DE ROTTERDAMSCHE Jl VISCHMARKT ARIE SCHIPPERS DRUKKERIJ J. DE JONG - ROTTERDAM KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK GESCHENK VAN DE ROTTERDAMSCHE VISCHMARKT ARIE SCHIPPERS DE ROTTERDAMSCHE VISCHMARKT. Zonder afbreuk te doen aan wat anderen geschreven of gesproken hebben over de Rotterdamsche vischmarkt, wensch ik hier na te gaan, wat Rotterdam noodig heeft om een goeden vischafslag te hebben. De bestaande Rotterdamsche vischmarkt werd opgericht om uitsluitend de Rotterdamsche burgerij van visch te voorzien. Het werd een detailzaak met stalletjes, hokjes, waterbasins voor levende riviervisch enz. Alles onder één dak met den afslag daarbuiten. De aangevoerde visch wordt op den afslag aan de houders der stalletjes en nissen, aan straatventers en winkeliers verkocht. De markt werd opgericht in den tijd toen slechts sloepen, zeiltrawlers, bommen, pinken, schokkers en botters versche visch aanvoerden. In die dagen hadden de sloepen noch de andere schepen bijzondere haast. De ongunstige ligging der markt werd niet zoo opgemerkt. Het aantal schepen, dat ter vischvangst voer was beperkt. De concurrentie tusschen de verschillende markten was ook minder merkbaar dan thans. Alleen Scheveningen, Vlaardingen, Den Helder en enkele andere kleine kustplaatsen hadden versche vischmarkten. Ijmuiden was nog onbekend als vischmarkt. Export van versche visch was in die dagen van geen beteekenis, slechts consignatiezendingen vonden plaats naar Antwerpen, Ostende of Parijs. Duitschland en Oostenrijk waren nog geen afnemers van Hollandsche versche visch. Bij het in de vaart komen van de stoomtrawlers en stoombeugers bleek al spoedig, dat de bestaande markten niet — 4 — beantwoordden aan de eischen, die de verandering in het bedrijf medebracht. Toen in IJmuiden een vloot van stoomtrawlers verrees en te Vlaardingen en Maassluis een flinke vloot van stoombeugers in de vaart kwam, werd te IJmuiden een moderne vischafslag opgericht, waartegen de markten van Vlaardingen, Scheveningen en Rotterdam het niet houden konden. Niet alleen wegens de gunstige ligging der visschershaven te IJmuiden werd deze geprefereerd boven de markten aan de Maas, doch bovenal daarom, dat IJmuiden zorgde dat visch, eenmaal op den afslag verkocht snel en goed naar alle deelen van Europa verzonden kon worden. Ook zorgde IJmuiden er voor, dat schepen, gelost zijnde, onmiddellijk gereed gemaakt konden worden voor een volgende reis. Vóór den oorlog gebeurde het niet zelden, dat een schip des morgens binnen kwam en des avonds wederom naar zee ging. Wanneer sloepen of zeiltrawlers een reis gemaakt hadden, bleef het schip na elke reis eenige dagen binnen. Met de komst der stoomtrawlers en stoombeugers kwam hier verandering in en eerst na drie of vier reizen bleef men eenige dagen stil liggen. >&4 n Door reeders wordt er op gelet, bij het bezoeken van een markt, welk tijdverlies er is, eer een binnen gekomen schip weer zee kan kiezen. De thans varende stoomtrawlers en stoombeugers met een diepgang van 10 a 13 voet, kunnen den in Rotterdam bestaanden afslag of markt niet ten allen tijde bereiken. Het marktgebouw en omgeving zijn te klein, zelfs voor een Rotterdamsche consumptiemarkt, laat staan voor een export-afslag. De ligging is zeer ongunstig. Directe aansluiting aan het spoor is er niet, zoodat van vlugge verzending naar buiten geen sprake is. Door de geringe kaderuimte en ongunstige ligging is de verzending te water ook niet „up to date". Verder in te gaan op de onvolmaaktheid van de tegen- — 5 — woordige vischmarkt, komt