VOORLOOPIGE LIJST DER MONUMENTEN IN DE PROVINCIE GELDERLAND. OU VOORLOOPIGE LIJST DER NEDERLANDSCHE MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS <8> EN KUNST i» DEEL IV DE PROVINCIE GELDERLAND OPGEMAAKT EN UITGEGEVEN DOOR DE RIJKSCOMMISSIE TOT HET OPMAKEN EN UITGEVEN VAn EEN INVENTARIS EN EENE BESCHRIJVING VAN DE NEDERLANDSCHE MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS EN KUNST INGESTELD BIJ KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 JULI I903 NO. 44 /'KONINKLIJKE^ llSIBlIOÏHfEK; V, Utrecht — A. OOSTHOEK — 1917. VOORWOORD. Bij Koninklijk Besluit van 7 Juli 1903, N°. 44, werd ingesteld eene Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de Nederlandsche monumenten van Geschiedenis en Kunst. De taak dezer Rijkscommissie is: het samenstellen en uitgeven eener geïllustreerde beschrijving van alle in Nederland aanwezige gebouwen en voorwerpen, dagteekenend van vóór 1850, die belang bezitten als uiting van kunst of om eene er aan verbonden historische herinnering. Aldus zal worden verkregen een handboek, waarin men over de aanwezigheid, de artistieke of historische waarde en den toestand der monumenten van geschiedenis en kunst uitvoerige inlichting kan vinden en tegelijkertijd een volledige en betrouwbare bron voor de Nederlandsche kunstgeschiedenis. Ten einde dit groote werk, dat vele jaren zal vorderen, met meer kennis van zaken te kunnen ondernemen en tevens zoo spoedig mogelijk een overzicht te geven van al wat het behouden waard is, besloot de Rijkscommissie eene „Voorloopige Lijst" der monumenten te bewerken, waarin gebouwen en met gebouwen samenhangende voorwerpen alleen kort worden vermeld. Voor het thans verschijnende vierde deel dezer lijstbevattende de monumenten der provincie Gelderland, zijn de gegevens, door onderzoek ter plaatse van 1904 tot 1912, verzameld door het lid der Commissie, den heer F. A. Hoefer. Diens beschrijving is, met behulp der in het Bureau der Commissie reeds aanwezige gegevens door den Adjunct-Secretaris, Dr. E. J. Hasunghuis, aangevuld en bij nieuwe bezoeken ter plaatse met de na te noemen leden der Commissie, van 1915 tot 1917, aan de monumenten getoetst: de heer Jos. Th.Cuypers bezocht Arnhem, voor zoover de kerkelijke gebouwen betreft, Doetichem met het zuidelijk gedeelte van den Achterhoek, alsmede Hemmen en Driel; Prof. H. Evers, Tiel en het zuidelijk gedeelte van de i) Deel I, II en III, gewijd aan de provincies Utrecht, Drente en Zuid-Holland, zijn verkrijgbaar bij den uitgever dezes. V Tielerwaard; de heer J. A. Frederiks, Arnhem (behalve de kerkelijke gebouwen), Brammen, Zutfen, alsmede het noordelijk en het oostelijk gedeelte van den Achterhoek; de heer W. Te Riele Gzn. het westelijk gedeelte van den Achterhoek, de Lijmers met het land ten Z. van Zevenaar, de Veluwe, met uitzondering van de Over-Veluwe (de streek langs de Zuiderzee) en van een deel der Neder-Veluwe (Nijkerk, Putten, Hoevelaken en Scherpenzeel), verder het land van Buren, de Neder-Betuwe, het noordelijk deel van de Tielerwaard, de Bommelerwaard, het grootste deel van het land van Maas-en-Waal; de heer I, J. Weve het oostelijk deel van Maas-en-Waal, de Over-Betuwe, Nijmegen en het land ten Z. en ten O. dezer laatste gemeente. Door de goedgunstige toestemming van H.M. de Koningin kon ook een beschrijving van het inwendige der Koninklijke paleizen het Loo en het Oude Loo gegeven worden. Deze gebouwen werden hiertoe bezocht door de heeren J. A. Frederiks en Dr. C. Hof. stede de Groot, vergezeld van den Adjunct-Secretaris. De herziening van de Over-Veluwe, benevens de gemeenten Nijkerk, Putten, Hoevelaken en Scherpenzeel geschiedde door den AdjunctSecretaris en den Architect der Commissie. De monumenten zijn in deze lijst gerangschikt volgens de gemeenten, in welke zij worden gevonden, en deze laatste in alphabetische volgorde geplaatst naar de spelling der „Woordenlijst" van het Aardrijkskundig Genootschap. Binnen elke gemeente geschiedt de vermelding der monumenten volgens deze indeeling: a. Voorhistorische, Germaansche, Romeinsche en Frankische oudheden. b. Verdedigingswerken en militaire gebouwen. c. Wegen, bruggen, grenssteenen, schamppalen, kruisen, pompen, enz. d. Burgerlijke openbare gebouwen. e. Kerkelijke gebouwen. /. Gebouwen van liefdadigheid en onderwijs. g. Particuliere gebouwen. h. Musea en Varia. Aan de vermelding der monumenten zijn toegevoegd: eene opsomming hunner voornaamste onderdeden, enkele historische gegevens, voor zoover die in voor de hand liggende literatuur werden gevonden en betrouwbaar geacht, en eene dateering, in den regel aangegeven door een eeuwcijfer, gevolgd door A of B ter aanduiding van de eerste of tweede helft eener eeuw, of door a, b, c of d, om een der vierendeelen van die eeuw aan te wijzen. De plaatsaanduiding der onderdeden van een gebouw geschiedt zooveel mogelijk door aanduiding der windstreek, waarop zij gelegen zijn, bij kerken echter steeds als waren zij zuiver georiënteerd. Wanneer Hervormde kerken oorspronkelijk zijn gebouwd voor den Katholieken eeredienst, is dit kenbaar gemaakt door de opgave van den VI beschermheilige,,aan wien zij waren gewijd, of, indien deze niet bekend is, door de uitdrukking „thans Ned. Herv.". Bij het groote aantal romaansche torens, in tufsteen opgetrokken, dat in de provincie Gelderland is blijven staan, is een relatieve dagteekening der verschillende typen beproefd: als XI B of i noo zijn vermeld de ongelede torens met in hoofdzaak vlakke wanden; als XII A die, welke aan een of meer geledingen een versiering van breede, door een rondboog gedekte spaarvelden vertoonen (bij de oudere met, bij de jongere zonder basementen en kapiteelen aan de scheidende lisenen); als XII B en ^ 1200 die, bij welke de lisenen verbonden zijn door een fries van kleine rondbogen. Van de grafzerken zijn in het algemeen slechts de gebeeldhouwde vermeld. Een chronologisch, overzicht der voornaamste bouwwerken, een register van kunstenaars en ambachtslieden, ingedeeld volgens de vakken, en een topographisch register besluiten het boek. Zooals de titel aanduidt, draagt dit werk een geheel voorloopig karakter. Voor op- en aanmerkingen houdt de Rijkscommissie zich daarom dringend aanbevolen. De Rijkscommissie voornoemd, De Voorzitter: Dr. P. J. H. CUYPERS. De Secretaris: Dr. JAN KALF. VII AALTEN. Eenige scherven van praehistorisch vaatwerk, in deze gemeente gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Aalten. De ned. herv. kerk (H. Helena), hersteld in 1844 en vervolgens in 1898—1903 onder leiding van Jos. Th. Cuypers, is een tufsteenen gebouw (XV), dat een kleinere romaansche kruiskerk vervangt. Het oostelijk deel (twee traveeën en choor) ouder dan het westelijk. Zij bestaat thans uit een schip met twee zijbeuken; een choor met 3/8-sluiting; een kapel, later in het verlengde van den noordbeuk gebouwd en door bogen in verbinding met dezen en met het choor; een sacristie ten Z. van het choor; en eenen tufsteenen toren (XII). Kruisribgewelven, in het oostelijk deel op kopjes. Dergelijk gewelf op muurzuiltjes in den toren. Beeldhouwwerk aan de sluitsteenen en het zuidportaal (± 1450). De kerk bezit: Piscina, muurkastje en nisje (XV) in de sacristie. Preekstoel (XVIII, geverfd). Orgelkast (XVIII c). Overblijfselen van gewelf- en muurschilderingen (XV). Memoriebord (1844). Twee zilveren bekers (1706), een (1717), een (1721). Vier klokken: eene (1739), eene in 1768 gegoten door Christiaan en Rutger Voigt, eene (1786) en eene buiten den toren. 1 1 Twaalf steenen kruiswegstaties uit deze kerk bevinden zich in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. Breedevoort. De ned. herv. kerk (H. Georgius), is een aan de west- en de zuidzijde bepleisterd baksteenen gebouw (1316, maar sindsdien meermalen vernieuwd), bestaande uit een schip met driezijdige choorsluiting; een noordelijken rechtgesloten aanbouw (XVI); en eenen houten westtoren, boven welks ingang: 1869. Gestucadoord tongewelf, en over den aanbouw een halftongewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel met koperen lezenaar (beide 1762). Drie grafzerken (1777 en 1792 en XVIII). Drie klokken, waarvan eene (1454), eene in 1644 gegoten door Johan van Trier, en eene in 1731 door Wilhera Fremy. Uurwerk (1666, later gewijzigd). In het portaal der r. k. kerk een ingemetselde zandsteen (XVI), waarop St. Joris met den draak, in omlijsting. Prinsenstraat 85. St. Bernardusgesticht. In den gepleisterden gevel twee steenen: 1700 en 1764. Markt 27. In den voorgevel een steen: 1613. Aan de achterzijde een baksteenen puntgevel met vlechtingen, twee waterlijsten, sporen van korfbogen, duivenslag. Landstraat 8, hoek Ambtsluiswal. Gevel met ankers (1699), steentje (1699), en zonnewijzer (1699). Prinsenstraat 90. Baksteenen gevel met tweedeelig venster. Doorrit met sluitsteen (1771). Ankers (1771). Aan eenige huizen in de Landstraat ankers (XVIII). AMBT-DOETINCHEM. < Het kasteel Slangenburg, met zijn dienstgebouwen alom door water omgeven, is een baksteenen gebouw (XV, grooten- 2 deels verbouwd XVIIA), bestaande uit een middendeel, welks achtergevel door twee ronde hoektorens (waarvan een ten deele vernieuwd) geflankeerd wordt, en twee vooruitspringende vleugels. Schietgaten boven de gracht. Boven de kroonlijst in den voorgevel van het hoofdgebouw een klok (1696) met gesmeed ijzeren uurwerk (XVIII). In den achtermuur twee steenen met wapens (1612 en 1774). Onder het hoofdgebouw kruisrib-, alsmede tonen moderne troggewelven. Onder den rechtervleugel ton-, onder den linkervleugel ton- en kruisribgewelven. Inwendig: géstucte zolderingen, waarin mythologische en allegorische schilderingen, rijk gesneden deuromlijstingen en schoorsteenbetimmeringen' en tal van wandschilderijen (nagenoeg alles XVII b/c, enkele XVIII d en XIX a). In de bovenhal een gesneden rouwbórd met portret van J. E. von der Goltz (1702). Marmeren vaas (XVIb) in de gang. Vóór het huis twee dienstgebouwen (XVII). Het huis de Kelder heeft twee zijgevels (XV) met trappen, H en duivengaten met uitvliegsteenen. Kruisgewelven (ten deele ingestort) over de kelders. AMMERZODEN. Ammerzoden. Op den Maasdijk aan de grens van Neder-Hemert een hardsteenen grenspaal (XVIII). De thans ned. herv. kerk heeft nog het baksteenen 5/10gesloten choor (XV a), nu voor de godsdienstoefening gebruikt, en den toren (XV d, verhoogd XVI) met traptoren van de oudé kerk over, terwijl van het voormalige driebeukige schip (XV d) met dwarspand, opgetrokken in baksteen met banden van tufsteen, alleen de muren met resten van traceeringen en met rijk behandelde steunbeeren, alsmede eenige zuilen met scheibogen overeind staan. Als bouwmeester wordt genoemd 3 Willem van Ballestraten. In den toren een achtdeelig gewelf en overblijfselen van muurschilderingen (XVI). Nieuw gestucadoord gewelf over het choor. De kerk bezit: Twee grafzerken (XVI b en 1711) Twee zilveren bekers (geschonken 1746). Klok, in 1547 gegoten door Engel Tolhuys. De moderne r. k. kerk (H. Willebrordus), bezit een gedreven verguld zilveren miskelk (XVIIIa, Augsburgsche keur, meesterteeken van I. F. Brauer). In de pastorie een portret op paneel (XVI d) en een (XVII B) op doek. Voorstraat A 92. Gevelsteen (1802). Voorstraat A 39. Ankers (1835). Het kasteel Ammerzoden gesticht vóór-XIV, ± 1600 herbouwd na brand, ± !905 aanmerkelijk gewijzigd en tot vrouwen-klooster ingericht, heeft vier zware ronde hoektorens, die grootendeels uit den tijd van het oude gebouw dagteekenen. Inwendig is het gebouw thans niet toegankelijk. Wel. De ned. herv. kerk, in 1842 uitwendig gepleisterd, bestaatuit een schip (XV, het choor in 1842 gesloopt) met twee zijbeuken (XVI), met een noordelijke kapel en eenen ingebouwden westtoren (XI b), wiens benedendeel uit tufsteen opgetrokken is en een trap in de dikte van den muur bevat. Gestucadoorde zoldering (1842) over het schip. Kruisribgewelf in den toren: De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII a) en koperen doopbekkenhouder (XVII a). Twee zilveren bekers (1660 en 1661). Klok, in 1546 gegoten door Jan Moer. Uurwerk (XVII). 4 \ Het slot te Wel of huis van Malsen is een door water omgeven baksteenen gebouw: vierkante toren (XV), met in 1885 toegevoegden vleugel. Twee uitgekraagde hoektorentjes aan de oostzijde van den toren. Voorburcht, thans boerderij. ANGERLOO. Arigerloo. De ned. herv. kerk (H. Gallus) is een gebouw van tuf-, verhoogd in baksteen, bestaande uit een schip (XII) met noordkapel, waartegen later (XIII?) een zijbeuk gezet is; eed 5/8gesloten choor van tufsteen (XIV); en eenen baksteenen westtoren (vernieuwd 1766 blijkens opschrift). Houten tongewelf over het schip, ribloos kruisgewelf over de kapel, gestucadoorde kruiswelven over den beuk, kruisribgewelf over het choor. De kerk bezit: Eiken preekstoel met snijwerk (1690). Zandlooper met koperen houder (XVII). Gesmeed ijzeren doopboog (1709). Klok, in 1777 gegoten door Christian Voigt. Kasteel Bingerden (XVIII). Familieportretten. Bij de boerderij groot kell een muurbrok van het vroegere kasteel Kell. Latum. De ned. herv. kerk (H. Maagd Maria) is een baksteenen gebouw, bestaande uiteen schip (XV B) met driezijdige sluiting (XVII); en eenen toren (XVII, op vermoedelijk ouder .onderbouw). In den noordwand van het schip een steen: 1691. De toren heeft boven den ingang twee gedenksteenen (1495) en inwendig een steenen stergewelf op ribben. De kerk bezit: 5 Koperen lezenaar (XVIII). Dito doopbekken (1702). Klok, in 1608 gegoten door Hendrik van Meurs. Van het oude huis te latum zijn nog over twee gebouwen: het eene XV, het andere XVI op ouder onderbouw, met gezwenkte toplijnen. Beide gerestaureerd 1916-1917 door W. Te Riele Gzn. Boven den ingang een wapen en: 1562. Inwendig: kruisribgewelven in het onderhuis; houten balkenzolderingen met Gothische karbeelen. In 1915 zijn de fundamenten van een poortgebouw en sporen der oude grachten gevonden. APELDOORN. Een aantal voorhistorische voorwerpen, onder deze gemeente gevonden, bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. — Apeldoorn. De Hunenschans (± 7de eeuw, gebruikt tot in de 10e eeuw, opgegraven 1908) vertoont sporen van bewoning: a. ten tijde der Drentsche Hunebedden, b. in het klokbekertijdperk, c. in vroegen Saksischen tijd, d. van ± 700 tot ± 1000. De ned. herv. kerk, gebouwd ter plaatse eener in 1890 afgebrande, bezit: Twee zilveren bekers (1738), en twee (1826). Een groote en twee kleine zilveren schalen (1825). Beekbergen. De ned. herv. kerk (H.H. Fabianus en Sebastianus), een 6 gebouw van bak- en tufsteen, gerestaureerd 1905, heeft een driebeukig schip, waarvan de vier westelijke traveeën in aanleg XIII en de'twee overige traveeën XIV zijn, doch dat wegens welving (XV) inwendig gewijzigd is ; een 5/8-gesloten choor (XV a) ; en eenen, beneden met tufsteen bekleeden toren van drie geledingen, waarvan de onderste geleding XIII a, de beide andere uit ± 1300. Kruisribgewelven over schip en beuken; netgewelf over het choor. Resten van een ribloos kruisgewelf in den toren. De kerk bezit: Drie koperen kronen met schildjes (1777). Twee grafzerken (1626 en 1627). Overblijfselen van een muurschildering (± 1400) en van een gewelfschildering (XVI) in het choor. Twee bekers (1707). Twee klokken, waarvan eene in 1616 gegoten door Hendrick Wegewart, en eene in 1739 door N. Muller. Fragment van een romaansche doopvont op het kerkhof. Twee gesneden houten paneelen (XVI) zijn in 1904 naar het museum Doorwerth overgebracht. Loenen. De ned. herv. kerk, vernieuwd in 1861, heeft een baksteenen toren (XV), waarin een koepelgewelf, en waartegen een traptoren met schroefgewelf. Zij bevat: Drie koperen kronen (XVIII d). Grafzerk (XVII). Twee klokken, waarvan eene in 1630 gegoten door Peter van Trier, Johan Philipsen en Willem Evers, en eene in 1651 door Johan, Peter en Henrick van Trier. De r. k. kerk (H. Antonius Abt) bezit: Verguld zilveren kelk (1620). 7 Een paar zilveren ampullen met blad (XVIII d). Kazuifel van geciseleerd fluweel met geborduurden rand (XVI b). Het huis ter Horst (1557, verbouwd o.a. in 1791—'92 en van neo-klassieken voorgevel voorzien) heeft zij- en achtergevels (XVI c, later hersteld en vernieuwd) en bevat kamers met balkenzolderingen en een gebeeldhouwde zandsteenen schouw (1557). In de murên der bijgebouwen fragmenten van schoorsteenen (XVI) ingemetseld. Het Loo. Het Oude Loo (XIV—XV, verbouwd XVIb, gewijzigd XVII d en 1817, gerestaureerd sinds 1904 onder leiding van Dr. P. J. H. Cuypèrs) is een gebouw van baksteen met spaarzaam gebruik van bergsteen. Het bestaat uit een door twee, beneden ronde en boven achtkante, torens geflankeerd oostelijk voorgebouw, waarin een met een tongewelf overdekte doorgang (XVI) naar het binnenplein, en tegen welks achterkant twee vleugels (XV Ib) aangebouwd zijn, van welke de zuidelijke de verbinding vormt met een, oorspronkelijk vrijstaanden, vierkanten toren (XVa) op den zuidwesthoek. In den noordoostelijken hoek van het binnenplein een achthoekige traptoren (XV) met een als schroefgang gemetselde wenteltrap. Vierkante traptoren (1916) tegen den zuidwestelijken toren. De verdieping van het voorgebouw en van de flankeerende torens uitgekraagd op spitsboogjes. Boven den ingang in den zuidvleugel een steen met wapenschilden en : 1538.-De in 1807 gedempte grachten zijn in 1904 weer uitgegraven. Inwendig : over het onderhuis van den zuidvleugel gewelven met breede platte ribben op achtkante pijlers. In den zuidwestelijken toren een laat-Gothische schouw met wapens en monogrammen. 8 Hiernaast vertrekken met gebrandschilderde ruiten (XVIIA), balkenzolderingen (XVI) en overblijfselen van muurschilderingen (XVII). In dén zuidoostelijken hoektoren twee riblooze straalgewelven. In het vertrek hiernaast een schouw (XVIa). In den noordoostelijken hoektoren een ribgewelf op koppen, en hierboven een netgewelf. In de vertrekken ten W. hiervan laatGothische schouwen met wapenschilden. Het Koninklijk Paleis Het Loo, gebouwd XVIId (onder de kroonlijst van het hoofdgebouw: 1686) door den architect Jacob Romans naar plannen, althans wat het decoratieve betreft, van Daniël Marot, en herhaaldelijk verbouwd, het laatst van 1911—1914 onder leiding van den Rijksbouwmeester C. H. Peters), is een geheel gewit gebouw, bestaande uit een hoofdpartij met twee ongeveer vierkante hoekpaviljoenen (alles verhoogd 1911—1914) waartegen wederom aan eiken kant een paviljoen en een zijvleugel (geheel verbouwd, vooral de oostelijke) aangebouwd zijn. De gevels van den ouden bouw hebben alle een indeeling door pilasters. Vóór het hek twee zandsteenen vazen, Lodewijk XIV, afkomstig uit Loenen. Op het achterbordes twee marmeren vazen naar ontwerp van Marot. Inwendig: groote trap met gesneden leuning (1693, door Marot, het decoratieve schilderwerk hersteld en grootendeels vernieuwd door W. A. Fabri) ; audiëntiezaal naar ontwerp van Marot, met heroïsche landschappen door Joh. Glauber en Gerard de Lairesse, en met haardplaat (XVIId); kleine eetzaal met plafond door Marot, nis met twee allegorische figuren in stucwerk en marmeren schoorsteen met krijgsattributen. Verschillende vertrekken in het oude deel hebben gesneden deuromlijstingen. In de rookkamer: portretten van Peter den Groote, Hendrik Casimir I (door W. de Geest), Hendrik Casimir II (twee borstbeelden, een ten voeten uit), koning-stadhouder Willem III in 9 statiegewaad der orde van den Kouseband, Frederik Hendrik te paard met een beleg op den achtergrond (door H. Paex). Schilderij van de rijschool van Willem V te Nijmegen. In den salon naast de rookkamer: portretten van de prinsen Philips Willem en Frederik Hendrik, vorst Frederik Wilhelm van Nassau-Weilburg en prins August Wilhelm van Pruisen. Verder: twee polychrome Delftsche platen (XVIIIa), zeven Italiaansche Fayence-schotels, een schoteltje in den trant van Palissy, eenig Chineesch porselein. In de kamer naast de kleine eetzaal: portretten van Willem IV (door Aved), Willem V, en van koning Willem I en prins George Frederik tezamen (door J. F. A. Tischbein.) In de antichambre van de kleine eetzaal: een wandtapijt (XVIId) en portretten van Willem III en zijn gemalin Maria Stuart in statiegewaad (afkomstig van het huis te Meteren). Profiel-portret van René van Chalons (1542). Schilderijen: vertrek van koning Karei II naar Engeland uit Scheveningen (door H. de Meyer), Willem III op jacht (door A. C. Beeldemaker). In den ouden theesalon: ebbenhouten kast (XVIIb) met geschilderde paneelen (door Fr. Francken) en zilverbeslag, en met goudborduursel op de laden ; tafel, spiegel en twee guéridons, met zilver belegd (afkomstig uit het huis Honselaarsdijk) ; twee tafelklokken (XVIId); koperen bolkroon (XVII). Portretten van prins Maurits, Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Schilderijen: Frederik Hendrik bij het beleg van Breda (door A. Cuyp), gezicht op Dordrecht (door J. van Goyen), Willem III op de hertenjacht (door D. Maes). In het Groothertoginnekwartier: ebbenhouten buffet, ingelegd met ivoor en parelmoer, dito schaaktafel (XVIIA), tafelkleed (XVIIb), schrijftafelgarnituur Empire. In den groenen salon: ingelegde tafel (XVIIB), Italiaansche 10 spiegel (XVIIIc). Portretten van Willem IIIenMaria IlStuart in statiegewaad, van Maria IlStuart zittende (doorCasp.Netscher), van Sophie Hedwig van Nassau-Dietz (door W. de Geest). In de antichambre naast de groote eetzaal: z. g. „kast van Tromp" met schildpad opgelegd (XVIIc) en met schilderingen achter glas. Portretten van Willem V en zijne gemalin (Engelsche school), Willem II als kroonprins, hertog Bernhard van Weimar (door J. W. Pieneman), Willem II te paard (door J. B. van der Hulst), George Frederik van Nassau—Oranje (pastel), Karei Willem Ferdinand van Brunswijk, groep der drie kinderen van Willem V (door J. F. A. Tischbein). Schilderij: verwelkoming van Willem I ten huize van graaf van Limburg Stirum. Naast de groote eetzaal een eikenhouten trap met gesneden leuning (XVIId) In het Pruisische kwartier : geschilderd plafond, twee Vlaamsche wandtapijten (XVII, gerestaureerd, afkomstig uit een huis naast het Paleis te 's-Gravenhage). Portretten van George Frederik van Nassau-Oranje, prins Frederik der Nederlanden en Willem Bentinck, eersten graaf van Portland. Op een zolder: portretten van Hendrik Casimir II met gemilin en vier kinderen (door Const. Netscher?), prinses Frederica Louise Wilhelmina (door J. F. A. Tischbein), Amalia van Solms in weduwegewaad, Maria II Stuart, Maria Louise van Nassau-Dietz, Willem IV (door B. Accama), JohannGeorgll van Anhalt (door G. Honthorst), Jan van Nassau-Siegen met gemalin en vier kinderen (oude copie in dekverf naar den grooten Anton van Dijck te Panshanger), kop van prins Willem I met mutsje. Verder worden in het Paleis bewaard : gegraveerde zilveren lepel (1689), aan Willem III aangeboden door de schutters van Amsterdam, kleine agaten coupe met zilverbeslag (XVI), gedreven zilveren ananasbokaal (XVII a, meesterteeken van Georg Koler te Neurenburg), mes en vork in leeren foedraal (: 1750). II De Paleiskapel, in het oostelijk paviljoen, heeft een stucplnfond, heerengestoelte met betimmering, preekstoel, orgelbalustrade met het wapen van den Koning-Stadhouder Willem III (alles XVIId), orgel en twee deuromlijstingen (XVIIId), een aantal stoelen (XlXa). Eenige der particuliere vertrekken van H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins der Nederlanden Jzijn in dezen inventaris niet beschreven. Van den tuinaanleg in den trant van Lenötre, in 1795 vernield, zijn nog eenige waterwerken, twee marmeren vazen, en eenige fragmenten van beelden (XVIIB) over. APPELTERN. Alfen. De ned. herv. kerk bezit een preekstoel met drie gesneden eiken paneelen (XVI d), afkomstig uit de R.K. Kerk. De r.k. kerk (vroeger H. Petrus, thans H. Lambertus), het eerst vermeld in 1250, oorspronkelijk een kruiskerk, bestaat thans slechts uit een geheel gepleisterd schip (vóóf-XI ?) met een drie-zijdig gesloten choor (XV) en met een langs den toren doorgetrokken noordbeuk (XV); en eenen tufsteenen toren (beneden vóór-XI, herbouwd en verhoogd XII), zonder westingang. Piscina in de choorsluiting. Gestucadöorde zoldering over schip en beuk. Overblijfselen van een steenen koepelgewelf en van een nog vroeger tongewelf in den toren, welks onderbouw oorspronkelijk aan de oostzijde met een grooten rondboog geopend was, als te Dreumel. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII c). Klok, in 1644 gegoten door Jan van Trier. 12 Altforst. De ned. hérv. kerk (H! Bartholomeus) heeft van de oude driebeukige parochiekerk slechts het geheel gepleisterde, driezijdig gesloten choor (XV) over. Vlakke gestucadoorde zoldering. