BkVM GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST I Beurs te Amsterdam, Arch. Dr. H. P. Berlage GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST DE ONTWIKKELING VAN DE BOUWSTIJLEN VAN AF DEN OORSPRONG TOT HET HEDENDAAGSCHE TIJDPERK DOOR ]. GODEFROY DEEL II VAN DE RENAISSANCE TOT HEDEN MET RUIM 600 FIGUREN UITGEGEVEN TE AMSTERDAM DOOR DE N.V. WED. J. AHREND & ZOON NASCHRIFT u dan eindelijk het geheele werk voor me ligt, ben ik me maar al te goed bewust van de leemten en tekortkomingen. Er zijn hoofdstakken, die ik anders, uitvoeriger had willen behandelen, maar dan zou het aantal afleveringen te zeer zijn overschreden. Wat met het oog op de kosten. die sinds 1915, toen met het werk werd aangevangen, buitensporig zijn gestegen, niet kon. Trouwens, de Uitgeefster, die op onbekrompen wijze me tegemoet is gekomen, geeft toch reeds meer dan beloofd was. Het verschijnen van het werk heeft langer geduurd, dan in de bedoeling lag, wat te wijten is mede aan het niet verkrijgbaar zijn van hetzelfde papier en foto's uit het buitenland, maar ook aan het tijdroovende van de teekeningen. Winst echter is nu het eenvormige karakter: foto's en teekeningen van één auteur, aan welker reproductie de meeste zorg is besteed. Ten slotte past mij een woord van dank aan de Uitgeefster voor de keurige wijze, waarop ze het boek deed uitvoeren; aan de welmeenende critiek, die het werk reeds tijdens het verschijnen van de afleveringen mocht ontvangen; en aan de geduldige inschrijvers, wier geduld nu gelukkig niet langer op de proef behoeft te worden gesteld. Amsterdam, Zomer 1923. J. GODEFROY. XXI. DE RENAISSANCE IN ITALIË. E RENAISSANCE IN ITALIË IS VOOR DE GESCHIEDENIS DER BOUWKUNST verreweg van de grootste beteekenis. Tot voor weinige jaren waren hare regels wetgevend als 't ware voor de geheele bouwkunst. In Italië behoort de Renaissance thuis, waar ze met liefde werd aanvaard als een erfenis van voorouders; in de andere landen werd de Renaissance als een modeartikel geaccepteerd. Dante Alighieri (f 1321), die den komenden nieuwen tijd lang vooruit voelde, had als dichter grooten invloed op de kunstenaars van zijn tijd. Tevens geleerde, die voor de klassieken voelde, verbrak hij de ketenen, waarin de Middeleeuwsche dogmatiek alle werken en streven gevangen hield, en werd hij de grondlegger van een nationale Italiaansche literatuur. Ook Petrarca (f 1374) en Boccaccio stelden, in navolging van de klassieken, als dichters de studie der natuur boven de scholastiek der Middeleeuwen, evenals Frans van Assisi en de schilder Giotto. Zoo werd de Renaissance in Italië voorbereid door dichters en schilders, en beeldhouwers (kansel aan den dom te Pisa, te Siena), tot in 1420 de bouwkunst de boeien slaakt als Filippo Brunellesco begint met de uitvoering van zijn ontwerp voor den koepel van den Dom te Florence. De Italiaansche steden vormen in dezen tijd machtige republieken van sterk democratische richting, maar tevens centra van wetenschap en kunst, waar men steeds meer ging voelen voor de wereldbeschouwing van de oude Romeinen. Tengevolge van de ijverige bestudeering van Romeinsche kunst, schrift en mythologie verloor de kerk steeds meer aan invloed en de Middeleeuwsch Christelijke idee aan beteekenis. En niet alleen in Italië, want in Vlaanderen en Holland bezaten de stedenbewoners eveneens een sterk ontwikkeld onafhankelijkheidsgevoel; en geheel onafhankelijk van de ontwikkeling in Italië uitte zich reeds in de 15e eeuw in onze Noordelijke landen het gevoel van persoonlijke vrijheid in een streven naar realisme en naturalisme, waarop de grondvesten van de nieuwe Vlaamsche schilderschool, door de Gebroeders van Eyck gesticht, waren gebaseerd. Doch deze nieuwe richting was hier inderdaad geheel nieuw, zonder dat men zich kon verdiepen in voorbeelden van vroeger, zooals dat den Italianen mogelijk was. En dat de bouwkunst in de Nederlanden zoo lang achter bleef bij de ontwikkeling, die ze snel in Italië bereikte, dit was het gevolg van het gemis hier aan groote opdrachtgevers, zooals Italië die bezat in haar uitnemende patriciersgeslachten (de Medici, te Florence) en kunstzinnige pausen. Terwijl bovendien alle streven en leven, alle gedachten in de Nederlanden werden bezig gehouden door de hervorming. In Italië, evenmin als elders, beteekende de kunstenaar iets als zoodanig, doch vormde hij een middel tot bereiking van eenzelfde doel, terwijl zijn denken en kunnen geheel aan banden werd gelegd door kerkelijke voorschriften en middeleeuwsche scholastiek. Doch de reizen, de ontdekking van Amerika, en de uitvinding van de boekdrukkunst, en ten slotte de val van Konstantinopel in 1453, tengevolge waarvan vele geleerden naar Italië kwamen, waren evenzoovele oorzaken, dat streven en denken der kunstenaars van richting veranderde. Ze werden zich bewust als mensch, als individu, en tevens ontwikkelde zich, in verband met de studie der klassieken, het nationaal bewustzijn. En na de geleerden en dichters waren het de schilders, die hun gedachtensfeer losmaakten van de kerk en fieiligenvereering; de traditie moet wijken voor de natuur, en anatomie, perspectief, kleur en atmosfeer vormen voortaan belangrijke onderdeden van hun studie. De Renaissance is het tijdperk van het individualisme. Geen andere eeuw heeft zoovele en zoo groote mannen voortgebracht. En zoo sterk was de invloed van ieder dier groote menschen, dat de geschiedenis der bouwkunst is een geschiedenis der bouwmeesters. Namen als Bramante, Brunellesco, Rafaël, Michel-Angelo, Palladio, om uit de velen enkele te noemen, duiden evenzoovele stijlrichtingen aan, die onderling sterk verschillen. En niet UI : oo : D : ca : 73 : w : Z : > i ES ! w : > : Z i o I w ; z ! r1 i » DE RENAISSANCE IN ITALIË. 539 Fig. 579. Palazzo Pitti te Florence. alleen de bouwmeesters, maar ook de streek en dientengevolge het verwerkte materiaal zijn van invloed op de variaties van denzelfden stijl, aangeduid met den naam Renaissance; Florence, Venetië, Siena, Rome, Genua, in al deze steden heeft de Renaissance haar eigen bijzondere kenmerken. Daar echter de groote bouwmeesters in verschillende steden werkzaam zijn, kan men b.v. Florentijnsche, zoowel als Venetiaansche Renaissance in Rome aantreffen. De bouwmeesters werkten samen met schilders en beeldhouwers, en niet zelden was de bouwmeester schilder en beeldhouwer tevens; alle kunsten werden in eenzelfde werkplaats onderwezen. En alle kunstenaars stellen de klassieke bouwkunst als hun hoogste ideaal, temeer waar de Gothiek in Italië vreemd was gebleven aan het innigste wezen der bouwmeesters. Niettemin werd gaarne gebruik gemaakt van de Gothische ruimte-ontwikkeling, daar deze die van de klassieken verre overtrof. Toch werd klassieke en Gothische ruimte-ontwikkeling gecombineerd en in klassieke vormen gegoten; vooral gevelarchitectuur en details waren uitsluitend gebaseerd op de kunst van 1000 jaar terug. De Laat-Romeinsche monumenten en ruïnen, waarvan er toenmaals meer in Rome te vinden waren dan nu, waaronder vooral theater en triomfboog, werden ijverig en nauwkeurig bestudeerd, en nagevolgd. Maar deze details hadden in Romeinschen tijd reeds de zuivere beteekenis verloren, die de Grieksche voorbeelden hadden, en waren juist daardoor beter bruikbaar en gemakkelijker toe te passen, daar bij de Romeinen reeds het logisch verband tusschen constructie en decoratie ontbrak. Wat tijdens de Renaissance natuurlijk in nog sterker mate het geval was. 540 DE RENAISSANCE IN ITALIË. " Florence is de bakermat der Renaissance. In Florence (en naast deze stad ook Siena, dus Toscane) ontwikkelde steeds de Romaansche stijl zich in klassieke richting (Baptisterium, 1150; S. Miniato, Fig. 410b. 1207), in welke ontwikkeling een tijdelijke stilstand kwam door de Gothiek. Nbg altijd bleef de Gothische Dom in deze bloeiende Fig. 568. handelsstad, centrum van kunst en wetenschap bij uitnemendheid, onvoltooid. En in de 14e eeuw zou het gebouw voltooid worden door den koepelbouw. Wel waren reeds vroeger ontwerpen hier- Fig. 580. voor gemaakt, doch aan de uitvoering (de spanning bedraagt 42 M.) dorst geen bouwmeester zich te wagen. Na het uitschrijven van een prijsvraag werd het ontwerp van Filippo Brunellesco, een bouwmeester-beeldhouwer-ingenieur-goudsmid, waardig gekeurd te worden uitgevoerd en in 1420 begint de bouw, die, met een ontwerp van denzelfden bouwmeester voor de lantaarn, in 1462 was voltooid. Deze koepel was de eerste groote uiting der Renaissance, en op technisch gebied een groote overwinning, daar de onderbouw Gothiek was. En vanaf 1420 verdween de Gothiek in Italië zeer snel, eerst in Venetië, later in Rome. Fig. 580. Doorsnede van den koepel • van den Dom te Florence. Renaissance, Rinascimento, beteekent niet wedergeboorte van de klassieken, maar wederopleving van het menschelijk ideaal, persoonlijke vrijheid, humanisme, een verandering van inzicht in wetenschap en kunst, godsdienst en techniek, in tegenstelling van het Middeleeuwsche streven. 2, Men onderscheidt de drie volgende hoofdtijdperken in Italië: 1420— 1500. Vroeg-Renaissance, centrum Florence, Quattro-cento. De eerste en voornaamste bouwmeester van dit tijdvak was Filippo Brunellesco (1377—1446), die talrijke volgelingen had. Deze overgangstijd kenmerkte zich door een zoeken naar nieuwe vormen, ontleend aan de klassieken, echter zonder het diepere verband, ook wat de proporties betreft. Het ornament in dit vroege tijdperk is bijzonder rijk en zeer vrij van opvatting. Fig. 581. Palazzo Ricardi te Florence. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 541 1500—1540. HoogRenaissance, centrum Rome, Cinquecento. Dit tijdvak valt in Italië'sgoudeneeuw. Door samenwerking van alle kunsten, werd technisch en' constructief het volmaakte bereikt, en steeds meer de klassieke kunst ter zijde gestreefd, ook in het monumentale. Vooral onder de bescherming van de pausen, onder wie Julius II een eerste plaats innam, ontstond in Rome een schoone architectuur. Namen als Michel Angelo Buonarotti (1475— 1564), Rafaël Sanzio (1483—1520) en Leonardo da Vinei (1452-1519) zijn onafscheidelijk aan dit bloeitijdperk van Italiaansche kunst verbonden. 1540-1580. LaatRenaissance. De Barok werd hier voorbereid. Door de grootste bouwmeesters c, d, c Fig. 582. a. Raam van Palazzo Strozzi, te Florence (naar foto) b. Kroonlijst van Palazzo Cataldi te Genua (naar Reinhardt) c. d. Balusters van de Universiteit en van Palazzo del Municipio, te Genua (naar Retahardt) e. Kroonlijst van Palazzo Strozzi te Florence, f. Michel Angelo's Dorische Orde, hof van Palazzo Farnese te Rome (naar Reien), g. Kroonlijst van Palazzo Farnese, te Rome (naar Springer) h. Caisson zoldering, door Serlio. j. Jonische orde van Peruzzi, hof van Palazzo Massimi te Rome (naar Hauser-Reich) k. Florentijnsche kroonlijst van Cronaca, Palazzo Strozzi te Florence (naar Hauser-Reich) 542 DE RENAISSANCE IN ITALIË. Fig. 583. Siena. Detail kroonlijst van P. Piccolomini. (Naar Alinari). waren prachtvolle monumenten geschapen. De drang, door de opdrachtgevers op bouwmeesters van minder groote capaciteiten uitgeoefend, was de oorzaak, dat getracht werd steeds meer de grootsche meesterwerken te overtreffen. Dat niet sneller de bouwkunst ontaardde naar het schilderachtige, is te danken aan Bramantes schoonheidsprinciepen en aan een aantal meesters, die theorieën uitgaven over proportiën en schoonheidsleer, gebaseerd op groote ruimteontwikkeling, en gesteund door opmetingen naar de klassieken. In dit tijdvak vinden twee groote stroomingen in de bouwkunst hun oorsprong, die in den loop der tijden steeds meer uiteenloopen, n.l. 4. 3. a. De strenge richting, volgens de wetten van Vignola (1507—1573) en Palladio (1518—1580). Vignola gaf b.v. een werk uit met de bouworden, een boek, bestaande uit teekeningen, die de verhoudingen ophelderden, met korte beschrijving, die ieder minder bekwaam architect direct kon overnemen, waarvan langzamerhand nuchterheid en schematiseering, gekenmerkt door voorname koelheid het gevolg waren. b. De vrije richting, waarbij de elementen steeds vrijer en willekeuriger werden toegepast, en aan het hoofd waarvan Michel Angelo ging, de grondlegger van den Barokstijl, die in alle Europeesche landen de Renaissance zeer snel verdrong. 4. In het Renaissance tijdvak trad de burgerlijke bouwkunst meer op den voorgrond dan de kerkbouw; overi- Fig. 584. Italiaansch stofpatroon, 2e helft van de 15e eeuw. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 543 gens droegen beide eenzelfde karakter. Reeds in de Laat-Gothische periode werden in de burgerlijke bouwkunst de Gothische principen niet streng meer gehandhaafd; de Gothiek was voor geen verdere ontwikkeling meer vatbaar, zooals b.v. de Romaansche bouwkunst. Ook de Renaissance bracht weinig nieuws. Zoo veranderde het basilicatype voor kerken in 't geheel niet, alleen de centraalbouw naderde door uitbreiding van den Criekschen kruisvorm, bijna het volmaakte. Wat het grondplan van de paleizen betreft, dit werd geheel gewijzigd. Een rechthoekige hof werd door zuilengaanderijen in meerdere verdiepingen omgeven. Overigens waren de paleisplannen in Florence, Venetië en Rome ook onderling weer verschillend. Overheerschte in de Gothiek de vertikale lijn, de Renaissance herstelde de horizontale lijn weder in eere, de omhoogstrevende massabeweging maakte plaats voor de klassieke rust, althans in de Vroeg-Renaissance. Zuil en hoofdgestel, sokkel, kroonlijst Fig. 585. Detail Noord-Portaal van de Kathedraal te Como." (naar Springer). Fig. 586. Casettenzolder uit Palazzo Massimi te Rome. en lijsten tusschen de verdiepingen gaven de bouwwerken wederom een geheel ander aanzien. In de Vroeg-Renaissance kwamen bovendien nog twee tegenstellingen tot uiting, n.1. in Toscane de rustica, en in N. Italië de vlak bekleede en gepleisterde muur. In de Hoog-Renaissance werden beide uiteenloopende bouwwijzen aan een monument tegelijkertijd toegepast. De muren werden opgetrokken van breuk- of baksteen, met als bindmateriaal asfalt of kalk. De niet vlakke, maar rustiek bekleede muren Fig. 581 eischten, ook al weer in tegenstelling met de Gothiek, alle aandacht voor zich zelf, terwijl ook weer, in Florence en Siena, op ieder brok natuursteen de 544 DE RENAISSANCE IN ITALIË. nadruk werd gelegd als deel van het geheel. In allerlei variaties werden ruwe stukken rotssteen nagebootst, met vlakke voegen op elkaar gestapeld, en schijnbaar ruw en onbewerkt. Trapsgewijs werden de steenbrokken naar boven toe meer bewerkt en met den beitel gevlakt. De ruwe onregelmatige brokken van de beneden verdieping werden minder uitspringend ruw behakt, maar in regelmatiger verband gerangschikt aan de 2dc verdieping en aan de derde verdieping zelfs geheel vlak, aldus aantoonend, dat de grootste draagkracht in de beneden verdieping huisde. De rustica, die gebonden kracht uitdrukt, moest echter minder in 't oog springen, zoodra pilasters en zuilenorden toepassing gingen vinden; in de Hoog-Renaissance werd ze daarom uitsluitend toegepast op de hoeken van het bouwwerk, en dan nog minder ruw. Een minder gelukkige toepassing vond de rustica, toen ze ook toegepast werd op pilasters en zuilen,"venster Fig. 604. en deuromlijstingen. Bij rustica werd de steen dus om haar zelfs wille, als krachtig materiaal toegepast. Broksteen werd gebezigd in combinatie met natuursteen, en dan rood geschilderd met witte voegen, of wel in rood en geel uitgevoerd; zeer vaak werden baksteenmuren gepleisterd, en DE RENAISSANCE IN ITALfË. 545 daarna gekleurd. Bij incrustatie, waarbij baksteenmuren werden bekleed met marmeren platen, spreekt meer de schoonheid van het materiaal; vooral in Venetië werd de incrustatie in verschillende kleuren, veel toegapast. In tegenstelling met rustica springen hier de lijsten voor, en liggen de velden zelf dieper; bovendien is men bij deze techniek niet aan voegen gebonden. Behalve deze toepassing van marmer werd ook voor ornamentale lijsten, en ornamentvullingen terra cotta gebruikt, in natuurkleur zoowel als kleurig geglazuurd. Goedkoopere muren, waarvoor minder goed materiaal was gebruikt, werden met kalk bepleisterd of overdekt Fig. 588. Palazzo Guadagni te Florence. Fig. 589. Scraffitto uit Florence. (naar Semper). met scrafflto ornament. Ten slotte werden ook nog Fig. 589. muren overdekt met pleisterwerk in reliëf. Behalve steen werd ook ijzer toegepast als constructief hulpmateriaal. Als zoodanig vond het toepassing voor muurankers en trekstangen in gewelven en bogen. Deze hulpconstructie, die bij de klassieken niet voorkomt, blijft bij de Renaissance bouwwerken, zelfs in kerken, zichtbaar. Metaal vond verder ook nog toepassing bij de bedekking van de platte daken; de platen waren dan van lood, koper of brons; soms, bij geringe helling, werden tegels, leien of steenplaten gebruikt. Ook hout vindt zijn toepassing aan de daken vooral, is overigens een weinig gebruikt materiaal. Kroonlijsten, die groote afmetingen kregen, sparredaken en consoles zijn van hout geconstrueerd. Ook voor gewelven werden dezelfde materialen 546 DE RENAISSANCE IN ITALIË. gebruikt. Voor kruisgewelven, zonder ribben, met naar boven in het vlak verdwijnende lijnen, waren hout of steen aangewezen, evenals voor tongewelven, waarin gordelbogen en casetten. Behalve van alle gewelfvormen uit vroeger stijlperioden, maken de Renaissance bouwmeesters voor 't eerst gebruik van spiegelgewelven, een nieuwe vinding. Deze gewelven zijn massief uitgevoerd, of slechts als schijnconstructie, als de spanning groot is; ze zijn dan van hout, met latten en pleisterwerk. Daar in deze gewelven trekstangen zeer zouden misstaan, komen ze in kerken, waar de spanning uitteraard grooter is dan in de burgerlijke bouwkunst, niet voor. Steunbeeren verdwijnen, behoudens in die gevallen, waar trekstangen niet gewenscht zijn, en de spanning groot is. Fig. 578,581. Koepels rusten op een ronden, veelhoekigen of vierkanten onderbouw. Kleine koepels DE RENAISSANCE IN ITALIË. 547 verrijzen boven de kroonlijst van den trommel, en zijn door een tentdak afgedekt; grootere koepels zijn slechts beneden massief, bestaan boven uit twee evenwijdige schalen, waarvan de buitenste dient ter bescherming van de binnenste tegen hét weer. Onderling zijn door hulpconstructies van sterke ribben beide schalen verbonden. De buitenste koepel is door lood afgedekt, en tusschen de koepels bevinden zich de trappen naar de lantaarn. DE DETAILS VAN HET EXTERIEUR. 6. De sokkel is tijdens de vroege Renaissance vlak, zonder profiFig. 581. leering. In Florence steekt buiten de rustica van de onderste verdieping een lage bank uit die bij 't bestijgen van paarden goed bruikbaar waren. De paarden werden aan ijzeren ringen vastgebonden Venetië en Noord-Italië is de sokkel, als drager van het gebouw van weinig beteekenis. In Rome, tijdens de Hoog-Renaissance, fungeert de geheele benedenverdieping als sokkel, en is dan rustiek of wel driedeelig, volgens de postament-indeeling der klassieken. De lijsten, die de verdiepingen scheiden zijn laag en weinig voorspringend, öf wel gevormd als breede banden. In de Vroeg-Florentijnsche Renaissance loopen ze, gevormd volgens klassieke proflleering, door als vensterbanklijsten. Naderhand worden ze lager aangebracht, Fig. 614 ter hoogte van de vloeren der verdiepingen, maar steeds in klassieke profileeringen. Baksteen lijsten springen zeer weinig voor, zijn daarentegen zeer rijk van proflleering. Fig. 582, De kroonlijst is gevormd als de Romeinsche cónsolelijst. Ze is hoog, als de lijsten tusschen a, e, g, k. _ de verdiepingen laag zijn; de proporties strooken dan met die van den geheelen gevel. Zijn Fig. 583 daarentegen de verdiepingen ingedeeld door zuilenorden, dan zijn ze laag en alleen berekend voor de bovenste verdieping. Om wanproportie te voorkomen, wordt dan dikwijls het fries zeer hoog gemaakt. Baksteen kroonlijsten hebben, rustend op dicht bij elkaar geplaatste Fig. 591. Casettenzoldering uit het Palazzo Ducale te Mantua, einde 15e eeuw. (naar Hirth). , die voor dit doel in de muren waren aangebracht. In 548 DE RENAISSANCE IN ITALIË. consoles, weinig voorsprong en een zeer zwakke profileering. Vaak zijn in dit geval zeer rijke terracotta versieringen aangebracht. Boven de kroonlijst volgt soms de aff iAra, met ballusters en postamenten, waarop beelden, vazen of obelisken. Van deze attika is dikwijls een lage verdieping gemaakt, met smalle, horizontale vensters; meestal is dan het fries vlak. De vensters zijn öf eenvoudige openingen in den muur, of Fig. 582a. gevormd als geheel zelfstandige bouw- Fig. 603. fragmenten; in het Fig. 581. eerste geval is het middeleeuwsche, in het tweede geval het klassieke voorbeeld Fig. 611. gevolgd. De middeleeuwsche vormen in Florence en Siena zijn rond- of spitsbogig beëindigd, en gedeeld door een post, die gevormd is als een dun zuiltje Fig. 582a. en die twee bogen draagt. De omlijsting volgt het klassieke profiel, en slechts een enkel detail steekt buiten den gevel uit. De vensters rusten direct op de verdiepinglijsten en zijn ± l3/< X zoo hoog als breed. Het Venetiaansche venster is rondbogig en gedeeld door zuilen met Fig. 609. traceerwerk. De rondboog is omsloten door een rechthoek en het geheele venster vaak in verband gebracht met een ervoor geplaatst balkon. Fig. 592. Gewelf beschildering in het kasteel Estenze te Ferrara, door Dosso Dossi (f 1542). (naar Hirth. foto Poppi). :: DE RENAISSANCE IN ITALIË. 549 Het venster uit de Hoog- Renaissance is rechthoekig, twee maal zoo hoog als breed, en ligt hooger Fig. 614. dan de verdiepinglijst, of rust op een onderbouw in den geest van een postament. Naar boven is het horizontaal, of tympanvormig afgesloten, welk tympan rust op consoles of, bij rijker uitvoering op pilasters of halfzuilen, die het venster flankeeren. Fig. 605. Het portaal ligt meestal in het midden van den gevel en isrondbogig. Het vroege portaal in Toskane is eenvoudig, met een breede, geprofileerde omlijsting. Meestal echter vormen de portalen het hoofdmoment in den gevel, en vooral in Noord-Italië houdt deze rijke opvatting verband met de voorliefde der middeleeuwen voor rijke en grootsch opgevatte portalen, soms als zelfstandig voorspringende portaalbouw in de Laat-Renaissance, in den vorm van triomfbogen. Dan worden de rechthoekige pilasters der portalen in Genua en Rome vervangen door half- of driekwart en Fig. 614. geheel ronde zuilen, dubbelzuilen, die tympans of segmentboogvormige tyrcpans dragen. Boven de portalen liggen vaak groote balkons, gedragen door zuilen, hermen of caryatiden. In Rome zijn overigens de Vroeg-Renaissance portalen streng en eenvoudig, matig geornaI pig. 620. menteerd en bij geheel vlakke gevels een enkele maal rustiek opgevat. 550 DE RENAISSANCE IN ITALIË. Balkons liggen vóór de vensters of Fig. 603. strekken zich langs den geheelen gevel Fig. 617. uit. Rustend op consoles, springen ze buiten den gevel, of wel worden ze gevormd door een te- Fig. 579. rugliggende hoogere verdieping. De balkonlijst wordt door steenplaten, zuiltjes en al heel spoedig door balusters, een in de Renaissance voor het eerst toegepast motief, gedragen. Het balkon is in Italië niet algemeen, behalve in Venetië. Erkers, overdekte balkons, zijn in Italië betrekkelijk zeldzaam. Loggia's daarentegen waren reeds in de middeleeuwen in Venetië gebruikelijk; door de bovenverdieping terug te laten springen ontstond een ruime zitplaats, beveiligd tegen overgroote zonnehitte en regen. De logetta of belvedère, een vlak dak, op zuilen of pijlers rus- Fig. 588. tend boven het eigenlijke dak van villa's, diende tot hetzelfde doel. Aan balcons, op attica's of in de kerken als afscheiding worden ballustraden gemaakt, Fig. 582, bestaande uit gedraaide steenen steunen, die, als ze in lange rijen zijn toegepast, onderbroken c' en ^ worden door postamenten. De baluster in de Vroeg-Renaissance bestaat uit een dubbelen gerekten peervorm; die in de Hoog-Renaissance is minder gerekt, en in de Laat-Renaissance enkel peervormig, met een basement en kapiteeltje. In den Barok wordt het gedraaide profiel vervangen door een rechthoekig of vierkant op doorsnede. Nissen, naar boven rondbogig beëindigd, met een schelpvormige versiering in het boven- Fig. 585. deel, dienen tot verrijking van de werking van het muurvlak. Door plaatsing van beelden in Fig. 611. de nissen werd het effect zeer verhoogd. Topgevels of tympans, behooren voornamelijk tot de Laat-Renaissance, en vinden vooral in den kerkbouw hun toepassing. Ze zijn driehoekig en segmentvormig, ongeveer 4 X zoo breed als hoog; en speciaal in Venetië halfcirkelvormig. Ze bieden een uitstekende gelegenheid DE RENAISSANCE IN ITALIË. 7. |Fig. 206, 14. ; Fig. 205. Fig. 204. voor het aanbrengen van ornament. Gebroken topgevels behooren tot het Baroktijdvak. DE ZUILENORDEN. Vignola verdeelt de zuilenorden in: a. de Toskaansche, waarvan hij geen voorbeelden vindt, doch waarvoor hij zich beroept op Vitruvius. Eenvoudige Dorische vorm. b. de Dorische, naar het theater van Marcellus en andere Romeinsche fragmenten. Met console vormige mutulen. c. de Jonische, eveneens naar het Marcellustheater. d. de Korinthische, opgemeten naar het Pantheon. De verdeeling van consoles, tandlijst, Fig. 596. Bronsornament door Chiberti. 551 Fig. 595. Kansel aan den Dom te Prato, 1433. ! (Michelozzo, Donatello en Majo di Bartolommeo) ' l (Naar Arch. d. Ren. in Toskane). i kymata, alles is geregeld ten opzichte van de zuilenassen. e. de Latijnsche orde = de Composita-orde, samengesteld uit verschillende Romeinsche fragmenten. In zijn werk geeft hij, volgens eenheid = onderste zuildoorsnede = modul (die in partes is verdeeld) slechts van iedere orde de eenvoudige zuilenorde, de zuilenorde met bogen, en de zuilenorde met piëdestal en bogen, zonder meer; geen muur, pilasters, zoldering o. i. d. Zijn werk is de oorzaak van de groote eenvormigheid in de Renaissance bouwkunst. De toepassing van de zuilenorden, constructief zoowel als decoratief, is een geheel andere dan de klassieke. Niet alleen de schaal was kleiner, doch de hoofdvormen varieerden bij ieder gebouw, evenals de details. Zelfs varieerde in de Vroeg-Renaissance aan een gebouw eenzelfde orde, natuurlijk 552 DE RENAISSANCE IN ITALIË. Fig. 597. Stuc-ornament van een zuil van de binnenplaats van het Pal. Vecchio te Florence, uit 1565. de 16e eeuw gebruiken Bramante en Peruzzi de Dorische orde, met of zonder triglyphen. Zoo is de gevel van Pal. Farnesina zeer eenvoudig met de Dorische orde zonder triglyphen. Tijdens de Hoog-Renaissance worden Dorische pilasters toegepast met Jonisch hoofdgestel (Bramantes tempeltje, S. Pietro te Montorio) en triglyphen. De lijsten zijn dan vlak en met weinig voorFig. 619. sprong. Ook voor boogomlijstingen verschijnt de Dorische orde (Bibliotheek van Venetië). In de metopen zijn voorstellingen van wapenen, schilden, of voorwerpen aangebracht, nimmer figurale reliëfs. Verhoudingen volgens Vignola voor de Toskaansche orde: binnen zekere grenzen; tijdens de HoogRenaissance werden echter de meer strenge vormen toegepasc, zonder nabootsingen te zijn van de klassieken, zelfs met zekere originaliteit. Is tijdens de Vroeg-Renaissance het intercolumnium ongeveer vierkant, rechthoekig en slanker verschijnt het in de Hoog-Renaissance, De Dorische orde vindt weinig toepassing, Fig. 582, f. behalve in de Vroeg-Renaissance, wanneer soms pilasters, pijler of zuilen met kapiteel in deze orde zijn opgevat, in combinatie met Jonisch basement en hoofdgestel (benedenverdieping van Palazzo Rucellai te Florence). In Fig. 598. Fig. 598. Palazzo Rucellai. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 553 De moduul='/i7-5 totaal hoogte = 12 partes. De zuiihoogte = basement 1 -(schacht 12 -(- kapiteel 1 — 14 modulen. De hoogte van het hoofdgestel = architraaf 1 -j- fries 1 moduul 2 partes -)- kroonlijst 1 moduul 4 partes = 3.5 modulen. De zuildoorsnede beneden = 2, boven 1 moduul 7 partes ; intercolumnium = 42/3 modulen; voorsprong kroonlijst 1.5 moduul. Fig. 582 f. Voor de Dorische orde: De moduul = l/,„ totaal [uc moduul = '/2o totaal hoogte. De zuilhoogte = basement 1 -|- schacht 14 -f- kapiteel 1 = 16 modulen. De hoogte van het hoofdgestel = architraaf 1 + fries 1.5+ kroonlijst. 1.5 = 4 modulen. De zuildoorsnede beneden 2, boven 1 moduul 8 partes; intercolumnium 5.5 modulen, voorsprong kroonlijst 2 i modulen. Fig. 582 j. De Jonische orde \ vindt zelden, en dan | zeer eenvoudig, ont- i zeer eenvoudig, ontleend aan Romeinsche amphitheaters en theaters, toepassing. Slechts als aan een gebouw van meerdere verdiepingen de verschillende orden gewehscht werden, kon ze worden benut. d, e Fig 599 Plattegronden van: a. Palazzo Strozzi; b. Palazzo Farnesec. het slot Caprarola bij Viterbo; d. Palazzo Doria Tursi; e. Palazzo Linotte te Rome; f. Palazzo Comunale te Brescia; g. Palazzo Barberini te Rome; h. Villa Rotonda te Vicenza; j. Palazzo Massimi te Rome. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 554 Voor de Jonische orde gelden de verhoudingen: De moduul = 'ƒ22.5 totaal hoogte = 18 partes. De zuilhoogte = basement 1 + schacht I6V3 + kapiteel 2/3—18 modulen. De hoogte van het hoofdgestel = architraaf 1.25 + fries 1.50 + kroonlijst .75—4.5 modulen. Inter- colümnium 4.5 modulen, voorsprong kroonlijst 1 moduul 13 partes. De Korinthische orde is de orde van de Renaissance, veelvoudig gevarieerd in de Vroeg-Renaissance, lichter en luchtiger van opvatting dan de Romeinsche, fijner van details met fijne versieringen van kapiteelen, friezen, pilasters en zuilschachten, en bijna vlakke kymata en sima; ook de torusbleef vaak onversierd. Het basement Attisch of Com¬ posiet; de schacht Fig. 585 ongecanneleerd.weinig verjongd en weinig entasis; alleen versierd bij rijke voor beelden of bij kunst- nijverheidsvoorwerpen, in welk geval de schacht of fragmentarisch of geheel is omgewerkt tot een kandelaarschacht. (Vensters van de Certosa di Pavia). Pilasterschachten zijn meestal Fig. 611 " DE RENAISSANCE IN ITALIË. 555 rijk georneerd, als vertikale paneelen met stijgend ornament, datsymmetrisch van uit een vertikalen middenstengel groeit en hier en daar dieren of voorwerpen bevat. Overigens zijn de zuilschachten meest glad. Fig.606,608. De kap iteel en van zuilen en pilasters zijn in de Vroeg-Renaissance zelden gevormd door 2 kelken met 8 ranken, zooals de Romeinsche; doch deranken zijn volgens eigen fantasie omgekeerd S-vormig gebogen, naar boven gericht op de hoeken, terwijl Fig. 613. voor de rest het ornament bestaat niet uit volle akanthusbladeren, maar uit dunne ranken en stengels met blaadjes begroeid, of wel uit palmetten, inplaats akanthusbladeren. Vaak worden de voluten vervangen door hoorns van overvloed, dolfijnen, mensenfiguren of griffioenen. Onder het kapiteel bevindt zich dikwijls een rijk georneerde band. Het Korinthische hoofdgestel is zeer vrij met horizontale ranken, vertikale anthemiën, festoenen, schilden, wapens of figuraalornament versierd. Als tijdens de Hoog-Renaissance de gebouwen monumentaler worden, is dit van invloed op het ornament, dat steeds soberder wordt toegepast. Fig. 603. De Composita of Latijnsche orde is veel minder krachtig dan de Romeinsche voorbeelden. Voor de Korinthische en de Composita-orde gelden de verhoudingen: ^ De moduul = % totaal hoogte =s 18 partes. De zuilhoogte = basement 1 + schacht 162/3 + kapiteel 22/3 - 20 modulen. De hoogte van het hoofdgestel = architraaf 1.5 + fries 1.5 + kroonlijst 2 = 5 modulen. Zuildoorsnede beneden 2, boven l'/3 modulen, intercolumnium = 4*/3 en de voorsprong van de kroonlijst = 2 modulen 2 partes. In combinatie met bogen blijven de verhoudingen dezelfde, doch het intercolumnium verandert zóó, dat de hoogte van de bpogopening = 2 X breedte, zoodat het intercolumnium bij de Toskaansche = 6.5, bij de Dorische = 7, bij de Ionische = 8.5 en bij de Korinthische en Composita-orde = 9 modulen. De pijler, waarvoor de halfzuil staat = 3 modulen breed. Bij toepassing van een piëdestal wordt dit = % zuilhoogte, terwijl de verhoudingen overigens slechts weinig worden veranderd. 556 DE RENAISSANCE IN ITALIË. I : Fig. 602. Villa Pamphili te Rome. Ten slotte zij opgemerkt, dat Vignola alle gebogen lijnen (profielen, entasis, voluten) met den passer laat construeeren. Overigens vertoonen de details in de Renaissance de rijkste variaties, vooral de pilasterkapiteelen; de zuilschachten krijgen soms in de canneluren ingezette pijpjes, of worden voor Fig. 597. het onderste l'i deel overdekt met figuren en festoenen, evenals de verdiepte paneelen van de pilasterschachten. Terwijl nog bovendien hermen, caryatiden en atlanten als dragende bouwdeelen fungeeren, echter niet vrij en rustig als bij de Grieken, maar duidelijk uitgebeeld als zware lasten dragend. HET INTERIEUR. 8. De belangrijkste vertrekken, feestzalen, ontvangzalen en woonvertrekken lagen op de eerste verdieping, en waren toegankelijk langs breede, rechte trappen met gemakkelijke lage treden en rustplaatsen, z.g. podesten. De middeleeuwsche wenteltrap, die weinig ruimte innam, werd slechts voor de dienstvertrekken gebezigd. De muren zijn driedeelig, sokkel of lambriseering met fries en kroonlijst, en hiertusschen het wandvlak, dat, daar alle architecten meest ook beeldhouwers of schilders waren, in de DE RENAISSANCE IN ITALIË. 557 meest verschillende opvatting is bewaard gebleven. Nu eens waren de velden bespannen met tapijten of beschilderd met nabootsingen daarvan, dan weer waren ze onderverdeeld door pilasters en lijsten en met reliëfwerk versierd; of het geheele veld diende voor beschildering met mythologische of historische onderwerpen. Ook hout werd gebezigd voor de lambriseering, die soms zeer hoog was, en waarboven een geschilderd fries werd aangebracht. Hoewel de architecturale details dezelfde waren als die van het exterieur, waren ze fijner van verhouding. De vloeren waren van planken of uitgevoerd als parketvloeren. Rustten de vloeren op gewelven, dan werd gebruik gemaakt van cement, waarin kleine steentjes werden gerold, en daarna geslepen en gepolijst, z.g. terrazzo; of wel werden ze belegd met gebakken geglazuurde tegels, of marmermozaïk. Het zwaartepunt ligt echter in de zolderversieringen, waarbij gebruik werd gemaakt van alle vindingen uit vroeger stijlen, al zijn de versieringen niet door de constructie geboden. Echter verdwijnen de middeleeuwsche balkenzolderingen en het kruisgewelf, daar deze zich minder leenden voor grootsche decoratiën. Fig. 603. Andrea Palladio, 1501-1580. Onvoltooid paleis voor de familie Porto, te Vicenza. Laat-Renaissance. Houten zolderingen worden afgetimmerd met kasetten, voorzien van verguld snijwerk of beschilderd. De kasetten zijn 4-hoekig, 6-hoekig, 8-hoekig, stervormig en zelfs rond. Ze Fig, 591. doen denken aan steen, of, als ze van pleister zijn, aan géén materiaal. De kasettenvelden Fig. 582 h. zijn gevuld met ornament of met flguraal beeldhouwwerk; de lijsten bestaan uit blad- of vruchtenrandèn en ornamentbanden, die, voorzien van rozetten op de snijpunten, als 't ware van muur tot muur zijn gespannen. Zijn de kasetten vierkant, dan spreekt geen der assen van het vertrek in het bijzonder, 558 DE RENAISSANCE IN ITALIË. Fig. 604. Palazzo Pitti te Florence. wat wèl het geval is, als er meerdere kleine zijn samengetrokken tot één groot veld. In Venetië, tijdens de Vroeg-Renaissance, zijn de ronde kasetten rozetvormig op eenigen afstand van elkaar geplaatst, waarbij de openblijvende stukken blauwe fond zijn gevuld met verguld reliefornament. Blauw en goud voor plafonds zijn overigens wel de meest toegepaste kleuren. In Rome is voor het vlakke, zoowel als voor het tongewelf, een indeeling in hoofd- en bijFig 586 kasetten gebruikelijk; het groote veld is dan door kleinere omringd, en vaak ellipsvormig. Tijdens den Barok verdwijnt elk constructief principe en worden de veelal toegepaste spiegelgewelven beschilderd met schijnarchitectorale motieven en zwevende en stijgende figuren. In kerken worden nog kruisgewelven toegepast, laag en zonder ribben met Renaissance ornament overdekt. Indien ze wel met ribben zijn geconstrueerd, dan zijn deze gevormd als bladlijsten of profielstaven, en de gewelfvelden tapijtvormig, of met sterren op blauwen fond versierd, tenzij in de middens der velden rozetten, omringd door grotesken, zijn aangebracht. De meestal van steekkappen voorziene tongewelven worden door gordelbogen, rechthoekig DE RENAISSANCE IN ITALIË. 559 Fig. 605. Ospedale Maggiore te Milaan. op de lange richting van het ge- " welf staande en overeenkomend : met de wandgeleding, en kasetten • ingedeeld. Maar het meest vrij te • Fig. 592. decoreeren gewelf bleef het spie- : gelgewelf, flauw elliptisch gebo- • gen, en soms ook van insnijdende : steekkappen voorzien. Het meest £ fraaie voorbeeld van beschilderd • spiegelgewelf vinden we in de : Sixtijnsche kapel, vervaardigd £ door Michel Angelo. Koepels ble- • ven meest beperkt tot de kerken, • waren halfbolvormig of gebogen £ volgens een parabolische lijn. • Tambour, koepel en lantaarn • waren door horizontale lijsten ge- j scheiden; in de tambour waren •«< de vensters aangebracht, door ge- : koppelde pilasters gescheiden. Op :.. de ribben van het gewelf werd door beschildering nadruk gelegd; ook deelde men de koepelgewelven door kasetten in, of wel werden ze beschilderd als een prieel van latten-timmerwerk, begroeid en met vogeltjes in de takken. Wat de kleuren betreft, zijn veelal nog sobere grijze, bruine, in ieder geval eenkleurige kleine kasetten gebruikelijk, als ze zijn gerangschikt om één grootere, die dan veelkleurig is beschilderd. De muurschilderingen, evenals de gewelven, werden uitgevoerd in de fresco-techniek; groote schilderingen met historisch of mythologisch onderwerp zijn in dezen tijd ontstaan. Wel als bijzonder fraai dient weer de Sixtijnsche kapel genoemd te worden, evenals het Dogenpaleis te Venetië. Toen tegen het einde van de 15e eeuw de Titusthermen werden ontdekt, ontstond een voorliefde voor beschilderingen met grotesken en fijn oud-Romeinsch ornament. De door Rafaël beschilderde loggia's van het Vati- Fig. 593. kaan, en ook de schilderingen in Palazzo Vecchio Fig. 606. Zuilkapiteel uit Palazzo Gondi te Florence (naar Joseph). 560 DE RENAISSANCE IN ITALIË. te Florence behooren wel tot de fraaiste schilderingen in dit genre. Overigens zijn aan alle versieringstechnieken de namen van groote meesters verbonden. Zoo werd door Michel Angelo van de door Ghiberti gegoten bronzen deuren van het baptisterium te Florence, waarvan de paneelen tafereelen voorstellen uit het oude testament, gezegd, dat „zij Waardig waren de poorten van het paradijs te sieren". Deze deuren zijn uit de Vroege Renaissance. Prachtige fraai geglazuurde terra-cotta reliëfs werden door Lucca della Robbia te Florence vervaardigd. Intarsia's van ivoor, parelmoer, metaal en de prachtigste houtsoorten werden gezaagd uit op elkaar gelegde dunne platen en de motieven gerangschikt volgens bloemvazen, grotesken, en zelfs perspectievische landschappen. Ten slotte memoreeren we nog de scrafflto-techniek, waarbij de zwart Fig. 589. of donkerbruin geschilderde muren met een dunne lichtgele of witte kalkmelk werden bestreken, en vervolgens deze kalklaag plaatselijk volgens ornamentteekening werd weggeschaafd. HET ORNAMENT. 9. De Italiaansche ornamentisten, geleid door een fijn gevoel voor de\ natuur en liefde voor het ambacht, verwerkten klassieke vormen naar de behoeften en eischen van den tijd. Uit klassieken bodem opgedolven fragmenten werden bestudeerd en de rijkdom van motieven werd frisch en vervormd toegepast, zonder nabootsingen en herhaling, maar op origineele wijze. Daar de kennis van het klassieke ornament toeneemt, wordt het steeds strenger en minder vrij. Tot het oudste Renaissance ornament behoort dat van bovengenoemde deuren van het baptisterium te Florence, waarvoor in 1401 een prijsvraag werd uitgeschreven, die door Lorenzo Ghiberti, in mededinging met Brunellesco en Donatello, werd gewonnen. Het ornament is, als steeds in de Vroeg-Renaissance naturalistisch, en bestaat uit planten Fig. 596. en bloemen, vruchten, viervoetige en gevleugelde dieren, toch gestyleerd ook. Fig. 608. Zuilkapiteel uit de Loggia de Mercato nuovo te Florence. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 561 Lucca della Robbia verwerkte in zijn ornament veel guirlanden en vruchtfestoenen, bladkransen en naakte kinderfiguurtjes. In de Hoog-Renaissance mochten Fig. 597. deze motieven zich in een groote voorliefde verheugen. In staande paneelen werd beneden een vaas of akanthuskelk de oorsprong van een stengel, aan weerszijden waarvan bladeren en bloemen zich ontwikkelen in symmetrisch evenwicht. Is het paneel hoog, dan spreken op bepaalde hoogten enkele punten meer dan het overige ornament, b.v. enkele zwaardere vruchten- of bloemtrossen. In 't algemeen zijn deze ornamenten zeer mooi van teekening en schaduwwerking, gevoelig en rond gemodelleerd. Niet alleen in de profane bouwkunst, maar ook in de kerkelijke bouwkunst vervangen luchte en vroolijke heidensche motieven, aan de oudheid ontleend, de Christelijke symbolen. In de VroegRenaissance was het een enkel vaasje of schildje, aan kettinkjes opgehangen in de ornamentstengels. Ook enkele medaillons en af en toe een cartouche1), een geheel nieuw decoratief element. Weldra echter werden er bijna alle Romeinsche versieringselementen aan toegevoegd, als offeraltaren, maskers (tragisch en komisch) saters, tritons, griffioenen, amorfiguren en vele andere. Dit wat het reliëf ornament betreft. Het geschilderd ornament is aanvankelijk een nabootsing van het reliefornament, toon in toon geschilderd, bruin of grijs. Dan volgen, op gouden fond, gekleurde versieringen, tot de ontdekking van de thermen van Titus ook kennis van geschilderd ornament bracht, waar tot dusver slechts de ornamentisten zich baseerden op de kennis van het Romeinsche reliëf. Het ornament wordt nu plotseling verrijkt met allerhande motieven, tot zelfs landschappen en fantastische architecturale fragmenten. Opmerkelijk genoeg gaan de decorateurs in 't vervolg' geen Pompejaansche of Oud-Romeinsche muurschilderingen imiteeren, maar bepalen ze zich tot meer geheel Fig. 592. fantastische samenstellingen van de details. Dank zij het voorbeeld van een meester als Rafaël, die in de loggia's Fig. 593. van het.Vaticaan de motieven verwerkte, gebonden en beheerscht bij alle vrijheid, zonder dat het geheel op een archeologische studie ging gelijken. Rafaëls opvatting was de oorsprong van een nieuwe stijlperiode op ornamentaal gebied; zijn beschilderingen zijn prachtig en beminnelijk van detail, beheerscht als geheel als ze werden door ') Schilden, al of niet heraldisch, in de Vroeg-Renaissance driehoekig of puntig eivormig, in de Hoog-Renaissance als vervaardigd van een omkrullende, perkamentvormige stof, en later in alle stijlen, zij 't dan in gewijzigden vorm, op deze wijze toegepast.- 562 DE RENAISSANCE IN ITALIË. ï! Fig. 610. Palazzo Grimani te Venetië. de architecturale indeeling met pilasters en door den geest van dezen grootmeester. Zijn nieuwe verwerkte oude motieven worden aangeduid met den naam Grotesken; geheel onwerkelijk met de groote dieren op dunne ranken, groote figuren gecombineerd met gelijksoortige op veel kleiner schaal enallerlei mcnschfragmenten is het, als illustreerden ze de sprookjeswereld. Toch zijn deze ornamenten van zijn navolgers, hoewel eveneens knap gecomponeerd, öf te naturalistisch, öf te zwaar van kleur; en als nog de toepassing van pleisterrelief in kleur in zwang komt, vervalt het ornament snel, vooral als in de Laat-Renaissance de ambachten worden gesplitst en de architect en de ornamentist niet dezelfde meer zijn. Ten slotte, daar dit materiaal goedkoop was, verdrong het gipsrelief op den duur èn de ornamentale schilderkunst èn de marmerreliefs. BURGERLIJKE BOUWKUNST. 10. De steden in dit tijdperk zijn aangelegd volgens een rechtlijnig stratenplan, de straten afgewisseld met fraaie, ruime pleinen, en de voornaamste ervan zijn geplaveid. De woonhuizen waren eenvoudig, lijkend op de kleinere paleizen, maar van geringe afmetingen;"de grootere kregen een hof, waaromheen gebouwd werd. De tradite getrouw, dienden de benedenvertrekken voor het bedrijf; zelfs waren er toen reeds huurhuizen. De woningen der patriciërs werden paleizen, die een verdedigbaar karakter droegen !! DE RENAISSANCE IN ITALIË. 563 Fig. 611 Voorgevel van de Certosa di Pavia. 564 DE RENAISSANCE IN ITALIË. Fig. 612. S. Francesco te Ferrara. tengevolge van de veiligheidseischen, die er aan gesteld werden. Droegen de stedelijke twisten er het hunne toe bij, om door torens op de hoeken en grachten de paleizen te maken tot versterkte vestingen, evenals dat in de Gothiek het geval was, toch is er reeds van af het begin der Renaissance een streven te zien naar gemak en doelmatigheid. De paleizen, regelmatig van aanleg, j vormen een naar buiten afgesloten ; geheel, parend de nuttigheidseischen Fig. 599 a ; aan het schoone. Om een of meer j binnenplaatsen, hof genaamd, die het Fig. 599 j. fm;r ,rif;*j : centrum, en ook het fraaiste deel vormen van het paleis, openen de verdiepingen met arcaden naar het midden; naar de straat- Fig. 607. Fig. 597. zijde zijn ze afgesloten door zware gevels. Van uit den hof, die steeds rechthoekig is, ook al moeten de vertrekken en vestibules daardoor j scheefhoekig worden, is de geheele distributie : der vertrekken duidelijk te onderkennen, wat j niet het geval is van af de straatzijde, waar j slechts de verdieping indeeling spreekt door : vensters, en de ingang door een portaal. In de verschillende groote steden hebben de paleizen een eigen karakter; deze steden vormen centra, de omliggende plaatsen volgen een zelfde paleistype, ook al door de werkzaamheid van den architect en zijn volgelingen. Verhuisde een architect, dan bouwde hij in zijn nieuwe omgeving, b.v. te Rome, in Florentijnschen geest. 11. HET PALEIS TE FLORENCE (en ook Siena, Bologna, Ferrara en Urbino) is om een, Fig. 599 a. door zuilenhallen met bogen geopenden hof gebouwd. Een portaal geeft toegang. De gevel is vlak, zonder voorspringende partij. De vensters beneden zijn vierkant en klein; die van de Fig. 613. Console in den hof van Palazzo Gondi, te Florence. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 565 Fig. 614. Palazzo della Cancelleria te Rome. beide verdiepingen zijn afgesloten door rondbogen, waarvan de binnenwelflijn rond de Fig. 579. buitenlijn flauw spitsbogig is; op beide verdiepingen zijn verder de vensters even groot, op Fig. 582 a. onderling gelijken afstand aangebracht, terwijl er nadruk op wordt gelegd door den spitsboog, die samengesteld is uit groote rustieke wigvormige stukken. Trouwens, de geheele gevel is rustiek, door een sokkel en een kroonlijst afgesloten; de steenblokken zijn vierkant of langwerpig, de grootste tot 9 M. lang. De verdiepingen zijn gescheiden door lijsten, en de groote, naar verhouding weinig doorbroken muurvlakken, zijn slechts met medaillons en een groote kroonlijst decoratief verrijkt. Kleinere huizen, die ook palazzo worden genoemd, hebben slechts een drietal vensters, weinig of geen rustica, en als pilasters worden toegepast, in geen geval rustiekwerk. 12. HET NOORD-ITALIAANSCHE paleis is niet van natuursteen, maar van, ook ornamentaal versierde, gebakken steenen opgetrokken. Wel zijn ook hier de vensters rondbogig, maar tengevolge van het materiaal zijn de lijsten, die de verdiepingen scheiden, en de kroonlijst 566 DE RENAISSANCE IN ITALIË. • zeer licht, worden zelden pilas: ters toegepast, en is de totaal • indruk niet zoo grootsch als bij • het Florentijnsche type. De pa£ leizen openen beneden naar de • straatzijde door pijlerarcaden. | HET PALEIS TE VENE- 13. : TIË draagt in vergelijk met het | sombere, ernstige Toskaansche • paleis, een meer open en vroo- Fig. 609. Fig. 615. Palazzo Pandolflni te Florence. j lijk karakter. Gebrek aan terrein • was de oorzaak, dat de bouw; meester geen hof of centrum 'i kon aanleggen. Daarentegen • bezitten ze een bijzondere beko■: ring in den hoofdgevel, die aan het kanaal ligt. In de benedenverdieping liggen, achter kleine vensters, de kelders; een trap Fig. 587, met klein hoofdportaal geeft toegang naar het inwendige, waarvan de distributie uitwendig duidelijk spreekt; op ieder der beide verdiepingen ligt n.1. een groote zaal in het midden. De vele, door een zuiltje in tweeën gedeelde vensters zijn rondhoekig, terwijl balcons den gevel Fig. 609. een vroolijk uiterlijk geven. Ook alweer in tegenstelling met bovengenoemde paleistypen, is het glasoppervlak grooter dan het muuroppervlak, waaraan bovendien nooit rustica, wel incrustatie voorkomt. In het midden van den gevel ligt vaak een loggia. Overigens is het decoratieve element in den gevel overheerschend, en in de Vroeg-Renaissance overwegend Gothisch. 14. HET PALEIS TE ROME vormt een geheel afzonderlijk type; het is meestal regelmatig van aanleg, doch daar, waar de te bebouwen grond een onregelmatig oppervlak vertoont, zijn door de architecten zeer belangwekkende oplossingen gevonden. Het Romeinsche paleis is een schepping van de Hoog-Renaissance, en meer gebouwd volgens het nuttigheids princiep. De gevel is rustiek, met pilasters en hoofdgestel voor iedere verdieping. Vaak ook zijn de sprekende deelen van den gevel alleen bewerkt, terwijl de rest van het muurvlak gepleisterd is; daardoor vormen de sprekende deelen als het ware een schijnconstructie, waar- Fig. 614. tusschen de muur meer en meer dienst gaat doen als opvulling. Zuilen vinden weinig toepassing; meest zijn de steunende deelen pilasters, half- of driekwart zuilen. Als de benedenverdieping is ingericht voor het bedrijf, zijn pijlers toegepast, Uit Frankrijk overgenomen is de lange zaal, de z.g. galerij. Nieuw is ook de z.g. tusschen verdieping, voor het dienstpersoneel. De vensters, met uitspringende omlijsting, zijn van geheel ander type dan in Noord-Italië. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 567 Ook bestaan er in Rome gevels uit de Hoog-Renaissance, met rustica aan de benedenverdieping, of op de hoeken van het gebouw, zonder pilaster- of halfzuilenindeeling. Hieraan vormen de vensters het hoofdmotief van den gevel. De vensters zijn dan afgedekt door een driehoekig of segmentvormig tympan, rustend op pilasters of zuilen, die naast de vensters zijn aangebracht, en even hoog zijn als deze. De vensters zijn echter zoo toegepast, dat toch het muurvlak het meest spreekt. 15. Het paleis van de groote Fig. 603. orcfe. In de Laat-Renaissance werden lanas den aevel aror Fig. 616. Villa Medici te Rome, 1574, door Annibale Lippi. werden langs den gevel groote zuilen aangebracht, doorloopend over de geheele hoogte, die als het ware de verdiepingen samentrokken. Deze bouwwijze, veel toegepast vooral door Palladio, wordt de Groote orde genoemd, waarvan o. a. in Vicenza, Genua en Milaan voorbeelden worden gevonden. Van de geschilderde gevels zijn de meeste nu verdwenen. Vooral in Noord-Italië werd gaarne aan knappe schilders gelegenheid gegeven, heldere en kleurige, maar ook toon in toon (als navolging van reliëfs) geschilderde friezen en paneelen op de gevels aan te brengen. Van de scrafitto-gevels zijn alleen deur- en vensteromlijsting werkelijk reliëf; de verdere decoratie is deels vlakornament, deels geïmiteerd reliëf. Met reliëf bepleisterde gevels zijn zeldzaam; het reliëf bepaalt zich meestal tot enkele zwaar georneerde lijsten en enkele paneelen tusschen de vensters. In de nabijheid van de steden werden villa's gebouwd, deels voor een kortstondig verblijf, Fig. 602. deels voor een meer langdurig verblijf van de bewoners op het platteland. Toch werden geen boerenhuizen nagebootst, al vormt de villa uit de Italiaansche Renaissance ook het centrum van een landbouwbedrijf. Dikwijls aangelegd op het hoogste punt van een geaccidenteerd terrein, ontaardt dè villa nimmer in een burcht met muren, grachten en bastions; maar wel vormen de parken er omheen met hun vijvers, fonteinen en cascaden, met hun terrassen, bloemperken, pergola's en boompartijen een belangrijk deel van het geheel, terwijl de 568 DE RENAISSANCE IN ITALIË. omringende natuur bij het complex getrokken, wordt ondergeschikt gemaakt aan de architectuur, terwijl vooral gezocht wordt naar fraaie vergezichten en verrassende plaatsing van beelden tegen boomgroepen. De villa zelf stond door open loggia's als 't ware onmiddellijk met het park in verband. Om een rechthoekige of ronde middenzaal waren verder de vertrekken symmetrisch ingedeeld, meestal slechts één verdieping hoog, want er was bouwruimte genoeg. De fraaie zalen echter werden verfraaid en gevuld met klassieke beelden en fragmenten; ze dienden om er gasten te ontvangen. Zelf verbleven de bewoners in de tusschenverdieping, het mezzanino, terwijl het fig. 618. personeel in enkele ondergeschikte gelijkvloersche vertrekken verbleef, of in het sousterrein van het Casino, zooals het bouwwerk, afzonderlijk, heet. Openbare paleizen zijn meestal beneden open door zuilen met bogenhallen; gewoonlijk bevatten ze een groote zaal met bijvertrekken, en balcons op de eerste verdieping. Enkele der meest voorkomende zijn: Palazzo del Comune, del Consiglio, del podesta, del prefetto, de tribunali, della ragione, terwijl verder nog stuo 1 e en hospitalen (ospedale) werden gebouwd, en loggia's, naar drie zijden open bouwwerken, meestal liggend tegenover de paleizen, en die dienden voor openbare feestelijkheden. Fig. 617. Verona. Palazzo Bevilacqua. " DE RENAISSANCE IN ITALIË. 569 KERKELIJKE BOUWKUNST. 16. Eerst tegen het einde van de vroeg Renaissance begint in N. Italië de kerkelijke bouwkunst zich te ontwikkelen, en in Rome nog later, tijdens de werkzaamheid van Bramante in de periode van de Hoog-Renaissance. In den beginne bleef de bouwmeester te veel aan middeleeuwsche overleveringen gebonden; eenerzijds ging de bouwmeester er slechts schoorvoetend toe over de nieuwe ideeën toe te passen bij den kerkbouw, anderszijds vond het humanisme hevige tegenkanting, als gevaarlijk voor de kerk. Als echter de nieuwe idee steeds meer voortgang maakt, vindt ze voorstanders onder de pauzen, die de Gothische tradities loslaten, om terug te keeren naar Latijnsche basiliek (voor het axiale-) en de Byzantijnsche kerk (voor het centrale stelsel). Nieuwe constructies, of oorspronkelijke plattegronden werden niet gevonden, doch het tot dusver gewrochte werd gewijzigd toe¬ gepast en dan nog voornamelijk bij het zoeken naar grootsche inwendige ruimteontwikkeling. 17. Voor den CENTRALEN BOUW zijn de voorbeelden te zoeken: wat de koepels betreft in die van het Pantheon, van de Aya Sophia en de verschillende baptisteria. Reeds de grootste schilders vonden de centrale bouwwerken als kerken de belangrijkste, getuige de met voorliefde op hun achtergronden geschilderde godsgebouwen. a. Het grondplan is rond of 8-hoekig. Het gewelf rust dan op muren, waarin vensters en . nissen waren aangebracht. b. Het grondplan is vierkant, met een ronden koepel op pendentiefs; de koepel kan zich direct boven de bogen ontwikkelen, öf wel tusschen de bogen met pendentiefs en den koepel is een cylindrisch deel aangebracht, de tamboer of trommel. Om het koepelruim kan een omgang of kapellenkrans loopen. c. Het grondplan is aangelegd volgens een Grieksch kruis zóó, dat de koepelruimte door Fig. 600. 5. de vier kruisarmen wordt vergroot. De koepel rust op vier pijlers, waarbij zich de halve koepels boven de kruisarmen of de vier tongewelven ter hoogte van de groote bögen, waarop Fig. 618. Palazzo Canossa te Verona. 570 DE RENAISSANCE IN ITALIË. de koepel of de trommel rust, aansluiten. Als dan ten slotte door Bramante de vier kruisarmen nog rond worden beëindigd, is in deze naar alle vier richtingen volkomen afgesloten ruimte het volmaakte bereikt. d. In de Laat-Renaissance zijn Fig. 600. 2. centraal bouw en axiale stelsel tot één geheel verbonden, door dat de eerste het koorgedeelte, het laatste het schip omvat. De kruisingskoepel zelf is e. onzichtbaar, overdekt door een dak, naar het voorbeeld van het baptisterium te Florence, waarbij de muren, die het dak dragen, door arcaden zijn verfraaid, of f. zichtbaar, waarbij de koepel- Fig. 580. mantel dubbel is. Boven den vierkanten onderbouw rust op pijlers de tamboer, geleed door zuilen, pilasters en vensters, terwijl bovenop de lantaarn rust. Uitwendig is dus de inwendige distrubutie duidelijk te onderkennen. 18. Het AXIALE STELSEL is een ■■■ ii : verdere ontwikkeling van het middel- I Fig. 619. Bibliotheek van S.Marco te Venetië. (NaarEvers), j eeuwsche. Het grondplan is volgens .......................>....ï een Latijnsch kruis, met rechthoekige afsluiting van de kruisarmen, ook, meestal, van het koor. De inwendige ruimte is overal even hoog, met vlakke of gewelfde zoldering, en vergroot door diepe nissen in de muren of ver uitspringende kapellen. Boven de kruising verrijst wel een koepel, doch deze vormt niet zoozeer het architectonisch zwaartepunt van het gebouw als bij het centrale stelsel. De kerken volgens het axiale stelsel zijn éénbeukig of drie- en vijf beukig. a. Eenbeukige kerken zijn overwelfd, of horizontaal afgedekt; bij horizontale over-Fig. 600. 1 welving zijn casetten aangebracht, later vervangen door schilderwerk, nog later door pleisterornament. Het koor is het rijkste deel; komt somtijds een eenbeukig transept voor, dan kan boven de kruising een koepel verrijzen. Na ongeveer 1550 zijn eenbeukige DE RENAISSANCE IN ITALIË. 571 Fig. 620. Palazzo Farnese te Rome. kerken gewoonlijk overwelfd door een tongewelf, met steekkappen bij de vensters; ofwel komt de overwelving tot stand door een rij lage koepels. Ter weerszijden strekken zich dan rijen kapellen Uit. b. Drie- zelden vijfbeukige kerken zijn gewoonlijk in alle beuken overwelfd; öf de zij- Fig. 600. 4. beuken zijn overwelfd en de middenbeuk is horizontaal afgedekt, öf de middenbeuk heeft een, maar dit uitsluitend in de vroeg-Renaissance, open kapconstructie. Ook komen koepels voor op midden- en zijbeuken, en tongewelven op de kapellen. De Fig. 600. 2. zijbeuken zijn overigens volgens verschillende stelsels overwelfd, zeer vaak evenwel door kruisgewelven. De inwendige ruimte ontwikkelt zich vooral in horizontale, minder in vertikale richting, en is ingedeeld door zuilen of pijlers. Wat het inwendige betreft, is de ruimte bij het centrale stelsel fraaier dan bij het axiale. Dit laatste stelsel heeft echter een voordeel boven het centrale, namelijk dat het in den gevel een hoofdmoment heeft, dat bij voortduring de aandacht tot zich trekt. Pijlers werden toegepast, toen de voorraad klassieke zuilen opraakte. Pijlerbasilieken werden door kruisgewelven gedekt. Zelden komen hallenkerken voor, of driebeukige kerken UI N> ! m : 50 : w : Z ; > ! En ! on ! > ! Z ! O i w I ^ > ! r i w DE RENAISSANCE IN ITALIË. 573 met een tongewelf over den middenbeuk, of lage koepels op middenbeuk en transept, met kruisgewelven op de zijbeuken. Terwijl ten slotte nog eer bijzonder Renaissance-type wordt geschapen door een serie centraalbouwen aaneen te schakelen, afwisselend n.1. ton- en koepelgewelven, waarbij als voorbeeld de San Marco zal hebben gediend. De foren of Campanille is vierkant van grondplan en blijft afzonderlijk ge¬ bouwd van het kerkgebouw. De verdiepingen zijn versierd met de verschillende pilasterorden, waartusschen de vensters Fig. 622. Basilica te Vicenza, door Andrea Palladio. dcmyeoracnr. i^e araeKKmg is Horizontaal, zelden is de toren bekroond door een helm. De kloosters, hoewel ze de middeleeuwsche groepeering behouden, krijgen hun eigen Renaissance cachet, voornamelijk door de zuilengaanderijen om den hof. 19. HET UITWENDIGE. De Renaissance kerken lijken middeleeuwsch in Renaissance vormen; tusschen het inwendige en den gevel is geen logisch verband gebracht, zoodat het front vaak verdiepingen vertoont, waar inwendig de ruimte tot boven doorloopt. Vensters en deuren zijn als in de burgerlijke bouwkunst, maar de moeilijkheid schuilt hier in het verschillend hoog zijn van de beuken. Nu eens wordt de zijbeuk gemaskeerd door een doorloopenden gevel, die dus vrij uitsteekt Fig. 601 boven het dak van den zijbeuk, en is de geheele gevel in etages verdeeld, dan weer wordt voor deze daken een voluutvormig stuk muur opgetrokken. De horizontale voluten zijn grof Fig. 612 en plomp en vinden vooral later in de Barok ook toepassing voor allerlei andere overgangen. Hier en daar worden de voluten ook vertikaal geplaatst. De inwendige distributie, (de drie beuken), is uitwendig soms gemaskeerd door doorloopende steunbeeren, die rijkversierd worden, doch niet logisch naar boven verfijnen, zooals in de Gothiek. Trouwens, bij de meeste kerken is slechts de gevel met incrustatie voltooid, daarbij nog koor en koepel, 574 DE RENAISSANCE IN ITALIË. • terwijl de zijgevelmuren meestentijds onafge¬ werkt blijven, alleen door in pilasters veranderde lisenen weinig karakteristiek slechts de inwendige traveeën uitwendig aangeven. Deze pilasters verschijnen eerst in de 16e eeuw. De pilasters, die den gevel indeelen staan ver van elkaar, springen weinig voor en dragen zwakke lijsten; tengevolge waarvan de gevels een Fig. 612. armoedig uiterlijk hebben. Wordt een voorhal gebouwd, dan strekt deze zich ter halver hoogte van de verdieping over het geheele front uit, en als deze voorhal dan nog bestaat uit twee bogenhallen boven elkaar, is van de inwendige distributie in t j Fig. 623. Uit den hof van Pal. Farnese te Rome. j geheel niets meer te zien. (Naar Evers). • ° :.....»...•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••" In Rome draagt de gevel dikwijls het karakter van een triomfboog, of wordt, door middel van doorloopende pilasters over de geheele gevelhoogte met toepassing van een fronton, een Romeinsch tempelfront geïmiteerd. In Venetië bracht Palladio, in de 2e helft van de 16e eeuw, zuilen over de geheele hoogte aan; ze droegen een fronton voor den middenbeuk, en twee halve frontons markeerden de daken van de zijbeuken. De moeilijkheid van een sprekend front verviel bij het centrale stelsel, waarbij naar alle richtingen het aspect hetzelfde kan zijn. OVERZICHT DER MONUMENTEN. VROEG-RENAISSANCE, BURGERLIJKE BOUWKUNST. 20. Florence. In 1440 werd door Filippo Brunellesco (1379—1446) het Palazzo Pitti Fig.579,604. begonnen. Gelegen op een hoog terrein is het van buitengewoon groote afmetingen. De drie verdiepingen omvatten oorspronkelijk 7 vensters in de breedte. In de 16e eeuw werd de bouw uitgebreid door L. Fancelli, en in 1570 de zuilenhof met rustica zuilen door Bartolomeo Ammanati voltooid. Na 1620 bouwden Giulio Parigi enAlfonzo Parigi het gedeelte met 2 verdiepingen erbij, terwijl de beide voorspringende zijvleugels in 1783 werden gebouwd, en voltooid in de 19e eeuw. De gevel is naar boven verjongd door lichtere rustica; lijsten ontbreken en zijn vervangen door balkons langs den geheelen gevel waarin regelmatig rondboog-vensters en portalen zijn aangebracht. De inwendige versiering is van Pietro Cortana, in de eerste helft van de 16e eeuw. Fig. 624. St. Pieterskerk te Rome. ui ui 576 DE RENAISSANCE IN ITALIË. Eveneens van Brunellesco afkomstig is het kleinere PalazzoQuaratesi, voltooid in 1470, waarvan de beneden verdieping in rustica is gebouwd. En ook het Palazzo di Parte Guelfa, dat op de eerste verdieping door pilasters is ingedeeld. De voorhal van het Vondelingenhuis te Florence, begonnen in 1419 door Brunellesco.en naderhand door F r a n cesco della Luna voltooid, is rondbogig en vooral bekend door de beroemde „wikkelkindertjes" van de della Robbia's. Door Michellozzo Michellozzi (di Bartolommeo, 13961472) werd het Palazzo Ric ar di Fig. 581. gebouwd voor Cosimo Medici. De rustica wordt ook hier naar boven minder zwaar, en het geheel afgedekt door een zware kroonlijst op consoles. De vensters zijn rondbogig, door een post in zuilvorm in tweeën gedeeld. De zuilenhof met composita-kapiteelen heeft gekoppelde vensters. Verder bouwde Michellozzi het Palazzo Vecchio, wat de zuilenhof be- Fjg. 597. treft; het Palazzo C o r s i, en de villa's Rica Soli en Mozzi. Van Leo Battista Alberti (1404 — 1472) is het ontwerp voor Fig. 598. het Palazzo Rucellai afkomstig; de bouw werd uitgevoerd door Bernardo Rosselino (1409—4464). Hier is eigenlijk rustica vermeden en de gevel ingedeeld door Dorische pilasters beneden; voor de beide bovenste verdiepingen werd de Korinthische orde gebruikt. De portalen zijn rechthoekig, de vensters rondbogig, gedeeld door een zuiltje. De pilasters springen voor den rustica-natuursteengevel; van de steenblokken zijn de voegen glad, en de spiegel is bewerkt met een bossing. Fig. 606. Giuliano da Sangallo bouwt het Palazzo Gondi, fijn en wel doordacht; de zeer Fig. 613. fraaie zuilenhof heeft een prachtig ingebouwde trap. De rustica van den gevel wordt naar Fig.599.a. boven toe lichter. De bouw van het grootsche Palazzo Strozzi, begonnen in 1489 en voltooid in 1533 is geleid door Benedetto da Majano (1442—1497). Het is het mooiste ' Fig. 625. S. Pietro in Montorio te Rome. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 577 rustica paleis van Florence, met aan alle verdiepingen dezelfde rustica. Het regelmatige grondplan is kleiner dan dat van Pitti. De j Fig. 582. a. vensters, rustend op de lijsten, zijn ook in de bogen door rustica omlijst en door zuiltjes in tweeën gedeeld. De cordonlijsten, die de 9.35 M. hooge verdiepingen scheiden, hebben een tandlijst. De prach- ïFig. 582.e,k. tige kroonlijst is van Simone Cronaca (H57—1508), die ook den gevel bouwde aan den vierkanten hof. I Fig. 588. Palazzo Guadagni, eveneens van Cronaca, heeft boven de bovenverdieping een op zuilen rustende open loggia met uitste- Fig. 626. Florence. Bibliotheca Laurenziana. kend dak. De hoeken van het gebouw spreken door rustica, de vensters zijn eenvoudig omlijst, terwijl de muren gesierd zijn door scrafflto. Van hetzelfde type is het Pallazzo Niccolini. Siena. Door Giuliano da Majano (1433—1490) werd het Palazzo Spannochi gebouwd, als 't ware een kleinere copie van Palazzo Riccardi. Andere fraaie paleizen te Siena zijn: Palazzo Nerucci, gedeeltelijk Gothiek, door Bernardo Rosselino en ■«••••••■MmuNMatuMfMitiiHiMiimnniMudmuu,,,!,, „„„ Antonio Federighi gebouwd en ; net raiazzo nccoiomini. • Urbino. Het Hertogelijk Paleis • door Luciano Laurana (4/ 1482), J met fraaie zuilenhof en loggia's naar • buiten. S Pienza. Pal. Piccolomini, door • Rosselino, lijkt wat op Pal. Rucellai. • Van denzelfden bouwmeester is het • Palazzo della Commune. ; Milaan. Het onder Gothischen in- • vloed in baksteen gebouwde Ospe- • daleMaggioreisgedeeltelijkafkom- Fig. 605. S stig van Antonio Filarete (1410— • 1469). Het tegenwoordig Ospedale • militaire is een deel van een klooster ; Sant' Ambrogio, n.1. kruisgang en • kapittelzaal. S Bologna. Talrijke fraaie paleizen 5 zijn hier gebouwd onder Gothischen j invloed en van baksteen. Het Palazzo | Isolani is een der oudste; de spits; boogramen zijn geflankeerd door ge- Fig. 627. Sagrestia Nuova. Grafkapel (S. Lorenzo te Florence). /an de Medici. 578 DE RENAISSANCE IN ITALIË. canneleerde pilasters. Palazzo Fa va met Fig. 607. prachtigen hof (1483);PalazzoBevilacqua, zonder open Bologneesche zuilen gaanderij aan de straat, in rustica met bewerkte spiegel der steenen; Pazzo Fantuzzi (voltooid 1522); del Podesta doorFioravanti; Bologni'ni, Malvezzi-Campeggi en dell'arte degli Stracciaiuoli. Ferrara. Een drietal belangrijke paleizen hier zijn Palazzo Scrofa, Palazzo de Diamanti en de Leoni. Venetië. De Renaissance vond hier zeer langzaam ingang, daar de Gothiek in Venetië buitengewoon schilderachtig was. De eerste Renaissance-vormen hier werden toegepast door de familie Lombar di. Palazzo Vendramin Calerghi Fig. 609. werd in 1481 begonnen door Pietro Lombardo (f1515); beneden is gebruik gemaakt van pilasters, boven van de zuilenorden. De gevel is drie verdiepingen hoog en vertoont een •• • middenpartij met twee vleugels, lien Fig. 628. Scuola di san Rocco te Venetië. j der allermooiste paleizen van Ve- : ...................................c ! netië. Fig. 587. Andere belangrijke paleizen zijn: Palazzo Corner Spinelli, van den zelfden bouwmeester; Palazzo Manzoni Angarini; Contarini delle Figure; Malipiero, door Santé Lombardi; de Tedeschi door Girolamo Tedesco; dei Camerlenghi, door Guilelmo Bergamasco. In 1477 werd begonnen aan den hofgevel van het dogenpaleis, waaraan in den loop der jaren o. a. werd gewerkt door Antonio Bregno, Antonio Rizzo, Pietro Lombardi en Antonio Scarpagnino. Een fraaie gevel bezit de Scuola di SanMarco, door de Lombardi's gebouwd, terwijl eveneens te memoreeren zijn de Scuola di San Rocco, door Bartolomeo pjg, 628. Buon.de Scuola di San Ciovanni Evangelista en het Ospedale Civile. Verona. Fra Giocondo (1433 — 1519) bouwt het Palazzo del Consiglio; de loggia is door pilasters in 't midden in twee helften gedeeld, van ieder beneden vier, boven twee vensters. Fig. 599. f. Brescia. Aan het Palazzo Communale werd o. a. gewerkt door Tomasso Formentone, Palladio en Giacomo Sansovino. Rome. De vroegtijd van de vroeg-Renaissance valt onder Paus Sixtus IV. Zijn bouwmeester Giacomo da Pietra Santa (f1495) bouwt het grootste deel van het pauselijk paleis, het Vaticaan. Aan het Pallazzo Venezia werkte, behalve Pietra Santa ook Antonio da Sangallo en Bernardo di Lorenzo. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 579 Ten slotte zijn als vroegRenaissance werken nog te noemen, te: Cremona, Palazzo Trecchi, Raimondi en de hof van Palazzo Stanga. Vïcenza, de hof van Vesoovado en Casa Pigafetta. Padua, Loggia del Consiglio door Giocondo, met marmerversiering van Biagio Rossetti; Casa di Tito Livio en Casa Anna Diamin. VROEG-RENAISSANCE, KERKELIJKE BOUWKUNST. 21. , Florence. De algemeen vroegste uiting op archiFig. 568. tectonisch gebied is de IFig. 580. Koepel van den Dom te Florence door Brunel- Ilesco in 1420 begonnen. De tamboer was reeds gereed, 8-hoekig; dientengevolge werd de koepel een kloostergewelf, met sterke ribben van uit de hoek¬ punten, waartusschen de dunne schaal van het binnenste gewelf werden aangebracht. In 1434 was de koepel voltooid met inbegrip van den zwaren sluitring en in 1445 werd begonnen aan de lantaarn, waarvoor Brunellesco nog Fig. 629. Vicenza. Palazzo Valmarano. Andrea Palladio. (Naar Alinari). het ontwerp leverde. In 1467 was ook deze voltooid. In 1421 werd begonnen met den bouw van de driebeukige kruisbasiliek San Lorenzo; aan de zijden kwamen rijen kapellen, de zijbeuken werden met koepelgewelven overdekt, de middenbeuk horizontaal, en op de Fig. 600. 6. 580 DE RENAISSANCE IN ITALIË. Fig. 601. Fig. 600.1. kruising kwam een lage koepel zonder tamboer, polygonaal, op vierkant grondplan. De kerk was bij Brunellesco's dood onvoltooid. In Florence behooren tot het vroege tijdperk nog: de sakristie van de S. Spirito, waarvan de koepel door Cronaca is hersteld. Sinds 1495 werkte deze ook aan den Dom. De middenbeuk van de S. Spirito is horizontaal afgedekt, met casettenzoldering; tusschen kapiteel en boog is een stuk hoofdgestel ingelascht. Verder noemen we de S. Maria Maddalena de Pazzi; de S. Maria No vel la, met geïncrusteerden zwarten wit marmeren gevel en door voluten gemaskeerde zijbeuken, door Alberti; en van denzelfden bouwmeester een rotonde met 9 halfronde nissen, de S. Annunc i a t a. Een zeer fraaie kerk is ook nog de S. Francesco al Monte bij Florence, ook door Cronaca; de C a p e 11 a de Pazzi, door Brunellesco in den voorsten kloosterhof van de S. Croce gebouwd, met een door een tongewelf gedekte voorhal op Korinthische zuilen van Lucca della Robbia. Rimini. Een der vroegste ker ken, slechts gedeeltelijk voltooid met een gevel in den vorm van een klassieken triomboog, is de S. Francesco, door Alberti. Mantua. De S. Sebastiano, nu ruïne, ook van Alberti, was gebouwd als Grieksch kruis. Eenbeukig is de S. Andrea, met een gevel als een tempelfront en fraaie details, met zijkapellen en tongewelf met casetten. Prato. De kerk S. Maria delle Carceri werd van 1485—1491 door Giulio da Sangallo zeer fraai in Griekschen kruisvorm opgetrokken. Tusschen de bogen en de tamboer ligt een fraaie galerij. Ook Antonio da Sangallo, beeldhouwer, later architect, heeft eraan gewerkt. Arezzo. De voorhal van de S. Maria della Grazie is van Benedetto da Majano, bijzonder fraai en luchtig gebouwd. Monte pulciano. De Madonna di S.Biago is in 1518 begonnen door Antonio da Sangallo; deze centraalbouw hoort eigenlijk reeds bij de Hoog-Renaissance monumenten genoemd te worden. Belangrijk is ook de toren bij deze kerk. Milaan. De kapel van de S. Eustorgio werd door Brunellesco ontworpen. De S. Maria della Grazie door Solari begonnen, werd in 1492 door Bramante voltooid met het koor. Fig. 630 Andrea Palladio. Paleis van de prefectuur te Vicenza. Laat-Renaissance. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 581 Fig. 585 Aan het vierkante grondplan sluiten halfronde vleugels aan, terwijl de afdekking geschiedt door een veelhoekigen koepel. Aan de overeenkomstige deelen van de S. Satiro werkten Guiniforte Solari en Bramante, terwijl de Santa Maria della Passione door eerstgenoemde bouwmeester werd gebouwd. Gian Giacomo Dolcebuono bouwde de S. Maurizio en de S. Maria presso San Celso, die een driebeukige pijlerbasiliek vormt met een tongewelf met casetten, en die in 1421 werd begonnen. Eenbeukig is het monasteria Maurizio. Como. De gevel van den Dom werd van 1460—1486 gebouwd; daarna werden de Gothische zijmuren in Renaissance vorm bekleed door dé gebroeders Rodari; ook Bramante en Christoforo Solari werkten aan dit gebouw, waardoor koor, koepel en dwarsbeuk reeds behooren tot de Hoog-Renaissance. Pavia. De kerk van de Fig. 631. Kerk il Gesu te Rome. Fig. 594. Certosa, (Karthuizerklooster) is het fraaiste Lombardijsche bouwwerk, ontworpen door Fig. 611. Bernardo da Venezia, en uitgevoerd door Guiniforte Solari en vanaf 1475 door Giovanni Antonio Amadeo. Het hoofdportaal is van Benedetto Briosco met reliëfs van Agostino Busti, terwijl het bovendeel van den gevel is van Antonio della Porta en Christoforo Lombardo. Al deze meesters hebben samen gewerkt, om met de overweldigende massa beelden, reliëfs en ornamenten in marmerincrustratie deze tot den rijkst georneerden gevel ter wereld te maken. De gevel is vijfdeelig, boven driedeelig en eenvoudiger dan beneden. Bologna. Hier werden voornamelijk oudere kerken veranderd of uitgebreid. Tot de belangrijkste kleinere Renaissance kerken behooren hier: de S. Spirito, de kerk Corpus Domini, de S. Michele, S. Giacoma Maggiore, de koepelkerk Santa Cecilia en de Madonna di Galliera. Venetië. De kerk Santa Maria de Miracoli, begonnen door Pietro Lombardi, is klein maar zeer fraai met marmer geincrustreerd. De gevel is geleed door 2 verdiepingen hooge pilasters, en afgesloten door een grooten cirkelvormigen boog. 582 DE RENAISSANCE IN ITALIË. De Santa Maccaria, een driebeukige basiliek is in 1456 door Antonio di Marco begonnen; de San Michele door Moro Lombardi; de San Fantino door Pietro Lombardi. De San Giovanni Crisotomo is gebouwd in den vorm van Grieksch kruis. Eveneens van Pietro Lombardi is de in 1496 begonnen Torre dell' Orologio, een klokketoren. Padua. De kerk S. Sebastiano heeft een Grieksch kruis als grondplan. Nu geheel ruine, werd ze ontworpen door Alberti. Onder Venetiaanschen invloed werd het koor van de San Antonio door Lombardi opgetrokken. Verona. De Santa Maria della Scala behoort tot de vroeg Renaissance. Brescia. Zeer fraai is de Santa Maria de' Miracoli, in den vorm van een Grieksch kruis en binnenin bijzondere kandelaarzuilen. Het inwendige doet wat Barok aan. Rome. Hier is in Vroeg-Renaissance stijl opgetrokken de kerk S. Agostino, door Pietransanta, en de Capella Sistina, door Giovanni de' Dolci, een architect van overigens geen beteekenis, maar wiens werk bekend is door de prachtvolle fresco's van Rafaël. Aan de S. Mar co kerk is van 1469—1472 door Guiliano da Sangallo gewerkt. Vermeldenswaard zijn vervolgens nog: Bergamo. De Capella Colleoni, zeer rijk, door Amadeo. Busto Arizio. De kerk Sta. Maria di Piazza, achthoekig, door Ballarti of door Lonati. Crema. De kerk Santuario della Madonna, door Bataggio en voltooid door Montanara. Ferrara. De Sta Maria in Vado, 1473, driebeukig, waaraan onder anderen is gewerkt door Bartolommeo Fig. 612. Tristani en Biago Rossetti. De kerk San Francesco, een driebeukige zuilenbasiliek, met zijbeuken, gemaskeerd door voluten, waaraan o.a. Battista Benvenuti gewerkt heeft. De San Benedetto, begonnen in 1500, gebouwd o.a. door Giambattista en Alberto Tristani. De toren van de San Giorgio, en de Certosa San Christoforo, door Biagio Rossetti. Firenze. De Loggia di S. Paolo wordt toegeschreven aan Brunellesco. Lodi. De Santa Maria Incoronata, volgens de plannen van Bramante gebouwd door Bataggio, Dolcebuono en Amadeo, en in 1513 voltooid. Legnano. De volgens achthoekig grondplan gebouwde S. Magno. Parma. De pijlerbasiliek S. Giovanni, met één zijbeuk, en de Madonna della Steccata, zeer fraai, kruisvormig met ronde nissen. Fig. 632. Portaal van Casino Medicis te Florence. (Benardo Buontalenti 1536—1608). DE RENAISSANCE IN ITALIË. 583 Pavia. Aan Dom en Campanille wordt nog steeds gewerkt. Door Bramante werd de Santa Maria Coronata di Canepanova ontworpen. Tusschen het achthoekig grondplan en het koor is nog een voorhal aangebracht, terwijl in de tweede verdieping van het achthoekige gedeelte een fraaie omgang zich bevindt. Piacenza. De in 1511 voltooide S. Sisto is een pijlerbasiliek mét twee dwarsbeuken. H OOG-REN AISSANCE. BURGERLIJKE BOUWKUNST. 22. Rome. Donato Bramante (1444—1514) bouwt het Palazzo Fig. 614» della Cancellaria, waarvan de gevel 91.50 M. lang en 25 M. hoog is. Op het rustieke benedendeel rusten twee verdiepingen met pilasterindeeling, waarvan de benedenste rondboogvensters heeft, die rechthoekig zijn omlijst, de bovenverdieping rechthoekige vensters. De bovenste lijst is een bekroning van de bovenste verdieping, meer dan een afsluiting van den geheelen gevel. Ook van Bramante is het Palazzo Girand-Torlonia, en de gedeeltelijke verbouwing van Fig. 633. Bronzen „Vrede"beeld, door Jacopo Sansovino. (In 1902 bij de instorting van de Campanille te Venetië verwoest). het Vatikaan. Het ontwerp van de Villa Madama is, onder invloed van Bramante's werken vervaardigd door Rafaël Sanzio (1483—1520); deze zeer fraaie, in 1516begonnen villa werd uitgevoerd door Antonio da Sangallo en Giulio Romano en ligt even buiten Rome. Ook van Rafaël afkomstig is Palazzo Vidoni, beneden rustica, boven met gekoppelde zuilen. VanGiulio's R'omano (1492—1546) is het Palazzo Cicciaporei, omstreeks 1520, terwijl Baldassare Peruzzi (1481 — 1536) het Palazzo Massimi alle Colonne bouwt, waarvan vooral de fraaie hof bekend is. Fig. 586, De Villa Farnesina, van 1509—1510 gebouwd, vroeger toegeschreven aan Rafaël, is eveneens van Peruzzi. 599> tVoorts is hij bekend als vestingbouwkundige, en werkt als zoodanig te Ancona, Castro Nepi, Civïtavecchia. Florence, Parma, Perugia en Piacenza. 584 DE RENAISSANCE IN ITALIË. Fig. 634. Voute uit Pal. Vecchio te Florence, door Vasari (1511 — 1574). Antonio da Sangallo (1482—1546) is de architect van verscheidene paleizen, o.a. Palazzo della Linotta, Palazzo Marchione, Palazzo Sacchetti. Van da Sangallo is ook het grootsche Palazzo Farnese, omstreeks 1530, waarvan Michel Angelo de kroonlijst ontwierp, evenals de bovenste verdieping van den hof. Het grondplan is zeer fraai; de mooie voorhal is overdekt door een tongewelf. In den gevel zijn de vensters klein, en dicht bij elkaar geplaatst. Behalve deze kroonlijst maakte Michelangelo te Rome nog de Porta Pia, reeds een Renaissance gebouw in Barokstijl (de architect wordt de vader van dezen nieuwen stijl genoemd) en ontwerpen voor de bebouwing van het Kapitool, later gewijzigd uitgevoerd. Florence. Het Palazzo Pandolfini, door Rafaël, vertoont aan de bovenverdieping half-zuilen; de vensters zijn overdekt door afwisselend halfronde of driehoekige frontons, terwijl alleen aan de hoeken der muren rustica is aangebracht. Baccio d'Agnolo (1462 — 1543) is de schepper van verschillende paleizen: Palazzo Bartolini, waarvan de gevel is opgevat als tcmpelfront, Palazzo Giuntini, Picori — Ginori, Roselli del Turco, de' Corboli, Orsini, Albergo di Porta Rossa, Torrigiani, en de villa Castellani. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 585 Giuliano en Domenico d'Agnolo bouwen Palazzo • Ce ra mei li (lijkend op P. Farnese) en Palazzo 5 Buturlin (dat herinnert aan P. Guadagni). De hal • van de Mercato nuoyo, een bijbouw van Pal. ! Vecchio, werd door Battista del Tasso (f 1555) J gebouwd. S Mantua. Giulio Romano begint hier in 1525 den * bouw van Palazzo del Tè. Padua bezit eveneens een fraai Hoog-Renaissance • paleis in Palazzo Giustiniani, met prachtige ï arcaden, uit 1525, een ontwerp van Giovanni \ Maria Falconetto (1458—1534). Van den- j zelfden zijn afkomstig: Porta San Giovanni, ï 1521 en Porta Savonarola, 1530. Bij Siena bouwt Peruzzi de villa Balearo. Verona. Hier is voornamelijk MicheleSam- ! micheli (1484—1559) werkzaam; verscheiden £ paleizen worden aan hem toegéschreven. Palazzo £ Fig. 617. NBe vilacqua is voor de benedenverdieping op- £ getrokken in rustica, met rustica pijlers, terwijl de £ bovenverdieping tusschen gecanneleerde zuilen drie ; groote rondbogen heeft, waarnaast en waartusschen • Fig. 618. vier kleinere. Palazzo Canossa is beneden geheel £ als open hal opgevat; Palazzo P o m p e i is beneden £ geheel rustica, zonder pilasters. Behalve voorts het • kleinere Palazzo Verri zijn ook door hem ge- £ bouwd de vestingwerken, waarvan nog een drietal • zeer fraaie poorten is bewaard gebleven, de Porta • *"••••••••••••••••••••• . Stuppa, Porta Nuova en Porta S. Zeno, alle £ 635- Koepel van de St. Pieterskerk te Rome. £ met rustica pilasters en zuilen. Vènefië. Ook hier bouwt Sammicheli vestingbouwwerken, en de zeer fraaie paleizen: Palazzo Grimani Fig. 610. (1550), Palazzo Bragadini, Corner-Spinelli en Mocenigo. pig 537 Een bijzondere schoonheid is den werken van Jacopo Tatti, genaamd Sansovino (1486—1570) eigen. Van zijn paleizen zijn te noemen Palazzo Cavrian, Loredan (1540), Dolfin (1560) en Palazzo Corner della Ca Grande (1532). Het laatste is beneden rustiek met een open hal van bogen, terwijl de vensters boven tusschen dubbelzuilen zijn aangebracht; een mezzanino ontbreekt ook hier niet. Ook de Zee ca (munt) is van Sansovino, evenals zijnmeesterwerk.de Biblioteca di San Mare o, die in het algemeen geldt als een der mooiste, zoo niet het mooiste burgerlijk gebouw uit de Italiaansche Renaissance. Fig. 619. Aan de beneden open hal is de Dorische, aan de bovenverdieping de Ionische orde verwerkt. Zeer fraaiJs ook het fries, waarin horizontale vensters. Toch heeft deze Bibliotheek, die tijdens den bouw instortte, zijn gevangenneming tengevolge gehad, zoodat hij bij zijn tijdgenooten zijn naam verspeeld heeft. Heel bekend is ook de Logetta, aan den voet Fig. 621. 586 DE RENAISSANCE IN ITALIË. van den toren van S. Marco gebouwd; in 1902 is deze logetta bij de instorting van den toren verwoest, doch naderhand, evenals de toren zelf, met het oude materiaal weer opgebouwd. Opmerkelijk is van dit schoone bouwwerk de buiten proportie hooge attika. Vincenzo Scamozzi (1552—1616) bouwt in Venetië de Nieuwe procuratie; terwijl Alessandro Vittoria(1525—16C8) de bouwmeester is van Palazza B a 1 b i, en een leerling van Sansovino. Eigenlijk behooren deze beide paleizen reeds tot de Laat-Renaissance. Brescia. Gedeeltelijk door Sansovino, gedeeltelijk door Palladio, werd het Palazzo del Municipio gebouwd. Castelftanco. Palazzo S o r a n z i, door Sammicheli. Pesaro. De Villa Monte Imperiali, nu ruïne, werd gebouwd door Girolamo di Bartolomeo Genga (1476—1551). Rovigo. Palazzo R i c a 1 i, door Sammicheli, Sinigaglia. Bisschoppelijk paleis, door Genga. HOOG-RENAISSANCE. KERKELIJKE BOUWKUNST. Fig. 625. Rome. Een bijzonder fraai monument is het Tempietto, een kleine centraalbouw, door Bramante in 1499 gebouwd in de kloosterhof van de S. Pietro in Montorio. Geïnspireerd op den Vestatempel teTivoli, is de benedenverdieping Dorisch; afwisselend twaalf ronde en rechthoekige nissen tusschen pilasters versieren de muren. De terugspringende bovenverdieping met koepel is omgeven door een ballustrade. Dit tempeltje is het eenige godsgebouw, dat naar den bouwer is genoemd: „Tempeltje van Bramante". Van denzelfden bouwmeester is het koor van de Santa Maria del Popoio; ook het ontwerp van de binnenplaats di San Damaso is van Bramante, hoewel het na zijn dood door Rafaël en Giovanni da Udine is voltooid. In den Dom van Loreto begint hij in 1510 de Casa Santa, waaraan van 1574 af door Andrea Sansovino wordt gewerkt. Maar zijn hoofdwerk is de schepping van de St. Pieterskerk, in 1505. Gedacht als Grieksch kruis, met apsiden aan de vier armen, zou de kruising worden afgedekt door een grooten koepel, de kruisarmen door vier kleinere. Op de hoeken zouden vier torens verrijzen. Bramantes ontwerp is geheel nieuw, en in zijn Fig. 636. Koepel van de St. Pieterskerk te Rome. (Naar foto Andersom). DE RENAISSANCE IN ITALIË. 587 grondvorm fraaier dan eenige vroegere centraalbouw. Gedeeltelijk legde Bramante nog den Fig. 600. 7. grondslag voor de grootsche kerk. door de vier pijlers en gedeeltelijk den zuidelijken kruisarm op te trekken. Van de bouwgeschiedenis, die over langen tijd loopt, geven we hier, terwille van een overzichtelijk geheel, het verloop. De St. Pieterskerk is opgericht op de plaats van de oude St. Pietersbasiliek. In 1450 werd in opdracht van Paus N>colaas V een nieuw ontwerp gemaakt door Bernardo Rossellino en Leon Battista Alberti, aan wier ontwerp een begin van uitvoering werd gegeven; doch na den dood van den Paus werd de bouw gestaakt, en onder Paus Julius II, in 1503 het reeds opgetrokken muurwerk gesloopt. Bramante vervulde de nieuwe opdracht op bewonderenswaardige wijze. Slechts aan de gevelzijde van zijn centraalbouw, zie hierboven, zou een voorhal van 6 zuilen geplaatst worden. Zoo grootsch was het plan, dat de kerkelijke overheid twijfelde aan de uitvoerbaarheid wat tijd en geld betreft. Toch werd 18 April 1506 de eerste steen gelegd, en daarna dag en nacht doorgewerkt. Als Bramante 11 Maart 1514 sterft, staat als 't ware 't geraamte van het geheele gebouw en zijn gedeelten reeds opgetrokken tot aan de kroonlijst. De oude St. Pietersbasiliek werd steeds gedeeltelijk afgebroken, zoover de nieuwe bouw dat eischte. Giuliano da Sangallo volgde als bouwmeester Bramante op. Hij overleed in 1516, terwijl Fra Giocondo da ^ Verona (1433-1515), die de vier hoofdpijlers liet versterken, een jaar vroeger overleed. x Dan wordt Rafaël aangewezen, den bouw verder te leiden. Hij maakte een geheel nieuw ontwerp voorschip kruisarmafsluiting en koepel, maar gelukkig werd zijn ontwerp, dat den centraalbouw veranderde volgens axiaal Stelsel, niet aangenomen. De bouw vorderde onder Rafaël maar weinig. Als helper kreeg hij Antonio da Sangallo naast zich. Rafaël, die in 1520 sterft, werd opgevolgd door Baldassare Peruzzi, die geheel in Bramantes geest doorwerkt Tegen zijn zin werd de vloer 3.20 M. verhoogd. Peruzzi bleef bouwmeester tot 1527. Dan. onder Paus Hadrianus VI, bleef het werk stil liggen, doch in 1534, onder Paus Paul III vatte Antonio da Sangallo het werk weer op tot hij in 1546 stierf. Dan neemt de 72-jarige Michelangelo de leiding op algemeen verlangen over, en wijdt er zijn laatste levens- Fig 600 9 jaren met alle energie aan. Hij kreeg absolute volmacht, doch hield zich aan Bramante, van zijn volmacht gebrutk makend, fragmenten af te breken, waarmee hij zich haat en afgunst op den hals haalde. Bramantes omgang met sakristieën vereenvoudigt hij, en vergroot de apsiden van de kruisarmen. Bramantes uitvoering zou misschien fraaier zijn geweest. De koepel is gebogen volgens een straal = 7„ diameter. Hij ontwerpt een hoogeren koepel dus boven een Fig 635 hooger tamboer, en moet daarvoor wederom de koepelpijlers versterken. Grcote vensters in den trommel verlichten den koepel inwendig. Michelangelo echter voltooide den koepel niet; toen de tamboer voltooid was stierf hij in 1564 opgevolgd door Vignola, die de beide kleine torens bouwde. Michelangelos koepelontwerp werd in Fig 636 2 jaar trjds door Domenico Fontana en Giacomo della Porta voltooid. Della Porta stierf in 1604. Doch nog aren lang werd aan Michelangelo s plannen niets veranderd. In 1606 worden door Carlo Maderna de laatste Fig 624 fragmenten van de Oude Pietersbasiliek afgebroken, en begonnen aan het schip, dat, met de voorhal in 1612 is Fig 578' voltoo.d. Maderna s voorhal is zeer fraai op zich zelf. al schaadt ze den indruk van het geheel. Door Paus Urbanus VIII werd 18 Nov. 1626 de kerk gewijd. Echter was de bouw nog niet voltooid Lorenzo Bernini, vanaf 1629 belast met de voltooiïng. ontwierp twee klokketorens. die nooit zijn gebouwd De beroemde tabernakel in de St. Pieterskerk. 29 M. hoog en 62.000 K.G. wegend, is zijn ontwerp. Ook het elhphsche voorplein, met de dubbele kolonnade rondom, aangelegd .in 1667, verhoogt bijzonder de perspectivische werking van het geheel, vooral in verbinding met de enorme trap, die toegang geeft tot de voorhal. Het meest importante gedeelte is ten slotte toch de koepel. Tweeschalig. rust hij op een tamboer van 42 M 588 DE RENAISSANCE IN ITALIË. Fig. 637. Theater te Vicenza, voltooid in 1584, door Palladio en Scamozzi. doorsnede, en draagt hij zelf de lantaarn met 16 boogvensters, die toegankelijk is langs trappen, aangelegd tusschen de koepelschalen. Inwendig heeft de tamboer pilasters, uitwendig vrijstaande dubbelzuilen. Het oppervlak, dat de kerk beslaat, is het grootste ter wereld n.1. 15160 M2; eveneens is het de langste kerk, 211 M., en de koepel het hoogst 132.5 M., zoodat slechts een enkele kerktoren ter wereld hem in hoogte overtreft. Ten slotte heeft de St. Pieterskerk meer geld gekost dan welk bouwwerk ter wereld ook. De S. Eligio degli Orefici werd in 1509 door Rafaël gebouwd, onder invloed van Bramante, evenals de in 1512 voltooide Capella Chigi in de kerk S. Maria del Popoio. In de thermen van Diocletianus bouwt Michelangelo nog de Sta Maria degli Angeli, waarvan in 1749 het schip door Vanvitelli werd gebnrkt als dwarsbeuk van een nieuwe kerk. De Sta Maria da Loreto, en de S. Giovanni dei Fiorentini zijn het werk van Antonio da Sangallo. Todi. De Sta Maria della Consolazione (1508—1524) is gebouwd onder Bramantes invloed. Mantua. Hier werkt Giulio Romano aan den Dom, terwijl hij de bouwmeester is van de S. Benedetto, een driebeukige basiliek met kooromgang en kapellenkrans, met een 8-zijdigen koepel. Carpi. De Dom is een nabootsing van de St. Pieterskerk door Peruzzi. Padua. De Capella del Santo, door Antonio Minello, en de grootste kerk in Padua, de S. Giustina, !! DE RENAISSANCE IN ITALIË. 