mij overbodig voor. Weinigen zullen voor het behoud van de tegenwoordige markt en toestand zijn. Wat heeft Rotterdam noodig? Een markt met afslag uitsluitend voor de locale consumptie óf een afslag dienstig aan het lokaal verbruik en aan den export? Rotterdam kan geen goeden afslag voor eigen consumptie hebben, tenzij deze ook voor den export ingericht is. Onder export wordt door mij verstaan verzending door geheel Nederland en naar het buitenland. Een versche vischafslag, uitsluitend bestemd voor locale consumptie zal in kosten van bouw en inrichting niet veel minder kosten dan een afslag, ook ingericht voor export. Voor den export is hoofdzaak, dat er in het afslaglokaal goede ruimte is om de visch voor verzending te kunnen verpakken, dat de hal goede spooraansluiting heeft en aan diep vaarwater ligt. Kooplieden moeten in de onmiddellijke nabijheid van den afslag gelegenheid hebben om manden, kisten, stroo en andere emballage te bergen. Voor een localen afslag kan alleen de spooraansluiting en de bergplaats voor emballage gemist worden. De aanvoer van versche visch kan, in overleg met de reeders, regelmatig plaats hebben. Alleen is dit niet mogelijk bij aanhoudenden storm of bij langdurigen mist. Na het eindigen van een langdurigen storm of mist heeft men op een afslag dikwijls een opéénhooping van visch. Is de afslag dan niet in staat de groote hoeveelheid op te nemen, dan moet de overvloedige visch naar een andere markt gezonden worden, waar men de groote kwantiteiten wel kan opnemen. Een afslag, die niet alles op kan nemen, wat aangevoerd wordt, zal door reeders en visscherlieden vermeden worden. Op een afslag, waar ook gekocht wordt voor export, heeft een plotselinge groote aanvoer weinig invloed op de prijzen. Het te veel voor de stad gaat naar buiten. Ditzelfde heeft te IJmuiden plaats. — 6 - Rotterdam wordt door velen beschouwd als ongunstig te liggen voor een versche vischafslag. Zooals de toestand nu is, is dit volkomen juist. Men noemt als een bezwaar den afstand van zee naar Rotterdam. Op zich zelf kan deze afstand geen bezwaar zijn. Wat is toch het geval? Een stoomtrawler heeft van zee naar Rotterdam 2l/2 a 3 uur noodig. Is het hoog water dan loopt een stoomtrawler bij aankomst te Rotterdam met behulp van een sleepboot terstond de Leuvehaven binnen. Is er geen water genoeg in de Leuvehaven dan moet de trawler vastmeeren aan de Boompjes of Willemskade, waar zelden ruimte is, en wachten op hoog water. Is men eenmaal de Leuvehaven binnen, dan moeten twee bruggen gepasseerd worden en na de laatste gepasseerd te zijn, langzaam, altijd met behulp van een sleepboot, naar de markt gemanoeuvreerd worden. Liggen nu aan den landingssteiger reeds schepen, dan kan men daar langs gaan liggen en over deze schepen heen lossen of wachten tot de andere schepen ruimte gemaakt hebben. Onnoodig te zeggen, dat deze procedure, zelfs in het gunstigste geval, tijdroovend en kostbaar is. Wat kost de hulp van de sleepboot niet, wat kost het bruggegeld en hoeveel tijd gaat er verloren met wachten op hoog water, wachten tot dat een brug opengaat en wachten aan den steiger? Treft men het niet met het getijde, dan kan men soms uren verliezen met wachten, of is men verplicht aan de Willemskade of Boompjes de lading visch over te laden op karren of op een sleepboot om zoodoende nog tijdig de visch op den afslag te krijgen. Is de loswal bij aankomst vrij dan is dit gewoonlijk een bewijs, dat de afslag afgeloopen is, en men moet wachten tot den volgenden dag. Is de visch eenmaal op den wal, dan