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVII b), in welks voet een fragment van een doopvont. Grafzerk (1542). De r. k. kerk (H. Donatus), gebouwd in 1891, bezit: Eiken communiebank (XVI), afkomstig uit de kerk te Megen. Koperen lavabo (XV). Kazuifel (± 1500, gerestaureerd) en twee dalmatieken met „Kölnische Borten" (XV). Bij de pastorie een grafzerk (1636). Klok (z.j.) gegoten door Petit en Fritsen. Appeltern. De ned. herv. kerk (H. Servatius, een parochiekerk reeds 1250 vermeld) heeft een modern schip (1858); een 3/8-gesloten, geheel gepleisterd choor (XV); en eenen tufsteenen toren (beneden XI), die oojspronkelijk geen westingang had, aan zijn oostwand twee moeten van lager gelegen schip-daken vertoont en overblijfsels van een baksteenen koepelgewelf bevat. Ingang (1840). De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIIb, geverfd). Koperen predikantslezenaar (1765) op arm (XVII). Koperen voorzangerslezenaar en doopbekkehhouder (beide 1793 door C. en P. Bayens.) Koperen ^blaker (1805). Klok, in 1658 gegoten door J. P. en H. van Trier. 13 Van het huis te Appeltern (vernieuwd 1686) zijn slechts het (gepleisterde) waschhuis en de bouwhuizen (XVII) over, waarin de wapens der eigenaars uit 1686 en 1786. Maasbommel. De ned. herv. kerk (1842) bezit: Eiken preekstoel (XVII) met snijwerk. Kabinetorgel (1780, door Strumpfel). Twee koperen lezenaars (XVII). Koperen kroon (XVII). ARNHEM. a. Voorhistorische enz. voorwerpen, alhier gevonden, bevinden zich in het gemeentelijk museum en in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden b. Verdedigingswerken. Overblijfselen der oude stadswallen in de Langestraat, o.a. in Nr. 309 een fragment van een ronden vestingtoren. In den tuin achter het huis Eusebius-Binnensingel 16 een fragment van een walpoortje. Sabelpoort, genoemd 1357, vernieuwd 1440, daarna gebruikt voor de opsluiting van krankzinnigen, de bewaring van geschut en als „tolkamer" der Geldersche Rekenkamer, in 1625 verwijd, in 1647 verbouwd door Arien Verhoeff, ± 1910 uitwendig gerestaureerd. Vierkant baksteenen gebouw, aan de buitenzijde geflankeerd door torens met vernieuwde kanteelen, aan de stadszijde voorzien van een klassieke poortomlijsting met 1 14 een opschrift en: 1647, in de kroonlijst het stadswapen. In den doorgang een sleuf voor een valhek en, aan de stadszijde, een ribloos kruisgewelf. Daarboven een vertrek, toegang gevend tot de met koepelgewelven overdekte torenkamers. c. Wegen, bruggen enz. Bij de Schipbrug een klok, in 1755 gegoten door Joan Nicolaus Derck. d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Gouvernementsgebouw (1803—1818, ter plaatse van het in 1310 gestichte, XVII vernieuwde en in 1802 gesloopte Stadhouders- of Prinsenhof, waarvan een houten model in het Stedelijk Museum). In de voorzaal en in de Statenzaal plafonds uit den tijd van den bouw. In de laatste schutterijvlaggen (1830). Een deel van het oudere gebouw, bij het huis Markt 6 aangetrokken, bevat een trap met gesneden leuning, een zaal met stuc-plafond, betimmering, damastbehangsel en marmeren schoorsteen, en een kamer met stuc-plafond en schoorsteen (alles XVIII c). 2. Ambtswoning van den Commissaris der Koningin. Baksteenen gevel (XVII b, gewijzigd XVIII) met hardsteenen plint, pilasters en kroonlijst. Ter plaatse van den ouden (vóór 1830) ingang een balkon met omlijsting, waarboven een nis met krijgstropheeën. Inwendig : gebeeldhouwde eiken trapleuning ; trappenhuis met stucwerk ; zaal met stuczoldering, marmeren schoorsteen, betimmering en geschilderd behang; eetkamer (voorheen gang) met betimmering, stuczoldering en vier 15 grisailles; tuinkamer met stuczoldering, alles Lodewijk XV. In de achterliggende bijgebouwen steenen: 1706 en 1707. 3. Het Raadhuis aan de Markt, is het 1539—1546 door Maarten van Rossum gestichte z.g. duivelshuis, doch aanmerkelijk gewijzigd in 1830, en gerestaureerd en vernieuwd in 1898 en volgende jaren. Van den ouden bouw zijn, met het muurwerk, slechts over: de ingang, geflankeerd door saters als draagfiguren onder het zuidelijke uitstek; de koppen (opgehakt) boven de vensters; en een poortje met gothische omlijsting en renaissance-fries, voorloopig ingemetseld in een muur achter het Raadhuis. In den doorgang, die zich onder het uitstek opent, een kruisgewelf met gebeeldhouwde sluitsteentjes. 4. Het .paleis van justitie, gebouwd in 1838 door A. Aytinck van Falkenstein, bevat, in het parket van den Officier van Justitie, een gesneden eiken kast (XVII c). 5. De waag (1761), wier verdieping als Museum van Oudheden dienst doet, is een baksteenen hoekgebouw met hardsteenen plint, hoekpilasters, en omlijstingen. Balcon met ijzeren smeedwerk, rustend op kolommen. Frontons op de beide gevels. 6. Het Centraal-gebouw aan de Bakkerstraat, na 1698 stadswaag en turfhuis ; 1791—1865 schouwburg, thans verkooplokaal, heeft nog de zijmuren en steunbeeren (XV) der kerk, behoorend bij het in 1636 verlaten St. Catharina-gasthuis (zie f.3). 7. Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis Bronbeek (1847). Verzameling van wapens en vlaggen. 16 8. Openbare bibliotheek. Baksteenen gevel (XVIII c) met houten omlijsting van de deurtravee. Boven de deur een alliantie-wapen (XVIII d). e. Kerkelijke gebouwen. i. De ned. herv. groote of St. Eusebiuskerk, sinds 1452 gebouwd ten Z. van de toenmalige St. Maartenskerk, na brand in 1633 ten deele hersteld, sinds 1894 gerestaureerd onder leiding van de architecten C. B. Posthumus Meyjes (inwendig), J. W. Boerbooms, en Jos. Th. Cuypers (uitwendig) on door H. Portheine, is een grootendeels van natuursteen opgetrokken kruiskerk, bestaande uit een schip (voltooid 1470) met twee zijbeuken, beide ± 1503 verlengd met een kapel naast den toren; een dwarspand (1529); een naar het N. afwijkend 3/8-gesloten, en door een omgang omgeven choor (1536, overwelfd 1570, het gewelf ingestort 1633, toen vervangen door een houten, en in 1783 door een gestucadoorde zoldering, doch hernieuwd 1002); en eenen westtoren (beneden 1470, verhoogd 1550 en 1650, meermalen door brand beschadigd, belangrijk hersteld in 1900). Aanbouwen : tegen den zuidwand van het schip de St. Eusebius-kapel (± 1470, in 1783 een zoldering ingelegd); ten O. van den zuid-arm de sacristie (1528) met erboven gelegen, langs een traptoren bereikbare gerfkamer, en met latere oostelijke uitbreiding. Zuidportaal (± I529) met laat-gothisch beeldhouwwerk en deur (XVII)' Noordportaal (1783), waarboven een aanzet van de vroegere welving. Portiek (i 1500) in den westmuur van den noordarm. Venstertraceeringen en luchtbogen vernieuwd, ook de balustrade langs het dak, onder welke een spitsboogfries loopt, op ten deele oude koppen. Inwendig: triforium (met vernieuwde balustrade), doorloopend langs de muren en de groote lichtramen van het dwars-i tl 17 pand Spitsboogfriezen op gebeeldhouwde koppen onderlangs het triforium en de waterlijst. De „raadskapel" ten Z, van den toren is in 1855 door een ingelegden vloer in twee verdiepingen gedeeld: een bergplaats en een consistoriekamer, in welke laatste draagsteenen met dier-voorstellingen. Netgewelven over schip, beuken, choor en omgang, sacristie en de kapellen naast den toren. Stergewelven over dwarspand, St. Eusebiuskapel en zuidportaal. Kruisribgewelf over de gerfkamer. Jaartallen tegen enkele gordelbogen geschilderd: in den noorddwarsarm 1526, tegen den triomfboog 1529, aan de westzijde van de kruising 1694, inden choor-omgang aan de zuidzijde 1528, aan de noordzijde 1536. Tegen den zuidwestpijler overblijfselen van een altaar. De oorspronkelijk vrijstaande toren heeft vier geledingen, de twee onderste vierkant en ten deele van tufsteen, de derde (open) achtkantig met: 1651 in het fries onder de balustrade; de vierde achtkantig met het stadswapen aan vier zijden. Leien spits met open koepel. Inwendig een kruisribgewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1660, trap nieuw) met koperen lezenaar (XVII c). Orgel (1770 door Johan Michael en Johannes Wagner te Schmiedefeld, hersteld 1908). Houten beeld (XVI b, hersteld 1903) van Karei van Gelre in harnas, onder overhuiving (XVIIB). Marmeren graftombe (XVI b) van Karei van Gelre (f 1538) boven zijn grafkelder, waarin o.a. een zilveren kistje met hart. De tombe vertoont sporen van polychromie. Zes nieuwvergulde zandsteenen leeuwen (XVI). Tusschen den tweeden en den derden pijler van den chooromgang aan de noordzijde een geschilderd grafschrift (XVI d). Gebeeldhouwde epitafen van Joost Sasbout (1546) en van Martinus Goris (1632). 18 Grafmonument van George Ripperda (1696). Talrijke grafzerken (1541, 1543, 1553, 1561, enz. enz.) Gothische gedenksteentjes ih den chooromgang aan de noordzijde. Fragment van een glasschildering (XVI b). Drie andere fragmenten (XIV) bevinden zich ten huize Babberich onder Zevenaar. Gewelfschildering (1515—1550, gerestaureerd ± 1890 door Ellens) in de zijbeuken. Overblijfselen van een muurschildering tegen den oostwand van den chooromgang en in de St.-Eusebiuskapel; tapijtschilderingen op twee kruispijlers. Twaalf gildeborden (XVII en XVIII); vier gildetafels (1766). Tekstbord (1706). Koperen kroontje (XVIIb), afkomstig uit de Gasthuiskerk; verschillende schildjes (XVII c) van oude kronen. Acht zilveren bekers ; een groote en drie kleine zilveren scha* len (alles XVIII c). Drie klokken, waarvan eene in 1477 gegoten door Gobelinus Moer, eene in 1477 door Gherardus de Wou en eene in 1539 door Wil. Tolhuis; klokkenspel van 44 klokken, waarvan 25 in 1652 door F. Hemony te Zutfen, 7 door F. en P. Hemony, 9 in 1734 door I. B. Le Vache gegoten, en 2 zonder opschrift. Uurwerk (1650, door J. Spraeckel te Zutfen, hersteld 1835). Plattegrond der kerk (1740 door H. Schreven, wapens in 1757 door Wilh. ten Haegh). Ontwerp voor het orgel (1770). Deur (XVII) in het zuidportaal. Twee beschilderde kisten (XVII). 2. De ned. herv. koepelkerk (1837 door A. Aytinck van Falkenstein, inwendig vertimmerd in 1902) bezit een orgel (1841). 3. De voormalige luthersche kerk (XVII) aan de Koren- »9 markt, in 1701 verbouwd, in 1898 gerestaureerd en tot graanpakhuis ingericht, heeft opgaande Ionische pilasters, houten kroonlijst en fronton, gedichte boogramen. Boven dè deur een zwaan in eene versiering, Lodewijk XIV. 4. De waalsche kerk bestaat uit het 3/8-gesloten, thans uitwendig bepleisterde choor (XV c) der kerk van het voormalig St. Agnietenklooster (zie e 9). 5. De r. k. st. walburgskerk, oorspronkelijk een, vermoedelijk eenbeukige, kruiskerk (XIV b) met rechte choorsluiting, 1391—1422 van zijbeuken voorzien, in 1499 en 1553 met kapellen verrijkt, XVII a tot arsenaal en militaire gevangenis ingericht, 1808 herwijd, 1853 belangrijk verbouwd en uitgebreid door Th. Molkenboer, bij welke gelegenheid het noordwestelijk deel instortte, bestaat thans uit een driebeukig schip met een in 1853 aangebouwd 5/8-gesloten choor; een dwarspand; vier kapellen (± 1886 gerestaureerd onder leiding van Dr. P. J. H. Cuypers) tegen den zuidwand van schip en dwarspand, en twee westtorens (de noordelijke in 1365 begonnen, in 1854 ingestort en daarna herbouwd). Tegen den westgevel een vierkante traptoren. De vensters in den noordgevel in 1886 heropend. Kruisgewelven in twee, kruisribgewelven in de twee andere kapellen, overigens gestucadoorde gewelven. De kerk bezit: Negen grafzerken (1495/1543, 1498, 1532, 1553, 1561, 1563, 1566, 1566, 1569). Twee paneelen (XVI a) van een drieluik: Aanbidding der herders en Besnijdenis. Zilveren pax (XVI a). Zilveren crucifix (voet XVI, bovendeel XVIII). Twee klokken, eene (1477) en eene in 1481 door Gherardus de Wou gegoten, beide afkomstig uit de in 1818 afgebroken St. Janskerk. 20 6. De r. k. kerk van den H. Eusebius (1864) bezit: Schilderij (XVI a): Kruisiging. Zilveren reliekhouder : borstbeeld (XV) van den H. Eusebius op voetstuk van 1669. Zilveren godslamp (1687). Zilveren wierookvat (bovendeel gegoten XV A, kuip gedreven XVI A.) 7. De r. k. KERKvan den H. Martinus (1875) bezit een gepolychromeerd beeld (XVI a) van Maria met het Kind. 8. Van de in 1858 gesloopte st. nicolaaskerk (XV) bevhv den zich twee ijzeren kruisen in het Stedelijk Museum. 9. Het St. Agnietenklooster (1404), in 1636 tot Gasthuis ingericht (zie f 3), is in 1860 gesloopt. 10. Op Mariendaal, ter plaatse der voormalige abdij Marienborn, bevinden zich fragmenten van grafzerken (XV d). ƒ. Gebouwen van liefdadigheid. 1. Het burgerweeshuis (opgericht 1583) heeft een baksteenen gevel (XVIII c), houten geprofileerde kroonlijst op dragers, gesneden houten omlijstingen in de deurtravee. Gebeeldhouwde voordeur, Lodewijk XV. Inwendig (XVIII c) : gebeeldhouwde gangdeuren en trapleuning, trappenhuis met stuczoldering. In de voorkamer rechts een houten schoorsteen met schilderstuk in gesneden omlijsting. In de regentenkamer een marmeren schoorsteen met spiegel en schildering in omlijsting, stuczoldering, geschilderd behangsel. Stoel (XVII b). Gesneden omlijsting (XVII) om een bord met namen. Voorstelling van weeskinderen in costuüm (XVII b). Op de linnenkamer drie eiken kasten (XVII). 2. Het r.k. bestedelingenhuis „Insula Dei" is een bak- 21 steenen gebouw (XVIII a) met twee zijvleugels (± 1863). Houten kroonlijst op zware-consoles. Gesneden deur- en raamomlijsting. Siervazen op dak en ingangshek. 3. Uit het voormalige St. Catharinagasthuis, het eerst vermeld in 1246, XIV a aan de Bakkerstraat (zie d 6), in 1636 in het St. Agnietenklooster (zie e 9) gevestigd, bevinden zich in het Stedelijk Museum : twee altaarstukken (XV d), fragment van een glasschildering (XV), steenen antependium (vier fragmenten XVI b), houtsnijwerk van een schoorsteenmantel (1655), plank (XVI d) met de namen vang asthuismeesters, uithangbord en twee steenen beelden (XVII) : oude man en vrouw. 4. st. petersgasthuis, zie g. i. g. Particuliere gebouwen. A. Gothiek. 1. Rijnstraat 71. Voormalig St. Petersgasthuis, gesticht 1401 in een gebouw „de Munte" geheeten, gewijzigd 1850 en ± 1900. Boven de moderne winkelpui een gothische baksteengevel met twee uitgekraagde hoektorentjes, waaronder gebeeldhouwde draagfiguurtjes. De gevel is bekleed met steenen, afkomstig van het kasteel Enghuizen bij Hummeloo. Tegen den zijgevel een vierkante traptoren met gemetselde wenteltrap. De achtergevel heeft trappen. Inwendig : balkenzoldering op ten deele nog oude zandsteenen draagstukken. Eiken kap. Klok (XV?). B. Renaissance. 2. Koningstraat 37. Achter het stadhuis een fragment van een achtergevel (XVI A), waarin drie smalle vensters met gebogen middendorpel. Zijgevel met trappen. 3. Langstraat (achterzijde van Oeverstraat 74). Gepleisterde trapgevel met bergsteenen afdekkingen en waterlijst (XVI d). 22 In den zijgevel gedichte vensters met overblijfselen van een kruiskozijn en ontlastingsbogen. Poortje (XVI d). Inwendig: oude balkenzoldering. 4. Kerkstraat 19. Trapgevel (XVI d), ten deele gepleisterd. Ankers. Hier naast een klassiek poortje met cartouche (± 1650). Hierachter een langwerpig gebouw (XVI c) met trapgevels aan de smalle zijden, waarin gedichte vensters en waterlijst. 5—7. Bakkerstraat 4 en 5, Pastoorstraat 18. Overblijfselen van-zijgevels met trappen (XVI—XVII). 8. Rijnstraat 41. Gevel (XVII a, gerestaureerd 1913) met zandsteenen versieringen en gezwenkte toplijnen. Pui modern. 9. Turf straat 3. Trapgevel (XVII b, bovendeel afgebroken) met ontlastingsbogen en zandsteenen banden. Sluitsteenen met engelkopjes. Ankers. 10. Oeverstraat 76. Gevel met opgaande pilasters, gebogen fronton, zandsteenversieringen, ook om drie ovale venstertjes. Twee steenen (linten): 1675. 11. Groote Markt 23. Trapgevel (XVII c). Ontlastingsbogen met kopjes. Voluten tegen de trappen. Hijschbalk. Ankers. Pui modern. 12. Bakkerstraat 57—59. Gewijzigde gevel (XVII) met korfbogen en banden. Kroonlijst, Lodewijk XV. Pui modern. 13. Bakkerstraat 31. Fragment van een gevel (XVIIb) met pilasters tegen een verdieping en met zandsteenen banden. Korfbogen met gebeeldhouwde sluitsteenen. Deuromlijsting (XVIII d). C. Lodewijkstijlen. 14. Bakkerstraat (voorheen „dje olde munte", waarvan aan den zijgevel overblijfselen van trappen.) Gevel Lodewijk XIV, met versierde midden-travee, waarin een alliantiewapen boven de deur. Kroonlijst op consoles. Deur, Lodewijk XIV. Inwendig (alles, 23 Lodewijk XIV): gang met stuczoldering, eiken trap met gesneden leuning. Trappenhuis met lantaarn. In de voorkamer een stuczoldering met mythologische schildering (1730 door A. Elliger), betimmering, schoorsteen met spiegelomlijsting, dessus-de-porte. In de achterkamer een stuczoldering, vroeg Lodewijk XV. In de aphterkamer aan de andere zijde een stuczoldering, vergulde spiegelomlijsting en schoorsteenstuk. 15. Bakkerstraat 25. Gevel met kroonlijst, Lodewijk XIV, waarin een venster met gesneden omlijsting. Pui modern. 16. Onderlangs 6—8. Gepleisterde huizen met topgevels, op een waarvan: 1778. 17. Bakkerstraat 24. Tuitgevel, Lodewijk XV, met klauwstukken en topversiering. 18. Groote Markt 6. Zie d 1. 19. Walburgsplein 10. Gevel (XVII Ic). Versierde midden travee, Lodewijk XV. In de deuromlijsting een wapen. Inwendig: gang met stucwerk. Gesneden trapleuning. In de rechtervoorkamer betimmering, schilderingen op plafond en behangsel, en schoorsteenstuk. In de linkérvoorkamer stuczoldering, schoorsteenstuk en spiegelomlijsting. 20. Bakkerstraat IQ. Gevel (XVIII d) met opgaande hardsteenen pilasters. IJzeren raamhekken, Lodewijk XV. 21. Groote Markt 7. Gepleisterde gevel (XVIII d) met houten kroonlijst en fronton, waaronder een alliantiewapen. Op deSonsbeek-weide een boerderij(XVIII) met watermolen^ In het park Sonsbeek zijn in 1914 grondslagen van een kasteel (gulden Spijker? 1524) gevonden. Details. Drieharingenplaats C 64. Zeven koppen en maskers. Gevelsteen (XVI d). . 24 Langstraat 89 en 138. Deuren, Lodewijk XIV. Koningstraat 34 en 36. Houten.kroonlijsten, LodewijkXIV. Gevelsteen. Janslangstraat 1—2 (1665). Ankers. Turf straat 5 (XVI), St. Jansstraat 1 ia (1608), Varkenstraat 24. In het villapark Hulkestein gemetselde hekposten met vazen en opschrift, en een gesmeed ijzeren hek (XVIII c). Het kasteel Zypendal (1743, doch geheel gemoderniseerd) heeft .in den achtergevel een steen : 1651. Bij Monnikenhuizen zijn in 1890 gebeeldhouwde grafzerken en fragmenten daarvan (XV d en XVI) gevonden. h. Musea en particuliere verzamelingen. 1. Museum vam Oudheden (zie d 5). Schilderijen en afbeeldingen van oude gebouwen, portretten (o. a. van Karei van Gelre), bodestaven (XVII en XVIII), gildebekers (XVII en XVIII), munten, Arnhemsch aardewerk, zandsteenen reliëf (XVI a, afkomstig uit Zeddam) enz. Zie ook f 3. 2. Nedeblandsch openluchtmuseum. Boerenwoningen. Fragmenten van landelijke bouwkunst. Voorwerpen van folkloristisch belang enz. ^—t^w3 3. verzameling-Mr. W. F. K. baron van verschuer. Chineesch porselein en Delftsch aardewerk. 4. Verzameling-F. baron van Verschuer. Munten. 5. verzameling-Mr. W. E. J. baron van balveren. Familie-portretten (XVI), afkomstig uit het huis te Echteld, Uurwerken. 6. Verzameling-Mr. E. P. A. M. Scheidius. Schilderijen 25 en familieportretten, o. a. van de familie van der Graeff uit Dordrecht. 7. Verzameling-G. H. Braams. Schilderijen en portretten, o. a. een door Frans Hals. 8. Verzameling-van Grotenhuis. Familieportretten, 0. a. van het geslacht Lyauckama, door W. de Geest. 9. Verzameling-A. Mos. Oude schilderijen en teekeningen. 10. Verzameltng-van der Toorn. Praehistorische en Ro- meinsche oudheden enz. BALGOOI EN KEENT. Balgooi. Van de r. k. kerk (H. Johannes de Dooper) is nog slechts over de toren (XIV, spits hersteld 1799), die in zijn gepleisterden voet tufsteen bevat, doch overigens geheel van baksteen is. Tegen den oostwand sporen van later verhoogd schipdak. Leliekruis. Inwendig: kruisgewelf. Twee klokken, eene gegoten door Petit en Fritsen, eene zonder opschrift. Vóór het zeer bouwvallige kasteel Balgooi (XVIIIA) bevindt zich een gesmeed ijzeren hek uit den tijd van den bouw. Bij het kasteel een, eveneens bouwvallige, topgevel (XVIII). Keent Aan den straatweg bouwval der St. Anthonius-kapel, vermeld XV, thans in particulier bezit: muurwerk van drie traveeën en 5/8-sluiting. BARNEVELD. Scherven van klokbekers en van laat Saksisch aardewerk in deze gemeente gevonden, zijn in het raadhuis te Barneveld en in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. 26 Barneveld. Het raadhuis bevat verder: Fragment van steenen waterbekken (XIV) en verguld koperen Christusbeeldje (XIII), afkomstig uit de oude kerk te Garderen. Draagsteenen en sluitsteen (XIV), afkomstig uit de oude kerk te Voorthuizen. Steenen console (XVI a). Koperen kaarsénstandaard (XVII d). Copie der Mariakroon, eertijds in de Ned. Herv. Kerk. Fragmenten van gebrande ruiten (XVI d—XVIIA). Geëtste drinkglazen (XVIII). De ned. herv. kerk (H. Odulphus) is een baksteenen hallenkerk (XV c), ontstaan door vergrooting eener kruiskerk (XIV), geteisterd o.a. in 1421, 1482, 1517, hersteld in 1645 en 1860-1862. Zij heeft een 5/8-gesloten choor, smaller dan het middenschip en eenen toren, beneden midden-XIII, verhoogd XIV, (herhaaldelijk verbrand o.a. 1653, 1683, 1828, 1870) tegen welks oostwand sporen van twee lagere schipdaken. De oostgevels der zijbeuken hebben toppen XVI a. Kruisribgewelven. In den toren overblijfselen van een stergewelf, alsmede van de voormalige torentrap en den toegang daartoe. Op het choor een ijzeren kruis van den in 1752 afgebroken dakruiter. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1654), banken (1654, 1658 en 1728) en doophek (1654). Koperen lezenaar (1727) en twee dito doopbogen (XVII). Orgel (1766). Wijzerplaat met beeldje van Mozes (XVIII). Grafzerken (XV—XVIII). Grafmonumenten: 1793, 1796 (door A. Ziesenis), XVIII d en 1808 (door Guillot). Doopzilver (1841). Drie klokken : eene in 1634 gegoten door Peter van Trier en Jan Philipsen, eene in 1711 door Claes Noorden en Jan 27 Albert de Grave, en eene door J. M. van Bergen te Heiligerlee. De in 1862 ontdekte muurschilderingen zijn overgewit. De Mariakroon (XV), in 1629 uit de St. Janskerk te's-Hertogenbosch geroofd, bevindt zich in het Rijksmuseum te Amsterdam. Langstraat 39. Topgevel met vlechtingen en : 1690. Garderen. De ned. herv. kerk (1859) vervangt, blijkens een gedenksteen boven den oostelijken ingang, eene kerk van 1575, gebouwd na het verbranden eener oudere (gesticht 1050 en gewijd aan den H. Gangulphus), wier merkwaardige baksteenen toren (XIV a, verhoogd XV, spits vernieuwd XVIII), een spitsbogig tongewelf bevattend, nog staat. Zij bezit: Koperen lezenaar (1736). Twee koperen kronen (XVII). Avondmaalsbeker (1723). Klok (1802). Een fragment van een steenen waterbekken en een verguld koperen Christusbeeldje (XIII), uit deze kerk afkomstig, zijn thans in het Raadhuis te Barneveld. Kootwijk. De ned. herv. kerk, thans in huur bij de Gereform. Gemeente, heeft een geheel gepleisterd schip (XVI a, eene kapel stond hier reeds XI c) met een gepleisterd driezijdig gesloten choor, en eenen baksteenen toren (XVI a, spits 1838 verlaagd), met overhoeks geplaatsten achtkantigen traptoren, gedekt door een baksteenen spits. Klok (XIX a?) zonder opschrift. Voorthuizen. Van de kerk (H. Odulphus), welke door de tegenwoordige ned. herv. kerk (1865) vervangen wordt, is de baksteenen toren 28 (XV) met traptoren over en bevinden zich eenige overblijfselen in het Raadhuis te Barneveld (z. blz. 27). Zij bezit nog : Koperen lezenaar (1710) en dito zandlooperhouder (XVII c). Twee koperen kronen (1710). Drie klokken: twee in 1775, en eene in 1776 gegoten door Alexius Petit en Zoon. BATENBURG. Een aantal hier opgegraven urnen is in het museum der paters Franciscanen te Megen; enkele Romeinsche bronzen munten bevinden zich in het museum van het Provinciaal Genootschap in Noord-Brabant. De ned. herv. kerk heeft van de oude, sinds 1443 collegiale kerk (H. Willebrordus, later H. Victor) -nog het driebeukige baksteenen schip met zuidportaal en den ingebouwden toren (alles XVI a) over, alles uit- en inwendig gewit. Choor afgebroken. Uitbouw: grafkelder (XVII). Tegen den zuidmuur van het schip ankers: 1612. Inwendig: gestucadoorde zoldering (1836). De kerk bezit: Hardsteenen doopvont (XIII A, gerestaureerd). Eiken preekstoel (1665), doophek en heerenbank (XVII b); banken (XVII b). Eiken voorzangerslezenaar (1669). Orgel (1770, door Crane). Grafzerken (1429, 1540, 1616, 1618, 1645, 1666 enz.) Een gebrandschilderd glas (XVII). Elf rouwborden (XVII en XVIII); borden met namen der predikanten. Koperen kroon (XVIII d). Twee zilveren bekers (XVII B), dito schotel (XVIII c) en schenkkan (1850). Klok, in 1758 vergoten door Alexius en Petrus Petit. 