589 door Andrea Riccio Briosco (1440-1532). Deze laatste kerk werd gebouwd als een Latijnsch kruis. Fig 600. 2. Een groote koepel boven de kruising, drie lagere op de drie korte kruisarmen, lage koepels boven den middenbeuk van het schip en dwarsgeplaatste tongewelven boven de zijbeuken, die nog door kapellen zijn vergroot, vormen het systeem. De D o m, met een tweeden korten kruisbeuk voor den grooten, en een grooten kruisingskoepel, is het hoofdwerk van Andrea da Valle en Agostino Righetto. Verona. Van Sammicheli is de Capella Pellegrini en de Madonna diCampagna, een inwendig achthoekige centraalbouw, die na zijn dood tusschen 1559 en 1561 werd voltooid. Venefië. Eenbeukig, overdekt door een tongewelf, met een koepel in het midden isdeS.Giorgiode'Greci, door Sansovino. De S. Francesco del 1 a Vigna, met een gevel van Palladio, heeft geen koepel. Voorts zijn te noemen de Santa Chiara, de Santa Maria Mater Domini en de S. Martino. De kerk S. Salvatore is een ontwerp van Giorgio Spavento, uit 1506. De drie beuken eindigen in concha's, het transept is rechthoekig afgesloten, terwijl, behalve de kruisingskoepel, twee koepels den middenbeuk overdekken. Tullio Lombardo en Sansovino hebben eraan gewerkt, terwijl de gevel, barok, in 1663 door Sardis werd voltooid. Korence. Michel Angelo maakt hier een ontwerp voor den gevel van de S. Lorenzo, en in 1420 de graf- Fig. 600. 6. kapel van de Medici, aan de S. Lorenzo, vierkant, met fraai beeldhouwwerk. Ook de ingang met trap van Fig. 627' de Biblioteca Laurenziana uit 1526 is van hem, al voerde in 1558 ook Vasari de trap uit volgens oor- Fig. 626. spronkelijk ontwerp van Michel Angelo. In dezen ingang komt duidelijk uit, hoe Michel Angelo den naam van „Vader van den barok" volkomen verdient. Pesaro. S. Giovanni Battista, door Genga. Sinigaglia. Sta Maria della Grazie. Oroieto. Sammicheli werkt hier aan den Dom. Monteciascone. Sta Madonna della Grazie, gedeeltelijk van Sammicheli. LAAT-RENAISSANCE, BURGERLIJKE BOUWKUNST. Rome. Giacomo Barozzi da Vignola (1507—1573) is schilder, architect en tevens schrijver van het werk: „Regels van de vijf architectonische orden", dat in 1560 werd uitgegeven, na studie en opmetingen van klassieke bouwwerken. In 1537 gaat hij met Primaticcio naar Frankrijk, doch komt reeds in 1539 terug, om in 1560 naar Rome te trekken. In zijn opvattingen staat hij tusschen Michel Angelo, die zich van architectonische banden vrij voelde en Palladio, die doortrokken is van den geest der klassieke tempels. DevilladiPapaGiulio, tusschen 1550 en 1555 door Vignola gebouwd, met halfronden voorhof en zuilenhal, is misschien volgens ontwerp van Vasari. Vignola's leerling Giacomo della Porta (1541-1604) is de ontwerper van vele fonteinen te Rome.Hij bouwt verder de Sap ie nza, nu universiteit; de loggia aan een der gevels van Palazzo Farnese is zijn werk, benevens de Palazzi Chigi, Polussi en Serlupi. Zijn werken zijn gedeeltelijk Barok. Pirro Ligorio, f 1583, is de bouwer van de villa Pia in den tuin van het Vatikaan, een prachtig gebouw. Eveneens ontwerpt hij Palazzo Lancelotti. De villa Medici, voorbeeld van een voornaam Laat-Romeinsch huis, nu Fransche academie, is een schepping van Annibale Lippi, uit Florence. Is de gevel aan de stadzijde eenvoudig, des te rijker is de tuingevel. Een fraaie open booghal, en de klassieke reliëfs en pleisterornamenten op de muren geven het geheel een vriendelijk karakter tevens. Fig. 616. Aan Giulio Mazoni wordt het Palazzo Spada toegeschreven, waaraan later gewerkt wordt door Borromini; aan Martino Lunghi het Palazzo Borghese. De villa Borghese, begonnen in 1615, is 590 DE RENAISSANCE IN ITALIË. een schepping van Johann von Xanten (genaamd V a s a nzio).Verscheiden fonteinen en waterwerken te Rome en elders zijn afkomstig van Giovanni F o ntana (1546—1607), terwijl Domenico Fontana (1543-1607) de villa M o n t a 11 o (nu Negroni) bouwt. Ten slotte bouwt Ammanati in 1582 het Collegio Roman o, met fraaien zuilenhof, waaraan maar voor de beide verdiepingen de Ionische en de Korinthische orde is toegepast. Viterbo. Het slot Caprarola, voltooid in 1559, is een prachtig voorbeeld van een als paleis gebouwd verdedigbaar slot, gebouwd door Vignola onder invloed van zijn Fransche reis. Een fraaie hoofdtrap geeft toegang tot het vijfhoekige bouwwerk, dat door een gracht omgeven is, op de hoeken bastions heeft, terwijl de vertrekken zijn gerangschikt om een ronde binnenplaats met arcaden, die ook de bovenverdiepingen omgeven, gekroond door een ballustrade. Het interieur is gedeeltelijk ontworpen door Taddeo Zucchero. Tivoli. Pirro Ligario bouwt, volgens ontwerp van della Porta, de beroemde Villa d'Este, begonnen 1549. De waarschijnlijk mooiste parkaanleg met de fraaie waterwerken is van Orazio Olivieri. Perugia. Palazzo Antinor i, door A les si. Fig. 638. Renaissance betimmering uit Pistoja. " DE RENAISSANCE IN ITALIË. 591 Fig. 639. Renaissance kapiteel door Nicolao Civitali. Florence: In Florence is onder meer werkzaam Giorgio Vasari (1511 — 1574), schrijver van een boek over bestaande architectuur, beeldhouwwerken en schilderkunst (1550). Zijn belangrijkste werk is Palazzo degli Uffizi (1560), gebouwd aan weerszijden van een straatvormigen langen smallen hof, vormend twee vleugels, door een rondboogpoort als doorgang naar de Arno met elkaar verbonden. Vasari werkt volgens Michelangelo's principes. Daarom werd ook hem de voltooiing opgedragen van deBiblioteca Laurenziana. Fig. 558. Als bouwmeester van den reeds vroeger besproken hofgevel van Palazzo Pitti trad Bartolomeo Ammanati (1511 —1592) op. De uiterst moeilijke opdracht, om dezen gevel in harmonie te doen zijn met Brunellesco's meesterwerk is op zeer gelukkige wijze geslaagd, al is de fraaie gevel iets overladen. De bouw van dezen rustica gevel, verlevendigd met rustica halfzuilen in drie orden boven elkaar, duurde van 1558—1570. Van denzelfden bouwmeester is de volgens uitnemend sierlijke lijnen geconstrueerde driebogige PonteS. Trinida over de Arno. Bologna. Het voornaamste werk'van Sebastiano Serlio (1475—1552) is een werk over architectuur, dat in 1540 verscheen. Ook in Bologna bouwde Vignola, tui. Palazzo Piella (dat iets lijkt op Palazzo Farnese te Rome) en Palazzo Albergati, dat ook toegeschreven wordt aan Peruzzi. Nog is van hem Palazzo Grimani, en een boek over meetkunde en perspectief, dat te Parijs werd uitgegeven. 592 DE RENAISSANCE IN ITALIË. Pellegrino Tibaldi (1527—1598) is de ontwerper van vele kleinere bouwwerken in de strenge richting van Vignola, hoewel hij in directe aanraking kwam met Michel Angelo. Behalve zijn Palazzo Pazzi, nu Universiteit, werkt hij decoratief aan het Escorial in Spanje. Van Andrea Marchese, genaamd Formigene zijn het Palazzo Malvezzi-Cambeggi en Palazzo Gibelli, terwijl Palazzo Lambertini, Bentivoglio en Monzani (nu Fioresc) van Triachini (t 1565) zijn. Milaan. Galeazzo Alessi (1512—1572) is de ontwerper van Palazzo Marino (1560) waarvan de binnenplaats buitengewoon rijk met zuilen, arcaden en loggia's is versierd. De hof van het Aartsbisschoppel ij k Paleis is van Tibaldi, die hier Pe 11 egrini wordt genoemd. Vicenza. De hier op den voorgrond tredende architect is Andrea Palladio (1518.—1580) die een grondige studie maakte van de klassieke zuilarchitectuur, en de vrucht van zijn studie in 1570 in 't licht gaf: de vier boeken der architectuur. Hoe streng Palladio ook in theorie was, als scheppend kunstenaar was hij vrij. Naar hem is de „Groote orde" genoemd, zuilen, langs de twee verdiepingen van een gebouw doorloopend tot aan de kroonlijst. En ook het Fig. 622. rondboog-venster systeem, zooals dat door hem is toegepast aan de Basilica, een verbouwd Gothisch stadhuis. De benedenverdieping van het twee verdiepingen hooge bouwwerk is Dorisch, de bovenverdieping Ionisch van de groote orde, iedere verdieping afgedekt door een kroonlijst met ballustrade. Aan deze groote halfzuilen zijn beneden Dorische, boven Ionische kleinere zuilen gekoppeld, afgedekt door een stuk hoofdgestel dat met het eene eind tegen de groote zuil rust, en op het andere eind boven de kleinere zuil den boog draagt. Boven dit stuk hoofdgestel, tusschen groote zuil en boog is een rond gat telkens aangebracht, dat oculus (= oog) wordt genoemd. Dit systeem wordt het Palladiaansche genoemd en later zeer veel toegepast, al is het niet oorspronkelijk, maar ontleend aan het paleis van Diocletianus. Van Palladio zijn nog Pallazzo Marcantonio Tiene (1556), beneden rustiek, Pallazzo Chieregati Fig. 629. (1566), met open zuilenhallen in beide verdiepingen; Palazzo Valmarano (1566), Barbarano (1570), Fig. 603. Orazio Porto en Palazzo Giulio Porto. Het Palazzo Prefettizio (1571) heeft compositazuilen van Fig. 630. de groote orde, eigenlijk wel wat al te zwaar met het oog op de proporties van het gebouw. Fig. 599. h. Bij Vicenza bouwt Palladio de merkwaardige villa Rotonda, vierkant, met vier zeszuilige tempelfronten aan iedere zijde, met een vrije breede trap ervoor. Het centrum wordt gevormd door een ronde koepelzaal; de breede vertrekken zijn hierom gerangschikt met trappen naar de boven-halve verdieping. Fig. 637. Ten slotte is van hem ook nog afkomstig het Olympisch theater, als resultaat van zijn studies van het klassieke theater, met orchestra, scène en toeschouwersplaatsen. Door deuren en vensters op de scène hadden de toeschouwers doorzicht op de perspectief van straatgezichten. Vincenzio Scamozzi (1522—1616) bouwt de bibliotheek van het oude Seminarium, vermoedelijk door Palladio ontworpen. Ook Pallazzo Trissino (1588), Palazzo Corner della Ca grande, en de hof van Palazzo Pisani zijn van Scamozzi, die ook al weer een boek uitgaf: Architettura Universale. Volgens Serlio's ontwerp werd gebouwd Casa Manosso. Piacenza. Palazzo Farnese, ontworpen door Vignola, uitgevoerd door zijn zoon. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 593 Fig. 640. Credenz in notenhout en brons, ± 1550, Florence. Genua. Deze stad is die van de Laat-Renaissance bij uitnemendheid. Door levendigen handel op het Oosten rijk geworden, werden door de kooplieden talrijke paleizen gebouwd. Daar echter gebrek was aan bouwterrein, werden oude huizen afgebroken en nieuwe paleizen aan de nauwe straten geplaatst. Tengevolge hiervan werden de details berekend op beschouwing van nabij, en overigens meer nadruk gelegd op aangename bewoonbaarheid dan op monumentaliteit. De meeste paleizen aan de bekende Strada Garribaldi zijn van Galeazzo Alessi. Bekend zijn Palazzo Cambioso (rustiek), Palazzo Lercari. in villa stijl, met een open loggia als bovenverdieping; Palazzo Spinola, minder fraai architectonisch, dan wel bekend door de beschildering van den gevel, en bij Genua de villa Palavicini, delle Perchiere genaamd, met open bogenhal en fraaie baUustrade bekroning. Voorts zijn nog talrijke huizen en paleizen van hem. Giovanni Battista Ca steil o, genaamd il Bergamasco (f 1576), is de architect van Palazzo Cataldi Palazzo Raggio (nu del Podesta) met een gepleisterden gevel, en Palazzo Imperiali. Rocco Luragó (t 1590) van het Palazzo Doria-Tursi (nu Municipio), waarvan de gevel twee hoofdverdiepingen heeft' geflankeerd door loggia's. Beneden zijn de pilasters Toskaansch rustiek, boven Ionisch, met ballustraden. LAAT-RENAISSANCE. KERKELIJKE BOUWKUNST. Rome. Behalve bouwmeester van de St. Pieterskerk na Michel Angelo. heeft Vignola op kerkelijk gebied te Rome, zoowel als elders, veel belangrijks gepresteerd. De kerk II Gesü. begonnen 1569, is de hoofdkerk der Jesuïten, en heeft veel navolging gevonden: Jesuïtenstijl! Fig. 600. 8. Teruggekeerd tot den ouden vorm. het Latijnsch kruis, bracht hij dezen vorm in verbinding 594 DE RENAISSANCE IN ITALIË. Fig. 641. Kist uit Siena, ± 1550. • met den centraalbouw. De vier korte kruisarmen zijn even breed als de koepelruimte; de koorzijde is door een concha verruimd, terwijl de voorste kruisarm verlengd werd tot een schip zonder zijbeuken, maar met kapellen. De kerk werd na Vignola's dood door della Porta voltooid met het groote tongewelf, terwijl ook de gevel, een ontwerp van della Porta, 631. als voorbeeld diende voor talrijke kerken uit de 17e en 18' eeuw. Toch was Vignola's gevelontwerp, dat nog bekend is, veel beter. Della Porta's werkzaamheid aan den koepel van de St. Pieter werd reeds besproken. Minder fraai is Vignola's S. Andrea, geïnspireerd op het Pantheon. Niet gelukkig is de combinatie van kleinen, rechthoekigen onderbouw met ronde tamboer. In den geest van II Gesü is de S. Andrea della Valle, door Pietro Paolo Olivieri (1551 — 1599), uitgevoerd door Carlo Maderna. Van de verdere kerken uit het Laat-Romeinsche tijdvak zijn nog te noemen de Sta Madonna de' Monti en de San Luigi de Francesi, beide door della Porta. En van Ammanati de kerk S. Giovanni, wier inwendige niet geheel in overeenstemming is met den f raaien gevel. Assisi. Van Vignola, voornaam, maar wat nuchter, is de Sta Maria degli Angeli. Pevugia. Alessi bouwt hier de StaMaria del Popola. Florence. Vasari breidt de M e d i c i k a p e 1 bij de S. Lorenzo uit. Milaan. De kerk S. F edele, begonnen in 1569 door Tibaldi (Pellegrini) is eênbeukig, met een kapellenrij ter weerszijden, gevormd door pilaster architectuur. Verder bouwt hij vijf portalen en vier vensters in Renaissance stijl aan den D o m g e v e 1 die, behalve deze Renaissance-elementen, waarvan vooral het hoofdportaal zeer fraai is, Gothiek bleef. Ook de in 1573 gerestaureerde S. Lorenzo, die ingestort was, is het werk van Tibaldi, evenals deS. Sebastiano, een koepel boven cirkelvormig grondplan met Toskaansche pilasters. De gevel van de Sta Maria presso S. Celso is van Alessi, en herinnert aan Vignola's bouwstijl. Turijn. De S. Martyri en het ontwerp van de S. Francesco da Paolo, welk ontwerp eerst later werd uitgevoerd, zijn van Tibaldi, die te Novara de S. Gaudenzlo, een verbinding van centraal- en assenstelsel, bouwt. DE RENAISSANCE IN ITALIË. 595 Pg. 600. 3. Venetië. DcS. Georgio Maggiore (1565), een driebeukige pijlerbasiliek met koepel, en apsiden aan de kruisarmen, werd ontworpen door Palladio, die ook de S. Francesco della Vigna, begonnen door Sansovino, voltooit. Palladio's meesterwerk "Is echter de kerk del Red entore (1576). Op een onderbouw met bijna evenbreede vrije trap, rust een vierzuilig tempelfront, dat overeenkomt met den middenbeuk. De kerk is overigens slechts éénbeukig met zijkapellen. Het tympan rust op halfzuilen of pilasters van de groote orde; de zijkapellen spreken door halve tympans, die tegen de hoofdtravee rusten. Genua. Zeer belangrijk is hier de in 1588 voltooide Santa Maria di Carignano, die in 1552 werd begonnen. Tweetorens staan in de hoeken van een Grieksch kruis. Deze kerk is, evenals de koepel van de S. Lorenzo door Allessi gebouwd, die, beroepen % tot bouwmeester van de St. Pieter te Rome, hiervoor bedankte; wel werkte hij aan den Dom te Genua. Fig. 642. Toskaansch tafeltje, i 1550 (museum Amsterdam). DE RENAISSANCE IN SPANJE EN PORTUGAL. LS IN 1492 AMERIKA DOOR DE SPANJAARDEN WORDT ONTDEKT, EN GRANADA, de laatste veste van de Mooren, is gevallen, komt Spanje snel tot bloei, economisch zoowel als politiek. Havens en steden ontwikkelen zich snel; handel en zeevaart brengen ongekende rijkdommen, en maken Spanje tot een wereldrijk, als bovendien nog de Spaansche koningen door erfopvolging of anderzins te regeeren komen over Napels, de Nederlanden, Duitschland, Bourgondië, Sicilië, en onmetelijke koloniën in Azië en Amerika. Het bloeitijdperk van de Renaissance valt samen met het economische. Daar de Moorsche kunst tot 1492 nog Spanje beheerschte, drongen de Gothische elementen hier eerst laat door, zoodat in de 16e eeuw de Gothiek nog hoogtij vierde. De vele Gothische kathedralen en kloosters, gesticht ter bevestiging van het katholicisme in de oude Moorsche steden, waren voorloopig voor de behoefte voldoende, zoodat op kerkelijk gebied weinig bouwbedrijvigheid werd vertoond. De toenemende rijkdom maakte echter den bouw van talrijke paleizen van den adel, groote huizen van patriciërs en openbare bouwwerken voor de zich ontwikkelende steden, noodzakelijk. En veelvuldig werden in 't begin van de I6e eeuw aan Moorsch-Gothische bouwconstructies Renaissance elementen toegevoegd, zij 't ook, dat deze een geheel eigen karakter in Spanje weten te behouden onder invloed Blz. 335. van den reeds vroeger genoemden Mudejarstijl, en estilo florido. Te meer kon dit karakter een bijzonder zijn, en oneindig gevarieerd, omdat uit alle deelen van het groote Spaansche rijk, Italianen en Nederlanders en Duitschers naar het Iberische schiereiland werden geroepen. Ook Portugal beleefde een bloeiperiode onder koning Manuel (1495—1521), die niet zonder invloed bleef op de Portugeesche bouwkunst: estilo Manuelino, die een bonte mengeling geeft van Gothisch, Moorsch, Fig. 643. Binnenplaats van het hospitaal Santa Cruz te Toledo. DE RENAISSANCE IN SPANJE EN PORTUGAL. 597 Fig. 644. Hospitaal van Santa Cruz te Toledo. Vroeg-Italiaansche Renaissance, en zelfs Indische motieven in zich opneemt. De Vroeg-Renaissance, die eerst in NoordSpanje ± 1500 wordt toegepast, bestaat uiteen Gothische constructie met Gothische, Moorsche en Renaissance decoratieve elementen, en lijkt door de welige rijkdom en uiterst fijne détails wat op goudsmeedkunst: Plateresko. Deze Renaissance-motieven treden het eerst op aan paneelen, friezen, lijsten, pilasters en zuilen, en vooral in de burgerlijke bouwkunst, daar de Gothiek op gebied van kerkelijke bouwkunst heerschen blijft tot ongeveer 1550, niet zoozeer echter aan kloosters als wel aan de kathedralen. Evenals in Italië treedt in Spanje naast deze meer ongebonden vrije richting ook een strengere richting op, die een kwart eeuw na het begin der Renaissance een beeld geeft van Fig. 645. Zuilen van de tweede verdieping van het klooster te Lupiana. 598 DE RENAISSANCE IN SPANJE EN PORTUGAL. Fig. 646. Renaissance ornament uit het koor van Dom te Saragossa. den zuivere nabootsing van de Italiaansche Hoog-Renaissance, hier Graeco-Romano stijl genaamd. Nu verdwijnt meer en meer het gemengd karakter van de ornatie, maar soberder in de versiering worden de prachtlievende Spanjaarden niet. De Fig- 646. Hoog-Renaissance, die samenvalt met de regeering van Philips II (1556—1598) berust op meer diepgaande studie, en vooral Palladio vindt navolgers aan het uitwendige der gebouwen. De kathedralen behouden het specifiek Spaansche in grondplan en distributie; ook de Fig- 647. paleizen behouden een eigen karakter; vlakke, lange, onversierde benedenverdieping, loggia's, zware kroonlijsten en platereske bekroningen hierboven, met lage vierkantehoektorens. Ongeveer 1625 begint voor Spanje het Baroktijdperk. OVERZICHT DER MONUMENTEN. SPANJE. Vroeg-Renaissance. Santiago de Compostella. Een der vroegste Renaissance gebouwen is de kruisgang van de kathedraal Santiago de Compostella, begonnen 1511; gedeeltelijk nog in Gothische constructie zijn de decoratieve onderdeden in Renaissance vorm. Leon. Ook hier is de in 1550 voltooide kruisgang Renaissance. Van het in 1514 begonnen klooster van S. Marcos lijkt de gevel, ontworpen door Juan de Bajados, gedeeltelijk Italiaansch, gedeeltelijk Vlaamsch. Valladolid. Enrique de Egas (f 1534) bouwt hier het Co 11 egio. Het Co 11 egio de San Gregorio heeft een in het laatst van de Fig. 647. Kathedraal te Granada. « DE RENAISSANCE IN SPANJE EN PORTUGAL. 599 \ • Fig. 648. Het Escorial te Madrid. t 15' eeuw voltooide binnenplaats, zeer rijk opgevat in gedeeltelijk Vlaamsche Gothiek, gecombineerd met Renaissance motieven. Burgos. Francisco de Colonia bouwt in 1512 het portaal van de Sakristie van de Kathedraal, en in 1519 wordt de beroemde gouden trap aan de Kathedraal door Diego de Siloe voltooid. Ook het portaal van het hospitaal del Rey (1526) en het Casa Miranda (1543) met de fraaie Korinthische zuilenhof zonder bogen, zijn Renaissance gebouwen. Selamanca. Heel rijk is het portaal van het Collegio mayor (1521), de universiteit. Het in 1530 voltooide, drie verdiepingen hooge portaal is uitsluitend decoratief zonder vensters. Het eindigt naar boven nog in Gothische pinakels. Het portaal van de S. Esteban (1524-1616), is door Juan de Alava in een diepe hooge nis gebouwd. In Salamanca zijn verder nog te noemen het fraaie paleis de Monterey, Casa de las Muertes en Casa de la Salnia. Tokdo. Enrique de Egas, zoon van een Zuid-Nederlander uit Brussel, is de ontwerper van het portaal van het hospitaal Santa Cruz (1504—1514), het rijkste voorbeeld van dePlateres- Fig. 644. kostijl. Op de binnenplaats staan slanke Ionische zuilen, met den hoogen Moorsche blad-hals. Fig. 643. Alonso de Covarrubias bouwt een kwart eeuw later het portaal van het klooster San Clemente, den Noordgevel van het Alcazar, en de kapel van de koningen in de kathedraal van Toledo (1534). Ook in Alcala bouwt Covarrubias in 1534 de zuilenhof van het aartsbisschoppelijk paleis, met twee verdiepingen, beneden rondbogen, boven met een hoofdgestel, rustend op consolevormig tusschenstuk tusschen kapiteel en architraaf. Dit tusschenstuk is voor de Spaansche Renaissance karakteristiek. Vermeldenswaard zijn voorts te Alcala de gevel van de Universiteit, door Rodrigo Gil Ontanon (1553) en het Carmelitenklooster. Guaria/arara. De gevel van het paleis del' Infantada, door Enrique de Egas. Lupiana. Het klooster aldaar. pj g^g Sevilla. Het stadhuis, Casa de Ayuntamiento, begonnen 1527door Diego de Riano, die alleen den rechter vleugel voltooide (de rest dateert uit de 19* eeuw) is ongeëvenaard rijk. 600 DE RENAISSANCE IN SPANJE EN PORTUGAL. Beneden compositapilasters, zijn boven de gecannuleerde- of kandelaberzuilen nog met bloemen en vruchtenguirlanden omhangen en alle paneelen, friezen en portaalomlijstingen haast overvol met Renaissance ornament overdekt. Hernan Ruiz is de bouwmeester van het bovendeel van de Giraldatoren, zoo genoemd naar het groote zeer Fig. 329. zware beeld met vlag, dat als weerhaan (giraldillo) dienst doet. Granada. Het onvoltooid gebleven paleis van Karei V, bij het Alhambra, door Pedro Ma- Fig. 649. chuca (f 1550) tusschen 1526 en 1533 gebouwd, vertoont de meer klassieke richting (Graeco-Romano). In het vierkante grondplan ligt in het midden een zeer groote ronde zuilenhof van twee verdiepingen. Slechts deze hof en drie der gevels werden voltooid. Dé gevels vertoonen de Dorische orde beneden, Ionische orde boven. Het Zuidportaal is geheel Ionisch. De Westgevelis rustiek beneden, boven Ionisch met vensters, die afwisselend bekroond zijn met driehoekige en segmentvormige frontons. De midden risaliet van dezen gevel is Dorisch. Fig- 649. De Kathedraal, wier grondplan van Enrique de Egas is, is oorspronkelijk Gothisch, 5-beukig met veelhoekig koor en omgang van den buitensten beuk. Langs zijbeuken en koor liggen kapellen. Na Fig. 647. 1561 is Diego de Siloe (f 1563) de bouwmeester. Hoewel deze kathedraal in Renaissance stijl is opgetrokken, spreekt toch, als in de Gothiek, de vertikale richting. Zoo zijn de zuilen bundelzuilen, met hoog postament, waarop vier Korinthische halfzuilen tegen een vierkanten driedeelig geprofileerde kern staan. De cannelures zijn voor het onderste z/5 deel met staven gevuld; op het kapiteel rust een cornissend brok hoofdgestel. Het 1 O-hoekige koor is overdekt door stergewelven. De Siloe is ook de bouwmeester van het Casa Castril, met bijzonder mooien ingang; het portaal van de Capilla Real is van Juan Carcia de Pradas Malaga. In 1528 wordt een aanvang gemaakt met den kathedraalbouw door De Siloe. De gevel is zuiver Renaissance, met twee torens in het front. Jaen. De Kathedraal, door AndrésdeValdevira, werd in 1532 begonnen. Het grondplan is rechthoekig, 68 X 44 M. De drie beuken loopen door, met kapellen in de langsrichting verwijd, en onderbroken door een transept. Het front spreekt door groote Korinthische zuilen en twee flanktorens. Baeza. Opmerkelijk is in dit kleine plaatsje het stadhuis, met Palladiaansche vensters (Basilica te Vicenza). Fig. 649. Paleis van Karei V te Granada. (Naar 1'Espagne monumentale). DE RENAISSANCE IN SPANJE EN PORTUGAL. 601 Hoog-Renaissance. Madrid. Even ten N.-W. van de hoofdstad werd door Philips II (tusschen 1562—1581) een ontzagwekkend gebouwencomplex gebouwd, bestaande uit paleis, kerk, klooster, mausoleum, schilderijen-galerij en bibliotheek. Het groote, indrukwekkende, maar Fig. 648. niet ontroerende Escorial, is een schepping van Jean Bautista de Toledo (f 1567) en na zijn dood door zijn leerling en opvolger Juan de Herrera (1530—1597). Vier rechthoekig op elkaar staande lange gebouwen, 160X200 M., omgeven het complex met de vele binnenplaatsen met arcaden, als muren, op wier hoeken lage torens zich verheffen. Alleen de achterzijdewordt rechthoekig onderbroken om ruimte te winnen voor het koor van de kerk. Van de eentonige \ omringende gebouwen spreekt uitsluitend de rijke middenrisaliet met ingang. De kerk, de S. Lorenzo, een schepping van Herrera, is een centraalbouw volgens Grieksch kruis met twee geveltorens. Toledo. Het hospitaal de San Juan Bautista (1541), met rusticablokken op hoeken en om vensters, en met lage hoektorens, is het werk van Bartolomé Bustamente. Valtadolid. De niet voltooide, in 1585 voor Philips II door Juan He Herrera begonnen Kathedraal, 70 M. breed bij 138 M. lang, is minder gelukkig geslaagd. Murcia. De Kathedraal, hoewel in de 16= eeuw ge¬ bouwd, vertoont alle kenteekenen van de Barok. Sevilla. Herrera bouwt hier van 1584—98 de Beurs. Uitwendig sober met lisenen en Toskaansche orde is het inwendige rijker, in PalladiaanSohen stijl. Aranjuez. Het door De Toledo begonnen paleis. PORTUGAL. Lissabon. De kruisgang van het klooster Belem (1550) bij Lissabon, door Joao de Castillio (1490—1581) is een der fraaiste Renaissance monumenten van het Iberische schiereiland. Dan werkte te Lissabon nog Filippo Terzi. een Italiaan. De kerk S. Vicente de Fora, 1590, met hooge Dorische en lagere tweede Korinthische verdieping rust in haar geheel op een hoogen onderbouw. Ook hier weer twee lage zijtorens. Ten slotte bouwt Terzi ook nog in Coimbva (de Residentie van Koning Manuel), te Porto en te Thomar. Batalha. De Loggia van de Capella imparfeitas is een schitterend voorbeeld. i XXIII. DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. j 1 lH&&&»dlN FRANKRIJK- DAT BEWOOND WORDT DOOR VERSCHILLENDE RASSEN, Galliërs, Franken en Romeinen, heeft vooral in 't Zuiden steeds de Romeinsche bouwkunst in^|||§y|[ vloed uitgeoefend; zeer duidelijk in het Romaansche tijdvak, en ook aantoonbaar tijdens de tïÏlPïjËl Gothiek, die tot en met de 15e eeuw en langer nog zich gelden deed. En hoewel de Fransche jrYH^ff j| Rcnaissance zich onmiddellijk aansluit bij de Italiaansche, werken Gothiek en Renaissance bij Fig. 654,656. voortduring sterk op elkaar in, waarbij slechts langzaam aan de laatste kunstrichting de overhand verkrijgt. Fig. 657. De eerste uitingen in Renaissance-richting zijn merkbaar na 1495. In 1494 maakt Karei VIII een krijgstocht naar Italië; Napels wordt in 1495 genomen. En in 1499 volgt de tocht van Lodewijk XII naar het land, waar de bouwkunst in geheel andere richting zich ontwikkeld had dan in Frankrijk, en die niet naliet diepen indruk op de Fransche koningen en hun gevolg te maken. Laatstgenoemde vorst begon met Italiaansche kunstenaars naar Frankrijk te roepen, o. a. Fra Giocondo en Domenico, terwijl naderhand, onder zijn opvolgers talrijke beroemde kunstenaars uit Italië tijdelijk in Frankrijk verblijf hielden, o. a. Serlio, Da Vinei, Primaticio, en vele anderen. Bovendien waren niet alleen de bouwmeesters aanvankelijk Italianen, maar ze brachten ook Italiaansche werklieden mede. Het eigenaardige Vroeg-Fransche Renaissance karakter ontstaat door de hulp van Fransche werklieden, die de Italianen genoodzaakt waren te aanvaarden, en die nog geheel Gothisch waren opgevoed. Vooral onder de regeering van Frans !, die in 1515 aan de regeering komt, kon de Renaissance in Frankrijk, onder diens hooge bescherming, zich ontwikkelen. Met zijn regeering rekent men dan ook de Vroeg-FranscheRenaissance periode te beginnen. De Renaissance in Frankrijk blijft echter het volk in den beginne vreemd, wordt alleen door het hof geprotegeerd; adel en hooge geestelijkheid volgden het voorbeeld van de oppermachtige, toonaangevende vorsten. Tengevolge van de persoonlijke inmenging van de regeerende vorsten op gebied van bouwkunst, krijgt in Frankrijk iedere koning zijn stijlperiode; natuurlijk veranderde een stijl niet plotseling bij het sterven van een vorst, doch geschiedde de verandering geleidelijk. Ook trad af en toe een stilstand in de ontwikkeling der Fransche Renaissance in, als de koningen, b.v. door godsdiensttwisten, als onder Karei IX en Hendrik III, niet in staat waren zich in 't bijzonder voor de bouwkunst te interesseeren. Zeer weinig invloed hadden op het karakter van den nieuwen bouwstijl de verschillende landstreken, bewoond door verschillende rassen. Wel deden in Noord-Frankrijk de Gothische invloeden zich langer gelden, de Italiaansche daarentegen in het Zuiden vroeger, doch van verschillende scholen, zooals in Italië in de verschillende groote steden, met kenmerkende verschillen in stijl, was geen sprake: in geheel Frankrijk droeg de VroegFransche Renaissance eenzelfde karakter, dat eerst onder Hendrik IV, maar weer in geheel Frankrijk, veranderde. De regeeringsduur van de achtereenvolgende koningen tijdens de Renaissance was als volgt. Lodewijk XII (1498-1515), Frans I (1515-1547), Hendrik II (1547-1559), Frans II (1559-1560), Karei IX (1560-1574), Hendrik III (1574—1589), Hendrik IV (1589-1610), en Lodewijk XIII (1610-1643). De Vroeg-Renaissance valt samen met de regeering van beide eerste koningen, de Hoog-Renaissance duurt van Hendrik II tot en met Hendrik IV; onder Lodewijk XIII krijgen we de Laat-Renaissance en den overgang naar den Barokstijl, die volledig de bouwkunst beheerscht vanaf Lodewijk XIV. 2. De VROEG-FRANSCHE RENAISSANCE (stijl Frans I) (1495-1545). Ze onderscheidt zich van de Italiaansche. doordat ze minder monumentaal, daarentegen schilderachtiger, meer afwisselend en in 't algemeen rijker is. Spreekt in Italië de stijl door DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. 603 • Fig. 651. Oostgevel van het Kasteel Azay-le-Rideau. het domineeren van de horizontale richting, in Frankrijk blijft de vertikale richting, in directe aansluiting met de Gothiek, overwegend. 3. DE KASTEELEN. Teruggekeerd uit Italië, en getroffen door de weelderige geriefelijke inrichting der Italiaansche paleizen, besteedden de Fransche wereldlijke machthebbers hun eerste zorgen aan verandering hunner middeleeuwsche burchten en aan het herbouwen van oude kasteelen. Vooral het Loiregebied zag talrijke kostelijke vorstelijke residenties en burgerlijke kasteelen verrijzen, waarvan, helaas, tijdens de revolutie een groot aantal werden verwoest. Hoewel de burchten hun beteekenis als fortificaties verloren door de uitvinding van het geschut, bleven ook de Renaissance kasteelen onregelmatig van grondplan, en omringd door muren en grachten, insluitend één of meer binnenplaatsen. Fi 653 3 Met drie of vier vleugels sloten de hoofdgebouwen het voornaamste binnenplein in, de z.g. cour d'honneur; de minder belangrijke basse cour wordt ingesloten door de vertrekken voor personeel, de stallen en keukens. Op de hoeken van het gebouw verrezen, meestal Fig. 653. 4. ronde, torens, die niet meer benut werden voor verdediging, maar waarin getracht werd Fig. 652. 1. geriefelijke rechthoekige woonvertrekken aan te brengen, of die dienden als trappenhuizen. Fig. 651. Door deze torens werd lang nog een middeleeuwsche traditie gehandhaafd. Kleinere trappen- Fig. 654. torens bevonden zich gewoonlijk in de hoeken van de binnenplaatsen. Fig. 652. 3. 604 DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. Reeds heel vroeg werd er één lange ruimte fraai gemeubeld en ingericht als ontvangsalon, de z.g. galerij. DEHOTELS.zooals de kleinere particuliere kasteelen genoemd worden, bevatten eveneens, ook al waren er overigens betrekkelijk weinig vertrekken in het kleine gebouw, meestal nog een zaal of galerij, en tevens een huiskapel als noodzakelijk onderdeel van het bouwwerk. In de steden Fig- 652. 6. gelegen, ontbrak het J.J.-.1 :* iaU-i veraeuiguaar uuei.iijrv, bovendien lagen de hotels niet aan de straat, doch waren ze ervan gescheiden door een hoogen muur, waarachter een tuin of park, de z.g. cour. Alles volgensGothische traditie van aanleg. DE STADHUIZEN met hun fraaie gevels bleven nog lang Gothisch; meestal waren ook hierbij de vertrekken gerangschikt om een binnenplaats. WOONHUIZEN zijn er vele bewaard gebleven, voornamelijk in hout of vakwerkbouw, eveneens in conceptie Gothisch met hun smallen ingang en groote booggalerij voor de benedenverdieping, die als werkplaats of winkel dienst deed. Als van ouds was de woning boven. DE KERKEN werden volledig volgens het oude systeem gebouwd; alleen de détails DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. 605 Fig. 653. Platttegronden van: L Louvre. 2. Hotel Pincé, te Angers. ! 3. het slot Gaillon. 4. het slot Bury, bij Blois. ! waren in Renaissance vorm, wat soms bijzonder fraaie resultaten opleverde, als b.v. aan de St. Pierre te Caën. Fig 656 4. DE DETAILS. Alle Gothische elementen, als daken en torens, fioelen, steunbeeren en ballustraden, blijven behouden, zij het in gewijzigden vorm. Vensters bleven Gothisch bij de kerken. In de burgerlijke bouwkunst gelden voor het Fig. 656. raamoppervlak geen bepaalde verhoudingen ten opzichte van het muuroppervlak, zooals in Italië; bovendien lijken de vensters, waar de verdiepingen zooveel lager zijn dan in Italië, zeer groot. Ook door het streven naar groepeering. en het samentrekken der vensters van Fig. 664. de verschillende verdiepingen met de dakvensters, door middel van doorloopende omlijstingen, is niet de groote Italiaansche regelmaat verkregen, al wint de gevel ook aan prettig aspect. Fig. 673. De korfboog uit de Laat-Gothiek, de streksche boog met afgeronde hoeken, die eveneens reeds in den flamboyantstijl werd toegepast, worden bij voorkeur gebruikt. Ook al Fig. 654. weer tengevolge van de lagere verdiepingen kon de rondboog niet steeds dienst doen, maar ook bij dezen vorm bleef toch nog lang de profileering Gothisch. De omlijsting,bestond meestal uit pilasters en halfzuilen, vooral Korinthische; door in de friezen der lijsten tusschen de verschillende verdiepingen boven de pilasters der vensteromlijsting stukken postament voor de pilasters der hooger liggende verdieping aan te Fig. 664. 606 DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. brengen, werden de vensteromlijstingen der verdiepingen met elkaar in verband gebracht, waardoor de vertikale richting weer meer sprak. Naderhand omlijstte men de vensters bij voorkeur met blokken natuursteen, inplaats van pilasters. - De vensteropening zelf bleef, Fig. 659. 3. ook bij rechthoekige omlijsting, eenkruis venster .waarvan soms de middenpost rijk georneerd was, bv. als kandelaber schacht, herm of karyatide. Balastraden boven de gootlijst waren regel bij rijkere kasteelen, zooals Blois. Fig. 664. De daken waren hoog en steil; hier ligt dus de groote Fig. 654. tegenstelling met de Italiaansche paleizen, waar het dak vlak was, of onzichtbaar achter de zware breede kroonlijst. Voor de Fransche daken bleef de nok evenwijdig aan den gevel, en het dakvlak aldus geheel in 't gezicht, en niet, zooals in Nederland en Duitschland in het zelfde tijdperk aan het oog onttrokken door top- of trapgevels. De nok zelf wordt weer volgens Gothische traditie versierd. De lucarnen of dakvensters waren echter, evenals de uiterst rijk opgevatte hooge schoorsteenen de motieven, waarmede het groote dakvlak werd gebroken. Deze dakvensters werden Fig. 654. bovendien met de vensters van de verdiepingen samengetrokken tot één travée; hierdoor kon ook de kroonlijst ten opzichte van den gevel niet dezelfde waarde behouden als in Italië. Fig. 664. Torens werden met voorliefde en veel toegepast. Afgedekt door kegel- of tentdaken, verlevendigen ze buitengewoon als hoektorens, erkertorens, lantaarns boven trappentorens. en Fig. 669. Fig. 654. Trappenhuis te Blois. (Stijl Lodewijk XII). (Naar Haupt). DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. 607 ten slotte in de hoog-Renaissance als paviljoens opgevat, het bovenste deel der gebouwen. Het ornament behoort tot de vroegste Renaissance uitingen. Gothische bouwdeelen werden aanvankelijk door Renaissance ornamenten versierd. In het begin droeg het, d aar het door Italiaansche werklieden werd uitgevoerd, een 14e eeuwsch Italiaansch karakter, omdat het rijke vroegFig. 657. Italiaansche ornament het meest in den Franschen geest viel. Zelden alleen plantornament, maar akanthusranken met veel Fig. 658. open fond, figurale medaillons, wapenFig. 670. schilden, symbolen, emblemen en monogrammen van elegante karakteristiek Fransche opvatting, vormen de motieven van de vroege Fransche Renaissance-ornatie, die tot 1530 duurt. Dan wordt het ornament Fig, 656. St. Pierre te Caën. Fig. 655. Fransche Renaissance kapiteelen, hout. • ••; steeds grover en zwaarder, en verplaatst Fig. 662 ; zich van het uitwendige der gebouwen j naar het interieur. Eerst volgen de gro• tesken uit de school van Fontainebleau Fig. 671 (verzameling Italiaansche ornamentisten, die hier den toon aangeven). Dan wordt het ornament plant noch dier, en drukt geen bepaald materiaal meer uit, doch lijkt als met klei gekneed, de z.g. style auriculaire. Deze verdwijnt eerst in 1645 voor specifiek klassieke motieven. 5. OVERZICHT DER VROEGFRANSCHE - RENAISSANCE KASTEELEN. Vooral in het Loire-gebied zijn nu nog talrijke beroemde kasteelen bewaard gebleven, dikwijls van overweldigendepracht en grootheid, vaak ook onvoltooid gebleven ; maar ook vele zijn verwoest tijdens 608 DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. Fig. 657. Fragment van het portaal van de Kathedraal te Aix. (Vroeg-Fransche Renaissance). de revolutie. Ook in Normandië en Zuid-Frankrijk liggen fraaie burchten. Het kasteelGaillon werd door Fig. 653. 1. minister kardinaal George van Amboise onder de regeering van Lodewijk XII verbouwd. Verwoest in 1792, kennen we het slechts uit teekeningen van Du Cerceau, terwijl een portaal ervan, door Fra Giocondo ontworpen, is opgesteld in de Ecole des beaux Arts te Parijs. De achthoekige binnenplaats vertoont aan drie zijden een pijlerarcade. Bouwmeester was van 1502 tot 1507 Guillaume Senault. Het kasteel Amboise werd reeds onder Karei VIII in 1498 begonnen met behulp van Italiaansche bouwmeesters en werklieden. Het is gelegen op een groot terras aan de Loire; de bouw werd voortgezet onder Lodewijk XII. Opvallend zijn de groote ronde torens. Het kasteel Blois werd reeds Fig. onder Lodewijk XII begonnen; het onder diens regeering vol¬ tooide geveldeel vertoont reeds Fig. de Vroeg-Renaissance elementen. Deze Oostvleugel is opge- 660. 654. trokken in bak- en natuursteen, en twee verdiepingen hoog en nog Gothisch van conceptie Fon frisschen indruk maakt ook de traptoren in dit gedeelte met Gothische ballustrade. Rijker is de prachtige Noord-vleugel, door Frans I gebouwd, en voltooid in 1519. De F kroonlijst vormt een fraaie combinatie van klassieke tandlijst met Romaansch rond bogenfries. Ook de a-jour bewerkte ballustrade, met kandelaber-pilasters en initialen van Frans I en zijn gemalin Claude is beroemd. Toch is deze nog versierd met Gothische waterspuwers. Heel mooi doen ook de talrijke hooge schoorsteenen, versierd met pilasters en lijsten en emblemen van Frans I: de F en de gekroonde salamander temidden van vlammen '). ig. 664,663. ') Van de talrijke andere symbolen van vorsten en hunne echtgenooten zijn de meest bekende: het stekelvarken (Lodewijk XII): een koord (cordelière) voor Anna van Bretagne, weduwe van Karei VIII; de A voor Anna van Bretagne; de C voor koningin Claude; de H voor Hendrik II; de C en de H dooreengestrengeld voor Hendrik II Fig. en Catharine de Medici; C en D voor Hendrik II en Diana van Poitiers; en bovendien voor de laatste, hert, hond, pijl en boog of halve maan op een fond van lelies, gekroonde F», L», of H*. 670. DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. 609 Fig. 664. Maar tot de aller Fig. 665. fraaiste Vroeg-Renaissance uitingen behoort het trappenhuis aan de binnenplaats, waarvan de klimlijn uitwendig is te zien en doorloopt tot aan de kroonlijst. De Gothiek en de Renaissance vormen hier een harmonisch geheel.Tegen de zware, doorloopende Korinthische pijlers zijn op gevoelige manier beeldjes onder baldakijns aangebracht. Fig. 658. Detail van de graftombe van kardinaal d'Amboise, in de kathedraal te Rouaan. (Vroeg-Fransche Renaissance). Een groote te¬ genstelling met den vleugel.gebouwd door Frans I, vormt die, in later tijd gebouwd door Mansard. Het kasteel Chambord werd geheel nieuw door Frans I gebouwd. In 1526 werd het Fig. 652. 1. begonnen door Pierre Nepveu, genaamd Trinqueau, terwijl ook Primaticio er aan gewerkt heeft. Van het inwendige echter bleef, na de verwoestingen in 1792, weinig meer over. De rechthoekige binnenplaats is aan drie zijden omringd door een één-verdieping hoogen bouw, met eenvoudige gevels. Aan de vierde zijde verrijst het vierkante hoofdgebouw met vier ronde torens op de hoeken, ieder van 20 meter middellijn. De vrijstaande trappentoren Fig. 669. in het midden van het gebouw bevat een dubbelen wenteltrap met een fraaie lantaarn. De benedenbouw is zeer eenvoudig beneden de kroonlijst. Hierboven echter is het een overgroote rijkdom van architecturale motieven, als erkers, torenspitsen en schoorsteenen. Het kasteel Fontaineblean werd in 1528 door Frans I gebouwd. Hier vertoefde deze koning het liefst. Deelen van het oude slot bleven staan; de naderhand door Hendrik II, Hendrik IV, Lodewijk XVI uitgevoerde bijbouwen en uitbreidingen maken het geheel tot een uitgestrekt gebouwencomplex, gerangschikt om 5 onregelmatig gegroepeerde binnenplaatsen, en een verzameling bouwtypen vormend, die verschillende stijlen vertegenwoordigen. ,' i Uitwendig is het gebouw van Frans I zeer eenvoudig: rondbogen op pijlers, met pilasters en zuilen er voor. Maar het inwendige is geheel het werk van Italianen, met volledige uitschakeling van middeleeuwsch-Fransche- 610 DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. Fig. 659. 1. Grafteeken Bréré, te Rouaan. (Naar Guriitt). 2. Huis te Orleans, in de Rue de Tabourg. 3. Huis te Cahors. 4. Tour d'Aignes, portaal van het kasteel. (Naar Haupt). ••**ï invloeden. Onder de i bouwmeestersworden ; Serlio genoemd en • Primaticio. Deze ItaS lianen vormen samen • de school van Fon- Fig. 662. • tainebleau, die van t verstrekkenden in; vloed was op dever- 2 • dere Fransche Renais■ S sance. • Heel bekend zijn de 5 g a 1 e r ij van Frans I i (58 M. lang), en de • balzaal van Hen» • drik II. Hout, pleister S enbeschildering.schil; derijen, gebeeldhouw5 de plafonds en inge- i legde houten vloe- Fig. 670. ; ren maken het inwen- • dige buitengewoon : rijk. Het kasteel St. ; Germain en Laye, • is een eveneens door £ Frans I in 1630 bij ; Parijs aan de Seine • gebouwd versterkt ' : kasteel. Daar het op • oude bestaande fun- • damenten werd opgeï trokken, ishetgrond- • plan onregelmatig ï vijfhoekig. Gerang- • schikt om een grooten • arcadenhof, zijn de vleugels vier verdiepingen hoog, streng en eenvoudig van architectuur. Beide bovenste verdiepingen, Fig. 652. 5, die zeer hoog zijn, bevatten de voornaamste vertrekken. Hooge daken en torens ontbreken geheel aan dit bouwwerk van natuur- en baksteen, dat daardoor een bijzonder van het Fransche afwijkend karakter draagt. Ook al door de steunbeeren op de binnenplaats, draagt het een stevig, burchtachtig uiterlijk. Het manoir Madrid bij Parijs, alweer van Frans I, werd Gebouwd door Pierre Gadier (1528) in het DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. 611 Bois de Boulogne. Eenvoudige vorstelijke verblijven, jachtkasteelen, worden in Frankrijk manoirs genoemd. Het jachtslot Madrid was zonder binnenplaats, langgerekt rechthoekig. De middenpartij van het nu verdwenen bouwwerk lag iets terug, een had rondboog arcaden in beide verdiepingen. Van de 10 torens stonden er vier in den vóóren vier in den achtergevel. De beide bovenste verdiepingen hadden geen arcaden. Primaticio, Philibert de 1'Orme, en Girolamo della Robbia (de laatste voor terracotta's in de driehoekige velden tusschen de bogen) hebben nog aan het manoir medegewerkt. Het manoir. L a M u e 11 e bij Parijs, het slot C h a 1veau bij Fontainebleau, en het slot Villers-Coterets bij Sois- sons dateeren alle uit hetzelfde tijdvak Frans I, waarin de bouwmeester P.Cambiges groote bedrijvigheid toont. Het kasteel Chenonceaux, tusschen 1515 en 1523 bij Blois gedeeltelijk op een brug over de rivier de Cher Fig. 661. gebouwd, is vierkant van grondplan, hoewel zonder binnenplaats; op de brug sluit een lange vleugel aan bij het 612 DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. ^jj Fig. 661. Het Kasteel van Chenonceaux. hoofdgebouw. Ook bij dit kasteel is het rijke bovendeel met mooie dakramen in de as van de kruisvensters der verdiepingen, schoorsteenen en hoektorens, afstekend tegen het eenvoudiger benedendeel. Fia 653 4 Het slot Bury, in 1515 bij Blois gebouwd, is geheel verwoest; slechts groote ruïnen zijn over. Het was " regelmatig aangelegd om een vierkante binnenplaats; achter het slot lag een rechthoekig park. p. Het kasteel Azay-le-Rideau, 1520. ligt aan de Indre, en bestaat uit twee rechthoekig op elkaar ' staande vleugels. Tusschen 1502 en 1532 verrees het kasteel Chateaudun bij Orleans, een onvoltooide verbouwing van een vroeger kasteel, met een prachtige wenteltrap. De vertikaal gekoppelde kruisvensters zijn omlijst door Korinthische pilasters. Het kasteel Chantilly bij Senlis ligt rondom in 't water, werd begonnen onder Frans I enonregelmatig aangelegd om een driehoekige binnenplaats, terwijl het door bruggen is verbonden met uitgestrekte ruinen en dienstgebouwen erachter. Dit kasteel is van strengere bouworde. Fraaie détails vertoont ook het kasteel Lude, onder Frans I verbouwd, en voltooid in 1535. Voorts zijn nog te noemen de kasteelen Nantouillet (bij Meaux) uit 1519 ; B e aur eg a rd (1520); ChauFig. 666. mont. Martainville, Meillant en het aartsbisschoppelijk paleis te Sens. RAADHUIZEN. Gewoonlijk wordt aan de raadhuizen geen belfort meer gebouwd, doch slechts een kleine klokketoren. De geheele distributie is nog Gothisch. DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. 613 Het raadhuis te Parijsis gebouwd volgens ontwerp van Domenico Boccardo uit Cortona. Begonnen in 1533 werd de hoofdgevel eerst in 1607 onder Hendrik II voltooid. Het raadhuis te Orleans, uit 1520 is nog geheel in den overgangsstijl gehouden, en het kleinere, naar dat te Orleans gevolgde raadhuis van Beaugency uit 1526 heeft aan de l«t* verdieping ruitvormige versieringen aan de pilasters. HUIZEN. Een der mooiste groote stadswoninFig. 652. 6. gen uit het vroege tijdvak is wel het Fig. 677. Hotel Ecouyille te Caën, gebouwd in 1530 door architect BI ai se le Plestre voor Nicolas de Valois, nu ingericht als beursgebouw. Het is gelegen om een mooien vierkanten arcadenhof; ook de gevel is zeer interessant. In 1527 werd in het plaatsje Moret bij Fontainebleau het huis Frans I gebouwd, naderhand weder opgetrokI Fig. 668. ken in de Champs Elysëes te Parijs. Ornamentaal meer van belang dan architectonisch, is het toch, beschouwd uit decoratief oogpunt, een buitengewoon fraai bouwwerk. Ook te Orleans is een huis Frans I, uit 1536, Imet fraaie eenvoudige arcaden op de beide verdiepingen aan de hofzijde; daar de bovenste verdieping lager is dan de benedenste, werd beneden de Korinthische, boven Ionische orde toegepast. Bekend zijn verder nog; het bisschoppelijk paleis te Nancy (1501 — 1512); het huis van Agnes Sorel te Orleans; een huis in het park St. Fig. 653. 2. André te Roua an, houtbouw met overkragende verdiepingen; het hotel Pincé te Angers, bestaande uit t Fig. 681. twee vleugels, met een hoog, trap en hal bevattend paviljoen in het midden, en door een plein mét hek gedeelFig.659.2. 3. telijk van de straat gescheiden, en ten slotte huizen te Angers, Beauvais, Besancon, Bourges, Caën, Fig. 681. Cahors, Chartres, Dijon, le Mans, Orleans, Perigueux, Tours, Troyes en Viviers. Fig. 682. Fig. 662. Schoorsteen uit de salon van Frans I, Fontainebleau. 614 DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. KERKELIJKE BOUWKUNST.Het koor van de St. Pier re Fig. 656. te C a ë n, van 1521-1525 door Hector So- hier gebouwd, is nog geheel Gothisch van systeem met zijn veelhoekigen omgang en ka- pellenkrans. Alle ornamentale détails zijn echter in Renaissance stijl, wat het geheel een ongemeen bekoorlijk en rijk uiterlijkverleent. VandeSt. Eustache te Parijs, begonnen in 1532 door P i e r r e L emercier, werd het koor in 1624 voltooid en de gevel nog later. De kerk is 5 beukig, met dubbelen omgang en kapellenkrans en twee torens. Hier zijn Dorische en Korinthische pilasters met triglyphenfriezen toegepast, hoekigen koepeltop; Van de S t. M i c h e 1 te D y o n, is de gevel Renaissance; de twee torens hebben een drie groote rondboogportalen geven toegang. De koorkapel van de Notre Dame-des-Marais te la Ferté Bernardwerd van 1535 —1547 door Mathurin Delaborse voltooid. Verder vertoonen meer of minder reeds DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. 615 Renaissance motieven de S t. S a t u rnin te Fontainebleau (1528— 1545) ;de St. Pantaléon te Troyes; de St. Etienne du Mont te Parijs (1517); de kathedraal te Tours, en de St. Maclou te Pontoise (die lijkt op de St. Eustache te Parijs'. Een architect, van wien met zekerheid geen bouwwerk is bekend, maar die zich uiterst verdienstelijk heeft gemaakt door beschrijving en teekening van talrijke naderhand verwoeste bouwwerken, is Jacques Androuet du Cerceau (1510-1585). Uit zijn: „de fraaiste gebouwen van Frankrijk" kennen we tal van kasteelen, verwoest tijdens de Revolutie. 6. DE HOOG-RENAISSANCE (1545-1580). Reeds gedurende de laatste regeeringsjaren van Frans I begint de overgang naar de nieuwe periode, in Frankrijk genoemd : stijl Hendrik II. De Gothiek is nu geheel verdwenen, eerst uit de ornamentatie, dan uit de constructie en onregelmatige grond- planvorming; voor het grondplan wordt het Italiaansche nu meer gevolgd. Talrijke kunstenaars trekken voor hun studie naar Italië, die, hoewel ze geheel vrij zijn geworden van Gothische beginselen, van de Italiaansche kunst toch slechts zooveel overnemen, als ze in overeenstemming kunnen brengen met de Fransche behoeften en smaak. Evenals in Italië krijgen de bouwmeesters ieder hun eigen karakteristieken stijl, bovendien stellen vele hun meeningen en vindingen op schrift. In den algemeene Renaissancestijl beginnen nu zich duidelijk twee richtingen te onderscheiden n.1. eenerzijds de voortzetting en ontwikkeling van de specifiek Fransche Renaissance, met behoud van het Fransche karakter, en daarnaast een bouwstijl, kant en klaar als •t ware van Italië overgenomen. Eenerzijds dus hooge daken, schoorsteenen. dakvensters. 616 DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. Fig. 665. Kasteel van Blois. Inwendige van het trappenhuis in den vleugel van Francois I. zij 't ook in strenger opvatting, en anderzijds het ontbreken van deze elementen, waarvoor zware kroonlijsten met attiek in de plaats komen. H^f rl„l^„ „,™At- oio Tr=>1,=>-,r,_ Ri„ MO 1 sche, symmetrisch, meer regelmatig en minder uitgebreid. Torens verdwijnen; ze worden vervangen door hoogere hoekpaviljoens, met eigen daken. In de hoofdassen van het bouwwerk spreken traveeën. Ook de trappentoren maakt plaats voor een inwendige grootsche trapaanleg, met rustplaatsen. De vensters zijn rechthoekig, met stee- nen middenpost, dus kruisvensters, of wel het kruis wordt niet meer toegepast, en de omlijsting flguraal decoratief. De daken blijven steil; dikwijls vormen de Fig. 673 nu aaneengesloten dakvensters samen als 't ware een doorloopendeattiek, waarvan de afzonderlijke vensters beurtelings door een segmentvormig of tympanvormig fronton zijn beëindigd. Bij de bouwwerken van de meer klassieke richting worden de zuilenorden steeds zuiverder toegepast, met verjonging en entasis, bijna letterlijke nabootsing van Romeinsche kapiteelen en Romeinsche canneleering, en zuivere verhouding tusschen zuilen en lijstwerk. Fig. 666. Portaal van het Aartsbisschoppelijk paleis te Sens. Fig. 667. Langeais. Binnenplaats van het Kasteel. ; I O : w : » : w : z : > ! ïn i on : > : z : o : ra : 2 : rrj : » : > i Z : * : w : * 618 DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. Daarentegen worden de zuilenorden bij de vrijere richting gewijzigd naar de opvatting van de bouwmeesters. De Fransche zuilorde, oorspronkelijk door Philibert de 1'Orme toegepast op een Ionisch schema aan de Tuilerieën, bestaat uit het afwisselend stellen van gecanneleerde trommels en rijk georneerde of rustiek bewerkte trommels van geringere m ra tt^t Fig. 668. Huis Frans I te Parijs. Fig. 680. hoogte, die zich dus voor doen als banden. In de LaatRenaissance komt deze orde ook in Dorischen vorm voor, kort en onverjongd (Raadhuis te La Rochelle). Meer nog dan in Italië vindt plastische ornamentatie een toepassing, vooral hermen en karyatiden, beelden en tropheeën. Bij de kasteelen verdwijnt alles wat aan de Middeleeuwen herinnert. Bij voorkeur worden villa's of manoirs zonder grachten of torens, en meestal zonder binnenplaats gebouwd. Bij de grootere paleizen bevat de regelmatige aanleg een vierkant plein, of twee, eveneens regelmatige binnenplaatsen. Wat den kerkbouw betref t, behoudt de Gothische constructie overwegend invloed. Wel worden portalen en torens in Renaissance vorm opgevat, maar voor het inwendige doet de Renaissance eerst na 1600 haar intrede. De inrichting van het interieur is bijna zuiver Italiaansch. Deuren en schoorsteenen zijn eenvoudig en fraai van betimmering, evenals de van ver- Fig. 669. Fragment van het kasteel Chambord. (Naar de Mérindol). 620 DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. Fig. 672. Slaapkamer van Henri II in het Chateau de Blois. (Naar foto Laussedat). schillend gekleurde houtsoorten, met toepassing van verguld in goede verhouding, samengestelde benedenste wandbetimmering, waarboven rijke flgurale schilderingen of wandtapijten met fraaie patronen zijn aangebracht. Belangrijke kunstenaars, meest Italianen, verleenden hieraan hun medewerking. Naar boven wordt de wand afgesloten door een zware driedeelige, op consolen rustende kroonlijst, meestal verrijkt met een tandlijst en reliëfs en samengesteld van verschillende houtsoorten, met toepassing ook weer van kleur en verguld. De vlakke houten zolder vervangt de gewelven; de zes- of acht-hoekige cassetten worden in den loop der Renaissance steeds dieper en zwaarder omlijst, steeds kleuriger en sterker verguld. Alleen in trappenhuizen en vestibules vindt het gewelf nog toepassing. 7. OVERZICHT DER HOOG-RENAISSANCE MONUMENTEN. Fig. 653. Het Louvre te Parijs, vroeger koninklijk paleis, nu museum, werd gedeeltelijk gebouwd op de plaats van het oude kasteel, dat Frans I liet afbreken. Hij gaf opdracht voor een nieuw paleis aan Pierre Lescot (1510—-1578) die van 1546—1578 aan den bouw werkzaam Was, die slechts de halve Zuid- en Westvleugel uitvoerde met de hoek- en middenpaviljoens, die gedeel- DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. 621 Fig. 673. telijk een vierkante binnenplaats omvatten. Later werd het bouwwerk viervoudig vergroot. Lescots hoek aan den binnenhof heeft beneden Korinthische pijlerarcaden ; achter iederen boog is een hoog, segmentvormig venster geplaatst. De ronde vensters boven de deuren worden oeuils de b o e u f genoemd. De eerste verdieping met Romeinsche composiet-pilasters en halfzuilen heeft hooge vensters, afgedekt door segmentboogvormigeofdriehoekigefrontons. De pilasters in den gevel en de halfzuilen van de paviljoens zijn gecanneleerd. De tweede verdieping, met veel eenvoudiger pilasters doch overrijke sculptuur ertusschen, is slechts een halve verdieping, die ook doorloopt in de paviljoens. Boven deze halve verdieping, die zich voordoet als een attiek, is een fraaie doorbroken ballustrade geplaatst. Boven de halve verdieping volgt bij de paviljoens nog een 3e hooge verdieping, met fraaie groote karyatiden. De schoorsteenen zijn, evenmin als de daken, kenmerkend hoog; op de nok van de laatste verdieping is een versiering aangebracht van lood. Lescot maakt dus gebruik van hooge voorspringende paviljoens, die afgedekt zijn door vierzijdige koepels. Aan zijn heele schepping neemt de rijkdom van motieven van beneden naar boven toe; de buitengevel aan den Seinekant echter is eenvoudig en streng. Lescots Louvregevel vertoont Fig. 679. de Fransche Renaissance op haar hoogtepunt, en zijn hofgevels gelden als voorbeeld voor alle latere paleisgevels. Aan den bouw er van werkte Jean Goujon (1515—1568) als beeldhouwer mede. Als architect in Italië studeerende, werd hij, naar Frankrijk teruggekeerd, een der eerste beeldhouwers van zijn tijd. Het kasteel Anet is een der meesterwerken van Philibert de l'Orme (1515—1570), een architect van even groote beteekenis als Lescot, tevens schrijver van een leerboek over architectuur en uitvinder van een kapconstructie, die zijn naam draagt en waarmede zeer groote zalen konden worden overdekt. Als architect, theoreticus en ingenieur ontving hij zijn opleiding in Italië, en kwam in 1548 in dienst van Hendrik II, in wiens opdracht hij in 1552 het kasteel Anet bouwde voor Diana van Poitiers, en welk kasteel tijdens de Revolutie grootendeels is Verwoest. De fraaie poort van den vierkanten hof. waaraan de zuilenorden Deel van de Hertengalerij van het slot Fontainebleau. j Fig. 674. Schoorsteen in den stijl Henri IV, Fontainebleau. 5 Fi9- 675■ ,,Press0,ir' 'e ^ van d* 16e eeuw- * * (Musée des Arts decoratifs). : o : ^ I O : w : » : ta : z : > I CA : en : > : z : o : w i z : n • JO : > : z • s* : 2 | * DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. 623 Fig. 676. Eetzaal in het Chateau du Lude. zijn toegepast in streng klassieke verhouding en opvolging, wordt bewaard in de Ecole des beaux Arts te Parijs. De 1'Orme bouwde eveneens het nu verwoeste slot Maudon. De Tailerieën. Philibert de 1'Orme bouwt in 1564 voor Catharina de Medicis, gemalin van Hendrik II, een nieuw paleis in de buurt van het Louvre: de Tuilerieën, waarvan nog slechts twee vleugels en twee paviljoens over zijn; sedert 1871 werd de rest verwoest. Het grondplan was rechthoekig, insluitend één groote en vier kleinere binnenplaatsen. Begonnen werd met het middenpaviljoen, bestaand uit twee hooge verdiepingen, (Ionisch en Korinthisch) waarboven een halve verdieping met rondboogvensters. Een koepel met lantaarn sluit het geheel naar boven af. De vleugels bestaan uit één verdieping hooge arcaden op pijlers, waarboven een rij als attiek aaneengesloten dakvensters volgt, hoog, en door tympanvormige frontons bèëindigd. 624 DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. Fig. 677. Gevel op het binnenplein van hotel Ecoville te Caën. Fig. 678. Hoog-Renaissance paviljoen. Angerville-Bailleul. Na de 1'Orme bouwt Jean Bullant (1515.—1578), architect, schrijver van „Algemeene regels der bouwkunde", die ook te Rome had gestudeerd, aan de Tuilerieën, n.1. twee paviljoens op de beide vleugels, die echter later geheel zijn verbouwd. Op bevel van de koningin werd in 1572 de bouw gestaakt. Ten Noorden van Parijs bouwt Bullant van 1540—1564 het kasteel te Ecouen, dat weer wat meer op een versterkte burcht lijkt. De vierkante binnenplaats is aan vier zijden door vleugels omringd, waarvan er één zich als arcadengalerij naar de binnenplaatszijde opent. Op de vier hoeken verrijzen krachtige paviljoens. In de vier hoeken zijn weer traptorentjes gebouwd. Jean Brosse bouwt in de tweede helft van de 16e eeuw in Picardië het kasteel Verneuil, nu geheel Fig. 652. 4. verwoest. Ook hier verhieven zich om een vierkante binnenplaats vier vleugels met hoekpaviljoens. Het huis Ducerceau te Orleans, in strengeren stijl, behoort tot dit tijdperk, evenals een prachtig altaar van Jean Goujon, vroeger opgesteld in de slotkapel te Montmorency, nu in de slotkapel te Chantilly. KERKELIJKE BOUWKUNST. Op gebied van kerkelijke bouwkunst ontstaat weinig of geen nieuws. Behalve de Ste Clotilde te DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. 625 Fig. 679. Het Louvre, fragment van Lescot. Andelys werden enkele kapellen gebouwd, o.a. ** twee aan de Kathedraal te Toul, waarvan deeene S Chapelle des Evêques genoemd wordt; en de ; Chapelle des Fonts van de Kathedraal te • Langres (1549). 8. DE LAAT-RENAISSANCE. 1580- j 1610. { Na Hendrik II volgen, tengevolge van ï burgeroorlogen en Godsdiensttwisten, de • vorsten elkaar snel op. De laatste uit dit : tijdvak, Hendrik IV, bouwde minder pa- • leizen dan wel openbare pleinen, als de • Place Royale (nu Place des Vosges) en de : Place Dauphiné. Voorts bruggen en •" breede straten. Aan de paleizen werden groote brokken • • .........................e....: natuursteen verwerkt, en de rustica doorgevoerd over alle verdiepingen. Ook baksteenmuren, met natuursteen voor venster- en deuromlijstingen, cordonlijsten en hoeken der muren vinden toepassing. De beide richtingen, de strengere en de vrijere blijven zich steeds meer uiteenloopend ontwikkelen, waarbij de nuchtere strengere richting gaat overheerschen en de dorre, nuchtere opvatting alle karak¬ teristiek Fransche opvatting gaat verliezen. De Dorische orde wordt bij voorkeur meer dan Ionische of Korinthische toegepast ; ook de rustica aan de zuilen en pilasters wordt aan alle verdiepingen doorgevoerd, en met wormvormig gewonden ornament versierd. Kruisvensters verdwij- Fig. 680. nen. Het ornament wordt zwaarder, ook in het interieur, waar aan plafonds en muren zwaar lijstwerk is aangebracht. De vrijere en strengere richting overheerschen beurtelings. Onder Lodewijk XIII (1610—1643) wordt eenerzijds een Barok en anderzijds een uiterst sobere richting voorbereid, welke beide richtingen ten slotte eindigen in de Rococo en de Empire. De vrije richting staat onder in- Fig. 680. Zuilen van het Louvre, tijd Henri IV. 626 DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. vloed van Michelangelo, Alessi, Ammanati, en de Vlaamsche bouwkunst, de strengere volgt meer Vignola, Paladio en Scamozzi, en vindt vooral steun bij de Hugenoten. In dit tijdperk van Lodewijk XIII verdwijnen ook de laatste overblijfselen van het feodale stelsel, en de koning met z'n raadslieden als Richelieu (1624—1642) en Mazarin (1643—1661) die trouwens een Romein van geboorte was, heerschen oppermachtig. Wat vooral onder Lodewijk XIV het geval is. De strenge richting is nu de eenige, want de Barok in de architectuur kon in Frankrijk slechts voor onderdeden, als vensters, portalen en lucarnen toepassing vinden. De Laat-Renaissance eindigt dus in den stijl Lodewijk XIII, een gewild sobere, nuchtere baksteenbouw, met armelijke, onbeholpen en zware détails in natuursteen. Ook in het interieur breekt de strengere richting baan, die den Lodewijk XIV stijl voorbereidt. Hout wordt meer en meer vervangen door pleister; figurale versiering vervangt het ornament en goud en kleur overheerschen. 9. OVERZICHT DER LAAT-RENAISSANCE MONUMENTEN. De bouw van Louvre en Tuilerieën wordt voortgezet onder Hendrik IV, die door een zeer fraaie galerij de verbinding tusschen beide paleizen doet tot stand komen. Bouwmeesters zijn Baptiste en Jacques du Cerceau {f 1614), en Thibault en Louis Métezeau. Het Louvre-deel van Baptiste du Cerceau sluit aan bij het gedeelte van Jean Bullant en brengt de verbinding met de Tuilerieën tot stand. Deze Louvre galerij is geheel afwijkend van opvatting, daar de groote orde door middel van telkens twee gekoppelde Korinthische pilasters doorloopt van den onversierden onderbouw tot aan de kroonlijst. Deze pilasterparen sluiten twee aan twee de vensters in, en zijn DB RENAISSANCE IN FRANKRIJK. 627 afwisselend samen afgedekt door segmentvormige of tympanvormige frontons. Ook springen de vier pilasters met tusschen liggende vensters telkens een weinig voor. Op de paviljoens zijn geen koepels maar tentdaken. Vanaf 1600 werkt Etienne Dupeirac aan net J_ouvre, die door ïnioauit rvietezeau wordt opgevolgd. Van het nu gebouwde gedeelte rust op de onderverdieping, die door gekoppelde pilasters van de Fransche orde is geleed, een tusschenverdieping. Hierboven volgt een hooge verdieping, waarvan de vensters telkens zijn geflankeerd door gekoppelde Korinthische pilasters, waarvan het bovendeel is gecanneleerd. Elke venstertravee is door een beeldennis gescheiden en afgedekt door, weer wisselend, een segmentboog of tympanvormig fronton. Na den dood van Hendrik IV in 1610 werd tijdelijk de bouw gestaakt. Eerstin 1642 begon Charles Lemercier met de voltooiing door aansluiting bij het Noordelijk paviljoen van Lescot, dat nu middenpaviljoen werd van den uitgebreiden vleugel. Het geneei wera genouaen in oen stijl van i_,escoi. Het Palais du Luxemboucg te Parijs werd tusschen 1615 en 1620 door Salomon de Brosse voor Maria de Medici, weduwe van Hendrik IV, gebouwd. Het paleis is gerekt rechthoekig, met vier vierkante hoekpaviljoens, die drie verdiepingen hoog zijn en met tentdaken afgedekt; behalve het middenste paviljoen van den voorvleugel, waarop een koepel is aangebracht. De architectuur gelijkt op die van Ammanati aan Palazzo Pitti, doordat de gekoppelde pilasters van Dorische en Toskaansche orde geheel rustiek zijn gehouden. Inwendig zijn prachtige schilderingen van Rubens aangebracht. Het paleis is gebruikt als staatsgevangenis, sinds Napoleon als senaatsgebouw. In 1624 bouwt Lemercier het Palais Cardinal (nu Royal) voor Richelieu, en het Theatre Francais te P a r ij s. Heel bekend is ook de Hertengalerij van Fontainebleau, in baksteen, behalve alle dragende en Fig. 673. Fig. 678. omlijstende gedeelten. En in Normandië het kasteel van Angerville Bailleul, symmetrisch van platte- Fig. 652. 2. grond met vier vierkante hoekpaviljoens, na 1600. Voorts moeten nog genoemd worden het kasteel Ancy le Fig. 652. 3. Franc in Bourgondië; het kasteel Balie roy bij Bayeux; het kasteel Beaumesnil in Normandië; het Fig. 684. kasteel Charlevaf; de kasteelen Grand-Jardin te Joinville, des Ifs te Fêcamp, Maune in Bourgondië, Fig. 682. Gevel te Dyon. (Naar Guriitt). 628 DE RENAISSANCE IN FRANKRIJK. Fig. 683. Trap uit de kerk St. Etienne du Mont (± 1600). du P a i 11 y bij Langres, S u 11 y bij Autun, begonnen 1567, V a 11 e r y bij Sens en W i d e v i 11 e bij Versailles. Dan Hotel Montescot teChartres en hotel Vogué te Dyon. En het Raadhuis te La Rochelle, uit 1605. Dit rust beneden op onverjongde korte Fransche zuilen; de lsteverdieping is van Korinthische orde met nissen, terwijl tusschen de dakvensters brokken Barok zijn toegepast. Huizen vindt men te Arras, Chartres, Dyon, Orleans en Parijs. KERKELIJKE BOUWKUNST. Debrosse bouwt in 1606 de bidkapel te Charenton, een basiliek voor de Hugenoten. Ook de gevel van de St. Gervais te Parijs (1606—1625), waaraan de drie zuilenorden verwerkt zijn, is van dezen architect. Jacques Lemercier (1585—1654) voltooit de koepel van de kerk van de Sorbonne te Parijs. Deze kerk, in Latijnschen kruisvorm, heeft een 2 verdiepingen hoogen Korinthischen gevel, afgesloten door een groot tympanon. In 1653 was de koepel voltooid. Fig. 684. Kasteel te Balleroy, bij Bayeux. XXIV. DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. N DE NOORDELIJKE LANDEN BLOEIDE DE GOTHIEK; OP KERKELIJK GEBIED, maar ook in de burgerlijke bouwkunst, en dan vooral in de Nederlanden, waren te prachtvolle resultaten bereikt, dan dat de Renaissance de Gothische elementen spoedig zou kunnen verdringen. In het begin van de 16e eeuw behoorde Duitschland, en gedeeltelijk ook Oostenrijk, tot het gebied van Karei V (1519—1556), welke machtige heerscher, in Spanje wonend, oorlog voerde met Frankrijk. Gedurende de eerste helft van de 16' eeuw werd Duitschland geteisterd door den dertig-jarigen oorlog, die het land verwoestte, de bevolking decimeerde en de welvaart te niet deed. Geheel anders dan- in de Nederlanden, waar de 80-jarige oorlog juist oorzaak was van toenemende welvaart en volkskracht. Vóór 1520 kwam in de Germaansche landen de Renaissance slechts hier en daar tot uiting, en wel uit sluitend in de détails. De Vroeg-Renaissance duurt van 1520— 1550. De Hoog-Renaissance van 1550 — 1600. De Laat-Renaissance van 1600—1650. De Germaansche rassen begrepen de idealen niet, die de Italianen nastreefden; voor hen beteekent dan ook de Renaissance in geen enkel opzicht een wedergeboorte, onbekend als ze waren met de klassieke overblijfselen. Allereerst vertoonden zich Renaissance elementen op de achtergronden van schilderijen, en op koper- en houtgravuren, die door de teekenaars veel verspreid werden. De fantasieën echter van de Noordelijke teekenaars over nóóit geziene, doch van Italiaansche prenten gecopieerde motieven werden de bron van de klassieke motieven in het Noorden, die onbegrepen en niet doorleefd waren. Ook bekendheid met enkele meubelen en kunstnijverheidvoorwerpen kon niet leiden tot de grootsche Italiaansche opvatting, maar bleven de Noordelijke-artisten klein in hun concepties. Behalve misschien in de Nederlanden, waar de Italianen soms zeer dicht benaderd, soms geëvenaard werden in de kleinkunst. De Nederlandsche opvatting deed zich vooral gelden in Noord-Duitschland. Van 1550—1600 sprak deze invloed duidelijk in 630 DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. t DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 631 de steden van het Hansaverbond, tot zelfs in Dantzig toe. In Midden en Zuid Duitschland waren duidelijk twee richtingen te onderscheiden, n.1. de vrije en ongebondene karakteristiek Duitsche opvatting van eigen richting, en de meer strenge Italiaansche, vooral in de aan Italië grenzendegebieden en Oostenrijk. Werkten in NoordDuitschland Nederlandsche bouwmeesters en beeldhouwers, in ZuidDuitschland werd g< Fig. 687. Houtsnijwerk uit Lübeck. >ruik gemaakt van Italiaansche krachten, terwijl ook contact is aan te toonen met Frankrijk, ••••••••••••••••..•••••••e............ .................... Nederlandsche invloeden werkten ook • in Engeland en Denemarken. ^ttJffil • 1° Duitschland gaven niet als in S Frankrijk, koningen den toon aan, even- • min als eeuwenoude patriciërs-geslachi ten, zooals in Italië; de Renaissance • werd hier uitsluitend bevorderd door • voorname burgers en stedelijke geS westen. Ook de rol van de geestelijke ; overheid werd, tengevolge van de Her- • vorming, een andere. Kerken waren er • genoeg, en voor den nieuwen bouw • van groote Katholieke Kathedralen be; stond geen animo meer. Slechts werden S Gothische kerken in aanbouw in den ; nieuwen stijl voltooid. Verder leverde • Duitschland weinig groote architecten : in dezen tijd, is dus niet te vergelijken J met Frankrijk, veel minder nog met • Italië. Integendeel, de architecten waren S meerendeels niet veel meer dan am- bachtslieden. Slechts een enkele maal Fig. 688. Keizershuis te Hildesheim. 1586. 632 DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. Olf sa Fig. 689. Huis te Brunswijk, genaamd van de familie Demmer. 1536. Fig. 690. Toren van de Kilianskerk te Heilbron (1513—1529). trokken de architecten naar Italië, om den nieuwen stijl uit eigen aanschouwing te leeren begrijpen. Het reizen bracht veel meer bezwaren mede dan tegenwoordig, en als de architect al eens over deze bezwaren heenstapte, dan nog ging hij slechts naar Noord-Italië, kwam in geen geval verder dan Italië, en bestudeerde nimmer de oervormen van de Renaissance in Griekenland. Slechts de Vroeg-Noorderlijke Italiaansche Renaissance werd, meestal nog oppervlakkig, bestudeerd, en gewapend met deze oppervlakkige kennis de terugreis aanvaard. Een andere bron van studie waren ook nog de scheppingen van Italianen in Duitschland en Oostenrijk; toch waren hier vaak nog de Italianen alleen maar ontwerpers en niet de uitvoerders, en de resultaten dus vaak allesbehalve fraai. Waar Fransche invloeden zich deden gelden, waren deze uitteraard reeds sterk gewijzigd. Z. De eerste Duitsche Renaissancisten waren schilders of beeldhouwers: Hans Burglrmaier, Holbein, Peter Vischer. Vitruvius en Serlio, bewerkt in 1539 door Pieter Coeck van Aelst, vormden voor het Noorden eveneens een welkome bron van studie. Als architectuur heeft de Duitsche Renaissance geen beteekenis; van prenten was geen ruimtekunst te leeren, doch slechts oppervlakkige kennis te vergaren van decoratieve détails en kunstnijverheidsvoorwerpen. Portalen, erkers, pilasters, zuilen, bladlijsten, consoles, parelranden en eierlijsten, gecombineerd in de meest uiteenloopende proporties soms, werden DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 633 volgens prenten ontworpen. Gevolg: meer een streven naar schilderachtige groepeering dan naar monumentaliteit. Ook het materiaal heeft nog grooten invloed. In Italië was natuursteen het bouwmateriaal; in Duitschland, ook in de andere Noordelijke landen, vindt natuursteen bijna uitsluitend toepassing voor portalen en hoogstens vensteromlijstingen, cordonlijsten, en, vooral in de Noordelijke Nederlanden, voor kleine blokjes. Voorts werd de baksteen in Duitschland vaak gepleisterd, soms geschilderd. Ook houtbouw komt voor, de z.g. blokhuisbouw, vooral in bergachtige streken, b.v. in het Zwarte Woud en Zwitserland. In de Alpen is de benedenbouw van de huizen van steen, de bovenbouw van hout, met een lange waranda. Vóór zijn de woonvertrekken, achter de stallen en schuren. Het ver overstekend dak is van hout, bezwaard met zware steenblokken. Dikwijls ook worden de huizen tegen de hellingen gebouwd, zoodat de bovenverdieping als schuur kan dienen, waar zelfs met wagens toegang is van een hooger gelegen weg. En ten slotte de vakwerkbouw, een houten geraamte, opgevuld door steen. Het geraamte Fig. 691. bestaat dan uit horizontale balken, waarin vertikale posten sluiten, met pen- en gatverbinding. Fig. 693. 4. Voor het schuinverband zijn dan schuine of gebogen posten aangebracht. Een belangrijk voordeel kon met dezen bouw bereikt worden door het laten voorspringen der hoogere verdiepingen. 3. KASTEELEN. In de 16e eeuw verandert geleidelijk de burcht tot kasteel, doch eerst na Fig 700 1650 verdwijnt het middeleeuwsch weerbaar karakter. Aanvankelijk blijven nog langen tijd Fig. 686. 2. de torens, grachten en muren gehandhaafd. De pleinen zijn afhankelijk van allerlei terreinsomstandigheden.' en dus varieerend onregelmatig van aanleg; ook de tijd, waarin het 634 DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. Fig. 692. Venstersysteem van den Friedrichsbau. (Naar Sauerwein und Rosenberg). kasteel werd gebouwd is van invloed op het meer of minder toevallig onregelmatige van de binnenplaatsen, die gewoonlijk twee in aantal zijn, bij de kleinere één. Als woning zijn de Duitsche kasteelen niet praktisch en gemakkelijk ingericht. Wel is er meestentijds een groote ontvangsalon als feestzaal aanwezig, maar de rangschikking van de vertrekken is alweer een toevallige, en niet zooals in Frankrijk, gemakkelijk en bewoonbaar. De gevels vertoonen geen regelmaat of symmetrie, doch toeval en willekeur beheerschen de indeeling ; blijkbaar zijn Fig. 698. de bouwmeesters niet tegen de opgaaf opgewassen, en vestigen ze meer hun aandacht op de détails dan op den gevel als geheel. Vooral de portalen, erkers en topgevels mochten zich blijkbaar in de volle aandacht van de architecten verheugen. Vertoonen de gevels evenwel toch een zekere eenheid in détails en geheel, dan is zeker een Italiaan de bouwmeester geweest. Naar de hofzijde zijn de gevels geopend door arcaden op alle verdiepingen, die als verbin- DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 635 dingsgaanderijen tusschen de vertrekken dienst doen. In de Noord-Duitsche landen zijn deze arcaden geen regel. Dikwijls wordt op den hofgevel alle aandacht geconcentreerd. De hoekFig. 695. torens dienen, als elders, tot trappenhuizen voor wenteltrap¬ pen. z,e woraen eenter, in verband met de bestemming, steeds onaanzienlijker, en missen ten slotte volkomen het fraaie karakter van de Fransche hoekpaviljoens. Fig. 703. Lusthuizen worden de kleinere, een of twee verdiepingen hooge tuinpaviljoens in Duitschland en Oostenrijk genoemd. Meestal bevatten ze één groote zaal, omringd door booggaanderijen. 4. RAADHUIZEN. Bij alle is de bestemming, de benoodigde ruimte en de tijd van ontstaan verschillend, zoodat ook bij alle het grondplan, en soms zeer veel, uiteenloopt. Bij alle blijkt echter een streven naar een waardige Fig. 685. bestuurszetel van de stedelijke gewesten in dezen ontwikkelingstijd van de democratie. Evenals de zucht in het Gothische tijdvak, om zich door grootscher kathedraalbouw te verheffen boven de zustersteden. Fig. 693. 1. UIm. Eenvoudig Vroeg-Renaissance portaal uit 1588. 2. Rothenburg o. d. Tauber. Erker. 3. Kolmar. Huis met topgevel, portaal en erker. 4. Miltenberg a. M. Vakwerkbouw aan de Markt. aanleiding was tot het ontstaan van steeds grooter kathedralen, uitte zich dit zeer begrijpelijk streven tijdens de Renaissance in den bouw van steeds fraaier gemeentehuizen. Dikwijls Fig. 705 waren de stadhuizen beneden open door groote hallen of overwelfde verkoopsgaanderijen; Fig. 708 636 DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND. OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. Fig. 694. IJzerbeslagornament in steen van den Frederiksbouw te Heidelberg. opgetrokken, doch ook gepleisterd, beFig. 711. schilderd of getooid met scrafflto. Uit architectonisch oogpunt zijn ze zonder beteekenis; zelden geheel als Renaissancegebouw opgetrokken, zijn het meestal vergrootingen van Gothische Fig. 712. bestaande bouwwerken of wel uitsluiFig. 710. tend aangebouwde fragmenten, als portalen of erkers. 5. Het WOONHUIS is langwerpig de bogen rustten dan op zuilen of pijlers. Ook werden, voor nog gedeeltelijk Gothische raadhuizen Renaissance voorhallen of voorportalen opgetrokken. Op de eerste verdieping ligt de groote en fraai versierde burgerzaal, waartoe een groote, vrije bordestrap toegang geeft. In 't midden van den hoofdgevel, of wel terzijde hiervan staat de stadhuistoren, meestal ingericht als trappenhuis, waarvan soms in de uitwendige architectuur de klimlijn is te zien (b.v. Rothenburg aan den Tauber); doch Fig. in de verste verte wordt nimmer een schoon geheel bereikt als te Blois. De Duitsche raadhuizen zijn van natuursteen, baksteen of vakwerkbouw Fig. 695. Hof van het slot te Aschaffenburg. DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 637 Fig. 686. 4. van grondplan, met de smalle zijde aan den straatkant; het grondplan is noch van doordachte indeeling, noch symmetrisch van aanleg, en slechts de grootere en voornamere huizen hebben, zooals in Frankrijk, een binnenplaats, en dan nog lang en smal, omringd door booggaanderijen of open gangen op consoles. Beneden is de werkplaats of winkel, boven zijn de woonvertrekken. Alleen in Nederland en Noord-Duitschlandkomtmen door de buitendeur soms in een twee verdiepingen hooge voorhal, die als trappenhuis dienst doet. De smalle en hooge gevels eindigen in een top, lang Gothisch van hoofdvorm, met Renaissance détails; na 1550 wordt de top eerst ingedeeld door pilasters met hoofdgestellen, die, zonder eenig verband met den gevel, Fig. 696. als siermotief wordt opgevat met voluutvormige contours. Evenals in den Wig. 693. 3. gevel zelf worden in den topgevel vensters aangebracht; de eerste is boven| Fig. 688. dien verfraaid met portaal en erker. In Duitschland bleef een zeer groot aantal woonhuizen bewaard; deels zijn ze van steen, deels van vakwerkbouw met houtsnijwerk, of scrafflto, of wel zijn ze beschilderd. Onder de overige openbare gebouwen zijn nog te noemen universiteitsgebouw, beurs, waag en arsenaal. 6. KERKEN zijn er voor de Katholieken genoeg, en de Protestanten bouwen geen nieuwe, daar in het land der hervorming langen tijd geen geestdrift voor kerkbouw was op te wekken. Mogelijk dat juist dit gemis aan opgaven voor monumentale bouwwerken van invloed was op de scheppingskracht van de bouwmeesters der burgerlijke bouwkunst. Wel uit zich de Renaissancegeest in enkele kleinere kerken, of worden Gothische kerken Fig. 690. aangekleed met Renaissance détails, als altaren, kansels, koorgestoelten, doch in grondplan en opbouw kwamen geen ingrijpende veranderingen meer tot stand. In Nederland en langs den Rijn waren de Renaissance kerken driebeukig, met kooromgang Fig. 696 Top van den hoofdgevel van den Frederiksbouw te Heidelberg. 638 DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND. OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. Fig. 697. Huis te Hildesheim, uit 1548 of eenvoudig koor. In tegenstelling met de katholieke kerken waar de mis domineerde, eischte in de protestantschekerken de plaatsing van den preekstoel alle aandacht, waarbij een overal goed verstaanbaar zijn van den prediker de hoofdzaak was. Langzamerhand zou de centraalbouw hiervoor een ideale gaan blijken. Het streven naar eenvoud overigens, in verband met het meer eenvoudige karakter van de preek, sluit geenszins uit dat preekstoelen en koorgestoelten en koorhekken werden gemaakt van grooten rijkdom en fraaie karaktervolle opvatting, vooral in de Nederlanden. 7. De DÉTAILS. De Renaissance in Duitschland heeft zich nooit volledig ontwikkeld; steeds bleef men veranderen en zoeken zonder te bereiken wat eigenlijk onder een Hoog-Renaissance is te verstaan, want steeds, tot aan het einde van de 16e eeuw werden Middeleeuwsche motieven gehandhaafd. In Italië konden de klassieke vormen direct worden overge- DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 639 Fig. 699. Slot te Heidelberg. Frederiksbouw. nomen, waardoor de nooit geheel begrepen Gothiek snel verdween. Frankrijk nam de Italiaansche vormen direct over en vervormde ze in den eigenaardig Franschen geest, waardoor heen de middeleeuwsche detailleering bleef op te merken. Doch in Duitschland, behalve aan enkele gebouwen, werd de Renaissance nooit als geheel doorgevoerd, eensdeels als gevolg van gebrek aan inzicht in de van prenten afgekeken vormen, anderdeels door handhaving van velerlei middeleeuwsche tradities. Daar de Duitsche bouwmeesters geen grootmeesters waren met uitgebreide kennis van het onderwerp, kon het voorkomen, dat zelfs aan eenzelfde gebouw Middeleeuwsche, Renaissance en Barokke motieven gelijktijdig zijn verwerkt. Onbegrepen als b.v. de boogarchitectuur was, evenals die van hoofdgestel en dragende elementen, zocht men het gebrekkige van de verhoudingen goed te maken door overwoekerend ornament. Waar èn in Italië, èn in Frankrijk welberekende verhoudingen golden in toepassing van ornament van beneden naar boven, werden in Duitschland de 640 DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. motieven slechts opgestapeld. a. Zuil, pilaster, boog en hoofdgestel. Hier golden geen verhoudingen; willekeur en onbegrepen imitaties werden overrijk georneerd. Reeds het postament werd door diamantkoppen versierd, of door maskers of (en) met ijzerbeslagvormigearabesken, Fig. 694. die dikwijls in cartouchen werden gewijzigd. Ook de schacht van Fig. 696. pilasters en zuilen zijn overladen met ornament; van zuilen is meestal het onderste '/3 deel met beslagornament Fig. 694. overdekt, het bovenste 2/3 deel is dan gecanneleerd. Soms ook is de zuilschacht-versiering in Italiaanschen geest, met akanthusranken omgroeid, of wel vindt de kandelaberzuil toepassing en voor de pilaster de herme. Een entasis ontbreekt. Meestal is het kapiteel een buitengewoon vrije navolging van het Korinthische, waarop Fig. 692. grove onbehouwen akanthusbladeren en armelijke voluten. Het intercolumnium is vierkant, of nog gedrukter. Op zuilen en pijlers rusten rondof segmentbogen, arcaden vormend. Bij gebruik van segmentbogen rust op de kapiteelen soms een prismatisch verlengstuk van de zuil, dat dienen moet om de boog op te vangen. De boog is geprofileerd als een architraaf of wel nog in den Gothischen trant. De zuilen op de verdiepingen zijn, in verband met de geringe hoogte van de verdiepingen, kort, Fig. 686. 4. en worden vaak vervangen door naar onder dunner wordende, als hermen gevormde, Fig. 696. steunsels. b. Vensters. De kerkvensters blijven nog zeer lang voorzien van Gothische traceering, met RenaisFig. 686. 1. sance détails. Vensters in de burgerlijke bouwkunst zijn meestal rechthoekig, meteen binnen Fig. 686. 4. het muuroppervlak vallende omlijsting; doch ook zijn ze versierd met hermen en frontons, Fig. 688. tweevoudig of drievoudig gekoppeld, in welk geval de steenen middenposten zijn opgevat als hermen. Ook zuiver ornamentale vensteromlijstingen komen voor, èn; in den Laat-tijd, rustieke omlijstingen. f<«Fê*f Fig. 700. Kasteel te Aschaffenburg. Renaissance 1605—1613 door Georg Riedinger. DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 641 c. Portaal. Het portaal vormt, met erker en topgevel, het decoratieve zwaartepunt van den gevel. Dat deze deelen van den gevel de werkelijk fraaiste zijn geworden, komt, omdat hierbij niet te letten is op het geheel, maar de bouwmeester vrij was in het detailleeren in het klein. Gewoon-. lijk is het portaal rondboogvormig, zelden rechthoekig. Rijkere portalen zijn versierd met zuilen, pilasters en hoofdgestel, en dikwijls ook gekoppeld aan een klein neven- Big. 693. li portaal. Ook eenvoudige portalen aan kleinere huizen zijn soms heel mooi. Boven de boog is meestal een attiekvormig ornamentaal versierd vlak fronton aangebracht, al Fig. 701. naar het vroeger of later ontstaan min of meer barokvormig. d. De erker. Vooral na 1600 komt de erker tot zijn recht. Wel zijn er in het Gothische tijdvak eveneens erkers toegepast, en blijven zelfs na 1600 nog lang Gothische elementen, b.v. in de traceeringvormige paneelversieringen in zwang, maar in 't algemeen is de erker hèt Renaissance motief bij uitnemendheid. Geplaatst in 't midden of op den hoek Fig. 693. 2. Fig. 688. van den gevel, of wel ter weerszijden van het portaal, is de erker in den regel rechthoekig, vaak ook rond of veelhoekig. Nu eens begint de erker met de eerste verdieping, en rust dan op consoles, dan weer begint de rijk met zuilen en pilasters geprofileerde erker reeds op den beganen grond, e. De topgevel. Het hooge dak, zonder karakteristieke versiering als in Frankrijk, zonder torentjes en ornamentale schoorsteenen, eindigt aan de smalle gevelzijde in een topgevel. In hoofdtrekken Fig. 693. 3. wordt de Gothische hoofdvorm behouden; evenwel worden topgevels in het Renaissance tijdvak, onlogisch, zonder noodzaak bij raadhuizen en kasteelen aan de lange gevels toege- Fig. 708. past, waar geen schuine daklijn te maskeeren valt. Want dit is, in tegenstelling met een fronton, de architectonische bedoeling van den driehoekigen, door trappen of voluten Fig. 701. Portaal van het kasteel te Baden-Baden. 1575. Hoog-Renaissance. 642 DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 8 Fig. 702. Slot te Heidelberg. Otto Heinrichsbouw. Fig. 696. gecontoureerden topgevel. Bij topgevels dienen dan nog obelisken voluten, figuraal beeldhouwwerk, bollen en fantastische voorstellingen als vulling. In Nederland is op de bovenste trede de Hollandsche leeuw karakteristiek. De indeeling van den topgevel houdt dikwijls geen verband met de gevelindeeling; hij is door vensters met lijsten en pilasters in verdiepingen ingedeeld, ook al maskeert hij slechts den één verdieping hoogen zolder. Fig. 688. De kroonlijst is sober, eenvoudig op het armoedige af, en weinig voorspringend. Geheel in tegenstelling dus met de Italiaansche of rijke Fransche kroonlijsten. 8. HET INWENDIGE. Ook hier is geen geheel bereikt. Onbegrepen betimmering overwoekert zolder en wand, die in geen verband of verhouding tot elkaar staan. Deze betimmering, hoe overdadig ook, vergoedt in geenen deele het gebrek aan diepere harmonische schoonheid. DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 643 Fig. 703. Voormalig Nieuwe Lusthuis te Stuttgart. De vertrek- ; ken, waaronder : de groote zaal • b.v. in de kas- : teelen zijn lang : en smal en laag, • dus in zichzelf : reeds onschoon : van verhouding, • In het vroege • tijdvak zijn ze * overdekt door • kruis- of netge- : welf; zonder rib- 5 ben later, gedu- • rende de geheele : 16e eeuw, zijn ze : voorzien van de • Gothische bal- **.»....••••.... ................................................»....: kenconstructie. Tegen het einde van de 16e eeuw komen cassetten in gebruik, ondiep, maar groot, als kruis- of stervormige, veelhoekige, of rechthoekige (met afgeronde hoeken) velden. Het materiaal is hout, of hout en pleisterwerk met beschildering en verguld onder Italiaanschen invloed. Met dit al is in de vertrekken wel een aangename stemming bereikt: deuren, kachels, schoorsteenbetimmering, erkers en raamgroepeering, zijn uitgevoerd door technisch wèl knappe werklieden, die alleen diepere vormenkennis ontberen. Ook al zijn de muren wit gepleisterd, dan zijn toch alle omlijstingen van geornamenteerd hout meestal eiken in natuurkleur of gebeitst. Deze omlijstingen, b.v. van de deuren, vormen heele miniatuurbrokken architectuur, waarin zelfs rustiekwerk is nagebootst. Al dit houtsnijwerk, houtbeeldhouwwerk en intarsia maken een barokken indruk, en vormen geen verfijnde karakteristieke stijleenheid, zooals in de andere landen. Het ornament. Vroeger nog dan in de architectuur werden door schilders en teekenaars en kunstnijveren Renaissance motieven verwerkt, die evenwel niets gemeen hadden met de klassieke, en maar Fig. 686. 1. bitter weinig met de Italiaansche Renaissance ornamenten. Fig. 687. Allereerst komt de arabesk, in Vlaanderen en Noord-Nederland zoo meesterlijk gesneden en zoo goed van karakter, dat ze hier niet onderdoet voor de beste Italiaansche voorbeelden. In Noord-Duitschland worden Nederlandsche voorbeelden gevolgd. Spoedig verdwijnt de langgerekte akanthus, om plaats te maken voor kleine driehoekige 644 DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. ingesneden blaadjes op lange stelen, zooals ze vooral door Aldegrever in Duitschland zijn geteekend. Deze vormen brokjes ornament op den fond, en geen aaneengesloten lijnen, waarvan een geheel ander karakter het gevolg is dan het Italiaansche, dat bovendien niet voor hout, maar voor marmer was berekend. Het Duitsche Renaissance blaadje sluit direct aan bij de Gothische houtsnij- en metaaldrijfkunst. Een ander ornament, eveneenslijkend op ijzerbeslagwerk, is een vinding van Peter Flötner: bandvlechtingen schijn- Fig. 694. baar bevestigd met spijkerkoppen, en later cartouches, maskers, en gedrochtelijke figuren, nabootsingen van ijzer in steen overgebracht, zijn nimmer grootsch van opvatting, maar bescheiden, hoewel ze al vroeg aanleiding geven tot barokke composities in de Duitsche ornamentiek. De cartouches b.v. vormen als 't ware een nagebootst plaat- Fig. 692. ijzeren beslagwerk met uitspringende en opgerolde uiteinden; vaak zijn zoo meerdere verschillend uitgeknipte platen als 't ware op elkaar gelegd en gedeeltelijk doorgestoken en gevlochten. Intarsia's zijn gebaseerd op moresken, het geschilderd ornament op grotesken, vooral in Zuid-Duitschland en Oostenrijk, waar ze door Italiaansche meesters werden uitgevoerd. Fig. 689. Op ornamentaal gebied zijn de Duitsche meesters in alles achter bij de omringende landen, en eigenlijk is dit het geval met de geheele Duitsche Renaissance. 