Per 6 nrs. (bij inteek.) f 2.25 Afz. nrs. f 0.45 ■Mannen en Vrouwen van Beteekenis Levens- en Karakterschetsen I1 m PRESIDENT WILSON BAARN \ HOLLANDIA-DRUKKERIJ 1919 lp THOMAS WOODROW JwiLSON DOOR M. Ch, G. J. VAN DER MANDERE ,,.... Wij zullen strijden voor die dingen, die wij altijd het meest op 't hart gedragen hebben, . . voor democratie; voor het recht, dat zij, die zich aan gezag onderwerpen, een stem hebben in eigen regeering; voor lecb*f» en vrijheden van kleine volken; voor een daadwerkelijke overheersching van het recht door eene samenwerking van vrije volkeren, die vrede en veiligheid aan alle volkeren zal brengen en ten slotte de wereld zelf zal vrijmaken. President Wilson in de boodschap van 2 April 1917. Er zijn momenten, waarin de hoogste belangen der wereld worden gelegd in de handen van een enkele persoonlijkheid; momenten, die ons uit de geschiedenis beter dan uit het heden bekend zijn, omdat wij als tijdgenooten nu eenmaal geen inzicht kunnen hebben in de grootte van de dingen rondom ons. Er zijn oogenblikken, waarin verantwoordelijkheid wordt gelegd op slechts enkelen, die nauwelijks te dragen schijnt en waarin idealisme evenzeer onwaarschijnlijk als nationale zelfzucht misdadig of afkeurenswaardig moet worden geheeten. Er ^ijn oogenblikken, waarin men alleen dan de oplossing van politieke- en wereldraadselen kan vinden, wanneer men gelooft aan de waarachtigheid van de uitingen van de hoofdpersonen, ook al staan zij op een politiek voetstuk en ook al verkeeren zij daarom reeds onder het wantrouwen, dat tegenover de politiek gebruikelijk is. Zulk een oogenblik is er geweest toen Lincoln den strijd aanvaardde ter wille van een ideaal-beginsel en toen hij in dien strijd dat ideaalbeginsel heeft weten voorop te plaatsen, steeds weer en steeds met grooter kracht. En de vraag mag gesteld worden of niet thans zich een dergelijk oogenblik voordoet nu het ook aan een president van het jonge Amerika schijnt gegeven 207 4 om dei wereld te brengen datgene, waarnaar de wereld reeds eeuwen uitziet: den Bond der Staten of der Volkeren, die een afdoend weermiddel tegen den oorlogsgruwel zal zijn. Wilson, opgetreden om fel bestreden, sociale hervormingen in eigen land tot stand te brengen; tot het presidium geroepen, wijl er een groote roep van onpartijdigheid en betrouwbaarheid van hem uitging; Wilson is door een van die zonderlinge wisselingen van het lot geroepen om de internationale staatkundige beginselen van Amerika in geheel nieuwe banen te leiden en aan Europa het ongekend schouwspel van Amerika's militair-economische oppermacht te bieden. Als men niet aan Wilson's eerlijkheid gelooft; als men niet wil aannemen, dat zijn veertien punten van 8 Januari 1918 hem uit het hart zijn gegrepen; als men niet uit het complex zijner redevoeringen kan komen tot de overtuiging, dat in hem leeft de gedachte van den eerlijken, den oprechten Volkerenbond — dan is het onmogelijk om Wilson te rangschikken onder een andere categorie dan die van de slimste politieke sluwelingen, in hem te zien iets beters dan een politieke demagoog van den meest bedenkelijken aard. Wilson heeft tot twee malen toe den eed, dien de Amerikaansche presidenten afleggen alvorens hunne functie te aanvaarden, gezworen ; hij heeft tot twee malen toe bezworen om getrouwelijk zijn ambt te zullen waarnemen en al zijne krachten te zullen aanwenden „om te bewaren, te beschermen en te verdedigen de Grondwet der Vereenigde Staten". Men verlieze daarbij niet uit het oog, dat de Vereenigde Staten hun Grondwet opbouwden op een ideaal van vrijheid en onafhankelijkheid, los van alle de historische precedenten, die aan de vestiging van eiken Europeeschen Staat ten grondslag hebben gestrekt. De Amerikaansche constitutie negeert niet, gelijk in het Europeesche staatsrecht gebruikelijk is, de kracht der internationale afspraken en gewoonten; zij kent daaraan een verbindende kracht toe, die juist aan Amerika een plicht en een recht in internationaal opzicht tegelijk oplegt. En als bewaarder, bewaker van de Grondwet kan Wilson zich ook in dat opzicht een taak toegekend rekenen! 208 5 -Wilson's kracht, zoowel als gouverneur van New-Yersey als in vroegere en latere functies, heeft ten allen tijde gelegen in zijn eenvoud. Men kan, aldus Bliss Perry, een der hoogleeraren van de beroemde Harvard University, afkeur voor hem gevoelen of sympathie jegens hem toonen, twee' of drie onomstootelijke feiten betreffende zijn loopbaan echter kan men niet straffeloos uit het oog verliezen. Het eerste acht Perry zijne gewoonte om te slagen in wat hij onderneemt; als vorscher op het gebied van den parlementairen regeeringsvorm, als docent, als schrijver, als redenaar had hij zich reeds twintig jaar geleden een onbetwisten en schitterenden naam veroverd. Hij heeft zich daarnevens reeds vroeg in het leven onvermoeiden arbeid tot levensgewoonte gemaakt. En hij had vertrouwen in eigen logica en eigen gevoelens en hij raadpleegde nooit onnoodig veel anderen. Dit heeft hem geenszins geleid tot een kluizenaarsleven en ook was hij van niets verder af dan van een autocraat, behalve daar waar zijn gewoonte om eigen beslissingen te nemen en eigen verantwoordelijkheid daarvoor te aanvaarden, dit medebrachten. Er zijn er wel, die meenen, dat Wilson de lijfspreuk van Disraeli: „Nooit klagen, nooit toelichten" tot de zijne heeft gemaakt; geklaagd heeft hij inderdaad zelden of nooit, toegelicht in den laatsten tijd wat meer! Als iemand hem kent, zoowel in zijn gedachten als in zijne daden, dan is het zeker kolonel House, zijn vertrouwde vriend aan wien hij ten aanzien van de Europeesche aangelegenheden een opdracht gaf van zoo wijde en zoo beteekenisvolle strekking als maar zelden politiek is gegeven. Naar het oordeel van House is er geen kracht in Staat om Woodrow Wilson terug te brengen van een eens opgevat besluit. Lang beraadt hij zich, maar is zijn beraden ten einde gekomen, dan is de weg hem duidelijk. Hij weet het geheim van zijn voornemens te bewaren en er zijn er maar weinigen, die er zich op kunnen beroemen deze tevoren te hebben gekend. Wie nu meent, dat dit wachten is het in hinderlaag liggen van den sluwen, politieken slimmeling, die geen risico wil aanvaarden, maar zijn deel in de winst van het krakeel niet 209 6 wil derven — hij kan, met eenige virtuositeit de feiten naar zijn inzicht stellende, zijn gelijk argumenteeren. Maar wie de persoonlijkheid van Wilson afleidt uit geheel zijn levensloop en zijn levensomstandigheden, weet ook dat Wilson's karakter zich verzet tegen eene dergelijke opvatting. Hij is niet de politieke slimmeling, die afwacht teneinde zich beter te wapenen, maar hij is de philosofisch aangelegde staatsman, die weet dat zelfs de hoogste doeleinden alleen dan te bereiken zijn, wanneer langzaam maar zeker de volksgedachte zich daaraan heeft aangepast en daarvoor rijp is gemaakt. En men verlieze ook niet uit het oog, dat een Amerikaansch president op eenigszins andere wijze staat tegenover de vraagstukken, waarbij de groote massa betrokken is, dan Europeesche staatslieden als Bismarck of Clemenceau of Lloyd George! Een Fransch schrijver, die toonde Wilson goed te kennen, heeft van zijne aanvaarding van het presidentschap gezegd, dat het geschiedde als ware hem eene roeping vervuld; als ware hem een heilig ambt toevertrouwd. En inderdaad, wie Wilson's redevoeringen, uitgesproken in verband met zijne candidatuur voor het presidentschap leest, vindt daarin weinig van de gewone uitlatingen van den politiek eerzuchtige, maar vindt als grondtoon en als ondertoon steeds nadruk gelegd op datgene wat de verplichtingen van den president van dezen vergen. Wilson is het type van den canv didaat der democratische party; Wilson vertegenwoordigt haar idealen en haar karaktertrekken gelijkelijk in zich. Eigenlijk van de conventie van 1787 af, toen Hamilton en Jefferson in politieke opvatting tegenover elkander stonden, dateert deze splitsing in partyen; aanvankelijk waren het de toenmalige democraten, die achtereenvolgens een drietal presidenten, ieder zetelend voor acht jaren, tot de macht riepen: daarna waren het de latere republikeinen, die, van de splitsing inwendig bij de democraten gebruik makend, de overmacht verkregen. Cleveland is een der weinigen geweest, die de opeenvolgende reeks van republikeinsche presidenten heeft onderbroken; Wilson slaagde er in 1912 in toen de inwendige verdeeldheid, waartoe Roosevelt's persoonlijk optreden aan- 210 7 leiding had gegeven, de kracht van de tegenstanders verzwakte. Maar dat neemt niet weg, dat hij met de tegenover elkander staande partijen heeft rekening te houden; dat hij, partijman zijnde en als president de erkende eerste man van zijn partij, toch heeft toe te zien op de belangen van geheel het land, hij in deze omstandigheden meer dan eenig ander president. . Wilson zelf heeft zich meer dan eens ietwat sarcastisch over de rol van den president, die niet eens over een absoluut veto tegen de besluiten van de wetgevende vergadering beschikt, uitgelaten. Hij ook is het geweest, die heeft gewezen op de verstrekkende beteekenis van den SpaanschAmerikaanschen oorlog voor wat deze presidentieele macht betreft. Geheel Amerika, hoe jong het moge zijn, is een land vol tradities en in zekeren zin een land, waarin deze tradities parlementair en maatschappelijk in groote eere zijn. Er rusten op den president verplichtingen zoowel als partijman als in zijne functie van president. Er zijn zekere grondbeginselen van het Amerikaansche staatsbeleid, die niet straffeloos, zelfs door den populairsten president, worden overtreden. Een Amerikaansch schrijver heeft eens heel geestig opgemerkt, dat Amerika is het land van de tegenstellingen, omdat letterlijk elk onderdeel van zijn staatsvorm in botsing komt met een ander. Er is zoo ook voortdurende botsing tusschen de macht van den president en de macht van de wetgevende vergadering; er is daarnevens een regelmatige botsing tusschen de macht van den Senaat en die van het veel minder beteekenende Huis van Afgevaardigden. Tezamen ongetwijfeld vormen zij het Congres, maar na Washington en Jefferson had niemand der Amerikaansche presidenten den moed gehad deze tezamen in vergadering op te roepen. Dat werd aan Wilson voorbehouden bij zijn eerste optreden als president, toen hij in 1913 het Congres verzamelde. Men kwam, voor een deel uit beleefdheid, voor een ander deel uit nieuwsgierigheid, maar desalniettemin men kwam en men luisterde en men werd overwonnen door die klare, heldere stem, die op zoo klare, heldere wijze en met zoo klare, 211 8 heldere beelden recht op het doel afgaat. Hamilton heeft .ten opzichte van het buitenlandsch beleid der Amerikaansche Unie raadgevingen verschaft; George Washington heeft bij zijn afscheid woorden gesproken, die als een politiek testament worden beschouwd; Monroe heeft zijn leer in het licht gegeven, die de grondslag werd, waar de Amerikaansche politiek zich op vestigde. Wilson heeft nimmer met een van deze drie gebroken, althans niet openlijk, maar het was zijn taak van staatsman-denker om aan geheel nieuwe omstandigheden, waarin Amerika zich geplaatst zag, die theorieën te doen aanpassen. Want Monroe kon niet denken aan een rijd, waarin verdediging tegen overheersching van een Europeesche macht noodzakelijk zou zijn, wilde men de Amerikaansche onafhankelijkneid handhaven! Een slim politicus, van niets verder is Wilson verwijderd dan van eene zoodanige persoonlijkheid. Alreeds daarom, wijl hij door zijn innerlijke staatkunde heeft getoond, dat hij geen eigen machtsbegeerten heeft; dat hij inderdaad zich stelt in dienst van den Staat, die hem tot President heeft verkozen. Maar ook, omdat Wilson's houding in het groote Europeesche conflict, die aanvankelijk aan aarzelend en weifelend karakter kon worden toegeschreven, ons duidelijk is geworden in geheel de lijn zijner handelingen en ons dan onweersprekelijk blijkt te zijn het optreden van een leider, niet lettend op het tijdelijk voordeel van het oogenblik, maar vragend naar het beter gefundeerd aanbreken van jarenlange toekomst en toepassing. Wilson is de eerste Amerikaansche president, die in zoodanige kwaliteit den voet zette óp Europeeschen bodem; zelfs in den modernen tijd, nu de middelen van verkeer zoodanig zijn verbeterd en vervolledigd, is voor den man in het Witte Huis te Washington de plicht gebleven om in Amerika te resideeren gedurende geheel zijn presidentschap. Zoo streng werd deze traditie door Roosevelt nagekomen, dat hij zelfs afzag van zijn oorspronkelijk voornemen om een bezoek te brengen aan boord van een in de haven van New-York liggend oorlogsschip, wijl naar de algemeen geldende volkenrechtelijke beginselen een oorlogsschip vreemd territoir is en hij dus buiten 212 9 het Amerikaansch gebied zou zijn getreden tijdens zijn presidium! Wilson is er niet de man naar om noodeloos