is de eisch, dat zoo spoedig mogelijk verkocht wordt, en het schip weer zoo snel mogelijk gereed gemaakt wordt voor een volgende reis, — 7 — welke uiterlijk den volgenden morgen moet kunnen aanvangen, in sommige gevallen denzelfden dag nog. Er moet op de plaats van lossing, of daar vlak bij, steenkool, ijs, proviand, zout en water ingenomen kunnen worden, waarvan steenkool en ijs de voornaamste zijn. Aan den tegenwoordigen loswal der vischmarkt kan noch steenkool noch ijs ingenomen worden. De trawlers moeten eerst weer de Leuvehaven uit en dikwijls weer wachten op hoog water. Voor het innemen van ijs wordt weer vastgemeerd aan de Boompjes of Willemskade en voor het innemen van kolen moet soms weer naar een andere plaats verhaald worden. Uit bovenstaande blijkt niet alleen, dat het binnenkomen der schepen zeer tijdroovend en kostbaar- is, doch dat ook het verlaten der vischmarkt en het gereedmaken voor de volgende reis veel tijd kost. De afstand van zee naar Rotterdam staat hier buiten, daar toch het varen op de rivier zoowel bij dag als bij nacht, met hoog en laag water kan plaats hebben, terwijl het groote oponthoud plaats heeft tusscheri de rivier en de markt. In Engeland en Schotland heeft men ook verschillende markten, die ver de rivier op liggen. Een markt moet te bereiken zijn zonder horten en stooten. De nieuwe vischafslag te Rotterdam moet de visscherijschepen voor dergelijke hindernissen vrijwaren, zoodat stoom-, motor- en zeilschepen direct van zee aan den afslag kunnen lossen, na lossing onmiddellijk ter plaatse gereed gemaakt kunnen worden voor de volgende reis. De nieuwe Rotterdamsche vischafslag moet liggen aan diep vaarwater om onkosten van sleepbooten en tijdverlies te vermijden. De aan den afslag liggende schepen moeten geen hinder hebben van golfslag, zuiging, ijsgang en voorbijvarende schepen. De algemeene havenonkosten moeten óf gelijk óf minder zijn dan in een andere haven. De ligging der markt moet gunstig zijn, zoodat vandaar - 8 - zonder veel tijdverlies de geheele stad bereikt kan worden. Uit de hal moet direct in den wagon verladen kunnen worden. De inrichting der hal of afslag moet ruim zijn. Hoe de bovenbouw is doet weinig ter zake, alleen moet de verlichting overdag en des nachts zeer goed zijn. De vloer moet van beton of cement zijn met goede afwatering en waterspoeling, zoodanig, dat vuil, schubben, afval etc. bij de afspoeling en schoonmaak nooit in aanraking kunnen komen met de visch. De hal moet zoo dicht mogelijk aan den waterkant liggen, zoodat met weinig kosten de visch uit de schepen in de hal gebracht kan worden. De hal moet in de lengte in tweeën verdeeld zijn, de verdeeling evenwijdig met den loswal. Het meest naar het water gelegen gedeelte moet dienen voor den afslag der visch. Onmiddellijk na den verkoop moet de visch vervoerd worden naar dat gedeelte van de hal, hetwelk het verst van den waterkant ligt, dus aan de zijde, waar het spoor loopt. Op dit gedeelte der hal heeft de verpakking van de visch voor verder vervoer plaats, terwijl van hier uit ook de handwagens en kruiwagens beladen worden, die de visch naar de stad brengen. Indien mogelijk moet de hal bevatten het kantoor voor directie, afslager en beambten met telefooncellen en kleine kantoortjes voor de kooplieden. Is de ruimte gelijkvloers hiervoor niet aanwezig, dan zou in de hal ter hoogte van 3 a 4 meter een gaanderij gebouwd kunnen worden, waarop de kantoren der directie zich bevinden, terwijl de overige ruimte op de gaanderij besteed kan worden voor kantoortjes en