9. OVERZICHT DER MONUMENTEN. KASTEELEN. Het Slot te Dresden heeft mooie arkaden en traptorens. Een der belangrijkste fragmenten van dit slot is de George poort, gebouwd door Schickentanz tusschen 1530 en 1537. Het Piasten slot te Brieg werd in 1547 begonnen. Ook van dit verwaarloosde en vervallen kasteel is het portaal uit 1552 nog goed bewaard gebleven, met fraaie pilasters in N.-Italiaanschen geest. Het slot te Tubingen, met fraai portaal uit 1535 door Heinz von Luther. De Residentie te Landshut (1536—1543), met fraaie Toskaansche zuilen-arcaden om de binnenplaats, en Korinthische pilasters op de lsle verdieping. De bouwmeesters zijn Sigmund Walch en Antonelli. Eveneens bij Landshut het slot Trausnitz, 1550, met trappentorens in de hoeken van de binnenplaats, Fig. 704. Hof van het Raadhuis te Neurenberg. (Naar Joseph). n DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 645 S Fig. 705. Raadhuis Rothenburg o/d. Tauber, Z.-Duitschland. (2e helft 16e eeuw, booghal van 1681). * 646 DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. waarvan de arcaden op de torens ook de klimlijn van de trappen volgen. Het onregelmatige plan dateert uit uiteenloopende tijden. Beroemd is in het inwendige een fraaie betimmering met zoldering, dateerend uit 1580. Slot Hartenfels bij Torgau, ge- Fig. 698. bouwd door Konrad Krebs, met mooien vierkanten trappentoren, bordestrap en fraaie relief-erker. Het Fürstenhof te Wismar 1533—1555, door Gabriel van Aken, met zandsteenen hoofdportaal, Korinthische pilasters en karyatiden om de vensters. Te Stuttgart het Oude Slot, begonnen 1553 door Alberlin Tretsch. De arkaden op de drie verdiepingen met korte zware zuilen en segmentbogen, hebben canneluren, torens, kapellen, alles inwendig rijk en uitwendig zeer eenvoudig. Slot Isenburg te Offenbach, voltooid 1572. Vleugel van het Koninklijk Slot te Berlijn, begonnen 1538 door Kaspar Theisz. Slot te Schwerin 1555. Fig. 703. Het nieuwe lustslot te Stuttgart, gebouwd van 1575—1593 door Georg Beer, verwoest in 1846, is slechts bekend door afbeeldingen. Het was twee verdiepingen hoog, met boven een groote zaal, overdekt door houtgewelven. Het dak eindigde in twee topgevels; rondom liep gelijkstraats een booggaanderij met 4 lage ronde hoektorens. Aan de lange rechthoekszijden waren groote bordestrappen aangebracht. Fig. 701. Het slot Heiligenberg bij Baden, waarvan de Zuidvleugel uit 1562 dateert. De kapel erbij werd voltooid tegen het einde van de 16e eeuw. En het Oude Slot te Baden, uit 1569. De Plassenburg bij Kulmbach, met fraaien hof, voltooid in 1600. Bij Karlsruhe het Slot Gottesaue, begonnen 1533. Te Bamberg de Residentie uit 1591, met topgevels en erkers. Fig. 686. 2. Het Slot te Heidelberg werd gedeeltelijk gebouwd op oude fundamenten, afkomstig uit het Romaansche tijdvak. Gedeeltelijk uit de 14e eeuw, is het nog aangelegd om een zeer onregelmatigen hof. Het werd in 1693 door de Franschen verwoest. Het oudste deel in Vroeg-Renaissance stijl is de Friedrichs loggia, door Jacob Heyders voor Friedrich II in 1544 begonnen. Fig. 702. Als meesterwerk geldt de oudste vleugel, de Otto Heinrichsbau (1556—1563), en dit voornamelijk door de ornamentatie; architectonisch heeft de bouwmeester de Italiaansche Renaissance niet begrepen, en het weinige begrip nog slecht verwerkt. Zoomin als Fig. 706. Raadhuis te Gorlitz, trap- en spreekgestoelte, 1534-1537. DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 647 het grondplan van beteekenis is, zijn het de architectonische détails, als vensteromlijstingen en frontons. Boven den benedenbouw verheffen zich drie verdiepingen. De gekoppelde i vensters zijn door gebeeldhouwde posten gedeeld. Een groote bordestrap voert naar de keizerszaal. De verdiepingen zijn geleed achtereenvolgens door Ionische pilasters, Korinthische pilasters en Korinthische halfzuilen. Tusschen de vensters, Fig. 686. 3. waar geen zuilen staan, zijn met beelden gevulde nissen aangebracht. Bouwmeesters zijn Anthoni, Hans Engelhardt en, na 1558 Alexander Collins, van wien ook het prachtige portaal, met beeldhouwwerk van Kaspar Fischer, afkomstig is. Fig. 699. De Friedrichsbau (1601 — 1607) voor Friedrich IV gebouwd door Johannes Schoch uit Straatsburg en Sebastiaan Götz als beeldhouwer, lijkt op een zuiverder verbetering van de Otto-Heinrichsbau. De architectonische détails zijn goed begrepen; het ornament daarentegen, hoewel technisch goed, vertoont Fig. 694. in 't geheel geen overeenkomst met het Italiaansche; hier is n.1. het z.g. ijzerbeslag ornament Fig. 692. verwerkt. De hofgevel is rijk, de Neckargevel daarentegen, zonder beelden, eenvoudiger in Fig. 696. zuivere Renaissance. *. lr _ De Residentie te München, door Heinrich Schön, Hans Reifenstuel en Peter de Witte (Peter Candid) gebouwd 1600—1616, is het grootste bouwwerk uit het begin van de 17e eeuw, fraai van grondplan en vrij zuiver van opvatting in Italiaanschen geest. De gevel vertoont schilderwerk en twee groote reliefportalen. De vertrekken zijn om 6 binnenplaatsen gerangschikt. Inwendig is het een der fraaiste Duitsche kasteelen. Het slot te Aschaffenburg 1613—1614 door Georg Riedinger uit Straatsburg, gebouwd voor den Fig. 700. Aartsbisschop van Mainz, ligt om een bijna vierkant grondplan en heeft vier torens op de hoeken. Fig. 695. Het slot Horst, bij Alten — Essen vertoont, evenals het slot te Detmold, Nederlandsche invloeden. Verder zijn nog te noemen: Het slot te Weikersheim, 1605; het slot te Mergentheim; de Hamel' schenburg te Hameln (1588—1612), de Residentie te Ols; het slot Bevern te Holzminden (1603—1612) en het Aartsbisschoppelijk slot te Mainz, 1627. OOSTENRIJK—HONGARIJE. Het Lustslot Belvedère, bij Praag werd in 1534 begonnen. Gebouwd door Paolo della Stella, is dit slot zuiver Italiaansch. Eveneens bij Praag ligt het Jachtslot Stern, in 1555 voor Aartshertog Ferdinand van Tirol gebouwd. Ook hieraan werkte, met andere Italianen, Della Stella. Italiaansch, groot en fraai van verhoudingen is ook het tuinhuis van het paleis Waldstein te Praag, uit 1629. Fig. 707. Oude waag te Brunswijk, uit 153*. 648 DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. SS • Fig. 708. Stadhuis te Bremen. ; Van het geheel in Italiaanschen stijl opgetrokken Slot Porzia te Spital aan de Drau dateert de vierkante arcadenhof uit ± 1540. Ook de Rosenburg bij Eggenburg, 1593 begonnen, munt uit door een fraaien Renaissancehof. Nog te noemen zijn vervolgens: de sloten te Aislershaim; te Ebreichsdorf; te Gars; te Göllersdorf (1545); te Hohenegg; te Michelstatten (1600) ; te Pög gs tall; te Po t tenbr unn ; te Po tschach; de Burg Schleinitz (1650) en te Wenzersdorf. Bohemen. Sloten te Bishof-Teinitz; te Friedland, te Katouriz, Kladrau, Kostelez, Kruman, Neuhaus en Wistingau. Stiermarken. Het slot Eggenberg bij Graz, te Murau, Negau, Regersburg, Schrattenberg, Thalberg en Trautenfelz. Tirol. Te A m b r a s, te T r a t z b e r g, en het slot V e 11 h u r n s bij Brixen (1577—1586), inwendig zeer fraai. 10. BURGERLIJKE BOUWKUNST. RAADHUIZEN. Het mooiste voorbeeld van rijke, vroeg-Renaissance is het PorFig. 710. tiek van het Raadhuis te Keulen, van 1569—1571, door Wilhelm Vernickel in bijna DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 649 Fig. 709. Het huis van de fam. Kammerzell te Straatsburg. Benedenverdieping 1467, bovenverdiepingen 1589. 650 DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. Fig. 708. " Italiaanschen stijl gebouwd. Het bestaat uit 2 open booggaanderijen boven elkaar, beneden van donkerder steen dan boven. Het dak en de topgevelnis dragen kenmerkendhetkarakter van de Nederlandsche Renaissance. De zaal in het raadhuis dateert uit 1603. Van belang is ook het Raadhuis Fig. 685. te Rothenburg ob der Tauber, met erker en voorbouw, in 1572 door }akob Wolff uit Neurenberg gebouwd. Deze voorbouw bestaat uit een rustieke boog- Fig. 705. gaanderij van Italiaanschen HoogRenaissance stijl. De gevel heeft twee verdiepingen, twee hoekerkers en een toren in het midden. Overigens is het stadje Rothenburg nog in bijna ongerept Renaissancestijl bewaard gebleven, en geven foto's uit deze plaats een beeld van bijna middeleeuwsch karakter. Ook het Raadhuis te Br e men, Gothisch, door Luder von Bentheim in Renaissancestijl aangekleed, is een der voornaamste Van Duitschland. Boven de Dorische arcaden voor de benedenverdieping (1612)> verheft zich in het midden een breede erker, die evenals de tweede verdieping door een ballustrade is bekroond. De booggaanderij beneden eindigt naar Fig. 710. Raadhuis te Keulen. :: DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. | 551 Fig. 711. Zuidzijde van het Raadhuis te Lindau. ; ; boven in een a jour bewerkte attiek. De erker is gekroond door een breeden topgevel, geflankeerd door twee kleinere boven de gevelballustrade. Het Raadhuis te Mühlhausen in den Elsas, dateert uit 1552, het oude Raadhuis te Straatsburg uit 1582. Dat te Altenburg (1562—1564) is een fraai voorbeeld van Vroeg-Renaissance. Het Raadhuis te Schweinfurt (1570) is nog gedeeltelijk Gothiek, dat te Tubing'en heeft een beschilderden gevel. Geheel in Hoog-Renaissancestijl is het Raadhuis te Neurenberg (1613 — 1619), 't welk met zijn gevels aan de binnen- Fig. 704. plaatszijde een ernstigen en voornamen indruk wekt. Het Raadhuis te Augsburg (1614—1620), met regelmatig grondplan, zonder hof en met eenvoudige gevel-architectuur is beroemd door de „gouden zaal" die zich over drie verdiepingen uitstrekt. Bouwmeester is Elias Holl. Voorts nog Raadhuizen te Brieg (1552), Brüx (in Bohemen), te Ulm, Wurtzburg, Neisse (1604) en in Noord-Duitschland te Lübeck (1570) te Embden (1574 1576) door Marten A. van Delft: te Halberstadt, Gothiek met Renaissance voorportaal uit 1663; te Fig. 712. Görlitz, uit 1534 wat betreft de Renaissance deelen aan het Gothische bouwwerk; te Posen, waarbij de Fig. 706. Italiaansche Gothiek met Renaissance vormen is bekleed, evenals de groote toren; en te D a n t z i g, in welke stad ■ Hans Vredeman de Vries werkt, tengevolge waarvan hier de Renaissance een zuiver Hollandsen karakter draagt. Fig. 711. Nog te noemen zijn het Raadhuis te Lindau, met geschilderden trapgevel; het Kanselarij gebouw te Constanz (1593) en in Fig. 713. ZWITSERLAND te Luzern het Raadhuis (1601 — 1606), en de hofzijde van het Raadhuis te Basel (1540) en ten slótte het Raadhuis te Zürich. 652 DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 11. Andere belangrijke gebouwen. Te Augsburg het Zeughaus, 1602 door Elias Holl; eveneens dat te Dantzig, waarvan de hooge poort in 1588 door Anthonius van Obbergen uit Mechelen werd gebouwd; het Zeughaus te Dresden, Nederlandsche Renaissance; de Oude Waag te Brunsw ij k uit 1534, overgang Gothiek naar Renaissance Dan de Waag te Bremen; het Regeeringsgebouw te Luzern (1557-1561). WOONHUIZEN. TeNeurenberg het Hirsch- vogelhaus (1534) door Peter Flötner gedeeltelijk gebouwd voor een patriciërsfamilie; Italiaanschen invloed. Het Funksche huis aldaar, met houten galerijen in den hof; het Toplerhuis; het Tucherh u i s (1533), een combinatie van Romaansch, Gothiek en Renaissance, gebouwd door Lorenz Tucher; het Fig. 713. Raadhuis te Luzern. Fig. 712. Portaal van het Raadhuis tc Halberstadt. Pellerhuis (1605), zeer onregelmatig van grondplan, met prachtige erker aan de smalle zijde van den rechthoekigen hof, die langs drie verdiepingen voorzien is van een arcadengalerij. Aan den gevel vindt men rustica détails, wat wijst op Laat-Renaissance. Fraaie voorbeelden van vakwerkbouw vindt men aan het marktplein te Miltenberg a./M.; en te pjg. 693. 4. Rothenburg ob der Tauber (wijnhuis). Het Duitsche huis te Dinkelsbuhl; te Heidelberg het huis Zum Ritter; te Hameln het Rattenvangershuis, het bruilofts- DE RENAISSANCE IN DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN ZWITSERLAND. 653 huls (1610) het Dempterhuis (1607, met bovenverdieping in vakwerkbouw). Te Dantzig het Steffensche huis, en de Langa sserpoort (1612); te Bremen het korenhuis 1591 en het gildehuis van de kleermakers; te Fig.. 689. Brunswijk het Gewandhaus (1590) en het huis van de familie Demmer Fig. 697. (1536); te Hildesheim, meest met Fig. 714. voorspringende verdiepingen op gesneden consoles en van vakwerkbouw: het Fleischerzunf thaus (1529); het Fig. 688. Platsche huis; het keizershuis, geheel van steen, met benedenvensters van Ionische orde en een fraaien erker (1586); het Rolands hospitaal, de Raadsapotheek. Fig. 709. Te Straatsburg het huis van de familie Kammerzell, , beneden 1467, bovenverdiepingen uit 1589; het Vrouwenhuis (1581); te Kolmar o.a. het huis Zum Engel (1538) en het Slagershuis; te Schlettstadt i./E. het Stadsbouwmeestershuis; te Stein am Rhein het huis „in den Witten Adelaar"; te Schaffhausen het huis van Tobias Stimmer (1570) Fig. 714. Huis te Hildesheim, ± 1575. Höxter Basel En ten slotte nog vele huizen in Celle; Ensisheim; Frankfort; Halberstadt; Hameln; (vakwerkbouwï Lemao: Münden; Münster; Reichenweier, Wernigerode; Zabern; en Schwyz (huis van de familie Reding) in Zwitserland en in Hongarije woonhuizen te Leutschau en Kesmark. 12 KERKBOUW. Te Heilbronn de toren van de Kilianskerk (1513 — 1529); en de Slotkapel te Fig. 690. Liebenstein bij Heilbronn, met hooge Gothische ramen, Renaissance portaal en rijken barokken gevel. De kerk te Bückeburg, door Adriaan de Vries (1615); de kerk te Freudenstadt in Zwaben, 1599, eenbeukig met rijk Gothisch netgewelf en twee torens, door Heinrich Schickhardt. De Michaëlskerk te München (1583— 1597) door Wendel Dietrich; de Drievu 1 digheidskerk te Regensburg (1627—1631); de St. GeorgkerkteWismar, Gothisch met Renaissance fragmenten; deMariakerkteWolfenbüttel, driebeukig, gedeeltelijk Gothiek, deels Renaissance, door Paul Franke;endeUniversiteitskerk te Wurzburg. XXV. DE RENAISSANCE IN BELGIË. NGETWIJFELD IS DE BELGISCHE GOTHIEK BELANGRIJKER DAN de Renaissance; de Gothiek is er overweldigend rijk, en vooral de burgerlijke bouwkunst in de middeleeuwen drukt het juiste karakter uit van het volk. Zoodra zich de Italiaansche geest doet gelden blijkt, dat de aan een ander ras behoorende vormen niet zijn ingedacht, en niet zijn ontstaan uit eigen fantastische geest. Wel zijn al spoedig de eerste gebouwen van de nieuwe richting, uitsluitend decoratief zeer gevoelig en juist van karakter. Zoo kunnen de paneelen uit het raadhuis te Oudenaarde, in 1531 door Petrus van der Schelden vervaardigd, de vergelijking met het beste Italiaansche beeldhouwwerk doorstaan. Maar de bouwkunst, vooral wat betreft de inwendige ruimte- verdeeling, blijft Gothisch in wezen. Zoodra de Renaissance voortgang vindt, spelen verstandelijke overwegingen een rol. De vrijer denkende kunstenaars, meer individueel voelend en ongebondener dan in het Gothische tijdvak, streven alle naar één richting, in den grond oneigen aan hun persoonlijkheid: de Italiaansche. In dezen tijd van grooten voorspoed en rijkdom, waarin Antwerpen de plaats ging innemen van Brugge en Gent, maakten alle kunstenaars van beteekenis, en vooral de schilders, een studiereis naar Italië. Zoo ook Rubens, die, teruggekeerd, voornamelijk den invloed onderging van Michel Angelo, en er in slaagde, na den bouw van zijn eigen woning, het „Rubenshuis", een nieuwe richting te geven aan de bouwkunst. Zoo werd de Renaissance, nog voor ze zich vrij kon maken van de Gothiek, reeds vervangen door de Barok. De Renaissance in België heeft, behoudens het ornament, met Italië niets gemeen. De kanselarij te Brugge (1537), noch het huis „de Zalm" te Mechelen (1519) zijn in wezen on-Belgisch. Daarentegen leidden verstandelijke overwegingen tot den bouw van het Raadhuis te Ant- DE RENAISSANCE IN BELGIË. 655 Fig. 716. Hof van het paleis van Justitie, Bisschoppelijk paleis te Luik. Fig. 717. Luik. Binnenplaats van het Bisschoppelijk paleis, 16e eeuw. werpen (1561-1560), waarbij gestreefd Fig. 723. werd naar strenge klassieke richting, zonder dat Fransche invloeden konden worden vermeden. België, verdeeld in een Waalsch en een Vlaamsch sprekende bevolking, beleefde onder den in het land geboren Karei V een tijdperk van bloei, dat, tengevolge van den opstand tegen Kareis opvolger Philips II in 1566, een verzet tegen religie en despotisme, tijdelijk een slag werd toegebracht. Terwijl in dezen strijd België Spaansch bleef, en Katholiek, vocht Nederland zich vrij, en werd'Protestantsch. Het katholicisme oefende in België grooten invloed uit op de bouwkunst; de talrijke Jesuïten kerken, en den zin voor overrijke vormen der Vlamingen vooral, leidden tot den bouw van menig barok meesterwerk in de bouwkunst. En bovendien, anders dan in Italië en Frankrijk, en ook Duitschland, werden geen paleizen gebouwd: kerkbouw en burgerlijke bouwkunst beheerschen het tijdvak van de Belgische Renaissance; en ook van de Barok, na 1600. Van uit Antwerpen zonden vele schrijvers over bouwkunst en ornament hunne werken de wereld in. Lambert Lombard; Pieter Coeck van Aalst (bewerking van Serlio); Hans Bloem (Vitruvius); Cornelis de Vriendt, genaamd Floris (1518—-1575) en vooral de geboren Leeuwardenaar Hans Vredeman de Vries (1527—1605) die talrijke werken van uiteenloopenden aard schreef, hebben, behalve in België, invloed uitgeoefend 656 DE RENAISSANCE IN BELGIË. Fig. 718. Huis „de Zalm" te Mechelen. Fig. 719. Huis „de Zalm" te Mechelen, (16e eeuw), detail. in Nederland, Noord-Duitschland, de Skandinavische landen en tot zelfs in Dantzig. OVERZICHT DER MONUMENTEN. Het paleis van Margaretha van Pavma te Mechelen werd door een Franschman, Guyot Fig. 722. de Beauregard, in 1520 ontworpen. Geheel onder invloed van de Fransche Renaissance, is DE RENAISSANCE IN BELGIË. 657 het echter zeer eenvoudig, behoudens de rijker opgevatte topgevels. Rombout Keldermans, de Gothische bouwmeester, leidde hier voor het eerst de uitvoering van een Renaissance bouwwerk. Fig. 721. Spaansche huis te Antwerpen. Fig. 720. Oude griffie te Brugge, 16e eeuw. Even vroeger, in 1519, verrees in Mechelen het prachtige huis de Zalm, een schepping van den Brus- Fi9- 718 selaar Jan Borremans. Aan den smallen gevel zijn de Dorische, Ionische en Korinthische orde achtereenvolgens aan de overkragende verdiepingen toegepast. Vele fraaie reliëfs in de friezen en de hoogvelden boven de vensters zijn haast Italiaansch van Fig. 719 opvatting en meesterlijk van uitvoering. De topgevel alleen is uit lateren tijd. Gelijktijdig met Margaretha's paleis werd het Schippersgildehuis te Mechelen gebouwd; terwijl van het huis de Lepelaer de gevel 658 DË RENAISSANCE IN BELGIË. Fig. 722. Mechelen. Paleis van Margaretha van Oostenrijk (16e eeuw, door Guyot de Beauregard en R. Keldennans). goed is bewaard gebleven. Het boogschuttershuis is Laat-Renaissance, met reeds barokke elementen in den top. Fig. 716. Het Bisschoppelijk paleis te Luik, nog gedeeltelijk Gothiek (1526—1632) heeft aan de binnenplaats een zuilengaanderij, waarvan de gedrukte Gothische bogen en Fig. 717. bovenbouw worden gedragen door een groot aantal verschillende Renaissance zuilen van zeer bijzonder karakter. Fig. 720. Te Brugge is de oude griffie (1535— 1537), gebouwd door Christiaan Sixdeniers volgens ontwerp van Jean Wallot, een monumentje in rijken Renaissancestijl. Een drietal topgevels, één groote geflankeerd door twee kleine, zijn versierd met hogels en beelden, Gothiek wat de plaats. Fig. 723. Stadhuis te Antwerpen. (Naar L'art public). DE RENAISSANCE IN BELGIË. 659 Fig. 724. Stadhuis te Antwerpen. Middentop 1564 door Cornelis de Vriendt. Renaissance wat den vorm betreft; ook het ornament is zuiver van karakter. Het gildehais der boogschutters uit Brugge dateert uit 1560. Antwerpen bezit in het stadhuis (1561 — 1565) een streng, klassicistischbouwwerk.dat Fig. 723. Fransche en Italiaansche elementen vertoont. Bouwmeesters waren Cornelis de Vriendt, genaamd Floris, een vriend en leerling van Giovanni da Bologna, en Paul Snydincx. Naast de forsehe middenrisaliet, die bekroond is door een zwaren topgevel, die de in Vlaanderen Fig. 724. gebruikelijke belfort vervangt, strekken zich de twee vleugels uit, die, vier verdiepingen hoog en negen traveeën breed zijn. De beide middenste verdiepingen van de vleugels steunen op een rustieken sokkel, die bewerkt is als een open bogengalerij. Lage pilasters deelen de • traveeën in, terwijl in de middenpartij zuilen een toepassing vinden. Zoo zijn ook de vensters 660 DE RENAISSANCE IN BELGIË. der vleugels kruisramen, die der middenpartij rondbogig. Onder de kroonlijst is de lage verdieping opgevat als een open galerij met ballustraden. Verder dateeren respectievelijk uit 1551 en 1560 twee fraaie gildehuizen, n.1. dat der Lakenwevers en dat der Boogschutters. Ook de woning en drukkerij Plantijn, waarvan zelfs de inrichting nog intact is, geeft een goed beeld van het toenmalige interieur. Het raadhuis te Veurne, met twee topgevels uit 1596 en 1612, is Gothiek met Renaissance détails; de bogen zijn niet rond, maar Tudorbogen. Het Gerechtshof te Veurne, voltooid in 1628, behoort tot de Laat-Renaissance bouwwerken. Aan de beide verdiepingen zijn de Dorische en de Composita orde toegepast. De nissen in de tweede verdieping van de middenpartij bevatten beelden van Aartshertog Albrecht en Isabella, die vervangen zijn door de vrede en de gerechtigheid. De slanke belfort, uit 1618, is in opvatting nog bijna zuiver Gothiek. Nog dienen genoemd te worden de raadhuizen te Hal, uit 1611, met fraai afwijkend karakter in Fig. 726. natuur- en baksteen; teGenf, meer in klassieken trant, met aan de drie verdiepingen Dorische, Ionische en Korinthische halfzuilen op hooge voorspringende postamenten; en te Y'peren. Het paleis van Granvelle te Brussel werd in 1564 voltooid. Nu vrije universiteit, is dit gebouw van Sebastiaan en Jakob van Noyen, (f 1557 en f 1600) een der laatste Laat-Renaissance werken in Brussel. Peter Paul Rubens, de groote Vlaamsche schilder, schreef in 1622 een boek: Palazzi di Genova (1622). Hij was, behalve van zijn „Rubenshuis", de ontwerper van de Jezuïtenkerk te Antwerpen, die door Peter Huyssens en Francois Aguillon tusschen 1615 en 1621 werd gebouwd. Deze driebeukige kerk had een marmeren gevel, die na een brand in 1718 door .eenvoudiger materiaal werd vervangen. Bijzonder mooi is de toren. Geheel in denzelfden trant, alleen in details of rijkdom van versiering onderling verschil- DE RENAISSANCE IN BELGIË. 661 Fig. 726. Hal, Stadhuis, 17e eeuw. lend zijn de Jezuïtenkerken te Brugge, Namen (St. Lupus, voltooid in 1653), Luik en Yperen. Te Brussel werd de Augustynerkerk in 1642 door W. Coeberger gebouwd; de driehoekige Begijnenkerk, met haar front van drie gevels, werd in 1676 door Lucas Faid'herbe ontworpen, dezelfde die te Mechelen de Nótre-Dame (1678) en te Diest de Abdijkerk bouwde. Tot slot van het Barok-tijdvak noemen we de Gildehuizen, op de groote markt te Brussel, hier een overdadig rijk hoekje vormend dat in Nederland zijns gelijke niet heeft. Zoo min als de talrijke poortjes (Diest, Begijnehofpoortje, 1673; Antwerpen, poortje uit 1663) die in Nederland een ander karakter vertoonen. Het boek „Livre d'Architecture" van Jacques Francquart (1577 — 1651) leverde voor deze poortjes vele motieven. XXVI. DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. ET LAAT-GOTHISCHE TIJDVAK WAS VOOR ONS LAND EEN tijdvak van welvaart. In het dicht bevolkte land bloeiden landbouw, handel, visscherij en industrie. De Renaissance, die van 1550—1625 duurt, werd voorbereid door de Humanisten, de bestrijders der kerkelijke leerstellingen, door de hervorming en door groote mannen, waarvan Desiderius Erasmus aan de spits ging op wetenschappelijk gebied. Op kunstgebied deed de Renaissance reeds lang vóór 1550 haar intrede; de eerste elementen, ontleend aan de Italiaansche Renaissance, vertoonden zich reeds in de schilderijen van Lucas van Leijden, Jan van Scorel, en de werken van Jacob Cornelisz van Oostzanen. Amsterdam is de voornaamste stad; talrijke raad- en gildehüizen, wagen, vleeschhallen, poorten, weeshuizen en woonhuizen verrijzen, en slechts tijdelijk werd de bouwbedrijvigheid onderbroken door den 80-jarigen oorlog (1568—1648). Door Antwerpens val in 1585 wordt Noord-Nederland versterkt door de immigratie van protestantsche Zuid-Nederlanders; reeds vroeger vonden talrijke Portugeesche en Poolsche joden hier een gastvrij onderdak. Rijkdom en voorspoed nemen weer toe, vooral als in 1602 de O.-I. Compagnie wordt opgericht. Echter partijtwisten verdeelen het land. Verschillende steden hebben verschillende belangen, wat zich tevens openbaart in het verschillend karakter van de Renaissance bouwkunst in de verschillende steden. In 1648, als de vrede met Spanje wordt geteekend, is Hollandsen gouden eeuw reeds begonnen. Frederik Hendrik, Tromp en de Ruy ter; Rembrandt en Hals; Vondel en Hooft; Hendrik de Keyzer en Jacob van Campen zijn op verschillend gebied evenzoovele schitterende namen. De Renaissance openbaart zich in ons Fig. 727. Muntpoortje te Dordrecht. DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. 663 664 DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. Fig. 731. a. Top van een huis aan de Marktstraat te Groningen, ± 1630; b. Detail van Lieven de Key, ± 1600, uit Haarlem; c. Dito; d. Vensters van de Stadstimmertuin te Leiden, ± 1612; e. Venster van de Key, ± 1600, Haarlem; f. Venster van het stadhuis te Franeker, 1591 ; g. Van de Vleeschhal te Haarlem. Midden: Muuranker te Dordrecht. land op bouwkundig gebied het eerst in details. 2. De blindbogen boven de vensters zijn op de verschillende verdiepingen ook verschillend Fig van vorm, öf over den geheelen gevel gelijkvormig. Vaak zijn ze geprofileerd, en rusten op pilastertjes, consoles of maskers. Consoles en maskers zijn van natuursteen, terwijl bij Fig. toepassing van pilastertjes de kapiteeltjes en basementen hiervan in natuursteen zijn uitgevoerd. Soms vormen tympans de vensterbekroningen (stadhuis te 's-Gravenhage, te Nijmegen, Fig. te Oudewater; de Waag te Haarlem; St. Fig. Joris-Gasthuis te Hoorn). De bogen kunnen overkragen öf zijn in den muur gespaard, aldus ontlastingsbogen vormend boven de raamkozijnen. De boogvul- Fig. lingen bestaan uit vlechtwerk, mozaïk, gekleurde tegels, medaillons, wapens, cartouches of natuursteen schelpen. Fig. In het begin worden in Gothische bogen wel Renaissance vullingen aangebracht (gevel aan de Koornmarkt te Delft); of twee bogen Fig. naast elkaar boven één venster (St. Joris- Fig. doelen, Haarlem). Aanvankelijk zijn de bogen nog vaak spitsboog- of klaverbladvormig; daarna vinden streksche boog, korfboog, trap- Fig. boog en halve achthoekboog dikwijls toepassing. De sluitsteen is meestal versierd met een natuursteenen masker of diamantkop. Fig. In verband met den gevelvorm verspringen de vensters op de verschillende verdiepingen van as, en verandert mèt de verdieping de Fig. proportie. Indien het venster een kruisraam is, wordt vaak de onderste helft ervan met Fig. blinden gesloten. Het geel-wit geschilderde houtwerk geeft met de natuursteen banden en blokken een aardig kleur geheel. De verdiepingen verschillen in hoogte, die naar boven kleiner wordt; ze zijn door cordon- Fig. . 734. 733. 755.758. 756. 733. 731. a. 751. 729. 731. c f, d. 748,740. 731. d, 734. 731. f,g. 739. DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. 665 lijsten gescheiden, of wel is tusschen de verdiepingen een door vlechtingen of mozaïk, Fig. 742. maskers of cartouchen versierd fries aangebracht. De dierenmaskers zijn meestal leeuwenkoppen. De vertikale gevelindeeling geschiedt door pilasters als steunpunten van de bogen; dikwijls zijn ze gekoppeld. Indien van de vensters de bovendorpel als kroonlijst is opgevat, rust deze op consoles en draagt zelf weer de ontlastingsboog of (meestal) een tympan. Bij"hetstad- Fig. 758. huis te Nijmegen rust alleen de schuine tympanlijst op consoles, terwijl de horizontale lijst ontbreekt. Bij het Fig. 755. stadhuis in Den Haag ontbreken de consoles, maar is wel de horizontale tympanlijst aanwezig. A/aruursreenbanden en blokken worden nu eens overdadig toegepast, dan weer spaarzaam. Nu eens bepaalt zich de natuursteentoepassing Fig. 749. uitsluitend tot accentueeringen van de vensters en verdiepingen, dan weer wordt het ook in Fig. 740. banden en blokken toegepast. Een kenmerkend voorbeeld van Oud-Hollandsche zwart-wit Fig. 742. verdeeling is het Raadhuis te Naarden, Hout als bouwmateriaal verdwijnt meer en meer. Soms nog in de pui, met z'n pilasters van hout, maar overigens blijft het beperkt tot vensters en deuren en luiken. Ijzer zien we toegepast in rijk uitgesmeede muurankers, die ornamentaal aandoen, maar ook zijn aangebracht in eenvoudiger vormen, vaak samen vormend het jaartal. De topgevels zijn ontelbare malen gevarieerd. Toch zijn ze tot verschillende hoofdvormen terug te brengen. De eenvoudigste is de driehoekige top, begrensd door een natuursteenband. De topbegrenzing kan ook zijn kanteelvormig, maar meestal is ze trapvormig, een Fig. 734. Fig. 732. a. Museum te Edam; b. Stadhuis te Leiden huis te Haarlem. c en d. Stad- 666 DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. Fig. 733. a—j. Details van huizen te Dordrecht. Fig. 734. Gevels uit Dordrecht. enkele maal rechthoekig (de Steenrots, Middelburg). Fig. 757. De trappen zijn eenvoudig afgedekt door een zandsteenblok, als lijst geprofileerd. Ook de zijdelingsche Fig. 750. begrenzing van de trappen is vaak door natuursteen gevormd, 't zij geheel of gedeeltelijk door blokjes. De trappen worden zeer vaak opgevuld met natuur- Fig. 740. steenen klauwstukken en obelisken. Een enkele maal Fig. 752. ook zijn de trappen weggewerkt door S-vormig gebogen natuursteenbanden (top van de Waag te Enkhuizen), zoodat een meervoudig gebogen begrenzingslijn ontstaat. Fig. 748. Fig. 741. De trappen kunnen voorts klein zijn en veel in aantal, of groot en dan zijn er slechts twee Fig. 731. Fig. 729. of drie, meestal nog gevuld met figuraal natuursteen beeldhouwwerk of met groote vruchten- guirlanden en voluten. Totdat ten slotte de trapgevel kan overgaan in één groote trap, Fig. 733. door gebogen natuursteen begrensd. DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. 667 De bovenste trap draagt gewoonlijk een leeuwtje als schildhouder, een bol, vaak met stekels, of een tympan. Meestal is de bovenste Fig. 737. trap dan wat versterkt door een pilastertje op console in de gevelas, öf wel is er een rond Fig. 733. f. venster in aangebracht (oeil de boeuf). 3. Twee richtingen ontwikkelen zich in ons land bijna van den beginne af aan, n.1. de barokke en de klassicistische, verpersoonlijkt in de opvattingen van Lieven de Key (1560—1627) en Jacob van Campen (1598—> 1657). Een samenvatting van deze beide richtingen spreekt uit het werk van Hendrik de Keyser (1515-1621). Als voorbeeld van de Barokke richting kan Fig. 741. dienen de Vleeschhal te Haarlem, als voorbeeld van de Klassicistische Fig. 756. de Waag in dezelfde Fig. 735. Chyrurgynskaemer te Enkhuizen, 16= eeuw. plaats. Aan het eerste gebouw werden maskers en cartouches, mensch- en dierfiguren samengevoegd tot ongebonden overlading van onuitputtelijke, maar vaak onlogische fantasie. De bouwwerken in klassicistische richting, gekenmerkt door een geheel vrije toepassing van klassieke elementen, vlakke natuursteengevels met schematische pilasterstelling en tympanvormige ge vel beëindiging. De spaarzaam aangebrachte ornamentatie bestaat uit emblemen, 668 DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. Fig. 736. a. Venster van het Stadhuis te Woerden (1614). b. Van het Stadhuis te Haarlem (1625). c Van een pakhuis aan het Spaarne te Haarlem (1612). d. Van een huis door Hendrik de Keyzer te Amsterdam (1620). e. Tudorboog uit de Jansstraat te Haarlem (± 1600). vazen en guirlanden als acroteriën en muurvlakverfraaiing. In bijna alle steden van eenige beteekenis werden raadhuizen gebouwd, voor een groot deel nog bestaand of zelfs nog gebruikt als zoodanig. Verdwenen voor een groot deel zijn de vaak zeer mooie stadspoorten. De uitbreiding van de steden eischte ontmanteling der vestingen, demping der grachten erom heen en afbreking der poorten. Waar ze als bouwkundighistorische monumenten bewaard bleven, staan ze soms midden in de steden. Ook waterpoorten werden gebouwd. Aan kasteelen en kerken was geen behoefte, zoodat slechts weinig op dit gebied werd gepresteerd. Woonhuizen daarentegen verrezen overal en veelvuldig, soms in vakwerkbouw, meestal bak- en natuursteen. Inwendig werden de huizen gepleisterd, en afgetimmerd met eikenhout. De zoldering, uit planken bestaand, rustte op zware eikenhouten moer- en kinderbinten; de Fig. 732. a. moerbinten rustten dan weer op eiken consoles of kraagsteenen. Een mooi voor- Fig. 732. d. beeld van deuromtimmering bleef bewaard in het raadhuis te Bolsward, van een Fig. 743. schouw in de raadzaal te Kampen. Tot het Renaissance mobilair behooren dan nog fraai gebeeldhouwde eiken kasten, Fig. 735. stoelen en tafels en koperen bollenkronen. De verfraaiing van de kerkinterieurs bestond in het snijden van koorgestoelten. Heel oud is het koorgestoelte te Dordrecht, door Jan Tetwen tusschen 1538 en 1542 vervaardigd. En de kansel te 's-Hertogenbosch en die te Kampen uit 1620. Zeer zuiver in Italiaansch karakter is het koorhek te Enkhuizen en dat in de St. Vituskerk te Naarden (1531). DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. 669 Fig. 738. Middentop van het Leidsche ' Raadhuis. OVERZICHT DER MONUMENTEN. 4. Raadhuizen. Het Raadhuis in den H a a g is een hoekhuis, waarvan de twee Fig. 755. gevels, respectievelijk dateerend uit 1564 en 1565 een geheel verschillend karakter dragen. De torengevel is van Hollandsch type, baksteen, met natuursteenbanden en Ionische pilasters. De voorgevel vertegenwoordigt de klassieke richting, na¬ tuursteen met hooge kruisvensters, frontons, Dorische gemetselde pilasters op consoles en een sterk voorspringende, op consoles rustende Romeinsch-Dorische kroonlijst. In 't midden van de ballustrade, boven de kroonlijst, is een vierbogige loggia met Ionische halfzuilen aangebracht. Het Raadhuis te Leiden is geheel van natuursteen; begonnen 1597,is de bouwmeester Fig. 738. Fig. 737. Raadhuis te Franeker. 670 DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. Fig. 739. Huis Bethlehem te Gorichèm, (1566). Lieven de Key, die als medewerker Luder van Bentheim had. Van den langen gevel is de middentravée met een topgevel verrijkt, terwijl boven de zijportalen kleinere zijn aangebracht. Voor de middenpartij, met Ionische pilasters en frontons boven de vensters. Ionische halfzuilen en nissen met beelden, cartouches en guirlanden, obelisken en klauwstukken, ligt een groote bordestrap. De stadhuistoren is vierkant, met achthoekigen lantaarn. Fig. 760. Het fraaie raadhuis te Delft werd van 1618 —1620 door Hendrik de Keyser gebouwd. Fig. 753. De natuursteenen gevel is beneden rustiek, met Dorische en Ionische pilasters verfraaid. De ballustrade rust niet op een kroonlijst. In Zuid-Holland zijn dan de raadhuizen te Oude wat er Fig. 736. (1588), gedeeltelijk dat te Woerden (1610 en 1614), en het raadhuis te Haastrecht vermeldenswaard. Fig. 742. Een der mooiste stadhuizen is dat teNaarden (1601). De vlakke baksteengevel heeft twee toppen, een groote en een kleine, naast elkaar gebouwd, en is verrijkt met natuursteen-banden en vensterblokken, een fries met baksteen vlechtwerk, en maskers en cartouches. Fig. 740. Oude gevel aan de Westerstraat te Enkhuizen, (1617). :: ' DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. 671 Fig. 741. Vleeschhal te Haarlem. Het raadhuis te Hoorn, gebouwd op den stompen hoek van een gebroken straatlijn, bestaat uit twee symmetrische helften, met ieder een top. Juist in 't midden ligt een toegangspoortje. Kleinere raadhuizen treft men aan te De Rijp (1635), te Graft (1613), te Jisp en te Barsingerhorn; grootere en rijkere te Klundert, Venlo en te Nijmegen. Fig. 758. Dat te Nijmegen, uit 1554, twee verdiepingen hoog en liggend opeen straathoek,is een der oudste in ons land. In de boven de vensters geplaatste driehoekige frontons zijn sterk uitspringende koppen geplaatst. Boven de vensterassen in de hooge attika liggen elf medaillons, terwijl verder een fraai portaal en beelden op consoles den gevel verrijken. Het raadhuis te Bolsward, uit 1616 is twee verdiepingen hóóg, met bordestrap naar de Fig. 748. 672 DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. Fig. 742. Raadhuis te Naarden. Fig. 743. Deur in Raadzaal te Bolsward. eerste verdieping. Natuursteenbanden en een prachtige topgevel, benevens een slanke toren maken dit monument tot een der mooiste uit dit tijdperk. Ook dat teFraneker, met twee traptopgevels en slanken toren, fraaien ingang en trap is vermeldenswaard. Ten slotte zij gememoreerd het raadhuisje te Appingedam. KERKELIJKE BOUWKUNST. Fig. 744. In Amsterdam begon De Keyser in 1620 de Westerkerk, die in 1631 werd voltooid. De 85 M. hooge toren bestaat uit 6 verdiepingen. De beide bovenste zijn van hout, de drie vierkante benedenste van bak- en natuursteen, terwijl de terugspringende vierde verdieping, van Toskaansche orde, geheel van natuursteen is; de beide bovenste verdiepingen dateeren uit 1638 en zijn van Ionische en Korinthische orde. De kerk, 3-beukig, zonder apsis, heeft twee dwarsbeuken, ingedeeld door een 10-tal groepen van 3 gebundelde Dorische zuilen. De steunbeeren eindigen in Ionische zuilen als vazendragers. Fig. 745. De Noorderkerk, eveneens'van de Keyser, werd van 1620—1623 gebouwd in Griekschen kruisvorm, met afgeschuinde uitspringende hoeken. De Zuiderkerk, van denzelfden, is driebeukig, en verrees tusschen Fi{ 763. DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. 673 Fig. 746. Ingangspoortje van het Weeshuls te Enkhuizen. Fig. 747. Waag te Nijmegen. 674 DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. Fig. 748. Raadhuis te Bolsward. Fig. 749. Pakhuis te Ouderwater. 1603 en 1611; de toren is zeer mooi, met Ionische zuilen en nissen, doch staat niet, als de Westertoren, in de as van het gebouw. Fig. 759. In Haarlem is terecht de toren van de St. Annakerk, door Lieven de Key in 1613 gebouwd, beroemd. OPENBARE GEBOUWEN; POORTEN. Fig. 727. Een der fraaiste en oudste Renaissance poortjes is het Muntpoortje te Dordrecht, dat in rijken Italiaanschen geest opgevat, gebouwd werd in 1555. DeGroothoofdspoort in dezelfde stad dateert uit 1625 en wordt aan Hendrik de Keyser toegeschreven. Te Leiden is het Gemeenlandshuis van Rijnland in 1598 door Lieven de Key gebouwd, in baksteen met natuursteenblokken opgetrokken, en van 3 topgevels voorzien. Fraai is het poortje van de Penshal, uit 1607, en de Stadstimmerwerf uit 1612. In Schoonhoven bleef de Stadskorenschuur bewaard. DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. 675 „ . , r> u i : Fig. 751. Midden verdiepingen van een Fig. 750. Gevel in de Damstraat te Haarlem. i geve, Qp de Koornmarkt te Delft. 676 DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. Fig. 754. Wijnhuistoren te Zutfen. (Bovendeel verbrand 1920). Fig. 755. Voorgevel van het stadhuis te Den Haag. Te Amsterdam werd in 1606 door Hendrik de Keyser de binnengevel van het Oo stFig. 762. Indische huis gebouwd. De bogen beneden zijn korf bogen; de streksche bogen boven zijn met natuursteenblokken versierd, die ook langs de vensters zijn aangebracht. Grillig gevormde cartouches vullen de hoogvelden, en even grillig zijn de natuursteenbanden in den topgevel gebogen, welke top bekroond is door een ballustrade. De toegang wordt door een aardig poortje gevormd. Ook het Arsenaal (de huidige militiezaal, nu geheel DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. 677 Fig. 756. Waag te Haarlem. (1598). Fig. 757. Middelburg. Het huis de Steenrots. gerestaureerd) en deMontelbaanstoren zijn kenmerkend in de Keysers karakter. De St. Anthoniepoort werd door de Keyser tot Waag verbouwd ; heel merkwaardig zijn de drie hierin aangebrachte poortjes. Ook in de Bank van Leening uit 1616, die in 1660 werd verbouwd, bleef een van de Keysers poortjes bewaard, evenals dat van het hoofdbureau van politie in de Spinhuissteeg, en dat van het tuchthuis op den Heiligenweg. Te Haarlem werd tusschen 1600 en 1603 door Lieven de Key de Vleeschhal Fig. 741 gebouwd, een eenigszins overladen type van nationalen stijl, en waarvan het overladen karakter vooral uitkomt aan de toppen van de zijgevels. De door natuursteenbanden inge- Fig. 728 deelde voorgevel heeft blokken om de vensters en blokkenbogen erboven, terwijl zware 678 DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. Fig. 758. Stadhuis te Nijmegen. Fig. 759. Toren van de St. Annakerk te Haarlem, (1613). cordonlijsten, wapens, cartouches, stier- en ramskoppen i en obelisken kleur aanbrengen. De door kruisgewelven j overdekte inwendige ruimte is door Toskaansche zuilen i in tweeën gedeeld. De door denzelfden bouwmeester in 1593 gebouwde | Fig. 756. Waag is van een geheel ander karakter. Dit geheel in i klassieken stijl opgetrokken hoekgebouw, heeft beneden ■ de ingangen, op de tweede verdieping kruisramen met ! ronde en driehoekige tympans en boven aekoppelde ï ronde en driehoekige tympans en boven gekoppelde rondboog ramen. Alkmaar kan bogen op een der schilderachtigste Wagen uit ons land. Deze waag is eigenlijk een verbouwing van de H. Geest-kapel, die in 1582 een Renaissance gevel en toren verkreeg. In den gevel zijn Dorische, Ionische en Korinthische pilasters met rustieke natuursteenbanden toegepast. Ook de pui is geheel rustiek. Het St. Jans-Gasthuis te Hoorn is merkwaardig om de venstervormen en -indeeling, terwijl in de trappen van den top vulstukken zijn toegepast met mensenfiguren. Ook de Waag dient hier genoemd te worden. Behalve de schilderachtige Oosterpoort, met gebogen grondplan, dateerend uit 1578, zijn nog vermeldenswaard enkele poortjes, o. a. van het Oude-Vrouwenhuis, van het Weeshuis, de St. Jorispoort en de St. Sebastiaanpoort. DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. 679 Fig. 760. Stadhuis te Delft. Fig. 761. Poort van het Bruntënhof te Utrecht, (1621). Te Enkhuizen bezit de Waag een der mooiste voorbeelden van Hollandsche-Renais- F'9- 752sance-topgevels met gebogen lijnbegrenzing. Van de talrijke in deze doode Zuiderzeestad overgebleven poorten is de Drommedaris, een vroeg-16C eeuwsche verdedigingspoort een der belangrijkste; ze bestaat uit een ronden toren met aangebouwd rondeel, waarin een doorgangspoort. Een tweetal eindpoortjes, gerestaureerd in 1915, dateeren respectievelijk Fig. 746. uit 1540 en 1642. Ten slotte is in Enkhuizen nog het Weeshuispoortje van belang wegens zijn barokke vormgeving. Het aantal bewaard gebleven openbare bouwwerken in de overige provinciën is door slooping in de laatste eeuwen sterk verminderd. De belangrijkste nog bestaande monumenten zijn: Fig. 761. te Utrecht de poort van het Bruntënhof, uit 1621; te Nijmegen de in 1606 voltooide top van den kerkboog aan de markt, en de vermoedelijk door Hendrik de Keyser gebouwde Stadswaag, uit 1612; te Fig. 747. Buren een prachtig, gerestaureerd Weeshuis; te Zwolle de Hoofdwacht, uit 1614; te Kampen de '680 DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. Fig. 762. O.-I. huis te Amsterdam, gevel aan de Zuidvleugel. Fig. 763. Toren van de Zuiderkerk te Amsterdam. Cellebroederspoort, waarvan het bovendeel in 1617 in Renaissancestijl werd vernieuwd; te Deventer het Spinhuis, nu hoofdbureau van politie, uit 1622, met drie zeer mooie toegangspoortjes. In de Noordelijke provinciën vertoont het Kanselar ij gebouw te Leeuwarden een combinatie van Gothische en Vroeg-Renaissance détails. Het werd van 1566—1571 door Bartholomeus Janszoon gebouwd. De Waag dateert uit 1598. De schilderachtige Waterpoort te Sneek is de eenig over¬ gebleven Renaissance verdedigingspoort, die een toegang te water versperde. De boog is geslagen tusschen twee achtkante torens; op den boog rust een overdekte galerij met topgevel. In Groningen valt nog te noemen het Gerechtshof (1610) in de Boteringhestraat, met zeer hooge smalle vensters en traptreden op de geveluiteinden. WOONHUIZEN. Hoewel er in de laatste eeuw zeer vele en zeer belangrijke gevels zijn gesloopt, is er in de DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. 681 Fig. 764. Spinhuis te Deventer. Fig. 765. Waag te Hoorn. laatste jaren een kentering gekomen. Verschillende vereenigingen, en ook het Rijk trachten door aankoop van met slooping bedreigde woonhuizen deze voor de bouwkunst te behouden. Fig. 733. In Dordrecht bestaan nog verscheiden zeer karakteristieke gevels, belangrijke voorbeelden van vroegeFig. 744. Renaissance bouwkunst. Een der fraaiste is wel het huis de Crimpert-Salm (Vischstraat 3), uit 1608. Delft kan bogen op een tweetal zeer vroege gevels, n.1. een huis op de Koornmarkt 64, uit 1515, en het z.g. Koomhuis. Korenmarkt 81. Fig. 739. Merkwaardige gevels bezit ook nog Leiden. Gorinchem eveneens, n.1. het huis Bethlehem, uit 1566, en het huis ,,'r Coemt al pan God",, uit 1563. Dan Schoonhoven, en Oudewater met het huis „de arke Noachs" en een pakhuis: Donkere- Fig. 749. gaard 64. In Amsterdam zijn Ving boonshuizen geheel van natuursteen, zooals b.v. de huizen aan de Heerengracht no's 168, 364 en 370. Doch ook bouwt Vingboons gevels van baksteen, ingedeeld door hooge pilasters met natuursteenen kapiteelen, en met hardsteenen pui. Boven de kroonlijst komt een versierd tympan, terwijl tusschen de verdiepingen de versiering wordt gevormd door natuursteenen guirlanden. Meestal hebben deze huizen een hoogen, vaak dubbelen stoep. Mooie huizen indezen trant zijn o.a. O. Z.Voorburgwal No. 187 en 316; N. Z. Kolk No. 11; Kloveniersburgwal No. 77. En verder nog Keizersgracht No. 319, Heerengracht No's, 412, 450 en 466, 682 DE RENAISSANCE IN NEDERLAND. Fig. 766. Geveltje te Enkhuizen. Singel No. 548, O.-Z. Voorburgwal No. 270 en 316, en Oude Turfmarkt 13. In Haarlem bouwde Lieven de Keij den fraaien Weeshuisgevel in 1608. De in 1592 gebouwde St. Jorisd oei en is het werk van IJ. S. Hageman. In Noord- Fig. 729. Holland worden dan verder belangrijke oude gevels aangetroffen in Hoorn, Alkmaar en Enkhuizen. Fig. 740. In 't Zuiden van ons land is in Zeeland Middelburg te noemen. In 1590 verrees, geheel in natuursteen, het huis de Steenrots, waarvan de topgevel gedeeltelijk, op de Fig. 757. groote voluten na, verdween. De gevel bestaat grootendcels uit kruiskozijnen met glas, terwijl de borstweringen met reliëfs zijn overdekt; alleen de benedenste vensters hebben rondbogen. Een tweede Renaissance huis van beteekenis is „de Gouden Zon" doch dit dateert uit 1635 In Brabant bezit Woudrichem een aantal aardige gevels, terwijl in Utrecht te noemen zijn het huis „de Koning van Portugal", uit 1619 en het huis op den Drift, uit 1595. Nijmegen, (woonhuis Hezelstraat, 1545); ZaltB o mm el (gevel in de Waterstraat), Arnhem, en Zutfen (huis op de Houtmarkt, 1615) bezitten ieder nog enkele Renaissance-gevels, evenals Kampen (huis in de Sassenstraat, 1571) en Deventer. De Noordelijke provinciën zijn voor de Renaissance bouwkunst van minder belang. XXVII. DE RENAISSANCE IN DENEMARKEN EN ZWEDEN. OOALS DE RENAISSANCE IN NEDERLAND LATER KWAM DAN in België, kwam ze in Denemarken later dan in Nederland. De Nederlandsche Renaissance, die zich langs de Noord- en Oostzeekust verbreidde, deed ook haar invloed gelden in Denemarken, waar de Renaissance een specifiek Hollandsch karakter draagt. Een drietal bouwmeesters, Nederlanders van oorsprong, waren hier werkzaam, n.1. Hans van Steenwinckel de Oude (1541 —1601), Hans van Steenwinckel de Jonge (1587—1639) en zijn .broer Laurens van Steenwinckel (1585—1619). Beide laatsten waren leerlingen van Hendrik de Keyser. Denemarken beleefde een tijdperk van bloei onder regeering van Christiaan IV (1596— 1648); onder zijn langdurige regeering komt het land na oorlogen met Zweden tot rust. Bovendien ondernam Christiaan vele belangrijke bouwwerken, voornamelijk kasteelen. Daar kasteelen in het Renaissance tijdperk in Nederland niet werden gebouwd, konden de Nederlanders in het Noorden monumenten bouwen, waarvoor in hun vaderland geen gelegenheid was. De Deensche Renaissance vertoont dan ook het kunnen van de Nederlandsche bouwmeesters evengoed of beter nog dan de Renaissance in Nederland zelf. De meeste kasteelen in Denemarken werden gebouwd in opdracht en onder bemoeienis van de koningen. Toch Worden er ook vele gebouwd voor de grooten van het rijk; maar van deze bouwwerken is het grootste deel verbrand, gesloopt of tot onherkenbaar wordens toe verbouwd. De kenmerkende details zijn zuiver Nederlandsch: kruisvensters met tympans, torenspitsen, topgevels met gebogen lijnen, klauwstukken met obelisken en het materiaal, mooie roode baksteen met lichte natuursteen. De dakbedekkingen zijn meestal van koper, nu fraai groen geoxydeerd; de sokkel is dikwijls van paarsch Zweedsch graniet. Daarentegen is de voorliefde voor hooge erkers weer Duitsch. OVERZICHT DER MONUMENTEN. 2. Het slot Kronborg (1574—1585) bij Elseneur werd voor Frederik II gebouwd. Duitsche, zoowel als Nederlandsche invloeden deden zich gelden bij dit bouwwerk, dat geheel in natuursteen werd opgetrokken. De zware, ontoegankelijke, 4.—5 M. dikke buitenmuren maken een sterk verdedigbaren indruk; het bouwwerk beheerscht dan ook den doorgang door de Sont. Daar, behalve als verdedigbare sterkte, het slot ook als bewoonbaar vorstenverblijf is ingericht, openen zich de gevels naar de binnenplaats van het in grondplan vierkant ontworpen gebouw; talrijke drielicht kruisvensters, afgedekt door frontons en topgevels met gebogen lijnen,* wijzen op Nederlandsche architecten: Hans van Steenwinckel de Oude, 684 DE RENAISSANCE IN DENEMARKEN EN ZWEDEN. K Fig. 767. Beurs te Kopenhagen. • • Rudolf van Deventer en Anthony van Obbergen, de in Mechelen geboren Vlaming, die zoo een groot aandeel had in de bouwkunst te Dantzig. Fig. 768. Het slot Frederiksborg (1602—1625) te Hilleröd verrees in opdracht van Christiaan II, op drie eilandjes. Het hoofdgebouw omvat met drie vleugels een binnenplaats; de vierde zijde is afgesloten door een lage galerij met toegangspoort, die met overdadige, krachtige reliëfs is verrijkt. De onderbouw is van paars Zweedsch graniet, de gevels zijn van helder rooden baksteen, de dakbedekking is van groen geoxydeerd koper. De eindgevels der vleugels zijn in Hollandschen trant van door gebogen lijnen versierde topgevels voorzien; erkers loopen door over de vier verdiepingen. Zeer mooi is de hooge, slanke toren op de binnenplaats; en de aan de binnenzijde van de middenste vleugel in 1621 door Laurens Pietersen Sweis van Amsterdam aangebouwde, twee verdiepingen hooge open arcaden. Hans van Steenwinckel en Anthony van Obbergen zijn de bouwmeesters. DE RENAISSANCE IN DENEMARKEN EN ZWEDEN. 685 Fig. 768. Kasteel Frederiksborg te Kopenhagen. Het derde belangrijke Deensche kasteel is het slot Rosenberg (1610—1625) te Kopen- Fig. 769. hagen. Gebouwd oorspronkelijk op eenigen afstand van de stad in een park, is het nu ingebouwd. Koning Christiaan IV gaf ook voor dit kleinere langwerpig rechthoekige bouwwerk opdracht. De sokkel is weer van graniet, de muren van bak- en natuursteen. Aan den langen voorgevel verrijst in het midden een slanke hooge toren. De smalle eindgevels eindigen in hooge, door gebogen lijnen begrensde topgevels. De achterzijde is verlevendigd door twee vierkante voorspringende torens, op eenigen afstand van de eindgevels, en een veelhoekigen lagen traptoren in het midden. Van de overige „borgen", die voor brand of afbraak bewaard bleven, zijn de voornaamste: de Hansborg (1557) in Sleeswijk, grootendeels verbrand; het slot Gottorp (1568) bij Sleeswijk, waaraan klaarblijkelijk ook Italiaansche bouwmeesters werkzaam waren; het slot te Husum (1582), bak- en natuursteen, van overwegend Nederlandsen karakter ; het slot te Kolding, op Jutland, Nederlandsch-Noord-Duitsch van opvatting; de Borg te Wallö, uit 1585, en het nu geheel verdwenen fraaie slot Nykjöbing op Falsier. De Beurs te Kopenhagen werd van 1610—1623 door Hans van Steenwinckel de Jonge Fig. 767. gebouwd met behulp van zijn broeder Laurens en van Herman Rolleflnck. Het langwerpig rechthoekig gebouw is van bak- en natuursteen, met dakvensters en een toren, die eindigt in vier draken, wier omhoog door elkaar geslingerde staarten de spits vormen; meer eigenaardig 686 DE RENAISSANCE IN DENEMARKEN EN ZWEDEN. dan mooi. Het twee verdiepingen hooge gebouw bezat oorspronkelijkinwendig twee lange gangen, aan weerszijden waarvan kleine vertrekken waren aangebracht voor de kooplieden; deze zijn echter later uitgebroken, en vervangen door één groote zaal. Ook de beide eindgevels werden in 1624 afgebroken en door Hans van Steenwinckel vervangen door de tegenwoordige fraaie gevels met hermen en cartouchen en een boogvulling boven het Dorische zuilenportiek, waarin de C4, het monogram van Christiaan IV. De drie trappen van den topgevel zijn met de bekende klauwstukken gevuld. De hooge topgeveltjes aan de langszijde dateeren uit 1626. De Drieeenheidskerk (Trinüatiskerk) te Kopenhagen (1637—1656) is ook een werk van Hans van Steenwinckel. Boven de driebeukige hallenkerk strekt zich een bibliotheekzaal uit. De onaesthetische ronde toren, van gepleisterde roode baksteen, moest dienstbaar zijn voor sterrewacht. Een platform vervangt de spits en is toegankelijk langs een schroefvlak, zonder treden. Van denzelfden bouwmeester is de in 1617 gebouwde grafkapel-van den Dom te Roeskilde. Van de burgerlijke bouwwerken is nog voor de Renaissance geschiedenis van belang het Dy vekeshuis te Kopenhagen, dat in 1616 voor burgemeester Hansen werd gebouwd. Twee topgevels verrijken het front aan de langszijde. 3. In Noorwegen blijft voornamelijk de houtbouw gehandhaafd. Alleen de details ondergaan eenige wijziging in den geest van den tijd. Overigens is de bouwkunst uit het Renaissance tijdperk in dit land volstrekt onbelangrijk. 4. In Zweden daarentegen drong ook de Nederlandsche Renaissance door tijdens de regeering van Gustaaf Wasa; de Vroeg-Renaissance duurde er tot ongeveer 1600, de daaropvolgende Laat-Renaissance tot 1650. Dikwijls werden voor de kasteelen de middeleeuwsche hoofdvormen en fundeeringen aangehouden, en werden alleen de vensters, portalen, topgevels en andere details opvat in Nederlandschen geest. Fig. 769. Kasteel Rosenburg te Kopenhagen. DE RENAISSANCE IN DENEMARKEN EN ZWEDEN. 687 OVERZICHT DER MONUMENTEN. 5. Het slot te Gripsholm in Södermanland (1537-1544) is nog onregelmatig van aanleg. Zware torens geven silhouet aan het om twee binnenplaatsen opgetrokken bouwwerk. Rechthoekig is het slot te Wadstena (1545 begonnen), met zware ronde torens aan de gevels. Dat te Kal mar, (begonnen in 1560) is weer onregelmatig vijfhoekig; boven het water steken de vlakke muren uit, slechts verrijkt door topgevels, en ronde en veelhoekige torens. Kenmerkend voor het burchtachtig karakter van dit slot zijn de zware lage ronde bastions op de hoeken. Van belang zijn nog het slot Svenstorp (1596); Wibyholm (1626)' met drie om een binnenplaats gebouwde vleugels; Jacobsdal (1644); Tidö en Torup. De St. Jacobskerk te Stockholm, uit 1588 is nog Gothisch van aanleg, 3 beukig, met alleen portalen en topgevels in Renaissancestijl. Renaissance is ook de Ridderholmskerk met de grafkapel van Gustaaf Adolf. De Drievuldigheidskerk te Christiaanstad (1618) vertoont een streven naar een nieuwe type, evenals in Nederland, n.1. combineering van centraal- en basiliekbouw; eigenlijk Deensch (de kerk werd nog door koning Christiaan IV van Denemarken gebouwd) blijkt dit karakter uit de topgevels met gebogen lijnen. Behalve ten slotte een aantal huizen aan de Groote Markt te Stockholm, verdienen nog het huis van der Linde en het huis Petersen belangstelling. XXVIII. DE RENAISSANCE IN ENGELAND. 1. E EERSTE RENAISSANCE DETAILS TREDEN OP TIJDENS HET huis Tudor (1485-—1603), en dan aanvankelijk alleen decoratief, zonder in te grijpen in het constructieve. Constructief begon de Renaissance onder Hendrik VIII (1509—■ 1547) en zijn minister kardinaal Wolsey. De behoudende Engelschen, bij wie de Gothiek was ingeburgerd, verzetten zich aanvankelijk tegen de nieuwe bouwwijze, die niet in den volksgeest kon doordringen. Onder Elisabeth (1558—1603) echter kwamen, behalve enkele Italianen, vele Vlamingen, Nederlanders en Duitschers naar Engeland, dat in een bloei-periode verkeerde tengevolge van de uitbreiding van koloniën, veroverd ten koste van achtereenvolgens Spanje, Nederland en Frankrijk. Londen trok reeds in dezen tijd den wereldhandel tot zich. Evenwel, de Engelsche bouwmeesters bleven vasthouden aan Tudorstijlbegrippen en gebruikten voor het decoratieve deel genoemde vreemdelingen, die, ten minste wat de Duitschers betreft, een ongunstigen invloed uitoefenden. Bovendien waren de vreemdelingen nooit meesters van naam, en maar zelden meer dan handswerklieden, die, onmachtig tot scheppen, gebruik maakten van bestaande plaatwerken voor het maken van schoorsteenen, grafwerken etc. De Vroeg-Renaissance duurt van 1560—1625, en omvat het tijdperk van de regeering van Elisabeth, Elisabethanstyle; de Hoog-Renaissance (1625—1665) wordt door de Engelschen Jacobeanstyle genoemd, en omvat de regeering van Jacobus I (1603 —1625) en Karei I (1625—1649). De Laat-Renaissance (1655—1750) wordt beheerscht door Klassicisme, Barok en Rococo. Met den nationalen rijkdom groeit ook de behoefte aan gerieflijker woningen; en vooral de kasteelen van den adel verliezen, als elders, hun weerbaar karakter, en veranderen snel in prachtige landhuizen, die kenmerkend verschillen van de Italiaansche villa's en ook van de Fransche. Bij het Engelsch kasteel wordt niet gelet op monumentaliteit, op gevelbouw of grondplan, maar op de omgeving; Engelsche Renaissance kasteelen vormen, met de hun omringende parken, één geheel, en geven door torens, erkers en aanbouwen, en door den H-vormigen plattegrond uitzicht naar alle zijden. In de directe kasteelomgeving is het park, onder Hollandschen invloed, aangelegd volgens rechte lijnen en cirkelbogen, met geknipte struiken en hagen; alles omgeven door bosschen en uitgestrekte grasvelden. Inwendig zijn vooral een of meer lange vertrekken, galerijen, en de hal met trappenhuis van belang, met fraaie in hout gesneden leuningen; voorts was in de vertrekken de schouw het belangrijkste detail, terwijl de muren gedeeltelijk betimmerd waren (lambriseering) of DE RENAISSANCE IN ENGELAND. 689 aeheel. Voor de zolderina evenwel ;••••*••*•••••••••••••• . verviel hout als materiaal en werd vervangen door pleister; de indeeling geschiedt door gebogen lijnen in velden met rozetten. Uitwendig spreken de bij de meerdere verdiepingen hooge gebouwen de portalen, meestal met zuilen, Fig. 770. torens, erkers, schoorsteenen, topFig. 771. gevels met gebogen lijnen en ballustraden. De ornamentatie gelijkt aanvankelijk op Vroeg-Fransche, uit het tijdperk van Frans I, doch wordt al spoedig vervangen door Hollandsche en Duitsche motieven. De kasteelen in Schotland houden langer een middelééuwsch karakter; Fransche invloed blijkt uit de rijkere dak-en schoorsteenbewerking, waardoor de detailrijkdom naar boven toeneemt. In Ierland zijn de meeste kasteelen verdwenen oi slechts als ...................ï ruïne over. ; Fig. 770. Erker van het Brasenose College, Oxford. j Het verwerkte materiaal is bak- ! en natuursteen. Doch in de Westelijke graafschappen, vooral Lancashire, Chester en in Fig 772. Shrewsbury en Dunster, waar veel hout groeit, wordt vakwerkbouw toegepast. Een der in dezen bouw uitmuntende architecten is John Abel. De eerste schrijver in Engeland over Italiaansche zuilenorden was John Shute, architect van de koningin. Weinig practisch werk is met zekerheid van hem bekend; hij stierfin 1564. Tijdens de vroeg-Renaissance was echter JohnThorpe de groote man; doch Inigojones, (1573—1651) die tot twee maal toe een reis naar Italië ondernam en schreef over bouwkunst, en vele prachtige bouwwerken tot stand bracht, wordt door de Engelschen vereerd als in ons land Jacob van Campen. Hij studeerde te Vicenza, en was een aanhanger van Palladio, al paste hij niet de Groote orde over twee verdiepingen toe. Een leerling en opvolger van hem is John Webb. MONUMENTEN. 2. Het paleis Wolsey te Hamptoncourt is een der oudste Renaissance monumenten en werd in 1555 begonnen; Giovanni da Majano maakt er versierende terra-cotta's voor. 690 DE RENAISSANCE IN ENGELAND. Fig. 771. Wollaton-House, Nottinghamshire. Het grafmonument voor Hendrik VII en zijn vrouw, in 1519 door Pietro Torrigiano uit Florence vervaardigd, is zeer mooi in marmer in zuiver Italiaanschen stijl ontworpen, en daardoor on-Engelsch. evenals het grafteeken voor Margaretha van Richmond. Met de eigenlijke Engelsche Renaissance hebben deze op zich zelfstaande gevallen dus eigenlijk niets uitstaande. Vroeg-Renaissance zijn ook het huis Charlecote (Warwickshire), begonnen 1558; en Longleathouse (1567—1579), toegeschreven aan Giovanni da Padua, maar waarschijnlijk afkomstig van John Shute of Robert Smithson. Het grondplan is geheel Engelsch met de vele voorsprongen en het ontbreken van een binnenplaats; mooi aansluitend bij het park, zijn de details verder rustig en klassiek. Kirby Hall, in Northamptonhire, werd in 1570 gebouwd. Burleigh House, door JohnThorpe in 1577; Hardwickhall van 1576—1587; Wollatonhall (Notts) door Smithson van 1580—1588, met zwaren middenbouw, hoektorens, Nederlandsche topgevels Fig. 771. en Duitsch-aandoende ornamentatie. Longford Castle, bij Salisbury (1591 — 1612), met z'n zware, lage hoektorens, en loggia's aan twee verdiepingen van de middenpartij, is ontworpen door John Thorpe. Holland house, Kensington, 1607, met hoefijzervormige vleugels, draagt het karakter van de bouwwijze van het land, waarnaar het genoemd is. Mentacute house, Somersetshire, dateert uit 1580; Park Hall, Oswestry, werd door Robert Howell gebouwd; ook St. Peter Hospital te Bristol is van belang, evenals het natuursteenen Hatfield House, 1611. DE RENAISSANCE IN ENGELAND. 691 Fig. 772. Park-Hall, bij Oswestry. (Naar loaeph). Te Cambridge en :' te Oxford verrezen in j den Elisabethstijl talrijke ■ Colleges, een combi- : natie van Gothieke en • Renaissance elementen. • Theodoor Have uit Kleef : is de ontwerper van de • triomf poort van het • Cajus college (1574), j Tudorstijl met klassieke j elementen; ook van • Thorpe zijn hier porta- : len van belang en vooral • de Bodleyaansche • Bibliotheek teOxford, : door Thomas Hölt van : 1597—1602 in vijf ver- j diepingen opgetrokken, ''H •■■(«■•••■•••: ll,liri1 t»"t"i»«"'niuiipn «rr^rrjiijj' l waaraan rondboog portaal en maaswerk vensters door gekoppelde zuilen zijn geflankeerd. Tot de Vroeg-Renaissance bouwwerken behooren dan nog Aston Hall, te Birmingham ...««^..........•..••••.•••••••«•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••"•••••••i (1618—1635), rustig en een¬ voudig van opvatting; Stibbington Hall, Huntinglonshire, 1625; en de geheel oude Botermarkt te Dartmouth (1635—1640). De Hoog-Renaissance luidt in met het grootsche ontwerp voor een paleis te Whiteh a 11. Het zou zeven binnenplaatsen omvatten, een groote rechthoekige in 't midden en drie in ieder der vleugels. Van dit meesterwerk van Inigo Jones, werd slechts tusschen 1619 en 1622 een gedeelte uitgevoerd, n.1. een feestzaal, Fig. 773. Fig. 773. Banqueting-house (feestzaal) te Whitehall. 692 DE RENAISSANCE IN ENGELAND. Banquetinghouse. Op een rustieken sokkel verrijzen twee verdiepingen, ingedeeld door pilasters, waarvan er twee gekoppeld op de hoeken staan. De midden partij wordt gevormd door Jonische driekwart zuilen voor de beneden- en Korinthische driekwart zuilen voor de bovenverdieping. Boven de kroonlijst staat een ballustrade. Jones bouwde nog vele andere belangrijke werken. Queens house (1619—1635) in Greenwichpark, in Italiaansche opvatting en een middenpartij van zuilenloggia's; St. Johnscollege, Oxford, (1631 — 1635). Raynham Park, Norfolk (1636); Wiltonhouse, in Salisbury, (1640); Ashburnhouse, Westminster; de Waterpoort te York-House, in Londen; en Coleshill, Berkshire; 1650. Tenslotte zijn van dezen bouwmeester ook nog het Portiek van de St. Paulskerk in 'Coventgarden te Londen en het hospitaal te Greenwich. Eindelijk noemen we nog Brasenosecollege te Oxford, in Jacobeanstyle, met een fraaien erker van Fig. 770. John Jackson; Thorpe Hall bij Peterborough (1656) en Ashdownhouse, beide door John Webb. # XXIX. DE BAROKSTIJL. l. E BAROKSTIJL VOLGT OP DE LAAT-RENAISSANCE, EN IS ER uit ontstaan en logisch gegroeid. Reeds in 158Q in Italië begonnen, is de Barokstijl in alle Europeesche landen al spoedig de heerschende, die zich weet te handhaven tot in 't begin van de 18e eeuw. Zooals uit de L,aat-vjotnieK de namDoyanc-suji groeide, uuui ue iwiidueu ui mi^ij^utu ^ zin „barbaarsch" genoemd, zoo groeide uit de Renaissance de „Barok", welke naam, eveneens ten onrechte, reeds uit zich zelf als afkeuring werd bedoeld, en die niet vrij is van overdrijving. De naam kan n.1. zijn afgeleid van het Latijnsche verruca (wrat, klein gebrek), van het Portugeesche barocco (scheefrond, onregelmatige parel) van het Grieksche baros (zwaar) of zelfs van parakopos (krankzinnig), over welke afleiding men het niet eens is, maar die in geen geval een gunstigen indruk vestigt. Als vader van den Barok geldt Michelangelo Buonaroti (1475—1564); hij is de grondlegger van de vrije ongebonden richting in de architectuur, waarnaast de strengere richting van Andrea Palladio (1518—1580) zich echter handhaaft. De ontwikkeling van den Barok uit de Renaissance is een zeer natuurlijke. In de Geschiedenis van de architectuur vinden we in bouwwerken van Baalbek, vergeleken met de Romeinsche monumenten eenzelfde streven naar pracht, dat den beschouwer moest overweldigen. Ook de Renaissance begon zich zelf te overleven, daar met de bestaande details en voorschriften bijna geen nieuwe oorspronkelijke combinaties meer mogelijk waren. De Barok uit zich in een streven naar krachtige, grootsche massa's, prachtvolle, schilderachtige details van sterk bewogen lijnen, diepe reliefwerking en zware profielen. Reeds Michelangelo's werken vertoonen een neiging naar het overladene, wat evenwel in veel sterker mate het geval was met de scheppingen van zijn volgelingen, die, zijn groot, beheerscht genie niet begrijpend, alle Renaissance regels en voorschriften ten opzicht van het evenwicht en harmonie als ketenen beschouwend, in hun bouwwerken vaak een onschoone verwarring en soms een in verwildering ontaardende vormgeving niet weten te mijden. Dit gebrek aan harmonie en evenwicht, dat sommige bouwwerken vertoonen is mogelijk de aanleiding geweest tot den afkeurenden naam Barok. De bouwmeesters trachtten elkaar in origineele vindingen te overtreffen, wat uitwendige praal en schittering tengevolge had, ten koste vaak van innerlijk schoon. De geschiedenis van den Barok wordt door dit individualisme een geschiedenis van namen van bouwmeesters, al is er eenheid in het principe, en eenzelfde karakter in groote lijnen, ook wat aangaat de beeldhouw- en de schilderkunst. De Barok, die meer op gevoel dan op kennis was gegrondvest, was niettegenstaande 694 DE BAROKSTIJL. Fig. 774. 1. Ballusters van Pal. Cernitto teBitonto. 2. BallustersvanS.S. Domenico e Sisto te Rome. 3. Pal. Montpensier te Bologna. 4. Pal. Sylos-Sersale te Bitonto. 5. Hek te Frascati bij Rome. 6. Pal. Fironi te Sulmona. sommige overdrijvingen, op zich zelf een geheel. Beschouwd in verband met den toenmaligen maatschappelijken toestand, blijkt, dat deze richting volmaakt in den smaak viel van den kunstenaar, zoowel als van den opdrachtgever. Om een objectief oordeel te kunnen vellen zou men zich een schitterende Lodewijk XIV zaal, met de zware stuc-zolderingen en pathetische schilderingen, aangekleed moeten denken met de zware, gedeeltelijk vergulde meubelen, waartusschen de menschen zich bewegen in weelderige kleeding en haartooi, DE BAROKSTIJL. 695 voor onzen smaak even overladen ; van kleur en lijn als het interieur, : maar niettemin één geheel vor- • mend. : ue DaroK vair samen met een • tijdperk van heftige beroering op • politiek en op religieus, zoowel : als op natuurwetenschapplijke : gebied. De 17e eeuwsche vorsten • waren tot de hoogste macht ge- : komen; en onbeperkt als deze : heerschten, verlangden ze op • bouwkundig gebied de grootste j pracht. Dit streven stelde de : bouwmeesters in dienst van de • hoven. Maar ook het Katholicisme j maakte zich op tegen de her- : vorming en begon een tegenher- : vorming, die zich uitte in den bouw : van talrijke prachtige kerken. : Onder de Jezuïten, die in 1540 • een orde hadden gesticht, bereikte j de kerkelijke bouwkunst een : glansperiode, vooral in Italië, • waar tijdens Francesco Borro- : mini (1599—1667) de kerkbouw ] wel haar hoogtepunt bereikt. De j vele voorname architecten, die j tot deze orde behoorden stichtten j zoo een eigen Jezuïtenstijl, en j legden, als de vorsten, beslag op S de beeldende kunstenaars. ' De Barok, een uiting van groote scheppingsdrang, gedeeltelijk nog gebonden aan Renaissance motieven, kwam tegelijkertijd in alle beschaafde landen tot uiting, geholpen door de boekdrukkunst en reproductie techniek. Ze duurt tot het begin van de 18e eeuw, heeft dan, hoewel het de vormenrijkste van alle stijlen is, alle mogelijkheden uitgeput, en moet plaats maken voor een nieuwe vormenleer, de Rococo, na gedurende een volle eeuw, de 17e, geheerscht te hebben. Fig. 775. Portaal van het Paleis Liechtenstein. Domenico Martinelli, (1699—1711). 696 DE BAROKSTIJL. « Fig. 776. DE BAROKSTIJL. 697 Fig. 776. 1. 4. Gekoppelde vensters van het vroegere Bruehl'sche paleis te Dresden. 2. 3. Vensters van het paleis de Saxe te Dresden, omstreeks 1710. 5. Pijler uit de vestibule van het keizerlijk slot Belvédère te Weenen, 1693—1724 gebouwd. 6. Vensters van een paleis uit Dresden, ± 1680. 7. Dorische zuilen van de Karlstor te Heidelberg, gebouwd tusschen 1775 en 1781. Balkonvenster van het Koninklijk Regeerings- gebouw te Erfurt. 9. Gecombineerde vensters van het Koninklijk Regeeringsgebouw te Erfurt. ^;-<- 's 10. Korinthische pilasters van het paleis de Saxe te Dresden. 11. Dorische pilasters van het slot te Versailles, + 1661. Deze 17e eeuw was op alle gebied een belangrijke eeuw. Als schilders uit dit tijdperk plaatsten zich onder velen Rubens en Van Dijk, Rembrandt en Frans Hals, Velasquez en Murillo, Caravaggio en Caracci op den voorgrond. Het drama is vertegenwoordigd door Shakespeare, de philosophie door Spinoza en Lord Bacon, de natuurwetenschap door Copernicus, Kepler, Newton en Gallileï, de bouwkunst o. a. door Gian Lorenzo Bernini, de bouwmeester van de kolonnade van de St. Pieterskerk • • - —••••« te Rome, en welke bouwmeester aan steden als Rome, j Napels, Bologna en Genua het karakter gaf, dat ze : heden nog in groote trekken vertoonen. 2. In deze heftig bewogen eeuw is het ook in de j bouwkunst met de rust en bezonnenheid gedaan; het : theoretische klassicisme maakt plaats voor leven en • beweging. Eerst worden de lijsten zuiver decoratief; j de bouwmeester is niet meer gehouden aan het j materiaal, doch bereikt zijn doel zelfs door stuc. • Dan volgen de zuilen; de groote orde verheugt zich j in de voorkeur, en de kerken worden gemaskeerd : door een tempelfront. Dan komt de verandering in • de overige details; meer en meer verdwijnt de rechte j Fig. 775. lijn, tot zelfs in het grondplan. En in de beeldhouw- S en schilderkunst viert de natuurnabootsing hoogtij: • copie, overdreven zelfs, zonder eenige stylatie. Het j ongebreideld individualisme is over alle landen ver- : breid, zonder in de verschillende landen blijken te • geven van eigen conceptie. De vormen zijn gemeen- : goed van alle architecten, waardoor de kenmerken : van den stijl in alle landen gelijk zijn. Hadden in de • Renaissance de meesters een uitgesproken eigen stijl, de Barok kent geen grenzen. De Rococo maakt een einde aan het constructieve Fig. 777. 17e Eeuwsche huisingang te Antwerpen. 698 DE BAROKSTIJL. schijnvertoon. Nog behield de Barok tot het einde in enkele gevallen de rechte lijn, en sprak in de decoratie nog het constructief princiep. Maar in den Rococostijl is de decoratieve opvatting overheerschend met doorvoering van de gebogen lijn, symmetrisch, fijn en spelend in Frankrijk, overladen en asymmetrisch in de andere landen. Alleen in Italië heerscht reeds, voor het Rococotijdvak, het klassicisme. Gedurende het Baroktijdperk ontwikkelen zich twee uitgesproken richtingen: 1. de ongebondene, phantastische, die, als laatste mogelijkheid, overgaat naar de Rococo, en pig. 785> 4 2. de strenge, die zich volgens oude wetten richt naar het klassicisme, en kan beschouwd worden als een reactie tegen de • ~"fgL~~~~ZZE5E5C"^ fc^-^L : ' eerste ricnnng aoor terugkeer naar — — .~~ i?»s: { eenvoud en rust, tot nuchterheid toe, ein- fjjge^j in jen LcjaWijk; XVI-stijl en den ; Fig. 778. Dom te Syracuse. • Empirestijl. : Kan men den Barok beschouwen als Jezuïten- en koningen-stijl, het protestantisme vertegenwoordigt meer het klassicisme. Daarom is de ongebonden richting dan ook in Italië, Spanje, Zuid-Duitschland, België en Frankrijk, het klassicisme in Nederland, Engeland en N.-Duitschland de overheerschende richtina ONTWIKKELING VAN DE DETAILS. 3. De plattegrond van de kerken onderging een algeheele verandering, en werd zoo vaak gevarieerd, dat er eigenlijk geheel nieuwe typen ontstonden. Een nieuwe eisch was, dat de binnentredende van het kerkgebouw in een oogopslag het geheele interieur moest kunnen overzien. Meestal was de kerk daarom éénbeukig of wel opgevat als centraalbouw, die. Fig. 786.2 5. tengevolge van de eischen van de religieuse handeling, toch nog werd gecombineerd met een gedeelte in axiaal stelsel. Zoo de grootste schepping te Rome, de St. Pieterskerk. De voorliefde voor de gebogen lijn kan blijken uit het afronden der hoeken, en het streven naar afwijking van het gewone in het vervangen van ronde koepels door elliptische. Fig. 786. 6. In de burgerlijke bouwkunst laat men de gevels gedeeltelijk voorspringen, meestal zóó, dat er hoek- en middenrisalieten ontstaan. Deze voorsprongen, aanvankelijk nog rechtlijnig, worden spoedig vervangen door gebogen lijnen, eerst voor de middenrisaliet, die een DE BAROKSTIJL. 699 —U^^nn l-f/->mm0 \rprtr\nnt rlaarna voor ï uitytuuys.il • ' : de geheele plattegrond met zooveel mogelijk : uitsluiting van de rechte lijn. Ook de vroeger j cirkelvormige inwendige ruimten maken | plaats voor elliptische vertrekken. De muren zijn soms in natuursteen, vaak j gedeeltelijk rustiek opgetrokken. De rustica j is dan vlak, met verdiepte voegen, dikwijls j zonder stootvoegen, in welk laatste geval de • rustica dan tot stand komt door pleisterwerk, | waardoor het steenverband kan worden ver- : waarloosd. • Fig. 779. De gevelindeeling is bij voorkeur gebaseerd j op de groote orde; langs twee of drie ver- l diepingen loopen de zuilen door, rustend op j hooge postamenten. Het voornaamste ver- | schil met de zuilen van de groote orde uit de : Laat-Renaissance bestaat in de vernouaingen, :mm.wm....................................................: die ongemotiveerd groot lijken in verband j p.g 7/Q Bambergj St Martinskerk. met de vensteropeningen en verdere details. { Italiaansche Barok (tusschen 1686 en 1720). j Portaal en vensters worden door stuc-reliefs »« .................... versierd, terwijl aan de nis. vooral in dekerkelijke bouwkunst, een groote plaats wordt ingeruimd. Ook bij dragende elementen, als zuilschachten, tracht de bouwmeester de rechte lijn te Fig. 780. doen verdwijnen door middel van schroefvormige canneluren, of uitspringende trommels, tig. 774.5,6. waardoor er voor de rijke ornament-overdekking uit het Renaissance tijdvak weinig plaats meer overblijft. Bij toepassing van uitspringende trommels is dit aantal eerst klein, op I Fig.774. 4. onderling groote afstanden; dan wordt het aantal grooter, even groot n.1. als het aantal tusschen liggende kleinere trommels, terwijl ook zuüen voorkomen als rustiek bewerkt, of waarvan de tusschen)iggende kleinere trommels zijn gecanneleerd. Vele malen zijn de uitI Fig. 774. 3. springende trommels vervangen door vierkante blokken. Fig. 780. Ten slotte wordt de geheele schacht schroefvormig gewonden, terwijl dan in de windingen nog ranken van klimplanten, b.v. klimop, kunnen zijn aangebracht, ipig. 776. De kapselen zijn meestal rijk Korinthisch of Composiet, vaak ook Jonisch; maar ook het 7' 8' 1 Dorische vindt zijn toepassing. Het Jonische kapiteel wijkt in zooverre af. dat tusschen de Fig. 780. oogen der beide voluten een loofkrans hangt, terwijl dan nog bladranken van eik of kelkjes van de voluten naar beneden neerhangen. Wat het basement betreft blijft de AttischJonische proflleering gehandhaafd. Het postament is gelijk aan dat uit de Renaissance, alleen de paneelvulling van ornament 700 DE BAROKSTIJL. *j ontbreekt. Behoort het postament bij een : rustieke blokkenzuil, dan wordt het ook | voorzien van blokken. Ook worden voor- : en zijvlakken hol uitgebogen. Voor de { pilasters geldt hetzelfde als voor de zuilen. : uier. uitzonaermg van ae toeoassina van Fia. 776.11 I de schroeflijn. : Tot de dragende elementen behooren • de veel toegepaste hermen, dragende | mannenfiguren op hoog, naar beneden : verjongend postament, die door krachtige j beweging en ingespannen uitdrukking het | dragen van een buitengewoon zwaren : last symboliseeren. Hetzelfde geldt voor Fig. 775. • atlanten, die als stoere gebogen mannen- Fig. 776. 5. : figuren hun toepassing vinden onder : balcons en aan portalen. pvpnals Ao • vrouwelijke draagfiguren, de karyatiden. : Van de consoles behouden enkele nog Fig. 785. 2. j den grondvorm van hetkapiteel; meesten- | tijds zijn het echter langgerekte vertikale ! boven en beneden voluutvormig opge- ! wonden blokken, die bovendien nog naar ......m........................m..................^„„............ bene(£en verjongd zijn en dikwijls door afhangend plantaardig ornament naar beneden verlengd. Ten slotte ondergaat ook het specifieke Renaissance detail, de hallaster nog een opmer- Fig. 774.1,2. kelijke verandering; ze wordt n.1. vierkant op doorsnede of vervangen door steenen banden, die ornamentaal worden gehakt als bandvlechtwerk. Het muurvlak rust op een eenvoudigen sokkel, die, evenals de kroonlijst, is opgevat volgens de Laat-Renaissance tradities. Alleen ontbreekt het fijne ornament uit de Renaissance, waarvoor in dit systeem ook geen plaats is. Grover detailleering wordt verkregen door cornissen, terwijl door onderbrekingen of buiging van het fries een zware schaduwwerking ontstaat. De consoles zijn verticaal geplaatst. Het tympan ondergaat dergelijke veranderingen; het wordt convex of zelfs concaaf PfJ™i 10. aeb°9en' halfrond of ellipsvormig, zelfs dubbel gebogen, convex èn concaaf. Steeds rusten de tympanvoeten op de horizontale kroonlijst of op twee kroonlijstfragmenten, totdat zelfs Fig. 776, 9. deze niet meer worden toegepast. Ten slotte loopen de tvmoanlfisten niet meer door. maar worden plotseling afgebroken om een nis of venster in te sluiten, of een topgevel; terwijl de Fig. 780. Turijn. Palazzo Asinari di San Marrano. DF. BAROKSTIIL. 701 fvmnanliisten öf verticaal worden af ge- f*"" """" : g. 776. sneden öf voluutvormig opgerold. \ 2' 3' 10' De tympans boven de vensters zijn j op dezelfde wijze opgevat, 't zij ze zijn j geplaatst boven rondbogige of recht- | hoekige vensteropeningen. Aanvankelijk zijn de tympanbrokken j nog evenwijdig aan het muurvlak, maar | de zucht naar afwijkende scheppingen j doet een ander type ontstaan, n.1. de : Fig. 775. tympanbrokken, die een hoek maken j met het muurvlak. Ten slotte wordt de j afleiding van het tympan zoozeer ver- j geten, dat de beide tympanbrokken zóó j zijn gedraaid, dat de hoeken bij elkaar j komen en de tympanlijnen uit elkaar : loopen inplaats van naar elkaar toe. j 3ig. 776. Zeer vaak wordt boven de vensters het j X' 2' 4' door het tympan ingesloten veld inge- j nomen door busten, cartouches of andere j ornamentale vullingen. : Fig. 776. De vensteropening is rechthoekig, j p. } Arezzo. Koorstoel uit het einde van del 7' eeuw. : rondboogvormig. ellips- of segmentvor- j foto Ricd>- j mig. De eerste verandering in de om- :.........«•••••••■•••••••••••••••—•«••••••••••••••••• lijsting ontstaat, als de hoeken inspringend worden gebogen, en dan is de weg gebaand tot allerlei variaties, n.1. met inspringende of uitspringende bogen voor boven- en zijkanten, en zelfs geheel ellipsvormige vensters vinden toepassing. Fig 776. De vensteromlijsting is vlak of geprofileerd, en aanvankelijk loopt ze evenwijdig aan de ' l~* vensteropening. Later wijkt de omlijsting dikwijls geheel of gedeeltelijk van den dagkant af. en gaat naar boven over in de vensterbekroning, totdat ten slotte de geheele omlijsting in het Rococo-tijdvak zich oplost in vegetaal ornament. In verband met de rustiekblokken van de zuilen wordt de geprofileerde vensteromlnstmg ter vermijding van rechte lijnen, soms door rustiekblokken onderbroken, zóó dat echter de dagkant somtijds nog vlak blijft. Nieuw zich inburgerende elementen bij de vensterversiering Fig. 776. 1. zijn de omlijsting met de z.g. ooren; de plaatsing van een borstwering met ornamentale versiering tusschen consoles onder het venster; het plaatsen van rijk versierde sluitsteenen m gebogen, zoowel als in rechthoekige omlijstingen, welke sluitsteenen gevormd kunnen Fig. 776. 9. worden doorben console, een masker of een cartouche met buiten de dalende vensterhm 702 DE BAROKSTIJL Fig. 782. Laat Renaissance. Hotel de Voqué te Dvon (Naar foto Bulloi). " Fig. 783. Portaal van het Hospicio Provincial te Madrid. Fig. 782,783 nfr,=nn»n^o ...i.., , -— -au«u> cn einaeujK oe ornamenteele samentrekking van het portaal met het daarboven liggend venster tot één geheel. De portalen worden op gelijke wijze bekroond als de vensters, en in den rPn,\ »W, meer versierd. Op het portaal concentreert zich alle aandacht. Het dakvlak, dat meestentijds door talrijke dakvensters, lucarnen genaamd, is onderbroken, is ongebroken, tonvormig of gebroken, in welk laatste geval de deelen recht of convex of concaaf gebogen kunnen zijn. Is het dak koepelvormig, dan is de kroonlijst versierd met een ballustrade, waarop obelisken en vazen zijn geplaatst. Het koepeldak zeifis dan doorbroken uocr ratrijKe lucarnen. meestal rond of ellipsvormig met naar beneden breeder fig. ojo. ornamentale omlijsting. n~ /_/„• . < _ «„uermg, inwendig, behoudt de Renaissance indeeling, die evenwel door veel ucre stuc-n-sten tot stand komt. welke uit akanthusbanden zijn samengesteld. De vullingen zi,n geschilderd. Een enkele maal komen nog houten zolderindeelingen voof, maar in 't algemeen vindt het spiegelgewelf de meeste toepassing, waarbij dan op de plaats van de wordende zwaar- DE BAROKSTIJL. 703 5 Fig. 784. Eglise St. Louis des Invalides te Parijs. : ; kroonlijst «n VK#tt ornamentale band komt. In het begin van de 18= eeuw worden de gewelven beschilderd met perspectievische voorstellingen, zelfs met ballusters, waarboven een blauwe lucht met wolken, en waarover engelflguurtjes naar beneden kijken; een en ander om de inwendige ruimte schijnbaar te vergrooten. XXX. BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. ICHELANGELO'S KUNST BEHEERSCHTE ROME. ZIJN ARCHItectuur, zijn beeldhouw- en schilderkunst, die getuigen van een groote voorliefde voor het grootsche en krachtige, bevatten alle eigenschappen van de nieuwe stijlrichting, waarvoor de maatschappij nu rijp was. Echter onderainaen zijn tijdgenooten nog teveel den invloed van de beide groote Renaissance meesters Palladio en Vignola, dan dat zijn leerlingen zich konden losmaken van de strenge rust en harmonie der Renaissancewetten, waaraan hun fantasie was gebonden. Te merkwaardiger mag het heeten, dat het juist Vignola was, die een kerk bouwde geheel Fig. 600. 8. in barokken geest: il Gesü te Rome; de voltooiing van deze kerk door een gevel van Fig. 631. Giovanni della Porta, eveneens in barokken geest, was het begin van de nieuwe stijlrichting op het gebied van de kerkelijke bouwkunst. En lang overheerscht in Rome de bouwbedrijvigheid op religieus gebied de burgerlijke bouwkunst, in tegenstelling met het Renaissance tijdperk, waarin de paleisbouw de overhand had. KERKELIJKE BOUWKUNST. 2. Het grondplan. Allereerst is de neiging te bespeuren naar terugkeer tot het axiale stelsel. En daar de centraalbouw het boofdideaal van de Renaissance was, kon deze terugkeer niet plotseling geschieden, maar werd gestreefd naar een combinatie van de beide grondvormen. Het groote probleem van het Baroktijdperk was, de invoering van het axiale systeem, met behoud van het centrale. Eensdeels kwamen de kerkelijke bouwmeesters met het axiale systeem aan de eischen van de Christelijke kerkdienst tegemoet, maar vooral was ook van invloed de bij de kerkelijke overheden geldende meening, dat de centraalbouw eigenlijk meer van heidenschen oorsprong was. Zoo is de wijziging van de St. Pieterskerk te Rome van centraalbouw in axiale bouw te verklaren. Maderna werkte met deze wijziging geheel in den geest van den tijd. Deze wijziging begon in 1607, maar reeds veel vroeger, in 1568, streefde Vignola met il Gesü in deze richting; bij deze kerk sprak vooral de groote breedte van den middenbeuk, terwijl de zijbeuken als het ware werden vervangen door een reeks kapellen. Fig. 600. 8. Vignola's fraaie ontwerp voor den gevel werd niet uitgevoerd. Hoewel op het bewaard gebleven plan de hoofdbeukgevel zeker niet minder fraai is dan de overeenkomstige partij in den door della Porta uitgevoerden gevel, is zijn zwakke punt toch de oplossing van de verbinding van de middenpartij met de zijbeukgevels. Zeker is della Portas ontwerp in dat opzicht als één geheel beter geslaagd, maar de juiste distributie van de achterliggende ruimten is uitwendig niet duidelijk sprekend. Waar bij den kerkbouw de centrale koepelruimte bleef bestaan, bleef dit deel natuurlijk de hoofdruimte; echter trachtte men de lengterichting te doen spreken door de dwarsbeukarmen Fig. 786.1.3. BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 705 Fig. 785. 1 Tuinpoort van de villa Falconieri te Frascati bi) Rome. (Naar foto Moadoni). 2 VeTteTvan het Pal. Pallavicino te Genua. ± 1580. (Naar foto AUn.rO. 3 Porta PÜa te Genua 1633. (Naar foto Altaari). 4. Fontein in den hof van Pal. Santacroce te Rome, 1630. (Naar foto Moaciord). 706 BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. Fig. 786. 1. S. Agnese, te Rome. 2. S. Annunziata, te Napels. 3. S. Carlo alle quattro fontane, te Rome. 4. S. Giovanni Battista, te Carignano. 5. Cappella Cibo, te Rome. (Naar Brinckmann). 6. S. Croce in Jeruzalem, te Rome. 7. S. Annunziata, te Rome. 8. S. Ivo, te Rome. 9. S. Lorenzo, te Turijn. (Naar Brinckmann). BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 707 Fig. 787. Plattegrond van het Pal. Carignano te Turijn. (Naar HauPt\ ï een geringer diepte-afmeting te geven. Van den hoofdbeuk werden de afmetingen meer sprekend, door de zijbeuken te vervangen door kapellen; in den geest dus als de S. Ignazio, Fig. 786. 2. te Rome. Het best past in dit systeem het Latijnsche kruis; een streven in deze richting vertoont ook het grondplan in den vorm van het Grieksche kruis, waarvan ingang en koornis uitgebreid worden, breeder gemaakt dan de zijarmen. In dit geval worden in de hoeken tusschen de armen rechthoekige kapellen geplaatst, die werden overdekt door elliptische koepeltjes. Werd het Grieksche kruis als grondvorm toegepast, dan zocht men den axialen bouw soms te benaderen door het koor een uitbreiding te geven; ook krijgt de centrale koepel, gebouwd op een rechthoek, den elliptischen vorm, zoodat alleen de lantaarn het middenpunt vormt; de lange as van de ellips valt evenwel niet altijd samen met de lange as van het bouwwerk, maar zeer vaak staat de lange as rechthoekig op de hoofdas, zoodat de koepel eigenlijk dwars is geplaatst. Bij den axialen bouw wordt gestreefd naar het vormen van één groote hoofdruimte door de klein gehouden zijvertrekken zooveel mogelijk te doen aansluiten bij het hoofdruim, en zelfs wordt door balcons. die in de hoofdruimte uitsteken deze aansluiting nog inniger. Fig. 786. 6. In Noord-Italië b.v. onderscheiden zich de Barokkerken van de streng nuchtere LaatRenaissance kerken alleen door de kleinere afmetingen van zijbeuken en kapellen ten opzichte van den hoofdbeuk. 3. Voor de grootere ruimten waren de zuilen als steunpunten niet meer voldoende; zoo ze al werden toegepast, werden ze nog meestal gekoppeld. Uit den aard der zaak keert de architect terug tot den pijler, die niet meer geleed werd door voorplaatsing van halfzuilen, maar door pilasters, twee naast elkaar zelfs bij groote afmetingen. In verband met deze pijlergeleding liep de kroonlijst niet meer onafgebroken door, maar volgde de lijst de pijlergeleding met plaatselijke voorsprongen. 792- De tongewelven werden door kasetten ingedeeld, die niet meer regelmatig evengroot 708 BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 2 Fig. 788. San Giovanni te Rome. S waren, maar afwisselend groote en kleine werden gecomponeerd; bovendien sneden talrijke steekkappen boven de vensters het tongewelfprofiel in. De cilindervormige of elliptische tamboer behield de vensterindeeling, maar hoewel aanvankelijk de hiermede overeenkomende koepelindeeling in gelijke gewelfvlakken nog stand hield, volgde al spoedig, vooral bij elliptische koepels, een verdeeling in breede en smalle strooken. In den koepel kwamen plastische beeldversieringen, die reikten tot aan den lantaarnring; deze, gevormd als een ballustrade, waarover zich eveneens plastische engelfiguren heenbogen, droeg de inwendig sterk verlichte en met wolken en engelenfiguren beschilderde lantaarn. Zoo b.v. de Cappella di S. Cecilia (1685) aan de S, Carlo a' Catinari te Rome, door Antonio Cherardi. De gevelcompositie was er steeds op berekend, de achterliggende ruimten te verbergen; ze was uitsluitend decoratief en eigenlijk een geheel zelfstandig pronkstuk, soms in PalladiFig. 