29 Uurwerk (1634, door Jan van Call, hersteld 1846). Van het slot te Batenburg, grootscheepschen kasteelaanleg van ± 1600, op ouderen grondslag, en in 1795 verbrand, zijn slechts bouwvallen over: een ringmuur met bastions en uitgekraagde spie-torens; een fragment van een poortgebouw; en een groote ronde toren, waarbinnen overblijfselen van schoorsteenen en kruiskozijnen, alles van baksteen met banden van bergsteen. Overwelfde kelders. Tuin nog „kasteelsche bloemhof" geheeten. Vier bronzen kanonnen en een gedenksteen zijn in 1795 naar het kasteel te Bentheim overgebracht. BEESD. Akkooi. De ned. herv. kerk (1844) heeft nog twee geledingen van den zwaren baksteenen, in zeer vervallen staat verkeerenden en sterk hellenden toren (XV d) der vorige kerk. Gemetselde fialen. Inwendig: een beschadigd stergewelf; hierboven een koepelvormig gewelf. De kerk bezit: Doophek en*-banken (XVIIB). Twee psalmborden (1840). Twee kristallen kronen (XVIII d). Gegraveerden zilveren beker (XVIIb). Klok (1700). Beesd. De ned. herv. kerk (± 182$), vervangt eene oudere (vroegste vermelding: 1259), wier zware, van zijn spits beroofde toren (XV c) van baksteen met bergsteenbanden, nog staat. Hierin kraagsteenen van een verwijderd kruisribgewelf. Traptoren met gemetselde wenteltrap. De kerk bezit: Orgel (± 1730), afkomstig uit de Fransche kerk te V ianen. Klok, in 1468 door Johannes en Willem Hoerken gegoten. De r. k. kerk (1877) bezit: 30 Twee houten heiligenbeelden (± 1500): H. Willebrordus en H. Helena. Zilveren kruis (1793), waarin een reliek. Marien waard. x Op het landgoed MariËnwaard ter plaatse der XVIA verwoeste gelijknamige abdij, bevindt zich een grafzerk van den Abt Petrus Zuyren (f 1563). Renooi. De ned. herv. kerk (1836) heeft in het westelijk deel nog eenige overblijfselen van een middeleeuwsch baksteenen gebouw (XV). Houten toren op den westgevel, in denzelfden trant als te Otterloo. De kerk bezit: Eiken preekstoel (grootendeels XVII c). Dito doophek (XVII). Twee psalmborden: (1849). Zilveren beker (XVII b). Klok, in 1655 gegoten door F. en P. Hemony te Zutfen. Op het kerkhof twee zerken (1556 en 1562). BEMMEL. Scherven van Germaansch vaatwerk, onder Doornenburg gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Bemmel. De ned. herv. kerk (H. Donatus), in 1834 geheel gepleisterd, bestaat uit een schip (vermoedelijk XIV), dat XVII verbouwd en naar beide zijden verbreed is met doorbraak van de oude zij* muren; een uitbouw (XV B) ten Z. van het schip ; een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen toren (XIIIA) van tufsteen. Gestucadoorde zoldering over het schip, kruisrib- en straalgewelf over het choor, netgewelf over den uitbouw, koepelgewelf in den toren. 3* De toreningang heeft, niet in den oorspronkelijken stand te zamen gevoegde, pilasters en latei (1623). De kerk bezit: Orgel (1775, hersteld 1834). Drie grafzerken (XVII, 1783, 1797). Zilveren beker en schotel (XVII); dito kan (1784). Twee klokken, in 1623 en 1625 gegoten door Jan en Willem Philipsen. Doornenburg. Het Kasteel Doornenburg (XIVa, gewijzigd XVIIc en XVIII) bestaat uit: a. Voorburcht: trapeziumvormig plein, omringd door een zwaren muur met een langs de oost- en de westzijde op muurbogen rustende weergang, en met twee noordelijke hoektorens, twee zuidelijke uitgekraagde torens en eenen oostelijken, van een koepelgewelf voorzienen verdedigingstoren. De voorburcht is toegankelijk door een aan de noordzijde geplaatst poortgebouw met kanteeling en met twee ronde, bovenaan uitgekraagde torens, waarin koepelgewelven. De zuidwesthoek der voorburcht wordt ingenomen door de voormalige slotkapel met driezijdig gesloten choor (hierin sporen van beschildering der sluitingswanden) en een spietorentje op den zuidwesthoek. In den ringmuur bevinden zich twee poortjes naar de gracht. Steenen trap naar de weergang. b. Rechthoekig hoofdgebouw, door water omgeven, met uitgekraagde torens op de hoeken, verbonden door een kanteeling, en met een hoogen spietoren, boven den westmuur uit het dak rijzend. Inwendig: kelders met tongewelven, twee vertrekken met versierde stuczolderingen (XVIIc, in eene ervan de voorstelling van Gijsbrecht van Amstel in toernooikleedij), houten schoorsteenen (XVIIc en XVIIld), in den spietoren een baksteenen wenteltrap. Een wapenbord (1565, vernieuwd 1660) is in 1914 overgebracht naar het kasteel Suderas bij Warnsveld. Fraaie wandtapijten 32 (XVId), in 1865 nog aanwezig, zijn sindsdien geheel vergaan. De r. k. kerk (H. Martinus) bezit: Groep in houtsnijwerk (XV d, nieuw gepolychromeerd), voorstellende de H. Veronica, den zweetdoek aan de twee Vrouwen vertoonende. Ressen. De ned. herv. kerk is een gepleisterd gebouw, bestaande uit «en schip, gedeeltelijk van tufsteen (XIII), verhoogd met baksteen ■en waartegen een zuidelijke kapel (XV); een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen toren (XIIIA), grootendeels van tufsteen, welks oostwand sporen van een lager schipdak vertoont. Vlakke stuczoldering over het schip, steenen tongewelf over de kapel, kruisgewelf over het choor. De kerk bezit: Zilveren beker en schotel (1702). Klok, in 1688 gegoten. BERG. Voorhistorische steenen en bronzen voorwerpen hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Beek. Op den weg naar Zeddam een hagelkruis. De r. k. kerk (H. Martinus), dagteekenend uit 1339, ± 1860 verbouwd en met zijbeuken vergroot, in 1916 naar het O. uitgebreid, heeft eenen tufsteenen toren (beneden XIV, boven XV c). 's-Heerenberg. b. Verdedigingswerken. Van den ouden vestingwal (XVIA) is een gedeelte over. in 33 d. Burgerlijke openbare gebouwen. f . Het raadhuis (XVI a, gerestaureerd 1914—1917 door den architect Jac. van Gils) is een rechthoekig baksteenen gebouw. Midden voor den gevel een achtkante traptoren, waarin een wenteltrap en waarop een open koepel met klok, in 1526 gegoten door Segewinus Hatyseren. Zijgevels met toppen. Baksteenen lijstwerk aan den zuidgevel. Kruisramen weder aangebracht. In het onderhuis steenen tongewelven. Geprofileerde neusstukken onder enkele balken. 2. Bij de Ned. Herv. Kerk een woonhuis, overblijfsel van de oude munt (XVI?). e. Kerkelijke gebouwen. \, De ned. herv. Kerk (H.H. Georgius en Pancratius), een geheel gepleisterd gebouw, is het in 1612 verbouwde dwarspand der oude kerk (eene in 1259 gestichte werd in 1399 tot parochiekerk verheven). Gestücadoorde zoldering. Memoriesteenen: 1612 en 1679/1687. Zij bezit: Drie rechtopgezette zerken (1525, 1558/1585, 1629), en eenige bedekte. 2. In den toren der moderne r. k. kerk drie klokken, afkomstig van de tegenwoordige Ned. Herv. Hiervan twee, in 1493 door Geert van Wou gegoten, en eene zonder jaartal. 3. Overblijfselen van de gasthuiskapel (XV d), waarop een met leien bekleede spits. Voor Nr. 241 en voor de oude bewaarschool grafzerken (resp. gothisch en 1622). In den gevel van Nr. 215 een steen: 1646. Het slot 's-Heerenberg (± 1550, 1598 ontmanteld, XVII d verbouwd, 1735 gedeeltelijk verbrand en 1750—1760 hersteld, 34 1792—1842 voor r. k. seminarium gebezigd, thans in particulier bezit en inwendig hersteld en vernieuwd), is een gedeeltelijk door water omringd complex van baksteenen gebouwen: a. Nagenoeg vierkant voorplein, aan de oost- en noordzijde door dienstgebouwen omgeven, aan de zuidzijde door een muur begrensd. Torens (XVI a) op de noordoost- en zuidwesthoeken. Grondslagen van een noordwesttoren. Dubbele poort aan de stadszijde. Het oostelijke, geheel gepleisterde gebouw heeft slechts vertrekken gelijkvloers. Dat aan den noordkant heeft een verdieping, waarin overblijfselen van oude vensterbogen en van zandsteenen lijstwerk. De zuidwestelijke hoektoren heeft in zijn oostwand sporen van een vroeger aansluitend dak, en inwendig een overwelfden kelder, waarboven twee vertrekken. b. Hoofdgebouw, ten Z. van het plein met het front naar het W. en bereikbaar over een brug (waarvóór schildhoudende leeuwen) en door een poort met opschrift: 1679, wapen en twee medaillons. Gepleisterde gevel onder een rechte gootlijst. Dubbele trap en bordes. Gebeeldhouwde deuromlijsting, waarboven een opschrift (1701). Vensters XVIIIA. Letterankers. Op den zuidwesthoek een achthoekige traptoren met lantaarn. Op den noordoosthoek een vierkante traptoren, waarvoor een hoogere en zware baksteenen toren (beneden XIV, overigens XVI a, spits 1735 verbrand) met vier uitgekraagde torentjes, onderling verbonden door een uitgekraagde steenen borstwering met overhoeksche pinakels. Ter zuidzijde van het hoofdgebouw een vleugel met overstekende verdieping, vroeger als kapel gebruikt. Moeten van kruisvensters aan de zuidzijde. In het oudste, bij den toren aansluitende deel, schietgaten. Het nieuwe deel (XVIII c) heeft nog een oud kruiskozijn met tralies en, terzijde, drie zware kraagsteenen voor een uitbouw. Inwendig: Baksteenen gewelven in het onderhuis van den middenbouw. Trap (XVIII b). Betimmering en deuren (± 1750). 35 Twee stucplafonds, Lodewijk XV. In de hal drie rouwborden (1673, 1758, 1781). Familieportretten. Drie haardplaten (1562, 1690 en XVIII c). De Boetselaersborch (Drost Daemenhuis), blijkens steen gesticht 1550, later naar het Z. uitgebreid, heefteen achthoekigen traptoren (XVI), welke oorspronkelijk den ingang bevatte. Op den berg Monferland een gebouwtje met drie gevelsteenen : twee met tijdverzen (1698, 1699) en een met wapens. Wijnbergen. De moderne r. k. kerk (H. Martinus) bezi t: Drie altaarschilderijen (XVIII). Twee koperen kronen (XVII). y Van het voormalig huis de Kemnade staat nog een deel van den baksteenen toren (XVI a) met banden en waterlijst van zandsteen. Benedengedeelte rond, dan overgaand in zestienhoek. Achtkante spits met windvaan, waarin een wapen en jaartal (1751). Inwendig: baksteenen ribgewelven, uitstralend van een middenpijler. In de kelders kruisgewelven met gordelbogen. Zeddam. De moderne r. k. kerk (H. Oswaldus), ter plaatse eener reeds 1211 als parochiekerk bekende, sinds 1810 weer aan de R. Katholieken teruggegeven, heeft een toren, waarvan drie geledingen XV, de bovenste ± 1500. Zij bezit: Altaar met laat gothische retabel (± 1500, hersteld ± 1900, luiken modern). Twee klokken, eene in 1626 gegoten door Peter van Trier en eene in 1788 door Johannes Rutgerus Voigt. 36 Een zandsteenen reliëf (XVI a, votiefsteen ?), is in het Museum te Arnhem. Langs het kerkhof een fragment van een steen met gothisch opschrift. Het Huis Padevoort (XVII a gebouwd, XVII d jachtslot, 1875 hersteld en tot R.K. zusterhuis ingericht) is een vierkant baksteenen gebouw met in trappen eindigende zijgevels, waarin moeten van oude vensters en een duivenslag. Inwendig een kamer met gestucte zoldering, waarin figuren en: 1677. BERGHAREN. Bergharen. Eenige stukken Romeinsch vaatwerk alhier gevonden, bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De ned. herv. kerk (O.L. Hemelvaart; eene in 1250 vermelde kapel werd XIV a tot parochiekerk verheven), is een gepleisterd gebouw, bestaande uit een schip (XV) met langs den toren doorgetrokken en met dezen in verbinding gebrachte zijbeuken en een baksteenen toren (XIII), Tegen den oostwand van het schip de moeten van het afgebroken choor. Kruisribgewelven op draagsteenen. In den toren aanzetten van een kruisribgewelf. De kerk bezit: Twee grafzerken (1624 en 1629). Klok, in 1808 gegoten door Henricus Petit. De moderne r. k. kerk (H. Anna) bezit: Eiken preekstoel (XVIII). Houten groep (XVI): H. Maria met Kind en Moeder Klok, in 1741 gegoten door Jean Petit. Hemen. De r. k. kerk (H. Jodocus), gesticht XV, in 1833 aanzien- 37 lijk vergroot, sinds 1799 weer aan de R. Katholieken, bezit: Twee klokken, eene (XVIII d) en eene, in 1809 gegoten door Heriricus Petit. Het huis te Hernen bestaat uit gebouwen van verschillenden tijd, om een rechthoekig plein opgetrokken. a. Voorgebouw (XVI b) aan den zuidoostkant van het plein. Baksteenen voorgevel met banden van bergsteen en ankers. De noordelijke gevel heeft een top met gezwenkte lijnen. Achtkantige hoektoren, uitgekraagd op muizetanden. Sporen van een gesloopten vierkanten toren (XV) op den zuidoosthoek. Poortdoorgang met twee kruisribgewelven op gebeeldhouwde draagsteenen. Boven den ingang een wapensteen (1555). b. Hoofdgebouw (XV), gevormd door twee rechthoekig op elkaar staande vleugels, aan den noordwest- en den noordoostkant van het plein. Het is toegankelijk door een voor den gevel in den zuidwesthoek van het plein geplaatsten vierkanten traptoren, en heeft ter weerszijden van den achtergevel een ronden toren, waarvan de noordelijke op uitkraging. Midden in den. achtergevel een uitgekraagde arkel. Oorspronkelijk open, thans door verlenging van het dak overdekte, weergang met schietgaten langs de achtergevels van beide vleugels. c. Aanbouwen (XVIII—XIX) tusschen den traptoren en het voorgebouw. Leur. De ned. herv. kerk (H. Moeder Gods), gerestaureerd in 1907 door F. Ludewig, heeft een schip (XIV A) van baksteen, met sporen van den verdwenen zijbeuk in den zuidwand; een 5/8-gesloten choor (XVIIa) van baksteen met tufsteenbanden; en eenen baksteenen toren (beneden XIV A, helm + 1600). Kleine vensters en tufsteenkoppen in de muren van het schip. Houten tonzoldering over dit laatste, het choor gedekt door een net- 38 en een stergewelf op zandsteenen ribben. Koepelgewelf in den toren. De kerk bezit: Sacramentshuisje (XVI a). Hardsteenen doopvont (XIII A). Eiken preekstoel (XVIII c). Gesneden eiken paneelen (XVI a). Grafzerk (XVII). Gewelf- en muurschilderingen (XVI). Fragmenten van rouwborden (XVII). Klok, in 1836 door Petit en Fritsen gegoten. Gedenksteen betreffende een watersnood (1799). BEUNINGEN. Beuningen. De ned. herv. kerk (1824) bezit een zilveren beker (XIX a). De toren der moderne r. k. kerk (H. Cornelius)' heeft in zijn nieuwen mantel nog een stuk van den ouden toren (XIV?). De kerk bezit een klok, in 1731 door I. B. Levache gegoten. Van het voormalige slot blankenberg, gedeeltelijk hersteld ± 1740, staat nog een vierkant torentje (XV B) met muizentandlijst, schietsleuven en leien spits. Inwendig: steenen kruisgewelf en overwelfde kelder. Huis den Beuningen. Zijgevel met trappen en baksteenen •afdekkingen. In den voorgevel ankers: 1641. Weurt, De moderne r. k. kerk (H. Andreas) bezit: Verguld zilveren monstrans (XVI a) op een nieuwen voet. Twee koperen kronen (XVII). 39 Twee klokken: eene in 1756 door Pieter Seest gegoten, de andere door Petit en Fritsen. BEUZICHEM. Een aantal onder Zoelmond gevonden scherven van Romeinsch en laat-Saksisch aardewerk zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Beuzichem. De ned. herv. kerk (H. Johannes de Dooper), vermoedelijk XV, vervangt eene oudere in 1131 vermelde, die de moederkerk was der kerken te Kuilenburg, Lanxmeer en Zoelmond, en waarvan de romaansche toren nog over is. Gepleisterd gebouw :driebeukig schip, verhoogd XV d, met 7/12 gesloten choor (XV c), beide door houten tongewelven gedekt. In het choor draagt het gewelf de jaartallen 1774 en 1836. De toren, grootendeels van tufsteen (XII d), boven van baksteen (XV) heeft in zijn oostwand een moet van een lager schipdak. In de galmgaten middenzuiltjes (XII), afkomstig uit een lager geleding. De kerk bezit: Preekstoel (XIX a) met twee koperen lezenaars (XVII en 1841). Fragmenten van gesneden bank (XVII d). Rouwbord (1673) en gebodenbord (XVIII a). Drie koperen kronen waarvan eene (1712), twee (1773). Twee zilveren bekers (1707), zilveren kan en drie dito schotels (1850). Twee klokken, eene in 1615 gegoten door Henricus Meürs en eene in 1640 door Wouter Both en Eppe van der Arck. Gedenksteen betreffende een watersnood (1809). Zoelmond. De ned. herv. kerk (H. Johannes Evangelist, 1420 parochie- 40 kerk, na de Hervorming metBeuzichem vereenigd, in 1661 weer zelfstandig) is een gepleisterd baksteenen gebouw-(XV A), bestaande uit een driebeukig schip met 5/8-gesloten choor en eenen toren met traptoren (de spits na een brand in 1911 vernieuwd) en sporen van een kruisribgewelf. Vlakke houten zoldering over den middenbeuk, halve tongewelven over de zijbeuken, open kap over het choor, kruisribgewelf in den toren. De kerk bezit: Twee roode altaarsteenen. Koperen doopbekkenhouder (XVII d). Gebodenbord (XVII b, overschilderd). Koperen kroon (1780). Zilveren beker (1711). Tinnen doopbekken en waterkan (T745)- Klok, in 1520 gegoten door Henricus de Borch. BORKELOO. Borkeloo. Voor elk der beide scholen een oude bikkelsteen. Van het oude Gemeentehuis (1508) zijn nog vier sluitsteenen (leeuwenkoppen) en vier halve-zuilen, waarboven gebeeldhouwde menschenhoofden, over, die in het brandspuithuis op den Wal gemetseld zijn. In het nieuwe raadhuis worden bewaard : twee zilveren bekers (op een: 1625) van het kleermakers-, en twee (1662) van het brouwersgilde ; een oud H.S. in houten met leer bekleeden band (XVI), eenige oorkonden (XVI en XVII). De ned. herv. kerk (H. Joris), als kapel in 1337 vermeld, als kerspelkerk in 1509, 1665—1666 geteisterd door de Mun'sterschen, daarna hersteld, is een tot aan de waterlijst geheel gecement baksteenen gebouw (XVIa, westelijk deel ouder?), 41 bestaande uit een schip, waarbij de ruimte onder den toren aangetrokken is; een noordbeuk; een choor met driezijdige sluiting en een ten N. aangebouwde sacristie; en eenen met figuren van verglaasde steen versierden toren (XV, door brand geteisterd in 1590, hersteld XVII a), met traptoren. Spoor van een hooger schipdak tegen den torenwand. Pannendaken over kerk en toren. Kruisribgewelven over de westelijke traveeën en over de sacristie, aanzet van een zoodanig gewelf in den toren, overigens houten zolderingen. Tegen een torenbeer een steenen zonnewijzer (1665). De kerk bezit: Altaarsteen. Eiken preekstoel (1686). Grafzerken (1614 en XVII); fragmenten van laat-Gothische zerken. Twee zilveren bekers (XVII), twee dito schotels (XVI), dito vierkante broodschaal (XVIIc) en dito kan (1849). Twee tinnen borden (XVIII). Twee klokken, eene (XVII), gegoten door Hans Berman. eene (1619?). Uurwerk (1665) door Sprakel te Goor. . In den hoek ten N. van den toren een roepsteen onder een afdak. Van het voormalige hof van Borculoo (in 1770 herbouwd, XVIII d—1852 tot stoeterij ingericht, in 1870 afgebroken) zijn slechts over: gewelfde kelders, en een zandsteenen poortje (XVII b, een deel van de vroegere voorpoort), nu in den gevel der Lagere school gemetseld. Overblijfselen van ouden vakwerkbouw aan enkele woningen. Het huis A 29 heeft een verminkten topgevel. Koperen deurknop. In den zijgevel een gesneden poortboog, met opschrift (1595). In den zijgevel van huis A 56 een dergelijke boog (1606). 42 Geesteren. De thans ned. herv. kerk, gesticht in 1246, is een grootendeels uit tufsteen opgetrokken gebouw, inwendig geheel uitgebroken in 1836. Schip en driezijdig gesloten choor (XVI d herbouwd). De baksteenen toren (XVI, verhoogd XVII a), waarvan de oost- en de westgevel in trappen eindigen en een zadeldak insluiten, bevat in zijn bovenste geledingen nog eenige zuiltjes met romaansche en vroeg-gothische kapiteelen, en in zijn voet twee steenen met opschrift (1633). Klok, in 1591 hergoten door Gherardus Lansinck. Huis E 15 heeft een houten poortboog met opschrift (1598)BRAKEL. De ned. herv. kerk (H. Maagd), blijkens opschriften verbouwd in 1645, 1749, 1805, 1851 en hersteld in 1823, heeft een gedeeltelijk van tufsteen opgetrokken driebeukig schip (XVIA, gewijzigd XVIIb) ; een 5/10-gesloten choor (XV b, verhoogd XVIA) van baksteen met tufsteenbanden; en eenen baksteenen toren (XV b, bovendeel en spits gewijzigd) met traptoren. Gesmeed leliekruis op het choordak. Gestucadoorde tongewelven. Grafkelder onder het choor. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII b) ; geverfde eiken heerenbank (XVII B). Zéven gebrandschilderde glazen (1647,1693,1709) in het choor. Tekstbord (1759). Twee zilveren bekers (1736), drie dito schotels (XIX b). Koperen kroon (XVII). Klok (1422). Van het oude huis te Brakel, verwoest in 1672, is niets meer over dan de bouwvallen van twee torens (XV A), in een waarvan een steen met wapens en een ander met de jaartallen 860, 1321, 1407 en 1672. 43 Het nieuwe huis te Brakel heeft een deur met gesneden omlijsting en bovenlicht (XVIII d). Uit het nabij gelegen huis het Spijker is in 1913 een aantal gebrandschilderde ruiten (XVIIA) verkocht. Vóór dit huis zijn eénige hardsteenen consoles (1635) opgesteld. BRUMMEN. Brammen. Een hier ge\»onden klokbeker is in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. In het raadhuis wordt bewaard een zilveren gildeketen niet vogel (XVII a) van het St. Jans-schuttengilde. De ned. herv. kerk (H. Pancratius), gebouwd 1451, verbouwd o.a. in 1705 en 1746, en in 1830 naar het Z. uitgebreid, heeft van de oude kerk nog een deel van het schip met driezijdige choorsluiting (verlaagd) en den toren (XV c) over. Deze is onderaan met tufsteen bekleed, evenals de onderbouw van het schip. Inwendig: een kruisribgewelf op draagsteenen over de travee naast den toren, eendergelijk gewelf in den toren, overigens gestucadoorde zoldering. Opschriften: 1451 en 1746. De kerk bezit: Fragmenten van gothische zerken en altaarsteen. Twee zandsteenen zerken (1652 en XVII c). Koperen doopbekken (1818). Twee klokken, waarvan eene in 1742 door Cyprianus Crans gegoten. De r. k. kerk (H. Andreas Apostel), gebouwd 1829, bezit: Zandsteenen Piëta (XV d), vermoedelijk uit de kerk te Doesburg. Zes reliekhouders (XVIII d), uit de kerk van Huisen. Hal. De ned. herv. kerk (H. Ludgerus), gerestaureerd 1911—1914 door W. Te Riele Gzn., is een oorspronkelijk eenbeukige baksteenen kerk (XVc) met 3/8-gesloten choor en later toegevoegden noordbeuk (XVI a). Venster-traceeringen modern. Riblooze kruisgewelven over den beuk, netgewelven op muurzuiltjes over schip en choor. Toren (XVI, ± 1900 beklampt) met gepleisterden traptoren. De kerk bezit: Koperen lezenaar en kaarsenarm (XVII d). Priesterzerken (1523 en 1554), en zerken (1673 en 1685). Overblijfselen van muurschilderingen (XV). Gewelfschilderingen (XVI c), gerestaureerd door Helweegen te Roermond. Klok, in 1815 gegoten door Henricus Petit. BUREN. Asch. De op eene hoogte gelegen ned. herv. kerk (XV, 1857 hersteld) heeft een eenbeukig schip met smaller 5/8-gesloten choor en op den westgevel een kleinen houten toren. Vlakke gestucadoorde zoldering. Sporen van steenen welving in de choorsluiting. Klok, in 1825 door Petit en Fritsen gegoten. Buren. b. Verdedigingswerken. De overblijfselen van het oude slot te Buren (herbouwd i 1500, gesloopt 1815) zijn in 1899 verzameld tot een gedenkteeken ter plaatse van den voormaligen hoofdingang. Overblijfselen der oude stadswallen (XV) ter weerszijden der Culemborgsche poort, achter het weeshuis tot aan de voormalige Tielsche poort en de Oranje straat. Culemborgsche poort (XV). Vierkant baksteenen gebouw, met vlakke gevels, waarvan het bovendeel tot woning is ingericht. Boven den doorgang een sluitsteen met 1816. Aan de stadszijde èen zonnewijzer. c. Wegen enz. Pomp met opschrift (1732). d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het raadhuis (1654, vernieuwd 173c;—1740), een baksteenen gebouw, heeft een deur met omlijsting en gemeentewapen, uit den tijd van den bouw en een open koepeltorentje met peervormige spits en windvaan. Inwendig: balkenzoldering op dragers met het wapen van Buren. Twee eiken banken (XVII). Teekening van het kasteel door Hendrik Gers. Schutterad (1753). 2. Waag (XIX a) tegen den westwand van den noordbeuk der ned. herv. kerk. Afdak op houten zuilen. 3. Dijkhuis (XIX a), naast het stadhuis, met houten pilasters tegen den onderbouw, en het wapen van Buren in de kroonlijst. e. Kerkelijke gebouwen. 1. De ned. herv. kerk (H. Lambertus), in 1665 belangrijk hersteld, eveneens in 1888, thans aan de westzij de ingebouwd, uiten inwendig gepleisterd en inwendig geheel gewijzigd, bestaat uit een driebeukig schip met een noordbeuk (XV), die in zijn oostwand een gedichten boog (van afgebroken zijchoor?) vertoont en tegen welks noordwand de overblijfselen van een portaal (XVIa) voorkomen, en met een smalleren zuidbeuk, beide rechtgesloten ; een driezijdig gesloten choor, dat aan den noordkant steunbeeren mist; en een ingebouwden baksteenen westtoren, op welks vierkant benedendeel (XIII) een achtkante geleding 46 (XVII c) opgetrokken is naar ontwerp van Pieter Post, en met lantaarn bekroond. Achthoekige traptoren (XV) tegen den westwand van den toren, naast den ingang (XV). Inwendig: Moderne houten tongewelven. In den toren een kruisribgewelf. In het choor een vloer van plavuizen (XVI). De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII a), met twee koperen lezenaars (XVII c). Grafmonument en grafkelder (XVI) der graven van Buren. Grafzerken (XVII). Twee tekstborden (1602 en XVII). Vier koperen lichtkronen (± 1600), en twee (XVII), gedeeltelijk voor wandarmen uit elkaar genomén. Drie klokken, waarvan eene in 1520 gegoten door Henricus de Borch, eene in 1615 door Jan, Francois en Thomas les Symon frères, en eene in 1750 door Ciprianus Crans te Amsterdam. Uurwerk (1665, gedeeltelijkvernieuwd in 1862) door Jan van Cal. f. Gebouwen van liefdadigheid. Het Weeshuis, gesticht 1610—1612, inwendig verbouwd 1857, hersteld en vergroot 1916, een langwerpig gebouw, heeft eenbreeden gevel van baksteen met zandsteenen banden en boogsteenen, kruiskozijnen en poortomlijsting, waarboven opschrift en: 1613. Versierde consoles onder de kroonlijst. Looden dakversieringen. Ankers. Fraaie open dakruiter. Aan de straat een voorpoort met opschrift (1613) en fronton, waarop drie beelden. Achter het hoofdgebouw een paar trapgevels. Het gesticht bevat: Portretten van de stichteres Maria van Nassau-Oranje en haar echtgenoot (XVII a) Filips van Hohenlohe. . , Eiken tafel (XVII a). Twee beschilderde ijzeren kisten (XVII). Koperen kroon (XVII). Geborduurd tafelkleed en werkdoos der stichteres. Twee straf blokken (XVII). 