telefooncellen. In de onmiddellijke omgeving van het afslaggebouw moet er gelegenheid zijn of gemaakt kunnen worden om kisten, manden, emballage, op afgesloten terreinen of in gebouwen te kunnen bergen. Kooplieden moeten in de gelegenheid zijn om bij aanvoer van visch snel de noodige emballage te kunnen aanvoeren. — 9 — De hal of afslag moet niet ingericht worden voor detailverkoop, geen verkoop in het gebouw aan consumenten, geen inrichtingen zooals gevonden worden in het tegenwoordige gebouw der vischmarkt. Met het oog op de plaats waar de nieuwe vischafslag komt te staan zou detailverkoop in de hal geen doel hebben. Met het bepalen van een gunstige plaats voor den afslag moet niet alleen gelet worden op de eischen der reeders en visscherlieden, doch ook hierop, dat alle deelen der stad door venters en kooplieden gemakkelijk te bereiken zijn. Zal het nu de taak der Gemeente zijn te zorgen voor kleinere vischmarkten op verschillende punten van de stad ter vervanging van de bestaande markt? Ik meen, dat dit overbodig is. De meeste visch, die in Rotterdam verbruikt wordt, wordt óf gekocht in de winkels óf van de venters, terwijl slechts een betrekkelijk klein gedeelte op de markt gekocht wordt. De nieuwe afslag moet daar gelegen zijn, dat zoowel het Westen, het Noorden, het Oosten, de middenstad als het Overmaasche gedeelte der stad snel bereikt kunnen worden. Ongetwijfeld zal het oeververbindingvraagstuk bij de plaatsbepaling der nieuwe markt een rol spelen. Moet er echter gewacht worden met het bouwen van een nieuwen vischafslag totdat het oeververbindingvraagstuk opgelost is, dan kan men zeker nog ettelijke tientallen van jaren doortobben met onze oude vischmarkt. Lettende dus uitsluitend op de bestaande oeververbinding dan zal de nieuwe vischafslag moeten verrijzen in de nabijheid van het Wagenveer, hetzij aan de Zuidelijke of Noordelijke zijde der rivier. Is het Wagenveer goed geregeld en vaart er elke 15 minuten van elke zijde der rivier een boot, dan maakt het voor den detailverkoop niets uit aan welke zijde der rivier de afslag gelegen is. Een ligging aan de Noordelijke zijde zou te verkiezen zijn, daar de meeste consumenten aan die zijde van de stad wonen. — 10 — Van de Maasbrug af tot aan de Parkhaven zijn er geen terreinen, die in aanmerking zouden kunnen komen. Nóch Boompjes, nóch Willemsplein hebben directe spooraansluiting, terwijl visschersschepen daar voor den wal liggende veel last zullen hebben van voorbijvarende schepen, stilliggende sleepbooten en lichters, terwijl in den winter, bij strenge vorst, de schepen gevaarlijk liggen met het oog op drfjfijs. Willemskade en Westerkade bieden dezelfde bezwaren aan als Boompjes en Willemsplein. De eenige plaats, die aan de Noordzijde van de rivier in aanmerking zou kunnen komen, is de Parkkade. De breedte der kade is voldoende om dicht langs de Maas een hal te bouwen. De breedte der Parkkade, die overblijft na het bouwen der hal, is echter niet voldoende voor het aanleggen van spoor, om passage te geven aan sleeperswagens, auto's en voetgangers. De vraag of de hoek Parkkade en Parkhaven niet te scherp is om spoor aan te leggen ter verbinding van de Parkkade met het spoor aan de Parkhaven, zal bevestigend beantwoord moeten worden. Verder heeft de Parkkade, wat de rivier betreft, dezelfde bezwaren als Boompjes, Willemsplein enz. Ook zal de vischlucht aan bezoekers van het Park en Heuvel niet aangenaam zijn. Voor de distributie van de visch in het Noorden en Oosten der stad is de Parkkade minder gunstig gelegen. Wordt een terrein