DE ARCHIEVEN VAN KLOOSTERS EN ANDERE STICHTINGEN IN DELFLAND ALGEMEEN RIJKSARCHIEF DE ARCHIEVEN VAN KLOOSTERS EN ANDERE STICHTINGEN IN DELFLAND DOOR DR. J. M. SERNEE EN NA HAAR OVERLIJDEN VOORTGEZET DOOR DR. S. W. A. DROSSAERS EN JHR. MR. W. G. FEITH 'S-GRAVENHAGE MARTINUS NIJHOFF 1920 tens van Sevenhoven (Archievenblad 1918 blz. bb vlg.) voor het doen samenstellen van één gezamenlijke regestenlijst aangevoerd, naar aanleiding van de uitgave van De Archieven van de Delftsche Statenkloosters. Doch het eerste motief is te weerleggen op grond van het feit, dat één gezamenlijke regestenlijst het door mr. Martens genoemde bezwaar — nl. omslachtige inrichting van den index — toch in zooverre niet zou ondervangen, dat de omslachtigheid zich dan slechts van den index zou verplaatsen naar de regestenlijst bij het verwijzen naar de inventarisnummers, wat vóór alles te vermijden is. Het tweede motief-inconsequentie betreffendeplaatsingvan een cartularium en zijne regesten — hoewel principieel zeer juist, kwam voor de door mij bewerkte, archieven niet in aanmerking. De regestenlijsten zijn om die redenen dus ieder afzonderlijk achter de inventarissen gesteld; echter is op andere wijze getracht den index handiger in het gebruik te maken, nl. door daarbij vóór elk nummer de bladzijde van het geheele werk te vermelden. twijfelt tusschen Westeinde en Torenstraat. Van de bewijsgronden, als pleitende voor de meening, dat het klooster eerst in de Torenstraat, daarna in het Westeinde heeft gestaan, aangevoerd in de Mededeelingen »), is mijns inziens de eerste te zwak om dat feit vast te stellen, de tweede volstrekt niet afdoende daartoe. Immers, dat de Torenstraat bestond vóór het Westeinde, bewijst niets, zoolang het ontstaan van beide straten niet nader bepaald is, terwijl het feit, dat de nonnen in 1466 haar kerk in het Westeinde, hadden, terwijl zij in de Torenstraat huizen bezaten, wel meer zegt, maar toch geene algeheele zekerheid verschaft. Aangezien echter genoemde „francijnenbrief" de Torenstraat — en alleen de Torenstraat — noemt, zou het aanbeveling verdienen deze straat als eerste verblijfplaats te blijven beschouwen, zoolang niet meer zekerheid verkregen is. Het klooster moet tamelijk groot van omvang geweest zijn; het bezat een bouwhuis, eene brouwerij, een kalverenhuis en eene eigen bakkerij. Het recht om haar koren te malen hadden de zusters van den graaf verkregen bij brief van 18 Augustus 1477, op voorwaarde, dat zij jaarlijks op den eersten Zondag van Oogstmaand voor den graaf en diens gemalin zouden zingen en eene mis opdragen van den Heiligen Geest en na hun overlijden een jaargetijde. Voorts moesten zij voor ieder persoon in het klooster jaarlijks betalen 20 mijten Vlaamsch; dit werd later, met ingang van 24 Augustus 1526, veranderd in eene jaarlijksche uitkeering gedurende tien jaar van 29 stuiver, welke som later nog werd verminderd tot 25 en 20 stuiver, totdat het klooster in 1557 weder per persoon betaalde. De betaling daarvan geschiedde op een certificaat van den secretaris van den Haag. Uit de rekeningen van den rentmeester van Noord-Holland2), waarin elk jaar de opbrengst verantwoord werd, blijkt, dat de bevolking van het klooster van 1487 tot 1506 gemiddeld bedroeg 80 personen, na dien tijd is zij geleidelijk afnemende geweest, zoodat zij in 1511 64, in 1526 69, in 1557 85 en in 1570 slechts 24 personen bedroeg. Het Sint-Agnietenklooster had geen zegel, maar een erkend handteeken, te vinden in eene akte der mater van 7 Januari 1572 *). Bij de eerste onlusten van 1572 werd het klooster reeds vernield. „Alsoe die conventualen int midden des jares LXXII verjaecht en verstroyt sijn" en „tselve convent overmits de troubles geraseert ende afgebroken, sülx, dat deselve conventualen verstroeyet zijn."4). De kerk is'blijkens eene akte van 2 Februari 1578 verkocht voor afbraak aan een timmerman te Leiden, doch uit de akten van 4 en 5 December 1584 is op te maken, dat die afbraak gedeeltelijk ook heeft gestrekt tot vernieuwing der gedeelten, waarin het weeshuis is overgebracht. *) Mededeelingen van de Vereeniging ter beoefening der Geschiedenis van 's-Gravenhage, dl. II, blz. 87 vlg. ') Idem blz. 92 en 93. *) Idem blz. 92. «) E. N-H. 1572, jo. 36, 157a/„ fo. 60. Zie Mededeelingen dl. II, blz 93. Voor zoover de conventualen in den Haag achterbleven, verkregen zij van het weeshuis ter bewoning een huis op het Kerkhof l); daarenboven genoten zij over 1578 nog van de goederen en inkomsten van het klooster. Later ontving iedere conventuaal van de Staten 50 pond jaarlijks tot onderhoud; deze som werd in 1594 tot 66 pond verhoogd en in 1598 met 80 pond voor haar, die boven, en met 20 pond voor haar, die onder de zestig jaar oud waren J). Nog in 1598 werd dit onderhoud genoten door 6 dier conventualen; eene leefde nog in 1612, doch was in 1618 mede overleden, daar in dat jaar het huis op het Kerkhof is verkocht. INVENTARIS. A. Financieel Beheer. Rentebrieven. 1. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 'sjaars, uit een huis met erf in den Haag 1479. 1 charter (reg. no. 1). REGESTENLIJST. I. 1479 November 19. Schepenen "van den Hage oorkonden, dat Jacob Bertouts zoon erkent schuldig te zijn aan de zusters van het Sint-Agnietenzusterhuis in den Hage een jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit het door hem bewoond wordende huis met erf op de Plaats. Gescreven upten XIXsten dach in Novembri int jair ons Heer en M CCCC negen ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 1). Het schependomszegel verloren. *) De latere Ri.viervischmarkt. ') Bes. St. v. H. 1577 Augstus 22, 1594 Juli 2 en 1598 December 23. HET KLOOSTER SINT ELIZABETH. INLEIDING. Wanneer dit klooster gesticht is, is niet bekend; het oudste charter, waarin het met name genoemd wordt, is van het jaar 1443 (reg. no. 32). Het stond aan het einde van de Vlamingstraat over de Schoolstraat, op het plein, waar nu de groote markt gehouden wordt, en ook voor een gedeelte op de Laan, welke daarom Susterlaan heette, als behoorende aan het convent. Het gebouw lag aan de gracht, welke nog in het begin der 17e eeuw tot de Sohoolstraat liep. Immers, bij akte d.d. 1455 Juli 14 verklaarde Jan.Deym, dat het land, waarop het Sint-Elizabethszusterhuis stond, met de gracht aan de oostzijde, aan zijn vader had toebehoord. Het grondgebied van dit klooster was zeer uitgestrekt; daartoe behoorde het grootste gedeelte van den Zusterpolder, die zijn naam aan de zusters van Sint Elizabeth heeft ontleend en in die dagen veel grooter was dan in later tijd. Toen heette grootendeels Zusterpolder al hetgeen lag ten zuiden van het Westeinde, de Laan en de Vlamingstraat; vandaar dat hetgeen bij het graven der buitengrachten van dien polder is afgesneden en binnen de grachten gebracht, Sint-Elizabethpolder is genoemd. De kerk stond ten zuiden van de Laan; zij werd c. 1453 gesticht, blijkens een grafelijken giftbrief van 38 Rijnsche guldens voor het bouwen dier kerk d.d. 1543 December 7. In die kerk waren drie altaren, één gewijd aan Sint Elizabeth, waarop eene vicarie gevestigd was; één gewijd aan de Heilige Moeder en één aan Sint Johannes den Evangelist. Aan de zuidoostzijde der kerk vond men den tuin en daarbij het paterhuis. Op de gronden van het klooster is ook de Raamstraat gebouwd; hierbij stond de Zusterpoort, de hoofdingang van het klooster, terwijl men ter plaatse, waar nu de markt is, den rosmolen en het molenhuis vond. Het recht van dien rosmolen, d. i. om vrij tarwe, gerst, rogge en ander koren te malen werd door MaxImiliaan en Philips van Oostenrijk bij brief van 3 Juni 1486 aan het klooster ge- schonken, zonder dat daarvoor iets betaald moest worden *) (zie Inv. no. 3). Blijkens de bovenvermelde akte bezat het klooster in het jaar 1443 een eigen zegel. Ten aanzien der zegels van de kloosters, behoorende tot de orde van Sint Franciscus, waartoe ook het Sint-Elizabethsconvent behoorde, werd in 1471 bepaald, dat pater en mater het zegel niet mo'chten gebruiken, dan tezamen met een derde2). Het feit, dat in het midden der 15e eeuw de geestelijke stichtingen zeer rijk waren en er zich dientengevplge een groot kapitaal in de doode hand bevond, gaf Philips van Bourgondië aanleiding naar een middel uit te zien aan dat oeconomisch nadeel een einde te maken. Hij stelde een reglement op 8) voor de geestelijken, met behulp van de ridderschap en de steden van Holland, waarna er in 's-Gravenhage eene algemeene dagvaart gehouden werd, waarbij alle geestelijke personen, zoowel mannen als vrouwen, van welke orde zij ook waren, werden opgeroepen om op een bepaalden dag in Den Haag te verschijnen. Dit geschiedde en op die bijeenkomst werd de opgestelde ordonnantie in geschrifte overgeleverd en een tijd van beraad gesteld tot het aannemen of verwerpen daarvan. Op den bepaalden dag zonden de geestelijken hun „provjditoirs" naar 's-Gravenhage en deze hadden meestendeels allen last gekregen een ontkennend antwoord te geven, bewerende, dat bedoelde ordonnantie hun te zwaar was om aan te nemen en niet was gebaseerd op het recht. Alleen de ministerse en zusters van het SintElizabethsconvent in den Haag namen het reglement gewillig aan, hoewel zij daarover later, bij gelegenheid van een proces, gevoerd voor het Hof van Holland in 1459, haar spijt betuigden 4). Philips van Bourgondië gaf het klooster toen een open brief, waarin de 11 artikelen van het reglement vervat waren. Dit stuk maakt ons bekend met eenige wetenswaardigheden betreffende het convent. Men ziet er uit, dat het klooster aan huizen, landerijen, erven en renten niet meer mag bezitten dan voor 100 mark Trooisch zilver 's jaars; zoolang zij nog niet tot dien rijkdom gekomen zijn, mogen de zusters erfenissen aannemen6) en mogen de novieten 6) al haar geld en goed met zich in het klooster brengen. Tot dien tijd toe mogen zij ook wollen en linnen lakens weven, doch slechts voor zichzelven. Zijn zij eenmaal tot bedoelden rijkdom gekomen, dan mogen zij geene erfenissen meer aanvaarden en moeten J) Deze brief is afgedrukt door A. J. Servaas van Rooyen in Bijdr. Bisd. Haarlem dl. XXIV (1899), blz. 153—155, naar het verminkte, doch naar het origineel verbeterde hs., berustende in het gemeentearchief van 's-Gravenhage. s) Eene afbeelding van het zegel van het Sint-Elizabethsklooster treft men aan bij De Riemeb, folio 462. *) Voorafgaande aan de reeds genoemde ordonnanties d.d. 1453 Maart 17 en 1456 April 30, van het Sint-Elizabethsklooster. «) Vgl. De Riemer, dl. I, fol. 463. 5) Echter niet meer dan Vjo deel van de goederen van den erflater. 6) Voor den leeftijd gold als grens 15 jaar. de bezittingen der novieten binnen het jaar verkocht worden, terwijl de zusters dan slechts linnen mogen weven, doch dit wel mogen verkoopen. Bovendien werd haar tolvrijdom toegestaan. Ook zullen zij op dat tijdstip gehouden zijn 50 of meer geordende personen in haar klooster te hebben, in geen geval minder, terwijl bij overlijden of anderszins dit aantal zoo spoedig mogelijk dient aangevuld te worden. Ook blijkt uit Philips' brief, dat, indien de zusters al later den regel van den Heiligen Augustinus hebben aangenomen, haar toen nog de derde van den.Heiligen Franciscus als regel gold. Voorts worden zij geprezen, dat zij zich bereid verklaard hebben de ordonnantie aan te nemen, niettegenstaande dat anderen zich daartegen verzet hadden. Eindelijk ziet men, dat zij „woonachtigh sijnde voir den Hoff in den Hage, dair dagelicx veel vergaderinge waren in dachvaerden ende andere saken, dair die geoirde ende religieusen luyde dicke veel mede te doen hadden, dairaff sy groot anval ende coste hadden, mits dat die Religieuse veel herberge namen in hoeren cloister ende bisonder van hoeren montcosten." Op het tijdstip, dat de hertog van Bourgondië het klooster zijn open brief schonk, was dit, zooals duidehjk uit de artikelen der ordonnantie blijkt, nog „niet gegoet in erflijke renten — tot die wairde van hondert mark silvers 's jairs"; maar dat het toch in vergelijking met de andere Haagsche kloosters welvarend was, blijkt daaruit, dat het weinige jaren later door de stedelijke regeering in 's Graven bede l) werd aangeslagen tot een bedrag, uitmakende het dubbele van de som, welke door de kloosters der Heilige Agnes en der Heilige Maria ieder afzonderlijk betaald moest worden2). Uit den onwil der zusters tot betaling van de som voor 's Graven bede, mag men niet afleiden, dat zij zich wilden verzetten tegen de wettige macht; immers, blijkens de uitspraak van het Hof van Holland in deze zaak (1471), schijnen zij het recht aan hare zijde te hebben gehad. De zusters ontvingen na de opheffing van het klooster een jaarlijksch onderhoud van de Staten, dat bij resolutie van 25 Maart 1594 verhoogd is voor de vroegere mater' tot 100 pond en voor de overige tot 80 pond. In 1584 toen alle huizen in de Vlamingstraat afbrandden, geraakte ook een gedeelte van dit klooster in de asch, zooals blijkt uit eene resolutie d.d. 1584 Juli 21: „Op het versoek van Maritgen Vincenten, blinde en impotente vrouwe, oud 70 jaeren, die voor alimentatie toegevoegt is geweest ses pond grn. 's jaers; en Jannitgén Ottendogter oud 60 jaren, die vier ponden Vlaems toegevoegt waren, beyde conventualen van den convente van 't Spuye in den Hage, is elks, in aenzdeninge van de afbrandinge van hare huysinge van St. Elizabeth in den Hage, boven hare toegevoegde alimentatie gegunt nog twee ponden grooten Vlaems tsjaers." 1) Zie de inleiding van het St.-Agnetaklooster, blz. 4. s) „ te weten, dat van St. Agneta op 6, dat van St. Elizabeth op 12, en dat van Onse Lieve Vrouwe op het Spoey op 6 ponden. In 1589 gaven de Staten van Holland eenige stukken van de huizinge van dit klooster in erfpacht aan particulieren blijkens een resolutie d.d. 1589 December 29, terwijl het kloostergebouw krachtens akte der Staten d.d. 1591 November 22 door Den Haag in bezit werd genomen en vervolgens tot Groenmarkt werd ingericht in 1614, volgens eene keur en ordonnantie van den len October van dat jaar, waarbij „schout, burgemeesteren en regeerders statueren, dat niemand, wie hy zy, opten ordinaire marktdagen, zijnde Maandags en Vrydags eenige groente, saet, wassende kruiden, bloemen, kool, knollen of peen zal mogen verkoopen of koopen dan op de nieuwe Groenmarkt, daartoe geaccommodeert in het Sint-Elizabethssusterhuys of klooster alhier, ter plaatse daar 't hem aangewezen zal werden." De ornamenten van dit klooster waren na de opheffing verbleven onder de conventuale Margriete Pijnsb, na wier overlijden zij op last der Staten 16 Maart 1589 zijn verkocht; het paterhuis werd in 1591 verkocht. INVENTARIS. A. Het Klooster in het Algemeen. I. Het klooster in betrekking tot de kerkelijke'overheid. 1. Akte, waarbij Judocus, bisschop van Regensburg, vicaris-generaal van den bisschop van Utrecht, de kapel met de beide altaren en het kerkhof inwijdt. 1457. 1 charter (reg. no. 49). II. Het klooster in betrekking tot den landsheer. 2. Reglement voor het klooster, gegeven door Philips, hertog van Bourgondië. 1452. 1 charter (reg. no. 34). 3. Octrooi van Maximiliaan, Roomsch koning, en Philips, aartshertog van Oostenrijk, tot het plaatsen van een rosmolen in het convent. 1486. ~&?r*?'- '•■ 1 charter (reg. no. 66). B. Beheer der goederen. I. Landerijen en huizen. a. in en bij den Haag. 4. Stukken betreffende den eigendom van 5 morgen land in Eskamp voor Ansem Phillips zoon en Foytgen Aernts zoon, afkomstig van Lijsbet van Haemstede, vrouwe van Hodenpijl. 1426 en 1427. Met oudere verkoopakte d.d. 1424. 3 charters (reg. nos. 2, 5 en 6). 5. Eigendomsbewijs van ongeveer 1 morgen land voor Geryt Potter van der Loo, afkomstig van zijn broeder Dirck. 1436. 1 charter (reg. no. 13). 6. Eigendomsbewijs voor Claes Mattheeus' zoon, priester, van een huis met erf en tuin in de Nieuwstraat, afkomstig van Pieter die Haesse. 1449. 1 charter (reg. no. 23). 7. Eigendomsbewijs van een tuin, gelegen in den boomgaard achter het zusterhuis, afkomstig van Jan Starck. 1450. 1 charter (reg. no. 26). . 8. Eigendomsbewijs van een half huis en erf binnen de gracht van het klooster, afkomstig van JanWiggerszoon 1451. 1 charter (reg. no. 3). 9. Stukken betreffende den eigendom van 3 morgen lands, voor Dirc van Dam en zijn kinderen, afkomstig van Herman Koek Sanders zoon, Jan Hermans zoon en Jan Lottijns zoon.-* 1480 en 1452. 2 charters (reg. nos. 32 en 11). 10. Eigendomsbewijs voor Dammaes Florys' zoon van 1 morgen land. afkomstig van Phillips Heynricx zoon. 1453. 1 charter (reg. no. 35). 11. Eigendomsbewijzen-van een tuin en erf, afkomstig van Jacob Jacobs zoon die Zeelander en Dirc Willems zoon. 1453 en 1454. Met ouderen transportbrief d.d. 1452. 3 charters (reg. nos. 31, 33 en 38). 12. Eigendomsbewijs van drie perceelen land, samen groot 8 morgen, afkomstig van Dirc Geryts zoon van Walcheren. 1454. 1 charter (reg. no. 40). 13. Eigendomsbewijs van drie stukken land, grenzende aan het klooster én afkomstig van de Heilige-Geestmeesters in den Haag. 1454. 1 charter (reg. no. 41). 14. Eigendomsbewijs van 8 hont lands, afkomstig van Wermbout Dircx zoon. 1455. 1 charter (reg. no. 47). 15. Eigendomsbewijs van 4 hont lands, afkomstig van Pieter Vrancken zoon. 1455. 1 charter (reg. no. 45). 16. Eigendomsbewijs van 2 hont lands, afkomstig van Dirc Geryts zoon. 1455. 1 charter (reg. no. 48). 17. Eigendomsbewijs van Y2 morgen lands, afkomstig van Martijn Boudijns zoon. 1457. 1 charter (reg. no. 50). 18. Eigendomsbewijs van een huis en erf, gelegen westwaarts van het klooster, afkomstig van Alijt Jacobs dochter. 1466. 1 charter (reg. no. 54). 19. Eigendomsbewijs van 2 morgen lands, afkomstig van Dirc Gijsbrechts zoon. 1468. 1 charter (reg.' no. 56). . 20. Eigendomsbewijs voor Jacob Martijns zoon van 1 morgen 4 hont land, afkomstig van Cornelis die Bruun. 1469. 1 charter (reg. no. 57). 21. Eigendomsbewijs van twee perceslen land voor Heynrick Jans zoon, afkomstig van Jacob Dirck Backers zoon. 1477. 1 charter (reg. no. 60). 22. Eigendomsbewijs voor Jan van Montfoirde van een tuin en erf westwaarts van het klooster gelegen, afkomstig vari Jacob Dammes' zoons zoon. 1482. 1 charter (reg. no. 62). 23. Stukken betreffende den eigendom voor mr. Aernt Foeytgens zoon, priester, van twee perceelen land en een rente van 5 pond Hollandsch jaarlijks. .1447—1483. Met oudere verkoopakte d.d. 1442. 5 charters (reg. nos. 18, 22, 36, 51 en 63). 24. Stukken betreffende het recht van het klooster op den vrijen doorvaart door een gracht langs kloostergrond loopende. 1454—149,3. 3 charters en 4 stukken (reg. nos. 37, 39, 44, 46, 58, 69 en 70). 25. Eigendomsbewijs van een tuin en erf, gelegen westwaarts van het klooster, afkomstig van Marijtjen Dirc Geryts zoons weduwe. 1495. £-^M^i^ï'^ 1 charter (reg. no. 71). 26. Eigendomsbewijs van een elstuin, afkomstig van Gerrit Deym. 1498. 1 charter (reg. no. 78). 27. Akte van overeenkomst tusschen Lijsbeth Pol, weduwe van Mr. Adriaen van Hoogesteyn, en Jan Aernts zoon alias Cooperenpot over het timmeren en ankeren aan de oostgevel van het huis van eerstgenoemde in de Laan. 1506. 1 charter (reg. no. 92). 28. Eigendomsbewijs van een tuin en erf naast het klooster gelegen, afkomstig van Phillips Marcelys' zoon. 1506. Met oudere verkoopakte d.d. 1479. 2 charters (reg. nis. 61 en 92). 29. Stukken betreffende den eigendom van een tuin, gelegen bij het klooster, afkomstig van Jacob Matheeus' zoon. 1507. 2 charters (reg. nos. 95 en 96). 30. Stukken betreffende den eigendom van een huis en erf, gelegen aan de westzijde van het klooster, afkomstig van Pieter Engebrechts zoon. 1508. Met oudere verkoopakte d.d. 1501. 3 charters (reg. nos. 97, 98, en 80). 31. Eigendomsbewijs van % deel van een stuk lands, afkomstig van Cornelia Geryts dochter. 1508. 1 charter (reg. no. 99). 32. Stukken betreffende den eigendom van een huis en erf ten westen van het klooster, voor Willem Hermans zoon, priester, afkomstig van Jacop Claes' zoon. 1509. 2 charters (reg. nos. 101 en 102). 33. Huurcedulle van 8 y2 morgen lands, gelegen zuidwaarts van het klooster, toebehoorende aan mr. Wollebrant Aernts zoon, priester. 1519. 1 charter (reg. no. 120). 34. Stukken betreffende den eigendom van een huis in het Westeinde voor Maritgen Heynricksz. dochter, afkomstig van Ariaen Lenaertszoon. 1516 en 1519. Met oudere verkoopakte d.d. 1499. 5 charters (reg. nos. 79, 114. 115, 121 en 122). 35. Akte, waarbij het klooster 8 hont land ontvangt van Adam vau Segwairt in ruil voor de Buttercamp te Eikenduinen. 1557. Met 2 oudere transportbrieven betreffende de Buttercamp d.d. 1483 en 1449. 3 charters (reg. nos. 133, 12 en 24). 36. Stukken betreffende den eigendom van 4 hont land, gelegen achter het klooster en afkomstig van Jan Claes' zoon, priester, en den daaruit verschuldigden hofpenning. 1559—1568. Met oudere akte betreffende het land d.d. 1429. 8 stukken (reg. nos. 8, 134, 135 en 137). 37. Akte, waarbij de Rekenkamer het klooster toestaat een glinting te maken aan de straat. 1566. 1 charter (reg. no. 139). 38. Akten, waarbij het klooster en Jacob Boll, ontvanger-generaal van Holland, een overeenkomst sluiten over het maken van een heining en een heg tusschen beider terreinen. 1571. 2 charters (reg. nos. 145 en 146.) b. in 's-Gravenzande. 39. Eigendomsbewijs van de helft van 6% hont land voor Jan Boudewijnszoon, afkomstig van zijn dochter Bette. 1451. 1 charter (reg. no. 27). c. in Naaldwijk. 40. Eigendomsbewijs van 1 morgen lands, afkomstig van Jan Bloem Arians zoon. 1497. Met ouderen transportbrief d.d. 1488. 2 charters (reg. nos, 76 en 64). 41. Eigendomsbewijs van % deel van 1 morgen lands, afkomstig van Pieter Claes' zoon. 1505. 1 charter (reg. no. 87). 42. Eigendomsbewijs van % deel van 1 morgen land, afkomstig van Willem Jans zoon van Wateringe. 1509. 1 charter (reg. no. 103). d. in Bijsmjk. 43. Eigendomsbewijs voor Eueytgen Aernts zoon van 12 morgen land, afkomstig van Lambrecht Outgairs zoon. 1427. Met oudere verkoopakte d.d. 1417. 2 charters (reg. nos. 1 en 7). 44. Akte, waarbij Anscem Spyrinxs. zoon aan Jan Jacobs zoon 18 morgen land verhuurt. 1454. 1 charter (reg. no. 43). III. Rentebrieven en andere inschulden. 46. Rentebrief, groot 10 schellingen Vlaamsch jaarlijks voor Lijsbet Willem Ruyssohen dochter ten laste van 's-Gravenhage. 1490. 1 charter (reg. no. 68). 46. Rentebrief, groot 10 schellingen Vlaamsch jaarlijks voor Gerryt Gijsbrechts zoon ten laste van 's-Gravenhage. 1490. 1 charter (reg. no. 69). 47. Rentebrief, groot 15 schellingen Vlaamsch jaarlijks ten laste van 's-Gravenhage. 1485. Verkocht aan het klooster. 1502. 2 charters (reg. nos. 65 en 81). 48. Rentebrief, groot 3 pond Vlaamsch jaarlijks ten laste van de stad Delft en voor een gedeelte (8 Rijnsche guldens jaarlijks) het Sint-Elizabethsklooster toekomende. 1511. 1 charter (reg. no. 111). 49. Rentebrief, groot 8 pond Hollandsch jaarlijks gaande uit 24 morgen land bij Delft. 1497. 1 charter (reg. no. 77). 50. Rentebrief, groot 8 Rijnsche guldens jaarlijks gaande uit 8 gemeten land in Dirksland. 1497. 1 oharter (reg. no. 74). 51. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch jaarlijks uit een huis in het Westeinde te .'s-Gravenhage voor Marygen en Lijsbet Heynricks dochters. 1555. 1 charter (reg. no. 113). 52. Rentebrief, groot 5 pond Hollandsch jaarlijks uit een huis en drie perceelen land te Monster, groot 6, 1 en 2 morgen. 1441. Verkocht aan Fueytgen Aernts zoon. 1450. 2 charters (reg. nos. 17 en 25). 53. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf te Naaldwijk. 1546. Verkocht aan het klooster. 1555. 2 charters (reg. nos. 130 en 132). 54. Rentebrief, groot 2 pond Vlaamsch jaarlijks uit 6 morgen land in Rijswijk voor Jan Claes' zoon, priester. 1550. Verkocht aanhet klooster. 1568. 3 charters (reg. nos. 131 en 146). 55. Quitantie van een rente, groot 56 schellingen Hollandsch jaarlijks, voldaan aan de Heilige-Geestmeesters te 's-Gravenhage. 1462. 1 charter (reg. no. 52). 56. Quitantie van een rente van 9 pond Hollandsch jaarlijks, gegeven door Maritgen en Lijsbeth Heinrics dochters uit hoofde van hare zuster Cornelia, non in het klooster. 1504. 1 charter (reg. no. 86.) 57. Quitanties van lijfrente, betaald voor Mariken en Alijt Willems dochters van Assèndelft, nonnen, (de eerste later mater) in het klooster. 1467-1522. 26 stukken (reg. nos. 55, 82, 83, 84, 85, 88, 89, 91, 93, 94, 100, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 111, 112, 117, 118, 119, 123, 124 en 125). 58. Rentebrief, groot 15 car. guldens jaarlijks, geschonken door Cornelis van der Mersche met vrouwen dochter. 1585. Met bijbehoorende akte d.d. 1486. 2 charters (reg. nos. 127 en 67). 59. Rentebrief, groot 16 stuiver en 1 oortje jaarlijks voor Jan Claes' zoon, priester, uit land, toebeboorende aan het klooster. Met akte van kwijtschelding. 1540. 2 charters (reg. nos. 128 en 129). 60. Quitantie wegens de ontvangst van 2 schepenbrieven, sprekende van 4 car. guldens en van 12% stuiver 'sjaars, gegeven door Katherina Cornelis' dochter. 1560. 1 charter (reg. no. 136). IV. Quitanties. 61. Quitantie voor Lijsbet Heynrijcks dochter van eenige schepenbrieven, sprekende van 2 kamers met erven te Delft en 48 pond Vlaamsch door haar gegeven aan de Regulieren te 's-Gravenzande. 1525. 1 charter (reg. no. 126). V. Stukken betreffende niet nader aangeduide bezittingen. 62. Stukken betreffende de nalatenschap van mr. Hugo de Ruven, priester te 's-Gravenhage. 1496. 3 charters (reg. nos. 72, 73 en 75). C. Kerkelijke diensten. 63. Akte, waarbij het klooster het officium, in zijn kerk gevestigd door Jacob de Lange, priester, aanvaardt. 1448. Met akten betreffende de goederen, door Jacob de Lange daartoe aan het klooster vermaakt. 1425— 1446. 12 feharters, (reg. nos. 19, 3, 4, 9, 10, 14, 15, 16, 19, 20, 21, 28 en 42). 64. Akte, waarbij het klooster op zich neemt jaarlijks memorie te doen ten behoeve van Claes Maker, priester. 1465. Met bijbehoorenden rentebrief d.d. 1452. 2 charters (reg. nos. 30 en 53). 65. Akte van schadeloosstelling door Laurens Cornelis' zoon Talman, voor een officie van 6 pond Vlaamsch jaarlijks, door het klooster geschonken aan Jacob Laurens' zoon. 1566. 1 charter (reg. no. 138). D. Vicarieen, waarvan de priorin het patroonaatsrecht bezat. Vicarie op het altaar van de Heilige Elisabeth. N.B. Het stichtingsjaar en de stichter van deze vicarie zijn niet bekend. 66. Stukken betreffende een ruiling van beneficies tusschen Johannes Adri- anus' zoon, Haagsch priester, vicaris van het altaar van Sint Catharina in de Hofkapel, en Johannes Arnoldus' zoon, Utrechtsch klerk, rector der vicarie op het altaar van Sint Elizabeth in het Sint-Elizabetsklooster te 's-Gravenhage. 1568 (XV nos. 81, 82 en 33). 3 charters (reg. nos. 140, 141, 142 en 143). 67. Akte, -waarbij de aartsbisschop van Utrecht aan Joannes Adrianus' zoon, priester en rector der vicarie op het altaar van Sint Elisabeth in het Sint-Elisabethsklooster in den Haag, toestaat om 8 in plaats van 5 missen per week aldaar te lezen. 1571. Met consentbrief van den collator d.d. 1571 (XVno.89). 2 charters (reg. nos. 147 en 148). 68. Sententie van het Hof van Holland in een geschil tusschen Jan Adriaens zoon, priester, als possesseur van zekere vicarie, gefundeerd op het Sint-EHzabethsaltaar in het Sint-Elizabethsklooster in den Haag, en Aernt Qomelis' zoon. 1572 (XVno. 40). 1 charter (reg. no. 149). REGESTENLJST. 1. 1417 December 81. Schepenen in Haerlem oorkonden, dat Matheus Jans zoon verkocht heeft aan Aernt Toude Aelewijns zoon 12 morgen land in Rijswiker broeke. Int jaer ons Heren M CCCC ende zeventhien op den jaersavont. Oorspr. (Inv. no. 43). ï)e zegels van ïlorys Scody en Dirc Symon Douden zoon, schepenen, verloren. Met transfix d.d. 1428 Maart 12 (zie reg. no. 7). 2. 1424 Mei 9. Gillys van Kralingh, ridder, en Danel van Kralingh, gebroeders, verkoopen aan heer Jan van Hodenpijl, ridder, 5 morgen land in den Hoofslach van Haetscamp. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende twintich tsDinxdaghes na tsheylichs Cruys' dach inventio. Oorspr. (Inv. no. 4). Het zegel van Gillys van Kralingh verloren; dat van Danel geschonden en in groene was. N.B. Deze brief is vastgehecht aan die d.d. 1426-November 26 en 1427 Januari 21 (zie reg nos. 5 en 6). 3. 1425 April 2. Pieter Burghairts zoon, priester, verkoopt aan Jan Boskaerts zoon i morgen land, in het ambacht Monster. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vijf ende twintich ghegheven up den anderen dach in die Aprel. Oorspr. (Inv. no. 63). Met het zegel van Pieter Burghairts zoon in groene was. N. B. Hieraan zijn vastgehecht de brieven d.d. 1425 October 1 en 1429 December 4 (zie reg. nos. 4 en 10). In dorso staat: heer Jacob die Lange ende van een zielmisse te weke. 4. ' 1425 October 1. Dirc IJsbrants zoon verkoopt aan Jan Aernts zoon 8 hont lands in het ambacht Monster. Ghescreven op sinte Ba ven dach int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 63)./Met het geschonden zegel van Aernt Beyners zoon in groene was. N.B. In dorso staat: heer Jacob die Lange. —Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1425 April 2 (zie reg. no. 3). 5. 1426 November 26. Lijsbet van Haemsteden, vrouwe van Hodenpijl, verkoopt aan Ansen Phillips zoon en Foytgen Aernts zoon 5 morgen land in Haetscamp. Int jair ons Heren duysent vierhondert zess ende twintich des Dinxdages na sinte Katherinen dage. Oorspr. (Inv. no. 4). Met de geschonden zegels van Lijsbet voornoemd en Andries die Witte, borg, in groene die was; van Claes van Diepenburch en Aernt Hugen zoon, borg, verloren. N.B.Deze brief is vastgehecht aan die d.d. 1424 Mei 9 en 1427 Januari 21 (zie reg. nos. 2 en 6). 6. 1427 Januari 21. Dirc van Hodenpijl oorkondt, dat zijn moeder heeft verkocht aan Ansem Phillips zoon en Fuytgen Aernts zoon 5 morgen land in Haetscamp. Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende twintich op sinte Agnieten dach. Oorspr. (Inv. no. 4) Met het zegel van Claes van Diepenburch in groene was en geschonden. N.B.Deze brief is vastgehecht aan die d d. 1424 Mei 9 en 1426 November 26 (zie reg. nos. 2 en 5). In dorso staat: Dese brieven houwen van neghen pont sjaers bi Escamp bi die Leywech. 7. 1428 Maart 12. Lambrecht Outgairs zoon verkoopt aan Fueytgen Aernts zoon 12 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1417 December 81, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 1). Op sinte Gregorius' dach int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende twintich na den lope tsHoifs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 43). Met de zegels van Aernt Toude Aelwijns zoon, zwager, en Jacob Of huys, neef van den oorkonder, in groene was. N.B. In dorso staat: Heer Giely3. 8. 1429 Juli 8. Hughe Phillips zoon verkoopt aan Jan Boudijns zoon 7 hont lands in tsGravenzander ambacht, aan de oostzijde van de stad. 2 Int jair ons Heren dusent vierhondert ende neghen ende twintich des Vrydages na onser Vrouwe dach visitacio. Oorspr. (Inv. no. 36). Met het zegel van Huge Phillips' zoon in groene was. — N. B. In dorso staat : ,,'t Landt van desen brief is Pieter Claes' zoon tsGravesande vercoft ende daer voer weer gecoft die vier hont achter tconvent, met octrooy van de Co. Ma." Hieraan zijn vastgehecht de nos. 134, 135 en 137. 9. 1429 December 4. Dirc IJsbrants zoon verkoopt aan Jan Aernts zoon van den Bosch het eigendom en erf, dat hij gekocht heeft van Willem van Lengel. Int jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende twintich op sinte Barbaren dach. Oorspr. (Inv. no. 63). Met de geschonden zegels van Jacob Aernts zoon en van DammaesDircx zoon in groene was. 10. 1429 December 4. Pieter Aernts zoon verkoopt aan Jan Aernts zoon van den Bosch ; het erf, dat hij geërfd heeft en dat gelegen is aan het einde van Heinric Aernts zoons laan in het ambacht Monster. Int jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende twintich op sinte Barbaren dach. Oorspr. (Inv. no. 63). Met de geschonden zegels van Jacob Aernts zoon en van Dammaes Dircx zoon in groene was. N. B. Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1425 April 2 (zie reg. no. 3). In dorso staat: Vant cappelrylant in Loesduynre mae, heer Jacob die Lange. 11. 1480 Mei 28. Herman Koek Sanders zoon en Jan Hermans zoon verkoopen aan Dirc Pieters zoon van Dam */, van 8 morgen lands zuidwaarts van den Hage, waarvan 2 morgen liggen in de Hoefve en de andere morgen aan de noordzijde daarvan over de Reesloot bij de Laan. Gescreven acht ende twintich dage in Meye int jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 9). Met de geschonden zegels van Herman Koek Sanders zoon en van IJsbrant van Schoten, burgemeester van Haarlem in groene was. N.B. Hieraan is vastgehecht de brief d.d. 1462 October 31 (zie reg. no. 32). 12. 1488 Januari 26. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Zoet geeft aan Alijt, zijne echtgenoote, 2 morgen lands, in het Westambacht van der Hage, geheeten de Butterkamp en een paar kannen. Gescreven upten XXVIsten dach in Januario int jair ons Heren M CCCC drie ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 35). Met geschonden schependomszegel in groene was. N. B. Dit charter is vastgespeld aan den brief d.d. 1557 November 21 — December 26 (zie reg. no. 133). 13. 1436 September 14. Dirck Potter van der Loo verkoopt aan zijn broeder Geryt ongeveer een morgen land in het ambacht van den Hage achter de bagijnen in het Zuid veen. opten viertienden dach in Septembri int jaer ons Heren vier- thienhondert zesse ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 5). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 14. 1437 October 24. Jan Jan Smits zoon, bakker, verkoopt aan Jacob de Lange, kanunnik in den Hage, 8 hont lands in het ambacht van den Hage. uptea vierentwintichsten dach van Octobri int jaer ons Heren dusent vierhondert sevenendertich. Oorspr. (Inv. no. 63). Met het geschonden zegel van Geryt Potter van der Loo in groene was. 15. 1439 Maart 20. Marritgen Jans van Bosschen weduwe, voor haar en hare kinderen, en Cornelys Jans van Bosschen zoon, voor hem en zijne broeders, zusters en zijne moeder, verkoopen aan Jacob de Lange, kanunnik in den Haghe, 9 of 10 hont lands in het ambacht Monster aan het einde van Heinric Aemts zoons laan. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen ende dertich opten twintichsten dach in Maert. Oorspr. (Inv. no. 63). Met het zegel van Aernt van Camp, schout in het ambacht Monster, in groene was. 16. 1441 Januari 6. Jonge Pieters Maessen huurt van Jacob de Lange, kanunnik in den Hage, c. 4 morgen lands in het ambacht Monster aan het einde van de laan van Henric Aerns zoons woning, gedurende 10 jaren voor 8y2 gouden wilhelmusschild 'sjaars. Upten zesten dach van Januario int jaer ons Heren M CCCC een ende viertich. Oorspr. (In.v no. 63). Met het zegel van Aernt van Camp, schout van Monster, in groene was. 17. 1441 Juni 26. Jan Gherytsz. die Puyer verkoopt aan Fuge Aerntsz. eene rente van 5 pond Hollandsch jaarlijks, gevestigd op zijn huis en 6 mórgen land in Monsterambacht aan de Sollevelts watering en op twee perceelen land, groot 1 en 2 morgen, aldaar. opten ses ende twintichsten dag in Junio int jaer ons Heren duysent vierhondert een ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 52). Met geschonden zegel van Aernt van den Camp, schout van Monster, in groene was. N. B. Hieraan is vastgehecht het charter d.d. 1450 Februari 13 (zie reg. no. 25). 18. 1442 Mei 10. Claes Hof dijck koopt van Willem Bonnette 1V2 morgen land benoor- den Hout, ongeveer 1 morgen bij den noordmolen en een rente van 8 pond jaarlijks uit een perceel land benoorden Hout, waarvan hij de helft verkoopt aan Fueytgen Airnts zoon. Tyen dage in Meye int jaer ons Heren M CCCC twee ende viertich. Oorspr. (Inv. no.^S). Met gesehonden zegel van 6\jsbrecht Claes' zoon in groene was. N.B. Bit charter is vastgehecht aan de n03. 22, 36, 51 en 63. In dorso staat: Die omtrent een morgen landts gementioneert in dese vijf brieven, gelegen bij den noortmolen ande westzyde langes den molenwech heeft Jan van Dam, rekenmeester in den Hage, gecoft van tconvent voer drie hondert XII 16 XL groot tpont; hiervan moecht ghi sien tregister des jaers XVc drie ende vier ende tzestich int getal XXIII. Ende heeft tconvent die voorsz. suma van driehondert XII U ontfangen van Jan Dam voorsz. Ende en zijn niet meer beleit. 19. 1443 Juli 15. AlijtPieters dochter, ministra, en het convent van Sint Lijsbetten huis in den Hage van de derde orde van Sint Franciscus oorkonden, dat zij voor haar huis aangenomen hebben het eeuwig officium, dat wijlen Jacob de Lange, priester, eertijds kanunnik in de hofkapel van den Hage, bij testament heeft gevestigd in de .kerk van haar huis tegen eene jaarlijksche rente van c. 35 pond Hollandsch, gaande uit zekere landen en huizen, op voorwaarde, dat zijn zoon, Jan de Lange, 28 pond van die rente tijdens zijn leven gebruiken zal en daarvoor eene wekelijksche zielmis zal laten houden. Gegeven upten vijftiensten dach in Julio int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 63). Met geschonden convents- en schependomszegel in groene was; dat van den provisor van Delfland (als tijdelijk voogd) verloren. 20. 1446 Juni 20. Rodolphus, bisschop van Trajectum, verleent aan de zusters van het huis van de derde orde van Sint Franciscus in den Haag vergunning om de goederen aan te nemen, haar door wijlen Jacob de Lange, kanunnik van de Hofkapel, bij testament gemaakt. Datum anno Domini millesimo quadringentesimo quadfagesimo sexto mensis Junii die vicesima. Oorspr. (Inv. no. 63). Met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 21. 1446 Juli 28. Geryt Jan Deymen zoon verkoopt aan Mr. Arent van der Woude hetgeen hij geërfd heeft van heer Jacob die Lange, zijn stiefbroeder, kanunnik in den Hage. int jair ons Heren dusent vierhondert ses ende viertich opten drie ende twintichsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. no. 63.) Met de zegels van Boudijn Heymanszoonen Jan Vranckenzoon, poortersteDelft, in groene was. 22. 1447 Mei 12. Claes Hofdijck verkoopt aan Fueytgen Aernts zoon % van 1% morgen land benoorden hout en % van 1 morgen land bij den noordmolen. Opten twalifsten dach in Meye int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 23). Met de zegels van Geryt Heynrix zoon, schout in het ambacht van Berkel, en Gijsbrecht van Waetselaer, die men Pelletgen hiet, in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan de nos. 18* 36, 51 en 63. 23. 1449 Mei 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Pieter die Haesse heeft verkocht aan heer Claes Mattheeus' zoon, priester, een huis met erf en tuin in de Nyewestraet. Ghescreven vier ende twintich dage in Meye int jair ons Heren MCCCC negen ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 6). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. 24. 1449 October 28. Alijt Jan Zoeten weduwe verkoopt aan Ave Heinrick Coppiers weduwe, hare zuster, de helft van 2 morgen lands, in het Westambacht van der Hage in de made, geheeten de Buttercamp. Gegeven upten drie ende twintichsten dach in Octobri int jaer ons Heren duysent vierhondert negen ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 35). Met de geschonden zegels vanDirck van Woesick en van Willem Hamckier in groene was. N. B. Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1557 November 21 — December 26 (zie reg. no. 133). Op het 2de zegel staat Willem Willems zoon van Driel. 25.1450 Februari 13. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Geryt die Puyers zoon verkocht heeft aan Fueytgen Aerntsz. een rente van 5 pond Hollandsch jaarlijks, vermeld in een brief, bezegeld door Aernt van Kamp, schout van Monster (zie reg. no. 17). dertien dage in Februario int jair ons Heeren M° CCCC0 ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 52) Met geschonden gemeen schepenzegel in groene - was. N. B. Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1441 Juni 26 (zie reg. no. 17). 26. 1450 Maart 26. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Starck verkoopt aan het convent en de zusters van Sinte Lijsbetten in den Hage zijn tuin, gelegen in den boomgaard achter het zusterhuis. zesse ende twintich dage in Maerte int jair ons Heren M CCCC ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 7). Met geschonden schependomszegel in groene was. 27. 1451 Februari 9. Landschepenen van tsGravensande oorkonden, dat Bette Jan Bou- wijnsz. dochter verkocht heeft aan Jan Bouwijnsz., haar vader, dehelft van 6| hont land in het ambacht van tsGravensande ten 0. en ten W. begrensd door de vaart. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert een ende vijftich opten neghensten dach in Zelle. Oorspr. (Inv. no. 39) Het het geschonden gemccne landzegel in groene was. 28. (14)51 Maart 27. Mr. Bartout Claes' zoon, mr. Claes Heetgers zoon, Boudijn Hart en Dirck Boudijns zoon van Zwieten, executeurs van heer Jacob die Lange verklaren gezien te hebben de rekening en de quitantie van de 28 pond 'sjaars, die de zusters van Sinte Lijsbetten in den Hage aan Jan, heer Jacob die Langens zoon, schuldig zijn en bevonden te hebben, dat de zusters de rente tot op heden betaald hebben. Opten XXVIIen dach in Maerte anno een ende vijftich. Oorspr. op papier (Inv. no. 63). N.B.Het stuk is een chirograaf. , ~* . ^ 29.1451 November 21. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Wiggers zoon verkocht heeft aan Alijt Willems dochter, moeder van het zusterhuis in den Hage, en het gemeen convent de helft van een huis en erf, waarvan het de andere helft reeds bezit en dat gelegen is binnen de gracht van het zusterhuis. Gescreven een ende twintich dage in Novembri int jair ons Heren M CCCC een ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 8). Met geschonden schepenzegel in groene was. ï'Sjjf:-? 30. 1452 Juli 18. Heer Claes Maker Matheus' zoon schenkt 100 pond Hollandsch aan Sint Elijsbetten zusterhuis in den Hage. Int jair ons Heren dusent vierhondert twee ende vijftich den achtende dach in Julio. Oorspr. (Inv. no. 64). Met de signatuur van Claes Miker Matheus' zoon. N.B. Hieraan is vastgehecht het charter d.d. 1465 December 20 (reg. no. 53). 31. 1452 October 7. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Alijt Wouter Potters verkoopt aan Jacob Zeelander een tuin en erf aan de westzijde van de Laan achter het zusterhuis. Gescreven zeven dage in Octobri int jair ons Heren M CCCC twee ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 11). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Hieraan zijn vastgehecht de charters d.d. 1453 Januari 20 en 1454 Mei 9 (zie reg. nos. 33 en 38). 32. 1452 October 31. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Lottijns zoon verkoopt aan de kinderen van Dirc van Dam Y3 van 8 morgen lands aan de zuidzijde van der Hage, waarvan 2 morgen gelegen zijn in de Hoefve en de andere morgen aan de noordzijde daarvan tot de Laan. Gescreven upten lesten dach in Octobri int jair ons Heren dusent vierhondert twee ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 9). Met gesehonden schependomszegel in groene was. N. B. Eet charter is vastgehecht aan dat d.d. 1430 Mei 28 (zie reg. no. 11). 33. 1453 Januari 20. Jacob Jacobs zoon die Zeiander verkoopt aan die zusters van Sinte Elysabetten huis in den Hage een tuin en erf aan de westzijde van de Laan achter genoemd zusterhuis. Gescreven opten twyntichtsen dach in Januario int jaer ons Heren M CCCC ende drieënvijftich. Oorspr. (Inv.'no. 11). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. N. B. Dit charter is vastgehecht aan dat d.d. 1452 October 7 (zie reg. no. 31). 34.. 1453 Maart 17. Philips, hertog van Bourgoengiën enz., schrijft het klooster Sint Elysabeth in den Hage een reglement voor met betrekking tot het bezit. Gegeven upten zeventiensten dach van Mairte int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende vijftich naden loop van onsen Hove. Oorspr. (Inv. no. 2). Het zegel van den oorkonder verloren. . N.B. Het charter is door vocht bedorven; de inhoud komt ' over het algemeen overeen met dien in het charter van 1456 April 30, medegedeeld door De Riemer deel I, p. 464. 35. 1453 April 11. Phillips Heynrix zoon verkoopt aan Dammaes Florys' zoon 1 morgen land benoorden Hagehout. Gegeven opten elfsten dach in Aprille int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 10). Met geschonden zegel van Geryt Heynricx zoon, schout van Berkel, in groene was. 36. 1453 Juni 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Geryt Geryts zoon verkocht heeft aan Aernt Foeytgens zoon, priester, 1/8 van 1Y2 morgen land benoorden hout, 1/8 van 1 morgen land bij den noordmolen en 1/8 van een rente van 3 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op een perceel land aldaar. Gescreven sestyen dage in Junio int jair ons Heren M CCCC drie ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 23). Met schependomszegel in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan de nos. 18, 22, 51 en 63. In dorso staat: Meester Aernt ende Katrijn Dammes' testament; dese brieven al tsamen houden van XV pont Hollant. 37. 1454 Maart 6. Alijt Willems dochter, ministra der besloten zusters van Sint Elisabeths huis in den Hage, en Dirc Evaerts zoon met zijne gezellen stellen voorwaarden vast betreffende het plaatsen van 12 ramen op zeker land, door de laatsten van de eersten gehuurd. Ghedaen int jaer ons Heren XIIIIc vier ende vijftich opten sesten dach in Maert. Oorspr. op papier (Inv. no. 24). N.B. Het stuk is een chirograaf en is vastgespeld aan de nos. 39, 44, 46, 49, 59 en 70. 38. 1454 Mei 9. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Dirc Willems zoon verkoopt aan Alijt Willems dochter, ministra, en het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage een tuin en erf aan de zuidzijde van den Hage en aan de westzijde van de bij genoemd zusterhuis gelegen Laan. Gescreven negen dage in Meye int jaer ons Heren M CCCC vier ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 11). Met geschonden schependo raszegel in groene was. N. B. Dit charter is vastgehecht aan dat d.d. 1452 Oktober 7 (zie reg. no. 31). 39. 1454 Mei 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirc Everts zoon en I Jsbrant Thyelmans zoon erkennen schuldig te zijn aan Alijt Willems dochter, ministerse van Sint Elysabetthen zusterhuis in den Hage een rente van 8 pond Hollandsch jaarlijks, gaande uit een perceel land aan de zuidzijde van den Hage, dat zij van genoemde ministerse in erfhuur hebben op voorwaarde, dat het convent den vrijen doorvaart hebben zal door de gracht aan de zuidzijde van het land. Gescreven opten XXIIIIsten dach in Mey int jair ons Heren'duysent vierhondert vier ende vijftich. 1. Afschrift (Div. no. 24). 2. Opgenomen in den brief dd. 1473 Augustus 23 (zie regj no. 58). N.B. Het afschrift is vastgespeld aan de nos. 37,46, 58,59 en 69. 40. 1454 Juni 27. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirc Geryts zoon van Walcheren heeft verkocht aan Alijt Willems dochter, ministerse van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage, en het gemeen convent drie perceelen land, samen groot 3 morgen, ten zuiden van den Hage achter genoemd zusterhuis. Gescreven opten XXVIIsten dach in Junio int jair ons Heren M CCCC vier ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 12). Met schependomszegel in groene was. 41. 1454 Juli 12. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Geryt Heynricx zoon, Geryt Dircx zoon, Diert Geryts zoon en Jacob van Hovel, Heilige-Geestmeesters in den Hage, overeengekomen zijn met de ministra en het convent van Sint Lijsbetten zusterhuis in den Hage tot zekeren ruil, zoodat de zusters en het convent behouden zullen 1° een stuk land, aan de westzijde van het zusterhuis, 2°. een stuk land aan de zuidzijde en 8° een stuk land bij Ponsen put aan de Hoefsloot, waarvoor de Heilige-Geestmeestërs ontvangen hebben 5 pond Hollandsch 's jaars uit Claes Govaerts zoons kamers en erf in het Westeinde en 1 pond uit een huis en erf in het Voirhout. Gescreven upten Xllsten dach in Julio int jair ons Heren M CCCC vier ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 13). Met geschonden schependomszegel in groene was. 42. 