tradities met voeten te treden; iets uitdagends is hem in zijn politiek beleid vreemd; maar hij heeft de noodzakelijkheid gevoeld voor zichzelf en voor Amerika om persoonlijk aan de conferentie te Parijs deel te nemen. En datgene wat wij totnutoe van de resultaten dier conferentie, van haar verloop en haar handelingen weten, het is wel in staat om ons te doen erkennen, dat hij juist heeft gezien en dat zonder zijn aanwezigheid de gang van zaken een geheel andere zou zijn geweest. Wilson's persoonlijkheid, die wij slechts kennen vanuit de verte en vanuit de boeken en de illustraties, wordt ons als een machtige geschilderd; niet om niet heeft hij overwinningen als redenaar behaald; niet om niet wordt de invloed van zijn voor ieder toegankelijk woord gevreesd. Men kan er van verzekerd zijn, dat, om Amerikaansch president te worden, men een persoonlijkheid van beteekenis moet zijn, want het is onmogelijk om weken achtereen dat veeleischende Amerikaansche land door te trekken, redevoeringen te houden voor de zoo uiteenloopende deelen zijner bevolking, het vertrouwen te winnen van zoo uiteenloopende karakters en dan te zijn een man van geen of van slechts middelmatige bekwaamheden en beteekenis. En Wilson's beteekenis doet zich bovendien gevoelen in de behandeling der vraagstukken te Parijs; hem was het voorbehouden om op 25 Januari 1919 het historisch voorstel te doen, dat de grondslagen zouden worden gelegd voor den Volkerenbond. Laten wij op het oogenblik in het midden laten of het zal worden en is een Volkerenbond naar Wilson's inzichten; een Volkerenbond dus, die geheel de gemeenschap der volkeren omvat en zich tot eenige, maar ook hooge taak stelt om aan de volkeren den vrede blijvend te hergeven. Genoeg is het, dat in deze conferentie, waarin de overwinnaars de taak hebben den oorlogsbuit te „verdeelen", Wilson's beginselen reeds in zooverre de overwinning hebben behaald, dat tot de vorming van den Volkerenbond werd besloten. Wel nimmer is eenig beginsel in volkenrechtelijk of in staat213 • MÊm 10 kundig opzicht bij zijne vestiging reeds volledig gebleken; wel altijd heeft dit beginsel latere uitwerking en verbetering behoefd. Zoo is het met Wilson's Volkerenbond en nieuw volkerenrecht als met alle dingen; de grondslag moge gebrekkig zijn en afwijken van de principieele gedachten van zijn grondlegger, hij zal voldoende blijken om op te doen voortbouwen, indien de gedachte inderdaad levensvatbaarheid bezit. Het feit daarbij op zichzelf, dat de president van Amerika, economisch ten allen tijde machtig gerekend, maar militair niet alleen door Duitschland een factor van nauwelijks te overwegen beteekenis geacht, in deze uitsluitend Europeesche conferentie een zoo gewichtige rol speelt; vraagstukken als van de rechten der Tsjecho-Slowaken en der Yougo-Slaven met evenveel zorg ter harte neemt als die van Mexico of Zuid-Amerika — dat feit geeft te denken. Europa zal er geen schade door lijden met de theorieën van Wilson en met de persoonlijkheid van Wilson nader in aanraking te komen; zijne gedachten omtrent de taak, die Amerika te vervullen heeft tegenover Europa en tegenover geheel de wereld, zijn van elke bedenkelijkheid vrij. Maar — zoo vragen wij ons thans wel eens angstig af — zal het altijd zoo zijn? Wilson is niet de president van dat Amerika, dat dollars „maakt" en dollars doet rollen. Want dat Amerika is evenmin geheel Amerika als Frankrijk wordt vertegenwoordigd door dien kleinen mondain-cosmopoHtischen kring in Parijs, dien wij veelal voor de incarnatie van den Franschen geest houden. Het gemiddelde Amerika is het Amerika, dat aan idealen gelooft, dat op zijn eigene wijze arbeidt, maar daarom niet minder hard en stevig als bij ons; dat zijne eigene inzichten heeft in de toekomst, maar daarom niet minder eerlijk en betrouwbaar als wij ze hebben. Dat is het Amerika van president Wilson, het Amerika van het Westen zoowel als van het Oosten, dat hem in 1916 opnieuw tot het presidentschap riep, omdat het overtuigd was, dat hij Amerika niet noodeloos, niet om roem en eer alleen in den oorlog zou brengen, en het Amerika, dat hem volgde toen hij, nadat de geesten waren voorbereid, het opriep ten oorlog om te ver'M% 214 11 dedigen wat hij de levensbeginselen van den Amerikaanschen Staat rekende. * * De man, die thans als president van Amerika een der belangrijkste persoonlijkheden van de internationale politiek is, behoort tot degenen, die men van eenvoudige, ja zelfs zeer eenvoudige afkomst kan noemen. De zijnen komen oorspronkelijk uit Schotland; allen zijn zij van het harde, ondoordringbare Schotsche ras; ook de grootmoeder, die opgevoed werd in de schaduw van dat eenvoudige kerkje, waarheen Wilson, nauwelijks in Europa aangekomen, zijne schreden richtte; ook de oom, die door het kerkbestuur al te gedetailleerd op zijne consciëntie gevraagd, zijne bediening opgaf liever dan zich in gemoed en ziel te willen binden! Zijn grootvader, die de eerste der familie in Amerika was, leidde in het Zuiden het moeilijke leven van een uitgever van dagbladen; zijn vader was predikant. Op 28 December 1856 werd Thomas Woodrow Wilson geboren; het was te Staunton, vanwaar nauwelijks twee jaren later zijne familie verhuisde naar Georgia. In de kleine pastorie van Georgia is Wilson opgevoed. Hij zal wel geweest zijn als alle Amerikaansche jongens; meer gevoelende voor sport dan voor den arbeid, al moge het zijn, dat de onmiddellijke invloed van Wilson's vader, die zijne studiën leidde, hem meer aan het werk heeft gehouden dan eenig ander. Dat weerhield hem echter niet om met zijne kameraden des winters den toboggan langs de besneeuwde heuvelen te genieten en het baseball met waren hartstocht te beoefenen. De zin voor sport is hem bijgebleven uit zijne jeugd, waarvan wij overigens heel weinig weten. Wij zouden er niets van weten, ware het niet dat zijn zwager, professor Stockton Axton, hem verwant door zijn eerste huwelijk, in een op zeer bescheiden schaal uitgegeven werkje enkele pagina's aan de jeugd en ook aan het eerste huwelijksgeluk van Wilson heeft gewijd. Professor Axton, 'n tiental jaren jonger dan hij, scheen minder voor de studie te gevoelen dan zijn latere zwager, en het is voorge- 215 12 komen, dat Axton's vader, ook predikant, die met den jongen Wilson was bekend geraakt, hem in een brief vermanend, zeide een zoon te wenschen als Woodrow Wilson er een was! De jonge Stockton heeft zich deze voorkeur laten welgevallen ; de afkeer, dien men dikwerf van model-voorbeelden krijgt, heeft zich niet van hem meester gemaakt! Wilson studeerde op het Davidson College in Mecklenburg-County, latei op het College of New-Yersey, waaruit binnen niet al te langen tijd de Princetown University zou groeien. Reeds betrekkelijk jong was hij verloofd. Zijne latere vrouw, Ellen Axton, die zich bij kennissen in de bergen van North-Carolina bevond, ontving bericht dat haar vader ernstig ongesteld was. Zij begaf zich onmiddellijk op weg naar huis, moest in het naburige Asheville eenigen tijd wachten op een anderen trein, bracht dien tijd dooi in het hotel tegenovei het station en zette zich, om zich te verstrooien, met een boek aan het raam. Wilson, die juist in Asheville vertoefde en dien dag te paard de bergen was ingegaan, kwam langs het hotel van zijn landelijken rit terug; hij kon juist het jonge meisje zien, dat hij een vorig jaar kort had ontmoet en dat blijkbaar een grooten indruk bij hem had achtergelaten. Hij aarzelde dan ook niet lang, liet zijn paard aan de zorgen van den stalknecht over en ging haar begroeten, vermoedelijk ook om de reden van haar oponthoud te vernemen. En wederkeerig bleken herinneringen -aan de vroegere kennismaking te Rome in Georgia te bestaan, want het gesprek liet aan onderhoudendheid en hartelijkheid mets te wenschen over. Toen hij de zorg over zijn paard weder zou hernemen, was hij verloofd; die enkele kwartieren waren, naar' professor Axton's woorden, voor beiden voldoende geweest „to show them what life meant for each and both of them". Ellen Axton vond, thuiskomend, den toestand van haar vader geruststellend; de jongere broer Stockton werd in het vertrouwen der verloving genomen. „Kun je een geheim bewaren", weid hem geviaagd. En zondei antwoord af te wachten, gelijk in dergelijke gevallen gebruikelijk schijnt te zijn, vertrouwde zij hem geheel het geheim van hare 216 13 verloving, haar geluk, hare toekomst toe. Zij vreesde zelfs niet voldoende den grooten omvang van dit geluk te hebben geschilderd, zij wilde, dat hij dengene, dien zij zal huwen, erkent als de beste en de grootste man ter wereld. „He is the greatest man in the world and the best!" Aan het laatste zal Stockton op dat oogenblik niet hebben getwijfeld; het eerste kan hij nu met millioenen anderen erkennen. Wilson's eerste huwelijksgeluk, dat plotseling eindigde op een oogenblik, in zijne politieke loopbaan voor hem van zoo groot gewicht, is, mogen wij Stockton gelooven, zonnig en schaduwloos geweest. Weinige wolken hebben de voortdurende zonnestralen van dit geluk verduisterd. Wilson en zijne vrouw gebruikten nooit harde woorden tegenover elkander; Stockton zegt, dat hij zelfs nimmer iets bijgewoond heeft wat eene twist geleek. Wilson was in zijn huwelijk naar binnen wat hij ook naar buiten is, de zichzelf beheerschénde man, die evenwel geenszins ongevoelig is gelijk men wel eens van hem schijnt te denken, en gelijk dat eigenaardige, typische, echt Amerikaansche uiterlijk zou toonen. Axton vertelt ons hoe hartelijk hij was tegenover geheel de familie van zijne vrouw; hoe een der oudere ooms, Uncle Tom Hoyt tot zijne bevoorrechte bezoekers behoorde. En op een keer, dat de geheele familie buiten bij de Wilsons doorbracht en de gastheer zelf met Axton in den tuin op een bank zat, begon deze plotseling onverklaarbaar te lachen. Toen Axton hem vroeg waarom hij lachte, antwoordde hij, dat de brave Uncle Tom, blijkbaar denkende dat hij in een hotel logeerde, zijne schoenen voor de kamerdeur had gezet in de verwachting, dat deze gepoetst zouden worden. Maar Bridget, de kamervrouw van mevrouw Wilson, beschouwde dit als beneden hare waardigheid en de kleine hulp in het huishouden verstond de kunst niet. Dus had Wilson zelf de borstels ter hand genomen en de schoenen gepoetst, en keek nu glimlachend naar het effect, dat zij aan de voeten van Uncle Tom maakten! Ongevoelig, professor Axton rekent Wilson van niets verder verwijderd dan dat. Maar juist, omdat hij waar gevoel 217 14 kent, zelf gevoelig is, is hij uiterst beangst om in zijne politieke daden dit gevoel te doen doorschemeren. Axton vertelt ons dat, hoewel Wilson tot de meest hartelijke der echtgenooten kan gerekend worden, niets slechter op zijn oordeel werkt dan argumenten van gevoel of gevoeligheid. Hij herinnert aan een geval, waarbij hij zelf zijdelings betrokken was, dat zich afspeelde toen Wilson reeds president was. Het betrof eene zaak, waarin de beschuldigde inderdaad formeel voor de wet strafbaar was; maar moreel niet te veroordeelen viel. Een van Axton's vrienden, die den beschuldigde van zeer nabij kende, poogde Axton's bemiddeling te verkrijgen ten gunste van eene actie bij den president, die als elk staatshoofd het recht van gratie bezit. Hij las aan Axton een langen brief voor, dien hij geschreven had om den president met het verloop van geheel de zaak in kennis te stellen, en schilderde in dezen brief ook den ontzettenden angst van de vrouw en de bloedverwanten van den beschuldigde, smeekte hem dezen angst te doen ophouden. Schrap dat gedeelte, adviseerde Axton, want president Wilson wil en zal niet daarnaar handelen. Hij wil en hij zal doen wat hem rechtvaardig schijnt, doch zijne sympathie voor eenigen beklaagde, hoe krachtig deze ook moge zijn, zal geen invloed op hem hebben. En hij kreeg gelijk in zijn oordeel. Want de aangelegenheid, die door het Departement van Justitie werd onderzocht, werd daarna door den president zelf ter hand genomen; deze oordeelde met zijne raadgevers, dat de formeele schuld van den man te zeer vaststond dan dat eene vervolging kon uitblijven, maar hij verleende hem na zijne veroordeeling gratie! Wilson heeft nooit geweten, dat men hem ervan heeft weerhouden om die gratie te verleenen aan een, wiens familie in angst verkeerde, doch te schenken aan een, dien hij moreel onschuldig rekende aan het vergrijp, dat hij tegen de wet had begaan! Wilson heeft een korten eersten tijd, nadat zijne studiën waren geëindigd, als advocaat gearbeid. Reeds toen toonde hij zijn aanleg voor publicistiek en journalistiek. In de 218 15 „International Revue", toen een der meest bekende tijdschriften van Amerika, schreef hij op nauwelijks 22-jarigen leeftijd eene studie over de kabinetsregeering der Vereenigde Staten. Het artikel is daarom merkwaardig, wijl wij hierin leeren kennen de democratische grondslagen van Wilson's politiek leven; de beginselen, die