DE ARCHIEVEN VAN KLOOSTERS EN ANDERE STICHTINGEN IN DELFLAND ALGEMEEN RIJKSARCHIEF DE ARCHIEVEN \ VAN XKLOOSTERS % EN ANDERE STICHTINGEN IN DELFLAND DOOR* dr. j. m. SERNEE ) EN NA «AAÉ OVERLIJDEN VOORTGBZET DOOR dr. S. W. A. DROSSAERS EN jhr. mr. W. G. FEITH 'S-GRAVENHAGE MARTINUS NIJHOFF 1920 INHOUD. VOORBERICHT » HET KLOOSTER ST. AGNETA. Inleiding 3 'Inventaris 5 A. Financiëel beheer 5 Rentebrieven • • • *> Regentenlijst • • • ® HET KLOOSTER ST. ELIZABETH. Inleiding 6 Inventaris 9 A. Het klooster in het algemeen 9 I. In betrekking tot de kerkelijke overheid 9 II. In betrekking tot den landsheer w B. Beheer der goederen 9 I. Landerijen en huizen ^ a. in en bij den Haag * 6. in 's-Gravenzande 1* c. in Naaldwijk d. in Rijswijk IL Rentebrieven en andere inschulden III. Quitanties 15 IV. Stukken betreffende niet nader aangeduide goederen 15 C. Kerkelijke diensten 15 D. Vicarieën, waarvan de priorin het patronaatsrecht bezat . . 15 Vicarie op het altaar van Sfc. Elizabeth "> Regestenlijst 16 HET ZUSTERHUIS ST. MARIA IN GALILEA. Inleiding 48 Inventaris A. Beheer der goederen 49 I. In het algemeen 49 vi II. Landerijen en huizen 5 a. in en bij den Haag 50 6. in Haagambacht '. . 52 c. in Berkel 52 d. in 's-Gravenzande 52 III. Rentebrieven en andere inschulden 53 IV. Quitanties 55 Regestenlijst 55 DE PROOSDIJ ST. BARBARA IN BETHLEHEM. Inleiding •. 104 Inventaris 106 A. Beheer der goederen 106 I. In het algemeen 106 IX Landerijen en huizen 106 a. in den Haag . 106 b. in Haagambaeht 106 III. Rentebrieven 107 Regestenlijst 108 MEMORIE EN STICHTINGEN IN DE ST. JACOBSKERK. Inleiding 115 Inventaris 115 A. Memorie 115 L Beheer in het algemeen 115 H. Landerijen en huizen 115 a. in en bij den Haag . . 115 b. in 's-Gravenzande 117 c. in Monster : 117 d. in Nootdorp 117 e. in Vrijenban 117 111. Rentebrieven en andere inschulden 117 B. Stichtingen 121 I. Geheel of gedeeltelijk onder het patronaat van den pastoor.... 121 o. Vicarie op het altaar van den H. Dionysius 121 b. Vicarie op het altaar van het H. Kruis . 121 c. Officie op het altaar van den H. Petrus 121 IL Waarvan de patroon niet bekend is 121 a. Vicarie op het altaar van de H. Anna in 's Heeren graf .... 121 6. Vicarie op het altaar van de ÏI. Anna, moeder van de H. Maagd 121 c. Vicarie op het altaar van den H. Martinus 121 d. Vicarie op het altaar van den H. Petrus 122 e. Vicarie op het altaar van den H. Sebastiaan 122 /. Vicarie ter eere van den H. Severinus op het altaar van den H. Sebastiaan 122 TH. Onder een anderen patroon dan den pastoor ' 122 a. Vicarie op het altaar van den H. Georgius 122 b. Vicarie op het altaar van den. H. Geest 122 c. Vicarie op het altaar van den H. Petrus 123 d. Officie op het altaar van de H. Ursula 123 Regestenlijst 123 vii DE KERK TE EIKENDUINEN. Inleiding 152 Inventaris 153 Beheer der goederen 153 L Landerijen .' 153 o. in den Haag 153 b. in Haagambacht 153 c. niet nader aangeduid 153 II. Rentebrieven 154 Regestenlijst 154 HET HEILIGE-KRUISGILDE TE EIKENDUINEN. Inleiding '. 160 Inventaris 160 Beheer der goederen . , . 160 I. Landerijen , 160 in Haagambacht 160 II. Rentebrieven 160 Regestenlijst 161 HET KLOOSTER VAN ONZE LIEVE VROUW IN NAZARETH TE RIJSWIJK. Inleiding ; 163 Inventaris 164 A. Het klooster in betrekking tot de kloosterorden 164 B. Het klooster in betrekking tot het kapittel van St. Maria . . 164 C. Beheer der goederen 164 L Ban werken 164 II. Landerijen 164 a. in Maasland 164 6. in Vlaardingen . , 164 c. in Voorburg 1 165 d. in Zoeterwoude 165 III. Rentebrieven 166 IV. Proven . . . . 166 Regestenlijst 166 DE ABDIJ LOOSDUINEN. Inleiding 175 Inventaris 176 A. Het klooster in het algemeen 176 I. In verhouding tot den landsheer 176 II. In verhouding tot geestelijke autoriteiten 176 IH. Benoeming der abdis 176 B. Beheer der> goederen 176 I. In het algemeen 176 vm Landerijen 176 n Abtsrecht 176 n 's-Gravenzande 177 n Haagambacht 177 n Hillegersberg 177 n Monster 177 n Naaldwijk 179 n Nïeuweveen 179 n Voorburg 179 n Wateringen 179 II. Landerijen 176 a. in Abtsrecht 176 6. in 's-Gravenzande 177 c in Haagambacht 177 d. in Hillegersberg 177 e. in Monster 177 ƒ. in Naaldwijk 179 g. in Nïeuweveen 179 h. in Voorburg 179 i. in Wateringen 179 k. in Zoeterwoude 180 UI. Rentebrieven en andere inschulden 180 TV. Proven. . . . . , 182 C. Beneficies ter collatie van de abdis 182 D. Varia •' 182 Regestenlijst 183 HET KLOOSTER ST. MARIA MAGDALENA IN BETHANIÊ TE 'S-GRAVENZANDE. Inleiding 204 Inventaris 208 A. Het klooster in het algemeen 208 I. De Stichting ". . " 206 II. In betrekking tot de parochie 206 B. Finantieel beheer 206 I. In het algemeen 206 H. Landerijen en huizen - 207 a. in Abbenbroek 207 6. in 's-Gravenzande (stad) 208 e. in 's-Gravenzande (ambacht) 208 d. in Grijsoord (Nieuwe Tonge) 211 e. in Heenvhet - - 212 ƒ. in de Lier , 212 g. in Maasland 212 h. in Monster ■ 212 t. in Zouteveen 214 III. Rentebrieven en andere inschulden 214 IV. Quitantiën 215 V. Knantieele en andere verplichtingen 215 C. Beneficies in het bezit van het klooster 216 I. Kapelanie in het gasthuis 216 ge. Vestiging 216 6. Bezittingen 216 D. Gasthuis 216 l Beheer 216 1. Landerijen 216 2. Rentebrieven en andere inschulden 216 Regestenlijst 217 HET BAGIJNH0F TE 'S-GRAVENZANDE. Inleiding 280 ix Inventaris 281 A. Het hof in het algemeen „. . . . 281 I. Eeredienst 281 II. Het ,hof in verhouding tot het wereldlijk gezag 282 111. De gebouwen. - 282 B. Finantieel beheer 282 L, In het algemeen 282 IL Landerijen en huizen 283 o. Onder beheer van de bewaarsters 283 1. in 's-Gravenzande (stad) 283 2. in 's-Gravenzande (ambacht) 283 3. in Monster • • 285 4. niet nader aangednid 285 b. Onder beheer van de infirmeristers 285 1. in 's-Gravenzande (stad) 285 2. in 's-Gravenzande (ambacht) 285 3. in Monster 286 4. in Naaldwijk 286 HL Rentebrieven en andere inschulden 286 a. Onder beheer van de bewaarsters 286 b. Onder beheer van de infirmeristers 290 IV. Niet nader omschreven goederen 291 Onder beheer van de bewaarsters 291 V. Quitanties 291 Onder beheer van de infirmeristers » 291 C. Officies ter collatie van het hof 291 Op het altaar van St. Sebastiaan en St. Blasius in de kerk te 's-Gravenzande 291 Regestenlijst 292 DE HEILIGE GEEST TE 'S-GRAVENZANDE. Inleiding 329 Inventaris 33* A. Beheer der goederen 330 L In het algemeen 330 IL Landerijen en huizen • • 332 a. In het algemeen 332 6. In het bijzonder 332 1. in 's-Gravenzande (stad) 332 2. in 's-Gravenzande (ambacht) 332 3. in Haagambacht 335 4. in Vlaardingen 335 5. in Wateringen 335 HL Rentebrieven en andere inschulden IV. Met nader omschreven goederen 339 V. Uitkeeringen en schulden 339 B. Officie ter collatie van de Heilige-Geestmeesters 839 Op het Heüige-Geestaltaar in de kerk te 's-Gravenzande 338 Regestenlijst 340 x DE ONTVANGERS 377 Inleiding 378 Inventaris . 339 I. Comelis Sybrants zoon, ontvanger over St. Elizabeth . . . 379 II. Joost van Leeuwen, ontvanger over St. Vincent, Loosduinen en St. Agneta 379 a. St. Vincent • 379 6. Loosduinen ; . 379 c St Vincent en Loosduinen 379 d. St. Agneta 379 , LU. Gherrit Lambrechts zoon Schilperoert, ontvanger over St. Maria Magdalena in Bethanië 380 IV. Dirc Heinrics zoon Tromper, ontvanger over St. Maria Magdalena in Bethanië en O. L. V. in Nazareth ........ 380 opten viertienden dach in Septembri int jaer ons Heren vier- thienhondert zesse ènde dertich. Oorspr. (Inv. no. 5). Met het zegel van den oorkonder in groene, was. 14. 1437 October 24. Jan Jan Smits zoon, bakker, verkoopt aan Jacob de Lange, kanunnik in den Hage, 8 hontrlands in het ambacht van den Hage. ; uptea vierentwintichsten dach van Octobri int jaer ons Heren dusent vierhondert sevenendertich. Oorspr. (Inv. no. 63). Met het gesehonden zegel van i Geryt Potter van der Loo in groene was. 15. 1439 Maart 20. Marritgen Jans van Bosschen weduwe, voor haar en hare kinderen, en Cornelys Jans van Bosschen zoon, voor hem en zijne broeders, zusters en zijne moeder, verkoopen aan Jacob de Lange, kanunnik inden Haghe, 9 of 10 hont lands in het ambacht Monster aan het einde van Heinric Aernts zoons laan. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen ende dertich opten twintichsten dach in Maert. Oorspr. (Inv. no. 63). Met het zegel van Aernt van Camp, schout in het ambacht Monster, in groene was. 16. 1441 Januari 6. Jonge Pieters Maessen huurt van Jacob de Lange, kanunnik in den Hage, c. 4 morgen lands in het ambacht Monster aan het einde van de laan van Henric Aerns zoons woning, gedurende 10 jaren voor 8y2 gouden wilhelmusschild 's jaars. üpten zesten dach van Januario int jaer ons Heren M CCCC een ende viertich.. Oorspr. (In.v no. 63). Met het zegel van Aernt van Camp, schout van Monster, in groene was. 17. 1441 Juni 26. Jan Gherytsz. die Puyer verkoopt aan Fuge Aerntsz. eene rente van 5 pond Hollandsch jaarlijks, gevestigd op zijn huis en 6 morgenland in Monsterambaeht aan de Sollevelts watering en op twee perceelen land, groot 1 en 2 morgen, aldaar. opten ses ende twintichsten dag in Junio int jaer ons Heren duysent vierhondert een ende viertich. Oorspr. (Inv> no. 52). Met geschonden zegel van Aernt van den Camp, schout van Monster, in groene was. N. B. Hieraan is vastgehecht het charter d.d. 1450 Februari 13 (zie reg. no. 25). 18. 1442 Mei 10. Claes Hof dijck koopt van Willem Bonnette 1 y2 morgen land benoor- 20 den Hout, ongeveer 1 morgen bij den noordmolen en een rente van 8 pond jaarlijks uit een perceel land benoorden Höut, waarvan hij de helft verkoopt aan Fueytgen Airnts zoon. Tyen dage in Meye int jaer ons Heren M CCCC twee ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 23). Met geschonden zegel van Gijsbrecht Claes' zoon in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan de nos. 22, 36, 51 en 63. In dorso staat: Die omtrent een morgen landts gementioneert in dese vijf brieven, gelegen bij den noortmolen ande westzyde langes den molenwech heeft Jan van Dam, rekenmeester in den Hage, gecoft van tconvent voer drie hondert XII t6 XL groot tpont; hiervan moecht ghi sien tregister des jaers XVc drie ende vier ende tzestich int getal XXIII. Ende heeft tconvent die voorsz. suma van driehondert XII U ontfangen van Jan Dam voorsz. Ende en zijn niet meer beleit. 19. 1443 Juli 15. Alijt Keters dochter, ministra, en het convent van Sint Lijsbetten huis in den Hage van de derde orde van Sint Franciscus oorkonden, dat zij voor haar huis aangenomen hebben het eeuwig officium, dat wijlen Jacob de Lange, priester, eertijds kanunnik in de hofkapel van den Hage, bij testament heeft gevestigd in de kerk van haar huis tegen eene jaarlijksche rente van c. 85 pond Hollandsch, gaande uit zekere landen en huizen, op voorwaarde, dat zijn zoon, Jan de Lange, 23 pond van die rente tijdens zijn leven gebruiken zal en daarvoor eene wekelijksche zielmis zal laten houden. Gegeven upten vijftiensten dach in Julio int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 63). Met geschonden convents- en schependomszegel in groene was; dat van den provisor van Delfland (als tijdelijk voogd) verloren. 20. 1446 Juni 20. Eodolphus, bisschop van Trajectum, verleent aan de zusters van het huis van de derde orde van Sint Franciscus in den Haag vergunning om de goederen aan te nemen, haar door wijlen Jacob de Lange, kanunnik van de Hofkapel, bij testament gemaakt. Datum anno Domini . millesimo quadringentesimo quadragesimo sexto mensis Junii die vicesima. Oorspr. (Inv. no. 63). Met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 21. 1446 Juli 28. Geryt Jan Deymen zoon verkoopt aan Mr. Arent van der Woude hetgeen hij geërfd heeft van heer Jacob die Lange, zijn stiefbroeder, kanunnik in den Hage. int jair ons Heren dusent vierhondert ses ende viertich opten drie ende twintichsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. no. 63.) Met de zegels van Boudijn Heymanszoon en Jan Vranckenzoon, poorters te Delf t, in groene was. • -*■ > 21 22. ^1447 Mei 12. ¥^){\ Claes Hofdijck verkoopt aan Fueytgen Aernts zoon % van 1Y2 morgen land benoorden hout en % van 1 morgen land bij den noordmolen. Opten twalifsten dach in Meye int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 23). Met de zegels van Geryt Heynrix zoon, schout in het ambacht van Berkel, en Gijsbrecht van Waetselaer, die men Pelletgen hiet, in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan de nos. 18, 36, 51 en 63. 23. 1449 Mei 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Pieter die Haesse heeft verkocht aan heer Claes Mattheeus' zoon, priester, een huis met erf en tuin in de Nyewestraét. Ghescreven vier ende twintich dage in Meye int jair ons Heren MCCCC negen ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 6). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. 24. 1449 October 23. Alijt Jan Zoeten weduwe verkoopt aan Ave Heinrick Coppiers weduwe, hare zuster, de helft van 2 morgen lands, in het Westambacht van der Hage in de made, geheeten de Buttercamp. Gegeven upten drie ende twintichsten dach in Octobri int jaer ons Heren duysent vierhondert negen ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 35). Met de geschonden zegels van Dirck van Woesiok en van Willem Hamckier in groene was. N. B. Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1557 November 21 — December 26 (zie reg. no. 133). Op het 2de zegel staat Willem Willems zoon van Driel. 25. 1450 Februari 13. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Geryt die Puyers zoon verkocht heeft aan Fueytgen Aerntsz. een rente van 5 pond Hollandsch jaarlijks, vermeld in een brief, bezegeld door Aernt van Kamp, schout van Monster (zie reg. no. 17). dertien dage in Februariö int jair ons Heeren M° CCCC0 ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 52) Met geschonden gemeen schepenzegel in. groene was. N. B. Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1441 Juni 26 (zie reg. no. 17). 26. 1450 Maart 26. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Starck verkoopt aan het convent en de zusters van Sinte Lijsbetten in den Hage zijn tuin, ge- 'x legen in den boomgaard achter het zusterhuis. .. zesse ende twintich dage in Maerte int jair ons Heren M CCCC ende vijftien. Oorspr. (Inv. no. 7). Met geschonden schependomszegel in groene was. 27. 1451 Februari 9. Landschepenen van tsGravensande oorkonden, dat Bette Jan Bou- 22 wijnsz. dochter verkocht heeft aan Jan BouwijnBz., haar vader, de helft van 6| hont land in het ambacht van tsGravensande ten O. en ten W. begrensd door de vaart. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert een ende vijftich opten neghensten dach in Zelle. Oorspr. (Inv. no. 39) Met het gesehonden gemeene landzegel in groene was. 28. (14)51 Maart 27. Mr. Bartout Claes' zoon, mr. Claes Heetgers zoon, Boudijn Hart en Dirck Boudijns zoon van Zwieten, executeurs van heer Jacob die Lange verklaren gezien te hebben de rekening en de quitantie van de 28 pond 's jaars, die de zusters van Sinte Lijsbetten in den Hage aan Jan, heer Jacob die Langens zoon, schuldig zijn en bevonden te hebben, dat de zusters de rente tot op heden betaald hebben. Opten XXVIIen dach in Maerte anno een ende vijftich. Oorspr. op papier (Inv. no. 63). N.B.Het stuk is een chirograaf. 29.1451 November 21. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Wiggers zoon verkocht heeft aan Alijt Willems dochter, moeder van het zusterhuis in den Hage, en het gemeen convent de helft van een huis en erf, waarvan het de andere helft reeds bezit en dat gelegen is binnen de gracht van het zusterhuis. Gescreven een ende twintich dage in Novembri int jair ons Heren M CCCC een ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 8). Met geschonden schepenzegel in groene was. 30. 1452 Juli 18. ' Heer Claes Maker Matheus' zoon schenkt 100 pond Hollandsch aan Sint Elijsbetten zusterhuis in den Hage. Int jair ons Heren dusent vierhondert twee ende vijftich den achtende dach in Julio. Oorspr. (Inv. no. 64). Met de signatuur van Claes Miker Matheus' zoon. N.B. Hieraan is vastgehecht het charter d.d. 1465 December 20 (reg. no. 53). 31. 1452 October 7. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Alijt Wouter Potters verkoopt aan Jacob Zeelander een tuin en erf aan de westzijde van de Laan achter het zusterhuis. Gescreven zeven dage in Octobri int jair ons Heren M CCCC twee ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 11). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Hieraan zijn vastgehecht de charters d.d. 1453 Januari 20 en 1454 Mei 9 (zie reg. nos. 33 en 38). 32. 1452 October 81. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Lottijns zoon verkoopt aan de kinderen van Dirc van Dam % van 3 morgen lands aan de zuidzijde van der Hage, waarvan 2 morgen gelegen zijn in de Hoefve en de andere morgen aan de noordzijde daarvan tot de Laan. 28 Gescreven upten lesten dach in Ootobri int jair ons Heren dusent vierhondert twee ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 9). Met geschonden schependomszegel in groene was. N. B. Het charter is vastgeheoht aan dat d.d. 1430 Mei 28 (zie reg. no. 11). 33. 1458 Januari 20. Jacob Jacobs zoon die Zeiander verkoopt aan die zusters van Sinte Elysabetten huis in den Hage een tuin en erf aan de westzijde van de Laan achter genoemd zusterhuis. Gescreven opten twyntichtsen dach in Januario int jaer ons Heren M CCCC ende drieënvijftich. Oorspr. (Inv. no. 11). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. N.- B. Dit charter is vastgehecht aan dat d.d. 1452 October 7 (zie reg. no. 31). 34. 1453 Maart 17. Philips, hertog van Bourgoengiën enz., schrijft het klooster Sint Elysabeth in den Hage een reglement voor met betrekking tot het bezit. Gegeven upten zeventiensten dach van Mairte int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende vijftich naden loop van onsen Hove. Oorspr. (Inv. no. 2). Het zegel van den oorkonder verloren. N.B. Het charter is door vocht bedorven; de inhoud komt over_het algemeen overeen met dien in het charter van 1456 April 30, medegedeeld door De Riemer deel I, p. 464. 35. 1453 April 11. Phillips Heynrix zoon verkoopt aan Dammaes Florys' zoon 1 morgen land benoorden Hagehout. Gegeven opten elfsten dach in Aprille int jair ons Heren dusent. vierhondert drie ende vijftich. -Oorspr. (Inv. no. 10). Met geschonden zegel van Geryt - Heynricx zoon, schout van Berkel, in groene was. 36. 1453 Juni 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Geryt Geryts zoon verkocht heeft aan Aernt Foeytgens zoon, priester, 1/8 van 1% morgen land benoorden hout, 1/8 van 1 morgeji land bij den noordmolen en 1/8 van een rente van 3 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op een perceel land aldaar. Gescreven sestyen dage in Junio int jair ons Heren M CCCC drie ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 23). Met schepend omszegel in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan de nos. 18, 22, 51 en 63. In dorso staat: Meester Aernt ende Katrijn Dammes' testament; dese brieven al tsamen houden van XV pont Hollant. • 37. 1454 Maart 6. Alijt Willems dochter, ministra der besloten zusters van Sint Ehsabeths huis in den Hage, en Dirc Evaerts zoon met zijne gezellen stellen 24 voorwaarden vast betreffende het plaatsen van 12 ramen op zeker land, door de laatsten van de eersten gehuurd. Ghedaen int jaer ons Heren XIIIIc vier ende vijftich opten sesten dach in Maert. Oorspr. op papier (Inv. no. 24). N.B. Het stuk is een chirograaf en is vastgespeld aan de nos. 39, 44, 46, 49, 69 en 70. 38. 1454 Mei 9. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Dirc Wülems zoon verkoopt aan Alijt Wülems dochter, rninistra, en het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage een tuin en erf aan de zuidzijde van den Hage en aan de westzijde van de bij genoemd zusterhuis gelegen Laan. Gescreven negen dage in Meye int jaer ons Heren M CCCC vier ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 11). Met geschonden schependo nasze gel in groene was. N. B. Dit charter is vastgehecht aan dat d.d. 1452 October 7 (zie reg. no. 31). 39. 1454 Mei 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirc Bverts zoon enIJsbrant Thyelmans zoon erkennen schuldig te zijn aan Alijt Willems dochter, ministerse van Sint Elysabetthen zusterhuis in den Hage een rente van 3 pond Hollandsch jaarlijks, gaande uit een perceel land aan de zuidzijde van den Hage, dat zij van genoemde ministerse in erfhuur hebben op voorwaarde, dat het convent den vrijen doorvaart hebben zal door de gracht aan de zuidzijde van het land. Gescreven opten XXIIIIsten dach in Mey int jair ons Heren duysent vierhondert vier ende vijftich. 1. Afschrift (Inv. no. 24). 2. Opgenomen in den brief dd. 1473 Augustus 23 (zie reg4 no. 58). • N.B. Het afschrift is vastgespeld aan de nos. 37,46, 58,59 en 69. 40. 1454 Juni 27. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirc Geryts zoon van Walcheren heeft verkocht aan Alijt Willems dochter, ministerse van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage, en het gemeen convent drie perceelen land, samen groot 3 morgen, ten zuiden van den Hage achter genoemd zusterhuis. Gescreven opten XXVIIsten dach in Junio int jair ons Heren M CCCC vier ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 12). Met schependomszegel in groene was. 41. 1454 Juli 12. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Geryt Heynricx zoon, Geryt Dircx zoon, Diert Geryts zoon en Jacob van Hovel, Heilige-Geestmeesters in den Hage, overeengekomen zijn met de rninistra en het convent van Sint Lijsbetten zusterhuis in den Hage tot zekeren ruil, zoodat de zusters en het convent behouden zullen 1° een stuk land, aan de westzijde van het zusterhuis, 2°. een stuk land aan de zuidzijde en 3° een stuk land bij Ponsen put aan de Hoefsloot, 25 waarvoor de Heilige-Geestmeesters ontvangen hebben 5 pond Hollandsch 's jaars uit Claes Govaerts zoons kamers en erf in het Westeinde en 1 pond uit een huis en erf in het Voirhout. Gescreven upten XHsten dach in Julio int jair ons Heren M CCCC vier ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 13). Met geschonden schependomszegel in groene was. 42. 1454 Augustus 9. De notaris Andreas Gherardus' zoon instrumenteert, dat Johannes Jacobus' zoon de Lange, klerk in de diocees van Trajectum, beloofd heeft, dat hij van de gedeelten van huizen en de jaarlijksche inkomsten uit het huis den Briel op de Vischmarkt in Haga comitis, hem door de executeurs van gijn vader toegewezen, niets zal vervreemden of verkoopen zonder toestemming dier executeurs en de zusters van het kooster Sint Elysabeth aldaar, aan welke laatsten de genoemde inkomsten zullen vervallen, wanneer hij zich niet aan zijn belofte houdt. Acta sunt hec in Haga comitis in domo Theodorici Balduini de Zweten executoris prelibati anno indictione mense et pontificatu quibus supra (anno natiyitatis eiusdem millesimo quadringentesimo quinquagesimo quarto indictione secunda mensis Augusti die nona hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Nycolai divina providentia pape quarti anno nono). Oorspr. (Inv. no. 63). Met signatuur van den notarh. 43. 1454 December 81. Anscem Spyrinxs zoon verhuurt aan Jan Jacobs zoon 13 morgen lands in Bijswiker broek gedurende 32 jaar. Int jair ons Heren M CCCC LIIII opten jairs avont. Oorspr. (Inv. no. 44). Met geschonden zegel van Geryt Heinrycs zoon in groene was. 44. 1455 Juli 14. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Deym onder eede verklaart, dat, toen het land, , waarop het Sint Lijsbetten zusterhuis staat, van zijn vader was, ook de gracht aan de oostzijde en een voet van de laan over de gracht aan zijn vader- toebehoorden. Upten dach ende int jair voirscreven (upten XHIIsten dach in Julio int jaar ons Heren M CCCC vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 24). Het schependomszegel verloren. N.B. Dit charter is vastgespeld aan de nos. 37, 39, 46, 58, 59, en 70. 45. 1455 Juli 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Vrancken zoon, priester, .verkoopt aan de zusters en het convent van Sint Lijsbetten zusterhuis in den Hage 4 hont lands bezuiden den Hage. Gescreven upten XXIIIstên dach in Julio int jair ons Heren M CCCC vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 15). Met geschonden schependomszegel in groene was. 46. 1455 Juli 29. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Claes Kodde, priester, verklaard heeft, dat Jacob Mees' zoon, Pieter Buysscher, Dirc Engebrechts 26 zoon, Boudijn Bustelmans dochter en Jan Hugen zoons weduwe zijn recht en dat van Sint Lijsbetten zusterhuis op een voet in de laan over de gracht aan de oostzijde van genoemd zusterhuis moesten erkennen of hem 25 rijders moesten geven, waartegen op den vierden dingdag slechts Pieter Buysscher en Boudijn Bustelmans dochter protesteerden. Gescreven upten XXIXsten dach in Julio int jair ons Heren M CCCC vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 24). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Dit charter isvastgespeld aan de nos. 37,39, 58, 59 en 70. 47. 1455 Augustus 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Wermbout Dircx zoon verkoopt aan de zusters en het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage 8 hont lands in het Zuid veen. Gescreven upten XXVIIIsten dach in Augusto int jair ons Heren M CCCC vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 14). Met geschonden schependomszegel in groene was. 48. 1455 September 2. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Dirc Geryts zoon verkoopt aan de zusters en het gemeen convent van Sinte Lijsbetten in den Hage 2 hont land bezuiden den Hage in het 'Zuidveen. Gescreven upten anderden dach in Septembri int jair ons Heren M CCCC vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 16). Met schependomszegel in groene was. 49. 1457 Mei 26. Judocus, bisschop van Ieropolis, vicaris-generaal van David de Burgundia, bisschop van Trajectum, oorkondt, dat hij de kapel met de beide altaren en het kerkhof van het klooster St. Elyzabeth te Haga Comitis, heeft gewijd aan God, de H. Maagd en Sint Elyzabeth, het eerste altaar aan de Heilige Maagd en Johannes Ewangelista, het tweede aan Johannes Baptista en Sint Franciscus, en stelt de dagen voor de inwijding vast. Datum anno Domini millesimo quadringetesimo quinquagesimo septimo mensis Maii die vicesima sexta. Oorspr. (Inv. no. 1). Met zeer geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 50. 1457 September 20. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Martijn Boudijns zoon verkoopt aan de zusters en het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis aldaar y2 morgen lands bezuiden den Hage in de Westhoefve. Gescreven upten XXsten dach in Septembri int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 17). Met geschonden schependomszegel in groene was. 51. 1459 Augustus 7. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Geryt Geryts zoon verkocht heeft aan mr. Aernt Foeytgens zoon, priester, 1/8 van 1% morgen land 27 gelegen benoorden hout, 1/8 van 1 morgen land bij den noordmolen en 1/8 van een rente van 8 pond Hollandsen jaarlijks, verzekerd op een perceel land aldaar. Gescreven opten VHen dach in Augusto int jair ons Heren MCCCC negen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 23). Met schependomszegel in groene was. N.B. Dit oharter is vastgehecht aan de nos. 18, 22, 36 en 63. In dorso staat: Item in Üese brieven vint men van lant gheleghen binoorden thout, dat ghewisselt is om lant ghelegen after tconvents koeltuyn tegen tHeylich Sacraments gasthuyameesters a° XVc ende een. 52. 1462 Januari 13. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Matheeus Adriaen Neven zoon, Jacob Claes'zoon, Claes Gijsbrechts zoon en Jacob Zaelmaker, Heilige-Geestmeesters in den Hage, te niet verklaren de 56 schellingen Hollandsch 's jaars, welke de Heilige Geest sprekende had volgens twee schepenbrieven op een huis met erf op den hoek van de Kerckstraet, toebehoorende aan de zusters van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage, aangezien zij van de zusters in ruil daarvoor andere renten ontvangen hebben. Gescreven upten XlIIsten dach in Januario int jair ons Heren M CCCC twee ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 55). Met geschonden schependomszegel in groene was. 53. 1465 December 20. Alijt Willems dochter, mater, en het gemeen convent der besloten zusters van Zinte Elisabetten in den Hage verbinden zich tot het doen van eene jaarlij ksche memorie voor Claes Maker, priester, die lange jaren met haar gewoond heeft, waarvoor hij haar schenkt de mehoratie aan het huis, dat hij bewoont en dat aan het klooster toebehoort. Int jair ons Heren M CCCC LXV den twintichsten dach in Decembri. Oorspr. (Inv. no. 64). Het conventszegel verloren. — N.B. Dit charter is Vastgehecht aan dat d.d. 1452 Juli 18 (zie reg. no. 30). 54. 1466 April 21. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Alijt Jacobs dochter ver- koopt aan de zusters en het convent van Sint Lijsbetten zusterhuis aldaar een huis en erf westwaartsoran genoemd zusterhuis. Gescreven upten XXI sten dach in April int jaer ons Heeren dusent vierhondert sessendetsestich. Oorspr. (Inv. no. 18). Met geschonden schependomszegel in groene was. 55. 1467 Juli 28. Ministra en convent der besloten zusters van het Sint Elysabets huis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Assendelf, rentmeester van Noort-Hollant, 100 Eijnsche guldens vanwege Alijt zijne nicht, genaamd Presaep, dochter van zijn broeder Willem. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert seven ende tsestich opten XXVIIIsten dach in Julius. Oorspr. (Inv. no. 57). Met opgedrukt geschonden kloostersignet in groene was. 28 56. 1468 Juni 22. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Dirc Gijsbrechts zoon verkoopt aan de zusters en het convent van Sint Lijsbetten zusterhuis in den Hage 2 morgen lands bezuiden den Hage. Gescreven upten XXIIsten dach in Junio int jair ons Heeren M CCCC acht ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 19). Met geschonden schependomszegel in groene was. 57. 1469 Februari 26. ff||| Schepenen in den Hage oorkonden, dat Cornelys die Bruun verkocht heeft aan Jacob Martijns zoon de helft van 2 morgen land bezuiden der Hage met 4 hont daaraan grenzende. Gescreven opten XXVIsten dach in Februari int jair ons Heeren M CCCC negen ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 20). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. 58. 1473 Augustus 23. Alijt Willems dochter, rninistra, en het convent der besloten zusters van Sint Elysabeths huis in den Hage verklaren, dat zij in hun bezit hebben een rentebrief d.d. 1454 Mei 24 (zie reg. no. 39), toebehoorende aan het convent der ReguUtrissen van het Sint-Agnietenhuis aan het Onze Lieve Vrouwen kerkhof te Leyden. upten XXIIIsten dach van Augustus int jaer ons Heren duysent vierhondert drie ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 24) N.B. Dit stuk is vastgespeld aan de nos. 37,39,44,46,59 en 70. In dorso staat: Dit is dat principael afschryft van den brief, die wij den Regelierissen tot Sinte Agnieten te Leyden bij Onse Vrouwen kerc gegeven hebben, 59. (1473 ?). Het convent van Sint Elisabeth verklaart, dat de Begularissen van Sint Agniet houders zijn van zekeren rentebrief d.d. 1454 Mei 24 (ziereg. no. 89), die het onder zich heeft ter bescherming van zijn vrije vaart door de daarin vermelde gracht. Oorspr. op papier (Inv. no. 24). N-B. Dit stuk is vastgespeld aan de nos. 37,'39, 44, 46, 58 en 70. 60. 1477 Februari 4. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jacob Dirck Backers zoon verkoopt aan Heynrick Jans zoon 2 stukken lands aan de Coman Willems laan. Gescreven upten lillen dach van Februario int jaer ons Heren duysent vierhondert zeven ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 21). Met geschonden schependomszegel in groene was. 61. 1479 Juli 28. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem Wermbrechts zoon heeft verkocht aan Dirc Geryts zoon en Jan Michyels zoon een tuin en erf aan de westzijde van Sint Lijsbetten zusterhuis met half de sloot en half de laan aan den oostkant van den tuin en het erf. 29 Gescreven opten XXVIIIsten dach in Julio int jair ons Heren M CCCC negen ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 28). Met schependomszegel in groene was. Met transflx d.d. 1506 Juni 20 (zie ree. no. 92). 6 62. 1482 Juni 11. ' .- Schepenen in den Hage oorkonden; dat Jacob Jacob Dammes' zoons zoon verkocht heeft aan Jan van Montfoirde een tuin en erf, westwaarts van Sint Lijsbetten zusterhuis . Gescreven opten Xlsten dach in Junio int jair ons Heeren duysent vierhondert twe ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 22). Met schependomszegel in groene was. — 63. 1483 Mei 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aernt Buys Pieters zoon verklaard heeft schuldig te zijn aan mr. Aernt Foeytgens zoon een rènte van 5 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op een perceel land benoorden den Hage langs den molenweg. * Gescreven opten anderden dach in Mey int jair ons Heeren M CCCC drie ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 23). Met gesehonden schependomszegel in groene was. N.B. Dit charter i3 vastgehecht aan de no3. 18, 22, 36 en 51. 64. 1483 October 26. Peter Jans zoon en Dirck Willems zoon, Heilige-Geestmeesters der kerk van Sint Andriaen teNaeldwijck, oorkonden, dat zij, met goedvinden van Henric, heer tot Naeldwijck en ter Capellen, ridder, patroon der genoemde kerk, verkoopen aan Jan Bloem 1 morgen lands in den ban van Naeldwijck en 24 schellingen 's jaars, gaande uit 10 hont lands aldaar. opten ses ende twentichsten dach in Octobri int jair ons Heren duysent vierhondert ende drie ende tachtentich. Oorspr. (Inv. no. 40). Met het geschonden zegel van Heynrick, heer tot Naeldwijck, in roode was. N.B. Hieraan zijn vastgehecht de charters d.d. 1497 Juni 10 (zie reg. no. 76), 1505 Februari 4 (zie reg. no. 87) en 1609 Ajrftf 2 (zie reg. no. 103). 65. 1485 Juni 27. Schepenen in den Hage verkoopen aan de weesmeesters aldaar ten behoeve van Jacob Kerstants zoon een rente van 15 schellingen Vlaamsch jaarlijks, losbaar met den penning 16. . Gescreven upten XXVIIsten dach in Juniq int jair ons Heeren dusent vierhondert vijf ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 47). Het gemeene schepenzegel, het zegel van Jan Oom van Wijngaarden, baljuw, en Clae3 Willems zoon, schout van den Hage, verloren. Met transfix d.d. 1502 October 15 (zie reg. no. 81). 66. 1486 Juni 2. Maximiliaen, Boomsch koning, en Phillips, aartshertogen van Oosten- 30 rijcke, verleenen octrooi aan het convent van Sint Lijsbetten zusterhuis in het dorp den Hage om een rosmolen te plaatsen in hun convent tot het malen en breken van eigen tarwe, gerst, rogge enz. Gegeven in onser stede van Dordrecht .... upten anderden dach van Junio int jair ons Heeren duysent vierhondert zesse énde tachtich ende van onzen rijcke dienste. . Oorspr. (Inv. no. 3). Met het geschonden signet van Hoüant (in absentie van het groote zegel). N. B. Afgedrukt door A. J. Servaas van Rooyen in Bijdr. Bisd. Haarlem dl. 24 (1899), blz. 153—155, naar het verminkte, doch naar het origineel verbeterde hs. berustende in het gemeentearchief te 's-Orayenhage. 67. 1486 Augustus 10. Schepenen van den Hage oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters van den Hage verklaren ontvangen te hebben van Geertruut van Tol vijf rentebrieven tesamen sprekende van 16 pond 10 schellingen Hollandsch jaarlijks, waarvan' na overlijden van Geertruut e. a. 8 pond aan de firmerie van het Sint Lijsbetten zusterhuis uitgereikt moeten worden. Upten tyenden dach in August int jair ons Heeren M CCCC sessendetachtich. Oorspr. (Inv. no. 58.) Met schependomszegel in groene was. N.B. Met aangehecht stuk d.d. 1535 October 6 (reg. no. 127). 68. 1490 Mei 10. Baljuw, schout en schepenen van den Hagé verkoopen aan Lijsbet Willem Buysschen dochter een rente van 10 schellingen Vlaamsch jaarlijks, losbaar met 50 Rijnsche guldens. .... uptèn tyenden dach in Mey int jair ons Heren M CCCC ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 45). Met geschonden schependomszegel in groene was. 69. 14S0 Augustus 11. Baljuw, schout en schepenen in den Hage verkoopen aan Geryt Gijsbrechts zoon een rente van 10 schellingen Vlaamsch jaarlijks, losbaar met den penning 16. upten Xlsten dach in August© int jair ons Heeren M CCCC ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 46). Met geschonden schependomszegel in groene was. 70. 1498 Januari 15. Schepenen in dep Haag .oorkonden, dat Pieter Deym Willems zoon verklaard heeft het convent van Sint Lijsbetten zusterhuis in den Hage een zekeren rentebrief te zullen leenen om daarvan gebruik te maken, zoodra het belemmerd wordt in zijn recht op een vrijen doorgang door de gracht aan de zuidzijde van het land, waarvan in genoemden rentebrief sprake is. Gescreven upten XVsten dach in Januario int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende tnegentich. 81 Oorspr. (Inv. no. 24). Met geschonden schependoms zegel in groene was. N.B. Dit charter is vastgespeld aan de nos. 37. 39 44 46 58 en 69. 71. 1495 December 11. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Marijtgen Dirc Geryts zoons weduwe verkoopt aan de zusters en het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis een tuin en erf westwaarts van het klooster. Gescreven upten Xlsten dach in Decembri int jair ons Heren M CCCC vijf ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 25.) Met geschonden schependomszegel in groene was. N. K In dorso staat: Dirc in den Bruynvis' tuin. 72. 1496 Juni 29. Notaris Hugo de Bloot Theodericus' zoon instrumenteert, dat mr. Hugo de Ruven, priester in den Hage, zijn testament maakt, waarbij hij aan mr. Tielmannus Heynricus'zoon de Wiel, provisor en deken van Delflandia en pastoor te Dirxlant, en dementia Mathias' dochter, mater van het Sint-Elizabethshuis in Haga, de beschikking laat over al zijne roerende en onroerende goederen. Acta sunt hec in camera habitationis dicti testatoris sita in domo sororum Sanctae Elizabeth in Haga sub anno indictione mense die hora et pootificatu quibns supra (anno a nativitate eiusden Dormni millesimo quadringentesimo nonagesimo sexto decima quarta indictione mensis Junii die penultima hora quarta vel circiter post prandium pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno eius quarto). Oorspr. (Inv. no. 62). Met signatuur van den notaris. Met transfix d.d. 1496 Augustus 6 (zie reg. no. 73). 73. 1496 Augustus 6. De provisor en deken van Delfflant bekrachtigt het testament van Huge de Euven, priester in den Hage, d.d. 1496 Juni 29 (reg. no. 72), waardoor deze gestoken is. ' Datum anno Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo sexto mensis Augusti die sexta. Oorspr. (Inv. no. 62). Met geschonden zegel van den provisor in groene was en de signatuur van den notaris Hugo de Bloot. 74. 1497 Februari 15. Sch epenen van Dircxlant oorkonden, dat hun medeschepen Pieter Hughen zoon verkoopt aan het convent van Sint Elisabetten zusterhuis in den Hage eene jaarlijksche rente van 8 Bijnsche guldens, gaande uit 8 gemeten lands in het vrije van Dirxlant. .. gedaen int jair ons Heeren viertienhondert seven ende tnegentich den vijftienden dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 50). Met de geschonden schepenzegels van Oornelis Bouwen zoon en Laurijs Philips' zoon in groene was; dat van Jan Jans zoon verloren. 82 75. 1497 Juni 1. Jan Hughen zoon, pastoor van de parochiekerk in den Haghe, heer Andries Dircx zoon, heer Pieter Jans zoon van der Kerck en mr. Jan Warnaerts zoon, sleuteldragers van de memorie, en mr. Dirc Adriaens zoon, merroriemeester, verklaren te zullen doen en onderhouden het festum compositum van den octaaf van het H. Sacrament, gesticht door mr. Hughe van Ruyven voor zijn ziel. Int jair doen men screef duysent vierhondert seven ende tneghentich op die octave van den heyligen Sacramente. Oorspr. (Inv. no. 62). Het zegel van den pastoor verloren. 76. 1497 Juni 10. Jan Bloem Arians zoon verkoopt aan het convent van Sint Lijsbetthen zusterhuis in den Hage 1 morgen lands in den ban van Naeldwijck. Int jaer ons Heren viertienhondert sevenentnegentich den thienden dach in Junio. Oorspr. (Inv. no 40). Met de geschonden zegels van Arlewijn Vrancken zoon, baljuw van Naaldwijk, en Dirc Willems zoon in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d 1483 October 26 (zie reg. no. 64). 77. 1497 Juni 20. Deken en kapittel van Sint Adriaen te Naeldwijc erkennen, dat zij schuldig zijn aan het convent van Sinte Lijsbethin den Haghe een rente van 8 pond Hollandsch 'sjaars, verzekerd op 44 morgen land bij Delff, geheeten het land ter Made, dat zij geërfd hebben van Henric van Naeldwijc, waarvoor het convent voor genoemden Henric, Machtelt van Baephorst, vrouwe van Naeldwijc, hun beider ouders en kinderen en voor alle andere, voor wie Henric dat begeerd heeft, jaarlijks memorie zal houden. Int jaer ons Heren duysent vierhondert zes ende tnegentich twintich dagen in Junio. Oorspr. (Inv. no, 49). Het zegel van deken en kapittel verloren. 78. 1498 Juli 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Geryt Deym verkoopt aan de zusters en het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis aldaar een elstuin bezuiden den Hage in de Westhoefve. Gescreven upten XXIIIsten dach in Julio int jair ons Heeren M CCCC acht ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 26). Met geschonden schependomszegel in groene was. 79. 1499. December 80. Schepenen in den Haige oorkonden, dat Gillis Janszoon, snijders, en Geryt Pieterszoon, zijn zwager, hebben verkocht aan Anthuenis Janszoon, priester, een huis en erf in het Westeynde. Gescreven upten XXXen dach in December int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende tnegentich. 83 Oorspr. (Inv. no. 34). Met geschonden schependomszegel in groene was. N. B. De brief is vastgehecht aan dien d.d. 1519 Juni 8 (zie reg. no. 122)1 80. 1501 Juli 7. Schepenen van den Haghe oorkonden,dat Heinryck Jans zoon verkoopt aan Pieter Engebrechts zoon een huis en erf bij Sint Lijsbetten zusterhuis in den Haghe, onder voorwaarde, dat Pieter Engebrechts zoon mag timmeren op een muur, staande op de grens. Gescreven upten Vilen dach in Julio int jair ons Heeren XVo ende een. Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden schependomszegel in groene was. N!B. Aan dit charter zijn 2 andere, beide d.d. 1508 Maart 28 (reg. nos. 97 en 98) gehecht. 81. 1502 October 15. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Lyewijn Kaerles zoon voor zich en als voogd van Bartgen Snyer, zijne zuster, overdraagt aan het convent van Sint Elysabetten in den Haghe den schepenbrief d.d. 1485 Juni 27, waardoor deze is gestoken (reg. no. 65). Gescreven upten XVen dach in Octobri int jair ons Heeren XVc ende twee. Oorspr. (Inv. no. 47). Met geschonden schependomszegel in groene was. 82. 1503 Maart 1. Clemeyns Mathijs" dochter, rninistra, en het convent van Sinte Elysabetten huis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoirde, raadsheer, 9 pond aan lijfrente over 3 jaar voor Alijt en Marijtgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in genoemd klooster. opten eersten dach van Mairte anno vijftienhondert ende drie. Otrspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 83. 1503 Juli 26. Clemeyns Mathijs' dochter, mater, en het convent van Sint Elysabetthen zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoirde, raadsheer, 8y2 pond aan achterstallige lijfrente voor Alijt en Marijtgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in genoemd klooster. opten sessentwintichsten dach in Julius anno vijftienhondert ende drie. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met opgedrukt geschonden kloostersignet. 84. 1504 Mei 22. Clemeyns Mathijs' dochter, rninistra, en het convent van het Sint Elysabetthen zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Mary van Assendelf 3 pond bij hande van meester Jan van Divoerde, raadsheer, als lijfrente voor Alijt en Mary Wülems doehters van Assendelf, hare moeien. 3 34 opten twi ende twintichsten dach in Mey anno vijftienhondert ende vier. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 85. 1504 October 21. Clemeyns Mathijs' dochter, rninistra, enhet convent van Sinte Elysabetthen zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr". Jan van Dyvoirde, raadsheer, 20 pond Hollandsch als lijfrente voor Alijt en Marijtgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in genoemd klooster. opten een ende twintichsten dach in October anno vijftienhondert ende vier. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met opgedrukt geschonden kloostersignet. 86. 1504 November 8. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat pater en mater van het Sint Elizabeths zusterhuis aldaar, erkennen, dat door Maritgen en Lijsbeth Heinrics dochters, kinderen van wijlen Heinrick de Molenair, alle erfenissen enz. voldaan zijn, welke toekwamen aan Cornelia hare zuster, conventuale in genoemd convent, met eene lijfrente van 9 pond Hollandsch 's jaars. Gescreven opten XVIIen dach van Novembri int jair ons Heeren vijftienhondert ende vier. Oorspr. (Inv. no. 56). Met geschonden schependomszegel in. groene was. 87. 1505 Februari 4. -f Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Claes' zoon verkoopt aan het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage % van 1 morgen lands in den ban van Naeldwijck. Gescreven upten vierden dach in Februario int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende vijff. Oorspr. (Inv. no. 41). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1483 October 26 (reg. no. 64). 88. 1505 Mei 20. Clemeyns Mathijs' dochter, rninistra, en het convent van Sinte Elysabetthen zusterhuis in den Haghe erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Divoirde, raadsheer, 8 pond Vlaamsch als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in genoemd klooster. opten twintichsten dach in Mey anno XVc ende vijf. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 89. 1505 October 13.. Clemeyns Mathijs' dochter, rninistra, en het convent van Sinte Elysabetthen zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoirde, raadsheer, 15 Rijnsche guldens als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in genoemd klooster. 85 opten dertiensten dach in October anno vijftienhondert ende vijf. Oorspr. op papier. (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 90. 1506 Mei 27. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Lijsbeth Pol, weduwe van mr. Adriaen van Hoogesteyn, heeft toegestaan aan Jan Aernts zoon alias Cooperenpot, om te timmeren en te ankeren aan de steenen oostgevel van haar huis op de Laen, waarvoor hij zich verplicht tot het onderhoud dier gevel. Geschreven opten XXVIIen dach in Meye int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende sesse. Oorspr. (Inv. no. 27). Met het schependomszegel in groene was. 91. 1506 Juni 2. Clemeyns Mathijs' dochter, rninistra, en het convent van Sinte Elysabetthen zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoirde 8 pond als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in het klooster. opten anderden dach in Junio anno XVc ende ses. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met het opgedrukte geschonden kloostersignet. 92. 1506 Juni 20. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Phillips Marcelys' zoon heeft verkocht aan het convent van Sint Lijsjbethen zusterhuis den tuin en het erf, vermeld in den brief d.d. 1479 Juli 28, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 61). Gescreven opten XXen dach in Junio int jaer ons Heeren vijftienhondert ende sesse. Oorspr. (Inv. no. 28). Met gemeen schepenzegel in groene was. 93. 1506 September 16. Aechte Pieters dochter van Brabant, rninistra, en het convent van Sinte Elysabetthen zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoirde, raadsheer, 20 pond Hollandsch als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in het klooster. °Pten sestiensten dach van September anno vijftienhondert ende sess. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met opgedrukt geschonden kloostersignet. 94. 1507 April 16. Aechte Pieters dochter, rninistra, en het convent van Sinte Elysabeths zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoerde, raadsheer, 3 pond als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in genoemd klooster. opten sestiensten dach in Aprel anno vijftienhondert ende se ven. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met het opgedrukte geschonden kloostersignet. 86 95. 1507 Juni 9. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jacob Matheeus' zoon verkoopt aan Floris van Thol, priester, pater van het convent van Sint Lijsbetten in den Hage, ten behoeve van dat convent, een tuin daarbij gelegen. Gescreven upten IXeri dach in Junio int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende seven. Oorspr. (Inv. no. 29). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Met aangehecht charter d.d. 1507 Juni 9, (reg. no. 96). 96. 1507 Juni 9. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Floris van Thol, priester, pater van het convent van Sint Lijsbetten, erkent schaldig te zijn aan Ja cop Matheus' zoon 8 pond Vlaamsch, als koopsom van een tuin en erf bij genoemd convent. Gescreven upten IXen dach in Junio int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende "seven. Oorspr. (Inv. no. 29). Met geschonden schependomszegel in groene was. N. B. Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1507 Juni 9 (zie reg. no. 95). In dorso kwiteeringen van betaalde termijnen. 97. 1508 Maart 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Engebrechts zoon verkoopt aan Floris van Thol, priester, pastoor van den Ouder Tongeen pater van Sinte Lijsbetten zusterhuis een huis en erf aan de westzijde daarvan. Gescreven upten XXVIIIen dach in Maerte int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende acht. Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1501 Juli 7 (reg. no. 80). 98. 1508 Maart 28. Schepenen van den Hage" oorkonden, dat pater en mater van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage erkennen schuldig te zijn aan Pieter Engebrechts zoon 20 pond Vlaamsch als koopsom van een huis en erf, staande aan de westzijde van het zusterhuis. Gescreven opten XXVIIIen dach in Maert int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende acht. Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden schependomszegel in groene was. N. B. In dorso een aantal kwiteeringen. Dit charter te vastgehecht aan den brief d.d. 1501 Juli 7 (reg. no. 80). 99. 1508 Maart 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Cornelia Geryts dochter verkoopt aan pater en mater en het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuisin den Hage % van een stuk land gelegen bij Pontius' put. Gegcreven upten XXVIIIen dach in Maerte int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende acht. Oorspr. (Liv. no. 31). Met geschonden schependomszegel in groene was. 87 100. 1508 November 10. Pater en mater en convent der besloten zusters van Sint Elysabetthenklooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 15 Rijnsche guldens als lijfrente voor Alijt en Marie Willems dochters van Assendelft, nonnen in het klooster. opten tienden dach in November anno vijftienhondert ende acht. - Oorspr. op papier (Inv. no. 67). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 101. 1509 Januari 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacop Claes' zoon verkocht - heeft aan heer Willem Hermans zoon, priester, een huis en erf ten westen van Sint Lijsbetten zusterhuis. Gescreven opten "XVIen dach in Januario anno XVc ende negen. Oorspr. (Inv. no. 32). Met het schependomszegel in groene was. N.B. Met aangehecht charter dd. 1509 Januari 16 (zie reg. no. 102). 102. 1509 Januari 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem Hermans zoon, priester, verklaard heeft schuldig te zijn aan Jacop Claes' zoon'l2 pond Vlaamsch als koopsom van een huis en erf ten westen van Sinte Lijsbetten zusterhuis. Gescreven opten XVIen dach in Januario anno XVc ende negen. Oorspr. (Inv. no. 32). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Het charter is vasgethecht aan den brief dd. 1509 Januari 16 (zie reg. no. 101). 1509 April 2. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Willem Jans zoon van Wateringe verkoopt aan het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage % van 1 morgen land in den ban van Naeltwijck. Gescreven upten anderden dach van Aprüle int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende negen. Oorspr. (Inv. no. 42). Met het geschonden zegel van Jacop van de Wyel Adriaensz. in groene, en dat van Dirck van Boneem in roode was. N.B. Het charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1483 October 26 (reg. no. 64). 104. 1509 April 18. Pater, mater en convent der besloten zusters van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Janvan Mathenes 8 pond als lijfrente voor Alijt en Marie Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster, i opten achtienden dach inden April anno vijftienhondert ende negen. Oorpsr. op papier (Inv. no. 67). Met opgedrukt geschonden kloostersignet. 105. 1510 Maart 22. De mater van het Sinte Elysabetthen klooster in den Haghe erkent ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 10 philipsguldens in korting van de 12 philipsguldens verschenen lijfrente voor Alijt en Maritgen 103. 38 Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster, en verklaart, dat er nog 8£ Rijnsche gulden en 7 stuivers ontbreken. .... opten XXII sten dach in Maert anno XVc ende X. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met de handteekening van de mater Aechte Peters dochter van Brabant. 1067 1510 Juni 8. Pater, mater en convent van het Sinte Elysabethen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 20 pond Hollandsch als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster. opten achten dach in Junius anno vijftienhondert ende tien. Oorspr. op pipier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 107. 1510 October 2. Pater, mater en het convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 3 pond als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft,> nonnen in genoemd klooster. • opten tweden dach in October anno vijftienhondert ende tien. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte V kloostersignet Verloren. 108. (1510).' De mater van het Sinte Elysabetten klooster in den Haghe erkent ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 6 Rijnsche guldens in korting van .... Rijnsche guldens lijfrente voor Alijt en Mariken Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster. Oorspr. op papier (Inv. nó. 57). Met de handteekening van de mater Aechte Peters van Brabant. N.B. Ongedateerd en beschadigd, waardoor het bedrag der verschuldigde lijfrente ontbreekt. 109. 1511 Maart 1. Pater, mater en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 20 pond Hollandsch als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft, nonnen in het klooster. opten yersten dach van die Meert anno vijftienhondert ende elf. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 110. 1511 November 3. Ministersse en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Haghe erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 3 pond als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster. opten derden dach in November anno vijftienhondert ende elf. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 111. 1511 December 31. Broeder Heynryck Claes' zoon, pater, en de Cellebroeders binnen Delf verklaren ontvangen te hebben van Vyncent Crystoffels zoon, hun broe- Pater, mater en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 20 pond Hollandsch als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft, nonnen in het klooster. opten yersten dach van die Meert anno vijftienhondert ende elf. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 1511 November 3. Ministersse en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Haghe erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 3 pond als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster. opten derden dach in November anno vijftienhondert ende elf. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 1511 December 31. Broeder Heynryck Claes' zoon, pater, en de Cellebroeders binnen Delf verklaren ontvangen te hebben van Vyncent Crystoffels zoon, hun broe- 89 der uit den Haech, een rentebrief, sprekende van 3 pond Vlaamsch 's jaars, losbaar met den penning 20,ten laste van de stad Delf, van welke rente Vyncent Crystoffels zoon 4, het Synte Elysabetten klooster in den Haech 8, en de Cellebroeders 6 Rijnsche guldens jaarlijks toekomen. Ghedaen en gescreven opten lesten dach in December int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende ellyf. Oorspr. (Inv. no. 48). Met een re3t van het conventszegel der Cellebroeders in groene was. N.B. In dorso staet: Item van Ohristoffels kynderen acht Rijnsgld. 112. 1512 September 25. Ministersse en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 18 Rijnsche guldens als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster. opten XXVsten dach in September anno XVc ende twalef. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 113. 1515. October 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Crystingen Braems dochter erkend heeft dat Marygeü en Lijsbet Heynricks dochters, een rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks zullen behouden uit het huis in het Westeynde van den Hage op de hoek van de Vleerstraet, dat deze haar verkocht hebben, losbaar met den penning 16. Gescreven opten XIX dach van Octobri anno XVc ende vijfthyen. Oorspr. (Inv. no. 51) De zegels van Bartelmeeus Heynricksz. en Gerrit Willemsz. in den Roester, schepenen, verloren. 114. 1516 April 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Ariaen Lenaerts zoon verkoopt aan Marygen Heynricks dochter een huis en erf in het Westeynde. Gescreven opten tweeden dach van April anno XVc ende sesthien. Oorspr. (Inv. no. 34). Met het zegel van Dirck Jansz. Duycker in groene was, dat van Ariaen Gerritsz. Paert verloren. Met tfansfix d.d. 1519 Juni 8 (zie reg:no. 122). 115. 1516 April 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Marygen Heynricks dochter verklaard heeft schuldig te zijn aan Ariaen Lenaerts zoon 46 pond Vlaamsch wegens den koop van een huis in het Westeynde, te betalen in vier termijnen. Gescreven opten tweeden dach van April anno XVc ende sesthien. Oorspr. (Inv. no. 34). De zegels van Dirick Jansz. Duycker en Ariaen Gerritsz. Paert, schepenen, verloren. N.B. De brief is geoancelleerd en vastgehecht aan dien d.d. 1529 Juni 8 (zie reg. no. 122). 116. 1517 Maart 7. Ministersse en convent van Sinte Elyzabeth te tsGravenhage erkennen ontvangen te hebben van Marry van Mathenesse 83 Rijnsche guldens als lijfrente voor Maritgen en Alijt Willems dochters van Assendelff, nonnen in genoemd klooster. 40 opten sevenden dach in Maert int jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende seventhien na tscrivens thooffs van Utrecht. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met handteekening van Maritjen Willems dochter van Assendelf als mater. 117. 1518 Maart 10. Mater en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 20 pond Hollandsch als lijfrente voor Mariken Willems dochter van Assendelft, mater, en Alijt Willems dochter van Assendelft, non in genoemd klooster. opten tienden dach in Maert anno vijftienhondert ende ach- tien. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 118. 1518 Maart 10. Mater en convent van het Sint Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 18 Rijnsche gaLdens als lijfrente voor Mariken Willems dochter van Assendelft, mater, en Alijt Willems dochter van Assendelft, non in genoemd klooster. opten tienden dach in den Maert anno XVc ende achtien. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 119. 1518 December 15. Materenconvent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Haghe erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 18 Rijnsche guldens als lijfrente voor Mariken Willems dochter van Assendelft, mater, en Alijt Willems dochter van Assendelft, non in genoemd klooster. opten vijftienden dach in December anno XVc ende achtien. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 120. 1519 Maart 4. Mr. Wollebrant Aernts zoon, priester, verhuurt aan het convent van Sinte Elyzabeth in den Haghe 3% morgenland zuidwaarts van genoemd convent. Gescreven int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende negenthien opten vierden dach in Maert. Oorspr. (Inv. no. 33). Met de geschonden zegels van mr. Wollebrant Aernts zoon en Claes Willems zoon (Hoogenhoock) in groene was. 121. 1519 Juni 6. Schepenen vanGueree oorkonden, dat Maertijn Heyndrixszoon belooft te zullen vrijwaren met zijn eigen huis aldaar het huis, dat Maeritgen Heynriks zoons dochter gekocht heeft van Ariaen Lenaerts zoon, staande in het Westende (in den Haag). Den sesten dach in Junio int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende neghenthien. ' -„ Oorspr. (Inv. no. 34). Met de geschonden zegels van Danckert Cornelis zoon en Cornelis Willems zoon schepenen, in groene was. N. B. Deze brief is vastgehecht aan dien d.d. 1519 Juni 8 (zie reg. no. 122). 41 122. 1519 Juni 8. Het Hof van Hollant verleent akte van vrijwillige condemnatie aan Martijn Heynrics zoon van Mechelen en Lijsbeth Anthonis' dochter, echtgenooten, voor hun huis te Goederrede aan de zuidzijde van de haven, als waarborg voor het huis in het Westeynde in den Hage, vermeld in den brief d.d. 1516 April 2, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 114). opten Villen dach in Junio int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende negenthiene. Oorspr. (Inv. no. 34). Met gesehonden zegel in roode was. N.B. Aan dit charter zijn vastgehecht de brieven d.d. 1499 December 30, 1516 April 2 en 1519 Juni 6 (zie reg. nos. 79, 114, 115 en 121. In dorso staat: Brieven vantthuys, daer Lijsbet Heynricx dochter in starf in Westeinde. 123. 1519 December 15. Mater en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Haghe erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 18 Rijnsche guldens als lijfrente voor Mariken Willems dochter van Assendelft, mater, en Alijt Willems dochter van Assendelft, non in genoemd klooster. opten vijftienden dach in December [anno XVc ende] ') negentien. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 124. 1520 December 25. Mater en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 18 Rijnsche guldens als lijfrente voor Mariken Willems dochter van Assendelft, mater, en Alijt Willems dochter van Assendelft, non in genoemd klooster. opten XXVsten dach in December anno XVc ende twentich. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. . 125. 1522 Januari 8. Mater en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 18 Rijnsche guldens als lijfrente voor Mariken Willems dochter van Assendelft, mater, en Alijt Willems dochter van Assendelft, non in genoemd klooster. opten achten dach in Januarius-na scryven des hoefs van Uuttricht anno XVc ende twe en twentich. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 126. 1525 Maart 7. Prior en gemeen convent der Regulieren tsGravenzand oorkonden, dat Lijsbet Heynrycks dochter hun gegeven heeft een schepenbrief met eenige transfixen sprekende van twee kamers met erf en tuin in de Crepelstraet te Delff en 48 pond Vlaamsch, waarvoor zij wekelijks vijf missen zullen doen, welke missen zij verzekeren Afgescheurd. 42 op 28 morgen land geheeten Uuthoff en gelegen te sGravenzand. opten sevenden Marcii anno XVc vijf ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 61). Met het conventszegel in groene was en geschonden. 127. 1535 October 5. Cornehs van der Mersche Bouwen zoon, zijne echtgenoote Belijtgen Cornehs de Balmakers dochter en Aechte hunne dochter geven aan het Sinte Lijsbetten convent in den Hage eene jaarrente van 15 carolusgulden. Upten vijfften dach Octobris anno XVc ende vijff ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 58). Met de. handteekeningen van . Cornelis van der Mersche en Belie Cornelis' dochter. Het opgedrukte Bignet van eerstgenoemde verloren. — N. B. Aangehecht aan een charter d.d. 1486 Augustus 10 (reg. no. 67.) 128. 1540 December 2. Kors Pieters zoon van der Beeck en mr. Aernt Huygens zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Mathijs van Steenbeek als man van Maritgen Claes' dochter, en Symon IJsbrants zoon, erfgenamen van IJtken Claes Boens, hun moeder, overdragen aan Jan Claes' zoon, priester, eene jaarlijksche rente van 16 stuivers en 1 oortje, gaande uit land van het convent van Sinte Elijsbet in den Hage, genaamd de Nyeuwe Henne, gelegen achter genoemd convent, omtrent de Rijswijksche kade. upten Hen dach van Decembris anno XVc ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 59). Met het geschonden schepenzegel van mr. Aernt Huygens zoon in groene was, dat van Kors Pieters zoon van der Bseck verloren., N.B. In dorso akte van kwijtschelding aan het convent d.d. 1540 December 3. (zie reg. no. 129). 129. 1540 December 3. Jan Claes' zoon priester, transporteert aan het convent van Sint Elyzabet in den Hage den rentebrief, op welks rugzijde dit geschreven is (zie reg. no. 128). anno XVc ende viertich den derden dach van December. In dorso van regest no. 128. Met de handteekening van Jan Claes' zoon, priester. /t30. 1546 Januari 4. Gezworenen in het gerecht van Naeldwijck oorkonden, dat heer Gerrit Aryaens zoon, priester, kapelaan van de Sint Cornehs kapel te Honsholredijck, heeft verkocht aan Thyelman Jan Andries die Vulders zoon een rente van 4 pond Hollandsch jaarlijks, losbaar met den penning 16 en verzekerd op zijn huis en erf te Naeldwijck. Gedaen anno vijftienhondert ses ende veertich den vierden dach Januarii nae tgemeen scryven. Oorspr.(Inv.no.53).Met geschonden zegel van mr. Jan van Hoyquesloedt, baljuw en schout te Naaldwijk, in roode was. Met transfix dd. 1555Februari 20 (zie reg. no. 132). 131. 1550 April 24. Pater, priorin, suppriorin en procuratrixmet het convent der Begu- 43 krissen, genaamd Nazareth, gelegen in het ambacht Rijswijck, verkoopen tot herstel van hunne kerken met consent van den oversten prior en visitator van hun huis, den prior van Syon.'aan Jan Claes' zoon,, priester in den Hage, 2 pond groot Vlaamsch 'sjaars, gaande uit 6 morgen land in Tegerbroeck (in het ambacht Rijswijck) en losbaar, met den penning 16. ......anno vijfthienhondert ende vijftich den vier ende twintichsten dach in Aprill. Oorspr. (Inv. no. 54). Met geschonden zegel van den generaal prior in groene was; het conventszegel ver. .' v loren. — Met transfixd.d. 1568 October 12 (reg. no. 144). 132. 1555 Februari 20. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Thielman Jans zoon verkocht heeft aan het convent van Sint Elijsbetten in den Hage de rente, vermeld in den brief d.d. 1546 Januari 4, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 130). Opten twintichsten dach Februarii anno XVc vijff ende vijftich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 53). Twee sohepenzegels verloren. 133. 1557 November 21—December 26. Schepenen van den Hage oorkonden, dat in het convent van Sinte Elijsbet aldaar Jan Claes' zoon, priester, als pater van genoemd zusterhuis, Maritgen de Milde Adriaens dochter, mater, en elf 'zusters,, vertegenwoordigende het genoemde convent, met Symon van • der Does, schepen van den Hage, haar vader en voogd ter eenre, en ^ Adam van Segwairt op het huis te Westerbeeck ter andere zijde, overeenkomen — om hun geschil te beslechten aangaande een uitweg over de Zusterslaan — dat het convent overdraagt aan Adam van Segwairt 2 morgen land, geheeten de Buttercamp en gelegen te Eyckenduynen, waarvoor zij van hem ontvangen 8 hont land in den Hage. Soe hebbe ick, broeder Jan van Scorenburch, generalis minister tertii ordinis Sancti Francisci, 't zegel van ons generaal capittel hier onderaan gehangen upten XXVI dach van Decembri ende wy pater ende mater voorn. tconventszegeLopten XXIIIsten dach van November ende wy schepenen voorn, elx onssen zegelen opten XXIsten dach van November. AU in den jaire ons Heeren duysent vijfhondert zeven ende vijftich. -v Oorpsr. (Inv. no. 35). Met 2 geschonden schepenzegels . van Cornelis van Aicken en van Willem van Cryep in groene was; de beide andere verloren. N.B. Hieraan zijn vastgespeld de brieven d.d. 1433 Januari 16 en 1449 October 23 (zie reg. nos. 12 en 24). 134. 1559 Mei 22. Schepenen van den Hage oorkonden, dat de voogden van de twee onmondige weeskinderen van Cornehs Barthouts zoon verkocht hebben met consent van de weesmeesters van Delff anno (15)59 April 15 aan Jan Claes' zoon, priester, pater van het convent van Sint Elizabeth in den Hage, een kampje lands met de helft van de laan daaraan gelegen, groot c. 4 hont. upten XXIIen May anno XVc neghen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 36) Twee sohepenzegels van Cornelis 44 van Aecken en Symon van der Does verloren. Met transfix d.d. 1562 Juni 18 (zie reg. no. 137). N. B. Het charter vastgehecht aan dat d.d. 1429 Juli 8 (zie reg. no. 8). 135. 1559 Juni. Coenraet Oelen zoon en Jacop Coenen zoon, gezworen landmeters in Delflant, verklaren, dat zij, ten verzoeke van Jan Claes' zoon, pater van het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis, gemeten hebben een stuk land achter het convent in den Haechpolder aan Sint Lijsbetten laen, welk land groot is zonder de halve laan 4 hont en 90 roeden en met de.halve laan 5 hont en 25 roeden. Actum in Junio anno XVc ende LIX. Oorspr. op papier (Inv. no. 36). Met de handteekeningen van de landmeters. N.B. Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1429 Juli 8 (zie reg. no. 8). 136. 1560 Aprü 27. Heer Jan Claes' zoon, priester, pater, Maritgen de Milde Ariaens dochter, mater, en 12 zusters, vormende het oude kapittel van het convent van Sint Elyzabeth in den Hage, erkennen ontvangen te hebben van Katherina Cornehs' dochter, non in genoemd klooster en eertijds hunne mater, 2 schepenbrieven elk sprekende van eene jaarlijksche rente van 4car. guldens, de eerste ten laste van Vranck Jacobs zoon te Wateringe, de tweede van Jacob Claes' zoon en Coenraet Oelles zoon, organist in den Hage; bovendien nog 12% stuiver 's jaars, door de memorieheeren uit te reiken bij de memoriediensten voor Gerart Claes' zoon en Truytgen, hare grootouders. opten XXVII dach van Aprilis anno XVc tsestich. Oorspr. (Inv. no. 60). Met geschonden conventszegel in groene was. 137. 1562 Juni 18. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Claes' zoon, priester, heeft verklaard anno 1561 Februari 28 aan het convent van Sint Elizabeth aldaar verkocht te hebben 4 hont lands met alle reohten, waarvan de brief spreekt d.d. 1559 Mei 22, waardoor deze is gestoken (zie reg. no. 184). Upten XVIII en Juny anno XVc twee ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 36). Met geschonden schepenzegel van Cornelis van Aecken; dat van Symon van der Does verloren. 138. 1566 Maart 16. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Laurens Cornehs' zoon Talman belooft het convent van Sinct Elizabeth in den Hage schadeloos te zullen houden van een zeker officie van 6 pond Vlaamsch 's jaars, belast met 7 missen per week, welke genoemd convent gegeven heeft aan Jacob Laurens' zoon, klerk van het bisdom Utrecht, wonende in den Hage, om tot priester gewijd te mogen worden, waartoe hij verbindt het door hem bewoond wordende huis met erf en zijn tuintje op de Geest in den Hage. upten XVIen dach Martii anno XVc zes ende tzestich na gemeen scryven. 45 Oorspr. (Inv. no. 65). Met geschonden schepenzegel van Frans Hubrechts zoon in groene was; dat van Jacob van Dorp verloren. 139. 1566 Juni 7. De Rekenkamer in den Haghe consenteert pater, mater en religiosen van het Sinte Elzabeth zusterhuis aldaar om een ghnting van 16 of 18 voet te zetten langs de kamer van den pater aan de straat tegen een recognitie . Actum den Vllen dach Junii XVc zessendetzestich. Oorspr. (Inv. no. 37). Geteekend door G; Wallerandt N.B. Aan den voet de mededeeling, dat de akte geregistreerd is in het Vlle boek van de appointementen. 140. 1568 Juli 15: Vincent Mulocq, pastoor der groote kerk van St. Jacob te sGravenhage, en Maria Cornehs' dochter, priorin van het Sint Elisabeths convent aldaar, patronen der vicarie op het altaar van Sint Elizabeth in dat convent, vergunnen Johannes Arnoldus' zoon, rector, bedoelde vicarie te ruilen met die van Johannes Adrianus' zoon, rector der vicarie van Sint Catharina in de kapel van den H. Ivo van het Hof. Acta in Haga in sacrario castri Hagensis anno millesimo quingentesimo sexagesimo octavo die vero 15 mensis Julii. , Oorspr. op papier (Inv. no. 66). Met de signatuur van 1 Cornelis de Cape Ha, notaris. 141. 1568 Juli 15. Johannes Adrianus' zoon, priester, vicaris van het altaar van Sint Catherina in de Hof kapel, en Johannes Arnoldus' zoon, Utrechtsch klerk, rector der vicarie op het altaar van het Sint Elizabeths klooster te 's-Gravenhage, ruilen, met goedvinden van collatoren, hunne beneficiën. Anno millesimo quingentesimo sexagesimo octavo die Jovis decima quinta mensis Julii. Oorspr. (Inv. no. 66). Met de signatuur van den notaris Cornelius de Capella. 142. 1568 Juli 20. Fredericusa Tautemborch, aartsbisschop van Trajctum, keurt goed de ruiling van vicarieën tusschen Johannes Arnoldus' zoon, rector der vicarie van de H. Elisabeth in het Sint Elisabeths klooster te 's-Gravenhage, en Johannes Adrianua' zóón, rector der vicarie van Sint Catharina in de kapel van den H. Ivo van het Hof, en gelast Johannes Adrianus' zoon in het bezit der nieuwe vicarie te stellen. Datum anno XVc sexagesimo octavo die vigesima mensis Julii. Oorspr. (Inv. no. 66). Het zegel verloren; met de handteékening van den notaris Lamzweerdè. N. B. In dorso de verklaring van de inbezitstelling (reg. no. 143). 143. 1568 Juli 28. Cornehus de Capella, notaris, verklaart, dat hij Johannes Adrianus' zoon in het Sint Elizabeths klooster op het altaar van de H. Elisabeth in het bezit der vicarie van genoemd altaar heeft gesteld. Opgenomen in dorso van reg. no. 142. Met de handteekening van den notaris. 46 144. 1568 October 12. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Claes' zoon, priester, pater van het convent van Sint Elijsbeth in den Hage, verkoopt aan dat convent eene rente van 12 carolusguldens Vlaamsch 's jaars, vermeld in den brief d.d. 1550 April 24, waardoor deze is gestoken (zie reg no. 131). opten Xllen dach Octobris anno XVc acht ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 54). Met geschonden schepenzegels van Jan van Ouwen en van Pieter de Vries in groene was. 145. 1571 April 19. Jacob Boll, ontvanger-generaal van de beden over Hollandt, oorkondt, dat mater en conventualen van het Sint Elysabet convent in den Hage hem hebben toegestaan eene heining te maken aan de westzijde van de sloot, gelegen aan het westeinde van den tuin of den boomgaard, te beginnen van zijn zomerhuisje zuidwaarts langs de geheele sloot, zoover als zijn erf zich uitstrekt, alwaar hij op de afscheiding van beider boomgaarden of erven in genoemde sloot ook eene afscheiding van glinten of planken moet maken. ten daege ende jare'als boven (den XlXen Aprilis anno XVc LXXI). Oorspr. op papier (Inv. no. 38). Met de handteeke• ning van den oorkonder. N. B. Dit stuk is vastgehecht aan den brief d.d. 1571 Mei 11 (zie reg. no. 146). 146. 1571 Mei 11. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Claes' zoon, priester, als pater van het Sint Elijsbetthen zusterhuis, en Maritgen Cornelis' dochter, moeder in genoemd convent, met Dirick van Alckemade en Symon van der Does als vaders van genoemd convent aan de eene zijde, en mr. Jacob .Boll, ontvanger-generaal van de beden en subventen over Hollant, aan de andere zijde, overeengekomen zijn, dat het convent aan den ontvanger-generaal een erf van 2 voet bewesten het convent zal afstaan, waarop hij een kruisdorenheg zal maken en onderhouden van 8 of 4 latten hoog. opten elffden dach van Meye anno XVc een ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 38). Met de zegels van de schepenen *» Dirick Paeu en Joseph van Hove in groene was; het eerste . geschonden, het tweede met contrazegel. N.B. Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1571 April 19 (zie reg. no. 145). 147. 1571 Augustus 27. Predericus a Tautenburch, aartsbisschop van Trajectum, verleentaan Joannes Adrianus' zoon, priester ea rector der vicarie van het altaar van de H. Elysabeth in het Sint Elysabeths klooster in den Haag, op zijn verzoek toestemming om 3 in plaats van 5 missen per week aldaar te lezen met het oog op de geringe inkomsten dier vicarie, behoudens goedkeuring van de collatoren en van den pastoor of den memöriemeester. Datum die vicesima septima mensis Augusti anno Domini millesimo quingentesimo septuagesimo primo. 47 Oorspr. (Inv. no. 67). Het zegel verloren. Met de handteekening van den notaris Lamzweerde. N.B. Het charter is vastsgespeld aan dat d.d. 1571 September 1 (zie reg. no. 148). 148. 1571 September 1. Vincentius Mulock, pastoor van de St. Jacobs kerk te sGravenhage, collator van de vicarie van het altaar van de H. Elysabeth in het St. Elysabeths klooster in den Haag, en Hugo Georgus' zoon, memoriemeester van genoemde kerk, verleenen, daartoe verzocht door den aartsbisschop van Utrecht, de toestemming, breeder vermeld in reg. no. 147, aan Joannes Adrianus' zoon. Acta in domo sacraria templi maioris Hagensis anno rnillesimo quin- ' gentesimo septuagesimo primo die Sabbati prima Septembris. Oorspr. (Inv. no. 67). Met de signatuur van den notaris Petrus Dalen. N.B. In dorso staat eene verklaring van notaris Lamzweerde, dat Johannes Adriaens zoon in 1571 September 11 ter voldoening aan het bisschoppelijk bevel dit document aan den vicaris-generaal heeft overhandigd. 149. 1572 Maart 29. Het Hof van Hollant doet uitspraak in het geschil tusschen Jan Adriaens zoon, priester, als possesseur van zekere vicarie, gefundeerd op het Sint Elisabeths altaar in het Sint Elizabeths zusterhuis in den Hage, en Aernt Cornelis' zoon betreffende de helft van 5 morgen lands ten gunste van Jan Adriaens zoon. Gedaen in den Hage ende gepronunchieert den XXIX Martii XVc LXXI stilo curiae. Oorspr. (Inv. mo. 68). Met de handteekening van den griffier B. Ernst. HET ZUSTERHUIS SINT MARIA IN GALILEE. INLEIDING. Dit klooster werd in 1463 gesticht door eenige zusters van het Sint-Elizabethsklooster. Zij hadden daartoe 23 Mei van dat jaar met de moeder en de achtergebleven zusters van laatstgemeld klooster zekere scheiding en overeenkomst aangegaan, en dat onder goedkeuring of bij brieven van den bisschop van Utrecht. Die brieven werden vervolgens door Philips van Botjhgondië bevestigd bij brief d.d. 1463 September 10, waarbij hij het klooster mede in zijne bijzondere bescherming nam. Boven dit stuk (beschreven in reg. no. 10) staat: „Privilegium, dat ons convent by oirlof ende consent van den prins gefurrdeert is, ende onder zijne protecti genomen heeft". Dit convent wordt nu eens op het Spui dan weder in de Poten beschreven; het werd op het Spui gesticht en had daar aanvankelijk zijne kerk en zijn hoofdingang, doch deze zijn later naar de Poten overgebracht. Wel hadden de zusters bij akte d.d. 1467 Januari 7 verkregen een stuk land met een uitweg naar den Potenweg doch dit was de latere Korte Houtstraat; daarentegen blijkt uit eene akte d.d. 1477 Januari 29, dat verscheidene erven het klooster toen nog van de eigenlijke Poten scheidden. Ten onrechte meent dus De Biemek, dat het reeds dadelijk in de Poten stond, doch zich uitstrekte tot het Spui. In 1497 werd den pater vergund puin van het Hof weg te halen om te dienen tot fondament van eene nieuwe kerk, terwijl bij eene akte van 1502 Wouter Jans zoon, timmerman te 's-Hertogenbosch, verklaarde van de zusters ontvangen te hebben eene schuldbekentenis van 500 Bijnsche guldens, wegens hout voor hare nieuwe kerk. Tusschen 1497 en 1502 is dus eene nieuwe kerk gebouwd, welke die in de Poten moet geweest zijn, naar men eerst na dien tijd van dit klooster in de Poten gewag vindt gemaakt. Het klooster bezat de meeste gronden ten oosten en zuiden tot aan de Coman Wülems laan *); daarenboven vele gronden tusschen de latere vaart en den Veenpolder, toen nog rietlagen of riettuinen en door het klooster gedeeltelijk uitgegeven om „toe te maken" (op te hoogen). Evenals de andere kloosters had het eene brouwerij en een rosmolen. Het recht om een molen te houden had het klooster verkregen bij brief van den graaf d.d. 1480 *) Waarschijnlijk de latere Nieuwe Haven en het Voorburgstraatje. 49 April 17 *) op gelijke voorwaarden als het Sint-Agnietenklopster, te weten: tegen betaling van 20 mieten 's jaars voor iedere persoon in het klooster. In 1512 werd die uitkeering veranderd in eene vaste som van 20 stuivers gedurende 10 jaar. Dit duurde voort tot 1542; toen nam het klooster den rosmolen van den graaf op het Spui tegen 8 pond 's jaars in pacht, op welken grond het beweerde „oic wel te mogen malen zonder geld te geven, anders dan den erfpacht". Nadat het klooster 1558 April 28 van die pacht ontslagen was, betaalde het weder tot 1565 per persoon. Door die betaling is de grootte der bevolking van het klooster bekend; deze bedroeg in 1487 50, in 150848, en in 1559 34 personen. Het klooster had een groot en een klein zegel, afgebeeld resp. bij De Riemer dl. I blz. 474 in Mededeelingen van 's-Gravenhage dl. H bldz. 98. Reeds in 1563 begonnen de zusters eenige onroerende goederen te verkoopen „overmits de lasten 't voirsz. convent binnen corte jaren overcomen ende de jegenwoordige scarpen tyden". Zoo verkochten zij in 1567 Mei 18 ook de brouwerij en den rosmolen, nadat zij dit in 1564 vruchteloos beproefd hadden. Dit klooster ging in 1572 te niet. De huizen en erven zijn door Den Haag, volgens akte der Staten d.d. 1578 April 27, in eigendom aanvaard, terwijl de conventualen van de Staten een jaargeld ontvingen, dat bij resolutie van 7 Juli 1595 voor de 7 toen nog in leven zijnde, is verhoogd. Het overschot werd tot onderhoud der predikanten gebezigd. Het klooster zelf werd gesloopt en vervangen door particuliere huizen. Slechts het straatje, dat uit de Poten naar het klooster hep, heeft nog de herinnering daaraan bewaard door zijn naam „Bagijnestraat". Het cartularium (Inv. no. 1) bevond zich in de collectie Van Wijn; de inventaris der brieven enz. van pater Lubeeck Dirks zoon (Inv. no. 2) in het archief der Geestelijke Goederen. INVENTARIS. A. Beheer der goederen. . I. In het algemeen. 1. „Begister". Cartularium, bevattende afschriften van eigendomsbewijzen en rentebrieven van 1886—1587. 1 deel. N.B. Voorin bevindt zich eene inhoudsopgave, waarin vele aanteekeningen betreffende personen en gebouwen, in de akten genoemd. De eerste bilden zijn gemerkt A, B en C, de verdere zijn genummerd. Folio XXXVIII bevat een aantal aanteekeningen met het opschrift „Van onze missen". Achterin zijn vastgehecht eenige authentieke afschriften van stukken betreffende den gerechtelijken verkoop van eenige tuintjes. 1) Deze brief is afgedrukt door A. J. Sebvaas van Rooyex in Bijdr. Bhd.. Haarl. dl. 24 (1899), blz. 155—158. 4 50 2. Dit nummer is vervallen. II. Landerijen en huizen. a. In en bij den Haag. 3. Eigendomsbewijs van 4 perceelen land, afkomstig van Pieter Eijck en Claes Meynerts zoon, voor Gerrit Potter van der Loo. 1440. 1 charter (reg. no. 12). 4. Eigendomsbewijs van een stuk land, afkomstig van Engel Heynricx zoon. 1467. 1 charter (reg. no. 49). 5. Eigendomsbewijs van een huis en erf en een daarachter gelegen stuk land, afkomstig van Jan Jans zoon, genaamd Scalkert. 1469. 1 charter (reg. no. 55). 6. Eigendomsbewijs van 2 huizen en erven, afkomstig van Geryt Jacobs zoon van der Binchorst. 1477. 1 charter (reg. no. 72). 7. Eigendomsbewijs van een stuk land, afkomstig van mr. Jan Henricx zoon, priester. 1477. Met twee oudere schenkingsbrieven d.d. 1886 en 1846. 3 charter» (reg. nos. 79, 1 en 2). 8. Stukken betreffende den eigendom van 4 hont land, afkomstig van het klooster Sint Agniet te Delft. 1453, 1472 en 1479. 3 charters (reg. no3. 25, 61 en 83). 9. Verklaring van Jan Willems zoon en Jan Pieters zoon betreffende een aan het convent toebehoorenden muur. 1480. 1 charter (reg. no. 85). 10. Eigendomsbewijs van 1 morgen lands, afkomstig van mr. Tyelman Heynricx zoon, provisor en deken van Delfland. 1480. Met ouderen transportbrief d.d. 1477. 2 charters (reg. n03. 86 en 76). 11. Eigendomsbewijs van 2% morgen lands, afkomstig van Dirc Ave, weduwe van Claes Bruuns en Bertolmees Arents zoon. 1480. 1 charter (reg. no. 88). 12. Eigendomsbewijs van 1 morgen lands, afkomstig van de HeiligeGeestmeesters van Delft. 1481. 1 charter (reg. no. 93). 13. Eigendomsbewijs van 14 hont lands, afkomstig van de zangmeesters 51 van de Nieuwe Kerk binnen Delft. 1482. Met oudere transportbrieven d.d. 1458-1478. 4 charters (reg. nos. 95, 33, 70 en 80). 14. Dit nummer is vervallen. 15. Akte, waarbij aan Coeman Zegers zoon een tuin en erf wordt toegepacht ten nadeele van Bertolmees Claes' zoon. 1488. 1 charter (reg. no. 102). ' , 16. Akte, waarbij Ludolf Bernards zoon, pater van het convent, 4 hont land in erfpacht ontvangt van Willem Ghijsbrechts zoon Goen als possessor eener vicarie in de Sint-Pieterskerk te Leiden. 1488. Met akte van bevestiging door bisschop David van Bourgondië d.d. 1489. 2 charters (reg. nos. 100 en 107). 17. Eigendomsbewijs van 5 hont lands, afkomstig van mr. Bertout van Assendelf, voor Bobbrecht Jacobs zoon. 1498. 1 charter (reg. no. 118). 18. Eigendomsbewijs van een huis en erf afkomstig van Ludolf Bernaerds zoon, pater van het convent, voor Heinrick Berthelmeeus' zoon. 1503. 1 charter (reg. no. 126). 19. Eigendomsbewijs van c. 4 hont lands, afkomstig van Cornelis Bruyns zoon. 1503. 1 charter (reg. no. 125). 20. Akte van verpachting van c. 7 morgen lands, door Luydolf Bernards zoon, pater van het convent .1504. Met oudere transportbrieven d.d. 1498 en 1501. 3 charters (reg. nos. 130, 124 en 116). 21. Eigendomsbewijs van een rietveld en tuin, afkomstig van Leentgen, procuratrix in het convent, voor Teun Allemans. 1508. Met ouderen transportbrief d.d. 1477. ^ivv'.:- 2 charters (reg. no3. 136 en 77). 22. Beslechting van een geschil tusschen het convent en Buert Jans zoon met Aeltgen Pieter Dircx zoons weduwe, zijne ëchtgenootë, over een gemeenschappelijken uitgang naar de Poten. 1512. 1 charter (reg. no. 143). 23. Verklaring van Coenraert Noelen zoon over de grens tusschen zekere erven van hem en van-het klooster. 1518. 1 charter (reg. no. 156). 24. Eigendomsbewijs van een tuin, afkomstig van mr. Dirick Wouters zoon Wagenaer. 1525. Met rentebrief d.d. 1511. 2 charters (reg. nos. 169 en 139). 52 25. Akte, waarbij het klooster een rietlaag in erfpacht uitgeeft aan Jacob Michiels zoon. 1525. 1 charter (reg. no. 170). 26. Eigendomsbewijs van een tuintje, afkomstig van Jan Adriaens zoon. 1526. 1 charter (reg. no. 171). 27. Verklaring van .Gherit Jans zoon betreffende het onderhoud van een heining tusschen zijn erf en dat van het klooster. 1529. 1 charter (reg. no. 179) 28. Eigendomsbewijs voor Vranck van der Houve van 2 morgen land, afkomstig van mr. Pieter Bruyns' zoon. 1537. Met oudere akten betreffende dat land van 1456 en 1466. 3 charters (reg. nos. 29, 48 en 187). 29. Verklaring van Jorys Joosten, priester, betreffende zijn recht op een erf grenzende aan het convent. 1551. 1 charter (reg. no. 196). 30. Akte van toestemming van het convent en van Jan Adriaens zoon aan Pieter Hubrechtszoon tot het plaatsen van een hek op gemeenschappelijk terrein. 1561. 1 charter (reg. no. 200). 31. Notarieele verklaring aangaande het maken van een hek in eene heining van het klooster door Hendrik Cornehs' zoon de Vries en Catherina Cornehs' dochter, zijne echtgenoote. 1570. 1 charter- (reg. no. 203). b. In Haagambacht. 32. Eigendomsbewijs van c. 1 morgen lands, afkomstig van Dirk Potter van der Loo, voor zijn broeder Geryt. 1436. 1 charter (reg. no. 8). c. In Berkel. 33. Stukken betreffende den eigendom van 16 hont land, afkomstig van de ouders van Maritgen, Jan Arnts zoons dochter. 1513 en 1547. 2 charters (reg. nos. 144 en 195). d. In het ambacht 's-Gravenzande. 34. Eigendomsbewijs voor Clais Jans zoon van een huis en erf met 1% morgen land, afkomstig van Clais Adriaens zoon. 1477. 1 charter (reg. no. 78). 35. Eigendomsbewijs van % van 14 morgen lands, afkomstig van Jan Symons zoon. 1500. Met ouderen transportbrief d.d. 1490. 2 charters (reg. nos. 121 èn 108). 53 36. Eigendomsbewijs van c. 7 hont lands, afkomstig van Antoni Dircks zoon van Naaldwijk. 1501. 1 charter (reg. no. 122). 37. Eigendomsbewijs van vijf perceelen land, afkomstig van Dirck Heynrics zoon. 1504. 1 charter (reg. no. 128). III. Rentebrieven en andere inschulden. 38. Rentebrief, groot 1 wiïhelmusschild's jaars uit een huis te Delft. 1538. 1 charter (reg no. 190). 39. Rentebrief, groot 6 car. guldens 's jaars uit 20 morgen land te Delft. 1541. Verkocht aan het klooster. 1541. .2 charters (reg. no». 192 en 193). 40. Rentebrief, groot 6 pond Hollandsch 's jaars uit een huis op.de Plaats te 's-Gravenhage ten behoeve van Geryt Potter van der Loo. 1439. 1 charter (reg. no. 10). 41. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars uit een huis in het Noordeinde te 's-Gravenhage voor den pater Dirc Willems zoon. 1446. 1 charter (reg. no. 21). 42. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars uit een huis in de Poten te 's-Gravenhage voor Engel Heynricx zöon. 1456. 1 charter (reg. no. 30). 43. Akte, waarbij Martijn Aernts zoon, priester, verklaart een rentebrief te bezitten, groot 8 pond Hollandsch 's jaars uit een huis op het Spui te 's-Gravenhage. 1467. 1 charter (reg. no. 50). 44. Bentebrief, groot 6 pond Hollandsch 's jaars uit een huis op het Bleekveld te 's-Gravenhage voor Pieter van der Kerck, priester. 1501. Met rentebrief betreffende 2 dier ponden d.d. 1465. 1 charter (reg. nos. 123 en 42). 45. Schuldbekentenis van Beimbrant Aerts zoon, groot 10 stuivers 's jaars, als erfhuur voor een rietland te 's-Gravenhage. 1518. 1 charter (reg. no 150). 46. Schuldbekentenis van Pieter Kaerls zoon, groot 13% stuiver Hollandsch 's jaars, als pacht voor een riettuin. te 's-Gravenhage. 1518. 1 charter (reg. no. 153). 47. Rentebrief, groot 1 pond VTaamsch 's jaars uit een huis op de Plaats te 's-Gravenhage. 1518. 1 charter ireg. no 158). 48- Schuldbekentenis van Philips Korstants zoon, groot 15 stuivers 's jaars, 54 als erfhuur voor een rietland te 's-Gravenhage. 1518. Met transportbrief van het land d.d. 1489. 2 charters (reg. n.03. 161 en 103). 49. Stukken betreffende een erfpacht van 8 schellingen Vlaamsch 's jaars uit een rietlaag te 's-Gravenhage. 1528. 3 charters (reg. no3. 177, 174 en 176). 50. Eentebrief, groot 3 pond Hollandsch 's jaars uit eene woning bij 's-Gravenhage. 1519. Verkocht aan het klooster. 1530. 2 charters (reg. nos. 182 en 166). 51. Stukken betreffende den eigendom van eene rente, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis in de Poten te 's-Gravenhage. 1529 en 1530. 2 charters (reg. no3. 181 en 180). 52. Eentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars uit een huis in de Vlamingstraat te 's-Gravenhage. 1532. 1 charter (reg. no. 183). 4 '5 53. Eentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars uit een huis op het Spui te 's-Gravenhage. 1584. 1 charter (reg. no 185). 54. Eentebrief, groot 30 stuiver 's jaars uit een huis in het Zuideinde van 's-Gravenhage. 1560. 1 charter (reg. no. 199). 55. Schuldbekentenis van Bastiaen Adriaens zoon, groot 13 stuiver 's jaars, als erfpacht van een erf te 's Gravenhage. 1568. 1 charter (reg. no. 201). 56. Eentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars uit een huis in de Poten te 's-Gravenhage. 1568. 1 charter (reg. no. 202). 57. Schuldbekentenis van Adriaen Diricxs zoon, groot 8 gouden car. guldens en 5 stuivers 's jaarss als erfpacht voor 10 hont lands met een tuin gelegen in Haagambacht. 1537. I charter (reg. no. 188). 58. Eentebrief, groot 24 pond Hollandsch 's jaars uit 9 morgen land te 's-Gravenzande. 1497. 1 charter (reg. no. 115). 59. Akte van willige condemnatie van het Hof van Holland ten behoeve van Jan Cornehs' zoon in eene overeenkomst tusschen hem en het klooster over de afbetaling van achterstallige rente uit 16 morgen land te Monster. 1542. Met oudere akten betreffende de rente d.d. 1528 en 1532. 3 charters (reg. nos. 194, 178 en 184). 60. Eentebrief, groot 8 pond Hollandsch 's jaars uit een huis en erf te Pijnakker voor Marijtgen Jan Aerns zoons dochter van Berckel. 1504. 1 charter (reg. no. 129). 55 61. Rentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 's jaars uit een huis te Voorschoten voor Dirc Willems zoon. 1487. 1 charter (reg. no. 9). 62. Rentebrief, groot 16 pond Hollandsch 's jaars uit twee perceelen land in Wateringen. 1495. 1 charter (reg. no. 113). 63. Eigendomsbewijs van 2 rentebrieven, groot 11 en 5 pond Hollandsch 's jaars ten laste van Jacob Corstijns zoon. 1552. 1 charter (reg. no. 197). IV. Quitanties. 64. Quitantie voor Adriaen Jacops zoon wegens eene erfpacht van 3 stuivers 's jaars van een riettuin, uitbetaald aan Anthonis van Stapele. 1558. Met akte van de uitgifte van het tuintje door het klooster d.d. 1517. 2 charters (reg. no-:. 149 en 19S). 65. Verklaring van Wouter Jans zoon, timmerman, dat hij eene schuldbekentenis heeft ontvangen van het klooster, ter betaling van door hem geleverd hout ter waarde van 500 Rijnsche guldens. 1530. 1 charter (reg. no. 127). REGESTENLIJST. 1. 1886 Mei 26. Willem, graaf van Heynegouwen en Hollant, heer van Vrieslaht, schenkt aan Witeman Snoyen', zijn deurwachter, 4 morgén lands in ■ zijn veen bezuden houte bij den Haghe aan te wijzen door Gherard Heynen zoon, rentmeester van Nort-Hollant. Ghegeven te Keynot Sonnendaghes na Pinxter int jaer ons Heren M' COC zesse ende dortich. 1) Oorspr. (Inv. no. 7). Het zegel van den oorkonder verloren. 2) Notarieel afschr. d.d. 1502 van J. Miohielsz. 3) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXVI. N.B. Op hetzelfde blad als 2) een afschrift van den brief d.d. 1346 Juli 6 (reg. no. 2). 2. 1346 Juli 6. Margriete, keizerin van Romen, gravin van Henegouwen, Hollant en Zeelant, vrouwe van Vrieslant, geeft, . aangezien Gheeraerd Heynenzoon, eertijds rentmeester van Noort-Hollant, minder goed land en slechts 16 hont had aangewezen aan Wijtman Snoeyen, haar deurwachter, ter uitvoering van de schenking van wijlen haar vader, vermeld in den brief d.d. 1386 Mei 26 (zie reg. no. 1), waardoor deze gestoken is, hem daarenboven nog 2 morgen uitgedolven veen, aan te wijzen door Mathijs van der Boren, rentmeester van Noort-Hollant. 56 Ghegeven in die Hage des Donredages na sinte Martijns dach in den zomer int jaer ons Heren dusent driehondert sesse ende viertich. 1) Notarieel afschr. (Inv. no. 7). Met de handteekening van notaris J. Michiels. 2) Afschr. in Inv. no. ï, fol. XXVI. N.B. Op hetzelfde blad als 1) een afschrift van de akte der schenking, 1336 Mei 26 (reg. no. 1). 3. 1388 September 29. Schepenen van den Haag oorkonden, dat Claes Jans zoon erkent schuldig te zijn aan Philips Gelys' zoon 3 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit het door hem bewoond wordende huis en hofstede, gelegen aan de oostzijde van het Spoy. Int jaer ons Heren dysent driehondert drie ende tachtich op sinte Michels dach. Afschr. in Inv. no. 1, foL VII8. N.B. In margine staat: van Jacob Ariaens huis op die Spoy van MI pond Hollandsch aan die Oestside. 4. 1385 Juli 11. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Coenraet Uten Camp erkent schuldig te zijn aan Engebrecht Wermbrechts zoon 10 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf met den achteruitgang aan den Potenweg. Ghegeven int jaer ons Heren anno MCCC vyve ende tachtich des Dinxdages na sinte Martijns' dach in den zomer. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXII. N.B. Met opschrift (tevens geldende voor no.'24): Dit sijn twee brieven, die Katrijn Foytgens ons gegeven heeft na haer doot ende haers brueders doot tottet convents behoef vrj te houden ende des so selt convent voer hem beyden bidden ende hout in etc. — In margine staat: ende stonden (d.w.z. de 10 schell.) op dat halff erff buer ( ?) camer by ons out brouwhuys, daerop plach te staen Claes Deymen huys, twelc wy coften ab brieff hierafter of staet (zie reg. no. 45). 5. 1397 Mei 13. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Boemgaert erkent schuldig te zijn aan Mathijs Doden zoon 23 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis en erf door hem bewoond. Gescreven int jaer ons Heren dusent driehondert seven ende negentien op sinte Servaes' dach. Afschr. in Inv. no. 1, fol. VII1 verso. N.B. Gecancelleerd. In margine staat: Van Ceertruyt van Tol is gecomen XXIII scellingen op Andrie3 Dirx huys Mey dach. 6. 1426 Mei 6. Burgemeesters, schepen en raad van Botterdam verkoopen aan Baerte en Aleyde, dochters van Wilhelmus Paulus' zoon, eene jaarlijksche lijfrente van 6 gouden Fransche • schilden. ...... gedaen int jaer ons Heren dusent vierhondert sessende- twintich opten sesten dach in Meye. Afschr. in Inv. no. 1, fol. A. N.B. Gecancelleerd. 57 7. Dit nummer is vervallen. 8. 1436 September 14. Dirc Potter vander Loo verkoopt aan zijn broeder Geryt Potter van der Loo c. 1 morgen land in het ambacht van der Hage in den Zuitveen. Upten vierthienden dach in September int jair ons Heren vierthienhundert zesse ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 32). Met gesehonden zegel van den oorkonder in groene was. N.B. Misschien is dit het land, groot 1 morgen, dat oude Gheryt Potter aan het convent schenkt tot het houden van missen. (Zie een aanteekening op folio XXXVIII in Inv. no. 1: „een morghen bysuyden houdt, daer ons paerden in ghaen".) 9. 1437 April 15. Ansom Allerts zoon erkent schuldig te zijn aan Dirc Willems zoon Pontier eene rente van 40 schellingen Hollandsch jaarlijks, gaande uit zijn huis en erf in het ambacht Voirscoten. Gescreven upten XVsten dach in Aprille int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 61). Het zegel van Jan Jacobs zoon, schout van Voirschoten, verloren. N.B. Met de dorsale aanteekening: „te Voorschoten een rentenbrief van II pondt tsjaers op een hofstede aldaer ter cauee van Dircx vaders memorie". 10: 1439 Februari 1. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Harper Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Geryt Potter van der Loo 6 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf op de Plaetse, geheeten „Ih die Eoosse". Gescreven upten eersten dach in Zelle int jair ons Heeren M CCCC negen ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 40). Met het geschonden schependomszegel in groene was N.B. Met de dorsale aanteekening:"Jan Aernts zoon V03 in Gorkum. Marie Visser VI pond Lichtmis anno 1567. — Opte Plaetse. Gelost. 