788. aanschen stijl van de groote orde, maar meestal met twee verdiepingen duidelijk gemarkeerd. BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 709 Fig. 789. Vestibule van de Universiteit te Genua, door Bianco. De gevelindeeling vond aanvankelijk plaats door pilasters, daarna door halfzuilen, driekwart- Fig. 778. zuilen, en tenslotte door geheel vrijstaande zuilen. De vleugels werden door sterk gebogen Fig. 791. voluten met de middenpartij verbonden. Onder invloed van Borromini's scheppingen zijn voorts vele gebogen gevels opgericht. Uitwendig bepaalde zich de toepassing van details tot gevel en koepel; daarentegen bleven de zijmuren hoogst eenvoudig, slechts ingedeeld door vensters en pilasters. Het geheele brok schijn-architectuur dat in Italië den gevel vormt, blijft echter nog altijd meer binnen de perken van de constructieve idee dan de barokke gevels in de noordelijke landen. Het naar verhouding klein blijvende portaal spreekt gewoonlijk alleen door het er boven Fig. 791. aangebrachte tympan. Overigens, met het oog op de schaduwwerking van den uit den aard der zaak vlakken gevel, laat de Barok bouwmeester naast heele nog halve pilasters iets terugspringen, en in verband hiermede de lijsten twee of drievoudig cornissen. Fig. 779. Het inwendige der kerk werd uitgevoerd in schitterend marmer; rijker geïncrustreerd van beneden naar boven, dus van sokkel naar plafond, nam ook de bewerking en kleur-werking 710 BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. toe in de richting van ingang naar koor. En, waar de uitvoering in marmer te kostbaar mocht wezen, vond pleister een toepassing. Overigens behoorde de beeldhouwkunst volkomen bij de inwendige decoratie; de marmeren, gipsen, of gekleurde houten heiligenfiguren, met hun als door den wind bewogen zwierige kleeding werden dan ook ter plaatse ontworpen Fig. 781. en uitgevoerd. En ten slotte werd het inwendige voltooid door zoo fantasievolle altaren en kansels, dat het den beschouwer voor komt als waren de uiterste grenzen der uitvoeringsmogelijkheid reeds overschreden. PALEISBOUW. 4. Het grondplan gaat zich in de lengterichting uitbreiden, terwijl de diepte-afmeting kleiner wordt. In verband hiermede wordt de beteekenis van den hof minder, en dikwijls vervalt hij geheel, of wordt hij slechts aan één zijde toegepast. In den regel worden de zuilen vervangen Fig. 787. door pijlers. Door dit langer worden van den gevel heeft een wijziging plaats in het uiterlijk. De rustica-indeeling, het voorname Renaissancemotief, verliest zijn beteekenis; indien de gevel niet wordt opgetrokken uit een gelijkmatig gekleurde zandsteen, wordt hij dan toch egaal Fig. 790. BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 711 gepleisterd, en daar de massa nu meer uit één geheel schijnt te bestaan, opent zich ook hier de gelegenheid tot een decoratie, berekend op licht- en schaduwwerking. Ook al weer in verband hiermede, blijft de gevel meestal zonder middenrisaliet en vleugels. Wel blijft, evenals in de Renaissance, het portaal het hoofdmoment, en voor het eerst zien we in den Vroeg-Barok de toepassing van een boven den ingang aangebracht balcon, dat rust op voor den gevel vrijstaande zuilen. Een tweede ingrijpende verandering is het gevolg van de ongelijkwaardigheid der verdiepingen; de middelste verdieping, die hóoger wordt gemaakt dan de overige, en bovendien wordt Fig. 785. 2. gemarkeerd door rijker vensteromlijstingen, vormt de hoofdverdieping, de z.g. piano nobile. De geheele beneden verdieping, die oningedeeld blijft, dient als sokkel voor den bovenbouw, die öf volgens de groote orde wordt ingedeeld, öf in 't geheel niet Fig. 791. Sta. Susanna te Rome door Carlo Maderna. door pilasters is geleed. Wel vinden tusschen-verdiepingen veelal toepassing. Als voorbeeld voor dit nieuwe paleisgevel-type diende het door Bernini ontworpen Pal. Odescalchi, te Rome. Door het rijke, dikwijls met een erboven liggend balcon of loggia samengekoppelde por- Fig. 790 taal, komt men in de hal, waarin het trappenhuis zich bevindt, dat naar de hoofdverdieping voert. De trap is aanvankelijk nog een wenteltrap volgens cirkelvormig grondplan, dat echter al spoedig elliptisch wordt. Daarna volgt de rechthoekige trap met rusten, die twee-, drie-, of viervoudig keert. Hierna komt de bouwmeester van zelf tot de trap met een opgang, die zich na een podesta in tweeën splits; of tot de trap met twee opgangen. Fig. 787 Op de hoofdverdieping ligt de feestzaal, meestal vierkant of weinig rechthoekig, en steeds in de hoofdas van het gebouw; en tenslotte, onder Franschen invloed, een lange, smalle zaal, de gal Ier ia, welke ruimte meestal van twee zijden licht ontvangt. Als zeer mooi voorbeeld kan gelden de galerij in Pal. Colonna te Rome, door Antonio de Grande gebouwd. S Fig- 792. San Ignazio te Rome. j 09 : > i O : * : w : z : 7a : o : Q : o 5 z : 3 : > i P BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 713 THEATERS. 5. In deze groote ruimten vierde de Barok eerst recht hoogtij; dienend tot tijdelijk verblijf van vele bezoekers in feestelijke stemming, was in deze gebouwen gelegenheid te over om zich te kunnen uitleven voor decorateurs; vooral echter moest de bouwmeester letten op gemakkelijke berging van vele personen; hiervoor onderging de toeschouwersruimte, die hoefijzervormig was, een uitbreiding in de lengte. Zoo was de lengte-as van hetTeatro Farnese, in 1619 door Aleotti voltooid, reeds veel langer in vergelijking met de breedte, dan dit b.v. het geval was met Palladio's theater te Vicenza. Bij het Teatro Farnese is de achterwand zoodanig in twee verdiepingen gebouwd, dat ook hier plaats ontstaat voor toeschouwers. Bij het in 1675 door Carlo Fontana gebouwde Teatro Tordinoneisde ruimte in het parterre weer uitgebreid, evenals de loges. Het in 1763 voltooide Teatro comunale te Bologna, door Antonio Bibbiena, heeft een eenigszins klokvormige toeschouwersruimte en is eigenlijk reeds ingericht als een modern theater. KLOOSTERS. 6. Kloosters werden gebouwd om een of meer hoven, met evenals in de burgerlijke bouwkunst een pijleromgang in plaats van zuilen; soms is ook de omgang gesloten. Te Rome is een mooi voorbeeld van barokklooster, het door Girolama Rainaldi gebouwde Casa professa, bij de kerk il Gesü. En een der mooiste kloosters te Rome, zelfs uit Italië, is het door Borromini naast de S. Maria in Vallicelli ontworpen Oratorio en Convento di S. Filippo Neri met een grooten en een kleinen pijlerhof, en geheel in de richting van den ontwerper met een elliptisch refectorium. HOSPITALEN EN ARMHUIZEN. 7. Vooral bij deze inrichtingen van openbaar belang, kon aan de lange gevels de Barok tot uiting komen; meestal bleef de gevel vlak, zooals b.v. van het Ospizio Apostolico te Rome, terwijl nog te noemen zijn als bijzonder belangrijk het Ospedale Maggiore te Milaan, met Fig. 605. een sterke uitbreiding in 1625 door Ricchini; en het Ospedale della Piëta te Messina, uit 1605. POORTEN. 8. Bij de doorgangen van de verdedigingswerken van de steden, gold als algemeene regel, dat de decoratieve zijde van de stad was afgekeerd. Ook in het Baroktijdperk zijn nog hier en daar zeer fraaie poorten opgetrokken; om eenige te noemen: te Milaan de Porta Romana (1591); te Genua de Porta Pila (1633); te Bologna de porta Galliera (1661); te Rome zijn Fig. 785. 3. respectievelijk de Porta pia en de Porta del Popoio (1656) door Michel Angelo en Bernini aan de binnenzijde verfraaid. Fig. 793. Zuilen van de Villa Contarini, (16501660. Piazzolla bij Padua). 714 BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. FONTEINEN EN WATERWERKEN. 9. Rome was onder het oude keizerrijk door de talrijke aquaducten een der waterrijkste steden der wereld. En dit was ook het geval in de zeventiende en achttiende eeuw, vooral toen nog reeds in vervallen staat verkeerende oudRomeinsche aquaducten werden gerestaureerd. In den Vroeg-Barok werden de fonteinen en bronnen nog min of meer architectonisch opgevat als een waterbekken met waterstraal in het midden. In het bloeitijdperk van den Fig. 804 Barok zijn de fonteinen öf als vrijstaande monumenten, öf als architec- Fig. 805 tonische wandvlakken opgevat. Dan doen ook meer rotsmassa's van onbewerkte brokken steen, met schelpen en tritons, dolfijnen en meerminnen hun intrede. Voor het eerste type kan als voorbeeld gelden de Fontana del Tri- tone in 1640 door Bernini te Rome ontworpen, terwijl het tweede type door de Acqua Paolina te Rome, in 1612 verrezen volgens ontwerp van Maderna en Giovanni Fontana Fig. 806 is vertegenwoordigd. Fig. 802. De fraaiste Laat-Barokke fontein te Rome is echter de Fontana di Trevi, van Salvi en den beeldhouwer Benaglia uit 1735; 50 M. breed, volgenshetwandtype.metrotsmassa'saan den voet. VILLA'S. 10. Deze grootsche buitenverblijven (ook in de steden werden kleinere paleizen villa's genoemd) besloegen in den regel een uitgestrekte oppervlakte. De gevel, waarvoor als type kan gelden de Villa Farnesina, was zwaar, massaal, ernstig en deftig; het strenge, gesloten, bijna afwerende karakter was eigenlijk in strijd met het karakter van het bouwwerk; daarentegen opent zich de gevel naar de tuinzijde met loggia's, balcons en trappen, die toegang geven naar de achter het gebouw aangelegde terrassen en parken. In deze parken overheerscht het architectonisch element; fraaie perspectievische doorkijken op bassins en rechtlijnige waterpartijen, strak aangelegde tuinen met cypressen, beelden en tuinhuisjes, zijn door terrassen met trappen en ballustradevormige leuningen met de villa verbonden. Ook Fig. 616. de villa Medici te Rome draagt naar buiten dit strenge, naar de tuinzijde een open karakter. Fig. 794. S. Maria della Pace, te Rome. BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 715 Van het gebouw zelf spreekt gewoonlijk de { iUlUUCUpcll lij, UIC 111 UC hoofdas van het park ligt, en aan weerszijden waarvan zich de vleugels uitstrekken. Een goed voorbeeld is hiervoor de Villa Falconieri, bij Frascati. OVERZICHT DER MONUMENTEN. VROEG-BAROK (1580-1630). 11. Boven het detail, dat uitmunt door schilderachtige groepeering en diepe schaduwwerking, gaat de groote en grootsch bijeengehoudenmassa. Dezeperiode van grootsche ruimteontwikkeling, waarin de bouwmeesters della Porta, Fontana en Maderna vooraan gaan, eindigt, als Bernini zijn volgens geheel nieuwe princiepen ontworpen altaar in de St. Pieterskerk opricht. De eerste groote meester uit dit tijdperk is Giacomo della Porta (1541 — 1604), die nog gedeeltelijk in het Laat-Renaissance tijdperk werkzaam is. Hij is geboren in Milaan, doch voornamelijk werkzaam in Rome. De gevel van il Gesü te Rome is door hem ont- Fig. 631. worpen. Wel maakte ook Vignola er een ontwerp voor, doch de gevel van dezen was nog zeer sterk uitgesproken drie-deelig, met middentravée en twee vleugels. Daarentegen vormde della Porta's middentravée één geheel met de beide vleugels, die voor de zijbeuken waren Fig. 795. Montecassino. Kerk door Cosimo Fanzaga, 1658. (Naar foto Alinari). 716 BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. Fig. 796. Sta. Maria in Campitelli, te Rome. (Naar Joseph). aangebracht, en die boven door twee krachtig gebogen voluten met de middenpartij waren verbonden. Op de verticale richting werd door gekoppelde pilasters nadruk gelegd. Dan voltooide della Porta den koepel Fig.635,636. van de St. Pieterskerk, die weliswaar door Michel Angelo werd ontworpen, die er een model voor maakte, maar de fijn gebogen lijn van den buitenkoepel, en de binnenschaal, die oorspronkelijk half bolvormig was bedoeld, en door hem hooger werd gemaakt, zijn toch della Porta's vindingen. Porta's gevel van de Sta Catherina de Funari, te Rome werd in 1563 gebouwd, en hoewel ze reeds sporen van Barok vertoont, is ze in opvatting nog geheel Laat-Renaissance, evenals zijn Pal. Paluzzi in dezelfde plaats, al zijn massa en indeeling van dezen gevel ook reeds zuiver Barok. Verder wordt aan della Porta de Villa A1 d obraldini toegeschreven (beg. 1598), die reeds onder het hoofdstuk Laat-Renaissance werd besproken. Martino Lunghi de Oudere, uit Milaan, vertegenwoordigt de strengere richting, zooals werd gevolgd in de Laat-Renaissance. Van hem is Pal. Borghese (1590 beg.) met fraaien zuilenhof, waarvan de arcaden worden gevormd door rondbogen op Toskaansche en Ionische zuilen. De door hem ontworpen gevel van de Chiesa Nuova lijkt op die van 11 Gesü. Verder zijn van hem de S. Atanasio dei Greci, met twee torens in den gevel; de S. Girolamo de Schiavoni, en de S. Maria della Vallicella. De beide broeders Domenico Fontana (1543-1607) en Giovanni Fontana (1540-1614) werken eveneens in de strengere richting van de Laat-Renaissance. Van Domenico is de Kapel van Sixtus V, de z.g. Capella del Presepio. Ze is begonnen in 1584 aan de S. Maria Maggiore; de kleine centraalbouw kreeg den vorm van een Grieksch kruis met korte armen en twee vierkante kapelen in de hoeken naar de kerk. Het Lateraan-Paleis, beg. 1586, lijkt eenigszins op Pal. Farnese. Behalve de lantaarn van den St. Pieterskerkkoepel is de Sta. Trinita de' Monti (1570), met twee geveltorens, van Domenico. Fig. 636. Dat hij zeer ontwikkeld was op technisch gebied heeft hij bewezen bij de oprichting van eenige obelisken te Rome, o.a. die voor de St. Pieterskerk; hierover schreef hij zelfs een boek. De in 1586 begonnen, 1636 voltooide Loggia voor den dwarsbeuk van de S. Giovanni in Laterano, is twee verdiepingen hoog, klassisistisch van opvatting, met Toskaansche en Korinthische halfzuilen. Decoratieve bouwwerken van Fontana zijn de opnieuw in werking gestelde waterleidingen Acqua Paola, en de Fontana di Termini. In 1592 BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 717 vertrekt Fontana naar Napels, waar hij in 1609 het Pal. Reale bouwt, een groote, maar vervelende gevel, die later sterk is gerestaureerd geworden. Carlo Maderna (1556—1629) was een directe leerling van Domenico Fontana; als toonaangever van de meer vrije richting komt hij in dienst van paus Clemens VIII. Hij begint met de voltooiing van de S. Giocomo degli Incurabili (koor en gevel), en de S. Giovanni de' Fiorentini (koor en koepel). In 1603 voltooide hij den gevel van de Fig. 791. Sta. Susanna te Rome, aldus aan de oude basiliek van dien naam een geheel Barok uiterlijk gevend van krachtige schaduwwerking. Deze gevel is naderhand in talrijke variaties gecopieerd. Beneden zijn Korinthische halfzuilen, boven pilasters toegepast, terwijl de vleugels die de zijbeuken verbergen, door groote voluten met de middenpartij zijn verbonden. De S. Andrea della Valle, die reeds in 1594 door Pietro Paolo Olivieri was begonnen, lijkt op II Gesü wat het grondplan betreft, en is inwendig een der rijkste kerken geworden. In 1604 werd Maderna bouwmeester van de St. Pieterskerk; het geleidelijk veranderen van den centraalbouw in een axiale bouw, is Maderna's hoofdwerk, dat in belangrijkheid ver uitsteekt boven zijn andere werken. Voor den centraalbouw plaatste hij drie ondiepe travéeën, en door de kapellen bij den koepel te verruimen, werd de gewenschte overgang van centraal- naar axialen bouw bijna onmerkbaar, en het schip eigenlijk verkort tot twee travéeën; de zijbeuken kregen in vergelijk met de overige ruimten, geringe afmetingen, zoodat de koepels erboven sterk samengedrukt elliptisch werden. De zeer moeilijke opgave is door Maderna gelukkig opgelost. Aan meer critiek onderhevig was zijn groote voorhal, die Fig. 578. over de geheele breedte van het schip werd geplaatst, en inwendig een der fraaiste ruimten uit dit tijdperk is geworden. De gevel is enorm lang, en ingedeeld door groote Korinthische zuilen wat de middenpartij betreft, en pilasters voor de vleugels. De middenrisaliet, afgedekt door een tympan, springt een weinig voor, terwijl op de hooge attiek, die het geheel naar boven afsluit, beelden zijn geplaatst. De gevel, die nu te lang lijkt, zou, indien de beide torens, Fig. 797. Sta. Maria della Salute, te Venetië. 718 BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. Fig. 798. De Scala Regia, van het Vaticaan te Rome, door Bernini. 1666. door Maderna ontworpen, waren uitgevoerd geworden, betere hoogte-verhoudingen hebben getoond; door zijn dood zijn ze niet uitgevoerd. Maderna bouwde verder Pal. Mattei di Giove (1602), en de Hof van Pal. Chigi (nu Odescalchi), dat eigenlijk een Hoog-Renaissance karakter vertoont. Het Pal. Barberini (beg. 1624), is ontworpen zonder hof; twee vleugels worden door een middenbouw verbonden. Het paleis werd door Bernini en Borromini uitgevoerd. De schilder D o m i n i-. chino, eigenlijk Domenico Zampieri (1581 — 1641), is de ontwerper van den gevel van de S. Ignasio (beg. 1626) Fig. te Rome, die in grondplan op II Gesü gelijkt, en die werd uitgevoerd door Orazio Grassi, en later door Pozzo sterk gewijzigd. Overigens werkt Dominichino aan verschillende villa's, b.v. aan AldoDraldini, Ludovisi en Giustiniani. In Florence werkt Bernardo Buontalenti (1536 — 1608), gedeeltelijk nog in Laat-Renaissance stijl, in den geest van Ammanati. Vele paleizen en schilderachtige villa's nabij Florence zijn door hem gebouwd. In Florence draagt het Casino S. Marco (1576). evenals Pal. Riccardi (Manelli) dit Laat-Renaissance karakter. Daarentegen zijn Casino Medico, en Pal. Nonfinito geheel Barok. De Villa della Petroja, bij Florence, is ook van hem, evenals de gevel van de S. Trinita (1570), die niet gelukkig is, dor en academisch, met barokke details. De bouwwerken te Arezzo, Livorno, Lucca, Pisa en Pistoja dragen alle het karakter van Buontalenti's richting. De schilder Luigi Cardi (gen. Cigoli, 1559 — 1613) bouwt te Florence de hof van Pal. Nonfinito; eveneens Pal. Renuccini. Dezelfde bouwt nog te Rome het Pal. Madama (nu dei Senatori) met BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 719 rustieke hoeken en rijke venster vorming; hij voltooide de begane grondverdieping, terwijl Paolo Marucelli in 1642 den bouw beëindigde. Alfonso Parigi is de ontwerper van de Fig. 579. beide zijvleugels van Pal. Pitti; tevens bouwde hij het Pal. Scarlatti te Florence. Te Bologna moet het werk van Giovanni Ambrosio Magenta worden genoemd. Hij bouwde hier verschillende kerken, o. a. de S. Pietro (1605), een nieuwe kerk volgens het axiale stelsel; de S. Salvatore (1623) en de S. Paolo (1611). Te Milaan begon in 1602 Lorenzo Binago aan de S. Alessandro; Fabio Mangone is de uitvoerder van Pal. Elvetico. Giovanni Battista Lantana ontwierp de Nieuwe Dom te Brescia, die in 1604 werd begonnen, volgens een Grieksch kruis, waarvan de hoeken tusschen de armen werden opgevuld met kapellen. Een zeer werkzaam meester is Baccio di Bartoloraeo Bianco (1604—1656), die voornamelijk in Genua bouwt. Zijn Pal. de 11' Fig. 789. Universita bezit een zeer fraai trappenhuis, met een paar monumentale leeuwen als balusters. Het in vroegen Barokstijl opgevatte Pal. Balbi Senarega, vertoont uitwendig rechthoekige, eenvoudige vensters, zonder eenige versiering, evenals het hem toegeschreven Pal. Balbi Durazzo, eveneens te Genua, waarvan alleen het portaal en het bijbehoorende balcon van een rijkere Barokopvatting getuigen. Aan dezen gevel vallen de kleine vensters van de tusschen-verdiepingen op. Fraai, met op de eerste verdieping een rondboogloggia, en gebouwd onder Florentijnschen invloed, is de Villa Paradiso. Van de kerken te Genua moeten genoemd worden de S. Ambrogio (1639), die gelijkenis vertoont met de S. Maria pig. 786. 7. di Carignano, en de beide zuilen-basilieken S. Annunziata, die in 1587 door della Porta werd ontworpen, en de Madonna della Vigne (1586). Aan Bianco wordt ook toegeschreven de Porta Pila (1633). Fig. 785. 3. Ten slotte zij nog genoemd het Pal. Pallavicino (1580) te Genua, door il Bergamasco. Fig. 785. 2. In Venefie, waar in dit tijdperk nog bijna uitsluitend wordt gebouwd in de opvatting van Sansovino en Scamozzi, is echter het fraaie Pal. Balbi (1582) van Allessandro Vittoria (1525 — 1608). Ten slotte als een van de weinige werken in Vroeg-Barokstijl in Zuid-Italië zij gememoreerd de Gesü nuovo te Napels, door Pietro Provedo; gebouwd in 1684, heeft deze centraalbouw twee in delengterichting verlengde kruisarmen. Fig. 799. S. Carlo alle quattro fontane, te Rome, door Borromini, 1640. 720 BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. Fig. 800. Palazzo Pesaro te Venetië. BLOEITIJD (1630-1700). 12. De eerste, die de traditie's van het klassicisme geheel verwerpt, is Bernini, die de elementen van de Renaissance vervormt en zelfstandig volgens eigen inzichten verwerkt. Borromini tracht in oorspronkelijkheid alle voorgangers te overtreffen, wat hem, dank zij de toepassing van bijna uitsluitend gebogen lijnen, ook in de gevelrooilijn, schitterend gelukt; Borromini's plattegronden vertoonen dan ook slechts gebogen lijnen. Bernini, zoowel als Borromini zijn in Rome werkzaam. De bloeitijd van het Baroktijdperk rekent men te beginnen met de oprichting van de Altaartabernakel in de St. Pieterskerk te Rome, in 1633 door Lorenzo Bernini (1599—1680), die, geboren te Napels en beschermeling van paus Urbanus VIII, reeds zeer jong beroemd is als beeldhouwer, en zich ontwikkelt als schilder en architect. Dit eerste BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 721 werk van hem wijkt in opvatting geheel af van al wat tot dusver werd gemaakt. Op vier marmeren sokkels rusten vier gewonden bronzen zuilen, waarvan het onderste derde deel met gewonden canneluren, het bovenste deel met rankwerk is versierd, en die in composita-kapiteelen eindigen. Op deze kapiteelen rust een baldakijn, gevormd door vier uit de hoeken naar boven omkrullende voluten, met engelenfiguren, en afhangende, eveneens bronzen lambrequiné. Dit buitengewoon barokke monument, dat vooral door tijdgenooten zeer werd geprezen, luidde een nieuw tijdperk in. In denzelden geest ontwierp hij de Cathedra Petri, gedragen door vier reusachtige bronzen kerkvader-statuen, en het altaar met het beeld van de H. Therese, in de S. Maria della Vittoria, te Rome. Merkwaardigerwijze zijn de door hem ontworpen gevels van de S. Bibiana (1625) en de S. Anastasia van geheel strenge opvatting, die getuigt van ernstige studie van het door zijn voorgangers uit het Renaissance tijdperk gebouwde. Met zijn Noordelijken hoektoren aan den St. Pieterskerkgevel was hij niet gelukkig; in 1647 gebouwd, rijker en hooger dan die van Maderna, moest de toren wegens verzakking dadelijk weer worden afgebroken, waarna de gevel tot heden zonder torens bleef. Bernini's meesterwerk is de bebouwing van het plein voor de St. Pieterskerk, dat Fig. 578. in 1667 werd voltooid. Het feit dat hij er zich slechts heeft op toegelegd de werking van Maderna's gevel te verhoogen, wat hem schitterend is gelukt, vestigt voor immer zijn roem. Deze fraaie perspectievische werking kreeg hij door het terrein zachtjes te laten oploopen naar over de geheele breedte aangebrachte trappen met lage treden. Dan liet hij bij den gevel twee een weinig convergeerende lage verdiepingen aansluiten van uitgesproken Fig. 801. Palazzo del Grillo, te Rome, 18e eeuw. 722 BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. Fig. 802. TYevi-fontein te Rome. horizontale massawerking, die een tegenstelling vormden met de, door het ontbreken van de torens ongunstige, hoogtewerking van den gevel zelf. De vleugels gaan over in de beroemde kolonnade, die, uit 284 Toskaansche zuilen bestaand, eindigt in groote tympangevels en die gekroond is door een ballustrade, omsluitend het reusachtige plein. Reeds vroeger, in 1661, had hij zijn bekwaamheid getoond met het ontwerpen van de Scala Fig. 798. regia, een schitterend trappenhuis, dat naar de kapellen van het Vaticaan voert, en waarvan de werking ook weer berust op zijn groote kennis van de perspectief; hij versmalde n.1. de plattegrond, terwijl hij tevens de hoogte geleidelijk liet afnemen. De door hem gebouwde centraalkerken S. Assumzione della Vergine (1664) te Ariccia en de S. Andrea in Quirinale (1678) te Rome, zijn weer verschillend van opvatting; de eerste eenvoudig, de tweede zeer rijk. Verder was hij werkzaam op gebied van de burgerlijke bouwkunst; met Borrimi voltooide hij het door Maderna ontworpen Pal. Barberini, dat een ovaal trappenhuis kreeg, en waarmede nu tevens ovale ruimten hun intrede doen. Aan Pal. Ludovisi (nu Monte Citorio) past hij de groote orde toe. Maar zijn voornaamste werk te Rome is Pal. Odescalchi, waarvan de benedenverdieping als sokkel is behandeld, terwijl pilasters van de groote orde, over de beide hoogere verdiepingen loopend, de zware console-kroonlijst steunen, waarop een ballustrade met figuren volgt. Welke bouwwijze later veel wordt gevolgd. Een eervol en voordeelig aanbod van koning Lod. XIII om naar Frankrijk te komen, werd door hem afgeslagen. Een tweede Hoog-Barokmeester, eveneens uit Milaan geboortig, was Francesco Borromini (1599—1667), aanvankelijk medewerker, later concurrent van Bernini. Op BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 723 schilderachtige wijze werkt hij de Barokvormen verder uit, terwijl hij een voorliefde toont voor vrij opgevatten centraalbouw^ Zoo zijn van de kleine g. 786. 3. merkwaardige kerk Fig. 799. S. Carlo alle quattro fontane (1640—1667) te Rome, die op een hoek van een straat is gebouwd, alle lijnen gebogen en ook overigens de details zuiver decoratief, vrij van alle conventie en zeer origineel. Van Borromini zijn ook de gevels van het O r atorio di san Filippo Neri (1650) en het Collegio de Propaganda fide (1660). De kapel S. Ivo, in de hof van de Sapienza Fig. 786. 8. (universiteit) met koepel; en de uiterst barokke toren van de S. Andrea della Fratte, en gedeeltelijk de S. Giovanni in Laterano, waarin de nieuwe decoratie werd aange- Fig. 788. bracht met vernietiging van de oude aanwezige, en die naderhand veel werd nagevolgd. In Pal. Spada te Rome vergroot hij schijnbaar de afmetingen van den hof door toepassing van de perspectievische regels in navolging van Bernini. Dat hij ook in meer strenge richting Fig. 785. 2. kon werken, bewijst het Pal. Falconieri te Frascati. Aan zijn werkzaamheden kwam een Fig. 790. eind door zelfmoord. Pietro Berettini da Cortona (1596—1669) een Florentijnsch schilder, is vooral beroemd geworden door de zolderdecoraties, o. a. in Pal. Barberini te Rome, en de inwendige versiering van de Chiesa nuova en de S. Carlo al Corso, die door Onorio Lunghi is gebouwd. Als zelfstandig architect maakte hij de gevels van de S. Luca e Martino (1640), een centraalbouw, en de Sta. Maria della Pace, een Fig. 794. basiliekbouw uit 1659. Girolamo Rainaldi (1570—1655) is o. a. werkzaam aan Pal. Pamfili te Rome, omstreeks 1650. Zijn zoon Carlo Rainaldi (1611 — 1691) bouwde aan de Piazza Navona de schilderachtige S. Agnese Fig. 786. 1. (beg. 1651), een centraalbouw in den vorm van een Grieksch kruis met koepel. De middenpartij springt terug en is concaaf gebogen; in horizontale projectie zijn de beide torens aan weerszijden, convex gebogen. Eveneens een centraalbouw, in den vorm van een Grieksch kruis met koornis, is de S. Maria in Campitelli (1665), Fig. 796. 724 BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. van prachtige licht- en schaduwwerking in den gevel, waarvan de vrij er voorstaande zuilen de ver uitspringende kornissende lijsten dragen. Ten slotte zijn de sterk bewogen rijke gevel van de S. Andrea della Va 11e, evenals de twee kleine Koepelkerkjes op de Piazza del Popoio, zijn werk. Martino Lunghi de Jongere (4/1657) bouwt in Rome de S. Antonio de' Portoghesi endeS. Vincenzo ed Anastasio (1650), waarvan de laatste beneden en boven door groepen van drie bij elkaar staande zuilen is ingedeeld; de bovenste zuilengroepen dragen een drievoudig voorspringende kroonlijst, terwijl er drie inelkaar geschoven, verschillend gevormde tympans mede correspondeeren. De hier zeer willekeurig toegepaste zuilen zijn uitsluitend decoratief. Mattia de' Rossi (1637—1695), bouw¬ meester aan de St. Pieter, is de architect van Pal. Muti Papazurri; Giovanni de' Rossi (1616—1695) bouwt Pal. Altieri, Pal. Bonaparte, en Pal. Buoncampagni. De rijk gebogen gevel van de S. Marcello, te Rome, is - van Carlo Fontana. Schepper van vele barokke koepelschilderingen, die door voorstellingen van schijn-architectuur een grootere ruimtewerking trachtten te bewerkstelligen, was de schilder en binnenarchitect Andrea Pozzo (1642—1709) uit Trient. Tot zijn beste werken behooren o. a. de frescobeschildering van zoldering en koor in de S. Ignazio te Rome, en het fraaie altaar van S. Ignatius Ioyola in il Gesü; hier echter gaat de fantasie reeds BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 725 verder dan eigenlijk de technische uitvoering veroorlooft. Pozzo schrijft voorts nog een leerboek over perspectief, en maakte vele groote ontwerpen, die evenwel geen van alle tot uitvoering kwamen. In Pozzo's geest werkte ook de familie Bibiena, die vooral theaters en theaterdecoraties ontwierpen. Zoo bouwt Fernando Galli Bibiena (1657—1743) het Teatro Reale in Mantua. In Florence is het vooral Pietro da Cortona, dezelfde die ook in Rome werkzaam is, die decoratieve werken uitvoert, o. a. de beschilderingen in het Pal. Pitti (1640); wanden en zoldering werden hier met zware rijke pleisterlijsten en schilderingen georneerd. In Bologna bouwt Bartolomeo Provaglia het Pal. Bargellini (nu Davia), waar groote atlanten het balcon boven het portaal dragen. In Vicenza is het Santuario della Madonna di Monte Berico, in 1668 door Agostino Barella (1679) begonnen; dezelfde bouwmeester werkt ook in München. Milaan bezit in Francesco Maria Ricchini een architect, die vasthoudt aan de klassieke richting; zijn belangrijkste werk is de herbouw van het Pal. di Brera (1651) met een der mooiste zuilenhoven, (rondbogen op dubbele zuilen), in deze eeuw ontworpen. Van 1605—1638 is hij werkzaam aan den Dom te Milaan, terwijl de door hem gebouwde S. Guiseppe (volt. 1630) is opgevat als een centraalbouw; ook Fig. 605. Pal. Durini en de uitbreiding van het Ospedale Maggiore werden door dezen bouwmeester tot stand gebracht. Belangrijke monumenten zijn ook in dit tijdperk in Venetië verrezen. De meest beroemde bouwmeester is hier Baldassare Longhena (1604—1682); ongeveer 1650 voltooit hij een der belangrijkste paleizen uit Fig. 800. Noord-Italië, n.1. het Pal. Pesaro; hierbij rusten op een onderbouw twee groote arcadenverdiepingen, in den geest van Sansovino's Bibliotheek van S. Marco. Van zijn andere paleizen zijn nog vermeldenswaard Pal. Battaglia en Pal. Rezzonico (1680), waarvan aan het laatste rustica en de drie zuilenorden zijn toegepast. Fig. 797. Longhena's hoofdwerk is de prachtige kerk Santa M a r i a d e 11 a S a 1 u t e (1631 — 1687); van deze schitterend aan het water gelegen 8-zijdigen centraalbouw, rust de tamboer op acht groote composita-zuilen; de koepel, binnen 8-zijdig, buiten rond, is van hout, en wordt gesteund door groote sterk gewonden voluten, die van tamboer naar omgang loopen, tegen den muur van welke laatste rechthoekige kapellen zijn gebouwd. Inplaats van een kapel is aan een zijde een aan het water liggend portaal gebouwd, dat eenigszins het karakter draagt van een triomfboog, met tympan, gedragen door vier Korinthische halfzuilen op hooge postamenten. Aan de, het portaal tegenoverliggende zijde, sluit de inwendige ruimte aan bij een rechthoekige, eveneens door een koepel overdekte ruimte. Deze schilderachtige kerk oefende grooten invloed uit op de latere Venetiaansche bouwkunst. Latere kerken van Longhena zijn de Sta. Giustina en de Sta. Maria ai Scaldi (1646), beide decoratief zeer overladen; de gevel van de laatste kerk werd door Sardi uitgevoerd. Ten slotte werd in 1674 de Ospedaletto-kerk gebouwd. In Turijn volgde Guarino Guarini (1624—1683) uit Modena geheel de werkwijze van Borromini. Zijn Pal. Carignano (1680) heeft een gebogen middenrisaliet. De beneden- Fig. 787. verdieping met mezzanino, is door Toskaansche pilasters ingedeeld; dan volgt over de eerste verdieping de groote Korinthische orde, waartusschen tevens twee tusschenverdiepingen met zeer barokke vensteromlijstingen; boven het rustica portaal ligt een elliptische loggia. 726 BAROK EN ROCOCO IN ITALIË Fig. 805. Fontein bij den Tempel van Vesta te Rome. BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. 727 Verder bouwde Guarini te Turijn de S. Lorenzo, een centraalbouw zonder één rechte lijn in het grond- Fig. 786. 9. plan; dan het Santuario della Madonna della Consolata; de Capella Sudario, en de Academia delle Science (1674). In Napels is de Hoogbarok waardig vertegenwoordigd door Cosimo Fansaga (1591 — 1678). Hij bouwde Fig. 795. verscheiden kerken, waarvan vooral inwendig de Certosa di S. Martino zeer mooi is; voorts de S. Fernando, de Sta. Teresa en de Sta. Maria Maggiore; en eindelijk de Sapienza, met zuilenloggia. Op Sicilië werd de S. Gregorio te Messina door bovengenoemde Guarini gebouwd. Deze kerk is zoo barok in den slechten zin des woords, dat alle harmonie is verloren gegaan. Al heel leelijk is de torenhelm; en ongetwijfeld is de inheemsche Moorsche architectuur op deze ongebonden schepping, die zelfs Borromini's wildste fantasieën overtreft, van grooten invloed geweest. LATE-BAROK (1700-1750). 13. Bouwmeesters als Juvara en Vanvitelli keeren onder invloed van de Fransche bouwkunst tot strengere vormen terug; in Italië volgt n.1. geen Rococo-architectuur, zooals in Frankrijk en de Noordelijker landen, maar wel het Neo-Classicime op den stervenden Barok. De eerste monumentale uiting in dit tijdperk is de Superga (1717—1731) te Turijn, Fig. 803. gebouwd door Filippo Juvara (1685—1735), geboren in Messina. Het is een groot rechthoekig klooster, met aan de eene korte rechthoekzijde een prachtige kerk in den vorm van een centraalbouw. De kerk is klassicistisch van opvatting, met grooten Korinthischen porticus van vier zuilen breed en drie zuilen diep; het kerkfront is geleed door Korinthische pilasters, met een ballustrade als attica; een groote koepel die gelijkenis vertoont met die van de St. Pieterskerk te Rome, beheerscht reeds van verre het op een hoogte liggend bouwwerk. Ook de koepel boven de S. Andrea te Mantua is Juvara's werk. Op gebied van de burgerlijke bouwkunst was hij werkzaam aan den gevel van Pal. Madama te Turijn, ' prachtig in marmer; 'eveneens aan de fraaie dubbele trap van hetzelfde paleis. Fransche invloed is duidelijk te bespeuren in het grondplan van het door hem ontworpen, oorspronkelijk als jachtslot bedoelde, SlotStupinigi (1729). Juvara sterft in Spanje. In Napels werkte Luigi Vanvitelli (1700—1773), te Napels geboren uit Nederlandsche ouders, die reeds op 26-jarigen leeftijd bouwmeester was van de St. Pieterskerk te Rome. Leerling van Juvara, bouwt hij te Napels een tweetal kerken, n.1. de S. Spirito en de Sta, Annunciata. Zijn grooten roem heeft hij evenwel Fig. 786. 2. te danken aan zijn prachtige Slot Caserta (beg. 1752), dat zeer sterk onder Franschen invloed uit Versailles, in uitgesproken klassisistische opvatting is opgetrokken. Het werd gebouwd voor koning Karei III van Napels; de gevel is ruim 250 M. lang, en het trappenhuis is buitengewoon geslaagd. Bij het slot behoort een theater, dat maar heel weinig verschilt van de heden ten dage gebouwde schouwburgen. De Spaansche trap in Rome, die naar de in de hoogte liggende kerk S. Trinita dei Monti voert, werd tusschen 1721 en 1725 gebouwd door Alessandro Specchi en Francesco de' Sancti. De schilderachtige, rijk met beeldhouwwerk van Benaglia Fig. 802. versierde Fontana di Trevi (beg. 1735) is als een triomfboog opgevat, met klassieke details, en een schepping van Niccolo Salvi (1699—1751). De Florentijn Alessandro Galilei (1691 —1737) bracht voor zijn werkzaamheden in Rome eenige jaren in Engeland door, het land waar bij voorkeur de Palladiaansche stijl werd toegepast. De door hem in 728 BAROK EN ROCOCO IN ITALIË. « •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 1734 beaonnen aevel van Fia. 788. de S. Giovanni in Laterano heeft twee verdiepingen, met gekoppelde Korinthische halfzuilen op hooge postamenten voor de midden- , partij en groote pilasters voor de vleugels. Kenmerkend zijn nog de loggia op de tweede verdieping, het tympan en de ballustrade. Galilei is ook de bouwmeester van de Capella Corsini aan de S. Giovanni in Laterano. Van Fernando Fuga (1699—1780) is de gevel van de S. M a r i a Maggiore (1743) te Rome, met loggia's en een voorhal; Pal. Corsini te Rome; gedeeltelijk de hof van Pal. ï«.«««»««»"»»«»««"«*""""**,,,,*,*,*",,,",,**,"*,*,*",e'"e*""""*"******,**",""**ï della Consulta, bij £ Fig. 806. De Paolina fontein, te Rome. J het Quirinaal; en gedeel- »•••••>•••••••••••••••••••••••••••*••••••*■ * initiiiiumiiiiniim) iM'i' telijk Reale Albergo de' P o v e r i te Napels, waaraan een sterk uitgesproken klassisistische neiging opvalt. Fig. 786. 6. De S. Croce in Gerusalemme (1744) te Rome werd door Domenico Gregoris ontworpen. Dan moet in Rome ten slotte nog genoemd worden de beroemde Villa Albani, door Carlo Marchionne (1704—1780) in 1746 begonnen. Dit voorname monument opent naar de tuinzijde met een rustica pijlerarcade; de archivoltdragers zijn Ionische zuilen. De mezzanino-vensters zijn elliptisch en de attiek wordt gevormd door een ballustrade met beelden. In Venetië is het Pal. Corner della Regina door Domenico Rossi in den stijl van Longhena gehouden; zijn prachtige Jezuïtenkerk, de S t a. M a r i a, volgt in hoofdtrekken il Gesü. De Sta. Maria Zobenigo (1683) werd door Guiseppe Sardi (1630—1699) uitgevoerd. XXXI. BAROK EN ROCOCO IN SPANJE EN PORTUGAL. EN GEVOLGE VAN DE VELE, ONGELUKKIG AFGELOOPEN OORlogen, (na Nederland, o.a. tegen Frankrijk en Engeland) geraakte Spanje in de zeventiende eeuw tot armoede en verval, met het gevolg, dat het eens zoo machtige Rijk zijn rang als groote mogendheid verloor. Toch leverde deze eeuw op kunstgebied meesters op met wereld-reputatie. O.a. Zurbaran, Velasquez, Murillo, Cervantes, Calderon en Lopede Vega. Een algemeene hoofdtrek der Spanjaarden was een streven naar overladen rijkdom; te meer daar de grootste kunstbeschermers worden gevonden aan het hof en onder de hooge kerkelijke waardigheidsbekleeders. De Barok uit Italië vond in Spanje reeds aanhang ongeveer 1620, dus nog vóór Borromini's invloed zich kon doen gelden; en zoo ontvankelijk waren de Spaansche bouwmeesters voor den Borrominesken stijl, dat, ook al in verband met de eigen, in Spanje inheemsche kunstrichting, Spanje het land is waar de meest wilde barokke concepties worden aangetroffen. De Barok werd ingeleid door Juan Baptista Crescenzi (1585—1660) bouwmeester van het Escorial, vooral als deze in 1630 als Markies de La Torre architect werd van de Openbare Gebouwen. De bouw van het Escorial onder Philips II vormt het hoogte punt van de Renaissance, waaraan tevens het strenge en koele klassicisme, vooral vertegenwoordigd door Herrera tot uiting komt. Van Herrera's beide leerlingen, Francisco de Mora (f 1610) en Juan Gomes de Mora (■{■1648) staat de eerste nog geheel op het standpunt van de Hoogrenaissance, doch is slechts in de details wat vrijer. De laatste, die in 1611 hoofd-bouwmeester wordt van het Escorial, wordt geroemd als een baanbreker van den Barok. In wezen is echter zijn systeem niet anders dan Hoog-renaissance, doch uit zich het barokke-element voornamelijk in zijn zeer fraaie deur- en vensteromlijstingen. Evenals de Platereske stijl was de Barok decoratief, terwijl voor architectonisch schema dat van Juan de Herrera bleef behouden, dus rustige massa, met de decoratie geconcentreerd op de vensters en portalen. Tegen het einde van de zeventiende eeuw begint met de latere werken van Don José de Churriguera (1650—1723) het bloeitijdperk van den Barok, die naar hem zelf Churriguereske stijl wordt genoemd. Echter weet Churriguera in de toepassing zijner barokke details nog maat te houden; zijn volgers pasten echter de decoratieve barokke elementen zoo toe, dat zelfs Italië's wildste barokke-architectonische fantasieën nóg klassiek lijken, vergeleken bij deze Spaansche scheppingen. De algemeene kenmerken van dezen Barok zijn: gebroken of opgerolde tympans, omgekeerde voluten, golfvormige lijsten, waarboven grillige ballustraden, ornament bestaande uit 730 BAROK EN ROCOCO IN SPANJE EN PORTUGAL. bloemen, schelpen, draperieën en guirlanden, liefst zonder eenige symbolische beteekenis en meestal op de verkeerde plaats aangebracht. Talrijke cornissingen, geoorde omlijstingen, en waar het het inwendige van kleinere kerkelijke bouwwerken betreft, uitbundige toepassing van vreemde en kostbare materialen, behooren bij dezen stijl. Een voorbeeld van het werk van Churriguera, die door Karei II benoemd werd tot bouwmeester van het Koninklijk Paleis, is het klooster van S. Cayetano te Madrid. In denzelfden geest werken zijn zoons Jeronimo en Nicolas. In het verarmde Spanje komt nu de tijd, dat de Koningen hun geld verbouwd hebben; dan wordt de kerk de groote opdrachtgeefster. Vooral de Jezuiten bevorderen de ontwikkeling van een strengere richting, naar het voorbeeld van il Gesü te Rome. In den gevel kwamen meestal twee torens, zooals b. v. aan de S. Juan Bautista te Toledo. Boven de zijkapellen werden gaanderijen aangebracht, bestemd voor de geestelijken, die aldus van de kerkgangers waren gescheiden. Het gevolg hiervan is, dat het koor aan beteekenis verliest. Tusschen de ruimte voor de kerkgangers en de zijkapellen werd een omgang gespaard, bestemd voor het houden van processies, zooals dit voor het eerst geschiedde bij de Nuestra Sennora de Beien te Barcelona (1681 — 1729). De Jezuitenorden zelf gaven de voorkeur aan den centraalbouw, die niet bestemd was voor preek of processie. Deze centraalbouwwerken kwamen in veel overeen met de Italiaansche, doch waren rijker versierd. Zeer grootsch opgevat is b.v. het Jezuitencollege te Loyola, dat het geboortehuis van den stichter van de orde omsluit, Evenwel is de centraalbouw in Spanje niet nieuw. Van 1590—1599 werd door den schilder Domenico Theotocopuli het Collegio de Donna Maria de Aragon te Madrid BAROK EN ROCOCO IN SPANJE EN PORTUGAL. 731 gebouwd volgens een ovaal grondplan. En Crescenzi's overkoepelde grafkapel, van 1617—1 1645 voor de Spaansche koningen opgericht: het Pantheon van het Escorial, was eveneens een centraalbouw. In 1701 kwam er met de regeering van PhilipsV.een neef van Lodewijk XIV, dus uit het huis van Bourbon, verandering in de bouwwijze. Gehuwd met een Italiaansche, waren beiden gewend aan de klassieke richting en stonden ze vreemd tegenover het Churriguerisme. Tusschen Spanje en Frankrijk had nu op bouwkunstig gebied een gunstige wisselwerking plaats; de Spaansche Barok wordt rustiger, de Fransche vrijer, eindigend in de Rococo, Door het naar Spanje roepen van Italiaansche bouwmeesters, schilders, decorateurs en beeldhouwerswerdtevensde Italiaan¬ sche klassieke richting, ten behoeve waarvan academiën tot opleiding van kunstenaars werden gesticht, in de Spaansche Barok merkbaar. Zoo werd in 1752 de academie San Fernando te Madrid opgericht, waar Vitruvius werd bestudeerd en dus de strenge richting werd gevolgd. Onder Ventura Rodriguez (1717 —1785) was de overgang van Barok naar Klassicisme volkomen. Nog thans handhaaft zich in de bouwkunst een nationaal element, vooral in Noordwest Spanje, oorspronkelijk bewoond door Keltische stammen. Moorsche en Westgothische details, eninvloedvanhoutconstructiesbijde steenbewerking, zijn de kenmerken van dezen plateresken stijl. Vooral voorspringende platen, van onder soms draperievormig uitgeschulpt en vaak consolevormig, geven het ornament het karakter van beslag (eenigszins overeenkomend met het Duitsche Renaissance beslagornament). De voornaamste vertegenwoordiger van den Barok in zuiver Spaansche richting is 732 BAROK EN ROCOCO IN SPANJE EN PORTUGAL. Alonso Cano. Aanzijnkerk S. Maria Magdalena te Granada is deze platereske richting het eerst te onderkennen. Aan de daar later door hem gebouwde kathedraal is de zuil geheel verdwenen. 2. PALEIZEN. Als type kan gelden het Paleis van den Hertog de la Victoria te Logrono. In het algemeen is het portaal zeer groot, terwijl de eenvoudige gevel door groote fraaie vensters wordt doorbroken en door een zware kroonlijst afgedekt. HUIZEN. De baksteenen gevels zijn meer decoratief opgevat, soms met fresco's, dan weer met stuc verfraaid. De vertrekken zijn hoog en ruim, de trappen recht en breed; een balkenzolder en gewitte muren, of, bij rijkere uitvoering, faience muurbekleeding, voltooien het inwendige. THEATERS. Oorspronkelijk werden de voorstellingen gegeven op binnenplaatsen, die door woningen waren omgeven. In het Renaissance tijdvak waren de te Madrid gebouwde theaters de la Cruz en del Principe hierop geïnspireerd; ze bestaan uit een zaal met twee rijen loges als galerijen en achter een amphitheater voor vrouwen. Zeer fraai was het koninklijk theater Buen Retiro. Hierin werd het tooneel niét afgesloten, doch het geheele park als het ware aan het tooneel verbonden, zoodat groote massa's menschen en zelfs ruiters mede in het spel konden worden betrokken. BRUGGEN. Deze werden door de Spaansche ingenieurs uitgevoerd in natuursteen, baksteen of soms hout. Bekend zijn te Madrid de Segoviabrug, door Herrera, en deToledob r u g, uit 1732. Ook te Leon, de brug bij het klooster S.Marcosente Ronda de brug, die 200 M. hoog door José Martin de Aldeguela, in 1761 over de Guadalquivir werd geslagen. 3. OVERZICHT DER MONUMENTEN. SPANJE. VROEGE BAROK. Salamanca. Tusschen 1617—1750 werd het Jezuïtencollege La Clerica gebouwd door Juan Gomes de Mora. In hoofdzaak is het grondplan gevolgd naar II Gesü te Rome. Bijzonder mooi zijn de gevels aan den hof, die ingedeeld worden door driekwart composita-zuilen van de groote orde. Granada. De Kathedraal (begonnen na 1652) is een ontwerp van Alonso Cano (1601 — 1667). De gevel van dit driebeukig bouwwerk is eveneens drie-deelig; de indeeling Fig. 809. Hof van het Collegio Santo Thomas te Madrid. (Naai Woermann). BAROK EN ROCOCO IN SPANJE EN PORTUGAL. 733 Fig. 810. Dom te Saragossa. Fig. 811. Portaal van het klooster S. Telmo te Sevilla. door drie schaduwrijke rondboognissen, waarvan de middenste het hoogst is en welke nissen door steunbeervormige muurpijlers zijn gescheiden, en naar boven afgesloten door een lage borstwering, geven dezen gevel het uiterlijk van een triomfboog. Ronde en elliptische muur-medaillons verrijken het geheel. Toledo. De S. Juan Bautista is een basiliek met twee vierkante zijtorens zonder spits; de door Korinthische halfzuilen ingedeelde gevel bestaat uit twee verdiepingen. Saragossa. De eerste groote Spaansche Barok-kathedraal, driebeukig, met kapellen tusschen de steunbeeren (zooals dus in de Hoog-Renaissance) is de door Francisco 734 BAROK EN ROCOCO IN SPANJE EN PORTUGAL. Fig. 812. Mexico. Portaal van de Sagrario Metropolitano. (Naar foto De Veer). Herrera de Jongere (1622—1685) gebouwde Nuestra Senora del Pil ar, die in 1677 werd begonnen. De pijlers, die den hoofdkoepel dragen, zijn bekleed met Korinthische pilasters; bovenden middenbeuk verrijzen nog twee en boven ieder der zijbeuken nog vier kleinere koepels. Van de vier ontworpen torens is er slechts één voltooid geworden, R o d r ig u e z voltooide na 1753 het inwendige in Romeinschklassisistische vormen. 4. HOOG-BAROK. Madrid. Een van de eerste gebouwen, waaraan de Hoog-Barok zich op bescheiden wijze demonstreert is het college S. Thomas; Fig. 809. vooral de binnenplein-gevel vertoont een zoeken naar nieuwe vormen door den schilder Josef Ximenez Donoso (1628—1690). De werkelijke bloeitijd begint echter met José Churriguera uit Salamanca. Salamanca. Churriguera's eerste werk was de toren van de laat-Gothische kathedraal, benevens de sacristi van deze kerk. Evenals Bernini's altaar voor zijn tijdgenooten, diende daarna Churriguera's katafalk voor koningin Maria Louise van Bourbon als voorbeeld voor talrijke portalen en altaren. Dit monument heeft den vorm van een éénbogigen triomfboog, van boven bekroond door een overrijke barokke ornatie. Dan het Raadhuis, waarvan de drie verdiepingen hooge gevel in vijf traveeën is verdeeld. Komt de geleding van de beide benedenste verdiepingen door smalle lisenen tot stand, de bovenste verdieping is ingedeeld door hermen en bekroond door een balustrade. BAROK EN ROCOCO IN SPANJE EN PORTUGAL. 735 De Plaza Mayor te Salamanca is een schepping van de gebroeders Quinones, die tusschen de jaren 1720—1733 werd uitgevoerd. Valladolid. Narciso Tomé voltooit hier in 1715 de Universiteit, waaraan een fraai portaal. Van hem is ook afkomstig de zoogenaamde Trasparente, een o verrijk hoogaltaar in de Kathedraal van Toledo, van fraaie perspectievische werking, met beelden en schilderwerk. Madrid. De kapel van S. Isidro Labrador, aan de S. Andrés, werd tusschen 1657—1663 door Sebastiaan Herrera Barnuevo gebouwd in Neo-Plateresken stijl. Het inwendige, bekleed met wit, geel, groen en rood marmer, is overdekt met vruchten- en bloementrossen. De gouden kapel (van de Nuestra Senora de la Soledad) in de S. Isidro el Real, werd van 1626 tot 1651 door Fray Francisco Bautistas gebouwd. Van Jeronimo en Nicolas Churriguera, is het prachtige Hospicio Provincial, met bijzonder portaal. 'Fig. 783 Valencia. Tusschen 1740 en 1745 werd het Casa del Marqués de Dos Aguas naar een ontwerp van den schilder R o v i r a gebouwd. De vensters zijn rijk omlijst, evenals het portaal, dat over twee verdiepingen doorloopt. Een sousterrein en een lage zolderverdieping met ovale vensters zijn kenmerkend. Zeer schilderachtig is ook het portaal van de San Andrés, waaraan gewonden zuilen voorkomen. Granada. Tusschen 1727 en 1764 bouwde Fray José Manuel Vasquez de kleine éénbeukige kerk, de sacristie van Cartuja, waarvan de beeldhouwer Luis de Arevalo het inwendige versierde. Een meer barokke versiering kan men zich niet voorstellen; in alle details spreekt beweging. Zelfs de pijlerschachten en lijsten zijn volledig overdekt met decoratieve elementen, die duidelijk invloeden doen zien uit Indië en Mexico. Zooals in Mexico ook Spaansch barokke-kerken werden gebouwd, waarvan als voorbeeld moge dienen het portaal van de Sagrario Metropolitan o. Fig. 812 Loyola. In de geboorteplaats van den stichter van de Jezuitenorde werd een kerk te zijner eere gebouwd. Deze kerk, tusschen 1689 en 1738 door Ignacio de Ibero (f 1766) voltooid volgens ontwerp van den Italiaan Carlos Fontana, ligt in een rechthoekig Collegio imperial met drie binnenhoven, en wordt genoemd de San Ignacio de Loyola. De kerk is rond met ruime porticus, omgangen en een tambour met koepel, die door acht zware pijlers wordt gedragen. Madrid. Het tegenwoordige paleis van Justitie, een uitgestrekt gebouw, was vroeger het Klooster van SalesasReales, dat van 1750—1758 door René Carlier werd gebouwd. Het oude koninklijke paleis verbrandde in 1734. Het nieuwe Koninklijke Paleis was een ontwerp van Philippo Juvara, die door Philip V als hof bouwmeester naar Spanje was beroepen. Juvara stierf nog voor de bouw was begonnen, terwijl eerst ten gevolge van tegenwerking in 1737 de eerste steen werd gelegd van het gebouw, dat door Juvara's leerling Giovani Batista Saccheti uit Turijn {f 1764) werd voltooid. Aan den gevel is duidelijk te zien, dat hij werd ontworpen door een Italiaan. Op een rustica benedenverdieping, zonder stootvoegen, Volgt de groote Dorische pilasterorde; aan de middenrisaliet zijn gecanneleerde ionische halfzuilen toegepast, evenals aan de weinig sprekende hoekrisalieten. Een zware kroonlijst met balustraden kroont het geheel. Op de hoofdverdieping liggen onder meer een zuilenzaal en een troonzaal, sterk onder Franschen Rococo invloed. De slotkapel ligt in de hoofdas van het gebouw. Dit bouwwerk, waarvan 736 BAROK EN ROCOCO IN SPANJE EN PORTUGAL. t ï Fig. 813. Klooster te Mafra. S in 1749 Ventura Rodriguez de leiding kreeg, was voor de Spaansche bouwkunst beslissend: begin van het einde van den Barokstijl. La Granja (bij Segovia). Het paleis van Ildefonso werd in 1721 naar het ontwerp van Teodoro Ardemans (4/ 1726) begonnen; de in 1739 door Sacchetti voltooide tuingevel was een ontwerp van Juvara, in Paladiaanschen stijl. Door Philips V (1700—1746), een neef van Lodewijk XIV, werden verschillende Fransche architecten naar Spanje ontboden, o.a. René Carlier en Etienne Boutelou en nog vele decorateurs. Zoo is het te verklaren, dat bij den parkaanleg geheel de plannen van Versailles zijn gevolgd. Aranjuez. Het slot was reeds in 1574 begonnen; P. C. Idogro en Giacomo Bonavia (4/ 1760) moesten op koninklijk bevel de strenge richting van Herrera volgen. Toch spreekt uit het geheel de Fransche geest. Als decorateur werkte in dit gebouw de beroemde schilder Alexandro Gonzalez Velasquez (4/ 1777). Fig. 811. Sevilla. Het portaal van het paleis S. Telmo werd in 1725 ontworpen door Leonardo de Figueroa, doch eerst ruim een halve eeuw later uitgevoerd. De portaalbouw is drie verdiepingen hoog en steekt ver boven den twee verdiepingen hoogen gevel uit. Het geheel is van kenmerkend Spaansch-barokken stijl. Cadiz. In 1720 werd begonnen met den bouw van de nieuwe kathedraal volgens ontwerp van Vicente Acero (1722). Deze driebeukige basiliek van groote breedte is nog uitgebreid door zijkapellen, terwijl de dwarsbeuk aan weerszijden eindigt in een uitspringende abside. Een kapellenkrans omringt, als voortzetting van de zijbeuken, den koorbouw, bestaande uit vijf zijden van een regelmatigen achthoek met omgang. De kerk is 55 meter breed en 114 meter lang. De gevel is gedeeltelijk klassicistisch,doch barok in de gebogen gevelvlakte; in het midden bevindt zich een rondboognis, bekroond door een tympan en geflankeerd door twee lage ronde torens, afgedekt met koepeltjes. BAROK EN ROCOCO IN SPANJE EN PORTUGAL. 737 Murcia. Tot de mooie Spaansch barokke gevels behoort die van de overigens middel- Fig. 807. eeuwsche Kathedraal. Het ontwerp werd gemaakt door Jaime Bort, een Hollander van oorsprong. Malaga. De gevel van de Kathedraal, door Acero werd in 1724 begonnen. Hij is driedeelig met twee verdiepingen en versierd met gekoppelde gecanneleerde zuilen op hooge postamenten. De beide torens zijn vierkant en 84 meter hoog. Madrid. Ventura Rodriguez (1717—1785) bouwde tusschen 1749—1753 de kerk SanMarcos. Het grondplan is ontwikkeld uit vier ellipsen, zoodat ook de koepelruimte elliptisch is. Voor het inwendige werd de groote composita pilasterorde toegepast, waardoor dus barokke ruimte-ontwikkeling werd gecombineerd met klassicistische detailleering. Van Rodriguez is ook het ontwerp van de kerk de la Encarnacion in dezelfde plaats. Saragossa. De kathedraal Nuestra Senora del Pilar werd in 1681 begonnen door Fig- 810. den Sevillaanschen schilder Herrera il Mozo en zou een navolging worden van de St. Pieterskerk te Rome. Deze kerk werd echter gedeeltelijk afgebroken en voltooid door Juan Ramirez en Rodriguez. De toren aan den Zuidwesthoek werd volgens het oorspronkelijke plan voltooid ; het inwendige is klassicistisch van opvatting met barokke details. Lugo. De gevel van de Kathedraal werd in 1769 gebouwd en is een ontwerp van Rodriguez, evenals de gevel van de Kathedraal te Santiago uit 1780, beide droog klassicistisch van opvatting. Santiago. De door Simon Rodriguez in 1748 begonnen kerk S. Francisco is plateresk, doch van zeer strengen eenvoud, van het basiliek type en opgetrokken van onbekleed graniet. Santiago de Compostella. In 1738 werd begonnen met den bouw van de Kathedraal door Fernando de Casas Y Nova (f 1751). Daar de kerkvloer veel hooger ligt dan het omringende terrein, is de gevel opgetrokken op een buitengewoon zwaren onderbouw, waarvoor een groote fraaie trap is aangebracht. De middenbouw heeft door den hoog opgaanden topgevel een sterk uitgesproken verticale richting; de twee vleugels zijn lager, terwijl de beide iets terugspringende hooge torens duidelijk den invloed doen kennen van de Belgische en Nederlandsche Barok. Het CasadelCabildote Santiago de Compostella is een mooi voorbeeld van een burgerlijk gebouw in plateresken stijl door Clemente Fernandes Sarela (f 1769). 5. PORTUGAL. Inl 580 verloor Portugal zijn onafhankelijkheid tengevolge van het ontbreken van efen troonopvolger. Philips II van Spanje veroverde Lissabon en werd daar gekroond als Philips I. Het gevolg hiervan is, dat de bouwkunst het specifiek Portugeesche karakter verliest en verdrongen wordt door den Churrigueresken stijl en Italiaansche richting. Na de herovering der onafhankelijkheid in 1668 werd de bouwkunst weer zuiver Portugeesch. Porto. In 1602 werd de kerk NossaSenhora do Pilar gebouwd, waaraan opvallend is de cirkelronde kruisgang. De kerken dos Extinctos Carmelitas en do Carmo werden naast elkaar gebouwd, tusschen de jaren 1619 en 1628. De tympans zijn reeds barok gebogen. In strengen stijl opgevat, zijn de kruisgangen te Thomar en te Vizeu. 738 BAROK EN ROCOCO IN SPANJE EN PORTUGAL. Fig. 814. Paleis te Braga (Huis van den Mexicaan). De Italiaan Nicolo Nazodi voltooide in 1779 de kerk Nossa Senhora dos Cl er ig os. Dein 1732 begonnen 75 meter hooge toren werd in 1763 in Italiaanschen rococo-stijl voltooid. Braga. Het Hospitaal, dat omstreeks 1650 werd voltooid, kreeg een gevel, die eenigszins doet denken aan een kerk met twee torens. Ook het slot en het zoogenaamde Mexi- Fig. 814. caanscheHuis, waarvan het laatste een overrijken barokken gevel heeft, zijn van belang. Fig. 813. Mafra. Paleis met Klooster. Dit groote gebouwen-complex, 251 M. lang en 221 M. breed, gebouwd tusschen 1717 en 1731, heeft voor Portugal dezelfde beteekenis als het Escorial in Spanje. De aanleg is rechthoekig, met negen binnenplaatsen. Het middendeel van den gevel wordt gevormd door den gevel van een kerk met twee hooge torens, waar achter en waar boven de koepel op hoogen tamboer verrijst. De hoekpaviljoens spreken door gebogen koepeldaken, terwijl de risalieten een zuil- en pijler-architectuur vertoonen. Aan dit bouwwerk van de architecten J. F. Ludwig en zijn zoon J. P. Ludwig verspilde Johan V (1706—1750) het geheele koninklijke vermogen. Lissabon. Juvara bouwde hier in de eerste helft der achttiende eeuw in Italiaansch klassicistischen barok het Koninklijke Paleis Ayudo en de Patriarchale kerk. XXXII. BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. N DE 17E EN 18E EEUW WERKTE FRANKRIJK ZICH OP TOT DEN machtigsten staat van Europa, en de schitterende hoofdstad van dit land werd het centrum van de Europeesche cultuur. Reeds onder Hen¬ drik IV was de strijd begonnen om demachttusschenkoningen en adel, welke strijd onder Lodewijk XIV volkomen was beslecht in het voordeel van de eerstgenoemden; dank zij de hulp van groote staatslieden als Richelieu (1624—1642) en Mazarin (1643—1661) was de macht van den koning absoluut, onbeperkt, zoodat in 1661, na den dood van Mazarin, Lodewijk XIV volkomen terecht kon zeggen: „1'état c'est moi". De Fransche cultuur verspreidde zich zeer snel over Europa tengevolge van den strijd van het Katholicisme tegen de Hervorming, welke in 1598 met het Edict van Nantes werd beslecht: de Staatsgodsdienst bleef Katholiek, het Protestantisme werd slechts geduld. Gevolg: vele Hugenoten verlieten het land en weken uit, vooral naar Nederland. En vele van deze refugiés waren begaafde menschen, die medewerkten tot verbreiding van de Fransche kuituur. De Fransche Barok was bij uitstek verbonden aan het koningschap. De onbeperkte heerschers waren Fig. 815. Kerk du Val de Grace, te Parijs, begonnen 1645. (Naar foto). 740 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. de groote opdrachtgevers, kozen zelf hun kunstenaars, die in hun werken de rijkdom van het hof moesten weergeven. Hun kunstrichting werd benoemd naar de periode van de regeering hunner opdrachtgevers, niet alleen in Frankrijk zelf, maar in alle overige Europeesche kultuurstaten. Vooral het tijdvak van Lodewijk XIV drukt zijn stempel op de kunstgeschiedenis. De Louis quatorze periode vormt het klassieke tijdperk voor Frankrijk, waarin een grootsche opvatting en eenheid van stijl tot uiting kwam. Deze voornaamste Fransch-nationale stijl was evenwel reeds lang begonnen voor de meerderjarigheidsverklaring van Lodewijk XIV in 1661; onder diens regeering echter bereikt de Barok zijn hoogtepunt, wordt gezuiverd van alle vreemde elementen, als Middeleeuwsche en Nederlandsche (waardoor de stijl zuiverder nationaal nog wordt dan de Renaissance) en blijft ook dan ae Kenaissance; en oinrt ook behoed vDor Borromineske uitspattingen. 2. Bleef in Italië Rome volstrekt niet het centrum van den Barok, maar deden beurtelings alle groote steden haar invloed gelden, in Frankrijk bleef Parijs en omgeving het centrum van de bouwbedrijvigheid, zonder dat in de andere steden overwegende afwijkingen zijn te constateeren. Zoodat eigenlijk een geschiedenis van den Parijschen Barok reeds een volledig inzicht zou geven, als niet ongelukkigerwijze door de revolutie zooveel schoons was vernietigd. Echter bleef in geschrift en gravure veel voor den lateren onderzoeker bewaard. In Frankrijk worden de volgende stijlperioden onderscheiden: 1. Laat-Renaissance of Vroeg-Barok = stijl Lodewijk XIII (1625—1645). 2. Bloeitijd van den Barok (1645—1715) die omvat: Fig. 816. Lodewijk XIII gevel van het kasteel Maisons-surSeine, bij Parijs. BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 741 a. de vroeg Louis quatorze-stijl (1660—1690) in zijn streven naar rijkdom en pracht tot het uiterste, en b. de laat Louis quatorze-stijl (1690— 1715) met zijn zin voor, uitwendig, versobering en, inwendig, verfijning. 3. De Régence- of vroeg Louis quinzestijl (1715-1735), 4. De Rococo- of Louis quinze-stijl (1735-1750). Hierbij dient opgemerkt te worden, dat de naam Rococo-stijl, die gezegd wordt te zijn afgeleid van rocaille = schelp of rotswerk, in Frankrijk minder gebruikelijk is dan de naam stijl Louis XV. Al worden in de perioden Barok en Rococo na elkaar genoemd, hun ontwikkeling valt naast elkaar. Reeds in Italië ontwikkelen zich gelijktijdig twee richtingen, de barokke en de klassicistische. Evenwel tracht de Fransche bouwmeester den invloed van Borromini te ontkomen, zoogoed als alle vreemde invloeden, en volgt hij bij voorkeur de strengere Palladiaansche richting of die van Vignola en Scamozzi. Waar de Italiaansche Barok onvoorwaardelijk wil uiting geven aan fantasie en ongebonden scheppingsdrang, blijft de Fransche meer beheerscht, overdacht en berekend. Zoo zijn de Fransche bouwmeesters, minder dan de Italiaansche, in te deelen in twee rubrieken: de klassicistisch en de ongebonden voelende. Te minder, omdat er Fransche meesters zijn, die streven naar klassicisme voor het ex- en vrij-Barok voor het interieur, welke richting in het Régence-tijdperk vooral den boventoon voert en eindigt in het Rococo-tijdperk, waarna de steeds werkzaam gebleven klassicistische richting triomfeert in den Louis XVI stijl en de Empire. L De VROEG-BAROK. Ieder tijdvak heeft zijn eigen meesters, die, bij alle gebondenheid toch hun eigen stempel Fig. 817. Lodewijk XIII deur uit het Slot van Fontainebleau. 742 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. drukken op de periode waarin ze werken. En in verband met hun studiereizen naar Italië, krijgt de vroeg-Fransche Barok het karakter van in nationale richting gecorrigeerden Italiaanschen Barok. De voornaamste meesters met een eigen persoonlijke opvatting zijn Jacques Lemercier (1585—1654); Pierre Lemuet (1591 — 1669); Louis Levau (1612—1670) enFrangoisMansart (1598— 1666). 4. Het kasteel. Was het Italiaansche kasteel groot en grootsch, behagelijk en prettig bewoonbaar was het niet. Het Fransche, dat kleiner is van afmetingen, behield het Renaissance-karakter; doch zonder de machtige hoekpaviljoens, wordt het grondplan meer | |-vormig. Inplaats van de domineerende paviljoens (een overblijfsel uit de Middeleeuwen) komen vleugels, die geheel gelijkwaardig zijn aan de middenpartij.Zoob.v.het Chateau-de-Maisons Fig. 823. (bij Parijs), door F. Mansart gebouwd van 1642—1650); en het kasteel V a u x -1 e - Vi c o m t e, met een overheerschende midden- partij, waarin de vestibule, met aan weerszijden trappen, en de groote zaal liggen (door Levau, van 1657—1660). De portalen zijn rijker opgevat dan de overige bouwdeelen, evenwel niet in die verhouding, als dit in Italië het geval is. En de vensters verraden nog Gothische nawerkingen in hun verhoudingen, hoog en smal, in de verhouding van meestal meer dan 2 hoog of I breed. De kleinere afmetingen van de Fransche kasteelen staan natuurlijk in verband met de eischen van het klimaat. Toch komt er nog duidelijk in tot uitdrukking de hooge positie, die de opdrachtgevers in de wereld innemen. Vooral inwendig, waar de slaapvertrekken nog zijn ingericht Fig. 825. als een ontvangsalon met praalbed, afgescheiden door een ballustrade om een verhoogde estrade. Hotels. Een specifiek Fransch karakter dragen de kleinere voorname woonhuizen, hotels genaamd, gebouwd voor den adel in de steden, bankiers, kardinalen en industrieelen. Niet aan de straat gelegen, doch hiervan gescheiden door een voorhof, vertoont de gevel zich streng en deftig, de achtergevel rijker en opener. Onzichtbaar voor den voorbijganger biedt Fig. 818. Laat-Renaissance (Lodewijk XIII). Kerk St. Etienne-du-Mont te Parijs. BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 743 het hotel eigenaar en gasten een geriefelijk, gezellig bewoonbaar . tehuis, minder monumentaal wel is waar als in Italië, maar toch rijk, met paviljoens en hooge daken. Als fraai voorbeeld kan gelden het Hötel Lambert, te Parijs (door L. Levau ±1650 gebouwd). Tegenover den ingang ligt het trappenhuis over de volle breedte van den rechthoekig en hof , waarvan de hoeken naast het trappenhuis zijn afgeschuind. Fig. 816. Eninhet Maisonsur-Seine is F. Mai sur-SeineisF. Mansart fraai vertegenwoordigd. Hij verrijkt de vroege Barok-bouwkunst met eigen vindingen, die dan ook naar hem zijn genoemd, o.a. de hooge lucarnen, mansarden geheeten, en het gebroken dakvlak, de zoogenaamde mansardekap. In 't algemeen echter uit zich de Barok minder aan de opvatting van het bouwwerk als geheel, dan aan de details, als deuren, vensters en lucarnen. En vooral de baksteenbouw staat aanvankelijk nog sterk onder Nederlandschen invloed, als op de hoeken en om de vensters natuursteenblokken worden aangebracht. Trouwens, in de decoratie doen zich in Fig. 819. Noord-Frankrijk vooral, Spaansche, Nederlandsche en zelfs Duitsche invloeden gelden, waarbij opgemerkt dient te worden, dat het Vlaamsche ornament zelf weer sterk onder Italiaanschen invloed stond. Trouwens, Noord-Frankrijk was voorheen gedeeltelijk nog Zuid-Nederland. Kerkbouw. In Italië zagen we het streven, den centraalbouw te verlaten voor de axiale bouw. In Frankrijk werkt echter eerstens in de plattegronden de Gothiek na, en was tweedens de centraalbouw slechts bij uitzondering toegepast. Zoo vertoont nog de kerk S. Roch, in 1653 door J. Lemercier begonnen, dit Gothiseerende grondplan met zeer weinig uitspringende dwarsbeuken. Daarentegen was de leidende gedachte van F. Mansart bij den bouw van de Eglise du Fig. 819. Chateau de Harfleur. (Naar foto Nturdtin). 744 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. Fig. 820. Fragment van het paviljoen van het Louvre te Parijs. (Naar foto Leliman). Val Grace te Parijs (1645-65) Fi9- 815. juist andersom dan die van de Italiaansche bouwmeesters: hij maakte in zijn compositie juist een centraal deel tot hoofdmoment, n.1. een koepelruim met vier zware hoekpijlers, waarin ronde kapellen, naar boven eindigend in koepeltjes, waaronder open loggia's. Overigens vormen de Fransche kerken zelden een vrijstaanden centraalbouw, al is er wel een streven in die richting, als b.v. bij de Eglise de la Fig. 836. Sorbonne, van 1635—1653 door J. Lemercier gebouwd. De gevels houden vast aan het Italiaansche systeem: boven Fig. 815. drie, beneden vijf traveéen, verbonden door voluten (Eglise du Val de Grace). Te Blois wordt door F. Mansart voor de St. Vincent de Paul een twee verdiepingen hooge gevel geplaatst, waarboven : •••••••• ; een valsche topgevel om het • i-Tjii —iii&ïi'— hooge dak te maskeeren. En : dan vindt ook de groote orde : toepassing (Eglise de la Sor- • bonne). Torens in den gevel, : die hun beteekenis verloren : hebben, vervallen. Koepels • echter vertoonen ook weer hun : eigen karakter; die van de : Sorbonne-kerk lijkt op de • Italiaansche, die van de Val ; de Grace met zijn houten : buitenkoepel en in pinakels • uitloopende steunbeeren heeft : zich van Gothische herinne- :*' ringen niet vrij kunnen maken. ;>( BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 745 S S Fig. 822. Westelijke vleugel, met Paviljoen d'Horloge van het Louvre te Parijs. (Foto Braun 6 Cie). 2 ! De details. De gevels zijn eenvoudig; tusschen de hooge en slanke vensters, die eenvoudig omlijst zijn, worden de penanten vlakke platen of versierd met weinig reliëf. Het 746 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. ornament, dat zwaarder wordt dan in de Renaissance, en onder Lodewijk XIII Style Auriculaire heet, wordt minder aan de gevels dan aan het inwendige toegepast. Het maakt omstreeks 1650 plaats voor klassieke motieven. De wanden, inwendig, zijn ingedeeld door pilasters; de lijsten zijn echter niet cornissend, en evenmin zijn de tympans nog gebroken. Pleister, in goud en kleur, vervangt geheel de houten zolderingen, terwijl overigens minder reliëf, doch meer geschilderd ornament wordt toegepast. DE BLOEITIID VAN DEN BAROK. 5. De grootmeester, die in zich het Louis XIV tijdperk vertegenwoordigt is Charles Lebrun (1619—1690), wiens werken on- middelijk aansluiten bij die van den Italiaan Cortona. Als schilder en beeldhouwer tevens, volgt hij de richting van de schilders Vouet en Poussin, die beide in uitgesproken barokke richting werken. Lebrun kan gelden als de schepper van den Louis XIV stijl in zijn volle pracht, die eenheid wist te brengen in architectuur, beeldhouw- en schilderkunst, en tevens de kunstnijverheid beheerschte in haar vollen omvang van kostbare materialen en moeilijke technieken. Weelderig, zonder overladen te worden als soms de Italiaansche Barok, blijft hij in zijn grootsche werken aan het inwendige van Versailles toch gebonden en beschaafd van opvatting, zij 't dan ook meer naturalistisch dan de gelijktijdige Italianen. Naast hem werken in de vroege Louis XI Vperiode de volgende kunstenaars: Claude Perrault (1613—1688); Frangois Blondel (1618—1686); Pierre Cottart; LiberalBruant (1637~ 1697) en de ornamentisten Jean Bérain (1638—1711), Jean Marot (f 1679) en Daniël Marot (1650—1712), waarvan de zoon de belangrijkste van de twee is. De steeds voortdurende vreedzame strijd tusschen klassicistische en barokke richting zou nu Fig. 845. tot uiting komen in een prijsvraag voor den Oostvleugel van het Louvre. Onder de talrijke deelnemers waren onder meer ook Levau, Lemercier en Mansart. Als scheidsrechter Fig. 823. Chateau de Maisons. (Naar foto Brinckmann). BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 747 werd de groote Bernini naar Parijs : geroepen. Met vorstelijke eerbe- : wijzen ontvangen, gaf hij geen be- • slissing, doch stuurde zelf een ont- : werp in, zoo zuiver in Italiaanschen : geest, dat het voor Parijs onbruik- • baar werd geoordeeld, zoodat hij • onverrichter zake naar Rome terug- i keerde. • Na lang beraad werd ten slotte ; de uitvoering opgedragen aan ; Claude Perrault, een arts, wiens • , ontwerp het meest in den smaak : - viel. Perrault wijzigde naderhand : zijn ontwerp onder invloed van • i Bernini, maar toch is deze Louvre ; Fig. 840. . kolonnade het eenige groote bouw- : i werk, dat waarlijk grootsch is in • zijn klassieke opvatting: het gold • - langen tijd en ook heden nog als : ■ Frankrijks beste bouwwerk uit den • na-middeleeuwschen tijd. Het werd • gebouwd van 1667—1674. : Zoo kreeg de klassicistisch e rich- • ting gelegenheid tot praktische ■ uiting in een fraai monument. Theo- ! retisch was Perraul t de vertaler van ï • : Vitruvius, wiens werk hij tevens toelichtte. Reeds in 1666 werd te Rome de Academie de France gesticht, waardoor er op intellectueel gebied tusschen beide landen een wisselwerking ■ plaats vond; doch onmiskenbaar was de invloed van de levende barokke bouwkunst te Rome. Oan, in 1671, volgt de stichting van de Koninklijke Academie voor de Bouwkunst, waarvan als eerste directeur-leeraar de artillerie-officier F. Blondel optrad. Deze wiskundige • schreef in 1675 een Cours d'architecture, waarin hij de vijf zuilenorden behandelt, teruggaande tot de Grieken bij zijn vasstelling der verhoudingen tot in modulen. Hij sluit zoodoende onmiddellijk aan bij de klassicistische meesters Alberti, Palladio, Scamozzi, Vignola en : Vitruvius. En door het geschreven, èn door het gesproken woord, beïnvloedt hij aldus de komende tijden in Frankrijk in klassicistische richting. Terwijl hij bovendien nog praktisch een monument bouwde, dat verrees als een strenge wiskundige uiting van zijn richting: de Fig. 824. Hoekpaviljoen van het Louvre. 748 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. Fig. 825. Slaapkamer Lod. XIV. Versailles. Porte St. Denis Fig. te Pa rij s, waarvan de gevel juist past in een vierkant, dat verdeeld is in 24 X 24 modulen, en in hoofdvorm op een Romeinschen triomfboog is geïnspireerd. 6. De details. De inwendige detailleering, mateloos overladen soms, maar meestal beheerscht door een juist gevoel van uiterste grenzen, voldeed aan den kunstzin van den koning, die in deze rijke decoraties een verheerlijking zag van het absolute koningsschap. En terwijl de interieur- 838. kunst zich steeds verder in deze richting ontwikkelde, werd de uitwendige arcitectuur steeds koeler en meer nuchter, met toepassing bijna uitsluitend van motieven, ontleend aan de klassieke Romeinen af aan de klassicistische Italiaansche Barok. Tijdens de vroege Lodewijk XIV-stijl zijn inwendig de wanden streng ingedeeld; op een lage lambriseering rusten Korinthische pilasters, die een rijke kroonlijst dragen, verder gesteund wordend door verticale consoles. In de rechthoekige velden zijn cirkelvormige medaillons aangebracht. De pilasters, als constuctieve elementen zijn van marmer, doch de overige versiering is van pleister, gekleurd, en vaak verguld. Vooral Lebrun was zeer vindingrijk in deze compositie en de profileering van de omlijstingen, meestal gevormd door fijn geleedde, maar vleezige akanthus-bladeren. De deuren zijn, evenals de wandpaneelen, rechthoekig, en gekroond door een rijke rechte lijst of een eenvoedig driehoekig tympan. De schoorsteen is hoog en breed, en de wandpaneelen, als ze geen pleistermedaillons bevatten, zijn in den regel met decoratieve BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 749 ; Fig. 826. Chateau de Versailles. Salon van Lod. XIV, door Charles Lebrun (± 1685). j j voorstellingen beschilderd of bespannen met gobelins. Lebrun ontwierp voor Versailles geheele decoratieve pronkstukken, samengesteld uit architectuurbrokken, met behulp van beeldhouw- en schilderkunst. De zolders zijn eveneens rijk met pleisterlijsten en schilderwerk versierd. Jean Bérain was de eerste, die een kenmerkend Lodewijk XlV-ornament toepaste, bestaande uit een rechtlijnig bandvlechtwerk in combinatie met kwart- en halve cirkels. Ook Daniël Marot, de naar Nederland uitgeweken Hugenoot, gaf talrijke gravures van ontwerpen in dezen stijl uit. Voor 't overige bestaan de elementen, waaruit de decoratie is samengesteld geworden uit eier-, parel- en bladlijsten; tandlijsten; naturalistische guirlanden met ranken en linten; kransen van laurier- of eikenbladeren; naturalistisch groeiende zwaarvleezige akanthusbladeren met ranken als in het klassiek Romeinsche barokke tijdvak; bloemmanden en -vazen; wapens en krijgstrofeeën. 7. DE LATE BAROK. Dit korte tijdvak van de laatste regeeringsjaren van den grooten Zonnekoning kenmerkt zich door een algemeene vereenvoudiging, ook voor het interieur. De koning wordt oud, vermoeid, en verlangt naar rust. Bovendien wordt hij, onder invloed van Madame de Maintenon, meer religieus. 750 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. : Fig. 827. Bovenverdieping van de slotkapel te Versailles. (Foto Braun 6 Cie). i De groote man van dit tijdperk is Jufes Hardouin Mansart (1646—1708), de opvolger van Lebrun aan de werken van Versailles. Als leerling van de academie voelde hij meer klassicistisch dan zijn voorganger, doch weet hij zich uitmuntend aan te passen bij diens werk, hoewel hij sterk vereenvoudigt met meer verwaarloozing van de constructieve elementen. Op gebied van de kerkelijke bouwkunst is hij de schepper van de Sainte Chapelle te Fig. 839. Versailles (1699—1710), welke kerk al dicht nadert tot de Rococo opvatting. De meer Fig. 828. 1. klassicistische richting van na 1660 komt vooral tot uiting aan de S. Louis des Invalides te Parijs, een sterk in de lengte gerekt bouwwerk door L. Bruant van 1670—'78 gebouwd. Fig. 828. 3. De S. Madeleine te Rijssel is in beginsel een centraalbouw, met een koepel als centrum, doch de centrale ruimte is kruisvormig vergroot. BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 751 Fig. 828. 1. Gedeelte van den plattegrond van Versailles. 5, 6. Eerste verdieping en plattegrond van het Cha- 2. S. Madeleine te Besancon. teau de Maisons. 3. S. Madeleine te Rijssel. 7. Plattegrond van het Chateau Vaux-le-Vicomte. 4. Plattegrond van het paleis Luxembourg te Parijs. 752 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. Daarentegen is de Döme des Invalides, van 1675—1706 door J. H. Mansart te Fig. 784. Parijs gebouwd, geheel een centraalbouw, aansluitend bij de S. Louis des Invalides. De gevel hiervan is een 2 verdiepingen hoog klassicistisch tempelfront, met terugspringende vleugels, en een tympan voor de bovenste verdieping. Een zeer merkwaardige kerkgevel is ook die van de St. Pi er re te Saumur, uit 1675. De twee hoekrisalieten zijn als torenbasissen onversierd, en eindigen boven in kleine baldakijns. Tusschen deze hoekrisalieten ligt een triomf boogvormige ingang, met een driehoekig tympan; de tweede verdieping, als de benedenste, is segmentvormig afgedekt, boven welke boog een ballustrade volgt met in het midden een grooter baldakijnvormigen toren. Ook de gevel van deNötre Dame te Bordeaux is klassicistisch van opvatting, maar in mindere mate. De décoratie wordt fijner maar ook vrijer. Het overdreven zware gaat verdwijnen, en in plaats van de wapen- en krijgstrofeeën, zware lijsten, guirlanden en hooge breede schoorsteenstukken worden spiegels toegepast. De akanthus is als de Romeinsche, doch teerder, sterker gebogen nog van nerf, waaroverheen de bladlobben vallen. In verbinding gebracht met het bandornament van Bérain, rollen de einden zich voluutvormig op, terwijl in pleister gevormde draperieën en grotesken, benevens een traliewerk van overhoeks geplaatste vierkantjes geliefkoosde motieven vormen. Ten slotte nadert de indeeling reeds zeer sterk de Rococo indeeling, zonder natuurlijk nog de latere details. DE RÉGENCE, VROEGE LODEWIJK XV-STIJL. 8. Gedurende de regeeringsjaren van den regent Hertog Philips van Orleans (van den dood van Lodewijk XIV in 1715 tot aan de regeering van Lodewijk XV in 1726) ontwikkelde zich een voorname Fransche salon- en interieurstijl, die nooit een architectuurstijl was, nog minder een volksstijl. Was het hofleven gedurende de laatste regeeringsjaren van Lodewijk XIV strenger en ingehoudener, onder den regent werden de zeden op elk gebied losbandiger. Deze periode werd op bouwkundig gebied beheerscht door een geboren Nederlander, Gi7/e Made Oppenort (Op den Oordt, 1672—1742), een leerling van Mansart, die in Italië studeerde en sterk den invloed onderging van de Borromineske richting. Zijn tabernakel in de kerk St. Germaindes Prés te Parijs is eigenlijk de eerste consequente toepassing en doorvoering van Rococo-elementen. Oppenort's ontwerpen voor binnenarchitectuur, uitgevoerd in kopergravure, zijn over geheel Europa verspreid en van verstrekkenden invloed geweest. Hoewel een streven merkbaar wordt naar het meer en meer verwaarloozen van het constructieve principe, blijft het constructieve begrip uit de laat-Lodewijk XIV periode toch nog bewaard: pilasterindeeling met vertikaal consolefries; doch de decoratie is eleganter dan de laat-barokke, en toch krachtiger dan die uit de eigenlijke Rococoperiode. De lijnen en vormen zijn beheerscht met een jufet gevoel voor fijne verhoudingen. n BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 753 Fig. 830. Huis in de straat St. Gilles, te Abbeville. 754 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. Fig. 831. Troonzaal in Lodewijk XIV-stijl te Fontainebleau. Verdere belangrijke kunstenaars uit dit tijdvak, die ook nog gedeeltelijk werkzaam zijn in het volgende, zijn: Robert de Cotte (1656—1735), een verfijnd klassicistisch voelend bouwmeester, die dikwijls de gobelins of schilderingen vervangt door spiegels; Jean Baptiste Alexander Leblond (1679—1719, schrij ver over architectuur; Lassurance de Oudere (genaamd Cailleteau, f 1724), die o.a. het Hotel de Pussort bouwt en hier in blijk geeft van een sterk barokke opvatting; Delamaire (f 1745); Jean Courtonne (1671 —1739); Jean Sylen Cartaud (1675— 1758) en ten slotte de schilder Antoine Watteau (1684—1721) die, behalve herderinnetafereeltjes en z.g. chinoiserieën, ook ornamentale composities op het doek bracht. De details. De kroonlijst wordt, in verband met het lichtere spelenderwijs aangebrachte ornament, ook minder zwaar. Het fries krijgt een gebogen oppervlak, tot eindelijk het geheele fries overgaat in een groote hollijst. Architraaf en kroonlijst worden daarna ook BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 755 Fig. 832. Apollo galerij in het Louvre, te Parijs. (Foto Braun & Cie). I gebogen, zoodat de verschillende elementen van het hoofdgestel öf in elkaar overgaan, öf kroonlijst en architraaf zich voordoen als twee smalle, al of niet versierde lijstjes. In de hollijst zijn aanvankelijk nog consolevormige versieringen aangebracht, maar deze worden spoedig vervangen door ornament en traliewerk. De fijne en smalle lijsten om de wandpaneelen eindigen op de hoeken, of boven in Rococomotieven, hierin onmerkbaar overgaand. Evenwijdig aan deze lijsten loopen vaak aan de binnenzijde smallere lijsten, die in 't midden en boven zich in de ornamentale paneelvulling oplossen. Het akanthusblad verliest zijn karakter, maar is toch nog als zoodanig te herkennen. Ook het schelpmotief, dat palmetvormig wordt, blijft nog als schelp te onderscheiden. 756 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. Fig. 833. Fragment van den Zuidgevel van het Palais Royal te Parijs. Fig. 834. Travee uit de groote galerij van het Hotel deToulouse te Parijs, door Robert de Cotte. DE ROCOCOSTIJL. 9. Deze periode vormt dus niet het einde van den Italiaanschen Barok, doch valt er gelijktijdig medé, zooals hieronder te zien is Frankrijk Bloeitijdperk van de Renaissance. Klassicistische strooming. Rococo. Italië Vroeg-Baroktijdperk. Hoog-Barokperiode. Einde Barok, hernieuwde Renaissance en Fransche Rococo-invloeden. BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 757 758 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. " Fig. 835. Lodewijk XIV deur uit Cambrai. Een der voornaamste Rococomeester is Germain Boffrand (1667—1754). Dan volgen Robert de Cotte (zie Régence); Jules Aurèle Meissonier (1695—1750), die volledig breekt met alles wat aan klassicisme herinnert en den Rococostijl tot in de uiterste consequenties doorvoert; Jacques Jules Gabriel (f 1742), de bouwmeester van het schitterende kleinere monument: Klein Trianon te Versailles, die ook te Nantes en Reims werkt; Charles Etienne Briseux (1680—1754), schrijver over bouwkunstgeschiedenis; Emanuel Héré de Corny (+ 1762) en nog vele Rococo-ontwerpers, als Claude Gillot, Claude Audran, Germain en Cuvilliés. De details. De pijler, zooals die nog werd toegepast in de kerkelijke bouwkunst, verdwijnt, en wordt vervangen door de zuil. Pilasters zijn versierd met plaatselijk gevlochten bandornament, vlecht- en traliewerk, doch meestal worden ze vervangen, door het weglaten van basement en kapiteel, door lisenen of lijsten. Buiten Frankrijk groeien uit de lijsten weer ranken, zoodat ze ten slotte geheel als begrenzingsmotief verdwijnen. De lijst, die eigenlijk als afsluiting dienst doet, vormt nu de oorsprong van het ornament, dat van hieruit over het veld woekert. Zelfs als spiegels zijn toegepast in plaats van paneelvullingen, groeit het ornament van uit de lijst over het glas. Overigens wordt in dit tijdvak de toepassing van spiegels, ter schijnbare vergrooting van het interieur minder, en komen hiervoor schilderingen in pastelkleur en relief-ornamenten in de plaats. De beide smalle, evenwijdige lijsten, die tijdens de Régence het ornament nog van het zoldervlak gescheiden houden, verdwijnen nu ook, en, eerst uit het midden en de hoeken, daarna over den geheelen omtrek van het interieur overwoekert het ornament weldra het geheele zolderoppervlak. Tot zelfs het ornament van deur- en vensterbekroningen overgaat in de algemeene woekervegetatie, en deze ornamentatie van uit een in groote trekken golfvormig fries straalsgewijs naar de midden-zolderrozet groeit. De consoles verliezen hun constructieve beteekenis; aanvankelijk nog symmetrisch, worden het daarna asymmetrische wandversieringen, dienend om er een beeldje of buste op te plaatsen. Bij voorkeur worden de vertrekken in de lengte-richting uitgebreid; de hoeken van deze galerij en worden, evenals de overgang van wand naar zoldering, afgerond. Voor het uiwendige worden geen nieuwe vormen toegepast, maar draagt de architectuur een nuchter barok- of armoedig klassicistisch karakter, in groote tegenstelling met he^ inwendige. Het Rococo gebouw is als „een schelp, die haar paarl niet te pronk leit". Als de rijkdom van het interieur ook uitwendig aan den gevel tot uiting komt, bevindt de aanschouwer zich niet op Franschen bodem. Aan den gevel een terugkeeren naar vroegere vormen, doch steeds minder rijk; vlak en onversierd, wordt in den regel de gevel arm. De rustica van de BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 759 Fig. 836. De Sorbonnekerk te Parijs (1635 — 1653) door Jacques Lemercier. benedenverdieping wordt vervangen door doorloopende horizontale diepe voegen, die boven deuren en vensters radiaal uitloopen. Op de le verdieping vinden Jonische zuilen en pilasters toepassing, terwijl aan de tuinzijde vaak een balkon op zuilen wordt aangebracht. Toch is de Rococo niet uitsluitend een interieurstijl, en zijn ook in Frankrijk prachtige Rococo-portalen en 760 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. S Fig. 837. Fragment van het slot te Versailles (door Jules Hardouin Mansart, 1680). buitendeuren gemaakt, als b.v. aan het Hotel Rue Notre Dame, te Abbeville. In Frankrijk is het interieur steeds symmetrisch ingedeeld; de wand behoudt in ieder geval symmetrisch evenwicht, zij 'took dat het ornament in details asymmetrisch is. Wel geven de ontwerpen in kopergravure van de Fransche meesters als Oppenort, Meisonnier, Cuvilliés bij voorkeur asymmetrische afbeeldingen, doch in Frankrijk zijn ze praktisch nooit zoover gegaan. In buitenland echter (Würzburg, Potsdam) was asymmetrie een hoofdvoorwaarde. Her ornament is kostelijk van fantasie, fijn en gevoelig, harmonieus in de omgeving, en des te meer te waardeeren, waar het werd ontworpen met betrekkelijk zeer weinig verschillende vormen. En nieuw zijn deze vormen ook geenszins. Het schelpmotief is afgeleid van de palmet, die ontstond uit de Louis XIV schelp; de naturalistische bloemenranken met linten vonden reeds hun toepassing in den Italiaanschen Hoog-Barok, terwijl het palmblad- BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 761 Fig. 838. Porte Saint-Denis. (Foto Braun 6 Qe). ernini motief, dat zich ontwikkelde tot den Lodewijk XVI palm, reeds door Borromini en werd aangewend. Zelfs de chinoiserieën dateeren reeds uit het Lodewijk XIV tijdvak Kleine paneelen worden geometrisch gevuld, meestal door ruitvormig traliewerk met rozetjes op de hoeken der tralies of in de ruiten zelf. De akanthusrank wordt S- of C-vormig gebogen, verliest haar natuurlijk karakter volkomen, èn ontspringt èn eindigt in een voluut. 762 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. Op de hoofd-bladnerven worden pareltjes of boontjes, of deze afwisselend, aangebracht, een Grieksch motief, dat in reliëf of uitgediept voorkomt. De groeiwijze van de rank is niet meer naturalistisch, doch zuiver fantasie en anorganisch, willekeurig iedere nieuwe rank op onnatuurlijke wijze uit de voorgaande ontspringend, soms overgaand of verbonden met palmbladeren, terwijl al of niet gestyleerde bloemen er uit groeien. Als logisch gevolg van de BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 763 invoering van het naturalistische element komen als nieuwe grondvormen nog druipsteen- en grottenmotieven, rotsen, groepen aan linten opgehangen voorwerpen als muziekinstrumenten, huisgereedschap, vischgerei, en zelfs landschapjes met ruïnen, tuinhuisjes, waterpartijen, schommels, kinderfiguurtjes, chinoiserieën en singerieën in zwang. 10. Tuinarchitectuur uit het Baroktijdvak. Een zeer oorspronkelijk karakter draagt de Fransche tuinarchitectuur. Wel is het park van het Palais de Luxembourg nog van Italiaansch-Nederlandsche opvatting, maar de tuinarchitect. Andvé le Nótre (1613—1700), een belangrijk scheppend kunstenaar, die in Italië gestudeerd had, gaf reeds aan de parken te Fontainebleau en St. Germain en Laye een zeer eigen Fransch karakter. Terecht begreep hij, dat Italië met het geaccidenteerd terrein aan de parkkunst andere eischen kon stellen dan zijn vaderland. Zijn meesterwerk is het park van Versailles, waar de natuur werd aan banden gelegd volgens een lijnenschema, aansluitend bij de architectuur. Van het kasteel loopen terrassen met lage trappen langs waterbassins naar de 5 K.M. lange hoofdallée, waardoor een oneindig vergezicht wordt verkregen. Bronnen en waterwerken worden door aquaducten gevoed. Het ■ verwijt in later tijd door de bewonderaars van naturalistisch aangelegde parken, als zou Le Nötre met zijn geometrischen aanleg, geschoren taxushagen en architectonische opvatting van de plantengroei der natuur geweld hebben aangedaan is niet juist, daar Le Nötre het park heeft opgëvat als in onmiddellijk verband staande met de architectuur en er een deel van vormende. Immers, hout en steen worden bij den bouw toch ook bewerkt en niet in onbehouwen of onbehakten staat verwerkt. Het geheel werd trouwens van beelden op de juiste plaatsen, tempeltjes, poorten en kleine landhuisjes voorzien. De laatste vonden reeds Fig. 840. Lodewijk XIV slaapkamer te Versailles. 