BROCH 25181 7 \ INWIJDINGEN EN MYSTERIËN VAN HET UITGAVE VAN HET TIJDSCHRIFT „LICHT BN WAARHEID" - 1914 INWIJDINGEN en MYSTERIËN VAN HET OUDE EGYPTE uitgave van het tijdschrift „LICHTEN WAARHEID" - 1914 Se Waar men tegenwoordig zoo vaak hoort spreken over de symbolen en teekens, die in de tempels van het Oude Egypte een belangryke plaatsin het geestelijk onderricht vervulden, achten wy het niet ondienstig een beschrijving en toelichting van een aantal dezer zinnebeelden te geven, hoofdzakelijk die, welke de twee-en-twintig letters voorstellen, die ieder Egyptenaar moest kennen, doch waarvan de diepere beteekenis slechts den tempel-leerling werd medegedeeld. Deze letters vindt men in dezelfde volgorde terug in de twee-en-twintig letterteekens van het Hebreeuwsche alphabet, waaruit de verwante oorsprong der beide talen blijktjën tevens ophieuw het bewijs* geleverd wordt van den verstrekkenden invloed van het onderwas van den tempel, dat, hoewel in vormen verschillend, in den grond en het wezen overal één en hetzelfde is. IV Het bestudeeren van de beteekenis dezer twee-en-twintig zinnebeelden zal den lezer, behalve veel licht, ook een diepen blik gunnen in de groote wijsheid der Egyptische priesters, die in het hóóg-geestelijke zoowel als in het zuivermenschelyke wortelde, daarmede de eeuwen kon trotseeren en zelfs heden ten dage nog weinig van haar glans heeft ingeboet. En hun, die de inwijdingen, welke vóór de volheid des tijds enkelen gegeven werden, begrepen hebben, zullen deze symbolen de eeuwige waarheid blijven verkondigen en de leiding der Elouhim in de voorafgegane tijden doen kennen. INLEIDING De hoogste waarheden zijn niet uit te drukken in woorden. Zij kunnen alleen benaderd worden door schilderingen, symbolen, parabels naar de natuur en door muziek. Van de volgende twee en twintig tafereelen i weet men, dat zij in gebruik waren bij de Egyptische Mahatmas der oudheid, en daarin liggen de mysteries der ondervinding van elke menschenziel, van af den tijd harer eerste verwezenlijking (realisation) als ze deel uitmaakt der goddelijke ziel, tot den tijd dat zij zich met God of Nirvanah heeft één gemaakt. Voor één uit velen, die, verloren in physieke bewustheid, nog niet het intellectueel leven is ingegaan en het oog der verbeelding nog niet ontwikkeld heeft, voor zulk een is een sleutelbloem aan den rivierzoom een geele sleutelbloem, en niets meer. 2 INWIJDINGEN EN MYSTERIËN En die van het intellectueel leven niet is ingegaan tot het geestelijke en de oogen niet heeft om de bewustheid in zich te zien als een deel der universeele begeerte en intelligentie, zal deze tafereelen beschouwen als beelden en niets meer. Doch waarschijnlijk werden deze^ tafereelen niet aan de menigte vertoond en alleen gezien door de chela's, die de twee voorloopige inwijdingen, bekend als „de dorpelwachter" en „de rechte en nauwe weg", hadden ƒ doorgemaakt. yJ Buiten, onder de sphinx was eene deur met het opschrift: „Klop en u zal worden opengedaan". Waagde een chela (leerling) het om te kloppen, dan werd de deur door een Hiërophant of Guru (Meester) geopend, die den aspirant waarschuwde voor de beproevingen, die hem te wachten stonden, alvorens tot de profetenschool toegelaten te worden, en zijn best deed het hem te ontraden. Hield de chela vol en was de Guru, in zyn hart lezend, genegen hem door de eerste beproeving heen te helpen, dan gaf hy hem een stok en een staf en zei: „Ga, myn zoon, door de vallei van dood en schaduw en vrees niet. Myn stok en staf zullen u ondersteunen en helpen." Ging de chela verder dan werd de doorgang duister en vochtig als een kerker en vervuld door wild geschrei eh gekerm, VAN HET OUDE EGYPTE 3 schimpende spotternij en stemmen, die hem toeriepen dat h\| dwaas was, dat hy zyn ondergang tegemoet ging. Ten laatste vernieuwde zich de weg en ïn den doorgang stond een skelet met een zeis of zwaard gewapend, terwyi van het lemmet phosphoresceerende vlammen uitgingen. Het was de dorpelwachter. Een stem als een weerkaatsende donder vroeg waarvoor bij daar kwam, en voegde erby dat hy zyn ondergang tegemoet ging als hy niet van den rechten staf of talisman voorzien was. Ging hij verder, dan rees het zwaard zonder hem te treffen, en aan de andere zijde vond hy een schoonen, lachenden jongeling met een anker, die op hem wachtte. Deze jongeling gaf hem eene lamp in de hand, die den weg door de volslagen duisternis inde onderaarusche gangen beneden de pyramide zwak verlichtte. Dan verliet hy hem om den weg naar de Koningskamer, boven, zelf te vinden, met deze waarschuwing: «Recht is de weg en nauw het pad dat tot eeuwig leven leidt en weinigen vinden het, doch breed en gemakkelijk is de weg, die leidt naar den bodemloozen put, waarin velen gevallen zyn". Ging nu de chela verder, zyn weg zoekend met zijn zwak licht door een net van duistere gangen, en richtte hy zyn oogen op den grond, dan verliep hy . zich en een benedenwaarts 4 INWIJDINGEN EN MYSTERIËN leidende gang eindigde plotseling in een diepe kuil. Zag hij die niet, dan viel hij in de diepte en werd gedood. Zag hij echter naar boven, dan ontdekte hy een nauwe schacht of tunnel, die opwaarts liep en waarlangs hij ten laatste veilig de Koningskamer bereikte. Deze gangen bestaan nog in de groote pyramide bij Cairo, doch de menigte weet er de beteekenis niet van. Deze twee beproevingen dienden niet alleen om de oprechtheid der bedoelingen van den chela te staven, doch tevens om zyn moed en wilskracht te beproeven, terwijl zij bovendien parabelen voor hem waren. Het uiterlijke lichaam of zelf trad als handelend persoon op, om een gelijkenis te spelen, ten einde de innerlijke ziel te leeren, waar zij door moest gaan. Willen de lessen der intuïtie