11. 1439 October 10. Willem, heer tot Naeldwijck en ter Capelle, maarschalk van Holland, erkent schuldig te zijn aan Margriet Geryt de Bruine dochter van Burgerdijck 200 phil. Bourgondische schilden. Int jaer ons Heren M CCCC negen ende dertich tien dage in October. Afschr. in Inv. no. 1, fol. IJ verso. N.B. Geoancelleerd. Onderaan staat: Item dese renten sijn een jaar te voer verscreven, eer.mense betaelt. Item de3en brief wort gel03t int jaer LXXX te Heiliger mis. 12. 1440 Juni 13. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Bijck voor zich en voor Claes Meynerts zoon, zijn stiefzoon, verkoopt, met goedvinden 58 van de voogden van vaders- en moederszijde van dezen aan Geryt Potter van der Loo vier perceelen land aldaar, groot 8,4, 2 % en 10 hont. • dertien dage in Junyo int jair ons Heren dusent vierhondert ende viertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 3). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XVII. NB. Op een aangehecht stuk papier staat: Van vier morgen lands Gerit Potters ende Cristijnsijn wijf II missen ter week ewich. — Onder deaktestaat eene doorgehaalde aanteekening inhoudende, dat mijn joffervan der Loo, echtgenoote van Geryt Potter, de stukken van 8 en 14 hont aan het convent schenkt voor twee missen en eene memorie voor haar en haar familie, en dat de andere stukken Tyeman van der Meye toebehooren. — In margine staat: Item dat stuk van den IIII hondt ende konnen wy niet vinden, nae uitwyse van desen brief wilt leggen an die Zuytside van den Busch tuyschen den Dennenwech ende die Poten. Men salt sueken. — Blijkens een aanteekening op folio XXXVIII geeft mijn joffer van der Loo 3 morgen en 2 hont genaamd die Camer aan de westzijde van den Dennenwech. 13. 1440 Juni 13. Burgemeesters, schepenen en raad van Botterdam verkoopen aan Benedicta, mr. Jan Doeden zoons dochter, eene jaarlijksche lijfrente van 16 gouden keurvorster Rijnsche guldens. .. gedaen int jaer ons Heren, als men screef dusent vierhondert ende viertich opten dertiensten dach in Junio. Afschr. in Inv. no. 1, fol C. N.B. Gecancelleerd. 14. 1440 Juni 24. Schout, burgemeesters, schepenen, raad en vroedschap van Haerlem verkoopen aan Jan Tengnagel van Langen en Luutgaert, zijne dochter, eene jaarlijksche lijfrente van 5% gouden overlandsche keurvorster Rijnsche gulden. gegeven op sinte Jans avond Baptista te midzomer in den jaer ons Heeren dusent vierhondert ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1, foL B. N.B. Gecancelleerd. 15. 1441 November 13. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Margriet Arnt Reyners zoons weduwe erkent schuldig te zijn aan Dirck Arnts zoon 11 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit haar kamer en erf in de steeg bij de bornput. Gescreven op den XIII dach in Novembri int jaer ons Heren M CCCC een ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. VII1 verso. N.B. Gecancelleerd. In margine staat: Van Geertruyt van Tol XI schellingen op Clate Scilders huys sinte Jans dach. Dit heeft offghekwt Jan Willemsz. Anno XVIIII nae privilegie van der Haghe. 59 16. 1441 December 26. Arent van den Camp erkent schuldig te zijn aan Heynric van Groesbeeck 5 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 5 morgen land in het ambacht Monster. gescreven op sinte Stevens dach deerste martelaer int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. IX. N.B. Boven den brief staat: Kerstijn Baertouts.—In margine: Het i3 verclaert anno II bynnen Amsterdam int generael capittel, dat Stijn dit pond groot sal opheffen haer leven lanck durende ende niet langer. Teynden haren leven salt ons convent houden ende ewelike besitten. Ende is int capittels boec gescreven. 17. 1448 Februari 6. Adriaen Florys' zoon, schout te Noertich, oorkondt, dat Pieter Jorgels zoon geeft aan zijne dochter 10 koopmans ponden 's jaars, te ontvangen van de bezitters der aan hem behoorende woning en goederen in het ambacht Noertich, nu door Mourijn Geryts Jans zoons zoon bewoond. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende viertich opten sesten dach van Februario. Afschr. in Inv. no. 1, fol. MI. N.B. Gecancelleerd. 18. 1444 December 8. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Heynric Willems zoon erkent schuldig te zijn aan Geryt Dirx zoon 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf, gelegen in de Veenstraet. Gescreven achte dage in Decembri int jaer ons Heren M CCCC vier ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XII. N.B. Gecancelleerd. 19. 1445 Maart 3. '■> Symon Jans zoon, en Margriet Jan Symons zoon dochter, vrouw van Aem Heynrycx zoon, verklaren, dat hunne zuster Alijt, dochter van huns vaders eerste vrouw, en hunne zusters Alijt en Maritgen, dochters van huns vaders tweede vrouw, Machtelt, conventualen in het klooster St. Elizabeth in den Haag, zullen mededeelen in de nalatenschap van hun vader, en de beide laatstgenoemde zusters ook in haar moeders erfenis. Opten derden dach in Maerte int jaer ons Heren dusent vierhondert vijff ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. II. N.B. Gecancelleerd. 20. 1445 September 10. Arent van Camp verkoopt aan Gheryt van Berkenroede eene jaarlijksche rente van 3 pond Hollandsch, gaande uit 1% morgen land, in het ambacht Monster. 60 Int jaer ons Heren M CCCC vijf ende viertich opten tienden dach in Septembri. Afschr. in Inv. no. I, foL IX verso. 21. 1446 Augustus 10. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Andries Michiels zoon erkent schuldig te zijn aan Dirc Willems zoon, zijn oom, 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf in het Noorteynde. Gescreven tyen dage in Augusto int jaer ons Heren dusent vierhondert zesse ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 41). Met het geschonden schependoms"JPPS; ze8el in groene was. Met aangehecht duplicaat. N.B. Met de dorsale aanteekening: „Up de weduwe van Teylingh huys." 22. 1450 Maart 2. Schepenen in het Wellambacht oorkonden, dat Andries Janszoon en Nelle, zijne echtgenoote, geven voor zich en vóór hunne dochter Rose aan de zusters van St. Elisabeths zusterhuis in's-Gravenhage 2 pond Vlaamsch 's jaars, gedurende het leven van Rose." Gedaen int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijftich opten tweesten dach in Maerte. Afschr. in Inv. no. 1, foL IIII verso. N.B. Gecancelleerd. 23. 1450 November 10. Hoogheemraden van Delflant stellen eene keur vast betreffende het verkrijgen van wederdelving. dit is gedaen int jaer ons Heren M CCCC ende vijftich opten tienden dach in November. Afschr. in Inv. no. 1, foL XXXII. 24. 1451 April 80. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Molle erkent schuldig te zijn aan Willem van Hovel 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit het door hem bewoond wordende huis en erf in de Poten. Gescreven opten lesten dach int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXII. N.B. Zie voor het opschrift de noot bij no. 4. 25. 1453 Juli 16. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Dirc Dircx zoon oude Koek, Dirc Dirx zoons jonge Koek, Alijt Dirc Kockx dochter en Jan " Willems zoon erkennen schuldig te zijn aan Heynric van Groesbeeck 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit 4 hont lands, gelegen aan de westzijde van .den Deenenweg in de Oesthoefve. Gescreven sestyen dage in Julio int jair ons Heren M CCCC drie ende vijftich. 1) Oorspr. (Inv. no. 8). Met geschonden schependomszegel in groene was. 61 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXVIII,verso. N.B. Op den staart van het zegel van het oorspr. staat, dat de renten zijn afgelost. Aan het charter zijn vastgehecht de nos. 61 en 83. In margine van het afschrift staat: • ," dit lant leyt in den Oestenhoef, daerom en geftet hof- penninck noch scot. 26. 1454 Juni 22. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Claes van Dam erkent onder zich te hebben als voogd van Geertruut Pieter van Dammen dochter, zijne nicht, non in het Sint Elyzabeth» zusterhuis in den Hage, eenige koopbrieven van landerijen en schepenbrieven van den Hage betreffende renten, welke brieven hij belooft ten allen tijde op verzoek te zullen toonen.' Gescreven opten twee ende twintichsten dach in Junio int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende vijftich. 'Afschr. in Inv. no. 1, fol. V. 27. 1454 Juli 81. Phillips, hertog van Bourgongen enz., oorkondt, dat zijn oom Willem, bastaard van Hollant, met zijne toestemming eene douarie en lijftocht van 40 gouden schilden 's jaars schenkt aan zijne dochter Margriet, , om in een klooster te kunnen gaan, gaande uit zijne tienden, visscherijèn en renten van Schager Cogge. Gegeven onten lesten dach van Julio int jaer ons Heren M CCCC vier ende vijftich. Afschr. in Inv no. 1, fol. VI. N.B. Gecancelleerd. 3;?/ ,' 28. 1454 September 30. Johan, heer van Cruningen van Heenvliet en tot Woesdrecht, oorkondt, dat Jan Lichtenborch, zijn leenman, met zijne goedkeuring eene douarie en lijftocht schenkt aan Fye, zijne zuster, zuster in Sinte Elysabetten zusterhuis van de 3e orde in de Hage, groot 12 pond Hollandsch , 's jaars, gaande uit het leen van de hofstad Heenvhet, gelegen in Nyeuhellenvoet. Opten lesten dach van September int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1,'foL VI. N.B. Gecancelleerd. Boven-den brief staat: Item desen brief wort ofgecof int (jaer) LXVTI te Heyligermisse. 29. 1456 Mei 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirc Jan Broers zoon heeft bewezen aan Jan Wülems zoon als moederlijk erfdeel voor diens dochter Alijt 2 morgen land in het Oostambacht van der Hage bezuiden Hagehout. Gescreven vijf dagen in Meye int jair ons Heren dusent vierhondert sessendevijftich. Oorspr. (Inv. no. 28). Met het gemeene schepenzegel in groene was. Met transfix d.d. 1537 April 28 (reg. no. 187), waardoor hieraan tevens is vastgemaakt de brief d.d. 1466 Juli 9 (zie reg. no. 48). 62 30. 1456 Augustus 30. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Willems zoon erkent schuldig te zijn aan Engel Heynricx zoon 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf in de Poten. Gescreven upten XXXsten dach in Augusto int jair ons Heren M CCC sessendevijftich. 1) Oorspr. (Inv. no. 42). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. VIII verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Deze pont Hollants, staande up thuys staende in die Pooten, eerst gecomen van eene Trijn Jaepgen, daernae op Adriaen Mathijs, secretarus van den Hage, nu up Maritgen Willem dr., gecoft anno XVc LXXI; twie pont hierof staen op Katrijn Japen huys ende twie pont hebben wy an ons selven. 31. 1457 Maart 22. Mater en convent van het Sint Elysabetten klooster in den Hage ter eenre en Machtelt, weduwe van Jan Symons zoon, en hare kinderen en stiefkinderen ter andere zijde sluiten eene overeenkomst over de erfenis van genoemden Jan Symons zoon. Opten XXIIsten dach in Maert int jaer ons Heren dusent CCCC seven ende vijfftich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. ft 32. 1458 Juli 15. Dirc van der Does Costijns zoon erkent schuldig te zijn aan Alijt Wülems dochter, rninistra van de zusters van Sint Elysabetten zusterhuis in den Hage, vanwege zijn dochter Machtelt, zuster aldaar, het erf deel van zijn echtgenoote, Jacob Jans dochter van der Mye, groot 300 philippusschilden, welke hij gedurende zijn leven behouden zal tegen betaling van 20 schilden 's jaars, gaande uit zijne landerijen in het ambacht Leyderdorp. Int jaer ons Heren M CCCC LVIII opten vijftienden dach in Julio. Afschr. in Inv. no. 1, fol. VI verso. 33. 1458 December 19. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Machtelt Pieter van Borns weduwe verkoopt aan Pieter Jans zoon 14 hont lands, gelegen besuden hout. Gescreven upten XIXsten dach in Decembri int jaer ons Heren M CCCC acht ende vijftich. 1) Oorspr. (Inv. no. 13). Met. geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXVIH verso. N.B. Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1474 September 6 (zie reg. no. 70). In het afschrift staat voor deze akte 1428 December 19. 34. 1459 Maart 4. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Jans zoon erkent schuldig te zijn aan Geertruut Pieters dochter, zuster in het Sint Elysabets klooster in den Hage, 20 pond Hollandsch 's jaars voor de erfenissen enz., haar aangekomen van Katrijn Pieter Jans zoon, hare moe- 63 der, gaande uit het door hem bewoond wordende huis met erf in de Veenstraet. opten IIII dach in Maerte int jaer ons Heren dusent CCCC negen ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1, foL V verso. N.B. Gecancelleerd. In margine staat: Mitten penningen, van desen brieve gecomen, synnen gelost ende ofgecoft V gouden wilhelmusschilden erfrenten van Heynrick Jans zoon. 35. 1463 September 10. Philips, hertog van Bourgondië, graaf van Hollant en Zeelant, oorkondt, dat hij de anno 1463 Mei 23 gesloten overeenkomst tusschen Alijt Wülems dochter, mater, en eenige zusters van het Sint Elyzabeths klooster van de 3e orde van Sint Franciscus in den Hage ter eenre, eh eenige andere zusters van hetzelfde convent, die sedert dien tijd hare woonstede hebben in het klooster van Onse Lieve Vrouw in Galilea op het Spoy aldaar ter andere zijde, welk contract breeder vermeld wordt in den brief, waardoor dit " transfix is gestoken, bekrachtigt, en dat hij rninistra en convent van Onse Lieve Vrouw in Galilea onder zijne bescherming neemt. Gegeven op den Xden dach van September int jaer ons Heren M CCCC ende LXIII. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXXVII. 36. 1464 Januari 28. Achte Coenen dochter, rninistra, en het convent van Onse Lieve Vrouw in Galylee in den Hage op het Spoy verkoopen aan Katrijn Heynryc Jacob Gbijsbrechts zoons dochter, wonende te Haarlem op het groote bagijnhof, eene jaarlijksche pacht van 10 Rijnsche guldens. ...... int jaer ons Heren dusen vierhondert vier ende tsetsich opten achtentwintichsten dach in Januario. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XV." N.B. Gecancelleerd. 37. 1464 vóór 24 Februari. Dirc Wülems zoon, priester, pater, en Geertruut Engebrechts dochter, rninistra van het convent van de 3e orde van Sint Franciscus van Onze Lieve Vrouw in Galylee in den Hage, verkoopen aan Bussent Geryts dochter Grypen weduwe en Claes Wülems zoon, haar dochters kind, te zamen en aan de langstlevende van beide, eene lijfrente van 25 pond Hollandsch jaarlijks. Int jaer ons Heren M CCCC ende LXIIII. Afschr. in Inv. no. 1, foL XXI verso. N.B. Gecancelleerd. 38. 1464 Februari 24. Russen Gheryts dochter, Grypen weduwe, consenteert de mater van het convent in den Hage voor haar zelve en voor Claes Wülems zoon, haar dochters kind, te koopen een jaarlijksche lijfrente van 25 pond HoUandsch, ten laste van de steden Delf, Rotterdam, Dordrecht, Leyden en Amsterdam overeenkomstig en in ruü voor de lijfrente, die zij reeds heeft (zie reg. no. 87). 64 Int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende testich op sinte Matheeus' des heyligen apostels avont. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXII. 39. 1464 September 8. Gheertruut Engebrechts dochter, rninistra, en de zusters van het nieuwe convent van Onze Lieve Vrouw in Galylee in den Hage op het Spoy verkoopen aan oude Jacob Jacobs zoon, wonende te Amsterdam achter de Nuwe kerk, eene jaarlijksche pacht van 12 Bijnsche guldens. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vierentsestich op onser Vrouwen geboerts dach. Afschr. in Inv. no. 1, foL XVI. N.B. Gecancelleerd met aanteekening in margine: Kathrijn oude Jacob Jacobs dochter XV Rh. gulden sjaers erf renten ter kminge op on;er Vrouwen geboerte. Anno XVc ende twaleff zijn desen renten offghelost in tcantaet (1512 Mei 9) van onser oorde tot Amsterdam ende hebben ghegheven tweehondert rijnsgulden current ende vijff en vijftich van dat hoeftghelt ende XV Rijn3ch van een jaer ende noch van verlopen renten tot tcantaet toe, summa in ah ghegheven 286 Rijn3oh ghuet vast ghevalueert ghelde. Item hiertoe zijn ghegheven die twintich ponden groot, die Griete Wouters ghaff tot een pond groot tsjairs voir een misse des Dynsdaechs van sinte Annen ende hier voort toegeleyt. — Zie reg. no. 44 en voor deze mis tevens deaanteekeningopfol. XXXVIII verso en reg. no. 140. 40. 1464 December 13. Geertruut Engebrechts dochter, rninistra, en de zusters van het nieuwe convent van Onze Vrouw in Galilea in den Hage op het Spoy verkoopen aan oude Jacob Jacobs zoon, wonende te Aemsterdam achter de Nuwe kerk, eene jaarlijksche pacht van 4 Rijnsche guldens. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vierentsestich op sinte Luciën dag. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XVIII. • N.B. Gecancelleerd; in margine staat: Desen brieff isghelost anno XI in cantate (1511 Mei 18) tot Amsterdim mit den penninghen, ghecomen van Barbara van Cats (zie reg. no. 137), ende alsoe elok Rijnsch most wesen nae ghelde als zy ghecoft werden, soe losten wy elc Rijnsch voir XXV stuivers ende soe hadden wy altijt betaelt de renten een philipposstuiver voer een stuiver etc. — An dese renten ende noch van een brieff hier in der boeck voorenbescreven folio XVI (reg. no. 39) hebben wy bethaelt in als 49 jaren alle jaer XX Rijnsch, facit IXCLX Rijnsch, ende wy hadden ontfangen die penningen XVII, facit 340 Rijnsch, soe quamen wij tafter 620 Rijn3ch. 41. 1464' December 13. Geertruut Engebrechts dochter, rninistra, en de zusters van het nieuwe convent van Onse Lieve Vrouw in Galylee in den Hage op het Spoy verkoopen "iJt- van Claes Willems zoon (van Hoogonhouek) en Diricx Jans zoon Duycker in groene was. N.B. Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1497 Januari 23 (zie reg. no. 28). 46. 1515 September 13. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Cornelis Zybrants zoon verkoopt aan mr. Jacop Willems zoon en zijne echtgenoote een kamer en erf in de Schoelstraet,. Gescreven upten XlIIen dach van Septembri anno XVc ende vijfthiene. Oorspr. (Inv. no. 13). Met geschonden schepenzegel van Meeus Heynricks zoon in groene was; dat van Wisse Jacops zoon verloren. N.B. Hieraan is vastgehecht de brief d.d. 1518 Februari 10 (zie reg. no. 49). 47. 1517 Maart 14. Dirck Adriaens zoon, gezworen landmeter van Delflant, verklaart, dat hij op verzoek van de heeren van de memorie in den Hage twee stukken ïands gemeten heeft in het ambacht sCravensande in het Noerdlant, bewoond door Boudijn Jans, en bevonden heeft, dat zij tezamen 7 morgen 2 hont en 58 roeden groot zijn. .. gedaen .. den XHIIen dach in Maerte int jaer XVc ende seventien. Oorspr. op papier (Inv. no. 21). Met de handteekening van den landmeter. 48. 1517 Mei 11. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jorys Claes' zoon, wonende aan de andere zijde van Loesduynen, huurt voor 5 jaar van Claes Willems zoon, wonende in den Hage, c. 17 hont lands in Escamp. Gescreven upten elften dach in Mey anno XVc ende seventien.' Oorspr. (Inv. no. 14). Met het geschonden zegel van Wermbrecht Willems zoon in groene was, dat van Adriaen Geeryts zoon Paert verloren. N. B. In dorso de akte van overdracht van het land aan de memorieheeren in den Hage (zie reg. no. 52). Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1454 Augustus 14 (zie reg. no. 7). 49. 1518 Februari 10. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Cornelis Usbrants zoon beloofd heeft mr. Jacop Willems zoon en zijn echtgenoote het huis in de Scoelstraet te zullen vrijwaren, dat hij hun verkocht heeft blijkens een brief d.d. 13 September 1515, waarvoor hij ten onderpand stelt het huis en erf in de Scoelstraet, dat hij zelf bewoont. Gescreven opten tiensten dach in Februario XVc ende achtiene. Oorspr. (Inv. no. 13). Twee schepenzegels verloren. N.B. Deze brief is vastgehecht aan dien d.d. 1515 September13 (zie reg. no. 46). 50. 1518 November 16. Claes Willems zoon en Wermbrecht Willems zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat de Huiszitmeesters aldaar erkennen schuldig te zijn aan de heeren van de memorie eene jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch. opten sestiensten dach in Novembri anno XVc ende achtiene. Oorspr. (Inv. no. 65). De schepenzegels verloren. 134 51. 1519 Juli 7. Dirck Cornelys' zoon verkoopt aan mr. Wouter Adriaens zoon, memoriemeester van de Sint Jacobs kerk in den Haech, ten behoeve der memorie, eene jaarlijksche rente van 3 pond HoUandsch, gaande uit de door hem bewoond wordende woning, groot c. 8 morgen land in Tegelrebroeck benoorden de scheiding van Rijnlant en Delflant, losbaar met 6 pond Vlaamsch. Gescreven int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende negentien seven daghen in Julio. t> Oorspr. (Inv. no. 63). Met het gesehonden zegel van Willem Willems zoon van Boven in groene was; dat van Claes Jan Hughen zoon, schout van Nootdorp, verloren. N.B. In dorso staat: Soeterwoude. 52. 1519 Augustus 4. Claes Willems zoon geeft aan de memorieheeren van de Sint Jacobs kerk in den Hage het land, nader vermeld in de huurcedel d.d. 1517 Mei 11 (zie reg. no. 48), op welker rugzijde dit geschreven is. Gescreven den IIHen dach Augusto anno negenthien. Opgenomen in dorso van den brief d.d. 1517 Mei 11 (zie reg. no. 48). 53. 1526 April .23. Florvs Mees'zoon huurt van de memorieheeren in den Haghe 1 morgen land bij zuiden 't bosch voor 4 pond Hollandsch gedurende 9 jaar. Int jaer ons Heren duysent vijfhondert ses ende twintich stilo curie Trajectensis den XXIIIsten dach van Aprill. Oorspr. op papier. (Inv. no. 18). N.B. Het stuk is een chirograaf en gecancelleerd. 54. 1528 Januari 8. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Gerrit Kerstens zoon erkent schuldig te zijn aan de memorieheeren van den Hage eene jaarlijksche rente van 6 pond Hollandsch 's jaars wegens een festum compositum van de Scheiding der Apostelen, verzekerd op twee huizen en erven op den hoek der Papestraet en losbaar met den penning 16. upten Villen dach van Januario anno XVc acht ende twintich nae tgemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 40). Met rest van het zegel van Adriaen Geryts zoon Paert in groene was; dat van Kors van der Beeck Pieters zoon verloren. 55. 1530 Maart 16. Ghijsbrecht van Zwieten, ambachtsheer en schout van Zoeterwoude, oorkondt, dat Maria de Vrieze, weduwe van Aernt van Duvenvoorde, verkoopt aan de memoriemeesters van den Hage eene jaarlijksche rente van 11 pond Hollandsch van 30 grooten Vlaamsch het pond, gaande uit 8 morgen land in het ambacht Zoeterwoude. opten XVIen dach van Maerte int jaer ons Heeren duysent vijfhondert negenentwintich nae tscriven sHoofs van Hollandt. Oorspr. (Inv. no. 64). Het zegel van den oorkonder verloren. 56. 1530 December 28. Jan Dircx zoon huurt voor 12 jaar van de memorieheeren in den 135 Hage 20 hont land, gelegen bij zuyden hout, voor 13% pond Hollandsch 'sjaars. Upten XXVIIIen dach Decembri anno XVc dertich. Oorspr. op papier (Inv. no. 19). N.B. Hét stuk is een chirograaf en gecancelleerd. 57. 1580 December 29. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Henryck Aerts zoon erkent schuldig te zijn aan Betgen Kaersmaeckers eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf in het Noorteynde en losbaar met den penning 10. upten XXIXeh dach van December anno XVc ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 41). Met het geschonden zegel van Jan Bruyns zoon in groene was; dat van Marten Adriaens zoon verloren. 58. 1531 Juni 2. Joest van Haemstede, patroon van eene vicarie op het St. Pieters altaar in de St. Jacobs kerk te 's-Gravenhage, consenteert Phihps Jans zoon, zijn neef, bezitter dier vicarie, om zijn verplichtingen met 1 mis per week te voldoen, totdat de verloren geraakte landen zijn teruggevonden en verzoekt den bisschop en zijn aartsdiaken, domproost te Trajectum, om bevestiging. Anno XVc XXXI den II dach Junii. Oorspr. op papier (Inv. no. 83). Met sporen van een opgedrukt zegel in roode was. 58. 1533 Juli 14. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Reyer Coperslaeger verkoopt aan Jan Huyge zoon Backer eene jaarlijksche rente van 6 pond Hollandsch, gaande uit het door hem bewoond wordende huis-en erf inde Papestraet en uit zijn huis en erf op den hoek van de Papestraet, welke rente losbaar is met den penning 16. upten XlIIIen dach July anno XVc drieëndertich. Oorspr. (Inv. no. 54). Met de geschonden schepenzegels van Kors. Pieters zoon vander Beeck en van Jan Cornelis' zoon Cammaker in groene was. — Met transfix d.d. 1568 September 4 (zie reg. no. 100). 80. 1534 Mei 1. Schout en schepenen van Hodenpijl oorkonden, dat Allért Cornenehs' zoon verkocht heeft aan Govert Heynricks zoon (van Meervelt) eene rente van 6 carolusguldens jaarlijks, verzekerd op 10 hont land aldaar en losbaar met den penning 16. Int jaer ons Heren duyssent vijfhondert vier ende dertich den eersten dach van Mey. Oorspr. (Inv. no. 58). Met een rest van het ambachtszegel in groene was. Met transfix d.d. 1550 Maart 3 (zie reg. no. 76). N.B. Hieraan is vastgehecht de brief d.d. 1534 September 9 (zie reg. no. 61). 61. 1534 September 9. Schepenen van Hondenpil oorkonden, dat Allert Cornehs' zoon, Jan Aeems zoon by die Haverbregge en Jan Jans zoon op de Zoute Veen hebben verkocht aan Govert Heynricx zoon (van Meervelt) eene rente van 6 136 carolusguldens 's jaars, losbaar met 16 pond Vlaamsch en verzekerd op 10 hont land in Allerts woning. opten IXen dach van September anno XVc vierendartich. Oorspr. (Inv. no. 58). Met. het ambachtszegel van Hodenpijl in groene was. Met transfix d.d. 1550 November 29 (zie reg. no. 79). N.B. Deze brief is vastgehecht aan dien d.d. 1534 Mei 1 (zie reg. no. 60). 62. 1586 Mei 15. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirck Claes' zoon Holijn, gezworen bezetter aldaar, gerechtelijk gedaagd ten verzoeke der memorieheeren, verklaard heeft, dat hij, toen hij ten verzoeke der genoemde memorieheeren, beslag legde op de goederen van Maritgen, weduwe van Adriaens zoon te Naeldwijck, haar heeft hooren zeggen, dat zij hare woning gekocht had met eene hypotheek van 3 pond Hollandsch jaarlijks er op staande ten behoeve der memorieheeren, waarop hij gezegd had: „Maritgen, wat hebt ghy dan costen te doen." upten XVen dach van Mey anno XVc zes ende dertich. Oorspr. op papier (Inv. no. 62). Met opgedrukt gemeen schepenzegel in papier. \ N.B. Beschadigd. In dorso staat: „Sententia lata est in favorem nostri a scabinis in Wateringhen XlXa Maii anno XXXVI et in registro eorundem conscripta. 63. 1587 Januari 18. Schepenen in dén Haige oorkonden, dat Gerrit, heer tot Assendelft, Eemskerck en Cralingen, ridder, stadhouder van de leenen en eerste raad van den keizer, ter voldoening aan eene overeenkomst met de memorieheeren in den Haighe aan die heeren heeft getransporteerd eene rente van 4 pond Hollandsch jaarlijks uit' een huis meterfin de Vhersteech, een huis aan de oostzijde van Jan Heynricks zoons straat, een huis aan de westzijde van dezelfde straat in den Haighe, en eene rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op 5 morgen land in Voorburch en op een huis en erf aan de Vischmarct in den Haighe. Opten achthiensten dach van Januario anno XVc zevenendertich naet scryven sbisdoms van Uuytrecht. Oorspr. (Inv. no. 15). Met het zegel van Hillebrandt Ailbrechts zoon in groene was; dat van Kors Pieters zoon van der Beeck verloren. 64. 1538 December 19. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Gerryts zoon, wonende te Eyckenduynen, verkoopt aan Govert Jans zoon, proost van het Sint Barbera convent in den Hage, eene jaarlijksche rente van 1 pond Vlaamsch, gaande uit 8 hont lands in Escamp, losbaar met den penning 16. upten XlXen dach van December anno XVc acht ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 41). Met de geschonden schepenzegels van Cornelis van Aecken en Huych Adriaens zoon van den Velde in groene was. — Met dorsale akte van verkoop d.d. 1542 Januari 5 (zie reg. no. 68). * 137 66. 1539 October 22. Schepenen van den Hage pachten den memoriemeesters aldaar wegens achterstallige rente 15 schellingen 9 penningen Hollandsch 's jaars toe, gaande uit het huis en erf van Adriaen van der Does in het Voerhout. Gescreven ende gepacht upten XXIIen dach Octobris anno XVc neghen ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 42). Met twee sohepenzegels van Kors Pieters zoon van der Beeck en Huych Adriaens zoon van den Velde in groene was. N. B. Gecancelleerd. 66. 1540 December 9. Hubrecht Bile, pastoor, DirckBacstien,memoriemeester,mr. Willem Deym, heer Anthonius Egberts zoon en heer Jan Gerrits zoon, vicaris en memorieheeren in den Hage en sleuteldragers van de ark, verhuren, met toestemming van de memorie, aan Jan Dircx zoon Voscoper te Delff 3 morgen min IJ hont land in den Vriënban en Noertorp voor 9 jaar. Aldus ghesciet tot Delff ten huyse van Jan Dircx zoon voorsz opten IXen Decembri anno veertich. Oorspr. op papier (Inv. no. 24). Met de handteekeningen van de verhuurders en den huurder. N,B. Het stuk is zeer beschadigd. In dorso staat: Dit land heeft heer Jan Govertsz. vercoft als memoriemeester. 67. 1541 Januari 18. Kors Pieters zoon van den Beeck en mr. Aernt Huyge zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Katherijn Adriaen Oetzierts dochter, weduwe van Pieter Huyge zoon, verkoopt aan de memorieheeren van den Hage eene jaarlijksche rente van 3 carolusguldens, gaande uit 6 morgen en 4 hont land in het Westambacht van den Hage. opten XVIIIen dach Januarii anno XVc een.ende veertich nae tgemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 50). De beide schepenzegels verloren. N.B. Hieraan is vastgeheoht de brief d.d. 1561 December 1 (zie reg. no. 93). 68. 1542 Januari 5. Goevart Jans zoon, priester, verkoopt aan de memorie van den Hage de rente, vermeld in den brief, op welks rugzijde dit geschreven is (zie reg. no. 64). Actum den vijfden dach van Januario anno XVc ende XLII stilo communi. Met de handteekening van Goevart Jans zoon. — Opgenomen in dorso van den brief d.d. 1538 D3cember 19 (zie reg. no. 64). 69. 1542 Mei 25. Hubertus Johannes' zoon Byle van het klooster van St. Marie in Middelburg van de Praemonstratenser orde, pastoor van sGravenhage, verleent als collator aan Phihppus Johannes' zoon, klerk, het eeuwigdurend officie van 1 mis per week, gefundeerd door Katerina, dochter van Johannes In de Rochge, op het altaar van St. Pieter in de Haagsche parochiekerk, vaceerende door den dood van Petrus Jacobs zoon ahas Boelgen. 138 Datum ut supra (anno millesimo quingentesimo quadragesimo secundo die vicesima quintfa mensis Maii). Oorspr. (Inv. no. 71). Met de handteekening van notaris Johannes Godefridus' zoon. 70. 1545 December 26. Gerardusheer van Assendelft, Eemskercke, Honninghen etc, eerste raad in den Hove van Holland, als heer van Croonenburch in Castricum patroon der vicarie op het altaar van S. Georgius, den martelaar, in de parochiekerk van S. Jacobus te Haga Comitis, welke vicarie met goedkeuring van den bisschop van Trajactum is overgebracht in Assendelfts kapel in het zuidelijk deel dier parochiekerk, verleent die vicarie, welke vacant is door den vrijwllligen afstand van mr. Sebastianus Schouten, priester, aan Arnoldus Johannes' zoon, Haagsch priester, en verzoekt den proost en aartsdiaken van Trajectum en diens officiaal dezen in het bezit der vicarie te stellen. Datum Hagis sub anno a nativitate millesimo quingentesimo quadragesimo quinto die vicesima sexta mensis Decembris. Oorspr. (Inv. no. 81). Met het zegel van den oorkonder in roode was en beschadigd. Oeteekend door notaris de Capella. 71. 1546 Januari 2. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum beveelt de kerkelijke afkondigingen en oproeping te doen van belanghebbenden voor den deken van Delflandia op de presentatie door Gerardus, heer van Assendelft, Emskercke en Hoeningen, als collator gedaan aan den aartsdiaken van Trajectum na afstand van Sebastianus Schouten, priester, ten voordeele van Arnoldus Johannes' zoon, Haagsch priester, voor de vicarie of kapellanie op het altaar van S. Georgius, den martelaar, in de parochiekerk van S. Jacobus te Haga Comitis, en onder goedkeuring van den bisschop van Trajectum overgebracht in onze (lees: van Assendelfts) kapel in het zuidelij k deel dier parochie kerk. Datum Traiecti anno Domini miUesimo quingentesimo quadragesimo sexto die Sabbatti secunda mensis Januarii. Oorspr. (Inv. no. 81). Het zegel ontbreekt. N.B. In dorso verklaring van Theodricus Pet rus' zoon, vicepastoor in den Haag, dat de afkondigingen hebben plaats gehad (zie reg. no. 72). 72. 1546 Januari 17. Theodricus Petrus' zoon, priester, vicepastoor van de kerk te Hagha, verklaart, dat hij de afkondigingen, vermeld in den brief d.d. 1546 Januari 2, op welks rugzijde dit geschreven is (zie regno. 71), gedaan heeft en dat zich geen bezwaar tegen de presentatie heeft opgedaan. Datum anno Domini miUesimo quingentesimo quadragesimo sexto decima septima vero die mensis Januarii. Opgenomen in dorso van den brief d.d. 1546 Januari 2 (zie reg. no. 71). 73. 1546 Januari 22—27. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum geeft bevel, om Arnoldus Johannes' zoon, Haagsch priester van de diocees van Trajectum, daar, na de kerkehjke afkondiging geene bezwaren zijn geopperd, te stellen in het bezit der vicarie of kapelanie op het altaar van S. Georgius, 189 den martelaar, in de parochiekerk van S. Jacobus te Haga, vacant door den dood van mr. Sebastianus Schouten, priester. Datum Traiecti anno Domini miUesimo quingentesimo quadragesimo sexto die Mercurii vicesima septima mensis Januarii stüo Traiectensi, continuata a feria sexta superscripta post festum beate Agnetis. Oorspr. (Inv. no. 81). Het zegel ontbreekt. Geteekend door notaris Bomell. In dorso eene verklaring van notaris Willem Deym aangaande de inbezitstelling (zie reg. no. 74). 74. 1546 Januari 22. Wilhelmus Deym, notaris, stelt Arnoldus Johannes' zoon in het bezit van de vicarie, vermeld in den brief d.d. 1546 Januari 22—27, op welks rugzijde dit geschreven is (zie reg. no. 78). Actum super altari sacelli generosi domini de Assendelff temph Hagensis anno Domini miUesimo quingentesimo XLVI stüo communi die vero XXIIa Januarii. Opgenomen in dorso van den brief d.d. 1546 Januari 22—27 (zie reg. no. 73). 75. 1547 Juni 16. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Adriaan Geryts zoon,verver, aan de memorieheeren van de Sint Jacops parochiekerk aldaar overdraagt den rentebrief van 2 pond HoUandsch 's jaars, waardoor deze gestoken is. opten XVIen dach in Junio anno XVc ende zevenenveertich. Oorspr. (Inv. no. 66). Met twee geschonden schepenzegels van mr. Aernt Huygen zoon en Michiel Loufs zoon in groene was. N.B. De brief, waardoor deze gestoken was, is verloren. 76. 1550 Maart 3. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Fop van Meervelt Goverts zoon heeft verkocht aan de memorieheeren van de Sint Jacobs kerk aldaar de rente, vermeld in den brief d.d. 1534 Mei 1, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 60). Opten Uien dach van Maerte anno XVc ende vijftich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 58). Met de geschonden schepenzegels van Kors Pieters zoon van der Beeck en Anthoenis Nycasius' zoon van Plory in groene was. 77. 1550 Augustus 39. Heer Hubrecht Jans zoon Byle, pastoor van de Sint Jacobs kerk in den Hage, heer Jan Govers zoon, memoriemeester, heer Dirick Jacobs zoon alias Backsteen, heer Jan Claes' zoon en heer Jan Gerrets zoon, sleuteldragers van de memorie, verhuren aan Arent Haddeman, biervoerder, een stak land aan de zuidzijde van tHagehout voor 15 jaar. Actum in den Hage in de Drie Haringen den XXX Augusti anno XVc vijftich. Oorspr. op papier. (Inv. no. 16). N.B. Het stuk is een chirograaf. 78. 1550 November 8. Louwerys Wülems zoon, schout in den ban van Stompwijck, oorkondt dat Pieter Cornehs' zoon verkoopt aan Jan Hughe zoon in den Haech 140 eene jaarlijksche rente van 3 carolusguldens, losbaar met den penning 16 en gaande uit 6 morgen land aldaar. Actum den derden Novembris int ghulden jaer ons Heren duysent vijffhondert ende vijftich. Oorspr. (Inv% no. 60). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1568 October 26 (zie reg. no. 102). 79. 1550 November 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Fop Govertszoon (van Meervelt), ridder van den Heyligen lande, heeft verkocht aan de heeren van de memorie aldaar eene rente van 1 pond Vlaamsch jaarlijks, vermeld in den brief d.d. 1534 September 9, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 61). opten XXIXen dach in Novembris anno XVc ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 58). Met de geschonden schepenzegels van Kors Pieters zoon van der Beeck en Cornelis van Aecken in groene was. 80. 1551 April 4. Mr.Michielvanden Berch Glaes' zoon en Anthonis van Flory Nicasius' zoon, schepenen van den Haghe, oorkonden, dat Adriaen Geryts zoon, wonende aan de noordzijde van de Gheest aldaar, verkoopt aan de memorieheeren van de Sint Jacops kerk in den Haghe eene jaarlijksche rente van 11 pond Hollandsch, losbaar met den penning 16 en gaande uit ziin huis en henneptuin. 0Pten vierden dach in Aprille anno XVc een ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 44). Met het geschonden schepenzegel van Anthonis van Flory Nicasius' zoon in groene was; dat van Mr. Michiel van den Berch verloren. 81. 1552 October 22. Schepenen in den Hage pachten heer Jan Goverts zoon, priester, als memonemeester wegens achterstallige rente, toe eene rente van 14 schellingen Hollandsch, jaarlijks verzekerd op een huis en erf in het Lomberstraetgen. Gescreven ende gepacht opten tweeëntwintichsten dach van October anno XVc tweënvijftich. Oorsps. (Inv. no. 45). Met het geschonden schepenzegel van Michiel Louffs zoon in groene was; dat van Cornehs van Aicken verloren. N.B. Hieraan is vastgehecht een brief d.d. 1419 welke door vocht onleesbaar is geworden en op welks rugzijde staat: Dit is van Willem Heynricxz. memorie ende is enen brief. Den nyewen wort verlijt, want den ouden verloren was ende wort gevonden ende is te samen genayt. Van den ouden is nog een fragment over. 82. 1553 Juli 26. Pastoor en priesters van de memorie der Sint Jacobs kerk in sGravenhage verklaren ontvangen te hebben van de testamenteurs van wijlen Agnyete Pieters dochter, weduwe van Crispijn van Buschuyssen, 8 pond Vlaamsch, ter aflossing van de 3 carolusgulden jaarlijksche' losrente, hun bij testament d.d. 1548 Mei 17 vermaakt, onder verplichting van eene memorie op haar sterfdag, waartoe zij beloven de 8 pond wederom te beleggen tegen eene rente van 3 carolusguldens, terwijl de 141 testamenteure die rente mogen verhalen op 14 hont land, gelegen bezuiden tHage hout, wanneer de verplichting aangaande de memorie niet wordt nagekomen. bezegelt opten XXVIen dach in Julio anno XVc drie ende vijftich. Afschrift, gecollationneerd door den notaris J. Proost. (Inv. no. 67). 83. 1554 Januari 2. Geradt Haddeman huurt van de memorieheeren in den Hage 3 morgen lands ten westen van het Sint Elisabeth convent. Dit es ghescietin den Haghe den tweetsten January anno XVc vier ende vijftich stilo communi. Oorspr. op papier (Inv. no. 17). Met de handteekeningen van broeder Hnbrecht Bile Jans zoon, pastoor, Jan Govards zoon, Cornelis Jacobs zoon, priesters, Cornelis Willems zoon, memoriemeester en sleuteldragers en Dirc Bacsteen. — In dorso een overdracht van de huur, d.d. 1561 November 27 (zie reg. no. 92). N.B. Het stuk is een chirograaf. 84. 1554 April 13. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jacob Jorys' zoon in den Enghel overdraagt aan de memorieheeren in den Haghe de rente, vermeld in den brief d.d. 1491 Mei 26, waardoor dit transfix is gestoken (zie reg. no. 26), ter voldoening van de door zijn ouders gestichte memoriën in de Sint Jacops kerk. Opten XlIIen dach van Aprille anno XVc vier ende vijftich. Oorpsr. (Inv. no. 46). Met de geschonden sohepenzegels van Cornelis van Aicken en Boudewijn Willems zoon in groene was. 85. 1554. April 14. Schepenen van den Hage geven vidimus van den brief d.d. 1421 September 25 (zie reg. no. 1), hun getoond door de memorieheeren in den Haghe. upten XHIIen dach van April anno XVc vyer ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 61) Het schependomszegel verloren. N.B. Deze brief is gestoken door de brieven d.d. 1479 Maart 9 en 1493 Juli 11 (zie reg. nos. 18 en 27). 86. 1554 April 14. Schepenen in den Hage geven vidimus van den brief d.d. 1465 October 8 (zie reg. no. 10), hun getoond door de memorieheeren aldaar. Opten XlIIIen dach van Aprill anno XVc vyer ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 47). Het gemeen schepenzegel verloren. N.B. Hieraan zijn vastgehecht de brieven d.d. 1465 October 8 en 1558 Maart 18 (Zie reg. nos. 10 en 88). 87. 1557 Juni 27. Symon van der Does en Joost Jacobs zoon (van Hoogénhouck), schepenen van den Haege, oorkonden, dat Blasius Sebastiaens zoon verkoopt aan Harman Willems zoon eene jaarlijksche rente van 15 Brabantsche stuivers, gaande uit zijn huis en erf, gelegen in de Korte tHoechstraat aldaar, welke rente ten allen tijde losbaar is met' den penning 16. Opten XXVIIen dach in Junio anno XVc zeven ende vijftich. 142 Oorspr. (Inv. no. 48). Met de gesehonden sohepenzegels van Symon van der Does en van Joost Jacobs zoon in groene was. Met transfix d.d. 1561 Maart 1 (zie reg. no. 90). 88. 1558 Maart 18. Willem van Cryep en Symon vander Does, schepenen van den Hage, pachten den memorieheeren in den Hage toe eene jaarlijksche rente van 6 schellingen 11 penningen Hollandsch, gaande uit Pieter Jacobs zoons huis en erf in het Zuyteynde van den Hage over de brug, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot' 2 pond 2 schellingen 6 penningen Hollandsch 'sjaars (zie reg. no. 10). Gescreven ende gepacht opten XVIIIen dach van Maert anno XVc acht ende vijftich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 47). De beide schepenzegels verloren. Deze brief is vastgehecht aan die d.d. 1554 April 14 en 1465 October 8 (zie reg. nos. 86 en 10). 89. 1559 September 11. Notaris (Herman Proost) instrumenteert, dat Jacob Joris' zoon, wonende in den Engel in den Hage, zijn testament maakt, waarbij hij o.a. aan de memorieheeren van de Sint Jacobs kerk aldaar, in welke kerk hij begraven wil worden, eene jaarlijksche rente van 3 Rijnsche guldens, losbaar met den penning 16, vermaaktvoor 2 eeuwige memorièn, jaarlijks te houden op zijn sterfdag en dien zijner zuster Suzanna. Aldus gedaan in den Hage ten huyse van den voorzegden testateur ten tyde als boven (inden jaer nae der geboerte desselffs ons Heeren duysent. vijffhondert negen ende vijftich in de tweede indictie den elffstendach van September omtrent acht uuyren vor den middach vacerende die , pauslicke stoel van Romen (als men zeyde) by den overlyden van wylen onsen heyhgen vader in Gode heeren Pauli in zynen leven die vierde Roomsche pauws van dyen name regnerende die alderdeurluchtichste ende onyerwinlixte prinche ende heere heer Perdinando bij der gratiën Godts die eerste Roomsche keyser van dyen name in zijn tweede jaer). Extract dd. 1568 door den notaris Herman Proost uit zijn prothocol (Inv. no. 68). Met de handteekening van den notaris. 90. 1561 Maart 1. Symon van der Does en Joost Jacobs zoon (van Hoogénhouck), schepenen van den Hage, oorkonden, dat Herman Willems zoon, snijder op de Geest, overdraagt aan de memorieheeren aldaar eene jaarlijksche rente van 15 Brabantsche stuivers, vermeld in den brief d.d. 1557 Juni 27, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 87), ter aflossin§(.van die, welke de memorieheeren hadden uit zijn huis en erf op de Geest. opten eersten Marty anno XVc een ende tsestich stilo communi. Oorspr. (Inv. no. 48). Met het geschonden schepenzegel van Joost Jacobs zoon in groene was; dat van Symon van der Does verloren. 91. 1561 Juni 18. Jan Cornehs' zoon van Nyerop, schout van Stompick, oorkondt, dat Kors Dircks zoon verkoopt aan Huych Jans zoon, priester in den Haghe, 148 eene jaarlijksche rente van 3 carolusguldens uit twee perceelen land in Stompick, groot 2 en 1% morgen, losbaar met 48 dergelijke guldens. Actum den XVIIIen dach in Junio anno XVc een ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 59). Met het gesehonden zegel van den schout in groene was. Met transfix d.d. 1568 September 19 (zie reg. no. 101). 92. 1561 November 27. Vincent Huygens zoon (Mulock), pastoor van den Haghe, Jan Claes' zoon, Jan Willems zoon, Lubeec Dirix zoon, memorieheeren van den Haghe, dragen over de huur van 3 morgen lands, gelegen westwaarts van Sinte Elysabeths zusterhuis van Lijsbeth Haddemans op Cornelis Ziers zoon Bleecker. Actum den XXVIIten Novembris anno XVc een ende tsestich. Opgenomen in dorso van reg. no. 81. Met de handteekeningen der genoemde memorieheeren. 93. 1561 December 1. Symon van der Does en Adriaen Grebber Jacobs zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Adriaen Pieters zoon, wonende te Eyckenduynen, verkoopt aan mr. Huych Jans zoon, memoriemeester in den Hage, eene jaarlijksche rente van 6 pond Hollandsch, losbaar met den penning 16 en gaande uit 12 morgen lands in Ifet Westambacht van den Hage. upten eersten dach Decembris anno XVc een ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 50). Beide schepenzegels verloren. N.B. Vastgehecht aan no. 66. 94. 1562 November 28. Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar toe 18 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit Heynrick Heynricx Scoemaeckers huis in de Papenstraet wegens achterstallige rente, voortspruitende uit den rentebrief d.d. 1436 April 15 (zie rég. no. 5). Gescreven ende gepacht upten XXIIIen dach Novembris anno XVc twee ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 49). Met de geschonden schepenzegels van Symon van der Does en Adriaen Grebber Jacobs zoon in groene was. N.B. Vastgehecht aan no. 5. 95. 1562 November 28. •Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar toe 6 schellingen en 6 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis van Pieternella Heynricx dochter in het Westeynde op den hoek van de Vleersteech, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 'sjaars. Gescreven ende gepacht upten XXIIIen dach Novembris anno XVc twee ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 51). Met de schepenzegels van Cornelis van Aecken en Symon van der Does in groene was. 96. 1564 Januari 19. Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar toe 11 schellingen 10 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit Jan Jans zoons poort in het mortiershuis in de Spoystraet op den hoek, 144 wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 38 schellingen Hollandsch 'sjaars. Gescreven ende gepacht den XlXen January anno XVc vyer ende tzestich stilo communi. Oorspr. (Inv. no. 53). Met de geschonden sohepenzegels van Adriaen Grebber (Jacobs zoon van Wijck) en Claes van Dam in groene was. N.B. Met aangehecht charter d.d. 1564 Januari 19 (zie reg. no. 95). 97. 1564 Januari 19. Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar toe 12 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit Jan Jans zoons poort in het mortiershuis, staande in de Spoystraat, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 'sjaars. Gescreven ende gepacht den XlXen January anno XVc vyer ende tzestich stilo communi. Oorspr. (Inv. no. 53). De schepenzegels van Adriaen Grebber en Claes van Dam verloren. 98. 1564 Januari 19. Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar 36 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis toe van Belyken, Anhonis Aerts zoons weduwe, gelegen in de Thorenstraet, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 'sjaars. Gescreven ende gepacht den XlXen January anno XVc LXIIII stilo communi. Oorspr. (Inv. no. 52). Met de geschonden schepenzegels van Adriaen Grebber en Claes van Dam in groene was. 99. 1564 Februari 23. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum gelast de gewone kerkelijke afkondigingen en oproeping van belanghebbenden voorden deken van Delfland te houden op de presentatie, door Vincentius Hugo's zoon . (Mulock), pastoor der parochie van St. Jacob, en Wilhelmus Gerardus' zoon Neck, Joannes Theodoricus' zoon en Joseph van den Hove, rectoren der broederschap van het H. Kruis in de parochiekerk van 's-Gravenhage, collatoren der vicarie van het H. Kruis aldaar, gedaan ten voordeele van Joannes Adrianus' zoon, klerk van de diocees van Trajectum, voor de genoemde vicarie. 4 Ï *' Daum anno miUesimo quingentesimo sexagesimo quarto die vigesima tertia mensis Februarii. Oorspr. (Inv. no. 70). Met de handteekening van Jo. de Wyeli, notaris. N.B. In dorso eene verklaring van 25 Februari 1564 van Clemens Joannes' zoon, vicaris van den pastoor te 's-Gravenhage, dat door hem aan den last voldaan is, en dat niemand in verzet is gekomen. 100. 1568 September 4. . Schepenen van den Hage oorkonden, dat mr. Huych Jans zoon, priester) overdraagt aan de memorie in den Hage den rentebrief d.d. 1533 Juli 14, waardoor dit transfix is gestoken (zie reg. no. 59), tot onderhoud van een festum compositum van St. Lucia. 145 Den lillen dach. Septembris anno XVc acht ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 54). Met het geschonden schepenzegel van Jacob van Dorp in groene was; dat van Cornelis Messing verloren. 101. 1568 September 19. Schepenen van den Hage oorkonden, dat mr. Huych Jans zoon, priester, de rente, vermeld in den brief d.d. 1561 Juni 18, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 91), transporteert aan de memorieheeren in den Hage. Pen XlXen Septembris anno XVc acht ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 59). Met het geschonden schepenzegel van Cornelis Messing in groene was; dat van Adriaen van der Linde verloren. 102. 1568 October 26. Adriaen van de Velde en Cornehs Messing, schepenen van den Hage, oorkonden, dat mr. Huych Jans zoon, priester, overdraagt aan de memorieheeren in den Hage eene jaarlijksche rente van 4 pond Hollandsch ten laste van Pieter Cornelis' zoon van Nyerop te Stompwijck, vermeld in den brief d.d. 1550 November 3 (zie reg. no. 78), waardoor deze gestoken is„ upten XXVIen dach Octobris anno XVc acht ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 60). Met het geschonden schepenzegel van Cornelis Messing in groene was; dat van Adriaen van de Velde verloren. 103. 1568 November 2. Fredericus a Tautemburch, aartsbisschop van Trajectum, verleent aan Johannes Adrianus' zoon, priester, bij de inkomsten der vicarie van het altaar van het H. Kruis in de parochiekerk van Sint Jacob te Haga Comitis, die te gering zijn (16 car. guldens 'sjaars) voor zijn onderhoud, de vicarie op het altaar van den H. Dionysius, ondanks de bepaling van den stichtingsbrief, die gelijktijdig bezit van een ander beneficie verbiedt. Datum ...... die secunda Novembris anno Domini XVc Sexagesima , octavo. Oorspr. (Inv. no. 69). Het zegel van den oorkonder verloren. Met de handteekening van Lamzweerde, notaris. 104. 1568 November 13-15. « .... De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum gelast Joannes Adrianus' zoon, priester, op voordracht van den patroon en collator Vincentius Hugo's zoon Mulock, pastoor der parochiekerk van St. Jacob te Haga Comitis, in het bezit te stellen van de vicarie op het altaar van den H. Dionysius aldaar, vaceerende door afstand van Bartholomeus Wülebrordus' zoon. Datum anno miUesimo quingentesimo sexagesimo octavo die vero Lune post festum divi Martini continuata a die Sabbati proxime precedenti et supradicta. ■'s*€8{'! Oorspr. (Inv. no. 69). Het zegel van het officialaat ver¬ loren. Met de handteekening van J. de Wiel, notaris. 105. 1568. (na November 15). Notaris Floren'ius a Coolhem, deelt den officiaal van den aartsdia- 10 146 ken te Trajectum mede, dat hij den 18 November 1568 in de parochiekerk van St. Jacob te Haga aan het altaar van den H. apostel Jacobus Johannes Adrianus' zoon, priester, in het bezit heeft gesteld van de vicarie op het altaar van den H. Dionysius aldaar, vaceerende door afstand van Bartholomeus Wülebrordus' zoon. Opgenomen in dorso van het charter d.d. 1568 November 13—15 (zie reg. no. 104). Met de handteekening van Florentius a Obolhem. N.B. Gedateerd 1568. 106. 1568 December 14. Notaris Henrick Adams zoon instrumenteert, dat eene schikking getroffen is tusschen de memorieheeren van de Sint Jacobs kerk van den Hage en Niesgen Claes' dochter, weduwe van Cornehs Jacobs zoon, alias Neel jonge Japen, waarbij eerstgenoemden aan de laatste verkoopen 8 hont land in Monster en haar daarvan een bezegelden consentbrief van den aartsbisschop van Uytrecht beloven, terwijl Niesgen hun eene jaarlijksche rente van 2guldenzal betalen, gaande uit de door haar bewoond wordende woning en 7 morgen lands in Monster ambacht. Aldus gepasseert binnen Monster ten daghe ende jaere als boven (inden jaere ons Heeren duisent vijffhondert acht ende tzestich den XHIIen Decembris). Afschr., gecollationneerd door den notaris Floris van ^Obolhem in 1568 (Inv. no. 23). — Wordt gevolgd door een afschrift van den bij behoorenden consentbrief van den aartsbisschop van Utrecht (zie reg. no. 107) 107. 1568 December 18. Fredericus a Tautenborch, aartsbisschop van Traiectum, keurt de schikking goed tusschen de memorieheeren van den Hage en Niesgen Claes' dochter, welke schikking nader is vermeld in den brief d.d. 1568 December 14, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 106). Datum die decima octava mensis Decembris anno Domini mülesimo quingentesimo sexagesimo octavo. Afschr., gecollationneerd door den notaris Floris van Obolhem (Inv. no. 23). 108. 1569 Februari 15. Schepenen van den Hage wijzen vonnis in de zaak van de memoriemeesters aldaar tegen Maritgen Dirick Jans zoons Pinten dochter, in vrijwaring opkomend voor Ghijs Pieters zoon van Boj-oh, inzake de erfpacht van 8 morgen land benoorden den Cortenbosch over de Watering, en wijzen den memoriemeesters hun eisch toe met vervallenverklaring van den gedaagde van de erfpacht. Aldus gedaen opten vijftienden dach Februarü ''anno XVc negen ende tzestich nae gemeen scryven. Oorspr.' op papier (Inv. no. 20). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. 109. 1569 Maart 12. De griffie van het Hof van Hollant oorkondt, dat heer Huych Joris', memoriemeester in den Haghe, Gerrit Doede zoon procureur heeft gesteld in de zaak van de heeren van de memorie tegen Marytgen Dierck Jans zoons Pinten dochter. Actum den Xllen Martii anno XVc LXVIII stüo curie. Oorspr. (Inv. no. 20). 147 110. 1569 Maart 19. Burgemeesters en schepenen van den Hage geven vidimus van den brief d.d. 1479 Maart 13 (zie reg no. 17). upten XlXen dach in Maerte anno XVc negen ende tzestich nae gemeen scryven. Oorspr. (Inv. no. 22). Met het geschonden zegel ten zaken ki groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan dat d.d. 1479 Maart 13 (zie reg. no. 17). 111. 1569 Juli 8. B. Ernst (griffier van het Hof van Holland) oorkondt, dat Gerrit Doede zoon als procureur van de memoriemeesters van de Sint Jacobskerk ter eenre en Pieter Jans zoon Kinderen als procureur van Maritgen Dirck Jans zoons weduwe te Delft ter andere zijde hunne memorie hebben ingediend. Actum den Villen July LXIX. Oorspr. (Inv. no. 20). 112. 1569 .(voor December 16). De memorieheeren van de Sint Jacobs kerk in den Hage verzoeken den koning om aan stadhouder, president en raad in Hollandt last te . geven geen acht te slaan op het woord rente, bij vergissing voorkomende in eenige door hen afgegeven quitanties in plaats van het woord erfpacht. Afschr. (Inv. no. 20). Een in dorso opgedrukt zegel verloren. N.B In dorso: Onsen lieven ende getrouwen President ende lujden van onsen Rade in Hollant. — De nummers 113, 115 en 116 zijn hiermede geliasscerd. 113. 1569 December 16. Philips, koning van Castüliën enz. draagt president en raden in Holland op, het request van de memoriemeesters naar recht en billijkheid in behandeling te nemen binnen zekeren termijn. Gegeven in onser stadt van Mechelen den XVIen dach van December int jaer ons Heeren duysent vijfhondert negenentzestich van onsen Bijeken van Spaingnen, Cecilliën etc. het XHIIe ende van Naples het XVIe. Oorspr. (Inv. no_ 20). Het zegel verloren. N.B. De nummers 112, 115 en 116 zijn hiermede geliaseerd. 114. 1569 December 23. Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar toe 24 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit de helft van een huis en erf in de Schoolstraet tegenover de school, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 'sjaars. Gescreven ende gepacht upten XXIIIen dach Decembris anno XVc negen ende tzestich. U",; .v Oorspr. (Inv. no. 55). Met de schepenzegels van Jan van Ouwen en Cornehs Messing in groene was. 115. 1570 Januari 10. B. Ernst verklaart, dat Gerrit Doede zoon als procureur van de memorieheeren van de Sint Jacobs kerk in den Hage request-civile 148 presenteert onder verwijzing naar zijne memorie en Pieter Jans zoon Kinderen, procureur van Maritgen Dirck Jan Pinten weduwe, termijn van beraad neemt. Gedaen in den Hage den Xen Januarii anno XVc LXIX stilo curie. Oorspr. op papier (Inv. no. 20). N.B, De nummers 112, 113 en 116 zijn hiermede geliasseerd. -116. 1570 Januari 13. B. Ernst verklaart, dat het Hof van HoUandt. incidenteel op het request-civile beschikkend, de zaak voegt om af te doen bij de zaak ten principale. Gedaen in den Hage den XlIIen Januarii anno XVc LXIX stilo curie. Oorspr. op papier (Inv. no. 20). N.B. De nummers 112, 113 en 115 zijn hiermede gehasseerd. 117. 1571 Mei 16. Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar toe 20 schellingen 9 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis en erf van Geryt Gerits zoon, biervoerder, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars. Gescreven ende gepacht upten XVIen dach van May anno XVc een ende tzeventich. Oorspr. (Drv. no. 56). Met de geschonden schepenzegels van Claes van Dam en Pieter de Vries in groene was. 118. 1573 December 1. Joannes a Bruhes, deken der Metropoktaankerk van Trajectum en waarnemend aartsdiaken, verleent Joannes Adrianus' zoon, priester, de vicarie van den H. apostel Petrus in de S. Jacobus kerk te Haga Comitis, vaceerende door den dood van Petrus Petrus' zoon Eygenvoecht. Datum Traiecti anno millesimo quingentesimo septuagesimo tertio die prima videlicet kalendis Decembris. Oorspr. (Inv. no. 77). Met het geschonden zegel van het officialaat in roode was en de handteekening van Theodorus Terhoech, notaris. N.B. In dorso de mededeeling van de installatie (zie. reg. no. 120). 119. 1573 December 7. Joannes a Bruhes, deken van de Metropolitaankerk van Trajectum en vicaris bij openstaan van den stoel van den aartsdiaken, door het . kapittel gemachtigd, verleent de vicarie of eeuwige kapelanie op het altaar van S. Anna in 'sHeeren graf in de parochiekerk te Haga, vacant door den dood van Cleméns Joannes' zoon, aan Matheus Henricus' zoon, klerk van de diocees van Trajectum, student aan de universiteit van Lovanium, met bevel tot kerkelijke afkondiging en oproeping van opponenten. Datum Traiecti anno Domini millesimo quingentesimo septuagesimo tertio die Lune septima mensis Decembris. Oorspr. (Inv. no. 72). Het zegel van den oorkonder verlpren. Met de handteekening van Theodoricus Terhoech, notaris. N.B. In dorso: verklaring van Joannes Joannes' zoon Dritius, proost van S. Barbara te 's-Gravenhage, dat de af• kondigingen hebben plaats gehad (zie reg. no. 121 ). 149 120. 1573 December 10. Joannes Joannes' zoon Dritius, proost van S. Barbara te Haga, deelt Joannes a Bruhes, deken der Metropolitaankerk van Traiectum en waarnemend aartsdiaken, mede, dat de drie kerkelijke afkondigingen zijn geschied en niemand geopponeerd heeft tegen de begiftiging van Joannes Adrianus' zoon, priester, met de vicarie van den H. apostel Petrus in de S. Jacobs kerk aldaar. Anno 1573 die decima mensis Decembris. Opgenomen in dorso van de akte, vermeld inreg.no. 118. Met de handteekening van Joannes Joannes' zoon Dritius. 121. 1573 December (na den 20en). Joannes Joannes' zoon Dritius, proost van St. Barbara te Haga Comitis, verklaart, dat hij, ingevolge den inhoud van den brief d.d. 1573 December, op welks rugzijde dit geschreven is, (zie reg. no. 119) op drie dagen in den Advent van 1573 afkondigingen heeft gedaan en dat niemand zich verzet heeft. Opgenomen in dorso van reg. no. 117. 122. 1574 Januari 9. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum, door den waarnemenden aartsdiaken bij openstaan van dien zetel speciaal gemachtigd, geeft bevel om Matheus Henricus' zoon, klerk der diocees van Trajectum, in het bezit te stellen der vicarie op het altaar van S. Anna in 'sHeeren graf in de parochiekerk te Haga, vacant door den dóód van Clemens Joannes' zoon en^aan genoemden Matheus verleend door Johannes a Bruhesen, deken en waarnemend aartsdiaken van Trajectum, nadat de kerkelijke afkondigingen en oproeping van belanghebbenden gedaan zijn. Datum et actum Traiecti anno Domini miUesimo quingentesimo septuagesimo quarto die Sabbati nona mensis Januarii hora primarum et audiendarum causarum consueta. Oorspr. (Inv. no. 72). Het zegel verloren. Geteekend door ïheodorious Terhoech notaris. N.B, In dorso: verklaring van Johannes Dritius, proost in 's-Gravenhage, aangaande de inbezitstelling (zie reg. no. 123). 123. 15(7)4 Januari 26. Johannes Dritius, proost te Haga Comitis, verklaart, dat hij 26 Januari 1574 Johannes Adrianus' zoon als procurator van Matheus Henricus' zoon in het bezit heeft gesteld van de vicarie, vermeld in den brief d.d. 1574 Januari 9, op welks rugzijde dit geschreven is (zie reg. no. 122). Actum anno die mense prescriptis in ecclesia Hagensi (anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesimo (sic) quarto die vero XXVIa mensis Januarii ante meridiem. Opgenomen in dorso van reg. no. 122. 124. 1575 Juni 1. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum verleent Joannes Adrianus' zoon Broers, Utrechtsch priester, de vicarie van S. Sebastianus weleer van het H. Kruis in de* parochiekerk te Haga Comitis, vaceerende door het huwelijk van Ludovicus Henricus' zoon, met bevel 150 tot kerkelijke afkondiging, oproeping van opponenten en last tot inbezitstelling. Datum Traiecti anno millesimo quingentesimo septuagesimo quinto die prima Junii. Oorspr. (Inv. no. 79). Het zegel van den oorkonder verloren. Met de handteekening van Theodorus Terhoech, notaris. 125. 1580 Februari 9. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum bericht aan alle priesters etc, dat Matheus Henricus' zoon, klerk van de diocees van Trajectum, bezitter der vicarie of eeuwige kapelanie op het altaar van S. Anna in 'sHeeren graf in de parochiekerk te Haga, wegens zijn voorgenomen huwelijk daarvan afstand heeft gedaan ten behoeve van Joannes Adrianus' zoon Broers zoon, priester van Trajectum, en dat hij, daar de vicarie zoolang vacant is geweest, dat de vergeving daarvan volgens het concilie van Lateranen aan hem is vervallen, Joannes voornoemd daarmede begiftigt met last tot kerkelijke afafkondiging en inbezitstelling. Datum Trajecti sub anno Domini millesimo quingentesimo octuagesimo. die nona mensis Februarii. Oorspr. (Inv. no. 73). Het zegel van den oorkonder verloren.. Geteekend doör Theodoricus Terhoech, notaris. 126. 1580 Maart 9. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum bericht aan alle priesters etc, dat hij, daar de vicarie op het altaar van den H. Martinus in de kerk van S. Jacobus te Haga vaceert en zoolang vacant is geweest, dat de collatie, volgens het concilie van Lateranen, aan den aartsdiaken van Trajectum is overgegaan, genoemde vicarie, waarvan de laatste bezitter geweest is de reeds overleden heer Nicolaus Walterus' zoon, volgens opdracht van den aartsdiaken verleend heeft aan Joannes Adrianus' zoon Broers zoon, priester van Trajectum, met last tot openlijke afkondiging en oproep van opponenten, om hem daarna in het bezit der vicarie te stellen. Datum Traiecti anno miUesimo quingentesimo octuagesimo nona mensis Martü. Oorspr. (Inv. no. 75). Het zegel van den oorkonder verloren. Geteekend door Theodoricus Terhoech, notaris. N.B. In dorso eene verklaring van de inbezitstelling (zie reg. no. 127). 127. 1585 Augustus 81. Johannes Andreas' zoon verklaart, dat hij Johannes Adrianus' zoon in het bezit heeft gesteld van de vicarie, vermeld in den brief d.d. 1580 Maart 9, op welks rugzijde dit geschreven is (zie ree. no. 126). Datum 1585 ultima Augusti. Opgenomen in dorso van reg. no. 126. 128. 1585 September 15. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum, commissaris van wege Johannes de Bruhesen, deken en waarnemend aartsdiaken, gelast Johannes Adrianus' zoon van Haga Comitis, priester van de diocees van Trajectum, in het bezit te stellen van de vicarie van den H. 151 apostel Petrus in de Sint Jacobus kerk te Haga Comitis, vaceerende door den dood van Petrus Petrus' zoon Eygenvoecht. Datum Traiecti anno millesimo quingentesimo octuagesimo quinto die decima quinta mensis Septembris. Oorspr. (Inv. no, 78). Het zegel van den oorkonder verloren. Met de handteekening van Theodorus Terhoech, notaris. 129. 1586 Januari 2. Antonius a Boussu, proost en aartsdiaken van Trajectum, gelast Joannes Adrianus Broers zoon, priester van Trajectum, in het bezit te stellen van de vicarie ter eere van S. Severinus, bisschop, op het altaar van S. Sebastianus, martelaar, in de parochiekerk van S. Jacobus te Haga Comitis gesticht, en vaceerende door den dood van Jacobus Laurentius' zoon Croeck. Datum anno millesimo quingentesimo octogesimo sexto die secunda mensis Januarii. Oorspr. (Inv. no. 80). Het zegel van den oorkonder verloren. Met de handteekeningen van Antonius a Boussu en Jo. van de Wiel, notaris. 130. 1596 September 4. Anthonius a Boussu, heer van Lambussart, proost en aartsdiaken van Trajectum, verleent de vicarie of eeuwige kapelanie ter eere van S. Anna, moeder van de H. Maagd in de parochiekerk te Haga — daar de patroon binnen den bepaalden tijd verzuimd heeft een presentatie te doen, en Hugo Martinus' zoon, de tegenwoordige bezitter, tegen den inhoud van den fundatiebrief zich niet tot het priesterschap heeft doen promoveeren, maar gehuwd is, en genoemde vicarie daardoor zoolang vacant is, dat de collatie volgens het concilie van Lateranen aan den aartsdiaken toekomt — aan Johannes Adrianus' zoon, priester van Trajectum, met bevel hem of zijn procurator na eedsaflegging in het bezit daarvan te stellen. Datum anno millesimo (quingentesimo) nonagesimo sexto die vero quarta mensis Septembris. Oorspr. (Inv. no. 74). Het zegel van den oorkonder verloren. DE KERK TE EIKENDUINEN. INLEIDING.) Door graaf Willem II, dus vóór 1256, werd te Eikenduinen een kapel gesticht, zooals blijkt uit een brief ») van 1800 Februari 24, waarbij graaf -Jan II eene uitkeering van 8 pond aan den kapelaan bevestigt. De kapel ressorteerde onder de parochie van Monster. In 1327 werd de kapel door Willem III aan den abt van Middelburg geschonken met opdracht om van den bisschop van Utrecht gedaan te krijgen, dat de kapel tot eene parochiekerk werd verheven. Die verheffing werd toegestaan in 1831 doof bisschop Jan van Diest.3) Aanleiding tot den wensch van graaf Willem was, dat 's-Gravenhage zich al meer en meer had uitgebreid naar den kant van Eikenduinen en de bewoners aldaar dus hunne stedelijke parochiekerk niet gemakkelijk meer konden bereiken. Werd er dus eene parochiekerk in Eikenduinen gevestigd, dan konden die geloovigen beter hunne godsdienstplichten vervullen. Daarbij kwam nog ëene andere reden, nl. dat de kapelaan van Eikenduinen een der vier priesters was, die de kapel ten Hove bedienden en op zijne beurt, als de graaf of gravin in den Haag was, het middagmaal aldaar genoot. Aan die gewoonte nu wilde graaf Willem III een einde maken door van de kapel eene parochiekerk te maken en die te laten bedienen döor een der kanunniken van den abt, onder beding, dat die kannunnik-parochiaari niet het voorrecht zou hebben om ten Hove te eten, en dat de prove, door een der graven aan den kapelaan geschonken, zou vervallen. Deze voorwaarden stonden dan ook in den brief van den abt van Middelburg uitgedrukt: dat zoe wie die capelle van Eykendunen voirsz. of die prochiekerke aldaer, als 't eene parochie gemaeckt es, van onsen canonniken verdienen en verwaren sal, gheen recht eysschen noch hebben en sal van der provende in die Haghe te haelen of te Hove t'eeten, als onse heer die grave of onse vrouwe die gravinne dair wesen sullen Na de Hervorming werd die kerk door de Staten van Holland onnoodig geacht en verkocht om afgebroken te worden 4), waarop zij 1581 gesloopt ») Zie Bijdiv bisd. Haarlem dl. XXV bl. 379 en vlg. 2) J. de Fremery. Cart. van Mariënwèerd blz. 44. s) Mr. R. Fruin, Het archief der O. L. V. abdij te Middelburg reg. nos. HO, 196 en 238. 4) Res. St. v. H. 1580 September 2. 153 werd. De bewoners van Eikenduinen werdén met die van Loosduinen tot eene parochie vereenigd en kregen de kerk van de abdij te Loosduinen in gebruik. Op de kaart, vermeld onder no. 7 in den Inv. van het klooster Bethanië te 's-Gravenzande komt eene afbeelding voor van de kerk, welke door De Riemer is gereproduceerd in dl. I van zijne beschrijving van 's-Gravenhage (1730) bldz. 22. INVENTARIS. Beheer der goederen. I. Landerijen. a. in den Haag. 1. Stukken betreffende den eigendom van 4 morgen land, afkomstig van Maerten Jorys' zoon en Claes Willems zoon Houck. 1529 en 1531. Met 2 oudere transportbrieven d.d. 1506 en 1514. 4 charters (reg. nos. 18, 6, 9 en 14). b. in Haagambacht. 2. Eigendomsbewijs van 11 hont land in Eskamp, afkomstig van Jan Jacobs zoon. 1465. 1 charter (reg. no'. 3). 3. Eigendomsbewijs van 8 hont land in Eskamp, afkomstig van Willem Willems zoon en Anthonys- Jacobs zoon. 1497. 1 charter (reg. no. 5). 4. Eigendomsbewijs van 3% morgen land voor Dirck Zybrants zoon, afkomstig van Arent Pieters zoon. 1512. 1 charter (reg. no. 8). 5. Eigendomsbewijs van 8 hont land in Eskamp, afkomstig van Ercke Dirick Beierts zoons weduwe. 1520. 1 charter (reg. no. 10). 6. Eigendomsbewijs van de helft van eene woning met 7. morgen land in Eikenduinen, afkomstig van Gijsbrecht Pieters zoon. Met bijbehoorenden rentebrief. 1540. 2 charters (reg. nos. 21 en 22). c. niet nader, aangeduid. 7. Eigendomsbewijs van 4 roeden land, afkomstig van Pieter Aernts zoon. 1550. 1 charter (reg. no. 23). 154 II. Rentebrieven. 8. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit eene woning en 14 hont land te 's Gravenhage (?). 1360. 1 charter (reg. no. 1). 9. Rentebrief, groot 3 schellingen Hollandsch 's jaars, uit een perceel land te 's Gravenhage(?). 1377. 1 charter (reg. no. 2). 10. Rentebrief, groot 5 pond 6 schellingen 8 penningen Hollandsch 'sjaars, uit eene woning met land te 's Gravenhage(?). 1525. Verkocht aan de kerk. 1540. Met 2 bijbehoorende rentebrieven d.d. 1525. 4 charters, (reg. no. 20, 11, 12 en 13). 11. Rentebrief, groot 20 schellingen 'sjaars, uit eene woning met land in het Westambacht van den Haag. 1497. 1 charter (reg. no. 4). 12. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, uit eene woning met 20 morgen land in het Westambacht van den Haag. 1507. 1 charter (reg. no. 7). 13. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit 5 morgen land in het Westambacht van den Haag. 1531. 1 charter (reg. no. 17). 14. Rentebrieven, groot 2, 1 en 2 pond Hollandsch 's jaars, verzekerd op een huis en erf te Loosduinen, voor Jacop Jans zoon van Steen. 1580 en 1532. 3 charters (reg. nos. 15, 16 en 19). REGESTENLIJST. 1. 1360 October 1. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem 'Aernts zöon erkent schuldig te zijn aan de kapel van Heykehduynen 1 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis en 14 hont land, waarop de woning staat. Ghegeven up sinte Baven dach int jaer ons Heeren duysendt driehondert ende tsestich. : Oorspr. (Inv. no. 8). Het schependomszegel verloren. 2. 1877 December 29. Schepenen van die Hage oorkonden, dat Griete Jan Winkelmans erkent schuldig te zijn aan het godshuis van Heykendunen eene jaarlijksche rente van 3 schellingen Hollandsch, gaande uit een stuk land, geheeten de Loe. 155 Int jair ons Heeren duysent driehondert seven ende tseventich des Dincxdages na alre Kinderen dach. Oorspr. (Inv. no. 9). Hét schependomszegel verloren. 3. 1465 Mei 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Jacobs zoon verkoopt aan de kerkmeesters te Eykenduynen 11 hont land, gelegen in het Westambacht van der Hage in Etscamp, geheeten „Jan van Styens Osscamp". Gescreven upten anderden dach in Mey int jair ons Heeren dusent vierhondert vijf ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 2). Met het geschonden schependomszegel in groene was. 4. 1497 Januari 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Wermbrecht Vrancken zoon erkent schuldig te zijn aan de kerk tEykenduynen eene jaarlijksche rente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit de door hem bewoond wordende woning en landen in het Westambacht van den Hage in de Zeckbroeck, Gescreven upten XXIIIsten dach in January int jair ons Heeren duysent vierhondert zeven ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 11). Het schependomszegel verloren. 5. ^1497 Februari 19. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Willem Willems zoon en Anthonys Jacobs zoon verkoopen aan de kerk tEykenduynen de helft van 16 hont land in het Westambacht van der Hage in Aetscamp. Gescreven upten XIXsten dach in February int jair ons Heeren M CCCC zeven ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 3). Met het gésohonden schependomszegel in groene was. 6. 1506 November 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Ghijsbrecht Willems zoon en Maertgen, zijne echtgenoote, verkoopen aan Joost Jan Zymons zoon de helft van 4 morgen land benoorden Cortenbosch. Gescreven upten XXIIIen dach van Novembry int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende sesse. Oorspr. (Inv, no. 1). Met het geschonden schependoms• zegel in groene was. Met transfix d.d. 1531 Juni 27 (zie reg, no. 7. 1507 November 23. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Marten Ariaens zoon erkent schuldig te zijn aan de kerkmeesters te Eyckenduinen eene jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit zijn woning in het Westambacht van der Hage, groot 20 morgen. Gescreven upten XXIHen dach in Novembry int jaer ons Heeren duusent vijfhondert ende- seven. Oorspr. (Inv. no. 12). Met het geschonden schependomszegel in groene was. 156 8. 1512 November 12. Nyclaes Carbon en Willem Jans zoon, waard in Engelant, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Arent Pieters zoon te Monster verkoopt aan Dirck Zybrants zoon 8% morgen land aan de Loserlaan in het Westambaeht van der Hage. Gescreven opten Xllen dach in Novembri anno XVc ende twaelff. Oorspr. (Inv. no. 4). Met het geschonden zegel van Nyclaes Carbon in groene was, dat van Willem Jans zoon verloren. 9. 1514 Mei 30. Arnt Pieters zoon en Geryt Willems zoon Deym, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Dierick Jans zoon, Jacob Jans zoon, Ghijsbrecht Willems zoon, Ariaen Kerreman, Martijn Claes' zoon, Katherijn Diericx dochter, Fye Heynricx dochter en Ariaen Symons dochter, Jan van der Lucht en WiUem Claes' zoon verkoopen aan Ariaen Symons dochter, de helft van 4 morgen land, hun aanbestorven van hun oom Joost Jans zoon, van welk land de helft toebehoort aan de erfgenamen van Truigen Willems dochter, in leven echtgenoote van Joost Jans zoon, en dat gelegen is benoorden den Cortenbosch. Gescreven den XXXen dach van Meye anno XVc ende vierthiene. Oorspr. (Inv. no. 1). Met het geschonden schepenzegel van Geryt Willems zoon Deym in groene was; dat van Arnt Pieters zoon verloren. Met transfix d.d. 1529 -September 28 (zie reg. no. 14), terwijl beide brieven zijn vastgehecht aan den brief d.d. 1531 Juni 27 (zie reg. no. f7J. Ift 10. 1520 Juh 16. Wermbrecht Willemszoon en Willem Jans zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Ercke Dirick Beierts zoons weduwe verkoopt aan de kerk van Eykenduynen 8 hont land in Escamp binnen het ambacht Eykenduynen. upten XVIen dach in Juho anno XVc ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 5). Met het geschonden schepenzegel van Wermbrecht Willems zoon in groene was; dat van Willem Jans zoon verloren. 11. 1525 December 20. Adriaen Geryts zoon Paert en Huych Aerts zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Pieter Pieters zoon erkent schuldig te zijn aan Cornehs Claes' zoon, Pieter Ghijsbrechts zoon en Marten Claes' zoon als kerkmeesters yan Eyckenduynen wegens erfpacht eene erfrente van 16 pond Hollandsch *s jaars, verzekerd op de woning en het land, bij hem in gebruik. upten XXen dach van December anno XVc vijf ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 10). Met het geschonden sohepenzegei van Adriaen Geryts zoon Paert in groene was; dat van ' "c. . Huych Aerts zoon verloren. — Hieraan is vastgenaaid de brief d.d. 1525 December 20 (zie reg. no. 12), terwijl de brief dd. 1525 December 20 (zie reg. no. 13) door dien d.d. 1540Maart 8 (zie reg. no. 20)aan dezen is gestoken. 12. 1525 December 20. Adriaen Geryts zoon Paert en Huych Aerts zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Pieter Pieters zoon erkent schuldig te zijn aan 157 Geryt Deym wegens erfpacht, eene jaarlijksche rente van 10% pond 3 schellingen 4 penningen Hollandsch 's jaar verzekerd op de woning en het land, bij hem in gebruik. upten XXen dach van December anno XVc vijf ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 10). De zegels van Adriaen Geryts zoon Paert en Huych Aerts zoon verloren. Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1525 December 20 (zie reg. no. 11). 13. 1525 December 20. Adriaen Geryts zoon en Huych Aerts zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Pieter Pieters zoon erkent schuldig te zijn aan Pieter Ghijsbrechts zoon wegens erfpacht eene erfrente van 5 pond 6 schellingen 8 penningen Hollandsch 's jaars, verzekerd op zijne woning en het land, bij hem in gebruik. upten XXen dach van December anno XVc vijf ende twintich. Oorspr. (Inv. no. t^, Met de geschonden zegels van Adriaen Geryts zoon (Paert) en van Huych Aerts zoon in groene was. Door den brief d.d. 1540 Maart 8 (zie reg. no. 20) is deze vastgehecht aan den brief d.d. 1529 December 20 (zie reg. no. 11). 14. 1529 September 28. Adriaen Geryts zoon Paert en Kors Pieters zoon van der Beeck, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Maerten Jorys' zoon overdraagt aan de kerkmeesters van Eyckenduynen het land, genoemd in den brief d.d. 1514 Mei 30, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 9). upten XXVIIIen dach van September anno XVc negenenli wintich. Oorspr. (Inv. no. 1). Met het geschonden schepenzegel van Kors Pieters zoon van der Bïeck in'groene was; dat van Adriaen Geryts zoon Paert verloren. 15. 1580 Maart 9. Huych Aertszoon en Kors Pieters zoon van der Beeck, schepenen in den Hage; oorkonden, dat Dirick Philips zoon te Loosduynen heeft verkocht aan Jacob Jans zoon van Steen eene rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op zijn huis en erf te Loosduynen in het ambacht van den Hage en losbaar met den penning 16. Opten IXen dach van Maerte anno XVc ende dertich nae tscriven tbisdoms van Utrecht. Oorspr, (Inv. no. 14). De beide schepenzegels verloren. 16. 1530 December 2. Ghijsbrecht Diricx zoon Cammaker en Marten Adriaens zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Dirick Philips zoon te Loesduynen verkocht heeft aan Jacop Jans zoon van Steen eene rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op zijn huis en erf te Loesduynen in het ambacht van den Hage en losbaar met den penning 16. Opten Hen dach van December anno XVc ende dertich. Oorsor. (Drv. no. 14) Met een rest van het Z3gel van Ghijsbrecht Diricx zoon in groene was, dat van Marten Adriaens zoon verloren. 17. 1531 Februari 3. Ghijsbrecht Dircx zoon Cammaker en Kors Pieters zoon van der 158 Beeck, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Jan Aerns zoon erkent schuldig te zijn aan de kerk te Eyckenduynen eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit een stuk land, groot c. 5 morgen en gelegen in het Westambacht van den Hage. upten derden dach van Februario anno XVc ende eenen- dertich nae tscriven tbisdoms van Utrecht. Oorspr. (Inv. no. 13). Met de beide sohepenzegels in groene was en geschonden. 18. 1581 Juni 27. Kors Pieters zoon van der Beeck en Maerten Adriaens zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Claes Willems zoon Houck het land, genoemd in den brief d.d. 1506 November 23, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 6) overdraagt aan de kerk te Eyckenduynen. upten XXVIIen dach Junii anno XVc eenendertich. Oorspr. (Inv. no. 1). De beide schepenzegels verloren. Hieraan zijn vastgehecht de brieven d.d. 1514 Mei en 1529 September 28 (zie reg. nos. 6 en 14). 19. 1582 Juli 10. Kors Pieters zoon van der Beeck en Jan Cornelis' zoon Cammaker, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Dirick Philips zoon te Loesduynen verkocht heeft aan Jacop Jans zoon van Steen eene rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op zijn huis en erf te Loesduynen in het ambacht van den Hage. Opten Xen dach Julii anno XVc tweeendertich. Oorspr. (Inv. no. 14). De beide schepenzegels verloren. 20. 1540 Maart 8. Huych Adriaens zoon van den Velde en Cornehs Vredericxs zoon, schepenen inden Hage, oorkonden, dat Ghijsbrecht Pieters zoon, wonende te Eyckenduynen, overdraagt aan de kerk aldaar den rentebrief, groot 5 pond 6 schellingen 8 penningen Hollandsch 's jaars (zie reg. no. 11). • upten Villen dach van Maert anno XVc ende veertich nae soriven tbisdoms van Utrech. Oorspr. (Inv. no.10). Met het geschonden schepenzegel van Cornelis Vredericxs zoon in groene was; dat van Huych Adriaens zoon van den Velde verloren. 21. 1540 Juni 7. Huych Adriaens zoon van den Velde en mr. Aernt Huygen zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Gijsbrecht Pieters zoon, wonende te Eyckenduynen, met de kerkmeesters aldaar ruilt de helft van eene woning met 7 morgen land, gelegen in Eykenduynen, tegen 4 morgen land, gelegen in de Myent aldaar. upten Vllen dach van Junio anno XVc ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 6). De beide schepenzegels verloren. 22. 1540 Juni 7. Huych Adriaens zoon van den Velde en Mr. Aernt Huygens zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Ghijsbrecht Pieterszoon, wonende te Westerbeeck in het Westambacht van den Hage, verkoopt aan de kerkmeesters van Eyckenduynen eene jaarlijksche rente van 7 carolusguldens en 10 stuivers, gaande uit 4 morgen land, gelegen in de Myent in Eyckenduynen. opten VHen dach van Junio anno XVc ende veertich. Oorspr. (Inv. no. li). De beide schepenzegels verloren. 23. 1550 April 16. Kors Pieters zoon van der Beeck en Cornelis van Aicken, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Pieter Aerts zoon, wonende te Eyckenduynen, geeft aan de kerkmeesters van Eyckenduynen. 4 roeden land voor het aan hem op 12 Juh 1540 voor 9 jaar verleende consent tot turf delving, opten zestienden dach van Aprille anno XVc ende vijftich nae Paesschen. Oorspr. (Inv. no. 6). Met het schepenzegel van Kors Pieters zoon van der Beeck en het geschonden schepen, zegel van Cornelis van Aicken in groene was. 159 HET HEILIGE=KRUISGILDE TE EIKENDUINEN. INLEIDING. Evenals in vele andere kerken blijkt, dat ook te Eikenduinen zich een gilde gevormd heeft om den dienst op het altaar van het Heilige Krui» bij voortduring in stand te houden. De' inkomsten werden beheerd door de Kruismeesters. Wanneer en op wiens initiatief het ontstaan is, is onbekend. Het oudste stuk dateert van 1519. Van het archief is slechts een zestal charters bewaard gebleven. ^ -'^{tê INVENTARIS. Beheer der goederen. I. Landerijen. In Haagambacht. 1. Stukken betreffende den eigendom van 11 hont land in Eikenduinen» afkomstig van Pieter Claes' zoon en Margriet Willems dochter, wed. van mr. Cornelis Hoen. 1519. 2 charters (reg. nos. 1 en 3). II. Rentebrieven. 2. Rentebrief, groot 15 stuivers 'sjaars, uit 8 hont land in Escamp. 1527. 1 charter (reg. no. 2). 3. Rentebrief, groot 10 pond Hollandsch 'sjaars, uit 7% morgenland in het Westambacht van den Haag. 1531. 1 charter (reg. no. 4). 4. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars, uit 7 hont en 2 morgen land in het Westambacht van den Haag. 1554. 1 charter (reg. no. 5). 161 5. Rentebrief, groot 1 pond Vlaamsch 's jaars, uit 17 hont land in het Westambacht van den Haag. 1571. 1 charter (reg. no. 6). REGESTENLIJST. 1. 1519 December 29. Jacop van der Wiele Adriaens zoon en Gijsbrecht Dirycx zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Pieter Claes' zoon verkoopt aan het Heylige Cruys te Eykenduynen de helft van 11 hont land, gelègen m het Westambacht van den Hage. Gescreven upten XXIXen dach in Decembri anno XVc ende negentien. Oorspr. (Inv. no. 1). De beide sohepenzegels verlo. i ren. 2. 1527 April 25. Geryt Bruyns zoon en Jan Cornehs' zoon Cammaicker, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Claes Jacops zoon verkoopt aan het HeiligeCruysgildt te Eyckenduynen eene jaarlijksche rente van 15 stuivers, gaande uit 8 hont land in Escampt, losbaar met den penning 16. Upten vijf ende twintichsten dach van Aprille anno XVc zeven ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 2). Met twee geschonden schepenzegels in groene was. 3. 1529 November 16. Ghijsbrecht Diricx zoon Cammaker en Kors Pieters zoon van der Beeck, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Margriet Willemsdochter, weduwe van mr. Cornelis Hoen, heeft verkocht aan het Heilige-Cruysgilde de helft van 11 hont land te Eyckenduinen, waarvan het gilde nog zes jaar lang de huur zal innen. Opten XVIen dach van November anno XVc negenentwintich. Oorspr. (Inv. no. 1). Dj beide schepenzegels verloren. 4. 1531 Maart 1. Kors Pieters zoon van der Beeck en Marten Adriaens zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat de weduwe van wijlen Marten Adriaens zoon verkoopt aan Pieter Ghijsbrechts zoon en Jacop Jans zoon upte Beeck als gildemeesters te Eyckenduynen eene jaarlijksche rente van 10 pond Hollandsch, gaande uit 7% morgen land, gelegen in het Westambacht van den Hage. upten eersten dach van Maerte anno XVc eenendertich nae tscriven sbisdoms van Utrecht. Oorspr. (Inv. no. 3). De beide schepenzegels verloren. N.B. Di dorso staat, dat Adriaen Claes' zoon te Eykenduynen 5 van de v10 pond zal betalen, omdat hij de helft van de V/2 morgen land gekocht heeft, blijkende uit een schepenbrief van 13 Maart 1559. . 11 162 5. 1654 November T9. Symon van der Does en Jacob Vermy Willems zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Joést Jans zoon opte Beeck verkoopt aan het Heihch-Cruysgilde te Eyckenduynen eene jaarlijksche rente van 4 pond Hollandsch, gaande uit 7 hont en 2 morgen land, gelegen in het Westambacht van den Hage, en losbaar met den penning 16. Opten XlXen dach Novembris anno XVc vyer ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 4). Met het geschonden zegel van Symon van der Does in groene was; dat van Jacob Vermy Willems zoon verloren. 6. 1571 April 13. Cornelis van Bijn en Adriaen Jans zoon Houck, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Joest Jans zoon opte Beeck erkent schuldig te zijn aan het Heihch-Cruysghilde te Eyckenduynen eene jaarlijksche rente van 1 pond Vlaamsch, gaande uit 17 hont land, gelegen in Oestescamp in het Westambacht van den Haghe, en losbaar met den penning 16. opten XlIIen Aprilis anno XVc een ende tseventich nae gemeen scryven. Oorspr. (Inv. no. 5). Met het geschonden zegel van Cornelis van Rijn in groene was; dat van Adriaen Jans zoon Houck verloren. HET KLOOSTER VAN ONZE LIEVE VROUW IN NAZARETH TE RIJSWIJK. INLEIDING. Voor de geschiedenis van dit klooster is men aangewezen op de weinige charters, die het A. B. A. er van bezit. Het stond op de plaats, waar later de buitenplaats Leeuwendaal kwam, dus in den hoek, gevormd doof den weg naar Delft en dien naar Voorburg '). Het stichtingsjaar is niet bekend; de oudste akte, waarin van het klooster spfake is, is van 1471 *). Blijkens regest no. 31 woonden de zusters aanvankelijk te Vlaardingen, vanwaar zij naar Rijswijk waren verhuisd uit verlangen naar een rustiger omgeving. In 1465 — nog tijdens hun verblijf te Vlaardingen — waren zij van de derde orde van Sint Franciscus overgegaan tot de orde der Augustijnen, een overgang, die wel in één lijn is met de behoefte aan een nog rustiger omgeving dan Vlaardingen bood, en waarop dus waarschijnlijk de verhuizing spoedig gevolgd zal zijn.s) In ieder geval moet de stichting van het klooster te Bijswijk plaats gehad hebben tusschen de jaren 1465 en 1471, tenzij er reeds een klooster bestond en de Vlaardingsche zusters zich slechts bij die te Rijswijk voegden 4). De bewoordingen van reg. no, 31 maken dat evenwel niet waarschijnlijk. Bij haar overgang tot de Augustijner orde stelde bisschop David van Bourgondië het klooster onder de visitatie van de priors resp. pater van de kloosters Sion bij Delft, Bethanië te 's-Gravenzande en Sint Anna te Delft. In 1500 kreeg het klooster van deken en kapittel in den Haag vergunning tot het bouwen van een eigen kerk en kerkhof. Bij de Hervorming werden de goederen geannoteerd en schijnt het gebouw gesloopt te zijn. 1) Zie Haagsch jaarboekje 1889 bldz. 97. *) In Bijdr. Bisd. Haarlem XVI, bldz. 174. In XXIII, bl. 132 dierzelfde Bijdr. spreekt S. Bleekeb van een huurbrief van „prior en convent van Bijswijk" d.d. 12 Juli 1409, welke op het gemeentearchief te 's-Gravenhage zou zjjn. Bij onderzoek bleek het stuk daar evenwel niet aanwezig. 3) Tot de verhuizing kan ook hebben meegewerkt het feit, dat in 1467 te Vlaardingen de pest heerschte, tengevolge waarvan vele inwoners de stadVerlieten (zie L. van Ollefex, De Nederl. Stad en Dorpsbeschrijver II). *) Een dergelijke uittocht had plaats in 1557 toen de zusters uit het Caeciliaklooster te Vlaardingen zich wegens armoede in het klooster Nazareth te Leiden ieten opnemen (zie Mr. J. C. Overvoorde, Archieven der Kloosters I, 56). 164 INVENTARIS. A. Het klooster in betrekking tot den bisschop. 1 .* Brief, waarbij bisschop David van Bourgondië den overgang van de zusters van de derde orde van Sint Franciscus tot de orde der Augustijnen goedkeurt. 1465. 1 charter (reg. no. 18). B. Het klooster in betrekking tot het kapittel in den Haag. 2. Akte, waarbij deken en kapittel te 's-Gravenhage aan het klooster toestaan een eigen kerk en kerkhof te hebben. 1500. 1 charter (reg. no. 31) C. Beheer der goederen. I. Banwerken. 3. Overeenkomst met den schout van Bijswijk, en den molenmeester en ingelanden van den Noordpolder aldaar over de onkosten van de banwerken in dien polder. 1494. Met consentbrief van de hoogheemraden van Delfland. 1494. 2 charters (reg. nos. 28 en 29). II. Landerijen. a. in Maasland. 4. Eigendomsbewijs voor Maertijn Aernt Dircx zoon, priester, van 10 morgen land. 1459. 1 charter (reg. no. 16). b. in Vlaardingen. 5. Eigendomsbewijs voor mr. Philips Martijns zoon van 5 morgen land. 1443. Met oudere verkoopakte d.d. 1432. 2 charters (reg. nos. 8 en 11). c. in Voorburg. 6. Eigendomsbewijs voor Jan Andries' zoon van % van 14 morgen land. 1449. Met oudere verkoopakte d.d, 1460. 165 2 charters (reg. nos. 7 en 13). 7. Stukken betreffende den eigendom van eenige huizen met landerijen voor Jan Andries' zoon. 1440—1451. Met oudere desbetreffende stukken van 1408-1480. 8 charters (reg. nos. 3—7, 9, 10 en 14). 8. Eigendomsbewijs voor Pieter Dircx zoon van % morgen land. 1460. 1 charter (reg. no. 17). 9. Eigendomsbewijs voor Dirck Jans zoon van % morgen land, afkomstig van Dirck Dircks zoon van der Spett. 1484. Met oudere verkoopakte d.d. 1446. 2 charters (reg. nos. 12 en 24). 10. Eigendomsbewijs voor Dirck Jans zoon van %, morgen land. 1491. 1 charter (reg. no. 25). 11. Eigendomsbewijs van .8 hont land, afkomstig van het klooster Rodenburg buiten Leiden. 1492. I charter (reg. no. 26). 12. Akte van ontslag van leenplicht van 5 hont land door Ludowijck Poes, heer van den Binckhorst. 1506. Met oudere akten d.d. 1467 en 1470. 3 charters (reg. nos. 20, 22 en 32). 13. Huurcedulle van 4 hont land voor Aem Willems zoon. 1515. 1 charter (reg. no. 33). 14. Huurcedulle van 6 of 7 hont land voor Philips Hubrechts zoon. 1515. 1 charter (reg. no. 34). d. in Zoeterwoude. 15. Eigendomsbewijs voor Jan Andries' zoon van 4J morgen land. 1467. Met oudere verkoopakte d.d. 1405. 2 charters (reg. nos. 2 en 19). III. Rentebrieven. 16. Rentebrief, groot 2 pond 's jaars, uit 4 morgen land, geheeten de Oude Steenplaats, in Rijswijk. 1493. 1 charter (reg. no. 27). 166 17. Consent brief van den prior van het convent Sion aangaande den eigendom van 8 rentebrieven uit twee woningen te Rijswijk en uit een huis in den Haag. 1543. 1 charter (reg. no. 37). 18. Rentebrief voor Jan Andries' zoon, groot 4 pond 5 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit land in Voorburg. 1458. 1 charter (reg. no. 15). 19. Rentebrief voor Pieter en Dirc Dircs zoons, groot IJ pond Hollandsch 'sjaars, uit 7 hont land in Voorburg. 1469. 1 charter (reg. no. 21). 20. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch en 5 schellingen 's jaars, uit % van 7 hont land in Voorburg. 1494. 1 charter (reg. no. 30). 21. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, ten. laste van Phijtgen Heynricxs dochter, weduwe van Aelbrecht Adriaens zoon te Delft. 1543. 1 charter (reg. no. 36). . 22. *Akte van aflossing van eene rente, groot 18 pond 'sjaars. 1472. 1 charter (reg. no. 23). IV. Proven. 23. Akte, waarbij het klooster op zich neemt het onderhoud van Gheertruyt Pieters dochter van Stompwijk. 1530. 1 charter (reg. no. 35). N.B. Deze akte bevindt zich in het kaartboek van het klooster Bethanië (Inv. no. 7), waarin het zal geraakt zijn, doordat Dirk Tromper van beide kloosters rentmeester is geweest. REGESTENLIJST. 1. 1400 Juni 12. Aernt van Oesterwijc verkoopt aan Allaert Jan Hughen zoons zoon % van 14 morgen land in Tedigher brooc. Int jair ons Heren dusent ende vierhondert op sinte Odulfus' dach. i Oorspr. (Inv. no. 6). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1449 Juli 20 (zie reg. no. 13). 2. 1405 Maart 20. Heynric Willems zoon van Oosten en Clemeyns Dircs dochter verko> 167 pen aan Aernt Jacobs zoon van Dunen de helft van 4% morgen land in Zoeterwoude. • Ghescreven des Vridaghes na sinte Gheertruden dach int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vive. Oorspr. (Inv. no. 15). Met het geschonden zegel van Dirc Pijl in groene was. Met transfix d.d. 1467 Februari 19 (zie reg. 'no. 19). 3. 1408 December 7. Coen van Oesterwijc verkoopt aan jonkvrouw (Elizabeth) van den Zijl, zijne schoonzuster, 4 morgen land bij der Tollen brug. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte des Vrydaghes na sinte Nyclaes' dach. Oorspr. (Inv. no. 7). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was. N.B. In dorso staat: van vier mergen lants in Jan Arysz. woninck. 4. 1424 November 2. Jan, Willem, Jacob, Philips, Jutte en Balu, Claes Willem Moers zoons kinderen, verkoopen aan Andries Jans zoon en Machtelt Jan Dirx zoons weduwe een morgen land in Voirburch tusschen de Heerstraat en de Vliet. Int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende twintich op den anderen dach in Novembri. Oorspr. (Inv. no. 7). Met het geschonden zegel van Geryt van Stienvoirden, schout van Voorburg, in groene was. N.B. In dorso staat: van een huys, staende by die Tolbrugge, ende is Jan Arysz. woninc. 5. 1428 Januari 14. Aernt Andries' zoon verkoopt aan Andries Jans zoon wat hem is aangekomen van Dirc Dammaes' zoon, zijn schoonvader, en gelegen is in Teghelrebroeck voor de Tolbregghe in Otten weer. Ghedaen inden jair ons Heren MCCCC acht ende twintich op sinte Ponciaens dach. Oorspr. (Inv. no. 7). Het zegel van Lubbrant Allairts zoon verloren. N.B. In dorso staat: Een quijtschellinc van Jan Arysz. woninc. 6. 1480 Juni 12. Jan Soet verkoopt aan Andries Jans zoon 4 morgen land in Tedigher broec bij de Tollbregghe in Otten weer. Int jaer ons Heren MCCCC ende Gode te eren dertich op sinte Odulfs dach. Oorspr. (Inv. no. 7). Met het zegel van den oorkonder in groene was. N.B. In dorso staat: Van vier mergen in Jan Arysz. woninc. 7. 1480 Juli 18. Heer Jacob Claes' zoon, priester, en Gheryd Arnds zoon verkoopen aan Andries Jans zoon 13 hont land in Tedigher broec bij de Tollbregghe in Otten weer. Int jaer ons Heren MCCCC ende Gode te eren XXX op sinte Margrieten dach. 168 Oorspr. (Inv. no. 7). Met de zegels van Aelbrecht Bokels zoon en Claes Florys Harts zoon in groene was. N.B. In dorso staat: Van dertien hont lands in die woninek. ^ 8. 1482 September 20. Adriaen Jacobs zoon en Harper Dircs zoon verkoopen aan Pieter Groen de helft van 10 morgen land, waarvan er 4% in het ambacht van Vlaerdinghe en 5% in het ambacht van der Harghe liggen. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twee ende dertich op sinte Mattheus' avont. Oorspr. (Inv. no. 5). Met de zegels van Jacob van Praet, baljuw van Naaldwijk, en Harper Dircs zoon in groene was. -Met transfix d.d. 1443 November 19 (zie reg. no. 11). 9. 1440 Maart 12. Claes Andries' zoon verkoopt aan zijn broeder Jan het huis en erf, dat hij van zijn vader heeft geërfd, de geest (grond) en zijn aandeel in 6 morgen land in Tedigher broock bij de Tolbregghe in Otten weer. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende viertich opten twalefsten dach in Mairt. Oorspr. (Inv. no. 7). Met het zegel van Jan Smit Dircx zoon Uutenbrcock, schout te Voorburg, in groene was. N.B. In dorsp staat: Een quijtscheldinc van Jan Arysz. 10. 1440 December 6. Claes Andries' zoon verkoopt aan zijn broeder Jan het huis en erf, dat hij geërfd heeft in Voorburch en zijn aandeel in de erfenis van zijn broeder Willem, bestaande uit land in Otten weer. Int jair ons Heren duysent vierhondert ende viertich op sinte Nyclaes' dach. Oorspr. (Inv. no. 7). Met het zegel van Jan Smyt Dircx zoon Utenbroock in groene was. N.B. In dorso staat: Quijtscheldinc van Jan Arysz. en zijn brueders. 11. 1443 November 19. Pieter Groen Wülems zoon verkoopt aan mr. Phülip Martijns zoon, doctor in de medicijnen, de helft van 10 morgen land, vermeld in den brief d.d..1432 September 20, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 8). Int jair ons Heren MCCCC'ende drienviertich op sinte Lijsbetten dach in die winter. Oorspr. (Inv. no. 5). Met de zegels van den oorkonder en van heer Jacob Claes' zoon van denZijtdwijn, provisor en deken van Delfland, in groene was. N.B. In dorso staat: Van vijf morgen in Vlaerdinc. V 12- 1446 Juli 4. Dirck Aernts zoon verkoopt aan IJsbrandt Phillips' zoon % morgen land met y2 voorhoofd ten oosten van de Vroensloot in Voirburch, welke verkoop door zijn zoons Wülem en Jacob wordt bevestigd. Opten vierden dach in Julio int jair ons Heeren dusent vierhondert ses •»■ ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 9). De zegels van Airndt Hugen zoon, schout van Rijswijk, en Harper van den Werve verloren. Met transfix d.d. 1484 Mei 31 (zie reg. no. 24). 