764 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. Fig. 841. Lodewijk XIV tafel. grootendeels betrekking op de interieurkunst, tengevolge waarvan ook de kunstnijverheid een ongekend hoogen trap van ontwikkeling bereikte. Reeds onder Hendrik IV waren koninklijke werkplaatsen, z.g. manufactures, opgericht, welke fabrieken als staatswerkplaatsen onder Lodewijk XIV door bemoeiing van den minister Colbert werden uitgebreid. Met de werkzaamheden van Lebrun aan Versailles beginnen de Fransche meubelen over geheel Europa in den smaak te vallen, en, met behulp van de in kopergegraveerde ontwerpen, werden ze overal nagemaakt. In 1667 werd de reeds bestaande manufacture des gobelins vergroot tot een manufacture des meubles. Vooral aan de meubelen, zoo direct behoorend bij de interieurkunst, is de ontwikkeling van de Fransche stijlen goed te volgen. Naast de rijk gebeeldhouwde Lodewijk XIV meubelen, waarbij nog de construc- Fig. 841. tieve idee vooropgesteld is, zien we ook geheel vlak bewerkte meubelen, versierd met intarsia van kostbare Fig. 843. houtsoorten, ivoor, ebbenhout, schildpad en paarlmoer, koper en tin. Slechts enkele spaarzaam aangebrachte knoppen, handvatten en beslagdeelen zijn in Fig. 841,842, 843, 844. ingang bij Lodewijk XIV, die van de vermoeienissen van het hofleven ging uitrusten in zoo'n landhuisje, de Eremitage te Marly. Dit in den geest van de Villa Rotonde gebouwde huisje, waaromheen zes kleine paviljoens lagen, ieder voor twee personen, is helaas tijdens de revolutie verwoest. Deparkaanleg van Le Nötre werd later in alle landen nagevolgd, met een plattegrond indeeling als Louis-quatorze ornament. 11. De kunstnijverheid. De Fransche stijlen hadden Fig. 842. Lodewijk XIV stoel. BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 765 bronsreliëf uitgevoerd. Het was vooral Charles André Boulle (1692—1732) die met het vervaardigen van dergelijke meubelen grooten roem inoogstte. Goudsmeedwerk van Claude Ballin, smeedwerk van Jean Lamour (aan het Stanislausplein Fig. 846. te Nancy) behooren te worden gememoreerd, tegelijk met de talrijke tuin vazen en beelden in marmer, brons en lood. OVERZICHT DER MONUMENTEN. 12. Vroede barok. iFig. 836. De Sorbonnekerk te Parijs werd door Lemercier gebouwd in de jaren 1635—1639 (zieblz. 628) als onderdeel van de Universiteit. Ontworpen volgens een Grieksch kruis, zijn in de hoofdas aan iedere zijde twee traveeën aangebouwd, die aan de koorzijde eindigen in een halfcirkelvormige nis. Aan weerszijden van de aangebouwde traveeën zijn twee kapellen aangebracht. Boven de Mansardedaken steekt de fraaie koepel uit, waarvan de buitenschaal van hout is. De gevel is . geheel in Italiaanschen trant opgevat. Andere kerken van Lemercier zijn de kerk Prêtres de 1'Oratoire en de St. Roch, die later zijn voltooid. Middeleeuwsche, Renaissance en Barokke details vertoont de kerk St. Etienne du Fig. 818. Mont, te Parijs. rig. 822. Voorts wordt door Lemercier het Louvre uitgebreid, n.1. met het gedeelte Pavillon Fig. 820. d'Horloge, en de aansluitende helft van de Zuidelijke vleugels. Ook hier weer Italiaansche Fig. 821. invloed, al wordt aan de hofzijde het plan van Pierre Lescot gevolgd. In 1624 bouwt Lemercier het Jachtslot te Versailles. Beide verdiepingen zijn Fig. 816. Toskaansch, terwijl tusschen de vensters borstbeelden zijn geplaatst op consoles. Vroeg-Barok is ook het Hötel de Vogué te Dyon, met prachtig portaal, evenals de middenpartij van het Fig. 782. Paleis van Justitie in dezelfde stad. Het Stadhuis te La Rochelle is beneden Vroeg-Renaissance, de middenverdieping Hoog-Renaissance en boven, de lucarnen en balustrade Barok. Te Parijs bouwt Levau het Hötel Lambertde T horig ny, waaraan vooral de prachtige open trap aan den bof kant opvalt. Dit hötel is beroemd om de schitterende binnen-decoraties van Lesueur en Lebrun. Van Fig. 843. Lodewijk XIV kastje met inlegwerk. 766 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. » denzelfden bouwmeester is het voor den bankier Nicolas Foucquet gebouwde Slot Vaux-le-Vicomte, bij Fig. 828.7. i M el un. De middenpartij bevat de vestibule, waar naast de trappen, en een groote ovale zaal. De beide vleugels eindigen in hoekpaviljoens. Ook in dit slot weer decoraties van Lebrun, terwijl de tuinaanleg van Le-Nötre is. De uitbreiding van de door De 1'Orme gebouwde vleugels van de T u i 1 e r i e ë n door hoekpaviljoens, en, na 1660, de uitbreiding van het Louvre met een Oostvleugel en gedeeltelijk Fig. 825. de Noord- en Zuidvleugels, waardoor de rechthoek wordt gesloten, zijn het werk van Levau, die voor het laatste werk de hulp inriep van zijn leerling Francois Dorbay. Buitengewoon geslaagd mag heeten het middenpaviljoen van de Zuidzijde, waaraan de groote Korinthische orde werd toegepast. Ook het slot van Versailles wordt door Levau uitgebreid tusschen 1661 en 1667, en gedeeltelijk verbouwd. Al deze verbouwingen van Ver- Fig. 828.1. sailles maken intusschen het bouwwerk niet fraaier, maar eentonig en vervelend, zoodat ten slotte eigenlijk alleen de parkzijde van architectonische beteekenis blijft. ' DeS. Sulpice-kerk werd in 1655 door Levau op een Gothisch grondplan in barokkenFig. 855. stijl begonnen; ook het Collége Mazarin (nu Institut de France) is van dezen architect, gebouwd van 1660—1662. Hier sluiten de gebogen paleisvleugels op fraaie wijze aan bij de koepelkerk in het midden. Het paleis Tubeuf-Mazarin (1633 — 1640), nu Bibliothèque nationale, is het sedert dikwijls veranderde werk van Pierre Lemuet, die eveneens in 1650 het Hötel de Chevreuse ontwierp, welk hötel getuigt van geheel gewijzigde opvatting in den bouw van een voorname woning. Het zeer fraaie Maison-sur-Seine bij St. Germain-en-Laye (Maisons-Lafitte), 1642—1651, Fig.828.5,6. is het werk van Francois Mansart. Gebouwd in | l-vorm, met voorspringende paviljoens, is voor ieder der paviljoens nog een lage, balkonvormige voorbouw aangebracht, terwijl de middenrisaliet slechts weinig uit- Fig. 823. springt. De rustige, strenge gevels, die beneden door Toskaansche, boven door Jonische pilasters geleed zijn, vinden hun accentueering in een rijke dakpartij; steile dakvlakken, schoorsteenen en lucarnen zijn het eenige opvallende aan deze eenvoudige en voorname architectuur, waarvan echter het inwendige rijk is, meer LaatRenaissance dan Barok. Eveneens kenmerkend eenvoudig zijn uitwendig het in 1635 gebouwde Hötel de la Vrillière te Parijs (nu Banque nationale) en het Hötel Jars, uit 1650, Fig. 844. Lodewijk XIV armstoel. | Fig. 845. Louvre kolonnade van Perrault. (Foto Biaun en Cie). « 03 > O M É O O o n o | 70 > •z 2 W ! ^1 1 768 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK i Fig. 846. Stanislausplein te Nancy. (Naar photo Neurdein). ; Mansart's uitbreiding van het Kasteel Blois bleef onvoltooid; eveneens werd de in Fig. 815. 1645 door Mansart begonnen kerk Val de Grace te Parijs later door Lemercier en Lemuet voltooid. Deze kerk vormt het belangrijkste deel van een abdij en vertoont in grondplan eenige gelijkenis met II Gesü te Rome, doch de koepel neemt bij Mansart's ontwerp een belangrijker plaats in. De koepelruimte is achthoekig, met vier groote en vier kleine zijden, met de kruis-traveeën aansluitend aan de groote achthoekszijden. De ingang wordt gevormd door een streng klassieken vierzuiligen tympan-porticus. De koepel-tambour is even breed als het front van de kerk; de sterk verhoogde buitenkoepel is van hout. Ten slotte bouwt Mansart nog op kerkelijk gebied de kleine kerk Dames de Sainte Marie (1632—1634) waarbij hij poogt een centraalbouw te ontwerpen, uitgaande van den cirkel; en de S1 otkapel van Trènes. Een zeer goed type van vroeg-barokken stijl levert het van 1627—1636 gebouwde Raadhuis te Reims. De benedenverdieping is rustiek, met Dorische halfzuilen; op de tweede verdieping met Jonische halfzuilen, volgt een rijke kroonlijst met afwisselend groote en kleine lucarnen. De van nissen voorziene middentravée is door een topgevel bekroond, terwijl het balkon over de drie travéeën van de middenrisaliet doorloopt. 13. Bloeitijd van dén Barok. Van 1662 af is Lebrun werkzaam aan het interieur van Versailles, en van nu af begint Fig. 825, ook de Fransche meubels tijl een Europeesch karakter te verkrijgen, vooral als na 1667 de 826, 840. manufacture des gobelins wordt vergroot tot een manufacture des meubles. Lebrun was onder meer binnenarchitect van de zalen in den Noord-Oost-vleugel. Zeer mooi was b.v. de BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 769 Fig. 847. Vertrek van Lodewijk XIV, in het paleis van Fontainebleau. Salon van Venus. Groote schoorsteenen, rijke materialen, rechthoekige deuromlijstingen geven er een nog streng karakter aan. De Spiegelgalerij, 76 M. lang, ligt aan de parkzijde; de naam werd ontleend aan de tegenover de vensters liggende paneelen, die door spiegels werden gevormd. Mooier nog is de Apollogalerij van het Louvre, die door brand vernield is geworden. Hierin zijn Fig. 832 de pilasters reeds door lijstwerken vervangen, en de wandvlakken gekroond door een rechte console-lijst. Claude Perrault is de schepper van den Oostgevel van het Louvre (1667—1674), die, Fig. 845 zeer lang, bestaat uit één middenrisaliet, en twee vleugels met hoekrisalieten. De benedenverdieping wordt gevormd door een vlakken, schuin oploopenden sokkel, waarin eenvoudige vensters, die afgedekt zijn door segmentbogen; in het gedeelte van de middenrisaliet bevinden zich drie deuren. De vensters van de tweede verdieping zijn rechthoekig, met tympans, en 770 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. Fig. 848. Salon in het Gebouw van het Staatsarchief, vroeger H6tel Soubise, te Parijs. liggen achter een kolonnade van gekoppelde Korinthische zuilen. De middenrisaliet omvat 4 paar van deze zuilen en is bekroond door een tympan, terwijl de vleugels en hoekrisalieten door een kroonlijst met ballustrade als attiek zijn bekroond, welke attiek dood loopt tegen het tympan. Eigenlijk is de geheele gevel slechts een architectonisch pronkstuk, aangezien hij boven het erachter gelegen gebouw als een van de hofzijde waarneembare vlakke muur uitsteekt. Daar het dak dus niet zichtbaar is, ontbreken schoorsteenen of lucarnen. BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 771 Het Stadhuis te Lyon werd door Maupin gebouwd van 1646—1672. Na door een brand te zijn vernield, werd het in 1702 door Hardouin Mansart gerestaureerd. Nog dienen genoemd Antoine Lepautre, 1621 —1682, die, als bouwmeester van Philips van Orleans, eenige hotels bouwt, en zijn broeder Jean Lepautre (1617 —1682), die vooral bekend is geworden als uitgever van vele ontwerpen voor decoratieve beeldhouw' en schilderkunst, en binnenarchitectuur met meubelen. Te Parijs is Frangois Blondel als klassicist vertegenwoordigd door zijn grootsche en rustige Porte Fig. 838. Saint-Denis. Meer theoreticus en leeraar dan prakticus, mag dit zijn eenige in 1672 uitgevoerde werk toch zeer geslaagd heeten. Eén groote rondboog-doorgang wordt door twee obeliskvormige reliëfs op hooge postamenten, waarin kleinere rechthoekige doorgangen, geflankeerd. Het geheel is door een zware, breede kroonlijst afgedekt. Een zijner leerlingen, die in dezelfde klassicistische richting werkt, is Pierre Bullet (1639—1716), de ontwerper van de Porte St. Michel (1674), het Slot Issy bij Parijs, en de hotels Crozat en Thiers, respectievelijk in 1702 en 1707 gebouwd. Andere leerlingen, dezelfde Palladiaansche klassicistische lichting voorstaand, zijn Pierre Cottart (f 1696) en Liberal Bruant(f 1697), die tusschen 1671 en 1674 het Invalidentehuis bouwt. Een der meest productieve architecten uit dit tijdvak is Jules Hardouin Mansart. Van hem zijn o. a. de PI Grand (nu Place Vendöme, 1699) Oranjerie aan de Zuidzijde (1685 Fig. 849. Travee van den tuingevel van het paleis Klein Trianon te Versailles (begonnen 1766 door Jacques Ange Gabriel). [ace des Victoires (1685), de Place de Louis le en verschillende deelen van Versailles, zooals de Fig. 837. —1686), de Appartements du roi, waaronder de 772 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. Salie d'O eil-de-bceuf (genoemd naar de ovale vensters in de dwarsmuren); het beroemde slaapvertrek van L o d e w ij k XIV, en in de vleugels de Chambre du Dauphin en de Salie de Maintenon. In overeenstemming met het meer teruggetrokken leven dat de Zonnekoning zich wenschte in zijn latere jaren, bouwde Mansart in het park van Versailles het Grand Trianon, een één verdieping hooge galerij met rondboogvensters (1687) en grootendeels van marmer. De tijdens de revolutie verwoeste Eremitage de Marly werd van 1680-1686 door Mansart gebouwd, met een achthoekige zaal van twee verdiepingen hoog, en uitwendig pilasters van de groote orde. Aan Grand Trianon werkt later ook Robert de Cotte. Van Mansart zijn verder nog het Palais ducal (1682 — 1692) en het Hospitaal te Dyon, en, zie boven, de gevel van het stadhuis te Lyon. Op kerkelijk gebied ontwierp Mansart de driebeukige Kathedraal van Nancy (1703—1743), die later" door Boffrand werd voltooid. Verder de Slotkapel te Versailles (1699—1710), die fraai uitsteekt boven de horizonFig. 839. tale rechte toplijn van het gebouwencomplex. Deze kapel ligt in den Noord-vleugel, is rechthoekig met apsis en een rondom loopenden omgang als zijbeuk, die twee verdiepingen hoog Fig. 827. is. De bovenste verdieping voor de hofhouding, en op dezelfde hoogte liggend als de vertrekken van Versailles, is versierd met Korinthische zuilen en een console-kroonlijst, waarboven het tongewelf met de steekkappen van de middenruimte ontspringt. Het tongewelf is perspectievisch beschilderd, en rust op gordelbogen. De vierkante pijlers van de benedenverdieping zijn van versierde paneelen voorzien; eveneens zijn de velden tusschen de rondbogen versierd. Het altaar ligt beneden. Fig. 850. Paneelversiering van de kast op blz. 773. BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 773 Uitwendig is de benedenverdieping zeer eenvoudig, de bovenverdieping rjjker met Korinthische pilasters en een kroonlijst met postamenten voor beelden, waar tusschen een balluster-attiek. Naar den boven alles uitstekenden, eveneens Korinthischen middenbeuk loopen kwartcirkelvormigesteunbeeren terwijl in het hooge dakvlak elliptische vensters zijn aangebracht. Mansart's Döme des InFig. 784. valides (1680—1706) te Parijs is zijn meesterwerk. In het midden van Bruant's invalidenhuis verheft zich de kerk op een vierkant grondplan. De koepelruimte is rond, met vier hooge arcaden die tot in den tambour reiken, en die de tongewelven afsluiten van de vier korte kruisarmen, die het inwendige verruimen tot een Grieksch kruis. Het vierkante grondplan wordt verkregen door vier veelhoekige kapellen in de hoeken van het kruis, die zijn opgevat als koepelruimten, doch waarvan uitwendig de koepels niet te zien zijn. De hoofdkoepel zelf is laag, met een grooterondeopeningbovenin; er om en er boven is een hoogere breede koepel gè- Fig. 851. Kast in stijl Lodewijk XIV. bouwd, die met wolken en figuren is beschilderd, en die verlicht wordt door van binnen uit pnzichtbare vensters. Om het geheel sluit een houten buitenkoepel. De ingangsarm is rechthoekig, de beide kruisarmen zijn nisvormig beëindigd. Tegenover 774 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. j inaana. aan de koorziide is een ovale kleinere koepelruimte aangebracht. De koepel van den Döme des Invalides is gelukkiger van vorm dan die van de kerk Val de Grace, doordat tusschen den tambour en den koepel een kleinere, terugspringende tambour is ontworpen, die, evenals de fraaie spitse lantaarn, het : „ * >ü ,r ui .,,,„ ,-,Cc\ n- j : geheel slanker maakt. S Fig. 852. Charles Cressent (1678—1755). Regence-commode. : v • ; De Régence-Stijl. De eerste sporen van Rococo komen tot uiting in den tabernakel in de kerk St. Germain des Pr és te Parijs, welke tabernakel ontworpen werd door Oppenort. In denzelfden stijl werd het inwendige van de in 1675 begonnen kerk St. Sulpice voltooid, evenals het prachtige Fig. 833. Palais Royal van den regent, dat helaas in 1871 door de revolutie werd verwoest. In 1704 bouwde Robert de Cotte het Hötel de Richelieute Parijs, en in 1714 Aubry het HöteldeConty (nu ministerie van oorlog). De tegenwoordige Fransche bank, vroeger Hötel de la Vrillière, te Parijs, werd van 1713—1719 gebouwd door Robert de Cotte; oorspronkelijk een werk van F. Mansart werd in 1809 dit hötel geheel veranderd in den tegenwoordigen toestand. De hierin bewaard gebleven galerij van De Cotte en Vassé is door Questel geheel gereconstrueerd. De betimmering is van hout, met Korinthische pilasters en vergulde kapiteelen. Tusschen de pilasters hangen schilderijen in vergulde lijsten, boven en beneden aan de hoeken afgerond, evenals de hoeken van het vertrek, in welke hoeken nissen zijn ontworpen met beelden. Het door gecassetteerde ribben ingedeelde tongewelf is eveneens beschilderd. De door rechthoekige velden ingedeelde lambri is hoofdzakelijk wit met goud gekleurd. De groote zaal in het HöteldelaFare, van De Cotte vertoont een decoratie, waarin de pilaster reeds geen kapiteel meer heeft, doch dit is vervangen door een console-motief. Tenslotte verdwijnt ook deze aanduiding van pilasterkapiteel in het Hötel de Soubise, hetwelk reeds behoort tot den ontwikkelden Rococo. 14. De Rococostijl. Vooral in Versailles is Robert de Cotte werkzaam; zeer bekend zijn de Salon du Conseil, het slaapvertek van Lodewijk XV, en het Cabinet Louis XVI, waarvan het laatste wel het meest geslaagd is. Het te Straatsburg misschien door hem gebouwde Slot Rohan, 1728—1741, de aartsbisschoppelijke residentie voor kardinaal de Rohan, is nu Universiteitsgebouw. BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. 775 Fig. 853. Lodewijk XV armstoel. Fig. 854. Feauteuil-Bergère (Musée der Arts decoratifs). Fig. 847. In Fontainebleau zijn het vooral Fr. Boucher en Vanloo, die in Rococo-stijl Fig. 831. werkten, o. a. de Salie du Conseil. Van Meisonnier is bekend het Maison Brethous te Parijs. Nooit uitgevoerd werd zijn welbewaard gebleven ontwerp voor een gevel van de St. Sulpice, ontworpen in 1726, waarin de gebogen lijn de overheerschende is. Een der werking volste gevels te Parijs is nog die van S. Roch; half-, driekwart- en heele zuilen geven hier een ongezochte aanleiding tot cornissen van de kroonlijst. ■ Te Besancon begon in 1746 Nicole een zeer mooie kerk, de S. Madeleine, waarvan Fig. 828.2. eerstin 1830 de gevel werd voltooid door Painchaux. Ze heeft drie ongeveer even hooge beuken, en, behalve pijlers voor den koepel zijn hier zuilen toegepast. Op gebied van kerkelijke bouwkunst moeten nog genoemd worden de S. Louis te Versailles, waaraan weer twee hoektorens zijn toegepast en waarvan het front is ingedeeld door vrijstaande zuilen; en de Kathedraal van Nancy, een driebeukige koepelkerk met drie halfronde apsiden, waarvan de bouw door Boffrand na 1708 werd voortgezet. Boffrand ontwierp te Nancy ook het kasteel Malgrange, dat echter niet werd uitgevoerd. Zeer fraai is zijn Hötel de Montmorency te Parijs, waarvan echter de streng constructieve gevel met de Palladiaansch-Korinthische orde voor de twee verdiepingen hooge middenpartij geheel afwijkt van het decoratieve inwendige, waarin juist alle constructieve princiepen zijn opzij gezet. n 776 BAROK EN ROCOCO IN FRANKRIJK. • Fig. 855. Bibliotheek Mazarin te Parijs. (Foto Braun en O) De verbouwing en samentrekking van de hotels Soubise en de Rohan te Parijs kwam tusschen Fig. 848. 1706 en 1712 tot stand door Delamaire (f 1745). Het inwendige van dit bouwwerk, nu staatsarchief, is het werk van Boffrand. In opdracht van koning Stanislaus Leszynski, toen hertog van Lotharingen, bouwde Fig. 846. Emanuel Heré de Corny (f 1762) het Stanislausplein te Nancy, aan de Zuidzijde van het stadhuis; tot dit prachtige, 125 X 105 M. groote plein, geven monumentale gesmeed ijzeren hekken, het werk van den smid lean Lamour, toegang. fa Te Parijs, Reims en Nantes is Jacques Jules Gabriel (f 1742) werkzaam. Het Hötel D i e u te C a r p e n t r a s, een fraai ziekenhuis, gebouwd van 1750— 1760, met voorspringende middenpartij, waarin weer de middenrisaliet voorspringt, het Raadhuis te Aire-sur-la- Fig. 829. Lys en dat te Ren nes, waarvan de gevel concaaf is gebogen met een toren in het midden ervan, het Hötel de Bauffremont te Parijs met een concave middenpartij, en ten slotte het Aartsbisschoppelijk paleis te Bordeaux vertegenwoordigen de bouwkunst uit het einde van dit tijdperk, waarin ook nog de bouwkunst-historicus Charles Etienne Briseux (1680—1754) werkzaam was. XXXIII. BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHLAND, j OOSTENRIJK, ZWITSERLAND EN TSJECHO-SLOWAKYE. I 1. IL-w—sü^'/JlE RENAISSANCE IN DUITSCHT AND VRRTOOMnp DPPnc \/ai\t den beginne af een neiging naar het barokke, daar ze niet was gebaseerd op studie van de klassieken, wat betreft het constructieve princiepe, maar aansloot bij den zin voor overladen decoratie, die ook in het Laat-Gothische tijdvak in Duitschland zoo sterk naar voren kwam. Na de godsdienstoorlogen was overal een groote achteruitgang in de algemeene cultuur waar te nemen. De 30-jarige oorlog was de oorzaak van armoede, verval en verwildering alom in de Duitsch-sprekende landen, en na dit tijdperk moest, bij gebrek aan eigen bouwkundigen, de hulp worden ingeroepen van buitenlanders, terwijl bovendien bleek, dat de kennis van techniek en ambacht bij de ambachtslieden eveneens sterk was achteruit gegaan. De buitenlanders brachten plotseling geheel andere opvattingen mede dan die van de Renaissance, waarmede voor 30 jaar de Duitsche bouwkunst eindigde. Zoodat geen sprake kan zijn van een geleidelijke ontwikkeling, maar bij het intreden van een tijdperk van betrekkelijke rust heerschte elders een gewijzigde wereldbeschouwing. In Noord-Duitschland werken Hollandsche bouwmeesters in Palladiaansche richting; in Zuid-Duitschland zijn het vooral Fransche meesters, die hun invloed doen gelden, terwijl in Oostenrijk vele Italianen werkzaam zijn. De Barok, die een eeuw lang alle bouwkunst in het Duitsche rijk beheerscht, wordt opgevolgd door de Rococo, die hier meer zich gelden liet dan in welk ander land ook, en die ten slotte verdween voor den Zopfstil, de Duitsche Lodewijk XVI-stijl. Tengevolge van de barokke opvatting in het Renaissance tijdvak, weken in Duitschland de grondbeginselen van den Barok, wat het constructieve princiep aangaat, niet zoo sterk af. Toch is ook hier de tegenstellig geldig van eenerzijds een architectuur gebaseerd in algemeene trekken op een zekere zuivere verhouding tusschen constructieve onderdeden en de versierende elementen, en anderzijds het hoofdstreven naar grootsche massa's en tegenstelling in de onderdeden. Deze voorliefde voor groot en grootsch is het Duitsche volk tot heden toe bijgebleven. Vorsten zoowel als de kerk trachtten blijvenden indruk te maken op het volk door het bouwen van groote paleizen en monumentale kerken. Vooral in het Katholiek gebleven Zuiden van Duitschland werd hiervoor de hulp ingeroepen van de Italianen, die hier, met behulp van Italiaansche werklieden, zuiver Italiaansche bouwwerken oprichtten. Totdat ten slotte de bouwkunst eindigt met overal zich te onderwerpen aan de steeds meer veldwinnende Fransche invloeden. Dezelfde tegenstelling van het constructieve valt ook in het decoratieve op te merken. 778 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., Z WITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. « Het Duitsche Renaissance ornament is van een fijne, althans bestudeerd bedoelde werking en karakteristiek van opvatting. Het Barok-ornament daarentegen is met een vooropgezette bedoeling grover gemaakt, berustend uitsluitend op een levendige wisselwerking van licht en schaduwf/terwijl fijnheid van detail geen gewicht meer Fig- 864. in de schaal legt. Toch blijft door den geheelen Barok een voorliefde voor het Renaissance beslagwerk-ornament bestaan, wat tot uiting komt in de veel toegepaste bandvlecht-ornamenten in den geest van den Franschen ontwerper Bérain. Fig. 856. Daar, waar het maar even kan, wordt flguraal beeldhouwwerk toegepast als caryatide of atlant; doch Fig. 865. de betrekkelijke rust uit de Renaissance maakt ook hier plaats voor overdreven gewrongen, heftig ge- Fig. 861. spierde beweging, waarin de Duitscher zijn fantasie en zin voor het schilderachtig effect den vrijen loop laat. Geen der in andere landen gevonden barokke details blijven onaangewend. Gebroken en Fig. 868. gebogen tympans, zware lijsten, eveneens gebogen, gewonden zuilen en overhoeks geplaatste Fig. 870. pilasters, en cirkel- of ellipsvormige vensters ter vervanging van de rechthoekige, ontbreken Fig. 871. zelden en worden toegepast naast een nieuw element: de z.g. zittende pilaster. Ook in den plattegrond maakt de rechte lijn plaats voor de gebogen lijn. Zoodat in den paleisbouw, evenals in den kerkbouw, het streven naar gemakkelijkheid en gezelligheid plaats maakt voor de eischen van uiterlijk vertoon en voorname grootschheid. Vandaar de toepassing van een centralen koepel en een hoofdportaal met zware zuilen, samengetrokken liefst met een pronkerig balkon, en zware pilasterorden, die nog een schijn van de constructieve idee bewaren, in tegenstelling met het inwendige, dat in zijn gouden kleur en overdadige vormenweelde alle beschaving gaat missen en protserig en pronkerig wordt. Daar de Duitschers voor ambachten een aangeboren handvaardigheid bezitten, was de achterstand tengevolge van den 30-jarigen oorlog spoedig ingehaald, en stonden de kunstambachten weder op dezelfde hoogte als in het einde van het Laat-Gothische tijdvak, zoodat BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHE,., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 779 Fig. 857. München. Vensters van het Preysingsche paleis. Fig. 858. Trier. Detail van het vroegere keurvorstelijk paleis, 1756. 2. op technisch gebied niets onbereikbaar was. Deze vaardigheid was de oorzaak, dat de juiste maat voor decoratie uit het oog werd verloren, en in spelenden overmoed alle constructieve ideeën in het interieur werden weggewerkt. Zoodat de aldus voorbereide Rococo geen overgang van wand en zolder meer weet te onderscheiden, overwoekerd als de afscheiding wordt door ornament, terwijl het naar boven afsluitende karakter van den zolder teloor gaat in afbeeldingen van den hemel, gezien door perspectievisch geschilderde schijnconstructies; aldus in dit opzicht meer de Italiaansche, dan de Fransche opvatting naderend. Na den oorlog bleef het Zuiden tot de Katholieke kerk behooren; de Jezuïten bouwden hier prachtige kerken onder bescherming van de regeerende vorsten, als die te Weenen, Praag en bovenal München. Vormden kerken en kloosters het hoofdbestanddeel van de barokke bouwwerken, ook de vorsten lieten zich op gebied van paleisbouw niet onbetuigd. De klasse der middenstanders was echter aanvankelijk te zeer verarmd om zelf een daadwerkelijk aandeel te nemen in de bouwkunst, doch na 1650 nam de offervaardigheid en lust in het scheppen van monumenten weer toe. De Italianen, die, tot 1700 voornamelijk in Zuid-Duitschland hun krachten beschikbaar stelden, waren in 't algemeen niet de scheppende kunstenaars, maar grootendeels knappe en handige beeldhouwers, schilders, decorateurs en ambachtslieden, die de techniek van hun ambacht meesterlijk verstonden. Van de eene stad naar de andere trekkend, waren ze aan 780 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR.. ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. verschillende werken bezig en brachten dus Italiaanschen Barok in Duitschland, ook in het Noordelijke deel van dit rijk. Zoo kwamen in vreemden stijl tot stand de Dom | te Passau, en b.v. de Stefanuskerk j te Bamberg. ! Wat voor Zuid-Duitschland de j Italianen waren, waren de Neder| landers voor Noord-Duitschland, i die er belast werden met de uitvoej ring van grootere bouwwerken, in i Hollandschen geest, klassicistisch | opgevat. Nederland, toen ter tijd j een centrum van cultuur, rijk door • bloeienden handel, onderging den : invloed van de Fransche bouw| kunst door de talrijke Hugenoten; • deze meest zeer ontwikkelde, om : der geloofswille uitgeweken Fran- • sche burgers, brachten, meer nog : dan naar Nederland, van de Fran: sche cultuur naar Noord-Duitsch¬ land, waar aldus vanaf 1650 de Barokstijl zijn intrede had gedaan. Evenwel zijn al deze buitenlandsche richtingen volstrekt niet zuiver, omdat de inheemsche kunstrichting zich overal doet gelden en de zuivere stijlen van karakter wijzigen. Welk doel ook zeer sterk door nationaal voelende kunstenaars wordt nagestreefd. Zoo bracht wel de theoreticus J. v. Sandrart (1606—1688), die o. a. in Antwerpen werkte, Belgische motieven naar zijn land, doch trachtte in zijn werk de Duitsche kunst te zuiveren. Wat overigens vrij spoedig gelukte ook, want vanaf 1670 zijn in Noord-Duitschland voornamelijk Duitsche meesters werkzaam. De kerkelijke bouwkunst, en in zekeren zin ook de paleisbouw, bleef lang Italiaansch in steden als München, Graz en Salzburg. De Barokke richting wijzigde zich hier echter langzamerhand in klassicistischen zin, vooral in Oostenrijk en Beieren. Echter doen zich hier ook al spoedig Duitsche invloeden kennen. Zoo werd na 1614 de Dom te Salzburg begonnen naar oorspronkelijke ontwerpen van Scamozzi, welker plannen op kleiner schaal door zijn leerling Santino Solari werden voltooid. Naast den Italiaanschen, twee verdiepingen hoogen gevel zijn echter, volgens geldende Duitsche beginselen, twee Westtorens gebouwd. Fig. 859. Topgevel van het huis „Zum Falken" te Würzburg, 1736. S BAROK EN ROCQCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 781 Fig. 860. Middenpartij van het Koninklijk slot te Würzburg (1720—1744). Het zich spoedig bewust worden van de Duitsche kunstenaars, blijkt uit de fraaie ruimteontwikkeling, die vaak voor de beste uitheemsche niet onder doet. Vooral in Oostenrijk doet zich spoedig en zeer sterk een eigen opvatting gelden van 1700—1750. Onder de regeering van Leopold I vormde dit rijk een tegenwicht voor de steeds zich uitbreidende Fransche sfeer onder Lodewijk XIV. Weenen en Praag waren centra van Duitschen Barok. 782 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. Fig. 861. Andreas Schlüter. Masker van een stervenden krijger aan het Zeughaus te Berlijn. Fig. 862. Andreas Schlüter. Masker van een stervenden krijger aan het Zeughaus te Berlijn. En hoewel de hoven in de verschillende steden vast hielden aan de Fransche kunstopvatting, vond de nationale richting ingang van uit Oostenrijk in het aangrenzende Beieren, dan in Saksen en de Rijnprovincies tot ten slotte na München, Stuttgart en Kalsruhe ook Berlijn volgde. Na 1760 heerscht echter tengevolge van den toenemenden zin voor luxe, en het voorbeeld door de regeerende vorstenhuizen gegeven, in geheel Duitschland de Fransche bouwstijl. Dit wil zeggen, uitwendig volgt alles de strengere klassicistische richting, terwijl voor het interieur de Rococo wordt toegepast. Overigens hielden Oostenrijk en TsjechoSlowakye, voor het uitwendige althans, vast aan den Barok. Geheel in tegenstelling met den rijken, katholieken Barok uit Zuid-Duitschland, bleef de meer nuchtere Barok in Noord-Duitschland. De Nederlandsche Palladiaansche LaatRenaissance bleef hier lang ingang vinden. En ook de na het Edict van Nantes uitgeweken J : Fi9- 863- Joh- Balth. Neumann. Koninklijk slot te Würzburg, 1720—1744. ! ca : > ! 73 \ o ï 5* : ra : z : 73 \ o l : o : n : o : 2 : o : c : h • CO : o : x • p ? b : o ; co : h : m • z : p I *N : 3 : h • en : » • P : m : z : h • ,W : n : n : x : o : w • r< : o : > : * : »< : w • oo 784 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. Hugenoten, die zelf eenvoudig, op het armoedige af, waren in hun bouwkunstopvatting, brachten niet den rijkeren Franschen stijl. Zelfs als de rijkere patriciërs in Berlijn bouwen, waar tot dusver de eenvoudige Hollandsche Renaissance in zwang was, is de Barok altijd nog sober vergeleken met denZuid-Duitschen.Ook het regeerende vorstenhuis na Frederik den Grooten ging, misschien noodgedwongen daar het zelf niet rijk was, voor in eenvoud. De kerkbouw van de protestanten is even eenvoudig, en sluit aan bij de Nederlandsche opvatting, wat vooral ook tot uiting komt in de opengewerkte torens, waarvan in Nederland zulke fraaie voorbeelden zijn ontstaan. De inwendige ruimte toont een streven naar centraalbouw, met het oog op de noodzakelijkheid, dat de preek van af alle plaatsen moest hoorbaar zijn. Als zeer geslaagd kunnen we noemen de Frauenkirche te Dresden, door Georg Bahr. Grooten invloed op deze richting in den kerkbouw oefende het werk uit van Leonard Christoph Sturm (1669—1729), die vele ontwerpen heeft gemaakt en uitgegeven. Hij hield zich aan de orden, die nationaal naar behoefte werden gewijzigd. Zijn ontwerpen ademen een klassicistischen anti-barokken geest. Toch waren al zijn pogingen, noch die van andere zoekers in staat, een kenmerkend type van protestantschen centraalbouw te doen ontstaan. Leerzaam is het, de Frauenkirche te Dresden te vergelijken met een katholieke kerk in dezelfde stad, n.1. de Hofkerk, waarvan het centrum wordt ingenomen door een langwerpig ovaal. In 't algemeen wijzen de protestantsch Duitsche kerken op een zoeken naar verbetering van het nuttigheidsprinciep, door zooveel mogelijk het aantal zuilen te beperken, en het toelaten van veel licht, opdat de predikant voor allen hoor- en zichtbaar is. 4. Samengevat krijgen we voor den kerkbouw een volgende indeeling: I. Katholieke kerken gebouwd door a. Jezuïten. Deze volgen voornamelijk de bouwwijze van II Gesü te Rome, doch Fig. 864. Portaal van het Aartsbisschoppelijk paleis te Passau, 1770. :: BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 785 gewijzigd naar plaats en omstandigheden en dikwijls met weglating van den dwarsbeuk. Steeds wordt boven de koorruimte een koepel op pendentiefs en tambour aangebracht, terwijl het tongewelf is ingedeeld door ribben, en de pijlers van het interieur zijn geleed door er tegenaan geplaatste Korinthische pilasters. De versiering bestaat uit in pleister gemodelleerde naturalistische akanthus- en plantmotieven in goud en wit. Als aanpassing aan de omstandigheden moge gelden het aanbrengen van twee Westtorens. b. Italianen, niet-Jezuïten. Bij deze is de opvatting meer in den geest van Borromini, met zware details en dieper reliëf. Zelfs bestaande m > Fig. 866. Zittau in Saksen. Peter en Paulskerk, • portaal, 1696. (Naar Bau- und Knn»tdenkmltler In Saksen). Fig. 865. Detail van het Ministerie Romaansche kerken, die toch uitmunten in eenvoud en juist stijlbegrip, worden op deze pompeus-Barokke wijze getooid. c. Duitsche bouwmeesters. Behalve centraalbouwwerken komen meestentijds kerken voor volgens Latijnsch-kruisgrondplan ingedeeld. Een streven is kenbaar naar afwijkende kruisingsvormen, meestal rond of ovaal, terwijl de transeptarmen eindigen in absiden, en het tongewelf is vervangen door koepelgewelven. De kroonlijst boven de boogopeningen naar de hooge zijkapellen rust op de boogtoppen en is dan recht; of volgt de booglijn ook arcadevormig, met tusschen de twee bogen telkens een stuk rechte lijst. 786 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. Fig. 867. Dom te Salzburg. II. Pcotestantsche kerken. De meeste kerken waren oorspronkelijk Katholieke kerken, die veranderd werden door verplaatsing van kansel en altaar. Nieuw gebouwde kerken waren zeer eenvoudig, meestal klein.daar de overdekking moeilijkheden opleverde. De inwendige ruimte was gewoonlijk ongedeeld, en de ton-, spiegel- en kruisgewelven of koepel waren van hout. De in- en uitwendige bouwtrant sluit in de Zuidelijke deelen van Duitschland aan bij den Barok, in Noord-Duitschland bij het Klassicisme. Torens vonden toepassing en, voor zoover noodig, zuilen in plaats pijlers. De paleisbouw beleefde tijdens den Barok een tijdperk van ongekenden bloei, vooral in steden als Weenen, Praag, Breslau, Brünn, Graz, Innsbrück, München, Passau e. a. Onder protectie van de vele regeerende vorstenhuizen deed de Barok zijn intrede. Maar de bevolking bleef zich tegenover deze bouwwijze, uit Italië geïmporteerd, vreemd voelen. :: BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL.. OOSTENR.. Z WITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 787 5. De namen van geheele Italiaansche architectenfamilies zijn aan bepaalde landstreken of steden verbonden. Zoo vinden we te Passau en te Praag werkzaam de familie Lurago, te Weenen de families Carnevali en Bussi, in München, en de overige groote steden in Beieren, de families Zuccali, Viscardi en Quaglio. En verspreid over verschillende steden de families Bianchi, Bibiena en Pozzo. De groote bouwbedrijvigheid ontwikkelt zich echter eerst na 1750, omdat men in 't algemeen de armoede nog niet te boven was. Dan hebben echter de Fransche stijlen reeds hun intrede gedaan, en niet als afzonderlijke perioden, maar dikwijls tegelijkertijd aan eenzelfde bouwwerk, dat dan achter een Barokui terlij k een innerlijk verborg van een mengelmoes van Lodewijk XIV, Régence en Rococo motieven. Dit mengelmoes was algemeen, en er is in Duitschland dan ook geen sprake van een Wiener- of Münchener school, zooals we in Italië leerden kennen, de Venetiaansche of Milaneesche school, en in Frankrijk een Parijsche school. In 't algemeen ontwikkelt zich, in Duitschland meer dan elders, de paleisbouw meer in de hoogte dan in de breedte. Het hoofdmoment ligt in het trappenhuis, dat naar de representatieve vertrekken voert, als feest- en ontvangzalen, alle liggend op de eerste ver¬ dieping. Een arcadenhof bleef, als vroeger, gehandhaafd. Daar voor het paleis geen voorbeelden aan¬ wezig waren, waarnaar men kon ontwerpen, doch deze ontwerpen door buitenlanders (ook Nederlanders) moesten worden geleverd in aansluiting met de in hun eigen land geldende princiepen, moest er noodzakelijk, ter aanpassing aan de plaatselijke omstandigheden, gewijzigd worden. Typeerend is echter de middenpartij met groot portaal en balkon, met hermen, gebogen tympans en zuilen, die naar het trappenhuis voert. De vleugels zijn meest Fig. 868. München. St. Johann Nepomukkerk. 788 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., Z WITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. ingedeeld met pilasters en vensters met alle barokke kenmerken, terwijl de diep ingesneden lijsten op schaduwwerking zijn berekend. Aan de kapiteelen komen vaak vruchtenranken of draperieën voor tusschen de voluten. De benedenverdieping is opgetrokken van groote blokken natuursteen, terwijl van de eerste verdieping de pilasters van dit materiaal zijn vervaardigd. • Fig. 869. Slot te Rastatt. Vensters uit het • trappenhuis, 1728. • Inwendig zijn de Laat-Renaissance betimmeringen vervangen door veel grover en lomper betimmeringen dan de gelijktijdige in Frankrijk of Italië, in Zuid- en Noord-Duitschland onder invloed van Italianen of Nederlanders. Uitwendig is nog een voorkeur te constateeren voor smeedijzeren poorten en hekken, in barokken, maar meer nog Rococo vorm. 6. Van slothouw spreekt men in Duitschland als meer nog dan bij den paleisbouw, de uitbreiding wordt gezocht in horizontale richting, met langer vleugels, dus meer in den Franschen geest. Deze langgerekte plattegrond wordt overal aangetroffen, Fig. 870. Dresden. Poortpaviljoen van de Koninklijke Zwinger, 1722. BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., Z WITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 789 Fig. 871. Middentravée van het vroegere keizerlijk slot Belvédère te Weenen (1693—1724). waar uitgeweken Hugenoten werkzaam waren (slot Nymphenburg bij München, met een gevel van 600 M. lengte). Daar het aantal verdiepingen minder groot was, kon minder nadruk worden gelegd op het trappenhuis, dat trouwens breeder werd, met grooter aantrede, en overigens rijk genoeg bleef van opvatting. De bewoonbare vertrekken verhuisden, evenals de ontvang- en statiezalen, naar gelijkvloers, en wonnen aan behaaglijkheid en intimiteit. De Rococovormen waren voor de versiering de aangewezene. Meestal waren de vleugels gebogen. Fransch zijn ook de lange galerijen. Terwijl b.v. slot Brühl en Würtzburg, door hun Franschen parkaanleg met terrassen, muren, ballustraden, bordestrappen, beelden, paviljoens, eremitages, oranjerieën, grotten en hagen, een complex vormden van groote uitgestrektheid. 790 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZW1TSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. : Fig. 872. Gerlitzsche huis te Wernigerode. De stadhuisbouw werd uitwendig met barokke paleismotieven bewerkt of sloot, meer of minder direct, aan bij den bouw van het Amsterdamsch stadhuis. Ook bij de woonhuizen maakte men met voorliefde gebruik van barokke gegevens, maar Fig. 857. dan onmatig overladen (Preysingsche paleis te München) of aansluitend nog bij de LaatFig. 872. Renaissance (Gerlitzsches Haus te Wernigerode). Alleen in Noord-Duitschland zijn de :: BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., Z WITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 791 uitingen van burgerlijken Barok meer gematigd, maar steeds nog nadrukkelijk de aandacht vragend voor deur of portaal. ROCOCO. 7. Geheel anders dan met den Barok, die, ontstaan in de kerkbouwkunst overging op de profane bouwkunst, is het gesteld met de Rococo in de Germaansche landen. De Rococo is een specifiek burgerlijke uiting, die tevens toepassing vond bij de kerkelijke architectuur, en dan niet constructief, of een organisch geheel vormend met de constructie, maar slechts als decoratieve aankleeding van bestaande constructies. En juist omdat het begrip constructie met Rococo niets heeft uit te staan, is uit den Fig. 873. Huis te Potsdam (gebouwd op bevel van Frederik den Grooten). Fig. 874. Dom te Passau. aard der zaak, van het standpunt beschouwd van den Rococokunstenaar, de kleine kerk, in Lodewijk XV-stijl gebouwd, het best geslaagd. De constructie, waar in de kerkelijke bouwkunst alle innerlijke kracht vanuit gaat, wordt in den decoratieven Rococostijl geheel gemist, zoodat de bouwmeester in dit opzicht gebonden blijft aan den Barok. De aankleeding en het meubilair in de kerken, als altaren, kansels, orgels en koorbanken, zijn als kunstnijverheidsproducten vaak buitengewoon geslaagd. In den paleisbouw heeft de Rococo-bouwmeester echter tot taak de grootere representatieve vertrekken in organisch verband te brengen met kleinere woon- 792 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., Z WITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 8 Fig. 875. Kommandantur te Potsdam. ruimten en boudoirs, en aldus tegemoet te komen aan de oer-Duitsche behoefte aan een behaaglijk en gezellig interieur. En hierin slaagde hij volkomen. Vooral voor kleinere vertrekken, waar het op constructieve indeeling niet zoozeer aankwam, bleek de Rococo-stijl geheel in de Duitsche smaak te vallen, en de architect-decorateur greep gaarne de gelegenheid aan ook met de laatste resten van de barokke-schijnconstructie te breken en in willekeurigen overmoed slechts het decoratief principe op den voorgrond te plaatsen. Toen in Frankrijk de Louis XV-stijl reeds had plaats gemaakt voor het klassicisme, bereikte in Duitschland de Rococo juist het toppunt van zijn ontwikkeling. Boffrand, de Fransche Louis XV-meester, bleef beheerscht, en symmetrisch in zijne opvattingen. Maar hij werd nog geleid door uitingen van het juist afgeloopen klassieke Fransche kunsttijdperk. En waar Meissonnier asymmetrisch in zijn decoraties is, uit zich deze asymmetrie slechts in details en onbelangrijke onderdeden. Theoretisch is de Fransche Rococo in haar uitingen, 8 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 793 zoolang ze ontwerp of teekeningen blijven, even asymmetrisch als de Duitsche. Praktisch echter wordt de asymmetrie meestal vermeden. In Duitschland echter is de geheele inwendige decoratie (b.v. slot Fig. 878. Bruchsal) vooropgezet asymmetrisch, gelukkig in de meeste gevallen, hoe schijnbaar ook willekeurig en fantastisch, toch blijken gevend van een diep overdachten en fijn gevoelden zin voor harmonieën evenwicht. Zich voorts nog van den Louis XV-stijl in Frankrijk onderscheidend door voorliefde voor naturalistische elementen en zoo groot mogelijke variatie van motieven. Naarmate echter de Rococo voor het interieur steeds rijker en ongebondener wordt, i versoberen de gevels i steeds meer, tot het j armoedige of minstens ! tot het nuchtere toe. i De zuilen- en pilaster- ] indeeling wordt ver- j vangen door lisenen, i 794 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., Z WITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. :*. Fig. 877. Inwendige van den Dom te St. Gallen. Fig. 878. Plafondrozet uit Bruchsal. eenvoudige muurverzwaringen zonder kapiteel of basement, terwijl vlakke reliëfs de plaats innemen van de barokke, op schaduwwerking berekende decoratieve beeldhouwwerken. De Rococodetails, die aan het exterieur worden toegepast, zijn eenvoudig geschematiseerde vormen aan het interieur ontleend, meestal onbegrepen en vaak in 't geheel niet op hun plaats. Behalve aan paleizen, raadhuizen en andere openbare bouwwerken nemen de bouwmeesters de Rococovormen ook over aan woonhuizen. Aangezien echter Rococo slechts voldoet, als hij uitmunt in overrijke vormen, en de particuliere flnantiën in den regel rpinder verstrekken dan de vorstelijke of die van de openbare kas, is het aantal geslaagde woonhuizen niet groot. Maar de geslaagde woningen zijn dan ook vaak zeer oorspronkelijk in portaal- en balken-combinatie, venstergroepeering of topgevelversiering. ^^T^^^.T.°U1TSCHL-' °°STENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 795 Fig. 879. 1. Portaal van het Gymnasium te Heilfgenstadt (in Saksen, 1740) 2. Portaal van de Katharinakerk te Breslau. (Naar foto Kgi. MenbildaMtalt Beriin) 3. Hamberg, Prellsche huis, trappenhuis (1731). 4. Venster van het Keurvorstelijk paleis te Trier. (Naar foto Demer) 796 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN^^^S^^^JsÈ Fig. 880. Dom te Fulda. (Opname Staatlichen BildsteUe. Berlin). OVERZICHT DER MONUMENTEN. OOSTENRIJK. 8. Kerkelijke bouwkunst. Fig 867. Salzburg. In 1614 begon Santino Solari met den bouw van den Dom naar plannen van Scamozzi. Deze driebeukige kerk. waarvan koor en transept in halfronde apsiden eindigen, werd in 1634 voltooid. Zeer duidelijk is getracht hier het Italiaansche schema (twee BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR.. ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 797 Fig. 881. De St. Carl. Borromaeuskerk te Weenen (1716—1737) door J. B. Fischer von Erlach en A. E. Martinelli. verdiepingen hoogen gevel) te vereenigen met het schema der middel-Europeesche landen (twee fronttorens). De Collegekerk is een schepping van Fischer von Erlach, welke gebouwd werd van 1696—1707. Het grondplan is kruisvormig, met een naar buiten in den gevel bol gebogen middenbeuk. De beide fronttorens werden wat opzij geplaatst, zoodat ook de werking van den koepel het geheel, van de gevelzijde bezien, ten goede komt. Weenen. Johann Bernhard Fischer von Erlach (1650—1723), hofbouwmeester, tevens theoreticus, vertegenwoordigt het bloeitijdperk van de Oostenrijksche bouwkunst. Na in Italië studie te hebben gemaakt van de werken van Bernini en Borromini, sticht hij in Weenen een nieuwe school in Italiaanschen geest, verfijnd door zijn kennis van de Fransche 798 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. K : | Fig. 882. Weenen. Paleis Daum (Kinsky) 1709—1713. bouwkunst. Zijn eerste kerk te Weenen is de Peterskerk (1702—1713) met een grooten. elliptischen koepel. Een paar jaar later bouwde hij in dezelfde plaats de grootste barokke Fig. 881. kerk uit de Germaansche landen, n.1. de St. Karl Borromaus (1716—1737). Het midden van de kerk wordt ingenomen door een groote elliptische koepelruimte, van welke ellips de lange as samenvalt met de hoofdas van het bouwwerk. Twee korte armen vormen een transept, waarnaast vier kleine elliptische kapellen om de centrale ruimte liggen. Boven deze kapellen liggen galerijen. De koorpartij is langgerekt, en eindigt in volgens een boog geplaatste zuilen, waar tusschen door een fraaie perspectievische kijk ontstaat op de erachter liggende sakristie. Het front is veel breeder dan het erachter gelegen bouwwerk, gangvormig, en eindigt op de hoeken in paviljoens, waaronder een doorrit. De ingang bestaat uit een zes-zuilige Korinthische prostylos, waarnaast, geheel los van de massa, twee klokketorens staan in den S BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 799 Fig. 883. Weenen. Paleis Trautson (1720—1730). vorm van Trajanuszuilen, die met den erachter liggenden fraaien koepel een merkwaardige origineel artistieke combinatie vormen, evenwel zonder organisch verband. 800 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. S Fig. 884. Zistercienserkloosterkerk te Grüssau. (Opname Staatlichen BUdstelle, Berün). BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 801 In Weenen is ook nog van belang het door Johann Lucas von Hildebrandt (1666— 1745) gebouwde klooster Gottweih. Innsbrück bezit in de van 1717—1724 gebouwde JaFig. 897.6. kobskerk een meesterwerk van den Tiroler AntonGump (1670—1730) , wiens medewerker de Italiaan Claudius Delevo was. Boven de eerste drie van de vier traveeën der éénbeukige kerk zijn elliptische koepels gebouwd, waarvan de lange as rechthoekig staat op de hoofdas van de kerk; boven het koor verheft zich een ronde koepel. Tusschen de beide torens is de gevel gebogen. De Mariahulpkerk te \ Graz werd in 1744 door Josef j Hueber gebouwd in zwaren : barokkenstijl Tusschen de twee \ fronttorens is de middenbeuk j bekroond door een tympan. i Heel beroemd is ook de i Fig. 885. Trappenhuis in het vroegere klooster te Oberzell bij Würzburg, 1744—1785. stichtskerk St.Florian (1686-1708) te Linz. door Carl Antonio Carlone. Vanaf 1710 werkte Jakob Prandauer aan den bouw; van hem is afkomstig het prachtige poortgebouw. Het klooster Melk (1702-1736) is het hoofdwerk van Jacob Prandauer (f 1726). Van het langgerekte gebouwencomplex zijn de bibliotheek en de keizerszaal in 't bijzonder te noemen. In het midden ligt de kerk, waarvan het grondplan is gevolgd naar II Gesü. In de hoofdas verlengd, is de kerk door zijkapellen driebeukig opgetrokken; het interieur is overladen rijk. Van Prandauer zijn nog de stichtskerk te Dürrenstein, en de kloosterkerken te Herzogenburg en St. Pölten. 9. Burgerlijke bouwkunst. Weenen. Prachtig ligt hier hetslotSchönbrunn, r~|-vormig aangelegd op geaccidenteerd terrein, met terrassen en watervallen ervoor. De plannen van dit bouwwerk, dat 802 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSIgCHOSLOWAKYE^ ;j inwendig later sterk is veranderd, werden door Fischer von Erlach gemaakt. Begonnen in 1683, werd het later uitgebreid door Valmagini en Pacossi. Dezelfde bouwmeester maakt ook den hofgevel van het Rijkskanselarij-gebouw, met fraaie i poorten; boven den twee verdiepingen omi vattenden, rustieken onderbouw volgen, | ook over twee verdiepingen Korinthische | pilasters, die slechts over het bovenste twee! derde deel zijn gecanneleerd. De zolderverj dieping is laag. | In 1716 bouwde von Erlach de W i n t e ri r ij s c h o o 1, waarvan het interieur door één | groote zaal wordt gevormd; wat uitwendig | niet te zien is aan den vier-verdiepingen : hoogen gevel. j Von Erlachs Paleis van Prins Euge| nius (nu ministerie van Financiën) werd in 5 1703 begonnen. Van den langen door porj talen onderbroken gevel, zijn ook hier weer | de beide lage benedenste verdiepingen 5 rustiek, terwijl Ionische pilasters de hier : boven liggende anderhalve verdieping om- 1..^....................•••...••••••««•••• • vatten. Fig. 883. Hetzelfde schema vertoont zijn Paleis Trautson (1720-1730), n.1. beneden rustica en composita-pilasters over anderhalve verdieping. Zeer fraai zijn de rijke vensterbekroningen. Van deHofbibliotheek (1723-1726), rustica met Jonische pilasterorde, is het grondplan van von Erlach; zij omvat een koepelzaal en twee vleugels, met risalietenindeeling. De eentonige gevel was het werk van den zoon Joseph Emanuel Fischer von Erlach (1695 — 1742), het overdadig rijke inwendige van Daniël Gran. Fig. 871. Bijzonder schilderachtig gelegen in een park is het slot Belvédère (1692-1724). gebouwd voor Prins Eugenius van Savoye door Johann Lucas von Hildebrandt (1666— 1745), een te Genua geboren Duitscher. De prachtige gevel heeft een middenbouw met hermen, die lager is dan de vleugels; de vleugels zijn ingedeeld door groote gekoppelde pilasters. De lage middenbouw vormt de voorhal van het langwerpig rechthoekige paleis, waarvan de hoekpaviljoens achthoekig zijn. Het interieur vertoont fijne Fransche invloeden. Fig. 882. Dezelfde bouwmeester deed van 1709-1713 het fraaie PaleisKinsky (vroeger Daun) Fig. 886. Schönbornkapel te Würzburg (1719-1723). :: BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE 803 Fig. 887.] [Georg Bahr, 1666—1738. L. Vrouwekerk te Dresden, 1726—1745. 804 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL.. OOSTENR.. ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. • verrijzen, beneden rustiek, : boven ingedeeld door groote { composita-pilasters. Inwen- • dig behoort dit paleis tot : een der rijkste, maar niet • overladen barokkepaleizen. • Ten slotte zijn te Weenen : nog te noemen: het Paleis } Lichtenstein, met fraai • portaal, mogelijk door Do: menico Martinelli ge{ bouwd, en het Ministerie • van Binnenlandsche Fig. 865. : zaken, eveneens met fraai J portaal. 5 Salzburg. Von Hildebrandt is ; de ontwerper en uitvoerder van S het slot Mirabel 1. Inwendig S is het zeer barok, vooral de fraaie • hoofdtrap, waarvan de leuning is • vervangen door een opeenvolging S van krullen, waarop kinderfi- • guurtjes zitten. ***** ••«••»•••■•« . Innsbrück. Barok is hier het Fig. 888. Japansch paleis te Dresden, 1729—1748. t Landhuis (1719 — 1728) door ^.•.......•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••"•••••••••••••••••••••••••■■•••••••••* A. Gump. Het is beneden rustiek; de vleugels zijn niet door pilasters ingedeeld, terwijl alleen de middenpartij spreekt door pilasters van de groote orde en een tympan. Van het Katholieke Casino is de gevel geheel met pleisterornamenten versierd. JOEGO-SLAVIË. 10. De Dom te Laibach behoort hier tot het Barok-tijdvak. TSJECHO-SLOWAKYE. 11. Kerkelijke bouwkunst. Praag. Het Jesuïten College Clementinum werd in 1653 begonnen; twee Italiaansche kunstenaarsfamilies waren hier werkzaam, de families Carlone en Lurago. De St. Nicolaaskerk (aan de Kleinzijde) daarentegen werd in 1673 begonnen door een Duitscher, Christoph Dientzenhofer (1655—1722) en voltooid in 1760 door zijn zoon Kilian Ignaz Dientzenhofer (1690-1752), die bij Fischer von Erlach studeerde, en reisde in Italië, Frankrijk en Engeland. Het grondplan werd gevolgd naar II Gesü; het door drie apsiden klaverbladvormig uitgebreide koepelruim is karakteristiek door de overhoeks K BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL.. OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 805 12. geplaatste pijlers, terwijl voor het geheele inwendige de gebogen lijn en het gebogen vlak overheerschen. De gevel is geheel het werk van Kilian. Kilian Dientzenhofer bouwde in Praag nog verscheiden andere kerken, o. a. de St. Nicolaaskerk (in de oude stad). Van dezen door een grooten achthoekigen koepel overdekten centraalbouw zijn de kapellen elliptisch en de kruisarmen kort. Het groote portaal wordt door lage hoektorens geflankeerd. De door hem tusschen 1720 en 1728 gebouwde Ursulinenkerk heeft een door Jomsche pilasters ingedeelden gevel, terwijl het tympan wordt gedragen door dito Korinthische. En dan nog de driebeukige, op een bestaand Romaansch grondplan opgetrokken, Thomas kerk, de St. Jacobskerk en de St. Johann Nepomukkerk. Te Brewno (bij Praag) verrees de door Christoph Dientzenhofer ontworpen St. Margarethakerk (1715—1719); een geheel uit ellipsen geconstrueerde plattegrond met halfronde apsis vormen den opzet van deze eenbeukige zaalkerk. Karlsbad. De Mag d a lenaker k (1732 — 1734) is weer van Kilian Dientzenhofer. De koepel is door een kegelvormig dak afgedekt, terwijl in het front twee torens staan. Van belang zijn nog de basiliekvormige Jesuïtenkerk te Bcünn (1602-1739), en de fraaie, door zijkapellen verruimde Jesuïtenkerk te Olmütz (1692—1728). Burgerlijke bouwkunst. Praag. Ook in de profane bouwkunst waren de Italianen werkzaam. Twee bekende paleizen werden hier door hen ontworpen, n.1. het paleis Nostiz (1658—1660), met composita pilasters boven een rustieken onderbouw, en het paleis Czernin, grootsch, lang (144 M.), maar niettemin eentonig. Ook bij dit paleis is de benedenverdieping rustiek, terwijl zware Korinthische driekwart zuilen den drie-en-een-halve verdieging omvattenden bovenbouw indeelen. Fig. 889. Koninklijk Slot te Würzburg, 1720—1740, door Johann Balthasar Neumann. Laat-Barok. 806 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. S Fig. 890. Chaetano Chiaveri (1689—1770). Hofkerk te Dresden. Gebouwd 1738—1754. BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHE,., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 307 Fig. 891. Dresden. Middenpaviljoen aan de Oostzijde (1711 — 1722), door M. D. Pöppelmann. Het paleis Kinsky (vroeger Golz) is het werk van Kilian Dientzenhofer, dat door den Italiaan Anselm Lurago werd voltooid. Twee hoofdtravéeën spreken door portalen en tympans. Dezelfde Lurago voltooit van 1756—1775 den Hof burg. Ook Fischer von Erlach werkt in Praag. Zijn paleis Clam Gallas (1707-1712) heeft 00 o 00 co > ?0 O m pi z » O o O o : O i z : ö ; c i h • C/3 ! O X | P ! b : o : ra : z ; 8 I N : 3 : h • C/3 : w : ?o : p : m : z : h • C/3 : pi : o : x : 9 • cVi ! r1 i o : > : * : ►< : pi BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL.. OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 809 fraaie portalen met atlanten en balkons, • die de architectonische zwaartepunten vormen in den overigenseenvoudig opgevatten gevel. BEIEREN. Kerkelijke bouwkunst. Kempten. MichaëlBeer bouwt tusschen 1651 en 1666 den Dom, een verbinding van centraal- en basiliekbouw, waarvan het centraalgedeelte achthoekig is. Fig. 874. De Dom te Passau. die in 1662 verbrandde, werd door Carlo Lurago (1638-1697) herbouwd ; twee torens zijn in den gevel geplaatst. Vanaf 1680 werkte Carlo Antonio Carlone aan het inwendige. München. De Theat in erker kSt. Kajetan werd in 1663 door Agostino i Barella (f 1679) uit j Bologna begonnen; j tot 1675 werkte een j andere Italiaan, En- i rico Zuccali (f j 1724) aan het fraaie j gebouwdat ten slotte i door Frangois Cu- • villiés (1698-1768) j werd voltooid. Als : Fig. 893. Rothenburg o.d. Tauber. Portaal van het Gymnasli . f£;E!"±i!SSi£!SiS — • 00 O 1 pi Z i O O O n O : z ; a ; c i h C/3 ! n i 3 i r* ! ö : o : co : d : p> : z : 73 I n : 3 : h s :: 11.»..6.^.?^.»0^0 DUITSCHL- OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 811 de meeste door Italianen gebouwde kerken werd voor het grondplan dat van II Gesü gevolgd. ZuccaÜ ontwierp den gevel, waaraan de beide torens met zware voluten bovenaan, opvallen. De middengevelpartij is het aandeel in het werk van Cuvilliés. De Drievuldigheidskerk (1711-1718) met den Borrominesk-barokken gevel, is eveneens een Italiaansche schepping van Giovanni Antonio Viscardi. Tusschen 1733 en 1746 lieten de gebroeders Kosmas Damian en Aegid Quirin Asam de schilderachtige St. Johann-Nepomuk kerk bouwen, geheel voor eigen rekening. Fig 868 Ottobearen, (bij Memmingen). Uitwendig niet prettig aandoend maar inwendig een der rijkste en fraaiste Beiersche kerken is de Benediktijner kerk (1737-1766) door Johann Michael Fischer (f 1766) Het plan, dat reeds minder barok is en een streven in de richting van het klassicisme vertoont, is afkomstig van Domenicus Zimmermann. Aan de versiering van het inwendige werkten mede als beeldhouwers J M Feichtmayr en J. Ch. von Riedlingen en de schilders Jacob en Frans Anton Zeidler ' Furstenfeld (bij München) bezit in de kloosterkerk (1718-1736) door Viscardi gebouwd, een barok monument. De decoratieve werken eraan zijn van de bovengenoemde gebroeders Asam Belangrijk zijn ook nog de kloosterkerk te Banz (ten Zuiden van Koburg) door Johann en Christoph Dientzenhofer; de Drievuldigheidskerk te Waldsassen,, door Johann Dientzenhofer gebouwd tusschen 1685- Fig. 897 7 1689. en Staand uit een klaverbladvormig gerangschikt grondplan van drie apsiden, gekroond door een spits middentorentje; en de kerk te Irsee (in Algau). Würzburg. Volgens het grondplan van II Gesü werd hier door Antonio Petrini (f 1701) de Stichtskerk Haug (1670-1691) gebouwd. Hoewel zwaar barok is het geheel toch eenvoudig, met twee fronttorens, een groot transept en een grootschen koepel. Petrini was ook ontwerper van den toren van de Universiteitskerk. een der fraaiste Duitsche torens, opnieuw opgetrokken op een reeds bestaanden onderbouw De Nieuwe Munsterkerk werd in 1707 door Valentino Pezzani (f 1719) begonnen; het is een koepelkerk met sterk gebogen gevel. Van Joseph Greising is de St. Peterskerk (1717-1720). Te Würzburc ontwierp Neumann ook de Bedevaartskerk op den St. Nicolaasberg, die werd opgevat als een ronden koepel centraalbouw. verbreed door drie elliptische apsiden en een voorhal. In het front staan twee torens Van hem is ook de bijzonder fraaie Schönbornkapel afkomstig (1721-1736) aan den Fig. 886. i««7 VZaT^' r kl°°Ster te EbmCh (tUSSCheD Wür2burg en Bamberg) werd van Fig. 895. 1Ó87-1698 door Leonard Dientzenhofer aangelegd over een uitgebreid oppervlak, en voltooid door Neumann. I Fi9' ^ J" Bnb? t * S,;Martinskerk (1686-1720) een type van Italiaanschen Barok. Toegeschreven aan Georg D.entzenhofer en Petrini, heeft deze kruiskerk met koepel geen torens. Het Priesterseminarium en het tvatnannahospitaal zijn nog werken van Neumann. BURGERLIJKE BOUWKUNST. Het slot te Schleiszheim (bij München) is het ontwerp van den Italiaan Zuccali. Met het langgerekte gebouw zijn, door middel van lage galerijen, twee paviljoens verbonden, zoodat het geheele complex 330 M. lang is geworden. De inwendige pleisterwerken zijn van Fig 898 den Duitschen decorateur Josef Effner (f 1745). Eveneens bij München ligt het fraaie slot Ntjmphenburg. in 1663 door Agostino Barelli begonnen, en later door Viscardi en 812 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL.. OOSTENR., ZWITSER^E^ Fig. 895. Trappenhuis Uit het klooster Ebrach. (Opname Neue Photogr. C^.. Berlin). || BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL.. OOSTENR.. ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 813 Effner voltooid. Het decoratieve werk is van den meergenoemden gebroeders Asam. In het park van dit beroemde slot zijn nog eenige kleine paleisjes gebouwd, o. a. de Amaliënburg, door Francois Cuvilliés, hetwelk een der fraaiste Duitsche Rococomonumenten is geworden zij 't ook gebouwd door een Franschman van origine; de door Effner ontworpen Pagodenburg (1716) en de Ba- denburg (1718). In München werd de Koninklijke residentie, die in 1729 was verbrand, door Effner en Cuvilliés herbouwd, met medewerking van Johann Gunershainer (f 1763). Cuvilliés bouwde er verder het Residentietheater (1751 — 1753) en enkele paleizen, waaronder het paleis Porcia, het Fig. 896. Detail van het trappenhuis in het slot Brühl am Rhein, 1748. 814 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOW^TO paleis Eichthal en de vroegere Academie. Een zeer fraai voornaam patriciërshuis is het Prey- Fig. 856. singsche paleis (1740— 1750) door Josef Effner. Het is een Laat-Barok monument, vier verdiepingen hoog, met fraaie vensters Fig. 857. en pilasters aan de midden risaliet. Bamberg. De Nieuwe Bisschop sresidentie (1695—1703) van Leonard Dientzenhofer is niet zeer geslaagd, eentonig en droog van opvatting. Gelukkiger was johann Dientzenhofer met zijn h ui s van den Archivaris Boettinger enhet Concordiahuis. Fig. 879, 11 Het slot Weiszenstein te Pommersfelden (bij Bamberg) (1711 — 1718) van Johann Dientzenhofer is een gelukkige combinatie van Fransche, Italiaansche en Duitsche Barok. Het eenvoudige uiterlijk wordt slechts door de middenrisaliet geaccentueerd, maar bijzonder fraai is het over drie verdiepingen doorloopende trappenhuis. Geheel zuiver Italiaansch, zonder eenige verwantschap met Rococo, met streng klassicistischen gevel is het door Carlo Bibiena ontworpen Operagebouw te Baqretith (1744-1748). WüTzbutg. In 1720begon Fig. 860. Johann Balthasar Neumann (1687—1753), oor¬ spronkelijk artillerie officier, met den bouw van de Residentie, die, wat het uitwendige betreft in 1744, wat het inwendige betreft in 1775 eerst werd voltooid. Het bouwwerk is aangelegd in |—1 vorm, ter lengte van 167 M.. zoodanig, dat de beide vleugels ieder Fig. 863. '.éi Fia. 897. Il, Kloosterkerk te Wiblingen. 6. Jakobskerk te Innsbrück. If2. Vrouwekerk te Dresden. 7. Drievuldigheidskapel te Wald ; 3. Kerk te Vierzehnheiligen. sassen. f4 en 5. Ontwerpen van Protestansche kerken door C. L. Sturm. l!.....B.A?OKÜNROCOCOIN pmTSCHL.,OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 815 816 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR.. ZWITSERL. EN TS)ECHO-SLOWAKYE. ^ Fig. 899. Koorstoel uit de Kloosterkerk te Zwiefalten, door Joseph Christian (1745). een vierkanten binnenhof omsluiten. Samen omvatten de vleugels den eerehof. De gevel aan de parkzijde is verdeeld in een middenpartij, vleugels en twee hoekrisalieten, alle van twee hoofd- en twee tusschenverdiepingen. Aan den hofgevel zijn zeer strenge elementen verwerkt, n.1. aan de benedenverdieping, die ingedeeld is door Toskaansche drievierde zuilen en door pilasters, afgesloten door een triglyphenfries. Zelfs de middenrisaliet ver- Fig. 889. toont eerst boven het balkon barokke details, als b.v. het gebogen tympan. Op de eerste verdieping ligt langs den gevel een rij prachtige zalen, tengevolge van den langen duur van den : bouw overgaand van Barok in Rococo, ! in welken laatsten stijl Neumann in 't | bijzonder uitmuntte. : Boven de Toskaansche zuilen en : pilasters van den benedengevel volgt i de indeeling door Korinthische pilas1 ters. Aan den parkgevel zijn alleen zuilen en pilasters toegepast aan middenrisaliet en de hoekrisalieten. Ook het buitengewone trappenhuis naast de voorhal, waarvan het spiegelgewelf door den Italiaan Tiepolo is beschilderd, is prachtig Barok. In 1731 wordt Lucas von Hildebrandt ontboden, die echter maar weinig in de plannen van Neumann verandert. Van dezen bouwmeester zijn de ovaal gebogen middenrisalieten aan den buitenkant van de zijvleugels afkomstig. Te Würzburg moet nog genoemd worden het Rückermaingebouw (1715-1722) door Jozef Greising, Fig. 859. in vroeg-Duitsche Barokvormen. En het Haus zum F al ken, met een rijk georneerden pleistergevel. Fig. 894. Het door Neumann gebouwde slot te Wecneck (bij Schweinfurt) werd tusschen 1806 en 1814 geheel gewijzigd. In de St. Aegidiuskerk te Neurenberg (1711-1718) door Johann Trost zijn de eerste Rococovormen in Duitschland te constateeren. Ï-J!2Ï2I^!ROOOCO IN DUITSCHL- OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 817 818 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL.. OOSTENR.. ZWITSERL. ^J^^^^^^Z : ZWITSERLAND. ! In Zwitserland oefende de Italiaansche bouwkunst | minder invloed uit dan in Oostenrijk en Zuid-Beieren. | Kenmerkend zijn de hooge zijbeuken. Een tweetal kerken 1 hier zijn van belang, n.1. in het kanton Schwyz te Einsiedeln, \ de stichtskerk, door Kaspar Moosbrugger | (1656—1723); van deze driebeukige kerk neemt een achtI hoekige kapel met zwaren middenpijler bijna de breedte I van de geheele kerk in-. Het inwendige werd door de | Münchener broeders Asam zeer rijk versierd. En de \ Stichtskerk te St. Gallen (ten Zuiden van het Boden- Fig. 877. • meer) door Peter Thumb uit Constanz en Ferdinand \ Beer tusschen 1756 en 1767 gebouwd. Van deze drie5 beukige kerk is de koepelruimte bijna evenbreed als het • geheele ruim, terwijl de zijbeuken eromheen loopen. Ook I deze kerk munt inwendig uit door prachtige Barok en | Rococovormen. I WURTEMBERG. | Kerkelijke bouwkunst. { De Praemonstratenser abdij met kerk (1717 — 1724) te I Weiszenau zijn het werk van Frans Beer; de kerk heeft eenbreeden • middenbeuk en smalle zijbeuken. De zelfde bouwmeester ontwierp de .« Kloosterkerk te Wemoarfen (1715-1722), een lange kerk met I Fig 901 Koepel van het slot | zeer smalle van voor naar achter doorloopende zijbeuken, een centralen j Chariottenburg bij Berlijn (1705). j koepel met dwarsbeuk en apsiden. In den gevel staan twee torens. !..............••«••••••••••••••••••••••••"' Het inwendige is het werk van Italianen en een lid van de familie Asam. De stadskerk te Ludwigsburg werd door Johann Friedrich Nette (f 1714) gebouwd. Tusschen 1727 en 1733 kwam de Bedevaartskerk te Steinhausen, met een elliptisch grondplan, onder leiding van Dominicus Zimmermann tot stand. Fig 897. 1. Twee zeer fraaie kloosterkerken zijn die te Zwiefalten en te Wiblingen. De eerste. door Johann Michael Fischer, verrees tusschen 1738 en 1765. Naast den breeden middenbeuk liggen aan weerskanten vier kapellen. Boven de kruising met het kleine transept verheft Fig 899. zich een groote koepel. Het inwendige is geheel in Rococostijl gehouden. De tweede kerk. door J. G. Specht gebouwd (1772-1781). behoort eigenlijk reeds tot de klassicistische monumenten. Achter het vierkante schip volgt de ronde koepelruimte, aansluitend bij een vierkant koor met apsis. Naast den naar buiten uitgebogen gevel staan, bijna overhoeks, twee fronttorens. Tot de vele Barok-kerken in Wurtemberg behooren ook nog de kerk op den Schonenberg te EUwangen, door Peter Thnmb, volgen» ontwerp van Pater Jenniger uitgevoerd; de kloosterkerk te Neresfteim Ü.....BAROKEN ROCOCOIN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL.EN TSJECHO-SLOWAKYE. 819 (1745—1777) van Neumann, met een grondplan, waarin de ellips verwerkt is binnen een rechthoekige begrenzing, en waaraan, na 1753, ook de architecten Wiedemann en Keiler wérkten; en de kerk te Ochsenhausen. Burgerlijke bouwkunst. Het slot te Ludwigsburg werd in 1704 begonnen door Johann Friedrich Nette, in navolging van Versailles met een steeds smaller wordenden hof. Ook Donato Giuseppe Frisoni (1663— 1735), een Italiaan, was er aan werkzaam. Bijzonder fraai is de kleine slotkapel. Tc Stuttgart is het nieuwe slot (1746— 1807) in drie gebouwengroepen aangelegd; ieder der groepen is voorzien van hoekpaviljoens, sprekendemiddenrisalieten en gekoppelde pilasters op de tweede verdieping. Behalve Leopold Retti (f 1751), de ontwerper, werkte Joh. Chr.Dav. Leger aan den bouw, welke later werd overgenomen tot 1768 door den Franschen architect Louis de la Guêpière rekening nam. Bij Stuttgart voert vanaf 1763 het slot Solitude uit. Hij Fig. 902. Portaal aan den hofgevel van het vroegere Koninklijk paleis te Berlijn. (1691—1706). , die het trappenhuis en de fraaie marmeren zaal voor zijn dezelfde Franschman volgens het ontwerp van Johann Friedrich Weyhing is de decorateur van de elliptische middenzaal en meerdere vertrekken. Ook het Fig. 892. 820 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., 7wnsB^<^J^^^^^^. \ Fig. 903. Portaal van het Raadhuis te Danzig (1765). j slot Monrepos bij Ludwigsbarg. begonnen in 1764, wordt aan hem toegeschreven. Uitwendig vertoont dit slot reeds een neiging naar het klassicistische, terwijl het interieur geheel in de nieuwe richting is opgevat. BADEN. Kerkelijke bouwkunst Behalve de Bedevaartskerk te Walldüm (1698-1709) in N.O. Baden, een éénbeukige kerk met zijkapellen, dwarsbeuk en koor, door Leonard Dientzenhofer moet te Mannheim de Jesuiten kerk (1738-1760) genoemd worden. Deze, streng opgevat in den geest van II Gesü, met drie rondbogen in den gevel en een tympan voorportaal, is het werk van een Italiaan. Alessandro da Galli Bibiena (f 1760). Ook F. W. Raballiati was er werkzaam aan. De St. Peterskerk te Bruchsal is van Neumann. BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR.. ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 821 Burgerlijke bouwkunst. Het slot te Mannheim werd volgens plannen van Daniël Marot door Joh. Clemens Froimont in ' l-vorm begonnen. Een voornaam aandeel in den bouw had vanaf 1768 Nikolaus de Pigage (1721 —1796), terwijl ook Bibiena een deel had in de werkzaamheden. Het practische rechtlijnige, mooie stadsplan van Mannheim is het werk van een Nederlandsch vestingbouwkundige, n.1. van Menno van Coehoorn (1641 — 1704). Te Schwetzingen, bij Mannheim vertoont het slotpark alle barokke eigenschappen van een park uit dien tijd. Albrecht Friedrich von Keszlau is de bouwmeester van het slot te Karlsruhe( 1754-1776), waaraan ook, onder meer, Leopold Retti werkzaam is. Het hoofdgebouw bestaat uit twee vleugels, die onder een stompen hoek te samen komen. In een der vleugels ligt de slotkapel. Een zeer fraai Rococo slot is dat te Bruchsal (1722—1770). Ontwerper was Anselm Frans von Ritter zu Gründstein, doch in 1728 werd Balthazar Neumann met de werkzaamheden belast, Fig. 878. die zich voor het inwendige verzekerde van de hulp van Johann Michael Feichtmeier, die het pleisterwerk, en de gebroeders Ziek, die het schilderwerk uitvoerden. Ook dit slot heeft een I—i-vormig grondplan, met in den eenen vleugel een slotkapel en in den tegenoverliggenden een muziekzaal. De hoofd den tegenoverliggenden een muziekzaal. De hoofdtrap ligt in de centrale koepelruimte. RIJNPROVINCIE, HESSEN, WESTFALEN, THURINGEN, BRUNSWIIK. Kerkelijke bouwkunst. Koburg. Na het klooster te Banz (1698-1709), dat door Johann Dientzenhofer en Neumann werd gebouwd, volgde van denzelfden bouwmeester hier de abdijkerk (1710-1718). In het grondplan is de ellips verwerkt. Overhoeks geplaatste pijlers versterken de fraaie ruimte-ontwikkeling; in het front staan twee torens. De Slotkapel is van Neumann. De Bedevaartskerk te Vierzehnheiligen (1743—1772), door J. B. Neumann, heeft Fig. 897.3. ook weer een grondplan, dat bestaat uit een samenstel van cirkels en ellipsen, gevat in een rechthoekige begrenzing, zóó, dat het schip uit cirkels, de dwarsbeuk uit ellipsen bestaat. In den meer klassicistisch opgevatten Dom te Fulda (1704—1712) wist de bouwmeester Fig. 880. Fig. 904. Huis uit Hamburg, ± 1725. 822 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 8 Johann Dientzenhofer de barokke vormen zoo volkomen te beheerschen, dat deze kerk een der beste scheppingen uit dit tijdvak is geworden. Boven de kruising van deze driebeukige kruiskerk verheft zich een groote koepel op tamboer, terwijl in den gevel twee torens staan. Fig. 885. Te Oberzell werd tusschen 1744 en 1760 door Neumann en zijn zoon Franz Ignaz Neumann de abdij voltooid. Paul du Ry is de architect van de Fransche kerk te Kassei (1698-1710). Te Mainz werd het inwendige van de St. Pieterskerk (1748-1756) door J. Dielmann verzorgd. De plattegrond van de 'garnizoenskerk te Wolfenbüttel (1655-1735) door HermannKorbis elliptisch, met acht zuilen die galerijen dragen; het geheel ingesloten door een rechthoek. De Michaelis kerk (1751—1762) te Hamburg, die in 1906 afgebrand is, was een protestantsche kerk in Griekschen kruisvorm met een veelhoekig koor en zeer hoogen geveltoren, en het ontwerp van Ernst Georg Sonnin (1709-1794). Burgerlijke bouwkunst. Fig. 896. De bouw van het slot Brühl te Bonn werd in 1725 begonnen, en geëindigd in 1770. Beroemd is de fraaie voorhal met het trappenhuis. Verschillende bouwmeesters hebben er aangewerkt; het ontwerp is van Johann Conrad Schlaun; na 1728 was Michel Leveillé. na 1740 Neumann met den bouw belast, terwijl ook Heinrich Rotham een werkzaam aandeel had in het tot stand komen van dit fraaie Duitsche Barokmonument. Neumann werkt nog o.a. aan het slot te Koblenz, te Poppelsdorf en aan het slot te Trier. dat nu als Fig. 858. Fig. 905. kazerne in gebruik is. Het slot Benrath (1756-1760) te Keulen door Pigage, kwam tot stand zeer sterk onder Franschen invloed. Eén verdieping hoog, is het van een rustig klassicistisch karakter. Te Fulda werd van 1707—1713 het slot gebouwd door Johann Dientzenhofer. Het eenvoudige slot Bibrich aan den Rijn te Mainz werd in 1704 begonnen. Met zijn ronden middenbouw en vleugels met hoekpaviljoens draagt het een Nederlandsch karakter. In Mainz moeten verder genoemd worden het Paleis van Justitie (1715—1718), vroeger het Dalbergsche Hof; het door A. Fr. von Putter zu Grünstein tusschen 1720 en 1737 voltooide Groot-Hertogelijk paleis, en het nuchtere, bijna armoedig er uitziende Zeughaus (1738—1740) door Welsch. Te Weimar werd door Moritz Richter vanaf 1651 het Residentie-slot gebouwd, ook weer in I Ivorm; bij Weimar verrees tusschen 1724 en 1732 het inwendig rijke slot Belvédère, dat onder Franschen invloed werd gebouwd. Twee bouwwerken te Gotha dateeren uit dit tijdperk, n.1. het slot Friedenstein (1643-1654) in| Ivorm door Andreas Rudolph i, met een aan den voorkant door een muur afgesloten hof; en het zeer eenvoudige slot Friedrichstal (1711). Verder noemen we nog te Frankfort am Main het Paleis Thurn en Taxis (1731-1741), door Dell' Opera uitgevoerd naar een ontwerp van Robert de Cotte, dus in Franschen geest; het S t e u e r A m b t s h a u s te Erfurt; het Residentie-slot (1716-1727) te Darmstadt door R. de la Fosse; het Dikasterial gebouw van Neumann te Ehrenbreitstein; het slot te Mannheim. door Jean Clement Froimont; en het slot Richmond (1760) te Bronswijk, door Fleischer. Fig. 900. In Münsrer voltooide Johann Conrad Schlaun in 1757 het Erfdrostenhof, en in 1767 het slot. dat I l-vormig is en zeer eenvoudig van natuur- en baksteen, met een gebogen middenpartij en tympan. In Kassei bouwt Charles du Ry (t 1757) met H.Chr. Jussonhet slot, in 1753begonnen, volgensFransch Hugenootsche richting uitwendig klassiek, inwendig Rococo. Eenzelfde karakter draagt het Oranjerie-slot, Fig. 905. Benedenverdieping van het slot Benrath. * ,,.mA.ROK EN ROCOCOIN D^TSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 823 1701 —1711, van Paul du Ry, en de j" schilderijengalerij, van den eerst- S genoemden Du Ry, die bij uitstek j nuchter klassicistisch is opgevat. • Fig. 904. In Hamburg treft men uit dezen tijd S menig woonhuis aan, geheel gebaseerd ; op de gelijktijdige Nederlandsche bouw- 5 kunst. ; SAXEN. Kerkelijke bouwkunst. Dresden. Georg Bahr ; (1666— 1738) is de schepper van ! Fig. 887. de belangrijke Vrouwekerk j (1726—1743), de beste protes- {••' tantsche kerk uit het Barok- : tijdvak in Duitschland. Boven l— de ronde, centrale koepelruimte verheft zich de koepel met lantaarn, rustend op acht pijlers. Fig. 897.2 De ruimte wordt vergroot door 4 evengroote armen, -f geplaatst. Op de hoeken staan vier traphuizen, die den buitenomtrek voltooien in den vorm van een vierkant met afgeschuinde hoeken, waarbuiten alleen de koornis uitsteekt. Boven deze traphuizen, die toegang geven naar de 7-voudig boven elkaar liggende galerijen, verheffen zich hoektorentjes. Opgetrokken in roode natuursteen, is deze kerk fraai van silhouet. De Hofkerk (1738-1751) door Gaëtano Chiaveri (1689-1770) kreeg boven den Fig. 890. ingang een hoogen toren. Het langwerpige schip is halfrond afgesloten, en overdekt door een tongewelf. De in 1897 verbrande en door de architecten Schilling en Grabner verbeterd herbouwde Kruiskerk (1764-1792) is het werk van Joh. Georg Schmidt (1707-1774), later voltooid door Exner en Eigenwillig. Het grondplan is vierkant. De smalle zijbeuken loopen om het koor heen. Aan weerszijden van den toren in het front liggen de trappen naar de galerijen. Dezelfde bouwmeester Schmidt is de architect van de Annakerk (1765-1769). en van de Pfarrkerk (1745-1748) te Groszenhain. die een T-vormig grondplan heeft. Burgerlijke bouwkunst. Alweer in n-vorm, werd door Johann Georg Starke (f 1695) het palcis im Groszen Garten (1679-1693) te Dresden gebouwd, dat Italiaansche invloeden vertoont. In den middenbouw ligt de groote zaal Ook Johann Friedrich Karger (1650-1726) is aan dit paleis werkzaam. Deze laatste is tevens medewerker aan het door den begaafden Matthaeus Daniël Poppelmann (1663-1736) ontworpen paleis Taschenberg. waarvan de gevel een middenrisaliet vertoont met rijke vensterversiering. Tot een der fraaiste barokke gebouwen uit dit tijdperk behoort ongetwijfeld de Zwinger Fig. 870. (1711-1722) door Poppelman. De gebouwen zijn aangelegd om een bijna vierkant plein 824 1 JAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. S van ruim 100 M. zijde, en bestaan uit groo- Fig. 891. tere paviljoens van twee verdiepingen met bogen tusschen pilasters en hermen, cornis- Fig. 876. sende kroonlijst en ballustrade, verbonden door arcaden met hoekpaviljoens. De arcaden zijn één verdieping hoog, met poorten, waarop torentjes, in de hoofdassen. Het geheele complex is van een aangename, speelsche schoonheid. Georg Bahr bouwt omstreeks 1720 het Hötel de Saxe en het Britisch Hötel. Meer in klassicistische richting is het Fig. 888 Japansche (vroeger Hollandsche) paleis (1715—1717) opgevat. Zacharias Lonquelune (1669—1748) is er de bouwmeester van, terwijl de hofgevels van Poppelmann zijn, en, na 1728 er ook door Jean de Bodt aan gewerkt wordt. De middenbouw van dit volgens een rechthoek aangelegde paleis draagt, met z'n zuilen en tympan, een Fransch karakter. De lange zijden van den rechthoek zijn door deze midden-risalieten en hoekpaviljoens ingedeeld, terwijl de pilasters plaats hebben gemaakt voor muurverzwaringen. Het in 1900 afgebroken paleis Brühl te Dresden was een Rococo-monument met strenge gevelarchitectuur van den bouwmeester Johann Christoph Knöffel (f 1752). Te Leipzig moet van de vele grootere of kleinere paleizen voor patriciërs het Aeckerleinsche Haus genoemd worden, dat 4'/j verdiepingen hoog is en met dakvensters verrijkt. SILEZIË. Kerkelijke bouwkunst. Fig. 884. Tijdens het Baroktijdperk werd in Silezië bijna uitsluitend op gebied van kerkelijke bouwkunst de belangstelling geconcentreerd. Zeer bekend is de fraaie Kloosterkerk te Grüssau (bij Landeshut). die tusschen 1728 en 1735 werd voltooid door een onbekenden ontwerper. In den eenigszins overladen gevel zoowel als in het grondplan overheerscht de gebogen lijn. De f-vormige ruimte is aan weerszijden door vijf kapellen met galerijen vergroot. In Bres/au is de Elisabeth-kapel aan den Dom van belang, evenals de door Fischer von Erlach (zoon) gebouwde Keurvorstkapel (1727). In dezelfde stad zijn nog te noemen de Matthiaskerk (1689-1698) en de Universiteit. Ü.....Ü«ROK EN ROCOCOIN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. 825 Fig. 907. Nieuwe paleis bij Potsdam, door J. G. Büring. (Naar Hirfh). Te Tvebnitz, Leubas en Heinrichaa munten de kloosterkerken niet uit door architectonische waarde, maar wel door pracht en rijkdom. Evenals de respectievelijk in 1709 en 1711 voltooide Genade kerken te Hirschberg en te Landeshut, beide centraalbouwen met koepels. Meer eenvoudig is de kruisvormige Vredeskerk te Schweidnitz (1657-1658), vakwerkbouw met inwendig rondom galerijen. BRANDENBURG. Berlijn. Het is hier een Nederlander, Johann Arnold Nering (f 1695), die de klassicistische Parochiaalkerk ontwerpt, die tusschen 1655 en 1707 werd uitgevoerd door Martin Grünberg (1655-1707), terwijl Philipp von Gerlach (1679-1748) den toren boven den ingang bouwde. Het grondplan is vierkant, met een zijde van 18 M., waaraan, in kruisvorm, vier veelhoekige apsiden aansluiten, door steunbeeren versterkt. In de vensters is nog traceerwerk aangebracht. De door Martin Grünberg tusschen 1701 en 1708 gebouwde, in 1881 hernieuwde Duitsche kerk op het Gendarmeplein, is klassicistisch evenals de door Cayart gebouwde Fransche kerk (1701-1705), de door Kemmeter gebouwde Synagoge (1702-1714), de Boheemsche kerk (1735-1737) van Dietrich en de Hedwigkerk (1747), die op het Pantheon te Rome gelijkt. TePofsdam werd door Georg Wenceslans Knobelsdorf (1699-1753) de op het Pantheon te Parijs gehjkende Fransche kerk (1751-1752) volgens elliptisch grondplan aangelegd en voorzien van Dorische tempelfront portiek. Burgerlijke bouwkunst. Door Nederlanders werd te Berlijn het slot Oranienburg gebouwd; ontwerper was Joh. Georg Memhardt (f 1687), terwijl bovengenoemde J. A. Nering het voltooit. Zonder versieringen is het gebouw 826 BAROK EN ROCOCO IN DUITSCHL., OOSTENR., ZWITSERL. EN TSJECHO-SLOWAKYE. S Fig. 908. (Na Popp). slechts voor de beide bovenste verdiepen van groote Korinthische pilasters voorzien. Eveneens eenvoudig van opvatting is het door Nering en MichaelMatthiasSmids (1626— 1692) gebouwde Keurvorstelijk slot. Aan Nering wordt ook toegeschreven het Zeughaus; hij heeft er slechts kort aan gewerkt, en werd als architect door Martin Grünberg opgevolgd, terwijl de hoofdgevel van de Bodt is. Waarschijnlijk is het geheele ontwerp van Blondel. Om een vierkanten hof van 39 M. zijde is het bouwwerk vierkant, met een zijde van 90 M. opgetrokken. Park van het slot te Potsdam. • Als beeldhouwer was de be¬ roemde Andreas Schlüter (1664-1714) er aan werkzaam. Van hem zijn onder anderen Fig.861,862. de stervende krijgers aan de hofgevels. Schlüter, Hamburger van geboorte, was oorspronkelijk hof-beeldhouwer, later bouwmeester. Zijn Munttoren, die in 1706 moest worden afgebroken, had zijn vertrek naar Rusland tengevolge, waar hij voor Peter den Grooten werkt, en in 1714 sterft, zonder dat in St. Petersburg werken van hem met zekerheid zijn bewaard gebleven. Als beeldhouwer maakte hij nog de beroemde kansel in de Mariakerk te Berlijn. Fig. 902. Schlüter werkt van 1698-1706 aan het Koninklijk paleis. In de drie vleugels om den middensten hof toont hij zich op zijn best; iets klassiek in opvatting, is ook het inwendige zeer fraai. Tot zijn beste werk behoort de hoofdtrap. De Opera te Berlijn werd van 1741-1743 door Knobeldsdorf voltooid, met een gevel als een tempelfront met porticus van zes Korinthische zuilen. Het paleis van Prins Hendrik, nu Universiteitsgebouw (17751780) met zijn gebogen gevel kan beschouwd worden als een laatste uiting van Barok in Duitschland, en is het ontwerp van Georg Christian Hugers. Charlottenburg. Het slot, in 1695 door Nering begonnen, werd na 1701 door Johann Friedrich von Eosander, Freiherr van Goethe (1670-1729) in streng klassicistische architectuur verder gebouwd. Zijn aandeel is beperkt tot de beide vleugels en den hoogen Fig. 901. koepeltoren. Wat von Eosander te Berlijn aan het koninklijk paleis bouwt staat verre achter bij Schlüters werk, al bleef zijn werk in Schlüters trant. Te Charlottenburg wordt het ^^^^SS^^!^^SCHL'•OOSTENR- ZWITSERL. ENTSJECHO-SLOWAKYE. 827 koninklijk slot in klassicistischen stijl voltooid door Knobelsdorf. die in Italië en Frankrijk had gestudeerd. Zijn aandeel bestaat in den Oostelijken gevel met de gouden galerij, inwendig van de fijnste Rococo. Van 1745-1751 werkt Knobelsdorf aan het stadsslot te Potsdam, dat uitwendig klassicistisch, inwendig Rococo is. De Nederlander J. G. Memhardt begon dit werk, een ontwerp van den Italiaan Filippo diChiesa. De booggalerij en de koepeltoren voor de hoofdwacht zijn van De Boot. Het slot Sanssoussi te Potsdam, 1745-1747, is van Knobelsdorf. Het is één verdieping Fig. 908 hoog en daardoor langgerekt. De middenrisaliet bevat de hoofdzaal, overdekt door een elliptischen koepel, terwijl de hoekpaviljoens rond zijn. Inwendig is de rotonde ingedeeld door Korinthische gekoppelde marmerzuilen, en prachtig Rococo versierd. Aan de parelzijde worden de zuilen vervangen door hermen, waartusschen rondboogvensters. Het stadhuis te Potsdam werd door Johann Boumann (1706-1776) uit Amsterdam gebouwd. Het pale* Friedrichskron (1763-1766) is eveneens onder Nederlandschen invloed gebouwd. De groote Fig 907 Kormtbsche pilasterorde deelt twee en een halve verdieping aan den bak- en zandsteenen gevel in. De bovenste vensters zrjn elliptisch, terwijl een zware kroonlijst met ballustrade het geheel afdekt. Te Köpeniek is het slot (1681) van Rüdinger van Langerveld (1635-1695) XXXIV. DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. ELGIE. Reeds onder kardinaal Granvella deed de Laat-Renaissance in Italiaansche opvatting haar intrede in België. Na den grooten vrijheidsoorlog verkreeg Nederland in 1648 zijn onafhankelijkheid; België echter bleef katholiek, ten¬ gevolge waarvan hier de kerkelijke bouwkunst, als reactie tegen oe nervuiuimy, i»™** lezuïten een tijdperk van grooten bloei beleefde, evenals de kunstnijverheid, wier producten voor de inrichting van de vele kerken noodig waren. Bijzonderen invloed op Belgies kunstontwikkeling had Peter Paul Rubens(1577~1640), die niet alleen als schilder de schepper is van den Belgischen Barokstijl, maar die ook op architectonisch gebied een verstrekkenden invloed had. Op zijn reis naar Italië en Spanje (1600-1608) maakte hij bijzondere studie van den paleisbouw, en gaf zelfs in 1622 een boek uit over de paleizen vantjenua (raiazzi ai uenovdj. Toch is de Barok in België geen geïmporteerde vormenleer, maar een eigen verwerking van den Italiaanschen Barok, overmoedig en overladen, geheel in den vroolijken, weelderigen Vlaamschen volksgeest. Zoo snel de Belgische Barok opbloeide, zoo snel eindigde hij ook. In de 18e eeuw zijn maar weinig belangrijke bouwwerken van dezen" stijl aan te wijzen. De rijke burgerhuizen worden spoedig in Rococogeest gebouwd, en hiermee verdwijnt de specifiek Belgische bouwtrant7om plaats te maken voor de Fransche stijlen. Zoo vertoont het koninklijke paleis te Antwerpen, uit 1745. wel nog barokke motieven, doch het geheel wijst reeds op groote vorderingen van het klassicisme. IBlSS 2. De jtericen zijn meestal driebeukige zuilenbasilieken met hooge midden- en lage zijbeuken, een Fig. 914. dwarsbeuk en iedere beuk in een apsis eindigend. Inwendig komt de Barok vooral tot uiting aan de overrijke betimmeringen, koorhekken, koorstoelen en kansels, voor welke laatste als voor- Fig. 909. Vischpoort aan het St. Veerleplein te Gent. DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. 829 beeld kan dienen de nu in de St. Goedelakerk te Brussel geplaatste Leuvensche kansel. Fig. 916. De hooge, slanke toren is geplaatst achter het koor in de as van het gebouw. Als voorbeeld is te nemen de prachtige toren van de Jezuïtenkerk te Antwerpen. Fig. 911.2. Soms komt ook de neiging naar centraalbouw tot uiting, b.v. in de St. Pieterskerk te Gent, door Jan van Xanten, welk bouwwerk wijst op een in de leer gaan van den bouwmeester bij de school van Raffaël te Rome. De gevel houdt goed verband met de inwendige driedeelige distributie van de ruimte; de beide zijbeuken sluiten meestal met voluten tegen den dooreen tympan gekroonden hoogeren middengevel, die gewoonlijk twee soms driedeeJig is. De Fig. 911. 