47 Klok, in 1717 te Amsterdam gegoten. g. Particuliere gebouwen. Voorstraat 37. Baksteenen gevel met gesneden puibalk, .waarop een opschrift en: 1633. Onderpui vernieuwd. Zandsteenen kopjes. Geprofileerde ontlastingsbogen. Wapen. Roode Heldenstraat 47. Baksteenen trapgevel (XVII b) met geprofileerde ontlastingsbogen, toppilaster en sierlijke ankers. Groote Kerkstraat 72 en Roode Heldenstraat 45. Gepleisterde gevels. Ankers: 1644. Heerenstraat 114. Gevel (XVIII d) met versierde middentravee. Op den Wal een baksteenen koepel (XVIII). Details. Voorstraat 32 en 33. Boven de zijgevels schildhoudende leeuwen (XVII), afkomstig van het kasteel. Buitenbuurt 256. Gesneden eiken deur (XVIII d). Heerenstraat 71. Bovenlicht (± 1800). Hardsteenen stoeppaal (XVII a) voor Groote Kerkstraat 67. Erichem. De ned. herv. kerk (H. Joris) bestaat uit een baksteenen, door een houten zoldering gedekt schip (XVI), thans aan de oostzijde afgesloten door een muur, waartegen overblijfselen (triomfboog en fragment van een gewelfrib) der westtravee van het verdwenen choor (nu consistoriekamer); en eenen bepleisterden, tufsteenen, ten deele ingebouwden toren (XIII). In de afgesloten ruimten aan weerskanten van den toren een kruisribgewelf. In de gootlijst aan den zuidkant van het schip een steen met: 1611. De kerk bezit: Eiken preekstoel (kuip XVII a, rug XVIII). Twee houten borden (XVII en 1653). Twee houten psalmborden (XVIII). 48 Koperen kroon (1784), door Hermahus Sternema te Rotterdam. Klok (XV A), gegoten door Willam Butendiic. BUURMALSEN. Buurmalsen. De ned. herv. kerk (H. Suitbertus, reeds 696 zou deze hier een kerk gewijd hebben) bestaat uit een schip (XI) met zijbeuken (XIV?), verbouwd XVI; een 5/8-gesloten choor (XV) met sacristie en eenen toren (XIV), nagenoeg geheel met tufsteen bekleed, met een oorspronkelijk vierzijdige, maar in 1910 door een ingesnoerde vervangen spits, en met vierkanten traptoren tegen den noordwand. Over het choor een kruisribgewelf, evenals in den toren. Stergewelf over de sacristie. Leliekruis (XV) op het choor. De kerk bezit: Altaarsteen, en deksel (XI—XII) van een sarcofaag met geometrische versiering in vlak reliëf, beide van roode zandsteen. .Koperen kroon (XVII). Klok, in 1523 door Henricus de Borch gegoten. Tricht. De ned. herv. kerk, een baksteenen gebouw, hersteld 1856 •en ± 1910, heef t een schip, dat XV B tot drie beuken uitgezet is; een driezijdig gesloten choor (XV) en een ouderen toren (XIV, verhoogd XV), met half ingebouwden traptoren en oorspronkelijk vierzijdige, doch als te Buurmalsen gewijzigde spits. Ten Z. naast den toren een doopkapel, wier vloer ± 40 c.M. lager ligt dan die van het schip. Tegen den zuidwand van het choor een uitbouw (voorheen sacristie) met traptoren in den hoek, gevormd door choor en schip. Houten tongewelven over schip en beuken. Kruisribgewelven over het choor, de sacristie, de doopkapel en in den toren. Gebeeldhouwde draagsteenen. 49 In het choor een triomfbalk. In de traptorens gemetselde wenteltrappen. Leliekruis (XVI) op het choor. De kerk bezit: Eiken' preekstoel (midden-XVII) op hardsteenen doopvont (XV d). Koperen predikantslezenaar (XVII c) en dito doopbekkenhouder (XVII). Eiken banken (XVII). Dito tafel (XVII). Gebodenbord (XVII). Twee koperen kronen (XVII en 1788). Twee zilveren bekers (1652 en 1747)- Klok, gegoten in 1409 door Petrus en Wilhelmus Hoerken. DEIL. De ned. herv. kerk heeft nog den ouden, grootendeels tufsteenen toren (XIIB) met later (XV) ingebroken ingang en met sporen van een koepelgewelf, voorafgaand aan het nog aanwezige kruisribgewelf. Trap in de dikte van den muur. In den toren een klok, in 1624 door Jan en Willem Philipsen gegoten. Bij Enspijk een baksteenen poort met bergsteenbanden en wapensteen (1620), van het voormalig huis Bulkenstein. Enspijk. De ned. herv. kerk is een gepleisterd baksteenen gebouw, bestaande uit een schip met twee zijbeuken (XV d), waarvan de noordelijke langs den toren doorgetrokken is; eenen uitbouw ten N. van het schip:; een driezijdig gesloten choor (XV d); en eenen baksteenen toren (XV c) met noordelijken traptoren. In de travee ten N. van den toren overblijfselen van een gothische venstertraceering. Gestucadoord tongewelf overjiet middenschip, vlakke zolderingen over de zijbeuken. Zwaar beschadigd steenen 50 kruisgewelf in den toren. Piscina-nissen in de choorsluiting. De kerk bezit: Klok, in 1796 door Henricus Petit gegoten. Gellikum. De ned. herv. kerk bezit twee zilveren Avondmaalsbekers (XVII). De r. k. kerk (O. L. V. Geboorte), in 1803 aan de R. Katholieken teruggegeven, ± 1860 hersteld door Tepe, bestaat uit een schip (XV B), gedekt door een gestucadoorde zoldering (± 1830), met een noordbeuk, overkluisd met kruisribgewelven ; een driezijdig gesloten choor (± 1500, later vergroot) met houten tongewelf; en een door zware beeren tegen den noord- en den zuidmuur geschraagden toren (± 1500), waartegen een westelijke voorbouw (16? 6 in de vensterbogen). Trap in den zuidelijken torenbeer. De kerk bezit: Zerk (XVII), voor den ingang. Zilveren hostiebusje (XVIII d). Klok, in 1611 gegoten door Hans Falck van Nueremberg. Rumt. De ned. herv. kerk, een in 1878 op den toren na nieuw bekleed, en in ± 1895 onder leiding van den architect Beirer hersteld baksteenen gebouw, bestaat uit een schip (± 1400) mettwee langs den toren doorgetrokken zijbeuken, en met een lateren 5/8-gesloten uitbouw (kapel) der oosttravee van den zuidbeuk ; een driezijdig gesloten, door een muur afgescheiden choor; en eenen ouderen baksteenen toren (XIII a) met traptoren (XV) en westingang (XV). Kruisribgewelven over schip, zijbeuken en kapel, moderne houten kap over het choor. Overblijfselen van een kruisribgewelf in den toren. Twee nisjes in den zuidwand der choorsluiting. De kerk bezit: 51 Koperen doopbekken, dito zandlooperhouder (XVII). Twee houten psalmbordjes (XVIII). Orgel (1842). Koperen offerblokje (XVII). Twee koperen blakers (XVII). Gothisch koperen kroontje (XV d), niet bekroning (XVII). Klok, in 1729 door Jan Albert de Grave gegoten. In de richting van Gellikum een steenen memoriekruis (i529) van Ot van Scerpezeel, richter van Arnhem, gesneuveld tegen de Utrechtschen op het Huis te Rumpt. DIDAM. Germaansche en Romeinsche voorwerpen van vuursteen en brons, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De r. k. kerk (H. Martinus), gebouwd in 1838, bezit vier houten apostelbeeldjes (XV d) en een koperen kroon met schildjes: 1782. De ned. herv. kerk (O.L. Vrouw) heeft een driebeukig baksteenen schip (XIV), met steenen kruisribwelving (XV) over de zijbeuken en modern houten kruisribgewelf over het schip ; een 5/8-gesloten choor (XV a), en eenen tufsteenen toren (XV A) met traptoren. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVII) met koperen lezenaar (1713). Eiken offerblok (1664). Koperen kroon (XVII). Sporen van een muurschildering in het choor. Klok, in 1777 door Christianus Voigt te Isselburg gegoten. 52 DINGSPERLO. Een hier gevonden gepolijste vuursteenen bijl bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De ned. herv. kerk (H. Maria) is een gepleisterd baksteenen gebouw (vermoedelijk XV d of XVI a): driebeukig schip met driezijdig- gesloten choor en baksteenen toren (XV). In den zuidbeuk een steen (i 509). De zijbeuken over drie traveeën door kruisribgewelven overdekt, het choor door een dergelijk gewelf. In den* toren overblijfselen van een tongewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII), met twee koperen kandelaars (XVII) Orgel (1831). Muur- en zuilschilderingen (± 1540). Twee koperen kronen (XVII). Klok, in 1787 door Johannes Rutgerus Voigt gegoten. DOESBURG. b. Verdedigingswerken. Bij de Faardemarkt overblijfselen der oude vestingmuren. d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het raadhuis, een gepleisterd gebouw (XVI, inwendig gewijzigd 1663), heeft een midden-XIX geheel verknoeiden gevel met trappen, siertorentje en hoog opgaande korfboognissen, alsmede overblijfselen van overhoeksche pinakels. In den voorgevel, vroeger zijgevel, boven den ingang: 1663. Hiernaast het voormalige Wijnhuis. Op den hoek een kaak. In de secretarie een schoorsteen (1663) met pleisterwerk: Rechtspraak van Salomo. 2. Voormalige waag (XVI b), ten deele gepleisterd. In den zijgevel aan de Gasthuisstraat hoogopgaande nissen. 53 3. De voormalige kazerne, vroeger klooster, vermoedelijk van de „H. Maria op het graf", thans wapenkamer, heeft nog overblijfselen van het oude gebouw (XV). Sporen van oude vensters. Overkluisde kelders. Ingang (XVII). Inwendig XVII en later verbouwd. 4. st. sebastiaansdoelen. — Zie g 3. e. Kerkelijke gebouwen. I. De ned. herv. kerk (H. Martinus), XIV c gebouwd ter vervanging eenér in 1340 door het water weggespoelde, in 1483 en 1548 door brand geteisterd en daarna herbouwd, 1889—1890 inwendig gerestaureerd, bestaat uit een schip (XIV c, vergroot XV d, van nieuwe bovenlichten voorzien XVI c), in zijn drie westtraveeën van tufsteen opgetrokken, met rechtgesloten, langs den toren doorgetrokken zijbeuken, in 1483 verlengd en verhoogd ; eene 5/8-sluiting; en eenen tufsteenen westtoren (door brand gehavend in 1548, 1718 en 1737, in 1910 gerestaureerd en van nieuwe spits met open top voorzien door W. Te Riele Gzn) met ingebouwden traptoren. Aan den zuidkant van het schip een uitbouw: sacristie met verdieping. Spoor van een hooger schipdak aan den oostmuur van den toren. Uitkraging voor orgeltje aan de rechtstanden van den torenhoog. Het middenschip thans gedekt door een houten gewelf (1888). Over de zijbeuken en de sacristie steenen netgewelven. De gewelven over het schip in 1548 ingestort, blijkens opschrift op een pijler. In den toren een stergewelf met ronde middenopening. Bij den westelijken pijler in den noordbeuk overblijfselen van een steenen altaar. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c) met koperen lezenaar (XVII). Fragmenten van twee zandsteenen altaarsteenen. Eiken doophek (XVII) en eiken banken (XVII); deuromlijsting (1792) onder het orgel. Geborduurde groenlakensche kussens (XVIII), met wapen. Zuilschilderingen (XVII). 54 Orgel (1828 uit Elburg gekocht). Talrijke grafzerken (XVI—XIX), waaronder eene (1653) van den vice-admiraal Wemberich van Berchem. Twee groote koperen kronen met schilden (XVII B). Vier zilveren bekers en twee dito kannen (1850). Klokkenspel van drie en twintig klokken, waarvan twintig gegoten 1654—1655 door F. en P. Hemony en drie in 1723 door Jan Albert de Grave. Vier luiklokken, waarvan eene in 1639 door Peter van Trier, Johan Philipsen en Willem Evers, twee in 1549 door Aelbert Hachman, en eene in 1725 door Jan Albert de Grave gegoten. 2. De gasthuiskerk, thans in huur bij de Luthersche Gemeente en den Protestantenbond, is een gepleisterd baksteenen gebouw, bestaande uit een rechtgesloten schip (XIV), dat in zijn noordwand de sporen van een afgebroken noordbeuk (gedichte intercolumniën) vertoont, en een belangrijk uit de middenas staanden toren (XV) heeft. Inwendig drie gewelfvakken op kruisribben. Zij bezit: Preekstoel met snijwerk (XVIII). Koperen lezenaar (XVIII). 3. De r. k. kerk (H. Martinus), gebouwd 1813, bezit: Verguld zilveren kelk (1637). Zilveren wierookscheepje met lepeltje (1762). Zilveren bord (XVIII)" 4. Klooster. Zie d 3. g. Particuliere gebouwen. 1. Veerpoortstraat D 42. Zijgevel (XV c) van baksteen met zware waterlijst. Twee verdiepingen, elk met acht muurnissen. Sporen van een ouden ingang. Naast dit huis een poortje met leeuwenkop (XVII). 2. Kosterstraat C 186. Gepleisterde topgevel (XV). 55 3. Koepoortstraat 7 (voorheen St. Sebastiaansdoelen). Gevel (XVI) met drie opgaande korfboognissen. Zijgevels met trappen. 4. Veerpoortstraat C 285. Gepleisterde gevel (XVI) met vier opgaande korfboognissen. 5. Meipoortstraat B 33. Gevel (XVI a) met twee rondboognissen boven de waterlijst. De ingezwenkte rollaag later aange-_ bracht. Achtergevel met door ezelsruggen gedekte trappen. 6. Meipoortstraat B 358. Beschilderde topgevel (XVI a, beneden vernieuwd) met geprofileerde korfboognissen, waarin nog één kruisraam. Waterlijst. Ingezwenkte rollaag. f. Kosterstraat C 228. Zijgevel (XVI) met trappen. Uitvliegsteenen voor duiven. 8. Meipoortstraat, hoek Zandbergstraat. Gepleisterde zijgevel (XVI d) met in- en uitgezwenkte zijkanten, waarop overhoeks geplaatste pinakels, afgedekt met zandsteen. Vijf baksteenen cordonlijsten. 9. Koetsveldstraat D 61. Gepleisterde gevel met ankers (1596). Zijgevels mét trappen, afgedekt met zandsteen. Drie baksteenen cordonlijsten. Bovenlicht (XIX a). 10. Koepoortstraat, hoek Hoogstraat A 26. Gepleisterde' gevel (XVI d) met vier opgaande nissen. Latere kroonlijst. 11—12. Kerkstraat D 216 en Bergstraat B 107. Zijgevels met door ezelsruggen gedekte trappen. 13. "Veerpoortstraat C 275. Gepleisterde topgevel (XVII a) met gezwenkte zijkanten. 14. Veerpoortstraat C 279. Gepleisterde trapgevel (XVII a). 15. Koetsveldstraat D157. Gepleisterde gevel met ankers: 1614. 16. Bergstraat B 92. Overblijfselen van trapgevel met toppilaster. Ankers: 1617. 17. Meipoortstraat B. 24. Gepleisterde trapgevel. Ankers: 1623. Nokanker. 18. Koepoortstraat D 232. Beschilderde trapgevel, beneden vernieuwd. Vleugelstukken tegen de trappen. Zandsteenen deur- 56 omlijsting met consoles onder de latei. Kruiskozijn met luiken.1 In den top: 1649. 19. Koepoortstraat D 231. Gevel (XVII c), ongeveer als de vorige, doch geschonden. Ankers. 20. Bergstraat B 68. Gepleisterde trapgevel (XVII c). Leeuwenkop. Nokanker. 21—22. Markt, ten Z. der Groote kerk. Twee gepleisterde trapgevels (XVII). 23. Beitelstraat, naast D 189. Kroonlijst met consoles, Lodewijk XV. Gevelsteen (XVII b) aan het huis Beitelstraat D 197. Aan den straatweg naar Dremt twee siervazen (XVIII c) op gemetselde hekpijlers. Ankers: Paardemarkt A 158 (1631), Heiligen Geesterfsteeg D 148, Koepoortstraat A 25. DOETINCHEM (STAD-). a. Hier gevonden voorhistorische enz. voorwerpen bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. d. Burgerlijke openbare gebouwen. Het raadhuis, gebouwd in 1727, nadat het vorige (XVI c) in 1724 afgebrand was, bevat: houten hek met snijwerk (XVIII c), en een schoorsteen met wapens (XVIII c). In de raadkamer een opschrift (1726). In het Raadhuis een verzameling van oudheden, waaronder : Glazen beker met opschrift (1727), twee bodestaven (XVII), schepel met stadswapen (1628, herijkt 1689), vier haakbussen SZ (XV), vaandels (XVIII d), doodenlantaarn, steenen enz., afkomstig van de voormalige stadspoorten, teekeningen van die poorten. e. Kerkelijke gebouwen. i. De ned. herv. kerk (H. Catharina), herbouwd (de oudste kerk in 823 vermeld) na een brand in 1527, is een gebouw, in zijn oudste deelen van tuf-, in zijn latere (XVI) van baksteen met tufsteenbanden, en bestaat uit een schip (XIV A), oorspronkelijk met dwarspand, doch waarvan de zijbeuken in 1527 verbreed, langs den toren voortgezet, even hoog als het schip opgetrokken, en vervolgens hiermede onder één dak (vernieuwd XIXd), gebracht zijn; een 5/8-gesloten choor (XIV, eveneens verhoogd XVI b), tegen welks zuidwand een sacristie (XIV), en tegen welks noordwand een aanbouw (XVI?), thans catechisatiekamer enz.; en eenen gedeeltelijk tufsteenen toren (XIV A, op romaanschen onderbouw, hersteld en verhoogd XVIA), met balustrade en vierkante spits (in 1702 en 1800 gehavend), overgaand in een achtkant met open koepel. Tegen den zuidbeuk het overblijfsel der Latijnsche school (XVIA), nu een portaal met verdieping, waarin drie gedichte openingen naar de kerk. Kruisribgewelven over het schip (gedeeltelijk ingestort 1761, en daarna hersteld), het oorspronkelijk dwarspand, het choor en zijn aanbouwen en de portaalverdieping, overigens netgewelven. Tufsteenen koepelgewelf in den toren. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1744). Gebodenbord (1657) en gezangborden (1723). Talrijke grafzerken: twee gothische, 1610, 1617, 1622, 1627, 1630, 1629/1645, 1630, 1652 enz. Grafteeken (1829). Sporen van gewelfschilderingen (1549, in 1606 overgewit). Twee ijzeren tralies (XVI), waarboven een walvischrib. Twee zilveren bekers (1595 en 1689) en dito schotel (1735). 58 Zes klokken, eene van 1728, twee van 1727, drie kleine buiten den toren. 2. De gasthuiskapel (± 1500), sinds 1763 in gebruik bij en thans eigendom van de Luthersche gemeente, bestaat uit een schip met 3/8-gesloten choor. Houten torentje (XIX a). Leliekruis (XVI a). Zij bezit een kistje van zilver filigraan. g. Particuliere gebouwen. Hamburgerstraat A 56. Gepleisterde trapgevel (XV) met overhoeksche pinakels, banden en muurnissen, waarin onregelmatig geplaatste vensters. Korte Hesenstraat A 384 (voorheen gevangenis der Geldersche Rekenkamer). Boven den ingang het Geldersche wapen (XVIII). Markt A 64. Geverfde deur- en raamomlijsting (XVIII c). DOODEWAARD. Doodewaard. Een in den toren der ned. herv. kerk gemetselde Romeinsche grafsteen met reliëfs en opschrift is in 1863 naar het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden overgebracht. De ned. herv. kerk, een gepleisterd gebouw, blijkens een gedenksteen vernieuwd in 1840, heeft een tufsteenen toren (XII) van twee geledingen, waarin overblijfselen van baksteenen kruisribgewelven. Spits (1842). De kerk bezit: Twee koperen lezenaars (XVII d). Koperen zandlooperhouder (XVII b), en dito kaarsenhouder De oude kerk (XV d) is in 1911 afgebroken met behoud van den toren, waarvan de onderste geleding van tuf, de tweede (XIV) van baksteen met banden van tufsteen, de derde (XV d) geheel van baksteen is. Helm (1844). Traptoren met wenteltrap. Overblijfselen van gewelfribben in den toren. Tegen den zijwand een hardsteenen grafzerk (XV), afkomstig uit het voormalig klooster Zennewijnen. Klok, in 1637 gegoten door Peter van Trier en Jan Philipsen. . De nieuwe ned. herv. kerk (1878) bezit: Preekstoel (1660). Koperen kroon (XVII). Heeselt. De moderne ned. herv. kerk heeft nog den baksteenen toren (XV, hersteld i 1890) der vorige kerk over. VOORST. Eenige vroeg-Germaansche scherven bij Voorst gevonden, berusten in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Busloo. De r. k. kerk van den H. Martinus (1818) bezit: Twee gedreven koperen kandelaars (XVII a). , Verguld zilveren kelk (1678). Duistervoorde. - De r. k. kerk van den H. Martinus (gewijd 1888) bezit: Verguld zilveren monstrans, ciborie en kelk, zilveren pyxis-en 187 oliebusje (alles XVII, en afkomstig uit de kapel van het voormalige kasteel Duistervoorde). Het huis C 10, over de kerk, heeft in den gevel een wapensteeri (1641). Nijbroek. De ned. herv. kerk (H. Gregorius), een baksteenen gebouw, is ontstaan uit een in 1328 gestichte, in 1339 tot parochiekerk verheven en toen vergroote kapel. Eenbeukig schip (XIV) mei 5/8-gesloten choor (XV) en toren (XIV A), waarin een kruisge' welf op breede, ongeprofileerde ribben. Gestucadoorde zoldering over het schip. Kruisribgewelf over het choor. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII a). Twee zilveren bekers (1716 en 1717). Twee klokken, eene in 1610 gegoten door Willem Wegewart en eene in 1658 door Peter en Henrick van Trier. Terwolde. De ned. herv. kerk (H.H. Cosmas en Damianus), een bak' steenen gebouw, bestaat uit een schip met een noordelijker zijbeuk (i I30o), in welks verlengde een sacristie (XV, thans consistoriekamer); een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen breeden toren (XIV b), gedekt door een zadeldak tusschen twe< puntgevels, en met een door een baksteenen spits gedekten traptoren tegen zijn oostwand. In den oostmuur (uitwendig van het choor een nis met zandsteenen omlijsting. Kruisrib' gewelven over schip, choor en sacristie. Over den noordbeuli vier koepelgewelven, gescheiden door gordelbogen. In den toren een langwerpig jibloos kruisgewelf. De kerk bezit: Zandsteenen doopvont (XIV). Eiken banken met overblijfselen van snijwerk (XVII, geverfd) Orgel (1827). 188 Twee klokken, eene in 1^36 gegoten door Hendrik ter Horst ,/ 6 en eene in 1817 door Petit en Fritsen. Twelloo. De ned. herv. kerk (H. Maagd), genoemd XII, door brand gehavend in 1522, daarna hersteld, en in 1903 ontpleisterd en gerestaureerd door den architect W. Te Riele Gzn., is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XV A, verhoogd XVI a); een 5/8-gesloten choor (XV), aan welks noordkant een vierkante uitbouw: de sacristie (XV c, gevel XVI, gewijzigd), thans inwendig met het choor één geheel vormend; en eenen toren (XV) met eeri trap in de dikte van den muur. In den noordwand van het schip een dichtgemetselde ingang. De vensters in den ouden toestand hersteld. Kruisribgewelven, netgéwelf in de choorsluiting. Een gebeeldhouwde steen (XVI a): Calvarieberg met twee donateurs, vroeger buiten tegen het choor aangebracht, is thans in de kerk gemetseld. De kerk bezit: Zandsteenen doopvont (XV a). Eiken preekstoel (1771). Orgel (1819). Grafzerken (1554, 1583, 1599, 1604/1630). Psalm- en gezangborden (XVIII d). Twee koperen kronen (XVII d). Zilverwerk: vier bekers (een XVIII, twee 1837, een zonder opschrift), twee offerschalen (XVIII), een kan, twee schotels en een broodschaal (alles 1837). Twee klokken, eene in 1601 gegoten door Wilhelm Wegewart en eene in 1678 door Gerrit Schimmel. Voorst. De ned. herv. kerk (H. Drievuldigheid), als parochiekerk reeds in 893 vermeld, is een nagenoeg geheel uit tufsteen en op 189 oudere fundamenten opgetrokken gebouw (hersteld o.a. in 1843 en in 1911), bestaande uit een driebeukig schip (XIV c), welks noordbeuk XV B met drie traveeën verlengd is, waarvan de meest oostelijke, door een muur afgescheiden, vermoedelijk als sacristie diende; een choor (XIV a, vensters later gewijzigd) met 3/8-sluiting; en eenen toren (XII A) met vierkanten aangebouwden traptoren en oorspronkelijken ingang. Boven de gewelven der zijbeuken sporen van bovenlichten in het middenschip. Overblijfselen van bergsteenen raamdorpels en stijlen in het choor. De oostwand van den toren vertoont de moet van een lager schipdak. Inwendig: Houten zoldering over het middenschip en het choor, (de kraagsteenen van het oude gewelf behouden). Kruisribgewelven mét gebeeldhouwde draagsteenen over de beuken. Kruisgewelf op breede, ongeprofileerde ribben in den toren. Tegen den noordelijken torenwand een steen voor afkondigingen. De kerk bezit: Orgel (1843). Eiken preekstoel en doophek met koperen lezenaars (alles XVII c). Orgel (1843). Muurschildering (geteekend: Gerids 1566). Rouwbord (1776), thans in het Huis Nijenbeek. Grafzerken (XVI). Twee zilveren bekers (1678). Twee klokken, in 1678 en 1680 gegoten door Gerhardt Schimmel. Van het Slot Nijenbeek, of Hooge Huis (XIII, grootendeels afgebroken ± 1521, daarna herbouwd) zijn nog over: de hooge vierkante, boven van een uitkraging voorziene donjon (XIV A) met uitgebouwde gemakken en een aansluitend gebouw (XVI; op ouder grondslagen), beide van baksteen; in den onderbouw riblooze kruisgewelven. Ridderzaal. Laat-gothische zandsteenen 190 schoorsteen (XVI a). Gegoten ijzeren haardplaat (1.600) met voorstelling. Rouwbord( zie bij de Ned. Herv. Kerk). Tusschen Gietel en Voorst aan den straatweg, de boerderij „De Arend": zijgevel (XVIII a) met gezwenkte kanten, pilasters' en toppinakel. Wapensteen. Het huis de Poll (Nieuwe Poll), ook Gietelo genaamd, XVI c vermeld, dagteekent in zijn tegenwoordigen staat uit XVIII d. Het bevat familieportretten, o.a. van Jan Scorel en Aert de Gelder; wandtapijten (XVIId) met mythologische voorstellingen; een eiken choorbank (XVII a). Wilp. De ned. herv. kerk (H. Lebuinus), als parochiekerk vermeld in 1236 (de oudste kerk, een in 765 vermeld oratorium, werd door de Noormannen verwoest) is een zwaar gepleisterd tufsteenen gebouw, bestaande uit een schip (XI) met vlakke houten zoldering; een 5/8-gesloten choor (± 1500) en een grootendeels tufsteenen toren (± noo," later verhoogd), wiens oostwand sporen van een lager schipdak vertoont, en die inwendig sporen van een tongewelf bevat. Portaal (XIV A) in den noordwand van het schip. De kerk bezit: Grafzerk (XVI a). Orgel (1849). Twee klokken, eene in 1649 door F. en P. Hemony, en eene in 1781 door Johannes Maritz gegoten. VORDEN. Enkele protohistorische voorwerpen, bij de Wildenborch opgegraven, bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. 