DE INCUNABELEN. DE INCUNABELEN EN DE NEDERLANDSCHE UITGAVEN TOT 1540 IN DE BIBLIOTHEEK DER UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM BESCHREVEN DOOR C. P. BURGER Jr. Met facsimiles 's GRAVEN HAGE MARTINUS NIJ-HOFF 1919 INCUNABELEN. INHOUD. Italiaansche incunabelen. Grieksche boeken No. 1 6 Latijnsche boeken. Wijsbegeerte, godgeleerdheid, letteren „ 7 26 Geneeskunde u 27 39 Rechtsgeleerdheid „ 40—42 Italiaansche boeken n 43 44 Fransche incunabelen ; 45 51 Latijnsche boeken, ia Duitschland gedrukt. Wijsbegeerte, godgeleerdheid, letteren. ...... „ 52 102 Geschiedboeken 103 109 Geneeskunde n HO 113 Rechtsgeleerdheid } 114 Nederduitsche incunabelen „115 119 Overzicht van drukplaatsen en drukkers. Register. Aangehaalde werken. Catalogi van incunabelen in Nederlandsche bibliotheken. De Stedelijke Bibliotheek van Amsterdam is nooit bijzonder rijk aan incunabelen geweest. Zij is ook eerst ontstaan in het laatst van de 16e eeuw. Eenige incunabelen bezat zij reeds bij hare eerste inrichting, en gaandeweg is deze verzameling aangegroeid, zoodat nu wel eene afzonderlijke catalogiseering gewenscht schijnt. We kennen den inhoud niet van de boekerij der Nieuwe Kerk, die in 1578 aan dè Stadsregeering kwam en tot openbare bibliotheek werd gemaakt, maar in de tegenwoordige incunabel-verzameling kunnen we eenige boeken aanwijzen die er zeker toe behoorden. In zes banden, die te zamen 10 incunabelen bevatten, vinden we inscripties, vermeldende dat het boek eigendom is van de Maria-kerk, en dat deze het door legaat of schenking heeft verkregen1). De inscripties zijn alle nagenoeg eensluidend gesteld, denkelijk door een zelfde hand. Vier van de boeken zijn aan de kerk gekomen door legaat van Cornelis Gijsbertszoan, licentiaat in de theologie, een door legaat van Outger Jan Lambertsz., die te Keulen gestudeerd heeft, en een is geschonken door Pieter Colijn, meester in de vrije kunsten, schepen en burgemeester van Amsterdam. Daar we den laatstgenoemde in de schepenlijsten van 1523 en 1525 en onder de burgemeesters van 1531, 1533 en 1535 vermeld vinden, mogen we besluiten, dat niet alleen deze schenking, maar ook de legaten, die in de gelijktijdige inscripties vermeld zijn, eerst tot het midden van de 16e eeuw behooren. Had de Nieuwe kerk zelve niet veel 15-eeuwsche boeken, ook uit de kloosters zijn er slechts enkele bijgekomen. Met zekerheid kunnen we er vier aanwijzen, die, blijkens inscripties, aan de Paulusbroeders hebben behoord2). Hieronder is een band met zeven theologische tractaten, waarvan het voorlaatste de aanteekening bevat. Daar ze reeds vroeg in een fraaien ouden band zijn saamgebonden, en ook de rubriceering van een en dezelfde hand schijnt te zijn, zal wel de gehoele bundel aan de Paulusbroeders behoord hebban. Overzien we de geheele groep van de hier besproken boeken, 20 werken in 10 bauden, dan blijken het uitsluitend werken op het gebied van theologie en philosophie te zijn, bijna alle in Duitschland gedrukt (Keulen, Straatsburg, Neurenberg), groote standaardwerken als Gerson in 4 folio deelen, waarvan twee eerst in de 16e eeuw verschenen zijn, van Antoninus, Summa theologie, eveneens in vier deelen groot folio, werken van Albertus Magnus en Thomas van Aquino, en ook enkele kleinere boeken. Wat het uiterlijk betreft, heeft slechts de helft de oorspronkelijke banden behouden, de andere zijn of in de 17e eeuw of in lateren tijd opnieuw gebonden. Om den verderen groei van de verzameling na te gaan, zijn er twee middelen, raadpleging van den oudsten catalogus van 1612, en 1) Zie onder no. 61, 68, 71, 75, 82, 88. 2) Zie onder no. 64, 72, 76, 100. het bekijken van de boeken zelf, voor zoover ze nog banden hebben uit de 15e, 16e of 17e eeuw. Het zoeken in den ouden catalogus is echter niet gemakkelijk, en het identificeeren van de korte daar gegeven titels vaak onzeker; een 26-tal meen ik er wel te herkennen. In de beschrijving is de plaatsing in de oude bibliotheek bij elk dezer boeken opgegeven. De banden geven aanwijzing van eene iets latere periode. We kunnen er aan zien of de boeken nog aan kettingen gelegen hebben, wat niet alleen bij de eerste plaatsing van de boekerij aan de Nieuwe kerk het geval was, maar ook later boven het Athenaeum in het oude Agnietenkerkje. In het geheel hebben de banden van 24 incunabelen nog de gaten waarin de kettingring bevestigd is geweest; het zijn slechts voor een klein deel oorspronkelijke banden van vóór of kort na 1600; de andere zijn 17e-eeuwsche perkamenten banden. Er zijn drie boeken onder, die, blijkens den naamstempel, uit de boekerij van Jacob Buyck afkomstig zijn, een in een buitengewoon fraai stempelbandje van André Boule (25), een Bcecius in perkamenten omslag (56) en een Latijnsche Lyra-bijbel in vier lederen stempelbanden (98). Van andere vroegere bezitters onzer incunabelen mogen hier nog vermeld worden Janus Dousa en Daniël Heinsius, aan' wie achtereenvolgens ons fraaie exemplaar van de Grieksche brievenbundel van Basilius Magnus en anderen heeft toebehoord (6), Bongarsius, van wien de. Caesar-incunabel (no. 10) afkomstig is, evenals het bekende Caesarhandschrift van de Amsterdamsche bibliotheek, en Nicolaas Tulp, die het merkwaardige exemplaar van den Keulschen Bijbel ten geschenke gaf (115). Van alle incunabelen de herkomst aan te wijzen zou onmogelijk zijn; wat er van bleek is in de hier volgende beschrijving getrouw medegedeeld. Bij de beschrijving is eene van het gebruik afwijkende volgorde in acht genomen. Alfabetische rangschikking van de auteursnamen scheen minder practisch wegens de onzekerheid van toewijzing van sommige werken, en het zoo sterk wisselende gebruik in de keus van voornamen of toenaam, waardoor altijd tal van verwijzingen mede in 'het alfabet zouden moeten worden opgenomen. Nog minder wenschelijk scheen eene rangschikking naar de drukkers, die we vaak ook niet met zekerheid kennen, en die toch ten slotte slechts voor een kleinen kring van incunabelvorschers de hoofdzaak zijn. Aan hen die of de eene of de andere rangschikking zouden verkozen hebben, wordt tegemoet gekomen door een alfabetisch auteursregister en een overzicht naar drukplaatsen en drukkers. De incunabulisten worden bovendien geholpen door aanhaling bij eiken titel van de nummers van Hain Copinger en Proctor, in vele gevallen ook van Pellechet en den catalogus van het Britsch Museum. Onze eenigszins willekeurige rangschikking heeft ten doel, dé boeken in zekere groepen bijeen te brengen. De Nederlandsche incunabelen zijn hier niet opgenomen; wij beschrijven ze hierna tegelijk met de postincunabelen als eigen groep. Voorts is de verzameling 'gesplitst naar de herkomst in een Italiaansche, een Fransche en een Duitsche afdeeling. Van de Italiaansche komen eerst de drukken met Grieksche letter, in tijdsorde, zoodat we beginnen met de editio princeps van Homerus en nog een druk van dezelfde Florentijnsche pers, om dan de Aldus-drukken te laten volgen, besluitende met het fraaie brievenboek, dat aan Dousa en Heinsius heeft toebehoord. Daarop volgen de Latijnsche boeken van de Italiaansche pers, meerendeels met Romeinsche letter gedrukt, hoewel er eenige Gothische tusschen loopen. Eerst de werken over godgeleerdheid, wijsbegeerte en letteren, beginnende met een Thomas van Aquino van omstreeks 1470, gevolgd door verscheidene uitgaven van klassieken. Dan als eigen groep de geneeskundige werken, beginnende met twee zware standaardwerken, Pandectae van 1474 en Consilia, waarop eenige latere kleinere uitgaven volgen; van deze hebben we er verscheidene te danken aan het Genootschap ter bevordering der genees- en heelkunde, dat ze uit de boekerij van den Groningschen hoogleeraar J. Baart de la Faille had verkregen. Op het gebied der rechtsgeleerdheid is er, behalve een kleiner werk, het groote Venetiaansche Corpus juris in twee uitgaven. De Italiaansche afdeeling wordt besloten met twee belangrijke boeken in de landstaal, een Dante, en de mooi geïllustreerde Hypnerotomachia van de Aldus-pers. Ongeveer twee derde van het geheele getal van 44 Italiaansche incunabelen is in Venetië gedrukt. Veel geringer in aantal en beteekenis zijn de Fransche incunabelen, één van Toulouse, vier van Lyon en twee van Parijs, allen met Gothische letter. Daarop komen de Duitsche incunabelen, de grootste afdeeling van de drie, meerendeels drukken van Keulen, Straatsburg, Basel, Neurenberg, Leipzig; bijna alle in het Latijn en met Gothische letter, betrekkelijk weinig bijzonder merkwaardige drukken, maar vele degelijke standaardwerken. Ook deze afdeeling is ingedeeld naar de vakken. De hoofdgroep, beginnende met een paar van de oudere drukken van Ülrich Zeil te Keulen (c. 1470) bevat meest wijsgeerige en godgeleerde werken. Als afzonderlijke kleinere groep volgen 'eenige geschiedboeken, fasciculus temporum, speculum Jiistoriale, enz. en het kroniekenwerk van Schedel met zijn fraaie houtsneden, landschappen, stadsgezichten en kaarten. Dit werk was een van de voorname aanwinsten uit de oudste periode der stedelijke bibliotheek; de maker van den eersten catalogus heeft het bij uitzondering iets uitvoeriger beschreven met opgaaf van het jaartal der uitgave. Geneeskundige werken zijn er slechts weinig, maar daaronder is de merkwaardige hortus sanitatis. Daarna komt één rechtsgeleerd boek, een zwaar standaardwerk in twee groot-folio deelen, Chynus de Pistorio super codice. Na al deze Latijnsche werken komen als kleine maar belangrijke slot-rubriek de Nederduitsche boeken: de Keulsche bijbel van c. 1480 in drie van elkander afwijkende exemplaren, de sermoenen van Jacobus de Voragine en de interessante bijbel van Steffen Arndes te Lubeck. Bij een streven om geene te lange beschrijvingen te geven, is toch zooveel mogelijk gelet op de eigenaardigheden van den druk en op bijzonderheden, eigen aan het beschreven exemplaar. Over de typen zelve is, behalve de aanwijzing „Goth." of „Rom. letter", slechts een enkel maal iets gezegd, als het voor de tijdsbepaling van de uitgaaf van belang scheen; overigens mogen de verwijzingen naar de groote incunabelwerken volstaan. Wel is aangegeven, waar titels, opschriften, drukkersmerk of ook stukken tekst in rood zijn gedrukt, en waar — in latere incunabelen — houtsnee-initialen voorkomen. En natuurlijk is steeds van de eigenlijke houtsneeversiering melding gemaakt, 't zij deze alleen bestaat in een titelprent, 't zij dat ze dient tot verduidelijking van den tekst, zooals de mathematische en anatomische figuren, (zie no. 23, 39, 74, 102), de afbeeldingen van dieren, planten en steenen in den hortus sanitatis (112), of wel dat ze, zooals in het laatstgenoemde werk ook al het geval is, aan het boek geheel het karakter geeft van een geïllustreerd werk. Fraaie voorbeelden hiervan zijn onder de'Italiaansche uitgaven de fasciculus medicinae van 1495 (39) en de hypnerotomachia van 1499 (44), onder de Duitsche de fasciculus temporum (103), het kroniekenboek van Schedel (107), en de Keukche en Lubecksche bijbels (115—119).. Evenzeer vestigden wij de aandacht op hetgeen niet het werk van den drukker is, maar van degenen die na hem het boek in handen kregen, den verluchter, den binder en den gebruiker. De oudere incunabelen zijn bij na in elk opzicht nabootsingen van het geschreven boek. De letter volgde in elk land het schrift, en zoo ook de afwerking en versiering; volgde men de geschreven letter door de type, voor de initialen ging dat niet zoo van zelf, men liet er de ruimte voor open, en de rubricator vulde uit de hand deze letter in, zooals hij dat ook met de handschriften gewoon was, en meteen verduidelijkte hij daarbij den tekst door aanstreping van de hoofdletters, invoeging van paragraafteekens en soms door onderstreping van woorden en regels. Eerst langzamerhand werd zijn taak door de drukpers overgenomen, werden de paragraafteekens door typen, de initialen door houtsneden aangebracht. In de volgende beschrijvingen staat vaak: „beginletters enz. in rood", waarmee aangegeven is, dat de geheele rubriceering op de gewone wijze heeft plaats gehad; de beginletters zijn dan veelal eenvoudige zoogenaamde lombarden. Waar meer gedaan is, rijker versierde initialen geteekend zijn in meer kleuren, vergulde letters, eene ornamentatie die langs de marge van het blad loopt, somtijds eene bloemrijke bordure om het geheele blad, of eene miniatuurschildering in de letter, is hierop gewezen. Men zie b.v. onder no. 7, 10, 27, 36, 56, 62. Niet zonder belang scheen het ook, te letten op enkele aanwijzingen, dat voor de rubriceering niet door den uitgaver, maar door den lateren bezitter gezorgd werd. Zoo zijn bijgeschreven bladen met de gedrukte mede gerubriceerd (no. 57, 59), en zoo is eene geheele bundel boekjes van zeer verschillende herkomst bijeen gebonden en geheel op dezelfde wijze, waarschijnlijk door dezelfde hand, gerubriceerd (zie no. 76, 90). De nummering van de vellen in den rechter benedenhoek, de zoogenaamde signatuur, die van de 16e eeuw af in vast gebruik is, vindt men in de incunabelen nog niet, maar een paar boeken in onze collectie doen zien hoe men zich behielp. Er zijn dan door toeval geschreven signaturen gespaard gebleven geheel onder aan den rand der bladen, blijkbaar bestemd om bij het binden te worden weggesneden (zie no. 9 en 61). Waar de boeken hun oude banden nog hebben, is dit ook steeds aangegeven; men zie behalve de hiervóór reeds genoemde boeken uit de oudste periode der bibliotheek, de nummers 25, 50,83,93,97,101,106,114. Eindelijk vinden we in vele boeken inscripties van de hand van eigenaars en gebruikers. Op de eigendomsinscripties van onze oudste Amsterdamsche boeken is hiervóór reeds gewezen. In no. 45, 46, 54, 83, 92 vindt men soortgelijke inschriften, die op de herkomst eenig licht werpen. In tal van andere boeken zijn namen, ex-libris en stempels te vinden, die aanwijzing geven omtrent latere bezitters. De gebruikers hebben vaak tusschen de regels of aan den kant hunne aanteekeningen gemaakt; in zulke gevallen komt somtijds het gebruik van het boek als studieboek duidelijk uit. Ook hiervoor zij naar de aanteekening onder eiken titel verwezen. Italiaansche incunabelen. Grieksche boeken. 1. Homerus- 'H roü 'O^pöu rfatti 'Ev *i«p»T^ i«r- ;.w,!*«(r( Bspvxpïou y.ai Njjp/su T«i/*/So,- tcD Wepi>.tcv, ttcvu ds xul ZsèiórvjTt Awvrpiov Mtho\xvéuij K/hjtj',- 1488. f°. 439 bladen, Gr. letter, met voorrede in Lat. letter. Hain-Cop. 8772, Proctor 6194. Editio princeps van de werken van Homeros, door Demetbius Chalcokdylas, gedrukt door Bartolommeo di Libri voor rekening van Bernardus en Nenus Nerlius. De tekst is, zonder eenig commentaar, met fraaie Grieksche letter gedrukt op zwaar papier met breede randen. Het is het eerste m het Gneksch gedrukte boek, afgezien van een paar onbeduidende uitgaven. Hollandsche 17e-eeuwsche perkamenten band op hout, met resten van sloten en sporen van kettingring bovenaan en aan den voorkant van het achterplat. uüa. x.tt.-ra.qKcror'J'ir'Q[- fwiTtpMy otto-kovo-mc • -ya-ptrw tic; T-m^ï -cru pltAa-o-f ^hï fLfAcuyH, 'j^l^ty •ya-pTol "VOLj/dr C,- Movwov. roü xutoü «Tftvoi. Upnxlti Auxhu «S pjAsffflpsu u^voj. Impr. Flo- rontiae 1500. 4°. Druk van Bartolommeo di Libri, 52 bladen (het laatste wit), Grieksche letten Hain 12106, Proctor 6236. De letter is het beroemde Homerus-type. De aanvangsbladzijden van de Argonautica en van Ad Musaeum zijn versierd met in hout gesneden en rood gedrukte en-têtes met arabesken en dergelijke groote initiaal (facs. Burger 11). 3. Apollonius grammaticus, Usp't ccatto.Sicutenilorujirobmi mime rop aliub inruallu ib elt fsg'icié vt latituboonberet abieam0:U3 mme latitubini fijja abbat ca q alias aki tubo:alias craffituöo: altas^fuöu tas appellat :folibü mtmeri eojp^eje plebit. •be pvramibe quob ea fit folibap ft gurarimtpiincipwficut triangulus planarum. £ap* «• 3$bet aut quê abmobü tpla msfiguristri/ angulufnume rus pnm'é-.fic infolibisqvo catpyramisp fóbitatfec f>n ciptu.Ömnüt gpperatapirLnumerisfïgurap ne/ ceflé ê inuenire*Jmozöia. £11 aüt pv ramis alias a mangula bafi in alri tubiiiê fefe erigês :aliaf a terragona alias apctagona^fcöm fequentiü multitubinès angulo? ab vnücacn minis verticé fubleuata.*£>ofito eni triangnlo atqjbilpofito:fig tres art gulos fingul^rectelinef ftantes po nar. beqj tres indinéf vt ab vnu me fciu ptictü tfrices iügant;fit prramis Gt»f cü a triagula bafi .pfecta fit: tri/ bus triagulis p_ latera oclubif B mó ©it.a .b .c. triangulü-lt bwc igif tria gulo p tres angulos erjgant Unef :z ab vnüpüctüauertant:^"3 eft.b.ita rt.b.püctünó fit in plano fjpébés: til? fes linee ab ipm erectf ftKC z qo ammobo caciunen.b,faeiêt: et erit bafis.a.b.c.*nutriangttla:ftlatera v^o tria triangula ib eft vnó trianga tam.a.b.b.aliub vero.b.b.c. tertw vero.c.b.a. be bis ppramibis q a qb*atis Vel a cf terts nutltiangulis figuris piofi/ cifctmtur. JCa^-x*. Eemfiatetragona bafijsftdfcaf-etab rnn verticé eflinee ' birigant:erit prra' misqtuo? triagnlo rap latera :vno tm •si tetractono ibaffpo fito :fug qua figiira if> a fóbata ê.z fi a pêtagono furgat gnqj lineg: gnq$ rnrfus pvramis tmguüs srtnebuvt fi ab bejeagono feje triagulis nibilo/ min^tquitofcutB angulos babue ritfignra fup quaprramis reibet: tot ipfap latera triagulis otinet.ut i fubiectis befcrtptionib'palaeft. Bladzijde uit: Arithmetica Boetii, Aug. 1488. no. 74, 78. Mammotrectus. Liber expositorius totius biblie ac aliorum que in ecclesia recitantur [auct. Jou. Marches7.no]. Impr. Argentine 1489. f°. Druk van Johann Keiuhard Grüninger. 160 bladen, Goth. letter, 2 kol. Hain 10568, Proctor 454, Cat. Brit. Mus. 106. Geen rubriceering, de initialen oningevuld. In een modernen band gebonden, achter: Johannes Genl-ensis, Catholicon, seu universale vocabularium ac summa grammatices. Lugduni, Mart. Boillon 1514. f. De beide werken te zamen stonden in de oude stadsbibliotheek als no. 15 op pint. GG (grammatici ac literatores); de catalogus noemt alleen Johannes Genuensis, maar de Nomenclator verwijst op het woord Mammotrectus naar i. hetzelfde nummer. 79. Bonaventura (Sanctus), Tractatus et libri quamplurimi. Argentine per Martinum Flach 1489. f°. 288 bladen (het laatste wit), Goth. letter, 2 kol. Hain-Cop. 3465, Proctor 683, Pellechet 2620. Beginletters in rood, enkele een weinig versierd. Oorspronkelijke band, bruin leder op hout, blind gestempeld met driedubbele Sleten, elkander rechthoekig en diagonaal snijdend. Resten van sloten en sporen van kettingringen. Op den rug titelschildje uit de 17e eeuw. In 1612 stond dit boek als no. 13 in plut. K. 80. Petrus de Ailliaco, Tractatus et sermones. Impr. Argentine 1490. f°. Gedr. door den drukker van Jordanus de Quedlinburg 1483. 164 bladen (het laatste wit), Goth. letter. Hain-Cop. 348, Proctor 660, Cat. Br. Mus. 141, Pellechet 528. Gebonden achter Thomas de Aquino, Quodlibet, Col. 1485. Zie no. 68. 81. Hiehael de Ungaria, Sermones predicabiles per,totum annum licet breves. Impr. Argentine 1490. 4°. De druk, een letterlijke herdruk van een uitgaaf van 1487, is die van den onbekenden drukker van Jordanus de Quedlinburg 1483. 128 bladen, waarvan het laatste, wit, ontbreekt; Goth. letter. Hain-Cop. 9047, Proctor 623, iSÉJ? Cat. Br. Mus. 140. Dit boek is het vierde in een verzamelband, beschreven onder de Nederlandsche incunabelen. Zie hiervóór onder no. 76. 82. Bonaventura, Perlustratio in primum et secundum librum senten¬ tiarum. Ed. Johannes Bekenhaub Moguntinus. 2 part. (1 vol.). Impr. Nurnberge Anthonius Koberger 1491. f°. 204 -\- 260 bladen, Goth. letter (een grootere voor den tekst, een kleinere voor den commentaar). Beginletters in rood; een groote versierde initiaal aan het begin van elk der beide boeken. Hain-Cop. 8540, Proctor 2068, Cat. Br. Mus. 438, Pellechet 2714. In dezelfde uitgaaf verscheen ook boek III en IV eu "een algemeene index. Oorspronkelijke lederen band op hout, eenvoudig gestempeld met driedubbele nieten, elkander rechthoekig en diagonaal snijdende. Resten van sloten, sporen van verschillende kettingringen in het achterplat, rugschildje uit het begin der 17e eeuw. • Op het schutblad in 16e eeuwsch hs.: „Bonaventura super primum et secundum sententiarum. Liber parochialis ecclesiae beatae Mariae virginis in Amstelredammis. Ex legato honorati viri Magistri Cornelii filii Ghijsberti licenciati in theologia. Orate pro eo". No. 11 in plut. K in de oude stadsbibliotheek. 83. Ambrosius (Sanctus), Opera. Pars I en III. 2 vol. Basileae per Johannem de Amérbach 1492. £°. — Met titelhoutsneden. 268 en 282 bladen, Rom. en Goth. letter in verschillende grootten; degothisch gedrukte deelen in 2 kolommen. Op den titel van dl. I groote houtsnede: S. Ambrosius schrijvende in zijn studeervertrek. Op de keerzijde de inhoudsopgaaf van de 3 deelen (Dl. II ontbreekt hier). In dl. III hebben de afzonderlijke werken eigen titelbladen: Libri Ambrosii de Fide ad Gratianuni, de Spiritusancto, Kt cetera. Libri amb. de virginibus, de viduis et cetera. Sermones sancti Ambrosii Episcopi Mediolanensis. Beginletters enz. in rood en blauw; eene aanvangsletter met rijkere versiering. Hain-Cop. 896, Proctor 7592, Cat. Br. Mus. 754, Pellechet 579. Fraaie gothische .banden, bruin leder op hout, de platten blind gestempeld met kleine vignetten, hartvormig, ruitvormig en langwerpig, liggend en staand, voorstellende dubbele adelaars, fantastische dieren, boompjes, fleur-de-lys, de Maagd met het kind, de namen jhs en mar ia. Elk vignet is omgeven door vier kleinere, roosjes, sterretjes enz. Ze zijn verdeeld over ruitvormige compartimenten gevormd door driedubbele fileten. Resten van koperen sloten uit lateien tijd. Vooral de band van vol. I is goed bewaard. üp den titel van vol. III in hs. (15e of 16e eeuw): Pertinet ad domum sanctum sancti Gregorii in Buscoduc... In 1612 stonden de 2 deelen in plut. F (libri theoloyici palrttm) op no. 819. 84. Cicero, Paradoxa, cum novis commentariis, a Joanne Gabribli Senensi collectis ed. et interpretari conatus est Fbidebicus de Kitzscheb. Lipsi 1492. 4°. Druk van Martin Landsberg, 43 bladen. Goth. letter. De tekst met interlinies gedrukt, de comment. niet. Gedeeltelijk met beginletters enz. in rood. Hain 5292, Pellechet 3772. Tal van interlineaire en marginale hs.-aanteekeningeu. De druk schijnt voor college- of schoolgebruik bestemd te zijn. 85. BoetillS, De consolatione Philosopliie liber cum optimo commento beati Thome. Colonia. Per Henricum [Quentell] 1493. 4°. — Met titelhoutsnee,. 192 bladen, Goth. letter in 2 grootten (tekst en commentaar). De titelhoutsnee wisselt in de exemplaren. Dit éx. heeft een leeraar met 2 leerlingen, en opschrift: „Accipies tanti doctoris dogmata sancti." Zie de afb. Een copie naar deze houtsnee komt voor in den Hagenauschen druk van de „Sermones Dormi secure", 1493, zie no. 87. Hain-Cop. 3384, Proctor 1318, Cat. Br. Mus. 278, Pellechet 2535. Een stuk van het laatste blad is afgescheurd en de verloren tekst is in de 18e eeuw bijgeschreven. Bij de aanvulling van het colophon is een curieuse fout gemaakt, door aanvulling van den drukkersnaam als „Henricus de Colonia in Daventria." Hierdoor werd in den catalogus Hulsius (verkoop 1789) een Deventersche uitgaaf van 1493 vermeld, die sedert door de bibliografen werd overgenomen. Campbell vestigde er de aandacht op in zijn 2e suppl. onder no., 315. Het exemplaar is blijkens handschrift-aanteekeningen achtereenvolgens in het bezit geweest van P. Bondam 1759, M. Tydeman 1803, W. Moll 1852. 86. Stella clericorum, actiones recte vite utilissimis sententiis illu- minans. 4°. — Met titelhoutsnee. Druk gewoonlijk aan Heinr. Quentell toegeschreven (1494 of later). 12 bladen, gothische letter. Titelhoutsnee: Jezus aan het kruis; de figuren onderscheiden zich door groote oogen met sterk sprekende pupillen en door scherpe neuzen. Hain 15074, Proctor 1435. 