6. vertikaleindeeling komt, door achtereenvolgens voor de verschillende verdiepingen geplaatste Dorische, Jonische en Korinthische pilasters of zuilen, al of niet gekoppeld, tot stand. Nissen met beelden, vensters met tympans en barokke omlijstingen, obelisken en cornissende lijsten Fig. 911. 1. voltooien het geheel. 830 DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. Fig. 911. 1. Jezuïtenkerk te Antwerpen. 4. Notre Dame d'Hanswijk te Mechelen. 2. Toren van de Jezuïtenkerk te Antwerpen. 5. Top van de St. Michel te Leuven. 3. Zuilen uit de St. Loup te Namen. 6. St. Pieterskerk te Mechelen. DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. 831 3. De raadhuizen vertoonen een streven naar groote ruimteontwikkeling, waarbij vooral op de groote zaal en het trappenhuis de nadruk wordt gelegd, geheel in den geest van de paleizen. De gildehuizen, zooals die bewaard zijn gebleven aan de Grand' Fig. 910. Place te Brussel, zijn bijna alle gebouwd na 1795, daar de meeste verwoest werden bij de beschieting door den Franschen generaal Villeroi. Kenmerkend is het vasthouden aan de oude traditie van smalle, hooge gevels, al zijn er ook afwijkende typen als het grootsche Vlaamsche gildehuis te Brussel. Maar de meest brutale barokke opvatting, van de onmogelijkste Fig. 909. detailcombinatie, barokker nog dan Fig. 912. de meest barokke scheppingen uit Fig. 914. Borromini's tijd, vertoonen de poortjes. Deze zijn zeer oorspronkelijk van opvatting en, fantastisch van lijn, niettemin van een bijzondere charme. De voorbeelden gaf Jakob Francquart (1577—1651) in zijn boek Livre d'architecture (1617); ze werden „Spaansche deurkens" genoemd. Ook bij de woonhuizen hield men, evenals bij de gildehuizen, aan de oude opvatting vast; Rubens eerste bouwwerk, zijn eigen huis, is, op een tuinpaviljoen na, geheel verdwenen. 4. Overzicht der monumenten. Brussel. Van den bouwmeester Jacques Francquart was de in 1812 afgebroken Jezuïtenkerk (1606—1616). een overgangstype van Renaissance naar Barok. Francquart was oorspronkelijk schilder, die in Italië studeerde. Zijn Augustijnerkerk (1620—1642) is eigenlijk in opvatting nog een Gothische kerk, gestoken in de nieuwe vormen. Lucas Faid'herbe (1617—1697) is de architect van de Begijn enk er k (1657-1676), een Fig. 914. driebeukige kruisbasiliek, waarachter de toren verrijst. De gevel drukt prachtig de inwendige driedeelige distributie uit; ieder der één verdieping hooge zijbeukgevels is gekroond door een Fig. 912. Antwerpen. Poortje uit 1663. 832 DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. Fig. 913. Diest. Begijnehofpoortje, 1673. ; Francois Aguillon en Pierre Huyssens j gebouwd naar het ontwerp van Rubens. ! De drie beuken van den zuilenbasiliek • eindigen in drie apsiden, terwijl een : dwarsbeuk ontbreekt. Achter de kerk, in : de as van het gebouw, staat de toren, j Fig. 911.2. twee vierkante verdiepingen, met opeen- : volgend Dorische en Tonische zuilen, j hoog, waarboven achter een balustradede | opengewerkte ronde koepel met lantaarn ; verrijst. Deze toren geldt als een der ! fraaiste van België. i eigen topgevel, terwijl de twee verdiepingen hooge middengevel eveneens door eenhoogen bekronenden top is versierd. Jonische pilasters in groepen scheiden den ingang van de zijbeuken, wier gevels door een enkel venster zijn onderbroken. Boven komt de indeeling door Korinthische zuilen tot stand. Zeer ge- : lukkig onderbreekt de ingangsbekroning de • horizontale lijn. | De gildehuizen aan de Grand' Place zijn, Fig. 910. : evenals het V1 a a m s c h e h u i s, bijna alle van | den architect G. de Bmyn, en dateeren van { na 1795. j Antwerpen. De Jezuïtenkerk (1614-- | 1621) werd door de Jezuïtenmonniken Pierre Fig. 911.1. Fig. 914. De Begijnenkerk te Brussel. DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. 833 Van den driedeeligen gevel is de i middenste drie verdiepingen hoog i en gekroond door een tympan; tegen j dezen gevel sluiten door middel van | voluten de twee verdiepingen hooge ! zijbeukgevels. Naast de zijbeuk- j gevels, iets terugspringend, ver- • rijzen twee trappenhuizen, eindigend i in achthoekige open koepels. Nissen j en vensters, Dorische, Tonische en | Korinthische pilasters en zuilen, : deelen het geheel op rijke wijze in. | Het inwendige van deze kerk • werd in 1718 gedeeltelijk door : brand verwoest, waarna het oor- ! spronkelijke marmer door een min- • der kostbaar materiaal werd ver- £ vangen. Het Koninklijk paleis, ge- : heel in grijze Bentheimer steen : opgetrokken, werd in 1745 voor j den rijken burger van Susteren : gebouwd. Van het eens zoo zeer :• geroemde Rubenshuis bleef { slechts een tuinhuisje in den oor- *•••••••«••••••••»•••••••••••••••••••••••.................................: spronkelijken toestand bewaard. Overigens vindt men ook in Antwerpen nog een aantal gildehuizen. Te Genr werd de abdijkerk St. Pi et er, oorspronkelijk Romaansch, in 1629 door Jan van Xanten (Giovanni Vasanzio) verbouwd. De driebeukige kerk werd in 't midden in een centraal deel, Grieksch-kruisvormig, gewijzigd, en kreeg een hoofd- en vier nevenkoepels. De gevel werd opgetrokken geheel in Italiaanschen geest, aansluitend bij dien van II Gesü. Ook Gent heeft nog gildehuizen in Barokstijl. Barokke Jezuïtenkerken bezitten dan Brugge, IJperen, Luik en Namen (de St. Lupus- Fig.911. 3. kerk (1621 — 1623). Uit IJperen is het Neptunuspoortje, uit 1714, vermeldenswaard. De Nötre-Dame d'Hanswijk te Mechelen, van 1663—1678 door Faidherbe ge- Fig.911.4. bouwd, herinnert in plattegrond iets aan de St. Gereonskerk te Keulen. De ronde koepelbouw is door een driebeukig schip naar voren en naar achteren verlengd, zóó, dat het schip Fig. 915. Kerk St. Michel te Leuven. 834 DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. Fig. 916. Preekstoel in de St. Goedelakerk te Brussel. in 3 apsiden eindigt, en de zijbeuken doorloopen om de centrale ruimte heen. Ook de abdijkerk te Averbode lez Diest (1664—1670) is van Faid'herbe, die te /",>,<„„„ Ao. (raait* St lvTirhaëls- Fia 1 1_ /1£Cl"\ k^..,.,f nn\r Fin r^fcl.*. Ki.yj^v~ , weer een driebeukige kruiskerk met koepel, tongewelf op Jonische zuilen, en een koorgedeelte, dat in 3 apsiden eindigt. De door T .1 V :-.L: 1 joniscne en i\ormimai_uc ytippelde zuilen en pilasters ingedeelde gevel bestaat uit twee verdiepingen met ornamentalen top, wat de middenpartij betreft, en uit een verdieping voor de vleugels. Ten slotte zij genoemd de Nötre Dame te Montaigu, gebouwd door Wenceslaw Coefcergec (1560—1630) in klassicistisch barokke opvatting, en waarvan de details aansluiten bij Sta Maria della Salute te Venetië. Ook hier staat de toren weer naast het koor. NEDERLAND. |L Het tijdperk van den Barok vangt in Nederland aan in 1650. Evenals in België zijn de eerste uitingen van dit streven reeds veel vroeger te constateeren, maar in 1650 heeft de Renaissance afgedaan. Het Barok tijdvak omvat dat van Nederlands glorie, doch ook van het verval. Groote mannen als Rembrandt (f 1669), Frans Hals (f 1666), Jacob van Campen (f 1657), Jan de Wit, de Ruyter en Tromp drukken hun stempel op deze tweede helft van de 17e eeuw. Frankrijk, door het streven van Lodewijk XIV naar wereldheerschappij, was de groote vijand van deze landen, en toch mochten de Fransche stijlen zich spoedig in ons land verheugen in een DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. 835 Fig. 917. Morschpoort te Leiden. Fig. 918. Zijlpoort te Leiden. groote voorliefde. Hoewel de oorlogen met Engeland en Frankrijk veel geld hadden gekost, werd er nog steeds door koloniaal bezit, handel en vrachtvaart veel geld verdiend. De herroeping van het Edict van Nantes (1685) deed vele refugiés uit Frankrijk naar ons land komen, en deze Hugenoten hadden op de Nederlandsche bouwkunst zeer grooten invloed. Die van Daniël Marot strekte zich zelfs over geheel Noord-Duitschland uit. De 18c eeuw is die van een steeds dieper zinken: verval van leger en vloot, verslapping door verregaande rijkdommen, regentenheerschappij, en burgertwisten. Tot in 1795 ons land door de Franschen bezet werd: Bataafsche republiek. Zoo afdoend was de achteruitgang, dat de talrijke haast vorstelijke buitenverblijven langs Vecht en Amstel snel vervielen en nu grootendeels zijn verdwenen. De Barokstijl is afkomstig uit de katholieke landen, zoodat de eigenlijke Barok in ons protestantsche land een meer eenvoudig karakter draagt, meer in de richting van het klassicisme. Vooral bij de grootere openbare bouwwerken vermijden de bouwmeesters het specifiek barokke karakter in de groote lijnen. En in de burgerlijke bouwkunst zijn het Fig.924,925 meestentijds details, die voor deze stijlrichting spreken, als topgevels en deurportalen. En Fig. 950. de barokke poortjes, die reeds lang voor 1650 in ons land werden gebouwd, zooals b.v. De Keysers poortje aan de Zuiderkerk te Amsterdam (1625), het Bruntenhofpoortje te Fig. 934,761 Utrecht (1621) dragen een specifiek Nederlandsch karakter, dat met Italiaanschen of Franschen Barok niets gemeen heeft. Dus zooals dat ongeveer in België het geval was. 836 DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. Fig. 919. Tribunaal te Hoorn. IA\VsNSSNS? Fig. 920. Huis in de Oude Ebbingestraat te Groningen. n^rentpnen wordt de oovattina van de bouwmeesters steeds meer gedrongen in klassi- Fig.932. cistische richting, die zich reeds uitte aan de Marekerk te Leiden (1648 voltooid) en de Lakenhal in dezelfde plaats (1639), en die ten slotte overheerschend wordt na den bouw van Fig. 921.a. het stadhuis te Amsterdam door Jacob van Campen (1655 voltooid). Voor de tweede helft van de 17e eeuw is de bouwtrant van Vingboons toonaangevend, terwijl die van Daniël Stalpaert karakteristiek is voor het eind van de 17e en het begin van de 18e eeuw. Dan, onder invloed van de refugiés, als Daniël Marot, Jean de Bodt en G. M. Oppenordt, ontwikkelt de Lodewijk XIV-stijl zich zoodanig, dat deze stijl vanaf 1750 de heerschende is, en tot uiting komt in de fraaie interieurs, en dan vooral in de trappenhuizen, die van de 18e eeuwsche kunst het voornaamste deel van de compositie vormen. Gebeeldhouwd door Fransche beeldhouwers, naar ontwerpen van Fransche meesters behoeven Fig. 945. onze Nederlandsche interieurs met de schoorsteenen en betimmeringen niet onder te doen Fig.947,948. voor de gelijktijdige Fransche. » DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. 837 Fig. 921. a, b en c. Koninklijk paleis te Amsterdam. 838 DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. Fig. 922. Tympanfragment van het paleis, door A. Quellinus. De Rococo-stijl valt wat buiten ons volksFig. 938. karakter, en vindt dan ook aan het extérieur weinig toepassing; daarentegen zijn nog talrijke interieurs in dezen stijl bewaard gebleven, evenals zeer vele meubelen. 2. De gevels van de burgerlijke woonhuizen blijven smal en hoog. zonder de traditioneele trapgevels echter, die vervangen zijn door bijna Fig. 950. overdadig weelderige kroonlijsten, en die, te samen met den ingang, die vaak wordt samengetrokken met een of meer er boven" liggende vensters, aldus een sprekende middentravée vormend, de overigens deftige en sobere bouwwijze op smaakvolle wijze verlevendigen. Boven den ingang vindt dan nog een balkon toepassing. Natuursteen wordt plaatselijk aangewend, getrouw aan de traditie. Sokkel, decoratieve Fig. 923. Paleis te Amsterdam. DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. 839 middenpartij, basementen en kapiFig. 924. teelen van de pilasters, en festoenen boven de vensters steken bij de donker gekleurde baksteen helder af. De rijk gebeeldhouwde kroon•lg.950,941. lijst echter is dikwijls van hout, wit of geel geschilderd. De gevel zelf, alsmede de pilasters, indien de Palladiaansche orde is toegepast, wat zeer dikwijls het geval is, is geheel van baksteen. De tuinen volgen den z.g. Hollandschen stijl, gelijkend op dien van den Franschman le Nötre, maar vlakker, wat in verband staat met het weinig geaccidenteerde Fig. 925. Stoep van een huis op het St. Janskerkhof te Utrecht, 1723. Fig. 924. Huis te Utrecht, St. Janskerkhof, 1648. terrein. Bloemperken en gazons met palmranden volgen de belijning van een Lodewijk XlV-ornament (kasteel Amerongen, 1674, en Middachten, 1697), evenwel zonder hooge boomgroepen en waterpartijen, maar opgeluisterd door meesterlijk uitgevoerde natuursteenen fonteinen, beelden, tuinvazen, zonnewijzers en verder tuinhuisjes en rozenbogen. De interieurs van de groote koopmanshuizen en buitenplaatsen in de nabijheid van de groote handelssteden werden uit ruime middelen betaald en zijn dan ook vorstelijk in hun pronkerigen stijl. De zolderingen zijn niet meer ingedeeld door moerbinten en kinderbalken, maar van pleisterwerk gemaakt, al of niet beschilderd. De lijsten zijn van stevig reliëf, evenals de ornamentale en figuralerand en hoekvullingen, terwijl het middenveld meestal figuraal beschilderd wordt, en door middel vaneen diepen gebogen hollijst, z.g. koof, over- ■ 840 DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. Fig. 926. Mauritshuis, Den Haag. gaat naar den wand. Soms ook vertoont het middenveld een geschilderde imitatie van schijnarchitectuur, beoogend het vertrek te verhoogen (plafond in het Huis de Voorst, naar Daniël Marot, overgang 17e en 18e eeuw). De muren zijn met tapijten (gobelins) bespannen, waarop mythologische voorstellingen of landschappen, of wel met goudleer, waarvan de patronen werden ontleend aan Lepautre en Marot. Aansluitend bij een ruime vestibule en breeden gang is het trappen- Fig. 947 huis gemaakt tot hoofdmoment van de inwendige architectuur. Beelden in nissen, prachtige trapballusters Fig. 948 en leuningen, die meesterwerken vormen van houtsnijkunst, sluiten harmonisch aan met de gepleisterde wandindeeling. De schouw, van gekleurd en wit marmer, met gebeeldhouwde of geschilderde boezem, is karakteristiek Hollandsch. Ze geeft zeer in t ] bijzonder den stijl Lodewijk XIV, Régence of | Lodewijk XV aan. De details van de Rococo- ] schoorsteenen zijn, evenals die van het geheele | interieur, voor een groot deel ook weer ont- ] leend aan de ontwerpen van een Franschman, | Juste Aurèle Meisonnier (1623—1750), alles j echter wat minder fijn, vergroofd. Overigens j bevat het ornament alle elementen van den ] Franschen Rococo. In de vertrekken, met de hooge smalle \ ramen, werden de hoeken afgerond, en de i lijstwerken, vaak ook van de wanden, uitgevoerd in stuc. Wit voert den hoofdtoon. In het trappenhuis wedijvert de fraai gesneden leuning met die uit het vroegere Baroktijdperk. Fig. 927. Mauritshuis, Den Haag. | DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. 841 OVERZICHT DER MONUMENTEN. f RAADHUIZEN. 3. Als het best geslaagde Nederlandsche bouwwerk 921.a, geldt het stadhuis te Amsterdam (1641 — 1655), het meesterwerk van Jacob van Campen. De afmetingen van het rechthoekige grondplan zijn 80 X63 M., terwijl de hoogte, de koepel medegerekend, 52 M. bedraagt. Op de lage benedenverdieping rusten twee hooge verdiepingen, ieder met een tusschenverdieping; Fig. 928. Huis ten Bosch te 's-Gravenhage. in horizontalen zin is dus het bouwwerk in 5 verdiepingen verdeeld. Van de drie-en-twintig even breede, gelijkvormige travéeën omvat de middenpartij er 7, en ieder der hoekpaviljoens er 3, terwijl boven de vensters, afwisselend, bloem- of vruchtfestoenen zijn aangebracht. De pilasters tusschen de vensters, die telkens een verdieping met tusschenverdieping omvatten, zijn boven van Korinthische, beneven van composita-kapiteelen voorzien. Een hoofdingang ontbreekt. Het massale bouwwerk, is om twee binnen- Fig. 921. c plaatsen opgetrokken, in groote blokken natuursteen. Boven de hoekpaviljoens staan groepen adelaars, als dragers van de keizerskroon, terwijl de fraaie schoorsteenen met na- Fig. 923. tuursteenen bloemenguirlandenzijn omhangen. De frontons boven vóór- en achtertravée zijn gevuld met beeldhouwwerk van Arthur Quellinus. In het voorste fronton worden voorgesteld de stedemaagd, omgeven door najaden Fig. 922. en tritons, terwijl het achterste tympan de symbolische voorstelling bevat van handel, met IJ en Amstel en de 5 werelddeelen. Metalen beelden, voorstellend de vrede, de voorzichtigheid en de gerechtigheid staan Fig. 929. Huis ten Bosch. 842 DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. i Fig. 930. Kerk te 'sGraveland. : Fig. 932. De Marekerk te Leiden. Fig. 931. Waag te Leiden. boven en naast het voorste tympan, terwijl het achterste is bekroond door een atlasfiguur en geflankeerd door de waakzaamheid en de gematigdheid. Nog valt uitwendig op fraaie wijze de inwendige distributie van de trappenhuizen te bespeuren. De vierschaar, de burgemeesterskamer en de burgerzaal vormen inwendig de belangrijkste vertrekken. De koepeltoren werd, niet door van Campen, in Fig. 921' 1665 voltooid en gekroond door het koggeschip als windvaan. Het balkon aan den voorgevel dateert uit de 19e eeuw. Onder de latere bouwmeesters van het stadhuis moet nog Daniël Stalpaert (geboren 1615 te Amsterdam) worden genoemd. Het stadhuis te Enkhuizen (1686-1688) werd Fig. 942' door den te Amsterdam geboren bouwmeester Steven Vennecool gebouwd. Opgetrokken in baksteen, kreeg het raadhuis een monumentalen natuursteenen DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND 843 Fig. 933. Delftsche Poort te Rotterdam. Fig. 934. Poortje van de Zuiderkerk te Amsterdam. De Keyser, 1625. gevel, waarin de middenpartij drie en de vleugels twee vensters breed zijn. Boven den ingang ligt voor het groote middenvenster, dat weer Fig. 946. door twee rondboogvensters is geflankeerd, een fraai balkon. Boven het middenvenster ligt een rondvenster, terwijl ten slotte de middenpartij door een attiek met beelden en vazen wordt gekroond. Boven het midden van het gebouw, dat rusticahoeken heeft, verrijst boven het hooge dak een slank koepeltorentje. Het stadhuis te Weesp werd van 1772-1776 door /. O. Husly voltooid. Ook hier ligt een balcon boven het middenste van de drie ingangen van de middenpartij, en is eveneens in de hoofdas een rond boogvenster aangebracht. Behalve echter de Dorische en Jonische pilasters der beide verdiepingen, is de voorspringende middenpartij, waar boven een tympan, geheel gelijk aan de beide vleugels. Boven het geheel verrijst nog een fraai slank torentje. Te Maastricht is het stadhuis (1650-1664) een schepping van PieterPost. Het is een Fig. 937. der fraaiste Vroeg-Barokke monumenten uit het zuiden van ons land. Achter een hoogen Fig. 936. bordestrap, die toegang geeft tot de twee verdiepingen hooge vestibule, ligt de toegang. Fig. 943. De natuursteenen drie verdiepingen hooge gevel, wordt door Dorische en Korinthische 844 DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. pilasters ingedeeld, terwijl de, evenals de * vleugels, drie vensters breede middenpartij door een balcon op bogen en een top met tympan wordt verrijkt. Een slanke toren verrijst boven het midden. Vermeldenswaard zijn nog de stadhuizen te Zutfen (1728), te Deventer, waaraan Vingboons en Jacob Romans werken (1694), te Leeuwarden (gedeeltelijk, 1760, doorP. de Swart) en te Sneek{ 1760). KERKBOUW. 4. Te Amsterdam werd de Nieuwe Luthersche kerk (1668) door Adriaan Dorsman (f 1682) gebouwd. Om het ronde Fig. 940. grondplan is nog een halve cirkel gepro- Fig. 935. Huis met de beelden te Vlissingen. ! Fig. 936 en 937. Stadhuis te Maastricht, met plattegrond. DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. 845 S Fig.939. MuseumBooymansteRotterdam. Fig. 938. Huisingang te Harderwijk. Fig. 941. Topgevel te Zaandam. Fig. 942. Stadhuis te Enkhuizen. jecteerd, een distributie, die ten opzichte van het gehoor, den kerkgangers zeer ten goede komt. Tusschen de beide cirkels ondersteunen gekoppelde zuilen den houten, met koper bekleeden koepel. De halve cirkel wordt door twee rechte gevels beëindigd, die met het front naar den Singelgracht zijn gericht. Uit 1675 dateeren de Synagogen, de Groote en de Portugeesche, beide aan het Jonas DaniëlMeyerplein te Amsterdam. De Nieuwe kerk te 's-Graoenhage (1649—1655) is een bouwwerk van Pieter Nooruritz. Van het rechthoekige grondplan eindigen de korte zijden in een halven 8-hoek (uitwendig veelhoekig, inwendig rond), terwijl de lange zijden ieder in twee gelijke halve 8-hoeken eindigen. De lagere daken van deze veelhoekige apsiden snijden het centrale hooge dak, dat door een fraai torentje bekroond wordt. De door houten Fig. 940. Luthersche kerk te Amsterdam. I 846 DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. gewelven overdekte binnenruimte is niet door zuilen onderbroken. De Synagoge te den Haag is uit 1725 en de Luthersche kerk aldaar uit 1760. Ook Rotterdam kreeg in 1725 een Synagoge; en in 1736 een Luthersche kerk, van den architeet Faber. Het Koepelkerkje te Leidschendam werd in 1654 gebouwd; dat te 's-Graveland en te Ouds- Fig. 930. hoorn, uit 1658 en 1665, zijn van Daniël Stal paert. Ten slotte noemen we de door Vingboons in 1664 voltooide Nieuwe toren te Kampen. OPENBARE GEBOUWEN. 5. Het Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal te Amsterdam werd in 1663 door Justus Vingboons voltooid. Aan het vier verdiepingen hooge gebouw, is de Palladiaansche Korinthische orde toegepast. Fig; 943. Hal van het stadhuis te Maastricht. Van Steven Vennecool is het Corvershof (1723) aan de Nieuwe Heerengracht te Amsterdam. G. F. Maybaum bouwt in 1754 het Oude Mannenhuis, nu universiteit. Fig. 926. Het Mauritshuis in den Haag, uit 1640, waaraan Fig. 927. ook Pieter Post is werkzaam geweest, werd in Palladiaanschen stijl door Jacob van Campen ontworpen. Boven den onderbouw van natuursteen verrijzen twee verdiepingen; de middenpartij, drie vensters breed, is van natuur-, de een venster breede vleugels zijn van baksteen. Jonische pilasters dragen de kroonlijst, waar boven over de middenpartij een fronton. De bovenste vensters zijn door tympans afgesloten en beneden met vruchtenguirlanden behangen. Fig. 928. Het van 1645 dateerende Huis ten Bosch, van Pieter Fig. 929. Post, bezit een prachtige .beroemde oranjezaal; de vleugels zijn laag en van baksteen. In den Haag moeten verder genoemd worden het paleis Fig. 949. van de Koningin-Moeder, uit 1760, het Hooftshofje en het hofje van Nieuwkoop (1661) door Post. Fig. 931. De Waag te Leiden (1658) is ontworpen door Pieter Post. De gevel is geheel van zandsteen, de Fig. 944. Stadhuispoortje te Nijmegen. DE BAROK EN ROCOCO !N BELGIË EN NEDERLAND. 847 Fig. 945. Kast in het Van Loosenhuis te Enkhuizen. Fig. 946. Middenpartij van het stadhuis te Enkhuizen. zijgevels gedeeltelijk. Beneden is de gevel rustiek, met rondboog ingang, die door vensters is geflankeerd. Het groote fronton is even breed als de geheele gevel, dat door een reliëf van Rombout Verhulst uit 1662 is verrijkt. Van denzelfden bouwmeester is de Waag te Gouda, in Dorischen stijl, met eveneens een tympan en een reliëf in de tweede verdieping. In Middelburg is te vermelden de Provinciale bibliotheek, uit 1733, te Maastricht de Vleeschhal (1666). POORTEN. In Amsterdam is de Muiderpoort in 1770 door Cornelis Rauws gebouwd op de plaats van de wegens verzakking afgebroken poort van Stalpaert. Van bak- en natuursteen in Dorischen stijl opgetrokken, domineert boven het middengedeelte een fraaien koepel. Ook Rotterdam bezit in de, eveneens nog bestaande Delftsche poort, in 1770 door P, de Fig. 933 Swart gebouwd, een fraai natuursteenen monument, rechthoekig, met twee halfcirkelvormige vleugels, en met beeldhouwwerk versierd. Verder bezitten dan nog aardige poortjes Medemblik, het Weeshuispoortje (1785); Leiden, de Morschpoort van Willem van der Helm (1669) in hak- en natuursteen, en van dezelfden bouwmeester Fig. 917 : Fig. 947. Trappenhuis te Amsterdam, eerste helft 18<= eeuw. 5 £ Fig. 948. Trapleuning uit ± 1750, te Rotterdam. S (Naar Sluyterman, Oude binnenhuizen in Nederland). 5 (Naar Sluyterman, Oude binnenhuizen in Nederland). ! 00 ! 00 i o w i w > 73 o i * i w i z i 73 o i <~> O <~> i o I z i oa t pi : t-1 I ^ i w ! PI I z 1 z i ra i ra i f : > s z : o DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. 849 Fig. 949. Ingang van een Haagsch hofje. Fig. 950. Lod. XIV huis te Medemblik. de Zijlpoort, waarvan de Dorische middenpartij fraai Fig. 918. beeldhouwwerk van Rombout Verhulst bevat. WOONHUIZEN. Langs de grachten en kaden te Amsterdam staan vele heerenhuizen, waarvan de kroonlijst en kuifstuk kenmerkend in Lodewijk XIV- of XV-stijl zijn behandeld. Eveneens treft men in den Zaanstreek houten topgevels aan in Fig. 941. dezen stijl, die dan wit geschilderd zijn in tegenstelling met de overigens groen geschilderde houten gevels. Zeer goed geslaagd is het h eer en h nis Westeinde 38 te Zaandam, in den stijl Lodewijk XIV, evenals een 850 DE BAROK EN ROCOCO IN BELGIË EN NEDERLAND. Fig. 950. dito huis te Medemblik, een in de Langestraat te Alkmaar en aan het Groote Oord te Hoorn, 't welk nu als Fig. 919. Remonstrante kerk dienst doet. Dan het Tribunaal in dezelfde plaats. In Middelburg is een vroeger woonhuis uit 1747, nu Rechtsgebouw, voorzien van een voorname middenpartij, waarin deur en twee boven elkaar gelegen vensters zijn samengetrokken. Ook het beelden h uis Fig. 935. (1730) uit Vlissingen is bekend. Fig.924,925. Ten slotte noemen we te Utrecht het huis op het St. Janskerkbof, uit 1648, mogelijk van Jacob van Campen; te Diepenheim het huis Peckendam (1656) van Vingboons, evenals het huis Gansenhoef bij Maarssen (1655) en Vanenburg bij Harderwijk (1664), en bij Vollenhove het huis Rollecate (1654). Te Groningen Fig.920. een huis in de Oude Ebbingestraat. j XXXV. BAROK EN ROCOCO IN RUSLAND EN POLEN. : N 1703 STICHTTE PETER DE GROOTE DE HOOFDSTAD PETROGRAD, DAT voor Oost-Europa het centrum van beschaving en kunst zou worden. Het waren voornamelijk buitenlanders, die als bouwmeesters optraden, zoodat de bouwwerken, al naar ze door Italianen, Franschen of Duitschers waren ontworpen, een naar den landaard der architecten'verschillend karakter verkregen; alleen niet het inheemsche karakter. Een der eerste Italianen, die te Petrograd werkzaam waren, was Domenico Trezzini (f 1734). Van hem is het strenge, door fraaie verhoudingen uitmuntende Universiteitsgebouw. DeFranschman Leblond(f 1719)kwamin 1716, Andreas Schlüter (f 1714)in 1713 naar de Russische hoofdstad. Hun verblijf aldaar duurde echter te kort, dan dat ze een werkzaam aandeel konden nemen in de architectuur. Van den laatste is zelfs met zekerheid in Rusland niets bekend. In Petrograd is zeer weinig natuursteen toegepast. Algemeen werden de muren gepleisterd, evenals de ornamentatie der gevels van pleisterwerk werd vervaardigd, dat bovendien nog gekleurd werd. In 't bijzonder was de Palladiaansche stijl gewild. De Italiaan Bartolomeo Rastrelli (1700—1771) bouwt het slot Peterhof, Palladiaansch van de Jonische orde. Het slot Tsarskoje Selo, voltooid in 1756, is zeer uitgebreid. Rechthoekig op het hoofdfront zijn twee vleugels gebouwd, waaraan in halven-cirkelvorm de lagere dienstgebouwen sluiten. j""'"•V*""*1""M1'•"'1V■ * Het door denzelfden gebouwde Paleis Stroganoff (1751 — 1754) is beneden en op de hoeken rustiek. Op de benedenverdieping volgt de hoofdverdieping met Palladiaansch-Korinthische zuilen, die voor de middenpartij, bekroond door een gebogen tympan, gekoppeld zijn. De middenpartij verschilt ook nog van de vleugels, doordat de vensters van de lage zolderverdieping rond zijn. Ook zijn Winterpaleis heeft hoek- en middenrisalieten; de halfzuilen van de groote orde der vleugels zijn aan de middenpartij gekoppeld. Het geheel wordt Fig. 951. De Sergieffkloosterkerk te Petrograd (1756—1758). 852 BAROK EN ROCOCO IN RUSLAND EN POLEN. gekroond door een attiek met beelden. Ook op het gebied van de kerkelijke bouwkunst is Rastrelli werkzaam. Een der voornaamste barokke bouwwerken in 't algemeen is zijn Smolniklooster (1748 — 1757). Het centrale punt wordt gevormd door een koepelkerk met vier hoektorens, waaromheen zich, in Griekschen kruisvorm, de kloostergebouwen uitstrekken. Op de vier inspringende hoeken van dit kruis verrijzen eveneens vier torens, lager dan de hoofdtorens. De ontworpen, grootsch gedachte ingangstorens, kwamen niët tot uitvoering. Van Rastrelli zijn verder nog het Ser- Fig. 951. gieffklooster (1756—1758), de Andreaskerk te Kiew, terwijl hij ook werk- :...........................•......•...••••.»..••••••••••••••••••• zaam was te Moskou aan net Kremiin. • Fig. 952. Kunstacademie te Petrograd (middenpartij). { Onder de regeering van Katharina II i■ iIiT.i'iiii i■ ■■»»■«> *>Wren's kérken zijn zaalkerken, met bij voorkeur een pol ygonaal of rond centraal gedeelte. De opbouw is eenvoudig, streng klassicistisch, maar gewoonlijk met een luchtig opgevatten, Sftms Gothiseerenden toren, zooals bij St. Dunstan in the East (1698), St. Mary Aldermary (1711) en St. Michaël in Cornhill (1721). Renaissance torens hebben de kerken St. Mary-1 e-Bow (1680) en de driebeukige St. Bride (1702). Koepelkerken zijn St. Antholin, St. Mary Abchuirch, St. Mildred en St. Swithin. Door Wren en zijn leerling N. Hawksmoor werd in 1698 het door Webb begonnen paleis, nu hospitaal te Greenwich voltooid. Het is een reusachtig gebouw, waarvan het hoofdgedeelte door een koepel is gedekt. De gevel is twee verdiepingen hoog, met Palladiaansche gekoppelde zuilen en attiek, waarin de tympans van de risalieten doorloopen. Fig. 955. St. Pauls Kathedraal te Londen, plattegrond. 856 BAROK EN ROCOCO IN ENGELAND. Dan het voornaamste deel van het slot Hamptoncourt (1690-1694), Fig. 956. bak- en natuursteen; Kessington palace; het militaire hospitaal te Chelsea en de bibliotheek van het Trinity College te Cambridge (1679), dat beneden Toskaansch, boven Jonisch is. Een navolger van Wren is Edward Jarman, die in 1669 de in 1844 verbouwde beurs te Londen bouwt. Hawksmoor voltooit vele kerken van Wren, en bouwt zelf Easton Neston Castle in Northamptonhire (1713). Een navolger weer van Hawksmoor is John James (+ 1746), die de Georgskerk bouwt te • r>, nrr u i- l Londen, Hannover Square. S Fig. 956. Hampton Lourt. luiui,m'.!iim.i» I Het eerste werk van John Vanbrugh, van huis uit evenmin architect als Wren (en na dezen en Jones de meest gewaardeerde Engelsche bouwmeester), is Howard Castle (1702—1714) te Yorkshire, buitengewoon van afmetingen (202 M. lang). De twee verdiepingen hooge gevel is door Korinthische pilasters van de groote orde en rondboogvensters ingedeeld. Boven het geheel verrijst een hooge koepel. Nog uitgebreider is het in 1715 gebouwde Blenheim Castle, dat 261 bij 180 M. oppervlakte beslaat, en aangelegd is in den geest van Versailles. Voor het hoofdgebouw ligt de eerehof, die aan weerszijden wordt geflankeerd door een vleugel voor de keuken en een voor de stallen. Beide vleugels sluiten ieder weer een hof in. Dit grootsche complex was een gift van het Engelsche volk aan den hertog van Marlbrough voor zijn overwinning bij Höchstadt in Beieren. Vertoont het uiterlijk geen eenheid van stijl en groote vormenkennis, het inwendige vooral laat, wat de schoonheid der detailleering betreft, veel te wenschen over. Vanbrugh's navolger, Thomas Archer is de architect van de Philipskerk te Birmingham (1710), de Johanneskerk te Westminster (1728) en de Stone leigh Abbey in Warwickshire (1720). Zeer mooi is de tusschen 1737 en 1749 te Oxford door James Gibbs gebouwde Fig. 953. Radcliffe-bibliotheek, een koepelbouw op 8-zijdigen rustieken onderbouw, waarop de beide bovenliggende verdiepingen, door gekoppelde Korinthische 3/4-zuilen zijn saamgetrokken. Van Gibbs zijn verder: Milton Castle bij Petersborough; Senate house te Cambridge (1722); de St. Martin in the Field te Londen, welke kerk (1721 — 1726) één geveltoren en een Korinthische porticus heeft; en de kerk St. Mary-le-Strand (1714-1717) éénbeukig, met een fronttoren in den twee verdiepingen hoogen gevel en een halfronden porticus. BAROK EN ROCOCO IN ENGELAND. 857 De schrijver Colin Campbell heeft de plannen voor Hougthon Castle te Norfolk ontworpen, welk kasteel in 1735 werd voltooid; eveneens Mereworth hall in Kent, dat geïnspireerd is op de Villa Rotonda! William Adam (1748), eveneens schrijver („Vitruvius Scoticus") bouwt [in Schotland Douglas Castle. William Kent (1685-1748) is in zijn werk nog soberder. De Horse Guards, Whitehall, Londen heeft een gevel zonder pilasters of zuilen, slechts verlevendigd door voorspringende partijen en rondboogvensters. Holkhamcastle te Norfolk, in Palladiaanschen stijl, Devonshire house te Londen, Chiswick Castle (als de Villa Rotonda) in een naturalistisch park, en de townhall te York werden door hem ontworpen en uitgevoerd, evenals de parken te Stowe, Edger, Claremo'nt en Rousham, die, in tegenstelling met de Fransche parken (le Nötre is de ontwerper van Kensingtongarden (1670)) naturalistisch zijn, met gebruikmaking van eigenaardige terreinsgesteldheden: z.g. Engelsche tuinen. Zeer geslaagd is het Mansion house te Londen (1739-1753) door George Dance de O. (1695—1768). De op de Nederlandsche bouwkunst geïnspireerde gevel bestaat uit 2 verdiepingen in Palladiaanschen stijl, rustend op een sokkel en afgesloten door een kroonlijst met attiekverdieping. De middentravée wordt gevormd door een 6-zuilig Korinthisch tempelfront. Belangrijk zijn voorts nog: Mansion house te Doncaster, door James Paine (1716-1789)- de Palladiaansche brug te Wilton, door Robbert Morris; het huis Prior Park te Bath door John Wood (1704-1754); Spencer house. Greenpark. Londen, door John Bardy (f 1765); Abercorn house te Duddingstone en Sommerset house te Londen, door William Chambers (1726-1796). Deze laatste bouwmeester is tevens tuinarchitect. Na zijn reis door China paste hij in zijn parken allerlei motieven toe, als pagoden, bruggetjes en schilderachtige architectonische details. XXXVII. BAROK EN ROCOCO IN ZWEDEN, NOORWEGEN EN DENEMARKEN. VENALS TIJDENS DtL KrilNAlüAlN^ü wad ue duuwruiiji afhankelijk van het buitenland: eerst Nederlandsche en Duitsche, daarna Fransche bouwmeesters deden in Zweden en Denemarken hun invloed gelden, terwijl in Noorwegen weinig belangrijks tot stand kwam. Nicodemus Tessin d. O. (1615—1681) vertegenwoordigt in Zweden de Hoog-Renaissance, die een meer klassicistisch-Hollandsch dan een Duitsch-barokken geest vertoont. Na zijn reizen in Italië, Frankrijk en Nederland, voelde hij zich aangetrokken tot den Palladiaanschen stijl, die aan zijn landhuizen en paleizen tot uiting komt. De eerste bouwmeester, die volledig in barokken geest werkt, is Jean de la Vallée (1620—1696), zoon van den in 1642 overleden koninklijken bouwmeester Simon de la Vallée. Hij studeerde in dezelfde landen als Tessin, en werkt later in Fransch-Hollandsch-klassieke richting. Ook Nicodemus Tessin d.J. (1654—1728) is een vertegenwoordiger van den Barok, die na zijn reizen in het buitenland, Italië, Frankrijk en Engeland, geëerd werd door verheffing in den adelstand. Zijn zoon, Graaf Karei Gustaaf Tessin (1695—1771), eveneens bouwmeester, werd later staatsman. Rococo bouwmeesters in Zweden zijn o. a. Karei van Horleman (1700—1753), G. J. Adelcrantz (1668—1739) en K. F. Adelcrantz, terwijl als binnen-architecten, schilderbeeldhouwers nog Guillaume Thomas Taraval (1701 — 1758) en Jacques Philippe Bouchardon (1711 — 1745) moeten genoemd worden. In Stockholm was ook de Hollander Justus Vingboons werkzaam. Tijdens de regeering van Frederik III (1648—1670) begon in Denemarken de HoogRenaissance. De politieke toestand was voor de ontwikkeling van de bouwkunst echter niet gunstig, doch werd onder Christiaan VI (1730—1746) beter. Behalve de zeer sterke Duitsche richting, deed zich ook de Hollandsch-Fransche gelden. Nicolai Matthiesen Eigtved (1701 — 1754), die heel Europa bereisde en o. a. onder Pöppelmann werkte, en directeur werd van de academie te Kopenhagen, vormde met George David Anthon (1714—1781) en Laurids Lauvidsen de Thurah (1706—1759), schrijver van een Deensch boek over Vitruvius, het voornaamste drietal Deensche bouwmeesters uit dezen tijd. Als buitenlander is te Kopenhagen de Franschman Nicolas Henri Jardin (1720—1799) werkzaam. Als Noorweegsch architect wordt vermeld J. Wiggers, te Christiania. OVERZICHT DER MONUMENTEN. Zweden. DeDomteKalmar (1660—1682), door Tessin d. O., heeft een grondplan in den vorm van een Grieksch kruis, waarvan twee armen zijn verlengd door een apsis en een voorhal. Boven het kruisingsvierkant BAROK EN ROCOCO IN ZWEDEN, NOORWEGEN EN DENEMARKEN. 859 verheft zich geen koepel, maar een kruisgewelf, terwijl in de vier hoeken van het kruis een toren is geplaatst.' Dit vroeg-barokke bouwwerk heeft inwendig Jonische gekoppelde pilasters, en gevels, die beneden door Toskaansche, boven door Jonische pilasters zijn ingedeeld. Tessins kasteel Drottningholm (1660—1670) is rechthoekig, met sterk voorspringende hoekpaviljoens van 2 verdiepingen, waaraan de eveneens naar voren komende twee verdiepingen hooge zijvleugels, die een vierkant plein insluiten. Een hooge, dubbele trap voor den hoofdgevel leidt naar de eerste verdieping. In 1683 werd het inwendige door Tessin de J. in LodewijkXI Vstijl voltooid. Onder de vele kasteelen verdienen vooral de aandacht: het slot Malsaker in Södermanland, met voorspringende vleugels; het Skokloster te Upsala, dat drie en een halve verdieping hoog is en 4 vijf-verdiepingen hooge 8-zijdige hoektorens heeft; de kasteelen Eriksberg, Sjöö, Stenige; te Stockholm het Baat Stenboksche paleis, door Tessin d. O. in 1660 gebouwd in Palladiaanschen stijl; en in dezelfde plaats, zonder zuilen of pilasters, Oxenstierna's paleis (nu centraal-bureau voor statistiek) en de Oude Rijksbank (1676—1680). Geheel Barok is te Stockholm de Katharinakerk (1656-1675), door Jean de la Vallée, welke kerk verbrandde en door Adelcrantz in 1723 werd herbouwd. Deze eerste centraalbouw in Zweden heeft een grondplan als een Grieksch kruiè, met een 8-hoekigen houten koepel, die door vier zware hoekpijlers, naar buiten sprekend als torentjes in de hoeken van het kruis, wordt gedragen. De kruisarmen zijn gedekt door stergewelven. Uitwendig is de decoratie in Dorischen stijl gehouden. Fig. 957. Slotkapel te Stockholm. (Naar Woennann). 860 BAROK EN ROCOCO IN ZWEDEN, NOORWEGEN EN DENEMARKEN. ' 'ï Het Ridderhuis (1650—1660) van • De la Vallée is gedeeltelijk ook door Justus • Vingboons ontworpen. Palladiaansch-KoS rinthische pilasters deelen de door guirj landen versierden gevel in; de middenrisaliet • spreekt door een tympan; het dak is gebogen. : Het huis van Gustaaf Bonde (1667), ; nu raadhuis, in Palladiaansch-Jonischen stijl, • is sedert geheel verbouwd geworden. : De Grafkapel aan de Ridderholms- • kerk (1697) is door Tessin de J. gebouwd, • evenals de Drievuldigheidskerk (1697), : een rondbouw met 4-zuilig Jonisch tempel£ front, en de Frederikskerk, waarvan de • twee verdiepingen hooge gevel beneden : Toskaansch en boven Jonisch is, en door 5 twee drie-verdiepingen hooge torens is ge- • flankeerd. Ook de Admiraliteitskerk £ (1680) te Karlscrona is van Tessin. I Het Koninklijk paleis te Fig. 958. £ Stockholm werd in 1697 begonnen £ en voltooid door Karei Gustaaf ï Tessin en Van Horleman. Het com£ plex sluit een vierkanten hof in. De £ stijl is klassicistisch; beneden Dorischj rustiek, de eerste verdieping Jonisch, £ met karyatiden,' terwijl de door £ Korinthische pilasters ingedeelde ••£ tweede verdieping afgesloten is door £ Fig. 958. Koninklijk slot te Stockholm. Middenpartij. | een balluster-attika. De kapel van Fig. 957. £ ..i-T £ dit paleis is zeer mooi. Taraval en Bouchardon voltooiden het inwendige van het paleis in Rococo-stijl. Ten slotte zijn nog vermeldenswaard: Tessin's woonhuis te Stockholm, nu stadhouderlijk paleis; het slot Kina in het Drottingholm park, Chineesch (1751) met gebogen vleugels, die in hoekpaviljoens eindigen (door K. F. Adelcrantz) en de Hedwig Eleonorekerk (1730-1737) door G. J. Adelcrantz. Denemarken. Te Kopenhagen werd door Lambert van Haven de Verlosserskerk (1682-1694) gebouwd. Het slot Frederiksborg (1732—1746), oorspronkelijk volgens een ontwerp van Eljas David Hauser (f 1745), een Duitscher, gebouwd, verbrandde in 1794, werd herbouwd door Christiaan Frederik Hansen, doch brandde in 1884 wederom af. De beide bovenste verdiepingen worden door pilasters en halfzuilen samengetrokken, de middenrisaliet door een tympan en de vleugels door een gebogen tympan afgedekt. Eigtved, Thurah, en een Fransch beeldhouwer Leclerc, die ook de ingangspoort ontwierp, waren aan dit bouwwerk werkzaam. BAROK EN ROCOCO IN ZWEDEN, NOORWEGEN EN DENEMARKEN. 861 Belangrijk zijn ook nog het slot K lampenborg, Charlottenlund en het Prinselijk paleis (1743, door Eigtved). Fig. 959. Zeer fraai is de Eremitage, door Thurah gebouwd. De benedenverdieping is vlak rustiek, De hoekrisalieten, met> gebogen tympans en vrijstaande zuilen op de hoeken, springen voor; de hoofdverdieping is door Korinthische pilasters en zuilen ingedeeld en toegankelijk langs een groote vrije trap met Jonisch portaal. Van Thurah zijn dan nog het slot te R o skilde en het slot Hirschholm. Het koninklijk paleis de Amaliënborg, van Eigtved, bestaat uit vier gelijke afzonderlijke gebouwen om een plein gegroepeerd, ieder met een breede middenpartij, gekoppelde Jonische zuilen boven een rustieken sokkel. Van denzelfden bouwmeester is nog de kleine Frederikskerk, met een ingang door jonische pilasters gemarkeerd. Fig. 959. Eremitage te Kopenhagen, 1736. (Naar Dohme). De groote Frederikskerk te Stokholm werd door Eigtved en Thurah ontworpen en in 1749 begonnen. In 1754 nam de Franschman Jardin de werkzaamheden over. Hij behield hetzelfde grondplan, doch wijzigde den opstand in Fransch-klassicistischen geest. Wegens geldgebrek werd de bouw in 1770 gestaakt, en eerst in de 19e eeuw voortgezet op kosten van een burger, F. Meldahl, vereenvoudigd evenwel, zonder torens. De 80 M. hooge koepel heeft een doorsnede van 31.4 M., rust op 12 pijlers, en een trommel, die ingedeeld is door zuilen. Rond de centrale ruimte loopt een smalle omgang, terwijl in de hoofdas twee rechthoekige uitbouwen liggen. Noorwegen De Verlossingskerk te Christiania (1699) door Wiggers is een in de 19= eeuw gerestaureerde drie-beukige kruiskerk met een vierkanten hoofdtoren. De in 1702 voltooide Nieuwe kerk te Bergen is, als de vorige van steen, terwijl de kerken te Arendal en Holmestrand van hout zijn. Overigens worden nog hier en daar houten huizen gevonden met fraai snijwerk. XXXVIII. HET NEO-KLASSICISME. STIJL LODEWIJK XVI EN EMPIRE. A LODEWIJK XIV VERMINDERT DE MACHT VAN HOF EN ADEL SNEL, EN WRODT het Fransche volk zich van zijn rechten bewust, zonder onder de regeering van Lodewijk XV nog naar het bewind te streven. Eerst onder Lodewijk XVI zou de revolutie uitbreken, die aan het koningschap een einde maakte. De bouwkunst onder Lodewijk XVI, naar dezen genoemd, wijkt niet af van de richting onder zijn voorganger, den laten Rococostijl; men rekent n.1. de Louis Seize-stijl in 1750 te beginnen. Alleen in Frankrijk wordt de vroege Louis XVI-stijl genoemd: Style Marie Antoinette, die voornamelijk in de binnenarchitectuur tot uiting komt, en voor de buitenarchitectuur voortgaat in de richting van versobering en vereenvoudiging, en vervanging van Renaissance- en Barok-motieven door Romeinsche elementen. Dit streven naar klassieke vormen werd door de ontdekking van Pompeji (1748) in de hand gewerkt. Talrijke schrijvers over de klassieken, als Caylus, Fénelon. Rousseau in Frankrijk, Piranesi in Italië: Dawkin, Wood, Stuart en Revett in Engeland, en Winkeknann in Duitschland, propageerden in woord en geschrift de voortreffelijkheid van de klassieken en een terugkeer naar hun edele eenvoud. De bouwmeesters werden steeds meer doordrongen van de waarheid, dat een gebouw schoon kan zijn door goede verhoudingen alleen, zonder dat versieringen noodzakelijk zijn. Dan, na de revolutie was er geldgebrek in Frankrijk, zoodat van de nood een deugd moest worden gemaakt. De L. XVI-stijl, die in 1795 eindigt, wordt gevolgd door de Style Directoire, tot 1799. Van de Romeinsche vormgeving wordt nu teruggegaan naar de Grieksche (Neo-Grèc), die tijdens den Empire stijl, genoemd naar Napoleon I, in Frankrijk zich uit aan enkele werkelijk monumentale bouwwerken, maar in de burgerlijke bouwkunst leidt naar steeds meer nuchterheid. Vooral in de landen buiten Frankrijk. Voor de binnenarchitectuur, waarin deze stijl het meest tot uiting komt, handhaven zich echter enkele L. XVI details, terwijl, na de expeditie van Napoleon naar Egypte, ook Egyptische invloeden zich doen gelden. Nadat de Empire-stijl heeft afgedaan (± 1820) grijpen de bouwmeesters achtereenvolgens naar alle voorgaande stijlen terug, vanaf den Romaanschen tot wederom den Empire-stijl. Totdat eindelijk in de 20e eeuw het persoonlijk element op den voorgrond treedt, die aanleiding tot den modernen stijl wordt. HET UITWENDIGE. (Stijl Lod. XVI). Het muurvlak is meest geheel vlak, soms beneden rustiek in vereenvoudigden vorm: n.1. ontbreken de stootvoegen. De horizontale voegen hnrien rustiek in vereenvoudigden vorm: n HET NEO-KLASSICISME. 863 Fig. 961. Hoekpaviljoen van den Noordvleugel van het slot te Versailles, 1754 — 1770, door Jacques André Gabriel. knikken bij een boog plotseling om en richten zich dan naar het middelpunt. Is de muur verrijkt door paneelen, dan zijn deze ingediept of opgelegd (spiegels), meestal met inspringende hoeken. Het portaal is gewoonlijk rondbogig en geflankeerd door pilasters of zuilen, soms samengetrokken met het er boven liggende yenster. De kapiteelen behooren meestal tot de Dorische orde (vaak omhangen met guirlande of draperie), soms ook tot de Korinthische, en dan in strengen vorm, terwijl de schachten al of niet Grieksch of Romeinsch gecanneleerd zijn. 864 HET NEO-KLASSICISME. Is de gevel ingedeeld door pilasters, dan zijn deze paneelvormig versierd. De boog is halfcirkelvormig, al of niet met een sluitsteen verrijkt, zelden segment- of korf boogvormig, terwijl de archivolt zwak geprofileerd is en dikwijls met een blad-guirlande omhangen. Gewoonlijk zijn echter de vensters rechthoekig omlijst door lisenen met consoles als dragend- en een bekronende lijst als dekkend element. De console is rechtlijnig, vlak ovaal- of meander-voluutvormig, verticaal gerekt en voorzien van drie, ongelijk groote guttae. De vensteromlijsting wordt echter steeds soberder; de geoorde geprofileerde lijst wordt eindelijk zelfs vervangen door een geoorde platte band. De ook voorkomende cirkelronde of ovale vensters zijn steeds gevuld door straalsgewijs aangebrachte roeden en dikwijls door een bladguirlande omhangen. Onder de vensters draagt het paneel, alweer vlak of versierd met draperie of guirlande, en vaak van ooren en voetjes, waaraan guttae, voorzien, een hangend karakter. De kroonlijst springt weinig voor en is rechtlijnig, vlak behandeld, met als eenige versiering eenvouaige, ver uil elkaar geplaatste consoles. Boven de kroonlijst blijft bij rijkere gevels de ballustrade gehandhaafd met gedraaide, vierkante of 8-hoekige ballusters, in karakteristieke orneering. Vaak worden de ballusters vervangen door gevlochten, met akanthusbladen versierde steenen bandvlechtingen. Het d ak ten slotte is laag en vlak, hoewel ook nog gebruik gemaakt wordt van het barokke gebogen dakvlak. HET INWENDIGE. Het muurvlak is ingedeeld door vertikale en horizontale paneelen. die door smalle lijsten met klassieke versieringsmotieven als blad-, parel- en eierlijsten zijn afgezet, welke lijsten zeer vaak door rozetten gevulde inspringende hoeken hebben. De paneelvullingen bestaan uit fijne ornamenten, gerangschikt langs de zijden, of beneden en boven uitgroeiend, een deel van het paneel onversierd latend. Komt bij de paneelen de gebogen omlijsting voor, dan is deze cirkelvormig of, vaker nog, ovaal; het geheele paneel wordt dan veelal voorgesteld als opgehangen aan geplisseerde linten. De deuren zijn eveneens meest rechthoekig, omlijst door breede geprofileerde lijsten, die ook weer vaak van ooren zijn voorzien ; de inspringende hoeken van de rechthoekige deurpaneelen worden dan door bladrozetten HET NEO-KLASSICISME. 865 Fig. 963. Fontainebleau. Boudoir van Marie Antoinette. (Naar lichtdruk Guerinet). gevuld. De horizontale zoldering rust op de kroonüjst, is gepleisterd of beschilderd en architectonisch, dus zeer verschillend van de Rococozoldering, ingedeeld. In tegenstelling met de kroonlijst van den gevel is die van het interieur wel, zij 't weinig, gebogen en georneerd met blad- en parelranden. HET UITWENDIGE. (Stijl Empire). Na den Lod. XVl-stijl verdwijnt de versiering van de gevels geheel, worden de details armer en de eenvoudige werkvorm steeds meer benaderd. Van de muurindeeling vervallen zelfs de lisenen. Zuilen, Dorisch zonder Fig. 964. Fontainebleau. Slaapkamer van Napoleon I. (Naar lichtdruk Gucrmet) , 00 ON ON X ca H Pi O p CA go q 55 2 pi HET NEO-KLASSICISME. 867 basement, worden liefst zonder canneluren aan rechthoekige, soms halfcirkelvormig bekroonde portalen toegepast. Korfen segmentboog verdwijnen geheel. Worden onder de vensters aanvankelijk nog rechthoekige paneelen, met voetjes en guttae aangebracht, zoo worden deze al spoedig weggelaten, zoodat de geheele vensterversiering bestaat uit een vlakken rondloopenden band, al of niet met een massieve tympanvormige deklijst op consoles gekroond. Tot ten slotte alle versiering wegblijft, en 't venster zich in werkvorm alleen vertoont. Boven de vlakke kroonlijst vervalt de ballustrade ; wel blijven balkvormige consoles gehandhaafd, evenals een onversierd tympan. Het vlakke dak is steeds zonder versiering. HET INWENDIGE. Zijn de muren ingedeeld, dan geschiedt dit door breede, vlakke pilasters, die soms door schilderwerk worden geïmiteerd, en waar tusschen stof is gespannen of recht geplooid. De stofpatronen zijn streng, meest bestaand uit gelijkvormige regelmatig verdeelde kleine motieven. Tusschen de vlakke, in 't midden van een op straalsgewijs gespannen stof gelijkende rozet voorziene, zoldering en den wand is een streng versierde kroonlijst aangebracht. In minder rijke vertrekken werd de stof bespanning door geschilderde imitatie vervangen, of werden de muren effen geschilderd. OVERZICHT DER MONUMENTEN. FRANKRIJK. De naast den speelschen Rococo-stijl heerschende strengere richting, had de Fransche bouwmeesters bewaard voor barokke opvattingen, zooals die in de andere landen tot uiting kwamen. Te meer won de strenge richting veld, waar den studeerenden architecten in Rome een „Ecole des Beaux-Arts", de Villa Medici, gelegenheid bood, direct de klassieken te bestudeeren. In 1758 verscheen van Julien David Leroy (1728—1808), die in Italië Fig. 965. Are de Triomphe de 1'Etoile te Parijs 868 HET NEO-KLASSICISME. Fig. 966. Stadstheater te Amiens. en Griekenland studeerde, een werk: „Les ruïnes des plus beaux monuments de la Grèce". Even later, in 1764, verscheen van Jacqaes Germain Soufflot (1709-1780), leeraar aan de Koninkl. Academie te Parijs, een drietal plannen van Dorische tempels te Paestum; Soufflot was in klassieken geest ook practisch werkzaam. De prijsvraag voor de St. Sulpice te Parijs (zie blz. 775) werd door Giovanni Niccolo Servandoni (1695-1766) gewonnen; zijn streng ontwerp verwierf de voorkeur boven het Rococoplan van Meissonnier. Met den bouw werd in 1742 begonnen. Tusschen twee torens verrijst de uit twee boven elkaar gelegen open zuilengaanderijen'bestaande gevel. Parijs. Op de Place Concordia bouwt Jacques Ange Gabriel (1699—1782) het Ministerie van Marine, waarvan de gevel herinnert aan de Louvre-facade. Hij is ook werkzaam aan het Louvre en het slot Versailles, betrokken bij den bouw van het slot Compiègne en Klein Trianon (1771-1776, zie fig. 849). Fig. 968. In 1757 ontwierp Soufflot de kerk Ste Geneviève, nu Pantheon, de tempel, waarin Frankrijks grootste mannen worden bijgezet. Het grondplan heeft bij een lengte van 110 M. HET NEO-KLASSICISME. 869 een breedte van 82 M., terwijl de hoogte van den lantaarn 83 M. bedraagt. Van het Grieksche kruis zijn de armen door vlakke koepels overdekt, en is voor één der armen een grootsche Korinthische voorhal aangebracht. Deze kerk is een der belangrijkste der na de middeleeuwen gebouwde godshuizen, en niettegenstaande de buitenmuren geen andere versiering bezitten dan het fries, fraai van verhoudingen. De Madeleine kerk werd in 1764 begonnen door Constant d'Ivry (1698—1777); Guillaume Martin Couture (1732—1799) zette den bouw voort, er twee traveeën bijvoegende, waarna, tijdens de revolutie, de bouw werd stopgezet en afgebroken. Voor den nieuwbouw werd door Napoleon een prijsvraag uitgeschreven; B eaurn o n t, die bekroond werd, was evenwel niet de uitvoerder. Napoleon droeg n.1. aan den tweeden prijswinnaar Barthelemy Vignon (1762—1828) de uitvoering van zijn ontwerp, een Korinthischen dipterostempel, op. Onder benutting van de bestaande fundamenten verrees het 108 M. lange en 43 M. breede bouwwerk op een stylobaat, waartoe 28 treden toegang gaven. De zuilen zijn 15 M. hoog. Na de verbanning van Napoleon werd de tempel door toevoeging van een voorhal, zijkapellen en halfronden apsis in een kerk veranderd, waarvan het inwendige wel zeer sterk in tegenspraak is met het uiterlijk; éénbeukig, drie traveeën lang, zijn de traveeën door 3 vlakke koepels afgedekt, die door drie lichtopeningen in den top veel te weinig, licht Fig. 967. Groot-Trianon. Salon Marie Antoinette, stijl Lod. XVI 870 HET NEO-KLASSICISME. • Fig. 968. Pantheon te Parijs. doorlaten. De pijlers, die door Korinthische zuilen zijn geprofileerd en de zware bogen, herinneren meer aan thermen dan aan een kerk of tempel, evenals de inwendige decoratie, die door Jean Jacques Marie Hervé (1783—1852) in 1845 werd voltooid. Etienne Louis Boulée (1728—1799)]bouwt te Parijs talrijke woonhuizen, waaronder het maison Brunoy, en de. geheel in Jonischen stijl gehouden, salon van het hötel de Tour olie. De Munt te Parijs, die in 1775 werd voltooid, is het werk van den ook in Zwitserland, Engeland en Spanje bouwenden Jacques Denis Antoine (1733—1801). Jacques Goudouin (1737—1818) is de ontwerper van de Ecole de Medicine, met Korinthisch peristylium en een Jonische zuilenhal; met Lepère samen bouwt hij in 1810 de naar de Trajanuszuil te Rome gevolgde Vendöme zuil, die ter herinnering aan de gevallen soldaten werd opgericht en die door Denon werd voltooid. Reeds zeer sterk klassicistisch in zijn opvatting is Théodore Brongniart (1739—1813), die echter, behalve de Dorische, ook de Korinthische orde verwerkt. Zijn hötel Masserano, maar vooral zijn Beurs te Parijs vormen zijn belangrijkste werken. Het laatste, 71 M. lange bouwwerk, begonnen in 1808, van een zware Korinthische orde, werd gevolgd naar den tempel van Vespasianus te Rome en voltooid door Labarre in 1826. Verscheiden huizen te Parijs zijn het werk van Antoine Frangois Peyre (1739—1823), die met Charles de Waillg (1729—1798) het in 1799 verbrande Odeontheater bouwde, dat echter later in denzelfden vorm door Jean Francois Chalgrin (1739—1811) weder werd herbouwd. Evenals de Wailly is ook Claude Nicolas Ledoux (1736—1806) een vertegenwoordiger van den zwaren, soberen Directoire-stijl. HET NEO-KLASSICISME. 871 De eerste groote Empirebouw echter was de Are de triomphe de 1'Etoilete Parijs, Fig. 965. die door Chalgrin en Jean Armand Raymond (1742—1811) werd begonnen en welk ontzagwekkend monument zijn naam ontleende aan zijn plaats, n.1. de stervormige samenkomst van een twaalftal straten. Zonder zuilen, éénbogig, met doorgangen evenwijdig aan de lengterichting, is deze eerepoort een geheel zelfstandige schepping, origineel en niet naar de Romeinen gecopieerd. Slechts een zware kroonlijst met attiek sluit dit 45 M. lange, 22 M. breede en 50 M. hooge bouwwerk naar boven af, terwijl fraaie beeldhouwwerken van Ru de de gevels sieren. L. Gourt werkte er aan tot 1830, tot in 1837 het geheel door Guillaume Abel Blouet (1795—1853) werd voltooid. Van Chalgrin is ook de kerk St. Philippe te Parijs, terwijl vanaf 1802 Jean Baptiste Lepère (1761—1844) werkzaam was aan het slot Malmaison, waarvoor door Percier en Fontaine het ameublement ontworpen werd. De Empire-bouwmeesters bij uitnemendheid waren Charles Percier (1764—1838) en Pie rre Frangois Fontaine (1762.—■ 1853), welk tweetal samen van 1786 1792 in Italië studeerde, sedert samen werkzaam bleef tot zelfs in België, Duitschland en Italië, in welke landen ook veel gewerkt werd naar de fraaie ontwerpteekeningen van de architecten. Na hun bebouwing van de Rue Rivoli (1802), strak, rechtlijnig en zonder versiering, maar niettemin zeer geslaagd van verhouding, werden ze door Napoleon tot hofarchitecten benoemd, als zoodanig tot 1814 samenwerkend. Veel minder oorspronkelijk dan de Are de 1'Etoile is hun Are de triomphe op de Place Caroussel, die veel gelijkenis vertoont met die van Constantijn, maar, evenals die van Chalgrin, zijbogen heeft. Fontaine, die later architect wordt van Lod. XVIII, bouwt nog de Galatrap in het Louvre-museum te Parijs, evenals de volgens een Grieksch kruis, met 3 halfronde apsiden en een Toskaansche 4-zuilige porticus, aangelegde grafkapel voor de Fransche koningen (1820-1826). Te Parijs is de in den vorm van een basiliek met hoogen middenbeuk ontworpen, doch van een 4-zuilige Korinthische porticus voorziene kerk Notre Dame de Lorette een werk van Louis Hyppoly te le Bas (1782—1867). Als 5-beukige basiliek opgevat, met 2 vierkante torens en Jonische porticus, waar voor een prachtige trap, vertoont zich de kerk St. Vincent de Paul, die ontworpen werd door Jacques Hittorff (1793—1867) uit Keulen en J. B. Lepère. Deze kerk werd in 1844 voltooid. Buiten Parijs zijn veel minder belangrijke bouwwerken te noemen. Te Metz het Raadhuis, door Jacques Frangois Blondel (f 1774); en te Straatsburg het Bisschoppelijk paleis, van denzelfden. Te Lyon het Grand theatre door Soufflot, die hier ook het Hötel Dieu (1737) bouwt, een 325 M. lang gebouw, dat, beneden rustiek, alleen in het midden en op de hoeken eenige versiering vertoont. Te Cambrai het stadhuis, door Antoine; te Bordeaux het theater, door Victor Louis (1735—1807). Dan de Ecole de Médicine te Montpellier (1806) door Claude Mathieu de Lagardette en eindelijk het Hötel Dieu te Pontoise, door Fontaine. 872 HET NEO-KLASSICISME. ITALIË. Eerst in de tweede helft van de 19' eeuw vormde Italië één groot, ongedeeld koninkrijk; hiervóór deed zich op politiek gebied de invloed gelden van Spanje, Oostenrijk, en dan Napoleon. Ook op kunstgebied verloor Italië de leiding, die overging naar Frankrijk. De Italiaansche bouwmeesters bezaten minder oorspronkelijkheid en houden lang vast aan de strengere richting in den Barokstijl. Het voortdurend in aanraking zijn met de overblijfselen uit de klassieke oudheid maakte dat de ontdekking van Herculanem en Pompeji op hen niet dien begeesterenden invloed uitoefende, als op de bouwmeesters van de andere landen. : ............. ...... ...... OVERZICHT VAN DE MONU- Fig. 969. Teatro S. Carlo te Napels. { MENTEN. Rome. In 1765 bouwde Giovanni Piranesi (1720—1778), die als graveur zeer zuivere opmetingen van Romeinsche ruïnen heeft nagelaten, de kerk S.Maria del Priorato. De bouwmeester Michelangelo Simonetti (1724—1781) was werkzaam aan het Vaticaan, waarin van hem afkomstig zijn o. a. de Sala rotonda en de prachtige dubbele trap. De Braccio nuovo van het museum Chiaramonti in hetzelfde gebouw is het werk van Raffaelo Stern (1771-1820). Giuseppe Valadiev (1762—1839) heeft zich verdienstelijk gemaakt door opgravingen op het Forum Romanum, en van de Thermen van Titus, terwijl hij, in opdracht van Napoleon o.a.denTitusboog heeft gerestaureerd. Eigen scheppingen zijn de S. Pantaleone (1806), wier gevel zuiver in Empire-stijl is gehouden, en Pal. Lucernati. Verder zijn in Rome nog werkzaam Cosimo Morelli I" (1730—1812), die in 1790 het Pal. Braschi voltooit; j en P. Belli (+ 1833), die met L. Poletti (f 1869) j samen in 1825 de verbrande kerk S. Paolifuorile i mura herbouwde. Milaan. Giuseppe Piermarini (1734—1808), j medewerker en leerling van Vanvitelli, werd in : 1776 benoemd als professor in de bouwkunst j aan de academie. Zijn Pal. Belgiojeso met j een zeer langen gevel, heeft een middenpartij, : waarin 3/4 Korinthische zuilen van de groote j orde zijn toegepast. t, Verder bouwt hij o. a. de palazzi G rep pi, • Fjg. 970. Campo Santo te Genua. Lasnedi, Moriggia en Sannazari. Zijn HET NEO-KLASSICISME. 873 Teatro della Scala, voltooid in 1778, is inwendig pompeus. De gevel is beneden rustiek, en heeft boven Korinthische halfzuilen. Het bood plaats aan 3600 bezoekers. Het een jaar later voltooide Teatro della Cannobbiana is veel kleiner. Leopoldo Polack(1750—1805) was de ontwerper van een villa voor den graaf di Belgiojoso, welke later Pal. della villa reale werd genoemd, en die van den Palladiaanschen geest doet blijken. De aan 30.000 bezoekers plaatsbiedende Arena, met een fraaie koningsloge, is een schepping van Luigi Canonica (1764 — 1844). Het grondplan van de ellips heeft assen van 238 en 116 M. Canonica bouwde eveneens het teatro Carcano en Casa Travers i. Luigi Cagnola (1762—1833) ontwerpt de Porta Ticinese (Jonisch) en een der fraaiste bestaande t riomfFig. 971. bogen, de Arco della Pace. Deze boog lijkt op die van Septi- mus Severus, is 23.5 M. breed en geheel uit wit marmer opgetrokken. Verhoudingen en details van dit in 1838 voltooide monument zijn buitengewoon fijn. Pietro Pestagalli voltooit in 1825 het Casa Cagnola; Giovanni Brocca in 1829 het Casa Brocca; Ferdinand Albertolli het Casa Taverna. De kerk S. Carlo Borromeo (1847), een naar het Pantheon gevolgde rondbouw, is van Carlo Amati (1776—1852). De Porta oriëntale en de Barriera di Porta Venezia werden door Rudolfo Vantin i (f 1856) gebouwd. Giuseppe Zanajo (1752—1817), die te Milaan de Porta nuova ontwerpt, is tevens de bouwmeester van het Pal. Borromeo op het wonderschoone eiland Isola Bella in het Lago Maggiore. Met den aanleg van het Cimetero monumentale, een ontwerp van Carlo Maciachini (1818—1899), welk kerkhof nog steeds niet voltooid is, daar het ontwerp slechts wordt uitgevoerd voorzoover er aan uitbreiding behoefte bestaat, wordt voor het eerst gebroken met het klassicisme. Genua. Zeer bekend is het Camposanto di Staglieno, door Carlo Barabino Fig. 970. (1768—1835). De als koepelrotonde met Dorisch portiek opgevatte grafkerk is geflankeerd door Dorische, eveneens in portieken uitloopende hallen. De hallen dienen voor de voornamere, het erdoor omsloten veld voor de minder rijke inwoners. Behalve Andrea Tagliafichi (1729—1811), wiens ontwerpen een streven aantoonen.naar de opvatting der Hoog-Renaissance, werkt te Genua ook Charles de Wailly (ook in Frankrijk) o. a. aan Pal. Spinola. 874 HET NEO-KLASSICISME. " Vicenza. Graaf Otto Calderari (1730—1804) bouwt, behalve den gevel van de kerk S. Girolamo (1756), nog de Palazzi Bonini, Cardellina, Loschi, Salvi en het Casa Capra (1803), terwijl de vleugels van het Pal. Trissino (1819) en het Casa Lampertico van Fontana zijn. Malacarne bouwt in 1806 den Noordvleugel van Pal. Comunale en het Ospedale nuovo (1838). Venetië. De schrijver van verschillende biografieën, o. a. over Sansovino, Palladio, Scamozzi en over de oudheden te Rimini, de bouwmeester Tommasso Temanza (1705-1789) ontwerpt hier de uitwendig ronde, inwendig 6-hoekige kerk Sta. Maddalena. Tevens werd hem de verbouwing van de Campanile op het St. Marcoplein opgedragen (1755). Giovanni Antonio Selva (1753—1819) studeerde te Florence en Rome, en reisde naar Parijs en Engeland. Klassicistisch droog en eentonig in zijn opvatting, werd hij tot professor aan de academie benoemd en verwierf vele opdrachten, o. a. de kerken S. Maurizio en del Nome di Gesü, het Pal. Erizzo, en het teatro della Fenice (1806), dat, in 1836 afgebrand, geheel in den ouden vorm werd herbouwd. In Verona is het huis Gaetano Vela van Selva; Giulio Barbieri is hier de architect van het Camposanto. Klassicistisch veranderd zijn de middeleeuwsche kerken S. Clemente en S. Francesco te Brescïa, waar ook genoemd moeten worden het door Canonica gebouwde teatro, en het in 1821 voltooide Camposanto, door Vantini. Canonica bouwt ook de theaters te Cremona en te Mantua. In klassicistischen geest werd ook de Universiteit te Pavia veranderd, die een prachtigen hof verkreeg, omgeven door bogengalerijen. In Padtta werken Temanza en Selva; van den eerste is de gevel van de Sta. Margareta, van den laatste het huis Vigo d'Azzero. In Napels is Cosimo Morelli werkzaam aan paleizen; ook in i?ome en Bologna bouwt hij paleizen, en te Macerafa en Lugo kerken. Bekend is in Macerata het Pal. Ugolini. In Napels werd door Carlo Barabino het teatro Felice gebouwd, hetwelk een porticus kreeg van Dorische, op basementen geplaatste zuilen. Het Fig. 969. teatro S. Carlo, door. Antonio Niccolino in 1825 voltooid, was beneden rustiek, met een verdieping, gevormd als Jonische zuilenhal, waar boven een sobere attiek. Van Luigi en Stefano Gasse is het stadhuis (voltooid 1825). De kerk S. Francesco di Paolo (1828) is een schepping van Pietro Bianchi. Gebogen zuilenhallen omvatten een groot plein; in het midden, achter een 8-zuiligen Jonischen porticus verrijzen de koepels, die geïnspireerd zijn op het Pantheon. Eindelijk, als afkomstig uit het klassicistisch tijdvak, moeten nog genoemd worden: te Concoccezzo de kerk, door Cagnola; te Ghisalba een rondtempeltje, van denzelfden; te Inverigo een paleis, dito; te Monza de villa Reale, door Piermarini; te Possagno de ronde grafkerk voor Ca nova, met 8-zuiligen porticus en cassettenkoepel, met beeldhouwwerk van Canova zelf, 't geheel volgens ontwerp van Selva in 1819 door Fantolini uitgevoerd; te Spoleto de Dom, door Valadier; en te Urgano de toren, door Cagnola. DUITSCHLAND, OOSTENRIJK EN HONGARIJE. In Duitschland ontstond reeds zeer vroeg een strooming tegen de Rococo-architectuur. Winkelmann, Lessing, Schüler, Goethe, allen dringen aan op hervorming in strengeren zin, zooals dit reeds lang praktisch in Engeland en Nederland geschied was. In Duitschland echter bestond de klassicistische traditie niet, doch waren de architecten van de Renaissance zonder overgang vervallen in den Barok. De reacüe tegen de Rococo-opvatting, de „Zopfstir, de Duitsche Lodewijk XVI-stijl, uit zich voornamelijk in de details, hiervoor reeds besproken, terwijl na de Fransche revolutie grooter eenvoud en soberheid, tot nuchterheid toe, de algemeene kenmerken werden. De vroege Dorische bouwkunst, zooals die te Paestum en HET NEO-KLASSICISME. 875 Fig. 972. Katholieke kerk te Karlsruhe. Girgentie werd gevonden, en, tijdens Napoleon ook Egyptische rust, mochten zich in een bijzondere voorliefde verheugen. De algemeene verarming na de Fransche overheersching, tengevolge waarvan aanvankelijk geen groote opdrachten meer werden gegeven, was niet vreemd aan dit vervallen in een ander uiterste: na de Rococo volslagen afzien van ornamenteering, wat ook in de burgerlijke bouwkunst goed is waar te nemen. Deze sobere, nuchtere „Biedermeierstil" berustte uitsluitend op de toepassing van symmetrie en goede verhoudingen. In de burgerlijke bouwkunde wordt slechts een enkel fries, een enkele guirlande toegepast, bij openbare gebouwen alleen de zeer eenvoudige Dorische pilaster of zuil aan den ingang. De Biedermeierstil gaat over in het Neo-Hellenisme, waarvan Karl Friedrich Schinkel wel de gelukkigste vertegenwoordiger is. Hem vielen weder groote opdrachten te beurt, doch de Duitsche volkssmaak was de oorzaak, dat reeds tijdens zijn werkzaamheid een andere richting een einde maakte aan het NeoKlassicisme in de Germaansche landen. OVERZICHT DER MONUMENTEN. Berlijn. Nog voor Chalgrin zijn poort in Parijs bouwde, en vóór de Arco della Pace te Milaan, verrees tusschen 1788 en 1791 de Br andenburger poort, een bouwwerk van KarlGotthardLanghans (1733—1808). Deze Toskaansche poort, geïnspireerd op de Propylaeën, heeft twee voorspringende Toskaansche vleugels, die iets lager zijn. Van de vijf doorgangen is de middenste 5.50 M. breed, en zijn de zuilen 14 M. hoog, het geheel gekroond door een attiek. Hoe goed Langbans geslaagd is met zijn ontwerp, bewijst het feit, dat zelfs nu nog dit poortgebouw het zeer drukke verkeer niet in den weg staat. lohann Boumann (1706-1776), een Nederlander, voltooit in 1753 het door hem ontworpen Paleis van Prins Hendrik, nu Universiteit, geheel klassicistisch, evenals de Hedwichskerk (1778), die een navolging van het Pantheon is. Carl von Gontard (1736-1802) studeerde te Parijs. Van hem zijn de Fransche en de Nieuwe Duitsche kerk, met 76 M. hooge koepeltorens; de Koningskolonnade (1777), een galerij van Jonische dubbelzuilen met attiek; en te Potsdam de koepel van het slot Friedrichskron. Het nu afgebroken, somber Dorische oude muntgebouw uit 1800 was een schepping van Heinrich Gentz (1766—1811). Karl Friedrich Schinkel (1781-1841) geldt in zijn vaderland als de voornaamste Duitsche bouwmeester. Na zijn studiereizen in Italië en Frankrijk bouwt hijdeWerderschekerk (1828), en het in gietijzer uitgevoerde gedenkteeken op den Kreuzberg bij Berlijn, beide in Gothischen stijl, doch schematisch, dor en strak van opvatting. Ofschoon Schinkels voorliefde voor de Gothiek hier tot uiting komt, ligt het ontwerpen in dezen stijl blijkbaar buiten 's meesters kunnen. Zijn grootste kracht toont hij in het vrij navolgen der Grieken. Zijn Hoofdwacht (1818) kreeg een Dorischen, zes-zuiligen porticus, met in het fries een Fig. 978. victoria-flguurtje boven iedere zuil. De door hem gebouwde KoninklijkeSchouwburg Fig.;973. 876 HET NEO-KLASSICISME. (1821) vertoont naast een hooge middenpartij lagere vleugels; tot den zes- Fig. 974. zuiligen Jonischen porticus geeft een monumentale trap toegang. Schinkels meesterwerk is het Oude Museum Fig. 980. (1828), een bouwwerk van 86.70 M. bij 53.50 M. oppervlak. Het omsluit twee binnenhoven, waar- Fig. 973. Koninklijke Schouwburg te Berlijn. tusschen een bijna 23 M. hooge koepel- j zaal ligt. De gevel wordt gevormd door 1 een open zuilengaanderij, waarvoor een j zeer breede trap. Fig. 975. De Nicolaaskerk te Potsdam i (1830), ontworpen in Griekschen kruisvorm met koepel en Korinthischen 6-zuiligen porticus, werd door Persius (f 1845) voltooid. Om den tambour van den koepel loopt een open zuilengaanderij. Het uitwendige is, met behulp van vier hoektorentjes, tot een vierkant gecompleteerd. Het door Friedrich August Stüler (1800—1865) in 1857 voltooide Nieuwe Museum bezit een monumentaal trappenhuis, doch is, evenmin als de door Heinrich Strack (1805— 1880) naar Stülers plannen voltooide Nationale galerij, gelukkig geslaagd te noemen. Vooral het laatstgenoemde bouwwerk, een pseudo peripteros, deugt niet voor moderne schilderijengalerij. Fig. 974. Detail van den schouwburg aan de Gendarmenmarkt te Berlijn. (Naar Hoffmann). HET NEO-KLASSICISME. 877 Dresden. Friedrich Aug. Krubsacius (1718— 1790) propageert hier als professor aan de academie het klassicisme, en heeft praktisch het op de middenrisaliet na versieringslooze groote landhuis gebouwd. Ook C h r. T. Weinling (f 1799) is in Dresden werkzaam. Als voorFig. 976. beelden van burger woonhuizen kunnen dienen huizen te • Fig. 977. Frankfort a. O, te Posen en te Danzig, alle uit het [Fig. 979. einde van de 18eeeuw. . Hannover. G. L. F, Laves (f 1864) is de ontwerper van denKorinthischen zes-zuiligen porticus van het Residentie-slot. Te Mainz werd in 1833 het door Georg Moller (1784-1852) gebouwde theater voltooid, waarvan uitwendig de ronde toeschouwersruimte zichtbaar is. Fig. 976. Huis te Frankfort a. O., einde 18* eeuw. (Naar P. Mebes). Fig. 975. Nicolaaskerk te Potsdam. Ook de Katholieke kerk (1827) te Darmstadt, een koepelrondbouw, op het Pantheon geïnspireerd, moet genoemd worden, evenals verscheiden vertrekken te Würzburg, door den Franschman N. A. de S. de Montford. Simon Lodewijk du Rij bouwt tusschen 1769 en 1779 te Kassei het Museum Fredericianum, waarvan de lange gevel door Jonische pilasters is ingedeeld, en de middenpartij wordt gevormd door een Jonisch 6-zuilig tempelfront met tympan. Op de ballustrade staan beelden. Ook het slot Wilhelmshöhe bij Kassei (volt. 1794) is van du Rij. Frankfort a. M. bezit uit dit tijdvak vele privéwoningen, voor een groot deel ontwerpen van den bouwmeester J. F. Chr. Hesz, die in 1825 ook de Stadsbibliotheek bouwt, inwendig geheel in Empire-stijl, uitwendig twee verdiepingen 878 HET NEO-KLASSICISME. Fig. 977. Huis te Posen, 1790. (Naar P. Mebes). hoog met een 5-zuiligen Korinthischen porticus. Het slot Günthersburg voor de familie Rothschild is het werk van Friedrich Rumpf. Kadsruhe. De in zijn opvatting strenge bouwmeester Fdeddch Weinbrenner (1766—1826) heeft hier, na zijn studies in Weenen en Italië, talrijke belangrijke bouwwerken geplaatst. De Protestantsche Stadskerk (volt. 1817) is rechthoekig met galerijen tusschen de Korinthische zuilen, en een 6-zuilige Korinthische voorhal; de Katholieke St. Stephanskerk (volt. 1814) is Fig. 972. een Jonische navolging van het Pantheon, met j een houten, 30 M. breeden koepel, en vier recht! hoekige kruisarmen. Reeds vroeger, in 1811, I bouwde hij het paleis van den markgraaf, | eveneens met 6-zuilig Korinthisch tempelfront en i met naar voren gebogen vleugels. Het in 1825 ! voltooide Raadhuis omvat 3 binnenplaatsen; | een 50 M. hoogen toren verrijst boven de achter| partij. | Stuttgart Het Residentie-slot werd inwendig volS tooid door Nic. Friedrich von Thouret, die ook bet ! theater te Weimar bouwt. Het zeer fraaie, kleine paleisje • Rosenstein, bij Cannstadt, met een 6-zuilige Jonische voor- • hal, en twee voorspringende hoekpartijen ieder van 4 Dorische : zuilen, werd door Giovanni de Salucci gebouwd. ï München. In 1805 verrees de door Niclas Schedel von Greifenstein (1-752—1810)gebouwde Max. Josephspoort; in 1818 het hoftheater, met een groote 8-zuiligeKorinthische voorhal, van Karl von Fischer (1782-1820). Friedrich von Gartner (1692—1847) schrijft een werk over Sicilië en is de eerste Romanticus in Zuid-Duitschland; zijn zegepoort is een copie bijna van die van Constantijn. Wat Schinkel beteekende voor Berlijn was Leo von Klenze (1784—1864) voor München. Ook deze bouwmeester studeerde buitenslands, o. a. in Berlijn, Parijs, Engeland, Italië en ook Griekenland. Een zijner best geslaagde bouwwerken is het museum voor beeldhouwkunst, Fig. 978. Hoofdwacht te Berlijn. HET NEO-KLASSICISME. 879 de Glypotheek(1816—1830), waarvan de vier vleugels in Renaissance-stijl met beeldennissen, een vierkanten hof omsluiten; de middenpartij van den gevel wordt gevormd door een 8-zuilig Jonisch tempelfront. De in 1833 voltooide Pinakotheek, een schilderijen museum, bevat eveneens Renaissance motieven. Tusschen 1830 en 1842 bouwt von Klenze bij Regensburg het Walhalla, een museum voor beelden en busten van Duitschlands grootste mannen. Opgevat als Dorische peripteros van 8 bij 17 zuilen, met inwendig een zaal van 54'/a X 15'/a M., overdekt door een schuine kap met drie bovenlichten, verrijst dit mooie bouwwerk op een aantal hooge, door trappen toegankelijke terrassen. Von Klenze's Ruhmeshalle (1853) te München is een 12-zuilige kolonnade, met op de hoeken voorspringende 4-zuilige periptera-tempeltjes. Het geheel dient als achtergrond voor het reusachtige bronzen Bavaria-beeld. Een prachtige afsluiting van een breeden weg vormt de in 1862 voltooide groote poort, de Propylaeën; tusschen twee als pylonen werkende torens ligt een 6-zuilige Dorische doorgang. Dit bouwwerk is, niettegenstaande de verwerkte gegevens, buitengewoon oorspronkelijk van opvatting. Karl Ferdinand Langhans (1781— 1869) was de verbouwer van het theater te Breslau en ontwerper van het theater te Leipzig. ■•■•■•■•■■■■■■■■■■■■■uiuMiuuiiiiiiiiiijiuiiiii^Miiii Weenen. Joh. Ferd. Hohenberg von Hetzenberg (1732—1790) bouwt in 1775 in het park van Schönbrunn de G1 o r i e 11 a. Het is een decoratieve booggalerij met middenpartij, waarin nog sterk Barokke neigingen tot uiting komen. Peter von Nobile, een Zwitser van geboorte (1774—1854), bouwt in Dorischen stijl de Burgpoort; het 72 M. lange front heeft twee voorspringende hoekpartijen, 4-zuilig tusschen anten; boven de vierzuilige middenpartij is een attiek geplaatst. In het volkspark copieerde hij in Fig. 979. Huis in de Langgasse te Danzig, èinde 18e eeuw. (Naar P. Mebes). Fig. 980. Oude Museum te Berlijn. 1824 een Theseustempel. 880 HET NEO-KLASSICISME. Fig. 981. Voordeur te Utrecht. werd weinig gebouwd, en dat weinige was dan nog droog academisch opgevat, tengevolge van de buitenlandsche studie (Parijs en Rome) van de architecten. De Lodewijk XVI-stijl uit zich aan de vlakke baksteenen gevels slechts in details en deuromlijsting. Langs de grachten in Amsterdam valt dit vooral op, soms alleen door een in stijl hernieuwde kroonlijst. Levendig wordt eveneens de strijd tegen de Rococo aangebonden door toepassing en doorvoering van rechte lijn b.v. aan schoorsteen,spiegel, wandindeeling en meubelen, die alle in lichte kleuren gehouden worden. Ten slotte ging ook de spreekwoordelijk geworden In Budapest was Michael Pollack (1773—1855) werkzaam. Van hem is de Ludovica academie (1835) en het Nationaal Museum (1844), een zeer geslaagd praktisch bouwwerk, met een 8-zuilig Korinthisch tempelfront. NEDERLAND. In Nederland zijn eigenlijk gedurende het geheele tijdvak van den Barok klassicistische bouwwerken ontstaan, bij voorkeur in Palladiaanschen geest. Deze strenge, eenvoudige richting kwam zoo tot 'uiting in de werken van b.v. Pieter Post en Vingboons. Wel werden er in de burgerlijke bouwkunst hooger eischen gesteld aan de inwendige ruimte, tot in het tijdperk van Lodewijk XVI, maar tijdensdeFranscheoverheersching raakte veel van wat gebouwd was in verval, zonder dat de nieuwbouw er gelijken tred mee hield. Zoodat ons land maar zeer weinig Empire touwwerken bezit. Ook na het Empire tijdvak, het Neo-Grec, Fig. 982. Stadhuis te Groningen. 881 Fig. 983. Winkelpui aan het Rusland te Amsterdam. • gezelligheid van het Hollandsche interieur te loor, toen de voornaamdeftige, kille Empire stijl in het interieur doordrong. i''V' , OVERZICHT VAN DE MONUMENTEN. In Amsterdam bouwt Jacob Otten Husly (f 1795) in 1778 het gebouw Felix Meritis in zwaren Palladiaanschen stijl. Van Abraham van der Hart (1757—1820) is het Armenhuis aan de Nieuwe Prinsengracht, Fig. 985. rustig en sober, zonder opmerkelijke details, uitsluitend werkend door goede verhoudingen, met een tympan van Anthony Ziesenis. Ook het R.K. Maaqd enhuis is van V. d. Hart. Heerenhuizen op de Heerengracht 40 en 182(1772)enaandeN.Z.Voorburgwal212zijnhet werk van Ludwich Friedrich Druck. lan de Greef (1784—1835), die te Parijs en te Rome studeert, bouwt het Paleis van lustitie en, in samenwerking met Suys, herbouwde hij de Luthersche kerk. Jan David Zocher (1790—1870), tuinarchitect, die veel had gereisd, verzorgde in verschillende steden parken en plantsoenen, als in Soestdijk, Haarlem, Utrecht en Amersfoort. In Amsterdam was hij de bouwmeester van de oude beurs, die nu voor Berlage's schepping plaats moest ruimen. Ook zijn broeder, KarelGeorgeZocher(1810— 1864) is architect. Fig. 984. 18e Eeuwsche tuinvaas op de Slangenburg bij Doetinchem. 882 HET NEO-KLASSICISME. Fig. 985. Armenhuis te Amsterdam. die o. a. te Utrecht de Katholiekekerk bouwt. De St. Katharina kerk verrees onder leiding vanTieleman Franciscus Suys (1783-1861), die tevens de architect is van de Jacobskerk, en \ de Mozes en Aarons\ kerk. Ten slotte moet I voor Amsterdam nog ge- • meld worden het in 1922 • afgebroken gebouw van i de Mij. tot Nut van het j Algemeen op de N. Z. ■ Voorburgwal, eigenlijk : ons eenige zuiver Empire bouwwerk van grootere afmetingen. Het viel als offer van de postkantoor-uitbreiding. En het landgoed Fr ank enda al in de voormalige Watergraafsmeer, met een fraai inrij-hek in Lod. XVI-stijl. Haarlem bezit in het pand Spaarne 17, door Van der Hart (1799) en in het Teylershofje (1785) door Leendert Viervant een p«««-«n«m - Jl '.' rfnniuir: rr paar gebouwen in goeden Lodewijk XVI-stijl. • Het vroegere paleis Nassau Weilburg, j nu schouwburg te Den Haag is, evenals de Lod. : XVI-vleugel van het Binnenhof, werk van j den bouwmeester Friedrich Ludwig Gun- j ckel. De Teekenacademie, met Jonisch { tempelfront en de Oranje kazerne zijn van j Zeger Reyers (1790—1857), terwijl de Greef I de herbouw van het Koninklijk paleis leidde : (1821), evenals de uitbreiding van Soestdijk. j Bovengenoemde Suys bouwt in Utrecht het ] Museum voor Oudheden (1825); de hier- : Fig. 981. voor afgebeelde voordeur achter de St. Pieter, dateert uit het einde van de 18e eeuw. Het stadhuis te Weesp (1776) is, evenals j Fig. 982. dat te Groningen (1795), dateen4-zuiligen porticus «. Fig. 986. Winkelpui aan het Rusland te Amsterdam. HET NEO-KLASSICISME. 883 heeft, van Husly. En eindelijk zijn, als voorbeelden uit dezen tijd nog vermeldens waard: te Schiedam het tegenwoordige kantongerecht; te Brielle het raadhuis; te 's-Hertogenbosch het gouvernementsgebouw ; en te Middelburg de in 1784 gebouwde Lod. XVI-vleugel van het stadshuis en een huis Fig. 986. Korte Delft G. 21; te Fig. 987. Paleis van Justitie te Gent. Fig. 988. Oudenaarde. Huis Lod. XVI. ï r>. , ...«»„ , , , ' - , rizzom uit Milaan werd gebouwd in Latijnschen Amsterdam Lod. XVI huizen op het Rusland; Den Fig. 983. Haag het paleis van de Koningin moeder, en het Rijks archiefgebouw, uit 1740; te Leiden een huis Rapenburg 48; en te Utrecht nog huisdeuren Domsteeg 3, Dom kerkhof 1 en Oude kerkhof 30. BELGIË. In België is in dit tijdperk op bouwkundig gebied weinig tot stand gekomen. Eerst als in 1830 dit land weer vrij komt van Nederland, volgt nieuwe bouwbedrijvigheid. Hoewel achtereenvolgens België den invloed ondergaat van de overheerschende landen, (Oostenrijk, Frankrijk, Nederland) sluit de volksgeest zich voornamelijk aan bij de Fransche. OVERZICHT VAN DE MONUMENTEN. Brugge. De August ij nerkerk (1736) door Pulincx vertoont in de gecanneleerde korinthische zuilen een streven naar klassicistische vormgeving, hetwelk nog meer tot uiting komt aan de kerk St. A u b i n te Namen (1751 — 1767), die door den architect 884 HET NEO-KLASSICISME. kruisvorm. Deze groote kerk heeft afmetingen van 78 bij 53 M. Te Verwers is de in 1834 door Cremer gebouwde St. Maclaire driebeukig, met twee rijen Jonische zuilen. De St. Jacques-sur-Caudenberg aan de Place-Royale te Brussel, werd in 1776 begonnen en in 1815 voltooid door den Franschman B. Guimard; de gevel is opgevat als een Korinthisch tempelfront. De St. Jozefsker k en het Karmelieten klooster zijn van Suys. De bouwmeester Ludovicus Roelandt (1786—1864), die te Parijs bij Percier en Fontaine studeert, is de ontwerper van de St. Anna te Genren de St. Maria teSchaerbeek. In 1772 werd door B. Guimard een aanvang gemaakt met de prachtige afsluiting van de Place Royale te Brussel. Het fl-vormige paleis van den Graaf van Vlaanderen is beneden rustiek met rondbogen, waarboven de anderhalve verdieping door lisenen zijn samengetrokken; het geheel is bekroond door een balluster-attiek. De rechthoekige hof is afgesloten door een muur met twee poorten. Het paleis de la Nation werd van 1779—1783 door denzelfden architect gebouwd; na een brand werd het door B ey aer t, een leerling van Suys, in 1887 herbouwd. Ook hier spreken in den rustieken benedenbouw van de middenpartij rondbogen, terwijl de beide bovenverdiepingen door een 8-zuilig Korinthisch tempelfront worden samengetrokken. Van de 8 zuilen zijn de vier buitenste twee aan twee gekoppeld. Het is ook al weer een Franschman, Louis Damesme (f 1822), die in 1819 in de hoofdstad hetthéatredela Monnaie voltooit; de gevel is gevormd als een 8-zuilig Jonisch tempelfront. Ook de Belg Joseph Bonnevie is aan dit bouwwerk werkzaam. Het Koninklijk paleis te Brussel werd in 1820 door K. van der Straeten gebouwd, een bijna zuiver ecopie van de munt te Parijs. Later werd T. F. Suys de verbouwing opgedragen. Bovengenoemde Ludovicus Roelandt heeft Genr met verscheiden belangrijke gebouwen verrijkt; zoo voltooide hij in 1826 de Universiteit, en bouwde hij tusschen 1836 en 1843 Fig. 987. het paleis van Justitie, een groot rechthoekig gebouw, beneden rustiek met een groote HET NEO-KLASSICISME. 885 bordestrap, die leidt naar een fraai Korinthisch 6-zuilig tympanportiek. Behalve dit uitstekend geslaagde bouwwerk zijn ook nog het Casino en de nieuwe Schouwburg van hem. De in 1820 voltooide Schouwburg te Luik werd gebouwd door Dukers; het slot teLaeken( 1784)indeftigenLodewijk XVI-stijl, door Louis lozeph Montoyer (f 1800). Als voorbeelden van een deftig vroeg-klassicistisch heerenhuis kan dienen het huis Fig. 989. Merghelynck te Yperen, terwijl Oudenaarde nog een fraai Lodewijk XVI-huis bezit. Fig. 988. SPANJE. Spanjes tijdperk van hoogsten bloei was lang voorbij, toen de Napoleontische tijd aanbrak. Hoewel het in 1814 zijn onafhankelijkheid herkreeg, was het toch het grootste gedeelte zijner koloniën kwijt wat natuurlijk van invloed was op de kapitaalkrachtigheid van het volk, tengevolge waarvan de bouwbedrijvigheid sterk verminderde. Wat er echter gebouwd werd getuigt van een sterk nationale opvatting, die, en dan eerst met de 19« eeuwsche bouwkunst, het karakter aanneemt van de bouwkunst in de landen, die steeds op Spanje hebben ingewerkt, n.1. Frankrijk en Italië. Een baanbreker voor het klassicisme was, na 1750, vooral Ventura Rodriguez, professor in de bouwkunst aan de academie te Madrid, welke stad voor het klassicistische tijdvak het centrum bleef van de bouwbedrijvigheid. OVERZICHT VAN DE MONUMENTEN. Madrid. De kerk S. Francisco el Grande (1761 — 1784) is een centraalbouw met ronden koepel van 33 M. doorsnede, waarvan de hoofdas wordt gemarkeerd door een portaal en een koorapsis, terwijl 6 rechthoekige kapellen rondom de koepelruimte zijn aangelegd. Deze kerk is het werk van Francisco de las Cabezas (f1773). Het klassicistische Palacio Real (1738—1764) werd door G. B. Sacchetti gebouwd. In klassicistisch-hellenistischen geest zijn de werken van Francisco Sabatini (1722— 1797), o.a. het belastinggebouw, Aduana, dat in 1769 werd voltooid, de Puerta de Alcala, uit 1778 en de Puerta de San Vicente. In 1785 begon Juan de Villanueva (1739—1811), die in Italië studeerde, het museum del Prado, met een fraaien Jonischen porticus. Villanueva is ook de bouwmeester van het Oratorium de Gracia en het astronomisch Observatorium, een zeer geslaagden koepelbouw met een korinthischen 6-zuiligen porticus. J. P. Arnal is de architect van het Ministerie van oorlog (1782). 886 HET NEO-KLASSICISME. De Puerto de Toledo ontworpen door Antonio Aquado, is 5-bogig; de drie Fig. 990. evenhooge middendoorgangen zijn rondbogig. waarbij de twee lagere rechthoekige doorgangen aansluiten. De attiek loopt boven de kroonlijst door tot aan de hoogere attiek boven de middenpartij, die wordt bekroond door een barok gebogen gebroken tympan. Het Koninklijk theater (1818-1850) is het werk van Aquado; het in hetzelfde jaar voltooide Parlementshuis, de Camera de los Diputados, met een zuiver klassieke korinthische zuilenhal, werd gebouwd door Narciso Pascual. Malaga. In 1778 werd de kerk S. Felipe Neri voltooid, een elliptische centraalbouw, met een door 16 Korinthische zuilen gedragen koepel en twee geveltorens. Cadiz. Het stadhuis op de Plaza de Isabel II heeft beneden een lagen rustieken onderbouw met rondbogen. Hierboven volgt een pilasterbouw van de Groote orde, bekroond door een attiek, die door het tympan boven de middenrisaliet wordt onderbroken. Valladolid. Hier moet nog het nonnenklooster Sta Ana worden genoemd, gebouwd door den in Madrid werkenden Sabatini. RUSLAND. In het voormalige Czarenrijk wordt na 1770 uitsluitend in Klassicistischen geest gebouwd, en de gebouwen uit dit tijdperk wedijveren met, of overtréffen zelfs de beste scheppingen uit de andere landen. Behalve Italianen, Franschen en Duitschers werkten in Rusland, en voornamelijk in Petrograd, ook Russen, wier bouwwerken voor die der buitenlanders in geen enkel opzicht behoeven onder te doen. OVERZICHT DER MONUMENTEN. Petrograd. Van af 1779 werkt de Italiaan Giacomo Guarenghi (1744— 1817) in Petrograd. Van hem zijn o. a. de Rijksbank, de Schilderijen galerij, het inwendig fraai in wit en goud uitgevoerde Theater van de Ermitage, de badinrichting van Tsarskoje Zelo, geïnspireerd op de Thermen te Rome, en ook een konzertzaal in dit gebouw. De Rus Iwan E. Starow (1743— 1808) bouwt de Drievuldigheidskathedraal(1776)als een centraalbouw met twee geveltorens, Toskaansche pilasters en een koepel, die uitwendig bekleed is met korinthische pilasters. Verder een klein paleis voor Katharina II, dat gelijkt op een Palladiaansch landhuis. Fig. 991. Marstallkerk te Petrograd. (Naar Wasmuth). HET NEO-KLASSICISME, 887 De Beurs te Petrograd, met zijn omgang van 44 zware Dorische zuilen, gelijkt op de Beurs te Parijs, en werd door Thoma de Thomon (1754 — 1813) uit Nancy gebouwd. Van den Rus Ruska (1758—1822) zijn het paleis Bobrinski en de Garde kavallerie kazerne; en van zijn landgenoot Zakharoff (1760—1811) het Nieuwe Fig. 992. Admiraliteitsgebouw (1810) met een reusachtig langen (385 M.) gevel, die niettegenstaande de ongehoorde afmetingen geslaagd is van indeeling. De middentoren met zijn vierkanten zuilenomgang heeft een lange vergulde spits. De beroemde Kazankathedraal (1811) is een zeer fraaie schepping van den Rus Andrez Nikiphor ovitsch Woronikhi (1759—1814), die door i dezen bouw zich een plaats heeft j verzekerd onder de allervoor- : Fig. 992. J Admiraliteitsgebouw te Petrograd (1810). ï naamste architecten uit Europa uit het Klassicistisch tijdvak. Schip en transept van de in Latijnschen kruisvorm gebouwde kerk zijn drie-beukig, de beuken gescheiden door gekoppelde zuilen, die samen telkens de breedte hebben van de kruisingspijlers. De door een tongewelf overdekte hoofdbeuk is zwak, de zijbeuken daarentegen zijn overmatig belicht. Hoofdbeuk en transept eindigen in apsiden, terwijl het koorgedeelte van het schip 888 HET NEO-KLASSICISME. 