen, begin der 19de eeuw .... 145 TORENS. Romaansche torens te Odiliënberg 18 Romaansche torens te Maastricht 20, 21 Romaansche toren van de St. Mariakerk te Utrecht . . 23 Gotische torenbouw (Van Eyck) 25 Gotische toren van St. Martinus te Groningen ... 27 Gotische Domtoren te Utrecht 42 Toren 17de eeuw 75 Munttorentje te Amsterdam 102 Beurstorentje te Amsterdam, 19de eeuw 163 VERGADERZALEN. Zaal in het hertogelijk paleis te Brussel 59 Rolzaal van Holland 91 Zaal van de Staten van Holland 113 Zaal van de Nationale Vergadering 142 WOONHUIZEN. (Zie ook stadhuizen en landhuizen.) MEROVINGISCH-KAROLINGISCH. Hut-urn . 14 ROMAANSCH. Stapelhuis te Gent 22 GOTISCH. Houten huizen te Middelburg 45 Houten huis te Utrecht 45 Steenen huis te Utrecht 45 Steenen huis te Kampen 45 ZESTIENDE EEUW. Amsterdamsche gevels 100, 102 ZEVENTIENDE EEUW. Amsterdamsche gevels 100 — 101 Amsterdamsche huizen aan het Rokin 102 Trippenhuizen te Amsterdam 103 Burgerbuitenhuis 112 ACHTTIENDE EEUW. Huis te Dordrecht ; ... 128 Huis te Dordrecht 139 Hötel van Amsterdam te 'sHage 143 ZIEKENHUIS. Ziekenhuis van St. Catharijne te Utrecht 86 Laboratorium van het hospitaal te Petoemboekan . .167 GEESTELIJKEN. Paus I4 Frankische geestelijken 16 Proost van St. Jan 30 Schrijvende monnik 31 Bisschop uit de 12de eeuw 31 Bisschop i Aartsdiaken > Kleurprent tusschen 40 en 41 Nonnen f Geestelijke uit de 15de eeuw 53 Geestelijke Jeruzalembroeders 59 Paus Adriaan VI 60 SYSTEMATISCHE INDEX. 171 Blz. GLASWERK, zie AARDEWERK. KAARTEN EN PLATTEGRONDEN. Gedeelte van de Tabula Peutingeriana 10 Paleis te Arendsburg . . ... 11 Kerk te St. Odiliënberg 18 Kerk te Oldenzaal . . U.,. . . t 19 Kerk te 's Hertogenbosch 26 Kasteel te Muiden . 33 Gedeelte van Amsterdam in de 16de eeuw 41 Kaart van Groningen » 70 Kaart van Nieuwpoort 71 Poolkaartje 74 Kaart van Batavia 76 Park van Honsholredijk 93 Huis van Hofwijk 99 Nieuwe kerk te Groningen 104 KINDEREN, KINDERSPEL, KINDERBOEKEN, EN SCHOLEN. Kinderspelen ± 1550, kinderkleeding ....... 58 Kinderspelen ± 1623, kinderkleeding 85 Kinderkleed ij 84, 87 92 112 School 84 Kostschool in het begin der 18de eeuw 127 Kinderkleedij 1787, uit Van Alphen 137 School in 1781, uit Swildens 137 Kinderspel in 't laatst der 18de eeuw 143 Kinderkleedij 1772, Kleurprent tusschen ... 136 en 137 KLEEDERDRACHT. (Zie ook Portretten.) romeinsche tijd. Romeinsch keizer .11 Romeinsche schoen .11 karolingische tijd. Frankische soldaten 14 Frankisch koning, geestelijken, hovelingen 16 tiende eeuw. Dirk II van Holland .17 Hildegardis van Holland 17 Noormannen .17 twaalfde eeuw. Bisschop Gotfried v. Rhenen 31 dertiende eeuw. Graaf Floris V, zegel 37 Boeren, muurschildering te Munster 37 Koningin van Frankrijk, troubadour enz., miniatuur. . 38 veertiende eeuw. Edelen en edelvrouwen 37 Friesche jonker 37 Wevers 47 vijftiende eeuw. Proost van St. Jan 30 Schrijvende monnik, broeder des Gemeenen Levens . .31 Bisschop, aartsdiaken, nonnen, Kleurprent tusschen 40 en 41 Edelen en edelvrouwen 39 Vrouwenkleed • 46 47 Dienstbode 46 Aanzienlijke dames en heeren 48 Vliesridders, naar miniatuur 50 Geestelijke in misgewaad 50 Krijgslieden ifl wapenrusting 51 Willem VI van Henegouwen en gevolg 52 Maria van Bourgondië 54 Wapenrusting van Philips den Schoone 55 Blz. zestiende eeuw. Karei V ^ . . 56 Geleerde, Erasmus . .. . . 56 Tuinlui ^ *'? . . 57 Krijgslieden, Gevolg van Karei V 58 Kinderen 58 Jeruzalem-broeders, wereldlijk en geestelijk 59 Aanzienlijken 59 Filips II 62 Margaretba van Panna 62 Granvelle 63 Alva 63 Willem I . 64 Edelen ,,-, 66 Soldaten 67 Geleerden 68 Vorstelijke personen 69 Koloniale ambtenaren 73 zeventiende eeuw (eerste gedeelte). Maurits 70 Willem Lodewijk 71 Soldaten 72 Coen, Kleurprent tusschen 72 en 73 Kinderen .... ?r,:y'. 84, 85, 87, 92, 112 Burgerlieden 86, 87 Geleerden, staatslieden . . . . : 88 Heerenkleeding 1619 89 Frederik Hendrik 91 Amalia van Solms 91 Willem II als kind. 92 Maria Stuart als kind 92 Tromp 94 Frans Hals en vrouw 110 zeventiende eeuw (tweede gedeelte). Koloniale ambtenarea 77 Cats 96 Hooft 97 Vondel 97 Sweelinck 97 Anatomische les van Rembrand 105 Nachtwacht van Rembrand 106 Staalmeesters van Rembrand 106 Schuttersstuk van Van der Helst 110 Johan de Witt 113 Geleerden 114, 115 Admiraals 116, 117 Willem III 121 Maria van Engeland 121 Boerin 123 achttiende eeuw (eerste gedeelte). Dame 123 Heer 123 Hoogleeraar 124 Burgerlieden 125 achttiende eeuw (ongeveer midden). Dames, heeren, koetsiers, lakeien enz 125 Dienstboden 127 Willem IV 130 Anna van Engeland 130 Willem V, garde-uniform 134 achttiende eeuw (laatste gedeelte). Prinses Wilhelmina 134 Kleederdrachten 1768. . 135 Erfprins Willem, prinses Louise en prins Frederik . . 137 Kinderen 137 172 SYSTEMATISCHE INDEX. Blz. I Dames, heeren, kinderen en koopvrouw, Kleurprent 136 — 137 Prinses Wilhelmina en omgeving te Goejanverwellesluis. 138 Silhouet 139 Dames- en heerengezelschap 143 Soldaten van de Bataafsche Republiek 143 Admiraal van de Bataafsche Republiek ...... 143 negentiende eeuw. Rutger Jan Schimmelpenninck in ambtskleeding . . . 144 Bilderdijk ;i 144 Koning Lodewijk 144 Koningin Hortense 144 Napoleon 145 Garde d'honneur 145 Damesmode 1807 145 Ambtskleedij van hooge ambtenaren, 1811 . . . 145, 147 Dames en heeren ±1813 149 Koning Willem II als prins van Oranje 150 Koningin Anna Paulowna 150 Heerenkleeding + 1820 153 Mannen en vrouwen + 1840 153 Nachtwacht, kruier 154 Koning Willem III en Koningin Sophie ± 1850. . . 155 Dames en heeren + 1850 156 Infanterie ± 1850 . 157 Koning Willem III en Koningin Emma, 1879 . . . .159 twintigste eeuw. Koningin Wilhelmina 159 Prins Hendrik .... % 159 Prinses Juliana 159 Geleerden en Staatslieden 160 KOLONIALE- EN HANDELSGESCHIEDENIS. Jan Pietersz. Coen, Kleurprent tusschen . . . . 72 en 73 Gebroeders Houtman 73 Jan Huyghen van Linschoten 73 Thuiskomst van Cornelis Houtman 73 Willem Barendsz 74 Olivier van Noort 74 Louis de Geer 75 Amsterdamsche Beurs 75 Batavia, 1682. .. 75 Omstreken van Batavia 76 Kasteel te Batavia 76 Ant. van Diemen 77 Retourvloot en opperkoopman 77 Rijklof van Goens 77 Frang. Valentijn 78 Kasteel te Banda 78 Willem Wsselinx 79 Nieuw-Amsterdam 79 Allerheiligenbaai 80 Joan Maurits van Nassau ' 80 Gezicht op Paramaribo . . . 81 West-Indische pakhuizen 81 Johan van Riebeek 82 Gezicht op Kaapstad 82 Blz. Landbouwcursus 167 Penning Koloniaal Instituut 167 MEUBELEN. (Zie hiervoor onder Gebouwen: Binnenhuizen.) PORTRETTEN. (De namen zijn alphabetisch gerangschikt. Vorsten en prinsen zoeke men op de voornamen. C als k uitgesproken onder k.) Adriaan VI, paus 60 Aldegonde, Marnix van St 68 Alexander Farnese, hertog van Parma 69 Alexander, prins der Nederlanden 155 Alphen, Hieronymus van 138 Alva, hertog van 63 Amalia van Solms 91 Anjou, hertog van 69 Anna van Hannover, prinses van Oranje-Nassau . . .130 Anna Paulowna, koningin der Nederlanden 150 Arminius, hoogleeraar 88 Asser, Mr. T. M. C 160 Augustus, keizer der Romeinen 11 Barendsz., Willem 74 Bellamy, Jacobus 138 Beets, Nicolaas 152 Bekker, Balthazar 114 Bicker, Roelof 110 Bilderdijk, Mr. Willem 144 Blaeuw, Michielsz 110 Boerhave, Hermannus 124 Bogerman, Johannes 88 Borgesius, Mr. H. Goeman 160 Bosch, gouv.-genrl. van den 166 Brederode, Gerb. Adriaensz. 96 Daendels, Herman Willem 166 Deken, Agatha 136 Dekker, Eduard Douwes. 156 Descartes, Rehé 114 Diemen, Antonie van 77 Dirk II van Holland : 17 Does, Jan van der 68 Duyn van Maasdam, A. graaf van der '. 148 Effen, Mr. Justus van ,. 129 Egmond, Karei van 61 Egmond, Lamoraal graaf van 67 Emma, koningin der Nederlauden . • 159 Erasmus, Desiderius 56 Filips de Goede 49 Filips de Schoone 55 Filips II .62 Frans van Anjou 69 Frederik Hendrik, prins van Oranje 91 Frederik, zoon van Willem V 137 Geer, Louis de 75 Goens, Rijklof van 77 Gogel 145 Gomarus, Franciscus 88 Godfried van Rhenen, bisschop van Utrecht .... 31 Granvelle 63 Groen van Prinsterer, Mr. G 156 Groot, Mr. Hugo de ... 88 Gijzelaar, Mr. Cornelis de 137 Hall, Mr. Floris Adr. van 156 Haren, Onno Zwier van 132 Haren, Willem van 132 Heemskerk Az., Mr. J , 156 145 88 31 63 156 88 137 156 132 132 156 Traankokerij op Jan Mayen 83 Groenlandsche pakhuizen 83 De Paerrel, een Oost-Indievaarder 94 De Prins Willem 118 De Prinses Juliana 164 Herman Willem Daendels 166 Thom. Stamford Raffles 166 Gouv.-Genrl. Van den Bosch 166 Postweg 166 Laboratorium 167 Postauto 167 SYSTEMATISCHE INDEX. 173 Blz. Hein, Piet 94 Heinsius, Anthonie. 129 Hendrik, prins der Nederlanden 150 Hendrik, prins der Nederlanden, Groot-Hertog van Mecklenburg enz 159 Hildegardis, gravin van Holland 17 Hoff, Prof. Dr. J. H. van 't . 160 Hogendorp, Gijsbert Karei van 148 Hooft, Pieter Cornelisz 97 Hoorne, Filips graaf van 67 Hortense, koningin van Holland 144 Houten, Mr. S. van 160 Houtman, Cornelis de . 73 Houtman, Fred. de 73 Huygens, Constantijn 98 Huygens, Christiaan 115 Jacoba van Beieren 52 Jan van Nassau 69 Jan Willem Friso 129 Jan van Scorel 59 Johan Maurits van Nassau 80 Juan van Oostenrijk 69 Juliana, prinses der Nederlanden 159 Calvijn, Johannus 60 Karei de Groote 14 Karei de Kale 16 Karei de Stoute 50 Karei V 56 Cats, Jacob 96 Kern, Prof. Dr. H 160 Coccejus, Johannus 114 Cock, Hendrik de 152 Cock, Frans Banning 106 Coen, Jan Pietersz 72 — 73 Coornhert, Dirk Volkertsz 68 Kuyper, Dr. A 160 Langendijk, Pieter 132 Lebrun, duc de Plaisance 145 Leicester, Robert Dudley graaf van 69 Leeuwenhoek, Antonie van 115 Lennep, Mr. Jacob van 169 Limburg Styrum, Leopold graaf van 148 Linschoten, Jan Huyghen van 73 Lodewijk, koning van Holland 144 Lodewijk Ernst, hertog van Brunswijk. . . . . . .137 Lorentz, Prof. Dr. H. A . . . .160 Louise, prinses, dochter van Willem V 137 Luther, Maarten. 60 Maanen, Cornelis Felix van 151 Margaretha van Parma . . . . 62 Maria van Bourgondië 54 Maria Stuart, verloofde van Willem II 92 Maria Stuart, gemalin van Willem III 121 Marnix van St. Aldegonde 68 Matthias van Oostenrijk 69 Maurits, pfins van Oranje 70 Maximiliaan, Roomsch koning enz 54 Menno Simons . . . '. 60 Napoleon Bonaparte, keizer der Franschen 145 Noort, Olivier van. 74 Oldenbarneveid, Johan vau. . . . . . . ... . . 88 Parma, Alexander Farnese van 69 Paulus, Mr. Pieter 142 Poot, Hubert Cornelisz. . . . .129 Potgieter, Everardus Johannes .157 Blz. Raffles, Sir Thomas Stamford. . •. •. ... . . .166 Rembrand Harmensz. van Rijn 105 Requesens, Luiz de 69 Riebeek, Johan van 82 Ruyter, Michiel Adriaensz 116 Schaepman, Mgr. Dr. H. J. A. M 160 Schimmelpenninck, Mr. Rutger Jan 144 Scorel, Jan van 59 Simons, Menno 60 Slingeland, Mr. Simon van . 129 Sophie, prinses der Nederlanhen 150 Sophie, koningin der Nederlanden 155 Spiegel, Hendrik Laurensz 68 Spinoza, Baruch 114 Sweelinck, Jan Pietersz 97 Thijm, Prof. Jos. Alb. Alberdingk 156 Thorbecke, Mr. Jan Rudolf 156 Troelstra, Mr. P. J 160 Tromp, Cornelis 117 Tromp, Maarten Harpertsz • ... 94 Tulp, Dr. Nicolaas 105 Valentijn, Francois 78 Voetius, Gijsbertus 114 Vondel, Joost van den 97 Vosmeer, Sasbout 88 Vries, Prof. Dr. Hugo de 160 Wael, Michiel de HO Waals, Prof. Dr. J. D. van der 160 Wagenaar, Jan 129 Wassenaar, Dirk van 30 Wsselinx, Willem 79 Wilhelmina, prinses v. Oranje-Nassau, gemalin v. Willem V 134 Wilhelmina, koningin der Nederlanden 159 Willem I, prins van Oranje 64 Willem II, prins van Oranje 92 Willem III, prins van Oranje 121 Willem IV, prins van Oranje en Nassau 130 Willem V, prins van Oranje en Nassau 134 Willem I, koning der Nederlanden 137, 148 Willem II, koning der Nederlanden 150 Willem III, koning der Nederlanden . . . 150, 155, 159 Willem, prins van Oranje, zoon van Willem III . . .155 Willem VI, hertog van Beieren, graaf van Holland . . 52 Willem Lodewijk, graaf van Nassau 71 With, Witte Cornelisz. de 117 Witt, Cornelis de . 120 Witt, Mr. Johan de 113, 120 Wolff-Bekker, Betje 136 STADSLEVEN. (Zie hiervoor ook onder Gebouwen.) Stadsbrief van Zutfen, 12de eeuw . . 40 Amsterdam in het begin der 16de eeuw 41 Stadsmuur van Maastricht, 13de eeuw 42 Gezicht op Utrecht, 15de eeuw 42 Zegels van Groningen en Damme 42 Koppelpoort te Amersfoort 43 Koornmarktspoort te Kampen 43 Stadhuis te Middelburg 44 Stadhuis te Gouda 44 Stadsgezicht, door Brueghel 58 Gezicht op Groningen 70 Gezicht in Amsterdam op de West-Indische pakhuizen. 81 Gezicht in Amsterdam op de Groenlandsche pakhuizen 83 Gezicht op Rotterdam, Oude Haven 83 Hof van Zeeland 85 174 SYSTEMATISCHE INDEX. Blz. Gezicht op Leiden 89 Gezicht op Amsterdam, Rokin 102 Gezicht op Delft 107 Gezicht op Nijmegen. . . .' 107 Gezicht op de molen te Wijk bij Duurstede .... 109 Gezicht op Dordrecht 112 Gezicht in Utrecht ± 1750 131 Gezicht op Amsterdam, Utrechtsche poort 135 Gezicht op een theehuis en tuinmuur 136-137 Gezicht in de Stadhouderspoort, 1786 138 Gezicht in Rotterdam .141 Gezicht op het Plein te 's Hage, 1798 143 Gezicht op Amsterdam, begin 19de eeuw 147 Gezicht op Scheveningen, 1813 149 Gezicht op het Paleis voor Volksvlijt in 1863 .... 158 Gezicht op Dordrecht 161 TUINEN EN PARKEN. Middeleeuwsche Kasteeltuin 36 Tuih in het midden der 16de eeuw 57 Tuin in het midden der 17de eeuw ....... 86 Park en tuinen van Honsholredijk 93 Park en huis Hofwijk 99 Queeckhoven 127 Tuin van Driemond in de 18de eeuw 128 Tuinhuis in het laatst der 18de eeuw . . . . .136-137 Tuin van het Paviljoen te Haarlem 139 Park van het Loo in het begin der 19de eeuw . . . 146 Stadstuin in het midden der 19de eeuw 158 VERKEERSWEZEN. POSTERIJEN. Posterijen uit de 17de eeuw 120 Posterijen uit het begin der 19de eeuw 152 Postauto uit het begin 20ste eeuw Indië 167 RIJTUIGEN. Rijtuig uit de 15de eeuw 39 Rijtuig uit de 2de helft der 17de eeuw 86 Rijtuigen uit het eerste derde deel der 18de eeuw . .125 Rijtuig uit het midden der 18de eeuw 131, 135 Rijtuig uit het laatst der 18de eeuw 138, 143 Reiswagen van Napoleon 145 Diligence van 1815 152 Rijwiel ± 1820 152 Spoortrein van 1839 154 Locomotief van 1900 164 Interieur van een spoorwagen 164 Auto 165 Rijwiel van 1912 165 Vliegmachine 165 SCHEPEN. MEROVINGISCH-KAROLINGISCHEN TIJD. Scheepsurn 14 Noormannenschip 17 VEERTIENDE EEUW. Schip op een zegel van Damme 42 VIJFTIENDE EEUW. Zeeschip 39 Tentjachtje 48 Schepen van het Ursula-schrijn 51 ZESTIENDE EEUW. Schip van Pieter Brueghel 61 Slag op de Zuiderzee 68 Schip van Cornelis Houtman 73 Schepen van De Rijp en Barendz 74 ZEVENTIENDE EEUW. Oost-Indië-vaarders 77 Praam 81 Oost-Indië-vaarder de Paerrel 94 Hollandsche koopvaarders 95 Slag bij Duins 95 Blz. Royal Charles 117 Doorsnede van een oorlogsschip 117 Oost-Indië-vaarder De Prins Willem 118 De Zeven Provinciën en andere schepen 119 Trekschuit, voor het titelblad en 123 ACHTTIENDE EEUW. Tentjachtje 127 Jacht van de Prins van Oranje 135 Roef van de Maarser trekschuit 136 Schepen uit de slag bij Doggersbank 136 Gezicht op het dek van een oorlogsschip 143 NEGENTIENDE EEUW. Engelsch oorlogschip in 1809 147 Stoomboot 152 Kajuit van de Tambora 163 Hut van de Tambora 163 TWINTIGSTE EEUW. De Prinses Juliana 164 VOORSTELLINGEN VAN HISTORISCHE GEBEURTENISSEN. Noormannen-aanvallen 17 11e Kapittel van het Gulden Vlies 50 Tocht van Karei V naar Tunis 58 Afstand van Karei V 59 Aanbieding van het Verzoekschrift der Edelen.... 