1454 Augustus 9. • De notaris Andreas Gherardus' zoon instrumenteert, dat Johannes Jacobus' zoon de Lange, klerk in de diocees van Trajectum, beloofd heeft, dat hij van de gedeelten van huizen en de jaarlijksche inkomsten uit het huis den Briel op de Vischmarkt in Haga comitis, hem door de executeurs van zijn vader toegewezen, niets zal vervreemden of verkoopen zonder toestemming dier executeurs en de zusters van het kooster Sint Elysabeth aldaar, aan welke laatsten de genoemde inkomsten zullen vervallen, wanneer hij zich niet aan zijn belofte houdt. Acta sunt hec in Haga comitis in domo Theodorici Balduini de Zweten executoris prelibati anno indictione mense et pontificatu quibus supra (anno nativitatis eiusdem millesimo quadringentesimo quinquagesimo quarto indictione secunda mensis Augusti die nona hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Nycolai divina providentia pape quarti anno nono). Oorspr. (Inv. ^10. 63). Met signatuur van den notaris. 43. 1454 December 81. Anscem Spyrinxs zoon verhuurt aan Jan Jacobs zoon 18 morgen lands in Rijswiker broek gedurende 82 jaar. Int jair ons Heren M CCCC LIIII opten jairs avont. Oorspr. (Inv. no. 44). Met geschonden zegel van Geryt Heinrycs zoon in groene was. 44. 1455 Juli 14. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Deym onder eede verklaart, dat, toen het land, waarop het Sint Lijsbetten-zusterhuis staat, van zijn vader was, ook de gracht aan de oostzijde en een voet van de laan over de gracht aan zijn vader toebehoorden. Upten dach ende itit jair voirscreven (upten XIIHsten dach in Julio int jaar ons Heren M CCCC vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 24). Het schependomszegel verloren. N.B. Dit charter is vastgespeld aan de no3. 37, 39, 46, 58, 59, en 70. 45. 1455 Juli 23. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Vrancken zoon, priester, verkoopt aan de zusters en het convent van Sint Lijsbetten zusterhuis in den Hage 4 hont lands bezuiden den Hage. Gescreven upten XXIIIsten dach in Julio int jair ons Heren M CCCC vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 15). Met geschonden schependomszegel in groene was. 46. 1455 Juli 29. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Claes Kodde, priester, verklaard heeft, dat Jacob Mees' zoon, Pieter Buysscher, Dirc Engebrechts zoon, Boudijn Bustelmans dochter en Jan Hugen zoons weduwe zijn recht en dat van Sint Lijsbetten zusterhuis op een voet in de laan over de gracht aan de oostzijde van genoemd zusterhuis moesten erkennen of hem 25 rijders moesten geven, waartegen op den vierden dingdag slechts Pieter Buysscher en Boudijn Bustelmans dochter protesteerden. Gescreven upten XXIXsten dach in Julio int jair ons Heren M CCCC vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 24). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Dit charter isvastgespeld aan de nos. 37, 39, 58, 59 en 70. 47. 1455 Augustus 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Wermbout Dircx zoon verkoopt aan *de zusters en het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage 8 hont lands in het Zuidveen. Gescreven upten XXVIIIsten dach in Augusto int jair ons Heren M CCCC vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 14). Met geschonden schependomszegel in groene was. 48. 1455 September 2. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Dirc Geryts zoon verkoopt aan de zusters en het gemeen convent van Sinte Lijsbetten in den Hage 2 hont land bezuiden den Hage in het Zuidveen. Gescreven upten anderden dach in Septembri int jair ons Heren M CCCC vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 16). Met schependomszegel in groene was. 49. 1457 Mei 26. Judocus, bisschop van Ieropolis, vicaris-generaal van David de Burgundia, bisschop van Trajectum, oorkondt, dat hij de kapel met de beide altaren en het kerkhof van het klooster St. Ëlyzabeth te Haga Comitis, heeft gewijd aan God, de H. Maagd en Sint Ëlyzabeth, het eerste altaar aan de Heilige Maagd en Johannes Ewangelista, het tweede aan Johannes Baptista en Sint Franciscus, en stelt de dagen voor de inwijding vast. Datum anno Domini millesimo quadringetesimo quinquagesimo septimo mensis Maii die vicesima sexta. " Oorspr. (Inv. no. 1). Met zeer geschonden zegel van den oorkonder in roode Was. 50. 1457 September 20. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Martijn Boudijns zoon verkoopt aan de zusters en het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis aldaar y2 morgen lands bezuiden den Hage in de Westhoefve. Gescreven upten XXsten dach in Septembri int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 17). Met geschonden schependomszegel in groene was. 51. 1459 Augustus 7. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Geryt Geryts zoon verkocht heeft aan mr. Aernt Foeytgens zoon, priester, 1/8 van 1% morgen land gelegen benoorden hout, 1/8 van 1 morgen land bij den noordmolen en 1/8 van een rente van 3 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op een perceel land aldaar. Gescreven opten Vllen dach in Augusto int jair ons Heren MCCCC negen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 23). Met schependomszegel in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan de nos. 18, 22, 36 en 63. In dorso staat: Item in dese brieven vint men van lant gheleghen binoorden thout, dat ghewisselt is om lant ghelegen af ter tconvents koeltuyn tegen tHeylich Sacraments gasthuysmeesters a° XVc ende een. 52. 1462 Januari 13. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Matheeus Adriaen Neven zoon, Jacob Claes'zoon, Claes Gijsbrechts zoon en Jacob Zaelmaker, Heilige-Geestmeesters in den Hage, te niet verklaren de 56 schellingen Hollandsch 's jaars, welke de Heilige Geest sprekende had volgens twee schepenbrieven op een huis met erf op den hoek van de Kerckstraet, toebêhoorende aan de zusters van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage, aangezien zij van de zusters in ruil daarvoor andere renten ontvangen hebben. Gescreven upten XIHsten dach m Januario int jair ons Heren M CCCC twee ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 55). Met geschonden schependomszegel in groene was. 53. 1465 December 20. Alijt Willems dochter, mater, en het gemeen convent der besloten zusters van Zinte Elisabetten in den Hage verbinden zich tot het doen van eene jaarlijksche memorie voor Claes Maker, priester, die lange jaren met haar gewoond heeft, waarvoor hij haar schenkt de melioratie aan het huis, dat hij bewoont en dat aan het klooster toebehoort. Int jair ons Heren M CCCC LXV den twintichsten dach in Decembri. Oorspr. (Inv. no. 64). Het conventszegel verloren. — N.B. Dit charter is vastgehecht aan dat d.d. 1452 Juli 18 (zie reg. no. 30). :$g£Ê 54. 1466 April 21. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Alijt Jacobs dochter verkoopt aan de zusters en het convent van Sint Lijsbetten zusterhuis aldaar een huis en erf westwaarts van genoemd zusterhuis. Gescreven upten XXI sten dach in April int jaer ons Heeren dusent vierhondert sessendetsestich. Oorspr. (Inv. ne. 18). Met geschonden schependomszegel in groene was. 55. 1467 Juli 28. Ministra en convent der besloten zusters van het Sint Elysabets huis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Assendelf, rentmeester van Noort-Hollant, 100 Rijnsche guldens vanwege Alijt zijne nicht, genaamd Presaep, dochter van zijn broeder Willem. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert seven ende tsestich opten XXVIIIsten dach in Julius. Gorspr. (Inv. no, 57). Met opgedrukt geschonden kloostersignet in groene was. 56. 1468 Juni 22. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Dirc Gijsbrechts zoon verkoopt aan de zusters en het convent van Sint Lijsbetten zusterhuis in den Hage 2 morgen lands bezuiden den Hage. Gescreven upten XXIIsten dach in Junio int jair ons Heeren M CCCC acht ende tsestich. . Oorspr. (Inv. no. 19). Met geschonden schependomszegel in groene was. 57. 1469 Februari 26. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Cornelys die Bruun verkocht heeft aan Jacob Martijns zoon de helft van 2 morgen land bezuiden der Hage met 4 hont daaraan grenzende. Gescreven opten XXVIsten dach in Februari int jair ons Heeren M CCCC negen ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 20). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. 58. 1473 Augustus 23. Alijt Willems dochter, ministra, en het convent der besloten zusters van Sint Elysabeths huis in den Hage verklaren, dat zij in hun bezit hebben een rentebrief d.d. 1454 Mei 24 (zie reg. no. 89), toebehoorende aan het convent der Begularissen van het Sint-Agnietenhuis aan het Onze Lieve Vrouwen kerkhof te Leyden. .... upten XXIIIsten dach van Augustus int jaer ons Heren duysent vierhondert drie ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 24) N.B. Dit stuk is vastgespeld aan de nos. 37,39,44,46,59 en 70. • In dorso staat: Dit is dat principael af schryf t van den brief, die wij den Begelierissen tot Sinte Agnieten te Leyden bij OAse Vrouwen kerc gegeven hebben, 59. (1473 ?). Het convent van Sint Elisabeth verklaart, dat de Begularissen van Sint Agniet houders zijn van zekeren rentebrief d.d. 1454 Mei 24 (ziereg. no. 89), die het onder zich heeft ter bescherming van zijn vrije vaart door de daarin vermelde gracht. Oorspr. op papier (Inv. no. 24). N.B. Dit stuk is vastgespeld aan de no3. 37, 39, 44, 46, 58 en 70. 60. 1477 Februari 4. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jacob Dirck Backers zoon verkoopt aan Heynrick Jans zoon 2 stukken lands aan de Coman Willems laan. Gescreven upten lillen dach van Februario int jaer ons Heren duysent vierhondert zeven ende tseventich. Oorspr. (Liv. no. 21). Met geschonden schependomszegel in groene was. 61. 1479 Juli 28. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem Wermbrechts zoon heeft verkocht aan Dirc Geryts zoon en Jan Michyels zoon een tuin en erf aan de westzijde van Sint Lijsbetten zusterhuis met half de sloot en half de laan aan den oostkant van den tuin en het erf. Gescreven opten XXVIIIsten dach in Julio int jair ons Heren M CCCC negen ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 28). Met schependomszegel in groene was. Met transfix d.d. 1606 Juni 20 (zie reg. no. 92). 62. 1482 Juni 11. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Jacob Dammes' zoons zoon verkocht heeft aan Jan van Montfoirde een tuin en erf, westwaarts van Sint Lijsbetten zusterhuis . Gescreven opten Xlsten dach in Junio int jair ons Heeren duysent vierhondert twe ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 22). Met schependomszegel in groene was. 63. 1483 Mei 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aernt Buys Pieters zoon verklaard heftft schuldig te zijn aan mr. Aernt Foeytgens zoon een rente van 5 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op een perceel land benoorden den Hage langs den molenweg. Gescreven opten anderden dach in Mey int jair ons Heeren M CCCC drie ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 23). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Bit charter is vastgehecht aan de noj. 18, 22, 36 en 61. 64. 1483 October 26. Peter Jans zoon en Dirck Willems zoon, Heilige-Geestmeesters der kerkvanSint Andriaente Naeldwijck, oorkonden, dat zij, met goedvinden van Henric, heer tot Naeldwijck en ter Capellen, ridder, patroon der genoemde kerk, verkoopen aan Jan Bloem 1 morgen lands in den ban van Naeldwijck en 24 schellingen 's jaars, gaande uit 10 hont lands aldaar. opten ses ende twentichsten dach in Octobri int jair ons Heren duysent vierhondert ende drie ende tachtentich. Oorspr. (Inv. no. 40). Met het geschonden zegel van Heynrick, heer tot Naeldwijck, in roode was. N.B. Hieraan zijn vastgehecht de charters d.d. 1497 Juni 10 (zie reg. no. 76), 1506 Februari 4 (zie reg. no. 87) en 1509 April 2 (zie reg. no. 103). 65. 1485 Juni 27. Schepenen in den Hage verkoopen aan de weesmeesters aldaar ten behoeve van Jacob Kerstants zoon een rente van 15 schellingen Vlaamsch jaarlijks, losbaar met den penning 16. Gescreven upten XXVIIsten dach in Junio int jair ons Heeren dusent vierhondert vijf ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 47). Het gemeene schepenzegel, het zegel van Jan Oom van Wijngaarden, baljuw, en Claes Willems zoon, schout van den Hage, verloren. Met transfix d.d. 1502 October 15 (zie reg. no. 81). 66. 1486 Juni 2. Maximiliaen, Boomsch koning, en Phillips, aartshertogen van Oosten- rijcke, verleenen octrooi aan het convent van Sint Lijsbetten zusterhuis in het dorp den Hage om een rosmolen te plaatsen in hun convent tot het malen en breken van eigen tarwe, gerst, rogge enz. Gegeven in onser stede van Dordrecht .... upten anderden dach van Junio int jair ons Heeren duysent vierhondert zesse ende tachtich ende van onzen rijcke dienste. Oorspr. (Inv. no. 3). Met het geschonden signet van Hollant (in absentie van het groote zegel). N. B. Afgedrukt door A. J. Servaas van Rooyen in B\jdr. Bisd. Haarlem dl. 24 (1899), blz. 153—155, naar het verminkte, doch naar het origineel verbeterde hs. berustende in het gemeentearchief te 's-Gravenhage. 67. 1486 Augustus 10. Schepenen van den Hage oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters van den Hage verklaren ontvangen te hebben van Geertruut van Tol vijf rentebrieven tesamen sprekende van 16 pond 10 sohellingen Hollandsch jaarlijks, waarvan na overlijden van Geertruut e. a. 8 pond aan de firmerie van het Sint Lijsbetten zusterhuis uitgereikt moeten worden. Upten tyenden dach in August int jair ons Heeren M CCCC sessendetachtich. Oorspr. (Lav. no. 58.) Met schependomszegel in groene was. N.B. Met aangehecht stuk d.d. 1535 October 5 (reg. no. 127). 68. .1490 Mei 10. Baljuw, schout en schepenen van den Hage verkoopen aan Lijsbet Willem Buysschen dochter een rente van 10 schellingen Vlaamsch jaarlijks, losbaar met 50 Rijnsche guldens. upten tyenden dach in Mey int jair ons Heren M CCCC ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 45). Met geschonden schependomszegel in groene was. 69. 1480 Augustus 11. Baljuw, schout en schepenen in den Hage verkoopen aan Geryt Gijsbreohts zoon een rente van 10 schellingen Vlaamsch jaarlijks, losbaar met den penning 16. upten Xlsten dach in Augusto int jair ons Heeren M CCCC ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 46). Met geschonden schependomszegel in groene was. 70. 1498 Januari 15. Schepenen in den Haag oorkonden, dat Pieter Deym Willems zoon verklaard heeft het convent van Sint Lijsbetten zusterhuis in den Hage een zekeren rentebrief te zullen leenen om daarvan gebruik te maken, zoodra het belemmerd wordt in zijn recht op een vrijen doorgang door de gracht aan de zuidzijde van het land, waarvan in genoemden rentebrief sprake is. Gescreven upten XVsten dach in Januario int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 24). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Bit charter is vastgespeld aan de nos. 37, 39, 44, 46, 58 en 69. 71. 1495 December 11. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Marijtgen Dirc Geryts zoons weduwe verkoopt aan de zusters en het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis een tuin en erf westwaarts van het klooster. " Gescreven upten Xlsten dach in Decembri int jair ons Heren M CCCC vijf ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 25.) Met geschonden schependomszegel in groene was. N. B. In dorso staat: Dirc in den Bruynvis' tuin. 72. 1496 Juni 29. Notaris Hugo de Bloot Theodericus' zoon instrumenteert, dat mr. Hugo de Buven, priester in den Hage, zijn testament maakt, waarbij hij aan mr. Tielmannus Heynricus'zoon de Wiel, provisor en deken van Delflandia en pastoor te Dirxlant, en Clementia Mathias' dochter, mater van het Sint-Elizabethshuis in Haga, de beschikking laat over al zijne roerende en onroerende goederen. Acta sunt hec in camera habitationis dicti testatoris sita in domo sororum Sanctae Elizabeth in Haga sub anno indictione mense die hora et poatificatu quibas supra (anno a nativitate eiusden Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo sexto decima quarta indictione mensis Junii die penultima hora quarta vel circiter post prandium pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno eius quarto). Oorspr. (Inv. no. 62). Met signatuur van den notaris. Met/transfiz d.d. 1496 Augustus 6 (zie reg. no. 73). 73. 1496 Augustus 6. De provisor en deken van Delfflant bekrachtigt het testament van Huge de Buven, priester in den Hage, d.d. 1496 Juni 29 (reg. no. 72), waardoor deze gestoken is. Datum anno Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo sexto mensis Augusti die sexta. Oorspr. (Inv. no. 62). Met geschonden zegel van den provisor in groene was en de signatuur van den notaris Hugo de Bloot. 74. 1497 Februari 15. Schepenen van Dircxlant oorkonden, dat hun medeschepen Pieter Hughen zoon verkoopt aan het convent van Sint Elisabetten zusterhuis in den Hage eene jaarlijksche rente van 8 Rijnsche guldens, gaande uit 8 gemeten lands in het vrije van Dirxlant. gedaen int jair ons Heeren viertienhondert seven ende tnegentich den vijftienden dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 50). Met de geschonden schepenzegels van Cornelis Bouwen zoon en Laurijs Philips' zoon in groene was; dat van Jan Jans zoon verloren. 75. 1497 Juni 1. Jan Hughen zoon, pastoor van de parochiekerk in den Haghe, heer Andries Dircx zoon, heer Pieter Jans zoon van der Kerck en mr. Jan Warnaerts zoon, sleuteldragers van de memorie, en mr. Dirc Adriaens zoon, merroriemeester, verklaren te zullen doen en onderhouden het festum compositum van den octaaf van het H. Sacrament, gesticht door mr. Hughe van Ruyven voor zijn ziel. Int jair. doen men screef duysent vierhondert seven ende tneghentich op die octave van den heyligen Sacramente. Oorspr. (Inv. no. 62). Het zegel van den pastoor verloren. 76. 1497 Juni 10. Jan Bloem Arians zoon verkoopt aan het convent van Sint Lijsbetthen zusterhuis in den Hage 1 morgen lands in den ban van Naeldwijck. Int jaer ons Heren viertienhondert sevenentnegentich den thienden dach in Junio. Oorspr. (Inv. no 40). Met de geschonden zegels van Arlewijn Vranoken zoon, baljuw van Naaldwijk, en Diro Willems zoon in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d 1483 October 26 (zie reg. no. 64). 77. 1497 Juni 20. Deken en kapittel van Sint Adriaen te Naeldwijc erkennen, dat zij schuldig zijn aan het convent van Sinte Lijsbethin den Haghe een rente van 8 pond Hollandsch'sjaars, verzekerd op 44 morgen land bij Delff, geheeten het land ter Made, dat zij geërfd hebben van Henric van Naeldwijc, waarvoor het convent voor genoemden Henric, Machtelt van Baephorst, vrouwe van Naeldwijc, hun beider ouders en kinderen en voor alle andere, voor wie Henric dat begeerd heeft, jaarlijks memorie zal houden. Int jaer ons Heren duysent vierhondert zes ende tnegentich twintich dagen in Junio. Oorspr. (Inv. no. 49). Het zegel van deken en kapittel verloren. 78. 1498 Juü 23. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Geryt Deym verkoopt aan dé zusters en het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis aldaar een elstuin bezuiden den Hage in de Westhoefve. Gescreven upten XXIIIsten dach in Julio int jair ons Heeren M CCCC acht ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 26). Met geschonden schependomszegel in groene was. 79. 1499. December 80. Schepenen in den Haige oorkonden, dat Gillis Janszoon, snijders, en Geryt Pieterszoon, zijn zwager, hebben verkocht aan Anthuenis Janszoon, priester, een huis en erf in het Westeynde. Gescreven upten XXXen dach in December int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 34). Met geschonden schependomszegel in groene was. N. B. De brief is vastgehecht aan dien d.d. 1519 Juni 8(zie reg. no. 122). 80. 1501 Juli 7. Schepenen van den Haghe oorkonden.dat Heinryck Jans zoon verkoopt aan Pieter Engebrechts zoon een huis en erf bij Sint Lijsbetten zusterhuis in den Haghe, onder voorwaarde, dat Pieter Engebrechts zoon mag timmeren op een muur, staande op.de grens. Gescreven upten Vllen dach in Julio int jair ons Heeren XVo ende een. Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Aan dit charter zijn 2 andere, beide d.d. 1508 Maart 28 (reg. nos. 97 en 98) gehecht. 81. 1502 October 15. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Lyewijn Kaerles zoon voor zich en als voogd van Bartgen Snyer, zijne zuster,, overdraagt aan het convent van Sint Elysabetten in den Haghe den schepenbrief d.d. 1485 Juni 27, waardoor deze is gestoken (reg. no. 65). Gescreven upten XVen dach in Octobri int jair ons Heeren XVo ende twee. Oorspr. (Inv. no. 47). Met geschonden schependomszegel in groene was. 82. 1503 Maart 1. Clemeyns Mathijs' dochter, ministra, en het convent van Sinte Elysabetten huis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoirde, raadsheer, 9 pond aan lijfrente over 8 jaar voor Alijt en Marijtgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in genoemd klooster. opten eersten dach van Mairte anno vijftienhondert ende drie. 0*rspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 83. 1508 Juli 26. Clemeyns Mathijs' dochter, mater, en het convent van Sint Elysabetthen zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoirde, raadsheer, 8% pond aan achterstallige lijfrente voor Alijt en Marijtgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in genoemd klooster. opten sessentwintichsten dach in Julius anno vijftienhondert ende drie. Oorspr. op papier (Bav. no. 57). Met opgedrukt geschonden kloostersignet. 84. 1504 Mei 22. Clemeyns Mathijs' dochter, ministra, en het convent van het Sint Elysabetthen zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Mary van Assendelf 3 pond bij hande van meester Jan van Divoerde, raadsheer, als lijfrente voor Alijt en Mary Willems dochters van Assendelf, hare moeien. 3 opten twi ende twintichsten dach in Mey anno vijftienhondert ende vier. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 85. 1504 October 21. Clemeyns Mathijs' dochter, ministra, en het convent van Sinte Elysabetthen zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoirde, raadsheer, 20 pond Hollandsch als lijfrente voor Alijt en Marijtgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in genoemd klooster. ......opten een ende twintichsten dach in October anno vijftienhondert ende vier. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met opgedrukt geschonden kloostersignet. 86. 1504 November 8. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat pater en mater van het Sint Elizabeths zusterhuis aldaar, erkennen, dat door Maritgen en Lijsbeth Heinrics dochters, kinderen van wijlen Heinrick de Molenair, . alle erfenissen enz. voldaan zijn, welke toekwamen aan Cornelia hare zuster, conventuale in genoemd convent, met eene lijfrente van 9 pond Hollandsch 's jaars. Gescreven opten XVIIen dach van Novembri int jair ons Heeren vijftienhondert ende vier. Oorspr. (Inv. no. 56). Met geschonden schependomszegel in groene was. 87. 1505 Februari 4. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Claes' zoon verkoopt "aan het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage y3 van 1 morgen lands in den ban van Naeldwijck. Gescreven upten vierden dach in Februario int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende vijff. Oorspr. (Inv. no. 41). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1483 October 26 (reg. no. 64). 88. 1505 Mei 20. Clemeyns Mathijs' dochter, ministra, en het convent van Sinte Elysabetthen zusterhuis in den Haghe erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Divoirde, raadsheer, 8 pond Vlaamsch als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in genoemd klooster. opten twintichsten dach in Mey anno XVo ende vijf. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 89. 1505 October 18. Clemeyns Mathijs' dochter, ministra, en het convent van Sinte Elysabetthen zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoirde, raadsheer, 15 Eijnsche guldens als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in genoemd klooster. opten dertiensten dach in October anno vijftienhondert ende vijf. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 90. 1506 Mei 27. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Lijsbeth Pol, weduwe van mr. Adriaen van Hoogesteyh, heeft toegestaan aan Jan Aernts zoon alias Cooperenpot, om te timmeren en te ankeren aan de steenen oostgevel van haar huis op de Laen, waarvoor hij zich verplicht tot het onderhoud dier gevel. Geschreven opten XXVIIen dach in Meye int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende sesse. Oorapr. (Inv. no. 27). Met het schependomszegel in groene was. 91. 1506 Juni 2. Clemeyns Mathijs' dochter, ministra, en het convent van Sinte Elysabetthen zusterhuis in den H^ge erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoirde 3 pond als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in het klooster. opten anderden dach in Junio anno XVc ende ses. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met het opgedrukte geschonden kloostersignet. • 92. 1506 Juni 20. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Phillips Marcelys' zoon heeft verkocht aan het convent van Sint Lijsbethen zusterhuis den tuin en het erf, vermeld in den brief d.d. 1479 Juli 28, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 61). Gescreven opten XXen dach in Junio int jaer ons Heeren vijftienhondert ende sesse. Oorspr. (Inv. no. 28). Met gemeen schepenzegel in' groene was. 93. 1506 September 16. Aechte Pieters dochter van Brabant, ministra, en het convent van Sinte Elysabetthen zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoirde, raadsheer, 20 pond Hollandsch als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in het klooster. opten sestiensten dach van September anno- vijftienhondert ende sess. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met opgedrukt geschonden kloostersignet. 94. 1507 April 16. Aechte Pieters dochter, ministra, en het convent van Sinte Elysabeths zusterhuis in den Hage erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Dyvoerde, raadsheer, 3 pond als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelf, nonnen in genoemd klooster. opten sestiensten dach in Aprel anno vijftienhondert ende seven. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met het opgedrukte geschonden kloostersignet. 95. 1507 Juni 9. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jacob Matheeus' zoon verkoopt aan Floris van Thol, priester, pater van het convent van Sint Lijsbetten in den Hage, ten behoeve van dat convent, een tuin daarbij gelegen. Gescreven upten IXen dach in Junio int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende seven. Oorspr. (Inv. no. 29). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Met aangehecht charter d.d. 1507 Juni 9, (reg. no. 96). - 96. 1507 Juni 9. • Schepenen van den Hage oorkonden, dat Floris van Thol, priester, pater van het convent van Sint Lijsbetten, erkent schuldig te zijn aan Ja cop Matheus' zoon 8 pond Vlaamsch, als koopsom van een tuin en erf bij genoemd convent. Gescreven upten IXen dach in Junio int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende seven. Oorspr. (Inv. no. 29). Met geschonden schependomszegel in groene was. N. B. Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1507 Juni 9 (zie reg. no. 95). In dorso kwiteeringen van betaalde tormanen. 97. 1508 Maart 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Engebrechts zoon verkoopt aan Floris van Thol, priester, pastoor van den Ouder Tongeen pater van Sinte Lijsbetten zusterhuis een huis en erf aan de westzijde daarvan. Gescreven upten XXVIIIen dach in Maerte int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende acht. Oorspr. (Biv. no. 80). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1501 Juli 7 (reg. no. 80). 98. 1508 Maart 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat pater en mater van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage erkennen schuldig te zijn aan Pieter Engebrechts zoon 20 pond Vlaamsch als koopsom van een huis en erf, staande aan de westzijde van het zusterhuis. Gescreven opten XXVIIIen dach in Maert int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende acht. Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden schependomszegel in groene was. N. B. In dorso een aantal kwiteeringen. Dit charter is vastge-. hecht aan den brief d.d. 1501 Juli 7 (reg. no. 80). 99. 1508 Maart 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Cornelia Geryts dochter verkoopt aan pater en mater en het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuisin den Hage y6 van een stuk land gelegen bij Pontius' put. Gescreven upten XXVIIIen dach in Maerte int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende acht. Oorspr. (Biv. no. 31). Met geschonden 'schependomszegel in groene was. 100. 1508 November 10. Pater en mater en convent der besloten zusters van Sint Elysabetthenklooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 15 Rijnsche guldens als lijfrente voor Alijt en Marie Willems dochters van Assendelft, nonnen in het klooster. .... opten tienden dach in November anno vijftienhondert ende aoht. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 101. 1509 Januari 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacop Claes' zoon verkocht heeft aan heer Willem Hermans zoon, priester, een huis en erf ten westen van Sint Lijsbetten zusterhuis. Gescreven opten XVIen dach in Januario anno XVc ende negen. Oorspr. (Inv. no. 32). Met het schependomszegel in groene was. N.B. Met aangehecht charter dd. 1509 Januari 16 (zie reg. no. 102). 102. 1509 Januari 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem Hermans zoon, priester, verklaard heeft schuldig te zijn aan Jacop Claes' zoon 12 pond Vlaamsch als koopsom van een huis en erf ten westen van Sinte Lijsbetten zusterhuis. Gescreven opten XVIen dach in Januario anno XVc ende negen. • Oorspr. (Inv. no. 32). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Het charter is vasgethecht aan den brief dd. 1509 Januari 16 (zie reg. no. 101). 103. 1509 April 2. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Willem Jans zoon van Wateringe verkoopt aan het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis in den Hage % van 1 morgen land in den ban van Naeltwijck. Gescreven upten anderden dach van Aprille int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende negen. Oorspr. (Inv. no. 42). Met het geschonden zegel van Jacop van de Wyel Adriaensz. in groene, en dat van Dirck van Boneem in roode was. N.B. Het charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1483 October 26 (reg. no. 64). 104. 1509 April 18. Pater, mater en convent der besloten zusters van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Janvan Mathenes 8 pond als lijfrente voor Alijt en Marie Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster. opten achtienden dach inden April anno vijftienhondert ende negen. Oorpsr. op papier (Bav. no. 57). Met opgedrukt geschonden kloostersignet. 105. 1510 Maart 22. De mater van het Sinte Elysabetthen klooster in den Haghe erkent ontvangen te hebben van Jan van Mathenes lOphilipsguldensin korting van de 12 philipsguldens verschenen lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster, en verklaart, dat er nog 8J Rijnsche gulden en 7 stuivers ontbreken. opten XXII sten dach in Maert anno XVc ende X. Oorspr. op papier (Inv. no. 67). Met de handteekening van de mater Aechte Peters dochter van Brabant. 106. 1510 Juni 8. Pater, mater en convent van het Sinte Elysabethen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 20 pond Hollandsch als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster. opten achten dach in Junius anno vijftienhondert ende tien. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 107. 1510 October 2. Pater, mater en het convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan yan Mathenes 8 pond als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster. ....... opten tweden dach in October anno vijftienhondert ende tien. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 108. (1510). De mater vanhet SinteElysabettenkloosterinden Haghe erkent ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 6 Rijnsche guldens in korting van Rijnsche guldens lijfrente voor Alijt en Mariken Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met de handteekening van de mater Aechte Peters van Brabant. N.B. Ongedateerd en beschadigd, waardoor het bedrag der verschuldigde lijfrente ontbreekt. 109. 1511 Maart 1. Pater, mater en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 20 pond Hollandsch als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft, nonnen in het klooster. opten yersten dach van die Meert anno vijftienhondert ende elf.' Oorspr. op papier (Inv. no.v 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 110. 1511 November 3. Ministersse en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Haghe erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 8 pond als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster. opten derden dach in November anno vijftienhondert ende elf. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 111. 1511 December 31. Broeder Heynryók Claes' zoon, pater, en de Cellebroeders binnen Delf verklaren ontvangen te hebben van Vyncent Crystoffels zoon, hun broe- der uit den Haech, een rentebrief, sprekende van 3 pond Vlaamsch 's jaars, losbaar met den penning 20,ten laste van de stad Delf, van welke rente Vyncent Crystoffels zoon 4, het Synte Elysabetten klooster in den Haech 8, en de Cellebroeders 6 Rijnsche guldens jaarlijks toekomen. Ghedaen en gescreven opten lesten dach in December int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende ellyf. Oorspr. (Inv. no. 48). Met een rest van het conventszegel der Oellebroeders in groene was. N.B. In dorso staet: Item van Ohristoffels kynderen acht Rijnsgld. 112. 1512 September 25. Ministersse en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 18 Rijnsche guldens als lijfrente voor Alijt en Maritgen Willems dochters van Assendelft, nonnen in genoemd klooster. opten XXVsten dach in September anno XVc ende twalef. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 113. 1515. October 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Crystingen Braems dochter erkend heeft dat Marygen en Lijsbet Heynricks dochters, een rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks zullen behouden uit het huis in het Westeynde van den Hage op de hoek van de Vleerstraet, dat deze haar verkocht hebben, losbaar met den penning 16. Gescreven opten XIX dach van Octobri anno XVc ende vijfthyen. Oorapr. (Inv. no. 51) De zegels van Bartelmeeus Heynricksz. en Gerrit Willemsz. in den Boester, schepenen, verloren. 114. 1516 April 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Ariaen Lenaerts zoon verkoopt aan Marygen Heynricks dochter een huis en erf in het Westeynde. Gescreven opten tweeden dach van April anno XVc ende sesthien. Oorspr. (Inv. no. 34). Met het zegel van Dirck Jansz. Duycker in groene was, dat van Ariaen Gerritsz. Paert verloren. Met transfix d.d. 1519 Juni 8 (zie reg. no. 122). 115. 1516 April 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Marygen Heynricks dochter verklaard heeft schuldig te zijn aan Ariaen Lenaerts zoon 46 pond Vlaamsch wegens den koop van een huis in het Westeynde, te betalen in vier termijnen. Gescreven opten tweeden dach van April anno XVc ende sesthien. Oorspr. (Inv. no. 34). De zegels van Dirick Jansz. Duycker en Ariaen Gerritsz. Paert, schepenen, verloren. N.B. De brief is geoancelleerd en vastgehecht aan dien d.d. 1529 Juni 8 (zie reg. no. 122). 116. 1517 Maart 7. Ministersse en convent van Sinte Ëlyzabeth te tsGravenhage erkennen ontvangen te hebben van Marry van Mathenesse 33 Rijnsche guldens als lijfrente voor Maritgen en Alijt Willems-dochters van Assendelff, nonnen in genoemd klooster. . ...... opten sevenden dach in Maert int jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende seventhien na tscrivens thoof f s vah Utrecht. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Met handteekening van Maritjen Willems dochter van Assendelf als mater. 117. 1518 Maart 10. Mater en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 20 pond Hollandsch als lijfrente voor Mariken Willems dochter van Assendelft, mater, en Alijt Willems dochter van Assendelft, non in genoemd klooster. opten tienden dach in Maert anno vijftienhondert ende ach- tien. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het. opgedrukte kloostersignet verloren. 118. 1518 Maart 10. Mater en convent van het Sint Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes. 18 Rijnsche guldens als lijfrente voor Mariken Willems dochter van Assendelft, mater, en Alijt Willems dochter van Assendelft, non in genoemd klooster. opten tienden dach in den Maert anno XVc ende achtien. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 119. 1518 December 15. Mater en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Haghe erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 18 Rijnsche guldens als lijfrente voor Mariken Willems dochter van Assendelft, mater, en Alijt Willems dochter van Assendelft, non in genoemd klooster. .. opten vijftienden dach in December anno XVc ende achtien. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). . Het opgedrukte kloostersignet verloren. 120. 1519 Maart 4. Mr. Wollebrant Aernts zoon, priester, verhuurt aan het convent van Sinte Ëlyzabeth in den Haghe 8% morgen land zuidwaarts van genoemd convent. Gescreven int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende negenthien opten vierden dach in Maert. Oorspr. (Inv. no. 33). Met de geschonden zegels van mr. Wollebrant Aernts zoon en Claes Willems zoon (Hoogenhoock) in groene was. 121. 1519 Juni 6. Schepenen vanGueree oorkonden, dat Maertijn Heyndrixszoon belooft te zullen vrijwaren met zijn eigen huis aldaar het huis, dat Maeritgen Heynriks zoons dochter gekocht heeft van Ariaen Lenaerts zoon, staande in het Westende (in den Haag). Den sesten dach in Junio int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende neghenthien. Oorspr. (Inv. no. 34). Met de gesohonden zegels van Danckert Cornelis zoon en Cornelis Willems zoon schepenen, in groene was. N. B. Deze brief is vastgehecht aan dien d.d. 1519 Juni 8 (zie reg. no. 122). 122. 1519 Juni 8. Het Hof van Hollant verleent akte van vrijwillige condemnatie aan Martijn Heynrics zoon van Meohelen en Lijsbeth Anthonis' dochter, echtgenooten, voor hun huis te Goederrede aan de zuidzijde van de haven, als waarborg voor het huis in het Westeynde in den Hage, vermeld in den brief d.d. 1516 April 2, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 114). opten Villen dach in Junio int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende negenthiene. Oorspr. (Inv. no. 34). Met geschonden zegel ül roode was. N.B. Aan dit charter zijn vastgehecht de brieven d.d. 1499 December 30, 1516 April 2 en 1519 Juni 6 (zie reg. nos. 79, 114, 115 en 121. In dorso staat: Brieven vantthuys, daer Lijsbet Heynricx dochter in starf in Westeinde. 123. 1519 December 15. Mater en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Haghe erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 18 Eijnsche guldens als lijfrente voor Mariken Willems dochter van Assendelft, mater, en Alijt Willems dochter van Assendelft, non in genoemd klooster. ' opten vijftienden dach in December [anno XVo ende]») negentien.- •W^È Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 124. 1520 December 25. Mater én convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan van Mathenes 18 Rijnsche guldens als lijfrente voor Mariken Willems dochter van Assendelft, mater, en Alijt Willems dochter van Assendelft, non in genoemd klooster. opten XXVsten dach in Deeémber anno XVc ende twentich. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 125. 1522 Januari 8. Mater en convent van het Sinte Elysabetthen klooster in den Hage erkennen ontvangen te hebben van Jan Van Mathenes 18 Rijnsche guldens als lijfrente voor Mariken Willems dochter van Assendelft, mater, en Alijt Willems dochter van Assendelft, non in genoemd klooster. opten achten dach in Januarius na scryven des hoefs van Uuttricht anno XVc ende twe en twentich. Oorspr. op papier (Inv. no. 57). Het opgedrukte kloostersignet verloren. 126. 1525 Maart 7. Prior en gemeen convent der Regulieren tsGravenzand oorkonden, dat Lijsbet Heynrycks dochter hun gegeven heeft een schepenbrief met eenige transfixen sprekende van twee kamers met erf en tuin in de Crepelstraet te Delff en 48 pond Vlaamsch, waarvoor zij wekelijks vijf missen zullen doen, welke missen zij verzekeren 123. 1519 December 15. 124. 1520 December 25. l) Afgescheurd. op 28 morgen land geheeten Uuthoff en gelegen te sGravenzand. opten sevenden Mareii anno XVc vijf ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 61). Met het conventszegel in groene was en geschonden. 127. 1585 October 5. Cornelis van der Mersche Bouwen zoon, zijne echtgenoote Belijtgen Cornelis de Balmakers dochter en Aechte hunne dochter geven aan het Sinte Lijsbetten convent in den Hage eene jaarrente van 15 carolusgulden. Upten vijfften dach Octobris anno XVc ende vijff ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 58). Met de handteekeningen van Cornelis van der Mersche en Belie Cornelis' dochter. Het opgedrukte signet van eerstgenoemde verloren. — N. B. Aangehecht aan een charter d.d. 1486 Augustus 10 (reg. no. 67.) 128. 1540 December 2. Kors Pieters zoon van der Beeck en mr. Aernt Huygens zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Mathijs van Steenbeek als man van Maritgen Claes' dochter, en Symon IJsbrants zoon, erfgenamen van IJtken Claes Boens, hun moeder, overdragen aan Jan Claes' zoon, priester, eene jaarhjksche rente van 16 stuivers en 1 oortje, gaande uit land van het convent van Sinte Elijsbet in den Hage, genaamd de Nyeuwe Henne, gelegen achter genoemd convent, omtrent de Rijswijksche kade. upten Hen dach van Decembris anno XVc ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 59). Met het geschonden schepenzegel van mr. Aernt Huygens zoon in groene was, dat van Kors Pieters zoon van der Beeck verloren. N.B. In dorso akte van kwijtschelding aan het convent d.d. 1540 Becemher 3. (zie reg. no. 129). 129. 1540 December 8. Jan Claes' zoon priester, transporteert aan het convent van Sint Elyzabet in den Hage den rentebrief, op welks rugzijde dit geschreven is (zie reg. no. 128). anno XVc ende viertich den derden dach van December. In dorso van regest no. 128. Met de handteekening van Jan Claes' zoon, priester. 130. 1546 Januari 4. Gezworenen in het gerecht van Naeldwijck oorkonden, dat heer Gerrit Aryaens zoon, priester, kapelaan van de Sint Cornelis kapel te Honsholredijck, heeft verkocht aan Thyelman Jan Andries die Vulders zoon een rente van 4 pond Hollandsch jaarlijks, losbaar met den penning 16 en verzekerd op zijn huis en erf te Naeldwijck. Gedaen anno vijftienhondert ses ende veertich den vierden dach Januarii nae tgemeen scryven. Oorspr.(Inv.no.53).Metge3chonden zegel van mr. Jan van Hoyquesloedt, baljuw en schout te Naaldwijk, in roode was. Met transfix dd. 1555Februari 20 (zie reg. no. 132). 131. 1550 April 24. Pater, priorin, suppriorin en procuratrix met het convent der Begu- larissen, genaamd Nazareth, gelegen in het ambacht Eijswijck, verkoopen tot herstel van hunne kerk en met consent van den oversten prior en visitator van hun huis, den prior van Syon, aan Jan Claes' zoon, priester in den Hage, 2 pond groot Vlaamsch 'sjaars, gaande uit 6 morgen land in Tegerbroeck (in het ambacht Eijswijck) en losbaar, met den penning 16. anno vijfthienhondert ende vijftich den vier ende twintichsten dach in Aprill. Oorspr. (Inv. no. 54). Met geschonden zegel van den generaal prior in groene was; het conventszegel verloren. •— Met transfix d.d. 1568 October 12 (reg. no. 144). 132. 1555 Februari 20. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Thielman Jans zoon verkocht heeft aan het convent van Sint Elijsbetten in den Hage de rente, vermeld in den brief d.d. 1546 Januari 4, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 130). *. Opten twintichsten dach Februarii anno XVc vijff ende vijftich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 53). Twee schepenzegels verloren. 133. 1557 November 21—December 26. Schepenen van den Hage oorkonden, dat in het convent van Sinte Elijsbet aldaar Jan Claes' zoon, priester, als pater van genoemd zusterhuis, Maritgen de Milde Adriaens dochter, mater, eh elf zusters, vertegenwoordigende het genoemde convent, met Symon van der Does, schepen van den Hage, haar vader en voogd ter eenre, en Adam van Segwairt op het huis te Westerbeeck ter andere zijde, overeenkomen — om hun geschil te beslechten aangaande een uitweg over de Zusterslaan — dat het convent overdraagt aan Adam van Segwairt 2 morgen land, geheeten de Buttercamp en gelegen te Eyckenduynen, waarvoor zij van hem ontvangen 8 hont land in den Hage. Soe hebbe ick, broeder Jan van Scorenburch, generalis minister tertii ordinis Sancti Francisci, 't zegel van ons generaal capittel hier onderaan gehangen upten XXVI dach van Decembri ende wy pater ende mater voorn, tconventszegel opten XXIIIsten dachjvan November ende wy schepenen voorn, elx onssen zegelen opten XXIsten dach van November. Allin den jaire ons Heeren duysent vijfhondert zeven ende vijftich. Oorpsr. (Inv. no. 35). Met 2 geschonden sohepenzegels van Cornelis van Aicken en van Willem van Cryep in groene was; de beide andere verloren. N.B. Hieraan zijn vastgespeld de brieven d.d. 1433 Januari 16 en 1449 October 23 (zie reg. nos. 12 en 24). 134. 1559 Mei 22. Schepenen van den Hage oorkonden, dat de voogden van de twee onmondige weeskinderen van Cornelis Barthouts zoon verkocht hebben met consent van de weesmeesters van Delf f anno (15)59 April 15 aan Jan Claes' zoon, priester, pater van het convent van Sint Elizabeth in den Hage, een kampje lands met de helft van de laan daaraan gelegen, groot c. 4 hont. upten XXIIen May anno XVc neghen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 36) Twee sohepenzegels van Cornelis van Aecken en Symon van der Does verloren. Met transfix d.d. 1562 Juni 18 (zie reg. no. 137). N. B. Het charter vastgehecht aan dat d.d- 1429 Juli 8 (zie reg. no. 8). 135. 1559 Juni. Coenraet Oelen zbon en Jacop Coenen zoon, gezworen landmeters in Delflant, verklaren, dat zij, ten verzoeke vaii Jan Claes' zoon, pater van het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis, gemeten hebben een stuk land achter het convent in den Haechpolder aan Sint Lijsbetten laen, welk land groot is zonder de halve laan 4 hont en 90 roeden en met de halve laan 5 hont en 25 roeden. Actum in Junio anno XVc ende LIX. Oorspr. op papier (Biv. no. 36). Met de handteekeningen van de landmeters. N.B. Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1429 Juli 8 (zie reg. no. 8). 136. 1560 April 27. Heer Jan Claes' zóón, priester, pater, Maritgen de Milde Ariaens dochter, mater, en 12 zusters, vormende het oude kapittel van het convent van Sint Ëlyzabeth in den Hage, erkennen ontvangen te hebben van Katherina Cornelis' dochter, non in genoemd klooster en eertijds - hunne mater, 2 schepenbrieven elk sprekende van eene jaarlijksche rente van 4car. guldens, de eerste ten laste van Vranck Jacobs zoon te Wateringe, de tweede van Jacob Claes' zoon en Coenraet Oelles zoon, organist in den Hage; bovendien nog 12% stuiver 's jaars, door de memorieheeren uit te reiken bij de memoriediensten voor Gerart Claes' zoon en Truytgen, hare grootouders. .. opten XXVII dach van Aprilis anno XVc tsestich. Oorspr. (Inv. no. 60). Met geschonden conventszegel in groene was. 137. 1562 Juni 18. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Claes' zoon, priester, heeft verklaard anno 1561 Februari 28 aan het convent van Sint Elizabeth aldaar verkocht te hebben 4 hont lands met alle rechten, waarvan de brief spreekt d.d. 1559 Mei 22, waardoor deze is gestoken (zie reg. no. 134). ' Upten XVIII en Juny anno XVc twee ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 36). Met geschonden schepenzegel van Cornelis van Aecken; dat van Symon van der Does verloren. 