HET „JOHN ORIER HOME" Geestige brieven van de jonge directrice van een vondelingentehuis, waarin zij lief en leed van "haar" kinderen beschrijft, maar die daarnaast ook een beeld geven van haar persoonlijke belevenissen en amoureuze perikelen. Vervolg op: "Vadertje Langbeen" ,JOHN GRIER HOME" DOOR JEAN WEBSTER VIERDE GOEDKOOPE DRUK AMSTERDAM SCHELTEMA & HOLKEMA'S BOEKMANDEL K. CROESBEEK & PAUL N IJ H O F F Algemene Nuts Openbare Bibliotheek Guyotstraat 11 - Nijmegen Stone Gate, Worcester, Massaehusetts. 27 December. Lieve Juddy, _ Daar voor me ligt nu je brief. Ik las hem twee keer over en nog altijd blijf ik paf van verbazing. Maarjudyi Hoe kan het ook in godsnaam tot me doordringen! Jervis heeft jou de algeheele verbetering van het John Grier Home als Kerstcadeau.gegeven en nu wil jij, op jou beurt, mij aan het hoofd van je modelinrichting zien 1 Maar lieve deugd, Judy, moet ik, Sallle McBride, directrice worden van een Vondelingengesticht! Beste kind, heb je je verstand tijdelijk verloren of ben je misschien verslaafd geraakt aan het gebruik van opium en is dit de dolle uitwerking van een koortsachtig, fantastisch droombeeld ? Ik ben even geschikt voor de leiding van een honderd kinderen als voor de taak van oppasser in een dierentuin. En als lokaas noem je daar een interessante Schotsche dokter? Maar, mijn lieve Judy, — ondanks alles mijn allerbeste lieve Judy, — heusch, ik doorzie je en ik weet al precies wat voor een gesprek de twee Pendletons bij den open haard hebben gehouden. „Is het niet zonde, dat Sallie het niet verder heeft gebracht sinds ze van de Universiteit af is ?" heeft Judy gezegd. „Ze moest een doel voor oogen hebben inplaats van haar tijd met partijen en visites maken te verknoeien!" En dan zegt Jervis: „Ja, en zij interesseert zich ook veel te veel voor dien vervloekten jongen Hallock, die zoo aardig weet te praten en er zoo keurig uitziet en daardoor zoo'n verbazend groot succes in de dameswereld heeft, Ik heb staatslui nooit 5 kunnen uitstaan! We moesten haar wat afleiden en een groot doel voor oogen stellen, waardoor al haar tijd in beslag wordt genomen totdat het gevaar geweken is. O Judy, ik heb een idee I We stellen haar aan het hoofd van het John Grier Home!" O, ik hoor het hem net zoo duidelijk zeggen alsof ik er zelf bij was geweest! Ja, maar vergeet niet dat je waarde echtgenoot en ik een heel ernstig gesprek hadden, toen ik de laatste maal in de duiventil op bezoek was. We spraken n.1.: A. over het huwelijk. B. over de laag-bij-de-grondsche idealen van staatslieden. C. over het frivole, beuzelachtige leven, dat de zoogenaamde mondaine vrouw leidt. Zeg alsjeblieft aan je moreelen echtgenoot, dat ik grondig doordrongen was van de waarheid van zijn woorden en wel met dit gevolg, dat ik, sedert mijn terugkeer in Worcester, geregeld een middag in de week de vrouwen van het gesticht tot tegengaan van dronkenschap gedichten voorlees. Dus is mijn leventje werkelijk niet zoo onnuttig en doelloos meer als je denkt! Laat ik je ook even de verzekering geven, dat de bewuste staatsman niet in mijn argeloos leventje gelijk een dreigende onweerswolk verschijnt en dat hij in elk geval een veelbemind en goed aangeschreven politicus is, ook al strookt zijn opvatting van inkomende rechten, belastingen en arbeidersvereenigingen niet geheel met de denkbeelden van Jervis. Je wensch om mijn leven aan het algemeen welzijn te offeren is ongetwijfeld zeer loffelijk en schoon, maar je moest het ook eens van den kant van de arme vondelingetjes bekijken. Heb jullie dan heelemaal geen medelijden met die arme hulpelooze bloedjes van het John Grier Home, die absoluut aan mijn leiding overgelaten zouden worden?! Dan ben ik toch beter dan jullie, want ik heb wel degelijk medelijden met de argelooze schapen en daarom wil ik ook de plaats, die ie me aanbiedt, niet aannemen. 6 Maar ik vind het heerlijk, dat jè me uitnoodigt om je in New-York op te zoeken, ofschoon ik je aan den anderen kant weer eerlijk moet bekennen, dat ik niet al te enthousiast ben over het programma, dat je hebt opgemaakt. Streep alsjeblieft het bezoek van de New-Yorksche weeshuizen en 't ziekenhuis van Vondelingen door en zet er een paar theaters, opera's en een diner voor in de plaats! Ik heb twee nieuwe avondjaponnen (dernier cri!) en een blauwen avondmantel met goud doorwerkt en witten bontkraag. Ik heb dollen lust om die ook in mijn koffer te pakken, dus telegrafeer me maar dadelijk of je ernaar verlangt, Sallie McBride in haar doen en laten te zien of dat je alleen maar de opvolgster van de zeer geachte Mrs. Lippett wilt spreken. . Als altijd, Je door en door frivole en voor verbetering omvatbare Sallie McBride. P.S. Je invitatie kon op geen gelegener tijd komen. Een allerliefste charmante jonge politicus, genaamd Gordon Hallock, zal de volgende week in New-York vertoeven. En o, ik weet zeker dat je van hem zult gaan houden als je hem beter kent. P.S.2. Zooals Judy wel gaarne zou willen dat Sallie McBride haar middagwandelingetje deed (zie pap. 8). Maar Judy en Jervis, voor de laatste maal en met allen eerbied gesproken, zijn jullie dan heelemaal gek?! John Grier Home. 15 Februari. Lieve Judy, Gisteravond elf uur kwamen wij hier in een sneeuwstorm aan, Singapore, Jane en ik. Het schijnt wel, dat directrices van vondelingengestichten gewoonlijk geen 7 kamermeisjes en Newfoundlanders als gezelschap meebrengen ; de nachtportier en de huishoudster, die voor de plechtige ontvangst zorg droegen, vielen tenminste half om van verbazing. Zij hadden nog nooit zoo'n hond als Sing gezien, en dachten op zijn minst dat ik een wolf in de schaapskooi binnensmokkelen wilde. Maar ik stelde hen beiden omtrent zijn waarachtige hondenafkomst gerust, zoodat de nachtportier zich zelfs aan een. grapje waagde, nadat hij Sings zwarte tong had bestudeerd. Hij wilde namelijk graag weten of wij hem met boschbessenpuddfng voedden. Het was erg moeilijk, voor mijn gezelschap een goede rustplaats te vinden. Die arme Sing werd naar een loods verwezen, waar wij met lappen op den grond zijn bed spreidden. Met Jane ging het niet veel beter. Er was geen enkel groot bed in het gebouw, behalve een krib uit het 6 hospitaal, die nauwelijks 1.60 M. lang was. Je weet, dat mijn goede Jane het tót een lengte van bijkans 1.90 M. heeft gebracht! Maar toch wisten we haar in dat bedje te loodsen, waar ze den nacht met opgetrokken knietjes, in den vorm van een half toegeknipt zakmes, doorbracht. Vandaag strompelt zij met pijnlijk trekkende beenen door het huis, openlijk tegen de laatste gril en escapade van haar voortvarende meesteres protesteerend en vol heimwee verlangend naar den tijd, waarop gezegd meesteresje weer in het bezit van een gezond stel hersens zal zijn en met haar trouwe Jane naar de ouderlijke haardstee in Worcester terug zal keeren. Ik weet dat ze al mijn kansen bederft om bij de rest van den staf populair te worden en dat het domste, wat ik ooit had kunnen doen, was, dat ik haar hierheen bracht. Maar je kent nu eenmaal de McBrides. De tegenwerpingen, die mijn familie maakte, wist ik een voor een te overwinnen maar één conditie bleef gehandhaafd:Jane, hun laatste houvast, moest mee. Dan wisten ze thuis ten minste, dat hun kind goed te eten zou krijgen en niet eiken dag tot laat in den nacht zou opblijven. Nu, ik gaf toe, want als ik geweigerd had om dat goede mensch mee te nemen, dan had ik zeker wel nooit den drempel van het John Grier Home overschreden. Zoo zijn wij dus hier met ons drieën aangeland en ik vrees, dat geen van de drie hier met open armen ontvangen werd. Vanmorgen wekte mij de gong om zes uur precies. Een tijd lang bleèf ik stil liggen, luisterend naar het lawaai, dat een 25 kleine meisjes in de waschzaal boven mijn hoofd maakten. Het schijnt, dat zij niet geheel gewasschen worden, alleen maar het gezicht, maar toch maakten ze net zooveel leven als vijfentwintig kinderen maar maken kunnen, die in een grooten waterplas spartelen. Ik stond op, kleedde mij aan en inspecteerde den boel eens. Kleine diplomaat! Het was heel verstandig, dat je me het gesticht niet eerst liet zien voordat je er me als directrice aanstelde. Omdat ik toch mijn kleine plichten bij de onbijttafel 9 inspectrice van de kinderkamer, Miss Snaith! We kwamen al dadelijk in hevige botsing over het zeer gewone onderwerp: „Versche Lucht", maar ik ben nu eenmaal vast van plan om het heele gebouw van dien vreeselijken gestichtsstank te bevrijden, al zou ook elk kind in een rjsmonument veranderen. Het was een verrukkelijk zonnige sneeuwwinternamiddag en ik had orders gegeven, dat die duffe, bedompte speelkamer gesloten moest worden en alle kinderen buiten mochten spelen. „Ze jaagt Ons het huis uit", hnnrrlp itoAn vnnJcU**^^ „Ze jaagt ons het huis uit", hoorde ik een vondelingetje pruttelen, terwijl hij wanhopige pogingen aanwendde om in een minstens twee jaar te klein overjasje te kruipen En allen stonden ze daar voor het huis op een rij gekleed en wel, geduldig wachtend op het oogenblik dat ze weer bij de gratie Gods naar binnen mochten komen. Zoo stonden ze daar op een rij en speelden geen krijgertje en gooiden geen sneeuwballen en wreven elkaar zelfs niet met sneeuw in, niets van dat al, die stumperds weten zelfs niet wat spelen isl ""' T. Nog later. - « . ff%| ■ •' :-J . iSI Ik begin al met het prettige'werk om je geld uit te geven. Vanmiddag heb ik elf kruiken gekocht (de heele voorraad van het dorp) en ook een paar wollen dekens en gewatteerde dekens, en nu staan de ramen in de baby-slaapkamer wijd open. Die arme hummeltjes genieten op het oogenblik het tot nu toe voor hen ongekende genot orn tenminste's nachts versche lucht in te kunnen ademen' Er zijn wel een honderdduizend dingen, waarover ik te keer zou willen gaan, maar het is al half elf en Jane bromt dat ik nu eindelijk naar bed moet. Je gehoorzame Sallie McBride. P.S. Voor ik eronder kroop, trippelde ik nog even de gang door om me ervan te overtuigen, riat allo* \n nrri« 12 was en wat denk je wel dat ik daar moest ontdekken? Miss Snaith, die stiekum probeerde de ramen van de babykamer te sluiten. Zoodra ik voor haar een mooie plaats in een dameshofje weet, stuur ik haar daarheen. 1 Jane neemt me de pen uit mijn hand. Ik gehoorzaam wijselijk. ' . Slaap wel! John Grier Home. 20 Februari. Lieve Judy, Dr. Robin MacRae liep van middag hier aan om met de nieuwe directrice kennis te maken. Toe Judy, vraag hem bij zijn eerste bezoek in New-York ten eten, dan kun je zelf zien, wat je echtgenoot heeft gedaan! Jervis heeft het heel en al mis wanneer hij werkelijk denkt, dat een van de voornaamste voordeden, aan mijn positie hier verbonden, het dageüjksch discours met een man van Dr. MacRae's beschaving en karakter en geleerdheid en charme is. Hij is lang en mager, met zandkleurig haar en koude, grijze oogen. Gedurende het uur, dat hij in mijn gezelschap doorbracht, (ik was werkelijk heel levendig) kwam er geen schaduw van een glimlach over de rechte lijn van zijn vastbesloten mond. Kan er licht uitgaan van zulk een sombere natuur? Ik geloof het niet, maar in elk geval zou ik graag weten, wat er toch met dien man gebeurd is. Heeft hij de een of andere afgrijselijke misdaad achter zijn rug of is zijn natuur slechts zoo door zijn Schotsche afkomst? Hij is even gezellig en onderhoudend als een granieten grafsteen! Klaarblijkelijk houdt onze dokter niet meer van mij dan ik van hem. Hij denkt dat ik frivool en inconsequent ben en absoluut ongeschikt voor de vertrouwenspositie, rlie ilf hi»r inneem. Ilr durf er od te wedden, dat lervis j.. — 13 Directrice-kamer, John Grier Home, * 21 Februari. Beste Gordon^ Voel je je nog altijd beleedigd omdat ik je raad niet heb opgevolgd? Weet je dan niet, dat een roodharig persoontje met Iersche voorvaderen en een groot Schotsch gehalte in haar bloed, zich niets laat voorschrijven, maar alleen kalmpjes aan geleid kan worden? Als je niet op zoo'n overheerschers-toon had gesproken, zou ik beslist lief hebben geluisterd en waarschijnlijk behouden zijn gebleven, terwijl het nu zoo heel anders is geloopen. Eerlijk moet ik je bekennen, dat ik al vijf lange dagen ons kibbelpartjflje betreur. Je hadt gelijk en ik niet en zooals je ziet, kom ik daarvoor nu openlijk uit. Indien ik hier ooit weer heelhuids vandaan kom, zal ik steeds (tenminste bijna steeds) me aan je wijs oordeel onderwerpen. Kan een vrouw een ootmoediger houding aannemen dan ik? De romantische glans, die Judy over dit vondelingenasyl uitbreidde, bestaat alleen in haar dichterlijke verbeelding. Het is hier verschrikkelijk! Woorden kunnen niet beschrijven hoe treurig en leelijk en benauwend dit huis is: lange gangen en kale muren, blauw katoenen uniform, stompzinnige stumperdjes, die in geen enkel opzicht op gewone kindertjes lijken, daar heb je het John Griei Home! En dan die vreeselijke gestichtslucht! Het is een mengsel van natte, geschrobde vloeren, ongeluchte zalen en de etenslucht van voedsel voor een honderd wezens, dat altijd op de kachels stoomt. Het huis moet niet alleen veranderd en nieuw opgetrokken worden, elk kind moest ook een goede beurt krijgen en dat is een onverantwoordelijke Hercules-taak voor zulk een zelfzuchtig luxueus lui wezentje als Sallie McBride .is. Ik leg mijn taak gewillig neer zoodra Judy een goede opvolgster voor mij heeft, maar ik ben erg bang, dat dat niet al te spoedig gebeuren zal! Zij is nu J 1U 15 als ik weer tot de werkelijkheid terugkom. Lieve deugd hoe kwam ik zoo stom, om mijn lief gezellig thuis en mijn heerlijk levenije, dat mij van rechtswege toekomt, den rug toe te keeren?! Ik ben het geheel met je eens, dat ik een tijdelijken aanval van idiotisme had. Maar waarom, vraag ik me af, maak jij toch zoo'n herrie? In elk geval zul je me nu toch niet kunnen zien, want Worcester ligt even ver van Washington af als het John Grier Home en dan wil ik daar nog wel aan toevoegen, dat er hier in de heele buurt geen enkel manlijk wezen is dat rood haar bewondert, terwijl je er in Worcester }° Q O0 Q o a a ao pp gq °p70 0 °fl 18 wel een paar van dat soort vindt! Dus, allerverschrikkelijkste man, bedwing je woede en wees weer goed. ik deed het niet alleen om me tegen jou te verzetten, ik wilde ook een avontuurtje in mijn leven hebben, lieve deugd ... lieve deugd... ik heb er een Toe, schrijf me nu als een goede boy en vroolijk me wat op. Je steeds deemoedige Sallie. John Grier Home. 22 Februari. Lieve Judy, Vertel eens aan Jervis, dat ik niet overijld ben in het vormen van mijn oordeel. Ik heb een lieve zonnige onbevooroordeelde natuur en ik hou van iedereen, tenminste van bijna iedereen, maar met den besten wil van de wereld zou niemand van dien Schotschen dokter kunnen houden. HIJ LACHT NOOIT — NOOIT! Vanmorgen bezocht hij me weer. Ik noodigde hem uit om het zich in een van Miss Lippetts stoelen gemakkelijk te maken en nam tegenover hem plaats, om een harmonisch geheel te vormen. Hij was in een mosterdkleurig pak gestoken en een groene das, die nog een glimp van geel in haar weefsel vereenigde — juist de kleur, die een beetje leven aan een Schotsch moeras moet geven. Purperen sokken en een roode das met een amethysten dasspeld voltooiden het schilderij. Klaarblijkelijk voelt je exemplaar van een interessanten dokter niet de moreele plicht op zich rusten, om het schoonheidsgevoel van de vondelingen te veredelen. Gedurende het kwartier, dat hij bij mij doorbracht, beschreef hij kort en bondig alle veranderingen, die hij in het gesticht wenschte aan te brengen. Ja, dat is zeker zijn werk! En wat zijn dan, als ik vragen mag, de rechten 19 én plichten van de directrice ? Is zij alleen een stroopop, die slechts de orders van den toezicht houdenden geneesheer heeft aan te nemen? Ik geloof, dat MacBride en MacRae spoedig op voet van oorlog zullen staan! - > Je uiterst verontwaardigde Sallie. John Grier Home. Maandag. Geachte Dr. MacRae, .,- /./ jj Ik zend u dit briefje door Sadie Kate, daar het absoluut onmogelijk blijkt, u telefonisch te bereiken. Is het vrouwspersoon, dat zich Mrs. McGur-rk noemt en midden in een zin de telefoon liefelijk aan den haak hangt, uw huishoudster? Als zij dikwijls aan de telefoon komt, begrijp ik niet hóe uw patiënten nog het geduld bezitten, om u op te bellen. Daar u vanmorgen niet verscheen en de schilder wel, was ik gedwongen op eigen houtje een mooie korengele kleui uit te zoeken, voor de muren van het nieuwe laboratorium en ik vertrouw dat deze kleur niet onhygiënisch zal zijn, Wanneer u vanmiddag misschien een oogenblikje kunt missen, wilt u zeker wel even naar Dr. Brice in WaterStreet tuffen om naar een tandarts-stoel en toebehooren te kijken, die daar voor den hal ven prijs worden aangeboden. Mij dunkt, dat als zijn heele uitrusting in een hoekje van ons laboratorium prijkt, Dr. Brice zijn 111 nieuwe patientjes met veel meer spoed zal kunnen behandelen, dan wanneer wij ze één voor één naar Water-Streel transporteeren. Vindt u dat geen practisch idee? Midden in den nacht schoot het mij ineens te binnen, maar daar ik nog nooit een tandarts-stoel heb gekocht, zou ik uw advies op hoogen prijs stellen. Hoogachtend, S. McBride. 20 John Grier Home. 1 Maart. Liefste Judy, Zet dien telegram-stroom stop! j£ \ Ik weet natuurlijk dat je Van alles, wat er gebeurt, op de hoogte wilt blijven en ik zou je graag eiken dag een bulletin willen zenden, maar werkelijk, ik*>en geen oogenblik vrij. 's Avonds, wanneer ik in mijn bedje kruip, ben ik zoo doodmoe dat ik er liefst met kleeren en alm zou willen gaan, als Jane's strenge discipline tegen zulke buitensporigheden niet in opstand kwam. Als ik later wat meer routine onder de luidjes breng en alles als een draaiorgel afloopt, zal ik de uitvoerigste en beste verslaggeefster worden, die je je wenschen kttttt. Het laatst schreef ik je vijf dagen geleden, is het niet? Nu, in die vijf dagen is er heel wat gebeurd. Dr. MacRae en ik hebben een soort veldtochtplan opgemaakt en brengen hier nu alles in oproer. Ik mag hem hoe langer hoe minder lijden, maar wij hebben een soort bondgenootschap gesloten en als werker is die man een prachtige hulp. Ik heb altijd gedacht, dat ik zelf genoeg wilskracht bezat, maar als er nu een verbetering aangebradht moet worden, volg^ik al zwoegende zijn spoor, terwijl'hij baan breekt. Hij is zoo halsstarrig en koppig en buldoghonderig als een Schot maar zijn kan,, maar aan den anderen kant bezit hij een groot verstand en heeft hij veel kennis van bables, d.w.z. hij is volkomen op de hoogte van hun physieken toestand, want voor die kleintjes heeft hij net zooveel gevoel als voor een troep kikkers, die hij voor de vivisectie noodig heeft. Herinner je je nog wel, dat Jervis ons op een avond meer dan een uur op een betoog over de prachtige menschlievende denkbeelden van den dokter heeft vergast ?C'est a rire! De man beschouwt het John Grier Home alleen als zijn eigen laboratorium, waar hij naar hartelust wetenschappelijke proeven kan nemen zonder lastige liefhebbende ouders als tegenstanders. Ik zou heelemaal niet verwonderd staan te kijken als ik hem op een goeden dag verraste, 21 terwijl hij roodvonk-bacillen in de havermout van de babies mengde om met een nieuw uitgevonden serum proeven te nemen. Van den heelen staf vind ik de twee eenigen, die werkelijk voor hun taak berekend zijn: de onderwijzeres van de kleintjes en den stoker. Je moest eens zien hoe onze kinderen pp Miss Mathews aanstormen en haar van alle kanten bespringen en naar haar opkijken, met gezichtjes, bedelend om een liefkoozing, terwijl ze pijnlijk beleefd tegenover de andere onderwijzeressen blijven 1 Kinderen voelen zoo gauW wie ze voor zich hebben! Ik zou het vreeselijk vinden als ze zoo erg beleefd tegen me waren. Nu ik zoo'n beetje op de hoogte van het leven hier raak en precies weet, wat en wie ik noodig heb, zou ik wel een algeheele opruiming willen houden. Het liefst zou ik met Miss Snaith beginnen, maar ik heb de treurige ontdekking gedaan, dat zij de bloedeigen nicht van een van onze regenten is en dus absoluut niet geschikt voor uitverkoop. Het is een onbeduidend willoos schepseltje zonder kin (je weet, dat bil wilskrachtige menschen dit lichaamsdeel zeer ontwikkeld is), met fletse oogen, en die daarbij, tot overmaat van ramp, nog altijd door haar neus spreekt en door haar mond ademhaalt. Zij kan nooit eens zeggen, waarop het staat en dan haar mond houden. Al haar zinnen eindigen in een onbepaald en onverstaanbaar gemompel. Telkens, wanneer ik die vrouw zie, voel ik mijn vingers jeuken, om 'r bij de schouders beet te pakken en haar een wil in te gieten. En die Miss Snaith had het toezicht over 17 kleine dreumesjes van twee tot vijf jaar! In elk geval heb ik haar, zonder dat zij er iets van heeft begrepen, naar een ondergeschikte positie verplaatst, het beste wat ik doen kon, nu zij eenmaal niet weggestuurd kan worden, dank zij haar hooggeplaatste familie! De dokter heeft voor mij pen allerliefst meisje gevonden, dat hier twee mijlen vandaan woont en eiken dag komt om op onze kleintjes te passen. Zij heeft lieve, groote bruine oogen (met een zachten glans erover, net als bij een koe^ en echt moederlijke bewe Had ik de modelinrichting in Hastings gezien? En op dat alles antwoordde ik frank en vrij. En toen veroorloofde ik mij de vrijheid hem ook een paar vragen te stellen. Welke training is er voor noodig om zulk een model van logica accuratesse waardigheid en gezond verstand te produceeren, gelijk aan het product, dat daar voor mij stond ? Door taaie volharding gelukte het mij toch eindelijk een paar feiten te hooren noemen, maar och heden, ze zijn zoo burgerlijk respectabel als het maar kan. Naar hem te oordeelen, zou je zeggen dat er een vreeselijk mysterie in de familie moet schuilen, maar MacRae père is geboren in Schotland en kwam naar Amerika, om een professors zetel in Johns Hopkins te bekleeden en Robin fils werd weer voor zijn educatie ?*a.?r A,uId Reeki£ vervoerd- Zijn grootmoeder was een M Lachlan van Strathlaehan (als dat niet goed klinkt weet ik het niet) en hij bracht zijn vacanties in de Highlands door, waar bij jaagde. Dat was alles, wat ik uit hem kon krijgen — niets meer Vertel me alsjeblieft eens wat aardigs over mijn vijand, de een of andere anecdote, al is die nog zoo flauw — maar »pt toch iets dat een beetje schandalig is. Als hij nu toch zoo'n verbazend knappe man is waarom begraaft hij zich dan in Godsnaam in zoo'n vreesehjke negerij? Je zou denken, dat zoo'n up to date geleerde in de eene hand een hospitaal en in ae andere hand een morgue zou wenschen. Ben ie wpLfnïer' daJ ^uni^ de een of andere schandaalwekkende misdaad heeft gepleegd en zich nu voor de justitie schuil houdt? „John Grier Home" 3. 33 Ik schijn "een flink aantal zijdjes beschreven te hebben zonder je iets bijzonders te vertellen. Vive la bagatelle! Als steeds, Je Sallie. P.S. Op één punt ben ik tenminste gerustgesteld. Dr. MacRae. zoekt zijn eigen kleeren niet uit, zulke kleinigheden laat hij aan zijn huishoudster over, de beminnelijke Juffrouw Maggie Mcóur-rk! r'^^^B Adieu, mijn lieve, beste Judy! John Grier Home. Woensdag. Beste Gordon, - , Je rozen en je brief hielden me den heelen morgen in een allerzonnigste bui en dat is voor het eerst sinds den 14den-Februari, toen ik Worcester goedendag zei. Ik kan het je onmogelijk duidelijk maken, hoe beklemmend het eentonige van het steeds terugkeerend gestichtsleven op mij inwerkt. Het eenige lichtje in deze duisternis is wel het feit, dat Betsy Kindred elke week vier dagen bij mij doorbrengt. Betsy en ik hebben samen college geloopen en af en toe diepen we samen iets leuks op, waarover wij eens hartelijk kunnen lachen. 5 Gisteren, toen wij in mijn allerafschuwelijkste zitkamer thee dronken, kwamen wij beiden in opstand tegen de opeenhooping van zooveel smakeloosheid. Wij riepen zes flinke en verniejingslievende vondelingetjes, lieten een hooge trap en een tobbe met kokend water brengen en gingen ijverig aan het werk, zoodat er in twee uur geen snipper van het afgrijselijk behangselpapier meer aan den wand plakte. Je kunt je niet voorstellen, hoe leuk he kan zijn om behangselpapier van den muur te scheuren'. Twee behangers zijn nu bezig het beste en mooiste, 34 met dat ik, nu alles zoo mooi wordt, van plan benmiin leven in dit gesticht te eindigen. Ik wil het atomaar TIZT °pV.°lgSter draP'«k maken- Ik durf jue3yTe vAnrlon _l _ gSBH Uil weerSWOUCen Si.-*e naar. wew-york terugkeert, zal mijn t«- ■ . w ar — wrw*ivvvui/UO dd 'nTPn w»ue e een ian?en hrief ^hrii»an ,i« uvh « " e°nVervgio?terf.dannktbaarheid V00r de h"*£ bloeSnzendlïg mii« ? 1* ontvangen zeven bladzijden, maar twee van ..wn O^IICIUCH, Als steeds, S. McB. lohn Grier Hn Lieve Judy, 8 Maart. 35 „Ja, aan Miss Lippett moet u zeer zeker een voorbeeld nemen", bromde hij. „Lieve God, schenk dien opgeblazen szel eens wat werkelijk gezond verstand!" En dat werd alles in het Schotsch gezegd, een zeker kenteeken dat onze dokter boos is. Mijn laatste bijnaam voor hem is (met het oog op de kleur van zijn haar en altijd achter zijn rug natuurlijk) „Sandy". Sadie Kate zit op den grond terwijl ik schrijf, ze haalt mijn zij uit de war en windt die netjes op rolletjes voor jane, die al geheel aan mijn heksje gewend is geraakt. „Ik schrijf aan Tante Judy", zeg ik tegen Sadie Kate. „Wat moet ik voor jou aan Tante Judy schrijven?" „Wie is Tante Judy?" „Dat is de tante van elk goed kind hier in huis". „Zeg haar dan dat ze hier moet komen en lekkere kandijklontjes voor ons mee moet brengen", dat was haar antwoord. En dat doe ik dan ook hierbij. Veel groeten aan onzen President. Sallie. 13 Maart. Mevrouw Judy Abbott Pendleton. f. Lieve Mevrouw, Uwe vier brieven, twee telegrammen en drie chèques zijn in mijn bezit gekomen. Uwe bevelen zullen zoo spoedig uitgevoerd worden als voor zekere overwerkte directrice slechts mogelijk is. Ik liet de eetkamer-geschiedenis aan Betsy Kindred over en stelde haar een limiet van 100 dollar voor de opvroolijking van dat ellendige hol. Ze nam het voorstel aan, pikte de vijf schijnbaar handigste kinderen eruit om haar bij haar werkzaamheden de behulpzame hand te bieden en sloot de deur. Nu eten onze kinders al drie dagen lang aan lessenaars in de schoolkamer. Ik heb geen flauw benul wat Betsy uitvoert, maar ze heeft een veel en veel beteren smaak dan ik, dus het zou onzinnig zijn om er tusschen te komen. En weet je, het is zoo'n goddelijk 40 iets, dat je een werk uit handen kunt geven en weet, dat het goed zal gaan. Met alle respect voor mijn staf gesproken, vind ik toch dat ze bijster weinig idee voor 41 nieuwerwetsche denkbeelden hebben en liever in den ouden sleur doorleven. Volgens hen moet het leven in het John Qrier Home in denzelfden trant nog heden voortgaan zooals het indertijd door den nobelen John Grier in 1875 werd gesticht, Werkelijk, liefste Judy, je idee om aan de directrice een aparte eetkamer te geven (wat ik met mijn sociale denkbeelden in het eerst verwerpelijk vond) is mijn heil gebleken. Als ik doodop ben, eet ik alleen, maar af en toe vraag ik een van den staf te gast en in de beperkte intimiteit van de kleine tafel weet ik dan altijd mijn zin door te drijven. Zoo vraag ik Miss Snaith te dineeren wanneer ik denk dat het eindelijk tijd wordt die goede ziel voor mijn versche-lucht-plannen te winnen, en tusschen het genot van bevroren kalfsvleesch door hapt ze zuurstof met volle lepels. Bevroren kalfsvleesch is een idee van onze kokkin en volgens haar een ideale schotel. De volgende maand zal ik eens voor het personeel een behoorlijk menu opstellen, maar nu zijn er nog zooveel belangrijker zaken te regelen dan onze maaltijden, dat wij ons zoo lang maar met bevroren kalfsvleesch moeten troosten- Buiten mijn deur weerklinkt op het oogenblik een aliervervaarlijkst leven, een kleine engel heeft klaarblijkelijk een anderen kleinen engel de trap afgesmeten, maar onverstoord schrijf ik door: als je een paar dagen met onze kinderen doorbrengt, wen je wel aan wat lawaai. Heb je Leonora Fenton's kaartje gekregen ? Ze schijnt met een missionaris getrouwd te zijn en gaat in Siam wonen. Wai zeg je daarvan? Heb je ooit aan zoo iets absurds gedacht? Denk eens aan, Leonora de vrouw van een missionaris! Toch is ze ten slotte niet gekker dan ik, die in een vondelingen gesticht ben verhuisd of als jij, die nu een waardige trouwe echtgenoote bent of Marty Keene, de ster van Parijs. Geloof je ook niet dat ze in rijkostuum naar bals van gezanten en van de haute monde gaat? Wat ter wereld geeft zij om zulke kleinigheden 1 Wat vliegt die tijd toch en wat een verschillende richtingen zijn onze collega's uitgevlogen! 42 O, daar komt net de mail! Een oogenblik asjeblieft. Ik moet een heerlijken, dikken brief uit Washington lezen. Niet zoo erg heerlijk, een beetje brutaal zelfs! Gordon kan maar niet over het idee heeh, dat het alleen maar een idiote grap is, dat Sallie McBridge de leiding over 113 vondelingen heeft. Maar als hij maar een paar dagen in mijn plaats zou zijn, zou hij wel leeren inzien, dat het niet zoo leuk is. Hij zegt dat hij hier zal komen op zijn eerste relsjs naar het Noorden en dan de beweging eens van dichtbij wil opnemen. Hoe zou je het vinden als ik hem dan hier met het karweitje achterliet en fluks even naar New-York overwipte om inkoopen te doen. Ónze lakens zijn alle versleten en wij hebben niet meer dan 211 dekens in huis. Singapore, mijn lieve dolle hond, zend je het eerbiedig bewijs van zijn liefde. So do 1. S. McB. John Grier Home. Mijn liefste Judy, Vrf*dag' Je moest eens kunnen zien, wat Betsy Kindred met haar nonaera aonars van de eetkamer heeft gemaakt! Het is een duizelingwekkende droom, waarin geel de hoofdkleur is. Omdat het een kamer op het Noorden is, dacht zij, dat ze het er in de eerste plaats vroolijk moest laten uitzien en dat is haar uitstekend gelukt. De muur is lichtgeel geworden met een fries van kleine, mollige konijntjes, die elkaar achterna huppelen. Al het houtwerk, tafels en stoelen incluis, is lichtgeel geverfd. Inplaats van tafelkleeden, wat natuurlijk onbereikbaar Is, hebben we linnen kleedjes, waarbij alweer konijntjes lustig elkaar achterna jagen. En we hebben ook gele glazen, voorloopig gevuld met .rietpluimen, maar wachtend oo 43 paardenbloemen en "madeliefjes en boterbloemen. En we hebben ook nieuwe borden, Judy, wit met boterbloemen erop. (Tenminste dat vermoed ik, ofschoon het misschien ook wel gele rozen kunnen zijn, ongelukkigerwijs is er geen deskundige hier in huis die hierover uitspraak kan doen). En wat het mooist vap alles is, we hebben servetten, echte servetten 1 De eerste, die ze hier in huis in hun heele leven te zien hebben gekregen! De kinderen dachten, dat het zakdoeken waren en veegden er vol aandacht hun neuzen aan af. Om de opening van de nieuwe zaal te vieren, hadden we roomijs en cake en dessert. Het is zoo heerlijk om deze kinderen eens anders dan hangerig en onverschilliggehoorzaam te zien, dat ik haast op het idee ben gekomen om prijzen uit te loven voor leuke brutaliteiten — voor iedereen met uitzondering van Sadie Kate. Die lawaaide met haar mes en vork op de tafel en zong: „Welkom in deze gouden hallen". Je herinnert je zeker wel die prachtige tekst boven de eetkamerdeur: „God de Heer behoedt U". We hebben die heelemaal Weggeschilderd en de plek met huppelende konijntjes bedekt. Het is heel gemakkelijk zoo'n leer te verkondigen aan kinderen, die een vader en moeder hebben en een eigen dak om onder te slapen, maar iemand, die altijd in alles op zichzelf is aangewezen, moet een krachtiger spreuk tot steun meekrijgen. „God heeft je twee handen en hersens gegeven en een groote wereld om ze te gebruiken — gebruik ze goed, en het zal je goed gaan. Gebruik ze slecht en je zult honger lijden", is ons motto. Gedurende den tijd, dien ik hier ben, ben ik elf kinderen kwijt geraakt. De gezegende State Charities Aid Association hielp me van drie kinderen af, die allen in vreeseüjk aardige gezinnen zijn ondergebracht. Eén zal er xelfs door die familie wettig worden aangenomen als ze in den smaak valt. En dat zal beslist gebeuren, daarvan ben ik vast overtuigd. Ze was het modelkind Van ons gesticht, gehoorzaam en beleefd, met krullend haar 44 en aardige maniertjes, juist het soort meisje dat elke familie noodig heeft Wanneer een paar ouders een pleegkind uitzoeken, sta ik erbij met een popelend harten 't gevoel alsof ik het levenslot van het arme schaap in mijn handen houd. Een kleinigheid maar kan dan zulke groote gevolgen hebben; het kind glimlacht en een liefhebbend ouderhuis zal voor haar worden opengesteld — ze niest en de kans is verkeken! Drie van onze oudere jongens zijn op farms geplaatst, een zelfs in het Westen op een Ranch! En nu loopt het verhaal, dat hij een cowboy is geworden en tegen de Indianen en grijze beren te velde trekt, hoewel ik eigenlijk geloof dat hij in werkelijkheid voor het vredelievend werk van den boekweitoogst is aangenomen. Hij verdween als een romanheld, nagekeken door de verlangende oogen van 25 avontuurlijke boys, die allen met een zwaar hart naar het eentonig-veilige John Grier Home terugkeerden. Vijf andere kinderen zijn naar de gestichten gestuurd, waar ze thuis hooren. Een van hen is doof, een ander epileptisch en de drie overigen waren idioot. Geen van die vijf had hier ooit aangenomen mogen worden. Dit Is een gesticht, waar de kinderen opgevoed worden, meer niet, en wij kunnen onze krachten niet verspillen met de zorg voor halfzieke en abnormale schepseltjes. Vondelingengestichten zijn iets uit de oude doos; wat ik wil oprichten is een kostschool voor den physieken, moreelen en geestelijken groei van kinderen, wier ouders niet in staat waren voor hen te zorgen. „Vondeling" is ook meer de algemeene benaming voor onze kinderen, een heeleboel zijn absoluut geen vondelingen. Die hebben een lastigen en allervervelendsten vader of moeder, die geen afstand van het kind wil doen, waardoor ze ook nergens als pleegkind kunnen worden opgenomen Maar die, bij wie het wel mogelijk is, zouden veel meer op hun plaats zijn in een gezellig huis, wat veel en veel beter voor hen is dan de prachtigste modelinrichting, die er op aarde bestaat. Dus zoek ik zooveel mogelijk naar dat soort huizen. 45 Je moest maar eens wat aardige families gaan bezoeken op de verre reizen, die je maakt. Kun je er niet ettelijke aanporren om kinderen aan te nemen, bij voorkeur jongens, want daar hebben we een overvloed van en juist die wil niemand hebben. Laten ze nu nogeens vertellen, dat wij, vrouwen, niet begeerd worden! Niets dan anti-manlijke gevoelens maken zich van de' ouders meester, bij het uitzoeken van een pleegkind! Ik zou wel een duizend kleine meiskes met blonde ' ST..