tot goddelyke wijsheid brengen, dan moet de ontwakende goddelyke ziel een tydperk doormaken, waarin de bewustheid is opgeheven, waarin de wereld donker schijnt, waarin de zinnen verzadigd worden. De mensch moet zich losmaken van de in zyn jeugd verkregen kennis; hy moet scheiden van zijn vroegere makkers en gereed zijn haar spotternyen te verdragen en haar ijdele waarschuwingen te verachten. Hij moet den staf der macht hebben om de gedachten en denkbeelden van zyn brein te VAN HET OUDE EGYPTE 5 controleeren, en den stok van de geestelijke innerlijke stem. Bftj moet opgewassen zijn tegen den dood, het verlies van rijkdom, verlies van zelfverheffing, verlies van roem, en de beproeving doorstaan dat bij het groeien zijner macht hij zich onthoudt deze te gebruiken voor zelfzuchtige doeleinden. Daarna komt goddelijke hoop, die hem een schijnsel van intuïtie geeft of van kennis en vertrouwen, met hem opgroeiend. Met behulp hiervan gaat hij alleen, ieder voor zich, pijnlijk werkend aan zijne bevrijding, door het warnet van intellectueele opvattingen en langs het ruwe opwaarts leidende pad der overwinning van de lagere hartstochten, en het opsluiten, ja bijna begraven van het aardsche zelf, teneinde hooger te stijgen in de richting naar vrijheid en vity* making en macht over. zichzelf te yêrkriigen. Deze staat~van bewustheid^orcit voorgesteld "3oor "3e "koningskam er. Om de k^nlngSKamer was eene rei van 22 beelden of groepen, geschilderd en versierd als reliquiekasten eener Katholieke kerk. Dit waren de fameuze mysteriën, die den groei der goddelijke bewustheid ver-beeldden, en waren daar geplaatst ten gerieve en leering van hen, wier intuïtie genoeg ontwikkeld was om den zinder symbolen te vatten. 6 inwijdingen en mysteriën Deze intuïtie werd gesymboliseerd door een \ Hiërophant, „Pantophoros" genaamd, die de neofieten tegemoet ging, in volgorde rondleidde en de beteekenis door een korte opmerking of ƒ motto verduidelijkte. Laat ons met bem rondgaan en de mysteriën een voor een bezien, en trachten er eene uitlegging aan te ontleenen, doch wij moeten bedenken, dat de beteekenis altijd drievoudig is overeenkomstig den staat van bewustheid van den waarnemer. Er is eene beteekenis, die door de goddelijke bewustheid herkend wordt, eene andere, die door intellectueele bewustheid wordt begrepen en eene physische. De uitlegging kan dus slechts gedeeltelijk zijn naar gelang van ons standpunt. Als we groeien en tot deze beelden terugkeeren, zullen we elk jaar eene nieuwe beteekenis ontdekken. EERSTE TAFEREEL. Athoim of A. Het mysterie van den Magiër. Voor ons staat een jonge man, ideaal schoon als een Apollo. — Het is de menschelijke wil, de Buddhi, die de bewustheid van het „Absolute zijn" verkregen heeft, die zich een deel van God weet, en gereed is zich zelf tot voller VAN HET OUDE EGYPTE 7 Godheid te volmaken, evenals de jongeling opklimt tot voller mannelijkheid. Hij staat. Dit is de houding van den wil, als hy actief optreedt. Zijn kleed is wit en voorzien van eene sluiting. — Hy heeft zuiverheid verkregen, en zijne kleederen zyn voor de actie gereed en zullen hem niet hinderen in zyne bewegingen. Hij draagt een gouden gordel om zijn middel, in den vorm eener slang, die in haar staart bijt. — Hij beteugelt zyne lagere begeerten door het verlangen naar eeuwige vooruitgang. Om zijn breed intellectueel voorhoofd draagt hij een gouden cirkel. — Hij gaat zichzelf en zijne gedachten na; daarom is hij vorst. Hy verkrygt de macht van een koning; hij heeft de zwaartekracht overwonnen, welke de natuur heeft over alle geschapen dingen. In zijne hand houdt hij een opwaarts wijzenden gouden scepter. Door de magie zijner aspiratie heeft hij magnetische kracht verkregen en daardoor kon hy de machten van het spiritueele ryk beheerschen. Zijn linkerhand wijst naar den grond. Hy leidt de krachten, in het spiritueele rijk verkregen, terug naar de aarde en regelt zyne 8 INWIJDINGEN EN MYSTEKIËN energie ter rangschikking der lagere rijken. Voor hem is een groote steenen kubus, waarop een sikkel, een zwaard, een beker, en een met een kruis gemerkte gouden munt liggen. Uit dien beker dronk hy de hartstochten, met dat zwaard had hy de overtuiging, die hem tot gtrijden in staat stelde, met dien sikkel oogstte hij de verwezenlykingzijner aspiratie; die munt verdiende hy door onthouding en zelfopoffering, en ze zal hem de kracht geven om te verkrijgen hetgeen hfl verlangt. Terwyi wü het tafereel beschouwden, en deze opmerkingen maakten, stond de Pantophorus zwijgend naast ons. Misschien zijn onze gedachten de woorden, die hy in het binnenste zijner ziel tot ons sprak. Als wy naar het volgende willen gaan, zegt hij deze moraal: Weet, o jeugd, dat de mensch een zoon Gods is en dat hij bereid moet zijn den wil zijns Vaders te doen. TWEEDE TAFEREEL. Beinthin of B. Het mysterie voor de poort of va» het geheimk heiligdom. Een schoons vrouw, bekend als de godin Isis, zit op den drempel van een wereld-ouden tempel tusschen twee kolommen. VAN HET OUDE EGYPTE 9 Dit is de waarheid der natuur of de groote zielepols der wereld. "Wanneer de bewustheid voor het Absolute zyn door het menschelijk denkvermogen is opgenomen, dan komt zoo iemand in onderbewustelijk contract met alle verledene, zijnde en komende gedachten, met alle ideeën, ooit door een brein geschapen, verwezenlijkt of die nog geïdéaliseerd zullen worden. Hij ziet zichtbare en onzichtbare dingen. Bewustheid van weten gaat wederkeerig van binnen naar buiten uit. Dit is het mysterie der ondervinding. In de physieke wereld is dit het mysterie van het goddelijk-vrouwelijke; de vrouw als tegenstelling van den man met hem vereenigd om eenzelfde ondervinding door te maken. Wetenschap is de leidsman van den wil. De rechter kolom is rood. Het is de materiëele wereld in den actieven krachtigen stoot van opklimmend leven. De linker kolom is-zwart. Het is de materiëele wereld in den passieven staat van den nederdalenden dood. Het hoofd draagt eene tiara met een halve (naar voren gekeerde) maan in den top. Dit is de macht der occulte natuur over de gedachtenwereld en der schepping van nieuwe vormen van leven, nieuwe geboorten. 