66 Beeldenstorm 67 Onthoofding van Egmond en Hoorne 67 Slag op de Zuiderzee 68 Beleg van Groningen in 1594 70 Slag bij Nieuwpoort , .... 71 Aankomst van Houtman 73 Voorstellingen uit de Overwintering op Nova Zembla . 74 Synode van Dordrecht , 89 Frederik Hendrik wordt beëedigd 91 Slag bij Duins 95 Vrede van Munster 98 Watertournooi te Amsterdam 102 Tocht naar Chattam 116 Opbrengen van de Royal Charles 117 Krijgsraad voor den Vierdaagschen Zeeslag 119 Moord der De Witten . 120 Inscheping van Willem III te Hellevoetsluis .... 121 Vertrek van Willem V en gemalin uit Amsterdam, 1768. 135 Slag bij Doggersbank 136 Mislukt Haagsch Oproer 138 Aanhouding der Prinses bij Goejanverwellesluis . . . 138 Vertrek van Prins Willem V uit Scheveningen. . . .141 Dansen om den vrijheidsboom te Rotterdam . . . .141 Spotprent op de komst der Franschen 141 Nationale Vergadering 142 De gevangenneming van Van Langen 143 Admiraal De Winter geeft zich over .143 Aankomst der Engelschen voor Vere 147 Intocht van Napoleon te Amsterdam 147 Aanvaarding van het Hoog Bewind . » 149 Aankomst van den Prins van Oranje te Scheveningen . 149 Slag bij Waterloo 150 Spotprent op de ministeriëele verantwoordelijkheid . .151 Van Speyk's leven en dood 151 De eerste stoomboot op het IJ voor Amsterdam . . .152 Opening van den eersten spoorweg 154 VARIA. Hunebed 9 Ursula-schrijn 51 Boerenkermis 123 Tafelsieraad 132 Versieringsmotief . 135 Versieringsmotief; illuminatie 138 Historisch-economische documenten^ «it. den crisistijd . 168 r Plateh-Atlas ^ VOORDE VADEl^LANDSCHE GESCHIEDENIS, TEN DIENSTE VAN HET QYM NASIAAL EN MIDDELBAAR ONDERWIJS, KWEEKSCHOLEN EN NORMAALLESSEN, fi I mi m ' < ZÊfflfö MJ.Oan der Me alen. | Jvttraar aan.de Gtm3Ü%£mUJyarigtn Cunsus U^trecHt, mcl m*dcwer£ing van WÊk M ten (Bouw hm/s. ' \ UULlrtcM. \ < 'dEUDE HERZIENE DjyjKBEZOUpDDOOfJ, ^ • £ecraat> èUm /iet JPederLartBscfl Xyeeunz te $ Qravcnfiacje. J l i VOORDE VADEï\LANDSCHE GESCHIEDENIS^^ | || j TEN DIENSTE VAN HET | J|jf \j GYMNASIAAL EN MIDDELBAAR ONDERWIJS, * ]M j KWEEKSCHOLEN ER NORMAALLESSEN, 7 j i '1 (£)--. MJ.van der Meiden, \\ era ar aan cc •unusUUtrccfU, 1 tn-ct medewer/Cinji van . j j sjLJ) SU. ten (Bou'whuys, 4Wf {fö§l&aj J?ecraar aan de- ^.JCéQ.S.^J.C. en aajvdert&c/n.curjus voor DEIjDE HERZIENE DBJ3KBEZ0BGD DOOH. j | jCeeraar aan det ■Sa9erlan3scfl £yceum te 's Qravenhac/e. CRISIST0ESLA8 UB Cf KEF EI VOORBERICHT. Op initiatief van de Firma J. B. Wolters ziet deze uitgave het licht. Wij hebben gemeend vooral dat te moeten illustreeren, wat het leerboek en het woord van den leeraar niet geven kan, kleederdracht, huizen, kamers, kerken, tuinen en parken, rijtuigen en schepen en daarbij erop gelet deze zaken te geven uit verschillende perioden der geschiedenis. Meer in 't bijzonder hebben wij bedoeld de aandacht onzer leerlingen te vestigen op de historische documenten, die zij eiken dag in straten en pleinen kunnen waarnemen, en op de met zooveel zorg ingerichte musea onzer provinciale hoofdsteden. Portretten en eigenlijke historieprenten zijn daardoor minder talrijk vertegenwoordigd dan wellicht menigeen zou wenschen. De platen zijn meest genomen naar nog bestaande monumenten en reconstructies of naar oude prenten uit den tijd der voorstelling zelve. De auteurs en hun levensjaren zijn zooveel mogelijk opgegeven. De firma J. B. Wolters achtte het gewenscht eenige gekleurde platen op te nemen. Wij hebben een blad uit een middeleeuwsch handschrift daarvoor in de eerste plaats gekozen. Door de welwillendheid van den Bibliothecaris der Universiteitsbibliotheek te Utrecht, den Heer J. F. van Someren, waren wij in de gelegenheid een blad te reproduceeren van het Pontificale van St. Marie. Den heer Van Someren brengen wij voor zijn welwillendheid onzen dank. De tweede plaat in kleurendruk is reeds eerder gepubliceerd in „De Twaalf Maanden", met voorstellingen uit het stadsleven: teekeningen van Jacobus Buys in de oorspronkelijke kleuren weergegeven, Amsterdam 1908, uitgegeven door het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Zeker ware het verkieslijk geweest, een ongepubliceerd plaatje te geven, doch wie de moeilijkheden kent, verbonden aan de reproductie in kleuren van waardevolle teekeningen of schilderijen, zal begrijpen, dat wij ons zeer gelukkig rekenden, dat het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap zijn cliché's te onzer beschikking stelde. Het bestuur daarvan rekere op onze dankbaarheid. Zeer verplicht voelen wij ons aan het Bestuur van de A. N. W. B., voor haar bereidwilligheid ons de photo's af te staan van het Muiderslot, den Weergang van dat slot en van het Stadhuis té 's Gravenhage; aan den Heer G. A. Evers, den Heer P. Smidt van Gelder en het Gemeentebestuur van Utrecht, die ons prenten ter reproductie afstonden; aan P. Fr. Bonaventura Kruitwagen, O. F. M., die het ons mogelijk maakte een vertaling en toelichting te geven op het gereproduceerde blad uit het Pontificale van St. Marie. Meer in 't bijzonder evenwel, voelen we ons gedrongen tot een woord van groote erkentelijkheid aan Mr. S. Muller Fz., die met zijn veelzijdige en overrijke kennis lacunes in ons werk aanvulde en onze fouten herstelde. Ten slotte een woord van dank aan allen, die ons met inlichtingen hebben willen bijstaan. A. J. VAN DER MEULEN. Utrecht, Mei 1911. M> J£N BOUWHUYS. VOORBERICHT VOOR DEN TWEEDEN DRUK. Boven verwachting spoedig bleek een tweede druk van onzen Platenatlas noodig. De welwillende voorlichting der kritiek wees ons den weg tot verbetering en aanvulling. De Firma J. B. Wolters stelde ons in de gelegenheid, het werk met ongeveer 100 nieuwe plaatjes te verrijken, zoodat wij konden aanvullen met wat ons voor ons doel gewenscht scheen. Aan aller wensch is niet voldaan, kon ook niet voldaan worden. Op bladzijde 157 zal men het portret van een der partijleiders in het parlement missen, niet door onze schuld. Bij herhaling voelen we ons gedrongen tot een woord van dank aan Mr. S. Muller Fz. voor zijn 2 voorbericht. werkdadige belangstelling in ons werk, aan de heeren Prof. W. Vogelsang, A. O. van Kerkwijk, directeur van het Munt- en Penningcabinet, G. M. Kam te Nijmegen, G. A. Evers, J. Ph. van der Kellen Dz., C. H. van Fenema, N. B. Tenhaeff, de Firma Begeer en tallooze anderen meer voor de verleende medewerking. Wij zijn voortgegaan zooveel mogelijk bij alle prenten te geven de namen der auteurs, niet natuurlijk, opdat die geleerd zouden worden, doch opdat uit den naam en de bijgevoegde jaartallen althans de betrekkelijke waarde der prenten zou blijken. Deze methode behoedde ons zelf voor de fout, prentjes op te nemen, die geen waarde konden hebben, en zal den lezer gelegenheid geven, althans eenige controle uit te oefenen op wat hem wordt voorgelegd. A. J. VAN DER MEULEN. Utrecht, Augustus 1912. M_ TEN BOlJWHUYS_ VOORBERICHT VOOR DEN DERDEN DRUK. »In den derden druk zijn verbeteringen aangebracht, voornamelijk op advies van Prof. W. Vogelsang. Aan hem dus in de eerste plaats onzen dank. Doch we vergeten niet ook onzen dank te betuigen aan de Heeren Dr. N. B. Tenhaeff, j. Ph. van der Kellen Dz. en P. Fr. Bonaventura Kruitwagen, O. F. M " Tot zoover had wijlen Dr. van der Meulen het voorbericht van den derden druk geschreven. Ik heb getracht deze uitgave te bezorgen in zijn geest. De wijzigingen, in zijn handexemplaar voorgesteld, zijn uitgevoerd. Verdere verantwoording van de aangebrachte veranderingen vindt de lezer onder aan deze bladzijde. Zeer zorgvuldig ben ik daarbij te werk gegaan. Want deze druk diende allereerst een daad van piëteit te zijn tegenover hem, die mij in jarenlangen omgang van ouderen collega tot vriend was geworden. Daar de Heer ten Bouwhuys mede wenschte, dat ik de verdere bezorging van dezen platenatlas, — waartoe hem zelf de tijd, geenszins de lust ontbrak —, op mij zou nemen, heb ik aan het verzoek van den uitgever gaarne gevolg gegeven. De platenatlas is en blijft van der Meulen's geestelijk eigendom. Dat zal ik steeds gedachtig blijven. Maar hij zou de laatste geweest zijn om te wenschen, dat zijn werk in dezen derden druk voor definitief werd aangezien. Daarvoor was zijn mooie persoonlijkheid te jong en te energiek. Ook ik mocht steun en tegemoetkoming ervaren van bovengenoemde Heeren. Aan hen heb ik nog dankbaar toe te voegen: Dr. Jan Kalf, secretaris der Monumentencommissie, de H.H. W. Steenhoff, G. D. Gratama, Dr. H. van Assendelft, beheerders van het Nederlandsch Museum te Amsterdam, het Frans Halsmuseum te Haarlem, het stedelijk Museum te Gouda, Mejuffr. C. Voorendonk, assistente a/h Koloniaal Instituut te Amsterdam, Dr. E. Bessem, rector van het Christelijk gymnasium te Utrecht en H. P. Bremmer te 's Gravenhage. Den Haag, Aug. 1917. N. B. TENHAEFF. De wijzigingen in dezen atlas aangebracht zijn van drieërlei aard. Zij betreffen: 1°. de groepeering: Wenschelijk was onze 17e eeuwsche handelsgeschiedenis bijeen te plaatsen. Dit komt hoop ik den kijk op onze koloniën ten goede (nos. 199-229). - Het halve vel 17e eeuwsche schilderkunst is meer systematisch ingevoegd. Het verhaal-in-plaatjes loopt nu regelmatiger: Glorie ter zee - Muziek en Letteren - Bouwkunde - Schilderkunst. Ten slotte maakte de veranderde keuze van v. d. M. in de ,;laatste jaren" enkele verschuivingen noodig. - Kleine veranderingen blijven hier onvermeld; nergens werd het systeem van den atlas aan de techniek opgeofferd. De oude nummering werd behouden tot aan no. 196; daarna was dat niet meer mogelijk. 2". de uitbreiding: De atlas is met een half vel vermeerderd. Vier blz. werden aan fndië toegekend (latere, 17e eeuwsche landvoogden, Valentijnblad, koloniale politiek begin en eind 19e eeuw). Bovendien is J. P. Coen door een kleurprent vertegenwoordigd en is ruimte gespaard voor „eerste ontdekkingsreizen". Drie blz. kwamen den romaanschen kerkbouw in Nederland ten goede. Een blz. werd bestemd voor hist.-econ. documenten uit den crisistijd. Door hergroepeering slaagde ik er in een blad „School in de 17e eeuw" te vormen en „Wetenschap eind 17e eeuw" wat uit te breiden. 3°. de keuze der afbeeldingen: Deze berust voor een zeer groot gedeelte op van der Meulen's aanteekeningen in zijn handexemplaar. Alle nieuwe prentjes op te sommen schijnt mij overbodig. Mijn aandeel in deze veranderingen was betrekkelijk gering. Het berustte in de uitvoering naar beste weten. I N H OUD. Blz. 1. Ongepolijst vuursteenen beitel . . . ,\ . . 9 2. Behakt vuursteenen pijlspits . . 9 3. Gedeeltelijk gepolijst vuursteenen beitel . . . 9 4. Hunebed te Tïnaarlo b • • 9 5. Gepolijst steenen beitel ;o . . 9 6. Gepolijst steenen beitel j . . 9 7. Gepolijst steenen hamer c • • 9 8. Gepolijst steenen hamer . . 9 9. Aardewerk :§ . . 9 10. Aardewerk ' O • • 9 11. Bronzen bijl. . | c . . 10 12. Bronzen bijl met opstaanden rand ... > . . 10 13. Bronzen bijl E . . 10 14. Bronzen bijl Jj . . 10 15. Bronzen eelt g . . 10 16. Bronzen dolk , . . . J2 . . 10 17. Bronzen zwaard 06 . . ï0 18. Bronzen zwaard . . 10 19. Aardewerk . . 10 20. Aardewerk > ..10 21. FragmentvandeTabulaPeutingeriana,4eeeuwnaChr. 10 22. Fundamenten van een Romeinsch paleis te Arends¬ burg, 3de eeuw na Chr 11 23. Saaiburg in vogelvlucht 11 24. Fragment van een Romeinsche kom in terra sigil- lata, le eeuw na Chr. Rijksmuseum Leiden . . 11 25. Kom van terra sigillata, 2e eeuw na Chr. Rijks¬ museum Leiden 11 26. Romeinsch vaatje. Rijksmuseum Leiden .... 11 27. Augustus. Vaticaansch Museum, Rome 11 28. Schoen.'Jstedelijk Museum, Utrecht 11 29. Glazen flesch. Museum Kam, Nijmegen .... 12 30. Bronzen casserolle. Museum Kam, Nijmegen . . 12 31. Glazen flesch. Museum Kam, Nijmegen .... 12 32. Romeinsche baksteen met legioenstempel. Museum Kam, Nijmegen 12 33. IJzeren pilum. Museum Kam, Nijmegen .... 12 34. Bronzen Medusakop. Museum Kam, Nijmegen . . 12 35. IJzeren speerpunt. Museum Kam, Nijmegen ... 12 36. Baksteenen dakpan. Museum Kam, Nijmegen . . 12 37. Bronzen fibula. Stedelijk Museum, Utrecht ... 12 38. Bronzen stilum. Stedelijk Museum, Utrecht ... 12 39. Beeldje van pijpaarde. Stedelijk Museum, Utrecht. 12 40. Romeinsche dakbedekking. Rijksmuseum van Oud¬ heden, Leiden 13 41. Fragment van een Romeinschen beschilderden muur 13 42. Gouden sieraden 7de eeuw, gevonden in Friesland. Rijksmuseum van Oudheden, Leiden 13 43 1 44. I Beenen haarnaalden, in Friesland gevonden. Friesch 45. ( Museum te Leeuwarden 13 46. J 47. Beenen fluit. Friesch Museum te Leeuwarden . . 13 48. Oorbel van been. Friesch Museum te Leeuwarden. 13 49. "I Lepels van hout, been, brons. Friesch Museum te 50. ƒ Leeuwarden 13 51. Priem van been. Friesch Museum te Leeuwarden . 13 52. IJzeren els. „ „ „ „ .13 53. Weefplaatje. » „ „ „ .13 54. Speelschijfje. „ „ „ „ w.$3! Blz. 55. Beenen kam. Friesch Museum te Leeuwarden . . 13 56. \ Saksische kam met foudraal. Friesch Museum te 57. ƒ Leeuwarden ,13 58. Kam. Friesch Museum te Leeuwarden 13 59. Speelschijfje of damsteen. Fr. Museum te Leeuwarden. 13 60 Lepel. Friesch museum te Leeuwarden 13 61. Kam. Friesch museum té Leeuwarden 13 62. Huturn. Rijksmuseum van Oudheden, Leiden . . 14 63. Scheepsurn. Rijksmuseum van Oudheden, Leiden . 14 64 ï I Frankisch aardewerk. Rijksmuseum van Oudheden, ' ' | Leiden 14 66. ) 67. Frankisch aardewerk. Museum te Nijmegen ... 14 68. Frankische soldaten, naar een miniatuur uit de 9de eeuw 14 69 1 ^ > Karolingische munt, vergroot 14 71. Portret van Karei den Groote. Mozaiek in het Lateraan te Rome 14 72. Karolingische Kapel te Nijmegen. Buitenaanzicht. 8ste eeuw 15 73. Karolingische Kapel te Aken. Binnenaanzicht . . 15 74. Wereldlijke en geestelijke Grooten. Karei de Kale. Miniatuur 9de eeuw 16 75. Noormannen een stad aanvallend. Angelsaksisch miniatuur uit de 9de eeuw 17 76. Graaf Dirk II van Holland en gravin Hildegardis. Miniatuur uit de 10de eeuw 17 77. Romaansche kerk te St. Odiliënberg 18 Doorsnede over de lengte 18 Oostgevel met koor 18 Plattegrond .18 Doorsnede over de breedte . , 18 77A. Romaansche kerk te Oldenzaal: St. Pleghelmus, Plattegrond. 19 77B. St. Pleghelmus, Oldenzaal, middenschip .... 19 77C. St. Pleghelmus, Oldenzaal, zijschip 20 77D. St. Pleghelmus, Oldenzaal, transept 20 77E. Romaansche kerk te Maastricht: St. Servaas . . 20 77F. Romaansche kerk te Maastricht: O. L. V., gevel . 21 77G.O. L. V. Maastricht, koor (exterieur) 21 77H. O. L. V. Maastricht, koor (interieur) 21 78. Krypt van de Romaansche St. Lebuinuskerk te Deventer. . 22 79. Romaansch zuilkapiteel. Stedelijk Museum, Utrecht 22 80. Stapelhuis te Gent. Romaansch 22 81. Romaansche Mariakerk te Utrecht. Binnenaanzicht, gezicht naar het koor. Naar een schilderij van Pieter Saenredam, Rijksmuseum 23 82. Romaansche Mariakerk tc Utrecht met Immuniteit, 11de eeuw. Naar een schilderij van Pieter Saenredam in het Museum Boymans te Rotterdam . 23 83. Gotische St. Bavokerk te Haarlem, 15de eeuw . . 24 83A. Gotische kerkbouw (Jan van Eyck's St. Barbara) . 25 84. Gotische St. Janskerk te 's Hertogenbosch, gezicht naar het koor 26 85. Systeemteekening van de gotische kerk te Amiens . 