-' haren kunnen plaatsen, maar een stevige, levenslustige boy van 9 tot 13 is een artikel, waarvoor de markt zeer flauw gestemd is. Er schijnt onder de lieve luidjes het algemeen idee te heerschen, dat deze jongelui zich eeuwig in den modder wentelen en mooie mahoniehouten meubels bederven. Zou 'tniet goed zijn als heerenclubs jongens konden aannemen, alleen maar om de jongelui tot vader op te voeden? De kinderen zouden dan in een lieve, fatsoenlijke familie uitbesteed worden en door de verschillende leden van 16 het gezin Zaterdagmiddags mee uit genomen worden. Ze zouden hen van voetbalwedstrijden en van het circus laten genieten en hen dan weer naar huis laten gaan als ze zich genoeg met hen geamuseerd hadden, net als wij doen met een boek uit de leesbibliotheek. En dat zou voor jonggezellen werkelijk heel goed zijn, want de menschen spreken er altijd over, dat in een jong meisje vroeg het moeder Idee gewekt moet worden, maar waar wordt tegenover de jongens gesproken, dat ze waardig moeten zijn om vader te kunnen worden? Waarom zouden we onze jongens dan niet tot vader opleiden en door de first class clubs van den staat eerst propaganda voor het idee laten maken ? Laat Jervis alsjeblieft hierover eens in zijn diverse clubs spreken, dan zal ik er Gordon in Washington op af sturen. Die twee heeren zijn leden van zooveel clubs, dat ze op het minst over een twaalftal jongens kunnen beschikken. Als altijd, je eeuwig zorgende Moeder van 113 spruiten S. McB. John Grier Home, , , 18 Maart. Lieve Judy, Ik gevoeiaardigberouwovermiiril 13-voudiemoederschao. Wie denk je, dat er gisteren bii ons binnenstante'? Niemand anders dan Gordon Hallock, die op zijn terugreis naar Washington ons vredig dorpje aandeed. Hij zei wel dat het net op zijn weg lag, maar de landkaart in p£ schoolkamer leerde mij wel anders. O kind, je weet niet hoe blij ik was hem weer te zien! Vergeet niet dat het de eerste glimp van de buitenwereld was, die tot mij doordrong sedert ik mij hier heb ingekerkerd. En hij had zooveel interessante dingen te beiprekèn! Hij kent het neusje van den zalm van alle nieuwtjes, waarvan we in de kranten maar den buitenkant vernemen en voor zoover ik een oordeel kan vellen over 47 die soort dingen, geloof ik dat hij het sociale middelpunt is van alles wat er in Washington omgaat. Ik wist altijd wel dat hij als staatsman carrière zou maken, dat ligt nu eenmaal op zijn weg. Qeen twijfel aan. Je kunt je niet voorstellen hoe heerlijk opgeruimd ik me gevoelde, net alsof ik na lange zwerftochtén mijn eigen huis weer had bereikt. Ik moet je eerlijk bekennen, dat ik vreeselijk naar iemand verlangde die weer eens echte nonsenspraatjes met me zou houden. Betsy gaat aan het einde van elke week naar huis toe en de dokter heeft conversatie genoeg — maar lieve deugd, alles is bij hem zoo afschuwelijk logisch! Maar Gordon behoort tot de zelfde wereld als ik — de wereld van leuke clubs en auto's en bals en sport en levendigheid. Misschien is het wel een heel armzalig, leeg leventje maar het is nu eenmaal mijn leven. En dat leven heb ik vreeselijk gemist. Je krachten ten dienste van het sociale leven stellen is theoretisch heel bewonderingswaardig en zeer interessant, maar Judy, wat is het doodelijk vervelend in al zijn kleine bijzonderheden! Ik ben bang dat ik niet geboren ben om recht te maken wat krom is! Ik probeerde Gordon ook wat belang in mijn werk in te boezemen en liet hem van alles zien, maar hij wou mijn kinderen met geen oog verwaardigen. Hij denkt dat ik alleen maar hier kwam om hem dwars te zitten, wat ook werkelijk niet ver van de waarheid is. Jouw sirene zou me nooit van het pad der frivoliteit gelokt hebben, als Gordon het niet zoo allerverschrikkelijkst vermakelijk had gevonden, dat ik aan het hoofd van een vondelingengesticht zou staan. Ik kwam hier om hem te laten zien dat ik er inderdaad toe in staat ben, en nu ik in de gelegenheid ben om hem het bewijs te leveren, weigert die naarling om er zich van te overtuigen. Ik vroeg hem ten eten maar waarschuwde hem van te voren voor het bevroren kalfsvleesch. Hij bedankte omdat hij vond, dat ik een verandering noodig had. Dus gingen we maar naar Brantwood lnn en aten kreeft. Ik was totaal vergeten, dat er nog zulke schotels bestonden! 48 Vanmorgen om zevert uur werd ik door een aanhoudend verwoed telefoongeschel gewekt. Het was mijn lieve Oordon, die al aan het station was om zijn reis naar Washington te hervatten. Hij verkeerde in een heel andere stemming dan gisteren, en maakte veel verontschuldigingen omdat hij geweigerd had naar mijn kinderen te kijken. Mij had dat niet nagelaten omdat hij niet van kinderen houdt, zeide hij, maar alleen omdat hij ze niet naast mij kon zien, en om een bewijs van zijn goede bedoelingen te geven, zou hij hun een zak apenootjes sturen. Ik voel me nu zoo frisch en opgevroolijkt na dat korte bezoek, alsof ik wel een maand vacantie had gehad. Zonder twijfel is voor mij een uurtje babbelen gezonder dan een liter staal en een duizendtal van die beroemde staalpillen. Je bent me twee brieven schuldig, lieve dame! Doe die schuld maar tout de suite af of je hoort nooit meer iets van me. Als altijd, je S. McB. .... .. , v Dinsdag 5 n m. Mijn waarde vijand, Ik verneem, dat u gedurende mijn afwezigheid een bezoek hebt afgelegd en een groote herrie te weeg hebt gebracht. U zeide, dat Miss Snaith de kinderen niet de portie levertraan heeft toegediend, die hun rechtens toekomt. Het spijt mij zeer wanneer uw geneeskundige orders niet stipt zijn uitgevoerd, maar u moest, dunk mij, toch weten dat het zeer moeilijk is deze onaangenaam riekende vloeistof in de magen van jankende kinderen te doen verdwijnen en die arme Miss Snaith is een zeer overwerkt persoontje. Zij heeft tien kinderen meer dan eenige vrouw ter wereld ooit geschonken moesten worden en zoolang wij geen nieuwe assistente voor haar gevonden hefcben, kan zij niet elk uwer orders zoo stip uitvoeren als zij wel zou wenschen te doen. •John Grier Home" 4. 49 jaovenaien, mijn waarde vijand, is deze dame zeer gevoelig van aanleg en zou ik liever hebben dat u uwe strijdlustigheid op mij koelt, indien u weder eens èen dergelijke stemming bekruipt. Begaafd, als ik ben, met een harde olieachtige huid zou ik er niets om geven, maar deze arme dame heeft zich in een soort hysterische bui in haar kamer teruggetrokken, negen jammerende babies alleen achterlatend en vertrouwend, dat de een of andere goede ziel die schapen wél in bed zou stoppen. Indien u misschien een poeder hebt dat kalmeerend op haar door u geschokte zenuwen inwerkt, stuurt u het mij dan alstublieft met Sadie Kate. Hoogachtend S. McBride. Woensdag morgen. Geachte Dr. MacRae, Ik wil absoluut geen dom figuur slaan. Ik vraag u alleen maar dat u met al uw klachten bij mij komt en mijn staf niet in een dergelijke stemming achterlaat, zoo als gisteren het geval was. Ik zal er voor zorgen dat al uwe orders stipt uitgevoerd worden (ten minste die orders, welke een medisch karakter dragen). Werkelijk blijkt het een feit te zijn, dat wij hier met een nalatigheid te doen hebben. Ik weet niet wat er met die veertien flesschen levertraan, waarover u zoo'n herrie hebt gemaakt, gebeurd is; ik zal er een ernstig onderzoek naar instellen. Maar ik kan werkelijk, om verschillende redenen, die arme Miss Snaith niet op de bondige wijze, waarop u dat verlangt, de deur uitzetten. Een feit is het dat zij in zekere opzichten te kort schiet, maar ze is vriendelijk voor de kleintjes en als wij er een oogje op houden, zal het voorloopig wel gaan. Met beleefde groete, Hoogachtend, S. McBride. 90 Waarde vijand, Donderdag. Soyez tranquille. Ik heb mijn orders gegeven en in het vervolg zullen de kinderen alle levertraan krijgen, die hun door u wordt voorgeschreven. Zoo ziet u, dat een tnnke man toch altijd zijn zin krijgt! S. McB. ~ , . .... 22 Maart. Beste Judith, Het gestichtsleven gaat weer zijn gewone gangetje nadat op de groote levertraan-oorlog, waarin onze dokter de overwinning behaalde, weer vrede gevolgd is. De nnïf. i?£nval Do«derdag plaats, maar ik miste ongelukkigerwijze dat begin, omdat ik juist met een paar van de kinderen in het dorp boodschappen deed. Bij nnJ JflHUgk0mst stond net nee,e huis van groot tot klein op stelten: onze vurige dokter had een visite afgelegd! „„„„, .. .— -— f wwuusiuag pirtdis, maar ik miste va« *2i? j J "'."s1"' umuai ik juist met een paar van de kinderen in het dorp boodschappen deed. Bü min terutrknmer ainnA h«* u..: _fK ...... 51 Sandy heeft twee groote hartstochten: een voor levertraan en .een voor spinazie, en ongelukkig genoeg valt geen dezer beide stokpaardjes in den smaak van onze kinderen. Een tijdje geleden (nog voordat ik hier was) heeft hij aan alle bloedarme schapen levertraan voorgeschreven en aan. Miss Snaith opgedragen voor de uitvoering van zijn orders te zorgen. Gisteren heeft hij op zijn achterdochtige, Schotsche manier nagespoord, waarom die arme kleine schapen niet zoo vlug als hij dacht dat mogelijk was, dik en rond en blozend werden en bij dien speurtocht heeft hij een schrikwekkend schandaal ontdekt: Zij hebben al drie weken lang geen lepel levertraan geproefd! Toen brak de bom los en alles was in rep en roer! Betsy zei dat ze Sadie Kate voor de een of andere boodschap er uit moest sturen, omdat zijn taaltje niet bepaald voor kinderooren geschikt was. Toen ik thuis kwam, was hij al vertrokken. Miss Snaith had zich in haar vertrek teruggetrokken, smeltend in tranen, en 't raadsel van de niet verorberde 14 flesschen levertraan was nog altijd niet opgelost. Hij had die arme Miss Snaith er lieflijk van beschuldigd, dat zij die flesschen levertraan stiekum had leeg gedronken. Stel je voor! Dat onbeduidende menschje, dat er zoo onschuldig uitziet, zou me daar dien goddelijken drank van die arme, hülpelooze vondelingetjes hebben gestolen om er stilletjes zelf van te genieten! Haar- verdediging bestond uit hysterische beweringen, dat ze- van de kinderen hield en volgens haar geweten haar plicht had gedaan. Ze vond het niet goed de babies medicijnen in te geven, dat leek haar slecht voor die kleine maagjes! Je kunt je voorstellen wat Sandy daarop heeft geantwoord 1 O lieve deugd, wat is het toch jammer dat ik die heerlijke scène juist moest missen! De onweersbui woedde nog drie dagen lang en Sadie Kate liep haar voetjes open bij het heen en weer draven met gepeperde boodschappen van den dokter naar ons en vice versa! Alleen maar in de hoogst dringende gevallen doe ik zulke zakfen telefonisch af, want hfj bezit 52 een oude draak van een huishoudster, die aan het toestel beneden in het huis alle gesprekken afluistert-, en de schahn vaTL net J°nn Grier Home mogen' niet verbreid worden. De dokter eischte Miss Snaith's onmiddellijk ontslag en ik weigerde. Natuurlijk is het waar, dat zü een absoluut onzelfstandig onbeduidend oud menschie is, maar het is ook een feit, dat ze van de kinderen houdt en, met goed toezicht, wel bruikbaar is. En bovendien kan ik, me-t het oog op haar verheven familierelaties, haar niet als een dronken keukenmeid het huis uitzetten. Ik hoop haar mettertijd op een nette wijze eruit te krijgen. Ik hoop haar aan het verstand te brengen, dat een winter in Canada heel goed op haar gestel zal inwerken. En dan komt er nog bij, dat alles door den dokter zoo bruut en gebiedend wordt voorgeschreven, dat het een lust is juist het tegenovergestelde te doen. Als hij zegt dat de wereld rond is, zal ik stokstijf blijven volhouden, dat het beslist een driehoek moet zijn. Maar ten slotte is toch ook deze zaak geregeld na drie vermakelijke dagen. Een heel kortexcuusjehebikikerblj hem nog weten uit te krijgen, omdat hij zoo vreeselijk onaardig tegenover die arme oude dame is geweest, terwijl zij een volledige bekentenis heeft afgelegd met veel beloften voor de toekomst. Het schijnt dat zij het niet o er zich kon verkrijgen om die arme schapen dat ellendige goed in te geven, en daar zij aan den anderen kant zich ook niet tegen Dr. MacRae dorst te verzetten, heeft zij de laatste veertien flesschen in een donker hoekje van den kelder verborgen. Hoe ze over dien voorraad op den duur wilde beschikken, is mij nog onbekend. Kun je levertraan misschien beleenen? Later: De vredesonderhandelingen eindigden heden namiddag en Sandy had zich net waardig teruggetrokken, tden de WelEd. Gestr. Heer Cyrus Wykoff aangemeld werd. Twee vijanden binnen het uur is toch werkelijk te veel! 11 De WelEd. Gestr. was verschrikkelijk onder den indruk van 53 de nieuwe eetzaal, vooral toen hij hoorde, dat Betsy die konijntjes met haar leliewitte handjes eigenhandig geschilderd had. Konijntjes op den muur te schilderen is volgens hem het aangewezen werk voor een vrouw, maar een positie als de mijne te bekleeden lijkt hem zeer buitengemeen 1 Ook vindt hij, dat Mr. Pendleton veel verstandiger had gedaan, door mij niet zoo de vrije hand te laten bij het uitgeven van zijn geld. ; Terwijl- wij nog steeds Betsy's konijntjes bewonderden, drong een vreeselijk geraas van de keuken tot ons door. Wij snelden toe en vonden Gladiola Murphy schreiend bij de ruïne van vijf gele borden. Het is zeer schadelijk voor mijn zenuwen om het geruisch van brekende borden te moeten verdragen wanneer ik alleen ben, maar het wordt gevaarlijk als zulks in tegenwoordigheid van een WelEd. Gestr. geschiedt. Ik zal trachten die borden zoo goed mogelijk in hun oorspronkelijken staat terug te brengen maar, als je het John Grier Home nog in zijn ongeschonden schoonheid wilt bewonderen, zou ik je aanraden vlug naar het Noorden te vertrekken. Steeds BI lÉijl Je Sallie. 9H 26 Maart. Mijn lieve Iudy, Ik kom zoo juist van een dame, die haar man met een baby wil verrassen. Ik heb veel moeite gedaan om haar aan het verstand te brengen, dat, waar hij voor het kind levenslang zal moeten zorgen, zij hem zeker wel van te voren over deze daad mag raadplegen. Zij bleef maar volhouden, dat het hem niets aanging, omdat het grootste werk in uitkleeden, wasschen en opvoeden bestond en haar en niet haar man te beurt zou vallen. Ik begin heusch medelijden met onze mannen te krijgen. Sommigen van hen schijnen al heel weinig rechten te bezitten 1 » 5* Zelfs onze strijdlustige Schot schijnt mij een slachtoffer van vrouwelijke tirannie te zijn en wel die van zijn huishoudster. Het is schandelijk zooais Maggie McOurk dien man verwaarloost! Ik heb het noodig geacht hem onder de hoede van een vondeling te stellen. Sadie Kate, die met gekruiste beenen. op het haardkleedje zit, is juist bezig met een bezorgd huismoedergezichtje de knoopen aan zijn jas te naaien, terwijl hij boven de babies inspecteert. Je zou het nooit gelooven maar Sandy en ik gaan op droge Schotsche manier werkelijk aan elkaar wennen. Hij heeft het nu als gewoonte aangenomen eiken middag, wanneer hij van zijn bezoeken thuis komt, tegen vier uur bij ons aan te loopen om er zich van te overtuigen, dat er geen cholera- of zwarte pokken-geval of wel de pest bij ons heerscht en dan klopt hij om vijf uur bij mij aan om over gemeenschappelijke belangen te spreken. Denk je dat hij voor mij komt? O neen, dat is het niet! Hij komt alleen maar om zijn kopjes thee en de toast met marmelade in ontvangst te nemen. Die man heeft een hongerige uitdrukking in zijn oogen. Zijn huishoudster schijnt hem niet genoeg te eten te geven. Zoodra ik een beetje meer over hem te zeggen heb, zal ik hem opstoken zich er tegen te verzetten. Intusschen is hij zeer dankbaar voor al het eetbare dat ik hem reik, maar, o Judy, hij is zoo typisch in zijn pogingen om beleefd te zijn. De eerste maal hield hij zijn kopje in zijn eene en zijn bord met toast in zijn andere hand, terwijl hij blijkbaar naar een derde hand zocht om mee te eten. Nu heeft hij echter het probleem opgelost. Hij trekt zijn teenen in en zet zijn knieën naast elkaar en dan maakt hij van zijn servet een lange worst, waarmede hij de holte tusschen zijn knieën opvult zoodat hij een werkelijk bruikbaren schoot produceert. Dan blijft hij onbeweeglijk zitten totdat zijn thee op is. Ik geloof dat ik eigenlijk voor een tafeltje moest zorgen, maar Sandy met zijn stijve knietjes is een van de weinige amusante oogenblikken die ik heb en ik zou ze niet graag missen, 55 Daar komt net de post I Zeker een brief van jou 1 Brieven vormen een heerlijke afwisseling in dit eentonig leven. Als je je directrice te vriend wïlt houden moet je haar maar veel schrijven! Ik heb de mail in ontvangst genomen en den inhoud genoteerd. Breng alsjeblieft mijn nanÉJijken dank over aan Jervis voor die drie krokodillen in een moeras. Hij schijnt een zeldzaam goeden smaak te beziten, wat wel bij het uitzoeken van zijn prentbriefkaarten blijkt. Je geïllustreerde brief van zeven zijdjes uit Miami komt net gelijktijdig aan. Ik zou Jervis dadelijk in dien palmboom herkent hebben, zelfs zonder verklarend kruisje. Ik heb ook een allerliefsten brief van zekeren jongen man in Washington gekregen, eveneens een boek en een, groot pakket kandijklontjes. De baal apenootjes voor de kinderen heeft hij per expresse verzonden. Heb je ooit zooveel liefs bij elkaar gezien? Jimmie verblijdt mij met de mededeeling, dat hij mij op komt zoeken zoodra Vader hem maar op de fabriek kon missen. De arme jongen heeft toch zoo het land aan die fabriek! Niet omdat hij lui is, maar hij stelt nu eenmaal geen belang in leeren broeken. Vader kan zoo'n gebrek aan smaak niet begrijpen. Nadat hij de fabriek heeft gebouwd, heeft hij een hartstocht opgevat voor alles wat naar leeren broeken zweemt en dat diende zijn oudste jongen natuurlijk van hem geërfd te hebben! Ik vind het verbazend gemakkelijk dat ik als dochter geboren ben. Mij is nooit gevraagd of ik van broeken hield, maar ik mag net doen wat ik wil en zelfs directrice van een vondelingengesticht worden 1 Maar om op mijn mail terug te komen: daarbij is ook een brief van een grossier in koloniale waren, die beweert, dat hij buitengewoon goedkoop allerlei soorten van havermout, rijst, meel, gedroogde pruimen en appelen kan leveren en dat hij groote leveranties krijgt voor de gevangenissen en veel liefdadigheidsinrichtingen! Dat klinkt niet veelbelovend, vind je wel? Ik heb ook een paar brieven van boeren, die allen een 56 stevigen jongen van een jaar of veertien willen hebben, die niet bang is om zijn handen uit de mouwen te 6teken. Hun bedoeling is die kinderen een goed tehuis te geven. Deze goede tehuizen schieten als paddestoelen uit den grond. Toen we laatst naar een van hen een onderzoek instelden, antwoordde de dorpsdominee op mijn steeds weer gestelde vraag: .Heeft hij eenig geldelijk bezit?" op zeer voorzichtige wijze: „Ik geloof dat hij een kurkentrekker heeft". Je kunt de meeste van die tehuizen niet vertrouwen. Laatst vonden we een zeer welgestelde boerenfamilie, waarvan de leden allemaal te zamen in drie kamertjes hokten om de rest van hun huis netjes te houden. $et meisje van veertien, dat ze als kind wilden aannemen om er een goedkoop dienstmeisje aan te hebben, zou in hetzelfde bedompte kamertje als de drie kinderen moeten slapen. Hun keuken, eetkamer en salon waren slordiger en vervuilder dan eenig krot, dat ik ooit heb gezien en de atmosfeer was op zijn minst 84 graden! Je kunt moeilijk zeggen dat die familie daar leefde: ze kookte er gewoon! Je begrijpt dat ze het meisje niet te zien kregen. Ik heb een vast principe waarop al de andere afstuit: geen kind gaat er bij mij de deur uit als de familie in kwestie hun niet een beter leven, dan dat zij hier hebben, kan aanbieden. Ik meen natuurlijk het leventje, dat onze kinderen over een paar maanden bij ons zullen hebben als we hier een modelinrichting van hebben gemaakt. Ik moet je eerlijk bekennen, dat het hier op het oogenblik nog lang niet volmaakt is. Maar in elk geval ben ik erg kieskeurig met de keuze van de tehuizen van onze kinderen en ik verwerp drie kwart van wat er wordt aangeboden. Later: Gordon heeft mijn kinderen een prachtig geschenk gezonden. Zijn baal apenootjes is aangekomen, geen kleine, drie voet hoog! Herinner je je nog het dessert van apenootjes met 57 bruine suiker, dat ze ons op de Universiteit gaven? Wij trokken er onze aristocratische neuzen voor op. maat aten door. Ik heb dat nu ook hier ingesteld en ik kan je verzekeren, dat wij hier onze neuzen niet hebben opgetrokken. Het is, heerlijk om kinderen, die een tijdlang onder het regime van Mrs. Lippett hebben gestaan, goed te voeden! Ze zijn zoo dankbaar voor elke kleinigheid die je voor hen doet. Je kunt je er nu toch zeker niet over beklagen, dat mijn brief niet lang genoeg is! Je schrijfkramp hebbende S'. McB, 58 John ürier Home, Vrijdag. Lieve Judy, Het zal je interesseeren te vernemen dat ik alweer een vijand ben tegengekomen. Ditmaal is het de huishoudster van onzen Schot 1 Ik had al een paar maal door de telefoon met dat wezen gesproken en daarbij opgemerkt, dat haar stem nu juist niet bepaald melodisch was, maar nu heb ik haar tevens te zien gekregen! Dezen morgen maakte ik op den terugweg van het dorp een kleinen omweg en passeerde daarbij het huis van onzen dokter. Sandy is klaarblijkelijk het resultaat van zijn omgeving — alles olijfgroen met een laag dak en voor alle vensters gesloten luiken. Je zou zeggen, dat daar binnen iemand zoo juist gestorven was! Ik ben er niet langer over verbaasd, dat de aangenaamheden van het leven dezen armen man ontglipt zijn! Nadat ik eerst den buitenkant van zijn huis had bestudeerd, was ik nieuwsgierig te weten of het er van binnen net zoo uitzag. En zie je, ik had dien morgen aan het ontbijt heusch wel vijf maal geniesd en ik maakte daaruit op, dat ik zwaar verkouden was en beslist medische hulp behoefde. Dus liep ik manmoedig op het huis aan en schelde. O Judy, wat een geluid doorgalmt het huisl Zoo waar als ik leef, dat is de stem van den WelEd. Gestr. en zijn voetstap weerklinkt op de trap! Ik móét een paar brieven schrijven en ik heb meer dan genoeg van zijn gezanik, dus stuur ik Jane naar hem toe met het bevel hem scherp in de oogen te kijken en hem te zeggen, dat ik niet thuis ben. O, wat heerlijk! Wacht even, ik moet even dansen! Hij is afgedropen! Maar deze acht puntjes stellen acht angstwekkende minuten voor, die ik in het donkerste hoekje van mijn werkkamer doorbracht. De WelEd. Gestr. beantwoordde de boodschap van Jane met een vreeselijk gezegde: dat hij plaats zou nemen en op mij zou wachten. En hij kwam naar binnen en wachtte!! Maar hoe kon Jane mii nu zoo lans ongesloten houden! Ze wist wel beter 59 en nam hem mee naar de kinderkamer om hetverschrikkeiijke te laten zien, wat Sadie Kate daar weer had uitgehaald. De WelEd. Gestr. heer vindt het heerlijk om vreeselij kettingen te ontdekken, vooral wanneer ze door Sadie Kate zijn bedreven! Ik heb er geen idee van, welk schandaal Jane bloot heeft gegeven, maar dat komt er niets op aan: hij is weg 1 Waar was ik ook alweer gebleven? O ja, ik schelde bij den dokter aan. De deur werd geopend door een lang tanig vrouwspersoon met opgestroopte mouwen. Ze leek zeer zakelijk, had een haviksneus en koude grijze oogen. „Wat is er?" voegde zij mij toe op een toon alsof ik een landlooper was. „Goedenmorgen", ik lachte even beminnelijk en stapte in het huis. „Spreek ik met Miss McGurk?" „Ja", antwoordde ze botweg. „En u bent zeker die jonge vrouw uit het gesticht?" „Zeker", antwoordde ik, nog steeds beminnelijk. „Is de dokter thuis?" „Neen", zei ze. „Maar dit is toch zijn spreekuur." .Daaraan stoort hij zich niet." „Maar dat behóórt hij te doen," weerlegde ik ernstig. „Wilt u zoo goed zijn en hem zeggen, dat juffrouw McBride hier is geweest om hem te consulteeren en dat ik hem verzoek vanmiddag even bij het John Grier Home aan te loopen." „Hm," bromde Miss McGurk en sloot de deur zoo schielijk achter mij dicht, dat een slip van mijn rok bleef klemmen. Toen ik den dokter hierover vanmiddag rapport uitbracht, haalde hij zijn schouders op en beweerde, dat dit nu eenmaal de gewone omgangsmanier van zijn liefelijke hospita was. „En waarom houdt u haar dan?" vroeg ik natuurlijk. „Waar zou ik een betere vinden?" zeide hij. „Het werk te verrichten voor een man, die zoo ongeregeld thuis komt als mijn 24 uur het maar veroorloven en toch nog altijd voor eten te moeten zorgen, is geen sinecure. Ze is niet bepaald aangenaam in den omgang maar ze ziet kans, om zelfs als ik 's avonds om negen uur thuis kom, nog voor een warmen maaltijd te zorgen." 00 Niettemin waagde ik de stille opmerking, dat haar warme maaltijden noch smadelijk noch goed zullen zijn. Het is een onkundig oud lui creatuur en Ik weet drommels goed waarom zij aan mij het land heeft. Ze is bang dat ik den dokter zal stelen en haar uit haar gemakkelijke betrekking zal wegjagen. Stel je voor! Maar ik zal dat schepsel toch niet uit den waan halen. Het is goed voor haar als ze eens wat geplaagd wordt. Ze zal dan misschien wat beter voor hem koken zoodat hij een beetje dikker wordt. Dikke mannen zijn meestal goed gehumeurd; daarom zou het ook voor ons niet kwaad zijn! 10 uur: Ik weet nier, wat ik allemaal voor nonsens heb neergeschreven, tusschen alle onderbrekingen door. Het is tenslotte laat in den avond geworden en ik ben te moe om iets anders te doen dan rustig te blijven zitten. Het is werkelijk waar, dat er geen vreugde in het leven bestaat buiten den heerlijken, weldoenden slaap. Goeden nacht, Judy! Sallie McBride. Oooooh!!! Een lange geeuw. Getrouw breng ik hem over 61 1 April. ■ Lieve Judy, . lip Ik heb Isador Gutschneider uitbesteed. Zijn moeder is een dikke glimlachende Zweedsche met blauwe oogen en goudblond haar, die bepaald bem en geen ander wilde hebben, omdat hij de donkerste baby van allemaal is. Ze heeft altijd dol veel van bruine kindertjes gehouden, maar zelfs in haar stoutmoedigste droombeelden geweten, dat zij zelf er nooit een zou krijgen. Zijn naam zal veranderd worden in Oscar Carlson, naar zijn pas overleden nieuwen oom. Mijn eerste Regentendag, de voormalige Lamme Woensdag, zal op den volgenden Woensdag plaats vinden. Ik moet je eerlijk bekennen, dat ik niet bepaald met popelend verlangende ziel dien dag tegemoet zie, vooral daar mijn speech de hoofdzaak zal zijn. Maar van één ding ben ik tenminste zeker, ik zal nooit die Uraniah Heepsche manieren tegénover de regenten aannemen, die Mrs. Lippett eigen waren. Ik zal den eersten Woensdag van de maand als een aangename sociale afleiding beschouwen, mijn jour, waarop ik de vrienden van het tehuis ontvang en de groote punten met hen bespreek. En ik zal ervoor zorgen, dat onze kinderen hiervan alleen plezier en geen vervelendheid zullen hebben. Je ziet hoe ik de nare lotgevallen van de arme, kleine Jerusha Abbot ter harte heb genomen. Je laatste brief is ook aangekomen, maar met geen letter vermeldt je, dat je naar het Noorden zult reizen. Is het niet net ongeveer de tijd, dat je erover zou denken, weer naar de 5th Avenue terug te keeren? Oost West, thuis best en zooals het klokje thuis tikt, tikt het nergens! Wil je daaraan eens denken? Daar gaat net de gong! Ik moet je verlaten om een verkwikkend half uurtje onder het nuttigen van haché van Iamsvleesch door te brengen. Wij eten om te leven in het John Grier Home. . , ! 6 uur: De WelEd. Gestr. is vandaag weer hier geweest. Hij loopt dikwijls aan, gedreven door bet onweerstaanbaar 52 verlangen mij op heeterdaad te betrappen. O, wat heb ik aan dien nafen kerel het landl Hij is een rozige, kwallige, puffende, oude man met een rozig, kwallig, puffend zieltje. Ik was in een zeer opgewekte, optimistische pui vóór hij hier kwam, maar nu zal ik de rest van den dag niet anders doen dan brommen. Hij betreurde alle nuttelooze vernieuwingen, die ik thans bezig ben in te stellen, zooals: een vroolijkespeelkamer, betere kleeren, badèn, smakelijker maaltijden en versche lucht en spelen en joligheid en roomijs en kussen. Hij beweerde, dat ik de kinderen ongeschikt zal maken om de plaats in het leven in te nemen, welke God hun heeft toebedacht. Toen ging mijn Iersch bloed aan het koken, en ik vertelde hem, dat als God het plan had gevormd om al deze 113 kleine kinderen te doen opgroeien tot nuttelooze onwetende en ongelukkige burgers, ik dien God wel eens Kraag te leur wilde stellen. En dat ik de kinderen ook absoluut niet haalde uit de klasse, waartoe ze behooren, integendeel, wij voeden ze nu juist op zooals ze reeds jaren grootgebracht hadden moeten zijn en onze opvoeding is zeker beter dan in doorsnee in talrijke huisgezinnen het geval is. Wij trachten ze niet naar de Universiteit te sturen, ook al hebben ze geen hersens in hun stommen kop, zooals dat met rijke zoontjes het geval is, en wij zetten ze ook niet met hun dertiende jaar aan het eentonig, machinale werk, zoodat ze den heelen langen werkdag geen ontspanning en vreugde meer kennen, zooals met armeluiskinderen gebeurt. Wij gaan hen Individueel na en trachten hun karakters grondig te kennen. Als onze kinderen liefhebberij toonen om boerenarbeider te worden en dienstmeid, zullen wij trachten er de beste boerenarbeiders en netste dienstmeisjes uit te vormen. En als ze aanleg en verlangen aan den dag leggen om in de rechten te studeeren, dan zullen wij ons best doen om er de eerlijkste, Intelligentste en menschlievendste advocaten van te maken. (Hij zelf is ook advocaat, maar beslist geen menschlievende 1) 63 Hij knorde toen ik mijn opmerkingen had gemaakt en staarde halsstarig in zijn kopje thee, waarop ik de veronderstelling uitte, dat hij misschien nog een beetje suiker wilde hebben, en hem hetsuikervaasjelieftalligaanreikte,zoodat hij de gelegenheid kreeg, zoete thee naar binnen te werken. De manier om met regenten om te gaan moet vast besloten en energiek zijn. Je moet hun hun plaats aanwijzen. Deze vlek in den hoek is het werk van Singapore's zwarte tong. Hij doet zijn best je ook een bewijs van zijn groote liefde te geven. Die arme Sing denkt dat hij een schoothondje is. Is het niet treurig wanneer menschen of dieren zich in hun bestemming vergissen ? Ik b.v. ben er ook niet zeker van, of ik wel in de wieg ben gelegd om als directrice van een vondelingengesticht op te treden 1 Je tot in den dood getrouwe SL1:/ s. mcb. Directie-kamer John Grier Home. 4 April. Aan de Pendleton Familie, Palm Beach, Florida. Waarde Mijnheer en Mevrouw, Ik heb mijn eerste jour achter den rug en alle regenten ontroerd door mijn prachtige speech. Iedereen zei tenminste dat hij prachtig was, zelfs mijn vijanden. Het laatste bezoek van den Heer Gordon Hallock was zeer nuttig voor mij: hij gaf mij n.I. menigen goeden wenk voor het leiden van zulk een bijeenkomst. Wees grappig: — Wel, ik vertelde wat van Sadie Kate en van een paar andere lievelingen, die je nog niet kent. Houdt het concreet en zorg, dat het niet boven het verstand van je toehoorders gaat: — ik keek gestadig' naar den WelEd. Gestr. Heer en zei geen enkel woord,1 dat hij niet kon snappen. Vlei je toehoorders: — Ik gaf zeer delicaat te kennen, dat al deze nieuwe instellingen slechts aan het uitnemendi 64 verstand en het buitengewoon initiatief van deze onvergelijkelijke regentenschaar te danken waren. Geef er een hoog-moreelen klank aan meteen zeker pathos: — Ik sprak over den ouderloozen toestand van deze kleine pupillen van den staat. En het was werkelijk aandoenlijk. Mijn vijand liet een traan langs zijn roze wangetje biggelen. Toen voedde ik hen met chocolade en slagroom en limonade en sandwiches met tartare en stuurde hen daarna naar huis, vermoeid en slaperig, zonder eenigen eetlust voor het avondeten. Ik wijd alleen daarom zoo over mijn triomf uit om je goed gehumeurd te houden, maar nu moet ik, waarheidslievend, overgaan tot de vreeselijke ramp, die bijna de geheele receptie deed mislukken. „Now follows the dim horror of my tale, And I feeel I'm growing gradually pale, For, even at this day, Tough its smell has passed away, When I venture to remember it, I quaill" Je hebt nog nooit van onze kleine Thomas Kehoe gehoord, is het wel? Ik heb er alleen daarom nooit van gewaagd omdat er zooveel inkt, tijd en zoo'n woordenvloed noodig is om dat jongmensch te schilderen, dat ik er niet aan dorst te beginnen. Hij is een geestig aapje, precies zijn vader, een zeer bekende oude strooper. Dit klinkt wel een beetje naar Bab Ballads, maar die is het toch niet, daarvan heb ik me al vergewist. Wij kunnen Thomas maar niet aan zijn overgeërfd roofinstinct onttrekken. Hij schiet de kuikens met zijn pijl en boog dood; lassoot de duiven en speelt stierengevechten met de koeien en o, hij is zoo vernielziek! Maar zijn grootste wandaad had een uur vóór de komst van de regenten plaats, juist toen wij allen er op ons Paaschbest uit moesten zien! Het schijnt dat hij de rattenval van de meelbergplaats had gestolen en die in het kreupelhout neergezet heeft en nu heeft hij gistermorgen het groote geluk gehad een prachtigen dikken bunzing te vangen. „John Qrier Home" 5. 