138. 1566 Maart 16. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Laurens Cornelis' zoon Talman belooft het convent van Sinct Elizabeth in den Hage schadeloos te zullen houden van een zeker officie van 6 pond Vlaamsch 's jaars, belast met 7 missen per week, welke genoemd convent gegeven heeft aan Jacob Laurens' zoon, klerk van het bisdom Utrecht, wonende in den Hage, om tot priester gewijd te mogen worden, waartoe hij verbindt het door hem bewoond wordende huis met erf en zijn tuintje op de Geest in den Hage. upten XVIen dach Martii anno XVc zes ende tzestich na gemeen scryven. Oorspr. (Inv. no. 65). Met geschonden schepenzegel van Frans Hubrechts zoon in groene was; dat van Jacob van Dorp verloren. 139. 1566 Juni 7. De Rekenkamer in den Haghe consenteert pater, mater en religiosen van het Sinte Elzabeth zusterhuis aldaar om een glinting van 16 of 18 voet te zetten langs de kamer van den pater aan de straat tegen een recognitie . Actum den VHen dach Junii XVc zessendetzestich. Oorspr. (Inv. no. 37). Geteekend door G. Wallerandt N.B. Aan den voet de mededeeling, dat de akte geregistreerd is in het Vlle boek van de appointementen. 140. 1568 Juli 15. Vincent Mulocq, pastoor der groote kerk van St. Jacob tè sGravenhage, en Maria Cornehs' dochter, priorin van het Sint Elisabeths convent aldaar, patronen der vicarie op het altaar van Sint Elizabeth in dat convent, vergunnen Johannes Arnoldus' zoon, rector, bedoelde vicarie te ruilen met die van Johannes Adrianus' zoon, rector der vicarie van Sint Catharina in de kapel van den H. Ivo van het Hof. Acta in Haga in sacrario castri Hagensis anno millesimo. quingentesimo sexagesimo octavo die vero 15 mensis Julii. Oorspr. op papier (Biv. no. 66). Met de signatuur van Cornelis de Capella, notaris. 141. 1568 Juli 15. Johannes Adrianus' zoon, priester, vicaris van het altaar van Sint Catherina in de Hof kapel, en Johannes Arnoldus' zoon, Utrechtsch klerk, rector der Vicarie op het altaar van het Sint Elizabeths klooster te 's-Gravenhage, ruilen, met goedvinden van collatoren, hunne beneficiën. Anno millesimo quingenijesimo sexagesimo octavo die Jovis decima quinta mensis Julii. Oorspr. (Inv. no. 66). Met de signatuur van den notaris Cornelius de Capella. 142. 1568 Juli 20. Fredericus a Tautemborch, aartsbisschop van Trajctum, keurt goed de ruiling van vicarieën tusschen Johannes Arnoldus' zoon, rector der vicarie van de H. Elisabeth in het Sint Elisabeths klooster te 's-Gravenhage, en Johannes Adrianus' zoon, rector der vicarie van Sint Catharina in de kapel van den H. Ivo van het Hof, en gelast Johannes Adrianus' zoon in het bezit der nieuwe vicarie te stellen. Datum anno XVc sexagesimo octavo die vigesima mensis Julii. Oorspr. (Biv. no. 66). Het zegel verloren; met de handteekening Van den notaris Lamzweerde. N. B. In dorso de verklaring van de inbezitstelling (reg. no. 143). 143. 1568 Juli 23. Cornelius de Capella, notaris, verklaart, dat hij Johannes Adrianus' zoon in het Sint Elizabeths klooster op het altaar van de H. Elisabeth in het bezit der vicarie van genoemd altaar heeft gesteld. Opgenomen in dorso van reg. no. 142. Met de handteekening van den notaris. 144. 1568 October 12. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Claes' zoon, priester, ■ pater van het convent van Sint Elijsbeth in den Hage, verkoopt aan dat convent eene rente van 12 oarolusguldens Vlaamsch 's jaars, vermeld in den brief d.d. 1550 April 24, waardoor deze is gestoken (zie reg no. 131). opten Xllen dach Octobris anno XVc acht ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 54). Met geschonden schepenzegels van Jan van Ouwen en van Pieter de Vries in groene was. 145. 1571 April 19. Jacob Boll, ontvanger-generaal van de beden over Hollandt, oorkondt, dat mater en conventualen van het Sint Elysabet convent in den Hage hem hebben toegestaan eene heining te maken aan de westzijde van de sloot, gelegen aan het westeinde van den tuin of den boomgaard, te beginnen van zijn zomerhuisje zuidwaarts langs de geheele sloot, zoover als zijn erf zich uitstrekt, alwaar hij op de afscheiding van beider boomgaarden of erven in genoemde sloot ook eene afscheiding van glinten of planken moet maken. ten daege ende jare als boven (den XlXen Aprilis anno XVc LXXI). Oorspr. op papier (Inv. no. 38). Met de handteekening van den oorkonder. N. B. Bit stuk is vastgehecht aan den brief d.d. 1571 Mei 11 (zie reg. no. 146). 146. 1571 Mei 11. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Claesrzoon, priester, als pater van het Sint Elijsbetthen zusterhuis, en Maritgen Cornelis' dochter, moeder in genoemd convent, met Djrick van Alckemade en Symon van der Does als vaders van genoemd convent aan de eene zijde, en mr. Jacob Boll,. ontvanger-generaal van de beden en subventen over Hollant, aan de andere zijde, overeengekomen zijn, dat het convent aan den ontvanger-generaal een erf van 2 voet bewesten het convent zal afstaan, waarop hij een kruisdorenheg zal maken en onderhouden van 8 of 4 latten hoog. opten elffden dach van Meye anno XVo een ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 38). Met de zegels van de schepenen Dirick Paeu en Joseph van Hove in groene was; het eerste geschonden, het tweede met contrazegel. N.B. Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1571 April 19 , (zie 'reg. no. 145). 147. 1571 Augustus 27. Fredericus a Tautenburch, aartsbisschop van Trajectum, verleent aan Joannes Adrianus' zoon, priester en rector der vicarie van het altaar van de H. Elysabeth in het Sint Elysabeths klooster in den Haag, op zijn verzoek toestemming om 8 in plaats van 5 missen per week aldaar te lezen met het oog op de geringe inkomsten dier vicarie, behoudens goedkeuring van de collatoren en van den pastoor of den memoriemeester. Datum die vicesima septima mensis Augusti anno Domini millesimo quingentesimo septuagesimo primo. Oorspr. (Inv. no. 67). Het zegel verloren. Met de handteekening van den notaris Lamzweerde. N.B. Het charter is vastsgespeld aan dat d.d. 1571 September 1 (zie reg. no. 148). 148. 1571 September 1. Vincentius Muloek, pastoor van de St. Jacobs kerk te sGravenhage, collator van de vicarie van het altaar van de H. Elysabeth in het St. Elysabeths klooster in den Haag, en Hugo Georgus'zoon, memoriemeester van genoemde kerk, verleenen, daartoe verzocht door den aartsbisschop van Utrecht, de toestemming, breeder vermeld in reg. no. 147, aan Joannes Adrianus' zoon. Acta in domo sacraria templi maioris Hagensis anno millesimo quingentesimo septuagesimo primo die Sabbati prima Septembris. Oorspr. (Biv. no. 67). Met de signatuur van den notaris Petrus Dalen. N.B. Bi dorso staat eene verklaring van notaris Lamzweerde, dat Johannes Adriaens zoon in 1571 September 11 ter voldoening aan het bisschoppelijk bevel dit document aan den vicaris-generaal heeft overhandigd. 149. 1572 Maart 29. Het Hof van'Hollant doet uitspraak in het geschil tusschen Jan Adriaens zoon, priester, als possesseur van zekere vicarie, gefundeerd op het Sint Elisabeths altaar in het Sint Elizabeths zusterhuis in den Hage, en Aernt Cornelis' zoon betreffende de helft van 5 morgen lands ten gunste van Jan Adriaens zoon. Gedaen in den Hage ..... ende gepronunchieert den XXIX Martii XVc LXXI stilo curiae. Oorspr. (Inv. mo. 68). Met de handteekening van den griffier B. Ernst. HET ZUSTERHUIS SINT MARIA IN GALILEE. INLEIDING. Dit klooster werd in 1463 gesticht door eenige rasters van het Sint-Elizahethsklooster. Zij hadden daartoe 23 Mei van dat jaar met de moeder en de achtergebleven zusters van laatstgemeld klooster zekere scheiding en overeenkomst aangegaan, en dat onder goedkeuring of bij brieven van den bisschop van Utrecht. Die brieven werden vervolgens door Philips van Bourgondië bevestigd bij brief d.d. 1463 September 10, waarbij hij het klooster mede in zijne bijzondere bescherming nam. Boven dit stuk (beschreven in reg. no. 40) staat; „Privilegium, dat ons convent by oirlof ende consent van den prins gefundeert is, ende onder zijne protecti genomen heeft". Dit convent wordt nu eens op het Spui dan weder in de Poten beschreven; het werd op het Spui gesticht en had daar aanvankelijk zijne kerk en zijn hoofdingang, doch deze zijn later naar de Poten overgebracht. Wel hadden de zusters bij akte d.d. 1467 Januari 7 verkregen een stuk land met een uitweg naar den Potenweg doch dit was de latere Korte Houtstraat; daarentegen blijkt uit eene akte d.d. 1477 Januari 29, dat verscheidene erven het klooster toen nog van de eigenlijke Poten scheidden. Ten onrechte meent dus De Biemer, dat het reeds dadelijk in de Poten stond, doch zich uitstrekte tot het Spui. In 1497 werd den pater vergund puin van het Hof weg te halen om te dienen tot fondament van eene nieuwe kerk, terwijl bij eene akte van 1502 Wouter Jans zoon, timmerman te 's-Hertogenbosch, verklaarde van de zusters ontvangen te hebben eene schuldbekentenis van 500 Rijnsche guldens, wegens hout voor hare nieuwe kerk. Tusschen 1497 en 1502 is dus eene nieuwe kerk gebouwd, welke die in de Poten moet geweest zijn, daar men eerst na dien tijd van dit klooster in de Poten gewag vindt gemaakt. Het klooster bezat de meeste gronden ten oosten en zuiden tot aan de Coman Willems laan *); daarenboven vele gronden tusschen de latere vaart en den Veenpolder, toen nog rietlagen of riettuinen- en door het klooster gedeeltelijk uitgegeven om „toe te maken" (op te hoogen). Evenals de andere kloosters had het eene brouwerij en een rosmolen. Het recht om een molen te houden had het klooster verkregen bij brief van den graaf d.d. 1480 >) Waarschijnlijk de latere Nieuwe Haven en het Voorburgstraatje. April 17 l) op gelijke voorwaarden als het Sint-Agnietenklooster, te weten: tegen betaling van 20 mieten 's jaars voor iedere persoon in het klooster. In 1512 werd die uitkeering veranderd in eene vaste som van 20 stuivers gedurende 10 jaar. Dit duurde voort tot 1542; toen nam het klooster den rosmolen van den graaf op het Spui tegen 8 pond 's jaars in pacht, op welken grond het beweerde „oic wel te mogen malen zonder geld te geven, anders dan den erfpacht". Nadat het klooster 1558 April 28 van die pacht ontslagen was, betaalde het weder tot 1565 per persoon. Door die betaling is de grootte der bevolking van het klooster bekend; deze bedroeg in 1487 50, in 150848,en in 1559 34 personen. Het klooster had een groot en een klein zegel, afgebeeld resp. bij De Eiemer dl. I blz. 474 in Mededeelingen van 's-Gravenhage dl. H bldz. 98. Reeds in 1563 begonnen de zusters eenige onroerende goederen te verkoopen „overmits de lasten 't voirsz. convent binnen corte jaren overcomen ende. de jegenwoordige scarpen tyden". Zoo verkochten zij in 1567 Mei 18 ook de brouwerij en den rosmolen, nadat zij dit in 1564 vruchteloos beproefd hadden. Dit klooster ging in 1572 te niet. De huizen en erven zijn door Den Haag, volgens akte der Staten d.d. 1573 April 27, in eigendom aanvaard, terwijl de conventualen van de Staten een jaargeld ontvingen, dat bij resolutie van 7 Juli 1595 voor de 7 toen nog in leven zijnde, is verhoogd. Het overschot werd tot onderhoud der predikanten gebezigd. Het klooster zelf werd■ gesloopt en vervangen door particuliere huizen. Slechts het straatje, dat uit de Poten naar het klooster liep, heeft nog de herinnering daaraan bewaard door zijn naam „Bagijnestraat". Het cartularium (Inv. no. 1) bevond zich in de. collectie Van Wijn; de inventaris der brieven enz. van pater Lubeeck Dirks zoon (Inv. no. 2) in het archief der Geestelijke Goederen. INVENTARIS. A. Beheer der goederen. I. In het algemeen. 1. „Eegister". Cartularium, bevattende afschriften van eigendomsbewijzen en rentebrieven van 1836—1587. 1 deel. N.B. Voorin bevindt zich eene inhoudsopgave, waarin vele aanteekeningen betreffende personen en gebouwen, in de akten genoemd. Be eerste bladen zijn gemerkt A, B en C, de verdere zgn genummerd. Folio XXXVIII bevat een aantal aanteekeningen met het opschrift „Van onze missen". Achterin zijn vastgehecht eenige authentieke afschriften van stukken betreffende den gerechtelijken verkoop van eenige tuintjes. Beze brief is afgedrukt door A. j. Sebvaas van Rooyen in Bijdr. Bhd. Haarl. dl. 24 (1899), -blz. 155—158. 4 2. Dit nummer is vervallen. II. Landerijen en huizen. a. In en bij den Haag. 3. Eigendomsbewijs van 4 perceelen land, afkomstig van Pieter Rijck en Claes Meynerts zoon, voor Gerrit Potter van der Loo. 1440. 1 charter (reg. no. 12). 4. Eigendomsbewijs van een stuk land, afkomstig van Engel Heynricx zoon. 1467. 1 charter (reg. no. 49). 5. Eigendomsbewijs van een huis en erf en een daarachter gelegen stuk land, afkomstig van Jan Jans zoon, genaamd Scalkert. 1469. 1 charter (reg. no. 55). 6. Eigendomsbewijs van 2 huizen en erven, afkomstig van Geryt Jacobs zoon van der Binchorst. 1477. 1 charter (reg. no. 72). 7. Eigendomsbewijs van een stuk land, afkomstig van mr. Jan Henricx zoon, priester. 1477. Met twee oudere schenkingsbrieven d.d. 1886 en 1846. 3 charters (reg. nos. 79, 1 en 2). 8. Stukken betreffende den eigendom van 4 hont land, afkomstig van het klooster Sint Agniet te Delft. 1453, 1472 en 1479. 3 charters (reg. nos. 25, 61 en 83). 9. .Verklaring van Jan Willems zoon en Jan Pieters zoon betreffende een aan het convent toebehoorenden muur. 1480. 1 charter (reg. no. 85). 10. Eigendomsbewijs van 1 morgen lands, afkomstig van mr. Tyelman Heynricx zoon, provisor en deken van Delfland. 1480. Met ouderen transportbrief d.d. 1477. 2 charters (reg. nos. 86 en 76). 11. Eigendomsbewijs van 2% morgen lands, afkomstig van Dirc Ave, weduwe van Claes Bruuns en Bertolmees Arents zoon. 1480. 1 charter (reg. no. 88). 12. Eigendomsbewijs van 1 morgen lands, afkomstig van de HeiligeGeestmeesters van Delft. 1481. 1 charter (reg. no. 93). 13. Eigendomsbewijs van 14 hont lands, afkomstig van de zangmeesters van de Nieuwe Kerk binnen Delftv 1482. Met oudere transportbrieven d.d. 1458-1478. 4 charters (reg. nos. 95, 33, 70 en 80). 14. Dit nummer is vervallen. 15. Akte, waarbij aan Coeman Zegers zoon een tuin en erf wordt toegepacht ten nadeele van Bertolmees Claes' zoon. 1488. 1 charter (reg. no. 102). 16. Akte, waarbij Ludolf Bernards zoon, pater van het convent, 4 hont land in erfpacht ontvangt van Willem Ghijsbrechts zoon Goen als possessor eener vicarie in de Sint-Pieterskerk te Leiden. 1488. Met akte van bevestiging door bisschop David van Bourgondië d.d. 1489. 2 charters (reg. nos. 100 en 107). 17. Eigendomsbewijs van 5 hont lands, afkomstig van mr. Bertout van Assendelf, voor Bobbrecht Jacobs zoon. 1498. 1 charter (reg. no. 118). "^sjM 18. Eigendomsbewijs van een huis en erf afkomstig van Ludolf Bernaerds zoon, pater van het convent, voor Heinrick Berthelmeeus' zoon. 1508. 1 charter (reg. no. 126). 19. Eigendomsbewijs van c. 4 hont lands, afkomstig van Cornelis Bruyns zoon. 1503. 1 charter (reg. no. 125). 20. Akte van verpachting van c. 7 morgen lands, door Luydolf Bernards zoon, pater van het convent .1504. Met oudere transportbrieven d.d. 1498 en 1501. 3 charters (reg. nos. 130, 124 en 116). 21. Eigendomsbewijs van een rietveld en tuin, afkomstig van Leentgen, procuratrix in het convent, voor Teun Allemans. 1508. Met ouderen transportbrief d.d. 1477. 2 charters (reg. nos. 136 en 77). 22. Beslechting van een geschil tusschen het convent en Ruert Jans zoon met Aeltgen Pieter Dircx zoons weduwe, zijne echtgenoote, over een gemeenschappelijken uitgang naar de Poten. 1512. 1 charter (reg. no. 143). 23. Verklaring van Coenraert Noelen zoon over de grens tusschen zekere erven van hem en van het klooster. 1518. 1 charter (reg. no. 156). 24. Eigendomsbewijs van een tuin, afkomstig van mr. Dirick Wouters zoon Wagenaer. 1525. Met rentebrief d.d. 1511. 2 charters (reg. nos. 169 en 139). 25. Akte, waarbij het klooster een netlaag m erfpacht uitgeeft aan Jacob Michiels zoon. 1525. 1 charter (reg. no. 170). 26. Eigendomsbewijs van een tuintje, afkomstig van Jan Adriaens zoon. 1526. 1 charter (reg. no. 171). 27. Verklaring van Gherit Jans zoon betreffende het onderhoud van een heining tusschen zijn erf en dat van het klooster. 1529. 1 charter (reg. no. 179) 28. Eigendomsbewijs voor Vranck van der Houve van 2 morgen land, afkomstig van mr. Pieter Bruyns' zoon. 1537. Met oudere akten betreffende dat land van 1456 en 1466. 3 charters (reg. nos. 29, 48 en 187). 29. Verklaring van Jorys Joosten, priester, betreffende zijn recht op een erf grenzende aan het convent. 1551. 1 charter (reg. no. 196). 30. Akte van toestemming van het convent en van Jan Adriaens zoon aan Pieter Hubrechtszoon tot het plaatsen van een hek op gemeenschappelijk terrein. 1561. 1 charter (reg. no. 200). 31. Notarieele verklaring aangaande het maken van een hek in eene heining van het klooster door Hendrik Cornelis' zoon de Vries en Catherina Cornelis' dochter, zijne echtgenoote. 1570. 1 charter (reg. no. 203). b. In Haagambacht. 32. Eigendomsbewijs van c. 1 morgen lands, afkomstig van Dirk Potter van der Loo, voor zijn broeder Geryt. 1436. 1 charter (reg. no. 8). c. In Berkel. -' 33. Stukken betreffende den eigendom van 16 hont land, afkomstig van de ouders van Maritgen, Jan Arnts zoons dochter. 1518 en 1547. 2 charters (reg. no3. 144 pn 195). d. In het ambacht 's-Gravenzande. 34. Eigendomsbewijs voor Clais Jans zoon van een huis en erf met 1 y2 morgen land, afkomstig van Clais Adriaens zoon. 1477. 1 charter (reg. no. 78). 35. Eigendomsbewijs van % van 14 morgen lands, afkomstig van Jan Symons zoon. 1500. Met ouderen transportbrief d.d. 1490. 2 charters (reg. nos. 121 en 108). 36. Eigendomsbewijs van c. 7 hont lands; afkomstig van Antoni Dircks zoon van Naaldwijk. 1501. 1 charter (reg. no. 122). 37. Eigendomsbewijs van vijf perceelen land, afkomstig van Dirck Heynrics zoon. 1504. 1 charter (reg. no. 128). III. Rentebrieven en andere inschulden. 38. Rentebrief, groot 1 wilhelmusschild 's jaars uit een huis te Delft. 1538. 1 charter (reg no. 190). 39. Rentebrief, groot 6 car. guldens 's jaars uit 20 morgen land te Delft. 1541. Verkocht aan het klooster. 1541. 2 charters (reg. nos. 192 en 193). 40. Rentebrief, groot 6 pond Hollandsch 's jaars uit een huis op de Plaats te 's-Gravenhage ten behoeve van Geryt Potter van der Loo. 1439. 1 charter (reg. no. 10). 41. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars uit een huis in het Noordeinde te 's-Gravenhage voor den pater Dirc Willems zoon. 1446. 1 charter (reg. no. 21). 42. Rentebrief; groot 4 pond Hollandsch 's jaars uit een huis in de Poten te 's-Gravenhage voor Engel Heynricx zoon. 1456. 1 charter (reg. no. 30). 43. Akte, waarbij Martijn Aern/ts zoon, priester, verklaart een rentebrief te bezitten, groot 8 pond Hollandsch 's jaars uit een huis op het Spui te 's-Gravenhage. 1467. 1 charter (reg. no. 50)- 44. Rentebrief, groot 6 pond Hollandsch 's jaars uit een hui« op het Bleekveld te 's-Gravenhage voor Pieter van der Kerck, priester. 1501. Met rentebrief betreffende 2 dier ponden d.d. 1465. 1 charter (reg. nos. 123 en 42). 45. Schuldbekentenis van Reimbrant Aerts zoon, groot 10 stuivers 's jaars, als erfhuur voor een rietland te 's-Gravenhage. 1518. 1 charter (reg. no 150). 46. Schuldbekentenis van Pieter Kaerls zoon, groot 13 x/2 stuiver Hollandsch 's jaars, als pacht voor een riettuin te 's-Gravenhage. 1518. 1 charter (reg. no. 153). - 47. Rentebrief, groot 1 pond Vlaamsch 's jaars uit een huis op de Plaats te 's-Gravenhage. 1518. 1 charter (reg. no 158). 48. Schuldbekentenis van Philips Korstants zoon, groot 15 stuivers 's jaars, als erfhuur voor een rietland te s-uravenhage. 1518. Met transportbrief van het land d.d. 1489. 2 charters (reg. nos. 161 en 103). 49. Stukken betreffende een erfpacht van 3 schellingen Vlaamsch 's jaars uit een rietlaag te 's-Gravenhage. 1528. 3 charters (reg. nos. 177, 174 en 176). 50. Rentebrief, groot 3 pond Hollandsch 's jaars uit eene woning bij 's-Gravenhage. 1519. Verkocht aan het klooster. 1530. 2 charters (reg. nos. 182 en 166). 51. Stukken betreffende den eigendom van eene rente, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis in de Poten te 's-Gravenhage. 1529 en 1530. 2 charters (reg. nos. 181 en 180). 52. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars uit een huis in de Vlamingstraat te 's-Gravenhage. 1532. 1 charter (reg. no. 183). 8fl*$f 53. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars uit een huis op het Spui te 's-Gravenhage. 1534. 1 charter (reg. no 185). 54. Rentebrief, groot 30 stuiver 's jaars uit een huis in het Zuideinde van 's-Gravenhage. 1560. 1 charter (reg. no. 199). 55. Schuldbekentenis van Bastiaen Adriaens zoon, groot 13 stuiver 's jaars, als erfpacht van een erf te 's Gravenhage. 1568. 1 charter (reg. no. 201). 56. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars uit een huis in de Poten te 's-Gravenhage. 1568. 1 charter (reg. no. 202). 57. Schuldbekentenis van Adriaen Diricxs zoon, groot 8 gouden car. guldens en 5 stuivers 's jaars, als erfpacht voor 10 hont lands met een tuin gelegen in Haagambacht. 1587. 1 charter (reg. no. 188). 58. Rentebrief, groot 24 pond Hollandsch 's jaars uit 9 morgen land te 's-Gravenzande. 1497. 1 charter (reg. no. 115). 59. Akte van willige condemnatie van het Hof van Holland ten behoeve van Jan Cornelis' zoon in eene overeenkomst tusschen hem en het klooster over de afbetaling van achterstallige rente uit 16 morgen land te Monster. 1542. Met oudere akten betreffende de rente d.d. 1528 en 1582. 3 charters (reg. nos. 194, 178 en 184). 60. Rentebrief, groot 8 pond Hollandsch 's jaars uit een huis en erf te Pijnakker voor Marijtgen Jan Aerns zoons dochter van Berckel. 1504. 1 charter (reg. no. 129). 61. Rentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 's jaars uit een huis te Voorschoten voor Dirc Willems zoon. 1487. 1 charter (reg. no. 9). 62. Rentebrief, groot 16 pond Hollandsch 's jaars uit twee perceelen land in Wateringen. 1495. 1 charter (reg. no. 113). 63. Eigendomsbewijs van 2 rentebrieven, groot 11 en 5 pond Hollandsch 's jaars ten laste van Jacob Corstijns zoon. 1552. 1 charter (reg. no. 197). IV. Quitanties. 64. Quitantie voor Adriaen Jacops zoon wegens eene erfpacht van 3 stuivers 's jaars van een riettuin, uitbetaald aan Anthonis van Stapele. 1558. Met akte van de uitgifte van het tuintje door het klooster d.d. 1517. 2 charters (reg. no;. 149 en 198). 65. Verklaring van Wouter Jans zoon, timmerman, dat hij eene schuldbekentenis heeft ontvangen van het klooster, ter betaling van door hem geleverd hout ter waarde van 500 Rijnsche guldens. 1580. 1 charter (reg. no. 127). REGESTENLIJST. 1. 1886 Mei 26. Willem, graaf van Heynegouwen en Hollant, heer van Vrieslant, schenkt aan Witeman Snoyen, zijn deurwachter, 4 morgen lands in zijn veen bezuden houte bij den Haghe aan. te wijzen door Gherard Heynen zoon, rentmeester van Nort-Hollant. Ghegeven te Keynot Sonnendaghes Ha Pinxter int jaer ons Heren M CCC zesse ende dortich. 1) Oorspr. (Inv. no. 7). Het zegel van den oorkonder verloren. 2) Notarieel afschr. d.d. 1502 van J. Michielsz. 3) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXVI. N.B. Op hetzelfde blad als 2) een afschrift van den brief d.d. 1346 Juli 6 (reg. no. 2). 2. 1346 Juli 6. Margriete, keizerin van Romen, gravin van Henegouwen, Hollant en Zeelant, vrouwe van Vrieslant, geeft, aangezien Gheeraerd Heynenzoon, eertijds rentmeester van Noort-Hollant, minder goed land en slechts 16 hont had aangewezen aan Wijtman Snoeyen, haar deurwachter, ter uitvoering van de schenking van wijlen haar vader, vermeld in den brief d.d. 1336 Mei 26 (zie reg. no. 1), waardoor deze gestoken is, hem daarenboven nog 2 morgen uitgedolven veen, aan te wijzen door Mathijs van der Borch, rentmeester van Noort-Hollant. Ghegeven in die Hage des Donredages na sinte Martijns dach in den zomer int jaer ons Heren dusent driehondert sesse ende viertich. 1) Notarieel afschr. (Inv. no. 7). Met de handteekening van notaris J. Michiels. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXVI. N.B. Op 'hetzelfde blad als 1) een'afschrift van dë akte der schenking, 1336 Mei 26 (reg: no. 1). 3. 1883 September 29. Schepenen van den Haag oorkonden, dat Claes Jans zoon erkent schuldig te zijn aan .Philips Gelys' zoon 3 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit het door hem bewoond wordende huis en hofstede, gelegen aan de oostzijde van het Spoy. Int jaer ons Heren dysent driehondert drie ende tachtich op sinte Michels dach. . Afschr. in Inv. no. 1, fol. VII8. N.B. In margine staat: van Jacob Ariaens huis op die Spoy van IIII pond Hollandsch aan die Oestside. 4. 1385 Juli 11. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Coenraet Uten Camp erkent schuldig te zijn aan Engebrecht Wermbrechts zoon 10 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf met den achteruitgang aan den Potenweg. Ghegeven int jaer ons Heren anno MCCC vyve ende tachtich des Dinxdages na sinte Martijns dach in den zomer. Afschr. in Inv. no. 1, foL XXII. N.B. Met opschrift (tevens geldende voor no. 24): Bit sijn twee brieven, die Katrijn Foytgens on9 gegeven heeft na haer doot ende haers brueders doot tottet convents behoef vrj te houden ende des so selt convent voer hem beyd en bidden ende hout in etc. — In margine staat: ende stonden (d.w.z. de 10 schell.) op dat halff erff buer (f) camer by ons out brouwhuys, daerop plach te staèn Claes Beymen huys,' twelc wy coften ab brieft hierafter of staet (zie reg. no. 45). 5. 1397 Mei 18. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Boemgaert erkent schuldig te zijn aan Mathijs Doden zoon 23 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis en erf door hem bewoond. Gescreven int jaer ons Heren dusent driehondert seven ende negentich op sinte Servaes' dach. Afschr. in Inv. no. 1, f oi VII1 verso. N.B. Gecancelleerd. In margine staat: Van Geertruyt van Tol is gecomen XXIII scéllingen op Andrie3 Birx huys Meydach. 6. 1426 Mei 6. Burgemeesters, schepen en raad van Rotterdam verkoopen aan Baerte en Aleyde, dochters van Wilhelmus Paulus' zoon, eene jaarlijksche lijfrente van 6 gouden Fransche schilden. .. gedaen int jaer ons Heren dusent vierhondert sessende- twintich opten sesten dach in Meye. Afschr. in Inv. no. 1, fol. A. N.B. Gecancelleerd. 7. Dit nummer is vervallen'. 8. 1436 September 14. Dirc Potter vander Loo verkoopt aan zijn broeder Geryt Potter van der Loo c. 1 morgen land in het ambacht van der Hage in den Zuitveen. Upten vierthienden dach in September int jair ons Heren vierthienhundert zesse ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 32). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. N.B. Misschien is dit het land, groot 1 morgen, dat oude Gheryt Potter aan het convent schenkt tot het houden van missen. (Zie een aanteekening op folio XXXVIII in Inv. no. 1: „een morghen bysuyden houdt, daer ons paerden in ghaen".) 9. 1437 April 15. Ansom Allerts zoon erkent schuldig te zijn aan Dirc Willems zoon Pontier eene rente van 40 schellingen Hollandsch jaarlijks, gaande uit zijn huis en erf in het ambacht Voirscotön. Gescreven upten XVsten dach in Aprille int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende dertich. >»iÉÊb Oorspr. (Inv. no. 61). Het zegel van Jan Jacobs zoon, schout van Voirschoten, verloren. N.B. Met de dorsale aanteekening: „te Voorschoten een rentenbrief van II pondt tsjaers op een hofstede aldaer ter cause van Dircx vaders memorie". 10. 1439 Februari 1. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Harper Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Geryt Potter van der Loo 6 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf op de Plaetse, geheeten „In die Roosse". Gescreven upten eersten dach in Zelle int jair ons Heeren M CCCC negen ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 40). Met het geschonden schependomszegel in groene was N.B. Met de dorsale aanteekening: Jan Aernts zoon Vos in Gorkum. Marie Visser VI pond Lichtmis anno 1567. — Opte Plaetse. Gelo3t. 11. 1439 October 10. Willem, heer tot Naeldwijck en ter Capelle, maarschalk van Holland, erkent schuldig te zijn aan Margriet Geryt de Bruine dochter van Burgerdijck 200 phil. Bourgondische schilden. Int jaer ons Heren M CCCC negen ende dertich tien dage in October. Afschr. in Inv. no. 1, fol. II verso. N.B. Gecancelleerd. Onderaan staat: Item dese renten sijn een jaar te voer verscreven, eer mense betaelt. Item desen brief wort gelost int jaer LXXX te Heiliger mis. 12. 1440 Juni 13. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Bijck voor zich en voor Claes Meynerts zoon, zijn stiefzoon, verkoopt, met goedvinden van de voogden van vaders- en moederszijde van dezen aan Geryt Potter van der Loo vier perceelen land aldaar, groot 8,4, 2% en 10 hont. dertien dage in Junyo int jair ons Heren dusent vierhondert ende viertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 3). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afsohr. in Inv. no. 1, foL XVII. N.B. Op een aangehecht stuk papier staat: Van vier morgen lands Gerit Potters ende Cristij n sijn w jjf II missen ter week ewich. — Onder de akte staat eene doorgehaalde aanteekening inhoudende, dat mijn joffer van der Loo, echtgenooto van Geryt Potter, de stukken van 8 en 14 hont aan het convent schenkt voor twee missen en eene memorie voor haar en haar familie, en dat de andere stukken Xyeman van der Meye toebehooren. — In margine staat: Item dat stuk van den IIII hondt ende konnen wy niet vinden, nae uitwyse van desen brief wilt leggen an die Zuytside van den Busch tuyschen den Bennen wech ende die Poten. Men salt sueken. — Blijkens een aanteekening op folio XXXVIII geeft mijn joffer van der Loo 3 morgen en 2 hont genaamd die Camer aan de westzijde van den Bennenwech. 13. 1440 Juni 13. Burgemeesters, schepenen en raad van Botterdam verkoopen aan Benedicta, mr. Jan Doeden zoons dochter, eene jaarlijksche lijfrente van 16 gouden keurvorster Rijnsche guldens. gedaen int jaer ons Heren, als men screef dusent vierhondert ende viertich opten dertiensten dach in Junio. . Afschr. in Inv. no. 1, fol C. N.B. Gecancelleerd. 14. 1440 Juni 24. Schout, burgemeesters, schepenen, raad en vroedschap van Haerlem verkoopen aan Jan Tengnagel van Langen en Luutgaert, zijne dochter, eene jaarlijksche lijfrente van 5% gouden overlandsche keurvorster Bijnsche gulden. gegeven op sinte Jans avond Baptista te midzomer in den jaer ons Heeren dusent vierhondert ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. B. N.B. Gecancelleerd. 15. 1441 November 18. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Margriet Arnt Beyners .zoons weduwe erkent schuldig te zijn aan Dirck Arnts zoon 11 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit haar kamer en erf in de steeg bij de bornput. Gescreven op den XIII dach in Novembri int jaer ons Heren M CCOO een ende- viertich. Afsohr. in Inv. no. 1, fol. VII1 verso. N.B. Gecancelleerd. In margine staat: Van Geertruyt van Tol XI schellingen op Clais Scilders huys sinte Jans dach. Bit heeft offghelost Jan Willemsz. Anno XVIIII nae privilegie van der Haghe. 16. 1441 December 26. Arent van den Camp erkent schuldig te zijn aan Heynric van Groesbeéck 5 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 5 morgen land in het ambacht Monster. gescreven op sinte Stevens dach deerste martelaer int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. IX. N.B. Boven den brief staat: Kersten Baertouts.—In margine: Het is verclaert anno II bynnen Amsterdam int generael capittel, dat Stijn dit pond groot sal opheffen haer levert la nek durende ende niet langer. Teynden haren leven salt ons convent houden ende ewelike besitten. Ende is int capitteh boec gescreven. 17. 1443 Februari 6. Adriaen Florys' zoon, schout te Noertich, oorkondt, dat Pieter Jorgels zoon geeft aan zijne dochter 10 koopmans ponden 's jaars, te ontvangen van de bezitters der aan hem behoorende woning en goederen in het ambacht Noertich, nu door Mourijn Geryts Jans zoons zoon bewoond. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende viertich opten sesten dach van Februario. Afschr. in Iriv. no. 1, fol. IIII. N.B. Gecancelleerd. 18. 1444 December 8. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Heynric Willems zoon erkent schuldig te zijn aan Geryt Dirx zoon 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf, gelegen in de Veenstraet. Gescreven achte dage in Decembri int jaer ons Heren M CCCC vier ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XII. N.B. Gecancelleerd. 19. 1445 Maart 3. Symon Jans zoon, en Margriet Jan Symons zoon dochter, vrouw van Aem Heynrycx zoon, verklaren, dat hunne zuster Alijt, dochter van huns vaders eerste vrouw, en hunne zusters Alijt en Maritgen, dochters van huns vaders tweede vrouw, Machtelt, conventualen in het klooster St. Elizabeth in den Haag, zullen mededeelen in de nalatenschap van hun vader, en de beide laatstgenoemde zusters ook in haar moeders erfenis. Opten derden dach in Maerte int jaer ons Heren dusent vierhondert vijff ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. II, N.B. Gecancelleerd. 20. 1445 September 10. Arent van Camp verkoopt aan Gheryt van Berkenroede eene jaarlijksche rente van 3 pond Hollandsch, gaande uit 1% morgen land, in het ambacht Monster. Int jaer ons Heren M CCCC vijf ende viertich opten tienden dach in Septembri. Afschr. in Inv. no. 1, fol. IX verso. 21. 1446 Augustus 10. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Andries Michiels zoon erkent schuldig te zijn aan Dirc Willems zoon, zijn oom, 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf in het Noorteynde. Gescreven tyen dage in Augusto int jaer ons Heren dusent vierhondert zesse ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 41). Met het geschonden schependo ms zegel in groene was. Met aangehecht duplicaat. N.B. Met de dorsale aanteekening: „Up de weduwe van Teylingh huys." 22. 1450 Maart 2. Schepenen in het Wellambacht oorkonden, dat Andries Janszoon en Nelle, zijne echtgenoote, geven voor zich en voor hunne dochter Eose aan de zusters van St. Elisabeths zusterhuis in 's-Gravenhage 2 pond Vlaamsch 's jaars, gedurende het leven van Eose. Gedaen int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijftich opten tweesten dach in Maerte. Afschr. in Biv. no. 1, foL IIII verso. N.B. Gecancelleerd. 23. 1450 November 10. Hoogheemraden van Delflant stellen eene keur vast betreffende het verkrijgen van wederdelving. dit is gedaen int jaer ons Heren M CCCC ende vijftich opten tienden dach in November. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXXII. 24. 1451 April 80. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Molle erkent schuldig te zijn aan Wülem van Hovel 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit het door hem bewoond wordende huis en erf in de Poten. Gescreven opten lesten dach int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXII. N.B. Zie voor het opschrift de noot bij no. 4. 25. 1453 Juli 16. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Dirc Dircx zoon oude Koek, Dirc Dirx zoons jonge Koek, Alijt Dirc Kockx dochter en Jan Willems zoon erkennen schuldig te zijn aan Heynric van Groesbeeck 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit 4 hont lands, gelegen aan de westzijde van den Deenenweg in de Oesthoefve. Gescreven sestyen dage in Julio int jair ons Heren M CCCC drie ende vijftich. 1) Oorspr. (Inv. no. 8). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afsohr. in Inv. no. 1, fol. XXVIII verso. N.B. Op den staart van het zegel van het oorspr. staat,' dat de renten zijn afgelost. Aan het charter zijn vastgehecht de nos. 61 en 83. In margine van het afschrift staat: dit lant leyt in den Oestenhoef, daerom en geftet hofpenninck noch scot. 26. 1454 Juni 22. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Claes van Dam erkent onder zich te hebben als voogd van Geertruut Pieter van Dammen dochter, zijne nicht, non in het Sint Elyzabeths zusterhuis in den Hage, eenige koopbrieven van landerijen en schepenbrieven van den Hage betreffende renten, welke brieven hij belooft ten allen tijde op verzoek te zullen toonen. Gescreven opten twee ende twintichsten dach in Junio int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. V. 27. 1454 Juli 81. Phillips, hertog van Bourgongen enz., oorkondt, dat zijn oom Willem, bastaard van Hollant, met zijne toestemming eene douarie en lijftocht van 40 gouden schilden 's jaars schenkt aan zijne dochter Margriet, om in een klooster te kunnen gaan, gaande uit zijne tienden, visscherijen en renten van Schager Cogge. Gegeven opten lesten dach van Julio int jaer ons Heren M CCCC vier ende vijftich. Afschr. in Inv- no. 1, fol. VI. N.B. Gecancelleerd. 28. 1454 September 30. Johan, heer van Cruningpn van Heenvliet en tot Woesdrecht, oorkondt, dat Jan Lichtenborch, zijn leenman, met zijne goedkeuring eene douarie en lijftocht schenkt aan Fye, zijne zuster, zuster in Sinte Elysabetten zusterhuis van de 8e orde in de Hage, groot 12 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit het leen van de hofstad Heenvliet, gelegen in Nyeuhellenvoet. Opten lesten dach van September int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. VI. N.B. Gecancelleerd. Boven den brief staat: Item desen brief wort ofgeoof int (jaer) LXV1I te Heyligermisse. 29. 1456 Mei 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirc Jan Broers zoon heeft bewezen aan Jan Willems zoon als moederlijk erfdeel voor diens dochter Alijt 2 morgen land in het Oostambacht van der Hage bezuiden Hagehoutl Gescreven vijf dagen in Meye int jair ons Heren dusent vierhondert sessendevijftich. Oorspr. (Inv. no. 28). Met het gemeene schepenzegel in groene was. Met transfix d.d. 1537 April 28 (reg. no. 187), waardoor hieraan tevens is vastgemaakt de brief d.d. 1466 Juli 9 (zie reg. no. 48). 30. 1456 Augustus 80. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Willems zoon erkent schuldig te zijn aan Engel Heynricx zoon 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf in de Poten. Gescreven upten XXXsten dach in Augusto int jair ons Heren M CCC sessendevijftich. 1) Oorspr. (Inv. no. 42). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. VIII verso. N.B. La dorso van het oorspr. staat: Beze pont Hollants, staande up thuys staende in die Footen, eerst gecomen van eene Trijn Jaepgen, daernae op Adriaen Mathijs, secretarus van den Hage, nu up Maritgen Willem dr., geeoft anno XVc LXXI; twie pont hierof staen op Katrijn Japen huys ende twie pont hebben wy an ons selven. 31. 1457 Maart 22. Mater en convent van het Sint Elysabetten klooster in den Hage ter eenre en Machtelt, weduwe van Jan Symons zoon, en hare kinderen en stiefkinderen ter andere zijde sluiten eene overeenkomst over de erfenis van genoemden Jan Symons zoon. Opten XXIIsten dach in Maert int jaer ons Heren dusent CCCC seven ende vijfftich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. I. 32. 1458 Juli 15. Dirc van der Does Costijns zoon erkent schuldig te zijn aan Alijt Willems dochter, ministra van de zusters van Sint Elysabetten zusterhuis in den Hage, vanwege zijn dochter Machtelt, zuster aldaar, het erfdeel van zijn echtgenoote, Jacob Jans dochter van der Mye, groot 800 philippusschilden, welke hij gedurende zijn leven behouden zal tegen betaling van 20 schilden 's jaars, gaande uit zijne landerijen in het ambacht Leyderdorp. Int jaer ons Heren M CCCC LVIII opten vijftienden dach in Julio. Afschr. in Inv. no. 1, fol. VI verso. 33. 1458 December 19. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Machtelt Pieter van Borns weduwe verkoopt aan Pieter Jans zoon 14 hont lands, gelegen besuden hout. Gescreven upten XIXsten dach in Decembri int jaer ons Heren M CCCC acht ende vijftich. 1) Oorspr. (Inv. nb. 13). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afsohr. in Inv. no. 1, foL XXVIII verso. N.B. Bit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1474 September 6 (zie reg. no. 70). In het afschrift staat voor deze akte 1428 December 19. 34. 1459 Maart 4. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Jans zoon erkent schuldig te zijn aan Geertruut Pieters dochter, zuster in het Sint Elysabets klooster in den Hage, 20 pond Hollandsch 's jaars voor de erfenissen enz., haar aangekomen van Katrijn Pieter Jans zoon, hare moe- der, gaande uit het door hem bewoond wordende huis met erf in de Veenstraet. opten IIII dach in Maerte int jaer ons Heren dusent CCCC negen ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. V verso. N.B. Gecancelleerd. In margine staat: Mitten penningen, van desen brieve gecomen, synnen gelost ende ofgeooft V gouden wilhelmusschilden erfrenten van Heynrick Jans zoon. 35. 1463 September 10. Philips, hertog van Bourgondië, graaf van Hollant en Zeelant, oorkondt, dat hij de anno 1468 Mei 28 gesloten overeenkomst tusschen Alijt Willems dochter, mater, en eenige zusters van het SintElyzabeths klooster van de 3e orde van Sint Franciscus in den Hage ter eenre, en eenige andere zusters van hetzelfde convent, die sedert dien tijd hare woonstede hebben in het klooster van Onse Lieve Vrouw in Galilea op het Spoy aldaar ter andere zijde, welk contract breeder Vermeld wordt in den brief, waardoor dit transfix is gestoken, bekrachtigt, en dat hij ministra en convent van Onse Lieve Vrouw in Galilea onder zijne bescherming neemt. Gegeven op den Xden dach van September int jaer ons Heren M CCCC ende LXIII. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXXVII. 36. 1464 Januari 28. Achte Coenen dochter, ministra, en het convent 'van Onse Lieve Vrouw in Galylee in . den Hage op het Spoy verkoopen aan Katrijn Heynryc Jacob Ghijsbrechts zoons dochter, wonende te Haarlem op het groote bagijnhof, eene jaarlijksche pacht van 10 Rijnsche guldens. int jaer ons Heren dusen vierhondert vier ende tsetsich opten achtentwintichsten dach in'Januario. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XV. N.B. Gecancelleerd. 37. 1464 vóór 24 Februari. Dirc Willems zoon, priester, pater, en Geertruut Engebrechts dochter, ministra van het convent van de 3e orde van Sint Franciscus van Onze Lieve Vrouw in Galylee in den Hage, verkoopen aan Bussent Geryts dochter Grypen weduwe en Claes Willems zoon, haar dochters kind, te zamen en aan de langstlevende van beide, eene lijfrente van 25 pond Hollandsch jaarlijks. Int jaer ons Heren M CCCC ende LXIHI. Afschr. in Inv. no. 1, foL XXI verso. N.B. Gecancelleerd. 38. 1464 Februari 24. Russen Gheryts dochter, Grypen weduwe, consenteert de mater van het convent in den Hage voor haar zelve en voor Claes Willems zoon, haar dochters kind, te koopen een jaarlijksche lijfrente van 25 pond Hollandsch, ten laste van de steden Delf, Rotterdam, Dordrecht, Leyden en Amsterdam overeenkomstig en in ruil voor de lijfrente, die zij reeds heeft (zie reg. no. 87). Int jaer ons' Heren dusent vierhondert vier ende testich op sinte Matheeus' des heyligen apostels avont. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXII. 39. 1464 September 8. Gheertruut Engebrechts dochter, ministra, en de zusters van het nieuwe convent van Onze Lieve Vrouw in Galylee in den Hage op het Spoy verkoopen aan oude Jacob Jacobs zoon, wonende te Amsterdam achter de Nuwe kerk, eene jaarlijksche pacht van 12 Rijnsche guldens. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vierentsestich op onser Vrouwen geboerts dach. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XVI. N.B. Gecancelleerd met aanteekening in margine: Kathrijn oude Jacob Jacobs dochter XV Rh. gulden sjaers erfrenten ter lo3singe op onser Vrouwen geboerte. Anno XVc ende twaleff zijn desen renten offghelost in tcantaet (1512 Mei 9) van onser oorde tot Amsterdam ende hebben ghegheven tweehoadert rijnsgulden current ende vijff en vijftich van dat hoeftghelt ende XV Rijnsch van een jaer ende noch van verlopen renten tot tcantaet toe, summa in als ghegheven 280 Rijnsch ghuet vast ghevalueert ghelde. Item hiertoe zijn ghegheven die twintich ponden groot, die Griete Wouters ghaff tot een pond groot tsjairs voir een misse des Bynsdaechs van sinte Annen ende hier voort toegeleyt. —Zie reg. no. 44 en voor deze mis tevens deaanteekeningopf ol. XXXVIII verso en reg. no. 140. 40. 1464 December 18. Geertruut Engebrechts dochter, ministra, en de zusters van het nieuwe convent van Onze Vrouw in Galilea in den Hage op het Spoy verkoopen aan oude Jacob Jacobs zoon, wonende te Aemsterdam achter de Nuwe kerk, eene jaarlijksche pacht van 4 Rijnsche guldens. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vierentsestich op sinte Luciën dag. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XVIII. N.B. Gecancelleerd; in margine staat: Desen brief f isghelost anno XI in cantate (1511 Mei 18) tot Amsterdim mit den penninghen, ghecomen van Barbara van Cats (zie reg. no. 137), ende alsoe elok Rijnsoh m03t we3en nae ghelde als zy ghecoft werden, soe losten wy elc Rijnsch voir XXV stuivers ende soe hadden wy altijt betaelt de renten een philippusstuiver voer een stuiver etc. — An dese renten ende nooh van een brieff hier in der boeok voorenbesoreven folio XVI (reg. no. 39) hebben wy bethaelt in als 49 jaren alle jaer XX Rijnsoh, facit IXCLX Rijnsoh, ende wy hadden ontfangen die penningen XVII, facit 3.40 Rijnsch, soe quamen wij tafter 620 Rijnsch. 41. 1464 December 13. Geertruut Engebrechts dochter, ministra, en de zusters van het nieuwe convent van Onse Lieve Vrouw in Galylee in den Hage op het Spoy verkoopen aan oude Jacob Jacobs zoon, wonende te Amsterdam achter de Nuwe kerk, eene lijfrente van 2 Rijnsche guldens jaarlijks. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vierentsestich op smte Luciën dach. Afsohr. in Inv. no. 1, fol. XIX. N.B. Met eene aanteekening, inhoudende, dat hij de lijfrente heeft omgezet in een erfrente, losbaar met den penning 17, tegen zekere misplechtigheden na zijn dood. 42. 1465 Januari 30. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Louwerys Dammes' zoon erkent schuldig te zijn aan Willem Aelbrechts zoon eene jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit het door hem bewoond wordende huis en erf op het Bleyckvelt. Gescreven upten XXXsten dach in Januario int jair ons Heeren M CCCC vijf ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 44). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Bit charter is vastgehecht aan dat d.d. 1601 Augustus 28 (reg. no. 123). 43. 1465 Juni 26. Oude Jacob Jacobs zoon, wonende te Aemsterdam, consenteert pater, mater en convent van Sint Marie in Galylee in den Hage op het Spoy om na zijn dood de 4 Rijnsche guldens eeuwige pacht (vermeld in reg. no. 40) te lossen met den penning 17. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijfentsestich opten sesentwintichsten dach in Junio. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XVIII verso. 44. 1465 Juni 26. Oude Jacob Jacobs zoon, wonende te Amsterdam, consenteert aan pater, mater en convent van Onze Lieve Vrouw in Galylee in den Hage op het Spoy om de jaarlijksche rente van 12 Rijnsche guldens (vermeld in reg. no. 89), na zijn doo>d te lossen met den penning 17. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijfentsestich opten sessentwintichsten dach in Junio. Afschr. in Inv. no. 1, foL XVI verso. 45. 1465 Juli 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Claes Deym verkoopt aan de zusters van het klooster van sint Maria in Galylee in den Hage een huis en erf, gelegen in de Poten, bezwaard met 2 pond, 10 schellingen Hollandsch 's jaars. Ghescreven opten XXIIIsten dach in Julio int jaer ons Heren M CCCC vijf ende tsestich. ■'fth' Afschr. in Biv. no. 1, fol. XXIIP. N.B. In margine staat: Item l'/i % is ons tot een ewige memorie gegeven van mr. Arnt ende Kathrijn Foytkijns ende 1 M hebben wy gelost aldus ist vry. 46. (1465 October 8.) Gheertruut Enghebrechts dochter, ministra, en het convent van de besloten zusters van de 3e orde van Sint Franciscus tot Onze Lieve Vrouw in Galylee in den Hage, wonende op het Spoy, verkoopen aan Steffeny Symon Dircs echtgenoote en aan Jutte Symons, hare dochter, eene jaarlijksche rente van 10 gouden Rijnsche guldens van 20 philips stuivers den gulden. Afschr. in Inv. no. 1 fol., XX verso. N.B. Onder'de akte staat: Den datum 1465/3a Octobris. In margine staat: Dese Jutte Symons dochter starff den 16 in Februarie anno 19 ende wy betaelden Staeys Claes' zoon t,ot Aemsterdam, haer exequutoir, brenghende ons die originael coepbrieff tot een teyken; ende wy ghaven een termijn, die versceen Bamis anno 18, VI Rijnsch V stuivers. Ende dese renten hadde ons convent betaeld 53 jaer alle jaer XID/i Rijnsch, overmits dat wy mosten gheven Philippus stuivers voor" stuivers; van die beliep elcke Rijnsgulden 25 stuivers, facit deze 53 jaer 662'/2 Rijnsch. Ende te zamen dat wy voor deze renten hadden up II lyven, die penning 12 ten hoogsten, dit sóude lopen 24 U groot eens, ende wy hebben weder betaeld 110 U groot II'/j stuiver, soe come wy tafter 861/! ïi groot. 