26 86. Plattegrond van de St. Janskerk te 's Hertogenbosch 26 87. Gezicht op koor en trans van de Domkerk te Utrecht 26 88. Martinitoren te Groningen, 15de eeuw 27 89. Dominicaner klooster te Gent. Vogelvlucht. 13de eeuw 28 4 INHOUD. Blz. 90. Zegel van het, Predikheerenconvent te Groningen 28 91. Kloostergang van den Dom te Utrecht .... 29 92. Kapittelzaal van de Dom te Utrecht 29 93. Librije der St. Walburgskerk te Zutfen .... 30 94. Grafsteen van Dirk van Wassenaar, proost van St. Jan. St. Janskerk Utrecht 30 95. Schrijvende monnik, broeder des Gemeenen Levens. Kloostercel; 15deeeuwsch schrift; randversiering. Miniatuur in een Bijbelhandschrift, Universiteitsbibliotheek Utrecht 31 96. Bisschopszegel van Godfried van Renen. 12de eeuw. Romaansch 31 97. Kasteel Brederode; reconstructie vanjhr. V. de Stuers 32 98. Plattegrond van 't Huis te Muiden 32 99. Huis te Muiden, gezien van de zijde der ridderzaal 33 100. Weergang van 't Muiderslot, gezicht op de binnenplaats 33 101. Ridderzaal te 's Gravenhage, vooraanzicht ... 34 102. Oostgevel van de Ridderzaal 34 103. Ridderzaal van binnen. Reconstructie 35 104. Gotisch vertrek; Laatste Avondmaal van Dierik Bouts. 15de eeuw. St. Pieterskerk, Leuven . . 36 105. Middeleeuwsche kasteeltuin, naar een schilderij toegeschreven aan Dieric Bouts 36 106. Grafsteen der heeren van IJselstein. Naar een copie van het Stedelijk Museum te Utrecht, 14de eeuw. 37 107. Grafsteen van Eppo, midden 14e eeuw. Friesch Museum te Leeuwarden 37 108. Zegel van Floris V 37 109. Friesche boeren. Muurschildering in de Kathedraal te Munster, midden 13de eeuw 37 110. Miniatuur, voorstellend een minnezanger aan het Fransche hof, 13dè eeuw . . . • 38 111. Bladzijde uit Maerlants Alexander Geesten, 14e eeuw 38 112. Tournooi, miniatuur uit een Froissart-handschrift, 15de eeuw 39 113A. Beleg van een stad, miniatuur uit een Froissart- handschrift, 15de eeuw 39 113B. Inscheping van een groot heer, miniatuur uit een Froissart-handschrift, 15de eeuw 39 114. Intocht van de Koningin van Napels in Parijs, miniatuur uit een Froissart-handschrift, 15e eeuw. 39 115. Vorstelijke begrafenis, miniatuur uit een Froissart- handschrift, 15de eeuw 39 116. Stadsbrief voor Zutfen, van Graaf Otto,. 1190. . 40 117. Gedeelte van een kaart van Amsterdam van Cornelis Anthonisz., 1544 41 118. Gedeelte van den stadsmuur van Maastricht, 1229. 42 119. Muurschildering uit de Jacobi-kerk te Utrecht, voorstellend een gezicht op Utrecht in de 15de eeuw. Copie van Derkinderen 42 120. Zegel van Damme, 1376 , . . 42 121. Zegel van Groningen, 13de eeuw 42 122. Koornmarktspoort te Kampen 43 123. Koppelpoort te Amersfoort 43 124. Gotisch stadhuis te Gouda, ± 1450 44 125. Gotisch stadhuis te Middelburg, ± 1500 ... 44 126. Houten gevel van een gotisch huis, te Middelburg. 45 127. Gevel van een gotisch huis te Utrecht .... 45 128. Gevel van een gotisch huis te Kampen .... 45 129. Houten gevel van een gotisch huis te Utrecht . 45 130. Middeleeuwsche keuken, altaarstuk + 1500. . . 46 131. Middeleeuwsche kamer, altaarstuk van den Meester van Flemalle . . . . 46 132. Middeleeuwsche slaapkamer naar schilderij van Rogier van der Weyden 47 133. Weeftoestel, 14de eeuw, naar miniatuur .... 47 Blz. 134. Zaal van het Huis Zoudenbalch te Utrecht, 15e eeuw 48 135. Kleederdrachten in de 15de eeuw. Miniatuur uit het Breviarium Grimani, ± 1500 48 136. Portret van Philips den Goede, door Rogier van der Weyden , ... 49 137. Sluters Profetenput te Dijon 49 138. Portret van Karei den Stoute, door Rogier van der Weyden . . . . • 50 139. Vergadering van het Kapittel van het Gulden Vlies. Miniatuur 15de eeuw 50 139A. Reliekschrijn van Memlinck te Brugge .... 51 139B. Paneel van het St. Ursulaschrijn 51 140. Ontmoeting van Willem VI van Beieren en Jacoba van Beieren. Miniatuur uit de Heures de Turin, door Hubert van Eyck 52 141. Xylograafofblokdruk.ExcercitiumsuperPaterNoster 53 142. Houtsnede met drukwerk uit losse letters gezet . 53 143. Blad uit het Abecedarium, uit losse letters gezet. 53 147Grafmonument van Maria van Bourgondië. . . 54 148. MaximiliaanvanOostenrijk,door Ambrogio de Prédis 54 149. Wapenrusting van Philips den Schoone .... 55 150. Philips de Schoone 55 151. Karei V, naar Beham 56 152. Erasmus, naar H. Cock 56 151A. Hervormingsgeschriftje 56 152A. Erasmus' de Contemptu mundi ....... 56 153. Tuin, gravure naar Pieter Bruegel 57 154. Rederijkerstooneel, Gent 1539 57 155. Schouwburg 1598 te Londen 57 156. Wandtapijt voorstellende Karei V te Tunis ... 58 157. Kinderspelen en Stadsgezicht, naar een schilderij van Pieter Bruegel 58 158. Jeruzalembroeders naar Jan van Scorel .... 59 159. Afstand van Karei V, uit Plaatwerk van Hogenberg 59 160. Johannus Calvinus. Museum Boymans te Rotterdam 60 161. Hadrianus VI. Gravure van Houbraken naar Jan van Scorel 60 162. Maarten Luther, houtsnede van Lucas Cranach 60 163. Menno Simons, Doopsgezinde kerk te Utrecht . 60 164. Mabuse, Reisaltaartje, Palermo ........ 61 165. Karei van Egmond, Eusebiuskerk te Arnhem . . 61 166. Schip, gravure naar Pieter Bruegel 61 167. Philips II, fragment naar Antonie Mor .... 62 168. Margaretha van Oostenrijk, naar Coello .... 62 169. Antonius Perrenot, kardinaal Granvelle, gravure van Lambertus Suavius 63 170. Fernando Alvarez de Toledo, hertog van Al va, naar Mor 63 171. Willem van Oranje, naar Key 64 172. ■ Willem van Oranje, naar Key 64 173. Stadhuis te 's Gravenhage, 1555 65 174. Aanbieding van het verzoekschrift der Edelen, 1566. Plaatwerk van Hogenberg 66 175.176. Bladen uit de eerste Psalmberijming van Datheen 66 177. Beeldstormerij. Plaatwerk van Hogenberg ... 67 178. Onthoofding van Egmond en Hoorne .... 67 179. Slag op de Zuiderzee. Plaatwerk van Hogenberg. 68 180. Jan van der Does, uit Icones... virorum clariorum 68 181. Hendrik Laurensz. Spiegel, gravure van J. Muller 68 182. Marnix van St. Aldegonde, gravure van J. de Gheyn 68 183. Dirk Volkertsz. Coornhert, gravure van H. Goltzius 68 184. Requesens. Plaatwerk van Hogenberg 69 185. Frans van Anjou, door Francpis Clouet.... 69 186. Matthias van Oostenrijk. Plaatwerk van Hogenberg 69 1) De oude nummering is voor het gemak van den gebruiker bewaard. Lees 143—147. Inhoud. 5 Blz. 187. Donjuan van Oostenrijk, gravure van Anton van Leest 69 188. Alexander, hertog van Parma, gravure van C. de Passé naar H. van Luyk 69 189a, b. Penning geslagen voor Jan van Nassau . . 69 190. Robert Dudley, hertog van Leicester. Penning . 69 191. Prins Maurits, naar M. J. van Miereveld. ... 70 192. Beleg van Groningen. Plaatwerk van Hogenberg. 70 193. Willem Lodewijk, graaf van Nassau, naar gravure van Boëtius Bolswert 71 194. Slag bij Nieuwpoort, terreinteekening van Floris Balthazar ........... -. . . 71 195a, b, c. Courant van 1610 72 196. Piekenier, uit De Gheyn, Maniement des armes . 72 197. Ruiters, uit De Gheyn 72 198. Musketier, uit De Gheyn 72 199. Cornelis de Houtman, sapverfteekening Gouda 73 200. Frederik de Houtman, schilderij, Rijksmuseum 73 201. Jan Huyghen van Linschoten, gravure van Lambert Cornelisz 73 202. Thuiskomst van Cornelis Houtman. Schilderij van Vroom, Rijksmuseum 73 203. Willem Barendsz., uit De Veer's Reisbeschrijving. 74 204. Het behouden huis, op Nova Zembla, uit De Veer 74 205. IJsberenjacht, uit De Veer 74 206. Poolkaartje van El. Röslin 74 207. Olivier van Noort, Titelblad 74 208. Louis de Geer, naar gravure van J. Falck ... 75 209. Amsterdamsene beurs in 1613, naar gravure van C. J. Visscher 75 210. Gezicht op Batavia. Uit Nieuhof, Zee- en Lantreize 75 211. Kaart van Batavia en onmiddellijke omgeving. Uit Nieuhof, Zee- en Lantreize 76 212. Kasteel te Batavia, naar een oude prent.... 76 213. Anth. van Diemen, naar gravure van Jongman . 77 214. Retourvloot der O. I. C, naar schilderij van A. Cuyp, Rijksmuseum 77 215. Rijklof van Goens, naar litho van S. E. Voorn Boers 77 216. Francpis Valentijn, titelblad van zijn werk ... 78 217. Kinkhorenblad uit Valentijn 78 218. Vestigingen der O. I. C. op Banda, uit Valentijn 78 219. Willem Wsselincx, naar een schilderij in het Rijksmuseum 79 220. Gezicht op Nieuw-Amsterdam, 1671. Uit Mon- tanus, Nieuwe en onbekende werelt .... 79 221. Gezicht op Allerheiligenbaai. Uit Montanus, Nieuwe en onbekende werelt 80 222. Johan Maurits van Nassau, naar een gravure van Pieter Soutman 80 223. Gezicht op Paramaribo, naar een gravure uit Herlein, Beschrijvinge van de volksplanting Suriname, 1718 81 224. West-Indisch e pakhuizen te Amsterdam .Uit Dapper, Beschrijving van Amsterdam 81 225. Johan van Riebeek, naar een schilderij van Dirk • Craey. Rijksmuseum 82 226. Gezicht op Kaapstad. Uit Nieuhof, Lant- en Zee- reize, 1682 82 227. Groenlandsche pakhuizen te Amsterdam. Naar een teekening van L. W. R. Wenckebach . . 83 228. Traankokerij op Jan Maijen, naar een schilderij van C. W. de Man, Rijksmuseum 83 229. Gezicht op de Oude Haven te Rotterdam . . . 83 230. School begin XVlIe eeuw, gevelsteen in het wees¬ huis te Enkhuizen 84 231. Schrijfvoorbeeld van Meester Jan van der Velde, 1605 84 232. School midden XVIIe eeuw, schilderij van een Ostadeleerling 84 233. Kinderspelen. Titelprent van Cats' Emblemata amores moresque spectantia, 1622 85 Blz. 234. Ziekenhuisin 'tbegin der 17de eeuw.Museum Utrecht 86 235. Stadstuintje te Middelburg naar A. van de Venne 86 236. Reiswagen 1656. Uit Cats' Doodkiste voor de Levendige 86 237. Binnenhuis 1609. Gravure van Claesjansz. Visscher 87 238. Hermannus Arminius, naar een gravure van Swanenburg 88 239. HugoGrotius, naar een schilderij van Van Miereveld 88 240. Franciscus Gomarus, naar een gravure van Swa¬ nenburg 88 241. Sasbout Vosmeer, naar een gravure vanj. Wierick 88 242. Johan van Oldenbarneveld, naar een schilderij van M. J. van Miereveld 88 243. Johannes Bogerman, naar een gravure van Claes Jansz. Visscher 88 244. Synode te Dordrecht, naar een gravure van T. Schillemans . . . 89 245. Titelblad van de Statenbijbel van 1637 . . . . 89 246. Universiteitsbibliotheek te Leiden, 1610. Naar een gravure van W. Swanenburg 90 247. Schouwburg te Amsterdam, naar Salomon Savry, 1658. 90 248. Het Hof van Holland 91 249. Frederik Hendrik en Amalia van Solms, naar een schilderij van G. van Honthorst. . . . . . 91 250. Willem van Oranje en Maria Stuart naar de schilderij van Anton van Dyck, Rijksmuseum . 92 251. Triumf van Frederik Hendrik, naar een schilderij van Jordaens. Huis ten Bosch 92 252. Plan van Huis en Park Honsholredijk, naar een teekening van B. F. van Berckenrode .... 93 253. Gevel van het Huis Honsholredijk 93 254. Marien Harpertsz. Tromp, naar een gravure van Corn. van Dalen 94 255. Piet Hein, naar een gravure van W. Hondius. . 94 256. De Paerel, een Oost-Indievaarder, naar een ets van R. Zeeman 94 257. Zeeslag bij Duins. Uit Commelin, Leven en Bedrijf van Frederik Hendrik 95 258. Hollandsche koopvaarders naar W. Hollar ... 95 259. Scheepskameel. Uit Verscheyde aanwijzing enz. . 95 260. Jacob Cats, naar een gravure van W. Delff . . 96 261. Gerbrand Adriaensz. Brederode, naar een ets van J. de Frey 96 262. Joost van den Vondel, naar een gravure van Th. Mattham 97 263. Jan Pietersz. Sweelinck, naar een schilderij in het Museum te Darmstadt 97 264. Pieter Cornelisz. Hooft, naar een gravure van R. Perzijn 97 265. Vrede te Munster, naar een copie in het Rijks¬ museum naar een schilderij van Gerard Terborch 98 266. Zegel van de Staten-Generaal 98 267. Contrazegel van de Staten-Generaal 98 268. Constantijn Huygens, naar een gravure van L. Vorsterman 98 269. Plan van Huis en park Hofwijck 99 270. Plattegrond van het Huis Hofwijck 99 271. Huis Hofwijck 99 272. Amsterdamsche gevels, 1500, 1520, 1550, 1558, 1594, 1615, 1620, naar een teekening van A. W. Weissman . . . • 100 273. Amsterdamsche gevels, 1640,1641,1660,1680,1740, 1780, naar een teekening van A. W. Weissman 101 274. Waterfeest te Amsterdam (stadsgezicht 1638), naar gravure van S. Savry 102 275. Stadhuis van Amsterdam, van Jacob van Campen 103 276. Trippenhuizen te Amsterdam, van Justus en Philip Vingboons 103 INHOUD. 7 Blz. 370. Het mislukt Haagsch oproer 138 371. Aanhouding der Prinses te Goejanverwellesluis, naar gravure van G. A. Lehman 138 372. Jacobus Bellamy, naar gravure van R. Vinkeles . 138 373. Hieronymus van Alphen, naar aquatint .... 138 374. Huis te Dordrecht, laatst der 18de eeuw . . .139 375. Het Paviljoen te Haarlem, laatst der 18de eeuw, naar gravure van Chr. Haldenwang .... 139 376. Silhouet, naar origineel van C. Th. Kohier. . . 139 377. Kamer Louis XVI. Museum te Utrecht .... 140 378. Vertrek van Willem V uit Scheveningen naar een prent van Jelgerhuis 141 379. Het dansen om den Vrijheidsboom te Rotterdam 141 380. Spotprent op de komst der Franschen, uit Van Woensel, Lantaarn van Amurath Effendi. . . 141 381. Mr. Pieter Paulus, naarzwartekunstprent van Hodges 142 382. Nationale Vergadering, naar R. Vinkeles. . . . 142 383. De Vice-Admiraal De Winter geeft zich over, naar D. Orme 143 384. Tweede Staatsgreep van Daendels, naar gravure van Vinkeles en Vrijdag 143 385. Gezelschapsspel, laatst 18de eeuw 143 386. Mr. Willem Bilderdijk,naar gravure van L.C. Portman 144 387. Mr. Rutger Jan Schimmelpenninck, naar zwarte¬ kunstprent van C. H. Hodges 144 388. Hortense de Beauharnais, naar schilderij van G irodet 144 389. Lodewij k Bonaparte, naar schilderij van C.H. Hodges 144 390. Napoleon Bonaparte, naar gravure van R. Morghen 145 391. Gogel en Lebrun, fragment naar schilderij van Van Bree 145 392. Reiskoets van Napoleon. Museum Tussaud . . .145 393. Stadhuis te Groningen, 1810 145 394. Garde d'honneur, naar teekeniug van W. L. Penning 145 395. Damesmode, eerste Keizerrijk 145 396. Kamer, Empire-stijl 146 397. Parkaanleg van het Loo, begin der 19de eeuw, naar steendruk 146 398. Aankomst der Engelsche schepen voor Vere, naar teekening van T. Dietrich 147 399. Intocht van Napoleon te Amsterdam, naar gra¬ vure van R. Vinkeles 147 400. Gijsbert Karei van Hogendorp, naar gravure van W. van Senus 148 401. A. T. J. A. graaf van der Duyn van Maasdam, naar gravure van J. E. Marcus 148 402. Leopold graaf van Limburg Stirum, naar een gravure van J. E. Marcus 148 403. Willem I, naar gravure van B. Taurell .... 148 404. Aanvaarding van het Hoog Bewind naar schilderij van Pieneman 149 405. Landing van Willem I te Scheveningen naar gra¬ vure van Vinkeles 149 406. Slag bij Waterloo, naar gravure van R. Vinkeles. 150 407. Willem II als kroonprins en zijne familie . . . 150 408. Spotprent op de ministeriëele verantwoordelijkheid 151 409. C. F. van Maanen, naar litho van C. C. A. Last. 151 410-413. Leven en dood van Van Speyck naar een gekleurde centsprent . 151 414. Postdiligence 1815 152 415. De eerste stoomboot op het IJ voor Amsterdam . 152 416. Hendrik de Cock naar steendruk van De Roode. 152 417. Een draisine 152 Blz. 418. Nicolaas Beets, uit Muzenalmanak 1838 .... 152 419. Hein de Kruier, uit De Nederlanden 153 420. De boekwinkel van den boekhandelaar Pieter Meijer Warnars, 1820. Naar een schilderij van Johannes Jelgerhuis, Rijksmuseum 153 421. Nachtwacht, uit De Nederlanden 154 422. Openingvandeneerstenspoorwegnaareensteendruk 154 423. Koning Willem III met zijn gemalin en kinderen 155 424. Mr. F. A. van Hall naar gravure van Arendzen . 