65 Singaporé was de eerste, die de ontdekking verklapte. Hij keerde naar huis terug en rolde over de haarkleedjes, in een vaag berouw over zijn aandeel in de zaak. Maar terwijl wij allen onze aandacht op den kwalijk riekenden Sing vestigden, was Thomas bezig zijn prooi in de afgeslotenheid van het kreupelhout te villen. Hij verborg de huid in een binnenkant van zijn buis, bracht ze, omzichtig door het huis loopend, naar de slaapkamer, waar hij ze onder zijn bed verstopte, in de hoop, dat niemand ze daar zou vinden. Daarna ging hij naar beneden om de anderen te helpen roomijs voor onze gasten klaar te maken. In den korten tijd, die ons nog restte, hebben wij al het mogelijke gedaan om de gevolgen van het gebeurde tegen te gaan. De kokkin liet den damp van een groote hoeveelheid versch gebrande koffie door het huis opstijgen. Betsy besprenkelde de gangen met ammoniak, terwijl Miss Snaith de haarkleedjes een violetwaterbehandeling liet ondergaan. Ik stuurde een dringende boodschap naar den dokter, die dadelijk kwam en een prachtoplossing bereidde, welke de vreeselijke lucht verdrijven moest — maar toch speurde je onder en boven en door alle andere geurtjes heen, de pas gestorven ziel van Thomas' slachtoffer, die om wraak schreuwde — en stonk! De eerste zaak, die ook op de vergadering ter sprake kwam, was, of het niet het beste zou zijn een groot, diep graf te graven en'daarin niet alleen Thomas Kehoemaar het heele huis te verbranden. Met welk een keurigheid ik deze afgrijselijke zaak wist te behandelen blijkt je wel als ik je vertel, dat de WelEdGestr. Heer grinnekend van de pret naar huis afdroop, nog nagenietend van het gekke geval. Inplaats van te brommen en af te geven op de nieuwe directrice, die met al haar geëxalteerde ideeën nog niet eens jongens weet te drillen. Ja maar, we kunnen ons woordje wel doen als het moet! Als steeds • S. McBride. uu John Grier Home. Vrijdag of Zaterdag. Lieve Juay, Sing leeft nog steeds afgescheiden in de schuur en krijgt daar eiken dag een corbolbadje van Thomas Kehoe. Ik hoop dat eens, in de verre toekomst, mijn geliefde hond weer geschikt zal zijn om in de samenleving te verkeeren. Je zult wel blij zijn met het nieuws, dat ik een nieuwe methode heb uitgevonden om je geld op een andere wijze uit te geven. Wij koopen in het vervolg een deel van onze schoenen en levensmiddelen in winkels van het dorp, wel niet zoo goedkoop als vroeger bij de grossiers maar toch met een bepaalde korting, en het nut, dat uit deze verandering voor onze kinderen voortspruit, is het verschil in prijs dubbel en dwars waard. Stel je voor, ik heb ontdekt dat meer dan de helft van onze kinderen niet het minste begrip van geld hebben! Ze gelooven dat schoenen en havermout en rood flanellen onderrokken en blauw geruit katoen uit den hemel vallen als zoovele goede gaven Gods voor het John Grier Home 1 De vorige week viel een nieuw groen dollarbankbiljet uit mijn beurs. Een dreumes van acht jaar raapte het op en vroeg mij of hij het plaatje van dien groenen vogel mocht houden. (De Amerikaansche arend, in het midden, weet je). Dat kind had nog nooit van zijn leven een bankbiljet gezien. En nu ging ik ze ondervragen en ontdekte, dat er dozijnen kinderen in ons huis wonen, die nog nooit iets gekocht hebben of iemand iets hebben zien koopen 1 En wij vormden nog wel het plan om ze met hun zestiende jaar de wereld in te sturen, dieheelemaal door den machtigen invloed van dollars en dollars wordt beheerscht! Lieve Hemeltje, denk eens aan, wat daarvan terecht was gekomen! Dan hebben zij geen begrensd leventje meer met iemand boven zich, die in alles voor hen zorgt, dan moeten ze weten zooveel mogelijk profijt uit eiken zuur verdienden cent te halen! Ik zag deze kwestie een geheelen avond onder de oogen en ging toen den volgenden morsen naar het dorp. 67 Daar hield ik met zeven winkeliers conferenties. Vier ervan waren verbazend aardig en tegemoetkomend. Twee weifelden en een was er onbeschrijfelijk dom. Met die vier wil ik nu beginnen en bij hen van alles inkoopen: kruidenierswaren, schoenen, manufacturen en levensmiddelen. En in ruil voor de groote orders, die ze van ons zullen krijgen, moeten zij en hun bedienden de onderwijzers van de kinderen worden, die in hun winkels in en uit zullen gaan, de voorraden zullen bestudeeren en hun eigen boodschappen met werkelijk geld zullen doen. Zoo heeft Jane b.v. blauwe naaizij noodig en een el elastiek en dadelijk gaan twee kleine meisjes, met wat zilvergeld voorzien, hand in hand naar Mijnheer Meeker om in te koopen. Zij bekijken de zij met speurenden blik en volgen angstvallig de beweging van den bediende, terwijl hij het elastiek afmeet, om zeker te zijn dat ze niet bestolen worden. Dan brengen ze zes cent terug, nemen mijn dank en lof in ontvangst en gaan weer naar I de anderen terug met een voldaan gevoel, omdat ze al I boodschappen kunnen doen. Vind je dat niet practisch? Gewone kinderen van tien I of twaalf hebben al van zooveel dingen verstand waaraan onze kinderen in de verste verte nog niet gedacht hebben. Maar ik wil nog een heeleboel veranderingen hier te weeg brengen. Geef me alleen nog wat tijd en je zult eens zien! In een paar dagen zal ik verschillende bijna nor- I male kinderen om mij heen hebben! Later — Ik heb een absoluut vrijen avond voor me, I dus kan ik nog een beetje met je babbelen. Herinner je je die apenootjes, die Gordon Hallock I zond? Ik heb hem toen zoo vriendelijk geschreven in I mijn dankbaarheid, dat hij dadelijk weer op iets nieuws zon. Het schijnt, dat hij een speelgoedwinkel is binnen- I geloopen en daar in de klauwen van een zeer handigen bediende terecht kwam. Gisteren brachten twee mannen I van de expressebestelling een kist naar binnen, gevuld I met dure, mooi bekleede speelgoedbeestjes, die anders I 68 alleen maar in de speelkamers van rijkeluiskindertjes te vinden zijn. Het was niet precies, wat ik gekocht zou hebben, had ik zoo'n groot bedrag mogen uitgeven, maar mijn babies waren er dolblij mee. Die kleuters gaan nu met leeuwen en giraffen en olifanten en beren naar bed. Ik weet niet welke psychiologische uitwerking dit geschenk zal hebben. Denk je, dat ze met hun allen naar een circus zullen trekken als ze grooter zijn? O lieve deugd, daar komt Miss Snaith mij zeer beminnelijk een bezoek brengen! Good-by. P., S. De boemelaar is teruggekeerd. Hij zendt je veel betuigingen van oprecht berouw en drie kwispelstaartjes. John Grier Home. 7 April. Lieve Judy. Ik heb zoo juist een brochure gelezen over de opleiding voor handenarbeid voor meisjes en een over gezond, krachtig voedsel voor groote inrichtingen, de vereischte proportiën van eiwit, vet, zetmeel, enz. In dezen tijd van wetenschappelijke liefdadigheid, waarin elk probleem 69 bestudeerd en nog eens bestudeerd wordt en daar groote* tabellen over worden opgemaakt, kun je een inrichting ook met tabellen besturen. Ik begrijp niet hoe Mrs. Lippeft al die fouten kon begaan welke ze beging, verondersteld natuurlijk, dat ze kon lezen, maar er is een punt waarover nog niet gedacht is en waarvoor ik nu allerlei gegevens verzamel; op een goeden dag zal ik een geschrift uitgeven over de „Behandeling van en Contröle over Regenten! O, ik moet je een grap van mijn vijand vertellen, niet van den WelEd. Gestr. Heer maar van mijn eersten ongineelen. Hij heeft nu een nieuw veld van ontdekkingen opgedaan. Hij zei heel effen (alles, wat hij doet is effen, hij heeft zelfs nog nooit geglimlacht), dat hij mij sedert mijn komst scherp heeft opgenomen en hoewel ik ongeroutineerd en een beetje opgewonden en onbezonnen ben (sic), gelooft hij niet, dat ik werkelijk zoo oppervlakkig ben als hij eerst vreesde. Ik heb een bijna manlijke handigheid om de volle beteekenis van een kwestie te doorzien en recht op het doel af te gaan. Zijn mannen niet vermakelijk? Wanneer ze je het grootste compliment willen maken, zeggen ze naiefweg, dat ie werkelijk iets van een man hebt. Maar dat is een compliment, waarop ik hem toch nooit op de zelfde wijze zal antwoorden, want ik wil niet bekennen, dat hij een bijna vrouwelijke opmerkingsgave bezit. Dus Sandy denkt toch dat ik voor verbetering vatbaar ben — al ziet hij mijn fouten ook heel goed. En hij heeft besloten mijn opvoeding te voltooien, zoodat ik niet behoef stil te staan bij het oogenblik, dat ik de Universiteit heb verlaten. Een persoontje als ik behoort van physiologie, biologie, psychologie, sociologie, gezondheidsleer, enz. goed op de hoogte te zijn. Zij moet de erfelijke belasting van krankzinnigheid, idiotisme en alcoholisme kennen en ze moet met het zenuwstelsel van kikkers op de hoogte zijn, in verband waarmede hij zijn hee e bibliotheek, die uit meer dan 4000 boekdeelen bestaat, te mijner beschikkink heeft PesrelH riti' 70 niet alleen de boeken uit, die ik lezen moet, maar stelt mij vragen, om zeker te zijn dat ik ze ook gelezen heb. Wij hebben de vorige week aan het leven en aan de brieven van het Jukes gezin besteed. Margaretha de moeder der misdadigers, zes generaties geleden, staat aan het hoofd van een vruchtbaar geslacht, hetwelk nu ongeveer 1200 menschen telt. Moraal: bestudeer je kinderen die erfelijk belast zijn zeer nauwkeurig, zoodat geen ervan gelegenheid heeft om tot een Jukes op te groeien. Zoodra wij onze thee met toast genuttigd hebben, haalt Sandy het register en dan speuren we angstig naar alcoholistische ouders. Het is een spelletje en een goed middel om het schemeruurtje door te brengen als het dagwerk verricht is. Quelle viel Kom toch gauw terug en help mij uit dit huis! Ik sterf van heimwee om je weer te zien. Sallie. John Grier Home Donderdagmorgen. Mijn lieve Pendleton familie, Ik heb je brief ontvangen en grijp dadelijk naar pen en inkt om mijn schuld af te doen. Ik wil toch niet verlost worden, ik neem mijn woord terug. Ik ben van ideeën veranderd. Dat persoontje dat je hierheen wilt sturen, lijkt, naar je beschrijving te oordeelen, een tweelingszuster van onze Miss Snaith. Hoe kun je me vragen om mijn kinderen toe te vertrouwen aan een lieve, maar onbeduidende dame van middelbaren leeftijd, die zelf geen kinderen heeft! Alleen het idee daaraan doet mijn moederhart bloeden! Denk je werkelijk dat zulk een vrouw ook maar tijdelijk het werk hier kan verrichten?Neen, duizendmaal neen! De directrice van een inrichting als deze moet gezond en vlug en energiek en krachtig en vroolijk en K CU 7! flink zijn, met rood haar en een goed humeur, zooals ik! Natuurlijk ben ik ontevreden geweest, dat zou iedereen zijn bij zulk een wanorde, maar dat was wat jullie socialisten een heilige verontwaardiging noemen. En denk je werkelijk dat ik al mijn prachtige veranderingen, die ik met zooveel moeite hier heb ingevoerd, zoo maar weer zou laten vervallen? Neen! Ik ben niet van deze plaats weg te krijgen als je geen directrice vindt, die op zijn minst genomen beter is dan S. McBride! 'Dat beteekent echter weer niet, dat ik me hier voor goed begraaf, neen, alleen maar voorloopig, zoo lang tot alle dingen geregeld zijn; zoolang de pokken- en mazelenperiode hier heerscht, geloof ik wel dat je in mij een geschikte directrice hebt gevonden. Ik hou er dol veel van om verbeteringen tot stand te brengen en de menschen tot orde te roepen. Dit is een heel slordige brief, maar ik krabbel het in een paar minuten af om je dadeiijk te laten besluiten van die lieve onbeduidende kinderlooze juffrouw af te zien. Zeg, lieve Iuidjes, laat me nog wat in dien warboel zitten, voor een paar maanden maar! Laat me eens toonen, wat ik kan en ik beloof je dat je er geen spijt over zult hebben. S. McB. J. G. H. Donderdagmiddag. Lieve Judy, Ik heb een gedicht gemaakt, een waar zegelied! Robin MacRae Smiled to-day! Het is waar, werkelijk waar! Sallie. 72 J. G. H. 13 April. Lieve Judy, Ik ben blij te hooren dat jij blij was te hooren, dat ik hier blijf. Ik had het nooit gedacht maar ik ben heusch aan de kinderen gehecht. Het is vreeselijk jammer, dat je door Jervis' aangelegenheden nog langer in het Zuiden moet blijven. Ik barst haast van alle nieuwtjes, die ik je moet vertellen en het is zoo omslachtig en tijdroovend om alles neer te schrijven wat je iemand te zeggen hebt. Natuurlijk ben ik blij, dat het huis verbouwd wordt en ik vind al je plannen goed, maar ik heb er zelf ook een paar extra goede. Het zal heerlijk zijn om de nieuwe gymnastiekzaal en de groote overdekte warandah rondom de slaapkamers te krijgen maar Judy, ik verlang zoo dol naar de cottage-woningen ! Hoe meer ik me in het eigenlijke werk van een vondelingengesticht indenk, des te meer kom ik tot de overtuiging, dat voor een vondelingengesticht, het eenige systeem dat het meest het familieleven nabij komt, is, het leven in kleine dorpshuisjes. Zoolang het familieleden de slagader van het sociale leven uitmaakt, moeten de kinderen al zeer vroeg dat leven van nabij kennen. Het voornaamste vraagstuk dat me nu bezig houdt, is wel, wat we met onze kinderen zullen beginnen zoolang ons huis verbouwd wordt. Het is vreeselijk moeilijk om een huis te bewonen en het tegelijkertijd te verbouwen. Hoe zou je het vinden als ik een circustent huurde en die op het grasveld opsloeg? En als we dan toch aan het verbouwen gaan, zou ik wel graag een paar logeerkamers hebben waar onze kinderen kunnen zijn als ze ziek zijn of weer bij ons terugkomen nadat ze een eigen loopbaan hebben gekozen, want juist het groote geheim van onzen blijvenden invloed op hun leven zal onze zorg voor hen zijn, die een soort achterblijvende grond voor hen vormt. Wat moet het niet een vreeselijk eenzaam gevoel voor iemand zijn, te moeten dénken,- dat 73 hij niemand heeft, die aan hem blijft denken. Ik, met mijn dozijnen tantes en ooms en moeder en vader en neven en broers en zusters en nichten, kan me dat niet indenken. Ik zou het benauwend vinden als ik niet een heele massa gaatjes wist, waarin ik kon kruipen. En voor deze arme schapen moet het John Grier Home steeds een thuis blijven, dus, lieve luidjes, zorg dat ik minstens een half dozijn logeerkamers krijg. Dag! Ik ben echt in mijn nopjes, dat je die andere vrouw niet hierheen hebt gehaald. Alleen al het denkbeeld, dat iemand anders mijn mooie vernieuwingen zou verwaarloozen, nog voor ze toegepast zijn, brengt me in opstand! Ik ben bang dat ik wel iets met Sandy gemeen heb : ik vrees dat niets goed gaat, als ik het niet zelf doe. Je S. McB. J. G. H. ,. bs Zondag. Lieve Gordon, Ik weet, dat ik je een heelen tijd niet heb geschreven. Je hebt volkomen gelijk als je op me bromt. Maar lieve deugd, je weet ook niet hoeveel werk een directrice van een vondelingengesticht te verrichten heeft en al mijn «Drijfkracht moet op de wreede Judy Abbott Pendleton uitgestort worden, want als er drie dagen voorbijgaan zonder brief, telegrafeert ze me om te hooren of het gesticht misschien afgebrand is, terwijl jij, als een heel lieve man, na een briefloozen tijd het een of andere mooie cadeau stuurt om de gedachte aan jou even op te frisschen. Dus zie je, dat het beslist in mijn voordeel is je af en toe op een brief te laten wachten. Je zult het waarschijnlijk vervelend vinden als ik je zeg, dat ik beloofd heb nog een tijd hier te blijven, 74 terwijl ze tenslotte iemand gevonden hadden die mijn plaat! zou kunnen innemen, maar het was absoluut geen geschikte vrouw en ze zou zelfs niet tijdelijk aan de eischer kunnen voldoen. En, mijn waarde Gordon, ik wil je eerlij! bekennen dat Worcester mij eenigszins eentoonig voorkwam, toen ik aan de mogelijkheid dacht om aan ai mijn koortsachtige plannen en steeds zoeken naar verbetering, goeden dag te moeten zeggen. Ik kan er nie toe overgaan dit leven vaarwel te zeggen als ik er niei zeker van ben minstens net zoo'n geanimeerd leven ervooi in de plaats te krijgen. Ik weet heel goed wat je me daarop wilt antwoorden maar doe het alsjeblieft niet. Wacht nog een paar maander en laat mij den tijd om te denken. En intusschen benil blij te weten, dat ik nog iets in de wereld verrichter kan. Er gaat zoo iets vroolijks, opwekkends van der omgang met kinderen uit, tenminste als je het van mijr standpunt beziet en niet van dat van onzen Schotscher dokter. Ik heb nog nooit iemand gezien als die man 1 Hij is altijd pessimistisch gestemd en down. Het is veel betei niet zooveel over idiotisme en alcoholisme en heel dier erfelijk belasten rommel te denken. Ik ben juist onwetend genoeg om vroolijk te zijn en geschikt voor een positie als de mijne. De gedachte aan al deze kleine levens, die in zoc verschillende richtingen zich zullen ontwikkelen, ontroen mij steeds weer. De zieltjes van onze kinderen staan open voor elk bloemzaadje. Het is daar wel wat wild gezaaid geworden, dat is zeker, maar hoewel wij bij onze kinderen een hoop onkruid zullen vinden, verwachten wij toch ook een paar zeldzame en zeer kostbare bloemen Word ik nu sentimenteel? Zeker omdat ik zoo,n hongei heb! Daar gaat juist de gong! Wij krijgen vanavond een heerlijken maaltijd: roastbeef en worteltjes en sla mei rhabarber toe. Zou je niet graag met ons mee-eten ? Ik zou het heerlijk vinden je hier te hebben ! Met stevigen handdruk, S. McB. 75 P. S. Je moest eens al die daklooze katjes zien, die onze kinderen hebben aangenomen. Wij hadden er vier toen ik hier kwam en die hebben nu alle kleintjes gekregen. Ik heb het juiste aantal nog .nooit geteld maar ik geloof, dat de familie thans uit 19 leden bestaat. _IJ5 15 April. Mijn lieve Judy, Je zou graag, buiten je maandelijksche toelage, aan het John Grier Home een kleine gift vermaken ? Bene! Wil je alsjeblieft de volgende advertentie met vette letters in alle volksblaadjes laten zetten? ATTENTIE! AAN OUDERS DIE VOORNEMENS ZIJN HUN KINDEREN TE VONDELING TE LEGGEN: DOEDITS. V.P. VOORDA TUWE KINDEREN DRIE IAAR OUD ZIIN. 76 Ik zou niets weten, wat ons van den kant der ouders, die ons toch vroeg of laat hun kinderen toezenden, meer zou helpen, want het kwaad er uit te roeien voordat je goede, nieuwe kiemen kunt planten, is een langzaam ontmoedigend werk. Wij hebben hier een kind, dat me haast heeft overbluft, maar ik wil voor mezelf niet het idee hebben, dat een kind van vijf jaar mij zou overmeesteren. Hij varieert tusschen een absoluut hardnekkig zwijgen, waarbij er geen woord uit te krijgen is, en de hevigste uitbarstingen van woede, waarin hij alles stuk smijt wat in zijn bereik ligt. Hij is hier haast drie maanden en binnen dien tijd heeft hij alles, wat hier los en vast is, stuk geslagen, wat tusschen twee haakjes nu niet bepaald een kunstverlies is! Een maand voordat ik hier kwam, heeft hij het kleed van de tafel getroken terwijl het meisje, dat toezicht hield, even in de gang was. De soep was al opgediend. Je kunt je voorstellen wat een herrie dat was! Mrs. Lippett heeft het kind bij die gelegenheid half vermoord, maar daarmee was zijn temperament nog niet vermoord, dat viel mij geheel intact in handen. Zijn vader was een Italiaan en zijn moeder een Iersche. Hij heeft rood haar en zit vol met zomersproeten en heeft de mooiste bruine oogen, die ooit uit Napels kwamen. Nadat de vader bij een twist doodgestoken werd, en zijn moeder tengevolge van aanhoudende dronkenschap stierf, is de arme kleine jongen op de een of andere wijze bij ons terecht gekomen. Wat zijn manieren betreft, laten wij daarover maar zwijgen — hij schopt en vloekt als een echte polderjongen. Ik heb hem Punch gedoopt. Gisteren werd hij al schreeuwend en huilend naar mijn kamer gebracht met het bericht, dat hij een klein meisje op den grond had gesmeten en haar van haar pop had beroofd. Miss Snaith plaatste hem in den grooten armstoel en ik ging door met schrijven, wachtend tot hij bedaard zou zijn. Plotseling werd ik wakker geschud door een hevig gekraak. Hij had die groote groene jardinière, die 77 in het raamkozijn staat, omver gesmeten en het ding was van zijn oorspronkelijken toestand in minstens duizend scherven veranderd. Ik sprong dadelijk op met dat gevolg, dat de inktpot op den grond viel en toen Punch die tweede catastrophe zag, veranderde zijn woedebui plotseling in een onbedaarlijke lachbui. Het kind is kwaadaardig. Ik ga er nu toe over een nieuw opvoedingssysteem op hem toe te passen, dat hij in zijn arm klein leventje zeker nog nooit heeft ontmoet. Ik wil eens zien, welken invloed lof, liefde en aanmoediging op hem uitoefenen. Inplaats van dus tegen hem te keer te gaan over die gebroken jardinière, zei ik, dat het een ongeluk was. Ik kuste hem en vertelde hem, dat hij het zich maar niet moest aantrekken, het kon mij heelemaal niet schelen, dat het ding stuk was. Dit trof hem zoo, dat hij opeens stil werd. Hij hield zijn adem in en staarde voor zich uit, terwijl ik zijn tranen wegveegde en de inkt van het kleed verwijderde. Punch is het moeilijkste vraagstuk van het J. G. H. Hij heeft zeker wel de meest geduldige liefderijke en individueele zorgen noodig. Hij moest een eigen vader en moeder hebben en broertjes en zusjes en een lieve zachte grootmoeder. Maar ik kan hem niet bij een fatsoenlijke familie onderbrengen als ik niet eerst zijn taaltje heb gezuiverd en hem genezen heb van zijn manie om alles stuk te slaan. Ik scheidde hem van de andere kinderen en hield hem dezen heelen morgen bij mij, nadat Jane eerst voorzichtig alle objects d'art op een veilige hoogte had geplaatst. Gelukkig houdt hij van teekenen en hij zit nu al twee uur lang op een haardkleedje en houdt zich rustig bezig met zijn kleurpotlooden. Hij was zoo blij toen ik levendige belangstelling toonde in een rood en groene boot met een gele vlag die van den mast wapperde, dat hij dadelijk angstwekkend spraakzaam werd. En voor dien tijd kon ik er toch geen woord uitkrijgen. 's Middags liep Dr. Mac Rae aan en bewonderde eveneens de boot, terwijl Punch's schippershart zwol van trots, en tot belooning omdat hii zoo'n trneriA \nnapn 78 was, heeft de dokter hem toen in zijn auto meegenomen op bezoek naar een patiënt, die buiten woont. Punch werd om vijf uur weer bij ons afgegeven door den dokter, dje een beetje treuriger en bezadigder was dan bij zijn vertrek. Op een vredige boerderij had hij de kuikens met steenen geworpen, een ladder tegen een raam aan gegooid en de lievelings-Angorakat bij haar staart de hoogte in geworpen. En toen de oude, lieve dame hem vertelde, dat hij lief tegen het poesje moest izijn, had hij haar geantwoord dat ze kon ophoepelen. ik kan er niet aan denken, wat sommige van onze kinderen al hebben moeten meemaken en mee hebben aangezien. Jaren van liefde, zonneschijn en geluk zullen noodig zijn om de treurige herinnering verloren te laten gaan, die ze in het achterste hoekje van hun kleine hersenpan hebben opgehoopt. En er zijn zooveel kinderen en zoo weinig van ons kunnen ze opvroolijken. We Onie kloffie 79 hebben geen armen en schoten genoeg om hen te vertroetelen en aan te halen. Mais parions d'autre chosel Die vreeselijke vraagstukken van erfelijke belasting en wat daaraan vast zit, waarover de dokter altijd peinst, laten mij nu ook niet meer met rust en dat is lang niet goed, want iemand in mijn plaats moet niets dan goeds kunnen zien. Optimist zijn is het eenige wapen voor een sociaal werker. Judy, het is middernacht, dus wel te rusten en droom zacht! Addio! Sallie. Dinsdag. Waarde vijand, U hebt door het heele huis gedokterd en liep toen met. Uw neus in de lucht voorbij mijn zitkamer, waar ik met de thee en een schotel echte Schotsche koekjes — expres als een zoenoffer voor U besteld — op U zat te wachten. Als ge u werkelijk gekrenkt voelt, welnu, dan zal ik dat Kallikak boek lezen, maar vooruit waarschuw ik U nog even dat U me nog eens dood laat werken. Ik heb haast al mijn energie noodig om een bekwame directrice te zijn en de Universiteitsuitbreiding, die U met mij voor hebt, vind ik buitengewoon vermoeiend. Herinnert gij U nog hoe verontwaardigd een Schotsche dokter was, toen ik hem vertelde dat ik den vorigen avond tot één uur was opgebleven ? Welnu, mijn lieve man, als ik al die nuttige wetenschappelijke boekdeelen, welke ik van U krijg, moet doorwerken, zit ik eiken nachttot den volgenden ochtend op. Wees maar weer goed. Ik zuinig een half uur verpoozing na het avondeten voor mijn eigen genot uit en hoewel ik dolle lust voel om de laatste novelle van Wells door te bladeren, zal ik me nu met Uw zwakzinnige familie tevreden stellen. Vredelievend S. McB. 80 Het John Grier Home. 1|| 17 April. Waarde Gordon, Dank je wel voor je prachttulpen en ook voor je lelies. Ze kleuren prachtig bij mijn blauw Perzische bowls. Heb je ooit iets over de Kallikaks gelezen ? Koop anders het boek en lees het. De twee takken van deze familie wonen, geloof ik, in New-Jersey, hoewel hun ware naam en afkomst zorgvuldig geheim wordt gehouden. Maar in elk geval, en dat is werkelijk zoo, bestond er zes geslachten geleden, een man die ze maar Martin Kallikak hebben gedoopt. Die heeft zich eens op een goeden dag bedronken en is er met een zwakzinnige barmeid van door gegaan, waardoor hij een lange rij van zwakzinnige Kallikaks in het leven heeft geroepen: dronkaards, spelers, prostituées, paardendieven, de schrik van NewJersey en omliggende steden. Maar later werd deze Martin "weer een fatsoenlijk jongmensch en trouwde met een normale vrouw, waardoor hijgen tweede lijn van Kallikaks stichte: rechters, dokters, farmers, professoren, staatslieden, een weldaad voor het land. En nu bestaan deze twee takken nog altijd, de eene bloeit naast de andere voort en je ziet dus wat een zegen het voor New-Jersey geweest zou zijn, als er in de jeugd van die zwakzinnige barmeid een vreeselijk ongeluk gebeurd was, dat haar van het leven beroofd had. Het schijnt, dat zwakzinnigheid een zeer overerfelijke eigenschap is en dat geen wetenschap ter wereld hier iets tegen doen kan. Tot nu toe is nog geen operatie uitgevonden, waardoor hersenen geïntroduceerd kunnen worden in het brein van het kind, dat het leven zonder dit nuttig orgaan begon. En het kind groeit op met een, laten we zeggen, negenjarig stel hersens in een dertigjarige body en wordt de ongewapende prooi van elke misdaad,' die het ontmoet. Onze gevangenissen zijn voor een derde gevuld met zwakzinnige veroordeelden. De staat moest zulke menschen naar boerderijen sturen, waar ze hun brood in vrede, rustig en kalm kunnen verdienen. Natuurlijk J1JK 81 mogen ze geen kinderen krijgen! Dan zijn ze na een geslacht of wat heelemaal weggevaagd van onze aarde. Wist je dat allemaal wel? Het is toch zeer belangrijk voor een staatsman. Koop alsjeblieft het boek en lees het. Ik kan je mijn exemplaar niet zenden, omdat ik het zelf heb geleend. Het is ook voor mij een zeer goede en nuttige leiddraad. Elf van onze kinderen verdenk ik een beetje van idiotisme en van Loretta Higgens weet ik zeker dat ze haar volle verstand niet heeft. Ik heb nu al twee maanden lang geprobeerd om een of twee heel eenvoudige denkbeelden in de hersens van dat kind te laten doordringen, maar nu weet ik waarom dat niet gaat Haar hoofd is met een soort geleiachtige massa inplaats van met hersens gevuld. Ik kwam hier om verschillende kleine verbeteringen, zooals versche lucht en beter voedsel en betere kleeren en zonneschijn in te voeren, maar lieve deugd, je beseft niet half voor wat voor moeilijkheden ik stal Je zou eerst de maatschappij moeten verbeteren, zoodat die geen abnormale kinderen meer kan produceeren. Erger je maar niet over mijn opgewonden taaltje, ik heb zoo juist een artikel over idiotisme gelezen en het is ontroerend — en interessant Het is nu het werk der staatslieden, dat er zulke wetten gemaakt worden, dat dit vreeselijk kwaad absoluut uitgeroeid worde. Zorg er alsjeblieft onmiddellijk voor. Je dan zeer dankbare S. McBride, Directrice v/h John Grier Home. Geachte Man van de Wetenschap, U kwam vandaag niet. Wees zoo goed en laat ons morgen niet wederom hier alleen zitten. Ik ben juist klaar met de Kallikak familie en ik zou er nu dolgraag over willen spreken. Vindt u het niet aan te raden, dat een psycholoog onze kinderen eens onderzoekt, wij behooren er toch voor te zorgen, dat pleegouders niet opgescheept worden met erfelijk belaste kinderen. - 12 Ziet U, ik zou U wel willen vragen Loretta voorhaaf verkoudheid arsenicum voor te schrijven. Ik heb haar geval zeer van dichtbij bestudeerd en ze is beslist een Kallikak! Is het nu wel goed om haar te laten opgroeien en een geslacht van een 378 zwakzinnige menschen te laten stichten, waarvoor de staat moet opkomen? 't Is waar, eigenlijk vind ik het idee om een kind te vergiftigen verschrikkelijk, maar wat is hier de aangewezen weg? S. McB. Waarde Gordon, Je stelt dus absoluut geen belang in zwakzinnige en idiote menschen en vindt het verbazend jammer, dat ik me er wel voor interesseer? Ja zie je, ik vind het op mijn beurt verbazend jammer, dat het jou niets kan schelen. Als je geen belang stelt in alle, letterlijk alle dingen, die er nu ongelukkigerwijs op de wereld bestaan, hoe kan je dan wijze, heldhaftige wetten maken? Dat kun je dan niet; onmogelijk. Maar volgens je verzoek zal ik je over minder vervelende onderwerpen schrijven. Ik heb zoo juist 50 Meter blauwe en roze en lichtgroene en crème haarlintjes gekocht als een Paaschcadeau voor mijn 50 dochtertjes. Ik denk er ook hard over, jou een Paaschcadeau te zenden. Wat zou je van een klein, donzig katje denken? Ik kan je de volgende patronen offreeren: 83 Numero drie komt in alle nuance voor: grijs, zwart en ook geel. Als je me dadelijk laat weten, wat je het liefste hebt, zal ik je het gewenschte exemplaar per post toezenden. Ik wilde je eigenlijk een flinken brief schrijven, maar het is juist ons theeuurtje en ik zie, dat er een gast nadert. Addio 1 Sallie. ■ P.S. Ken je niet iemand, die een alleraardigste baby-boy met zeventien snoezige melktandjes zou willen aannemen? ?f 20 April. Lieve Judyl Krentebroodjes, niets dan krentebroodjes! We hebben als Goede Vrijdag-geschenk daarvan tien dozijn gekregen van Mrs. De Peyster Lambert, een koude stijve, vormelijke ziel, die ik een paar dagen bij een tea ontmoette. (Wie durft er nu nog beweren, dat teaen nuttelooze tijdverspilling is?) Ze vroeg hoe het mijn lieve kleine pleegkinderen ging en zeide, dat ik een nobel werk deed en beslist mijn belooning hiervoor ontvangen zou. Ik zag krentebroodjes in haar oogen en stond wel een half uur met haar te praten. Nu zal ik haar opzoeken om haar persoonlijk te bedanken en haar in allerlei kleine bijzonderheden laten voelen, hoe zeer deze krentebroodjes door mijn lieve kleine pleegkinderen werden gewaardeerd, waarbij ik natuurlijk wijselijk wel zal nalaten haar te vertellen, welk aandeel onze lieve kleine Punch in de krentebroodjes-historie had, die met zijn broodje op Miss Snait mikte, net tegen haar oog aan. Ik denk, dat we met veel tact en aanmoedigingMevrouw De Peyster Lambert in een zeer goede weldoenster kunnen veranderen. O. ie weet niet welke vreeseliike bedelaarseieenschaooen 34 ik in me draag. Deze komen nu alle tot uiting. Mijn familie durft me niet te bezoeken omdat ik op zulke kort aangebonden wijze om bakshish vraag. Ik dreigde vader hem van mijn bezoeklijst te schrappen, als hij me niet dadelijk 65 paar leeren bovenbroeken voor mijn jongens stuurt. Een aankondiging van het postbureau deelt mij hedenmorgen mede, dat twee pakken door J. L. McBride uit Worcester aan mijn adres zijn verzonden. Dus neem ik aan dat Vader onze kennismaking wenscht voort te zetten. Jimmie heeft ons nog niets gestuurd en hij verdient toch heel veel geld. Ik stuur hem geregeld een lijst van giften, die zeer welkom zouden zijn. Maar Gordon Hallock weet den weg naar het hart van de moeder te vinden. Ik was zoo blij met de apenootjes en de menagerie, dat hij me nu elk paar dagen een cadeau stuurt. Ik heb al mijn tijd en verstand noodig om telkens nieuwe bedankbriefjes te schrijven, die niet op de voorgaande lijken. De vorige week kregen wij een dozijn groote, roode ballen. De heele speelkamer is er vol van en als je er door loopt, moet je er telkens een wegschoppen. Gisteren is er weer een groot pak celluloid kikkers en zwaantjes en eendjes en vischjes gekomen om in het bad te drijven. * Zend, allerbeste van alle regenten, nu de badkuipjes waarin we ze kunnen laten drijven! Als steeds, S. McBride. Lieve judy, Het voorjaar schijnt op til te zijn! De vogels komen uit het Zuiden. Zou het niet raadzaam zijn het gegeven voorbeeld te volgen? Kennisgeving in het Vogelnieuws van den Dag: „De Heer en Mevrouw Eerste Roodvink zijn van hun uitstapjenaarFloridaterruggekeerd. Het ware te wenschen, dat de Heer en Mevrouw Jervis Pendleton spoedig nakomen-" De wind ruikt naar versch groen. Het wekt in je de lust om er van door te gaan, de heuvels af te rennen of ergens op je knieën in de aarde te wroeten. En is het niet ontroerend, welk een verlangen naar leven en naar onze goddelijke aarde het voorjaar zelfs in de droogste oudbakkenste ziel wekt? Ik heb vanmorgen het plan overdacht om elk kind, dat ouder dan negen jaar is, een eigen tuintje te geven. Het groote aardappelveld is er het slachtoffer van geworden, dat is de eenige plaats voor 62 eigen tuintjes. Het is dichtbij genoeg om van uit de kamers op het Noorden overzien te worden en juist ver genoeg om het gezicht op ons steeds weer bewonderd grasveld niet te bederven. De aarde is er ook vruchtbaar, dus hebben zij er zeker kans op succes. Ik zou het naar vinden als die arme kleine schapen den heelen zomer hun best zouden doen en dan toch niet voor hun moeite beloond werden. Om hen nog wat meer aan te porren, zal ik verkondigen, dat het gesticht al hun producten met echt geld zal koopen, hoewel ik voorzie, dat we dan onder een berg van radijsjes bedolven zullen worden, 16 Ik zou graag zelfvertrouwen en eigen initiatief in deze kinderen wekken, twee prachtige eigenschappen die ze hier absoluut missen. Met uitzondering van Sadie Kate en een paar andere ondeugende exemplaren. Kinderen die genoeg spirit bezitten om ondeugend te zijn, hebben, volgens mij, goede vooruitzichten. Zij, tlie zoet zijn door gebrek aan initiatief, zijn altijd wanhopige gevallen. De laatste dagen heb ik me hoofdzakelijk met de taak bezig gehouden om den duivel uit Punch te verdrijven, een interessant werkje als je daaraan je heelen tijd zou kunnen besteden, maar met nog 107 andere duiveltjes, die verdreven moeten worden, is, logisch gesproken, mijn aandacht naar alle kanten verspreid. Het vervelende van dit leven is, dat, wat ik ook doe, er toch altijd dingen blijven die ik niet heb gedaan, maar 87 toch moet doen. Daar is geen twijfel aan, of voor Punch's duivel is de aandacht van een persoon of liefst twee personen geheel ncodig, zoodat op deze wijze de een den ander kan verslaan en het kind tot rust kan komen. Sadie Kate loopt juist de babykamer binnen met het bericht, dat een van de goudvischjes (Gordon's geschenk) door een van onze babies was ingeslikt. Ik geloof werkelijk, dat het aantal ongelukken, dat hier gebeurt, van dag tot dag stijgt. 9.n.m. Mijn kinderen liggen in bed en ik had juist een prachtig, idee. Zou het niet heerlijk zijn ais die heelkleintjes een winterslaap konden houden, dan zouden we hen 1 October in bed leggen en pas 22 April zouden ze ontwaken! Als steeds, Je Sallie. 24 April. Waarde Heer Jervis Pendleton, Dit is het suppelement van een telegram, dat ik juist tien minuten geleden verzond. Daar vijftig woorden moeilijk voldoende kunnen zijn om iemands gedachte duidelijk uiteen te zetten, vroeg ik er hierbij nog een duizend aan toe. Zooals je bij ontvangst van dit schrijven wel zult weten, heb ik den tuinier ontslagen, en hij weigert van hier te gaan. Daar hij nu eenmaal twee keer zoo groot is als ik, kan ik hem moeilijk naar het hek sleuren om hem er daar uit te smijten. Hij verlangt een officieel schrijven van den president van de regenten in krachtige bewoordingen met machineschrift op gezegeld papier geschreven. Dus, waarde President van onze Regenten, zorg hiervoor zoo spoedig mogelijk s.v.p. Hier volgt het resumé van de zaak: Daar ik hier midden in den winter kwam en er dan hier met tuinieren weinig te doen is, had ik tot nu toe haast niet op Robert Sterry gelet, in één geval uitgezonderd, n.I. toen ik zag, dat de duiventillen noodig 88 schoongemaakt moesten worden. Maar vandaag liet ik hem bij mij komen om over den aanplant gedurende het komend voorjaar te spreken. Sterry kwam en maakte het zich op mijn werkkamer gemakkelijk, met zijn hoed op zijn hoofd. Ik vroeg hem zoo tactvol mogelijk om dit kleedingstuk van plaats te doen veranderen, een absoluut noodzakelijk verzoek, daar onze kleintjes met boodschappen in en uit gaan en „pet af" een van de eerste voorschriften in het manlijk departement is. Sterry deed wat ik hem vroeg en vormde al van te voren het plan tegen alles te zijn, wat ik hem ook zou voorstellen. Ik zette hem mijn plannen uiteen door te zeggen, dat ik het dit jaar noodjg achtte, dat het J. G. H. minder aardappelen dan in vroeger jaren zou verbouwen, na welke woorden onze tuinbaas bromde zooals de WelEd. Gestr. weieens placht te doen, alleen was het een nog minder aesthetisch en nog minder gentlemanlike geknor als men van dien advocaat verneemt. Ik maakte hem hierop duidelijk, dat boonen en uien en sla en tomaten en bieten en wortelen zeer wenschelijke voedingsmiddelen zijn. Sterry maakte de opmerking, dat waar aardappelen en kool voor hem goed genoeg waren, dit zeker ook wel voor liefdadigheidskinderen het geval zou zijn. Ik vervolgde onverbiddelijk, dat het groote aardappelveld omgespit en bevrucht en in 62 kleine tuintjes verdeeld moest worden, bij welk werk jongens hem zouden helpen. Bij die woorden barstte Sterry los. Dat veld was juist het vruchtbaarste en beste stuk grond van alles wat we hebben, en als ik dat nu voor speeltuintjes van de kinderen zou inrichten om er in te knoeien, zou ik er wel gauw door de regenten meer van hooren. Dat veld was geschikt voor aardappelveld, er hadden altijd aardappelen op gegroeid er zouden altijd aardappelen op blijven groeien, zoolang hij er maar iets over te zeggen had. „Maar je hèbt er niets over te zeggen,," antwoorde ik hem heel beminnelijk. „Ik heb gezien, dat dat veld het meest geschikt is om voor tuintjes van de kinderen te dienen en jij en de aardappelen zullen daarvoor moeten plaats maken " 89 Maar toen barstte het onweer eerst goed los en beweerde hij, dat hij liever dood zou zijn dan langer met zulke eigenwijze onervaren stadsratten, die van niets verstand hebben en zich met alles bemoeien, om te gaan. Ik legde hem uit (en dat heel kalm voor iemand, die rood haar en Iersche voorouders heeft), dat dit gebouw absoluut voor de kinderen bestemd was en dat de kinderen er niet voor het gebouw waren. Een wijsgeerige opmerking, die hij echter niet snapte, ofschoon mijn zachte stem wel een eenigszins kalmeerenden invloed had. Ik voegde er nog aan toe, dat ik van hem verwachtte, dat hij de kinderen met veel geduld en handigheid het bebouwen van den grond en wat ander tuinierswerk zou leeren en dat ik wilde, dat dit met de grootste vriendelijkheid zou geschieden, waardoor dit werk goed op deze stadskinderen zou inwerken. Sterry, die opgewonden door de kamer heen en weer xliep, begon plotseling op „dat idiote Zondagschoolgedoe" te schimpen — waarvan het verband met mijn woorden ik nog niet snap — waarop hij van onderwerp even plotseling weer veranderde en zich smalend over suffragettes uitliet. Ik gis, dat hij deze beweging niet bepaald sympathiek gestemd is, maar ik liet hem kalm uitrazen en gaf hem toen een cheque voor het hem verschuldigde salaris met de simpele woorden, dat hij het gebouw den volgenden Woensdag om 12 uur 's morgens moest hebben verlaten. Sterry zegt, dat hij verdoemd is als hij het doet (excuseer dat groote woord: ik haal slechts aan). Hij is door den president van de regenten aangenomen om zijn werk te verrichten en hij zal hier niet vandaan gaan, voordat de president van de regenten hem zegt, dat hij moet gaan. Ik geloof niet dat de arme Sterry weet, dat er sinds zijn komst een nieuwe president aan het hoofd van de inrichting staat. Zie hier het geheele geval. Ik dreig niet, maar: Sterry of McBridge, waarde heer, kies! Ik heb ook al aan het hoofd van het Massachusetts Agricultured College in Amherst geschreven met het 90 verzoek om mij een kalme, practische man met een vriendelijke handige vrouw aan te bevelen, welke de zorgen over ons bescheiden grondgebied van 17 akkers kan waarnemen en die geschikt is om onze jongens les in het tuinieren te geven. Ik hoop nu een geschikte man te krijgen en dan zullen er niet alleen wortels en uien en tomaten op onze tafel verschijnen, maar onze kinderen zullen ook volop van het werken in de buitenlucht kunnen genieten. Als steeds S. McBride, directrice van het John Grier Home. P.S. Ik vermoed, dat Sterry op een onheilspellenden nacht terug zal keeren om rotsblokken door de ruiten te gooien. Zal ik ze verzekeren ? Mijn waarde vijand, U verdween vanmiddag zoo vlug dat ik geen gelegenheid had om u te bedanken, maar de echo van dit luidruchtig ontslag drong zelfs tot in de veilige diepte van mijn studeervertrek door. Wat ter wereld voerde je toch met dien armen Sterry uit? Al kijkend naar denkloeken stap en 't achterover geworpen hoofd van onzen Schotsen dokter, werd ik met bange voorgevoelens vervuld. Ik wilde niet dat die man vermoord zou worden, alleen maar, dat iemand hem het gebeurde duidelijk aan zijn verstand zou brengen. Ik ben bang dat je een beetje hard van stapel liep. Toch schijnt de wijze van optreden een zeer goede uitwerking te hebben gehad: er is tenminste, volgens het mij toegezonden rapport, om een verhuiswagen getelefoneerd en juffrouw Sterry ligt thans op haar knieën om het karpet op te nemen. Dank voor deze bevrijding. Sallie McBride. 