10 inwijdingen en mysteriën Haar hoofd en gezicht zijn gesluierd. De waarheid is gesluierd voor den blik en de nieuwsgierigheid van de profanen. Wie heeft Isis' sluier opgelicht en haar gezien zooals zij is? Wie heeft al de mysterieuze schoonheid der dingen gezien, die in de natuur en van de waarheid zyn. Op haar boezem draagt zij een zonnekruis of een Indische Linga. Dit is de van geest of wil doordrongen vruchtbare stof. Op hare knieën ie een open boek half door een mantel bedekt. Het zyn de gedeeltelijk ontsluierde mysterieën van het verleden voor eene ziel, die diep over de natuur nadenkt. En de Hiërophant zegt: God zegt „Er zij licht". De mensch zou zeggen „laten licht en waarheid zich onthullen". DERDE TAFEREEL gomor of g. Het mysterie van Isis-Urania of de vrouw gezeten in de zon. Een vrouw zit te midden eener stralende zon. De zon met hare stralen is intelligentie en bewustheid in elke richting trillende, de kern en vereeniging van ruimte en stof. De vrouw nn VAN HET OUDE EGYPTE 11 is de begeerte om goed te doen, en vanuit dezen hartslag schept het polsende leven den wil tot handelen. De vrouw stelt de natuur voor in hare handeling van werkelijkheid scheppen uit het ideale. De universeele vruchtbaarheid van het Zyn. De weegschaal der eeuwig werkende intelligentie, en absolute kennis brengt macht voort. Ze is met twaalf sterren gekroond. De ruimte in den cirkel om ieder zelf als middenpunt, is verdeeld in 12 deelen of stempels, in de Astrologie bekend als de 12 buizen. In elk dezer gebieden van verwezenlijking heeft ze een middenpunt van idealisatie. Haar voet rust op de maan. Op de oneindigheid der stof die ze overheerscht heeft door den geest. Zij draagt een scepter bekroond door een globe. Ze heeft macht over aardsche dingen om vorm en gedaante te scheppen en met harmonische banden te binden. Op de andere hand rust een adelaar. Dit is de onophoudelijke aspiratie van het ideale der natuur naar volmaking en zuiverheid, harmonie en eenheid. Zoo stijgt de adelaar op tot de zon. Moraal. 12 INWIJDINGEN EN MYSTERIËN Zegt wat waar is; wil wat recht is; en gij schept uzelven. Doe het tegenovergestelde en gij vernietigt uzelven. VIERDE TAFEREEL. DlNAIN OP D. Het mysterie van den Kubus. Een krijger van Herculischen bouw zit op een steenen Kubus. De Kubus is stofruimte of drie afmetingen. De krijger erop is de menschelijke wil die deze dingen heeft overwonnen en er macht over heeft. Het is de concentratie der gedachte die de magische kracht heeft ruimte en stof te scheppen en te vernietigen. Het is de verwezenlijking der krachten sluimerende in het absolute zijn en der ideeën die het voorwaardelijk zijn mogelijk maken. Het viervoudig merk van den geest n.1.: Bevestiging, Ontkenning, Discussie, Oordeel. Hij draagt een helm op het hoofd en daarop eene kroon. Hij heeft de macht verkregen zich te beschermen tegen de stichters der tegenspraak, en hij is zich zijne macht en overwinning bewust. In zijn rechterhand een opgelichte scepter evenals bij Isis. van het oude egypte 13 Dit is de macht der Thëurgie over de Elementalen. De beenen zyn rechts over links gekruist. De hoogere elementen overheerschen de lagere en dit geeft een gevoel van rust en welzijn. Moraal: Niets kan den vasten wil doorstaan als die wil tot hefboom heeft: kennis der waarheid en gerechtigheid, verkregen door ondervinding in de stof. VIJFDE TAFEREEL. Eni of E. Het mysterie van den meester der Mysteriën. Een eerwaardige Hiërophant of Guru zit tusschen twee kolommen van het heiligdom. Het is de goede bewustheid van den voortgroeienden geest, de genius der goede inspiratie. Het is de universeele wet, die de oneindige manifestaties van het"'4^n uit de eenheid der substantie doet te voorschijn komen. Het is Religie, de middelaar tusschen het Absolute en Relatieve Zijn. Het is de inspiratie, meegedeeld door de trillingen der astrale vloeistof. Naast den onoverkomelijken cirkel der universeele wet staat voor den mensch de verzoeking der vrijheid van Inwijd, en Myster. t. h. Oude Egypte, bijl. L. en w. 656, t. 2 14 inwijdingen en mysteriën handelen. De kolommen ter weerszijden lijn Goddelijke wet en Vrije wil. Hij leunt op een kruis met drie armen. De intellectueele wereld staat tegenover de materieele, die door vier armen wordt voorgesteld. Daar zijn drie wijzen van Zijn voor het intellect Met den wijsvinger der rechterhand maakt hij op zijne borst het teeken der stilte. Wil men de hemelsche stem hooren, dan moeten aandoeningen en hartstochten zwijgen. Twee mannen zijn neergebogen aan zijne voeten, de eene is rood, de andere zwart. Dit zijn de genieën van het dubbele aspect der menschelijke natuur: de actieve en passieve toestand. Het is den wyze gegeven deze twee toestanden te kunnen onderscheiden. Moraal: De wil moet bevat zijn in en geleid door Goed geweten. Men doe aandoeningen zwijgen en oogmerken verborgen blijven. Spreken is zilver, zwijgen goud. ZESDE TAFEREEL. Ur of ü. V. Het mysterie der twee wegen, of de verzoeking en de proef. Een jongeling staat bewegingloos. 