19» Ten Z. van den toren der Ned. Herv. Kerk ligt een driehoekige steen der markrechtspraak. _ De ned. herv. kerk (H. Antonius), vóór 1235 parochiekerk {eene kapel wordt in 1121 vermeld), is een grootendeefe uit tufsteen opgetrokken tweebeukig gebouw, welks noordwestelijk deel (in 1832 naar het O. uitgebreid) nog overblijfselen {XII), vermoedelijk van de oorspronkelijke kapel, vertoont {romaanschen ingang in den noordwand), waartegen later een -schip (in 1832 inwendig gewijzigd en verhoogd) met een toren (beneden XIII A, gerestaureerd 1897) en met een 3/8-gesloten •choor (XV) van baksteen aangebouwd zijn. Sporen van een lager schipdakin den torenwand. Gestucadoorde zoldering over het schip. Over het choor een kruisribgewelf, en, in de sluiting, ■een net- gewelf. Overblijfselen van een kruisgewelf op breede, ongeprofileerde ribben in den toren. De kerk bezit: Twee grafzerken (1556 en 1557). Drie zandsteenen basreliëfs (XVI) in het choor: Geboorte van Christus, een alliantiewapen en een met opschrift (1555). Twee zilveren schotels (1668), twee offerbussen (XVII). Klok, in 1846 vergoten door Gebroeders Edelbrock. De r. k. kerk (H. Antonius van Padua), gewijd in 1867, bezit: Verguld zilveren monstrans (XVI). Het kasteel Vorden (XIV a, in 1374 verwoest, daarna herbouwd, in 1580 geteisterd en daarna hersteld, XVII a en XIX c gewijzigd, inwendig vooral in 1873) bestaat uit twee rechthoekig op elkaar staande vleugels (ten deele XV) met een vierkanten toren (beneden XIV, overigens XVI a) op den buitenhoek, en een achtkanten traptoren op den binnenhoek. De eerstgenoemde toren heeft een trapgevel (1603 op de kraag•steenen). In den anderen een zandsteenen wenteltrap met schroef- 192 vormige spil (XVI a). Kruiskozijnen (vernieuwd) met schelpvormige toogversieringen. Ankers. Inwendig: gewelfd onderhuis met schietgaten. Gesneden schoorsteenmantel (XVII d) en ijzeren haardplaat (XVII c) in de zaal. Portretten van leden der geslachten Ripperda en van der Borch. (XVII en XVIII). Het kasteel Hackfort, in 1324 voor het eerst vermeld, in 1598 na brand en in 1788 geheel verbouwd, inwendig ten deele hersteld XIX d, heeft van het oude gebouw nog over: eenig muurwerk en twee ronde torens, een op den noordoost- en een op den zuidwesthoek. In den laatsten een kruisgewelf op breede, ongeprofileerde ribben. Gevelsteen (± 1600). Schoorsteen (XVI). Kruis- en tongewelven in het onderhuis. In de ridderzaal een stuc-plafond, Lodewijk XVI, en een schouw (XVIII a) met wapenschilden. Twee vuurplaten met wapen. Koperen sloten. Eiken kap. Vóór het huis twee zandsteenen tuinvazen (XVII c) op voetstukken, twee dito schildhoudende leeuwen en een pomp (XVIII a). Oude watermolen (banmolen van het kasteel). Van het kasteel Wildenborch (de eerst bekende bezitter vermeld in 1372), vernield in 1490, daarna herbouwd in 1523, en 1535 zeer versterkt, XVII d ontmanteld, zijn slechts over: gedeelte van een ronden toren met riblooze kruisgewelven en overwelfde kelders. Het huis Medler (XVIII, verhoogd 1892—1893) heeft inwendig: twee dessus-de-porte en een stucplafond (XIX a). Steenen tuinvazen (XVIII a) met wapens op voetstukken, en twee dergelijke vazen op de hekpijlers. Gedreven looden tuinvaas (XVII d). In deii gevel der nabijgelegen boerderij ankers: 1760. xiii 193 Het kasteel De Bramel is een vierkant baksteenen huis (XVII, verbouwd XVIII, vernieuwd XIX A) met een spitsje boven den ingang, en een koepeltorentje op het hooge leien dak Kruisgewelven in het onderhuis. Huis De Wierse. Eenige meubelen en schilderijen (XVII en XVIII). Chineesch porselein. Huis Het Enzerik (1835). Huis De Dekany (1832), vermoedelijk eens kerkegoed. Het Huis Kieftenkamp (XVIII b) bevat een stucplafond en een gesneden trapleuning uit den tijd van den bouw. Oude Standaardmolen (XVII?). VUREN. Dalem. De ned. herv. kerk (1801) bezit: Twee koperen lezenaars (XVII d) Twee koperen kaarsenarmen (XVII). Orgel (1837). Gegraveerden zilveren beker (1705). Twee tinnen geldpotjes (XVII); een dito schotel (1740). Vuren. De ned. herv. kerk (1826) bezit: Orgel (1833). Gegraveerden zilveren beker (1705)Tinnen schotel (XVIII). 194 WAARDENBURG. Eenige hier gevonden scherven van Germaansch en Romeinsch aardewerk bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden té Leiden. Neer-IJnen. De ned. herv. kerk, in 1868 ingewijd, bezit: Koperen lezenaar, dito doopbekkenhouder en zandlooperhouder (XVIII c). Klok, in 1724 gegoten door Jan Albert de Grave. Het kasteel Neerijnen heeft boven den ingang een steen met wapen en opschrift. (1769). Waardenburg. De ned. herv. kerk is een in- en uitwendig gepleisterd gebouw, blijkens een gedenksteen herbouwd jn 1862. Zij bezit: Eiken preekstoel (1740), met koperen lezenaar (XVII d), doopbekkenhouder en zandlooperhouder (XVIII c). Marmeren grafsteen (1756 en 1757). Grafzerk (1632). Twee verguld zilveren kelken (1806). Klok, in 1656 gegoten door Wouter Both en Eppe vander Arck. Van het kasteel Waardenburg, in 1283 gesticht, in 1339 versterkt met een vierkanten oosttoren, een ringmuur en een voorburcht, in 1574 verwoest en, blijkens jaarankers, in 1627 hersteld, zijn nog slechts over: de middenvleugel (1627) en twee zijvleugels met twee torens (ten deele XIV?). In den hoek een traptoren, waarin een kruisribgewelf en een gemetselde wenteltrap. Inwendig: familieportretten, o.a. van het geslacht Aylva. 195 WADENOOIEN. WADENOOIEN. Drumt. De ned. herv. kerk (1860, blijkens een steen boven den ingang) bezit: Klok, in 1734 gegoten door Nicolaas Muller. Gesmeed ijzeren uurwerk (XVIII). In het haarhuis op het kerkhof, waar de oude kerk stond, is een steen met wapen (1683) ingemetseld. Wadenooien. De thans ned. herv. kerk, in 1902 gerestaureerd en inwendig gewijzigd, bestaat uit een nog grootendeels romaansch schip (XII A, later verhoogd), van tufsteen met door rondbogen verbonden lisenen; een driezijdig gesloten, gepleisterd choor (XV d) en eenen ten deele ingebouwden toren (± 1100) van tufsteen (verhoogd in baksteen), waarin de aanzet van een gewelf. Vlakke houten zoldering over schip en choor. De kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1750) met koperen lezenaar en blaker (XVIII d). Eiken heerenbank (i 1750). Overblijfselen van gebrandschilderd glas {172$) • Muurschildering (XVI) in het choor. Gebedenbord (1711). Zilveren beker (XVII). Klok, in 1725 door Jan Albert de Grave gegoten. WAGENINGEN. a. In deze gemeente gevonden voorhistorische enz. voorwerpen worden bewaard'in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. 196 b. Verdedigingswerken. Aan de oostzijde der gemeente kelders en muurfragmenten van het voormalige kasteel (XVI a, geslecht XVIII a). c. Pompen. Bergstraat. Hardsteenen pomp met bronzen spuwers en opschrift: 1724. d. Burgerlijke openbare gebouwen. Het Raadhuis, in 1698 opgetrokken op de grondslagen van het oude Schuttershuis, in 1862 herbouwd, draagt in den gevel het jaartal 1698 en heeft hiervoor een hardsteenen trap (vernieuwd irr 1890). e. Kerkelijke gebouwen. % De ned. herv. kerk (H. Johannes de Dooper), reeds in 1380 vermeld, is een baksteenen kruiskerk, bestaande uit een schip (XIII B, de twee oosttraveeën en de vloer in 1860 verhoogd) met een noordbeuk (XIV d of XV a) en een modernen zuidbeuk; een dwarspand (XV d); een 5/8-gesloten choor (XV d, kap vernieuwd in 1861); en eenen ingebouwden toren (XII d, verhoogd XIV en XIX), waarvan het onderste deel als kosterswoning gebruikt wordt. Aanbouwen: tegen den noordwand van het schip een portaal (XVI) met netgéwelf, tegen den zuidmuur van het choor een grafkelder (XIX a), en tegen den zuidarm een rechthoekige uitbouw (XV d of XVI a). Angelustorentje. Zonnewijzer tegen een der steunbeeren van den zuidarm. Inwendig: kruisribgewelven over schip en noordbeuk; netgéwelf over dwarspand en choor. De kerk bezit: Doophek (XVII c). Gesneden eiken heerenbank (XVIII b). Orgel (1804, hersteld 1908). Twee steenen (XVIII c) met opschrift in het choor. 197 Grafzerken (XVI—XVIII), meerendeels bedekt. Psalmbord (1663) en gebodenbord (XVII d), beide overschilderd. Twee zilveren bekers (XVII c); dito schotel (1677); ditc schaal (XVI d); tinnen beker (XVII c) en twee dito kannen (1790). Wijzerplaat met belletje, inwendig tegen den toren. Drie klokken, eene (1461), eene in 1627 gegoten door Petei van Trier en Wyllem Evers, en eene in 1743 door Cyprianus Crans Jansz. Een houten graf monumentje (1569) uit deze kerk bevindt zich thans in het Rijksmuseum te Amsterdam. 2. De r. k. kerk (H. Johannes de Dooper), gebouwd in 1853, bezit: Drie koperen kronen (XVII c), waarvan eene groote met schildjes, afkomstig uit de St. Bavo te Haarlem. f. Gebouwen van liefdadigheid en onderwijs. Molenstraat, hoek Heerenstraat. Gebouw der voormalige Latijnsche school (1724—1878). Gevelsteen met: 1724. g. Particuliere gebouwen. Hoogstraat A 143. Baksteenen topgevel (XVIII b). Verlaatbak (1750). Huis Belmonte. Familieportretten van het geslacht de Constant Rebecque. Overblijfselen van een in 1480 afgebrande kapel, ingericht tot familiegraf. Een vergulde sleutel, in 1811 door den magistraat van Wageningen aan Napoleon aangeboden, bevindt zich in het Museum r\—11 1— t a 1 I98 WAMEL. Leeuwen. De ned. herv. kerk is een koepelbouw, in 1753 opgetrokken ter vervanging eener in 1706 door het water weggeslagen kerk (H. Aldegundis), en in 1820 en 1862 hersteld. Herinneringssteen (1753). De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII b) met koperen lezenaar en zandlooperhouder (XVII d); koperen voorzangerslezenaar (XVIII). •Zilveren beker (XVII) en twee dito schaaltjes (1791). De r. k. kerk van den H. Willebrordus (1836, blijkens steen) bezit: Eiken Madonnabeeld (XV d). Zilveren ciborie (1799). Wamel. De ned. herv. kerk (H. Victor) is een gepleisterd gebouw, dat van de oude kerk het choor en het dwarspand (XV) over heeft. Aan de noordzijde van het choor een vierkante traptoren met gemetselde wenteltrap. Tegen den zuidwand van het dwarspand een zonnewijzer. De kerk bezit: Eiken preekstoel met twee koperen lezenaars, zandlooperhouder en doopboog (alles XVII). Zilveren beker (1790). WARNSVELD. Leesten. Boerderij 't Meyerink. In- en uitgezwenkte geveltop (XVII a) met pinakels en tandlijsten. 199 Warnsveld. De ned. herv. kerk (H. Martinus), in 1121 vermeld, in 1834 en volgende jaren belangrijk vernieuwd en uitgebreid, is een gepleisterd gebouw, thans bestaande uit een schip (XII, later verhoogd), met twee zijbeuken (XV), waarvan de noordelijke in 1827 uitgebouwd en de zuidelijke langs het choor verlengd is; een 5/8-gesloten choor (XV), aanmerkelijk lager dan het schip; en eenen ingebouwden toren, beneden (XII) van tuf-, boven (XV) van baksteen, ten Z. waarvan een ruimte met overblijfselen van. een kruisribgewelf. Gestucadoord spiegelgewelf over het schip, ribgewelven over het choor en de oosttravee van den noordbeuk, koepelgewelf in den toren, overigens vlakke zolderingen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII d). Twee groote zilveren bekers (1713). Klok, in 1786 gegoten door Johannes Rutgerus Voigt. Het Huis Het Velde, in 1326 als leengoed opgedragen aan den graaf van Gelre en Zutfen, thans geheel gepleisterd en inwendig verbouwd, heeft nog een toren (XV), terzijde van den hoofdgevel, met een straalgewelf en schietgaten in den onderbouw; en, aan de achterzijde, twee trapgevels (XVII). Inwendig gestucte zolderingen (XIX a). Wichmond. In de pastorie der R.K. kerk een marmeren Piëta (XVI). WEEL. De ned. herv. kerk (1858) bezit\een zilveren beker en een dito broodschotel (beide 1729). ) 200 Tegen de moderne r. k. kerk (H. Martinus) staat een toren, grootendeels (XII B—XIII) van tufsteen, overigens (XV) van baksteen, met tufsteenen traptoren. (XV). De kerk bezit: Grafzerk (1670). Drie koperen kroontjes (XVII). Twee klokken, in 1827 gegoten door J. R. Voigt. WESTERVOORT. De ned. herv. kerk (H. Werenfried), in 1826 belangrijk hersteld, bestaat uit een driebeukig schip (XIII, doch verbouwd XV), gedeeltelijk van tufsteen; een 5/8-gesloten choor (XV A), en eenen baksteenen toren (XIV), waartegen een tufsteenen traptoren en waarin een kruisribgewelf. Kruisribgewelven over schip, choor en beuken. De kerk bezit: Preekstoel (XVII b) met koperen lezenaar (XVIII). Grafzerk (1500). Koperen kroon (XVII). Klok, in 1730 gegoten door de Grave en N. Muller. Aan den straatweg naar Duiven overblijfselen van het reeds XV vermelde huis Hamerden: twee vervallen topgevels met ankers: 168?, sporen van ontlastingsbogen en kruiskozijnen. Windvaan (1612). Twèe nokankers. WICHEN. Een hier gevonden gepolijste vuursteenen bijl berust in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Niftrik. De r. k. kerk (H. Dominicus) bezit: Gesmeed ijzeren uurwerk (1654). 201 Het St. Dominicusgilde bezit een zilveren schuttershalskraag met crucifix en schild (XVIII), waarop een papagaai, en verder schilden vanaf 1719. Wichen. De ned. herv. Kerk (1830) bezit: Zilveren beker (1696) en blauw porceleinen kan met zilveren deksel (XVII). De r. k. kerk van den H. Antonius Abt (1853) heeft in den voet van-haar inwendig gepleisterden toren overblijfselen van een ouderen bouw. Zij bezit: Grafzerk (XVIII). Twee klokken, eene in 1611 gegoten door Jan en Peter van Trier, en eene in 1822 door Petit en Fritsen. Het kasteel te Wichen is in 1006, na het afbranden van het XVII a gebouwde slot, in den ouden stijl herbouwd door F. Ludewig. Boerderij den Hagert (XVII). Baksteenen gevel met zandsteenen banden, ontlastingsbogen en boogsteenen. Over het midden een top met gezwenkte zijkanten. Ankers. WINTERSWIJK. Bij de Rijksgrens een groote granieten zwerfsteen. Bij de buurtschap Ratum zijn herhaaldelijk steenen wapenen en vroeg-historisch vaatwerk opgegraven, waarvan zich een deel in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden bevindt. Op het Raadhuis worden een glldebeker (XVII d) en een tinnen kan (1768) bewaard. 202 De ned. heev. kerk (H.Jacobus), als parochiekerk in 1152 en 1176 vermeld, is een in 1834 gecement en inwendig vertimmerd gebouw, bestaande uit een schip met langs den toren doorgetrokken zijbeuken (XV); een ruim 5/8-gesloten choor (XVI a), waarlangs de beuken verlengd zijn, en eenen baksteenen, beneden met tuf- en zandsteen bekleeden toren (1507 blijkens opschrift op de latei, hersteld 1861, en, inwendig, 1898) met traptoren, waarin een zandsteenen wenteltrap. In het verlengde van den noordbeuk een overwelfd gebouwtje (XVI, kapel?). Kruisribgewelven met gebeeldhouwde rozetten en, in het westelijk deel op koppen, in het oostelijke op figuren als dragers. In den toren een vernieuwd zesdeelig ribgewelf. De kerk bezite Drie koperen kronen (XVIII), waarvan een zeer rijk, met weverszinnebeelden als bekroning. Twee zilveren bekers (1703), twee (XVIII d), drie zilveren schotels (1826). Twee tinnen wijnkannen (1768), een dito bord (1768), twee dito schotels. Drie klokken, waarvan eene vergoten in 1641, door Mamertus en Johannes Formicae f ratres, eene in 1731 gegoten door Willem Fremy, eene in ? door Casparus Hundt. Een muurschildering (XVI), voorstellend het Laatste Oordeel," is in 1916 overgewit. Een oud vaandel, tot 1783 bij kermisoptochten gebruikt, is in het bezit van den Heer B. Stegeman. Van het voormalige huis 't WALiëN (XV) staat nog een enkel muurbrok. WISCH. Een in deze gemeente gevonden gepolijste vuursteenen bijl bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. 203 Silvolde De ned. herv. kerk (H. Mauritius) is een geheel gepleisterd jebouw. Zij bestaat uit een schip (XIII) met gestucadoorde soldering; een driezijdig gesloten choor (XV) met stuc-zoldering XVIII c) en eenen toren (XIII A) met spits (XV), waarop )pen koepel. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVIII b). Koperen lezenaar (1751). Eiken heerenbank, gedeeltelijk (XVII) en dito heerenbank XVIII). Grafzerk (1607, afgesleten). Twee zilveren bekers, dito kan en schotel (1804). Twee klokken, eene (1641) en eene in 1671 gegoten door Peter /an Trier en Rutger Peekei. Uurwerk (1792). De r. k. kerk (H. Mauritius), in 1836 gebouwd ter verhanging eener oudere (de parochie is tusschen 1234 en 1259 )pgericht), en in 1880 belangrijk hersteld en met zijbeuken verjroot, heeft in het choor een herinneringssteen (1837). Zij bezit: Helft van een Marianum (XVI b): „De Bedrukte Moeder jóds van Varseveld" (de tegenhelft is in het klooster te Anholt). Twee koperen kandelaars (XV). Twee klokken, eene in 1671 door P. Hemony gegoten, en eene n 1721 door Jan Albert de Grave. Sinderhoek- In de kapel der Ned. Herv. Gemeente een memoriesteen (1662). rerborg. Boven den toreningang der ned. herv. kerk, een baksteenen ■jebouw, waarvan schip en toren (XVHI b) zijn, bevindt zich 204 een herinneringssteen en het jaartal 1746. Het gepleisterde choor (XV) heeft een stuczoldering, Lodewijk XV. De kerk bezit: Koperen lezenaar (XVIII c) en twee dito blakers. Zes grafzerken: twee (1630), twee (XVII), een (1790), een (I79i)- Drie koperen kronen (XVII). De r. k. kerk (H. Gregorius), in 1843 gewijd, bezit: Twee koperen kandelaars (1763). Twee koperen kronen (XVIII). Twee houten beelden (± 1500): Madonna en engel. Kazuifel (XVI). Het kasteel Wisch is een geheel gepleisterd complex van gebouwen (XVII—XIX meermalen gewijzigd). Bij het woonhuis, in welks muur een steen met: 1648, sluit zich een zware ronde toren aan, en vervolgens een vleugel met vierkanten toren op het eind. Ten O. van den ronden toren een oude toegang, waarboven een alliantiewapen. Varseveld. De ned. herv. kerk (H. Laurentius, volgens sommigen H.H. Pancratius en Odulfus) is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip(XV) met een noordbeuk (XV) en een zuidbeuk (XVI), beide rechtgesloten; een 5/8-gesloten choor (XVI), inwendig gewijzigd; en eenen toren (XVIII c, maar met overblijfselen van een bouw XII—XIH). Boven den westingang een memoriesteen (1723). De kerk bezit: Eiken preekstoel (midden-XVIII) met koperen lezenaar (1751) Deurtje (XVI a). Twee koperen kronen (XVII), en een (1836). Vier klokken, eene aan de oostzijde buiten de spits, en drie 205 in den toren, waarvan eene in 1761 gegoten door Johannes Rugenis Voigt; eene in 1829 door W. Vollmering en Zoon, en eene modern. In het Huis C 178 (Huis „Abtspol") een steen met twee wapens. ZALT-BOMMEL. a. Eenige hier gevonden voorhistorische voorwerpen bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. b. Verdedigingswerken. Van de vijf poorten staat nog slechts een gedeelte der Waterpoort, waarnaast een fragment van een ronden waltoren (XV). Overblijfselen van den vestingmuur (XV) tusschen de voormalige Gamersche poort en de Boschpoort. c. Pompen. Hardsteenen pompen met bronzen spuwers: Markt, over het huis D 10 (1781); Markt over A 27 (1781) en Boschstraat C 68. Op den hoek van Nieuwstraat en Boschstraat en bij de Vischmarkt pompen (XVIII d). d. Burgerlijke openbare gebouwen. i. Het Raadhuis (1762) is een baksteenen gebouw met hoog opgaande pilasters, en met een torentje, waarin een klok (in 1698 gegoten door Alexis Jullien) en waartegen een zonnewijzer. Hardsteenen stoep met dubbele trap met schildhoudende leeuwen (1724). In de raadskamer vindt men: perkament met namen en wapens van den magistraat in 1753, alsmede een aantal schilderijen: Overwinning der Gerechtigheid; een andere allegorische voorstelling (beide 1713, en toegeschreven aan G. Hoet), Prins Willem I op zijn sterfbed (paneel); het beleg van Zalt-Bommel in 1574 (gemerkt T. Heemer); plattegrond 206 van Zalt-Bommel; portretten van Prins Willem III en zijn gemalin, in gesneden mahoniehouten lijsten (XVIII d); schilderij, waarop Maurits en Frederik Hendrik en Prins Willem II voorkomen. In de burgemeesterkamer worden bewaard: matrijzen van zegel- en muntstempels (XV—XVI), verguld zilveren ananas-beker (^ 1600, Augsburgsche keur); schilderij: Bommel aan de rivierzijde; schilderij : plan der stad (1772, geteekend E.J. Scherlenski). In de secretariskamer: spiegel in gesneden lijst (XVII c). 2. De waag (XVIII d), aan de Markt, is een baksteenen gebouw met houten fronton, waarin het stadswapen. Boven den ingang een houten beeld: Justitiau 3. Vischmarkt (1776). Gebouwtje met hardsteenen Toscaansche zuilen. Stadswapen, gehouden door leeuwen. Gesneden deur, Lodewijk XVI. 4. Het Huis van Maarten van Rossum (1536, in 1613 gewijzigd, vooral aan en boven den ingang, in 1881 door het Rijk aangekocht, voor Kantongerecht bestemd en gerestaureerd onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers) is een langwerpig gebouw van baksteen met toepassing van bergsteen voor de versieringen. Trapgevels aan de zijden, kanteelingen langs voor- en achtergevels, uitgekraagde torentjes aan de hoeken, traptoren met wenteltrap tegen den achtergevel. Balusterzuilen ter weerszijden van den ingang, waarboven zich oospronkelijk een arkel bevond. Gebeeldhouwde zandsteenen boogtrommels, ten deele met figurale voorstellingen. Ankers. Inwendig: gang en twee vertrekken met ribloo^e kruisgewelven op gebeeldhouwde kraagsteenen. Schouw (XVI) met zandsteenen draagfiguren, twee wapenschilden en Delftsche tegels (XVII); in de bovenzaal (rechtszaal) een schouw (XVI b) met haardplaat (1667); in de kamer hiernaast eveneens een schouw (XVI b). 207 e. Kerkelijke gebouwen. i. De ned. herv. groote of St. Maartenskerk, in 1303 kapittelkerk, in 1368 door brand geteisterd en daarna herbouwd en verfraaid, in 1462. wederom door brand beschadigd, is een gebouw van baksteen met ruime toepassing van tufsteen, vooral aan de zuidzijde. Zij bestaat uit een driebeukig schip .{XIV d, verbreed en verhoogd XV c); een uitgebouwde kapel (XV a) met 5/8-sluiting naar het Z., tegen de zesde travee van den zuidbeuk; een 7/12-gesloten choor (XIV d) met een moderne consistoriekamer tegen den zuidwand, een vierkanten traptoren tegen den N.W.hoek en een, tusschen de steunbeeren uitgebouwde, kluis tegen den noordwand bij de sluiting; in het verlengde van eiken beük, naast den toren, een aangebouwde kapel (XV d); eene doopkapel (XV a) met verdieping (galerij) tegen de zuidelijke dezer kapellen; en eenen tufsteenen toren (XV a, gerestaureerd 1908—1917 door den architect Jac. van Gils; de spits hersteld na een brand in 1538 en in 1696 weder vernield). Tegen den zuidwand van het schip^een klein portaal (XV d), tegen den noordwand een groot portaal (XVI a). Tegen de schuin bij den toren aansluitende wanden der kapellen lage bijgebouwen (knekelhuisjes). Sporen van een dwarspand aan de noordzijde van het schip. De steunbeeren van het schip zijn door spitsbogen verbonden. Toreningang (XVI a). Inwendig: triforiumgalerij. Kruisribgewelven over het choor. Stergewelf in den toren. Overigens netgewelven, in de uitgebouwde kapel op gebeeldhouwde draagsteenen (sluitsteenen met voorstellingen). Tegen de derde zuil van den toren af, aan de zuidzijde, een kogel, waaronder : 1574; in den wand der zuidkapel een kogel waaronder: 1599. Boven het choorgewelf, tegen den triomfboog aanzetten van een voorgenomen hooger welving. De kerk bezit: Kuip van een zandsteenen doopvont (XVI a) met gebeeldhouwde voorstellingen, in ^e doopkapel. •208 Choorbanken met gesneden Heiligenfiguren (± 1400). Eiken bank met overhuiving (1679); eiken banken (XVII c). Preekstoel (1679) met koperen predikantslezenaar (XVII d) en dito voorzangerslezenaar (XVIII a). Orgel (vernieuwd 1723, hersteld 1758, 1789, 1795 en 1905); orgelkast (XVIII a). Gewelfschilderingen (XVI, opgehaald in 1857); muurschilderingen (XV c): „Dit des trois morts,"in de zuidelijke kapel; H. Christoffel, in de noordelijke kapel; H. Johannes. Schilderijen, waaronder een met chronogram (1538) en afbeelding der kerk, en een, voorstellend het beleg van 1574; een teekening van den plattegrond der kerk. Rouwbord (1789). Tekstbord (1615) en Tien-gebodenbord (XVI d). Groote gebeeldhouwde grafzerk (XVI d); verder talrijke zerken (XV—XVIII). Vier klokken, eene gegoten in 1634 door Peter van Tryer, Johan Philipsen en Willem Everts; eene in 1634 door Peter van Tryer en Johan Philipsen, eene in 1669 door Franciscus de la Pax (1669), en eene in 1698 door Alexis Jullien. 2. De Gasthuiskerk, in 1572 van het Gasthuis (zie/1) gescheiden, 1830—1845 stadsrijschool, daarna weer bij het Gasthuis getrokken, heefteen, thans in twee verdiepingen verdeelden, beuk met 3/6-sluiting. Vensters gewijzigd. Inwendig: houten tongewelf (XVI b) met geprofileerde schinkels en rozetten. De preekstoel is overgebracht naar de Ned. Herv. Kerk te Heerewaarden. De afzonderlijk staande toren (beneden XV-cf ten deele ommanteld, boven XVI c) heeft een uitgehuwden traptoren met loodversiering en bevat een uurwerk met ruitertjes en een klokkenspel van negen-en-twintig met het uurwerk verbonden klokken, waarvan de grootste in 1533 gegoten door Jasper Moer, twintig in 1654 door F. en P. Hemony, drie in 1721 door Jan Albert de Grave, en vijf in 1735 door Petrus Bouvrie. XIV 200 3. De r. k. kerk van den H. Martinus is een gebouw (1830) in Waterstaatsstijl. Zij bezit: Houten Calvarieberg in omlijsting (XVIII c). Klok, in 1843 door Petit en Fritsen gegoten. f. Gebouwen van liefdadigheid enz. 1. Het Gasthuis (zie e 2) heeft een baksteenen gevel (XVIII d) met kroonlijst, hardsteenen hoekpilasters en portiek. Omlijsting, Lodewijk XVI, van de deur en het venster erboven. 2. Het gecombineerde Weeshuis der Hervormden (1884). In de regentenkamer een schilderijtje op paneel, voorstellend het gesticht vóór 1884, en een beschilderde kast met: 1663. In den tuin een hardsteenen bovendorpel met: 1771 en het stadswapen. 3. Het Oude Mannen- en Vrouwenhuis. Baksteenen gevel met gemetselde hoekpilasters. Boven den ingang (1778) de beelden van een ouden man en een oude vrouw. In de regentenkamer stoelen (XVIII d). In de oefeningzaalbord (XVIII) met opschrift, zandlooper, doodshoofd enz. g. Particuliere gebouwen. A. Laat-gothisch. 1. Waterstraat A 57. Trapgevel (XVI A, gerestaureerd in 1904) met korfbogen en, in den top, spitsboognissen. Pothuisjé op den hoek. B. Renaissance. 2. Waterstraat A 113. Gevel met rijk behandelde omlijsting (XVI b) van de vensternissen der middenverdieping: balusterzuiltjes met putti, die pilasters dragen, waartusschen geprofileerde stomphoekige ontlastingsbogen. 210 3. Boschstraat D 51. Gepleisterde en verminkte trapgevel (XVI b). De vensters in rondboognissen, waartusschen (op twee na verdwenen) balusterzuiltjes. Twee vullingen van boogtrpmmels als aan het huis van Maarten van Rossum. De deur en het gesneden kalf, Lodewijk XV, zijn onlangs verwijderd. 