169 13. 1449 Juli 20. Claes Allairts zoon verkoopt aan Jan Andries' zoon het land, vermeld in den brief d.d. 1400 Juni 12, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 1). opten XXen dach in Julio int jair ons Heren MCCCC negen ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 6). Met het zegel van Lubbrant Allairts zoon, broeder van den oorkonder, in groene was. N.B. In dorso staat: Van viertien morgen lants in Jan Arysz. woninc. 14. 1451 April 19. Dirck Andries' zoon verkoopt aan zijn broeder Jan alles, wat hij geërfd heeft van zijne ouders, zuster en broeder. Opten negentiensten dach in Aprille int jair ons Heren dusent vierhondert een ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 6) Met de zegels van Phillips van Bergen, schout van Voorburg, en Aernt Hugen zoon, schout van Bijswijk, in groene was. N.B. In dorso staat: Qurjtscheldinghe van Jan Arysz. en zijn brueders. 15. 1458 April 10. Gerytdijn Andries' zoon verkoopt aan zijn broeder Jan eene rente van 4 pond 5 schellingen Hollandsch jaarlijks, waarvan 2 pond verzekerd zijn op land in het weer voor de Tollbrugge en 35 schellingen (sic) op % morgen land in Voirburch. Gegeven opten tyenden dach in Aprill int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 18). Met het zegel van Heinric van Groesbeeck in groene was. 16. 1459 Maart 10. Aernt van Hodenpijl verkoopt aan heer Maertijn Aernt Dircx zoon, priester, 10 morgen land in Maeslandt aan de groote vaart. Int jair ons Heren duysent vierhondert negen ende vijftich opten thienden dach in Maerte. Oorspr. (Inv. no. 4). Met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 17. 1460 Januari 14. Jan Scout Busër Gheryts zoon verkoopt aan Pieter Dircx zoon de helft van den zoogenaamde» Korten Morgen in Voirburch op de Burch. In den jair ons Heren dusent vierhondert ende tsestich op sinte Ponciaens dach in Januario. Oorspr. (Inv. no. 8). Met het zegel van Willem Dircx • zoon (Drappenier ?), schout van Voorburg, in groene was. 18. 1465 Januari 12. David de Bourgondia, bisschop van Traj,ectum, keurt goed, dat de zusters van de derde orde van Sint Franciscus te Vlaerdinghg^ overgaan tot de orde van Sint Augustinus, en stelt haar onder de visitatie van den prior van Syon bij Delff, den prior van het klooster te 's-Gravezande,en den pater van het klooster Sint Anna te Delff of van twéé van hen. 170 Anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo quinto mensis Januarii die duodecima. Oorspr. (Inv. no. 1*). Met geschonden zegel van den bisschop in roode was. 19. 1467 Februari 19. Zyburch Lubbrant Allaerts zoons weduwe verkoopt aan Jan Andries' zoon het land, vermeld in den brief d.d. 1405 Maart 20, Waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 2). Opten XlXen dach in Februario int jaer ons Heren MCCCC zessende tsestich nae beloop sHoofs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 15). Met het zegel van Jan Jan Heinrics zoon van Groenewege in groene was hoewel in de oorkonde Michiel Pieters zoon als zegelaar genoemd wordt. 20. 1467 Mei 80. Jan Gerytdijns verkoopt aan zijn zwager Louwerys Jacops zoon 3 en 2 hont Bürchland in Voirburch. Gescreven opten XXXen dach in Meye int jair ons Heeren dusent vierhondert zeven ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 12). Met het zegel van Jan Jan Heynricx zoon van Groenewege in groene was. 21. 1469 Mei 18. Jan Mathijs' zoon verkoopt aan Pieter en Dirc Dircs zoons l/4 van eene rente van 5 pond Hollandsch jaarlijks, gaande uit 7 hont land in Voirburch aan de Vliet. Ghedaen in den jair ons Heren MCCCC ende LXIX op sinte Servaes' dach in Meye. Oorspr. (Inv. no. 19). Met het zegel van den oorkonder in groene was; dat van Willem Dircs zoon verloren. 22. 1470 Juli 18. Geryt, Frans, Jonge Jan en Hase, kinderen van Jan Gerytdijns zoon scheiden aan hunne grootmoeder Geertruyt, weduwe van Louwerys Jacops zoon toe, uit hetgeen deze nagelaten heeft, de helft van 9 morgen 2% hont land in het ambacht Rijswijck, de helft van 8% morgen aldaar, 5 hont Bürchland te Voirburch en eene rente van 4 pond 12 schellingen Hollandsch 'sjaars te Delff. opten XVIIIen dach in Julio int jair ons Heeren MCCCC ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 12). Met de zegels van Heynric Jans zoon (van Bosch) en Pieter Aernt Butgairts zoon (van Spangen) in groene was. 23. 1472 Mei 9. Burgemeesters en schepenen van de stad Delff oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters aldaar verkoopen aan het convent der Begularissen van Nazareth te Rijswijck eene jaarlijksche rente van 18 pond, die de Heilige Geest had uit het land, waarop genoemd convent staat. t opten negensten dach van Meye int jaire ons Heren M CCCC twie ende tseventich. 171 Oorspr. (Inv. no. 22*). Met het geschonden stadszegel in groene was. N.B. In dorso staat: Deze heeft gelost Jan Ruychroc ende wy moeten daervoer doen II missen per weeck ende alle maents vigilie met licht. 24. 1484 Mei 31. Dirck Dircks zoon van der Spett verkoopt aan Dirck Jans zoon het land, vermeld in den brief d.d. 1446 Juli 4, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 12). Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende vier ende tachtich opten lesten dach in Meye. Oorspr. (Inv. nó. 9). Met het zegel van Pieter Kerstants zoon van der Burch in groene was. 25. 1491 Juni 3. Dirck Phillips' zoon verkoopt aan Dirck Jans zoon, bakker, de helft van een morgen land in Voirburch op den Burch. Aldus ghedaen opten derden dach in Junio int jair ons Herén duysent vierhondert een ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 10). Met het geschonden zegel van Dirck Reyers, schout van Voorburg, in groene was. 26. 1492 Februari 7. Baerte Bartouts dochter, ministra, en het convent der zusters van Sint Margriet op Bodenburch buiten Leyden van de orde van Sint Franciscus verkoopen aan het convent der Beguherissen te Nazareth, gelegen in het ambacht Rijswijck bij den Hage, de 8 hont land, in het ambacht Voorburch, die deze van hen in erfhuur hadden. Int ja6r ons Heren dusent vierhondert twee ende tnegentich opten sevenden dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 11). Met het geschonden conventszegel in groene was. 27. 1493 Maart 11. Clais Herpers zoon en Dirc Hugen zoon, Heihge-Geestmeesters te Rijswijck, verkoopen aan de zusters te Rijswijck eene jaarlijksche erfrente van 2 pond 'sjaars, gaande uit 4 morgen lands aldaar, geheeten de Oude Steenplaats. Gedaen upten Xlendach in Mairte int jair ons Heren M CCCC drie ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 16). Met de geschonden zegels van mr. Thielman Heynricx zoon, provisor en deken van Delfland, en Geryt Phillips' zoon die Bloot, schout van Rijswijk, in groene was. 28. 1494 April 8. Schout, gezworenen en heemraad met de geburen van Rijswijck oorkonden, dat Pieter Zuys als schout van Rijswijck en ingeland van den Noordpolder aldaar, Dirc Dircs zoon varf der Spet als molenmeester, Pieter Kersten zoon van der Burch, Gheryt de Bloot Phillips' zoon en Pieter Gheryts zoon e. a. geburen en ingelanden van genoemden polder eene overeenkomst sluiten met den pater van het klooster Nazareth, gelegen in 172 het ambacht Rijswijck, over de onkosten van de banwerken van den Noordpolder. opten achsten dach in April anno M CCCC XCIIII. Oorspr. (Inv. no. 3). Met -het zegel van Pieter Zuys, schout van Rijswijck, in roode was. — Met aangehecht stuk, ongedateerd (1494) (reg. no. 29). - 29. (1494 April of Mei). Hoogheemraden van Delflant, consenteeren de overeenkomst, vermeld in den brief d.d. 1494 April 18 (sic), waaraan deze is gehecht (zie reg. no. 28). Oorspr. (Inv. no. 3). Met handteekening. N.B Dit stuk is ongedateerd (1494 April of Mei). 30. 1494 October 1. Dirc Jans zoon verkoopt aan het convent der Regulierissén van Onzer Lieven Vrouwen klooster te Rijswijck eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch en 3 schellingen, gaande uit % van de 7 hont lands in het ambacht Voirburch, in gebruik bij genoemd convent. Int jair ons Heeren dusent vierhondert vier ende tnegentich opten eersten dach van October. Oorspr. (Inv. no. 20). Met het geschonden zegel van Pieter Kersten zoon (van der Burch) in groene was. 31. 1500 December 1. Deken en kapittel van de kapel van de H. Maagd Maria in Haga veroorloven de Regularissen, eertijds wonende te Vlaerdinck, vanwaar zij naar Rijswijck wenschten te verhuizen, om eene kerk met klok en altaar te bouwen en een kerkhof aan te leggen, mits er niet meer dan 60 conventualen en 2 commensalen in het klooster opgenomen zullen worden, en omschrijven de bevoegdheid van den rector ten opzichte der parochianen, die aan deken en kapittel een gouden leeuw voor eene begrafenis zullen betalen. Datum anno Domini millesimo quingentesimo prima die Deeembris. Oorspr. (Inv. no. 2). Met het geschonden zegel van het kapittel in roode was. 32. 1506 December 16. Ludowijck Poes, heer van der Binckhorst, gunt aan het convent van Onze Lieve Vrouwe der Regularissen te Nazareth in het ambacht Rijswijck den vrijen eigendom van 5 hont land in het ambacht Voerburch op den Burch, door het convent gekocht van Huych Bouwen zoon, wonende te Leiden, die het van hem in leen hield. ■ Anno dusent vijfhondert ende sesse opten sestiensten dach van December. Oorspr. (Inv, no. 12). Met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 33. 1515 Augustus 21. Aem Willems zoön, wonende in het ambacht Voerburch, huurt van het convent der Begularissen in het ambacht Rijswijck 4 hont land in het ambacht Voerburch voor 4 pond Hollandsch 'sjaars. 178 Int jair ons Heren dusent vijfhondert ende vijftien opten XXIsten dach in Augusto. Oorspr. (Inv. no. 13). Met het geschonden zegel van Jan Cornelis' zoon, schout van Voorburg, in groene was. 34. 1515 November 8. Phillips Hubrechs zoon, wonende in het ambacht Voerburch, huurt van het klooster der Regularissen te Nazareth in het ambacht Rijswijck 6 of 7 hont land in het ambacht Voirburch voor 6 pond Hollandsch 'sjaars. Anno ons Heren vijftienhondert ende vijftien opten derden dach in Novembri. Oorspr. (Inv. no. 14). Met het geschonden zegel van Jan Cornelis' zoon, schout van Voorburg, in groene was. 35. 1580 September 18. Notaris Adam instrumenteert, dat heer Cornelis Jorys' zoon, pater, en Maria Wolf erts dochter van Carrenbrock, priorin, en het convent der Regularissen van Onser Liever Vrouwen tot Nazereth in het ambacht van Rijswijck bij tsGravenhagen belooven voortaan te zullen zorgen voor het levensonderhoud van Gheertruyt Pieters dochter van Stompijck. Dit ijs geschiet inden doester ende convent van Nazareth tot Rijswijck in den jare indictie maent dach uuyere ende paeusdom ende des keyserlijcx majestaets als boven elck int syne verclaert ende gespecificeert (in den jaren der geboerten desselfs ons Heeren duysent vijffhondert endë ter eeren Gods dertich den XVIIIden dach des maents van September ter lilden indictie omtrent ten drien uuyren nae den noene des paeusdoms ons alre heyhchste vader in Christo ons heeren heeren Clemens by der godlicker gracièn die seevende van die naeme inne syner seevende jaere regneerende die alredoerluychstede zeer excellenste ende machtiste prince Karole bij der godlicker ghuederty'renheyt ghecroent keyser van Roemen die vijfde van dyen name altyt vermeerers tsrijcx van Romen in sijn eersten jaere sijns coronatiën coninck catholiker van Spangen etc. onsen oversten ende geboren heere). Afschr. (Inv. no. 23)! Gecollationneerd door heer Heynrick Jans zoon, priester te Wilsveen. N.B. Het oorspronkelijk was op 23 September gezegeld met het conventszegel. 36. 1548 Februari 26. Kors Pieters zoon van der Beeck en Huych Adriaens zoon van der Velde, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Phijtgen Heynricxs dochter, weduwe van Aelbrecht Adriaens zoon te Delft, verkoopt aan het convent tot Nazareth in het ambacht Bijswijck 'tot het houden van een jaarlijkschen maaltijd in genoemd convent op St. Nicolaas' dag en tot het houden van eene zielmis voor haar zelve eene jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch. opten XXVIen dach Februarii anno XVc drie ende veertich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 21). De beide sohepenzegels verloren. 37. 1543 Mei 27. Aan het convent van de Begularissen, genaamd Nazareth in Bijswijck wordt gegund de eigendom van 8 rentebrieven,, de eene groot 2 Bijnsche guldens 's jaars, gaande uit Jacop Hollants woning in het am- 174 bacht van Rijswijck, de tweede 2% pond Hollandsch 's jaars, gaande, uit Vincent Arijs huis aldaar, de derde % pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Hage in de Veenstraet, voor welke gift het convent moet bidden voor den schenker en jaarlijks op St. Gregorius' dag in de vasten verdoelen onder de conventualen verschülende giften, bij verzuim waarvan de rentebrieven zullen vervallen aan het convent van tSyon. Actum anno XVc XLIII den XXVII dach in Mey. Oorspr. (Inv. no. 17). Met het geschonden priorszegel van Syon in groene was. N.B. In dorso staat: littera consensus priori; de Syon. DE ABDIJ LOOSDUINEN. INLEIDING. Dit nonnenklooster, welks mater abdis werd genoemd, werd niet lang voor 1231 gesticht door Floris IV en Machteld van Brabant, zijn gemahn, op hun eigen terrein in de nabijheid van een lusthof, dien de graven van Holland daar reeds van ouds bezaten. In 1231 werden het klooster en de kapel door bisschop Wilbrand van Utrecht in bescherming genomen en kreeg het het recht een eigen kerkhof en eigen priesters te hebben; in 1238 werd het opgenomen in de orde der Cisterciensers. Vader-abt van het klooster, en als zoodanig belast met de visitatie, was de abt van ter Doest bij Brugge; het oudste bewijs hiervoor is een akte van 1299 2). Afwisselend met dezen komen ook de priors van Onze Lieve Vrouwen berg bij IJsselstein en van Aldekamp bij Rijnberk als visitators voor. Bij voortduring mocht het klooster zich verheugen in de gunstbewijzen der grafelijke famihe, waartoe zal hebben bijgedragen, dat de bewoonsters doorgaans van adel waren. In de jaren 1578—1575 werd het klooster gaandeweg afgebroken, nadat de nonnen waarschijnlijk in 's-Oravenhage een onderkomen hadden gevonden. De goederen werden in 1578 door de Staten geannoteerd en onder het beheer van een afzonderlijken ontvanger gesteld, van wien de nonnen sinds 1578 alimentatie ontvingen. De kerk werd in 1580 met het kloosterterrein aan de Hervormden afgestaan. Uit een kaart in Inv. no. 5, waaruit men een duidelijk overzicht krijgt van de ligging der kloostergebouwen in 1572, blijkt, dat het kloostererf, ook wat indeeling betreft, geheel overeenkomstig is aan het terrein, waarop nu de kerk der Nederduitsch Hervormde gemeente staat. Een deel dezer kerk met de toren is het laatste overblijfsel van het klooster. De stukken in dezen inventaris opgenomen bevonden zich van ouds in het Algemeen Bijksarchief; tot de zoek geraakte stukken vail dit kloosterarchief behoort o.a. een cartularium, waarvan een niet volledige copie in de bibliotheek der Maatschappij van Letterkunde berust, gemaakt door P. Bondam en gepubliceerd in De Navorscher van 1917, blz. 513 en vlg. Slechts vijf van de in dat cartularium opgenomen akten zijn in originali aanwezig. i) Met enkele wijzigingen overgenomen uit het Verslag van 's Rijks oude archieven 1916. Zie over de stichting en de verdere geschiedenis der abdij het artikel Loosduinen voor de Hervorming door A. Driessen in Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem, dl. XXIX en eenige bezwaren tegen dat artikel in dl. XXXVII van hetzelfde tijdschrift. ») Zie De Navorscher 1917, blz. 523. 176 INVENTARIS. A. Het klooster in het algemeen. I. In verhouding tot den landsheer. 1. Brief, waarbij graaf Willem VI het klooster in zijne bescherming neemt. 1406. 1 charter (reg. no. 18). II, In verhouding tot geestelijke autoriteiten. 2. Beschermingsbrief van den deken van Sint Pieter te Leuven. 1451. 1 charter (reg. nos. 12, 49 èn 50). III. Benoeming der abdis. 3. Stukken betreffende de keuze van Katharina van der Dussen tot abdis. 1509 en 1510. 2 charters (reg.. nos. 96 en 97). B. Beheer der goederen. I. In het algemeen. 4. Vidimus van een brief d.d. 1256, waarbij paus Alexander IV het klooster vergunt de goederen der nonnen te aanvaarden. 1328. 1 charter (reg. nos. 1 en 8). 5. Blafferd van de erfrenten en landpachten. Aangelegd (c. 1510). 1 deel. 6. Kaartboek der landerijen naar opmetingen, in 1569 door Jan Potter, landmeter van Bijnland, Delfland, Schieland en het land van Putten, in opdracht van de abdis verricht. N.B. Het boek, in een perkamenten omslag, bevat 45 groote vellen perkament (oblong) met waterverfteekeningen van verschillende teekenaars. Het voorblad heeft het opschrift, waarboven het wapen der abdis, Frederyke van der Dussen. Er is slechts ééne teekening van Jan Potter en wel op fol. 36 versJo en 37 van landerijen te Schipluyden, d.d. 1569 April 20. Op fol. II een? teekening van 1571 door Jacob Coenraedts zoon, landmeter. In verso van het voorblad een teekening van de ligging der kloostergebouwen van 1572. De fol. XXXVIII —XL bevatten teekeningen van Jacob Coenraedts zoon van 1580 in opdracht van den ontvanger Joost van Leeuwen; fol. II verso—XXXI verso teekeningen van 1595 — 1598 door Floris Jacobs zoon, landmeter; fol. XXXII—XXXVI zijn onbeschreven, fol. XLIII en XLIIII ontbreken. II. Landerijen. a. in het Abtsrecht. 7. Eigendomsbewijs van 3 morgen land, afkomstig van Beym, echtgenoote 177 van Cleyman Pieters zoon, en van hetgeen zij geërfd heeft van Jan Vleet: 1505. 1 charter (reg. no. 94). b. in 's-Graven?ande. 8. Eigendomsbewijs voor Geryt Dircx zoon van een huis met 4% morgen land. 1455. 2 charters (reg. nos. 42 en 51). c. in Haagambacht. N.B. Zie ook Inv. no-. 18 en 38. 9. Eigendomsbewijs van een perceel land, afkomstig van Ynwin Heyen. .1316. 1 charter (reg. no. 5). 10. Eigendomsbewijs van 8 hont land, voor Pieter van der Zande, proost van Condé. 1407. 1 charter (reg. no. 19). 11. Eigendomsbewijs van 5 morgen land afkomstig van Dirc Jan Casus' zoon. 1434. 1 charter (reg. no. 37). 12. Eigendomsbewijs van 1 x/2 morgen land, afkomstig van Geryt Dirx zoon. 1455. Met oudere akte betreffende dat land d.d. 1455. 2 charters (reg. nos. 52 en 53). 13. Eigendomsbewijs van 3 morgen land, afkomstig van Pieter Bertouts zoon. 1494. 1 charter (reg. no. 79). 14. Eigendomsbewijs van 2% morgen 57 roeden land en van eenige partijen erfhuur, afkomstig van de grafelijkheid. Met bijbehoorende quitantie. 1505. 2 charters (reg. nos. 91 en 92). 15. Eigendomsbewijs van 1 morgen land, afkomstig van het klooster St. Agnes te Delft, 1568. 1 charter (reg. no. 105). /1? d. in Hillegersberg. 16. Eigendomsbewijs van 4% morgen land voor Lijsbet Jan Pieters zoons dochter. 1416. 1 charter (reg. ro. 20). e. i/n Monster. . «_ 17. Vidimus van een eigendomsbewijs-d.d. 1310, van een perceel land, afkomstig van jonkvrouw Willemine van Theilinghe. 1816. 1 charter (reg. nos. 3 en 6). 12 178 18. Eigendomsbewijs van 2 morgen land te Monster, 2 hofsteden te Eikenduinen, 17 hont land te Naaldwijk en een perceel land in Escamp, afkomstig van Jan Ommelope. 1316. 1 charter (reg. no. 4). 19. Eigendomsbewijs van 1 hont land voor Gonde Bertelmees Geryts zoons weduwe. 1426. 1 charter (reg. no. 26). 20. Ruilcontract van twee perceelen land tusschen Willem Jans zoon en Jan Philips' zoon. 1431. 1 charter (reg. no. 31). 21. Eigendomsbewijs van 3 morgen land, afkomstig van Philips Aernts zoon van Dam. 1437. Met bijbehoorende akte d.d. 1437. 2 charters (leg. nos. 38 en 39). 22. Eigendomsbewijs van drie perceelen land voor Gheryt van Zeyst, priesster, en Willem Jans zoon. 1437. 1 charter (reg. no. 40). N.B. Zie Inv. no. 39. 23. Eigendomsbewijs van 1 morgen land voor Ghijsbrecht Jans zoon. 1439. 1 charter (reg^ no. 41). 24. Eigendomsbewijs van y2 morgen land voor Jacob Bertelmees' zoon, afkomstig van zijn broeder Geryt. 1443. 1 charter (reg. no. 44). 25. Akte, waarbij Egghebrecht van Kranenburch een schenking van land, door zijn vader gedaan, bevestigt. 1448. 1 charter (reg. no. 46). 26. Eigendomsbewijs van twee perceelen land voor Jacob van den Velde, confessor. 1449. 1 charter (reg. no. 47). 27. Eigendomsbewijs 'van 2 morgen land voor Ghijsbrecht Jans zoon. 1462. 1 charter (reg. no. 56). 28. Eigendomsbewijs van 4% morgen land voor Dammas Zijsman Pieters zoon. 1464. 1 charter (reg. no. 58). 29. Eigendomsbewijs van 1 % morgen land voor de nonnen Machtelt Hau^ wen en Fy van der Boockhorst. 1467. 1 charter (reg. no. 61). 30. Eigendomsbewijs van 2 morgen 85% roede land voor Arlewijn Vrancken zoon. 1477. 1 charter (reg. no. 65). 30a. Eigendomsbewijs van 7% morgen land voor Arlewijn Vrancken zoon. 1478. 1 charter (reg. no. 67). 31. Eigendomsbewijs van 8 hont, land voor de weeskinderen van Cornehs Gherrits zoon, Willem Willems zoon, Martijn Hughen zoon en Ymme Jan Phillips' zoon. 1482. 1 charter (reg. no. 70). 179 32. Eigendomsbewijs van 27 roeden land voor Arlewijn Vranekens zoon. 1484. 1 charter (reg. no. 72). 33. Eigendomsbewijs van 2 morgen land voor Pieter Geryts zoon. 1487. 1 charter (reg. no. 73). 34. Eigendomsbewijs van 1% morgen land, afkomstig van Marytgen Adriaen Gheryts zoons weduwe. 1494. 1 charter (reg. no. 79). 35. Eigendomsbewijs van 18 hont land, afkomstig van Kathrijn Jan Stonns zoons weduwe. 1495. 1 charter (reg. no. 80). 36. Eigendomsbewijs van de Smale Hove, afkomstig van den heer van Abkoude. 1332. Met vidimus d.d. 1524. 2 charters (reg. nos. 11 en 9T). f. in Naaldwijk. N.B. Zie Inv. no. 18. g. in Nieuweveen. 37. Stukken betreffende den eigendom van 27 morgen 4 hont veengrond, afkomstig van graaf Willem HL 1362 en 1465. 2 charters (reg. nos. 7, 14 en 60). h. in 'Voorburg. 38. Akte, waarbij Gerrit van Zeyst, kapelaan te Loosduinen, aan het klooster vermaakt, wat hij bezit, w. o. een huis met erf te Voorburg,2 morgen land te Zoeterwoude en 7 hont land in Eskamp. 1429. Met eigendomsbewijs d.d. 1421. . 2 charters (reg. nos. 21 en 29). i. in Wateringen. 39. Eigendomsbewijs van land, afkomstig van Gerrit van Wateringen. 1278. 1 charter (reg. no. 2). 40. Eigendomsbewijs van 1 morgen 75 gaarden land voor Dirc Aelbaernts zoon. 1422. Met oudere verkoopakte d.d. 1421. 2 charters (reg. nos. 22 en 23). 41. Eigendomsbewijs van 1 morgenland voor de non Baloghe van der Does. 1426. 1 charter (reg. no. 27). 42. Eigendomsbewijs van 16 hont land voor de non Aechte van Oestgheest. 1480. 1 charter (reg. no. 30). 180 43. Eigendomsbewijs van 8 hont 10 gaarden land voor Willem en Ghijsbrecht Jans zoons. 1432. 1 charter (reg. no. 34). 44. Eigendomsbewijs van y2 morgen land voor de priorin Baloghe van der Does. 1488. 1 charter (reg. no. 35). k. in Zoeterwoude. N.B. Zie ook Inv. no. 38. 45. Eigendomsbewijs van 2 morgen land, afkomstig van Baerte Jan Hugen zoons weduwe. 1500. 1 charter (reg. no. 85). 46. Eigendomsbewijs van 6 morgen land voor Aernt die Bruyn. 1482. 1 charter (reg. no. 71). 47. Eigendomsbewijzen van drie stukken land, samen groot 4 morgen, voor Pieter Cornelys' zoon. 1491, 1500 en 1501. 3 charters (reg. nos. 76, 85 en 86). III. Rentebrieven en andere inschulden. 48. Ruilcontract betreffende een rente, groot 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit 9 morgen land in Eikenduinen. 1524. Met twee brjbehoorende akten d.d. 1465 en 1524. 3 charters (reg. nos. 59, 98 en 99). 49. Rentebrief, groot 3 carolusguldens 'sjaars, uit een woning in Hoogeveen voor Ariaen Jacops zoon en Pieter Jans zoon. 1540. 1 charter (reg. no. 103). 50. Rentebrief, groot 40 schellingen ^s jaars,'uit een huis met drie perceelen land te Monster. 1381. Verkocht aan de non Ghonde. 1381. Met vidimus d.d. 1470. 2 charters (reg. nos. 15, 16 en 63). 51. Rentebrief, groot 50 schellingen 's jaars, uit 11 hont land te Monster. 1404. 1 charter (reg. no. 17). 52. Rentebrief, groot 6 pond 's jaars, uit 9 morgen land in Monster, voor Pieter Claes' zoon. 1424. 1 charter (reg. no. 24). 53. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit 6% morgen land in Monster, voor Aernt Claes' zoon. 1425. 1 charter (reg. no. 35). 54. Rentebrief, groot 16 pond Hollandsch 'sjaars, uit een woning te Monster. 1481. Verkocht aan Willem Jans zoon. 1431. 2 charters (reg. nos. S2 en 33). 181 55. Rentebrief, groot 4 pond 3 schellingen 5 penningen Hollandsch 'sjaars, uit 5 morgen 5 hont land in Monster. 1477. 1 charter (reg. no. 66). 56. Rentebrief, groot 5 pond Hollandsch 's jaars, uit 5 morgen land in Monster, voor Heynric Groesbeeck. 1441. 1 charter (reg. no. 43). 57. Rentebrief, groot 26 schellingen 8 penningen Hollandsch 'sjaars, uit een huis met erf te Monster. 1480. 1 charter (reg. no. 69). 58. Rentebrief, groot 1/5 Rijnsche gulden 's jaars, uit 8 hont land in Monster, voor Adriaen Geryts zoon. 1487. 1 charter (reg. no. 74). 59. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch % jaars, uit 4V2 morgen land in Monster. 1464. Met verhoogingen van 7 en 8 stuivers 's jaars. 1499 en 1501. 3 charters (reg. nos. 57, 83 en 87). 60 Stukken betreffende den eigendom van een rente, groot 1 pond 14 schellingen 's jaars, uit land in Monster. 1524. Met oudere akten d.d. 1468 en 1480. 4 charters (reg. nos. 62, 63, 103 en 101). 61. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, uit 16 morgen land en een huis met erf te Monster. 1539. 1 charter (reg. no. 102). 62. Rentebrief, groot 9 schellingen Hollandsen 's jaars, uit 5 morgen land in Rijswijk. 1449. 1 charter (reg. no. 48). 63. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch's jaars, uit 5 morgen land in Voorburg. 1502. 1 charter (reg. no. 83). 64. Rentebrieven, groot 4 en 1 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis met erf te Voorburg. 1457 en 1505. 2 charters (reg. nos. 54 en 93). 65. Akte, waarbij Aemt Claes' zoon een rente van 8 schellingen Hollandsch 's jaars uit een hem toebehoorend perceel land in Wateringen afkoopt. 1428. 1 charter (reg. no. 28). 66. Rentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit land in Wateringen. 1448. 1 charter (reg. no. 45). 182 67. Akte, waarbij het klooster twee renten, groot 21 en 9groot 'sjaars, uit 2 morgen 8 hont land in Wateringen, aflost. 1491. 1 charter (reg. no. 75). 68. Rentebrief, groot 2 pond (Vlaamsch) 's jaars. 1458. 1 charter, (reg. no. 55). 69. Rentebrief, groot 15 schellingen Vlaamsch 'sjaars, ten laste van de St Gillis' kerk te Abbenbroek. 1508. 1 charter (reg. no. 89). 70. Akte betreffende een lijfrente, groot 20 pond 's jaars, voor de non Marytgen van Almonde ten laste van de stad Alkmaar. 1504. 1 charter (reg. no. 90). 71. Akte, waarbij aan de non Agnes van Colster een lijfrente, groot 4 pond Vlaamsch 's jaars, wordt geschonken. 1557. 1 charter (reg. no. 104). 72. Akte, waarbij graaf Willem V het klooster een stoop wiin of 12 penningen Hollandsch per week toezegt. 1355. 1 charter (reg. no. 13). IV. Proven. 73. Akte, waarbij de overeenkomst tusschen Elizabeth van der Oorn en het klooster, volgens welke zij van het.klooster den eeuwigen kost zou ontvangen, wordt te niet gedaan. 1492. 1 charter (reg. no. 77). C. Beneficies ter collatie van de abdis. 74. Akte van admissie van Egidius Wouterus' zoon tot een kapelanie in het klooster. 1474. 1 charter (reg. no. 61.) N.B. Deze kapelanie is gesticht door Johannes Ommeloop, blijkens reg. no. Wanneer dit dezelfde persoon is, als vermeld wordt in reg. no. H, is de kapelanie c. 1316 gesticht. 75. Stukken betreffende de vergeving van een in het klooster St. Agnes te s-GTövenhage geïncorporeerde vicarie. 1497. 2 charters (reg. nos. 81 en 82). 76. Stukken betreffende een gift van 6 pond 's jaars aan een kapelanie te Monster. 1327. fpgif 2 charters (reg. nos. 9 en 10). D. Varia. 77. Getuigenis van een visioen door broeder Georgius, confessor. 1483. 1 charter (reg. no. 36). 188 REGESTENLIJST. 1. 1256 Januari 10. Paus Alexander geeft het klooster Loesdunen vergunning de goederen der nonnen te aanvaarden. Datum Laterani IIII idus Januarii pontificatus nostri anno secundo. Gevidimeerd in den brief d.d. 1323 Januari 14 (zie reg. no. 8). N.B. Gedrukt bij v. d. Bergh, Oorkbk. I no. 624. 2. 1273 Januari 15. Gerardus de Wateringe, ridder, geeft het klooster te Lausdunum, volgens testament van Machtildis, zijn vrouw, en wegens schulden al het land, dat zij bezaten in Oerskampe, waarvan de opbrengst voorpitantie zal worden uitgedeeld op den verjaardag der overledene. Datum anno Domini M°CC°LXX0 tercio in crastino Pontiani martyris. Oorspr. (Inv. no. 39). Het zegel van den oorkonder verloren. N.B. In dorso staat: In Wateringhe in Oersoamp. — Gedrukt bij v. d. Bergh, Oorkbk. II no. 261. 3. 1310 Mei 1. Jonkvrouwe Willemine van Theylinghe verkoopt aan het klooster te Lausdunen 5% morgen 2 hont 50 gaarden land op den Gantiel. Dit was ghedaen int jaer ons Heren alse men screef dusentich driehondert ende tiene op sente Philips' dach ende sente Jacobs tinghanghendeMeye. f . Gevidimeerd in den brief d.d. 1316 Februari 27 (zie reg. no. 6). JL..[ J. N.B. In dorso staat: Monster. 4. 1316 Februari 24. Zuster Beatrise, abdis, en het convent van Lausdunen verklaren ontr vangen te hebben van Johanne Ommelope 2 morgen land in de Smale Hoeve, 2 hofsteden te Eekendunen, 17 hont land in Naeldwiker Broec en Y3 van het land, dat Ynwin Heyen toebehoorde en gelegen is in Edscamp, waarvoor het klooster hem gedurende zijn leven 11 pond 16 schellingen 8 penningen jaarlijks zal uitkeeren met de bepaling, dat na zijn dood 10 pond van de jaarlijksche opbrengst door het klooster gebruikt zal worden voor zijn ziel en het overige gegeven zal worden aan de persoon, die hij zal aanwijzen. Ghedaen int jaer als men screef Zinen incarnatie dartienehondert ende zestiene in Grote Vastenavonde. Oorspr. (Inv. no. 18). Met het zegel van het klooster en dat van den abt van ter Does, vader-abt en visitator van het klooster, in groene was; het laatste geschonden. N.B. Blijkens reg. no. 11 lag de Smale Hoeve in Monster. Gedrukt in De Navorscher 1918 blz. 41. 5. 1816 Maart 2. ^T . Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Jhan van der Watermgne aan Ynwin Heyen den eigendom van een perceel land heeft gegeven in 184 Hetscamp, welk land deze vervolgens aan het klooster Loesdunen heeft gegeven. Ghegheven in den jare ons Heren als men screef dusent driehondert ende zestiene des Dinxendaghes na Grote Vastenavont. Oorspr. (Inv. no. 9). Met een rest van'.het gemeene schepenzegel in groene was. N.B. In dorso staat: Haegh, XIX margen, III vierendeel honts mijn comende van Jan Omeloops. — Gedrukt in De Navorscher 1918 blz. 37. 6. 1816 Maart 18. Willaem, graaf van Henegouwen enz., geeft vidimus van den brief d d 1310 Mei 1 (zie reg. no. 8). Ghegheven in den Haghe Donredaghes voir Midden Vasten int jaer ons Heren dusentich driehondert ende vijftiene. Oorspr. (Inv. no. 17). Het zegel van den oorkonder verlpren. 7. 1820 Augustus 20. Willem, graaf van Henegouwen enz., geeft het klooster te Lausdunen een stuk veengrond aan de Zijtwinde tot brandstof. Ghegheven in den Haghe des Wonsdaghes na onzer Vrouwen dach alf Oeste int jaer ons Heren M°CCC° ende twintich. Gevidimeerd in den brief d.d. 1362 Mei 14 (zie reg. no.14). 8. 1823 Januari 14. Arnoldus de Valewijc, proost van het klooster Campus Begis, en Hugo de Scaldia, cureit van de parochiekerk in Haga, geven vidknus van den brief d.d. 1256 Januari 10 ((zie reg. no. 1). Anno mense et die primodictis (anno a navitate Domini M°CCC° vicesimo tercio mensis Januarii die decima quarta. Oorspr. (Inv. no. 4). Met de zegels der beide oorkonders in groene was, waarvan het eerste weinig, het tweede zeer geschonden. 9. 1827 Maart 20. Hughe Uten Dale voegt bij de 6 pond jaarlijks, die Machtelt Dirx dochter van Tetroden, in leven zijn vrouw, schonk voor een kapelrie en verzekerde op het land oostwaarts van hun woning, nog 6 pond verzekerd op zijn woning er erf. Ghegheven int jaer ons Heren dertienhondert ende zeven ende twintich des Vndaghes na sente Gheerden dach in Marte. Oorspr. (Inv. no. 76).. Met de zegels van heer Heynric, pastoor van Monster, en Janne van Poyllanen in groene was, waarvan het eerste zeer, het tweede weinig geschonden. Met transfix d.d. 1330 October 12 (zie ree no. 10). ë' 0. 1830 October 12. Johannes, bisschop van Trajectum, keurt de schenkino-, vermeld in den brief d.d. 1827 Maart 20 (zie reg. no. 9) goed. Datum anno Domini Mmo CCCmo tricesimo feria sexta post beati Victons. Oorspr. (Inv. no. 76). Het zegel van den bisschop verloren. N.B. In dorso staat: XII U tot een oapelrye te Monster. 185 11. 1832 Februari 29. Zveder, heer van 'Apecoude, ridder, verkoopt, aan het klooster van Loesdunen de Smale Hove te Monster. Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ende twe ende dertich des Saterdaghes na sinte Mathijs' daghe. 1) Oorspr. (Inv. nö. 36). Met restant van het aegel van den oorkonder in groene was. Met transf x d.d. 1524 Januari 16 (zie reg. no. 97). 2) Gevidimeerd in bovengenoemd transfix. N.B. Gedrukt in De Navorscher 1917 blz. 526. 12. 1345 September 4. Olemens, paus,"draagt aan den abt van het klooster van 8. Aubertus te Cameracum de bescherming op van de kloosters der Cisterciënser orde. ' Datum Avinione II nonas Septembris pontificatus nostri anno quarto. Geïnsereerd in den brief d.d. 1451 November 8 (reg. no. 49). N.B. Waarschijnlijk is Clemens VI bedoeld; Clemens V, die 5 Juni 1305 paus werd, vestigde zich eerst in Maart 1309 te Avignon. ^^*t^/>7*^'*^.v*^,i.4 13. 1355 Juni 30. ^ , Hertog Willem van Beyeren, graaf van Holland enz., herhaalt de schenking van een stoop wijn per week tot zangwijn, door zijn vader aan het klooster Loesdunen gedaan, met de bepaling dat, wanneer de wijn om eenige reden niet gegeven kan worden, het klooster daarvoor 12 penningen Hollandsch zal ontvangen. • Ghegheven in den Haghe des Dinxendaghes na sinte Pieters ende Fouwels dach int jaer ons Heren MCGC vive ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 72). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 14. 1862 Mei 14. . . TT Jan van Dordrecht, pastoor van Monster, en Hemric Hannaert, pastoor in den Haghe, geven vidimus van den brief d.d. 1320 Augustus 20 (zie reg. no. 7). . Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert tsestich ende twee des Saterdaghes na sente Servacius' dach in Meye. Oorspr. (Inv. no. 37). De zegels der beide oorkonders Verloren. N.B. In dorso staat: Copia van XXVII morgen IV hont op die Nyewe veen. Gedrukt in De Navorscher 1918 blz. 42. 15. 1381 April 2. , _ Schepenen van Monster oorkonden, dat Gheryt Voircoep verkoopt aan Aernt Hughe zoon een rente van 40 schellingen jaarlijks, verzekerd op zijn huis en drie perceelen land, Int jaer ons Heren dusënt driehondert een enda tachtich op den anderden dach in April. Gevidimeerd in den brief d.d. 1470 Februari 20 (zie reg. no. 63). 16. 1381 Juli 10. • Schepenen van Monster oorkonden, dat Aernt Hughe zoon verkoopt 186 aan vrouw Ghonde, non te Lausdunen, de rente, vermeld in den brief waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heren dusent driehondert een ende tachtich des Woensdaghes nae sinte Martijns daghe translatio. 1) Oorspr. (Inv. no. 50).Het gemeen schepenzegel verloren. 2) Gevidimeerd in den brief d.d. 1470 Februari 20 (zie reg. no. 63). N.B. Deze brief, welke dus oorspronkelijk door den thans verloren brief d.d. 1381 Aprü 2 (zie reg. no. 15) was gestoken, is nu aan het vidimus (zie reg. no. 63) vastgehecht 17. 1404 Augustus 10. Haedwy Jans dochter vermaakt aan het klooster van Lausdunen een rente van 50 schellingen jaarlijks uitll hont land te Monster en haar inboedel, welke de erfgenamen met 12 pond Hollandsch kunnen lossen voor welke schenking het klooster na haar dood eeuwig een memorie zal doen voor haar ziel. Ghegheven int jair ons Heren dusent vierhondert ende vier op sinte Lauwerens' dach. • Oorspr. (Inv. no. 51). Met het zegel van Pieter van der Zande, proost van Condé, in groene was 18. 1406 Juli 6. Willem, paltsgraaf op den Rijn, hertog in Beyeren enz., neemt het klooster van Lausduunen in zijn bijzondere bescherming en bevestigt de privilegies, die het van zijn voorvaderen heeft ontvangen. Ghegheven in den Hage opten zesten dach in Julio int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende zesse. Oorspr. (Inv. no. 1). Het zegel van den oorkonder verloren. N.B. Dit stuk is beschadigd. 19. 1407 October 16. Pieter en Willem Dircs zoons van den Veen verkoopen aan heer Pieter van den Zande, proost van Condeyt, 8 hont land in het Westambacht van der Haghe. Ghescreven op sinte Gallen dach int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seven. Oorspr. (Inv. no. 10). De zegels van Kerstant Roeien zoon en Pieter Potter Pieters zoon verloren. 20. 1416 December 6. Jan Aernts zoon en Dirc die Vysscher Florys' zoon, schepenen in Rotterdam oorkonden, dat Geryt van den Veen Aernts zoon verkoopt aan Lnjsbet Jan Pieters zoons dochter 4% morgen land in Berchpolre. ' Opten zesten dach in Decembri int jair ons Heeren dusent vierhondert ende zestien. Oorspr. (Inv. no. 16). De zegels der beide schepenen verloren. 21. 1421 Februari 22. Lijsbet Willems dochter verkoopt aan heer Gheryt van Zeyst al het land, dat zij van haar moeder geërfd heéft. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende twintich op sinte Pieters dach ad catedram. Oorspr. (Inv. no. 38). De zegels van heer Heynric Jans zoon, priester, en Jan van Oodshoern verloren, N.B. In dorso staat: Voorburch, 187. 22. 1421 Maart -25. Phillips Phillips' zoon verkoopt aan Jan Heynric Dolen zoon 1 morgen 75 gaarden land in Wateringhe. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende eenentwintich op onser Vrouwen dach annunciacio. Oorspr. (Inv. no. 40). Het zegel van Claes Uten Broec verloren. 23. 1422 Februari 24. Lijsbeth Jan Heynrics zoons weduwe verkoopt aan Dirc Aelbaernts zoon 1 morgen 75 gaarden land in Wateringhe. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende twee ende twintich op sinte Mathijs' dach apostel. Oorspr. (Inv. no. 40). Met het zegel van Willem Claes' zoon in groene was. . 24. 1424 September 17. Dirc Colijns zoon verklaart schuldig te zijn-aan Pieter Claes 'zoon een rente van 6 pond jaarlijks uit 9 morgen land in Monster. Int jair ons Heren M°CCCC° vier ende twintich op sinte Lambrechts dach. Oorspr. (Inv. no. 52). De zegels van Aernt van Camp en Jan Spiegel verloren. 25. 1425 Maart 24. Dirc Colijns zoon verkoopt aan Aernt Claes' zoon een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit 6y2 morgen land in Monster. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vive ende twintich op onser Vrouwen avont annunciacio. Oorspr. (Inv. no. 53). Met geschonden zegel van Aernt van den Kamp in groene was. N.B. Gedrukt in De Navorscher 1918 blz. 146. 26. 1426 April 7. Geryt die Puyer verkoopt aan Gonde Bertelmees Geryts zoons weduwe 1 hont land in Monster. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende twintich opten zevensten dach in Aperel. • Oorspr. (Inv. no. 19). Met geschonden zegel van Aernt van Camp in groene was. 27. 1426 Juni 6. Heynric Jan Heynrix Dolen zoons zoon verkoopt als voogd van zijn broeder en zusters aan vrouw Baloghe van der Does, non te Lausdunen, 1 morgen land in Wateringhe. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende ses ende twintich op den sesten dach in der maent van Junio. Oorspr. (Inv. no. 41). Met het zegel van Willem Claes' zoon in groene was. 28. 1428 Juli 18. * . Symon Hubrechts zoon, Aernt Gheryts zoon en Jan Jacobs zoon, godshuismeesters van de kerk te Wateringhe, en Claes Symons zoon en Jan Jans zoon, Heüige-Geestmeesters aldaar, verkoopen aan Aernt Claes' zoon een rente van 8 schellingen Hollandsch jaarhjks, die zij hadden uit diens land. 188 Int jair ons Heren MCCCC acht ende twintich op sinte Margrieten dach. Oorspr. (Inv. no. 65). Met het zegel van Ghijsbreoht Meynaerts zoon, cureit, in groene'was; dat van Willem Claes' zoon verloren. N.B. In dorso staat: Erfrente in Wateringhe. — Gedrukt in De Navorscher 1918 blz. 144. 29. 1429 April 18. Notaris Heynricus Eobbertus' zoon instrumenteert, dat heer Qherardus genaamd Zeist, kapelaan te Lausdunen, aan het klooster aldaar vermaakt zijn huis met erf te Voerburch, 2 morgen land te Zoeterwoude en 7 hont land in Aetscamp in Haghe ambacht en al zijn roerende goederen behalve zijn kleeren, die voor de armen zijn, op voorwaarde, dat het klooster voor hem en zijn ouders jaarlijks memorie en jaargetijde doen zal. Acta sunt hec in ecclesia collegiata sancti Adriani parochie deNaeld-' wijc sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno miUesimo quadringentesimo vicesimo nono indictione septima mensis Aprilis die decima octava hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Martini pape quinti anno suo duodecimo). Oorspr. (Inv. no. 38). Met signatuur van den notaris. Het zegel van Gherardus Albertus' zoon van Naaldwijk verloren. 30. 1430 Maart 19. Aelwijn Dirx zoon verkoopt aan Aechte van Oestgheest, non te Lausdunen, 16 hont land in Wateringhe, eertijds aan zijn vrouw Alijt Jans dochter in huwelijk meegegeven. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende Gode ter eren dertich op den neghentienden dach der maent van Maerte. Oorspr. (Inv. no. 42). De zegels van Willem Claes' zoon van der Wateringhe en Jan van Kranenburch verloren. 31. 1481 April 10. Wülem Jans zoon en Jan Philips' zoon ruilen hun respectievelijke aandeelen ih het land, dat zij samen bezaten aan weerszijden van de Hoelre watering ten Noorden van den Gantel. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende dertich op den tienden dach der maent van ApreUe. Oorspr. (Inv. no. 20). Met het zegel van Willem Claes' zoon, schout van Wateringen, in groene was. 32. 1431 Februari 2. Geryt Puyers zoon verklaart schuldig te zijn aan Heinric, zijn broeder, een rente van 16 pond Hollandsch jaarlijks uit zijn woning te Monster en uit zijn ouderlijk erfdeel. Gegeven op onser Vrouwen dach purificatio int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 54). De zegels van Jan van Yselstein en van Claes van Dyepenburch, baljuw in den Haag, verloren. Met transfix d.d. 1431 Juni 8 (zie reg. no. 33). 189 33. 1481 Juni 8. Florys Bruuyns zoon en Kerstant Copperts zoon verkoopen aan Willem Jans zoon de rente, vermeld in den brief d.d. 1431 Februari 2, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 32), welke rente door hun schoonvader Heynric Puyers aan zijn dochters is meegegeven. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende dertich des Vridaghes na sinte Bonifacius' dach. Oorspr. (Inv. no. 54). Met het zegel van Aernt van Kamp in groene was, dat van Jan van Kranenbureh verloren. 34. 1432 September 10. Jan, Jacob en Katrijn, Pieters kinderen, verkoopen aan Wdlem en Ghijsbrecht Jans zoons 8 hont 10 gaarden land in Wateringhe. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twe ende dertich des Woensdaghes na onser Vrouwen dach nativitas. Oorspr. (Inv. no. 43). Met het zegel van Willem Claes heer Jans zoons zoon van der Wateringhe, schout aldaar, in groene was. 35. 1488 Juni 12. Willem Florys' zoon geheeten Meyer verk(jopt aan vrouwe Baloghe van der Does, priorin te Lausdunen, V2 morgen land in Wateringhe. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende drie ende dertich op den twalefsten dach in Junio. Oorspr. (Inv. no. 44). Met het zegel van Willem Claes' zoon, schout van Wateringen, in groene was. 36. 1433. - . Broeder Georgius, confessor van het klooster Lausdunen, doet getuigenis van een visioen, dat hij gehad heeft. 1483. Oorspr. (Inv. no. 77). N.B. In dorso staat, dat Heylwigis de Leek, twaalfde abdis van het klooster, in 1431 Augustus 14, en Arnoldus Petrus' zoon Catwijc, confessor, 26 Mei 1510 is overleden. Gedrukt in Bijdr. tot de Gesch. van het bisd. Haarlem, dl. XXXVI, bldz. 39. 37. 1484 April 5. Dirc Jan Casus' zoon verkoopt aan het klooster Lausduynen 5 morgen land in het Westambacht van der Hage, waaronder 8 hont land, geheeten de Knoopstock, die hij in erfhuur had van de grafelijkheid van Holland. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende vier ende dertich opten viiften dach in April. Oorspr. (Inv. no. 11). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 38. 1437 Mei 27. Jan van Kranenbureh geeft Philips Aernts zoon van Dam 3 morgen land in de Made te Monster, die deze van hem in leen hield, in eigendom. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seven ende dertich op den seven ende twintichsten dach der maent van Meye. 190 Oorspr. (Inv. no. 21). Het zegel van den oorkonder verloren. Met transfix d.d. 1437.Mei 28 (zie reg. no. 39). 39. 1487 Mei 28. Philips Aernts zoon van Dam verkoopt aan het klooster van Lausdunen het land, vermeld in den brief d.d. 1437 Mei 29, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 38). Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seven ende dertich op den acht ende twintichsten dach der maent van Meye. Oorspr. (Inv. no. 21). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 40. 1487 Juli 18. Gheryt van Scuren verkoopt aan heer Gheryt van Zeyst, priester, en Willem Jans zoon drie perceelen land in Monster. Ghedaen int jaer ons Heren dusent vierhondert ende sevenendertich op den achtiensten dach der maent van Julio. Oorspr. (Inv. no. 22). Met het zegel van Aernt van Kamp, schout van Monster, in groene was. N.B. In dorso staat: Monster, een lapgen lants co mende van heer Gheryt van Zeyst. - 41. 1439 Juli 1. Wouter van Mattenes verkoopt aan Ghijsbrecht Jans zoon 1 morgen land in Monster. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende neghên ende dertich des Woensdaghes na sinte Pieters ende PouweI's dach apostolen in den somer. Oorspr. (Inv. no. 23). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 42. 1440 November 21. Claes Jans zoon verkoopt aan Pieter Bertolomees'zoon zijn ,huis met 4l/a morgen land te sGravensand in het Nyewelant. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende viertich des Manendages na sinte Lijsbetten dach in Novembri. Oorspr. (Inv. no. 8). Met de zegels van Huge Louwen zoon en Heynrick Bertholomees' zoon in groene was. 43. 1441 December 26. Aerndt van den Camp verkoopt aan Heynric van Groesbeeck een rente van 5 pond Hollandsch jaarlijks uit 5 morgen land in Monster. Gescreven op sinte Stevens dach deerste martelair int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 56). Met de zegels van Aerndt van den Camp, Harper Uten Broec en Aernt Hugen zoon in groene was, waarvan de twee laatste geschonden. 44. 1443 September 21. Geryt Bertelmees'zoon bewijst Jacob, zijn broeder, % van 2 morgen land te Monster. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende viertych op sinte Mathijs' dach. 191 Oorspr. (Inv. no. 24). Met geschonden zegel van Aernt van den Camp, schout van Monster, in groene was. 45. 1448 Maart 2. Lijsbet Pieter Druuts dochter verklaart schuldig te zijn aan het klooster van Lausdunen een rente van 40 scheUingen Hollandsch jaarlijks uit het land, dat zij bezit in Wateringhe. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende acht ende viertich op den derden dach der maent van Maerte. Oorspr. (Inv. no. 66). Met geschonden zegel van Aernt van den Kamp in groene was. 46. 1448 November 19. Egghebrecht van Kranenbureh bevestigt, dat zijn vader, Jan van Kranenbureh, aan het klooster van Lausdunen heeft gegeven het land, dat hij bezat in den Groten Kamp te Monster, met de bepaling, dat 40 schellingen van de jaarlijksche opbrengst gebruikt zouden worden voor een jaarhjksche mis voor zijn ouders en het overige voor een dergelijke mis voor hemzelf en zijn vrouw. Int jaer óns Heren dusent vierhondert ende acht ende viertich op sinte Elizabetten dach. Oorspr. (Inv. no. 25). Het zegel van den oorkonder verloren. 47. 1449 Augustus 17. Willen} Wülems zoon van Scylpoerde verkoopt aan heer Jacob van den Velde, confessor te Lausdunen, twee perceelen land te Monster, samen groot 20 hont. Int jaer ons Heren MIIIIc negen ende viertich opten seventiensten dach der maent van Augusto. Oorspr. (Inv. no. 26). Het zegel van Aérnt van den Camp verloren. N.B. In dorso staat: XX honden comende van heer Jacob van den Velde. 48. 1449 Augustus 23. Phillips die Bloot Odzier Hughen zoon verklaart schuldig te zijn aan het klooster van Lausdunen een rente van 9 schellingen Hollandsch jaarlijks uit 5 morgen land in Bijswijc. Int jaer ons Heren MCCCC ende XLIX op sinte Bertelmees' avont apostel. Oorspr. (Inv. no, 62). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 49. 1451 November 8. Johannes, abt van het klooster van S. Aubertus te Cameracum, draagt aan Guühermus Bont, deken van de kerk van S. Petrus te Lovanium, de uitvoering op van de bescherming, door paus Clemens verleend aan de kloosters der Cisterciënser orde volgens diens bul d.d. 1345 September 4, hierin geïnsereerd (reg. no. 12). Datum et actum Cameraci in dicto monasterio nostro anno Domini 192 millesimo quadringestesimo quinquagesimo primo indictione quintadecima secundum modum scribendi in civitate et diocesi Cameracensi die vero Lune octava mensis Novembris pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Nicolai divina providencia pape quinti anno quinto. Geïnsereerd in den brief d.d. 1461 November 26 (reg. no. 50). 50. 1451 November 26. Wilhelmus Bont, deken van S. Petrus te Lovanium, gemachtigd door Johannes, abt van het klooster van S. Aubertus van de orde van S. Augustinus te Cameracum, neemt het klooster Lausdunum in bescherming op verzoek van Luthgardis, abdis, en het klooster, onder aanhaling van den brief d.d. 1451 November 8 (reg. no. 49), hem door het klooster vertoond. Datum et actum Lovanii in domo habitationis nostre sub anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo primo indictione quarta decima die vero vicesima sexta mensis Novembris pontificatus prefati domini nostri domini Nicolai divina providencia pape quinti anno quinto. Oorspr. (Inv. no. 2). Met signatuur van den notaris Johannes Boels de Kempener. 51. 1455 Juni 14. Wouter Ansems zoon van der Dussen verkoopt aan Geryt Dirx zoon een huis met 13 morgen land te sGravensande in het Nyeuwelant. Gegeven opten viertienden dach in Junio int jair ons Heren dusent vierhondert vive ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 8). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 52. 1455 Augustus 28. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Kerstijn Pieters dochter met Geryt Dircx zoon 1 % morgen land in het Westambacht van der Hage in Etscamp heeft geruild tegen % van een woning. Gescreven opten XXVIIIsten dach in Augusto int jair ons Heren MCCCC vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 12). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. Met transfix d.d. 1455 September 9 (zie reg. no. 53). 53. 1455 September 9. Geryt Dirx zoon, barbier, verkoopt aan het klooster van Lausdunen 1 y2 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1455 Augustus 28, waardoor deze gestoken is (reg. no. 52). Opten negenden dach in Septembri int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 12). Het zegel van den oorkonder verloren. 54. 1457 Januari 14. De schout van Voirburch oorkondt, dat Aelwijn Philhps' zoon 193 schuldig is aan het klooster van Lausduynen een rente van 4 pond Hollandsch jaarlijks, waarvoor hij een huis en erf te Voirburch verbindt. Gegeven op sinte Ponciaens dach int jair ons Heren duysent vierhondert zeven ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 04). Met het zegel van Philips van Berge, schout, in groene was. Met transfix d.d. 1505 Juli 20 (zie reg. no. 93). 55. 1458 Juli 6. (Jan Schoelte en Walraiven Drake) oorkonden, dat (Margriet Blockschoenmakers) te Antwerpen aan het klooster te Lausduynen een rente van 2 pond jaarlijks heeft geschonken, die Cornelye Peter Claus' dochter gedurende haar leven gebruiken mag, wanneer zij non in dat kloos. ter wordt, met de bepaling, dat de schenkster of haar nakomelingen de rente kunnen aflossen met den penning 16. Int jair ons Heren als men screef MCCCC ende achtenvijftich sesse daghe in Julio. Oorspr. (Inv. no. 68). Met de twee schepenzegels in groene was. N.B. Het stuk is zeer beschadigd; de namen van de oorkonders zijn bekend uit de zegels, terwijl de naam der schenkster is overgenomen uit Inv. Ontv. no. fi. In dorso staat, dat 1 pond van de rente afgelost is. 56. 1462 Februari 16. Schepenen van Monster oorkonden, dat Jacob Dircks zoon van Delffs zoon heeft verkocht aan Ghijsbrecht Jans zoon de helft van 4 morgen land aldaar in den Poeldijck. Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tsestich op den sestienden dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 27). Met het gemeen schepenzegel in groene was. 57. 1464 April 18. Cornelys Gheryts zoon verkoopt aan Mouwerin Jans zoon een rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks uit 4% morgen land in Monster, losbaar met den penning 10. Int jaer ons Heeren duysent vierhondert vier ende tsestich opten achtiensten dach in April. Oorspr. (Inv. no. 59). Met het zegel van Willem Pieters zoon in groene was. Met transfix d.d. 1499 Februari 13 (zie reg. no. 83). 58. 1464 Juni 23. Jacob Bossaert van Belle verkoopt aan Dammas Zijsman Pieters zoon 4lY2 morgen land te Monster. Opten drie ende twintichsten dach van Junio int jaer ons Heren MCCCC vier ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 21). Met de zegels van Geryt Bairtout van Eemskerek, baljuw van Delfland, en Jan Duycker in groene was. 59. 1465 Februari 26. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Aems zoon verkoopt 13 194 aan Cornelys Aems zoon 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit 9 morgen land in den Zechbroeck. Gescreven opten XXVIsten dach in Februario int jaer ons Heeren MCCCC vijf ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 48). Het gemeen schepenzegel verloren. Met twee transfixen d.d. 1524 April 8 (reg. nos. 98 en 99). N.B.In dorso staat: Dit hout van die renten tot Heyckenduynen in Pieter van Bosch woninck. 60. 1465 April 25. Het Hof van Hollant handhaaft het klooster van Loosduynen in het gebruik van een stuk veengrond, daaraan geschonken door graaf Willem van Henegouwen in 1320, welk gebruik de hertog van Bourgongiën, graaf van Hollant, het wil ontnemen. Opten XXVen dach van Aprille int jaer duysent CCCC vijf ende tsestich nae Paesschen. Oorspr. (Inv. no. 37). Het zegel verloren. 61. 1467 Juli 12. Schepenen van .Monster oorkonden, dat Dammaes Sijsman Pieters zoon verkocht heeft aan Machtelt Hauwen en Fy van der Boockhorst,. jonkvrouwen van LauSdunén, 1% morgen land aldaar, vermeld in den brief, waardoor deze gestoken is. Int. jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende tsestich opten twalefsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. no. 29). Het gemeen schepenzegel verloren; eveneens de brief, waardoor deze gestoken was. N.B. In dorso staat, dat Sophya van der Boekhorst uit dit land jaarlijks 2| pond Hollandsch heeft, welke zij aan Eva van der A heeft overgedragen om haar leven lang te gebruiken, na wier dood ze aan de memorie van Loc sduinen zullen komen. Het land heeft dezelfde grenzen als dat, vermeldt in no. 58, en zeer waarschijnlijk is dat de brief, waardoor deze gestoken is geweest, doch dan moet in een der beide de maat van het land verkeerd zijn opgegeven. 62. 1468 April 6. Schepenen van Monster oorkonden, dat Kerstant Bertelmees' zoon in erfhuur heeft gegeven aan Claes Harmans zoon 6 morgen land aldaar tegen 4% pond jaarlijks. Int jaer ons Heren MCCCC achtentsestich opten sesten dach in April. Oorspr. (Inv. no. 60). Het gemeen schepenzegel verloren. Met twee transfixen d.d. 1524 April 8 (zie reg. nos. 100 en 101), waardoor aan dezen brief is vastgemaakt een brief d.d. 1480 Maart 1 (zie reg. no. 68). 63. 1470 Februari 20. Schepenen van Monster geven vidimus van de brieven d.d. 1881 April 2 en 1381 Juli 10 (reg. no& 15 en 16). Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tseventich op den twintichsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 50). Het gemeen schepenzegel verloren. Hieraan is vastgehecht de brief d.d. 1381 Juli 10 (reg. no. 16). 195 64. 1474 September 20. De officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum admitteert Egidius Wouterus' zoon tot de vaceerende kapelanie in het klooster te Lausdunum, gesticht door Johannes Ommeloop, volgens voordracht van jonkvrouw Beatrice van der Stale, abdis van genoemd klooster en patrones der kapelanie. Datnm anno Domini mülesimo quadrmgentesimo septuagesimo quarto feria tercia post festum sancti Lamberti. Oorspr. (Inv. no. 14). Met het dienstzegel van den provisor en deken van Delfland in groene was, dat van den officiaal verloren. N.B. Het stuk is zeer beschadigd, zoodat de aanhef van den brief is aangevuld uit Inv. Ontv. no. 6. 65. 1477 Januari 17. Egbert Claes de Verwers zoon verkoopt aan Arlewijn Vrancken zoon 2 morgen 85% roede land in Monster. Gescreven opten XVIIen dach in Januario int jair ons Heren dusent vierhondert zes ende tseventich na loop tsHoofs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 30). Met de zegels van Pieter Geryts zoon, schout van Wateringen, en van Jan Duker in groene Was. 66. 1477 December 3. Schepenen van Monster pachten het klooster van Lausdunen 4 pond 3 schellingen 5 penningen Hollandsch jaarlijks toe, verzekerd op 5 morgen 5 hont land aldaar, wegens achterstallige rente. Gescreven ende gepacht op den derden dach in December int jaer ons Heren duysent vierhondert seven ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 55). Het gemeen schepenzegel verloren. N.B. In dorso staat, dat jonkvrouw Lyele Borchgrave deze rente van het klooster gekocht heeft tegen eenige zielmissen. Het zegel van Beatrix van der Stale, abdis, bedoeld voor het in dorso geschrevene, verloren. 67. 1478 December 11. Jan Geryts zoon verkoopt aan Arlewijn Vrancken zoon 7% morgen land in Monster in den Pueldijc. Gescreven opten Xlen dach in Decembry int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 30a). Met geschonden zegel van Jan Geryts zoon in groene was. 68. 1480 Maart 1. Schepenen van Monster oorkonden, dat Katherijn Bartholomees' zoons weduwe in erfhuur heeft gegeven aan Claes Harmans zoon de helft van 6 morgen land tegen 2 pond 5 schellingen jaarlijks, van welk land genoemde Claes de andere helft bezit. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tachtich op den eersten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. no. 60). Het gemeen schepenzegel verloren. Door twee brieven d.d. 1524 April 8 (zie reg." nos. 100 en 101) is deze brief vastgemaakt aan dien d.d. 1468 April 6 (zie reg. no. 6_). i'96 69. 1480 Augustus 3. Aernt Jacobs zoon, koster te Monster, verklaart schuldig te zijn aan het klooster van Lausdunen 26 schellingen 8 penningen Hollandsch jaarlijks uit zijn huis met erf te Monster. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tachtich op den derden dach in Augusto. Oorspr. (Inv. no. 57). Met de zegels van Pieter Geryts zoon en Jan Duker in groene was. ■ N.B. In dorso staat: Mechtelt van der Boeohorst reyntebrief. 70. 1482 Januari 29. Dirck Willems zoon verkoopt aan de weeskinderen van Cornelis Gherrits zoon,' Willem Willems zoon, Martijn Hughen zoon en Ymme Jan Phillips' zoon ieder i % van 8 hont land in Monster. Ghedaen int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tachtich opten neghen ende twintichsten dach in Januario. Oorspr. (Inv. no. 31). Met het zegel van Gherrit die Bnrchgrave, baljuwen schout van Naaldwijk,in groene was. N.B. Het stuk is beschadigd. 71. 1482 Juli 20. Jacop Suys, pastoor van Voirburch, en Geertruyt Jacops dochter verkoopen aan Aernt die Bruyn 6 morgen land in Zueterwoude in Tegelre brooc tusschen de Vliet en de Goe. Gedaen den XXen dach in Julio int jair ons Heeren MCCCC twee ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 46). Met de zegels van Dammaes Sijsman Pieters zfion en Willem Storm Geryts zoon in groene was. 72. 1484 September 25. Heylwy Dircx dochter verkoopt aan Arlewijn Vrancken zoon 27 roeden land in Monster. Geschreven opten XXVen dach in Septembri int jaer ons Heeren MCCCC vier ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 32). Met de zegels van Bertout Nagel Bartouts zoon en mr. Jan van Velde, rentmeester der memorie te .Coninxvelt, in groene was. 73. 1487. Maart 28. Willem van Bosschuysen, ridder, baljuw van Bijnlant, verkoopt aan Pieter Geryts zoon 2 morgen land in Monster. Int jair ons Heren duysent vierhondert seven ende tachtich opten acht ende twintichsten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. no. 33). De zegels van den oorkonder, Arlewijn Francken zoon, baljuw van Naaldwijk, en Dirc Willems zoon, schout van Monster, verloren. N.B. In dorso staat: II morgen, gecocht van Pieter Gheryts zoon, scout, om XX U gr. 74. 1487 Mei 28. Claes' Airents zoon verkoopt aan Adriaen Geryts zoon een rente van 1/5 Bijnschen gulden jaarlijks uit 8 hont land in Monster. 197 In den jair doen men schreef MCCCC ende LXXXVII den XXVIII dach in Meye. Oorspr. (Inv. no. 58). Met de zegels van Pieter Geryts zoon en Jan Duyker in groene was, waarvan het eerste geschonden. 75. 1491 Maart 6. Jan Symons zoon, Jan Ghijsbrechs zoon en Claes Gheryts zoon, kerkmeesters van de kerk te sGravensande, verkoopen aan de abdis van het klooster van Loosduynen een rente van 21 groot jaarlijks uit 2 morgen land en een van 9 uit 8 hont 10 gaarden, alles gelegen te Waterynghe en toebehoorende aan de abdis. Opten sesten dach in Maerte in den jaere ons Heeren dusent vierhondert een ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 67). Met geschonden stadszegel in groene was. 76. 1491 April 16. Ewout Geryts zoon verkoopt aan Pieter Cornelys' zoon 1 morgen land in ïedingerbrouck tusschen den Vlyetwech en de Goe. Opten XVIen dach in April int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 47). Met de geschonden zegels van Claes Jacoppijns zoon en Louwerys Henrycx zoon in groene was. 77. 1492 Juli 26. Notaris Cornehus Cornehus' zoon instrumenteert, dat Ehzabeth van der Oom afstand doet van de rechten, haar door het klooster Loosduynen toegekend volgens een contract, waarbij zij van dat klooster den eeuwigen kost koopt. Acta sunt hec in Haga Comitis in domo habitationis Johannis mitten Kynderen sub anno indictione mense die hora loco et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadryngentesymo nonagesimo secundo indictione decima die vero vicesima sexta mensis Julii hora septima vel quasi pontificatus sanctissimi in Christó patris ac domini nostri Innocentii divina providencia pape octavi anno octavo). Oorspr. (Inv. no. 73). Met signatuur van den notaris Cornelis Cupere de Goeree. N.B. In dorso staat: Quijtsceldinge Lijsbeths van derHaer. 78. 1494 Januari 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Pieter Bertouts zoon verkoopt aan den confessor te Loosduynen 3/5 van 5 morgen land in het Westambacht aldaar. Gescreven opten XXIIIsten dach in Januari int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 13). Met gemeen schepenzegel in . groene was. 79. 1494 Februari 21. Schepenen in Monster oorkonden, dat Marijtgen Adriaen Geryts 198 zoons weduwe met haar dochters verkoopt aan het klooster van Lausdunen Y3 van 4 morgen land aldaar. Gescreven ende gegeven opten een ende twintigsten dach in Februario int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 34). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. 80. 1495 Maart 20. Schepenen van Monster oorkonden, dat Kathrijn Jan Storms zoons weduwe verkoopt aan het klooster van Lausdunen 13 hont land aldaar. Gescreven ende gegeven opten twintichsten dach in Marte int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende tnegentigh. Oorspr. (Inv. no. 35). Het gemeen schepenzegel verloren. 81. 1497 Maart 7. Notaris Adrianus Johannes' zoon de Heyda instrumenteert, dat Ludowicus Willemair de wegens overlijden van Hugo de Ruven vaceerende vicarie, waarvan de abdis van Lausdunen collactrix is, en waarop hij aanspraak maakt krachtens een begiftiging door keizer Maximiliaan, aanneemt met de verklaring, dat, wanneer de vicarie hem niet rechtens blijkt toe te komen, zijn recht tot het vervullen van andere vicarieën onverkort blijft. Acta sunt hec acceptatio scilicet et protestatio in choro circa summum altare monasterii seu cenobii antedicti, insinuatio vero et inhibitio in camera collocutionis huiusmodi monasterii sub anno indictione mense die hora pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem miUesimo quadringentesimo nonagesimo septimo indictione decima quinta die vera septima mensis Martii hora missarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Cristo patris ac domini Alexandri divina. providentia pape sexti anno suo quinto). Oorspr. (Inv. no. 75). Mét signatuur van den notaris. 82. 1497 Juni 22. Notaris Cornehus Aulmus' zoon de Beverwyck instrumenteert, dat Jacobus Merman en Ludovicus WiUemeir hun geschil over de door overlijden van Hugo de Ruven vaceerende vicarie, welke geïncorporeerd is in het klooster St. Agnes te Haga, ter beslissing hebben opgedragen aan Martinus de Briehs, decretorum doctor, en Johannes Wilhelmus' zoon, rector van het klooster St. Anna te Delff, als arbiters, welke uitspraak doen ten gunste van eerstgenoemde met de bepaling, dat aan Ludovicus WiUemeir 5 pond Vlaamsch gegeven zal worden door de kloosters Lausdunen en St. Agnes te Haga. Acta sunt hec in oppido Delffensi in domo habitationis rectoris domus Sancte Anne predicte sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini mülesimo qiiadringentesimo nonagesimo septimo indictione decima quinta mensis vero Junii die vicesima secunda hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno quinto). Oorspr. (Inv. no. 75). Met signatuur van den notaris. 199 83. 1499 Februari 18. Schepenen van Monster pachten Zybrarit Roeien zoon als gemachtigde van Myselair toe, wegens zekere achterstallige penningen, 7 stuivers jaarlijks, verzekerd op het land, vermeld in den brief d.d. 1464 April 18, waardoor deze gestoken is (reg. no. 57). Int jair ons Heren duyssent vierhondert negen ende tnegentich opten XlIIen dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 59). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. Met transfix d.d. 1501 April 14 (reg. no. 87). 84. 1500 April 25. Willem Jans zoon van Bergen oorkondt, dat Geerlof Symons zoon verkoopt aan Pieter Cornelys' zoon 1 morgen land in Zoeterwoude in den Broock tusschen de Vlyet en de Goede. Int jaer ons Heren dusent vijffhondert den XXVsten dach in Apryl. Oorspr. (Inv. no. 47). Het zegel van Willem Jans zoon van Bergen, schout van Nieuweveen, verloren. 85. 1500 December 14. Baerte Jan Hugen zoons weduwe verkoopt aan het klooster van Lausdunen 2 morgen land in Zueterwoude in Tegelrebrooc. Gedaen den viertienden dage in Decembri in den jare ons Heren dusent vijfhondert. Oorspr. (Inv. no. 45). Met het zegel van Willem Jans zoon van Bergen, schout van Nieuw veen, in groene was. 86. 1501 Maart 10. Ewout Jans zoon verkoopt aan Peter Cornehs' zoon 2 morgen land in Zoeterwoude in Tegelrebroec tusschen den Vlyetwech en de Goe. Gedaen den thienden dach in Marte in den jaer ons Heren dusent vijfhondert ende een. Oorspr. (Inv. no. 47). Het zegel van Willem Jans zoon van Bergen, schout van Nieuweveen, verloren. 87. 1501 April 14. Schepenen van Monster oorkonden, dat Pieter Cornehs' zoon verkoopt aan IJsbrant Roeien zoon als gemachtigde van Myselair een rente van 8 stuivers jaarlijks uit het land, vermeld in den brief d.d. 1499 Februari 18, waardoor deze gestoken is (reg. no. 88). Int jair ons Heren duysent vijffhondert ende een opten XHIten dach in Aprili. Oorspr. (Inv. no. 59). Met geschonden schepenzegel in groene was. 88. 1502 Februari 10. Hubrecht Philips' zoon verkoopt aan het klooster te Lausdunen een rente van 4 pond HoUandsch jaarlijks uit 5 morgen land in Voirburch. Opten thienden dach in Februario in den jare ons Heren dusent vijfhondert ende twee nae scriven sHoofs van Utrecht. Oorspr. (Inv. no. 63). Met het zegel van Dierick Reyers zoon, schout van Voorburg, in groene was. 89. 1503 April 80. Deken en kapittel van de St. Gilhs' kerk te Abbenbrouck verklaren 200 schuldig te zijn aan het klooster van Loosduynen een erf rente van 15 schellingen Vlaamsch jaarlijks. Gedaen int jaer ons Heren duuysent vijffhondert ende drie den (lesten dach in) Aprili. Oorspr, (Inv. no. 69). Met geschonden zegel van het kapittel in roode was. N.B. Het stuk is zeer beschadigd en de tusschen ( ) geplaatste woorden zijn ingevuld uit Inv. Ontv. no. 6. 90. 1504 September 28. Het Hof van Holland verleent akte van willige condemnatie aan mr. Jacop van Almonde, raad in genoemd Hof, voor de lijfrente van 20 pond jaarlijks, sprekende op de stad Alcmair, die hij heeft getransporteerd op zijn dochter Marijtgen, non in het klooster te Loosduynen. Int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende vier (opten XXVIIIen dach) in Septembri. Oorspr. (Inv. no. 70). Met het zegel van het Hof in roode was. N.B. Het stuk is zeer beschadigd en de tusschen ( ) geplaatste woorden zijn ingev21d uit Inv. Ontv. no. 6. 91. 1505 Juni . 24. Phillips, koning van Castillen enz., verkoopt aan het klooster te Losduynen, bij advies van den Grooten Eaad der ridders van het Gulden Vlies, den tresorier-generaal en andere luiden der financiën, een erfhuur van 36 schellingen jaarlijks uit een perceel land, geheeten de Knokstock en het klooster toebehoorende, 2% morgen 57 roeden land, gelegen op de voornoemde Knockstock, en een erfhuur van 2 pond 2 schellingen 10 penningen, die het klooster hem schuldig is uit 2 perceelen land in het Oude en Nieuwe landt te sGrave'sandt, alles met recht van wederinkoop. Ghegheven in ons leegher voor Aernhem den XXIIIIen daeh in Junio int jaer ons Heren duyst vijfhondert ende vive ende van ons rijck deerste. Oorspr. (Inv. no. 14). Het zegel van den koning verlóren. N.B. In dorso het interinement van den tresorier-generaal der domeinen en financiën en van de Rekenkamer in den Hage, d.d. 1505 Juni 25. 92. 1505 Juni 30. Symon Longin, raad en ontvanger-generaal der financiën van den koning van Castille, erkent ontvangen te hebben van het klooster te Loosduynen 200 pond 19 schellingen 7 penningen Vlaamsch, als koopsom voor zekere erfhuren. Le dernier jour de juing 1'an mil Vc et cincq. Oorspr. (Inv. no. 14). Het opgedrukt signet van financiën verloren. Met de handteekeningen van J. Lauweryn en S. Longin en de door dezen gestelde ' ndeiteekening des koning8.° 93. 1505 Juli 20. Jacob Jacobszoon verkoopt aan het klooster van Lausdunen een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op zijn woning, omdat de rente, vermeld in den brief d.d. 1457 Januari 14, waardoor deze 201 gestoken is (zie reg. no. 54), zoozeer is opgeloopen, dat hij haar niet meer betalen kan. Opten twintichsten dach in Julio int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende vijff. 'Oorspr. (Inv. no. 64). Met het zegel van heer Philips Hennes zoon, pastoor te Voorburg, in groene was. 94. 1505 November 26. Jan Roe Geryts zoon en Gielis Hugen zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Eeyme, vrouw van Cleyman Pieters zoon, verkoopt aan het klooster van Lausduynen, de helft van 6 morgen land, gelegen in het Abtsrecht, waarvan het klooster de andere helft reeds bezit, en dat Cleyman Pieters zoon het alles verkoopt, wat hij, als man van Reym, geërfd heeft van mr. Jan Vleet, haar oom. Gedaen int jair ons Heren MCCCCC ende vijf opten XXVI dach in Novembri. Oorspr. (Inv. no. 7). Met de zegels in van de oorkonders in groene was. 95. 1509 Mei 17. Broeder Johannes, abt van het klooster Campus, door Jacobus, abt van Cistercium, belast met de visitatie van het klooster Lausdunum, oorkondt, dat Katharina de Dussen, in tegenwoordigheid van de priors van de kloosters Mons Domine nostre in Yselsteyn en Vetus Campus, tot abdis van Lausdunum is gekozen wegens overlijden der abdis Eva de Aa. Acta sunt hec in monasterio Lausdunensi anno mense die quibus supra (anno Domini miUesimo quingentesimo nono septima decima < die mensis Mai). Oorspr. (Inv. no. 3). De zegels van broeder Johannes, den prior van IJselstein en het klooster Locsduinen verloren. Met transfix d.d. 1510 Maart 7 (zie reg. no. 96). 96. 1510 Maart 7. Broeder Petrus, prior van Cistercium, vicaris, bevestigt, gemachtigd door Jacobus, abt aldaar, de keuze van Katherina de Dussen tot abdis van het klooster te Lausdunum, vermeld in den brief d.d. 1509 Mei 17, waardoor deze gestoken is (reg. no. 95). Datum Cistercii die septima mensis Marcii anno Domini miUesimo quingentesimo nono. Oorspr. (Inv. no. 3). Het conventszegel verloren. 97. 1524 Januari 16. Nicasius Anthonis' zoon, schout, en gerecht van Monster geven voor het geding van de abdis tegen de gasthuismeesters van Hairlem vidimus van den brief d.d. 1332 Februari 29, waardoor deze gestoken is (reg. no. 11). Int jair ons Heeren duysent vijffhondert vier ende twintich den sestyensten dach in Januario. Oorspr. (Inv. no. 36). Het gemeene sohepenzegel verloren. 202 98. 1524 April 8. Bouwijn Jans zoon, schout van Wassenair en Zuydwijck, oorkondt, dat de kerkmeesters: Aernt Boenen zoon, Heynrick Ghijsbrechs zoon van Veen, oude Aernt Gerits zoon op Haesbroock en Jan Dirck Gerits zoon hebben geruild met het klooster Loosduynen de rente, vermeld in den brief d.d. 1465 Februari 26, waardoor deze gestoken is (reg. no. 59). Gedaen int jaer ons Heren duysent vijffhondert vier ende twintich opten achtsten dach in April nae Paeschen dit jaer. Oorspr. (Inv. no. 48). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1S24 April 8 (reg. no. 99). 99. 1524 April 8. Jacob Dirx zoon, pastoor van Wassenaer, geeft de kerk aldaar toestemming tot den ruil, vermeld in den brief d.d. 1524 April 8, waardoor deze gestoken is (reg. no. 98). In den jaer ons Heren duysent vijffhondert vier ende twintich opten achsten dach in April nae Paeschen dit jaer. Oorspr. (Inv. no. 48). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 100. 1524 April 8. Bouwijn Jans zoon, schout van Wassenaer en Zuydwijck, oorkondt, dat de kerkmeesters aldaar met het klooster van Loosduynen hebben geruild de rente van 25% stuiver jaarlijks uit de woning met land van Claes Harmans zoon, vermeld in de brieven d.d. 1468 April 6 en 1480 Maart 1, waardoor deze gestoken is (reg. nos. 62 en 68), tegen een perceel land in Zuydwijck. In den jaere ons Heren duysent vijffhondert vier ende twintich opten achsten dach in April na Paesschen dit jaer. Oorspr. (Inv. no. 60). Met geschonden zegel van den schout in groene was. 101. 1524 April 8. Jacob Dirks zoon, pastoor te Wassenaer, geeft de kerk van Wassenaer toestemming tot den ruil van de renten, vermeld in den brief d.d. 1524 April 8, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 100), te weten 1 pond 14 schellingen Hollandsch. In den jaere ons Heren duysent vijffhondert vier ende twintich opten achten dach in April nae. Paesschen dit jaer. Oorspr. (Inv. no. 60). Met geschonden zegel van den pastoor in groene was. 102. 1589 September 30. Schepenen van Monster oorkonden, dat Ewoutgen, weduwe van Robbrecht Huygen zoon en vrouw van Pieter Dircks zoon, verkoopt aan het klooster van Loesduynen een rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks, waarvoor zij verbindt 16 morgen land en een huis met erf aldaar. Int jaer ons Heren XVc negen ende dertich den laatsten dach van September. Oorspr. (Inv. no. 61). Het ambtachtszegel verloren. 203 104. 1540 Juli 26. Adriaen Claes' zoon, schout van den Hooghen Veen, verkoopt aan Ariaen Jacops zoon en Pieter Jans zoon een lijfrente van 3 carolusguldens 's jaars, gaande uit zijn woning met toebehooren aldaar. Gedaen op sessentwintichsten dach van Julius int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 49). Het zegel van don oorkonder verloren. 105. 1557 September 20. Notaris Cornehs van der Capellen in den Haege instrumenteert, dat heer Jan Floris' zoon van Colster, priester, aan zijn zuster Agnese, non in het klooster van Loesduyne, een lijfrente van 4 pond Vlaamsch jaarlijks heeft geschonken. In den jaere indictie maent pausdoms ende keyserijck als boven (in den jaere duysent vijffhondert zevenenvijftich in die vijfthienste indictie des Maendaechs den twintigsten dach van der maent van September spausdoms onser allerheylichste vaeder in Gode onzen heer heer Paulus die vierde Roomsche paeus van die naam int derde jaer zijnder coronatie regierende onsen goedertierenste heere Caerle die vijfde Roomsche keyser van dien naeme int negenentwintichste jair sijnder coronatie. Oorspr. (Inv. no. 66). Met signatuur van den notaris. 106. 1568 Juli 8. Jacob van Dorp en Adriaen van de Velde, schepenen in den Hage, oorkonden, dat pater, priorin en sub-priorin van het klooster van St. Agnyet te Delft verkoopen aan het klooster Loosduynen 1 morgen land in het ambacht van der Hage in West-Escamp. Opten achtsten dach Juli anno XVc acht ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 18). De zegels der beide schepenen verloren. HET KLOOSTER MARIA MAGDALENA IN BETHANIË TË 's GRAVENZANDE. INLEIDING. In de eerste helft der 13de eeuw werd door de graven van Holland in hun residentie 's-Gravenzande een gasthuis gesticht om als logement te dienen voor zwervers. Het reglement*) spreekt van een hospitalium pro reysantibus in Zeelandia '), waar men slechts één nacht onderdak kon vinden en bij storm hoogstens twee; wie aldaar ziek werd, moest worden geëvacueerd naar Delft of den Haag. Aan het hoofd stonden 2 gasthuismeesters, die tevens het beheer der inkomsten hadden. In het begin der 15e eeuw schijnen zij dit verwaarloosd en de gelden voor andere doeleinden besteed te hebben. De Regulieren van St. Hieronymusdal teDelf t maakten hiervan gebruik door zich tot Philips den Goede te wenden, wijzend op dit wanbeheer, met verzoek hun die inkomsten te schenken tot het stichten van een klooster hunner orde te 's-Gravenzande. Waarschijnlijk is hun aandacht juist op dit gasthuis gevallen, doordat een hunner conventualen in 1404 door den graaf begiftigd werd met de kapelanie op het altaar der Heilige Maagd en St. Anna in het gasthuis. Den 24sten April 1427 droeg hertog Philips als ruwaard van Holland deze inkomsten over, op voorwaarde, dat de Regulieren het gasthuis met 8 bedden in stand zouden houden Den 3den December 1427 verhief bisschop Zweder van Utrecht het huis tot een klooster der orde van Reguliere Kanunniken vanSt. Augustinus met bevestiging van deze overdracht. De stad scheen een overdracht door den ruwaard niet voldoende te achten,- want in Augustus had zij zich tot gravin Jacoba — m 1427 in naam nog de landsvorstin — gewend om deze overdracht te bewerkstelligen. Zonder echter dit antwoord af te wachten, gaf het stadsbestuur in November zijn toestemming tot het oprichten van dit klooster, waarbij het aan zich houdt de benoeming van de gasthuismeesters *) Zie het cartularium (Inv. no. 5) fol. XVI verso. s) Met Zeelandia zal natuurlijk niet bedoeld zijn het graafschap Zeeland, maar een gebied in de omgeving van 's-Gravenzande. Misschien heette wel aldus het eiland, waarop s-Uravenzande is ontstaan. (Zie „de Masemude" van Dr. A. A. Beekman in Tijdschr v h Kon. Ned. Aardrijkst-. Genootsch. 2e Ser. dl. XXXVI afl. 3). In de 14de eeuw komt te 's-Grai venzande de naam Zeelander of van Zeeland herhaaldelijk voor en is ook wel sprake van vvTtT.fJT??'lD h!t re1uest °m secularisatie of verhuizing, vermeld in Bijdr. bisd. Haarl. aav Sll beklagen de broeders zich, wenschende bevrijd te worden van delandloopers en vagebonden, die hen, „als niet wijt van de Zeelant leggende", dagelijks lastig vallen 205 uit de poorters. Eerst in Februari 1488 gaf Jacoba haar toestemming, m haar antwoord sprekend, alsof nog geen klooster tot stand ware gekomen. De Regulieren uit Delft echter onder hun conventuaal Nicolaus Thomas' zoon, betrokken, steunend op de bovengenoemde bisschoppelijke bevestiging, dadelijk het nieuwe klooster. Het beheer der gasthuisgoederen schijnt er nadien niet beter op geworden te zijn, want inl489werd naast het kloostèrBethanië ook dat van Syon door den bisschop gemachtigd tot de beschikking over de inkomsten. Het gasthuis stond ten Noorden achter de kerk, op een terrein van 4% morgen; ten Oosten daarvan werd het klooster gebouwd buiten de bebouwde kom, waardoor verklaard wordt, dat in de stukken afwisselend sprake is van het klooster binnen en buiten 's-Gravenzande. Voor het klooster, achter de kerk,lag het bagijnhof, dat zoo nauw aan het gasthuis grensde, dat het paterhuis van het eerste met een verdieping over het terrein van het gasthuis uitstak. De onderlinge ligging dezer gebouwen blijkt duidelijk uit de kaarten in de beide kaartboeken (Inv. nos. 6 en 7), waar men ook een indruk krijgt van den omvang der kloostergebouwen met een ruim binnenhof en de kapel. Deze nabijheid, maar misschien nog meer de rijke inkomsten van het bagijnhof gaven aanleiding, dat reeds in 1428 de prior een poging deed — doch tevergeefs — om het bagijnhof onder zijn bewind te brengen. Nadat het klooster zich in 1437 had weten los te maken van de parochie, waarbij het het recht kreeg een eigen kerk en kerkhof te hebben, stelde het zich in 1444 onder het kapittel van Syon1). In het midden der 16de eeuw werd het klooster der Cellezusters te Brielle en der Begularissen te Rijswijk door den bisschop van Utrecht onder het toezicht van den prior van Bethanië gesteld 2). Behalve het zegel van het convent, dat o.a. voorkomt aan het charter, vermeld regest no. 176, gebruikte ook de prior een apart zegel (zie reg. no. 159). Hoewel het klooster vermogend was — zijn landerijen brachten jaarlijks 1500 carolusguldenss) op — begon het in de 16e eeuw te kwijnen, voornamelijk door de geleidelijke ontvolking, een gevolg van het uitzenden van conventualen als biechtvaders e.a. naar vrouwenkloosters — er waren nog 7 broeders in het convent en 6 elders *), — zoodat omstreeks 1560 het ziéh tot den koning wendde, met een verzoek om geseculariseerd te worden6) en te mogen verhuizen. Dit werd echter afgewezen. Bij de hervorming schijnt het convent het klooster te hebben verlaten ennaar'Delft (Syon?) te zijn gegaan, doch in 1572 beklaagde de stad 's-Gravenzande zich bij den Prins, dat de conventualen aldaar nog immer pachten en renten inden 6). Zooals elders werden ook hier ten slotte de goederen door de Staten in beslag genomen en gesteld onder een ontvanger. Aangezien het klooster in dien tijd ongeveer 52 gezinnen te 's-Gravenzande ondersteunde en deze thans ten laste der stad kwamen, werd bij akte7) van20 Februari 1580, het gasthuis benevens de goederen van het bagijnhof aan de stad gegeven, op voorwaarde, dat zij de 7 overgebleven conventualen zou onderhouden. Het gasthuis is tot het begin der 19de eeuw door de stad geëxploiteerd en stond onder beheer der Heihge-Geestmeesters; in 1806 is het afgebroken. Volgens Junius 8) waren in 1575 de kloostergebouwen nog in wezen; de kloosterhof, •) Romer a.w. I 391. 2) Bijdr. 'bisd. Haarl. XXV 366. 3) Bijdr. bisd. Haarl. XXV 373. 4) Oud-Archief der Gem. 's-Gravenzande' no. 86. 5) Bomer, a.w. I 659. «) Bijdr. bisd. Haarl. XXV 371 noot li ') Oud-Archief der Gem. 's-Gravenzande no. 1. ' 8) Bat. Hist 302 206 groot 8 morgen 4 hont, werd gekocht door Adriaen Duyck, rekenmeester van Holland. Later zijn de gebouwen afgebroken en is ter plaatse een buitenplaats Yreeburg gebouwd, waarvan de boomgaard nog over is. De meeste stukken bevinden zich van ouds in het A. R. A. No. 5 is uit de collectie Van Voorst, in 1860 aangekocht bij Fred. Muller. De mventarisnummers, die zich bevinden in de thans nog niet aan het A. R. A. overgedragen collectie Van Vredenburch zijn aangeduid met een * no. 7 bevindt zich m het oud-archief der gemeente 's-Gravenzande. INVENTARIS. A Het klooster in het algemeen. I. De stichting. 1. Giftbrief van de gasthuisgoederen van Phihps van Bourgondië aan het klooster St.-Hieronymusdal te Delft tot het bouwen van een klooster in ! * rf7„enzande-142?- Met bekrachtiging door den bisschop van Utrecht d.d. 1427 en een vidimus van beide akten d.d. 1432. 3 charters (reg. nos. 60, 63 en 82). N.B. Zie ook reg. nos. 100, 104, 101 en 103. 2. Akte van toestemming van de stad 's-Gravenzande aan het klooster St Hieronymusdal te Delft tot het stichten van een klooster. 1427. 1 charter (reg. no. 62). 3. Giftbrief van de gasthuisgoederen door Jacoba van Beieren aan het klooster St.-Hieronymusdal te Delft tot het bouwen van een klooster in s-Gravenzande. 1482. 1 charter (reg. no. 87). W$t$ 'n betrekking tot de parochie. 4*. Getuigenverklaring, behoorende bij de verloren gegane akte van overeenkomst met den cureit van 's-Gravenzande betreffende de uitoefening van kerkelijke bevoegdheden. 1437. 1 charter (reg. no. 92). N.B. Zie ook reg. nos. 91 en 95. B. Finantiëel beheer. I. In het algemeen. 5. Cartularium, bevattende afschriften van akten van 1266—1546 16e eeuw. 1 deel. N.B. Pol. IX verso bevat het reglement voor het gasthuis; fol. XVI een uittreksel van de door paus Martinus aan het kapittel van Windesheim gegeven voorschriften, aan dat van Syon toegestaan door kardinaal Nicolaus de Cusa. * 207 6. Kaartboek van de landerijen, toebehoorende aan het klooster. 1566. 1 deel (Inv. kaartenverzam. litt. S; Alg. Rijksarchief). N.B. Het boek, gebonden in een bruin lederen geperste renaissanceband bevat 29 kaarten op perkament in waterverf, geteekend door Coenraet Oelen zoon, landmeter van Delfland, in opdracht van den prior c.s. Op eenige kaarten zijn schetsjes van kerken nl. fol. 1 's-Gravenzande (met bagijnhof, gasthuis en klooster); fol. 16, 19 Monster; fol. 20 Loosduinen; fol. 24 Poeldijk; fol. 25, 26 De Lier; fol. 29 Nieuwe Tonge. 7. Kaartboek van de landerijen, toebehoorende aan het klooster. 1566.1 deel (Gemeente-Archief 's-Gravenzande). N.B. Het boek, gebonden in perkamenten omslag is mede blijkens het opschrift het klad van Inv. no. 6. Het bevat 22 kaarten (soms eenigszins afwijkend van die in het net) op papier geteekend, gevolgd door de toelichting op 10 folio's, benevens op fol. 28 een overzichtkaart van de landerijen (48 morgen 2 hont 77 roeden) ten oosten van 's-Gravenzande, 20 April 1582 geteekend door Jacob Coenraedts zoon, landmeter te 's-Gravenzande, voor den rentmeester Dirrick Henrix zoon Tromperius. Achterin ligt een losse kaart van landerijen (42 morgen 4 hont 85 roeden) bij Eikenduinen door denzelfden landmeter geteekend voor Mr. Aelbert Jans zoon, advocaat. 1556. 8-10. Rekeningen van renten en huren. 1557—1569. 4 deelen. 8. Rekening door den rentmeester Cornehs Gijsberts zoon over 1557, afgehoord 1558 December 29. 9. Rekening door Loduwijck van Binchorst als curator van het sterfhuis van den rentmeester Cornehs Ghijsbrechts zoon over 1559, afgehoord 1560 December 27. 10. Rekening door den rentmeester Claes Claes' zoon van Zwieten over 1565, afgehoord 1566 December 11. 11*. Rekeningen door den procurator van het klooster, broeder Gherardus Melahtius Schoonhovius, over 1568 en 1569. 1 band. N.B. De beide laatste zijn niet afgehoord. De overige zijn afgehoord door prior en procurator van het klooster. 12. Machtiging van Philips II tot verwisseling van landerijen en renten. 1561. 1 charter (reg. no. 279). II. Landerijen en huizen. a. in Abbenbroék. 13. Eigendomsbewijs van 2% met en 1 lijn land, afkomstig van Jan Matheeus' zoon. 1451. • • ;' 1 charter (reg. no. 125). 208 b. in 's-Gravenzande (stad). 14. Eigendomsbewijs van 4 hont land, afkomstig van het bagijnhof. 1428. Met akten van den bisschop, houdende toestemming tot verkoop en bekrachtiging daarvan, d.d. 1428 en 1429 en ruilcontract d.d. 1428. 4 charters (reg. nos. 68, 64, 70 en 66). 15*. Verhuurcontract van een tuin. 1468. Met bijbehoorend huurcontract. 1468. 2 charters (reg. nos. 164 en 165). 16. Verklaring omtrent een uitweg van een boomgaard ten behoeve van Mr. Adriaen Jans zoon. 1494. 1 charter (reg. no. 213). 17*. Testament van Claes Jans zoon, waarbij hij het klooster zijn geheele vermogen vermaakt, waaronder 1 y2 morgen land. 1498. Met ouderen transportbrief d.d. 1477. 2 charters (reg. nos. 193 en 219)*" 18. Eigendomsbewijs van 4% hont land, afkomstig van het kapittel van Naaldwijk. 1558. 1 charter (reg. no. 275). C in 's-Gravenzande (ambacht). N.B. Zie ook de reg. nos. 108, 144, 206, 218, 250 en 257 en reg. no. 4 van het Bagijnhof v. 's-Gravenzande. 19. Eigendomsbewijs van % van 10 morgen land voor Gherit Floris' zoon. 1407. 1 charter (reg. no. 32). 20. Eigendomsbewijs van 1 y2 morgen land voor Jan Hughe Cleymans zoon, afkomstig van Joost Pieter Hoven zoon. 1410. 1 charter (reg. no. 35). 21. Eigendomsbewijs van 4 hont 82 gaarden land voor Ymme Ghijsbrechts dochter, afkomstig van Jan Fyneyoy e.a. 1417. 1 charter (reg. no. 42). 22. Eigendomsbewijs van 8% morgen 2 hont land voor Bartolomees Imnen zoon, afkomstig van Gheryt Florys' zoon. 1419. 1 charter (reg. no. 50). 23. Eigendomsbewijs van % van 5% morgen land en 11 hönt ten behoeve van Bertehneeus Geryts zoon. 1422. Met ouderen trahsportbrief d.d. 1408. 2 charters (reg. nos. 33 en 56). 24. Eigendomsbewijs van het Teylingerland voor Geryt Florys' zoon, afkomstig van IJsbrant van Scoten. 1429. 1 charter (reg. no. 74). 209 25. Eigendomsbewijs van 2% morgen land, afkomstig van Bal Dirc Olyviers zoons (weduwe). 1451. 1 charter reg. (no. 124). 26. Eigendomsbewijs van 1 en van y2 morgen land, afkomstig van Bertolmees Willems zoon. 1452. 1 charter (reg. no. TSTJ. 27. Eigendomsbewijs van de helft van 5% morgen land, afkomstig van Florys Gheryts zoon. 1455. 1 charter (reg. no. 136). 28. Eigendomsbewijs van 2 morgen land voor Willem Pieters zoon, afkomstig van de kinderen van Jacob Pieters zoon en Jan Claes' zoon. 1456. Met ouderen transportbrief d.d. 1489. 3 charters (reg. nos. 98, 102 en 142). 29. Testament, waarbij Christijn Peters dochter vermaakt 2 halve morgens 66 gaarden land, 1 halven morgen en een derde perceel, benevens eenige renten. 1460. 1 charter (reg. no. 155). 30. Eigendomsbewijs, mede voor het klooster St. Ehsabeth, van 2 weer land, Sy2 hont en de helft van een zevende van de uitgorzen in den Andel, afkomstig van Bertelmees Gheryts zoon. 1460. 1 charter (reg no. 158). N.B. Zie ook reg. no. 211. 31. Eigendomsbewijs van de helft van 6 morgen land, afkomstig van Heynric Pieters zoon. 1468. 1 charter (reg. no. 163). 32. Eigendomsbewijs van 5% morgen land, afkomstig van Bertolmees Gerrits zoon. 1464. 1 charter (reg. no. 166). 33. Transportbrieven d.d. 1489 en 1480, behoorende bij een niet meer aanwezig eigendomsbewijs van 1% morgen land d.d. 1464. 2 charters (reg. nos. 77 en 99). N.B. Zie ook reg. no. 167. 34. Transportbrieven d.d. 1440, 1488 en 1429, behoorende bij een niet meer aanwezig eigendomsbewijs van 2% morgen land d.d. 1464. 3 charters (reg. nos. 71, 86 en 106). N.B. Zie ook reg. no. 168. 35. Eigendomsbewijs van de helft van 2 morgen land, afkomstig van het Sint-Agnietenklooster te Delft. 1464. 1 charter (reg. no. 169). 36. Eigendomsbewijs van 4 hont land, afkomstig van Claes Claes' zoon. 1464. 1 charter (reg. no. 170). 14 210 37. Eigendomsbewijs van 1 y2 morgen land, afkomstig van Dirk van Poe 1 geest, priester en kanunnik te Naaldwijk. 1476. Met ouderen transport brief d.d. 1470. 2 charters (reg. nos. 189 en 177). 38. Eigendomsbewijs van 26 morgen en van 8 hont land te Monster voor Costijn Jans zoon, afkomstig van Aelbrecht van Eaphorst. 1474. Met bijbehoOrende akte d.d. 1474. 2 charters (reg. nos. 186 en 187). 39. Akte, waarbij Everling Everlings zoon, wegens zijn opneming als conventuaal, zijn geheele vermogen aan het klooster overdraagt, waaronder 2% morgen 1 hont land. 1487. Met ouderen transportbrief d.d. 1465. 2 charters (reg. nos. 172 en 207). 40. Eigendomsbewijs van 2 morgen land voor Jutte, afkomstig van haar vader Willem Willems zoon. 1494. 1 charter (reg. no. 215). 41. Eigendomsbewijs van 8 y2 morgen land, afkomstig van Wormbrecht Willems zoon. 1502. 1 charter (reg. no. 227). 42. Eigendomsbewijs van 2 morgen en 36 gaarden land, afkomstig van Jan Willems zoon. 1507. 1 charter (reg. no. 231). 43. Eigendomsbewijs van y2 weer land, afkomstig van Mergriete Ghijsbrechs dochter. 1510. 1 charter (reg. no. 233). 44. Eigendomsbewijs van x/2 weer land, afkomstig van Alijt Claes de Grebbers dochter. 1517. 1 charter (reg. no. 239). 45. Akte van verhuring van y2 morgen land aan Jan Heynricx zoon. 1520. 1 charter (reg. no. 242). 46. Eigendomsbewijs van 1 morgen land, genaamd de Breede Morgen, afkomstig van de Heilige-Geestmeesters te 's-Gravenzande. 1520. 1 charter (reg. no. 243). 47. Twee eigendomsbewijzen samen van 10 morgen land, afkomstig van Jacob Clays' zoon van Eten en van de Heilige-Geestmeesters te Leiden. 1468 en 1528. Met oudere transportakten van 1468, 1419 en 1404 en een akte van afstand van aanspraken van 1419. 6 charters (reg. nos. 27, 48, 49," 161, 162 en 248). 48. Eigendomsbewijs van 2/9 van een half zevendeel land, afkomstig van Lijsbeth van Duyvenvoerde Willems dochter. 1580. 1 charter (reg. no. 252). 211 49. Vonnis van toewijzing van de helft van 5 morgen land. 1582. 1 charter (reg. no. 253). 50. Eigendomsbewijs van landen in een half weer land, afkomstig van het Sint-Nicolaasgasthuis in den Haag. 1588. Met oudere transportbrieven d.d. 1457. 4 charters (reg. nos. 147, 148, 149 en 261). 51. Eigendomsbewijs van % weer land, afkomstig van Dirck Heynrick Ancenis' zoon. 1501. Met bijbehoorend getuigenis d.d. 1540. 2 charters (reg. nos. 224 en 262). N.B. Zie ook reg. no. 230. 52. Eigendomsbewijs van 2 hont land, afkomstig van het Sint-Agnietenklooster binnen Delft. 1540. 1 charter (reg. no. 266). 53. Eigendomsbewijs van 7 hont land, afkomstig van Pieter Claes' zoon Backer. 1544. Met oudere verkoopakte d.d. 1542. 2 charters (reg. nos. 267 en 265). 54. Akte van afstand van alle aanspraken op de helft van 2 morgen lands min 9% gaarde door het Augustijnerconvent te Dordrecht. 1546. Met een erkenning dezer aanspraken d.d. 1472. 2 charters (reg. nos. 181 en 269). 55. Eigendomsbewijs van 1 y2 morgen 10 hont en 1 y2 morgen land, afkomstig van het klooster Syon bij Delft. 1549. Met quitantie. 2 charters (reg. nos. 270 en 271). 56. Eigendomsbewijs van 4 hont land, afkomstig van Cornelis Willems zoon. 1551. 1 charter (reg. no. 272). 57. Eigendomsbewijs van 7 hont 25 roeden land, afkomstig van Maerten Cornehs'zoon. 1556. 1 charter (reg. no. 274). 58. Eigendomsbewijs van 5 hont land, afkomstig van het convent der Carmeheten binnen Haarlem. 1559. Met bijbehoorenden brief d.d. 1559. 2 charters (reg. nos. 277 en 278). d. in Grijsoord (Nieuwe Tonge). 59. Stukken betreffende den eigendom van 30 en 40 gemeten land, afkomstig van Geryt yan Culemburg en Frederick die Coninck. 1471—1516. 6 charters (reg. nos. 180, 184, 19L, 192, 194, 196 en 238). ss.a. ZAB ook reg. no. Zdi. ve asten, waarvan reg. no*. I 184 en 192, zijn in de collectie Van Vredenburch. 60. Eigendomsbewijs van een huis met toebehooren, afkomstig van Doen Gillis' zoon. 1566. 1 charter (reg no. 280). 212 e. in Heenvliet. tl. Testament, waarbij Jan Heynen zoon vermaakt 6 gemeten min 1 lijn land. 1448. 1 charter (reg. no. 120). N.B. Zie ook reg. no. 96. f. in de IAer. 62*. Eigendomsbewijs van een weide, groot 1% morgen, afkomstig van. Clays Aernt Gheryts zoons zoon. 1444. 1 charter (reg. no. 118). g. in Maasland. 63. Huurcedulle van 1 y2 morgen land, gehuurd door Eobbrecht Doe zoon en Marrijtgen Ockers weduwe. 1446. 1 charter (reg. no. 119). 64. Eigendomsbewijs van de helft van 7 morgen land, afkomstig van Geertruyd Dirck Suysen weduwe. 1479. Met 2 oudere transportbrieven d.d. 1480 en 1482. 3 charters (reg. nos. 195, 76 en 84). ' 65. Akte, waarbij de erfgenamen van Pieter Willems zoon afstand doen van hun aanspraken op 7 hont land, Doe Pieters zoon, Regulier te 's Gravenzande, aanbestorven. 1542. 1 charter (reg. no. 264). N.B. Zie ook reg. no. 249. h. in Monster. N.B. Zie ook de reg. nos. 14, 26, 36 en 223. 66. Eigendomsbewijs van 3 morgen land ten behoeve van Gerydt Florys' zoon. 1428. Met ouderen transportbrief d.d. 1396. 2 charters (reg. nos. 67 en 23). 67. Eigendomsbewijs van 13 morgen land, afkomstig van de erfgenamen van Dirc van Egmont. 1482. Met een vrijstelling van schot d.d. 1482 en twee afschriften hiervan. 2 charters en 2 stukken (reg. nos. 83 en 85). N.B. De akte van vrijstelling is in de collectie Van Vredenburch. 68. Eigendomsbewijs van x/2 morgen en eenige kleine perceelen land, afkomstig van het klooster Syon. 1437. Met twee bijbehoorende stukken d.d. 1487. 3 charters (reg. nos. 90, 93 en 94)., 69. Eigendomsbewijs van 8% hont land, afkomstig van Pieter Hoen Yoests zoon. 1448. 1 charter (reg. no. 113). 70. Eigendomsbewijs van 4% hont land, afkomstig van Willem Willemszoon. 1443.' 1 charter (reg. no. 114). 213 71. Eigendomsbewijs van 2 hont land, afkomstig van Amelgaer Phillips' zoon. 1444. I charter (reg. no. 116). 72. Eigendomsbewijs van 1 hont land, afkomstig van Amelgaer Vrerics zoon. 1444. 1 charter (reg. no. 117). 73. Eigendomsbewijs van 1 morgen land, afkomstig van Lijsbeth Mourijns dochter en hare kinderen. 1456. 1 charter (reg. no. 138). N.B. Se ook reg. no. 122. 74. Eigendomsbewijzen van 8 morgen land, afkomstig van Katrijn Jan Dirks zoons weduwe. 1457. Met ouderen transport brief d.d. 1429. 2 charters (reg. nos. 73, 143 en 150). 75. Eigendomsbewijs van 6 morgen en 90 gaarden land, afkomstig van het Earthuizer klooster bij Amsterd am. 1458. Met ouderen transporthrief d.d. 1397. 2 charters (reg. nos. 151 en 24). 76. Eigendomsbewijs van 1% morgen land voor Martijn Dericks zoon, kanunnik te Naaldwijk, af komstig van Lijsbeth Jan Dericxs weduwe. 1460. 1 charter (reg. no. 156). 77*. Eigendomsbewijs van 4 hont land, afkomstig van Heynryc Goverts zoon. 1466. 1 charter (reg. no. 173). 78. Testament, waarbij Bertolmees Gheryts zoon aan het klooster vermaakt een rente van 2 Bijnsche guldens jaarlijks uit de helft van 6 gemeten te Bugge bij den Briel en % van 18 morgen land. 1474. Met akte van bevestiging. 1475. 2 charters en 1 stuk (reg. nos, 185 en 188). N.B. Zie ook reg. no. 30. 79. Eigendomsbewijs van 7 morgen land, afkomstig van Doman Jans zoon 1502. 1 charter (reg. no. 225). N.B. Zie ook reg. nos. 216 en 69. 80. Eigendomsbewijs van 3 morgen land, afkomstig van Juliana Dirk Sonck Jans zoons weduwe en hare kinderen. 1507. Met ouderen transportbrief d.d.1413. 3 charters (reg. nos. 232 en 38). N.B. Zie ook reg. no. 14. 81. Transportbrief met een vidimus van dezen en van oudere transportbrieven d.d. 1414 en 1413, behoorende bij een verloren gegaan eigendomsbewijs d.d. 1515 van % van 17 morgen 4% hont land, afkomstig van het klooster St. Mariënpoel. 1417 en 1513. 2 charters (reg. nos.. 43, 235, 39 en 37). N-B. Zie ook reg. nos. 132, 209, 236, 214 82. Verhuurcontract van 7% morgen 1 hont lands. 1522. 1 charter (reg. no. 244). i. in Zouteveen. N.B. Zie reg. no. 175. III. Rentebrieven en andere inschulden. 