47. 1466 Juni 20. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Danel Jans zoon verkoopt aan Jan Geryts zoon, priester, cureit te Leyderdorp, een stuk land, gelegen bezuiden den Hage bij het Zieke. Ghescreven opten XXsten dach in Junyo int jaer ons Heren duysent vierhondert zes ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1, f ol. VIII, 48. 1466 Juli 9. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Willems zoon heeft verkocht aan Aelbrecht Willems zoon Zeylmaker 2 morgen land bezuiden houte. Gescreven negen dage in Julio int jair ons Heren MCCCCsessentsestich. Oorspr- (Inv. no. 28), Met geschonden schependomszegel in groene was. Door den brief dd. 1537 April 28 (reg. no. 187) is deze bevestigd aan den brief dd. 1456 cJjö^P Mei 5 (zie reg. no. 29). 49. 1467 Januari 7. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Engel Heynricx zoon verkoopt aan de zusters en het convent van het zusterhuis van sint Maria in Galilee in den Hage een stuk land, gelegen aan de westzijde van Coman Willems laan, met recht van een uitweg naar de Poten gemeenschappelijk met Dirc Andrijs' zoon. Gescreven upten Vilden dach in Januari int jaer ons Heren M CCCC seven ende tsestich. 1) Oorspr. (Biv. no. 4). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afsohr. in Inv. no. 1, fol. XXIII. 60. 1467 Mei 21. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Martijn Aernts zoon, priester, verklaard heeft een rentebrief te bezitten van 8 pond Hollandsch jaarlijks, door Jan van der Kerck verzekerd op diens huis en erf op die Spoey en losbaar met den penning 16. Gescreven opten XXIsten dach in Meye int jair ons Heren MCCOC zeven ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 43). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Gecancelleerd. '-/i^ "l 51. 1467 September 20. Schepenen van het ambacht Monster oorkonden, dat Ariaen Dirc Moygen zoon, verkoopt aan Harmen Dircs zoon 7 morgen lands in het ambacht Monster. Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende tsestich opten twintichsten dach in Septembri. Afschr. in Inv. no. 1, foL XXIX N.B. Zie reg. no. 60. 52. 1467 December 22. Engel Jacobs zoon van Alkemade verklaart ontvangen te hebben de nalatenschap van Dirc van Alkemade, eertijds confessor te Leyden in het Sint Mychiels huis, en het aandeel van zijne zuster Machtelt Jacobs van Alkemade, met toestemming van het convent, waarin zij zich bevindt. Int jaer ons Heren dusent vierhondert sevensestich op den twie ende twintichsten dach van Desember. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXII verso. 53. 1468 Januari 20. Schepenen van den Hage oorkonden, dat zij Bartholomeus Treveys aanpachten eene jaarlijksche rente van 9 schellingen 6 penningen Hollandsch, gaande uit Dirck Symons huis en erf, gelegen op het Spoy aan de oostzijde van de Vaart. Geschreven ende gepacht op den XXen dach in Januario int jaer ons Heren MCCCC acht ende testich. Afsohr. in Inv. no. 1, foL VII8. N.B. Zie de noot bij reg. no. 3. 54. 1468 Februari 24. Schepenen vandenHage oorkonden, dat WillemBidder verkoopt aan de zusters en het gemeen convent van het zusterhuis van Onze Lieve Vrouw in den Hage van de 3e orde van Sint Franciscus een huis en erf, staande op het Spoy aan de oostzijde van de Vaart! Ghescreven opten XXIIIIsten dach in Februari int jaer ons Heren M CCCC achtenttsestich. ' Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXIII8. 55. 1469 Juni 15. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Jans zoon, genaamd Scalkert, verkoopt aan het convent en de zusters van Sint Marye in Galilee op het Spoeye een huis en erf en het daarachter gelegen stuk land, alles te zamen gelegen aan de oostzijde van het Spoey, welk huis bezwaard is met 6 pond Hollandsch 's jaars. gescreven upten XVsten dach in Junio int jaer ons Heren M CCCC negen ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 5). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXV. N.B. In margine staat: Item dit huk is vercoft mit IIII& Hollandsch, aldus bleef daerop II U, ende van den voirscreven II U is gelost XIX stuivers van die Vrouwenbroeders binnen Haerlem. Voirt is oic gelost XI stuivers van den Carthusers tot Gertenberghe. 66. 1470 Februari 16. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pieter Geryts zoon verkoopt aan de mater en-het convent van Sint Maria in Galylea op het Spoy een tuin en erf, gelegen in de Poten. ||; Gescreven opten sestienden dach in Februano int jaer ons Meren M CCCC ende tseventich. Afsohr. in Inv no. 1, foL XXIIII. 57. (14)70 Mei 26. ■ Ministra en convent der zusters op het Spoy koopen van Jan Scalkert en Kathrijn, zijne echtgenoote, een stuk lands met een daarop staand huis voor 100 Rijnsche guldens en eene lijfrente van 32 pond Hollandsch. op den sesentwyntichsten dach in Mey int jaer etc. tseventich. Afschr. in Inv. no. 1, fel. XVII verso. 58. 1471 Juli 6. . \ Schout en schepenen in den Hage doen uitspraak ten gunste van verweerster in een geschil van PieteDircs zoon tegen de procuratrixsterse van het zusterhuis op het Spoey wegens het plaatsen van een hek bij het brouwhuis op den uitweg naar de Poten van Engel Heynrycks zoons v.' 0pten sessten dach van Julio int jaer ons Heren M CCCC een ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXIII verso. N.B. In margine staat: Dit weder verlaxt(?) ende ghecomposteert, aLs dat staet in een oedulle, wesende een in 't convent (zie reg. no. 143) ende noch een diergeHjck onder Ruert Jans zoon anno XII of XI. 59. 1472 Januari 15. ... , Schepenen van den Hage pachten Bartholomeus van Cathendijck eene jaarlijksche rente van 10 schellingen 11 penningen Hollandsch aan, gaande uit Dirck de Coninx huis en erf, gelegen op het Spoy aan de oostzijde van de Vaart. , . . Gescreven ende gepacht op den XVen dach m Januario mt jaer ons Heren M CCCC twe ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. VII'. N.B. Zie de aanteekening bij reg. no. 3. 60. 1472 Juni 18. Schepenen van het ambacht Monster oorkonden, dat Dirc Harmens zoon verkoopt 'aan Jan van Duvenvoerde 10 morgen lands aldaar ten Noorden van den Banweg, benevens de helft van 4 hont land aan de Puelaenrestege ten zuiden van den Banweg. Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tseventich opten achtenden dach in Junio. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXXIX. N.B. Gecancelleerd. Blijkens eene aanteekening op folio XXIX en XXXVIII heeft Jan van Buvenvoorde dit duinland aan het convent geschonken tot het houden van missen Voor hem en zijne vrouw Lijsbet.' Zie ook reg. nos. 51 en 66. 61. 1472 Juni 20. Broeder Joost Claes' zoon, rector, en zuster Aecht Heynrix dochter, priorin, en het convent der Regulierissen van Sint Agnieten klooster binnen Delft verkoopen aan het convent der zusters van de derde orde van Sint Franciscus in den Hage, genaamd in Galilee, 4 hont lands, gelegen bij den Haghe aan de westzijde van den Deenenwege, genaamd de Oesthoeve. opten twintichsten dach van Junio int jair ons Heren M CCCC twee ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 8). Met geschonden conventszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXVIII. N-B. Het charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1453 Juli 16 (zie reg. no. 25). In margine van het afschrift staat.: Dese rentenopstal en betalen wy niet, hierom is te vermueden dat langhe tijt zijn ghelost gheweest. 62. 1472 December 4. Ministra en convent der zusters van Sint Maria in Galilea in den Hage op het Spoy verkoopen aan Lijsbet en Geertruyd Pieters dochters, wonende in-het bagijnhof binnen Delft, eene jaarlijksche lijfrente van 18 pond Hollandsch. Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tseventich op den vierden dach in Decembry. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XX. N.B. Gecancelleerd. 63. 1472 December 18. Geryt Steffens zoon en Jan van Spanckeren, schepenen van Haarlem, oorkonden, dat Baerte Boelen, echtgenoote van Jacob Copperts zoon, zich door het convent van Sinte Maria in Galylea in den Hage laat uitkoopen wat betreft de .nalatenschap, die Griete Pouwels dochter, zuster in het convent, in vruchtgebruik heeft ontvangen van wijlen haar vader Pouwel Heertgen, hare moeder Alijt, haar broeder Jan Heertgen en hare zuster Machtelt. Int jaer ons Heren dusent vierhondert twëe ende tseventich opten achtienden dach in Decembry. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXII verso. 64. 1473 Maart 20. Schepenen in het ambacht Monster oorkonden, dat «Dirc Symons zoon verkoopt aan Jan van Duvenvoerde 2 pond Hollandsch erfrente 's jaars, gaande uit de helft van 16 morgen land,s aldaar ten Noorden van den Banweg, waarvan de andere helft behoort aan de kinderen van Willem Hermen zoon. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tseventich opten twintichsten dach in Marcio. Afsohr. in Inv. no. 1, fol. XXIV verso. N.B. Op fol. XXXVIII wordt vermeld, dat Jan van Buven- voerde deze rente en die, vermeld in reg. no. 65, aan het convent heeft gegeven tot het houden van missen voor hem en zijne vrouw. 65. 1478 Maart 20. Schepenen in het ambacht Monster oorkonden, dat de kinderen van Willem Harmen zoon verkoopen aan Jan van Duvenvoerde 2 pond Hollandsch erfrente 's jaars, gaande uit de helft van 16 morgen lands aldaar ten Noorden van den Banweg, waarvan de andere helft behoort aan Dirc Symons zoon. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tseventich op den twintichsten dach in Marcio. Afschr. in Inv. no. 1, foL XXX. N.B. Zie de aanteekening bij no. 64. 66. 1473 April 28. Schepenen in het ambacht Monster oorkonden, dat Jan Jans zoon de Harde erkent gehuurd te hebben van Jan van Duvenvoerde het land, dat dese van Dirc Harmen zoon gekocht heeft (zie no. 60) voor 10 jaar, ingegaan in het jaar 1472 tegen 67* pond Hollandsch 's jaars. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tseventich op den achtentwintichsten dach in April. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXX. 67. 1473 April 30. Jutte Geryts dochter, ministra, en het convent der zusters tot Onser Liever Vrouw in Jherusalem tSinte Margrieten op Rodenburch buiten Leyden van de orde van penitenciën van Sint Franciscus erkennen schuldig te zijn aan Beatris Claes Horsten dochter, zuster in het convent van Onze Lieve Vrouw op het Spoy, 5 Bijnsche guldens van 20 stuivers 's jaars. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tseventich opten lesten dach in Aprille. Afschr. in Inv. no. 1, fol. II. N.B. Gecancelleerd. 68. 1473 Juni 18. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jacob Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Claes Pieters zoon 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit 8 hont lands bezuiden het' bosch aan de oostzijde van de Vaart. Gescreven opten XVIIIen dach in Junio int jaer ons Heren duysent vierhondert drie ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1, foL XXV verso. N.B. Gecancelleerd. 69. 1478-October 17. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Geertruyt, weduwe van Ghijsbrecht Pieters zoon, en hare zoons Jacob, priester, Heynryc en Arent afstand doen ten behoeve van het convent van Sint Maria's zusterhuis in den Hage, genaamd in Galylea, van hunne aanspraken op de helft der goederen, zuster Alijt aanbesterven van Diewer Claes'dochter, hare zuster. gescreven, opten seventienden dach van Octobri int jaer ons Heren dusen vierhondert drie ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXX verso. 70. 1474 September 6. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Joost Pieters zoon verkoopt aan Dirck Huge Boschaerts zoon, Pieter Claes' zoon en Michiel Geryts zoon, zeven-getijden-meesters in de Nieuwe kerk te Delf, ten behoeve van de zeven getijden aldaar 14 hont lands, gelegen besuyden hout. Gescreven upten zesten dach van September in 't jaer ons Heren duysent vierhondert vier ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 13). Met geschonden schependomszegel in groene was. Met transfix d.d 1482 November 8 (zie reg. no. 95), terwijl hieraan is vastgehecht het charter d.d. 1458 December 19 (zie reg. no. 33). 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXVIII. 71. 1476 December 25. Ministra Mary Jacobs dochter en het convent etc. (van de zusters van Sinte Maria in Galilea op het Spoy) verkoopen aan Griete Dirc Engbrechts weduwe eene lijfrente van 17 pond Hollandsch 's jaars. Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende tseventich op den vijf ende twyntichsten dach in Decembri. Afschr. in Inv. no. 1, fob XVII verso. N.B. Gecancelleerd. Met eene doorgehaalde aanteekening, dat genoemde Griete Dirck Engbrechts in December 1477 eene andere lijfrente kreeg van 20 pond Hollandsch. 72. 1477 Januari 29. Schepenen van den Hage oorkonden ,dat Geryt Jacobs zoon van der Binchorst verkoopt aan mater en convent van Sint Marie in Galylee op het Spoey 2 huizen met erf in de Poten. Gescreven upten XXIXen dach in Januario int jair ons Heren duysent vier hondert seven ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 6). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXIIII. 73. 1477 Februari 4. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jacob Dirck Backers zoon verkoopt aan Heynrick Jans zoon 2 stukken lands, groot 17 hont, aan de Comen Willems laan, strekkende westwaarts tot aan de kade. Gescreven opten vierden dach van Februario int jaer ons Heren dusent vierhondert zeven ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXV verso. 74. 1477 Maart 11. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Marie Jacobs dochter, mater van het zusterhuis van Sint Maria in Galylea op het Spoy, erkent schuldig te zijn aan Heynryck Jans zoon 5 wilhelmusschilden 's jaars aan erfpacht voor 2 stukken lands, te samen groot c. 17 hont, gelegen aan Coman Willems laan. Ghescreven opten elften dach van Maert int jaer ons Heren duysent vier hondert zeven ende tseventich. Afsohr. in Inv. no. 1, fol. XXI. N.B. Gecancelleerd. In margine staat: Dese brief is gelost ende ofgecoft mit pennige, die gecomen sijnnen van Geertruyt Pietersdochter, te weten van hare XX ïé Hollandsch lijfrenten, die zij plach te hebben op een stuck landts by den Gorten Busch. 75. 1477 Maart 12. Heynryc Jans zoon, de goudsmid, consenteert den zusters en het arme convent van Sint Marie in Galylea van de derde orde van Sinte Franciscus in den Hage te lossen met den penning 18 de 5 ■wilhelmusschilden, die hij gekocht heeft van genoemd convent, gaande uit zeker stuk land, zuidwaarts van het convent (zie reg. no. 74). . Ghegeven int jaer ons Heren duysent vierhondert seven ende tseventich opten twalefsten dach Marcio. Afschr. in Inv. no. 1, foL XX verso. 76. 1477 Maart 25. Anthonys Andries' zoon Uuytenbroeck verkoopt aan mr. Thielman Heynricx zoon, provisor en deken van Delfflant, 1 morgen lands, gelegen bezuyden hout in Hageambacht, in gebruik bij Symon mit eenen °ge- Int jair ons Heren duysent vierhondert zeven ende tseventich _upten XXVen dach in Marcio. 1) Oorspr. (Inv. no. 10). Met het geschonden zegel van Pouwels Geryts zoon van Hoesden, kanunnik der Praemonstreiter orde van Middelburg, pastoor van den Hage, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXVII. 77. 1477 Juni 2. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Wouter Dircx zoon verkoopt aan Claes Dammes' zoon een vierendeel van een stuk rietland. Gescreven opten anderden dach in Junio int jair ons Heren M CCCC zeVen ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 21). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXV verso. N.B. Het charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1508 December 20 (zie reg no. 136). In margine van het afschrift staat: Die vaert is hyrdoer gedolven. Item dese X stuivers hebben wy gelost. 78. 1477 December 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Clais Adriaens zoon verkoopt aan Clais Jans zoon een huis en erf met 1*4 morgen land te tsGravensande aan de Hoflaen. Gescreven opten anderden dach in Decembri int jair ons Heren duysent vierhondert seven ende tseventich. Oorspr. (Inv no. 34). Met schependomszegel in groene was. 79. 1477 December 20. Schepenen van den Hage oorkonden, dat mr. Jan Henricx zoon, priester, verkoopt aan de zusters en het convent van Sint Marie in Galilee in den Hage een stuk lands, gelegen achter het convent. Gescreven opten twyntichsten dach in Decembri int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 7). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1. foL XXVI verso. 80. 1478 Mei 17. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Joost Jacobs zoon, priester, verkoopt aan Dirc Willems zoon, schout van den Hage, c. 14 hont lands bezuiden 't Hagehout. Gescreven upten XVIIen dach in Meye int jaer ons Heren duysent vierhondert acht ende tseventich. Oorspr. (Inv. nö 13). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. In dorso staat: Bierick van Rijswijck. 81. 1478 Juni 3. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Geryts zoon, priester, verkoopt aan de zusters van het convent te Rodenburch een stuk land bezuiden den Hage bij het Zieke, zich uitstrekkende van de Vaart tot den Denenwech. Gescreven opten derden dach in Junyo int jaer ons Heren M CCCC acht ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. VIII verso. 82. 1479 Februari 20. Marie Jacobs dochter, ministra, en gemeen convent van de 8e orde van Sint Franciscus te Sint Marie in Galilea in den Hage op het Spoy nemen in erfpacht van de Heilige-Geestmeesters 1 morgen lands aan de Coman Willems laan ten noorden van het convent tegen 8 pond Hollandsch 's jaars. Gegeven in den iaer dusent CCCC LXXIX op den twyntichsten dach in Februario. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XVIII. 83. 1479 September 16. Cornelis van Ael en Dirc Dircs zoon te Delft verklaren, dat de zusters en het convent van Sint Marie in" Galilee in den Hage afgelost hebben eene rente van 5% groot jaarlijks, gaande uit 4 hont lands aan den Denenwech bij de scheiding in den Oestenhoef zuidwaarts van den Hage. Gegeven int jaer ons Heren duysent vierhondert negen ende tseventich op den sestienden dach in Septembri. 1) Oorspr. (Inv. no 8). De zegels van Cornelis van Ael en van Dirc Diros zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, foL XXVIII verso. N.B. Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1453 Juli 16 (zie reg. no. 25). 84. (14)79 November 11. Maria Jacobs dochter, ministra, en etc. (gemeen convent van het zusterhuis van St. Marie in Galilea op het Spui in den Haag) beloven aan Clemens Pieters dochter, Pijn Piners weduwe, eene lijfrente van 6 pond Hollandsch 's jaars. Int jaer LXXIX op den elfden dach in Novembri. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XVII verso. N.B. In margine staat : Mens, ons maters moy, Mertii VI ïé Hollandsch, en de aanteekening: duer crachte van desen brieff geven wy nu V tt Holl. heer Pieter Finers, regulier, wonende int convent tot Rijswijck, zijn levenlanc. Uit de inhoudsopgave blijkt, dat heer Pieter Finers stierf anno 26 omtrent sint Gielis (1526 September 1). 85. 1480 Januari 11. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Willems zoon en Jan Pieters zoon erkennen, dat de muur, staande tusschen het erf van de zusters van Sint Maria in Galylee en hun erf, loopende van het Spoey oostwaarts naar het koehuis der zusters, geheel en al aan genoemde zusters toebehoort en dat zij dien muur met hun beider goedkeuring hebben doen maken. Gescreven upten Xlsten dach in Januari int jair ons Heeren dusent vierhondert ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 9). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, foL XXV. 86. 1480 Februari 16. . Schepenen van den Hage oorkonden, dat mr. Tyelman Heynricx zoon, provisor en deken van Delflant, verkoopt aan de zusters en het convent op het Spoey in den Hage 1 morgen lands, gelegen bezuiden het bosch. Gescreven upten sestyensten dach in Februari int jair ons Heeren M CCCC ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 10). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fok XXVII. N.B. Het opschrift luidt: dit is een brief van een morgen lants by suydenhout, gecoft van die provysoer om Jan Margrieten geit. 87. 1480 April 17. Maximiliaen en Maria, hertogen van Oistrijck enz. begiftigen het klooster van Sint Marie in Galylee in den Hage met het recht om binnen zijne muren koren te doen malen hetzij met de hand of met paardekracht tegen betaling van 20 miten Vlaamsch voor ieder persoon in het klooster. Ghegeven in onse huyse in den Hage in Hollant den XVIIen dach van April int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende tactentichnate Passchen. Afschr. in Inv. no. 1, foL XXXV. N.B. In margine staat: Anno XVC ende derthien den XVI dach in Becember sVrydachs op die rekencamer in presentii van Willem Goudt, rentmeester, ende my Pieter Willems zoon is gheappointiert, dat thien jaer lanc, dairoff dat eerste jair sal wesen tjair van XII, sal onse convent betalen jairlix voer die rossmolen een Rijnsche gulden current loop op loop nader van onse personen vijr stuivers die voerleden jaren, die wy noch sculdigh waren, ende sy seyden, dat men dit teykenen soude op die rekening. 88. 1480 September 11. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Dirc Ave, weduwe van Claes Bruuns, en haar zwager Bertolmees Arents zoon verkoopen aan de zusters en het convent van het zusterhuis van Sint Maria in Galilee in den Hage op het Spoey 2% morgen lands, gelegen bezuiden den Hage aan het einde van den Ziecken. Gescreven upten Xlsten dach in Septembri int jair ons Heeren M CCCC ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 11) Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, foL XXVI. 89. 1480 September 23. Katrijn Symon Jans zoons weduwe erkent schuldig te zijn aan het convent Sint Maria in Galylee op het Spoey in den Hage eene jaarlijksche rente van 8 pond Hollandsch, gaande uit 3% morgen lands in het ambacht Hodempijl. Opten XXIIIen dach in Septembry int jaer ons Heren M CCCC ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1, foL IIII verso. N.B. Gecancelleerd. 90. 1481 Juli 10. Harper van Poreest en Plorys Joests zoon, schepenen van Delf, oorkonden, dat Pieter Claes' zoon, Mychiel Geryt Colijns zoon en Jan Boe Geryts zoon, zangmeesters van de Nyewe kerk binnen Delf, beloven voorde zusters te Sint Maria van Galylee in den Hage eene jaarlijksche rente van 9 pond Hollandsch te betalen, omdat het land, dat zij dezen verkocht hadden (zie reg. no. 7o), nog zoo lang verhuurd is. Int jaer ons Heren M CCCC een ende tachtich opten tienden dach in Julio. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXVIII. N.B. Gecancelleerd. 91. 1481 September 3. Pieter Geryts zoon, Jan Ducker en Jan Huge Claes' zoon van Dam, als arbiters ten overstaan van baljuw en welgeboren mannen van den Hage uitspraak doende in een geschil tusschen Jan Boudijns zoon eener- zijds en de zusters van St. Marie in Galilee ter anderer zijde over het gebruik van een stuk land, toebehoorend aan het convent, beslissen, dat Jan Boudijns zoon moet afzien van het gebruik met behoud van de genoten vruchten, terwijl het convent den baljuw zal betalen deboeten tot een bedrag van 6 Bijnsche guldens. opten derden dach in Septembri int jaer ons Heren M CCCC een ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXX verso. 92. 1481 November 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Wyllem Bidder verkoopt aan de zusters en het gemeen convent van Sint Marie in Galylee op het Spoey 8 kamers en erven, gelegen in de Poten aan Comen Willems laan. Ghescreven opten XVIsten dach in November int jaer ons Heren M CCCC een ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. V verso. 93. 1481 December 15. Burgemeesters, schepenen en raad van Delf oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters van Delf, wegens de duurte van het koren, verkoopen aan heer Ludolf Barents zoon, priester en pater van het SintMaryeklooster in Galilee in den Hage op het Spoey 1 morgen lands, gelegen byzuyden aan den Hagehout. Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende tachtich opten XV dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 12). Met stadszegel ten zaken (losgeraakt) en een geschonden schepenzegel van Wigger Pieters zoon in groene was; dat van Pieter Arent Rutgaerts zoon (van Spangen) verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, foL XXVII. 94. 1481 December 23. Mary Jacobs dochter, mater, en het gemeen convent van de zusters van de 3e orde van Sint Franciscus te Sint Marie in Galilee in den Hage verkoopen aan heer Herman Pieters zoon 2 pond Hollandsch erfrente, gaande uit 1 morgen lands, gelegen achter het convent oostwaarts aan Coman Willems laan. Gegeven int jaer XIIIIc LXXXI op den XXIII dach in Decembri. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XV* verso. 95. 1482 November 8. Zangmeesters van de Nieuwe kerk binnen Delft oorkonden, dat zij verkoopen bij consent van de raadslieden van Delf aan het convent van Sint Maria in Galyleen op het Spoey in den Hage, de landen, waarvan de brief d.d. 1474 September 6, waardoor deze gestoken is (reg. no. 70), spreekt. gedaen int jaer ons Heren duysent vierhondert twee ende tachtich opten achten dach in Novembri. 1) Oorspr. (Inv. no* 13). Met het geschonden zegel van Pieter Arent Rutgaerts zoon (van Spangen) in groene wSÊ&M, was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, foL XVIII. 96. 1488 April 21. Heer Heynryck van Naeldwijck, Gheryt van Assendelft, meester Claes van de Werve en Otte van Egmonde, hoogheemraden van Delftlant, vergunnen de mater en het convent der besloten zusters van Sint Maria in Galylee op het Spoy om de achter het klooster gelegen doodloopende Coman Willems laan met een hek af te sluiten, een watergang met sluis naar de watering aan die laan te graven op het zuideinde van het Spoy tegenover de schuitenmakers en aan de zuidzijde daarvan eene kade op te werpen. Ghedaen opten XXIen dach van Aprille anno voerscreven (XIIIIc LXXXIII). Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXXI. 97. 1484 Februari 10. Willem Geryts zoon erkent ontvangen te hebben van het convent der zusters te Sint Maria in Galylee in den Hage op het Spoy een schuldbrief van 20 pond als koopsom voor 3 kamers in de Poten, hoewel hij den schuldbrief verloren heeft. Ghegeven int jaer XIIIIc ende LXXXIIII op den tienden dach in Februario. Afschr. in Inv. no 1, foL XI. 98. Dit nummer is vervallen. 99. 1486 Februari 11. Burgemeesters, schepenen en raad van Delff oorkonden, dat Cornelis Heynric Arents zoons zoon en Adriana Jacops dochter, zijne echtgenoote, beloven Jacop Geryts zoon en Maritgen Anxcems dochter, echtgenooten, hun vader en moeder te zullen houden in hun huis, waarin deze wonen, hen op hunne kosten te onderhouden, zoolang zij leven, en hun uit te reiken 4 pond Vlaamsch 's jaars; in geval de ouders vertrekken, moeten zij hun 100 pond Hollandsch uitbetalen, zoo lang zij leven. Gedaen int jaer ons Heren M CCCC vijf ende tachtich opten elfsten dach in Februario. Afschr. in Inv. no. 1, vóór de inhoudsopgave 100. 1488 Juni 8. Notaris Gerardus Witt instrumenteert, dat heer Ludolf Bernards zoon, pater en confessor van het convent der zusters te Sint Marie in Galilee in den Hage op het Spoy, erkent in erfpacht te hebben genomen van Willem Gijsbrechts zoon Goen als possessor van de vicarie op Sinte Katerinen altaar in de Sinte Pieters kerk te Leyden 4 hont lands aan de westzijde van Coman Willems laan voor 8 schellingen Vlaamsch per jaar. Acta sunt haec Leydis de consensu collatorum in ecclesia sancti Pancracii et acceptatione dictarum hondarum in emphitheosim in domo habitationis mei notarii et conventu sanctae Barbarae anno mense die quibus supra.... (anno a nativitate eiusdem (Domini) millesimo qua- dringentesimo octuagesimo octavo indictione sexta mensis Junii die octava hora nonarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Innocencii divina providentia papae octavi anno quarto). 1) Oorspr. (Inv. no. 16) Met signatuur van den notaris. Met transfix d.d. 1489 November 16 (zie reg. no. 107) 2) Afschr. in Inv: no. 1, fol. Vil* ver30. N.B. Aan het oorspr. is een papiertje gespeld, waarop staat : Op dese vier hont lants, daer dit instrument off vermeit, heeft die deken van Sinte Pancraes een half pont grooten Vlaims tsjaars, twee schellingen grooten Vlaims meer dan dinstrument inhout. - Aan genoemde 4 hont lands is later toegevoegd in het opschrift in het Register: XLV rueden en in de akte XLV gaerde, behalvè den tuyn. — Onder de akte staat: Item dese selffde cappelrie heeft noch van ons XXI schellingen van een leech erff off thuyn, legghende in de Poten, gheeomen van een Pieter Gherits zoon, dair den brief f of stait folio XXIIII (reg. no. 56). 101. 1488 Juli 15. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Bartholomeus Clais' zoon, verkoopt aan Zyvaert Jacobs zoon een tuin en erf aan het zuideinde van het Spoy aan de oostzijde van de Vaart. Gescreven op den XVsten dach in Julio int jaer ons Heren M CCCC LXXXVIII. Afschr. in Inv. no. 1, fol. VII1. 102. 1488 Augustus 21. Schepenen van den Hage oorkonden, dat zij Clais van Warre aanpachten ten behoeve van Coenrait Zegers zoon den eigendom van een tuin en erf aan de oostzijde van de vaart in mindering van de schuld, die Bertolmees Claes' zoon, de gebruiker, aan dezen heeft. Gescreven ende gepacht opten XXIen dach in Augusto int jair ons Heeren M CCCC acht ende tachtigh. 1) Oorspr. (Biv. no. 15). Met het schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Biv. no. 1, fol. VII1. N.B. Bi margine staat:'Men sal weten, dat wy desen tuyn onder wet gecofft hebben mit drien kerckeboden. Aldus - en mach men daer niet meer an pachten. Vandenlaetsten coep hebben ons die waerborge wel voldaen. 103. 1489 April 12. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Bael, weduwe van Jacob Pouwelszoön, verkoopt aan de zusters en het convent te Sint Marie in Galilee op het Spoey een rietveld aan de oostzijde van de Vaart. Upten XHsten dach in April int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 48). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. VII. N.B. Bi dor30 van het oorspr. staat: Dit thuynken is naemaels in erfpacht uytgeven om XV stuivers. Dit tuyn- eken bruyekt in erfpacht die Leprosen ende geven tsjaers XV stuivers. — Hieraan is vastgehecht de brief d.d. 1518 November 17 (zie no. 161). 104. 1489 Juli 17. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Symon Willems zoon verkoopt aan de zusters en het gemeen convent van Sint Marie in Galilee in den Hage op het Spoy een tuin en erf aan de oostzijde van de Vaart. Gescreven op den XVIIn dach in Julio int jaer ons Heren M CCCC negen ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. VII». N.B. In margine staat: De.se pacht hebben wy self daerop. 105. 1489 Juli 25. Mary Jacobs dochter, mater, en het convent der zusters van de 3e orde van Sint Franciscus te Sint Maria in Galylee in den Hage op het Spoy verkoopen aan Angnies Engel Heynrick zoons weduwe eene jaarlijksche rente van 8 pond Hollandsch, losbaar met den penning 20, waarop zij voor de koopsom eene lijfrente koopen van 25 pond Hollandsch jaarlijks, sprekende op de stad Leyden en ten behoeve van Claes Grijp. Ghescreven int jaer viertienhondert negen ende tachtigh op sinte Jacobs dach in die maent van Julyo. Afsohr. in Inv. no. 1, fol. XXIIII verso. N.B. Gecancelleerd. 106. 1489 Juli 25. Mary Jacobs dochter, mater, en het convent der zusters te Sint Maria in den Hage op het Spoy verklaren, dat het zusterhuis van Sint Agate binnen Delf onverbonden is voor het zegelen van den brief, waarbij het convent van Sint Maria zich bevrijdt van eene lijfrente van 25 pond 's jaars ten behoeve van Claes Grijp Willem Storms zoon van Delf (zie reg. no. 105) met het zegel van Sint Maria, dat aan dat van Sint Agate in bewaring was gegeven. Gegeven int jaer XIIIIc negen ende tachtich op sint Jacobs dach in die maant van Julyo. Afschr. in Biv. no. 1, fol. XXIIII verso. N.B. Gecancelleerd. 107. 1489 November 16. David de^urgundia, bisschop van Traiectum, bevestigt de erfpacht, breeder vermeld in den brief d.d. 1488 Juni 8, waardoor deze gestoken is (reg. no. 100). Datum anno Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo die vero sexta decima mensis Novembris. 1) Oorspr. (Bav. no. 16). Het zegel van den bisschop verloren. 2) Afsohr. in Inv. no. 1, fol. VII» verso. 108: 1490 Januari 31. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Ghe- ryt de Bruyn van Berendrecht verkoopt aan Jan Symons zoon, schout te sGravensande, 8% morgen lands binnen genoemd ambacht in Teylingher tiende aan de oostzijde van den heerweg. opten laetsten dach van Januario int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 35). Met geschonden ambachtszegel in groene was. N.B. Hieraan is vastgehecht de brief d.d. 1500 Augustus 8 (reg. no. 121). 109. 1492 Juni 27. Baerte Baertouts dochter, mmistra, en het gemeen convent van de besloten zusters van Onze Lieve Vrouw in Jerusalem tSinte Margriete op Bodenburcb buiten Leyden verkoopen aan het convent van de zusters van Sinte Marie in Galilee in den Hage op het Spoy een stuk land in het ambacht van den Hage bij den Siecken. Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tnegentich opten seven ende twintichsten dach in Junyo. Afschr. in Inv. no. 1, fol. VIII. 110. 1492 Juli 18. • _ Koert, Pieternelle, Leentgen, Pieter en Tyeman, kinderen van Baertout Nagel en Leentgen, zijn echtgenoote, ter eenre, en Ludolf Baernts zoon, priester en pater van het convent Sint Maria m den Hage op het Spoy, ter andere zijde sluiten voor schepenen en weesmeesters eene overeenkomst, waarbij genoemd convent ontvangen zal de 20 schellingen Vlaamsch 's jaars, tot dien tijd toe genoten uit hoofde van Kerstijn Baertout Nagels dochter, zuster in het convent, welke rente gaat uit de woning van Agnies Engebrecht van Camps weduwe, gelegen in het ambacht Monster, benevens eene jaarrente van 4 pond Vlaamsch, gaande uit 12morgen poortland buiten de Haechpoort in Biesland gedurende het leven van Kerstijn voornoemd. Anno viertienhondert twie ende tnegentich opten dertiensten dacft in Julyo. Afschr. in Biv. no. 1, fol. IX verso en X. 111. 1492 December 20. . . . j tt u * o Mater en convent der zusters tot Sint Marie m den Hage op het bpoy erkennen ontvangen te hebben van Agnies van Longersloet 10 gouden saluten als lijfrente over vier jaar vanwege Machtelt van der Goude, zuster in het klooster. . Gedaen in jaer XIIIIc XCII op den twyntichsten dach m December. Afsohr. in Inv. no. 1, eerste bladzijde na de inhouds¬ opgave. N.B. Geoancelleerd. 112. 1498 Juli 6. T . ^. Schepenen in den Hage oorkonden ,dat Thomas Jacob Du-ex zoons wreduwe verkoopt aan de zusters en het gemeen convent van bint Marie in den Hage op het Spoy een huis en erf, gelegen aan de oostzijde van de Vaart. Ghescreven opten sesten dach in Julyo int jaer ons Heren M CCCC ende drie ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. I, fol. X verso. 113. 1495 Januari 8. Usbrant Geryts zoon van Naeltwijck erkent schuldig te zijn aan Ludolf Bernards zoon, priester in den Hage, eene rente van 16 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 2 peroeelen land, groot 51/, en 5 morgen, in den ban van Wateringh in Naeldyker broeck. Gedaen op den achsten dach in die maent van Januario int jaer ons Heren duysent vierhondert ende tnegentich. Oorspr. (Inv no. 62). Met de zegels van Pieter Geryts zoon, schout van Watering, en Dirck Willems zoon van Honselerdijck, gewezen sohout van Monster, in groene was. N.B. In dorso staat, dat de woning met de landen nu aan Jan Pouwek zoon Vos behoort. 114. 1495 Januari 10. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Geryt Kerstants zoon erkent schuldig te zijn aan Margriete Wouters 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf in het Achterom. Gescreven op den Xden dach in Januario int jaer ons Heren M CCCC vijf ende tnegentich. Afsohr. in Inv. no. 1, fol. XII. N.B. In margine staat: IIII M op den Polleppel. 115. 1497 Mei 8. Schepenen van sGravenzande oorkonden, dat Claes Willems zoon verkoopt aan Ludolf Bernards zoon, priester der zusters te Sint Marie in den Hage op het Spoy,eené jaarlijksche rente van 24 pond Hollandsch, gaande uit 9 morgen land min '/ï hont, gelegen in het ambacht • sGravenzande in een aantal nader omschreven perceelen, voor het meerendeel bij de woning van zijn zoon Cornelis. Gedaen op den achsten dach in Mey int jaer ons Heren duysent vierhondert seven ende negentich. Oorspr. (Biv. no. 58). Het ambachtszegel verloren. N.B. In dorso eene verklaring van den notaris Cornelius Cornelius' zoon Cuper van Goederee, vieeeureit en rector van de parochiekerk van Sint Laurentius te Botterdam, waarin hij bevestigt, dat deze handeling voor hem gebeurd is. Met diens signatuur. 116. 1498 Juni 27. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Adriaen Philhps Hugens zoons dochter verkoopt aan heer Phillips Pieters zoon, priester, pater van het Sinte Barbaren zusterhuis binnen Leyden, de helft van 6% morgen veenland, gelegen bezuiden hout. Gescreven upten XXVIIsten dach in Junio int jaer ons Heeren M CCCC acht ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 20). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Hieraan zijn vastgehecht de charters d.d. 1501 September 15 (no. 124) en 1504 September 24 (no. 130). ■• 6 117. 1498 Augustus 10. Pieter Cornelis' zoon, schout, Jan Symons zoon, Dirck Jacops zoon enDanckert Jans zoon, schepenen van het land van Chaerloeys", oorkonden, dat mr. Gillis, priester, Pieter, Joest, Lucas, Jans, Cornélie, echtgenoote van Claes Willems zÓon, Katrijn, echtgenoote van Adriaen Isebrants en Margriet, kinderen en erfgenamen van Jan Duyck Gillis' zoon, verkoopen voor V, aan het convent der zusters van Sint ■ Maria en voor 7S gedeelte aan die van Sint Elizabeth in den Hage 5 morgen vroonland. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende acht ende tnegentich opten X dach in Augusto. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XI. N.B. Gecancelleerd. 118. 1498 October 5. Schepenen van den Hage oorkonden, dat mr. Bertout van Assendelf verkoopt aan Bobbrecht Jacobs zoon 5 hont land, gelegen benoorden hout. Gescreven upten vijften dach in Octobre int jair ons Heeren M CCCC acht ende tnegentich. Oorspr. (Inv no. 17). Met gesohonden schependomszegel in groene was. N.B. Met de dorsale aanteekening: Bruyct nu Hillegondt Airnts dr. anno XVoLVIII. 119. 1499 Maart 10. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Moyenkynt, priester, verkoopt aan de zusters en het gemeen convent van het zusterhuis Sint Marie in Galilee in den Hage op het Spoy 2 kamers en erven staande aan het einde van de Joncfrouw Yden straet. Gescreven op den Xsten dach in die Maert int jaer ons Heeren M CCCC XCIX. Afschr. in Inv. no. 1, fol. V verso. 120. 1500 Januari 28. A., prior, en B., supprior en procurator van het convent der Bernarditen te Wateringe, verkoopen aan Alijt Jans dochter, zuster in het convent van Sint Marie in den Hage op het Spoy, eene lijfrente van 6 Bijnsche guldens jaarlijks. Anno gesciet MVc ende op den XXVIII dach in Januario. Afsohr. in Inv. no. 1, fol. VIII verso 121. 1500 Augustus 8. Landschepenen van het ambacht sGravenzande oorkonden, dat Jan Symons zoon aan Luydolf Baernaerts zoon, pater der zusters te Sint Marie in den Haghe op het Spoy, verkoopt % van 14 morgen land in het ambacht sGravensande in Teylingher tiende, ten oosten van den heerweg. Ghedaen upten achten dach van Augusto in den jaere ons Heeren duysent vijfhondert. Oorspr. (Inv. no'. 35). Met geschonden ambachtszegel in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1490 Januari 31 (reg. no. 108). 122. 1501 Mei 20. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Antoni Dircks zoon van Naeldwijck verkoopt aan Ludolf Bernards zoon, pater der zusters te Sint Marie in den Haghe op het Spoy, c. 7 hont land van de 9 morgen, die hij aldaar gemeen heeft met Cornelis Claes' zoon. ghedaen upten twintichsten dach in Meye in denjareons Heeren dusent vijfhondert ende een. Oorspr. (Inv. no. 36). Met geschonden ambachtszegel in groene was. N.B Hieraan is vastgehecht de brief d.d. 1504 Februari 4 (zie reg. no. 128). 123. 1501 Augustus 28. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Joost Jans erkent schuldig te zijn aan Pieter van der Kerck, priester, 6 pond Hollandsch, gaande uit het door hem bewoond wordende huis en erf op het Bleyckvelt. Gescreven upten XXVIIIen dach in Augusto int jair ons Heeren XVc ende een. Oorspr. (Inv. no. 44). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Deze brief is vastgehecht aan dien d.d. 30 Januari 1465 (zie reg. no. 42). 124. 1501 September 15. Beatris Lourys' dochter, ministra, en het convent van Sint Barbara van de orde van penitencie van Sint Franciscus binnen Leyden verkoopen .aan Ludolf Bernards zoon, priester en confessor der zusters van het convent van Sint Marie in den Haghe op het Spoy, 7 morgen min 2 hont veenland met de eist, destijds aangekocht door heer Philip Pieters zoon, priester, in levren pater en confessor. Int jaer ons Heeren vijftienhondert ende een opten vijftienden dach in Septembri. Oorspr. (Inv. no. 20). Het conventszegel ontbreekt. N.B. Het charter 'is vastgehecht aan dat d.d. 1498 Juni 27 (zie no. 116). 125. 1503 Mei 10. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Cornelis Bruyns zoon verkoopt aan het convent der zusters op het Spoy in den Haghe c. 4 hont lands aan de Coman Willems laan. . Gescreven upten Xen dach van Meye int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende drie. 1) Oorspr. (Inv. no. 19). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XX. N.B. In dorso van het oorspr. staat: „Item IIII hontlants gecoft van Cornelis Bruynts zoon an die zuytside van onse kae an Coman Willems laen leggende an die westside ende noch II hont. 126. 1508 Mei 12. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Ludolf Bernaerds zoon, priester, pater van het convent en zusterhuis van Onze Lieve Vrouw op het Spoy in den Haghe, verkoopt aan Heinrick Berthelmeeus' zoon een huis en erf op het Spoy, op zekere voorwaarden. Gescreven upten Xllen dach van Meye int jair ons Heren duysent vijffhondert ende drie. 1) Oorspr. (Inv. no. 18). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXV. 127. 1508 November 12. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Wouter Jans zoon, timmerman, poorter van tsHertoghenbossche erkent een brief te hebben ontvangen, gezegeld door het convent der zusters van Sint Marie in den Haghe op het Spoye, van 1502 omtrent Sint Jans mis in den zomer, ter betaling van zijne vordering van 500 Rijnsche guldens voor geleverd houtwerk aan hare nieuwe kerk, welke brief door zijne zware ziekte is teloor gegaan en nog niet teruggevonden, waarom hij hierbij verklaart voldaan te zijn. . Ghescreven den Xllen dach in Novembri int jair ons Heren vijftienhondert ende drie. Oorspr. (Inv. no. 65). Met geschonden schependomszegel in groene was. 128. 1504 Februari 4. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Dirck Heynncs zoon verkoopt aan Ludolf Barents zoon, priester van Sint Maria, vijf perceelen land, die hem zijn aanbestorven van Dirck Heyn Jans zoon, gelegen binnen genoemd ambacht, gemeen met Comeüs Claes'zoons woning. . . . . TT upten vierden dach van Februario in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende vier. Oorspr. (Inv. no. 37). Met geschonden ambachtszegel in groene was. N.B. Vastgehecht aan no. 122 met een briefje, waarop vermeld staat, dat Ludolf Bernards zoon, pater van het zusterhuis op het Spoy, eene rente heeft gekocht van 4 pond Hollandsch, gaande uit dit land en uit dat, genoemd in no. 125. 129. 1504 Juli 1. ■ ... Jan Pieters zoon, landgifter van Pynnaker, verkoopt aan Marijtgen Jan Aerns' zoons dochtef van Berckel eene rente van 8 pond Hollandsch jaarlijks, losbaar met 15 pond Vlaamsch, waarvoor hij zijn huis en erf te Pijnnaker verbindt. Opten eersten dach in Julio int jair ons Heren duysent vijfhondert ende vier. Oorspr. (Inv. no. 60). Met de zegels van Claes Andries' zoon (van Persijn) en Heynric Jans zoon in groene was, waarvan het eerste geschonden. 130. 1504 September 24. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Luydolff Bernardts zoon, priester der zusters te Sinte Mariën in den Hage op het Spoy, in erfpacht uitgeeft c. 7 morgen veenland, gelegen bezuiden het bosch, aan Glaes Veriaën en Jan Willems zoon, voor 10 pond Hollandsch 's jaars. Gescreven upten XXIIIen dach in September anno XVc ende vier. Oorspr. (Inv. no. 20). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. In dorso staat: Item dese pacht van den X H over tjaer nae dat verscenen wer, bleef staen onbetaelt; soe mach ic t lant weder anvaerden ende eygent an my selven, want ic houde den gront altijt an myselven. — Weduwe van mr. Willem van Alcmaer. — Het charter is vastgehecht ' aan dat d.d. 1498 Jnni 27 (reg. no. 116). 131. 1504 December 22. Pater, mater en convent der zusters te Sint Maria in Galilee in den Hage op het Spoy erkennen ontvangen te hebben van mr. Jan van Beveren 52 Rijnsche guldens, komende van Alijt Jans dochter, zuster in genoemd convent, als haar deel in de erfenissen van hare grootmoeder Kathrijn van Beveren en van hare moeder Aechte. op den XXIIsten dach in Decembri anno XVc ende UIL * Afschr. in Inv. no. 1, fol. XX. 132. 1505 Februari 12. Pater, ministra en convent der zusters van Sint Maria in Galylee in den Hage op het Spoye verkoopen aan het convent der besloten zusters van Sint Aechte binnen Delf by de Oude kerk eene jaarlijksche rente van 8 Bijnsche guldens, gaande uit 10 hont lands, gelegen bij de Sieker luyden van den Hage, losbaar met den penning 20. Int jaer ons Heren vijftienhondert ende vijf den twaelefsten dach in Februario. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XI verso. N.B. Gecancelleerd. In margine staat: Desen brief is gelost mit Griet Jans dr. moeytgen Belys erf. 133. 1505 October 12. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Jacob Hey in bezit heeft een schepenbrief van den Haghe, sprekende van 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit Pieter Aerts zoons huis en erf in de Pooten, welken brief genoemde Pieter ten allen tijde mag aflossen. Gescreven upten Xllen dach Octobri in tjair ons Heren duysent vijfhondert ende vijff, Afschr. in Biv. no. 1, fol. C verso. N.B. Gecancelleerd. Onder den brief staat: Besen brief ende renten hebbe io ghelost anno 1519 omtrent Pancratii. 134. 1506 April 7. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Symon Hughen zoon verkoopt aan het convent van Sint Maria op het Spoy 4 kamers met erven, gelegen aan Coman Willems laen, te verhalen op zijn huis en erf gelegen op het Spoye. Gescreven op den sevenden dach in April int jaer ons Heren duysent Vc ende ses. Afschr. in Inv. no. 1, fol. MI. N.B. Met eene aanteekening, luidende: Van MI cameren, gecomen van Wouter Dirx zoon. Dese zijn vercoft Jan Wouters zoon Craen voer XIM H sch. op V Alreheylichen daghen den eersten dach Alreheyliohen anno XI. 135. 1507 Augustus 2. Heynrick Jans, glasmaker, erkent ontvangen te hebben van pater Ludolphus, pater van het zusterklooster op het Spoy van Sint Maria in Galilee, 16 gulden ter zake van een gemeenschappelijken rentebrief betreffende een huis, gelegen in de Venstraet. Gescreven den tweden dach in Augusto int jaer ons Heren XVc ende VII. Afschr. in Inv. no. t, fol. XII. N.B. Gecancelleerd. 