5 Fig. 994. Britsch Museum te Londen. (Foto London Stereoscopic Co. Lid.) : is afgesloten door een zilveren ballustrade. Grootsch opgevatte, halfcirkelvormige zuilengalerijen, in den geest van die van Bernini, sluiten aan bij de apsiden van het transept. Ricardde Montferrand (1786—1859). leerling van Percier en Fontaine, voltooit Fig. 993. in 1852 de I saakskathedraal, eveneens volgens een Latijnsch kruis, met koepel en 4 hoektorentjes, zoodat het geheel, van buiten gezien, den indruk maakt van een centraalbouw. Ook het paleis Labanoff, dat boven den rondbogigen onderbouw de groote zuilen orde vertoont, is van hem. De te Napels geboren bouwmeester Carlo Rossi (1785—1849) voltooit in 1825 het paleis van den Grootvorst Michaël, nu Russisch museum; en het Alexander theater (1832) met de aansluitende Theaterstraat, die in haar grootsche opvatting eenig is in de bouwkunstgeschiedenis van dezen tijd. In 1851 komt het museum van de Ermitage, dat een der meest beroemde schilderijen verzamelingen van Hollandsche meesters bevatte, en door den Münchener architect Leo von Klenze werd ontworpen, gereed. Het Rumjanzow Museum te Moskou, door Wasili Iwanowitsch Bajenow (1737—1799) heeft hoekrisalieten als Jonische tempelfronten, en een horizontaal afgedekte, Korinthische middenpartij. ENGELAND. Het Britsche eilandenrijk kwam na 1750 tot grooten bloei, en bevestigde, vooral in het Napoleontische tijdvak, zijn macht als koloniale mogendheid. De groote rijkdommen, die werden verworven, kwamen ook aan de bouwkunst ten goede. De Engelsche architectuur toonde steeds een neiging naar het klassieke, en werd weinig beïnvloed door de stijlrichtingen op het vaste land, behalve de Italiaansche Hoog-Renaissance. Ook tijdens de ~ HET NEO-KLASSICISME. 889 Neo-Klassicistische periode bleven de bouwmeesters de Palladiaansche richting getrouw, die ze echter zuiverden in klassieken, vooral hellenistischen geest. Temeer slaagden ze hierin, omdat tusschen den Barok en de nieuwe richting geen tusschenperiode viel van Rococo of Louis XVI. Naast dit Klassicisme ontwikkelde zich, vroeger dan op het vaste land, het Romantisme, gebaseerd op de eigen inheemsche Go- j pig. 995. Grange-House, Hampshire. thiek, die zelfs in het begin •••••••••••••••••••••••........•.•...»».M....#.„,,..,.............., • van de 19«eeuw het Klassicisme geheel verdrong. Het Klassicisme in Engeland beteekende een achteruitgang. Eerstens paste deze stijl niet voor het volk en het Noordelijk klimaat, en dan, de bouwkunst werd niet meer beoefend door groote meesters als Jones en Wren, maar door geleerden en archeologen. Deze bouwden tot de 19* eeuw nog kerken als Grieksche tempels, en zelfs spoorwegstations met klassieke motieven. Van grooten invloed waren ook de werken, die op archeologisch gebied verschenen. Zoo het werk over Palmyra en Baalbek, door Dawkin en Wood (1750); dat over het paleis van Diocletianus te Spalato, door Robert Adam (1764) en dat over de oude monumenten te Athene, door Staarten Revett (1762), welk laatste werk van groote beteekenis werd voor de hellenistische richting in de bouwkunst, ook op het vaste land van Europa. OVERZICHT DER MONUMENTEN. Robert Adam (1728—1792) en zijn broeder James Adam (f 1794) waren de grondleggers van den Neo-Klassicistischen Engelschen interieurstijl, waarin Grieksch-klassieke, maar ook Lod. XVI motieven zijn verwerkt. Een boek met hun ontwerpen verscheen in 4 deelen tusschen 1778 en 1812. Aan de bestaande Palladiaansche indeeling werd niet ingrijpend veranderd, al is b.v. het grondplan van het woonhuis voor den Earl of Derby in Grosvenor Square te Londen ook buitengewoon gelukkig (1773). Ook van het door hem gebouwde landhuis Keddlestone Hall (1761) te Derbyshire was het grondplan afkomstig van Paine. Te Edinbmgh waren zij de ontwerpers van de Universiteit (1789) en van het huis van Th. Hope. Te Londen zijn van hen de Society for encouragement of arts, een dor, droog gebouw, waarvan de anderhalve bovenste verdieping door Jonische zuilen zijn samengetrokken, en dat geheel door een tympan is bekroond; dan het Landsdowne house en vele andere. James Wgatt (1748—1813) studeerde in Rome. In klassicistischen geest bouwde hij te Londen het Pantheon in de Oxfordstreet. CodringtonshallenWhiteclub, terwijl hij de granieten, in 1833 uitgevoerde, 38 M. hooge Toskaansche zuil. het York monument, ontwierp. Veel minder prijzenswaardig zijn zijn restauraties van de Gothische kathedralen te Salisbury en te Lincoln, terwijl zijn Gothische abdy Fonthill bij Salisbury zeer kort na den opbouw weder totaal instortte. 890 HET NEO-KLASSICISME. « Fig. 996. St. Georges-Hall, te Liverpool. (Foto London Stsreoscop. Co. Ltd.) Henry Holland (1740—1806) bouwt in Londen. Genoemd moeten worden Claremont-House, Brooksclub en Carlton-House, bet laatste met 6-zuiligen Korinthischen porticus. gekroond door een tympan en boven de kroonlijst een balluster-attiek. Thomas Telfovd (1757—1834) is klassicistisch in zijn kerk te Bridgenorth, die inwendig Toskaansch, uitwendig Jonisch is. Shrewbury-castle daarentegen bouwde hij in romantischen geest. Sir John Soane (1750— 1835) studeert in Italië en Holland, is schrijver en geldt in Engeland alsdeNeo-Klassicist bij uitnemendheid; hij is voornamelijk in Londen werkzaam. Hij bouwt hier o.a. de Bank van Engeland, Romeinsch-Korinthisch, met zuilen en pilasters; Chelsea hospitaal (1807); Dulwich Picture Gallery (1807); het Gerechtshof (1820) en de Council office (1826), een lang gebouw met Korinthische zuilen. Robert Abraham is de ontwerper van County Fire office; dit bouwwerk is beneden rustiek, met bogenhal, waar boven een 1'/2-verdieping omvattende Korinthische groote orde met attiek. John Nash (1752—1835) is een der eersten, die woonhuisblokken bouwde; woningen van verschillende grootte, 20 of 30 in getal, werden achter een paleisgevel aangebracht, die midden- en hoekrisalieten had. De gevel werd gepleisterd en in olieverf geschilderd. Daar echter de huiseigenaren hun eigen kleuren kozen, had dit verbrokkeling van den monumentalen gevel tengevolge, die op een staalkaart ging gelijken. Overigens gaf Nash het karakter aan tal van stadsgedeelten, als Regent-street, Regents Park en Carlton-House Terrace. Behalve Haymarket-theatre bouwde hij nog den Parkgevel van het Buckingham Palace (1837), die een doorloopend balkon kreeg op Dorische zuilen, en een middenpartij van de Groote Korinthische pilasterorde; en ten slotte eenige minder belangrijke Gothische gebouwen. De St. Pancraskerk te Londen (1822) is een hellenistische schepping van William Inwood (1771-1843), een combinatie van Erechtheion, Lysicrates-monument en toren-der-winden, die zeer werd bewonderd, doch inderdaad een karikatuur is geworden van logische bouwkunst. William Wilkins (1778-1839) bouwt in 1838 te Londen de National Gallery, die niet erg geslaagd is, langgerekt, met Korinthische zuilen; de Universiteit, een pilasterbouw, met een 10-zulligen Korinthischen " HET NEO-KLASSICISME. 891 dooreen tympan bekroonden porticus; het S t. Geor ges-h os pi taal, en In 1823 het Gr an ge house te Fig. 995. Hampshire, Grieksch-Dorisch, waarvan de vormgeving, een klassieke tempel, geheel met het doel in strijd is. GeorgeBaseir (1795-1845) is de architect van het Fitzwilliam museum, dat, behalve smalle hoekrisalieten een 8-zuilige Korinthische middenpartij heeft. Sir Charles Barry (1795-1860), van wien Bridgewater house te Londen is, en Sir James Pennethorne (1801-1871) zijn de auteurs van talrijke karakterlooze Italiaansche paleisnabootsingen; de in 1822 gebouwde Villa Greenough te Londen is van Decimus Barton (1800-1881). Van den jong gestorven architect H. L. Elmes (1815—1847) is St. Geor ges Hall te Fig. 996. Liverpool (1838), die door dit werk blijk gaf, de beste toepassing van Klassicisme in Engeland te kunnen scheppen. De middenrisaliet van den 180 M. langen gevel omvat 16 Korinthische zuilen, met monumentale trap. Het bouwwerk werd door den begaafden Charles Robert Cockerell (1788—1863) voltooid, voorzoover het inwendige aangaat. Van laatstgenoemden bouwmeester, die in Italië en Griekenland studeerde, zijn: Sun Fire Office en Hannover Chapel (1825, met twee torens) te Londen, en te Oxford het Tailor en Randolph instituut. Te Londen bouwt Sir William Tite (1798-1873) o. a. de Beurs. Ten slotte Sir Robert Smirke (1780 — 1867), wiens CoventgardenTheater(l 809) te Londen zeer geslaagd mag heeten, meer dan zijn Hoofdpostkantoor (1829). Van hem zijn ook het Kings College (1831) en het in Jonischen stijl P~l-vormig aangelegde British Museum (1852), welk ongehoord kostbaar bouwplan gestaakt werd in 1845. De Fig. 994. gevel was toen 114 M. lang. SKANDINAVIË. Twee Zweedsche klassicisten, waarvan overigens weinig belangrijks bekend is, zijn Graaf Karl Johann Cronstedt (1709-1779) en Johann Friedrich Rehm (1717-1793). Trouwens, dit geheele tijdvak leverde in de Noorsche landen weinig groote bouwwerken op. Te Stokholm moet genoemd worden de Adolf Frederik kerk, waarvan in 1783 de koepel werd voltooid, door Karl Friedrich Adelcrantz (1716-1796), en het slot Rosendal (1823) door Frederik Blom. Alleen de Universiteitsgebouwen te Christiania, uitgevoerd door Grosch volgens de plannen van Schinkel, zijn vermeldenswaard. Een der eersten, die in Denemarken het klassicisme propageerde door woord en geschrift, was Georg David Anthon (1781). Overigens verrezen alle gebouwen van beteekenis in Kopenhagen. Kaspar Frederik Harsdorff (1735-1799) vat de Kolonnade bij de Amaliënborg op in Jonisch-hellenistischen geest. Twee kerken van beteekenis werden door Christiaan Frederik Hansen (1756— 1845) gebouwd, n.1. de Slotkerk (1826), klassicistisch met vierzuilig portaal, en de zeer fraaie Vrouwekerk (1829), een basiliek met apsis en zijbeuken, die naar den hoofdbeuk openen, beneden met vierkante pijlers, boven met Dorische zuilen. Het tongewelf is. evenals de apsis, ingedeeld door kasetten. Prachtig beeldhouwwerk van Thorwaldsen, en vooral het zegenende Christusbeeld in de apsis, beheerschen het geheele inwendige op voorname wijze. Ook voor deze kerk staat een strenge vierzuilige porticus. Ten slotte zijn nog een tweetal musea belangrijk, n.1. het streng hellenistische Natuurhistorische museum door Christiaan Hansen (1803-1883) en het eentonige, zwaar Etruskische Thorwaldsen museum (1848), door Bindesböll. XXXVIII. NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. E NEO-KLASSICISTISCHE BOUWSTIJL BLEEK VOOR DE NOORDELIJKE LANDEN niet te voldoen. Eerstens stelde het klimaat andere eischen, en kon een bouwvorm, die ondereen Zuidelijken blauwen hemel door zijn kostbaar materiaal het volmaakte nabij kwam, onder de grijze wolkenluchten van het Noordelijker klimaat en uit minder kostbare materialen samengesteld, niet anders dan een zeer verschillend effect opleveren. Het volmaakt schoone kon alleen bereikt worden door de klassieke vormen in hun tijd en hun omgeving. Het klassicisme bleef aan den Noordelijken volksgeest vreemd, die meer zich naar de middeleeuwsche vormen getrokken voelde, in tegenstelling met b.v. Italië, waar juist de middeleeuwsche vormen slechts met moeite vasten grond kregen. Ten slotte drong ook tot de voorstanders van het klassicisme het bewustzijn door, dat een klassicistische gevel een vaak slecht passend kleed was voor de er achter gelegen ruimte, en veel minder vrij te behandelen was dan de middeleeuwsche vormen. Terwijl aan de academies voor bouwkunst de klassieke vormenleer als de ideale geleeraard werd en door de verstandelijke beredeneering eindelijk gevoel werd uitgeschakeld, ontstond hier een tegenkanting tegen de middeleeuwsche vormen, die zich uitte in een propagande voor de Italiaansche Renaissance. Het gevolg was een hopelooze verwarring op bouwkunstig gebied, die nog vermeerderd werd door de kunsthistorische wetenschap, die zich ging ontwikkelen, en den bouwmeester als eerste eisch stelde een diepgaande kennis van historische stijlen.' Frankrijk bleef de Italiaansche kunstrichting trouw. Toch was hier een geleerde werkzaam, voor wien de middeleeuwsche bouwkunst geen geheimen meer" had. De boeken van Viollet-le-Duc zijn nu nog van de grootste beteekenis. De schrij- •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••*•••••••*■•••*•**** " • Fig. 999. ver was praktisch werkzaam • als restaurateur van Gothische S kerken, en minder scheppend j kunstenaar. Naast Viollet-le- ! Duc's werken was ook Victor S Hugo's roman Nötre-Dame 5 de Paris (1830) van grooten • invloed. In Engeland had zich de { Gothische bouwkunst steeds • naast de klassicistische weten S te handhaven. Bovendien was J hier een streven naar doel- j matigheid, rationalisme, dat J zijn vertegenwoordiger vond j in den schrijver Ruskin. Ook ' • in Duitschland vinden de S middeleeuwen een groot voor- j stander in Goethe, terwijl • Semper zich in zijn werken i doet kennen als een strever J Fig. 997. Groszes Schauspielhaus te Berlijn. NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 893 Fig. 998. Voorgevel van de Volksbühne te Berlijn. (Naar foto F. Stahl). Fig. 999. Kapel van het kasteel Pierrefonds naar doelmatigheid. Het zijn vooral de Romaansche stijl (voor kerkbouw) en de Oostersch-Moorsche kunst (voor synagoge bouw), die zich bij den kerkbouw in de voorkeur mogen verheugen (eklektisme). En in ons eigen land wisselen na 1850 middeleeuwsche vormen af met Barok, Rococo, Klassicisme en Renaissance, aan welke archaïstische bouwkunst, een kwestie van mode en niet van bouwkunstig inzicht, een eind komt door het optreden van den, ook ver buiten zijn vaderland beroemden Nederlandschen bouwkundige loseph Cuypers, leerling van Viollet-le-Duc, en, behalve Gothieker, ook rationalist. Totdat, in het begin van de 20= eeuw, ongeveer gelijktijdig, overal het bewustzijn doordrong, dat, wilde de bouwkunst zich verheffen uit het verval, het noodig was in geheet andere richting te zoeken, geloof te hebben in eigen scheppingskracht, omdat het al of niet slagen van een bouwkunstig monument afhangt van het meesterschap van den bouwmeester, en niet alleen van zijn wetenschap en kennis van historische stijlen. Het gevolg is wel, dat, tengevolge van het streven en zoeken, de 20= eeuw geen eenheid van stijl heeft opgeleverd tot dusver, maar dat het persoonlijk element sterk op den voorgrond is getreden. En dat in het eerste kwart van de 20= eeuw meer evoluties hebben plaats gevonden dan in de geheele 19e eeuw> 200dat de een nog als modern beschouwt wat de ander reeds verouderd acht. Maar toch volgt, gelukkig, de bouwkunst niet de overige beeldende kunsten in hun snelle evoluties, meer gebonden als ze is aan de techniek. Overigens heeft de hedendaagsche bouwmeester nog met zeer veel andere invloeden rekening te houden. De vorderingen in de techniek, b.v. de gewapende betonbouw, verkeert nog in het stadium van proefneming, en 894 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. t Fig. 1000. Detail van het Scheepvaarthuis te Amsterdam. sluit nog vele mogelijkheden in zich. De bouwmeester heeft echter niet alleen rekening te houden met de geheel veranderde wetten van statica, doch tevens met de veranderde aesthetische eischen van het materiaal. Dan de veranderende maatschappelijke constellatie, de tengevolge van het materialisme verminderde liefde voor het kunstambacht, en de vervanging van den werkman door de machine. En de nieuwe problemen, als daar zijn complexen van arbeiderswoningen, industriegebouwen, fabrieken, watertorens, warenhuizen, spoorwegstations, hotels en restaurants, die de plaats zijn in gaan nemen van kasteelen en kerken. Deze alle hebben andere eischen van doelmatigheid, juistheid van constructie, duidelijkheid in massa en monumentaliteit. De Duitsche architect streeft voor alles naar het kolossale en houdt daarbij vaak nog vast aan, zij 't ook Fig. 998. gewijzigde, oude vormen (Volksbühne te Berlijn), doch werkt er zich ook soms totaal van vrij (Groszes Schau- Fig. 997. spielhaus te Berlijn). De Nederlandsche bouwmeester echter, die steeds tracht naar doelmatigheid en het redegevende (Beurs te Amsterdam), ziet af van oude vormen en bereikt zoo langzaam aan een toonaangevende positie en buitengewone Fig. 1000. originaliteit (Scheepvaarthuis te Amsterdam). NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 895 Ten slotte dient nog even gewezen op een nieuwe stijl, die door Victor Horta werd geschapen, bij ons meer bekend door de werken van Van der Velde, onder den naam van Vermicellistijl, en die nu reeds weer tot het verleden behoort. ITALIË. Zeer sterk ondergaat dit land den invloed van de andere Europeesche staten. In Milaan wordt in 1865 aangevangen met den aanleg van het Camposanto, in Italiaansche Vroeg-Renaissance opvatting. De ontwerper was Carlo Maciacchini (1818 — 1891). Het in 1871 voltooide Spaar- Fig. 1002. Synagoge te Florence.' Fig. 1001. Gebouw voor kunsttentoonstellingen te Rome. (Naar Joseph). bankgebouw, opgevat als een rustiek paleis, is van Giuseppe Balzaretti (1801 — 1874). Het voornaamste Noord-Italiaanschebouwwerk is de van 1865—1877 gebouwde Galerij Vittorio Emanuele door Fig. 1004. Giuseppe Mengoni (1820—1877). In Griekschen kruisvorm zijn de met ijzer en glas overdekte winkelstraten, respectievelijk lang 195 en 105, en breed 14.5 M. op het kruispunt gekroond door een hoogen 8-zijdigen koepel, eveneens van ijzer en glas. De vier verdiepingen van de winkels zijn ingedeeld door pilasters en karyatiden, terwijl vele Renaissance motieven zijn verwerkt. De prachtige ingang aan het Domplein vormt een schitterende triomfboog. C a m i 11 o B o ï t o, de schrijver van de geschiedenis van den Dom te Milaan, maakt tevens veel 896 NEO-ROMAANSCH, NEO GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. Fig. 1003. Victor Emanuel monument te Rome. ontwerpen, waarvan er o. a. in Padua en Venetië zijn uitgevoerd. Aan zijn tehuis voor Musici heeft hij Gothische vormen verwerkt. Het groote Toskaansche kantoorgebouw van de krant Corriere della Sera werd gebouwd door den in 1855 geboren Lucca Beltrami, evenals de Nieuwe Synagoge. Het fraaie Palazzo Castiglione is ............................ ...................... ••••••••••••••••••• van C. Sommaruga. ____ , , ; Lonigo. De kerk (1878), in VroegRomaanschen stijl, met 3-deeligen gevel, werd door Giacomo Franco ontworpen. Bologna. Door bovengenoemden Mengoni werden aan den Spaarbank Gothische motieven verwerkt. Turijn. Luigi Beria bouwt hier het Station Rivoli. Zeer modern, haast on-Italiaansch, is het hoofdgebouw van de Tentoonstelling in 1902 door Raimondo d'Aronco uitgevoerd. Florence. Ook hier was Mengoni werkzaam. Van hem is de Markthal. Emilio de Fabris voltooit den • gevel van den Dom, geheel overeen- • Fig. 1004. Galerij Victor Emanuel, te Milaan. komst ig den stijl van de ernaast staande :,..............................,..••........•..••••••».........••••..••••••••••• NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 897 Eig. 1005. Paleis van Justitie te Rome. (Foto Brummelkamp). Campanile in gekleurde marmersoorten. Na De Fabris' dood werd de bouw voortgezet door Luigi del Moro, die aan de bestaande plannen echter niets veranderde. Genoemd moeten hier nog worden de Synagoge (1882), vooral inwendig fraai Arabisch-Moorsch, maar Fig. 1002 origineel opgevat, door Micheli; en de Italiaansche Bank, door Riccardo Mazzanti. Rome bezit in het door Guglielmo Calderini (geboren 1845) gebouwde Paleis van Justitie een meesterwerk van den eersten rang. Het werd in 1888 begonnen en gebouwd Fig. 1005 op een rechthoek van 170 X 145 M., in de nabijheid van de Engelsburcht. De groote middenpartij, Palladiaansch, heeft 3, de vleugels hebben 2 verdiepingen. Goed geslaagd is ook het Tentoonstellingsgebouw voor kunst (1882) door Pio Piacentini Fig. 1001 (geb. 1846), waarvan de middenpartij lijkt op een triomfboog met 3 openingen, en de vleugels, zonder vensters, maar met beeldenattiek, geleed zijn door Korinthische pilasters. De Ban ca d 'Italia, door GaëtanoKoch, is beneden rustiek, en heeft boven in twee verdiepingen zuilen, het geheel door een attiek gekroond. Het Nationale gedenkteeken voorVictor Emanuel werd in 1906 door den in Fig. 1003 1855 geboren Graaf Giuseppe Sacconi begonnen. Het reusachtige bouwwerk bestaat uit een gebogen Korinthische zuilengaanderij, op de vleugels eindigend in twee tempelfronten. Grootsche bordestrappen, met beeldengroepen en vergulde ruiterstandbeelden voeren naar deze hooggelegen gaanderij. Het geheel is van wit marmer, gedeeltelijk verguld, en nog steeds niet voltooid. Het lijkt nu nog wat protsig, maar zal, indien de glans van het nieuwe marmer en vergulde metaal wat bestorven is niet nalaten, een overweldigenden indruk op den beschouwer te maken. 898 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST.: Fig. 1006. Barcelona. Ingangspaviljoen van het Pare Guëll. Fig. 1007. Barcelona. Woonhuis. (Naar N. K. Baustil). Napels. Ernesto di Mauro bouwt in 1891 een galerij, die echter de vergelijking met die.te Milaan niet kan doorstaan. De Universiteit is een grootsch, in Renaissance stijl gehouden bouwwerk van den in 1898overleden bouwmeester Pietro Paolo Quaglia. Belangrijk zijn ook nog het Zoölogisch station, door Cav. Oscare Capocci, en de Beurs, in Palladiaanschen geest opgevat door A. Guerra. Messina. Een der mooiste begraafplaatsen is het Camposanto, van den in 1885 overleden architect Leone Savoja. Palermo. Een van de fraaiste schouwburgen, ten minste wat het grondplan betreft, is het door Giov. Battista Filippo Basile (1825—1891) in 1897 gebouwde Teatro Massimo. Het werd door zijn zoon Ernesto Basile voltooid. SPANJE. Madrid. In Spanje werden achtereenvolgens alle vroegere inheemsche bouwstijlen weer toegepast. De beroemde Basilica dinuestraSenora de At ocha (Pantheon de hombres ilustres) is Neo-Romaansch; deBuenSuceso Gothisch, doch met koepel met tamboer; de San Firmin de los Navorros vertoont de mudejaarstijl, terwijl ten slotte, na de herstelling van het Alhambra de Moorsche stijl zich in een grooten voorkeur mocht verheugen. De Plaza de Toros (stierenarena, 1874), door Emilio Rodriguez Ayuso (geboren 1845) en Alvarez Capra, is sober, maar zuiver Spaansch. Moorsch daarentegen is de « NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 899 Spaansche Bank (Banca de Espana, 1891) door Eduardo de Adoro (f 1906) en Seve- riano Sainz de la Lastra. De Beurs (1893) is Neo- klassicistisch, met een 6-zui- ligen korinthischen gevel, en gebouwd door Enrique Maria Repullés y Vargas. Barcelona. Geheel eigen modern van compositie is de kerk Sagrada Familia, Fig. 1006, door Antonio Gaudi, wier 1007. § . - bouw nog voortgang heeft. Ook het paleis van Justitie is vermeldenswaard. FRANKRIJK. Na den Empire-stijl zijn het Fig. 1008. Kathedraal te Marseille. Fig. 1009. Sacré-Cceur te Parijs. vooral de Renaissance, de VroegBarok, de Gothiek en de Romaansch-Byzantijnsche stijl, die bij voorkeur worden toegepast. Parijs. Jacques Felix Duban (1797—1870) is de architect van de E c o 1 e-d e s-b eau x-A r t s, waaraan Laat-Middeneeuwsche en Renaissance fragmenten zijn verwerkt. Ook de A p o 11 o-g a 1 e r ij van het Louvre werd hem opgedragen, terwijl hij met Jean Baptiste Lassus (1807—1857) samen de restauratie leidt van Ste Chapelle, en de kasteelen Blois, Dampierre en Chantilly. Lassus heeft ook de leiding van den bouw van de St. Se verin. Een van de eersten, die voor» 900 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. namelijk ijzerconstructies toepaste, was Henri Labrouste (1801 — 1875). Zoo aan de Bibliotheek Ste Geneviève (1850), waarvan inde leeszaal de koepels op dunne gietijzeren zuiltjes en de groote ronde openingen bovenin door glas zijn gedekt. De gevel is opgevat in VroegItaliaansch-Pransche Renaissance stijl. Ook in de leeszaal in de Nationale bibliotheek (1855) werden dezelfde materialen verwerkt. Het Station-West (1852) heeft beneden uitsluitend rondbogen, en is het werk van Francois Duquesney (1800—1849). J. Hittorff bouwt het Station Noord (1863), Neo-renaissance, een ijzerconstructie, waarvan de gevel door groote rondbogen en gekoppelde Jonische pilasters is ingedeeld. Grieksch-klassicistisch is daarentegen de verbouwing van het Paleis van Justitie (1859) door Louis Joseph Duc (1802—1878). Franz Christian Gau (1790—1854), een genaturaliseerde Keulenaar, begint de kerk Ste Clotilde in Vroeg-Gothische vormen, basiliekvormig met twee geveltorens. Na zijn dood wordt ; • ae douw in aen geest van ae rijpere ootnieK • ; voortgezet door Theodore Ballu (1817— I Fig. 1010. Fragment^ van een)9evel in Parijs. j lgg5)_ dje ^ Jg59 de kerfc voltooit_ gn dan •••••••••••••••• aan den bouw van de kerk St. Trinité (1867), Romaansch, gemengd met Renaissance. Verder is hij, tegelijk met P. J. E. Deperthes, werkzaam aan het Stadhuis, in Vroeg-Fransche Renaissance stijl. De grootmeester der latere Fransche bouwkunst is Eugene Viollet-le-Duc (1814—1879), die bovendien een zeer geleerd schrijver over Gothische architectuur was. Na den dood van Lassus werd hem de restauratie van de Ste Chapelle (1857) opgedragen, waaraan de sakristie geheel nieuw is. Reeds in 1842 was hij werkzaam aan de Nötre-Dame. Zijn best Fig. 999. geslaagde burgerlijk bouwwerk was het Kasteel Pierrefonds, waarvan vooral de eerehof uitmunt door gelukkige toepassing van oude vormen in nieuwen geest. Fig. 1008. Heel mooi is ook de Kathedraal te Marseille (1855), door Leon Vaudoyer (1803—1872), welke Gothische kerk 3-beukig is met transept, halfcirkelvormig koor en omgang met kapellenkrans. Boven de kruising verheft zich een koepel; twee kleinere dekken het transept af. Het geheele gebouw met de twee geveltorens is door horizontale gekleurde banden ingedeeld, en beheerscht de geheele havenstad door haar schoone ligging. Victor Baltard (1805—1874), die in 1835 het indrukwekkende Paleis van Justitie te Lyon bouwde, waarbij op een 3 M. hoogen sokkel een 24 Korinthische zuilen omvattende, door een attiek gekroonde, galerij rust, ontwierp in 1859 te Parijs de Centrale markthal, geheel ijzer en glas op een steenen sokkel, 't geheej gering aan kunstwaarde. NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE. MODERNE BOUWKUNST. 901 Fig. 1011. Groote trap van de Grand Opera te Parijs. Ook zijn Romaansch-Byzantijnsch-Vroeg-Renaissance kerk St. Augustin (1868) is grootendeels een ijzerconstructie. De moeilijkheden, die het grondplan opleverde, zijn schitterend opgelost. Van af den gevel, die beneden tusschen zware steunbeeren drie rondbogen, boven een groot roosvenster bevat, verwijdt zich het gebouw naar de koorzijde doordat de kapellen in omvang toenemen. De zuilen zijn van gietijzer, de gewelven van smeedijzer, evenals de koepel met de lantaarn-. 902 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. Fig. 1012. Parijs, Grand Opera. (Photo Braun S Co). Tegelijkertijd met Baltard werken Etienne Codde (1781 — 1869) en J. B. Lesueur (1794-1883) aan het Stadhuis. Een leerling van Viollet-le-Duc is Paul Abadie (1812—1884). Ook hem werden vele restauraties opgedragen, o. a. de kathedralen te Perigueux, Angoulème en Bordeaux. Een schepping van Abadie is de kerk Sacré Fig. 1009. Cceur (1876) te Parijs, een Zuid-Fransch, Romaansch-Byzantijnsche kruiskerk met 80 M. hoogen koepel, vier kleinere in de hoeken van de kruising en een 120 M. hoogen vrijstaanden toren. Deze kerk werd in 1919 gewijd. Na Viollet-le-Duc is de meest gewaardeerde bouwmeester Charles Garnier( 1825—1898), Fig. 1012. de architect van de Groote Opera te Parijs (1875), in Italiaansch-Fransch Laat-Renaissance, ongeveer Lodewijk XI V-stijl, welker bouw hem werd opgedragen na zijn bekroning in een prijsvraag. De rijke gevel bestaat uit 7 traveeën, waarvan er twee op rekening komen van de hoekpaviljoens. Op den door rondbogen ingedeelden beganen grond volgt een doorloopende loggia van gekoppelde Korinthische zuilen, afgedekt door een hooge, rijk NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 903 versierde astiek. Inwendig Fig. 1011. doet het trappenhuis wat overdadig aan. In Monte-Carlo ontwerpt hij het Casino en het Theater, in beheerschten Barokvorm. Ook de Sterrewacht te Nizza is van Garnier. Gabriel Davioud (1823-1881) bouwt te Parijs het Trocaderopaleis, met een naar voren gebogen rondbogen gevel tusschen twee vierkante torens, en geheel van bak- en natuursteen. Bi) zijn arbeid werd hij bijgestaan door den ontwerper van de in Lod. XIV stijl gehouden theaters Lyrique en du Chatelet, ]u 1 es Desiré Bourdais (geb. 1835). Ten slotte zijn vermeldenswaard de kerk Nötre Dame des C h a m p s en' het paleis van de hertogin de G a 11 ie ra, door Leon Ginain (f 1898); het hT.1922 grootendeels door brand vernielde MagasinduPrintemps (1881) geheel ijzer en steen met Renaissance details, door Paul Sedille (f 1900); het Palace-Hotel, modern, vrij van oude overleveringen, door Chedanne; de Eiffeltoren (1889), 300M. hoog van smeedijzer, geheel origineel van vorm, en het hoogste bouw werk ter wereld, ontworpen door Fig. 1013. Stadhuis te Hamburg. Gustave Eiffel; en het ondergrond-station, door Hector Guimard. Straatsburg. De Nieuwe kerk (1876) is gebouwd volgens de plannen van E. Salomon, en rechthoekig driebeukig, in Romaanschen stijl. Romaansch Gothisch is de door Hartel en Neckelmann gebouwde St. Pieterskerk. De platte grond is bijna een Grieksch kruis; de kruisarmen hebben apsiden terwijl een kapellenkrans en fraaie koepel het geheel een rijk uiterlijk geven. Van denzelfden bouwmeester is de in 1894 gebouwde Universiteitsbibliotheek. Het voormalige Keizerspaleis, door H. Eggert is in Italiaanschen Renaissancestijl gehouden, gebouwd om twee binnenplaatsen, met een open koepel boven den ingang, waarvoor een porticus. De Synagoge, in Romaanschen kerkvorm, is in 1898 door Ludwig Lewij voltooid. 904 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. Fig. 1014. Dom te Berlijn. Fig, 1015. Ingang van een school te München-Schwabing. (Naar Joseph). DUITSCHLAND. Berlijn. Friedrich Aug. Stüler (1800—1865) bouwt vele kerken. De Jacobikerk (1845) is een basiliek, met drie apsiden en één toren, naast de kerk geplaatst. Een jaar later, in 1846, werd de Matthaïkerk, geheel van baksteen, opgetrokken, eveneens met één toren, maar in de hoofdas geplaatst. Zijn zeer geslaagde Markuskerk (1848), alweer met één toren, is een Romaansche centraalbouw. Heinr. Strack (1804—1880), die klassicist was, vatte zijn Petrikerk (1850) in Gothischen stijl op, maar is slecht geslaagd. De Michaëlskerk (1856), Italiaansch-Romaansch, door Aug. Soller (f 1853), is een drie-beukige kruiskerk met koepel. Zeer fraaie kerken bouwde Fr. Adler (1827—1908). Gothisch is zijn Christuskerk (1864). Aan de Thomaskerk (1869), Romaansch, met klaverbladvormig koor, twee geveltorens en kruiskoepel, paste hij dwerggaanderijen toe. Nieuw is zijn vinding om, door het naar binnen plaatsen van de steunbeeren, een smallen omgang aan te brengen. Ed. Knoblauch (1801 —1865) verwerkt in de Nieuwe Synagoge (1866) Arablsch-Moorsche vormen (zooals algemeen gebruikelijk werd), terwijl hij tevens ijzerconstructies toepaste. Modern-Romaansch is de door Möller ontworpen en door Aug. Orth (1828 — 1902) in 1873 uitgevoerde Zionskerk. Kruisvormig, met koepel, is de in 1888 door Joh. Otzeö gebouwde H. Kruiskerk, terwijl zijn Gothische Geor gekerk (1897) een toren bezit van 104 M. die de hoogste is te Berlijn. Eveneens Romaansch is de Genadekerk (1895) door Spitta, en de groote Keizer Wilhelm Gedachteniskerk in hetzelfde jaar door Fr. Schwechten. Julius C. Raschdorff (1823—1915) voltooit in 1905 de grootste Berlijnsche kerk, den Fig. 1014. Dom, grootsch. maar niet geheel geslaagd, in Italiaanschen-Hoog-Renaissance stijl. De met behulp van ijzer geconstrueerde koepel heeft een middellijn van 33 M., en een hoogte van 74 M„ de lantaarn medegerekend. NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 905 Fig. 1016. Rijksdaggebouw te Berlijn. (Opname Neue Photogr. Ge»., Berlin). Friedr. Hitzig (1811 — 1881) was, behalve van vele woonhuizen en villa's, ook de bouwmeester van de Beurs (1863), die geheel in Romeinsche Hoog-Renaissance is gehouden. Van geheel andere opvatting getuigt het in 1869 door Walsemann gebouwde Raadhuis, dat, compact rechthoekig met een grooten middentoren, is opgetrokken in baksteen en terracotta. Na 1870 zijn er in Berlijn vele groote gebouwen verrezen, meest alle in Renaissance-vorm. Het Kunstnijverheids museum (1881), waaraan veel terracotta is verwerkt, is van Martin Gropius (f 1880); het Museum van Volkenkunde (1888) van H. Ende (f 1907) en Boeckmann. Fig. 1016. Een der meest indrukwekkende gebouwen van Berlijn is net door Paul Wallot (1841 — 1912) in 1894 voltooide Rijksdaggebouw, dat, om twee binnenplaatsen aangelegd, geheel in Italiaansche Laat-Renaissance is gehouden. De koepel, die wat te laag is uitgevallen, en daardoor gedrukt lijkt, was in Wallot's ontwerp hooger. Dan moeten in Berlijn nog genoemd worden: het Lessing-theater (1888) door Hude en Hennicke; de Dresdener Bank (1889) door L. Heim; het pompeuze Pal eis Sta udt, door Otto Rieth, van wien Fig. 1020. ook het moderne Handelsgebouw (Mohrenstr. 36) is; het Warenhuis Wertheim. door Alfred Messel, waarvan vooral de laatste hoekpartij bijzonder geslaagd is; het Warenhuis Tietz, door Sehring en Lachmann, met een gevel, die bijna geheel uit glas bestaat. En dan de geheel moderne verbouwing van het Grosze Schauspielhaus, door Fig. 997 Hans Poelzig, waarvan het inwendige, groot en ruim, door soberheid en afwijkende vormen niet nalaat een onuitwischbaren indruk bij den bezoeker achter te laten. Uitwendig is in groote vormen gehouden de Volksbühne, die in 1918 door Oskar Kaufmann werd Fig. 998 voltooid. Groote Dorische zuilen markeeren de middenpartij van het front. 906 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. Fig. 1017. Modern schoolportaal uit Halle. Fig. 1018. Fragment van den gevel van de Hoogere Weefschool te Berlijn. Fig. 1018. Daarentegen is de Hoogere Weefschool, door Ludwig Hoffmann weer geheel opgevat in gemoderniseerde Gothiek. Te Sanssouci bouwde Ludwig Persius (1803—1850) de Vredeskerk in den vorm van een Oud-Christelijke basiliek. Charlottenburg. Richard Lucae (f 1877), een Renaissancist, is de architect van de Technische Hoogeschool. Dresden. Gottfried Semper (1803—1879) is, behalve een der meest gewaardeerde Duitsche architecten, ook schrijver over bouwkunde. In 1825 is hij in München werkzaam bij Gartner, daarna tot 1830 te Parijs bij Gau. Na éen reis door Griekenland en Italië voelt hij zich het meest aangetrokken tot de Italiaansche Hoog-Renaissance. In 1834 wordt hij hoogleeraar aan de kunstacademie te Dresden, waar hij in 1838 zijn eerste bouwwerk voltooit, de Synagoge, evenwel in Moorsch-Byzantijnschen stijl. In 1841 volgt de Hofschouwburg, waarvan de toeschouwersruimte naar buiten door een halfcirkelvormige,- twee verdiepingen hooge rondbooggalerij spreekt. Na een brand werd de herbouwing door Semper voorbereid, en door zijn zoon, M. Semper uitgevoerd. Semper's paleis Oppènheim (1848), zoowel als zijn Schilderijen galerij (1847) vertoonen zijn voorliefde voor Italiaansche Renaissance. Van het laatste bouwwerk is de 8 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 907 Fig. 1019. Warenhaus Tietz te Düsseldorf. gevel 127.50 M. lang; het werd in 1854, na Sempers vertrek in 1851 naar Parijs en Engeland, uitgevoerd door Hanel en Krüger. Moritz Hanel bouwt zelfstandig het Johanneum Museum (1875), fraai in Renaissance stijl, waaraan een bordestrap van Longuelune behouden bleef. De Kunstacademie is van Const. Lipsius (f 1894), het Standehaus, in Vroeg-Barok-stljl van P. Wallot. De geheel moderne Kunstnijverheidsschool werd door W. L o s s o w ontworpen. Leipzig. Het Museum, dat in 1858 door Ludw. Lange werd gebouwd, werd in 1884 door de architecten Gropius en Schmieden uitgebreid, welke beide laatsten ook het Concertgebouw in het zelfde jaar voltooiden in Helleensch-Klassicistischen geest. Van C. F. Lang hans is het ontwerp voor het Nieuwe Theater (1867), inHoog-Renaissancestijl. De Peterskerk (1878). Gothisch met fraaie kapellenkrans, is van Aug. Hartel en Lipsius. Het in 1886door Von Groszheim en Kayser gebouwde Boekhandel-huis wijkt af door de opvatting in Duitsch-Renaissance-stijl. Max Hasak houdt zich echter weer aan de Hoog Renaissance, als hij in 1885 de R ij k s b a n k beneden rustiek met rondbogen ontwerpt en rustieke hoekoplossingen aanbrengt langs de twee etages. In hetzelfde jaar bouwt Warth de Kunstacademie. Hugo Licht, de architect van het Raadhuis, is ook de schepper van het fraaie Grassi Museum (1895); dit laatste is beneden rustiek met rechthoekige vensters en rondboogingang; de beide verdiepingen zijn door Korinthische zuilen samengetrokken, en alleen het onbenullige topgeveltje boven de middentravée schaadt het geheel. Het uitgebreide (126x76 M.) Rijksgerechtshof (1895), door L. Hoffmann en P. D y b w a d is Klassicistisch-Renaissance; boven het centrum van dit om twee binnenplaatsen gegroepeerde bouwwerk verrijst een uitwendig vierzijdige koepel, terwijl de middenpartij van den gevel bestaat uit een Korinthisch tempelfront. 908 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. In Leipzig dienen ten slotte nog gememoreerd te worden: de Universiteitsbibliotheek (1891), door Arwed Roszbach; het Nieuwe Augusteum (1897), door denzelfden, met een middenpartij als een 8-zuilig tempelfront: en het reusachtige Volkerenslag gedenkteeken, door Bruno Schmitz. Halle. Van C. Rehhorst, die hier werkt, is het portaal van een middelbare school, modern van opvatting. Fig. 1017 Brunswijk. Na een brand in 1865 werd het Hertogelijk ResidentieslotdoorWolf herbouwd; de Synagoge (1875) is een Romaansch-Moorsche schepping van Uhde. Hannover. Zeer werkzaam is in deze stad Karl Wilh. Hase (1818—1902), die nieuwe oplossingen tracht te vinden voor de inheemsche Noord-Duitsche baksteenarchitectuur. Zoo is het Provinciaal Museum (1856) Romaansch; twee vleugels springen voor. Vroeg-Gothisch is de Christuskerk (1864), in kruisvorm; de Apostelkerk (1883) is eveneens Gothisch, baksteen, maar in basiliekvorm. Romaansch is de in 1857 door Schröder gebouwde Hannoversche bank. Edwin Oppler (1831 — 1900), ontwerpt de Synagoge, en herstelt met Hase het slot Mariënburgbij Nordstemmen, evenals de St. Godehardkerk en de Michaëlskerk te 2 S Hildesheim. j Fig. 1020. Warenhuis te Berlijn. (Naar Joscph). : Christoph Hehl bouwt de St. Vincentiuskerk i • • • •• ï en in 1900 de Garnizoenskerk, fraai Romaansch; in 1896 verrijst het Rijksbankgebouw, van Hasak. Het Stationsgebouw is van Hubert Stier. Schwerin. In 1844 begint G. A. Demmler met den bouw van het Residentie slot in Neo-Renaissance stijl. Vanaf 1848 is Stüler er aan werkzaam. Stüler restaureert ook de kasteelen Stolzenfels en Hohenzollern. De Gothische St. Paulskerk is van Th. Krüger (f 1885). Hamburg. Gothisch, met een 147 M. hoogen toren is de Nicolaïkerk (1863), door Georg Gilbert Scott (1811 — 1878). Door Joh. Otzen werden in 1872 en 1883 de S. Johannes- en S. Petruskerk gebouwd. Fig. 1013. Een der best geslaagde Noord-Duitsche Raadhuizen (1886) is dat te Hamburg, geheel in Neo-DuitscheRenaissance opgetrokken door verschillende architecten. De hooge toren in het midden van den gevel is van Ha 11 er. Bremen. Bij den bouw van de Be urs (1864) geeft Heinrich Muller blijk, den Gothischen stijl op juiste wijze te kunnen verwerken. Fig. 1019. Düsseldorf. Het Warenhuis Tietz plaatst zijn bouwmeester Georg Frentzen onder de besten der modernen. Keulen. Julius Raschdorff restaureert in 1870 het Stadhuis, en bouwt ook de Stadsschouwburg. Romaansch is Stüler's Trinitatiskerk, terwijl Hasak's Rijksbank Vroeg-Gothisch is. Echter beheerscht de restauratie en de voltooiing van den Dom in 1880, waarvoor het geheele Duitsche volk in geestdrift was gebracht, zoodat de schatten gelds vrijwillig werden :: NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 909 opgebracht, de bouwkunst in deze Rijnstad geheel, Van 1824 tot 1833 staat het werk onder leiding van Ahlert. dan van E. F. Zwirner (f 1861) en Richard Wig tel (f 1902). Deze restauratie gaf het voorbeeld aan vele andere, o.a. de Munsterkerk te Lïlm (door Thran) en te Regensburg (Densinger). Wiesbaden. Hoffmann is de ontwerper van de Grieksche kapel (1869) en de Synagoge (1869) in Byzantijnschen stijl. Het Raadh uis is Duitsch-RenaisSance, door Hauberrisser; de Schouwburg, door Pellner en Helmer is weer in Ital. Renaissance-vorm gehouden. Eindelijk is ook het Kurhaus (1907) door Fr. v. Thiersch van belang. Marburg. Gothisch is de Aula van de Universiteit, door Karl Schater (1908). Frankfort a. Main. Nadat in 1840 Stüler de Beurs had gebouwd, volgde in 1860 de Synagoge, door Joh. Georg Kayser, in Moorsch-Byzantijnschen stijl. Te noemen zijn ook het Krankzinnigengesticht, door Pinchler (f 1865) cu uc upera \ioov) aoor Kien ara Lucae rr la//), in Italiaanschen Hoog-Renaissance-vorm, evenals de Nieuwe j Fig. 102K Trappenhuis uit het | Beurs (1879) door Burnitz en Sommer. Bondsraadsgebouw te Bërn. Darmstadt is een centrum van de moderne cultuur. Merkwaardig zijn hier Peter Behrens' eigen woning en die van M. Olbrich (f 1908). Mannheim. Curjel en Moser zijn de architecten van de Romaansche Johanneskerk; Joh. Schroth voltooit in 1903 de Laat-Gothische L. Vrouwekerk. Een moderne concertzaal is de Rozentuin, door Bruno Schmitz. Karlsruhe. Werkzaam is hier Heinr. Hübsch (1795—1863). Hij bouwt de Polytechnische School (1835), de Kunsthal (1845) en de Hofschóuwburg (1853). Friedr. Eisenlohr (1805—1854); door wien het Station werd ontworpen, is ook de architect van de stations te Heidelberg en Freiburg. Curjel en Moser bouwen de Christuskerk, Jos. Berkmüller (f 1879) het Museum (Italiaansche Hoog-Renaissance), H. Lang de Villa Schenk. Behalve als practisch werkzaam bouwmeester (Feesthal en Groot Hertogelijk paleis in barokke Renaissance) is Joseph Durm ook bekend geworden als schrijver over architectuur. Baden is eveneens het terrein van werkzaamheid van Hübsch, waar hij de Drinkhal bouwt. Te Splers restaureert hij den Dom; nieuw zijn de kerken te Bulach, Freiburg en Rothenburg. Stuttgart. In 1852 voltooide K. L. W. von Zanth, die in hetzelfde jaar stierf, de in Moorschen stijl gehouden Villa Wilhelmina. De Koningskolonnade, een lange Jonische zuilenhal, door twee Korinthische tempelfronten onderbroken, werd door J. M. Knapp (f1856) ontworpen en door Chr. Friedr. Leins(f 1892) uitgevoerd. Van den laatste zijn ook de Gothische Johanneskerk (1876) en de zeer fraaie Villa Berg, bij Stuttgart. Eveneens Gothisch is de Mariakerk (1879) van J. v. Egle (f 1899) en de Polytechnischeschool, waarin Renaissance-vormen overheerschen. Dollinger bouwt de nieuwe Garnizoenskerk (1879). Skjold Neckelmann het barokke Kunstnijverheidsmuseum (1896); Jassoy en Vollmer 910 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. :: ontwerpen nog het Gothische Raadhuis in 1905. terwijl Lambert en Stahl in modern barokken geest werken. München. Nadat v. Klenze in 1837 de driebeukige, basiliekvormige H. Hofkerk had voltooid, zijn er nog verscheiden belangrijke kerken verrezen. O. a. de Lodewijkskerk (1843) door v. Gartner, RomaanschGothisch, in Latijnschen kruisvorm met voorhal en twee geveltorens; de Maria hulpkerk in de Au (1831, bij München) door G. F. Ziebland(1800—1873), volgens hallensysteem in bak- en natuursteen, met opengewerkte torenhelm; de Bonifaciuskerk, een 5-beukige oud-Christelijke basiliek met open voorhal, door denzelfden architect; de St. Annakerk (1893), door Gabriel von Seidl, fraai van groepeering, en eenvoudig van uitvoering in Romaanschen stijl; en de moderne Verlosserskerk door Theodoor Fischer. Ook op gebied van burgerlijke bouwkunst komt in München veel tot stand, al is de leidende positie van deze stad op dit gebied verloren gegaan. Von Gartner past de Vroeg-Renaissance toe aan de Bibliotheek (1842) en voltooit in 1844 de niet geslaagde copie van de Loggia dei Lanzi te Florence, de Veldheerenhal. Het gebouw voor Kunstten toonstellingen (1845) is van Ziebland, die het middendeel van dezen pilasterbouw opvat als een 8-zuilig Korinthisch tempelfront. Uit dezen tijd is ook de Koningsvleugel van het Residentieslot, een navolging van Pal. Pitti, afkomstig. Het slot Hohenschwangau, Romaansch-Gothisch, werd door J. D. Ohlmüller (1791 —1839) gebouwd; Georg Dollmann (j~1895) volgt in het slot Herrenchiemsee het slot van Versailles na, terwijl hij, met J. Hofmann (4/ 1896) samen het fraaie Rococo slot Linderhof bouwt. In 1886 voltooit Chr. Plank het slot Neuschwanstein. Achtereenvolgens worden alle stijlen nogmaals toegepast; zoo de Italiaansche Renaissance aan het Maxim ilianeum, door Friedr. Bürcklein (4/ 1872); de Gothiek aan het Regeeringsgebouw (1864), waarin naast de vertikale ook de horizontale lijn spreekt; de Engelsche Gothiek aan het Oude Nationale Museum, door Ed. Riedel (1813—1885); de Italiaansche Renaissance aan de Technische Hoogeschool (1870) door Gottfr. Neureuther (1811 —1886), die ook de Kunstacademie (1885) bouwt, met geheel marmeren gevel, waar de eerste gepleisterd is; de Galerij van den Graaf Schack (1874), door Lorenz Gedon (f 1883) in Duitsche Renaissance, welke stijl v. Seidl ook aan zijn Kunstenaarshuis toepast. Laat-Gothisch, schilderachtig, met zijn hoogen middentoren, maar wat overladen, is het Raadhuis, door Georg Hauberrisser. Even afwisselend van aspect is het Nieuwe Fig. 1022. Nieuwe Museum te Winterthur, door Rittmeyer en Furrer. NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 911 Nationale Museum, door Von Seidl, die in dit complex van de meest uiteenloopende stijlen, met hoogen toren in de middenpartij, toch een zekere eenheid wist te brengen. Barok is het Paleis van Justitie (1897), door Fr. Thiersch. Modern het Gebouw van de Allg. Zeitung (1901), waarmee M. Dülfer bijzonder geslaagd is: het Stadsweeshuis van H. Grassel, en Fig. 1015. scholen van Theod. Fischer (jongensschool te München-Schwabing). ZWITSERLAND. In 1855 werd Gottfried Semper tot professor in de architectuur benoemd aan de Polytechnische school te Zürich, waar hij in 1863 een nieuwe school bouwt in vereeniging met den architect Wolff. Van het hoog gelegen gebouw zijn de lange vleugels zeer eenvoudig, drie verdiepingen hoog. Alleen de iets hooger opgetrokken middenpartij is wat rijker opgevat, met zuilen. Ook de Sterrewacht is een werk van Semper. De Beurs (1876), door Alb. Muller is, evenals de Zwitsersche Credietbank, uit hetzelfde jaar door Wanner in Renaissance stijl gehouden, de laatste wat overladen. Zeer mooi is het Concertgebouw (1895) door Fellner en Helmer, beiden architecten uit Weenen. Voor de middenpartij springt een Toskaansch portiek naar voren, terwijl boven Jonische zuilen zijn toegepast. Winterthar. Het in 1866 gebouwde Raadhuis is van Semper, die de middenpartij als een voorspringend 4-zuilig Korinthisch tempelfront nog meer deed spreken door een fraaie dubbele bordestrap. De beide iets lagere vleugels zijn beneden rustiek, boven door rechthoekige, door tympans gekroonde vensters ingedeeld, en bekroond door een attiek. Als belangrijk nieuw werk werd in 1912, na een prijsvraag, de bouw van het Museum opgedragen aan Fig. 1022 Rittmeyer en Furrer. Het werd in 1916 voltooid in modernen geest, met gebruikmaking van motieven uit de klassicistische periode. Bern. Studer ontwierp in 1857 het Bondsraadsgebouw als een Florentijnsch paleis, beneden en op Fig. 1021 de hoeken rustiek, rondboogvensters in drie verdiepingen, en de vierde met een rondbooggaleri) rijk geleed. Het geheel is door een zware kroonlijst afgedekt. De uitbreiding vond in 1902 plaats door Hans Auer, in Italiaanschen-Hoog-Renaissance stijl, met een neiging naar het barokke. In natuursteen uitgevoerd, maakt het gebouw een rijken en grootschen indruk, waarmede het inwendige van de strenge en eenvoudige vestibule in tegenspraak is. Voor Basel, waar Curjel en Moser dePauluskerk bouwden, is in dezen tijd alleen de moderne Kantonnale Bank, door R. Rittmeyer van belang, terwijl in Genève het Theater valt te vermelden. Dit werd in 1879 door Goss gebouwd in vroegen-Barokstijl: beneden rustiek, wordt boven de 3 traveeën omvattende middenpartij door 8 gekoppelde Korinthische zuilen ingedeeld. De beide vleugels omvatten ieder twee door pilasters gelede traveeën. OOSTENRIJK EN HONGARIJE. Weenen. Georg Müller (1822 — 1849), een jong Zwitser, won een prijsvraag voor de kerk te Altlerc h en f e 1 d, begonnen in 1849, en door anderen uitgevoerd. De kerk is Italiaansch-Romaansch opgevat, 3-beukig, met een korten dwarsbeuk en apsis, twee geveltorens en een kruisingstoren. Ludwig Förster(f 1863) bouwt de Synagoge in Moorschen stijl. Het Kunstenaarshuis (1864), in Renaissance stijl, is van Aug. Weber. Een belangrijk bouwwerk is de Hofopera (1869), door E. van der Nüll en A. von Siccardsburg (beidef 1868). De rondbogenarchitectuur is in Italiaansch-Fransch vroegRenaissance geest. Het hoofdwerk van Theophil Hansen (f 1891) is het Parlementsgebouw (1883), dat een oppervlakte beslaat van 162 X 140 M. Hansen, een Deen, die in 912 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. Fig. 1023. Opera te Boedapest. Athene heeft gewerkt, toont zich bij dit gebouw als zuiver Hellenist. De hoeken en middenpartij zijn gevormd als zuilenhallen met tympans. Van Hansen zijn verder: het Wapenmuseum (1856), met Byzantijnsche en Moorsche elementen, en merkwaardige rondboog-middenpartij; de Grieksche kerk (1858); de Kunstacademie (1876, Italiaansche Hoog-Renaissance); en de Beurs (1877), in denzelfden stijl, met door rechtlijnige tympans gekroonde gekoppelde rondboogvensters. Karl Tietz (i" 1874), eveneens Hellenist, bouwt het Technologisch museum en het Grand Hötel. Een der beste kerken uit dezen tijd, in Fransch-Duitsche Neo-Gothiek is de Votivkerk (1879), door Heinrich von Ferstel (f 1883). Behalve de Gothiek was deze bouwmeester ook de Renaissance meester, wat blijkt uit zijn Oostenrijksch Museum voor Kunst en Industrie (1871), met overdekten arcadenhof, en zijn Universiteit (1884), in volmaakte Italiaansche Hoog-Renaissance, met een zeer fraaien arcadenhof. Eveneens in Italiaansche Renaissance is Het in 1883 voltooide door A. v. Wielemans (f 1881) ontworpen Paleis van Justitie. Friedrich Schmidt (f 1891) begon zijn werkzaamheden met het restaureeren van de St. Stephanskerk. Ook in zijn verdere werken blijkt hij een overtuigd Neo-Gothieker. De Weiszgerberkerk (1872) is een driebeukige hallenkerk, met verhoogden midden- en dwarsbeuk, en één geveltoren. Eveneens Gothisch, maar aangelegd als een machtige centraalbouw, isdekerkteFünfhaus (1875), bij Weenen, 8-hoekig, met koepel en twee geveltorens. Ook gelukkig slaagde Schmidt met het Stadhuis (1883), dat een oppervlak beslaat van 152.5 X 127 M., en opgetrokken is om 7 binnenplaatsen. De fraai gedecoreerde feestzaal meet, binnen de arcaden, 71X15 M. ongeveer. 'i NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 913 Fig. 1024. Parlementsgebouw te Boedapest. Een geheel andere richting, n.1. de Italiaansch-barokke, staan Semper en K. von Hasenauer (f 1894) voor, als zij samen het Hofmuseum bouwen. Aan hun samenwerking komt door het eigenzinnige karakter van den laatste spoedig een eind, zoodat Von Hasenauer alleen het uitwendig in Lodewijk XIV, inwendig in rijke Renaissance stijl gehouden Hofburgtheater voor zijn rekening neemt. De Italiaansche Renaissance vindt een aanhanger in E. R. von Förster, wat blijkt uit de door hem in 1887 ontworpen Alg. Oostenr. Grondcredietbank. De grondlegger van de moderne bouwkunst in de Oostenrijksch-Duitsche landen is O tto Wagner (geb. 1841). Hij staat een rationalisme voor en verwerkt geheel nieuwe vormen. Tot zijn belangrijkste bouwwerken behooren de bij Weenen gebouwde kerk van het gesticht a m Steinhof, in den vorm van een Grieksch kruis met ijzeren, door koper bekleeden tambour en koepel, en met muren, die door marmeren platen bekleed zijn. De koperen nagelkoppen, die de platen bevestigen, zijn in zicht gebleven. Geheel modern zijn ook Wagner's haltes voor den stadsspoorweg en het Warenhuis Neumann (1900). Budapest. Oostersch-Moorsche motieven zijn door Friedr. Teszl aan het Redoutegebouw (1865) verwerkt. De Stephansdom, geheel van natuursteen, werd begonnen door joseph Hild (4/ 1864). Nadat in 1868 de koepel ingestort was, werd de bouw overgenomen door Nicolaas Ybl (4/ 1891). In Italiaanschen Renaissance stijl werd de kerk voltooid in 1906. Van Ybl is ook de Romaansche Franzstadter Kerk, en de Opera Fig. 1023. (1884), die Italiaansche Hoog-Renaissance-vormen vertoont, evenals de Polytechnische School, door Emerich Steinl in 1883 gebouwd, dezelfde, die in 1882 het Parlementsgebouw begon, een indruk- Fig. 1024. wekkend bouwwerk van 268 M. lang, met een 95 M. hoogen koepel, waarbij echter de bouwmeester weer naar de Middeleeuwsche vormen terugkeerde. 914 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK. NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. :: Fig. 1025. Nationale Bank te Brussel. BELGIË. Na den Barok volgt in België een zeer stille periode op bouwkunstig gebied; eerst na de vrijmaking van Nederland in 1830, onder de regeering van den energieken koning Leopold volgt een opleving en komen vele belangrijke bouwwerken tot stand. Tweeërlei richting wordt gevolgd, de Fransche, met een neiging naar het barokke, en daarna de Vlaamsche. Maar vroeger dan elders gingen de Belgische architecten er toe over, zich van historische bouwvormen te ontdoen en eigen, nieuwe wegen te zoeken. Waarin ze zijn geslaagd, zij 't ook, dat hun nieuwe bouw- en meubelstijl slechts korten tijd heeft stand gehouden. Behalve nieuwe bouwwerken heeft België na 1830 vele restauraties Fig. 1025. van Gothische kerken en burgerlijke gebouwen aan te wijzen, de laatsten onder invloed van Violletle-Duc. Brussel. In 1849 bouwde F. Fr. Suys de Josephskerk, geheel in Renaissancestijl. De een jaar later door Hansotte naar de plannen van Louis van Overstraeten (f 1849) voltooide Mariakerk te Schaerbeek is een fraaie centraalbouw, beneden Romaansch, het hoogere koepeldeel Gothiek. De Nationale Bank (1864) vertoont een klassicistische architectuur, vermengd met Fransche Barokmotieven. De benedenverdieping is rustiek. De voorspringende hoekpartijen spreken door Fig. 1026. Nationale Bank te Antwerpen. :: NEO-ROMAANSCH, NEÖ-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 915 Fig. 1027. Front van het Paleis van Justitie te Brussel. gekoppelde Jonische zuilen en tympans, terwijl de middenpartij door een attiek gekroond is. Henry Beyaert (1823—1894) is er de bouwmeester van. Dezelfde bouwt ook de Belgische bank, maar verwerkt hieraan de Vlaamsche Renaissance; dezelfde stijl, die J. J. van IJsendij ck (1835- 1911 ), de bekende schrijver over de Renaissance in ons land, toepaste aan zijn Raadhuis te Schaerbeek. Daarentegen ontwierp Leon Suys (1824-1887) Fig. 1028. de Nieuwe Beurs (1874) weer in Fransche Renaissance, maar wat druk en overladen, met een neiging naar het barokke, waardoor dit bouwwerk zich niet mocht verheugen in de algemeene bewondering. Dan volgen in 1876 het Conservatorium, door Cluysenaer, dezelfde, die ook de H u be rtusg alerij (1846) bouwt; in 1878 de Romaansche Synagoge, doorDe Keyser; en in 1880 het Palais des beaux, Arts, klassicistisch, door Bal at. Al het tot dusver gebouwde wordt echter in de schaduw gesteld door het grootsche ......................,.......................................„^ Paleis van Justitie Fig 1027. : a \ i /i vee 1 qci\ j Joseph Poelaeri (1816—1879).Er zijn tegen dit monument, dat een oppervlakte beslaat van 180 X 170 M., constructieve bedenkingen geopperd, zoowel als aesthetische. Maar dit neemt niet weg, dat het indrukwekkende silhouet, hoog boven de stad gelegen, den geheelen omtrek beheerscht, en de 97 M. hooge Fig. 1028. Beurs te Brussel. 916 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. iS koepel boven de salie des pas perdus, al rust hij ook op verborgen ijzer-constructies, een machtigen indruk maakt. Italiaansche-Laat-Renaissance, Grieksche en Oostersche motieven zijn hier verwerkt tot een monument, dat getuigt van het krachtige streven van België's hoofdstad in dezen tijd. Modern, eenvoudig en rationeel zijn de woonhuizen van Victor Horta. Van de vele is te noemen het huis Rue de Fig. 1029 Turin (1892) dat een zeer eigen karakter draagt. Henry van de Velde, die in Duitschland leeraar werd, is bekend om zijn meubelen en decoraties in den, in misprijzenden zin bedoelden z.g. vermicelli-stijl. Ook Paul Hankar bouwt te Brussel huizen; vooral dat van de familie Janssens in de Rue de Flacqx is vermeldenswaard. .Anfioerpen. Van de hier gebouwde kerken is belangrijk de St. Georgekerk (1853) door F. Fr. Suys, ia Gothischen, en de St. Michaël- en Pieterskerk, door J. van Dijk in Romaanschen stijl. Joseph L. Schadde ("f 1894) is de bouwmeester van de Beurs (1872) in Laat-Gothische vormen; zeer geslaagd is de groote zaal, met ijzeren kapconstructie. Het in hetzelfde jaar voltooide Vlaamsche theater, door M. Dens, vertoont evenwel, naast Fransche, ook Vlaamsche Hoog-Renaissance details,terwijl het Paleis van Justitie (1875), door Louis Baeckelman in Fransch-barokken-stijlis gehouden. Fig. 1026. j In 1880 bouwde Beyaert de Nationale Bank; spreekt hieraan weer hoofdzakelijk de Vlaamsche Renaissance, zoo blijkt ook aan het Nieuwe Museum (1890) door J. J. Winders en J. van Dijk, dat het klassicisme nog aanhangers heeft behouden. Anderlecht. Het raadhuis is een Renaissance bouw van Van IJsendijck. Brugge. Schadde bouwt hier in 1877 in Vroeg-Gothischen stijl het Station; dat te Doornik, door Beyaert, is Vlaamsch. Poelaert bouwt te Laeken de Mariakerk. Ten slotte noemen we nog het Badhuis te Ostende (1878), door Lauwereinz en Naert, en dat te Spa, door Suys. NEDERLAND. Op het klassicisme volgt in ons land ook de Neo-Romantiek en Gothiek. De groote vertegenwoordiger van deze richting was Dr. P.J. H. Cuypers (1827—1921), met zijn hoofdwerk het Rijksmuseum. Ook in het buitenland werd, bij de restauratie van kerken, zijn advies gevraagd (Aken, Darmstadt, Freiburg, Keulen, Oppenheim en Straatsburg), terwijlhij bouwde in België, Duitschland en Zweden. Hoewel de Neo-Romantiek weinig navolging vond in de burgerlijke bouwkunst, was Cuypers' invloed toch een zeer groote, in zoover dat een terugkeer naar het oud-vaderlandsche materiaal, de baksteen, plaats vond. Evenwel in den geest van de 16e en 17e eeuwsche Renaissance, in aansluiting dus bij den bloeitijd van onze nationale kunst. Daar echter de juiste verhouding van het gebruik van bak- en natuursteen te Fig. 1029. Trappenhuis. Rue de Turin 12, te Brussel. NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 917 loor was gegaan, was het gevolg öf overlading óf nuchterheid, en werd zelden de juiste verhouding getroffen. De Vlaamsche en Duitsche invloed op onze bouwkunst werd ongeveer 1900 vervangen door Engelsche, wat vooral bij de Iandhuisbouw tot uiting komt. Overigens leidden de zin voor logica en de praktische opvattingen der architecten naar de moderne Nederlandsche bouwkunst, die een zeer eigen karakter draagt en nog steeds aan evolutie onderhevig is. Amsterdam. De Neo-Gothische richting spreekt uit verschillende kerken. Dr.Cuypers Kerk van het H. Hart in de Vondelstraat is er wel het schoonste voorbeeld van. Fig. 1031. Kasteel Oud-Wassenaar, bij Den Haag. S Fig. 1030. Hoek van de hal in ; het kasteel „De Haar*'. • Zijn Willibrorduskerk is nog { steeds niet voltooid. (Andere kerken van • Cuypers verrezen o. a. in Alkmaar, Breda, S Delft, Eindhoven, Groningen, Den Haag, J Leeuwarden, Nijmegen, Tilburg en • Veghel). A. Tepe is de bouwmeester • van de Krijtberg, aan den Singel. • terwijl ook'X J. Margry (f 1891) te • Amsterdam een kerk bouwt. (Verdere • kerken te Delft, Den Haag, Haarlem, ; Oudewater, Rotterdam, Schiedam en ,j Utrecht). S De Renaissance-opvatting vertoont de ,J St. Nicolaaskerk (1885), met het 918 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. « Fig. 1032. Detail van het Rijksmuseum te Amsterdam. Met A. L. van Gendt (4/ 1901), den ontwerper van het Concertgebouw, samen bouwt Cuypers in 1889 het Centraalstation, in hetzelfde materiaal, maar lang niet zoo geslaagd. Renaissance motieven verwerkte ]. L. Springer (y 1915) aan den Stadsschouwburg, evenals A. W. Weissman aan het Stedelijk museum, waarvan vooral inwendig het trappenhuis opvalt. Een ander belangrijk gebouw is het Postkantoor, NeoRomaansch, door den rijksbouwmeester C. H. Peters. W. Springer valt, evenwel geheel in overeenstemming met het doel, bij zijn Stedelijk Gymnasium weer terug in het klassicisme. De decoratief aangelegde, buitengewoon fantasievolle W. K r o m- fraaie silhouet, door A. C. B1 e y s (f 1912), terwijl G. B. Sa lm in Romaanschen stijl het gebouw van de Vrije gemeente (1897) ontwerpt. Op het gebied van de burgerlijke bouwkunst heeft de hoofdstad vele monumenten aan te wijzen; C. Oudshoorn (f 1875) is de bouwmeester van het geheel uit ijzer en glas geconstrueerde Paleis van Volksvlijt (1864) en het Amstel hotel (1867), dat den architect doet kennen als een aanhanger van de Fransche Renaissance. Ook hier werden gegoten ijzeren kolommen aan den ingang toegepast. Dan voltooit in 1885 Dr. Cuypers den bouw van het Rijksmuseum, waaraan op Fig. 1035. oorspronkelijke wijze Romaansch, Gothiek en Nederlandsche Renaissance zijn verwerkt. Het in mooie roode baksteen opgetrokken bouwwerk rust op een rustieken sokkel; ook de hoeken zijn rustiek, Fig. 1032. terwijl rondboogvensters en banden, blokken en lijsten van geelwitten natuursteen het geheel verlevendigen. Fig. 1033. Landhuis te Velzen. :: NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 919 hout is de schepper van het eensdeels Oostersche, anderdeels Gothische American hötel. Met Dr. Cuypers staat Dr. H. P. Berlage op een zelfde plan. Ook hij oefende grooten invloed uit op zijn architecten-tijdgenooten. Zijn voornaamste werk is de Beurs (1903), die het beste zijn princiepen van strengen eenvoud en monumentaliteit vertolkt. Vooral de groote zaal is opmerkenswaard. Het verwerkte materiaal is grootendeels baksteen, evenals aan het door hem ontworpen gebouw voor den Diamantbewerkersbond. De mooie kleine villa Parkwijk is helaas afgebroken. Ook in het buitenland was Berlage werkzaam, o. a. kantoren te Leipzig en te Londen werden door hem gebouwd. K. P. C. de Bazel bouwt in Bussum Fig. 1034. Levensverzekering-Mij. Piëtas te Utrecht. Fig. 1035. Rijksmuseum te Amsterdam. 920 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. SS een modelboerderij. Zijn villa's behooren tot de beste, die er gebouwd zijn, en vooral de beide woonhuizen Koningslaan 13.—14 te Amsterdam zijn bewijzen van zijn gaven: fijn gevoel voor verhoudingen en ornamentatie. Een grooter bouwwerk van dezen architect is het gebouw voor de Heidemaatschappij, teArnhem. Te Amsterdam zijn dan nog te noemen o. a. het administratiegebouw van de H. IJ. S. M., door C. B. Posthumus Meyes; het gebouw de Rijnstroom, door de Gebr. v. G e n d t; het kantoorgebouw van Lindeteves-Stokvis, door E. Verschuyl; het Veiligheidsmuseum, door Ed. Cuypers; de Effectenbeurs, door J. Th. J. Cuypers; het gebouw H i r s c h, door A. J a c o t; de Bijenkorf, door J. A. van Straeten; de Boerhave kliniek, door J. Stuyt, en het Koloniaal Instituut, door M. A. en J. van Nieukerken. Tot de allerlaatste uitingen be¬ hooren: het gebouw Gerzon, door A. Moen; de winkelpui van Cadena in de Leidschestraat, door J. Gort; het merkwaardige, in zijn ornamentatie en detailleering bizarre Scheepvaarthuis van J. M. van der Mey en de eveneens ultra moderne woningblokken in de Spaarndammerbuurt, door M. de Klerk. Haarlem bezit in de Nieuwe St. Bavo (1898) van J.Th. J. Cuypers een kerk van bijzondere beteekenis; de kapellenkrans en heele distributie doen Romaansch aan, in moderne ornamentiek; met den koepel op pendentiefs vormt het geheel een prachtig silhouet. De Schouwburg in Haarlem is van J. A. C. van der Steur. In Den Helder toont zich P. Kramer als een architect van bijzondere beteekenis in het moderne Gebouw van den Bond van minder Marinepersoneel. Den Haag. De schrijver Van het bekende, door J. H. W. Leliman herziene werk over de Geschiedenis van de Bouwstijlen, de architect-Ieeraar E. Gugel (f 1905), is de ontwerper van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen; de modern-Romaansche Regentessekerk is het werk van J. Verheul. B. J. Ouendag bouwt het gebouw van de Nederl.-Ind. Spoorw.-Mij., J. J. van Nieukerken dat van de Bat. Petroleum Mij. Een der belangrijkste opgaven in de 20e eeuw was het ontwerp voor het Vredespaleis; de prijsvraag Fig. 1036. Museum Lambert van Meerten te Delft. NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 921 922 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. werd gewonnen door den Franschman Cordonnier, en de bouw bekostigd door den Amerikaan Carnegie. ]. A. G. van der Steur had de leiding bij de uitvoering. Bij Den Haag bouwde in Oud-Nederlandsche Renaissance Fig. 1031. C. Muysken in 1879 het kasteel Oud-Wassenaar; en de jongere architect B r a n d e s het bijzonder geslaagde landhuis Schouwenhoek, geheel modern in baksteen. Delft. Het museum Lambert Fig. 1036. van Meerten is door Le Comte en Schouten gebouwd. Het groote Fig. 1040. Postkantoor te Doetinchem. Fig. 1041. Ingang van een woonhuis te Rotterdam. ziekenhuis op den Coolsingel te Rotterdam is het werk van W. N. Rose (f 1878), het bekende Witte huis van M. Molenbroek. Een zeer omvangrijk werk was het in 1914 begonnen en kort geleden voltooide Stadhuis; de architect Prof. H. Evers grijpt hierbij terug naar oude vormen. Van bijzondere bekoring zijn te Rotterdam een paar door 1. Gratama gebouwde woonhuizen. In Dordrecht is de Middelbare Technische School te noemen. Ed. Cuypers die elders villa's en landhuizen bouwt, is er de ontwerper van. De Universiteit te Utrecht (1894) is een Neo-Renaissance gebouw van E. Guqel. Twee werken van later datum zijn hier het administratiegebouw van de Staats Spoorwegen, door J. F. Klinkhamer, en het gebouw van de Levensverzekering-Mij. P ié tas, door J. A. van Straaten. Van 1890 dateert de herbouw van het Kasteel de Haar te Haarzuylen, een Neo-Gothische schepping van Dr. Cuypers. ]. Stuyvinga paste de Hollandsche Renaissance toe aan zijn Stadhuis te Zeisf, waar de groote villa Ma Retraite reeds vroeger door A. Salm werd gebouwd. Hilversum, waar de St. Vituskerk van Dr. Cuypers uit 1890 dateert, kreeg in den laatsten tijd er eenige zeer moderne bouwwerken bij, o.a. het Badhuis, met rechthoekige massa's (invloed van den Amerikaan Wright), door W. M. Dudok, en een Apotheek, door H. F. Symons. Ten slotte noemen we nog bij Nijmegen de H. Landstichting van J. Stuy t, NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 923 en te Groningen het Neo-Gothische station, van den in 1907 gestorven bouwmeester J. Gosschalk. ENGELAND. De Gothiek, die in Engeland ook gedurende het klassicistische tijdvak voorstanders had, begint meer en meer veld te winnen. Was het aanvankelijk de Laat-Gothische perpendiculaire stijl, die de meeste toepassing vond, reeds spoedig keerden de bouwmeesters terug naar de vroege Gothiek, om vervolgens weer te vervallen in de Renaissance. A. Pugin (•+/ 1832), van oorsprong Franschman, schreef werken over bestaande oude monu menten, en propageerde de Gothiek. De interieurs en de meubileering van het Parlementsgebouw zijn grootendeels van hem afkomstig. Pugins zoon. Auguste Welby (1813—1852) was eveneens schrijver, en bouwde o. a. een NeoGothische kerk in Fulham, bij Londen.' Nog een tweetal andere Engelsche schrijvers hebben, ook op het vaste land, grooten invloed uitgeoefend door de in hun werken vastgelegde princiepen over aesthetica, ambachtelijke zuiver- i heid, rationalisme, n.1. John Ruskin (1819— i 1900) en Will iam Morris (1834—1 Fig. 1042. Ingang gebouw Rijnstroom, Amsterdam. £ — , u — - - ...yc.y ytuwuw ivijusliuuxii, «msteraam. i 1900) en William Morris (1834—1896). 1 i«'iijti>iin>» mi hu. n.i. ! Vooral het land- en woonhuis werd door hun streven toonaangevend. De welvarende middenstand in En'geland heeft een uitgesproken gevoel voor degelijkheid en gezellige huiselijkheid, terwijl bij de architecten het streven naar eenvoudige aanpassing aan de behoeften van den opdrachtgever tot uiting komt. Als oudste en kenmerkend voorbeeld kan gelden de door Philipp Webb in Bexley Heath (Kent) gebouwde woning voor Morris, bekend als „het roode huis", waarbij ook inwendig het gebruikte materiaal baksteen in zicht blijft. Ongemeen groot is het aantal nieuw gebouwde kerken, bij den bouw waarvan twee richtingen op den voorgrond treden, de Katholieke en de Staatskerk, en de Protestantsche en Secte kerken. Voor de Katholieke kerken werd bij voorkeur de Gothische stijl toegepast; ze zijn georiënteerd, met als hoofdmoment het altaar, terwijl de kansel als bijkomende noodzakelijkheid wordt beschouwd. Het koor is van de kerk gescheiden; galerijen ontbreken meest, en steeds is een klokketoren aanwezig. Bij de Protestantsche kerken, die niet georiënteerd zijn, ontbreekt het altaar, maar vormt de kansel het hoofdmoment, waaromheen de zitplaatsen zijn gerangschikt. Galerijen werden aangebracht om plaats te winnen, terwijl bij het kerkgebouw een aantal andere gebouwen aansluiten, en een toren niet steeds gebouwd werd. Vaak ook ontbreekt het koorgedeelte. OVERZICHT DER MONUMENTEN. Sir Jeffrey Wyatville (1760-1810) restaureert in Gothischen stijl Windsor-Castlé en BelvoirCastle; voor den Hertog van Meiningen bouwt hij in Duitschland het Slot Altenstein. In Londen werkt Sir Charles Eavty (1795-1860), die in Italië en Griekenland reist. 924 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNEBOUWUNSI^S Zijn in 1832 gebouwde Traveller Club House vertoont gelijkenis met Pal. Pandolfini; Fig. 615. ook het Reform Club House (1837) lijkt op een Italiaansch paleis, n.1. Pal. Farnese. Hoewel Fig. 620. van huis uit klassicist, dringt de geest van den tijd hem in de Gothische richting, b.v. bij het Bridgewater House (1849). Zijn grootste triomf viert hij echter bij het Parlementsgebouw (1840-1852) Fig. 1045. dat een lengte heeft van 275 M. Om 11 groote binnenplaatsen zijn ongeveer 1500 vertrekken, waaronder zeer groote, gerangschikt. DeVictoria-toren bereikt een hoogte van 103 M. Het geheel vertoont beheerschte middeleeuwsche vormen, mogelijk wat eentonig door eenvormigheid der vensters. Zeker is het, dat A. W. Pugin een groot aandeel had in den bouw, niet uitsluitend aan het interieur. Minder op de Engelsche dan op de Fransche Gothiek inspireert zich Sir George Gilbert Scott (1811 — 1878), die ook buiten het eilandenrijk succes had met zijn werken. Hij werd o. a. bekroond in de prijsvraag voor de Nicolaïkerk te Hamburg (1863). Vele kerken worden door hem gerestaureerd, o. a. de Kathedralen te Ely, Exeter, Hereford, Lichfleld en de Westminsterabdij. Geheel nieuw bouwt hij de Kathedraal te Edinburgh (1874-1879), als een 3-beukige kruisbasiliek, en de Johanneskerk te Tor qua y, die Italiaansche invloeden vertoont, o. a. in de toepassing van het materiaal baksteen en marmer. Ook William Butterfield (1814-1900) bouwde in vrij opgevatten eenigszins Italiaansch-Gothischen stijl; zoo de Allerheiligenkerk (1859) te Londen, en het Keble-College te Oxford. Het Paleis van Justitie (1882) te Londen is een Vroeg-Gothisch bouwwerk van George Edmund Street (1824-1881). Zijn Jacobskerk in Westminster kreeg een vrijstaanden toren. Gothische kerken, met gewelven of open dakconstructie bouwt John L. Pearson (1816-1897); bekend zijn te Londen de St. Augustijnkerk (1880) en de Johanneskerk in Red Lion Street; de Drieëenheidskerk (1850) te Westminster en de Kathedraal te Truro (1880), die met twee geveltorens en een kruistoren een bijna middeneeuwschGothisch karakter vertoont. Eveneens Gothisch, met een fraalen massieven toren, echter veel moderner van opvatting is de St. Barnabaskerk in Morecam.be. door Austin en Paley; zoo ook de Augustijnerkerk te Pendlebury door Bodley en Gardner. Vrij opgevat Gothisch is de Drievuldigheidskerk te Londen, door John Sedding (1837-1892), die naast een breeden middenbeuk, twee zeer smalle zijbeuken aanbrengt. J. Cubitt. die een werk schrijft over Protestantschen kerkbouw, is de architect van de U n i o n C h a p e 1 in 1 s 1 i n g t o n. bij Londen. Een meer oorspronkelijk streven is kenbaar aan de Markuskerk te Brithdir. door H. Wilson, terwijl ook nog Leonard Stokes dient vermeld te worden om zijn St. Clare te Liverpool. Fig. 1043. Woonhuis, Queens Gate, Londen, door R. Norman Shaw. NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 925 Daarentegen is Sir James Pennethorne (1801-1871), die Italië bereist, weer geheel Renaissancist. Behalve de ontwerper van het Geologisch Museum (1841) en de Universiteit te Londen (1869) is hij ook werkzaam aan Sommersethouse en Buckingham palace. De grootste Katholieke kerk in Engeland, de Westminster kerk, werd in 1895 te Londen begonnen door John F. Bentley (1839— 1902), die hier Oud-Christelijke en Byzantijnsche motieven modern verwerkt tot een uiterst schilderachtig complex, basiliek en centraalbouw ver'eenigend. Naast het 108 M. lange en 46 M. breede baksteen bouwwerk, waaraan, naast, de vertikale ook door horizontale banden de horizontale lijn spreekt, verrijst een slanke campanille, de 86 M. hooge St. Edwardstoren. In het inwendige vonden marmer en mozaïk toepassing. Alfred Waterhouse (1830—1905) is de bouwmeester van de Congregatiekerk in de Duke street te Londen, waarvan de groote ruimte opvalt evenals de Romaansche hoofdtoren. Den Laat-Romaanschen stijl past hij ook toe aan het Raadhuis te Manchester (1869), aan het Natuurhistorisch Museum (1880) te Londen, waaraan veel terra cotta is verwerkt, en het Universiteits College te Liverpool, terwijl het Gerechtshof te Manchester Gothisch is. Th. E. Col leut t is Renaissancist, getuigen zijn Imperial Institute (1893) in South Kensington, Londen, en zijn Theater in Cambridge Circus, in dezelfde stad. Geheel Barok is echter de Unionkerk te Brighton, vierkant in grondplan met drie half-koepel apsiden en een grooten hoofdkoepel. Twee torens staan in het front. John W. Simpson is er de schepper van. Fig. 1043. Richacd Norman Shaw (1831 geb.) gaat in zijn werken over van Gothiek, naar Renaissance en Barok. Behalve op gebied van kerkbouw (Kerk in Bedfordpark bij Londen) is hij voornamelijk werkzaam op gebied van burgerlijke bouwkunst. Reeds modern opgevat is zijn warenhuis NewZealandChambers (1872) te Londen, waarvan, terwille van het licht, de vensters als erkers zijn opgevat, geplaatst tusschen pijlervormige muren. Nederlandsche en Engelsche Renaissance zijn verwerkt aan het Hoofdbureau van politie, ook te Londen. Shaw werd vooral bekend door zijn landhuizen, o. a. zijn eigen woning, 1875 en de villa-kolonie Bedfordpark bij Londen. Fig. 1044. Woonhuis, Collingham-Gardens Londen, door Georges en Peto. 926 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. ï Fig. 1045. Parlementshuis te Londen. (Naar foto London Stereoscop. Co. Ltd). Aston Webb is de architect van South Kensington Museum te Londen. Met Ingresz Bell samen voltooit hij in 1891 het in Vroeg-Engelsche Renaissance opgetrokken baksteenen Gerechtshof te Birmingham. F. G. Jackson bouwt aan de Universiteiten te Oxford en Cambridge, hierbij terugvallend in de Gothiek. Eveneens te Oxford bouwt F. Hare het Raadhuis. Aan de Raadhuizen te Sheffield en te Batter Sea valt op de terugkeer naar de Palladiaansche richting door E. W. Mountford. Dan moeten nog genoemd worden de geheel moderne Schilderijen galerij (1900) te White Chapel in Londen, door C. HarrisonTownsend, en het, eveneens in 1900 gebouwde, zeer origineele Horniman Museum. En de Whitefieldsherdenkingskerk te Londen, in hetzelfde jaar, door Rowland Plumbe. Tenslotte kan voor de ontwikkeling van den modernen landhuisbouw worden verwezen naar de werken van Hermann Müthesius. DENEMARKEN. Kopenhagen. De Jezuskerk en de St. Lucaskerk zijn respectievelijk gebouwd door J. V. Dah 1 erup en door Koch. De laatstgenoemde kerk is geheel baksteen, met natuursteenen details. De kerk te Holbak is het wérk van Christiaan Hansen. Dahlerup en Petersen bouwden samen het Koninklijk Theater (1874 voltooid); de gevel hiervan vertoont een mooie driebogige loggia in de bovenverdieping, terwijl verder rustica en pilasters zijn toegepast. MetMöller samen werkte Dahlerup aan het Rijksmuseum voor Kunst, dat uit baksteen werd opgetrokken. Ook de Ny Carlsberg Glypotheek (1897), een museum ter berging van een particuliere schenking aan den staat, is een zeer geslaagd bouwwerk van Dahlerup. . :: NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. 927 Fig. 1046. Koninklijke Opera te Stokholm. Martin Nyrop is de architect van het Provinciaal archief; evenwel behaalde hij de grootste lauweren met den bouw van het Raadhuis (1892— 1903), waarvan hem de uitvoering na het winnen van de prijsvraag was opgedragen. Hij maakte zich vrij van de tot dusver in Denemarken geldende klassicistische invloeden, en paste hier aan het baksteenen bouwwerk, dat een oppervlak beslaat van 125 X 70 M., de Renaissance toe in Nederlandschen geest. De toren is 102 M. hoog. ZWEDEN. Stokholm. Carl Möller bouwt hier in den vorm van een VroegGothische kruisbasiliek, met hoogen geveltoren de St. Johanneskerk. Daarentegen maakt zich Erik Lallerstedt meer vrij van historische vormgeving bij den bouw van de St. Pieterskerk, waarvan vooral merkwaardig is de dubbel rondbogige hoekingang. Andere kerken, meer volgens het centrale protestantsche type, werden ontworpen door Emil Langlet (f 1898). F. A. Stüler werd de bouw opgedragen van bet Rijksmuseum; het Noordsch Museum is van J. G. Glason. De laatste bouwt ook een paar groote paleizen, n.1. het barokke Paleis van den graaf Von Rosen (1898) en het meer Gothische van den graaf Von Hallwijl (1899), met ezelsrugbogen en sterk geprononceerde horizontale lijn. Een groot complex gebouwen, waar boven een machtige vierkante koepel, maakte A. Johansson van Rijksdaggebouwen Rijksbank(1900), waaraan de Fransche Laat-Renaissance werd toegepast. Een eigen karakter vertoonen de woon- en winkelhuizen van G. Lindgren. De in 1898 voltooide Koninklijke Opera werd door A. Anderberg in Laat-RenaissancerStijl Fig. 1046. ontworpen, terwijl E. Josephson weer Gothieke elementen verwerkte aan den strakken en rustigen gevel van de Industriebank. Daarentegen zocht de architect F. Boberg naar nieuwe moderne vormen, waarvan de Gemeentelijke Electriciteitswérken getuigen, en vooral de stoere rondboogingang geslaagd mag heeten. Fig. 1047, Helstngfors. De bouwkunst hier behoort, zooal niet geografisch, dan toch in wezen bij de Zweedsche. Het Ridderhuis (1858) en de N. Luthersche kerk (1893) zijn nog Renaissance en Gothisch van vormgeving, maar geheel modern in den besten zin des woords is het werk van den hier door zijn ontwerp voor het Vredespaleis bekend geworden Fin Saarinen, Fig. 1047. Portaal van dé Stedelijke Electriciteitswérken te Stokholm. 928 NEO-ROMAANSCH, NEO-GOTHIEK, NEO-RENAISSANCE, MODERNE BOUWKUNST. die, samen met zijn tijdgenooten A. Lindgren en H. Gesellius het gebouw Pohjola voor de Brandverzekerings-Mij. bouwde, Fig. 1048, voornamelijk rustiek. NOORWEGEN. Christiania. Een Duitscher, uit Hamburg afkomstig, A. de Chateauneuf, bouwt hier in 1858 de Drievuldigheidskerk, Gothisch, met vier korte kruisarmen en een centralen koepel. Twintig jaar later voltooide Georg Buil de Johanneskerk. De kerk te Bragernös-Drammen (1871), het werk van E. Norgreen, is driebeukig, met koor, houten zuilen en vlakke houten zoldering. Uitwendig zijn in steen de Gothische vormen verwerkt. In Christiania moeten dan nog genoemd worden het Kunstmuseum (1885) door den Duitscher H. E. Schirmer, in Renaissance opvatting, en het Nationale Theater (1899), door Henrik Buil. Fig. 1048. Pohjolahuis te Helsingfors. POLEN EN RUSLAND. Krakau. Gothisch en Renaissance zijn de Universiteit en het Kunstpaleis, respectievelijk door F. Ksiczarski (f 1884) en F. Maczynski. Riga. De Gertrudekerk dateert uit 1867; de Franciscuskerk uit 1892. Door H. van Bosse werd de Beurs Gothisch, het Ridderhuis (1866) Renaissance opgevat. Petrograd. De hier in dit tijdvak gebouwde kerken dragen een echt Russisch karakter; zoo de Blijdeboodschapkerk met haar 5 torens door K. A. Thon (f 1881). Dezelfde bouwmeester ontwerpt in 1884 te Moskou het Kremlinpaleis, evenals de Katholieke kerk van het Wosnessenskiklooster welke kerk Russisch-Gothisch is. Thon bouwt samen met ResanowdeVerlosserskerk. Tenslotte werden het Duma paleis door T sch i t sch ug o w en het N. Historische Museum doorSherwood gebouwd. XL. DE BOUWKUNST IN AMERIKA. E BAROKKE BOUWSTIJL, DOOR DE SPANJAARDEN IN MEXICO EN FLORIDA NA de verovering in de tweede helft van de 16c eeuw toegepast, heeft in 't algemeen weinig navolging gevonden. Behalve forten en blokhuizen, verrezen er in den Spaanschen tijd kloosters en kerken. Zoo in Peru de kathedralen te Lima en Cusco; in Californië te Los Angelos, en in Mexico de Dominicanerkerk, waarvan Francisco Becerra de bouwmeester was. Vooral de Kathedraal te Fig. 1050. Mexico (1573—1791) was een machtige kruisvormige basiliek, 5-beukig met 2 geveltorens, en in rijken Barokstijl opgetrokken. In Noord-Amerika vestigden zich kolonisten uit vele verschillende landen; Nieuw-Amsterdam b.v. was een Hollandsche vestiging, maar na 1763 kwam Noord-Amerika in Engelsch bezit. Daar de bouwmeesters van de forten en versterkte woonhuizen gewoonlijk matig bekwame vaklieden waren van verschillende ontwikkeling, kon natuurlijk niet één Amerikaansche stijl zich ontwikkelen. Bovendien waren de huizen van ruwe, vrijwel onbe¬ werkte natuursteen, massaal, zonder belangrijke details. Nog wordt in Amerika bij de landhuisbouw de z.g. Koloniaalstijl toegepast, vaak met gebruikmaking uitsluitend van hout. Met de Engelsche overheersching kwam het Palladiaansch-Klassicisme. En achtereenvolgens dus Barok, Klassicisme en Gothiek, totdat in Fig. 1053. 1850 ongeveer alle Europeesche stijlen waren toegepast geworden. Vooral Griekenland en Rome doen zich gelden, terwijl het meerendeel der be- , langrijke architecten den invloed ondergaat van de Ecole des Beaux Arts. Zoo ook Henry Hobson Richardson, de eerste die, op den Romaanschen stijl geïnspireerd, een meer nationale bouwwijze voorstond ; en Frank Lloyd Wright, die geheel modern oorspronkelijk Amerikaansch in zijn opvatting is. Na den burgeroorlog (1861-1865) kwam 930 DE BOUWKUNST IN AMERIKA. • • Fig. 1050. Kathedraal te Mexico. Noord-Amerika snel tot bloei. Tal van bankgebouwen, groote hotels, krantenbureaux en voorname woonhuizen verrezen in de Vereenigde Staten, en groote bedragen waren voor dezen particulieren bouw beschikbaar, terwijl ook voor de openbare gebouwen op ruime schaal geld verstrekt kon worden. Nieuw, specifiek Amerikaansch, zijn de Sky-scrapers, wolkenkrabbers; hierbij kon het gangbare recept van klassieke motieven in veelvuldige verdieping-opvolging moeilijk worden toegepast. Geheel in ijzer geconstrueerd, werd de constructie niettemin geheel verborgen. De massa werd verdeeld in een liefst rustieken sokkel, een gepleisterde middenmoot en een decoratieve bekroning. Meestal zijn alle verdiepingen van het middendeel gelijkvormig, soms ook loopen de hoeken van het heele bouwwerk als reusachtige pilasters naar de bekroning door. Echter, E. Flagg liet bij den bouw voor de firma Singer in New-York voor 't eerst de ijzerconstructie in zicht. OVERZICHT DER MONUMENTEN. Onder Engelsch regiem, in het gelijktijdig Engelsen Palladiaansch-Klassicisme, zijn omstreeks 1750 de kerk te Charleston en de Paulskerk te New-York gebouwd, evenals de overige openbare en particuliere DE BOUWKUNST IN AMERIKA. 931 bouwwerken. Ook na de ! onafhankelijkheids verkla- ! ring bleef de opvatting i streng klassicistisch. Het Kapitool te ! Richmond, een verre j navolging van het maison j Carrée te Nimes en het ! Kapitool te New-York | (1803-1812), door den ] architect Mc Comb, ver- i toonen deze richting, even- • als de woning van de ! presidenten van de Ver- i eenigde Staten, het W i 11 e J Huis te Washington ! (1818), dat nuchter Neo- i Grèc van opvatting is. Hel- j lenistisch is ook het Kapi- ! tooi te Washington ! (1814), in 1856 door Th. j Walter herbouwd, waar- • aan gepoogd was een S Amerikaansche zuilorde te ; scheppen (maïs- en tabak- !•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••..•.•••..................•.............„........: kapiteelen). Het gebouw bezit een centralen grootschen koepel van ijzer, terwijl de middenpartij en de beide vleugeleinden door tympans zijn afgedekt. Eveneens Hellenistisch is het door Walter gebouwde Girard-College te Philadelphia, blijkbaar geïnspireerd op de Madeleinekerk te Parijs. Tot dusver zijn de Barok en het Klassicisme de oorzaak van een zekere gelijkvormigheid, veroorzaakt door de wetenschappelijk zekere toepassing van modulen en partes. Maar dan opent de Gothiek, vooral in den kerkbouw, een onafzienbaar ontwikkelingsveld. De eerste Gothische kerk is de Trinity church te New-York, door Richard Upjohn in 1846 gebouwd. Hierna volgt de Duitsch-Gothische kerk met opengewerkte torenspitsen, de St. Georgekerk en de St. PatrickKathedraal (1850—1879) door James Renswick, wit marmer, met 110 M. hooge Westtorens. Een vrije navolging van het Dogenpaleis te Venetië, wit en grijs marmer met een vlakke bovenverdieping, is de Teekenacademie te New-York, in 1850 door P. A. Wight ontworpen. De Belvédère in Central Park te New-York, een bijna oorspronkelijk ontwerp van C. Vaux (1860), vertoont een rondbogenstijl. Doch dan overheerscht weer de invloed van de academies, en, evenals in Europa, valt onder Franschen invloed de Amerikaansche bouwmeester weer terug in de oude stijlvormen, voornamelijk de eenvormige zuivere Renaissance. Zoo de Bibliotheek van het Congreshuis te Washington (Italiaansch) en de Corcoran Gallery (1897), door Ernest Flagg. De eerste, die een natuurlijke landsbouwwijze toepast is Henri Hobson Richardson (1839—1886), die in Parijs studeert, doch 1866 weer naar New-York terugkeert. Hij beheerscht in Noord-Amerika de bouwkunst tusschen 1870 en 1890, doch ondergaat zelf den Fig. 1051. Portaal te Chicago. 932 DE BOUWKUNST IN AMERIKA. invloed van deZuid-FranschRomaansche architectuur, die hij echter geheel vrij en origineel verwerkt. Stond in Amerika tot dusver de distributie van de vertrekken geheel niet in verband met de gevelindeeling, die, overeenkomstig de klassicistische opvatting geheel gebaseerd was op indeeling volgens een assenstelsel, Richardson brengt voor het eerst verband in de uitwendige massa en de inwendige indeeling. Zijn stijl is gekenmerkt door groote rondbogen, korte zware zuilen en afwisselend rustica en vlakke bewerking. Hoewel hij in New-York woont, kan de Amerikaansche hoofdstad op slechts één bouwwerk van Richardson bogen, n.1. de fraaie, vrijRomaansch opgevatte S t. Agneskapel. Inl865bouwt Fig. 1052. Ingang van Aldrich Court Apartment, N. Y. j hij in Springfield, in welke stad ook de k e r k van hem is, het Paleis van Justitie, van ruwe steen met gladde bogen; en een jaar later te Fig. 1049. N.-Easton (Mass) het Stadhuis. Ook de Bibliotheek in N.-Easton is Richardsons werk (1884). Heel bekend is zijn Trinity-church te Boston, gebouwd in samenwerking met den architect Cambrill. Minder grootsch, maar schilderachtig van groepeering en silhouet is de Bibliotheek te Woburn (Mass).Ten slotte zij nog genoemd het Gerechtsgebouw in Pittsburg. Leerlingen-volgers van Richardson zijn Mc Kin en White, die o. a. Madison Square Garden te New-York bouwen, en, in samenwerking met Mead, een fraai landhuis, Fig. 1051. Osborn-House. Van N' Import Qui is een prachtig portaal in Chicago bekend; de Minnesotabank te St. Paul is van Wilcox en Johnson, de Kerk aan de :: DE BOUWKUNST IN AMERIKA. 933 Fig. 1054. Ingang van het landhuis Dana, Springfield, III. 934 DE BOUWKUNST IN AMERIKA. Fig. 1055. Woolworthgebouw te New-York. Fig. 1056. Kantoor van de Larkin-fabriek Madison Avenue te New-York van H. H. Robertson. In Chicago is de architect Sullivan werkzaam, die, meer nog dan Richardson heeft bijge¬ dragen tot de vrijmaking der Amerikaansche bouwkunst van Europeesche tendenzen. Heel origineel en modern van opvatting is zijn Bankgebouw te Owatonna. Hij was de wegbereider voor den meest onafhankelijken toonaangevender! jongen architect Frank Lloyd Wright uit Chicago, wiens invloed zich nu, omgekeerd als tot dusver, ook in Europa, en niet 't minst in ons land voelen doet. Wright begint zijn werkzaamheid ongeveer 1900, voornamelijk met den landhuisbouw, waaraan de lange, ongebroken horizontale lijnen spreken naast uitspringende' horizontale Fig. 1054 daken, open loggia's en terrassen. In zijn geschriften toont hij, evenals bij de inrichting van de interieurs, zich een groot voorstander van de machine als hulpmiddel in de kunstnijverheid. Bekend is onder zijn zeer vele landhuizen het woonhuis in Oak Park (111., 1901) en zijn groote Larkin-fabriek te Buffalo (N.-Y.). Fig. 1056 INHOUD VAN DEEL II. Blz. XXI. De Renaissance in Italië 537 XXII. „ „ „ Spanje en Portugal 596 XXIII Frankrijk .. 602 XXIV. „ „ „ Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland 629 XXV België 654 XXVI Nederland 663 XXVII. „ „ „ Denemarken en Zweden 683 XXVIII Engeland 688 XXIX. De Barokstijl 693 XXX. Barok en Rococo in Italië 704 XXXI. ., „ „ „ Spanje en Portugal ' . . . 729 XXXII. „ Frankrijk 739 XXXIII. „ „ „ „ Duitschland, Oostenrijk, Zwitserland en Tsjecho- Slowakije 777 XXXIV. „ Belg ië en Nederland 828 XXXV Rusland en Polen :||: . 851 XXXVI Engeland 853 XXXVII. „ „ „ „ Zweden, Noorwegen en Denemarken 858 XXXVIII. Het Neo-Klassicisme, Stijl Lode wijk XVI en Empire 862 in Frankrijk 866 in Italië 872 in Duitschland, Oostenrijk en Hongarije 874 in Nederland 880 in België 883 in Spanje 885 in Rusland 886 in Engeland 888 op Skandinavië 891 XXXIX. Neo-Romaansch, Neo-Gothiek, Neo-Renaissance, Moderne Bouwkunst 892 in Italië 895 in Spanje 898 in Frankrijk 899 in Duitschland 904 936 INHOUD VAN DEEL II. Blz. in Zwitserland 911 in Oostenrijk en Hongarije 911 in België 914 in Nederland 916 in Engeland 923 in Denemarken 926 in Zweden • 927 in Noorwegen 928 in Polen en Rusland 928 XL. Amerika 929 Register 937 937 REGISTER VAN PLAATSNAMEN, KUNSTENAARS, MONUMENTEN, ENZ. De cijfers gemerkt * geven de bladzijde aan, waarop een afbeelding voorkomt. Abadie, Paul 902 Abbeville, huis .... 753*, 760 Abel, John 689 Abraham, Robert 890 Academie de France ...... 747 Acero, Vicente .......... 736 Adam, James 888 — ,Robert 888 — , William 857 Adelcrantz, G. J. ........ 858 — , Karl Friedrich . 891 Adler, Fr 904 Adoro, Eduardo de 899 Aelst, Pieter Coeck van 632, 655 Agnolo, Baccio d' 584 — , Domenico 585 — , Giulino d' 585 Aguillon Frangois 660 — , Pierre Frangois .. 832 Ahlert, bouwmeester 909 Aire-sur-la-Lys, Raadhuis te .. , , . . 753*, 776 Aislershaim, slot te 648 Aix, fragment van de Kathedraal te 608* Aken, Gabriel van 645 Alava, Juan de. 599 Alberti, Leo Battista 576 Albertolli, Ferdinand .... 873 Alcala, Carmelietenklooster 599 — , Universiteitsgevel .. 5gg — , Zuilenhof van het Aartsbisschoppelijk paleis , 599 Aldeguela, José Martin de.. 732 Aleotti 713 Alezzi, Galeazzo 592, 593 Alkmaar, Gevels 683 — , Huis in de Lange- straat 850 — , Waag 678 Altaar van St. Ignatius Loyola 724 Altenburg, Raadhuis te .... 651 Alten-Essen, Slot Horst te.. 647 Altenstein, Slot 923 Altlerchenfeld, Kerk ...... 911 Amadeo, Giovanni Antonio 581 Amalienburg 813 Amati, Carlo 873 Amboise, George van 608 — , Kasteel ........ 