'Twee elkaar ontmoetende wegen liggen voor hem. Met de armen VAN HET OUDE EGYPTE 15 over de borst gekruist staart hij naar beneden. Twee vrouwen, de eene rechts, de andere links, leggen ieder een hand op zijn schouder; beiden wijzen een verschillenden weg aan. De chela is gekomen aan het punt, waar allen, die het pad der vooruitgang gaan, eenmaal belanden. Het is de verzoeking om de verworven kennis te gebruiken ter vergrooting van den individueelen geestj in plaats van deze kracht te bestemmen voor een goddelijken of universeelen geest. De kennis van goed en kwaad is verkregen en nu volgt de verzoeking en de proef. Hij wordt door het kwaad gelokt om te bewijzen of zijn geest zuiver of onzuiver is. Het bijzondere en het universeele Zelf z\jn altijd in strijd, evenals de noodzakelijkheid en de vrijheid. De natuurkrachten staan steeds tegenover elkaar. Er is een eeuwige strijd tusschen de hartstochten en het geweten. De vrouw rechts heeft een gouden cirkel om het voorhoofd. Het is de deugd, bewust van goddelijke bescherming. De vrouw links is gekroond met wingerdbladeren. Het is de verzoeking der zinnen en de macht der dronkenschap. Rijzend op de wolken ziet men op den achtergrond 16 inwijdingen en mysteriën den genius der gerechtigheid op de ondeugd zijn pijl richten. Ondeugd brengt oogenblikkelijk genot, doch een waakzaam karma zal vergelding en vernietiging voortbrengen. Moraal: Leef niet voor het oogenblik doch voor de eeuwigheid. Laat den God, niet het dier in u, triomfeeren. Verloren is hij die aarzelt. Een ■ keten van rozen kon mei eens ^moeilijker te breken zijn dan een van ijzer. ZEVENDE TAFEREEL Zain of Z. Het mysterie van den wagen van Osiris of der overwinning Op een vierkante wagen, overhuifd door een bestarde troonhemel op vier stijlen, komt een triomfeerende krijger aanrijden. Als de waarachtige moed van den.stryder op de proef gesteld is, krijgt hij een gevoel van overwinnende vreugde, de bewustheid van den innerlijken geest overheerschend.de innerlijke natuur. Het overwinnen der zwaartekracht der natuur geeft een gevoel van exaltatie en potentieele energie. Hij voert zwaard en scepter en draagt een helm. De scepter wordt bekroond door een monogram, voor- VAN HET OUDE EGYPTE 17 stellend een vierhoek, een cirkel en een driehoek. Om zijn hoofd is een gouden band, waaraan drie Pentagrammen hangen, samengesteld uit twee elkaar doorkruisende gelijkzijdige driehoeken. Hy voert de emblemen van overwinning en macht. De stof wordt voorgesteld door den vierhoek, het intellectueele gebied door den driehoek, het geestelijke door den Cirkel. Zij zyn vereenigd en één geworden. De pentagrams zijn de vereenigde intellectueele aspecten van het menschelijk denkvermogen. Op het vierkant voorvlak van den wagen is eene sfeer of globe, door twee gespreide vleugds opgehouden. De wil, die eiken tegenstand overwint, schept het bewustzijn, dat hier voorgesteld is door den vierhoekigen wagen. De troonhemel is de bewustheid van den over de vier elementen heerschenden geest. De gevleugelde sfeer is het gevoel van exaltatie, verkregen door de harmonie van geest en stof. De wagen wordt door een zwarte en een witte sphinx getrokken. De sphinx heeft een schoon vrouwelijk hoofd en borst; lichaam en beenen zijn die eener leeuwin. Ze is een symbool der verzoening en vereeniging der goddelijke liefde met de kracht van het individualisme. 18 INWIJDINGEN EN MYSTERIËN Moraal: De heerschappij der wereld is voor hem, die het meesterschap van den geest bezit. ACHTSTE TAFEREEL. Heletta of H. HET MYSTERIE DER GERECHTIGHEID OF VAN DE BALANS. Op een troon zit de godin der gerechtigheid. Dit stélt voor den staat van bewustheid, die bereikt wordt als de verwezenlijking van het Absolute in harmonie is gekomen met de persoonlijkheid; den staat van kalm oordeel niet door zelfzucht verlaagd. Het is de staat van rust, wanneer aantrekking en afstooting gelijk zijn, zoodat zuiver opmerken en juist oordeel voor de ziel mogelijk is. Ze is gekroond, de bladeren der kroon zijn lanspunten. De door de lanspunten gevormde hoeken zy"n de resultaten van twee gelijke, werkende krachten, in één punt tezamen gebracht. Een bovenwaarts gericht zwaard is in hare rechterhand. Hare linkerhand houdt eene weegschaal. Gerechtigheid beschermt de goeden en bedreigt de slechten met de snijdende scherpte van het werkende intellect, terwijl zij met hare passieve natuur weegt en wikt. van het oude egypte 19 Haar oogen zijn geblinddoekt. Zij zijn blind voor den schijn van het uiterlijke der dingen. Als de rechter zijn oordeel vormt, is de werking der zinnen opgeheven. Moraal: Wijsheid en macht worden verkregen ah er evenwicht is tusschen de krachten van binnen en van buiten. En hij, die ze kan wegen door de wet van het Gulden midden, kan zijne toekomst scheppen. NEGENDE TAFEREEL. Thela of TH. het mysterie van den ouden man met de lantaarn. Een oude koopman leunend op een stok. Het is de, door werken in aardsche toestanden, opgedane ondervinding; voorzichtigheid en omzichtigheid ; de leidsman voor den wil, der daden gids, ze regelend om ze aan te passen aan toestanden en omstandigheden. Half onder zijn mantel verborgen houdt hij een lichtende lantaarn. De lantaarn is de half door bescheidenheid verborgen intelligentie. Het is verkeerd als men zijne aardsche wijsheid al te onomwonden toont. Het trekt de aandacht. In de duisternis der nacht uit men zijn gevoelen niet. Zwijgen is goud. 20 INWIJDINGEN EN MYSTERIËN De gids zegt: Laat voorzichtigheid en de God in u den wil leiden, ook in kleinigheden. Want een steen kan de wagen van een wereldveroveraar doen kantelen. TIENDE TAFEREEL. JOTHI OF Y. HET MYSTERIE VAN HET RAD DER NOODZAKELIJKHEID. Aan eene as tusschen twee groote kolommen hangt een groot tredmolenwiel. Het is de wet van den vooruitgang, de cyclus van groei en vergaan, het wiel der fortuin. Rechts is een jongeling, bekend als Hermanibus de genius der goede kans, langs de velling van het wiel