91 26 April. Lieve Jervis. Je welsprekend en zeer duidelijk telegram was absoluut niet meer noodig. Dr. Robin MacRae, die een zwaargebouwde stoere kerel is en van aanpakken weet als het op vechten aankomt, heeft die zaak prachtig geregeld. Ik was zoo dol van drift, dat ik dadelijk, nadat ik dien bewusten brief aan je had geschreven, den dokter opbelde en de heele geschiedenis nog eens oververtelde. Welnu, onze Sandy heeft ondanks al zijn fouten (en die bezit hij zeer zeker) een ongewonen voorraad van gezond verstand en hij weet hoe goed het werk in deze tuintjes op onze kinderen zou inwerken en tevens, hoe meer dan slecht Sterry voor zijn werk was. En dan zei hij „dat het gezag van de directrice hoog gehouden moet worden". (Dat is werkelijk prachtig omdat het uit zijn mond komt). Maar in elk geval waren dat zijn woorden en hij hing de telefoon aan den haak, haalde zijn auto te voorschijn en verdween in razende vaart naar deze richting. Hij liep recht op Sterry toe, geheel en al beheerscht door een echt Schotsche woede, en ontsloeg den man met zooveel kracht en duidelijke "bewoordingen, dat het raam van de schuur in splinters te loor ging. Sinds dezen morgen 11 uur, toen 51607*5 meubelwagens het hek passeerden, heerscht er een weldadige vrede over het John Grier Home. Een man uit het dorp helpt ons zoolang, terwijl wij intusschen den tuinier Uit onze droomen geduldig afwachten. Ik vind het jammer, dat ik je met onze lasten moest overvallen. Zeg Judy, dat ze me een brief schuldig is en dat ze geen woord van me te hooren krijgt, zoolang ze haar schuld niet heeft afgedaan. Uwe dienstwillige dienaresse 5. McB. 92 Lieve Judy, In mijn brief van gisteren aan jervis vergat ik onzen hartelijken dank over te brengen voor de drie badkuipen. Die hemelblauwe kuip met de poppetjes erop is beslist een verfraaiing van de babyafdeeling. Ik hou erg veel van geschenken voor de babies, als ze te groot zijn om ingeslikt te worden. Je zult wel blij zijn te hooren, dat de afdeeling handenarbeid goede vorderingen maakt. De timmerafdeeling werkt zoolang in het lokaal, waar vroeger de kinderen fröbelonderwijs kregen; nu zitten de kleintjes zoolang in den tuin te werken totdat er een vleugel is bffeebouwd. . En ook met de naaiklasse van de meisjes gaat het Uitstekend. Onder den grooten beuk zitten de meisjes op een rij op lange banken met de hand te naaien, terwijl de grootste onze drie naaimachines gebruiken mogen. Zoodra ze er eenige vaardigheid in hebben gekregen, zullen wij het heele huis. in nieuwe kleeren steken. Ik weet dat je vindt dat ik talm, maar het is heusch een heel werk om 180 nieuwe jurken te maken, en de meisjes zullen het veel meer op prijs stellen als zij ze zelf moeten maken. J( Ik moet je ook berichten, dat onze gezondheidsmaatregelen een geweldige vlucht hebben genomen. Dr. MacRae heeft morgen- en avondoefening ingevoerd en een glas melk en een uur korfbal eiken dag, tusschen de schooluren door. Hij leert de kinderen nu ook het gebruik en het nut van onze verschillende organen en heeft hen in kleine groepjes verdeeld, die afzonderlijk bij hem aan huis komen, waar hij een geraamte heeft staan en waar hij hun alles kan aanwijzen. Zij kunnen nu met evenveel verstand over hun kleine ongesteldheden spreken als over sprookjes van Moeder de Gans. Werkelijk, ze worden te geleerd om nog dezelfde kinderen te schijnen. Je zoudt nooit denken dat je vondelingen voor je hadt, als je onze kinderen hoorde spreken. Het lijken echte collegekinderen 1 93 2 uurnm. O Judy, er is iets vreeselijks gebeurt! Herinner je je nog, dat ik je een paar weken geleden erover sprak, dat ik een lief meisje in een aardige familie had ondergebracht, met de hoop dat zij haar zouden aannemen? Het was een lieve Christelijke familie, die in een aardig dorpje woonde. De pleegvader was daar diaken van de kerk. Hetty is een allerliefst gehoorzaam huishoudelijk klein wijfje en het leek of het stelletje prachtig bij elkaar hoorde. Lieve Judy, ze werd van morgen bij ons teruggebracht omdat ze had gestolen! En schandaal op schandaal: Ze had een beker van het 'Avondmaal uit de kerk gestolen! Tusschen haar gesnik en hun beschuldigingen in, duurde het wel een half uur, eer ik de waarheid te weten kon komen. Het schijnt dat de kerk, waartoe zij behooren, zeer modern en hygiënisch is (precies als onze dokter) en dat zij daar persoonlijke bekers voor het Avondmaal hebben ingevoerd. De arme kleine Hetty had in haar heele leven nog nooit van een Avondmaal gehoord. Ze was ook nog niet zoo erg aan de kerk gewend, want de Zondagsschool was altijd voor haar eenvoudige godsdienstige verlangens voldoende geweest. Maar in haar nieuwe thuis ging ze èn naar de kerk èn naar de Zondagschool en eens hebben zij daar tot haar groote vreugde wijn rondgereikt. Maar haar sloegen ze over. Ze kwam er niet tegen in opstand, ze is eraan gewend overgeslagen te worden. Maar toen ze naar huis gingen, zag ze dat het zilveren bekertje bij haar plaats was blijven staan, en denkend, dat het een souvenir was dat ze mocht meenemen, stak ze het in haar zak. Twee dagen later kwam het pas aan het licht, daar het zilveren bekertje het meest geliefkoosd sieraad van het poppenhuis uitmaakte. Het schijnt, dat Hetty jaren geleden een tinnen poppenserviesje in een speelgoedwinkel heeft zien staan en sedert dien dag steeds heeft gedroomd er zelf een te mogen bezitten. Het avondmaal-bekertje was niet precies hetzelfde, maar het leek er toch wel wat op. Als nu onze Cristelijke familie een beetje minder geloovig was geweest en een 34 beetje meer gezond verstand had bezeten, zou zij kalm het bekertje aan de kerk terug hebben gegeven en Hetty naar den eersten den besten speelgoedwinkel hebben meegenomen om er een poppenserviesje voor haar te koopen. Maar niets daarvan! Ze stopten het kind met haar hebben en houden in den eersten den besten trein, duwden haar door onzen hoofdingang en verklaarden, dat zij een geboren dievegge was! Ik ben blij dat ik je zeggen kan, dat ik dien diaken en zijn vrouw eens flink de les heb gelezen en zij van mij meer te slikken kregen, dan zij wel ooit van den hoogen preekstoel uit naar binnen hebben mogen wurgen, Ik leende voor dit doel een paar krachtuitdrukkingen uit Sandy's woordenboek en stuurde hen vernederd en kleintjes naar huis. En wat die arme kleine Hetty betreft, die is nu weer bij ons terug, nadat ze eerst met zulke groote verwachtingen de wijde wereld in ging. Het heeft een heel slechten moreelen invloed op een kind om in ongenade naar een gesticht terug gestuurd te worden, vooral als ze zich niet bewust is, dat ze iets kwaads heeft gedaan. Het geeft haar liet gevoel alsof de wereld vol voetangels en klemmen is en dat maakt haar angstig en onzeker. Ik moet nu mijn best doen om een ander lief ouderhuis voor haar te vinden, met menschen die nog niet zoo oud en netjes en goed geworden zijn, dat ze hun eigen jeugd absoluut vergeten hebben. ZondagIk vergat je te zeggen, dat onze nieuwe tuinbaas hier gekomen is. Hij heet Turnfelt en heeft een vrouw met mooi, blond haar en kuiltjes in haar wangen. Als ze een vondeling was, zou ik haar in een wip kunnen plaatsen. En we zullen van haar zachtheid gebruik weten te maken! Ik heb een prachtig plan om aan hun huisje nog een vleugel bij te bouwen, zoodat onder haar goede zorgen een soort broedhuis gesticht wordt voor pas aangekomen, kleine kuikentjes, zoodat we zeker kunnen zijn, dat ze 95 aile leelijke ondeugden, als ze die bezitten mochten, hebben afgelegd wanneer ze zich met onze andere modelkuikens vermengen. Wat denk je daarvan? Het is beslist noodzakelijk om bij zoo'n groot gesticht, vol lawaai en drukte, een stil, afgezonderd plekje te hebben, waar wij alle gevallen, die speciale zorg vragen, onderbrengen. Sommige van onze kinderen hebben geschokte zenuwen en dan zal een rusttijd hen zeker goed doen. Kies nc mijn woorden niet zeer goed? Ja, het dagelijksch onderhoud met Dr. Robin MacRae kan niet zonder goede gevolgen blijven! Je moest onze biggetjes eens zien sedert den dag, dat Turnfeld zijn intrede heeft gehouden. Ze zijn nu zoo helder en rozig en onnatuurlijk, dat ze elkaar haast niet meer herkennen als de een den ander passeert. Ook ons aardappelveld is onherkenbaar. Het is net als een dambord in 64 gelijke stukken verdeeld en elk kind heeft zijn eigen stuk al gekregen. Nu vormen zaad^ catalogi onze eenige lectuur. Noah is juist van een uitstapje naar het dorp teruggekeerd, waar hij het Zondagsblad heeft gehaald. Want Noah is een zeer geletterd persoon, hij leest niet alleen zeer goed, maar hij draagt ook een bril met hoornen randen, terwijl hij zich met die gewichtige bezigheid occupeert. 96 Hij bracht ook een brief van jou mee, die je Vrijdagavond hebt geschreven. Het spijt me geweldig dat je Gösta Bertling niet mooi vindt en Jervis evenmin. De eenige opmerking die ik wil maken, is, dat er een shocking gebrek aan letterkundigen smaak in de Pendleton familie heerscht. Dr. MacRae heeft een andere dokter op bezoek, een zeer melancholiek heer, die aan het hoofd van een particulier zenuwziekengesticht staat en die denkt, dat er niets in het leven mooi en goed is. Maar ik vermoed, dat die droefgeestige inzichten het natuurrijk resultaat zijn van den voortdurenden omgang met krankzinnigen en zenuwzieken, met wie hij driemaal per dag aan tafel zit. Hij bereist de heele wereld op zoek naar gevallen van degeneratie en treft die overal aan. Nadat ik een half uur met hem had gepraat, verwachtte ik, dat hij mijn keel zou onderzoeken om te zien of ik misschien een gespleten verhemelte had. Sandy's keuze, wat vrienden betreft, stemt volkomen met zijn literairen smaak overeen. . ^. Lieve deugd, wat een briefi Goeden nacht 1 Sallie. Donderdag, 2 Mei. Lieve Judy, Er is toch zooveel gebeurd 1 Het John Grier Home is er nog buiten adem van. Eindelijk heb ik het vraagstuk opgelost en weet ik, wat ik met mijn kinderen zal doen ais al die timmerlieden en loodgieters en metselaars in ons huis bezig zijn, of liever gezegd, mijn beste broer heeft de oplossing gevonden! Vanmiddag ging ik over de linnenkast en kwam tot de vreeselijke ontdekking, dat ik alleen maar sloopen genoeg had om elke twee weken mijn kinderen een versche te 97 geven, wat blijkbaar de gewoonte van het huis is. En wie denk je dat daar binnenstormt terwijl ik als een chStelaine van een middeleeuwsch kasteel, te midden van mijn huishoudelijke beslommeringen, een bos sleutels aan mijn middel bengelend, in gepeins was verzonken? Niemand anders dan Jimmie! Daar ik zoozeer in mijn zorgen was verdiept, kon ik hem slechts een vluchtigen kus op zijn neus drukken en stuurde ik hem weg om toezicht over mijn twee oudste rakkers te houden. Ze riepen wat vrienden bij elkaar en organiseerden een voetbalwedstrijd. Jimmie kwam hijgend maar enthousiast terug en stemde erin toe zijn bezoek tot het eind van de week te verlengen, hoewel hij na het avondeten, dat ik hem te verorberen gaf, te kennen gaf, ' dat hij voortaan zijn maaltijden in het hotel wenschte te nuttigen. Toen wij met ons kopje mocca voor het vuur zaten, maakte ik hem deelgenoot van mijn onzekerheid, wat ik met mijn kuikens moest beginnen terwijl de nieuwe broedplaats gebouwd zou worden. Je kent Jimmie. In een seconde had hij zijn plan al opgemaakt. „Sla een Adirondacks kamp op, op het kleine grasveld bij het gebouw. Je kunt daar drie tenten opslaan, elk voor acht man en dan kun je de 24 oudste jongens gedurende den zomer eruit sturen. Het kost haast niets!" „Ja," argumenteerde ik, „die tenten kosten weinig, maar het is heel duur om een man aan te nemen, die er toezicht over houdt." „O neen," antwoordde Jimmie, „ik zal wel een collegevriend voor je vinden, die blij is om gedurende zijn vacantie kost en inwoning en een kleine vergoeding voor zijn toezicht te krijgen. Je zult hem alleen wat beter eten moeten geven dan ik gisteren het genoegen had op mijn bord te zien." Dr. MacRae liep om negen uur bij ons aan, nadat hij eerst de ziekenafdeeling had bezocht. Wij hebben drie gevallen van kinkhoest maar houden de kinderen afzonderlijk, zoodat er geen enkel van de andere aangetast kan wbrden. Hoe deze drie het kregen, is mij een raadsel. 98 Het schijnt, dat er een vogeltje bestaat, dat kinkhoest naar de vondelingengestichten brengt. Jimmie overviel hem dadelijk met zijn kampschema en de dokter ging er vol geestdrift op in. Ze namen potlood en papier en maakten er een schets van, en een paar uur later was de laatste spijker geslagen. Niets zou die twee menschen meer voldoening hebben kunnen geven, dan nog om tien uur aan de telefoon te hangen en een armen; timmerman uit zijn besten slaap te wekken. Die is nu met eenig timmerhout voor acht uur in den morgen besteld.' Ik raakte hen eindelijk om half elf kwijt, terwijl ze nog druk over palen en touw en tentdoek napraatten. De opgewondenheid van Jimmie, gevoegd bij de sterke koffie, maakte, dat ik nu nog opzit om je uitvoerig verslag te geven. Toch zal ik, als je het goed vindt, je de nadere bijzonderheden een volgende keer meedeelen. Altijd, [tii Je Sallie. Zaterdag. Waarde vijand, *: * - Komt U vanavond om zeven uur bij ons dineeren? Het wordt een echt diner, we krijgen zelfs roomijs 1 Mijn broer heeft een welwillend jongmensch ontdekt, die het toezicht over onze jongens kan houden. Misschien kent U hem wel. Hij heet Mr. Witherspoon. Ik wil hem langzaam aan in de gestichtskringen introduceeren, dus spreek alsjeblieft niet over krankzinnigheid of epileptische gevallen of alcoholisme of over een van Uw andere stokpaardjes. ; Het is een vroolijke levenslustige jongen, die aan heel goede diners gewend is. Denkt U, dat hij zich ooit in het J. O. H. op zijn gemak zal voelen? In de grootst mogelijke haast, Sallie Mc Bride. 99 Zondag. Lieve Judy. Jimmie kwam hier Vrijdagmorgen om acht uur aanloopen en de dokter een kwartier later. En sinds dien tijd hebben ze met de timmerlieden en onzen nieuwen tuinbaas en Noah en onze twee paarden en onze acht sterke boys flink doorgewerkt. Nog nooit zijn bouwplannen met meer animo en grooter spoed tot stand gekomen. Ik wou dat ik een dozijn Jimmies hier kon krijgen, alhoewel ik moet bekennen dat mijn broer in zijn eersten vlaag van werkwoede beter werkt dan eenigen tijd later. Voor het beeldhouwwerk van een middeleeuwsche kathedraal zou hij b.v. niet bijster geschikt zijn. Hij kwam Zaterdagmorgen met een nieuw denkbeeld aandragen: hij had den vorigen nacht in het hotel een vriend ontmoet, die tot zijn jachtclub in Canada behoort en kassier van onze Eerste (en eenige) Nationale Bank is. „Het is een beste jongen," zei Jimmie „en juist dat soort, dat wij noödig hebben om de kinderen schik in het kampleven te doen krijgen. Hij zal wel bereid zijn om hier te komen tegen vrije kost en inwoning en een vergoeding van $ 30.- in de maand, want hij is met een meisje in Detroit verloofd en wil sparen. Ik zei hem al, dat het eten hier niets waard Is, maar als hij genoeg opspeelt, zul je wel een nieuwe keukenmeid aannemen'. „Hoe heet hij?" vroeg ik vol belangstelling. „O, hij heeft een verrukkelijken naaml Hij heet Percy de Forest Witherspoon". Ik viel bijna flauw I Stel je voor, een Percy de Forest Witherspoon, die voor 24 van die kleine, onbeschaafde wilden moet zorgen! Maar je kent Jimmie als hij zijn zinnen op iets heeft gezet. Hij had Mr. Witherspoon al uitgenoodigd om dien avond bij ons te komen eten en had oesters en duifjes en roomijs in het dorp besteld om me met mijn kalfsvleesch te hulp te komen. Het eindigde daarmede, dat ik een volmaakt diner gaf met Miss Matthews en Betsy en den dokter incluis. Ik vroeg er haast ook den WelEd. Oestr. en Miss Snaith bij. 100 Sedert ik die twee ken, voel ik dat er een roman tusschen hen moet bestaan. Nooit ontmoette Ik twee menschen die zoo prachtig bij elkaar passen! Hij is een weduwnaar met vijf kinderen. Denk je niet, dat we dat zaakje zouden kunnen opknappen ? Als hij een vrouw heeft, die goed voor hem zorgt, zou hij niet meer zooveel tijd voor het J.G.H. over kunnen hebben. Ik zou het heerlijk vinden om met één slag van beiden ontslagen te zijn. Je moet het heusch bij de aanteekeningen voor toekomstige verbeteringen voegen. In elk geval hadden wij ons diner. En gedurende den maaltijd groeide mijn angst gedurig, niet over het feit, wat Percy voor ons zou doen, maar wel, wat wij voor Percy zouden kunnen doen. Als ik de heele wereld afreisde, zou ik toch nergens een geschikter man kunnen vinden, waarmede onze jongens nog meer zouden boffen. Je kunt hem aanzien dat hij alles goed doet en flink is; zijn letterkundige en artistieke bekwaamheden trek ik een weinig in twijfel, maar hij rijdt en schiet en speelt golf en voetbalt en zeilt Hij houdt er van in de open lucht te slapen en hij houdt 'van Jongens. Hij heeft er altijd naar verlangd om eens een paar vondelingen te leeren kennen, want hij beweerde, dat hij er dikwijls over gelezen heeft maar nog nooit met hen heeft gesproken. Percy schijnt te goed om werkelijk te zijn. Het lijkt een droom I Voordat zij. afscheid namen, zochten Jimmie en de dokter een lantaarn op en geleidden zij Mr. Witherspoon in avondcostuum naar de plaats waar zijn toekomstig kamp gebouwd moet worden. En wat hadden wij niet een verrukkelijken Zondag 1 Ik moest hun absoluut verbieden om met timmeren door te gaan, wat die mannen dachten aan niets anders, zelfs niet aan het moreelë kwaad dat ze daardoor bij 104 zieltjes zouden kunnen aanrichten! Ze stonden daar en hamerden erop los en dachten erover, dat ze morgen vroeg weer aan het werk konden gaan 1 Hoe langer ik mannen bestudeer, des te meer kom ik tot de overtuiging dat zij niets anders zijn dan groote jongens, die hun ware natuur een beetje voor de buitenwereld verbergen. 101 Ik verkeer in gestadig gepeins hoe ik in Godsnaam den Heer Witherspoon zal kunnen voeden. Hij ziet eruit alsof hij een schrikwekkenden eetlust heeft en ook alsof hij zijn diner niet kan verorberen als hij geen avond» costuum aan heeft. Ik heb Betsy er op uitgezonden met de boodschap, dat we een koffer vol avondjaponnen moeten hebben om onze sociale standing op te houden. Een ding is zeer goed: hij gebruikt zijn lunch in het hotel en ik heb gehoord, dat die daar zeer voedzaam en rijkelijk is. Zeg Jervis^dat het me spijt, die hij niet hier is en dus niet mee kan timmeren aan ons kamp. Daar komt de WelEd. Gestr. in de verte aan. De goede God behoede mij 1 Je ongelukkige S. McB. J.G.H. 8 Mei. Lieve Judy, Ons kamp is klaar! Mijn energieke broer is er weer van door en onze 24 boys hebben twee heerlijke nachten in de open lucht doorgebracht. Onze drie tenten verhoogen het artistieke schoon van ons terrein. Zij rijn ongeveer gelijk aan die, welke wij in Adirondacks hadden, gesloten aan drie kanten en van voren open en één grooter dan de twee andere, omdat die de kamer van den Heer Percy Witherspoon bevat. Een aangrenzende hut, die wat minder aan weer en wind is blootgesteld, dient als badinrichting en bevat een kraan, aan den wand bevestigd, en drie groote water kitten. Elk kamp heeft een badmeester, die op een stoel staande, de overige jongens, huiverend naast den stoel staande, een voor een flink met water begiet Sinds onze regenten ons niet genoeg badkuipen wenschen te geven» moeten wij onze scherpzinnigheid te hulp roepen. Het kamp is in drie Indianengroepen verdeeld, elk met een hoofdman, die voor het gedrag van de groep 102 aansprakelijk is. Mijnheer Witherspoon is de hoofdman van de heele Indianenbende en Dr. MacRae is de medicijnman. Zij betrokken hun tenten Dinsdagavond met de bekende plechtigheden, en hoewel zij mij officiëel uitnoodigden de feestelijkheden bij te wonen, maakte ik voor mijzelf uit dat dit een zuiver manlijke bijeenkomst was- Ik weigerde dus te komen doch zond hun ververschingen, wat in zeer goede aarde viel. Betsy en ik liepen dien avond tot het slagbalveld en kregen een glimp van hun orgieën te zien. De dapperen waren in een wijden kring om het vuur gezeten, ieder versierd met een deken van zijn bed en een rij veeren in zijn haar. (Onze kuikens schijnen er zeer schrale staarten op na te houden, maar ik heb geen onpleizierige vragen gesteld). De dokter voerde een krijgsdans uit, een bonten deken artistiek om zijn schouders geslagen, terwijl jimmie en de Heer Witherspoon hem met krijgsmuziek begeleidden. (Twee koperen ketels die wij nu wel nooit meer terug zullen zien!) Had je dat ooit van Sandy gedacht? Het is het eerste glimpje leven, dat ik van dien man te zien kreeg. Na tien uur, toen de dapperen veilig en wel onder de wol lagen, kwamen de drie mannen bij ons binnen vallen en lieten zich lui in de gemakkelijke stoelen van de bibliotheek neer met het air van martelaars, die zich voor bet welzijn van anderen hebben opgeofferd. Maar zij konden mij niet misleiden: bij alle gekheid, die zij hadden uitgevoerd, hadden zijzelve even hard meegenoten als onze jongens. Tot dusverre lijkt Percy Witherspoon het hier zeer behagelijk te vinden. Hij zit aan het hoofd van een onzer tafels onder de speciale bescherming van Betsy, en naar ik hoor weet hij daar in het stille hoekje veel vroolijkheid te weeg te brengen. Ik ben erin geslaagd het menu een kleinigheid te verbeteren en met een goeden eetlust accepteert hij alles, wat wij hem voorzetten, onbekommerd over de afwezigheid van de gewende kleinigheden als oesters en tong én hors d'oeuvre. Ik kon dezen jongen man geen eigen zitkamer aanwijzen, maar hij heeft die moeilijkheid opgelost door voor 103 te stellen het nieuwe laboratorium daarvoor te gebruiken. Dus brengt hij de avonden met een boek en een pijp vredig door, terwijl hij zich behagelijk in den tandartsstoel uitstrekt Er zijn niet veel menschen van de wereld, die hun avonden op zulk een onschuldige manier zouden willen doorbrengen. Dat meisje in Detroit is een gelukkig, jong ding! . . O jé 1 Daar komt een auto met menschen aan, met net verzoek het gesticht te mogen bezien en Betsy, die gewoonlijk de honneurs waarneemt is er niet Ik vlieg! Mijn lieve Gordon. Dit is geen brief, dien ben ik je niet schuldig. Het is alleen maar het ontvangstbewijs van 65 paar rolschaatsen. Veel dankt S. McB. 104 Vrijdag. Waarde vijand, . . L , Ik hoorde dat ik vandaag Uw bezoek miste, maar Jane bracht me Uw boodschap over tegelijk met de „Philosophische beschouwingen over den oorsprong van het geslacht in verband met de opvoeding". Ze zegt dat U in een paar dagen mijn meening over dit boek wilt kennen. Zal het examen schriftelijk of mondeling plaats vinden? En dringt het nooit tot U door, dat deze beschouwingen betrekkelijk eenzijdig zijn? Ik overdenk dikwijls, dat het voor Dr. Robin MacRae's geest beter zou zijn, als hij af en toe een kleine verfrissching kreeg. Ik beloof U het boek te lezen als U dan in ruil een van de mijne leest. Ik stuur U hierbij „Dolly Dialogues" en zal binnen een paar dagen Uw meening hierover vragen. Het is een reuzenwerk om een Schotschen Presbyteriaan frivool te maken, maar volharding brengt dikwijls wonderen tot8tand! S.McS. 13 Mei. Mijn lieve, lieve Judy, . . . „. . Spreek jij maar over de stroomen in Ohio! Hier in Dutchess Couty gaan we langzamerhand op eeuwig natte sponsen lijken. Al vijf dagen regent het en alles gaat hier in het gesticht verkeerd. De babies hebben kroep gehad en wij zijn alle nachten met hen in de weer geweest. De keukenmeid heeft haar dienst opgezegd en er is een doode rat gevonden. Ons kamp lekt en vroeg in den morgen, na den eersten wolkbreuk, kwamen 24 door en door natte kuikens voor onze deur in drijvende dekens gewikkeld, en vroegen huiverend om toegang. Sedert dien dag hangt elke lijn en elke trapleuning vol met natte en dampende dekens, die het vertikken om te drogen! Mijnheer Perky de Forest Witherspoon is naar zijn hotel teruggekeerd om te wachten totdat de zon weer doorbreekt. 105 Nadat onze kinderen nu al vier dagen lang zonder veel afleiding of lichamelijke oefeningen in ons huis zijn opgesloten, breekt de ondeugendheid er aan alle kanten uit, even verraderlijk als de mazelen. Betsy en ik denken ons suf over alle mogelijke bezigheden die er in onze beperkte ruimte uitgevoerd kunnen worden, zooals blindemannetje en kussengevechten en verstoppertje spelen en gymnastiekoefeningen in de eetkamer en zakloópen in het schoollokaal. (Daarbij werden twee ruiten gebroken). De jongens hebben in de gang haasje-over gespeeld en daarbij al het pleisterwerk in huis bekrast en we hebben een verwoede en energieke schoonmaak gehouden. Al het houtwerk is geboend en alle vloeren zijn gewreven. Maar ondanks dit alles hebben wij een groot deel van onze wilskracht er bij ingeschoten en zijn onze zenuwen zoo gespannen, dat wij bang zijn met elkaar in botsing te komen. Sadie Kate heeft als een kleine duvel huis gehouden. (Bestaan er vrouwejijke duvels?) Als die er niet zijn geweest, is Sadie Kate dan toch de eerste, en vanmiddag had Loretta Higgins iets, ik weet eigenlijk niet of het een toeval of wel een driftbui was. Ze viel plat op den grond en huilde een uur lang en als iemand haar probeerde te naderen, sloeg ze om zich heen als een windmolen en trapte naar alle kanten. Toen de dokter kwam was ze vrijwel uitgewoed. Hij nam haar op, een vermoeid afgemat wezentje en bracht haar naar een bed in de ziekenkamer. En toen ze ingeslapen was, kwam bij naar beneden in de bibliotheek en vroeg inzage van het archief. Loretta is 13 jaar oud. Sedert zij bier is, heeft zij vijf van die uitbarstingen gehad en is daarvoor zwaar gestraft geworden. De stamboom van het kind luidt zeer kort: „De moeder stierf door verslaafdheid aan den drank in het Bloomingdale asyl. Vader onbekend". Hij bestudeerde de bladzijde lang met gefronste wenkbrauwen en schudde het hoofd. „Als een kind uit zoo'n gezin komt, mag het dan wel gestraft worden, omdat het een geschokt zenuwstelsel heeftT\ 106 „Neen," antwoordde ik. „Maar wij zullen haar geschokte zenuwen tot kalmte brengen." „Als wij dat kunnen. . ." Wij zullen haar met wonderolie en zonneschijn groot bréngen en een aardige, lieve pleegmoeder voor haar zoeken, die met het arme kind medelijden heeft. Maar toen stokte ik bij de gedachte aan Loretta s gezichtje met die holle oogen en grooten neus en openstaanden mond en spitse kin en piekerig haar en afstaande ooren. Op de heele aarde zou geen pleegmoeder gevonden kunnen worden, die van zoo'n kind zou houden i „Maar waarom", steunde ik, „laat de lieve God dan niét alle vondelingen met helblauwe oogen en blonde krollen en lieve maniertjes ter wereld komen? van aax soort zou ik wel een millioen bij vriendelïjlce menschen kunnen onderbrengen, maar niemand verlangt naar Loretta . ,Ik ben bang dat de goede God niets met de geboorte van onze Loretta te maken heeft. De duivel schopt die kinderen op aarde." _ i^jÉ Arme Sandy! Hij is erg pessimistisch wat het bestaan van een Godheid betreft, maar wat wonder, als je jemaar eventjes in het eentonig liefdeloos leven indenkt, dat hij leidt! Hij zag er vandaag uit, alsof zijn eigen zenuwstelsel geschokt was. Sinds vijf uur in den morgen beeft bij in den regen geplast, omdat hij er voor een zieke baby uitgeroepen werd. Ik liet hem plaats nemen en zorgde voor flieeenwii ¥dden een gezellig gesprek over dronkenschap en idiotisme en epilepsie en krankzinnigheid. Hij heeft een afschuw van aan den drank verslaafde ouders, maar telkens en ieJkèns weermoethij overkrankzinnigheidspreken. Onder ons gesproken, ik geloof niet dat je iets tegen erfelijke belasting kunt doen, tenminste als de baby met dadelijk na de geboorte in een gezond milieu komt. Wij hebben hier het aardigste kindje, wat je ooit gezien hebt Ziin moeder en Tante Ruth en OomSilas zijn krankzinnig gestorven, maar hijzelf is zoo rustig en vredig als je maar wcnschen kunt m .... . „„„„ Dac. mfln lieve ludyl Het spijt me, dat ik je geen 107 vroolijker brief kan sturen, ofschoon er eigenlijk ook weer niets ernstigs gebeurd is. Het is 11 uur en ik heb juist eventjes inspectie gehouden. Overal heerscht rust, die slechts verbroken wordt door het geklepper van twee losstaande luiken en de droppels, die geregeld van het dak naar beneden vallen. Ik beloofde Jane, dat ik er om 10 uur in zou kruipen. Goeden nacht en God behoede jullie beiden. Sallie. P.S- Met al die vervelendheid is er toch nog een ding, waarvoor ik dankbaar moet zijn. De WelEd. Gestr. heeft een aanval van maagkoliek en in een opwelling van blijdschap stuurde ik hem een groote bos viooltjes. 16 Mei. Morgen, mijn lieve Judy, Drie dagen lang zonneschijn 1 Het J. O. H. glundert j AI mijn zorgen zijn heerlijk weggevaagd. Die vreeselijke dekens zijn eindelijk droog en onze kampen zijn weef bewoonbaar gemaakt. Wij hebben houten vloeren gelegd en het dak met geteerd papier bekleed. (Mr. Witherspoon beweert, dat het nu veel van kippenhokken weg heeft). Wij graven een met steenen omzoomden greppel, die van het plateau, waar het kamp opgeslagen is, naar het graanveld leidt, zoodat wij bij een tweeden wolkbreuk niet zooveel van} het regenwater te lijden zullen hebben l De Indianen hebben hun bespiegelend leven hervat en hun hoofdman is weer op zijn post teruggekeerd. De dokter en ik hebben veel zorg aan Loretta Higgins' zenuwstelsel gewijd. Wij denken dat dit leven met zijn voortdurende drukte en beweging te opwindend voor haar is en hebben besloten, dat het 't beste is dat zij 06 bij een familie onder dak komt, waardoor speciale zorg aan haar kan worden besteed. De dokter, die veel goede bronnen kent, heeft hiervoor reeds een familie gevonden. Ze woont vlak naast hem en de menschen zijn werkelijk heel aardig. Ik heb ze zoo juist opgezocht. De huisvader is meesterknecht van de afdeeling metaalafgietsels in de groote ijzerfabriek hier en zijn vrouw is een lieve zachte natuur, die heelemaal schudt als ze lacht. Ze leven haast altijd in de keuken om de voorkamer netjes te houden, maar het is een bijzonder aardige keuken, zoodat ik er zelf wel in zou willen wonen. Ze hebben potten met begonia's in de ramen staan en een aardige spinnende tijgerkat slaapt huiselijk voor den haard. Ze bakt op Zaterdag koekjes en gemberbrood en pannekoeken. Ik heb al bij mezelf vastgesteld dat ik mijn wekelilksch bezoek aan Loretta eiken Zaterdagmorgen om elf uur zal afleggen. Klaarblijkelijk maakte ik op Juffrouw Wilson een even goeden indruk als zij op mij, want nadat ik vertrokken was,vertelde zij aan den dokter, dat zij mij mocht lijden omdat ik net zoo gewoon deed als zij. Loretta zal huishoudelijke bezigheden leeren en er een eigen stukje grond op nahouden en ze moet ook veel buiten spelen in de zon. Ze zal vroeg naar bed gaan en degelijk gezond eten krijgen en ze zullen haar vertroetelen en gelukkig maken - en dat alles voor $3.