87. Sermones Dormi secure vel Dormi sine cura de tempore fauct. Joh. de Verdena]. Impr. in Hagenow 1493. 4°. — Met titelhoutsn. Druk van Heinrich Gran, 134 bladen, Goth letter. Titelhoutsnee: leeraar met twee leerlingen „Accipies tanti doctoris dogmata sancti", kenmerkend voor dezen drukker, copie naar een houtsn. van Quentell te Keulen, (zie no. 85). Hoofdletters in rood. Op den titel geschreven: „Sum Angeli Hegberti pastoris in Saeffelen anno 1679 15 9bris". Hain 15964 (1), Proctor 3177., Cat. Br. Mus. 682. igoetu »tri cdeberrimi' oc confolanonepjbilofopbte liber cum optimo cómcnx to beati fbome. Colóm'a Titelblad van: Boetius, De consolatione philosopbie, Keulen 1493. no. 85 88. Gerardus Herdarwiccensis, Comriientaria in quatuor libros nove logice secundum processum bursaruni laurentiane et Kuickensis Coloniensis: ubi doctrine Alberti magni peripateticorum veracissimi interpretis sectatores propagatoresque fidelissimi. Per Udalricum Zeil prope Lyskirchen 1494. f". — Met titelhoutsnee. 315 bladen. Goth. letter in 2 grootten, 2 kol. Hain 8357. De titel wijkt af van die bij Hain beschreven door de toevoeging der woorden „et Kuickensis'1 in den 3en regel, en de afwezigheid van „impressum Colonie apud Lijskirchcn" onder de prent. Drukplaats en drukker, evenals ook de auteur zijn achteraan in het colophon vermeld. De titelhoutsnede beeldt een leermeester af voor zijn lessenaar zittende, met zes leerlingen. Daaronder in oud hs.: „liber parochialis ecclesie beate Marie virginis oppidi Amstelredammensis. Ex legato Outgheri lilii Johannis Lamberti quondam colonie studentis. Orate pro eo." De catalogus van 1612 vermeldt in plut. CC onder no. 13: „Aristotelis libri quidam logici, cum commentariis", dat het dit boek is, blijkt uit den Nomenclator, die onder Gerardus Herdaricicensis naar ditzelfde nummer verwijst. 89. Bernardus abbas Clare vallensis, Opus sermonum de tempore precipuisque festivitatibus ac quibusdani specialibus materiis. Basilee. per Nicolaum Kesler 1495. f°. — Met drukkersmerk. 214 bladen (het laatste wit), Goth. letter, in 2 kolommen. Hain-Cop. 2848, Proctor 7687, Cat. Br. Mus. 771, Pellechet 2090. Beginletters enz. in rood en blauw, de eerste grooter, blauw met ornement in wit. • 90. Bernardus primus Clarevallensis "abbas, Opus epistolarum quam emendate castigatum. Basilee [Nic. Kesler] 1494. f°. 104 bladen (het laatste wit), Goth. letter, in 2 kolommen. Hain-Cop. 2872, Proctor 7686, Cat. Br. Mus 771, Pellechet 2106. Beginletters enz. als boven. Deze 2 werken zijn in één band gebonden, en zijn geheel op dezelfde wijze gedrukt en gerubriceerd. Waarschijnlijk stonden'ze samen in 1612 in plut. F op no. 30; de catalogus vermeldt: Bernardi Abbatis opera. 91. Thomas de Aquino (Divus) ordinis predicatorum, Commentaria* in omnes epistolas beati Pauli apostoli. Caracterlbus Michaelis Furter Basilee impr., ductu et impensis Wolfgangi Lachner 1495. f°. 294 bladen (2 wit, die in dit ex. ontbreken), Goth. letter, kleine en grootere, in 2 kolommen. Hain-Cop. 1339, Proctor 7727, Cat. Br. Mus. 783, Pellechet 942. Beginletters enz. in rood; grootere initialen blauw met versiering in wit. De titel uitgeknipt en opgeplakt. Perkamenten 17e-eeuwsche band met sporen van kettingring bovenaan het achterplat. In 1612 stond het boek in plut. K op no. 7. 92. Dionisius prior domus Carthusie in Ruremund, Specula omnis status humane vite. Imp. Petri Wagner Nürenberge 1495. 4°. 116 bladen, Goth. letter. Hain 6246, Proctor 2251. Op den titel in hs.: Liber Monast. Ranensis Ordinis S. Pauli Eremitarum primi. Moderne lederen stempelband. 93. Boetius, De consolatione philosophie, cum commento angelici doc¬ toris Thome de Aquino. Anthonii Kobergers civis incl. Nurnbergensium urbis industria fabrefactus 1495. 4°. 174 bladen (enkele ontbreken), Goth. letter in 2 soorten (tekst en comm.), Hain 3388, Proctor 2099. Cat. Br. Mus. p. 440, Pellechet 2536. De rubriceering is niet verder gekomen dan de eerste bladz. v. h. register. Hier en daar aant. in hs., het titelblad is bijna vol geschreven. Daaronder deze aant.: „Regularibus in tongri pertinet iste liber". Hetzelfde nog eens iets uitvoeriger in rood op een ingeplakte strook. 94. Petrarcha (Franciscus), Libri. Impr. Basileae per mag. .Toanuem de Amerbach 149G. f°. Hierin de volgende werken, de meeste met eigen titelblad: Bucolicum carmen per XII aeglogas distinctnm. De vita solitaria libri II. De remediis utriusque fortunae libri II. Secretum, qno de contemptn mundi disputatur. De véra sapientia dialogi II. De rebus memorandis libri TUI. Quattuor libri Invectivarum contra qnendam medieum. Opus epistolarum de rebus familiaribus. Libri VIII. Liber epistolarum sine titulo. Epistola ad Charolum IV Komanoruin et Bohemiae regem. Epistola de studiorum suorum successibus. Septem psalmi poenitentiales. Epitoma illustrium virorum ad Franc, de' Carrharia. Cum. suppl. Lorbardi de Siricho. Benevenuti de Rombaldis Libellus qui Augustalis dicitur. Principalium sententiarum ex libris Francisci Petrarchae summaria annotatio. 390 bladen (het laatste, wit ontbreekt; van het eerste is het bovenstuk afgescheurd) Rom. letter. Hain-Cop. 12749, Proctor 7608, Cat. Br. Mus. 757. Band uit den tijd in gestempeld bruin leder, op hout. Op het voorplat vier distelornamenten omgeven door een rand van bladertakken, bovenaan in gothische letters: „fraciscus petrarci". Het achterplat met gelijken rand; daarbinnen in een tweeden smalleren rand, geometrische lijnen en kleine ruitvormige stempels. Vier geciseleerde koperen hoeken en twee middenstukken. Koperen sloten, waarop gegraveerd: ,'liber domini doctoris medici alberti. .. (het tweede slot met vervolg ontbreekt). De rug overplakt. In 1612 no. 8 in plut. CC (fhüologi). 95. Marsilius Ficinus Florentinus, De triplici vita. S. 1. et a. 4°. Druk van Johann Amerbach (1496—1498) te Basel. 100 bladen, Rom. letter, titel en hoofdregels gothisch. Hain-Cop. 7063, Proctor 7650, Cat. Br. Mus. III 759. Aan het einde 2 kleinere werken van Marsilius Ficinus: „Apologia qnaedam in qua de medicina, astrologia, vita mündi", en „Quod necessaria sit ad vitam securitas et tranqnillitas animi," beide gedateerd van 1489. Ex-libris Corn. Henr. a Roy, med. d., en J. Baart de la Faille, med. prof. Gron. 96. Bernardus (Sanctus) abbas Clarevallis, Sermones super Cantica canticorum. Sermones Gilberti super Cantica canticorum. Impr. Argentine per Martinuin Flach 1497. f°. 202 bladen (het laatste, wit, ontbreekt), Goth. letter, 2 kol. Hain-Cop. 2859, Proctor 707, Cat. Br. Mus. 154, Pellechet 2098. Op den titel geschreven (begin 16e eeuw): „Beatus ber[nardus] ad instantiam Bernardi episcopi Diensis ordinis cartusiensis edidit opus istud super cantica, ut legitur in martirologio cartusiensium 16 kalendas Januarij aut 17 Deceinbris." Gebonden achter: Bied (Gabbied), Sacri canonis misse tam mystica quam litteralis expositio. Basilee Jacobus Pforczensis 1510. f°. — Met handschriftaant. 97. Joannes Cassianus, De institutis cenobiorum, de origine, causis et remedüs vitiorum, de collationibus patrum. Impr. Basileae per Joannem Amerbach 1497. 4°.' 220 bladen, Goth. letter (op bl. D 4 verso in margine enkele woorden in Griekschen druk). Hain-Cop. 4564, Proctor 7611. Johannes Amerbach was de vruchtbaarste drukker te Basel in de 15e eeuw; hij werkte van 1478 af; men kent 28 lettersoorten door hem gebruikt. Beginletters in rood. Gelijktijdige lederen band op hout met blinde stempels in compartimenten; het middenvak bevat 8 verticale rijen dooreengevlochten banden met punten in de reserves. Er omheen een gothisch geornamenteerde rand. Bovenaan in goud: Johannes Cassi. In 1612 no. 19 in plut. F (libri theologici patrum). 18e-eenwsch Duitsch ex-libris met bisschopswapen en initialen BAZW. Op den titel geschreven: G. NV 1549, Jacob Schwartz. 98. Biblia, ill. concordantiis utriusque testamenti una cum postillis Nicolai de Lyba cumque additionibus per Paulum Burgensem editis, ac replicis Mathie Dobinck. 4 vol. Nuremberge im p.. Anthonii Kobergers 1497. f°. — Met houtsneden. 424 + 338 -f- 317 -\- 351 bladen, Goth. letter in 2 grootten (tekst en comm.), 2 kol. Enkele houtsneden in Exodus: het joodsche ritueel, enz. Hain-Cop. 3171, Proctor 2115, Cat. Br. Mus. I 111, pl. XI, Peil. 2150. Beginletters enz. in rood en blauw; enkele rijker versierde initialen. Vier 16e-eeuwsche banden in bruin leder op hout, de platten rijk versierd met blinde stempels verdeeld naar een rechthoekig patroon, buitenrand van bladwerk, binnenrand van allegorische vrouwenfiguren: fides (met monogram P t R), spes, charitas, justicia (met jaartal 1548). Resten van sloten, sporen van kettingring. Vorige eigenaars: Jacobus Wilgeri, wiens naam voorin elk deel staat, en van wien wellicht eenige later door den binder afgesneden kantteekeningen zijn; Jacobus Buyk, wiens naamstempel op de titelbladen aanwijst dat het boek met zijne nalatenschap in de Amsterdamsche bibliotheek gekomen is; deze heeft denkelijk het werk laten binden. 99. Hervicus de Amsterdamis, In Fridericum Victoriosissimum Bavariae ducem, et magnificentissimum Principem Oratio funebris. Epigrammata in ipsum Fridericum. Actum per Joh. Grüninger civem Argentinensem [1498]. — Met titelhoutsn. 6 bladen, Rom. letter met göthische hoofdregels. Op den titel het Beiersche wapenschild in houtsnee. Hain 931, Proctor 486. De voorrede van Jac. Wympfelingius' Sletstatinus is gedateerd ex pago Sulce prope mollis heym argentinensis diocesis XIIII Kal. Jun. 1498. 100. Martyrologium. Viola Sanctorum. S. 1.1499. 4°. — Met houtsneden. Druk van Johann Prüss te Straatsburg, 134 bladen, Goth. letter. Hain-Cop. 10873, Proctor 552, Cat. Br. Mus. 124. Op den titel een houtsnee: de verkondiging aan Maria in een rozekrans gehouden door twee engelen; onderaan een geknielde man en vrouw. Op de keerzijde de steeniging van den h. Stephanus. Verder houtsnee-initialen. In lederen omslag met elkaar diagonaal snijdende fileten; in het midden overblijfselen van een koperen slot. Bladen van een hs. op perkament dienen als schutbladen. Twee inscripties van vroegere eigenaars; geheel achterin: „Liber domini Andree Frederici. Vicafius ecclesiae sancti Pancracii. Sic protestor ego dominus Johannes pater sancte Elizabet in magna palude"; en op het voorafgaande blad: „Liber fratrum panlinorum in Amstelrodamis". In den catalogus van 1612 staat in den pinten* M (eccletiatticae kisloriae scriptor es pontijieii) onder no. 7 vermeld: Martyrologium Romamtm. 101. Johannes Herolt, Sermones discipuli de tempore et de sanctis una cum promptuario exemplorum. Argentine, Martinus Flach 1499. f°. 410 bladen, Goth. letter. Hain-Cop. 8508, Proctor 712, Cat. Br. Mus. 155. Deze Sermones werden door Flach geheel op dezelfde wijze gedrukt in 1492 en in 1496. Lederen band uit den tijd op hout, blind gestempeld met het gewone patroon van elkaar diagonaal snijdende driedubbele fileten. In de reserves een semis van arendjes in ruiten. Resten van sloten. Op den titel in oud hs.: „Ego snm fratris Johannis Silvani" en „Ad usum fratris Johannis Silvani". Aan het einde hetzelfde nog een paar maal, en nog eenige spreuken. 102. Johannes Peyligk Czitzensis, Philosophie Naturalis compendium, libris phisicorum, De generatione et corruptione atque de anima Arestotelis correspondens. Impr. in opp. Liptzensi op. et solertia Melchiar Lotter 1499. f°. — Met houtsneden. 98 bladen, Goth. letter in drie grootten (hoofdregels — tekst met interlinies gezet — commentaar). Achterin: Conipendiosa Capitis phisici Declaratio, principalium hamani corporis membrorum figuras liquido ostendens, met primitieve'anatomische houtsneden. Hain-Cop. ,12861, Proctor 3036 A, Cat. Br. Mus. 650, 651. Exemplaar, gereed gemaakt voor het onderwijs, met doorloopende aanteekeningen tusschen de regels en op den kant. Beginletters enz., en onderstrepingen in rood. Afkomstig van het Genootschap t. bev. d. Natuur- Gen. en Heelk. Ex-libris J. Baart de la Faille, en een heraldiek ex-libris „Andreae Felicis Oefelii Monacensis" met zinspreuk: „Houos erit huic quoque Luto". Geschiedboeken. 'Hrberomana pdif annornudi.ti^ccccljC'C'fuq SCfl regere imfjfo populus romane memeto« l£e tibi fint artcs.pariq} imponere mcnea, 'parare fobiectte, et oebdUre fugbes . Uit den Fasciculus temporum. no. 103. 103. Fasciculus temporum omnes antiquorum cronicas complectens. Ed. in alma universitate Colonie Agrippine super Rhénum a quodam devoto cartusiensi [Webner Rolevinck] , .. ad pristinum statum red. cum quibusdam additionibus, per Bernhardum Richel civem Basiliensem 1482. f°. — Met houtsn. 96 bladen, Goth. letter. Afbeeldingen van gebouwen en steden: de meest primitieve stadsprofielen, telkens terugkomend: Zie de afb. Hain-Cop. 6932, Proctor 7538, Cat. Br. Mus. III 738. . Op sommige bladzijden zijn lijnen door de letters heen gedrukt, eene techniek die nog niet voldoende verklaard is. In denzélfden band: Lvjpoldus Bkbknburgensis, Germanorum vet. principum zelus etc. Zie no. 109. _ Tezamen onder no. 6 van plut. T (historici latini) vermeld-in den catalogus van 161/. 104. Vincentius Beluacensis, Speculum hystoriale. Per Antonium Koburger Nuremberge incolam impr. 1483. gr. f°. 460 bladen, Goth. letter, 2 kolommen. De bladzijde 48 cm. hoog, 33 cm. breed Cop. 6248. Beginletters enz. in rood. Aan het begin van elk boek een grootere versierde initiaal.- Zware bruin lederen band op hout, blind gestempeld niet het gewone patroon van driedubbele diagonale fileten, kleine stempeltjes in de ruitvormige reserves. Koperen knoppen en fraai bewerkte resten van sloten. 105. Vincentius [Bellovacensis], Speculum historiale. Vol. III, IV. S. 1. et a. gr. f°. Druk van den Straatsburgschen drukker, om den vorm van de hoofdletter 11 als de K-drukker aangeduid, later geïdentificeerd met Adolf Rusch. Deze huwde'de dochter van Johann Mentelin, den oudsten drukker van Straatsburg, en zou reeds met hem hebben samengewerkt en hem in 1478 opgevolgd zijn.' Hij zelf werd opgevolgd door Martin Flach. van wien een boek met dateering 1487 bekend is. De geheele toewijzing is onzeker; zie de argumenten iu „ Cat. Br. Mus. 175 en 191 bladen, semi-goth. letter, 2 kol. Copinger 6245, Proctor 254. Beginletters enz. in rood en blauw, soms met rijker ornament. Het laatste blad beschadigd. Het ex. behoorde vroeger aan de Leidsche Academie, is verkocht door den Bibliothecaris j. Geel in 1843. Perkamenten band. 10G. Jacobus de Voragine, Lombardica Hystoria, s.' legendae sanctorum. Impr. Basilee 1490. 4°. Druk van Johannes de Amerbach. 281 bladen (het laatste wit), Goth. letter in 2 kolommen. Cop. 6455, Proctor 7587. Voorin 2 beginletters in rood. De verdere initialen niet ingevuld. Oude zwijnslederen band (niet de oorspronkelijke), blind gestempeld met driedubbele fileten, die elkaar rechthoekig en diagonaal snijden; in de ruitvormige reserven acanthusbladen, rosacen en distels; een koperen slot. 107. Hartmannus Schedel, Liber cronicarum. Ad intuitum et preces Sebaldi Schreyer et Sebastiani Kamermeister Anthonius Kober<'er Nuremberge impressit 1493. gr. f». — Met houtsneden van Michael Wolgemut en Wilhelm Pleydenwurff. 20 registerbladen en 200 tekstbladen, waarvan er aan dit ex. resp. 6 en 30 ontbreken, Goth. letter. Hain-Cop. 14508, Proctor 2084, Cat. Br. Mus. 437. Op fol. CCLXVI een niet in de aangehaalde beschrijvingen vermeld colophon„Complete in famosissima Nurembergensi urbe Operi de hystorijs etatum mundi. ac descriptione vrbium. felix imponitür finis. Collectum brevi tempore Auxilio doctoris hartmSni Schedel, qua fieri potuit diligentia. Anno xpi Millesimo quadringentesimo nonagesimotercio die quarto mensis Junij. Deo igitur optiino. sint laudes intinite". Daarna volgen in dit ex. de vijf ongenummerde bladen „De Sarmacia". Bibliotheekband uit het begin der 17e eeuw, in blind gestempeld leder op hout, geciseleerd koperen hoeken en middenstukken. Conservatierug van schapenleer.' Resten van sloten, verschillende sporen van kettingring in het achterplat! Het exemplaar was blijkbaar reeds defect, toen het in dezen band gebonden werd. In 1612 begon met dit werk als no. 1 de reeks der eccktiattieae hatonae scriptores ponlijicii in pint. M. De talrijke groote houtsneden in dit werk verdienen zeer de aandacht, met name de vele stadsgezichten, en de kaarten: een wereldkaart, hier slechts half aanwezig (fol. XIII) en Germania op de laatste twee bladen. 108. Johannes Tritemius, abbas spanhemensis ordinis s. Benedicti, Cathalogus illustrium virorum germaniam suis ingeniis et lucubrationibus omnifariam exornantium, ad Jacobum Vimpfelingum sletstatinum theologum. Sine L et a. 4°. Druk van Peter Friedberg te Mainz. Voorin een brief van Mattheus Herbenus Traiectensis aan Judocua Beyselius waarin hij zijn bezoek aan den Abt te Spanhehn en diens bibliotheek beschrijft, gedateerd 1495. 88 "bladen, Goth. letter, de titel rood gedrukt. Hain 15615 (een ex. met colophon v. d. drukker en jaartal 1495). Proctor 179. De beginletters zijn niet ingevuld. Enkele belangrijke aanteekeningen in gelijktijdig schrift: op den titel aanwijzing van de behandelde Hollandsche schrijvers, op bl. xxiiij bij „Thomas de Cantiprato, patria brabantinus" staat: „cantipre leeuwe prope Bruxellas", op de keerzijde staat aangegeven dat zijn werk „de natura rerum" onjuist aan Albertus Magnus wordt toegeschreven, dat zijn „leven van een heilige vrouw in Hispania" te verbeteren is in „Hasbania", Haspegouwe, en dat hij ook een boek heeft geschreven „de disciplina scholarujn" dat verkeerdelijk aan Boetius wordt toegeschreven. 109. Lupoldus Bebenburgensis, Germanorum veterum principum zelus et fervor in christianam religionem deique ministros. Opera et imp. Joh. Bergmann de Olpe Basileae impr. 1497. f°. 28 bladen, Latijnsche letter met opschriften in goth. Hain-Cop. 2725, Proctor 7777, Pellechet 2015, Cat. Br. Mus. 796. Bergmann drukte, van 1494 af, hoofdzakelijk werken van Sebastiaan Brant, of zulke waar deze schrijver eenig aandeel in had. Hier staat op het titelblad een „Hexastichon in Lupoldnm Bebenbnrgium Sebastiani Brant". Met den Faseiculus iemporum, Basel 1482, in een perkamenten band, met sporen van kettingringen, zie no. 103. Geneeskunde. 110. Matheolus Perusinus, Tractatulus de preceptis artifksialibus et regulis medicinalibus ad augendam memoriam admodum utilibus. S. L et a. 4°. — Met drukkersmerk. Druk van Martin Landsberg te Leipzig c. 1492. 6 bladen, Goth. létter. Hain 10911, Voulliéme Berl. 1341. Talrijke aanteekeningen in hs. uit het begin der 16e eeuw. 111. Tractatus descriptionum morborum in corpore humano existentium. Cum Tractatulo do virtutibus benedicte quercus in foliis etc. [Scripsit Abnoldus de Villa Nova], Sine loco 1496. 4°. Druk van Albrecht Kunne te Memmingen. 12 bladen, Goth. letter. Hain 6096, Panzer 2798. Beginletters in rood met krullen. . Afkomstig van het Genootschap t. bev. der genees- en heelkunde-; ex-libris J. Baart de la Faille. Op de keerzijde van den titel in verzen een opgaaf van tegengiften, en eenige leefregels: Hec simt antidotum contra letale venenum. Ficus: nui: ruta: ieiuno corpore sumpta. Terra sigillata: bolus valet et tiriaca. Evita coitus: infirmos: balnea: fructus. Spiramen hominum fugias: sit cor tibi letum. Sit venter laxus: et sanguis sepe minutus. Daaronder een lijstje van ziektenamen met de overeenkomstige Duitsche benamingen. ttTrttitfttlttm frtr ^^mm^£dicttüi8.yG. -pcdiatli funt vcrmcs JL p lovi8 a pcdibu8 oiai'.vndc pedicolo ^^^-^fiOKri föt quibue pedicnk'tn cwpcv KefTtriu^aim.£)cli.ccnann^ k'dtcunf 3 namCTofitótepedü.bocmalumejc ipabomle carnc crca f ur indubiranter. et ta* incTiinutfibütterJ-KwnónuUiocfudo:e bo/ nünu33lqOepo:i8etcu3po:3nonibj gtgnt öicunt:2i)altj.2lccidit aut prregrinaricopfa pcdtculo^t'n c«Ee^terfHdo:cmïpultKrcj ac balnet pauatatcin. Dit den Hortus Sanitatis. no. 112. Ortus Sanitatis. Da herbis et plantis. De animalibus et reptilibus. De avibus et volatilibus. De piscibus et natatilibus. De lapidibus et in terra venis naseentibus. De urinis et earum speciebus. Tabula medicinalis cum directorio generali per omnes tractatus. S. 1. et a. fu. — Met houtsneden. Druk toegeschreven aan Johann Prüss te Straatsburg of aan Heinrich Quentell te Keulen vóór 1497. 360 bladen, waarvan er hier 5 (De anim. C 2 D 8 E3, 4; de urin.: .titel) ontbreken, terwgl één vel (het laatste van De lapidibus) tweemaal voorkomt met verschillende signatuur. Goth. letter, 2 kolommen. Hain-Cop. 8942 (en 8941), Burger suppl. blz. 850 (16e eeuw). De beide uitgaven verschillen alleen in de signatoren. Dit ex. met Hain 8942 overeenkomende, schijnt wel de oudere druk te zijn, wegens de zonderlinge sign. PqrsT in de afdeeling De Piscibus, die in .de andere uitgaaf genormaliseerd is. Op de keerzijde van den titel een groote houtsnede: een leermeester in zijn gothischen katheder, met vier leerlingen. Verder tal van afbeeldingen van planten, dierén en steenen. Zie de reproductie. Bij de planten bijschriften van • een gelijktijdige hand; plantennamen in Nederduitsch. Achterin een langere inscriptie: recept in hetzelfde dialect. Beginletters in rood en blauw. Op het laatste schutblad, van een latere hand: „primam hanc esse sceleti humani effigiem putat clarus Baldingcrus, librumque hunc editionis esse 1490. Daaronder de aanteekening: „ex auctione G. Vrolik No. 2875, 1860. Daarna is het boek eigendom geworden van het Genootschap t. bev. d. genees- en heelk. 112«. Tractatus de Urinis. S.I. et a. f". Druk, overeenkomende met die van den Ortut Sanitatis (no. 112), waarvan dit boekje ook inderdaad het laatste hoofdstuk is. Het is echter een latere uitgaaf, misschien na 1500. 10 bladen, sign. Gg, Hh. Goth. letter, 2 kolommen. Het titelblad heeft aan weerszijden een fraaie groote- houtsnede, in den geest van die op de keerzijde van het titelblad van den Ortus Sanitatis ; ze steUen voor: den geneesheer aan het ziekbed, en in de apotheek. Beginletters meest in houtsnede; enkele open gelaten en in rood ingevuld. Afkomstig van het Genootschap t. bev. d. genees- en heelkunde. 113. Joantiitius, Isagoge in tegni Galieni primus liber medicine. Impr. Lyptzck per Baccalarium Wolfgangum monacensem 1497. 4°. 18 bladen, Goth. letter. Geheel met interlinies gedrukt. Hain-Cop. 9435. De drukker Wolfgang Stoeckel van München is de opvolger van Arnold van Keulen (1495). Op den titel en op de eerste drie bladzijden gelijktijdige hs.-aanteekemngen tusschen de regels en op den kant. Afkomstig van het Genootschap ter bev. der genees- en heelk. Ex-libris 1. Baart de la Faille. Rechtsgeleerdheid. 114. Chynus de Pistorio, Lectura super Codice. 2 vol. B.l et a. gr. f°. Druk van Heinrich Eggestein te Straatsburg (c. 1466—1482). 315 bl. (het eerste wit) en 240 bl., Goth. letter, 2 kol. Hain 18022, Proctor 279, Cat. " Br. Mus. , Eene beginletter in rood, met verdere rubriceering op het eerste blad v,an het 2e deel; verder alles oningevuld en geene rubrieeering. Banden in bruin leder op hout, blind gestempeld met de gebruikelijke elkaar diagonaal snijdende fileten, gevat in een rechthoekig kader van dergelijke driedubbele fileten. In de ruitvormige reserves een roos omgeven door sterren, in de buitenranden kleine stempels: fleur de lis, sterren, roosjes. Sporen van sloten en kettingringen, de ruggen modern. In 1612 no. 10, 11 in plut. JN (iuris utriusque auclores et interpreles). Nederduitsche incunabelen. 