hem hebben geleid bij zijn verder streven. Want, wij behooren bij de beoordeeling van Wilson's persoonlijkheid niet uit het oog te verhezen, dat hij weliswaar thans de internationale aandacht tot zich trekt; dat hij de man schijnt te worden, die ons den Volkerenbond, al is het slechts in den eersten aanvang, zal schenken, maar dat hij voor de Amerikaansche binnenlandsche politiek is de democraat, die er in geslaagd is de overmacht der Republikeinen te breken. Henry George, de hervormer, die reeds wees op de banen, waarin de dollarmagnaten de Amerikaansche politiek leidden, heeft hem tot voorbeeld gestrekt. Cleveland, later ook de republikeinen Roosevelt en Taft hebben wel het gevaar der plutocratie onder de oogen gezien, daartegen eene onbeduidende en geenszins voldoende wetgeving te werk gesteld, doch blijkbaar niet als Wilson stonden zij op het standpunt, dat geheel een verandering Amerika moest doortrekken. Reeds in dit eerste artikel spreekt hij van zijn democratisch standpunt de noodzakelijkheid uit, dat de regeeringsorganisatie en de wetgeving voortdurend door den volkswil en de behoeften van den tijd moeten worden gedragen; en dat zij niet in verouderde vormen wegen, die voor de openbaarheid ontoegankelijk zijn, mogen bewandelen. Dezelfde gedachten vindt men terug in het eerste groote zelfstandige werk, dat hij in 1885 over de congressioneele regeering, de regeering die zich zou richten naar de wenschen van het Congres, openbaar maakte. Het werd na slechts vier jaren door zijn werk ,,De Staat" gevolgd, waarin opnieuw zijn democratisch standpunt uitkomt. De tegenstelling tusschen Republikeinen en Democraten, de eersten wenschende eene geheel gecentraliseerde federale macht, de laatsten in het krijt tredende voor meerdere zelfstandigheid der afzonderlijke Staten, is in den loop der jaren weliswaar in beginsel niet veranderd, maar in het wezen heeft 219 16 die tegenstelling geheel andere gedaante aangenomen. Wilson is het geweest, die in het bijzonder in zijn „The New Liberty" (de rede, waarmede hij zijn eerste candidatuur aanvaardde), dat men ook een van zijn meer philosophische werken zou kunnen noemen, er de aandacht op gevestigd heeft, dat de Amerikaansche wetten niet verhinderen, dat de economisch sterke den economisch zwakke te gronde richt; dat de Amerikaansche nijverheid niet vrij meer is als eens tevoren; dat het voor den kleinen zwoegenden man met gering kapitaal steeds moeilijker wordt de concurrentie met ' den groote, machtige, met het grootkapitalisme vol te houden. Hij predikte zelfs eene revolutie, weliswaar langs vreedzamen weg, maar niet minder eene zoodanige, waaruit zou volgen, dat aan het volk de regeering zou worden teruggegeven. Reeds in zijne eerste werken komt uit zijn afkeer van een beschermende tariefpolitiek; zijne vrees voor de macht der trusts, die toen in den tegenwoordigen vorm nog geheel onbekend waren. In „The New Liberty" spreekt hij van een lied van verlossing en van gelijkheid, dat hij reeds zong — als men in staatsrechtelijke redevoeringen van zingen kan spreken! — in dien arbeid, die opnieuw de aandacht op hem vestigde als kenner van staatsrecht en geschiedenis beide. Want, Wilson heeft ook in een vijftal deelen de geschiedenis van het Amerikaansche volk geschreven. Het schijnt veel, vijf deelen over de geschiedenis van een volk, dat toen nauwelijks honderd jaren oud was; van een volk, dat slechts oppervlakkige betrekkingen met Europa onderhield en dat in eigen werelddeel niet voortdurend die lallooze politieke geschillen had, welke wij in Europa, zoo goed kennen, te onzen eigen nadeele! Het is ook minder eene geschiedenis, die ons doorloopend van leiten en van daden verhaalt, doch eene geschiedenis, waarin ons geschilderd worden de persoonlijkheden, die Amerika groot hebben gemaakt. Het is, door deze geschiedenis van Amerika te lezen, dat men iets begrijpt van den Wilson der laatste jaren; van den Wilson, die een Volkerenbond wil stichten, en die achter die plannen niet verbergt eenige Amerikaansche speculatie; die niet — als eenmaal het 220 17 scherm omhoog zal gaan — ons zal blijken gehuld in plannen van den laagsten zelfzucht. Hoor hem Lincoln beschrijven; lees hem daar, waar hij over den vrijheidsoorlog en de aanleiding tot den vrijheidsoorlog aan het woord is. Hij beschrijft ons die periode in den vrijheidsoorlog, waarin Lincoln, na de nederlagen van zijne generaals Pope, Burnhide, Mac Clenan, hen toegebracht door Lee en Jackson, kalm bleef temidden van al de onrust om hem heen. Gedurende achttien maanden had de President geluisterd naar de stem der openbare meening, die niet gedacht had aan zulk een langen oorlog met zoo wisselende gebeurtenissen. Hij gaf er zich rekenschap van hoe gevaarlijk en onjuist het zou zijn de openbare meening zoowel binnenslands als aan de overzijde van den Oceaan te doen verkeeren in den waan als zou geen ander doel dan verovering en onderwerping het wettig gouvernement van Amerika voor oogen hebben gestaan. Hij wist de juiste grondslagen van het conflict te doen uitkomen; het Zuiden niet alleen formeel, maar ook moreel aansprakelijk te stellen voor de uitbarsting. De sympathie der natiën begon zich naar het Noorden te keeren en zich van het Zuiden af te wenden. Lincoln echter wist hoe de gedachten der natiën en der massa veranderen met den dag, en hij wachtte totdat het oogenblik zou zijn gekomen, waarop deze gedachten vasten vorm hadden verkregen. Hij had verklaard, dat de partij aan welks hoofd hij zich stelde, niet de bedoeling had om eenigen Staat, waar de slavernij was ingevoerd, daarin te verhinderen en hij wist, dat hij moest wachten totdat het volk zelf, onder den indruk van de grootsche inspanning en van de vermoeienis van den strijd, hem zou dwingen terug te treden op deze verklaring! Als Wilson in zijne latere pagina's herinnert aan de lange debatten, die de Overmenbill, waarbij groote volmacht voor het uitvoerend gezag werd gevraagd, heeft uitgelokt, dan is het alsof men iets terugziet van den toestand, waarin Amerika heeft verkeerd in de dagen kort voor het uitbreken van den oorlog met Duitschland. En als wij die bladzijden van Wilson's geschiedenis van Amerika nagaan, dan komt men iets nader tot de gevoelens, die hem moeten hebben bezield in die dagen 221 18 van 1915, 1916 en 1917, toen ook hij had af te wachten, had gade te slaan de verandering, die zich meester maakte van de openbare meening, aan welke hij gehoorzaamde! Nadat hij aanvankelijk aan de John Hopkins University staatswetenschappen en philosophie had onderwezen, werd Wil son reeds in 1885, kort na het uitkomen van zijn arbeid over de Congres-regeering, benoemd tot leeraar in geschiedenis en economische politiek aan de toen nieuw opgerichte vrouwelijke hoogeschool, het Bryn Mawr College; zijne benoeming dateert van hetzelfde jaar van zijn huwelijk. In 1890 werd hij aan de Princetown University geroepen om er politiek en rechtsgeleerdheid te onderwijzen; in 1902 werd hij tot president van deze voor Amerika zoo belangrijke Academie verkozen. Het is hier voor het eerst, dat hij naast geleerde en theoreticus, zich ook organisator en practicus toonde. De Princetown University is die, waar de zonen van de rijkste Amerikanen bq voorkeur studeeren; juist tengevolge van haar gebrek aan directe middelen wordt zij- voortdurend door oud-leerlingen op royale wijze ondersteund en kan zij zich baden in weelde. Dat is in menig opzicht voor de belangen der studie van beteekenis gebleken, ook echter in omgekeerden zin. Want het mondaine leven der studenten te Princetown was meer ontwikkeld dan door Wilson voor hun socialen zin wenschelijk werd gerekend. In Princetown leerden de rijke studenten niet alleen zich te bekwamen voof hun toekomstig ambt, maar hen werd ook geleerd om „man van de wereld" te zijn in hunne toekomstige carrière. Het aantal clubs, dat te Princetown bestond, was veel grooter dan aan eenige andere Universiteit; geheel de groote laan van Princetown werd ingenomen door gebouwen, waarvan een Fransch bezoeker terecht heeft opgemerkt, dat men niet wist wat meer te prijzen: het zoo aantrekkelijk uiterlijk of het gestyleerd en rijk innerlijk. Maar juist het groote aantal dier clubs, juist de comfortabele inrichting stond het doel daarvan in den weg. In die clubs vormden zich de coterieën, het doel werd meer het comfort dan de onderlinge gezelligheid. Het sociale leven en oök de studie 222. 19 te Princetown werden er door benadeeld. Men behoorde meer tot zijne club dan tot de Universiteit, en de daaruit voortvloeiende rivaliteit kwam tot uiting bij elk georganiseerd feest, bij eiken wedstrijd. Fortuin en afkomst gingen geheel Princetown beheerschen. President Wilson, ingrijpende gelijk men dan van hem gewoon is, met vaste hand zoodra hij de noodzakelijkheid van dit ingrijpen erkent, schreef voor, dat alle studenten hunne maaltijden gezamenlijk zouden gebruiken en dat de vrijheid, die ieder genoot om in zijn club te dineeren, verviel. Hij dwong de studenten om enkele keeren per dag althans bijeen te komen, het comfort van hunne club te laten varen en boven de club te stellen hun aller belang, vergeestelijkt in de Universiteit. Hij was populair in Princetown, bij de studenten zoowel als bij zijne collega's; zijne populariteit werd door dit besluit niet bevorderd. Maar bij zette door en na korten tijd heeft men erkend, dat hij gelijk had! Het was in zijne qualiteit van president "van- Princetown, dat Sir Thomas Barclay, de bekende Britsche handelspoliticus, die zijn ijveren voor de Fransch-Engelsche Entente met zoo goeden uitslag bekroond zag, hem ontmoette bij een diner, dat te New-York werd gegeven ter eere van den verjaardag van den Schotschen patroon St. Andrew1). Wilson zat aan zijne rechterzijde; hij was aan Barclay toen onbekend en het kaartje voor zijn bord vermeldde slechts: President of the University of Princetown. Dat zegt u niets, aldus Wilson tot Barclay, toen hij dezen naar het papiertje zag turen, en hij overhandigde hem zijn visitekaartje. Barclay, de groote propagandist voor arbitrage in de verhoudingen der volkeren, gaf in het daaropvolgend gesprek te kennen, dat hem scheidsrechterlijke tractaten in de verhoudingen der volkeren daarom van zooveel beteekenis schenen, wijl 'zij een aanrakingspunt tusschen de volkeren vormen. Wilson gaf het toe; naar zijn oordeel behoefde men aan den vorm van het aanrakingspunt niet veel te hechten; uit het aanrakingspunt volgt vanzelf de verdere actie gelijk te New-York het geval is met de tal van handels- ) Sir Thomas Barclay: Le président Wilson et 1'evolution de la politique étrangère des Etats-Unis-1918". 223 20 huizen, welke op geenszins behoorlijken wettigen grondslag zijn gevestigd, waarin geene acte de vennooten heeft samengebracht. De oorlogen putten de volkeren uit, aldus Wilson in dat gesprek, waarbij Barclay hem de vraag stelde of hij geloofde in het verstand der volkeren. In zekeren zin, meende Wilson, die het volk verstandig rekende in zijne daden, wijl het daarvoor betaalt, doch die anderzijds toegaf, dat demagogen het gemakkelijk op verkeerde wegen kunnen brengen. Daarbij legde hij nadruk op het gevaarlijke van een streven naar populariteit; Amerikaansche presidenten, die weten niet langer dan vier jaren aan het bewind te zullen blijven, kunnen zich van een dergelijk streven onthouden. Wilson heeft moeilijk kunnen beseffen, toen hij deze woorden uitte op het oogenblik dat de hernieuwing van Roosevelt's mandaat eene vraag van openbaren strijd ging worden, dat hijzelf eens tegen de Amerikaansche gebruiken in, zijn mandaat zou zien verlengd. Dat hij aan de zucht naar populariteit niet heeft toegegeven, een ieder, die zijn openbaar optreden eerlijk en onbevangen beoordeelt, zal het moeten erkennen. Zoowel toen hij streed voor zijn eerste werkelijk democratisch presidentschap als voor zijn tweede, dat men meer het internationale zou kunnen noemen! De qualiteiten, die Wilson toonde als president van de Princetown University, welke hij hervormde en op nieuwen grondslag vestigde, hebben hem op nog andere wijze gebonden aan den staat New-Yersey, waarin de Universiteit gelegen is. Het oog werd op hem gevestigd voor de candidatuur van gouverneur van dezen belangrijken Staat. En in 1910 werd hij gekozen op een programma, dat geheel overeenstemt met de denkbeelden, die hij in zijne vroegere staatsrechtelijkphilosophische werken uiteenzette. In New-Yersey heeft hij, daar slechts heerschende van de jaren 1910 tot 1913, de moraliteit van het publieke leven aanmerkelijk verhoogd; hij heeft eene wet weten door te voeren, die het aannemen van een ambt verbood, wanneer bleek dat men het gekocht had. Het gelukte hem tevens eene wet tegen het omkoopen en eene nieuwe kieswet te doen invoeren. Een geheel nieuwe 224 21 geest scheen zich van den Staat te hebben meester gemaakt; men volgde, naar het