4. Gasthuisstraat C 18. Gepleisterde en verminkte trapgevel als voren. 5- Boschstraat D 57. Gepleisterde en verminkte gevel (XVIc). Deur, Lodewijk XV, in een omlijsting met zijlichten, bovenlicht en bekroning (XVII c). In den zijgevel een kopje (XVII) onder den toppilaster. 6. Kerkhof. Voormalig „Gouverneurshuis." Gepleisterde en gewijzigde gevel (XVI c) met twee uitgemetselde deklijstjes over de vensters. Twee koppen. Steen met wapen, geflankeerd door caryatiden. 7. Markt D 46. Gewijzigde trapgevel (XVI c). Twee zandsteenen tympanvullingen, twee dito medaillons. Middenzuil met schubornament. Top met vleugelstükken (1664). Pui vernieuwd. 8. Tolstraat. Zijgevel (XVI) met ankers. 9. Ruiterstraat naast C 93. Pakhuis (XVI) met dichtgemetselden ingang. 10. Koningsstraat B 257. Gepleisterde trapgevel met topleeuw. Ankers! 1609. Stoeppaal (XVII a). Trapgevels (XVII a) met als een streksche boog gemetselde cordonlijsten, in welker midden een kopje, en met uitgemetselde deklijstjes, gedragen op kopjes, boven de met metselmozaiek gevulde boogtrommels der vensters: 11. Gasthuisstraat C 17. Dezijgevelheefthiereveneenstrappen. Looden verlaatbak (1802). Gesneden deur en kalf, Lodewijk XV. 12. Gasthuisstraat A 134. Ankers. Benedendeel gewijzigd XVIII. 211 13. Gasthuisstraat A 132. Cordonlijsten doorbroken. Ankers. Gevelsteen en opschrift (1605). 14. Markt D 39. Gevelsteen en twee leeuwenkoppen in het fries. Benedendeel gewijzigd, top afgebroken. 15. Oenselsche straat B 64. Lijsten weggebroken. Benedendeel gewijzigd. Ankers. 16. Oenselsche straat B 132. Oude pui met bovenlichten. Ankers. Inwendig is de oorspronkelijke indeeling met een voorhuis en glazen binnenpui bewaard gebleven. Gesneden en gebeeldhouwde schouw en betimmering (XVII a). Houten bord met snijwerk (XVII). 17. Kerkstraat B 240. Huis „de Ark". Verdieping op overstek. In het fries: 1610. Hiernaast een steen met cartouche (XVI d). Eenvoudige trap- en topgevels: 18—19. Ruiterstraat C 90 en C 91. Twee trapgevels met zandsteenen banden. Nr. C 90 draagt het jaartal 1630. 20. Ruiterstraat C 89. Geverfde trapgevel. Steen: 1632. .21. Boschstraat D 76. Trapgevel (XVIIc). Toppilaster, waarop een bol, en waaronder een kopje. 22. Steigerstraat A 145. Gepleisterde topgevel (XVII c). Benedendeel gewijzigd. 23. Boschstraat C 70. Trapgevel (XVII c). Anker. 24. Ruiterstraat C 94. Gepleisterde trapgevel (XVII). Ankers. 25. Kerkstraat B 26. Trapgevel (XVII) met kopje onder den toppilaster. 26. Lange Steigerstraat A 89. Topgevel. Inwendig: indeeling als in het huis Oenselsche straat B 132. Insteekkamer. 27. Kerkstraat B 26. Trapgevel (XVII c). Anker. C. Lodewijkstijlen. 28. Ruiterstraat C 93, ^evel (XVIII c) met kroonlijst en 212 consoles. Omlijsting, Lodewijk XV, van de deurtravee. Gesneden deur, Lodewijk XV. 29. Nieuwstraat C 134. Gevel (XVIII c) met omlijsting van deur en raam erboven. Zijgevel met trappen. 30. Gasthuisstraat A 128. Gevel (XVIII d). Boven- en onderdeur en gesneden kalf, Lodewijk XVI. 31. Gasthuisstraat A 12 5. Gevel (XVI11 B). Deur- en vensteromlijsting (XIX a). Fragmenten en details: Gasthuisstraat C 26. Drie ruitervormige medaillons (XVI c) met koppen. Boschstraat D 84. Fragment van een gevel (gerestaureerd in 1917) met pakhuisvenster en als een streksche boog gemetselde lijst . Twee leeuwenkoppen. Opschrift: 1617. Boschstraat D 56. Deur met bovenlicht in een omlijsting (XVIII c). Kommerstraat D 251. Gesneden voordeur in een omlijsting (XVIII d). Markt A 135. Houten deuromlijsting (XVIII d). Markt D 36. Deur (XVIII d). Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: Markt A 55 (1644), Massstraat B 107 (1649), Maasstraat B 65 (XVII). Ankers (XVI—XVII): Boschstraat C 39 en C 143, Gasthuisstraat A 125, Kerkstraat B 40 (zijgevel), Kommerstraat D 255, Vogelenzang C 178, Gamersche Straat D 7 (zijgevel), Waterstraat A 110 (zijgevel), Gasthuisstraat A 125. Stoeppalen, meest met wapenschilden: Markt voor D 10 (XVI d), voor A 37 (twee XVII A) en voor 213 A 28 (twee XVII A), Boschstraat voor C 76 (XVII A) en voor D 62 (1660). h. Musea en particuliere verzamelingen: stedelijke oudheidkamer : gesneden houten groep (XV d): Begrafenis van den H. Franciscus; met zilver beslagen drinkhoorn (1619), twee geslepen glazen (XVII d), zilveren bus van den stadsbode, bouwfragmenten. ZELHEM. Sporen van een oude landeweer bij Halle. Een aantal gepolijste steenen bijlen uit vroeg-historischen tijd, in deze gemeente gevonden, wordt in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden bewaard. De ned. herv. kerk (H. Lambertus, oorspronkelijk H. Ludgerus), als parochiekerk vermeld in 1152 (eigendom der abdij van Werden), maar vermoedelijk veel vroeger gesticht, in 1572 geteisterd, in 1843 vergroot, heeft een schip (XIV), met twee zijbeuken (XV c); een 5/8-gesloten choor (XV); in het verlengde van eiken beuk een kapel (XV) naast het choor; ten N. van het choor een sacristie (XV); en eenen toren, beneden van tufsteen (± 1200), boven van baksteen, waarop 1662 in de ankers, en die in zijn voet groote blokken oersteen van den eersten bouw bevat. Kruisribgewelven over de twee oosttraveeën van eiken zijbeuk, over de kapellen, het choor en de sacristie, overigens door gestucadoorde zolderingen vervangen. De kerk bezit: Muurkastje met zandsteenen omlijsting (XV). Steen (XVI) met opschriften in het Hebreeuwsch, Grieksch en Latijn. Eiken preekstoel (XVlPb). 214 Eiken offerblok (XVII). Twee zilveren bekers (1700). Drie klokken, eene in 1626 gegoten door Peter van Tryer en Willem Evers, en twee in 1757 door Jean Petit. Het huis A 21 heeft ankers: D A B F 1750. ZEVENAAR. Een hier gevonden steenen bijl uit voorhistorischen tijd bevindt zich in het Museum van Oudheden te Leiden. Oud-Zevenaar. De r. k. kerk (H. Martinus), in 1521 parochiekerk, in 1572 grootendeels verwoest, bestaat thans uit een schip met noordbeuk (XIV, herbouwd 1616, van bovenlichten voorzien in 1863) en met breeden 5/8-gesloten zuidbenk (in iqoq, door Jos. Cuypers en Jan Stuyt op de grondslagen van een + 1400 ter vervanging van een smalleren beük opgetrokken „Mariakerk" gebouwd); een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen, ten deele ingebouwden, beneden (XV A) met tuf bekleeden, boven (XVI d) vernieuwden toren met traptoren. Inwendig: in den noordbeuk oorspronkelijke kruisribgewelven met koppen en sluitsteenen. De kerk bezit: Koperen doopvont (1650). Zijaltaar (1664). Albasten Piëta (XV b). Houten heiligenbeelden: H. Norbertus (?± 1500), H. Catharina, H. Barbara en een groep: Maria met Kind en Moeder (XVII c). Een levensgroot beeld van den H. Christoffel bevindt zich thans in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. 215 Houten corpus (XIII d) van een crucifix. Zilveren monstrans (1546, steel en nodus XVI, overigens XVII d). Fragment van een gothische grafzerk. Verguld zilveren kelk (± 1570, afkomstig van de Commanderij van St. Jan te Arnhem). Twee zilveren beelden (1662 en 1671), koperen godslamp (XVII b). Drie klokken, waarvan eene in 1737 gegoten door Jean Petit. Gesmeed ijzeren uurwerk (1746). Zevenaar. De ned. herv. kerk (1658, blijkens ankers) bezit: Eiken preekstoel (1659) met koperen lezenaar (XVIII). Eiken ameublement (XVII c). Orgelkast (1697), door Conradus Ruprecht. Eiken offerblok (XVII). Zilveren blad (1792). Twee klokken, in 1670 door Peter van Trier gegoten. De r. k. kerk van den H. Andreas Apostel heeft van de oude kerk alleen over: het schip met twee kapellen (XV, in 1605 en XVIII a na brand hersteld en vergroot, inwendig vernieuwd 1905—1906), naar het oosten verlengd en met choor verrijkt in 1870. Toren (1884, door Tepe). De kerk bezit: Kuip van een doopvont (XVI d) op modernen voet. Rijk gebeeldhouwden preekstoel (1657); gesneden banken en orgelgalerij (XVII c). Twee rood-zandsteenen zerken (1594 en 1604). Koperen memorieplaat (± 1500 met gegraveerde voorstelling in mastik-émail en de jaartallen 1446 en 1456, gerestaureerd door J. Brom) in de ^bijbehoorende hardsteenen omlijsting, welke in 1913 te Emmerik teruggevonden is. 216 Verguld zilveren monstrans (± 1500, in 1903 hersteld er» vergroot); dito ciborie (ten deele XV, cuppa XVII); dito kelk (XVI a), afkomstig uit Duiven, met nieuwe cuppa; zilveren beslag (XVII) van een crucifix. Tinnen kelk (XVI a). Drie klokken, eene in 1648 door Peter van Trier, twee in 1802 door Ch. en Ch.D.Voigt; en een angelusklokje, in 1781 door Christian Voigt gegoten. Het huis Sevenaar, herhaaldelijk verbouwd en het laatst hersteld ± 1900, heeft nog metselwerk (XVI), oude kelders met kruisgewelven, alsmede een traptoren (XVII a) met baksteenen wenteltrap en een als een schroefgang gemetseld gewelf. Boven den gedichten toreningang een gebeeldhouwde steen (1612) met wapens en opschrift. Het huis Baeberich (verbouwd 1785), een gepleisterd gebouw, omringd door grachten, heeft boven den vroegeren ingang een steen (1785) met wapens en vers. Klok (1699). Inwendig: trappenhuis met stucwerk (XVIII d). Triptiek (XVI) in de kapel. Familieportretten. Gebrande glasruiten, afkomstig uit de St. Eusebiuskerk te Arnhem. Twee geborduurde kazuifels (XVI?) Het huis de Doelen, een gepleisterd en gewit gebouw, heeft een achtkanten baksteenen traptoren (XVI c) met wenteltrap. In het huis Kamphuizen, een gepleisterd gebouw: twee houten schoorsteenen met gestucadoorde wapens (XVIII c) op de schachten. Twee muurkastjes. Uit het voormalig huis Poelwijck, gesloopt XIX d, zijn een verminkte steen (XVIII c) met alliantiewapen en tijdvers, en een steen met enkel een alliantiewapen aangebracht in de gevels eener te zelf der plaatse gebouwde boerderij. 217 Emmerikstraat, tegenover het Gemeentehuis. Baksteenen gevel (XVII A), zijkanten met gezwenkte gevellijnen en overhoeksche - pinakels. Zandsteenen waterlijsten. Ontlastingsbogen met gebeeldhouwde sluitsteenen. Ankers. Hoek Kerk- en St. Janstraat. Gepleisterde en verknoeide baksteenen gevel (XVII a), zijkanten als voren. Duivengaten in den top. Kerkstraat A 245. In den modernen gevel een steen met opschrift (1665), afkomstig uit het oude Weeshuis. ZOELEN. Kapel-Avezaat.' De thans ned. herv. kerk, geheel gepleisterd (vermoedelijk bij de verbouwing XVII a), bestaat uit een schip (wellicht nog romaansch), gedekt door een zoldering op moer- en kinderbalken; en een driezijdig gesloten choor (XV), gedekt door kruisribgewelven. Torentje boven den westgevel. Zij bezit: Rood zandsteenen altaarsteen, voor den ingang. Gesneden eiken preekstoel (XVIII c). «Eiken doophek (XVIII). "Twee zilveren bekers (XVII). Klok, in 1670 door Peter van Trier gegoten. Kerk-Avezaat. De ned. herv. kerk (H. Lambertus), reeds in 1007 vermeld, bestaat uit een baksteenen schip, in 1861, ter vervanging van een romaansch tufsteenen schip opgetrokken; een hooger 5/8gesloten choor (XV c); en eenen ingebouwden, geheel gepleisterden, grootendeels tufsteenen toren (XI?, benedendeel vernieuwd XV b, verhoogd 1640), die inwendig sporen van gedichte boogvensters vertoont, Steenen netgewelven over het choor. De kerk bezit: 21» Eiken preekstoel (XVIII c). Overblijfselen van muurschilderingen tegen den torenwand. Koperen kroon (XVII). Klok, in 1640 gegoten door Wouter Both en Eppe van der Arck. Zoelen. De ned. herv. kerk (H. Stephanus), een gepleisterd gebouw, bestaat uit een driebeukig schip (XIV d); een rechtgesloten choor (XV d); een aanbouw (XVI a) in het verlengde van den zuidbeuk; en eenen toren, beneden (XIV d) van tufsteen, overigens (XV b) van baksteen, met hooggeplaatst kruisribgewelf en in den zuidwand ingebouwMe spiltrap. Netgéwelf (XVI a) over den middenbeuk, kruisribgewelven over beuken en aanbouw, houten tongewelf (XVI) over het choor. Grafkelder (XVIII). De kerk bezit: Overblijfselen van een piscina. Eiken preekstoel (1641) op den voet van een wijwaterbekken (XV); eiken heerenbank (XVIII c). Twee koperen lezenaars (XVII d en XVIII a). Grafzerk (1648) en fragment van een grafzerk. Sporen van een muurschildering (XVIII). Twee koperen kronen en twee dito kandelaars (alles XVII d). Klok, in 1624 door Peter van Trier en Willem Evers gegoten. Uurwerk (1633). . Het kasteel Zoelen is een door water omgeven, gepleisterd gebouw (XVII) in de nabijheid van een in 1579 verwoest slot (XV c), waarvan nog over zijn: poortgebouw met overblijfselen van hoektorens en wapen boven den ingang; gedeelten van twee hoektorens; achtkante toren. Grafmonument (1845) ter plaatse van het voormalige huis Aldenhaag, op de Esschenterp. 219 ZUILICHEM. De ned. herv. kerk (H. Lambertus) is een XVII en in 1886 vernieuwd gebouw met een ommantelden en in zijn bovendeel nieuw opgetrokken toren, die twee wenteltrappen beve t. De kerk bezit: Twee zilveren bekers (1806), zilveren broodschotel (1821). • Twee tinnen collecte-vazen (1811). Klok, in 1716 door Pieter Seest gegoten. ZUTFEN. b. Verdedigingswerken. Overblijfselen van den ouden stadsmuur (XIV—XV), ten deele met weergang en boogfries, vindt men rondom de geheele oudere stad, aan beide zijden v,an de Berkel. Op het Hagepoortplein eenige opengebroken spitsbogen. Waltorens: Een achter de Bornhovestraat; twee (XIV) achter het Armenhagen, in den meest westelijken waarvan een koepelgewelf; de Borgoensche of Martinetstoren (1467) bij de Waliënkazerne; overblijfselen van torens (XV) achter de Diezerstraat en achter de pastorie, achter de Nieuwstadkerk en op Basseroord. Poorten. i. De Drogenapstoren is een in 1444 gebouwde, in 1465 gedichte poort, welke in 1889 hersteld en tot watertoren ingericht is. Achtkante toren met nieuwe spits, op een vierkant onderstuk, dat een omgang met kanteelen en boogfries heeft, en op de hoeken achtkante spietorens (grootendeels vernieuwd). Inwendig sporen van een kruisgewelf. Steenen trap in den muur uitgespaard. uVklok (XV), afkomstig uit de voormalige Laarpoort. 220 2. Overblijfselen van de voorpoort (XVI A) der Oude Nieuwstadspoort (XIV), grootendeels opgeruimd in 1894, het overige hersteld in 1906. Spaarbogen aan de binnenzijde. 3. De Berkelruïne, overblijfselen van een waterpoort (XIV B) met drie bogen over de Berkel, een weergang en twee hoektorens. Gerestaureerd in 1888. De hiervoor gelegen „Berkelbogen" zijn de ± 1840 verlaagde en versmalde bogen van een gordijn (XVI d). Hierin twee gedenksteenen (1631 en 1632). 4. Van de Nieuwe Nieuwstadspoort wordt het zandsteenen fronton op het binnenplein van het Raadhuis bewaard, en een wapensteen (1616) in het stedelijk Museum. In den kademuur langs den IJssel twee gedenksteenen: een (1668) tegenover IJsselkade 17, en een bij de kraan (1669). d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het raadhuis wordt thans gevormd door eenige panden aan de Lange Hofstraat, die het oude Raadhuis (XV, doch XVIII b geheel verbouwd) uitmaakten (zie d 2), waartegen in 1716 een gebouw met den gevel naar 's-Gravenhof gezet werd. Dit laatste heeft een ingang met omlijsting naar gipsafgietsels van den oorspronkelijken. Inwendig: gesneden eiken wenteltrap (XVIII a); geboetseerde plafonds (XVII b/c) in de raad- en in de trouwzaal, houten deurbekroning (XVIII a) en drie kronen (Empire) in de raadzaal; overblijfselen van een balkenzoldering op hardsteenen consoles. Op de archiefkamer een steenen schouw (i 1700). Aan de binnenplaats nog een topgevel (XVI, vernieuwd) met getoogde middendorpels. 2. De Boterhal (1450—1452) als Vleeschhal gebouwd, en deel uitmakend van de Raadhuisgebouwen, XVI—XVIT 221 schepenbank, XIX a ten diensteder Arrondissementsrechtbank ingericht en vertimmerd) heeft een in 1896 geheel herbouwden gevel in laat-gothischen stijl, en, inwendig, een ten deele oude open kap van eikenhout. 3. Het Wijnhuis, gebouwd 1616—1619 naar ontwerp van Emond Hellenraet, in 1863 gesloopt, daarna herbouwd door D.J. Itz, thans ingericht tot Ste'delijk museum (zie k 1), Waag, Politiebureau enz. heeft in den zijgevel een ingang met laatgothische omlijsting van Namensche steen (nog uit het vorige gebouw afkomstig), waarvoor een portiek met balcon (1660, ten deele vernieuwd 1903). Voor het midden van den voorgevel, ter plaatse van den ouden toren „Vreden", staat: de Wijnhuistoren (benedendeel 1627, verhoogd 1637—1641) met dubbele trap en bordes, waaronder een rijk gebeeldhouwde zandsteenen portiek met koppen en cartouches (1618), geflankeerd door eenvoudiger poortjes. Hoogerop gedenksteenen (1627). Twee andere steenen (XVII a) met opschriften zijn thans ingemetseld in den stadsmuur achter het Gymnasium. In den toren een kruisribgewelf en een klokkenspel van zesen dertig klokken, waarvan drie-en-twintig in 1644—1646 door G. en P.Hemony te Zutphen, eene in 1674 en zes in 1677 door P. Hemony te Amsterdam, drie in 1731, eene in 1732, en eene in 1824 (deze door Petit en Fritsen) gegoten. Overblijfselen van een uurwerk, in 1645 door J. Sprakel vervaardigd. 4. In de Arrondissementsrechtbank hangt een schilderij (XVII a): Salomo's oordeel, door J. van Swinderen. e. Kerkelijke gebouwen. 1. De ned. herv. St. Walburgs- of Groote Kerk, ter plaatse eener in 1105 gewijde kerk, die reeds een vorige (XI d afgebrande) verving/en dië\XIII A geheel verbouwd is, in 1446 222 door brand geteisterd, XV d vergroot door verlenging der dwarsarmen en door verbreeding der beuken, is een 1800—1908 uitwendig, en sinds 1902 inwendig onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers gerestaureerd gebouw van baksteen, met gedeeltelijke tufsteenbekleeding van den noordwand, bestaande uit: een schip (XIII A) met twee langs den toren doorgetrokken zijbeuken (i 1500 ter vervanging van smallere), even hoog als het schip; een dwarspand (XIII, verlengd naar het N. in 1492, naar het Z. in 1499, blijkens jaartallen op de schildmuren); een driezijdig gesloten choor met omgang en krans van kapellen (XIV B) tusschen de steunbeeren; en eenen beneden met tufsteen bekleeden toren (XIII, het bovendeel na den brand van 1446 herbouwd, en in 1482 van contreforten voorzien) met houten borstwering (1518), houten lantaarn en open koepel (beide 1633, na het afbranden der spits in 1600) en met een tufsteenen traptoren, die in 1547 verhoogd en met beeldwerk verfraaid is. Onder het choor zijn in 1898 sporen van de crypt (XII?) gevonden, die in 1389 vermeld wordt, doch wier gewelf in 1595 ingeslagen is. Aanbouwen: Raadskapel (J393—1420, gerestaureerd 1910) in het verlengde van het choor en hierbij met twee traptorens aansluitend; tegen de zuidoostelijke wanden van den chooromgang de „Librye" (1561—1563); tegen den oostwand van den zuidelijken dwarsarm een gerfkamer (± I5°°) met langs den traptoren bereikbare verdieping („Olde Librye"); ten Oosten hiervan het „Rekenkamerken" (1544); tegen den westwand van den zuidelijken dwarsarm een gebouwtje (i I500)i en tegen den noordwand van het schip een portaal (XV B). Afzonderlijke daken over schip, beuken, dwarsarmen, choor en omgang. Venstertraceeringen, pinakels en balustraden vernieuwd. Aan de noordzijde nog eenige oude spuwers. Beeldhouwwerk (XV) aan de torenbeeren. Madonnabeeld (XV, gerestaureerd 1893) in het noordportaal. Inwendig: twee zesdeelige ribgewelven (XIII) over den middenbeuk, stergewelven over de 223 verlengingen van het dwarspand, een ribloos kruisgewelf (XVI) over de „Librye"; overigens kruisribgewelven, ook over de aanbouwen en (1534) in den toren. In het schip nog enkele romaansche pijlers en colonnetten (XIII). Triforium tegen den westwand van den toren. Gebeeldhouwde draagsteen (duivel) onder een wijwatervat. Gedenksteenen (1395, 1446, ióoo, 1620, 1637). De kerk bezit: Koperen doopvont, in 1527 door Gielis van den Eynde te Mechelen gegoten, met rijke bekroning: doop in den Jordaan onder een baldakijn, tegen welks contreforten heiligenbeeldjes (enkele vernieuwd in gips) staan. Eiken deurtje (XVI) van een muurkast bij de consistoriekamer. Eiken preekstoel (XVII d, trapleuning ten deele nieuw). Koperen lezenaarsblad (XV). Fragmenten van gesneden banken (XVII a). Orgel (1644 door Badens, hersteld 1816, 1818 en 1906). Offerbalk met opschrift (1625). Epitaaf (1625); grafmonument (1706, gerestaureerd 1906). Grafzerken: een (XIII a?), talrijke zerken XV—XVIII, waaronder verschillende XVI c. Een aantal gebeeldhouwde graf- en votiefsteenen (gehavend) met voorstellingen: Piëta (1431), Piëta (XV B), fragment (XV) van een Gregoriusmis, Kruisiging (1478), Laatste Oordeel (XVd), vereering van Maria (1503), twee wapens (1506), Calvarieberg (1544), overgebracht uit de kruisgang. van het Dominicanenklooster. Pijler-, gewelf-, en muurschilderingen (XIV—XVI, gerestaureerd XVIII d en XIX A). Drie gildeborden (1610). Gesmeed ijzeren hek (XVIII b) voor de noordoostelijke kapel. Gesmeed ijzeren kroon (XV B): z.g. „Grafkroon". Twee zilveren bekers (1660), twee dito bekers (1663), twee .dito kannen (1819), een dito schotel (1820). 224 Vier klokken, waarvan eene in 1460 gegoten door Johannes en Willem Hoerken, eene in 1531 door Segewinus Hatyseren, en twee in 1657 door F. Hemony. In de gerfkamer een Renaissance-muurkastje. In de „Librye": opgeklampte deur, oude tegelvloer, beeldhouwwerk tegen de pijlers, achttien lessenaars (XVI c) met snijwerk en ijzeren kettingen voor de boeken, eiken muurkast (XVI a), boekenkast (1718); gebrandschilderd ruitje (1652), vier Keulsche kannen (XVII), plattegrond der kerk (1681 door J. van Gelder). Verzameling van wiegedrukken, en drukken (XVI en XVII). In de „Olde Librye": oude tegelvloer, tafel (XVI a, onderstel ten deele XV), gesneden eiken muurkast (XVI b), ijzeren cassette (XV), ijzeren kist (XVII). 2. De ned. herv. Broeren- of Predikheerenkerk, oor-, spronkelijk behoorende bij het Dominicanenklooster (zie e 5), is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip met smalle zijbeuken (XIV a) en een driezijdig gesloten choor (XV). Houten dakruiter (XVII). Zuidportaal (XVIII d). Luchtbogen. In den noordbeuk zijn later, na het dichtmetselen der bovenlichten van het middenschip, vensters gebroken. Kruisribgewelven op uitkragingen, ook boven de zuilen. De kerk bezit: Twee muurnissen, waaronder een omgekeerde bekroning (XV), en, om een ervan, een omlijsting (XVI). Grafzerken 1579, 1620 (twee), 1635, 1636, enz. Gedenksteen (XVII) van het „Viergekroonde Gilde". Twee zilveren bekers (XVII) en twee (Ï715), bewaard bij het zilver der St. Walburgskerk. Klok, in 1761 gegoten door Christian Wilhelm en Christian Voigt, vergoten in 1917, alsmede een kleine klok zonder opschrift. 3. De Evangelisch-Luthersche gemeente bezit het volgende zilverwerk: xv 225 Doopbekken (1736) • Beker (XVIII b), kleinen* beker (XVIII). Kan met deksel (1780), kleine kan en schotel (XVIII). Ofïerbus (1694); busje met gegraveerd deksel (XVIII A, geschonken 1871). Bord (1694). Verder vijf tinnen collecteschalen (XVIII); een dito kan (1751) en een dito bord. In de consistoriekamer twee koperen wandarmen (XVII). 4. De r. k. of Nieuwstadskerk (H. Johannes de Dooper, oorspronkelijk H. Nicolaas), reeds vóór 1272 vermeld, in 1601 hersteld, in 1795 tot broodbakkerij, later tot magazijn ingericht, in 1808 aan de Katholieken afgestaan, toen door Francken, en wederom in 1913 hersteld, is een baksteenen gebouw, waarvan het oorspronkelijk eenbeukige schip (XIII B), naar het O. verlengd en met een zuidbeuk (XIV c), en vervolgens met een noordbeuk (XV B) uitgebreid is, welke beide even hoog als het schip opgetrokken zijn, waarna een 5/8-choorsluiting aan het middenschip toegevoegd is. Toren (beneden XIII d, later verhoogd, de spits in 1607 verbrand en daarna hersteld, het bekronende open koepeltje in 1914 afgebroken). Opschrift (1601) boven den westingang. Ingebouwde torentrap. Inwendig: kruisribwelving, in den zuidbeuk de vakken door breede gordelbogen gescheiden. Tegen den torenmuur een steen met gebeeldhouwden kop (XVII) en opschrift. De kerk bezit: Vier koperen kronen (XVII). Verguld zilveren monstrans (XV d, in 1886 gerestaureerd). Verguld zilveren miskelk (± 1500, cuppa nieuw). Zilveren crucifix (1625). Zilveren, ten deele vergulden boekband (± 1500). Drie klokken, waarvan eene in 1462 gegoten door Gobelinus Moer, en eene in 1565 vergoten door Wilhelm Wegewart. 226 5- Van het Dominicanen klooster (zie e 2), gesticht in 1293 grootendeels verwoest in 1572, daarna herbouwd, zijn nog, ten deele in den ouden toestand, over: a. Het refectorium, in 1602 tot Latijnsche school, later (de verdieping) tot concertzaal, in 1896 tot kazerne en thans tot Rijkslandbouwwinterschool ingericht. Langwerpig baksteenen gebouw (XVI a, gerestaureerd 1896) met op den beganen grond een smalle gang, evenwijdig aan de straat, alsmede een vertrek, beide overdekt met kruisribgewelven. In het laatste een steenen schouw (XVI). b. Muurwerk en overwelfde kelders (XIII) van het dormitorium. c Een gewelfvak, een gewelfaanzet en eenige andere sporen van de kruisgang, tegen den noordwand van de Broerenkerk (zie e 2). 6. Van het voormalig Franciscanessenklooster (1408), thans Isendoorn-kazerne, is nog slechts over een stuk van den noordmuur met een dichtgemetseld venster (XV). 7. Eenige overblijfselen van het voormalig Agnietenklooster of Adamanshuis (gesticht 1398), thans Militair kleedingmagazijn, bevinden zich aan de panden Oudewand 31 en 33, o.a. de sluiting en de steunbeeren der kloosterkerk (gewijd 1415). 