— in de weekl Waarom vinden we niet honderd families zooals deze en besteden wij al onze kinderen uit? Dan zouden wij dit gesticht voor idioten kunnen gebruiken en ik, die geen greintje verstand van idiotisme heb, kon zonder eenig gewetensbezwaar mijn baantje neerleggen en naar huisteragkeeren en daar gelukkig verder leven. • Werkelijk, lieve Judy, ik begin bang te worden. Dit gesticht zal zich nog van mij meester maken als ik er lang genoeg blijf. Ik ga er zooveel belang in stellen, dat ik aan niets anders meer kan denken of van niets anders kan droomen. Ja, Judy, je hebt mijn goede toekomst vernietigd 1 Stel je eens voor, dat ik me terug zou trekken en zou sraan trouwen en een familie stichten. Zooals de toestand 109 op het oogenblik is, kan ik op niet meer dan vijf a zes kinderen rekenen en die hebben natuurlijk allen denzelfden aanleg omdat ze van één vader en moeder zijn. Dank je wel, hoor! Dat lijkt me erg eentonig en onbeduidend! Je hebt me ongeschikt gemaakt voor het dagelijksch leven 1 Ik zie je verwijtend aan. Sallie McBride. P.S. We hebben hier een jongen, wiens vader gelyncht is. Vind je het niet interessant om dat in de familie te hebben ? Donderdag. Liefste Judy, Wat moet ik doen ? Mamie Prout houdt niet van pruimen. Deze antipathie voor een goedkoop en voedzaam eten berust op niets anders dan verbeelding en behoort niet bij de kinderen van een goed gesticht te bestaan! Wij moeten maken dat Mamie wèl van pruimen gaat houden, zegt onze taaionderwijzeres, die de ochtenduren bij ons doorbrengt en ook meehelpt de moraal van ons gesticht op een hoog peil te houden. Tegen één uur bracht zij vanmiddag Mamie bij mij, beschuldigd van het feit, dat zij had geweigerd, absoluut had geweigerd, haar mond te openen en er een pruim in te laten stoppen. Het kind werd op een stoel neergesmakt in afwachting van de bestraffing, die zij van mij moest ontvangen. Nu weet je dat ik niet van bananen houd en het ook zou verafschuwen er een te moeten slikken. Dus redeneerde ik van mijn standpunt, dat ik niet het recht heb Mamie Prout te dwingen pruimen te slikken. Terwijl ik weifelend overdacht hoe ik het zoo zou regelen, dat ik een loopgraaf voor Mamie kon ontdekken zonder Miss Keller's gezag te ondermijnen, werd ik aan de telefoon geroepen. „Blijf daar zitten, tot ik,terug kom", zei ik tegen Mamie en liep de kamer uit en sloot de deur. 110 Het telefoontje was van een vriendelijke dame, die mij uitnoodigde mij met haar auto naar een vergadering te brengen. Ik behoef je niet te vertellen, dat ik hier belangstelling voor ons gesticht bij de rijke buren tracht op te wekken. De luie rijken, die groote landgoederen in de nabijheid bezitten, komen nu van uit de stad hierheen en Voordat zij te veel door garden-parties en tennis-matches in beslag genomen worden, tracht ik ze voor mijn plannen te winnen. Ze hebben nooit het minste of geringste voor ons gesticht gedaan en ik vind, dat het nu zoetjes aan tijd wordt, dat zij wat belang in ons werk gaan toonen. Toen ik tegen het theeuurtje terugkwam, trad Dr. MacRae me in de hal tegemoet en vroeg mij inzage van eenige statistieken. Ik opende de deur en daar zat Mamie Prout, in dezelfde houding zooals ikhaarvier uur geleden had verlaten. „Maar Mamie, lieveling!", riep ik verschrikt uit, „heb je daar al dien tijd gezeten?" „Ja juffrouw", antwoordde Mamie gedwee, „U zei toch, dat ik hier moest blijven totdat U terugkwam". in Dat arme, kleine geduldige ding had zwaar tegen haar vermoeidheid te vechten maar gaf geen kik. Ik moet je eerlijk bekennen dat Sandy buitengewoon lief was. Hij nam haar in zijn armen en droeg haar naar de bibliotheek en vertroetelde en streelde haar net zoo lang tot dat ze lachte, jane bracht een tafeltje en zette het voor haar neer en terwijl de dokter en ik thee dronken en toast aten, zorgden wij voor Mamies avondeten. Ik vermoed, dat sommige paedagogen zullen beweren, dat dit het geschikte oogenblik was om het kind met pruimen vol te stoppen nu ze doodmoe en hongerig was, maar ik ben er zeker van dat je het volkomen zult goedkeuren, dat ik dit niet deed, en de dokter heeft, voor het eerst in zijn leven wellicht, mijn onwetenschappelijke handeling ondersteund. Mamie heeft het heerlijkste eten gehad dat ooit over haar lippen is gekomen, wat nog met aardbei-jam uit mijn eigen voorraad en pepermuntjes uit Sandy's zak verrijkt werd. Ik liet haar tevreden en gelukkig naar haar kameraadjes terugkeeren, nog altijd behept met den zeer betreurenswaardigen afkeer van pruimen. cmkcci van jJiuimcu. Heb je ooit iets droefgeestigers gezien dan die zieldoorsnijdende, onredelijke gehoorzaamheid, die Mrs. Llppet zoo wist aan te kweeken? Het is de houding die de vondelingengestichts-kinderen ook in het leven zouden aannemen en ik zal die gedweeheid eruit roeien. Initiatief, verantwoordelijkheidsgevoel, belangstelling in alles, vindingrijkheid, och Judy, ik wou, dat de dokter een serum had om die deugden er bij onze kinderen in te gieten. LATER — Ik wou, dat je naar New-York terug zou kunnen keeren. Ik heb jou tet reclame-agent van onze inrichting aangesteld en wij hebben een paar van je mooiste artikelen direct noodig. Zeven hummeltjes schreeuwen, dat zij aangenomen willen worden en het is jouw werk om dit nieuws te verbreiden. Kleine Oertrude is een beetje scheel, maar ze is erg lief en aanhalig en heeft een goed hart Kun je haar deugden niet zoo welsprekend beschrijven, dat de een 112 of andere lieve familie haar wil aannemen, ook al is zij niet mooi? Haar oogen kunnen geopereerd worden als ze wat ouder is. Het kind voelt dat ze iets mist, al heeft ze ook nog nooit in haar leven een vader of moeder gekend. Ze breidt haar armpjes aandoenlijk uit als er iemand langs komt. Beschrijf dit zoo treffend mogelijk en zie of je geen moeder en vader voor haar kunt vinden. Misschien kun je een van de New-Yorksche bladen bewegen een Zondagsartikel over verschillende kinderen te plaatsen. Ik zal je een paar foto's sturen. Weet je nog hoeveel brieven we op onzen „Schaterenden Joe" kregen, met dat aardige portretje van hem? Ik kan je net zulke portretten sturen van „Kraaiende Lou" en „Aanhankelijke Gertrude" en „Schoppende Karei", als jij dan maar voor de- letterkundige saus wilt zorgen. En zorg alsjeblieft, dat ik een paar families krijg, dfe niet bang voor erfelijke belasting zijn. De eisch dat elk kind van een van de eerste families van Virginia moet afstammen, wordt vervelend. Met hartelijke groeten. Je Sallie. . T< ■£ Vrijdag. Mijn lieve, lieve Judy, Wat een opruiming! Ik heb de keukenmeid en den portier ontslagen en in zeer korte bewoordingen de taaionderwijzeres te kennen gegeven, dat zij het volgend jaar niet terug behoeft te komen. Als ik nu den WelEd. Gestr. ook maar kon ontslaan! Ik moet je ook vertellen, wat er vanochtend gebeurde. Onze eerbiedwaardige regent, die zoo'n gevaarlijke ziekte heeft gehad, is nu weer gevaarlijk beter geworden en kwam aanloopen om een buurvisite te maken. Punch nam een hoekje van mijn bibliotheek in beslag, geheel en al verdiept in zijn blokken. Ik houd hem van de andere kinderen verwijderd en pas de,Montessori-methode op hem toe, door hem heel alleen op een kleedje te laten liggen 113 en ervoor te zorgen, dat zijn zenuwen* óp geenerlei wijze geschokt kunnen worden. Ik vlei mijzelf dat het systeem goed werkt. Zijn woordenlijst lijkt in den laatsten tijd al veel op die van een preutsche dame. Nadat de WelEd. Gestr. ons een treurig uur had bezorgd, rees hij uit zijn stoel op om heen te gaan. Toen hij de deur achter zich gesloten had (ik ben het kind hoogst dankbaar, dat het tenminste dat oogenblik heeft afgewacht), vestigde Punch zijn doordringende bruine oogen peinzend op mij en mompelde met een vertrouwelijken glimlach: „Jezus, heeft die vent niet precies het sm... van een aap?" Als je een lieve Christelijke familie kent, die een alleraardigsten bengel van 5 jaar wil aannemen, schrijf dan alsjeblieft dadelijk aan BB-^ s- McBride« Directrice van het John Grier Home. Lieve Pendletons, Ik heb nog nooit twee zulke slakken als jullie gekend! Nu pas ben je in Washington en ik heb al dagen lang mijn reisnecessaire gepakt om een paar heerlijke dagen chez vous door te brengen. Maak toch voort! iic heb zoo lang en hevig in deze gestichtsatmosfeer gésmacht als het bij menschenuithoudingsvermogen slechts kan. Ik stik en ga dood als er niet spoedig verandering in komt. Je haast gestikte, haast versmachte S. McB. P.S. Stuur Gordon Hallock een kaart om hem te berichten, dat je in Washington bent. Hij zal dolgraag zichzelf en het Capitool tot je beschikking stellen. Ik weet, dat Jervis hem niet mag lijden maar Jervis moest wijzer zijn en ongemotiveerde antipathieën tegen staatslieden overwinnen. Wie weet, misschien zal ik mij op een goeden dag pok in de politiek verdiepen. ■». „:~A mat mnostprliikp hp- ni«al ecu aaiuigt uw». <-■"'•"'- •■•— wegingen, zal ik het op haren en snaren zetten om er rtie MrOnrk uit te «rooien hoewel ik voorzie, dat zij nog moeilijker dan Sterry haar voeten buiten de deur zal zetten. Maak nu alsjeblieft niet de gevolgtrekking, dat ik gloeiend veel belang stel in onzen slecht-gehumeurden dokter, want dat is absoluut niet het geval. Het komt alleen doordat hij zoo'n treurig jonggezellen leven leidt, dat ik er af en toe naar verlang hem te vertroetelen en mijn hand op zijn hoofd te leggen en hem te zeggen, dat hij vroolijk moet zijn. De wereld is immers vol zonneschijn en een deel daarvan is ook voor hem bestemd. Ik heb tegenover hem hetzelfde gevoel als tegenover mijn 107 vondelingetjes. Niets meer en nieis hhhuci. Ik was er stellig van overtuigd, dat ik je ook werkeiijK nieuws had te berichten maar het wil me nu niet te binnen schieten. De frissche lucht heeft me slaperig gemaakt. Het is net half negen. Goeden nacht! 164 P.S. Gordon Hallock schijnt niet meer voor mij te bestaan. In drie weken geen enkel woord, geen kandijklontjes en ook geen speelgoedbeestjes! Geen enkel levensteeken! Wat ter wereld mag er met dezen vriendelijken jongen man gebeurd zijn? Liefste Judy. 13 Juli. Aanhoort de goede tijding! Daar dit de 31ste dag van Punch's afwezigheid is, telefoneerde ik zijn twee weldoensters op, om, zooals was afgesproken, over zijn vertrek te confereeren. Maar ik stuitte op een verontwaardigde weigering. Hun lief klein vulkaantje teruggeven, nu hij er juist aan begon te wennen de menschheid niet regelmatig op vulkanische uitbarstingen te vergasten! Ze konden er gewoonweg niet over uit, dat ik zulk een ondankbaar voorstel doen kon. Punch heeft de uitnoodiging al aangenomen om er den heelen zomer door te brengen. Nog steeds zijn we hier aan het kleeren naaien. Je moest de machines hooren snorren en eens luisteren naar het vroolijk gebabbel in de naaikamer. Ons meest lusteloos, versuft vondelingetje wordt wakker en stelt weer belang in het leven, als ze hoort, dat ze drie jurken zal krijgen, die aan haar en niemand anders zullen toebehooren en elk van een andere kleur zal zijn, die ze zelf mag uitzoeken. En je moest eens zien hoe dat hen bij het naaien aanspoort; zelfs de kleintjes van tien jaar zijn dapper aan het zoomen. Ik wilde wel dat ik net zoo'n goed middel kon bedenken om de belangstelling voor het koken op te wekken, maar onze keuken helpt ons absoluut niet om die opleiding wat aangenaam te maken. absoluut niet om die opleiding wat aangenaam te maxen. Je weet niet welk een domper het is voor iemands geestdrift als hij een H.L. aardappelen moet schillen., Ik geloof dat ik je al verteld heb, dat ik mijn kinderen in tien aardige kleine families van tien leden zal verdeelen met een lief huismoedertje, aan het hoofd van elke familie. Als ik nu tien aardige cottagewoninkjes had om hen daarin te stoppen, met bloemen voor het huis en hondjes 165 en katjes en konijntjes, zouden we een werkelijk presentabel gesticht kunnen vormen en behoefden wij ons niet te schamen als deze of gene ons kwam opzoeken. Donderdag. Ik begon dezen brief drie dagen geleden maar werd daarbij overvallen door een zeer weiwillenden breedsprakerigen philantroop (met dat gevolg, dat ik vijftig kaartjes voor het circus kreeg) en ik had sedert dien geen vrij oogenblik om weer verder te schrijven. Betsy is drie dagen in Philadelphia geweest omdat ze voor het een of ander nichtje bruidsmeisje moest zijn. Ik hoop dat haar overige familie voofloopig niet aan trouwen denkt, want zoo'n evenement is zeer storend voor de rust en orde van het John Grier Home. Tijdens haar afwezigheid bezocht zij een familie die naar een kind had gevraagd. Natuurlijk hadden wij niet bepaald een kuikentje, dat van onder Moeders vleugels uit moest vliegen, maar nu die familie ons zoo toevallig tegen het lijf liep, wilden we toch van de gelegenheid profiteeren. Gewoonlijk werken wij met de State Charities' Aid Association, welke een menigte agenten heeft die het land bereizen en zoo dus voortdurend in aanraking blijft met families, die kinderen wenschen aan te nemen en met gestichten, die die kinderen op deze wijze een goed tehuis willen verschaffen. Sedert deze instelling zieh bereid heeft verklaard ook voor ons te werken, kunnen we haast alle kleine babies, die wij hebben, plaatsen. Ik wil er ook zooveel mogelijk op heel jeugdigen leeftijd een eigen thuis bezorgen, want ik geloof zeker dat een eigen thuis het beste is wat een kind zich wenschen kan. Natuurlijk moeten wij eerst heel zeker zijn van het milieu waarin het schaapje terecht komt. Ik verlang geen rijke pleegouders, maar in elk geval vriendelijke, liefhebbende en verstandige ouders. Deze keer heeft Betsy naar het schijnt een juweel van een familie aangetroffen. Het kind is nog niet geleverd, de papieren zijn ook nog 166 niet geteekend en dus verkeer ik nog steeds in angst dat plotseling al onze mooie plannen in duigen zullen vallen. Vraag eens aan Jervis, of hij wel eens gehoord heeft van J. F. Bretland in Philadelphia. Hij schijnt zich veel in financieele kringen te bewegen. Het eerste, wat ik van hem onder miin oogen kreetr. was een hrief aan H»n „Directeur van het John Grier Home," een kort zakenbriefje in machineschrift, van een afschuwelijk zakelijken advocaat, meldend dat zijn vrouw besloten had een meisje van goede gezondheid en met lief voorkomen tusschen twee en drie jaar aan te nemen. Het kind moest een vondelinge van Amerikaansche afkomst zijn, zonder erfelijke belasting en zonder familieleden, die nog eenig recht kunnen laten gelden. Zou ik hem zulk een kind kunnen verschaffen? Bij wijze van referentie noemt hij „Bradstreets". Heb je ooit zoo iets grappigs gehoord? Wij begonnen ons onderzoek door aan een dominee in Germantown, de stad, waarin J. F. Bretland woont, inlichtingen te vragen. „Is hij bemiddeld? Betaalt hij zijn rekeningen? Is hij vriendelijk tegen dieren? Bezoekt hij de kerk? Leeft hij in goede verstandhouding met zijn vrouw?" en nog een doznn andere imoertinente vratren. Wij schenen een dominee met gevoel voor humor te neooen aangetroffen want inplaats van hierop breedvoerig in te gaan, schreef Hij met groote letters dwars over het vel papier: „Ik wou dat zij mij wilden aannemen!" Dit klonk veelbelovend, daarom ging Betsy dadelijk naar Germantown, zoodra de bruiloftsplechtigheid afgeloopen was; Betsy schijnt een geboren detective te zijn. Nadat zij ergens een kort bezoek heeft afgelegd, kan ze ons alleen door het zien van tafels en stoelen op een heel familiedrama vergasten. En ze keerde vol van enthousiaste bijzonderheden bij ns terug. 167 Mijnheer J. F. B. is een rijk en zeer invloedrijk burger, die door zijn vrinden hartelijk bemind en doorzijn vijanden diep gehaat wordt (ontslagen bedienden, die niet nalaten van hem te vertellen dat hij een hardvochtig man is). Hij bezoekt ook de kerk, niet geregeld, maar zijn vrouw haalt de schade voor hem in en hij geeft er geregeld geld voor. Zij is een allerliefste zachte vrouw en zeer beschaafd. Nadat zij een jaar zenuwziek in een sanatorium heeft doorgebracht, heeft de dokter gezegd dat zij iets moest hebben wat haar aan het leven bond en hij raadde haar ten zeerste aan om een kind te adopteeren. Zij heeft altijd daarnaar verlangd. Eindelijk, zoo als altijd, heeft ook in dit geval de lieve zachte echtgenoote getriomfeerd en de strenge man is gedwongen om toe te geven. Terwijl hij nu zijn voorkeur voor een jongen voorbijzag, schreef hij, zooals ik je reeds vertelde, het gewone verzoek van een vrouw, een meisje te willen aannemen. Mevrouw Bretland heeft, met het steeds levendig verlangen een kind aan te nemen, al jaren lang over niets dan over kinderen gelezen en er bestaat geen kinderziekte of zij is er volkomen van op de hoogte. Zij heeft een heerlijk zonnige kinderkamer en een kastrol poppen, die zij vol liefde heeft uitgezocht. Zij toonde Betsy alles vol trots. Je begrijpt hoe hard die arme vrouw een kindje noodig heeft! ' Zij heeft ook juist gehoord van een uitstekende bngelsche nurse, die ze zou kunnen krijgen, maar misschien zou het wel beter zijn om met een Fransche kindermeid te beginnen, zoodat het oor van het kind dadelijk aan die vreemde klanken zou kunnen wennen. En het interesseerde haar ook erg toen zij hoorde, dat Betsy de Universiteit had bezocht. Ze wist nog niet of ze haar baby later daarheen zou sturen, ja of neen. Wat dacht Betsy ervan? Als het kind nu Betsy's eigen dochter was, zou zij haar dan de Universiteit laten bezoeken? En dit alles zou vermakelijk zijn als het niet tevens zoo aandoenlijk was. Werkelijk, ik kan me niet los maken van het beeld van die arme eenzame vrouw, die daar 108 poppenkleertjes jaren achtereen naaide voor het kleine onbekende meisje, waarvan ze zelfs nog niet eens zeker wist of ze hel zou mogen aannemen ja of neen. Ze verloor iaren geleden haar eigen twee babies, of liever gezegd, ze heeft ze nooit gehad, de kindertjes van dat arme moedertje hebben nooit geleefd. k Ie ziet dus wat een prachtig thuis dat zou zijn. ben schat van liefde wacht op het kleine meisje en dat is meer waard dan alle weelde, die toch ook niet kwaad is als ze met liefde gaat gepaard. * £ Maar nu is het groote probleem een kind te kunnen vinden en dat is niet gemakkelijk. De F. j. B/s zijn zoo afgrijselijk veeleischend. Ik heb juist het baby-jongetje dat voor hen zou passen, maar wat zou er dan met al die poppen moeten gebeuren! Kleine Florence is ook niet goed want haar moeder leeft nog steeds, en dan heb ik ien verzameling van buitenlanders met groote, bruine oogen, maar dat is heelemaal niets, want Mevrouw Bretland is blond en heeft blauwe oogen en haar dochter moet op haar lijken. Ik heb ook verschillende kleine snoesjes die niet het minst van erfelijke belasting te lijden hebben, maar de Bretlands verlangen een afstammeling van een geslacht, waarvan zes generaties minstens de kerk trouw hebben bezocht terwijl aan het hoofd een groote persoonlijkheid moet prijken. Ook heb ik een schat van een kindje met blonde krullen (en krullend haar wordt hoe langer hoe zeldzamer), maar, lieve deugd, het kind is onwettig en dat schijnt een onoverkomelijk bezwaar in het oog van pleegouders, hoewel het aan het kind zelf niet de minste afbreuk doet. Toch zal het niet gaan want de Bretlands eischen een boterbriefje. Van alle 107 blijft er maar één over, die er voor geschikt zou zijn. De vader en moeder van onze kleine Sophie werden bij een spoorwegongeluk van het leven beroofd en alleen doordat hun kindje juist in een hosoitaal lag om voor een abces in de keel behandeld te worden, bleef het kind gespaard. Ze is van een goede a -.ul^c^o fcmiiiP pn van vervelend-onberispelijk 169 gedrag. Zij heeft ook veel Van PPn Itiforpwrnnrron trn^Mnnl. — een dreinerig, vervelend klein ding! De dokter heeft haar met zijn geliefkoosde levertraan en spinazie voi- Sv.F,UFi, Ulddr Kon er, onoanics dat alles, toch niet in slagen, om er een beetje aardigheid in te pompen. Toch kunnen liefde en goede zorg soms wonderen bij gestichtskinderen uitrichten en het kan zijn, dat zelfs zij zich nog eens tot een zeldzaam schoone bloem ontplooit. Dus zond ik een ontroerend verslag over haar familie- BMwntuc,i,s ddi. j. r. oreuana, vergezeld van het aanbod om haar in Germantown uit te leveren. Vanmorgen kreeg ik echter een telegram van J F B Hij is niet van plan een dochter ongezien te koopen' maar hij zal hierheen komen om het kind persoonlik den volgenden Woensdag om drie uur in oogenschouw te nemen. Lieve deugd, als hij haar nu eens niet kan uitstaan! Wij zetten nu ons besté beentje voor om het kind schoonheid bij te brengen, evenals ook een jonge hond geprepareerd wordt alvorens hij naar de tentoonstelling verhuist Zou je het heel erg vinden, als ik een tikje rouge od haar wangen smeerde? Ze is nog te klein om die gewoonte over te nemen. Nu je kunt je niet beklagen, dat ik je weing schrijf, — ik heb aan een stuk door achter elkaar gepend. Je ziet nu wel waar miin hart en jreriarhtPn 7ün n i„w„ ju k„» toch zoo bezorgd voor de toekomst van die kleine Snnhie! Met lijkt wel of het mijn toekomst betreft of die van mijn bloed-eigen kleine dochte*! Eerbiedige groeten aan onzen President. Sallie McBride. Beste Gordon. Ik vind het heel leelijk en onaardig om me vier weken lang zonder een enkel woord te laten, alleen maar omdat ik in een abnormale herrie en drukte je drie weken lang niet schreef. Ik maakte me al ongerust over de vraag of je nog tot de levenden behoorde en ook mijn kinderen 170 missen Oom Gordon op een vreeselijke wijze want ze houden dol veel van dien Oom. Denk er alsjeblieft aan, dat je ons beloofd hebt een ezel te sturen en vergeet ook niet, dat ik het zwaarder heb te verantwoorden dan jij. Het is heel wat harder werk om in het John Grier Home te ploeteren dan in het Capitool en daarbij komt nog, dat jij veel betere hulp heb dan ik. Dit is geen brief, alleen maar een verontwaardigd protest. Misschien schijf ik je morgen of op een ande r. S. P. S. Nu ik je brief overlees, verteeder ik wel een beetje, maar toch geloof ik je lieve woordjes geen van alle. Ik weet heel goed dat je me vleit, als je zoo mooi praat, en daarvoor heb je dan een reden, vriendje 1 Lieve Judy, 17 Juli' Ik moet je een heele historie vertellen. Zooals je weet, zou Woensdag de belangrijke samenkomst tusschen J. F. Bretland en de kleine Sophie plaats vinden; dus werd die kleine om half twee gebaad en geborsteld en in schoone kleertjes gestoken en aan een vertrouwenswaardig vondelingetje afgeleverd met het nadrukkelijk verzoek ervoor te waken, dat het kind schoon bleef. Precies klokslag (nog nooit heb ik iemand ontmoet, die zoo afgrijselijk businesslike is als J. F. B.) hield er een luxueuse auto voor het hek van ons ontzagwekkend chateau |tjl. Een breedgeschouderde stevige man met vierkanten beslisten kop en iets over zich, dat je beweegt vooral voort te maken, stapte uit en meldde Tzich drie minuten later bij mijn werkkamer aan. Hij begroette mij kortaf als „Miss McKosh," wat hij na mijn vriendelijke verbetering in „Miss McKim" wijzigde. Ik wees hem mijn gemakkelijksten armstoel aan en noodigde hem uit, na de gedane reis een verfrissching te gebruiken. Hij vroeg hierop om 171 een glas water (ik vind het prettig als een pleegvader matig is) en gaf daarna met zeker ongeduld te kennen, dat hij tot de zaak wenschte over te gaan. Dus schelde ik even en gaf order om de kleine Sophie naar beneden te brengen. „Neen, neen, Miss McGee," stribbelde hij tegen, „ik zou haar liever in haar eigen omgeving willen zien". Weest U zoo goed en brengt U mij naar de speelkamer of naar de slaapkamer, waar die kleintjes zijn." ik Dracht hem naar de speelkamer, waar dertien of veertien kleine dreumesjes, in flanelletjes gestoken, on matrassen op den grond rolden. Sophie, afgescheiden van de anderen, prijkte in haar schoonsten tooi en woog zwaar op den arm van een blauwgeruit katoenen vondelingetje, dat van het geval al meer dan genoeg had. Ze dreinsde en zanikte om ook op den grond te mogen spelen en bood een allesbehalve aanlokkelijken aanblik. Ik nam haar in mijn armen en suste haar en streek haar kleertjes glad en snoot haar neusje en vroeg haar vleiend dien heer eens in de oogen te kijken. De heele toekomst van dat kind hing van één vriendelijk lachje af, en ze dreinsde 1 Mr. Bretland schudde haar handje op een zeer kort aangebonden wijze en nam haar van top tot teen op alsof hij een jongenhond voor zich had. Sophie nam niet de minste notitie van hem, maar draaide hem haar rug toe en verborg haar snuitje in mijn hals. Hij haalde zijn schouders op en zeide, dat hij haar wel op proef wilde nemen, misschien voelde zijn vrouw er iets voor. Hij zelf verlangde in geen enkel opzicht naar dat kind en wij maakten aanstalten om heen te gaan. Maar wie denk je wel, dat ons daar te gemoet liep? Niemand anders dan die kleine zonnige Allegra! Vlak voor hem wankelde zij, zwaaide met haar armen als een windmolen en plofte op alle vier neer. Hij sprong met groote handigheid op zij, om te voorkomen dat hij op haar trapte, en pakte haar beet om haar weer op te helpen, maar dat lieve diertje sloeg haar armpjes vast om zijn hals en keek met een heerlijk vertrouwelijk lachje naar hem op. 172 „Pappie, til baby op, pappie!" Hij is de eenige man, behalve de dokter, dien het kind sinds weken heeft gezien en waarschijnlijk lijkt hij eenigszins op haar bijna vergeten vader. J. F. B. pakte haar beet en gooide haar zoo handig de lucht in alsof dat een dagelijksch karweitje voor hem was, terwijl zij schaterde en het uitgierde van de pret. Toef hij vervolgens te kennen gaf, dat hij haar weer op den beganen grond wilde afzetten en haar liet zakken, pakte ze hem bij zijn neus en bij zijn ooren en trommelde met haar beide voetjes een krijgsmarsch op zijn buik. Niemand kan er Allegra van beschuldigen dat zij niet genoeg spirit bezit! J. F. B. wist zich uit haar omhelzing los te werken en zette haar op den grond neer, haar knuistje hield hij echter stevig vast. „Dat is het kind, wat ik hebben moet," zei hij. ,,Ik geloof niet, dat het noodig is, dat ik nog verder kijk." Ik gaf te kennen, dat wij de kleine Allegra niet van haar broertjes konden scheiden, maar hoe meer tegenwerpingen ik maakte, des te vaster werd de lijn om zijn mond. Wij keerden naar mijn werkkamer terug en redeneerden daar samen een half uur lang. Hij hield van haar familie, hij hield van haar uiterlijk, van haar levendigheid, in één woord: hij hield van haar? Als hij nu eenmaal toch een dochter moest aannemen dan zou het in elk geval eentje met spirit moeten zijn en hij dacht er niet aan, dat andere jankende kind aan te nemen. Dat kon niemand van hem verlangen. Maar als ik Allegra aan hem afstond, zou hij haar als zijn eigen dochter groot brengen en ervoor zorgen dat zij een prachtig leven tegemoet ging. Had ik he^recht om dat kind van zulk een groot voorrecht te berooven om de een of andere sentimenteele geschiedenis? De familieband was nu eenmaal toch verbroken, het beste wat ik doen kon was nu om voor elk kind afzonderlijk te zorgen. 1 „Neemt U ze dan alle drie", stelde ik hem brutaalweg voor. Maar dat ging onmogelijk. Zijn vrouw was erg zwak en haar krachten waren net toereikend voor één kind 173 maar ook niet meer. Het was erg moeilijk om de oplossing te vinden. Het scheen zulk een prachtig buitenkansje voor het kind, ma^r toch was het weer aan den anderen kant zoo wreed om haar van haar twee broertjes, die haar ddnmuuen en verwennen, weg te rukken. Ik begreep heel goed, dat Bretland, als hij haar eenmaal wettig had aangenomen, zijn best zou doen om eiken familieband, die haar nog aan het verleden hechtte, door te snijden en het kind is nog zoo jong dat het gauw genoeg zijn broertjes zou vergeten. Toen dacht ik aan jou, Judy, en ik herinnerde me, dat je zoo'n verdriet hebt gehad omdat het gesticht je niet wilde laten gaan toen de familie je wilde aannemen. Je hebt altijd gezegd, dat jij net zoo goed als andere kinderen een tehuis hadt kunnen hebben maar dat Miss Lippett je daarvan heeft beroofd. Was ik nu op het punt om Allegra's tehuis te stelen? Met die twee jongens zou het een heel ander geval zijn, die konden een goede opvoeding krijgen en zouden later voor zichzelf zorgen. Maar voor een meisje moet een tehuis als dit alles beteekenen. Sedert die kleine Allegra bij ons is, heb ik steeds het gevoel, dat zij net zoo'n klein kindje is als kleine Judy vroeger is geweest. Zij is vlug en geestig en wij moeten ervoor zorgen, dat zij in een omgeving komt, waar die twee deugden in het beste daglicht komen. Zij moet kunnen genieten van het goede en schoone, dat het leven biedt en het gesticht kan haar daartoe niet in staat stellen. Ik peinsde en peinsde en peinsde, terwijl de heer Bretland ongeduldig door de kamer ijsbeerde. „Laat U die twee jongens hier komen. Ik wil met hen spreken," zei J.F.B. tenslotte. „Als er maar een greintje edelmoedigheid in hen leeft, zullen zij blij zijn met haar goede toekomst." Ik gaf order de twee jongens te brengen, maar met een loodzwaar hart. De kinderen gaan nog steeds onder het gemis van hun vader gebukt. Was het nu niet onmenscheIijk om hun ook dat heerlijke kleine zusje af te nemen? Zij kwamen, hand in hand, stevige ferme jongens, en 174 stonden daar voor ons met ernstige, wijd opengesperde oogen, verwonderd afwachtend wat die vreemde heer tegen hen zou zeggen, „Kom eens hier, jongens, ik wil eens iets met jullie bespreken." Hij nam elk bij een hand. „In het huis, waar ik woon, is geen kleirt kindje en nu hebben mijn vrouw en ik afgesproken, dat ik hierheen jzou komen, waar zooveel babies zonder vader en moeder zijn, en er een mee naar huis zou nemen als ons kind. Dat kind krijgt dan een prachtig huis om in te leven en ook een heeleboel speelgoed en ze zal haar heele leven heel gelukkig zijn, veel gelukkiger dan ze ooit hier kan zijn. Ik weet dat jullie heel blij zult zijn als je hoort, dat ik je kleine zusje heb uitgekozen." „En zullen we haar dan nooit meer zien?" vroeg i kleine Clifford. „O ja, af en toe." Clifford keek van mij naar Mijnheer Bretland en twee groote tranen biggelden langs zijn wangen. Hij trok zijn pand weg en drukte zich tegen mij aan. „Geef haar niet aan hem Toe, doe het toch niet Stuur hem weg." „Neemt U ze toch alle drie," smeekte ik. Maar hij is hard. „Ik kwam hier niet om een heel gesticht mee te nemen," antwoordde hij kortaf. Intusschen snikte Don aan mijn andere zij en plotseling ging de deur open en Dr. MacRae kwam midden in de pllende binnenvallen met Allegra in zijn armen. K Ik stelde hem voor en legde hem het geval uit. Mr. Bretland strekte zijn armen naar de baby uit maar Dr. -MacRae hield haar stevig vast. „Absoluut onmogelijk," weerde Sandy alles botweg af. „Miss McBride zal U al gezegd hebben dat het een van de regels van het huis is, dat hier geen gezin wordt gescheiden." „Miss McBride heeft haar beslissing al genomen," weersprak J. F. B. afgemeten. „Wij hebben de zaak al lang en breed besproken." 175 „U vergist U," antwoordde Sandy op zijn aller-Schotscht en wendde zich tot mij. „U hebt er toch zeker nooit aan gedacht om u tot zulk een wreedheid te leenen?" En weer wenschte ik Salomo's wijsheid in pacht te hebben om het vraagstuk op te lossen, terwijl de twee koppigste menschen, die er ooit op de aarde hebben rondgewandeld, elkaar de kleine Allegra betwistten. Ik stuurde de drie kleintjes naar de kinderkamer en kwam weer op de brandende kwestie terug. Wij hadden een luidruchtig en driftig gesprek totdat tenslotte J. F. B. mijn eigen steeds weerkeerende gedachte gedurende de laatste vijf maanden uitte, door de vraag: „Wie is het hoofd van dat gesticht, de directrice of de toezicht houdende geneesheer?" Ik was woedend op Sandy, dat hij mij in zulk een parket tegenover dien man plaatste, maar ik kon toch moeilijk met : hem gaan redetwisten; dus besloot ik Mr. B. beleefd en met veel tact aan het verstand te brengen, dat Allegra absoluut niet in aanmerking kwam en vroegtoen,hoehij over Sophie dacht. Maar daar kwam ik goed van pas! Hij dacht er niet aan dat ongelukkige wurm aan te nemen! Allegra of geen, dat stond bij hem vast en hij hoopte dat ik nog eens zou begrijpen, dat ik met mijn sentimenteele nonsens de toekomst van dat kind had verknoeid. Met die afscheidswoorden besloot hij zijn visite „Dag Miss McBride, Dr. MacRae," twee beleefde buigingen en weg was hij. Toen hij de deur achter zich had gesloten, vochten Sandy en ik het samen uit. Hij zeide dat iemand met gezond verstand en humane moderne begrippen, die het vraagstuk Kinderopvoeding had bestudeerd, zich moest schamen ook maar even de vraag om zoo'n familie uiteen te rukken, te hebben overwogen. En ik beschuldigde hem ervan dat hij het kind uit puur egoïsme hier had gehouden, omdat hij dol op haar was en haar bij zich wilde houden. (Wat volgens mij ook de waarheid is). O, we hadden een geweldige twist met dat gevolg, dat hij met een stijfheid en beleefdheid, welke nog die van J. F. B. overtrof, de deur achter zich sloot. 176 Nog steeds weifelend, had ik het gevoel alsof met mij de proef met de nieuwe mangelmachine had plaats gehad. En toen Betsy thuis kwam, overlaadde zij mij nog met verwijten omdat ik de prachtigste familie, die wij ooit hebben gehad, zonder kind naar huis liet gaan! O Judy, Judy, wat moet ik doen! Zou je Sandy niet weg kunnen roepen en daarvoor in de plaats een Duitscher of een Franschman of een Chinees kunnen sturen, als je dat graag wilt? Maar alsjeblieft in geen geval nog eens een Schot! , . . 0 ... Je vermoeide Sallie. P.S. Ik vermoed dat Sandy je ook vragen zal mij van hier weg te roepen en ik zal heusch niet tegenstribbelen als je het me vraagt. Ik ben zoo doodop! Lieve Gordon, Je bent een kwaaddenkend, achterdochtig en afschuwelijk man. Waarom mag ik niet in het Schotsch schrijven als ik dat prettig vind? Ik heb toch een „Mc" in mijn naam! Natuurlijk zal het heele John Grier Home dol blij zijn met je komst, niet alleen omdat je een ezel meebrengt, maar ook omdat wij het zoo prettig vinden je weer hier te zien! Ik had het plan je een ellenlangen brief te sturen, om je over elke toekomstige achterdochtigheid heen te helpen, maar waarvoor zou het dienen? Je komt hier zelf morgenochtend an' unco gude will be the sight o' you for sair een. Maak je nu niet weer kwaad over dat taaltje, mijn jongen. Ik stam uit de Schotsche Hooglanden, weet je! McBride. Lieve Judy, Alles gezond en wel in het John Grier — met eenige uitzonderingen, zooals een uitgestooten kies, een verzwikte enkel, een bloedneus en een geval van verkoudheid. Betsy en ik zijn beleefd maar koel tegen den dokter. Het vervelende van het geval is, dat hij ook nogal koel tegenover ons doet en hij schijnt onder den dwazen indruk .John Grier Home" 12. 