spottend oordeel van degenen die hem niet wel gezind waren, de wet op als ware men op eene Zondagsschool! In New-Yersey heeft hij de macht der „bosses" gekeerd; hij heeft er een anderen sfeer geschapen dan in de Amerikaansche staten in den loop der jaren is komen te heerschen. De vrijheid, waar Amerika op is gegrondvest; de vrijheid, die in het reusachtige beeld in de haven van New-York als symbool voor Amerika wordt vooruitgedragen, die vrijheid is, gelijk Wilson ons heeft geschetst, nergens minder te vinden dan in het „vrije en groote Amerika". Want in de plaats van de macht van het volk is getreden de macht van de trusts, de macht van de groote kiesorganisaties, die er belang en voordeel bij hebben om de politieke zeden te bederven. Wilson is niet de eerste, die daar tegen opgetreden is met eerlijkheid in het hart en met eerlijkheid, in de ziel, maar hij is wel de eerste, die althans geslaagd is een begin van uitvoering aan zijne voornemens te geven. Of hij in den staat New-Yersey op den duur zou zijn geslaagd; of niet te langen leste onoverkomelijke moeilijkheden zich op zijn pad zouden hebben opgeworpen, men mag het vragen, wanneer men naar andere voorbeelden ziet. De roep van strikte eerlijkheid en onpartijdigheid; de roep van kundig heerscher en organisator, die er van Wilson uitging sedert hij in NewYersey het gezag uitoefende, zij zijn oorzaak geweest, dat de democratische conventie van 1912 op hem het oog deed vallen als candidaat voor het presidentschap ; oorzaak geweest, dat hij, toen de republikeinsche partij zich door Roosevelt's toedoen in twee kampen scheidde, inderdaad in Maart 1913 als president van Amerika het Witte Huis betrad. En vanaf dat oogenblik behoort Wilson, meer dan eenig ander Amerikaansch president, aan de geschiedenis der internationale politiek, omdat reeds spoedig na zijn optreden zich het volkerendrama ging ontwikkelen, dat, aanvankelijk binnen Europeesche grenzen beperkt, spoedig de aandacht en ook de medewerking van geheel de wereld tot zich zou roepen! 225 22 Er zijn tijdens Wilson's eerste en tweede presidentschap eene reeks van buitenlandsche problemen behandeld, die de aandacht ook buiten Amerika hebben getrokken. De verhouding, waarin Amerika langzamerhand tot China was komen te staan, had ertoe geleid, dat ook aan Amerika deelneming zou worden vergund in de te sluiten groote Chineesche leening; president Wilson, die de eerste was om de Chineesche Republiek te erkennen, weigerde zijn steun te geven aan eene dergelijke financieel-politieke actie (18 Maart 1913). Het Congres had bij de regeling van het Panamakanaal vrijstelling van kanaalrechten geproclameerd voor de Amerikaansche kustvaarders; de Engelsche regeering achtte deze vrijstelling in strijd met de bestaande verdragen, waarvan het laatste, het Hay-Paunecfote verdrag van 1901 sterk in haar voordeel sprak; president Wilson ging tot het Congres met het verzoek om de vrijstelling op te heffen en verkreeg op 11/12 Juni 1914 zijn toestemming. Met Nicaragua werd in 1915 het tractaat gesloten, waardoor de technisch tweede mogelijke doorvaart van Atlantischen naar Stillen Oceaan eveneens in handen van de Amerikaansche Unie kwam (18 Februari 1916); het oorspronkelijk denkbeeld van een protectoraat over deze midden-Amerikaansche republiek is door president Wilson uit het tractaat verwijderd. De Antillen werden tijdens zijn tweede presidentschap van Denemarken gekocht, een duidelijk bewijs, dat ook hij de beteekenis van de vrije hand in de Caraïbische zee gevoelde. Reeds spoedig, nadat hij het Witte Huis in 1913 had betrokken, kwam de Japansche gezant hem een protest overhandigen inzake de vreemdelingenwetgeving in Californië (9 Mei 1913); een protest, dat Wilson aanleiding gaf om zoowel mondeling als schriftelijk bij gouverneur Johnson op niet-onderteekening der wet aan te dringen, maar dat door hem, toen toch de beperkende bepalingen omtrent grondbezit van vreemdelingen in Californië en later in andere Amerikaansche staten werden ingevoerd, naar de grondbeginselen van het volkenrecht werd weerlegd. Met geheel het Latijnsch-Amerika heeft Wilson de banden nauwer aangehaald; hij is voortgegaan op den 226 23 ingeslagen weg van Pan-Amerikaansche verbintenissen; hij ook heeft een tweede wetenschappelijk Amerikaansch congres bijeengeroepen (Januari 1916). Aan de Philippijnen is weliswaar niet de volstrekte onafhankelijkheid gegeven, maar reeds zijne eerste boodschap aan de bevolking dezer eilanden (6 October 1913) hield het bewijs in, dat hij met royale maat zou meten en met groote voldoening heeft hij (29 Augustus 1916) de Jones-bill geteekend, die op den weg der onafhankelijkheid voortschreed. Wilson's naam is niet minder dan die van president Taft verbonden aan de bevordering van het beginsel der vreedzame beslechting van geschillen. Wat men van de buitenlands che politiek der Amerikaansche Unie ook moge zeggen, niet uit het oog kan men verliezen, dat als een roode draad daardoor heen loopt, gelijk Alfred Fried ons in zijn werkje over de pacifistische oogmerken der Amerikaansche politiek heeft doen zien, de wensch om langs vreedzamen weg internationale geschillen te doen oplossen *)• Nog voordat de 19de eeuw aanbreekt, heeft Amerika reeds eene eerste arbitrale overeenkomst gesloten; het is in de Amerikaansche volksvertegenwoordiging, dat William Ladd en anderen pleiten voor internationale arbitrage; het is de Amerikaansche Unie, die in tal van gevallen, zelfs in een zoodanig belangrijk geval als dat van de Alabama, de scheidsrechterlijke beslechting inroept. Wie de instructies der Amerikaansche gedelegeerden ter eerste en tweede Vredesconferentie naleest gelijk ze door het Carnegie Endowment zijn gepubliceerds); wie kennis neemt van de beraadslagingen in 1899 en 1907, zal zien, dat Amerika verder wenschte te gaan dan eenig ander land; wie zich herinnert hoezeer Amerika met de voorbereiding der derde Vredesconferentie reeds was gevorderd, zal erkennen, dat Wil son er zorg voor zou hebben gedragen, dat ook de door hem aan te wijzen gedelegeerden geene ondergeschikte rol zouden spelen. Nauwelijks was Wilson's administratie in ) A. H. Fried: „Die Bestrebungen der Vereinigten Staaten für Ausbau trad Festigung einer zwischtnstaatlichen Ordnung (1774—1917)". *) Yearbook Carnegie Endowment 1917 and 1918. 227 24 functie gebeden of zijn staatssecretaris Biyan overhandigde op 24 April 1913 aan de vertegenwoordigers der groote Mogendheden het memorandum, betrekking hebbende op het peaceplan. Reeds onder Taft waren met de Europeesche Mogendheden permanente tractaten van arbitrage voorbereid, die verder gingen dan in dergelijke tractaten tusschen groote landen nog gebruikelijk was en die geen enkel geschil uitzonderden; tractaten echter, die door den Amerikaanschen Senaat, naijverig op zijne rechten in de buitenlandsche politiek, zoodanig werden geamendeerd, dat zij alle permanent karakter verloren. Bryan beperkte zich niet tot scheidsrechterlijke tractaten, die altijd deze moeilijkheid met zich brengen, dat zij eene reeks van geschillen, die niet van juridischen aard zijn, voor beslissing onvatbaar laten; Bryan werkte de gedachte uit, dat het er in politieke en economische geschillen vooral op aankomt rijd te winnen teneinde de gemoederen te doen kalmeeren. Zijn peaceplan legt aan de Staten, die zich daartoe verbinden, wederzijds de verplichting op om elk geschil, dat niet langs diplomatieken weg kan worden beslecht, te onderwerpen aan het oordeel van eene tevoren reeds benoemde onpartijdige commissie en brengt de verbintenis mede, dat aan deze commissie ten hoogste een jaar tijd voor het uitbrengen van haar rapport wordt gelaten. Gedurende dat jaar zullen de oorlogvoerenden niet naar de wapenen grijpen! Het peaceplan vond instemming aan beide zijden van den Oceaan; San Salvador ging het eerste desbetreffende tractaat met de Amerikaansche Unie aan, nog op 15 Augustus 1914 volgde de onderteekening van een aantal Europeesche Mogendheden, waaronder Engeland, Frankrijk, Italië, de Scandinavische landen. Toen waren met Duitschland en Oostenrijk-Hongarije zoodanige tractaten in voorbereiding; wat moet het den Duitschen staatslieden later niet hebben verdriet, dat zij van het middel der arbitrage geen gebruik hebben gemaakt! Het voornaamste onderwerp van Wilson's buitenlandsche politiek scheen aanvankelijk in Mexico gelegen. Men behoeft slechts een enkelen blik op de landkaart te werpen om te 228 25 begrijpen boe groot belang de Amerikaansche Unie heeft bij een ordelijken toestand in Mexico; sedert de weliswaar verfoeide, maar tot krachtig regeeren in staat gebleken Porfirio Diaz *) was verbannen, leed Mexico aan eene hopelooze opeenvolging van presidenten. Madero, die Diaz had weggejaagd, werd vermoord toen men hem naar de gevangenis zou overbrengen; zijn generaal Huerta, die zich vervolgens tot president proclameerde, werd niet onschuldig aan dezen moord gerekend. Ook niet door Wilson, die dit duidelijk deed uitkomen ; die niet inging op het voorstel van den Amerikaanschen gezant te Mexico, dat men Huerta, den sterken man onder de Mexicaansche pretendenten, zou erkennen. De gezant werd te Washington ontboden voor eene conferentie, waarop zijne ontheffing volgde; de president zond zijn vertrouwden vriend Lind, vroeger gouverneur van Minnesota, als persoonlijk vertegenwoordiger, [die Huerta het voorstel had over te brengen van onmiddellijke vrije verkiezingen, waarbij Huerta zelf geen candidaat zoude zijn (4 Augustus 1913). Toen Huerta de inwilliging van deze eischen weigerde, deed president Wilson mededeeling over den stand der Mexicaansche aangelegenheden aan het Congres; vroeg en verkreeg de noodige machtiging tot ingrijpen. Het bekende incident te Veracruz, waarbij door Huerta niet in voldoende mate verontschuldiging zou zijn aangeboden wegens beleediging der Amerikaansche marine, gaf aanleiding tot eene vlootdemonstratie. Het douanekantoor te Veracruz en een gedeelte dier stad werden bezet; de Amerikaansche blue jackets leden verliezen onder het vuur der opstandelingen, die vanuit de vensters op hen vuurden. Naar het algemeene en zoo het heet beproefde recept der Europeesche politiek ware thans Wilson straffend opgetreden in Mexico en hadde hij een stuk gebied aan Mexico ontnomen; tot groote verbazing kon Europa kort daarna vernemen, dat de dusgenaamde A. B. C. Staten van Zuid-Amerika (Argentinië, Brazilië en Chili) bemiddeling hadden aangeboden in het conflict en dat deze bemiddeling door president Wilson was aanvaard (25 D Porfirio Diaz. Schets van zijn leven, opgenomen in deel 1910/'11 van „Mannen en Vrouwen van Beteekenis" van de hand van schrijver dezes. 229 26 April 1914). Uit die bemiddeling sproot voort de bekende conferentie te Niagara-falls, die 13 Juni 1914 bijeenkwam en na zes weken scheidde zonder dat eenig resultaat was bereikt. De in Mexico gevoerde politiek behoort niet tot die onderdeden van Wilson's optreden, die in Amerika algemeene instemming hebben gewekt, althans niet in het begin. Naar het uiterlijk scheen zij zwak, weifelachtig, dikwerf inconsequent, en zulks voornamelijk, omdat zij stond op den grondslag van een beginsel, dat men in Europa niet begreep en in Amerika, hetwelk zoo gaarne van Europa wilde leeren, niet waardeerde. Wilson wenschte de zelfstandigheid, de integriteit van Mexico te ontzien; het Mexicaansche volk niet aansprakelijk te stellen voor de daden van de achtereenvolgende presidenten. Daartegenover stond, dat hij de Amerikaansche belangen moest beschermen; moest verhinderen, dat Europeesche Mogendheden op Amerikaansch grondgebied zouden ingrijpen gelijk Engeland in 1913 dreigde te doen ten bate zijner petroleum- en andere economische belangen. Wilson heeft afgewacht; de Europeesche oorlog leidde de aandacht van Mexico af. Eene conferentie van zes Staten van Zuid- en Midden-Amerika werd samengeroepen (2 Augustus 1915); in deze conferentie, welke een nieuw bewijs vormt voor de oprechte samenwerking, die door president Wilson ten aanzien van Zuid-Amerika werd beoogd, waren de Mexicaansche pretendenten uitgenoodigd om te verschijnen; niettegenstaande Carranza weigerde aan deze uitnoodiging te voldoen, werd hij door de conferentie, na ernstig onderzoek van den stand van zaken, als hoofd der de f ac to regeering van Mexico beschouwd. Wilson heeft zich strikt aan de uitspraak der conferentie gehouden, begeerig als hij er naar was om het wantrouwende Zuid-Amerika te toonen, dat de Unie geene expansiepolitiek drijft; zijne betrekkingen met Carranza hebben echter door tal van daden moeilijkheden ondervonden, die wel het grootst waren toen Carranza's generaal Villa een inval waagde op het gebied van Nieuw-Mexico en generaal Pershing op Mexicaansch grondgebied de roovers vervolgde. Maar Amerika, dat zoo gemakkelijk — Duitschland heeft het ondervonden hoe gemakkelijk — een leger kan op 230 