8. Begijnenklooster, zie ƒ 5. f. Gebouwen van liefdadigheid. 1. Het Bornhof, gesticht 1320 door Borro, kanunnik der St. Walburgskerk, in 1611 tot Oude-mannen- en vrouwenhuis ingericht, in 1876—1888 geheel verbouwd, heeft een poort met wapenschilden tegen de pilasters, opgehakt opschrift en bekroningen (de twee beelden nieuw). Het gesticht bezit: Twee beschilderde doeken met opschriften (1761 en 1811). Drie geschilderde portretten (XVII a). 227 Zilverwerk: beker (1711); schotels (1720), twee groentelepels (1730), achttien revolvermessen (1730) en twee zoutvaatjes (1697). 2. Het Oude en Nieuwe Gasthuis, in 1625 vereenigd en naar het voormalige Heer Hendrikshuis of St. Catharinaklooster overgebracht, heeft een gepleisterde klassieke poort (1789), in wier fries een opschrift met jaartal. Het bezit een portret (XVII d) van den steensnijder Jac. de Beaulieu door den Zutfenschen schilder Derk van Loonen. 3. Het gebouw der Ned. herv. diaconie in de Spiegelstraat, gesticht in 1626 als Armen- en Weeshuis der Ned.Herv.Gemeente ter plaatse van het nieuwe Gasthuis (1442), heeft in de vergaderkamer een schoorsteen met opschrift (1762, vwnieuwd 1861). Op de binnenplaats een zeer vergaan beeld van St. Joris. 4. Het Burgerweeshuis bevat nog een kamer met een stuczoldering als in het Raadhuis; schoorsteen met spiegel in een omlijsting; schoorsteenstuk; lambrizeering en behangsel (alles XVIII a). Schoorsteenplaat (XVII d). 5. Van het voormalige Burgerweeshuis (voorheen Begijnenklooster, thans Hospitaal der Koloniale Reserve) is een steen met opschrift (1667), afkomstig uit de in 1885 gesloopte poort, over. 6. Het Gebroeders Bakkersweeshuis, gesticht in 1850, is gevestigd in het middendeel van een huis met baksteenen gevel (XVIII a), versierd met pilasters. In de regentenkamer een kooflijst van stuc (XVIII a); mahoniehouten buffetkast (ten deele XVIII d);\dito tafel en twaalf stoelen (XIX a). Op de bovenverdiepingj een eiken betimmering (XVIII a). 228 Aan de achterzijde een tuin, van 's -Gravenhof gescheiden door een fraaien koepel en twee hoekpavilj oenen. De koepel is inwendig met schelpen (nu bijna alle verdwenen) en mozaiek bekleed. Ter weerszijden overblijfselen van rocaille-werk (ontworpen XVIII a door den Zweedschen architect Horleman). IJzeren hek (XVIII a). 7. In de kapel (1850) van het St. Elizabethsgesticht een ingemetselde steen (1605), vermeldend de stichting van drie (XIX b verkochte) armenhuisjes. 8. Het moderne Ruitershofje heeft boven in de poort een gedenksteen betreffende de stichting (1571).en vernieuwing (1787), afkomstig uit het oude gebouw in de Gasthuisstraat. g. Particuliere gebouwen. A. Laat-gothisch. 1. Zaadmarkt 109. Baksteenen trapgevel (1549 blijkens steen) met zandsteenen lijsten en banden. Trappen door ezelsruggen afgedekt. Toplijnen volgens Tudorboog. Ronde en overhoeksche pinakels tegen trappen en top. In het benedendeel (ten deele gewijzigd): terugliggende velden, door korfbogen gedekt. Ankers. In den achtergevel vier gedichte smalle vensters, waarvan twee met gemetselden middendorpel. 2. Beukerstraat 44. Overeenkomstige gevel. In den top: 1557* 3. Spiegelstraat 13. Topgevel (XVI A). Baksteenen kruiskozijnen met getoogde middendorpels; beneden luiken, boven glas in lood. Overdekte hijschbalk. Achtergevel dito. 4. Vaaltstraat 3. Topgevel XVI c, beneden gewijzigd XVII). met ontlastingsbogen. Tandlijst onder den top. B. Renaissance. 5- Houtmarkt 73. Gevel (XVI d, gewijzigd XVIII d) met 229 over twee verdiepingen opgaande, terugliggende en door korfbogen gedekte velden, gescheiden door pilasters, waartegen gemetselde halve zuilen. Driehoekige frontons boven de vensters. Festoenen. Rechte kroonlijst. 6. Sprongstraat 13. Gevel (XVII a) met in- en uitgezwenkte kanten, afgedekt met een door vierkante pinakels onderbroken rollaag. Topanker. Overdekte hijschbalk. 7 en 8. Barlheze 53 en 55. Gepleisterde gevels in den trant van den vorigen. 9. Lange Hofstraat 26. Gepleisterde trapgevel (XVII a) met togen over de vensters. Topleeuw op pilaster, waaronder een engelkopje. Ankers: (16)14. Pothuisje. 10. Houtmarkt 70. Trapgevel (1615), benedendeel gewijzigd en vernieuwd, rijk met bewerkte zandsteenen banden versierd. Pilasters in drie orden tegen de drie verdiepingen. Korfbogen over de vensters der eerste verdieping. Driehoekige vensterfrontons. Gebeeldhouwde versieringen, cartouches met opschriften. Ankers. 11. Groenmarkt 5. Gepleisterde trapgevel (1629 in den top). Gebogen fronton met topleeuw. Vleugelstukken. Zandsteenen sluitsteenen van (verwijderde) vensterbogen. Hijschbalk. Ankers. 12. Groenmarkt 7 en 9. Twee, beneden gewijzigde, gevels (XVII b), die oorspronkelijk een geheel uitmaakten, blijkens rangschikking der vensterbogen. Pilasters. Nr. 7 heeft een anker, No. 9 (1631) een topleeuw. 13. Laarstraat 48. Topgevel (1632 in de ankers) met in- en uitgezwenkte kanten, afgedekt met door pinakels onderbroken rollaag. Hijschbalk. 14. Beukerstraat 81—83. Topgevel (XVII b) met in- en uitgezwenkte zijkanten. 15. Sprongstraat 16. Trapgevel (1641 in de ankers) met zandsteenen afdekkingen. Steenen kruiskozijnen. 16. Pelikaanstraat 4a. Gepleisterde topgevel (1639 in den 230 top). Gebroken fronton. Vleugelstukken. Benedendeel gewijzigd: poort (XVIII). Sporen van venstertogen. Achtergevel met togen en sporen van den ouden toestand. Naast dit huis een rondboog op Dorische pilasters en met sluitsteen: leeuwenkop. 17. Waterstraat 38. Gevel (XVII b) met pilasters tegen de bovenverdieping. Gepleisterde zijgevel met trappen en hijschbalk. 18. Nieuwstraat 36. Gecemente gevel (XVII b, verminkt). 19. Sprongstraat 6. Topgevel (1645). Gebeeldhouwde vleugelstukken. Versierde vensterfrontons. 20. Houtmarkt 84. Trapgevel met gebogen fronton (1660) en gebeeldhouwde vleugelstukken. Ontlastingsbogen. Twee tweedeelige vensters met gemetselden middendorpel. Onder den top een ceil de bceuf. Sieranker. 21. Groenmarkt 2. Trapgevel (1660 in den top). Hijschbalk. 22. Waterstraat 26. Gevel (XVII) met kroonlijst, waaronder consoles, Lodewijk XV. 23. Nieuwstraat 40. Topgevel (1665 blijkens steen) met inen uitgezwenkte zijkanten. 24. Lange Hofstraat 3. Trapgevel (1671 blijkens steen) met gebeeldhouwde vleugelstukken. Rijke ankers. Achtergevel met trappen. Overblijfselen Van een achtkanten traptoren. Inwendig: gesneden houten schouw (XVIII a). Marmeren schoorsteen met spiegelomlijsting (XVIII c). 25. Laarstraat 118. Gepleisterde trapgevel. Ankers: 1680. 26. Molenbeekstraat, naast Nr. 1. Gepleisterde tuitgevel (1681 blijkens ankers) met gebeeldhouwde aanzetten. Verguld-koperen windvaan: meermin. 27. Kuiperstraat 17. Gepleisterde gevel. Top (XVII d) met omlijsting van een ceil de bceuf. 231 C. Lodewijk-stijlen. 28. Halterstraat 20. Gepleisterde gevel met hoog-opgaande pilasters in 't midden. Versierde deurtravee, Lodewijk XIV. 29. Halterstraat 22. (Israëlietische school). Gevel met houten deuromlijsting (XVIII A). Gegoten ijzeren hekbaluster voor de deur. Inwendig: portaal met stucplafond en draperie-houdende engelen. Trapleuning. Gestucte versiering der lantaarn, alles Lodewijk XIV. 30. Beukerstraat 48. Hooge topgevel (XVIII a) met ingezwenkte zijkanten en houten top. Oeil de bceuf. 31. Sprongstraat 7. Topgevel (1724) met ingezwenkte zijkanten. 32. Laarstraat 24. Topgevel (XVIII a) als de vorige. Deur (XVIII c). 33. Lange Hofstraat II. Gevel (XVIII a) met arkeluitbouw gelijkstraats. Inwendig: schoorsteenstuk (XVII B). 34. 's-Gravenhof 6. Gevel (XVIII a). Houten kroonlijst met gebeeldhouwde consoles. Deuromlijsting met bovenlicht, Lodewijk XIV. Gesmeed ijzeren hek met twee ingangen en gebeeldhouwde zandsteenen pijlers, waarop siervazen. In het tuinhuis: fragmenten van een betimmering en een schoorsteen, Lodewijk XIV. 35. Waterstraat 34—36. Gevel (XVIII b) met opgaande pilasters en arkel op twee Ionische zuilen. Wapen boven den arkel. In Nr. 34 een kamer met betimmering en stucplafond (XVIII b). 36. Zaadmarkt 88. Gevel (XVIII d) met versierde middentravee. Kroonlijst. Inwendig: in de voorkamer een behangsel met tafereelen (^ 1800). Schoorsteennis met stucversiering (XVIII d). Hierachter een pakhuis met ten deele oude eiken kap. In het gedeelte tusschen deze twee huizen een kamer met overblijfselen van een beschilderd tongewelf, vloer van roode estriken, muurkastje met omlijsting (XVII), twee kruiskozijnen en drie fragmenten van wapenruiten (1628). 232 37- Beukerstraat 56. Gevel met deur- en raamomlijsting (XVIII d). - Fragmenten en details. 1. Proosdijsteeg 2. In den zijgevel twee nissen (XIV A) met gekoppelde driepasbogen. 2. Frankensteeg 13. In den zijgevel een dergelijke nis, waarin een venster is gebroken. 3. Oude wand 26. In den achtergevel (XV) drie spitsboognissen met baksteenen zuiltjes en gekoppelde spitsbogen. De top afgedekt door een ezelsrug. 4. Rijkenhagen 47. Aan de achterzijde een over de Berkel uitgebouwde arkel op vier houten leeuwen (XVI B) als dragers. 5. Rijkenhagen naast Nr. 47. Ankers (XVII). Cartouche (1664) onder een vensterfronton. 6. Nieuwstraat 3. In de kroonlijst: 1671. 7. Groenmarkt 12. Zandsteenen deuromlijsting (XVIII a). 8. Lange Hofstraat 17. Houten top, Lodewijk XIV. 9. Oudewand 28. Deuromlijsting, Lodewijk XIV. Kroonlijst en vensteromlijstingen', Lodewijk XVI. 10. Zaadmarkt 91. Deuromlijsting (XVIII a). Eiken trap, Lodewijk XIV. 11. Kuiperstraat 1. Versierde deurtravee (XVIII a). Schoorsteen (XVIII a) met schilderij, get. J. Barckhuys. 12. Oudewand 17. Deuromlijsting, Lodewijk XVI. Twee ijzeren stoephekjes XVIII c. 13. Houtmarkt 51. Overblijfselen van oude pannenbedekking met „monniken en nonnen". Details van interieur. 1. Houtmarkt 44. Gestucte zoldering (1616) als in het Raadhuis, over een insteekkamer. 2. Laarstraat 21. Schoorsteenstuk (XVII). 233 3. Oude Wand 25. Stucplafond (± 1750). Stucplafond, Lodewijk XVI (geverfd). 4. Groenmarkt 14. Stucplafond (XVIII c). Gedrukt papieren behangsel, Empire. Marmeren schoorsteen, Lodewijk XV. Op de bovenverdieping een behangsel (XVIII a), als in het Burgerweeshuis. Stoeppalen. Voor Houtmarkt 68., twee hardsteenen palen met beeldhouwwerk (XVI b). Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: Korte Hofstraat 2 (1548), Turfstraat 4 (drie steenen: I579)i Barlheze 33 (1620), Houtmarkt 82 (1658), Bartheze 23 (1663), Achterhoven tusschen 24 en 36 (XVIII). Ankers: Pelikaanstraat 8 (1621), Vaaltstraat 1 (1647), Laarstraat 136—148 (1650). Gesmeed ijzeren armen voor uithangborden: Raadhuissteeg 1 en Laarstraat 94. Oude verlaatbakken: o.a. Kuiperstraat 2. h. Musea en particuliere verzamelingen. f. Het Stedelijk museum in het Wijnhuis bevat o.a.: een panderstaf (1502), twee bodestaven met de jaartallen 1573 en 1574, doch ten deele XVI a), aardglobe van 1604, fragment van een eiken schepenbank (XVII c), bouwfragmenten enz. Catalogus (1916), samengesteld door Jvr. C. Engelen. 2. Verzameling Ypey. Chineesch blauw (familiebezit). 234 Chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken. BOERENWONINGEN. Zestiende eeuw: 1595, Borkeloo. 1598, Geesteren. XVI—XVH, Nijkerk, Rietmolen. Zeventiende eeuw: 1621, Groenloo. 1622, Groenloo. 1623, Groenloo. XVIIa, Leesten. 1629, Persingen. 1635, Hedel. 1641, Beuningen. 1648, Groenloo. 1649, Neerbosch. 1660, Afferden. 1661, Groenloo. 1688, Fatten. 1699, Druten. XVII, Borkeloo, Bronkhorst, Groenloo, Hedel, Oldebroek, Putten, Wichen. Achttiende eeuw: XVIIIa, Voorst. . 1732, Druten. 1735, Afferden. 1749, Herwen. 1752, Oldebroek. 1760, Vorden. 1789, Hierden. XVIII, Aalst, Arnhem, Balgooi. 235 Negentiende eeuw: 1802, Hatert. 1809, Druten. t^,» •„ 1811, Baak. 1825, Groenloo. DOELEN. Zestiende eeuw: Doesburg (St. Sebastiaansdoelen). GERECHTSGEBOUW. Negentiende eeuw: 1838, Arnhem (Paleis van Justitie). GESTICHTEN VAN LIEFDADIGHEID. Vijftiende eeuw: 1401, Arnhem (St. Petersgasthuis). Zestiende eeuw: 1534, Kuilenburg (Antonius- en Elizabethsgasthuis). 1555) Kuilenburg (St. Elizabethsweeshuis). Zeventiende eeuw: 1605, Zutfen (Armenhuisjes). 1610—1612, Buren (Weeshuis, verbouwd 1857 en 1916). XVIIb, Nijmegen (voormalig Arme Kinderen-weeshuis, verbouwd XVII en XIX). 1626, Hattem (Pand der Liefde). +1644, Nijmegen (Protestantsch Kinderweeshuis). 1645, Nijmegen (Oud Burgeren-gasthuis, verbouwd XIX). 1650, Elburg (Weduwenhof). 1651, Harderwijk (Burgerweeshuis). 1667, Zutfen (voormalig Burgerweeshuis). Achttiende eeuw: 1700, Breedevoort (St. Bernardusgesticht). 1740, Elburg (Feithenhof). 1764, Breedevoort (St. Bernardusgesticht). '7935 Tiel (Weeshuis). , 1778, Zalt-Bommel (Oude mannen- en vrouwenhuis). XVIIId, Zalt-Bommel (Gasthuis). 1787, Zutfen (Ruitershofje). 236 1789, Zutfen (Oude en nieuwe gasthuis). •793) Tiel (voormalig Weeshuis). Negentiende eeuw: 1804, Tiel (Gasthuis). 1847, Arnhem (Bronbeek). GEVANGENIS. XVII—XVIII, Doetinchem (Gevangenis der Geldersche Rekenkamer). KAPELLEN. Negende eeuw: IXa, Nijmegen (Karolingsche kapel). Twaalfde eeuw: XIIc, Nijmegen (kapel van Barbarossa). Veertiende eeuw: 1393—1420, Zutfen (Raadskapel). Vijftiende eeuw: XVA, Kuilenburg (St. Pieterskapel). ■4- 1470, Arnhem (St. Eusebiuskapel). XVc, Arnhem (choor St. Agnietenkapel), Nijmegen (St. Geertruidskapel). XVd, 's-Heerenberg (Gasthuiskapel), Tiel (kapel van het St. Ceciliaklooster). XV, Arnhem (St. Catharinakapel), Harderwijk (Pesthuiskapel?), Heerde (kapel van het Fraterhuis Hulsbergen), Keent (St. Antoniuskapel), Nijmegen (Glashuis en St. Nicolaaskapel?), Ubbergen (kerkhofkapel). Zestiende eeuw: + 1500, Doetinchem (Gasthuiskapel). + 1503, Arnhem (Raadskapel). XVI (?), Over-Asselt (St. Walricus-kapel). Zeventiende eeuw: XVIId, Het Loo (Paleiskapel). KASTEELEN EN LANDHUIZEN. Dertiende eeuw: Doorwerth (noordvleugel XIV, zuidvleugel XV—XVI), Geldersche toren (hersteld XVIA, herbouwd XIX). Veertiende eeuw: + 1300, Ammerzoden (verbouwd ^ 1600), Roozendaal (verbouwd 1615). XIVa, Doornenburg (gewijzigd XVHc en XVIII), Hackfort (verbouwd ± 1600 en 1788), Nijenbeek (uitgebreid XVI). 237 1396, Elburg (later Raadhuis). XIV, Vorden (verbouwd XVI en later). Vijftiende eeuw: XIV—XV, Het Oude Loo (verbouwd XVIb, gewijzigd XVIId en 1817), Wadestein (toren). XVA, Brakel (bouwval). XVc, Kuilenburg (hertogelijk huis), Poeldijk. XVB, Blankenburg (toren). XV, Haten (toren), Hernen (uitgebreid XVIb en XVIII), Hoekelum (onder¬ bouw), De Kelder, Latum, Loevestein, Malsen, Slangenburg (verbouwd XVIIA), Swanenburg (torens), Het Velde (toren). Zestiende eeuw: XVIa, Kemnade, Het Gulden Spijker (?), Het Spijker (Hattem), Wageningen (overblijfselen), Wildenborch (overblijfselen). 1536, Huis van Maarten van Rossum (Zalt-Bommel). N lS39— '540, Huis van Maarten van Rossum (Arnhem). 1549, Magerhorst (toren). XVIb, Biljoen (verbouwd XVHI), Cannenburch (verbouwd 1661 en 1751). ± 1550, Boetselaersborch, 's-Heerenberg (verbouwd XVIId en jr 1750). JSS7) Ter Horst (verbouwd o.a. 1791). XVIc, De Doelen (toren), Loowaard. XVId, Beerenkamp. XVIB, Ruurloo (verbouwd XVIIIa). XVI, Dorth (fundamenten), Goudestein (bouwval), Wijhenburg. Zeventiende eeuw: +1600, Batenburg. IS93—'61S1 Keppel (vergroot 1750 en 1850). 1610, De Ehze. 1620, Bulkenstein (poort). XVHa, Doddendael, Padevoort (herbouwd 1875), Sevenaer, Vosbergen.. 1627, Waardenburg. 1633, Ophemert. 1636, De Kamp. 1643, Middachten (verbouwd XVIId). 1645—'°47i Hof van Arkel. 4; 1650, Ampsen (verbouwd XVIIIc). XVHb, Hof van Borculoo (poortje). 1652, Aerdt (overblijfselen), Groot-Essenburg (vernieuwd 1767). 1663, Ooiden (verbouwd yXVTII). 1686, Appel tem (bouwhuizen). 1697—1700, Voorst. 238 XVIId, Den Ooy (overblijfselen). XVII, Bramel (verbouwd XVIII en XIXA), Hamerden, Hedel (bouwhuizen), Wisch (overblijfselen), Zoelen. Achttiende eeuw: XVIIIA, Balgooi, Kieftenkamp. 1757, Hemmen. 1760. Baak (bouwhuizen). 1776, Verwolde. 1785, Babberich. XVIIId, De Poll, Schuylenburch. XVIII, Bingerden, Medler, Ulenpas. . Negentiende eeuw: 1832, De Dekany. 1835, Enghuizen, Het Enzerik. KERKEN. Elfde eeuw en ouder: Alfen (schip?), Andelst (deel schip), Buurmalsen, Echteld (deel schip), Wilp. Twaalfde eeuw: + IIOO, Resteren (aanleg schip, gewijzigd XV), Oud-Velp. XUA, Kerkwijk, Wadenooien. XHd, Oene (deel schip). XII, Angerloo (schip en noordkapel), Ermeloo, Oosterbeek, Valburg, Vorden (noordwest, deel), Warnsveld. Dertiende eeuw: XIIIA, Zutfen (St. Walburg, verbouwd ± l5°°)- XIHB, Almen (deel schip ?), Harderwijk, Nijmegen (west. deel St. Steven), Wageningen (ten deele verbouwd 1860), Zutfen (Nieuwstadskerk, vergroot XIV—XV). XIII, Angerloo (noordbeuk), Beek (fragmenten), Beekbergen (west. deel schip), Echteld, Ek-en-Wiel, Hemmen, Horsen, Kapel-Avezaat (?), Netterden (deel schip), Ommeren, Randwijk, Ressen, Silvolde, Vorchten, Westervoort. Veertiende eeuw: ^ 1300, Driel (deel schip), Huisen, Terwolde (schip en noordbeuk). 1316, Breedevoort. XIVa, Voorst (choor), Zutfen (Broerenkerk). 1350, OverrAsselt (choor verhoogd XV). XIVb, Arnhem (St. Walburg, vergroot 1391—1422). XIVA, Doetinchem (1527 vergroot), Hoog-Keppel, Leur. 239 XIVc, Doesburg (St. Maarten, vergroot XVd), Nijmegen (choor St. Steven), Voorst. XlVd, Eibergen, Ermeloo (choor), Heelsum, Hengeloo, IJzendoorn (choor), Lochem (vergroot XVc), Nijmegen (schip, noordbeuk en kapel Broerenkerk), Scherpenzeel, Zalt-Bommel (schip, vergroot XVc, en choor), Zoelen. XIVB, Hattem (herbouwd XVb), Nijmegen (dwarspand St. Steven), Putten, Zutfen (dwarspand, verlengd 1492—1499, en choor St. Walburg). XIV, Angerloo (choor), Beekbergen (oost. deel), Bemmel, Bruchem, Didam, Doesburg (Gasthuiskerk), Doetinchem (choor verhoogd XVI), Groenloo, Hervéld, Hoevelaken (deel schip), Ingen, Kekerdom, Neder-Hemert Z.z. (deel schip), Neerbosch, Nij broek, Oldebroek (deel schip), Otterloo, Oud-Zevenaar (herbouwd 1616 en 1863), Persingen, Reden, Slijk-Ewijk, Tuil (deel schip), Zelhem. Vijftiende eeuw: +1400, Epe, Rumt. XVa, Ammerzoden (choor), Beekbergen (choor), Didam (choor), Echteld (choor), Harderwijk (dwarspand en choor), Heelsum (choor), Horsen (choor), IJzendoorn, Kerk-Driel (choor), Nijmegen (choor Broerenkerk), Zutfen (St. Agnietenkloosterkerk). I418, Elburg (St. Agnietenkerk). 1426, Nijmegen (O. L. V. kapel). 1431, Nijmegen (H. Kruischoor). 1440, Andelst (choor). XVb, Brakel (choor), Duiven (± 1450), Ede (+ 1450), Groesen, Kerk-Dricl (dwarspand), Nijmegen (Mariënburgkerk), Opheusden (choor), Tiel (dwarspand afgebroken 1731, choor afgebroken XIX A). XVA, Groenloo (choor), Maurik (choor), Neerbosch (choor), Nijmegen (St. Steven), Steenderen, Twelloo, Westervoort (choor), Zoelmond. 1451, Brammen. 1423—1458, Nijmegen (choortrans St. Steven). 1470, Arnhem (St. Eusebius, vergroot 1503). * 1471, Malden. XVc, Barneveld, Bennekom, Beuzichem (choor), Elburg, Eist, Epe (choor), Hal, Kerk-Avezaat (choor), Scherpenzeel (choor en noordbeuk). XVd, Ammerzoden (dwarspand, overblijfselen van schip), Aard (choor), Eibergen (choor), Enspijk, Hattem (choor, gewijd 1504), Hengeloo (choor), Huisen (kapel), Kerk-Driel, Kerkwijk (choor), Oldebroek (choor), Otterloo (choor), Wadenooien (choor), Wageningen (dwarspand en cnoor), Zoelen (choor). XVB, Gellikum, Latam, Nijkerk, Reden (choor), Tricht, Zetten (choor). 24O XV, Aalten, Alfen (choor en noordbeuk), Altforst (choor), Appeltern (choor), Arnhem (overblijfselen van St. Catharinagasthuiskerk), Asch, Bemmel (choor), Bergharen, Beuzichem, Buren (hersteld 1665), Buurmalsen (choor), Driel (deel choor), Ek-en-Wiel (choor en zijbeuken), Elspeet, Etten, Ewijk (choor), Geldermalsen, Gorsel, Groesbeek (choor), Heerde (choor), Hees, Herveld (choor), HoogKeppel (choor), Huisen (choor), Hurwenen (choor), Ingen (choor), Kapel-Avezaat (choor), Kesteren, Kuilenburg (herbouwd ± 1659), Nijbroek (choor), Oene (choor), Oud-Zevenaar (choor), Persingen (choor), Randwijk (choor en zijbeuken), Ravenswaai, Ressen (choor), Rijswijk, Ruurloo, Silvolde (choor), Slijk-Ewijk (choor), Terborg (choor), Terwolde (choor), Twelloo (choor), Valburg (choor), Varseveld, Vorchten (choor), Vorden, Wamel (dwarspand en choor), Warnsveld (choor en zijbeuken), Wel, Winterswijk, Zelhem (choor en zijbeuken), Zevenaar (gewijzigd 1605 en XVIIIa), Zutfen (choor Broerenkerk). Zestiende eeuw: ±lSoo,Dingsperlo, Geilikum (choor), Maurik, Wilp (choor). 1502, Harderwijk (kloosterkerk). 1524, Opheusden. XVIa, Batenburg, Borkeloo, Dreumel (choor), Ellekom (choor), Kootwijk, Leur (choor), Lienden, Winterswijk (choor). 1529, Arnhem (dwarspand St. Eusebius). 1536, Arnhem (choor St. Eusebius). XVIb, Aard, Zalt-Bommel (Gasthuiskerk). XVIA, Brakel. 157', Lunteren (choor). XVId, Geesteren, Neder-Hemert Z.z. (choor). XVI, Erichem, Op-Hemert (overblijfselen choor), Varseveld (choor en zuidbeuk). Zeventiende eeuw: 1612, 's-Heerenberg. XVIIa, Hedel. 1640, Hurwenen. 1648, Lichtenvoorde. XVIIb, Neder-Hemert Z.z. 1658, Zevenaar. XVII, Arnhem (voorm. Luthersche kerk, verbouwd 1701 en l898),Latum (doorsluiting). Achttiende eeuw: XVIHb, Terborg. XVI 241 1753i Leeuwen. 1763, Est. 1776, Neder-Hemert N.z. XVIII, Nieuwaal. Negentiende eeuw: Dalem. Neder-Asselt, Spankeren. Tuil. Doesburg (R. K. kerk). Busloo. Hellouw. Herwijnen. Beuningen. Vuren. <" Brummen. Wichen, Zalt-Bommel (R. K kerk). Doornspijk. Gendringen, Laren. Kuilenburg (Oud-Kath. kerk), Leeuwen (R. K. kerk), Renooi. Groesbeek (R. K. kerk), Heteren, Arnhem (koepelkerk). Didam (R. K. kerk), Hummeloo. Doodewaard, Rozendaal. Heerde. Hien, Kerk-Driel (R. K. kerk), Maasbommel, Veesen. Terborg (R. K. kerk). Akkooi, Gent. Etten (R. K. kerk), Oosterwolde, Rossum (R. K. kerk). Eibergen (R. K. kerk), Nede, Heerewaarden. KLOOSTERS EN BEGIJNHOVEN. (Zie ook kapellen en kerken.) Dertiende eeuw: Zutfen (gewelven en muurwerk van Dominicanenkloos Vijftiende eeuw: 1408, Zutfen (overblijfselen van Franciscanessenklooster). 1418, Elburg (Bagijnenhuis). XVa, Zutfen (overblijfselen van St. Agnietenklooster). . 1430, Nijmegen .(Dominicanenklooster). XVd, Harderwijk (St. Catharinaklooster), Nijmegen (Observantenkloos XV, Doesburg, Heerde. 242 Zestiende eeuw: XVI, Harderwijk (Fraterhuis van St. Hieronymus), Zutfen (refectorium 'van Dominicanenklooster). XVI, Kuilenburg (Klooster Jeruzalem en „Convanje"). KOSTERIJ. Zeventiende eeuw: 1694, Renkum. KRUISGANGEN. Vijftiende eeuw: 1430, Nijmegen (Dominicanenklooster). Zestiende eeuw: XVIa, Zutfen (Dominicanenklooster). MARKT- EN WAAGGEBOUWEN, BEURZEN ENZ. Vijftiende eeuw: 145°—1452, Zutfen (boterhal, geheel herbouwd 1896). Zestiende eeuw: IS42—'545) Nijmegen (gewandhuis). XVIb, Doesburg (waag). Zeventiende eeuw: 1612, Nijmegen (waag). 1616—1619, Zutfen (wijnhuis, met toren XVIIb). 1621, Hattem (waag en hoofdwacht). 1646—1654, Nijmegen (galerij). Achttiende eeuw: 1761, Arnhem (waag). 1776, Zalt-Bommel (vischmarkt). XVIIId, Kuilenburg (vischmarkt), Zalt-Bommel (waag). Negentiende eeuw: + 1800, Tiel (vischmarkt). XlXa, Buren (waag). 1849, Tiel (beurs). MOLENS. Zestiende eeuw: XVId, Kuilenburg. '^•'■^.XVI A Zeventiende eeuw: XVIIb, Hengeloo. XVII, Vorden. '43 Achttiende eeuw: 1783, Ruurloo. XVIII, Arnhem (Sonsljfekweide), Nede. MUNTGEBOUWEN. Vijftiende eeuw:' 1401, Arnhem (zie St. Petersgasthuis). Zestiende eeuw: Arnhem (Olde munte), 'sHeerenberg. PAKHUIZEN. Zestiende eeuw: Zalt-Bommel (Ruiterstaat, naast C 93). Zeventiende eeuw: 1617, Zalt-Bommel (Boschstraat D 84). Achttiende eeuw: 1731, Nijkerk (Veenestraat B 32). 1747, Harderwijk (Bruggestraat A48). 1769, Nijkerk (Westkadijk B 415). XVIII, Nijkerk (Nieuwstraat B 374, Koetsendijk). PALEIZEN. Twaalfde eeuw: ±1155 Valkhof (waltoren en aangrenzende fragmenten). Zeventiende eeuw: XVHd, Het Loo. Achttiende eeuw: XVII—XVIII, Arnhem (gedeelte van Prinsenhof). PASTORIE. Zeventiende eeuw: 1623, Hattem (Oude weeme). POLDERHUIS. Negentiende eeuw: XlXa, Buren (Dijkhuis). POMPEN EN FONTEINEN. Achttiende eeuw: 1718 en 1719, Kuilenburg. 1724, Wageningen. XVIIIa, Kuilenburg. ^ 1732, Buren. 244 1733» 1735» Hattem. 1749, Nijmegen. 1768, Tiel. 1776, Hattem. 1781, Zalt-Bommel. XVIIId, Zalt-Bommel. POORTGEBOUWEN. Veertiende eeuw: XlVd, Elburg (Vischpoort sinds 1592, oorspronkelijk waltoreri), Harderwijk, Hattem. XIVB, Zutfen (Berkelpoort). Vijftiende eeuw: V 1440, Arnhem (Sabelpoort, verbouwd 1647). 1444, Zutfen (Drogenapstoren, in 1465 dichtgemetseld). XV, Buren, Lobit, Zalt-Bommel. Zestiende eeuw: XVIa, Ermeloo (Poort der commanderij St. Jansdal). XVIA, Zutfen (Oude Nieuwstadspoort). 1542—1545, Nijmegen (Kerkboog, bovendeel 1605—1606).. 1557, Kuilenburg. XVI, Nijmegen (Maarten Schenckpoort). Zeventiende eeuw: 1647, Tiel (Waterpoort). 1664, Tiel (Hugtpoort). RAADHUIZEN. Veertiende eeuw: + 1300, Elburg (oude raadhuis). 1396, Elburg (vernieuwd 1773)Vijftiende eeuw: Zutfen (geheel verbouwd XVIIIA). Zestiende eeuw: 1508, Borkeloo (overblijfselen van oude gemeentehuis). 1534, Kuilenburg (vergroot XVIIB, vernieuwd 1822). 1539—1546, Arnhem (oorspronkelijk huis van Maarten van Rossum). '553—1554, Nijmegen. XVI, Doesburg, Hattem (verbouwd 1619—1625). 245 Zeventiende eeuw 1620, Harderwijk (uitgebreid 1728, vernieuwd 1837) 1634—1639, Lochem (verbouwd XVIII). 1654, Buren (vernieuwd 1739) 1698, Wageningen. Achttiende eeuw: 1727, Doetinchem. 