115. Bybel. — Dat boeck der goetliker schriften die Bybel. Gedr. in der laeuelicker stat Coelne. z. j. gr. f°. — Met houtsneden. Gedrukt door Heinrich Quentell te Keulen, en wel met zijn eerste letter die slechts van 1479—1482 in gedateerde uitgaven is gebruikt. Dat het boek vóór 1488 gedrukt moest zijn bleek reeds uit een handschrift-aanteekening achterin dit exemplaar, onder de laatste gedrukte woorden: een notarieele akte waarvan een gedeelte met den datum nog over is, aldus luidende: „Anno a Nativitate domini Miileaiinoquadringentesimo Octuagesiino octavo mensis Aprilis die octava hora sexta post meridiem vel circiter In mei notarii puhlici et testidm infrascriptorum presencia personaliter constitutus generosus vir domicellus Johannes Stuck armiger non vi dolo aut aliqua sinistra machinatione circumventus sed sponte ac siinpliciter et p... propter dominum..." 542 bladen, Goth. letter, 3141, Proctor 1252, Cat. Br. Mus. 264, Voulliéine Köln 257, Pellechet 2377. De talrijke houtsneden nemen eene voorname plaats in de kunstgeschiedenis in. Gecopiëerd door een vormsnijder die zich in Frankrijk geschoold had, .naar teekeningen in een handschriftbijbel, werden ze op hare beurt het voorbeeld voor bijbelillustratie zoowel in Duitschland als in de Nederlanden, o.a. voor den „Bibel int corte, Antw. 1512". Zelfs kunstenaars als Albert Dürer en Hans Holbein ondervonden den invloed ervan. Zie Kud. Kautzsch, Die Holzschnitte der Kölner Bibel von 1479, Strassb. 1896. In dit ex. zijn de houtsneden met zorg gekleurd. Voorts heeft het beginletters enz. in rood. en verscheidene rijker versierde initialen. Het is uitvoerig beschreven door Is. Ie Long, Boekzaal der Nederd. Bijbels, Amst. 1782, blz. 384—403. De tekst geeft den geheeleu bijbel in een Nedersaksisch dialect, dat men bijna Nederlandsen kan noemen. De psalmen „Der psalter David" zijn vertaald in eenigszins afwijkend dialect. Het' Hooglied is in het Latijn gedrukt omdat men het „den iuugen luiden slecht na der literen niet apenbaren en sall, want dye sinne na der lytteren wenich profites inbrenget." Op een der schutbladen- is geschreven: „Bibliothecae Amstelaedamensi donavit Magnificus spectatissimus Dominus D. Nicolaus Tulpius, Medic. Doctor, Reipubl. Amstelaedamensis Exconsul, Senator, Thesaurarius, Archiater. An. 1655. Het heeft een perkamenten band met rood rugschild en bovenaan het achterplat spoor van kettingring. 116. Bybel. Keulen [Heinr. Quentell]. z. j. gr. f°. - Met houtsneden. Ander exemplaar van denzelfden bijbel. De houtsneden ongekleurd; andere rubriceering, met enkele afwijkingen in de hoofdletters, als Vnde in plaats van Mnde. Aan het eind van het colophon, en in de versierde marge van het eerste blad is het jaartal 1428 uit de hand bijgedrukt. Dit is reeds vóór • 1711 geschied-} zie den catal. der Stedel. Bibl. van dat jaar, en de vermelding in de Boekzaal der Ned. Bijbel* van Is. Ie Long (1732), blz. 384. Dat dit jaar samenvalt met het jaartal, in 1822 te Haarlem aangenomen voor vastlegging van de uitvinding der boekdrukkunst, is dus louter toeval. 117. Bybel. — Dat boeck der gotliker schrifften die Bybel. Keulen [Heinr. Quentell] z. j. gr. f°. — Met houtsneden. Andere druk van den hiervóór beschreven Keulschen bijbel. Alleen het dialect wijkt af („unde" in plaats van „ende"), meer overhellend naar het Saksisch. Druk en houtsneden zijn over 't alg. dezelfde. Het ^ voorwerk ontbreekt, de Apocalypse is vervangen door die van den hiervóór beschreven bijbel. Op eenige toegevoegde bladen is eene Nederlandsche vertaling van het Hooglied geschreven. Daarachter „Een Tafel, ghemaeckt om lichtelijck te vinden die Epistelen ende evangeliën vant ghansche jaer zoemen die inder kereken plach te ghebruyeken". Behoort tot de bibliotheek der Remonstrantsche kerk. 118. Jacob de Voragine — Die Sermonen op die eiuangelien in den gantzen iacr van den sondage verstentlichen vnde warafftlich ouergesat in duytsliger spragen mit der vercleringe vnd bedudige des erwirdigen meysters —. Gedr. van meister Johan Koelhoff burger zo Collen 1482. f°. 192 bladen (het eerste en laatste, beide wit, ontbreken), Goth. letter. Hain 14699, Vonll. Köln 627. Beginletters enz. in rood en blauw; die op het eerste blad in twee kleuren en met versiering. Exemplaar afkomstig van Johannes Enschedé (Cat. 1867 no. 502); eene aanteekening van zijne hand staat onder het colophon. 119. Biblie — De — mit vlitigher achtinghe, recht na deme latine in dudesck auerghesettet. Mit vorluchtinghe vnde glose, des hochghelerden Postillatoers Nicolai de Lyra vnde anderer velen hillighen doctoren. Ghedr. vormiddelst Steffen Arndes in der keyserliken stad Lubick. 1494. gr. f°. — Met houtsneden. Steffen Arndes werkte in 1471 te Perugia, 1486 te Sleeswijk, en daarna reeds in hetzelfde jaar te Lubeck. Daar zijn. uitgaven telkens andere lettersoorten hebben, neemt men aan dat hij bij anderen liet drukken. De letter van dit boek wijst op Konrad Kacheloferi te Leipzig als drukker. — 496 bladen, Goth. letter, 2 kolommen; tal van houtsnee-initialen, waarschijnlijk uit Italië meegebracht. Hain-Cop. 8148, Proctor 2645, Cat. Br. Mus. 560. De houtsneden, die de historische boeken van het O. T. en Ezechiel versieren vormen eene harmonische reeks, bepaald voor dit doel vervaardigd. De personages vertoonen vaste typen. Bij de andere boeken vindt men alleen telkens terugkeerende voorstellingen als Hieronymus voor zijn schrijflessenaar. De houtsneden op bl. 45 verso, 98 recto, 160 recto, die soms niet afgedrukt zijn, zijn'hier aanwezig. Afkomstig uit de boekerij van de Maatsch. Felix Merilis. OVERZICHT NAAR DRUKPLAATSEN EN DRUKKERS. Augsburg. Anton Sorg 1475—1493 Johannes de Tune cremata, De eBicacia aque benedicte c. 1477....... 55 Erhart Ratdolt 1487— Boetius, Arithmetica 1488 74 Basel Bernhardus Richel 1475—1482 Fasciculus temporum 1482 103 Johannes de Amerbach 1478— Jacobus dé Voragine, Legenda aurea 1490 106 S. Ambrosius, Opera 1492 83 Petrarca, Libri 1496 94 Marsilius Ficinns, De triplici vita c. 1497 I 95 Joannes Cassianus, De institutis coenobiorum 1497 • • 97 Nicolaus Kesler 1486— Bernardus Clarevallensis, Opus epistolarum 1494 90 Bernardus Clarevallensis, Opus sermonum 1495 89 Michael Furter 1489— Thomas de Aquino, Comment. in epistulas Pauli 1495 91 Johann Bergmann 1494— Lupoldus Bebenburgensis, Germanorum principum zelus 1497 109 Bologna. Plato de Benedictis 1487—1495 Móyses [Maimonides], Aphorismi 1489 33 Johannes Baverius de Baveriis, Consilia 1489 29 Matth. Bossus, Sermo in J. Chr. passione 1495 22 Brescia. Boninus de Boninis 1483—1490 Aulus Gellius, Noctes Atticae 1485 13 Cremona. Carolus Darlerius. Silvester Prierianus, opus in Joh. Capreolum 1497 25 Florence. Bartolommeo di Libri 1482— Homerus 1488 1 Orpheus 1500 7 2 Hagenau. Heinrich Gran 1489— Sermones Dormi secure 1493 87 Heidelberg? Drukker van „Lindelbach, Fraecepta latinitatis" 1485—1489 Bartholomaeus Anglicus, Froprietates rernm 1488 73 Keulen. Ulrich Zeil 1466—1494 Aristoteles, De moribus ad Eudemiim c. 1470 52 Albertus Magnus, De laudibus Ma.iae c. 1473 53 Gerardos Harderwicensis, Gommentaria in libros logicae 1494 88 Johann Koelhoff 1472—1493 Cyrillus, Quadripartitus apologeticus c 1476 58 Jacob de Voragine, Die Sermonen op die evangeliën 1482 118 Thomas de Aquino, Quodlibet 1485 68 Conrad Winters 1476-1482 Vincentius Bellovacensis, Speculum morale 1476 57 Gregorius Magnus, Moralia, in libr. Job c. 1477 59 Johannes Andreae, Hieronymianus 1482 63 Johann Guldenschaff 1477—1490 Albertus Magnus, Postilla in evang. Johannis c. 1477. 60, 61 Heinrich Quentell 1479— Bijbel (Nederduitsch) c. 1479—1482 115 Bijbel (Nederduitsch) 116 Bijbel (Nederduitsch). Andere druk 117 Johannes Molitoris Tabula snp. Summam Anthonini 1484 65 Modus confitendi c 1484—1489 66 Formula vivendi canonicorum c. 1484—1489 77 Boetius, De consolatione philosophiae 1493 85 Stella dericorum c. 1494 86 Theodoricus Molner en Conrad Welker van Boppard c. 1486—1488 Lambertus de Monte, Questiones circa libros de Anima Aristotelis 1486. 69 Johannes Versor, Questiones sup. Metaphysicam Aristotelis 70 Lambertus de Monte, Circa octo libros Physicorum Aristotelis 71 Leipzig. Martin Landsberg 1492— Matheolus Pernsinus, Tractatulus de praeceptis artificialibus c. 1492 ... 110 Cicero, Paradoxa 1492 84 Wolfgang (Stöckel) y. Müuchen 1496— Joannitius, Isagoge in tegni Galieni priin. lib. medicinae 1497 113 Melchior Lotter 1497— Johannes Peyligk, Philosophiae naturalis compendium 1499 102 Iiübeck. Steffen Arndes c. 1494 , De Biblie 1494 119 Lyon. Johann Siber 1481— Guillelmns Durantus, Speculum judiciale .: 46 Johann Trechsel 1489— Guilhelmus de Ockam, Super IV libros sententiarum 1495. 47 Johannes Ganivetus, Amicus medicorum 1496 48 Avicenna, Canon de medicina 1498 ' 51 Mainz. Peter Friedberg 1493— Johannes Tritemius, Catalogus illustrium virorum 1495 108 Memmingen. Albrecht Kunne 1479— Tractatus deser. morborum [scr. Arn. de Villanova] 1496 111 Milaan. Leonardus Pachel 147-8—1489 Suetonius, De vita XII caesarum 1494 21 Modena. Johannes Vurster 1474—1476 Matheus Silvaticus, Liber pandectarum medicinae 1474 27 Neurenberg. . Antonius Coburger 1471— Boecius, De consolatione philosophie 1476 56 Henricus Herp, Speculum aureum X preceptorum 1481 62 Vincentius Bellovacensis, Speculum historiale 1483 104 Anthoninus, Summa theologica 1486 — 1487 72 Bonaventura, Perlustratio in I et II 1. Sententiarum 1491 82 Hartmannus Schedel, Liber cronicarum 1493 107 Boetius, De consolatione philosophie 1495 93 Biblia, cum postillis Nicolai de Lyra 1497 ... k 98 Peter Wagner 1490— Dionysius, Specula oinnis status humane vite 1495 92 Padua. Laurentius Canozius 1472—1477 Bartholomaeus de Montagnana, Consilia medica 28 Parijs. Joannes Higmanus et Volgangus Hopilius 1488—1499 Jordanus Neinorarius, Elementa arithmetica 1496 49 Andreas Bocard 1491— Robertus Gaguinus, De origine et gestis Francoruin 1497 50 Pavia. Antonius Carchanus 1476—1494 Christophorus Barzizius, Introductorium ad ïnedicinam 1494 30 Rome. Georg Lauer 1470—1481 Thomas de Aquino, Quodlibeta c. 1470 7 Stephan Plannck 1479— Albertus Magnus, Liber aggregationis 81 Eucharius Silber 1480— Benedictus de Nursia, De conservatione sanitatis 32 Straatsburg Heinrich Eggestein c. 1466—1482 Chynus de Pistorio, Lectura super Codice 114 De R—drukker c. 1464—1478 Vincentius Bellovacensis, Speculum historiale 105 Georg Husner 1473— ' Discipulns (Johannes Herolt), De eruditione christi fidelium 54 De drukker van Jordanus de Quedlinburg 1483— Guilhelmus Durantus, Rationale divinorum officiornm , 64 Johannes de Turre cremata, Glosa psalterii 1485 67 Petrus de Ailliaco, Tractatus et sermones 1490 80 Michael de Ungaria', Sermones 1490 81 Johann Prüss 1484— Johannes de Gerson, Opera 1488 75 Augustinus, Sermones ad heremitas 76 Ortus sanitatis 112 Martyrologium 1499 * 100 Johann Reinhard Grüninger 1483— Mammotrectus 1489 78 Hervicus de Amsterdamis, Oratio funebris 1498 99 Martin Flach 1487— Bonaventura, Tractatus et libri 1489 79 Bernardus, Sermones super Cantica canticorum 1497 96 Johannes Herolt, Sermones discipuli 1499 101 Toulouse. Heinrich Mayer 1484—1496 Guillerinus Gorris, Scotns pauper urn - 45 Treviso. Michael Manzolinus 1476—1480 Caesar, De bello gallico 1480 10 Venetië. Franciscus Hailbrun 1471—1483 Robertus de Litio, Opus quadragesimale de penitentia 1472 8 Johannes de Colonia et Johannes Manthen 1474—1480 Tibullus. Catullns. Propertius 1475 9 Octavianus Scotus 1480— Dante Alighieri, Cantica overo Comedia 1484 43 Almansor, Liber nonus (gedr. door Bonetus Locatellus) 1490 34 Ptolemaeus, Liber quadripart. (gedr. door Bon. Locatellus) 1493 20 Nicolaus Battibovis 1486 Lucanus, Pharsalia 1486 14 Joannes et Gregorius de Gregoriis 1482— Boetius, Opera L491, 1492 18 Antonius Gazius, Florida corona medicinae 1491 35 Petrarca, Epistolae 1492 19 Joannes de Ketham, Fasciculus medicine 1495 39 Postilla super psalterium 1496 24 Bernardinus de Choris 1488—1492 Plato 1491 17 Philippus de Pinzis 1490— Articella i491 36 Virgilius 1491 '. 16 Baptista de Tortis 1481— Ovidius, Fasti 1482 11 Corpus juris civilis 1494—1496 » 40 Corpus juris civilis 1499—1501 41 Johannes Herbort de Selgenstat 1481—1484 Biblia Latina 1484 : ^... A 12 Antonius Pasqualinus de S. Germano Laurentius Vallensis 1487 15 Bernardinus [de Vitalibus] 1494— Egidius, Carmina de urinarum indiciis 1494 ' 37 Christophorus de Pensis 1488— Gabriel Zerbus, De cautelis medicorum 1495 38 Polydorus Vergilius, Proverbiorum libellus 1500 26 Johannes Tacninns 1492— Nannis, Questiones super mutuo iudaico et civili s. a. 42 Aldns Manutius 1495— ■* Apollonius grammaticus 1495 3 Thesaurus 1496 4 Aristoteles, Opera, torn. IV 1497 • • 0 Epistolae 1499 6 Hypnerotomachia 1499 44 Joannes Hamman, dictus Hertzog 1490— Joannes de Monte regio, Epitoma in almag. Ptolemaei 1496 21 REGISTER. Abraham Aben Ezra 48. Aelius Dionysius 4. Ailliaco (Petr. de) 80. Albertus Magnus 31, 53, 60, 61. Alexander de Ales 24. Alexander Aphrodisiensis 5. Almansor 20, 34. Ambrosius (S.) 83. Andreae (Joannes) 46, 63. Annius (Joan.) 42. Anthqninus 72. Apollonius grammaticus 3. Aretinus (Leonardus) 52. Aristoteles 5, 52. Arnoldus de Villa nova 111. Articella 36. Augustinus 76. Avenantius de Camerino 37. Avicenna 51. Baldus 46. Barsinus (Joan. Anton.) 30. Bartholomaeus Anglicus 73. Bartholomaeus de Montaguana 28. Barzizius (Cristof.) 30. Basilius Magnus 6. Baverius (Joh.) de Baveriis 29. Bebenburgensis (Lupoldus) 109. Bekenhaub (Joh.) 82. Benedictus de Nursia 32. Bernardus Clarevallensis 89, 90, 96. Beroaldus (Phil.) 21. Bethem 20. Biblia 12, 98. Boetius 18, 56, 74, 85, 93. Bonaventura 79, 82. Bossus (Matth.) 22. Buzius (Petr.) 30. Bijbel 115—117, 119. Caesar 10. Calderinus (Dom.) 16. Cararia (Joan. Jac.) 39. Caro (Hugo de S.) 24. Cassiauns (Joan.) 97. CatuUus 9. Chalcondyles (Demetr.) 1. Chynus de Pistorio 114. Cicero 14, 84. Clarius (Hier.) 40. Columna (Franc.) 44. Comestor (Petrus) 53. Corpus juris 40, 41. Cyrillus 58. Damascenus (Joan.) 33. Dante 43. Demetrius Chalcondyles 1. Desparts (Jac.) 51. Dionysius (Aelius) 4. Dionysius Cartusiensis 92. Discipulus 54, 101. Donalns 16. Dorinck (Matth.) 98. Durantus (Guil.) 46, 64. Egidius Corboliensis 37. Epistolae 6, 19. Eustathius 4. Faber (Joan.) 49. Fasciculus temporum 103. Ficinus (Marsilius) 17. Formnla vivendi 77. Frascaria (Ant.) 39. Fulgineo (Gent. de) 36, 37. Gaguinus (Bob.) 50. Galenus 36. Gani vetus (Joh.) 48. Gazius (Ant.) 35. Gellius 13. Gentilis de Fulgineo 36, 37, Gerardus Cremonensis 51. Gerardus Harderwicensis 88. Gerson (Joh. de) 75. Gilbertus 96. Gorris (Guillerinus) 45. Gregorius Magnus 59. Guillelmus Durantus 46, 64. Guillerinus Gorris 45. Guilhelmus de Ockam 47. Hermes 20. Herolt (Joh.) 54, 101. Herp (Henr.) 62. Hervicus de Amsterdammis § Hieronymus Clarius 40. Hippocrates 36. Hirtius (A.) 10. Homerus 1. Hortus Sanitatis 112. Hngo de S. Caro 24. Hypnerotomachia 44. Jacobus de Partibus 51. Jacobus de Voragine 106, 118. Joannes Andreae 46, 63. Joannes Cassianus 97. Joannes Dainascenus 33. Joannes Gabriel Senensis 84. Joannes Faber Stapulensis 49. Joannes de Kethain 39. Joannes de Monte regio 23. Joannitius 36, 113. Johannes Bekenhaub 82. Johannes Gani vetus 48. Johannes Genuensis 78. Johannes de Gerson 75. Johannes Herolt 54, 101. Johannes Marchesinus 78. Johannes Molitoris 65, 72. Johannes Peyligk 102. Johannes Tritemius 108. Johannes de Turre cremata 55, 61, 67. Johannes de Verdena 87. Johannes Versor 70. Jordanus Nemorarius 49. Ketham (Joan. de) 39. Kitzscher (Frid. de) 84. Lambertus de Monte 69, 71. Landinus (Christoph.) 16, 43. Laurentius Vallensis 15. Leonardus Aretinus 52. Libanius 6. Litio (Rob. de) 8. Lucanus 14. Lupoldus Bebenburgensis 109. Lycius (Proclus) 2. Lyra (Nic. de) 98, 119. Maimonides 33. Mammotrectus 78. Marchesinus (Joh.) 78. Marlianus (Raym.) 10. Marsilius Ficinus 17, 95. Marsus (Paulus) 11. Martyrologium 100. Matheolus Perusinus 110. Mattheus Moretus 27. Mattheus Silvaticus 27. Messahallach 20. Michael de TJngaria 81. Modus confitendi 66. Molitoris (Joh.) 65, 72. Montagnana (Barthol. de) 28. Monte (Lambertus de) 69, 71. Monteregio (Joan. de) 23. Moretus (Mattheus) 27. Morsianus (Petr. Andr.) 39. Moyses (Raby) 33. Mundinus 39. ' Kannis (Joan.) 42. Nemorarius (Jordanus) 49. Nicolaus de Lyra 98, 119. Ockam (Guilh. de) 47. Oppius 10. Orpheus 2. Ovidius 11. Paulus Burgensis 98. Paulus Marsus 11. Perusinus (Matheolus) 110. Petrarca (Fr.) 19, 94. Petrus de Ailliaco 80. Petrus Comestor 53. Petrus de Tusignano 84. Peyligk (Joh.) 102. Philaretus 36. Plato 17. Polydorus Virgilius 26. Postilla 24. Frierano (Silv. de) 25. Proclus Lycius 2. Propertius. 9. Ptolemaeus 20. Rases 33. Raymundus Marlianus 10. Robertus Gaguinus 50. Robertus de Litio 8. Rolevinck (Werner) 103. Schedel (Hartmann) 107. Scotus 45. Sermones dormi secure 87. Servius Maurus Honoratus 16. Silvaticus (Matheus) 27. Silvester de Prierand 25. Stella clericoruin 86. Suetonins 21. Theophilus 36. Theophrastus 5. Thesaurus 4. Thomas de Aquino 7, 56, 68, 85, 91, 98. Tibullus 9. Tractatus descr. inorborum 111. Tractatus de urinis 112a. Tritemius (Joh.) 108. Turre cremata (Joh. de) 55, 61, 67. Ungaria (Mich. de) 81. Verdena (Joh. de) 87. Versor (Joh.) 70. Villa Nova (Am. de) 111. Vincentius Bellovacensis 57, 104, 105. Virgilius 16. Virgilius (Polydorus) 26. Voragine (Jac. de) 106, 118. Zabel 20. Zerbus (Gabr.) 88. AANGEHAALDE WERKEN. Hain (Lud.), Repertorium Bibliögraphicum, in quo libri omnes ab arte typographica inventa usque ad annum M D. typis expressi ordine alphabetico vel simpliciter enumerantur vel accuratius recensentur. 4 part. 2 vol. Stuttgartiae etc. 1826—38. 8°. , Repert. • etc. Indices uberrimi, opera Conr. Burger. Lipsiae 1891. 8°. Burger (Konr.), Beitrage zur Inkunabelbibliographie. Nummernconcordanz von Panzers lateinischen und deutschen Annalen und Ludw. Hains Repertorium bibliögraphicum. Leipzig 1908. 8°. Copinger (W. A.), Supplement zu Hain's Repertorium bibliögraphicum, or collections towards a new edition of the work. With index by Konr. Burger. 2 parts. 3 vol. London 1895—1902. 8». Proctor (Rob.), An index to the early printed books in the British Museum; from the invention of printing to the year MD. with notes of these in the Bodleian library. London 1898. 4°. Catalogue of books printed in the XVth century now in the British Museum. By A. W. Pollard a. o. Part. I—IV. London, the Hague 1908—16. f°. Pellechet (M.), Catalogue général des incunables des bibliotheques publiques de France. Tom. I—III. Paris 1897—1909. 8°. Voulliéine (Ernst), Der Buchdruck Kólns bis zum Ende des fünfzehnten Jahrhunderts. Bonn 1903. 8°. VouUi éme (Ernst), Die Inkunabeln der Königlichen Bibliothek und der andern Berliner Sammlungen. Leipzig 1906. 8°. Burger (K.) und Ernst Voulliême, Deutsche und italienische Inkunabeln in getreuen Nachbildungen, Lief. 1—12. 2 Bde. Berlin, Leipz. 1892—1913. gr. f°. Collijii (Is.), Katalog der Inkunabeln der kgl. Bibliothek in.Stockholm. T. ï. Mit Taf. 2 Bde. Stockholm 1914. 8°, f. CATALOGI VAN INCUNABELEN IN NEDERLANDSCHE BIBLIOTHEKEN. Uoltrop (Joh. Guil.), Catalogus librorum saeculo XV0 impressorum, quotquot ia Bibliotheca Regia Hagana asservantur. Hagaé-com. 1856. 8». Kruitwagen (Pater fr. Bonaventüha), Beschrijving der Fransche, Italiaansche, Spaansche en Engelsche incunabelen in het Museum Meermanno-Westreenianum te 's Gravenhage. 'sGrav. 1911. 8°. Verslagen omtr. 's Rijks verzamelingen van gesch. en kunst XXXIII, 1910, blz. 208—313. Roos (A. G.), Catalogus der incunabelen van de Bibliotheek der Rijksuniversiteit te Groningen. Groningen 1912. 8°. Kronenberg (M. E.), Catalogus van de incunabelen in de Atheneumbibliotheek te Deventer. Deventer 1917. 8°. NEDERLANDSCHE UITGAVEN 1473-1540. I INHOUD. Latijnsche boeken in de Nederlanden gedrukt 1473—1505. No. 1—20 Nederlandsche boeken. Incunabelen 1477—1495 „ 21—34 De nieuwe drukletter 1497—1520 „ 35—84 Drukken van Cornelis Hendriksz, Claes de Grave, Willem Vorsterman en Doen Pietersz , 85—117 Drukken van verschillende uitgevers 1525 — 1540. . „ 118—151 Een Fransch boekje 1531 „ 152 Latijnsche boeken c. 1510—1540 „ 153—206 Grieksche boeken „ 207—209 Overzicht van drukplaatsen en drukkers. Register. Aangehaalde werken. Met het oudste gedateerde boek dat in deze landen het licht zag, de Scolasiica histotia van Petrus Comestor, in 1473 te Utrecht door Nicolaas Ketelaer en Gerard de Leejnpt gedrukt, begint de beschrijving onzer Nederlandsche incunabelenverzameling. Hierbij sluit aan, wat zij verder bezit aan Latijnsche boeken, de Deventersche uitgaven van Richard Pafroet en Jacobus van Breda, en eenige ZuidNederlandsche drukken van Antwerpen, Brussel en Leuven. Met deze beschrijving zijn we al over de eeuwgrens heen gekomen; immers" de reeks van Richard Pafroet loopt door tot 1505, en het scheen niet gewenscht deze te splitsen. Slechts een tweetal boeken van deze groep, uitgaven van Johannes de Westfaha te Leuven, zijn met Romeinsche letter gedrukt. Overigens diende het Gothische lettertype in dezen tijd evenzeer voor den druk van Latijnsche boeken als van die in de landstaal. De reeks der Nederlandsche boeken begint met onzen oudsten Nederlandschen bijbel, in 1477 te Delft gedrukt. Daarop volgen twee latere Delftsche uitgaven, en boeken te Utrecht, Gouda, Haarlem Gent, Antwerpen en Zwolle verschenen. Bij de uitgaaf van werken in de Nederlandsche taal doen dus de Hollandsche steden mee, die onder de drukplaatsen van Latijnsche boeken ontbraken. Enkele jaren vóór 1500 breken we de reeks af, om een nieuwe te beginnen daar, waar de druk zelf een nieuw karakter aanneemt. In den eigenlijken incunabeltijd heeft elke drukker zijn eio-en type Nu maken we kennis met Hondrik 'den Lettersnijder, eene naamaanduiding die duidelijk een nieuw beroep aanwijst. Deze Hendrik is zooals pater B. Kruitwagen het onlangs uitdrukte, de man die het eigen karakter van de Nederlandsche boekletter voor goed heeft vastgelegd. Eene reeks van jaren wordt deze letter voor den druk van nagenoeg alle Nederlandsche boeken gebruikt. We deelen de werken voor de beschrijving in drie groepen. Eerst komen de drukkers die uitsluitend met het nieuwe type drukken. Van Hendrik zeiven hebben we «én boekje zonder jaar; we laten het voorgaan, hoewel het zeker van eenige jaren na 1500 te dateeren is. Daarna komen boekjes gedrukt in het Regulierenklooster den Hem buiten Schoonhoven, eene reeks drukken van Hugo Jansz van Woerden die eerst te Leiden werkte en zich daarna (1506) als eerste drukker te Amsterdam gevestigd heeft. Voorts Antwerpsche drukken van Hendrik Eckert van Homberch, eene belangrijke reeks Leidsch* van Jan Seversz., nog een Amsterdammer Pieter Jansz. Tyebaut, enz. Letten we op den aard van de boeken, dan valt een heel karakteristieke groep sterk in het oog. Verreweg de meerderheid vormen de boekjes van devotie, gewijd aan meditatie over het lijden van Jezus, aan de maagd Maria, aan mis en biecht, alle in klein octavo formaat, en jtoo sterk op elkaar gelijkende, dat men, als naam en adres ontbreken, met kan zien uit welke drukkerij ze afkomstig zijn. Daartusschen vinden we echter ook belangrijke uitgaven, zooals de Sermoenen op de evangeliën van de Schoonhovensche regulieren (no. 38), fraaie Antwerpsche uitgaven van rechtsgeleerde .en geneeskundige werken (no. 54. 