177 te verkeeren, dat hij gelijk heeft ook! Hij doet zijn zaakjes hier op een droge onpersoonlijke wijze af, zeer beleefd maar een beetje terughoudend. Maar dat gedrag van den dokter hindert ons op het oogenblik niet al-te erg: wij verwachten het bezoek van een veel interessanter mensch dan Sandy! HetCapitool rust van zijn werk uit en ook Gordon geniet van zijn vacantie, waar- m Th SMCÜ verdiept in iGorclor\\s bedoek van hij twee dagen in „Brantwood lnn" zal doorbrengen. Ik ben dolblij met het nieuws dat je nu genoeg van de zee hebt genoten en er over denkt je met onze buurt voor de rest van den zomer tevreden te stellen. Er zijn hier op een paar mijlen afstand van het John Grier een paar heel mooie buiten verblijven en het zal voor Jervis een aardige verandering zijn, alleen aan het eind van de week thuis 178 te komen. Als je beiden de eenzaamheid op goede wijze benut, kun je elkaar telkens met een schat van nieuwe gedachten verblijden. Ik kan op het oogenblik geen verdere philosophische gedachten over het huwelijksleven ten beste geven, daar ik mijn geheugen over het Monroe-leerstuk en een of twee andere politieke vraagstukken moet opfrisschen. Ik verlang dol naar Augustus en de drie maanden, die wij samen zullen doorbrengen. Je liefhebbende Sallie. Beste vijand, Vrijdag. Het is verbazend vergevingsgezind van mij om U uit te noodigen bij mij te dineeren, na die vulkanische uitbarsting van verleden week. Maar kom alsjeblieft. Herinnert U U nog onzen philantropischen vriend Mr. Hallock, die ons de apenootjes en de goudvisschen en andere onverteerbare kleinigheden zond? Welnu, deze heer zal vanavond bij ons zijn, zoodat er zich voor U een schoone gelegenheid biedt om zijne goedgeefschheid in meer hygiënische banen te leiden. We dineeren om zeven uur. Vriendelijk groetend, Sallie McBride. Beste vijand, U had in die dagen moeten leven toen elk mensch in een aparte kluis op een aparte berg woonde. S. McBride. Liefste Judy, Vrijdag, 6.30 Gordon is hier! Een absoluut veranderd man, wat zijn houding tegenover mijn gesticht betreft. Hij heeft de oeroude waarheid ontdekt, dat de weg naar een moederhart via den lof over haar kinderen gaat en hij heeft niets dan prijzende woorden voor mijn 107 kuikens — zelfs over het geval Loretta Higgins wist hij iets aardigs te zeggen. Hij vond het prettig, dat zij niet scheel keek! 179 Hij heeft vanmiddag met mij in het dorp boodschappen gedaan en was zeer geschikt bij het uitzoeken van haarlintjes voor een paar dozijn meisjes. Hij verzocht zelfs die voor Sadie Kate te mogen kiezen en zijn keus viel na lang aarzelen op een oranje satijnen tintje voor het eene staartje en een grasgroen voor het andere. Terwijl wij vol aandacht onze lintjes bekeken, werd ik opeens een mede-inkoopster gewaar, schijnbaar bezig met het koopen van haakjes en oogen maar in werkelijkheid belangstellend naar onze nonsens luisterend. Zij was getooid met een schilderachtigen hoed, een voile met nopjes, een veeren boa en een parasol nouveau art, zoodat ik nooit had durven droomen, dat deze jonkvrouw een mijner kennissen kon zijn, totdat ik haar blik 180 met zeer kwaadaardigen gloed op mij voelde rusten. Zij boog stijfjes en zeer afgemeten en ik knikte terug. Wel, het was Mejuffrouw Maggie McGurk in gezelschapstoilef! Op mijn teekening heeft zij een aardiger gezichtsuitdrukking dan werkelijk het geval is, dank zij een slippertje van mijn pen. Die arme Mrs. McGurk kan werkelijk niet begrijpen hoe je je geestelijk voor een man kunt interesseeren. Zij verdenkt er mij van, dat ik eiken vrijgezel, dien ik ontmoet, in mijn netten vangen wil. Eerst dacht zij, dat ik den dokter van haar wilde wegkapen, maar nu zij mij ook met Gordon heeft gezien, beschouwt zij mij als een monster met bigamischen aanleg, dat beide mannen voor zich in aanspraak neemt. Dag! Daar komen een paar bezoekers aan. 11.30 n.m. Ik heb zoo juist een diner ter eere van Gordon gegeven, met Betsy en Mevrouw Livermore en Mr. Witherspoon als gasten. Ik verzocht ook den dokter om mee tegenwoordig te zijn, maar hij bedankte kortaf voor die eer, daar hij volgens zijn eigen meening niet in een stemming verkeerde om met andere menschen in contact te komen. Onze Sandy stelt de waarheid boven beleefdheid. Gngetwijfeld is Gordon de respectabelste man, die ooit op de aarde heeft rondgewandeld. Hij ziet er zoo deftig uit en is zoo aardig en hoffelijk in den omgang en daarbij zoo geestig. Zijn manieren zijn zoo onberispelijk — o, hij zal een pracht-echtgenoot zijn! Maar niettemin geloof ik toch, dat je met een man moet leven en hem niet alleen op teas en diners kunt tentoonstellen. Hij was vanavond buitengewoon aardig, en Betsy en Mevrouw Livermore werden beiden verliefd op hem en ik ook een klein beetje. Hij vermaakte ons met een speech, op zeer goede wijze en wel afgestoken, op het welzijn van Java! Wij hebben langen tijd nagedacht over de vraag, waar de beste slaapplaats voor dezen aap kon zijn en nu heeft Gordon met zeer juiste logica het probleem 181 opgelost. Hij bewees, dat, aangezien de aap hier was gebracht door Jimmie en aangezien Jimmie Percy's vriend is, hij bij niemand ander dan Percy moet slapen. Gordon is van nature een zeer goed spreker en zijn toehoorders werken op hem als champagne. Hij kan met evenveel ernst en overtuiging over een aap redeneeren als over dén grootsten held, die voor het vaderland zijn goed en bloed over had. Ik voelde tranen in mijn oogen opwellen toen hij Java's eenzaamheid beschreef, toen hij er aan herinnerde, hoe deze aap 's nachts in zijn kelder op en neer liep, droefgeestig terugdenkend aan zijn broeders, die op datzelfde uur in tropische gewesten een rondedans uitvoerden. Een man, die zoo spreekt, heeft een groote toekomst. Ik twijfel er ook niet aan of ik zal binnen twintig jaar op hem voor President stemmen. Wij hadden een verbazend gezelligen avond, zoodat wij zelfs drie uur lang vergaten dat er 107 vondelingetjes boven ons hoofd sluimerden. Hoewel ik heel veel van onze kinderen houd, ben ik toch blij als ik eens een tijdje aan iets anders kan denken. Mijn gasten verlieten mij om tien uur en het is nu al middernacht (dit is de achtste dag en mijn klok staat stil — Jane vergeet wel eens dat zij die eiken Vrijdag moet opwinden). Toch weet ik dat het laat is en daar ik er zorg voor moet dragen, dat mijn schoonheid niet door te korte nachtrust geschonden wordt, vooral nu er een welsprekend jong minnaar mij wacht, wensch ik je goedennacht. Zaterdag. Gordon bracht zijn morgen door met spelen met de kinderen en het bedenken van een paar practische geschenken, welke hij mij later wil sturen. Hij meent dat drie welvoorziene aqariums de attractie van het Indianenkamp zullen verhoogen. Hij wil ons ook twee dozijn poppen voor de kleinejes sturen; onze edelmoedige vriend nam zelfs het denkbeeld van een paar gezadelde ezels en een rood geschilderd karretje tn overweging. Is het niet 182 heerlijk dat Gordon's vader er voor gezorgd heeft, dat deze jonge man zulke ruime geldmiddelen heeft en dat de natuur hem zoo'n menschlievend karakter meegaf? Hij luncht op het oogenblik met Percy in het hotel en zint, naar ik vermoed, op nieuwe philantropische denkbeelden. Misschien twijfel je er aan of ik van deze afwisseling in het eentonig gestichtsleven wel geprofiteerd heb. Je kunt zeggen wat je wilt, mijn lieve Mevrouw Pendleton, en mij complimentjes maken over het goede bestuur van je gesticht, maar toch kun je niet begrijpen hoe zwaar deze eentonigheid soms op mij drukt. Ik moet af en toe een afleiding hebben en daarom heeft Gordon met zijn jongensachtigen geest en zijn heerlijk optimisme, in tegenstelling tmet den dokter, zoo'n weldadigen invloed op mij. Zondagmorgen. Ik moet je nog het eind van Gordon's bezoek berichten. Zijn plan was eigenlijk om hier tot vier uur te blijven, maar op een onzalig oogenblik verzocht ik hem hier tot half tien te blijven en gistermiddig hebben wij een groote wandeling gemaakt, totdat wij de torens van dit gesticht niet meer konden zien en toen hebben wij bij een aardig hotelletje gestopt, waar wij ham met eieren en sla hebben gegeten. Alles was even heerlijk en een goddelijke afwisseling te midden van het eentonig gestichtsleven, dat ik hier leid. Ik zou nog weken lang tevreden en gelukking zijn gebleven als er niet iets heel vervelends was gebeurd. Wij hadden zoo'n prachtigen zonnigen zorgeloozen zomermiddag en ik vind het zoo doodjammer dat die nu bedorven is. Wij kwamen, zeer onromantisch op een groente| kar gezeten, net tegen negen uur bij het John Grier aan j dus had hij nog net den tijd om naar het station te rennen ' en daar zijn trein te pakken. Ik vroeg hem daarom ook ! niet, binnen te komen, maar wenschte hem heel vriendelijk een goéde reis bij den ingang van ons hek. Aan den zijkant voor het huis stond een auto. Ik herkende I die wel en vermoedde, dat de dokter en Percy, zooals J vaak voorkomt, den avond in het laboratorium gemeen- 183 schappelijk doorbrachten. Welnu, op het oogenblik dat Gordon afscheid nam, kwam hij op de rampzalige gedachte om mij te verzoeken de leiding van het gesticht aan een ander over te doen en daarvoor in de plaats mijn eigen huishouding te bestieren. Heb je ooit zoo iets gezien ! Nu had hij dien heelen middag uren lang over deze kwestie kunnen redeneeren en in plaats daarvan kiest hij het oogenblik op de vloermat daarvoor uit! Ik wist niet wat ik zeggen moest. Ik trachtte de zaak vroolijk af te wimpelen en raadde hem aan voort te maken om den trein nog te pakken. Maar daar ging hij niet op in. Hij leunde tegen den deurpost aan en stond er op, er nu over te spreken. Ik wist dat hij op die wijze den trein zou missen en dat alle ramen in het gesticht open stonden. Een man denkt er nooit aan dat er in de buurt luistervinken kunnen zijn, daarop schijnt een vrouw alleen te letten. En omdat ik nogal zenuwachtig was en hem nog op tijd weg wilde hebben, was ik zeker nogal kort aangebonden en tactloos. Hij begon zich boos te maken en toen viel, door het een of ander ongelukkig toeval, zijn oog op de auto. Hij erkende die eveneens en daar hij in een woest onredelijke bui was, maakte hij den dokter daarvan het slachtoffer. Hij noemde hem „dien kalfskop" en „dien droogstoppel" en hij zei nog veel meer akelige dingen. Ik verzekerde hem in vollen ernst, dat ik niets om den dokter gaf en dat ik hem net zoo gek en onmogelijk vond als hij, toen de dokter plotseling uit zijn auto stapte en op ons toekwam. Ik wenschte op dat oogenblik dat de aarde me kon verzwelgen. Sandy was erg boos, waarmee hij ook groot gelijk had, maar tevens was hij koel en gereserveerd. Gordon was woedend en voelde zich miskend door al het onrecht, dat in zijn verbeelding hem werd aangedaan. Ik was heelemaal in de war door die vreeselijke en noodelooze herrie, die daar zoo plotseling om niets was ontstaan. Sandy vroeg heel beleefd excuus dat hij, zonder het te willen, een deel van ons gesprek had opgevangen en wendde 184 zich toen tot Gordon, dien hij zeer beleefd uitnoodigde in zijn auto plaats te nemen om hem naar het station te rijden. Ik verzocht Gordon dit niet te doen, want ik wilde geen aanleiding tot den een of anderen twist tusschen die twee mannen zijn. maar zonder in het minst notitie van mij te nemen, stapten zij in en reden weg, terwijl zij mij onbewegelijk op de vloermat achterlieten. Ik ging naar binnen en naar bed, waarin ik uren lang wakker lag, wachtende — op ik weet zelf niet wat, misschien de een of andere explosie. Het is nu elf uur en nog is de dokter niet verschenen. Ik weet gerust niet hoe ik me houden moet als ik hem tegenkom. Ik geloof dat ik dan in de kleerenkast zal kruipen Heb je ooit zoo iets idioots en absoluut onnoodigs gehoord als deze historie? Ik vermoed nu dat ik met Gordon gekibbeld heb en heusch, ik weet niet waarom, en mijn verhouding tot den dokter lijkt nu heelemaal op niets? Je kenr de vreemde wijze, waarop ik soms over iemand kan spreken, ik wou, dat het gisteren om dezen tijd was. Dan zou ik er wel voor zorgen dat Gordon met den trein van vier uur vertrok! Sallie. Waarde Dr. MacRae, Zondagmiddag. Dat was gistermiddag een allerafschuwelijkste domme idiote geschiedenis! Maar in den tijd dat ik hier ben, hebt U mij genoeg moeten leeren kennen om te weten, dat ik de gekke dingen, die ik zeg, nooit meen. Mijn tong staat niet het minst in verband met mijn hersens. Die slaat zoo vanzelf door! Ik moet U erg ondankbaar voorkomen na alle hulp, die U mij hebt geschonken bij dit ongewone werk en voor het geduld, dat U (soms tenminste) hebt getoond. Ik erken eerlijk dat ik de leiding van dit gesticht nooit op mij had mogen nemen, indien Uwe geachte tegenwoordigheid niet steeds op den achtergrond was verrezen en ofschoon U weieens — wat U ook bekend zal zijn — nogal ongeduldig en slecht gehumeurd en lastig bent geweest, heb ik U dit toch nooit verweten. Werkelijk, ik meen niets van al de slechtgemanierde dingen, die ik gisteren m ten beste heb gegeven. Vergeef me asjeblieft, dat ik zoo ruw uitviel. Ik zou het heel naar vinden om Uw vriendschap te verliezen en wij zijn toch vrienden, is het niet? S. McB. Lieve Judy, Ik weet gerust niet, of de dokter en ik weer goede vrienden zijn, ja of neen; ik zond hem een beleefd briefje om hem exuus te vragen, waarop hij totaal niets van zich liet hooren. Hij kwam ons eerst vanmiddag weer opzoeken en liet niet in het minst iets blijken, wat aan dien rampzaligen z-aieraag nennnerae. hij spraK uitsluitend over een zalf, waarmede de exceem van een van onze babies verwijderd moet worden en daar Sadie Kate aanwezig was, ging de conversatie daarna over katjes. De kat van den dokter heeft pas gejongd en nu heeft Sadie Kate geen rust voordat zij die diertjes heeft gezien. Voordat ik wist wat er gebeurde, had ik al afgesproken om met haar die ellendige katjes morgenmiddag om vier uur te komen bekijken, waarna de dokter met een koel-beleefde buiging afscheid nam. Dat schijnt nu de afloop van die geschiedenis. Je Zondagbriefje kreeg ik ook al en ik ben dolblij, dat je dat huis hebt genomen. Het zal heerlijk zijn om je zoo lang tot buur te hebben en onze verbeteringen moeten wel met snel tempo voorwaarts gaan, als we jou en den president zoo naast de deur hebben wonen. Maar het lijkt mij toe, dat je hier al vóór 7 Augustus moet komen. Weet je wel zeker, dat je nog-zoo lang goed tegen de stadslucht kunt, dat je tot dien datum wacht met naar buiten gaan? Ik heb nog nooit zoo'n opofferende echtgenoote gezien. Mijn hartelijken groet aan Mijnheer den President. S. McB. Lieve Judy, 22 Julli- Luister eens naar wat ik je nu vertellen moet! Om vier uur ging ik met Sadie Kate naar het huis van den dokter om er de katjes te zien, maar daar Freddy 186 Howland juist 20 minuten geleden van een trap was gevallen, was de dokter in het huis van de Howlands bezig de ribbenkast van dien jongen man na te zien. Hij had voor ons een briefje achtergelaten met het verzoek op hem te wachten. Mrs. MacGurk stuurde ons naar de werkkamer en om ons daar niet alleen te laten, kwam zij zelf ook mee, onder voorwendsel, dat zij er het koper moest poetsen. Ik weet heusch niet wat zij van ons dacht, misschien ging het door haar hoofd dat ik wel eens met den opgestopten pelikaan er van door kon gaan! Ik amuseerde mij met een artikel over het Gele Gevaar, in de Century beschreven, terwijl Sadie Kate als een kleine nieuwsgierige aap rondsnuffelde om alles eens goed op te nemen. Zij begon met den pelikaan en wenschte te weten waarom dat dier zulke glibberige, koude glasoogen had. Toen kwam de ooievaaar aan de beurt. At die altijd kikkers en deed zijn eene poot hem pijn? Zij ratelde haar vragen af met de stadige volharding van een wekker, die slechts om de acht dagen opgewonden behoeft te worden. Ik begroef mijzelf in mijn artikel en liet het aan Juffrouw McGurk over, zich met Sadie Kate bezig te houden. Ten slotte kwam die kleine lastpost, nadat zij al de halve kamer had afgewerkt, bij het portret van een klein meisje in een leeren lijst, dat in een hoekje van het bureau van den dokter prijkte. Het was een kind van sprookjesachtige schoonheid, dat opvallend veel op onze kleine Allegra leek, het had zelfs het portret van Allegra kunnen zijn als die vijf jaar ouder zou wezen. Ik had dit portret al bij den dokter opgemerkt, toen we dien bewusten avond bij hem aten en had hem ook bijna gevraagd, welke kleine patiënte dit was. Gelukkig dat ik dat toen niet deed! „Wie is dat?" vroeg Sadie Kate, er naar wijzend. „Dat is het dochtertje van den dokter." „Waar is ze?" „Ik denk, dat ze nu ver weg is... Bij haar grootmoeder." „Hoe kreeg hij dat meisje?" 187 „Wel... Natuurlijk van zijn vrouw!" Ik liet het boek plotseling vallen. „Van zijn vrouw???" riep ik uit. Het volgend oogenblik was ik woedend op mezelf, dat ik me niet beter had beheerscht, maar ik was geheel van streek. Juffrouw McGurk werd plotseling zeer minzaam en welbespraakt. „Heeft hij u nog nooit over zijn vrouw gesproken? Wel, die werd zes jaar geleden krankzinnig. Op het laatst was het niet meer veilig, haar nog langer in huis te houden en hij moest haar weg brengen. Dat is bijna zijn dood geweest. Ik heb nog nooit zoo'n mooie dame gezien! Ik geloof dat hit toen dat h eele iaar nipt mper rrolo^hon ö'l'mï' ' aj •", i :. .v j— '"rrr &*-""-"vn neen. war ges, aat nij er u nooit over gesproken heèft, ert de juffrouw is nog wel zoo bevriend met den dokter!" „Natuurlijk is dit een onderwerp waarover de dokter liever niet spreekt," antwoordde ik droogjes en vroeg haar welk poetsmiddel zij voor het koper gebruikte. Sadie Kate en ik gingen naar de garage en zochten de katl'eS 7Plf nn Pn CTplnlrlriff unran HlÜ «.o™ „nn.J.I A~ J_l.i —j „r _„ gw.unmg vïuiui wij weg vuuiudi uc uuKier terug was. Maar kun jij me misschien vertellen wat dat beteekent? ••v~' jv.iïio, uai nn gcuuuwu mr nei is ae vreemaste historie, die ik ooit heb gehoord. Ik ben het met die mcuurK volkomen eens dat hij weieens zoo terloops had mogen zeggen, dat zijn vrouw in een krankzinnigengesticht was. Maar natuurlijk is het iets vreeselijks en zal hij er niét over kunnen spreken. Nu begrijp ik eindelijk waarom hij zulke grondige studies van erfelijke belasting maakt. Hij is natuurlijk bang voor zijn kindje! Als ik nu terug- ucniv aan ai me giapjcs, uie ik aaarover neo gemaakt, doet het mij pijn, dat ik hem zoo dikwijls gewond moet hebben zonder het te weten en ik ben woedend op mezelf maar ook woedend op hem. Ik heb het gevoel alsof ik dien man nooit weer zou willen zien. Heb je ooit zoo'n samenloop van vreemde omstandigheden meegemaakt! Sallie. 188 P.S. Tom McCoomb heeft Mamie Prout in de tobbe kalk geduwd, die de metselaars noodig hebben bij den aanbouw van het nieuwe gedeelte van de tuinierswoning. Zij is heel en al bepleisterd. Ik heb al om den dokter getelefoneerd. Lieve Mevrouw Pendleton, ^ Ju''' Ik moet je een groot schandaal over de directrice van het J. G. H. berichten. Zet het alsjeblieft niet in de krant, wil je. Het eenig excuus voor haar optreden is, dat zij geen wreedheden kan zien. Ik zat vanmorgen in het zonnetje bij het open raam een zoet boek over Fröbel-methode bij de opvoeding van het kind te lezen: Blijf altijd bedaard, spreek steeds vriendelijk tegen kleine kinderen. Hoewel ze slecht lijken, zijn ze dat toch niet in werkelijkheid; het komt slechts door het feit dat zij nog niet juist voelen, of niets te doen hebben en zich dus vervelen. Straf nooit, weet hen slechts af te leiden Ik nam die raadgevingen vol aandacht in mij op, toen ik door het geschreeuw van een paar kleine jongens onder mijn raam werd afgeleid. „Neen John, doe dat niet!" „Laat hem toch loopen!" „Dood hem dan gauw!" Én tusschen hun uitroepen door hoorde ik het angstig geschreeuw van een dier, dat pijn lijdt. Ik liet het Fröbelboek vallen en vlug de trap afloopend, kwam ik vóórdat zij erg erin hadden, plotseling op hen af. Ze zagen me komen en verspreidden zich vlug naar links en rechts terwijl zij Johnnie Cobden, die bezig was een muis te martelen, alleen aan zijn lot overlieten. Ik zal je de griezelige bijzonderheden sparen. Ik riep een van de jongens om dat arme diertje vlug te verdrinken, maar johnnie pakte ik bij zijn kraag en sleepte hem al schreeuwend en trappend met mij mee naar den keuken. Hij is een stoere, vierkant geschouderde jongen van dertien en hij vocht als een kleine tijger, terwijl hij zich wanhopig aan de deurposten vastklemde als hij er langs ging. 189 Onder gewone omstandigheden geloof ik niet dat ik hem j had kunnen meester worden, maar nu kreeg dat zestiende Ierschbloed-gehalte den boventoon en ik vocht als een waanzinnige. Wij vielen de keuken binnen en ik keek \ haastig rond naar een afstraffingsmiddel. De koekepan was het eerste gereedschap, waarop mijn oog viel. Ik pakte die beet en sloeg het kind met alle kracht, totdat de kleine tijger van vier minuten geleden in een huilend, om genade smeekend wezentje was veranderd. Natuurlijk moest weer niemand anders dan Dr. MacRae plotseling te midden van die vreeselijke scène te voorschijn komen. Zijn gezicht was een en al verbazing. Hij liep op ons toe, nam mij den koekepan uit mijn handen en zette den jongen op zijn voeten neer. Johnnie verschuilde zich gauw achter hem. Ik was zoo woest, dat ik niet kon spreken; al mijn kracht had ik noodig om niet in tranen uit te barsten. „Kom, laten we hem mee naar uw werkkamer nemen," was alles, wat de dokter zei en daarheen marcheerden wij af, terwijl Johnnie zich zoo ver mogelijk van mij verwijderd hield en jammerlijk jankte. Wij lieten hem op het bureau achter, sloten de deur en gingen naar mijn zitkamer. „Wat heeft het kind in's Hemelsnaam gedaan?" vroeg hij. Tot eenig antwoord legde ik mijn voorhoofd op de tafel neèr en begon te huilen. Ik was zoo uitgeput, lichamelijk zoowel als geestelijk, alle beschikbare kracht had ik noodig gehad voor de koekepanafstraffing. Onder veel gesnik kon ik eindelijk alle bloederige details ten beste geven en toen gaf hij mij geruststellend in overweging er niet langer over te denken; de muis was nu eenmaal toch dood. Toen haalde hij een glas water en liet me drinken en zei, dat ik maar stil uit moest huilen. Dat zou me goed doen. Ik geloof heusch dat hij daarbij zijn hand even op mijn hoofd liet rusten. In elk geval was hij op en top geneesheer. Ik zag hem datzelfde wel een dozijnmaal doen bij hysterische vondelingetjes. Dit was voor het eerst sedert een week, dat wij iets anders dan „goedenmorgen" tegen elkaar zeiden. Zoodra de toestand weer zoover hersteld was, dat j 190 ik behoorlijk kon zitten en zelfs glimlachen, begon hij Johnie's geval eens aan de hand van het register ernstig te bestudeeren terwijl ik onophoudelijk mijn oogen bette. De jongen stamt uit een ziekelijk geslacht en is zelf ook eenigszins gedegenereerd, zegt Sandy. Wij moeten het geval Van geneeskundig standpunt behandelen, zooals ook ziektegevallen behandeld moeten worden. Zelfs normale jongens zijn dikwijls wreed, het zedelijk gevoel van een kind blijft onontwikkeld tot zijn dertiende jaar. Toen stelde hij mij voor, mijn oogen met wat lauw water nog eens over te betten en mijn waardigheid weer aan te nemen, wat ik deed. Daarna liet hij Johnnie binnenkomen. Deze verkoos gedurende het verhoor te blijven staan inplaats van te zitten. De dokter sprak met hem heel aardig en gevoelig en menschlievend. Johnnie bracht tot zijn verdediging te berde, dat een muis een schadelijk dier is, dat gedood moet worden. De dokter weerl.egde hierop, dat het welzijn van de menschheid de opoffering van veel dieren te zijnen koste eischt, maar dat deze dood met zoo min mogelijk pijn gepaard moet gaan. Hij legde hem ook het zenuwstelsel van de muis uit en zei, dat dit diertje geen enkel verdedigingsmiddel bezit. Hij zeide John, dat hij genoeg verbeeldingskracht moest hebben om een zaak ook van het standpunt van den tegenstander te bezien, ook al \is die tegenpartij slechts een muis. Toen ging hij naar de boekenkast en haalde daar een boek van Burns te voorschijn en vertelde den jongen, welk een groot dichter dit geweest is en hoe alle Schotten zijn herinnering nu nog hooghouden. „En dat schrijft hij over een muis," zei Sandy, terwijl hij thet „Wee, sleekit, cow'rin, tim'rous beastie" opsloeg, hetwelk hij voorlas en uitlegde, zooals alleen een Schot dat doen kan. Johnnie trok zich berouwvol terug en nu wendde Sandy zich weer tot mij. Hij zei dat ik vermoeid was en een verandering noodig had. Waarom zou ik niet voor een week naar de Adirondacks gaan? Hij en Betsyen Mr. Witherspoon zouden een bestuur vormen, dat de leiding over het gesticht voor dien tijd overnam. Je weet, dat dit juist was, wat ik zoo graag wilde. Ik heb 191 behoefte aan tijd om mijn gedachten te rangschikken en ook aan dennenlucht. Mijn familie heeft het kamp net de vorige week opgeslagen en vindt mij een monster, omdat ik niet wilde meekomen. Zij willen maar niet begrijpen, dat, als je een werkkring als de mijne aanvaard hebt, je die niet van tijd tot tijd aan een ander kunt overgeven. Toch kan ik er gemakkelijk voor een paar dagen uit. Mijn gesticht loopt als mijn acht-daagsche wekker en zal in gelijk tempo door- uiavcu lui iTiaanuag viu uui ii.iij., nauutti inijii iijij weer hierheen zal brengen. Dan zal ik weer heelemaal op streek zijn als je hier komt, en je niet met verwarde denk- Intusschen verkeertjongeheer Johnnie in een aangenamen sjtaat van kastijding, zoowel lichamelijk als geestelijk, en ik geloof heusch dat Sandy's preek er veel beter in zal gaan, nu hij door mijn koekepan-bestraffing is voorafgegaan. Maar één _l : . ••_ * .„ c? ut..... m „ ^1.. 1 : 1. .„ u ,.i Uing weel ik levens, ouz.diiiid i_sieiid siddi ue ö^iii iis. uni uci hart wanneer ik maar de keuken binnenkom. Ik nam onder het gesprek vanmorgen het aardappelmes al spelend op, X ::i :i. i l.. t„ ~:~«. n„A„-u:..lA en dadelijk verschuilde zij zich achter de deur. Vanmorgen om negen uur begon ik al reisvoorbereidingen te maken, nadat ik eerst vijf telegrammen nad verzonden. En heusch, Judy, je kunt je niet voorstellen hoe zeer ik er na^r snak me weer als een onbezorgd, levenlustig jong meisje te voelen en op het meer te gaan roeien en in het bosch tedraven en uit te rusten en in het clubgebouw te dansen! Ik verkeerde door die goddelijke vooruitzichten den heelen nacht jn een verbazenden staat van opwinding. Ik wist wérkelijk niet, dat ik zoo meer dan beu van dat gestichtsleven was. „Wat u noodig hebt," zei Sandy, „is een korten tijd van hier weg zijn en een beetje uitrazen." En die diagnose is werkelijk uitstekend, want niets ter wereld zou ik op het oogenblik liever doen dan eens echt uit te razen. Ik zou met nieuwe wilskracht terugkomen, volkomen in staat om jou en een drukken zomer met liefde af te wachten. steeds beelden hinderen. 192 Alsje Sallie. P.S. Jimmie en Gordon zullen er ook zijn. O, wat zou ik het eenig vinden als je weer bij ons kon zijn! Getrouwd zijn lijkt me soms heel lastig! Lieve Judy, f^Kamp McBride, 29 Juli. Dit briefje schrijf ik je alleen om je de belangrijke mededeeling te doen, dat de bergen hooger, de bosschen groener zijn en het meer blauwer is dan ooit te voren. De menschen schijnen dit jaar veel later naar de kampen te komen. Het kamp van de Harriman's is het eenige, dat er buiten het onze aan dezen kant van het meer geopend is. De danszaal is zeer schaars van heeren voorzien, maar daar wij een zeer weiwillenden jongen staatsman te gast hebben, (jie dol veel van dansen houdt, lijd ik geen gebrek door dien algemeenen nood. De staatsbelangen en het bestuur over de vondelingen zijn op den achtergrond getreden terwijl wij op dit heerlijk mooie meertje spelevaren. Ik hoor mijn hart kloppen als ik met angst aan 7.56 a.s. Maandag denk. Het nare van een vacantie is, dat op het oogenblik dat je er juist heerlijk van begint te genieten, je met schrik er aan denkt, dat de zaligheid gauw weer genoten is. Ik hoor een stem onder de waranda, die vraagt of name uuiuciio- \ji uuiiciiaijuis i&. Adio! Sallie, Lieve Judy, 3 Augustus. Terug in het John Grier! Weer drukt de last van het komende geslacht op mijn schouders. En wien denk je dat ik bij mijn entrée het eerst ontwaar? Niemand anders dan John Coben van de koekepan-beweging, met een band »m zijn arm. Ik draaide hem naar me toe en las S. P. C. A. in gouden letters, De dokter heeft hier gedurende mijn afwezigheid een plaatselijke afdeeling van de Dierenbescherming opgericht en Johnnie tot president benoemd. .John Grier Home" 13. 193 Ik vernam dat hij zelfs gisteren de werklieden, die hier met den zijvleugel van de tuinierswoning bezig zijn, ernstig heeft vermaand om hun paarden niet meer over den buik te zweepen. Uit zijn mond klonk dit wel heel vermakelijkI Er is een stapel nieuws maar nu ik je toch over vier dagen hier zie, vind ik het onnoodig om je nog alles eerst te schrijven. Toch wil ik je nog even een prachtig nieuwtje doorgeven. Dus houdt je adem in, een siddering moet je doortrillen, want je moest onze Sadie Kate eens hooren jammeren! Jane knip haar naar af. Inplaats van het in twee stijve staartjes te dragen, aldus .... zal onze kleine schoone er voortaan zöö uitzien — „Die varkensstaartjes maken me zenuwachtig!" heeft Jane gezegd. Je ziet wel dat ons nieuw kapsel veel smaakvoller en aardiger is. Ik denk dat er wel menschen zullen zijn, die die lastpost willen aannemen, maar aan den anderen kant is onze Sadie Kate een allerliefst manlijk-zelfstandig schepseltje en uitstekend geschikt om het best alleen af te kunnen. Ik moet de pleegouders voor onze hul pelooze kleintjes bewaren. En je moest onze nieuwe kleeren eens zien! Ik kan haast het oogenblik niet afwachten, dat al die rozenknopjes op je zullen afstormen. O, je had die oogen van de kinderen eens moeten zien schitteren toen ze de nieuwe kleeren ontvingen ! Drie jurken voor elk meisje, elk van een andere kleur en alles absoluut persoonlijk eigendom. (De naam van de eigenares met keurige merklettertjesin de kraag aangegeven). Dat lamme systeem van juffrouw Lippett, dat elk kind iedere week een jurk uit de wasch kreeg, die maar eenigszins paste, was een beleediging voor de vrouwelijke natuur. Sadie Kate schreeuwt als een varken dat naar de slachtbank gaat. Ik-moet heusch eens even gaan kijken of Jane niet bij vergissing een stuk oor mee heeft afgeknipt. Jane heeft het niet gedaan! Sadie's mooie oortjes zijn nog steeds in tact. Ze piept slechts uit principe, net zooals al onze kinderen doen zoodra ze in den tandartsstoel zitten, omdat ze bang zijn dat er het volgend oogenblik iets vreeselijks gebeuren zal. 194 Ik kan je niets anders schrijven dan mijn werkelijk nieuwtje — hier heb je het: IK BEN VELOOFD! Ik hoop dat je er mee in je schik bent. Met hartelijke groeten aan jullie beiden, Sallie. 195 John Grier Home. Lieve Judy. Betsy en ik zijn juist terug van een boodschappentocht in onze nieuwe auto. Dat is een heerlijke afleiding in het gestichtsleven. De auto reed vanzelf den zoo dikwijls aflelegden weg naar Long Ridge Road op en stopte voor het hek van Shadywell. Een zware ketting hield het hek gesloten, de luiken waren voor de vensters en de buitenplaats zag er verlaten en droefgeestig uit, niet het minst gelijkend op het vriendelijke gastvrije huis. waar wij elkaar zoo dikwijls 's middags met veel vreugde hebben begroet Het spijt me verschrikkelijk dat onze heerlijke zomer nu al voorbij is. Het lijkt me toe alsof er nu een stuk van mijn leven achter me gesloten is en de onbekende toekomst weegt loodzwaar op me. Eigenlijk zou ik het heerlijk vinden om mijn huwelijk nogeens zes maanden uit te stellen, maar ik ben bang dat die arme Gordon daarover een te grooten boom zou opzetten. Ga nu niet denken dat ik een tobster wordt, want dat ligt absoluut niet in mijn aard. Ik heb alleen wat meer tijd noodig om kalm te kunnen nadenken en Maart wacht eiken dag weer iets eerder op me. ik weet beslist dat ik iets zeer verstandigs ga beginnen. Voor'iedereen, man of vrouw, is het het beste,-om een prettig aangenaam huwelijk aan te gaan Maar Judy, je weet niet hoe ik het land heb aan groote veranderingen, en dit is een geweldige verandering. Soms, als het dagwerk afgeloopen is en ik dood-moe ben, heb ik zelfs niet den moed en de kracht om er me ook maar even in te verdiepen. En vooral nu je Shadywell hebt gekocht en van plan bent er eiken zomer weer te komen, heb ik berouw dat ik mijn plaatsje hier ga verlaten. Het volgende jaar, als ik mijlen ver van hier ben, zal ik met heimwee aan den heerlijken drukken tijd in het John Grier terugdenken, toen jij en Belsy en Percy en onze brommerige lieve Schot zoo prettig met me samenwerkten. Wat ter wereld kan een moeder ooit het gemis van 107 kinderen vergoeden! Ik vertrouw dat Judy Junior gedurende de reis haar 196 waardigheid heeft opgehouden. Ik stuur haar vandaag een manteltje, gedeeltelijk door mij en grootendeels door Jane gemaakt. Maar bovendien heeft onze dokter er ook nog twee steekjes aan gewaagd. Je kunt slechts bij stukjes en beetjes het karakter van Sandy ontdekken. Na een omgang van tien maanden met dezen man ontdekte ik nu eerst, dat hij zelfs naaien kan, iets wat hij in zijn jongensjaren van een ouden Schotschen herder heeft geleerd. Drie dagen geleden kwam hij hier binnenvallen en dronk een kopje thee bij me in een bijna ouderwetsch vriendschappelijke bui, maar sedert dien dag is hij weer veranderd in denzelfden vormelijken man, dien wij gedurende dezen zomer hebben gekend. Ik geef het langzamerhand op om hem aan het ontdooien te krijgen. Ik kan me heel goed voorstellen, dat iemand die een vrouw in een krankzinnigengesticht heeft, dikwijl last van droefgeestigheid moet hebben. Ik wou maar dat hij er eens over begon te praten. Het is vreeselijk als een schaduw steeds over je leven zweeft en nooit verdreven kan worden. Ik weet, dat er in dezen brief geen enkel nieuwtje staat waarnaar je verlangt, maar het is weer zoo'n afschuwelijk schemeruur na een mistigen Novemberdag en ik verkeer vandaag in een gemeen slecht humeur. Ik ben erg bang dat ik langzaam aan in een grillig persoontje verander, en ongelukkerigerwijs heeft Gorden temperament genoeg voor een heel weeshuis. Ik weet heusch niet wat er van ons terecht moet komen, als ik mijn gezond verstand en opgeruimd humeur niet blijf behouden. Ben je werkelijk vast besloten om met Jervis naar het Zuiden te trekken? Ik waardeer het in je (tenmista een klein beetje), dat je niet gescheiden van je man wilt leven, maar aan den anderen kant schijnt het me gevaarlijk, om met zulk een klein kindje als het jouwe naarde tropen te verhuizen. De kinderen spelen beneden in de gang blindemannetje. Ik denk er sterk over even mee te gaan doen om een beetje beter gehumeurd te zijn als ik verder schrijf. A bientótl Sallie. 197 P.S. In deze Novembernachten is het al aardig koel en ik vermoed, dat onze Indiaantjes spoedig hun kamp zullen moeten verlaten. Op het oogenblik zijn het erg vertroetelde wilden, want ze slapen onder een dubbele vracht dekens en hebben elk een warme kruik. Ik vind het erg jammer dat dat nu ook al weer gedaan is. Dat kampleven heeft uitstekend op onze kinderen ingewerkt. Onze jongens zullen gehard zijn als Canadeesche paardedieven als ze weer bij ons terugkeeren. 20 November. Lieve Judy, Je moederlijke bezorgdheid is heerlijk! Heusch, ik spotte laatst maar een beetje. Natuurlijk is het absoluut veilig om Judy Junior naar de warme, zuidelijke landen mee te nemen. Ze zal prachtig gedijen zoolang je haar maar niet op den top van den equator zet. En je bungalow, die beschaduwd wordt door palmen en afgekoeld doordefrissche zeelucht, met zijn ijsmachine in het achterhuis en den Engelschen dokter vlak bij de baai, lijkt mij een ideaalhuis om er een baby te zien opgroeien. Al mijn bezwaren ontsproten slechts uit het feit, dat ik en het John Qrier er tegen opzien, dezen heelen winter zonder jou te moeten doorbrengen. Het schijnt me werkelijk verrukkelijk toe om een man te hebben, die in zulk eigenaardig werk als de financiering van spoorwegen in de tropen en het aanplanten van rubberboomen en mahoniebosschen geïnteresseerd is. Ik zou wel willen dat Gordon ook in zulke schilderachtige streken werken moest, dan zouden de romantische mogelijkheden van de toekomst mij in elk geval meer bekoren. Washington lijkt mij vreeselijk eentonig in vergelijking met Honduras en Nicaragua en de Caraïbische eilanden. Ik zal je in elk geval vaarwel toewuiven als je op reis gaat. Addio! Sallie. !98 ,. r, . 24 November. Lieve Gordon, Judy is weer naar de stad vertrokken en zal de volgende week naar Jamaïca afreizen, waar ze het hoofdkwartier zal opslaan, terwijl Jervis voor die nieuwe interessante onderneming de nabijliggende stroomen zal doorkruisen. Kun jij je ook niet voor den handel in de Zuidelijke wateren interesseeren? Ik geloof dat ik het prettiger zou kunnen vinden om mijn gesticht op te offeren, als je me daarvoor in de plaats iets romantisch en gewaagds zou kunnen aanbieden. En denk eens aan, wat zou je er niet mooi uitzien in je wit linnen kleeren! Ik geloof werkelijk dat ik mijn heele leven verliefd op een man zou kunnen zijn, als hij zich maar altijd in het wit zou steken. Je kunt je niet voorstellen hoe erg ik Judy mis. Haar afwezigheid laat een vreeselijke leegte in mijn middagen achter. Kun je niet eens voor het eind van de week overkomen? Ik geloof dat je nabijheid me erg zou opvroolijken en ik gevoel me in den laatsten tijd zoo vreeselijk down. Je weet heel goed, mijn lieve Gordon, dat ik veel meer van je houdt als je hier bij me bent dan wanneer je zoo ver van me weg bent. Ik geloof werkelijk dat je een soort hypnotischen invloed op me uitoefent en, als je dan een langen tijd weg bent geweest, wordt de band hoe langer hoe zwakker. Maar als ik je dan weer terugzie, oefent hij weer nieuwe kracht op me uit. Je bent nu al een heelen tijd van me weg geweest, dus kom alsjeblieft gauw weer hier en betoover me opnieuw. .... 2 December. Lieve Judy, Herinner je je, dat wij altijd onze gedachten op het Zuiden richtten, wanneer we op de Universiteit over onze toekomstdroomen spraken? En nu is het voor jou werkelijk waarheid geworden en doe je daar in de tropische eilanden nieuwe ontdekkingen op. Heb je je ooit in je leven zoo ontroerd gevoeld — behalve natuurlijk verschillende 199 keeren in verband met Jervis —toen je daar in den vroegen dagschemer op dek kwam en ontdekte, dat je de haven van Kingstown binnenvoer, waar het water zoo blauw en het strand zoo wit is en de palmen zoo groen zijn? Ik herinner me dat oogenblik nog heel goed, toen ik voor het eerst in die haven ontwaakte. Ik voelde me als een heldin in een groote opera, omringd door een onwaarschijnlijk-sehoon geschilderd landschap. Niets op mijn vier reizen naar Europa heeft me ooit zoo aangedaan als dit eigenaardige gezicht en den eigenaardigen smaak en de geuren van deze drie warme weken, zeven jaar geleden, en sedert dien tijd heb ik er steeds naar verlangd er weer heen te gaan. Wanneer ik even ophoud daarover na te denken, kan ik er mezelf haast niet toe dwingen onze alledaagsche maaltijden te gebruiken. Ik zou willen leven van kerry en meloenen en vijgen en bananen. Is dat niet grappig? Je zou denken dat ik Creoolsch of Spaansch of minstens Zuidelijk bloed in mijn aderen had, maar ik ben slechts een simpel mengseltje van Engelsch en Iersch en Schotsch. Misschien komt hetalleen doordat ik vanhet Zuiden hoor spreken; je weet wel, Heine zingt ook van den palmboom die naar de den verlangt en de den naar den palmboom. Nadat je vertrokken was, keerde ik naar New York terug met een haast onweerstaanbaren lust tot reizen. Ik zou ook zoo graag in het Zuiden willen ronddwalen met een nieuwen blauwen hoed op en een nieuwe blauwe japon aan en een groote bos viooltjes in mijn hand. Vijftien minuten lang zou ik graag dien armen Gordon vaarwel gezegd hebben om daarvoor in de plaats de wijde wereld te mogen afreizen. Ik vermoed dat je wel zult denken, dat Gordon en de wijde wereld nu niet bepaald met elkaar te vergelijken zijn, maar het schijnt dat wij het op het punt van echtgenooten niet eens kunnen worden. Ik vind het huwelijk een goede verstandige alledaagsche instelling, maar het is afschuwelijk belemmerend voor iemands vrijheid. Toch schijnt het, dat het leven, nadat je eenmaal getrouwd bent, zijn aantrekkelijke avonturen voor je heeft verloren. Geen enkelromantisch voorval zal je meer verrassen. 