1762, Zalt-Bommel. SCHOLEN. 1544—1545, Nijmegen (Apostolische school). 1655, Nijmegen (Illustre school). 1724, Wageningen (Latijnsche school). TORENS (van kerken en kapellen). Elfde eeuw en ouder: Alfen (herbouwd XII), Appeltern, Kerk-Avezaat (? vernieuwd XVb, verhoogd 1640), Spankeren, Wel. Twaalfde eeuw: • ±1100, Etten (onderbouw), Oosterbeek, Oud-Velp (verhoogd XV), Wadenooien, Wilp. XIIA, Groesen, Reden, Voorst. XHd, Beuzichem, Wageningen (verhoogd XIV en XIX). XIIB, Deil, Dremt, Duiven (verhoogd XIV), Epe (verhoogd XIIIB en XVa), Hattem (verhoogd XWd), Hoog-Keppel, Weel. XII, Aalten, Doodewaard, Eibergen (verhoogd XVd), Ermeloo (verhoogd XIII), Ochten, Oene (bovendeel XV), Valburg. Dertiende eeuw: ±l2oo,EUekom, Ewijk, Zelhem (verbouwd 1662). XHIa, Beekbergen (verhoogd ± 1300), Rumt. XIIIA, Bemmel, Kerk-Driel (verhoogd XVd), Ressen, Silvolde, Vorden. ±1250, Barneveld (verhoogd XIV), Vorchten. XHId, Meteren, Zutfen (Nieuwstadskcrk, later verhoogd). XIIIB, Geldermalsen, Kerkwijk. XIII, Bergharen, Buren (verhoogd XVIIc), Erichem, Ek-en-WieL, Gent (? herbouwdNXV), Heteren, Horsen (verhoogd XV), Huisen, Netterden, Randwijk (verhoogd XIV), Zutfen (St. Walburg, boven deel herbouwd na 1446). 246 Veertiende eeuw: XIVa, Garderen, Heelsum, Heumen, Ingen, Kesteren. XI Vb, Terwolde. XIVA, Doetinchem (op ouder onderbouw), Leur, Nijbroek. ± 1365, Arnhem (westtorens St. Walburg, de noordelijke na 1854 herbouwd). XlVd, Hengeloo, Herveld (verhoogd XVB), Lochem (vernieuwd 1478), Scherpenzeel, Zoelen (bovendeel XVb. XIV, Aalst (?), Afferden, Almen, Andelst, Balgooi, Beek (gem. Berg), Bennekom, Buurmalsen, Elden, Groesbeek, Hien, Hoevelaken, Maurik, Nede, Neder-Hemert Zz. (verhoogd XVI), Neerbosch, Oldebroek, Opheusden, Op-Hemert, Puiflijk, Putten, Rijswijk, Tricht, Tuil, Varik (verhoogd XVd), Westervoort, Zetten. Vijftiende eeuw: XVa, IJzendoorn, Nieuwaal, Poederooien, Zalt-Bommel. '431) (± '569 en 1592 hersteld). 1440—1451, Tiel. XVb, Brakel. XVA, Didam, Elburg, Oud-Zevenaar, Zoelmond. 1470, Arnhem (St. Eusebius, verhoogd 155° en 1650). XVc, Beesd, Brammen, Ede (verhoogd XVII), Enspijk, Lunteren, ZaltBommel (Gasthuiskerk, bovendeel XVIc). XVd, Akkooi, Ammerzoden. XVB, Driel. XV, Baak, Borkeloo, Dingsperlo, Doesburg (St. Maartenen Gasthuiskerk), Gorsel (verhoogd XVIIA), Heeselt, Kuilenburg, Lienden, Loenen. Malden (overblijfselen), Nijkerk (verhoogd 1776), Ooi, Persingen, Ravenswaai, Ruurloo, Slijk-Ewijk, Steenderen (op ouder onderbouw), Twelloo, Voorthuizen, Winsen, Zeddam (verhoogd + 1500). Zestiende eeuw: ± 1500, Gellikum, 1507, Winterswijk. XVIa, Batenburg, Hees, Kootwijk, Nunspeet (op ouder onderbouw, en verhoogd XVIIId), Otterloo, Vaassen. XVIA, Eist. XVIc, Aard, Groenloo. XVI, Geesteren, Hal, Rossum. Zeventiende eeuw: 1648, Lichtenvoorde. 1656, Rekken. XVII, Latum (op ouder onderbouw). 147 Achttiende eeuw: XVIIIb, Terborg. 1766, Angerloo. . XVIIIc, Varseveld (overblijfselen van ouder onderbouw). 17#6, Gameren. Negentiende eeuw: 1835, Echteld. 1837, Kekerdom. VERGADERZAAL. Negentiende eeuw: 1803—1818, Arnhem (Gouvernementsgebouw), WALLEN EN MUREN. Veertiende eeuw: Arnhem, Harderwijk, Zutfen. Vijftiende eeuw: +1400, Elburg. XV, Buren, Doesburg, Hattem (verhoogd XVId), Kuilenburg, Nijmegen, Tiel, Zalt-Bommel. Zestiende eeuw: XVIA, 's-Heèrenberg. XVId, Zutfen (Berkelbogen). WOONHUISGEVELS. Veertiende eeuw: XIVA, Tiel (Markt D 9). XIV, Elburg (Bloemsteeg, Smedestraat 10), Harderwijk (Hoogstraat C 59 en C 342?). Vijftiende eeuw: XVc, Doesburg {Veerpoortstraat D 42), Kuilenburg (Slotstraat, hoek Lange Meent). XV, Doesburg (Kosterstraat C l86), Doetinchem (Hamburgerstraat A 56), Harderwijk (Donkerstraat B 110, Groote Marktstraat D 81, Markt B 65), Kuilenburg (Ridderstraat 184). Zestiende eeuw: XVIa> Doesburg (Meipoortstraat B 33 en B 358), Tiel (Weerstraat B 55—57). ± *54°5 Nijmegen (Groote markt 22, 23, 24, 25, verbouwd XVIIa). 1549, Kuilenburg (MarM C 203), Zutfen (Zaadmarkt 109). 248 XVIb, Groenloo (Lievelderstraat A 261), Zalt-Bommel (Waterstraat A 113). XVIA, Arnhem (Koningstraat 37), Nijmegen (Steenstraat 46), Zalt-Bommel (Waterstraat A 57, Boschstraat D 51, Gasthuisstraat C 18), Zutfen (Spiegelstraat 13). 1553, Kuilenburg (Groote Kerkstraat A 270). •557) Zutfen (Beukerstraat 44). 1563, Tiel (Ambtmanshuis). XVIc, Arnhem (achter Kerkstraat 19), Huisen (Langestraat D 26), ZaltBommel (Kerkhof, Boschstraat D 57, Markt D 46), Zutfen (Vaaltstraat 3). 1596, Doesburg (Koetsveldstraat D6l). XVId, Arnhem (Langstraat, Kerkstraat 19), Doesburg (Meipoortstraat, hoek Zandbergstraat, Koepoortstraat, hoek Hoogstraat), Elburg (Vischpoortstraat 15, Beekstraat 18), Zutfen (Houtmarkt 73). XVI, Doesburg (Veerpoortstraat C 285, Kosterstraat C 228, Kerkstraat B 107 en D 216), Elburg (Ellestraat 43, Smedestraat 24), Harderwijk (Wolleweversstraat C 105), Nijmegen (Steenstraat 22, Houtmarkt 4), Zalt-Bommel (Tolstraat). Zeventiende eeuw: ± 1600, Arnhem (Bakkerstraat 4 en 5). 1603, Elburg (Bloemstraat 24). 1605, Harderwijk (Hoogstraat C351). 1609, Zalt-Bommel (Koningsstraat B 257), 1610, Zalt-Bommel (Kerkstraat B 240). 1613, Breedevoort (Markt 27), Harderwijk (Groote Poortstraat C311). 1614, Doesburg (Koetsveldstraat D 157), Zutfen (Lange Hofstraat 26). 1615, Zutfen Houtmarkt 70). 1616, Elburg (Bloemstraat 28). 1617, Doesburg Bergstraat B92). 1618, Hattem (Kerkhof A 421). 1623, Doesburg (Meipoortstraat B 24), Hattem (A 309). 1625, Kuilenburg (Heerenstraat C 255). XVIIa, Arnhem (Rijnstraat 41), Doesburg (Veerpoortstraat C 275 en C 279), Elburg (Ellestraat 34), Harderwijk (Donkerstraat Blio), Hattem (Achterstraat A 258, Kerkstraat A 136 en A 203, Kruisstraat A 285 en A408, Ridderstraat A 360), Kuilenburg (Achterstraat D 118 en 119, Binnenpoort A 287, Golberdingenstraat D 17, Heerenstraat C 223, Zandstraat B 336 en B 343), Zalt-Bommel (Gasthuisstraat C 17, A 132, A 134, Markt D 39, Oenselsche straat B 64 en B 132), Zevenaar (hoek Kerk- en St. Janstraat), Zutfen (Sprongstraat 13, Barlheze 53 en 55)- 249 IÓ26, Hattem (AUershoek A31). 1629, Zutfen (Groenmarkt 5). 1630, Zalt-Bommel (Ruiterstraat C 90 en C91). 1631, Zutfen (Groenmarkt 7—9). 1632, Zalt-Bommel (Ruiterstraat C 89), Zutfen (Laarstraat 48). 1633, Buren (Voorstraat 37), Hattem (Kerkstraat A 158). 1634, Harderwijk (Oliestraat). 1638, Harderwijk (Groote Marktstraat D97;. 1639, Zutfen (Pelikaanstraat 4a). 1641, Zutfen (Sprongstraat 16;. 1644, Buren (Groote Kerkstraat 72 en Roode Heldenstraat 45). 1645, Zutfen (Sprongstraat 6). 1649, Doesburg (Koepoortstraat D232). XVIIb, Arnhem (Ambtswoning van den Commissaris der Koningin, Turfstraat 3, Bakkerstraat 31), Buren (Roode Heldenstraat 47), Scherpenzeel (A 24), Zutfen (Beukerstraat 81—83, Waterstraat 38, Nieuwstraat 36) XVIIA, Elburg (Beekstraat 17, 33 en 41), Hattem (Kerkstraat A 174 en A 181), Huisen (Langestraat D 67—68), Nijmegen (Achter de Vischmarkt 8—10, hoek Snijder- en Ridderstraat, Groote Straat 67). 1655, Harderwijk (Hoogstraat C 358). 1660, Zutfen (Groenmarkt 2). < 1663, Hattem (Kerkstraat A 138). 1665, Zutfen (Nieuwstraat 40). 1671, Zutfen (Lange Hofstraat 3). 1675, Arnhem (Oeverstraat 76). XVIIc, Arnhem (Groote Markt 23), Doesburg (Koepoortstraat D 231, Bergstraat B 68), Kuilenburg (Tollensstraat A 158), Lochem (bij het raadhuis), Nijmegen (Lage Markt 34, Groote Markt 7, Kelfkensbosch 19), Zalt-Bommel (Boschstraat D67 en C70, Steigerstraat A 145, Kerkstraat B 26). 1677, Hattem (Kruisstraat A409). 1680, Zutfen (Laarstraat 118). 1681, Zutfen (Molenbeekstraat, naast nr. 1). 1687, Elburg (Jufferstraat). 1690, Barneveld (Langstraat 39). 1691, Harderwijk (Hoogstraat C96). 1699, Breedevoort (Landstraat 8). XVIId, Nijkerk (Veenestraat B 52), Zutfen (Kuiperstraat 17). XVII, Arnhem (Bakkerstraat 57—59), Doesburg (Markt 21—22), Drjel (Voorstraat B. 32), Elburg (Vischpoortstraat 22), Kuilenburg (Markt A279), ^fijkerk (Langestraat B 17), Bronkhorst (tegenover 250 de kerk), Zalt-Bommel (Ruiterstraat C 94. Kerkstraat B 26, Lange Steigerstraat A 89), Zutfen (Waterstraat 26). Achttiende eeuw: 1707, Kuilenburg (Markt C 201), Nijkerk (Langestraat A 325). 1724, Hattem (Ridderstraat A 358), Zutfen (Sprongstraat 7). XVIIIa, Arnhem (R. K. Bestedelingenhuis), Nijmegen (Lage Markt 14), Zutfen (Halterstraat 20, Beukerstraat 48, Laarstraat 24, 's Gravenhof 6, Gebroeders Bakkersweeshuis). ±1730, Arnhem (Bakkerstraat 25 en 56). 1740, Harderwijk (Hoogstraat C 95). XVIIIb,Nijkerk (Holkerstraat B 322), Wageningen (Hoogstraat A 143), Zutfen (Waterstraat 34—36). XVIIIA, Elburg (Beekstraat 20, 38, 45, 49, 54, van Kinsbergenstraat 5, Ellestraat 38—40), Zutfen (Halterstraat 22). 1751, Harderwijk (Bruggestraat A116). 1762, Nijmegen (Kelfkensbosch 27). 1763, Harderwijk (Donkerstraat 81). 1771, Breedevoort (Prinsenstraat 90). XVIIIc, Arnhem (Burgerweeshuis, Openbare bibliotheek, Bakkerstraat 24, Walburgsplein 10), Elburg (Ellestraat 68—69), Harderwijk (Bruggestraat A 124 en 131, Donkerstraat B 34, 39 en 82, Smeepoortstraat A253), Hattem (Kerkstraat A'140 en A 161, Achterstraat A 276), Nijmegen (Hezelstraat 33 en Groote straat 26), Tiel (Vleeschstraat D 23", Zalt-Bommel (Ruiterstraat C 93, Nieuwstraat C 134). 1776, Nijkerk (Oosterstraat, tegenover 132). 1778, Elburg (Instituut—J. H. van Kinsbergen). XVIIId, Arnhem (Bakkerstraat 19, Groote Markt 7), Buren (Heerenstraat 114), Harderwijk (Donkerstraat B 123), Kuilenburg, (Ridderstraat A 176 en A 185), Tiel (Groote Sociëteit, Ambtmansstraat D 121 en F 5), Zalt-Bommel (Gasthuisstraat A 128), Zutfen (Zaadmarkt 88, Beukerstraat 56). XVIIIBjNijmegen (Lange Burchtstraat 24), Zalt-Bommel (Gasthuisstraat A 125). XVIII, Nijkerk (Vetkamp A 26—27, 34, 38). Negentiende eeuw: + 1800, Elburg (Ellestraat 70—72). XlXa, Beek (B 178). 251 Register van Kunstenaars en Ambachtslieden. Beeldhouwers. (Ook beeldsnijders en steenhouwers.) Bladz. Bolüna, 1 123 Emmerik, H. van 149 Guillot 27 Jacobs, J 153 Koitenbrouwer, G. . . . 149, 150 Maes, L. F 123 Baan, H. G. van 142 Zie ook: bouwmeesters. Retera 1 ja Rijcksz, W 133 Sass, Corn 140 Schaeff, C.Hz 153, 154 Snoeck, J 179 Teller, D 150, 151 Wael en Zn., J. de 95 Xavery, J. B 179 Ziesenis, A 27 Bouwmeesters. {Aannemers, architecten en ingenieurs.) ■Aytinck van Falkenstein . .16, 19 Billes traten, W. var), .... 3 Beirer \. . . . 51 Boerbooms, J. W. . J. . . . 17 Bladz. Bommel, W. van 117 Bray, S. de 158 Francken 226 Q-ils, Jac. van 34, 208 Gouda, Corn. van ; . . . . 178 Hellenraet, E 222 Horleman 229 Itz, D. J 222 Campen, Jac. van ..... 167 Keyser, H. de 151 Cuypers, Jos. Th. I, 17, 94, 101, 215 Cuypers, P. J. H. 8, 20, 64, 87, 101, '49, iS5i 2°7, 223. Leeuw Sr., H 151 Ludewig, F 38, 182, 202 Marot, D 9, 90, 169 Molkenboer, Th 20 Ommeren, C. van 140 Ommeren, V. van 140 Peters, C. H 9 Pompe, W 122 Portheine, H 17 Post, P 47 Posthumus Meyjes, C. B. . . 17 Baan, H. G. van 142 Zie ook: beeldhouwers. Riele Gzn., W. Te . 6, 45, 54, 189 252 Bladz. Romans, J 9 Speek, P. Gzn. van der ... 153 Stuyt, J 2i5 Tepe 216 Vennecool l"9 Vingboons, Ph I07 Weve, J. J. 147, 148, Ï51» I52, 157 Qeelgieters. Bayens, C 13 Bayens, P 13 Bynde, G. van den 224 Keusekamp, H 79 Sternema, H 49 Goud- en zilversmeden. Bogaert, Th 125 Brauer, I. F 4 Brom, J 216 Koler, G II Verhaer, N 125 Klokgieters. Arck, E. van der. 40, 113, 195. 219 Bergen, J. M. van 28 Berman, H 42 Boitel, P 114 Borch, H. de .... 41, 47» 49 Borchhard 73. r45 Both, W. . . . 4°. "3. 195. 219 Bouvrie, P 209 Butendiic, St 167 Butendiic, W. 49 Derck, J. N 15 Edelbrock, Gebr. . . 9*i x92 Evers, W. 7, 55,68,198,209, 215, 219 •Falck, H 51, 67, 85, 120 Formicae, J 203 Formicae, M. . 2°3 Fremy, C 71. 73 Fremy, J 69 Bladz. Fremy, M 7h 73. 77 Fremy, W 2, 66, 203 Gheyn, A. J. van den . . 142, 166 Gheyn, M. van den . . . 149, 154 Gheyn, P. van den. . . . I49i ' 54 Grave, J. A. de 28, 52,55,68,75,81. 83, 102, 172, 195, 196, 201, 204, 209 Hachman, A 55. 1 '4 Hatyseren, S 34» 225 Hemony, F. 19, |I, 55. 80, 89, ,I2. 124, 168, 191, 209, 222, 225. Hemony, P. 19, 3li 55. 124,170,191. 204, 209, 222. Henrijcks, R 79 Heuvel, Th. van 91 Hoerken, J. . . . 3°. 81, 85i 225 Hoerken, P. 5° Hoerken, W. . 3°. 5°. 81, 85, 225 Horst, H. ter 89, 106, 115, 177, 189 Hundt, C 203 Jullien, A 209 KUinghe, G i°* Korthans, Chr l°8 Crans, Cypr. . 44, 47, 87, 17°. 198 Kruissen, Jac 73 Xiansinck, G. ...... 43 Levache, I. B. ... 19, 39, 154 Mauritz, J • • I91 Meurs, A 106 Meurs, H. . 6, 40, 80, 82, 167, 175 Moer, J.. . .4, 140, '77, !79. 209 Moer, G • • 19, 226 Moer, W J77 Muller, N 7i 68> 196, 201 Koorden, Cl 27, 81, 172 Pax, F. de la 209 Peekei, R 87, 169, 204 Petit ■ 114, "6 Petit en Fritsen .13, 26, 39, 4°. 45. 64, 69, 70, 86, 92, 107, 116, 182, 183, 186, 189, 202, 210, 222. 253 Bladz. Petit, A. 29, 69, 142, 164, 165, 186 Petit en Zoon, A 29 Petit, H. 37,38,45, 51,63,69,142. 185 petit, J. 37) 215, 216 Petit P 29, 62 Petit, X 62 y. Philipsen, ^27, 32, 50, 64,^ 82, 88, 9$ 114, 117, 164, 172,185, 187, 209. Philipsen, \V. ... 32, 50, 114 Rutgers, St 65, 112, 139 Schimmel, G. 66, 71, 79, 102, 136, 168, 189, 190. Seest, P 40, 73, 175. 220 ~> Simon, M. F 115 Specht, J I08 Steen en Borchhardt .... 145 Steylaert, A 145 Symon, F 47, 102, 175 Symon, J . 47 Symon, Th 47 Swvï> J 139 Tolhuys, E 4 Toihuys, J u3 Tolhuys, W iq Trier, H. van . 7, 13, 67, 114, 118, 154, 183, 188. Trier. J van 2, 7, 12, 13, 67, 114, 118, 183, 202. Trier, P. van 7, 13, 27, 36,55,64,65, 66, 67, 68, 82, 88, 93, 108, in, 112, 114, 120, 134, 154, 164, 172, 183, 187. 188, 198, 202, 204, 215, 216, 217, 218, 219. Trier en Zoon, P. van . . . 134 Voigt. C. 1, 5, 52, 92, 109, 217,225 Voigt, Ch. D 217 Voigt, C. W, .... 92, 109, 225 Voigt, J. R.. 36, 53, 109, 132, 2od 201, 206. R- • 1, 87) Bladz. Vollmering en Zoon, W. . . 206 1 Waghenens, G. 84 Wegewart, H 7, 136 Wegewart, W. . 119, 188, 189, 226 Westerhues, W 139 Wybrans, G 92 Wilhelmus 120 Wou, van 78 Wou, G. van ... 19, 20, 34, 79 Wou, J. G. van 89 Wou, W. van 121 Orgelmakers. Badens 224 Friederichs, J. C 175 Crane 29 Leichel 136 Meere, A 78 Quelhorst 73 Buprecht, C 216 Schwarze 68 Strumpfel 14 Verhofstad 123 Wagner, J 1$ Wagner, J. M i& Plateelbakkers. Palissy 10 Schilders. (Ook teekenaars.) Aertsen, P 126 Accama, B. ...... 11 Aved, J. A. J. C IO Beeldemaker, A. C. ... 10, 127 Bray, de 114 . Breecker i.2 Deys, J J26 Dyck, A. van 11 Doomer, L 147 Ellens, H 19 254 Bladz. Elliger, A 24 Palm, W. A. ■, 9 Feuerlein, J. P. . ... . . . 127 Francken, Fr. 10 Geest, W.' de 9, n Gelder, A. de 191 Gelder, J. van 225 Gerids 190 Glauber, J 9 Goyen, J. van 10, 151 Haag, T. P. C 127 Haegh, W. ten 19 Heemer, ï 206 Helt Stockade, N. de . . . . 150 Helweegen 45 Hoet, G 206 Honthorst, G 11 Hulst, J. B. van der .... 11 Isacs, I. 94 Kessel, W. van 178 Geve, J. van 104 Clinger, M 126 Cuyp, A 10 Jjairesse, G. de 9 Langevelt, R. van 150 Leeuwen, C. van 141 Liotard, J. E 141 Loonen, D. van 228 Maes, D. 10 Meyer, H. de ...... . 10 Miereveld, M. J 141 Moreelse, P 127 Metscher, Casp 11 Netscher, Const II Nijmegen, D. van 161 Bladz. Pacx, H • . . . 10 Palamedesz, P 15° Pieneman, J. W II Ravestein, J. A. van .... 126 Robart, R. G 158 Roghman, R 186 Rossum, B. van 173 Scherlenski, E. J 207 Schoten, P. van 150 Schreven, H 19 Schutterad, H. G 46 Scorel, J. van 126, 191 Seghers, D 63, 125 Spinny, J 127 Swinderen, J. van 222 Tischbein, J. F. A 10, 11 Smid. (Zie ook: wapensmid.) Monogrammist I. D. R. . . . 123 Tapijtwevers. Bouwens 171 Romanellus, I. F 150 Uurwerkmakers. Pischer, G. W 142 Gront, J 149 Call, J. van .... 30, 47, 164 Spraeckel, J. . . 19, 102, 115, 222 Spraeckel 42 Tappé, K. Chr 154 Wapensmid. Wundes, J 75 255 Topographisch Register. A. Bladz. Aals* |£ Aalten j Aard 108 Aardenbnrg (Huis) iqo Abtspol (Huis) 206 Afferden Akkooi m 3° Aldenhaag (Huis) 219 Alfen 12, 62 Almen go Altenbergen ^7 Altforst ,, Ambt-Doetinchem 2 Amersfoort j 75 Ammerzoden 3 Ammerzoden (Kasteel) ... 4 Amsterdam 142, 153, 154, 198. Klokken aldaar gegoten: 47 68 75, 222. Andelst ,84 Angerloo r Anholt 68, 204 Ampsen (Kasteel) 130 Antwerpen 124 Apeldoorn 6 Appeltern 12, 13 Appeltern (Huis te) .... /14 Arend (Boerderij De) . . . I91 Bladz. Arkel (Hof van) '180 Arnhem ... 14, 37, 67, 76, 81, J39. 198, 216, 217. Asch . 45 B. Baak I76 Baak (Huis) 176 Babberich (Huis) . . . .19- 217 Balgooi en Keent ..... 26 Balgooi 26 Balgooi (Kasteel) ..... 26 Barneveld ... 26, 27, 28, 29, 69 Batenburg 2g Batenburg (Slot te) 30 Beek (gem. Berg) 33 Beek (gem. Ubbergen) ... 182 Beekbergen. ' (, Beerenkamp (Huis) 144 Beesd. . 30 Belmonte (Huis) 198 Beltrum 70 Bemmel 31 Bennekom 67 Bentheim (Kasteel te) ... . 30 Be'g 33 Berg-en-dal 182 Bergharen 37 Beuningen (Huis Den) .... 39 256 Bladz. Beuzichem 40, 41 Biljoen (Kasteel) 171 Bingerden 5 Blankenberg (Slot) .... 39 Boetselaersborch 36 Borkeloo 41, 139 Borculoo (Hof van) .... 42 Boswaai (Huis De) .... 109 Bottestein (Landgoed) ... 84 Brakel 43 Brakel (Oude Huis te) . . . 43 Brakel (Nieuwe Huis te) 44 Bramel (Kasteel De). . . . 194 Breedevoort 2 Bronbeek (Huis) 16 Bronkhorst 176 Bruchem 118 Brummen 44 Bulkenstein (Huis) .... 50 Buren 46, 137 Buren (Slot te) . . . . 46, 172 Busloo 187 Buurmalsen 49 C, zie E. D. Dam (Huis Den) 90 Deest 64 Deil 50 Delft 123 Deventer 79. — Klok aldaar gegoten: 106. •Didam 52 Dieren 168 Dieren (Hof te) 138 Dingsperlo 53 Doddendael (Huis) .... 83 Doelen (Huis De) . . . . 217 Doesburg 44, 68 Doetinchem (Stad-) .... 57 XVH Bladz. Doodewaard 59 Doornenburg 32 Doornenburg (Kasteel) ... 32 Doornspijk 60 Doorwerth (Kasteel De) . . 7, 60 Dorenwerd 60 Dorth (Huis) 89 Dremt 115 Dreumel 12, 61 Driel (gem.) 62 Driel (gem. Heteren) . . . 111 Drost Daemenhuis .... 36 Dekany (Huis De) . . . . 194 Drumt 196 Druten 63 Duist er voorde 187 Duistervoorde (Kasteel) . . . 188 Duiven 64 Duiken 149, 150 E. Echteld 66 Echteld (Huis te) . . . 25, 66 Ede 67, 68 Ede ........ 77 Ehze (Huis De) 89 Eibergen 70 Ek en Wiel 136 Elburg 55, 71 Elden 76 Ellekom 168 Elspeet . 80 Eist 88, 76 Emmerik 149, 216 Enghuysen (Kasteel). . . 22, 116 Enkhuizen. — Klok aldaar gegoten: 145 Enspijk 50 Enzerik (Huis Het) . . . . 194 Epe 77 Ermeloo 80 Esschenterp 219 257 Bladz. Est en Op-IJnen 82 Est . . 82 Etten 86 Ewijk 82 O; Gaesberg 101 Gameren 83 Garderen 27, 28 Geesteren 43 Geldermalsen 84 Geldersche toren 170 Gellikum 51 Gendringen 85, 88 Gent 87 Gent (Huis te) 88 Gietel 191 Gietelo igi Goor ........ 42 Gorsel 88, 8» Gouda 178 Goude=tein (Slot). ... 92 's Gravenhage n Groenloo 70, 90 Groesbeek 91 Groesen 65 Groot-Bobbink (Boerderij) . 176 Groot-Essenburg (Buiten) . . 82 Groot Kell (Boerderij). ... 5 Gulden Spijker (Kasteel) . . 24 H. Haaften 92 Haarlem 122, 98 Hagert (Boerderij Den) . . 202 Hackfort (Kasteel) . ... 193 Hal 45 Halle 214 Hamerden (Huis) 201 Harderwijk 93, 94 Haireveld 131 Bladz. Hatert 145 Hatert (Huis te) 145 Hattem 100 Hattem (Kasteel te) . . . . 102 Hedel 104 Hedel (Kasteel te) .... 105 Heelsum 61 Heerde 105 's Heerenberg 33 's Heerenberg (Slot) .... 34 's Heerenloo (Stichting) ... 81 Heerenwaarden 106 Hees ." . 145 Heeselt 187 Heiligerlee. — Klok aldaar gegoten: 28 Hellouw 92 | Hemelsche berg (Huis) . . . 171 Hemmen 107 Hemmen (Kasteel te) . . ■ . 107 Hengeloo 108 's Hertogenboseh 28 Herveld 184,186 Herwen en Aard 108 Herwen 109 Herwijnen no I Hessenberg 159 Heteren 1 io. 111 -Heumen 112 Heuven (Villa) 170 Hien 60 j Hemen 37 Hemen (Huis* te) 38 1 Hierden 99 Hoekelum (Kasteel) .... 68 Hoevelaken 113 Hof (Huis Het) 132 Honselaarsdijk (Huis) ... 10 Hooge huis 190 Hóog-Elten (Stift) .... 86 Hoog-Keppel ...... 116 _Jïorsen 113 258 Bladz. Horst (Huis ter) 8 Hulkestein (Villapark) . . - 25 Hummeloo. . . . • .22, 116 Hunenschans 6 Huisen. . . ' . . . .44,114 Hulsbergen (Fraterhuis) . . . 105 Hummeloo en Keppel . . . 115 Hummeloo 116 Hurwenen .117 I. IJzendoorn 117 Ingen 132 Isselburg. — Klok aldaar gegoten: 5 2 J. Jansdal (Commanderij St.-). 81 K. Calcar 146 Kamp (Huis de) . . . . 139 Kamphuizen (Huis) . . . . 217 Cannenburch (Kasteel) ... 79 Kapel-Avezaat 218 Keent 26 Kekerdom 183 Kelder (Huis de) 3 Kell (Kasteel) 5 Kemnade (Huis De) ..... 36 Keppel (Kasteel) 116 Kerk-Avezaat 218 Kerk-Driel 62 Kerkwijk 118 Kesteren 119 Kieftenkamp (Huis) ... . . 194 Klaarwater 163 Kleef. — Klok aldaar gegoten : 114 Cluse (Slot ter) 109 Commanderij (Hofstede de) . 133 Kootwijk 28 Kuilenburg 40, 120 Bladz. Laag-Keppel 116 I Lanxmeer 4° Laren 130 Latum 5 Latum (Huis te) 6 Leesten 199 Leeuwen 199 Leiden. — Museum van Oudheden aldaar, passim. Lent 77 Leur 38 | Leut 183 Leuven. — Klok aldaar gegoten: 154 Lichtenvoorde 131 Lienden 132,188 Lobit 109 Lochem 134 Loenen 7, 9 Loenen (Huis te) 186 Loevesteïn (Kasteel).... 166 | Loo (Het) 8 j Loo (Paleis Het) 9 I Loo (Slot Het Oude). . . 8 Loowaard (Huis) 65 Luik. — Klok aldaar gegoten: 154 | Lunteren 69 M. i Maasbommel 14 Magerhorst (Huis) .... 65 I Malden ~D 112 | Malsen (Huis van) .... 5 I Marienborn (Abdij) . . .1 21 Mariendaal .1 ar Marienwaard (Abdij en Land-j goed) 'X '.' 3? Maurik 136,137 Mechelen 87 Mechelen (België). — Klokken ' aldaar gegoten: . . . 145,224 259 Bladz. Medler (Huis) ^3 Megen . . . . . . . 13, 29 Meijerink (Boerderij 't) . . . 199 Meteren 8 c Meteren (Huis te) ... 10 Middachten (Kasteel) ... 169 Millingen ,38 Molencate (Huis) 163 Monferland (Berg) .... 36 Monnikenhuizen 25 N. Nede . . . ,,„ '39 Neder- Asselt I04 Neder-Betuwe (Districtshuis v. d.) 180 Neder-Hemert I40 Neder-Hemert (Kasteel). . . 141 Neder-Hemert Nz. ... 3 140 Neder-Hemert Zz i4o Neerbosch I4 j Neer-IJnen j9S Neer-IJnen (Kasteel) .... 195 Nettelhorst (Huis te). . . . I3I Netterdën 87 • Nieuwaal g4 Niftrik 20I Nijbroek ,88 Nijenbeek (Slot) IQ0 Nijkerk i4, Nijmegen . . 10,108,144140,164 Nooit gedacht (Boerderij) . . 138 Nunspeet gr O. Ochten 67 Oene 78 Oldebroek jg2 Oldenaller (Kasteel) . . . . 167 Ommeren 134 0oi 183 Ooi (Kasteel Den) .... 184 I Bladz. Ooiden (Kasteel) 131 Oosterbeek ,71 Oosterhout (Huis) 185 Oosterwolde 60 Op-Hemert 163 Ophemert (Huis) 176 Opheusden 120 Op-IJnen 82 Otterloo 81, 69 Oud-Velp J70 Oud-Ze vehaar 215 Over-Asselt 164 Overbeek (Huis) 171 P. Padevoort (Huis) 37 Pannerden 165 Panshanger ... u Persingen . 184 Plak (Boerderij De) .... 184 Poederooien 165 Poeldijk (Huis te) ... . 88 Poelwyck (Huis) 217 Poll (Huis De Nieuwe) ... 191 Puiflijk 64 Putten ,66 Putten (Huis) 60 R. Randwijk 111 Ratum 202 Ravenswaai 137 Reden 167, 108 Rekken 70 Renkum ...... 171, J72 Renooi 31 Ressen 33 Rietmolen 139 Rietmolen (Boerenwoning) . . 140 Rijswijk 136, 188 Roermond 45 260 Bladz. Ross (Huis Het) 130 Rossum 172 Rotterdam 49. — Klok aldaar gegoten: 108. Rozendaal (Kasteel) . . . . 173 Rumt . 51 Ruurloo 173 Ruurloo (Kasteel) . . . . 174 s. Scherpenzeel 175 Schmiedefeld 18 Schuylenburg (Kasteel) ... 86 Sevenaar — zie Zevenaar. Silvolde 204 Sinderhoek 204 Slangenburg (Kasteel) ... 2 Slijk-Ewijk 185 Solingen 75 Sonsbeek (weide en park) . . 24 Spankeren 170 Spankeren (Huis te) .... 170 Spijker (Huis Het) .... 44 Spijker (Huis Het) .... 104 Steenderen 176, 177 Suderas (Kasteel) — zie Zuderas. Swanenburg (Kasteel) ... 87 T. Telsterbant 63 Terborg 206 Terwolde „ 188 Tiel . . . 110, 134, 136, 177 Tricht 49 Tuil 93 Twelloo 189 u. Ubbergen 182, 184 Ulenpas (Huis) 115 Ulft 87 Bladz. Ulft (Slot) 87 Utrecht . 2, 78, 125, 149, 172, 215 V. Vaassen 79 Valburg 184, 186 Vanenburg (Huis) . . . . 167 Varik 187 Varseveld .... 87, 204, 205 Veesen 106 Velde (Huis Het) . . . . 20Ö Velp ........ 170 Verwolde (Kasteel) . . . . 131 Vianen 3° Vogelensang (Huis) 173 Voorst 187, 18» Voorst (Huis te) . . . . 89, 174 Voorthuizen 27, 28 Vorchten 106 Vorden I91 Vorden (Kasteel) 192 Vosbergen (Kasteel) .... 105 Vragender 132 Vreedenstein (Huis) . . . . 138 w. Waardenburg 195 Waardenburg (Kasteel) . . . 195 Wadenooien 196 Wadestein (Kasteel) . . . . 110 Waijestein — zie Wadestein. Wageningen 196 Wageningen (Kasteel te) . . 197 Waliën (Huis 't) . . . . . 203 Wamel 199 Warnsveld 199,200 Weel 200 Wel 4 Wel (Slot te) 5 Werden (Abdij) 214 Westervoort 201 26l Bladz. | Bladz. Wezep 163 Zeddam 25, 36 Wiel wijk (Huis den). ... 105 Zeist 172 Weurt . 39 Zelhem 204 Wiehen 201,202 Zelle (Huis Het) 174 Wichen (Kasteel te) . . . . 202 Zennewijnen (Klooster) ... 187 Wichmond 200 Zetten 186 Wierse (Huis De) 194 Zevenaar 29,215,216 Wijchert (Huis De) .... 182 Zevenaar (Huis) 217 Wijtenburg (Huis) .... 66 Zijpendal (Kasteel; .... 25 Wijnbergen 36 Zoelen 218,219 Wildenborch 191,193 Zoelen (Kasteel) 219 Wilp Igi Zoelmond 40 Winsen 83 Zuderas (Kasteel) ... 32, 89 Winterswijk 202 Zuilichem 220 Wisch 203 Zutfen . . . .19, 105, 151, 220 Wisch (Kasteel) ..... 205 — Klokken aldaar gegoten: 19, 31, 89, 222. Zalt-Bommel . . . 107, 108, 206 VERBETERINGEN. Op bladz. 4, 9de regel v. o. lees XI d, i. p. v. XI b Op bladz. 38, 4de regel v. o. lees XVI a, i. p. v. XVII a. Op bladz. 65, 8ste regel v. o. lees XIIA, i. p. v. XIIB. Op bladz. 102, 12de regel v. o.; bladz. 115, 15de regel v. o : bladz. 116, 12de regel v. o. lees XIIB i. p. v. XII. Op bladz. 222, 10de regel v. o. lees F. (i. p. v. G.) Hemony. 262 INHOUD. Blz. Voorwoord V Beschrijving der gemeenten in alphabetische volgorde . I Chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken . 235 Register van kunstenaars en ambachtslieden 252 Topographisch register 256 Verbeteringen , 202 Inhoud 263 263