83. Eigendomsbewijs van erfhuur, groot 25 pond 8 penningen 'sjaars, van domeinen in de ambachten 's-Gravenzande en Monster. 1536. Met bijbehoorende quitantie d.d. 1536. '..:J''<- 2 charters (reg. nos. 258 en 259). 84*. Rentebrief, groot 20 schellingen 'sjaars, gaande uit een huis te Delft, afkomstig van Lijsbet Pieters dochter. 1481. Met ouderen rentebrief d.d. 1457. »; . 2 charters (reg. nos. 201 en 145). 85*. Rentebrief, groot 20 'stuivers 's jaars, gaande uit een huis te 's-Graven zande. 1522. 1 charter (reg. no. 246). 86. Akte van toepachting van 2 pond Hollandsch 'sjaars aan Mr. Aernt Fuetgens zoon, kanunnik van Naaldwijk, uit een huis te 's-Gravenzande. 1476. 1 charter (reg. no. 190). N.B. Zie ook reg. no. 109. 87*. Rentebrief, groot 8 pond 30 groot Hollandsch 'sjaars, gaande uit 44 morgen land bij Delft. 1497. 1 charter (reg. no. 217). 88*. Rentebrief, groot 25 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis te 's-Gravenzande. 1527. 1 charter (reg. no. 247). 89. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit huizen en landerijen in den Haag en Eikenduinen. 1464. 1 charter (reg. no. 171). N.B. Zie ook de reg. nos. 41, 88 en 89. 90. Vidimus van een rentebrief d.d. 1401, groot 12 Engelsche nobels 's jaars, ten behoeve van Clemens, weduwe van Claes van Aderichen, uit 28 morgen land te Monster (Poeldijk). 1431. Afschrift d.d. 1534. 1 stuk (reg. nos. 25 en 78). 91. Twee rentebrieven, ieder groot 1 Engelschen nobel 's jaars, uit landen te Monster. 1448 en 1456. 1 charter (reg. nos. 105, 112 en 141). N.B. Zie ook reg. no. 110, 215 92. Akte van erkenning van een rente uit 4 morgen land te Rijswijk ten behoeve van Gëertruyt van der Horn en haar zoon. 1428. 1 charter (reg. no. 66). 93. Vidimus van een vrijstelling van leenroerigheid d.d. 1438 met een vidimus van een eigendomsbewijs d.d. 1368 van 12 y2 morgen lands te Rijswijk, behoorende bij een verloren geganen rentebrief d.d. 1420 van 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit genoemd land ten behoeve van Claes Jan Scouten zoon. 1440, 1420. 2 charters (reg. nos. 97, 107, 55 en 13). N.B. Zie ook reg. no. 54. 94*. Rentebrief, groot 18 pond 15 stuiver 's jaars, gaande uit een huis en 4% morgen land te Wateringen. 1559. 1 charter (reg. no. 276). 95. Sententie van den provisor en deken van Delfland, behoorende bij het verloren gegane testament d.d. 1432 van Gerardus Florencius' zoon, waarbij hij een rente van 20 pond vermaakt. 1461. 1 charter (reg. no. 160). N.B. Zie ook reg. no. 80. 96. Akte, waarbij het klooster 125 carolusguldens en een rente van 6 carolusguldens 's jaars ontvangt wegens opneming van Cornehs van Puelgheest als provenier. 1552. 1 charter (reg. no. 273). IV. Quitanties. 97. Quitantie voor de aflossing van een rente van 40 schellingen 's jaars ten behoeve van Bartolemees Gheryt Florys' zoons zoon. 1419. 1 charter (reg. no. 52). 98. Quitantie van Lijsbeth Florys' dochter voor ontvangen aandeel in de erffenis van Bertelmees Gerits zoon. 1486. 1 charter (reg. no. 205). N.B. Zie het testament Inv. no. 78. 99. Drie quitanties van uitkeeringen in zake de erfenis van Lijsbeth en Gëertruyt Pieters dochters, bagijnen te Delft. 1488, 1492 en 1502. 3 charters (reg. nos. 208, 210 en 226). V. Finantiëele en andere verplichtingen. 100*. Builcontract met het bagijnhof over de erfhuur van 4 hont land. 1432. Met een toestemming hiertoe van de stad. 1430. 2 charters (reg. no. 75 en 81). N.B. Zie ook reg. nos. 1, 72 en 229. 101. Uitwisselingscontract met den Heiligen Geest, latende aan het klooster een verplichting van 20 stuivers 's jaars uit 8 hont land te 's Gravenzande. 1499. 1 charter (reg. no. 222). 216 102. Overeenkomst met de stad en het bagijnhof tot onderhoud van de heiningen en gemeene sloot. 1517. 1 charter (reg. no. 240). 103. Akte, waarbij de huur wordt overgenomen van 8 morgen 25 roeden land. 1540. Met voorcontract. 1536. 2 charters (reg. nos. 260 en 263). C. Beneficies in het bezit van het klooster. N.B. Zie ook reg. no. 4. I. Kapelanie in het gasthuis. N.B. Deze kapelanie is gesticht in 1344 door Johanna van Brabant, gravin van Holland, (reg. no. 6). Zie ook reg. no. 28. A. Vestiging. 104. Akte, waarbij Philips van Bourgondië het officie in het gasthuis overdraagt aan het klooster. 1455. 1 charter (reg. no. 135). B. Bezittingen. 105. Akte van afstand van aanspraken op 2 morgen land door Ade, echtgenoote van Coppaert Jans zoon ten behoeve van de kapelanie. 1366. Met oudere akten van erfhuur. 1310, 1348. 3 charters (reg. nos. 12, 11 en 3). N.B. Zie ook reg. no. 2. 106. Vonnis, waarbij een rente, groot 20 groot Hollandsch, gaande uit een huis te 's-Gravenzande, erkend wordt. 1453. 1 charter (reg. no. 133). D. Gasthuis. I. Beheer. 1. L a n d e r ij e n. 107. Akte, waarbij de bagijnen vergunning krijgen uit te bouwen op het gasthuiserf. 1533. 1 charter (reg. no. 254). 2. Bentebrieven en andere inschulden. 108. Testament van Hughe Mouwe, waarbij aan het gasthuis de gedeeltelijke 217 opbrengst van 1 morgen land in het ambacht 's-Gravenzande vermaakt wordt. 1888. 1 charter (reg. no. 5). 109. Eentebrief, groot 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, ten laste van Ecghebrecht Jans zoon van Amersvoerde. 1845. 1 charter (reg. no. 8). REGESTENLIJST. 1. 1266 October 14. Machteldis, gravin van Hollandia etc, schenkt aan de bagijnen in Gravenzande een erf, reeds bij de bagijnen in gebruik, en strekkende van de gracht van dezen tot aan de Wetering. Datum apud Gravenzande anno Domini M° CC° LXVI° in die Kalixti pape. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLIII. N.B. Gedrukt in v. d. Bergh, Oorkb. II, no. 145. Zie ook » Bagijnen te 's-Gravenzande, reg. no. 6. Na deze akte volgt in het cartul. een extract uit die, vermeld in reg. no. 29, Bag. 's-Grav. 2. 1291 Maart 20. Florens, graaf van Hollant enz., oorkondt, dat Machtelt van den Poele de 8 morgen land in het ambacht van den Zande, waarvan 2 Chriecvelt heeten, en die zij van hem in erfhuur heeft, opdraagt aan het klooster Gonincsvelt en dat dit het voortaan op dezelfde voorwaarden in erfhuur zal hebben. Gegeven in ons Heeren jaire duysent twiehondert ende negentich des Dynxdages nae sinte Gheertruden dage. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXIIII. N.B. Zie reg. no. 3. Gedrukt in v. d. Bergh, Oorkb. II, no. 766. 3. 1810 Juni 24. Jan, proost, en het convent van Coninxvelt verkoopen aan Huge uit het gasthuis van den Zande, ten behoeve daarvan, de 8 morgen, die zij te Zande bezaten. Ghegheven int jaer ons Heren dertienhonderd ende tine sente Jans misse tot Middesomer. 1. Oorspr. (Inv. no. 105). Met de geschonden zegels van den proost en het convent in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXIIII. N.B. Zie reg. no. 2. 4. 1834 Augustus 14. Geraerdt van Eaephorst schenkt, mede namens zijn echtgenoote, 1 218 morgen land in het Nieuwlant tot een prebende in het gasthuis te sGravezande, met bepahng, dat, als een kapelaan wordt aangesteld op het altaar van den Heiligen Geest in de kerk van sGravenzande, deze de helft zal ontvangen tot het houden van eenige missen, en dat bij ontstentenis van deze kapelaans de Heilige-Geestmeesters de qpbrengst zoo lang onder de arme huiszitten zullen verdeelen. Gegeven op onser Vrouwen avont als si ten hemele gevoert wort int jair ons Heeren M° CCC° vier ende dertich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVII. 5. 1888 Feburari 7. Arnoud, parochiepastoor van 's graven Zande, en landschepenen aldaar oorkonden, dat Hughe Mouwe 1 morgen land, liggende bij Teylingherland, vermaakt aan de kerk met last om van de opbrengst, na behoud van 20 schellingen, 5 schellingen aan den Heiligen Geest en het overige aan het gasthuis uit te keeren. Ghegheven des Saterdaghes na sente Aechten dach int jaer ons Heeren M° CCC° achte ende dertich.' 1) Oorspr. (Inv. no. 108). De zegels van de oorkonders verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLVII. 6. 1344 April 26. Johanne van Brabant, gravin van Henegouwen, Hollant en Zeelant en vrouwe van Vrieslant, schenkt 60 pond Hollandsch, die het gasthuis van sGravenzande haar schuldig was, ten behoeve van een kapelrie, te vergeven in den vervolge door de graven van Holland. Gegeven in den Hage des Manendaechs na sinte Marcus' dach int jair ons Heeren M CCC vier ende veertich. Afschr. in Inv. no. 5, folio VI verso. 7. 1845 April 20. Wouter Wouters zoon en Pieter Jan Barvoets zoon, schepenen in sGravensande, oorkonden, dat Pieter Hoeft verkoopt aan het gasthuis aldaar een jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huizen en erf aan de Ommeloep en uit zijn land benoorden het gasthuis. Gegeven int jair ons Heeren uuyzent CCC vijf ende veertich twintich daghe in Aprelle. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXII. 8. 1845 Augustus 29. Landschepenen van 's graven Zende oorkonden, dat Ecghebrecht Jans zoon van Amersvoerde verkoopt aan het gasthuis van sGravenzande een jaarrente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit de woning van Hughe Pieter Jan vrouw Aliden zoons zoon. Ghegheven int jaer ons Beren MCCC vijf ende viertich up sente Jans dach te uytgaende Oest. 1) Oorspr. (Inv. 109) Met het geschonden landschepenzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. ö, fol. CXXXII, 219 9. 1847 Juli 24. Hughe Bake en Arnout van den Poyl, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat jonge Diderick de jager verkoopt aan Wülaem van den Hof dijck een jaarlijksche rente van 80 schellingen Hollandsch, gaande uit het huis van Geraid Oversloet. Gegeven des anders dages na sinte Marien Magdalenen dach int jair ons Heeren duysent driehondert ende zeven ende veertich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXII verso. N.B. Zie reg. no. 10. 10. 1847 September 22. Willem van den Hofdijck verklaart, dat de 80 schellingen Hollandsch jaarhjks, die hij kocht van Diederic den jager, gaande uit de woning van Gerard van Overslote, staande aan het eind van het Suydteynde bij het wanthuis binnen de poorten van sGravensande, gekocht zijn met gelden van het gasthuis van den Zande. Gegeven int jair ons Heeren M° CCC° seven ende veertich des Saterdages na sinte Matheus' dage Ewangelisten. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXII verso. N.B. Zie reg. no. 9. 11. 1348 Januari 21. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Hughe Pieters zoon de 2 morgen land aldaar, strekkende van de steenen brug bij Scilperorde tot den Maesdijc en gekocht van Coppaert Jans zoon van Naeldwijc door Wülaem van den Hofdijc, gasthuismeester te sGravenzande, ten behoeve van de kapellanie in het gasthuis, waaraan hij nog 4 jaar huur had, opnieuw heeft ingehuurd voor 10 jaar van heer Niclays den Ylaminc, kapelaan aldaar. Ghegheven int jaer ons Heren M° CCC° achte ende viertich up beate Agnieten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 105). Het schependomszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXIII. 12. 1366 Maart 16. Ade Coppaert Jans zoons doet afstand van haar aanspraken op 2 morgen land in het Nieuwelant, die zij als morgengift had en die het gasthuis van den Zande kocht van Coppaert Jans zoon. Ghegheven int jaer ons Heren MCCC ses ende tsestich op den sestienden dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 105). Met geschonden zegel van Ades neef Jan Baeck Gheryts zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXIIII verso. 13. 1868 April 13. Jan Jans zoon van der Burch verkoopt aan Dieric Steffaens zoon 12% morgen land in het ambacht van Bijswijck,. genaamd de Sculenburch. Int jair ons Heren dusent driehondert acht ende tsestich des Donredaghes na beloken Paeschen. Gevidimeerd in den brief d.d. 1420 December 8 (reg. no. 55). N.B. Zie reg. no. 54. 14. 1869 Mei 25. "Wülaem van Naeldtwijck, maarschalk van Noort-HoUant, beleent zijn 220 zwager Symon Doeden zoon met 3 morgen, land in Monsterambacht. , Gegeven int jair ons Heeren duysent driehondert negen ende tsestich op sinte Urbaens.dach. Afschr. in -Inv. no. 5, fol. XCV. 15. 1373 April 26. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Pieter Louwen zoon erkent schuldig te zijn aan heer Pieter Toluder, kapelaan in het gasthuis aldaar, 10 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit de helft van 10 hont land in Noertlant. Int jair ons Heeren M CCC drie ende tseventich des Dynxdages na sinte Marcus' dach Ewangelisten. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XC. 16. 1377 October 26. Jan van der Strate en Claes van Zeelant, schepenen in sGravensande, oorkonden, dat Vrancke Coerts zoon erkent schuldig te zijn aan Huge van Keeten een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf aan de Cortestrate. Int jair ons Heeren M° CCC° zeven ende tseventich des Manendaechs na Elfduysent maechden dach. Afschr. in Inv. no..5, fol. CXXXIII. N.B. Door het oorspr. van dezen waren gestoken-de brieven d.d. 1377 December 2 (reg. no.' 17), 1386 Augustus 20 (reg. no. 19) en 1394 November 16 (reg. no. 22). f' 17. 1377 December 2. Tierion van der Strate en Claes van Zeelant, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Huyge van Keeten verkoopt aan Katrijn Jans weduwe van Beesde de rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, vermeld in den brief d.d. 1377 October 26 (reg. no. 16), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heren M CCC zeven ende tseventich des Woensdaechs na sinte Andries' dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIII. N.B. Door het oorspr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1386 Augustus 20 (reg. no. 19) en 1394 November 16 (reg. no; 22). 18. 1382 December 3. Jan van der Strate en Jan Pieters zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Florys Aderep erkent schuldig te zijn aan Willaem Hugen zoon een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Langestrate naast het Molenslop. Int jair ons Heeren M° CCC0 twie ende tachtich up sinte Barbaren avondt. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIIII. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1407 Februari 24 (reg. no. 31). 19. 1386 Augustus 20. Allaert Bertelmees' zoon en Dirck Maselants zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Kerstyne Jans dochter van Beesde verkoopt aan Claes Pieters zoon de rente, vermeld in de brieven d.d. 1877 October 26 (reg. no. 16) en December 2 (reg. no. 17), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren M° CCQ° zes ende tachtich des Manendaechs na onser Vrouwen dach assumptio. 221 Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIII verso. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1394 November 16 (reg. no. 22). Zie ook reg. no. 57. 20. 1887 December 24. Kerstandt van den Rijn en Herper Odziers zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Jan van der Poel erkent schuldig te zijn aan Jan Pieters zoon een jaarlijksche rente van 20 groot Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Langestrate. Int jair ons Heren M° CCC° zeven ende tachtich upten Kersavondt. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIII! verso. 21. 1887 December 24. Kerstant van den Rijn én Harper Odziers zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Geryt Claes Hille zoons zoon erkent schuldig te zijn aan'Jan Pieters zoon een jaarlijksche rente van 20 groot Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Cortestrate. Int jair ons Heeren M° CCC° zeven ende tachtich upten Kersavondt. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIIII verso. 22. 1894 November 16. Allaert Bertolmees' zoon en Pieter Telder, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Claes Pieters zoon verkoopt aan zijn broeder Jan de rente, vermeld in de brieven d.d. 1377 October 26, 1877 December 2 en 1386 Augustus 20 (reg. nos. 16,17 en 19), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren M CCC vier ende tnegentich des Manendaechs nae sinte Maertijns dage in die winter. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIII verso. 23. 1896 December 14. Heynric van Naeldwijc, maarschalk van Noirt-Holland, geeft aan zijn neef Jan Oudenaer in eigendom het land, dat deze van hem in leen had. des Donredaghes na sinte Luciën dach int jaer ons Heren MCCC sesse ende tneghentich. 1) Oorspr. (Inv. no. 66). Het zegel van den oorkonder verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLI. 24. 1897 April 7. Henric van der Woerde verkoopt aan de Carthusers tot Sinte Andreas ter Saligher Haven bij Amstelredam 6 morgen 90 gaarden land in Monsterambacht. Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert sevenentneghentich des Saterdaghs na Letare in der vasted. 1) Oorspr. (Inv. no. 7v). Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1458 April 9, (zie reg. no. 151). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCV verso. 25. 1401 Juni 24. Hillegondt Uuterwijck Aerter Seuders zoons weduwe verkoopt aan haar zuster Clemens, weduwe van Claes van Aderichen, een jaarrente van 12 gouden Engelsche nobels, gaande uit 28 morgen land aan den Poeldijck. 222 Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende een op sinte Jans dach te Midtsomer. Gevidimeerd in den brief d.d. 1431 April 27 (reg. no. 78). 26. 1402 Maart 5. Sweder van Heenvliet, ridder, verkoopt aan Lijsbeth Pelgrims (van Waetselaer) 2% morgen land in het ambacht van Monster tusschen de Groote en de Kleine Gantel. Gegeven in den Hage upten vijften dach in Maerte int jair ons Heeren M CCCC ende twee. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CX. N.B. Zie reg. no. 36. 27. 1404 Mei 80. Jan van Yselsteyn verkoopt aan Gheryt Florys' zoon1) 10 morgen land, genaamd het land van Alcmade, in het ambacht van sGravenzande benoorden de vaart. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vier tsFrydages na sinte Urbanus' dach in Meye. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXV. 28. 1404. Aelbrecht, paltsgraaf op den Rijn, hertog in Beyeren, graaf van'Henegouwen, Hollant, Zeelant en heer van Vrieslant, begiftigt, aangezien heer Leenaert Jans zoon, priester in het klerkenhuis binnen de stad Delf, afstand heeft gedaan, Jan Jacobs zoon in genoemd huis met de kapelrie in het gasthuis te tsGravenzande. Gegeven in den Hage int jair ons Heeren duysent vierhondert ende vier. Afschr. in Inv. no. 5, folio VII. 26. 1405 April 12. Allaert Bertelmees' zoon en Bertelmees Wissen zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Herper Uyttervoert erkent schuldig te zijn aan Ghijsbrecht Hubrechts zoon een jaarlijksche rente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Cortestrate. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende vive upten twalefsten dach in April. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXV. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1423 Januari 11 (reg. no. 58). 30. 1406 April 9. Geryt Florys' zoon *), als vader van Bertelmees, en Pelgrim Wyers zoon (van Waetselaer), kamerling van den Heer van Hollant, als vader van Haeskin, maken huwelijksche voorwaarden voor het over 8 jaar aan 'te gaan huwelijk der genoemde kinderen. Gegeven ende gedaen tot Aernt Geryts zoens x) huys, tscoute van sGravenzande, upten Goeden Vrydaoh int jair ons Heren duysent vier hondert en zesse. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLX. 31. 1407 Februari 24. Allaert Bertelmees' zoon en Dirck Pieters zoon, schepenen in sGraven- }) Zie blz. 382. 228 zande, oorkonden, dat Willem Hugen zoon verkoopt aan Claes Claes' zoon de rente, vermeld in den brief d.d. 1882 December 8 (reg. no. 18). Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende zeven up sinte Mathijs' dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIIII. 32. 1407 November 18. Pieter van der Wonde verkoopt aan Gherit Floris' zoon*) het tweedeel van 10 morgen land bij Gravensande bij de molen, genaamd Floris' land van Brabant. Int jaer ons Heren MCCCC ende zeven des Sondaghes na sinte Mertins dach in den winter. 1) Oorspr. (Inv. no. 19). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fól. XLVII. 33. 1408 Juni 25. Heynric van Naeldwijc, ridder, maarschalk van Noort-Holland, verkoopt aan Gheryt Florys' zoon1) en Aelbrecht Jacobs zoon Sy2 morgen lands in het ambacht sGravenzande benevens 11 hont land aldaar bewesten den Poel, gekocht van den abt van Sinte-Mariënwaerde. Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte des Manendaghes na sinte Jans dach Baptista. 1) Oorspr. (Inv. no. 23). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLI. 34. 1409 Maart 26. Jacob Huge Woest zoon en Philhp Costijns zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Harman Dirx zoon verkoopt aan Florys Gerryts zoon een jaarlijksche rente van 40 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de noordzijde in de Molenstraet. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende negen sDynxdaechs na onser Vrouwen annunciacio. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLII. N.B. Door het oorspr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1431 November 13 (reg. no. 79), 1444 Januari 22 (reg. no. 115), 1459 Mei 8 (reg. no. 153) en 1481 Mei 22, (reg. no. 197). 35. 1410 Juli 13. Joost Pieter Hoven zoon verkoopt aan Jan Hughe Cleymans zoon ten behoeve van Jacob Aernts zoons kinderen 1% morgen land in Zandambacht in het Noortlant. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende tyen op sinte Margrieten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 20). Met geschonden zegel van Aernt Gherryts zoon1), schout te 's-Gravenzande, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. X(? verso.-. 36. 1412 December 14. Jan van Puttesteyn verkoopt aan Pelgrim Wyers zoon (van Waetselaer) 2y2 morgen land in het ambachtvan Monster tusschen de Groote en de Kleine Gantel, hem aangekomen door zijn huwelijk met Marriën van Heenvliet. >) Zie blz. 382. 224 Gegeven int jair ons Heeren duysent vierhondert ende twaleve upten viertiensten dach in Decembri. I Afschr. in Inv. no. 5, fol. CX. N.B. Zie reg. nos. 26 en 185. 37. 1413 Januari 30. Jan van Heemsteden, heer van Benthuysen, verkoopt aan Jacob van Bleyswijck Jacops zoon 17 morgen 4% hont land en een woning met ' twee bergen, groot 1 morgen, in Monsterambacht in den Poeldijck tusschen de scheidwaters de Groote en de Kleine Gantel. Gegeven int jair ons Heren duyssent vierhondert ende dertyen sManendages na sinte Pouwels' dach conversio. 1) Opgenomen in een vidimus d.d. 1513 Maart 23 (reg. no. 235). 2) Afschr.' in Inv. no. 5, fol. CX verso. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1414 Januari 29 (reg. no. 39). 38. 1413 .November 24. Ghijsbrecht Beynbrants zoon en Claes Beynel zoon verkoopen aan Pieter Buysch 3 morgen land in het ambacht Monster bezuiden de Bomade. Int jaer ons Heeren duysent vierhondert ende dertien up sinte Katrinen avont. 1) Oorspr. (Inv. no. 80). Met het geschonden zegel van Dirc Claes Ruysken zoon in groone was, dat van Voppe Reymbrants zoon verloren. — Met transfix d.d. 1507 Februari 11 (reg. no. 232). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCVL 39. 1414 Januari 29. Jacob van Bleyswijck Jacobs zoon verkoopt aan Clays vanEssch, genaamd Deventer, het land, omschreven in den brief d.d. 1413 Januari 30 (reg. no. 37), waardoor deze gestoken is. Ghegheven int jair ons Heren duyssent vierhondert ende viertyen des Manendages na sinte Pouwels' dach conversio. 1) Opgenomen in een vidimus d.d. 1513 Maart 23 (reg. no. 235). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXI. 40. 1416 Maart 1. Jacop Louwen zoon en Poes Pieters zoon, schepenen in Léyden, oorkonden, dat mr. Jacob Symon Vrederics zoon verkoopt aan Jan Dirc Coenen zoon de helft van het door hem ingedijkte land in het ambacht van sGravensande in het kapittelland van de Canozie in den Hage, zooals het hem toegekaveld is buitendijks en binnendijks. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende sestien opten eersten dach in Maerte.* • Afschr. in Inv; go. 5, fol. LXXVII verso. 41. 1416 November 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Spierinc Claes' zoon erkent , schuldig te zijn aan heer Claes Ysacs zoon een jaarrente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis in het Westeynde. Gescreven op sinte Lijsbetten dach int jair ons Heeren duysent vierhondert ende sestien. 225 Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXI. N.B. Gecancelleerd (zie reg. no. 171). 42. 1417 Januari 6. Jan Fyneyoy, Matte Jan Louwen zoon en Symon Jacobs zoon verkoopen aan Ymme Ghijsbrechts dochter 4 hont en 82 gaarden land tsGravenzand in het Noirlant op de Zandehngh bezuiden den Noorlantsdijk. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende seventien upten sesten dach in Januario. , 1) Oorspr. (Inv. no. 21). Met het zegel van Claes die Bes in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXX. 43. 1417 Mei 7. Claes van Esch, genaamd Deventer, geeft Ghijsbrecht Pelgrims zoon (van Waetselaer) ter gelegenheid van diens huwelijk met zijn dochter Margriete de helft van het land, dat hij kocht van Jacob van Bleyswijck, terwijl hij de andere helft verkocht aan Pelgrim Wyers zoon (van Waetselaer). Gegeven int jair ons Heeren dusent vierhondert ende zeventien upten zevenden dach in Meye. 1) Oorspr. (Inv. no. 81). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Opgenomen in een vidimus d.d 1513 Maart 23 (reg. no. 235), 3) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXI verso. N.B. Zie reg. no. 39. 44. 1417 Mei 31. Allaert Bertelmees' zoon en Dirck Jacobs zoon, schepenen in sGravanzande, oorkonden, dat Meyns Jans zoon erkent schuldig te zijn aan het gasthuis aldaar een jaarlijksche rente van 5 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis èn erf aan de Langestraet, doorloopende tot den Afterwege toe. Int jair ons Heeren M CCCC ende zeventien upten lesten dach in Meye. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXV verso. 45. 1417 Juni 24. Pieter Jacops zoon, kanunnik in den Hage, verkoopt aan Zegher Willems zoon en Jan Dircs zoon het door hem ingedijkte land in het Nuweland buiten sGravansande, hem ter bedijking uitgegeven door het kapittel van der Hage. up sinte Jans dach te midtzomer int jair ons Heeren duysent vierhondert ende zeventhien. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVII verso. NB. Zie reg. no. 46. 46. 1417 November 29. Jan Spiegel verklaart voogd te zijn geweest voor heer Pieter Jacobs zoon bij den verkoop, nader omschreven in den brief d.d. 1417 Juni 24 (reg. no. 45). Int jair ons Heren dusent vierhondert ende zeventhien op sinte Andries' avont. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVIII. 47. 1418 Mei 9. Geryt Pouwels' zoon en Symon Beynbrants zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Eelyas Plorys' zoon in erfhuur ontvangt van Willem Bobbrechts zoon en Geryt, Ide en Margriete Clays Spronx kinderen 2 15 226 morgen 1 y2 hont en 20 gaarden poortland aan de zuidzijde van de Watersloet buiten het poorthuis en aan de westzijde strekkende langs den weg tot aan de Madesloot tegen een jaarlijksche huur van 7 pond Hollandsch. Int jair ons Heeren M CCCC ende negentien tsDynxdaechs na sinte Jans dage ante portam Latinam. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIIII. N.B. Door het oorSpr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1426 Juli 2 (reg. no. 59) én 1481 Mei 22 (reg. no. 199). 48. 1419 Mei 27. Gheryt Florys' zoon*) verkoopt aan Jan Spiegel 10 morgen land, genaamd het land van Alcmade, in het ambacht van tsGravensande benoorden de vaart. des Zatersdages na sinte Urbanus' dach int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met het zegel van Floris Geryts zoon, zoon van den oorkonder, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXV. 49. 1419 Mei 27. Bertelmees Geryts zoon >) doet afstand van zijn aanspraken op de 10 morgen land, door zijn vader verkocht aan Jan Spiegel. des Zatersdages na sinte Urbanus' dach int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met het zegel van Floris Geryts zoon, broeder van den oorkonder, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXV verso. 60. 1419 Juli 4. Gheryt Florys' zoon *) verkoopt aan Bartplomees Imnen zoon 8% morgen 2 hont land in het ambacht tsGravenzande in het Nyewelant tusschen den ouden Maasdijk en den Nyewelantschen dijk. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien op sinte Martijnsdach translacio. 1) Oorspr. (Inv. no. 22). Met de zegels van Dirc Jacobs zoon en Pieter Janszoon (van der Sterre) in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVIII verso, in 1589 gecollationeerd door notaris J. de Wolfswinckel. 51. 1419 November 12. Dirck Jacobszoon en Claes die Besse, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Aernt Dircs zoon erkent schuldig te zijn aan Pieter Jans zoon een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf aan de Langestraet. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende negenthien op sinte Lebuyns dach. Afschr. Inv. no. 5, fol. CXXXV verso. 52. 1419 December 16. Fye Mr. Clais' weduwe geeft aan Bartolemees Gheryt Florys' zoons zoon *) kwijting voor de aflossing van de 40 schellingen 's jaars, gaande uit zijn weiden. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien des Saterdages na sinte Luciën dach. ') Zie bldz. 382. Zie bldz. 382. 227 1) Oorspr. (Inv. no. 97). Het zegel van Pieter Jans zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol, LXX. ."• ;v 53. 1420 Maart 12. Symon Aernts zoon en Pieter Rijck Jacops, schepenen in Delf, oorkonden, dat Jan Boschuysen geeft aan zijn dochter Machteld, bagijn, een jaarhjksche rente van 40 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Voerstraet. . Lit jair ons Heeren M CCCC ende negentien sDynxdages up sinte Gregorius' dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIII. N.B. Door het oorspr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1469 November 21 (reg. no. 176) en 1481 Mei 22 (reg no. 198). 54. 1420 October 6. Florys Dirck Steffens zoon erkent schuldig te zijn aan Claes Jan Scouten zoon een jaarrente van 4 pond Hollandsch, gaande uit 12% morgen land in het ambacht van Rijswijck, genaamd Sculenburch, benoorden den Bredenwech. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende twintich Dynsdages na sinte Bavendach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXII verso. N.B. Zie reg. no. 13. 55. 1420 December 8. Jan Zoet Vrancken zoon geeft vidimus van den brief d.d. 1368 April 13 (reg. no. 13). v Int jair ons Heren dusent vierhondert ende twintich op onser Vrouwen dach concepcio. 1) Oorspr. (Inv. no. 93). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXII verso. 56. 1422 Februari 2. Jan Kog Jacobs zoon verkoopt aan Bertelmeeus Geryts zoonJ) %van Sy2 morgen land in het ambacht van tsGravensande en van 11 hont aldaar bewesten den Poel. Gegeven up onser Liever Vrouwen dach purificatio int jair ons Heren MCCCC twee ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 23). Mot het zegel van Michiel Kog Pieters zoon, oom van den oorkonder, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLI verso. 57. 1422 September 18. Dirck Jacobs, zoon en Florys Dircs zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Anneboy Aernts zoon erkent schuldig te zijn aan Geryt Florys' zoon*) een jaarhjksche rente van 1 pond Hollandsch, -gaande uit zijn huis aan de Cortestraet. Int jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende twintich des Vrydaechs na sinte Lambrechts dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVI. 58. 1423 Januari 11. Jacob Hectoers zoon en Jan Willems zoon, schepenen in sGraven- >) Zie bldz. 382. \" 228 zande, oorkonden, dat Mees Jacops zoon verkoopt aan Pieter Jans zoon van der Sterre de rente van 1 pond 'sjaars, hem aangekomen door zijn huwelijk met Geertruyt en vermeld in den brief d.d. 1405 April 12 (reg. no. 29), waardoor deze gestoken is, welke rente genoemde Pieter zijn dochter Kerstijn geeft in mindering van wat haar aanbestorven is van haar moeder en van haar zuster Kathrijn. Int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende twintich des Manendaechs na Dertienen dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXV. N.B. Zie reg. nos. 16, 17 en 19. 59. 1426 Juli 2. Jan Wouter Boudijns zoon en Jan Everaerts zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Willem Bobbrechts zoon, Aernt van Woude, Geryt van Dijck Geryts zoon en Geryt Clays Spronxs zoon verkoopen aan Lijsbeth en Geertruyt Pieter Bannen zoons kinderen de rente, vermeld in den brief d.d. 1419 Mei 9 (reg. no. 47), waardoor deze gestoken is. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIIII. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1481 Mei 22 (reg. no. 199). 60. 1427 April 24. Phillips, hertog van Bourgongen, graaf van Vlaendren, van Arthois en van Bourgongen paltsgraaf, heer van Saluns en van Mechelen, ruwaard en oor der landen van HoUant, Zeelant en Vrieslant, draagt de goederen, eertijds door zijn voorvaderen aan het gasthuis te sGravensande geschonken en die thans niet volgens de bestemming gebruikt worden, over aan de Beguheren binnen de stad Delff tot het bouwen van een klooster hunner orde te sGravensande, op voorwaarde, dat ze een gasthuis met 8 bedden in stand zullen houden en. elke week een mis zullen doen houden voor hem en zijn geslacht, terwjjl hij het nieuwe.klooster in zijn bescherming zal nemen. Gegeven upten vier ende twintichsten dach van Aprille int jaer ons Heeren MCCCC zeven ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 1). Met het geschonden hertogelijk zegel met contrazegel in roode was. Door dezen is gestoken de brief d.d. 1427 December 3 (reg. no. 63). In dorso staat, dat Nycolaus Wit, prior der Regulieren te Delf, Mr. Heynricus de Gorikem, doctor in de godgeleerdheid, geraadpleegd heeft over deze overdracht, en dat deze meende, dat de broeders zonder bezwaar van deze goederen zouden kunnen bestaan. 2) Afschr. in Invent. no. 5, fol. I verso. 3) Gevidimeerd in den brief d.d. 1432 Februari 11 (reg, no. 82). N.B. Gedrukt in Bijdr. bisd. Haarlem dl. XXVI bl. 386. 61.. 1427 Augustus 4. Schout, schepenen, raden en vroedschap der stad sGravenzande verzoeken de gravin (Jacoba van Beieren^ de goederen, door haar voorouders en anderen aan het gasthuis aldaar geschonken, en niet geheel volgens de bestemming gebruikt, toe te kennen aan het klooster, dat de Beguheren binnen Delf in sGravenzande zullen stichten. upten vierden dach in Augusto int jair ons Heeren duysent vierhondert seven ende twintich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. I. N.B. Gedr. in Bijdr. bisd. Haarlem dl. XXV bl. 363. 229 62. 1427 November 19. Schout, schepenen, raden en vroedschap der stad sGravesande geven toestemming aan den prior en het convent der Regulieren van Sinte-Jheronimusdal binnen Delff een klooster hunner orde te stichten op de gronden van het gasthuis, die zij daartoe met dë andere inkomsten van de grafelijkheid gekregen hebben, op voorwaarde een gasthuis voor de armen met 8 bedden te zullen houden, te beheeren door 2 gasthuismeesters, daartoe op voordracht van den prior door de stad aan te stellen. Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende twintich op sinte Elyzabetthen dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 2). Mét de geschonden zegels van de stad en het convent in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CL. 63. 1427 December 3. Swederus, bisschop van Trajectum, bevestigt de overdracht van goederen aan de kanunniken der orde van de Regulieren, zooals vermeld in den brief d.d. 1427 April 24 (reg. no. 60), waardoor deze gestoken is, en verheft het gasthuis tot een klooster van genoemde orde onder den naam Bethania en neemt het in zijn bescherming. Datum anno Domini millesimo quadringentesimo vicesimo septimo tercia die mensis Decembris. 1) Oorspr. (Inv. no. 1). Met het bisschoppelijk zegel en contrazegel in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. II verso. 3) Gevidimeerd in den brief d.d. 1432 Februari 11 (reg. no. 82). 64. 1428 April 9. Swederus, bisschop van Trajectum, geeft aan prior enBeguliere kanunniken in des Graven zande benevens aan de bewaarsters eri zusters van de bagijnen aldaar toestemming 4 honts land onderling te ruilen. Datum Leydis nostre diocesis anno Domini miUesimo quadringentesimo vicesimo octavo mensis Aprilis die nona. 1) Oorspr. (Inv. no. 14). Met het geheim zegel van den bisschop in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVII. 65. 1428 Juni 17. Notaris Heynricus Bobbertus' zoon instrumenteert, dat Machteldis Gherardus' dochter en Zoeta Johannes' dochter, bewaarsters, en 8 andere ■ bagijnen van het bagijnhof te tsGravenzande tegen een vergoeding, nader vast te stellen door 4 arbiters, in ruil afstaan aan prior en convent der Beguheren in Delft de 4 hont land, die deze noodig hebben bij den bouw van hun klooster, doch afwijzen het voorstel om zich onder ruin bewind te stellen, te eerder zoolang zij geen toestemming daartoe hebben van den bisschop van Trajectum of den abt van Insula beate Marie. Acta sunt hec in tsGravenzande in beghutario et in domo Katherine relicte Heymanni .... sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentisimo vicesimo octavo indictione sexta mensis Junii die decima septima hora missarum pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Martini pape quinti anno undecimo). 230 1) Oorspr. (Inv. no. 14). Met de signatuur van den notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CL verso. 3) Afschr., (doch met weglating van de weigering) in Inv. no. 5, fol. CLII verso. N.B. Zie reg. no. 1. 66. 1428 Juni 27. Claes Grijp erkent de ecththeid van den brief betreffende een rente uit 4 morgen land, die Geertruyt van der Horn en heer Jan, haar zoon, van hem hebben. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert achte ende twintich des Sonnendaghes voir sinte Peter. 1) Oorspr. (Inv. no. 92). Met de geschonden zegels van Bartolomeus Hughen zoon en zijn broeder Aernt, schout van Bijswijk, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXIII verso. N.B. Blijkens de indeeling van het cartularium ligt dit land te Bijswijk. 67. 1428 September 22. Gijsbrecht Pelgrims zoon (van Waetselaer), Jacob Mast Pelgrims zoon (van Waetselaer), Gijsbrecht Clais' zoon en Bertelmeeus Geryts zoon1) verkoopen aan Gerydt Florys' zoonJ) 3 morgen land in Monsterambacht, door hun vader Pelgrim Wyerts zoon (van Waetselaer) gekocht van Oudenare, hun aanbesterven door den dood van Bette, hun moeder. Gegeven up sinte Mauricius' dach int jair ons Heren dusent vierhondert achte ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 66). Met het zegel van den vader der oorkonders in groene was. 2) Afsehr. in Inv. no. 5, fol. CXII. N.B. In dorso staat: Dit gaf ons Gerryt Floris' zoon ende leyt in die PoeJdijc. — Op het zegel staat: S. Dirc. Pillegrim. 68. 1428 November 19. Machtelt Gheryts dochter en Soete Jans dochter, bewaarsters van het bagijnhof te tsGravensand, transporteeren aan den procurator der Beguheren van Delf ten behoeve van het klooster der Beguheren van tsGravensand 4 hont land oostwaarts van het bagijnhof over de heensloot. op sinte Lijsbetten dach int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 14). Met een overblijfsel van het zegel van Allairt Berthelmees' zoon en het geschonden zegel van Floris Dirc Harmens zoon in groene was. — Met transfix d.d. 1429 April 28 (reg. no. 70). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVII verso. 69. 1429 April 23. Aelbrecht van Raephorst verkoopt aan Jan Lievers zoon 7 morgen land in het ambacht van Monster bezuiden de Gantel, genaamd de Lage Noort, met een recht van uitweg daarbij. Up sinte Jorys' dach in Aprille int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende twintich. Afschr. Inv. no. 5, fol. XCVIII. N.B. Door het oorspr. was gestoken de brief d.d. 1495 Februari 12 (reg. no. 216). 70. 1429 April 28. Swederus, bisschop van Traiectum, bekrachtigt de overdracht door de i) Zie bldz. 382. 231 bewaarsters van het bagijnhof te tsGravensand aan rector en Beguheren van het klooster van sint Maria Magdalena aldaar, nader vermeld in den brief d.d. 1428 November 19, waardoor deze is gestoken (zie reg. no. 68). Datum anno Domini M° CCCC0. vicesimo nono mensis Aprilis die vicesima octava. 1) Oorspr. (Inv. no. 14). Met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVII. 71. 1429 Mei 18. Dirc Muel verkoopt aan Jan Dirc Vrydachs zoon 2% morgen land in het Ouwelant in het ambacht van tsGravenzande tusschen den Ouden dijk en het Waeltgen. Int jair ons Heeren dusent vierhondert neghen ende twintich des Woensdaghes in die Pinxter heihchdagen. 1) Oorspr. (Inv. no. 34). Met het zegel van Florys Dirx zoon in groene was. 2) Afsehr. in Inv. no. 5, fol. XXXVII. 72. 1429 Mei 28. Notaris Heynricus Bobbertus' zoon instrumenteert, dat Nicolaus Thomas' zoon, priester, reguliere kanunnik van het klooster St. Jheronimus in •Delf, thans rector van het klooster van dezelfde orde bij de stad sGravenzande, belooft de gracht, die tusschen het erf der Beguheren en den boomgaard der bagijnen aldaar loopt, van 12 tot 20 voet te verbreeden en de wal daarlangs, waarmede reeds een begin gemaakt is, tot op manshoogte te voltooien op boete van 50 pond Hollandsch, te betalen binnen 6 weken, de helft aan de kerk ter stede, de helft aan de Heilige-Geestmeesters aldaar. Actafuerunt hec in predio sive domistadio Eegularium sed et in communi via et platea publica monasterü et civitatis annc nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo vicesimo nono indictione septima mensis Maii die vicesima octava hora quasi nona de mane pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Martini dominica providentia pape quinti anno suo duodecimo. Afschr. in Inv. no. S,-fol. CLI verso. 73. 1429 Juli 9. Kerstin Pouls dochter verkoopt aan Jan Dirx zoon de helft van 8 morgen land in het ambacht Monster, genaamd de Hoige Ort. Int jair ons Heren M CCCC negen ende twintich tSaterdages na sinte Martijns dage translacio. 1) Oorspr. (Inv. no. 74). Met het geschonden zegel van l,laes Mart en net zegel van Willem Herpers zoon (van Foreest) in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCVI verso. N.B. Aan het oorspr. is vastgehecht een brief d.d. 1457 April 29 (zie reg. no. 150). Zie ook reg no. 131. 74. 1429 October 1, IJsbrant van Scoten verkoopt aan Geryt Florys' zoon1) het zoogenaamde Teylingher land, gelegen in het ambacht tsGravenzande in het Ouwelant, dat hij in gemeenschap bezit met Jan van Scoten, priester, en met genoemden Geryt Florys' zoon. i) Zie bldz, 382. 282 Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen ende twintich op sinte Baven dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 24). Met het zegel van IJsbrant van Scoten in groene was. 2) Afschr. in 'Inv. no. 5, fol. XLVII verso. 75. 1430 Januari 10. Schout, schepenen en burgemeesters van dsGravenzande oorkonden, dat zij verlof geven aan de Beguheren aldaar te koopen, te huren of te ruilen van de bagijnen 4 hont land'benoorden hun kerk van den bagijnenboomgaard tot de vaart. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich opten tienden dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 100). Met het geschonden stadsgezel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, foL XXVIII. 76. 1430 Januari 30. Dirc van Hodenpijl Aernts zoon en Aernt van Hodenpijl, zijn broeder, verkoopen gezamenlijk aan Willem Bobbrechs zoon de helft van 7 morgen land in het ambacht van Maeslant. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dertich des Manendaghes voir onser Vrouwen dach te lichtmisse. 1) Oorspr. (Inv. no. 64). Met de geschonden zegels van Jan van den Dorp, oom van de oorkonders, en Jan van der Hove in groene was. — Met transfix d.d. 1432 Juni 12 (reg. no. 84). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVII. N.B. Vastgehecht aan den brief d.d. 1479 Mei 23 (zie reg. no. 195). 77. 1480 Februari 12. Aelbrecht Gheryt bastaardzoon van der Wateringhe verkoopt aan Jan Vridachs zoon 1 y2 morgen land in het ambacht van sGravenzand in het Oudelant. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich op den twalefsten dach in Februario. 1) Oorspr. (Inv. no. 33). Met de zegels van Allairt Bartelmees' zoon, grootvader van Aelbrecht, en van Jacob Buys in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLIX. 78. 1431 April 27. Deken en kapittel van Sinte-Mariënkapel in den Hage geven vidimus van den brief d.d. 1401 Juni 24 (reg. no. 25). Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende dertich seven ende twintich dage in April. 1) Afschr. (Inv. no. 90), 1534 April 20 gecollationeerd door J. Beauvoir. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXIIII- verso. 79. 1431 November 18. Jacob Ofhuis en Claes Dirck Jacobs zoons zoon, schepenen in Delf, oor' konden, dat Willem Claes' zoon verkoopt aan Jan Buter Jacobs zoon de rente, hem aanbesterven van zijn oom Florys Geryts zoon en vermeld in den brief d.d. 1409 Maart 26 (reg. no. 84), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren M CCCC een ende dertich sDynxdages na sinte Willebroerdus' daghe. 288 Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLII. N.B. Door het oorspr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1444 Januari 22 (reg. no. 115), 1459 Mei 8 (reg. no. 153) en 1481 Mei 22 (reg. no. 197). 80. 1432 Januari 12. Notaris Heynricus Eobbertus' zoon instrumenteert, dat Gerardus Florencius' zoon poorter van sGravensande, een testament maakt, waarbij hij vermaakt o.a. aan de Regulieren aldaar 10 pond 'sjaars tot het houden van een wekelijksche mis voor zijn ziel ter eere van de Heilige Maagd en 10 pond voor een geregelde mis van requiem op die plaats, die zijn erfgenamen daartoe zullen aanwijzen. Acta sunt hec in domo habitacionis Bertholomei filü dicti Gerardi testatoris sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus'supra (anno nativitatis Eiusdem mülesimo quadringentesimo tricesimo secundo indictione decima mensis Januarii die duodecima pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini domini Eugenii divina providentia pape quarti anno suo primo). Afschr. in Inv. no, 5, fol. CLXI. N.B. Zie reg. no. 160. 81. 1432 Januari 81. Machtelt Cupers en Soete Jans dochter, bewaarsters van het bagijnhof te sGravensande, geven in erfhuur aan de Beguheren van Bethaniën aldaar 4 hont land, strekkende oostwaarts van de bagijnensloot tot de vaart, waarvoor zij in ruil in erfhuur ontvangen een boomgaard, grenzende aan het gasthuis, met toegift van een gouden kroon 's jaars. Int jaer ons Heren dusent vierhondert twie ende dertich opten laesten dacn in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 100*). Met de geschonden zegels van Allaert Bert h el mees' zoon en Joest Pieters zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVIII. 82. 1432 Februari 11. Notaris Heynricus Eobbertus' zoon geeft, op verzoek van heer Andreas Theodori&us' zoon, prior van het klooster Bethania van de orde der reguliere kanunniken van Sint Augustdnus bij de stad sGravenzand, vidimus van den brief d.d. 1427 April 24 (reg. no. 60) en van den daardoor gestoken brief d.d. 1427 December 8 (reg. no. 63). Acta fuerunt hec in Naeldwijc sub anno indictione mense die hora et>pontificatu predictis (anno nativitatis Eiusdem mülesimo quadringentesimo tricesimo secundo indictione* decima mensis Februarn die undecima hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Eugenü divina providentia pape quarti anno primo). 1) Oorspr. (Inv. no. 1). Met do signatuur wan den notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 5, folio VII verso. 83. 1432 Maart 9. Schout, schepenen en buren van Monster bepalen in het belang der parochie, dat het land, nagelaten door heer Dirc van Egmonde, ridder, liggende in genoemd ambacht, vrij zal zijn van schot, tegen betaling van 8 pond Hollandsch 'sjaars. !) Zie bldz. 382. 284 Int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende dertich op den negenden dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 67). Met het zegel van Jan Jans zoon (TJitermarsch), schout van Monster, in groene was, daartoe aangezocht, aangezien de schepenen en buren zelf geen zegel hebben en het schepenzegel slechts voor jaar en dag geldt. 2) Afschr. op perkament met signatuur van notaris Cornelius Cornelius' zoon Gaerdynok. 3) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCIX. 84. 1482 Juni 11. Willem Eobbrechts zoon geeft aan Dirc Jacob Suysen zoon bij diens huwelijk met zijne dochter de helft van 7 morgen land, nader vermeld in den brief d.d. 1430 Januari 80 (zie reg. no. 76), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heren dusent vierhondert twie en dertich op sinte Odulfs avont. 1) Oorspr. (Inv. no. 64). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was. — 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVII verso. 85. 1432 Juli 9. Heynric van Liesvelt, vrouwe van der Doirtoech, Jan van der Lec en jonkvrouw Heynric, heeren Dircx dochter van Egmont, verkoopen aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGravenzande 13 morgen land in Monsterambacht, waarvan de helft toebehoort aan genoemde vrouwe, % deel aan Jan van der Lec, hem aanbesterven door zijne echtgenoote, heeren Dircs dochter, en % deel aan jonkvrouw Heynric, haar aanbesterven van heer Dirc van Egmont, haren vader. Int jaer ons Heren dusent vierhondert twye ende dertich opten neghendach in Julio. 1) Oorspr. (Inv. no. 67). Met de geschonden zegels van Jan van der Lec, Willem Dippinc en Allairt Bert hel mees' zoon in groene was. 2) Afschr. Met signatuur van notaris Cornelis Gaerdynck. 3) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCIX. 4) Afschr. van 2) in Inv. no. 5, fol. CXV Verso. 86. 1488 Januari 27. Jan Dirc Vrydachs zoon verkoopt aan Willem Claes' zoon van Delf en Lijsbeth, zijn echtgenoote, 2% morgen land tueschen den Ouden dijk en het Waeltgen. Int jair ons Heren dusent vierhondert dreëndertich upten sevenentwyntichsten dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 34). Het zegel van Allert Bertelmeeus' zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLIX verso. 87. 1438 Februari 17. Jacob, hertogin van Beyeren enz., draagt de goederen, eertijds door haar voorvaderen aan het gasthuis te sGravensande geschonken, over aan de Beguheren binnen Delff tot het bouwen van een klooster hunner orde te sGravensanden en neemt het in haar bescherming onder bepaling, dat in dat klooster iedere week een mis voor haar zal worden gezongen. 235 Gegeven upten zeventiensten dach in Februario int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende dertich na den loope van onsen Hove. 1) Oorspr. (Inv. no. 3). Met het geschonden zege] van Jacoba van Beieren in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. III. 88. 1433 September 22. Schepenen in den Haech oorkonden, dat Dirck Oedziers zoon erkent schuldig te zijn aan heer Claes Ysacs zoon, priester, een jaarrente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn woning in het Westambacht van der Hage, groot 15 morgen land bezuiden de WMernisse. Gescreven op sinte Mauricius' dach int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende dertich. Afschr. in Inv. no. 5,-fol. CXXI. N.B. Gecancelleerd. Zie reg. no. 171. 89. 1434 Juni 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem Wülems zoon erkent schuldig te zijn aan heer Claes Ysacs zoon een jaarrente van 40 schellingen Hoüandsch, gaande uit zijn woning te Heckenduyne. Gescreven sestien dage in Junio int jair ons Heeren duysent vierhondert vier ende dertich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXI verso. N.B. Gecancelleerd. Zie reg. no. 171. 90. 1437 Januari 9. Claes Jacobs zoon stelt de Beguheren van Syon bij Delf in het bezit der landen, hun aangekomen door zijn broeder Jan, hun medebroeder, van zijn vader Jacob Aernts zoon, te weten y2 morgen land in Monster in den Poeldijk aan het eind van de hooge laan en vele kleinere perceelen daarbij. Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende dartich opten neghenden dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 68). Met het geschonden zegel van Florys Geryts zoon in groene was. Met transfix d.d. 1437 Februari 6 (reg. no. 93). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. C verso. 91. 1437 Januari 10. Johannes de Haer, kanunnik van het klooster Insula Sancte Marie van de orde van Premonstratum, cureit van de kerk van St. Elysabeth in sGravenzande, in tegenwoordigheid van heer Arnoldus, abt van genoemd klooster, vergunt onder nadere voorschriften prior en convent der Beguliere kanunniken van Bethania aldaar in een eigen kerk de diensten te verrichten tegen betaling van 1 gouden Wühelmusschüd 's jaars aan den rector van de kerk. Anno Domini millesimo quadringentesimo tricesimo septimo decima die mensis Januarii. Afschr. in Inv. no. 5, folio XV. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken een brief d.d. 1437 Mei 12 (reg. no. 95). Zie ook reg. no. 92. 92. 1437 Januari 23. Johannes Nycolaus' zoon, prior der reguliere kanunniken op den Mons Syon bij Delff, Petrus Gherardus' zoon, rector der reguliere kanonikessen van St. Agneta in VaUe Josaphat in Delf, Judocus Petrus' zoon, Johannes 236 Johannes' zoon, inwoners van sGravensande, verklaren, dat heer Arnoldus, abt van Insula Sancte Marie van de orde van Premonstratum, de • overeenkomst tusschen heer Johannes de Haer, cureit van de kerk van St. Elizabeth in sGravenzande, en prior en convent van Bethania heeft bevestigd, doch daar hij zijn zegel niet bij zich had, beloofd heeft binnen een jaar deze overeenkomst met zijn zegel te zullen bevestigen. Anno Domini mülesimo quadringentesimo tricesimo septimo die vice- ' sima tercia mensis Januarii. 1) Oorspr. (Inv. no. 4*). Met de geschonden zegels van den prior en van Joest Pieters zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XVI. N.B. Zie reg. nos. 91 en 95. 93. 1487 Februari 6. Jan, prior, en gemeen convent der Regulieren tot Onzer Vrouwen in Syon buiten Delff verkoopen aan het convent der Regulieren te Bethaniën bij sGravesande aUe landen en renten, vermeld in den brief, d.d. 1437 Januari 9, waardoor deze gestoken is (zie reg. nb. 90). Int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende dertich sDonderdages na sinte Aechten dage. 1) Oorspr. (Inv. no. 68). Het conventszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. Cl. N.B. Aan het oorspr. is vastgehecht de brief d.d. 1437 Februari 8 (reg. no. 94). 94. 1487 Februari 8. Prior en gemeen convent der Beguheren tot Onzer Vrouwen te Syon bij Delff waarborgen aan de Beguheren van Bethaniën bij sGravenzande den ongehinderden eigendom van de landen, vermeld in den brief d.d. 1487 Januari 9 (zie reg. no. 90), mits hun, in geval van aanspraken, deze brief weder wordt ter hand gesteld. Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende dertich sVridachs na sinte Aechten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 68). Het conventszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. Cl verso. N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan no. 93. 95. 1437 Mei 12. Arnoldus, abt van het klooster Insula Sancte Marie van de orde van Premonstratum, bevestigt de overeenkomst, vermeld in den brief d.d. 1487 Januari 10 (reg. no. 91), waardoor deze gestoken is. Datum anno Domini mülesimo quadringentesimo tricesimo septimo mensis Man die duodecimo. Afschr. jn Inv. no. 5, fol. XV verso. N.B. Gedrukt bij J. de Fremery, De abten van Marienweerd, bl. 34. 96. 1437 December 18. Ministerse en convent der besloten zusters ten Elf duysent Maechden te Warmonde verkoopen Jan Heynen zoon 8 lijnen land op den Heenvlietschen grond aan de Nyenhorenssche zijde aldaar bewesten den dijk van Rijswairt. In den jair ons" Heeren duysent vierhondert. sevenendertich upten achtienden dach in December. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXIX verso, N.B. Zie reg. no, 120. 237 97. 1438 Juli 31. Jan van der Burch verklaart Claes Jan Scouten zoon met geen leenrechten te zullen aanspreken, aangezien de rente, die deze kocht van Florys Dirck Steffens zoon, gaande uit de Sculenburch, reeds bestond, voordat dit land, dat Florys voornoemd in leen heeft van de hofstede ter Burch, leenroerig werd. Gegeven upten lesten dach van Juho int jair ons Heeren duysendt vierhondert acht ende dertich. 1) Gevidimeerd in den brief d.d. 1440 April 11 (reg. no. 107). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXIII verso. N.B. Zie reg. no. 54. 98. 1489 Januari 8. Pieter Wormbouts .zoon verkoopt aan Heynric Bertelmees' zoon al het land, dat hij en zijn kinderen in het ambacht 'sGravensande bezitten, groot 2 morgen, genaamd Pinakersland, waarvan zij 5 deelen bezitten tegen Pieter Claes' zoon 8 deelen. Int jair ons Heren dusent vierhondert neghen ende dertich des Donredaghes na den heihghen Dertienen dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 28). Met de zegels van Gheryt Hughen zoon en Philips Hughe Stareken zoon in groene .was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LIIII. 99. 1439 Januari 13. Jan Dirck Vrydachs zoon verkoopt aan Claes die Buyzer 1 y2 morgen land, nader vermeld in den brief d.d. 1480 Februari 12 (reg. no. 77). Gegeven int jair ons Heren duysent vierhondert negen ende dertich up sinte Ponciaens avont. 1) Oorspr. (Inv. no. 33). Met de geschonden zegels van Aernt van der Does en Aernt Geryts zoon») in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLIX. 100.1439 Maart 27. Ludovicus, patriarch van Aquilegia, legaat van de generale synode van Basilea, draagt den officiaal van Trajectum en den deken der St. Adrianus' kerk te Naeldwijck op, het verzoek van prior en convent van het klooster St. Maria Magdalena in Bethania der reguliere kanunniken in de stad sGravenzande van de orde van St. Augustinus te onderzoeken en na goedbevinden de daarbij verzochte bevestiging in het bezit van de gasthuisgoederen te verleenen. Datum et actum Maguncie die vicesima septima mensis Maren anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo tricesimo nono. Afschr. in Inv. no. 5, fol. III verso. N.B. Door het oorspr. was gestoken een brief d.d. 1439 Augustus 6 (reg. no. 104). 101. 1489 Mei 2. De generale synode van Basilea draagt Walramus, elect van Trajectum, op, het verzoek van prior en convent van het klooster Syon bij Delft der reguliere kanunniken van Sint Augustinus te onderzoeken en na goedbevinden de daarbij verzochte bevestiging in het bezit der gasthuisgoéderen te verleenen. i) Zie bldz. 382. 288 Datum Basilee VI nonas May anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo tricesimo nono. Afschr. in Inv. no. 5, fol. V. N.B. Door het oorspr. was gestoken de brief d.d. 1439 Augustus 2 (reg. no. 103). 102. 1489 Mei 12. Heynric Bertelmees' zoon verkoopt aan zijn neef Willem Pieters zoon 6/8 van 2 morgen land in het ambacht tsGravenzande, waarvan % behoort aan Pieter Claeys van Pijnakers zoon. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende dertich op sinte Pancracius' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 28). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXIII verso. 103. 1439 Augustus 2. Walramus, elect van Trajectum, bijzonderlijk daartoe gemachtigd door de synode van Basilea, verklaart de priors van Syon bij Delf en Bethania bij sGravesande, genoemd in de brieven d.d. 1489 Maart 27 en Mei 2 (reg. nos. 100 en 101), waardoor deze gestoken is, gerechtigd tot het innen en gebruiken van de inkomsten van het gasthuis te sGravesande. Datum in castro nostro Bair anno Domini millesimo quadringentesimo tricesimo nono Augusti die cesunda. Afschr. in Inv. no. 5, fol. VI. 104. 1489 Augustus 6. De officiaal van het hof van Trajectum, bijzonderlijk daartoe gemachtigd door den legaat van de generale synode van Basilea, Ludovicus, patriarch van Aquilegia, bij diens brief d.d. 1439 Maart 27 (reg. no. 100), waardoor deze gestoken is, bevestigt volgens daarin vermeld verzoek het klooster van St. Maria Magdalena genaamd Bethania te sGravezande in het bezit der goederen van het gasthuis aldaar. Datum anno Domini mülesimo quadringentesimo tricesimo nono mensis Augusti die sexta. Afschr. in Inv. no. 5, fol. IIII verso. 105. 1440 Januari 17. Aernt Engebrechts zoon verkoopt aan zijn schoonzoon Jacob Dircx zoon een jaarrente van 1 gouden Engelschen nobel, gaande uit % van 8 V2 morgen land in de Made binnen het ambacht van Monster. Int jaer ons Heren duysent vierhondert ende viertich up den seventienden dach in Januario. 1) Afschr. door notaris Dirck Sproncx zoon, priester (Inv no. 91). v 2) Afschr. van 1) in Inv. no. 5, fol. CXVIII verso. N.B. Op hetzelfde papier als 1) zijn geschreven de akten, waarvan de regesten nos. 112 en 141 106. 1440 April 2. Jan Wouters zoon verkoopt aan Claes die Buyser 2% morgen lands, hem door huwelijk met Lijsbeth, weduwe van Wülem Claes' zoon van Delf, aangekomen en nader omschreven in de brieven d.d. 1483 Januari 27 (reg. no. 86) en 1429 Mei 18 (reg. no. 71). Int jair ons Heren M CCCC ende viertien upten anderden dach in Aprüle. 289 1) Oorspr. (Inv. no. 34). Met het geschonden zegel in groene was van Gerryt Potter van der Loo. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. L. 107. 1440 April 11. Deken en kapittel van Onser Liever Vrouwen kapel binnen den Hove van der Hage geven vidimus van den brief d.d. 1488 Juli 81 (reg. no. 97). Gegeven in den Hage upten elfsten dach in Aprille int jair ons Heeren duysent vierhondert ende viertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 93). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 2) Afsohr. in Inv. no. 5, fol. CXXIIII. 108. 1441 Februari 14. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Kerstant Claes' zoon met de Beguheren van Bethanièn aldaar verruild heeft een stuk land tegen een ander met toegift van een jaarrente van 12 schellingen Hollandsch, gaande uit 4 hont land aldaar beoosten mijns Heeren weg. Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende veertich upten viertienden dach in Februario. Afschr. in Iny. no. 5, fol. XLII. 109. 1442 Maart 7. Symon Dircx zoon en Heynrick Doe, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Cornehs Jan Bosscaerts zoon verkoopt aan Foeytgen Aernts zoon in den Hage een jaarlijksche rente van 3 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Cortestraet aan het Noordeinde der stad sGravenzande. Int jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende veertich upten sevensten dach in Maerte. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVI. N.B. Zie reg. no. 190. 110. 1442 April 18. Aernt Engebrechs zoon verkoopt aan Geryt Voppen zoon een jaarrente van 1 gouden Engelschen nobel, gaande uit % van 8 morgen 1 y2 hont land in het ambacht van Monster. Int jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende veertich upten achtienden dach in Aprelle. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXIX verso. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1443 Februari 26 (reg. no. 112). 111. 1442 September 7. Huich Florys' zoon en Heyl.zijn echtgenoote, schenken den Beguheren van Bethanièn bij sGravenzande een jaarrente van 1 Bijnschen gulden, gaande uit y2 morgen land in het Vrylant, begrensd ten Oosten en ten Westen door de Gantel, tegen het houden van kerkelijke plechtigheden. Int jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende veertich upten sevenden dach in Septembri. Afschr. in Inv. no, 5, fol. XLII. verso. 112. 144(3) Februari 26. Geryt Voppenzoon verkoopt den Beguheren van Bethanièn bij sGravenzande een jaarrente van 1, gouden Engelschen nobel, vermeld in den brief d.d. 1442 April 18, waardoor deze gestoken is (reg. no. 110). 240 Int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende veertich upten ses ende twintichBten dach in Februario. 1) Afschr. (doch met jaartal 1444) op het papier, waarop de akten van een andere jaarrente van 1 Eng. nobel (zie reg. nos. 105 en 141), (Inv. no. 91). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXX. 113. 1443 Maart L Pieter Hoen Yoests zoon verkoopt aan de Regulieren van Bethanièn bij sGravenzande 8% hont land in Monster in een kamp land, geheeten de Baerdemaker, benoorden de Boema. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende viertich opten eersten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. no. 69). Het zegel van den oorkonder verloren. 114. 1443 Maart 1. Willem Willems zoon verkoopt aan de Beguheren van Bethanièn bij sGravenzande 4% hont land, gelegen in het ambacht Monster in Loserdijc bij de Wendigenssloot. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende viertich opten eersten dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 70). Met het geschonden zegel van Pieter Hoen Yoests zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CII. 115. 1444 Januari 22. Dirck Jan Voppens zoon en Jan Jacop Dammaes' zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Alijt Willem Muys' zoons -weduwe verkoopt aan Oede en Zybraht, kinderen van Jacop Sybrants zoon, de rente, haar aanbesterven van haar neef Jan Buter en vermeld in de brieven d.d. 1409 Maart 26 (reg. no. 84)"en 1431 November 18 (reg. no. 79), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heren M CCCC drie ende veertich tsDyncxdages up sinte Agnieten dach.. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLII verso. N.B. Door het oorspr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1459 Mei 8 (reg. no. 152) en 1481 Mei 22 (reg. no. 197). 116. 1444 Februari 24. Amelgaer PhiUips' zoon verkoopt aan de Beguheren van Bethanièn bij sGravenzande 2 hont land in het ambacht Monster. Int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende viertich op sinte Mathijs' avont in Februario. 1) Oorspr. (Inv. no. 71). Met het zegel van Clays Aernts zoom), schout van 's-Gravènzande, in groene was. ( 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CII verso. 117. 1444 Februari 26. Amelgaer Vrerics zoon verkoopt aan de Beguheren van Bethanièn bij'sGravenzande 1 hont land in het ambacht Monster. Int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende viertich opten ses ende twintichsten dach in Selle. 1) Oorspr. (Inv. no. 72). Met het zegel van Aernt van Camp, schout van Monster, in groene was. . 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CII verso. i) Zie bldz. 382. 241 118. 1444 Juli 6. Clays Aernt Gheryts zoons zoon*) verkoopt aan den prior en het convent der Regulieren van Bethanièn bij sGravenzande eene weide, groot 1 y2 morgen, in Lyerambacht, waarvoor hij hen in het hofboek heeft doen mschrijven. opten sesten dach in Julio int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende viertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 62*). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. OXXVI. 119. 1446 Februari 14. Schepenen van Maeslant oorkonden, dat Bobbrecht Doe zoon en Marijtgen Ockers weduwe huren van Willem Clays' zoon, rentmeester der Beguheren van sGravenzande, 1 % morgen land in het ambacht Maeslant voor den tijd van 10 jaar. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende viertich op sinte Valentijns dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 63). Met het geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVI. 120. 1448 December 19. Jan Heyne zoon de smid vermaakt aan het convent der Beguheren van Bethanièn bij sGravenzande 6 gemeten min 1 hjn land op den Heenvhetschen grond aan de Nyenhorensche zijde, met opdracht tot het doen houden van zekere diensten voor zijn ziel, waarvoor de broeders telkenmale 1 Bijnschen gulden voor wijn zullen ontvangen. Int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende viertich opten neghentienden dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 61). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXIV versa 121. 1449 Augustus 17. Mees Gerytszoon verkoopt aan Fye Pieters de boekmakers weduwe van Sceveningen ten behoeve van haar kleindochter Katrijn, koopman Egbrechts dochter, een jaarhjksche rente van 4 gouden keurvorster guldens, gaande uit de helf t van 5 morgen land in het Nieuwelant binnendijks tusschen den ouden Maasdijk en de Wateringe benevens uit 7 hont lands in Noortlant benoorden den ouden Maasdijk en beoosten den Noortlantschen dijk. Int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende veertich des Sonnendages na onser Vrouwendach assumpcio. Afschr. Inv. no. 5, fol. LXIIII verso. N.B. In een aanteekening er onderstaat, dat in het jaar 1486 in het begin van Juni, deze rente, waartoe, het klooster gehouden was, afgelost werd onder den prior Johannes Johannes Martinus' zoons zoon door mr. Arnoldus Florencius' zoon van tsGravenzand i), doctor in het canonieke recht, tegen een wekelijksche mis voor hem en anderen op het altaar van St. Michaël in de parochiekerk. 122. 1450 Januari 18. Geryt Ansems zoon, Clais Ansems zoon, Tyman Jans zoon, Jacob van Hovel, Dirck Willems zoon, Geryt Aernts zoon, Aemt Heynricx zoon, ') Zie bldz. 382. 16 242 goudsmid, Pieter Pieters zoon en Huge Boudijns zoon met zijn broers en zusters verkoopen aan Aernt Pieters zoon 2% morgen land in het ambacht van Monster beoosten de Wennetgenssloot en de helft van 11% morgen in het ambacht van der Haghe in Haetscamp. Gescreven op sinte Ponciaens avont int jair ons Heeren M° CCCC0 ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXVI verso. 123. 1450 Juli 4. Landschepenen buiten sGravenzande oorkonden, dat Jan Dirc Koene zoon van Leyden schenkt aan het convent der Beguheren van Bethanièn bij sGravenzande zijn landerijen met uitgorzen in het Nieuweland, genaamd den Andel, tegen zekere diensten. Int jair ons Heren duysent vierhondert ende vijftich opten vierden dach in Julio. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVIII. N.B. Zie reg. nos. 40 en 45. 124. 1451 Januari 3. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Bal Dirc Olyviers zoons (weduwe) verkoopt aan den prior van sGravenzande ten behoeve der Regulieren 2% morgen land in het Nuwelant. Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende vijftich opten derden dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 25). Met het geschonden landschepenzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LIIII. N.B. Zie reg. no. 126. 125. 1451 Februari 13. Aeriaen Barselys' zoon, Aeriaen Hughe zoon en Jan Aernt Gheryts zoons zoon, schepenen in Abbenbroeck, oorkonden, dat Jan Matheeus' zoon verkoopt aan het convent der Beguheren bij sGravenzande 2% met en 1 lijn lands in Abbenbroeck. Int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende vijftich opten dertiensten dach in Februario. 1) Oorspr. (Inv. no. 13). Met geschonden schepenzegels van Aeriaen Barselys' zoon en van Jan Aernt Gheryts zoons zoon in groene was; dat van Aeriaen Hughe zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXX. 126. 1451 Februari 22. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Pieter Balie zoon verkoopt aan Bertholomees Geryts zoon1) een jaarlijksche rente van 2 gouden wilhelmusschilden, gaande uit 2% morgen land in het Nieuwelant beoosten den Maesdijck. Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende vijftich upten twie ende twintichsten dach in Zelle. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXIII verso. N.B. Aan het oorspr. was gehecht de brief d.d. 1451 Mei 17 (reg. no. 129). Zie reg. no. 124. 127. 1451 Mei 1. Landschepenen van sGravanzande oorkonden, dat Lambrecht Aernts zoon verkoopt aan het convent der Beguheren van Bethanièn een jaar- •) Zie bldz. 382 243 lijksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit de helft van 7 hont land in het Nuwelant, te betalen op Kerstavond en onze Vrouwen lichtmis. Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende vijftich op die Meye dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LIL N.B. In margine staat: deze twee pond Hollansch betaelt anno 1585 Doe Aerts zoon aen de Maesdjjck. 128. 1451 Mei 1. Landschepenen van sGravanzande oorkonden, dat Lambrecht Aernts zoon verkoopt aan het convent der Regulieren aldaar een jaarhjksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit de helft van 7 hont land, verschijnende op den dag van nieuwe landhurën. Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende vijftich op die Meye dach. Afschrift in Inv. no. 5, fol. LIL 129. 1451 Mei 17. Bertohnees Geryts zoon1) verkoopt aan het convent der Beguheren van Bethanièn bij tsGravanzande 2 gouden wilhelmusschilden jaarlijks, nader vermeld in den brief d.d. 1451 Februari 2 (reg. no. 126), waaraan deze gehecht is. Int jair ons Heren dusent vierhondert een ende vijftich upten seventienden dach in Meye. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXIIII. N.B. Zie reg. no. 229. 130. 1452 Maart 9. Bertolmees Willems zoon verkoopt aan het convent der Beguheren van Bethanièn bij sGravenzande 1 morgen land in het ambacht sGravenzande en y2 morgen land aldaar. int jaer ons Heren dusent vierhondert twie ende vijftich opten neghenden dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 26). Met het geschonden zegel van Geryt Colijns zoon in groene was 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVIII verso. 131. 1452 Maart 24. Geryt Doe IJsbrants zoon verkoopt aan Jan Maertijns zoon een jaarhjksche rente van 3 pond Hollandsch, gaande uit 4 morgen land in het ambacht van Monster, genaamd den Hogen Oirt en de Gantelcamp. Int jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende vijftich up onser Vrouwenavont annunciacio. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CIII. 132. 1453 Juli 16. Pieter Geryts zoon, schout van Monster, oorkondt, dat Margriete Gijsbrecht van Waetselaers weduwe verkoopt aan Philips Nachtegael % van 17 morgen. 4% hont land in het ambacht van Monster tusschen de scheidwaters de Groote en de Kleine Gantel. Gegeven int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende vijftich upten zestienden dach in Julio. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXII. i) Zie bldz. 382. 244 133. 1453 November 2. De provisor en deken van Delfflandia doet uitspraak in een geschil tusschen heer Johannes Jacobus' zoon, priester, en Arnoldus Theodericus' zoon over een rente van 20 groot Hollandsch 'sjaars, gaande uit zeker huis in de stad tsGravensande, waarbij hij beshst, dat de eigenaars van dat huis de rente moeten betalen aan heer Johannes, ten bate van de kapelanie in het gasthuis aldaar. Datum anno Domini millesimo quadringentesimo tercio die ut supra (in consistorio nostro feria quinta post omnium Sanctorum hora causarum in ecclesia Sancti Ypoliti martiris in Delff). 1) Oorspr. (Inv. no. 106). Het dienst zegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVI verso. 134. 1453 November 13. Geryt Willem Storms zoon en Jan Vrancken zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Jacop Symons zoon verkoopt aan Lijsbeth en Geertruydt Pieter Bannen zoons kinderen een jaarlijksche rente van 39 groot *■ Hollandsch, gaande uit een huis aan de Burchwal ter hoogte van den Verwersdijck. Int jair ons Heren M CCCC drie ende vijftich tsDynxdage na sinte Martijnsdage in de winter. Afschr. in Inv. no. 5. fol. CXLIIII verso. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1481 Mei 22 (reg. no. 200). * 135. 1455 Februari 20. Phillips, hertog van Bourgoengen enz., schenkt, nu Jan Jacobs zoon, priester in het gasthuis te sGravensande, bedlegerig is geworden, het officie van een wekelijksche zielmis aan de Beguheren buiten sGravensande. * Gegeven upten twintichsten dach van Februario int jair onss Heren duysent vierhondert vier ende vijftich na den loop van onsen Hove. Oorspr. (Inv. no. 104). Met geschonden zegel van den 'oorkonder in roode was. 136. 1455 October 29. Mr. AerntFlorys'zoon1) verklaart,datwijlenzijnvader Florys Gheryts zoon met goeddunken van zijne echtgenoote en zijne kinderen bij zijn sterven gegeven heeft aa,n de Beguheren van Bethanièn bij sGravenzande de helft van 5% morgen land in.de Grote Gheesttiende aldaar bewesten den Ouden dijk tot het houden van de missen, die zijn grootvader Gheert Florys' zoon bij zijn dood had bepaald. Int jaer ons Heren dusent vierhondert vijf ende vijftich opten neghen ende twintichsten dach in Octobri. 1) Oorspr. (Inv. no. 27). Met geschonden zegel van den oorkonder ih groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LIIII verso. 137. 1456 Februari .3. Notaris Martinus, zoon van Arnoldus den beul, instrumenteert, dat Agatha Heynricus' dochter, echtgenoote van Jacobus Petrus' zoon, snijder, wonende te sGravenzande, aan den prior en het convent der Beguheren van Bethania aldaar haar geheele vermogen schenkt onder i) Zie bldz. 382. 245 voorwaarde, dat deze haar verder het noodige levensonderhoud zullen geven. Acta fuerunt hec in prefato oppido in dicte donatricis habitationé anno indictione mense hora die et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem mülesimo quadringentesimo quinquagesimo sexto indictione quarta mensis Februarü die vero Martis tercia hora vesperarum vel quasi secundum usum stüum et consuetudinem civitatis ac dyocesis Trajectensis pontificatu sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domfni Calixti divina providentia huius nominis pape tercii anno primo. Afschr. Inv. no. 5, fol. CLXII. 138. 1456 April 20. Lijsbeth Mourys' dochter, Jan Dircs zoons weduwe, en haar zoons Dirck en Geryt verkoopen aan het convent' der Beguheren van Bethanièn bij tsGavesande 1 morgen land in een kamp van 3% morgen land, gelegen in het ambacht Monster in. den Poeldijck tusschen de Wennetgenssloot en de Woumade. Gegeven opten twintichsten dach in Aprille int jaer ons Heeren v duysent vierhondert ses ende vijftich. 1) Afschr. (Inv. no. 73). Met handteekening van den notaris B. van Assendelft.' 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CIII verso. 3) Afschr. van 1) in Inv. no. 5, fol. CXVII. 139. 1456 Juli 6. Jan Vrancken zoon en Claes Ofhuys, schepenen in Delf, oorkonden, dat Phülips Jans zoon verkoopt aan Lijsbeth en Geertruydt Pieter Bannen zoons kinderen een jaarhjksche rente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit een huis in het Bietvelt. Int jair ons Heeren M CCCC zes ende vijftich sDynxdages na sinte Maertijnsdage translatio. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVI verso. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief ' d.d. 1481 Mei 22 (reg. no. 203). 140. 1456 November ,8. Jacob Dircs zoon verkoopt aan het convent der Beguheren van Bethanièn bij sGravanzande 3 gouden keurvorster guldens 's jaars, gaande uit 1 % rnorgen land in Monsterambacht benoorden de Boema. Opten achten dach in Novembri int jair ons Heeren duysent vierhondert ses ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CIIII. N.B. Met de aanteekening: Van desen brief en ontfangen wy niet meer dan drie philippusgulden, want die negen stuvers afgeeoft sijn mit eens te geven zestien gulden. 141. 1456 November 25. Jacob Dircx zoon verkoopt aan Dirck Jan Gomans zoon een jaarrente van 1 gouden Engelschen nobel, vermeld in den brief d.d. 1440 Januari 17 (reg. no. 105). Int jair ons Heren duysent vierhondert ende zes ende vijftich up den vijff ende twintichsten dach in Novembri. 1) Afschr. door notaris Dirck Sproncx zoon, priester, ge. steld op hetzelfde papier als de akten, waarvan reg. nos. 105 en 112 (Inv. no. 91). 2) Afschr. van 1) in Inv. no. 5, fol. CXIX, 246 ) 142. 1456 December 7. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat de kinderen van wijlen Jacob Pieters zoon met Jan Claes' 'zoon verkoopen aan Willem Pieters zoon op het Upstal te Naeldwijck % van 2 morgen land, waarvan % hem reeds toebehoort, hggende y2 morgen hiervan in het Pachtelant benoorden den Puel en het overige in het Nyeuwelant. .Int jaer ons Heeren duussent vierhondert zess ende vijftich opten sevensten dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 28). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXVI verso. 143. 1457 Maart 9. Katrijn Jan Dircs zoons weduwe geeft aan de Eeguheren van Bethanièn bij sGravenzande de helft van 8 morgen land in het ambacht Monster, genaamd de Hoghe Noirt en de Gantelcamp, in ruil tegen eenig land en een bedrag in geld. Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende vijftich opten neghenden dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 74). Met de zegels'van Clays Aernts zoom), schout van's-Gravenzande, Pieter Gheryts zoon, schout van Monster, (geschonden) en Adriaen Jacobs zoon, bode van Monster, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CIV verso. 144. 1457 Maart 15. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Machtelt Florys Geryts zoons weduwe x) geeft aan den procurator der Beguheren van het klooster tSyon buiten Delf het navolgende land in het ambacht van sGravenzande in het nieuwe bedijkte land, nl. % van een weer land aan den Maasdijk, % van een half weer lands tusschen den Noortlantschen dijk en den nieuwen Maasdijk, % morgen land benoorden de Banck met bij behoorende uitgors, als uitkeering van het legaat van 100 pond van haar echtgenoot. Int jair ons Heeren duysent vierhondert seven ende vijftich upten vijftienden dach in Maerte. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXII, van een afschrift door notaris Cornehs Cornehs' zoon Gairdynck, secretaris van 's-Gravensande. 145. 1457 Maart 15. Symon Dammaes' zoon en Jacob van Bleyswijc Geryts zoon, schepenen van Delf, oorkonden, dat Pieter Pieters zoon verkoopt aan Lijsbet Pieters dochter, de bagijn, eene jaarhjksche rente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit een huis en erf in het Noordeynde aan de westzijde van den Nyen Delf. Int jair ons Heren M CCCC zes ende vijftich tsDynxdages upten XVen dach in Mairte. 1) Oorspr. (Inv. no. 84*). De beide schepenzegels verloren. Met transfix d.d. 1481 Mei 22 (zie reg. no. 201). 2) Afschr. ih Inv. no. 5, fol. CXLV verso. 146. 1457 Maart 15. Jan Pieters zoon van Buten en-Heynrick Bugge Dirx zoon, schepenen ») Zie bldz. 382. 247 in Delf, oorkonden, dat Heynrick Symons zoon verkoopt aan Lijsbeth en Geertruydt Pieter Bannen zoons kinderen een jaarlijksche rente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit een huis aan de Pontemarct. Int jair ons Heren M CCCC zes ende vijftich tsDynxdages upten XVen dach. in Mairte. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVI. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1481 Mei 22 (reg. no. 202). 147. 1457 Maart 16. Jan Jans zoon en Jan Hoeven zoon, schepenen in tsGravenzande, oorkonden, dat Huyge Jans zoon,Ghijsbrect Jans zoon en Jan Adriaens zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, verkoopen, met toestemming van den provisor van Delfland en van het gerecht van tsGravenzande, aan het Sinte Nyclaes' gasthuis in den Hage het land in eenhalf weer land, den Heiligen [ Geest vermaakt door Huyge Jacops zoon Hoeghuis en gelegen in het nieuwe bedijkte land tusschen den ouden en den nieuwen Maasdijk. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert seven ende vijftich uptenzestiensten dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 50). Met de zegels van de oorkonders in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVIIII, gecoll. in 1579 door notaris J. de Wolfswinckel. N.B. Aan het oorspr. zijn gehecht de charters, waarvan reg. no=. 148, 149 en 261. 148. 1457 Maart 20. Landschepen van tsGravenzande oorkonden, dat Pieter Claes' zoon verkoopt aan de gasthuismeesters van Sinter Nyclaes' gasthuis in den Haghe alle land, hem aanbesterven van Gheryt Schilders zoon in een half weer land in het nieuwe bedijkte land tusschen den ouden en den nieuwen Maasdijk, benevens % morgen land aan de Banck met bijbehoorende uitgors. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert seven ende vijftich upten twintichsten dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 50). Met geschonden landschapszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXX, gecoll. in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel. N.B. Aan het oorspr. zijn gehecht de charters, waarvan reg. nos. 147, 148 en 261. 149. 1457 Maart 20. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Mees Mees' zoon verkoopt aan de gasthuismeesters van Sinter Nyclaes' gasthuis in den Hage het land in een half weer land, hem aangekomen van zijn echtgenoote Wive, gelegen in het nieuwe bedijkte land-tusschen den ouden en den nieuwen Maasdijk, benevens % morgen land aldaar vooi de Banck met bijbehoorende uitgors. Int jaer on3 Heeren duussent vierhondert zeven ende vijftich upten twinticsten dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 50). Met geschonden landschapszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVIIII verso, gecoll. in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel. N.B. Aan het oorspr. zijn gehecht de charters, waarvan reg. nos. 147, 148 en 261, 248 150. 1457 April 28. Katrijn Jan Dircs zoons weduwe geeft aan de Regulieren van Bethanièn bij sGravenzande de helft van 8 morgen land in het ambacht Monster genaamd de Hoghe Noort en de Gantelcamp, in ruil tegen eenig land en een bedrag in geld. opten acht ende twintichsten dach in Aprille int jaer ons Heren dusent 'vierhondert seven ende vijftich. 1) Oorspr. (Inv. no. 74). Met de zegels van Clays van Leyen Heynries zoon, baljuw van Naaldwijk, en Jan Gheryts zoon van der Wateringhe in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCVII. N.B. Aan het oorspr. is gehecht de brief d.d. 1429 Juli 9 (ree. no. 73). 151. 1458 April 9. Broeder Jan, prior, en het convent der Carthusern tSinte Andries ther Saligher Havene bij de stad van Aemstelredamme verkoopen den Regulieren van Bethamen bij Schravenzandé 6 morgen en 90 gaarden land in Monsterambacht, vermeld in den brief d.d. 1397 April 7 (reg. 24), waardoor deze gestoken is. Gegeven upten neghenden dach in Aprill int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende vijftich. 1) Oorspr. (Inv. no. 75). Met het geschonden conventszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCV verso. 152. 1459 Maart 12. Landschepenen van sGravenzande pachten den Beguheren aldaar, op verzoek van heer Scouwe, hun procurator, een jaarlijksche rente van 2 groot 3 penningen Hollandsch toe, gaande uit 9 hont lands, die Aernt Dircs zoon in het Noortlant heeft bezuiden den Noortlantschen weg, wegens het achterstallig zijn van 20 groot. Int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende vijftich upten twalefsten dach in Maerte. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCI. 153. J459 Mei 8. Claes Ofhuys en Symon Loef, schepenen in Delf, oorkonden, dat Zybrant Jacob zoon en Oede Jacobs dochter verkoopen aan Lijsbeth en' Geertruyt, dochters van Pieter Bannen zoon, de rente, vefmeldin de brieven d.d. 1409 Maart 26 (reg. no. 34), 1431 November 13 (reg. no. 79) en 1444 Januari 22 (reg. no. 115), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heren M CCCC negen ende vijftich tsDynxdages upten Villen dach in Meye. 'Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLII verso. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 148*1 Mei 22 (reg. no. 197). 154. 1459 Mei 19. Bertolmees Geryts zoon1) verkoopt aan Pieter Aernts zoon van der Sloet een jaarlijksche rente van een gouden Bijnschen guldén, gaande uit 4 morgen 2hont weilandin Noortlant benoorden den Noortlantschen dijk. Int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende vijftich upten negentienden dach in Meye. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXX verso. ») Zie bldz. 382. 249 155. 1460 Mei 24. Notaris Wilhelmus Jacobus' zoon uit Noirtwijck instrumenteert, dat Christijn Peters dochter, bagijn te sGravensande, schenkt aan Johannes de Jonghe, prior, Wilhelmus Georgius' zoon, supprior, Nycolaus Arnoldus' zoon, procurator, en het convent van het klooster der Regulieren van de Heilige Maria Magdalena in Bethania bij sGravensande eenigeperceelen land in het ambacht sGravenzande en renten uit huizen aldaar, als omschreven in de mede overgegeven schepenbrieven, te weten 2 halve morgens 66 gaarden land beoosten den heerweg, y2 morgen in Donyssvelt bewesten den heerweg, het land in Noortlant, verhuurd voor 1 wilhelmusschild 7 groot, benevens de jaarlijksche renten van 8 Bijnsche guldens, gaande uit de helft van 4 morgen 7 gaarden in Noortlant, 25 groot en 1 pond uit huizen in de Langhestraat, terwijl ze hun tevens al haar kleinoodiën en juweelen schenkt, onder voorbehoud van het gebruik. Acta sunt hec in sGravensande in ecclesia monasterii Begularium supradicti sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini miUesimo quadringentesimo sexagesimo indictione octava die vero vicesima quarta mensis Maii hora primarum vel eo circa pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pü divina providentia pape secundi anno secundo). 1) Oorspr. (Inv. no. 29). Met de signatuur van den notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXIII. 156. 1460 Juni 6. Schepenén van het ambacht Monster oorkonden, dat Lijsbeth Jan Dericx' weduwe verkoopt aan heer Martijn Dericks zoon, kanunnik te Naeldwijk, 1 y2 morgen land in den Poeldijck bewesten de Wennetgenssloot. Int jair ons Heeren duesent vierhondert tsestich opten sesten dach in Junio. 1) Afschr. van een afschrift (Inv. no. 76). Met de handteekeningen van de notarissen B. van Assendelf en Jo. de Goch. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXVII verso. 157. 1460 Juli 1. Landschepenen van sGravanzande pachten den Beguheren aldaar op verzoek van heer Claes, hun procurator, 4% groot \y2 penning Hollandsch 's jaars toe, gaande uit 9 hont land, die Aernt Dircs zoon in Noortlant heeft bezuiden den Noortlantschen weg, wegens het achterstallig zijn van 44y2 groot iy2 perming. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende tsestich upten eersten dach in Julio. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCI verso. 158. 1460 Juli 4. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, da* Bertelmees Gheryts zoon >) geeft, ten behoeve van zijne kinderen Joest en Katrijn, aan het convent der Beguheren van Bethaniën bij sGravenzande en aan het convent van Sint Lijsbetten zusters in deü Haghe te zamen 2 weer land, gelegen in den Andel buiten sGravenzande, 8% hont land aldaar tusschendijks, iy2 gouden Bijnsche guldens 'sjaars, gaande uit een weer land van het Sint Lijsbetten zusterhuis in den Haghe, en de helft van1/, van de grazen, uitgorzen en de Bank, behoorende tot den Andel, *) Zie bldz. 382. 250 Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tsestich opten vierden dach in Julio. 1) Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXI, gecollationneerd door notaris J. de Wolfswinckel in 1589. 159. 1460 Augustus 12. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Dirck Geryts zoon verkoopt aan het convent der Regulieren van Bethaniën aldaar 58 schelhngen 4 penningen Hollandsch 'sjaars, gaande uit 2% morgen bij zijn woning in Donysvelt tusschen den heerweg en den dijk voor de Banck. uPten- twaleften dach in Augusto int jair ons Heeren duysent vierhondert ende sestich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXVII. N.B. Zie reg. no. 71. 160. 1461 Februari 5. Provisor en deken van Delfland geven sententie in de zaak tusschen Nycholaus Arnoldus' zoon1) en Ehzabeth Arnoldus' weduwe1) en haar erfgenamen over den uitersten wil van Gherardus Florentius' zoon1), waarbij zij Elizabeth en genoemde erfgenamen aanwijzen, ieder voor zoover het hem aangaat, als degenen, die dit testament moeten'uitvoeren en een plaats bepalen, waar de besproken missen moeten gehouden worden. In Delf in loco consistoriali nostro sohto anno millesimo quadringentesimo sexagesimo primo ipso die sancte Agathe virginis. 1) Oorspr. (Inv. no. 95). Met de zegels van den provisor (Tyelmannus Heynricus' zoon) en den deken (Wilhelmus Geraerdus' zoon TJter Lyer) in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXI verso. N.B. Zie reg. no. 80. 161. 1468 Januari 5. Jacob Clays' zoon van Eeten verkoopt aan het convent der Beguheren van Bethaniën bij sGravenzande de helft van 10 morgen land, genaamd het land van Alckemade, tegen zekere renten. opten vijf ten dach in J anuario int j aer ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met de zégels van den oorkonder en Clays Aernt Gheryts zoom) in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVI. 162. 1463 Januari 5. Jacob Clays Eeyniers zoons zoon van Eten verkoopt aan het convent der Beguheren van Bethaniën bij sGravenzande de helft van 10 morgen land, geheeten het land van Alckemade, in het ambacht sGravenzande. Opten vijf ten dach in Januario int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met de zegels van den oorkonder en van Clays Aernt Gheryts zoon i) in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVI verso. N.B. Uit het opschrift blijkt, dat dit de andere helft is van die, genoemd in reg. no. 161, ») Zie bldz. 382. 251 163. 1463 Maart 8. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Heynric Pieters zoon verkoopt aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande % van 6 morgen lands aldaar in het Nuwelant bewesten den Ouden dijk. opten achten dach in Maerte int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 31). Met het geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LV. 164. 1468 Juli 21. De Beguheren van tsGravenzande te Bethaniën verhuren aan Ariaen Jans zoon, priester in die stad, een tuin bij. de Voirmolen, voor zoolang hij, zijn ouders, zijn broeders en Jacob Gheryts zoon, zijn neef, zullen leven. Int jair ons Heeren dusent vierhondert drie ende tsestich op smte Mariën Magdalenen-avont in Julio. 1) Oorspr. (Inv. no. 15*). Met het geschonden priorszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVII. 165. 1463 Juli 22. Ariaen Jans zoon, priester, huurt van de Beguheren van tsGravenzande te Bethaniën een tuin bij de Voirmolen, voor zoolang hij zijn ouders, zijn broeders en zijn neef Jacob Gheryts zoon zullea leven. Int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich op sinte Mariën Magdalenen dach in Julio. 1) Oorspr. (Inv. no. 15*). Met het zegel van Jan Ariaens zoon, vader van den oorkonder, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVII verso. 166. 1464 Januari 4. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Bertolmees Gheryts zoon1) verkoopt aan het convent der Beguheren van Bethaniën 5% morgen land in het ambacht sGravenzande in het Noortlant beoosten den dijk, zooals omschreven staat in het pachtboek van Voren. opten vierden dach in Januario int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 32). Met het geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCII. 167. 1464 Juni 4. Landschepenen van sGravanzande oorkonden, dat Dirck Potter verkoopt aan prior en convent der Beguheren van Bethaniën 1% morgen land in het ambacht van sGravenzande in het Ouwelant. upten vierden dach in Junio int jair ons Heeren dusent vierhondert vier ende tsestich. • Afschr. in Inv. no. 5, fol. L verso. 168. 1464 Juni 4. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Dirck Potter verkoopt aan prior en convent der Beguheren van Bethaniën 2% morgen land in het Ouwelant bij den ouden Maasdijk. i) Zie bldz. 382. upten vierden dach in Jiinio int jair ons Heeren duysent vierhondert vier ende testich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LI. N.B. Dit land is verkocht aan Cornehs Adriaens zoon Oudendij ck. 169. 1464 September 20. Joest Claes' zoon, rector, Aecht Heynrics dochter, priorin, en het convent der Regularissen van Sinte Agnieten klooster, genaamd int dal van Jozaphat binnen de stad Delft, verkoopen aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGravenzande de helft van 2 morgen land aldaar in het Donixvelt. ...... opten twintichsten dach van Septembri int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 35). Met het conventszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXVII verso. 170. 1464 December 14. Claes Claes' zoon verkoopt aan heer Bertelmees, priester, ten behoeve yan het Beguherenklooster te tsGravenzande 4 hont land aldaar. upten XlIIen dach in Decembri int jair ons Heren M CCCC vier'ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 36). Met geschonden zegels van Dammas Zijsman Pieters zoon en Pieter Geryts zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LV. 171. 1464 December 29. Jacob Clays' zoon van Eeten verkoopt aan het convent der Beguheren van Bethaniën bij sGravenzande de jaarrente van 4 pond, die hij destijds van hem kocht, nader vermeld in de brieven d.d. 1416 November 19 (reg. no. 41), 1488 September 22 (reg. no, 88) en 1434 Juni 16 (reg. np. 89). upten negen ende twintichsten dach in Decembri int jair ons Heeren duysent vierhondert vier ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 89). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXII. N.B. Gecancelleerd. Blijkens aanteekening op fol. CXXI is deze rente in 1560 verkocht met den penning 26 (sic). 172. 1465 November 82. Landschepenen van tsGravensande oorkonden, dat Willem Jans zoon van der Burch opdraagt aan Everlijn Everhjns zoon 2% morgen en 1 hont land aldaar, waarvan 1 morgen in het Ouwelant, 4 hont in den Hoenretyende en 8 hont in den Heen, grenzende oostzuid-oost aan de Zuytpuel, welk land hem aanbestorven was van zijn vader en zijn broeder. In den jaer ons Heeren dusent vyerhondert vijf ende tsëstich upten' dryen ende twintichsten dach in Novembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 39). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLIII verso. 173. 1466 Februari 6. yr Schepenen van bet ambacht Monster oorkonden, dat Heinryc Goverts 252 253 zoon verkoopt aan de Regulieren te tsGravenzande 4 hont land aldaar. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende LXVI op den sesten dach in Februario. 1) Oorspr. (Inv. no. 77*). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CV verso. 174. 1466 Februari 27. Landschepenen van tsGravanzande oorkonden, dat Heynrick Pieters zoon verkoopt aan den prior der Regulieren van Bethaniën aldaar een jaarlijksche rente van 1% pond, gaande uit zijn huis en 8 hont land in het. Nieuwelant beoosten den ouden Maasdijk, uit 2 hont land ten noorden daarvan en uit 4 hont land in het Nieuwelant ten westen van den Ouden dijk. Upten seven ende twintichsten dach in Februario int jair ons Heeren dusent vierhondert ses ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXVII. 175. 1466 November 2. Notaris Jacobus Nyeolaus' zoon Berchsz instrumenteert, dat Theoderica Margareta, weduwe van Symon Gijsbertus' zoon, een testament maakt, waarbij ze o.a. vermaakt aan haar zoon, kanunnik in het klooster der Beguheren in sGravenzande, 7% morgen lands in de Souteveen en een rente van 2 pond Hollandsch uit een huis bij den Vorwairdijcke, op voorwaarde, dat de broeders haar een lijfrente zullen uitkeeren van 12 Bijnsche guldens en eenige schulden zullen betalen. Acta fuerunt hec in opido Delffensi in domo habitationis mei notarii sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini miUesimo quadringentesimo sexagesimo sexto indictione decimaquarta mensis Novembris die secunda hora quinta vel quasi post vesperas pontificatu sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno eius tercio. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXV verso. 176. 1469 November 21. Heynrick Bugge Dircx zoon en Jacob van Bleyswijck Geryts zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat heer Jan van Buschhuysen Vredericxerl, priester, Begulier in het klooster ten Donck, en heer Tyelman Wijn, confessor van het convent der zusters van Sinte Katherynen op Bapénburch binnen de stad Leyden, verkoopen aan Liesbeth Pieters dochter en Geertruydt Pieters dochter de rente, genoemden heer Jan en zijn zuster Baerte Vredericx, zuster in gemeld zusterhuis, aanbestorven van de bagijn Machteld, haar tante, en vermeld in den brief d.d. 1420 . Maart 12 (reg. no. 53); waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren M CCCC negen ende tsestich Tsynxdages upten XXIen dach in Novembri. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIII verso. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.dv 1481 Mei 22 (reg. no. 198). 177. 1470 Maart 31. Wouter Geryts zoon verkoopt aan Dirc van Poelgeest, priester, kanunnik te Nailwijck, 1 % morgen land in het ambacht sGravenzande bewesten den Ouden dijk. 254 Int jair ons Heren dusent vierhondert ende tseventich upten ketsten dach van Marte. 1) Oorspr. (Inv. no. 37). Met het geschonden zegel van Ghijsbrecht van Mattenes, schout teNaaldwijk.incroene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LV verso. N.B. Aan het oorspr. is vastgehecht het charter d.d. 1476 Januari 23 (reg. no. 189). 178. 1470 Juni 3. Ghijsbrecht Jan Aelewijns zoons zoon verkoopt den prior en het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande een jaarlijksche rente van 1 gouden Bijnschen gulden, gaande uit % morgen land in het Ouwelant bewesten de Watennge, bezwaard met een vierendeel tarwe jaarlijks uit te deelen aan de armen voor de zielen van zijn ouders ...... upten derden dach in Junio in den jair ons Heeren duysent vierhondert ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. Lil verso. N.B. Gecancelleerd; in margine staat: Desè half merghen hebben wy vercocht Peter Claes' zoon Backer anno XVc vnf ende vijftich den XXVIII dach Decembrii ende wy houwen aen ons te betalen ten ewighen daghen dat ■vierendeel terws, ende wy hebben hier of ontfangen XVI it grooten Vlaems. . \ 179. 1470 Juni 28. Jacob Maertijns zoon en Heynric Gielis Storm zoon, burgemeesters yan sGravenzande, oorkonden, dat Jacob Kerstants zoon erkent schuldig te zijn aan mr. Aernt Florys' zoon van sGravensande^), kanunnik in de kapel in den Hage, een jaarlijksche rente van 10 witte stuivers Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Langestraet. ...... upten acht ende twintichsten dach van Junio int iair ons Heeren duysent vierhondert ende tseventich. Afschr. in Inv. no< 5, fol. CXXXVII verso. 180. 1471 Maart 9. Aelyaen Jans zoon, Doen Wouters zoon en Jacob Willems zoon, schepenen m Gnjsoorde, oorkonden, dat de oude Jan Oom en Mr. Heynric Oom Goidscalcx kinderen, en Margriet Goidscalcx weduwe verkoopen aan Geryt van Culemburch, bastaard, 120 gemeten lands nl. 19 gemeten 80 roeden bezuiden den zeedijk, 9 gemeten 267 roeden beoosten den middeldijk, alle in Battennoirt, 83 gemeten 100 roeden beoosten, bezuiden en bewesten den dijk en 7% gemet Hoetland benoorden den middeldiik alle m het Nöïrtnyeuwelant. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende een ende tseventich upten negensten dach in Maerte. Gevidimeerd in den brief d.d. 1479 Juni ö (ree. no 196) 181. 1472 September 12. Prior en convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande erkennen, dat de helft van de 2 morgen lands min 9% gaard in het Noortlant, hun ten overstaan van schout en schepenen geschonken door Katrijn üeymans weduwe, en waarvoor zij ingeschreven staan in het hofboek van Voorne, toebehoort aan Heynric Heymans zoon, leesmeester in Het Augustmenklooster binnen de stad Dordrecht. ») Zie bldz. 382. 255 opten twaleften dach in Septembri in den jare ons Heren dusent vierhondert twie ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 54). Met geschonden conventszegel in groene was. Met transfix d.d. 1546 October 25 (reg. no. 269). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXI. N.B. In dorso het oorspr. staat: 1°. littera de nno nobili in tsGravesant; 2°. van Lil stuivers staende up twie morgen lants in Noirtlant, dien wy den Augustijnen plagen te geven tot Dordrecht. 182. 1472 December 28. Jan Geryts zoon en Heynric Giehs Storms zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Dirck Willem Dippijns zoon verkoopt aan Jan Dircx zoon, den molenaar, een jaarhjksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis op de hoek van de Ommeloep, losbaar met den penning 10. Upten XXIIIen dach van December in den jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVIII. 183. 1472 December 23. Jan Geryts zoon en Heynrick Giellis Storms zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Dirc Willem Dippijns zoon verkoopt aan Jan Dircx zoon, den molenaar, een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis op den hoek van den Ommeloep, beoosten de straat, waardoor men naar de kerk gaat. den XXIIIen dach van December int jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVIII verso. 184. 1473 Mei 5. Gheryt van Uulenborch, bastaard, maakt zijn testament, waarbij hij aan het convent der Regulieren buiten sGravenzande vermaakt tot het houden van een dagelijksche mis op het Heüige-Kruisaltaar in hun kerk en met last tot eenige jaarhjksche uitkéeringen o.a. aan de HeiligeGeestmeesters binnen Uutrecht de helft van 120 gemeten land in Grijsoorde, waarvan de andere helft is toegezegd aan zijn dochter Frederijn van Amerongen bij haar huwelijk met Willem van Nyelant. Gescreven upten vijf ten dach van Meye int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met de handteekening van den erflater en de geschonden zegels in groene was van hem en Mr Tyelman Heynrics zoon, provisor en deken van Delflant. 2) Afschr. op perkament met signatuur van notaris Cornelius Cornehus' zoon Gaerdynk. 3) Afschr. in Inv. no. 5, foL CLXXV. N.B. In dorso van het oorspr. staan twee nadere beschikkingen: a. dat de jaarrente van 4 pond Hollandsch i. p. v. aan den Heiligen Geest te Utrecht moet uitgekeerd worden aan het klooster der Prekerorde in den Hage, 6. dat, als door overstrooming het gelegateerde land minder opbrengt, het bedrag, besohikbaar voor 256 missen, moet verkleind worden. In dorso van het afschrift staat, dat in 1501 de conservator der Regulieren Mr. Jacobus Ruys heeft uitgemaakt, dat, als het land niets opbracht, de Predikheeren niets zouden ontvangen. Zie reg. no. 191. 185. 1474 Januari 9. Notaris Thomas Theodricus' zoon van Medembhck instrumenteert, dat Bertolmees Gheryts zoon1) zijn testament maakt, waarbij hij o.a. aan het godshuis te sGravenzande vermaakt de helft van 5 morgen land in den Poeldijck tusschen de Groote en de Kleine Gantel en de helft van 5 morgen land in het Noortlant, waarvoor de godshuismeesters zijn jaarge tijde moeten houden; voorts o.a. aan de Beguheren te sGravenzande 2 Bijnsche guldens 'sjaars uit de helft van 6 gemeten land te Bugge buiten den Briele en de helft van 18 morgen in Monsterambacht in den Poeldijck tusschen de Groote en de Kleine Gantel en al zijn geld en huisraad. Anno a nativitate ^uisdem Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quarto indictione septima die vero dominica nona mensis Januarii hora undecima vel quasi ante meridiem pontificatus sanctisi simi in Christo patris ac domini nostri dornini Sixti divina providentia pape quarti anno suo tercio. 1) Oorspr. (Inv. no. 78). Met de signatuur van den notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CV verso. 186. 1474 April 22. Aelbrecht van Baphorst, schout van Hairlem, verkoopt aan Costijn Jans zoon 26 morgen land in het ambacht van tsGravensande en 8 hont land in den ban van Monster ten Oosten van den Puel, in gebruik bij de Beguheren van tsGravensande. opten XXIIen dach in Aprille int jair ons Heeren MCCCC vier ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 38). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode, en dat van Claes Pieters zoon, schout van Rijswijk, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLIIII. 187. 1474 Mei 1. Ghijsbrecht van Baephorst geeft aan zijn neef Aelbrecht van Eaephorst Diricx zoon in eigendom de hofstede van Baephorst met bijbehoorend land, die deze van hem in leen houdt en gekocht heeft van Heinric Sadelpoger. .. den iorsten dach in Meye in jair duysent vierhondert vier ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 38). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5 fol. XLIII verso. 188. 1475 Maart 31. Notaris Thomas Theodericus' zoon van Medembhck instrumenteert, dat Bartolomeus Gerardus' zoon1), inwoner van tsGravenzande, zijn testament d.d. 1474 Januari 9 (reg. no. 185) handhaaft, niettegenstaande zijn zoon Theodoricus, Begulier in Bethania, thans overleden is. Acta fuerunt haec in opido tsGravenzandensi in ecclesia parocbiali in choro sancti Nycolai (anno a nativitate eiusden Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quinto indictione secundum usum stilum consuetudinem et communem modum scribendi civitatis et dyoce- i) Zie bldz. 382. 257 sis Traiectensis octava die autem Veneris ultima mensis Marti hora quasi decima ante meridiem pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti divina providentia pape quarti anno quarto). 1) Oorspr. (Inv. no. 78). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXX. 189. 1476 Januari 23. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat heer Dirck van Poelgheest, priester en kanunnik te Naildwijck, verkoopt aan den prior en het convent van de Regulieren te sGravensande ly2 morgen lands aldaar bewesten den Ouden dijk. Upten drie ende twintichsten dach in Januario inden jair ons Heren dusent vierhondert ses ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 37). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LVI. N.B. Het oorspr. was vastgehecht aan no. 177. 190. 1476 Mei 1. Henrick Yelys Storms zoon, burgemeester, en Jacop Maertyns zoon, schepen der stad van sGravensande, oorkonden, dat aan Mr. Aernt Feutgens zoon, kanunnik van Naeldwijck, is toegepacht 2 pond Hollandsch 's jaars wegens het 4 jaar lang niet ontvangen van 3 pond uit het huis in het Noorteynde. upten eersten dach in Meye in den jair ons Heren dusent vierhondert ses ende tseventich. 1) Oorspr: (Inv. no. 86). Met de zegels van de oorkonders in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVIII verso. N.B. Zie reg. no. 109. 191. 1477 Juli 21. Notaris Florentius de Dam instrumenteert, dat, door beiniddeling van Mr. Jacobus Ruys, deken van Davantria, doctor in het canonieke recht, en Tyelmannus Oom, raden van de hertogin van Bourgundia, Theodricus de Zwieten, meester van de Rekenkamer van HoUandia, en de 4 executeurs testamentair Mr. Arnoldus de Zande1), doctor in het canonieke recht, kanunnik in de collegiaatkapel van de heilige Maria in het Hof van Haga, Mr. Tyelmannus Heynricus' zoon, provisor en deken vanDelflandia, cureit in Dircxlant, enheerWalterus de Overrijn, cureit in sGravenzande, een overeenkomst is gesloten tusschen Gerardus, bastaard van Culemburch, en Symon, prior van het convent der Beguheren tsGravenzande, eenerzijds, en Wilhelmus de Nylant, echtgenoot van Fedruyna van Amerongen anderzijds, over het testament van genoemden Gerardus, waarbij besloten is, dat Willem van Nylant, aangezien hem de helft der 120 gemeten land in Grijsoord reeds als huwelijksgift toegezegd is, van de overige 60 dé helft in eigendom zal ontvangen als wettelijk erfdeel, terwijl de resteerende 30 gemeten aan de Beguheren zullen komen, behalve de 3, die Gerardus gaf voor de nieuwe kerk te Grijsoord of Tonge. Acta fuerunt hec infra septa conventus seu monasterü Predicatorum in Hagis sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo septuagesimo septimo indictione decima mensis vero Julii die vicesima prima hora i) Zie bldz. 385. 17 288 quinta post vesperas vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti divina providentia pape quarti anno sexto). 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met de signatuur van den notaris. Met transfix d.d. 1473 Mei 5 (reg. no. 184). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXVII verso. 192. 1477 October 12. Symon Pieters zoon, prior, en het convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGravenzande en Willem van Nyelant met zijn vrouw Fedruyna van Amerongen komen overeen zich te houden aan de afspraak, vermeld in het instrument d.d. 1477 Juli 21 (reg. no. 191), waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heeren duysent vierhondert seven ende tseventich upten twaleften dach van October. 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met de zegels van Willem van Nylant, Tielman Oom van Wijngairde, raad van den hertog van Oostenrijck, en Dirc van Zwieten, meester van den Register van Hollant in groene was. Het conventszegel is verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVIII verso. 193. 1477 December 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Clais Adriaens zoon verkoopt aan Clais Jans zoon een huis met iy2 morgen land binnen de stad tsGravensande tusschen de vaart en de Hoflaan. Gescreven upten anderden dach in Decembri int jair ons Heren duysent vierhondert seven ende tseventich. \\A 1) Oorspr. (Inv. no. ï^). Met het schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLIV verso. 194. 1479 April 2. „v," ' Doen Wouters zoon, Jacob Willems zoon en Witte Jacobs zoon, schepenen van Grijsoirde, oorkonden, dat Symon, prior van het godshuis der Beguheren te Bethaniën buiten tsGravenzande, en Vrederina, Geryt bastaard van Culemborchs dochter, echtgenoote van Willem van Nyelant, verdeelen het land in Grijsoirde, hun aangekomen van genoemden Geryt, zoodanig, dat het convent krijgt het land in Battenoort in Hootland, ingepolderd door Goidscalck Oom van Wijngaarden, en het land in het Noortnyeuwelant benoorden de weg, van de watering achter het nieuwe dorp langs tot den Oudelantschen dijk. Int jair ons Heren dusent vierhondert negenne ende tseventich den anderen dach in Aprille. 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met geschonden zegels van de • drie schepenen en Willem van Nyelant in groene was. Het conventszegel is verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXIX. 195. 1479 Mei 23. Schepenen van Maeslant oorkonden, dat Geertuyd Dirck Suysen weduwe geeft aan het Begulierenklooster te tsGravenzande de helft van 7 morgen lands in het ambacht Maeslant. 259 Int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende tseventich opten drie ende twintichsten dach in Meye. 1) Oorspr. (Inv. no. 64). Het ambaehtszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVII verso. N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan dat d.d. 1430 Januari 30 (reg. no. 75). In dorso staat: Item nota, quod ratione reddituuin terre in hac littera comprehense obligamur perpetuis temporibus in qualibet ebdomada dicere duas missas ad placitum in nostro conventu pro Geertrude Theoderici Zuys et aliis pro quibus desideravit. Onus istud conventualiter acceptavimus anno et die quibus nobis terram prescriptam dedit. 196. 1479 Juni 5. Schepenen in den Hage geven vidimus van den brief d.d. 1471 Maart 9 (reg. no. 130). Gescreven upten vijf ten dach in Junio int jair ons Heeren MCCCC ■ negen ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met geschonden schepenzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXX. 197. 1481 Mei 2(2). Pieter Aernt Euggaerts zoon (van Spangen) en Wigger Pieters zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Lijsbeth en Geertruydt Pieters dochters, bagijnen, verkoopen aan de Eeguheren buiten sGravenzande de rente, vermeld in de brieven d.d. 1409 Maart 26 (reg. no. 84), 1481 November 18 (reg. no. 79), 1444 Januari 22 (reg. no. 115) en 1459 Mei 8 (reg. no. 158), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren M CCCC een ende tachtich sDynxdaechs upten XXIen dach in Meye. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIII. N.B. In 14S1 viel 21 Mei op een Maandag, doch aangezien de schepenbrieven van Delft gewoonlijk gedateerd zijn op Dinsdag, zal het getal XXI wel een vergissing zijn voor XXII (zie reg. nos. 198—203). 198. 1481 Mei 22. Pieter Aernt Euggaerts zoon (van Spangen) en TVigger Pieters zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Lijsbeth en Geertruydt Pieters dochters, bagijnen, verkoopen aan het convent der Eeguheren buiten sGravenzande de rente, vermeld in de brieven d.d. 1420 Maart 12 (reg. no. 58) en 1469 November 21 (reg. no. 176). Int jair ons Heren M CCCC een ende tachtich Dynsdaechs upten XXIen dach in Mey. Afschr. in Inv. no. 5. fol. CXLII Verso. N.B. Zie de noot bij reg. no. 197. 199. 1481 Mei 22. Pieter Aernt Eugairts zoon (van Spangen) en Wigger Pieters zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Lijsbeth en Geertruydt Pieters dochters, bagijnen, 'verkoopen aan het convent der Eeguheren buiten tsGravenzande de rente, vermeld in de brieven d.d. 1419 Mei 9 (reg. no. 47) en 1426 Juli 2 (reg. no. 59). Int jair ons Heren M CCCC een ende tachtich Dynxdaechs upten XXIen dach in Mey. 260 Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIIII verso. N.B. Zie de noot bij reg. no. 197. 200. 1481 Mei 22. Pieter Aernt Rutgaerts zoon (van Spangen) en Wigger Pieters zoon, schepenen in Delf oorkonden, dat Lijsbeth en Geertruyt Pieters dochters, bagijnen, verkoopen aan het' convent der Eeguheren buiten sGravenzande de rente, vermeld in den brief d.d. 1458 November 18* (reg. no. 134), waardoor deze gestoken is. Bit jair ons Heeren M CCCC een ende tachtich Dynxdaechs upten XXIen dach in Mey. Afschr. in Inv. no. 5, foh CXLV. N.B. Zie de noot bij reg. no. 197. 201. 1481 Mei 22. Pieter Arent Eutgairts zoon (van Spangen) en Wigger Pieters zoon, schepenen van Delf, oorkonden, dat Lijsbet Pieters dochter, bagijn, verkoopt aan het convent der Eeguheren buiten tsGravenzande de rente, vermeld in den brief d.d. 1457 Maart 15 (reg. no. 145), waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heren M CCCC een ende tachtich Dynsdaechs opten XXIen dach in Mey. 1) Oorspr. (Inv. no. 84*). Met twee schepenzegels in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fo. CXLV verso. N.B. Zie de noot bij reg. no. 197. 202. 1481 Mei 22. Pieter Aernt Eutgaerts zoon (van Spangen) en Wigger Pieters zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Lijsbeth en Geertruydt Pieters dochters, bagijnen, verkoopen aan het convent der Eeguheren buiten , sGravenzande de rente, vermeld in den brief d.d. 1457 Maart 15 (reg. no. 146), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heren M CCCC een ende tachtich Dynxdaechs upten XXIen dach in Mey. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVI. N.B. Zie de noot bij reg. no. 197. 203. 1481 Mei 22. Pieter Aernt Eutgaerts zoon (van Spangen) en Wigger Pieters zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Lijsbeth en Geertruyt Pieters dochters, bagijnen, verkoopen aan het convent der Eeguheren buiten sGravenzande de rente, vermeld in den brief d.d. 1456 Juli 6 (reg. no. 189), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren M CCCC een ende tachtich Dynxdaechs upten XXIen dach in Mey. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVI verso. N.B. Zie de noot bij reg. no. 197. 204. 1482 Januari 10. Paus Sixtus draagt aan de abten der kloosters van St. Martinus te Colonia en St. Laurentius te Oestbroeck en den deken der kerk van St. Maria te Haga Comitis op, te waken, dat den prior en het convent van het klooster der Heilige Maagd Maria te Syon bij Delf van reguliere kanunniken der orde van St. Augustinus geen overlast wordt aangedaan in hun bezittingen en geeft hun, in afwijking van het voorschrift van zijn voor- 261 ganger Bonifacius VIII het recht buiten hun gebied op te treden en anderen, buiten hun diocees wonende, op te roepen. Datum Bome apud Sanctum Petrum anno incarnationis Doniinice mülesimo quadringentesimo óctuagesimo primo quarto Idus Januarii pontificatus nostri anno undecimo. Opgenomen in den brief d.d. 1499 October 24 (reg. no. 220). 205. 1486 Juni 10. Lijsbeth Florys' dochter*), bagijn te tsGravenzand, en haar broeder en zusters verklaren hun aandeel ontvangen te hebben uit de nalatenschap van hun oom Bertelmees Gerits zoon. *) Int jair ons Heeren dusent vierhondert ses ende tachtich opten tienden dach in Junio. 1) Oorspr. (Inv. no. 96). Met geschonden zegel van Jan Symons zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXII. N.B. Zie het testament onder no. 185. 206. 1486 October 16. Claes DircS zoon, rector, Wive Jans dochter, priorin, en het convent der Begularissen te Zijl in Hairlem verkoopen aan Aernt Buys Pieters zoon eenige perceelen land bij tsGravenzandt, n.1. c. 9% hont land bewesten den Poel, 14% bont land bezuiden den Bantdijck en 8 hont land bewesten het land, genaamd den Dijck. Int jair ons Heeren dusent vierhondert ses ende tachtich upten sestienden dach in Octobri. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXIX. 207. 1487 Februari 11. Jan Gheryt Potters zoon, baljuw en schout, Dirck Jacobs zoon, burgemeester, Jan Symons zoon, schepen te tsGravenzandt, Jan Jacobs zoon en Jan Pieters zoon, schepenen van Zandtambacht, oorkonden, dat heer Jan Jans zoon, prior der Beguheren van Bethaniën aldaar, hun medepoorter Everling Everlings zoon, die reeds 12 a 18 jaar in het klooster woont, toelaat als leekebroeder, waarna deze zijn geheele vermogen aan het klooster vermaakt. Dit is aldus gesciet opten Sonnendach Septuagesima voir noen ende was die elffste dach van Februario int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 39). Met geschonden zegels van Jan Potter, van de stad en van Zandambacht in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXVII verSo. 208. 1488 Januari 80. Heer Wülem Claes' zoon, vicepastoor van de Oude kerk binnen Delf, heer Andries Otten zoon, priester, Dammas Sijsman Pieters zoon en Wigger Pieters zoon als executeurs van den uitersten wü van Mr. Wülem Vryman Pieters zoon, priester, keeren zijn nalatenschap uit, n.1. % aan zijn broeder heer Jan, priester, Beguher te sGravensande, % aan zijn zuster Marrie, zuster in het convent van Synte Aechten binnen Delf, % aan zijn zuster Alijt, zuster in het convent van Sinte Barbara binnen Delf, en % aan de kinderen van zijn zuster Margriete. i) Zie bldz. 382. 262 Gedaen opten XXXen dach in Januario anno viertienhondert seven ende tachtich na beloep sHoefs van Hollant. 1) Oorspr. (Inv. no. 99). Met de zegels van de beide laatstgenoemde executeurs in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 6, fol CXLVII. N.B. Het oorspr. is gehecht aan de nos. 210 en 226. 209. 1488 October 7. Schepenen in het ambacht van Monster oorkonden, dat Philips Nachtegael schenkt aan het klooster te Mariënpoel buiten Leyden % van 18 morgen land in Honselredijck benoorden de Kleine Gantel en bezuiden de Groote Gantel met het laantje als uitweg. Gedaan int jair ons Heren duysent vierhondert acht ende tachtich upten Vllen dach in Octobri. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXII verso. N.B. Door het origineel van dezen was gestoken de brief d.d. 1515 Mei 17 (reg. no. 236). Zie ook reg. no. 132 210. 1492 Mei 81. Jan Symons zoon, schout, Dirc Jacobs zoon en Bertelmeeus Jans zoon, schepenen te tsGravenzand, oorkonden, dat DircBanneze kwijting geeft aan de Beguheren aldaar voor alles wat hem aanbestorven is van zijn beide zusters Lijsbeth en Geertruyt Pieters dochters, bagijnen te Delf, alsmede van zijn broeder heer Jan Dou. Int jair ons Heeren dusent vierhondert twee ende tnegentich opten lesten dach van Maeymaent. 1) Oorspr. (Inv. no. 99). Met het zegel van den schout in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVII verso. N.B. Aan het oorspr. zijn gehecht de brieven d.d. 1488 Januari 30 en 1502 October 29 (zie de nos. 208 en 226). 211. 1498 April 16. Landschepenen van het ambacht tsGravenzande oorkonden, dat Lijsbeth Jan van Nairdens weduwe aan het klooster der Beguheren van Bethaniën geeft % van een nal1 zevende deel van het nieuw bedijkte land, genaamd den Andel, met de uitgorzen, groot 9 morgen. upten XVIen dach van Aprille in den jaire ons Heeren duysent vierhondert drie ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXIII. 212. 1493 Mei 2. Ave Jans weduwe van Buven maakt haar testament, waarbij ze vermaakt o.a. aan de Beguheren te sGravensande 1 nobel en bepaalt, dat haar neef Claes Post, Begulier aldaar en biechtvader bij de nonnen binnen de stad Goude, zijn aandeel zal ontvangen, als ware hij een wereldlijk persoon, welk testament notaris Gerardus Wit verklaart tot een instrument te maken. Acta fuerunt hec Leydis in domo et loco habitationis ipsius testatricis anno indictione mense die hora et pontificatu prescriptis (anno Domini niillesimo quadringentesimo nonagesimo tercio indictione undecima mensis Maii die secunda hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimiin Christo patris et domini domini Alexandri pape sexti anno primo). Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXII verso. 268 213. 1494 Februari 28. Schout, burgemeesters en schepenen der stad sGravensande oorkonden, dat WiUeboy Jacobs zoon ten verzoeke van Mr. Adriaen Jans zoon, priester, onder eede verklaart, dat deze eertijds bij den verkoop aan hem van het huis in het Zuideinde aan de Öortestraet bedongen heeft een uitweg van den boomgaard naar de straat, breed 3 roevoeten, op' zekere voorwaarden. opten XXIIIen dach van Februario in den jare ons Heeren dusent vierhondert vier ende tneghentich. 1) Oorspr. (Inv. no. 16). Met geschonden stadszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIX. 214. 1494 Juli 21. Notaris instrumenteert, dat Tyelmannus Heynricus' zoon de Wyel, provisor en deken van Delflandia, Mr. Martinus Petrus' zoon, doctor in de rechten, en heer Wilhelmus Stael, als arbiters, uitspraak doen tusschen prior, supprior en convent der Eeguheren in sGravenzande van de orde van Sint Augustinus en Elizabeth, dochtertje van Theodoricus Banne zoon, betreffende de erfenis van heer Johannes Dou, priester, en zijn zusters Elizabeth en Geertrudis Petrus' dochters, bagijnen te Delff, beslissende, dat Elizabeth zal afzien van alle aanspraken op deze erfenis ' en het convent haar zal betalen 12 pond Hollandsch. Acta sunt hec in Haga Comitis in domo habitationis dictorum dominorum (sic) provisoris et decani Delmandie sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo quarto indictione duodecima mensis Julii die vicesima prima hora nona vel circiter ante prandium pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno ejus secundo). Afschr. in Inv. no. 5, CLXVI verso. N.B. De naam van den notaris is onbekend, omdat zijn subscriptie niet is overgenomen. 215. 1494 December 31. Landschepenen van het ambacht van sGravensande oorkonden, dat Wülem Wülems zoon, wever aldaar* verkoopt aan zijn natuurlijke dochter Jutte 2 morgen pachtland in Noorlant bewesten den Noorlantschen dijk op voorwaarde, dat hij en zijn echtgenoote dit land hun leven lang zonder huur te betalen zuüen gebruiken. opten lesten dach van Decembri in den jaere ons Heeren dusent vierhondert vier ende tnegentich. 1) Oorspr. (Inv. no. 40). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXI verso. 216. 1495 Februari 12. Vrouwe Katryne, weduwe van heer Jacop van Wena, ridder, en haar zoons, Jan, Frans, Cornehs en Matthijs, verkoopen aan Doman Jans zoon 7 morgen lands, genaamd de Lage Noort, nader omschreven in den brief d.d. 1429 Aprü 28 (reg. no. 69), waardoor deze gestoken is. Opten XII dach in Februario int jair ons Heeren duysent vierhondert vier ende tnegentich nae beloep sHoefs van Hollant. Afschr. in Inv. no. 6, fol. XCVIII verso. N.B Zie reg. no. 225 264 217. 1497 Juni 20. Deken en kapittel van Sint Adriaen te Naeldwijc erkennen schuldig te zijn aan het convent der Eeguheren te sGravensande eene jaarhjksche rente van 8 pond Hollandsch, hun vermaakt door Heynric van Naeldwijc, ridder, tot het doen van missen voor hem en zijne echtgenoote Machtelt van Baephorst, vrouwe van Naeldwijc, en hun beider ouders en kinderen enz. en een geregelde uitkeering van 80 groot voor wijn, welke rente gaat uit 44 morgen land bij Delft, geheeten het Land ter Made met de madewerf, aan het kapittel vermaakt door Henric van Naeldwijc voornoemd. Int jaer ons Heeren duysent vierhondert seven ende tnegentich twintich dagen in Junio. 1) Oorspr. (Inv. no. 87*). Met geschonden kapittelzegel in roode was 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXV. 218. 1498 Januari 22. Willem Lourys' zoon, prior, en het convent der Eeguheren in Syon bij Delf verkoopen aan het convent der Eeguheren van Bethaniën bij tsGravensande 4% morgen land met uitgors in het Nieuwlant bezuiden de Sluissloot, hun aanspraken op den grond, waarop het klooster gebouwd is, en waarvoor ze tot dusverre 2 zak tarwe en 2 zak erwten ontvingen, benevens 2 hont land op de Puel. upten tweëntwintichsten dach in Januario int jair ons Heeren duysent vierhondert acht ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LX XXI verso, gecollationneerd in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel. 219. £l498 April 22. Notaris Cornehus Cornehus' zoon Gaerdynck instrumenteert, dat Claes Jans zoon, leekebroeder van het convent der Eeguheren van Bethania te tsGravenzand, zijn testament maakt, waarbij hij al zijne goederen aan het klooster vermaakt, onder beding, dat het aan zijne erfgenamen zal betalen eene jaarlijksche rente van 1 pond Vlaamsch, losbaar met den penning 16, benevens aan de broeders en leekenvanhet convent 2 pond Hollandsch tot een pitantie. Acta sunt hec in conventu praedicto in cella dicti testatoris sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem nullesimo quadringentesimo nonagesimo octavo indictone prima mensis Aprilis die vicesima secunda hora prima vel quasi pontificatus sanctissimi in Domino patris ac domini nostri domini Alexandri pape sexti^anno suo sexto). 1) Oorspr. (Inv. no. 17). Met de signatuur van den notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXIIII. 220. 1499 October 24. Albertus Vrenck, abt van het klooster St. Laurentius in Oestbroeck buiten de muren van de stad Trajectum van de orde van St. Benedictus, beschermer van de rechten en goederen van prior en convent van het klooster van de Heilige Maagd Maria in Syon bij Delft van de reguliere kanunniken der orde van St. Augustinus en de kloosters aan de zorg van genoemd kapittel onderworpen, gelast alle geestelijken, die het aangaat, onder aanhaling van den pauselijken brief d.d. 1482 Januari 10 265 (reg. no. 204), Om Theodericus Heymannus' zoon, Andreas Boelen zoon, burgemeesters, Johannes Garst, Symon Boenacker, Gerardus Matheus' zoon en Amilius Paulus' zoon, schepenen der stad Amsterdam, aan te manen te betalen de 12 pond Vlaamsch, achterstallig van de losrente van 4 pond Vlaamsch 's jaars ten bate van prior en convent van sGravenzande van de orde van de reguliere kanunniken, behoorende onder het kapittel van Syon, hen te veroordeelen tot een boete van 200 oude Fransche schilden, te betalen de helft voor de Apostolische kamer, de andere helft voor de fabriek van de kerk van Trajectum, en bij volharding in hun weigering hen persoonlijk op te roepen tegen den eerstvolgenden rechtsdag te Trajectum, om zich te verantwoorden voor heer Gerardus ter Herenhove, deken van de kerk van St. Marie te Bees, verblijf houdende in de stad Trajectum. Datum et actum Trajecti in monasterio Sancti Pauli Trajectensis or(linis Sancti Benedicti sub anno a nativitate Domini niillesimo quadringentesimo nonagesimo nono indictione secunda die vero Jovis vicesima quarta mensis Octobris hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno octavo. Afschr. in Inv. no. 5, fol. X verso. N.B. Onder de akte stond een verklaring van notaris Ghijsbertus de Merlo, dat hij dezen brief tot een instrument had gemaakt. In dorso stond een exploit d.d. 1499 November 21 (reg. no. 221). 221. 1499 November 21. Notaris Bartoldus de Angeren verklaart ten verzoeke van prior en convent van tsGravenzande de aanmaning aan de burgemeesters, schepenen en verdere regeerders der stad Amsterdam, nader vermeld in den brief d.d. 1499 October 24 (reg. no. 220), op welks rugzijde deze gesteld is, te hebben aangeslagen ad valvas van de parochiale kerken van Amsterdam. Acta fuerunt hec in Amsterdam juxta valvas parochiahum ecclesiarum antedictarum sub anno indictione et pontificatu retroscriptis die vero vicesima prima mensis Novembris hora duodecima in prandio vel quasi. Afschr. in Inv. no. 5. fol. XIIII. N.B. Onder dit exploit stonden mede de titels van de beschermers van het generaal kapittel in Syon: de abt van St. Martinus van Keulen, de abt van St. Laurentius in Oostbroek en de deken van de kapel van St. Marie in 's-Gravenhage. 222. 1499 Maart 12. Mr. Jan Claes' zoon, barbier, Ghijsbrecht de smid en Wouter Mees' zoon, Heilige-Geestmeesters te sGravenzande, samengekomen in het klooster der Beguheren van Bethaniën binnen genoemde stad, wisselen tegen elkander uit de renten, die zij elkander schuldig waren, waarna het kloosternogschuldigisaanden Heiligen Geest 20 stuivers 's jaars, gaande uit 8 hont land in den Heen in het ambacht sGravenzande ten N.W. van den Suytpoel, waarvan de Heilige Geest 1/i bezit, benevens een zak tarwe jaarlijks, gaande uit het land tusschen de vaart en de Hoflaan binnen genoemde stad. 266 Upten Xllten daoh van Maerte in den jaer ons Heeren dusent vierhondert neghen ende tnegentich. 1) Oorspr. (Inv. no. 101). Met geschonden stadszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. OLV verso. 223. 1501 April 20. Schepenen van Monster oorkonden, dat Harper Geryt verkoopt aan Hubrecht van der Meer 1 % morgen benevens de huur van 1 morgen land, samen gelegen in de Maede benoorden de Boemade wateringe, bezwaard met 6 pond Hollandsch 'sjaars. Int jair ons Heren duysent vijfhondert ende een upten XXten dach in Apryle. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXVIII van een afschrift door Dirck Dircx zoon, gezworen klerk te Monster. N.B. Het opschrift vermeldt, dat het convent van deze 6 ponden er 5 ontvangt. 224. 1501 Augustus 10. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Dirck Heynrick Ancenis' zoon ruilt met het convent der Beguheren van Bethaniën een half weer land zonder uitgorzenin het Nieuwelant, genaamd de Andel, tusschen den Maasdijk en den Nieuwelantschen dijk, hem aangekomen van Mr. Adriaen Jans zoon, priester, en van den Heiligen Geest te sGravenzande tegen een half weer land daarnevens met bijbetaling van 22 pond Hollandsch. ...... upten thienden dach van Augusto in den jaire ons Heeren dusent vijfhondert ende een. 1) Oorspr. (Inv. no. 51). Met ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXIIII, gecoll. in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel. 225. .1502 September 11. Doman Jans zoon verkoopt aan prior en broeders van de orde der Beguheren te tsGravensande 7 morgen land in Monster ambacht, genaamd de Laghe Noort. Opten Xlen dach in Septembri int jair ons heren M CCCCC ende twee. 1) Oorspr. (Inv. no. 79). Met geschonden zegels van Doman Jans zoon en van het ambacht in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. C. N.B. Zie reg. no. 216. 226. 1502 October 29. De voogden van Jacop Geryts zoon Copbruynen kinderen, Jacop Geryt Copbruynen zoon, Claes Jans zoon en Jannetgen Jans dochter, vrouw van Jan Heynrix zoon, geven kwijting aan de Beguheren te sGravenzande voor de renten, die zij hadden uit genoemd klooster. opten XXIXen dach in Octobry int jair ons Heeren MCCCCC ende twee. 1) Oorspr. (Inv: no. 99). Het zegel van Jacop Dircx zoon van Ende in groene was; dat van Dammas Symons zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVIII. N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan de nos. 208 en 210. 227. 1502 December 14. Schout en landschepenen van het ambacht van sGravensande oorkon- 267 den, dat Wormbrecht Willems zoon transporteert aan prior en convent der Regulieren van Bethaniën aldaar 8% morgen pachtland tegen eeuwig levensonderhoud, welk land gelegen is: 1 morgen in de Pachtlandsche tiende benoorden de Puelweteringe, % morgen in Noirlant tusschen den Banckdijk en de Oude Wateringe, 2 hont in Noirlant tusschen de kreek en den dijk en 10 hont in Donysvelt. upten vierthiensten dach in Decembri in den jare ons Heeren dusefit vijfhondert ende twee. 1) Oorspr. (Inv. no. 41). Met geschonden ambachts; zegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXVIII. 228. 1504 Januari 19. Notaris Cornelis Cornehs' zoon Gaerdynck verklaart, dat voor hem een compromis is gesloten tusschen prior, supprior, procurator en kapittelaars der Beguheren van Bethaniën tsGravenzande en de bewaarsters van het bagijnhof met hun pater heer Louweris Claes' zoon, priester, om ter vermijding van kosten en ter wille van goede nabuurschap hun geschillen te onderwerpen aan arbiters, waarvoor zij tot superarbiter aanwijzen mr. Jacob Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, deken van Naeltdwijck, terwijl de prior tot arbiters kiest Mr. Giehs Jans zoon, doctor in de godgeleerdheid, kanunnik van Naeltdwijck, en Mr. Frans, pastoor aldaar, en de bagijnen Mr. Heynrick Zas, doctor in de rechten, en heer Claes van Hairlem, kanunniken te Naeltdwijck. Gedaen upten XlXen dach in Januario in den jair ons Heren duysent vijfhondert ende vier. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLIIII verso. N.B. Zie reg. no. 229. 229. 1504 Januari 80. Mr. Jacob Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, deken van Naeldwijck, als superarbiter, mr. Giehs Jans zoon, doctor in de godgeleerdheid, en mr. Frans Claes' zoon, kanunniken aldaar, arbiters aan de zijde der Beguheren van Bethaniën, en mr. Heinrick Zas, doctor in de rechten, en heer Claes Jans zoon Vos, kanunniken aldaar, aan de zijde der bagijnen van 's Gravenzande, doen uitspraak in een oud geschil tusschen genoemde partijen, beshssende, dat de Beguheren jaarlijks aan de bagijnen zullen uitkeeren 1 oude gouden kroon (zie reg. no. 81) met kwijtschelding van haar jaarhjksche schuld van 8 schellingen Hollandsch, gaande uit het gasthuis, benevens de beide wilhelmusschilden, vermeld in den brief d.d. 1451 Mei 17 (reg. no. 129), en dat de bagijnen den Beguheren zullen uitkeeren 13 stuivers, terwijl de Regulieren 2 Rijnsche guldens zullen bijdragen in de kosten, door de bagijnen gemaakt yoor den provisor en deken van Delflant. Aldus gedaen ende uutgesproken int jaer ons Heren duysent vijfhondert ende vier upten dertichsten dach in Januario. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLIII verso. 230. 1505 Maart 10. Landschepenen van het ambacht van 's Gravenzande oorkonden, dat Jacop Willems zoon met den prior en het convent der Regulieren van Bethaniën overeenkomt van hen te huren 3 morgen land in het Nieuwe- 268 lant, waarvoor hij de huur overneemt van een half -weer land, behoorende tot eene kapelanie in de kerk van Leyen op het Sint Jacobs altaar, met bijbetaling van niet meer dan 2 pond Hollandsch 'sjaars. upten thiende dach in Maerte in den jaire ons Heeren duysent vijfhondert ende vijf. AfBchr. in Inv. no. 5, fol. LXXXV gecollationneerd in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel. 231. 1507 Februari 7. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Jan Wülems zoon, poorter van sGravensande, verkoopt aan den prior en het convent der Regulieren te sGravensande 2 morgen en 36 gaarden land m het Noorlant bewesten den Noorlantsen dijk. Upten sevenden dach van Februario inden jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende seven. 1) Oorspr. (Inv. no. 42). Met geschonden gemeen ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXII. 232. 1507 Februari 11. Juliana Dirc Jan Soncken weduwe en haar kinderen verkoopen bij consent der raadsluiden van Delff aan het convent van de Regulieren te tsGravesande 3 morgen lands in Monsterambacht, nader vermeld in den brief d.d. 1413 November 24, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 38). opten Xlen dach in Februario int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende ses na den loep sHoefs van HoUant. 1) Oorspr. in duplo. (Inv. no. 80). Met geschonden zegel van Jan de Heuyter, schout van Delft, in roode, en'dat van Cornehs Pieters zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCVI verso en CVIII verso. 233. 1510 Aprü 6. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Jasper Wülems zoon als echtgenoot van Mergriete Ghijsbrechs dochter verkoopt aan den prior en het gemeen convent der Regulieren van Bethaniën te sGravensande de helft van een weer land in het Nyewelant van den Maasdijk tot den Nyewelantschen dijck. Upten sesten dach van Aprüle inden jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende thien. 1) Oorspr. (Inv. no. 43). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXIII. 234. 1510—1513. De erfgenamen van Freduyna, dochter van Gerrit van Culenburch, bastaard, echtgenbote van wijlen Wülem van Nylant, verkoopen aan Vrederick die Coninck, kanunik in den Dom te Utrecht, hun aandeel in de erfenis. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXXI verso. N.B. De volgende quiteeringen waren onder de oorspr. akte gesteld: Aernt van Drakenborch en Aernt van Drakenboroh, priester, en Ghijsbert van der A Vrederiok zoon, 1510 Juli 5. Adriaen van Pallaes, mede voor zijn zusters, 1510 November 8. 269 Michiel van Drakenborch, 1511 Januari 12. . Ghijsbert (Heinrics zoon) van der A, mede voor zijn broeders Willem en Anthonis, 1511 Januari 16. Steven, weduwe van Bertholomeus van Wael, 1511 April 15. Aernt Pieck Aernts zoon van Tuyl, 1511 Juli 11. Dezelfde, voor zijn broeder heer Bartholomeus, 1511 Juli 13 (tevens met quiteering door den laatsten). Costen Pieck, voor zijn echtgenoote Geertruyt Ersten dochter van Drakenborch en haar broeders Dirck, kanunnik in den Dom tUytrecht, en Johan, 1511 Januari 10. Agniet van der A, weduwe Gerrit van Benes, 1513 September 26. Gijsbert van der A en Margriet van Drakenborch, 1520 October 24. -Sueyen, nicht van Ghijsbert van der A, 1513 Augustus 18. 235. 1513 Maart 23. Schepenen te Monster geven vidimus van de brieven d.d. 1413 Januari 80 (reg. no. 37), 1414 Januari 29 (reg. no. 39) en 1417 Mei 7 (reg. no. 48). Int jair ons Heren duyssent vijffhondert ende dertyen opten drie ende twintichsten dach in Marcio. 1) Oorspr. (dnv. no. 81). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXIII verso. 236. 1515 Mei 17. Jacop Maertijns zoon, rector, Geertruyt Adriaans dochter, priorin, Machtelt Dircx dochter, suppriorin, Haes Geryts dochter, procuratrix, en het convent van Sinte Mariënpoel buiten Leyden verkoopen met toestemming van den prior van Syon, hun generaal, aan het convent van Bethaniën bij tsGravensande % van 17 morgen 4% hont land, waarvan dit reeds de helft bezit, welk land nader vermeld is in den brief d.d. 1488 October 7 (reg. no. 209), waardoor deze gestoken is. Den seventienden dach in Mey int jair ons Heeren dusent vijfhondert ende vijftien. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXIII. 237. 1515 Juli 15. Mr. Heynrick van den Deernhorst scheldt het convent Bethania in sGravensande dé lijfrente van 1 pond Vlaamsch 'sjaars aan wijlen zijn echtgenoote Machtelt Derichs dochter kwijt. Up Sonnendach Divisionis apostolorum anno etc. XV°. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXXVI. N.B.Uit het afschrift blijkt, dat deze rente uitgekeerd werd in opdracht van Gerrit, bastaard van Culemborch. 238. 1516 December 18. Friderick de Conynck, kanunnik ten Dom te Utrecht, staat aan den prior en het convent der Beguheren te sGravenzande af zijn aanspraken op de 40 gemeten lands in de Nyewetongen binnen de landen van Voirn, hem aanbestorven van Freduyne, echtgenoote van Wülem van Nuelandt in den Haghe. Int jair ons Heeren duysent vijffhondert sesthien den dertiensten dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met geschonden zegel van Frederick de Koninck in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXXI. 270 239. 1517 Maart 15. Schout en gerecht van de stad sGravenzande oorkonden, dat Johanna Jans dochter van Naeltwijck, bagijn, verklaart voor zich zelve en voor haar zuster Katherine Jans dochter van Berckenroede, dat haar moeder Alijt Claes de Grebbers dochter vermaakt heeft aan de Regulieren buiten genoemde stad o.m. een half weer land in het Niewe land tusschen den Noortlantschen en den Nieuwlantschen dijk. Anno vijftienhondert ende seventien opten vijftiensten dach van Mairte. 1) Oorspr. (Inv. no. 44). Met geschonden stadszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXVIII gecollation neerd door notaris J. de Wolfswinckel 1589. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Een half weer lants int Nyeuwelant gecomen van Joffrouw van Wateringhe int 39 weer. 240. 1517 Mei 4. Schout, burgemeesters, schepenen en vroedschap van tsGravezande, pater en convent der Regulieren te Bethaniën en bewaarsters en convent van het bagijnhof aldaar komen overeen elkander geen schade te berokkenen aan heiningen enz., terwijl ze een regeling maken omtrent het onderhoud van de vaart achter langs hun boomgaard. op den vierden dach van Mey int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende seventien. 1. Oorspr. (Inv. no. 102). Met het stadszegel en geschonden zegel der Regulieren in groene, en het zegel van Johanna Jans dochter van Naeldwijck in roode was. 2. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLVI verso. 241. 1519 Juli 15. Jacob Mouwerys'zoon, raad-ordinaris, en Tielman van Dullekem, meester van de Rekeninge in den Hage, doen uitspraak in het geschil' tusschen Santambacht en het convent der Regulieren in de stad van sGravensande, waarbij zij beslissen, dat prior en convent verphcht zijn van iederen morgen in Santambacht bij hen in gebruik (dij ± 70) 2 grooten Vlaamsch bij te dragen voor de bede van 11000 pond voor Hollant en Vrieslant gedurende 4 jaar. Gedaen in den Haghe upten XVen dach in Julio XVc ende ne- genthien. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLVTIL 242. 1520 Mei 7. Prior en procurator van het convent der Regulieren te tsGravensant vergunnen aan Jan Heynricx zoon om op hun grond een dijk te leggen met greppels aan beide zijden, en verhuren hem % morgen geestland, loopende van den Geest tot den Heerweg, gedurende 10 jaar. In den jaere duysent vijfhondert ende twintich den zevenden dach in Meye. 1) Oorspr. (Inv. no. 45). Met signatuur van den notaris Cornelis Cornehs' zoon Gaerdinck. 2) Afschr. in Iny. no. 6, fol. XXIX verso. N.B. Het stuk is een chirograaf. 243. 1520 September 20. Cornelys Willems zoon, Louwerys Ghijshrechs zoon en Jan Willems 271 zoon, Heilige-Geestmeesters te sGravensande, verkoopen, met consent van het gemeen gerecht, aan den prior en het convent der Beguheren van Bethaniën binnen sGravensande 1 morgen land in Teylinger tiende, genaamd de Breede Morgen. opten thienden dach van September in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 46). Met het stadszegel van 's-Gravenzande in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLVII verso. 244. 1522 Februari 9. Heer Pieter Pieters zoon Deym en de prior en de procurator van het convent te tsGravenzande hebben in 1521 een overeenkomst gesloten van erfhuur van 7% morgen 1 hont land voor zoolang als hij of zijn moeder Lijsbet Willems dochter op dit land woont, terwijl bij elke verandering van bewoner deze het convent een rantsoen van een jaar huur extra zal geven. hec acta sunt anno Domini MVcXXII die vero nona Februarii. 1) Oorspr. (Inv. no. 82). Met de signatuur van notaris Wilhelmus de Milenberch. 2) Afschr. in Inv. no. 5, foL CVIII. 245. 1522 Februari 9. Heer Pieter Pieters zoon Deym, priester te Monster, vermaakt aan het convent van sGravenzande 3 pond Vlaamsch. Int jair ons Heren dusent vijfhondert ende twie ende twintich up sinte Appoloniën dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXXVI verso. 246. 1522 Februari 28. Burgemeesters en schepenen van sGravensande oorkonden, dat Bertholomees Jans zoon erkent schuldig te zijn aanden prior en het convent der Beguheren van Bethaniën 20 stuivers 's jaars, voor de helft losbaar met 15 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis bij de vaart benoorden de Hoflaen, en zulks ter vervanging van een rente van 15 stuivers uit een huis aan de Langstraat. opten laetsten dach van Februario inden jaefe ons Heeren dusent vijfhondert twie ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 85*). Met geschonden stadszegel in groene was. 247. 1527. Februari 19. Schout, burgemeesters en schepenen van sGravensande oorkonden, dat Jan Sproncks zoon verkoopt aan prior en convent der Beguheren van Bethaniën eene jaarhjksche rente van 25 schellingen Hollandsch, losbaar met den penning 16, gaande uit een huis aan den Ommeloop op den hoek, genaamd de Valck, waarmede de rente van 2 pond 's jaars uit dat huis vervallen is. upten neghentienden dach van Februario in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert seven ende twintich. 1) Oorspr. (Inr. no. 88*). Met geschonden stadszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, foL CXL. 272 248. 1528 December 19. Claes Claes' zoon en Frans Geryt Doen zoon, schepenen in Leyden, oorkonden, dat Jan Claes Cornelis' zoons zoon, oude Dirck Jan Reyers zoons zoon, Willem Dircx zoon en Geryt Boeckels zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, inet consent van het gerecht verkoopen aan het klooster en convent van de Regulieren te tsGravesande de helft van 10 morgen land, genaamd het land van Alcmade, in het ambacht van tsGravezande, waarvan de andere helft reeds aan het convent behoort. Int jaer ons Heeren duysent vijfhondert acht ende twintich upten negenthienden dach in Decembri. 1) - Oorspr. (Inv. no. 47). Met de zegels der beide schepenen in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVI verso. 249. 1529 April 28. Broeder Doe Pieters zoon, Wülem Pieters zoon, Quyrijn IJsbrants zoon en Daem Jans zOon, optredend voor Egbert (Claes' zoon), komen overeen omtrent de lijftocht, die zij hebben van het huis in de Jacop Geryts zoons straat, het land te Scipluy en in de Lier, dat . broeder Doe zal houden het land in de Lier,- en Daem met zijn andere broeders en zusters het overige. upten XXVIIIen dach in April anno XVc negen ende twintich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVIII. N.B. Zie reg. no. 264. 250. 1529 September 10. Adriaen Jans zoon, bode te tsGravenzant, verkoopt aan het convent der Beguheren aldaar % morgen land in de Groote Noordtthiende. Int jair ons Heeren XVc ende negen ende twintich den thienden Septembris. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXX. N.B. De akte was mede onderteekend door notaris Dirck Spronck. 251. Dit nummer is vervallen. 252. 1530 December 23. Allaert Geryts zoon en Jacop Jacops zoon, smid, schepenen van de stad sGravensande, oorkonden, dat Johanna van Wateringe Jans dochter, bagijn aldaar, op verzoek van den prior en procurator te sGravenzande onder eede verklaard heeft, dat 81 jaar geleden haar nicht Lijsbeth van Duyvenvoerde Wülems dochter gegeven heeft aan het convent der Beguheren te tsGravensant de helft van een derde deel van een half zevendeel in het Niewelant. opten drie ende twintichsten dach in Decembri in den jaire ons Heeren dusent vijfhondert ende dertich. 1. Oorspr. (Inv. no. 48). Met geschonden stadszegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXIII verso. Gecollationneerd door notaris J. de Wolfswinckel in 1589. 253. 1582 December 9. Het Hof van Hollant wijst sententie, waarbij het, met vernietiging van het vonnis der schepenen in het baljuwschap van sGravensande, toewijst de door pater, procurator en convent der Beguheren aldaar in- 273 gestelde revindicatie van de helft van 5 morgen land in de Hoendertiende, hun bij den dood van Bertelmeeus Gheryts zoon *) aangekomen door zijn beide zoons, broeders in genoemd klooster, met veroordeehng in de kosten van de echtgenoote van Claes Dircs zoon. den IXen dach in Decembri anno XVo twee ende dertich 1) Oorspr. (Inv. no. 49). Met geschonden zegel van justitie in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXV. 254. 1533 Juni 19. Gerit Jacobs zoon, prior, en Anthonis Pieters zoon, procurator van het convent der Eeguheren te sGravenzand, verleenen toestemming aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar tegen een recognitie van % stuiver 'sjaars om het paterhuis met zijn pilaren te bouwen op een halve roede gronds van het gasthuiserf. In den jaere XVc drie ende dertich den negentienden uach in Junio. 1) Oorspr. (Inv. no. 107). Met de handteek eningen van den prior, den procurator, de bewaarsters (Elyzabeth Mathéus' dochter mede voor Alijt Wouters dochter) en notaris Theodoricus Spronck zoon, priester. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLV verso. 255. 1535 Februari 11. Adriaen IJsbrants zoon, bagijnenpater te sGravenzant, erkent ontvangen te hebben van heer Jan Lamberts zoon,procurator te Bethaniën aldaar, 5 pond Hollandsch en 3 grooten Vlaamsch aan rente, 16 stuivers aan landhuur en 1 pond Vlaamsch aan rente. In oorconde gescreven ende onderteykent anno XVc vijf ende dertich den Xlden dach Fefbruarii. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXIII. 256. 1535 Februari 11. Adriaen IJsbrants zoon, priester voornoemd, erkent, dat in Juli van 1534 de prior en procurator van Bethaniën, met toestemming van de bewaarsters firmeristers van de bagijnen, afgelost hebben 7 grooten Vlaamsch, die deze hadden uit een halven morgen land in Noortlant. Gescreven en onderteykent anno XVc vijf ende dertich den Xlden dach in Februario. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXIII. N.B. Waarschijnlijk gesteld op hetzelfde papier als de brief d.d. 1535 Februari 11 (reg.no. 255). 257. 1535 December 2. Prior, supprior, procurator en convent van Syon buiten Delf dragen over in ruil aan hun medebroeders de Beguheren te sGravensande de 1% morgen land aldaar tusschen de Kreek en den ouden Maasdijk. Gedaen int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende vijf ende dertich upten tweeden dach in Decembri. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXII verso. 258. 1536 Juli 14. Kaerle, Eoomsch keizer enz., verkoopt, in strijd met de ordonnantie van 1495 van zijn vader, den koning van Castilhën, op de reïntegratie en augmentatie van domeinen en eigen bepalingen daaromtrent, aan de Beguheren van sGravesand 4 partijen erfhuur samen 25 pond 8 pen- i) Zie bldz. 382. 18 274 ningeh van landerijen in het Oudelandt, Neyenlandt en Noerderlandt in het ambacht sGravezande en in Monster, ten alle tijde losbaar. Gegeven in onse stede van Brussel den XHIIen dach van Julio int jaer ons Heeren duysent vijfhondert zessendertich, van onsen keyserijcke 't XVIIe ende van onsen conincrijcken van Castilliën ende anderen 't XXIe. 1) Oorspr. (Inv. no. 83). Met geschonden zegel van den keizer in roode was met contra zegel. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXIII verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat het interinement van hoofden, tresorier-generaal en gecommitteerden van de domeinen en financiën d.d. 1536 Augustus 6. Zie reg. no. 259. - 2S9. 1586 Augustus 10. Henry Stercke, raad en ontvanger-generaal der keizerlijke financiën, erkent ontvangen te hebben van het convent der Beguheren te sGravensande 500 pond 14 schellingen en 2 penningen Vlaamsch als koopsom van zekere erfhuren. Ie Xe jour daoust lan XVc trentesix. Oorspr. (Inv. no. 83). Het opgedrukt signet van financiën verloren. Met de handteekeningen van Fhil. de Croy, Buffault, Vincent Cornehs' en H. Stercke. 260. 1586 November 20. Allaert Henrix zoon en Jan Claes' zoon, schepenen van sGravenzande, oorkonden, dat Pieter Doen zoon den prior en den procurator der Beguheren aldaar belooft om, zoodra hij het land benoorden het convent, thans reeds door ruiling bij hen in gebruik, kan missen, hij het hun zal verkoopen voor een prijs, te bepalen door 4 arbiters. Upten twintichsten dach in Novembri int jair vijftienhondert ses ende dertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 103). Met geschonden stadszegel in groene was (bij hande van Aeriaen Sproncz zoon, burgemeester). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXVI verso. 261. 1588 Maart 27. Jan Cornehs' zoon Cammaker, Maerten Adriaens zoon, Huych Adriaens zoon, goudsmid, en Adriaen Dirixs zoon, gasthuismeesters van Sinte Nycolaes gasthuis in den Hage, ruilen met den prior en den procurator van het convent van sGravensande tegen 7 hont land benoorden den Hage aan de westzijde van den weg naar Sceveninge, nader vermeld in een mee overgegeven schepenbrief van den Hage, een half weer land met buitenland in het nieuwe bedijkte land, nader omschreven in de brieven d.d. 1457 Maart 16, 20 en 20 (reg. nos. 147,148 en 149) waaraan deze gehecht is, uitgezonderd den % morgen, in genoemde brieven mede vermeld. upten XXVIIen dach van Maert anno XVc acht ende dertich nae 't scryven tbisdoms van Uuytrecht. 1) Oorspr. (Inv. no. 50). Met het landschapszegel van 's-Gravenzande in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXX, gecollationneerd door notaris J. de Wolfswinckel in 1589. 262. 1540 Februari 18. Cornehs Willems zoon en Cornehs Aeriaens zoon Puel, schepenen van 275 Zandtambachte, oorkonden, dat ten overstaan van Gijsbrecht Lourys' zoon, baljuw aldaar, Gerit Wülems zoon aan de Banck, poorter, op zijn sterfbed op verzoek van prior en procurator der Beguheren verklaard heeft, dat Dirck Hondt de aan zijn vader verhuurde y2 weer land in het Nieuwelandt eertijds verruüde met de Beguheren, en dat derhalve niemand anders er eigenaar van geweest is, terwijl de priesters, die de vicarie te Leyden bezaten, de huur van nooit meer dan % weer land ontvingen. ...... upten achtyenden dach in Februario in den jaire ons Heeren vijfthienhondert ende veertich nae gemeen scriven. 1) Oorspr. (Inv. no. 51). Met gesehonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, foL LXXXV verso. 263. 1540 April 13. Cornelis Wülem Coppairts zoon en AUairt Henrix zoon, schepenen der stad van sGravensande, oorkonden, dat Pieter Doen zoon verkoopt aan het con.vent der Beguheren van Bethaniën zijn aanspraken op het land bij het klooster, dat hij in huur heeft van den Heiligen Geest en van het Onse Liever Vrouwen en St. Annengüde te sGravensande, met verzoek aan de administrateurs hem uit te boeken en het klooster als huurder in te boeken. Upten derthyensten dach in Aprüle in den jaire ons Heeren duysent vijfhondert veertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 103). Het stadszegel verloren. , 2) Afschr. ih Inv. no. 5, fol. LXXXVII. N.B. Uit fol. 7 in het kaartenboek (Inv. no. 7) blijkt, dat dit land groot is 3 morgen 25 roeden. 264. 1542 Maart 9. Schepenen in het ambacht van Maeslandt oorkonden, dat Wülem Pieters zoon en zijn zwagers Egbert Claes' zoon en Krijn IJsbrants zoon afstand doen van aüe aanspraken op de 7 hont land in Borgerdijck, broeder Doe Pieters zoon, Regulier te tsGravenzande, aanbestorven van hun vader Pieter Wülems zoon. Gedaen upten negenden in Meerte anno XVc twee ende veertich nae tgemeen scriven. 1) Oorspr. (Inv. no. 65). Met het ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVIII verso. 265. 1542 November 10. Cornelis Wülems zoon en Dirck Wülems zoon, schepenen in Zandtambacht, oorkonden, dat Lenairtgen Pieters dochter, weduwe van Thou Jans zoon op het Swet, verkocht heeft aan Pieter Claes' Backer te sGravensande de helft van 7 hont land aldaar. Opten thyenden dach in Novembri in den jaer ons Heeren vijfthienhondert twee ende veertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 53). Met het ambachtszegel in groene was. Met transfix d.d. 1544 December 18 (zie reg. no. 267). 6 2) Afschr. in Inv. no.- 5, fol. XXX verso. 266. 1543 December 17. Mr. Symon Diricx zoon, Katrijn Clemens' dochter, mater, Geertgen 276 Frans' dochter, procuratrix, en het convent van hek Sint Agnieten klooster binnen Delff verkoopen dên Regulieren van Betaniën tsGravenzande 2 hont land, gelegen in sGravenzantambacht in de Hoftienden bezuiden de Gantel en bewesten den Poel. Upten XVIIen Decembris anno XVc drie ende veertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 52). Met het conventszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLV. 267. 1544 December 18. Wouter Jans zoon, Franck Jans zoon en Maerten Thomas' zoon; schepenen van Zandambacht, oorkonden, dat Pieter Claes' zoon Backer te sGravenzande ruilt met het convent der Beguheren van Bethaniën aldaar 7 hont land in de Grote Thiende, bewesten de oude Creecksloot, waarvan de helft vermeld staat in den brief d.d. 1542 November 10 (reg. no. 265), waardoor deze gestoken is, tegen 9 hont land. upten achtyende Decembris int jare ons Heeren vijfthyen hondert vyer ende veertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 53). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXI. 268. 1546 Augustus 3. Landschepenen van Zantambochte oorkonden, dat Pouwels Hugen zoon, duinmeier, ten verzoeke van den procurator der Beguheren van Bethaniën, onder eede verklaart, dat, toen hij destijds het huis in het Zuideinde bezat, de Beguheren een pad over het erf hadden om in hun boomgaard te komen, en dat zij dat reeds jaren lang gebruikten. den derden Augusti int jair ons Heren vijftienhondert ses ende veertich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVIII. 269. 1546 October 25. Pieter van Hasselt, prior van het convent der Augustijnen binnen Dordrecht, en Augustijn van Baerlle, supprior, Adriaen van Baerlle, cursor, Jan, procurator, en het convent doen afstand van alle rechten, voortspruitende uit den brief d.d. 1472 September 12 (reg. no. 181), waardoor deze gestoken is. upten vijff ende twintigsten dach van October anno vijftienhondert zes ende veertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 54). Met geschonden conventszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXI. 270. 1549 Maart 6. Prior, supprior, procurator en capitularen der Beguheren van het Onse Vrouwen klooster te Syon buiten Delff erkennen ontvangen te hebben van prior en capitularen der Beguheren te Bethaniën tsGravenzande 52 pond 6 schellingen 8 penningen Vlaamsch, waarvoor zij hem ten gebruike afstaan eenige perceelen land in Noortlant. Ghedaen den sesten dach in Maerte int jaer XVc acht ende viertich nae scrivens sHoefs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 55). Met gesehonden conventszegel in groene was. 277 271. 1549 Maart 18. Prior, supprior, procurator en convent der Regulieren van Onser Vrouwen klooster te Syon buiten Delff verkoopen met het oog op den herbouw van hun verbrand klooster aan prior en convent der Eeguheren te Bethaniën te sGravenzandt 1% morgen land in Noortlant tusschen den Maasdijk en de kreek, 10 hont land aldaar bewesten de kreek en iy2 morgen benoorden den Noortlandschen weg. Ghedaen den dertiensten dach in Maerte int jaer XVc acht ende viertich nae scrivens sHoofs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 55). Met geschonden zegels van het convent Syon en hnn visitatoren, de priors van de Regulieren in den Hem buiten Schoonhoven en in het land van Steyn buiten Gouda, in groene was. 272. 1551 April 26. Vranck Jans zoon, Wouter Jans zoon en Adriaen Mathijs' zoon, schepenen van Sandtambacht, oorkonden, dat broeder Floris Joesten, prior, en broeder Anthónis Pieters zoon van Auwenhove, procurator der Regulieren van Bethania tsGravensande, uit naam van het convent ruilen met Cornehs Willems zoon, genaamd Lange Neel aan den Maasdijk, een morgen land in Pachtlandstiende bewesten den Puel tegen 4 hont land bezuiden de stad tsGravensande in Teylingerthyende. upten XXVIen Aprilis in de jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende eenenvijftich. Oorspr. (Inv. no. 56). Met geschonden convents- en schepenzegel in groene was. 273. 1552 Juni 19. Notaris Henricus Gerardus' zoon Montfoert van Haerlem instrumenteert, dat Anthonis Pieters zoon van Auwenhoven, prior, Augustijn Arnolds, supprior, Henrick Dircks zoon, procurator, en de conventualen van het convent der Beguheren van Bethaniën te tsGravenzandt als provenier en conventuaal opnemen Cornelis van. Puelgheegt, natuurlijken zoon van Jacop van Puelgeest, met belofte voor zijn levensonderhoud en onderwijs te zullen zorgen, tegen % van een vordering van 500 carolusguldens, in haaden van den pater van Sinte Agnyeten zusterhuis te Botterdam en zijn aandeel in de erfenis van Mr. Goesen (Jacobs zoon), vader van zijn moeder Baertgen volgens diens testament, hierbij in copie overgeleverd, en na den dood van Jacob van Puelgheest een losrente van 6 carolusguldens 'sjaars. Aldus gedaen binnen der steede van tsGravenzande int capittellhuys des convents van Bethaniën voorszegd in den jaire, indictie, maendt, dach, ure, paeusdoms ende keyserrijcxs als boven (in den jaire van der geboorte desselffs ons Heeren duysent vijffhondert twee ende vijftich den thyenste indictie den XlXen dach van de maendt Junius paeusdoms ons alderheyhchste vaders in Goode ende heere, heer Julius bij der voorsichtichheyt Goids die derde paeuws van dier naeme int derde jaer sijnder coronatiën, regneerende den doerluchtichsten ende onverwinlicxten prince ende heere, heer Karolus bij der gratie Goids Boemsch keyser, altijt vermeerder srijcxs die vijffte keyser van dier naeme int twee ende twintigsten jaer sijnder crooningen. Oorspr. (Inv. no. 96). Met de signatuur van den notaris en de handteekeningen van Jacop' van Puelgheest en C. Jacops zoon. 278 274. 1556 Augustus 10. Cornelis Adriaens zoon, Joris Wülems zoon en Pieter Eyverts zoon, schepenen van het ambacht tsGravensandt, oorkonden, dat broeder AntOnis Pieters zoon van Oudenhove, prior, en broeder Henryck Dircks zoon van der Borch, procurator der Beguheren van Bethaniën, ruüen met Maerten Cornelis'zoon, poorter aldaar, 6% hont land in Noerlant tusschen den Maasdijk en de Kreek en 64 roeden in Noerthyende tegen 7 hont 25 roeden in Noerlant. upten Xen Augusti in de jaer ons Heeren dusent vijfhondert ses ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 57). Met het gemeen ambachtszegel in groene was. 275. 1558 October 20. Deken en kapittel van Naeldwijck verkoopen, na jarenlang geschü over den eigendom en behoudens toestemming van hun patroon, den heer van Naeltdwijck, aan prior en convent van sGravenzande 4% hont land aldaar achter de tuinen, terwijl deze bovendien zullen voldoen de achterstalhge pacht van dit land over 6 jaar. Actum tot Naeldwijck opten twintichsten dach van der maendt October anno vijfthyenhondert acht ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 18). Met geschonden zegels van het kapittel in roode, en van het convent in groene was. 276. 1559 Mei 12. Pieter Jans zoon, smid, en Cornelis Dirx zoon Verhoel, schepenen van het gerecht van Wateringe, oorkonden, dat Dirck Westen zoon verkoopt aan den prior en de conventualen te sGravenzandt eene jaarlijksche rente van 18 pond, 15 stuivers, gaande uit zijn huis en 4% morgen land in het ambacht Wateringhe bezuiden de Vliet. opten Xllen May anno XVc negen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 94*). Met geschonden zegel van Pieter Gerits van Hoeff, schout van het ambacht Wateringen, in groene was en de handteekeningen van beide schepenen. 277. 1559 Juli 1. Nicolaes Spyring, hcentiaat in de godgeleerdheid, prior van het Carmelitencónvent binnen Haerlem, Sebastiaen van Bombergen, leesmeester, Barnardt Utemans, supprior, en Helizeus van Naerden, cqnselher, met aUe broeders en capitularen van het convent bevestigen den verkoop van 5 hont land door wijlen Cornelis Pieters zoon," prior, aan prior en convent der Beguheren te sGravesande, welk land gelegen is bezuiden de poort van sGravesande. Gegeven den eersten dach Julii anno XVc negen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 58). Met geschondejl zegels van den prior provinciaal Mr. Pieter van Rees, overste van de orde der Carmelieten in roode, en dat van het convent der Carmelieten in groene was. Met transfix d.d. 1559 November 15 (reg. no. 278). N.B. Het transfix is losgeraakt, behalve het zegel daarvan. 278. 1559 November 15. Landschepenen van Sandtambocht oorkonden, dat Nyclaes Spyring, licentiaat in de godgeleerdheid, prior van het Carmelitencónvent bin- 279 nen Haerlem, transporteert aan prior en convent der Regulieren te sGravensande 5 hont lands in Teylinger tiende, nader vermeld in den brief d.d. 1559 Juh 1, waardoor deze is gestoken (zie reg. no. 277). up den vijfthyensten Novembri anno XVc negenenvijftich. Oorspr. (Inv. no. 58). N.B. Het charter is losgeraakt van no. 277, het ambachtszegel is daaraan gehecht gebleven. 279. 1561 October 11. Philips, koning van Castilhën enz., geeft verlof aan het convent der Eeguheren te sGravenzande om kleine perceelen land en renten te verkoopen en andere renten en landen, welke beter voor hen gelegen zijn, in te koopen, mits de waarde hunner inkoopen die der verkochte eigendommen niet te boven gaan en behoudens opgaaf aan de rekenkamer. Gegeven in onser stadt van Bruessele den Xlen dach van Octobri int jaer ons Heeren duysent vijfhondert eenentzestich van onzen rijcken te wetene van Spaenguyen, Sicilhën etc. tVIe ende van Napels tVIe(sic). Oorspr. (Inv. no. 12). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was. N.B. Op de pliek staat de registratie der akte bij de Rekenkamer in den Haag d.d. 1562 September 12 vermeld. 280. 1566 Januari 8. Jochem Jans zoon en Coman Heyn Harrens zoon, schepenen van Nyeuwerkerken in Grijssoort, oorkonden, dat Doen Gillis' zoon, hun medeschepen, verkoopt aan het convent te sGravesande een huis met toebehooren, gelegen op het land van het convent. den III Januarii anno XVc sesentzestich stilo communi. Oorspr. (Inv. no. 60). De schepenzegels verloren. HET BAGIJNHOF TE 's-GRAVENZANDE. INLEIDING. Het bagijnhof te 's-Gravenzande wordt het oudste van Noord-Nederland genoemd*). Wanneer het ontstaan is, valt niet met juistheid te bepalen, evenmin wie tot de stichting het initiatief namen, maar het zal niet lang voor 1255 geschied zijn2). Immers in dat jaar belooft Jan vanDiest, bisschop van Lubeck, voormalig kapelaan aan het hof van graaf Willem II te 's-Gravenzande '), aflaat van 40 dagen aan elk, die de bagijnen, „que structuras inchoaverint", op eenigerwijze steunt. Het hof besloeg een terrein in het N.O. der stad achter de kerk. Van de straat was het afgescheiden door een muur, waarin de toegangspoort; ten Zuiden werd het begrensd door de Gantel of Vaart, ten Oosten scheidde een sloot hen af van het kloostererf der Eeguheren, ten Noörden grensde het aan het gasthuis. Hierbinnen lagen meest boomgaarden, waartusschen in het midden de kapel stond, omgeven door twee rijen huisjes, de woningen der bagijnen, veelal hun particulier eigendom. Doordat bagijnen, in tegenstelling met kloosterszusters, eigen vermogen konden hebben, konden ook derden eigenaar worden van gronden binnen het hof; men zie b.v. de akte van 1408 (reg. no. 88), waaruit blijkt, dat Willem van Egmont een duiventil gebouwd had in een door hem gehuurden boomgaard binnen het hof. Dit terrein moet dan ook niet vergeleken worden met een kloosterhof: de bagijnen woonden als particulieren te samen; de omringende muur en grachten dienen slechts om haar van de buitenwereld af te scheiden. Op het terrein bevonden zich verder nog de infirmerie, het brouwhuis, een bouwhuis of voorraadschuur en het paterhuis. Na 1588 stond dit laatste in den uitersten N.W. hoek, zoo? ver zelfs, dat het met zuilen op het gasthuiserf rustte. De onderlinge ligging ') Zie Mr. Dr. J. C. Overvoorde, De rechtstoestand van de huisjes der begijnen op de begijnhoven. O. V. B. Versl. II bl. 565. 2) De meening van A. Driessen, geuit in Bijdr. bisd. Haarlem, XXVI 383, dat het zeer veel ouder zou zijn, omdat gravin Machteld in 1266 spreekt van haar voorgangers in hunne verhouding tot het bagijnhof, berust op een verkeerde lezing door v. d. Bergh, Oork.bk. v. Holl. en Zeel. II no. 145, waar hij „ob predecessorum nostrorum indulgentiam" leest i. p. v. ob peccatorum etc. 3) J. de Fremery, Suppl. no. 127 noot 1. 281 der gebouwen wordt vrij goed kenbaar door een schets in vogelvlucht in het kaartboek der Eeguheren1). Van verschillende zijden ontvingen' de bagijnen gunsten. De graven van HoUand gaven landerijen en renten, terwijl uit een bevestiging van 1408 door hertog Albrecht blijkt, dat graaf Willem II hun voor de terreinen binnen hun hof tiendvrijheid had geschonken. De abdij van Loosduinen gaf haar jaarlijks een vat bier ingevolge testamentaire beschikking 2) van Margaretha, gravin van Henneberg, wier moeder Machteld, gravin-weduwe van Holland, landerijen schonk om van de opbrengst eveneens bier te koopens). Van den stedelijken bieraccijns waren zij vrijgesteld, althans voor 4 kroezen per hoofd. In 1267 neemt Hendrik vAnViandbn, bisschop van Utrecht, haar in bescherming, schrijft haar een leefregel voor en vergunt haar in haar eigen kapel de mis te doen celebreeren, terwijl hij haar onder toezicht stelt van den abt van St.-Mariènweerd. Deze stelde o. a. den biechtvader of bagijnenpater aan, die derhalve tot de Premonstratenser orde behoorde. Bij herhaling tracht het wereldlijk gezag haar in de belasting aan te slaan, telkens worden zij van wege den bisschop vrijgesteld. Het hof werd bestuurd door 2 bewaarsters; onder deze stonden voor het beheer der mfirmerie, die eigen inkomsten had, 2 infirmeristers; in den Inventaris is derhalve scheiding gemaakt tusschen het beheer van het bagijnhof en de infirmerie volgens de aanwijzing in margine van het cartularium of in dorso der akten. In gewichtige gevallen stond een seniorenconvent van 10 ouderen de bewaarsters ter zijde, zooals in 1428, toen zij het voorstel van hun naaste buren, de Eeguheren van Bethanië, om zich onder hun hoede en beheer te stellen, afwezen. Een zegel had het bagijnhof niet, de bewaarsters gebruiken hun persoonlijk zegel. Bij de hervorming worden de goederen van het faliebagijnhof, zooals het dan gewoonlijk heet, door de Staten in beslag genomen. De gebouwen zijn in 1576 verkocht aan Adriaen Duyck, rekenmeester van Holland, onder voorbehoud van gebruik tot hun dood toe door eenige bagijnen. Thans zijn zij afgebroken, tenzij het bepleisterde huis achter de kerk nog een laatste overblijfsel is. INVENTARIS. ' A. Het hof in het algemeen. I. Eeredienst. N.B. Zie ook reg. no. 7. 1. Brief van den aartsbisschop van Utrecht, houdende een nadere regeling van den eeredienst in het bagijnhof. 1570 ('s-Gr. no. 89). 1 charter (reg. no. 1S9). • *) Zie Inv. Maria Magdalena in Bethanië, no. 6 fol. 1 en no. 7 fol. 7. ') Zie de aanteekeningen in het cartularium fol. XXXI verso. 3) Zie reg. no. 4. 282 2. Akte van uitkeering door kerkmeesters van 2 kaarsen 's jaars aan de kapel. 1465 ('s-Gr. no. 214). 1 charter (reg. no. 79). 3. Overeenkomst met kerkmeesters tot levering van misbenoodigdheden. 1535 ('s-Gr. no. 226). 1 charter (reg. no. 152). 4. Getuigenverklaring betreffende wangedrag van den bagijnenpater. 1481 ('s-Gr. nos. 27,-27a). 2 charters (reg. no. 49). II. Het hof in verhouding tot het wereldlijk gezag. 5*. Bevel tot dagvaarding van den baljuw van 's-Gravenzande ter verantwoording van zijn behandeling van de bagijnen. 1458. 1 charter (reg. no. 73). 6. Akte van vrijstelling van stedelijke belasting. 1487 ('s-Gr. no. 29). 1 charter (reg. no. 60). 7. Uitspraak, waarbij de bagijnen worden vrijgesteld van den bieraccijns. 1484 ('s-Gr. no. 34). 1 charter (reg. no. 109). III. De gebouwen. 8. Aflaatbrief van den bisschop van Lubeck voor degenen, die steunen bij den bouw van het bagijnhof. 1255 ('s-Gr. no. 28). 1 charter (reg. no. 3). 9. Vonnis, waarbij de eigendom van een muur op het hof wordt erkend. 1455 ('s-Gr. no. 80). 1 charter (reg. no. 71). 10*. Toestemming om op het gasthuiserf over te bouwen. 1588. 1 charter (reg. no. 149). B. Finantieel Beheer. I. In het algemeen. 11*. Cartularium, bevattende akten van 1249—1510, ingeschreven door Cornelys Cornelys' zoon Gaerdynck, secretaris van 's-Gravenzande, begonnenin 1506 en voltooid 12 Maart 1513. 1 deel. N.B. Het cartularium bestaat uit 39 vellen perkament. FoL 1 — 3 bevat grafelijke en andere gunsten, fol. 8 en 9 aanteekeningen betreffende uitkeeringen door kerkmeesters en Heilige-Geestmeesters, fol. IX verso— XXVIII, XXX verso en XXXII-XXXVII verdere akten van vermogensrechtelijken aard, fol. XXVIII verso—XXX en XXXI —XXXI verso aanteekenin- 283 gen betreffende de huurders der landerijen. In margine staat een aanduiding, of de akte behoort tot het hof of de infirmerie. Onder de laatste akte staat een onderschrift met de signatuur van den notaris. II. Landerijen en huizen. - a. Onder beheer van de bewaarsters. 1. in 's-Gravenzande (stad). 12. Vidimus van een verloren gegaan eigendomsbewijs d.d. 1268 van het terrein van het bagijnhof. 1885 ('s-Gr. no. 25). > 1 charter (reg. no. 11). N.B. Zie ook reg. no. 5. 13*. Eigendomsbewijs van een erf, afkomstig van de gravin-weduwe Machteld. 1266. 1 charter (reg. no. 6). 14. Testament van Willem van Egmond, waarbij bij aan het bagijnhof vermaakt een boomgaard en alle opstal op haar terrein. 1408. Met vidimus-d.d. 1486. 2 charters (reg. nos. 33 en 59). N.B. De akte van 1408 bevindt zich te 's-Gr. no. GObis, de akte van 1436 in de collectie Van Vredenburch. 15. Akte, waarbij de Eeguheren van Delft belooven het hun voor hun klooster te 's-Gravenzande gegeven land terug te geven bij opheffing daarvan. 1428 ('s-Gr. no. 64). 1 charter (reg. no. 47). 16. Euilcontract, waarbij de Eeguheren een boomgaard in erfhuur geven en 1 gouden kroon 'sjaars. 1432. Met arbitrale uitspraak, dezeuit'keering bevestigend. 1504 ('s-Gr. nos. 28 en 85). 2 charters (reg. nos. 50, 129 en 130). 17. Eigendomsbewijs van een erf voor Dirc Jacopszoon. 1475 ('s-Gr. no. 262). 1 charter (reg. no. 98). 2. in 'sGravenzande (ambacht). 18. Eigendomsbewijs van % van een s*uk land, afkomstig van de gravinweduwe Machteld. 1255 ('s-Gr. no. 24). 1 charter (reg. no. 4). N.B. Zie ook reg. no. 1. 19. Eigendomsbewijs van y2 hont land, afkomstig van Jacob Jan en Jan Buys. 1421 ('s-Gr. no. 82). 1 charter (reg. no. 42). 20. Eigendomsbewijs van 8% hont land voor Hendrik Dircx zoon. 1488. Met transportbrief d.d. 1409 ('s-Gr. nos. 254 en 257). 2 charters (reg. nos. 34 en 55). 284 21. Eigendomsbewijs van % van 6 morgenland voor Huyghe Jans zoon. 1459 ('s-Gr. no. 258). 1 charter (reg. no. 74). 22. Testament van Mees Huyghèn, waarbij zij vermaakt aan het bagijnhof 5% hont land. 1460 ('s-Gr. no. 70). 1 charter (reg. no. 76). 23. Akte van toepachting van 9 hont land. 1466. Met een rentebrief, groot 6 schellingen 8 penningen, daaruit toegepacht. 1466. ('s-Gr. nos. 81 en 31a). 2 charters (reg. no. 82 en 83). 24. Testament van Ymme Ghijsbrechts dochter, waarbij zij 1 y2 morgen land aan het bagijnhof vermaakt. 1471 ('s-Gr. no. 72). 1 charter (reg. no. 87). 25. Eigendomsbewijs van 1 morgen land voor Adriaen Jans zoon. 1472 ('s-Gr. no. 261). 1 charter (reg. no. 91). 26. Making van Claes de Heuter Willems zoon, waarbij hij y2 morgen land vermaakt aan de bagijnen. 1472 ('s-Gr. no. 73). 1 charter (reg. no. 92). 27. Eigendomsbewijs van 5% hont land, afkomstig van Mees, weduwe van Huyge Allaerts zoon. 1476. Met transportbrief d.d. 1452 ('s-Gr. nos. 83 en 83a). 2 .charters (reg. nos. 70 en 99). 28. Eigendomsbewijs van 8y2 hont land voor Suete en Heyl Gheryts dochters. 1478. Met transportbrief d.d. 1426 ('s-Gr. no. 268 en 263a). 2 charters (reg. nos. 43 en 103). 29. Eigendomsbewijs van y2 morgen land, afkomstig van Lijsbeth Florys' dochter. 1486 ('s Gr. no. 86). 1 charter (reg. no. 113). 30. Eigendomsbewijs van \y2 morgen land voor Nyese Jacopsdochter. 1482. Met huurcedel d.d. 1490 ('s-Gr. nos. 283 en 288a). 2 charters (reg. nos. 107 en 118). 31. Eigendomsbewijs van % weer land, afkomstig van' Elyzabeth Dircs dochter. 1510 ('s-Gr. no. 76). 1 charter (reg. no. 134). 32. Erfpachtbrief van 8 a 9 hont land. 1517. ('s-Gr. no. 36). 1 charter (reg. no. 138). 33. Akte van toepachting van 5 hont land. 1518. Met rentebrief, groot 20 stuivers daaruit. 1472 ('s-Gr. nos. 32 en 82a). 2 charters (reg. nos. 89 en 139), 285 8. in Monster. 34. Eigendomsbewijs van 1 morgen land, afkomstig van de erfgenamen van Lijsbeth Dircs dochter. 1416. Met haar testament d.d. 1407 ('s-Gr. nos. 60 en 63). 2 charters (reg. nos. 32 en 39). 36. Eigendomsbewijs van 2 morgen land voor Touwe Pieters zoon. 1460 ('s-Gr. no. 259). 1 charter (reg. no. 77). 4. niet nader aangeduid. 36. Eigendomsbewijs van een stuk land voor Dirck Jacopszoon. 1461 ('s-Gr. no. 260). 1 charter (reg. no. 78). b. Onder beheer van de infirmeristers. 1. in 's-Gravenzande (stad). 37*. Eigendomsbewijs van een stuk land, afkomstig van de gravinweduwe Alijd. 1282. 1 charter (reg. no. 9). 2. in 's-Gravenzande (ambacht). Zie ook reg. nos. 44 en 76. 38. Testament van Mariken Huygen dochter, waarbij zij vermaakt aan de kapel en de infirmerie y2 morgen 4 hont land en een rente, groot 5 schellingen 'sjaars, uit een huis in 's-Gravenzande. 1403 ('s-Gr. no. 58). 1 charter (reg. no. 28). 39. Testament van Willem Ymme Wülems dochter, waarbij zij de infirmerie de helft van 8% hont land vermaakt. 1413 ('s-Gr. no. 61). 1 charter (reg. no. 36). 40. Testament van Wülem van Egmont, waarbij hij aan de bagijnen 1 morgen land vermaakt. 1415 ('s-Gr. no. 62). 1 charter (reg. no. 38). 41. Eigendomsbewijs van een stuk land, afkomstig van Bartolomees Harperens zoon. 1421 ('s-Gr. no. 81). 1 charter (reg. no. 40). 42. Eigendomsbewijs van 1 morgen land voor Jan Wouters zoon. 1441 ('s-Gr. no. 249). 1 charter (reg. no. 62). 43. Eigendomsbewijs van 1 morgen land voor Agniese Jacobs dochter. 1484. Met transportbrief d.d. 1436 ('s-Gr. nos. 265 en 265a). 2 charters (reg. nos. 111 en 58). 286 44. Eigendomsbewijzen van 4 en 2 hont land, afkomstig van de bagijn Bartholomees Hughen en van Aernt Huyghenzoon en Claes Harpers zoon. 1471 en 1477 ('s-Gr. nos. 84 en 85). , 2 charters (reg. nos. 86 en 102). 45. Testament van Agnies Jacobs dochter, waarbij zij aan het bagijnhof vermaakt de helft van 8 morgen land. 1499. Met transportbrief d.d. 1495 ('s-Gr. nos. 222 en 284). 2 charters (reg. no. 123 en 119). 46. Eigendomsbewijs van 1 % morgen land, af komstig van Florys Huychen zoon. 1511 ('s-Gr. no. 87). * 1 charter (reg. no. 136). 8. in Monster. Zie reg. no. 37. 4. in Naaldwijk. 47. Testament van Bartha Gherardus Nicolaus' zoons dochter, waarbij zij aan de infirmerie ^3 morgen land vermaakt. 1482 ('s-Gr. no. 65). 1 charter (reg. no. 53). III. Rentebrieven en andere inschulden. a. Onder beheer van de bewaarsters. 48. Eentebrief, groot 20 schellingen 's jaars, ten laste van de grafelijkheid. 1255. Met bevestiging d.d. 1297 ('s-Gr. no. 22). 2 charters (reg. nos. 2 en 10). N.B. De akte van 1297 is uit de coll. Van Vredenburch. Zie ook reg. no. 8. 49. Eentebrief, groot 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit een huis te 's-Gravenzande. 1870 ('s-Gr. no. 89). 1 charter (reg. no. 15). 50. Eentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis en 10 hont land te 's-Gravenzande. 1871. Verkocht aan Jan Mulocs zoon. 1876 ('s-Gr. nos. 289 en 289a). 2 charters (reg. nos. 16 en 21). 51. Eentebrief, groot 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit een huis te 's-Gravenzande voor Jan Jan Fynenhoys zoon. 1887 ('s-Gr. no. 298). 1 charter (reg. no. 24). 52. Eentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars uit een huis te 's-Gravenzande. 1868. Verkocht aan het hof. 1451 ('s-Gr. nos. 95 en 95a). 2 charters (reg. nos. 14 en 69). 53. Eentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis en y2 morgen land te 's-Gravenzande voor Jacob Willemszoon. 1450 ('s-Gr.no. 800). 1 charter (reg. no. 66). 287 54. Eentebrief, groot 10 stuivers 's jaars, uit een buis te 's-Gravenzande. 1484 ('s-Gr. no. 99). 1 charter (reg. no. 110). 55. Eentebrief, groot 9 stuivers 's jaars, uit een huis te 's-Gravenzande. 1522 ('s-Gr. no. 107). 1 oharter (reg. no. 142). 56. Testament van Poppe Allekijns zoon en echtgenoote, waarbij zij een rente, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit land in 's Gravenzande vermaken aan het bagijnhof. 1855 ('s-Gr. no. 48). 1 charter (reg. no. 12). 57. Eentebrief, groot 6 schellingen Hollandsch 's jaars, uit land in 's-Gravenzande. 1860 ('s-Gr. no. 88). 1 charter (reg. no. 13). 58. Eentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit 1 hont land in 's-Gravenzande. 1878. Geschonken aan de bagijnen. 1874 ('s-Gr. nos. 290 en 90). 2 charters (reg. nos. 18 en 19). 59. Eentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit 8 morgen land in 's-Gravenzande. 1875. Vermaakt aan de bagijnen. 1400 ('s-Gr. nos. 92a en 92). 2 charters (reg. nos. 20 en 27). 60. Eentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit 8 hont en y4 morgen land in 's-Gravenzande voor Lizebetken van Voerburch. 1887 ('s-Gr. no. 292). 1 charter (reg. no. 23). 61. Testament van Marritgen Jacobs dochter, waarbij zij een rente, groot 15 schellingen 'sjaars, uit 2 hont lands in 's-Gravenzande, vermaakt aan de bagijnen. 1406 ('s-Gr. no. 59). 1 charter (reg. no. 31). 62. Eentebrief, groot 80 schellingen 'sjaars, uit een huis in'sGravenzande. 1428. Verkocht aan Mr. Adriaen Jans zoon. 1486 ('s-Gr. nos. 256 en 807). 2 charters (reg. nos. 45 en 114). 63. Eentebrief, groot 1 wilhelmusschild, uit 1 morgen land in 's-Gravenzande. 1482 ('s-Gr. no. 66). 1 charter (reg. no. 52). N.B. Zie ook reg. no. 130. 64. Eentebrief, groot 10 schellingen 'sjaars, uit 1% morgen land in's-Gravenzande. 1441 ('s-Gr. no. 69). 1 charter (reg. no. 61). N.B. Zie ook reg. no. 48 288 65. Rentebrief, groot 2 wimelmusschilden, uit 7 hont land in 's-Gravenzande. 1442. Vermaakt aan het bagijnhof. 1530. Met bevestiging d.d. 1532 ('s-Gr. nos. 299, 78 en 79). 3 charters (reg. nos. 63, 145 en 146). 66. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit de helft van 7 hont land in 's-Gravenzande. 1450. Verkocht aan Lijsbeth Huygen dochter. 1456 ('s-Gr. nos. 301 en 302). 2 charters (reg. nos. 67 en 72). 67*. Rentebrief, groot 1 wilhelmusschild, uit 10 hont land in 's-Gravenzande. 1451. 1 charter (reg. no. 68). N.B. Zie ook reg. no. 130. 68. Rentebrief, groot 8% pond Hollandsch 'sjaars, uit 2 morgen 6hont land in 's-Gravenzande. 1472 ('s-Gr. no. 96). 1 charter (reg. no. 00). 69. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit een huis en 1 morgen land in's-Gravenzande voor Adriaen Jans zoon. 1489 ('s-Gr. no. 808). 1 charter (reg. no. 116). 70. Twee rentebrieven, ieder groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit 3 morgen land in 's-Gravenzande, voor Jannetgen Jans dochter en Mergriete Gheryts dochter. 1521 ('s-Gr. nos. 77, 77a en 77b). 3 charters (reg. nos. 127, 128 cn 140). 71. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit 4 hont land in 's-Gravenzande. 1504 ('s-Gr. no. 104). 1 charter (reg. no. 131). 72. Rentebrief, groot 8 pond Hollandsch 's jaars, uit een woning in 's-Gravenzande. 1547 ('s-Gr. no. 110). 1 charter (reg. no. 156). 73. Testament van Katrijn Claes'dochter, waarbij zij een rente, groot 4% pond Hollandsch 's jaars, uit een huis in Groeneveld vermaakt aan het bagijnhof. 1534. Met codicil d.d. 1534 ('s-Gr. nos. 56 en 56a). 2 charters (reg. nos. 150 en 151). 74. Testament van Katrijn Hughen en Ymme Jan Miechiels zoons dochter, waarbij zij een rente, groot 10 schellingen 'sjaars, uit land te Monster en 5 pond Hollandsch in eens aan de infirmerie en 5 pond Hollandsch in eens aan de bagijnen vermaken. 1397 ('s-Gr. no. 52). 1 charter (reg. no. 26). 75. Testament van Katrijn Pieters dochter, waarbij zij een rente, groot 1 pond 'sj aars, uit 7 % hont 80 gaarden land in Monster aan het bagijnhof vermaakt. 1438. Met een stuk betreffende den eigendomsovergang van dit land. 1469 ('s-Gr. nos. 67 en 94). 1 charter en 1 stuk (reg. nos. 30, 54 en 85). 289 76. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit 4 hont land te Monster, mede voor Alijt Wouters dochter. 1516 ('s-Gr. no. 105). 1 charter (reg. no. 137). , 77*. Twee rentebrieven, groot 10 en 2 pond Hollandsch 's jaars, uit 4 morgen land in Monster. 1510 en 1527. 2 charters (reg. nos. 135 en 144). 78. , Rentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 's jaars, uit 1 y2 morgen land in Naaldwijk. 1447. Verkocht in 1469. Teruggekocht in 1478. Gewijzigd in 1582 ('s-Gr. nos. 98, 93a, 986 en 88). 4 charters en 1 stuk (reg. nos. 65, 84, 93 on 147). 79. Verklaring van de dochters van Arent van Dijc omtrent den uitersten wil van haar zuster Nataly, waarbij deze een rente, groot 1 pond 's jaars, uit de helft van 4 hont land in Naaldwijk, vermaakt aan het bagijnhof. 1478 ('s-Gr. no. 74). 1 charter (reg. no. 94). N.B. Zie dok reg. no. 133. 80. Rentebrief, groot 2 pond 's jaars, uit 4 morgen land te Naaldwijk ten behoeve van Louweris Claes' zoon. 1484 ('s-Gr. no. 806). 1 charter (reg. no. 108). 81. Rentebrief, groot 6 pond Hollandsch 's jaars, uit 8% morgen en 3 morgen 1 hont land in Naaldwijk. 1561 ('s-Gr. no. 111). 1 charter (reg. no. 158). 82. Vonnis, bevestigend de rente, groot 10 schellingen 's jaars, gemaakt door Florentius Hugo's zoon. 1421 ( s-Gr. no. 26). 1 charter (reg. no. 41). 83. Testament van Machtelt Louwen dochter, waarbij zij een uit keering van 1 pond 'sjaars vermaakt aan de bagijnen. 1428 ('s-Gr. no. 139a). 1 charter (reg. no. 46). 84. Schuldbekentenis van kerkmeesters voor een uitkeering van 2 pond Hollandsch 'sjaars. 1498 ('s-Gr. no. 102). 1 charter (reg. no. 121). 85. Testament van Ehzabeth Matheus' dochter, waarbij zij 9 pond Vlaamsch 'sjaars vermaakt aan het bagijnhof. 1532 ('s-Gr. no. 80). 1 charter (reg. no. 148). 86. Testament van Alijdt Wouters doehter, waarbij zij een rente, groot 4 pond Hollandsch's jaars, ten laste van Maerten Herper zoon vermaakt aan het bagijnhof. 1542 ('s-Gr. no. 57). 1 charter (reg. no. 154). 19 290 b. Onder beheer van de infirmeristers. 87. Eentebrief, groot 25 groot 'sjaars, ten laste van het bagijnhof voor Lijsbeth Clais' dochter. 1480 ('s-Gr. no. 805). 1 charter (reg. no. 105). 88. Eentebrief, groot 9 stuivers 's jaars, uit een huis te 's-Gravenzande. 1477 ('s-Gr. no. 98). 1 charter (reg. no. 101). 89. Eentebrief, groot 20 stuivers 's jaars, uit een huis te 's-Gravenzande. 1496 ('s-Gr. no. 101). 1 charter (reg. no. 120). 90. Rentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit iy2morgen land in 's-Grayenzande. 1390. Vermaakt aan de mfirmerie. 1484 ('s-Gr. nos. 68 en 68a). 2 charters (reg. nos. 25 en 56). 91. Eentebrief, groot 40 schellingen 'sjaars, uit 3 morgen land in 's-Gravenzande ten behoeve van Dirck Jacobs zoon. 1465 ('s-Gr. no. 808). 1 charter (reg. no. 81). 92. Eentebrief, groot 2 Beiersche guldens 'sjaars, uit 2 morgen land in 's-Gravenzande. 1482. Gedeeltelijk (9/10) verkocht aan het bagijnhof. 1476. Met 4 transportbrieven d.d. 1471—1475 ('s-Gr. nos. 97, 97a, 976, 97c, 298 en 304). 6 charters (reg. nos. 51, 88, 95, 96, 97 en 100). 93. Eentebrief, groot 1 Eijnschen gulden 'sjaars, uit een huis en y2 morgen land in 's-Gravenzande. 1485. Verkocht aan het bagijnhof. 1487 ('s-Gr. nos. 100 en 100a). - 2 charters (reg. nos. 112 en .115). 94. Eentebrief, groot 20 stuivers 'sjaars, uit y2 morgen land in's-Gravenzande. 1501 ('s-Gr. no. 108). 1 charter (reg. no. 126). 95. Eentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars, uit een woning in 's-Gravenzande. 1840 ('s-Gr. no. 108). 1 charter (reg. no. 153). 96. Eentebrief, groot 8 pond Hollandsch 'sjaars, uit een woning in's-Gravenzande. 1544 ('s-Gr. no. 109). 1 charter (reg. no. 155). 97. Eentebrief, groot 20 groot 's jaars, uit 8 morgen land in 's-Gravenzande ten behoeve van Conigondt Wigghers dochter. 1412. Met vidimus d.d. 1551 ('s-Gr. nos. 295 en 295a). 2 charters (reg. nos. 35 en 157). 291 98. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, uit V4 van 10 morgen en 11 hont land in Maasland. 1522 ('s-Gr. no. 106). 1 charter (reg. no. 141). 99. Rentebrief, groot 1 pond 'sjaars uit 2 morgen land in Monster. 1506 ('s-Gr. no. 75). 1 charter (reg. no. 132). 100. Rentebrieven, groot 4 en 2 Rijnsche guldens 's jaars, uit 7 morgen land in Monster. 1445 en 1459. Bij arbitrale uitspraak gewijzigd in 8 pond Hollandsch 's jaars ten behoeve van het bagijnhof. 1526 ('s-Gr. nos. 87, 87a en 876). 3 charters (reg. nos. 64, 75 en 143). 101. Making van Aelbrecht van der Wateringe, waarbij hij aan de bagijnen een rente, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit 9% morgen land in Wateringen vermaakt. 1884 ('s-Gr. no. 91). 1 charter (reg. no. 22). IV. Niet nader omschreven goederen. a. Onder beheer der bewaarsters. 102. Wederkeerig testament van Margriet en Balua van der Lek, waarbij zij hun goederen aan het bagijnhof vermaken. 1465 ('s-Gr. no. 71). 1 charter (reg. no. 80). V. Quitanties. a. Onlder beheer der infirmeristers. 103. Quitantie voor renten, verschuldigd aan de Minderbroeders te Dordrecht. 1482 ('s-Gr. no. 33). 1 charter (reg. no. 106). C. Officlën ter collatie van het hof. I. Op het altaar van St. Sebastiaan en St. Blasius in de kerk te 's-Gravenzande. 104. Akte, waarbij Agnies Jacobs dochter- 3 missen vestigt. 1480 ('s-Gr. no. 220). 1 charter (reg. no. 104). 105. Akte van begiftiging van Theodricus Sproncx zoon met het officie. 1499 fs-Gr. no. 223). 1 charter {reg. no. 124). 106i Uitspraak, waarbij de bagijnen bevestigd worden in de collatie. 1500 ('s-Gr. no. 221). 1 charter (reg. no. 125). 292 REGESTENLIJST. 1. 1249 December 81. Wilhelmus, Eoomsch' koriirig, belooft aan zijn moeder na den dood van Aleydis, echtgenoote van Egidius de Rijswijck, den grond, dien deze thans in leen heeft. datum apud Sande pridie kalendis Januarii anno Domini M° CC0 XLLX° indictione VIII. Afschr. in Inv. no. 11, fol. 1. N.B. Voor het indictiegetal zie men het artikel van Mr. R. Fruin Th. Az. in Nijhoff's Bijdr. 3, X. 125. 2. 1255 Mei 17. Wilhelmus, Eoomsch koning, schenkt aan de bagijnen te Arena Comitis een rente van 20 schellingen Hollandsch jaarhjksch, uit te keeren door zijn baljuw in Hollandia. Datum Albertimonte XVI kalendis Junii indictione XIII anno Domini millesimo CC0 L° quinto. 1) Oorspr. (Inv. no. 48). Het grafelijke zegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. 1 verso. N.B. Gedrukt in Van den Bergh, Oork.b. v. Holland en Zeeland I no. 610. 3. 1255 Mei 17-22. Johannes, bisschop van Lubeca, coöperator van den bisschop van Trajectum, verleent 40 dagen aflaat aan degenen, die, daartoe verzocht, aan de bagijnen van Grevensande een bijdrage zullen geven voor ' den bouw van haar hof, of daarbij de behulpzame hand zullen bieden. Datum anno Domini MCCL quinto infra ebdomadem PentecoStes. Oorspr. (Inv. no. 8). Met geschonden zegel van den bisschop in groene was. N.B. Gedrukt bij J. de Fremery, Suppl. Oork.b. Holl. en Zeel. no. 127. 4. 1255 September 21. Machteld, gravin van Holland, schenkt van het land, dat zij teruggekocht heeft van Aleydis, echtgenoote van Egidius de Eisvic, % aan het gasthuis te Zande en % aan de bagijnen om bier te kunnen drinken bij hun maaltijden. Datum apud Zande anno Domini M° CC° L° quinto in die beati Mathei apostoh et evangeliste. 1) Oorspr. (Inv. no. 18). Het zegel van Machteld verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. 1 verso. N.B. Gedrukt in Van den Bergh, Oork.b. v. Holl. en Zeel. I no. 671, Het charter is beschadigd. 5. 1263 December 18. Machtildis, gravin van Holandia, schenkt aan de bagijnen te Graven- 293 sande in vollen eigendom het terrein, dat zij tot nu toe gebruikt hebben. Datum anno Domini mülesimo ducentesimo sexagesimo tercio in die beate Lucie apud Gravensande. 1) Afschr. in Inv. no. 11, fol. 1 verso. 2) Gevidimeerd in den brief d.d. 1335 September 16 (reg. no. 11). 6. 1266 October 14. Machtüdis, gravin van Hollandia, schenkt aan de bagijnen te Gravensande een erf, reeds bij deze in gebruik en gelegen tusschen de gracht van het bagijnhof en de Watheringhe. Datum apud Gravenzande anno Domini M° CC° LX0 VI° in die Calixti pape. 1) Oorspr. (Inv. no. 13). Met het geschonden zegel van Aleidis, dochter van Machtildis, in groene was; dat van Machtildis verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11 fol. 1. N.B. Gedrukt bij V. d. Bergh, Oork.b. II. no. 145. 7. 1267. Heynricus, bisschop van Trajectum, neemt de magistra en de congregatie der bagijnen te Gravensande in zijn bescherming, vergunt haar binnen haar eigen hof de missen te celebreeren, schrijft haar een uniforme kleeding voor, geeft regelen van tucht en belast met het toezicht hierop den abt van Insula beate Marie en den plebaan van Gravenzande van de Premonstratenser orde. Datum anno Domini M° CC° LX° septimo. Afschr. in Inv. no. 11, fol. 2 verso. 8. 1271 Maart 19. Florentius, graaf van Hollandia, bevestigt de gift van eene jaarhjksche rente van 20 schellingen Hoüandsch, door zijn vader aan de bagijnen te Arena Comitis geschonken, met opdracht aan zijn baljuw van NortHoüandia deze van zijn inkomsten te Zande uit te keeren. Datum anno Domini mülesimo CC° LXX° primo feria quinta post Dominicam qua cantatur Letare Jerusalem. Afschr. in Inv. no. 11, fol. 2. 9. 1282 December 23. Alijd, weduwe van heer Jhan van Avennes, schenkt aan de bagijnen te sGravensande ten behoeve harer infirmerie een stuk land ten Zuiden van den boomgaard van haar zoon Plorens aldaar. Ghegheven int jaer ons Heeren M° CC0 LXXXII des Goensdages voor Eorsdach. 1) Oorspr. (Inv. no. 37). Het zegel van Alijd verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. 3. N.B. Het oorspr. is zeer beschadigd. 10. 1297 Juli 6. Johannes, graaf van Hollandia, Zelandia en Frisia, bevestigt de gift van 20 schellingen Hoüandsch 's jaars, door zijn vader en grootvader geschonken aan de bagijnen te Harena Comitis, uit te keeren door den 294 rentmeester van Nort-Hollandia uit zijn inkomsten te Zande. Datum anno Domini millesimo ducentesimo nonagesimo septimo in octavis apostolorum Petri et Pauli in Haga. 1) Oorspr. (Inv. no. 48). Met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. 2. 11. 1885 September 16. Johannes de Strate, schout in Gravenzande, Theodericus de Eijn en Volkericus, schepenen aldaar, geven vidimus van den brief d.d. 1268 December 13 (reg. no. 5). Datum anno Domini millesimo trecentesimo tricesimo quinto Sabbatho post exaltationem sancte Crucis. Oorspr. (Inv. no. 12). Met de geschonden zegels der oorkonders in groene was. N.B. Gedrukt bij De Fremery, Suppl. Oork.b. no. 145. 12. 1855 December 14. Poppe Allekijns zoon en Machtelt, zijne echtgenoote, maken met raad van heer Lubbrecht van Tyele, parochiepastoor te sGravensande, een testament, waarbij ze vermaken o.a. aan de bagijnen 1 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit hun land in het Noorlant op den Langhe Strenc en in den Bodem. Ghegeven int jaer ons Heeren M CCC vijf ende vijftich des Manendaghes nae onser Vrouwen dach verholen. 