55} de groote Hollandsche kroniek (no. 69) Enkele drukkers — we laten ze als tweede groep volgen — beginnen geheel op dezelfde wijze als de zooeven vermelde, maar brengen later — na 1520 — meer afwisseling in hun werk; de zetkast wordt rijker van inhoud; naast de vrij groote oorspronkelijke letter van Hendrik worden ook kleinere typen gebruikt. Dezen overgang zien we bij Cornelis Hendriksz. Lettersnijder te Delft, dien we voor den zoon van den eersten lettel snijder mogen houden, en bij twee grootere Antwerpsche drukkers, Claes de Grave en Willem Vorsterman. Ook in deze groep nemen de devote boekjes nog eene groote plaats in, maar de vier hier beschreven drukken van Claes de Grave zijn alle van grooter formaat en van meer beteekenis, en van Vorsterman zien we naast de kleine boekjes ook belangrijke medische werken en verschillende uitgaven van zijn grooten geïllustreerden bijbel. Onder de drukkers die na 1520 be<*innen en al dadelijk meer afwisseling in hun werk doen zien, neemt de°Amsterdamsche uitgever Doen Pietersz. een belangrijke plaatsin door zijne bijbeluitgaven in klein formaat. Voor de fraaie houtsneeprenten door hem uitgegeven moeten we verwijzen naar het Rijksprentenkabinet en naar de beschrijving door Moes gegeven in de Amsterdamsche boekdrukkers en uitgevers in de 16e eeuw, deel I. Van 1525 af vermeerdert het aantal drukkers. Op den voorgrond komt Antwerpen als het nieuwe middelpunt van den boekhandel in de Nederlanden. Jacob van Liesvelt en Michiel Hillen van Hoochstraten zijn de meest bekenden onder de Antwerpsche drukkers van deze jaren. Van verscheidene andere die voor 1540 beginnen maar wier hoofdwerkzaamheid buiten de hier gestelde grens ligt, kunnen we nog enkele uitgaven beschrijven. Gelijktijdig met deze geheele reeks Nederlandsche boeken verschijnen ook weer boeken in het Latijn in toenemend aantal. Slechts enkele oudere herinneren door hun Gothische karakters nog aan de incunabelperiode (no. 153 en volg.); ook de letter van Hendrik den Lettersnijder is in het begin een enkel maal voor Latijnsche drukken gebruikt (no. 156—158). Maar Doen Pieterz. gebruikt voor een Latijnschen tekst al Romeinsche typen, en de groote Antwerpsche uitgevers beschikken over Romeinsche en cursieve letter, evenals hun Leuvensche vakgenooten. Een Fransch boekje, in 1531 te Antwerpen gedrukt met een Fransch-gothische letter, en enkele Grieksche boeken, nog vóór 1540 te Leuven verschenen, bereiden al voor op de internationale en de wetenschappelijke beteekenis van de Nederlandsche uitgeverij in het komende tijdvak. Voor de Deensche drukken van Willem Vorsterman zij verwezen naar Nijhoffs Art typographique (Impressions danoises), en de meedeeling van Mej. M. E. Kronenberg in liet Boek 1918 blz. 1—8. Onze verzameling van 16e-eeuwscheLatijnsche boeken werd onlangs belangrijk vermeerderd door eene schenking van Dr. J. F. M. Sterck. Reeds meer dan 40 zeldzame boekjes, door hem in den loop der jaren bijeengebracht, gaf hij aan de Universiteitsbibliotheek. Zij vormen een rijke bron voor de bestudeering van het werk der humanisten in ons land, en voor de geschiedenis van het 16eeeuwsche onderwijs. Hier konden ze uit den aard der zaak slechts beschreven worden, voor zoover ze niet later dan 1540'het licht zagen. Zie de aanteekeningen. Van bijzonder belang is voor de geheele reeks van oude Nederlandsche uitgaven de houtsnee-illustratie. In de beschrijving wordt daarop steeds, zij het vaak met enkele woorden, de aandacht gevestigd. Latijnsche boeken in de Nederlanden gedrukt, 1473—1505. De oudste Utrechtsche uitgaaf, 1473. 1. Scolastica hystoria super nouum testamentum cum additionibus atque incidentiis, [a Petbo Comestore]. Impr. in Traiecto inferiori per Nycolaum Ketelaer et Gherardum de Leempt 1473. f°. 144 bladen (het eerste en het laatste wit), Goth. letter. Campb. 1404. Holtr. 38, 1 a. b. Het oudste met een jaartal voorziene boek, dat in de Nederlanden in het licht kwam. Men kent van deze drukkersfirma sleehts een paar werken gedateerd van 1473 en 1474, en eenige ongedateerde.- Hun eenige lettertype is gefacsimileerd door Holtrop t. a. p. Beginletters enz. in rood; op bl. 1 een rijk versierde initiaal in rood en blauw met lijnversiering langs de geheele binnenmarge. Bijgevoegd een index van 10 bladzijden in ongev. gelijktijdig schrift maar op ander papier. Gebonden achter: Albebtus Magnus, De laudibus... Marie, Keulen, ülr. Zeil, 1478 (zie hiervoor No. 53), in 17e-eeuwschen band van perkament op hout, met resten van sloten en sporen van kettingringen bovenaan en vooraan het achterplat. Deventersche, drukken. 2. Sermones Socci de sanctis per circulum anni compositi a quodam egregiissimo sacre Theologie professore ordinis Cistersiensium conventus in Marienrayd prope Hildesem [Conrad von Brundelsheim]. Impr. Daventrie. S. a. £u. Druk van Richard Paffroet, den grootsten Noord-Nederlandschen drukker -v. d. 15e eeuw, omstr. 1477. 292 bladen, waarvan de eerste 2 ontbreken. Camnb. 1589, Holtrop 64 (112) a. Deze „sokkepreeken" werden na den dood van den auteur in zijn sokken gevonden, „quia in sotularibus inventi simt a re gèsta sermonibus nomen indidernnt et Sermones Socci intitulaverunt". Het woord sotulares of stibtalares wordt door Du Cange verklaard als „pedulium genus quibus maxime monachi per noctem utebantur in aestate". Hoofdletters enz. in rood; op de eerste bladz. van den tekst een grootere initiaal in blauw met versieringen in roode lijnen met krullen, zich in de marge uitstrekkende, met hoogsels van groen. 3. Speculum exemplorum ex diuersis libris in unum laboriose col- lectum fab Aegidio Aurifabro]. [Daventriae, Richard Paffroet 1481]. f». 504 bladen, waarvan het eerste, wit, en het laatste, aan dit ex. ontbreken. Twee bladen, 142 en 148 zijn op een verkeerde plaats gebonden en op hun plaats vervangen door 2 bl. in handschrift, van het begin der 16e eeuw. Beginletters enz. in rood; de ingevoegde bladen zijn op dezelfde wijze gerubriceerd als het geheele werk. Goth. letter. Campb. 1568, Kruitwagen in Tijdschr. v. b. en bibl. wezen II (1904) blz. 277—291, en Bijdragen v. d. gesch. v. h. bied. Haarlem XXIX (1905) blz. 329—453. Kruitwagen toont aan, dat de bladen 379—416 gedurende of na den druk zijn bijgevoegd met wegsnijding van een blad van het voorgaande vel. Bit ij de editio princeps van het populaire boek, dat tal van uitgaven beleefde tot ver in de 18e eeuw. Als de verzamelaar wordt Abgidius Aukwabek. ord. carth. genoemd; volgens Kruitwagen is hij veeleer in den kring der Windesheimers te zoeken. 4. Michael de Ungaria, Sermones predicabiles per totum annum licet breves. Impr. Daventrie In platea episcopi. Anno 1491. 8°. Druk van Rich. Paffroet, 128 bladen, Goth. letter. Campb. 1252; daar wordt als titel opgegeven „Sermones tredicim nnivêrsales"; de bundel bevat echter 14 preeken, én nog een „sermo de passione", Holtrop pl. 112 f. Het boek is gebonden achter drie tractaten van iets lateren tijd: Dionvsiüs [Gautusiensis]. De statu et vita sacerdotum canonicorum clericorum aliorumqne ecclesie ministratorum. Impr. Colonie per Martinum de Werdena. s. a. 8°. — 40 bladen, Goth. letter, een kleine houtsn. aan het einde. Ciira clericalis. Impr. Colonie per Martinum de Werdena 1507. 8°. — 16 bladen, Goth. letter, 2 houtsn., waarvan eene driemaal. Thomas de Aquino, Confessionale: de modo confitcndi: et de puritate consciëntie. Impr: Colonie per Martinum de Werdena 1508. 8°. — 24 bladen, Goth. letter. Aan het begin en het slot eene zelfde houtsnee, die in de Cura clericalis driemaal voorkomt. Bruin lederen band uit den tijd, blind gestempeld met voorstelling van een heilige. Op de voorzijde is de voorstelling en het onderschrift „Sancte Koche ora" nog te herkennen. Het eerste en het laatste werkje hebben hs.-aanteekeningen uit den tijd. De bundel heeft toebehoord aan Prof. W. Moll. 5. Novissima — Quattuor — cum multis exemplis pulcherrimis. [Door Geb. v. Vliedebhoven]. Impr. Daventriae. In platea episcopi. 1491. 4°. — Met titelhoutsn. Druk van Rich. Paffroet, 54 bladen, gothische letter. Op den titel eene houtsn., de H. Lebuinus onder een baldakijn, het stadswapen aan zijne voeten. Campbell 1305, Holtrop blz. 72, pl. .113 a. Behoort tot de verzameling Doodendansen, legaat Th. Reichelt. CJftnwnt ejtempfa öe gauogo regm ttlvpfêt aUi^tttumniïuilTutto^. fimpjefla BDauëtrfe. Jn plam epifcopua'niw tftt $ltttcfdMte fimaiiwïittajFebwörg. Colophon van de Quattuor novissima, Dev. 1491. no. 5. 6. Novissima — Quattuor — cum multis exemplis pulcherrimis. [Door Gebabd van Vliederhoven]. Impr. Daventrie per me Richardum Pafraet 1502. 4°. — Met titelhoutsn. 56 bladen, Goth. letter. Nijhoff, feuilles prov. 5. No. 262 beschrijft een defect ex. op de Kon. Bibl. De titelhoutsnee, de H. Lebuinus, met het wapen van Deventer is dezelfde als in de uitgaaf van 1491 (No. 5). Ingeschreven ht de Amsterd. Bibl. in 1882. 7. Hegius (Alexandee), Dialogi. Impr. Daventriae Per me Richardum pafraet 1503. 4°. 86 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. prov. 5, No. 208. Geene rubriceering; de beginletters niet ingevuld. Schenking Dr. J. F. M. Sterck. 7a. Tibullus, Propertius, Ovidïus — Ex elegiacis tritim illustrium poetarum — selecti versus magis memorabiles atque puerorum instïtutioni aptiores. Selegit et composuit Io. Mubmellius. Per me Richardum Pafraet 1505. 4°. 24 bladen, Goth. letter. In het colophon luidt de titel: TUndli properüi et Omdii fiores. Beginletters niet ingevuld. Aanteekeningen in hs. 8. Guilhelmus de Gouda, Tractatus de expositione missae. Impr. Daventriae Anno 1490 Nova Augusti. 4°. — Met titelhoutsn. Druk van Jacobus van Breda, 18 bladen, gothische letter. De titelhoutsnede, voorstellende de mis van den H. Gregorius, werd door Jac. van Breda in verscMllendé^werken gebruikt. In dit ex. zijn de kleederen en voorwerpen in geel en paars getint, en zijn teksten in rood bijgeschreven. Campb. 885, Conway blz. 159. Dit boek is het eerste van een bundel van zeven theologische tractaten, van ouds in één band vereenigd. De titels van de zes volgende stukken zijn: Bonaventura, Tractatus de corpore Christi etc. (No. 11). Augustinus, Sermones ad heremitas.. (Duitsche incun. No. 76). Michael de Ungaeia, Sermones. Argent. 1490. (Duitsche incun. no. 81). Thomas de Aquino, Tractatulus solennis (no. 12). AnisTOïELBs, Secreta secretorum (no. 13). Formnla vivendi canonicorum. (Duitsche incun. no. 77). Deze zeven saamgebonden tractaten zijn alle op dezelfde wijze gerubriceerd in rood en blauw. Aan het begin van elk een lombarde met versieringen in het corps van de letter op een grond georneerd in roede lijnen die zich uitstrekken in.de marge; paragraafteekens en gestreepte hoofdletters; krullen aan het einde van alinea's en in de hoofdregels. Lederen band uit den tijd, de platten versierd met een eenvoudig patroon van driedubbele nieten, die elkander rechthoekig en diagonaal snijden. Resten van koperen sloten en spijkergaten boven en links in het achterplat, waarin de ring voor de ketting bevestigd is geweest, zooals die in al de oude banden van de Amsterdamsche bibliotheek te zien zijn. Op de laatste bladzijde van het zesde tractaat is geschreven: Iste liber pertinet fratribus paulinis". De bundel is dus zeker in zijn geheel afkomstig van de Amsterdamsche Faulus-broeders, en zoowel de band als de rubriceering zal vermoedelijk hun werk zijn. 9. Novissima — Quattuor —, cum multis exemplis pulcherrimis. [Door Gerard van VliederhovenJ. Impr. Daventrie • per me Jacobum de Breda 1494. 4°. 50 bl. (het eerste ontbreekt), Goth. létter. Campb. 1307. Als doublet uit de Kon. Bibl. verkocht. 10. Baptista Mantuanus, Ad Lodouicum Fuscaraiium parthenices commendatib. S. 1. et a. 4°. Druk van Jacobus van Breda te Deventer c. 1498. 12 bladen, Goth. letter. Campb. 222. 11. Bonaventura, Tractatus de corpore Christi et de preparatione ad eius deuotam susceptionem ritamque celebrationem misterii missae etc. S.1. 1499. 4°. Druk van Jac. v. Breda te Deventer, of van Heinr. Quentell te Keulen. 8 . bladen, Goth. letter. Campb. 351. Hain 3549. Proctor 1360. Cat. Br. Mus. blz. 291. Dit korte tractaat is het tweede in den bundel hiervoor onder no. 8 beschreven. 12. Thomas de Aquino, Tractatulus solennis de arte et vero modo pre- dicandi ex diuersis sacrorum doctorum scripturis, et principaliter... Thome de Aquino ex paruo suo quodam tractaculo recollectus... Una cum tractaculo Henrici de Hassia de arte predicandi. S. 1. et a. 4». Door Campbell toegeschreven aan Jacobus van Breda te Deventer c. 1499, door anderen voor een druk van Leipzig, Keulen of Straatsburg gehouden. 12 bladen, waarvan het laatste, wit, ontbreekt. Goth. letter. Campb. 1667. Hain 1354. Pelleohet 968. Voulliéme, Berlin 1420. Dit tractaat is het 5e in den hiervóór (no. 8) beschreven bundel. Zuid-Nederlandsche drukken. 13. Aristotiles, Liber qui dicitur Secreta secretorum, qui liber tractat de regimine cuiuslibet hominis... ad Alexandrum discipulum suum. S. 1. et a. 4U. Druk van Math. van der Goes te Antwerpen, e. 1488. 22 bladen, Gotb. letter. Campb. 177. Het eerste blad is wit, het volgende bevat de Tabula, op het derde begint de Prologus van den vertaler Philippus aan Guido de Valentia met een houtsnee initiaal D.'zie Holtrop pl. 47 c 3. Dit boekje is het 6e in den sub no. 8 beschreven bundel. Rubriceering in rood en blauw als de andere zes tractaten. 14. Petrus de Aillyaco, Lectura sententiarum. Recommendatio sacre scripture. Questio in suis vesperiis. Questio de resumpta. Becommendatio doctrine evangelice. S. 1. et a. f°. Druk van de Broeders des gemeenen levens te Brussel c. 1480. 292 bladen (het laatste wit, het eerste, eveneens witte ontbreekt). Campb. 144. Beginletters enz.- in rood; de eerste met randversiering. Weinige oude aanteekeningen in de marge. Perkamenten band van lateren tijd, op hout, met sporen van kettingring. 15. Cicero (M. Tullius), Lelius siue de Amicitia dyalogus ad T. Pomponium Atticum. S. 1. et a. f°. Druk van Johannes de Westphalia te Leuven, 1483. 17 bladen, Goth. letter. Er behoort op te volgen Cato major, aan het einde waarvan het colophon. Campb. 488. Gebonden achter Llcanus, Pharsalia, Venetië 1486 (Ital. ine. no. 14). Er achter volgt Cicero, Paradoxa (zie no. 16) en nog eenige geschreven stukken, zie Cat. der hs. II no. 82, 803, 802. 16. Cicero (M. Tullius), Paradoxa. [Cum Petri Marsi interpretatione]. S. L et a. f°. Druk van Johannes de Westphalia te Leuven, c. 1488. 20 bladen, waarvan het laatste (wit) ontbreekt. Goth. letter in 2 grootten. Campb. 445. Dit werk volgt op Cicero, Lelius s. de amicitia (no. 15), zie de noot aldaar. 17. Gasparinus Pergamensis [Barzizius], Epistolarum opus, per Johannem Lapidanum ex corrupto integrum effectum. S. 1. eta. f°. Druk van Joh. de Westfalia te Leuven c. 1483. 54 bladen (het laatste wit), Rom. letter. Campb. 773. De initialen niet ingevuld. In één ouden band met Ekeas Silvius, Epistolae (no. 18); zie de noot aldaar. 18. Eneas Silvius Senensis, Pius Papa secundus, Familiares epistole date ad amicos. Per Joannem de Westfalia in alma universitate Lovaniensi commorantem. 1483. f°. 304 bladen (het eerste en het laatste wit), Rom. letter. Campb. 28. Holtrop 88a. Gebonden achter Gaspaiukus Pergamensis, Epistolae (no. 17). Deze twee werken met dezelfde letter, van Italiaansch karakter, gedrukt, op hetzelfde papier, zijn te zamen gebonden in een zwijnslederen band, op hout, uit den tijd. De platten, binnen drie rijen nieten, versierd met bloemornamenten geplaatst in ovale compartimenten. Resten van sloten en gaten van den kettingring. Voorin geschreven J. J. Buijck .... 1656. 19. Boecius, Libri quinque de consolatione philosophie, et commentarius ... sancti Thome super eosdem: Per Johannem de Westfalia in alma Lovaniensi universitate. 1484. f°. 196 bladen (het eerste en laatste wit), Goth. letter. Campb. 307. Lederen band op hout, uit den tijd; de platten blind gestempeld met een „semis" van pijnappels in compartimenten van elkaar diagonaal snijdende driedubbele nieten. Resten van koperen sloten, en sporen van kettingring bovenaan het achterplat. Vier perkamenten schutbladen met lOe-eeuwsch hs.: fragment van een theologischen tekst. Op de laatste blz. onder het colophon is geschreven: „Liber Johannis Graerdi presbiteri de Haerlem nnnc domus domini Hugonis Goutsmit in platea sancti Johannis in Haerlem". In den zelfden band: Log'wes adminicnla, ex Aihmonio, Boetio et Themistio desumpta. Parisiis ex olf. Henr. Stephani 1511. — Met houtsn. en initialen. Bibliotheek der Remonstrantsche Gemeente. 20. Petrus YspanilS, Summa experimentorum, sive Thesaurus pauperum. Antverpie per me Theodoricum Martini 1497. f°. 42 bladen, Goth. letter, 2 kol. Campb. 1395 var. Holtrop 6a. Een exemplaar als dit was in de universiteitsbibl. te Leuven; andere hebben een drukfout in het jaartal: 1476 in pl. van 1497. De drukker Dirk Maartensz. begon zijn loopbaan te Aalst in 1474 en verhuisde in 14'JJS naar Antwerpen, in 1497 naar Leuven. Hoofdletters enz. in rood en blauw. Het boek werd in 1907 voor de Maatsch. t. b. d. geneesk. aangekocht, zie Ned. Tijdschr. v. gen. jaarg. 52, 1908, blz. 1745—1749. Nederlandsche boeeen, tot 1495. Delft, Utrecht, Gouda, Haarlem, Gent, Antwerpen, Zwolle. iDeefe KgbenrooetbigbebibfernNtljo ten boetken • moe etc boeck mit aCtc fijne txpittitnM inë notabelen meef* tet roet ouetgbefet rot oen (atine titi öuptfebe enöe roet naetfteUc gecom ejeett enöe roet gbefpelt:roas gemuit te oetf in boltant tmttet butpengoos tnoëtïf ons ucob fora' s (ben en mm cirituff ctnants joen oan mfoöelboicb tee eetengoos *enot tot.ftubttcbttt «nee fenjngbe oet beef ten gbetouigbê" ntenftt)ë»(Enoe soit nolepnöant iaee tm intatnarien ons t)ccl p^fentmee Èpn^t|«iêent(eue^ den öact) oet maentunuatto ' Colophon van den Delftschen Bijbel 1477.' no. 21. 21. Bible, mit horen boecken, Gemaect te Delf in Hollant bij Jacob Jacobs soen ende Mauricius Yemants soen van Middelborch 1477. f". — Met drukkersmerk in rood. 302 + 840 bladen (waarvan er in dit ex. eenige ontbreken), Goth. letter, in 2 kolommen. Beginletters enz. in rood; hier en daar rijker versierde initialen in kleuren; vele beginletters zijn niet ingevuld. I. Ie Long, Boekzaal der Ned. Bijbels p. 865—876. Campb. 290. Holtrop blz. 88, pl. 104 a. Editio princeps van den Bijbel in het Nederlandsen, bevattende het Oude Testament zonder de psalmen, en de aproeriefe boeken. Sommige ex. bevatten slechts het gedeelte, overeenkomende met de Historia scholastica van Petrus Comestor: van Genesis tot II Koningen, de twee boeken der Makkabeën en Daniël. Dit ex. heeft evenals enkele andere in 2 Samuel 19 een kolom, die door het verbeteren van een drnkfout een regel te weinig heeft. Het is evenals bijna alle bekende ex. defect, en gebonden in een lateren band. 22. Passionael of gulden legende. Vten latijne in duytsche getrans- lateert. Winterstuck. Somerstuck. 2 dln. (1 bd.). Gepr. te Delf in Hollant 1489. f". Met houtsneden. Druk van Christiaen Snellaert, blijkens het drukkersmerk, de eenhoorn, (Holtrop pl. 106 a5), aan het eind van elk der beide stukken. 250 + 268 bladen, (bl. 1, • 2, en 30 v. h. winterstuk ontbr.) Goth. letter. Campb. 1765, Holtrop blz. 85, pl. 106 b. Conway blz. 122, 327. Tal van houtsneden, deels kleinere, heiligenfiguren en derg., ook in andere werken gebruikt; deels grootere die een halve .of heele bladzijde innemen. Deze zijn meerendeels voor dit werk gemaakt, door den „tweeden Delftschén houtsnijder", of uit diens school. Volgens Kenouvier zijn de voorstellingen geïnspireerd op composities van Dirck Bouts en Geertgen van Sint Jans. Wat de uitvoering betreft nemen zij een eigen plaats in; zij verschillen geheel van de devote en rustige tafereelèn van de meeste werken der 16e eeuwsche kunst. De artist stoort zich niet aan proporties; hij is onder den invloed van de helsche machten dié tegen de heiligen strijden, en uit dat in tafereelèn vol onrust en zenuwachtigheid van beweging. Zijne verzoeking van den H. Antonius doet aan hedendaagsche cubistische of futuristische composities denken. Latere band met roodlederen rug. Voorin de naam P. Bondam. 23. Spighel — Die — der volcomenheyt. Die exposicie of bedudenisse des heylighen dienst der missen. Die weerdighe bereydinghe om salichlic dat heilige sacrament dat is dat lichaem Cristi te ontfanghen. [Door Symon van Vbnloe]. Delft 1490. 8°. — Met houtsn. Druk van Chr. Snellaert, 192 (190) bladen, Gothische letter. Vier houtsneden, de h. Veronica, Jezus a. h. kruis, de mis v. d. h. Gregorins, Jezus met de lijdenswerktuigen. Initialen deels in houtsnee, deels in rood aangebracht. Het laatste blad met colophon (Holtrop 106c) en drukkersmerk ontbreekt. Campbell 1578, Conway scct. 21, 17 c en bl. 124. 24. Fasciculus temporum inhoudende die Cronijcken van ouden tijden Als van dat die werlt eerst ghescapen is Ende van dat Adam ende Eua eerst ghemaect worden totter gheboert christi toe Ende voert van allen Faeusen ende Keyseren. beslutende mit die Cronijcken der coninghen van Vranckrijck, van Enghelant ende van die hertoghen van Brabant, ende van die biscoppen van Utrecht ende van die greuen van Vlaenderen, van Hollant, van Zeelant, van Henegouwen, vari Ghelre, van Cleve, tot huden op den dach toe. By my volmaect Jan Veldenar woennende tutrecht opten Dam 1480. f°. — Met houtsneden. 838 bladen, Goth. letter. Houtsneden deels te Leuven reeds gebruikt in Veldenaer's Latijnschen fascieuhis 1476, gedeeltelijk te Utrecht ontstaan, alle wijzende op Duitschen invloed.— Veldenaer was geboortig van Würzburg. Sommige zijn ontleend aan het Speculum humanae salvationis. Zij zijn verschillend van aard t een groote bordure van ranken, blad- en bloemwerk, een wapenschild omgeven door een dei-gelijken kleineren rand, een groote initiaal in hetzelfde genre, gewijde voorstellingen, 8 primitieve stadsafbeeldingen die telkens terugkomen, familiewapens enz. Campb. 1479, Holtrop blz. 42, pl. 24, 29', Conway bl. 825. Vroegere eigenaars: Maatsch. d. Ned. lett. te Leiden, Hendrik ter Borch, Matheus Kolder te Deventer 1713, Aernout Moonen in den Haag 1687. Een tweede exemplaar heeft alleen de inscriptie: Johan Bartholomaei me possidet. In beide exemplaren zijn de meeste houtsneden gekleurd. Beide in modernen lederen band. >*«raffcrtlfort fijt) ata«ty cff vont* Uit den Fasciculus temporum. no. 24. 25. [Sacramenten— Van den seven—. Gouda, Gerard Leeuw 1484]. fl>. 86 bladen, waarvan dit exemplaar er slechts 68 heeft, daar het voorwerk, 2 bl. van vel a, en het slot (vel k en 1) ontbreken. Goth. letter, 2 kolommen, De beginletters enz. in rood ingevuld; het eerste capittel heeft een grootere initiaal in blauw en rood met krul versiering in de marge. Zeven houtsneden ter grootte van eene halve bladzijde zijn elk uit twee blokjes samengesteld: de voorstelling van een der 7 sacramenten, en, telkens terugkeerend, de beide sprekers van den dialoog. Een houtsnede van een geheele bladzijde vertoont „den boem des gheslachtes". Campb. 1492, Conway bl. 330. 26. Minnenbrief — Die gheystelicke — die Jhesus cristus coninck der gloriën sendet tot sijnre bruyt der minnender sielen. z. pl. en j. 8». Druk van Govert van Ghemen te Gouda, vóór 1489, toen deze drukker naar Kopenhagen verhuisde. 12 bladen, waarvan het eerste en laatste, beide wit, ontbreken, Goth. letter. Campb. (2e suppl.) 1256 a. 27. Summe le roy of des conincs summe. Ende leert hoe dat men de sonden biechten ende beteren sal. [Door Frère Laurent]. Vertaald door broeder Jan van Brederoede [Rode]. Ghepr. tot Haerlem in Hollant 1484. 4°. — Met drukkersmerk. Druk van Jakob Bellaert, 200 bladen, Goth. letter. Campb. 1630. Beginletters enz. in rood, op bl. 2 en 3 grootere initialen in blauw met versiering in de marge in rood en groen. 28. Boec des gulden throens of der xxiiij ouden. Door Otto van Passaü van sinte franciscus oerden ... ghemaeet ende volbrocht opter heyligher hemelscher vorstinnen auont marien te lichtmisse . . . 1386. Geprent ende voleynt in die stat van herlem Int iaer ons heren 1484. f°. — Met houtsn. Gekleurde houtsneden en initialen in rood en blauw. Op de laatste blz. het drukkersmerk van Bellaert, gekleurd. Druk van Jac. Bellaert, 142 (140) bladen, gothische letter, twee kolommen. Campbell 1843, Conway blz. 238. De vijf houtsneden, telkens herhaald stellen in verschillende teekening het onderricht voor van een der ouden aan een geknielde meisjesfiguur, de minnende ziel. De achtergrond is een boog met gothisch ornament, waarin een bloemrijk tapijt zooals men in kerken op de muren schilderde. De bladzijde met zulk een gekleurd prentje en daaronder een initiaal in rood en blauw heeft een aangename decoratieve werking. % ier epnüet Dat boeck melcfe gtje* E)ietent0barttjolomett0 oanben pio * p2ïerepten Der öingtjen tnöen iaer ona fceten fö.