gezocht verder dan de Parkhaven dan worden de condities, wat distributie in de stad betreft, nog ongunstiger. Welke terreinen zijn nu aan den Zuidelijken oever der Maas beschikbaar voor een vischafslag? Een der meest geschikte gedeelten van ons havencomplex ware geweest de indertijd onder loods „A" in de Rijnhaven bekende loods, doch deze behoort thans tot het verledene en het is zeer te betwijfelen of de Holland-Amerika Lijn een gedeelte van hare nieuwe loodsen in het begin der Rijnhaven, — 11 — zou willen afstaan, ten tweede zou een gedeelte van zoo'n loods te duur zijn voor een vischafslag, te meer daar verschillende veranderingen aangebracht zouden moeten worden. De ingang der Rijnhaven, Westzijde, zou echter een ideale plaats geweest zijn voor de nieuwe Rotterdamsche vischmarkt. Stoomtrawlers en zeilschepen zouden de Westzijde der Rijnhaven slechts een klein gedeelte behoeven in te varen, zonder behulp van sleepbooten, om aan den afslag te komen, aan den wal vrij gelegen hebben van golfslag, en weinig last gehad hebben van voorbijvarende schepen en zware ijsgang op de rivier zou de schepen niet in gevaar gebracht hebben. Zoowel des nachts als overdag zouden de vischschepen den afslag hebben kunnen bereiken, zonder te letten op hoog of laag water, terwijl schepen daar gemakkelijk van ijs en steenkool voorzien hadden kunnen worden. „No use talking about spilt milk", zoo ook hier, niet verder praten over iets, dat toch niet te bekomen is. De Holland-Amerika Lijn zal wel niet genegen zijn een gedeelte van hare nieuwe loodsen in de Rijnhaven af te staan. Is deze loods niet prachtig gelegen voor een Rotterdamschen vischafslag? Verbonden aan spoor, aan diep ruim vaarwater, vlak bij de rivier, geen bruggen, geen ondiepten en vlak bij het Wagenveer, dus ook prachtig gelegen voor de distributie van visch in de stad. Om verder in de Rijnhaven een vischafslag te bouwen zou niet practisch zijn, te lastig voor de binnenkomende vischschepen; ditzelfde geldt voor de Maashaven. Ik heb langer stil gestaan dan noodig is bij het terrein aan de Rijnhaven, doch het geeft het idee aan, wat voor terrein Rotterdam noodig heeft. Wil men een terrein vinden, dat eveh passend is, dan moet dit gevonden worden tusschen Rijn- en Maashaven in, gaat men Westelijker dan de Maashaven, dan is men te ver van het Wagenveer af en wordt de distributie in de stad benadeeld. - 12 — De lsteen 2de Katendrechtsche Haven bieden een passende plaats aan voor een vischafslag. Beide havens zijn breed en diep met goede kaden, loodsen en open terrein. De lste Katendrechtsche Haven met kade, de daarop gebouwde loods „A" aan de Fruitstraat en het daarbij behoorende afgesloten onbebouwde terrein vormen een prachtig complex voor den Rotterdamschen vischafslag. De andere kaden, loodsen en terreinen in deze twee havens zijn minder geschikt. Waar Van Staay's koelpakhuizen staan kan geen vischafslag verrijzen, ook loods „C" in de 2de Katendrechtsche Haven is minder geschikt, te groot en wegens de kolentip aan het einde van het hoofd en de daar ladende zeebooten is de haven voor inkomende trawlers niet gemakkelijk te bereiken; loods „D" ware ook te gebruiken, doch het terrein van de Ballast-Maatschappij ligt er voor, zoodat de voor dit terrein liggende lichters en zeebootjes een grooten hinderpaal zouden vormen voor de vischschepen. Met het oog op de tijdsomstandigheden is het misschien beter niet direct over te gaan tot den bouw van een modernen vischafslag, doch een bestaand gebouw daarvoor in te richten. Loods „A" aan de l8te