29 aan munitie te helpen aanvullen. Plots rezen de aandeden van staal en ijzer; de Bethleham Steel Trust heeft zoodanige oorlogsleveranties voor de Entente bezorgd, dat nog in den loop van 1915 een Duitsch aanbod haar bereikte om voor 250 millioen dollar de fabrieken te sluiten, een aanbod intusschen, dat niet werd aanvaard. De staatssecretaris Bryan mocht aanvankelijk als de meening der regeering hebben verkondigd (1 5 Augustus 1914), dat leeningen aan een der beide oorlogvoerende partijen met de neutraliteit in strijd zouden zijn, financieele regelingen, die al spoedig op belangrijke leeningen uitliepen, konden niet worden verhinderd. De vraag van de oorlogsleveringen heeft de Amerikaansche en de Duitsche pers in hooge mate beroerd; van Amerikaansche zijde stelde men het precedent van Krupp's leveringen in den Boerenoorlog; van Duitsche zijde werd aangevoerd, dat de blokkade het precedent als ondeugdelijk deed verwerpen! In Amerika zelf volgden de hardhandige pogingen der Duitsche agenten elkander op; voor niets deinsden deze terug zonder dat zij blijkbaar begrepen hoe zij den geest van het Amerikaansche volk verbitterden ! ) De Duitschgezinde partij in Amerika, met senator Stone aan het hoofd, protesteerde tegen het toelaten der oorlogsleveranties; staatssecretaris Bryan beantwoordde deze protesten (1 5 Januari 1915) met een beroep op het volkenrecht en wees er op, dat de Amerikaansche markt open was voor een ieder, die daar koopen wilde, maar dat de Amerikaansche regeering zich niet kon verplichten om koopers tot koopen in de gelegenheid te stellen. De neutraliteit werd strikt nageleefd; de balans van het belang gaf geene bepaalde aanwijzing. Von Bernstorff trachtte eene combinatie te vormen, welke de geïnterneerde Duitsche schepen als Amerikaansche handelsschepen kon aankoopen en vrijelijk op Duitschland doen varen; de „Dacia" is het thans weer bijna vergeten voorbeeld geworden. Met spanning wachtte men in Amerika af wat Engeland, het booze oog der blokkade, zou doen; Jusserand, die niet minder waakzaam was dan Von Bernstorff, leidde de aangelegenheid en gaf ) William K. Skaggs: „German conspiracies in America" — 1915. 233 31 kennen en stelde zich op het standpunt, dat de „Lusitania" bewapend zou zijn geweest. Eerst in de laatste en derde nota van de Duitsche regeering (September 1915) is deze bewering teruggenomen; is de onwettigheid der torpedeering erkend, is schadeloosstelling beloofd en is voor de toekomst toegezegd van gelijke praktijken te zullen afzien. Dat verhinderde intusschen niet, dat spoedig daarop dc incidenten met de „Arabic", met de „Persia" en met een reeks van andere schepen den diplomatieken strijd opnieuw openden, het door Wilson behaalde diplomatieke succes als hoogst twijfelachtig deden voorkomen. De torpedeering van de „Sussux", varende tusschen Engeland en Frankrijk, van welke torpedeering aanvankelijk door Duitschland de schuld werd ontkend, gaf aanleiding tot een eisch, scherper dan die, gesteld bij het „Lusitania"-incident. Amerika wenschte kort en goed van Duitschland de toezegging, dat geene koopvaarders zonder waarschuwing zouden worden in den grond geboord (18 April 1916); dat dus Amerikaansche passagiers," zonder voor hun leven te vreezen, zouden kunnen reizen op schepen, die zij voor hun reizen geschikt oordeelden. Aanvankelijk bond Duitschland de gedane toezegging aan de beperking, dat Amerika dan ook te Londen zou tusschenbeide komen teneinde op verzachting der blokkade aan te dringen; president Wilson wees deze bsperking af, en Duitschland moest toegeven. Intusschen had Von Bernstorff zijne beste diplomatie ten toon gespreid teneinde bij elk incident opnieuw argumenten ter verdediging van Duitschland aan te voeren; gelukkiger dan zijn Oostenrijksche ambtgenoot Dumba, die door de in beslag genomen papieren van een Amerikaansch oorlogscorrespondent hopeloos werd gecompromitteerd, en teruggeroepen (8 September 1915) bleef hij op zijn post niettegenstaande alle aanvallen. Aan Von Bemstorff's arbeid is het ongetwijfeld te danken, dat Wilson zich in de aangelegenheid der bewapende koopvaardijschepen leende tot een bemiddelenden stap bij de geallieerde Rijken, waarbij Duitschland concessies wilde doen, indien van Ententezijde de blokkade zou worden ver235 32 licht; een stap, die terecht in het belangrijke werk, dat Robinson en West, beiden verbonden aan de Leeland Stanford Junior. University, aan Wilson's politiek hebben gewijd *), wordt afgekeurd als strijdende met de overigens consequente houding, door Wilson aangenomen. Het voorstel had weinig succes, want de door Wilson onderteekende nota werd met een kort antwoord aan Lansing's adres afgedaan. De houding, in het „Lusitania"-incident, in geheel het verdere verloop van den duikbootoorlog aangenomen, is op Wilson's persoonlijk credit te schrijven; Bryan legde zijn ambt neder toen de tweede „Lusitania"-nota werd voorbereid; hij wilde den meest vredelievenden weg bewandelen eri, tegenover Duitschland's waarschuwingen, aan Amerikaansche passagiers het reizen op bewapende koopvaarders verbieden. Wilson daarentegen eischte voor de Amerikaansche burgers de bescherming der neutraliteit op; eischte, dat de groote Mogendheden de neutrale rechten zouden ontzien. Ook hier heeft men Wilson's houding slecht begrepen; men heeft gemeend, dat hij zich uitsluitend om de Amerikaansche handelsbelangen bekommerde en, teneinde deze niet te verstoren, niet wilde vechten. Alsof niet deze Amerikaansche handelsbelangen vanaf 1915 met de Entente cumuleerden en alsof niet een oorlog aan de zijde der Entente daaraan dus ten goede ware gekomen! Maar Wilsón is pacifist, ook in zijne buitenlandsche politiek; hij heeft van den aanvang af de meening voorgestaan, dat eerst dan naar de wapenen mag worden gegrepen, wanneer gebleken is, dat alle andere middelen hebben gefaald. Toen Duitschland eenzijdig, ruw gelijk het meende in het vooruitzicht der overwinning te kunnen doen, de belofte der „Sussex* -nota verbrak; toen het na Februari 1917 den onbeperkten, meedoogenloozen duikbootoorlog aankondigde, was Wilson bereid om voor zijne rechten te strijden! Op 7 Mei 1915 werd de „Lusitania" getorpedeerd; het toeval wilde dat slechts een paar dagen daarna, op 10 Mei, de president te Philadelphia nieuw genaturaliseerde Amerikanen ') Edgar E. Robinson and Victor J. West: „The foreign policy of Woodrow Wilson (1913-1917)". 236 33 had toe te spreken. Het is in deze redevoering, dat hij van Amerika heeft gewaagd als „too proud to fight"; te trotsch om te vechten. Het is mede bij deze gelegenheid, dat hij heeft gezegd, dat er gevallen zijn, waarin eene natie van haar goed recht tezeer overtuigd is dan dat zij het noodig acht anderen gelijke overtuiging te schenken! Het „too proud to fight" heeft geheel dat jaar de buitenlandsche politiek van Wilson beheerscht, en eerst ruim een jaar later, toen hij in datzelfde Philadelphia de „League to Enforce Peace" toesprak (27 Mei 1916), kwam er verandering in zijn optreden. Het is dan, dat hij weliswaar de Monroeleer niet overboord werpt, maar den Europeeschen oorlog beschouwt in het licht van het Amerikaansche belang ; argumenteert ten bate van de aanstaande actieve medewerking der Vereenigde Staten in de wereldaangelegenheden. Of wij willen of niet, aldus Wilson, wij zijn deelnemers in het leven der wereld; de belangen van alle natiën zijn ook de onze. , Wat der menschheid overkomt, is evenzeer onze zaak als de zaak van Europa of Azië. En daaruit concludeerde hij, dat Amerika's belang medebracht, dat er is overeenstemming tusschen de landen met gelijk doel; overeenstemming, die den vrede onder de Staten betere garanties geeft dan door staatkundige overeenkomsten mogelijk is. Van dat oogenblik af laat hij het denkbeeld van Amerika's deelneming aan de buitenlandsche politiek niet los; integendeel, elke gelegenheid grijpt hij aan om op den voorgrond te stellen, dat Amerika is gegrondvest op een ideaal van vrijheid en onafhankelijkheid en tot internationale taak heeft om dit ideaal ook internationaal door te voeren. Merkwaardig is het, dat in de campagne voor het tweede presidentschap telkenmale in Wilson's redevoeringen tot uiting komt, dat hij op het gebied der binnen landsche politiek wijst op hetgeen' door hem bereikt is, terwijl hij daartegenover op buitenlandsch gebied slechts de hoofdlijnen van zijn beleid stelt. Een andere toon komt zich spoedig bij den eersten voegen; bij dringt aan op „preparedness"; hij wil gereed en voorbereid zijn. Men gevoelt thans in Wilson's woorden tot uiting 237 34 komen de gedachte, dat de vrede der wereld s echts door strijd zal zijn te verzekeren en dat Amerika s plicht medebrengt om dien strijd niet te schuwen. De derde, beslissende periode in zijne overwegingen ten aanzien van den Europeeschen oorlog treedt in. In het bijzonder in een door hem ondernomen rondreis van een tiental dagen laat hij niet na „preparedness te prediken; hij doet het zoowel in New-York als in Cleveland, zoowel in Kansas City als in het Duitsch-gezinde San Louis en Milwaukee, zoowel in Chicago als in Topaco. Hij wijst op de gevaren, die letterlijk eiken dag dreigen; hij wijst op den plicht der Vereenigde Staten; op de idealen, die den Amerikaanschen Staat hebben gedragen. Hij wil gereed zijn. Tegelijkertijd wordt aanval op aanval op hem gericht juist door zijne tegenstanders bij het presidentschap; zijn tegencandidaat Hughes heeft in zijne groote redevoering in Madison niet nagelaten op de zwakheid der Mexicaansche politiek te wijzen. Heeft het Amerikaansche volk beter dan zijne tegenstanders het vermochten; beter dan Roosevelt met al zijn scnrijhend sarcasme en zijne oplaaiende hartstochtelijkheid het kon, president Wilson s buitenlandsche politiek begrepen en daarin erkend het element van wijsheid en beleid; heeft het daarom eene meerderheid — die aanvankelijk voor Hughes scheen te bestaan - aan hem gegeven ? De overwegingen der kiezers zijn ondoorgrondelijk: de stembus sprak ten gunste van Wilson; hij ging eene tweede periode van Amerika's presidentschap in en, opnieuw gesteund door het vertrouwen van het Amerikaansche volk, kon hn thans doortasten. Zijne uitnoodiging tot de oorlogvoerende Mogendheden om hare oorlogsdoeleinden bloot te leggen (18 December 1916) was een eerste stap in die richting; zijne verdere actie tegenover Duitschland volgde daaruit vanzelf. Wie aandachtig Wilson's politiek gadesloeg, kon niet twijfelen of tenzij Duitschland zich andere oorlogsdoeleinden stelde en andere oorlogsgewoonten volgde — Wilson zou ten strijde trekken aan de zijde der Geallieerden. Zooals Pisani zegt en zooals in het werkje van prof. Viallate over de Vereenigde Staten en het Europeesche conflict met de cijfers inde hand 238 35 wordt betoogd, belang en ideaal gingen thans tezamen! J) In het uitvoerige werk, dat door de professoren Robinson en West aan de buitenlandsche politiek van Wilson wordt gewijd; een werk dat van tal van belangwekkende bijlagen is voorzien, worden de grondslagen zijner politiek critisch bezien. Hij is democraat en hij biedt de zeldzame verschijning van een staatsman, die consequent zoowel naar binnen als naar buiten zijne handelingen voortzet. Als democraat wenscht hij, dat de buitenlandsche politiek door de openbare meening wordt ondersteund; blijkt dit niet te geschieden, dan moet de openbare meening worden opgevoed of het beleid worden gewijzigd. Zijn democratisch gevoel heeft hem gebracht tot de zelfstandigheid der Philippijnen; heeft hem de gevoelens van het Mexicaansche volk doen ontzien; heeft hem tenslotte dat onderscheid tusschen het Duitsche volk en de Duitsche regeering doen maken, hetwelk in oorlogstijd als niet meer dan eene oorlogsphrase werd beschouwd. Zijn democratisch gevoel leidde hem tot het volgen van recht en billijkheid; eenmaal tot de overtuiging gekomen, dat Engeland's pretenties ten aanzien van het Panamakanaal-tractaat juist waren, aarzelde hij niet de inwilliging daarvan te verkrijgen. Zijn democratisch gevoel bracht hem vanzelf tot arbitrage en commissiën van onderzoek; tot de overtuiging, dat eerst dan tot strijd met de wapenen mag worden overgegaan, wanneer alle andere middelen zijn uitgeput. Hij heeft de vruchten van zijne consequenties geplukt. Stel, dat hij in Mexico ware opgetreden naar het gewone beginsel der internationale staatkunde; dat hij de zelfstandigheid van het staatsbestuur niet zou hebben ontzien, zich grondgebied zou hebben toegeëigend — had hij dan in zijn antwoord op de Pauselijke nota van 1 Augustus 1917 het zelfbescbrkkingsrecht kunnen verdedigen; had hij dan de Duitsche methoden kunnen veroordeelen? Juist omdat de moraliteit van Wilson's buitenlandsche politiek, niet alleen in den Europeeschen oorlog, maar ook verder onaantastbaar is, staat hij van den aanvang af ') Achille Villiate: „Les Etats-Unis d'Amérique et le conflit europeen" — 1917. 