156 425. Mr. Guillaume Groen van Prinsterer, als boven . 156 426. Mr. Jan Rudolf Thorbecke naar grav. van Canelle 156 427. Mr. J. Heemskerk Az. Naar portret van Dr. Jan Veth 156 428. Eduard Douwes Dekker naar photo 156 429. Prof. J. A. A. Thijm naar photo 156 430. Kleederdrachten 1840, door Alexander Ver Huell. 157 431. Everardus Johannes Potgieter 157 432. Soldaten 1850, door Alexander Ver Huell . . .157 433. Tuintje in 't midden der 19de eeuw 158 434. Het Frederiksplein te Amsterdam in 1863 . . . 158 435. Koning Willem III en Koningin Emma . . . .159 436. Prinses Juliana 159 437. Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik.... 159 438. Oranjepenning 1641 159 439. Prof. Dr. H. Kern naar Haverman 160 440. Prof. Dr. H. de Vries naar photografie . . . .160 441. Prof. Dr. H. A. Lorentz naar Haverman . . .160 442. Prof. Dr.J. D. van der Waals naar penning vanjeltsema 160 443. Mr. T. M. C. Asser naar penning van Jünger. . 160 444. Mr. S. van Houten naar Haverman 160 445. Prof. Dr. J. H. van 't Hoff naar gedenksteen . . 160 446. Dr. A. Kuyper naar Haverman 160 447. Mgr. Dr. H. J. A. M. Schaepman naar Haverman 160 448. Mr. P. J. Troelstra naar Hahn 160 449. Mr. H. Goeman Borgesius naar Haverman. . . 160 450. Onder de dennen, door Anton Mauve .... 161 451. Gezicht op Dordrecht, door Jacob Maris . . .161 452. Alleen in de wereld, door Jozef Israëls . . . .162 453. Storm op zee, door Hendrik Willem Mesdag . .162 454. Rijksmuseum te Amsterdam door Dr.P.J.H.Cuypers 163 455. De koopmansbeurs te Amsterdam door H. P. Berlage 163 456. Rooksalon van de Tambora 163 457. Hut van de Tambora 163 458. De prinses Juliana 164 459. Een groote locomotief der Mij. tot Expl. v. S.S.. 164 460. Eetsalon van den koninklijken trein 164 461. Automobiel . 165 462. Rijwiel 1912 165 463. Jan Olieslagers te Rotterdam, zomer 1910 . . . 165 464. De Rijnhaven te Rotterdam . .' 165 465. H. W. Daendels naar zwartekunstprent van Hodges 166 466. Th. St. Raffles naar schilderij van G. F. Joseph . 166 467. Postweg bij Lasem 166 468. Gouv.-genrl. v. d. Bosch naar litho van Hoffmeister 166 469. Laboratorium te Petoemboekan 167 470. Autodienst Lahat-Tebing-Tinggi 167 471. Landbouwcursus te Lawang 167 472. Penning Koloniaal Instituut (L. J. Vreugde) . . 167 473. Landweeroproeping 1914 168 474. Zilverbon 168 475. Particuliere noodmunt 168 476. Advertentie oorlogsleening 168 477. Trustcertificaat 168 Bovendien zijn opgenomen: Blad uit het Pontificale van St. Marie in kleurendruk en goud, tusschen p. 40 en 41. Reproductie naar een schilderij voorstellende J. P. Coen, tusschen p. 72 en p. 73. Reproductie van een aquarel van Jac. Buys tusschen p. 136 en p. 137. Een trekschuit uit de 17de eeuw, illustratie uit Cats' werken: voor het titelblad. Een titelprentje uit een muziekboek in het midden der 18de eeuw, voor het titelblad. Een gezantschapspenm'ng van de Staten-Generaal, voor het voorwoord en p. 8. Een studeerkamer uit Swildens Vaderlandsch A-B-boek, titelblad. Een studentenkamer in 1825. Jacob van Lennep in zijn studentenkamer: boven den Syst. Index. 81 82 81. De mariakerk te Utrecht; gezicht in den middenbeuk naar het gotische koor. De Mariakerk werd gesticht door bisschop Koenraad in het laatst der 11de eeuw, en was een der vijf kapittelkerken van Utrecht. Zij was gebouwd in romaanschen stijl, wat o. a. blijkt uit de ronde bogen. De kerk bestaat thans niet meer. Deze afbeelding is genomen naar een schilderij in het Rijksmuseum van Pieter Saenredam (1597-1665), eertijds als schoorsteenstuk geplaatst in het huis van Constantijn Huygens. Bij vergelijking van deze gewelven met die van de Lebuinuskrypt blijkt, dat dit gewelf gevormd is door van pijler tot pijler, èn over de diagonalen èn over de vierkantzijden van de door vier pijlers gevormde vierkanten, half-cirkelvormige bogen te spannen. Deze gewelfribben werden stevig gebouwd, en de vakken daartusschen van lichter metselwerk samengesteld. Dit was alreeds de eerste stap in de richting der gotische bouworde. Voor elk gewelf was echter een vierkant grondvlak nooaig, daar anders de bogen over de vierkantszijden verschillende hoogte zouden krijgen. Merk op, dat het koor door een muur van het schip der kerk gescheiden is en hoe de zware pijlers, die het gewelf dragen, afgewisseld worden door lichtere zuilen. Dit laatste vinden we in vele romaansche kerken. De scheiding tusschen koor en schip was regel in kapittelkerken. 82. Mariakerk te Utrecht gezien van het westen, naar een schilderij in het Museum Boijmans van Pieter Saenredam. Behalve de later ingehakte spitsboogvensters, heeft deze kerk familietrekken met die van St.-Odiliënberg gemeen. In de latere middeleeuwen, voor de Hervorming, woonden de kanunniken niet meer bijeen in de kloostergebouwen, die terzijde van de kerk lagen, doch in aparte huizen binnen de Immuniteit van St.-Marie. De huizen en de tuinen daarvan hadden een uitgang naar het plein om de kerk. In de dagen van den Beeldenstorm confereerde de Utrechtsche magistraat met de beeldstormers op dit plein. to co 83. Gotische St.Bavokerk (15e eeuw). In de romaansche Lebuinus-krocht zagen wij het gewelf gevormd door twee elkaar kruisende tongewelven. Deze zijn niet anders bestaanbaar dan in een vierkant gewelfvak, want indien het gewelfvak bijv. een rechthoek was, zou het eene tongewelf hooger komen te liggen dan het andere. Zoolang de romaansche bouwkunst dus kruisende tongewelven gebruikte, was zij gebonden aan het vierkant als eenheid voor den bouw der gewelven. Vrijer reeds was de bouwmeester van de Mariakerk. Hij spande half-cirkelvormige boogribben over de diagonalen en over de zijden van het vierkant tusschen 4 pijlers. Zoo kreeg hij boogribben van tweeërlei hoogte, omdat de halve cirkel, die de diagonaal van een vierkant overspant, grooter straal heeft dan die de vierkantzijde overspant. Deze bogen werden stevig gemaakt en de gewelfschilden van lichter metselwerk ingevoegd. De gotiek maakte zich vrij van den halven cirkel en gebruikte spitsbogen, waardoor het mogelijk was meerdere onderling verschillende afstanden (in een rechthoekig gewelfvak bijv. reeds drie) te overspannen met boogribben in elke gewenschte hoogte, waarop later de gewelfschilden van lichter metselwerk ingevoegd werden. Door die spitsbogen,, als dragende het gewelf, werd een zwaren zijdelingschen druk uitgeoefend op den muur, waarom dan ook de muur daar verzwaard moest worden r waar het gewelf aangreep. Deze verzwaring" werd gevonden door het aanbrengen van steunbeeren. Deze zien wij duidelijk aan debuitenzij der zijbeukenvan de St.-Bavo. Het gewelf van den hoogen middenbeuk evenwel mist een dergelijken steun, want de lichte verzwaring, die wij daar aantreffen, zou toch niet in staat zijn den druk van een zwaar gewelf te weerstaan. Het is hier ook niet noodig, omdat hier slechts een houten gewelf is aangebracht, en dus de druk zoo groot niet is. Anders'evenwel is het gelegen met het koor der Domkerk te Utrecht en deKathedraal te 's Hertogenbosch. Zie de volgende plaatjes. 83. ST.-bavo te haarlem. 83A. Kerkbouw, reproductie naar Jan van Eyck's St. Barbara. Deze teekening geeft op den achtergrond, - de voorgrond wordt ingenomen door de patrones der kerkenbouwers, de H. Barbara -, een laat-gotischen toren in aanbouw. Rechts beneden is de „kerkfabriek", waar onder toezicht de zware blokken worden gehouwen. Een groote kraan op het torenplat geplaatst, hijscht ze omhoog. Links worden allerlei bouwmaterialen aangekruid. Een gezelschap deftige dames rechts en links eenige heeren te paard, komen zich op de hoogte stellen, hoe de bouw vordert. Na en naast den technischen kant van de gotische bouworde, moge dit beeld van bouwbedrijvigheid zijn plaats vinden. De toren zelf is gebouwd buiten de stad, die links ligt, in een even golvend landschap. [Jan van Eyck werd geboren ± 1386, stierf 1440 en was leerling van zijn broeder Hubert. Samen schilderden zij het Gentsch altaar. Als staal van Bourgondische hofkunst moeten wij ons deze afbeelding bij nos. 136 e. v. herinneren]. van der meulen, Platenatlas, 3e druk. 2 25 26 84. Gezicht in de ootische st.-janskerk te 's-hertoqen- bosch. Deze kerk is evenals de St.-Bavokerk uit het laatst der 15e eeuw. Zij is de kathedraal van het latere bisdom en heeft vijf beuken. Dit gezicht is genomen uit den middenbeuk naar het koor, waar het Hoogaltaar geplaatst is. Rondom het koor loopt een koortrans of kooromgang, waaromheen ■ een kapellenkrans. Men vergelijke deze prent met no. 77, die ons ongeveer hetzelfde gezicht geeft in een romaansche kerk. De pijlers van de St.-Jan zijn zoo geprofileerd, dat alle gewelfribben en alle booglijnen zich daarin tot onder schijnen voort te zetten. Boven de bogen, die toegang geven tot de zijbeuken is een omgang gebouwd. Zie fig. 85. 85. De halve doorsnede van Het schip der kerk te Amiens toont aan, hoe gering het muurvlak van een gotische kerk kan zijn. De pijlers, beeren en gewelfribben vormen het geraamte van de kerk, zoodat het bouwwerk bijna geen muur meer heeft. Zoo wordt het mogelijk groote vensters aan te brengen en het muurwerk zoo licht te bouwen, als no. 87 aangeeft. 86. Platte orond van de st.-janskerk te 's-Bosch. Het schip bestaat uit Sbeuken.Om het koor loopt de koortrans en om dien trans is een krans van kapellen gebouwd evenals om het domkoor te Utrecht. De talrijke lijntjes wijzen de boogoverspanningen aan en de meerdere of mindere zwaarte dier bogen. 1. H. Sacramentskapel. 2. Gerfkamer. 3. Groote sacristie. 4. H. Antoniuskapel. 5. Bergplaats. 6. Archieflokaal. 7. Ingang. 8. Portaal. 9. Trap- toren. 10. Doopkapel. 8 11. Onze Lieve Vrouwekapel. 12. Portaal. 13. Stovenkaraer. De kerk is lang 109 M., breed in het dwarspand 50 M., en het schip 40 M. De middenbeuk is hoog 28.55 M., de zijbeuken 13.75, de koepel 45 M. 87. Koor en koortrans van den dom te Utrecht. Het gewelf van het koor van de Dom en de gewelven van de Kathedraal van St. Jan zijn van steen. De ribben dragen een zwaar gewelf en oefenen dus een zwaren druk naar buiten. Op welke wijze den buitenwaartschen druk der gewelven een tegenwicht is gegeven, leeren ons het prentje van het Domkoor en het plaatje no. 85. — De steunbeeren om den koortrans zijn enorm zwaar en hoog boven den trans uitgebouwd, terwijl halve spitsbogen gespannen zijn tusschen deze „streefpijlers" en den buitenmuur van het koor. Deze geven juist daar steun, waar het gewelf den muur naar buiten zou drukken, indien geen steun was aan-1 gebracht. De bouw van het Domkoor is begonnen door bisschop Jan van Nassau + 1250 en voltooid in 1454. Om den koortrans ligt een kapellenkrans, evenals om dien van de St.-Janskerk. In die kapellen werden aanzienlijken begraven. 88. Martinitoren te Groninqen. De bouw van dezen gotischen toren werd begonnen in 1469 en geëindigd in 1482. Voor dien tijd was 13 jaar zeer weinig voor een torenbouw. Men bedenke, dat er I in verwerkt zijn 3000 M3 Bentheimer steen, wegend 6 mill. KG. en dat deze steen over land via Koeyorden of over zee via Bremen moest worden aangevoerd; dat er bovendien nog 3800 MS baksteen voor moest worden gebakken. De bouw van zoo'n toren stelde hooge fihanciëele eischen. In onze dagen zou hij f U/4 mill. kosten en Groningen had toen nauwelijks een derde van het tegenwoordige getal inwoners. Het verwondert ons dus niet, dat Antwerpen 'een eeuw werkte over den toren der O. L. Vrouwe-kerk en Utrecht 60 jaren over den Domtoren. De constructie van den Martinitoren is zoodanig, dat de muur van de twee onderste gedeelten en Van de basis van ,de lantaarn (wat daarboven ligt is gebouwd in de 17de eeuw) aan de mnnenzijae in één loodlijn lig"" 'gen, doch dat van elk hooger liggend gedeelte de muur zooveel minder zwaar is, dat de omgang aan de buitenzijde wordt uitgewonnen. De lantaarnverdieping is als van alle gotische torens achthoekig, doch zij rust op een vierkante basis. De toren vertoont zich, zoo gezien, niet op haar gunstigst, omdat de twee benedenstukken worden gezien over de diagonaal van de doorsnede, waardoor zij een te breed aanzien krijgen, terwijl de lantaarn zich te klein vertoont in verhouding tot het benedenstuk. Aan den voet rechts staat Het Olde Rechthues, gebouwd ± 1500. 27 89 Klooster in vogelvlucht. Het klooster, dat hier afgebeeld is, is een Dominicanerklooster te Gent uit de 13de eeuw waarin in 1735, toen dit plaatje door een Dominicaner van dit klooster werd geteekend, wel het een en ander veranderd was, doch waarvan de opzet weinig gewijzigd was. Het klooster heeft in den Beeldenstorm veel verloren, in 1860 is het geheel afgebroken, ook de kerk. In het gedeelte langs de rivier, vroeger kapittelzaal enz. wonen thans een paar dozijn families. In afwijking van andere kloosters, waarvan gewoonlijk de kerk ten noorden van het pand of claustrum ligt, ligt hier de kerk zuidelijk daarvan. De oostgevel der kerk, de zijde van het koor, ligt naar ons toe. Het is geen kruiskerk, doch een hallenkerk, die merkwaardig was door haar houten gewelf van 12 M. straal. Langs den noord- en zuidmuur lagen kapellen. Aan de noordzijde der kerk ligt een vierkant perk: langs de zijden daarvan loopt de ambitus, gaanderij of kloostergang (vgl. no. 91). In den linker benedenhoek vinden wij aangeteekend, tot welk gebruik de onderscheiden gedeelten van het klooster dienden. Wij doen de vertaling hier volgen. A. kerk. - B. Sacristie. - C. (Dat is het uitbouwseltje met de aan weerszijden daarnaast liggende vensters) is de kapittelzaal. (Zie no. 92). Het geeft de lengte daarvan zeer slecht weer. Volgens een plattegrond had de kapittelzaal de helft van de lengte van het reefter. Het uitbouwseltje nu is een naar buiten uitgebouwde nis, waarin de zetel van den prior stond of ook wel een altaar, waarvoor dan de priorale zetel gesteld werd. - D. Reefter = eetzaal (refectorium). E. Keuken. F. Raadkamer, waar prior, supprior en seniores samenkomen in raadvergaderingen. - G. Brouwerij. H. Woning van den prior. - I. Gasten-vertrekken. K. Bibliotheek of librije (vgl. no. 93). - L. Vertrekken voor novitii. - M. Kloostergang (vgl. no. 91). - N. Slaapvertrek. O. Spreekvertrek voor mannen. - P. Ziekenzalen. - Q. Poort, waardoor in 1481 de Engelen voedsel binnenbrachten. R. Kamers waar kleederen worden opgelegd. - S. Vertrekken der ouderen. - T. Begraafplaats. - V. Oude begraafplaats. X. Tuin. (De aanleg heeft den smaak des tijds gevolgd). 90. Zegel van een Predikheerenconvent; ook genaamd Dominikaner- of Jacobijnerklooster. Het omschrift luidt: S.CÖVÉTUSFRM. ORD. PDICATOR. E GRONÏGA, d.w.z. zegel van het convent der Predikheeren in Groningen. 90 28 91. Kloostergang van het kapittel ten dom, voltooid + 1460. Let op de waterspuwers in de steunbeeren, die het water afvoeren, en op de verscheidenheid van de traceeringen in de vensteropeningen, 'op den driehoekigen bovenbouw boven de boogvensters, gevuld met gebeeldhouwde tafereelen uit het leven van St. Maarten, op de torentjes, fialen, waarin de steunbeeren eindigen, en de kruisbloemen daarboven. Het geheel is sterk gerestaureerd. 