Katendrechtsche Haven zal met weinig kosten als vischafslag ingericht kunnen worden. Voor de visschersschepen zou de helft van de lste Katendrechtsche Haven voldoende zijn, mits de meerstoelen niet meer gebruikt worden voor het lossen en beladen van zeeschepen en alleen gebruikt worden voor afscheiding van het rechtsche of Westelijke gedeelte, desnoods kunnen deze meerstoelen gebruikt worden voor het vastmeeren van geloste en wachtende schepen. De rechtsche of Westelijke helft der l8te Katendrechtsche Haven zou haar tegenwoordige bestemming blijven behouden. Aan de haven zelve behoeven geen kosten gemaakt te worden om ze passend te maken voor een visscherijhaven. De geheele kadelengte is ongeveer 180 Meter. De waterbreedte 54 Meter. Lengte open terrein of straat aan het — 13 — l8te Katendrechtsche Hoofd, van de Maas tot aan de loods 32 Meter. Lengte loods 80 Meter, lengte afgesloten terrein 38 Meter, lengte open terrein, niet afgesloten, 30 Meter. Breedte van loods en terreinen ongeveer 25 Meter. De loods en het afgesloten terrein liggen in één lijn, het laatste van de Fruitstraat door een schutting gescheiden. Het geheele terrein (water en land), dat aldus beschikbaar zou zijn voor den vischafslag, beslaat een oppervlak van 14220 M2. waarvan 9720 M2. water 2000 M2. loods 2500 M2. terrein. De breedte van het water is meer dan voldoende. Stoomtrawlers en andere visschersschepen kunnen veilig aan de kade liggen, terwijl andere schepen er langs verhalen of passeeren. Bij hoog- en laag water kunnen schepen in- en uitvaren, kolentransporteurs en ijsschuiten kunnen ten allen tijde de visscherijschepen bedienen. De loods is aan het spoor gelegen. Exporteurs kunnen met weinig moeite en kosten de visch per spoor verzenden. Aan de Z.Z. der haven kunnen de motorbooten de visch innemen voor vervoer over water. Voor de stadskooplieden, venters, winkeliers, restaurateurs enz. is deze loods zeer gunstig gelegen, slechts 5 minuten van het Wagenveer. De loods kan bijna onveranderd gebruikt worden voor vischafslag. Alleen moet de vloer van cement of asphalt gemaakt worden. Over den bestaanden vloer van keien zou cement of asphalt gelegd kunnen worden. Bij het leggen van den nieuwen vloer moet ineens rekening gehouden worden met goede waterspoeling en afwatering. De afwatering kan plaats hebben ondergronds door groote buizen. Aan het verdere inwendige van het gebouw behoeven geen veranderingen plaats te hebben, misschien een betere electrische verlichting. — 14 — Het gebouw past niet om een gaanderij er in te bouwen, dus kantoren voor de directie en administratie zouden gelijkvloers moeten blijven, hiervoor is ruimte genoeg. Voor de telefooncellen blijft er ook genoeg ruimte over, echter niet voor kantoortjes der kooplieden. Door over een gedeelte der binten planken te spijkeren zou men een geschikte bergplaats voor emballage verkrijgen. Het afgesloten onbebouwde terrein zou aan de kooplieden verhuurd kunnen worden voor bergplaats van manden en kisten of gebruikt worden als staanplaats voor de venters, indien de Fruitstraat geen ruimte genoeg biedt. De voor de loods loopende kranen moeten verwijderd worden. De ruimte tusschen loods en haven is wel wat breed toch tijdelijk is dit geen bezwaar. Een afdak zou desnoods gemaakt kunnen worden, loopende van de loods tot aan de haven, noodig is dit echter ook niet De spoorverbinding loopt niet vlak langs de loods, doch loopt aan de overzijde van de Fruitstraat. Het zal beter zijn dit spoor langs de loods te verleggen en dan aan de straatzijde van de loods een