239 36 sterk in zijne pogingen voor den Volkerenbond. Ongetwijfeld, noch in het Mexicaansche probleem noch in het Europeesche oorlogsvraagstuk heeft die gematigde en eerlijke buitenlandsche politiek onmiddellijk de resultaten afgeworpen, die haar tot een succes zouden hebben gestempeld. Waren de omstandigheden in Mexico hem gunstig geweest en hadden deze geleid tot eene inwilliging van zijne verlangens, hoe zou men hem niet hebben geprezen; had hij Duitschland kunnen overtuigen van het onjuiste van het ingenomen standpunt, hoe groot zou hij niét zijn geheeten door allen. De internationale politiek van Wilson is opgebouwd uit elementen, die voor het internationale leven zoo geheel nieuw zijn, dat zij inderdaad door de openbare meening niet onmiddellijk konden worden gezien en begrepen; slechts voor diegenen, die haar ontwikkelingsgang hebben gadegeslagen, is het duidelijk, dat geen stap daarin werd gedaan zonder dat reeds een volgende stap was overwogen. Wilson heeft het belang der Vereenigde Staten niet gezien als' een eenzijdig nationaal belang, maar als een vraagstuk van algemeenen aard, waarin de Vereenigde Staten ook eene algemeene rol te spelen hebben! En juist omdat zijn opzet grootsch, zijne daden zuiver zijn geweest, al zijn zij niet als zoodanig dadelijk erkend, juist daarom is aan Wilson de taak van leider in de wereldmoeilijkheden ten volle toevertrouwd! * * * Is er verandering te bespeuren in Wilson's beleid sedert hij de president eener oorlogvoerende natie is? M. a. w. is de Wilson van het oorlogvoerend Amerika een andere dan die van het neutrale Amerika ? Wanneer men de redevoeringen leest, die zelfs bezadigde staatslieden in de landen der beide oorlogvoerende partijen hebben gehouden, komt men tot de overtuiging, dat de oorlogsgeest er niet altijd een is, die opwekt tot hoogere gedachten ! Er zijn onder de redevoeringen van zelfs de beste leiders der oorlogvoerende landen, die een verstandig, nuchter beredeneerd mensch al even ongaarne voor zijn rekening zou willen nemen als de idealist, die gelooft 240 37 en vertrouwt tot in het karakter van den tegenstander zelf, het zou doen I Het is eigenaardig, dat in den toon van Wilson bijna geen verandering is gekomen sedert hij als president eener oorlogvoerende natie sprak. Geheel het jaar 1916 door heeft hij gewezen op de beteekenis van den in Europa gevoerden strijd; als hij op 8 Mei 1916 zich wendt tot de anti-militaristische Liga, zegt hij: Laat ons eens aannemen, dat er een volkerenfamilie. is, die zegt: De wereld wenscht niet langer deze oorlogen, tenzij tenminste vooraf door maatregelen de overtuiging is verkregen, dat er een rechtsgrond voor bestaat. Indien gij zegt: Wij willen geen oorlog, dan moet gij ook de kracht hebben om dien wil te doen gevoelen. En als Amerika aan dit plan der volkerenfamilie deelneemt, heeft de Overige wereld het recht Tan Amerika te verwachten, dat het zijn aandeel van kracht zal bijdragen tot de algemeene overeenkomst. Is dat een militaristisch ideaal? En als hij de League to Enforce Peace, dat belangrijke en belangwekkende vredeslichaam, door oud-president Taft gegrondvest, toespreekt op 27 Mei 1916, verklaart hij: „Wij geiooven in de volgende grondbeginselen. „Ten eerste, dat elk volk het recht heeft de heerschers te kiezen waaronder het zal leren. Evenals andere volkeren, hebben wij ongetwijfeld nu en dan tegen dit beginsel gezondigd, wanneer wij voor een korten tijd onder den invloed van zelfzuchtige hartstocht stonden, gelijk onze meer openhartige geschiedschrijvers edel genoeg waren te erkennen; doch het is meer en meer het beginsel van ons leven en doen geworden. „Ten tweede, dat de kleine staten der wereld het recht hebben denzelfden eerbied voor hun souvereiniteit en voor de onschendbaarheid van hun gebied te genieten als de groote en machtige volkeren verwachten en opeischen. „En, ten derde, dat de wereld het recht heeft beveiligd te zijn voor elk verstoren van haar vrede, dat voortkomt uit aanval en de rechten van volkeren en naties. „En wij geiooven zoo oprechtelijk in deze dingen, dat ik overtuigd ben de geestesgesteldheid en den wensch van het volk van Amerika uit te spreken, als ik zeg, dat de Vereenigde Staten bereid zijn deelgenooten te worden in eenigerlei mogelijke vereeniging van volkeren, die geschapen wordt om deze doel einden te verwezenlijken en ze voor aanranding te bewaren. „Er bestaat niets wat de Vereenigde Staten voor zichzelf begeeren, dat een ander volk bezit. Wij zijn integendeel bereid met hen ons te bepalen tot een voorgeschreven gedragslijn van verplichting en van eerbied voor de rechten van anderen, die een mogelijk zelfzuchtige hartstocht onzerzijds evenzeer in toon zal houden als eenige agressieve opwelling van hun kant. „Indien ons ooit het voorrecht zou te beurt vallen om eene vredesbeweging tusschen de nu oorlog voerende volkeren voor te stellen of in te wijden, ben ik er verzekerd van dat het volk van de Vereenigde Staten zou begeeren dat zijne Regeering de volgende regelen in acht zal nemen. „Ten eerste, zulk eene schikking inzake hunne eigene onmiddellijke belangen als de oorlogvoerenden zullen overeenkomen. Wij hebben geen enkel stoffelijk belang voor .ons zelf te bepleiten, en wij zijn ons wel bewust, dat wij in geen 241 38 enkel opzicht of tol eenige hoogte deelhebbers zijn in den huidigen strijd. Ons belang ligt alleen in vrede en zijn toekomstige waarborgen. f-- .% „Ten tweede, een wereldverbond van de volkeren om de onschendbare veiligheid van de groote wegen ter zee te handhaven voor het gemeenschappelijk en ongestoord gebruik door al de volkeren der wereld, en om te voorkomen dat eenige oorlog begonnen worde, hetzij in strijd met verdragen, hetzij zonder waarschuwen en algeheel onderwerpen der oorzaken aan de meening van de wereld, een afdoende waarborg voor onschendbaarheid van grondgebieden en staatkundige onafhankelijkheid. Hij houdt niet op deze idealen tè ondersteunen daar, waar hij het kan. Op 30 Mei 1916, wanneer hij eene rede houdt ter eere van de in den burgeroorlog gevallen strijders; later, in October, wanneer hij zich uit aan een feestmaaltijd, bij gelegenheden van den meest verschillenden aard, telkenmale is het om te betoogen, dat bij de maatregelen, die moeten worden genomen om den wereldvrede volkomen te, verzekeren, het volk en de regeering der Vereenigde Staten een even direct levensbelang hebben als de oorlogvoerende landen. Zijn nota van 18 December 1916, waarin hij tot de beide oorlogvoerende groepen in Europa het voorstel richtte, dat zij hem onpartijdig mededeeling zullen doen van haar oorlogsdoeleinden, zulks als een eerste inleiding tot den aanstaanden vrede, gaf een lange uiteenzetting van de gevoelens, die hem tot dezen stap hadden geleid; plaatste openhartig en zonder omwegen het daarbij betrokken Amerikaansch belang naast dat der Geallieerde en Centrale machten. Maar toen door dezen stap de zoo noodzakelijk geachte overeenstemming niet werd verkregen, volgde op 22 Januari 1917 de bekende rede in den Amerikaanschen Senaat, waarin de vrede der toekomst werd besproken. Amerika kan alleen dan in overeenstemming met andere natiën handelen, wanneer de vrede aan de toekomst waarborgen zal verschaffen. De voorwaarden van de nieuwe overeenstemming moeten niet een evenwicht vestigen, dat voortdurend door verplaatsing van krachten kan worden verbroken, maar de verwezenlijking inhouden voor allen, grooten en kleinen, van een toestand van rechtvaardigheid en vrijheid. De zeeën moeten vrij zijn voor allen; de bewapeningen moeten worden verminderd; de democratische beginselen van den regeeringsgrondslag der volkeren moeten overal in het buitenlandsch beleid tot uiting komen. 242 39 Het is in deze rede, zonder het woord te noemen, dat Wilson concreet ontwerpt zijn denkbeeld voor den volkerenbond; dat hij, niet minder concreet dan een minimumprogram als dat van de Centrale Organisatie voor een Duurzamen Vrede de voorwaarden opsomt, die een georganiseerd volkerenleven behoeft. Het was in deze rede, dat hij nadrukkelijk uiteenzette : Overeenkomsten alleen zijn niet voldoende om den vrede duurzaam te maken. Her is volstrekt noodig, dat er een macht worde geschapen als handhaafster van de duurzaamheid van overeenkomsten, een macht zooveel grooter dan de kracht van eenig nu oorlogvoerend volk of van eenig bondgenootschap dat tot dusver gevormd of ontworpen is, dat geen volk, en geen mogelijk verbond van volkeren, zou kunnen ondernemen haar te weerstaan. Indien de vrede, die aanstonds zal worden gesloten, duurzaam zal zijn, moet hij gewaarborgd zijn door de georganiseerde macht van de meerderheid van de menschheid. „Ik stel voor dat alle volkeren voortaan verstrikkende bondgenootschappen zullen vermijden, die hen tot wedijver in macht zouden meesleepen, hen in een net van kuiperij en zelfzuchtige mededinging zouden vangen en hun eigen aangelegenheden in de war zouden brengen door invloeden van buiten af. in samenwerking van macht schuilt geen verstrikkend bondgenootschap. Als allen zich vereenigen om te handelen in denzelfden geest en met hetzelfde doel, handelen allen in gemeenschappelijk belang en zijn zij vrij om hun eigen leven onder eene gemeenschappelijke bescherming te leven". De presidenten van Amerika, gelijk de staatslieden van Engeland, hebben telkenmale ongezocht gelegenheid om hun daden door het woord voor te bereiden; redevoeringen in het openbaar en bij de meest uiteenloopende gelegenheden, strekkende ter toelichting van de meest belangrijke onderwerpen, zijn in de Engelsche en Amerikaansche landen even gebruikelijk, als zij bij ons te lande verbazing zouden wekken. De lange reeks van redevoeringen, waarin Woodrow Wilson zich heeft uitgesproken van het oogenblik af, dat Amerika in den oorlog ging, geeft tal van merkwaardige uitspraken. Zoo op 14 Juni 1917 te Washington op de Monument Grounds, waarbij hij zonder in de gebruikelijke epitheta tegen zijn tegenstanders te vervallen, een overzicht gaf van wat hij de Duitsche ambities achtte; van het gevaar, waarmede zij Europa zoowel als Azië bedreigen; van het belang, dat de democratie over geheel de wereld erbij heeft om aan deze ambities een einde te maken. Als hij op 28 Augustus 1917 antwoord geeft op de pauselijke nota van 1 Augustus van 243 40 dat jaar, is hij de woordvoerder van de Entente reeds geworden; Amerika met zijn onuitputtelijke economische en industriëele hulpbronnen heeft zich aan het hoofd der Geallieerden gesteld. In die nota evenals in zijn redevoering voor het Congres van 4 Decemher 1917, geeft hij nog eens een overzicht van de oorlogsdoeleinden der Vereenigde Staten; van de redenen, die tot de oorlogsverklaring hebben geleid. Geen annexaties, geen oorlogsschattingen wenscht Amerika; wel herstel van het benadeeld verleden. Geen interventie in het inwendige der landen; wel de zekerheid, dat uit het inwendige geen gevaar voor de uitwendige rust, waarbij allen in gelijke mate zijn betrokken, kan voortkomen. Maar eerst op 8 Januari 1918, wanneer de vredesonderhandelingen te Brest-Litowsk opnieuw tot spreken dringen, eerst dan ontvouwt president Wilson zijn sedert dien beroemd geworden programma, ontwikkelt hij en licht hij toe de veertien punten, die zoo korten tijd daarna tot grondslag van den komenden vrede zouden worden aanvaard. Die veertien punten, zij zijn gedeeltelijk van politieken, gedeeltelijk van algemeenen aard; zij vormen te zamen een programma, het eenig mogelijke, dat Wilson zich dacht en dat bevat: 1. Openbaarheid der vredesovereenkomsten, na het aangaan waarvan er geen bijzondere en geheime afspraken van welken aard ook tusschen de natiën zullen zijn, maar door de diplomatie openhartig en ten aanhoore van allen zal worden gèhandeld. 2. Absolute vrijheid der zeeën buiten de territoriale wateren, zoowel in oorlogs- als in vredestijd, met uitzondering van het geval, dat de zeeën geheel of gedeeltelijk moeten worden afgesloten voor een internationale actie, die op de toepassing van internationale overeenkomsten betrekking heeft. 3. Opheffing, zooveel als mogelijk is, van alle economische barrières en aanvaarding van gelijke handelsvoorwaarden voor alle natiën, die zich tot den vrede en zijn handhaving verbinden. 4. Het stellen van voldoende waarborgen, opdat de bewapeningen van elk land kunnen worden verminderd tot het minimnm, dat overeenkomstig de inwendige zekerheid noodig is. 5. Geheel vrije overeenstemming op breeden en absoluut onpartijdigen grondslag ten aanzien van alle koloniale aanspraken, gericht op de strikte nakoming van het beginsel, dat bij de regeling van souvereiniteitsvragen, de belangen der betrokken bevolking gelijk zullen wegen als de billijke aanspraken van eene regeering. 