€€€€*enltrro.opti i?eptt gtjenfeecfauent. €noe ieg&eprimen öeoecfemeüeüolepnöt te tjarrlem in ItjcUam ter eren goDesenbeomlerin glje öer mentctjen oan mi 0)e ettet32* écp 6€ï ï$<£ft$ g&eborë oan Colophon van Jacob Bellaert. . no. 29. 29. Bartholomeus [de Glanvilla] Engelsman, Van den proprieteyten der dinghen. Ghepr. te Haerlem van mi Meester Jacop Bellaert, 1485. f°. - Met houtsn. 466 bladen. Gothische letter. De initialen zijn niet ingevuld, Campb. 258. Het oudste boek met dateering dat te Haarlem in het licht kwam, is van 1483, en heeft achterin een drukkersmerk met het stadswapen en een griffioen, die een wapenschild vasthoudt. We vinden het in verscheidene andere uitgaven terug, en ook, in een fraaie omlijsting, in dit boek, het eenige, dat den naam van Jacob Bellaert draagt. Zie Holtrop blz. 87 en pl. 50 c, 51 a. .Het boek is bovendien versierd door eene reeks van 11 groote houtsneden, voorstellende den val der engelen, den hemel, de schepping van den mensch, het menschelijke leven, de sfeeren, de 12 maanden, vogelen, visschen, de bewoonde aarde, de planten, de dieren. De prenten zijn van goede teekening, maar in de bijzonderheden van gebrekkige uitvoering; Conway vermoedt dat teekenaar en graveur twee verschillende personen waren. Deze houtsneden worden nergens anders aangetroffen. Conway bl. 68, 242. 15e eeuwsche band in bruin leder, versierd met blinde stempels van royale bladornamenten, geplaatst in ruitvlakken, gevormd door diagonale fileten, omgeven door een dubbelen buitenrand van drie fileten met ornament van eikels en kleine roosjes. Rug beschadigd, resten van later aangebrachte koperen sloten. Op de keerzijde van het eerste witte blad in 16e-eenwsch schrift: „Die Grave van hoechstaten". Op het tweede witte'blad: „Collegio huic Pharmaceutico librum hunc liberali animo dono dedit Wilhelmus Rottermont Decanus 1661". Het boek behoort aan de Maatsch. t. bev. d. geneesk. 8 bl. ontbreken. De üniversiteitsbibl. bezit nog een exempl. met inscr.: Bibliothece Mechliniensis ff. Brem. S. S. Augustini. Het heeft behoord aan het Kon. Nederl. Instituut. Het menschelijk leven. Uit Bartholonieus, Van den proprfeteiten der dingen, no. 29. (verkleind). 30. Boecius, De consolatione philosophie, ten trooste, leeringhe ende confoorte aller menschen. Ghepr. te Ghend by mj Arend de Keysere 1485. f°. — Met drukkersmerk. 360 bladen (drie witte ontbreken), Gothische letter, een grootere voor den Latijnschen en den Nederlandschen tekst, eene kleinere voor het commentaar. Campb. 822 var. Holtrop 99 d, 100 c. Beginletters in rood; de aanvangsletter van elk boek grooter in rood en blauw. Bovendien is op elk aanvangsblad meer dan de helft opengelaten voor een miniatuur. .17e-eeuwsche perkamenten band. 31. Boeck — Dat — van Jhesus leuen. [Door Ludolphus van Saxen]. Tautwerpen bij Claes Leeu. 1488. £°. — Met houtsn. 402 bladen, waarvan er vele aan dit ex. ontbreken. Goth. letter. Campb. 1183, Holtrop 62.a. Conway bl. 334. Beginletters enz. in rood en blauw. Een groot aantal houtsneden, in dit ex. gekleurd, deels van de grootte van van de bladzijde, deels kleiner. Zij zijn het werk van drie verschillende anonieme meesters, die elk een voorname plaats innemen in het kunstleven van het einde der 15e eeuw. Een der merkwaardigste houtsneewerken, in de Nederlanden verschenen. 32. Euangelien ende epistelen in duytsche vanden gehelen iaer mitten sermonen ende mitten figuren. Ghepr. te Zwolle, bi mi Peter van Os. 1488. 4°. - Met houtsn. 270 bladen, waarvan er 3 ontbreken. Goth. letter. Het door Campbell beschreven ex. eindigt men bl. 264, waarvan de keerzijde blank is. Hier heeft dit blad op de keerzijde een houtsnee, en volgen er nog 6 registerbladen met "sign. aa. fol. 265: „Hier beghint die tafel van desen teghenwoer-/dighenboeck". Aan het einde, fol. 270 verso: „Hier eyndet die tafel vanden epistelen en eiian/gelien des gehelen iaers En men sal tghetal soekê/dat bouen op die blader ghéteykent is" Campb. 699, Conway sect. 1 E, XVIB. De houtsneden zijn de middenstukken van de grootere blokken van de Biblia pauperum, tafereelèn uit Jesus' leven voorstellende. Voorts op den titel de evangelist Lucas, en enkele profetenfiguren. Op den titel een houtsneeinitiaal, op bl. 264 recto het drukkersmerk. De houtsneden zijn gekleurd; voorts beginletters enz. in* rood, een rijker versierde initiaal (blauw, rood en groen) op bl. 1. 33. Vader boeck — Dit boeck is ghenomet dat —. dat in den latijne is ghehieten Vitas patrum. inhoudende dye historiën ende legenden der heyligher vaderen die hare leuen in strengher penitencie ouerghebracht hebben. Ouergheset in goeder verstandelre duytscer sprake. Ghedruct bi mi Peter van Os [te Zwolle] 1490. f°. 166 bladen, waarvan er 2 (a 1, met houtsneden, en D 6, wit) ontbreken. Goth. letter, 2 kolommen. Campb. 938. Op den titel 2 aaneengevoegde houtsneden: de nederdaling van den H. geest, en de Jacobsladder. Aan'het einde het drukkersmerk (zie Holtrop 82 a). Voorin op het schutblad in 16e-eeuwsch schrift dit gedicht: Looft godt bouen all Dit bouck heb ick Aerndt vander Eem tot eenen Corsauont gegeuen, Omdat hij hem soude hebben te reguleeren nae deze heijlige vaeders haer leuen, Dwelcke hoeren leuen hebben ouergebrocht in strenger penitentiën zeer schoon, Daermede zijlieden doer Goodts genaede hebben gewonnen de heerlijcke Croon, Hijer bouen ewelijck te leuen in dat hemels firmament ende throon, Laet hem hoerl. voetstappen volghen naer, zoe zal hij hebben gelijcke loon. Och eewich is soe lang. Op de binnenzijde van den omslag staat: .,lnt jaer 1697 van Arent Teues uithang alhier geleent, hoort hem toe". Achterin: „nota op 4 december 1701 uytgelesen". Perkamenten band. In 1918 aangekocht voor de Bibliotheek. 34. Bernardus, Sermones, in Duytssche. Gheordiert in tween deelen, als in een winterstuck ende in een somerstuc. To Zwolle bi mi Peter Os van Breda 1495. f°. — Met houtsn. 280 bladen (2 registerbladen en laatste blad ontbreken), Goth. letter, 2 kol., 24 houtsneden, waarvan 18 hier voor het eerst voorkomen. Beginletters in blauw en rood; op bl. 1 een fersierde initiaal. Campb. 276, Conway 387. Op den titel in 16e-eeuwsch schrift: „Je donne sce liure a monsieur Bernaerd vander Strae.... Mourir pour viure. Heleine Perez de Maluenda". Een tweede exemplaar mist titel, 2 registerbl. en laatste blad. De initialen zijn niet ingevuld. De nieuwe drukletter. TV**1 Hendrik de lettersnijder te Delft. 0?t fijn •Commfftactê ütc men Dooide fieften trcft> Titel van Hendrik den Lettersnijder, no. 35. 35. Commendacien — Dit sijn— die men voor den sieken leest. Ghepr. tot Delff in Hollant bi die nieu kerc bi mi Henric littersnijder. z. j. 8°. — Met houtsn. 16 bladen, Goth. letter. Burger, Tydechr. v. hoek- en biil.ie. II blz. 179. Nijhoff f. provis. 9 no. 527. Zie Campb., Ann. blz. 285. Dit boekje was vroeger gebonden achter de Wandelinghe der tereten mensehen (no. 49) en de devote materiën (no. 89). Joh. Enschedé aan wien het handeltje behoorde vestigde de aandacht op het drukkersadres, en meende hierin het eerste voorbeeld van de nieuwe Hollandsche drukletter voor zich te hebben. Hij dateerde het boekje tusschen 1480 en 1490. In 1'867 kwam het bundeltje in de veiling (no. 540 van den cataD; later werd het aangekocht voor de Amsterdamsche Universiteitsbibliotheek, en daar uiteengenomen. Door Campbell's onderzoekingen bleek het, dat het boekje nietzoo oud is, als Joh. Enschedé meende. Hendrik heeft eerst te Antwerpen, eerst later te Delft gewerkt (c. 1510). Dit boekje heeft, behalve de gewonej drukletter, lombardische hoofdlettertjes, en op den titel een grootere Goth sche letter. Zie de afbeelding. De Regulieren buiten Schoonhoven. 36. Oefeninghe — Een seer merkelicke deuote — vander passien ende vanden bitteren liden ons liefs heren Jhesu Christi. Ghedr. buten Scoenhouen 1497. 8°. — Met houtsn.» Druk van de reguliere kanunniken van St. Michael in den Hem, 180 bladen (de titel en D 3, F 8, L 8, P 6, c c 8 ontbreken), Goth. letter. Houtsneden, uit de hand gekleurd, initialen in rood en blauw. Campb. 1327. 37. Leuen — Van dat — ons liefs heren Jhesu Christi. Ghedruct buten • scoenhouen inden Hem. Int iaer ons heren 1499. 8°. — Met houtsn. Druk van de reguliere kannnniken van het klooster S. Michael, 180 bladen; (2, 3 en het laatste, witte blad ontbr.1 gothische letter. 15 groote en 10 kleine houtsneden, ook in andere drukken van de kloosterpers gebruikt; ze worden door Conway aan drie verschillende meesters toegeschreven. In dit ex. zijn ze gekleurd, waarbij de aandacht vooral wordt getrokken door de roode bloedstrepen op het lichaam van Jezus die in de houtsnéden zelve niet zijn aangegeven. Hoofdletters in rood en blauw. Campbell, 1118, Holtrop pl. 102 g, Conway bl. 346. • Initiaal C van de Regulieren buiten Schoonhoven, no. 88. 38. Sermonen — Die — op die ewangolien mitten text vanden sonnendagen des ghehelen iaers. Ende. oec mede vanden sonderlingen groten hoechtiden seer suUerlic opt lanxste. Inden conuente der regulieren inden Hem buten scoenhouen 1501. f°. — Met houtsnee-8initialen. 13 bladen (het laatste ontbr.) Goth. letter, 2 kol. Nijhoff f. prov. 18 no. 1623. Art typogr. Schoonh. II 1. Bijbeltent. 1914 no. 391. 39. Materiën — Deuote —, dienende tot salicheyt van allen kersten menschen. Ghedr. inden Conuente der regulieren buten Scoenhouen inden Hem 1503. 8°. — Met houtsneden. 120 bladen, Goth. letter. Tijdschr. v. boek- en bibl.w. II 177. Verzameling van zes traciaatjes met eigen sign., opgenoemd op de keerzijde van blad 1: Van die bekeringhe der menschen. Van die konste om te leren sternen. Van die vragen diemen den sieken vraget. Die letanien. Een deuote commendacie. Een salige oefeninghe. Een geestelike minnenbrief. Hoemen lesen sal onser vrouwen zouter. — De initialen zijn niet ingevuld. Afkomstig uit de bibliotheek van Joh. Enschedé, waar het samengebonden was met twee andere devote boekjes (hier no. 49 en 35), te zamen in den catal. 1867 beschreven onder no. 540. 40. Gerson (Johannes), Een suverlic boec dienende geestelike ende wairlike personen... puntelic ouergheset in duytsche, welcke... wel mach hieten Een verweckinge totten duechden. Ghedr. inden conuente der regulieren buten Scoenhouen inden Hem 1504. 8°. — Met houtsneden. 120 bladen (bl. A 7 ontbr.), Goth. letter. Beginletters enz. in rood. Oek de houtsneden met rood afgezet. Ex-:libris J. F. M. Sterck. Aangekocht veiling Fr. Muller 1908, no. 2065. Hugo Jansz. van Woerden, te Leiden en te Amsterdam. 41. Leuen — Dat — van maria die ghebenedide moeder ons heren rhesu cristi. Ghepr. te Leyden By mi Huge ians zoen van woerden. • 1500. 8°. — Met houtsn. 276 bladen, Goth. letter. Campb. no. 1120. Holtr. pl. 86 f. Het door Campbell . beschreven exemplaar had blanco bladen in plaats van den titel, blad 4 en het laatste blad, die hier houtsneden hebben. Op de keerzijde van het laatste blad het wapen van Leiden als drukkersmerk. Geene rubriceering. De plaats voor beginletters oningevuld. 42. Souter — Hier beghint een boecxken gheheten onser lieuer vrouwen sou ter. Gepr. tot leyden in hollant bi mi hugo ian soen 1500. 8°. — Met houtsn. , :'-':Jm 72 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. prov. 4 no. 1139. Houtsn. op den titel: de annunciatie, op de keerzijde het bezoek van Maria aan Elizabeth; op de keerzijde van blad 2 Maria als hemelkoningin, aan het einde van den souter (bladz. 68 v.) een Nood Gods. Daarna op 4 bladen „die roosencrans onser lieuer vrouwen". 43. Yertrocstinghe — Hier beghint een schoon boeck Ende is gheheten die — der ghelatenre menschen Ende vander verclaringhe der consciencien. Ghepr. tot leyden in hollant Bi mi hugo iansoen van woerden 1502. 8°. 264 bladen, Goth. letter. Moes, Amst. boekdr. I p. 9 no. 7. W. Nijhoff f. prov. 4 no. 1112. De titel heeft een groote houtsnee-initiaal. Vérder beginletters, onderstrepingen enz. in rood, een groote aanvangsletter met ornament in rood en blauw. Oude lederen stempelband met resten van sloten. 44. Spieghel — Die — der volcomehheit. Die exposicie of bedudenisse des heilighen dienst der missen. Die waerdighe bereydinghe om salichlijc dat heilighe sacrament dat is dat liohaem cristi te ontfanghen. Gepr. tot leiden in hollant 1502. 8°. 180 bladen (waarvan vel G en het laatste blad ontbreken). Goth. letter. Nijhoff f. prov. 4 no. 1120. De eerste twee regels van den titel in houtsnede. Op de keerzijde, en weer bij elk der drie tractaten: Jezus met de lijdenswerktuigen, eene houtsnede die later in verscheidene drukken van Hugo Jansz. van Woerden gebruikt is. Geene rubriceering, de initialen oningevuld. Perkamenten band. Afkomstig uit de bibl. van prof. Heringa te Groningen. 45. Miracuieu — Dit sijn die — van onse lieve vrouwe. Ghepr. tot leiden in hollant Bij mi hugo ian soen van woerden 1503. 4". — Met houtsn. 90 bladen. Goth. letter. Moes, Amat. boekdr. I p. 11 no. 9. Nijhoff f. prov. 10 no. 1341. Art typ.- Leiden H. J. I 1, 2. De titel in hout gesneden, eene kleine houtsn. op de keerzijde daarvan, en op de laatste bladz. het drukkersmerk met het Leidsche wapen. 46..Mantel — Een seer devoet boecxken ende is gheheten onser lieuer vrouwen —. [Leiden, Hugo Jansz. van Woerden] z. j. 8°. — Met titelhoutsn. 64 bladen^ waarvan het laatste met colophon ontbreekt. Goth. letter. Moes, Amst. boekdr. I p. 7 no. 2. W. Nijhoff f. prov. 8 no. 490. Op den titel eene in dit ex. gekleurde houtsn., de annunciatie. Houtsnee-beginletters. Voorin één initiaal in blauw, 1'ubriceering met onderstrepingen. Uit de verzameling J. F. M. Sterk (auctie Fr. Muller 1908). 47. Croon — Een suuerlic boecxken van onser . lieuer vrouwen —. z. pl. en j. 8°. — Met houtsn. 28 bladen, Goth. letter. Moes, Amst. boekdr. I p. 8 no. 6. De houtsneden zijn dezelfde als in een anderen druk met adres van Hugo Jansz. van Woerden te Leiden-(Moes no. 5, Nijhoff no. 489). 48. [Wandelinghe der kersten menschen mit Jhesu den brudegom der sielen inden hof der bloemen.] Ghepr. tot Aemstelredam Bider heiligher stede Int iaer ons heren MCCCCCC ende VI (lees 1506) den xviij dach van december. 8°. — Met houtsn. 144 bladen (het eerste ontbreekt), Goth. letter. Moes, Amst. Boekdr. I p. 19 no. 15. Burger, Tijdechr. v. boek- en bibl.wezen II p. 175. Nijhoff f. provis. 9 no. 1290. Een exemplaar met titel is van dit boekje .niet bekend. Dit is de oudere druk van het eerste bekende boek dat met een jaartal te Amsterdam gedrukt is. De houtsnede aan het slot, Jezus met de lijdenswerktuigen, komt in verscheidene drukken van Hugo Janszoon voor. ObmenttotXemMmeim&tott December. Colophon van den oudsten Amsterdamschen druk, met foutief jaartal, no. 48. 49. Wandelinghe — Hier beghint een — der kersten menschen mit Jhesu den brudegom der sielen inden hof der bloemen. Ghepr. tot Aemstelredam Bider heiligher stede Int iaer ons heren. mCCCCC ende vi. den xviij. dach van december. 8°. — Met houtsn. 144 bladen (enkele, ook de titel, ontbreken en zijn vervangen deels door facs. deels door nadruk, gemaakt naar het volledige ex. van de Kon. Bibl.), Goth. letter. Moes, Amst. boekdr. I p. 17 no. 14. Burger, Tydschr. v. boek- en bibl.wezen II p. 175. Nijhoff f. prov. 9 no. 585. Dit is de tweede druk van hefr oudste gedateerde Amsterdamsche boek. Als titelprent Jezus met de lijdenswerktuigen in de letter O, op de keerzijde herhaald. In het boek dezelfde kleine houtsneden als in den eersten druk, maar zichtbaar meer afgesleten, aan het slot de mis van den h. Gregorius. Exemplaar afkomstig uit de verzameling Enschedé te Haarlem, no. 540 in den catalogus van 1867. Twee andere devote boekskens uit ongeveer denzelfden tijd waren er achter gebonden (no. 35 en 39). Voorin eene uitvoerige mededeeling van de hand van Joh. Enschedé. 0. Siele — Daér was een — in groter pinen... Gepr. tot Amstelredaiu Bijder heyligher stede, z. j. 8°. 8 bladen, Goth. letter. Moes, Amst. boekdr. I p. 20 no. 17. Beginletters in houtsnee, waaronder een met ornament. Eenvoudige rubriceering. Dit boekje Van een vel druks, zonder titel, met sign. A, was zeker bestemd om aan een ander soortgelijk boekje toegevoegd te worden. Dat dit feitelijk het geval is geweest, blijkt uit eene pagineering van oude hand, loopende van 233 tot 240. Er zijn nog enkele handschrift-tractaatjes achter gebonden die op dezelfde wijze gepagineerd zijn van 24 tot 58. Zie Cat. der hss. II no. 563. De heilige vijf wonden, no. 51. i. wonnen — vie seDeneuiae neniffe vut — nns i«r« hwmn . h»m cristi. Ghepr. tot Amstelredam in die caluerstraet Bi mi hugo iansoen van woerden, z. j. 8°. — Met houtsn. ' 24 bladen, Goth. letter. Moes, Amst. boekdr. I p. 20 no.-18. Nijhoff f. prov 12 no. 693. Art typ. Amst. H. J. I 1, 2. Op den titel eene voorstelling van de vijf wonden afgeb. Art typ.; de houtsnee is midden in het boekje nog eens opgenomen. Achterin eene inscriptie van de hand van W. Moll. 52. Wonden — Die gebenedide heilige vijf — ons liefs heeren ihesu cristi. Gepr. tot Amstelredam ia die caluerstraet By mi hugo iansoen van woerden, z. j. 8°. 24 bladen, Goth. letter. Moes, Amst. boekdr. I p. 21 no. 19. Nijhoff f. provis. 7 no. 411. Op den titel, en op de keerzijde van het titelblad dezelfde houtsnede als in no. 51. Het boekje is gebonden achter no. 73 en no. 129. De wed. Roelants van den Dorpe te Antwerpen. 53. Herp (Heynric), Dits die groote ende nieuwe spieghel der vol- comenheit. Ghepr. Tantwerpen aen dijseren waghe Bi die weduwe Roelants vanden dorpe. 1501. 8°. — Met houtsn. 220 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. provis. 9 no. 509. Beginletters in rood en blauw met ornament; ook verder complete rubriceering; ook de houtsneden, op den titel, op de keerzijde en aan het slot, met kleuren afgezet. Voorin geschreven: Bibliothecae augusünianae mosae traiectensis. Hiervan nog een exemplaar met ongekleurde houtsneden: Henrick Eckert van Homberg, Antwerpen '1503—1519.' 54. Bottelgier (Jan) heeft dit boeck gemaect gheheeten Somme ruyrael. Sprekende van allen rechten. Thantwerpen by mi Henric Eckert van Homborch 1503. fn. — Met houtsn. 332 bladen, Goth. letter, 2 kol. Nijhoff f. provis. 1 no. 7, Art. typ. Hendr. Eek. IV 13. Houtsnede op den titel; aan het einde drukkersmerk in houtsneerand. Beginletters in rood. 55. Guido de Cauliaco — Die Cyrurgie van — warachtich ende noot- sakelijo allen den ghenen die wereken willen in die conste van cyrurgien. Wten. latine in duytsche geset. Antwerpen, Henrijc Eckert van Hombergh 1507. f°. — Met houtsn. 246 bladen (waarvan er 2 ontbreken), Goth. letter, 2 kol. Nijhoff f. prov. 1 no. 1. Art typ. Hendr. Eek. IV 15. Op den titel een groote anatomische afbeelding. Verder houtsnee-initialen, en kleine afb. van instrumenten. Behoort aan de Maatsch. t. bev. d. geneesk. 56. Vertroestinghe.— Hier beghynt een schoone boeck ende is gheheten Die — der ghelatenre menschen. Ende vander verclaringhe der consciencien. Ghepr. Tantwerpen binnen die camer poorte, int huys van Delft bi mi Henrijc eckert van homberh 1510. -8°. — Met houtsn. 252 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. prov. 4 no, 1114. De titel in rood en zwart gedrukt, met een groote houtsnee-initiaal. De tekst (a ij) begint ook met een groote houtsneeletter. Aan het einde een houtsnede, Christus aan het kruis. 57 Crone — Die keyserlike — ons heren. Een sonderlinghe schone oeffeninghe om gode te louen van sinen weldaden, van sinen heiligen leuen ende bitter passie. Gepr. tot Antwerpen bi mi Henrick Eckart van Homburch 1514. 8°. — Met houtsn. 32 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. provis. 9 no. 539. Titel in rood en zwart gedrukt met houtsnee-initiaal en houtsneeprentje (Maria). Aan het slot een grootere houtsnede: Jezus a. h. kruis, met de vrouwen en de krijgslieden: „Vere filius dei erat". 58. Cranskens — Hier beghinnen seuen suuerlike — geordineeret op des heilighen Vbertinus oeffeninghe, enz. Ghepr. Tantwerpen binnen dye camerpoerte int huys van Delft bi my Henric eckert van Homberch 1515. 8°. — Met houtsn. 48 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. prov. 1 no. 1012. De titel heeft een groote houtsnee-initiaal; verder kleinere. Op de keerzijde een .houtsnede (Maria). Onafgesneden ex., gerubriceerd met onderstrepingen. 59. Epistelen ende euangelien — Hier beghinnen alle die — metten sermonen vanden geheelen iare die een na den anderen volgende ende ooc mede die prophecien ghenomen wter bibelen ouer gheset wten latine in goeden duytsche ende nv anderwerf verbetert ende gecorrigeert is, enz. Ghepr. Tantwerpen binnen die Camerpoerte Int huys van Delft Bi mi Henriok Eckaert van Homberch 1517. 4°. — Met houtsn. 206 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. prov. 16 no. 1469. Op den titel een houtsnee met den naam I H S en afbeeldingen van de vier evangelisten. In den tekst kleine houtsneden. De titel rood en zwart gedrukt. Houtsneden en beginletters gekleurd; rubriceering met onderstrepingen. ooot tot.tR ö$tüt Dtjn opê blotptntebet teliep aenDé cruce tmlt mnnbmkttc fie* lewuerenen matTt^éoa allen mi) Oogev Urfcfonöcontuctcöf tm ogtjetéDe fonDê Dtemt altefamé Iimclihc lm Ipn.oii Dat rCmmcmoorDniaafonöucgcutfr oan oe rjoreoem oic urcuumoöooto Diefceteuemme ^ottjljuDcnfulDimctmiftm m mrj^emdfcena' raOöoKmen. C^at lette tratv taetio oan oen* Oit te tïtvte ttatta ct om 0OD t n ons fütmtekmn bennê mat UétmTe toonoaüeoannoDe en cëfunDamëten Deg^mrfel om wataxfyagtot pemtenae ï tm Bladzijde uit Godschalc Rosemondt, Boecxken van der biechten, no. 60, 60. Rosëmondt (Godschalc), Dit is een seer profitelick boecxken vander Biechten ende van die seuen doot sonden. Ghepr. Tantwerpen Binnen die cammer poerte. Int huys van Delft. By mi Henrick eckert van Homberch 1517, 8 November. 8°. — Met houtsn. 218 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. prov. 2 no. 75. Art typ. H. E. VIII 27. Op den rood en zwart gedrukten titel, een kleine houtsnede, de biecht, op de keerzijde, grooter, de verrijzenis der dooden. Houtsnee-initialen en kleine houtsneeprentjes in den tekst. —: Een and. druk, zie noot no. 142. Oude perkament-omslag met rest van koperen slot. 61. Qui sequitur me — Dit is een schoen boecxken ende is gheheeten—. [Thomas a Kempis, Navolginge Jesu Christi]. Ghepr. Tantwerpen binne dye camer poerte Int huys van Delft, bi mi Henric eckert van homberch. 1517. 8°. — Met titelhoutsn. 216 bladen (waarvan er 2, Dd i en het blanco blad aan het einde, ontbreken), Goth. létter. Nijhoff f. provis. 9 no. 1292. Gebonden achter een defect ex. van: Bonaventura, Stimulus div. am. Leiden 1511 (no. 68), in een oude lederen band met koperen sloten. De beide werken zijn door dezelfde hand gerubriceerd. 62. Tertroostinghe — Hier beghint een schoone boeck ende is geheten Die — der gelatenre menschen. Ende van der verclaringhe der consciencien. Ghepr. tantwerpen binnen die camer poerte int huys van Delft by mi Henrick eckert van homberch 1517. 8°. 232 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. provis. 2 no. 91. De titel in rood en zwart gedrukt met groote houtsnee-initiaal (dezelfde als in de uitg. van 1510, no. 56). Aan het einde •drie houtsneden: Maria, en (tweemaal) de mis van den h. Gregorins. Op den titel met groote letter in rood: Aecht Jacobs (2 maal) Caedijck. Oude lederen band op hout, blind gestempeld met koperen sloten, waarvan een bewaard is. 63. Wüngaert — Den — van Sinte Franciscus vol schoonre historiën, legenden, ende duechdelijcke leeringhen allen menschen seer profijtelijck. Ghepr. Thantwerpen binnen die Camer poerte Int huys van Delft bi mi Hendrick eckert van homberch 1518. f°. — Met titelhoutsnede. 428 bladen, Goth. letter, 2 kol. Nijhoff f. prov. 2 no. 1049. Op den titel de h. Franciscus, groote houtsnede, in dit ex. gekleurd. Kleine houtsnee-initialen. 