92. Kapittelzaal van het kapittel ten-dom te Utrecht, voltooid in 't laatst der 15e'eeuw, thans academische gehoorzaal. Hier vergaderden de vijf Utrechtsche kapittels. Het gewelf is rijk bewerkt. De ribben rusten op consoles. Ook hier is veel gerestaureerd. 29 151. Dit portret van karel v is genomen naar een gravure 152. Dit portret van erasmus schijnt te lijken en geeft eenige van een der meest beroemde Duitsche graveurs, Barthel Beham. aanwijzingen, hoe de kamer van een geleerde er toen uitzag, of Het Latijnsche onderschrift luidt in vertaling: Karei V, afstam- althans, hoe de graveur zich die voorstelde. De cartouche boven meling der Goden, Keizer van het Rijk, zag er zoo uit in zijn bevat geboorte en sterfjaar van „den beroemden Rotterdammer . 31ste levensjaar 1531. Beneden een lofprijzend vers over zijn „geleerde scherts . 151A. Titelprentje (als 152A met houtsneerand) van een 1522 te Antwerpen bij Willem Vorsterman gedrukt geschriftje, behelzende herroeping van ketterijen door de eerste hervormden. Het is een aardig document voor de beginnende kettervervolging en voor de renaissance-boekversiering (kandelabers, guirlandes etc). 152A. Titelprentje van erasmus' brief over de wereldverachting, gedrukt 1523 bij Michiel Hoochstraten te Antwerpen. Het was een werkje uit zijn jeugd, allerminst „geleerde scherts", al zou zij later veel op monniken smalen. (Uit Nijhoff, Art typographique, evenals 151A). 56 153. Een tuin in het midden der 16de eeuw. Naar een kopergravure van Pieter Bruegel den Oude, gestoken door H. Cock, 1570. Merk op het prieel met een verdieping op den achtergrond links. Op den achtergrond rechts de bijenstal, daarvoor een hokwaarbinnen schapen, waarvan enkele geschoren worden. Verder lette men op den vorm der bloemperken en vergelijke die met no. 105. De vertaling van het onderschrift luidt: Maart, April en Mei zijn de tijd van de lente. In de lente scheDt de gulden Venus 153 stukken werden op- behagen in bloei- gevoerd' waarvoor „j. Wone»« t„ w .., - ., misschien het bal- :l r nSe"n " +h6t m'dden:.ver Puentae comPar' Ven vertaald kon diende op het rederijkerstooneel no. 154 en vermoedelijk dat van 12Tn'n h f"J, dV°"kheid" de Amsterdamsche schouwburg hierna: De acteurs tijdelijk buiten 154. Tooneel dat gebruikt is bij het feest der Rederijkers te Gent functie hielden er hun verblijf. in 1539. Uit Spelen van Sinne binnen Gendt verthooght 1539. Gent 1539. 155. Tooneel van 1598. Deze teekening is genomen uit het manuscript van Arend van Buchel, behelzende aanteekeningen van den meest verschillenden aard. Van Buchel nam deze teekening over van Johannes de Witt, die in 1598 Londen bezocht en dit schetsje maakte naar een Londensch theater. Voor ons is deze prent van beteekenis, omdat wij er uit kunnen zien, hoe de Shakespeareaanschestukken werden opgevoerd, waarvoor van der meulen, Platenatlas, 3e druk. 4 57 156. Tapisseriewerk uit het midden der 16de eeuw, in bezit van den Koning van Spanje, voorstellende den tocht van Karei V naar Tunis. Dergelijke gewerkte tapijten,werden tot wandbekleeding gebruikt; vergelijk no. 159. 157. Kinderspelen naar een schilderij van Pieter Bruegel den Oude. Bruegel werd waarschijnlijk geboren in; ie buurt van Breda en werkte voornamelijk te Antwerpen. De schilderij, waarnaar dit prentje genomen is, dateert van 1560 en bevindt zich in de Gemaldegalerie des allerhöchsten Kaiserhauses te Weenen. Het prentje heeft niet veel toelichting noodig. Op den voorgrond allerlei kinderspel, op den achtergrond rechts zien wij in een straat. Bruegel heeft ondanks zijn studie in Italië alle oorspronkelijkheid behouden. 58 met goudfeer beS K & "SeS P^'h TrT^ ?? reisaItaa*je. dat zich nog steeds in het bijbehoorend, later bishop v?n UtrecT hadme ?h™ ta Itan? JZZ^ PnStd;ng "fl*™ Bourgondië, toen nog abt te Middelburg aan Hoooewerff, Neder andsdTe: rtSto ta It^ta*^?!^ ÏÏÏTf*? ""'"f °nder8aan- w« namen deze afbeelding (ontleend tijd (no. 160-163) wpVn moS W 6 eCUW) °P a'S een staal,)e van kerkelpe kunst, die voor den nieuwen DeMadonna met de musiceerende engelen heet in de kunstgeschiedenis: „een juweel van emailachtige kleurenpracht en miniatuur-uitvoering». m 165 166 M. ScmP + 1560°™- e^ope—e"! e^nteet^ * ^ ^ ^ WaS in 1549 reeds * aanwezig. verder naar achteren een ïïeS dat^S^^SL.^ ln£, °g ÜKL PletertBru^el -Op den voorgrond een goed-gewapend sdiip, ook de prentkunst van de lf^w^ra^wr^rrE W*^**^^- NaasL.schilder- «» beddhouwkunstmag dit plaatje wordt de teekening verdiept * iZZ^gSgSk lis % gOSÏÏ SS fcVtJSSSS™ * ^ ^ 61 167. Filips ii, Koning van Spanje, Napels, Sicilië enz. en Heer van de Nederlandsche Gewesten, geb. 1527, overl. 1598. Reproductie (fragment) naar een schilderij van Antonie Mor j (± 1520-1577). Dat wij hier nog een portret (no. 170) van denzelfden schilder uit dezelfde kringen aantreffen, is geen wonder. Mor of Moro was 'n leerling van Jan van Scorel (zie no. 150) en had zich te Brussel in dienst van kardinaal Granvelle begeven. Daar heeft hij zijn fortuin gemaakt als „hofportrettist". Van zoowat alle vorstelijke personen, die in het leven van Filips II op den voorgrond treden, heeft hij op zijn vele reizen in dienst van den koning portretten gemaakt. Als hofschilder van Alva is hij gestorven. Hij heeft eenigen invloed gehad op Adriaan Key (zie nos. 171 en 172). 168. Margaretha van oostenrijk, dochter van Karei V, gemalin van Ottavio Farnese, hertog van Parma; geb. 1522, overl. 1586, landvoogdes over de „Landen van herwaarts over" tot de komst van Alva. Het portret is genomen naar de schilderij van Coello (± 1513-1590) en bevindt zich te Brussel. Uit Greve, De tachtigjarige oorlog. to 169. Antonius perenot, kardinaal Granvelle. Granvelle was kanselier van Filips II voor de Nederlanden en aartsbisschop-primaat van Mechelen. Overgenomen uit Greve, a. w. De gravure, waarnaar dit prentje genomen is, is van Lambertus Suavius, een tijdgenoot van Granvelle. 170. Fernando alvarez de toledo, hertog van Alva (1507-1582) naar een schilderij van Antonie Mor. 171. Portret van willem van oranje, door Adriaan Key, die + 1568-1589 te Antwerpen ,172. Portret van den prins door Adriaan Key. Het geeft ons den Prins op rijperen ■werkte. Het origineel hiervan bevindt zich te Cassel. leeftijd. Het origineel bevindt zich thans in het Mauritshuis. Renaissance0Hef il^ébfuwdTiw n! 'S een +der wdste monumentale bouwwerken der vroege Noord-Nederlandsche renaissance, net is gebouwd in 1552. De lompe, zware stoep is uit Iateren tijd, evenals het bovenstuk van den'toren Het waDen £e^ Stadsrechten h^'.Z^bS.™ ^ "°lland1?n niet de °°ievaaI; <»<='s-Hage nu in zijn wapen voert, omdat Den^g ?en drieho^ t»n rJlJuF^ven.ba'iuw «« schepenen hier recht spraken. De vensters van de benedenverdieping zijn recht afgedekt■ we rarinnrhpc !ff ufl* te Gouda, en van het linksche gedeelte van het stadhuis te Middelburg, no. 125. Onder den ton vinden gneSe Sters piEThSl^^T JS"^ ln,m* daarVa" is I* stichtingsjaar uit gehfuwen. De^Sï^Xïïfi gncKscne pijiers, pilasters, frontons enz. zijn de in de volgende eeuwen veel voorkomende bouwmotieven. 65 174. Aanbieding, van het verzoekschrift der edelen, 5 April 1566, naar het prentwerk van Hogenberg. We zien niet veel meer dan dat een troepje edelen de poort ingaat. Toch heeft de teekenaar ons ook, zij het zwak, willen toonen, hoe de aanbieding zelf plaats had. Rechts van de poort zien wij, als ware het een poppenkast, Madam de Panna op een stoel zitten, een heer daarnaast en een edelman er voor. Het prentwerk van Fr. Hogenberg bevat o. m. + 400 kopergravures betrekking hebbende op de geschiedenis van onzen opstand, die alle in den tijd zeiven geteekend zijn en over het algemeen de locale bijzonderheden zeer zuiver weergeven. 3tarob» s.b.13. 5siemnnt)t mipDcnonDcf Bicbfbïe. J0 jemaoöt ao« tg amdef £>ie Otigtjc pfalmoi. 175. Titelblad van de eerste psalmvertaling van Dathenus. Houtsnede. Blijkens het jaartal uit 1566. Het opschrift in de zon boven is het Hebreeuwsche Jehova, waaronder het Latijnsche Deus. Beide betee- kenen God, fidcocg fccre/^acomgrt'Oobt^oocljgtici 3i u. cm/ 176. Een bladzijde uit de psalmvertaling van Dathenus. Het geeft ons het begin der oude berijming van den 42sten psalm: 't Hijgend hert der jacht ontkomen, Schreeuwt niet sterker naar 't genot Van de frissche waterstroomen Dan mijn ziel verlangt naar God; en het einde van den 41sten psalm. Een nieuwe psalmvertaling kwam in 1773 tot stand. 66 177. Beeldstormers. Het prentje laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. Eenige mannen trekken met vereende krachten een heiligenbeeld naar beneden; anderen slaan de geschilderde ruiten stuk. Aan den voet van de ladder slaat een dwaas met een bijl een beeld stuk. Bij het altaar scheuren twee mannen priestergewaden uiteen. Een andere woesteling vernielt den-altaaropstand (een triptiek). Links is een man bezig een kist te openen. Rechts van de kerk zien wij een vrouw en eenige mannen geroofde schatten wegdragen. Of zijn het geloovigen, die de gewijde kerkeschatten in veiligheid brengen? Daartoe behoort zeker niet de man, die met een brandende, gewijde kaars huiswaarts keert. Uit het prentwerk van Hoqenberq. 178. Onthoofding van egmond en hoorne, 5 Juni 1568. De teekenaar had de beide teekeningen in de bovenrij andersom móeten plaatsen. Egmond werd het eerst onthoofd, blijkbaar het prentje rechts. Dit behoorde dus links te staan. Zijn lichaam werd bedekt met een kleed. Op het prentje links zien wij Hoorne, en een bedekte doodkist, waarin dan het lijk van Egmond moet liggen. Dit had dus rechts behooren te staan. Beneden zien wij het schavot, zooals het nog eenige uren gestaan heeft, en aan weerszijden daarvan de, met het Gulden Vlies gesierde, portretten der slachtoffers. Deze prent is ontleend aan Greve, a. w. Deze ontleende het aan een origineel uit den tijd zeiven. 67 180 181 183 179. De nederlaag van bossu op de Zuiderzee. Ook dit plaatje is naar Hogenberg. We kunnen er uit zien, hoe de oorlogsschepen der Spanjaarden er uit zagen, of althans hoe Hogenberg zich die dacht. Op den voorgrond zien wij ook nog een schip, dat geroeid wordt. Aanvoerder van de geuzenvloot was Cornelis Dirksz. De beteekenis van dezen slag lag hierin, dat de Geuzen den handel van Amsterdam over de Zuiderzee van toen af beheerscht hebben en zoo Amsterdams geuswording hebben verhaast. 180. Jan van der does (1545-1604). Edelman, lid van het Verbond der Edelen, schrijver van Latijnsche verzen. Hij voerde het bevel over het garnizoen van Leiden, gedurende het beleg. Naar een gravure uit Icones . . . virorum clariorum. (Vergelijk de lijst met het tuintje, no. 153). 181. Hendrik laurensz. spiegel (1549-1612), schrijver van de Hertspiegel, een zedeleer, merkwaardig product der 16de eeuwsche letterkunde, mede al omdat de auteur, deftig burger, Roomsen bleef. Naar een gravure van Muller + 1570. 182. Marnix van st.-ai.degonde (1539-1598), naar een gravure van De Gheyn (1565-1625). Zuid-Nederlander en edelman van geboorte, werd hij Noord Nederlander als zoovelen. Hij is voor ons de vertegenwoordiger der orthodoxe Gereformeerden en hun eerste auteur van beteekenis. 183. Dirk volkertsz. coornhert (1522-1590). Evenals Marnix een medewerker van den Prins, doch in een ander kamp. Coornhert was militant als Marnix, doch stond aan de zijde der reckelijken. Hij schreef een Wellevenskunst. Naar een gravure van H. Goltzius (1558 — 1617). 184. Requesens, naar een prent in het werk van Hogenberg. 185. Frans van anjou, hertog van Alencon, blijkbaar op jeugdigen leeftijd, want de schilder, Francpis Clouet, is vermoedelijk reeds in 1571 gestorven. Uit Greve, a. w. 187. . Don iuan van oostenrijk, naar een prent van zijn tijdgenoot Anton van . Leest. 187 189a. Penning van 1580, geslagen ter eere van Jan van Nassau. 190. Dit portret is genomen naar een penning in het Penningscabinet te 's-Hage. Het sieit.geiijK net randschrift: Robe(rtus)Co(mes Leiqesmae' et in belg(io)üuber(nator) (d.i. Robert graaf, van Leicester en landvoogd in 186. Aartshertog Matthias, naar een gravure uit Hogenberg's prentwerk. Merk op hoe de Habsburgsche kin ook hier weer aanwezig is; het lijkt sprekend op koning Alfonso van Spanje. 188. Alexander farnese, hertog van Parma, 1547 — 1592. Gravure van C. de Passé naar teekening van H. van Luyk. 1896. Penningvan 1580,gesla gen ter eere van Jan van Nassau. België) aanwijst, Leicester voor. Aan de andere zijde van den penning staat: 'Non gregem sed ingratos invitus desero, d. i.: Tegen mijn wil verlaat ik, niet de kudde, maar de ondankbaren.' 186 190 191. Prins maurits. Naar de schilderij, in het Rijksmuseum van Michiel Jansz. van Miereveld (1567- 1641). Het vergulde harnas, waarin hij staat afgebeeld, kreeg de Prins van de Staten-Generaal na den slag bij Nieuwpoort. 192. Het beleg van Groningen in 1594. Naar een uit Hogenberg's meergenoemd prentwerk. Het prentje geeft ons een aardigen indruk van de legerplaats van een belegerend leger, van de tenten en schanswerken, en ook van de insluiting eener stad. Op den weergang der stadsmuur zien we de verdedigers. De stad Groningen, zooals ze hier ligt, was nog niet uitgelegd. Aan den weg uit de legerplaats naar Coevorden staan de kramen der zoetelaars of marketen ters. 191 70 192 193. Willem lodewijk van nassau, stadhouder van Friesland, Groningen en Drente, naar een gravure van zijn tijdgenoot, Boëtius Bolswert. 194. Afbeelding van het tooneel van den slag bij Nieuwpoort. Naar de „Afbeelding van den Grooten tocht in Vlaanderen" van Floris Balthazar (verkleinde reproductie uit Fruin's Ver¬ spreide Geschriften). Ons plaatje geeft de oorspronkelijke marschroute weer. Maurits' leger marcheerde inderdaad van heffingen zuidwaarts over Marienkerke naar het strand én trok over de haven. Bij Leffingen werd de achterhoede onder Ernst Casimir verslagen. Het eigenlijke terrein van den slag is het duinlandschap, links van Nieuwpoort. 71 00 231 232 230-232. De school in de 17de eeuw. 230: Voorstelling van een school op een gevelsteen in het weeshuis te Enkhuizen (1616). 231: Schrijfvoorbeeld van den schrijfmeester Jan van der Velde(1605).Zijnhandteekening in keurige krullen links beneden. 232: Voorstelling van een school in het midden der XVlIe eeuw, naar een schilderij van een leerling van Ostade, die zelf weer leerling', van Frans.. Hals was (zie no. 291). De plak, leerline\ Let OD di no. 291). De plak, het lepelvormige voorwerp in 's meesters hand -, bedreigt den alvast huilenden leerling. Let op de ganzepennen en het aardige stilleven (de bibliotheek!) boven 's meesters stoel. 00 03 234. Ziekenhuis ± 1650. De schilderij, waarnaar dit plaatje genomen is, stelt naar alle waarschijnlijkheid voor de ziekenzaal van het Catharijne-gasthuis te Utrecht en dateert uit de eerste helft der 17de eeuw. De vloer bestaat uit witte en zwarte steenen. Twee rijen bedsteden aan weerszijden, waarin zieken liggen. Boven de bedsteden vensters. Op den voorgrond worden eenige patiënten behandeld. 