1) Oorspr. (Inv. no. 56). Het zegel van den pastoor verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIX. 13. 1860 December 24. Kerkmeesters van sGravenzande verkoopen aan de bagijnen aldaar een jaarhjksche rente van 6 schellingen Hollandsch, gaande uit een stuk land, strekkende van den weg achter de poort tot aan den dijk. Ghegheven int jaer ons Heren M° CCC° ende tsestich op den Kersavond. Oorspr. (Inv. no. 57). Het Onzer-Vrouwenzegel verloren. 14. 1868 October 16. Dirc van den Hoerne en Wülaem Volkerats zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Bertelmees Gheryt Arnts zoons zoon erkent schuldig te zijn aan Katrine van der Horne een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf. Ghegheven int jaer ons Heren M° CCC° acht ende tsestich des Manendaghes na sente Victoers daghe. Oorspr. (Inv. no. 52). Met het geschonden zegel van den eersten oorkonder in groene was; dat van den tweeden ontbreekt. Met transfix d.d. 1461 November 15 (reg. no. 60). 15. 1370 November 4. Symon Bertholomees' zoon en Lambrecht Arents zoon, schepenen van 295 sGravenzande, oorkonden, dat Dirck Jans zoon van den Poel erkent schuldig te zijn aan de bagijnen aldaar, ten behoeve der kapel een jaarhjksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit het door hem bewoond wordende huis, ten zuiden van het kerkhof bij den rooster. Int jair ons Heeren dusent driehondert ende tseventich des Manendages nae sinte Symon ende Juden dach apostelen. 1) Oorspr. (Inv. no. 49). Het sehepenzegel van 's-Gravenzande verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXII verso. 16. 1371 Maart 1. Tierion van der Strate en Heynric Cleymans zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Hughe Buse erkent schuldig te zijn aan Dirc Hoven een jaarhjksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en 10 hont land. Int jaer ons Heren M° CCC° een ende tseventich op den eersten dach van Marte. Oorspr. (Inv. no. 50). Met geschonden zegel van den eersten oorkonder in groene was, het andere verloren. Met transfix d.d. L376 Maart 16 (reg. no. 21). 17. 1371 Maart 17. Huyghe Jans zoon en Michiel Huyge zoon, schepenen van sGravensande, oorkonden, dat Heyne van den Bossche erkent schuldig te zijn aan Huyge Symons zoon eene jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis benoorden de kerk. Int jaer ons Heeren M CCC een ende tseventich des Manendages nae sinte Gregorius' dach. Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIII. N.B. Gecancelleerd met aanteekening, dat de rente afgelost is. 18. 1373 April 27. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Pieter Louwen zoon erkent schuldig te zijn aan Olemeynsen Mr. Voppen weduwe een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 11 hont land in het Noerlant over de Kreek. Int jaer ons Heren M° CCC0 drie ende tseventich des Woensdaghes na sente Marcus' dach ewangelisten. Oorspr. (Inv. no. 58). Met geschonden landzegel in groene was. 19. 1374 September 17. Jan van Arnhem, parochiepastoor te tsGravenzande, en Dirc Mont, vicecureit in Oostvoern, oorkonden, dat Clemense mr. Voppen weduwe schenkt aan de bagijnen in het hof te sGravenzande een jaarhjksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 11 hont land in Noerlant bij de Kreek, met last tot eenige uitkeeringen en het houden van memoriën etc. Ghegheven int jaer ons Heeren dusent driehondert vier ende tseventich op sente Lambrechts dach. Oorspr. (Inv. no. 68). De beide zegels verloren. 296 20. 1375 Maart 4. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Ghyse Fyen zoon erkent schuldig te zijn aan Gheryt Mont een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 3 morgen land, die hij in erfhuur heeft in het Nieuwelant bij den Maesdijk. Int jaer ons Heren M° CCC0 vijf ende tseventich vier daghe in Maerte. Oorspr. (Inv. no. 59). Het landzegel verloren. N.B. Het charter is vastgehecht aan no. 27. 21. 1376 Maart 16. Jan'Bake Gheryts zoon en Lauwer Motael, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Pieter Hoen verkoopt aan Jan Mulocs zoon een jaarhjksche rente van 1 pond Hollandsch, vermeld in den brief d.d. 1371 Maart 1 (reg. no. 16), waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heren M°CCC° zes ende tseventich zestien daghe in Maerte. Oorspr. (Inv. no. 50). De schepenzegels verloren. N.B. In dorso staat: dit is het testament van Jan van der Star. 22. 1384 Januari 11. Aelbrecht van der Wateringe, ridder, vermaakt aan de bagijnen te Zande 1 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 9% morgen land in het ambacht Wateringe, welke hij aan de kerk aldaar vermaakt. Int jaer ons Heeren duysent driehondert vier ende tachtich des Manendages nae dertienden dage. 1) Oorspr. (Inv. no. 181). Het zegel van den oorkonder verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVI verso. 23. 1387 November 25. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Herper Odziers zoon erkent schuldig te zijn aan Lizebetken van Voerburch een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit de helft van 4 hont land in de Zijtwinde en uit 1 hont en de helft van y2 morgen in het Nieuwelant. Int jaer ons Heren M° CCC° tachtich ende zevene op sente Katrinen dach. Oorspr. (Inv. no. 60). Het landzegel verloren. 24. 1387 December 28. Hughe Jans zoon en Claes van Zeelant, schepenen van sGravenzande, oorkonden, dat Claes Hughe zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Jan Fynenhoys zoon een jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis met erf. Int jaer ons Heren M° CCC° zeven ende tachtich des Manendaghes na sente Thomas' dach apostels. 1) Oorspr. (Inv. no. 51). Met zegel van Huych Jans zoon in groene was, dat van Claes van Zeelant verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIII verso. N.B. In dorso staat: dit is testament van Huygh Lyven zoon. 25. 1890 Mei 24. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Jan van der Strate erkent schuldig te zijn aan Florys Arnts zoon een jaarhjksche Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Herper Odziers zoon erkent schuldig te zijn aan Lizebetken van Voerburch een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit de helft van 4 hont land in de Zijtwinde en uit 1 hont en de helft van y2 morgen in het Nieuwelant. Int jaer ons Heren M° CCC° tachtich ende zevene op sente Katrinen dach. Oorspr. (Inv. no. 60). Het landzegel verloren. 1387 December 28. Hughe Jans zoon en Claes van Zeelant, schepenen van sGravenzande, oorkonden, dat Claes Hughe zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Jan Fynenhoys zoon een jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis met erf. Int jaer ons Heren M° CCC° zeven ende tachtich des Manendaghes na sente Thomas' dach apostels. 1) Oorspr. (Inv. no. 51). Met zegel van Huych Jans zoon in groene was, dat van Claes van Zeelant verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIII verso. N.B. In dorso staat: dit is testament van Huygh Lyven zoon. 1890 Mei 24. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Jan van der Strate erkent schuldig te zijn aan Florys Arnts zoon een jaarhjksche 297 rente van 40 schellingen Hollandsch, gaande uit iy2 morgen land in het Oudelant. Int jaer ons Heren M° CCC° ende tnegentich op sente Urbanus' avond. Oorspr. (Inv. no. 90). Het schependomszegel verloren. N.B. Het charter is vastgehecht aan no. 56. 26. 1897 April 14. Katrijn Hughen, bagijn te sGravenzande, maakt met raad van heer Arnt van Diest, parochiepastoor, een testament, waarbij ze vermaakt aan haar nicht Ymmen Jan Michiels zoons dochter, bagijn, een jaarhjksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit haar land in het ambacht vanMonster en, bij ontstentenis van haar, 10 schellingen 's jaars aan den Heiligen Geest te sGravenzande en 10 aan de formarie in het bagijnhof aldaar, terwijl genoemde Ymme op dezelfde wijze haar tante Katrine 10 pond Hollandsch in eens vermaakt, na dier dood te vervallen^ de helft aan het convent in het bagijnhof, de andere helft aan de formarie aldaar. Int jaer ons Heren M° CCC° seven ende tnegentich viertien daghe in Aprelle. Oorspr. (Inv. no. 74). Het zegel van den pastoor verloren. 27. 1400 Februari 22. "Dirc Gheryt Monts zoon, priester, vermaakt de jaarhjksche rente van 20 schellingen Hollandsch, hem aangekomen van zijn vader en zijn moeder Margriete en omschreven in den brief d.d. 1875 Maart 4 (reg. no. 20), aan de bagijnen te sGravenzande en .hun kapel met last tot eenige missen. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert op sente Pieters dach ad cathedram. Oorspr. (Inv. no. 59). Het zegel van den oorkonder verloren. 28. 1408 Februari 24. \ Mariken Huygen dochter maakt met raad van heer Aernt van Diest, parocbiepastoor te sGravenzande, een testament, waarbij zij o.a. vermaakt aan de kapel in het bagijnhof y2 morgen land in het Oudelant en 4 hont land elders benevens %y2 schelling 'sjaars kaarsgeld tot het houden van jaargetijden en missen en voor de firmerie 2% schelling, welke 5 schellingen gaan uit het huis met erf, waarin Jacob Bolle woonde. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende drie up sinte Mathijs' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 38). Met geschonden zegel van Aernt van Diest in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVIII. - 29. 1404 November 15. Aelbrecht, paltsgraaf op den Bijn, hertog van Beyeren, graaf van Henegouwen, Hollant en Zeelant en heer van Vrieslant, bevestigt de bagijnen te sGravensande in haar recht, haar door zijn voorvader, 298 koning Wülaem, graaf van Hoüant, geschonken, geen tienden verschuldigd te zijn van de vruchten, welke in haar hof groeien. Ghe geven in den Haghe upten vijftienden dach in November int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende vier. Afschr. in Inv. no. 11, fol. II. 30. 1404 December 7. Jan Phüps' zoon verkoopt aan Jan Jans zoon 13 hont land met een uitweg in Monsterambacht. Int jaer ons Heeren duyzent vierhondert ende vier up onser Vrouwen avont conceptio. Afschr. op perkament met de brieven, waarvan reg. nos. 54 en 85, door notaris Dirck Sproncx zoon met zijn handteekening (Inv. no-. 75). 31. 1406 Mei 1. Marritgen Jacobs dochter vermaakt aan de bagijnen van tsGravenzande een jaarhjksche rente van 15 schellingen, te verdoelen 5 voor de kapel, 5 voor de formarie en 5 voor kaarsgeld, gaande uit 2 hont land in haar vaders woning. Int jaer ons Heren M° CCCC0 ende ses op den Meyen dach. Oorspr. (Inv. no. 61). Met geschonden zegel van heer Aernt van Diest, parochiepastoor, in groene was. 32. 1407 Juli 5. Lijsbeth Dircs dochter yermaakt met raad van heer Arent van Dijst, parochiepastoor te sGravensande, aan de bagijnen aldaar 1 morgen land in het ambacht Monster aan den Nuwén wech, met last tot uitkeering aan ieder der 5 bedelorden van 4 schellingen 's jaars. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende zeven tipten vijf ten dach in Julio. 1) Oorspr. (Inv. no. 34). Het zegel van Aernt van Dijst verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIV verso. 33. 1408 December 25. Wülem van Egmonde vermaakt met raad van heer Aernt van Diest, parochiepastoor te sGravenzande, aan de bagijnen aldaar den steenen duiventil, welken hij heeft doen maken op het land, dat hij van haar gehuurd heeft binnen haar hof, en een boomgaard met al wat daarbij behoort. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte opten heylighen Kersdach. 1) Oorspr. (Inv. no. 14). Met de zegels van den oorkonder, den pastoor, Goeswijn van Tricht, kapelaan, Andries Uter Voort en Dirc Jacobs zoon, schepenen, in groene was. 2) Opgenomen in een vidimus d.d. 1436 November 29 (reg. no. "60>. ^ ^ 34. 1409 Mei 13. Heer Aernt Spiker, kanunnik van Sint Marie in den Hage, verkoopt aan Pieter Block 8% hont land in het ambacht tsGravensande in het Nyeuwelant. 299 Int jaer ons Heren M CCCC ende neghen op sinte Servaes' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. no. 20). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol XXXV verso. 35. 1412 Augustus 24. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Olivier Claeus' zoon erkent schuldig te zijn aan Conigondt Wigghers dochter eene jaarhjksche rente van 20 groot, gaande uit 3 morgen land, gelegen in het Oudelant tusschen den Ouden en den Noertlantschen dijk. Int jaer ons Heeren M° CCCC ende twaleve. op sinte Berthelmees' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 97). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIII verso. 3) Gevidimeerd in den brief d.d. 1551 Juni 16 (reg. no. 157). 36. 1413 October 9. Willem Ymme Wülems dochter maakt met raad van heer Hubrecht van Voirn, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij vermaakt aan Machtelt Wülem Cupers weduwe, haar moeder, de helft van 8% hont land in het Oudelant, welk land na haar moeders dood zal komen aan haar moei Katrijn, de bagijn, en na haar overlijden aan de firmerie in het bagijnhof aldaar, waarvoor de bagijnen haar en haar moeders jaargetijde zullen houden. Ghegeven int jaer ons Heeren XIIIIc ende dertien upten negensten dach in Octobri. 1) Oorspr. (Inv. no. 39). Met geschonden zegel van den pastoor in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVII verso. 37. 1414 Juli 18. Machtelt Jans dochter, bagijn, vermaakt met raad van heer Hubrecht van Voirn, parochiepastoor te sGravenzande, aan de infirmerie van het bagijnhof aldaar de helft van % morgen land in het ambacht Monster, waarvoor de infirmerie voor haar en haar ouders jaargetijden moet houden. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende viertién upten achtienden dach in Julio. ?V Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVI. N.B. In margine staat: dit land heeft ghecoft ende betaelt Pieter Jan Wilm IJabrant zoons zoon tot Monster. 38. 1415 Mei 16. Wülem van Egmont maakt met raad van heer Hubrecht van Voirn, parochiepastoor te sGravensandt, een testament, waarbij, aangezien hij niet geheel heeft voldaan aan den uitersten wü van zijn moeder, houdende eenige jaarrenten aan de bagijnen aldaar, hij haar vermaakt 1 morgen land in het Ouwelant. Int jaer ons Heeren XHHc ende vijftien upten sestiensten dach in Meye. 1) Oorspr. (Inv. no. 40). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was; dat van den pastoor verloren 2) Afschr. in Inv. no. 11, foL XVII verso. 800 39. 1416 December 4. Huge Mulock, provisor en deken van Delflant, mr. Hughe Clais' zoon en Aernt van Dorp, priesters, oorkonden, dat Pieter Block, Heyman Jans zoon en Jacob Heeters zoon verklaren, mede voor Jan de Wachter, dat zij als erfgenamen aan de bagijnen (te sGravenzande) afstaan het land in Monsterambacht, door Lijsbeth Dircs dochter aan genoemde bagijnen vermaakt. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende sestien up sinte Barbaren dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 34). Met een rest van het dienstzegel van Delfland, dat van Hughe Clais' zoon (Wit) ongeschonden, dat van Aernt van Dorp geschonden, alle in groene was. 2) Afschr. "in Inv. no. 11, fol. XXV. 40. 1421 Februari 16. Bertolomees Harperens zoon verkoopt aan de bagijnen te sGravensande, ten behoeve der formerie, een stuk land in het Ouwelant. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende enentwintich des Sonnendages na sinte Valentijns dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 41). De zegels van Allairt Bartolomees' zoon en Florys Oheryts zoon, verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVII. 41. 1421 Maart 28. De provisor en deken van Delflandia doet uitspraak in een geschil van de bagijnen in tsGravenzande tegen de erfgenamen van Florentius Hu go's zoon, waarbij hij beslist, dat de laatsten verplicht zijn aan de bagijnen jaarlijks dé 10 schellingen te betalen, die genoemde Florentius haar gemaakt had. Acta sunt hec coram nobis sub anno Domini millesimo quadringentesimo vicesimo primo Sabbato post Letare. Oorspr. (Inv. no. 82). Het zegel is verloren. 42. 1421 Juli 26. Jacob Jan en Jan Buys verkoopen aan de bagijnen % hont land "in het Niwelant. duzent vierhondert ende enentwintich des Saterdages na sinte Jacobs da(ch). .Oorspr. (Inv. no. 19). Met het geschonden zegel van (Pieter) Jans zoon van der Sterre in groene was. N.B. Een groot gedeelte is door afschilfering onleesbaar. 43. 1426 November 25. Gheertruyt Dirc Pijls dochter en haar zoon, heer Jan van Hoern, priester,- verkoopen aan Hughe Florys' zoon 8% hont land in het ambacht tsGravensande. Ghescreven op sinte Katrinen dach int jair ons Heren M° CCCC0 ses ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 28). De zegels van Jan Starc en heer Johan verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXVI verso. 801 44. 1428 Januari 7. Jan van der Haer, parochiepastoor te sGravensande, oorkondt, dat Baerte Dircx van der Dnyn, toen hij haar de sacramenten toediende, een testament heeft gemaakt, waarbij ze vermaakte aan de bagijnen aldaar de helft van 5 hont land in het Nyewelant tusschen den Ouden dijk en de Wateringhe. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert achtentwintich sDonderdages nae derthienen dach. Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIII. 45. 1428 Januari 26. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Heynric Pieter Bloes zoon verkoopt aan Heynric Dircx zoon 80 schellingen 's jaars, gaande uit zijn huis met erf, staande in het Nyewelant aan den Maesdijek. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert. acht ende twintich des Dinxsdages nae sinte Pouwels dach conversio. 1) Oorspr. (Inv. no. 62). Het landzegel verloren. Met transfix d.d. 1486 Juli 16 (reg. no. 114). 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XII. verso. 46. (14)28. Juli 2(1). Machtelt Louwen dochter vermaakt aan de bagijnen te tsGravenzande een jaarlijksche rente van 1 pond, uit te keeren door de HeiligeGeestmeesters aldaar van land in den Heen, met last tot het houden van missen enz. acht ende twintich up sinte Marien Magdalenen Oorspr. (Inv. no. 83). Het zegel van Machtelt Louwen dochter verloren. N.B. He helft van het stuk is verloren en de akte is gecompleteerd naar een akte in het archief van den Heiligen Geest, (zie aldaar reg. no. 107). 47. 1428 December 31. Prior en convent der Beguheren van Sinte Hieronimusdal binnen Delff beloven aan de bewaarsters van het bagijnhof te sGravensande het land, dat deze hun procurator ten behoeve van het klooster hunner orde aldaar hebben gegeven, terug te geven als het klooster niet blijft bestaan en anders hun een gelijkwaardig land er voor terug te geven. Op sinte Silvester dach int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 15). Het conventszegel verloren. 48. 1430 Maart 31. Claes Arents zoon verkoopt aan Zoete Jans dochter, bewaarster, en aan Beatrijs Florys' dochter, formerister van het bagijnhof te sGravensande, eene jaarlijksche rente van 2 wilhelmusschilden, waarvan het eene schild aan genoemd bagijnhof zal toebehooren, het andere aan de formerie, gaande uit eene weide, groot 1 y2 morgen, gelegen in het Noorlant, ten zuiden eh ten oosten begrensd door den Noorlantschen dijk. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende dertich upten lesten dach van Maerte. Afschr. in Inv. no. 11 fol. IX verso. N.B. Zie reg. no. 61. 802 49. 1431 Juli 4. Notaris Heynricus Eobbertus' zoon instrumenteert, dat bij op verzoek van vrouwe de Dortoge, echtgenoote van heer Theodericus de Egmonda, ridder, met den schout van tsGravenzande het getuigenis van een paar bagijnen heeft te boek gesteld in zake het wangedrag van heer Johannes de Zolen, priester van de Premonstratenser orde, door den abt van Insula beate Marie tot kapelaan aldaar aangesteld. Acta sunt hec in capella begutarii de tsGravenzande sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo tricesimo primo indictione nona mensis Julii die quarta hora quasi decima de mane pontificatus sanc. tissimi in Christo patris ac domini nostri domini Eugenii pape quarti anno suo primo) Oorspr. in duplo (Inv. no. 4). Met signatuur van den notaris. 50. 1432 (Januari 81). Prior en convent der Eeguheren van Bethaniën bij sGravensande geven in erfpacht aan de bagijnen aldaar een boomgaard, oostwaarts van het gasthuis, in ruil voor de erfhuur van 4 hont land, gelegen oostwaarts van de bagijnensloot tot de vaart, benevens 1 gouden kroon 'sjaars. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert twie ende dertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 16). Het conventszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIIII verso. N.B. Zie reg. no. 129. De dateering is aangenomen in verband met reg. no. 80 van den Inv. van de Regulieren in Bethanië te 's-Gravenzande. 51. 1482 Maart 17. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Jan Buys ver-, koopt aan Machtelt Enghebrechts Wermbrechts zoons weduwe eene jaarhjksche rente van 2 gouden Beiersche guldens 's jaars, gaande uit zijn woning en 2 morgen land, grenzende ten noorden aan den Ouden dijk en ten oosten aan Poelenburch. Int jair ons Heren duisent vierhondert tweendertich up sente Gheertruyd dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 92). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIIII. 52. 1432 April 4. Bertelmees Gherits zoon1) en Haestyen Pelegrims dochter van (Waetselaer), zijne echtgenoote, vermaken aan de bagijnen te sGravensande eene jaarlijksche rente van 1 wilhelmusschild, gaande uit 1 morgen weiland in Noorlant bij de Noorlantsche sluis. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert twie ende dertich op sinte Ambrosius' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 63). De zegels van heer Andries, , prior van de Regulieren te 's-Gravenzande, en Dirc Jacobs zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XV. 53.. 1432 Augustus 14. Notaris Heynricus Eobbertus' zoon instrumenteert, dat Bartha Gherardus Nicolaus' zoons dochter, bagijn te tsGravenzande, een tes- *) Zie bldz. 382. 808 tament maakt, waarbij ze vermaakt aan de firmarie xls morgen land in het ambacht Naeldwijck met last tot het houden van missen*etc. Acta sunt hec in domo habitationis mei notarii infrascripti sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo tricesimo secundo indictione decima mensis Augusti die quartadecima hora quasi octava de mane pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini pape quarti anno suo secundo). Oorspr. (Inv. no. 47). Met de signatuur van den notaris. 54. 1488 Mei 9. Katrijn Pieters dochter, bagijn te tsGravensand, vermaakt aan het bagijnhof 1 pond 's jaars,' gaande uit 1 % hont en 80 gaarden land, vermeld in den brief d.d. 1504 December 7 (reg. no. 80). In tjaer ons Heeren dusent vierhondert drie ende dertich op den negenden dach in Meye. 1) Oorspr. (Inv. no. 75). Het zegel van Geryt den Brunen van Burgherdijck verloren. 2) Afschr. van den notaris Theodoricus Spronck. Op hetzelfde blad staan afschriften van de nos. 30 en 85. 3) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXV. 55. 1433 Mei 13. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Katrijn Pieter Blocx erfgenamen, nl. Mees Blocx zoon, Willem Allerts zoon, Claes Jans zoon, Heinric Pieter Blocx zoon, Mees Gheesen en Jan Buys Airnts zoon, verkoopen aan Henrick Dircx zoon de helft van 7 hont land in het Nyewelant, hun aanbestorven van genoemde Katrijn. Ghegeven int jaer ons Heeren duysent vierhondert drieendertich op sinte Servaes' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 20). Het landzegel 'verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXV verso. N.B. In dorso staat: Aechte Claes' dochter testament. 56. 1484 September 2. Beatrijs Florys' dochter, bagijn, maakt met raad van heer Jan van der Haèr, parochiepastoor, een testament, waarbij zij vermaakt aan de bagijnen van sGravenzand een jaarlijksche rente van 40 schellingen Hollandsch, voor de eene helft ten behoeve van de kapel, voor de andere ten behoeve der infirmerie op het bagijnhof, gaande uit 1 y2 morgen land in het Oudelant, zooals vermeld in den brief d.d 1390 Mei 24 (reg. no. 25), waaraan deze gehecht is. Int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende dertich op die ander dach in Septembri. Oorspr. (Inv. no. 90). Het zegel van den pastoor verloren. 57. -1436 Mei 8. Dirck Jan Casus en Aernt Gheryt zoon, schepenen van Delf, oorkonden, dat Jan van Zanen verkoopt aan Beatris Florys' dochter, bewaarster van de formerje te sGravensande, ten behoeve der arme bagijnen aldaar, 40 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf, 804 gelegen in het Noorteynde aan de oostzijde van den ouden hinderdam. Int jaer ons Heeren M CCCC ses ende dertich tsDinxdages nae Meyedage. Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIII verso. 58. 1486 Juni 28. Jan Aernts zoon verkoopt aan Phihps Jans zoon, zijn neef, een stuk land, gelegen in het ambacht tsGravenzande in het Ouwelant. Dit was gedaen int jaer ons Heren dusend vierhondert ende zesse ende dertich op sinte Pieter ende Pouwels avont in Junio opten XXVIIIen dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 43). Met het zegel van Claes Jan Scouten zoon in groene was, dat Van Aernt Gheryts zoon verloren. Met transfix d.d. 1484 Oecember 31 (reg. no. 111). 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XX. 59. 1436 November 29. Prior en convent der Eeguheren van Bethaniën bij tsGravenzande geven vidimus van den brief d.d. 1408 December 25 (reg. no. 33). Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende ses ende dertich op sinte Andries' avont. Oorspr. (Inv. no. 14). Met geschonden zegel van het het convent in groene was. 60. 1437 Juli 19. De officiaal van het Hof van Trajectum oorkondt, om een eind te maken aan de langdurige oneenigheden daaromtrent, dat de bagijnen van sGravenzande vrij zullen zijn van elke belasting, en draagt aan zijn onderhebbende geestelijken op hier voor te waken en de autoriteiten bij herhaling van belastingheffing driemaal te waarschuwen en vervolgens op den eerstvolgenden rechtsdag te Dordracum voor hèm te roepen. Datum anno Domini mülesimo quadringentesimo tricesimq septimo mensis Juin die decima nona. 1) Oorspr. (Inv. no. 6). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXIII. 61. 1441 Mei 7. Claes Arents zoon1), schout te sGravensande, en Huyge Jacobs zoon oorkonden, dat Katrijn, overleden echtgenoote van Huyge, bij testament aan de bagijnen aldaar vermaakt heeft eene jaarhjksche rente van 10 schellingen, waarvoor deze haar jaargetijde zullen houden, welke rente gaat uit eene weide, groot 1 % morgen, gelegen in sGravensandtambacht in het Noorlant. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert een ende viertich opten sevenden dach in Mey. 1) Oorspr. (Inv. no. 64). Met de zegels van Claes Aernts zoon en Symon Dircs zoon in groene was, waarvan het eerste geschonden. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. X. 62. 1441 Juni 29. Jan Jans zoon, koster te sGravenzande, verkoopt aan Jan Wouters ~) Zie bldz. 385. 805 zoon van Sceveninge 1 morgen land in het Noortlant tusschen den Noorlantschen dijk en den middelweg. Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende viertich op sinte Pieters ende sinte Pouwels dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 42). Met het . zegel van Pieter Pieters zoon, priester, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVII. 63. 1442 Februari 23. Landschepenen van tsGravensande oorkonden, dat Marijtgen Jan Buschairts weduwe en haar zoon Dirck Jans zoon verkoopen aan Ymmetgen Willem Geryts zoons dochter een jaarlijksche rente van 2 gouden wilhelmusschilden Hollandsch, gaande uit 7 hont land benoorden het gasthuis aldaar in de Grote Tyende. Int jair ons Heeren dusent vierhondert twee ende viertich up sinte Mathijs' avont in Selle. Oorspr. (Inv. no. 65). Met geschonden landzegel in groene was. 64. 1445 Aprü 14. Heynrick Jans zoon verkoopt aan Berwout Mathijs' zoon eene jaarhjksche rente van 4 gouden Bijnsche keurvorster guldens, gaande uit 7 morgen land in het ambacht Monster. Upten viertienden dach in Aprille int jair ons Heren duysent vierhondert vijf ende viertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 100). Met geschonden zegel van Claes Symons zoon in groene was; dat van Pouwel Pouwels zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIIII verso. N.B. Het oorspronkelijk is vastgehecht aan no. 75. In dorso staat: Machteld Claes' dochter besprocke. 65. 1447 September 19. '- Natalye Claes' dochter, bagijn te sGravensande, verklaart in 1447 kort voor Mei verkocht te hebben aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar eene rente van 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit iy2 morgen land in het ambacht Naeldwijck, met medeweten van Aechte, weduwe van Louwe Heynen zoon, haar erfgename. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert seven ende viertich upten negentienden dach in Septembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 78). De zegels van Florys Gheryts zoon en Symon Dircs zoon verloren. Met transfixen d.d. 1469 Maart 10 en 1473 Mei 8 (reg. nos. 84 en 93). 2) Afschr van den notaris Theodoricus Spronck op hetzelfde blad als de nos. 84 en 93. 3) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVII. 66. 1450 Maart 8. Jan die Bloot en Jan Hoven, schepenen van sGravensande, oorkonden, dat Ariaen Jans zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob Willems zoon 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis en tuin en % morgen land achter op de Ouwe Delff. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vijftich op den achtensen dach in Maert. 20 306 1) Oorspr. (Inv. no. 53). Met geschonden zegel van Jan die Bloot in groene was, dat van Jan Hoven verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXI verso. N.B. In dorso staat: Testament van G de wiel- maker. 67. 1450 Augustus 29. Landschepenen van tsGravensande oorkonden, dat Bette Jan Bouwijns zoons dochter yerkoopt aan Kerstijn Gheryts dochter, haar moei, eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit de helft van 7 hont land aan de oostzijde van de stad aan het Vrylant bij de vaart. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert ende vijftich upten negen ende twinticsten dach in Augusto. 1) Oorspr. (Inv. no. 66). Het landzegel verloren. Met transfix(losgeraakt)d.d. 1456 September 30 (reg. no. 72). 2) Afschr in Inv. no. 11, fol. XVI verso. 68. 1451 September 3. \ Prior en convent der Beguheren van Bethaniën bij sGravenzande kennen toe aan heer Pieter van der Sterre, priester, een lijfrente van 1 gouden wilhelmusschild, na. zijn dood als erfrente te komen aan de bagijnen binnen sGravenzande, gaande uit 10 hont land tusschen de Noortveet en het Heilige-Geesthuisje in Donysvelt. Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende vijftich opten derden dach in Septembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 67). Met geschonden conventszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XV. 69. 1451 November 15. Jan Jans zoon en Jan die Bloot, schepenen in tsGravensande, oorkonden, dat Symon Jans zoon erkent schuldig te zijn aan het bagijnhof aldaar een jaarlijksche rente van 20 groot Hollandsch, vermeld als 1 pond in den brief d d. 1368 October 16 (reg. no. 14), waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert een ende vijftich upten vijftiensten dach in Novembri. Oorspr. (Inv. no. 52). Met het zegel van Jan Jans zoon Hien, in groene was, dat van Jan die Bloot is verloren. 70. 1452 Januari 11. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Claes Gheryts zoon verkoopt aan Mees Huge Allerts zoons weduwe 5% hont land in het ambacht sGravensande in Costverloren tusschen den Groenen weg en den Poel. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert twee ende vijftich upten elften dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 27). Het landzegel verloren. Met transfix d.d. 1476 Februari 11 (reg. no. 99). 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVIII verso. 71. 1455 Juli 7. Jan Jans zoon en Jan Hoeven zoon, schepenen in tsGravenzande, beslissen in het geschil tusschen Lijsbeth Aernts dochter en Ymme 807 Louwen dochter, bewaarsters van het bagijnhof, tegen Bussent Heynrich Ghijssens weduwe, dat de muur van de straat oostwaarts langs de noordkamer van Russent tot aan den grooten boomgaard der bagijnen aan genen toebehoort met een strook daarbuiten, als noodig kan zijn voor den drop. Int jair ons Heeren duussent vierhondert vijf ende vijftich upten sevensten dach in Julio. Oorspr. (Inv. no. 9). Met de geschonden zegels van de schepenen in groene was. 72. 1456 September 30. Kerstijn Gheryts dochter, bagijn te tsGravenzande, verkoopt aan Lijsbeth Huygen dochter de rente, vermeld in den brief d.d. 1450 Augustus 29, waardoor deze gestoken is (reg no. 67). Int jaer ons Heeren duussent vierhondert zes ende vijftich upten lesten dach in Septembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 66). Het zegel van Claes Aernts zoon1), schout van 's-Gravenzande, verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVI verso. N.B. Blijkens een aanteekening in het cartularium werd deze rente betaald door het Sint-Elizabethszusterhuis in den Haag. 73. 1458 October 19. Provisor en deken van Delfland, gehoord de klacht van de rectrix of mater der bagijnen in de stad tsGravenzande, dat de baljuw haar telkens als wereldhjke personen behandelt, geeft opdracht aan al zijn ondergeschikte priesters, speciaal de geestelijken te tsGravenzande, hem ad feriam 2am proximam post XIM virginum (Maandag 28 October) op te roepen om zich in de Haagsche kerk op het gewone uur na de Hoogmis te verantwoorden aan zijn fiscaal ten overstaan van hemzelf. Datum anno Domini millesimo CCCC° LVIII° in crastino sancti Luce ewangeliste. Oorspr. op papier (Inv. no. 5*). Met geschonden opgedrukt zegel van den provisor in groene was. 74. 1459 Juni 10. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Bely Florys Gheryts zoons dochter i) verkoopt aan Huyghe Jans zoon % van 6 morgen land in Pieter Basts woning, bewesten den ouden Maesdijck. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert negen ende vijftich upten thyensten dach in Junio. 1) Oorspr. (Inv. no. 21). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIII verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Dit lant is tot Adriaen Hugen dochters testament geeoft. 75. 1459 November 29. Schepenen in het ambacht Monster oorkonden, dat Jacob Heinricx zoon verkoopt aan Claes Willems zoon eene jaarlijksche rente van 2 gouden Bijnsche guldens, gaande uit 7 morgen land in genoemd am1) Zie bldz. 382. Zie bldz. 382. 308 bacht, terwijl bij verkoop Jacob Heinricx zoon het eerst als kooper in aanmerking moet komen. Int jair ons Heren dusent vierhondert neghenenvijftich up sinte Andries' avont apostel. 1) Oorspr. (Inv. no. 100). Met het schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIIII. N.B. Dit charter is vastgehecht aan de nos. 64 en 143. In dorso staat: Machtelt Claes' dochters besprook. 76. 1460 November 5. Notaris Martinus, zoon van Arnoldus den beul, instrumenteert, dat Mees Huygen, bagijn, een testament maakt, waarbij zij o.a. vermaakt 5y2 hont lands voor de helft aan het bagijnhof te tsGravenzande en voor de andere helft aan de formarie aldaar, welk land ligt in het Ouweland bezuiden de stad met last aan de bewaarsters en formaristers tot eenige uitkeeringen en missen. - Acta fuerunt hec in opido prenominato anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate ejusdem Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo indictione octava mensis Novembris die vero quinta hora vesperarum vel quasi secundüm usum stilum et consuetudinem civitatis ac dyocesis Trajectensis pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pü divina providentia hujus nominis pape secundi anno tercio. Oorspr. (Inv. no. 22). De signatuur van den notaris ontbreekt. 77. 1460 December 13. Heynrick Jans zoon en Lijsbeth Jan Doe zoons weduwe verkoopen aan Touwe Pieters zoon 2 morgen land in het ambacht Monster in de Woutmaede. Int jair ons Heren duysent vierhondert ende tsestich upten dertiende dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 35). Met geschonden zegel van Geryt Colijns zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXIII verso. N.B. In dorso staat: Dit is Haesgen ende Jorys Touwen dochteren haar testament. 78. 1461 April 30. Aef Boekei Claes' zoons weduwe verkoopt aan heer Dirck Jacops zoon, priester, het land, vermeld in den brief, waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren duyssent vierhondert een ende tsestich upten lesten dach in Aprüle. Oorspr. (Inv. no. 36). Het zegel van Claes Aernts zoon te 's-Gravenzande verloren. N.B. De brief, waardoor deze gestoken is, is verloren. 79. 1465 Mei 1. Bartholomees Gheryts zoon1), Symon Dircx zoon, Claes Louwerys' zoon en Dirc Jans zoon, kerkmeesters van de kerk te sGravenzande, koopen met het geld van de bagijn Katherijn Pieters dochter van Monster een jaarrente van 2 pond Hollandsch om als lijfrente aan haar uit ») Zia bldz. 382. 809 te keeren en na haar dood, tenzij zij wegens nooddruft nog 2 pond erbij heeft ontvangen, uit te keeren aan de 5 bedelorden 1 schelling Hollandsch 's jaars en aan de kapel op 't bagijnhof 2 kaarsen, elk van een pond was; Ghegeven int jair ons Heren MCCCC vijf ende tsestich opten eersten dach in Mey. 1) Oorspr. (Inv. no. 2). Met let kerkzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVI. 80. 1465 November 14. Notaris Nicolaus Thomas' zoon van Medemblic, instrumenteert, dat Margareta de Lecca, bagijn in tsGravenzande, bewaarster van het bagijnhof, en Balua, weduwe enz., bagijn aldaar, zusters, bij testament elkaar tot erfgenaam maken, bepalende, dat na haar dood de goederen zullen komen aan het bagijnhof, onder verplichting haar levensonderhoud te geven, als ze behoeftig mochten worden. Acta fuerunt hec in tsGravenzande prefata in domo habitacionis mei notarii sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo quinto indictione decima tercia mensis Novembris die decima quarta hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ao domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno secundo.). Oorspr. (Inv. no. 102). Met de signatuur van den notaris. ,' j. ^ ; N.B. In dorso staat een aanteekening omtrent den uitersten wil van Margriet van der Lek, waarbij zij o. a. voor 2 pond 's jaars 32 zielmissen koopt. 81. 1465 December 18. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Wouter Jan Allerts zoons zoon verkoopt aan heer Dirck Jacobs zoon eene jaarlijksche rente van 40 schellingen, gaande uit zijn huis en 3 morgen land beoosten den Maesdijck. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert vijf ende tsestich upten achtiensten dach in December. . 1) Oorspr. (Inv. no. 91). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVI. 82. 1466 Januari 31. Landschepenen van sGravensande pachten de bewaarsters van het bagijnhof aldaar een jaarlijksche rente aan van 6 schellingen 8 penningen Hoüandsch, gaande uit 9 hont land in Noordland ten Zuiden van den Noortlantschen weg, wegens achterstallige renten, groot 3 pond 8 stuivers, te betalen door Machtelt Heynricx dochter. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ses ende sestich upten lesten dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 23). Met geschonden landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. X verso. 83. 1466 April 20. Landschepenen van sGravensande pachten de bewaarsters van het 810 bagijnhof aldaar 9 hont land aan ten Zuiden van den Noirlantschen weg wegens achterstallige renten, aangezien Machtelt Heynricx op den uitersten rechtsdag niet ter verantwoording verschenen is. upten twintichsten dach in April int jaer ons Heeren dusent vierhondert ses ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 23). Met geschonden landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XI. 84. 1469 Maart 10. Machtelt Huych vrouw Eyen zoons dochter, en Mergriet van der Leek, bewaarsters van het bagijnhof te sGravensande, verkoopen met consent van haar convent en van mr. Tyelman, provisor en deken van Delflant, aan Doe Jacobs zoon de rente van 40 schellingen Hollandsch, vermeld in denbrief d.d. 1447 September 19, waardoor deze gestoken is (reg. no. 65). upten thienden dach van Maerte in den jaere ons Heeren dusent vierhondert neghen en tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 78). Met de zegels van Jan Gheryts zoon en Heynrick Giellis Storms zoon, schepenen van 's-Gravenzande, in groene was, waarvan het eerste ge- , schonden. Met transfix d.d. 1472 Mei 8 (reg. no. 93). 2) Afschr. van den notaris Theodorius Spronck op hetzelfde blad als de nos. 65 en 93. 3) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVII verso, 85. 1469 Mei 12. Schepenen in het ambacht Monster oorkonden, dat Katrijn Pieters dochter, bagijn te tsGravenzandt, vermaakt aan het gilde van den Heyligen Cruyce te Monster s/5 van 18 hont land in den Poeldijck, vermeld in den brief d.d. 1404 December 7, waardoor deze gestoken is, (reg. no. 30) welk land haar met haar broeders aangekomen was van haar oom Jan Jans zoon. Int jaer ons Heeren duysent vierhondert negen ende tsestich upten twalefsten dach in Meye. Afschr. op perkament met de brieven, waarvan reg. no30 en 54, door notaris Dirck Sproncx zoon, met zijn handteekening (Inv. no. 75). 86. 1471 Maart 18. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Bertholomees Hughen, bagijn, verkoopt aan de formaristers van het bagijnhof 4 hont land in Kostverlorentyende bewesten den Gruenewech. upten achtyenden dach in Maert int jaer ons Heeren duussent vierhondert een ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 44). Met geschonden landzegel in groene was. N.B. Deze is gestoken door den brief d.d. 1477 Augustus 1 (reg. no. 102). 87. 1471 September 10. Ymme Ghijsbrechts dochter, bagijn te tsGravensande, maakt met raad van heer Willem Jorys' zoon, prior van de Eeguheren aldaar, een testament, waarbij zij vermaakt aan het bagijnhof 1 % morgen land, 811 waarvan 2% hont in hét Nyewelant en 7 hont tusschen den Maesdijck en de Watering, met last tot het doen houden van missen en tot eenige uitkeeringen. Int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende tseventich upten tyenden dach in Septembry. Oorspr. (Inv. no. 24). Het priorszegel verloren. 88. 1471 November 18. Lijsbeth Aernt Jacops zoons weduwe verkoopt aan Katrijn Jan Willems zoons dochter de helft van een jaarhjksche rente van 2 gouden Beijersche guldens gaande uit 2 morgen land in het ambacht van tsGravenzand. opten XlIIen dach in Novembri in jair ons Heren duysent vierhondert een ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 92). Het zegel van Dirck van der Dorp, schout van Maeslant, verloren; de getransigeerde brief d.d. 1474 Juli 24 (reg. no. 95) is losgeraakt. 89. 1472 Juni 14. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Jan Symons zoon erkent schuldig te zijn aan heer Dirck Jacops zoon, priester, een jaarhjksche rente van 20 stuivers Hollandsch, gaande uit 5 hont 25 gaarden land in Noirdtlant tusschen de Kreek en den Noirdtlanschen dijk. upten XlIIen dach van Junio in den jaer ons Heeren duysent vyerhondert twyentseventich. Oorspr. (Inv. no. 33). Met het geschonden landzegel in groene was. Met transfix d.d. 1518 October 5 (reg. no. 139). 90. 1472 September 18. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Florys Huyge zoon van Baphorst erkent schuldig te zijn aan het convent van het bagijnhof te sGravensande eene jaarhjksche rente van 8% pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en 2 morgen land aan den Maasdijk. up den heyhch Cruys ende sinte Cornehs' avont in den jaer ons Heeren dusent vierhondert twyent ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 68). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXI verso. 91. 1472 December 18. Claes de Heuter Wülems zoon verkoopt aan heer Adriaen Jans zoon, priester, 1 morgen land aan de noordzijde van tsGravensande in Donysvelt. Gescreven opten XVIIIen dach in Decembri int jair ons Heeren M CCCC twee ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 25). Het zegel van den oorkonder verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XI verso. 92. 1472 December 18. Claes dë Heuter Wülems zoon vermaakt den bagijnen te tsGravensande y2 morgen land in bet Noortlant, 812 Gescreven opten XVIIIen dach in Decembry int jair ons Heeren MCCCC twee ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 26). Met gesehonden zegel van den oorkonder in groene was. 93. 1473 Mei 8. Jan Gheryts zoon en Heynrick Gillis Storms zoon, schepenen in sGravensande, oorkonden, dat Due Jacobs zoon verkoopt aan Machtelt Huyghen vrouw Eyen zoons dochter en Mergriet van der Leek, bewaarstersvan het bagijnhof aldaar, de 40 schellingenHollandsch 'sjaars.welke hijzelf van haar gekocht heeft, gaande uit landen en erven binnen den ban van Naeldwijck en nader vermeld in de brieven d.d. 1447 September 29 en 1469 Maart 10, waardoor deze gestoken is (reg. nos. 65 en 84). Upten achten dach van Meye in den jaer ons Heeren dusent vierhondert ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 78). De zegels der beide oorkonders verloren. * 2) Afschr. van den notaris Theodoricus Spronck op hetzelfde blad als de nos. 65 en 84 (Inv. no. 78). 3) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVIII. 94. 1478. Katrijn en Baerte, Arent van Dijcx dochters, oorkonden, dat hun zuster Nataly een testament had gemaakt, waarbij ze de bagijnen te sGravensande vermaakte 1 pond Hollandsch 's jaars, te ontvangen na den dood van Baerte, gaande uit de helft van 4 hont weiland in het ambacht Naeldwijck in het broek benoorden de Molensloot, en dat zij op het laatst van haar leven, omdat dit testament niet verleden noch gezegeld was, hen verzocht heeft dit alsnog te laten doen, waartoe zij Mr. Vranck, deken van het kapittel van Naeldwijck, hebben aangezocht. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 79). Het zegel van den deken verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVII. N.B. Zie de aanteekening bij no. 133. 95. 1474 Juli 24. Landschepenen van tsGravenzand oorkonden, dat Jacop Hughe zoon, Lourys Hughe Bouwen Aernt zoon Botemuyl, Conraet Heynrix zoon en Pieternel Hughen dochter, bagijn, verkoopen aan Kathrijn Jans dochter een jaarlijksche rente van x/5 gouden Beijerschen gulden, gaande uit het land, waaruit zij reeds 1 Beijerschen gulden 's jaars had, als vermeld in den brief d.d. 1471 November 13, waardoor deze gestoken is (reg. no. 88). In den jaer ons Heren duysent vierhondert ende vier ende tzeventich , opten XXIIIIden dach in Julio. Oorspr. (Inv. no. 92). Het landzegel verloren. Met transfix d.d. 1475 Januari 24 (reg. no. 96). 96. 1475 Januari 24. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Mees Pieters zoon verkoopt aan Katherijn Jans dochter, bagijn, een jaarlijksche rente van 2/5 gouden Beijerschen gulden, gaande uit 2 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1474 Juli 24, waardoor deze gestoken is (reg. no. 95). 313 Int jaer ons Heren duysent vierhondert ende LXXV opten XXIIII ten dach in Januario. Oorspr. (Inv. no. 92). Met het landzegel in groene was. N.B. Aan dezen zijn gehecht de nos. 97 en 100. 97. 1475 Februari 6. ■ Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Huych Ghijsbrechts zoon verkoopt aan Kathrijn Jans dochter, bagijn, een jaarlijksche rente van1 /5 gouden Beijerschen gulden, gaande uit 2 morgen land, vermeld in den brief, waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heren duysent vyerhondert ende LXXV opten VIten dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 92). Het landzegel ontbreekt. N.B. De doorstoken brief ontbreekt., Aan dezen is gehecht no. 100. 98. 1475 April 4. Jan Gherryts zoon, schout, en Dirc Huyghe zoon, burgemeester der stad van tsGravenzand, oorkonden, dat Claes Aer Jans zoon verkoopt aan heer Dirc Jacops zoon, priester aldaar, een erf binnen de stad beoosten en bezuiden de vaart, met recht van uitweg over zijn land. Int jair ons Heren duysent vyerhondert ende LXXV opten IlIIden dach in Aprili. Oorspr. (Inv. no. 17). De zegels der oorkonders verloren. 99. 1476 Februari 11. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Mees Huyge Allaerts zoons weduwe verkoopt aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar 5% hont land, vermeld in den brief d.d. 1452 Januari 11, waardoor deze gestoken is (reg. no. 70). upten elften dach in Februario in den jaer ons Heeren dusent vierhondert ses ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 27). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIX. N.B. In margine staat, dat dit land verkocht is aan Gerit Willems zoon aan de Banck. 100. 1476 Mei 1. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Katrijn Jans dochter, bagijn, verkoopt aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar een jaarlijksche rente van l4/5 gouden Beijerschen gulden, gaande uit 2 morgen land aan den ouden dijk bewesten Poelenburch. Upten eersten dach in Meye in den jair ons Heren dusent vierhondert ses ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 92). Het landzegel ontbreekt. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIIII verso. N.B. Het charter is vastgehecht aan de nos. 95, 96 en 97. 101. 1477 Augustus 1. Jan Gheryts zoon en Ghijsbrecht Claes' zoon, schepenen van sGravensande, oork\>nden,dat mr. Adriaen Jans zoon, priester, verkoopt aan 314 de mfirmeristers van het bagijnhof aldaar eene rente van 9 stuivers [sjaars, gaande uit het huis en erf aan de oostzijde van de Cortestraat in het Zuideinde. upten eersten dach van Augusto in den jair ons Heeren dusent vierhondert seven ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 88). Met de zegels van Jan Geryts zoon en Heynrick Yelys Storms zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXII. 102. 1477 Augustus 1. Landschepenen van sGravenzande oorkonden dat Aernt Huygen zoon en Claes Harpers zoon verkoopen aan de infirmeristers van het bagijnhof aldaar 2 hont land in Kostverloren, liggende naast het land, vermeld in den brief d.d. 1471 Maart 18, waardoor deze gestoken is (ree no. 86). & v ë upten eersten dach van Augusto in den jair ons Heren dusent vierhondert seven ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 44). Met het geschonden landzegel in groene was. 103. 1478 Februari 20. Landschepenen van het ambacht sGravenzande oorkonden, dat Florys Jans zoon, Huyge Willems zoon en Maertijn Pieters zoon, als erfgenamen in den boedel van Lijsbeth Huygen dochter, bagijn, ook namens de medeërfgenamen verkoopen aan Suete Gheryts dochter en haar zuster Heyl 3% hont land in het ambacht sGravensande beoosten de banwatering van het oude Nieuwelant. upten twintichsten dach in Februario in den jaire ons Heren dusent vierhondert acht ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 28). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXVII. N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan no. 43. In dorso staat, dat de zusters het land aan het bagijnhof vermaakten. 104. 1480. Henrick van Lienen, pastoor te tsGravenzand, onder belofte bij het graf van heer Dirc Jacobs zoon geregeld gebeden uit te spreken, waarvoor diens zuster Agnies hem land en renten heeft gegeven, staat met consent van zijn abt en het convent (van Mariënweerde) en de kerkmeesters Jan Symon zoon, Henrich Storms zoon, Hughe Taeyster en Wouter Jans zoon haar toe op het altaar van Sint Sebastiaan en Sint Blasius, martyres, 3 missen 's weeks te stichten en dit officie te geven aan haar neef Barthelmees Jacobs zoon, priester. Gheghangen int jair ons Heren dusent vierhondert ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 104). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 105. 1480 December 8. Jan Gheryts zoon, burgemeester, en Aerst Jans zoon, schepen in sGravensande^ oorkonden, dat Pieter Ghijsbrechts zoon verkoopt aan Lijsbeth Clais' dochter, bagijn, een jaarlijksche rente van 25 groot ten laste van het bagijnhof. Ghedaen opten derden dach van Decembri int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tachtich. 815 Oorspr. (Inv. no. 87). De zegels der oorkonders verloren. N.B. Uit een aanteekening in dorso blijkt, dat de helft van deze rente behoort aan de formarie. 106. 1482 Januari 27. Pieter van den Haghe, gardiaan van de orde der Minderbroeders van Dordrech, en het convent geven kwijting voor de aflossing van de renten, die de firmarie betaalde, gaande uit bet bagijnhof. In jaer ons Heerren MCCCC ende LXXXII op den seven en twynthichte dach van Januario. Oorspr. (Inv. no. 103). Met het geschonden conventszegel in roode was. 107. 1482 November 24. Burgemeesters, schepenen en raden van Delff oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters aldaar, met consent der vroedschap, verkoopen wegens duurte van het koren en dreigend gebrek daaraan, aan Nyese Jacobs dochter 1% morgen land met het meertje in het ambacht sGravensande. Int jaer ons Heren M CCCC twee ende tachtich opten XXIIIIen dach in Novembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden zegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XX. N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan no. 118. Zie ook reg. no. 104. 108. 1484 September 21. Bouwen Hüyghen zoon en Airnt Huyghen zoon, erfgenamen van Kathrijn Jan Gerrits verzekeren Louweris Claes' zoon de hem gemaakte rente van 2 pond 's jaars, gaande uit 4 morgen land. opten een ende twentichsten dach in Septembri int jaer ons Heren duysent vierhondert vier ende tachtentich. Oorspr. (Inv. no. 80). Met de zegels in groene was van Boudewijn Willems zoon, pastoor en kanunnik te Naaldwijk, en Jan die Burchgraef Jans zoon, baljuw en schout aldaar. N.B. Op een aangehecht stukje papier: Dit is ghecomen van heer Louris Claes' zoon ende is twe pont Hollants, men sel houden sijn jaerghetijt opt tgraf III schelling ende een vat biers; dese twe pont betaelt ons die man bij die Naeldwijckse galch. 109. 1484 October 18. Arnoldus de Zande1) en Heynricus de Myda, als arbiters uitspraak doende in een geschil tusschen de burgemeesters van Zande en de bagijnen aldaar, beslissen, dat laatstgenoemden vrijgesteld zullen zijn van den accijns op bier, althans voor 4 kroezen bier per hoofd. In villa Hagensi sub anno mülesimo quadringentesimo octuagesimo quarto mensis Octobris die decima octava. 1) Oorspr. (Inv. no. 7). Het zegel van Arnoldus de Zande verloren, dat van Heynricus de Myda in roode was en geschonden. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. 3. *) Zie bldz, 382. 816 110. 1484 October 20. Heynrick Gillis Storms, burgemeester, en Jan Symons zoon, schepen van sGravensande, oorkonden, dat Willem Dircs zoon de wever erkent schuldig te zijn aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar eene jaarhjksche rente van 10 stuivers, gaande uit zijn huis met erf aan de Kortestraat, terwijl hiermede te niet gedaan worden alle oude brieven betreffende deze rente. den XXen dach in Octobri int jaer Ons Heeren dusent vierhondert vier ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 54). Met de zegels der oorkonders in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXII verso. 111. 1484 December 81. Heynric Gillis Storms zoon, burgemeester, en Jan Symons zoon, schepen van sGravensande, oorkonden,dat Gheryt Phillips' zoon, alias koopman Gheryt, verkoopt aan Agniese Jacobs dochter 1 morgen land aldaar bij den Voermolen, vermeld in den brief d.d. 1436 Juni 28, waardoor deze gestoken is (reg. no. 58). den lesten dach in December int jaer ons Heeren dusent vier hondert vier ende tachtich. 1) Oorspr. (Iny. no. 43). Met de zegels van de oorkonders in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XX verso. 112. 1485 December 12. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Heynrick Ariaens zoon Blom verkoopt aan mr. Adriaen Jans zoon, priester aldaar, eene jaarhjksche rente van 1 Rijnschen gulden, gaande uit zijn huis met erf in het Pachtlant en uit % morgen land in het Neywelant langs den dwarsdijk tot den nieuwen dijk. den twaleften dach in Decembri in den jare ons Heeren dusent vierhondert vijf ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 93). Met geschonden ambachtszegel in. groene was. Met transfix d.d. 1487 Juli 25 (ree. no. 115). 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XII. 113. 1486 Juni 6. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Lijs beth Florys' dochter, de bagijn, verkoopt aan Machtelt Huyghen dochter en aan Jan Jans dochter, bewaarsters van het bagijnhof aldaar, y2 morgen land in Donysveldt, grenzende ten westen aan de Wael. den sesten dach in Junio in den jare ons Heeren dusent vierhondert ses ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 29). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XI verso. 114. 1486 Juli 16. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Aechte Claes' dochter, de bagijn, verkoopt aan mr. Adriaen Jans zoon, priester aldaar, eene jaarlijksche rente van 30 schellingen Hollandsch, gaande uit 7 hont land met een huis, vermeld in den brief d.d. 1428 817 Januari 26 (reg. no. 45), waardoor deze gestoken is, bewoond door Euvert Jans zoon en gelegen in het Nuwelant aan den Maasdijk op een stuk land, groot 7 hont, terwijl, indien oudere rentebrieven daarop mochten blijken te bestaan, deze zullen gaan uit het land aan de zuidzijde der gemelde landen. den sestienden dach in Julio int jaer ons Heeren dusent vierhondert ses ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 62). Het ambachtszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XII verso. N.B. De getransfigeerde brief is losgeraakt. 115. 1487 Juli 25. Adriaen Jans zoon, priester, verkoopt aan Wateryng Jans dochter en Machtelt Huyghen dochter, bewaarsters van het bagijnhof te sGravensande, 20 stuivers 's jaars, gaande uit het land, vermeld in den brief d.d. 1485 December 12 (reg. no. 112), waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert seven ende tachtich up sinte Jacobs dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 93). Met geschonden zegel van Aerst Jans zoon, broeder van den oorkonder, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol XII. 116. 1480 Maart 1. Landschepenen van het ambacht tsGravensande oorkonden, dat Heynrick Heynrick zoon verkoopt aan Adriaen Jans zoon, priester, eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf, groot 1 morgen, in Noorlant ten westen grenzend aan den Maesdijck. opten eersten dach van Maert int jaer ons Heeren dusent vierhondert neghen ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 69). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. IX. 117. 1490 November 2. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Ber.tholomees Jacobs zoon, priester, en Agnyese Jacobs dochter, bagijn aldaar, in erfhuur uitgeven aan Spronck Jans zoon een woonhuis met toebehooren en 6 morgen en 2 hont land in Donysvelt, voorts 1 y2 morgen lands ten zuiden hiervan, op voorwaarde, dat alle opstal aan de eigenaars zal komen. opten XXten dach in Novembri in den jaere ons Heeren dusent vierhondert ende tneghentich. Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXIII. 118. 1490 November 20. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Jan Jacobs zoon van Wael in erfhuur ontvangt van heer Bertholomees Jacobs zoon, priester, en Agnies Jacobs dochter, bagijn aldaar, 1 y2 morgen land in Donysvelt. Opten XXten dach in Novembri in den jaere ons Heeren dusent vierhondert ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden ambachtszegel in groene was. N.B Gehecht aan no. 107. 318 119. 1495 Februari 12. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Haes Florys Huyghen zoons weduwe verklaart, dat, aangezien Agnyese Jacobs dochter, bagijn aldaar, betaald heeft de helft van de 3 morgen land in genoemd ambacht, die Florys Huygen zoon, haar man, in 1482 gekocht heeft van de Heilige-Geestmeesters van Delff, zij haar daarom de helft van die 3 morgen afstaat, terwijl zij zelve de andere helft behoudt. opten twaleften dach van Februario in den jare ons Heeren dusent vierhondert vijf ende tnegentich. 1) Oorspr. (Inv. no. 45). Met het landzegel in groene was 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXI. 120. 1496 Maart 12. Schout, burgemeesters en schepenen van de stad sGravensande oorkonden, dat Jan Hermans zoon, mr. Jan Claes' zoon, barbier, en Louwerys Ghijsbrechts zoon, Heihge:Geestmeesters aldaar, erkennen schuldig te zijn aan de bewaarsters van het bagijnhof eene jaarlijksche rente Van 20 stuivers, gaande uit een huis met erf, gelegen binnen de stadsvrijheid aan den Ommeloop, terwijl hiermede te niet is de oude brief van 2 pond Hollandsch 's jaars, welke de bagijnen hadden op dit huis. ■ upten twaleften dach in Maerte in den jaer ons Heeren dusent vierhondert ses ende tnegentich. 1) Oorspr. (Inv. no. 83). Met geschonden stadszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIII. 121. 1498 Maart 1. ' Dirck Jacobs zoon, Jan Ghijsbrechts zoon, Harman Heynricks zoon en Jan Gheryts zoon, kerkmeesters van sGravensande, erkennen schuldig te zijn aan het bagijnhof aldaar een jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, te weten 20 stuivers ingevolge testament van Lijsbeth Florys' dochter, bagijn, en 10 stuivers, vermaakt door Machtelt en Ermgaert Huychen dochters, bagijnen. , upten eersten dach van Maerte in den jare ons Heren dusent vierhondert acht ende tneghentich. Oorspr. Inv. (no. 84). Met geschonden stadszegel in groene was. 122. 1498 December 10. De provisor en deken van Delflandia oorkondt, dat in het proces van de bewaarsters van het bagijnhof der stad tsGravensande tégen Simon Hugo's zoon over 2 pond Hollandsch 's jaars uit de helft van 14 morgen land tusschen den Ouden dijk en den Poel aldaar, voor 29 a 80 jaar aan genoemd bagijnhof vermaakt door de bagijn Wilhelma Herpers dochter, genoemde Simon den hem opgedragen eed heeft geweigerd en erkend heeft deze rente schuldig te zijn. Datum et actum anno Domini mülesimo quaclringentesimo nonagesimo octavo decima die mensis Decembris. Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXII. i 819 N.B. Gecancelleerd; met aanteekening, dat Floris van Dam deze rente heeft afgelost en het bedrag op 30 Juli 1552 weder is belegd. 123. 1499 April 10. Notaris Henricus Jacobus Foytkinus' zoons zoon, instrumenteert, dat Agnies Jacobs dochter, bagijn te sGravensande, een testament maakt, waarbij ze vermaakt o.a. aan het bagijnhof aldaar de helft van 3 morgen land, vermeld in den mede overgegeven brief d.d. 1495 Februari 12 (reg. no. 119), met last van de opbrengst jaarlijks uit te keeren 1 pond aan den pater, een vat bier aan de bagijnen en 2 schellingen aan elk der 5 bedelorden. Acta sunt hec Naeldwijc in domo habitationis venerabilis domini decani ibidem anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo nono indictione secunda mensis Aprilis die decima hora vesperorum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno septimo). Oorspr. (Inv. no. 45). Met de signatuur van den notaris. 124. 1499 September 9. Notaris Henricus Jacobus Foytkinus' zoons zoon instrumenteert, dat Agnes Jacobus' dochter, bagijn in sGravensande, patrones en collatrix van het officium, onlangs door haar in de parochiekerk aldaar gesticht op het altaar van St. Blasius, hiermede begiftigt haar verwant Theodricus Sproncx zoon. Acta sunt hec Naeldwijc in domo habitationis decani ibidem anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra ( anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo nono indictione secunda mensis vero Septembris die nona hora completorn vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno octavo). Oorspr. (Inv. no. 105). Met de signatuur van den notaris. 125. 1500 December 12. Jacobus de Angulo, professor in de godgeleerdheid, deken van de collegiale kerk van Sint Adrianus in Naeldwijc, als arbiter in het geschil tusschen heer Harmannus de Kossem, pastoor van sGravensande, en de bewaarsters van het bagijnhof aldaar over de voordracht tot zeker officium, beslist, dat volgens uitersten wil van de stichteresSde bewaarsters bij gebrek aan bloedverwanten van haar, een priester hiertoe zullen voordragen met zijn medewerking. Anno Domini millesimo quingentesimo mensis Decembris die duodecima. Oorspr. (Inv. no. 106). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 126. 1501 Februari 8. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Heynrick Adriaens zoon Blom verkoopt aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar eene jaarlijksche rente van 20 stuivers, gaande uit % 320 morgen land in het Nyewelant in den zuidhoek ten oosten van den Nieuwen dijk en. ten noorden van den dwarsdijk. upten achten dach in Februario in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende een. 2) Oorspr. (Inv. no. 94). Met gesehonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XII. 127. 1503 Januari 25. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Jan Heymans zoon verkoopt aan Jannetgen Jans dochter, bagijn in het bagijnhof aldaar, een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 3 morgen pachtland aan den Bandijck en uit zijn woning in het Noorlant aan de westzijde van den Groenen weg. upten vijf ende twintichsten dach van Januario in den jare ons Heeren dusent vijfhondert ende drie. 1) Oorspr. (Inv. no. 70). Met het ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXX verso. 128. 1503 Januari 25. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Jan Heymans zoon verkoopt aan Margriet Gheryts dochter, bagijn aldaar, eene jaarhjksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 8 morgen pachtland aan den Bandijck en uit zijn huis in het Noorlant aan de westzijde van den Groenen weg. upten vijf ende twintichsten dach van Januario* in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende drie. 1) Oorspr. (Inv. no. 70). Met het ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXVI. 129. 1504 Januari 19. Notaris Cornehs Cornehs' zoon Gaerdinck verklaart, dat voor hem een compromis is gesloten tusschen prior, supprior, procurator en kapittelaars der Beguheren van Bethaniën te tsGravensande en dè bewaarsters van het bagijnhof met hun pater heer Louweris Claes' zoon om ter vermijding van kosten en ter wille van goede nabuurschap hun geschillen te onderwerpen aan arbiters, waarvoor zij tot superarbiter aanwijzen mr. Jacob Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, kanunnik van Naeldwijck, terwijl de prior tot arbiters kiest mr. Gillis Jans zoon, doctor in de godgeleerdheid, kanunnik van Naeldwijck, en Mr. Frans, pastoor aldaar, en de bagijnen Mr. Heynrick Sas, doctor in de rechten, en heer Claes van Haerlem, kanunniken te Naeldwijck. Gedaen upten negentienden dach in Januario in den jaire ons Heren, duysent vijffhondert ende vier. Afschr. op perkament door notaris Dirck Sproncx zoon, samen met no. 130 (Inv. no. 16). 130. 1504 Januari 30. Mr. Jacob Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, deken van Naeldwijck, als superarbiter, mr. Gillis Jans zoon, doctor in de 321 godgeleerdheid, en meester Vrans Claes' zoon, kanunniken te Naeldwijck, aan de zijde der Eeguheren van Bethaniën buiten sGravenzande, en mr. Heynrick Zas, doctor in de rechten, en Claes Jans zoon, kanunniken aldaar, aan de zijde der bagijnen te sGravensande als arbiters, beslissen in een oud geschil tusschen genoemde partijen, dat de Eeguheren jaarlijks aan de bagijnen zullen uitkeeren 1 gouden kroon (zie reg. no. 50) onder kwijtschelding hunner jaarhjksche schuld van 3 schellingen Hollandsch, gaande uit het gasthuis, benevens de beide wühelmusschüden, vermeld in de brieven d.d. 1451 September 3 (reg. no. 68) en 1432 April 4 (reg. no. 52) en dat de bagijnen den Regulieren zullen uitkeeren 13 stuivers, terwijl de Beguheren 2 Bijnsche guldens zullen bijdragen in de kosten, door de bagijnen gemaakt voor den provisor en deken van Delflant. Int jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende vier upten dertichsten dach in Januario. 1) Afschr. door notaris Dirck Sproncx zoon op per kament, samen met no. 129 (Inv. no. 16). 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XV verso. 131. 1504 Maart 27. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Jan Ghijsbrechts zoon erkent schuldig te zijn aan de bagijnen aldaar een jaarhjksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 4 hont land in het Vrylant, omsloten ten oosten, westen en noorden door de vaart, waarmede wordt kwijtgescholden de brief van wijlen Jan Aelwijns zoon van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 2 hont land, ingevolge het testament van Florys Huyge zoon en Lijsbeth, zijn echtgenoote. In den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende vier des Woensdachs nae onser Vrouwen dach annunciacio. 1) Oorspr. (Inv. no. 71). Met het ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIII verso. 132. 1506 Juni 19. Mary ken Wülem Phühps' zoons dochter, weduwe van Gheryt. Claes' zoon, erkent, dat de infirmerie van het bagijnhof van sGravensande een jaarlijksche rente van 1 pond heeft, gaande uit 2 morgen land in den ban van Monster ten zuiden van de Hoolsloot. Int jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende zes upten XlXen dach van Junio. 1) Oorspr. (Inv. no. 99). Met geplet schepenzegel van Honsolredijek. 2) Afschr in Inv. no. 11, fol. XXXIX verso. 133. 1507 October 7. Theus Huyge zoon en Cornelys Jans zoon, Heilige-Geestmeesters te Naeldtwijck, erkennen schuldig te zijn aan het convent van de bagijnen te sGravensande een jaarlijksche rente van 1 pond Hoüandsch. In den jaer ons Heeren vijftienhondert zeven dén zevenden dach in Octobri. Afschr. in Inv. no. 40, fol. XXXV. 21 322 N.B. Uit een bijschrift blijkt, dat deze akte de rente, vermeld in den brief d.«d. 1473 (reg. no. 94) te niet doet. 134. 1510 Juli 20. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Elyzabeth Dircs dochter, bagijn te Delf, aan het bagijnhof te Gravensande geeft 3U weer land in het Nyewelant aldaar, van den ouden Maesdijck tot den nieuwen dijk tegen een lijfrente, overeenkomstig de waarde van dit land, nl. 9 s/4 pond Hollandsch, na haar dood te besteden voor missen etc. upten twintichsten dach in Julio in den jare ons Heeren dusent vijfhondert ende thien. 1) Oorspr. (Inv. no. 31). Met, geschonden landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. li, fol. XXXVI. 135. 1510 December 20. Schepenen van Monster oorkonden, dat Symon Dirx Jans zoon verkoopt aan de bewaarsters van het bagijnhof te tsGravenzant een jaarhjksche rente van 10 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 4 morgen land aan den Madeweg terzijde van zijne woning. Int jaer ons Heeren duyssent vijfhondert ende tyen upten twintichsten dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 77). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol XXXIIII verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Item up desèn brief hebben hare testament ghemaect ende betaelt Jan Jans zoon (ende) Lijsbeth Claes' dochter, te weeten Jan Jans zoon vierdalf pond sjaers, Lijsbeth Claes' dochter anderhalf pond. Datum nu Margriet Dircks dochter in die plaets van Machtelt Pyeters dochter 2 pond ende Aechte Joestendoohter XXXV stuivers; - en eene akte betreffende renteaflossing (zie reg. no. 160). Aan het oorspr. is vastgehecht de brief d.d. 1527 Maart 29 (ree no. 144). 5 136. 1511 Maart 20. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Florys Huychen zoon verkoopt aan de bewaarsters van het bagijnhof 1 % morgen land in de Weytyende. upten twintichsten dach van Maerte in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende elve. 1) Oorspr. (Inv. no. 46). Het ambaehtszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXV. 137. 1516 December 20. Schepenen van Monster oorkonden, dat Marritgen Symons dochter verkoopt aan het bagijnhof van tsGravenzandt en aan Alijt Wouters dochter, bagyn aldaar, elk een jaarhjksche rente van 1 pond Hollandsch gaande uit haar woning van 4 hont land in Monster aan de zuidzijde' van den Madeweg. 323 Int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende zestyen den twintichsten dach in December. Oorspr. (Inv. no. 76). Met geschonden schependomszegel in groene was. 138. 1517 Juli 24. Machtel Pieters dochter en Ermgen Olyvyers dochter, bewaarsters op het bagijnhof te tsCravenzant, geven aan Dirck Koopman Wülems in erfpacht 8 of 9 hont weiland in Noorlant tegen 2 pond Hollandsch 'sjaars. Ghescyet in tjaer ons Heeren M vijfhondert ende seeventyen XXIIII dach in Julio. Oorspr. (Inv. no. 32); chirograaf. N.B. Onder de akte staat, dat zij vernieuwd is in 1543. 139. 1518 October 5. Landschepenen van het ambacht van sGravensande pachten heer Louwerys Claes' zoon, optredend voor het bagijnhof, de 5 hont land toe, vermeld in den brief d.d. 1472 Juni 14 (reg. no. 89), waardoor deze gestoken is, wegens achterstallige renten. opten vijfden dach van October in den jare ons Heeren dusent vijfhondert ende achtien. Oorspr. (Inv. no. 33). Met geschonden landzegel in groene was. 140. 1521 Maart 18. Mechtelt, dochter tot Montfoort, geeft aan Lijsbeth Jan Heymans zoons dochter, bagijn te sGravensande, de 3 morgen land aldaar, die deze van haar in leen had, in eigendom, op verzoek van haar nicht van Wateringe en Berckenrode. Den XVIIIen dach in Maerte int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende eenentwyntich. Oorspr. (Inv. no. 70). Met de handteekening van Mach• teld voornoemd. N.B. Gehecht aan de nos. 127 en 128. 141. 1522 Maart 11. Arent Jans zoon te Scipluy oorkondt, dat hij in 1518 verkocht heeft aan de formarie van het bagijnhof te sGravensande een jaarhjksche rente van 2 pond 'Hoüandsch, gaande uit */« van 10 morgen land in het ambacht van Maeslant, zijn vader aangekomen van Mr. Jacop Wiüem Pijns zoon, tusschen de Monsterwatering en de Hodenpijlerlaan en uit 1U van 11 hont land bezuiden de Lierwatering. Opten elffsten dach in Martio anno XVc een ende twintich nae den loop sHooffs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 98). Met het schependomszegel van Maasland in groene was. 142. 1522 Mei 12. Burgemeesters en schepenen van sGravensande oorkonden, dat Willem Heynricks zoon van Zeelant erkent schuldig te zijn aan het convent van het bagijnhof een jaarlijksche rente van 9 stuivers, gaande uit een huis in het Zuiden der stad aan de Cortestraet. 324 • opten twaleften dach van Meye in den jaere ons Heeren dusent twie ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 55). Het stadszegel is verloren. 143. 1526 December 15. Broeder Pieter Claes' zoon, prior van het convent der Predicaren in tsGravenhage, jonge Pieter Baerts zoon, Philips Marcelis' zoon en Vranck van der Houve doen als arbiters uitspraak in een geschil tusschen heer Cornehs Pieters zoon, pater, en Jorys Arents dochter, bewaarster van het bagijnhof te tsGravensande, tegen Dirck Symons zoon en de zijnen over 6 Bijnsche guldens 's jaars uit 7 morgen land in Monster, vermeld in de brieven d.d. 1445 April 14 (reg. no. 64) en 1459 November 29 (reg. no. 75), en beslissen, dat Dirck Symons zoon voortaan 8 pond Hollandsch 'sjaars zal betalen. Aldus gedaen ende uuytgesproken den XVen dach van December anno XVc zes ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 100). Met de handteekeningen van de vier arbiters. N.B. Gehecht aan de nos. 64 en 75. 144. 1527 Maart 29. Jan Arents zoon, burgemeester, en Jacob Jacobs zoon, schepen van sGravensande, oorkonden, dat Heynrick Pieters zoon c.s. als erfgenamen van Machteld Pieters dochter, bagijn, aan de bewaarsters van het bigijnhof te sGravensande een jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch verkoopen, welke zij gemeen had met genoemd bagijnhof. opten XXIXen dach van Maerte in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert seven ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 77). Met geschonden stadszegel in groene was. N.B. Hieraan is vastgehecht de brief d.d. 1510 December 20 (reg. no. 135). 145. 1530 Februari 3. Notaris Derrick Frans' zoon instrumenteert, dat Ermgairt Ohviers dochter, bagijn te tsGravensande, haar testament maakt, waarbij ze onder herroeping van vroegere testamenten vermaakt o.a. aan het bagijnhof te tsGravensande een jaarlijksche rente van 2 wilhelmusschilden, met last tot verschillende uitkeeringen en het houden van missen. Aldus gedaen tot Naeldwijc ten huyse van Mr. Frans Dirix zoon, canoniek ter selver plaetse, ten jaere indictie maende dage ure pausdomme ende rijeken voirscreven (in den jaere van de geboerte Christi duysent vijffhondert dertich (Godt ter eeren) de driede indictie den derden dach van de maent Februario ter tweeder uren off dairomtrent nae middage dés paeusdoms ons alderheylichste vader ende heere heer Clement doer die voersichticheits Goids die sevenste paeus van dier name in zijn sevenste jaere ende regneerende dalreduerluchtichste excellenste ende mogenste prince Karolus de vijfste van dier naeme, gekozen keyser van Boome, altijts vermeerders Bijcx etc, coninck van Germaniën, van Spaingnen etc. in zijn elfste jaer des Eoomschen rijeken ende van Spaingnen ende danderen derthyenste). Oorspr. (Inv. no. 65). Met de signatuur van den notaris. 325 146. 1532 Januari 19. Notaris Theodricus Spronck instrumenteert, dat Elsgen Oliviers dochter, echtgenoote van Pieter Dircx zoon, handhaaft haar testament 24 a 25 jaar geleden in haar huwelijk met Outzyer- Matheus' zoon, samen met haar zuster Ermtgen gemaakt, waarbij zij aan het convent der bagijnen te tsGravenzande vermaakten een jaarhjksche rente van 2 gouden wilhelmusschilden, gaande uit 7 hont land benoorden het gasthuis aldaar, vermeld in den brief d.d. 1442 PebruariJ28-^reg. no. 63), met last tot het houden van missen en het doen van'eenige uitkeeringen. Aldus gedaen in der stede van tsGravenzande ten huyse van heer Adriaen IJsbrants zoon voirsz. (bagijnenpater) int jaer indictie maendt dach ure ende pausdoms ende keyserrijcxs als boven (vandt geboorte desselfs ons Heeren duysent vijfhondert twe ende dertich die vijfde (indictie) den negentienden dach in Januario te drie uren nae noen off daeromtrent tpausdoms onse alreheylichste vaders in Gode ende heere heer Clemens bij Gods voirsienichheyt die zevende van dier naeme in zijn negende jaere regnerende de alderonverwinlixste prince Karolus die vijffde keyser der Eomeynen int viertiende jaer zijns Eijcxs van Eomen). Oorspr. (Inv. no. 66). Met de signatuur van den notaris. 147. 1582 Februari 16. Jan Huge zoon, Dirck Mees' zoon, Jacop Dircxs zoon, Vranck Wormer, Gerit Dircks zoon, Arien Claes' zoon en Pouwels Huge zoon, gezworenen van het gerecht van Naeldwijck, oorkonden, dat Wülem Claes' zoon de rente van 2 pond Hoüandsch, die de bagijnen in 1447 kochten van Natahe Claes' dochter, gaande uit 1 y2 morgen, thans verzekert op zijn woning daarbij gelegen. In den jaren ons Heeren vijftienhondert ende twee ende dertich upten sestienden dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 78). Met geschonden zegel van Jan Wiggers zoon, schout van Naaldwijk, in roode was 148. 1532 Juni 5. Jacop Jacops zoon Smit en Pieter Claes' zoon, schepenen der stad sGravensande, oorkonden, dat Elizabeth Matheus' dochter, bagijn aldaar, een testament maakt, waarbij zij vermaakt o.a. aan het bagijnhof 9 pond Vlaamsch, waarvoor zij allereerst aanwijst brieven van 2 pond Vlaamsch 'sjaars op den Hagen, met last tot het doen houden van missen enz. opten vijfden dach in Junio in den jaire ons Heeren vijftienhondert twee ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 85). Het stadszegel is verloren. 149. 1533 Juni 19. Broeder Gerrit Jacobs zoon, prior, en broeder Anthonis Pieters zoon, procurator van het convent der Eeguheren te tsGravenzandt, verleenen toestemming aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar om het paterhuis met zijn püaren te bouwen op een halve roede gronds van het gasthuis der Eeguheren tegen eene recognitie van y2 stuiver 'sjaars. In den jaere XVc drie ende dertich den negentienden dach in Junio. 826 Oorspr. (Inv. no. 10). Met de handteekeningen van den prior en den procurator, van de bewaarster Lijsbeth Matheus' dochter (ook voor de bewaarster Alijt Wou • ters dochter) en van den notaris Dirck Spronx zoon, priester. 150. 1534 Januari 11. Notaris Theodricus Spronck instrumenteert, dat Katrijn Claes' dochter, bagijn te tsGravenzant, een testament maakt, waarbij zij o.a. aan het bagijnhof vermaakt een jaarhjksche rente van 4% pond Hollandsch, gaande uit een huis en erf in het ambacht Gruenevelt, vermeld in den brief d.d. 1520 December 20, met last tot het houden van missen enz. Aldus gedaen in der stede ende upten bagijnhove van tsGravezant voirsz. tenhuyze van de voirnoemde comparant int jaer indictie maent dach ure pausdoms ende keyserrijcxs als boven ( in den jaire van de geboorte ons Heeren duyzent vijfhondert vier ende dertich ter zevender indictie den elfden dach in Januario te twe uren off dairomtrent nae middage pausdoms onse akeheylichste vaders in Gode ende heere heer Clemens bij Goods voirsienichheyt die zevende paus van die name in zijn elfde jaere, regnerende de alder onverwinlicxste prince Karolus die vijfde keyser der Romeynen int zestiende jaer zijns Rijcxs van Romen). Oorspr. (Inv. no. 73). Met de signatuur van den notaris. Met transfix d.d. 1534 Augustus 16 (reg. no. 150). 151. 1534 Augustus 16. Gerit Wülems zoon en Dirck Cornehs' zoon, schepenen van de stad sGravenzande, oorkonden, dat Katrijn Claes' dochter, bagijn aldaar, een codicü maakt bij haar testament d.d. 1534 Januari 11 (reg. no. 150), waardoor deze gestoken is, waarbij zij de betahng van haar doodschulden regelt. opten sesthienden dach in Augusto in den jaire ons Heeren duyzent vijfhondert vier ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 73). Met het stadszegel in groene was. 152. 1585 November 10. Schout, burgemeesteren en schepenen der stad en baljuw en landschepenen van het ambacht van sGravenzande oorkonden, dat AUaert Henrix zoon, Aeriaen Sproncx zoon, Dirck Wiüems zoon en Pouwels Jans zoon, kerkmeesters der kerk te sGravenzande, overeenkomen met heer Aeriaen IJsbrants zoon, bagijnenpater, Lijsbeth Matheus' dochter en Alijt Wouters dochter, bewaarsters van het bagijnhof, dat de kerkmeesters aüe miswijn en misbrood, benoodigd in de bagijnenkapel, zullen leveren tegen inhouding van 1 Rijnschen gulden 7 schellingen 6 penningen Hoüandsch 's jaars van de rente van 6 Rijnsche guldens 7 schellingen 6 penningen, die zij jaarlijks aan de bagijnen betalen. upten thienden dach in Novembri in den jaire ons Heeren duyzent vijfhondert vijf ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 3). Met de zegels van heer Johan Huen van Kartijls, pastoor van 's-Gravezande, het stads- en het ambachtszegel in groene was. 827 153. 1540 Augustus 23. Cornelis Willems zoon, Dirck Willems zoon en Doe Doen zoon, schepenen in het ambacht van sGravensande, oorkonden, dat hun medeschepen Cornehs Dircx zoon verkoopt aan de mfirmeristers van het bagijnhof aldaar een jaarlijksche rente van 4 pond Hollandsch, gaande uit zijn woning aan den Maesdijck. upten drie ende twintichsten dach in Augusto in den jaire ons Heeren vijftienhondert ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 95). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 154. 1542 Juni 29. Allairt Henrix zoon en Pieter Backer, schepenen der stad sGravensande, oorkonden, dat Alijdt Wouters dochter, bagijn in het bagijnhof aldaar, een testament maakt, waarbij zij o.a. aan het bagijnhof een rentebrief van 4 pond Hollandsch 's jaars, ten laste van Maerten Herpers, zoon, vroeger van Lijsbeth Matheus' dochter, met opdracht tot het doen houden van missen etc. vermaakt. Opten negen ende twintichsten dach in Junio in den jaire ons Heeren duysent vijfhondert twee ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 86). Met geschonden stadszegel in groene was. 155. 1544 November 10. Wouter Jans zoon, Aeriaen Mathijs' zoon en Wülem Cornelis' zoon, schepenen in Zandambacht, oorkonden, dat Maerten Thomas' zoon verkoopt aan de infirmerie op het bagijnhof aldaar een jaarhjksche rente van 8 pond Hoüandsch, gaande uit zijn woning in Noirtlant. opten tienden dach in Novembri in den jaire ons Heeren vijftienhondert vier ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 96). Met het ambachtszegel in groene was. 156. 1547 Maart 11. Wouter Jans zoon, Franck Jans zoon en Aeriaen Mathijs' zoon, schepenen in Zandtambacht, oorkonden, dat Florys Dirxs zoon, medeschepen, verkoopt aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar een jaarhjksche rente van 8 pond Hoüandsch, gaande uit zijn woning aan den Maesdijck. upten elfden dach in Mairte int jair ons Heeren XVc seven ende veertich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 72). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 157. 1551 Juni 16. Vranck Jans zoon, Wouter Jans zoon en Adriaen Matthijs' zoon, schepenen in Sandtambacht, geven vidimus van den brief d.d. 1412 Augustus 24 (reg. no. 35). Upten XVI Juny int jair ons Heeren dusent vijfhondert ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 97). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 828 158. 1561 April 22. Cornelis Cornelis' zoon en Goris Claes' zoon, gezworenen van Naeldwijk, oorkonden, dat Marijcken Pouwels' dochter, weduwe van Dirck Aems zoon, verkoopt aan Josyna van der Bynckhorst Loedwijcx dochter en Anneken Amen dochter, fahebagijnen te Schravenzande, ten behoeve van het bagijnhof een losrente van 6 pond Hollandsch 'sjaars, losbaar met den penning 16, gaande uit 8% morgen 1 hont land aldaar. Opten XXIIen Aprihs anno XVc een ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 81). Met het zegel van Jan van Hoyhesloet, baljuw en schout van Naaldwijk, in roode was. r 159. 1570 April 8. Fredericus a Tautenburch, aartsbisschop van Trajectum, draagt den prior van het convent in Syon en Anthonius Lapidanus, deken van Naeltwijc, op om een priester aan te wijzen voor den dienst in het bagijnhof van sGravenzande, daar de pater ontslagen is in verband met het terugbrengen van den dienst van een dagelijksche mis tot 8 per week. Datum die octava mensis Aprihs anno a nativitate Domini'mülesimo quingentesimo septuagesimo. Oorspr. (Inv. no. 1). Het zegel ad causas verloren. 160 Lambrecht Heyndricks zoon, Jan Otsieren, smid, Pieter Jochems zoon en Herper Daniels zoon, Heilige-Geestmeesters resp. van 'sGravensande en Santambacht, verklaren met hun rentmeester, Jan Adriaans zoon van der Mayel, ontvangen te hebben van Ary Mardtens van der Voordt 124 gld. 10 stuivers ter aflossing van een rente van 12 pond Hollandsch 's jaars, waarvan er 10 vermeld worden in den brief d.d. 1510 December 20, op welks rugzijde dit geschreven is (zie reg. no. 185). Opgenomen in dorso van no. 135. DE HEILIGE GEEST TE s-GRAVENZANDE. INLEIDING. Wie in de middeleeuwen zijn geld wilde bestemmen voor vrome doeleinden en geen speciale voorkeur had, vermaakte zijn goed aan den Heiligen Geest; het werd dan ten bate der algemeene armen beheerd door Heilige-Geestmeesters, aangesteld door het wereldlijk gezag. In vele plaatsen vormden deze een broederschap; in het Westland en omgeving blijkt daar echter niets van. Te 's-Gravenzande kwamen ze het eerst in het begin der 14e eeuw voor. Ze waren vier in getal en waren aangewezen uit de poorters; men treft aan een barbier, een smid e. a. In sommige makingen wordt hun voor hunne bemoeiingen een kleine jaarlijksche uitkeering toegekend. Voor vervreemding van onroerend goed behoefden zij de toestemming van het stadsgerecht en daar zij geen eigen zegel hadden, heten zij hun akten alsdan zegelen door een burgemeester met het stadszegel. Van het officie op het altaar van den Heiligen Geest in de kerk van 's-Gravenzande hadden zij de collatie. Eichtten elders de Heilige-Geestmeesters veelal een gasthuis op voor de armen, hier bestond daaraan geen behoefte door de grafelijke instelling») ter plaatse. In vele gevallen werden zij vrijgelaten, hoe de gelden ten bate der armen aan te wenden. Meestal echter werden speciale wenschen geuit: jaarlijksche uitkeeringen aan pastoors, kapelaans, den koster, de vier (later vijf) bedelorden of uitdeelingen aan de armen van tarwe op Goeden Vrijdag en schoenen op St. Maarten. Een gebruikelijke making te 's-Gravenzande, vooral in de oudere tijden — een bijzonderheid waarop reeds J. de Fremery2) de aandacht heeft gevestigd — blijkt te zijn geweest de bestemming van eenig land tot kruisland, d. w. z. dat bij een volgendenkruistocht.het land moestworden te gelde gemaakt om daarvan een kruisvaarder uit te rusten, die voor den erflater het kruis waardig zal dragen. Zoolang deze „gemiene vaert naer den lande van overzee" niet had plaats gehad, werd de jaarlijksche opbrengst gewoonlijk bestemd voor de armen, uit te keeren door de Heilige-Geestmeesters en soms door de erfgenamen, maar in ieder geval werd het goed uitdrukkelijk buiten den boedel gehouden. Doordat geen kruistocht meer werd gehouden, zal langzamerhand dit land als onbe- !) Zie voor dit gasthuis de Inleiding van het klooster Bethanië op blz. 180. *) Archief v. Ncd. Kerkgesch. V, blz. 216. 330 zwaard zijn beschouwd. Mogen de velen makingen al den indruk vestigen, dat de Heilige Geest te 's-Gravenzande welgesteld was, een groote vermeerdering van inkomsten kwam na de hervorming. Toen nl. de Eeguheren 's-Gravenzande verheten, kwamen de door hen ondersteunde gezinnen ten getale van 52 ten laste der stad.Deze wendde zich om ondersteuning tot de provincie,die in 1580 ») daaraan voldeed door behalve het gasthuis de door de Staten in beslag genomen goederen van het bagijnhof aan de stad te schenken, welke ze onder beheer der Heilige-Geestmeesters stelde. Reeds voor deze uitbreiding van werkkring waren deze er toe overgegaan een eigen rentmeester aan te stellen. Strekte hun gebied zich vroeger slechts over het schependom der stad uit, in de tweede helft der 16e eeuw schijnen ze hun bemoeiingen mede te hebben uitgestrekt over Zandambacht, althans na dien tijd noemden ze zich Heilige-Geestmeesters binnen en buiten. INVENTARIS. A. Beheer der goederen. I. In het algemeen. 1*. Cartularium8). 1 deel. N.B. Dit cartularium bevat afschriften van oorkonden van 1307 — 1441, genummerd I —XCIX (de laatste genummëra met „honderdste"), daarna volgen negen oorkonden van 1540 — 1573. ingeschreven door notaris Arent Adriaens zoon Storm in de jaren 1574—1577, en een akte van 1588, door mij "genummerd 1 — 10. De bladen zijn van perkament, het omslag is vervangen door een modernen band. 2. Cartularium. 1 deel ('s-Gr. no. 86). N.B. Dit cartularium bevat dezelfde afschriften als dat, vermeld onder no. '1. De afschriften zijn hier niet genummerd. Van de tien afschriften, vermeld bij no. 1, is hier alleen het eerste opgenomen. Daarna volgt een lijst van renten, den Heiligen Geest toekomende en zullende verschijnen met Kerstmis 1601. De bladen zijn van papier, evenals het omslag. 3. Eegister van de landerijen, verhuurd over de jaren 1414—1440. 1 katern ('s-Gr. no. 86). 4. „Eegister van de landrenthen ende huysrenthen, den tafel van de Heilige Geest tsGravensant tuecomende." Blafferd over het iaar 1554. 1 deel ('s-Gr. no. 86). 5. Eegister van uitdeelingen ingevolge testamentaire beschikkingen, (midden 15e eeuw). 1 deel ('s-Gr. no. 86). N.B. Het register is grootendeels geschreven met dezelfde ' hand als het cartularium (no. 1). Behalve een opsom- l' Akte d.d. 20 Februari 1580. ('s-Gr. n°. 1). 2) Dit cartularium wordt thans in De Navorscher 1919 bl. 187 vlg. gepubliceerd naar een 18de eeuwsch afschrift. 881 ming van verplichte uitdeelingen, bevat het extracten uit eenige testamenten. In den Inv. van het Oud-Archief van 's-Gravenzande wordt het ten onrechte vermeld als register van landen, renten en andere inkomsten van den Heiligen Geest omstreeks 1450. 6. Rekening van de renten en landhuren over 1558, gedaan door Vranck Jans zoon, afgehoord 1556 Februari 28. 1 katern. N. B. Vranck Jans zoon was gehuwd met de weduwe van Hubrecht Claes' zoon, rentmeester van den Heiligen Geest. De rekening 'is afgehoord door den pastoor en de Heilige-Geestmeesters. Dit stuk bevond zich in het archief der Geestelijke Goederen. 7—10. Rekeningen als boven, gedaan door den rentmeester Wülem Jans zoon Dom. 1554—1560. 5 katerns ('s-Gr. no. 88). 7. Rekening over 1554, afgehoord 1556 September 21. 8. Rekening over 1555, afgehoord 1557 Juni 25. 9. Rekening over 1558, afgehoord 1561 Januari 14. 10. Rekening over 1560, afgehoord 1568 Juli 10. N.B. De eerste rekening is in duplo aanwezig; het blad, waarop de af hooring kan gestaan hebben ontbreekt. De eerste twee rekeningen zijn afgehoord door den pastoor en deHeiligeGeestmeesters, de laatste door de zelfden en den schout. 11 —12. Rekeningen als boven, gedaan door de weduwe van Wülem Jans zoon Dom. 1562 en 1568. 2 katerns ('s-Gr. no. 88). 11. Rekening over 1562, afgehoord 1567 Januari 14. 12. Rekening over 1568, afgehoord 1567 Januari 14. N.B. De rekeningen zijn afgehoord door den pastoor, de Heilige Geestmeesters, twee schepenen van de stad en twee van het ambacht 's-Gravenzande. 13—18. Rekeningen als boven, gedaan door den rentmeester Adriaen Diroks zoon. 1564—1572. 6 katerns ('s-Gr. no. 88). 18. Rekening over 1564. 14. Rekening over 1565. 15. Rekening over 1566. 16. Rekening over 1567, afgehoord 1570 December 29. 17. Rekening over 1568, afgehoord 1570 December 29. 18. Rekening over 1572. N.B. De eerste drie rekeningen zijn niet afgehoord, doch op de laatste bladzijde van elk staat: Bij mij Arien Joosten. Deze maakte blijkens de rekening over 1573 en 1576 deel uit van het gerecht van 's-Gravenzande.De vierde en vijfde rekening zijn afgehoord door den pastoor, de Heilige-Geestmeesters, een burgemeester en twee schepenen van de stad en een schepen van het ambacht'sGravenzande. 19—25. Rekeningen als boven, gedaan door deh rentmeester Jan Dom. 1578— 1579. 7 katerns ('s-Gr. no. 88). 19. Rekening over 1573, afgehoord 1576 Maart 9. 20. Rekening over 1574, afgehoord 1577 Maart 5. 21. Rekening over 1575, afgehoord 1581 Februari 24. 22. Rekening over 1576, afgehoord 1581 Februari 24. 332 23. Rekening over 1577, afgehoord 1581 Februari 24. 24. Rekening over 1578. 25. Rekening over 1579. N.B. De eerste vijf rekeningen zijn afgehoord door het gerecht van 's Gravenzande en Zandambaeht, met of zonder de Heilige-Geestmeesters. 26. Akte van het Hof van Holland, houdende voorschrift omtrent verhuring van land door de Heilige-Geestmeesters en verantwoording van den rentmeester. 1557 ('s-Gr. no. 199). 1 charter (reg. no. 154). II. Landerijen en Huizen. 1. m 's-Gravenzande (stad). 27. Eigendomsbewijs van een woning, afkomstig van Gheraerd, parochiepastoor te 's-Gravenzande. 1326. Met akte van kwijtschelding van een op dat huis gevestigde rente d.d. 1344 ('s-Gr. nos. 113 en 165). 2 charters (reg. nos. 9 en 18). 28. Testament vaü Beatrijs Pieter Ockers zoons dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest haar huis vermaakt. 1410 ('s-Gr. no. 128). 1 charter (reg. no. 80). 29. Eigendomsbewijs van een huis met erf, afkomstig van Gheertruvd Screvers. 1419 ('s-Gr. no. 131). • 1 charter (reg. no. 86). Akte van overdracht van een huis door Huge Joncker. Met bijbehoorend testament en een vidimus van een ander .1421 ('s-Gr. nos. 232,282a, en 188). 3 charters (reg. no . 89—92). 2. in 's-Gravenzande (ambacht). N.B. Zie ook reg. nos. 78 en 105. Testament van Godelt. waarbii zii aan den TTeilio-en ftfw*at 1 la„J vermaakt. 1328 ('s-Gr. no. 40). 1 charter (reg. no. .5). N.B. Zie ook reg. no. 20. 32. Testament van Dieric Melys' zoon en van zijn weduwe Avezoete, waarbij zij aan den Heiligen Geest vermaken 4 hont land, 5 schellingen en een deel van de opbrengst uit 5 hont 8 roeden land. 1840 en 1848 ('s-Gr nos. 45, 46 en 46a). 3 charters (reg. nos. 16 en 21). Testament van Margriete Zeelanders, waarbij zij aan den Heiligen Geest y2 morgen land vermaakt. 1852 ('s-Gr. no. 115). 1 charter (reg. no. 26). 30. 31. 33. 333 34. Testament van Bartelmees Jacobs zoon en Lizebeth zijn echtgenoote. waarbij zij aan den Heiligen Geest 1 morgen en 3% bont land vermaken, 1858 ('s-Gr. no. 117). 1 charter (reg. no. 30). 35. Testament van Jacob van Zeelant, waarbij aan den Heiligen Geest, ingeval van nalatigheid der erfgenamen, een stuk land wordt toegewezen (1848—1355). Met testament van Clays de Zeelander, handelende over hetzelfde land en over een rente van 2 schellingen jaarlijks. 1822 ('s-Gr. nos. 41 en 231). 2 charters (reg. nos. 4 en 28). 36. Eigendomsbewijs van y2 morgen land, afkomstig van Wülaem Heynrix zoon. 1351 ('s-Gr. no. 114). 1 charter (reg. no. 23). 37. Testament van Gheertruyt Pietermans, weduwe van Clays Haeschen, waarbij zij aan den Heiligen Geest een stuk land vermaakt. 1868 ('s-Gr. no. 120). 1 charter (reg. no. 41). 38. Testament van Gheryt Woestlant en Bely, zijn echtgenoote, waarbij zij aan den Heiligen Geest de helft van 8% bont land vermaken. 1864. Met akte, waarbij het land bezwaard wordt met een jaarhjksche uitdeeling van tarwe aan de armen. 1858 ('s-Gr. nos. 116 en 122). 2 charters (reg. nos. 29 en 43). 39. Eigendomsbewijs voor Pieter Hughen zoon van 4% hont land. 1877 ('s-Gr. no. 250). 1 charter (reg; no. 51). 40. Making aan den Heiligen Geest van 1 morgen land door Katerijn Pieter Hughen zoons echtgenoote. 1382 ('s-Gr. no. 42). 1 charter (reg. no. 57). 41. Eigendomsbewijs voor Gheryt van Delf van x/2 morgen land, afkomstig van Symon Willem Heyen zoon. 1884 ('s-Gr. no. 251). 1 charter (reg. no. 59). 42. Testament van Harnout Claes' zoon en Beatrijs, zijn echtgenoote, waarbij zij aan den Heiligen Geest iy2 morgen land vermaken. 1889 ('s-Gr. no. 124). 1 charter (reg. no. 64). 43. Testament van Ahjd Dircs dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest 1 -morgen land vermaakt. 1393. Met oudere verkoopakte van dat land d.d. 1888 ('s-Gr. nos. 258 en 126). 2 charters (reg. nos. 63 en 68). 44. Testament van Clays Clays' zoon en Wive, zijn echtgenoote, waarbij zij aan den Heiligen Geest 1 morgen land vermaken. 1898 ('s-Gr. no. 53). 1 charter (reg. no. -73). 45. Testament van Lijsbeth Dirx dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest 1 morgen land vermaakt. 1407 ('s-Gr. no.-127). 1 charter (reg. no. 77). 384 46. Testament van Katrijn Heymans weduwe, waarbij zij aan den Heiligen Geest drie perceelen land vermaakt. 1415 ('s-Gr. no. 180). 1 charter (reg. no. 82). 47. Testament van Dirc Jans zoon de Heus, waarbij hij aan den Heiligen Geest 5 hont land vermaakt. 1424 ('s-Gr. no. 136). 1 charter (reg. no. 98). 48. Eigendomsbewijs van 1 morgen land, afkomstig van Allaert Bartolomees' zoon. 1425 ('s-Gr. no. 149). 1 charter (reg. no. 103). 49. Making van 2 morgen land aan den Heiligen Geest door Dirc Airnts zoon en Aechte Florys', zijn echtgenoote. 1425 ('s-Gr. no. 188). 