64. Fasciculus. Hier beghint een seer sonderlinghe ende deuote materie van die passie ons heren Jhesu cristi gheheten (dat busselkijn of dat bondekijn van Mirre),... Ende is in die prent ghecomen bi toedoen vanden eerbaren broeder Mathijs van Dordrecht gardiaen Tantwerpen. Dit boec is voleynt... In die stadt van Antwerpen by my Henric eckert van Homburch In die Camerstraet 1518. 4°. — Met houtsneden. 197 bladen (eenige ontbreken), Goth. letter. Nijhoff f. prov. 6 no. 331. Het titelwoord Fasciculus in houtsnede met de letters H. E. in de ^hoofdletter, rood gedrukt, evenals de woorden „Cum gracia et Preuilegio" onderaan. Tal van houtsneden, in dit ex. gekleurd, kleine houtsnee-initialen, rubriceering met onderstrepingen. 65. Rosemondt (Godschalc), Dit is een seer profitelijck boecxken vander biechten ende van die seuen dootsonden. [Ghepr. Tantwerpen binnen dye Camer poorte Int huys van Delft. By mi Henrick eckert van Homberch 1519]. 8°.—Met houtsn. 208 bladen (de laatste 8 ontbreken). Goth. letter. Nijhoff f, prov. 6 no. 336. Nijhoff beschrijft een ex. waaraan meer dan de helft ontbrak; de aanhef van vel 3 komt met dit ex. overeen, zoodat we de gegevens van het door N. weergegeven colophon bij onze beschrijving wel mogen overnemen. Titel rood en zwart; houtsneeversiering dezelfde als in dé uitg. 1517 (no. 60). 56. Summe — Seonincx —• Ende leert hoe men die sonden biechten sal. [Door broeder Jan van brederoede]. Ghepr. Tantwerpen bider Camerpoerte Int huys van delft. Bi mi Henrick Eckert 1519. 4°. — Met titelhoutsn. 156 bladen, Goth. letter. De beide titelwoorden in houtsnee, rood gedrukt. Onder den titel een houtsneeprentje, de biecht. Jan Seversz. te Leiden 1511—1518. 67. Yitaspatrum Ende is ghenoemt dat vader boeck Inhoudende die Historiën ende legenden der heiligher vaderen. Ouergeset in gueder verstandelre duytscher sprake ende is anderwerf gecorrigeerd Ghepr. tot Leyden in Hollant Bi mi Jan seuersoon 1511. f°. — Met houtsneden. 136 bladen, Goth. letter, 2 kol. Nijhoff f. prov. 1 no. 5. Op den titel en aan het einde groote houtsneden met Fransche opschriften, ontleend aan de Schiedamsche uitgaaf van den „Chevalier délibe'ré". Een paar houtsnee-initialen. Rubriceering met onderstrepingen. 68. Bonaventura (Sinte), Stimulus diuini amoris, Twelck is ghetranslateert of ouergheset wten latijne in duytsche, ende is gecorrigeert door broeder Lucas van der Helt van den minrebroederen. Gepr. in Hollant toe Leyden Bi my Jan Seversoen op dye Hoygraft' 1511. 8°. - Met houtsn. 176 +100 bladen, Goth. letter." Nijhoff f. provis. 9 no. 521. Art typ. Leiden Jan Sev. VI 12, VII 16, 17. Dit boek bestaat uit twee deelen, elk met titel en colophon, met verschillende signaturen. Op den voorsten titel een houtsnee-initiaal en drie kleine houtsneeprentjes. De tweede titel (bl. 177) is in rood en zwart gedrukt; daarop volgt een houtsnee-beginletter, die in dit exemplaar o verplakt is om plaats te maken voor een initiaal in blauw en rood met ornament in rood langs de geheele voor- en benedenmarge, wat. met den titel een decoratief geheel vormt. Een dergelijke grootere initiaal, eveneens over de houtsnee-initiaal gepl., met ornament, versiert het begin van den proloog van het eerste deel, waarvan het opschrift rood onderstreept is. Ook verder rnbriceering met onderstrepingen, en ornament aangebracht in het drukkersmerk aan het slot. Perkament-omslag, mee in het moderne bandje gebonden; op de achterzijde in schrift uit den tijd: „Item dit boeck hoert toe suster agnes van achelen met belieuen van horen ouersten ende "Beeft haer ghegeuen die moeder after die tolbrugge bidt om gods wil voor my ende daert af comen is". Een ander, defect ex. met onoverplakte beginletters is gebonden vóór Qui sequitur me, Antw. 1517 (no. 61). Jtboetfeiörte&tfttt tnöenlatqne gmmtt lueowmiamous.ö* hnlmlif hriffnrrnrjrt den mtntebioedcren öntc fêona ttenturacnfcetpiofttetic tetörim. Titel van: Stimulus divini amoris. no. 68. 69. Cronycke — Die — van Hollandt Zeelandt ende Vrieslant beghinnende van Adams tiden tot die geboerte ons heren Jhesu Voertgaende tot den iare M.CCCCC. ende xvij. Met-den rechten oerspronc hoe Hollandt eerst begrepen en bewoent is gheweest van den Troyanen enz. Voleynt tot Leyden Bi mi Jan Severs. 1517. f°. — Met houtsn. '436 bladen (enkele ontbr. aan dit ex.), Goth. letter, 2 kol. Nijhoff f. prov. 3 no. 1081. Art typ. Leiden Jan Sev. IV, V 3. Burger, Amst. boekdr. III blz. 289. Ruys in Het Boek 1915 blz. 161. Burger in Het Boek 1916 blz. 88. De schrijver van dit werk is Cornblius Aukelius. De wereldkaart die op fol. 92 behoort te volgen, ontbreekt in dit ex. als in de meeste andere; zij is in facs. uitgeg. en besproken in Het Boek 1916 1. c. Over de latere uitgaven zie Amst. Boekdr. 1. c. De Cronycke is een van de rijkst geïllustreerde Hollandsche uitgaven uit het begin der 16e eeuw. Men vindt er houtsneden in de grootste verscheidenheid, groote en kleine, gewijde voorstellingen, gevechten, stadsgezichten en fal van portretten. Vaak komt dezelfde afbeelding meermalen terug. Gravenportret uit de Cronycke. no. 69 69a. Cronycke — Die — van Hollandt Zeelandt enz. Met Vervolg. Ghepr. tot Antwerpen op die Lombaerde veste, bi mi Jan van Doesborch 1530. f'. 436 -j-~36 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. prov. 3 no. 1082. Nieuwe uitg. van de Cronycke van 1517, met herdruk van enkele bladen, en' toevoeging van een vervolg, dat ook als voortzetting van de „excellente Cronike" van Brabant diende. 70. Articulen — Dit sijn die hondert — van der passien ons heren ihesu christi. Ghepr. tot Leyden bi mi Jan Seuerejn Boeckeprinter 1518. 8°. — Met titelhoutsnee. 24 bladen, Goth. letter. 71. Souter — Hier begint een boecxken geheten onser lieuer vrouwen souter. Ghepr. tot Leyden Bi mi Jan Seuersoen wonende op die hoy graft. z. j. 8°. — Met houtsn. 72 bladen. Goth. letter. Houtsn.: de annnnciatie, op den titel, op de keerzijde en aan het slot. 72. Minnenbrief — Den gheesteliken — die ihesus cribtus coninc der gloriën sendet tot sijnre bruyt der beminnender sielen. Ghepr. tot Leyden bi mi Jan zeuers zoen. 8°. — Met houtsn. 12 bladen. Goth. letter. Op den titel een kleine houtsnede, de aanbidding der koningen, tusschen 3 randen; dezelfde, zonder de randblokjes, aan het slot. Op de laatste (blanco) bladz. een geschreven paaschtafel, van 1552 tot 1564. 73. Franciscus Souter — Sinte —. Ghepr. tot Leyden bi mi Jan seueren. z. j. 8°. — Met houtsn. 92 bladen. Goth. letter. Nijhoff f. provis. 11 no. 600. In één bandje met een aantal andere devote tractaatjes uit dien tijd, deels gedrukt (n°. 52 en 74) deels geschreven (Catal. der his. II n'. 562), sedert 1884 in de Univ.-bibl. 74. Ghewichte — Dat gulden —. Een hantboecxkea om te leuen nader volmaectheit godes. Ende inhout hoe hem een mensche oefenen sal int leuen ende passie ons heeren. Ende is oec inhoudende die gulden veter. Ende die gulden bescouwinghen der wonden ons liefs heeren Jhesu Christi. Ghepr. tot elyden [Leyden] in Hollant By mi Jan Zeuersen. z. j. 8°. — Met houtsn. 20 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. provis. 8 n». 470. De. titel heeft een houtsnee-initiaal. Op de keerzijde een grootere houtsnede, Jezus met al de lijdenswerktuigen, die in verschillende drukken van Hugo Jansz. van Woerden gebruikt is. Dit boekje is met no. 129 en 52 gebonden, achter Sinte Franciscus souter (no. 78). 75. Werc der apostelen — Hier beghint dat — met veel schoone prophecien ende' Apocalipsis.... Ghepr. te Leyden in Hollant bij mi Jan zeueren. z. j. 4°. — Met houtsn. 88 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. prov. 19 no. 1734. Op den titel, die in rood en zwart gedrukt is, een voorstelling uit de apocalypse in houtsnee. Enkele houtsnee-initialen. 76. Bethlém, Dit is een deuoet meditacie, op die passie ons heren. Ende van plaetse tot plaetsen de mate geset dair onse here voer ons geleden heeft met figuren. Dit deuoet boecxken heeft een weerdich priester ghenaemt heer Bethlem bescreven. [Leiden] J[an] Sfeversz.] z. j. 8°. — Met houtsneden. 32 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. provis. 11 no. 1360. Dit boeltje, in 1518 door Vorsterman te Antwerpen uitgegeven, is verscheidene malen herdrukt door hem en door anderen. Deze uitgaaf van Jan Seversz. te Leiden, geeft aan het slot eene niet volkomen duidelijke meedeeling over de verhouding der voornaamste uitgevers van deze boekjes: „Ghecorrigeert wt een boeciken dat Willem Vorsterman gedruct heeft bi eenen wisen voirsichtigen notabnlen man meester Hugo Janssoen van Woerden daer hem grote profijt ende devocien toe porden, lc de minste namaels nu verbetert heb nae mijn crancke vermoghen". Het boekje is versierd met tal van houtsneden van verschillend maaksel; aan het slot het keizerlijke wapen. Pieter Jansz. Tyébaut, Amsterdam 1517—22. 77. Instructie — Dinstruxie vander camere vandén houe van Hollant Zeelant ende Vrislant etc. Ghedaen 4 Oct. 1516. Met ordonn. van 11 Jan. 1517. z. pl. 4°. — Met houtsn. 56 + 8 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. pr. 3 no. 113. Burger, Amst. boekdr, IV p. 384 no. 713. Door Campb. toegeschreven aan Hugo Jansz. v. Woerden in den Haag, door Burger aan Pieter Jansz. Tyebant te Amsterdam. Geheel vooraan, weder aan het eind van de Instructie, en weer geheel aan het einde houtsneeportret van Philips den Schoone (zie de afbeelding). De titel staat op de keerzijde van blad 1; daaronder een wapen. Ook in houtsnee de namen Kakolvs -en Charles (met omgekeerde s), hetzelfde blokje dat later in no. 78. Instructie — Dinstrvctie: vanden houe van Hollant Zeelant ende Vrieslant. (Gecundicht Mei 1522). z. pl. 4°. 68 bladen, Goth. letter. Moes Amst. boekdr. I p. 99 no. 73. Blijkens de houtsneewoorden: - Dinstrvctie, Kaerle en Charles met losse s, van denzelfden drnkker als no. 79, Pieter Jansz. Tyebaut te Amsterdam. Op den titel een ander houtsneewapen, in vier randen, dat op de laatste bladzijde weer voorkomt met het Hollandsche wapen, dat ook in den ouderen druk daar staat. Dit boek is met „die Kuerc van den Lande van Zeelandt (no. 129) en „die accordaten" (no. 80) gebonden in een perkamenten omslag, gemaakt van een blad van een oud theologisch handschrift in fo. in .2 kolommen. Afkomstig uit het legaat-Brugmans. Kantteekeningen in handschrift. 79. Instructie •—■ Dinstrvctie: vanden houe van Hollant Zeelant ende Vrieslant. (Gecundicht Mei 1522). Ghepr. Tamstelredam an die oude side bij sint Annen straet naest den gouden berch by my Pieter Jan zoen Tyebaut. Ende men salse te coop vinden inden Haghe by Meester Huych Jan zoen van Woirden. 4°. 68 bladen, Goth. letter. Hoes, Amst. boekdr. I p. 98 no. 72. Het eerste woord van den titel in houtsnede; er onder een groot wapen met devies en drie randen. Op bl. 2 het woord Kaeiile in houtsn., op dé voorlaatste bladz. het woord Chakles (de s een afzonderlijk blokje). Hét laatste blad, aan de voorzijde blank, heeft aan de keerzijde twee wapens in een rand van vijf blokken. De wapens gekleurd. Hier en daar kantteekeningen in hs. Reynier Cornelisz., Jan v. Doesborch, en anonyme drukken. 80. Accordaten — Hier beghinnen die —. Dese boecxkens salmen te cope vinden By Beynier Oornelissen boeckbinder wonende tot Zirczee in die potstraet. z. j. 4°. — Met houtsn. 6 bladen, Goth. letter. Op den titel een houtsnee: Paus en Keizer; boven en onder een rand. Op de laatste bladz. een groot houtsneewapen. In een band met Dinstructie van den Hove van Hollant, en de Kuere van Zeelandt (no. 78 en 128). 81. Vrouwen — Der — Natuere ende complexie. Ende hoemen kennen sal vrouwen die van natueren vrolic ende blijde sijn, ende gheerne bislapen. Ende wat vrouwen dat van natueren swaer zijn, ende niet gheerne bislapen. Ende noch meer ander dingen behorende totten vrouwen. Ghepr. bi Jan van Doesborch in de stadt van Vtrecht, biden Doem, in den gulden leeuwe. z.j. 4°. — Met houtsn. 24 bladen (waarvan er 2, B 2 en B 3, ontbreken), Goth. letter. De eerste 2 woorden van den titel in houtsnee, en evenals de volgende regel rood gedrukt; er onder een houtsneeprent met aan weerszijden 2 randen. In den tekst een aantal houtsneden van verschillenden aard en grootte. Behoort aan de Maatsch. t. bev. d. geneesk. 82. Comtnendatio — Hier beghint die — die men leest voer een broeder of voer een. suster die ghestoruen is. Z. pl. en j. 8°. — Met titelhoutsnee. 12 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. provis. 9 no. 526. Met toevoegsels in hs. uit den tijd, van twee versch. handen. Rubriceering en een initiaal in rood. 83. Euangelie — Dit is dat — vanden sonnendach voer pinxteren ende wort beschreuen van sint Jan in sijn xv. capittel, z. pl. en j. 8°. — Met titelhoutsnee. 8 bladen, Goth. letter. Op den titel een kleine houtsnede. Verder een enkele kleine houtsneeletter. Rubficeering. 84. [Spiegel. — Hier beghint enen schonen spiegel der goeder menschen]. z. pl. en j. (het begin en het slot ontbr.) 8*. — Met houtsn. 68 (f) bladen (aan vel A ontbr. 2 bl., van vel I zijn er maar 8), Goth. letter. In één bandje met een ander fragmentarisch boekje (no. 150). Daarbij een brief van Holtrop aan Fr. Maller, van 1857. Cornelis Hendriksz. Lettersnijder te Delft. 85. Oeffeninghe— Een sonderlinge salighe — der passien ons heeren seer wonderlick weerdich ende inwendich, op den heylighen Pater noster ghedeclareert. Noch een schoon oracie op den Pater noster. Ghepr. tot Delft in Hollant. Bi mi Cornelis henricxz. Lettersnijder, z. j. 8°. — Met titelhoutsn. 16 bladen. Goth. letter. Titelhoutsnee: Jezus met de lijdenswerktuigen. In dit ex. uit de hand gekleurd, zooals ook een kleine houtsneeletter op bl. 10 verso. Rubriceering met onderstrepingen. 86. Oeffeninghe — Een deuote — tot een yegelick choor der enghelen, daer in t getoghe'n van die alder heylichste dricuuldicheyt ende • die seuen bloedstortingen ons heren Jesu christi. Ghepr. tot Delft bi mi 'Cornelis henricz. Lettersnijder, z. j. 8°. — Met titelhoutsn. 20 bladen. Goth. letter. Titelhoutsnee: een monstrans, gehouden door twee engelen. Be tekst begint met een houtsneeletter. 87. Eckius (Ioannes), Hier beghint een corte declaratie ende antwoort met bewisinghe der heyliger schriftueren teghen zommighe articulen der Lutheranen. Ouergheset wt den latijne in duytsche. Ghepr. tot Delft in Hollant bi mi Cornelis henricz. Lettersnijder 1527. 8°. 184 bladen, Goth. letter. Moes, Amst. boekdr. I p. 122 no. 89.. Nijhoff f. provis. 12 no. 710. Kleinere letter dan de gewone devote boekjes van Hendrik den Lettersnijder e.a. Dé titel versierd met een houtsneerahd en drie figuren. Houtsnee-initialen. „Dese boecxkens werden vercocht tot Aemstelredam bi meester Luyt, coster van donde kercke". Op bevel van de Landvoogdes van 25 Mei 1527 moest het boekje worden verboden en verbrand. Claes de Grave te Antwerpen. 88. Fasciculus medicine houdende in hem dese nauolghende tractaten Die allen Cyrurginen Ende andere menschen te wetene seer» profitelijc ende nootsakelijc zijn. Inden eersten Een tractaet om die viere naturen ende complectien der menschen Ende alderhande siecheden te kennene. Enz. Voleyndt in dye vermaerde stadt van Antwerpen bi Claes die Graue in onser vrouwen pant 1512. f°. — Met houtsn. 104 bladen, Goth. letter, 2 kol. Nijhoff f. prov. no. 23. Art typ. Nic. de Grave pl. IV, V. De eerste regel van den titel in houtsnede, met in de F de letters C. G. Acht groote houtsnee-platen, voorts (2 maal) een figuur „om die urinen te iudicerene"; initialen, wapen. Eigendom van de Maatsch. t. bev. d. geneesk. 89. Spieghel historiael — Den — houdende in bem alle hystoryen der waerachtigher Cronijcken ènde der Bibelen ende der godlijcker scriftueren met alle gheschiedenissen ende vreemtheden der Hystorien ende der Poetrien... Ghepr. in die vermaerde coopstadt van Antwerpen, bi mi' Claes de graue, woonende in onser vrouwen pant, bi die Camer porte 1515. f°. — Met houtsn. 216 bladen, Goth. letter, 2 kol. Nijhoff f. prov. 2 no. 33. Art typ. Nic. de Gr. pl. VI no. 12. ])e eerste twee regels van den titel in houtsnee, het grootste deel van den titel rood gedrukt. Er ouder eene voorstelling van de schepping der wereld met opschrift „firmament". Houtsneden in den tekst. Aan het einde het wapen. Afkomstig van de Maatsch. Felix Meritis. öeboech^anöeteetttetpattien Des ê>ptegi)elöl)^ojtael0 ïlan^opfeegeboette CaJI ,<:utidiiccufrfjma Dteeenleuntroao/ genaemt#mram tjaööecéljmluiou genome ua fine ge flarrjteotejdacoüet genaêtmaotfnöe fe^mraemttouoe Uit den Spieghel historiael. no, 89. 90. YigO (Johannes de), Dat chyrurgijlick werek. Ghepr., in die ver''\:fmaerde coopstadt van Antwerpen, binnen die Cammerpoorte, in onser lieuer vrouwen pant, Bi mi Claes de Graue 1533. £°. 210 bladen, kleine Goth. letter in 3 kolommen. Nijhoff f. prov. 20 no. 1812. Art typ. Nic. de Gr. VIII no. 19. De eerste 3 regels van den titel in houtsnee, rood gedrukt, de verdere titel rood en zwart, met wapen in houtsnee.. Vele houtsnee-initialen. Aan het einde een ornamenthoutsnee met wapen (zie Art typ. 1. c). 91. Institutiones Imperiales. Instituten een gerechtich oorspronck der Keyserlicke rechten. Van... Thomas Murner... in die duytsche tale ouer geset. Men vintse te coope Thantwerpen in Onser lieuer vrouwen pant, bi mi Claes de Graue 1534. 4°. 102 bladen (94 en 95 ontbr.), kleine Goth. letter, 2 kol. Titel in rood en zwart, in eene houtsneeomlijsting, reeds gebruikt in -de uitg. van 1520 (zie Nijh. Art. typ. Nic. de Gr. I, 1). Behoort aan het Gen. t. zedel. verb. der gevangenen: verz. W. H. Suringar. Willem Vorsterman te Antwerpen. 92. Bethlem, Een deuote meditacie op die passie ons heren. Ende van plaetse tot plaetsen dye mate gheset daer onse lieue here voor ons gheleden heuet met die figuren. Ghepr. in dye stadt van Antwerpen buyten die camer poorte Inden gulden Eenhoren Bi mi Willem Vorsterman 1518. 8°. — Met houtsn, 32 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. provis. 16 no. 1492. Gerubriceerd, met onderstrepingen. Auctie v. Havre no. 66. Auctie Fr. M. 1908, no. 2052; toen gekocht voor de Univ'.-bibliotheek. Nijhoff beschrijft van dit boekje drie of vier uitgaven, alle gedrukt bij Vorsterman met denzelfden datum 12 Oct. 1518 (zie Het Boek 1913 blz. 105). Over de verdere uitgaven (Hugo Jansz. en Jan Seversz.) zie onder no. 76. 93. [Bethlem, Een deuote meditacie opdie. passie ons heerenj. Ghepr. in die vermaerde coopstadt van Antwerpen buyten die camer poorte Inden gulden eenhoren. Bi mi Willem Vorsterman 1518. 8°. — Met houtsn. 82 bladen (de titel en bl. 8 ontbr.), Goth. letter. Een groot aantal kleine en grootere houtsneden. Nijhoff f. pr. beschrijft verschillende drukken van Vorsterman van dit werkje, met dezelfde dateering 12 Oct. 1518. Met geen van de beschrijvingen komt dit boekje overeen. Het is gebonden achter: Die negen couden, Antw. Jac. v. Liesvelt 1542. Er volgt nog: Een deuoet ouerdincken, 4 bl. met houtsn. z. pl. en j. Daarna , in hs.: „Dit is dierste ende het alderhoochste", enz. (8 bladen). Alles samen in een modernen perkamentomslag. 94. Qui sequitur me — Dit is een schoon boecxken, ende is gheheeten —. [Thomas a Kempis, Navolging* Jesu Christi]. Ghepr. Tantwerpen buyten die Camer poorte, bi mi Willem Vorsterman. Inden gulden Eenhoren, z. j. 8°. — Met houtsn. 180 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. prov. 17 no. 1593. Titel rood en zwart gedrukt. Titelhoutsnee (Jezus), houtsnee-initialen en drukkersmerk aan het einde. Modern bandje met sloten. 95. Qui sequitur me — Dit is een schoon boecxken, ende is gheheeten . [Thomas a Kempis, Navolginge Jesu Christi]. Ghepr. Tantwerpen buyten dye Camer poorte, bi mi Willem Vorsterman. Inden gulden Eenhoren, z. j. 8°. — Met houtsn. 180 bladen (Goth. letter). Verschillend van de drie door Nijhoff beschreven ongedateerde Vorsterman-uitgaven (Het Boek 1914 p. 397). 8e regel „dryen boecxkens", rechts van het prentje op de neersten regel: „Qui sequitur me non ambulat in te"// Titel rood en zwart, en houtsneeversiering als in no. 94. Rubriceering met onderstrepingen; ook de houtsnee-initialen rood gekleurd. 96. Oeffeninge — Een deuote — tot eenen yegheliken choor der Enghelen. Ghepr. Tantwerpen by mi Willem Vorsterman inden gulden Eenhoren, z. j. 8°. — Met houtsn. 24 bladen, Goth. letter. Titelhoutsn.: monstrans gehouden door twee engelen met randen aan weerszijden, herhaald op de keerzijde. Aan het einde een kleinere Maria-houtsn. en drukkersmerk. 97. Vruchten — Dit is vanden — des ljjdens, ende der passien ons liefs heeren Jesu christi daer veel deuocien ende salicheyt den menschen in gheleghen is. Bi my Willem Vorsterman. Ghepr. Tantwerpen Door die Camerpoort, inden gulden Eenhooren. z. i. 8°. — Met houtsn. 186 bladen, Goth. letter Bl. M i verso is met kleinere letter gedrnkt. Nijhoff f. provis. 9 -no. 1289 geeft de beschrijving naar een defect ex. Dit exemplaar heeft vel P, Q en R elk van 8 bladen, gedeeltelijk met sterk beschadigde randen. Aan het einde het drukkersmerk; zie Art typ. VI. 14. De titel in rood en zwart gedrukt en versierd met vijf houteneden (beginletter, Jezus met de lijdensinstrumenten en 3 randen, op de keerzijde'dezelfde houtsnee, weer met drie randen. Verder eene geheele reeks lijdensprentjes, reeds gebruikt in de Wandelinghe. der kersten menschen van 1506 (no. 48, 49), nu in zeer versleten staat. 98. Lanterne — Die Euangelische —. Dit is een profitelijck deuoet boecxken, gheheeten die Euangelijsche Lanterne, om te verlichten • alle onwetende verblinde herten... Ghepr. Tantwerpen by my 'Willem Vorsterman. In den Gulden Eenhoren: buyten die Camer poorte. 1525. 8°. — Met' houtsneeversieringen en drukkersmerk. 96 bladen, kleine Goth. letter. Nijhoff f. prov. 2 no. 55. De titel in houtsneeomlijsting (4 blokken); houtsneeinitialen. Gerubriceerd. In één band met: Die collegie der wijsheyt Antw. S. Cock 1556. 99. Lanterne — Die Euangelische —. enz. Ghepr. Tantwerpen by my Willem Vorsterman Inden Gulden Eenhoren buyten die Camer poorte. 1527. 8°. 96 bladen, kleine Goth. letter. Herdruk van no. 98, letter voor letter. Gerubriceerd met onderstrepingen. In één blind gestempelden lederen band mét: Eeifen spieghel der volcomenheit (no. 149). 100. Bibel — Den —. Tgeheele Oude ende Nieuwe Testament met grooter naersticheyt naden Latijnschen text gecorrigeert, enz. Ghedr. in die vermaerde coopstadt van Antwerpen in Brabant, Inden gulden Eenhoren, Bi mi Willem Vorsterman 1528. f°. -rMet houtsneden. 476 +126 bladen. Goth. letter 2 kol. Afwijkend van Nijhoff f. prov. 445 en 1098. Art typ. Will. Vorst. I no. 1, IV no. 10. De titel rood en zwart, de eerste regel in houtsn., het geheel in eene omlijsting van 8 houtsneden, de keerzijde blanco (beschreven met familie- aanteekeningen), Extract wten Registere énz. met Bourgondisch wapen en onderteekening in facsimile, Prologhe van 7 bladzijden. Colophon met jaartal 1528 aan het eind van het O.ï. — Titel van het N. T. weer omgeven door 8 houtsneden, op de keerzijde de boeken des N. T. en Almanach van XV jaren (1529—1543), daarna kalender in rood en zwart (2 bladz.) en nog 6 bladen voorwerk. Aan het eind colophon met moeilijk leesbaar jaartal: 1527 of 1528. Over de houtsneden zie: N. Beets, De houtsneden in Vorsterman's bijbel van 1528. Amst. 1915. 101. Bibel — De —. Tgeheele Oude ende Nieuwe Testament met grooter naersticheyt naden Latijnschen text gecorrigeert, enz. Ghedr. in die vermaerde coopstadt van Antwerpen in Brabant, Inden gulden Eenhoren, Bi mi Willem Vorsterman 1528, 1531. f°. — Met houtsneden. 476 -f 120 bladen, Goth. letter 2 kol. Nijhoff f. prov. 3 no. 1098. 