235. Stadstuintje te Middelburq in 1623. De teekenaar A. van de Venne, die o. a. ook de oudere uitgaven van Cats illustreerde, heeft dit tuintje, misschien wel zijn eigen, geteekend als titelblad van de Middelburgsche Lauwerhof, 236 235 bijlage van de Zeeuwsche Nachtigael. De omlijsting van de tuinbedden is van voetpalm. Let op de gaanderij, die den tuin omgeeft. De tuinaanleg en de boogstutten der gaanderij zijn typisch voor den tijd. Wij zien verder de kleederdrachten van mannen, vrouwen en kinderen. 236. Reiswagen in 1656. Uit Cats': Doodkiste voor de Levendige, uitgave 1656, ter illustratie van: Het Leven duydelijk afgebeeld door een wakende droom. De heerenkleeding van dit plaatje vergelijke men met die van het nevenstaande. Deze is uit een latere periode. Let ook op het harnachement der paarden. Vgl. nog den reiswagen no. 114. 00 «4 J3toB~di^ vC'\es te VtiSSChAr ('58r^60) dateert van 1609. Allereerst treft ons het biddend gezin een stoel, zooals vfn dienen tot op de onze torlo^ kmdT Z'?en niet,T taW' ,doch raogen slaan- De moeder z» °P dan die we vroeger zagen (vergelijk no 104 en 131i De boe™f^ïïï Lw»* laa*ste,.ma£ 0<* g^egd worden van de koperen kaarsenkroon. De schouw is heel anders vorm als de stiilen die den nVmii ™n h», uniiT + ^ boezem wordt gedragen door zonderlinge zuilen, naar Italiaansche voorbeelden vervaardigd, ongeveer van denzelfden >£fag vroeg^ als boogstutten in van de Venne's tuin (235). Zonderling'treft ons II" een herin- waarin de bedstede der dimsi^e-i^^n h^J^M - scn°?reteenboezem en het daarbij aansluitende metselwerk. In den hoek links krijgen wij een kijkje in de keuken gevonde^ «J»t de huisbibliotheek, waarin de Stit^overzetting1 iiog\een plaTte Dordrecht, Groningen, waar wij overal langs den ^Scfi^SSo^ 238. Arminius, naar een prent van Swanenburg, geb. 1581. 239. Huoo de qroot,1583-1645, naar een schilderij van Van Miereveld, van 1631. 240. Gomarus, naar een prent van Swanenburg. 241. Sasbout vosmeer, 15481614, werd in 1602 als bisschop van Philippi vicarisgeneraal in 't aartsbisdom Utrecht en was de eerste, die de Katholieke Kerk trachtte te herstellen van de slagen, die de Hervorming haar had toegebracht. Uit: Van Heussen, Batavia Sacra 1714, naar de gravure van J. Wiericx. 242. Johan van oldenbarneveld, 1547-1619, naar een schilderij van Michiel Jansz. van Miereveld, 1567— 1641, in het Rijksmuseum. 243. Johannes boqerman, 15761639, president van de Nationale Synode, naar een prent van Claes Jansz. Visscher. 244. Nationale synode, gehouden in de Kloveniersdoelen te Dordrecht 1618. Aan de tafel voor de schouw 241 240 zit of staat Bogerman, kenbaar aan zijn baard. Aan dezelfde tafel zitten secretarissen en assessoren. Aan de lange tafel in het midden der zaal de Remonstranten. Op de banken links zitten achter in de zaal, de gecommitteerden van de Staten-Generaal,op de banken meer naar ons toe, de afgevaardigden van de graafschappen Zutfen en ZuidHolland en met den rug naar ons toe die van Friesland, Utrecht, Zeeland en Noord-Holland. Rechts van ons, met den rug naar onstoe, zitten afgevaardigden der Waalsche kerken, van Drente, Stad en Lande en Overijsel; daarop volgen de afgevaardigden van Bremen, Genève, Westfalen, Zwitserland, Hessen, de Palts en Engeland. Op den voorgrond, buiten de balustrade belangstellende bezoekers en een hondje. Het origineel is geteekend door T. Schillemans. 245. Titelblad der eerste bijbeldrukken. Het stadsgezicht geeft Leiden. 242 245 246. Universiteitsbibliotheek te Leiden, naar een gravure van W. Swanenburg, naar een teekening van J. C. Woudanus 1610. De Bibliotheek verschilt in het uiterlijk nog niet veel van een middeleeuwsche librije. Ook hier liggen de boeken nog geketend. 247. De amsterdamsche schouwburg, die 1638 werd ingewijd met de opvoering van Vondels Gysbrecht van Amstel. De vaste tooneeldecors zijn naar den smaak des tijds in Italiaansche vormen. Naar Salomon Savry 1658. 90 248. Het hof van holland. Hoe de nieuwe stadhouder, Frederick Hendrick, prince van Orangie, aan de Grootmogende Heeren Staten van Holland de eedt doet en ten rolle gaat zitten. 249. Frederik hendrik (1584-1647) en amalia van solms (1602- 1675), naar de schilderij, thans in het Mauritshuis, van Gerard van Honthorst (15901656), hofschilder van Frederik Hendrik. 248 91 250. Willem ii van oranje en maria stuart, als kinderen, naar de schilderij van Anthonie van Dijck (1599-1641) in het Rijksmuseum. Van Dijck was ZuidNederlander en in de hooge wereld een zeer gezien portrettist, omdat hij vooral de kunst vertoonde „chique" portretten te schilderen. 251. Triumf van prins frederik Hendrik, naar een doek van den ZuidNederlander Jordaens in het Huis ten Bosch te 's Gravenhage. Prinses Amalia liet het vervaardigen. Een Noord-Nederlander zou denkelijk zoo'n tafereel niet hebben kunnen samenstellen. 250 92 251 t«S^.Wi^H°OCHHEYTÏ HOFKmHcm.MIOLEI.DICK rnTitiniFnlenk. rum miUtix | :l.INVICTO. •D.C.* 252. Het buitenverblijf van frederik hendrik te honsholredijk. Deze teekening geeft in vogelvlucht een gezicht op het huis en de tuinen. Gedeeltelijk is de hoofdvorm van de vroegere kasteelen nog behouden. Het huis met den boomgaard en de tuinen worden omgeven door grachten, doch de versterkingen en zware muren zijn verdwenen, omdat de veiligheid ze niet meer noodzakelijk maakte Links en rechts van het huis liggen z.g. parterres. De parterre met den Nassauschen Leeuw, links van het prent is blijkens de rekening van den Franschen tuinarchitect Mollet, geteekend met zoden, palm, witte, roode en zwarte steentjes, het andere van palm alleen seer aerdig gemaect". Aan de grachtzijden worden de parterres gesloten door berceaux, aan de andere zijden door begroeid latwerk Zomerhuteies bevinden ztch links ervan. De twee volgende perken zijn in 8 vakken elk verdeeld, alle omgeven met hagen. In de vier cirkelsarmenten staan boomen, in de 4 andere heesters, te midden waarvan zomerhuisjes. Daarop volgen 2 vakken met boomen, welke door naden in rechthoeken gedeeld worden en gedeeltelijk weer door hooge hagen worden omzoomd. Buiten de gracht staan de stallen en lLren de njoestumen, die het stadhouderlijke hof van het noodige moesten voorzien. De teekening geeft ongeveer den toestand van omtrent 1640 Het La ijnsche gedicht in het vierkant links, luidt vertaald als volgt: Laat Rome zich beroemen gevaarte van muren zich te stichten' zij prale op hare reusachtige keizerpaleizen en parken geurend van goudgele bloemen, elke boom juiche in eigene bladertooi - wij Bataven zijn terecht vervuld van lof en eer voor dit Oranjehuis. Hierin wordt al wat schoon is geboden. Het opschrift rechts luidt: Aan den doorluchtigen vorst, Frederik Hendrik van Nassau, prins van Oranje, kapitein-generaal van het krijgsvolk der Vereenigde Nederlanden, godvruchtig, gelukkig en onverwonnen, heeft Balthazar Florisz. van Berckenrode, deze zijne teekening opgedragen. 253. + 1640 zijn de oude schilderachtige hoektorens, op 252 nog te zien, door Pieter Post verbouwd op de wijze zooals dit plaatje aangeeft. Pieter Post was een leerling van Jacob van Campen. Zij zijn de twee architecten, die Honselaarsdijk hebben gebouwd. Dit prentje is genomen naar een teekening van 1695. Het onderschrift spreekt van 't Koninklijke lusthuys, omdat de bezitter in 1695, Willem III, toen koning van Engeland was. 253 93 255. Piet hein, naar eene gravure van W. Hondius naar een schilderij van Joh. Dane(1629). 256. Gelijk de titel aanwijst is dit een oost-ndie-vaarder. Dit plaatje is genomen naar een fragment van een ets van Reinier Zeeman, die in het midden der 17de eeuw ongeveer gewerkt heeft. 257. Slaq bij duins, uit Commelin, Leven en Bedrijf van Frederick Hendrik. Toen Spanje èn met Frankrijk èn met Nederland in oorlog was geraakt, werd het steeds moeilijker troepen naar de Zuidelijke Nederlander» te krijgen. In 1639 trachtte Spanje dit met een vloot te doen. Tromp évenwei dreef deze Armada naar de Engelsche kust en hield haar bij Duins geblokkeerd. 258. Volgens het opschrift: Hollandsche koopvaarders, gemeenlijk Vlieten genaamd. Naar een prent uit een serie „Schepen", door Wencel Hollar, 1647. 259. Fragment van een plaat behoorende bij: „Verscheyde aanwijzing van bequame middelen om oorlogs- en geladen koopvaardijschepen heen en weer over Pampus en andere drooghten te halen.-' Volgens de aanwijzing: nu is dit een lichter om schepen „zoo hoogh te doen rijzen als noodigh is". N bestaat uit 2 bakken, waartusschen 2N een vak, „waarnaar het groote schip 3N getrokken kan worden, hebbende eerst de bakken zo vol water laten loope» als men wil dat die laegh zullen zinken. Daerna het schip opgetrokken zijnde, dan kan men voort die bakken ledigh pompen" enz. De bakken zullen dan rijzen en het schip optillen. Ook kan men met een schutdeur het vak sluiten ^h%^r,/ltÊüTl"u^'tmu^iiu"'"' ft i 263. Jan pietersz. sweelinck, 1562-1621, organist en componist te ' ' 264. Pieter cornelisz. hooft, Hollandsen drost, Fransen ridder, van llm'Ai!,''iT o s c f 55 •o 6* .8 O. B 340 to 340. Anthonie heinsius (1641 1720), raadpensionaris van Holland. Prent van L. A. Claessens naar origineel van G. van der Eeckhout (1621-1674). 341. justus van effen(1684-1735), schrijver van de Hollandsche Spectator. Gravure van P.Tanjé(1706-1761) naar Des Angeles (± 1725).' 342. Jan willem friso (1690-1711), door j. Houbraken (1698-1780) naar H. de Quiter. 343. Hubert kornelisz. poot (1689- 1733), naai prent van j. Houbraken (1698-1780), . 341 naar schilderij van ■ T. van dei Wilt (1660-1733). 344. Simon van slinqeland raadpensionaris van Holland, naar P. van Dijk (16801752) naar J. Houbraken (1698-1780). 345. Jan waoenaar (1709-1773), schrijver van Vaderlandsche Historie, naar J. Buys (1724-1801) door J. Houbraken (1698-1780). Men lette op de zeer bijzondere collectie pruiken op dit blad vereenigd en vergelijke de kapsels 299, 301-306, 310, 312, 314, 322, 324, 330 - 334. 344 345 346 346. Willem iv (1711-1751), prins van Oranje en Nassau, eerste stadhouder van al de zeven gewesten (1747-1751), naar een schilderij van Johan Valentin Tischbein in het Museum te Leeuwarden. Merk op, hoezeer de hoofdtooi zich gewijzigd heeft. Vgl. Jan Willem Friso (no. 342). 347. Anna van hannover (17091759), gemalin van Prins Willem IV, naar een schilderij van Jchan Valentin Tischbein in het Museum te Leeuwarden. Vergelijk de dameskapsels nos. 323, 328, 334. 347 O 348 349. Stadsqezicht te Utrecht van 1745, door J. de Beyer, voorstellende een gedeelte van de Oude Gracht. Uit: Tegenwoordige staat van Utrecht. De „Tegenwoordige staat van alle Landen" is een verzamelwerk uit het midden der 18de eeuw, waarin zeer veel wetenswaardigs is opgenomen. Het werk is geïllustreerd, o. a. door J. de Beyer, terwijl een zeer omvangrijke prentverzameling Nederlandsche Tafereelen mede door hem en anderen is geteekend. Het gezicht hier geeft ons een kijkje op een gedeelte van de Oude Gracht, daar waar nu de Weesbrug en het Weeshuis liggen. De daarachter liggende kerk is er thans niet meer. Behalve een aardig stadsgezicht geeft de plaat ons ook boerenwagens, die ons leeren, dat, hoeveel er ook aan de wisselzieke mode is opgeofferd, de boerenwagen gebleven is. Indien we daartoe gelegenheid hadden gehad, zouden we uit tal van andere platen hebben kunnen aantoonen, dat lange tijden terug, deze wagens niet anders waren. 348. Stadhuis te Sneek, in den z.g. stijLvan Louis XV. Als dit stadhuis niet zoo dik onder de verf lag, zouden wij daaraan denzelfden ornamentstijl herkennen als op de twee volgende platen. Dit stadhuis is gebouwd van 1760-1762. Het monumentale bordes is in 1745 gemaakt door den architect en steenhouwer Gerben Nauta. 364 363. Jantje kreeo zijn hoed vol pruimen, Uit Hieronymus van Alphen, Kleine gedichtjes voor kinderen, 1787. Teekening van Jacobus Buys. Vgl. voorgaande kleurprent. Gravure van Vinkeles. 364. Cornelis de gijzelaar, geb. 1751,overl. 1815, naar een gravure van Vinkeles. Hij werd in 1776 pensionaris van Gorinchera, in 1779 van Dordrecht. In den Patriottentijd was hij een der drie pensionarissen, die zooveel leven maakte. In 1788 moesthij vluchten, keerde in 1794 terug en zat in 1814 als notabele om over de grondwet te stemmen. Toen was hij een der weinigen, die bezwaren durfden inbrengen. 365. De kinderen van prins Willem v. Zwarte-kunstprent van Smith (1790), naar een schilderij van Johann Friederich August Tischbein (geb. 1750 te Maastricht, overl. 1812). De plaat geeft ons een duidelijk beeld van de kleederdrachten in 't laatst der 18de eeuw. De latere koning Willem I staat naast zijn zuster Prinses Louise, die met den Erfprins van Brunswijk getrouwd is. Prins Frederik, die 1799 te Padua stierf, zit daarnaast. Het meubel, waar de Prins aan zit, was in dien tijd zeer modern. Het heeft een z.g. cylindersluiting, gelijk wij tegenwoordig veel aan schrijftafels zien. 365 366. Kijk, hoe mooi staat mij dit kransjen, uit Hieronymus van Alphen, Kleine gedichtjes voor kinderen. Teekening van Jacobus Buys, gravure van Vinkeles. 367. De „Dikke Hertog", naar een gravure van J. Houbraken, die weer werkte naar een origineel van J. E. Liotard, 1755. Uit J. Wagenaar, VaderIandsche Historie. Lodewijk Ernst werd 1750 veldmaarschalk en na den dood der Gouvernante voogd van Willem V. Toen deze meerderjarig werd, teekende hij de j Acte van Consulentschap,waarin hij den Hertog ontsloeg van alle verantwoordelijkheid wegens adviezen door hem, Hertog, aan den Prins te geven. In 1781 werd hij uit de omgeving van den Prins verwijderd. 1784 verliet hij het land. 368. Schooltje, uit Swildens, Vaderlandsch A. B. boek voor de Nederlandsche Jeugd, 1781, waar we lezen: Cijfermeester, leer de jeugd,! hoe men telt in 't kort. Kindren, leert dan, hoe een groot uit veel kleintjes wordt. Swilden was behalve kinderboekschrijver ook patriot. Ook hier is de plak, scepter van den ouderwetschen schoolmeester, naast zijn troon te bespeuren. Hoe .mooi Itaat mij dit feransjen. 366 368 367 370 371. De aanhouding van prinses wilhelmina te Goejanverwellesluis, naar een prent van G. A. Lehman. De meneer met getrokken zwaard" moet de burgerluitenant Van Genderen zijn. Toen de Prinses uit haar eigen rijtuig ververschingen liet halen, zorgde hij voor tafelgerei. De heer zonder hoed zal de graaf Van Randwijk zijn, kamerheer der Prinses. 369. Illuminatie ter gelegenheid van den prinselijken jaardag in 1788. Merk op, dat de rechte lijn de plaats der gebroken en gebogen lijnen heeft ingenomen. 370. Karos in het laatst der 18de eeuw. Het historisch gebeurtenisje is bekend. Cornelis de Gijzelaar, de brutale pensionaris van Dordrecht (vgl. no. 364) en Ocker Gevaerts, burgemeester van Dord, gecommitteerd tot de vergadering van Haar Edel Groot Mogende Heeren Staten van Holland en West-Friesland, wilden door de Stadhouderspoort rijden, doch werden daarin verhinderd door het volk, dat voor 's Prinsen rechten opkwam. 372. Jacobus bellamy (1758 — 1786), dichter van de „Vaderlandsche Zangen van Zeelandus", en van „Roosje"; patriotsch zanger. Gravure van R. Vinkeles. Hoewel tijdgenoot van Van Alphen, is zijn voorkomen geheel anders, de pruik is weg. Hij was kweekeling van het dichtgenootschap „Kunstliefde spaart geen vlijt" en in "t politieke vurig patriot. 