1 charter (reg. no. 104), 50. Eigendomsbewijs voor Pieter Jans zoon van der Sterre van XU van 7 hont land. 1427. Met oudere verkoopakte d.d. 1885 ('s-Gr. nos. 252 en 255). 2 charters (reg. no . 60 en 106). 51. Making van 6 hont land aan den Heiligen Geest door Machtelt Louwen dochter. 1428 ('s-Gr. no. 189). 1 charter (reg. no. 107). 52. Making van 4 hont land aan den Heiligen Geest door Dirc Jacobs zoon en Fye, zijn echtgenoote. 1485 ('s-Gr. no. 142). 1 charter (reg. no. 112). 53. Eigendomsbewijs van 8% hont land, afkomstig van Pbillips Svmons zoon. 1447 ('s-Gr. no. 151). 1 charter (reg. no. 118). 54. Testament van Lijsbeth Huygen dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest de helft van 1% morgen 1 hont 35 gaarden land vermaakt. 1459 ( s-Gr. no. 144). 1 charter (reg. no. 122). 55. Testament van Beli Dirc Clais Olyviers dochter, waarbij zij aan den Heihgen Geest */a van 2 morgen land vermaakt. 1464 ('s-Gr. no. 55). 1 charter (reg. no. 124). 56. Eigendomsbewijs van y2 morgen land, afkomstig van Olivver JacoDS zoon. 1472 ('s-Gr. no. 152). 1 charter (reg. no. 128). 67. Making van 6 hont land aan den Heiligen Geest door Lambrecht Dirtfs zoon en Gheerte, zijn echtgenoote. 1479 ('s-Gr. no. 145). 1 charter (reg. no. 129). 58. Eigendomsbewijs van 7 morgen land, afkomstig van Adriaen Jan Gilles' zoon. 1487. Met oudere verkoopakten d.d. 1460—1484 ('s-Gr nos 264 264a, 264b en 158). 4 charters (reg. nos. 123, 131 — 133). 335 59. Testament van Marritgen Pieter Ancems zoons weduwe en haar kinderen, waarbij zij aan den Heiligen Geest y2 morgen land en-een rente van 10 stuivers jaarlijks uit 2% morgen vermaken. 1488 ('s-Gr.'no. 147). 1 charter (reg. no. 134)." 60. Eigendomsbewijs voor Harman Jans zoon van 5 hont land. 1518. Met oudere verkoopakte d.d. 1517 ('s-Gr. nos. 266 en 266a). 2 charters (reg. nos. 139 en 140). 61. Eigendomsbewijs van 1 morgen land, afkomstig van de Eeguheren te 's-Gravenzande. 1520 ('s-Gr. no. 154). 1 charter {reg. no. 141). 62. Stukken betreffende den eigendom van een half weer en 9 hont land te 's-Gravenzande en een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars uit een huis aldaar, een uitkeering van 6 carolusguldens 's jaars aan lijfrente en van 18 pond Vlaamsch 'sjaars aan de armen, alles volgens testament van Mr. Willem Berendrecht en Barbara Coppiers, zijn echtgenoote. 1528— 1545 ('s-Gr. nos. 199, 200, 200a, 148 en 202). 5 charters en 2 stukken (reg. no=. 138, 143, 144, 146 en 147). 63. Eigendomsbewijs van 2 hont land, afkomstig van Maritgen Ploas' dochter. 1568. Met oudere verkoopakten d.d. 1459,1551 en 1554 ('s-Gr. nos 155, 155a, 155b en 155c). 4 charters (reg. nos. 121, 149, 151 en 161). 8. in Haagambackt. 64. Testament van Wülaem Moelnaer, waarbij hij aan den Heiligen Geest 5y2 a 6 morgen land vermaakt. 1860. Met vidimus d.d. 1860 en processtukken over den eigendom. 1561 ('s-Gr. nos. 118,118a, 204,205,206 en 206a). 6 charters (reg. not. 37, 40, 157 — 160). 65. Testament van Clais Jans zoon, waarbij hij aan den Heiligen Geest de helft van 4 morgen land vermaakt. 1420 ('s-Gr. no. 182). 1 charter (reg. no. 88). 4. in Vlaardingen (?). 66. Testament van Arnt van den Woude, waarbij hij aan den Heiligen Geest y2 en 7/8 hont land vermaakt. 1352 ('s-Gr. no. 47). 1 charter (reg. no. 27). 5. in Wateringen. 67. Testament van Agnieze Jacops dochter, vrouw Niden zoons, waarbij zij aan den Heiligen Geest x/3 van 1 morgen land vermaakt. 1360 ('s-Gr. no. 129). 1 charter (reg. no. 38). 386 III. Rentebrieven en andere inschulden. 68*. Rentebrief, groot 8 pond Hollandsch 's jaars, uit 44 morgen land bij Delft. 1497. 1 charter (reg. no. 136). 69. Testament van Ghertruyd Pieter Hughen zoons echtgenoote, waarbij zij aan den Heiligen Geest vier achtste deelen tarwe jaarlijks vermaakt, verzekerd op 4 hont land te 's-Gravenzande. 1890 ('s-Gr. no. 125). 1 charter (reg. no. 66). 70. Rentebrief, groot 50 schellingen Hollandsch 's jaars, uit een erf en een huis te 's-Gravenzande. 1390: Met een rente van 10 schellingen uit een huis aldaar, vermaakt aan den Heiligen Geest tot betaling van zekere uitkeeringen. 1400 ('s-Gr. nos, 54, 54a). 2 charters (reg. nos. 67 en 75). 71. Bevestiging door Joest Pieters zoon van de making door Jan van Valkenburch aan den Heiligen Geest van drie achtste deelen tarwe 's jaars, verzekerd op 1% morgen land te 's-Gravenzande. 1424 ('s-Gr. no. 187). 1 charter (reg. no. 101). 72. Rentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit 5 hont land-te 's-Gravenzande. 1441 ('s-Gr. no. 169). 1 charter (reg. no. 116). 73. Eentebrief, groot 10 stuivers 'sjaars, uit een huis te 's-Gravenzande. 1558 ('s-Gr. no. 173). 1 charter (reg. no. 156). 74. Testament van Glorie, bagijn te 's-Gravenzande, waarbij ze aan den Heiligen Geest eenige renten vermaakt uit land in de ambachten 's-Gravenzande en Bijswijk. 1812 ('s-Gr. no. 40). 1 charter (reg. no. 1). 75. Eentebrief, groot 10 schellingen 's jaars, uit een woning in het ambacht 's-Gravenzande. 1322 ('s-Gr. no. 168). 1 charter (reg. no. 3). 76. Eentebrief, groot 16 schellingen HoUandsch 'sjaars, uit 10% hont land in het ambacht 's-Gravenzande, waarvan 8 schellingen voor den Heiligen Geest. 1324. ('s-Gr. no. 43). 1 charter (reg. no. 6). 77. Rentebrief, groot 5 schellingen 's jaars, uit de helft van 10 morgen land in het ambacht van 's-Gravenzande. 1824 ('s-Gr. no. 112). 1 charter (reg. no. 7). 78. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit 3 morgen land in het ambacht van 's Gravenzande. 1825 ('s-Gr. no. 164). 1 charter (reg. no. 8). 387 79. Rentebrief, groot 16 schellingen Hollandsch 's jaars, uit 8 morgen land in het ambacht 's-Gravenzande, ten behoeve van Dierick van den Rine. 1387 ('s-Gr. no. 287). 1 charter (reg. no. 15). 80. Rentebrief, groot 10 schellingen Hollandsch 's jaars, uit een stuk land in het ambacht 's-Gravenzande. 1351 ('s-Gr. no. 166). 1 charter (reg. no. 22). 81. Testament van Jan Gherytdijns zoon, waarbij hij aan den Heiligen Geest 5 schellingen 'sjaars uit 1% hont land te 's-Gravenzande vermaakt. 1356 ('s-Gr. no. 49). 1 charter (reg. no. 32). 82. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit een woning met 19 hont land in het ambacht 's-Gravenzande. 1860 ('s-Gr. no. 167). 1 charter (reg. no. 36). 83. Testament van Aechte Hughemans, waarbij zij aan den Heiligen Geest 8 schellingen 'sjaars uit een stuk land te 's-Gravenzande vermaakt. 1363 ('s-Gr. no. 121). 1 charter (reg. no. 42). 84. Rentebrief, groot 27 schellingen Hollandsch 's jaars, uit een huis en 8 morgen land in het ambacht van 's-Gravenzande, ten behoeve van Bertelmees Moeyaarts zoon. 1878 ('s-Gr. no. 291). -1 charter (reg. no. 52). 85. Eentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis en 1 % morgen land in het ambacht 's-Gravenzande, ten behoeve van Gheryt Florys' zoon. 1888 ('s-Gr. no. 294). 1 charter (reg. no. 62). 86. Testament van Avezoete Airnt Gheryts zoons echtgenoote, waarbij zij aan den Heiligen Geest een rente vermaakt van 3 pond Hollandsch 'sjaars uit 5% hont land in het ambacht van's-Gravenzande. 1414 ('s-Gr. no. 129). 1 charter (reg. no. 81). 87. Eentebrief, groot 80 schellingen 'sjaars, uit een huis met % morgen land te 's-Gravenzande, ten behoeve van Fye mr. Clais' weduwe. 1420 ('s-Gr. no. 296). 1 charter (reg. no. 87). 88. Bevestiging van de making door Florys Hugen zoon aan den Heiligen Geest van een rente van 3 pond 's jaars uit 4 hont land in het ambacht 's-Gravenzande door diens erfgenamen. 1421 ('s-Gr. no. 184). 1 charter (reg. no. 93). 89. Testament van Konegond Wigger Geryts zoons dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest een rente van 2% schelling Hollandsch 'sjaars uit 2% hont land vermaakt. 1422 ('s-Gr. no. 185). 1 charter (reg. no. 94). 22 338 90. Rentebrief, groot 80 schellingen 's jaars, uit y2 morgenland in het ambacht 's-Gravenzande. 1423 ('s-Gr. no. 168). 1 charter (reg. no. 97). 91. Making door Allairt Hugen zoon en Yde, zijn echtgenoote, aan den Heiligen Geest van een rente van 5 schellingen'sjaars uit 1 morgenland in het ambacht 's-Gravenzande. 1480 ('s-Gr. no. 140). 1 charter (reg. no. 108). 92. Testament van Katrijn Jan Finioys dochter, echtgenoote van Jacob Wülem Kampen zoon, waarbij zij den Heiligen Geest een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars uit een woning te 's-Gravenzande vermaakt en een vroegere making van y2 morgen land aldaar bevestigt. 1450. Met rentebrief en transportakte van het land d.d. 1416 ('s-Gr. nos. 148,148a, en 148b). 3 charters (reg. nos. 83, 84 en 120). 93. Rentebrief, groot 15 groot 's jaars, uit 1 morgen land in het ambacht 's-Gravenzande. 1506 ('s-Gr. no. 171). 1 charter (reg. no. 137). 94. Akte, waarbij aan den Heiligen Geest twee achtendeel tarwe 'sjaars, verzekerd op 8 morgen land in 's-Gravenzande, wordt toegezegd. 1546 ('s-Gr. no. 227). 1 charter (reg. no. 148). 95. Rentebrief, groot 6 pond Hoüandsch 's jaars, uit eenige landerijen te 's-Gravenzande, ten behoeve van Adriaen IJsbrants zoon. 1555 ('s-Gr. no. 809). 1 charter (reg. no. 152). 96. Rentebrief, groot 3 pond Hollandsch 's jaars, uit een woning in het ambacht 's-Gravenzande. 1541. Verkocht aan den Heiligen Geest. 1558. Met erfpachtbrief van de woning d.d. 1490 ('s-Gr. nos. 174,174a en 174b). 3 charters (reg. nos. 135, 146 en 155). 97. Rentebrief, groot 4 pond Hoüandsch 's jaars, uit 1 y2 morgen land in het ambacht 's-Gravenzande. 1578 ('s-Gr. no. 175). 1 charter (reg. no. 165). 98. Rentebrief, groot 3 pond Hoüandsch 'sjaars, uit 2 morgen land in het Honterland. 1467 ('s-Gr. no. 170). 1 charter (reg. no. 127). 99. Rentebrief, groot 1 pond Hoüandsch 's jaars, uit 4 morgen land te Monster, ten behoeve van Florys van der Muur. 1857 ('s-Gr. no. 288). 1 charter (reg. no. 33). 100. Testament van Jacob IJsbrants zoon, waarbij hij aan den Heüigen Geest 10 schellingen 's jaars vermaakt. 1869 ('s-Gr. no. 50). 1 charter (reg. no. 48). 339 101. Testament van Heynricus Kerstantius' zoon, waarbij hij den Heiligen Geest een rente van 8 pond Hollandsch 'sjaars vermaakt. 1395 ('s-Gr. no. 51). 1 charter (reg. no. 69). 102. Schuldbekentenis, groot 12 wilhelmusschilden, van Dirc Moei voor Jan Deym. 1431 ('s-Gr. no. 297). 1 charter (reg. no. 109). 103. Arbitrale uitspraak in een geschil tusschen de Heilige-Geestmeesters en Heinric Zaelboger over een rente van 12 pond Hollandsch 'sjaars. Met akte van benoeming der arbiters. 1465 ('s-Gr. nos. 197 en 198). 2 charters (reg. nos. 126 en 126). 104. Rentebrief, groot 1 y2 pond Hollandsch 's jaars, ten laste van Pieter Syers zoon en Dirc Pieters zoon. 1551 ('s-Gr. no. 172). 1 charter (reg. no. 160). 105. Rentebrief, groot 1 y2 pond Hollandsch 's jaars, ten laste van Willem Cornelis' zoon in den Boom. 1555. Overgedragen aan Adriaen IJsbrants zoon. 1564 ('s-Gr. nos. 810 en 810a). 2 charters (reg. nos. 163 en 162). IV. Niet nader omschreven eigendommen. 106. Testament van Alijt Hugen dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest 1/s van haar vermogen vermaakt. 1485 ('s-Gr. no. 141). 1 charter (reg. no. 113). 107. Eigendomsbewijs van hetgeen hertog Philips was aanbestorven van Claes Heynrix zoon. 1445 ('s-Gr. no. 150). 1 charter (reg. no. 117). 108. Testament van Jan Ariëns zoon en zijn vrouw Lijsbet, waarbij zij aan den Heiligen Geest hun vermogen vermaken. 1480 ('s-Gr. no. 146). 1 charter (reg. no. 130). 109. Akte, waarbij de provisor en deken van Delfland het testament van Gerardus Nicölaus' zoon, priester, goedkeurt. 1484 ('s-Gr. no. 215). 1 charter (reg. no. 110). V. Uitkeeringen en schulden. 110. Extract-testament van Yde Joosts weduwe, houdende bepalingen omtrent jaarhjksche uitkeeringen. 1448 ('s-Gr. no. 217). . 1 charter. B. Officie ter collatie van de Heilige-Geestmeesters. I. Op het Heilige-Geestaltaar in de kerk te 's-Gravenzande. 111. Vidimus van een akte d.d. 1884, waarbij de helft van de opbrengst van 340 een stuk land wordt bestemd voor een prebende óp bet altaar. 1357 ('s-Gr. no. 44). 1 charter (reg. nos. 14 en 34). 112. Arbitrale uitspraak in een geschil tusschen de Heilige-Geestmeesters en Pieter van der Sterre, priester, over de bediening van het officie. 1449 ('s-Gr. no. 218). 1 charter (reg. no. 119). REGESTENLIJST. 1. 1812 December 18. Glorie, bagijn te Zande, maakt met raad van heer Boudijn, den parochiepastoor, een testament, waarbij ze vermaakt o. a. aan den Heiligen Geest aldaar een jaarrente van 5 schellingen, te betalen uit de opbrengst van het land in het Nyeuwelant, waarvan wijlen haar echtgenoot Aelwijn de andere helft vermaakt heeft en voorts o. m. aan den Heiligen Geest te Bijswijc, in die Haghe en Zande l/8 deel harer rente te Bijswijc tot aan de eerstvolgende kruisvaart, waarvoor deze rente alsdan moet worden te gelde gemaakt. Ghegheven int jaer ons Heren MCCC ende XII in sente Luciën daghe. 1) Oorspr. (Inv. no. 74). Met geschonden pastoorszegel in groene was; de zegels van heer Michiel in groene was en Diro, prior der Predicaren te Haarlem, zoon van de testatrice, in roode was, verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. X. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 9. 2. 1819 September 17. Katherine de Poel maakt ten overstaan van haar biechtvader Johannes, parochiepastoor in Zande, een testament, waarbij ze vermaakt o. a. aan den Heiligen Geest aldaar 2 schellingen 's jaars uit de opbrengst van het land in gebruik bij Volkericus, genaamd de brouwer, benevens een bedrag van 8 schellingen. Actum coram meo confessore fratre Johanne rectore in Zande .... anno Domini et die predictis (anno Domini mülesimo CCC decimo nono in die beati Lamberti martyris). 1) Afschr. in Inv. no. t, no. XII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 11. N.B. De akte is gecancelleerd, voor zoover de uitkeeringen in eens aangaat. 3. 1822 Mei 27. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Wülaem vrouw Nellen zoon, erkent schuldig te zijn aan den Heiligen Geest eene jaarhjksche rente van 10 schellingen, gaande uit zijne woning en erf in de Zijtwinde. Ghegheven des Donredaghes na zente Urbaens dacht int jaer ons Heeren M° CCC° ende twee ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 75). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 12. 841 4. 1822 November 2. Clays de Zeelander maakt met raad van heer Gheraerd, den parochiepastoor, een testament, waarbij hij de 5 hont land, gekocht van WillaemvanLoene, bestemt tot kruisland, met last aan Jan of bij ontstentenis aan Heynric, Wülaem of Jacob, zijn zoons, en bij nalatigheid aan de Heilige-Geestmeesters van den Zande om hiervan jaarlijks zekere uitdeelingen te houden, zoolang het niet voor een kruisvaarder wordt gebruikt, terwijl hij voorts vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar een rente van 2 schellingen sjaars, gaande uit het oostelijke land van 6 kampen in de Corte Zijtwinde. Ghegheven op Airezielen dach int jair ons Heren M CCC twee ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 35). Het pastoorszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XIIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 13. N.B. Gedrukt in Bijdr. v.d. gesch. v. h. bisd. Haarlem, dl. XXV, blz. 330. 5. 1823 April 18. Godelt maakt met raad van heer Gheryt, den parochiepastoor, een testament, waarbij zij vermaakt o.a. aan den Heihgen Geest (van 's-Gravenzande) een morgen land, die 18 schellingen huur doet, met last hiervan 6 schellingen uit te keeren aan erfrenten en met bestemming van zoodanig deel tot kruisland, als 10 schelhngen's jaars opbrengt, terwijl zij aan haar nicht Brmegaerd Pouwels' dochter vermaakt 1 morgen land, gekocht van Hughe die Gruter, op voorwaarde, dat deze het'met raad van den pastoor van Zande zal vermaken aan de kerk en haar dienaren binnen het ambacht. Ghegheven des Woensdaghes te half Aprille int jaer ons Heren M° CCC° drie ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 31). Met overblijfselen van het pastoor zegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1 no. L 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 1. N.B. Door dezen was gestoken de brief d.d. 1346 November 25 (reg. no. 20). Gedrukt in De Navorscher 19;9 blz. 187. 6. 1324 Januari 14. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Jacob Maertijn erkent schuldig te zijn de jaarlijksche rente van 16 schellingen Hollandsch, die Clarisse Jacob Scinkels dochter vermaakte, n.1. 5 aan den parochiepastoor, 8 aan den Heihgen Geest en 8 aan de bagijnen, gaande uit 10% hont land, waarvan 5% in het Zuytland en 5 in het Nortland. Ghegheven up zente Pontyaens dach int jaer ons Heeren M° CCC° viere ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 76). Het landzegel is verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XV. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 14. 7. 1324 Februari 20. Florens van Braband geeft aan den Heihgen Geest te tsGravenzande 5 schellingen 's jaars, gaande uit de zuidelijke helft van 10 morgen land, gelegen in Zandambacht bezuiden de poort. 342 Ghegheven des Dinxdaghes na sinte Valentijns dach int jaer ons Heren M CCC viere ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 77). Met het pastoorszegel en geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. VI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 7. 8. 1325 Maart 12. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Willaem Clays' zoon erkent schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een jaarhjksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 8 morgen land, gekocht van Ymmen Lambrecht Costers en gelegen in Zuytlant. Ghegheven in zente Gregoryus' daghe int jaer ons Heeren M° CCC° ende viventwintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 78). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XVI. 3) - Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 15. 9. 1326 Juli 12. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Gheraerd, hun parochiepastoor, geeft aan den Heiligen Geest aldaar de woning met erf in het Noortlant, gekocht van Jacob Larken, met last tot uitkeering aan broeder Jhanne van Kulenburgb van Onzer Vrouwen orde, zijn broeder, van een lijfrente ten bedrage van de woninghuur tot een maximum van 80 schellingen Hollandsch. Ghegeven in zente Magrieten avond int jaer ons Heeren M° CCC° ses ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 27). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XVII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, blz.' 15. 10. 1328 Maart 28. Wouter Wouters zoon en Volkeric de brouwer, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Pieter Gheraerddijns zoon erkent schuldig te zijn aan Heynric Goetmans eene jaarhjksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis met erf aan de noordzijde naast Aelbrecht den Coning. Ghegheven des Manendaghes na onzer Vrouwen dach in die vasten int jair ons Heren M CCC acht ende twintich. -/ 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. \ï£. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 45. 11. 1828 Juli 25. Pieter Malland en Volkeric de brouwer, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Pieter Hoechuys erkent schuldig te zijn aan den Heihgen Geest aldaar een rente van 8 schellingen 's jaars, door zijne moeder gegeven en gaande uit het door hem bewoond wordende huis met erf. Ghegheven in sinte Jacobs daghe int jair ons Heren M CCC acht ende twintich. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XVIII. 2) Afschr. -in Inv. no. 2, bldz. 16. 12. 1332 Augustus 16. Clays Jans zoon en Volkeric de brouwer, schepenen in tsGravenzande, oorkonden, dat Pieter Wouters zoon erkent schuldig te zijn aan Gielys Hadden zoon een jaarhjksche rente van 10 schellingen Hollandsch, .343 gaande uit het door hem bewoond wordende huis met erf, gelegen aan de Zuidzijde bij Godevaerd den snijder. ghegeven des Sondaghes na onser Vrouwen dach te half Oest int jaer ons Heren M CCC twee ende dertich. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. VIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 8. 13. 1332 October 22. Gillis Hadden zoon maakt met raad van heer Jan, parochiepastoor, een testament, waarbij hij van een rente van 10 schellingen Hollandsch 'sjaars uit Pieter Wouters zoons huis aan den Heihgen Geest er 6 vermaakt. Ghegeven des Donredaechs na Elf dusent maechden dach int jaer ons Heren M CCC twee ende dertich. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. III. 2) Afschr. in Inv. no. 2'. bldz. 3. N.B. Zie reg. no. 12. Gedrukt in De Navorscher 1919, bl. 189. 14. 1334 Augustus 14. Gherard van Raphorst schenkt, mede namens zijn echtgenoote, 1 morgen land in het Nyewelant, tot een prebende in het gasthuis te tsGravenzande onder bepaling, dat, als een kapelaan wordt aangesteld op het altaar van den Heihgen Geest in de parochiekerk, deze kapelaan de helft der opbrengst zal genieten tot het houden van missen, en bij ontstentenis van beide de opbrengst aan den Heiligen Geest zal komen ter verdeehng onder de arme huiszitten. Ghegheven op onzer Vrouwen avond als si te hemel ghevoerd wort int jaer ons Heren M CCC vier ende dertich. Gevidimeerd in den brief van 1357 (reg. no. 34). 15. 1337 September 2. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Louwerens Jhans Deckers zoon erkent schuldig te zijn aan Dierike van den Rine eene jaarlijksche rente van 16 schellingen Hollandsch, gaande uit 3 morgen en 1 y2 hont land, gelegen op Doninxvelt. ghegheven des Dinxdaghes na uitgaende Oechst int jaer ons Heren M° CCC° zeven ende dertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 79). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. IX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 9. 16. 1340 Mei 17. Dieric Melys' zoon maakt met raad van heer Aernout van Dordrecht, den parochiepastoor, een testament, waarbij hij vermaakt o. a. aan den Heihgen Geest (te sGravenzande) een bedrag van 5 schellingen benevens 4 hont land achter het Hof, met last tot uitkeering van zekere lijf- en erfrenten. Ghegheven, des Woensdaechs na sinte Servaes' dach int jaer ons Heren M° CCC0 ende viertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 32). Met geschonden pastoorszegel in groene was. 2) Afschr in Inv. no. 1, no. IIII. 3; Afschr in Inv. no. 2, bldz. 4. N.B. Gedrukt in De Navorscher 1919, bl. 190. 344, 17. 1342 Augustus 8. Wouter Wouters zoon en Clays Jans zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat mr. Dirc de Scermer erkent schuldig te zijn aan Dideric van den Rine eene jaarlijksche rente van 80 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis met erf, gelegen tusschen het huis van Pieter Hooft en dat van Heynric Pouwels' zoon. Ghegheven des anders daghes na sinte Pieters dach ingaende Oest int jaer ons Heeren dusent driehondert ende twe ende viertich. 1) Afschr in Inv. no. I, no. XXI. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 18. 18. 1344 Juli 22. Wouter Wouters zoon en Dideric van den Rine, schepenen in tsGravenzande, oorkonden, dat heer Jan van Culenborch, priester, ten behoeve van den Heihgen Geest aldaar afstand doet van de lijfrente, die Gheraerd, zijn broeder, hem vermaakt heeft, gaande uit het huis met erf, waarop Jacob Larken placht te wonen. ghegheven in sente Marien Magdalenen daghe int jaer ons Heren dusent driehondert ende vier ende viertich. 1) Oorspr. (Inv no. 27). Met geschonden zegel van Dideric van den Rine in groene was, dat van Wouter Wouters zoon verloren. 2) Afschr in Inv. no. 1, no. XX. 3) Afschr in Inv. no. 2, bldz. 17. 19. 1844 November 7. Wülaem van den Hofdijc en Ghisebrecht Hubrecht zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Jan Scivelaer verkoopt aan Dideric van den Rijn eene jaarhjksche rente van 5 schellingen Hoüandsch, gaande uit zijn huis en erf, gelegen tusschen het huis van Clays Uter Koken en dat van Clays tFoel. Ghegheven int jair ons Heeren M CCC vier ende viertich op sinte Wülebroerts dach. 1) Afschr in Inv. no. 1, no. LV. 2) Afschr in Inv. no. 2, bldz. 41. N.B. Door het oorspr. van dezen brief was gestoken de brief d.d 1389 September 1 (zie reg. no. 65). 20. 1346 November 25. Ermgaerd Pouwels' dochter maakt met raad van Jan Makedor, parochiepastoor te sGravenzande, een testament, waarbij ze vermaakt aan den Heüigen Geest aldaar 1 morgen land benoorden de poort op de Wateringhe tot aan de Kreek, haar vermaakt door haar moei Godelt by testament d.d. 1328 April 18 (reg. n°. 5), waardoor deze gestoken is, met opdracht aan de Heilige-Geestmeesters hiervan eenige erf- en lijfrenten uit te keeren. ghegeven op sinte Katrinen dach in tjaer ons Heren dusent CCC ses ende viertich. 1) Afschr in Inv. no. 1 no. II. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 2. N.B. Gedrukt in De Navorscher 1919, bl. 188. 21. 1848 Juh 11. Avezoete, weduwe van Dirc Melys' zoon, maakt met raad van heer Jan van Utrecht, waarnemend parochiepastoor, een testament, waarbij ze vermaakt o. a. aan den Heiligen Geest (te 's-Gravenzande) 345 hetgeen overblijft, na tal van uitkeeringen en lijf- en erfrenten, van de opbrengst van 5 hont 8 roeden land achter het Hof ten zuiden van de 4 hont land, genoemd in de making van wijlen haar echtgenoot. Ge geven des Vridaechs na sinte Martijns dach in den somer int jaer ons Heren M° CCC° ende acht ende viertich. 1) Oorspr. in duplo (Inv. no. 32). Met het zegel van heer Pieter Telnaer, priester, in groene was; dat van heer Dideric van Bommel, parochiepastoor, verloren. 2) Afschr. in Inv. no'. 1, no. V. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 5. 22. 1351 Februari 19. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Michiel Hughen zoon erkent schuldig te zijn aan den Heihgen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit een stuk land, gelegen bij het Vlederbosch, te aanvaarden na den dood van Agniese Jan Florys' zoons dochter. ghegheven int jaer ons Heren M CCC een ende vijftich des Vrijdaghes voer sente Pieters dach cathedra. 1) Oorspr. (Inv. no. 80). Het ambachtszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 19. 23. 1351 Maart 5. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Wülaem Heynrix zoon aan den Heiligen Geest aldaar y2 morgen land in het Nyeweland geeft, na zijn dood te aanvaarden. Ghegheven int jair ons Heren M CCC een ende vijftich, vijf daghe in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 36). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 18. 24. 1352 Juni 29. Mouwerijn Zoetgaerden zoon maakt met raad van heer JanvanArnem, parochiepastoor tsGravenzande, een testament, waarbij hij vermaakt aan den Heihgen Geest aldaar 3 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande / uit y2 morgen land in Zeelanders land. Ghegheven int jair ons Heeren M CCC twee ende vijftich op sinte Pieters ende sente Pouwels dach apostolen. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXV. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 20. 25. 1352 Augustus 21. Margriete Zeianders maakt met raad van heer Jan van Arnem, parochiepastoor (te 's-Gravenzande), een testament, waarbij zij 1 y2 morgen % hont land aan het veenwende Van den molen tot de kreek bestemt tot kruisland, met last aan haar zoon Wülem tot zekere uitdeelingen aan de armen en na zijn dood te „comen als cruyslant pleghet te doen" en bij nalatigheid van hem of zijn erfgenamen te komen aan den Heihgen Geest aldaar. Int jaer ons Heren M CCC twee ende vijftich des Dinxsdaghes voir sinte Bertelmees' daghe. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. VII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 7. N.B. Gedeeltelijk gedrukt in Archief voor Nederlandsche Kerkgeschiedenis, dl. V, bldz. 217. 346 26. 1352 Augustus 21. Margriete Zeelanders maakt met raad van heer Jan van Arnem, parochiepastoor te sGravenzande, een testament, waarbij zij vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar % morgen land in de Corte Zuytwinde met last tot zekere uitkeering. ghegheven int jair ons Heren M CCC twee ende vijftich des Dinxdaghes voir sinte Bertelmees' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 33). Met geschonden pastoorszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXIIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 20. 27. 1852 October 9. Arnt van den Woude maakt met raad van heer Jan van Arnem, parochiepastoor, een testament, waarbij hij vermaakt aan den Heihgen Geest te tsGravenzande % en 7/8 hont land in Bosendael. ghegheven int jair ons Heren M CCC twee ende vijftich op sinte Victoers avond. 1) Oorspr. (Inv. no. 66). Het zegel van den pastoor verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXIIP. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 19. 28. (C. 1852). Jan van Arnem, parochiepastoor te tsGravenzande, oorkondt, dat ten overstaan van hem Jacob van Zeelant een testament gemaakt heeft, waarbij hij zijn erfgenamen last geeft zekere uitkeeringen te doen van de opbrengst van een kruisland achter het Hof beoosten de nieuwe molen, terwijl bij nalatigheid dit land zal komen aan den Heihgen Geest aldaar. ' 1) Oorspr. (Inv. no. 35). Het zegel van den pastoor ver¬ loren. 2) Afschr. in Inv. no. 1. no. XI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 10. N.B. Deze akte is niet gedateerd maar aangezien blijkt, dat Jan van Arnhem in de jaren 1348 — 1355 of 1360—1382 pastoor in deze parochie was en de akte door den schrijver van het cartularium geplaatst is bij die uit het eerste tijdvak, is zij hier opgenomen. 29. 1853 Januari 21. Jan van Arnhem, parochiepastoor in tsGravenzande, verklaart, dat Kerstijn Martijns 2/8 deelen tarwe 'sjaars schenkt aan de armen, uit te keeren door Gheraerd Woestelants zoon en na diens dood door de Heilige-Geestmeesters, welke uitkeering zij verzekert op de helft van 8% hont land in het Oude lant. Ghegheven int jair ons Heeren M CCC drie ende vijftich op zente Agnieten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 38). Met geschonden pastoorszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXVII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 22. N.B. In margine staat: dese vierdalf hont hort die Heiligen (Geest) bij brief daer die tarw me teniet is. 30. 1858 October 27. Bartelmees Jacobs zoon en Lizebeth zijn echtgenoote maken een testament (beschikking), waarbij zij den Heiligen Geest te tsGravenzande 847 schenken 1 morgen land, strekkende van den Groenen weg tot den Ouden dijk en 8% hont land in Noorlant op de Zandelinghe, met last tot eenige jaarhjksche uitkeeringen, doch op voorwaarde, dat zij genoemd land tot hun dood in gebruik mogen houden. Ghegheven int jaer ons Heiren M° CCC° drie ende vijftich op sente Symons ende Judenavond apostolen. 1) Oorspr. (Inv. no. 34). Met geschonden pastoorszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXVI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 21. 31. 1855 Februari 14. Katrine Dirc Honen maakt met raad van heer Lubbrecht van Tiele, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar en dien te Wateringhe ieder de helft van 1 morgen land, gelegen in het weer, waarin Pieter, de zwager van heer Jacob, woont. Ghegheven in jaer ons Heren M CCC vijf ende vijftich op sinte Valentijns dach. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXVIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 23. N.B. In margine staat: ende die half margen heeft die Heiligeestmeester tot Watering gecoft int jaar van 1553 omtrent Karsmis. 32. 1356 Mei 6. Jan Gherytdijns zoon maakt met raad van heer Lubbrecht van Tyele, parochiepastoor te sGravenzande, een testament, waarbij bij vermaakt o. a. aan den Heihgen Geest 5 schellingen 's jaars, gaande uit 1 % hont land aldaar. Int jaer ons Heren M CCC zes ende vijftich des Vridaghes na Meye daghe. Oorspr. (Inv. no. 81). Met geschonden pastoorszegel in groene was. 33. 1357 Januari 4. Schepenen van Monster oorkonden, dat Smeeder Jans zoon belooft aan Floris van der Muur 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 4 morgen land benoorden de Wateringh. ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert zeven ende vijftich des Woensdaghes na Jairs daghe. 1) Oorspr. (Inv. no. 99). Het schependomszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXIX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 23. 34. 1357. Niclays Vlaminc, priester en kanunnik te Sente Mariènwaerde, geeft vidimus van den brief d.d. 1334-Augustus 15 (reg. no. 14). in den jair ons Heren MCCCLVII. 1) Oorspr. (Inv. no. 111). Met overblijfsels van het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XIX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 16.- 343 35. 1859 October 9. Jan Pieters zoon en Lijsbeth, zijn echtgenoote, maken een testament, waarbij ze geven aan den Heihgen Geest (te 's-Gravenzande) een erfrente van 8 schellingen 's jaars benevens lijfrenten, ieder van 2 schellingen 's jaars, die zij bij dezen toekennen aan heer Jan Symons zoon en heer Dirc Voet, gaande uit y2 morgen land in het Noorlant over den dijk. Ghegheven int jair ons Heren M CCC neghen ende vijftich op sinte Victoers avond. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXX. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 24. 36. 1860 Februari 16. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Hubrecht Ghijsbrechts zoon erkent schuldig te zijn aan den Heihgen Geest aldaar eene jaarhjksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 19 hont land met zijn woning in Noerlant. Ghegheven int jaer ons Heren M CCC ende tsestich sestien daghe in Februario. 1) Oorspr. (Inv. no. 82). Het landzegel verloren. fMfÜ' 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXXII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 25. 37. 1860 September 21. ^ Wülaem Moelnaer maakt met. raad van heer Jan van Meghen, kanunnik van Sint-Mariènweerde, een testament, waarbij hij vermaakt aan den Heiligen Geest te tsGravenzande een stuk land, groot 5% a 6 morgen, in Haghe aan de Loesduinre laan, met last tot eenige uitkeeringen. Ghegheven int jair ons Heren M CCC ende sestich op sinte Matheus' dach ewangelisten. 1) Oorspr. (Inv. no. 64). Met geschonden zegels van Willem Moelnaer en Jan van Meghen in groene was, dat van Agniese, vrouwe van Raephorst, moeder van den testateur, verloren. 2) Gevidimeerd in den brief ) Zie bldz. 382. 358 1) Oorspr. (Inv. no. 86). Met geschonden zegel van Airnt Geryts zoon in.groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXIIIP. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 55. 82. 1415 Augustus 15. Katrijn Heymans weduwe maakt met raad van heer Hubrecht van Voirn, kanunnik van Sint-Mariënwaerde, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij aan den Heiligen Geest aldaar % van 5 hont land in het Oudelant vermaakt, voorts 8% hont land en 21 gaarden in Noorlant op den langen Streng en % morgen min 26 gaarden op de Lange Sandeling, met last tot zekere uitkeeringen. Int jair ons Heren M CCCC ende vijftien op onzer Vrouwen avond assumptio. 1) Oorspr. (Inv. no. 46). Het zegel van den pastoor verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXVI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 56. 83. 1416 Januari 24. Herman Boudijns zoon verkoopt aan Florys Dirx zoon % morgen lands in het ambacht van sGravenzande in Zeelanderslant. Int jair ons Heren M CCCC ende zestien op sinte Pauwels' avont conversio. Oorspr. (Inv. no. 92). Met geschonden zegel van den neef van den oorkonder, heer Dirc Heymans zoon, priester, in groene was. N.B. Gehecht aan no. 120. 84. 1416 Juh 13. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Wouter Claes' zoon erkent schuldig te zijn aan zijn neef Florys Dirx zoon een jaarhjksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit de helft van zijn woning aan de banwetering beoosten den ouden Maesdijc, die door het Nyelant loopt. Int jair ons Heren Xnilc ende sestien up sinte Margrieten dach. Oorspr. (Inv. no. 92). Met geschonden landzegel in groene was. N.B. Gehecht aan no. 120. 85. 1417 Mei 31. Allaert Bertelmees' zoon en Dirc Jacobs zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Clays die Bes erkent schuldig te zijn aan den Heihgen Geest aldaar een jaarhjksche rente van 5 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn nieuw huis en erf aan de Langhestraet, strekkende van de straat tot den achterweg. Int jair ons Heren M CCCC ende seventien opten lesten dach in Meye. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXV. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 56. 86. 1419 November 18. . Dirc Jacops zoon en Pieter Jans zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Gheertruyd Screyers geeft aan den Heihgen Geest aldaar haar huis met erf in het slop bezuiden de kerk. Int jair ons Heren M CCCC ende neghentien des Manendaghes na sinte Martijns dach in den winter. 359 1) Oorspr. (Inv. 29). De schepenzegels verloren. 2) Afschrift in Inv. no. 1, no. LXXII. 3) Afschrift in Inv. no. 2, bldz. 53. 87. 1420 Februari 5. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Jan Florys' zoon verkoopt aan Fye mr. Clais' weduwe een jaarlijksche rente van 80 schellingen, gaande uit zijn huis en % morgen land. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende twintich op sinte Aechten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 87). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXVII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 57. N.B. Na den dood van Pieter Claes' zoon gekomen aan den Heiligen Geest. 88. 1421 Juni 14. Notaris Heynricus Eobbertus' zoon instrumenteert, dat Clais Jans zoon zijn testament maakt, waarbij bij vermaakt aan den Heiligen Geest te Zande de helft van 4 morgen land in Hagheambacht met last tot zekere jaarhjksche uitkeeringen, waarvoor de Heilige-Geestmeesters 2 schellingen 'sjaars zullen genieten. Acta sunt hec in domo Nycolai Walteri hantscoemakers in Delf sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno navitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo vicesimo primo indictione decima quarta mensis Junii die secunda hora octava de mane vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Martini pape quinti anno suo quarto). 1) Oorspr. (Inv. no. 65). Met geschonden zegels van Nicolaus Johannes' zoon en Allardus Bartholomens' zoon in groene was en signatuur van den notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 60. 89. 1421 Augustus 4. Ave Jans dochter maakt haar zoon, broeder Hughe, priester, bij testament tot universeel erfgenaam. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende enentwintich des Manendages na sinte Stephens dach invencio. 1) Oorspr. (Inv. no. 30). Dezegels van Pieter Janszoon van der Sterre en Dirc Jacobs zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXIX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 58. N.B. Het charter is vastgehecht aan no. 90. 90. 1421 Augustus 29. Ave Jans dochter maakt haar zoon, broeder Huge, priester, bij testament tot universeel erfgenaam. Int jair ons Heren dusent vierhondert een ende twintich op sinte Jans dage decollatio. Gevidimeerd in den brief d.d. 1421 Augustus 30 (zie reg no. 91). 91. 1421 Augustus 80. Dirc Martijns zoon, schout te sGravenzande, geeft vidimus van den brief d.d. 1421 Augustus 29 (zie reg. no. 90). 360 Int jair ons Heren dusent vierhondert ende een ende twintich des Saterdages na sinte Jans dach decollatio. 1) Oorspr. (Inv. no. 30). Het zegel van den schout verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 59. N.B. Vastgehecht aan no. 89. 82. 1421 Augustus 30. Broeder Huge Joncker geeft over aan de Heilige-Geestmeesters te sGravenzande ten behoeve van Griete Dellen dochter het huis, dat zijn moeder Ave hem vermaakt heeft. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende een ende twintich des Saterdages na sinte Jans dach decollatio. 1) Oorspr. (Inv. no. 30). Met het zegel van Dirc Spoelre (van Goch), pastoor te 's-Gravenzande, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXVIIF. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 59. 93. 1421 November 12. Heer Dirc Spoelar, pastoor te tsGravenzande, verklaart, dat Hughe Florys' zoon en Jan Aelwijns zoon als erfgenamen van Florys Hughe zoon erkennen, dat deze aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 8 pond, gaande uit 4 hont land in genoemd ambacht in het Vrilant, vermaakt heeft. Int jair ons Heren M CCCC ende een ende twintich op sinte Lebuwijns dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 88). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXVIII». 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 58. 94. 1422 Februari 4. Konegond Wigger Geryts zoons dochter maakt met raad van heer Dirc van Goch, parocbiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij vermaakt aan den Heihgen Geest aldaar een jaarhjksche rente van 2% schellingHoUandsch 'sjaars,gaandeuit2% hontlandinHofstedeland. Int jair ons Heren M CCCC twee ende twintich des Woensdages na onser Vrouwen lichtmisse. 1) Oorspr. (Inv. no. 89). Met geschonden zegel van den pastoor in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 63. 95. 1422 Februari 21. Allaert Bartelmees' zoon en Jacob Hectoers zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Ermtruyd Hughe Vossen weduwe erkent schuldig te zijn aan den Heihgen Geest aldaar een jaarhjksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit haar huis met erf binnen tsGravenzande aan de Cortestraet, waarmee alle aanspraken van den Heihgen Geest ten opzichte van haar te niet zijn. Int jair ons Heren M CCCC twee ende twintich des Saterdaghes na sinte Valentijns dach. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXIIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 64. 96. 1422 Juni 29. Dirc Jacobs zoon en Florys Dirx zoon, schepenen van tsGravenzande, 861 oorkonden, dat Heynric Dirx zoon en Aernt Florys'zoon erkennen schuldig te zijn hoofdelijk als borgen voor Wiggher Boeckels zoon, Dirc Dirx zoon, Mees Pieters zoon en Adriaen den vleeschhouwer aan Griete Dellen dochter 9 gouden Engelsche nobels, te betalen binnen % jaar, nadat deze mondig geworden zal zijn. Int jair ons Heren M CCCC twee ende twintich op sinte Pieters ende Pouwels' dach. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 63. 97. 1428 November 4. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Dirc Muel erkent schuldig te zijn aan den Heihgen Geest aldaar een jaarhjksche rente van 80 schellingen, gaande uit % morgen land in het Ouwelant, genoemd In die Maet. Int jair dusent vierhondert drie ende twintich des Woensdages na alre Heihgen dach. 1) Oorspr. ((Inv. no. 90). Met geschonden schepenzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXV. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 64. 98. 1424 October 18. Dirc Jans zoon de Beus maakt met raad van heer Jan van der Haer, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij hij vermaakt aan den Heihgen Geest aldaar 5 hont land in den Heen. Int jair ons Heren M CCCC vier ende twintich des Vrydaghes na sinte Victoers dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met het zegel van den pastoor in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. F, no. LXXXVI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 65. 99. 1424 October 13. Wülem Bartelmees' zoon erkent schuldig te zijn aan de kerk, den Heihgen Geest en het gasthuis te tsGravenzande elk een jaarhjksche rente van 10 groot Hoüandsch, vermaakt door zijn voorzaat Cornehs Jans zoon, gaande uit zijn huis met erf binnen de stad tsGravenzande aan den Ommelope. Int jair ons Heren M CCCC vier ende twintich des Vridaghes na sinte Victoers dach. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXVIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 66. 100. 1424 November 18. Jan Fynioy en Gheertruyt zijne echtgenoote, maken met raad van den parochiepastoor een testament, waarbij zij vermaken aan den Heihgen Geest te tsGravenzande de helft van 5 hont land in het Ouwelant. Int jair ons Heren M CCCC vier ende twintich op sinte Elizabeths avond in den winter. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXVII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 65. 101. 1424 December 1. Jan van der Haer, parochiepastoor te tsGravenzande, oorkondt, dat Joest Pieters zoon erkent, dat Jan van Valkenburch vermaakt heeft aan den Heüigen Geest aldaar % deel tarwe 's jaars, gaande uit 1 % morgen 362 land, grenzende ten noorden aan de vaart en ten zuiden aan de Hoflaen. Int jair ons Heren M CCCC vier ende twintich des Vrydaghes na sinte Andries' dach apostel. 1) Oorspr. (Inv. no. 71). Met geschonden zegel van den oorkontier in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXIX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 66. 102. 1425 Februari 17. Balie Heynen maakt met raad van heer Jan van der Haer, parochiepastoor, een testament, waarbij zij vermaakt aan den Beiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 10 groot, gaande uit de helft van het huis en erf binnen tsGravenzande aan de noordzijde van de kerk bij het gasthuis. Int jair ons Heren M CCCC vijf ende twintich opten seventienden dach in Februario. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XC. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 67. 103. 1425 April 1. Allaert Bartolomees' zoon verkoopt aan den Heiligen Geest te tsGravenzande 1 morgen land aan de westzijde van de poort. Bat jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende twintich op den eersten dach van April. 1) Oorspr. (Inv. no. 48). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 67. 104. 1425 April 25. Dirc Airnts zoon en Aechte Florys', zijne echtgenoote, vermaken aan den Heihgen Geest te tsGravenzande 2 morgen land aldaar op Donysvelt ten noorden van de Watering, met last tot zekere jaarhjksche uitkeeringen. Int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende twintich op sinte Marcus' ewangelisten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 49). Met de zegels van Jan van der Haer, parochiepastoor, en Pieter Jans zoon van de Sterre, Heilige-Geestmeester, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCII. 3) Afschr. in Inv. no. 2., bldz. 68. 105. 1426 December 17. Machtelt Jans dochter maakt met raad van heer Jan van der Haer, parochiepastoor van tsGravenzande, een testament, waarbij ze vermaakt aan den Heihgen Geest aldaar 4% hont land in Zandambacht, nader vermeld in den brief d.d. 1409 Januari 20 (reg. no. 78), waardoor deze gestoken is, met last tot zekere uitkeeringen. Int jair ons Heren M CCCC ses ende twintich tSinsdaghes na sinte Luciën dach. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXX1. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 52. 106. 1427 Maart 12. Aernt Gherits zoon1) verkoopt aan Pieter Jans zoon van der Sterre % van 7 hont land in het ambacht van tsGravenzande aan de oostzijde van de poort bij de vaart. ') Zie bldz. 382. 363 Int jaer ons Heren M° CCCC0 zeven ende twintich op sinte Gregoris' dach. Oorspr. (Inv. no. 50). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. N.B. zie reg. no. 119. 107. 1428 Juli 21. Machtelt Louwen dochter vermaakt aan den Heihgen Geest te tsGravenzande 6 hont land in den Heen aldaar tusschen den weg en den Poel, met last tot uitkeering van 1 pond Hollandsch 's jaars aan de bagijnen te tsGravenzande. Int jair ons Heren dusent vierhondert achtentwintich up sinte Marien Magdalenen avont. 1) Oorspr. (Inv. no. 51). Het zegel van heer Jan van der Hair, parochiepastoor, verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCTII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 69. 108. 1430 Augustus 27. Allairt Hugen zoon en Yde, zijn echtgenoote, met hunne kinderen vermaken o. a. aan den Heiligen Geest (te tsGravenzande) een jaarhjksche rente van 5 schellingen, gaande uit 1 morgen land in het ambacht tsGravenzande over den Noortpoel, welk land hunne kinderen zullen gebruiken, en waarvoor zij jaarlijks den armen een zak tarwe zullen uitdeelen, terwijl bij gebreke daarvan de Heilige-Geestmeesters in bezit zullen treden en den zak tarwe uitdeelen. Int jair ons Heren M CCCC ende dertich des Sondaghes na sinte Bertelmees' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 91). Met het zegel van heer Jan van der Haer, parochiepastoor, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCIIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 70. 109. 1431 December 24. Dirc Moei belooft Jan Deym 12 gouden wilhelmusschilden te zullen betalen, ieder jaar 1 schild, wegens achterstallige landhuur. Int jair ons Heeren M CCCC XXXI opten Korsavont. Oorspr. (Inv: no. 102). Met geschonden zegel van Florys Gheryts zoon in groene was. 110. 1434 April 11. De provisor en deken van Delfland keurt goed het testament, gemaakt of te maken door heer Gerardus Nicolaus' zoon, priester te tsGravensande. Anno Domini millesimo CCCC° tricesimo quarto Dominica qua cantatur pro introïtu misse Misericordias Domini. Oorspr. (Inv. no. 109). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 111. 1434 April 12. Gheryt de Bruyn van Burgdijck en Symon Dirx zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Heynric Boudijns zoon verkoopt aan Aernt Florys' 2 gouden wilhelmusschilden 's jaars, gaande uit zijn huis en erf aan de Langhestraet. Int jair ons Heren M CCCC vier ende dertich upten twaelefsten dach in Aprille. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCV. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 71. N.B. Zie reg. no. 114. 864 112. 1435 Januari 9. > Dirc Jacobs zoon en Fye, zijn echtgenoote ,maken een testament (beschikking), waarbij zij aan den Heihgen Geest te tsGravenzande 4 hont land schenken aan Willem van Naeldwijcs weg met last tot zekere uitkeeringen, terwijl zij het land tot hun dood in gebruik zullen houden. Int jair ons Heren M CCCC vijf ende dertich opten neghenden dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 52). Met de zegels van Dirc Jacobs zoon, Florys Gheryts zoon en Joest Pieters zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCVIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 73. 113. 1435 September 28. Alijt Hugen dochter vermaakt bij testament aan den Heihgen Geest te tsGravenzande x/s van haar vermogen, omdat deze eertijds in haar onderhoud heeft voorzien, met last om, als bij haar dood haar kinderen Jan Jans zoon en Clays Clays' zoon, die nu in Enghelant wonen, nog uitlandig zijn, haar vermogen te gelde te maken en het resteerende deel voor hen te bewaren, en het, indien zij niet te tsGravenzande mochten terugkeeren, ten bate der armen te besteden. Int jair ons Heren M CCCC vijf ende dertich op sente Michiels avond. 1. Oorspr. (Inv. no. 106). Met geschonden zegels van Florys Gheryts zoon en Joest Pieters zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCVII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 72. 114. 1435 December 21. Aernt Florys' zoon en Heil Clays' dochter, echteheden, maken met raad van heer Jan van der Haer, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij vermaken aan den langstlevende van hen o. a. 2 wilhelmusschilden 'sjaars, gaande uit Heynric Boudijns zoons huis en erf, na hun beider dood te vervallen aan den Heihgen Geest aldaar. Int jair ons Heren M CCCC vijf ende dertich op sinte Thomas' avond apostel. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCVI. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 71. N.B. Zie reg. no. 111. 115. 1437 October 8. Notaris Heynricus Eobbertus' zoon instrumenteert, dat Petrus Johannes' zoon de Sterre en Ymma Hugo's dochter, echtgenooten, eene testament maken, waarbij zij den Heihgen Geest aldaar c. 1% hont land in het Vrilant vermaken, na hun beider dood te aanvaarden. Acta sunt hec in tsGravenzande sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Euisdem mülesimo quadringentesimo tricesimo septimo indictione decima quinta mensis Octobris die octava hora quasi tercia post meridiem pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domim' Martini pape quarti anno suo septimo). 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCIX. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 73. 865 116. 1441 December 11. Symon Dirx zoon en Heynric Due, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Jacop Martijns zoon en Claes Martijns zoon, gebroeders, erkennen gezamenlijk schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een jaarhjksche rente van 40 schellingen Hoüandsch, gaande uit 5 hont land, welke zij samen hebben binnen de vrijheid van tsGravenzande tusschen het gasthuis en de gasthuislaan. Int jair ons Heren dusent vierhondert een ende viertich opten elfsten dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 72). Met twee schepenzegels in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 75. N.B. In margine van het afschr. 2) staat: dit brucken die Regulieren ende is den hondertsen brief. 117. 1445 December 5. Bertelmeeus Partant, rentmeester van Noirt-Hoüant, verkoopt uit naam van den hertog van Bourgondië, graaf van Hollandt etc, aan den Heihgen Geest binnen tsGravenzande alles wat den graaf is aanbesterven van koopman Claes Heynrix zoon, bastaard, overleden aldaar. .... vijf dage in Decembri int jair ons Heren XIIIIc vijf ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 107). Met het zegel van den oorkonder in roode was. 118. 1447 Februari 28. Landschepenen van tsGravensande oorkonden, dat Phühps Symons zoon verkoopt aan de Heilige-Geestmeesters aldaar 3% hont land in Costverloren tusschen den Gruenen wech en den Puel. Int jaer ons Heeren duyssent vierhondert seven ende viertich upten lesten dach in Zeüe. ^SSl Oorspr. (Inv. no. 53). Met geschonden landzegel in groene was. 119. 1449 September 21. Airnt Florys' zoon van Zande1), kanunnik in den Hage, Willem Geryts zoon, Phühps van Dam, Martijn Aernts zoon, priesters, en Clais Airnts zoon1), schout van tsGravenzande, arbiters in het geschil van Wouter Jans zoon en Clais Jacobs zoon met de mede-Heilige-Geestmeesters en heer Pieter van der Sterre, priester, over het Officie van het HeüigeGeestaltaar in de kerk van tsGravenzande, dat deze van wege hen bediende, beslissen, dat hij dit zijn leven lang zal bedienen tegen het genot van de gewone inkomsten. Gedaen upten een ende twintichsten dach in Septembri int jair ons Heren duysént vierhondert negen ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 112). Met de zegels van de vijf oorkonders, in groene was, dat van P. v. Dam zeer geschonden. 120. 1450 Februari 12. Kerstant Maüland, pastoor van tsGiavenzand, oorkondt, dat Katrijn Jan Finioys dochter, onder bevestiging van haar testament, gemaakt met haar eersten echtgenoot Florys Dircs zoon, waarbij ze aan den Heiligen Geest vermaakte % morgen land in Zeelanderslant, thans met !) Zie bldz. 332. 366 haar tweeden echtgenoot Jacob Willem Kampen zoon een testament maakt, waarbij zij aan den Heihgen Geest vermaakt een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit de helft van een woning aan den Ouden Maesdijc, met last tot verschillende uitkeeringen. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vijftich upten twalefsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 92). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. N.B. Hieraan zijn gehecht de nos. 83 en 84. 121. 1459 Januari 10. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat de kerkmeesters en de Heilige-Geestmeesters van Sceveninghe gezamelijk verhuren aan Lambrecht Aernts zoon 3 stukken lands, genaamd Een Morghen. Opten tienden dach in Januario int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 63). Met geschonden landzegel in groene was. Met transfix d.d. 1551 Januari 28 (reg. no. 149). 122. 1459 Januari 18. Lijsbeth Huygen dochter maakt met raad van den pastoor, heer Jan van Werken, een testament,waarbij ze vermaakt aan den Heiligen Geest te tsGravenzande de helft van 1 % morgen 1 hont en 35 gaarden land, haar aangekomen van haar zuster Ymme, gelegen in Noorland van den Noorlantschen dijk tot de Kreek, met last tot verschillende uitkeeringen eh het doen houden van missen enz. Upten achtiensten dach in Januario int jaer ons Heeren duyssent vierhondert neghen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 54). Met het zegel van den pastoor in groene was. 123. 1460 Juni 14. Claes Huyge Vreyen zoons zoon verkoopt aan Wouter Geryts zoon te Naeldwijck 6 morgen geestgrond zuidwaarts van den Achtermolen te tsGravenzande tegen den Noorlantschen dijk. Int jaer ons Heren duussent vierhondert ende tsestich upten viertyensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. no. 58). Met de geschonden zegels van Jan die Bloot en Dirck van Dorp, schout van 's-Gravenzande, in groene was. Met transfix d.d. 1484 Juni 22, (reg. no. 132), waardoor de brief d.d. 1481 Februari 16 (reg. no. 131) hieraan is vastgehecht. 124. 1464 September 9. Notaris Nicolaus Thomas' zoon instrumenteert, dat Beli Dirc Clais Olyviers dochter, bagijn te Zande, een testament maakt, waarbij ze den Heihgen Geest en hat bagijnhof vermaakt 2 morgen land in het Nyeuwelant bewesten den Ouden dijk d. w. z. Vs hiervan aan het bagijnhof en % aan den Heihgen Geest, met last aan de Heilige-Geestmeesters tot het doen van missen en verschillende uitkeeringen. Acta fuerunt hec in domo habitationis prefate Belye sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo quarto indictione duodecima mensis Septembris die vero nona hora quinta post vesperas vel 367 quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno suo primo). Oorspr. (Inv. no. 55). Met de signatuur van den notaris. 125. 1465 Februari 27. Notaris Florentius de Dam instrumenteert, dat Henricus Zaelboger en Johannes die Bloot, Heihge-Geestmeester te tsGravenzande, tot arbiters benoemen in hun geschil over 12 pond Hollandsch 'sjaars, door Wilhelmus Zaelboger, vader van Henricus, aan den Heihgen Geest vermaakt, heer Petrus de Bijck, licentiaat in het kanonieke recht, cureit van de parochiekerk in Haga, en Mr. Johannes de Haelwijn, doctor in de beide rechten, raad van den hertog van Bourgondia, voor den Heihgen Geest en Mr. Henricus de Mida, doctor in de beide rechten, en Adrianus Lottinus' zoon, doctor in de rechten, voor de andere partij, terwijl als superarbiter zal optreden de stadhouder van Holland met advies van de kamer van Holland. Acta fuerunt hec anno indictione mense die hora et pontificatu quibus süpra (anno nativitatis Eiusdem mülesimo quadringentesimo sexagesimo quinto indictione decima tercia mensis Februarii die penultima hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno primo) in villa Hagensi ibidem in ecclesia Hagensi antedicta. Oorspr. (Inv. no. 103). Met de signatuur van den notaris. 126. 1465 Maart 2. Notaris Florentius de Dam instrumenteert, dat Pieter de Bijck, cureit van den Hage, Jan van Haelwijn, raad, en Adriaen Lottijns zoon, advocaat van den hertog van Bourgondia, mede namens Mr. Heinric van der Mye, als arbiters in het geschil tusschen de Heilige-Geestmeesters van tsGravenzande en Heinric Zaelboger over 12 pond Hoüandsch 'sjaars, door diens vader Wülem Zaelboger aan den Heiligen Geest vermaakt, besüssen, dat Heinric Zaelboger een bedrag van 125 pond Hoüandsch in termijnen zal betalen, te gaan uit zijn hofstede in het Ouwelant, in leen van Adriaen van Baephorst. Acta fuerunt hec anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo quinto indictione decima tercia mensis Martii die secunda hora sexta post vesperas vel quasi pontificatus santissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno primo) infra scepta curie Hagensis ibidem in camera consüüHolandensis. Oorspr. (Inv. no. 103). Met de signatuur van den notaris. 127. 1467 December 21. Heer Wouter van Overijn, 'pastoor in tsGravenzande, oorkondt, dat Jacop Tyelmans zoon en oude Jan Tyelman zoon erkennen schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een jaarhjksche rente van 3 pond* Hoüandsch, door hun vader Tyeman Wülems zoon vermaakt, gaande uit 2 morgen lands binnen den ban van het Honterland, tusschen den ouden dijk, genaamd de Aerstendijk en den nieuwen Maesdijck. Upten XXIen dach van December int jaer ons Heeren dusent vyerhondert sevendetsestich. Oorspr. (Inv. no. 98). Het zegel van den oorkonder is verloren. 368 128. 1472 Februari 19. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Olivyer Jacops zoon verkoopt aan Jan die Bloet, Dirck Huyge en Jan Aryaens zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, y2 morgen land benoorden de stad. .... upten neghentyenden dach van Februario in den jaere ons Heeren duysen vyerhondert twyentsestich. Oorspr. (Inv. no. 56). Met geschonden landzegel in groene was. 129. 1479 Januari 14. Landschepenen van het ambacht van sGravenzande oorkonden, dat Lambrecht Dircs zoon en Gheerte, zijn echtgenoote, vermaken aan den Heihgen Geest aldaar 2 hont land aan de Banwateringe en 4 hont land in het Vrylant aan de stedevaart met last tot eenige uitkeeringen en het houden van jaargetijden. Gedaen upten XlIIIen dach in Januario in den jair Ons Heren dusent vierhondert negen ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 57). Met geschonden landzegel in groene was. 130. 1480 Augustus 15. Spronck Tyemans zoon (Sprongh) en Aerst Jans zoon, schepenen in sGravensande, oorkonden, dat Jan Ariens zoon, de barbier, en zijn vrouw Lijsbet schenken aan den Heihgen Geest aldaar hun geheele vermogen in ruil voor volledig levensonderhoud. Ghedaen den XVen dach in Augusto int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tachtich. Oorspr. (Inv. no.' 108). Met de zegels van de oorkonders in groene was. 131. 1481 Februari 16. Jan Symons zoon, poorter te sGravenzande, verkoopt aan Bouwijn Gheryts zoon y2 morgen land beoosten den Noerlantschen dijk. Opten sestienden dach in Februario int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende tachtich. Oorspr. in dnplo (Inv. no. 58). Met het zegel van Heynric Gillis Storms zoon in groene was. Een dezer met transfix d.d. 1484Juni 22 (reg. no. 132); de ander is er aangehecht. 132. 1484 Juni 22. Heynrick Gillis Storms zoon en Jan Symons zoon, schepenen in sGravensande, oorkonden, dat Jorys Boijns zoon verkoopt aan Arien Jan Gillis' de helft van 7 morgen land in Donysvelt, vermeld in de brieven d.d. 1460 Juni 14 (reg. no. 123) en 1481 Februari 16 (reg. no. 131), waardoor deze gestoken is. den XXIIten dach in Junio int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 58). Met het zegel van Jan Symons zoon in groene was, dat van Heynrick Gillis Storms zoon verloren. Met transfix (losgeraakt) d.d. 1487 Juli 10 (reg. no. 133). 133. 1487 Juli 10. . Jan Symons zoon, burgemeester, en koopman Willem Dirckszoon .. schepen in sGravenzande, oorkonden, dat Adriaen Jan Gillis' zoon verkoopt aan den Heiligen Geest aldaar 7 morgen land in Donysvelt, ver- 869 meld in de brieven d.d. 1460 Juni 14 (reg. no. 128), en 1481 Februari 16 (reg. no. 181), waardoor deze gestoken is. Ghedaen opten Xen dach in Julio int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 58). Het transfix is losgeraakt; de zegels van den burgemeester en Aert Jans zoon verloren. 134. 1488 Januari 24. Landschepenen van het ambacht sGravenzande oorkonden, dat Marritgen Pieter Ancem zoons weduwe met haar kinderen, ingevolge den wensch van haar overleden echtgenoot, vermaken aan den Heihgen Geest aldaar % morgen land in het Ouwelant benevens een jaarlijksche rente van 10 stuivers, gaande uit 2% morgen land in het Nieuwelant bij de Banck tusschen den Noorlantschen dijk en de oude gors, met last tot verschillende uitkeeringen en het doen houden van memoriën etc. Opten XXIIIIte dach in Januario int jaer ons Heeren dusent vier- , • hondert acht ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 59). Het ambachtszegel verloren. • N.B. Zie reg. no. 137. 135. 1490 November 21. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat heer Barthelomees Jacobs zoon, priester, en Agnies Jacobs dochter, bagijn, in erfhuur geven aan Jan Jacobs zoon van Wael 1 y2 morgen land in Donysvelt. .... opten XXIten dach in Novembri in den jaere ons Heeren dusent ' vierhondert ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 96). Met geschonden ambachtszegel in groene was. N.B. Gehecht aan no. 155. 136. 1497 Juni 20. Deken en kapittel van Sinte Adriaen te Naeldwijc erkennen schuldig te zijn aan den Heihgen Geest te sGravensande een jaarhjksche rente van 8 pond Hollandsch, gaande uit 44 morgen land ter Made bij Delff, vermaakt door heer Henric van Naeldwijc. .... int jaer ons Heren duysent vierhondert seven ende tnegentich twintich dagen in Junio. Oorspr. (Inv. no. 68*). Met het zegel van het kapittel in roode was. 137. 1506 Maart 8. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Adriaen Pieter Ancems zoon erkent schuldig te zijn aan de Heilige-Geestmeesters aldaar een jaarlijksche rente van 15 groot, den Heihgen Geest toegezegd door zijn moeder Merritgen Pieter Ancem zoons, gaande uit 1 morgen land in Noorlant. Upten derden dach in Maerte in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende sesse. Oorspr. (Inv. no. 93). Met geschonden ambachtszegel in groene was. N.B. Zie reg. no. 134. 138. 1517 Mei 27. De graaf van Nassou, van Vianden etc, heer tot Breda etc, stad- 24 870 houder-generaal, president en raad dés konings van Spaengnen etc., gecommitteerd ter zake van Hollant, Zeelant en Vrieslant, gelast den eersten gezworen bode, exploitier van de kamer van den Raad in Hollant, de Heilige-Geestmeesters van sGravensande te dagvaarden wegens het door hen gelegd beslag op een berg, door Jan Ghisbrechts zoon aldaar ter voldoening van onkosten verkocht aan Jan Duyst, deurwaarder, voormahg cipier van de gevangenis en voorpoort van het Hof, alwaar hij op verzoek van een zijner crediteurs, Mr. Wülem van Berendrecht, gevangen gezet was. Gegeven in den Hage upten XXVIIen dach van Mey int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende zeventhienne. Oorspr. (Inv. no. 62). Met overblijfselen van een zegel in roode was. N.B. Het desbetreffend request met daarop gestelde beschikking, dat hier aan gehecht was, is verloren. 139. 1517 December 10. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Florys Gheryts zoon verkoopt aan Cornelys Huyghe zoon van Poel Vs van zijn landerijen in Teylinger tyende en in Donysvelder tyende in het Opperlant, samen groot ongeveer 15 hont. ... . opten thienden dach van December in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende zeventhien. Oorspr. (Inv. no. 60). Het ambachtzegel verloren. Met transfix d.d. 1518 Maart 31 (reg. no. 140). 140. 1518 Maart 31. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Cornelys Huyge zoon van Poel verkoopt aan Harman Jans zoon aan den Ouden dijk Vs van het land, vermeld in den brief d.d. 1517 December 10 (reg. no. 139), waardoor deze is gestoken. Opten laetsten dach van Maerte in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende achtien. Oorspr. (Inv. no. 60). Het ambachtszegel verloren. N.B. Uit een aanteekening in dorso blijkt, dat deze 5 hont aan den Heiligen Geest zijn gekomen. 141. 1520 September 10. Prior en convent der Eeguheren van Bethaniën binnen de stad sGravensandt verkoopen aan den Heihgen Geest aldaar 1 morgen land, genaamd de Breede morghen, in Teylinger tyend tegen 1 morgen aldaar bij Satelpogers laen. Upten thienden dach van September in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 61). Met geschonden conventszegel in groene was. 142. (Na 1524). Louwerys Ghijsbrechs zoon, Cornehs Wülems en JanWiüems zoon, kuiper, Heilige-Geestmeesters, erkennen ontvangen te hebben met toestemming van schout, burgemeesters en schepenen der stad sGravenzande, hetgeen hun vermaakt is bij testament d.d. 1524 November 27 door heer Dirck Wouters zoon, priester, nl. een bedrag van 1 pond . Vlaamsch benevens zijn huis en erf, staande aan de noordzijde der kerk. Afschr. in Inv. no. 1, no. 1. 871 143. 1528 Augustus 11. Burgemeesters, schepenen enz. der steden van Dordrecht, Haerlem, Delft, Leyden en van der Goudt verkoopen aan Jacop Coppier een jaarhjksche rente van 18 pond Vlaamsch, losbaar met den penning 16. Upten Xlen dach van Augusto anno vijftienhondert acht ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 62). Met de geschonden zegels der 5 steden in groene was. Met transfix d.d. 1528 November 6 (reg. no. 144). 2) Afschr. door notaris B. van Heusden d.d. 1580 December 7. 144. 1528 November 6. Jacob Coppier verklaart de rente van 18 pond Vlaamsch 's jaars, vermeld in den brief d.d. 1528 Augustus 11 (reg. no. 148), waardoor deze gestoken is, gekocht te hebben om haar, ingevolge testament van Mr. Willem van Berendrecht en zijn echtgenoote Barbara Coppiers, zijn zuster, te laten uitkeeren door de Heilige-Geestmeesters van sGravensande aan de armen. Upten zesten dach in Novembri anno vijftienhondert acht ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 62). Met sporen van een zegel in roode was. 2) Afschr. door notaris B. van Heusden d.d. 1580 December 7 (Inv. no. 62). 145. 1541 Juli 4. ■ Cornehs Willems zoon, Dirck Willems zoon en Ariaen Geryts zoon Coninck, schepenen in het ambacht van sGravensande, oorkonden, dat Suetgen Willems dochter, weduwe Dircx zoon, verkoopt aan Cornelis Wülem Coppairts zoons zoon een jaarhjksche rente van 3 pond Hollandsch, gaande uit haar woning in Donysvelt bij de Waele. upten vyerden dach in Julio in den jaire ons Heeren vijftienhondert een ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 96). Het landzegel verloren. Met transfix d.d. 1558 Mei 6 (reg. no. 155). N.B. Het stuk is beschadigd en vastgehecht aan no. 135. 146. 1545 Februari 13. Cornelis Willems zoon en Claes Cornelis' zoon, schepenen der stad sGravezandt, oorkonden, dat de erven van Mr. Willem van Öye te Leiden, volgens testamentaire beschikking van Mr. Wülem van Berendrecht, geven aan den Heiligen Geest te sGravezandt de halve weer lands in 5% weer in het Nieuwelandt, waarop het huis van Maerten Herpers zoon staat, 9 hont lands in het Noerderlandt en 1 pond Hoüandsch 's jaars, gaande uit het huis van Garbrant Clays' zoon aan de zuidzijde van het groote huis in de Langestraat binnen de stad sGravezandt, met last tot uit keering van een lijfrente van 6 gouden carolusguldens aan Jannetjen Jans dochter. opten dertiensten February int jaer ons Heeren XVc vijf ende veertich stüo communi. 1) Oorspr. (Inv. no. 62). Met het stadszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. 7 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm in 1577. 872 N.B. In dorso van het oorspr. staat, dat genoemde halve weer lands verkocht is aan Maritgen Adriaens dochter, weduwe van Maerten Herpers zoon. 147. 1545 Februari 13. Cornelis Willems zoon en Claes Cornelis' zoon, schepenen van sGravenzande, oorkonden, dat Allairt Heroïeks zoon, Willem Jans zoon Dom, Heyman Aeriaens zoon en Florys Dirx zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, beloven een lijfrente van 6 gouden carolusguldens uit te keeren aan Jannetgen Jans dochter, de nicht van Claertgen van Berendrecht, echtgenoote van Franck Pieters zoon van der Meer, hoogheemraad van Delfflant, uit de landen en renten, die Mr. Wülem van Oy te Leyden den Heihgen Geest vermaakt heeft ingevolge den wensch van Mr. Wülem van Berendrecht. up den dertyenste February in den jaire duysent vijfhondert vijf ende veertich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 62). Het stadszegel is verloren. N.B. In dorso staat: De Jannetge Jansdochter is overleden den derden Novembris: tselfde is wel ses ofte seven • jairen gheleden, ende alsoe ick diekwils soe deen als dander gemaent hebbe, ist tselfde tot nochtoe nyet toegedaen. Joest van Berendrecht. Dat die kinderen van Jannetge erven soude, beloept 1 gulden V stuivers. 148. 1546 Maart 30. Wouter Jans zoon, Franck Jans zoon en Aeriaen Mathijs' zoon, schepenen in Santambacht, oorkonden, dat Cornelis Huges van Puel belooft den Heilige-Geestmeesters tsGravesande jaarlijks uit te keeren 2 achtendeel tarwe> gaande uit zijn huis en 8 morgen land in de Hoenderthiende beoosten den Maesdijck, ingevolge het testament van Claes Jans zoon en zijn echtgenoote Agnies. Upten XXXen dach in Maerte in tjaer ons Heeren XVc ses ende veertich. :}\L ~: Afschr. op perkament d.d. 1587 Juli 10 (Inv. no. 94). 149. 1551 Januari 28. Vranck Jans zoon, Wouter Jans zoon en Adriaen Matthijs'zoon, schepenen in Santambacht, oorkonden, dat Jans Jans zoon van Buyten te Delft verkoopt aan Wülem Cornehs' zoon in den Boem 2 hont lands in het Oudelant, vermeld in den brief d.d. 1459 Januari 10 (reg. no. 121), waardoor deze gestoken is. Upten XXVIII January in den jaire ons Heeren dusent vijfhondert ende eenenvyftich nae tgemeen scryven. Oorspr. (Inv. no. 63). Met het landzegel in groene was. Met twee transfixen d.d. 1554 Januari 24 (reg. no. 161) en 1563 November 17 (reg, no. 161). 160. 1551 September 19. Garbrant Claes' zoon en Hubrecht Claes' zoon, schepenen van tsGravesande, oorkonden, dat Pieter Syers zoon en Dirc Pieters zoon ver, koopen aan de tafel van den Heiligen Geest aldaar een jaarhjksche rente van iy2 pond Hoüandsch. Upten XIX September anno Domini XVc ende eenenvijftich. Oorspr. (Inv. no. 104). Met geschonden stadszegel in groene was. 873 151. 1554 Januari 24. Vranck Jans zoon, Cornelis Adriaens zoon en Adriaen Jans zoon, schepenen in het ambacht van tsGravesant, oorkonden, dat Willem Cornehs' zoon in de Boom verkoopt aan Gerit Wouters zoon, poorter der stad tsGravesant, 2 hont lands in het Oudelant, vermeld in den brief d.d. 1551 Januari 28 (reg. no. 149), waardoor deze gestoken is. Opten XXIIII January int jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende vier ende vijftich communi stüo. Oorspr. (Inv. no. 63). Het ambachtszegel is verloren. Met transfix d.d. 1563 November 17 (reg. no. 161). 152. 1555 Januari 13. Cornehs Adriaens zoon en Joris Wülems zoon, schepenen van het ambacht tsGravensant, oorkonden, dat Wülem Cornehs' zoon in de Boem, verkoopt aan Adriaen IJsbrants zoon, priester aldaar, eene jaarhjksche rente van 6 pond Hollandsch, losbaar met den penning 16, gaande uit verschülende landerijen in de Pachtlandsche tienden, Heerentiend en Weytiende in den Tielkamp. Opten XIII Januarii in de jaer ons Heren dusent vijfhondert vijf ende vijftich nae tgemeen scriven. 1) Oorspr. (Inv. no. 95). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. 6 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm in 1677. N.B. In dorso van het oorspr. staat een verklaring van den notaris A. A. Storm, dat 1577 Februari 23 deze rente door de weezen van Gielis Joris' zoon, erfgenamen van heer Adriaen IJsbrants zoon, gecedeerd is aan den Heiligen Geest te 's-Gravenzande. 153. 1555 Februari 19. Cornelis Adriaens zoon en Joris Wülems zoon, schepenen van het ambacht sGravezant, oorkonden, dat Wülem Cornehs' -zoon in de Boom verkoopt aan Heyltgen Adriaens dochter, wees van Adriaen Adriaens zoon, en Machtelt Adriaens dochter, een rente van 1 % pond Hollandsch 'sjaars, losbaar met den penning 16. in den jaer ons Heeren XVc vijf ende vijftich den XlXen Fe- bruary nae tgemeen scriven. 1. Oorspr. (Inv. no. 105). Met geschonden ambachtszegel in groene was. Met- transfix d.d. 1564 Maart 21 (reg. no. 162). 2. Afschr. in Inv. no. 1, no. 4 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm in 1577. N.B. In dorso van het oorspr. een verklaring van genoemden notaris d.d. 1577 Februari 23, dat de weezen van Gielis Joris' zoon, erfgenamen van heer Adriaen IJsbrants zoon, deze rente transporteeren aan den Heiligen Geest. 154. 1557 Maart 5. Het Hof van Hoüandt in den Hage bepaalt, dat de Heilige-Geestmeesters der stad sGravesande hun verhuringen van landerijen voortaan in het openbaar moeten houden en dat hun rentmeester jaarlijks rekening moet doen. Gedaen in den Hage den Ven Martii anno XVc zes ende vijftich naer stüe van den voorszegden Hove. Oorspr. (Inv. no. 26). Met de handteekening van J. Furtijck, secretaris. 874 155. 1558 Mei 6. Antonis Symons zoon en Pieter Thijs' zoon, schepenen der stad sGravezande, oorkonden, dat Martijn Cornehs' zoon, medeschepen, als erfgenaam van zijn vader Cornelis Wülem Copperts zoon, mede voor zijn zuster Neeltgen en de andere erven, transporteert aan de tafel van den Heiligen Geest aldaar de rente van 8 pond Hoüandsch 's jaars, vermeld in den brief d.d. 1541 Juli 4 (reg. no. 145), waardoor deze gestoken is, met bestemming voor de scholasterie, boven hetgeen de Heilige Geest hiervoor pleegt te geven. Actum den VI Mey XVc achtenvijftich. Oorspr. (Inv. no. 96). Met geschonden stadszegel in groene was. 156. 1558 Mei 6. Antonis Symons zoon en Pyeter Thijs' zoon, schepenen der stad sGravezande, oorkonden, dat Jacob Jans zoon, schoenmaker, erkent schuldig te zijn aan de tafel van den Heiligen Geest aldaar een jaarhjksche rente van 10 stuivers, gaande uit zijn huis aan de Langestraet beoosten den Afterwech en uit een bakhuisje met erf daarnaast, lang 5 roeden, 8 voet. den sesten dach in Mey duysent vijfhondert acht en vijftich. Oorspr. (Inv. no. 73); Met geschonden stadszegel in groene was. 157. 1561 Januari 27. Het Hof van Hoüant geeft akte van den eisch van Cornehs van Haeften als procureur van de meesters van den Heüigen Geest binnen de stad sGravesande in de zaak tegen Claes Pieters zoon betreffende de betaling van de pacht der 5% a 6 morgen land aan de Loesduyner laan, in 1360 vermaakt door Wülem Moelenaer, waarbij hij dit land revindiceert en de betaling van 25 pond Hoüandsch eischt. Gedaen in den Hage den XXVIIen January LX stüo curie. Oorspr. (Inv. no. 64). Met handteekening van den secreatris W. de Berendrecht. 158. 1561 Juni 19. Het Hof van'Hoüant geeft akte van het antwoord van Frans Huybrechts zoon als procureur van Ghijsbrecht Pieters zoon van Loosduynen op den eisch van Cornelis van Haeften als procureur van de HeiligeGeestmeesters van sGravesande, waarbij deze afziet van verder verweer en belooft den eisch te zuüen voldoen. Gedaen in den Hage den XlXen Juny XVc LXI. Oorspr. (Inv. no. 64). Met handteekening van den secretaris W. de Berendrecht. 158. 1561 Juli 19. Het Hof van Hoüand, beschikkend in de zaak van de Heilige-Geestmeesters van sGravesande tegen Gijsbrecht Pieters zoon te Loesduynen, bevestigt den eisch. Gedaen in den Hage den XlXen July anno XVc LXI. Oorspr. (Inv. no. 64). Met de handteekening van den substituut-griffier F. de Hove. N.B. Hieraan is vastgehecht no. 160. 875 160. 1561 November 26. De prins van Orangen etc, president, en de raden des Konings over Hollant, Zeelant en Vrieslant dragen den eersten gezworen exploitier van de kamer van den Eaad van Hollant op om de beschikking van het Hof d.d. 1561 Juli 19 (reg. no. 159), waaraan deze gehecht is, ten ver• zoeke van de Heilige-Geestmeesters van sGravesande ten uitvoer te leggen. Gegeven in den Haege den XXVIen Novembris anno XVc LXI. Oorspr. (Inv. no. 64). Het zegel van justitie verloren. 161. 1563 November 17. Cprnehs Adriaens zoon, Joris Wülems zoon en Joost Ruelen zoon, schepenen in het ambacht van sGravesande, oorkonden, dat Maritgen Floris' dochter, weduwe van Gerrit Wouters zoon, verkoopt aan den Heiligen Geest aldaar 2 hont land in het Oudelant, vermeld in de brieven d.d. 1554 Januari 24 (reg. no. 151) en 1551 Januari 28 (reg. no. 149), waardoor deze gestoken is. upten XVIIen Novembris anno XVc LXIII. Oorspr. (Inv. no. 63). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 162. 1564 Maart 21. Cornehs Adriaens zoon, Joris Wülems zoon en Joost Buelen zoon, schepenen van het ambacht sGravezandt, oorkonden, dat Dirck Jans zoon, wonende Ter Heyde, echtgenoot van Heyltgen Adriaens dochter, wees van Adriaen Adriaens zoon en Machtelt Adriaens, cedeert aan heer Adriaen IJsbrants zoon een rentebrief van 1 % pond Hollandsch, nader omschreven in den brief d.d. 1555 Februari 19 (reg. no. 158), waardoor deze is gestoken, benevens een rentebrief van 1 carolusgulden 's jaars ten laste van Vranck Jans zoon, later van Arent Jans zoon, zijn broeder. den XXIen Martii anno XVc vier ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 105). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. 5 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm in 1577. 163. 1567 Juli 8. Jasper Jacops zoon en Jacob Alowijns zoon, schepenen der stad sGravezande, oorkonden, dat Jan Adriaens zoon, schoenmaker aldaar, verkoopt aan Adriaen IJsbrants zoon, priester aldaar, een jaarhjksche losrente van 2 carolusguldens, losbaar met den penning 16. opten achten July anno XVc seven ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 no. 9 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm in 1577. N.B. Gecancelleerd. Zie no. 167. 164. 157^ Februari 25. Adriaen Joesten zoon en Arent Jans zoon, schepenen van Zandtambacht, oorkonden, dat Maritgen Adriaens dochter, wonende binnen de stad sGravezandt, erkent schuldig te zijn aan Joest Eoelof zoon. Jan Pouwels' zoon, Adriaen Pieters zoon Hoyer en Jan Dircks zoon, HeiligeGeestmeesters aldaar, 26 pond Vlaamsch als koopsom van 10 hont land in het Nieuwe land ten westen van de Maesdijcken. den XXVen February anno XVc ende enentseventich stilo communi. Afschr. in Inv. no. 1, no. 2. N.B. Dit afschrift is gecancelleerd; in margine staat een aanteekening van Van Zwieten d.d. 1591 October 13, dat de schuld voldaan is. 165. 1578 Februari 24. Ariaen Joesten zoon Mathijs Jans zoen, en Aerent Jans zoon, schepenen van Santambacht, oorkonden, dat Joost Roeien zoon, hun medeschepen, verkoopt aan de Heilige-Geestmeesters te sGravezande een rente van4pond Hollandsch 'sjaars, losbaar met den penning 16, gaande uit 1 y2 morgen land in het Nieuwelant, ten westen grenzende aan Wateringen, ten oosten aan den Maesdijck. .... opten XXIIIIen February anno XVc LXXIII stilo communi. 1, Oorspr. (Inv. no. 97). Met het ambachtszegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 1, no. 8 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm van 1577. 166. 1576 Augustus 12. Adriaen Joesten zoon, Cornehs Cornelis' zoon Puel en Dirck Adriaens zoon Camerman, schepenen van Zantdambacht, oorkonden, dat Maritgen Adriaens dochter, wonende te sGravezant, erkent schuldig te zijn aan Worm Jans zoon, Wülem Cornelis' zoon Humans, Frans Jans zoon en Cornelis Wülems zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, 28 pond Vlaamsch als koopsom van een half weer land, gelegen in het Nieuwelandt. den XHen Augusti anno XVc ses ende tsdeventich. Afschr. in Inv. no. 1, no. 3 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm van 1577. N.B. Dit afschrift is gecancelleerd; in margine staat een aanteekening van Van Zwieten van 1591. 167. 1588 Januari 18. De Heilige-Geestmeesters van sGravesande binnen en buiten verklaren, dat Jan Ariaens zoon, schoenmaker, en Marritgen Ariaens dochter, zijn zuster, afgelost hebben de hoofdsom met de rente van de schuld, vermeld in den principalen brief (reg. no. 163). dezen XVillen January anno XVc acht ende tachtich. Oorspr. ingeschreven in Inv. no. 1, no. 10. 876 NA DE HERVORMING. ARCHIEF VAN DE ONTVANGERS INLEIDING. Voor de lotgevallen der Geestelijke Goederen in het algemeen na 1572 zie men De Archieven der Delftsche Statenkloosters door Mej. Dr. S. W. A. Drossaers, blz. 551 en vlg.') Anders dan de Delftsche kloosters, die tot het einde toe afzonderhjk beheerd werden, zijn de in dezen Inventaris behandelde geestelijke stichtingen I alle langzamerhand bij het geestelijk kantoor te Delft geïncorporeerd, na eerst door afzonderlijke ontvangers te zijn beheerd, waarvan de meeste bekend zijn door overblijfselen hunner archieven. In 1578 werden aangesteld: voor de kloosters Sint Agniet, Sint Vincent2) en de abdij LoosduinenJoost van Leeuwen; voor het klooster Sint Elizabeth Cornelis Zybrants zoon, tinnegieter, schepen van den Haag; voor de kerken, memorie en getijden van den Haag en Haagambacht, Joachim Eobbrechts zoon; voor het klooster Bethanië te's-Gravenzande werd 20 Februari 1578 Symon Jans zoon, drukker te Delft, als ontvanger aangesteld, doch in Maart 1573 treedt reeds Gherrit Lambrechts zoon van Schüperoert als zoodanig op. Voor de goederen der bagijnen te 's-Gravenzande werd in 1574 Lodewijk van den Binckhorst aangesteld; voor het klooster Nazareth te Rijswijk in 1578 Dirck Heinrics zoon Tromper, die toen tevens belast werd met het beheer van de' goederen der Beguheren van Bethanië; ten slotte voor de kloosters Maria in Galilea en Bethlehem (of de proostdij Sint Barbara) te 's-Gra-, venhage in 1581 Cornehs van Coolwijck. J) In noot 2 op bldz. 562 aldaar leze men voor Rekenk. no. 13, Rekenk. nos. 496 en 497 en op bldz. 554 voor 23 Hei 1575, 23 Mei 1577. *) Het Predikheeren- of Jacobijnerklooster, genaamd St. Vincent, werd gesticht omstreeks 1397 door Margaretha van Kleef, tweede echtgenoote van Aelbrecht van Beieren. Na een brand werd het in 1420 herbouwd. In het midden der 16de eeuw diende het als archiefbewaarplaats voorde Staten van Holland. In 1666 in den beeldenstorm werd het verwoest, de kerk bleef echter gespaard. Na eerst tot paardenstal en geschutgieterij gediend te hebben, werd het kerkgebouw in 1617 weer in gebruik genomen, thans door de Hervormden. Het is de huidige zoogenaamde Kloosterkerk op den hoek van de Parkstraat en het Lange Voorhout. Van het archief van dit klooster is niets teruggevonden. Zie die Haghe, Bijdr. en mededeel. 1907 bl. 359 vlg. 879 Geïncorporeerd in het Geestelijk kantoor te Delft, bhjkens de rekeningen van dat lichaam, waren: de memorie van de Sint-Jacobskerk, de kerk en het H. Kruisgilde te Eikenduinen in 1578, de kloosters Sint Elizabeth, Maria in Galilea en Bethlehem in 1610, de kloosters Nazareth te Bijswijk en Bethanië te 's-Gravenzande in 1616, de abdij Loosduinen in 1656, terwijl de inkomsten der bagijnen te 's-Gravenzande in 1580 aan de stad werden geschonken, die ze onder het beheer van de Heilige-Geestmeesters stelde. INVENTARIS. I. Cornelis Sybrants zoon, ontvanger over de goederen van het klooster St. Elizabeth. . 1. „Staat van renten en landhuren. 1573. Met naamlijst der conventualen van 1572. 1 stuk. 2. Staat van landerijen en van de renten, waarmede deze bezwaard zijn. 15ï 8. Met lijst van de conventualen en de aan ieder toegezegde alimentatie. 1 stuk. II. Joost van Leeuwen, ontvanger over de goederen der kloosters St. Vincent, Loosduinen en St. Agneta, a. St. Vincent. 3. Blafferd van renten enz. over 1577. 1 stuk. 4*. XXXIe Bekening over 1604, afgehoord 1605 October 22. I deel. b. Loosduinen. N. B. Het kaartboek van de abdij in 1569 aangelegd, is door den ontvanger voortgezet. Zie de beschrijving in den noot van Inv. Loosduinen no. 6. 5. Aanteekeningen betreffende de bezittingen en de inkomsten (c. 1579). 1 stuk. 6. Inventaris van de brieven. 1583. 1 katern. c. St. Vincent en Loosduinen. 7. Kohier van de verkooping der landerijen. 1599. 1 deel. N.B. Dit kohier bevat tevens de verkooping van een perceel land, behoord hebbende tot een vicarie in de kerk van Wateringen, vallende onder het beheer van den ontvanger Van Coolwijck. d. St. Agneta. 8. Rentebrief, groot 6 pond Vlaamsch 's jaars, ten laste van Pieter Cornelis' zoon, schout in Hekelingen. 1582. 1 charter. 380 9—10, Rekeningen van de goederen. 1596—1599. 2 stukken. 9*. XXIIIe Rekening over 1596, afgehoord 1601 Mei 8. 10*. XXVle Rekening over 1599, afgehoord 1601 Mei 9. III. Gherrit Lambrechts zoon Schilperoert, ontvanger over de goederen van het klooster Maria Magdalena in Bethania. 11. Verzoekschrift van de Regulieren aan den prins van Oranje om alimentatie. Advies van het stadsbestuur van Delft en ordonnantie van den commissaris van de rekeningen tot ahmentatie. 1573. 1 stuk. 12*. Staat van de goederen. 1574. 1 stuk. N.B. Deze staat is vervaardigd naar opmeting van Coenraad Oels zoon in 1566 en gecopieerd door Theodoricus Tromperius 13. Pachtbrief van 65 gemeten land in Grijsoord bij Nieuwe-Tonge voor Adriaen Adriaens zoon. 1575. 1 charter. IV. Dirc Heinrics zoon Tromper, ontvanger over de goederen van de kloosters Maria Magdalena in Bethania en O. L. V. in Nazareth. a. Maria Magdalena in Bethania. 14. Staat van jaarlijks te betalen pachten, renten en andere uitkeeringen. 1578. 1 katern. 15. Staat van landen, renten enz. met vermelding van pachters en pachtsommen over 1579. 1580. 1 deel. 16. Kaart van landerijen (21 morgen 24 roeden) ten Oosten van Poeldijk. .1598. 1 kaart. N.B. Deze kaart, in waterverf geteekend door Jan Potter Jans zoon, landmeter van Delfland, bevindt zjch in Inv. no. 7 van de Regulieren. 17. Staat van uitkeeringen aan voormalige conventualen. (c. 1585). 1 blad. N.B. Als vierde op deze lijst staat: Dierick Heynrix zoon Tromper, out omtrent Lil jaar .... 18. Huurcedel van 2 morgen 8% hont land bij's-Gravenzande voorde weduwe Marritgen Claes' dochter. 1585. Afschrift. 1 stuk. N.B. Op de keerzijde van dit stuk is een inhoudsregister op het cartularium (Inv. no. 5 der Regulieren) gesteld. 19—26. Blafferds van de inkomsten. 1586—1595. 8 deelen. 19*. Blafferd over 1586. 20*. Blafferd over 1587. 21*. Blafferd over 1589. 22*. Blafferd over 1590. 28*. Blaffetd over 1591. 881 24*. Blafferd over 1592. 25*. Blafferd over 1598. 26j. Blafferd over 1594 en over 1595. 27*. Staat van landen, renten enz. met vermelding van pachters en pachtsommen over 1594. Met 5 bijlagen. 28*. Bol van verpachte landen. 1595. 1 stuk. b. O. L. V. in Nazareth. 29. Huurcedel van 18 morgen weiland in Teyh'ngerbroek en een erf van van 8 hont in het ambacht Voorburg voor Jacob Dircks zoon en zijn moeder Leen Walichs dochter. 1593.1 stuk. c. Maria Magdalena in Bethania en O. L. V. in Nazareth. 30*. Bol van verpachte landen. 1593—1595.1 stuk. 31*. Staat van ontvangst en uitgave over 1596, opgemaakt 1598. 1 blad. 32*. XXXIIIe Eekening over 1611, afgehoord 1616 Juni 18. 1 deel. V. Cornelis van Coolwijck, ontvanger over de goederen van het klooster Maria in Galilea en de proosdij St. Barbara. a. Maria in Galilea. 33. Inventaris van de brieven door Lubeeck Dirx zoon, pater van het convent, overgegeven. 1581.1 katern. 34t. Erfpachtsbrief van twee tuintjes te 's-Gravenhage voor Aernt Pieters zoon en Philips Henrixs zoon. 1588.1 charter. b. Maria in Galilea en St. Barbara. 35—36. Blafferds van renten enz. 1595—1605. 2 deelen. 85*. Blafferd over 1595—1599. 86*. Blafferd over 1600—1605. Bijlage: EEN AANZIENLIJK GESLACHT TE 's GRAVENZANDE. Ofschoon bij dezen Inventaris een genealogische verhandeling niet thuis behoort, heb ik gemeend, dat, nu bij de bewerking der 's-Gravenzandsche archieven de onderlinge verwantschap van verscheidene aanzienlijke personen daar ter stede met groot grondbezit of in belangrijke openbare betrekkingen is gebleken, het van eenig belang is, dat deze gegevens gepubliceerd worden. De personen van dit geslacht worden telkens genoemd met patronymica. Of zij hun achternaam niet voerden of dat zij er nog geen hadden, heb ik niet kunnen uitmaken, want tal van aanzienlijke geslachten in deze omgeving bezigen hun achternaam slechts bij hooge uitzondering, zelfs niet in notarieele instrumenten. Men zou geneigd zijn te veronderstellen, dat zij nog geen naam hadden, aangezien Mr. Arent Floris' zoon, kanunnik in den Haag, zich gewoonlijk noemt Mr. Arent van 's-Gravenzande of Mr. Arnoldus de Zande. Het wapen, dat dit geslacht voerde, blijkt uit menigvuldige zegels te zijn geweest: 8 luipaardskoppen. Onwillekeurig denkt men hierbij aan het geslacht Ackersdijk (waarvan een genealogie verscheen in Annuaire généalogique des Pays-Bas II, bl. 9), ook al wegens de nabijheid van de hofstede (bij Delft), waaraan het zijn naam zou ontleenen. Echter maakt; een artikel in de Nederl. Heraut I bl. 214 deze veronderstelling onwaarschijnlijk. Of de familie in de 16de eeuw en later een achternaam heeft gevoerd of uitgestorven is, zou een dieper onderzoek in het gemeentearchief van 's-Gravenzande misschien kunnen uitmaken. Een tak van het Betuwsche geslacht van Waetselaer, (kerspel Beuningen), dat o.a. in de 14de en 15de eeuw daar voorkomt (het voert als wapen een dubbelen arend), is hieraan Loegevoegd, mede omdat het vrijwel uitsluitend met patronymica genoemd wordt. In onderstaande genealogische tabel duiden de jaartallen op de jaren, in welke de personen blijkens de stukken in leven zijn. t SUPPLEMENT. Na het afdrukken van den Inventaris werden uit onbeschreven charterverzamelingen van het Algemeen Rijksarchief nog de hier volgende charters herkend als tot de behandelde archieven te behooren. Daarentegen moesten van het klooster Maria in Galilea eenige nos. vervallen. Op het Gemeente-archief te 's-Gravenhage bleek aanwezig te zijn een cartularium van de memorie van de Sint Jacobskerk met behulp waarvan bovendien nog ongeveer 25 charters aldaar konden thuisgebracht worden. Met de meeste welwillendheid werd dit alles in bruikleen afgestaan om in dit supplement opgenomen te worden.'s-H. met een cijfer tusschen haakjes geplaatst, verwijst naar het nummer, dat de charters op het Gemeente-archief hebben. HET KLOOSTER SINT ELISABETH. INVENTARIS. A. Kerkelijke Diensten. 62a. Fundatiebrief van twee wekelijksche missen in het klooster met bevestigingsbrief van den bisschop en akte van benöeming van den confessor tot officiant. 1496 en 1497. 2 charters en 1 stuk (reg. nos. 1, 2 en 3). N.B. Zie bldz. 15, no. 62. REGESTENLIJST. 1. 1496 Juni 29. Notaris Hugo Theodricus' zoon de Bloot instrumenteert, dat Mr. Hugo van Buven, baccalarius in de godgeleerdheid, priester in Haga, 2 missen per week fundeert in het zusterhuis van St. Elizabeth in Haga ter eere van de Heilige maagd Maria en de weduwe St. Elizabeth en schenkt daartoe 84 morgen land in Ouderscie. Acta sunt hec in Hagis in conventu sororum pretactarum anno a nativitate ejusdem Domini mülesimo quadringentesimo nonagesimo sexto indictione decima quarta mensis Junü die penultima hora quarta vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domim' Alexandri divina providentia pape sexti anno ejus quarto. 1. Oorspr. (Inv. no. 62a). Met signatuur van den notaris. Met transfix dd. 1496 September 9 (reg. no. 2). 2. Afschr. op perkament, gecollationneerd door notaris Wilhelmus Staill. (Inv. no 62a). N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan het afschr. 2. 1496 September 9. Wilhelmus de Montfoirt, proost en aartsdiaken van St. Salvator te Trajectum, vicaris-generaal, bevestigt de fundatie, vermeld in den brief d.d. 1496 Juni 29 (reg. no. 1), waardoor deze gestoken is. 25 386 Datum Trajecti anno Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo sexto die mensis Septembris nona. 1. Oorspr. (Inv. no. 1). Met geschonden dienstzegel van het vicariaat in roode was. 2. Afschr. op perkament, gecollationneerd door notaris Wilhelmus Staill (Inv. no 62a). 3. 1497 Februari 18. Clementia Matthijs' dochter en Arent Boot Aernts zoon, executeurs van het testament van Mr. Hughe van Ruven, kennen, na raadpleging van het kapittel van 10 zusters, heer Willem Hermans zoon, confessor van het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis van de 8e orde van Sinte Franciscus binnen den Haghe, de lijftocht uit 34 morgen land toe, vermeld in het genoemde testament, met last de daarbij gefundeerde missen te doen. Aldus gedaen int jair ons Heeren duysent vierhondert sess ende negentien na beloep scrivens sHoiffs van Hollant achtien daghen in Februario. Afschr. op perkament, gecollationneerd door notaris Wilhelmus Staill (Inv. no. 1). N.B. Op hetzelfde stuk zijn afgeschreven de brieven d. d. 1496 Juni 29 en September 9 (reg. nos. 1 en 2). Vastgehecht aan de oorspr. dezer brieven. HET KLOOSTER SINT MARIA IN GALILEA.1» INVENTARIS. A. Finantieel Beheer. I. Landerijen en huizen. 34*. Eigendomsbewijs van de helft van 7 morgen land te 's-Gravenzande voor Claes Wülems zoon. 1482. Met akte van toepachting van een rente, gaande uit dat land d.d. 1469. 2 charters (reg. nos. 1 en 2). II. Rentebrieven. 59». Twee rentebrieven, groot 5 en 11 pond Hoüandsch 'sjaars, gaande uit 2J morgen land in Naeldwijk voor Maritgen, Aechte en Russent Dircs dochters. 1512 en 1515. 2 charters (reg. nos. 3 en 4). REGESTENLIJST. Van de nos. 20l8w 47,73 en 101 van de Regestenlijst op bldz. 55 zijn ook de oorspronkehjken gevonden; de nos. 7—10, 42 en 128 moeten vervaüen. 1. 1469 Aprü 10. Landschepenen van tsGravenzande pachten Jan Maertijns zoon de helft van 7 morgen aan, wegens het onbetaald blijven der verschuldigde i) Vermeldenswaard zijn nog twee boekjes, van dit klooster herkomstig, en thans eigendom van het Gemeente-Museum te 's-Gravenhage. Het eene is een fraai versierd Getijdeboekje van de zusters van de 3e orde van Sint Franciscus. Het is gebonden in eikenhouten band in geperst leder met nüsericoróUavoorstelling buiten op. Blijkens inschrift behoorde ket achtereenvolgens aan Maritgen Claes' dochter, Barbar Antonis' dochter en Agatha Govers dochter. Het andere is een aflaatboek van de Franciscanerorde van ± 1500 in perkamenten band en behoorde toe aan Maritgen Heynricx dochter. 888 rente van 7 gouden wilhelmusschUden daaruit, welk land in verschillende perceelen gelegen is in het Ouwe Nyeuwelant en in het Ouwelanti In den jaer ons Heeren dusent vyerhondert neghen ende LX upten X dach van Aprelle. Oorspr. (Inv. no. 34»). Metgeschondenlandzegelingroene was. Met transfix dd. 1482 Maart 26 (reg. no. 2). 2. 1482 Maart 26. Aechte Jan Martijns zoons weduwe verkoopt aan Claes Willems zoon de helft van 7 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1469 April lö (reg. no. 1). Gescreven opten XXVIen dach in Maerte int jair ons Heeren M CCCC een ende tachtich na loop tsHoofs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 34a). Met de zegels van Florys Joos' zoon schepen van Delft, en Costijn Jans* zoon in groene was. 3. 1512 Maart 23. Jacob Korstants zoon verkoopt aan Marritgen, Aechte en Eustgen Dircx dochters, bagijnen in het fahebagijnhof binnen de stad Delff, een rente van 5 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 2 morgen land in het ambacht van Naeldwijc. Int jair ons Heeren duysent vijffhondert elff opten drie ende twintichsten dach in Maert nae custuyme van scriven der stede van Delff. Oorspr. (Inv. no. 69a). Met de zegels in groene was van Mr. Jan van den Poel en Heynrick Jans zoon. 4. 1515 Mei 10. Jacob Kortstants zoon verkoopt aan Maritge, Aecht en Russent Dircs dochters, bagijnen te Delff, een rente van 11 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 2| morgen land in den ban van Naaldwijck. In den jair vijftienhondert vijftien den tienden dach in Meye. Oorspr. (Inv. no. 59»). Met het zegel van Claes Mees' zoon in groene was; dat van IJsbrant Geryts zoon verloren. HET KLOOSTER BETHLEHEM. INVENTARIS. A. Finantieel beheer. 1. Rentebrieven. 23*. Rentebrief, groot 2 pond Vlaamsch 's jaars, gaande uit de hofstede Duvesteyn bij Voorburg. Met akte van toestemming van den leenheer tot den verkoop. 1539. 1 charter (reg. nos. 1 en 2). B. Stukken den proost als zoodanig toebehoord hebbende. 24*. Blafferd van renten, ontvangen door Jan Dritius als proost van Bethlehem te 's-Gravenhage en als pastoor van Eikenduinen over de jaren 1566—1579. Een deel. REGESTENLIJST. 1. 