5 no. 1153. Art typ. Will. Vorst. I no. 2. VI no. 15. De titel rood en zwart, de eerste regel in houtsnede, het geheel omlijst door 8 houtsneden. Op de keerzijde 2 houtsneden en de lijst van de boeken. Daarna Extract wten Registere enz. met Bourgondisch wapen, en de naam P. Gielis in drukletter (1 bladz.); Die verclaringhe ende maniere om dit boeck te lesen (1 bladz.). Colophon met jaartal 1528 aan het eind van het O. T.— De titel van het N. T. in omlijsting van 4 gefigureerde randen en drie aanvullingsblokjes; op de keerzijde en 4 volg. bladzijden Die tafel vanden Epistolen ende Euangelien. Daarna een kalender in rood en zwart (2 bladz.); Den kersten lesere saluyt (1 bladz.). Aan het einde colophon met jaartal 1531 en drukkersmerk tusschen 2 randen. » ln druk en illustratie is deze bijbel geheel een nabootsing van de vorige uitgaaf. De houtsneden zijn meerendeels dezelfde, voor een deel echter copieën. 102. Lanfranck van Meylanen, Chyrurgie. Ghepr. Thantwerpen buyten die Camer poorte inden gulden Eenhoren Bi mi Willem Vorsterman 1529. 4°. — Met houtsn. 36 bladen (het laatste, wit, ontbr.), Goth. letter. Nijhoff f. prov. 19 no. 1788. Het boek bevat, behalve de Chyrurgie van meester Lanfranck, dye Anathomia magistri Gwidonis, en de jteubothomia van meester Auicenna. De titel in houtsneeomlijsting, na de Anathomia een anatomische afbeelding met de 12 teekenen van den dierenriem, in 6 randblokjes; enkele houtsnee-initialen. Behoort aan de Maatsch. t. bev. d. geneesk. 103. Roseghaert — Den — vanden beuFuchten vrouwen. Ghecorrigeert • ende vermeerdert, enz. Men vint dese boecken te coope tot Leyden: bi die Viseh capelle tot BartholomeUs Jacobsoon Boeckvercooper [en] in die coopstadt van Antwerpen bi mi Willem Vorsterman inden gulden Eenhoren 1530. 4°. — • Met houtsneden. 56 bladen, Goth. letter. Moes, De Amst. boekdr. I p. 131. Daniels en Moes, Centralbl. f. BUI. XVI p. 115 no. 3. Titel rood en zwart, de bovenste 3 regels in houtsnee. Afbeeldingen in den tekst, houtsnee-beginletters. Aan het einde het drukkersmerk van Vorsterman. De druk komt blad voor blad overeen met die van Michiel van Hoochstraten, 1529 zie onder no. 125. Eigendom van de Maatsch. t. bev. d. geneesk. 104. Bibel — Den —. Tgeheele Oude ende Nieuwe Testament met grooter naersticheyt naden latijnschen text gecorrigeert, enz. Ghedr. in ' die vermaerde coopstadt van Antwerpen, Inden gulden Eenhoren, By my Willem Vorsterman 1533, 1534. f°. ■—■ Met houtsneden. 378 +102 bladen, kleine Goth. letter, 2 kol. Nijhoff f. prov. 10 no. 1297. De titel rood en zwart gedrukt, de bovenste regel in houtsnee (als in de le nitg. v. 1528). Het geheel in een omlijsting van vier breede gefigureerde randen (eene andere dan in de beide uitgaven van 1528). Op de keerzijde 2 houtsneden en de lijst der boeken (als in de 2e uitg.) Daarna Copie wi den Mandemente met het Bourg. wapen (2 bladz.), Extract wten Kegistere met facs.-onderteekening, als in de le uitg. (1 bladz.), een Tafel op die ghebèele Heyl. Schriftucre (18 bladz.), kalender in rood en zwart (3 bladz.. Die verclaringhe enz. (1 bladz.). Op de laatste bladz. van het voorwerk een" houtsneevoorstelling van de scheppingsdagen: 6 prentjes in sierlijke omlijsting Aan het eind van het O. T. colophon met het jaar 1533. — De titel van. het N. T. in houtsnee-omlijsting als de hoofdtitel maar met vervanging van de onderste houtsnede; daarna 15 bladzijden Tafels enz. Aan het eind colophon met jaartal 1534, en op de keerzijde drukkersmerk. 105. Wyngaert — Een nyeu ende seer suyuerlick boecxken, leerende ende seer ghenoechlic vercleerende die natuer ofte aert vanden hemelschen wijngaert, welck Christus Iesus onse salichmaker seluer is,... Bi mi Willem Vorsterman 1537. 8°. — Met houtsneden. 144 bladen, (het begin en het slot ontbreken aan dit ex.), kleine Goth, letter. Nijhoff f. prov. 11 no. 644. In ouden band achter: Dat leuen ons Heeren, Autw. Hans v. Liesveldt 1650. 106. Sylvius (Petrus), Tfundament der Medicinen ende Chyrurgien. Een boeck vanden vrinen, ende andere teekenen der siecten, Dye crachten vanden cruyden, haer wateren totter Medicinen, Die Oliën, Die Syropen, Die Clisterien, Die Pillen, Die Electuarien, Die Plaesteren en Saluen der Medicinen ende Chyrurgien, Van der vrouwen siecte, Die Pocken, Der kinderen Passien: ende een boeck van die Pestilentie, Een practikelike chyrurgie door de experte goet beuonden. Gepr. Thantwerpen inden gulden Eenhooren, By my Willem Vorsterman 1540. f°. — Met houtsneden. 162 bladen, Goth. letter, 2 kolommen. Nijhoff f. prov. 16 no. 1472. Titel met groote houtsn., rood en zwart gedrukt (in dit ex. beschadigd). Op de keerzijde Die Tafel, daarna Die .Prologhe, ondert. Petrus'Sylvius Anverpianns anno 1530. Vervolgens een kalender, rood en'zwart, en eenige hoofdstukken over den invloed van de hemelteekenen op den mensen. Op fol. xiii v. begint het boek „vanden Vrinen" met een groote houtsnede, en een aantal urine-houtsneetjes, in dit ex. gekleurd. Op fol. xx begint „dat rechte fun- dament der Medicinen met tal van afbeeldingen van kruiden. Fol. lix „hoemen water distilleren sal". Daarna: „Van der Vrouwen siecten", „vanden Pocken", „van die Pestilentie", „Dye Chirurgie". Aan het eind het drukkersmerk vau Vorsterman. Eigendom van de Maatsch. t. bev. d. geneesk. 107. Fasciculus myrre. Dit is een sonderlinge deuote materie, van die passie ons heren ihesu christi, geheeten (dat busselken oft dat bondelken van myrre).. . Ende is in die prente gecomen bi toedoen van eenen gheleerden broeder, genoemt broeder Mathijs van Dordrecht. Ghepr. Tantwerpen buyten dye Camer poorte Inden gulden Eenhoren By my Willem Vorsterman. z. j. 8°. — Met houtsn. 188 bladen, kleine Goth. letter. Nijhoff f. provis. 17 no. 1575. De titel en de kalender in rood en zwart gedrukt. Houtsnee-initialen en kleine houtsnee-prentjes. Aan het eind een groote houtsn. met de woorden: respice in me. 108. Gracien — Dit sijn die — ende aflaten van sinte Franciscus drien ordenen. Ghepr. Tantwerpen buyten die Camer poorte inden Gulden eehhooren bi mi Willem Vorsterman. z. j. 8°. — Met titelhoutsnede. 40 bladen, kleine Goth. letter. Nijhoff f. prov. 4 no. 1113. Op den rood en zwart gedrukten titel een kleine houtsnede (S. Franciscus) met vijf randen. Ook de tekst doorloopend rood en zwart gedrukt. Bovendien in dit ex. gerubriceerd met onderstrepingen. Doen Pietersz. te Amsterdam. 109. [Epistolen — Die — ende Euangelien metten Sermonen vanden gheheelen iare]. Ghepr. in die vermaerde coopstadt van Amstelredam aen die oude side in die kercstraet Bij my Doen pieter soen in Englenburch. 1521. 4°. — Met houtsneden. 206 bladen, waarvan er 4 (a 1, a 8 en 2 registerbladen) ontbreken, en daarmede de titel met houtsnee op de keerzijde, en het drukkersmerk aan het einde). Goth. letter. Moes, Amst. boekdr. I. p. 48 no. 37, Nijhoff f. provis. 16 no. 1430; beide beschrijvingen naar een volledig ex. van de Maatsch. der Ned. lett.; Art typ. Doen P. V 17—20. Oude stempelband, bruin leder op hout, met koperen sloten. ft Dten ttotfeptjtiMw CintióQetcMtttuUi tep ncnnumt tnötcronnc tmut öttmancemnöf Owcn rit möacröm tj&mtmnge öes tJOlctvamctüvtëgUcüxpüe oerrein uanuIocöc<£n tue mmfftjni fuUcnuöojrrmja mtteü uaoer acrtbemnof QptatëmmltQuttmmt f&t raatotemogmtbeorDe? rje mflcbfromrullcnmotfjcn. dan fullr n G hea mtttfrl TJit de Epistelen ende evangeliën, no. -109. 110. [Liden Dat— ons heren]. Ghepr. Tamstelredam in die vermaerde coopstadt an die oude side In dye kercstraete Bij my Doen pietersoon in Englenbureh. z. j. 8°. — Met houtsneden. 128 bladen, waarvan er twee, a 1 en h 5, ontbreken. Goth. letter. Moes Amst. boekdr. I p. 82 no. 62. 111. Berch van caluarien — Hier beghint een seer goet ende devoet boecxken voer enen yegeliken kersten mensche Hoemen den — opclimmen sal ende heipén onsen heer sijn swair cruys dragen... Ghepr. in die vermaerde coopstat van Amstelredam aen die oude side in die kerestraet bi my Doen Pietersoen in Enghelenburch. z. j. 8°. — Met houtsneden. 16 bladen, Goth. letter. Moes, Amsterd. boekdr. I. p. 85 no. 66. 112. Beclag'hingliB — Hier beghint een oetmoedighe — voer die voeten ons heeren. Ghepr. tot Amstelredam an die oude zijde in die kerekstraet bij die Papenbrugge bij mij Doen pietersoon wonende in Enghelenburch. z. j. 8°. — Met houtsn. 8 bladen, Goth. letter. Moes, Amst. Boekdrs. I p. 86 no. 68. De Bom, Tijdsch: v. boek- en bibl.-wesen I 168. Nijhoff, f. prov. 16 no. 1481. Twee bladen van een soortgelijk boekje, maar die er niet bij behooren, zijn er tusschen gebonden. De drukletter komt overeen, maar opschriften en beginletters zijn in rood gedrukt, en de bladzijde heeft een regel meer. 113. Evangeliën — Die — ons heeren Jesu christi, inder duytscher sprake getranslateert. Die Epistelen vanden eerwaerdighen ende heylighen Apostel sinte Pauwels, met den anderen Epistelen, enz. Dat anderde deel des Evangelijs van sinte Lucas van die geschiedenisse oft wereken der Apostelen. 3 st. met afz. titels. Gepr. tot Amstelredam Bij my Doen pieterz. in Engelenburch 1523, 1524. 8°. 372 4- 160 + 74 bladen, kleine Goth. letter. Moes, Amst. boekdr. I. p. 56—59 no. 42—44. Burger, Het Boek 1915 blz. 113. Nieuwe uitgaaf van het Nieuwe Testament gedr. in 1523, met toevoeging van den Proloog van Luther. De titel in houtsnee-omlijsting, rood en zwart gedrukt. Houtsnee-initialen. Ex. in ouden lederen band (beschadigd); de-titel van het 3e stuk ontbreekt. 114. Pronosticatie van meester Jasper laet van borchloon vanden iare M.CCCCC. ende xxiiij op de Meridiane van Antwerpen ghecalculeert. Ghepr. Tamstelredam aen die oude side in die kerestraet bij mij Doen pietersoen in Enghelenburch. 4°. 4 bladen, kleine Gothische letter. ' . Eenig bekend exemplaar, in 1908 op eene veiling bij R. W. P. de Vries gekocht. Het is zeer beschadigd, klaarblijkelijk uit een ouden band gekomen. Moes Amsterd. Boekdr. kende slechts eene prognosticatie bij Doen Pietersz. gedrukt, van meester Jan Thibault op het jaar 1531; daarin wordt gewaarschuwd'tegen den ..Almanack van Jasper Laet die jonghe". 115. Eualuacie boecxken — Een nieuwe - geordonneert van wegen onsers genadichs heren des Keysers by den generaels vander munten vanden gouden ende silueren geualueerde penningen. Ende oock die waerde van allen verboden gouden ende silueren pennninghen... nauolgende dassayen by den generaels daer af gemaket. Int iaer. M.CCCCC. xxvi. Ghepr. Tamstelredam aen die oude syde in die kerestraet By my Doen Pietersoon in Enghelenboreh. 4° obl. — Met houtsn. SlPl 12 bladen, Goth. letter. Moes Amst. Boekdr. I p. 69 no. 61. Nijhoff f. prov. 3 no. 116. In den tekst een groot aantal houtsnee-afbeeldingen van munten. Wapenhoutsneden op den titel en aan het slot. In een perkament-omslag met no. 116. Er achter nog 38 bladen met aanvullingen in hs. loopende tot 1548. Buiten op den perkament-omslag eene beschrijving met mededeeling dat een en ander is bijeen vergaderd door Joost Buyck Sybrantsz. en Allart Pieter Boelensz. Uit de verzameling J. F.'M. Sterck (veiling Fr. Muller in 1908). bebootfic/bat bitiiocc fonö al» lcp:ologicno:cêbc namënit gtugc/cn niet ban fine cpgé na meen roorrbè" en uoctbe. f$vx ter ruilc Dat boet i ncnigcttiil&e licrji^urmffeenpiologfnljmCriftelihéfinób* uenio/alfeOatmè" fcbiet met meet cntticct/ttiat ^u^ngelinoftttirt/in»euofrou0ctcftamêtbcft ^oepfrbtbênootcmbcroifingccnpielogbc tc ftdiê/DaccmfDcOtcfimpÉl tncnftbrtut barcou* öê optnien gebzaebt ttietbé optétecbtcnniccb en Cbciucfcn ttjotöettjat bi inbeten boec ötuarfjten fal/<£pbatbigccngcbobtcn nieten foerhcOaet bi <Ëuangclificn belofte gpbe foeeHê fouDc. ©ace óme To is tmectttétetöctc/batafte bol ioöietuaenenopmic/Datter inermet «Êuarjrlta/ cnincrt)iet«èuan0eltfté mfgn/cngcbcel tcoee» ttio:pc/Dat öie fomigc bic boeckéöeonueutöfjte* ftaméteöeplé/ate in lcgalcD/btfio:ialrs/,ppbe* tales/en (apicntialcs.«ö:n mepnë baermeöe (teil en meet niet boe) bat npetnoe tettamet Den oubf tegclórhé. f^aetöaflelicteöoubëts/gbelncalo bat oubeteOamcntcc bocciottiacrinncgobo gte bobt en met baetneué bicgefrbicbcmflcn/brvöc oanDé genc/biebat lente gthoubc cnmrt gtbcu* sL i Proloog van Luther, uit de Evangeliën van Doen Pietersz., uitg. 1524. no. 113. 116. Eaaluacien — Die — ende ordonnancien vanden gelde geordonneert ende gemaect bi den heeren ende staten vanden lande. Ende van alle chijs penningen hoe men die betalen sal. Ende die renten af sal mogen quiten ende lossen vanden iare. lxxiiij. tot den iare. ccccc. ende twee. Gepr. Taemstelredam aen doude syde, in dye kercstraete, by my Doen' Pietersoon in Engelenborch, Anno M.CCCCC. xxvij, in April. 4° obl. 4 bladen, Goth. letter, 8 kolommen. Moes, Amst. boekdr. I p. 73 no. 55. Nijhoff f. provis. 3 no. 122*. In een perkament omslag met no, 115. Zie aldaar. De profeet Jesaia. Bijbel van Doen Pietersz. 1527. ri, 117. Bybel, naerstelijck ghecorrigeert. 3 dln. Ghepr. in die vermaerde coopstadt van Amstelredam. By my Doen Pietersoen in Enghelenborch 1527. 8°. — Met houtsn 190 4- 254 4-128 bladen. Kleine Goth. letter. Moes, Amst. Boekdr.'ï p. 74, noT56. Art typ. Doen P. pl. X, XI, XII. Titels in houtsnee-omlijstingen, rood en zwart gedrukt. De drie deelen bevatten al de boeken van het Oude Testament, met de apokriefen. 2 exemplaren, beide in blind gestempelde lederen banden, beschadigd Het eene heeft een sterk geschonden titel, en bevat alleen het eerste deel dat zelf weer uit twee deelen bestaat: de 5 boeken van Mozes, en Josua tot Esther. Het andere heeft de drie deelen volledig, maar mist de eerste 2 bladen, waarvoor een facimile is ingevoegd. Drukken oan verschillende uitgevers, 1525—1540. 118. Euangelium — Dat heylich —, dat leuende woort gods wt ghe- sproken door onsen salichmaker Jesum Christum, enz. Gepr. Tantwerpen bi Hans van Ruremunde 1525. 8°. 392 bladen, kleine Goth. letter. Nijhoff f. prov. 8 no. 432. Art typ. Hans v. 11. I, TI, III. l)e eerste 8 bladen, titel, kalender en proloog, rood en zwart gedrukt. De titel in houtsneerand. Houtsnee-initialen en kleine prentjes; bij de Openbaring groote houtsneden. Exemplaar van het Evang. Luth. Semin. zonder de Tafel. Exempl. van de Hemonstr. kerk zonder den titel. 119. Testament — Dat oude ende dat nieuwe —. Ghepr. in dye ver¬ maerde coopstadt van Antwerpen, By my Jacob van Liesueldt, op dye Cammerpoort Brugghe 1526. f". — Met houtsneden. 658 bladen, Goth. letter, 2 kol. Nijhoff f. prov. 2 no. 73. Art typ. Jac. v. L. Hl—VII. De titel in rood en zwart in houtsnee-omlijsting. „Die Charte" aan' het eind van Exodus ontbreekt, evenals in al de door Nijhoff geraadpleegde exemplaren. 120. Instructie — Dinstructie vanden Houe van Hollant Zeelant ende Vrieslant, gheordonneert by dye. K. M. Int Jaer 1531. Ghepr. Tantwerpen op die Cammerpoort brugghe By my Jacob van Liesueldt. 4°. — Met houtsn. 60 bladen, Goth. letter. De eerste regel van den titel in houtsn., rood gedrukt; de titel verder zwart en« rood; er onder eene groote houtsnede van 2 blokken, op de keerzijde nog een houtsnede. Vele toevoegingen in hs. op den kant. Achteraan een tafel en een Octroy (6 beschreven bladen). 121. Letanien — Die gulden"—, Bi mi Jacob van Liesueldt. Tantwerpen z. j. 8°. — Met titelhoutsnee. 8 bladen, Goth. letter. Op den titel Jezus aan het kruis tusschen de moordenaars, met drie randen. 122. Testament — Dat nieuwe — ons heren Jhesu Christi met alder naersticheyt ouersien ende verduytst. Ghepr. Tantwerpen in die baghijnen strate, bi mi Jan van ghelen [1526]. 8°. 320 bladen, (waarvan de titel en nog 3 bl. voorwerk ontbreken), kleine Goth. letter. Nijhoff f. prov. 8 no. 433. Art typ. Jan v. G. IV. Voorin behoort een Almanack van 29 jaren (1526—1654). Daarna een kalender in rood en zwart gedrukt. De aanhef van de boeken versierd met houtsneeinitialen en kleine houtsneeprentjes. Oud blind gestempeld lederen bandje met sloten. 123. Rosegaert— Den — vanden beuruchten Vrouwen. Ghecorrigeert enz. Noch sijn hier by gheset veel schone Addicien. Ghepr. Thantwerpen in die Baghijnen strate, bi mi Jan van Ghelen. z. j. 8°. — Met houtsn. 94 bladen, kleine Goth. letter. Daniels en Moes, Ceatralbl. f. Bïbl. XVI p.116 no. 4. Titel in rood en zwart. Tot fol. 73 komt de tekst met de vroegere uitgaven in 4°. overeen (zie no. 125 en 103); met fol. 74 beginnen de Addicien. Eigendom v. d. Maatsch. t. b. d. geneesk. „i'"\ V 124. Augustijns — Sinte — eenlike sprake Tracterende van die won- derlijcke soeticheydt der Godlijcker gratiën. Ghepr. Thantwerpen By my Jan van Ghelen In dye Baghijnen strate. Ende men vintse te coope tot Amstelredam Inden Gulden Bybel. z. j. 8°. — Met houtsn. 56 bladen. Goth. letter. Moes, Amst. boekdr. I p. 145 no. 104. Op den titel en op de laatste bladz. Sint Augustijn; voorts nog 2 andere hout sneden en kleine initiaal. Rubriceering met onderstrepingen. Jan van Ghelen heeft volgens Olthoff, Boekdr. enz. in Antwerpen, in 1519 gewoond in de Bagijnenstraat, later, zooals ook zijn zoon na hem, op de . Lombardevest. Ce werkzaamheid van Barth. Jaqobsz. in den Gulden Bijbel te Amsterdam begint echter eerst 1536 of 1537. 125. Roseghaert— Den — vanden beuruchten Vrouwen. Ghecorrigeert .ende vermeerdert wt die boeoken van die aldor expeertste scriuers, die van deser materiën (te weten van die secreten, ontfanginghe, baringhe, ende conste der vroevrouwen) int latijn gescreuen hebben, als Albertus magnus, Aristoteles, Plinius, Auicenna, Marcüs varro, ende meer ander. Ende ooc wt Jason a pratis. Men vint dese boecken te coope tot Antwerpen bi my Michiel van hoochstraten. Binnen die Camer poorte. In die Rape. 1529. 4°. — Met houtsn. 56 bladen, Goth. letter. Daniels en Moes, Centraïbl.f. Bibliótheksw. XVI, p. 115 no. 2. Nijhoff f. prov. 15 no. 966. De titel rood en zwart; de bovenste 2 regels in houtsnee, rood. Verder afb. in den tekst en houtsnee-initialen; aan het einde de Salvator mundi. Vertaling van het bekende werk van Eucharius Rösslin, zie Daniels en Moes 1. c. p. 113. Eigendom van de Maatsch. t. bev. d. gen. 126. Nicolai (Ludolphus), Die beduydinghe der Missen, nae die mey- ninghe der heyligher Apostelen ende der discipulen Christi, ende van die Oude ende eerste Doctoren der heyligher kercken. Ende die drie oeffeninghen der missen. By Michiel van hoochstraten [te Antwerpen]. 1530. 8°. — Met houtsn. 84 bladen, Goth. letter, Nijhoff f. prov. II no. 607. Titel grootendeels in kleine gothische letter, rood en zwart, in drie houtsneeranden. Op de keerzijde een houtsnee. De tekst in de gewone letter van Hendrik den Lettersnijder; een houtsneeinitiaal. gerle bpoet granc 0oDö fóoomftf? Itcp (ct altöto ümccröcc itmxt «Tomnchoan <§termanicttv uan€aö»licn oan Tcotvoa SCrragonua f^auairc/oan jkapleu/oan pcrilltcn/oan fHaioicqutvuan £>arDatne Uit de Cousturnen van Mechelen. no. 127. 127. Coust innen vsantien ende stijl van procederen der stadt, vryheyt, ende iurisdictie van Mechelen, gheapprobeert... Inden Jaere ons Heren M.D.XXXV. Ghepr. Tantwerpen by Michielen van Hoochstraeten, woonede inde Camnierstraete inde Rape. 1535. 4°. — Met houtsn. 68 bladen. Goth. letter. Nijhoff f. prov. 14 no. 850. AH typ. Mich. H. v. H., XVII, 73, XVIII 79. Boven den titel het Bourgondische wapen met devies, er onder het wapen van Mechelen, op blad 4 verso (de voorzijde blank) het Mechelsche wapen gedragen door 2 engelen. Houtsnee-initiaaltjes. Kantteekeningen in hs. 128. Kuere — Dit is die — vanden Lande van Zeelandt. Ghepr. in die vermaerde Coopstadt van Antwerpen in die Camer strate Bi mi Michiel van Hoochstraten woenende in die Rape. z. j. 4°. 4 bladen, Goth. letter. Nijhoff f. prov. 7 no. 1211. Houtsnee-initiaal-op bl. 1 verso. Gebonden achter Dinsiructie vanden hove van Hollant (no. 78). 129. Medecijn der sielen. Ghepr. Thantwerpen Bi mi Michiel Van Hoochstraten. z. j. 8°. — Met houtsn. . 16 bladen, Goth. letter. Nijhoff, f. provis. 12 no. 692. Onderstrepingen enz. in rood. Gebonden achter Sinte Franciscus souter, Leiden Jan Seversz. (no. 73). 130. Thibault (Jan), Den Tresoor vanden Preseruatyue remedien ende cure (wel geexperimenteert) vander Pesten ende pestilentiale cortzen, metter declaratien ende oorspronck der natuerlijcker fleersijnen ende in wat manieren die moeten weder keeren, met sommighe allegatien ende recepten teghen die vallende siecte, Pleuresis ende Apoplexien. Ende tgene dat eenen perfecten Medecijn toebehoort, etc. Ghedr. Tantwerpen by- my Marten de Keyser 1531. 4». 10 bladen, kleine goth. letter. Titelvignet, vele houtsnee-initialen en wapentje aan het eind. 131. Bibel — Den —. Tgeheele Oude ende Nyeuwe Testament, met groter neersticheyt ghecorrigeert, enz. Ghepr. Tantwerpen inden Mol, binnen die Camer poorte By mi Henrick Peetersen van Middelburch. 1535. f°. — Met houtsneden. - 380 +102 bladen, Goth. letter, 2 kol. Nijhoff f. prov. 5 no. 1156. Art typ. Hendrik P.v. M. I I. De titel in rood en zwart, het eerste woord in houtsnee. Het geheel in breeden gefigureerden hontsneerand (grovere navolging naar die van Vorsterman N. T. 1534). Op de keerzijde een korte proloog; daarna een Tafele van 9 bladz. en de scheppingsvoorstelling in 6 tafereelèn naar Vorsterman 1533. — Het N. T. met titel (zwart gedrukt) in dezelfde omlijsting als de hoofdtitel Aan het eind Tafele op de Epistolen ende Euangelien (6 bladz.). 132. Spelen van sinne by den xix. gheconfirmeerden Cameren van Rhetorijcken Binnen der Stede van Ghendt comparerende, verthoont,... op de questie, Welck den mensche steruende meesten troost is? Men vintse te coope Tantwerpen binnen de Cammerpoort brugghe int huys van Delft [To. Steelsius] 1535. 8°. 220 bladen, kleine Goth. letter. Nijhoff f. prov. 12 no. 671. 133. Bybel — Den — met groter neersticheyt gecorrigeert. Ghepr. Tantwerpen op die Camerpoort brugghe, inden Schilt van Artoys, By my Hansken van Liesuelt 1538. f°. — Met houtsneden. 426 bladen, kleine Goth. letter, 2 kol. Nijhoff f. prov. 2 no. 74. Titel rood en zwart, in houtsneeomlijsting. Deze ja in dit ex., evenals alle houtsneden, gekleurd. 134. Coopie — Dit is dye — van den brief des Keyserliker Mayesteits gescreuen aen die Coninghinne Dowagiere van Hongaren Regente etc. zijn suster, vander grooter nederlaghe van Barbarossa Ende van dat innemen der grooter Stadt Thunes in Affrijcken. Ghescreuen in die stadt Thunes 23 Juli 1535. Gepr. Tamstilredam aen dye oude side: in die Nijsel: by mi Jan zeuersoon Croepel. 4°. 4 bladen, Goth. letter. Moes Amst. boekdr. I blz. 117, no. 85. C?|ier bestrit Dat eerde fceelDesboecfc^amueien De Datmen uoemtoa t eerde uo ecfe Der Corungljen. Jttïan iHans enoc fine twee tvöaftt/cnDe ban bacrMrcrji tghcrlicfDcn rot «Coö^dtoo geeft t^anr.a tenen fonefeamti cl s^ebectcn otc wetcfee wojt Den 0 g£ K © rocgljeepghent en»c belooft. C ©ar eettte Ca? Wel. ontrmt o jfcR^Altm^opljtm/DanDêgebcrcrjte S'SSL Cf ©^lleP^?aim/ötel)tet<£iifeana/eê I&SëpÉCoon31eeo!)3/öe0foowseuiM rtcban g^^^lDeg fOOllfl / bt$ fOOll* ?om & pc|. elegSter elementa depin gas,gbusvnicedelecior)ÖCegoornné femel ani. mudefpÖdero,nifi tu mcquamqj fem peralias, fiuncveropluiïp fatis defatigatu tothileefeicib9 aPöpeloOcconePhrilioviro vtoim humanif. fimo^taftudiofowamStiiTimo^erepëteïhume rosnoftrospriori adhuc mole fatifcétesreclina tis, leuaris-Non igitur par eft,tegratis tS diu óm reis mufas meas poftulare ufurarias. Proinde teetiaatqtetiiïrogo.vt omnibus önium librore horu marginalibus oris gnauiterexplicatis,obt ter annotataanobiscarmïnafidelitcr defcribas primu,deinde fuis qqj imaguculis adijcias. Ad Tekstblad van: Alardus, Passia. no. 160. Houtsnee van Jacob Cornelisz. uit: Alardus, Passio. no. 160. 162. Edictum imperiale — Caroli V — ex celeberrimo S. Imp. conuentu Wormatiae habito M.D.XXI contra F. Mart. Lutherum... veterum et damnatarum haereseon suscitatorem et nouarum inuentorem. Impr. Antuerpiae per Guilh. Vorstermannum. 4°. 10 bladen, Kom. letter. Nijhoff f. prov. 18 no. 1612. Behoort tot de boekerij v. h. Ev. Luthersch seminarium. Ex-libris Meulman. 