6. Ontruiming van geheel het Russisch gebied en regeling van alle Russische vraagstukken op een wijze, die de beste en de meest vrije medewerking van alle landen waarborgt, opdat aan Rusland in volledige onafhankelijkheid gelegenheid zal worden gegeven eigen politieke ontwikkeling en nationale organisatie 244 46 voor de naleving van het internationaal recht, aanmerkelijk verder gaat dan men het voor de eerstkomende tijden mogelijk achtte. Historische projecten als van een Henri IV van Frankrijk, van een William Penn, van een Abbé de St. Pierre, van een Alberoni en zoo tal van anderen, die zich in den loop der eeuwen aan het vraagstuk der internationale organisatie hebben gewijd, gingen verder, maakten een werkelijken internationalen Staat met internationale grondwet. Zoo ver gaat het ontwerp van Wilson en de zijnen niet; het zou in dat geval ook weinig kans van slagen hebben en door de volkeren niet in elk opzicht met vertrouwen zijn begroet. Reeds thans mag worden geconstateerd, dat de vreeze, die heerschte voor een Volkerenbond, welke slechts een politieke alliantie zoude zijn; voor een Volkerenbond, welke noch algemeene gedachten, noch algemeene deelneming mogelijk maakte, in het ontwerp der commissie niet wordt verwezenlijkt. Een tijdgenoot kan over datgene, wat onder zijn oogen geschiedt, niet oordeelen; wij kunnen, althans op dit oogenblik, moeilijk of niet vaststellen in hoeverre met dit ontwerp de vrede der wereld wordt gediend; wel echter mogen wij, ziende ook naar het weinige, dat de beide Vredesconferenties konden tot stand brengen, spreken van vooruitgang der internationale gedachte; van een eerste schrede op den weg tot verwezenlijking van een gewaarborgde internationale samenleving. Woodrow Wilson, die nog voor enkele jaren niet meer was dan een der vele Amerikaansche presidenten, hij is thans voor geheel de wereld de leider der aanstaande internationale gemeenschap. Meer en meer begint men uit de schijnbaar kronkelende lijn van zijn onzijdigheids- en oorlogspolitiek het streven naar het ideaal te bespeuren; het ideaal, dat, kon het zijn, zou worden gediend met overtuiging, moest het zijn met kracht. Men ziet meer en meer in Wilson de consequente persoonlijkheid, die zich van de oorzaken van den oorlog en van de behoeften der wereld een duidelijk begrip heeft gevormd ; die niet zich vermoeit met projecten voor de uitwerking zijner internationale denkbeelden, maar die slechts den onver- 250 47 anderlijken grondslag aangeeft, waarop Amerika de werkelijke Jrrijheid der volkeren wilde helpen bouwen. Er behoort in Amerika niet gezegd te worden, dat een president breekt met een der heilige tradities van de Amerikaansche buitenlandsche politiek, maar ontkend kan niet worden, dat Wilson breken wil en gebroken heeft met de Monroe-leer. Deze, misschien onwillekeurig maar niettemin egoïstisch in haar opvatting, schreef Amerika onthouding voor in Europeesche aangelegenheden gelijk zij geen Europeesche inmenging in Amerikaansche zaken wenscht; hoe zou Wilson, zich gedragende naar de beginselen der Monroeleer, een directe belangstelling kunnen toonen voor de oplossing der tallooze nationaliteitskwestiën van Europa? Met zijn rede te Philadelphia van 25 Mei 1916 schudde Wilson, zonder het begrijpelijkerwijze op den voorgrond te stellen, de Monroeleer van zich af; of wij willen of niet, aldus toen zijn redevoering, wij worden bij den gang der wereldzaken betrokken ! Wenschte Amerika zich niet met de wereldpolitiek in te laten, de wereldpolitiek deed het met haar! In de rij der Amerikaansche presidenten zal Wilson geen onverschillige plaats innemen, Washington heeft de vrijheid van Amerika gegrondvest en bevestigd; Jefferson was een zijner belangrijkste navolgers; Monroe wist de formule te vinden, waaronder het Amerika gegeven zou zijn zich voor goed van Europeesche inmenging te bevrijden; Abraham Lincoln voerde Amerika aan in den strijd om een ideaal en een belang te gelijk. Wilson heeft de Amerikaansche grondwet van toepassing gemaakt op de geheele wereld; hij heeft ons de grondslagen van Amerika's denken en voelen bloot gelegd; hij heeft Amerika opgeroepen om de democratische vrijheid, die in Amerika heerscht, over te brengen naar de internationale samenleving. Hij moge stuiten thans en in de toekomst op politieken tegenstand in Amerika; hij moge overwinnen nu of later; slagen zal hij. De oplossing van het probleem, waarnaar door Europa tientallen van jaren is gezocht, is door hem in de praktijk benaderd; in den Volkerenbond heeft hij het middel gezien om Europa en Amerika en, Azië en Afrika te binden in diezelfde internationale gemeen251 48 schap, waarin belangenconflicten zeker niet zijn uitgesloten, waarin strijd mogelijk en denkbaar is, maar waarin de volkeren waarborgen hebben tegen invloeden als zich in 1914 aanwezig hebben getoond en als zoovele malen tevoren door het bedaren van den storm niet tot uiting zijn gekomen! En omdat Woodrow Wilson is de man, die de gedachten van geheel de wereld heeft weten saam te spitsen op den Volkerenbond; omdat hij in den Volkerenbond een wereldbelang heeft doen zien, daarom reeds mag zijn naam worden gesprezen en geëerd door heel deze vermoeide, verarmde en verdwaasde wereld! *) ]) Sir Thomas Barclay: „Le president Wilson et 1'évolution de la politique etrangère des Etats-Unis" — 1917; dr. W. G. C. Byvanck: Wilson in „De Amsterdammer" van 8 en 15 Juni 1918; H. Wilson Harris: „President Wilson, his problems and his policy". 25 4 In de uitgave „Mannen en Vrouwen van Beteekenis'' » %■* scheen als vorig nr.: DAVID LLOYD GEORGE, door Henri van der mandere, terwijl vroeger in deze uitgave o. a. het licht zagen Karakterschetsen van CLÉMENCEAU (door H. v. d. Mandere), KEIZER WILHELM (één door H. W. v. d. Mey en een nieuwere door H. S. M. v. WlCKEVOORT crommelin). Vraag den volledigen catalogus 1 i IDCOr DAUSirU voor ^e tnans complete ie serie LyUUL D H N IJ L II (n^euwe reeks) der „Mannen en Wfc ll»H,P«fl Vrouwen van Beteekenis" zullen bijptenkort (met titel en inhoud]*'verkrijgbaar zijn a £ 0.65 per stuk (plus 20 % crisis-verhooging). H O LLANDIA-DRUKKERIJ, BAARN. Geschiedenis der Wetenschappen beschreven door Dr. J. D. BIERENS DE HAAN; Dr. H. J. F. W. BRUGMANS; R.CASIMIR; Dr.F.M.G.DE FEYFER; Prof. Mr. I. HENRI HYMANS; Dr. J. P. B. DE JOSSELIN DE JONG; Prof. G. MANNOURY; Prof. Mr. H. U. MEYBOOM; Dr. J. DU SAAR; Dr. M. J. SIRKS; Prof. Mr. S. R. STEINMETZ; Mr. Dr. H. J. TASMAN. Compleet in 2 deelen, te zamen 522 bladzijden, met uitvoerige Naam- en Zaakregisters, a f 2.— ing.; f 2.75 gebonden per deel. (met 20 % crisistoeslag, waarvan de helft voor den boekhandel). INHOUD deel I: Geschiedenis van het Wiïsgeerig Denken (Bierens de Haan); Psychologie (Brugmans); Taalwetenschap (de Josselin de Jong); Physica en Chemie (Snijders); jfasdagogiek (Casimir); Godgeleerdheid (Meyboom). INHOUD deel II: Geschiedenis der Biologische Wetenschappen (Algemeene Biologie; Plantkunde; Dierkunde) (Sirks); Geologie, Palaeonthologie en Anthropologie (Sirks); Sterrenkunde (du Saar); Wiskunde (Mannoury); Staathuishoudkunde (Tasman); Statistiek (Tasman); Rechtswetenschap (Hyrrians); Geneeskunde (de Feyfer); Volkenkunde (Ethnographie; Ethnologie) (Steinmetz); Sociologie (Steinmetz). In dit werk, door deskundigen samengesteld en dus volkomen betrouwvbaar, is vooral gestreefd naar vermijding van het „te veel", van te veel namen, en te, veel jaartallen; — alleen wat dienen kan om de groote lijnen in den ontwikkelingsgang te doen zien wordt medegedeeld. Een uitvoerig naam- en zaak-register verhoogt de bruikbaarheid van dit boek. Elk deel vormt een afgerond geheel. UITGAVE DER HOLLANDIA-DRUKKERIJ TE BAARN 27 de been brengen, wilde geen oorlog met Mexico, Wilson wenschte Mexico's vreedzame ontwikkeling te bevorderen. Als Duitschland en zijn bekwame gezant te Washington von Bernstorff iets van president WilsonV politiek hadden begrepen, dan zouden zij het Japansch-Mexicaansch complot nimmer op touw hebben gezet! ') Welke waren Wilson's gedachten in het eerste stadium van den Europeeschen oorlog, toen hij zich (5 Augustus 1914) tot voortdurende bemiddeling bereid verklaarde. In een knap geschreven werkje van Ferri Pisanis), dat het belang van de Amerikaansche Unie in den wereldoorlog beschouwt, wordt er nadruk op gelegd hoezeer in deze eerste periode bij Wilson de vraag wel moest rijzen of dit belang stond aan de zijde, waar hij het recht en het ideaal waarnam. Pisani twijfelt er niet aan of na den inval in België, na de verwoesting van Leuven en Dinant is het Wilson duidelijk geweest waar recht te vinden was; de vraag evenwel diende gesteld of het belang van Amerika ook in die richting ging. Door de blokkade der Entente, die een der geduchtste economische wapenen in den strijd zou worden, werd Duitschland van Amerika afgesneden; de reeds bestelde goederen konden niet worden geleverd en nieuwe konden niet worden betrokken. De uitvoercijfers van 1914 gaven zoodanige daling, dat president Wilson bij het Congres voorziening moest vragen tengevolge van het gemis van een aanzienlijk deel der douanegelden. In het bijzónder de katoen, die geheel het democratische Zuiden, waar Wilson op bouwde, beheerscht, speelde eene rol. Het is eigenaardig om na te gaan hoezeer immer door de Entente Engeland is vooropgesteld in de blokkade; hoezeer het immer Engeland was, dat alle Amerikaansche verwijten moest opvangen en weerleggen. Grey wenschte op Wilson's voorstel om de Zeerechtdeclaratie van Londen in dezen oorlog toe te passen, niet in te gaan; de rechten der neutralen en der oorlogvoerenden zouden ) Zie in Dr. W. G. C. Byvanck's: „Bewogen tijden" het belangwekkend artikel: „De Vereenigde Staten en Mexico". 2) Ferri Pisani: „L'intérét et 1'idéal des Etats — Unis da nsla guerre mondiale"—1918 231 28 dus worden beheerscht door de algemeene beginselen van internationaal recht. Doch de wijze, waarop Engeland deze beginselen uitlegde in zijne achtereenvolgende „councils in order", gaf aanleiding tot het bekende scherpe en uitvoerige protest van Amerika van 26 December 1914, waarin Pisani een stap ziet in de richting van mogelijken oorlog met de Geallieerden. Of Grey dit gevoeld en begrepen heeft, is niet duidelijk, maar wel staat vast, dat zijn lang niet in alle opzichten bevredigend antwoord (7 Januari 1915) ten aanzien van de katoen eene groote concessie bevatte; hare verhandeling werd mogelijk gemaakt, ook al toonden de cijfers van invoer naar kleine onzijdige landen als Nederland en Scandinavië aan, dat deze landen den bemiddelingsweg tusschen Amerika en Duitschland vormden! Eerst later, toen alle gevaar voor eene breuk met Amerika scheen geweken; toen onverbiddelijk de botsing met Duitschland dreigde, heeft Engeland de katoen tot contrabande verklaard en slechts een korten termijn van afdoening voor loopende handelszaken toegelaten! In Washington, in geheel Amerika waren de Duitsche intriges aan het werk. Amerika heeft een hoogst gemengd samengestelde bevolking; de Duitsch-Amerikanen vormen geen onbelangrijk element onder deze, en al mocht president Wilson nog tijdens den oorlog tot nieuw genaturaliseerde Amerikaansche burgers zeggen, dat zij in de eerste plaats Amerikanen behooren te zijn, niet in alle opzichten stemde dit met de practijk overeen. Von Bernstorff, de bekwame diplomaat te Washington, heeft aan Duitschland groote diensten bewezen; nevens hem liet men evenwel een Papen en Boy-ed ageeren, die krachtige middelen ter hand namen om de Geallieerden van de Amerikaansche oorlogsindustrie te priveeren. Want langzamerhand ging zich het belang van Amerika verplaatsen. Ongetwijfeld, het verloor in Duitschland en Oostenrijk belangrijke cliënten met omzetten van millioenen en milliarden, maar het kreeg er de Geallieerden voor in de plaats. Graan, vleesch, voedings- zoowel als kleedingstoffen werden door het geallieerde Europa met graagte ontvangen; op de Amerikaansche nijverheid werd een dringend beroep gedaan teneinde het tekort 232 30 vanuit Washington het telegrafisch advies om de „Dacia" niet door een Engelschen, maar door een Franschen kruiser te doen aanhouden! En, Duitschland heeft het moeten ondervinden tal van malen, dat niettegenstaande de kunstmatig aangekweekte Amerikaansch-Duitsche vriendschap, Frankrijk voor de Amerikanen meer is dan een tweede vaderland; Frankrijk voor de Amerikanen een eigenaardig onstoffelijk, maar sterk sprekend begrip vertegenwoordigt! In den loop van de eerste maand van 1915 kondigde Von Tirpitz den duikbootoorlog aan (4 Januari 1915); tegenover de blokkade — welke Duitschland blijkens Caprivi's uitlatingen in den Duitschen Rijksdag van 1892 zich eveneens had voorgenomen, ware het maar sterk genoeg geweest — zou de vernietiging worden beproefd. Amerika liet niet na op de gevolgen van den duikbootoorlog te wijzen en legde er nadruk op, dat Duitschland eene wijziging van de beginselen van het internationaal zeerecht in eigen belang ondernam. Immers, er was in de door Engeland en Duitschland toegepaste praktijken, aldus betoogde Wilson's nota, dit verschil, dat Engeland door daartoe in staat zijnde kruisers koopvaarders deed aanhouden en ter onderzoek opbrengen, terwijl Duitschland door onderzeebooten, die slechts kunnen vernietigen, geheel andere gewoonten moest volgen. Intusschen Amerika wachtte af; het behoefde niet lang te wachten of de incidenten met de „Gulflight", met de „ William Fry", met de ,,Falaba" gaven aanleiding tot protesten, die zich, vooral in den boezem van het Amerikaansche volk, tot een waren storm verhieven toen op 7 Mei 1915 de „Lusitania" zonder waarschuwing werd getorpedeerd en honderde passagiers het leven verloren in het gezicht der Iersche kust. Dit niet, omdat het „Lusitania"incident over een groot aantal personen liep, maar wel omdat hiermede eene reeks van voorvallen werd voortgezet, waaruit maar al te duidelijk bleek hoezeer Amerika's inzichten in den duikbootoorlog juist waren geweest. De wisseling van Amerikaansche en Duitsche nota's over de „Lusitania" is bekend; de eene nota volgde de andere; Duitschland bleek aanvankelijk ongeneigd het onwettige der torpedeering te er- 234 41 vast te stellen; opdat aan Rusland niet slechts een welwillende ontvangst in de gemeenschap der vrije volkeren zal zijn verzekerd, maar ook de hulp van eiken aard, die het zal noodig hebben en die het wenscht, 7. De volledige ontruiming en schadeloosstelling van België zonder eenige poging om de souvereiniteit, welke het in gelijke mate als andere vrije landen geniet, te beperken. 