aan het opklimmen naar het hoogste punt ervan. Het is de mensen op de bovenwaarts leidende gebieden van groei, die door het lot geholpen zijn doel tracht te bereiken. Links is de Typhon, de genius van het kwaad, die van het wiel afvalt. Het stelt den mensch voor, die het hoogste punt van zijn doel of lot bereikt heeft en in verval geraakt, het ongeluk doormaakt, en gereed (hetgeen niet uit het oog verloren mag worden,; om opnieuw te rijzen; want het wiel blijft voortgaan. van het oude egypte 21 Op het wiel staat een wakende sphinx, houdend in de rechterhand een zwaard. Deze verpersoonlijkt den geest van lot en bestemming, staande mysterieus en kalm, steeds in evenwicht en niet heen en weer geslingerd zpoals de genieën der menschen. De wijze zegt: De nederige wordt verheven, de hoogmoedige zal vallen. De laateten zullen de eersten en de eersten de laatsten zijn. Boven de kansen van dit leven staat de geest kalm en onbevangen door het bezit zijner occulte goddelijke kennis. ELFDE TAFEREEL. Caitha ofC=K. Het Mysterie van den getemden leeuw. Een jong meisje, schoon, lief, edel en zuiver, sluit zonder inspanning met hare handen de kaken van een leeuw. Het is de macht der zuivere bedoeling van den geest, die het zelfzuchtige instinct der lagere natuur met gemak en zelfvertrouwen bedwingt. Ruwe kracht kan door zedelijke overwonnen worden. Zedelyke kracht is intelligentie en zuivere bedoeling van geest. Inwijd, en Myster. y. h. Oude Egypte, bijl. L. en W. 657, v. 3 22 inwijdingen en mysteriën De gids zegt: Wilt gif macht? Geloof dan in de macht der liefde en der zuiverheid. Nader met vertrouicen en de beletselen verdwijnen als spoken. Staat de lagere natuur tegen u op met allen levenslust, zoekend uitdrukking te geven aan het zelf, Liefde voor plicht, Liefde voor zuiverheid, Liefde voor adel zal haar gemakkelijk overwinnen. TWAALFDE TAFEREEL. Lüzain of L. Het Mysterie der kruisiging of der zelfopoffering. Een kruishout rust op twee boomstronken, ieder met zes geknotte takken. Aan het kruis is een man met de voeten opgehangen, het hoofd naar beneden. Zyne handen zyn op den rug gebonden. Zijne ellebogen vormen met het hoofd een driehoek. Er komt een tijd in de ontwikkelingsperiode der ziel dat de lagere natuur niet alleen moet worden overwonnen, maar zelfe opgeofferd. Nieuw leven kan alleen ontstaan met den dood van oud leven; dit is de wet van het bestaan. Het zaad moet begraven en verstrooid worden, opdat de innerlijke kiem zich kunne ontwikkelen. Het kruis is de plicht der menschen en de ziel van het heelal. Twee opofferingen wor- van het oude egypte 23 den in elke levensrondte vereischt. Tijdens de opklimming van het leven de opoffering van het individueele voor het universeele. Tijdens de nederdaling de opoffering van het universeele voor het individueele. De Hierophant zegt: Opdat de wil van den zoon Gods worde volbracht, is het noodig dat de zoon der menschen aan het kruis lijdt. Zegen noch vloek. Na het kruis de kroon. DERTIENDE TAFEREEL. Mataloth of M. Het mysterie van het maaiende skelet of van den Dood. In een veld staat een skelet te maaien. Het is het symbool van den dood of het eeuwigdurende vergaan en de vernietiging in de natuur. Het skelet maait geen gras. Het wint een oogst van hoofden. Doch zie, als het de hoofden heeft afgesneden, komt er een nieuwe oogst te voorschijn; niet van hoofden, doch van handen en voeten. Steeds is de natuur doende het eene bestaansuiteinde te vernietigen om een ander het leven te doen toevloeien. Om grondras en volk te doen voortduren, vernietigt zij het individueele. Om het ideale op te houden, wordt de werke- 24 inwijdingen en mysteriën lijkheid vernietigd en omgekeerd. Uit den dood komt het leven, uit het leven de dood. Er is een eeuwigdurende scheppende en vernietigende werking; een doorgaand opklimmen en nederdalen van den geest; een voortdurende rythmus, golving, slingering en wenteling in de natuur. Met het opgaan van het levenslot aan de eene zijde is gepaard eene nederdaling aan den anderen kant. Moraal: Dood is niets dan geboorte op een ander levensgebied. Gedurende zijne inademing neemt het heelal weer alle vormen in zijn schoot terug. Indien gij u van uw materieel instinct vrijmaakt en uwe ziel de wetten der heelalbeweging vrijwillig aanhangt, dan wordt er in uw bewustzijn een nieuw gevoel van individualiteit géboren: een tweede mensch, de tweede Adam, de hemelsche en onsterfelijke mensch, omdat het geene individualiteit van vorm maar eene van geest is. VEERTIENDE TAFEREEL. Nain of N. het mysterie van den genius der zon. Een engel, de genius der zon, heeft twee urnen en giet het sap der levensessence van de eene in de andere. Dit is het symbool der groote goddelijke kracht van het oude egypte 25 van Brahina, die eene voortdurende levensbeweging schept om stilstand te voorkomen en eene frissche levensvonk voort te brengen. Hij doet dit door eene combinatie van ideeën of van centra's van persoonlijk bewustzijn, zooals een chemist herschept door het combineeren van elementen en zelfstandigheden. Deze combinaties werken steeds op elk gebied door en ontwikkelen nieuwe vormen van energie en magnetisme. De wyze zegt: Moge de Heer God uit de vaas van het gouden bewustzijn in uw bewustzijn zijn geest gieten. Drink den wijn van zijn sacrament en voel het nieuwe leven in u volgroeien, want de Heer zal het van u overgieten in een ander. VIJFTIENDE TAFEREEL. XlRON Of X. Het mysterie van Typhon of der noodzakelijkheid. Typhon, — de Siva der Egyptenaren — de genius der vernietiging, — der noodzakelijkheid, de catastrophe, rijst uit eene stijgerende golf en zwaait een brandend hout over twee geketende mannen aan zijne voeten. Dit is Karma, Predestinatie, het mysterie der onvoorziene noodzakelijkheid. 