373. Mr. Hieronymus van alphen (1746-1803), dichter van de beroemde Kleine Gedichtjes voor Kinderen, waardig representant van zijn tijd. Hij werkte aan de „verlichting', bekleedde hooge ambten, o. a. thes. generaal, en was Oranjegezind. (Vgl. nos. 363 en 366). Naar een aquatint. 373 oo CO O 374. Huis te Dordrecht, gebouwd in 1787, z.g. stijl Louis XVI. De deur schijnt uit lateren tijd. Merk op de vazen aan weerszijden van het raidden-venster der verdieping. Dit ornament was zeer geliefd in dien tijd. 375. Het paviljoen te Haarlem. Buitenhuis van 1790. Het is gebouwd voor den bankier Henry Hope. De klassieke motieven dringen weer meer naar voren. De grillige roqocokrullen en de weelderige opsmuk van het barok zijn voorbij. Merk ook op den geheel veranderden tuinaanleg. Vgl. nos. 338 en 397. Het Paviljoen is later gekocht door koning' Lodewijk Napoleon. Na het herstel der onafhankelijkheidbetrok Prinses. Wilhelminahet. Daarna werd. het schilderijen-museum..Tot voor kort: waserhetKoloniaal Museum gevestigd. Dit plaatje is. genomen naar een prent van. Chr. Haldenwang, die dezevervaardigdenaar een teekening van H_ P. Schouten. 375 376. Een silhouet. Toen in Januari 1787 de Prins en Prinses van Reuss den Prins van Oranje te Nijmegen bezochten, liet de prins dit silhouet van zijn familie en zijn gasten door C. Th. Kohier vervaardigen. Deze portretvorm bleef nog tot diep in de 19de eeuw gebruikelijk. Het is thans in het bezit van de Groot-hertogin van Luxemburg. 377. Kamer uit het eind der 18de eeuw (z.g. Louis XVI). Bij vergelijking van deze kamer met het huis no. 374 is de verwantschap met de gevelversiering wel te zien. De rechte lijn, - zij paste ook beter bij de bij uitstek verstandelijke 18e eeuw dan het grillige rococo -, is in eer hersteld. Het behangsel is van blauwe zijde, het houtwerk is wit met goud. De dessus-de porte is wit op blauw. Het tafeltje voor den schoorsteenmantel is geheel opgelegd. Deze kamer is in haar geheel uit een oud huis genomen en bevindt zich thans in het Museum te- Utrecht. Het portret aan den wand is dat van Willem V. In den hoek hangt een kurkentrekkervormige wandelstok, een artikel, waarin meer buitensporigheden begaan werden. Zie de kamers nos. 325, 335, 354 en 396. o 378. Vertrek van willem v uit Scheveningen, 21 Jan. 1795. Naar een prent van S. Jelgerhuis. 379. 380. Spotprent op de komst der franschen. De Franschen worden voorgesteld door het magere paard, voor welks pooten een uitgelaten menigte bloemen strooit. De man met het blad papier op den voorgrond leest Het dansen omdoen vrij heidsboom te Rotterdam, naar een gelijktijdige prent. lies ünjiia. . hst jym* 380 de„ Rechten van den Mensch"; zij zijn te krijgen bij den kwakzalver op de tribune. De man met den kruiwagen beoordeelt die „Rechten": „kool". Uit: P. van Woensel, De Lantaarn van Amurath Effendi. 141 381. Mr. Pieter paulus (geb. 1755), voorheen een der leiders van de Patriotsche partij. Hij is in hoofdzaak de man geweest, die bewerkt heeft, dat de Nationale Vergadering, gelijk zij geworden is, tot stand is gekomen. Paulus overleed 17 Maart 1796. Een groot verlies voor de Bataafsche Patriotten, daar hij de eenige man was, die aan de verdere ontwikkeling van de revolutie eenheid zou hebben kunnen geven. Dit portret is genomen naar een zwartekunst¬ prent door Hodges, (1764-1837). 382. De nationale vergadering, die 1 Maart 1796 bijeenkwam, nam haar intrek in de gewezen danszaal van Willem V. Zij werd gebouwd tijdens diens stadhouderschap en vertoont dan ook stijlverwantschap met no. 377. Tegenwoordig is dit vertrek de vergaderzaal van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Prent van R. Vinkeles en D. Vrijdag, naar de teekening van J. Bulthuis. 381 Af beeldi iiö" der Ntitioiinale Ver «fa cl e r ï n «r. in den Ha i o*e. 382 142 383-384-385 383. De viceadmiraal de winter geeft zich over aan lord duncan, 11 oc- tober 1797. Dit oogenblik was het einde onzer vloot. Negen van de zestien linieschepen en de admiraal vielen den Engelschen in handen. Het prentje, dat ons een aardig kijkje geeft op het dek van een oorlogschip, is van D. Orme, naar een schets aan boord gemaakt. Dit is het eerste plaatje, waarop we menschen met lange broeken zien. 384. Toen de Constitutie van 1798 zoogenaamd aangenomen was door de gezuiverde NationaleVergadering, thans Constitueerend Lichaam geheeten, had zij uiteen moeten gaan en had door het souvereine Bataafsche Volk een VertegenwoordigendLichaam verkozen behooren te worden. Bij decreet van 4 Mei 1798 besloot evenwel het Constitueerend Lichaam, dat het de plaats van Ver¬ tegenwoordigend L Lichaam zou innemen en dat het L Uitvoerend Bewind aan zou blijven. Daendels' tweede staatsgreep maakte aan dezen onregehnatigen toestand een einde. Het plaatje stelt het oogenblik voor, dat de burger Van Langen gevangen wordt genomen. Het huis, waarvoor de soldaten staan, is het z.g. Logement van Amsterdam, d. i.: het gebouw, waar de Amsterdamsche leden van de Dagvaart met hun pensionaris verblijf hielden gedurende de vergaderingen van de Staten van Holland, gelegen aan het Plein m. in. veTzdie Jjng ucemcn van den Burger S.J.van Langen,Lidvan Jie 'v - . ' , liilvtn-rciul Bewind,tien izden Juni] 1798. te 's-Gravenhage. Dit hötel, gebouwd in 1742, werd in 1798 bestemd voor de zittingen van het Uitvoerend Bewind. Amsterdam verkocht het aan het Rijk in 1819 voor de som van ƒ70.000. Het werd toen achtereenvolgens bewoond door prinsesWilhelmina, weduwe van Willem V, door prinses Louise, haar dochter, Prins Frederik en eindelijk door Koning Willem III, toen hij nog erfprins was. Het is later gebruikt als Rijksarchief en thans is het Ministerie van Buitenlandsche Zaken er gevestigd. Prent van Vinkeles en Vrijdag, naar een teekening van Van Cuylenburgh. 385. Gezelschapsspel in 't laatst der 18de eeuw. Het aardige prentje geeft ons een voorstelling van het spelletje Jou-jou de Normandie. Om een gegleufde schijf werd een touwtje gewonden, waarna men de schijf liet afrollen. De aardigheid lag nu hierin, dat deze schijf, afgerold zijnde, weer terug¬ liep, het koord weer ten deele om zich trekkend om dan weer af te loopen. Merk verder op de hooge coiffure en den hoed van de dame en den enormen wandelstok van den heer rechts. Een fraaien wandelstok kunt ge ook vinden in den hoek van de kamer no. 377. Het meubilair en de rechte paneelen van den wand behooren eveneens bij de kamer van Lodewijk XVI. — Deze manier van teekenen (vgl. no. 380), haast alleen met omtreklijnen, was toen zeer gewild. 386. Mr. Willem bilderdijk (1756-1831) naar L. Moritz, door L. C. Portman, 1806. Bilderdijk was het, die te midden van de Fransche overheersching het schoone lied dichtte, waarin hij, het herstel der vrijheid voorspellend, o. a. het volgende zingt: Holland groeit weer, Holland bloeit weer, Hollands naam is weer hersteld. Holland, uit zijn stof verrezen, Zal opnieuw ons Holland wezen, enz. 388. Lodewijk napoleon, koning van Holland van 18061810, naar een schilderij van ^Hodges in het * Rijksmuseum. Lodewijk Napoleon was een goed koning, wat volgens Napoleon zoo ongeveer het ergste was, wat van een vorst gezegd kon worden. De conflicten met Napoleon over tierceering, conscriptie, smokkelhandel en defensie wa; ren ten slotte/zoo ernstig, dat de Koning afstand deed. Hij overleed in 1846 in Bohemen. Ook des konings coiffure trekt de aandacht. Voor het eerst zien wij hier na Willem III weer eenigen baardgroei. 388 387. Rutoer jan schimmelpenninck, geb. 1761, overl. 1825. De gezant der Bataafsche Republiek, dien Napoleon te Amiens en te Parijs had leeren waardeeren, werd door den keizer bestemd de overgangsfiguur tot het koningschap te zijn. Het zwierige ambtsgewaad van den raadpensionaris was slechts een kortstondige weelde (1805-1806). Deze afbeelding werd genomen naar een zwarte-kunstprent van C. H. Hodges. - Wij zien hier evenals bij Bilderdijk en Koning Lodewijk de kunstparuik ontbreken. 389. Hortense de beauharnais, geb. 1783, overl. 1837, koningin van Holland. Zij was een dochter uit het eerste huwelijk van Josephine, de gemalin van Napoleon. Daar zij niet van Nederland en weinig van haar gemaal hield, vertoefde zij meest te Parijs. Zij had drie kinderen,'waarvan het oudste vroeg overleed. Een fijn bustetje van dezen Prins van Holland bevindt zich in het Rijksmuseum. Haar jongste zoon was de latere Napoleon III. Dit portret is genomen naar de schilderij van A. L. Girodet. De coiffure der koningin is typisch voor den tijd van het Eerste Fransche Keizerrijk. 144 390 392 390. Napoleon, Keizer der Franschen, naar een gravure van Raph. Morghen, naar Sleff. Tofanelli. 391. gooel en Lebrun, fragment naar een schilderij van Van Bree, overgenomen uit Colenbranders Inlijving, 's Keizers stadhouder en intendant van financiën waren zeer verdienstelijke bewindslieden. 392. Reiskoets van napoleon. Peze koets werd buit gemaakt bij Waterloo en bevindt zich tegenwoordig in het Museum Tussaud te Londen. Zij is blauw gelakt en met vergulde biezen afgezet, op de portieren is het keizerlijk wapen geschilderd. Dit rijtuig was bijzondér practisch ingericht. In de ruimte achter den bok was een bergplaats voor landkaarten en andere zaken. Ter zijde daarvan was een schrijftafeltje aangebracht en daaronder een samenvouwbaar ledikant met toiletnecessaires, kleeren, wapens en een likeurkeldertje. De bespanning was ingericht voor 4 paarden. Er is vooruitgang merkbaar. De carosserie van het rijtuig hangt in leeren riemen. 393. Het stadhuis te Groningen, gebouwd in 1810, in den classicistischen stijl, die in 't begin der 19de eeuw zeer geliefd was en waarin o. m. ook de oude Beurs te Amsterdam, de oude Academie te Groningen, de Augustinerkerk te Utrecht, het Paleis van Justitie te Leeuwarden, e. m. a. gebouwd zijn. 394. Epn oarde . d'honneur, teekening van W. L. Penning. De dolman was donkergroen met roode opslagen,de rijbroek rood. 395. Damesmode in het begin der 19de eeuw, naar een prentje uit een modetijdschrift. Merk op het hoog getailleerde costuum. De dame zelf vestigt de aandacht op haar kapsel. 391 393 van der meulen, Platenatlas, 3e druk, 10 145 396. Kamer uit het begin der 19de eeuw, z.g. Empire-stijl. Zij bevindt zich in het huis van den Commissaris der Koningin te Haarlem. Het lijstwerk is verguld, evenals de randen der paneelen. Het tapisseriewerk aan den wand is van gele zijde met borduurwerk. Het tapijt is nieuw. Genomen naar een lichtdruk in Sluyterman, Oud-Hollandsche Binnenhuizen. 397. Tuin van het loo, gelijk deze is aangelegd door koning Lodewijk Napoleon. Deze tuin was oorspronkelijk aangelegd onder Willem III, stadhouder, koning van Engeland, ongeveer op de wijze zooals wij hierboven (no. 338) hebben afgebeeld. In 't laatst der 18de eeuw evenwel maakte de stijve aanleg der 18de eeuw plaats voor den z.g. Engelschen landschapstuin. Hierin trachtte men effect te bereiken door de groepeering van verschillende boomsoorten, aanleg van gazons, enz. De rechte lijnen en eenvoudige boomrijen verdwenen. Ontegenzeggelijk was een aanleg als deze mooier dan de vroegere; doch met den „nieuwen stijl" deed een hinderlijke fout haar intocht. In het streven naar een landschapstuin meende men, dat alles wat in een landschap voor kon komen, ook in den tuin moest worden gebracht. Heuvels, vijvers, rotspartijen, hermitages en dergelijke. In onze oudere tuinen zijn bergjes, vijvers en rotsen van cokes niet zeldzaam. Naar een steendruk door H. J. Backer naar een teekening van F. Textor van 't jaar 1837; vandaar de late costumes. 146 398. Aankomst der enqelsche schepen voor Vere, 1809, naar een prent van F. Dietrich. 399. Intocht van keizer napoleon te Amsterdam, 5 Oct. 1811, naar een gravure van R. Vinkeles. Op den voorgrond het gemeentebestuur, niet meer regeering, van Amsterdam, aan Z. K. M. de sleutels der stad aanbiedend. De eereboog rechts vergelijke men met no. 369. Op dezen, wat dunnen, triomfboog zijn alle kenmerkende siermotieven van den z.g. Empire-stijl (o. a. krans, fakkel e. d.) te vinden. 147 421. Nachtwacht of klepperman in het midden der 19de eeuw. „Zou ik voor den klepper vreezen? O, hij is zoo'n brave man." Deze nachtveiligheidsdienst kondigde zijn komst met luid geschreeuw en geklepper aan. Uit: De Nederlanden, Karakterschetsen, kleederdragten, houding en voorkomen van verschillende standen. Tekst van de meest geagte schrijvers, J. van Lennep, J. P. Heije, J. J. L. ten Kate, Nic. Beets, e. a., met gravures van Henry Brown, etc. Uitg. Nederlandsche Maatschappij van Schoone kunsten 1841. 422. openinq van den eersten „hol- landsche ijzeren spoorweg", 20 September 1839. Naar eene lithographie door Desguerrois naar Mourot. - De „Opregte Zaturdagsche Haarlemsche Courant" van 21 September 1839 schrijft hieromtrent o.a.: Te half twee ure is een trein, bestaande Uit negen verschillende rijtuigen, getrokken door twee stoomwagens, van Amsterdam op weg gegaan; na verloop van een half uur aan de station te Haarlem aangekomen en een weinig voor drie ure naar Amsterdam teruggekeerd. 421 De overheid en andere aanzienlijke personen, welke tot dezen togt waren uitgenoodigd, hebben de directie hunne bijzondere tevredenheid over het welslagen dezer belangrijke onderneming betuigd, en de overgroote menigte, welke zoowel te Amsterdam, als hier ter stede, van dit buitengewone schouwspel getuige was, heeft alsmede op verschillende wijze van haren bijval doen blijken. Te Amsterdam teruggekeerd, zijn aan de genoodigde gasten op eene verplichtende wijze verschillende ververschingen aangeboden. Aldaar, zoowel als aan de Haarlemsche station, is de vreugde van het feest door de muziek der stedelijke schutterijen verhoogd geworden, terwijl het corps hoornblazers der Amsterdamsche schutterij den togt in een det rijtuigen heeft meegedaan. De wagens en de Stations waren met vlaggen versierd." Den 21 September werden de aandeelhouders op een tochtje met den stoomwagen getracteerd. 600 menschen zaten in den trein, muziek en vlaggen als den vorigen dag. Ook nu duurde de tocht een half uur. In de krant van 23 September komt dan een advertentie van de administrateuren voor, waarin bekend wordt gemaakt, dat de dienst voor het publiek geopend is en dat het publiek vermaand wordt minstens */4 uur voor het vertrek der wagentreinen in de stations aanwezig te zijn. Een prentje daarboven beduidt ons, dat de eerste wagens er net zoo uitzagen als de omnibus hiervoor, doch met 3 coupés. De bagage werd ook boven op de wagens geborgen. Er gingen toen 4 treinen daags in beide richtingen. De eerste trein voor het publiek, die 25 September in Haarlem aankwam, „bestond uit rijtuigen, allen met reizigers bezet, die onder een vrolijk gejuich het stationsgebouw binnenreden. Dien dag werden er in de 8 reizen niet minder dan 1850 personen vervoerd". In de late Septemberdagen van 1839 stelde de Erfprins, de latere koning Willem III, zijne gemalin aan Amsterdam voor. Van deze gelegenheid maakte het jeugdige echtpaar gebruik om ook eens met het nieuwe vervoermiddel kennis te maken. Het voorname gezelschap maakte de reis in 20 minuten. Tegenwoordig wordt het traject ook afgelegd in + 20 minuten. 