8. De vrijmaking van geheel.het Fransche gebied en het herstel der bezette gedeelten; het nadeel, in 1871 aan Frankrijk toegebracht ten aanzien van ElzasLotharingen, te regelen op zoodanige wijze, dat de vrede in het belang van allen zal- zijn verzekerd. 9. Wijziging der Italiaansche grenzen in verband met de duidelijk kenbare aanwijzingen naar het beginsel der nationaliteiten. 10. Aan de volkeren van Oostenrijk-Hongarije, welks plaats te midden der natiën dient gewaarborgd, moet ten spoedigste de mogelijkheid eener autonome ontwikkeling worden verschaft. 11. Roemenië, Servië en Montenegro moeten ontruimd worden; de bezette gebieden dienen hersteld; aan Servië moet een vrije doorgang naar de zee worden gegeven; de wederzijdsche verhoudingen der Balkanstaten dienen geregeld door de vriendschappelijke uitwisseling der gezichtspunten van historischen aard; internationale garanties ten aanzien van de politiek-economische onafhaa- 1 kelijkheid dienen verstrekt voor de territoriale onschendbaarheid dezer landen. 12. De Turksche gedeelten van het Ottomaansche Keizerrijk dienen waarborgen van souvereiniteit en zekerheid te genieten; aan de andere natiën, die thans onder Turksch bewind staan, moet een absolute zekerheid van bestaan en de volledige mogelijkheid van autonome ontwikkeling worden verschaft; de Dardanellen dienen geopend te blijven als een vrije doorvaart voor de schepen en den handel van alle natiën. 13. Een onafhankelijke Poolsche Staat dient te worden gegrondvest; hij moet alle gebieden omvatten, die door een bevolking van onbestreden Poolsche afkomst worden bewoond en men moet dezen Staat een vrije uitvaart naar zee waarborgen; een internationaal accoord is noodzakelijk voor het handhaven der politieke en economische onafhankelijkheid en voor de territoriale integriteit. 14. Er moet een algemeene bond der volkeren worden gevormd, die voormelde verplichtingen aangaat, welke beoogen wederzijdsche waarborgen te geven voor de politieke onafhankelijkheid en de territoriale onaantastbaarheid van groote en kleine Staten gelijkelijk. Dit is Wilson's groote rede; die, waarin hij, eerder dan eenig Europeesch staatsman, een programma van handelen aangaf. Het moge zijn, dat Lloyd George en Grey en zelfs Von Bethmann Hollweg reeds in vroegere oorlogsperioden de gedachte van den Volkerenbond hebben geopperd, geen hunner heeft zoo juist omschreven de grondslagen aangegeven, waarop deze Volkerenbond zal moeten worden gegrondvest. Slechts in het laatste punt komt Wilson tot het woord „Volkerenbond" zelf; voor het overige zijn het zijn algemeene gedachten, die leiding geven aan het streven, en die lijn brengen in de bedoelingen van zijn woord * ~ * * ') Karl Kautsky: „Die Wurzeln der Politik Wilsons" — 1919. 245 42 Wilson heeft, nadat hij zijn hekend programma over den aanstaanden vrede ontwikkelde, nog tal van malen, hetzij meer, hetzij minder uitvoerig, geschetst de voorwaarden, die voor deze aanstaanden vrede moeten worden gesteld; de grondslagen, waarop hij zal moeten worden gebouwd. Het eerst geschiedde dit in zijn niet minder bekende rede van 1 1 Febr. 1918, die een vervolg was op de internationale, interoceanische discussie, welke de Duitsche Rijkskanselier Von Hertling en de Oostenrijksche Minister Von Czernin met hem aanvingen. Beiden hadden in openbare redevoeringen getoond zich met Wilson's veertien punten voor een groot deel te kunnen vereenigen; hadden daarop ten aanzien van sommige punten voorbehoud gemaakt. Met eenige spanning verwachtte men wat Wilson zou antwoorden, en op 1 1 Februari, toen hij sprak in het Congres te Washington, bleek dat hij wel de toenadering der Centralen met blijdschap begroette, doch geenszins in de redevoeringen der Duitsche en Oostenrijksche staatslieden het bewijs zag, dat reeds het standpunt bereikt was, waarop hij meende, dat men zich bij den vrede moest stellen. Nog eens opnieuw heeft hij in deze redevoering de essentiëele vredesvoorwaarden ontwikkeld en er den nadruk op gelegd, dat elk onderdeel van de eindregeling moet zijn gegrondvest op het recht in dat bijzondere geval; dat de volkeren en. de grondgebieden niet meer tusschen de Staten mogen worden verkwanseld als tevoren politiek gebruikelijk was: dat geen enkele territoriale afspraak mag worden aangegaan, die niet beantwoordt aan de belangen der betrokken bevolking; dat elke welomschreven nationaliteit hare verwachtingen in de grootst mogelijke mate moet verwezenlijkt zien. Men kan deze vier voorwaarden, nevens welke Wilson de eerbied voor de kleine natiën predikte, een aanvulling noemen van het programma van 8 Januari 1918; in eiken zin echter geven zij theoretisch met anders weer dan wat ten aanzien van de actueele punten der internationale politiek reeds in die boodschap op den voorgrond werd gesteld. Deze beide redevoeringen, men zou willen zeggen, dat ze één vormen, omdat ook in beide eenzelfde toon weer- 246 43 klinkt, in beide de eisch van den Volkerenbond met nieuwe kracht wordt gesteld. De verzoenende geest, die sprak uit Wilson's redevoering van 27 September ter aanbeveling van de vierde leening, dus op hetzelfde oogenblik dat de overwinning der Entente scheen voltooid, heeft velen in Europa verrast. Wanneer daaruit echter in Duitschland en Oostenrijk de gevolgtrekking werd gemaakt, dat Amerika gereed stond om den vrede te aanvaarden op voorwaarden, die vroeger voldoende schenen, vergiste men zich. Oostenrijk moest het ervaren toen de sympathieke Keizer Karei, die ter wille van de nationale wenschen zijner onderdanen ertoe overging — maar te laat! — om zijn rijk in vier keizerrijken te splitsen en op dien grond slag Wilson's medewerking vroeg, kort en droog, maar veelbeteekenend ten antwoord kreeg, van Lansing dat de vroeger gelegde grondslag niet meer kon worden aanvaard. En toen Duitschland in den nacht van 4 op 5 October 1918 toonde, dat onder Prins Max von Baden inderdaad een andere geest zijn intrede deed in de regeeringsbureaux, wenschte Wilson eerst de noodige waarborgen alvorens hij met zijn bondgenooten de vredesonderhandelingen aanving. In antwoord op het Duitsche vredesvoorstel werd verzocht te vernemen of men al dan niet de veertien punten onvoorwaardelijk aanvaardde ; of men sprak uit naam van heel het Duitsche volk; of men bereid was om België en Noord-Frankrijk geheel te ontruimen. Op het oogenblik, dat Duitschland in bevestigenden zin deze vragen beantwoordde, waren nieuwe oorlogsdaden door onderzeebooten begaan; zij leidden Amerika tot een tweede reserve, die op de wijze van oorlogvoeren betrekking had. Eerst een derde Duitsche nota heeft de Amerikaansche regeering de overtuiging gegeven van voldoend oprechte bedoelingen in het Duitsche vredesvoorstel; eerst toen heeft Wilson mededeeling gedaan aan zijn bondgenooten, die aan den opperbevelhebber generaal Foch de onderhandelingen over de wapenstilstandsvoorwaarden opdroegen. Men kon in de gegeven omstandigheden nauwelijks spreken van onderhandelingen over den wapenstilstand. De Duitsche gevol247 44 machtigden moesten ervaren, dat de krijgskans, welke door de Centrale Rijken immer ten hunnen voordeele werd ingeroepen, gekeerd was; dat zij, wat de Entente aanbood, hadden te aanvaarden of te verwerpen. Zij moesten wel aanvaarden gelijk zij de verlenging van den wapenstilstand op steeds zwaarder en vernederender voorwaarden hebben aanvaard; Duitschland, dat steunde op de macht van zijn zwaard, moest thans de gevolgen eener overwinning door het zwaard ten volle dragen. In hoeverre de militair-economische politiek van den wapenstilstand, die in den nieuwen Duitschen Rijksdag te Weimar in andere bewoordingen, maar daarom niet minder fel is gecritiseerd dan het in den ouden Rijksdag zou zijn geschied, door Wilson is beïnvloed en zijn instemming heeft gehad, is moeilijk vast te stellen. De opperste oorlogsraad telt Amerikaansche vertegenwoordigers in zijn midden. Kolonel House heeft bij de beraadslaging, die men te Versailles over de wapenstilstandsvoorwaarden voerde, meegesproken. Dat intusschen het standpunt zijner bondgenooten Wilson niet geheel heeft bevredigd, mag blijken uit het feit, dat hij zelf naar Europa is gereisd. Hij is in den aanvang van Januari in Europa aangekomen, begroet reeds in de Britsche wateren door Lloyd George; te Parijs met groot enthousiasme ingehaald. Hij heeft den Engelschen Koning te Londen en den Italiaanschen souverein te Rome bezocht; hij is in de eerwaardige Sixtuszaal tot een audiëntie bij den Heiligen Vader toegelaten. Hij is gegaan naar dat kleine plaatsje in Engeland, waar zijn voorouders leefden en hij heeft gezeten op dezelfde plaats ih dezelfde kerk, waar zijn grootmoeder als jong meisje zoo dikwerf zat, en hij heeft in die kerk gesproken niet als staatsman, maar als diep voelend, ernstig mensch. Op de conferentie te Parijs, de conferentie der geallieerde bondgenooten, verscheen Wilson niet als staatshoofd, in welke hoedanigheid men hem het presidium der Conferentie uit internationale hoffelijkheid niet had kunnen onthouden, maar als ministerpresident van zijn land. Onmiskenbaar krachtig is zijn invloed op deze conferentie gebleken; niet alleen was deze merkbaar 248 45 uit de regeling van het koloniale vraagstuk, die theoretisch een groote vooruitgang beteekent op regelingen van vroeger dagen; niet alleen is dit tot uiting gekomen in de voorstellen, die tot de benoeming van commissiên hebben geleid, maar bovenal in de wijze, waarop door de conferentie aan de idee van den Volkerenbond aandacht is geschonken. Op 25 Januari 1919, een datum, die misschien een historische in de geschiedenis der volkeren zal worden, heeft Wilson het voorstel tot instelling eener commissie voor den Volkerenoond verdedigd; hij deed dat in een korte maar beteekenisvolle rede. De groote massa in de Europeesche landen had en heeft niet veel verwachting van de Parijsche conferentie; deze conferentie van bondgenooten, die de Centrale tegenstanders van de onderhandelingen uitsloten, verdient naar het oordeel van velen slechts gering vertrouwen. Het eigenaardig incident in den aanvang toen het scheen, dat men de openbaarheid der conferentie tot een minimun wilde beperken, versterkte dien indruk. Ongetwijfeld, te Parijs heerschen geesten en hebben geesten geheerscht, die bedoelen de onderhandelingen geheel op den ouden voet van diplomatieke intriges te voeren; te Parijs komen de oude en de nieuwe school met elkaar in botsing. Maar reeds nu schijnt het alsof het aan de nieuwe school gegeven zal zijn om de overwinning op de oude te behalen. De commissie voor den Volkerenbond, waarin Wilson met House voor Amerika zitting nam, waarin Engeland door den Zuid-Afrikaanschen generaal Smuts en lord Cecil is vertegenwoordigd, heeft in korten' rijd emstigen arbeid verricht. Op 14 Februari 1919 nog, dus binnen een maand 'tijds, kon Wilson aan de volledige conferentie het ontwerp der commissie aanbieden; een ontwerp van 26 artikelen, dat ongetwijfeld aan projecten als er voor haar lagen van de League of Nations Society, van de League to Enforce Peace, van tal van bekende voorstanders der pacifistische gedachte, zijn bouwstoffen kon ontleenen; een ontwerp ook, dat nog geenszins den idealen Volkerenbond geeft, maar toch een ontwerp, dat met zijn internationaal gerechtshof, zijn uitvoerenden raad, zijn beperking der bewapeningen, zijn eventüeele dwangmaatregelen 249