26 inwijdingen en mysteriën Ons menschelijk zijn, met zijn tweevoudige natuur, dubbel brein, oogen, handen, voeten, is geketend door omstandigheden en onderworpen aan de plotselinge invallen der mysterieuze noodzakelijkheid en der vernietiging, komend van de ongeziene diepten van den keten der causaliteit, zooals de uitstorting van een vulkaan komt uit de onbekende diepte der aarde, over alle menschen gelijk. Moraal van den Pantophorus: Oeef op het geloof in uwe wijsheid en macht. Hij, die machtiger is dan gij, heeft u geen verlof gegeven u meester te maken van den sleutel der geheimen, die het noodlot ontketenen. Het komt echter van beneden, niet van boven. ZESTIENDE TAFEREEL. Oleloth of O. Het mysterie van den vallenden toren of de catastrophe. Uit de lucht boven een toren, in den vorm van een hooge kolom, valt een bliksem, die hem omver werpt. Dit is de van boven komende vernietiging. Niets, dat vorming of begrenzing heeft, kan voortdurend groeien. De groeiwet der aardsche dingen is een cirkel, niet eene rechte hjn. Daarom komt voor ieder een tijd van verhef- VAN HET OUDE EGYPTE 27 fing; daarom de val, een nieuw rijzen, een nieuwen cyclus voorafgaand. Zoo bereikt bij een draaiend wiel elke spaak een oogenbük het culminatiepunt en begint dan zijne nederdaling, die aan een nieuw stijgen voorafgaat. Het is de geest die boven den vorm staat en zijne vernietiging veroorzaakt door een afscheidingsproces, voorafgaand aan een hernieuwd samenvoegen. Van de top van den toren worden twee mannen in het puin geworpen', de eene draagt een kroon, de ander niet. In elke menschelyke cyclus komen groote beroeringen voor, d. w. z. plotselinge oogenblikken van ondergang en vernietiging voor de bewoners eener planeet, waarin de individualiteiten zonder onderscheid worden verzwolgen door de vernietiging van het ras. Sommigen dezer individualiteiten zijn echter gekroond, d. w. z. hebbeu macht verkregen; zij zullen weer opkomen in nieuwe vormen en in nieuwe typen. Moraal: Die staat, zie toe dat hij niet volle. Elke bezoeking van het ongeluk, met onderwerping aan den oppersten wil gedragen, is een daad, waarvoor gij eeuwig beloond zult worden. Lijden is werken aan de bevrijding 28 inwijdingen en mysteriën der stof, en door u te bevrijden van de slof bekleedt gij uzelven met de gewaden der onsterfelijkheid. ZEVENTIENDE TAFEREEL. Pilor of P. Het mysterie van de ster der magie of der hoop. Tien achtstralige ster is omringd door zeven sterren, ieder door zeven stralen omgeven, alle schitterend boven het hoofd van een naakt, schoon, jong meisje, steunend op de dorre aarde'. Om beurten drinkt zij het levenselixer uit twee bekers, een van goud en een van zilver. In hare nabijheid zet zich een fladderende vlinder op eene roos. Het jonge meisje is het reine gevoel van den verheven hoogmoed der ziel, als door vernietiging het bestaan heeft opgehouden en alleen het zuivere universeele zijn of Nirvanah overbluft. Zij is Yotris, zij is hoop, zij is jonge liefde, ongekleed in zuiver zijn. Zelfbewustzijn eischt bedekking, zij is het eerste gevoel van onsterfelijkheid. Bestaan vergaat. Zijn is onvergankelljfk. Het is Sat. Het is Brahma. De sterren zijn de onthullingen der schikgodinnen en van de ziel der dingen; het inwendige licht dat komt om de geest te verlichten. De vlinder symboliseert de opstanding uit den van het oude egypte 29 zoekenden intellectueelen toestand in den geestelijken.De wijze zegt': Hoop is de zuster van geloof en liefde. Zij is de zuivere geest van God, en overal flikkert om haar hoofd de goddelijke verlichting of intuïtie en de geest van een nieuw leven. ACHTTIENDE TAFEREEL. Tsadi of T. S. Het mysterie van den neveligen nacht of de honden. Door een open veld, beschenen door het droomerig licht eener half achter wolken verscholen maan, loopt een weg, die zich verliest in eene woestijn aan den verren gezichteinder. Ter weerszijden van den weg op den voorgrond bevinden zich twee torens; voor den eenen ligt een neergedoken wolf, voor den anderen bevindt zich een hond, die tegen de maan blaft. Tue* schen deze twee dieren kruipt eene krab op den iveg. Mysterievol is deze voorstelling. De vlakte moet voorstellen de afgronden der oneindigheid. De krab is het instinkt van het blijvend bestaan als zuiver zijn bereikt is. De wolf en de hond zijn de dierlijke en de intellectueele hart- Inwijd. en Myster. t. h. Oude Egypte, byl. L. en W. 658, t. 4 30 inwijdingen en mysteriën krachten van het zelf in den nacht van het bestaan. De nacht van het bestaan is de dag van het zijn, en de dag van het bestaan is de nacht van het zijn. Zijn en bestaan zijn twee halfronden van één geheel en wanneer de eene helft naar de zon der bewustheid gekeerd is, heerscht op de andere helft de duisternis van het bewustelooze of het maanlicht van het gereflecteerd onderbewustzijn. Moraal: In het rijk van den nacht en in de woestijn is toch nog leven. Laat een gedeelte van u over de onderwereld waken, — doch laat het zwijgen. NEGENTIENDE TAFEREEL. Qüitoloth of Q. het mysterie der lichtende glorie of de tweelingen. Een stralende zon, sidderend van warmte en gouden licht, beschijnt een tuin of veelkleurig bloemenparadijs. Twee kinderen spelen hand in hand op een grasperk in het midden naast eene fontein. Dit is eene voorstelling van de onschuld der ziel, die zonder zelfbewustzijn speelt in vredige gelukzaligheid in den oppersten hemel. De begeerten (wilde dieren) zijn afwezig. De tuin is beschut, — het woud is onbeschut. In het midden van den tuin bevindt zich de levensfontein. van het oude egypte 31 De Hierophant zegt: De inwoners van den hoogsten hemel zijn kinderen. TWLNTIGSTE TAFEREEL. Razith of R. het mysterie