422 154 423. Koning willem iii en zijn gemalin, koningin sophie, met hun kinderen. Naast den koning staat de Prins van Oranje, Willem; in de wieg ligt prins Alexander. Aan den wand hangt het portret van den overleden prins Maurits. De oorspronkelijke steendruk van C. W. Mieling naar R. Craeyvanger, waarnaar deze afdruk gemaakt is, is zeer zeldzaam en bevindt zich in de verzameling van den heer P. Smidt van Gelder te Bennebroek. Het costuum van H. M. en haar coiffure en de uniform van Z. M. en den Prins zijn waarschijnlijk de eenige elementen in de teekening, die eenigszins natuurgetrouw zijn. N.B. de koningin met de kroon op het hoofd aan de wieg van haar zoon! - Overigens merke men op, dat wij hier weer voor het eerst vollen baardgroei te zien krijgen Mei vergelijke no. 242 Oldenbarneveld met knevel en baard; no. 249 Frederik Hendrik met knevel en sik; no. 314 Cornelis Tromp met dunne snor; no. 346 Willem IV zonder snor of baardgroei; no. 389 Lodewijk Napoleon met beginnenden bakkebaard; no. 407 Willem II met beginnenden ringbaard, nog zonder knevel. Hier is de historische kringloop weer volbracht! 155 424 424. Mr. Floris adr. van hall (1791-1866), was 1844 minister van justitie en tijdelijk ook van financiën, heeft als zoodanig de vrijwillige leening van 127 miljoen, noodig voor onze ontredderde financiën, er door weten te krijgen, is na Thorbecke's val (1853) minister-president geworden en vertegenwoordigt een meer conservatieve richting in de staatkunde van dien tijd. Naar een gravure van J. P. Arendzen. 425. Mr. Guillaume qroen van prinsterer (1801-1876), de stichter der anti-revolutionnaire partij. Hij schreef in 1840 „Bijdragen tot herziening der grondwet in Nederlandschen zin", later „Ongeloof en Revolutie", en zijn Handboek der Geschiedenis van het Vaderland. Gravure van J. P. Arendzen. 426. Mr. Jan rudolf thorbecke (1798-1872Ï. De leidsman van het liberale Nederland, de wegbereider tot de grondwetsherziening van 1848, door zijne „Aanteekening op de Grondwet" en „Proeve van eene herziening der grondwet". In 1849 werd hij minister en bleef dit tot 1853, toen de Aprilbeweging hem ten val bracht. Van 1862 tot 1866 was hij opnieuw minister, daarna nog eens van 1871-1872. Naar een steendruk van A. Canelle van 1866. 427. Mr. J. Heemskerk Az. was driemaal lid van een conservatief kabinet. Onder zijne leiding kwam de grondwetsherziening van 1887 tot stand. Hij was lid van het rumoerige ministerie Heemskerk Vau Zuylen. Naar het portret van Jan Veth in de Amsterdammer. 428. Eduard douwes dekker (1820-1887), naar photografie. Onder het pseudoniem Multatuli schreef hij in 1859 „Max Havelaar" en daarna tal van andere werken. Een partij heeft hij niet gevormd, wel aanhangers en volgelingen gevonden en een enormen invloed uitgeoefend. 429. Prof. Josephus albf.rtus alberdinqk thijm (1820-1889), eerst koopman, later hoogleeraar in de kunstgeschiedenis te Amsterdam. Meer dan een ander heeft hij tot het geestelijk ontwaken van de Katholieken in Nederland bijgedragen. Dit portret is genomen naar een photografie. 425 427 426 428 156 430. Kleederdrachten in het midden der 19de eeuw. Op den voorgrond een student, die meent, dat studeeren iets anders is dan student zijn, een dame en een kind. Op den achtergrond studenten, en rechts de rector gymnasii, eerbiedig gegroet door zijn discipelen. Uit: Alexander Ver Huell, „Zoo zijn er," waarvan de eerste uitgave verscheen in 1847. 431. Everardus johannes potgieter (1808-1875), stichter van de Gids, die ongeveer terzelfder tijd als Ver Huell zijn kritiek op het Nederlandsche volk heeft doen hooren. Geen glimlachende vergoeilijking, maar diepe ernst bezielde den auteur van Jan Jannetje, die het toch heeft moeten beleven, dat zijn boetpredicatie tegen Jan Salie, zijn tijdgenoot, maar weinig uitwerking had. 157 433. Stadstuintje in het midden der 19de eeuw ongeveer. Ook hier is de stijve rechtlijnige aanleg verdwenen en heeft plaats gemaakt voor een minder stijven aanleg met kromme lijntjes. Er is in de • groepeering der planten meer rekening gehouden met hun aard, kleur en vorm. 434. Frederiksplein te Amsterdam in 1863. Deze afbeelding geven wij niet, omdat het Paleis voor Volksvlijt zoon fraai bouwwerk is, dat het hier vermelding verdient, doch om een denkbeeld te geven, hoe in 1863, toen dit gebouw geopend werd, het Frederiksplein en omgeving er uitzagen. Het zou weinig moeite kosten, ook voor andere steden zulke treffende bewijzen van haar snellen groei in de laatste helft der 19e eeuw bij te brengen. Dit plaatje is genomen uit LTllustration, Journal Universel, Augustus 1863, houtsnede van A. Deroy, naar photografie van Wegner en Mottu. 437. Oranjepenninq 1641. Ui O 439. Prof. Dr. H. Kern. 1896. 440. Prof. Dr. H. de Vries. 441. Prof. Dr. H. A. Lorentz. 1902. 442. Prof. Dr. j. D. van der Waals. 444. Mr. S. van Houten. 1901. 'Nos. 439, 441, 444, 446, 447, 449 zijn alle genomen naar de portretten voorkomende in „Woord en Beeld", naar de origineele teekeningen van Haverman. 440 is naar een lichtdruk uit Elzeviers Maandschrift. 445 is naar een gedenksteen in het Chemisch Laboratorium te Utrecht. 442 naar een penning van F. Jeltsema, 443 naar een penning van L. Jünger. 442 en 443 zijn beide vervaardigd door de Firma C. J. Begeer, Koninklijke Utrechtsche fabriek van Zilverwerken, Utrecht. 448 naar een onuitgegeven teekening van Albert Hahn. 446. Dr. A. Kuyper. 1897. 447. Mgr, Dr. H. J. A. M. Schaepman. 1902. 448. Mr. P. J. Troelstra. 1913. 449. Mr. H. Goeman Boroesius. 1899, 00 OPENBARE KENNISGEVING. LANDWEER. OPROEPINGSTELEGRAM. De Burgemeester der gemeente ^m^ct^aCam^ ontvangen hebbende van den Minister van Oorlog onderstaand telegrafisch bericht: ALLE LANDWEERMANNEN MET SPOED OPKOMEN. Datum van opkomst /j^/ Roept dientengevolge de VERLOFGANGERS van de LANDWEER van alle lichtingen, in deze gemeente verblijf houdende, op, om zich op den dag en op de wijze als voor hunne opkomst onder de wapenen met spoed is vastgesteld, naar de voorgeschreven plaats van opkomst te begeven. Zij worden voorts opmerkzaam gemaakt, dat deze openbare kennisgeving rechtens voldoende is en dus den verlofganger bij niet opkomst in verzuim stelt. / / m W|tnura«w fcomnrMl' 473-477 Historische economische documenten uit den crisistijd. De wereldoorlog, Aug. 1914 losgebroken, schiep in ons land geheel abnormale toestanden. Van mobilisatie en crisis-uitgaven mogen nos. 473 en 476 getuigen; nieuwe leeningsadvertenties zijn sedert, dien noodig geworden! - In den geldnood der eerste weken werd zoowel van particuliere zijde (no. 475) als van rijkswege Voorzien. De aanwezige, of althans de in omloop zijnde hoeveelheid ruilmiddel bleef te gering en zoo konden de rijkszilverbons alleen verdwijnen om plaats te maken voor een nieuwe uitgifte, waarvan |feli[l^NÏNKRÏjK"DER NEDERLANDENfijiffi j SERIE fTijdelijke scbaarscbte van Kleingeld, j; B VAN DEN BERGHS, LIMITED, Rdtterdajjy \ la Utaatt cm goót.aét EÊN QÜLDEN, eoc$u V. ƒ li Ivee-t uoföoj;l3f fcfemge-W Hl ov>ttoop io. ' D niWijt op i SiphmvW tgiij I; fio f« fiaVsV j' ! Soowpjo 54- V«*.. | 3.1 Rotterdam, Augustus 1914.-'-.'••>;■*'. | | " -t^W BERGHS^&ITOs* | H^Goed voor Een Gal^oj^w'^i^^^^j'J ÉtS COTJKAJVT. — ^OITOïrflSJAG 24 DECEMBEll 5% Vrijwillige Leening :"Jj Staat der Nederlanden groot ƒ 275.000.000.= De inschrijvingen kunnen geschieden van 2 tot e ii met 11 Januari 1915 I van des voormiddags 9 tot des namiddags 1 uur |H op aUe betaalmeestcrskantorcn, de kantoren van de ontvangers der directe belastingen in gemeenten waar geen betaalmeesterskantoor gevestigd is en de postkantoren op plaatsen, waar geen betaalmeester of ontvanger is gevestigd. Stortingstermijnen: 8 Februari,, 8 Maart, 1 April en 7 Juli 1915. Voor verdere bijzonderheden raadplege men de „UITNOODIGINO TOT DEELNEMING" met. prospectus, welke op de bovengenoemde kantoren en op alle postkantoren (hulp- en bijkantoren Inbegrepen) te verkrijgen is. ;. De Minister van Financiën, . ' ' \ .... ^ ^ TR8UH. .. •^--■x.iAv | HETHEKIAHD OVE®A TRUSTCO^PAITY ) »%^tel*&g^ ***** • R ownecl ^^rS^^^S^Êj^^^^^^*'1'' i1 ' ' ' ' • I' •U?^^^^^Éi^i^^^^^^^Fauic6 ^8™**' «rider i | ^Tföf-^^utLve CoTnrrvittce of the * ff. :'^'-ê!%Ê?: Metkeifland Övecaea-Ttustcoinpany * ta'^'^flP ; j ^K§§Ë'.it • ' ai * » r*ilvi- l '■Ch air man i W rm \ I The Hague , | J IV. f^Ur'. . . ... -ia.. '»|' ' Secretary 4 i • 'mm.. i hier een exemplaar werd afgebeeld (no. 474); de zilverbon maakte echter particuliere noodmunt verder overbodig. - Broodkaart en distributie-bonboekjes zouden deze plaatjes evengoed aanvullen als het NOT-certificaat (no. 477). De Nederlandsche Overzee Trustmaatschappij, door particulier initiatief in het leven geroepen, heeft gedurende deze jaren het hare gedaan om den invoer van overzee zoo lang en zoo ruim mogelijk te handhaven. Het hier afgebeelde certificaat verklaart, dat het schip Merauke van de Rotterdamsche Lloyd door de NOT is geregistreerd en gemachtigd haar kenteekenen te voeren, onder voorwaarde van onderwerping aan de door haar gestelde regels en voorschriften. SYSTEMATISCHE INDEX. 175 Blz. WAPENS EN WERKTUIGEN. (Voor wapenrustingen zie kleederdrachten.) Steenen werktuigen 9 Bronzen werktuigen en wapens 10 IJzeren pilum uit den Romeinschen tijd 12 IJzeren lanspunt uit den Romeinschen tijd 12 Bronzen medusakop uit den Romeinschen tijd. ... 12 Bronzen braadpan uit den Romeinschen tijd .... 12 Bronzen fibula uit den Romeinschen tijd 12 Bronzen stilum uit den Romeinschen tijd 12 Kammen uit den Merovingjschen tijd 13 Lepels uit den Merovingischen tijd 13 Haarpennen uit den Merovingischen tijd 13 Weefschijfjes uit den Merovingischen tijd 13 Dobbelsteenen uit den Merovingischen tijd 13 Els uit den Merovingischen tijd 13 Broches, draagpenningen enz. uit den Merovingischen tijd 13 Wapens uit den Noormannentijd .... ; ... 17 Blz. Kanonnen 39 Weefgetouw 47 ZEGELS, MUNTEN, PENNINGEN. Karolingische munt 14 Zegel van het Predikheeren-convent te Groningen . . 28 Zegel van Godfried van Rhenen 31 Zegel van Floris V 37 Zegel van graaf Gerhard van Gelre 40 Zegel van Damme 42 Zegel van Groningen 42 Penning op Jan van Nassau 69 Penning op het vertrek van Leicester 69 Zegel van de Staten-Generaal 98 Contra-zegel van de Staten-Generaal 98 Huwelijkspenning Willem II 159 Penning op de opening van het Koloniaal Instituut. . 167 Gezantschapspenning (begin 17e eeuw), na het titelblad en 8 INDEX DER NAMEN VAN ARCHITECTEN, BEELDHOUWERS, GRAVEURS, SCHILDERS, VAN WIER WERKEN IN DEZEN ATLAS AFBEELDINGEN ZIJN OPGENOMEN. Blz. Abeele, Jan v. d 121 Aelbrechtsz, Henrick . . 44 Angeles, Des 129 Antonisz, Corn.. . . ' 41 Arendzen, P. J 156 Baillie, D 96 Balen, Matthijs 77 Balthasar, Floris 71 Beek, D 75 Beham, Bartel 56 Bendorp, K. T 136 Berkerode, Balthazar Florisz 93 Berlage, H. P 163 Beyer, J. de 131 Blooteling, A 116, 117 Boers, S. E. Voorn 77 Boetius Bolswert . 71 Bol, Ferd 117 Borch, Gerard ter 98 Bouts, Dieric 36 Bree, J. van 145, 150 Breugel, Gerrit van 72 Brouwer, Adriaan 109 Brown, Henry . . 153, 154 Brueghel de Oude, Pieter 57, 58, 61 Buchel, Arend van 57 Buys, Jacobus 129,136-137,137 Bulthuis 142 Dalen, Corn. van 94 Dane, Joh 94 Delff, W. . . ; • 96 Der Kinderen 42 Deroy, A 158 Desguerrois 154 Diest, Jan van 117 Dietrich, F. 147 Dijck, Anthonie van 92 Dijk, P. van 129 Dou, Gerard 111 Blz. Eeckhout, J. van deu 129 Eyck, Hubert van 52 Eyck, Jan van 25 Ekels, J 136 Enkhuizen, Jacob van 31 Falck, J 75 Flemalle, Meester van 46 Fokke, S. . . 132 Frey, J. de 96 Gerard van Leiden 34, 35 Gerbrandsz, Louis 44 Gheyn, Jacques de 68, 72 Girodet, A. L Y . . 144 Goeree, 1 78 Goltzius, Hendrik 68 Goyen, Jan van 107 Hackaert, Jan 108 Hahn, Albert 160 Halden wang, Chr 139 Hals, Frans 110, 114 Hanneman, A 113 Haverman, J. H 160 Helst, Bartholomeus van der 77, 110 Hobbema, Meindert .108 Hodges, Charles Howard 142, 144, 166 Hoffmeister, J. H 166 Hogenberg, Frans ....... 59, 66, 67, 68, 69, 70 Hollar, Wencel 94 Höndius, W 94 Honick, A 45 Honthorst, Gerard van 91 Hoogh, Pieter de 112 Hoog Hz., G. de 45, 48 Hooghe, Romijn de 120 Houbraken, J. > 60, 129, 132, 137 Huygensz, Klaes 44 Israëls, Jozef 162 Jelgerhuis, S 141 Jelgerhuis, Johannes 153 176 SYSTEMATISCHE INDEX. Blz. Jeltsema, F. 160 Jongman 77 Jordaens, Jacob 92 Joseph, G. F 166 Jünger, L 160 Campen, Jacob van 103 Canelle, A j 156 Cardon, A 136 Caspari, K- W 148 Key, Adriaen Thomasz 64 Keyser, Hendrik de 75 Claessens, L. A 129 Clerion, J 115 Clouet, Francois 69 Cock, H 56, 57 Coello, Alonzo Sanchez 62 Cornelisz., Lambertus 73 Kohier, C. Th 139 Craey, Dirck 82 Craeyvanger, R ' 155 Cranach, Lucas 60 Cuylenburgh, Van 143 Cuyp, Aelbert . . . 77, 112 Cuypers, Dr. P. J. H 163 Last, C. C. A 151 Leest, Anton van 69 Lehman, G. A 138 Lely, P 121 Lievensz, Jan 94, 98, 113 Liotard, J 137 Luyk, H. van 69 Mabuse, Jan Gossaert 61 Maes, Nicolaas 114 Man, Cornelis Willemsz. de 83 Marcus, J. E 148 Maris, Jacob 161 Matham, Theod 97 Mauve, Anton 161 Meester van Flemalle :. . . . . 46 Memlinck, Hans 51 Mesdag, Hendrik Willem 162 Mieling, C. W 155 Miereveld, Michiel Jansz 70, 88, 96 Moritz, L 144 Morghen, Ralph 145 Moro, Antonio 62, 63 Mourot 154 Muller 68 Munnickhuyzen, Johan van 114 Nauta, Gerben 131 Neer, Aert van der 109 Neering, W. 136 Norrwits 113 Orme, D 143 Ostade, Adriaen van 84, 111 Passé, C. de , . . 69 Penning, W. L 145 Persijn, R. van .... 97 Pieneman, Jan Willem 148, 149 Picart, B 123, 125 Portman, L. C 144 Post, Pieter . 93, 113 Prédis, Ambrogio de 54 Blz. Quellinus, A 113 Quiter, H. de . 129 Rembrand Harmensz. van Rijn 105, 106 Roelefs, Conraed ,104 Rogier van der Weyden 47, 49, 50 Roode, N. J. W. de '. .152 Ruysdael, Jacob van 109 Saenredam, Pieter 23 Sandrart, J. von 97 Savry, Salomon 90, 102 Scheurleur, J. H 135 Schillemans, Francois 88 Scorel, Jan van 59, 60 Schouten, H. P 139 Senus, W. van 148 Sluter, Claus 49 Smith, J 137 Sorgh, Hendrik, Maartensz 117 Soutman, Pieter 80 Steen, Jan 112 Stoopendaal, Daniël 116, 127, 128 Stuers, Jhr. Victor de 32 Suavius, Lambertus 63 Suyderhoeff, Johan 114 Swanenburg, D 88, 90 Tanjé, P 129 Taurell, B 148 Textor, F. 146 Tischbein, Johann Valentin 130 Tischbein, Johann Friedrich August 134, 137 Troost, Cornelis 125 Valck, G 121 Velde, Jan van der 84 Velde, Willem van de 119 Velijn, P 132 Venne, Adriaen van de 86 Ver Huell, Alexander 157 Verkolje, J 115 Vermeer, Johannes' 107 Veth, Dr. J. . 156 Vingboons, Justus 103 Vingboons, Philip 103 Vinkeles, R. . . . 135, 137, 138, 142, 143, 147, 149, 150 Visscher, Claes* Jansz 75, 87, 88 Visscher, L 117 Vlieger, S. de 102 Vorsterman, L 98 Vos, J. de • 114 Vreugde, Louis J 167 Vrijdag • ' 142, 143 Vroom, Hendrik Cornelisz 73 Wandelaar, J 124 Weyden, Rogier van der 47, 49, 50 Weissman, A. W 100, 101 Wegner en Mottu 158 Wenckebach, L. W. R 83 Wiericx, J 88 Wilt, T. van der 129 Wissing, Willem 121 Witt, Johannes de 57 Woudanus, J. C 90 Zeeman, Reinier 94 Ziezenis, Johann Georg 134 Zijlvelt, A. van 114