platform te bouwen ter hoogte van den ingang der wagons. Noch het verleggen van het spoor noch het maken van het platform is een absolute vereischte. De bestrating der Fruitstraat en de toegang naar het Wagenveer eischen verbetering. De bestrating is zeer slecht. Vrachtauto's en sleeperswagens kunnen er gebruik van maken, doch voor kruiwagens en handwagens is de straat niet begaanbaar. Klinker bestrating of asphalt is vereischte, de laatste te verkiezen met het oog op reiniging. De onkosten om het gebouw in orde te brengen en andere uitgaven worden door mij geraamd op ƒ 100.000,—; hierbij is echter niet inbegrepen een eventueele schadevergoeding aan den tegenwoordigen huurder der terreinen om de bestaande huurovereenkomst teniet te doen. - 15 - Exploitatie van den Afslag. Zonder in details te treden hoe de nieuwe vischafslag geëxploiteerd dient te worden, kan ik niet nalaten dienaangaande eenige aanwijzingen te geven. De vischafslag moet geheel onafhankelijk zijn van alle andere Gemeente bedrijven. De onkosten voor de visscherijschepen moeten zoo laag mogelijk blijven. De afslag moet zich uitsluitend bemoeien met den verkoop van de visch. Het uitladen der schepen en het brengen van de visch in de hal moet door de reeders gedaan en betaald worden. Het afleveren van de visch is voor rekening van koopers en moet door. hen gedaan worden. Beambten der hal mogen hier niet aan medehelpen. De visch moet verkocht worden volgens een vastgesteld reglement, hetzij bij gewicht, per kist, per mand, per tal enz. naar gelang der vischsoort. Vischschepen moeten vrij van havengeld zijn, mits niet langer dan 8 dagen in de visschershaven blijvende, en de visch aan den afslag verkoopende. Van de bruto opbrengst der visch wordt een zeker percentage geheven ter dekking der kosten van den afslag. Dit percentage mag niet hooger zijn dan op andere markten. Dagelijks moet de verkochte visch aan de reeders afgerekend worden. De afslag is verantwoordelijk voor de gelden der verkochte visch. Koopers moeten contant betalen, tenzij de afslag hun een matig crediet door bemiddeling van een Bank kan toestaan. Dit crediet kan alteen verstrekt worden aan exporteurs, niet aan venters, winkeliers of restaurateurs. De afslag moet op geregelde tijden plaats hebben, b.v. des morgens om 7 uur, om 10 uur en des middags om 2 uur, Komt er veel visch, dan kan er doorgaand afgeslagen worden, doch nooit na 3 uur. — 16 — Het aantal beambten van den afslag moet zoo klein mogelijk zijn, het zou kunnen bestaan uit: 1 directeur, 1 afslager, 1 naschrijver, 1 boekhouder-kassier, 1 klerk, hoogstens 4 werklieden en 2 wakers. Het gezamenlijk salaris zou de ƒ 35.000,— niet te boven mogen gaan. De op het terrein staande loods is eigendom van de huurders van het terrein. De Gemeente zal deze loods moeten overnemen van huurders en wederom in huur aan den afslag afstaan. Voor huur zou de Gemeente ƒ 5000,— per jaar kunnen rekenen. De Gemeente ontvangt thans aan terrein en kadehuur ƒ 18.300,— per jaar en rekent men voor derving aan havengelden voor een gedeelte van de Katendrechtsche haven ƒ 2000,—, voor kantoorbehoeften, electrisch licht, waterleiding enz. ƒ 13.000,—, dan zal de exploitatie van den vischafslag kosten: Terrein en kade huur ƒ 18.300,— Beambten „ 35.000,— Huur loods „ 5.000,— Havengeld „ 2.000,— Onkosten „ 13.000,— ƒ 73.300,— Aan de Rotterdamsche vischmarkt wordt den verkooper thans 5 % en 1/2 % registratiegelden in rekening gebracht, in IJmuiden rekent men den verkooper 4 % en 1/L, % registratie, doch geeft aan den kooper een