van de opstanding uit den dood. Een engel blaast op een bazuin boven een halfgeopend graf, waaruit een man, een vrouw en een kind oprijzen. Na het tijdperk van den nachten der onschuldige onbewustheid van het zelf, welke de ziel in de twee laatste perioden doormaakte, ontstaat eene drieëenheid van zelfbewustzijn, levend op een hooger gebied. De laatste engel, Alpha en Omega (begin en einde) genoemd, zal zijn trompet steken wanneer alle dingen vervuld zijn. Dit was een der mysteriën der Christelijk-Egyptische Kerk, zooals ze door Johannes, den goddelijke, zijn medegedeeld. Deze mysteriën zijn ongetwijfeld afkomstig van de oude Egyptische wijzen. Paulos van Tarsus, een ander ingewijde in deze mysteriën of van gelijksoortige, zooals de Eleusische, zegt in een zijner geschriften: Zie ik toon u een mysterie. Want de trompet zal klinken op den laatsten dag; de dood zal verrijzen, de rechtvaardige om onbesmet te leven. 32 INWIJDINGEN EN MYSTERIËN Dat waren zeker de woorden van den Hiörophant by dit mysterie. EEN EN TWLNTIGSTE TAFEREEL. SlOHEN Of S. HET MYSTERIE DER KROKODDL of VERGELDING. Een blind man, met een zwaren zak op den rug, werpt zich over een gebroken obelisk, waarop een krokodil met geopenden muil zich bevindt. Dat is het slechte karma, dat ons vervolgt voor vroegere daden en ons terugleidt naar de stof. De man is blind, omdat het instinctiet en blind gedeelte onzer natuur ons doet teruggaan. De gebroken obelisk is het geval van vroegeren trots. De krokodil is het embleem van Karma of der onverzettelijke noodzakelijkheid en onvermijdelijke uitboeting, die volbracht en verkregen moet worden voor de ziel voldaan is. De waarschuwing van den wyze luidt: God is niet kwaad, — wat ge zaait zult gij oogeten, wat in verdorvenheid gezaaid werd, zal uit verdorvenheid vernietiging als vrucht brengen. TWEE EN TWLNTIGSTE TAFEREEL. Thoth of T. het mysterie van de kroon van den maqiër. Een zespuntige ster, gevormd door twee omgekeerd VAN HET OUDE EGYPTE 33 op elkaar geplaatste gelijkzijdige driehoeken, vormt het sieraad van den Magiër, die den hoogsten graad van inwijding bereikt heeft. Dit stelt het dubbele intellectueele waarnemingsvermogen van het zelfbewustzijn voor, dat van den universeelen geest naar den punt van het individualisme gaat, of uit het concrete individualisme trapsgewijs opstijgt naar het abstracte van het universeele. Als zegel gebruikt heeft dit figuur, evenals de pentagram, macht over de lagere elementalen. Om het sieraad is een krans van gouden rozen. Dit beteekent het zuivere doch intens genieten van het zijn. Om de krans zijn vier teekens, overeenkomende met de vier hoofdpunten van het compas. In het noorden een sfinx met vrouwenhoofd; in het zuiden een gevleugelde leeuwenkop; in het oosten een adelaarskop; in het westen een stierenkop. De sfinx is spiritueel mysticisme en intuïtie, de leeuw hartstocht en wil, de adelaar aspiratie en eerzucht, de stier wetenschappelijke intelligentie en geduld. De wijzfe zegt: Het is onze plicht overwinningen te behalen en tegenstand te niet te doen. Om macht te verkrijgen is wüsoefening noodig. Om den teil te oefenen, moet men durven., 34 INWIJDINGEN EN MYSTERIËN Om met succes te durven, moet men weten en zwijgen. Om het recht te verkrijgen kennis en macht te bezitten, .moet men geduld en onvermoeide volharding hebben. Men moet het juiste evenwicht kunnen bewaren. Men moet leeren zonder duizelen in den afgrond te zien. Bedenk dat tot het „Rijk van hst Licht" het beheer der wereld behoort. En het „Rijk voor het Licht" is de kroon, die God gereed maakt voor den geheiligden wil. God veroorlooft den mensch niet gelukkig te zijn door het plukken en eten van den boom der kennis van goed en kwaad en der ondervinding, voor en aleer die mensch meester is over zichzelf en het kan doen zonder hebzucht. Aan hem, die overwint, zal het gegeven zijn van den levensboom te eten. | We zijn nu aan het einde der tafereelen van het Arcanum der oude Egyptenaren. Onze neofiet kan hier blijven om dagelijks I door zijn Guru onderwezen te worden, doch hij blijft lid der Exoterische school. Hij moet leeren, — zich oefenen, — zich zijner [ zelf beheersching bewust, zijn, vóór het hem | vergund is verder te gaan en opgenomen te v VAN HET OUDE EGYPTE 35 worden in de Esoterische school, waarin hij de groote macht van den Geest over de natuur kon leeren begrypen en Magiër worden. Was eindelijk zijn opvoeding in de uiterlijke school voltooid, dan werd het hem vergund zich gereed te maken voor de nieuwe beproevingen, die hem wachtten voor hij kan kloppen aan de deur der innerlijke school en daar toegang verkrijgen. Had hij macht over zichzelf en z^jne lichamelijke natuur, dan leerde hij de kunst onverschillig te zijn voor lichamelijke pijn en vuur. was die van een wild vuur. De doorgang der Koningskamer scheen ineen roodgloeiend fornuis uit te loopen; hier moest bij door om aan de andere zijde uit te komen. Volgens sommigen verdwenen de vlam en de hitte, als men dichterbij kwam, en waren ze slechts reflecties door kunstig geplaatste spiegels te voorschijn gebracht. Voor mezelf geloof ik dat ze echt waren. Iedereen weet, en zelf heb ik meermalen gezien, dat iemand in een extasischen staat, of in een diepen hypnotischen slaap, of in den toestand waarvan gezegd wordt dat men is onder de macht eener centrale of spiritueele entiteit, ongestraft gloeiende staven kon aanpakken of loopen over roodgloeiende ijzeren platen. 