136. 1508 December 20. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Leentgen, procuraatster in het convent op het Spoy, geeft aan Trijn AUemans een rietveld en tuin, gelegen aan de oostzijde van het Spoye, waarvoor deze het convent eene jaarlijksche rente van 16 stuiver zal betalen. Gescreven upten XXen dach van Decembry anno XVc ende acht. 1) Oorspr. (Inv. no. 21). Het schependomszegel verloren- 2) Afschr. in Inv. no. 1, eerste blz. na de inhoudsopgaveN.B. Het oorspr. vastgehecht aan den brief d.d. 1477 Juni 2 (reg. no. 77). 137. 1510 September 20. Meester Pieter Willems zoon van Dijck, biechtvader, en Elizabeth Symons dochter, ministra van het convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy in den Haghe, verklaren, dat Barbar van Cats 2 missen per week gefundeerd heeft in genoemd convent voor zich en hare verwanten. In tjair XVc ende X den XXsten dach in Septembri. Afschr in Inv. no. 1, fol. XXXIX. N.B Zie de aanteekening op fol. XXXVIII verso „van onse missen" en de aanteekeningen bij reg. no3. 41 en 141, alwaar tevens vermeld wordt, dat Barbara van Cats een kelk schonk van 6 pond Vlaamsch, op welks voet het convent hare ouderlijke wapens liet aanbrengen, n.1. van van Cats en van Wgngharden. 138. 1510 September 28. Elizabeth Symons dochter, ministra, en de andere conventualen van " het zusterhuis van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoeye in den Hage geven uit in erfpacht aan Dirck Wouters zoon, barbier, een stuk rietland gelegen langs de Vaart omtrent die Zieke van den Haech. Int jaer XVc ende X op den XXVIIIen dach in September. Afschr. in Inv. no. 1, fol. VII1 verso. 139. 1511 Januari 2. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Dirck Wouters zoon erkent schuldig te zijn aan het convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoeye 18 stuiver jaarlijks wegens huur van een stuk tuinland, gelegen op het Spoeye. Gescreven opten anderden dach in Januario anno XVc ende elff. 1) Oorspr. (Inv. no. 24). Met de geschonden schepenzegels van Pieter Pieters zoon en van Dirck Beym Jans zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. VII*. 140. 1511 Maart 10. Pater en mater van het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy in den Haghe verklaren, dat Symon Hughen zoon en Margriet Allarts dochter, zijne echtgenoote, 1 mis per week hebben gefundeerd in genoemd convent,voor de ziel van henzelven en van hunne ouders, op zekere voorwaarden. In tjair vijfthienhondert ende elff den Xten dach in Maerte. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXXIX. N.B. In margine staat: Symon Hughen zoon ende Griete Wouters. — Zie de aanteekening op fol. XXXVIII verso „Van onse missen" en de aanteekening bij reg. no. 39. 141. 1511 Mei 20. Griete Jan Dircxs zoons weduwe en Dirck Jans zoon verkoopen aan het convent van Onze Lieve Vrouw op het Spoy in den Haghe een door hen bewoond wordend huisje met erf in de Poten bij de kerk der genoemde zusters, door hen gekocht van mr. Jan Houtgen, zangmeester in de parochiekerk van den Haech, en bezwaard met 14 pond 4 schellingen jaarlijks. In den Haech op den XXen dach in Mey int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende elff. Afsohr. in Inv. no. 1, fol. XVI verso. N.B. In margine staat: Dese vier ponden ende IIII scillingen Hollandsch zijn ofghelost in tselfde jaer nae der copinghe mit een deel van Barbar van Cats ghelde, dat sy ghaff tot der missen (zie reg. no. 137). Zie de aanteekening op folio XXXVIII verso „Van onse missen", waaruit o.a. blijkt, dat het convent dit huis bestemde tot ziekenhuis. Blijkens eene aanteekening in de inhoudsopgave van het register is deze Griete „ons costérs moeder". 142. 1512 Februari 14. Adriaen Jacobs zoon en Willem Jans zoon Scouten, schepenen van den Haghe, oorkonden, dat Pieter Willems zoon van Dijck, priester, pater van het besloten convent van Onze Lieve Vrouwe in Galilee op het Spoy in den Haghe, verkoopt aan Coenraet Nolens zoon 2 huizen en erven met eene poort tusschenbeide, gelegen op het Spoy. Gescreven opten XHIIen dach in Februario in tjair ons Heren duysend vijffhondert ende twaleff. Afschr. in Inv. no. 1, foL I verso. 143. 1512 November 3. Pieter Jans zoon Verkerck, mr. Fransz. Dircx zoon, advocaat, priesters, Gherit Bruyns zoon en Ghijsbrecht Dircx zoon, uitspraak doende in een geschil tusschen pater, mater en convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy in den Haghe ter eenre, en Ruert Jans zoon met Aeltgen Pieter Dircx zoons weduwe, zijne echtgenoote, ter andere zijde, over een uitgang in de Poten.verklaren, dat deze gemeen zal zijn, en dat Ruert op het erf achter zijn huis een hek mag plaatsen op zijne eigen kosten, terwijl zij in de Pooten te zamen een hek zullen hebben op hun beider kosten, en dat geene der partijen het erf mag verkoopen dan aan de andere. Int jaer ons Heeren vijfthienhondert twaleff in Novembri den derden dach. Afschr. van notaris Proost. (Inv. no. 22). 144. 1518 Juni 27. Pieter Willems zoon van Dijck als gemachtigde van het besloten convent van Onze Lieve Vrouwe in Galilee op het Spoye in den Haghe ter eenre en Cornelis Lauris' zoon te Berckel met Jacobmyne, zijn echtgenoote, ter andere zijde komen overeen, dat na den dood van hunne stiefdochter Maritgen Jan Arnts zoons dochter uit Berckel, zuster in genoemd convent, van de goederen, haar aanbestorven van haar vader en geregistreerd in de weeskamer te Delff, Cornelis en _zijne echtgenoote zullen ontvangen 9 hont land te Berckel en het convent de overige goederen. Int jaer ons Heren duysent vijffhondert ende dertien den XXVII dach in Junio. 1) Oorspr. (Inv. no. 33) Met de geschonden zegels van Cornelis Enghehreohts zoon en Balthazar Jacobs zoon in groene was. Met transfix d.d. 1547 Mei 2 (no. 195). 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XII verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Van XVI hondt landts in Berckel, die bruyckt Maritgen Screvels. 145. 1514 September 4. Notaris Jodocus Corvingh instrumenteert, dat broeder Lambrecht en andere priesters der minderbroeders te Dordrecht en mr. Pieter Willems zoon van Dijck.uitnaam vanhet beslóten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy in den Haghe eene erfscheiding maken tusschen het erf door broeder Lambrecht bewoond en het daarachter liggende erf, toebehoorend aan genoemd convent. Aldus gedaen in den Haghe int voerscreven convent ter plecke van die erffsceydinghe in tjaer maent dach indictie ende paeusdom voorzegd (in den jare ons Heeren duysent vijffhondert ende vierthien inder tweeste indictie den vierden dach van die maent September des paeusdoms ons alreheylichsten vaders in Gode Leonis die thienste in zynen tweeste jaer. Afschr. in Inv. no. 1, foL XIII. 146. 1515 April 30. Mees Jans zoon en Lourys Ghijsbrechts zoon, schepenen van tsCravezande, oorkonden, dat Ghijsbrecht Jan Symons zoons zoon erkent schuldig te zijn aan de zusters van het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy in den Haghe 25 pond Vlaamsch als koopsom voor zekere landerijen en goederen, welke Jan Symons zoon, zijn vader, eertijds verkocht heeft aan Ludolff Barents zoon, pater van genoemd convent. Anno XVc vijfthien den ketsten dach van April. Afschr. in Inv. no. 1, fok XV* verso. N.B. Zie reg. no. 121. 147. 1515 October 4. 'Gherit Willems zoon in den Eoester en Wisse Jacobs zoon, schepenen van den Haghe, oorkonden, dat mr. Pister Willems zoon Dijck uit naam van het besloten convent van Onze Vrouw in Galilee op het Spooye verkoopt aan Meeus Rembrants zoon een huis en erf aan de oostzijde van het Spoy, betaald met een schepenbrief van 31 pond en 1 schelling Vlaamsch. Gescreven op den IlIIten dach van Octobri anno XVc ende XV. 1) Afschr. in Inv no. 1, fol. II verso. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XII, gecollationncerd door notaris Jodocus Corvinck. 148. 1515 November 4. Gherit Willems zoon en Wisse Jacobs zoon, schepenen van den Haghe, oorkonden, dat Meeus Rembrants zoon erkent schuldig te zijn aan het convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy 31 pond 1 schelling Vlaamsch 'sjaars als koopsom van een huis en erf aan de oostzijde van het Spooy. Ghescreven upten Uien dach van Novembri anno XVc XVen. . Afschr. in Inv. no. 1, fol. IIII. 149. 1517 Mei 2. Elizabeth Symons dochter, ministra in het besloten convent van Onse Lieve Vrouw in Galilee op tSpoye in den Haghe, geeft uit in erfpacht aan Jacob Heynricx zoon een riettuintje, gelegen op de Vaart over de Ziecken, tegen 10 stuivers jaarlijks, op voorwaarde, dat na 3 jaar wanbetaling de tuin weder eigendom wordt van het convent. anno XVc ende zeventhyen den tweesten dach in Meye. 1) Oorspr. (Inv. no. 64). Met geschonden conventszegel in groene was. Met transfix d.d. 1553 Mei 4 (zie reg. no. 198). 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XIII verso. N. B. Bij het afschrift staat eene aanteekening, inhoudende, dat het land 3 roeden groot was zonder de slooten van 10 voet, en dat het vroeger behoorde tot het land van Dirc Ave. 150. 1518 Februari 10. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Reymbrant Aerts zoon erkent schuldig te zijn aan het besloten convent van Onze Lieve Vrouwe in Galilee op het Spoy eene jaarlijksche erfhuur van 10 stuiver voor een rietland, gelegen op de Vaart over de Ziecken van den'Hage, groot c.3 roeden behalve de slooten. upten thiensten dach in Februario anno XVc ende achthiene. 1) Oorspr. (Inv. no. 45). Met geschonden schepenzegel van Willem Jans zoon in groene was; dat van Jacob Adriaens zoon (van de Wiele) verloren. 2) Afsohr. in Inv. no. 1, fol. XIIII. N.B. Gecancelleerd. In dorso van het oorspr. staat, dat omtrent 8 September deze tuin aan het klooster is vervallen en opnieuw werd uitgegeven aan Jacob Michiels zoon (zie no. 167). 151. 1518 April 13. Elizabeth Symons dochter, ministra, en het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy in den Haghe geven uit in erfpacht aan Pieter Kareis zoon een stukje riettuin, gelegen op de Vaart over de Ziecken van den Haghe om te maken tot goed tuinland, tegen 18% stuiver 's jaars. op den XlIIen dach in Aprill in tjaer ons Heeren XVc ach- thyen. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XIIII verso. N.B. .Uit eene aanteekening bij het land, vermeld inno. 149, blijkt, dat dit 5 roeden groot is en ten Z. daarvan ligt. 152. 1518 Mei 10. Elizabeth Symons dochter, ministra, en het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy in den Haghe geven uit in erfpacht aan Eeymbrant Aerts zoon een stuk riettuin op de Vaart over de Ziecken van den Haghe om tot goed tuinland te maken, tegen 10 .stuiver 's jaars. Int jaer XVc ende achthyene den Xen dach in Meye. Afschr. in Inv. no. 1, foL XIIII. N.B Gecancelleerd. Het aanteekening, inhoudende, dat de erfpacht wegens 3 jaar wanbetaling anno 21 omtrent Sint Gielis (1521 September 1) verviel en de tuin opnieuw in'erfpacht werd uitgegeven aan Jaep Michiel tegen 1 pond Hollandsch in eens en 12 schellingen jaarlijks (zie reg. no. 167), en dat diens erfgenamen den tuin eveneens in erfpacht ontvingen en na 2 jaar wanbetaling verloren. 153. 1518 Juni 16. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Pieter Kaerls zoon erkent schuldig te zijn aan het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy in den Hage eene jaarlijksche rente van 18 Va stuiver Hollandsch als erfpacht van een riettuin, gelegen op de Vaart, omtrent de Ziecken van den Hage, groot 5 roeden behalve de sloóten. Upten zestiensten dach in Junio anno XVc ende achthiene. 1) Oorspr. (Inv. no. 46). Met de geschonden sohepenzegels van Jacop Adriaens zoon (van de Wiele) en Willem Jans zoon (Scouten) in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XIIII ver30, 154. 1518 Juli 13. Pieter Pieters zoon en Hugho Aernts zoon, schepenen van den Haghe, oorkonden, dat Jacob Heynricx zoon in erfhuur ontvangt van pater, mater en gemeen convent van Onze Lieve Vrouw in Galilea op het Spoy een stuk rietland, gelegen aan de oostzijde van de Vaart over de Ziecken van den Haghe, tegen 10 stuiver 's jaars. Upten XlIIen dach in Julio anno XVc ende achthiene. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XIIII. 155. 1518 September 12. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Adriaen Heynricus' zoon verklaard heeft, dat wijlen Mees Reymbrants zoon zijn huis en erf aan de oostzijde van het Spoy van het convent van Onse Lieve Vrouw gekocht heeft tot op 5 roedevoeten van het convent af, zoodat dit 5 dergelijke voeten westwaarts naar zijn erf toe behouden heeft. upten Xllten dach in Septembri anno XVc ende achthyene. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XVIII verso. 156. 1518 September 12. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Coenraert Noelen zoon de erven van de beide huizingen gelegen aan de oostzijde van het Spoy niet verder heeft gekocht van het convent van Onze Lieve Vrouw in Galilea op het Spoy dan tot 5 roedevoeten van het convent af, zoodat dit 5 dergelijke voeten westwaarts naar zijn erf toe behouden heeft. upten Xllen dach in Septembri anno XVc ende achthiene. 1) Oorspr. (Inv. no. 23). Met de geschonden schepenzegels van Wermbrecht Willems zoon en Willem Jans zoon (Scouten) in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XVIII verso. 157. 1518 September 16. Fredèrick van Eenesse, heer tot Oestmalle, stadhouder van de leenen van Hollant, Zeelant en Vrieslant, oorkondt, dat mater en conventualen van het convent van Onze Lieve Vrouwe van Galilee, gelegen in den Haeghe op het Spoy, consent gegeven hebben tot het maken van een huisje over eene sloot, gelegen omtrent het Spoy, welke ten halve toebehoort aan genoemd convent, om onder dat huisje een schip te leggen ten behoeve van den heer van Nassouwen, stadhouder-generaal van Hollant, Zeelant en Vrieslandt. opten XVI dach van Septembre anno XVc ende achthynen. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XI verso. 158. 1518 October 14. Schepenen van den Hage oorkonden, dat mr. Willem Willems zoon de snijder verkoopt aan het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy eene jaarlijksche rente van 1 pond Vlaamsch, losbaar met den penning 16 en gaande uit het door hem bewoond wordende huis met erf op de Plaetse. , upten viertiensten dach in Octobri anno XVc ende aohtiene. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met twee schepenzegels van Claes Willems zoon (van Hoogenhouck) en van Wermbrecht Willems zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXI. N.B. In margine staat: Op hem coft Zegher die snydor ende Katrijn Potters, sijn huysvrouw. — In dorso van het oorspr. staat: van Zeger Pieters zoon an die Plaets. Nu up Evert Zanders, snyer, an die Plaets in den Hage. 159. 1518 November 8. Elizabeth Symons dochter, ministra, en gemeene conventualen van het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spooy in den Haghe verkoopen aan Willem Willems zoon van Brnyel, snijder in den Haghe op de Plaetze, en aan Margriete Jans dochter, zijne echtgenoote, twee lijfrenten elk van 2 pond Vlaamsch jaarlijks, gaande uit hare landerijen aan de westzijde van Coman Willems laan, tezamen 6 of 7 morgen. op den achsten dach in November in tjair ons Heren duysent vijffhondert ende achthyene. Afschr. in Inv. no. I, fol. XXXVII verso. N.B. In het opschrift staat: Hy was out omtrent 67 jaer ende zy 58 jaer ruym ende stierven anno XXIX recht voor bamiss (1529 October 1). In het onderschrift :Voor die II#f groot namen wy op zijn huys an die Plaets een H groot sjaers losrenten die penning XVI (zie reg. no. 158). Aldus en ghaven wij hier niet meer jaerlix off dan 1 'U groot lijfrente ende dat ander U groot sloghen wy tjeghen malcander off .... ende voor die andre IIU groot lijfrenten ghaven zy ons XVI W gr. rechts geldes; hier worden wy zeer toe ghebeden, als in desen brieff staet. Aldus gheven wy jaerlix hier niet meer off uut dan III Ï6 groot sjaers, rekenende dat een tjeghens tander.— De aanteekening is evenals de akte zelf gecancelleerd. 160. 1518 November 17. Ëlyzabeth Symons dochter, ministra, en conventualen in het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy geven in erfpacht aan Philips Korstants zoon de helft van een riettuintje, gelegen over de Ziecken aan de zuidzijde, loopende van de Vaart tot de Binchorsce kade, tegen 15 stuiver jaarlijks. In November den XVIIen dach in tjair ons sHeeren XVc ende achthyen. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XIIII verso. N.B. In margine staat: Nu die Ziecken van der Haghe ende quemen dairan van Dirck Theun zoon, die had se van Cornelis Jans zoon Ohijs ende Jan Ghijs had se van Phillips Korstants zoon. 161. 1518 November 17. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Phlips Korstansts zoon erkent schuldig te zijn aan het besloten convent van Onzé Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy aldaar 15 stuiver 's jaars erfhuur voor een rietland, gelegen over de Ziecken van der Haghe van de Vaart oostwaarts tot de Binchorsce kade. upten XVIIen dach in Novembri anno XVc ende achtiene. 1) Oorspr. (Inv. no. 48). De schepenzegels van Wermbrecht Willems zoon en van Willem Jans zoon (Soouten) verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XV1. N.B. Het charter is vastgehecht aan dat d.d. 1489 April 12 (zie reg. no. 103). In margine van het afschr. staat: Nu die Leprosen van der Haghe, als op onsen brieff in margine. 162. 1518 December 11. Jacob Cornelis' zoon Ballemaker verkoopt aan het besloten convent van onze Lieve Vrouwe in Galilee op het Spoy in den Haghe 3 schepenbrieven, sprekende van huisrenten in den Haghe, losbaar met den penning 16, groot resp. 20 pond Hollandsch 's jaars, ten laste van Pieter Claes' zoon, vleeschhouwer, ten behoeve van Anthonis Jans zoon, procureur postulant d.d. 1507 April 17; 20 pond Hollandsch ten laste van denzelfden ten behoeve van mr. Vincent Cornelis' zoon, rekenmeester, d.d. 1507 December 9, en 2 pond Hollandsch 's jaars ten laste van Zegher Lambrechts zoon ten behoeve van Jacob Cornelis' zoon Ballemaker, d.d. 1516 Januari 19, waarvan reeds % vond is afgelost. Int jaer ons Heeren vijfthyenhondert ende achthyen den elften dach in December. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXII*. N.B. Boven de akte staat: van Jacob Cornelisz. Ballemakers brieff voir die obligatiën van onse thien % groot up den Haghe ghekent anno XII. — Onder de akte staat, dat genoemde Jaeob de IJ pond, vermeld onder no. 3, heeft afgelost omtrent Sint Andries anno XX (1520 November 30). 163. 1519 Februari 1. Elizabeth Symons dochter, ministra, en gemeene conventualen van het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy geven tegen 15 stuiver in erfpacht uit aan Gherit Jans zoon alias goeden Gherit de helft van het gedeelte riettuin, gelegen tusschen Pieter Kareis zoons en Pieter Enghebrechts zoons tuinen over de Ziecken, waarvan de noordelijke helft toebehoort aan Phillips Korstants zoon, loopende van de Vaart oostwaarts tot de Binchorsce kade. den eersten dach van Februario int jair ons Heeren XVc ende neghenthyen nae scryven des stiels van Boome. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XV. N.B. In margine staat: Nu die Leprosen van den Haghe, die had se van Jaep Michiel zoon, ende Jaep had se van Gherit. 164. 1519 Maart 17. Claes Carboen en Ghijsbrecht Dircx zoon, schepenen van den Haghe, oorkonden, dat Gherit Jans zoon alias goede Gherit erkent schuldig te zijn aan het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy in den Haghe 15 stuiver 's jaars van een stukje rietland, gelegen aan de oostzijde van de Vaart over de Ziecken van der Haghe tusschen Phillips Korstants zoons tuin en dien van Pieter Enghebrechts zoon loopende van de Vaart tot de Binchortsce kade. Upten XVIIen dach in Maerte anno XVc ende negenthyen. Afschr. in Inv. no. 1. fol, XV1 verso. N.B. In margine staat: Nu de Leprosen van der Haghe anno 31 October 28. 165. 1519 Juli 7. Elizabeth Symons dochter, ministra, en gemeene conventualen van het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy in den Haghe erkennen ontvangen te hebben van mr. Bartholmees Jans zoon, kapelaan van de parochiekerk van den Haghe, en Claes Willems zoon Hooly als executeurs van het testament van Aechtgen van Sparwou 50 Bijnsche guldens, door haar aan het convent vermaakt tot het doen lezen van 4 missen 's jaars. op den Vllen dach in Julio in tjair ons Heeren duysend vijffhondert ende negenthien. Afschr. in Inv. no. 1, foL XXXIX verso. 166. 1519 Augustus 24. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Claes Willems zoon Houck verkoopt aan mr. Pieter Willems zoon van Dijck eene jaarlijksche rente van 3 pond Hollandsch, losbaar met den penning 16, gaande uit zijne woning met toebehooren, benoorden den Hage. upten XXIIIIen dach in Augusto anno XVc ende negentien. Oorspr. (Inv. no. 50). Met de geschonden schepenzegels van Claes Willems zoon (van Hoogenhouck) en van Willem Jans zoon (Scouten) in groene was. — Met transfix d.d 1530 September 22 (reg. no. 182) N.B. Met de dorsale aanteekening: Claes Hoick betaelt III ponden Hollant. Nu die nasaot Birck Pieters zoon onder Buyn. 167. 1521 October 9. Adriaen de Milde en Gbijsbrecht Dircx zoon, schepenen van den Haghe, oorkonden, dat Jacob Michiels zoon erkent schuldig te zijn aan het besloten zusterhuis van Onze Lieve Vrouw in Galilee in de Poten eene jaarlijksche rente van 12 stuivers als pachtsom voor eene rietlaag, gelegen over de Ziecken tusschen Pieter Kareis en Jacob Heynrics zoons rietlaag. den IXen dach in Octobri anno vijfthyen hondert eenentwin- tich. Afschr. in Inv. no. 1, fol XV1 verso. N.B. In margine staat: anno 25 vercoft Jaep Miohielsz. desen thuyn Jan Phillipsz ende omtrent 14 daghen daernae vercoft Jan Phillipsz. desen thuyn Mees Franken. — Zie reg. no. 150. 168. 1521 October 26. Elizabeth Symons dochter, ministra van het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee in de Poten, geeft in erfpacht uit aan Jacob Michiels zoon een stukje rietland, gelegen op de Vaart over de Ziecken van der Haghe, tegen 12 stuivers 's jaars. den XXVIen dach in Octobri int jair ons Heeren XVc ende eenentwintich. Afsohr. in Inv. no. 1, fol. XV1 verso. 169. 1525 April 26. Schout en schepenen van den Hage oorkonden, dat zij ten verzoeke van mr. Pieter Willems zoon, pater van het zusterhuis in de Pooten, gerechtelijk verkocht hebben den tuin van mr. Dirick Wouters zoon Wagenaer, gelegen over de Sycken ten westen van het convent, en dat het convent kooper is geworden. opten XXVIen dach van April anno XVc vijffentwintich. Oorspr. (Inv. no. 24). Met geschonden schependoms1 zegel in groene was. 170. 1525 Juli 18. Elizabeth Symons dochter, ministra, en conventualen van het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee in de Pooten in den Haghe geven in erfpacht uit aan Jacob Michiels zoon eene rietlaag, gelegen op de Vaart aan de oostzijde over de Siecken, tegen 18 stuivers jaarlijks. Den XlIIen dach in Julio int jair ons Heeren XVc vijff ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 25). Het kleinzegel van het convent verloren. 171. 1526 Juni 11. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Jan Adriaens zoon verkoopt aan de zusters in de Pooten een tuintje, gelegen aan de oostzijde van het Spoey. upten Xlen dach Junii anno XVc zes ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 26). Met de geschonden sohepenzegels van Adriaen Geryts zoon Paert en Ghijsbreoht Dercx zoon Cammaker in groene was. N.B. In dorso stnat: „Bit tuyncken is nu an Scalckarts wey." 172. ' 1528 September 5. Adriaen Gherits zoon Paert en Kors Pieters zoon van der Beeck, schepenen van den Haghe, oorkonden, dat Jacob Heynrics zoon erkent schuldig te zijn aan Pieter van Dijck, pater van het convent in de Poten, eene jaarlijksche rente van 8 schellingen Vlaamsch als erfpacht van een rietveld, gelegen.tusschen den Haghe en de Ziecken. op den Ven dach van Septembri anno XVc acht ende twintich. Afschr.. in Inv. no. I, fol. VI verso. 173. 1528 October 28. Elizabeth Symons dochter, mater, en gemeene conventualen van het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilea in de Poten in den Haghe geven in erfpacht uit aan Jan Phillips zoon eene rietlaag, gelegen over de Ziecken van der Haghe, tegen 1| pond Hollandsch 's jaars. den XXIII in Octobri int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende achtentwintich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XV1. 174. 1528 October 29. Elizabeth Symons dochter, mater, en conventualen van het besloten convent van Onze Lieve Vrouw in Galilea in de Poten in den Haghe geven in erfpacht uit aan Jacob Heynrix zoon eene rietlaag, gelegen over de Ziecken, tegen eene jaarlijksche rente van 18 stuivers. op den XXIXen dach van Octobri int jaer ons Heeren duysent vijffhondert ende achtentwintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 49). Met geschonden kleinzegel van het convent in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. VII* verso. N.B. Aan het oorspr. is vastgehecht de brief d.d. 1528 December 5 (zie no. 177). 175. 1528 November 16. Ariaen Gherits zoon Paert en Kors Pieters zoon van der Beeck, schepenen van den Haghe, oorkonden, dat Jan Phillips zoon, de dekker, erkent schuldig te zijn aan het convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee in de Pooten van den Haghe eene jaarlijksche rente van 1% pond Hollandsch als koopsom van een stuk tuinland, gelegen aan de oostzijde van de Vaart, oostwaarts loopende van de Bynkorsce kade tot het zusterland. opten XVIIen dach van November anno vijfthyenhondert acht ende twintich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XVI. 176. 1528 December 5. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Willems zoon, priester, erkent schuldig te zijn aan Jacop Henrycx zoon eene rente van 8 schellingen Vlaamsch aan erfpacht van een rietveld, gelegen tusschen den Hage en de Ziecken. Opten Ven dach van December anno XVc achtentwintich. Oorspr. (Inv. no. 49). Met geschonden sohepenzegel van Adriaen Geryts zoon Paert in groene was, dat van Kois Pieters zoon van der Beeck verloren NB. Met de dorsale aanteekening: Dese Ille brief ven vermelden van een erfpacht van XVIII sch. tsjaars ende gebmyck nu Jacob Ariaens zoon, houtcoeper. — Dese rente wort nu betaelt van Aertge Jans zoon, viscoper, ende geeft tsjaars XVIII sch. — Heer Jan Willems zoon, priester opt hof erf huur nu Miohiel Jacobs zoon. 177. 1528 December 5. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jacop Henrix zoon erkent schuldig te zijn aan Pieter van Dijck, pater van het convent van Sint Maria in de Pooten, eene jaarlijksche rente van 3 schellingen Vlaamsch als erfpacht van een rietveld, gelegen tusschen den Hage en de Siecken. upten Ven dach van December anno XVc achtentwintich. Oorspr. (Inv. no. 49). De schepenzegels van Adriaen Geryts zoon (Paert) en van Kors Pieters zoon van.der Beeck verloren. N.B. Vastgehecht aan den brief d.d. 1528 October 29 (zie . i é-, no. 174). 178. 1528 December 23. Schepenen van Monster oorkonden, dat Pieter Korssen de jonge verkoopt aan het convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee in de Pooten in den Haghe eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, losbaar met den penning 16 en gaande uit 16 morgen lands in Monsterambacht. Int jaer ons Heeren duysent vijffhondert acht ende twintich des daech voir Karssavont. 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXIX verso. 179. 1529 Augustus 17. Joest Corvinck, notaris, instrumenteert, dat Gherit Jans zoon, biervoerder, erkent, dat de heining tusschen het erf van het door hem bewoond wordende huis en dat van het zusterhuis in de Pooten, moet onderhouden worden op zijne kosten. Aldus ghesciet in den Haghe in tjaer indictie maent dach uur ende pausdoms voorszegd (in tjaer des tselfs ons Heeren XVc ende neghentwintich de tweede indictie den XVIIen dach van de maent Augusto tusschen vyer ende vijff uuren nae middach des paesdoms van onser alderheylichstè vader in Gode ende heer heer Clemens by die godlijcken voorzyenicheit de zevende paeus van de,naeme in zijn seste jaer). 1) Oorspr. (Inv. no. 27). Met de signatuur van den notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXII» verso. 180. 1529 October 27. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jacop Henrycx zoon verkoopt aan mr. Pieter Willems zoon, pater van het zusterhuis op het Spoey, eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, losbaar met den penning 16, gaande uit het door hem bewoond wordende huis en erf in de Pooten. : upten XXVIIen dadh van October anno XVc néghenen- twintich. ■ 'Oorspr. (Inv. no. 51). Mét . scheperizegél van Kors Pieters zoon van der Beeck; dat van Adriaen Geryts zoon (Paert) verloren. Met transfix d.d. 1530 September 22 (reg. no. 181). 181. 1530 September 22. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Maritgen van Dijck, weduwe van Gornelis Jan Aerts zoon, verkoopt aan het convent van Sint Marie op het Spoey in de Pooten de rente, genoemd in den brief d.d. 1529 October 27, waardoor deze is gestoken (zie no. reg. 180). Upten XXIIen dach van September anno XVc ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 51). Met de geschonden schepenzegels van Adriaen Geryts zoon Paert en Kors Pieters zoon van der Beeck in groene was. 182. 1580 September 22. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Maritgen van Dijck, weduwe van Cornelis Jan Aerts zoon, verkoopt aan het convent van Sint Marie op het Spoey in de Pooten hare rechten op de rente, genoemd in den brief d.d. 1519 Augustus 24, waardoor deze is gestoken (zie reg. no. 166). Upten XXIIen dach van September anno XVc ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 50). Met de geschonden schepenzegels van Adriaen Geryts zoon Paert en Kors Pieters zoon Van der Beeck in groene was. 183. 1582 April 6. iS^>. Schepenen van den Hage porkonden, dat Jan Jans zoon de smid verkoopt aan mr. Joost Corvinck, pater op het Spoey, eene jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf in de Vlaminckstraet, losbaar mét den penning 16. opten zesten dach van April anno XVc tweeendertich. Oorspr. (Inv. no. 52). Met de geschonden schepenzegels van Jan Bruyns zoon en van Jan Cornelis Cammaker in groene was. 184. 1532 Juni 7. . Schepenen van Monster pachten ten laste van Jan Claes' zoon onder die Duyn aan het convent van Onze Lieve Vrouw in Galileen, gelegen in de Pooten in den Hage, eene jaarlijksche rente van 12 stuivers, gaande uit de 16 mórgen land, toe wegens achterstallige rente. Int jair ende upten datum als boven (anno vijfthienhondert twye ende dertich den zevensten dach in Junio). Oorspr. (Inv. no. 59). Het schependomszegel verloren. 185. 1534 Juli 11. ': Schepenen van den Hage oorkonden, dat Koen Nolen zoon, de orgelmaker", verkoopt aan het convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee in de Poëten van den Hage eene jaarlijksche rente van 4 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf aan de oostzijde van het Spoey, losbaar met den penning 16. upten Xlen dach Juüi anno XVc vierendertich. Oorspr. (Inv. no. 53). De sohepenzegels van Adriaen Huych Adriaens zoon, goudsmid, en van Cornelis Vrederyoxs zoon verloren. N.B. Met de dorsale aanteekening: Dese rente van III k. staet up thuys van Coen Ooien up Spoye an die ooBtziede. — Met scepenkennis van vijff roen voeten erfs, dien convent hebben an erf van Coen Ooien, dat nu Rodtaller gecoft heeft van Coen Ooien. 186. 1535 Februari 10. Maritge Jacops dochter, moeder, en het convent (van Onze Lieve Vrouw in Galylee in den Hage) erkennen ontvangen te hebben van Margriet Geymans dochter 8 pond Vlaamsch, waarvoor zij eene jaarlijksche mis zullen houden voor hare ziel en die harer ouders. Actum int jaer ons Heren duysent vijfhondert vijf ende dertich den thiensten dach in Februario. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXXIX verso. 187. 1537 April 28. Schepenen in sGravenhage oorkonden, dat mr. Pieter Bruyns zoon, priester, heeft verkocht aan Vranck van der Houve. 2 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1456 Mei 5 en 1466 Juli 9, waardoor deze gestoken is (zie reg. nos. 29 en 48). Opten XXVIII dach van Aprille int jaer ons Heeren duysent vijffhondert zeven ende dertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 28). Met de schepenzegels van Cornelis Vredericx zoon en Hillebrant Aelbrechts zoon in groene was en geschonden. 2) Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXXII verso. 188. 1587 Mei 25. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Adriaen Dirioxs zoon erkent schuldig te zijn aan het convent van Sint Marie in Galilee in den Hage eene jaarlijksche erfpacht van 8 carolus-guldens en 5 stuivers voor 10 hont lands met een tuin in Haechambacht, ten westen van den Deenewech. opten XXVen dach van Mey anno XVc zeven ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 57). De sohepenzegels van Jan Cornelis' zoon Cammaker en Kors Pieters zoon van der Beeck verloren. 189. 1587 Mei 25. Maritgen Jacobs dochter, ministra, en het convent van Sint Maria in Galilee in den Hage in de Poten geven in erfpacht aan Arien Dircxs zoon 10 hont lands met éen tuin daarachter, gelegen in Haechambacht ten westen van den Deenenwech, tegen eene jaarlijksche rente van 8 carolusguldens en 5 stuivers, waarvoor hij een schepenbrief geeft (zie reg. no. 188). opten XXX dach van Mey anno XVc ende zeven ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXXII verso 190. 1588 Augustus 22. Schepenen van Delff oorkonden, dat heer Jan, priester, Marytgen, echtgenoote van Jacob Henricx zoon, en Jaspar in den Hage, erfgenamen van mr. Gerryt Dircx zoon, doctor in de medicijnen, verkoopen aan het convent van Sint Marie in Galilee op Spoy of in de Poëten eene rente van 1 wilhelmusscMd-jaarlijks, gaande uit het huis van Vranck Wadwijn te Delff aan den Nieuwen Langendijck, voor het lezen van missen etc. voor hun vader en andere nader genoemde personen en met de bepaling dat, als hun zuster Dieuwer Agen, zuster in het convent, dit mocht verlaten, deze rente weder aan hen zal komen. Opten XXIIen Augusti anno XVc acht 'ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 38). Met de sohepenzegels van Cors Cl.is' zoon (Persijn) en Michiel Jans zoon (Camerling) in groene was. 191. 1588. (Ministra en convent van Onze Lieve Vrouw in Galylee) erkennen ontvangen te hebben van Marie Andries' dochter, grootmoeder van Janneken Cornelis' dochter, 3 pond Vlaamsch, waarvan deze jaarlijks 1 Eijnschen gulden zal ontvangen, welke na haar dood aan het convent zal vervallen, dat daarvoor zielmissen zal houden voor haar en hare ouders. In tjaer acht ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXXIX verso. 192. 1541 April 5. Schepenen van het ambacht Maeslant oorkonden, dat Aernt Jans zoon, wonende bij den korenmolen bij Scipluyden in dat ambacht, vóór den vermaarden brand te Delft anno 1536 Mei 3, verkocht heeft aan wijlen Dirck Dircxs zoon te Dalff bij de Craen, eene jaarlijksche rente van 6 carolus-guldens, losbaar met den penning 16, welke rente hij na het overlijden van Dirck Dirxs zoon verkocht heeft aan Michiel Jans zoon ten behoeve van de erfgenamen van Dirck Dircs zoon, welke rente gaat uit 8 morgen lands, gelegen in 20 morgen lands te Delff, ten westen grenzende aan de Monster wateringe en ten noorden aan de Hompelder laen. up den vijfden dach in April anno XVc een ende veertich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv no. 39). Het ambachtszegel verloren. Met transfix d.d. 1541 October 7 (reg. no. 193). ' 193. 1541 October 7. Michiel Jans zoon te Delff en Eusgen Dircx dochter en de andere erfgenamen van Dirck Dircx zoon bij de Craen te Delff, hun oom, verkoopen aan het convent van Sint Marie in Galilee in de Poëten en op het Spoey in den Haeghe 'den brief d.d. 1541 April 5, waardoor deze is gestoken (zie reg. no. 192), ter uitkooping van het aandeel, aanbesterven aan hare zuster, Neelgen Dircx dochter, zuster in genoemd convent. up den Vllen dach in Octobri anno XVc een ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 39). Met de handteekening en het geschonden zogel van Michiel Jans zoon (Camerling) in groene was. 194. 1542 October 9. Het Hof van Hollant, veroordeelt Jan Cornelis' zoon te Monster, op zijn verzoek, in eene overeenkomst, die hij heeft met het convent van Onze Lieve Vrouwe in Galilee in de Pooten in den Hage, aangaande de betaling van 54 pond 5 schellingen 6 penningen wegens achterstallige rente, verzekerd op 16 morgen land te Monster. Gedaen in den Hage den IXen October anno XVc ende XLII. Afschr. van. (J.) Purtijck, Substituut-griffier van het Ho , (Inv. no. 59). 195. 1547 Mei 2. Symon Janszoon, schout, en Claes Willems zoon, Adriaen Claes' zoon, Pieter Adriaens' zoon en Jan Arents zoon, gezworenen van het ambacht Berckel,oorkonden,dat, op verzoek van den pater van het convent van Onze Lieve Vrouw in Galylee op het Speuye in den Hage, Cornelis Louwerys' zoon te Bléyswijck het cont±act erkent, vermeld in den brief d.d. 1518 Juni 27 (reg. no. 144), waardoor deze gestoken is, en erkent de eigendomsrechten van genoemd convent op 16 hont lands in het ambacht van Berckel, loopende van den Berckelschen weg tot de Liesvelden, welk land hij tot zijn dood in huur heeft. Upten tweeden dach van Meye anno XV hondert ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 33). Met het geschonden zegel van Symon Janszoon in groene was. 196. 1551 Mei 25. Schepenen van den Hage oorkonden, dat heer Jorys Joosten, priester, als kooper van het huis met erf van heer Cornelis Deym, priester, erkent, dat hij, wat hij buiten de grenzen hiervan bezit, slechts ter bede heeft, zonder eenig recht van doorgang. Opten XXVen dach in Meye anno XVc een ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 29). Met de schepenzegels van Cornelis van Aicken en Michiel Loufs zoon in groene was. 197. 1552 December 2. Mr. Ariaen Claes' zoon en Adriaen Willems zoon, priesters, en Alijt Claes' dochter, bagijn, verklaren, dat Bussent Diricx dochter, bagijn, geeft aan het convent in den Haech op het Spoy twee rentebrieven ten laste van Jacob Corstijns zoon te Naeltwijck, de eene van 11, de andere van 5 pond Hollandsch, op voorwaarde van uitkeering dezer renten gedurende haar leven en onder verplichting om daarvan aan Diewer Gherits dochter, hare nicht, wonende in genoemd convent, eene lijfrente van 2 pond 's jaars uit te keeren, terwijl 6 pond te besteden zijn voor een maaltijd voor het convent. Aldus ghesciet up den tweeden dach van December int jaer ons Heeren vijfthienhondert twee ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 63). Met de handteekeningen van Ariaen Claus' zoon van Doerst, priester, Adriaen Willems zoon, priester, en een teeken van Alijt. 198. 1558 Mei 4. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Anthonis van Stapele erkent, dat Adriaen Jacops zoon de erfpacht betaald heeft van 3 stuivers 's jaars, voor de helft van een riettuintje en erf, gelegen over de Ziecken in den Hage, van welk tuintje de andere helft toebehoort aan genoemden Adriaen en afkomstig is van het convent van Onze Lieve Vrouwe in Galilea in de Pooten, nader blijkende uit den principalen brief d.d. 1517 Mei 2, waardoor deze is gestoken (zie reg. no. 149).: Upten vierden dach van Meye anno XVc drie ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 64). Met de geschonden schepenzegels van Cornelis van Aicken en Anthonis Arents zoon (de Vries) in groene was. 199. 1560 Maart 80. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Cornelis Cornelis' zoon, alias Pastoer, verkoopt aan het convent van Sint Marie in Galilee in de Pooten aldaar eene jaarlijksche rente van 80 stuivers, gaande uit zijn huis en erf in het Zuideinde van den Hage aan de noordzijde van de Volders gracht, losbaar met den penning 16. upten naestlesten Marty anno XVc tsestich stilo communi. Oorspr. (Inv. no. 54). Met de geschonden schepenzegels van Cornelis van Aecken en van Jacob van Dorp in groene was. 200. 1561 September 6. IpS Schepenen van den Hage oorkonden, dat Lubeeck Dircx zoon, confessor van het convent van Sint Marie in Galilee op het Spoey, ter eenre, en Jan Adriaens zoon, timmerman, als eigenaar van eene huizing op het Spoey ter andere zijde, aan Pieter Huybrechts zoon toestaan een hek te plaatsen op zijn erf, uitkomende op den gemeenschappelijken gang en het erf van genoemd convent en Jan Adriaens zoon. upten Vlen Septembris anno XVc een ende testich. Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden schepenzegel • van Symon van der Does in groene was, dat van Jacob van Dorp verloren. 201. 1568 Juni 20. Jan van Ouwen en Pieter de Vries Willems zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Bastiaen Adriaens zoon erkent schuldig te zijn aan het convent van Sint Marie in Galilee in de Pooten of op het Spoy binnen tsGraevenhaege eene jaarlijksche rente van 13 stuivers terzake van erfpacht van een erf, grenzende aan genoemd convent, o.m. op voorwaarde, dat Bastiaen eene heining maken zal aan de open zijden. upten XXen dach Junii anno XVc acht ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 55). Met de schepenzegels van Jan van Ouwen (geschonden) en van Pieter de Vries Willems zoon in groene was. 202. 1568 Augustus 2. ' Schepenen van den Hage oorkonden, dat Sebastiaen Adriaens zoon verkoopt aan Katherine Pieters dochter, zuster in het convent in de Pooten in den Hage, eene jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, losbaar met den penning 16, gaande uit zijn huis en erf in de Pooten. upten Hen dach Augusti anno XVc acht ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 56). Met de geschonden schepenzegels van Jacob Willems zoon van Dorp en van Adriaen van de Velde in groene was. 203. 1570 December 19. Notaris Herman Proost instrumenteert, dat Heynrick Cornelis' zoon de Vries en Catherina Cornelis' dochter, zijne echtgenoote, verklaren, dat hun slechts tot wederopzeggens toe door het convent van Sint Maria in Galilee in de Pooten in den Hage is toegestaan een hek van 10 glinten te plaatsen in eene heming van het convent. Aldus gedaen in den Hage ten tyde" als boven (op huyden den XlXen Decembris anno XVc ende tzeventich). Oorspr. op papier (Inv. no. 31). Met de kleine signatuur /'yfe*^ van den notaris. 204. 1571 October 80. Het Hof van Holland gelast, ten verzoeke van pater, mater en conventualen van Onze Lieve Vrouw in Galilee op het Spoy, den gerechtelijken verkoop van de tuinen van de weduwe van Nicolaes Jans zoon Persijn wegens achterstallige renten en belast daarmede den curator in haar boedel Cornelis Wielant, eersten deurwaarder. Gedaen inden Hage den naestletsten Octobris anno XVc LXXI. Afschr. in 1571, gecolhtionneerd door notaris Tloris van Coolbem, gehecht achter in Inv. no. 1. N.B. In margine een exploit van beteekening. 205. 1572 Maart 23. Adriaen van Cryep en Cornelis van Eijn, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Cornelis Wyelandt, eerste deurwaarder van het Hof van Hollandt, als curator in den boedel van de weduwe van Niclaes Jans zoon Persijn, gerechtelijk heeft verkocht aan Jacob Franchet, deurwaarder van het Hof van Hollandt, de helft van den grooten tuin of boomgaard met huisje gelegen buiten den Hage aan de oostzijde van de Binchortssche kade. Actum den XXVIIIen dach Marty anno XVc LXXII stilo Bomano. Extract door M. Benninck, uit het „Register, berustende in de secretarie van den Hage" foL 77 en 78; gehecht achter in Inv. no. 1. 206. 1572 Maart 31. Adriaen van der Cryep en Cornelis van Eijn, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Cornelis Wyelandt, eerste deurwaarder van het Hof van Hollandt, als curator in den boedel van de weduwe van Niclaes Jans zoon Persijn, gerechtelijk heeft verkocht aan Jacob Adriaens zoon, lakenkooper, en Cornelis Pieter Toenis zoon, metselaar, een tuintje, gelegen buiten den Haghe aan de westzijde van de vaart. Actum den lesten dach Martii anno XVc twee ende tseventich stilo romano. Extract door M. Benninck uit het „Register, berustende in de secretarie van den Haghe" fol. 80; gehecht achter in Inv. no. 1. , 207. 1572 April 25. Dirck Paeus en Adriaen van Cryep, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Cornelis Wyelandt, eerste deurwaarder van het Hof van Hollandt, als curator in den boedel van de weduwe van Niclaes Jans zoon van Persijn in den Hage, gerechtelijk heeft verkocht aan mr. Jan Diemer, advocaat bij het Hof van Hollandt, de helft van den grooten tuin of boomgaard buiten den Hage. Actum den XXVen dach Aprilis anno XVc LXXII. Extract door M. Benninck uit het „Register, berustende in de secretarie van den Hage" fol. 78; gehecht achter in Inv. no. 1. 208 Ministra en convent verkoopen aan Katrijn Heynrycx dochter binnen Delf op het bagijnhof eene lijfrente van 9 pond Hollandsch van 15 stuiver het pond jaarlijks. Afsohr. in Inv. no 1, fol. XIX verso. NB, Ongediteerd, niet later dan de tweede helft van de 15e eeuw. Gecancelleerd. 209 Ministra en convent etc. verkoopen aan Katrijn Heynricx dochter op het bagijnhof binnen Delf eene rente van 5 pond Hollandsch van 14 stuiver het pond jaarlijks. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XIX verso. N B. Ongediteerd, niet later dan de tweede helft van de 15e eeuw. In margine staat: Item desen brief heeft nu heer Harmen Pieters zoon, priester, in alre manyeren als hier staet, van haer overgenomen. — Akte en aanteekening zijn beide gecancelleerd. 210 Maritgen Jacobs dochter, moeder, en het convent van Onze Lieve Vrouw in Galilee in den Hage in de Poten erkennen ontvangen te hebben van Maritge Andries' dochter 18 Eijnsche guldens, waarvoor het convent eene zielmis voor haar zal houden. Afschr. in Inv. no. 1, fol. XXXIX verso. N B. Ongedateerd, waarschijnlijk 1538 (zie reg. 191). HET KLOOSTER BETHLEHEM INLEIDING. Het klooster Bethlehem stond op den westhoek van het Westeinde en dé Assendelftstraat en komt onder verschillende namen voor als St.Barbara's convent, Bethlehem, de Proosdij, klooster der Premonstreyten of wel het „Arme Susterhuys". Het stichtingsjaar is onbekend. In 1471 bestond het nog niet, want in eene sententie van het Hof van Holland van dat jaar (Maart 24), waarin van het getal vrouwenkloosters te 's-Gravenhage gezegd wordt, dat „der nu drie waren", en deze vervolgens met name worden aangeduid, werd het klooster der Heilige Barbara in Bethlehem niet genoemd. De bedoelde passage luidt in zijn geheel: „en naerdien die Susterhuysen uyter gemeenten dagelijcx rijcken en meerren, want in den Hage in korte dagen maer een Sustershuys geweest en had, daer der nu drie waren, soe hadden schout en schepenen dezelve oick in der bede getaxeert, te wéten, dat van St. Agnieten op 6 ponden, dat van St. Elizabeth op 12 ponden, en dat van Onzer Lieve Vrouwen op het Spoey op 6 ponden" 1). Voor het eerst wordt het klooster genoemd in een akte van 1487 (zie reg. no. 4). De zusters leven dan nog naar den regel van St. Augustinus. In 1494 gingen zij echter over tot de orde der Premonstratensers en begaven zich op raad van den bisschop van Utrecht onder de visitatie van dan abt van Middelburg. De abt van Prémoatré stelde den pater van het coovent, Jan Allairts zoon, tot proost aan en belastte den abt van Middelburg voortaan met deze benoeming. Bij akte van 22 September 14962) stelden Geertruut Claes' dochter, priorin, en het convent zich onder de gehoorzaamheid van Jan van Westcappel, abt van Middelburg. Het getal der zusters bedroeg *) De genoemde kloosters hadden zich beklaagd bjj het Hof, over het feit, dit zij door den magistraat in de bede waren getaxeerd. Bedoelde sententie sprak hen vrij van het betalen van contributie. 