200 De vreeselijke waarheid is, dat één man mij niet genoeg lijkt. Ik houd van de verscheidenheid van gevoelens, die slechts verschillende mannen bij je te weeg kunnen brengen. Ik ben bang dat ik in mijn jeugd te veel geflirt heb en nu is het niet bepaald gemakkelijk voor me, om aan een geregeld leven te wennen. Neem me niet kwalijk dat ik zoo van den hak op den tak spring. Om weer op het begin terug te komen — welnu, ik zag je afvaren en nam de veerboot naar New York terug, met een ellendig leeg gevoel. Na onze allergezelligste drie zigeunermaanden leek het mij een vreeselijke taak je mijn nood zoo hartroerend te beschrijven, dat zelfs het diepste harte-snaartje van je zou trillen en beven. Mijn veerboot gleed recht onder den neus van jouw stoomboot door en ik kon jou en Jervis tegen de verschansing zich aanleunen. Ik wuifde wanhopig, maar je zag niets. Je blik was vol heimwee op den top van het Woolworth gebouw gericht. — Toen ik in New York teruggekeerd was, ging ik naar een van de groote magazijnen om daar inkoopen te doen, en juist terwijl ik binnentrad, kwam niemand anders dan Helen Brooks er aan den anderen kant uit. Wij deden alle twee veel moeite om bij elkaar te komen, paar ik trachtte er uit te komen en zij trachtte er weer in te gaan. Ik dacht werkelijk, dat we zoo eeuwig zouden blijven draaien, maar tenslotte kwamen wij toch samen en drukten elkaar de hand. Zij was zoo vriendelijk om mij te helpen bij het uitzoeken van vijftien dozijn paar kousen en vijftig mutsen en hansoppen en een honderd jassen I en mantels en toen liepen we al pratend den weg op naar de 52ste Street, waar we in de Women's University Club lunchten. Ik hield altijd wel van Helen. Ze is geen toeschouwster in het leven, maar staat er flink en onafhankelijk midden in. Weet je nog wel hoe zij zich van dat luxe-comité meester maakte en een voor een er de dingen recht zette? Wat zou je ervan denken als zij mijn opvolgster werd? Mijn hart wordt van jalousie vervuld als ik aan die opvolgster 201 denk, maar ik vermoed toch dat ik me daaraan zal moeten wennen. „Wanneer zag je Judy Abbot het laatst?" was Helens eerste vraag. „Vijftien minuten geleden," antwoorde ik. „Ze is juist met een echtgenoot en etn dochter en een murse en een meid en een knecht en een hond naar het Zuiden vertrokken." „Heeft ze een goeden man?" „Er bestaat geen betere!" „En houdt ze nog altijd van hem?" „Ik heb nog nooit een gelukkiger huwelijk gezien." Het viel me op dat Helen bleek werd, en plotseling herinnerde ik me al die praatjes, die Martin Keen ons den vorigen zomer deed. Dus veranderde ik dadelijk van onder- Wem en bracht het OO het zeer veilicr tprrein van vnnrtplino-en Maar wat later vertelde zij mij uit zichzelf de heele toedracht op zoo'n afgetrokken en onpersoonlijke wijze, alsof zij de karakters uit het een of ander boek beschreef. Zij had al dien tijd afgezonderd in de stad geleefd zonder iemand te zien en zij scheen erg terneergedrukt en blij, dat zij zich uit kon spreken. Het lijkt me toe dat die arme Helen haar leven jammerlijk verknoeid heeft, ik ken niemand die zooveel in zoo weinig tijd heeft doorgemaakt. Nadat zij afgestudeerd was, is ze getrouwd en heeft ze een baby gekregen, die ze weer heeft verloren. Ze is van haar man gescheiden, ligt overhoop met haar familie en is naar de stad gekomen om daar in haar eigen onderhoud te voorzien. Ze beoordeelt boeken voor een uitgeversfirma. Van het gewone standpunt bezien, lijkt het alsof er geen enkele reden tot scheiden bestond. Alleen ging het huwelijk niet op. Ze waren geen kameraden. Als hij een vrouw was geweest zou ze geen half uur aan hem vermorst hebben en als zij een man was, zou hij tegen haar gezegd hebben: „Wel, dat is aardig, dat ik je weer eens zie. Hoe gaat het ermee?" om dan na twee minuten weer door te Ioopen. Maar nu trouwden ze. Is het niet vreeselijk, dat deze sexegeschiedenis menschen soms zulke parten kan spelen! 202 Zij was groot gebracht met het idee, dat het eenige geluk voor een vrouw in het huishouden ligt. Toen ze de Universiteit achter zich had, was zij natuurlijk blij dien prachtigen weg in te slaan toen Henry kwam. Haar familie nam hem grondig op en vond hem in elk opzicht volmaakt: van goede familie, met goede moreele begrippen, een goede positie en een knappe man. Helen was verliefd op hem. Ze hadden een groote bruiloft en zij kreeg een machf nieuwe kleeren en dozijnen geborduurde tafellakens en alles zag er schitterend en veelbelovend uit. Maar toen zij elkaar beter leerden kennen, merkten zij, dat zij niet van dezelfde boeken hielden en niet van dezelfde grappen en niet van dezelfde menschen of dezelfde ontspanningen. Hij hield er van, op grooten voet te leven en veel menschen te zien en veel te lachen en zij niet. Eerst verveelde hen dat, toen prikkelde het hen en daarna kibbelden ze. Haar netheid maakte hem zenuwachtig en zijn slordigheid irriteerde haar. Zij kon dagen lang zijn lessenaar en kasten in orde brengen en vijf minuten later wist hij alles weer in de war te schoppen. Hij liet zijn kleeren slingeren, zoodat ze die weg moest hangen en Zijn handdoek lag in een slordigen hoop op den grond, als hij de badkamer verliet en hij boende de badkuip ook nooit uit. En zij, van haar kant, was afgrijselijk onhartelijk en koel. Za wist het zelfs zoo ver te drijven dat zij niet meer om zijn grappen lachte! Ik geloof dat ouderwetsche orthodoxe lui het vreeselijk zouden vinden om een huwelijk om die onnoozele redenen te verbreken. Dat leek het mij ook eerst toe, maar toen zij de eene kleinigheid na de andere ophoopte, zoodat het een schrikwekkende berg werd, stemde ik toe dat het zoo niet langer had kunnen gaan. Het was ook geen huwelijk — het was een vergissing! En eens op een morgen toen zij aan het ontbijt zaten en •het onderwerp, waar ze den zomer zouden doorbrengen, ter sprake kwam, zeide zij droogweg, dat zij erover dacht naar het Westen te gaan, naar een stad in den een of anderen staat, waar het makkelijk is, om een respectabele 203 reden te scheiden, en voor het eerst sedert maanden was hij het volkomen met haar eens. Je kunt je de verontwaardigde gevoelens van ha*r familie voorstellen! Alle zeven generaties der familie, welke in Amerika verblijf hielden, hadden nog nooit een degelijk geval in hun familiebijbel moeten aanteekene». Het zat hem dan ook alleen maar hierin, dat zij haar naar de Univjersiteit hadden gestuurd en het hadden toegestaan, dat zij zulke moderne boeken als die van Ellen Key — rï ir»i i , , J cu Dernaru onaw naa gelezen. „Alleen maar als hij aan den drank was geraakt en mij bij mijn haren door de kamer had gesleept", kreunde Helen, „zouden zij het gewettigd vinden. Maar omdat wij nu eenmaal geen dingen naar eikaars hoofd slingerden, zag niemand de reden voor een scheiding in." Het aandoenlijke van deze geschiedenis is, dat zij ea Henry prachtig geschikt waren geweest om een ander gelukkig te maken. Ze pasten alleen niet bij elkaar! En wanneer twee menschen niet bij elkaar passen, kan geen cermonie ter wereld hen aan elkaar binden. {Zaterdagmorgen. Ik was van plan geweest je dezen brief twee dagen geleden te zenden, maar nog altijd ligt hij hier. Wij hebben weer een van die ellendige nachten gehad, waarin je verkleumd naar je bed gaat om den volgenden morgen gloeiend en afgemat onder een berg dekens in het duister te ontwaken. Toen ik mijn eigen extra dekens weggelegd had en het mij zoo gemakkelijk mogelijk had gemaakt, dacht ik aan onze veertien losjes ingepakte babies in de frische lucht-afdeeling. De zoogenaamde nachtnurse had den heelen nacht door vast geslapen (haar naam staat als eerste op de lijst die eerstdaags geschrapt worden). Ik deed even de rondte en zoodoende kwam ik over mijn slaperigheid heen. Ik heb niet dikwijls zulke nuits blanches, maar als ik ze heb kan ik wereldproblemen oplossen. Is het niet vreemd dat je geest zooveel scherper is als je in het donker wakker ligt? 204 Ik dacht alweer over Helen Brooks na en zag haar heele leven weer langs me heen glijden. Ik begrijp niet waarom haar verhaal me zoo heeft ontroerd. Het is geen geschikt onderwerp voor een verloofd meisje om over te denken. Ik peinsde er maar steeds over, wat er wel zou gebeuren als Gordon en ik, indien we eenmaal getrouwd zouden zijn en elkaar op en top zouden kennen, niet meer van elkaar hielden. De angst maakte zich van mij meester en ik had het wel uit kunnen schreeuwen. Maar ik trouw hem toch alleen omdat ik van hem houd — ik ben niet bijzonder eerzuchtig en noch zijn positie, noch zijn geld heeft me ooit in het minst aantrekkelijk geleken. En zeker doe ik het ook niet om een werkkring te hebben, want juist om dit huwelijk moet ik het werk opgeven, waarvan ik zooveel ben gaan houden. Want ik hou werkelijk veel van mijn werk hier. Ik denk er steeds maar over na, wat ik wel voor de toekomst van onze kinderen kan doen en dan i voel ik, dat ik voor het welzijn en voor de maatschappelijke verbetering van de menschen werk. Wat ook later mijn leven zijn zal, toch weet ik zeker, dat ik des te sterker in de branding zal staan nadat ik hier zoo'n rijke ervaring heb opgedaan — want het gestichtsleven, dat zoo midden in het groote leven staat, is een werkelijke bron van rijke ervaringen. Ik leer hier eiken dag weer zooveel nieuwe dingen, dat ik vol verwondering eiken Zaterdag naar de onwetende Sallie van den vorigen Zaterdag terugdenk. Zie je, ik ontdek een vreemde eigenschap in mijn karakter: ik heb het land aan veranderingen. Ik houd er «iet van mijn leven nu weer zoo heel anders in te richten. Vroeger was ik dol op vulkanische uitbarstingen, maar nu zou ik wel steeds op een bergplateau willen leven. Ik voel me hier absoluut op mijn plaats. Mijn lessenaar en mijn zitkamer zijn juist voor mij geschikt en o, ik heb zoo het land aan de veranderingen, die het volgend jaar met zich zal meebrengen! Geloof nu alsjeblieft niet, dat I ik niet zooveel van Gordon houd als een aanstaand echtgenoot aan liefde toekomt. Het ligt hem niet in het feit 205 dat ik te weinig van hem houd maar alleen daarin, dat ik te veel van de kinderen houd! Ik ontmoette juist een paar dagen geleden onzen toezicht houdenden geneesheer. Hij kwam net uit de kinderkamer; Allegra is het eenige persoontje aan wie hij wat meer attentie wijdt. Hij bleef in het voorbijgaan staan om een oeieerae opmerking over net plotseling veranderde weer te maken en verzocht mij zijn groeten aan Mevrouw Pendleton te doen, als ik haar weer eens schreef. Dit is een afschuwelijke brief met geen enkel feit dat je zal interesseeren. Maar ons eenvoudig vondelingenge» stichtje is ook erg ver weg Van de sinaasappelboomen en palmen en hagedissen en tarantula's, waarvan jij nu geniet. Zorg maar dat je een prettigen tijd in het Zuiden doorbrengt en vergeet het John Grier Home niet. Sallie. .... 11 December. Lieve Judy. Je brief uit Jamaica heb ik ontvangen en ik ben blij, dat Judy Junior veel van reizen houdt. Schrijf me elke kleine bijzonderheid van je huis en stuur me wat foto's, zoodat ik zien kan hoe het eruit ziet. Hoe zalig moet het zijn, in je eigen boot op die interessante stroomen te varen! Heb je al je achttien witte japonnen al aan gehad en ben je nu niet blij, dat ik je heb laten wachten met het koopen van een Panama totdat je in Kingstown was? Ons leventje gaat hier op de gewone wijze voort, zonder dat er iets bijzonders gebeurt. Je herinnert je nog zeker wel de kleine Maybelle Fuller? (Het kind van het koormeisje, det de dokter niet uit kan staan). Ik heb haar kunnen onderbrengen. Eerst heb ik mijn best gedaan om die dame te bewegen er Hattie Heaphy voor in de plaats te nemen, je weet wel, dat kleintje van de avondmaalbeker-historie — maar toen ik zag, dat Maybelle's wimpers het spel toch wonnen, deed ik verder geen moeite. Zooals de arme Marie reeds zei, het is de hoofdzaak in het leven om mooi te zijn, al het andere hangt daarvan af. 206 Toen ik de vorige week van mijn kort uitstapje naar New-York terugkeerde, hield ik een korte speech tegen de kinderen en vertelde ik hun, dat Tante Judy op een groot schip naar het zuiden was vertrokken. Het spijt me dat ik je eerlijk moet bekennen, dat de belangstelling van de jongens dadelijk van Tante Judy op het groote schip oversloeg. Hoeveel ton steenkolen verstookte dat dagelijks? En was dat schip zoo groot, dat het wel van het wagenhuis tot aan het Indianenkamp zou reiken? Waren er ook kanonnen aan boord en als een kaper het nu aanviel, zouden ze het dan wel kunnen uithouden? En als de matrozen aan het muiten gingen, mocht de kapitein de lui dan zoo maar neerschieten en werd hij dan niet gevangen genomen als ze landden? Ik moest werkelijk een beroep doen op Sandy's verstand om mijn speech te kunnen beëindigen. Werkelijk, ik geloof, dat zelfs de verstandigste vrouw niet alle vragen kan beantwoorden, die in een dertienjarig jongensbrein opkomen. Het resultaat van de groote belangstelling in schepen was, dat de dokter zeven van de oudste en flinkste jongens uitnoodigde om met hem een dag in New-York door te brengen en daar met eigen oogen een oceaaan-stoomschip te aanschouwen. Ze stonden vanmorgen om vijf uur op en pakten den trein van half acht en hadden den mooisten dag, die alle zeven ooit gehad hebben. Ze bezochten een groote stoomboot, waarvan Sandy den Schotschen machinist kent en werden van het onderste hoekje van het ruim tot aan het topje van het kraaiennest gevoerd. Daarna mochten ze aan boord lunchen en toen dat afgeloopen was, bezochten ze het aquarium en den top van het Singer en namen den ondergrondschen trein, om een uur met de Amerikaansche vogels in hun natuurlijke woonplaatsen door te brengen. Sandy kon ze met groote moeite van den dierentuin wegkrijgen om nog net den trein van 6.15 te pakken. Ze aten in den trein en vroegen met heel veel belangstelling hoeveel dat wel kostte en toen zij hoorden, dat het hetzelfde was of zij veel of weinig aten, haalden zij eens diep adem en gingen toen vastberaden voor hun 207 bord zitten met het kloeke besluit niet toe te laten, dat hun gastheer ook maar voor een halve cent bestolen zou worden. De menschen aan de tafeltjes om hen heen staakten het eten om er van mee te kunnen genieten. Een reiziger vroeg aan onzen dokter of het een kostschool was, die hij mee op reis nam; daaruit kun je opmaken hoe de menschen over de manieren en het doen van onzen jongens oordeelen. Ik wil niet opsnijden* maar niemand zal toch ooit zulk een vraag hebben gesteld als het de kinderen van Juffrouw Lippett betrof. Komen die kinderen uit een opvoedingsgesticht, zou de natuurlijke vraag geweest zijn, als ze die kinderen aan tafel hadden gezien. Mijn kleine bende kwam hier om tien uur 's avonds doodelijk-vermoeid aan, met zeer opgewonden verwarde verhalen over reciproceerend samengestelde machines en waterdichte beschotten, dolfijnen, sky-skrapers en paradijsvogels. Ik was bang dat ik er hen nooit onder zou krijgen! O, ze hebben zoo'n heerlijken dag gehad! Ik wou, dat ik hun meer zulke afleidingen kon bezorgen. Het geeft hun een beteren kijk op het leven en doet hen meer op normale kinderen gelijken. Vindt je het niet aardig van Sandy, dat hij zoo goed voor hen was? Maar je hadt dien man moeten zien toen ik hem wilde bedanken! Midden in een zin gaf hij ongeduldig te kennen, dat hij er niets van wilde weten en vroeg brommerig aan Miss Snaith, of zij niet een beetje zuiniger met de carbol kon omgaan. Het huis rook als een hospitaal! Ik moet je* ook vertellen, dat Punch weer bij ons teruggekeerd is met absoluut verbeterde manieren. Ik kijk nu naar een familie voor hem uit, die hem kan aannemen. Eigenlijk had ik gehoopt, dat die twee lieve, oude dames hem voor goed bij zich zouden houden, maar ze wilden weer op reis gaan en vinden, dat hij daarbij haar vrijheid te veel zou belemmeren. Ik sluit hierbij een schets met kleurkrijt in van je stoomboot, welke Punch me zoojuist gaf. Er heerscht bij mij wel eenigen twijfel welke richting dit schip uitgaat. Het lijkt wel alsof het achteruit vaart en in Brooklyn terecht 208 zal komen Daar ik geen blauw potlood had, moest onze vlag de Italiaansche kleuren aannemen De drie poppetjes op de brug zijn jij en Jervis en de baby. Het doet me leed te conSateeren, dat J Me kind m zijn nek beet hebt alsof het een katje s Op die manier behandelen wij in het John Grier onze babies niet lieve dame! Let er alsjeblieft ook op, dat de S jervis niet te kort heeft gedaan, wat zijn lange beenen betreft Toen ,k Punch vroeg, waar de kapitlin was gebleven zei hii. dat Hïe in h*t . . te trnnVnD „ ü , "C"ë W3S K0Ien °P «et VUUr te gooien. Punch was verbazend onder den indruk toen h j vernam, dat e boot 300 waggonladingen per daVver ifd h"atllUr,iik VKerm°edt h«' dat anf ma'n daagrv00; WOF! wSF|amer bCZig m°et Ziin- flu^XJtAdat ik aan iou schreef> waarop Wij beiden groeten je heel hartelijk. I John Q„er Home- „ Steeds je Sallie. 209 John Grier Home. Zaterdag. Beste vijand, U was gisteren avond zoo vreeset ijk kortaf, toen ik probeerde ] u te bedanken voor dien heerlijken dag welken u mijn jongens hebt bereid, dat ik geen gelegenheid had u maar half te zeggen hoe ik uwe vriendelijkheid op prijs stel. Wat ter wereld is er toch aan de hand, meneer Sandy! U was toch zoo'n aardige verdraagzame man bij wijlen, maar in deze laatste drie, vier maanden herken ik u niet meer. U bent alleen aardig tegen anderen maar nooit tegen mij.' Wij hebben van het eerste oogenblik af aan een lange reeks van misverstanden en tegenstribbelingen met elkaar gehad, maar eiken keer weer ontdekten we, dat we elkaar daarna veel beter begrepen dan vroeger, tot ik eindelijk dacht dat onze vriendschap zich op vasten grondslag baseerde, die zelfs misstanden van ernstigen aard kon weerstaan. En toen brak die ongelukkige avond aan in Juni, toen u die dwaze onbeleefdheid van mij te hooren kreeg, die ik niet in het minst meende. -En van toen af aan verdween u uit mijn kring. Heusch, ik voelde mij er erg ellendig over en had er behoefte aan U om vergiffenis te vragen, maar uw houding lokte niet bepaald tot vertrouwelijkheid uiU Ik kan mij zelf niet vrijpleiten of een verklaring geven, daarvoor heb ik geen gegronde reden. Maar u weet toch wel hoe dwaas en dol ik soms ben, zoodat de meesten mij , voor oppervlakkig en lichtzinnig verslijten, terwijl ik iifl werkelijkheid toch ernstig ben. De Pendletons weten dat j al heel lang, anders hadden zij mij niet hierheen gestuuraj en ik heb van harte getracht mijn taak zoo goed mogelijffl te vervullen, ten deele omdat ik hen niet in hun verwach' tingen wilde teleurstellen en ten deele omdat ik werkelijk! met die arme kinderen ging meevoelen en er voor wildij zorgen, dat zij ook hun portie van het geluk zouden kennen» Maar hoofdzakelijk (en dat weet ik nu absoluut zeker)! omdat ik u wilde bewijzen dat uw eerste indruk over mijn absoluut verkeerd was. 210 Kom, vergeet die onzalige vijftien minuten bij de deur en roep daarvoor de vijftien lange uren wakker, die ik met de Kallikak-famillie doorbracht. Ik zou graag willen dat we weer vrienden werden zooals vroeger. c ... D ., 6 Sallie McBride. John Grier Home. Geachte vijand, ZondaSIk ontving uw visitekaartje met een elfwoordig antwoord ep den achterkant ervan. Het spijt me dat ik u heb lastig gevallen. Dat was geenszins mijn bedoeling. Het is mij inderdaad totaal onverschillig wat u denkt en hoe u zich tegenover mij gedraagt. Weest u gerust net zoo ^onbeleefd, als u verkiest te zijn. s>McR Lieve Judy, 14 December. Och, wees zoo goed en beplak je brieven van binnen en van buiten met zooveel mogelijk postzegels. Er bevinden zich onder mijn familie een dertig verzamelaarsl Sedert je op reis bent, staat hier eiken dag tegen posttijd een groepje jongens aan het hek, loerend op een brief met buitenlandsch zegel, en wanneer zij een brief voor mij te pakken hebben, rennen zij ermee naar me toe. Zeg ook Jervis dat hij ons nog wat meer van die purperen pijnboomtakken uit Honduras moet sturen en ook een paar groene papagaaien uit Guatemala. Daarvan kan ik massa's gebruiken! Is het niet heerlijk, dat die kleine lustelooze wezentjes nu zooveel belangstelling in'alles toonen! Mijn kinderen gaan nu bijna op echte kinderen lijken. Slaapkamer B. heeft gisternacht een kussengevecht op touw gezet uit eigen initiatief en hoewel het eigenlijk een beetje lastig was met het oog op mijn schaarschen linnenvoorraad, heb Ik toch meegedaan en zelf kussens naar hen toe gegooid. 211 En verleden zaterdag hebben die'twee avontuurlijke vrienden van Percy den heelen middag met onze jongens gespeeld. Ze hebben hen in drie groepen verdeeld en elke man nam de leiding op zich van een Indianenkamp en bracht met zijn getrouwen den middag door in een wanhopigen strijd I \ ^ , J op leven en dood, met een prijs voor het overwinnend kamp. Ze brachten dien prijs zelfs met zich mee: een wreedaardig gezicht van een Indianenopperhoofd op leer geschilderd. Een vreeselijke wansmaak, maar de mannen vonden het aardig, dus heb ik het ook met groote bewoordingen bewonderd. 212 Toen het gevecht afgeloopen was, heb ik hen met ' warme chocolademelk en koekjes verkwikt en ik geloof werkelijk, dat de grooten even hard als de kinderen hebben genoten. In elk geval hadden ze er meer plezier van dan ik want ik kon mijn vrouwelijke angst gedurende het gevecht maar nie meester worden en was telkens bang dat er hier of daar door te groote wildheid een ongeluk zou gebeuren. Maar aan den anderen kant weet ik ook heel goed, dat 24 dapperen niet aan Moeders rokken zullen blijven hangen en ik heb werkelijk nog nooit iemand gezien, die aardiger met mijn jongens heeft gespeeld dan die drie heeren. Wat ik nu weer het liefste zou willen is, dat een stuk of acht lieve fijngevoelige jonge vrouwen op een avond in de week geregeld hier zouden komen en, voor het vuur gezeten, sprookjes zouden vertellen aan onze kinderen terwijl die boonen afhaalden of erwtjes zouden doppen , of iets anders doen. Ik zou zoo graag willen dat mijn pleintjes ieder op hun beurt eens flink vertroeteld werden , Zie je Judy, ik kan jouw jeugd niet vergeten en ik tracht nu de leegte in het leven van die kindertjes zooveel mogelijk aan te vullen. De regentendag van verleden Woensdag verliep prachtig De nieuwe dames zijn erg lief en alleen maar de aardige heeren verschenen. b Ik kan je het prettig nieuws berichten, dat de WelEd Uestr. Heer Wijkoff op bezoek bij zijn getrouwde dochter in bcranton is en ik hoop maar, dat ze haar vader uitnoodigt voor goed zijn tenten bij haar op te slaan. Woensdag. Mijn verhouding tot den dokter is meer dan ergerlijk en werkelijk, daartoe bestaat geen enkelenden. Hij gaat zijn gang in zijn droge, afgezonderde leefwijze zonder ook mauTu mmst aandacht aan iemand of iets te wijden Ik ben gedurende deze laatste maanden meer verwaarloosd geworden dan in mijn heele vroegere leven ooit 213 het geval was en ik spits me erop om wraak te kunnen nemen. Ik breng al mijn vrijen tijd daarmede door, dat ik in mijn fantasie situaties in het leven roep, waarbij hij vreeselijk gewond wordt en mijn hulp absoluut noodig heeft, terwijl ik met de grootste boosaardigheid mijn schouders onverschillig ophaal en me van hem afwend. Werkelijk, je zou het vroolijke onbezorgde en vriendelijke persoontje dat ik vroeger was, niet meer in die oude, kwaadaardige heks herkennen. 's Avonds. Geloof je werkelijk dat ik een autoriteit ben, wat de zorgen voor door liefdadigheid gesteunde kinderen betreft? Morgen gaan ik en andere autoriteiten een officieel bezoek afleggen bij het „Hebrew Sheltering Guardian Society's Orphan Asylum" te Pleasantville. (Wat een naam)! Het is van hieruit een zeer omslachtige en langdurige reis, waarbij opstaan voor dag en dauw, het gebruik van twee treinen en een auto is vereischt, maar als je werkelijk een autoriteit bent, moet je ook daarnaar leven. Ik vind het prettig andereinrichtingen tezien en zooveel mogelijkplannentegenoveronze vernieuwingsplannen van het volgend jaar te steil en. En dit gesticht te Pleasantville moet zeer goed gebouwd zijn. Na veel overpeinzingen moet ik eerlijk bekennen, dat het heel verstandig was, dat we de verbouwing tot den volgenden zomer hebben uitgesteld. Natuurlijk was ik teleurgesteld omdat ik nu niet meer het middelpunt van de algemeene afbraak kan zijn en ik houd er zooveel van, zoo'n middelpunt van afbrekingen te zijn! Maar misschien wil je toch mijn raadgevingen aanvaarden hoewel ik dan niet langer het officieële hoofd zal zijn. De twee verbouwingen, waartoe we dit jaar zijn overgegaan, zijn prachtig en voldoen volkomen aan de gestelde eischeh. Ons nieuwe waschhuis wordt hoe langer hoe beter en bevrijdt ons van die vreeselijke lucht, die zoo eigen is aan gestichten. En het huisje van onzen tuinbaas zal waarschijnlijk de volgende week klaar komen. Het eenige wat daar nu nog aan ontbreekt, is een kwast verf en een paar deurknoppen. 214 Maar och lieve deugd, daar wacht ons een teleurstelling, want Jufirouw Turnfelt heeft ondanks haar gezellige dikte en zonnige lach er het land aan, dat kinderen om haar heen rumoeren. Ze maken haar zenuwachtig. En Turnfelt zelf, hoewel een uitstekend tuinier, is geestelijk niet zoo ontwikkeld als ik wel gehoopt had. Toen hij pas hier kwam' stelde ik de bibliotheek tot zijn beschikking. Hij begon met het gedeelte het dichst bij de deur, hetwelk 37 deelen van Pansy's werken bevat. Toen hij vier maanden over Pansy had gedaan, dacht ik, dat een verandering geen kwaad kon en stuurde ik hem „Huckleberry Finn", maar hoofdschuddend bracht hij dat boek na een paar dagen terug en beweerde, dat na Pansy elk ander boek hem saai toeleek. Ik ben bang dat ik iemand noodig zal hebben die een beetje meer naar afwisseling haakt, maar in elk geval in Turnfelt bij Sterry vergeleken nog een echte geleerde. O ja, van Sterry gesproken, dat heer bracht ons een paar dagen geleden een bezoek met de houding van een geslagen hond. Het schijnt dat de rijke heer in de stad, wiens landgoed hij heeft beheerd, hem niet langer gebruiken kan en Sterry heeft ons nu vriendelijk voorgesteld om hier terug te komen en zelfs toegestaan, dat de kinderen zich met hun tuintjes zouden vermaken als zij dat zoo graag wilden. Ik heb echter voet bij stuk gehouden en zijn aanbod niet geaccepteerd. Vrijdag. Ik kwam gisternacht vol afgunst uit Pleasantville terug. Och mijnheer de President, geef ons hier ook wit gepleisterde cottage woninkjes met Luca della Robbia figuren als versiering aan het front van het huis! Zij hebben daar bijna 700 kinderen, allen van niet al te jeugdige leeftijd. Natuurlijk maakt dat een groot verschil met ons 107 tal, waaronder zooveel babies. Toch gaf de directrice mij een paar heel goede wenken. Ik verdeel nu mijn kuikens in groote en kleine zusjes en broertjes. Elk groote heeft een kleine, waarvoor het moet zorgen en die het moet liefhebben en moet helpen, terwijl het toe moet zien, dat het 215 haar van het kleintje altijd nefjes gekamd is en haar kousen opgetrokken, en zorg moet dragen dat het kind - zijn lessen goed kent. En ook moet het groote het kleine liefkoozen en streelen en zorgen dat het kindje ook zijn aandeel aan kandijklontjes en ander lekkers krijgt. Zoo zorgt b.v. groote zusje Sadie Kate voor kleine zusje Gladiola en dat is natuurlijk heel prettig voor Gladiola maar het is speciaal goed voor de ontwikkeling van Sadie Kate. Ook richt ik bij onze oudere kinderen een bond op voor zelfbeheersching, zooals wij die ook op de Universiteit vormden. Dat zal hen helpen als ze hun weg in het leven moeten zoeken en hun eigen heer en meester zijn. Het lijkt me vreeselijk om die kinderen al met hun zestiende jaar de wijde wereld in te sturen. Vijf van hen zijn zoover, maar ik kan het toch niet over mij verkrijgen. Ik herinner me mijzelf op dien leeftijd. Ik was nog zoo'n onwetend luchthartig jong ding en wie weet, wat er van mij terecht zou zijn gekomen als ik dan al voor mezelf had moeten zorgen Ik moet je nu verlaten want ik heb nog een flinken brief aan een jong politicus in Washington te schrijven en dat is zwaar werk. Wat kan ik aan een staatsman schrijven, waarin hij belang stelt. Ik kan niet anders dan over babies en nog eens babies berichten en hem zou het niets kunnen schelen als alle babies van de wereld- upperviaKie piotseung weggevaagd werden Of neen Hq* is niet waar. ik ben bang dat ik hem verloochen. Babies, tenminste jongens-babies, groeien op tot kiezers! Dag! Sallie. Lieve Judy, Als je vandaag een gezellige brief van me verwacht, Iaat die hoop dan maar dadelijk varen. Het is hier vreeselijk ellendig mistig en druilerig weer met veel regen en natte sneeuw en akelige natte kou. Dan heb jij in het mooie Jamaica met zijn zonneschijn en oranjebloesem, het toch vrij wat beter dan ik hier. Er heerscht hier kinkhoest en de menschen kunnen ons 216 'zelfs in den trein, hier twee mijlen ver weg, hooren hoesten. Hoe we er aan zijn gekomen, weten we niet. Dat is een ;van de genoegens van het gestichtsleven! Onze keukenmeid is er stiekum vandoor gegaan. Ik begrijp niet hoe ze haar koffer heeft weggekregen, maar weg is die! En het keukenvuur schijnt haar vergezeld te hebben — alle pijpen zijn bevroren en nu zijn de loodgieters hier aan het werk en hebben den keukenvloer opgebroken. Een van onze paarden heeft de spat en het mooist van alles: onze arme, lieve Percy is zoo down, zoo down, zoo down! Wij hebben drie dagen lang geen rustig oogenblik gehad omdat wij bang waren, dat hij zelfmoord zou plegen. Dat juffertje in Detroit (ik zag wel dadelijk, dat het een harteloos, oppervlakkig vlindertje was) is, zonder zelfs de moeite te nemen hem zijn ring terug te zenden, er van doorgegaan en heeft zich verkocht aan een man, die behalve haar echtgenoot nog de gelukkige bezitter van een jacht en een stuk of wat auto's is. Het is het beste, wat Percy ooit had kunnen overkomen, maar bet zal nog wel heel lang duren eer hij zelf tot dit inzicht komt. Onze 24 Indianen zijn weer bij ons in huis. Het speet me dat ik- hen moest binnenroepen, maar de tenten zijn werkelijk niet geschikt om er in te overwinteren en ik kan hen hier ook heel goed huisvesten, want de groote, ijzeren waranda, die op Jervis' raad met glas is overdekt, biedt een prachtigeslaapplaats. En ookhetdeel, hetwelk voorde zonnebaadjes van onze kleintjes dient, is een prachtige aanvulling yan de nursery. Wij kunnen onze kleintjes zien groeien onder den extra toevoer van zonneschijn en frissche lucht! Met den terugkeer der Indianen in de geciviliseerde maatschappij eindigt Percy's werkkring hier. Ik dacht dat hij weldra zijn intrek in een hotel zou nemen maar hij gevoelt niet de minste lust om te verhuizen. Hij is aan de jongens gewend geraakt, zegt hij en hij zou ze erg missen als hij hen niet meer dagelijks zag. Ik denk dat hij in werkelijkheid zich zóó ellendig voelt door zijn verbroken verloving, dat hij bang is voor de eenzaamheid. Hij heeft iemand noodig die elk vrij oogenblik bii hem kan ziin en God weet hne rlnlhlii wü 7iin Hat u„*i ham 217 nog een tijdje hier kunnen houden. Hij gaat zoo prachtig met onze aankomende jongens om en ze hebben behoefte aan den invloed van een man, maar wat ter wereld moeten wij met hem beginnen? Zooals jij ook verleden zomer ontdekte, bevat dit ontzagwekkend kasteel geen overvloedige logeerkamers. Hij heeit het zich tenslotte in het laboratorium van den dokter gemakkelijk gemaakt en de geneesmiddelen zijn zoo lang naar een kleine kamer bij de hal verhuisd. Hij en de dokter hebben het zoo met elkaar afgesproken en als zij beiden niet tegen wat ongemak opzien, vind ik het ook goed. Ik kijk daar juist op den kalender en zie dat het nog maar een week voor Kerstmis is. Hoe kunnen wij al onze plannen in die ééne week ten uitvoer brengenl De kinderen geven elkaar cadeautjes en wel een duizend geheimpjes werden in mijn oor gefluisterd. Gisternacht heeft het gesneeuwd. De jongens zijn 's morgens in het bosch geweest, waar ze klimop hebben geplukt en dennengroen, wat ze op sleden hierheen hebben gebracht. Twintig meisjes zijn nu eiken middag in het waschhuis bezig met het binden van groen voor het ver¬ week zullen kunnen wasschen. We waren eigenlijk van pian geweest om aen rverstooom ais een verrassing achter te houden, maar wel vijftig kinderen hebben een kijkje door het raam van het waschhuis genomen en ik vrees, dat zij het aan wel vijftig anderen oververteld zullen hebben. Op je verzoek hebben we de Sinterklaasmythe onder de kinderen verbreid maar mijn verhaal vindt niet veel geloovige toehoorders. „Waarom is hij dan vroeger nooit gekomen?", was Sadie Kate's sceptische vraag. In elk geval verschijnt St. Nicolaas dus dit jaar bij den Kerstboom. Uit beleefdheid verzocht ik den dokter om hiervoor te spelen en daar ik er haast zeker van was, dat hij zou weigeren, had ik Percy gevraagd in geval van nood ervoor op te treden. Maar je kunt nooit weten hoe een Schot handelen zal. Sandy nam het zeer vriendelijk aan, wat ik rercy meegeaeem neb. 218 Dinsdag. Is het niet eigenaardig dat sommige menschen er maar ©p los praten en net zeggen, wat hun in hun dom brein te binnen schiet. Ze schijnen er absoluut geen conversatie op na te houden — het eenige, waarover ze kunnen spreken, is over het weer en over schandaaltjes. Dat is alles a propos van een bezoek dat ik vandaag ontving. Een vrouw kwam hier het kind van haar zuster brengen om het schaapje hier te houden totdat de moeder hersteld is, hoewel ik uit hetgeen zij mij zei, moet opmaken, dat daar bitter weinig kans op bestaat. In elk geval echter waren alle voorbereidingen reeds genomen en had de vrouw slechts het meisje af te leveren en zelf te vertrekken. Maar daar zij nog een paar uur op haar trein moest wachten, gaf zij te kennen dat zij het gesticht graag zou zien. Ik liet haar dus de kamer van het kleinje zien en het kribje, waarin kleine Lilly voortaan zal slapen en onze gele eetzaal met zijn fries van konijntjes, zoodat zij zooveel mogelijk vriendelijke indrukken met zich mee kon nemen naar de arme moeder. Daar zij vermoeid scheen, noodigde ik haar uit, in mijn zitkamer een kopje thee te drinken. Dr. MacRae, die er ook juist was en verbazend hongering scheen te zijn (wat thans uiterst zelden het geval is — hij stemt er nu maar twee keer maanueiijKs in iue ecu k. * wert afleen ziek en h j kwam terug en zei, dat hij haar dood zon ranselen als ze ooit weer den moed had zoo'n Se uit e halen. En hieruit maakt zij de gevolgtrekk.nl dit h toch nog wel iets voor haar moet voelen gïreKKIn& dat hl' h» V**- 3iieS dreunde ze achter elkaar op, terwijl ze in haar kopje thee roerde. v '«wiji ze in „Jld»,Cht-,e^ over na' wat ik zou kunnen zeggen maar werkelijk, ,k kon geen woorden vinden. Maar fand'v was bij die gelegenheid weer een echt flink man H S haar prachtig toe en zoo kalmeerend en stuurde haar daarna geheel opgelucht weer naar huis. ja, onze Sandv kan werkelijk verbazend aardig zijn als hij dat wil" vooïï IfZTt ,di? geen recht °P «em^bberT Ik denk dat dat tot zijn doktorsroeping hoort en het een deel van nizenWern*S'°m de,".geeSt Z00weI als "et Hchaam^e genezen. De meeste lui schijnen die weldadige geestelifke rust noodig te hebben. Mijn bezoekster leek mH nnt in zoo'n rustbehoevenden staat te verkeerem Ik denk ertër na, wat ik wel.zou doen als ik met iemand getrouwd waS die my voor zoo'n gomkauwend meisie in a?1ZIl^ tnu.s kwam om alles stuk te smijten. Naar de toónee stukken van dezen winter te oordelen ic\faf iZT^ll ■ cue cc Kan tïvaru-nman _ -.