36 INWIJDINGEN EN MYSTERIËN Deze macht, die veroorzaakt wordt door een omhulsel van Akasha of magnetisme om het lichaam, kon door een chela van de exoterische school verkregen worden onder leiding van zfln Gura en zonder twijfel werd deze proef aangewend om het overtuigend bewüs te hebben dat deze macht verkregen was. Deze eigenschap gaat dikwijls vergezeld van het oogenblikkelijk zelfheelen van sneden en wonden, het bewijs leverend dat bet lichaam is opgebouwd uit atomen in den Akaska staat in plaats van uit gewone stof. Oefening van adem en wil met strikt dieet kunnen dit resultaat teweegbrengen. /"""De volgende beproeving was die der „Aard- Ubeving". De gang werd donker en eindigde in een diepen kuil, waaruit wild gehuil, geschrei en gekerm opstegen. Een sraaj platform reikte van den gang over den put. Daarover hing een trapeze en aan de andere zijde las men, in vlammende letters neergeschreven: — „Werp u naar beneden en zijn eeuwige armen zullen u ondersteunen". De onverschrokken aspirant moest de slingerende staaf aanvatten en op het platvorm stappen. Zoo spoedig echter zijn gewicht erop drukte, zonk het weg, want het draaide als een VAN HET OUDE EGYPTE 87 groot wiel om eene spil. Terzelfder tijd draaide een ander wiel boven zijn hoofd en maakte dat het hem toescheen alsof wanden en zoldering der ruimte over hem heenvielen. Hier was koelbloedigheid en oordeel noodig. Stevig den staaf vasthoudend, moest hij zich laten slingeren in de ruimte boven den put en zich op het geschikte oogenblik laten vallen in de onbekende duisternis aan den anderen kant, in goed geloof vertrouwend op zijne onbekende vrienden en onderwijzers. Waarschijnlijk werd voor deze oefening de „macht om te zweven" gevergd, d. w. z. de macht om de zwaartekracht te overwinnen. Geloof, goed geweten, — en vastberadenheid waren de hierbij vereischte hoedanigheden, Zooals Halotios zegt: „De vastberaden man, bewust van zijn recht, staat onB wrikbaar en onbewogen, al zouden de hemelen „over hem heenvallen en de aarde aan zijne „voeten zich tot puin vermalen'*. Bereikte hij ten laatste den vasten grond van de overzijde, dan werd hij opgevangen in de armen van een gids die hem naar de deur van een prachtig paleis geleidde. Hier wachtte hem de laatste en gevaarlijkste beproeving, gevaarlijker, daar ze hem onverhoeds kon overmeesteren, want hij werd niet Inwijd, en Myster. T. h. Oude Egypte, bijl. L. en W. 659, v. 5 38 INWIJDINGEN EN MYSTERIËN gewaarschuwd. Het was om zijn zelfbeheersching te toonen over de aanvechtingen zijner lagere "natuur, jbet ^yleesch''_genaa"md. jDe gids bracht hem naar een stoet schoone meisjes of hou ris, die hem met zang en muziek naar een afgelegen vertrek, met bloemen en geuren vervuld, brachten. Naast een klaterende fontein, waar hij zich baden en verfrisschen kon, was een fraai kleed van goud, zjjde en fijn linnen gereed gelegd. Had hij gebaad en zich hiermede gekleed, dan keerden de meisjes terug en een der schoonsten kwam naar voren om een bloemenkroon op zijn hoofd te plaatsen en hem te geleiden naar eene rustbank in haar boudoir. Men deed hem gelooven dat zijne beproevingen nu voorbij waren en hij de belooning ging ontvangen. Zij noodigde hem tot eten en drinken. Voor hem stonden bedwelmende wijnen. Bedwong hij zich echter dan was daar nog voor hem de beproeving van St. Antonius. De houri, wellustig schoon, droeg een rood kleed van het fijnste mousseline. Zij zong en danste voor hem als een Indische „Nautchee". Zij lokte hem met hare oogen en betooverenden lach. Zij zong voor hem van het genot der liefde en van den hemel. Want liefde was hemel, en hemel liefde. Ze zei dat ze hem liefhad, — hij was zoo schoon, — zoo dapper, — VAN HET OUDE EGYPTE 39 zoo sterk, — bii^ had recht op alles, want hij was een „God". Misschien lag ze naast hem, \ omarmde hem, om» wanneer ze hem toeschietelijk 1 vond, hem te smeeken en te kussen. Gaf hij aan de verleiding toe, dan doorstak een dichtbij verborgen jongeling hem het hart./ Weerstond hij de verzoeking, verlangend bfl de meesters te worden gebracht, dan deed zich een triomfkoor hooren en verscheen eene processie van meisjes en jongelingen, zingende: „Evoë — Evoë — Heil hem, die komt in den naam Gods, — open de deuren van eeuwigdurend geluk en laat den overwinnaar binnen. Eere zij God in het allerhoogste 1 Men begeleidde hem naar den zoom eener breede rivier, misschien den Nijl zelf, die langs het paleis en den tempel stroomde. Een oud man, een Charon, stak de rivier over en vroeg in wiens naam hij kwam. Men zei hem het wachtwoord en hij antwoordde dat hij kwam in den naam van Osiris. De boot zette hem over; de meisjes, die hem beproefden, en de jongeling met den dolk volgden als dienaren. Onze „lagere natuur en liefden" worden onze dienaren inplaats van onze meesters, als we aan hunne verzoeking weerstaan. Aan de andere zijde kwam hem een andere stoet van meisjes en jongelingen, in het wit gekleed, tegemoet. En eene rijzige en 40 INWIJDINGEN EN MYSTERIËN statige prinses, als priesteres van Isis gekleed met het mystieke slangen hoofdtooisel en den gordel, kwam naar hem toe en plaatste een gouden kroon (de muts van Osiris) op zijn hoofd en gaf hem den stok en den sleutel. Nu ging de gewijde stoet naar de hoogepriesters van 't college, die hem wachtten, gezeten op tronen in een tempel met trotsche kolommen. En de zangen ruischten een echo van 't laatste Heil hem. — „Heil hem, — die komt in den naam Gods, die „waart door de hemelen, wiens naam is de verhevene. — Gegroet den nogmaals herboren „Osiris, die leeft voor immer, Amen. Lof zij God „in den Hoogen; Vrede der „Aarde". VERBETERINGEN: Bladz. 9, 5e reg. y. b. staat: contract, lees: contact Bladz. 9, 9e reg. v. o. staat: stoot, lees: staat Bladz. 11,11e reg. v. b. staat: stempels, lees: tempels Bladz. 12, 4e reg. v. o. staat: stichters, lees: schichten Bladz. 12, 2e reg. v. o. staat: opgelichte, lees: opgerichte Bladz. 28, 9e reg. v. o. staat: Yotris, lees: Yotis mnnnBHEmraramin