2) Zie Mr. R. Fruin, Het archief der O. L. V. abdij te Middelburg, reg. nos. 1060, 1061, 1070 en 1390. Zie ook van Rijn, Oudh. en Gest. van Delfland fol. 395 en v. Zeel, fol. 71 en 79. toen, behalve de priorin 8, dat der leekezusters 8< Dat het klooster arm en behoeftig was, blijkt o.m. uit een brief van 1497 Januari 28'), waarbij genoemde abt een gift van Pieter Gheryts zoon approbeert. De proosten kwamen uit de abdij van Middelburg en gingen evenals de kapelaans van de Sint-Jacobskerk in het wit gekleed. Toen in 1521 het gerucht zich verspreidde, dat de bisschop van Utrecht het klooster zou visiteeren, protesteerden met andere nonnen ook de bewoonsters van dit gesticht bij monde van het convent der Heilige Ursula tegen zulk eene daad van aanmatiging en geweld. Ten tijde van Karei V, in de dagen der kettervervolging, diende dit convent als gerechtshof voor den inquisiteur-generaal der Nederlanden en verkreeg als zoodanig eene treurige vermaardheid *). In 1576 October 4 werd het bij resolutie van de Staten van Holland, met kennis en goedvinden van prins Willem, verkocht. Het kerkje, dat ten Westen van het klooster stond, werd, daar het oud en bouwvallig was, gesloopt en door woonhuizen vervangen. De goederen van het klooster, werden bij resolutie van de Staten van Holland d.d. 1581 Mei 21, aangewend tot alimentatie van de conventualen, toen ter tijd nog in leven, en tot onderhoud der predikanten, terwijl genoemde Staten Cornelis van Coolwijk aanstelden als ontvanger van de goederen van het convent. In 1617 werd de voormalige proosdij, die toen tot woonhuis was ingericht, tot predikplaats verkozen door diegenen, welke zich van de openbare kerk hadden afgescheiden onder den prediker Henricus Eosaeus, door de Staten gesuspendeerd. Eerst waren zij te Rijswijk ter prediking gegaan'), doch daarna huurden zij de proosdij en maakten haar voor hun doel geschikt. Maar de Haagsche magistraat, het oprichten van eene „scheurkerk" willende voorkomen, verbood den werklieden met hun arbeid voort te gaan en liet de proosdij sluiten. Inv. no. 1 van de aanwezige stukken bevond zich in het archief dör Geestelijke Goederen. x) Gedrukt bij de Riemer dl. I fol. 452. 2) O.m. door het proces, gevoerd tegen den van ketterij beschuldigden en deswege ter dood veroordeelden Engel Willems 7.oon MeruU. Zie De Riemer, dl. I, fol. 456 vlg." *) Men noemde hen „Haagsche Rgswijkloopers". INVENTARIS. A. Beheer der goederen. I, In het algemeen. 1. Eekening van de inkomsten der proosdij, gedaan door Cornelis Pieters zoon 1565. 1 katern. N.B. Deze rekening is afgehoord door Vincent Huyges zoon Muylock, pastoor van den Haag en proost van het Sint Barbara convent, 1570 Januari 13. Op den omslag staat: Eerste rekening om de proostdye de anno LXV. II. Landerijen en huizen. a. in den Haag. 2. Eigendomsbewijs van een huis en erf in het Westeinde, afkomstig van .... Cornelis' zoon. 1509. 1 charter (reg. no. 6). 3. Eigendomsbewijs van 1/3 van 8 morgen lands achter de proosdij, afkomstig van de kinderen van mr. Jacob Holy. 1519. 1 charter (reg. no. 12). 4. Eigendomsbewijs van een huis en erf in het Westeinde, afkomstig van Cornelis Claes' zoon. 1519. 1 charter (reg. no. 13). 5. Eigendomsbewijs van een huis in het Westeinde, afkomstig van Catrijn Philips dochter Jan Aerts zoons weduwe. 1519. 1 charter (reg. no. 14). 6. Eigendomsbewijs van 1 morgen lands achter het convent, afkomstig van Jan Dircx zoon en Aechte Dircxs dochter. 1522. 1 charter (reg. no. 16). b. in Haagambacht. 7. Eigendomsbewijs van een huis met 9 morgen lands, afkomstig van Bartelmees Aernts zoon en Hillegont Clais' dochter, zijne echtgenoote. 1487. 1 charter (reg no. 4). 8. Eigendomsbewijs van 1 morgen en 18 hont lands, 5 pond Vlaamsch en 18 pond Hollandsch, afkomstig van Janna Symons dochter, weduwe van Bertelomeeus Pieters zoon. 1517. Met 8 oudere transportbrie ven d.d. 1479, 1492 en 1517. 4 charters (reg. no. 11, 3, 5 en 10). 9. Erfpachtbrief van c. 2 morgen lands. 1546. 1 charter (reg. no. 27). III. Rentebrieven. 10. - Rentebrief,groot 18 pond 15schellingen 'sjaars, ten laste van de steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden en Gouda. 1588. 1 charter (regt no. 19). 11. Rentebrief, groot 6 pond 5 schellingen Vlaamsch'sjaars, ten laste van de steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden en Gouda. 1528. Verkocht aan het klooster. 1589. 2 charters (reg. nos. 17 en 21). 12. Rentebrief, groot 1 pond Vlaamsch 'sjaars, uit een huis in het Zuid-. einde te 's-Gravenhage. 1516. 1 charter (reg. no. 8). 13. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 'sjaars, uit een huis in het Noordeinde te 's-Gravenhage voor Jacop Willems zoon. 1516. 1 charter (reg. no. 9). 14. Rentebrief, groot 1 gouden' philipsgulden 'sjaars, uit een huis in de Veenestraat te 's-Gravenhage voor Jacop Willems zoon. 1522. 1 charter (reg. no, 15). 15. Rentebrief, groot 15 stuivers 's jaars, uit een huis en erf op dé Volderslaan te 's-Gravenhage. 1586. 1 charter (reg. no. 18). 16. Rentebrief, groot 8 pond 19 schellingen 2 grooten Vlaamsch 'sjaars, uit een huis en erf in het Westeinde te 's-Gravehhage. 1589. 1 charter (reg. no. 22). 17. Rentebrief, groot 1 pond Vlaamsch 's jaars, uit een half huis in de Hoogstraat en een huis in de Spuistraat. 1515. Verkocht aan het klooster. 1540. 1 charter (reg. no. 7 en 23). 18. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 'sjaars, uit een huis en erf met 8 kamertjes op den hoek van de Geest te 's-Gravenhage. 1548. Met oudere transportbrieven van het huis d.d. 1470 en 1471. 4 charters (reg. nos. 25, 29, 1 en 2). 19. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 'sjaars, uit een huis en erf in de Heulstraat te 's-Gravenhage. 1547. 1 charter (reg. no. 28). 20. Rentebrief, groot 6 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis en erf in het Voorhout te 's-Gravenhage. 1549. 1 charter (reg. no. 29). 21. Rentebrief, groot 1 pond Vlaamsch 's jaars, uit een huis en erf in de Molenstraat te 's-Gravenhage. 1559. 1 charter (reg. no. 31). b 22. Bentebrief, groot 18 carolus gulden 'sjaars, uit 8 morgen lands in het ambacht Leimuiden en uit een huis te Leiden. 1549. ■■ "' ■ ■'• 1 charter (reg. no. 30). 23. Bentebrief, groot 1 pond Vlaamsch 's jaars, afkomstig van Pieter, heer van Boon, en gevestigd op 10 gemeten land aldaar. 1 charter (reg. no. 26). 24 Bentebrief, groot 8 carolus gulden 's jaars, uit 8 morgen lands in het ambacht Voorburg. 1589. 1 charter (reg. no. 20). y-'- REGESTENLIJST. 1. 1470 September 9. Schepenen van den Hage oorkonden, dat mr. Tyëlman Heynricx zoon, provisor in Delflant, Jan Doe zoon, kapelaan, en Pouwel Pouwels zoon, priester, executeurs testamentair van Jan Jans zoon, die kok van Jan Ruychrock was, geven aan Doe van Namen 2 kamers en erven, liggende op de "Geest aan de Noordzijde van de Joncfrou Yden straat, op voorwaarde, dat Margriet Slipers en Elsgen Rycouts dochter, Jan Pieters zoon Slipers echtgenoote, ieder eene der kamers tijdens haar leven gebruiken en behouden zullen. .Gescreven upten IXen dach in Septembri int jair ons Heeren duysent vierhondert ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 18). Met schependomszegel in groene was. — Met transfix d.d. 1471 Februari 18 (zie no. 2). 2. 1471 Februari 18. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Doef van Namen verkoopt aan Machtelt, Claes van Holijnx echtgenoote, 2 kamers en erven, gelegen in de Joncfrou Yden straat, op de voorwaarden, vermeld in den brief d.d. 1470 September 9, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 1). Gescreven upten XVillen dach in Februario int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 18). Met geschonden schependomszegel in groene was. 3. 1479 October 22. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Martijns zoon verkoopt aan Bartolmees Pieters zoon 1 morgen lands bezuiden den Hage. Gescreven upten XXIIsten dach in Octobri int jair ons Heeren M CCCC negen ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 8). Met geschonden schependomszegel in groene was. — Met transfix dd. 1517 October 11, waardoor dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1517 September 7 (zie reg. nos. 11 en 10). 4. 1487 Mei 20. Bartelmees Aernts zoon en Hillegont Clais' dochter, zijne echtgenoote, verkoopen aan Jan Allairts zoon, rector, en het convent van Bethleëm in den Hage eene woning met 9 morgen land in het ambacht van der Hage. Gedaen opten XXen dach in Meye int jair ons Heren M CCCC seven ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 7). Met de geschonden zegels van Dirck Willems zoon en Willem Claes' zoon (van Hoogenhouck), den bakker, in groene was. 5. 1492 October 8. Pieter Aernt Butgers zoon (van Spangen) verkoopt aan Bartelmees Pieters zoon c. 18 hont lands in het ambacht van der Hage bezuiden. Gedaen upten Villen dach in Octobri int jaer ons Heeren duysent vierhondert twee ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 8). Met het geschonden zegel van den verkooper in groene was. — Met transfix d.d. 1517 October 11, waardoor dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1517 September 7 (zie de nos. 11 en 10). 6. 1509 Mei 25. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Cornelis' zoon verkoopt aan het convent van de proosdij in den Hage een huis en erf in het Westeinde aldaar. upten XXVen dach in Mey anno XVc ende negentien. Oorspr. (Inv. no. 2). Met het geschonden schepenzegel van Jacop van der Wiele Adriaens zoon in groene was; dat van Pieter Pieters zoon verloren. 7. 1515 October 12. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Cornelis Croes verklaard heeft schuldig te zijn aan mr. Gillis Duyck eene rente van 1 pond Vlaamsch jaarlijks, verzekerd op zijn half huis en erf in de Hoichstraet en op dat van zijn broeder Pieter in de Spoystraet en losbaar met den penning 16. Gescreven opten Xllen dach van Octobri anno XVc ende vijffthiene. Oorspr. (Inv. no. 9a). Twee schepenzegels veiloren. — Met transfix d.d. 1540 Februari 5 (zie reg. no. 23). 8. 1516 November 29. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Ariaen Jacops zoon Coninck erkent schuldig te zijn aan het convent van Bethliëm aldaar eene jaarlijksehe rente van 1 pond Vlaamsch, gaande uit zijn huis en erf in het Zuyteynde, met een gang uitkomende in de Vlamingstraet. Gescreven upten XXIXen dach in Novembri anno XVc ende XVIen. Oorspr. (Inv. no. 12). Twee sohepenzegels van Claeg Willems zoon (van Hoogenhouck) en Dirck Jans zoon Duycker verloren. N.B. Het charter is beschadigd. 9. 1516 December 18. Schepenen van. den Hage oorkonden, dat Pieter Andries' zoon van Ness erkent schuldig te zijn aan Jacop Willems 'zoon eene jaarlijksche rente van 4 pond Hollandsch, gaande uit het door hem bewoond wordende huis en erf in het Noorteynde. Gescreven opten XVIII dach van Decembri anno XVc ende sesthien. Oorspr. (Inv. no. 19). Met de geschonden schepenzegels ■van Claes Willems zoon (van Hoogenhouck) en Dirck Jans zoon Duyoker in groene was. 10. 1517 September 7. Janna Symons dochter, weduwe van Bertelmeeus Pieters zoon, geeft "aan het klooster van Sint Barbara in Bethleëm van de Premonstreiter orde, eertijds genoemd het arme zusterhuis, gelegen in het Westeynde in den Hage, 1 morgen lands in het ambacht van den Hage bezuiden, die door Jan Maertijns zoon aan wijlen Bertelmees Pieters zoon is verkocht anno 1479 October 22 (zie reg. no. 8); 18 hont lands aldaar, door Pieter Aernt Butgaerts zoon aan wijlen Bertelmees Pieters zoon gegeven anno 1492 October 8 (zie reg. no. 5); 5 pond Vlaamsch, welke zij het convent geleend heeft en 18 pond Hollandsch. upten VHen dach in Septembri int jaer duysent vijffhondert ende seventhienne. Oorspr. (Inv. no. 8). Met de handteekening van mr. Vincent Dammas' zoon. — Met transfix d.d. 1517 October 10 (zie no. 11), waardoor ook de no3. 3 en 5 aan dit charter zijn bevestigd. 11. 1517 October 11. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Janna Symons dochter, weduwe van Bartolmees Pieters zoon, verkoopt aan het convent van Sint Barbara in Bethleëm van de Premonstreiter orde, eertijds genoemd het arme zusterhuis en gelegen in het Westeynde van den Hage, de brieven d.d. 1479 October 22, 1492 October 8 en 1517 September 7, waardoor dit transfix is gestoken (zie de nos. 5 en 10). Gescreven upten elften dach in Octobri anno XVc ende zeventhien. Oorspr (Inv no. 8). Met twee geschonden sohepenzegels van Ches Willems zoon (van Hoogenhouck) en Dirick Jans zoon in Coelen in groene was. 12. 1519 Maart 5. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Anna, weduwe van Adriaen Ockerts zoon van Dordrecht, als voogdes van de weeskinderen van mr. Jacob Holy verkoopt aan het convent van de Proestreiten in den Haghe Vs van drie morgen lands achter genoemde proosdij. upten vijfften dach in Maerte anno XVc ende negentien. Oorspr. (Inv. no. 3). Met de geschonden sohepenzegels van Jacop Adriaens zoon van de Wiele in roode, en Claes Willems zoon (van Hoogenhouck) in groene 13. 1519 Mei 26. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Cornelis Claes' zoon verkocht heeft aan het convent der Premonstreyten aldaar een huis en erf in het Westeynde. Opten XXVIen dach in Mey anno XVc ende negentien. Oorspr. (Inv. no. 4). Met geschonden schepenzegel van Jacop van der Wiele in groene was, dat van Pieter Pieters zoon verloren. 14. 1519 October 10. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Catrijn Philips'dochter, Jan • Aerts zoons weduwe, verkoopt aan proost en priorin van de Premonstreiten in den Hage een huis in het Westeynde aldaar met 2 erven daarachter liggende. Oorspr. (Inv. no. 5). Met het geschonden schepenzegel van Pieter Pieters zoon in groene was; dat van Jacop van de Wiele Adriaenszoon in roodé was verloren. 15. 1522 September 6. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Pouwels Mattheus' zoon erkent schuldig te zijn aan Jacop Willems zoon eene jaarlijksche rentevan 1 gouden philippusgulden, gaande uit het door hem bewoond wordende huis en erf in de Veenstraet, losbaar met den penning 16. Gescreven upten Xlen dach van September anno XVc twee ende twintich. Oorspr. (Inv. no 14). Met-het geschonden schepenzegel van Adriaen de Milde Clies' zoon in groene was; dat van Jacop van de Wyel verloren. 16. 1522 November 15. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jan Dircxs zoon, wonende te Delft, voor zich en voor Aechte Diroxs dochter, zijne zuster, en met consent van de kinderen vai) wijlen mr. Jacop Holy verkoopen aan Jan Jans zoon van IJrseken, proost van het Sint-Barbaraconvent in Bethleëm in den Hage, 1 morgen lands achter dat convent. Gescreven upten XVen dach van November int jair ons Heeren duysent vijfhondert twee ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 6). De schepenzegels van Adriaen Jacops zoon en Adriaen de Milde Claes' zoon verloren. 17. 1528 Augustus 7. De steden Dordrecht, Haerlem, Delft, Leyden en van der Goude verkoopen aan mr. Florys Zeeman eene rente van 6 pond 5 schellingen Vlaamsch jaarlijks, losbaar met den penning 16. Opten VHen dach van Augusto anno vijftienhondert acht ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 11). De zegels van Dordrecht en Gouda verloren, die van Haarlem, Delft en Leiden zeer geschonden. Met transfix d d. 1539 Mei 31 (zie Test. no. 21). 6 18. 1586 Februari 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Harper Claes' zoon, volder, verkoopt aan mr. Huych van Assendelft eene jaarlijksche rente van 15 stuivers, gaande uit zijn huis en erf op deVolderslaen, welke rente losbaar is met-den penning 16 en door mr. Huych van Assendelft onmiddel- lijk overgedragen wordt aan de zusters van het convent ten behoeve van de dagelijks brandende lamp van het Heilige Sacrament. - .... upten XXVIIIen dach van Februario anno XVc zes ende dertich. Ootspr. (Inv. no. 15). De schepenzegels van Marten Adriaens zoon en Anthonis Aorts zoon verloren. 1538 October 11. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Willem Pieters zoon van der Criep, procureur postulant voor het Hof van Holland, verkoopt aan den proost van het convent van tBethleëm aldaar een rentebrief, groot 18 pond 15 schellingen "Vlaamsch 's jaars, sprekende op de 5 groote steden van Holland, nl. Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden en Ooude, breeder blijkende uit den brief, waardoor dit transfix is gestoken. upten Xlen dach Octobris anno XVc achtendertich. Oorspr. (Inv. no. 10). De schepenzegels van Huych Adriaens zoon van der Velde en Jacob Grebberts zoon verloren. N.B. De brief, waardoor deze gestoken is, is verloren. 1539 Januari 25. Huyghe Pieters zoon, schout in het ambacht Voorburch, oorkondt met zijne buren, dat Maria de Vriese, weduwe van Aérnt van Duvenvoerde, verkoopt aan het convent van Sint Barbara in sGravenhaege eene rente van 3 carolusguldens 's jaars, losbaar met den penning 16 en gaande uit 3 morgen lands in het ambacht Voorburch. upten vijfventwintichsten dach van Januario int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende negenendertich a nativitate. Oorspr. (Inv. no. 24). Het zegel van den schout verloren. 1539 Mei 31. Schepenen in den Hage oorkonden, dat mr. Florys; Zeeman heeft verkocht aan het convent van tBethleëm, genaamd het arme-zusterhuis aldaar, de rente, vermeld in den brief d.d. 1528 Augustus 7, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 17). Opten lesten dach van Mey anno XVc negen ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 11). Met geschonden schepenzegel van Kostijn Pieters zoon van der Beeck in groene was; dat van Huych Adriaens zoon van der Velde verloren. 1589 Mei 81. Schepenen van den Hage oorkonden, dat mr. Florys Zeman, advocaat bij het Hof van Holland, verkoopt aan het convent van tBethleëm, genaamd het arme zusterhuis in den Hage, eene jaarlijksche rente van 8 pond 19 schellingen 2 grooten Vlaamsch, gaande uit het door hem bewoond wordende huis en erf in het Westeynde, achter uitkomende in de Lorrensteeg, en uit zijn huis en erf in het Noorteynde, genaamd de huizinge van Schaegen, achter uitkomende op den Knoeterdijck. ...... opten lesten dach van Meye anno XVc neghen ende dertich. " Oorspr. (Biv. no. 16). Met geschonden schepenzegel van Huych Adriaens zoon van der Velde in groene was; dat van Kostijn Pieters zoon van der Beeck verloren. 23. 1540 Februari 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Joosten zoon Duyck heeft verkocht aan het convent van de Proostdye aldaar de rente, vermeld in den brief d.d. 1515 October 12, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 7). Opten vijften dach van Februario anno XVc ende veertich nae tscriven tbisdoms van Uuytrecht. Oorspr. (Inv., no. 17). Met de zegels van Nycasius Anthonis' zoon van Flory en Cornelis van Aeken, schepenen^in groene was, waarvan het eerste geschonden. 24. 1548 November 17. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Geryt Aerts zoon Backer erkent schuldig te zijn aan Machtelt Mees' dochter eene jaarlijksche rente van 2 pond, gaande uit zijn huis en erf met 8 kamertjes daarachter, staande op den hoek van de Geest over de Nobelstraet in den Hage, losbaar met den penning 16. opten XVIIen dach Novembris anno XVc drie ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 18). Met geschonden schepenzegels van Kors Pieters zoon van der Beeck en Michiel Claes' zoon van den Berch in groene was. — Met transfix d.d. 1543 December 3 (zie no. 25). 25. 1548 December 8. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Machtelt Mees' dochter verkoopt aan Mathijs Heynricxs zoon als proost van Sint Barbara aldaar eene jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, vermeld in den brief d.d. 1548 November 17 ( zie reg. no. 24), waardoor deze is gestoken. opten Uien dach Decembris anno XVc drie ende veertich. Oorspr. (Biv. no. 18). Met geschonden schepenzegels van Kors Pieters zoon van der Beeck en van Nycasius Anthonis van Flory in groene was. 26. 1544 December 2. Schout en schepenen van Boen oorkonden, dat Pieter, heer van Boen, verkocht heeft aan het convent van Sinte Barbaren genaamd het armezusterhuis in het Westeynde van den Hage, eene rente van 1 pond Vlaamsch jaarlijksch, verzekerd op 10 gemeten land in Boen en losbaar met den penning 14. Opten twyeden dach van December anno XVc ende vyer ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 23). De zegels van Pieter, heer .van Boen, en van Dirck Cornelis' zoon, schout, verloren. 27. 1546 Maart 17. Schepenen van den Hage oorkonden, dat mr. Aerent Hugens zoon, Cornelis Hugens zoon, Maerten Huygens zoon, Claes Brugmans, als man van Wijn Hugen dochter, en Adriane Hugen dochter, alle erfgenamen van Huych Aerents zoon, in erfhuur geven aan het convent van Sint Barbara, genaamd het arme zusterhuis in den Hage, het land, dat Huych Aernts zoon, hun vader, geërfd heeft'van mr. Wollebrant, zijn broeder, en dat de proost van genoemd convent anno 1545 in Februari van Huych Aernts zoon in erfhuur heeft ontvangen, welk land c. 2 morgen groot is en gelegen is westwaarts van het Korte Bosch buiten den Hage. 8 upten XVIIen Martii anno XVc zes ende veertich nae gemeen schryven. Oorspr. (Inv. np. 9). Met geschonden schepen zegel van Michiel Louffs zoon in groene was; dat van Kors Pieters zoon van der Beeck verloren. 28. 1547 September 80. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Heynrick Wouters zoon, bontwerker, in het jaar 1547 verkocht heeft aan het convent van Betlehem, genaamd Sinte Barbaren klooster of het arme zusterhuis van de Premonstreiter orde in den Hage, eene jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf in de Heulstraet aldaar, losbaar met den penning 16. .... opten lesten dach in Septembri anno XVc ende zevenen veertich. Oorspr. (Inv. no. 19). Ds zegels van mr. Aernt Huugen zoon en van Michiel Loufs zoon verloren. 29. 1549 Maart 6. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Arnolda van Duvenvoirde, weduwe van mr. Florys Oom van Wijngaerden, voor zich en hare kinderen, verkoopt aan het convent van Sint Barbara in den Hage, genaamd de proosdij in Bethleëm, eene jaarlijksche rente van 6 pond Hollandsch, gaande uit het door haar bewoond wordende huis met erf in het Voorhout in den Hage, losbaar met den penning 16. upten Vlen dach van Maerte anno XVc negen ende veertich nae gemeen scryven. Oorspr. (Biv. no. 20). Met de geschonden schepenzegels van Jan van Dorp Willems zoon en van Anthonis Nycasius' zoon (van Flory) in groene was. 30. 1549 September 25. Kors Dircx zoon, schout, Wouter Jans zoon en Huych Willems zoon Meyer, huurlieden in het ambacht Leymuyden, oorkonden, dat Aechte Floris' dochter, Claes Cornelis' zoon,vleeschhouwer, en Jan Witten zoon, allen wonende te Leyden, verkoopen aan het convent van Sint Barbara's zusterhuis, genaamd Betheleëmin den Hage, eene jaarlijksche rente van 18 carolus-guldens, losbaar met den penning 16, verzekerd door Aechte Floris' dochter op 8 morgen land in het ambacht Leymuyden en door Claes Cornelis' zoon op zijn huis en erf te LeydennaasitSchaek. anno vijftienhondert negen ende veertich opten vijf ende twintichsten dach in Septembri. Oorspr. (Inv. no. 22). Met een overblijfsel van het zegel van den schout in groene was. 31. 1559 April 25. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Adriaen Geryts zoon, bode van het Hof van Holland, verkoopt aan den proost van Sinte Barbaren zusterhuis, genaamd de Proostye in den Hage, eene jaarlijksche rente van 1 pond Vlaamsch, gaande uit zijn huis en erf in de Molenstraet, losbaar met den penning 16. Upten XXVen dach Aprilis anno XVc neghen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 21) De sohepenzegels van Jacob van Dorp'en van Jacob Verwy verloren. MEMORIE EN STICHTINGE IN DE SINT JACOBS KERK. INLEIDING. Anders dan de kerkmeesters, burgerpersonen, benoemd door den patroon ot door het plaatselijk bestuur en daaraan, ook na de Hervorming rekenphchtig, waren de memoriemeesters priesters. Zij waren belast met 'de uitvoering van kerkelijke plechtigheden voor de zielen van overledenen, die daartoe bij hun leven schenkingen aan de memorie hadden gedaan, terwijl een van-hen als rentmeester of dienaar van de memorie het beheer der inkomsten onder zich had. Deze genoot daarvoor het batig saldo, hetgeen in 1566 ruim 28 pond bedroeg. De inkomsten werden verkregen, behalve uit genoemde schenkingen uit bijdragen van den- Heiligen Geest, het Hedig-Kruisgilde het Sacramentsgilde, het O.-L.-Vrouwengilde en het Maria-Magdalenagilde.'ln 1566 bedroegen de gezamelijke inkomsten 1135 pond 4 schelling 4 stuivers De goederen werden na de Hervorming evenals de vicariegoederen, niet als kerkelijke doch als geestelijke behandeld en kwamen onder het beheer van door de Staten aangestelde ontvangers. INVENTARIS. A. MEMORIE. I. Het beheer in het algemeen. 1*. Memorieboek van de St. Jacobskerk, geschreven door Huich Jans zoon, rentmeester van de memorie. 1560. 1 deel. N.B. De inhoud bestaat uit roosters van te verrichten plechtigheden; achterin eene lijst van de memoristen over de jaren 1560—1564. 2. Boekje, houdende specificatie der geregelde uitgaven en inkomsten geschreven door den rentmeester, (1566). 1 katern. N. B. Dit boekje — een octavo van papier, gehecht in een perkamenten omslag, gesneden uit een blad kerkelijke muziek uit het laatst der 15de eeuw — is geschreven met dezelfde hand als Inv. no. 1. II. Landerijen en Huizen. a. in en bij den Haag. 3. Kaart van een stuk weiland achter de tweede woning Bezuiden hout, ten verzoeke van de memorieheeren gemeten door jacob ooenraedtsz., landmeter. 1569. 1 kaart. 4. Kaart van twee stukken land aan den Denneweg, ten verzoeke van de memorieheeren gemeten door Jacob Coenraedts, landmeter. 1569. 1 kaart. 5. Kaart van twee stukken weiland, gelegen resp. aan de Hoefkade en aan den Buurweg, ten verzoeke van de memorieheeren gemeten door Jacob Coenraedts, landmeter. 1569. 1 kaart. 6. Kaart van drie stukken weiland, gelegen Benoorden hout, ten verzoeke van de memorieheeren gemeten door Jacob Coenraedts, landmeter. 1569. 1 kaart. 7. Eigendomsbewijs voor Costijn van der Beeck van 4| hont 5 roeden land, afkomstig van Geryt Potter van der Loo. 1466. 1 charter (reg. no. 11). 8. Eigendomsbewijs van twee stukken land, groot 1, en yz morgen land, afkomstig van Dirc Willem Geryts zoon. 1479. 1 charter (reg. no. 16). 9. Stukken betreffende den eigendom van een huis en erf, afkomstig van Aernt de Koek. 1483. 2 charters (reg. nos. 19 en 20). 10. Eigendomsbewijs voor Kunyer van Levendael van 14 hont land, afkomstig van Adriaen Jacobs zoon en Cornelis Geryts zoon. 1485. 1 charter (reg. no. 22). 11. Eigendomsbewijs voor heer Adriaen Jans zoon, priester, van een huis en erf. 1498. 1 charter (reg. no. 35). 12. Eigendomsbewijs van £ van een stuk land, afkomstig van de kerkmeesters. 1504. 1 charter (reg. no. 39). 13. Stukken betreffende den eigendom van een huis voor mr. Jacop Willems zoon. 1515 en 1518. 2 charters (reg. nos. 44 en 47). 14. Eigendomsbewijs van 3 morgen land in Eskamp, afkomstig" van Claes Willems zoon. 1519. Met oudere stukken bëtreffende dat land d.d. 1454-1510. 5 charters (reg. nos. 52, 7, 25, 37 en 48). 15. Eigendomsbewijs van twee huizen in den Haag en van twee renten, groot 4 en 2 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op twee huizen in den Haag en op 5 morgenland in Voorburg, afkomstig van Gernt, heer tot Assendelff. 1537. 1 charter (reg. no. 63). 16. Huurcedel van een stuk land. 1550. 1 charter (reg. no. 77). 17. Huurcedel van 3 morgenland. 1554. In dorso een huurcontract d.d. 1561. 1 stuk (reg. nos. 83 en 92). ïo. -ttuurceciei van l morgen land. 1526. 1 stuk (reg. no. 53). 19. 'Huurcedel van 20 hont land. 1530. 1 stuk (reg. no. 56). 20. Stukken uit een proces tusschen de memorieheeren en Maritgen Dirick Jans zoon Pinten dochter inzake de erfpacht van 3 morgen land. 1569 en 1570. 1 dossier. (reg. nos. 2, 108, 109, 111, 112, 113, 115 en 116). b. in 's-Gravenzande. 21. Verklaring van den landmeter Dirck Adriaens zoon aangaande de uitgestrektheid van twee perceelen land. 1517. 1 charter (reg. no. 47). 22. Vidimus van eene verkoopakte d.d. 1479 van £ van eene woning en eenige landerijen door Gerryt Bartout van Heemskerck aan Martijn Aernts zoon, priester. 1569. Met de oorspr. akte. 2 charters (reg. nos. 17 en 110). c. in Monster. 23. Akte van overeenkomst tusschen de memorieheeren van den Haag en Niesgen Claes' dochter, weduwe van Cornelis Jacobs zooo, betreffende den eigendom van 8 hont land. Met akte van approbatie van den bisschop van Utrecht: 1568. 1 stuk (reg. nos. 106 en 107). d. in Nootdorp. Zie Inv. no. 24. e. in Vrijenban. 24. Huurcedel betreffende 3 morgen min \\ hont land, mede in Nootdorp. 1 stuk (reg. no. 66). III. Rentebrieven en andere inschulden. 25. Rentebrief, groot 1 pond Vlaamsch 's jaars, ten laste van den Haag. 1505. 1 charter (reg. no. 40). 26. Rentebrief, groot 20 schellingen Vlaamsch 's jaars, ten laste van den Haag. 1497. Met akte, waarin de rente verlaagd wordt van den penning 15 tot den penning 16.1510. 2 charters (reg. nos. 43 en 29). 27. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 'sjaars, uit een huis in den Haag ten behoeve van Jacob Jans zoon. J457. 1 oharter (reg. no. 8). 28. Rentebrief, groot 8 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis en erf in den Haag, voor Huge Willems zoon. 1465. 1 charter (reg. no. 9). 29. Rentebrief, groot 20 schellingen 'sjaars, uit een huis in den Haag, voor Pieter Thomas' zoon. 1470. 1 charter (reg. no. 13). 30. Rentebrief, groot 20 schellingen Hollandsch sjaars, uit een huis in den Haag. 1476. 1 charter (reg. no. 14). 31. Rentebrief, groot 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit een huis en erf in den Haag, voor Alijt Jan Aernts zoons weduwe. 1477. 1 charter (reg. no. 15). 32. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis in den Haag. Met schuldbekentenis (gecancelleerd) van de koopsom van het huis. 1497. 2 charters (reg. nos. 30 en 31). 33. Rentebrief, groot 20 schellingen Hollandsch 's jaars, uit een huis in den Haag. 1497. 1 charter (reg. no. 32). 34. Rentebrief, groot 20 schellingen Hollandsch 's jaars, uit een huis en erf in den Haag. 1442. Verkocht aan mr. Thomas Dircx zoon van Medemblik. 1497. 2 charters (reg. nos. 6 en 33). 35. Rentebrief, groot 20 schellingen Hollandsch 's jaars, uit een huis in den • Haag. 1498. Met oudere akten betreffende renten uit dat huis d.d. 1431 en 1435. 3 charters (reg. nos. 34, 3 en 4). 36. Rentebrief, groot 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit een huis in den Haag. 1501. 1 charter (reg. no. 36). 37. Rentebrief, groot 20 schellingen Hollandsch 's jaars, uit een huisin den Haag. 1507. 1 charter (reg. no. 41). 38. Stukken betreffende de uitbetaling van achterstallige rente uit een huis in den Haag. 1503 en 1512. 2 charters (reg. nos. 38 en 44). 39. Rentebrief, groot 3 schellingen 6 penningen Hollandsch 'sjaars, uit een huis in den Haag. 1518. Met bijbehoorenden rentebrief d.d. 1497. 2 charters (reg. nos. 45 en 28). 40. Rentebrief, groot 6 pond Hollandsch 's jaars, uit twee huizen in den Haag. 1528. 1 charter (reg. no. 54). 41. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch's jaars, uit een huis in den Haag voor Betjen Kaersmaeckers. 1580. 1 charter (reg. no. f>7). 42. Rentebrief, groot 15 schellingen 9 penningen Hollandsch 's jaars, uit een huis in den Haag. 1539. 1 charter (reg. no. 65). 43. Rentebrief, groot 1 pond Vlaamsch 's jaars, uit 8 hont land in Eskamp. 1588. Verkocht aan de memorie. 1542. 1 charter (reg. nos. 64 en 68). 44. Rentebrief, groot 11 pond Hollandsch 'sjaars, uit een huis en henneptuin in den Haag. 1551. 1 charter (reg. no. 80). 45. Rentebrief, groot 14 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit een huis in den Haag. 1552. 1 charter (reg. no. 81). 46. Rentebrief, groot 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit een huis en erf in den Haag. 1491. Verkocht aan de memorie. 1554. 2 charters (reg. nos. 26 en 84). 47. Akte, waarbij den memoriemeesters 6 schellingen 11 penningen Hollandsch 's jaars uit een huis en erf in den Haag wordt toegepacht wegens achterstallige rente. 1558. Met oudere akten betreffende de oorspronkelijke rente. 1465 en 1554. 3 charters (reg. nos. 10, 86 en 88). 48. Rentebrief, groot 15 Brabantsche stuivers 'sjaars, uit een huis in den Haag. 1557. Verkocht aan de memorie. 1561. 2 charters (reg. nos. 90 en 87). 49. Rentebrief, groot 18 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars, uit een huis in den Haag. 1562. Met bij behoorenden rentebrief d.d. 1486. 2 charters (reg. nos. 94 en 5). 50. Twee rentebrieven, groot 3 carolusguldens en 6 pond Hollandsch 's jaars, uit 6 en 12 morgen land in het Westambacht van den Haag. 1561. 2 charters (reg. nos. 93 en 67). 51. Rentebrief, groot 6 schellingen en 6 penningen Hollandsch 's jaars, uit een huis in den Haag. 1562. 1 charter (reg. no. 95). 52. Rentebrief, groot 36 schellingen 6 penningen Hollandsch 'sjaars, uit een huis in den Haag. 1,564. 1 charter (reg. no. 98). 53. Twee rentebrieven, groot 11 schellingen 10 penningen, en 12 schellingen 6 penningen Hollandsch 'sjaars, uit eene poort in den Haag. 1564. 2 charters (reg. nos. 96 en 97). 54. Rentebrief, groot 6 pond Hollandsch 's jaars, uit twee huizen in den Haag. 1583. Verkocht aan de memorie. 1568. 2 charters (reg. nos. 100 en 59). 55. Rentebrief, groot 24 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars, uit een huis in den Haag. 1569. 1 charter (reg. no. 114). 56. Rentebrief, groot 20 schellingen 9 penningen Hollandsch 'sjaars, uit een huis in den Haag. 1571. 1 charter (reg. no. 117). 57*. Rentebrief, groot 2 pond 'sjaars, uit een huis en \y2 morgen land te 's-Gravenzande. 1507. 1 charter (reg. no. 42). 58. Twee rentebrieven, groot ieder 6 carolusguldens 's jaars, uit 10 hont land in Hodenpijl. 1584. Verkocht aan de memorie. 1550. 4 charters (reg. nos. 60, 61, 76 en 79). 59. Rentebrief, groot 8 carolusguldens 's jaars, uit 3 y2 morgen land in Stompwijk 1561. Verkocht aan de memorie. 1568. 2 charters (reg. nos. 101 en 91). 60. Rentebrief, groot 3 carolusguldens 'sjaars, uit 6 morgen land in Stompwijk. 1550. Verkocht aan de memorie. 1568. 2 charters (reg. nos. 102 en 78). 61. Vidimus van een rentebrief van 1421, groot 8 pond Hollandsch 's jaars, uit 10 morgen '4 hont land in Voorburg. 1554. Met oudere verkoopakten van de rente d.d. 1479 en 1493. 3 charters (reg. nos. 85, 1, 18 en 27). 62. Getuigenverklaring aangaande een rente van 8 pond Hollandsch 'sjaars uit een huis te Wateringen. 1586. 1 charter (reg. no. 62). 63. Rentebrief, groot 3 pond Hollandsch 'sjaars, uit 8 morgen land in Zoeterwoude. 1519. 1 charter (reg. no. 51). 64. Rentebrief, groot 11 pond Hollandsch 'sjaars, uit 8 morgen land in Zoeterwoude. 1580. 1 charter (reg. no. 55). 65. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, ten laste van de Huiszitrheesters van den Haag. 1518. 1 charter (reg. no. 50). 66. Transportakte van een rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars. 1547. I charter (reg. nq. 75). 67. Akte, waarbij eene rente van 8 carolusguldens, vermaakt aan de memoriemeesters, wordt afgelost met de verplichting een nieuwe dergelijke rente te koopen. 1558. 1 charter (reg. no. 82). 68. Testament van Jacob Joris' zoon, waarbij aan de memorie een rente van 8 Rijnsche guldens 'sjaars wordt vermaakt. 1559. 1 stuk (reg. no. 8o). B. Stichtingen. I. Geheel of gedeeltelijk onder het patronaat van den pastoor. a. Vicarie op het altaar van den H. Dionysius. N.B. Deze vicarie werd in 1505 gesticht door Jacob Claes' zoon. 69. Stukken betreffende de begiftiging van Johannes Adrianus' zoon niet' de vicarie. 1568 (XV, nos. 34 en 35). 2 charters (reg. nos. 103, 104 en 105). b. Vicarie op het altaar van het H. Kruis. 70. Brief van den officiaal van den aartsdiaken van Utrecht, inhoudende last tot afkondiging van de presentatie van Joannes Adrianus' zoon tot vicaris, gedaan door den pastoor van de Sint Jacobs kerk en de rectoren van de broederschap van het H. Kruis in die kerk als collators der vicarie. 1564 (XV, no. 29). 1 charter (reg. no. 99). c. Officie op het altaar van den H. Petrus. 71. Akte, waarbij de pastoor van de Sint Jacobs kerk Philhpus Johannes' zoon begiftigt met het officie, gevestigd op het altaar van den H. Petrus. 1542 (XV, no. 17). 1 charter (reg. no. 69). II. Waarvan de patroon niet bekend is. a. Vicarie op het altaar van de H. Anna in 's Heeren graf. 72. Stukken betreffende de begiftiging van Matheus Henricus' zoon met de vicarie. 1573, 1574 (XV, 48 en 44). 2 charters (reg. nos. 119, 121—123). 73. Akte van begiftiging van Joannes Adrianus' zoon Broers zoon met de vicarie. 1580 (XV, 53). 1 charter (reg. no. 125). b. Vicarie op het altaar van de H. Anna, moeder van de H. Maagd. 74. Akte van begiftiging van Joannes Adrianus' zoon met de vicarie. 1596 (XV, 63). 1 charter (reg. no. 130). c. Vicarie op het altaar van den H. Martinus. 75. Akte van begiftiging van Joannes Adrianus' zoon Broers zoon met de vicarie. 1580 (XV, 54). 1 charter (reg. nos. 126 en 127). d. Vicarie op het altaar van den H. Petrus. N.B. Tot welke van de drie, in den Blafferd van den ontvanger-generaal van het geestelijk kantoor te Delft (Arch. Geestel. Goed. no. 586) vermelde vicarieën op het SintPieters altaar, de hierna volgende stukken behooren, blijkt niet. 76. Bevelschrift van den officiaal van den aartsdiaken te Utrecht aan geestelijken en notarissen tot inlevering van onder hen berustende stukken betreffende de vicarie om te dienen in een proces. 1487 (XV, no. 11). 1 charter (reg. no. 24). 77. Akte van begiftiging van Joannes Adrianus' zoon met de vicarie. 1578 (XV, no. 42). 1 charter (reg. nos. 118 en 120). 78. ' Akte van begiftiging van Joannes Adrianus' zoon met de vicarie 1585 (XV, no. 56). 1 charter (reg. no. 128). e. Vicarie op het altaar van den H. Sebastiaan. 79. Akte van begiftiging van Joannes Adrianus' zoon Broers zoon met de vicarie. 1575 (XV, no. 47). 1 charter (reg. no. 124). f. Vicarie ter eere van den H. Severinus op het altaar van den H. Sebastiaan. 80. Akte van begiftiging van Joannes Adrianus' zoon Broers zoon met de vicarie. 1586 (XV, no. 57). 1 charter (reg. no. 129). III. Onder een anderen patroon dan den pastoor. a. Vicarie op het altaar van den H. Georgius in de kapel van Assendelft. N.B. Collator was de heer van de heerlijkheid Croonenburch in • Castricum. 81. Stukken betreffende de begiftiging van Arnoldus Johannes'zoon met de vicarie. 1545 en 1546 (XV, 20, 21 en 22). 3 charters (reg. nos. 70—74). b. Vicarie op het altaar van den H. Geest. N. B. Collators waren de H.- Geestmeesters. 82. Stichtingsbrief van de vicarie door Zoete Hugen, weduwe van Mr. Willem Zonderdanck. 1466. 1 charter (reg. no. 12). c. Vicarie op het altaar van den H. Petrus. Patroon was de heer van Haamstede en Moermont. 83. Akte, waarbij Joost van Haamstede als patroon aan Philips Jans zoon als possessor der vicarie toestaat om zijn last met 1 mis per weekte voldoen. 1581 (XV, no. 150). 1 charter (reg. no. 58). d. Officie op het altaar van de H. ürsula. 84. Akte, waarbij de kinderen van Bruno Albertus' zoon en de homannen en rectoren van de broederschap van de H. Ursula beloven het officie, door Bruno voornoemd en zijn zoon Albertus gesticht op het altaar van St. Ursula, nooit van dat altaar te zullen vervreemden. 1484 (XV, 10). 1 charter (reg. no. 21). REGESTENLIJST. 1. 1421 September 25. Gheryt van Styenvoerde, schout van Voerburch, oorkondt, dat Heyman Heynricx zoon erkent schuldig te zijn aan Pieter Ruysch eene jaarlijksche rente van 8 pond Hollandsch, verzekerd op 10 morgen land aldaar. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende een ende twintich des Dondredaghes na sinte Mauricius. Opgenomen in een vidimus d.d. 1554 April 14 (reg. no. 85). 2. 1423 October 10. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Dierck Wouter Ossen zoon verklaard heeft schuldig te zijn aan Dirck I Jsbrandts zoon eene rente van 7 pond 3 schellingen 10 penningen Hollandsch jaarlijks, verzekerd op 8 morgen land benoorden den Cortenbosch over de watering, welke hij van hem in erfpacht heeft ontvangen, en uit 9 morgen land ten westen van Wouter Ossens woning. Gescreven op sinte Victoris dach int jaer ons Heeren duusent vierhondert drie ende twintich. Afschrift d.d. 16 April 1569 (Inv. no. 20). Gecollationneerd door B. Ernst. 3. 1481 Augustus 24. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Engebrecht Bobbrechts zoon erkent schuldig te zijn aan Jorgel den Beyer 40 schellingen Hollandsch jaarlijks, gaande uit een huis en erf in de Spoeystraet. Gescreven op sinte Bartolmeeus' avont int jaer ons Heren M CCCC een ende dertich. Oorspr. (Inv. mo. 35). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Met twee aangehechte charters d.d. 1435 Maart 9en 1498 Januari 15 (reg. nos. 4 en 34). 4. 1485 Maart 9. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Engebrecht Robbrechts zoon erkent schuldig te zijn aan Jorgel Tuermeyer 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit het door hem bewoond wordende huis in de Spoeystraet. Gescreven negen dage in Mairte int tjair ons Heren M CCCC vive ende derticb. Oorspr. (Inv. no. 35). Het gemeen schepenzegel verloren. N.B. Hieraan zijn vastgehecht de charters d.d. 1431 Augustus 24 en 1498 Januari 15 (reg. nos 3 en 34), 5. 1486 April 15. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Andrijs Maertijns zoon érkent schuldig te zijn aan Pieter Zoet Diricx zoon 6 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf in de Papenstraet. Gescreven vijftyen dage in Aprille int jair ons Heeren dusent vierhondert zesse ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 49). Het gemeen schepenzegel verloren. N.B. Met aangehecht charterd.d. 1562 November 23 (reg. no. 94). Het oudste charter is door vocht bedorven. 6. 1442 Juni 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Coen Geryts zoon, de wielmaker, verklaart schuldig te zijn aan Jacob Dirx zoon eene rente van 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis en erf op de gracht bij de Sint Anthonys' brugge. Gescreven vive dage in Junyo in 't jair ons Heren dusent vierhondert twee ende viertich. Oorspr. (Biv. no. 34). Met gesehonden gemeen schepenzegel in groene was. x N.B. Aan dit charter is vastgehecht dat d.d. 1497 December 11 (reg. no. 33). 7. 1454 Augustus 14. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem Ridder verkocht heeft aan Willem Philips zoon c. 8 morgen land in Etscamp. Ghescreven opten XlIIIsten dach in Augusto int jair ons Heren M CCCC vier ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 14). Het gemeen schepenzegel verloren. N.B. Hieraan zijn vastgehecht de brieven d.d. 1503 September 24, 1517 Mei 11 en 1489 Februari 10 (reg. nos. 37, 45 en 25). 8. 1457 Maart 22. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Zybrant Bertolmees' zoon verklaard heeft schuldig te zijn aan Jacob Jans zoon eene rente van '1 pond Hollandsch 'sjaars, verzekerd op zijn huis en erf in het Zuuteynde van der Hage aan den Delfwech. Gescreven opten XXIsten dach in Mairte int jair ons Heren MCCCC zeven ende vijftich. Oorspr. (Biv. no. 27). Het gemeen schepenzegel verloren. N.B. In dorso staat: Van Pieter Jansz. memorye; nu Jacob Wiggersz. — Nu Symon Jacobs Wiggersz. dochter, genaemt Kathrijn Symon Jaep Wiggersz. A°XVcLX 9. 1465 Januari 23. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Doe Jans zoon Hoedeslager erkent schuldig te zijn aan Huge Willems zoon 3 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit een tuin en erf in de Molenstraet en uit het door hem bewoond wordende huis en erf ten oosten van den voornoemden tuin. Gescreven upten XXIIIsten dach in Januari int jair ons Heeren dusent vierhondert vijf ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 28). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. N.B. Met de dorsale aanteekening: Item dese renten sijn ghecomen van Heynricks Jans zoon Hoens memori ende sijn wijf ende was omtrent anno XVc IIII. 10. 1465 October 8. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Claes Neelt erkent schuldig te zijn aan Willem Pieters zoon eene jaarlijksche rente van 2 pond 2 schellingen en 6 penningen Hollandsch, gaande uit een erf van 9% roede, gelegen in het Zuuteynde van den Hage over de Sint Anthonis' brug. Gescreven achte dage in Octobri int jair ons Heeren M CCCC vijf ende tsestich. 1) Oorspr. (Biv. no. 47). 2) Opgenomen in een vidimus d.d. 1554 April 14 (reg. no. 86). N.B. Aan het oorspr. zijn vastgehecht de brieven d.d. 1554 April 14 en 1558 Maart 18 (reg. nos. 86 en 88). 11. 1466 Juli 27. Geryt Potter van der Loo verkoopt aan Costijn van der Beeck 4% hont en 5 roeden land aan de noordzijde van het Hagebosoh. Den XXVIIen dach in Julio in 't jair ons Heren duysent vierhondert ses ende tsestich. Oorspr. (Biv. no. 7). Met een rest van het zegel van Dirc Potter van der Loo, broeder van den oorkonder, in groene was. 12. 1466 December 22. Notaris Martinus Arnoldus' zoon instrumenteert, dat Zoete Hugen, weduwe van mr. Willem Zonderdanck, doctor in de medicijnen, eene kapelrie sticht op het altaar van den H. Geest in de Sint Jacobs kerk in den Hage, welke zij bestemt voor haar kleinzoon Willem Willems zoon en waarover voor het vervolg de H.-Geestmeesters collators zullen zijn, welke kapelrie zij begiftigt met 5 morgen land in Maeslant en eenige landrenten, tesamen opbrengende 30 pond 10 schellingen Hollandsch. Acta fuerunt hec in domo mansionis Petri Sartoris anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo sexto indictione decimaquarta mensis Decembris die vero vicesimo secundo hora pene vesperarum secundum usum etc. civitatis et dyocesis Trajectensis pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia dementia huius nominis pape secundi anno tercio. Oorspr. (Biv. no. 82). Met signatuur van den notaris. 13. 1470 Mei 28 Schepenen in den Hage oorkonden, dat Kathrijn Vop de Smits we- duwe verkocht heeft aan Pieter Thomas' zoon, priester, eene rente van 20 schellingen Hollandsch jaarlijks, verzekerd op haar huis en erf op die Spoeye. Gescreven opten XXVIIIen dach in Meye int jair ons Heeren duysent vierhondert ende 't seventich. Oorspr. (Inv. no. 29). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. 14. 1476 April 9. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Gouwetten de vischkoopster, erkent schuldig te zijn aan de memorie aldaar 20 schellingen Hollandsch, gaande uit een huis en erf in het Westeynde. Gescreven upten IXden dach van Aprille int jair ons Heren duysent vierhondert zess ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 30). Het gemeen schepenzegel verloren. N.B. Dit stuk is gecancelleerd. In dorso de aanteekening: Gelost van die proost van Bethleëm. Actum den XIII Junii anno XVc XXVI ende weder beleit op Alijt Harmans dochter huys opte graft; nu Cornelis Michels zoon, lindewever. 15. 1477 Augustus 17. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Bertelmees Jacobs zoon verklaart schuldig te zijn aan Alijt Jan Aernts zoons weduwe eene rente van 20 schellingen Hollandsch jaarlijks, verzekerd op zijn huis en erf op de gracht. Gescreven opten XVIIsten dach in Augusto int jair ons Heeren M CCCC zeven ende tseventich. Oorspr. (Inv.no. 31). Het gemeene schepenzegel verloren. N.B. In dorso staat: Arys Jan Dirxsz. op die Voldersgraft. 16. 1479 Februari 1. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Dirc Willem Geryts zoon aan de priesters van de memorie aldaar verkoopt 1 morgen land, gelegen aan de zuidzijde van het bosch en aan de westzijde van den Denewech, en y2 morgen land benoorden hout. Gescreven upten eersten dach in Februari int jair ons Heeren M CCCC negen ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 8). Met geschonden gemeen schepen zegel in groene was. 17. 1479 Maart 28, Geryt Bartout van Heemskerck verkoopt aan Martijn Aernts zoon, priester, J van de woning en landerijen, gebruikt wordende door Wouter Jans zoon in het ambacht tsGravensande onder den Maesdijck. Gescreven upten XXXIIIen dach van Mairte int jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende tseventich. 1) Oorspr. (Biv. no. 22). De zegels van Geryt Bartout van Heemskerck en Jan van Naerden, klerk en bewaarder van het register van Noord-Holland verloren. 2) Gevidimeerd in den brief d.d. 1569 Maart 19 (zie reg. no. 110), welke hieraan is vastgehecht. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Is anno XCV gecocht by Bobbrecht Pieters zoon Schilperoort ende overgebouckt op Joris Lenerts zoon Huysman met een opgehouden last tsjaers van L gulden. 18. 1479 Maart 9. Alijt Jan Roen weduwe verkoopt aan de kerk van Nootdorp de rente van 8 pond Hollandsch jaarlijks, vernield in den brief, waardoor deze gestoken is. Gescreven opten IXen dach in Maerte int jair ons Heeren M CCCC acht ende tseventich na loop tsHoofs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 61). Met het zegel van Willem van Bergen, schout op den Me wen Veen in groene was; dat van Michiel Pouwels zoon verloren. 