„!£„• j- . ... - --—» ... ; -—w*« — icn&in ae oeste krmgen Ie behoort rfpn H»mai . hebt. Er gaat zoo iets ^an he7ÜT Hot 1 an&T 1 ee dïï te meer kom k tni h» «èM^cu ,a"sCI leei, aes r Jc *",lCT ae waarheid komen! De mannen kunnen rwer het algemeen zoo handig van zich af prS ! ' Good-dy! Prettige Kerstdagen, jervis en twee Judies! S. McB. John Grier Home Lieve Judy, 29 December. Sady Kate heeft er de heele week mee zoek gebracht, om een Kerstmis-epistel aan jou op te stellen en ik heb er niets meer aan toe te voegen. O, we hebben zoo'n ^beerlijken tijd hier gehad! Behalve alle cadeaux en spelen [en lekkere dingen om te eten, hebben we hier boerendansen uitgevoerd en wedstrijden op schaatsen gehouden en carafmels gemaakt. Ik weet niet of deze vertroetelde vondelingetjes ooit weer in normale kinderen zullen veranderen. Hartelijk dank voor je zes cadeaux. Ik ben met alle zes erg in mijn schik, vooral met het portretje van Judy Junior; >dat ééne tandje, dat ze met zooveel trots toont, geeft bepaald iets intelligents aan haar snuitje. \ Je zult het ook wel prettig vinden, dat ik Hattie Heaphy bij een domineesfamilie heb kunnen plaatsen. Het zijn verbazend lieve menschen. Ze hebben zelfs niet met hun oogen geknipt toen ik hun het verhaal van den avondmaalsbeker deed. Ze hebben het kind als Kerstcadeau ban elkaar gegeven en ze dribbelde toch zoo gelukkig weg aan de band van haar nieuwen vader! I Ik zal je niets meer schrijven want vijftig kinderen zenden |e nog bedankbriefjes en de arme Tante Judy zal onder haar mail begraven worden als de hnnt Heze kppr aantmni Veel liefs aan alle Pendletons. g ^ o P. S. Singapore zend veel hartelijke groeten aan Togo. Het spijt hem dat hij je hond indertijd in zijn oor heeft gebeten. John Grier Home, 30 December. O, Gordon, beste iongen. ik heb toch zoo'n vreeseliik boek gelezen! Ik probeerde laatst Fransch te spreken en jdaar het niet al te best van stapel liep, begreep ik, dat mijn taalstudie wel eens mocht opfrisschen als ik er 221 niet heelemaal uit wilde raken. Onze Schotsche dokter heeft gelukkig zijn opvoedingsplannen bij mij gestaakt, dus heb ik nog wat vrijen tijd hiervoor. Het een of ander ongelukkig toeval liet mij naar „Numa Roumestan" van Daudet grijpen, maar dat is een slecht boek voor een jong meisje, dat met een staatsman verloofd is. Lees het eens, mijn lieve Gordon, en tracht er dan vooral tegen te waken, dat je karakter op dat van Numa gaat lijken. Het is de geschiedenis van een staatsman, die onrustbarend betooverend is (net als jij) en door iedereen bemind wordt, dié hem slechts kent (ook weer evenals jij). Hij heeft een zeer innemende wijze van spreken en steekt prachtige speeches af (ook weer net als jij). Iedereen ligt aan zijn voeten en zegt tegen zijn vrouw: „Wat moet U, die dezen prachtmensch zoo intiem kent, toch een heerlijk leven hebben". Maar hij was niet zoo lief als hij' bij haar thuis kwam, alleen maar wanneer hij een zaal vol toehoorders voor zich had met daverend applaus. Met eiken kennis zou hij een glas wijn drinken en vroolijk zijn en vertrouwelijke mededeelingen doen, maar als hij daarna thuis kwam, was hij brommerig. „Joie de rue, douleur de maison," is de strekking van het boek. Ik heb tot gisterennacht twaalf uur aan éèn stuk doorgelezen en werkelijk, het boek hield me wakker. Ik weet, dat je er boos om zult zijn, maar heusch, lieve Gordon, er is] te veel waarheid in, om mij niet te ontroeren. Ik wilde niet] meer over het ongelukkige incident op 20 Augustus spreken (we hebben het toen voor goed afgehandeld) maar je ween heel goed, dat jij iemand noodig hebt, die over je waakt, en ik vind dal geen prettige gedachte. Ik wil het gevoel] hebben, dat ik absoluut veilig ben en ook gerust kan zijn] bij den man, met wien ik trouw. Ik zou nooit in eenl voortdurend stadium van angst kunnen verkeeren en me oneerust-moeten maken totdat ie thuis kwam. Lees „Numa eens, en dan zal je het vrouwenstandpuntj aat ik nieroij inneem, neel goed begrijpen. Ik ben in geen] enkel opzicht geduldig of zacht of met een kwijnende verdraagzame natuur toegerust en ik ben een beetje bang voor wat ik ooen zon, ais in mijn leven iets dergelijks zou 222 gebeuren. Mijn hart moet absoluut kalm zijn als het goed wil werken en o, Gordon, ik hoop zoo, dat ons huwelijk een mooi huwelijk zal zijn. Vergeef het me, dat ik zoo schrijf. Ik meen er niet mee dat ik werkelijk geloof, dat je een vreugde op straat en een last in huis zult zijn. Het komt alleen doordat ik gisternacht geen oog heb toegedaan en me nu zoo gedrukt voel. Laat het nieuwe jaar vreugde en geluk en heerlijke rust over ons beiden brengen. je Sallie. 1 Januari. Lieve Judy. Er is iets verbazend vreemds gebeurd en nog weet ik niet of het werkelijkheid is of dat het slechts een droombeeld was. Ik zal je alles van A tot Z vertellen, maar ik geloof dat het het beste is, als je dezen brief daarna verbrandt. Hij is niet bepaald voor Jervis' oogen bestemd. Herinner je je het geval van Thomas Kehoe, dien we in Juni hebben uitbesteed? Hij ging gebukt onder den last van uit aan den drank verslaafde ouders voort te spruiten, wat weer op erfelijke belasting aan weerzijden berustte, en toen hij nog een baby was, schijnt hij met bier inplaats van met melk gevoed te zijn. Hij kwam hier met zijn negende jaar en uit het zwarte register zien we, dat hij gedurende zijn verblijf hier al twee maal dronken was, één keer door bier. dat hij van werklui had gestolen en een andere keer (en toen heel erg) door het drinken van brandspiritus. Je ziet dus dat het kind onder bezwarende omstandigheden werd uitbesteed, maar wij waarschuwden de familie (vlijtige, nette boerenmenschen) van te voren en hoopten er het beste van. Gisteren telegrafeerde dat gezin ons, dat zij hem niet langer konden houden en vroegen mij of ik zoo goed wilde zijn hem van den zesuurtrein te halen. Turnfelt ging naar het station, maar daar was geen Thomas te bekennen. Ik stuurde nog dienzelfden avond een telegram 223 weg, waarin ik hun vertelde, dat de jongen niet was aangekomen en om nadere bijzonderheden verzocht Gisternacht bleef ik wat langer dan gewoonlijk op om mijn lessenaar op te ruimen en ook om met heldere gedachten het nieuwe jaar in te gaan. Tegen twaalf uur merkte ik, dat het al laat geworden was en dat ik erg moe was. Juist was ik van plan naar bed te gaan toen ik door een geklop op de buitendeur schrok. Ik stak mijn hoofd uit het raam en vroeg wie daar was. ..Tommy Kthoe antwoordde een heel onvaste stem. -Ik vloog naar beneden en opende de deur, en die jongen, zestien jaar oud, strompelde naar binnen — stomdronken! Gelukkig was Percv ni(>t ver wotr ir\r\Ai* .1- hem kon roepen. Ik wekte hem en samen sleepten wij lhomas naar onze logeerkamer, de eenige afgezonderde plaats van ons gebouw. Daarna telefoneerde ik om den dokter, die, naar ik vrees, een erg vermoeienden dag achter zich had. Hij kwam terstond en wij hadden met ons drieën een afschuwelijke nacht. Naderhand bleek dat de jongen met zijn bagage een flesch haarwater had meegenomen, die aan zijn vroegeren baas toebehoorde Dat goed bestond voor de helft uit alcohol en hiermee had lhomas zich gedurende zijn reis verkwikt. Hij verkeerde in zulk een toestand, dat ik vreesde dat wij hem niet meer zouden kunnen redden — vreesde neen dat hoopte ik zelfs. Als ik een geneesheer was, zou ik in zulke gevallen, in het belang van het komende geslacht met trachten redding aan te brengen. Maar je hadt Sandr PMS mnatan Tian u».i.a. I r\_i . ' ...„v.»... nciAciii uai vreeseujKe instinct dat nier een leven te redden viel, was bij hem ontwaakt en hij vocht met alle kracht en energie die hem eigen is. Ik zette sterke koffie en hielp zooveel ik kon en liet daarna de twee mannen met den ioneen achter Ilr oina naar mijn Kamer, maar kon er niet toe overgaan naar bed te gaan, daar ik bang was dat ze me misschien toch nog noodig konden bebben. Tegen vier uur kwam Sandy in mijn zitkamer met de tijding, dat de jongen in slaap was gevallen en dat Percy naar bed was gegaan. Die arme Sandy zag er bleek en vervallen uit en was dood op; toen ik hem aankeek, dacht ik er aan, hoe wanhopig [hij werkt om anderen het leven te redden, terwijl hij Kichzelf nooit spaart en ik zag dat ellendig huis van hem voor mij, waarin nooit eenige vroolijkheid doordringt en de vreeselijke tragedie, die zijn geheele leven beheerscht, drong zich met geweld aan mij op. Alle beleedigde ge|voelens, die ik zoo langen tijd had gekoesterd, verdwenen plotseling. Ik voelde een groote sympathie voor hem en ik strekte mijn hand naar hem uit. Hij reikte mij de zijne en plots — ik weet nog niet hoe — ging er een electrische schok door ons heen. Het volgend oogenblik lagen wij in eikaars armen. Hij liet mijn hand los en legde mij kalm neer in een grooten armstoel. „Mijn God, Sallie, begrijp pe niet dat ik ook van vleesch en bloed ben?" zei hij en ging de kamer uit. Ik viel in den stoel in slaap en toen vanmorgen de zon in mijn gezicht scheen, werd ik wakker en zag Jane over mij gebukt, vol verbazing op mij neerziende. Vanmorgen om elf uur kwam hij weer hier, keek mij, zonder ook maar in het minst met zijn oogen te knippen, koeltjes aan en zeide mij, dat Thomas elke twee uur wat warme melk moest hebben en dat ook de stippen in Maggie Peters' keel nagegaan moesten worden. I Nu zijn wij weer bij het oude standpunt en alleen de |ierinnering aan dat ééne minuutje in dien ellendigen nacht is mij gebleven. Maar het zou toch wel pikant zijn geweest, vind je ook piet, als Sandy en ik zouden ontdekken dat we op elkaar verliefd waren geworden, terwijl hij met een teeder beminde vrouw in een krankzinnigengesticht en ik met een woedenden verloofde in Washington zit. Misschien is het wel het beste voor mij, dat ik mij dadelijk in het Noodlot schik en kalm een paar maanden lang S. McB's op mijn tafellakens borduur, zooals elk ander fatsoenlijk verloofd meisje zou doen. Ik herhaal nog eens met kracht, dat deze brief niet voor Jervis' oogen bestemd is. Verscheur hem in kleine stukjes en gooi die in de Caraïbische Zee. S. „John Orier Home" 15. -VsO- 'i 223 3 Januari. Lieve Gordon. Je hebt groot gelijk dat je boos bent. Ik weet heel goed, dat ik geen aardige lieve minnebrieven schrijf. Ik heb daarvoor alleen maar de brieven van Elisabeth Barrett en Robert Browning in te zien om te constateeren, dat de warmte van mijn stijl nog veel te wenschen overlaat. Maar je weet reeds en dat al heel lang, dat ik een hevig geëmotioneerd gemoed heb. Ik weet wel dat je verlangt naar zulke zinnetjes als: „Den heelen dag denk ik slechts aan jou ..." „Mijn liefste, ik gevoel me alleen gelukkig als jij bij me bent...", maar dat zou niet bepaald waar zijn. Jij vult niet al mijn gedachten, 107 vondelingetjes doen dat, en ik gevoel me werkelijk heel goed, ook als jij niet hier bent. En ik wil natuurlijk zijn. Je zult toch niet wenschen dat ik je vertel, dat ik me verlaten en eenzaam gevoel als dat niet het geval is. Maar toch vind ik het altijd heerlijk als je hier bent. Je weet dat heel goed en het is een groote teleurstelling voor me als je niet kunt komen. Ik waardeer ten volle al je lieve innemendej karaktertrekken, maar werkelijk, mijn goede jongen, ik kan je geen sentimenteele brieven sturen. Ik denk nog steeds aan die hotelkamermeid, van wie je de brieven op je lessenaar liet slingeren, en nu hoef je me niet dadelijk te] vertellen, dat je die brieven niet op je draagt, wat dat weet ik ook wel beter. Vergeef me als ik je met mijn laatsten brief pijn deed. Sedert ik hier kwam, ben ik erg critisch geworden, wat het onderwerp „drank" betreft. Jij zou net zoo zijn als je gezien hadt, wat ik hier heb gezien. Verschillende van mijn kinderen zijn het treurig resultaat van een paar aanj drank verslaafde ouders en hun leven zal nooit volkomen gelijk worden aan dat van een normaal kind. Ik kan del rijen van onze kinderen niet langs kijken of ik moet aan dat vreeselijk kwaad denken. Ik ben bang, dat je werkelijk gelijk hebt als je zegt,] dat het een truc van een vrouw is om groote woorden] over vergeven te gebruiken en er dan toch nog altijd op] 226 terug te komen. Maar zie je, Gordon, ik weet eigenlijk niet wat het woord vergeving beteekent. Het kan niet gelijk staan met vergeten, want dat is een physiologisch proces èn hangt niet van den wil af. Wij allen hebben een verzameling van gedachten, die wij graag kwijt zouden "willen zijn, maar ongelukkiger wijs verlaten juist die ons niet. Als vergeving beteekent, dat je ergens nooit meer over spreekt, dan zou ik dat wel kunnen, maar het is niet altijd de verstandigste manier om iets onplezierigs te begraven. Het groeit en groeit dan en stroomt als vergif door je bloed en door je gedachten. Ach Gordon, werkelijk, ik wilde je dit allemaaal niet vertellen. Ik wou lief en vriendelijk tegen je zijn, de zorgelooze, soms wat lichtzinnige Sallie, die jij het liefste ziet. Maar ik heb in dit laatste jaar zóóveel realiteit meegemaakt, dat ik werkelijk bang ben, dat ik in een heel ander meisje ben veranderd dan het persoontje, waarop jij verliefd werd. Ik ben niet langer het lichtzinnige wezentje, dat met het leven speelt. Ik weet dat voor mezelf heel zeker en dat beteekent ook, dat ik niet altijd kan lachen en gekheid maken. Ik weet wel dat dit alweer een vreeselijk onhartelijke brief is, even erg als de laatste en misschien nog erger, maar als je eens wist, wat we achter ons hebben: een jongen, zestien jaar oud, erfelijk belast kind van aan drank verslaafde ouders, heeft hij zich bijna vergiftigd door het opdrinken van een flesch haarwater dat voor de helft uit alcohol bestond. Wij hebben drie dagen lang hard geploeterd en ik weet nu, dat hij genoeg hersteld is om het grapje te herhalen als hij daartoe gelegenheid ziet. „It 's a gude warld, but they 're ill that 's in it". Verontschuldig die Schotsche uitlating. Het is een slip of the pen. Verontschuldig alles, wil je? Sallie Lieve Judy, 11 Januari. Ik hoop, dat mijn twee telegrammen je niet al te zeer hebben laten schrikken. Ik had willen wachten om je het 227 nieuws té schrijven zoodat ik je alles duidelijk had kunnen uitleggen, maar aan den anderen kant was ik zoo bang, dat je het intusschen misschien op een andere wijze zou kunnen vernemen. De heele zaak is erg genoeg maar er zijn geen levens bij verloren gegaan en alleen één geval is ernstig. Wij sidderen nog als wij er aan denken hoe* vreeselijk het had kunnen afloopen met meer dan honderd slapende kinderen in dit gebouw, dat voor brand zoo vatbaar is! De nieuwe brandtrap was absoluut niet bruikbaar. De wind blies er net tegen aan en de vlammen speelden ei om heen en wij redden dus alle kinderen door de gangtrappen. Maar ik zal van voren af aan beginnen Het had dien dag aan één stuk door geregend, dank zij een goede Voorzienigheid, en de daken waren doornat. Tegen den avond begon het te vriezen en de regen veranderde in natte sneeuw. Om tien uur, toen ik naar bed ging, bulderde de wind van uit het N. W. en alles wat los was aan ons gebouw, klepperde en ratelde. Om twee uur ongeveer, in den nacht, werd ik wakker, omdat een hel licht in mijn oogen scheen. Ik sprong uit mijn bed en liep naar het venster. Het wagenhuis stond in lichte laaie en een vonkenregen vloog naar onzen Oostelijken gevel. Ik rende naar de badkamer en leunde uit het venster. Daar kon ik zien, dat het dak van de babykamer op een zestal plaatsen al vlam had gevat. O Judy, ik geloof dat mijn hart een ondeelbaar oogenblik met meer klopte! Ik dacht aan die zeventien zuigelingen, die daar onder dat brandende dak rustig, sliepen en ik kon niet meer! Eindelijk had ik genoeg wilskracht om mijn knikkende knieën tot loopen te dwingen en ik rende naar de hall, waar ik in het voorbijgaan mijn autojas greep Iktrommeldeaan de deur van Betsy envanMissMatthews en van Miss Snaith en van Mr. Witherspoon, die echter al door het helle licht gewekt was en bij drie treden tegelijk de trap opholde, worstelend met zijn overjas. „Breng alle kinderen naar de eetzaal, eerst de kleinste" hijgde ik. „Ik zal de brandweer waarschuwen". Hij vloog door naar de derde verdieping terwijl ik naar 228 de telefoon rende en, o, Judy, ik dacht dat ik nooit antwoord zou krijgen, de telefoonjuffrouw sliep als een os! „Het John Grier Home staat in brand.... Waarschuw de brandweer en wek het dorp.... Geef u me 505", zei ik. In een seconde had ik den dokter en o, wat was ik blij toen ik zijn koele kalmeerende stem hoorde! v/a Hnrluron nnnAir, ~™ i uutlclu lc wuiucu. nei jijKt me vreeseujK om eiken dag weer thuis te komen in een huis, waar een MacGurk resideert. O, ik heb zoo het land aan die vrouw! Ze heeft me al vier keer heel beslist verteld, dat de dokter slier» en 1I1CI BCS ) r WPuSfltP Tf» urnrrlan Is inU unM „• i _o -- — —; -...v iv. .,uiu\.n. irv ucu 11CIU HUK Hiel z'en geKregen en ik oen er al toe gekomen, om dat meubel heel beleefd naar den dokter te vragen. Maar nu zal ik morgenmiddag vier uur eens afwachten. Dan mag De üoktzr Kan. U l\Ut- ik een half uur lang bij hem zijn. Hij zelf heeft dit uur met mij afgesproken en als zij mij nu weer wil wijsmaken dat hij slaapt, zal ik haar een vriendelijke duw geven en over haar heen stappen (ze is erg dik en staat niet al te vast op haar beenen) en dan zet ik mijn voet vast op haar buik en zal ik mijn weg kalm vervolgen. Luellen de ex-chauffeur, kamermeisje en tuinier, is nu ook gediplomeerd verpleegster. Ik ben erg benieuwd om te weten hoe hij er in zijn wit schort, met het kapje op, uit zal zien. Zoo juist is de mail gekomen, waaronder een brief van Mevrouw Bretland, die erg blij is met de kinderen- Ze sluit hun eerste foto in; alle drie in een alleraardigst wagentje. Clifford houdt heel trotsch de teugels. Een groom staat bij de poney. Hoe vindt je dat voor drie kinderen uit het John Grier Home? Het is prachtig, als ik aan de toekomst denk, die ze tegemoet gaan, maar toch ook een beetje treurig, als je nagaat, dat die arme vader zich dood gewerkt heeft voor die drie schapen en ze hem nu zoetjes aan vergeten. De Bretlands zullen dit zooveel mogelijk in de hand werken. Ze zijn jaloersch van eiken invloed van buiten en willen niets liever dan dat de kinderen absoluut van hen alleen zijn. Eigenlijk schijnt mij de natuurlijke weg de beste: iedere familie moest zijn eigen kinderen kunnen groot brengen. Vrijdag. Vandaag 'heb ik den dokter gezien en gesproken. Hij geeft een treurigen aanblik en lijkt wel een pakje verbandgoed en windsels. Gelukkig wisten wij bij ons weerzien elk misverstand uit den weg te ruimen. Is het niet wreed als je nagaat, dat twee menschelijke wezens, beiden begaafd met een zeer goede beschaafdheid, het zoo inrichten, dat de [een zich voor den ander verstopt? Ik heb van zijn houding absoluut niets begrepen en hij snapte mij niet. Zou die grimmige terughoudendheid, waarin wij Noordelijke volkeren, ons zoo graag oefenen, wel de juiste zijn? Achteraf beschouwd voel ik nu meer voor de zich in woorden luchtende gevoelens van Zuidelijke volkstammen. Maar Judy, nu moet ik je toch zoo iets droevigs vertellen. Herinner je je nog, dat hij in het voorjaar dat zenuwziekengesticht bezocht en daar tien dagen bleef en ik daarover zulke flauwe grapjes maakte? Hoe heb ik dat ooit kunnen doen! Hij ging daarheen om bij de begrafenis van zijn vrouw tegenwoordig te zijn. Zij stierf daar in het gesticht, Miss MacGurk wist dat al lang en had het best bij haar overig geklets kunnen voegen. Maar dat vertikte zij. Hij vertelde mij veel over haar, op een heel lieve manier. Die arme man heeft jaren en jaren lang veel verdriet geleden en ik vermoed dat haar dood een gezegende verlossing voor hem is. Hij bekende dat hij bij zijn huwelijk wist, dat hij haar eigenlijk niet moest trouwen want hij 251 was op de hoogte van haar ziek zenuwgestel, maar hij hoopte, dat hij, als dokter, haar daar wel overheen zou kunnen helpen en ze was zoo buitengewoon mooi. Hij gaf zijtï stadspraktijk op en vestigde zich voor haar gezondheid buiten. Maar na de geboorte van het kleine meisje werd het hoe langer hoe erger met haar en „hij moest haar wegdoen", zooals Mrs. McGurk zich liefelijk uitdrukte. Het kind is nu zes jaar oud en een allerliefst poppetje om zoo te zien, maar uit zijn woorden kon ik opmaken dat zij absoluut abnormaal is. Er is altijd een zeer bekwame verpleegster bij haar. Denk eens na over al die beslommeringen en die groote smart, die steeds op onzen geduldigen, armen dokter rusten, want geduldig is hij, ondanks het feit, dat hij de meest ongeduldige man ter wereld is! Zeg Jervis dank voor zijn brief. Hij is een lieve man en ik ben blij dat hij vruchten oogst van zijn werk. Wat zal het heerlijk zijn als jullie weer terugkomt op Shadywell en wij samen plannen voor een nieuw John Grier Home maken. Ik heb het gevoel alsof het afgeloopen jaar een leerjaar was en ik nu pas rijp ben om te beginnen We zullen er het aardigste gesticht van maken, dat ooit bestaan heeft. Ik ben zoo dolblij met dat heerlijk vooruitzicht dat ik s morgens zingend den dag begin en geen oogenblik mijn goed humeur verlies. Het Johp Grier Home stuurt zijn hartelijke groeten aan de twee beste vrienden, die het heeft! Addio! Sallie. John Grier Home, Zaterdagmorgen, half zeven. Mijn liefste vijand, „Op een goeden dag, gauw, zal iets heel aardigs gebeuren ...." & & Was je niet verrast toen je vanmorgen wakker werd en je je de heele waarheid herinnerde? Ik wel! Eerst moest 252 ik even tot bezinning komen om te weten, waarom ik toch zoo vroolijk was. Het is nog niet heelemaal licht maar ik ben klaar wakker en zoo blij! En ik verlang er zoo naar om jou te schrijven, mijn lieveling! Ik zal mijn briefje aan het eerste vertrouwbare kindje dat zich Iaat zien, meegeven en je zult het dus tegelijk met je bord havermout in je kamer zien verschijnen. En klokslag van vier uur ben ik weer bij je. Denk je dat Mrs. McGurk er kwaad van zal spreken als ik twee heele uren blijf en geen vondelingetje als chaperonne meebreng? Het was geheel te goeder trouw, mijn Sandy, dat ik je beloofde je hand niet te kussen en evenmin in tranen op je peluw uit te barsten, als ik je te zien kreeg. Ik ben bang dat ik het allebei deed, misschien nog wel erger. In elk geval wist ik niet hoeveel ik wel van je hield, totdat ik daar in je kamer kwam en je in je verband, met verschroeid haar tegen die hoop kussens geleund, zag zitten. O, ik houd zoo van je. En denk eens aan, wat zal ik niet van je gaan houden als je weer heelemaal jezelf bent — nu een derde van jou uit pleisters en windsels bestaat, ben ik al zoo dol op je! Maar, mijn liefste eigen Robin, wat ben je toch een 253 gekke man! Hoe kon ik al die maanden op de gedachte zijn gekomen dat je van me hield, als je zoo allerverschrikkelijkst SCHOTSCH tegen me deed. Heusch je houding wees niet bepaald op verliefdheid 1 O, ik wou dat ik maar een glimpje van de waarheid te weten was gekomen! Het zou ons beiden heel wat hartepijn hebben bespaard. Maar we moeten niet achter ons kijken. Wat hebben we niet een prachtige toekomst voor ons! De twee mooiste dingen in het leven vallen ons ten deel: een huwelijk uit liefde en een werkkring, waarin we met hart en ziel opgaan. Toen ik je gisteren verliet, wandelde ik in een half droomenden toestand naar het gesticht terug. Ik wenschte tot mezelf te komen en te kunnen nadenken, maar inplaats daarvan moest ik met Betsy en Percy en Mrs. Livermore (die ik van te voren voor het diner had uitgenoodigd) eten en vriendelijk kalm bedaard met de kinderen praten. Vrijdagavond is de gezelschapsavond van het gesticht. We hadden nieuwe rollen voor den fonograaf, die. Mrs Livermore ons heeft geschonken, en ik moest kalm blijven zitten en beleefd toeluisteren. En liefste, vind je dat niet toevallig: het laatste stukje was „John Anderson, my joe John". Plotseling merkte ik dat de tranen langs mijn wangen biggelden. Ik moest het vondelingetje dat het dichtst bij mij stond, oppakken en knuffelen met mijn hoofd tegen haar schouder aan, om die domme tranen te verbergen. John Anderson, my joe John, We clamb the hill thegither. And monie a canty day, John, We've had wi' ane anither; New we maun totter down, John, But hand in hand we'Il go, And sleep thegither at the foot, John Anderson, my joe. Zouden wij ook, als wij oud en gebogen en zwak zijn zonder eenig verwijt op de vele dagen, die achter ons 254 liggen en waarin wij samen door het leven zijn gegaan, terugkijken? Het is zoo heerlijk om aan onze toekomst te denken, nietwaar, mijn man? Wij zullen een rijk leven vol inhoud hebben, veel werk en veel vreugde en vol van die kleine onbeteekende en toch lieve dagelijksche avontuurtjes, als wij samen voortgaan. Weet je waarom ik zooveel van de kinderen ging houden? Ze hadden me zoo hard noodig. En dat is de reden — tenminste een van de redenen — waarom ik jouw heb lief gekregen. Je bent een aandoenlijk figuur, mijn liefde, en nuje het jezelf in het leven niet makkelijk en gezellig wilt maken, zal iemand anders daarvoor moeten zorgen. «/„ «...it j i i • • * _-i, .... huis bouwen. Wat denk je van een gele Italiaansche villa? Of hou je meer van rose? Maar in geen geval zal het een groen huis worden en ook krijgt het geen pannendak! En we zullen een dol gezellige huiskamer hebben met een groote open haard en een schouw en gemakkelijke!' stoelen en veel ramen! EN GEEN MCGURK! Ja, die arme, oude ziel! Zal ze niet vreeselijk nijdig zijn en je een allerafschuwelijksten maaltijd bereiden als ze het groote 'nieuws hoort? Maar we zullen het haar nog lang niet vertellen, hè, mijn jongen? En ook niemand, niemand, niemand anders! Het zou te schandalig vlug op mijn verbroken verloving volgen. Ik schreef Judy gisteravond en met groote zelfbeheersching heb ik er zelfs in het minst niet op geduid. Ik word even als jij een echte Schot! Ik heb je eigenlijk niet de heele waarheid bekend, pandy, toen ik zei, dat ik niet had geweten dat ik zooveel van je hield. Ik geloof dat het al tot me doordrong toen de brand uitbrak. Toen jij daar onder dat brandend dak was en wij een half uur lang niet wisten of we je ooit levend weer zouden zien, voelde ik het duidelijk, en, o man, ik kan je niet zeggen, wat een vreeselijk half uur dat was! Het leek me toe, dat ik er mijn heele leven niet overheen zou kunnen komen als je had moeten sterven en de 255 beste vriend, die ik had ontmoet, met zoo'n afschuwelijke aaneenschakeling van misverstanden van me-heen zou moeten gaan. O, het was een marteling! ik kon het oogenblik niet afwachten, dat ik je weer mocht zien en alles uitzeggen, wat ik vijf maanden lang in me had weggesloten. En dan weet je ook, dat je strikte order had gegeven om mij niet toe te laten, en dat wondde mij zoo vreeselijk! Hoe kon ik weten, dat je juist ook zoo vreeselijk naar mij verlangde en dat alleen die afschuwelijke Schotsche moraal je zoo liet handelen! Je bent een uitmuntend acteur, Sandy, maar beloof me dat je voortaan, zelfs bij het minste wolkje van een misverstand, niets in je zult wegsluiten, maar het vrij uit met me zult bespeken. Toen ze gisteravond gelukkig vroeg weggingen (de kinderen moeten wat eerder heengaan omdat ze hier niet meer slapen) ging ik naar boven en schreef mijn brief aan Judy af en toen keek ik begeerig naar de telefoon en worstelde met mijn verlangen: ik had zoo graag 505 gevraagd en je goedennacht gewenscht! Maar ik durfde niet: ik ben nog altijd zoo blij! En omdat ik toch dicht bij je wilde zijn, nam ik Burns op en las ik een uur lang. En met al die Schotsche liefdesliederen zingend in mijn hoofd, sliep ik in, en dadelijk bij mijn ontwaken, kom ik weer bij je. Dag Robin, mijn Alles! Ik hou zoo veel van je! Sallie. Algemene Nuts Openbare Bibliotheek Guyotstraat 11 - Nijmegen 256 had, scheen dit mij een prachtige gelegenheid om mij aan de kinderen voor te stellen, dus ging ik naar de eetzaal. Maar de eene schrik volgde op de andere! Wat een ontzetting: die kale, vaalbruine muren en met zeil bedekte tafels, en die rijen emaille kroezen en borden en al die houten banken zonder leuning, terwijl als eenige versiering de afschuwelijke spreuk boven ons aller hoofd prijkte: God de Heer behoedt U! De regent, die het gesticht hiermede verrijkte, moet wel een zeer ontwikkeld gevoel voor humor gehad hebben! Heusch Judy, ik wist niet dat er een plekje op onze heerlijke aarde was, zoo afgrijselijk als het John Grier Home, en toen ik daar die rijen en rijen bleeke zwijgende kinderen zag zitten, allemaal in hun blauw geruit katoenen uniform, werd ik plotseling door de groote verantwoordelijke taak, die nu op mijn schouders rustte, overweldigd. Het leek mij een onbereikbaar doel voor een enkele vrouw om zonneschijn op die honderd bleeke gezichtjes te tooveren, die arme kleine schepseltjes, die elk voor zich alleen een moeder noodig hebben om hen te koesteren en te verwennen! Ik ging met mijn welbekende voortvarendheid te werk, toen ik zoo maar op je plan inging, gedeeltelijk omdat je dien dag zoo welbespraakt was, maar hoofdzakelijk (dat beken ik je eerlijk), omdat Gordon Hallock me zoo brutaal in mijn gezicht uitlachte toen hij hoorde, dat ik (Sallie McBride) de uitverkoren directrice van het John Grier Home was. Alles bij elkaar heeft me gehypnotiseerd: En daarbij komt natuurlijk nog, dat ik voor het idee vuur en vlam vatte zoodra ik die zeventien gestichten had bezocht en over niets dan vondelingen en nog eens vondelingen had gelezen, zoodat ik niets liever wilde dan niïtó etgen ideeën in praktijk te kunnen brengen. Maar nu verrast het me toch, dat ik hier werkelijk ben. Het is een reuzentaak, die ik op me heb genomen. De toekomst en het geluk van meer dan honderd menschenlevens ligt in mijn hand, om nog niet te gewagen van hun drie- of vierhonderd kinderen en mppr dan Hm;™*,^ nQ;„b?.,,<„ 10 en zoo kan ik wel doorgaan. Het is gewoonweg vreeselvjk! Hoe zal ik het ooit tot een goed einde brengen! Och Judy, toe, kijk naar een andere directrice uit! Jane zegt dat het al etenstijd is, maar nadat ik het genoegen smaakte twee van de gestichtsmaaltijden te nuttigen, prikkelt het vooruitzicht op een derde mij niet bijzonder. Later: De staf kreeg schapenvleesch met spinazie en tapioca-pudding toe. Wat de kinderen kregen verzwijg ik maar liever. O, ik zei je nog niets van mijn eerste officieele speech aan de ontbijttafel! Ik begon over alle heerlijke veranderingen uit te wijden, die nu in het John. Grier Home zouden plaats vinden, dank zij de edelmoedigheid van den Heer Jervis Pendleton, den President der Regenten en van Mevrouw Pendleton, de lieve Tante Judy van eiken jongen en van elk meisje in huis. Kom alsjeblieft er niet tegen in opstand, dat ik de Pendleton-familie zoo breedsprakig naar het front liet treden, ik deed het simpel uit politieke beweegredenen. Daar de heele staf van het gesticht aanwezig was, achtte ik het een schitterende gelegenheid om hen erop te wijzen, dat alle veranderingen en nieuwe instellingen niet uit mijn brein voortspruiten, doch rechtstreeks door de oppermacht in het leven worden geroepen. De kinderen luisterden met open mond, en wijd geopende oogen staarden me uit elk bleek gezichtje aan. De verraderlijke kleur van mijn haar zoowel als mijn brutale wipneus blijken geheel ongewone atributen van een vondelingengesticht-directrice te zijn. Ook mijn collega's gaven er openlijk blijk van, dat zij mij veel en veel te jong vonden en te onervaren om zulk een taak van gewicht te vervullen. Ik heb Jervis' prachtexemplaar van een Schotschen dokter nog niet mogen zien maar ik verzeker je, dat hij wel erg interessant en buitengemeen moet zijn om tegen Hp rpst van de lui hier oo te wegen. Vooral tegen de n — 11 nu al een brief van hem heeft met het verzoek om mij van hier weg te sturen. Wat de conversatie betrof, hier waren wij het roerend eens. Hij besprak lang en breed de verantwoordelijkheid die op de schouders van de directrice rust, betreffende het physieke en moreele welzijn van de haar toevertrouwde kinderen, terwijl ik mijn ontevredenheid uitte over de afschuwelijke wijze, waarop onze kinderen hun haar dragen. Om dit te bewijzen, riep ik Sadie Kate naar binnen mijn speciaal boodschappenvondelingetje. Haar haar is stijf naar achteren getrokken en eindigt in twee vastgevlochten staartjes. Maar Dr. MacRae schijnt hier weinig om te geven. Zijn grootste zorg is de toestand van de magen van onze kinderen. Wij hebben ook het onderwerp van roode onderrokken uitvoerig besproken. Ik vind, dat geen meisje eenig zelfrespect kan hebben, wanneer haar roode onderrok ruim 3 c.M. onder haar blauw geruit katoenen jurk uitkomt, maar hij meent, dat roode vondelingen-onderrokken heel lekker warm en tevens hygiënisch zijn. Ik voorzie een strijd op leven en dood voor de nieuwe directrice. Maar toch is er met het oog op den dokter één ding, waarvoor ik hem dankbaar moet zijn. Hij is haast even kort hier als ik en kent dus de tradities van het gesticht evenmin als ik. Ik geloof, dat ik met den vroegeren dokter in het geheel niet had kunnen opschieten, want te oordeelen naar de sporen van zijn wetenschap, die hij hier heeft achtergelaten, wist hij net zooveel van babies af als de een of andere veearts! Den staf heb ik nog eens flink onder handen genomen, maar niettemin vertelde de kokkin mij vanmorgen, dat het John Grier Home Woensdagavond maïzenapap moet slikken. Zoek je al hard naar mijn opvolgster? Ik blijf hier tot ze komt, maar maak alsjeblieft wat voort! Je vastbesloten Sallie McBride. 14 naar het Zuiden vertrokken en laat mij, arme schipbreukeling, hier achter. En nadat ik mijn woord heb gegeven kan ik natuurlijk haar en het gesticht niet in den steek' laten, maar ik wil je wel bekennen, dat ik al aardig heimwee heb.. 5 Schrijf mij maar eens een lieven opgewekten brief en stuur jne wat bloemen om mijn zitkamer wat op te fleuren Ik erfde het meubilair en al van Miss Lippett. De muur is met een roodbruin behangselpapiertje bekleed de stoelen met schelblauw pluche versierd en dan prijkt er ook nog een verguld tafeltje. De domineerende kleur in het tapijt is groen en als je dan nog aan een paarrozeknopjes denkt, heb je mijn regenboog goed geraden Ik was op dien laatsten avond werkelijk mal, maar je wraakzucht op de arme Sallie zal nu wel bekoeld zijn. In zak en asch, Sallie McBride. P.S. Je had niet' zoo over dien Schotschen dokter behoeven uit te varen. De man is zoo norsch en stug als alleen een „Scotch" zijn kan. Ik had al dadelijk een afschuw van hem en hij even sterk van mij. O, Gordon wat zullen die Iersche en die Schot Hef samen werken' John Grier Home. 22 Februari. Mijn lieve Gordon, Je uitvoerig schrijven ligt hier voor me. Ik weet, beste jongen, dat je over groote buidels geld beschikken kunt, maar dat is nog geen reden om er zoo schandalig mee te smijten. Wanneer je er zoo vurig naar verlangt om je te kunnen uitspreken, zoodat alleen een honderd-woordentelegram de uitbarsting kan verhoeden, stuur me dan in elk geval een uitgesteld telegram, dat kost maar de helft 16 ;n mijn kinders kunnen dat geld best gebruiken als je :r geen raad mee weet. En dan, mijn lieve jongen, gebruik een klein deeltje /an je gezond verstand 1 Natuurlijk kan ik het gesticht liet op die manier verlaten, zooals jij me dat voorstelt, iat zou toch allesbehalve fair tegenover Jervis en Judy :ijn. Neem het niet als een hateHjkheid op maar bedenk, iat ik al jaren lang, al heel lang voordat ik jou kende, joed bevriend met hen was en ik heb geen lust om ze iu te laten stikken. Ik kwam hier in een, laten we zeggen, ivontuurlijke bui, en nu moet ik maar zien hoe ik mij er ioorheen sla. Je zou het niet aardig vinden als ik zulke iingen als een soort van sport beschouwde, maar mijn lieve leste Gordon, daarom behoef ik toch aan den anderen