608 Ambras, slot te 648 Amerika 929 Amerongen, tuin van het kasteel 839 Amiens, stadstheater .... 868* Ammanati Bartolomeo 574, 591 Amsterdam, Administratiegebouw H. IJ. S. M. 920 — , American hotel.... 919 —• , Amstelhotel 018 — , Armenhuis.. 881, 882* — , Arsenaal ........ 676 — , Bank van leening.. 677 — , Beurs. 919 — , Boerhaveklimek .. 920 — , Bijenkorf ........ 920 — , Centraalstation.... 918 — , Concertgebouw .. 918 — , Corvershof ...... 846 — , Diamantbewerkers- bond 919 — , Effectenbeurs .... 920 — , Felix Meritus 881 — , Gebouw Gerzon 930, 921* — , Gebouw Hirsch .. 920 — , „ Mij. Nut van het Algemeen 882 — , Gebouw Rijnstroom 920, 923* — , ,, Lindeteves- — , Stokvis 920 .— , Groote Synagoge.. 845 — , Heerenhuizen 881, 920 — , Jacobskerk 882 — , Kerk van het H. Hart 917 — , Koloniaal instituut 920 — , Koninklijk paleis 837*, 838*, 841 — , Krijtberg, op den Singel 917 — , Luthersche kerk .. 881 — , Montelbaanstoren.. 677 — , Mozes en Aarons- kerk 882 — , Muiderpoort 847 — , Nieuwe Luthersche kerk 844, 845* — , Noorderkerk. .672, 673* Amsterdam, Oostindische huis 676, 680* — , Oude Beurs 881 — , Oudemannenhuis.. 846 — , Paleis van Justitie.. 881 — , „ „ Volksvlijt 918 — , Poortje Heüigeweg 677 — , „ Spinhuissteeg 677 — , ,, Zuiderkerk 843* — , Portugeesche Syna¬ goge 845 — , Postkantoor ...... 918 — , R.K. Maagdenhuis 881 — , Rijksmuseum 918*, 919* — , Scheepvaarthuis 894*, 920 — , Spaarndammerbuurt, Woonhuis ....... 921 — , Stadsschouwburg .. 918 — , St. Katharinakerk.. 882 — , Stedelijk gymnasium 918 — , Stedelijk museum.. 918 — , Trappenhuis uit de 18e eeuw 848* — , Trippenhuis ...... 846 — , Veiligheidsmuseum 920 — ,Venster ..........668* — , Villa Parkwijk .... 919 — , Victgboonshuizen .. 681 — , Vrije Gemeente.... 918 — , Waag 677 — ,Westerkerk ..672, 673* — , Willibror dus kerk .. 917 — , Winkelpui aan het Rusland 881*, 882*, 883 — , Winkelpui van Cadena 920 — , Woningblokken.... 920 — , Woonhuizen ...... 894* — , Zuiderkerk. 672 — , „ toren....680* Ancona. 583 Ancy-le-Franc, plattegrond 604*, 627 Andelys, Ste Cloulde 625 Anderberg, A. 927 Anderlecht, Raadhuis 916 Anet, Kasteel 621 Angers, Hotel Pincé 605*, 613, 626* Angerville-Bailleuil, Paviljoen 624* 938 REGISTER Angerville-Bailleuil, Platte grond 604*, 627 Anthon, George David 858, 891 Anthoni 647 Antoine, Jacques Denis .... 870 Antonelli ................ 644 Antwerpen, Beurs ........ 916 —, Boogschuttershuis .... 660 —, Drukkerij Plantij n .... 660 —, Huisingang, 17e eeuwsch 697* —> Jezuiten-kerk 660,829,830*, 832 —, Koninklijk paleis...... 833 —, Lakenwevershuïs .... 660 —, Nationale Bank . .914*, 916 —, Nieuwe Museum 916 —> Paleis van Justitie .... 916 —, Poortje 661,831* —, Rubenshuis 883 —, Spaansche huis 657* —, St. George Kerk 916 —, ,, Michael- en Pieterskerk 916 — Stadhuis 658*, 659* —, Vlaamsche theater .... 916 Appingedam, Raadhuis .... 672 Aquado, Antonio 886 Aranjuez, Paleis 601,736 Archer, Thomas 853, 856 Ardemans,Teodoro........ 736 Arendal, Kerk............ 861 Arevalo, Luis de 735 Arezzo, S. Maria della Grazie 580 —, Koorstoel einde 17e eeuw 701*, 718 ArnaLJ.P 885 Arnhem, Gevel 682 —, Heidemaatschappij geb. 920 Aronco, Raimondi d' 896 Arras, Huizen 628 Arriccia, S. Assumzione della Virgine 722 Asam, Kosmos Damian en Aegid Quirin 811 Aschaffenburg, Hof van het slot 636* Kasteel 640*, 647 Ashdownhouse 692 Assisi, Frans van. 537 —, Sta Maria degli Angeli 594 Atlanten, barokke 700 Aubry 774 Audran, Claude 758 Auer, Hans 911 Augsburg, Raadhuis ...... 651 — , Zeughaus ...... 652 Austin en Paley 924 Autun, Kasteel Sully .. 628 Averbóde lez Diest, Abdykerk 834 Axiale stelsel, Renaissance.. 570 Ayuso, Emilio Rodriguez .. 898 Azay-le-Rideau, Kasteel 603*, 612 B Baden, Drinkhal 909 r— , Oude slot.......... 646 — , Slot Heiligenberg .. 646 Baden-Baden, Portaal van het kasteel te 641* Badenburg 813 Baeckelman, Louis........ 916 Baeza, Stadhuis 600 Bahr, Georg. 823 Bajados, Juan de 598 Bajenow,Wasili Iwanowitsch 888 Balat, bouwmeester 915 Baüarti 582 Ballini, Claude 765 Ballu, Theodore 900 Baliuster, barokke 700 Baltard, Victor 900 Balustraden 606 Balzaretti, Giuseppe ...... 895 Bamberg, Blindbogen..... .664* —, Concordiahuis ...... 814 —, Huis vanBoettinger.. 814 —, Katharinahospitaal .. 811 —, Nieuwe Bisschopsresidentie 814 —, Prellsche huis ......795* —, Priesterseminarium.. 811 —, Residentie te 646 —, St. Martinskerk 699*, 811 Banz, kloosterkerk 811 Barabino, Carlo 873 Barbieri, Giulio 874 Barcelona, Nuestra Sennora 730 de Beien 730 — , Paleis van Justitie 899 — , Pare Guëll 898* — , SagradaFamilia.. 899 — , Woonhuis 8§°* Bardy, John..... 857 Barella, Agostino.. 725, 809, 811 Barok, Burgerlijke bouwkunst 698 — , Details 699 — , Gevelindeeling .... 699 — , Kerkelijke bouwkunst 698 — , Muren 699 — , barocco, baros, para- kopos, verruca) .. 693 Barry, Sir Charles 891, 923 Barsingerhorn, Raadhuis .. 671 Baseir, George. 891 Basel, Huis van de fam. Reding 653 — , Kantonnale Bank .. 911 — , Pauluskerk ........ 911 — , Raadhuis 651 Basile, Giov. Battista Filippo 898 Bas, Louis Hyppolyte le.... 871 Basse Cour 603 Bataggio 582 Batalha, Capella imparfeitas 601 Bath, Prior Park 857 Batter Sea, Raadhuis 926 Bautistas, Fray Francisco .. 735 Bayeux, Kasteel Balleroy 627, 628* Bayreuth, Operagebouw .. 814 Bazel, K. P. C. de 919 Beaugency, Raadhuis 613 Beaumesrul, Kasteel ...... 627 Beaumont, bouwmeester .. 869 Beauregard, Guiot de .... 656 Beauregard, Kasteel ...... 612 Beauvais, Huizen 613 Becerra, Francisco 929 Beer, Ferdinand 818 —, Frans 818 —, Georg 646 —, Michaël 809 Behrens, Peter............ 909 België, Renaissance 654 Bell, Ingresz 926 Belli,P 872 Belotti, Giuseppe .... 852 Beltrami, Lucca .......... 896 Belvoir-Castle 923 Benaglia, beeldhouwer 714, 727 Bentheim, Luder von.. 650, 670 Bentley, John F 925 Benvenuti, Battista 582 Berain, Jean. 746 Bergamasco Guilelmo .... 578 Bergamasco, il 719 Bergamo, Capella Colleoni.. 582 Bergen, Nieuwe kerk 861 Beria, Luigi 896 Berkmülier, Jos 909 Berkshire, Coleshill .. 692 Berlage, Dr. H. P 919 Berlijn, Boheemsche kerk . 825 — , Brandenburger poort 875 — , Beurs 905 — , Christuskerk 904 — , Dom 904* — , Dresdener Bank .. 905 — , Duitsche kerk .... 825 — , Fransche kerk 825, 875 — , Gedachteniskerk .. 904 — , Gedenkteeken op den Kreuzberg 875 — , Genadekerk 904 — , Georgekerk ...... 904 — , Groszes Schauspiel- haus 892*, 905 — , Hedwigskerk .. 825, 875 — , H. Kruiskerk 904 — , Hoofdwacht ..875,878* REGISTER 939 Berlijn, Jacobikerk 004 — , Keurvorstelijkslot.. 826 — , Koepel van het slot Charlottenburg ... .818* — , Koningskolonnade 875 — , Koninklijk paleis .. 826 — , Koninklijke Schouw¬ burg 875, 876* — , Koninklijk Slot.... 646 — , Kunstnijverheids¬ museum 905 — , Lessingtheater .... 905 — , Markuskerk 904 — , Matthaïkerk 904 — , Michaëlskerk 904 — , Museum van Volken¬ kunde 905 — , Nationale galerij .. 876 — , Nieuwe Duitsche kerk875 — , Nieuwe Museum .. 876 — , Nieuwe Synagoge.. 904 — , Opera 826 — , Oude Munt 875 — , Oude Museum 876, 879* — , Paleis Staudt 905 — , Parochiaalkerk .... 825 — , Petrikerk 904 — , Portaal van het Ko¬ ninklijk paleis ....819* — , Raadhuis 905 — , Rijksdaggebouw 905*, 9°5 — , Slot Aranienberg .. 825 — , Synagoge 825 — , Thomaskerk 904 — , Universiteit .. 826, 875 — ,Volksbühne ..893*.905 — , Warenhuis .... 905,908* — , ,, Tietz 905 - — , ,, Wertheim.. 905 — , Weefschool 906* — , Werdersche kerk .. 875 — , Zeughaus 826 — , Zionskerk 904 Bern, Bondsraadsgebouw .. 911 Bernini, Gian Lorenzo 587, 697, 720 Besancon, S. Madeleine 751 *, 775 — , Huizen 613 Bexley Heath, Morris' huis 923 Beyaert, Henri 884, 915 Bianco, Baccio di Bartolomeo7ig Bianchi, fam 787 — , Pietro 874 Bibbiena, Antonio 713 — , Alessandro da Galli 820 —■ , Fernando Galli.... 725 Bibliotheca Laurenziana .. 577* Biedermeierstil 875 Binago, Lorenzo 7ig Bindesböll, bouwmeester .. 891 Birmingham, Aston-Hall .. 691 — , Gerechtshof .. 926 — ; Philipskerk.... 856 Bishof-Feinitz,Slot 648 Bitonto, Balluster van Pal. Cernitto 6g4* — , Pal. Sylos-Sersale.. 694* Blenheim Castle .......... 856 Bleys, A.C gi8 Bloem, Hans ,. 655 Blois, Kamer van Catherine de Medicis 614* — , Kasteel 608, 6n*, 768 — , Slaapkamer Henri II 620* — , Slot Bury, plattegrond 605* — , St. Vincent de Paul .. 744 — , Trappenhuis 606*, 615*, 616* Blom, Frederik 8gi Blondel, Frangois .... 746, 747 — , Jacques Francois .. 871 Blouet, Guillaume Abel 871 Boberg, F g27 Boccaccio 537 Boccardo, Domenico 613 Bodley en Gardner g24 Boedapest, Franzstadterkerk 913 — , Opera ....912*, 913 — , Parlements¬ gebouw 913* — , Polytechnische school 913 — , Redoutegebouw. 913 — , Stephansdom .. gi3 Boffrand, Germain 758 Bogen, Fransche Renaissance 605 Bohemen 648 Boïto, Camillo 895 Bologna, Giovanni da 659 , rlot van Pal. Fava 560*, 578 , Kerk CorpusDomi ni 581 , Madonna di (Jamera 501 , Pal. Albergati 591 — Bar gel hm (Davia) 725 — Bentivoglio .. 592 — Bevilacqua.... 578 — Bolognini .... 578 — dell' arte degli Stracciainoli 578 — del Podesta .. 578 — Fantuzzi 578 — Fiorese (Monzani) 592 — Gibelli ...... 5g2 — Grimani 591 — Isolam 577 — Lambertini .. 592 — Mal vezzi Campeggi 578, 592 Bologna, Pal; Montpensier 694* — , — Monzani (Fioreze) 592 — , —Pazzi 5g2 — , —Pielia 591 — , Porta Galliera .... 713 — , Spaarbank ...... 896 — , Sta Cecilia 581 — , S. Giacomo Maggiore 581 — , S. Michele ...... 581 — , S. Paolo ........ 719 — , S. Pietro ........ 719 — , S. Salvatore ...... 719 — , S. Spirito ........ 581 — , Teatro communale 713 Bolsward, Deur uit de raadszaal 672* — , Raadhuis 671, 674* Bonavia, Giacomo 736 Bonn, Slot Brühl 822 Bonnevie, Joseph 884 Bordeaux, Aartsbisschoppelijk paleis 776 — , Nötre-Dame .... 752 — , Theater ........ 871 Borremans, Jan 657 Borromini, Francesco.. 695, 722 Bort, Jaime 737 Bosse, H. van 928 Boston, Trinity-church .... 932 Bouchardon, Jacques Philippe 858 Boucher, Francois 775 Boulée, Etienne Louis .... 870 Boulle, Charles André .... 765 Boumann, Johann .827, 875 Bourdais, Jules Desiré .... 903 Bourges, Huizen 613 Boutelou, Etienne 736 Bouwmaterialen (Renais) .. 845 Braga, Paleis 738*, 738 — , Hospitaal 738 Bragernös-Drammen, Kerk 928 Brandes, bouwmeester .... 922 Bregno, Antonio 578 Bremen, Azijnhuis ........630* — , Beurs 908 — , Gildehuis ........ 653 — , Korenhuis 653 — , Stadhuis .... 648*, 650 —; ,Waag.... 602 Brescia, Camposanto ...... 874 — , Nieuwe Dom .... 719 — , Pal. Comunale, grondplan 553*, 578 — , —, del Municipio.. 586 — , S. Clemente 874 — , S. Francisco ...... 874 — , Sta Maria de Miracoli 582 — , Teatro 874 940 REGISTER Breslau, Elisabethkapel .... 824 — , Keurvorstkapel .. 824 — , Matthiaskerk .... 824 — , Portaal van de Katharinakerk 795* — , Theater 879 — , Universiteit ...... 824 Brewno, St. Margarethakerk 805 Bridgenorth, Kerk ........ 890 Brieg, Piasterslot 644 — , Raadhuis 651 Brielle, Raadhuis .. 883 Brighton, Unionkerk ..... 925 Briosco, Benedetto 581 — , Andrea Riccio .... 589 Briseux, Charles Etienne 758, 776 Bristol, St. Peter Hospitaal 690 Brithdir, Markuskerk ..... 924 Brixen, Slot Velthurns .... 648 Brongniart, Théodore 870 Brosse, Jéan 624 — , Salomon de 627 Bruant, Liberal ...... 746, 771 Bruce, William 853 Brüchsal, Plafondrozet ....794* — , St. Peterskerk.... 820 — ,Slot 821 Brugge, Augustijnerkerk .. 883 — , Gildehuis der boog¬ schutters 659 — , Jezuïtenkerk .. 661, 833 — , Oude griffie 657*, 658 — , Station 916 Brühl am Rhein, Trappenhuis 813* Brunellesco,Filippo 537, 540, 574 Brünn, Jezuïtenkerk 805 Brunswijk, Gewandhuis.... 653 — , Huis Demmer 632*, 653 — , Oude Waag 647*, 652 — , Residentieslot .. 908. — , Slot Richmond.. 822 — , Synagoge 908 Brussel, Augustijnerkerk 661,831 — , Begijnekerk 661, 831, 832* — , Beurs...... 9*5* — , Conservatorium .. 915 — , Galerij 915 — , Gildehuizen 661, 829*, 831 — , Huizen, door Paul Hankar 916 — ,—,doorVictorHorta 916 — , Huis Rue de Turin 12, 916* — , Jezuïtenkerk 831 — , Karmelietenklooster 884 — , Koninklijk paleis .. 884 — , Nationale Bank 914* Brussel, Paleis de la Nation 884 — , —des beaux Arts 915 — , — van den Graaf van Vlaanderen 884 — , —Granvelle.... 660 — , —Justitie 915* — , Preekstoel ........834* — , Rijksbank ...914* — , St. Jacques-sur- Caudenberg 884 — , „ Josefskerk 884, 914 — , Synagoge 915 — , Theatre de la Mon- naie 884 — , Vlaamsche huis... .834* Brüx, Raadhuis 651 Bruijn, G. de 832 Bückeburg, Kerk 653 Budapest, Ludovica academie 880 — , Nationaal museum 880 Bulach, Station 909 Buil, Georg 928 — , Henrik 928 Bullant, Jean 624 Bullet, Pierre 771 Buon, Bartolomeo 578 Buontalenti, Bernardo.. 582,718 Bürcklein, Friedr 910 Burgkmaier 632 Burgos, Casa Miranda .... 599 — , Gouden trap aan de Kathedraal .. 599 . — , Hospitaal del Rey .. 599 — , Portaal van de Sacristie 599 Buren, Weeshuis 679 Burleigh-house 690 Burlington, Lord 854 Burnitz en Sommer ...... 909" Burry, Slot ..,605*,612 Burton, Decimus 891 Bussi, familie 787 Bussum, Modelboerderij te, 920 Bustamente, Bartolomé .... 601 Busti, Agostino 581 Busto Arizio, Sta Maria di Piazza 582 Bu tterfield, William 924 Cabezas, Francisco de las .. 885 Cadiz, Nieuwe Kathedraal.. 736 — , Stadhuis 886 Caën, Hotel Ecouville 604*, 613, 624* — , Huizen 613 — , St. Pierre 605, 607*, 614 Cagnola, Luigi 873 Cahors, Huis te 610*, 613 Caisson zoldering, door Serlio 541* Cajus-College, poort 691 Calderari, Graaf Otto 874 Calderini, Guglielmo 897 Calderon 729 Cambiges,P 611 Cambrai, Lod. XlV-deur ..757* — , Stadhuis ........ 871 Cambridge, College 691 — , Pembroke College 855 — , Senate-house.... 856 — , Trinity College.. 856 — , Universiteit .... 926 Cambrill, bouwmeester .... 932 Campanille (toren) 573 Campbell, Colin 854,857 Campen, Jacob van.... 667,841 Candid, Peter (de Witte) 647 Cannstadt, Paleis Rosenstein 878 Cano, Alonso 732 Canonica, Luigi 873 Capella imparfeitas, Batalha 601 Capocci, Cav. Oscare 898 Capra, Alvarez 898 Cardi, Luigi 718 Carignano, S. Giovanni Battista 706* Carlier, Réné 735 Carlone, Carl Antonio 801, 804, 809 Carne, fam. 787 Carnegie ...-922 Carpentras, Hötel Dieu 776 Carpi, Dom te 588 Cartaud, Jean Sylen ...... 754 Cartouche 561 Casino 568 Castelfranco, Pal. Soranzi .. 586 Castillio, Joao de 601 Gastro Nepi 583 Catharina de Medicis 623 Cayart 825 Celle, Huis 653 Centraalbouw, Renaissance 569 Cerceau, Baptiste du 626 — , Jacques Androuet du 615, 626 Certosa di Pavia 550*, 563* Cervantes. 729 Chalgrin, Jean Francois 870 Chalveau, Slot 611 Chambers, Wüliam 875 Chambord, Kasteel... .609,618* — , Plattegrond..;. 604* Chantilly, Altaar in de kapel 624 — , Kasteel bij Senlis 612 Chapelle des Evêques te Toul 625 — — Fonts, te Langres 625 Charenton, Bidkapel ...... 628 Charlecote, Warwickshire .. 690 REGISTER 941 Charleston, Kerk 930 Charleval, Kasteel 627 Charlottenburg, Slot ..818*, 826 — , Technische Hoogeschool 906 Chartres, Hötel Montescot 628 — , Huizen.... 613,628 Chateau de Harfleur 743* — de Maisons 742,746*, 751* Chateaudun, Kasteel 612 Chateauneuf, A. de 928 Chateau-Vaux-le-Vicomte. .751* Chaumont, Kasteel 612 Chedanne. 903 Chenonceaux, Kasteel 611, 612* Cherardi, Antonio 708 Chiaveri, Gaëtano 823 Chicago, Portaal .... 931*, 932 Chiesa, Filippo di ........ 827 Chinoiserieën 761 Ghristiaan IV 683 Christiaanstad, Drievuldigheidskerk 687 Christiania, Drievuldigheidskerk 928 — , Johanneskerk .. 928 , Kunstmuseum.. 928 — , Nationale Theater 928 — , Universiteit .... 891 — , Verlossingskerk 861 Churriguera, Don José de .. 729 — , Jeronimo .... 730 — , Nicolas 730 Cinque-cento (1500-1540).. 541 Civitale, Nicolao 591* Civitavecchia 583 Claremont, Park te 857 Cluysenaer 915 Cockerell, Charles Robert.. 891 Codde, Etienne 902 Coeberger, Wenceslaw 661, 834 Coehoorn, Menno van .... 821" Coimbra 601 Colbert, Minister 764 Collins, Alexander 647 Colonia, Francisco de 599 Commode, Régepce 774* Como, Kathedraal-portaal. .543* — , Gevel van den Dom 581 Composita-orde, Renaissance 555 Comte, Le, en Schouten ... 922 Concorrezzo, Kerk 874 Console, Barokke 700 — , Pal. Gondi te Florence 564* Constanz, Kanselarij 651 Cordonnier 922 Cordova, Kathedraal 601* Corny, Emanuel Héré de 758,776 Cortona, Pietro 574 — , — Berettini da, 723,725 Cottart, Pierre 746, 771 Cotte, Robert de 754, 758 Cour d'honneur 603 Courtonnes, Jean 754 Couture, Guillaume Martin 869 Covarrubias, Alonso de .... 599 Coventgarden, St Paulskerk 692 Credenz 593* Crema, Santuario della Madonna 582 Cremer, bouwmeester .... 884 Cremona, Pal. Raimondi .. 579 — , — Stanga 579 — , — Teatro 874 — , — Trecchi...... 579 Crescenzi, Juan Baptista .. 729 Cressent, Charles 774 Cronaca, Simone 577, 580 Cronstedt, Graaf Karl Johann 891 Cubitt, J 924 Curjel en Moser 909 Cusco, Kathedraal 929 Cuvilliés, Francois .... 758, 809 Cuypers, Dr.PJ.H. 893,916, 922 Cuypers, Ed. ........ 920, 922 — , J. Th. J. ........ 920 D Dahlerup, J. V. 926 Daken, Barokke 702 — , Fransche Renaissance 606 Damesme, Louis 884 Dance, George de Oude .. 857 Dante Alighieri 537 Dantzig, Langasserpoort .. 653 — , Huis ..877,879* — , Steffensche huis .. 653 — , Raadhuis .... 651,820* — , Zeughaus ........ 652 Darmstadt, Katholieke kerk 877 — , Residentie Slot.... 822 — , Woning van Peter Behrens 909 — , Woning van M. Olbrich 909 Dartmouth, Botermarkt .. 691 Davioud, Gabriel 903 Dawkin en Wood, schrijvers 889 Debrosse 628 Delaborse, Mathurin ...... 614 Delamaire .......... 754, 776 Delevo, Claudius 801 Delft, Gevel op de Koorn- markt 675*, 681 r'—, Koornhuis 681 i[— , Marten A. van .... 651 f— , Museum Lambert van Meerten 920* 922 — , Raadhuis 670, 675*, 679* Demmler, G. A 908 Denemarken, Barok en Rococo 858 — , Renaissance.. 683 Denon, bouwmeester .... 870 Dens, M. bouwmeester .... 916 Densinger, bouwmeester .. 909 Deperthes, P. J. E goo Derbyshire, Chatworthhouse 854 — , Keddlestone Hall 88g Details, Renaissance 548 — , Régence ........ 754 — , Rococo 758 Detmold, Slot 647 Deventer, Gevels ........ 682 — , Rudolf van 684 — , Spinhuis ..680,681* — , Stadhuis 844 Dielmann, J. 822 Dientzenhofer, Christoph .. 804 — , Kilian Ignaz 804 Diest, Abdykerk.......... 661 — , Begijnehofpoortje 661,832* Dietrich, Wendel .... 635, 825 Dinkelsbuhl, Duitsche huis 652 Doetinchem, Tuinvaas ....881* Dolcebuono, Gian Giacomo 581 Dolci, Giovanni de 582 Dollinger, bouwmeester.... gog Dollmann, Georg gio Dominichino 718 Donatello, Kansel te Prato. .551* Doncaster, Mansionhouse .. 857 Donoso, Josef Ximencz .... 734 Doornik, Station 916 Dorbay, Francois ........ 766 Dordrecht, Details .... 666* — , Gevels .666* — , Groothoofdspoort 674 — , Huis de Crimpert- Salm 681 — , Koorstoelen 668 — , Midd. Tech. School 923 — , Muntpoortje 662*, 674 — , Muuranker 664* Dorische orde (Renaissance) 553* Dorsman, Adriaan 844 Dosso Dossi, Gewelfbeschildering 548* Dresden, Annakerk 823 — , British Hotel ...... 824 — , Brühlsche Paleis 696*, 824 — , George poort 644 — , Hofkerk 806*, 823 — , Hofschouwburg .... 906 — , Japansch paleis 804*, 824 — , Johanneum Museum 907 — , Kruiskerk 823 — , Kunstacademie .... go7 — , Kunstnijverheids¬ school 907 — , Landhuis» 877 942 REGISTER Dresden, Middenpaviljoen 807* — , Paleis de Saxe, details 696*, 824 — , — im groszen Garten 823 — , — Oppenheim .... 906 — , — Taschenberg.... 823 — , Schilderijengalerij .. 906 — , Slot 644 — , Standehaus 907 :— , Synagoge 907 — , Vrouwekerk 803*, 814*, 823 — , Zeughaus 652 — , Zwinger, details 788*, 793* Dressoir, Fransche Renais- - sance 622* Drottningholm, Kasteel 859 Druck, Ludwich Friedrich.. 881 Duban, Jacques Felix...... 899 Duc, Louis Joseph 900 Duddingstone, Abercorn- house 857 Dudok,W.M 922 Duitsche Renaissance 629 Dukers, bouwmeester...... 885 Dülfer, M 911 Dupeirac, Etienne 726 Duquesney, Francois 900 Durm, Joseph 909 Dürrenstein, Stichtskerk .. 801 D ussel dorf, Warenhaus Tietz 907*, 908 Dybwad, P 907 Dijk, J. van, bouwmeester .. 916 Dyon, Gevel ...627* — , Hospitaal 772 — , Hotel Vogué 628, 702*, 765 — , Huizen 613, 628 — , Paleis ducal 772 — , — van Justitie.... 765 — , St. Michel 614 E Ebrach, Klooster..... .811,812* Ebreichsdorf, Slot te ...... 648 Ecouen, Kasteel te 624 Ecouville te Caën, Plattegrond 604* Edam, Museum 665* Edinburgh, Kathedraal ... 924 Edger, Park te 857 Edinburgh, Huis van Th. Hope 889 — , Universiteit.... 889 Effner, Josef 811, 814 Egas, Enrique de...... 598, 599 Eggenburg, De Rosenburg te 648 Eggert, H 903 Egle, J. v................. 909 Ehrenbreitstein, Dikasterial- gebouw 822 Eiffel,Gustave............ 903 Eigenwillig 823 Eigtved, Nicolai Matthiesen 858 Einsiedeln, Stichtskerk .... 818 Eisenlohr, Friedr 909 Ellwangen, Kerk te. 818 Elmes, H. L. 891 Elseneur, Slot Kronborg .. 683 Embden, Raadhuis 651 Emblemen, Fransche Renaissance 608 Empire stijl,details.... 865, 867 Ende, H 905 Engeland, Renaissance .... 688 Engelhardt, Hans 647 Enkhuizen, Chyrurgijns- kaemer 667* — , Drommedaris 679 — , Gevels ...... 670*, 682* — , Koorhek 668 — , Stadhuis 842, 845*, 847* — , Top van de Waag . .675* — , Van Loosenhuis, kast 847* — , Waag 679 — , Weeshuispoortje 673*, 679 Ensisheim, Huis 653 Eosander, Johann Friedrich von 826 Erasmus, Desiderius 622 Erfurt, Koninkl. Regeerings- geb., details 696* — , Steuer-Ambtshaus.. 822 Erlach, Johann Bernard Fischer von 797 — , Joseph Emanuel F. v 802 Estilo Florido 596 — Manuelino 596 Evers, Prof. H 922 Exner 823 Eyck, Gebroeders van .... 537 F Faber, bouwmeester 846 Fabris, Ernilio de 896 Faid' herbe, Lucas ... .661, 831 Falconetto, Giovanni Maria 585 Falster, Slot Nijkjöbing .... 685 Fancelli, L. 574 Fanzaga, Cosimo 715, 727 Fécamp, Kasteel des Ifs.... 627 Federighi, Antonio 577 Feichtmaier, Johann Michaël ~ 811, 821 Fellner en Helmer .... 909, 911 Feiten, bouwmeester 852 Ferrara, Certosa San Christoforo 582 Ferrara, Kasteel Estenze, gewelfbeschildering door Dosso Dossi ... .548* — , Pal. de Diamanti .... 578 — , — Lepni 578 — ,— Scrofa 578 — ,S.Benedetto 582 — , S. Francesco.. 564*, 582 — , S. Giorgio, toren van de 582 — , Sta. Maria in Vado .. 582 Ferstel, Heinrich von 912 Figueroa, Leonardo de .... 736 Filarete, Antonio 577 Fioravanti 578 Firenze, Loggia di S. Paolo.. 582 Fischer, Johann Michaël .. 811 — , Karl von 878 — , Kaspar 647 — , Theodoor 910, 911 Flagg, Ernest ............ 931 Fleischer 822 Florence, Baptisterium 540, 551*, 560 — , Bibliotheca Laurenziana 577*, 589 — , Capella de Pazzi .... 580 — , Casino Medicis .. 582* — , — Medico 718 — , — S. Marco .... 718 — , Dom 540*, 579, 896 — , Grafkapel van de Medici 589, 594 — , Italiaansche Bank.... 897 — , Loggia de Mercato, kapiteel 560* — , Markthal 896 — , Mercato nuovo, hal van de 585 — , Pal. Albergo di Porta Rossa 584 ' — , — Bartolini 584 — , — Buturlin........ 585 — , — Ceramelli 585 — , — Corsi 576 — , — de Corboli ...... 584 — , — degli Uffizi .... 591 — , — di Parti Guelfa .. 576 — , — Giuntini. 584 — , — Gondi 559*, 564*, 576 — , — Guadagni ..545*, 577 — , — Nonfinito ...... 718 — , — Orsini 584 — , — Pandolfini .. 566*, 584 — , — Picori-Ginori.... 584 — , — Pitti 539*, 558*, 574» 591, 719, 725 — , — Quaratesi 576 — , — Renuccini 718 — , — Riccardi (Manelli) 540*, 576, 718 REGISTER 943 Florence, Pal. Roselli del Turco 584 — , — Rucellai.... 552*, 576 — , — Scarlatti 719 — , — Strozzi 541*, 576 — , — Torrigiani 584 — , — Vecchio 552*, 559, 576 — , Ponte San Trinida .. 591 — , Sagresta Nuova 577* — , S. Annunciata 580 — , S. Francesco al Monte 580 — , S. Lorenzo 553*, 579, 589 — , S. Maria Maddalena de Parzi 580 — , — Novella 580 — , — Miniato 540 — , —Spirito, sacristivan de 580 — , — Trinita 718 — , Synagoge 895*, 897 — , Villa Castellani 584 — , — della Petroja .... 718 —■ , — Mozzi.......... 576 — , — Rica Soli 576 — , Vondelingenhuis .... 576 Floris, Cornelis de Vriendt 655 Flötner, Peter ........ 644, 652 Fontaine, Pierre Francois .. 871 Fontainebleau, Boudoir van Marie Antoinette 865* — , Deur 741* — , Galery Henrill... .619* — , Hertengalerij.. 621 *, 627 — , Kasteel 609 — , Park 763 — , Salie du Conseil .. 775 — , St. Saturnin 615 — , Schoorsteen Frans 1613 * — , — Henri IV ..622* — , Slaapkamer van Napoleon I 866* — , Troonzaal Lod. XIV754* — , Vertrek Lod. XIV 769* Fontana, Carlo 724 — , Domenico ...... 587,716 — , Giovanni .. 714,590,716 Formentone, Tomasso .... 578 Formigene, Andrea Marchese 592 Förster, Ludwig 911 — , E. R. von ........ 913 Fra Giocondo 578, 608 Franco, Giacomo 896 Francquart, Jacques .. 661, 831 Franeker, Raadhuis... .669*, 672 — , Venster van het Raadhuis 664* Franke, Paul 653 Frankfort a. M. Beurs 909 — , Krankzinnigengesticht 909 Frankfort a. M. Nieuwe Beurs 909 — , Opera 909 — , Paleis Thurn en Taxis 822 — , Slot Günthersburg 878 — , Stadsbibliotheek 877 — ,Synagoge ...... 909 — , Huis 653 Frankfort a. O. Huis 877* Frankrijk, Barokke details .. 748 — , Renaissance .... 602 Frans I, Stijl 602 Fransche zuilorde 618 Frascati, Villa Falconieri 710*, 715,723 Freiburg, Station 909 — , Kerk 909 Frentzen, Georg 908 Freudenstadt, Kerk 653 Friedland, Slot te 648 Friedrichsbau, Heidelberg. .639* — , — Beslagornament 636* — , — Geveltop. 637* — , — Venstersysteem 634* Frisoni, Donato Giuseppe.. 819 Froimont, Joh. Clemens 821, 822 Fuga, Fernando 728 Fulda, Dom 796*, 821 — , slot 822 Fulham, Kerk 923 Fünfhaus, Kerk 912 Fürstenfeld, Kloosterkerk .. 811 G Gabriel, Jacques Jules 758,776,868 Gadier,Pierre 610 Gaillon, Kasteel 608 — ,Plattegrond ......605* Galerij 604, 758 — Frans I 610 Galilei, Alessandro 727 Galieria 711 Garnier, Charles ........ 902 Gars, Slotte 648 Gartner, Friedrich von 878, 910 Gasse, Luigi en Stefano.... 874 Gau, Franz Christian ...... 900 Gaudi, Antonio .......... 899 Genat, Gebr. van 920 Gedon, Lorenz 910 Genève, Theater 911 Genga, Girolamo di Barto- lomeo 586 Gent, Casino 885 — , Paleis van Justitie 883*, 884 — , Raadhuis 660 — , Schouwburg........ 885 — , St. Anna 884 — , St. Pieterskerk .. 829, 833 Gent, Universiteit 884 — , Vischpoort 828* Gent, A. L. van 918 Gentz, Heinrich 875 Genua, Camposanto di Staglieno 872*, 873 — , Dom 595 — , Madonna della Vigne 719 — , Pal. Balbi Durazzo 719 — ,— — Senarega.. 719 — , — Cambioso 593 — , — Cataldi, Raam 54i*, 593 — , — del Podesta .... 593 — , — Doria Tursi (nu Municipio) 541*, 593 — , — Imperiali ...... 593 — , — Lercari 593 — , — Palavicini (della Perchiere 593,705*, 719 — , — Raggio 593 — , — Spinola .... 593, 873 — , Porta Pila 705*, 713, 719 — , S. Ambrogio ...... 719 — , S. Annunziata .... 719 — , S. Lorenzo 595 — , S. Maria di Carignano 595 — , Strada Garribaldi .. 593 — , Universiteit 541*, 709*, 719 — , Villa Paradiso 719 Gerlach, Philipp von ...... 825 Germain 758 'Germain-en-Laye, Kasteel St. 610 Gesellius, H 928 Gevels, Bepleisterde, scrafitto 567 Gewelven. 545, 546 Giambattista 582 Ghiberti, Baptisterium details 551*, 560 Ghisalba, rondtempeltje.... 874 Gibbs, James 853, 856 Gillot, Claude 758 Ginain, Leon 903 Giocondo.... 597 Giotto 537 Giovanni della Porta 704 Giraldillo................ 600 Glason, J. G. ............ 927 Göllersdorf, Slot te 648 Gontard, Carl von 875 Gort, J. 920 Gorichem, Huis Bethlehem 670*, 681 — , — 't Coemt al van God 681 Gorlitz, Raadhuis ....646*,651 Goss, bouwmeester 911 Gosschalk, J 923 Gotha, Slot Friedenstein .. 822 — , — Friedrichstal .. 822 Götz, Sebastiaan ........ 647 944 REGISTER Gouda, Waag 847 Goudouin, Jacques 870 Goujon, Jean 621 Gourt, L 871 Graft, Raadhuis 671 Graeco-Romano Stijl 598 Gran, Daniël 802 Granada, Capilla Real .... 600 . — , Cartuja, Sacristie 735 — , Casa Castril .... 600 — , Kathedraal 598*, 600,732 — , Paleis van Karei V 599* — , S.MariaMagdaleno732 Grande, Antonio de ...... 711 Granja, La, Paleis ........ 736 Granvelle, Kardinaal ...... 828 Grassel, H 911 Gratama, J. 922 Graz, Maria hulpkerk .... 801 — , Slot Eggenberg bij .. 648 Grazzi, Orazio 718 Greef, Jan de 881 Greenwichpark, Hospitaal 692, 855 — , Queenshouse 692 Gregoris, Domenico 728 Greifenstein, Niclas Schedel von 878 Greising, Joseph 811, 816 Groningen, Gerechtshof .. 680 — , Huis in de Ebbingestr. 836*, 850 — , Stadhuis 880*, 882 — , Station 92J — , Topgevel 664* Groote orde, van Palladio . 567, 592 Gropius, Martin ........ 905 Grosch, bouwmeester .... 891 Grossenham, Pfarrkerk .... 823 Groszheim, Von, en Kayser 907 Grotesken 562 Grünberg, Martin 825 Gründstein, Anselm Frans von Ritter zu 821 Grüssau, Zistercienserkloos- terkerk 800*, 824 Guadalaxara, Paleis del In- fantada 599 Guarenghi, Giacomo ...... 886 Guarini, Guarino 725 Guepière, Louis de la 819 Guerra, A. ..... . 898 Gugel, E............. 920, 922 Guimard, B., bouwmeester 884 — , Hector 903 Gump, Anton 801 Gunckel, Friedrich Ludwig 882 Gunershainer, Johann .... 813 H Haag, den, Geb. voor Kunsten en Wetenschappen 920 — , —v.d. N. I.Sp.Mij. 920 — , Bat. Petroi Mij» 920 — , Hofje van Nieuwkoop 846 — , Hooftshofje.... 846,849* — , Huis ten Bosch 841*, 846 — , Huis van de Koningin moeder 883, 846 — , Kasteel Oud-Wasse¬ naar bij den 917*, 922 — , Luthersche kerk .... 846 — , Mauritshuis... .840*, 846 — , Nieuwe kerk ...... 845 — , Oranje kaserne .... 882 — , Pal. Nassau Weilburg 882 — , Regentessekerk .... 920 — , Rijksarchief gebouw 883 — , Schouwenhoek .... 922 — , Stadhuis 669,676*5 — , Synagoge ........ 846 — , Teekenacademie.... 802 — , Vleugel van het Binnenhof 882 — , Vredespaleis 920 Haarlem, Gevel in de Damstraat 675* — , St. Bavo, de nieuwe 920 — , St. Jorisdoelen ..663* — , Schouwburg .... 920 — , Spaarne 17 ...... 882 — , Stadhuis, details..665* — , Teylershofje .... 882 — , Toren van de St. Annakerk 674, 678* — , Vensters 668* — , Vleeschhal 663*, 664*, 671*, 677 — , Weeshuisgevel .. 682 — , Waag 677*, 678 Haarzuylen, Kasteel de Haar 917*, 922 Haastrecht, Raadhuis 670 Hadrianus VI, Paus, 587 Hageman, Y. S. 682 Hal, Raadhuis ........660,661* Halle, Modern schoolportaal 906*, 908 Halier, bouwmeester 908 Halberstadt, Raadhuis 651, 652* — , Huis 653 Hamburg, Johannes- en Petruskerk 908 — , Huis .821* — , Michaëlskerk 822 — , Nicolaïkerk 908 — , Stadhuis 903* Hameln, Bruiloftshuis .... 652 — , Dempterhuis .... 653 Hameln, Hamelschenburg.. 647 — , Rattenvangershuis 652 Hampshire, Grange House . 889*, 891 Hamptoncourt, PaleisWolsey 689 Hanel en Krüger 907 Hanel, Moritz 907 Hannover, Apostelkerk .... 908 — , Christuskerk 908 — , Garnizoenskerk.... 908 — , Hannoversche Bank 908 — , Provinciaal Museum 908 — , Residentieslot .... 877 — , Rijksbankgebouw.. 908 — , St.Vincentiuskerk.. 908 — , Stationsgebouw .. 908 — , Synagoge 908 Hankar, Paul 916 Hansen, Christiaan Frederik 860, 891, 926 S — , Theophil 911 Harderwijk, Vanenburg.... 850 — .Huisingang 845* Hardwichhall 690 Hare, F. 926 Harsdorff, Kaspar Frederik 891 Hart, Abraham van der .... 881 Hartel en Neckelmann 903, 907 Hasak, Max 907 Hase, Karl Wilhelm 908 Hasenauer, K. von 913 Hatfield-house 690 Hauberrisser, Georg ..909, 910 Hauser, Elias David 860 Have, Theodoor, uit Kleef.. 691 Haven van Lambert 860 Hawksmoor, Nicholas .... 853 Hehl, Christoph 908 Heidelberg, Friedrichsbau 639*, 647 — , Grondplan van het slot 630* — , Karlstor, Dorische zuilen 696* — , OttoHeinrichsbau642*,646 — , — , portaal 630* — , Slot te 646 — , Station 909 — , Huis zum Ritter .... 652 Heilbron, Toren van de Kilianskerk 632*, 653 Heiligenstadt, Portaal van. het Gymnasium ..795* Heim, L. bouwmeester .... 905 Heinrichau, Kloosterkerk .. 825 Helder, Gebouw van den Bond van minder marinepersoneel te Den 920 Helm, Willem van der ... ,\847 Helsingfors, Geb. Pohjola . .928* — , N. Luth. Kerk 927 — , Ridderhuis.... 927 REGISTER 945 Hendrik IV, Grafmonument 690 Hermen, Barokke ........ 700 Herrera, Fransico de J 734 — , Juan de 601 's Hertogenbosch, Kansel .. 668 Her vé, Jean Jacques Marie.. 870 Herzogenburg, Kloosterkerk 801 Hesz, J. F. Chr 877 Hetzenberg, Joh, Ferd, Hohenberg von 879 Heyders, Jacob 646 Hild, Joseph 913 Hildebrandt, Johann Lucas von 801, 802, 816 Hildesheim, Fleischer Zunft- haus 653 — , Keizershuis 631*, 653 — , Michaëlskerk.... 908 — , Platsche huis .... 653 — , Raadsapotheek .. 653 — , Rolandshospitaal 653 — , St. Godehardkerk 908 — , Huizen... .638*, 653* Hilleröd, Slot Frederiksborg 684, 685* Hilversum, Apotheek 921 *, 922 — , Badhuis 922 — , St. Vituskerk . 922 Hirschberg, Genadekerk .. 825 Hirschholm, Slot 861 Hittorff, Jacques. 871, 900 Hitzig, Friedrich 905 Hoffmann, Ludwig.... 906, 907 Hofman, J 910 Hohenegg, Slot te 648 Holbak, Kerk 926 Holbein 632 Holl, Eli as, bouwmeester .. 651 Holland, Henry 890 Hohnestrand, Kerk........ 861 Holt, Thomas 691 Holzminden, Slot Bevern .. 647 Hoorn, Gevels 682 — , Huis Groote oord 836*, 850 — , Oosterpoort 678 — , Poortje, Oude Vrouwenhuis 678 — , — Weeshuis .... 678 — , Raadhuis 671 — , St. Jans Gasthuis .... 678 — , St. Jorispoort 768 — , St. Sebastiaanspoort.. 618 — , Tribunaal 836*, 850 — , Waag 678,681* Horleman, Karei van 858 Horta, Victor 895, 916 Hotels, kleine kasteelen 604, 742 Hötel Ecouville, te Caën.... 604* — Pincé te Angers 605* Howell, Robert 690 Höxter, Huis 653 Hübsch, Heinrich 909 Hude en Hennicke 905 Hueber, Josef 801 Hugers, Georg Christian .. 826 Husly, J. 0 843, 881 Husem, Slot te 685 Huyssens, Peter 660, 832 I Ibero, Ignacio de. 735 Idogro, P. C 736 Ierland, Kasteelen 689 Incrustatie 545 Innsbrück, Jacobskerk 801, 814* — , Katholieke Casino 804 — , Landhuis 804 Interieur, Duitsche Renaissance 618 — , Fransche Renais¬ sance 618 — , Hollandsche Barok 839 — , Italiaansche Renaissance 556 Inverigo, Paleis te 874 Inwood, William.......... 890 Irrsee, kerk 811 Islington, Union Chapel ... 924 Isola Bella, Pal. Borromeo.. 873 Ivry, Constant d' 869 J Jackson, John 692 Jacobskerk, Slot 687 Jacot, A 920 Jackson, F. G 926 Jaen, Kathedraal 600 James, John 856 Janszoon, Bartholomeus.... 680 Jardin, Nicolas Henri...... 858 Jarman, Edward 856 Jassoy en Vollmer 909 Jeuninger, Pater 818 Jezuïtenstijl 695 Jisp, Raadhuis 671 Johansson, A 927 Joinville, Kasteel Grand- Jardin 627 Jones, Inigo 689 Jonische orde (Renaissance) 553 Josephson, E 927 JuliusII 541, 587 Jusson, H. Chr 822 Juvara, Filippo 727, 735 K Kal mar, Dom .. — , Slot te 858 687 Kampen, Cellebroederspoort 680 — , Gevels 682 — , Kansel 668 — , Nieuwe toren .... 846 Kansel, Berlijn 826 — , Leuven 829 Kapiteel, Fransche Renaissance 607* — , Korinthisch (Renais.) 555,591* — , uit Florence 559*, 560* Karei V » 629 Karger, Johann Friedrich .. 823 Karlsbad, Magdalenakerk .. 805 Ka r lscrona, Admi rali t ei ts ke r k 860 Karlsruhe, Christuskerk.... 909 — , Feesthal ...... 909 — , Hofechouwburg 909 — , Katholieke kerk 875*, 878 — , Kunsthal ...... 909 — , Museum 909 — , Paleis van den Markgraaf 878 — , Polytechnische school 909 — , Raadhuis 878 — , Slot te 821 — , Slot Gottesaue .. 646 — , Stadskerk 878 — , Station 909 — , Villa Schenk .... 909 Kassei, Fransche kerk .... 822 — , Museum Frederici- anum 877 — , Oranjeslot 822 — , Schilderijengalerij.. 822 — , Slot 822 — , — Wilhelmshöhe 877 Kast, a deux corps 619* — , Stijl Lod XIV 765* — , — XV 772*, 773* Kasteel „de Haar", Hal... .917* — , Oud-Wassenaar ..917* Kasteelen, Duitsche Renaissance 633 — , Fransche Barok .. 742 — , — Renaissance 603 Katouriz, Slot te 648 Karyatiden, Barokke 700 Kaufmann, Oskar 905 Kayser, Joh. Georg 909 Keldermans, Rombout .... 657 Keiler 819 Kemmeter 825 Kempten, Dom te 809 Kensington, Hollandhouse.. 690 Kent, Mereworth-hall .... 857 — , William 857 Kerkelijke Bouwkunst, Barokke 704, 743 946 REGISTER Kerkelijke Bouwkunst, Duitsche Renaissance en Barok 637, 784 — , Fransche Renaissance 604 — , Renaissance. 569 Kesmark, Huis 653 Keszlau. Albrecht Friedrich von 821 Keulen, Domrestauratie.... 908 — , Raadhuis 648, 650*, 908 — , Rijksbank 908 — , Slot Benrath .. 822,823* — , Stadsschouwburg.. 908 — , Trinitatiskerk .... 908 Key, Lieven de, details 664*, 667 Keyser, bouwmeester 915 Keyzer, Hendrik de 667 Kin, Mc. en White 932 Kieuw, Andreaskerk 852 Kirby-Haü, Northampton- shire 690 Kist, uit Siena 594* Klandrau, Slotte. 648 Klenze, Leo von 878, 888 Klerk, M. de 920 Klinkhamer, J. F 922 Kloosters, Renaissance .... 573 Klundert, Raadhuis 671 Knapp, J. M 909 Knobelsdorf, Georg Wenceslaus 825 Knoblauch, Ed. 904 Knöffel, Johann Christoph.. 824 Koblenz, Slot 822 Koburg, Abdykerk 821 — , Slotkapel 821 Koch, Gaëtano 897 — , Deens ch bouwmeester 926 Koepel, Renaissance .. 546, 569 Kolding, Slot te 685 Kolmar, Huis met details . .635* — , Huis „Zum Engel" 653 — , Slagershuis ...... 653 Koloniaal stijl 929 Kopenhagen, Amaliënborg.. 861 — , Beurs .... 684*, 685 —! , Charlottenlund .... 861 — , Dijvekeshuis 686 — , Eremitage .. 861*, 861 — , Jezuskerk 926 — , Kasteel Frederiksborg 685*, 860 — , Kolonnade. 891 — , Koninklijk theater . 926 — , Natuurhistorisch museum 891 — , Ny Carlsberg Glypo- theek 926 — , Prinselij kpaleis .... 861 — , Provinciaal archief 927 — , Raadhuis 927 Kopenhagen, Rijksmuseum voor Kunst ....... 926 — , St. Lucaskerk 926 — , Slotkerk 891 — , Slot Klampenborg 861 — , Slot Rosenborg 685, 686* — , Thorwaldsen Museum 891 — , Trinitatiskerk .... 686 — , Verlosserskerk .... 860 — , Vrouwekerk 891 Köpenick, Slot 827 Korb, Hermann 822 Korinthische orde, Renaissance 553 Kostelez, Slot te 648 Krakau, Kunstpaleis ...... 928 — , Universiteit 928 Kramer, P 920 Krebs, Konrad 645 Kromhout, W. ...... 918 Kroonlijst, Barokke 700 Krubsacius, Friedrich Aug. 877 Krüger, Th 908 Kruman, Slot te 648 Ksiczarski, F 928 Kulmberg, De Plassenburg 646 Kunstnijverheid .......... 764 L Labarre, bouwmeester .... 870 Labrouste, Henri ........ 900 Laeken, Mariakerk 916 — , Slot te 855 Lagardette, Claude Mathieu de 871 Laibach, Dom 804 Lallerstedt, Erik 927 Lambert en Stahl 910 Lamour, Jean 765 Landshut, Genadekerk .... 825 — , Residentie .... 644 — , Slot Trausnitz .. 644 Lang, H 909 Lange, Ludwich 907 Langeais, Binnenplaats van het kasteel 617* Langerveld, Rüdinger van.. 827 Langhaus, Karl Ferdinand 879, 907 — , Gotthard.. 875 Langlet, Emil 926 Langres, Chapelle des Fonts 625 — , Kasteel du Pailly.. 628 Lantana, Giovanni Battista 719 Lassurance d. O. (Cailleteau) 754 Lassus, Jean Baptiste ...... 899 Lastra, Severiano Sainz de la 899 Laurana, Luciano 577 Lauwereinz en Naert, bouwmeesters 916 Laves, G. L. F. 877 Leblond, Jean Baptiste Alexander 754, 771 Lebrun, Charles 746 Leclerq, beeldhouwer 860 Ledoux, Claude Nicolas.... 870 Leeuwarden, Kanselarij.... 680 — , Stadhuis .... 844 — , Waag 680 Leger, Joh, Chr. Dav 819 Legnano, S. Magno 582 Leiden, Gemeenlandshuis.. 674 — , Huis Rapenburg 48, 883 — , Marekerk 842* — , Morschpoort.. 835*, 847 — , Paneelen uit de St. Pieterskerk ..663* — , Poortje v. d. Penshal 674 — , Raadhuis 665*, 669,669* — , Stadstimmerwerf .. 674 — , Venster .....664* — , Waag 842,* 846 — , Woonhuisgevels .. 681 — , Zijlpoort 835,* 849 Leidschendam, Koepelkerk 846 Leins, Chr. Friedr 909 Leipzig, Aeckerleinsche huis 824 — , Augusteum ...... 908 — , Boekhandelhuis .. 907 — , Concertgebouw .. 907 — , Grassi-museum .. 907 — , Kunstacademie .. 907 — , Museum 907 — , Peterskerk 907 — , Raadhuis 907 — , Rijksbank 907 — , Rijksgerechtshof .. 907 — , Theater 879 — , Nieuwe Theater .. 907 — , Universiteits- bibliotheek 908 — , Volkerenslag- gedenkteeken 908 Leliman, J.H.W. 920 Lemercier, Charles. 627 — , Jacques........ 742 — , Pierre 614 Lemgo, Huis 653 Lemuet, Pierre 742 Leon, Brug bij het Klooster- S. Marcos 732 — , Klooster S. Marcos .. 598 — , Kruisgang 598 Lepautre, Antoine en Jean.. 771 Lepère, Jean Baptiste.. 870, 871 Leroy, Julien David 867 Lescot, Pierre 620 Lesueur, J. B. 902 Leubus,Kloosterkerk...... 825 REGISTER 947 Leutchau, Huis 653 Leuven, St. Michel 830*, 833*, 834 Levau, Louis 742 Le vei 11e, Michaël 822 Lewy, Ludwig 903 Leyden, Lucas van........ 662 Licht, Hugo 907 Liebenstein, Slotkapel .... 653 Liechtenstein, Paleis 695* Ligorio, Pirro 589 Lima, Kathedraal ........ 929 Lindau, Raadhuis ....651*, 651 Lindgren, A 927 — , G .928 Linlithgow, Slot Hopetown 854 Lippi, Annibale 589 Lipsius, Const 907 Lissabon, Klooster Belem .. 601 — , S. Vicenta de Fora 601 Liverpool, St. Georges Hall 890*, 891 — , St. Clare 924 — , Universiteits College 925 Livorno 718 Lodewijk XIII 625 — XTV* interieur details 862 exterieur details 864 Lodi, Santa Maria Incoronata 582 Loggia's 568 Loggia di San Paolo 546* Logrono, Paleis 732 Lombard, Lambert 655 Lombards, Christoforo .... 581 — , Moro 582 — , Pietro 578 — , Santé 578 — , Tullio 589 Lonati 582 Londen, Allerheiligenkerk . 924 — , Bank van Engeland.. 890 — , Bedfordpark, Kerk .. 925 — , — Villakolonie 925 — , Beurs 856, 891 — , Bridgewaterhouse 891, 924 — , Britsch museum 888*, 891 — , Brooksclub 890 — , Buckingham Palace 890, 925 — , Cambridge- Circustheater 925 — , Carlton-house 890 — , Chelsea-hospitaal .. 890 — , Chiswick Castle .... 857 — , Claremont-house .. 890 — , Codringtonshall .... 889 — , Collingham- Gardens, Huis 925* — , Congregatiekerk ... 925 — , Countil-office 890 — , Country-Fire-office 890 Londen, Coventgarden theater 871 — , Devonshire-house .. 857 — , Drievuldigheidskerk 924 — , Dulwich Picture Gallery 890 — , Fitzwiliiam museum 891 — , Geologisch Museum 925 — , Georgkerk ........ 856 — , Gerechtshof 890 — , Grosvenor Square, Huis 889 — , Hampton Court ... .856* — , Hannover Chapel .. 891 — , Haymarket-theater.. 890 — , Hoofdbureau van politie 925 — , Hoofdpostkantoor .. 891 — , Horniman Museum . 926 — , Horse Guards ...... 857 — , Huis in Queens Gate 924* — , Imperial Institute... 925 — , Kensington Palace .. 856 — , Kin gs col lege 891 — , Landsdowne-house 889 — , Mansion-house .... 857 — , Militair hospitaal te Chelsea 856 — , National Gallery.... 890 — , Natuurhistorisch museum 925 — , New Zealand Chambers 925 — , Paleis van Justitie ... 924 — , Pantheon ........ 889 — , Parlementshuis 924,926* — , Reform Club House 924 — , Society for encoura- gement of arts 889 — , Sommerset-house 857,925 — , South Kensington Museum 926 — , Spencer-house .... 857 — , St. Antholin ...... 855 — , — Augustijnkerk ... 924 — , — Bride 855 — , — Dunstan in the east 855 — , — Edwardstoren ... 926 — , — George-hospitaal 891 — , — Johanneskerk ... 924 — , — Martin in the field 856 — , — Mary Abchurch.. 855 — , — Mary Aldermary 855 — , — — le Bow 855 — , — Michaël in Cornhill 855 — , — Mildred 855 — , — Pancras 890 — , — Paulskathedraal 854*, 855* — , — Stephanskerk te Walbrook 855 Londen, St. Swithin 855 — , Sun Fire office .... 891 — , Travelier Club House 924 — , Universiteit.... 890, 926 — , Victoriatoren 924 — , Villa Greenough .... 891 — , Westminsterkerk ... 925 — , White Chapel, Schil¬ derijengalerij 926 — , White field her- denkings kerk 926 — , White club 889 — , Yorkmonument .... 889 Longhena, Baldassare 725 Longleat-house 690 Longuelune, Zacharias .... 824 Lonigo, Kerk te 896 Lorenzo, Bernardo di 578 Los Angelos, Kathedraal .. 929 Loreto, Dom Casa Santa.... 586 Lossow, W. 907 Louis, Victor 871 Louvre, Apollogalery 755* — , Fragment door Lescot 625* — , Galerij van den Seinegevel 744* — , Hoekpaviljoen .... 747* — , Paviljoen 744* — , Plattegrond 605* — , Westelijke vleugel 745* — , Zuilen, Henri IV . .625* Loyola, Jezuïten College 730, 735 — , San Ignacio ...... 735 Lübeck, Houtsnijwerk ... .631* — , Raadhuis ........ 651 Lucca 718 Lucca della Robbia, Terracotta's 560, 561 Lucae, Richard 906, 909 Lucarnen 606 Lude, Eetzaal uit het kasteel du 623* — , Kasteel du 612 Ludwig, J. F. en J. P. .... 738 , Ludwigsburg, Slot 819 — — Monrepos 820 — .Stadskerk .. 818 Lugo, Kathedraal .... 737, 874 Luik, Bisschoppelijk paleis 655*, 658 — , Jezuïtenkerk .... 661, 833 — , Schouwburg 885 Luna, Francesco della .... 576 Lunghi, Martino. .589, 716, 724 Lupiana, Zuilen uit het klooster van 597*, 599 Lurago, Anselm 807 — , Carlo 809 — , Familie ...... 787, 804 — , Rocco 593 948 Lusthuizen, Duitsche 635 Luther, Heinz von 644 Luxembourg, Palais de .... 763 Luzern, Raadhuis ... .651,652* — , Regeeringsgebouw 652 Lyon, Grand theatre 871 — , Hotel Dieu ........ 871 — , Paleis van Justitie .. 900 — , Stadhuis 771, 772 M Maarssen, Huis Ganzenhoef 850 Maastricht, Hal van het stadhuis 846* — , Stadhuis .. 843, 844* — , Vleeschhal .... 847 Macerata, Pal. Ugolini .... 874 Maciachini, Carlo ....873,895 Machuca, Pedro .......... 600 Maczynski, F.. 928 Madame de Maintenon .... 749 Maderna,Carlo ..587, 594, 717 Madrid, Academie S. Fernando 731 — , Aduana (belasting¬ kantoor) 885 — , Basilica di nuestra Senora de Atocha 898 — , Buen Suceso 898 — , Beurs 899 — , Camera de los Diputados 886 — , Collegio de Donna Maria de Aragon 730 — , SantoThomas 732*, 734 — , Escorial ....599*, 601 — , Gouden kapel .... 735 — , Hospicio Provincial 735 — , Kerk de la Encar- nacion 737 — , Klooster Salesas Reales 735 — , — S. Cayetano 730 — , Koninklijk paleis .. 735 — , — theater.. 886, — , Ministerie v. Oorlog 885 — , Museum del Prado 885 — , Observatorium .. 885 — , Oratorium de Gracia 885 — , Palacio Real 885 — , Plaza de Toros .... 898 — , Portaal van Hospi¬ cio Provincial 702* — , Puerta de Alcala .. 885 — , — SanVicente 885 — , S. Firmin de los Navorros 898 — , — Francisco el Grande 885 — , — Isidro el Real .. 735 REGISTER Madrid, S. Labrador, Kapel 735 — , — Lorenzo ...... 601 — , — Marcos 737 — , Segovia brug .... 732 — , Spaansche Bank .. 899 — , Theater Buen Retiro 732 — , — de la Cruz .... 732 — , — del Principe .. 732 — , Toledobrug 732 — ,Toledopoort 885*, 886 Mafra, Klooster te ..736*, 738 Magenta, Giovanni Ambrosio 719 Mainz, Aartsbisschoppelijk slot 647 — , Groot-Hertogelijk Paleis 822 — , Paleis van Justitie .. 822 — , Slot Bibriets 822 — , St. Pieterskerk 822 — , Theater 877 — , Zeughaus 822 Maisons-sur-Seine, Gevel.. 740* Majano, Benedetto da .... 576 — , Giovanni da ...... 689 — , Giuliano da ...... 577 Majo di Bartolommeo, Domkansel 551* Malacarne 874 Malaga, Kathedraal .. 600, 737 Manchester, Gerechtshof . 925 — , Raadhuis 925 — , S. Felipe Neri 886 Mangone, Fabio .......... 719 Mannheim, Jezuïtenkerk .. 820 — , Johanneskerk .. 909 — , L. Vrouwekerk 909 — , Rozentuin .... 909 — , Slot...... 821, 822 Manoir, La Müette, bij Parijs 611 — , Madrid ......604*, 610 Mans, Huizen te le 613 Mansardekap 743 Mansart, Francois 742 — , Jules Hardouin .. 750 Mantua, Dom 588 — ,Pal. delTè 585 — , Ducale, zolder .... 547* — , S. Andrea 554*, 580,727 — , S. Benedetto 588 — , — Sebastiano 580 — , Teatro Reale .. 725, 874 Manuel, Koning 596 Manufacture des meubles .. 764 Marburg, Universiteitsaula 909 Marchese, Andrea (gen. Formigene) 592 Marchionne, Carlo 728 Marco, Antonio di ........ 582 Margry, S. J. 917 Marly, Eremitage te .. 764, 772 Marot, Jean en Daniël .... 746 Marseille, Kathedraal. .899*, 900 Maskers 782* Martainville, Kasteel 612 Martinelli, Domenico 804 Marucelli, Paolo 719 Maudon, Kasteel 623 Maune, Kasteel 627 Maupin 771 Mauro, Ernesto di 898 Maybaum, G. F........... 846 Mazarin 626 Mazoni, Giulio 589 Mazzanti, Riccardo 897 Mead, bouwmeester 932 Mechelen, Boogschuttershuis 658 — , Huis deLepelaer.... 657 — , Zalm... .656*, 657 — , Nötre-Dame 661,830*, 853 — , Paleis van Margaretha van Parriia 656, 658* — , Schippersgildehuis.. 657 — , St.Pieterskerk..... .830* Medemblik, Huis Lod. XIV 849*, 850 — , Weeshuispoortje 847 Medici, Maria de 627 Meillant,Kasteel ........ 612 Meisonnier, Jules Aurèle .. 758 Melk, Klooster 801 Melun,SlotVaux-le-Vicomte 766 Memhardt, Joh. Georg 825, 826 Mengoni, Giuseppe 895 Mergentheim, Slot te...... 647 Messel, Alfred 905 Messina, Camposanto .... 898 — , Ospedale della Piëta 713 — , S. Gregorio ...... 727 Metezeau 626 Metz, Raadhuis 871 Meubelen, Stijl Lod XIV 764*, 765*, 766* — , Stijl Lod XV 772*, 773*/ 775* — , Stijl Régence .. 774* Mexico, Kathedraal.. 929, 930* — , Sagrario Metro- politano 734*, 735 Mey, J. M. van der 920 Mezzanino 568 Mchelangelo 542, 693 Micheli 897 Michellozzi, Michellozzo .. 576 Michellozzo, Kansel te Prato 551* Michelst3tten, Slot te...... 648 Middachten, Tuin 839 Middelburg, Huis de , Gouden Zon 682 — , — Steenrots 677*,'682 — , Provinciale Bibliotheek 847 REGISTER 949 Middelburg, Rechtsgebouw 850 — , Vleugel v.h. stadhuis 883 Milaan, Aartsbisschoppelijk paleis 592 i — , Arco della Pace... .873* , — , Arena 873 — , Barriera di Porto Venezia 873 r— , Camposanto ...... 895 — , Casa Brocca 873 i— , — Cagnola 873 — , — Taverna 873 — , — Traversi...... 873 ■ -—, , Cimetero monumentale 873 — , Dom 594, 725 — , Galerij Vittorio Emanuele 895, 896* — , Kantoor van de Cor- riere della Sera .. 896 L — , Monasterio Maurizio 581 — , Nieuwe Synagoge.. 896 — , Ospedale Maggiore 559*. 577/ 713/ 725 — , — militaire 577 — , Pal. Belgiojeso .... 872 — , — Castigkone .... 896 — , — della Villa reale 873 — , — di Brera ...... 725 — , — Durini 725 — , — Elvetico 719 — ,— Greppi 872 — , — Lasnedi 872 — , — Marino 592 — , Moriggia ........ 872 — , Sannazari 872 — , Porta Nuova 873 — , — Oriëntale.... 873 — , — Romano .... 713 — , — Ticinese .... 873 — , S. Alessandro .... 719 — , — Eustorgio, kapel 580 — , — Fedele 594 — , — Giuseppe 725 — , — Lorenzo ...... 594 — , — Maria della Grazie 580 — , — — — Pas- sione 581 — , — — presso S. Celso 581, 594 — , — Maurizio 581 — , — Satiro 581 ' .-p— , — Sebasü'ano .... 594 — , Spaarbankgebouw 895 •réi , Teatro carcano .... 873 — , — della Cannobbiana 873 — ,— — Scala 873 t— , Tehuis voor Musici 896 Miltenberg a. M., Huis .... 652 — , Vakwerkbouw ....635* Minello, Antonio 588 Modulen 553 Moen, A 920 Molenbroek, M 922 Möller, Georg 877, 904 — , Carl 927 Montaigu, Nötre-Dame.... 834 Montanaza 582 Montferrand, Ricard de.... 888 Monte Carlo, Cassino .... 903 — , Theater .... 903 Montecassino, Kerk ......715* Monteciascone, S. Madonna della Grazie 589 Montepulciane, Madonna di. S. Biago .. 580 Montford, N. A. de S. de .. 877 Montoyer, Louis Joseph .. 885 Montpellier, Ecole de Medicine 871 Monza, Villa reale 874 Moosbrugger, Kaspar .... 818 Mora, Francisco de ...... 729 — , Juan Gomes de 729, 732 Morecambe, St. Barnabaskerk 924 Morelli, Cosimo 872, 874 Moret, Huis Frans I 613 Moro, Luigi del 897 Morris, Robert 857 — , William 923 Moskou, Dumapaleis 928 — , Kremlin 852, 928 — , N. Hist. Museum 928 — , Rumjanzow museum 888 — , Verlosserskerk .... 928 — , Wosnessenski- kloosterkerk 928 Motte, Vallin de la 852 Mountford, E. W 926 Mozo, Herrera il 737 Mudejarstijl. 596 Mués, S. Gregorio 731* Muller, Albert 911 Muller, Heinrich 908 — , Georg 911 Mühlhausen, Raadhuis .... 651 München, Academie 814 — , Bibliotheek .... 910 — , Bonifaciuskerk .. 910 — , Drievuldigheids¬ kerk 811 — , Galerij Schach .. 910 — , Gebouw van de de Allg. Zeitung 911 — , Gebouw voor Kunsttentoonstellingen 910 — , Glypotheek .... 879 — , H. Hofkerk .... 910 — , Herrenchiemsee, Slot 910 — , Hoftheater 878 871 München, Hohenschwangau, Slot 910 — , Koninklijke Resi¬ dentie 647, 813 — , Kunstacademie.. 910 — , Kunstenaarshuis 910 — , Linderhof, Slot.. 910 — , Lodewïjkskerk .. 910 — , Maria hulpkerk in de Au 910 — , Maximilianeum 910 — , Max Jozephspoort 878 — , Michaëlskerk .. 653 — , Neuschwanstein, Slot 910 — , Oude Nationaal Museum 910 — , Paleis Eichthal.. 814 — , — Porcia.... 813 — , — van Justitie 911 — , Pinakothek .... 879 — , Preysingsche Paleis 778*, 814 — , Preysingsche paleis,Vensters 779* — , Propylaeën .... 879 — , Raadhuis ...... 910 — , Regeeringsgebouwgio — , Residentieslot, Koningsvleugel 910 — , Residentietheater 813 — , Ruhmeshalle.... 879 — , Schwabing, schoolportaal 904*, 911 — , St. Annakerk .. 910 — , Stadsweeshuis .. 911 — , St. Johann Nepomukkerk 787* — , Slot Nymphen- burg 789 — , Technische' Hoogeschool 910 — , Theatinerkerk St. Kajetan 809 — , Veldheerenhal .. 910 — , Verlosserskerk .. 910 — , Zegepoort 878 — , Münden, Huis... 653 Munster, Erfdrostenhof .. 822 — , Huis 653 — , Koninklijk Slot ..817* Murau, Slot te 648 Murcia, Kathedraal 601,730*, 737 Murillo 729 Muthesius, Herman....... 926 Muurindeekng (Ital.Renaiss.) 556 Muysken, S 922 N Naarden, koorhek ........ 668 — , Raadhuis .. 670, 672* 950 REGISTER Namen, St. Aubin 883 — , Sr. Lupus 660,830*, 833 Nancy, Bisschoppelijk paleis 613 — , Kasteel Malgrange 775 — , Kathedraal.... 772, 775 — , Stanislausplein 768*, 776 Nantouiliet, bij Meaux, Kasteel 612 Napels, Beurs 898 — , Certosa di San Martino 727 — , Galerij 898 — , Gesü nuovo ...... 719 — , Pal. Reale 717 — , Reale albergo d*Poveri 728 — , S. Annunziata 706*, 727 — , — Fernando ...... 727 — , — Francesco di Paolo 874 — , — Maria Maggiore 727 — , — Sapienza 727 — , — Spirito 727 — , — Teresa 727 — , Slot Caserta ...... 727 — , Stadhuis 874 — , Teatro Felice 874 — , — S. Carlo 872*, 874 — , Universiteit 898 — , Zoölogisch station.. 898 Nash, John 890 Natuursteenbanden ...... 665 Nazodi, Nicolo 738 N.Easton(Mass),Bibliotheek 932 Stadhuis 929*, 932 Neckelmann, Skjold 909 Nederland, Renaissance.... 662 Negau, Slot te 648 Neisse, Raadhuis.......... 651 Nepveu, Pierre (gen. Trinqueau) 609 Neresheim, Kloosterkerk .. 818 Nering, Johann Arnold .... 825 Nette, Johann Friedrich.... 818 Neuhaus (in Bohemen) Slot te 648 Neumann, Johann Balthasar 811, 814 Neurenberg, Funksche huis 652 — , Hirschvogel- haus 652 — , Hof van het Raadhuis 644* — , Pellerhuis .... 652 — , Raadhuis te .. 651 — , St. Aegidiuskerk8i6 — , Toplerhuis .. 652 — , Tucherhuis .. 652 Neureuther, Gottfr. ...... 910 New-York, Aldrich Court apartment 932* — , Belvédère ........ 931 — , Kapitool.......... 931 — , Larkinfabriek .... 934* — , Madison Avenuekerkg34 — , — Square Garden 933 — , Osborn-House .... 932 — , Paulskerk 930 — , Singerbuilding .... 930 — , St. Agneskapel.... 932 — , — Georgekerk .... 931 — , — Patrick-kathedraalg3i — , Teekenacademie .. 931 — , Trinity-Church.... 931 — , Woolworth gebouw 934* — , — details. 933* Niccolino Antonio 874 Nicole 775 Nieukerken, M. A. en J 920 N. Import Qui 932 Nizza, Sterrewacht 903 Nobile, Peter von 879 Noorwegen, Barok en Rococo 858 Noorwitz, Pieter 845 Nordstemmen, Slot Mariënburg 908 Norfolk, Holkham Castle .. 857 — , Hougthon Castle .. 857 — , Raynham park.... 692 Norgreen, E. 928 Northamptonshire, Easton- Neston Castle 856 Nötre, André le 763 Nottinghamshire, Wollatonhouse 690* Nova, Fernando de Casas Y 737 Novara, S. Gaudenzio 594 Noyen, Jakob en Sebastiaan van 661 Nüll, E. van der 911 Nijmegen, Gevels 682 — , H. Landstichting 922 — ,Kerkboog ...... 079 — ,Raadhuis ..671,678* — , Stadhuispoortje 846* — , Waag 673*, 679 Nymphenburg, Slot 811 Nyrop, Martin 927 O Oak-Park, woonhuis 934 Obbergen, Anthonius van 652,684 Oberzell, Klooster ..801*, 822 Ochsenhausen, Kerk te .... 819 Oculus (oog) 592 Oeuils de boeuf 621 Ohlmüller, J. D 910 Offenbach, Slot Isenburg .. 646 Olbrich, M. ............ 909 Olivieri, Orazio .......... 590 — , Pietro Paolo .. 594, 717 Olmütz, Jezuïtenkerk .... 805 öls, Residentie 647 Ontanon, Rodrigo Gil .... 599 Oog (oculus) ............ 592 Ooren, van vensters 701 Oostenrijk, Renaissance .. 629 Oostzanen, Jacob Cornelisz van 663 Opera, Dell' ............ 833 Oppenort (Op den Oordt) Gille Marie .. 752 Oppler, Edwin .......... 908 Orleans, Huis in de Rue de Fabourg 610* — , — van Agnes Sorel 613 — , — Ducerceau .... 624 — , — Frans I ...... 613 — , Huizen 628 — , Raadhuis 613 Orme, Philibert de 1' 618, 621, 623 Ornament, Renaissance 560, 607, 643 Orth, Aug 904 Orvieto, Dom te 589 Osnabrück, Huis te 630* Ospedale 568 Ostende, Badhuis 916 Oswestry, Park hall.. 690*, 691* Ottobeuren, Benedictijner kerk 811 Otzen, Joh 904, 908 Oudenaarde, Huis Lod. XVI 883,* 885 — , Raadhuis- paneelen 654 Oudewater, Arke Noach.... 681 — , Kerk ........ 917 — , Pakhuis 674* — , Raadhuis...... 670 Oudshoorn, C 918 Ouendag, B. J 920 Oudshoorn, Koepelkerkje .. 846 Overstraeten, Louis van.... 914 Owatonna, Bankgebouw.... 934 Oxford, Bodleyaansche bibliotheek 691 — , Brasenose College 689*, 693 — , Keble College 924 — , Raadhuis 926 — , Radcliffe bibliotheek 853*, 856 — , Sheldoniantheater 855 — , St. Johnscollege .. 692 — , Tailor en Randolph instituut 891 — , Universiteit 926 REGISTER 951 P Pacossi 802 Padua, Capella del Santo .. 588 — , Casa Anna Diamin.. 579 — , — di Tito Livio.... 579 — , Dom 589 — , Giovanni di 690 — , Huis Vigo d'Azzero 874 — , Loggio del Consiglio 579 — , Pal. Giustianiani.... 585 — , Porta San Giovanni 585 — , — Savonarola.... 585 — , S. Antonio ' 582 — , S. Giustina .... 554*, 588 — , Margareta 874 — , Sebastiano 582 Pagodenburg 813 Paine, James 857 Painchaux 775 Pal. del Comune 568 — , Consiglio 568 — , Podesta 568 — , Prefetto 568 — , Tribunali 568 — , della Ragione 568 Paleis, Het barokke 710, 786 — , Florentijnsche 564 — , Het Rococo 791 — , Renaissance ...... 563 — , Romeinsche........ 566 — , Venetiaansche 566 Palermo, Teatro Massimo .. 898 Palladio, Strenge richting van „ . . „ 542,578,592 Parigi, Giuho en Alfonzo 574,719 Parma, Dom 553* — , Madonna della Steccate 582 — , S. Giovanni 582 Partes (en modulen) 553 Parijs, are de triomphe, place Caroussel 871 — , are de triomphe, place del'Etoile 867* — , Centrale markthal .. 900 — , Beurs 870 — , Bibliotheek Mazarin 776* — , — Ste. Geneviève 900 — , College Mazarin (In¬ stituut de France 766 — , Dome des Invalides 773 — , Ecole des beaux Arts 899 — , — medicine .... 870 — , Eglise de la Sorbonne 744, 759*, 765 — , Eiffeltoren 903 — , Grafkapel 871 — , Hötel Bauffremont.. 776 — , — de Chevreuse .. 766 — , — Crozat 771 Parijs, Hötel de Conty .... 774 — , — la Fare 774 — , — de la Vrillière 766, 774 — , — Montmorency .. 775 — , — Pussort 754 — , — de Richelieu.... 774 — , — de Rohan 776 — , Tourolle .... 870 — , — Jars 766 — , — Lambert ...... 743 — , — de Thorigny .. 765 — , — Masserano .... 870 — , — Soubise.. 770*, 776 — , — Thiers 771 — , — Toulouse, galerij 765* — , Huis Frans I 618* — , Huizen 628 — , Invalidentehuis .... 773 — , Kasteel Pierrefonds 900 — , Kerk Dames de Sainte Marie 768 — , — du val de Grace 739*, 744, 768 — , — Prêtres de 1'Oratoire 765 — , — S. Etienne du Mont 742*, 765 — , — S. Germain des Prés, tabernakel 774 — , — —Roch ..743, 765 — , — — Sulpice 766, 774 — , Klein Trianon .... 868 — , Louvre 620 — , — Apollogalerij 755*, 769, 899 — , — Kolonnade ..767* — , — Oostgevel .... 769 — , — Paviljoen 744*, 747* — , — Prijsvraag .... 746 — , — Seinegevel... .744* — , — Westyleugel. .745* — , Madeleinekerk 869 — , Magasin du Printemps 903 — , MaisonBrethous.... 775 — , — Brunoy 870 — , Ministerie van Marine 868 — , Munt 870 — , Nationale Bibliotheek 900 — , Nieuwe opera 901*, 902*, 902 — , Nötre-JDame 900 — , — des Champs 903 — , — de Lorette 871 — , Odeontheatre ...... 870 — , Ondergrondstation .. 903 — , Palace Hötel ...... 903 — , Palais royal 627,756*, 774 — , Paleis de Galliera .. 903 — , — du Luxembourg 627,751* — , — Tubeuf-Mazann 766 Parijs, Paleis van Justitie .. 900 — , Pantheon ......868, 870* — , Paviljoen d'Horloge 765 — , Place des Victoires .. 771 — , — Vendöme...... 771 — , Porte St. Denis 748,761*, 771 — , — Michel.... 771 — , Raadhuis 613 — , Rue Rivoli 871 — , Sacré coeur ... .899*, 902 — , St. Augustin 901 — , — Chapelle 900 — , — Clotilde 900 — , — Etienne du Mont 615, 628* — , — Eustache 614 — , — Gervais ........ 628 — , — Louis des Invalides 703*, 750,752 — , — Phihppe 871 — , — Severin 899 — , — Sulpice 868 — , — Trinité... 900 — , — Vincent de Paul.. 871 — , Slot Issy 771 — , — Malmaison .... 871 — , Sorbonnekerk 628 — , Stadhuis ...... 900, 901 — , Station Noord 900 — , — West........ 900 — , Tabernakel in de St. Germain des Prés 752 — , Theatre du Chatelet 903 — , — Francais.... 627 — , — Lyrique.... 903 — , Trocadero 903 — , Tuilerieën .864* — , Vendöme-zuil 870 — ,Woonhuisgevel ....900* Pascual, Narciso 886 Passau, Dom ........791*, 809 — Portaal van het Aartsbisschoppelijk paleis 784* Paul, St., Minnesotabank .. 932 Pavia, Certosa di, kloostergang 550*, 563*, 581 — , Dom en Campanille 583 — , Santa Maria Coronata di Cannepanova 583 — , Universiteit 874 Pearson, John L 924 Peckendam, Huis Diepenheim 850 Pellegrini (Tilbaldi) 592 Pendlebury, Augustijnerkerk 924 Pennethorne, Sir James 891, 925 Percier, Charles 871 Perigueux, Huizen 613 Perrault, Claude 746 Persius, bouwmeester.. 876, 906 952 REGISTER Perugia, 583 — , Pal. Antinori...... 590 — , Sta. Maria del) Popoio 594 Peruzzi, Baldassare. 583 Pesaro, S. Giovanni Battista 589 — , Villa Monte Imperiali 586 Pesugalk, Pietro 873 Peterborough, Milton-Castle 856 — , Thorpe-hall 693 Peters, C. H. 918 Petersen, bouwmeester 926 Petrarca 537 Petrini, Antonio .......... 811 Petrograd, Admiraliteits gebouw 887* — , Alexandertheater 888 — , Bad te Tsarskoje Zelo 886 — , Beurs 887 — , Blijde boodschap- kerk 938 — , Drievuldigheids- kathedraal 886 — , Eremitage- museum 888 — , Isaakkathedraal 887*, 888 — , Kavalleriekazerne 887 — , Kazankathedraal 887 —' , Kunstacademie 853*, 853 — , Marstallkerk.... 886* — , Paleis Bobrinski 887 — , — Labanoff 888 — , — Stroganoff 851 — , — van den grootvorst Michaël 888 — , Rijksbank 886 — , Schilderijengalerij 886 — , Sergieffklooster- kerk 851*, 852 — , St. Annakerk .. 852 — , Slot Peterhof .. 851 — ,—Tsarskoje Zelo 851 — , Smolniklooster.. 852 — , Theater van de Eremitage 886 — , Universiteits¬ gebouw 851 ■ — , Winterpaleis.... 851 Peyre; Antoine Francois .. 870 Pezzani, Valentius 811 Philadelphia, Girard College 931 Philips II .. 598 Piacentini, Pio 897 Piacenza, Pali Farnese .... 592 — , S. Sisto 583 Piano nobile. 711 Piazolla (bij Padua) Zuilen van de Villa Contarini 713* Pienza, Pal. della Commune 577 — Piccolomini.... 577 Piermarini, Giuseppe 872 Pierrefonds, Kapel van het kasteel 893* Pietrasanta 582 Pigage 822 Pinchler, bouwmeester .... 909 Piranesi, Giovanni 872 Pisa 7ï8 Pistoja 718 — , Betimmering 590* Pittsburg, Gerechtsgebouw 932 Pizzoni, bouwmeester .... 883 Plank, Chr. 910 Plateresko 597 Plattegrond van barokke kerken 704 Plestra, Blaise le 613 Plumbe, Rowland 926 Podesten, Traprustplaatsen 556 Poelaert, Joseph 915 Poelzig, Hans 905 Pöggstall, Slot te 648 Portiers, Diana de 621 Polack, Leopoldo ........ 873 Polen, Barok en Rococo.... 851 Poletti, L. 872 Pollack,Michaël 880 Pommersfelden, Slot Weiszenstein 814 Pontoise, Hötel Dieu 871 — , St. Maclou 615 Poppelmann, Mattheus Daniël 823 Poppelsdorf, Slot te ...... 822 Porta, Antonio della 581 Porta, Giacomo della 587,589,715 Portalen, Barokke 702 Porto 601 — , Kerk do Carmo .... 737 — , dos Extinctos Carme- litas 737 — , Nossa Senhora do Pilar 737 — , — dos Clerigos 738 Portugal 596, 601 Posen, Raadhuis 651 — ,Huis 877,878* Possagno, Grafkerk voor Canova 874 Post, Pieter 843, 846 Posthumus Meyes, C. B. .. 920 Potschach, Slot te .... 648 Potsdam, Fransche kerk.... 825 — , Kommandantur 792* — , Nicolaaskerk 876,877* — , Nieuwe paleis 825*, 827 — , Paleis Friedrichs- kron 825*, 827, 875 — ,Park : 826*, 827 Potsdam, Sanssoussi 827 — , Stadhuis 827 — , Huis ....791* Pottenbrunn, Slot te 648 Poussin 746 Pozzo, Andrea 718, 724 — , Familie 787 Praag, Belvédère 647 — , College Clementinum 804 — , Hofburg 807 — , Jachtslot Stern bij .. 647 — , Paleis Clam Gallas .. 807 — , — Czernin 805 — , — Kinsky ...... 807 — , — Nostiz 805 — , St. Jacobskerk 805 — , — Johann Nepomukkerk 805 — , — Nicolaaskerk 804, 805 — , Thomaskerk ...... 805 — , Tuinhuis van het paleis Waldstein 647 — , Ursuhnenkerk 805 Pradas, Juan Carcia de .... 600 Prandauer, Jacob ........ 801 Prato, Domkansel ........ 551* — , S. Maria delle Carceri 580 Primaticcio 589, 609 Provaglia, Bartolomeo .... 725 Provodo, Pietro .......... 719 Pugin,A 923 — ,A.W 923 Pulincx, bouwmeester .... 883 Q Quaglia, Pietra Paolo ...... 898 Quaglio, Familie 787 Quattro cento 540 Quellinus.Tympanfragment 838* Questel......... 774 Quinones, Gebroeders .... 735 R Raadhuizen, Duitsche .... 635 Raballiati, F. W 820 Rafaël Sanzio 583 — , Loggia's van .... 549* Rainaldi, Carlo 723 — , Girolama.... 713, 723 Ramirez, Juan 737 Raschdorff, Julius, C . 904, 908 Rastatt, Vensters van het Slot te 788* Rastrelli, Bartolomeo 851 Rauws, Cornelis 847 Raymond, Jean Armand .. 871 Regensburg, Dom, restauratie gog — , Drievuldighèidskerk 653 — , Walhalla 879 REGISTER 953 Regersburg, Slot te 648 Reggio, Madonna della Chiara 553* Rehhorst, C. 908 Rehtn, Johann Friedrich .. 891 Reichenweier, Huis........ 653 Reifenstuel, Hans 647 Reims, Raadhuis 768 Renaissance. Algemeen begrip 537 Rennes. Raadhuis 776 Renswick, James.......... 931 Resanow, bouwmeester .... 928 Retti, Leopold. 819 Reyers, Zeger ............ 883 Riano, Diego de 599 Ricchini, Francesco Maria 7i3, 725 Richardson, Henri Hobson 931 Richelieu 626 Richmond, Grafteeken van Margaretha van 690 — , Kapitool.......... 931 Richter, Moritz 822 Riedel, Ed. .............. 910 Riedinger, Georg ........ 647 Riedlingen, J. Ch. von .... 811 Rieth, Otto .............. 905 Riga, Beurs 928 — , Franciscuskerk 928 — , Gertrudekerk 928 — , Ridderhuis 928 Righetto, Agostino 589 Rimini, S. FrarJtesco 555*, 580 Rinaldi, Antonio.......... 852 Rinascimento 540 Rjttmeijer en Furrer .. 910, 911 Rizzo, Antonio .......... 578 Robbia, Lucca della ...... 580 Robertson, H. H 934 Rochelle, Stadhuis te la 618, 628, 765 Rococo, Rocaille...... 741, 760 Rodari, Gebroeders ...... 581 Rodriguez, Simon 737 — , Ventura 731, 736, 737, 885 Roelandt, Ludovicus ...... 884 Roeskilde, Grafkapel ...... 686 Rollefinck, Herman ...... 685 Romano, Giulio 583, 588 Romans, Jacob 844 Rome, Acqua Paolina 714, 716, 728* — , Altaartabernakel.... 720 — , Ballusters van S. S. Domenico e Sisto 694* — , Banca d'Italia ...... 897 — , Braccio nuovo...... 872 — , Capella Chigi'...... 588 — , Capella Cibo ......706* Rome, Capella Corsini .... 728 — , — del Presepio 716 — , — di S. Cecilia 708 — , — Sistina .... 582 — , Casa professa ...... 713 — , Chiesa Nuova 716 1— , Collegio de Propaganda fide 723 — , Collegio Romano .. 590 ■— , Damaso, di San .... 586 — , Dubbele trap 872 — , Fontana di Termini 716 1— , — di Trevi 714, 722*, 727 — , — del Tritone 714 ■— , Fontein bij den tempel van Vesta 726* — , — op het St. Pietersplein 724* ■— , — van Pal. Santacroce 705* ■— , Frascati Poort van de Villa Falconieri 705* — , Gebouw voor Kunst¬ tentoonstellingen 895*, 897 — , Hek te Frascati .... 694* — , 11 Gesü....593, 704, 715 — , — Grondplan 553*, 581* — , Kapel van de S. Ivo 723 — , Kapitool 584 — , Koepel van de St. Pieterskerk 716 — , Kolonnade 722 — , Lateraan-paleis .... 716 — , Loggia's van Rafaël 549* — , Oratorio en Convento di S. Filippo Neri 713, 723 — , Ospizio Apostoh'co.. 713 — , Pal. Altien 724 — ,—Barberini 553*, 718,722 — , — Bonaparte 724 — , — Borghese ...... 589 — , — Buoncampagni.. 724 — , — Braschi 872 — , — Chigi ...... 589, 718 — , — Cicciaporei .... 583 — , — Colonna, Galerij 711 — , — Corsini ........ 728 — ,— del Grillo 721* — , — della Cancelleria 565*, 583 — , — Consulta ...... 728 — , — Farnese 541*, 571*, 574*, 584,589 — , — Girand-Torlonia 583 — , — Lancelotti 589 — , — Linotte .... 553*, 584 — , — Lucernati 872 — , — Madama (nu dei Senatori) 718 — , — Marchione .... 584 Rome, Pal. Massimi alle Colonne 541*, 543*, 553*, 583 — , — Mattei di Giove 718 — ,— Muti Papazurri.. 724 — ,— Odescalchi 711, 722 — , — Paluzzi .... 589, 716 — , — Pamfili 723 — , — Sacchetti 584 — , — Serlupi 589 — , — Spada 589, 723 — , — Venezia ........ 578 — , — Vidoni 583 — , Paleis van Justitie . .897* — , Piazza del Popoio, Koepelkerkjes 724 !— , Plein van de St. Pieterskerk 721 — , Porta del Popoio.... 713 — , —" pia 584,713 — , S. Agnese..... .706*, 723 — , S. Agostino ........ 582 — , S. Anastazio dei Greci 716,721 — , — Andrea ........ 594 — ,—Andrea della Fratte, toren 723 — , — — — Valle 594,.7i7, 724 — , — — in Quirinale 722 — , — Antonio de Portoghesi 724 — , — Bibiana 721 — , — Carla a' Catinari..' 708 — , — Carlo alle quattro fontane 706*, 719*, 723 — , — Croce in Gerusa- lemme 706*, 728 — , — Eligio degli Orefici 588 — , — Giacomo degli Incurabili 717 — , — Giovanni.... 594,708* — , — — de' Fiorenüni 588, 717 — , — — in Laterano 716, 728 — , — Girolamo de Schiavoni 716 — , — Ignazio .... 712*, 718 — , — Ivo ............706* — , — Luca e Martino .. 723 — , — Luigi de Francesi 594 — , — Marcello 724 — , — Marco 582 — , — Pantaleone ...... 872 — , — Paolo fuori le mura 872 — , — Pietro in Montorio 676*, 586 — , — Vincenzo ed s » Anastazio 724 — , — Sala rotonda, Vaticaan 872 954 REGISTER Rome, Santa Catherina de Funari 716 — , — Madonna de' Monti 594 — , — Maria degli Angeli 588 — , — — da Loreto .. 588 — , — — della Pace 714*, 723 — , — — del Popoio.. 586 — , — — del Priorato. 872 — , — — della Vittoria 721 — , — — in Campitelli 716*, 723 — , — — Vallicelli 713, 716 — , — — Maggiore .. 728 — , — Susanria ... .711*, 717 — , — Trinita de' Monti 716 — , Sapienza, Universiteit 895 — , Scala Regia, Vaticaan 718*, 722 — , Sint Pieterskerk ... .538* 553*, 575*/ 585*/ 586*, 586, 717 — , Spaansche trap .... 727 >— , Tempietto ........ 586 — , Vaticaan 583 — , Victor Emanuel- monument 896*, 897 — , Villa Albani 728 — , — Aldobraldini 716,718 — , — Borghese .. 589, 716 — , — Farnesina .. 583, 714 — , — Giustiniani .... 718 — , ■—■ Ludovisi .. 718, 722 — , — Madama 583 — , — Medici 567*, 598,714 — , — Montalto ...... 590 — , — Negroni ...... 590 — , — Pamphili 556* — , — Papa Giulio .. 589 — , — Pia .. .... 589 Ronda, Brug ............ 732 Rose, W. N 922 Roskilde, Slot 861 Rosselino, Bernardo .. 576, 577 Rossetti, Biago 579, 582 Rossi, Carlo 888 — , Domenico ........ 728 — , Giovanni de 724 — , Mattia de 724 Roszbach, Arwed ........ 908 Rotham, Heinrich 822 Rothenburg o.d. Tauber, Portaal van het Gymnasium 809* — — , Erker 635* — — , Raadhuis 629*, 645,* 650 — — , Wijnhuis Meistertrunk 633*, 652 — — , Station ...... 909 Rotterdam, Delftsche poort 843*/ 847 — , Luthersche kerk 846 — , Museum Booy- mans 845* — , Stadhuis 922 — , Synagoge 846 — , Trappenhuis uit 848* — , Witte huis ..... 922 — Woonhuizen ... 922* — Ziekenhuis 922 Rousham, Park 857 Rouaan, Grafteeken Bréré. .610* — , Graftombe ......609* — , Huis te .......... 613 Rovigo, Pal. Ricali ........ 586 Rovira 735 Rubens, Peter Paul.... 660, 828 Rude, beeldhouwer ...... 871 Rudolphi, Andreas 822 Ruiz, Hernan 600 Rumpf, Friedrich ........ 878 Ruska 887 Ruskin, John 923 Rusland, Barok en Rococo.. 851 Rustica 543 Ry, Paul du 822 — , Simon Lodewijk du .. 877 Rijp, Raadhuis te de 671 Rijssel, S. Madeleine. .700, 751* S Saarinen, bouwmeester .... 927 Sabatini, Francisco........ 885 Sacchetti, G. B 735, 885 Sacconi, Giuseppe 897 Salamanca, Casa de la Salnia 599 — ,—delasMuertes 599 — , Collegio mayor, portaal 599 — , La Clerica .... 732 — , Paleis de Monte- rey 599 — , Plaza mayor.... 735 — , Raadhuis ...... 734 — , S. Esteban, front 599 , Toren 734 Salisbury, Abdy Fonthül .. 889 — , Longford Castle 690 — , Wiltonhouse .... 692 Salm,G.B 918 Salomon, E. 903 Salzburg, Collegekerk .... 797 — , Dom ...... 780, 786* — , Slot Mirabell .... 804 Salucci, Giovanni de 878 Salvi, Niccolo 714, 727 Sammicheli, Mechele 585 Sancti, Francesco de ...... 727 Sandrart, J. v 780 Sangallo, Antonio da ...... 578 — , Giuliano da 576 Sansovino, Giacomo 578 — , Jacopo, logetta te Venetië 572* £1 — , Jacopo Tatti.... 585 Sanssouci, Vredeskerk .... 906 Santa, Giacomo da Pietra .. 578 Santiago de Compostella, Casa del Cabildo 737 — , Kathedraal 598, 737 — , Kathedraal .... 737 — , S. Francisco .. 737 Saragossa, Nuestra Senora del Pilar 733, 733*, 737 — , Ornament uit den Dom 598* Sardi, Giuseppe 725, 728 Sardis .................. 589 Sarela, Clemente Fernandes 737 Saumur, S. Pierre ........ 752 Savoja, Leone 898 Scamozzi,Vincenzo.... 586, 592 Scarpagnino,Antonio...... 578 Schaerbeek, S. Mariakerk884,914 —i , Raadhuis .... 915 Schafer, Karl 909 Schadde, Joseph L......... 916 Schaffhausen, Huis Stimmer 653 Schelden, Petrus van der .. 654 Schickhart, Heinrich ...... 653 Schiedam, Kantongerecht.. 883 — , Kerk 917 Schinkel, Karl Friedrich .. 875 Schirmer, H. E. 928 Schlaun, Johann Conrad .. 822 Schleinitz, Slot te 648 Schleiszheim, Slot te . .811, 815* Schlettstadt, i.E., Stadsbouwmeesterhuis 563 Schlüter, Andreas 826 — , Maskers ........ 782* Schmidt, Friedrich 912 — , Joh. Georg 823 Schmieden, bouwmeester .. 907 Schmitz, Bruno 908, 909 Schoch,Johannes ........ 647 Schön, Heinrich 647 Schoonhoven, Gevels...... 681 — , Stadskorenschuur 674 Schotland, Douglas Castle.. 857 — , Kasteelen 689 Schrattenberg, Slot te.. 648 Schröder, bouwmeester.... 909 Schroth, Joh. ............ 904 Schwechten, Fr........... 905 Schweidnitz, Vredeskerk .. 821 Schweinfurt, Raadhuis .... 658 Schwerin, St. Paulskerk.... 906 — ,Slot. 648 — , Residentieslot .... 901 REGISTER 955 Schwetzingen, Slotpark.... 828 Schwyz, Huis ............ 653 Scorel, Jan van 662 Scott, George Gilbert.. 908, 924 Seraffitto, uit Florence 545*, 560 Sedding, John 924 Sedille, Paul 903 Sehring en Lachmann...... 905 Seidl. Gabriël von 910 Selva, Giovanni Antonio .. 874 Semper, Gottfried .... 906, 911 Senault, Guiliaume........ 608 Sens, Aartsbisschoppelijk paleis 612 — , Kasteel Vallery ...... 628 — , Portaal . .t........ .616* Serlio, Sebastiano ........ 591 Servandoni, Giovanni Niccok>868 Sevilla, Beurs 601 — , Casa de Ayuntamiento 599 — , Giraldatoren 600 — , Klooster S. Telmo .. 727 — , Paleis — — 733*, 736 's Graveland, Kerk . .842*, 846 Shaftesbury, Lord ........ 854 Shaw, Richard Norman .... 925 Sheffield, Raadhuis........ 926 Sherwood, bouwmeester .. 928 Shrewbury Castle 890 Shute, John 689 Siccardsburg, A. von 911 Sicilië 727 Siena, Pal Nerucci ........ 577 — , —Piccolomini 542*, 577 — , — Spannochi ...... 577 — , Villa Balearo .. 585 Siloe, Diego de .......... 599 Simonetti, Michelangelo .. 872 Simpson, John W. 925 Sinigaglia, Bisschoppelijk paleis 586 — r, S. Maria della f Grazie 589 St. Gallen, Dom-interieur. .794* — — , Stichtskerk .... 818 — Germain en Laye, Maison sur Seine 766 — — , Park 763 — Pölten, Kloosterkerk .. 801 Sixdeniers, Christiaan .... 658 Sixtus IV, Paus 578 Sixtijnsche kapel, Beschilde- <■« ringen 559 Sjöö, Kasteel 859 Skyscrapers. 930 Sleeswijk, Hansborg 685 — , Slot Gottorp.... 685 Slothouw, Duitsche Barok.. 788 Smids, Michaël Matthias .. 826 Smirke, Sir Robert........ 891 Smithson, Robert ........ 690 Sneek, Stadhuis 844 — , Waterpoort. 680 Snijdincx, Paul 659 Spa, Badhuis 916 Soane, Sir John 890 Södermanland, Slot Gripsholm 687 — , — Malsaker 859 Soestdijk, Uitbreiding .... 882 Sohier, Hector .......... 614 Sokkel, Barokke 700 Solari, Christoforo 581 — , Guiniforte 581 — , Santino .780, 796 Solingen-Hohscheid, Huisingang 824* Soller, Aug.. 904 Sommaruga, C 896 Sommersetshire, Mentacute- house 698 Sonnin, Ernst Georg ...... 822 Soufflot, Jacques Germain 688 Spanje 596 Spavento, Giorgio ........ 589 Specchi, Alessandro ...... 727 Specht, J. G. ........ 818 Spital aan de Drau, Slot Porzia 648 Spitta, bouwmeester 904 Spoleto, Dom 874 Springer, J.L............. 918 — , W 918 Springfield (111.), Kerk 932 — landhuis Dana 933* — , Paleis van Justitie 932 Stadhuizen, Duitsche...... 790 — , Fransche.. 604, 612 Stalpaert, Daniël.......... 842 Starke, Johann Georg. 823 Starow, Iwan E. .......... 886 Steenwinkel, Hans van .... 683 Stein am Rhein, Huis in den den witten adelaar 653 Steinhausen, Bedevaartskerk 818 Steinl, Emerich .......... 913 Stella, Paolo della 647 Stenige, Kasteel .......... 859 Stern, Raffaelo 872 Stier, Hubert 908 Stiermarken 648 Steur, J. A. G. van der 920, 922 Stibbing-hall 691 Stoel, Lod. XIV .... 764*, 766* - ,-XV 775* Stof patroon, Italiaansch.... 542* Stokes, Leonard 924 Stokholm, Adolf Frederik- kerk 891 — , Baat Stenboksche paleis 859 Stokholm, Drievuldigheidskerk 860, 861 — , Frederikskerk .... 860 — , Grafkapel aan de .. Ridderholmskerk .. 860 — , Hedwich Eleonore- kerk 860 — , Huis van Gustaaf Bonde 860 — , — van der Linde 687 — , — Petersen...... 687 — , Industrie bank .... 927 — , Johanneskerk .... 927 — , Katharinakerk .... 859 — , Koninkl. Opera....927* — , Koninklijk Slot 860*, 860 — , Noordsch Museum 927 — , Paleis Von Rosen .. 927 — , — — Hallwijl 927 — , Ridderholmskerk .. 687 — , Ridderhuis........ 860 — , Rijksdaggebouw .. 927 — , Rijksmuseum .... 927 — , St. Jacobskerk .... 687 — , — Pieterskerk .... 927 — , Slotkapel 859* — , Slot Kina 860 — , Slot Rosendal .... 891 — , Sted. Electr.werken, Portaal 927* — , Tessins woonhuis.. 860 — , Winkel en woon¬ huizen 927 Stowe, Park te. 857 Straaten, J. A. van .... 920, 922 Straatsburg, Bisschoppelijk paleis 871 — , Huis Kammer- zell 649*, 653 — , Keizerspaleis .. 903 — , Nieuwe kerk .. 903 — , Oude Raadhuis 651 — , St. Pieterskerk 903 — , Slot Rohan .. 774 — , Synagoge .... 903 — , Universiteits- bibliotheek 903 — , Vrouwenhuis.. 653 Strack, Heinrich ......876, 904 Straeten, K. van der 884 Street, George Edmund ... 924 Stuart en Revett, schrijvers 889 Studer, bouwmeester 911 Stüler, Friedrich August 876, 904, 927 Stuole 568 Sturm, Leonard Christoph 784 — , Ontwerpen........ 814* Stuttgart, Garnizoenskerk.. 909 — , Johanneskerk 909 — , KasteelSolitude8o8*,8i9 956 REGISTER Stuttgart, Koningskolonnade 909 — , Mariakerk 909 — , Kunstnijverheids¬ museum 909 — , Nieuwe Lusthuis 643*, 646 — , — Slot .... 819 — , Oude Slot 646 — , Polytechnische school 909 — , Raadhuis 910 — , Residentieslot .. 878 — , Villa Berg ...... 909 — , — Wimelmina 909 Stuyt, J. 920, 922 Stuyvinga, J. 922 Style Auriculaire...... 607, 746 Stijl Directoire 862 —, Empire 862 —, Lod. XVI 862 —, Marie Antoinette .... 862 Sulhvan 934 Sulmona, Pal. Fironi ...... 694* Suys, F. Fr 882, 914 — , Leon 915 Svenstorp, Slot te 687 Swart, P. de .844, 847 Sweis, Laurens Pietersen .. 684 Symons, H. F 922 Syracuse, Dom ..........698* T Tafel, Stijl Lod. XIV ....764* Tafeltje, Toskaansch ...... 595* Tagliafichi, Andrea ...... 873 Talman, William 854 Taraval, Guillaume Thomas 858 Tasso, Battista del ........ 585 Teatro Farnese .......... 713 — , Tordeone ........ 713 Tedesco, Girolamo ...... 578 Telford, Thomas 890 Temanza, Tommasso .... 874 Tepe, A 917 Terrazzo-vloeren ........ 557 Terwen, Jan ............ 668 Terzi, Filippo 601 Tessin, Graaf Karei Gustaaf 858 — , Nicodemus de J. .. 858 — , — , — O. .. 858 Teszl, Friedr. ............ 913 Thalberg, Slot te ........ 648 Theater, Het barokke 713 Theisz, Kaspar .......... 646 Theocopuli, Domenico .... 730 Thibault 626 Thiersch, Fr. von 909 Thoma de Thomon 887 Thomar, ................ 601 — , Kruisgang 737 Thon, K. A 928 Thorpe, John 689 Thouret, Nic. Friedrich von 878 Thran, bouwmeester ...... 909 Thumb, Peter........ 818 Thurak, Laurids Lauridsen de 858 Tilbaldi, Pellegrino ...... 592 Tidö, Slot te ....... .687 Tietz, Karl 912 Tilburg, Kerk, door Cuypers 917 Tirol 648 Tite, Sir William 891 Tivoli, Villa d' Este 590 Todi, Sta Maria della Conso- lazione 588 Toledo, Alcazar, Noordgevel 599 — , Hospitaal San Juan Bautista 601 — , — Santa Cruz 596*, 597*, 599 — , Jean Bautista de .. 601 — , Kapel in de Kathe¬ draal 599 — , Klooster S. Clemente 599 — , S. Juan Bautista 730, 733 — , Transparente .... 735 Tomé, Narciso 735 Topgevels 665 Toren, Campanille 573 — , Fransche Renaiss. .. 606 Torgau, Slot Hartenfelns 638*, 646 Torquay, Johanneskerk .... 924 Torre, Markies de la 729 Torrigiano, Pietro ........ 690 Torup, Slot te 687 Toskaansche orde (Renaiss) 552 Toskaansch tafeltje 595* Toul, Kapel aan de Kathedraal 625 Tour d'Aignes, Kasteel... .610* Tours, Huizen .......... 613 — , Kathedraal 615 Townsend, C. Harrison .... 926 Tratzberg, Slot te ........ 648 Trautenfelz, Slot te 648 Trebnitz, Kloosterkerk .... 825 Trènes, Slotkapel 768 Tretsch, Alberlin 646 Trezzini, Domenico ...... 851 Triachini 592 Trier, Details van het vroegere keurvorstelijk paleis 779*, 795* — , Slot te ............ 822 Tristani, Alberto. 582 — , Bartolommeo .... 582 Trost, Jonann............ 816 Troyes, Huizen 613 — , St. Pantaléon...... 615 Truro, Kathedraal ........ 924 Tschitschugow.bouwmeester 928 Tübingen, Raadhuis 651 — , Slot te ........ 644 Tucher, Lorenz .......... 652 Tuilerieën 623, 766 Tuinarchitectuur, Barokke 763 Tuinen, Hollandsche stijl .. 839 Turijn, Academia della Science 727 ■—■ , Capella Sudario .. 727 — , Pal. Asinari di San Marrano 700* — , — Carignano ...... 707* — , — Madama 727 — , Sanctuari della Ma¬ donna della Consolata 727 — , S. Francesco da Paolo 594 — , — Lorenzo 706*, 725,727 — , — Martyri........ 594 — , Slot Stupinigi .... 727 — , Station Rivoli .... 896 — , Superga .... 723*, 727 — , Tentoonstellings¬ gebouw 896 Tympan, Barok .......... 700 U Udine, Giovanni da ...... 586 Uhde, bouwmeester 908 Ulm, Domrestauratie...... 909 — , Raadhuis ...... 651 — , Renaissance-portaal. .635* Upjohn, Richard 931 Upsala, Skokloster ........ 859 Urbanus VIII, Paus ...... 587 Urbino, Hertogelijk paleis.. 577 Urgano, Toren te 874 Utrecht, Bruntenhofpoort 679*, 679 — , Huis de Koning van Portugal 682 — , — op den Drift682 — , — — hetSt. Janskerkhof 839*, 850 — , Huisdeuren ...... 883 — , Katholieke kerk .. 882 — , Levensverzekering Mij Piëtas, 919*, 922 — , Museum van Oud¬ heden .. 882 — , Staatsspoorwegen geb. 922 — , Universiteit 922 — , Voordeur .880* V Valadir, Giuseppe 872 Valdevira, Andrés de ...... 600 REGISTER 957 Valencia, Casa del Marqués de Dos Aguas .... 735 — , S. Andrés, portaal 735 Valladolid, Collegio de S. Gregorio 598 — , Kathedraal .... 601 — , Klooster Sta Ana 886 — , Universiteit.... 735 Valle, Andrea da 589 Vallée, Jean de la 858 — , Simon de la. 858 Valmagini 802 Valois, Nicolas de ........ 613 Vanbrugh, John 853 Vanloo 775 Vantini, Rudolfo.......... 873 Vanvitelli, 588 — , Luigi 727 Vargas, Enrique Maria Repullés y 899 Vasanzio, Giovanni 833 — , (Johann von Xanten) 590 Vasari, Giorgio.... 589,591,594 — , Pal. Vecchio, detail 584* Vasquez, Fray José Manuel 735 Vassé 774 Vaticaan, 578 — , Rafaëls Loggia's 549*» 559 Vaudoyer, Leon .......... 900 Vaux, C. 931 Vaux-le-Vicomte, Kasteel.. 742 Vega, Lope de 729 Veghel, Kerk te .......... 917 Velasquez, Alexandro Gonzales 736 Velde, Henry van de 916 Velzen, Landhuis 918* Venetië, Bibliotheek van S. Marco 570*, 585 — , Campanille 874 — , Dogenpaleis .. 559, 578 — , Kerk del Nome di Gesü.. 874 — , — Redentore 553*/ 595 — , Logetta van Sanso¬ vino 572*, 585 — , Nieuwe procuratie 580 — , Ospedale civile .... 578 — , Ospedaletto-kerk .. 725 — , Pal. Balbi 586, 719 — , — Battaglia 725 — , — Bragadini .... 585 — , — Cavrian 585 — , — Contarini delle Figure 578 — , — Corner ...... 544* — , — — della Ca Grande 585 Venetië, Pal. della Regina .. 728 — , — Spinelli .. 578, 585 — , — de Tedeschi .. 578 — , — dei Camerlenghi 578 — ,— Dolfin.... 585 — , —■ Erizzo 874 — , — Grimani 562*, 585 — , — Loredan ...... 585 — , — Malipiero .... 578 — , — Manzoni Angarini 578 — , — Mocenigo .... 585 — , — | Pesaro.... 720*, 725 — , — jRezzonico .... 725 — , — Vendramin Calergi 561*, 578 — , S. Fantino 582 — , — Francesco della Vigna 589, 595 — , — Giorgio de' Greci 589 — , — Maggiore ...... 595 — , — Giovanni Criso- tomo 582 —1 , — Martino ...... 589 — , — Maurizio 874 — , — Michele 582 — , — Salvatore 589 — , Santa Chiara .... 589 — , — , Giustina.... 725 — , — , Maccaria .. 582 — , — , Maddalena 874 — , — , Maria ...... 728 — , aiScaldi.... 725 — , della Salute 717*, 725 — , de Miracou 581 — , Mater Domini 589 — , Zobenigo .. 728 — , Scuola di San Giovanni Evangeliste 578 — , Marco .. 578 — , Rocco .. 578* — , Teatro della Fenice 874 — , Torre dell' Orologio 582 — , Zecca (munt) .... 585 Venezia, Bernardo da .... 581 Venlo, Raadhuis 671 Vennecool, Steven .... 842, 846 Vensters 605, 664, 701 Verdiepingen ............ 664 Verheul, J. 920 Verhulst, Rombout........ 847 Verneuil in Picardië, Kasteel 604*, 624 Vérnickel, Wilhelm 648 Verona, Camposanto 874 — , Capella Pellegrini.. 589 — , Fra Giocondo da .. 587 — , Huis Gaetano Vela 874 — , Madonna di Campagna758g Verona, Pal.Bevilacqua 568*, 585 — , — Canossa 569*, 585 — , — del Consiglio .. 578 — , — Pompei ...... 585 — , — Verri 585 i— , Porta Nuova ...... 585 — , — S. Zeno .... 585 — , — Stuppa 585 — , Santa Maria della Scala 582 Versailles, Appartements du roi 771 — , Cabinet Louis XVI 774 — , Chambre du Dau¬ phin 772 — , Grand Trianon 772 — , — —, Salon Marie Antoinette 869* — ,Hoekpaviljoen ..863* ■— , Jachtslot 765 — , Kasteel Wideville 628 — , Klein Trianon 758,771* — , Oranjerie 771 — , Park van... 703 — , Plattegrond ... .751* — , Sainte Chapelle 75°/ 75°*/ 762*, 772 — , Salie de Maintenon 772 — , — d' Oeü de boeuf 772 — , Salon du Conseil.. 774 — , — van Lod XIV 749 — , — — Venus .. 769 — , S. Louis 775 — , Slaapkamer Lod. XIV 748*, 763*, 772 — , — Lod XV. .. 774 — , Slot, details 696* — , — fragment 760*, 766 — , Spiegelgalerij .... 769 — , Vertrek van Marie Antoinette 862* Verschuyl, E. 920 Verviers, St. Maclaire...... 884 Veurne, Gerechtshof ...... 660 — , Raadhuis ........ 660 Vicenza, Basilica 573*, 592 — , Bibliotheek van net oude seminarium 592 — , Casa Capra ' 874 — , — Lampertico. .J874 — , — Manosso... .* 592 — , — Pigafetta...579 — , Ospedale nuovo .. 874 — ,Pal.Barbarano ..J592 — , — Bonini ......J 874 — , — Cardellina .. 874 — , —Chieregati ..J592 — , — Communale .. 874 — , — Corner della Ca grande 592 958 REGISTER Vicenza, Pal. Giulio Porto.. 592 — , — Loschi ...... 874 — , —Marcantonio Tiene 592 — , —Pisani 592 — , —Prefettizio 580*, 592 — , — Salvi 874 — , — Trissino.. 592,874 — , — Valmarano 579*/ 592 — , — Vescovada .. 579 — , Paleis van de familie Orazio Porto 557*, 592 — , prefectuur 580*, 592 — , S. Girolamo .... 874 — , Santuario della Madonna di Monte Berico 725 — , Teatro 713 — , Theater, Olympisch 588*, 592 — , Villa Rotonda 553*, 592 Victor, Hugo 982 Viervant, Leendert........ 882 Vierzehnheiligen, Kerk 814*, 821 Vignola, Giacomo Barozzi da 589 — , strenge richting van 542, 587 Vignon, Barthelemy ...... 869 Villa, Renaissance ........ 567 Villanueva, Juan de ...... 885 Villers-Coterets, Slot 611 Vingboons, Justus ....846,858 Viollet-le-Duc 892,900 Viscardi, Giovanni Antonio 787,811 Vischer, Peter 632 Viterbo, Slot Caprarola 553,* 590 Vittoria, Alessandro .... 586,719 Viviers, Huizen 613 Vizeu, Kruisgang 737 Vlissingen, Huis met de beelden 844*, 850 Volienhove, Huis Rollecate 850 Voluut, Renaissance 573 Voorst, Huis te 840 Vouet 746 Voute uit Pal. Vecchio .... 584* Vredebeeld te Venetië .... 583* Vriendt, Cornelis de .. 655,659 Vries, Adriaan de 653 — , Hans Vredeman de 651,655 W Wadstena, Slot te ........ 687 Wagner, Otto 913 Wailly, Charles de 870,873 Walch, Sigmund ........ 644 Waldsassen, Drievuldigheidskerk 811, 814* Walldürn, Bedevaartskerk .. 820 Wallö, Borg te... ..... 685 Wallot,Jean 658 — , Paul 905 Walsemann, bouwmeester.. 905 Walter, Th. bouwmeester.. 931 Wanner, — ..911 Warschau, Franciskanerkerk 852 — , Josephskerk .... 852 — , Slot Wilanow .. 852 Warth, bouwmeester ...... 907 Warwickshire, Huis Charlecote 690 — , Stoneleigh Abbey 856 Washington, Bibliotheek .. 931 — , Corcoran- Gallery 931 — , Kapitool...... 931 — , Witte huis .... 931 Watergraafsmeer, Franken- daal 882 Waterhouse, Alfred 925 Watteau, Antoine 754 Webb, Aston 926 — , John 689 — , Philip 923 Weber, Aug. 911 Weenen, Alg. Ooster Grond- credietbank 913 —,Beurs... 912 —, Burgpoort. 879 —, Glorietta 879 —, Grand-Hötel 912 —, Grieksche kerk. 912 —, Hof bibliotheek...... 802 —, Hofburgtheater .... 913 —, Hofmuseum ...... 913 — , Hofopera 911 —, Klooster Gottweih .. 801 — , Kunstacademie .... 912 —, Kunstenaarshuis .... 911 —, Ministerie, detail 785*, 804 —, Museum voor Kunst en Industrie.... 912 —, Paleis Belvédère .... 802 —, — Daum (Kinsky) 798*, 802 —, — Lichtenstein .... 804 —, — Trautson .. 799*, 802 —, — van Prins Eugenius 802 —, Justitie 912 —, — Parlementsgebouw 911 —, — Peterskerk ...... 798 —, — St. Carl Borro- maeuskerk 797*, 798 —, Slot Belvédère, detail 696V789* 912 879 879 912 912 802 913 913 911 801 912 911 912 802 ,802 804 ,802 Weenen, Slot Schonbrunn.. 801 —, Spoorweghalten .... 913 —, Stadhuis 912 —, Steinhofkerk........ 913 —, Synagoge 911 —, Technologisch museum 912 —, Theseustempel...... 879 —, Universiteit ........ 912 —, Votiv-kerk 912 —, Wapenmuseum .... 912 —, Weiszgerberkerk .... 912 —, Warenhuis Neumann 913 —, Winterrijschool .... 802 Weesp, Stadhuis ...... 843, 882 Weikersheim, Slot te 647 Weimar, Residentieslot .... 822 — , Slot Belvédère .... 822 — , Theater... 878 Weinbrenner, Friedrich.... 878 Weingarten, Kloosterkerk .. 818 Weinling, Chr. F 877 Weissman, A. W. 918 Weiszenau, Praemonstra- tenser abdy 818 Welsch 822 Wenzersdorf, Slot te 648 Wernigerode,Gerhtsche huis 790* — , Huis ........ 653 Werneck, Slot 810*, 816 Westminster, Ashburnhouse 692 — , Drieëenheids- kerk 924 — , Jacobskerk . 924 — , Johanneskerk 856 Weyhing, Johann Friedrich 819 Whitehall, Paleis.......... 691 — , Banqueting-house 691* Wiblingen, Kloosterkerk 814*, 818 Wibyholm, Slot te 687 Wiedemann ............ 819 Wielemans, A. v. 912 Wiesbaden, Grieksche Kapel 909 — , Kurhaus ...... 909 — , Raadhuis...... 909 — , Schouwburg .. 909 — , Synagoge .... 909 Wiggers,J 858 Wight, P. A 931 Wigtel, Richard 909 Wilcox en Johnson. 932 Wilkins, William........... 890 Wilson, H 924 Wilton, Palladiaansche brug 857 Winders, J. J 916 Windsor castle 923 Winterthur, Nieuwe museum 910*, 911 — , Raadhuis...... 911 Wismar, Fürstenhof ...... 646 REGISTER 959 Wismar, St. Georgkerk .... 653 Wistingau, Slot te 648 Woburn (Mass), Bibliotheek 932 Woerden, Raadhuis .. 668*, 670 Wolf, bouwmeester ...... 908 Wolfenbüttel,Garnizoenskerk 822 — , Mariakerk .. 653 Wolff, Jacob, uit Neurenberg 650 Wolkenkrabbers 930 Wollaton-hall (Notts) 690*, 690 Woning, Renaissance .... 562 Wood, John 857 Woonhuis, Duitsche Renaissance 636 — , Fransche — 604,613 — , Barok 790 Woronikhi, Andrez Niki phorovitsch 887 Woudrichem, Gevels ...... 682 Wren, Christopher........ 853 Wright, Frank, Lloyd 934 Würzburg, Bedevaartskerk 811 — , Huis „Zum Falken" 780*, 816 — , Koninklijk Slot 781*, 783*, 805* — , Nieuwe Munsterkerk 811 — , Raadhuis 651 — , Residentie ....814, 877 — , Ruckermaingebouw 816 — , St. Peterskerk .... 811 — , Schönbornkapel 802*, 811 — , Stichtskerk Haug .. 811 — , Umversiteitskerk .. 653 Würzburg, Universiteitstoren 811 Wyatt, James ............ 889 Wyatville, Sir Jeffrey ..... 923 X Xanten, Jan van 590, 829 Y Ybl, Nicolaas ............ 913 York, Townhall 857 Yorkhouse, Waterpoort.... 692 Yorkshire, Howard Castle .. 856 Yperen, Gildehuis 654* — , Huis Merghel ynek 884*, 885 — , Jezuïtenkerk .. 661, 833 — , Koorhek 660* — , Neptunespoortje .. 833 — , Raadhuis 660 Ysendijck, J. J. van 915 Z Zaandam, Heerenhuis .... 849 — , Topgevel ......845* Zaanstreek, woonhuizen.... 849 Zabern, Huis 653 Zakharoff 887 Zaltbommel, Gevel 682 Zampieri, Domenico 718 Zanajo, Giuseppe 873 Zanth, K. L. W. von 909 Zeidler, Frans Anton en Jacob 811 Zeist, Ma Retraite......... 922 — , Stadhuis 922 Ziek, Gebroeders 821 Ziebland, G. F. .......... 910 Ziezenis, Anthonie 881 Zimmerman, Domenicus 811,818 Zittau, Peter- en Paulskerk, portaal 785* Zocher, Jan David ........ 881 — , Karei George 881 Zolderversieringen .... 557, 702 Zopfstil 874 Zuccali, Enrico 809 — , Familie 787 Zucchero, Taddeo 590 Zuilenorden, Ital. Renaiss. _ 551/ 552 Zurbaran 729 Zürich, Beurs 911 — , Concertgebouw.... 911 — , Polyteclmischeschool 911 — , Raadhuis 651 — , Sterrewacht 911 — , Zwitersche Crediet- bank 911 Zutfen, Gevel ............ 682 — , Stadhuis 844 — , Wijnhuistoren .... 676* Zweden, Barok en Rococo .. 858 Zwiefalten, Kloosterkerk .. 818 .. — , Koorstoel 816* Zwirner, E. F. 909 Zwitserland, Renaissance 629,651 Zwolle, Hoofdwacht 679