'Met twee transfixen d.d. 1493 Juli 11 en 1554 April 14 (zie reg. nos. 27 en 85). , N.B. Met den brief, waardoor deze gestoken is, is waar¬ schijnlijk bedoeld de brief d.d. 1421 September 25 (zie reg. no. 1), waarvan het oorspr. niet meer aanwezig is. 19. 1483 Augustus 13. Notaris Florentius de Dam instrumenteert, dat Arnoldus Cock bij gift onder de levenden heeft geschonken aan de memoriemeesters van de kerk in Haga een huis met erf in de Toornstraet met de bepaling, dat hij het huis gedurende zijn leven zal onderhouden, de jaarlijksche lasten, die er op rusten, zal aflossen en het niet met jneuwe zal bezwaren. Acta fuerunt hec in dicta ecclesia Hagensi sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo octuagesimo tertio indictione prima mensis vero Augusti die tertiadecima hora nonarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti divina providentia pape quarti anno duodecimo. Oorspr. (Biv. no. 9). Met signatuur van den notaris. N.B. Bi dorso staat: Van Pieter Jonasz. huys opten hoeck vant Lombertstraetgen. 20.1483 Augustus 13. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aernt die Koek, priester, aan de memoriepriesters in den Hage heeft gegeven een huis en erf in de Toornstraet op voorwaarden, vermeld in zeker instrument. Gescreven opten XlIIsten dach in Augusto int tjair ons Heeren M CCCC drie ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 8). Het schependomszegel verloren. 21. 1484 December 8. Notaris Thomas Theodoricus' zoon instrumenteert, dat Mr. Albertus Bruno's zoon, Utrechtsch priester, en Cornelius Bruno's zoon, met hunne broeders en zusters en Johannes Dammas' zoon, genaamd Coman Jan, deken van de broederschap van S. Ursula in de parochiekerk te Haga, Petrus Daems zoon, Johannes Eeynerus' zoon, Andreas Symons zoon en Cornelius Cortsuager, homannen en rectoren van genoemde broederschap, beloven het officie van 3 missen per week, door Bruno Albertus' zoon en zijn zoon Mr. Albertus voornoemd gesticht op het altaar van S. Ursula in de parochiekerk te Haga, nooit van dat altaar te zullen vervreemden en den verguld zilveren kelk en het missaal, ten dienste van dit officie door Bruno Albertus' zoon bestemd, ook voor andere missen der broederschap te doen dienen'. Acta sunt hec in Haga Comitis Trajectensis diocesis in ecclesia prochiali Hagensi in sanctuario sub anno Domini indictione die mense loco et pontificatu quibus supra (anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo quarto indictione secundum usum stilum consuetudinem et commuriem modum scribendi civitatis et dyoeesis Trajectensis secunda die autem Mercurii octava mensis Decembris hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimiin Christo patris ac domini nostri domini' Innócencii divma providencia pape octavi anno primo. Oorspr. (Inv. no. 84). Met signatuur van den notaris. 22. 1485 Maart 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Adriaen Jacobs zoon en Cornelys Geryts zoon verkoopen aan Kunyer van Levendael 14 hont land bij zuiden hout. Gescreven opten XVisten dach in Maerte int jaer onsHeerenM CCCC vijf ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 10). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. N.B. In dorso staat: Bruickt meester Nicasius Haddeman om XVI tl ende een paer capoenen van X sch. Lest gebruict by Pieter Cornelis' zoon ofte Adriaen Sebastiaens zoon Varwer ende es anno XCV gecocht by Jan Hermans zoon van Middelcoop met een opgehouden rents tsjaars van XL gulden. 23. 1486 Juli 17. Bartholomees Piters zoon, Willem Hoechstraet, Piter van der Goes, Philips Gillis' zoon, Gerrit Jacobs zoon, Joest Willems zoon, Piter Gerits zoon en Willem Haagsch priester, en verzoekt den proost en aartsdiaken van Trajectum en diens officiaal dezen in het bezit der vicarie te stellen. Datum Hagis sub anno a nativitate millesimo quingentesimo quadragesimo quinto die vicesima sexta mensis Decembris. Oorspr. (Inv. no. 81). Met het zegel van den oorkonder in roode was en beschadigd. Geteekend door notaris de Capella. 71. 1546 Januari 2. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum beveelt de kerkelijke afkondigingen en oproeping te doen van belanghebbenden voor den deken van Delflandia op de presentatie door Gerardus, heer van Assendelft, Emskercke en Hoeningen, als collator gedaan aan den aartsdiaken van Trajectum na afstand van Sebastianus Schouten, priester, ten voordeele van Arnoldus Johannes' zoon, Haagsch priester, voor de vicarie of kapellanie op het altaar van S. Georgius, den martelaar, in de parochiekerk van S. Jacobus te Haga Comitis, en onder goedkeuring van den bisschop .van Trajectum overgebracht in onze (lees: van Assendelfts) kapel in het zuidelijk deel dier parochie kerk. Datum Traiecti anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo sexto die Sabbatti secunda mensis Januarii. Oorspr. (Inv. no. 81). Het zegel ontbreekt. N.B. In dorso verklaring van Theodricus Petrus' zoon, vicepastoor in den Haag, dat de afkondigingen hebben plaats gehad (zie reg. no. 72). 72. 1546 Januari 17. Theodricus Petrus' zoon, priester, vicepastoor van de kerk te Hagha, * verklaart, dat hij de afkondigingen, vermeld in den brief d.d. 1546 Januari 2, op welks rugzijde dit geschrevenis (zie reg no. 71), gedaan heeft en dat zich geen bezwaar tegen de presentatie heeft opgedaan. Datum anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo sexto decima septima vero die mensis Januarii. Opgenomen in dorso van den brief d.d. 1546 Januari 2 (zie reg. no. 71). 73. 1546 Januari 22—27. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum geeft bevel, om Arnoldus Johannes' zoon, Haagsch priester van de diocees van Trajectum, daar, na de kerkelijke afkondiging geene bezwaren zijn geopperd, te stellen in het bezit der vicarie of kapelanie op het altaar van S. Georgius, den martelaar, in de parochiekerk van S. Jacobus te Haga, vacant door den dood van mr. Sebastianus Schouten, priester. Datum Traiecti anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo sexto die Mercurii vicesima septima mensis Januarii stilo Traiectensi, continuata a feria sexta superscripta post festum beate Agnetis. Oorspr. (Inv. no. 81). Het zegel ontbreekt. Geteekend door notaris Bomell. In dorso eene verklaring van notaris Willem Deym aangaande' de inbezitstelling (zie reg. no. 74). 74. 1546 Januari 22. Wilhelmus Deym, notaris, stelt Arnoldus Johannes' zoon in het bezit van de vicarie, vermeld in den brief d.d. 1546 Januari 22—27, op welks rugzijde dit geschreven is (zie reg. no. 78). Actum super altari sacelli generosi domini de Assendelff templi Hagensis anno Domini millesimo quingentesimo XLVI stilo communi die vero XXIIa Januarii. Opgenomen in dorso van den brief d.d. 1546 Januari 22—27 (zie reg. no. 73). 75. 1547 Juni 16. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Adriaan Geryts zoon,verver, aan de memorieheeren van de Sint Jacops parochiekerk aldaar overdraagt den rentebrief van 2 pond Hollandsch 's jaars, waardoor deze gestoken is. opten XVIen dach in Junio anno XVc ende zevenenveertich. Oorspr. (Inv. no. 66). Met twee geschonden schepenzegels van mr. Aernt Huygen zoon en Michiel Loufs zoon "': . *>' in groene was. N.B. Be brief, waardoor deze gestoken was, is verloren. 76. 1550 Maart 3. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Fop van Meervelt Goverts zoon heeft verkocht aan de memorieheeren van de Sint Jacobs kerk aldaar de rente, vermeld in den brief d.d. 1534 Mei 1, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 60). Opten Uien dach van Maerte anno XVc ende vijftich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 58). Met de geschonden schepenzegels van Kors Pieters zoon van der Beeck en Anthoenis Nycasius' zoon van Plory in groene was. 77. 1550 Augustus 89. Heer Hubrecht Jans zoon Byle, pastoor van de Sint Jacobs kerk in den Hage, heer Jan Govers zoon, memoriemeester, heer Dirick Jacobs zoon alias Backsteen, heer Jan Claes' zoon en heer Jan Gerrets zoon, sleuteldragers van de memorie, verhuren aan Arent Haddeman, biervoerder, een stuk land aan de zuidzijde van tHagehout voor 15 jaar. Actum in den Hage in de Drie Haringen den XXX Augusti anno XVc vijftich. Oorspr. op papier. (Inv. no. 16). N.B. Het stuk is een chirograaf. 78. 1550 November 8. Louwerys Willems zoon, schout in den ban van Stompwijck, oorkondt dat Pieter Cornelis' zoon verkoopt aan Jan Hughe zoon in den Haech eene jaarlijksche rente van 8 carolusguldens, losbaar met den penning 16 en gaande uit 6 morgen land aldaar. Actum den derden Novembris int ghulden jaer ons Heren duysent vijffhondert ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 60). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1568 October 26 (zie reg. no. 102). 79. 1550 November 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Fop Goverts zoon (van Meervelt), ridder van den Heyligen lande, heeft verkocht aan de heeren van de memorie aldaar eene rente van 1 pond Vlaamsch jaarlijks, verméld in den brief d.d. 1584 September 9, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 61). opten XXIXen dach in Novembris anno XVc ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 58). Met de geschonden schepenzegels van Kors Pieters zoon van der Beeck en Cornelis van Aecken in groene was. 80. 1551 April 4. Mr. Michiel van den Berch Claes' zoon en Anthonis van Flory Nicasius' zoon, schepenen van den Haghe, oorkonden, dat Adriaen Geryts zoon, wonende aan de noordzijde van de Gheest aldaar, verkoopt aan de memorieheeren van de Sint Jacops kerk in den Haghe eene jaarlijksche rente van 11 pond Hollandsch, losbaar met den penning 16 en gaande uit. zijn huis en henneptuin. opten vierden dach in Aprille anno XVc een ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 44). Met het geschonden schepenzegel van Anthonis van Hory Nicasius' zoon in groene was; dat van Mr, Michiel van. den Berch verloren. 81. 1552 October 22. Schepenen in den Hage pachten heer Jan Goverts zoon, priester, als memoriemeester wegens achterstallige rente, toe eene rente van 14 schellingen Hollandsch, jaarlijks verzekerd op een huis en erf in het Lomberstraetgen. Gescreven ende gepacht opten tweeëntwintichsten dach van October anno XVc tweënvijftich. Oorsps. (Inv. no. 45). Met het geschonden schepenzegel van Michiel Lonffs zoon in groene was; dat van Cornelis van Aicken verloren. N.B. Hieraan is vastgehecht een brief d.d. 1419 , welke door vocht onleesbaar is geworden en op welks rugzijde staat: Dit is van Willem Heynricxz. memorie ende is enen brief. Den nyewen wort verlijt, want den ouden verloren was ende worfc gevonden ende is te samen genayt.— Van den ouden is nog een fragment over. 82. 1553 Juli 26. Pastoor en priesters van de memorie der Sint Jacobs kerk in sGravenhage verklaren ontvangen te hebben van de testamenteurs van wijlen Agnyete Pieters dochter, weduwe van Crispijn van Buschuyssen, 8 pond Vlaamsch, ter aflossing van de 8 Xsarolusgulden jaarlijksche losrente, hun bij testament d.d. 1548 Mei 17 vermaakt, onder verplichting van eene memorie op haar sterfdag, waartoe zij beloven de 8 pond wederom te beleggen tegen eene rente van 3 carolusguldens, terwijl de testamenteurs die rente mogen verhalen op 14 hont land, gelegen bezuiden tHage hout, wanneer de verplichting aangaande de memorie niet wordt nagekomen. bezegelt opten XXVIen dach in Julio anno XVc drie ende vijftich. Afschrift, gecollationneerd door den notaris J. Proost. (Inv. no. 67). 83. 1554 Januari 2. Geradt Haddeman huurt van de memorieheeren in den Hage 3 morgen lands ten westen van het Sint Elisabeth convent. Dit es ghesciet in den Haghe. den tweetsten January anno XVc vier ende vijftich stilo communi. Oorspr. op papier (Inv. no. 17). Met de handteekeningen van broeder Hubrecht Bile Jans zoon, pastoor, Jan Govards zoon, Cornelis Jacobs zoon, priesters, Cornelis Willems zoon, memoriemeester en sleuteldragers en Birc Bacsteen. — In dorso een overdracht van de huur,d.d. 1561 November 27 (zie reg. no. 92). N.B. Het stuk is een chirograaf. 84. 1554 April 13. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Jacob Jorys' zoon in den Enghel overdraagt aan de memorieheeren in den Haghe de rente, vermeld in den brief d.d. 1491 Mei 26, waardoor dit transfix is gestoken (zie reg. no. 26), ter voldoening van de door zijn ouders gestichte memoriën in de Sint Jacops kerk. Opten XlIIen dach van Aprille anno XVc fier ende vijftich. Oorpsr. (Biv. no. 46). Met de geschonden schepenzegels van Cornelis van Aicken en Boudewijn Willems zoon in groene was. 85. 1554. April 14. Schepenen van den Hage geven vidimus van den brief d.d. 1421 September 25 (zie reg. no. 1), hun getoond door de memorieheeren in den Haghe. upten XlIIIen dach van April anno XVc vyer ende vijftich. Oorspr. (Biv. no. 61) Het schependomszegel verloren. N.B. Beze brief is gestoken door de brieven d.d. 1479 Maart 9 en 1493 Juli 11 (zie reg. nos. 18 en 27). 86. 1554 April 14. Schepenen in den Hage geven vidimus van den brief d.d. 1465 October 8 (zie reg. no. 10), hun getoond door de memorieheeren aldaar. Opten XlIIIen dach van Aprill anno XVc vyer ende vijftich. Oorspr. (Biv. no. 47). Het gemeen schepenzegel verloren. N.B. Hieraan zijn vastgehecht de brieven d.d. 1465 October 8 en 1558 Maart 18 (zie reg. nos. 10 en 88). 87. 1557 Juni 27. Symon van der Does en Joost Jacobs zoon (van Hoogenhouck), schepenen van den Haege, oorkonden, dat Blasius Sebastiaens zoon verkoopt aan Harman Willems zoon eene jaarlijksche rente van 15 Brabantsche stuivers, gaande uit zijn huis en erf, gelegen in de Korte tHoechstraat aldaar, welke rente ten allen tijde losbaar is met den penning 16. Opten XXVIIen dach in Junio anno XVc zeven ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 48). Met de gesehonden schepenzegels van Symon van der Does en van Joost Jacobs zoon in groene was. Met transfix d.d. 1561 Maart 1 (zie reg. no. 90). 88. 1558 Maart 18. Willem van Cryep en Symon vander Does, schepenen van den Hage, pachten den memorieheeren in den Hage toe eene jaarlijksche rente van 6 schellingen 11 penningen Hollandsch, gaande uit Pieter Jacobs zoons huis en erf in het Zuyteynde van den Hage óver de brug, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 2 pond 2 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars (zie reg. no. 10). Gescreven ende gepacht opten XVIIIen dach van Maert anno XVc acht ende vijftich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 47). De beide schepenzegels verloren. Deze brief is vastgehecht aan die d.d. 1554 April 14 en 1465 October 8 (zie reg. nos. 86 en 10). 89. 1559 September 11. Notaris (Herman Proost) instrumenteert, dat Jacob Joris' zoon, wo,nende in den Engel in den Hage, zijn testament maakt, waarbij hij o.a. aan de memorieheeren van de Sint Jacobs kerk aldaar, in welke kerk bij begraven wil worden, eene jaarlijksche rente van 8 Rijnsche guldens, losbaar met den penning 16, vermaaktvoor 2 eeuwige memoriën, jaarlijks te houden op zijn sterfdag en dien zijner zuster Suzanna. Aldus gedaan in den Hage ten huyse van den voorzegden testateur ten tyde als boven (inden jaer nae der geboerte desselffs ons Heeren duysent vijffhondert negen ende vijftich in de tweede indictie den elffsten dach van September omtrent acht uuyren vor den middach vacerende die pauslicke stoel van Romen (als men zeyde) by den overlyden van wylen onsen heyligen vader in Gode heeren Pauli in zynen leven die vierde Roomsche pauws van dyen name regnerende die alderdeurluchtichste ende oriverwinlixte prinche ende heere heer Perdinando bij der gratiën Godts die eerste Roomsche keyser van dyen name in zijn tweede jaer). Extract d.d. 1568 door den notaris Herman Proost uit zijn prothocol (Inv. no. 68). Met de handteekening van den notaris. 90. 1561 Maart 1. Symon van der Does en Joost Jacobs zoon (van Hoogenhouck), schepenen van den Hage, oorkonden, dat Herman Willems zoon, snijder op de Geest, overdraagt aan de memorieheeren aldaar eene jaarlijksche rente van 15 Brabantsche stuivers, vermeld in den brief d.d. 1557 Juni 27, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 87), ter aflossing van die, welke de memorieheeren hadden uit zijn huis en erf op de Geest. opten eersten Marty anno XVc een ende tsestich stilo communi. Oorspr. (Inv. no. 48). Met het geschonden schepenzegel van Joost Jacobs zoon in groene was; dat van Symon van der Does verloren. 91. 1561 Juni 18. Jan Cornelis' zoon van Nyerop, schout van Stompick, oorkondt, dat Kors Dircks zoon verkoopt aan Huych Jans zoon, priester in den Haghe, eene jaarlijksche rente van, 3 carolusguldens uit twee perceelen land ic Stompick, groot 2 en 1 % morgen, losbaar met 48 dergelijke guldens. Actum den XVillen dach in Junio anno XVc een ende tsestich, Oorspr. (Inv. no. 59). Met het geschonden zegel van den schout in groene was. Met transfix d.d. 1568 Septembei 19 (zie reg. no. 101). 92. 1561 November 27. Vincent Huygens zoon (Mulock), pastoor van den Haghe, Jan Claes' zoon, Jan Willems zoon, Lubeec Dirix zoon, memorieheeren van den Haghe, dragen over de huur van 3 morgen lands, gelegen westwaarts van Sinte Elysabeths zusterhuis van Lijsbeth Haddemans op Cornelis Ziers zoon Bleecker. Actum den XXVIIten Novembris anno XVc een ende tsestich. Opgenomen in dorso van reg. no. 81.. Met de handteekeningen der genoemde memorieheeren. 93. 1561 December 1. Symon van der Does en Adriaen Grebber Jacobs zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Adriaen Pieters zoon, wonende te Eyckenduynen, verkoopt aan mr. Huych Jans zoon, memoriemeester in den Hage, eene jaarlijksche rente van 6 pond Hollandsch, losbaar met den penning 16 en gaande uit 12 morgen lands in het Westambacht van den Hage. upten eersten dach Decembris anno XVc een ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 50). Beide schepenzegels verloren. N.B. Vastgehecht aan no. 66. 94. 1562 November 23. Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar toe 18 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit Heynrick Heynricx Scoemaeckers huis in de Papenstraet wegens achterstallige rente, voortspruitende uit den rentebrief d.d. 1436 April 15 (zie reg. no. 5). Gescreven ende gepacht upten XXIIIen dach Novembris anno XVc twee ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 49). Met de geschonden schepenzegels van Symon van der Boes en Adriaen Grebber Jacobs zoon in groene was. N.B. Vastgehecht aan no. 5. 95. 1562 November 23. Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar toe 6 schellingen en 6 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis van Pieternella Heynricx dochter in het Westeynde op den hoek van de Vleersteech, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars. Gescreven ende gepacht upten XXIIIen dach Novembris anno XVc twee ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 51). Met de schepenzegels van Cornelis van Aecken en Symon van der Does in groene was. 96. 1564 Januari 19. Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar toe 11 schellingen 10 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit Jan Jans zoons poort in het mortiershuis in de Spoystraet op den hoek, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 38 schellingen Hollandsch 'sjaars. Gescreven ende gepacht den XlXen January anno XVc vyer ende tzestich stilo communi. Oorspr. (Inv. no. 53). Met de geschonden schepenzegels van Adriaen Grebber (Jacobs zoon van Wijck) en Claes van Dam in groene was. N.B. Met aangehecht charter d.d. 1564 Januari 19. (zie reg. no. 95). 97. 1564 Januari 19. Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar toe . 12 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit Jan Jans zoons poort in het mortiershuis, staande in de Spoystraat, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 'sjaars. Gescreven ende gepacht den XlXen January anno XVc vyer ende tzestich stilo communi. Oorspr. (Inv. no. 53). Be schepenzegels van Adriaen Grebber en Claes van Dam verloren. 98. 1564 Januari 19. Schepenen va,n den Hage pachten den memorieheeren aldaar 86 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis toe van Belyken, Anhonis Aerts zoons weduwe, gelegen in de Thorenstraet, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 'sjaars. Gescreven ende gepacht den XlXen January anno XVc LXIIII stilo communi. Oorspr. (Inv. no. 52). Met de geschonden schepenzegels van Adriaen Grebber en Claes van Dam in groene 99. 1564 Februari 23. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum gelast de gewone kerkelijke afkondigingen en oproeping van belanghebbenden voor den deken van Delfland te houden op de presentatie, door Vincentius Hugo's zoon (Mulock), pastoor der parochie van St. Jacob, en Wilhelmus Gerardus' zoon Neck, Joannes Theodoricus' zoon en Joseph van den Hove, rectoren der broederschap van het H. Kruis in de parochiekerk van 's-Gravenhage, collatoren der vicarie van het H. Kruis aldaar, gedaan ten voordeele van Joannes Adrianus' zoon, klerk van de diocees van Trajectum, voor de genoemde vicarie. Da um anno millesimo quingentesimo sexagesimo quarto die vigesima tertia mensis Februarii. Oorspr. (Inv. no. 70). Met de handteekening van Jo. de Wyell, notaris., s,, h N.B. In dorso eene verklaring van 25 Februari 1564 van Clemens Joannes' zoon, vicaris van den pastoor te 's-Gravenhage, dat door hem aan den last voldaan is, en dat niemand in verzet is gekomen. 100. 1568 September 4. Schepenen van den Hage oorkonden, dat mr. Huych Jans zoon, priester, overdraagt aan de memorie in den Hage den rentebrief d.d. 1533 Juli 14, waardoor dit transfix is gestoken (zie reg. no. 59), \pt onderhoud van een festum compositum van St. Lucia. Den lillen dach Septembris anno XVc acht ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 54). Met het geschonden schepenzegel van Jacob van Dorp in groene was; dat van Cornelis Messing verloren. 101. 1568 September 19. Schepenen van den Hage oorkonden, dat mr. Huych Jans zoon, priester, de rente, vermeld in den brief d.d. 1561 Juni 18, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 91), transporteert aan de memorieheeren in den Hage. Den XlXen Septembris anno XVc acht ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 59). Met het geschonden schepenzegel van Cornelis Messing in groene was;- dat van Adriaen van der Linde verloren. 102. 1568 October 26. Adriaen van de Velde en Cornelis Messing, schepenen van den Hage, oorkonden, dat mr. Huych Jans zoon, priester, overdraagt aan de memorieheeren in den Hage eene jaarlijksche rente van 4 pond Hollandsch ten laste van Pieter Cornelis' zoon van Nyerop te Stompwijck, vermeld in den brief d.d. 1550 November 3 (zie reg. no. 78), waardoor deze gestoken is. upten XXVIen daeh Octobris anno XVc acht ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 60). Met het geschonden schepenzegel van Cornelis Messing in groene was; dat van Adriaen van de Velde verloren. 103. 1568 November 2. „ Fredericus a Tautemburch, aartsbisschop van Trajectum, verleent aan Johannes Adrianus' zoon, priester, bij de inkomsten der vicarie van het altaar van het H. Kruis in de parochiekerk van Sint Jacob te Haga . :. Comitis, die te gering zijn (16 car. guldens 'sjaars) voor zijn onderhoud, de vicarie op het altaar van den H. Dionysius, ondanks de bepaling van den stichtingsbrief, die gelijktijdig bezit van een ander beneficie verbiedt. Datum die secunda Novembris anno Domini XVc sexagesimo octavo. Oorspr. (Inv. no. 69). Het zegel van den oorkonder verloren. Met de handteekening van Lamzweerde, notaris. 104. 1568 November 13—15. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum gelast Joannes Adrianus' zoon, priester, op voordracht van den patroon en collator Vincentius Hugo's zoon Mulock, pastoor der parochiekerk van St. Jacob te Haga Comitis, in het bezit te stellen van de vicarie op het altaar van den H. Dionysius aldaar, vaceerende door afstand van Bartholomeus Willebrordus' zoon. Datum anno millesimo quingentesimo sexagesimo octavo die vero Lune post festum -divi Martini continuata a die Sabbati proxime precedenti et supradicta. Oorspr. (Inv. no. 69). Het zegel van het officialaat verloren. Met de handteekening van J. de Wiel, notaris. 105. 1568. (na November 15). Notaris Ploren'ius a Coolhem, deelt den officiaal van den aartsdia- 10 ken te Trajectum mede, dat hij den 18 November 1568 in de parochiekerk van St. Jacob te Haga aan het altaar van den H. apostel Jacobus Johannes Adrianus' zoon, priester, in het bezit heeft gesteld van de vicarie op het altaar van den H. Dionysius aldaar, vaceerende door afstand van Bartholomeus Willebrordus' zoon. Opgenomen in dorso van het charter d.d. 1568 November 13—15 (zie reg. no. 104). Met de handteekening van Florentius a Coolhem. N.B. Gedateerd 1568. 106. 1568 December 14. Notaris Henrick Adams zoon instrumenteert, dat eene schikking getroffen is tusschen de memorieheeren van de Sint Jacobs kerk van den Hage en Niesgen Claes' dochter, weduwe van Cornelis Jacobs zoon, alias Neel jonge Japen, waarbij eerstgenoemd en aan de laatste verkoopen 8 hont land in Monster en haar daarvan een bezegelden consentbrief van den aartsbisschop van Uytrecht beloven, terwijl Niesgen hun eene jaarlijksche rente van 2 gulden zal betalen, gaande uit de door haar bewoond wordende woning en 7 morgen lands in Monster ambacht. Aldus gepasseert binnen Monster ten daghe ende jaere als boven (inden jaere ons Heeren duisent vijffhondert acht ende tzestich den XlIIIen Decembris). Afschr., gecollationneerd door den notaris Floris van Coolhem in 1568 (Inv. no. 23). — Wordt gevolgd door een afschrift van den bij behoorenden consentbrief van den aartsbisschop van Utrecht (zie reg. no. 107). 107. 1568 December 18. Fredericus a Tautenborch, aartsbisschop van Traiectum, keurt de schikking goed tusschen de memorieheeren van den Hage en Niesgen Claes' dochter, welke schikking nader is vermeld in den brief d.d. 1568 December 14, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 106). Datum die decima octava mensis Decembris anno Domini millesimo quingentesimo sexagesimo octavo. Afschr., gecollationneerd door den notaris Floris van Coolhem (Biv. no. 23). 108. 1569 Februari 15. Schepenen van den Hage wijzen vonnis in de zaak van de memoriemeesters aldaar tegen Maritgen Dirick Jans zoons Pinten dochter, in vrijwaring opkomend voor Ghijs Pieters zoon van Borch, inzake de erfpacht van 3 morgen land benoorden den Cortenbosch over de Watering, en wijzen den memoriemeesters hun eisch toe met vervallenverklaring van den gedaagde van de erfpacht. Aldus gedaen opten vijftienden dach Februarii anno XVc negen ende tzestich nae gemeen scryven. Oorspr. op papier (Inv. no. 20). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. 109. 1569 Maart 12. De griffie van het Hof van Hollant oorkondi, dat heer Huych Joris', memoriemeester in den Haghe, Gerrit Doede zoon procureur heeft gesteld in de zaak van de heeren van de memorie tegen Marytgen Dierck Jans zoons Pinten dochter. Actum den Xllen Martii anno XVc LXVIII stilo curie. Oorspr. (Inv, no. 20). 110. 1569 Maart 19. Burgemeesters en schepenen van den Hage geven vidimus van den brief d.d. 1479 Maart 13 (zie reg no. 17). upten XlXen dach in Maerte anno XVc negen ende tzestich nae gemeen scryven. Oorspr. (Inv. no. 22). Met het geschonden zegel ten zaken in groene was. N.B. Dit charter is vastgehecht aan dat d.d. 1479 Maart 13 (zie reg. no. 17). 111. 1569 Juli 8. B. Ernst (griffier van het Hof van Holland) oorkondt, dat Gerrit Doede zoon als procureur van de memoriemeesters van de Sint . Jacobskerk ter eenre en Pieter Jans zoon Kinderen als procureur van Maritgen Dirck Jans zoons weduwe te Delft ter andere zijde hunne memorie hebben ingediend. Actum den Villen July LXIX. Oorspr. (Inv. no. 20). 112. 1569 (voor December 16). De memorieheeren van de Sint Jacobs kerk in den Hage verzoeken den koning om aan stadhouder, president en raad in Hollandt last te geven geen acht te slaan op het woord rente, bij vergissing voorkomende in eenige door hen afgegeven quitanties in plaats van het woord erfpacht. Afschr. (Inv. no. 20). Een in dorso opgedrukt zegel verloren. N.B In dorso: Onsen lieven ende getrouwen President ende '0hS^ luyden van onsen Rade in Hollant. — De nummers 113, 115 en 116 zijn hiermede geliasscerd. 113. 1569 December 16. Philips, koning van Castilhen enz. draagt president en raden in Holland op, het request van de memoriemeesters naar recht en billijkheid in behandeling te nemen binnen zekeren termijn. Gegeven in onser stadt van Mechelen den XVIen dach van December int jaer ons Heeren duysent vijfhondert negenentzestich van onsen Bijeken van Spaingnen, Cecilliën etc. het XHIIe ende van Naples het XVIe. Oorspr. (Biv. no. 20). Het zegel verloren. N.B. De nummers 112', 115 en 116 zijn hiermede geliaseerd. 114. 1569 December 23. Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar toe 24 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit de helft van een huis en erf in de Schoolstraet tegenover de school, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 'sjaars. Gescreven ende gepacht upten XXIIIen dach Decembris anno XVc negen ende tzestich. Oorspr. (Biv. no. 55). Met de schepenzegels van Jan van Ouwen en Cornelis Messing in groene was. 115. 1570 Januari 10. B. Ernst verklaart, dat Gerrit Doede zoon als procureur van de memorieheeren van de Sint Jacobs kerk in den Hage request-civile presenteert onder verwijzing naar zijne memorie en Pieter Jans zoon Kinderen, procureur van Maritgen Dirck Jan Pinten weduwe, termijn van beraad neemt. Gedaen in den Hage den Xen Januarii anno XVc LXIX stilo curie. Oorspr. op papier (Inv. no. 20). N.B, De nummers 112, 113 en 116 zijn hiermede geliasseerd. 116. 1570 Januari 13. B. Ernst verklaart, dat het Hof van Hollandt. incidenteel op het request-civile beschikkend, de zaak voegt om af te doen bij de zaak ten principale. v . Gedaen in den Hage den XlIIen Januarii anno XVc LXIX stilo curie. Oorspr. op papier (Inv. no. 20). N.B. De nummers 112, 113 en 115 zijn hiermede geliasseerd. 117. 1571 Mei 16. Schepenen van den Hage pachten den memorieheeren aldaar toe 20 schellingen 9 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis en erf van Geryt Gerits zoon, biervoerder, wegens achterstallige rente, voortgesproten uit een rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars. Gescreven ende gepacht upten XVIen dach van May anno XVc een ende tzeventich. Oorspr. (Biv. no. 56). Met de geschonden sohepenzegels van Claes van Bam en Pieter de Vries in groene was. 118. 1578 December 1. - Joannes a Bruhes, deken der Metropolitaankerk van Trajectum en waarnemend aartsdiaken, verleent Joannes Adrianus' zoon, priester, de vicarie van den H. apostel Petrus in de S. Jacobus kerk te Haga Comitis, vacëerende door den dood van Petrus Petrus' zoon Eygenvoecht. Datum Traiecti anno millesimo quingentesimo septuagesimo tertio die prima videlicet kalendis Decembris. Oorspr. (Inv. no. 77). Met-het geschonden zegel van het officialaat in roode was en de handteekening van Theodorus Terhoech, notaris. N.B. In dorso de mededeeling van de installatie (zie reg. no. 120). 119. 1573 December 7. Joannes a Bruhes, deken van de Metropolitaankerk van Trajectum en vicaris bij openstaan van den stoel van den aartsdiaken, door het kapittel gemachtigd, verleent de vicarie of eeuwige kapelanie op het altaar van S. Anna in 'sHeeren graf in de parochiekerk te Haga, vacant door den dood van Clemens Joannes' zoon, aan Matheus Henricus' zoon, klerk van de diocees van Trajectum, student aan de universiteit van Lovanium, met bevel tot kerkelijke afkondiging en oproeping van opponenten. Datum Traiecti anno Domini millesimo quingentesimo septuagésimo tertio die Lune septima mensis Decembris. Oorspr. (Inv. no, 72). Het zegel van den oorkonder verloren. Met de handteekening van Theodoricus Terhoech, notaris. N.B. Bi dorso: verklaring van Joannes Joannes' zoon Dritius, proost van S. Barbara te 's-Gravenhage, dat de afkondigingen hebben plaats gehad (zie reg. no. 121 ). 120. 1573 December 10. Joannes Joannes' zoon Dritius, proost van S. Barbara te Haga, deelt Joannes a Bruhes, deken der Metropolitaankerk van Traiectum en waarnemend aartsdiaken, mede, dat de drie kerkelijke afkondigingen zijn geschied en niemand geopponeerd heeft tegen de begiftiging van Joannes Adrianus' zoon, priester, met de vicarie van den H. apostel Petrus in de S. Jacobs kerk aldaar. Anno 1573 die decima mensis Decembris. Opgenomen in dorso van de akte, vermeld in reg. no. 118. Met de handteekening van Joannes Joannes' zoon Dritius. 121. 1573 December (na den 20en). Joannes Joannes' zoon Dritius, proost van St. Barbara te Haga Comitis, verklaart, dat hij, ingevolge den inhoud van den brief d.d. 1573 December, op welks rugzijde dit geschreven is, (zie reg. nö. 119) op drie dagen in den Advent van 1573 afkondigingen heeft gedaan en dat niemand zich verzet heeft. Opgenomen in dorso van reg. no. 117. 122. 1574 Januari 9. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum, door den waarnemenden aartsdiaken bij openstaan van dien zetel speciaal gemachtigd, geeft bevel om Matheus Henricus' zoon, klerk der diocees van Trajectum, in het bezit te stellen der vicarie op het altaar van S. Anna in 'sHeeren graf in de parochiekerk te Haga, vacant door den dood van' Clemens Joannes' zoon en aan genoemden Matheus verleend door Johannes a Bruhesen, deken én waarnemend aartsdiaken van Trajectum, nadat de kerkelijke afkondigingen en oproeping van belanghebbenden gedaan zijn. Datum et actum Traiecti anno Domini millesimo quingentesimo septuagesimo quarto die Sabbati nona mensis Januarii hora primarum et audiendarum causarum consueta. Oorspr. (Inv. no. 72). Het zegel verloren. Geteekend door Theodoricus Terhoech notaris. N.B, In dorso: verklaring van Johannes Dritius, proost in 's-Gravenhage, aangaande de inbezitstelling (zie reg. no. 123). 123. 15(7)4 Januari 26. Johannes Dritius, proost te Haga Comitis, verklaart, dat hij 26 Januari 1574 Johannes Adrianus' zoon als procurator van Matheus . Henricus' zoon in het bezit heeft gesteld van de vicarie, vermeld in den brief d.d. 1574 Januari 9, op welks rugzijde dit geschreven is (zie reg. no. 122). Actum anno die mense prescriptis in ecclesia Hagensi (anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesimo (sic) quarto die vero XXVIa mensis Januarii ante meridiem. Opgenomen in dorso van reg. no. 122. 124. 1575 Juni 1. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum verleent Joannes Adrianus' zoon Broers, Utrechtsch priester, de vicarie van S. Sebastianus weleer van het H. Kruis in de parochiekerk te Haga Comitis, vaceerende door het huwelijk van Ludovicus Henricus'zoon, met bevel tot kerkelijke afkondiging, oproeping van opponenten en last tot inbezitstelling. Datum Traiecti anno millesimo quingentesimo septuagesimo quinto die prima Junii. Oorspr. (Inv. no. 79). Het zegel van den oorkonder verloren. Met de handteekening van Theodorus Terhoech, notaris. 125. 1580 Februari 9. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum bericht aan alle . priesters etc, dat Matheus Henricus' zoon, klerk van de diocees van Trajectum, bezitter der vicarie of eeuwige kapelanie op het altaar van S. Anna in 'sHeeren graf in de parochiekerk te Haga, wegens zijn voorgenomen huwelijk daarvan afstand heeft gedaan ten behoeve van Joannes Adrianus' zoon Broers zoon, priester van Trajectum, en dat hij, daar de vicarie zoolang vacant is geweest, dat de vergeving daarvan volgens het concilie van Lateranen aan hem is vervallen, Joannes voornoemd daarmede begiftigt met last tot kerkelijke afafkondiging en inbezitstelling. Datum Trajecti sub anno Domini millesimo quingentesimo octuagesimo die nona mensis Februarii. Oorspr. (Inv. no. 73). Het zegel van den oorkonder verloren.. Geteekend door Theodoricus Terhoech, notaris. 126. 1580 Maart 9. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum bericht aan alle priesters etc, dat hij, daar de vicarie op hét altaar van den H. Martinus in de kerk van S. Jacobus te Haga vaceert en zoolang vacant is geweest, dat de collatie, volgens het concilie van Lateranen, aan den aartsdiaken van Trajectum is overgegaan, genoemde vicarie, waarvan de laatste bezitter geweest is de reeds overleden heer Nicdlaus Walterus' zoon, volgens opdracht van den aartsdiaken verleend heeft aan Joannes Adrianus' zoon Broers zoon, priester van Trajectum, met last tot openlijke afkondiging en oproep van opponenten, om hem daarna in het bezit der vicarie te stellen. Datum Traiecti anno millesimo quingentesimo octuagesimo nona mensis Martii. Oorspr. (Inv. no. 75)..Het zegel van den oorkonder verloren. Geteekend door Theodoricus Terhoech, notaris. N.B. In dorso eene verklaring van de inbezitstelling (zie reg. no. 127). 127. 1585 Augustus 31. Johannes Andreas' zoon verklaart, dat hij Johannes Adrianus' zoon in het bezit heeft gesteld van de vicarie, vermeld in den brief d.d. 1580 Maart 9, op welks rugzijde dit geschreven is (zie reg. no. 126). Datum 1585 ultima Augusti. Opgenomen in dorso van reg. no. 126. 128. 1585 September 15. De officiaal van den aartsdiaken van Trajectum, commissaris van wege Johannes de Bruhesen, deken en waarnemend aartsdiaken, gelast Johannes Adrianus' zoon van Haga Comitis, priester van de diocees van Trajectum, in het bezit te stellen van de vicarie van den H. apostel Petrus in de Sint Jacobus kerk te Haga Comitis, vaceerende door den dood van Petras Petras' zoon Eygenvoecht. Datum Traiecti anno millesimo quingentesimo octuagesimo quinto die decima quinta mensis Septembris. Oorspr. (Inv. no. 78). Het zegel van den oorkonder verlóren. Met de handteekening van Theodorus Terhoech, notaris. 129. 1586 Januari 2. Antonius a Boussu, proost en aartsdiaken van Trajectum, gelast Joannes Adrianus Broers zoon, priester van Trajectum, in het bezit te stellen van de vicarie ter eere van S. Severinus, bisschop, op het altaar van S. Sebastianus, martelaar, in de parochiekerk van S. Jacobus te Haga Comitis gesticht, en vaceerende door den dood van Jacobus Laurentius' zoon Croeck. • Datum anno millesimo quingentesimo octogesimo sexto die secunda mensis Januarii. Oorspr. (Inv. no. 80). Het zegel van den oorkonder verloren. Met de handteekeningen van Antonius a Boussu en Jo. van de Wiel, notaris. 130. 1596 September 4. Anthonius a Boussu, heer van Lambussart, proost en aartsdiaken van Trajectum, verleent de vicarie of eeuwige kapelanie ter eere van S. Anna, moeder van de H. Maagd in de parochiekerk te Haga — daar de patroon binnen den bepaalden tijd verzuimd heeft een presentatie te doen, en Hugo Martinus' zoon, de tegenwoordige bezitter, tegen den inhoud van den fundatiebrief zich niet tot het priesterschap heeft doen promoveeren, maar gehuwd is, en genoemde vicarie daardoor zoolang vacant is, dat de collatie volgens het concilie van Lateranen aan den aartsdiaken toekomt — aan Johannes Adrianus' zoon, priester van Trajectum, met bevel hem of zijn procurator na eedsaflegging in het bezit daarvan te stellen. Datum anno millesimo (quingentesimo) nonagesimo sexto die vero quarta mensis Septembris. Oorspr. (Inv. no, 74}. Het zegel van den oorkonder verloren. DE KERK TE EIKENDUINEN. INLEIDING.) Door graaf Willem II, dus vóór 1256, werd te Eikenduinen een kapel gesticht, zooals blijkt uit een brief !) van 1300 Februari 24, waarbij graaf •Jan II eene uitkeering van 8 pond aan den kapelaan bevestigt. De kapel ressorteerde onder de parochie van Monster. In 1327 werd de kapel door Willem III aan den abt van Middelburg geschonken met opdracht om van den bisschop van Utrecht gedaan te krijgen, dat de kapel tot eene parochiekerk werd verheven. Die verheffing werd toegestaan in 1331 door bisschop Jan van Diest.3) Aanleiding tot den wensen van graaf Willem was, dat 's-Gravenhage zich al meer en meer had uitgebreid naar den kant van Eikenduinen en de bewoners aldaar dus hunne stedelijke parochiekerk niet gemakkelijk meer konden bereiken. Werd er dus eene parochiekerk in Eikenduinen gevestigd, dan konden die geloovigen beter hunne godsdienstplichten vervullen. Daarbij kwam nog eene andere reden, nl. dat de kapelaan van Eikenduinen een der vier priesters was, die de kapel ten Hove bedienden en op zijne beurt, als de graaf of gravin in den Haag was, het middagmaal aldaar genoot. Aan die gewoonte nu wilde graaf Willem 111 een einde maken door van de kapel eene parochiekerk te maken en die te laten bedienen door een der kanunniken van den abt, onder beding, dat die kannunnik-parochiaan niet het voorrecht zou hebben om ten Hove te eten, en dat de prove, door een der graven aan den kapelaan geschonken, zou vervallen. Deze voorwaarden stonden dan ook in den brief van den abt van Middelburg uitgedrukt: dat zoe wie die capelle van Eykendunen voirsz. of die prochiekerke aldaer, als 't eene parochie gemaeckt es, van onsen canonniken verdienen en verwaren sal, gheen recht eysschen noch hebben en sal van der provende in die Haghe te haelen of te Hove t'eeten, als onse heer die grave of onse vrouwe die gravinne dair wesen sullen Na de Hervorming werd die kerk door de Staten van Holland onnoodig geacht en verkocht om afgebroken te worden «), waarop zij 1581 gesloopt ') Zie Bijdr. bisd. Haarlem dl. XXV bl. 379 en vlg. 2) J. de Fremery. Cart. van Marienweerd blz. 44. ») Mr. B. FruiD, Het archief der O. L. V. abdij te Middelburg reg. nos. 110, 196 en 238. 4) Kes. St. v. H. 1580 September % werd. De bewoners van Eikenduinen werden met die van Loosduinen tot eene parochie vereenigd en kregen de kerk van de abdij te Loosduinen in gebruik» Op de kaart, vermeld onder no. 7 in den Inv. van het klooster Bethanië te 's-Gravenzande komt eene afbeelding voor van de kerk, welke door De Riemer is gereproduceerd in dl. I van zijne beschrijving van 's-Gravenhage (1730) bldz. 22. INVENTARIS. Beheer der goederen. I. Landerijen. a. in den Haag. 1. Stukken betreffende den eigendom van 4 morgen land, afkomstig van Maerten Jorys' zoon en Claes Willems zoon Houck. 1529 en 1531. Met 2 oudere transportbrieven d.d. 1506 en 1514. 4 charters (reg. nos. 18, 6, 9 en 14). b. in Haagambacht. x2. Eigendomsbewijs van 11 hont land in Eskamp, afkomstig van Jan Jacobs zoon. 1465. 1 charter (reg. no. 3). 3. Eigendomsbewijs van 8 hont land in Eskamp, afkomstig van Willem Willems zoon en Anthonys Jacobs zoon. 1497. 1 charter (reg. no. 5). 4. Eigendomsbewijs van 3% morgen land voor Dirck Zybrants zoon, afkomstig van Arent Pieters zoon- 1512. 1 charter (reg. no. 8). 5. Eigendomsbewijs van 8 hont land in Eskamp, afkomstig van Ercke Diriok Beierts zoons weduwe. 1520. 1 charter (reg. no. 10). 6. Eigendomsbewijs van de helft van eene woning met 7 morgen land in Eikenduinen, afkomstig van Gijsbrecht Pieters zoon. Met bijbehoorenden rentebrief. 1540. 2 charters (reg. nos. 21 en 22). c. niet nader aangeduid. 7. Eigendomsbewijs van 4 roeden land, afkomstig van Pieter Aernts zoon. 1550. 1 charter (reg. no. 23). II. Rentebrieven. 8. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch'sjaars, uit eene woning en 14 hont land te 's Gravenhage (?). 1360. 1 charter (reg. no. 1). 9. Rentebrief, groot 8 schellingen Hollandsch 's jaars, uit een perceel land te 's Gravenhage(?). 1377. 1 charter (reg. no. 2). 10. Rentebrief, groot 5 pond 6 schellingen 8 penningen Hollandsch 'sjaars, uit eene woning met land te 's Gravenhage(?). 1525. Verkocht aan de kerk. 1540. Met 2 bijbehoorende rentebrieven d.d. 1525. 4 charters, (reg. no. 20, 11, 12 en 13). 11. Rentebrief, groot 20 schellingen 's jaars, uit eene woning met land in het Westambacht van den Haag. 1497. 1 charter (reg. no. 4). 12. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, uit eene woning met 20 morgen land in het Westambacht van den Haag. 1507. 1 charter (reg. no. 7). 13. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit 5 morgen land in het Westambacht van den Haag. 1531. 1 charter (reg. no. 17). 14. Rentebrieven, groot 2, 1 en 2 pond Hollandsch 'sjaars, verzekerd op een huis en erf te Loosduinen, voor Jacop Jans zoon van Steen. 1580 en 1582. 3 charters (reg. nos. 15, 16 en 19). REGESTENLIJST. 1. 1860 October 1. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem Aernts zoon erkent v schuldig te zijn aan de kapel van Heykenduynen 1 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis en 14 hont land, waarop de woning staat. Ghegeven up sinte Baven dach int jaer ons Heeren duysendt driehondert ende tsestich. - Oorspr. (Inv. no. 8). Het schependomszegel verloren. 2. 1877 December 29. Schepenen van die Hage oorkonden, dat Griete Jan Winkelmans erkent schuldig te zijn aan het godshuis van Heykendunen eene jaarlijksche rente van 3 schellingen Hollandsch, gaande uit een stuk land, geheeten de Loe. Int jair ons Heeren duysent driehondert seven ende tseventich des Dincxdages na alre Kinderen dach. Oorspr. (Inv. no. 9). Het schependomszegel verloren. 3. 1465 Mei 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Jacobs zoon verkoopt aan de kerkmeesters te Eykenduynen 11 hont land, gelegen in het Westambacht van der Hage in Etscamp, geheeten „Jan van Styens Osscamp". Gescreven upten anderden dach in Mey int jair ons Heeren dusent vierhondert vijf ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 2). Met het geschonden schependomszegel in groene was. \ 4. 1497 Januari 28. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Wermbrecht Vrancken zoon erkent schuldig te zijn aan de kerk tEykenduynen eene jaarlijksche rente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit de door hem bewoond wordende woning en landen in het Westambacht van den Hage in de Zeckbroeck. Gescreven upten XXIIIsten dach in January int jair ons Heeren duysent vierhondert zeven ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 11). Het schependomszegel verlóren. 5. 1497 Februari 19. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Willem Willems zoon eh Anthonys Jacobs zoon verkoopen aan de kerk tEykenduynen de helft van 16 hont land in het Westambacht van der Hage in Aetscamp. Gescreven upten XIXsten dach in February int jair ons Heeren M CCCC zeven ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 3). Met het geschonden schependomszegel in groene was. 6. 1506 November 23. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Ghijsbrecht Willems zoon en Maertgen, zijne echtgenoote, verkoopen aan Joost Jan Zymons zoon de helft van 4 morgen land benoorden Cortenbosch. Gescreven upten XXIIIen dach van Novembry int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende sesse. Oorspr. (Inv. no. 1). Met het geschonden schependomszegel in groene was. Met transfix d.d. 1531 Juni 27 (zie reg. no. 17). 7. 1507 November 23. Schepenen van den Hage oorkonden, dat Marten Ariaens zoon erkent schuldig te zijn aan de kerkmeesters te Eyckenduinen eene jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit zijn woning in het Westambacht van der Hage, groot 20 morgen. Gescreven upten XXIIIen dach in Novembry int jaer ons Heeren duusent vijfhondert ende seven. Oorspr. (Inv. no. 12). Met het geschonden schependomszegel in groene was. 8. 1512 November 12. Nyclaes Carbon en Willem Jans zoon, waard in Engelant, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Arent Pieters zoon te Monster verkoopt aan Dirck Zybrants- zoon 8% morgen land aan de Loserlaan in het Westambacht van der Hage. Gescreven opten Xllen dach in Novembri anno XVc ende twaelff. Oorspr. (Inv. no. 4). Met het geschonden zegel van Nyclaes Cirbon in groene was, dat van Willem Jans zoon verloren. 9. 1514 Mei 80. Arnt Pieters zoon en Geryt Willems zoon Deym, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Dierick Jans zoon, Jacob Jans zoon, Ghijsbrecht Willems zoon, Ariaen Kerreman, Martijn Claes' zoon, Katherijn Diericx dochter, Fye Heynricx dochter en Ariaen Symons dochter, Jan van der Lucht en Willem Claes' zoon verkoopen aan Ariaen Symons dochter, de helft van 4 morgen land, hun aanbesterven van hun oom Joost Jans zoon, van welk land de helft toebehoort aan de erfgenamen van Truigen Willems dochter, in leven echtgenoote van Joost Jans zoon, en dat gelegen is benoorden den Cortenbosch. 