korting van 2 %. Havengelden worden in IJmuiden niet geheven. Worden aan verkooper door den nieuwen Rotterdamschen vischafslag dezelfde kosten in rekening gebracht en aan koopers dezelfde korting toegestaan als te IJmuiden dan zou de afslag netto 2 % ontvangen over de bruto opbrengst der visch. In één jaar zou dus voor ƒ 3.565.000,— aan visch verkocht moeten worden om den afslag voor de Gemeente — 17 — ioonend te maken. Per week zou verkocht moeten worden ongeveer ƒ 68.500,— aan visch. Neemt men aan, dat kustvaartuigen, zeiltrawlers en zeilbeugers per week ƒ 8.500,— aanbrengen, dan zouden de stoomtrawlers en stoombeugers per week voor ƒ 60.000,—. aan visch moeten verkoopen. Neemt men aan als gemiddelde besomming van een stoomtrawler ƒ 2.000,—, dan zouden in een week 30 schepen den afslag moeten bezoeken of 5 per werkdag. Weinig kans zal er bestaan, dat gemiddeld 5 stoomtrawlers de eerste tijden den afslag zullen bezoeken. Zoolang niet een voldoend aantal vischschepen den afslag bezoekt, zouden de onkosten aanmerkelijk gereduceerd kunnen worden. In den beginne zou de Directeur met den afslager het werk kunnen doen van den naschrijver, boekhouder en klerk en in plaats van 4 werklieden en 2 wakers zouden er 2 werklieden en 1 waker kunnen zijn, terwijl ook op de algemeene onkosten bespaard zou kunnen worden. Naar gelang het bezoek aan den afslag toeneemt zou het personeel uitgebreid kunnen worden. Een en ander zou minstens een besparing geven van ƒ 16.000,— per jaar. Bovendien zou in den aanvang het percentage der opbrengst van de visch grooter kunnen zijn door geen korting aan koopers toe te staan, en rente te berekenen over toegestaan crediet. Den afslag zou dus de 4 % aan verkoopers in rekening gebracht ten volle ten goede komen. De exploitatie rekening van den afslag zou dan zijn: Terrein en kade huur ƒ 18.300,— Beambten , 22.000,— Huur loods „ 5.000,— Havengeld „ 2.000,— Onkosten „ 10.000,— Totaal ƒ 57.300,— Komt nu de volle 4 % ten goede aan den afslag, dan — 18 — moet er per jaar voor ƒ 1.432.500,— of per week voor ƒ 27.600,— aan visch verkocht worden om den afslag loonend te doen zijn. Indien de kustvisscherij / 7.600,— per week opbrengt, (in plaats van ƒ 8.500,— zooals hierboven aangegeven), dan moeten de trawlers ƒ 20.000,— per week aan visch aanbrengen en bij een besomming van gemiddeld / 2,000,— per reis, zouden slechts 10 stoomtrawlers per week of nog geen 2 per werkdag den afslag behoeven te bezoeken om de onderneming een succes te doen zijn. Ik meen, dat dit aantal wel te bereiken zal zijn, zelfs in deze drukkende tijden. Buiten beschouwing is gelaten eventueele huuropbrengst van open terrein of pakhuisruimte. Indien de Gemeente gevolg geeft aan het adres van de Kamer van Koophandel te Rotterdam, dd. 12 Augustus 1922, om de kadegelden terüg te brengen, voorloopig met 50 % van de verhooging van 1920 en later met nog 50 % van die verhooging, dan zou de exploitatie der vischhal in de toekomst met ongeveer ƒ 9.000,— per jaar verminderd kunnen worden. Tenslotte dient nog een vraag, die bij velen zal opkomen, beantwoord te worden. Zal Rotterdam kooplieden hebben, die de versche visch opkoopen voor export? Indien ze er nu al niet zijn dan zullen ze er komen. IJmuiden had vóór 25 jaar ook niet het groot aantal kooplieden, dat het nu heeft. Ze zijn er gekomen naar gelang de markt zich uitbreidde. Zoo zal het in Rotterdam ook gaan. Hoe meer visch aangebracht wordt, des te meer kooplieden zullen zich toeleggen op den export van visch. ARIE SCHIPPERS. Rotterdam, September 1922. I