1589 Januari 10. Johan van Duvenvoerde, ridder,, vergunt als leenheer zijn neef Dirck van Duvenvoerde Aernts zoon de hofstede Duvesteyn bij Voorburch te bezwaren met een rente van 2 pond Vlaamsch 'sjaars en over 15 morgen land, genaamd Moeleweer, in Tegelerbrouck in den ban van Zoeterwoude te beschikken ten behoeve van diens natuurlijke dochter Janneken en diens zuster. den thienden dach van Januario anno vijftienhondert negen- endertich naer tscriven (der) kercken van Uuytrecht. Opgenomen in den brief d.d. 1539 Januari 12 (reg. no. 2). 2. 1539 Januari 12. Johan van Duvenvoerde, ridder, heer van Warmont, raad ordinaris van Hollant, en Aernt van Duvenvoerde, leenmannen der grafelijkheid, oorkonden, onder aanhaling van den brief d.d. 1589 Januari 10 (reg. no. 1), dat Dirck van Duvenvoerde Aernts zoon verkoopt aan proost en priorin van St. Barbaren zusterhuis binnen den Hage een rente van 2 pond Vlaamsch 's jaars, losbaar met den penning 16, gaande uit zijn hofstede Duvesteyn bij Voerburch. Upten twaleffden dach Januarii anno vijffthienhondert negenendertich a nativitate. Oorspr. (Inv. no. 23a). Met geschonden zegels van de oorkonders in roode was. HET KLOOSTER SINT VINCENT. ) INVENTARIS. Finantieel Beheer. Huizen. In den Haag. 1. Eigendomsbewijs van een huis, afkomstig van de erfgenamen van Frans Jacobs zoon. 1571. 1 charter (reg. no. 1). REGESTENLIJST. 1. 1571 October 18. Pieter de Vries en Joseph van Hove, schepenen in den Haghe, oorkonden, dat Lubeeck Dircxs zoon, pater van het convent van Sinte Maria in Galilee in de Pooten, voor Petronella Joosten dochter, conventuale aldaar, en Aechgen Jans dochter, weduwe van Thomas Jans zoon, erfgenamen van Frans Jacobs zoon, kuiper, verkoopen aan Cornehs van Gorinchem, prior van het Predicaren-convent in den Haghe, voor het erfdeel van wijlen broeder Cornehs Ghijsbrechts zoon, hun aandeel in een huis in de Corte Hoochstraet. opten XlIIen dach Octobris anno XVc een ende tseventich Oorspr. (Inv. no. 1). Met geschonden zegel van P. de Vries in groene was; dat van J. v. Hove verloren. N.B. In dorso staat een quiteering van een deel der koopsom door Aechgen Jans. *) Zie noot no. 2 op bldz. 377. DE MEMORIE IN DE SINT JACOBS KERK. INLEIDING. De statuten, opgenomen in het cartularium (Inv. no. 1), geven eenigszins een denkbeeld van de samenstelling der memorie. Behalve den parochiepastoor en zijn kapelaan (den kapelaan, later pastoor van Eikenduinen), waren leden een zestiental priesters, die in het bezit moesten zijn van een beneficie in de kerk. Omtrent niet gebenificieerde officianten, werd na véél oneenigheden in 1457 bepaald, dat zij geen deel zouden hebben aan de memoriegelden. De socii moesten in den Haag wonen en mochten geen reguliere geestelijken zijn, behalve den pastoor en den kapelaan, die uit de abdij van Middelburg werden genomen en dus van de Premonstratenser orde waren. Jaarlijks werd een der leden tot rentmeester gekozen, die de inkomsten inde en op memoriedagen ieder zijn „psallarium competens" gaf. INVENTARIS. I. Het beheer in het algemeen. 1*. Cartularium, bevattende akten van 1866—1578. 1 deel. Met inliggend eedsformulier behoorende bij fo. V verso. N.B. Dit cartularium is, naar het schrift te oordeelen, aangelegd in de tweede helft van de 15e eeuw. De eerste twintig bldz. bevatten statuten en wijzigingen daarvan, benevens een reglement voor de bibliotheek; de overige akten zijn uitsluitend rentebrieven. II. Landerijen en huizen. a. In den Haag. 6". Eigendomsbewijs van een huis, afkomstig van de Heilige Geestmeesters. 1458. 1 1 charter (reg. no. 75). 892 III. Rentebrieven. 26a. Twee rentebrieven, ieder groot 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Ave Brabanders. 1881. Verkocht aan Baerte Dirc Aernts zoons. 1891 ('s-H. no. 1681). 3 charters (reg. nos. 3 en 6). N.B. Een der twee rentebrieven van 1381 bevindt zich op het Gemeente-archief te 's-Gravenhage. 266. Eentebrief, groot 80 schellingen Hoüandsch 's jaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Jan Heynrics zoon. 1895 ('s-H. no. 646). 1 charter (reg. no. 9). 26c. Eentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis m den Haag, voor Gheryt Gummengijs. 1396 ('s-H. no. 868). 1 charter (reg. no. 10). 26d. Eentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Claes Pieters zoon. 1416 ('s-H. no. 1684). 1 charter (reg. no. 21). 26e. Eentebrief, groot 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit eenhuis in den Haag, voor Dammes Dircx zoon. 1481 ('s-H. no. 865). 1 charter (reg. no. 32). 26/. Eentebrief, groot 6 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Geryt Potter van der Loo. 1489. 1 charter (reg. no. 43). 26#. Toepachtingsbrief, groot 32 schellingen 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Fueytgen Aernts zoon. 1444. 1 charter (reg. no. 54). 2Bh. Eentebrief, groot 80 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis m den Haag. 1448 ('s-H. no. 1608). 1 charter (reg. no. 59). 26Ï. Twee rentebrieven, groot 12 en 20 schellingen Hollandsch's jaars, gaande uit een huis ïn den Haag, voor Claes Jans zoon en Claes Florvs' zoon. 1451 ('s-H. nos. 660 en 661). 2 charters (reg. nos. 64 en 65). 26ft. Eentebrief, groot 18 schellingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Wijntgen en Machtelt Philips' dochters. 1454 (s-H. no. 869). 1 charter (reg. no. 69). 27a. Rentebrief, groot 1 pond HoUandsch 'sjaars, gaande uit een huis in bet Westambacht van den Haag. 1458 ('s-H. no. 1521). 1 charter (reg. no. 77). 276. Twee rentebrieven, groot 2 pond en 10 schellingen HoUandsch 'sjaars gaande uit een huis in den Haag. 1459 en 1508 ('s-H. no. 1654). 2 charters (reg. nos. 80 en 153). 393 28a. Twee rentebrieven, groot 2 en 6 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1465 en 1501. 2 charters (reg. nos. 93 en 151). 31a. Eentebrief, groot 45 schellingen 's jaars, gaande uit een kamer in den Haag. 1479 ('s-H. no. 1630). 1 charter (reg. no. 123). 37a. Rentebrief, groot 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1512 ('s-H. no. 1599). 1 charter (reg. no. 155). 37b. Eentebrief, groot 40 schellingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1440. Met vidimus d.d. 1555. Verkocht aan de memorie. 1512 ('s-H. no. 1628). 3 charters (reg. nos. 154, 46 en 171). 39a. Twee rentebrieven, ieder groot 1 pond HoUandsch 's jaars, gaande uit een huis in den Haag. 1514 en 1520 ('s-H. no. 1647). 2 charters (reg. nos. 156 en 159). 396. Eentebrief, groot 2 pond HoUandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1517 ('s-H. no. 899). 1 charter (reg. no. 158). 39c. Twee rentebrieven, groot 80 en 20 scheUingen 's jaars, gaande uit twee huizen in den Haag, de eerste ten behoeve van Jacob Jans zoon. 1475 en 1522 ('s-H. no. 1655). 2 charters (reg. nos. 118 en 161). 39a\ Eentebrief, groot 20 schellingen 4 penningen HoUandsch 's jaars, gaande uit een huis in den Haag. 1422. Verkocht aan de memorie. 1524 ('s-H. no. 1651). 2 charters (reg. nos. 23 en 162). 39e. Twee rentebrieven, groot \ en 1 pond HoUandsch 's jaars, uit een huis in den Haag. 1498 en 1526. De eerste verkocht aan de memorie in 1515 ('s-H. no. 1688). 3 charters (reg. nos. 149, 157 en 163). 41a. Eentebrief, groot 2 pond HoUandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1532 ('s-H. no. 1612). 1 charter (reg. no. 166). 46a. Eentebrief, groot 1 pond HoUandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1498. Verkocht aan de memorie. 1554 ('s-H. no. G. 193). 2 charters (reg. nos. 149a en 170a). 46b. Eentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis in den Haag. 1501. Met toepachtingsbrief. 1557 ('s-H. no. 1652). 2 charters (reg. nos. 150 en 172). 47d. Eentèbrief, groot 20 schellingen HoUandsch 's jaars, uit 4 roeden land in den Haag, voor Wülem Pieters zoon. 1465 ('s-H. no. G. 189). 1 charter (reg. no. 97). N.B. Zie Inv. no. 47. 394 58a. Eentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 4morgenland in Nootdorp. 1504. 1 charter (reg. no. 152). 61a. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit een woning in Wassenaar, voor Gheryt Gheryts zoon. 1467. 1 charter (reg. no. 100). 61&. Rentebrief, groot 1 pond HoUandsch 'sjaars, gaande uit een woning in Wassenaar, voor Claes Pieters zoon. 1482. 1 charter (reg.. no. 128). 62a. Rentebrief, groot 2 pond HoUandsch 's jaars, gaande uit 6 morgen land in Wateringen, voor Lijsbeth Gheryts dochter. 1587. 1 charter (reg. no. 167). 62&. Rentebrief, groot 4 pond HoUandsch 's jaars, gaande uit 8 morgen land in Zoeterwoude, voor Adriaen Aernts zoon. 1492. 1 charter (reg. no. 140). 7*fA$fc 64a. Rentebrief, groot 6 pond HoUandsch 's jaars, gaande uit een woning in Zuidwijk. 1494. 1 charter (reg. no. 142). REGESTENLIJST. Onderstaande nos. van de Regestenlijst op bldz. 128 bleken in het cartularium te zijn opgenomen: no. 2. fol. LXIV. w 5. „ LXI verso. „ 13. „ LXXVII. „ 14. „ LVIII verso. „ 16. „ LVIII. n 23. „ LXX. „ 28. „ LXXVII. „ 29. „ LXXIX. „ 81. „ LXXXVII verso. „ 32. „ LXXX verso. „ 88. „ LVI. 1. 1866 December 13. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Claes Jan Reysers zoon erkent schuldig te zijn aan Jan van der Poerte een rente van 20 schellingen Hollandsch jaarlijks, gaande uit zijn huis en erf. Int jair ons Heren M CCCLXVI op sente Luciën dach. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXV. N.B. Het opschr. luidt: Littera pro memoria Haestgen heer Adaems. Onder de akte staat: Ende dit geeft nu ter tijt Geryt Int Keyserrijck an die Plaets. 395 2. 1380 Juli 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Leckerkerc erkent schuldig te zijn aan Claes Smit een rente van 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis en hofstede, grenzende aan de Spoelpet in de Papestraet. Gescreven int jair ons Heren M CCC ende tachtich op sente Jacobs avont apostel. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXIII. N.B. Het opschr. luidt: Littera pro memoria Wilhelmi Heinrici. Onder de akte staat: Dese renten geeft nu heer Airnt Koek. Geeft Piter Jonas' zoons kinderen a°. LXIII. Nu Claes Andreas' metselaer anno LXIIIL 3. 1881 Februari 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Wouters zoon erkent schuldig te zijn aan Ave Brabanders een rente van 10 schellingen HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf. Gescreven up sinte Aechten dach int jair ons Heren M° CCC° een ende tachtich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26a). Met rest van het schepen zegel in groene was. 2. Oorspr. (Inv. no. 26a). Het rest van het schepenzegel in groene was. 3. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLVIII. * 4. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXVIII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Mens' ende mit die scepenbrieff van X sch. an die ander syde. Onder de akte staat: Gift nu Pieter Denys' zoon; Dirck Willems zoon in 't Voerhout. Gelost ende weder beleit up Adriaen Huygens zoon oock int Voerhout. 4. 1382 Juni 23. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Sanderaet Wülaems dochter erkent schuldig te zijn aan Heinric van Tyenweken een rente van 10 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit de hofstede, die zij van hem in huur heeft, gelegen naast zijn huis. Int jair ons Heren dusent driehondert twee ende tachtich op sinte Jans avont te mjddezomer. Afschr. in Inv. no.1 fol. XXXVII. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Margriete Jans dochter. Onder de akte staat: Gift die moeder tot Sinte Agnieten suster huys. Itemdesen brief is ghelost int jaer XVc, daer dat convent ons ander renten heeft voer gegeven bi Delff in den Vriënban l1/, pont tjairs ende die ander IIII pont van convent gecoft om provisoers geit. 5. 1890 Februari 22. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Engebrecht Jans zoon erkent schuldig te zijn aan Philips Dircx zoon een rente van 40 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Veenestraet. Gescreven op den dach voirscreven int jair ons Heren M CCC ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXX verso. N.B. De „dach voirscreven" is de betaaldag en wel Sinte Pieters dach in Zelle. Het opschr. luidt: Pro memoria Griete Phillips'. Onder de akte staat: Ende gift nu Cornelis scrienmaker; geeft nu a° lx Jan Gillis' zoon kistemaker. 896 6. 1891 Januari 8. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Machtelt Jan Wouters weduwe erkent schuldig te zijn aan Baerte Dirc Aernts zoons een rente van 1 pond Hollandsch s'jaars, gaande uit haar huis aan de westzijde van het Spoy. Gescreven des Manendages na Jairsdach int jair ons Heren M CCC een ende tnegentich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26a). Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLVTJI. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Dirc Arys zoon upt Spoye; gift nu Pieter Denys' zoon. 7. 1892 Februari 1. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Crattemaker erkent schuldig te zijn aan kramer Jacob een rente van 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Vlamingstraet. Ti,roG/?,CroVen 0p onser Vrouwen ayont purificacio int jair ons Heren M CCC twee ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXVIII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria domini Symonis filii Mathie ende voor Jacob Gerytsz. - Onder de akte staat, dat de memorie hiervan 1 pond zal ontvangen om te verdeelen en 2 schellingen voor kaarsen en dat mr. Bartout de overige 18 schellingen gekocht heeft» van Ermgairt Mathijs', welke de memoriemeesters mogen lossen met 8 philipsguldens, hetgeen zij gedaan hebben. Voorts, dat de rente betaald werd achtereenvolgens door Mees van Voirde den wever, Claes Gerytsz. den metselaar en Cornelis van Montfoort en vervolgens afgelost is. 8. 1394 Mei 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirc Geryts zoon uit den Motel erkent schuldig te zijn aan Gilles Jans zoon een rente van 30 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Molenstraet (rescreven up smte Servaes'dach int jair ons Heren M CCC vier ende tnegentich. Afschr. in Jjiv. no. 1 fol. XLVII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria heer Dirc van Betaniën. Onder staat: Geeft nuu XXX sch. Janetgin Provisoers a° LX. 9. 1395 Mei 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Allairts zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Heynrics zoon een rente van 80 schellingen Hollandsch sjaars, gaande uit het huis in Jan Heinricxs zoons straat, dat hij van dezen in huur heeft. Gescreven up sinte Servaes' dach int jair ons Heren M° CCC° viif ende tnegentich. J L Oorspr. (Inv. no. 26b). Het sohepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXVI. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Mijn joncfrou van Tol. Onder het afschr. staat: gift nu heer Jacob Andries' zoon. Heer Dirc Tol. Modo heer Jacop van Medemblyck. 10. 1896 September 29. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Ermegaert Stienaerts 397 erkent schuldig te zijn aan Gheryt van Gummengijs een rente van 40 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit haar huis aan de westzijde van het Spoye. Ghescreven op sinte Michiels dach int jaer ons Heren dusent driehondert sesse ende tneghentich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26°). Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXI verso. N.B. Onder de akte staat: Ghift nu Jan Bouwens zoon; nu a° 62 Adriaen Lubbert zoon, bode. 11. 1897 Juni 4. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Wermbrechts zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Aernt Boemgairts zoon een rente van 6 pond HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis en erf. Gescreven op sente Bonifacius' avont int jair ons Heren dusent driehondert seven ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXI. N.B. Onder de akte staat: Item desen brieff is verandert, als men agter vinden sal in een ander scepenbrieff, sprekende van worde te worde, als dese voirbrieff hout. Zie reg. no. 12. 12. 1897 Juni 4. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Wermbrechts zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Aernt Boemgaerts zoon een rente van 8 pond HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis bewesten de gracht. Gescreven up sinte Bonifacius' avont int jair ons Heren duysent driehondert seven ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Jan Smit die II1/» pond Hollants ende dat ander halff pond pro memoria Michiel Pieters zoon. Onder de akte staat: Geeft nu tGulde Vlies. Modo Joest Jans zoon in de Hoechstraet. 13. 1407 Mei 26. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirc Claes Ommeloeps zoon erkent schuldig te zijn aan Aechte koopman Everaets stiefdochter een rente van 40 schellingen HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Hogestraat. Ghescreven des Vridaghs na des heilich Sacraments dach int jair ons Heren dusent vierhondert ende seven. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXI verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Michiel Pieters zoon mit een halff U, als af ter verclaert staet in Jan Smit memorie (zie reg. no. 12). Onder de akte staat: Gift nuMichiel sceydemaker; Jan Mourys' zoon de backer. 14. 1409 Februari 5. Kerstant Oedsyers zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Spiegel eene rente van 50 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit 2 morgen land in het Westambacht. Ghescreven op sinte Aechten dach int jaer ons Heren dusent vierhondert ende negen. Afschr. in Inv. no. 1 foL LXVII verso. N.B. Onder de akte staat: Betaelt nu Anthonys lange Jacobs 398 zoen tot Eykendunen; Pancraes Henricz zoon van Rhijn nu zjjn zoen Cornelis Pancraes'. Zie ook reg. no. 56. 15. 1409 November 20. ' Schepenen in den Haghe pachten Willem Deymen een rente toe van 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, wegens achterstallige rente, gaande uit het huis van Ermegaert Stienaerts op het Spoye aan de westzijde van de vaart. Ghescreven ende ghepacht des Donredaghes na sint Lijsbeten dach int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen. Afschr, in Inv. no. 1 fol. LXII. N.B. Onder de akte staat: Ghift nu Jan Bouwens zoon. 18. 1411 September 17. Willem Eggairt, heer tot Purmurende en tresorier van Hollant, Aernt van der Dorp, priester, Jan van der Dorp en Eobbrechts Costijns zoon verkoopen met machtiging van den graaf van Hollant voor diens bastaards dochter vrouwe Beatrijs, vrouwe van den Dorpe, ter eener zijde en van Gooswijn van den Poel, Jacob van den Poel en Heinric van der Oesterzeel, erfgenamen van heer Phühps van der Dorpe, ter andere zijde uit diens nalatenschap aan heer Coenraet Willems zoon, priester, een rente van 40 schellingen 's jaars ten laste der grafelijkheid] gaande uit de Liesmade in het ambacht van Monster, door de vrouwe' van der Woude van den heer van Asperen gekocht. Int jair ons Heren duysent vierhondert ende elve up sinte Lambrechts dach. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLVI. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria mijn joncfrou van Rap horst. Onder de akte staat: Gift nu Dirc Kerstant zoon van Alcmade te Delf. Modo meester Pouwels tot Dordrecht. Geeft nuu de wedue van Anthonis Charlier, .... meester tot Leyden was. Desen brief es gelost by die weduwe van Mr. Pouwels van Dordrecht ende tgelt es den keyser ghegeven; actum den XXVI Septembris anno XVc XXXV. 17. 1412 Februari 4. Schepenen in den Hage pachten Jan Jans zoon een rente toe van 12 schellingen Hollandsch 'sjaars wegens achterstallige rente, gaande uit Ermgaert Stienaerts huis op het Spoy aan de westzijde van de vaart. Ghescreven ende ghepacht des Woensdags na onser Vrouwen dach purificacio in jaer ons Heren dusent vierhondert ende twaleff. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXII verso. N.B. Onder de akte staat: Ghift nu Jan Bouwens zoon. 18. 1418 Juli 26. Schepenen in den Hage pachten Jan Jans zoon wegens achterstallige . renten een rente van 8 schellingen Hollandsch 'sjaars toe, gaande uit het huis van Andries Moenijn in Jan Heinrics zoons straat, vermeld in den oorspronkelijken brief (reg. no. 9). Gescreven ende gepacht des Woensdages na sinte Jacobs dach int jair ons Heren M CCCC ende dertyen. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXVI verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Jo. Heinrici. Onder de 399 akte staat: Gift nu Symoen Naer IIII sch. ende die camer der naest IIII sch. Nu Cornelys Weeftou IIII sch. ende Aerntgen die appelcoper III sch. Geeft nu Gijs Pieter Gysen tot Eyckenduynen anno 1560. 19. 1413 Augustus 1. Schepenen in dén Hage oorkonden, dat Wermbrecht Willems zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Bolle, koster, een rente van 4 pond HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijns vaders woning in hét Westambacht van der Hage, groot 17 morgen land, en uit 3 morgen 2 hont land aldaar. Gescreven up sinte Pieters dach ad vincula int jair ons Heren M CCCC ende dertyen. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LV. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Ghijsbrecht Horck Gerits zoon van Heemskerck. Onder de akte staat: Geeft nuu ter tijt anno XVc LX Pouwels Jacobs zoon Bol te Westerbeeck. 20. 1415 Juni 23. . Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Jans zoon erkent schuldig te zijn aan Claes Ommeloips een rente van 40 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn woonhuis. Gescreven up sinte Jans avont te midzomer int jair ons Heren dusent vierhondert ende vijftien. Afschr. in Inv. no, 1 fol. XXXVII verso. N.B. Het opschr. luidt: pro memoriis meester Tyman Coninc ende min jonffrou van der Woert. Onder de akte staat: Gift nu Jordijn, backer. Nuu Appollonia torfvolster; noch een brief van X sch., houwende opt selfde huys; Voldersgraft. 21. 1416 Mei 13. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Maertijn Jans zoon erkent schuldig te zijn aan Claes Pieters zoon een rente van 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de noordzijde van de kerk oostwaarts. Ghescreven op sinte. Servaes' dach int jaer ons Heren dusent vierhondert ende sestyen. 1. Öbrspr. (Inv. no. 26d). Met schepenzegel in groene was en geschonden. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXVII. N.B. In dorso van het oorspr. staat, dat Kors Pietersz. 18 Maart 1519 een pond heeft afgelost, en dat de overige 3 pond gaan uit Jan die Veers huis aan het Kerkhof. Onder het afschr. staat: A° 1562 gheeft Arent CristSffels zoon III U ende es een pont gelost bij Kors van der Beeck. — Zie de noot bij reg. no. 34. 22. 1417 Mei 15. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Baerte Dirc Touwers erkent schuldig te zijn aan Wülem Martijns zoon een rente van 10 schellingen HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de oostzijde van de Wagenstraet in het Zuideinde. Gescreven XV dage in Meye int jair ons Heren M CCCC ende zeventien. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXVII verso. N.B. Het opschrift luidt: Pro memoria magistri Johannis de Lueven. — Onder de akte staat: Dese renten geeft nu 400 Claes Jans zoon die wielmaker. Gift nu Boudijn stoeldrayer; modo Beyntgen die verwer. Geeft Fransgin Splinters zoon, heefte renten overghesedt up haer huys in de Schoelstraet naest Rutgerus. 23. 1422 September 23. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Adryaen Jacobs zoon, bakker, erkent schuldig te zijn aan Adryaen Dirc Hugen zoon een rente van 23 schellingen 4 penningen HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Papenstraet. Gescreven drie ende twintich dage in Septembrii int jair ons Heren dusent vierhondert twee ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 39d). Het gemeen schepenzegel verloren. N.B. Vastgehecht aan den brief d.d. 1524 April 15 (ree no. 162). 6' 24. 1424 Januari 5. Dirck van der Burch Kerstants zoon verkoopt aan Barbara Boudijns dochter een rente van 1 Engelschen nobel 's jaars, gaande uit zijn huis en 3 morgen land in het ambacht van Bijswijk tusschen de Slyncsloot en den Bredewech en uit andere perceelen aldaar. Int jair ons Heren duysent vierhondert vier ende twintich op den vijften dach in Januario. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXIII. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Heinrici van Groesbeeck ende joncfrou Lijsbet zijn wijff. — Onder de akte staat: Geeft nu Eerstant Claes' zoon tot Rijswijck. 25. 1425 Maart 12. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Oedzier Kerstants zoon erkent schuldig te zijn aan Claes Spierinck een rente van 7 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn woning, groot 27 morgen land, in het Westambacht van der Hage tusschen de wildernis en den Eijnwech. Ghescreven up sinte Gregorius' dach int jair ons Heeren duysent vierhondert vijf ende twyntich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXII verso. N.B. Met de aanteekening, dat deze rente in 1548 gelost is en bdegd ten laste van Cornehs Colleken ant Roderijs tot Berckil. Zie reg. no. 50. 26h 1427 Januari 22. Schepenen in den Hage pachten heer Pieter üten Broeck, priester, wegens achterstallige rente een rente van 11 scheUingen 'sjaars toe,' gaande uit een huis en erf. Gescreven ende gepacht XXII dage in Januario int jair ons Heren M CCCC zeven ende twintich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXV verso. . N.B. Onder de akte staat: Geeft Pouwels Everts zoon in de Cimbel metten naevolghenden brfjf. (reg. no. 29). 27. 1427 Juli 81. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Eye Dircx dochter erkent schuldig te zijn aan den parochiepastoor en de kapelaans van de kerk aldaar een rente van 10 scheUingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit 401 haar htiis in het Nbirteynde en uit een daaraan grenzend erf, dat zij tegen betaling der genoemde rente in erfhuur heeft. Gescreven opten lesten dach van Julio int jair ons Heren M CCCC zeven ende twintich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXVII. N.B. Het opschrift luidt: Pro memoria domini Gerardi Jone. Onder de akte staat: Gift nu Pieter die Coster; nu Rammaker, procuroer; gelost. 28. 1428 April 13. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Vranck Hugen zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Geryts zoon een rente van 6 schellingen 8 penningen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis aan de zuidzijde van der Hage, grenzend ten Noorden aan de Wateringe. Gescreven dertyen daghe in Aprüle int jair ons Heeren M CCCC acht ênde twintich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. L verso. N.B. Zie de noot bq reg. no. 86. 29. 1428 September 21. Schepenen in den Hage pachten heer Pieter Uten Broeck, priester, wegens achterstallige rente een rente van 83 schellingen Hollandsch 'sjaars toe, gaande uit een huis en erf. Gescreven ende gepacht op sinte Matthijs' dach int jair ons Heren M CCCC acht ende twintich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXV verso. N.B. In margine staat: Veenstraet. Onder de akte staat: Ghift nu Jan Claesz. die uutreder; modo Camp, die sloetemaker. Dese huysen zijn afgebrant ende es nu het erf, dat after ant Rochgin leyt opte Vischmart. — Geeft nu dese II bryven Pouwels Evertsz., scriewercker in de Cimbelle, anno 1560. 30. 1429 Juli 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Wülem, de oude schoenmaker, erkent schuldig te zijn aan Pieter Jacobs zoon een rente van 20 .schellingen Hoüandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de Afterstraet, waardoor men naar het Spoey gaat, bezuiden de hofgracht. Gescreven sestyen dage in Julio int jair ons Heren M CCCC negen ende twintich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LIL N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria die vrou van Hoechtwoude X stuvers ende die ander V stuvers pro memoria Heil IJsbrants. 31. 1429 September 30. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Vranc Phühps' zoon erkent schuldig te zijn aan Beyner IJsbrants zoon een rente van 20 scheUingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Molenstraet. Gescreven opten lesten dach in Septembri int jair ons Heren M CCCC negen ende twintich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXVI verso. N.B. Het opschrift luidt: Pro memoria Geertrudis filie Theotrici Puls quae fit circa festum nativitatis Johannis Baptiste. — Onder de akte staat: eene rente geeft nu meester 26 402 Willem Talman; gift nu Huge de Bloot de goutsmit; geeft nu a° XVc LXII Cornelis van der Wolff, substituit proeuratoris generalis. 32. 1431 September 6. Schepenen in den Hage oorkonden, dat. Lijsbet Vranck Hugen zoons weduwe erkent schuldig te zijn aan Dammes Bdrcx zoon een rente van 20 scheUingen HoUandsch 's jaars, gaande uit haar huis op het Spoye, grenzend ten Noordén aan den weg, die van het Spoeye loopt naar den Delffwech aan de zuidzijde van de Wateringe. Gescreven ses dage in Septembri int jair ons Heeren M CCCC een ende dertich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26e). Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. L verso. N.B. Zie de noot bij reg. no. 86. 33. 1483 Mei 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Augustijn Pieters zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob Aernts zoon een rente van 80 schellingen HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Afterstraet bij de Vischmarct. Gescreven vijif dage in Meye int jair ons Heren M CCCC drie ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXIX verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Brabanders ende Ave sijns wijffs. — Onder de akte staat: Dese renten geeft nu Katrijn Augustijns; Willem die backer; modo Meyns in den Hueck. Gelost. Afterom opte Spikerboer. Noch een brief opte Spijckboer gecoemen van Jan Cornelis' zoon Kammakers.... Gelost bij Pitergen Joris' zoons weduwe a° XVc LXI den XII Januarii stilo communi als ic meester Huge Jans zoon memoriemeester was, ende zien wederom beleyt opt nywe huys in de Spoystraet naest die Wolf, behorende Arent Buys Karstens zoon, sullende verschynen May a° XVc LXI teersten jaere. 34. 1483 Juli 14. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Wülem Claes' zoon, vleeschhouwer, erkent schuldig te zijn aan Claes van Dam een rente van 40 scheUingen HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis benoorden de kerk. Gescreven viertien dage in Julio int jair ons Heren M CCCC drie ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXVII. N.B. Onder de akte staat: dese twe brieven als die van vier ponden (reg. no. 21) ende die ander van twee ponden gift die een helft Dirk van Rijswijck ende die ander helft Aernt Buys. Gelost den X July XVc VIII bij Kors Arent Buys. 35. 1434 April 12. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Aerns zoon erkent schuldig te zijn aan Clais Jan Byen zoon een rente van 50 scheUingen HoUandsch, gaande uit x/5 deel van de woning van 22 morgen, bezuiden de wüdernis (te Eyckenduynen). Gescreven twaleif dage in Aprüle int jair ons Heren duysent vierhondert vier ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIV. N.B. Het opschr. luidt: Item pro memoria Johannis Andree 403 calcificis II U ; pro festo XIm virginum X s. Onder de akte staat: Gift nuu Claes Pieter Lubben anno XVc LX, 36. 1434 September 1. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirc Heinric Puyers zoon verkoopt aan heer Pieter Uten Broeck, priester, 1 morgen land in Eetskamp tusschen den Moerwech en den Leywech naast het Afterbollant. Upten eersten dach van September int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende dertich. > Afschr. in Inv. no. 1 fol. XL verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoriis domini Petri der Stega et domini Jaeobi Kyelen. Onder de akte staat: Gift Lambrecht Heinricx zoon; nu Jan Dirix, den rijeken boer, up Willem Gouden woninge wonende. 37. 1435 April 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aelbrecht Heynricx zoon erkent schuldig te zijn aan Willem Engebrechts zoon een rente van 45 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in de Nyewestraet, dat hij tegen genoemde rente in erfhuur heeft. Gescreven opten vier ende twintichsten dach in April int jaer ons Heren M CCCC vive ende dertich. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. XXXII. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoriis Hugo Roel of s zoon en heer Bertelmeus van Dan elc XX sc. ende vrjff sc. pro f esto XI milium virginum. Onder de akte staat: Gift nu Geryt Int Lam, zoen heeren Aernt. Item desen brief is ghelost int jaer XVc ende die penningen sijn geleyt ad archam. 38. 1436 Juli 9. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Dircx zoon geeft aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 26 schellingen 8 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit 1| morgen land in Hetscamp, om memorie te doen voor hem en voor Haedwy, zijn vrouw. Gescreven opten negenden dach in Juho int jair ons Heren dusent vierhondert zesse ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXVIII. N.B. Onder de akte staat: Dese renten geeft nu Dirc Pieters zoon tot Eykendunen; geeft Wou Dirick Thonis' zoons zoon tot Wateringhe a° XVc LX. 39. 1436 November 10. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Claes Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Engebrecht den bakker een rente van 20 scheUingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis op den Geest. Gescreven tyen dage in November int jair ons Heeren dusent vierhondert zesse ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LIL N.B. Het opschrift luidt: Pro memoria Dirc Rolens zoon. 40. 1437 Februari 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Mr. Jacob Potter, priester, erkent schuldig te zijn aan de priesters yan de memorie in de kerk in den Hage een rente van 40 schellingen HoUandsch 's jaars, gaande uit 404 zijn drie kamers op den hoek bij heer Pieter van Gapingen tusschen Gerryt Potter en Dirc Potter. Gescreven negentien dage in Februario int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXIX. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Margarete filiae Johannis et parentum. Onder de akte staat: Geeft nu Beyner IJsbrantsz. van Walichsdorp. Nu geeft se Claes Pieters; nu L\jsbeth in den Dalen. Desen brief leit in de dose, daer die privilegiën der memorieheeren in leggen ende es onleesbaer. 41. 1487 Juni 30. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Agniese Bruynen met Aelbrecht, haar zoon, erkent schuldig te zijn aan heer Pieter Dircx zoon van der Geyt, priester, een rente van 20 scheUingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit haar huis in het Voerhout tegenover het klooster. Gescreven upten lesten dach in Junio int jair ons Heren M CCCC zeven ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol XXXIX. N.B. Onder de akte staat: Gift nu Hans die bode. Item desen brief is ghelost int jaer XVc van Anthonis Jans zoon ende die penningen zijn weer beleyt op die Volrersgraf t op Ewout Jans zoons huys. 42. 1488 November 22. Wülem van Bogaert, schout te Wassenair, oorkondt, dat Matheus Pietérs zoon erkent schuldig te zijn aan Gijsbrecht Claes'zoon eenrente van 5 pond HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn woning aldaar tusschen den Middelwech en de Veenwateringe. Ghescreven XXII sten dach in November int jair ons Heeren M CCCC acht ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. Lil verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Lijsbeth Ghijsbrechts. In margine staat: Gift een man t'enden Hout. Ghift een jonghe, Willem tot Wassenair. 43. 1489 Februari 1. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Harper Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Geryt Potter van der Loo een rente van 6 pond HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de Plaets, genaamd In die Boosse, met den achterkant staande aan de Beeck. Gescreven upten eersten dach in ZeUe int jair ons Heeren M CCCC negen ende dertich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26£). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no.1 fol. XLVI verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Jan Arents zoon Vos in Gorkum. Marie Vossen 1567. 44. 1439 Juni 18. Notaris Johannes Johannes' zoon instrumenteert, dat Cornehus Alardus' zoon, investitus van de parochiekerk te Haga, Petrus Johannes' zoon, kapelaan in Eykenduynen, mr. Gerardus de Eiede, Nycolaus Ysaacs zoon, Bertoldus Nycolaus' zoon, Nycolaus Beer, Petrus Uten 405 Broec, vicarissen, en Theódericüs Woman, Phüippus de Dam, Martinus Arnoldus' zoon, Franco Sael, Johannes Geraerdus' zoon, Petrus Gheit, Petrus üter Lier, priesters, officianten in genoemde kerk, statuten maken, inhoudende een omschrijving van de verplichte memoriediensten, een besluit, dat alleen gebeneficieerde priesters en zij, die reeds bestaande officies bezitten, deel zullen hebben aan de memoriegelden dat jaarlijks een ontvanger gekozen zal worden en dat het vrij zal staan nieuwe statuten te maken. Acta sunt hec in Haga Comitis in ecclesia parocbiali sub anno indictione mense die hora et pontificatu supradictis (anno nativitatis Domini iniüesimo quadringentesimo tricesimo nono indictione secunda mensis Junii die decima octava hora quasi vesperarum pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Eugenii divina providentia pape quarti anno nono). Afschr. in Inv. no. 1 fol. I. N.B. Door het oorspr. was gestoken de brief d.d. 1439 October 5 (reg. no. 45). 45. 1439 October 5. Bodolphus, bisschop van Trajectum, bevestigt de statuten, vermeld in het instrument d.d. 1439 Juni 18, waardoor deze gestoken is (reg. no. 44). Datum anno Domini mülesimo quadringentesimo tricesimo nono mensis Octobris die quinta. Afschr. in Inv. no. 1 fol. III. 46. 1440 Februari 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Ghijsbrecht Aernts zoon erkent schuldig te zijn aan Wülem Phühps 'zoon een rente van 40 schellingen Hoüandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Kerckstraet. Gescreven upten lesten dach in Februario int jair ons Heeren dusent vierhondert ende viertich. 1. Oorspr. (Inv. no. 37b). Het schependomszegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LUI verso. 3. Gevidimeerd in den brief d.d. 1555 Juni 29 (reg. no. 171). N.B. Het oorspr. is zeer beschadigd en gehecht aan genoemd vidimus en aan een brief d.d. 1512 Juli 13 (reg. no. 154). Boven het opschrift Staat: Gheeft Fransken Splinters int Zuytenden. Onder de akte staat: Scoelstraet. 47. 1440 Maart 9. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Adriaen Cornelis' zoon erkent schuldig te zijn aan Bairte van Loesdunen een rente van 10 schellingen Hoüandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het Westeynde. Gescreven negen dage in Mairte int jair ons Heren dusent vierhondert ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLI. N.B. Gecancelleerd. Onder de akte staat: Geeft nu Cornelis die scoemaker. Gelost bij Mr. Jan Pluveen anno XXII. In margine staat: solvit modo Coen Boudijns zoon. 48. 1440 Maart 9. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aechte Heinric Jans weduwe erkent schuldig te zijn aan Bairte van Loesduynen een rente van 15 scheUingen 's jaars, gaande uit haar huis in het Westeynde. 406 Gescreven negen dage in Mairte int jair ons Heren M vierhondert ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLII. N.B. Gecancelleerd. Onder de akte staat: Gift nu Koen Boudijns zoon. Modo convent in Bethleëm. Gelost, 49. 1440 Maart 23. Schepenen in den Hage oorkonden, dat heer Claes die Beer, priester, erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie in de kerk aldaar een rente van 25 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de straat benoorden den toren. Gescreven drie ende twintich dage in Mairte int jair ons Heren dusent vierhondert ende viertich. "Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXVIII. • N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria joncffrou Lijsbet van Woeswijck. Onder de akte staat: Gift XX sch. die susteren van Sinte Agniet ende Jan Ruychrock V sch. Item desen brief is ghelost int jaer XVc ut supra habetur folio precedenti (zie den brief d.d. 1382 Juni 23, reg. no. 4). Noch een brief in de Torenstraet up Gritgin Simons huys van 3 pont. 50. 1440 Juni 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem Wülems' zoon erkent schuldig te zijn aan Dirc Oedziers zoon een rente van 6 pond HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn woning in het Westambacht, groot 84 morgen bezuiden de wüdernis. Ghescreven dertien dage in Junio int jair ons Heeren duysent vierhondert ende viertich. Afschr. in Inv. nó. 1 fol. LXXXL N.B. Onder de akte staat: Gelost van Jan Huygens zoon, backer, anno XVc XLVII den pennink XXIIII ende beleit up Cornehs Colleken in Berckel ant Boderijs. Zie reg. no. 25. 51. 1442 Juni 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Coen Gerits zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob Diricx zoon, wielmaker, een rente van 20 scheUingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis op de Voldersgraft bij Sinte Anthonis' brug. Gescreven den vijfden dach in Junio anno XIIIIc XLII. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXI. N.B. Onder de akte staat: Geeft nuu Gijsbrecht Jans zoon den Engelsman in den Passer; dese twe brieven houwen upte Passer upte Voldersgraft. Zie ook den brief d.d. 1497 December 11 (reg. no. 146). 52. 1442 Juni 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Joest Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Bairte van Loesduynen een rente van 20 schellingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het Westeynde. Gescreven negentien dage in Junio int jair ons Heren dusent vierhondert twee ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLI verso. N.B. Gecancelleerd. Onder de akte staat: Gift nu Voppe Koenen tScevening. Nu Cornelis scoemaker. Gelost bij magister Jan Pluveen, secretarus van den Hage was. 407 53. 1442 October 17. Schepenen in den Hage pachten Fueytgen Aernts zoon een rente toe van 24 scheUingen HoUandsch 'sjaars wegens achterstallige renten, gaande uit het huis Int Gouwen Hoeft aan het zuideinde van de Hoechstraet. Gescreven ende gepacht zeventien dage in October int jair ons Heeren duysent vierhondert twee ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXII. 54. 1444 Juni 10. Schepenen van den Hage pachten Fueytgen Aernts zoon een rente toe van 82 scheUingen Hollandsch 'sjaars wegens achterstallige renten, gaande uit het huis, genaamd Dat Gulden Hoeft, gelegen op het zuideinde van de Hoechstraat naast het gasthuis. Gescreven ende gepacht tyen dage in Junyo int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende viertich. 1. Oorspr. (Inv. no. 268). Het schependomszegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXII verso. 55. 1446 September 21. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Hugen zoon erkent schuldig te zijn aan Voppen Eembrants zoon een rente van 20 schellingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Poten. Gescreven up sinte Mathijs' dach int jair ons Heren M CCCC zesse ende viertich. ■ Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLVII verso. N.B. Het opschr. lnidt: Pro memoria meester Claes van 'sGravensand. Onder staat: Geeft nuu a° XVc LX Piter Everts zoon, glasemaker ant kerckhof. 56. 1447 Mei 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Bertelmees' zoons Lambrechts zoon verkoopt aan Claes van Dam een rente van 50 scheUingen HoUandsch 's jaars, gaande uit 2 morgen land in het Westambacht, met den rentebrief van Kerstant Oedziers zoon (zie reg. no. 14). Gescreven upten anderden dach in Meye int jaer ons Heeren dusent vierhondert zeven en de viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXVIII. 57. 1447 Mei 8. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Huge Jacobs zoon, scriema» ker, erkent schuldig te zijn aan Geryt Dircx zoon, barbier, een rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit het huis in de Sint Jacobs straat, dat hij daarvoor in huur heeft gekregen. Gescreven achte dage in Meye int jair ons Heren dusent vierhondert zeven einde viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXIV. N.B. Het opschrift luidt: Pro memoriis Barbare Wouter Jans zoons ende Dirc Geryts zoon, scutteldrayer. Onder de akte staat: Dese renten geeft nu Griet van Sceveninge. Gift Geryt, barbier; nu WÜleboert, zijn zwagher; geeft nu Arent Symons zoon, barbier. 58. 1448 April 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Alijt Wermbrechts weduwe- 408 erkent schuldig te zijn aan Eelyaes Claes' zoon een rente van 6 pond HoUandsch 'sjaars, gaande uit 4 morgen land bij het hofland. Ghescreven negen ende twintich dage in Aprill int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LVII. 69. 1448 Mei 10. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Heynric Aernts dochter van Tetrode erkent schuldig te zijn aan den parochiepastoor en de priesters van de memorie een rente van 80 scheUingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit haar huis in de Nyewestraet. Gescreven tyen dage in Meye int jaer ons Heren M CCCC acht ende viertich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26h). Het schependomszegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXIII verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Heeft Frans Hubrechts zoon, procureur, anno XVc LXI. Boven het afschrift staat: Pro memoria domicelle Heinrice de Tetrode. Er onder staat: Geeft nu Jan Bruyn die maetselair; geeft nu Vol kart die Smits weduwe. 60. 1449 Maart 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Martijns zoon, Adriaen Martijns zoon en Jan AUairts zoon erkênnen schuldig te zijn aan den parochiepastoor en priesters van de memorie in de kerk aldaar een rente van 50 schellingen 'sjaars, gaande uit een stuk land in het Westeynde. Gescreven opten negen ende twintichsten dach in Mairte int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXIX verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria heer Claes Ysack. Onder de akte staat: Gift nu Jan Dirc int Westende. 'Gift nu Heynric Jans zoon die molenaer. Modo Loutgen molenaer. Jan Donckers weduwe anno LXII. 61. 1449 Juni 22. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Ahnan Symoens zoon erkent schuldig te zijn aan Mr. Bertout Claes' zoon, priester, een rente van 20 schellingen HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis op het Spoye aan de westzijde. Gescreven twe ende twintich dage in Junio int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLV verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria joncffrou Janna van der Boockhorst X stuvers ende die ander vijff stuvers. 62. 1450 Maart 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Lambrechts zoon erkent schuldig te zijn aan Huge Dircx zoon een rente van 40 schellingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn woning, groot 18 morgen land bezuiden de wüdernis. Gescreven sestien dage in Maerte int jair ons Heeren dusent vierhondert ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LIL N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria mijn vrou van Hoechtwoude. — In margine staat: Geeft Cornehs Thonis' zoon tot Eyckenduynen a° LX. 409 63. 1450 Juni 25. Notaris Wilhelmus Paulus' zoon Camerlingh, instrumenteert, dat mr. Jacobus Potter van der Loe, kanunnik en officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum, als arbiter uitspraak doet tusschen Petrus Divitis, cureit van de parochiekerk te Hage, c.s. enPhihppus de Dam, vicaris, voor alle niet-gebeneficieerde priesters-officianten, in hun geschil over onthouding van memoriegeld aan de laatsten, waarbij hij aan de officianten gelast den cureit vergiffenis te vragen en bepaalt, dat zij alleen bij de gratie van den cureit memoriegeld zullen ontvangen, welke gratie zeven jaar duren zal, dat zij de vergaderingen niet zullen bijwonen en geen stem zullen hebben bij het nemen van besluiten of het kiezen van een magister memoriarum. Acta fuerunt hec in sacristia ecclesie parochiahs Hagensis supradicte sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo quinquagesimo indictione tercia decima mensis Junii die vicesima quinta hora terciarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et dpnuni nostri domini Nycolai divina providentia pape quinti anno quarto. Afschr. in Inv. no. 1 fol. III verso. 64. 1451 November 16. Schepenen in den Hage pachten Claes Jans zoon een rente van 12 schellingen HoUandsch 's jaars toe wegens achterstallige renten, gaande uit Aernt Dirc Thonys' huis op den Geest. Ghescreven ende ghepacht upten XVIsten dach in Novembri int jair ons Heeren M CCCC een ende vijftich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26i) Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LI. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Pieter Joris' zoon Decker. — Zie het opschr. bij den brief d.d. 1451 November 25 (reg. no. 65). 65. 1451 November 25. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aernt Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Claes Florys' zoon een rente van 20 schellingen HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis op den Gheest. Ghescreven opten XXVsten dach van Novembri int jair ons Heeren M CCCC een ende vijftich. 1. Oorspr. (Inv. no. 261). Met geschonden schepenzegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LI. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Cortte Hoochstraet. Pieter Jorysz. Decker. Het opschr. boven het afschr. luidt: Pro ista littera fiet memoria Nycolay de Decker cum littera sequenti (zie reg. no. 64). 66. 1452 November 8. Schepenen in den Hage pachten broeder Mercelis een rente van 18 schellingen HoUandsch 'sjaars toe wegens achtterstaUige renten, gaande uit Katrijn Adriaen Govairts zoons huis op de Volresgraft, grenzend ten Noorden aan den weg van het Spoeye tot den Delffwech aan de zuidzijde van de Wateringhe. Gescreven ende ghepacht opten derden dach in Novembri int jair ons Heeren M CCCC twee ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. L. N.B. Zie de noot bij reg. no. 86. 410 67. 1453 April 26. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Servaes Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Deel een rente van 2 rijnsche guldens 's jaars, gaande uit zijn huis in de Molenstraet; Gescreven upten XXVIsten dach in Aprill int jair ons Heren M CCCC drie ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXV. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria joncffr. Janna van den Boockhorst ende noch een rinsgulden up Alman Symoens zoons huys mit twe scepenbrieven van XXV stuvers. — Onder de akte staat: Gift nu Hadwij Servaes' wedue; heer Jan Florys' zoon, priester; geeft nu JacobI Jsbrants; Jannetgin Provisoers a° XVc LX. 68. 1453 November 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Hernout Jacobs zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie in den Hage een rente van 40 schellingen 's jaars, gaande uit zijn huis in Jan Henrics zoons straat. Gescreven opten XIXten dach in Novembri int jair ons Heren M CCCC drie ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXX. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Martijn Jans zoon van der Laa en zijn ouders. Onder de akte staat: Dese renten geeft nu heer Jan Berwouts zoon; geeft nu Joest Jacobs zoon, laeckecoper aent kerckhoff a° lx; geeft nu Joest Jacops zoon, burchmeester aent kerckhoff a° 62. 69. 1454 Mei 7. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Tyman Messemaker als voogd van Jorys Voppen zoon, verklaart schuldig te zijn aan Wijntgen zijn schoonzuster en Machtelt zijn vrouw, Phihp's dochters, een rente van 18 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis op het Spoeye aan de westzijde van de vaart. Gescreven opten zevenden dach in Meye int jair ons Heren M CCCC vier ende vijftich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26k). Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 foL XXIV verso. N.B. Het opschr. boven het afschr. luidt: Pro memoria Machtelt Phillips' dochter. — Onder de akte staat: Dese renten geeft nu Katrijn Voppen in de Gulden Mortier, modo Katrijn Bustelwijf; meester Jacob Coensz. Voernuft in de Gulde Mortier, nu schoen Jan Jansz. die boede, anno 1563. 70. 1454 Mei 8. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Machtelt Jans dochter van Tyel erkent schuldig te zijn aan Vranck van der Does een rente van 8 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis, dat zij van hem kocht in de Nyewestraet bij de kerk. Gescreven achte dage in Meye int jair ons Heren M CCCC vier ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXIV verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Ghijsbrecht Pijns. Onder de akte staat: Gift nu die moeder int grote susterhuys. — Willem Ridder. — Modo Oedzier Talmans wedue. 411 71. 1455 Januari 4. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Alijt Vriescgens weduwe erkent schuldig te zijn aan Marijtgen Jans dochter een rente van 20 scheUingen HoUandsch 's jaars, gaande uit 2 kamers in de Toernstraet. Gescreven upten vierden dach in Januario int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXVIII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Maritgen van Beringen. Onder de akte staat: Gift nu Pons scoemaker; geeft nu Diewertgen. Geeft nu den Heiligen Geest. 72. 1457 Maart 22. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Zybrant Bertelmeus' zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob Jans zoon een rente van 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het Zuuteynde van der Hage aan den Delffwech. Gescreven upten XXIIsten dach in Mairte in jair ons Heren M CCCC zeven ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIX. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Pieter Jans zoon. In margine staat: Gift nu Jaoob Wiggers zoon: nn Kathrijn Symon Jacob Wiggers zoons dochter anno LX. 73. 1457 Juni 24. Notaris instrumenteert, dat Petrus Divitis, investitus van de parochiekerk te Haga, Henricus, kapelaan te Eykendunen, mrs. Nycolaus Jacobus' zoon, Wühelmus Gerardus' zoon Talman, Florentius Nycolaus' zoon de Dam, Franco Paulus' zoon en Johannes Hieck, Johannes, zoon van Florencius Calciator, Jacobus Andreas' zoon, IJsbrandus Wilhelmus' zoon, Theodericus Theodericus' zoon de Remonda, Gerardus Symons zoon, Johannes Berwoldus' zoon, Ghijsbertus Gerardus' zoon, Nycolaus de Lyra Symons zoon, Petrus de Alcmaria, Judocus Wilhelmus' zoon, klérk, Wolterus Arnoldus' zoon, Mathias Symons zoon, vicarissen, en mr. Geardus de Bye, Jacobus Grebber, Symon Zael, Nycolaus de Zijl, Theodoricus Poes Andreas' zoon, klerk, en Florencius-de Alcmaria, klerk, afwezig, doch opgeroepen tegen Maandag na Odulphi, om een eind te maken aan geschillen tusschen hen, vicarissen, en officianten over het deelhebben aan de memoriegelden, de statuten, eertijds door de memorie gemaakt en door bisschop Rodolphus goedgekeurd (zie reg. no. 44), in zooverre wijzigen, dat aUeen beneficianten van bestaande beneficies daartoe gerechtigd zullen zijn, tenzij aan nieuw te stichten beneficies 2 pond Vlaamsch wordt toegewezen met een last van een of twee missen per week en voor iedere mis meer 1 pond Vlaamsch meer, en dat officianten van de memorie zuUen uitgesloten zijn, behalve de hier met name genoemde en wel: Phihppus de Da m, mr. Tyelmannus Heinricus' zoon, Petrus Robbertus' zoon de Lira, Wühelmus de Boechorst en mr. Florencius de Dam, wanneer zij een officie verworven zullen hebben. Acta sunt hec in sacristia ecclesie praefate sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate euisdem Domini nüUesimo quadringentesimo quinqagesimo septimo indictione quinta mensis Junii die Veneris vicesima quarta hora vesperarum vel quasi secundum usum stüum et consuetudinem civitatis et dyocesis Trajec- 412 tensis pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri doniini Calisti divina providentia huius nominis pape tercü anno tercio. Afschr. in Inv. no. 1 fol. V verso. N.B. Het onderschrift door den notaris is niet overgenomen, waardoor zijn naam niet bekend is. 74. 1457 Juni 15. Schepenen van Monster oorkonden, dat Geryt Claes' zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie in de parochiekerk van der Hage een rente van 8 keurvorster guldens 's jaars, gaande uit zijn woning in het ambacht Monster. Gescreven upten XVsten dach in Junio int jair ons Heren dusent vierhondert ende zeven ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XL. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Huge Claes' et pro memoria van Sint Joest Broescep. Onder de akte staat: Gift nu Geryt die decker te Monster. Dirc Jans zoon. Modo Gheryt Dircks zoon tymmerman. Die weduwe van Rochus die wyelmaker. 75. 1458 Januari 80. Schepenen in den Hage oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters verkoopen aan de priesters van de memorie in den Hage een huis op de Geest in de Faynsstraat. Gescreven upten XXXsten dach in Januario int jair ons Heren M CCCC acht ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 6a). Het schependomszegel verloren. 76. 1458 April 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Evert Heinricx zoon erkent schuldig te zijn aan.de priesters van de memorie aldaar een rente van 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit een huis in het Zuyteynde, dat hij tegen die rente in erfhuur heeft. Gescreven opten XIXsten dach in Aprill int jair ons Heren M CCCC acht ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXI verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoriis magistri Andree de Leyden ende Cornelys Dirc Thonys' zoon. Onder de akte staat: Dese rente geeft Evert Henricus' zoon voir■ scr. Gift nu Willem Nagel; nu Pieter Claes' die verwer, gift nu Jan Thonys' zoon die volre; geeft nu Claes IJsbrants zoons weduwe. 77. 1458 Juni 12. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Claes Willems zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Bruyn een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het Westambacht van der Hage beoosten den heerweg en bezuiden de duinen. Gescreven upten twalefsten dach in Junio int jair ons Heeren M CCCC acht ende vijftich. 1. Oorspr. (Inv. no. 27a). Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. L verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Betaelt nu Aem Ariaensz tEykendunén in die kerck. Nu Cornehs Jansz. bao 413 ker inde Spoystraet. Het opschr. boven het afschr. luidt: Pro memoria Jan Aerntszoon. Onder de akte staat: Desen brief leit in de arck ingecasseert. 78. 1459 Maart 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat mr. Wülem Talman en heer Claes Symons zoon, priesters, erkennen als executeurs van het testament van heer Pieter Uter Lier schuldig te zijn aan de priesters van de memorie in de kerk van der Hage een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit diens huis op den noordoosthoek van het kerkhof. Gescreven upten vijften dach in Mairte int jair ons Heren M CCCC negen ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXV verso. N.B. Gift nu Adriaen van Reygersberch. Modo meester Jacop medicus. Geeft nu Jan mette lubben, snier aent kerckhof, die van Jan die Wolf swager es. Gelost ende weder beleit up Piter Claes', meester tot Voerburch. 79. 1459 April 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Claes' zoon die Zwart erkent schuldig te zijn aan heer Dirc Aernt Wiüem zoon een rente van 20 scheUingen Hoüandsch 's jaars, gaande uit zijn huis op de Geest. Gescreven upten Vsten dach in April int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende vijftich. Afschr.' in Inv. no. 1 fol. XLVII. N.B. Met bijschrift: Betaelt Jannetgen Provisoers. 80. 1459 Juli 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Harmans zoon erkent schuldig te zijn aan Bruyn Aelbrechts zoon een rente van 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn woonhuis op de Volresgraft. Upten XXIIIIen dach in Julio int jair ons Heren M CCCC negen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 27b). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Gehecht aan den brief d.d. 1508 November 22 (reg. no. 153). In dorso staat: Geeft Apollonia die turf ster of tonster, weduwe Kors Jans zoon timmerman. 81. 1459 September 12. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aernt Heymans zoon erkent schuldig te zijn aan heer Claes Maker, priester, een rente van 5 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het Westeynde. Gescreven upten XÏIen dach in Septembri int jair ons Heren M CCCC negen ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLII verso. N.B. Gecancelleerd. Onder de akte staat: Modo convent in Bethleëm geeftet. Solvit Koen Boudijns zoon. 82. 1459 November 12. Schepenen in den Hage oorkonden, dat IJsbrant Dircx zoon, timmerman, erkent schuldig te zijn aan Jacob WiUems zoon een rente van 80 scheUingen Hoüandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Kercstraet. Gescreven upten Xllen dach in Novembri int jair ons Heeren M CCCC negen ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXVIII verso. N.B. In margine staat: Scoelstraet. Geeft Piter mitten Kindern, procureur. 414 83. 1460 Januari 8. Engebrecht Jans zoon verkoopt aan Aerste Reynerts dochter een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het ambacht van Eijswijck aan den heerweg. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende LX opten VlIIsten dach in Januario. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXIX verso. 84. 1461 Februari 11. Schepenen in den Hage pachten Katrijn Willem Dircx zoons weduwe een rente van 5 schellingen Hollandsch 'sjaars toe wegens achterstallige renten, gaande uit Roeltgens huis op de Vohesgraft, grenzend ten Noorden aan den weg, die van het Spoye loopt tot den Delfwech toe aan de westzijde van de Wateringe. Gescreven ende gepacht upten elfften dach in Februario int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIX. N.B. Zie de noot bij reg. no. 86. 85. 1461 Maart 6. Notaris Martinus, zoon van Arnoldus Carnifex, instrumenteert, dat de memoriepriesters in de parochiekerk van S. Jacobus te Haga n.1. Petrus Divitis, cureit, Petrus Johannes' zoon, investitus in Eykendunen, Nycolaus Jacobus' zoon, Wilhelmus Talman, Florencius Nycolaus' zoon de Dam, Franco Paulus' zoon, Johannes Wilhelmus' zoon.Hyeck, Theodericus Arnoldus Wilhelmu's zoons zoon, Tyelmannus Heynricus' zoon, Ghijsbertus Nycolaus' zoon, meesters, en Johannes, zoon van Florencius Calceator, Jacobus Andreas' zoon, IJsbrandus Wilhelmus' zoon, Theodericus Theodericus' zoon de Eemonda, Ghijsbertus, zoon van Gerardus Foderator, Nycolaus Symons zoon de Lira, Florencius de Alkemade, Adrianus Heynricus' zoon, Paulus Paulus' zoon, Johannes Moykint, Philippus de Dam en Johannes Berwoldus' zoon, vicarissen en officianten in genoemde kerk, statuten maken betreffende den dienst in het koor, en bepalen, onder verbod van zich tot een wereldlijken rechter te wenden, dat geschillen in algemeene geheime vergaderingen beslecht zullen worden. Acta fuerunt hec in sacristia parochialis ecclesie sancti Jacobi apostoh Hagensis sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo primo indictione nona mensis Maren die vero sexta hora summe misse vel quasi secundum usum stilum et consuetudinem civitatis et dyocesis Trajectensis pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pii divina providencia huius nominis pape secundi anno tercio). . Afschr. in Inv. no. 1 fol. IX. Met signatuur van den notaris. 86. 1461 Maart 11. Schepenen in den Hage pachten Katrijn Willem Dircx zoons weduwe een rente van 5 scheUingen Hollandsch 'sjaars toe wegens achterstallige rente, gaande uit Eoelgens huis op de Vohesgraft, grenzend ten Noorden aan den weg, die van het Spoye loopt tot den Delffwech toe aan de westzijde van de Wateringhe. 415 Gescreven ende ghepacht upten elften dach in Mairte int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIX verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Claes Jan Claes' zoon. Het onderschr. luidt: Gift na Dirc Mees' zoon. Na meester Jacop Vernuft upt Spoye. Cum quattuor litteris sequentibus d. z. de brieven d.d. 1461 Februari 11 (reg. no. 84), 1452 November 3 (reg. no. 66), 1428 April 13 (reg. no. 28) en 1431 September 6 (reg. no. 32). Onder den laatsten brief staat: Geeft dese v^jf bryeven Vernuft upt Spoye, beloepen tsamen III£f II sch.,VIII d. —■ Op fol. L staat nog een aanteekening van een brief van 13 schellingen, die vergeten is in te schrijven. 87. 1461 Juni 21. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Alleman Symons zoon erkent schuldig te zijn aan Heinrick van GroeSbeeck een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de westzijde van het Spoye. Gescreven upten een ende twintichsten dach in Junio int jair ons Heeren M CCCC een ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIV verso. N.B. Het opschr. luidt: Fiet annuo memoria pro Henric o de Groesbeec et pro Russent uxore sua cum duabus litteris istius paginae. Onder de akte staat: Geeft Frank die wagenaer upt Spoy in Sinte Andries. 88. 1461 December 11. Schepenen in den Hage oorkonden, dat heer Adriaen Heynricx zoon, priester, erkent schuldig te zijn aan Jan Loef Dircx zoon een rente van 4 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Scoelstraet „tenden den toern". Gescreven elf dage in Decembris int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXI verso. N.B. In margine staat: Upte Sack. 89. 1462 November 23. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Geryt Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie een rente van 5 pond HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis genaamd In den Bock in de Hoochstraet bewesten de beek. Gescreven upten XXIIIsten in Novembris int jair ons Heren M CCCC twee ende tsestich. Afschr. in Inv. no 1 fol. XLIII. N.B. Het opschr. luidt: Pro f esto composito in XIm virginum III U, her Pieter van der Hom 1 U, Geryt Dircx zoon barbier 1 H elc voir hair memorie. Onder de akte staat: Gift nu meester Geryt barbier; ghift nu Jan Jans zoon in den Buck; geeft nuu anno XVc LX coman Hillebrants weduwe; nu anno LXIIII Cornelis Cornelis' tinnegiter. 90. 1464 Februari 27. Schepenen in den Hage oorkonden, dat jonkvrouw Louwerys Dirc Boelen zoons weduwe erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 20 scheUingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit haar huis op die Spoey aan de westzijde, ten Westen grenzende aan de gemeene tuinen op de gracht. 416 Gescreven opten XXVIIsten dach in Februario int jair ons Heeren M CCCC vier ende tsestich. Afschr. in Inv. no. I fol. LXV. N.B. Eet opschr. luidt: Item pro memoria Theoderici Rolandi. Desen brieff ghelosset ende tgelt in de kist geleyt. 91. 1464 Augustus 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Cornelys die Bruun erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 2 pond 10 schellingen HoUandsch 's jaars, gaande uit 2 morgen land en 4 hont land ten Westen daarvan. Gescreven upten XIXsten dach in Augusti int jair ons Heeren M CCCC vier ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIV. N.B. Het opschr. staat mede boven den brief d.d. 1461 Juni 21 (zie reg. no. 87). Onder de akte staat: Modo Pieter Mouwerijns zoon. Westeynde. Geeft nuu Jan Donckers weduwe. 92. 1464 November 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat IJsbrant Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob Wülems zoon een rente van 30 scheUingen HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de JKercstraet. Gescreven upten XVIsten dach in Novembri int jair ons Heeren dusent vierhondert vier ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXIX. N.B. In margine staat: Scoelstraet. 93. 1465 Januari 30. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Louwerys Dammes' zoon erkent schuldig te zijn aan Bruun Aelbrechts zoon een rente van 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis op het Bleyckvelt. Gescreven upten XXXsten dach in Januario int jair ons Heeren M CCCC vijf ende tsestich. 1. Oorspr. (Inv. no. 28a). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXV. N.B. Het corspr. is vastgehecht aan dat d.d. 1501 Augustus 28 (reg. no. 151). Onder het afschr. staat: Geeft Cornehs Allaert zoon, nu meester Adriaen Heytouwen, advocaet, a° 1562. 94. 1465 Juli 7. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Engebrecht Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Mr. Adriaen Lottens zoon een rente van 20 schellingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Kerckstraet. Gescreven upten VÏIen dach in Julio int jair ons Heeren M CCCC vijf ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LUI. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoriis mulieris magistri Adriani Lottini. In margine staat: Gift nu Everwijf. 95. 1465 Juni 26. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Alman Symoens zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 417 13 schellingen 4 penningen HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis op het Spoy aan de westzijde van de vaart. Gescreven upten XXXlsten dach in Junio int jair ons Heren dusent vierhondert vijff ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLV verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria jonffrou Janna van der Boockhorst. Dese brief van X stuvers is gelost mit XSK, welc geit tot die kist is gebrocht. 96. 1465 October 8. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Claes Neel erkent schuldig te zijn aan Wülem Pieters zoon een rente van 2 pond 2 scheUingen 6 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit een erf van 8£ roede in het Zuyteynde van der Hage over de Sinte Anthonis' brug beoosten den Delfwech, dat hij van hem in erfhuur houdt. Gescreven achte daghe in Octobri int jair ons Heeren M CCCC vijf ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. Lil verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Willem Pieters zoon XX sc. ende die ander XX sc. pro pane Dirc Roelens zoons memorie. Er onder staat: Geeft nuu Piter Jacobs zoon. 97. 1465 October 8. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aernt Knoop erkent schuldig te zijn aan Wülem Pieters zoon een rentë van 20 scheUingen HoUandsch 's jaars, gaande uit een erf van 4 roeden in het Zuyteynde over Sinte Anthonius' brug, dat hij van hem in erfhuur houdt. Gescreven achte dage in Octobri int jair ons Heren M CCCC vijf ende tsestich. 1. Oorspr. (Inv. no. 47a). Met geschonden schepenzegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LVI. N.B. Onder de akte staat: Ghift nu Jan Nachtegael; ghift nu Dirc Jans zoon die voller. Noch een gepachten brief, die hier nae gescreven staet (bldz. 142, reg. no. 88). Desen brief heeft meester Cornelis Bul gelost a° 1561. 98. 1466 April 3. Schepenen in den Hage oorkonden, dat heer Ghijsbrecht Geryts zoon, priester, erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 40 scheUingen 'sjaars, gaande uit zijn twee huizen in de Toirnstraet. Gescreven upten derden dach in Aprü int jair ons Heren M CCCC ses ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol.'XL VIL N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Jacob Peters zoon, Natalia, zijn wijff. 99- 1466 Augustus 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Pieter Roele zoon erkent schuldig te zijn aan Pieter Martijns zoon een rente van 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het Westeynde van der Hage. Gescreven upten XXIIIIsten dach in Augusto int jair ons Heeren M CCCC sêss ende sestich. 1. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXIII. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXIII verso. 27 418 100. 1467 Juli 4. Claes Jans zoon, schout in het ambacht Wassenair, oorkondt, dat Danel Jacobs zoon verkoopt aan Gheryt Gheryts' zoon, bakker, een rente van 1 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn woning aan de Laeck. Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende tsestich up sinte Martijns dach translatio. 1. Oorspr. (Inv. no. 61»). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LIV. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Geeft Adriaen Maarts zoon ende Sebastiaen in de Keetel elc X schellingen Lamberti. Willem van Zwieten. Het opschr. luidt: Pro memoria Gerit Ghijsbrecht zoon, backer van Heemskerck. 101. 1467 October 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat heer Claes IJsbrants zoon, priester, erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 32 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het Zuyteynde. ■- . gescreven upten XXIIIIsten dach in Octobri int jair ons Heren duysent vierhondert zeven ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLVIII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Machtelt Aernt Huge zoons dochter XX sch. ende die ander XII sch. pro memoria joffer Kathrijn. Onder de akte staat: Gift nu Hercules IJsbrants zoon. Gelost bij Zeger Lambrechts zoon vleyshouder. 102. 1468 Maart 11. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Engebrechs zoon erkent schuldig te zijn aan Heynric Jans zoon een rente van 20 scheUingen HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Kerckstraet. Gescreven upten Xlsten dach in Mairte int jair ons Heeren M CCCC acht ende tsestich. Afschr. iix Inv. no. 1 fol. LM. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria joffer Kathrijn meester Phillips'. In margine staat: dese brief leit in de arck. 103. 1468 Augustus 8. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Mr. Jan Hieck erkent schulschuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar de rente van 20 scheUingen HoUandsch 'sjaars, die heer Claes Symons zoon Uter Lyer hun vermaakt heeft, gaande uit zijn huis in de Kerckstraet. Gescreven achte daghe in Augusto int jair ons Heeren M CCCC acht ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LI verso. N.B. Het opschr.'luidt: Pro memoria domini Nycolai Uter Lyer. Onder de akte staat: Gift Dirck Poes. Geeft Fransgin Splinters int Zuytenden anno 1562. 104. 1468 October 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Bertolmees Arnts zoon erkent schuldig te zijn aan heer Jan Floris' zoon, priester, een rente van 4 pond HoUandsch 's jaars, gaande uit 2J morgen land in het Westambacht van der Hage in Etscamp aan de westzijde van den moerweg. 419 Gescreven upten XVisten dach in Octobri int jair ons Heeren M CCCC acht ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LI verso. N.B. Het opschr. luidt: Mees Arnts zoon. 105. 1469 Januari 2. Notaris Jacobus Florencius' zoon instrumenteert, dat de memoriepriesters in de kerk te Haga n.1. Petrus Divitis, cureit van de parochiekerk te Haga, Johannes, nustitus te Eykendunen, mr. Tyelmannus Heynricus' zoon, provisor en deken van Delflandia, IJsbrandus Wilhelmus' zoon, Johannes Florencius' zoon, mr. Johannes Hieck, Johannes Moykint, mr. Georgius Johannes' zoon; mr. Gijsbertus Nycolaus' zoon, Gijsbertus Petrus' zoon, Wilhelmus Zuermont, mr. Florencius Dam, mr. Theodricus Arnoldus' zoon, Wilhelmus Wilhelmus' zoon, Theodericus Poes, Andreas Theodericus' zoon, Gijsbertus Gerardus' zoon, mr. Martinus Carnificis, Adrianus Heynricus' zoon, Johannes Berwoldus' zoon, Paulus Paulus' zoon, Theodricus Jacobus' zoon, en Florencius de Alcmaria, terwijl mr. Gijsbertus en de cureit gevolmachtigd zijn resp. door Jacobus Andreas' zoon en mr. Gerardus de Biede, samen uitmakende de memorie, wegens hoogloopende oneenigheden nieuwe bepalingen maken aangaande de vereischten tot toetreding en de verphchtingen der memoriepriesters, waaronder het eedsformulier voor de memoriepriesters en dat voor de kapelaans. Acta fuerunt hec in sacristia ecclesie parochialis prefate sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem mülesimo quachingentesimo sexagesimo nono indictione secunda mensis quidem Januarii die vero secunda hora quarta post meridiem vel eo circa secundum usum stüum et consuetudinem civitatis et dyocesis Trajectensis pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia Clemencü pape secundi anno eius quinto. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XIII. N.B. Door het oorspr. was gestoken de brief d.d. 1471 Mei 18 (reg. no. 108). 106. 1469 October 14. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Pieter Ewouds zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het Zuyteynde bij Sinte Anthonis' brug benoorden de Volregraft. Ghescreven upten XHIIsten dach in Octobri int jair ons Heeren M CCCC negen ende tsestich. Afschr. in Inv.' no. 1 fol. LUI. 107. 1469 December 9. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Kathrijn Willem Wülems zoons weduwe erkent schuldig te zijn aan Pieter Aernts zoon een rente van 8 pond Hoüandsch 'sjaars, gaande uit haar woning, groot84morgen land in het Westambacht van der Hage bezuiden de wildernis, benevens uit de helft van 16 hont land in Hartscamp met voorbehoud van het recht hieruit turf te blijven steken. Gescreven upten IXen dach in Decembri int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende tsestich. 420 Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXI verso. N.B. Het de aanteekening, dat deze rente den 15 Juli 1549 gelost is met den penning 24 door Jan Huygens zoon, bakker, en weder belegd ten laste van Cornelis Coüeken aan het Roderijs tot Berckel. 108. 1471 Mei 18. David de Burgundia, bisschop van Trajectum, in aanmerking nemende, dat hij 1457 Juli 19 heeft goedgekeurd de besluiten, vastgesteld door den cureit en de beneficiati van de parochie te Haga als memoriepriesters, inhoudende o.a., dat nieuwe bepalingen, gemaakt door het wijste deel der memoriepriesters, evenzeer in acht genomen zullen worden als deze, bevestigt de nieuwe bepalingen, vermeld in het instrument, opgesteld door Jacobus Florencius' zoon (reg. no. 105). Anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo primo mensis May die decima octava. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XVIII. 109. 1471 September 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Maritgen van Beringen erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 26 schellingen 8 penningen Hollandsch 'sjaars, gaande uit haar huis in de Tornstraet naast de handboogschuttersdoelen. Gescreven upten XXIXen dach in Septembri int jair ons Heeren M CCCC ende een ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LUI. N.B. Het opschr. luidt: Pro panibus Martgen van Beringen XX sch. ende die ander V 'stuvers pro memoria Heil IJsbrants. 110. 1472 Juli 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Pieter Lambrechts zoon erként schuldig te zijn aan de memorie aldaar een rente van 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in de Torenstraet. Gescreven upten XVillen dach in Julio int jair ons Heren M CCCC twe ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LUI verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Lijsbeth Wermbrechts. In margine staat: Gift Pieter Coster; ghift nu heer Aernt Koek; geeft nu anno 1562 die kinderen van Piter Jonasz. int Lombertstraetgen. 111. 1472 Juli 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Zwaen Jan Symoens weduwe erkent schuldig te zijn aan de memorie aldaar een rente van 40 schellingen HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Spoystraet aan het Noirtende. Gescreven int jair M CCCC ons Heeren twe ende tseventich upten XVIHen dach in Julio. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LUI verso. 112. 1478 Februari 1. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Phillips Melys' zoon erkent schuldig te zijn aan Lijsbeth Ghijsbrecht Boellifs zoons weduwe eene rente van 20 scheUingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit twee huizen in het Westeynde van der Hage. 421 Gescreven upten eersten dach van Februario int jair ons Heren duysent vierhondert ende drie ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LVI verso. N.B. Gecancelleerd; met de aanteekening, dat deze rente gelost is en vervangen door die, genoemd in den brief d.d. 1476 April 9 (reg. no. 14 bldz. 126). 113. 1478 Maart 10. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Aechte Claes Geilen weduwe erkent schuldig te zijn aan de memoriemeesters aldaar een rente van 2 pond HoUandsch 'sjaars, gaande uit 4 kamers op Jan Symons laen. Gescreven upten Xen dach in Mairte int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende tseventich. Afschrift in Inv. no. 1 fol. LIV verso. 114. 1478 Juni 26. Schepenen'in den Hage oorkonden, dat Jacob Geryts zoon erkent schuldig te zijn aan Anthonys Dirck Jan Casus' zoon een rente van 20 scheUingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis over Sinte Anthonys' brug. Ghescreven upten XXVIen dach in Junio int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXIII verso. N.B. Onder de akte staat: Geeft nu Cornelis Diricx zoon, wijlmaker over Sinte Anthonis' brughen a° XVc LXII. 115. 1473 November 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Geryts zoon erkent schuldig te zijn aan Anthonys Dirck Jan Casus' zoon een rente van 20 schellingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis over Sinte Anthonys' brug. Gescreven upten XVIIIen dach van Novembri int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXIV verso. ' N.B. Onder de akte staat: Geeft nuu Cornelis Dirixz., wijlmaker over Sinte Anthonis' brugghe a° XVc LX. 116. 1474 October 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Geryts zoon erkent schuldig te zijn aan Heynrick Geryts zoon een rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis over Sinte Anthonys' brug. Gescreven upten achtiensten dach van Octobri indt jair ons Heeren duysent vierhondert vier ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXIV. N.B. Onder de akte staat: Geeft nu Cornelis Dirixz., wijlmaker over Sint Anthonis' brugghen. 117. (c. 1475) Januari 11. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Jan Symons zoon, poorter der stad, verkoopt aan de memoriemeesters in den Haech een rente van 5 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 8J morgen land beoosten den heerweg. upten elften dach van Januario. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXIV verso. N.B. Het jaartal is weggelaten, doch aangezien tusschen de 422 jaren 1472 en 1481 een notabel poorter (daarna schepen, burgemeester, schont) van dezen naam in tal van akten voorkomt en de stijl van den brief mede naar dat tijdperk wijst, is bovenstaande dateering aangenomen. 118. 1475 November 22. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob van der Delle erkent schuldig te zijn aan Jacob Jans de boden zoon een rente van 80 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis in Jan Symons laen, dat hij daarvoor in erfhuur heeft genomen. Gescreven upten XXIIen dach van Novembri int jaer ons Heren duysent vierhondert vijf ende tseventich. Oorspr. (Invino. 39o). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Vastgehecht aan den brief d.d. 1522 Mei 5 (reg. no. 161). 119. 1476 Februari 7. Schepenen in den Hage oorkonden, dat koopman Dirc Jacops zoon erkent schuldig te zijn aan de memorie aldaar een rente van 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Hoechstraat, genaamd Dordrecht, gelegen aan de beek. Ghescreven upten vijften dach van Februario int jair ons Heeren duysent vierhondert zes ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LIX verso. N.B. Onder de akte staat: Ghift nn Jan die goutsmit; ghift nu Cristoffel die apteker. 120. 1476 April 25. Jan Geryts zoon erkent schuldig te zijn aan heer Claes Martijns zoon, priester, een rente van 1 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het dorp Wateringen aan den dorpsweg bij de hofweide. Gedaen upten XXVten dach in Aprille int jair ons Heren duysent vierhondert ses ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LX. N.B. Onder de akte staat: Nu die pastoers moeder; nu Gerrit Jorisz. Appelcóper anno 1567. 121. 1477 April 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Daniell Jans zoon van Eynde erkent schuldig te zijn aan Mr. Wouter Jans zoon, barbier, een rente van 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Vlaemincks t r aet. Ghescreven upten XXIXsten dach in Aprill int jair ons Heeren M CCCC zeven ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LX verso. N.B. Onder de akte staat: Ghift Daniël die coster. 122. 1477 Juli 21. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dammas Heynrix zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 2 pond HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het Westeynde van 4er Hage. Ghescreven upten XXIste dach in Julio int jair ons Heeren M CCCC zeven ende tzeventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LIX. N.B. In margine staat: Gelost van'meester Aelbrecht Jans zoon. 423 123. 1479 April 17. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirck Aef, Claes Bruyns zoons weduwe, erkent^schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 45 scheUingen HoUandsch 's jaars, gaande uit haar kamer op het Spoey aan de Westzijde van de vaart. Ghescreven upten XVIIsten dach in April int jair ons Heren M CCCC negen ende tseventich. 1. Oorspr. (Inv. no. 31a). Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LVII. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Habet nu Jan Danel zoon opt Spoy; nunc habet Jan Zweet die snyer; modo die weduwe van Cornelis Jansz. backer a° LXI; habet nu Pieter van Zaenen a° 1567; nu Jan Jansz. de Bruyn. Het opschr. boven het afschr. luidt: Pro memoria Bruyn Aelbrechts zoon. Onder staat: Gift nu Neeltgin Bacx weduwe anno LX. 124. 1479 April 80. Schepenen in den Hage oorkonden, dat heer Cornelys Faes' zoon, priester, erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 40 schellingen 's jaars, gaande uit zijn huis„tenden den toorn" beoosten de kerk. Ghescreven upten lesten dach in April int jair ons Heren M CCCC negen ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LVIII. N.B. In margine staat: By de Sacke. Onder staat: nu den Heyligen Geest a° 1563. 125. 1480 September 27. Schepenen in den Hage pachten Alijt Jan Arents zoons een rente van 12 schellingen HoUandsch 's jaars toe wegens achterstallige renten, gaande uit IJsbrant Tyelmans huis in het Zuyteynde van der Hage. Gescreven ende gepacht upten XXVIIsten dach in Septembris int jair ons Heeren M CCCC ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXIV verso. 126. 1480 November 9. Schepenen in den Hage pachten heer Wülem Zuyrmont, priester, een rente van 6 schellingen 6 penningen HoUandsch toe, wegens achterstallige renten, gaande uit een huis in het Zuyteynde. Ghescreven ende gepacht negen dagen in Novembri int jair ons Heeren M CCCC ende tachtich. Afschr., in Inv. no. 1 fol. LX verso. N.B. Onder de akte staat: Gift Pieter Claes' zoon die verwer; ghift nu Jan Thonys' zoon die volre. 127. 1481 Mei 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Pouwels Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Ermgairt Jacob Reynerts zoons weduwe een rente van 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het Voirhout, Gescreven upten XXIIIIsten dach in Meye int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXIII. N.B. Onder de akte staat: Geeft nu Pieter Jans zoon, timmerman int Voerhout. 424 128. 1482 Maart 4. Pieter Claes' zoon, schout in het ambacht Wassenaer, oorkondt, dat Jacob Jans zoon verkoopt aan Claes Pieters zoon een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn woning aan den heerweg. Int jaer ons Heeren dusent vyerhondert twee ende tachtich den vyerden dach in Maert, Oorspr. (Inv. no. 61b). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. N.B. In dorso staat: Geeft Jan Jan Maerts zoon. 129. 1482 Maart 13. Schepenen in den Hage pachten Willem Claes' zoon een rente van 40 scheUingen 6 penningen Hollandsch 's jaars toe wegens achterstallige renten, gaande uit IJsbrant Tielmans zoons huis inhet Zuyteynde van der Hage naast de Eaempoort. Gescreven ende gepacht upten XHIsten dach in Marte int jaer ons Heeren dusent vierhondert twe ende tachtich. . Afschr. in Inv. no. 1 foL LXV. 130. 1482 December 19. Schepenen in den Hage pachten Alijt Jan Aernts zoons weduwe een rente toe van 14 schellingen 2 penningen HoUandsch 's jaars wegens achterstallige renten, gaande uit IJsbrant Tyelmans zoons huis in het Zuuyteynde van der Hage. Gescreven ende gepacht upten XIXsten dach in Decembris int jair ons Heeren duysent vierhondert twe ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXV. 131. 1486 Januari 24. Schepenen in Monster oorkonden, dat Jacob Jacobs zoon verkoopt aan de priesters van de memorie in den Hage 8 hont land in genoemd ambacht ten Westen van zijn woning. Gesreven upten vier ende twintichsten dach in Januarii? int jair ons Heeren M CCCC sess ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXV verso. N.B. Onder de akte staat: Nu Cornelis Jacobs zoon an den Swarten Dijckx weduwe, ghenaemt Koentgen a° 1563. 132. 1486 October 4. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Philips Wülems zoon (Scouten) erkent schuldig te zijn aan heer Pieter van der Kerck, priester, een rente van 2 pond HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de Vischmarct. upten vierden dach in Octobri int jair ons Heeren dusent vierhondert sess ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXVI verso. 133. 1486 October .... Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Andries Maertijns zoon erkent schuldig te zijn tian Jan Andries', zijn zoon, een rente van 4 pond 7 schellingen 6 penningen Hoüandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het Voerhout. Gescreven upten dach in Octobri anno XIIIIc LXXXVI. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXX verso. 425 134. 1488 Mei 31. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Dirick van Rijswijck, meester van de Rekeninghe in Hollant, erkent schuldig te zijn aan heer Willem Ruichrock van der Werve, ridder, een rente van 7 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de Noordzijde van de kerk. Geschreven upten lesten dach in Mey int jaer ons Heeren M CCCC acht ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXI verso. N.B. Geeft nuu Jan Piters zoon, snyer aent kerckhof ant Hoefgin a° LX. 135. 1489 Maart 17. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Machtelt Claes van Zelms weduwe erkent schuldig te zijn aan Walraven Potter een rente van 4 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 2 steenen kamers bij de stinkput. Gescreven den XVII dach inMaerte in jaer ons Heeren XIIII hondert neghen ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXIV verso. N.B. Onder de akte staat: Geeft nuu Gijsbrecht Goverts zoon, doerwaerder of Marie Zalem. Nota: Item van dese vier pont sijn twe pont gelost bij eenen heer Cornelis, bastaert van Assendelf. 136. 1489 Mei 29. Johannes Stephanus' zoon, cureit, en de overige memoriepriesters in de kerk te Haga maken een reglement voor hun bibliotheek. Acta sunt hec in sacristia ecclesie Hagensis tamquam in loco nostre congregationis sohto anno indictione mense die hora et pontificatu superius descriptis (anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo nono indictione septima die vero Veneris mensis May vicesima nona hora nonarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac dornini nostri domini Innocentii divina providentia pape octavi anno quinto). Oorspr. ingeschreven in Inv. no. 1 fol. XVIII verso door notaris Florencius de Dam.' N.B. Gedrukt in het Jaarboek van Die Haghe 1913^ 137. 1489 Mei 29. De cureit en de memoriepriesters in de kerk |e Haga maken de bepaling, dat voor ieder hunner, ter vergoeding van het geld, bij de toetreding tot de memorie betaald, een eeuwige memorie gehouden zal worden op den sterfdag. Acta ut supra (consequenter vero anno indictione mense die hora et pontificatu immediate supra (zie reg. no. 136)). Oorspr. ingeschreven in Inv. no. 1 fol. XVIII verso door notaris Florencius de Dam. 138. 1491 Februari 28. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Goessen Louweris' zoon erkent schuldig te zijn aan Adriaen Arents zoon een rente van 2 pond HoUandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de Volderslaen. Gescreven upten XXÏII dach in Februario int jaer ons Heeren M CCCC een ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXV verso. 426 139. 1492 Februari 24. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Mr. Willem van Berendrecht erkent schuldig te zijn aan Mr. Dirc Adriaens zoon, priester, ten behoeve van de priesters der memorie in den Haghe een rente van 4 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis aan de zuidzijde van de kerk, grenzend van achteren aan de bewoners van de Jan Heynricx zoons straat. Ghescreven upten XXIIIsten dach in Februariis int jair ons Heeren M CCCC twee ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXV verso. 140. 1492 Maart 28. Huych van Zweten, schout in het ambacht Zoeterwoude, oorkondt, dat Phillips Pieters zoon van Dam verkoopt aan Adriaen Aernts zoon een rente van 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 8 morgen land in Tegelrebroeck aan de Vliet. Opten acht ende twentichsten dach in Mairte int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 62b). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 141. 1492 November 19. David de Burgundia, bisschop van Trajectum, vergunt den fabriekmeesters der parochiekerk van tsGravenzand van het vermogen der kerk tot een bedrag van 600 Bijnsche guldens te verkoopen. Datum.... anno Doniini mülesimo quadringentesimo nonagesimo secundo die vero decima nona mensis Novembris. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXIII verso. N.B. Het oorspr. was gehecht aan den brief d.d. 1495 Maart 4 (reg. no. 144). 142. 1494 October 3. Jan Wülems zoon, schout in Zuytwijck, oorkondt, dat Bairtout Hugen zoon erkent schuldig te zijn aan Mr. Dirc Ariën zoon, priester, een rente van 6 pond Hoüandsch 'sjaars, gaande uit zijn woning, die wijlen Heinrich Evert zoon vermaakt heeft aan de heeren van de memorie van der • Haghe. In den jare ons Heeren dusent vierhondert vier ende tnegentich den derden dach in Octobri. Oorspr. (Inv. no. 64a). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 143. 1495 Februari 23. Dirc Willems zoon verkoopt aan de priesters van de memorie in den Hage een rente van 8 pond Hoüandsch 's jaars, gaande uit 8 morgen £ hont land in het ambacht Monster tusschen de Groote Gantel en den Monster dijck en uit 3 morgen land in Wateringe tusschen de Swet en den broekweg. Ghescreven upten XXIIIsten dach in Februario int jair ons Heeren M CCCC vijf ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXVIII. N.B. In margine staat: Geeft Dirick Cornelis' zoon aen den Swarten dijck; nn Koertgen, zijn weduwy. 427 144. 1495 Maart 4. Jan Symon zoon, Jan Ghijsbrechts zoon, Jan Jacobs zoon van Wael en Herman Heynrich zoon, kerkmeesters van sGravenzande, verkoopen met toestemming van den bisschop, vervat in 'den brief d.d. 1492 November 19 (reg. no. 141) hieraan gehecht, en van het gerecht van de stad en het ambacht van sGravenzande aan de memoriemeesters in den Haghe een rente van 6 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 2| morgen land in het Noerlant tusschen den Noerlandschen dijk en de Noerlandsche kreek. upten vierden dach van Maerte in den jare ons Heeren duysent vierhondert vijf ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXIII. 145. 1497 Januari 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Adriaen Pieters zoon van der Meer erkent schuldig te zijn aan heer Jan Hugen zoon, pastoor, en heer Pieter van der Kerck, priester, een rente van 8 pond HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn woning in het Westamboecht van der Haghe in het Zeckbroeck, uit 18 hont land in Aerscamp, genaamd Heymans camp, uit 8 hont land aldaar, genaamd Riervelt en uit 11 hont land aldaar, genaamd Smale camp. Ghescreven upten XXIIIsten dach in Januario int jair ons Heeren M CCCC zeven ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXVI. N.B. Onder de akte staat: Eyckenduynen. Gelost bij Jan Huygens zoon, backer, ende beleit in Berckel. 146. 1497 December 11. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Dirick Jacobs zoon, volder, erkent schuldig te zijn aan Mr. Thomas Diricx zoon van Medemblik een rente van 8 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis op de Voldersgraft, ten zuiden grenzend aan de Sint Jacobs straat. Gescreven den XI Decembris anno XIIIIc XCVII. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXI. N.B. Zie de noot bij reg. no. 51. 147. 1498 October 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Mr. Bertout van Assendelf verkoopt aan Bobbrecht Jacobs zoon 5 hont land Bynoirdenhout bij de Cackstoel tusschen de Oude Wateringhe en den Houtwech. Gescreven upten vijf ten dach in Octobri int jair ons Heeren M CCCC acht ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXV. N.B. Gecollationneerd door notaris Floris van Coolhem. 148. 1498 October 26. Notaris Thomas Theodricus' zoon de Medembhck instrumenteert, dat Johannes Hugo's zoon, cureit van de parochiekerk te Haga, Johannes Alardus' zoon, vicaris en kapelaan, en Johannes Moyekint, Adrianus Heinricus' zoon, Andreas Theodricus' zoon, Simon Petrus' zoon van Wateringhe, Theodricus Simons zoon Thol, Johannes Petrus' zoon, Wühelmus Stael, Petrus Johannes' zoon Kerck, Anthonius Johannes' zoon, Florentius Theodricus' zoon, Cornehus Johannes' zoon van Assendelff, mr. Theodricus Adrianus' zoon, mr. Egidius Johannes' zoon 428 Duick, mr. Wolbrandus Arnoldus' zoon, mr. Johannes Werrierus' zoon, mr. Albertus Bruno's zoon, mr. Bertholomeus Johannes' zoon Naechtegael, mr. Wolterus Adrianus' zoon, Petrus Petrus' zoon, Johannes Jacobus' zoon de Loeff, heer Cornehus Jacobus'zoon, Jacobus Petrus' zoon de Oestewoude en Johannes Alardus' zoon de Scoten, het wijste en grootste deel der memoriepriesters, volgens bevoegdheid, hun door bisschop David de Burgundia verleend, bepalen, dat geen reguliere geestelijken deel mogen uitmaken van de memorie, of een beneficie, vicarie of kapelanie in de kerk mogen bezitten, de cureit en zijn kapelaan, die van de Praemonstreiter orde te Middelburg zijn, uitgezonderd. Acta sunt hec in Haga Comitis in ecclesia parochiah Hagensi in sanctuario eiusdem ecclesie sub anno Domini indictione die mense hora loco et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo octavo indictione prima die autem Veneris vicesima sexta mensis Octobris hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno septimo. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XI, gemaakt tegelijk met het oorspr. instrument, met de signatuur van den notaris. 149. 1498 November 9. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Herman Lucas'zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob van Huesden een rente van 10 scheUingen HoUandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis op de Geest. Ghescreven upten negenden dach in Novembri int jair ons Heeren M CCCC acht ende tnegentich. 1. Oorspr. (Inv.no. 39e). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXVI. N.B. Het oorsp. is gehecht aan de brieven