163. Titelmannus (Franciscus), Collationes quinque super Epistolam ad Romanos beati Pauli Apostoli. Antuerpiae apud Guil. Vorstermannum 1529. 4°. 40 + 312 bladen, cursieve letter. Dirks, blz. 53. Perkament-omslag met koperen slot. 164. Erasmus Roterodamus, Brevissima maximeque compendiaria con- ficiendarum epistolarum formula. Antuerpie per Mich. Hillenium 1521. 4». 8 bladen, Rom. letter. Titel in houtsneerand. 165. Latomus (Jac), [De Primatu Romani Pontificis, aduersus Lutherum. Eiusdem Responsio ad Elleboron Joannis Oecolampadii. Eiusdem Responsio ad Lutherum. Antverpiae, Mich. Hilleniu» excud. 1526. 4». 88 bladen. De titel en het laatste blad ontbr. Rom. letter. Nijhoff f. prov. 4 no. 1149. Art typogr. Anv. Michiel H. v. H. III11, IV 13. — Het colophon van het ontbrekende laatste blad is uitgeknipt en onder de Errata op de voorgaande bladz. geplakt. In een 17e-eeuwscheu perkam. verzamelband achter werken van Chrysostomo» (no. 207 en 208), Erasmus, Aristoteles; in het achterplat rest van kettingring. 166. Erasmus (Des.) Roterodamus, Lingua. Libellus elegans, riec minus utibs Plutarchi Chaeronei de immodica uerecundia, reöens opus nee antehac usquam excusum. Quoniam autem argumentum cum Lingua conuenit, adiunximus. Antverpiae apud Mich. Hillenium in Rapo 1526. 8°. 128 + 12 bladen, curs. letter. Nijhoff f. prov. 11 no. 1368 (zonder het werkje van Plutarchus). De hoofdtitel, en die van Plutarchus, Le vitiosa verecmidia in houtsnee-omlijsting met medaillon vibbilivs hako. 167. Titelmannus (Franciscus) Hassellensis, Elucidatio in omnes epistolas apostolicas. Antuerpiae ap. Mich. Hillenium Hoochstratanum 1528. 8°. 264 bladen. Rom. letter. Dirks, blz. 51. — Houtsnee-initialen. Ex. met rubriceering, in ouden perkamentband, afkomstig van Jac. Buyck. 168. Barlandus (Adrianus), locorum veterum ac recentium libri tres. Primae aeditioni nunc adiecti sunt libri duo. Antuerpiae ap. Michaelem Hillenium Hoochstratanum. Veneunt Antuerpiae a Gregorio Bontio sub scuto Basiliensi. 1529. 8'. • 64 bladen, cursieve letter. Nijhoff f. prov. 11 no. 590, Art typ. Anv. Mich. H. v. H. V 18, 19. De titel in fraaie houtsnee-omlijsting. Ex libris J. Renard, en Sterck. Schenking Dr. J. F. M. Sterck. **IOCO R.VM VETE RVM AC RE, antium libri tres, iuébre kiri&no B ttrkndo.Khctoriccspublicp pr Titel van: Alardus, Epitome assis Budaeici. no. 201. Leuven 1534 — 1537. 202. Thrivorus (Hieeemias) Brachelius, De temporibus morborum et opportunitate auxiliorum. Louanii Seruatius Zassenus exc. 1535. 4°. 16 bladen, Rom. letter. Nijhoff f. prov. 10 no. 1318. Uit de boekerij v. Corn. Henr. a Roy. Behoort a. d. Maatsch. t. bev. d. gen. 203. Driedo (Joannes) a Turnhout, De captiuitate et redemptione humani generis liber vnus. Lovanii ex off. Bntgeri Rescii 1534. 4°. 290 bladen, Rom. letter (het voorwerk grootendeels curs.). Nijhoff f. prov. 7 no. 391. Art typ. Louv. Rutg. Rescius I 1. Fraaie blindgestempelde lederen band op hout, met resten van sloten. Uit de bibliotheek van Jac. Buyck. 204. Alardus Aemstelredamus, Dissertatie- de augustissimo Eucharistiae sacramento. Nieephori Callist i Aanthopuli precatio confessoria, etc. Louanii ex off. Rutgeri Rescii 1537. 8°. 44 bladen, cursieve letter. Nijhoff f, prov. 5 no. 1161. Art typ. Louv. Entg. Rescius I 2. Schenking Dr. J. F. M. Sterck. 205. Driedo (Ioannes) a Turnhout, De concordia liberi arbitrii et praedestinationis diuinae liber unus. Lovanii, ex otf. Rutgeri Rescii . 1537. 4«. 128 bladen, Rom. letter (de taiula curs.). Nijhoff f. prov. 17 no. 1589. 206. Driedo (Ioannes) a Turnhout, De gratia et libero arbitrio libri duo. Lovauii Èx officina Rutgeri Rescii 1537, 4°. 206 bladen, Rom. letter (de tabula curs.). Nijhoff f. prov. 17 no. 1588. Grieksche boeken te Leuven gedrukt. 207. Chrysostomus (Joannes), Tlepi tc&, Sri b-aaacO xl-taifiXTos, Syo-XflAdv Sf ixHrxoTreïv h&Koyci ?£ Quod multae quidem dignitatis, sed difficile 'sit episeopum agere, dialogi sex. Louanii per Rutgerum Rescium et Ioannem Sturmium 1529. 4C. 72 bladen, Grieksche letter. Nijhoff f. prov. 13 no. 734. Latijnsche voorrede van Nic. Clenabdus in Rom. letter, waarin hij o. a. over het nut van talenkennis spreekt. Met andere Grieksche eü Lat. werken in een ouden perkam. verzamelband; zie no. 208 en 165. Voorin geschreven: „Sum nieolai Cannii senioris". Daaronder: Nunc autem Petri ...? 208. Chrysostomus (Ioannes), 'Ojw/a/« sU tó xnoaToKixh wtóv, oïvui aA/yp %pó>. Homilia in dictum apostoli, modico vino vtere. Lovanii ex off. Rutg. Rescii ac Io. Sturmii 1530. 4°. 20 bladen, Grieksche letter. Nijhoff f. prov. 13 no. 732. De Latijnsche vertaling is boven een groot aantal woorden geschreven. 209. Theophilus, 'Iv7Titovt!covs;. Institutiones iuris civilis in Graecam lin"uam traductae ac fusissime, planissimeque explicatae. Curaet studio Viglii Züichemi primum in lucem aeditae, nunc denuo a Rutgeri Rescio recognitae, adiectis etiam aliquot Petri Nannii annótatiunculis. Lovanii ex off. Rutg. Rescii 1536. 4°. 266 bladen. Grieksche letter, ook Bom. en curs. Nijhoff f. prov. 10 no. 1319. Art typ. Louv. Rutg. Resc. I 3. Lederen band met zeemleeren riempjes, OVERZICHT NAAR PLAATSEN, DRUKKERS EN BOEKVERKOOPERS. Amsterdam. Hugo Jansz. van Woerden 1506— Wandelinge der kersten menschen 1506 (2 drukken) 48, 49 Daer was een siele in groter pinen 50 Die gebenedide heilige vijf wonden (2 drukken) 51, 52 Pieter Jansz. Tyebaut 1517—1522. D'instructie van der camerc van den Hove 1616—17 77 Wilhelmus Hermannus, Olandie Gelrieque bellum, c. 1517 158 D'instructie van den Hove van Hollant enz. 1522 (2 drukken). .... 78, 79 Dionysius de Lenwis al. Rikel, Tractatus 157 Doen Pietersz. 1518—1532. Die Epistolen en Evangeliën 1521 109 Dat liden ons heren 110 Hoemen den berch van calvarien opclimmen sal ... 111 Ootmoedighe Beclaginge ... 112 Passio Domini nostri J. C. 1523 160 Die Evangeliën 1523, 1524 113 Pronosticatie van Jasper Laet 1524 114 Evaluacie boecxken 1526 115 Die Evaluacien 1527 116 Bybel 1527 117 Meester Luyt, coster. Joannes Eckius, Een corte declaratie enz. 1527 87 Jan Zeverszoon Croepel. Die coopie van den brief des K. M. 1535 134 Bartholomaeus Jacobsz. 1536—c. 1550. -Sinte Augustijns eenlike sprake 124 Dierijck Löor, Der liefden oft der minnen regel 1537 187 Dat verduldich lijden 138 Jan Jacobszoon Die Kaerte van dye Suyderzee 1540 151 Antwerpen. Mathijs van der Goes 1480—1491. Aristoteles, Secreta secretorum c. 1488 Nicolaes Leeu 1487—1488 Ludolphus v. Saxen, Dat boeck van Jesus leven 1488. 31 Dirck Martensz. van Aalst 1476—1497 Petrus Hispanus, Summa experimentorum 20 Weduwe Roelants van den Dorpe 1501 Hendrik Herp, Die groote ende nieuwe spiegel der volcomenheyt 1501 53 Hendrick Eckert van Homberch 1500—1519 Jan Bottelgier, Somme rnyrael 1503 ■. 54 Guido de Cauliaeo, Die Cyrurgie 1607 - 55 Die Vertroostinge der gelatener 'menschen 1510 . 56 Die keizerlijke Crone ons heeren 1514 57 Seven suverlike cranskens 1515 s 58 Epistelen ende Evangeliën 1517 •• °9 Godschalck Rosemondt, Boecxken van der biechten 1517 60 Thomas a Kempis, Qui sequitur me 1517 61 Die vertroostinge der gelatener menschen 1517. 62 Den wijngaert van S. Franciscus 1518 68 Fasciculus mirre 1518 -. 64 Joh..Gerson, De imitatione Christi 1518 159 Godschalck Rosemondt, Boecxken van der Biechten 1519 65 's Conincx Summe 1519 ••• 66 Dirck Martensz. van Aalst Rodolphus.Agricola, Opuscula 1511 161 Claes de Grave Fasciculus medicine 1512 ....: 88 Spieghel historiael 1615 -89 Johannes de Vigo, Dat chyrurgglick werk 1588 90 Institutiones Imperiales 1534 ■' "1 Willem Vorsterman Bethlem, Een devote meditacie 1518 92, 93 Thomas a Kempis, Qui sequitur me ..... 94, 95 Devote oeffeninge tot eenen yegheliken choor der engelen 96 Van den vruchten des lidens , 97 Caroli V edictum contra Lutherum 1521 :... 162 Die Evangelische Lanterne 1525 98 „ „ 1527 •■ 9» Den Bibel 1528 1°° De Bibel 1528, 81 l»l Franc. Titelmannüs, CoUationes v sup. Epist. ad Rom. 1529 163 Lanfranck van Meylanen, Chyrurgie 1529. - 102 Den Roseghaert van den bevrnchten vrouwen 1530 108 Les ordonnances que 1'empereur etc. 1581 1°* Den Bibel 1533, 34 > 104 Wijngaert — Een nieu ende seer suverlick boeksken 1537 105 Petrus Sylvius, Tfundament der medicinen 1540 106 Fasciculus myrre ' 107 Die Gracien ende aflaten van S. Franciscus drien ordenen •... 108 Michiel van Hoochstraten. Erasmus, Brevissima ... epistol. confic. formula 1521 . 164 Jac. Latomus, De primatu Romani pontificis 1526 165 Erasmus, Lingua 1526 • Franc. Titelmannus, Elucidatio in epistolas apostolicas 1528 167 Adrianus Barlandus, Jocornm libri tres 1529 • 168 Den Roseghaert van den bevruchten vrouwen 1529 1*5 Joachimus Fortius Ringelbergius, Liber de homine 1629 169 )} „ , Dialectica, etc 1530 1/0 " ,. , Institutiones astronomicae etc. 1580... 171 Lndolphus Nicolai, Die beduydinghe der missen 1530 126 Les ordonnances que Lempereur etc. 1531 lj>* Erasmus, Lib. de sarcienda ecclesiae concordia 1583 17* • Constumen, usantien. .. van Mechelen 1535 1*7 Cornelius Crocus, Colloquiorum puerilium formulae 1586 173 Georgius Macropedius, Andrisca 1538 • 174 Jason Pratensis, De tuenda sanitate 1588 175 Die Keure van den lande van Zeelandt 1*8 Medecijn der sielen 1*9 Ioannes Grapheus en Ioannes Steelsius Index utriusque testamenti 1624 .' j°4 Paulus Jovius, De Romanis piscibus 1528 181 Jacobus Castricus, De sudore epidemiali 1529 18* Spelen van Sinne 1585 • jijj? Nicolaus Hanapus, Virtutum vitiorumque exempla 1685 lojj Valerius Maximus, Dictorum factorumque mem. eiempla 1585 186 Ach. P. Gassarus, Historierum... epitome 1536 187 Cornelius Crocus, Ecclesia ad confirmandam fidem 1536 188 Algerus, De veritate corporis et sanguinis 1536... 189 Cornelius Crocus, Comoedia saera cui tit. Joseph 1538 .. *. 190 Paulus Jovius, Turcicarum rerum commentarius 1538 191 Marcus Hieron. Vida, Christiadps libri VI 1540 192 Smaragdus, De ecclesiasticorum.., virtutibus 1540 193 Erasmus, Paraphrasis in omnes epistoles apostolicas 1540 194 Hans van Kuremunde Dat heylich Evangelium 1525 , 118 Jacob van Liesveldt Dat oude ende dat nieuwe Testament 1526 119 Instructie van den Hove van Hollant 1531 120 Die gulden letanien 121 Oordinantien, statuyten ende edict des... Karolus V 1540 145 Jan van Ghelen Dat nienwe Testament 1526 122 Den Rosegaert van den bevruchten vrouwen 123 Sinte Augustijns eenlike sprake 124 Marten de Keyser L. Annaeus Seneca, Flores 1528 177 Jan Thibault, Den tresoor van den preservatieve remedien 1531 130 Franciscus Titelmannus, Elucidatio in psalmos 1531 178 Vita Servatoris nostri Jesu Christi 1532 179 Galeatius Capella, De rebus nuper in Italia gestis 1533 .. 180 Henrick Peetersen van Middelburch Den Bibel 1535 131 Guilielmus Spyridipoeus Junior Expositio de morte Thomae Mori 1536. 195 Hansken van Liesveldt Den Bybel 1538 188 Matthias Crom Hieremias Thriverus, In I Aphorismorum Hipp. librnm 1588 196 Aurelius Cornelius Celsus, De sanitate tuenda 1539 197 Guilhelmus Montanus Theobaldus Lepleignius, De usu pharmaceutices 1539 198 Joannes Crinitus Christ. Massaeus, Chronicorum libri 1540 199 Septem linguarum dictionarius 1540 200 Symon Cock Den schat der godlijcker liefden 1540 142 Souter liedekens 1540 .• , 148 Den Rosegaert van den bevruchten vrouwen 144 Jo. Thibault Alardus Amstelredamus, Epitome assis Budaeici 201 Brussel. Broeders' des gemeenen levens 1476—1487 Petrus de Aillyaco, Lectura sententiarum.. 14 . Marck Martens »» Oordinantien, statuyten ende edict des... Karolus V 1540 145 Delft. Jacob Jacobsz. en Maurits Yemantsz. van Middelburg 1477—1479 Biblel477 21 Christiaen Snellaert 1486—1497 Passionaal of gulden legende 1489 22 Spiegel der volcomenheyt 1490 28 Hendrik Lettersnijder 1496—1508 . . Commendacien die men voor den siecken leest 35 Copia noui mar. magni Sixti IV 1508 156 Cornelis Hendricksz. Lettersnijder Oeffeninghe der passien 85 „ tot een yegelick choor der enghelen 86 Joannes Eckius, Een corte deelaratie, enz. 1527 87 Deventer. Richard Paffroet 1476—1505 Conrad v. Brundelsheim, Sermones socci c. 1477 2 Speculum exemplorum 1481 3 Michael de Ungaria, Sermones 14a 1 4 Gerard v. Vliederhoven, Quatuor novissima 1491 5 1502 6 Alexander Hegius, Dialogi 1503 7 Tibnllns, Propertius, Ovidins — Selecti versus, sel. Murmellius 1505... 7ff Jacobus van Breda sed. 1483 Guilhelmus de Gouda, Tractatus de expos. missae 1490 8 Gerard v. Vliederhoven, Quatuor novissima 1494 9 Baptista Mantuanus, Parthenices commendatio c. 1498 10 Bonaventura, Tractatus de corpore christi 1499 11 Thomas de Aquino, Tractatulus de arte predicandi c. 1499 12 Theodericus de Borne Jfirgilius, Bucolicum carmen c. 1610 158 Albertus Pafraet Terentius, Andria 1512 1°4 Joannes MnrmeUins, Nuclei 1515 155 Gent. Arend de Keysere 1483—1488 Boecius, De consolatione philosophiae 1485 80 Gouda. Gerard Leeu 1477—1484 Van den se ven sacrementen 1484 25 Govert van Ghemen 1486—1490 Die geestelijke minnenbrief , Uf" Haarlem. Jacob Bellaert 1483—1486 Summe le roy 1484 '» *7 Otto van Passau, Boec des gulden troons 1484 ' 28 Bartholomaeus Engelsman, Van den proprieteiten der dingen 1485 29 's Hertogenbosch. Geraert van der Hatart Dat paradijs der liefhebbender sielen 1535 136 Leiden. Hngo Jansz. van Woerden 1494—1505 Dat leven van Maria 1500 41 Onser liever Vrouwen souter 1500 4* ' Vertroostinge der gelatener menschen 1502 48 Spiegel der volcomenheyt 1502 •.• 44 Miraculen van Onse lieve Vrouwe 1603 45 Onser liever Vrouwen mantel 46 Onser liever Vrouwen croon 47 Jan Seversz. 1508—1524 Vitras patrum, dat Vader boeck 1511 67 Bonaventura, Stimulus divini amoris 1511 68 Cronycke van Hollant, Zeeland ende Vriesland 1517 69 Die 100 articulen van der passien 1518 '70 Onser liever Vrouwen souter 71 Den geesteliken minnenbrief • 7* Sinte Franciscus souter ! 73 Dat gulden gewichte -v 74 Dat werc der apostelen 75 Bethlem, Devoet meditacie op die passie 76 Bartholomaeus Jacobsz. Den Roseghaert vanden bevruchten vrouwen 1530 108 Peter Janszoon Dierijck Loor, Der liefden oft der minnen regel 1537 37 Dat verduldich lijden .. 138 Leuven. Johannes de Westfalia 1474—1496 Cicero, Laelius s. de amicitia 1483 15 „ Paradoxa c. 1483 i 16 Gasparinns Pergamensis, [Epistolarum opus] c. 1483 17 Aeneas Silvius (Pius II), Familiares epistolae 1483 18 Boecius, De consolatione philosophiae 1484 ■ . 19 Servatius Zassenus Hieremias Thriverus, De temporibus morbbrum 1535 202 Rutgerus Rescius et Jo. Sturmius Joannes Chrysostomus, TTepi TcO iwnrKOTTeïv 1529 , 207 , 'Ofi^ïx 1530 208 Joannes Driedo, De captivitate et redemptione hum. gen. 1534 203 Theophilus, Institutiones (graecc) 1536 ' 209 Alardus Aemstelredamus, De... Encharistiae sacramento 1537 204 Joannes Driedo, De concordia liberi arbitrii et praedest. 1537 205 „ „ , De gratia et libero arbitrio 1537 206 Schoonhoven. Reguliere kanunniken in den Hem buiten Schoonhoven 1495—1504 Oefeninge van der passien 1497 86 Leven ons liefs Heeren 1499 37 Sermonen op die Evangeliën 1501 88 Devote materiën 1503 89 Johannes Gerson, Een suverlic boec 1504 40 Utreoht. Nicolaes Ketelaer en Gerard de Leenvpt 1473—1474 Petrus Comestor, Scolastica historia super N. T. 1473 1 Jan Veldener 1478—1481 Fasciculus temporum 1480 24 Jan van Doesborch Der vrouwen natuere ende complexie 81 Jan Berntsz Jeronimus Bruynswijck, Dat hantwerek der cirurgien 1535 135 Zierikzee. Reynier Cornelisz. Die Accordaten 80 Zwolle. Peter van Os van Breda sed. 1479 Evangeliën en epistelen 1488 32 Vaderboeck 1490 38 Bernardus, Sermones in duytsche 1495 84 Uitgaven zonder plaats en naam. Commendatio die men leest voor een broeder 82 Evangelie van den sonnendach \ oor pinxteren ' £3 Spieghel der goeder menschen, 84 Oeffeninghe van der passien 147 Ludolphus Nicolai, Oeffeninghe ende verclaringhe 148 Een spiegel der volcomenheit... door die Carthuyseren tot Coellen.... 149 Gedinkenissen tot alle de XXX poen ten der messen 150 Epistole due... Clementis VII... Karoli V 1527 176 Menno Simons, Dat Fnndament 1539 139 „ „ , Voele goede vnd christelycke leringen 140 „ „ die wunschet alle menschen 141 Ordinantiën, Statuyten ende edict enz. 1540 146 I REGISTER Accordaten 80. Aegidius Aurifaber 3. Aeneas Silvius 18. Agricola (Rud.) 161. Ailliaco (Petrus de) 14. Alardus Amstelredamus 160, 201, 204. Alexander Hegius 7. Algerus 189. Anthonisz. (Corn.) 151. Aquino (Thomas de) 4, 12. Aristoteles 13. Articulen van der. passien 70. Augustinus 8, 124. Aurelius (Cornelius) 69. Aurifaber (Aegidius) 8. Baptista Mantuanus 10. Barlandus .(Adr.) 168. Bartholomaeus Engelsman 29. Barzizius 17. Beclaginghe 112. Berch van Calvarien 111. Bernardus 34. Bethlem 76, 92, 93. Biecht (Boekske van der) 60, 65. Boec des gulden throens 28. Boeck van Jhesus leven 31. Boecius 19, 30. Bonaventura 11, 68. Bottelgier (Jan) 54. Brederode (Jan van) 66. Brundelsheim (Conrad von) 2. Bruynswijck (Joh.) 135. B$bel 21,100,101,104,117,119,181, II Capella (Galeatius) 180. Carolus V 162, 176. Castricus (Jacobus) 182. Canliaco (Guido de) 55. Celsus 197. Chirurgie 55, 90, 102, 135. Chrysostomus (Io.) 207, 208. Cicero 15, 16. Clemens VII 176. Comestor (Petrus) 1. • Commendacien 35. Commendatio 82. Conincks summe 27, 66.. Conrad van Brundelsheim 2. Coopie 13.4. * Cernelis Anthonisz. 151. Cornelius Aurelius 69. Cornelius Petrus 183. Coustumen 127". Cranskens 58. Crocus (Cornelius) 173, 188, 190. Crone ons heren 57. Cronycke 69. Croon (O. L. V.) 47. [ Cnra clericalis 4. üictionarius 200. Dionysius Cartnsiensis 4. Dionysius Rikel 157. Dordrecht (Mathijs van) 64. Driedo (Io.) 203, 205, 206. Eckius (Ioannes) 87. Edictum Caroli V 162. Eneas Silvius 18. ; Engelsman (Bartholomaeus) 29. Epistelen ende evangeliën 59, 109. Epistole 176. Erasmus 164, 166, 172, 194. Evaluacie 115, 116. Evangelie vanden sonnendach 83. Evangeliën 113, 118, Evangeliën .en epistelen 32. Ezpositio de morte Thomae Mori 195. Fasciculus medicine 88. Fasciculus mirre 64, 107. Fasciculus temporum 24. Formula vivendi canonicorum 8. Fortius Ringelbergius.(Ioach.) 169,170,171. Franciscus (S.) souter 73. Fundament der medicinen 106. Gasparinus Pergamensis 17. Gassarus (Ach. P.), 187. Gedinkenissen 150. Gerard van Vliederhoven 5, 6, 9. Gerson (Johannes) 40, 159. Ghewichte 74. Glanvilla (Bartholomaeus de) 29. | Godschalc Rosemondt 60, 65. Gouda (Guilhelmus de) 8. Gracien ende aflaten 108. Guido de Cauliaco 55. Guilhelmus de Gouda 8. Gulden legende 22. Hanapus (Nicolaus) 185. Hegius (Alexander) 7. Hermannus (Wilhelmus) 158. Herp' (Heynric) 53. Hey (Lucas van der) 68. Heynric Herp 53. Hispanus (Petrus) 20. Hystoria (Scolastica) sup. N.T. 1. Index utriusque Test. 184. Institutiones imperiales 91. Instructie van den hove 77, 78, 79, 120. Iovius (Paulus) 181, 191. Jacob Coruelisz. 160. Jan Bottelgier 54. Jan van Brederode 66. Jason Pratensis 175. Johannes Gerson 40, 159. Johannes Lapidanus 17. Kaerte van die Suiderzee 151. Kempis (Thomas a) 61, 94, 95, 159. Keure van Zeeland 128. Laet (Jasper) 114. Lanfranck van Meylanen 102. Lanterne (Evangelische) 98, 99. Lapidanus (Johannes) 17. Latomus (Jac.) 165. Legende (Gulden) 22. Lepleignius (Theob.) 198. Letanien 121. Leven van Jezus 31, 37. Leven van Maria 41. Liden ons heren 110. Loor (Dierijck) 137. Lucanus 13. Lucas van der Hey 68. Ludolphus Nicolai 126, 148. Lijden (Dat verduldich) 138. Macropedins (Georg.) 174. Mantel (O. L. V.) 46. Mantuanus (Baptista) 10. Marsus (Petrus) 16. Massaeus (Christ.) 199. Materiën (Devote) 39. Mathijs van Dordrecht 64. Medecijn der sielen 129. Meditacie op die passie 76, 92, 93. Menno Simons 189, 140, 141. Michael de Ungaria 4, 8. Minnenbrief (Die geestelijke) 26, 72. Miraculen van O. L. V. 45. Murmellius (Io.) 155. Navolginge Christi 61, 94, 95. Nicolai (Ludolphus) 126, 148. Novissima (Quatuor) 5, 6, 9. Oefeninghe ... choor der enghelen 86, 96. Oefeninghe vander passien 36, 85, 147. Ordinantiën 145, 146. Ordonnances 152. Otto van Passau 28. Paradijs der liefh. sielen 136. Passau (Otto van) 28. Passio domini 160. Passionael 22. Paulus Iovius 181, 191. Pergamensis (Gasparinus) 17. Petrus de Ailliaco 14. Petrus Comestor 1. Petrus Marsus 16. Petrus Yspanus 20. Petrus (Cornelius) 183. Pius II 18. Pratensis (Jason) 175. Pronosticatie 114. Quatuor novissima 5, 6, 9. Qui sequitur me 61, 94, 95, 159. Ringelbergius (Ioach.) 169, 170, 171. Rosegaerdt van den bevr. vrouwen 103, 123, 125, 144. Rosemondt (Godschalc) 60, 65. Sacramenten 25. 'Schat der godlijcker liefden 142. Seneca (L. Ann.) 177. Sermonen op die Evangeliën 88. Sermones Socci 2. Siele in groter pinen 50. Silvius (Eneas) 18. Sixtus V 156. Smaragdus 193. Somme ruyrael 54. Souter (S. Franciscus) 73. Souter (O. L. V.) 42, 71. Souter liedekens 143. Speculum exemplorum 2. Spelen van sinne 132. Spiegel der goeder menschen 84. Spiegel historiael 89. Spiegel der volkomenheid 23, 44, 53,149. Stimulus divini amoris 68. Summe Ie roy 27, 66. Sylvius (Petrus) 106. Symon van Venloe 23. Terentius 154. Testament 119, 122. Theophilus 209. Thibault 130. Thomas de Aquino 4, 12, 19. Thomas a Kempis 61, 94, 95, 159. Thriverus (Hierem.) 196, 202. Throen (Gulden) 28. Titelmannus (Franc.) 163, 167, 178. Ungaria (Michael de) 4, 8. Vader boeck 33, 67. Valerius Maximns 186. Venlp (Symon van) 23. Vertroostinge 43, 56, 62. Vida (Mare. Hier.) 192. Vigo (Johannes de) 90. Virgilius 158. Vita Servatoris 179. Vitaspatrum 33, 67. Vliederhoven (Gerard van) 6, 6, 9. Vrouwen — Der — naluere 81 Vruchten des lidens 97. Wandelinghe 48, 49. Werc der apostelen 75. Wilhelmus Hermannus 158. Wonden (Die h. vijf) 51, 52. Wijngaert 105. Wijngaert van S. Franciscus 63. Yspanus (Petrus) 20. AANGEHAALDE WERKEN. Campbell (M. F. A. G.), Annales de la typographie néerlandaise au XV* siècle. La Haye 1874. 8°. Hierbij le—4e suppl. La Haye 1878—1890. 8». Holtrop (J. W.), Monuments typographiques des Pays-Bas au quinzième siècle. Collection de fac simile. La Haye 1868. f°. Conway (Will. Mart.), The woodcutters of the Netherlands in the fifteenth ceatury. Cambridge 1884. 8°. Nühoff (Wouter), Bibliographie de la .typographie néerlandaise des années 1500 a 1540. Ouvrage faisant suite aux „Annales" de Campbell. Feuilles provisoires, livr. 1—20. La Haye 1901—1912. 8°. Nijhoff (Wouter), Nederlandsche bibliographie van 1500—1540. Alphabetisch register. Overdruk uit „He» Boek", 'sGrav. 1912—1914. 8". Nijhoff (Wouter), L'art typographique dans les Pays-Bas 1500—1540. Beproduction en facsimile des caractères typographiques, des marqués d'imprimeurs, des gravures sur bois et autres ornements employés dans les Pays-Bas entre les années MD et MDXL. Av. notices critiques et biographiques. Livr. 1—21. La Haye 1902—1918. f°. Catalogue de la bibliothèque (manuscrits, ouvrages xylographiques, incunables, ouvrages d'estampes, livres curieux et rares) formée pendant le 18* siècle par MM. Izaak, Johannes et le Dr. Johannes Enschedé (vente 9 Dec. 1867 et j. s.). Amsterdam, La Haye 1867. 8°. Dirks (P. F. Servais), Histoire littéraire et bibliographique des frères mineurs de 1'observance de St. Frangois en Belgique et dans les Pays-Bas. Anvers 1885. 8°. Olthoff (Frans), De boekdrukkers, boekverkoopers en uitgevers in Antwerpen sedert de uitvinding der boekdrukkunst tot op onze dagen. Antwerpen 1891. 4°. Daniels (C. E.) en E. W. Moes, Eucharius Böslins Bosengarten. (Centralblatt f. Bibliothekswesen XVI, blz. 113-126). Amst. 1897. 8». Scheurleer (D. F.), De souterliedekens. Leiden 1898. 8°. Moes (E. W.) en C P. Burger Jr., De Amsterdamsche boekdrukkers en uitgevers in de 16e eeuw. Dl. I—IV. Amst. 1900—1915. 8°. Enschedé (Cn.), Fonderies de caractères et leur matériel dans les Pays-Bas du XVe au XlXe siècle. Haarlem 1908. f°. Catalogus der Bij bel-tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam. 1914. 8». Tijdschrift voor boek- en bibliotheekwezen. Jaarg. I—IX. Antwerpen, Gent, Den Haag 1903—1911. gr. 8». Boek (Het). 2e reeks van het Tijdschrift v. b. en b.-wezen. Jaarg. I—VIII. Den Haag 1912—1919. 8°.