4\ Gescreven den XXXen dach van Meye anno XVc ende vierthiene. Oorspr. (Inv. no. 1). Met het geschonden schepenzegel van Oeryt Willems zoon Deym in groene was; dat van Amt Pieters zoon verloren. Met transfix d.d. 1529 September 28 (zie reg. no. 14), terwijl beide brieven zijn vastgehecht aan den brief d.d. 1531 Juni 27 (zie reg. no. 17). 10. 1520 Juli 16. Wermbrecht Willems zoon en Willem Jans zoon,- schepenen van den Hage, oorkonden, dat Ercke Dirick Beierts zoons weduwe verkoopt aan de kerk van Eykenduynen 8 hont land in Escamp binnen het ambacht Eykenduynen. upten XVIen dach in Julio anno XVc ende twintich. Oörspr. (Inv. no. 5). Met het geschonden schepenzegel van Wermbrecht Willems zoon in groene was; dat van Willem Jans zoon verloren. 11. 1525 December 20. Adriaen Geryts zoon Paert en Huych Aerts zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Pieter Pietêrs zoon erkent schuldig te zijn aan Cornelis Claes' zoon, Pieter Ghijsbrechts zoon en Marten Claes' zoon als kerkmeesters van Eyckenduynen wegens erfpacht eene erfrente van 16 pond Hollandsch 's jaars, verzekerd op de woning en het land, bij hem in gebruik. upten XXen dach van December anno XVc vijf ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 10). Met het geschonden schepenzegei van Adriaen Geryts zoon Paert in groene was; dat van Huych Aerts zoon verloren. — Hieraan is vastgenaaid de brief d.d. 1525 December 20 (zie reg. no. 12), terwijl de brief d.d. 1525 December 20 (zie reg. no. 13) door dien d.d. 1540 Maart 8 (zie reg. no. 20)aan dezen is gestoken. 12. 1525 December 20. Adriaen Geryts zoon Paert en Huych Aerts zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Pieter Pieters zoon erkent schuldig te zijn aan Geryt Deym wegens erfpacht, eene jaarlijksche rente van 10% pond 8 schellingen 4 penningen Hollandsch 's jaar verzekerd op de woning en het land, bij hem in gebruik, upten XXen dach van December anno XVc vijf ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 10). De zegels van Adriaen Geryts zoon Paert en Huych Aerts zoon verloren. Dit charter is vastgehecht aan den brief d.d. 1525 December 20 (zie reg. no. 11). 13. 1525 December 20. Adriaen Geryts zoon en Huych Aerts zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Pieter Pieters zoon erkent schuldig te zijn aan Pieter Ghijsbrechts zoon wegens erfpacht eene erfrente van 5 pond 6 schellingen 8 penningen Hollandsch 's jaars, verzekerd op zijne woning en het land, bij hem in gebruik. upten XXen dach van December anno XVc vijf ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 9). Met de" geschonden zegels van Adriaen Geryts zoon (Paert) en van Huych Aerts zoon in groene was. Door den brief d.d. 1540 Maart 8 (zie reg. no. 20) is deze vastgehecht aan den brief d.d. 1525 December 20 (zie reg. no. 11). 14. 1529 September 28. Adriaen Geryts zoon Paert en Kors Pieters zoon van der Beeck, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Maerten Jorys' zoon overdraagt aan de kerkmeesters van Byckenduynen het land, genoemd in den brief d.d. 1514 Mei 80, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 9). upten XXVIIIen dach van September anno XVc negenen- twintich. Oorspr. (Inv. no. 1). Met het geschonden schepenzegel van Kors Pieters zoon van der Beeck in groene was; dat van Adriaen Geryts zoon Paert verloren. 15. 1530 Maart 9. Huych Aertszoon en Kors Pieters zoon van der Beeck, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Dirick Philips zoon te Loosduynen heeft verkocht aan Jacob Jans zoon van Steen eene rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op zijn huis en erf te Loosduynen in het ambacht van den Hage en losbaar met den penning 16. Opten IXen dach van Maerte anno XVc ende dertich nae tscriven tbisdoms van Utrecht. Oorspr, (Inv. no. 14). De beide schepenzegels verloren. 16. 1530 December 2. Ghijsbrecht Diricx zoon Cammaker en Marten Adriaens zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Dirick Philips zoon te Loesduynen verkocht heeft aan Jacop Jans zoon van Steen eene rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op zijn huis en erf te Loesduynen in het ambacht van den Hage en losbaar met den penning 16. Opten Hen dach van December anno XVc ende dertich. Oorsor. (Biv. no. 14) Met een rest van het Z3gel van Ghijsbrecht Biricz zoon in groene was, dat van Marten Adriaens zoon verloren. 17. 1581 Februari 3. Ghijsbrecht Dircx zoon Cammaker en Kors Pieters zoon van der Beeck, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Jan Aerns zoon erkent schuldig te zijn aan de kerk te Eyckenduynen eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit een stuk land, groot c. 5 morgen en gelegen in het Westambacht van den Hage. upten derden dach van Februario anno XVc ende eenen- dertich nae tscriven tbisdoms van Utrecht. Oorspr. (Inv. no. 13). Met de beide schepenzegels in groene was en geschonden. 18. 1581 Juni 27. Kors Pieters zoon van der Beeck en Maerten Adriaens zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Claes Willems zoon Houck het land, genoemd in den brief d.d. 1506 November 23, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 6) overdraagt aan de kerk te Eyckenduynen. ...... upten XXVIIen dach Junii anno XVc eenendertich. Oorspr. (Inv. no. 1). De beide schepenzegels' verloren. Hieraan zijn vastgehecht de brieven d.d. 1514 Mei en 1529 September 28 (zie reg. nos. 6 en 14). 19. 1582 Juli 10. Kors Pieters zoon van der Beeck en Jan Cornelis' zoon Cammaker, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Dirick Philips zoon te Loesduynen verkocht heeft aan Jacop Jans zoon van Steen eene rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op zijn huis en erf te Loesduynen in het ambacht van den Hage. Opten Xen dach Julii anno XVc tweeendertich. Oorspr. (Inv. no. 14). De beide schepenzegels verloren. . 20. 1540 Maart 8. Huych Adriaens zoon van den Velde en Cornelis Vredericxs zoon, schepenen inden Hage, oorkonden, dat Ghijsbrecht Pieters zoon, wonende te Eyckenduynen, overdraagt aan de kerk aldaar den rente. brief, groot 5 pond 6 schellingen 8 penningen Hollandsch 's jaars (zie reg. no. 1.1). upten Villen dach van Maert anno XVc ende veertich nae scriven tbisdoms van Utrech. Oorspr. (Inv. no. 10). Met het geschonden schepenzegel van Cornelis Vredericxs zoon in groene was; dat van Huych Adriaens zoon van den Velde verloren. 21. 1540 Juni 7. Huych Adriaens zoon'van den Velde en mr. Aernt Huygen zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Gijsbrecht Pieters zoon, wonende te Eyckenduynen, met de kerkmeesters aldaar ruilt de helft van eene woning met 7 morgen land, gelegen in Eykenduynen, tegen 4 morgen land, gelegen in de Myent aldaar. upten Vllen dach van Junio anno XVc ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 6). De beide sohepenzegels verloren. 22. 1540 Juni 7. Huych Adriaens zoon van den Velde en Mr. Aernt Huygens zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Ghijsbrecht Pieters zoon, wonende te Westerbeeck in hét Westambacht van den Hage, verkoopt aan de kerkmeesters van Eyckenduynen eene jaarlijksche rente van 7 carolusguldens en 10 stuivers, gaande uit 4 morgen land, gelegen in de Myent in Eyckenduynen. opten VHen dach van Junio anno XVc ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 14). De beide schepenzegels verloren. 23. 1550 April 16. mgif. Kors Pieters zoon van der Beeck en Cornelis van Aicken, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Pieter Aerts zoon, wonende te Eyckenduynen, geeft aan de kerkmeesters van Eyckenduynen 4 roeden land voor het aan hem op 12 Juli 1540 voor 9 jaar verleende consent tot turf delving, .",*'J£ opten zestienden dach van Aprille anno XVc ende vijftich nae Paesschen. Oorspr. (Inv. no. 6). Met het schepenzegel van Kors Pieters zoon van der Beeck en het geschonden schepenzegel van Cornelis van Aicken in groene was. HET HEILIGE-KRUISGILDE TE EIKENDUINEN. INLEIDING. Evenals in vele andere kerken blijkt, dat ook te Eikenduinen zich een gilde gevormd heeft om den dienst op het altaar van het Heilige Kruis bij voortduring in stand te houden. De inkomsten werden beheerd door de Kruismeesters. Wanneer en op wiens initiatief het ontstaan is, is onbekend. Het oudste stuk dateert van 1519. Van het archief is slechts een zestal charters bewaard gebleven. INVENTARIS. Beheer der goederen. I. Landerijen. In Haagambacht. 1. Stukken betreffende den eigendom van 11 hont land in Eikenduinen' afkomstig van Pieter Claes' zoon en Margriet Willems dochter, wed. van mr. Cornelis Hoen. 1519. 2 charters (reg. nos. 1 en 3). II. Rentebrieven. 2. Rentebrief, groot 15 stuivers 'sjaars, uit 8 hont land in Escamp. 1527.' 1 charter (reg. no. 2). 3. Rentebrief, groot 10 pond Hollandsch 'sjaars, uit 7% morgenland in het Westambacht van den Haag. 1531. , 1 charter (reg. no. 4). 4. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars, uit 7 hont en 2 morgen land in het Westambacht van den Haag. 1554. 1 charter- (reg. no. 5). 5- Rentebrief, groot 1 pond Vlaamsch 'sjaars, uit 17 hont land in het Westambacht van den Haag. 1571. 1 charter (reg. no. 6). REGESTENLIJST. 1. 1519 December 29. Jacop van der Wiele Adriaens zoon en Gijsbrecht Dirycx zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Pieter Claes' zoon verkoopt aan het Heylige Cruys te Eykenduynen de helft van 11 hont land, gelegen in het Westambacht van den Hage. Gescreven upten XXIXen dach in Decembri anno XVc ende negentien. Oorspr. (Inv. no. 1). De beide schepenzegels vèrloren. 2. '1527 April 25. Geryt Bruyns zoon en Jan Cornelis' zoon Cammaicker, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Claes Jacops zoon verkoopt aan het HeiligeCruysgildt te Eyckenduynen eene jaarlijksche rente van 15 stuivers, gaande uit 8 hont land in Escampt, losbaar met den penning 16. Upten vijf ende twintichsten dach van Aprille anno XVc zeven ende twintich. Oorspr. (Biv. no. 2). Met twee geschonden schepenzegels in groene was. 3. 1529 November 16. Ghijsbrecht Diricx zoon Cammaker en Kors Pieters zoon van der Beeck, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Margriet Willemsdochter, weduwe van mr. Cornelis Hoen, heeft verkocht aan het Heilige-Cruysgilde de helft van 11 hont land te Eyckenduinen, waarvan het gilde nog zes jaar lang de huur zal innen. Opten XVIen dach van November anno XVc negenentwintich. Oorspr. (Inv. no. 1). Do beide schepenzegels verloren. 4. 1531 Maart li Kors Pieters zoon van der Beeck en Marten Adriaens zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat de weduwe van wijlen Marten Adriaens zoon verkoopt aan Pieter Ghijsbrechts zoon en Jacop Jans zoon upte Beeck als gildemeesters te Eyckenduynen eene jaarlijksche rente van 10 pond Hollandsch, gaande uit 7% morgen land, gelegen in het Westambacht van den Hage. upten eersten dach van Maerte anno XVc eenendertich nae tscriven sbisdoms van Utrecht. Oorspr. (Inv. no. 3). De beide schepenzegels verloren. N.B. In dorso staat, dat Adriaen Claes' zoon te Eykenduynen 5 van de 10 pond zal betalen, omdat hij de helft van de 7^2 morgen land gekocht heeft, blijkende uit een schepenbrief van 13 Maart 1559. 11 5. 1554 November 19. Symon van dér Does en Jacob Vermy Willems zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Joest Jans zoon opte Beeck verkoopt aan het Heüich-Cruysgilde te Eyckenduynen eene jaarlijksche rente van 4 pond Hollandsch, gaande uit 7 hont en 2 morgen land, gelegen in het Westambacht van den Hage, en losbaar met den penning 16. Opten XlXen dach Novembris anno XVc vyer ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 4). Met het geschonden zegel van Symon van der Does in groene was; dat van Jacob Vermy Willems zoon verloren. 6. 1571 April 13. Cornelis van Eijn en Adriaen Jans zoon Houck, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Joest Jans zoon opte Beeck erkent schuldig te zijn aan het Heiüch-Cruysghilde te Eyckenduynen eene jaarlijksche rente van 1 pond Vlaamsch, gaande uit 17 hont land, gelegen in Oestescamp in het Westambacht van den Haghe, en .losbaar met den penning 16. opten XlIIen Aprilis anno XVc een ende tseventich nae gemeen scryven. Oorspr. (Inv. no. 5). Met het geschonden zegel van Cornelis van Rijn in groene was; dat van Adriaen Jans zoon Houck verloren. HET KLOOSTER VAN ONZE LIEVE VROUW IN NAZARETH TE RIJSWIJK. INLEIDING. Voor de geschiedenis van dit klooster is men aangewezen op de weinige charters, die het A. E. A. er van bezit. Het stond op de plaats, waar later de buitenplaats Leeuwendaal kwam, dus in den hoek, gevormd door den weg naar Delft en dien naar Voorburg '). Het stichtingsjaar is niet bekend; de oudste akte, waarin van het klooster sprake is, is van 1471 !). Blijkens regest no. 31 woonden de zusters aanvankelijk te Vlaardingen, vanwaar zij naar Eijswijk waren verhuisd uit verlangen naar een rustiger omgeving. In 1465 — nog tijdens hun verblijf te Vlaardingen — waren zij van de derde orde van Sint Franciscus overgegaan tot de orde der Augustijnen, een overgang, die wel in één lijn is met de behoefte aan een nog rustiger omgeving dan Vlaardingen bood, en waarop dus waarschijnlijk de verhuizing spoedig gevolgd zal zijn.3) In ieder geval moet de stichting van het klooster te Eijswijk plaats gehad hebben tusschen de jaren 1465 en 1471, tenzij er reeds een klooster bestond en de Vlaardingsche zusters zich slechts bij die te Eijswijk voegden4). De bewoordingen van reg. no. 31 maken dat evenwel niet waarschijnlijk. Bij haar overgang tot de Augustijner orde stelde bisschop David van Bourgondië het klooster onder de visitatie van de priors resp. pater van de kloosters Sion bij Delft, Bethanië te 's-Gravenzande en Sint Anna te Delft. In 1500 kreeg het klooster van deken en kapittel in den Haag vergunning tot het bouwen van een eigen kerk en kerkhof. Bij de Hervorming wérden de goederen geannoteerd en schijnt het gebouw gesloopt te zijn. ") Zie Haagsch jaarboekje 1889 bldz. 97. 2) In Bijdr. Bisd. Haarlem XVI, bldz. 174. In XXIII, bi. 132 dierzelfde Bijdr. spreekt S. Bleeker van een huurbrief van „prior en convent van Rijswijk" d.d. 12 Juli 1409, welke op het gemeentearchief te's-Gravenhage zou zijn. Bij onderzoek bleek het stuk daar evenwel niet aanwezig. 3) Tot de verhuizing kan ook hebben meegewerkt het feit, dat in 1467 te Vlaardingen de pest heerschte, tengevolge waarvan vele inwoners de stad verlieten (zie L. van Ollefeïi, De Nederl. Stad en Dorpsbeschrijver II). *) Een dergelijke uittocht had plaats in 1557 toen de zusters uit het Caeciliaklooster te Vlaardingen zich wegens armoede in het klooster Nazareth te Leiden ieten opnemen (zie Mr. J. O. Ovbkvoordb, Archieven der Kloosters I, 56). INVENTARIS. A. Het klooster in betrekking tot den bisschop. 1. * Brief, waarbij bisschop Da viel van Bourgondië den overgang van de- zusters van de derde orde van Sint Franciscus tot de orde der Augustijnen goedkeurt. 1465. 1 charter-(reg. no. 18). B. Het klooster in betrekking tot het kapittel in den Haag. 2. Akte, waarbij deken en kapittel te 's-Gravenhage aan het klooster toestaan een eigen kerk en kerkhof te hebben. 1500. 1 charter (reg. no. 31) , C. Beheer der goederen. I. Banwerken. 3. Overeenkomst met den schout van Eijswijk, en den molenmeester en ingelanden van den Noordpolder aldaar over de onkosten van de banwerken in dien polder. 1494. Met consent brief van de hoogheemraden van Delfland. 1494. 2 charters (reg. nos. 28 en 29). II. Landerijen. a. in Maasland. 4. Eigendomsbewijs voor Maertijn Aernt Dircx zoon, priester, van 10 morgen land. 1459. 1 oharter (reg. no. 16). b. in Vlaardingen. 5. Eigendomsbewijs voor mr. Philips Martijns zoon van 5 morgen land. 1448. Met oudere verkoopakte d.d. 1482. 2 charters (reg. nos. 8 en 11). c. in Voorburg. 6. Eigendomsbewijs voor Jan Andries' zoon van % van 14 morgen land. 1449. Met oudere verkoopakte d.d, 1460. 2 charters (reg. nos. 7 en 13). 7. Stukken betreffende den eigendom van eenige huizen met landerijen voor Jan Andries' zoon. 1440—1451. Met oudere desbetreffende stukken van 1408—1480. 8 charters (reg. nos. 3—7, 9, 10 en 14). 8. Eigendomsbewijs voor Pieter Dircx zoon van % morgen land. 1460. 1 charter (reg. no. 17). 9. Eigendomsbewijs voor Dirck Jans zoon van % morgen land, afkomstig van'Dirck Dircks zoon van der Spett. 1484. Met oudere verkoopakte d.d. 1446. 2 charters (reg. nos. 12 en 24). 10. Eigendomsbewijs voor Dirck Jans zoon van % morgen land. 1491. jfflSïij'' 1 charter (reg. no. 25). 11. Eigendomsbewijs van 8 hont land, afkomstig van het klooster Rodenburg buiten Leiden. 1492. 1 charter (reg. no. 26). 12. Akte van ontslag van leenplicht van 5 hont land door Ludowijck Poes, heer van den Binckhorst. 1506. Met oudere akten d.d. 1467 en 1470. 3 charters (reg. nos. 20, 22 en 32). 13. Huurcedulle van 4 hont land voor Aem Willems zoon. 1515. 1 charter (reg. no. 33). 14. Huurcedulle van 6 of 7 hont land voor Philips Hubrechts zoon. 1515. 1 charter (reg. no. 34). d. in Zoeterwoude. 15. Eigendomsbewijs voor Jan Andries' zoon van 4£ morgen land. 1467. Met oudere verkoopakte d.d. 1405. 2 charters {reg. nos. 2 en 19). III. Rentebrieven. 16. Rentebrief, groot 2 pond 's jaars, uit 4 morgen land, geheeten de Oude Steenplaats, in Rijswijk. 1498. 1 charter (reg. no. 27). 17. Consent brief van den prior van net convent bion aangaande oen eigendom van 3 rentebrieven uit twee woningen te Rijswijk en uit een huis in den Haag. 1548. 1 charter (reg. no. 37). 18. Rentebrief voor Jan Andries' zoon, groot 4 pond 5 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit land in Voorburg. 1458. 1 charter (reg. no. 15). 19. Rentebrief voor Pieter en Dirc Dircs zoons, groot IJ pond Hollandsch 'sjaars, uit 7 hont land in Voorburg. 1469. 1 charter (reg. no. 21). 20. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch en 5, schellingen 's jaars, uit % van 7 hont land in Voorburg. 1494. 1 charter (reg. no. 30). 21. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, ten laste van Phijtgen Heynricxs dochter, weduwe van Aelbrecht Adriaens zoon te Delft. 1548. 1 charter (reg. no. 36). 22. *Akte van aflossing van eene rente, groot 18 pond 'sjaars. 1472. 1 charter (rég. no. 23). IV. Proven. 23. Akte, waarbij het klooster op zich neemt het onderhoud van Gheertruyt Pieters dochter van Stompwijk. 1530. 1 charter (reg. no. 35). N.B. Deze akte bevindt zich in het kaartboek van het klooster Bethanië (Inv. no. 7), waarin het zal geraakt zijn, doordat Dirk Tromper van beide kloosters rentmeester is geweest. REGESTENLIJST. 1400 Juni 12. Aernt van Oesterwijc verkoopt aan Allaert Jan Hughen zoons zoon % van 14 morgen land in Tedigher brooc. Int jair ons Heren dusent ende vierhondert op sinte Odulfus' dach. Oorspr. (Inv. no. 6). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1449 Juli 20 (zie reg. no. 13). 1405 Maart 20. Heynric Willems zoon van Oosten en Clemeyns Dircs dochter verko> pen aan Aernt Jacobs zoon van Dunen de helft van 4% morgen land in Zoeterwoude. Ghescreven des Vridaghes na sinte Gheertruden dach int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vive. Oorspr. (Inv. no. 15). Met het geschonden zegel van Dirc Pijl in groene was. Met transfix d.d. 1467 Februari 19 (zie reg. no. 19). 3. 1408 December 7. Coen van Oesterwijc verkoopt aan jonkvrouw (Elizabeth) van den Zijl, zijne schoonzuster, 4 morgen land bij der Tollen brug. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte des Vrydaghes na sinte Nyclaes' dach. Oorspr. (Inv. no. 7). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was. N.B. In dorso staat: van vier mergen lants in Jan Arysz. woninck. 4. 1424 November 2. Jan, Willem, Jacob, Philips, Jutte en Balu, Claes Willem Moers zoons kinderen, verkoopen aan Andries Jans zoon en Machtelt Jan Dirx zoons weduwe een morgen land in Voirburch tusschen de Heerstraat en de Vliet. Int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende twintich op den anderen dach in Novembri. Oorspr. (Inv. no. 7). Met het geschonden zegel van Geryt van Stienvoirden, schout van Voorburg, in groene was. N.B. In dorso staat: van een huys, staende by die Tolbrugge, ende is Jan Arysz. woninc. 5. 1428 Januari 14. Aernt Andries' zoon verkoopt aan Andries Jans zoon wat hem is aangekomen van Dirc Dammaes' zoon, zijn schoonvader, en gelegen is in Teghelrebroeck voor de Tolbregghe in Otten weer. Ghedaen inden jair ons Heren MCCCC acht ende twintich op sinte Ponciaens dach. Oorspr. (Inv. no. 7). Het zegel van Lubbrant Allairts zoon verloren. N.B. In dorso staat: Ben quijtschellinc van Jan Arysz. woninc. 6. 1480 Juni 12. Jan Soet verkoopt aan Andries Jans zoon 4 morgen land in Tedigher broec bij de Tollbregghe in Otten weer. Int jaer ons Heren MCCCC ende Gode te eren dertich óp sinte Odulfs dach. Oorspr. (Inv. no. 7). Met het zegel van den oorkonder in groene was. N.B. In dorso staat: Van vier mergen in Jan Arysz. woninc. 7. 1480 Juli 18. Heer Jacob Claes' zoon, priester, en Gheryd Arnds zoon verkoopen aan Andries Jans zoon 18 hont land in Tedigher broec bij de Tollbregghe in Otten weer. Int jaer ons Heren MCCCC ende Gode te eren XXX op sinte Margrieten dach. Oorspr. (Inv. no. 7). Met de zegels van Aelbreoht Bokels zoon en Claes Florys Harts zoon in groene was. N.B. In dorso staat: Van dertien hont lands in die woninck. 8. 1482 September 20. Adriaen Jacobs zoon en Harper Dircs zoon verkoopen aan Pieter Groen de helft van 10 morgen land, waarvan er 4% hi het ambacht van Vlaerdinghe en 5% in het ambacht van der Harghe liggen. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twee ende dertich op sinte Mattheus' avont. Oorspr. (Inv. no. 5). Met de zegels van Jacob van Praet, baljuw van Naaldwijk, en Harper Bircs zoon in groene was. 'Met transfix d.d. 1443 November 19 (zie reg. no. 11). 9. 1440 Maart 12. Glaes Andries' zoon verkoopt aan zijn broeder Jan het huis en erf, dat hij van zijn vader heeft geërfd, de geest (grond) en zijn aandeel in 6 morgen land in Tedigher broock bij de Tolbregghe in Otten weer. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende viertich opten twalefsten dach in Mairt. Oorspr. (Inv. no. 7). Met het zegel van Jan Smit Dircx zoon Uutenbroook, schout te Voorburg, in groene was. N.B. In dorso staat: Een quijtscheldinc van Jan Arysz. 10. 1440 December 6. Claes Andries' zoon verkoopt aan zijn broeder Jan het huis en erf, dat hij geërfd heeft in Voorburch en zijn aandeel in de erfenis van zijn broeder Willem, bestaande uit land in Otten weer. Int jair ons Heren duysent vierhondert ende viertich op sinte Nyclaes' dach. Oorspr. (Inv. no. 7). Met het zegel van Jan Smyt Dircx zoon Utenbroock in groene was. N.B. In dorso staat: Quijtscheldinc van Jan Arysz, en zijn brueders, 11. 1448 November 19. Pieter Groen Willems zoon verkoopt aan mr. Phillip Martijns zoon, doctor in de medicijnen, de helft van 10 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1482 September 20, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 8). Int .jair ons Heren MCCCC ende drienviertich op sinte Lijsbetten dach in die winter. Oorspr. (Inv. no. 5). Met de zegels van den oorkonder en van heer Jacob Claes' zoon van den Zijtdwijn, provisor en deken van Delfland, in groene was. N.B. In dorso staat : Van vijf morgen in Vlaerdinc. 12. 1446 Juli 4. Dirck Aernts zoon verkoopt aan IJsbrandt Phillips' zoon % morgen land met y2 voorhoofd ten oosten van de Vroensloot in Voirburch, welke verkoop door zijn zoons Willem en Jacob wordt bevestigd. Opten vierden dach in Julio int jair ons Heeren dusent vierhondert ses ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 9). De zegels van Airndt Hugen zoon, schout van Rijswijk, en Harper van den Werve verloren. Met transfix d.d. 1484 Mei 31 (zie reg.,no. 24). 13. 1449 Juli 20. Claes Allairts zoon verkoopt aan Jan Andries' zoon het land, vermeld in den brief d.d. 1400 Juni 12, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 1). opten XXen dach in Julio int jair ons Heren MCCCC negen ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 6). Met het zegel van Lubbrant Allairts zoon, broeder van den oorkonder, in groene was. N.B. In dorso staat: Van viertien morgen lants in Jan Arysz. woninc. 14. 1451 April 19. Dirck Andries' zoon verkoopt aan zijn broeder Jan alles, wat hij geërfd heeft van zijne ouders, zuster en broeder. Opten negentiensten dach in Aprille int jair ons Heren dusent vierhondert een ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 6) Met de zegels van Phillips van Bergen, schout van Voorburg, en Aernt Hugen zoon, schout j van Rijswijk, in groene was. N.B. In dorso staat: Quijtscheldinghe van Jan Arysz. en zijn brueders. 15. 1458 April 10. Gerytdijn Andries' zoon verkoopt aan zijn broeder Jan eene rente van 4 pond 5 schellingen Hollandsch jaarlijks, waarvan 2 pond verzekerd zijn op land in het weer voor de Tollbrugge ën 85 schellingen (sic) op % morgen land in Voirburch. Gegeven opten tyenden dach in Aprill int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 18). Met het zegel van Heinrio van Groesbeeck in groene was. 16. 1459 Maart 10. Aernt van Hodenpijl verkoopt aan heer Maertijn Aernt Dircx zoon,, priester, 10 morgen land in Maeslandt aan de groote vaart. Int jair ons Heren duysent vierhondert negen ende vijftich opten thienden dach in Maerte. Oorspr. (Inv. no. 4). Met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 17. 1460 Januari 14. Jan Scout Buser Gheryts zoon verkoopt aan Pieter Dircx zoon de helft van den zoogenaamden Korten Morgen in Voirburch op de Burch. In den jair ons Heren dusent vierhondert ende tsestich op sinte Ponciaens dach in Januario. Oorspr. (Inv. no. 8). Met het zegel van Willem Dircx zoon (Drappenier ?), schout vanVoorburg, in groene was. 18. 1465 Januari 12. David de Bourgondia, bisschop van Trajectum, keurt goed, dat de zusters van de derde orde van Sint Franciscus te Vlaerdinghen overgaan tot de orde van Sint Augustinus, en stelt haar onder de visitatie van den prior van Syon bij Delff, den prior van het klooster te 's-Gravezande en den pater van het klooster Sint Anna te Delff of van twëe van hen. Anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo quinto mensis Januarii die duodecima. Oorspr. (Inv. no. 1*). Met geschonden zegel van den bisschop in roode was. 19. 1467 Februari 19. Zyburch Lubbrant Allaerts zoons weduwe verkoopt aan Jan Andries' zoon het land, vermeld in den brief d.d. 1405 Maart 20, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 2). Opten XlXen dach in Februario int jaer ons Heren MCCCC zess ende tsestich nae beloop sHoofs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 15). Met het zegel van Jan Jan Heinrics zoon van Groenewege in groene was hoewel in de oorkonde Michiel Pieters zoon als zegelaar genoemd wordt. 20. 1467 Mei 30. Jan Gerytdijn^ verkoopt aan zijn zwager Louwerys Jacops zoon 3 en 2 hont Burchland in Voirburch. Gescreven opten XXXen dach in Meye int jair ons Heeren dusent vierhondert zeven ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 12). Met het zegel van Jan Jan Heynricx zoon van Groenewege in groene was. 21. 1469 Mei 13. Jan Mathijs' zoon verkoopt aan Pieter en Dirc Dircs zoons l/i van eene rente van 5 pond Hollandsch jaarlijks, gaande uit 7 hont land in Voirburch aan de Vliet. Ghedaen in den jair ons Heren MCCCC ende LXIX op sinte Servaes' dach in Meye. Oorspr. (Inv. no. 19). Met het zegel van den oorkonder in groene was; dat van Willem Dircs zoon verloren. 22. 1470 Juli 18. Geryt, Frans, Jonge Jan en Hase, kinderen van Jan Gerytdijns zoon scheiden aan hunne grootmoeder Geertruyt, weduwe van Louwerys Jacops zoon toe, uit hetgeen deze nagelaten heeft, de helft van 9 morgen 2% hont land in het ambacht Eijswijck, de helft van 8% morgen aldaar, 5 hont Burchland te Voirburch en eene rente van 4 pond 12 schellingen Hollandsch 'sjaars te Delff. opten XVIIIen dach in Julio int jair ons Heeren MCCCC ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 12). Met de zegels van Heynric Jans zoon (van Bosch) en Pieter Aernt Rutgairts zoon (van > Spangen) in groene was. 23. 1472 Mei 9. Burgemeesters en schepenen van de stad Delff oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters aldaar verkoopen aan het convent der Begularissen van Nazareth te Eijswijck eene jaarlijksche rente van 18 pond, die de Heilige Geest had uit het land, waarop genoemd convent staat. opten negensten dach van Meye int jaire ons Heren M CCCC twie ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 22*). Met het gesehonden stadszegel in groene was. N.B. In dorso staat: Deze heeft gelost Jan Ruychroc ende wy moeten daervoer doen II missen per weeck ende alle maents vigilie met licht. 24. 1484 Mei 81. Dirck Dircks zoon van der Spett verkoopt aan Dirck Jans zoon het land, vermeld in den brief d.d. 1446 Juli 4, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 12). Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende vier ende tachtich opten lesten dach in Meye. Oorspr. (Inv. no. 9). Met het zegel van Pieter Kerstants zoon van der Burch in groene was. 25. 1491 Juni 8. Dirck Phillips' zoon verkoopt aan Dirck Jans zoon, bakker, de helft van een morgen land in Voirburch op den Burch. Aldus ghedaen opten derden dach in Junio int jair ons Heren duysent vierhondert een ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 10). Met het geschonden zegel van Dirck Reyers,' schout van Voorburg, in groene was. 26. 1492 Februari 7. Baerte Bartouts dochter, ministra, en het convent der zusters van Sint Margriet op Bodenburch buiten Leyden van de orde van Sint Franciscus verkoopen aan het convent der Begulierissen te Nazareth, gelegen in het ambacht Eijswijck bij jden Hage, de 8 hont land, in het ambacht Voorburch, die deze van hen in erfhuur hadden. Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tnegentich opten sevenden dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 11). Met het geschonden conventszegel in groene was. 27. 1493 Maart 11. Clais Herpers zoon en Dirc Hugen zoon, Heilige-Geestmeesters te Eijswijck, verkoopen aan de zusters te Eijswijck eene jaarlijksche erfrente van 2 pond 'sjaars, gaande uit 4 morgen lands aldaar, geheeten de Oude Steenplaats. Gedaen upten Xlen dach in Mairte int jair ons Heren M CCCC drie ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 16). Met de geschonden zegels van mr. Thielman Heynricx zoon, provisor en deken van Delfland, en Geryt Phillips' zoon die Bloot, schout van Rijswijk, in groene was. 28. 1494 April 8. Schout, gezworenen en heemraad met de geburen van Eijswijck oor■ konden, dat Pieter Zuys als schout van Eijswijck en ingeland van den Noordpolder aldaar, Dirc Dircs zoon van der Spet als molenmeester, Pieter Kersten zoon van der Burch, Gheryt de Bloot Phillips' zoon en Pieter Gheryts zoon e. a. geburen en ingelanden van genoemden polder eene overeenkomst sluiten met den pater van het klooster Nazareth, gelegen in het ambacht Eijswijck, over de onkosten van de banwerken van den Noordpolder. opten achsten dach in April anno M CCCC XCIIII. Oorspr. (Inv. no. 3). Met het zegel van Pieter Zuys, schout van Rijswijck, in roode was. — Met aangehecht stuk, ongedateerd (1494) (reg. no. 29). 29. (1494 April of Mei). Hoogheemraden van Delflant, consenteeren de overeenkomst, vermeld in den brief d.d. 1494 April 18 (sic), waaraan deze is gehecht (zie reg. no. 28). Oorspr. (Inv. no. 3). Met handteekening. N.B Dit stuk is ongedateerd (1494 April of Mei). 30. 1494 October 1. Dirc Jans zoon verkoopt aan het convent der Begulierissen van Onzer Lieven Vrouwen klooster te Eijswijck eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch en 8 schellingen, gaande uit % van de 7 hont lands in het ambacht Voirburch, in gebruik bij genoemd convent. Int jair ons Heeren dusent vierhondert vier ende tnegentich opten eersten dach van October. Oorspr. (Inv. no. 20). Met het geschonden zegel van Pieter Kersten zoon (van der Burch) in groene was. 31. 1500 December 1. Deken en kapittel van de kapel van de H. Maagd Maria in Haga veroorloven de Begularissen, eertijds wonende te Vlaerdinck, vanwaar zij naar Eijswijck wenschten te verhuizen, om eene kerk met klok en altaar te bouwen en een kerkhof aan te leggen, mits er niet meer dan 60 conventualen en 2 commensalen in het klooster opgenomen zullen worden, en omschrijven de bevoegdheid van den rector ten opzichte der parochianen, die aan deken en kapittel een goudenJ.eeuw voor eene begrafenis zullen betalen. Datum anno Domini millesimo quingentesimo prima die Decembris. Oorspr. (Inv. no. 2). Met het geschonden zegel van het kapittel in roode was. 32. 1506 December 16. Ludowijck Poes, heer van der Binckhorst, gunt aan het convent van Onze Lieve Vrouwe der Begularissen te Nazareth in het ambacht Eijswijck den vrijen eigendom van 5 hont land in het ambacht Voerburch op den Burch, door het convent gekocht van Huych Bouwen zoon, wonende te Leiden, die het van hem in leen hield. Anno dusent vijfhondert ende sesse opten sestiensten dach van December. Oorspr. (Inv. no. 12). Met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 33. 1515 Augustus 21. Aem Willems zoon, wonende in het ambacht Voerburch, huurt van het convent der Begularissen in het ambacht Bijswijck 4 hont land in het ambacht Voerburch voor 4 pond Hollandsch 'sjaars. Int jair ons Heren dusent vijfhondert ende vijftien opten XXIsten dach in Augusto. Oorspr. (Inv. no. 13). Met het geschonden zegel van Jan Cornelis' zoon, schout van Voorburg, in groene was. 34. 1515 November 8. Phillips Hubrechs zoon, wonende in het ambacht Voerburch, huurt van het klooster der Regularissen te Nazareth in het ambacht Eijswijck 6 of 7 hont land in het ambacht Voirburch voor 6 pond Hollandsch 'sjaars. Anno ons Heren vijftienhondert ende vijftien opten derden dach in Novembri. Oorspr. (Inv. no. 14). Met het geschonden zegel van Jan Cornelis' zoon, schout van Voorburg, in groene was. 35. 1580 September 18. Notaris Adam instrumenteert, dat heer Cornelis Jorys' zoon, pater, en Maria Wolferts dochter van Carrenbrock, priorin, en het convent der Begularissen van Onser Liever Vrouwen tot Nazereth in het ambacht van Eijswijck bij tsOravenhagen belooven voortaan te zullen zorgen voor het levensonderhoud van Gheertruyt Pieters dochter van Stompijck. Dit ijs geschiet inden doester ende convent van Nazareth tot Eijswijck in den jare indictie maent dach uuyere ende paeusdom énde des keyserlijcx majestaets als boven elck int syne verclaert ende gespecificeert (in den jaren der geboerten desselfs ons Heeren duysent vijffhondert ende ter eeren Gods dertich den XVIIIden dach des maents van September ter lilden indictie omtrent ten drien uuyren nae den noene des paeusdoms ons alre heylichste vader in Christo ons heeren heeren Clemens by der godlicker graciën die seevende van die naeme inne syner seevende jaere regneerende die alredoerluychstede zeer excellenste ende machtiste prince Karole bij der godücker ghuedertyrenheyt ghecroent keyser van Eoemen die vijfde van dyen name altyt vermeerers tsrijcx van Bomen in sijn eersten jaere sijns coronatiën coninck catholiker van Spangen etc. onsen oversten ende geboren heere). Afschr. (Inv. no. 23). Gecollationneerd door heer Heynrick Jans zoon, priester te Wilsveen. N.B. Het oorspronkelijk was op 23 September gezegeld met het conventszegel. 36. 1548 Februari 26. Kors Pieters zoon van der Beeck en Huych Adriaens zoon van der Velde, schepenen van den Hage, oorkonden, dat Phijtgen Heynricxs dochter, weduwe van Aelbrecht Adriaens zoon te Delft, verkoopt aan het convent tot Nazareth in het ambacht Bijswijck tot het houden van een jaarhjkschen maaltijd in genoemd convent op St. Nicolaas' dag en tot het houden van eene zielmis voor haar zelve eene jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch. opten XXVIen dach Februarii anno XVc drie ende veertich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 21). De beide schepenzegels verloren. 37. 1543 Mei 27. Aan het convent van de Begularissen, genaamd Nazareth in Bijs-' wijck wordt gegund de eigendom van 3 rentebrieven, de eene groot 2 Bijnsche guldens 's jaars, gaande uit Jacop Hollants woning in het am- bacht van Eijswijck, de tweede 2% pond Hollandsch 's jaars, gaande uit Vincent Arijs huis aldaar, de derde y2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Hage in de Veenstraet, voor welke gift het convent moet bidden voor den schenker en jaarlijks op St. Gregorius' dag in de vasten verdoelen onder de conventualen verschillende giften, bij verzuim waarvan de rentebrieven zullen vervallen aan het convent van tSyon. Actum anno XVc XLIII den XXVII dach in Mey. Oorspr. (Inv. no. 17). Met het geschonden priorszegel van Syon in groene was. N.B. In dorso staat: littera consensus prioris de Syon. DE ABDIJ LOOSDUINEN.) INLEIDING. Dit nonnenklooster, welks mater abdis werd genoemd, werd niet lang voor 1281 gesticht door Floris IV en Machtbld van Bkabant, zijn gemalin, op hun eigen terrein in de nabijheid van een lusthof, dien de graven van Holland daar reeds van ouds bezaten. In 1231 werden het klooster en de kapel door bisschop Wilbeand van Utrecht in bescherming genomen en kreeg het het recht een eigen kerkhof en eigen priesters te hebben; in 1233 werd het opgenomen in de orde der Cisterciensers. Vader-abt van het klooster, en als zoodanig belast met de visitatie, was de abt van ter Doest bij Brugge; het oudste bewijs hiervoor is een akte van 1299 2). Afwisselend met dezen komen ook de priors van Onze Lieve Vrouwen berg bij IJsselstein en van Aldekamp bij Bijnberk als visitators voor. Bij voortduring mocht het klooster zich verheugen in de gunstbewijzen der grafelijke familie, waartoe zal hebben bijgedragen, dat de bewoonsters doorgaans van adel waren. In de jaren 1578—1575 werd het klooster gaandeweg afgebroken, nadat de nonnen waarschijnlijk in 's-Oravenhage een onderkomen hadden gevonden. De goederen werden in 1573 door de Staten geannoteerd en onder het beheer van een afzonderlijken ontvanger gesteld, van wien de nonnen sinds 1578 alimentatie ontvingen. De kerk werd in 1580 met het kloosterterrein aan de Hervormden afgestaan. Uit een kaart in Inv. no. 5, waaruit men een duidelijk overzicht krijgt van de ligging der kloostergebouwen in 1572, blijkt, dat het kloostererf, ook wat indeehng betreft, geheel overeenkomstig is aan het terrein, waarop nu de kerk der Nederduitsch Hervormde gemeente staat. Ben deel dezer kerk met de toren is het laatste overblijfsel van het klooster. De stukken in dezen inventaris opgenomen bevonden zich van ouds in het Algemeen Rijksarchief; tot de zoek geraakte stukken van dit kloosterarchief behoort o.a. een cartularium, waarvan een niet volledige copie in de bibliotheek der Maatschappij van Letterkunde berust, gemaakt door P. Bondam en gepubliceerd in De Navorscher van 1917, blz. 513 en vlg. Slechts vijf van de in dat cartularium opgenomen akten zijn in originali aanwezig. !) Met enkele wijzigingen overgenomen uit het Verslag van 's Rijks oude archieven 1916. Zie over de stichting en de verdere geschiedenis der abdij het artikel Loosduinen voor de Hervorming door A. Driessen in Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem, dl. XXIX en eenige bezwaren tegen dat artikel in dl. XXXVII van hetzelfde tijdschrift. *) Zie De Navorscher 1917, blz. 523. INVENTARIS. A. Het klooster in het algemeen. I. In verhouding tot den landsheer. 1. Brief, waarbij graaf Willem VI het klooster in zijne bescherming neemt. 14Ö6. 1 cbartef (reg. no. 18). II, In verhouding tot geestelijke autoriteiten. 2. Beschermingsbrief van den deken van Sint Pieter te Leuven. 1451. 1 charter (reg. nos. 12, 49 en 50). III. Benoeming der abdis. 3. Stukken betreffende de keuze van Katharina van der Dussen tot abdis. 1509 en 1510. 2 charters (reg. nos. 96 en 97). B. Beheer der goederen. I. In het algemeen. 4. Vidimus van een brief d.d. 1256, waarbij paus Alexander IV het'klooster vergunt de goederen der nonnen te aanvaarden. 1323. 1 charter (reg. nos. 1 en 8). 5. Blafferd van de erfrenten en landpachten. Aangelegd (c. 1510). 1 deel. 6. Kaartboek der landerijen naar opmetingen, in 1569 door Jan Potter, landmeter van Bijnland, Delfland, Schieland en het land van Putten, in opdracht van de abdis verricht. N.B. Het boek, in een perkamenten omslag, bevat 45 groote vellen perkament (oblong) met waterverfteekeningen . van verschillende teekenaars. Het voorblad heeft het opschrift, waarboven het wapen der abdis,. Frederyke van der Dussen. Er is slechts ééne teekening van Jan Potter en wel op fol. 36 verso en 37 van landerijen te Schipluyden, d.d. 1569 April 20. Op fol. II eene " teekening van 1571 door Jacob Coenraedts zoon, landmeter. In verso van het voorblad een teekening van de ligging der kloostergebouwen van 1572. De fol. XXXVIII—XL bevatten teekeningen van Jacob Coenraedts zoon van 1580 in opdracht van den ontvanger Joost van Leeuwen; fol. II verso—XXXI verso teekeningen van 1595 —1598 door Floris Jacobs zoon, landmeter; fol. XXXII—XXXVI zijn onbeschreven, fol. XLIII en XLIIII ontbreken. II. Landerijen. a. in het Abtsrecht. 7. Eigendomsbewijs van 3 morgen land, afkomstig van Beym, echtgenoote van uieyman rieters zoon, en van netgeen zij geertci neeit van Jan Vleet. 1505. 1 charter (reg. no. 94). b. in 's-Gravenzande. 8. Eigendomsbewijs voor Geryt Dircx zoon van een huis met 4% morgen land. 1455. 2 charters (reg. nos. 42 en 51). c. in Haagambacht. N.B. Zie ook Inv. no-. 18 en 38. 9. Eigendomsbewijs van een perceel land, afkomstig van Ynwin Heyen. 1316. 1 charter (reg. no. 5). 10. Eigendomsbewijs van 8 hont land, voor Pieter van der Zande, proost van Condé. 1407. 1 charter (reg. no. 19). 11. Eigendomsbewijs van 5 morgen land afkomstig van Dirc Jan Casus' zoon. 1434. 1 charter (reg. no. 37). 12. Eigendomsbewijs van 1Y2 morgen land, afkomstig van Geryt Dirx zoon. 1455. Met oudere akte betreffende dat land d.d. 1455. 2 charters (reg. nos. 52 en 53). 13. Eigendomsbewijs van 3 morgen land, afkomstig van Pieter Bertouts zoon. 1494. 1 charter (reg. no. 79). 14. Eigendomsbewijs van 2% morgen 57 roeden land en van eenige partijen erfhuur, afkomstig van de grafelijkheid. Met bijbehoorende quitantie. 1505. 2 charters (reg. nos. 91 en 92). 15. Eigendomsbewijs van 1 morgen land, afkomstig van het klooster St. Agnes te Delft, 1568. 1 charter (reg. no. 105). d. in Hillegersberg. 16. Eigendomsbewijs van 4% morgen land voor Lijsbet Jan Pieters zoons dochter. 1416. 1 charter (reg. no. 20). e. in Monster. 17. Vidimus van een eigendomsbewijs d.d. 1310, van een perceel land, afkomstig van jonkvrouw Willemine van Theilinghe. 1316. 1 charter (reg. nos. 3 en 6). 12 18. Eigendomsbewijs van 2 morgen land te Monster, 2 hofsteden te Eikenduinen, 17 hont land te Naaldwijk en een perceel land in Escamp, afkomstig van Jan Ommelope. 1816. 1 charter (reg. no. 4). 19. Eigendomsbewijs van 1 hont land voor Gonde Bertelmees Geryts zoons weduwe. 1426. 1 charter (reg. no. 26). 20. Builcontract van twee perceelen land tusschen Willem Jans zoon en Jan Philips' zoon. 1481. 1 charter (reg. no. 31). 21. Eigendomsbewijs van 8 morgen land, afkomstig van Philips Aernts zoon van Dam. 1437. Met bijbehöorende akte d.d. 1437. 2 charters (reg. nos. 38 en 39). 22. Eigendomsbewijs van drie perceelen land voor Gheryt van Zeyst, priesster, en Willem Jans zoon. 1437. 1 charter (reg. no. 40). N.B. Zie Inv. no. 39. 23. Eigendomsbewijs van 1 morgenland voor Ghijsbrecht Jans zoon. 1489. 1 charter (reg. no. 41). 24. Eigendomsbewijs van y2 morgen land voor Jacob Bertelmees' zoon, afkomstig van zijn broeder Geryt. 1448. 1 charter (reg. no. 44). 25. Akte, waarbij Egghebrecht van Kranenburch een schenking van land, door zijn vader gedaan, bevestigt. 1448. 1 charter (reg. no. 46). 26. Eigendomsbewijs van twee perceelen land voor Jacob van den Velde, confessor. 1449. 1 charter (reg. no. 47). 27. Eigendomsbewijs van 2 morgen land voor Ghijsbrecht Jans zoon. 1462. 1 charter (reg. no. 56). 28. Eigendomsbewijs van 4% morgen land voor Dammas Zijsman Pieters zoon. 1464. 1 charter (reg. no. 58). 29. Eigendomsbewijs van 1 % morgen land voor de nonnen Machtelt Hauwen en Fy van der Boockhorst. 1467. 1 charter (reg. no. 61). 30. Eigendomsbewijs van 2 morgen 85% roede land voor Arlewijn Vrancken zoon. 1477. 1 charter (reg. no. 65). 30a. Eigendomsbewijs van 7% morgen land voor Arlewijn Vrancken zoon. 1478. 1 charter (reg. no. 67). 31. Eigendomsbewijs van 8 hont land voor de weeskinderen van Cornelis Gherrits zoon, Willem Willems zoon, Martijn Hughen zoon en Ymme Jan Phillips' zoon. 1482. 1 charter (reg. no. .70). 32. Eigendomsbewijs van 27 roeden land voor Arlewijn Vranckens zoon 1484. 1 charter (reg. no. 72). 33. Eigendomsbewijs van 2 morgen land voor Pieter Geryts zoon. 1487. 1 charter (reg. no. 73). 34. Eigendomsbewijs van 1 % morgen land, afkomstig van Marytgen Adriaen Gheryts zoons weduwe. 1494. 1 charter (reg. no. 79). 35. Eigendomsbewijs van 18 hont land, afkomstig van Kathrijn Jan Storms zoons weduwe. 1495. 1 charter (reg. no. 80). 36. Eigendomsbewijs van de Smale Hove, afkomstig van den heer van Abkoude. 1332. Met vidimus d.d. 1524. 2 charters (reg. nos. 11 en 97). f. in Naaldwijk. N.B. Zie Inv. no. 18. g. in Nieuweveen. 37. Stukken betreffende den eigendom van 27 morgen 4 hont veengrond, afkomstig yan graaf Willem Hl. 1362 en 1465. 2 charters (reg. nos. 7, 14 en 60). h. i/n Voorburg. 38. Akte, waarbij Gerrit van Zeyst, kapelaan te Loosduinen, aan het klooster vermaakt, wat hij bezit, w. o. een huis met erf te Voorburg,2 morgen land te Zoeterwoude en 7 hont land in Eskamp. 1429. Met eigendomsbewijs d.d. 1421. 2 charters (reg. nos. 21 en 29). i. m Wateringen. 39. Eigendomsbewijs van land, afkomstig van Gerrit van Wateringen. 1278. 1 charter (reg. no. 2). 40. Eigendomsbewijs van 1 morgen 75 gaarden land voor Dirc Aelbaernts zoon. 1422. Met oudere verkoopakte d.d. 1421. 2 charters (reg. nos. 22 en 23). 41. Eigendomsbewijs van 1 morgenland voor de non Baloghe van der Does. 1426. 1 charter (reg. no. 27). 42. Eigendomsbewijs van 16 hont land voor de non Aechte van Oestgheest. 1480. 1 charter (reg. no. 30). 43. Eigendomsbewijs van 8 hont 10 gaarden land voor "Willem en Ghijsbrecht Jans zoons. 1432, 1 charter (reg. no. 34). 44. Eigendomsbewijs van % morgen land voor de priorin Baloghe van der Does. 1433. 1 charter (reg. no. 35). k. in Zoeterwoude: N.B. Zie ook Inv. no. 38. 45. Eigendomsbewijs van 2 morgen land, afkomstig van Baerte Jan Hugen zoons weduwe. 1500. 1 charter (reg. no. 85). 46. Eigendomsbewijs van 6 morgen land voor Aernt die Bruyn. 1482. 1 charter (reg. no. 71). 47. Eigendomsbewijzen van drie stukken land, samen groot 4 morgen, voor Pieter Cornelys' zoon. 1491, 1500 en 1501. 3 charters (reg. nos. 76, 85 en 86). III. Rentebrieven en andere inschulden. 48. Builcóntract betreffende een rente, groot 20 schellingen Hollandsch 's jaars, uit 9 morgen land in Eikenduinen. 1524. Met twee bijbehoorende akten d.d. 1465 en 1524. 3 charters (reg. nos. 59, 98 en 99). 49. Rentebrief, groot 8 carolusguldens 's jaars, uit een woning in Hoogeveen voor Ariaen Jacops zoon en Pieter Jans zoon. 1540. 1 charter (reg. no. 103). 50. Rentebrief, groot 40 schellingen 's jaars, uit een huis met drie perceelen land te Monster. 1381. Verkocht aan de non Ghonde. 1381. Met vidimus d.d. 1470. 2 charters (reg. nos. 15, 16 en 63). 51. Rentebrief, groot 50 schellingen 's jaars, uit 11 hont land te Monster. 1404. 1 charter (reg. no. 17). Sit ^fej 52. Bentebrief, groot -6 pond 's jaars, uit 9 morgen land in Monster, voor Pieter Claes' zoon. 1424. 1 charter (reg. no. 24). 53. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit 6y2 morgen land in Monster, voor Aernt Claes' zoon. 1425. 1 charter (reg. no. 25). 54. Rentebrief, groot 16 pond Hollandsch 'sjaars, uit een woning te Monster. . 1431. Verkocht aan Willem Jans zoon. 1431. jif-'li";* 2 charters (reg. nos. 32 en 33). 55. Rentebrief, groot 4 pond 3 schellingen 5 penningen Hollandsch 'sjaars, uit 5 morgen 5 hont land in Monster. 1477. 1 charter (reg. no. 66). 56. Rentebrief, groot 5 pond Hollandsch 's jaars, uit 5 morgen land in Monster, voor Heynric Groesbeeck. 1441. 1 charter (reg. no. 43). 57. Rentebrief, groot 26 schellingen 8 penningen Hollandsch 'sjaars, uit een huis met erf te Monster. 1480. WÊÊ 1 charter (reg. no. 69). 58. Rentebrief, groot 1/5 Rijnsche gulden 's jaars, uit 8 hont land in Monster, voor Adriaen Geryts zoon. 1487. 1 charter (reg. no. 74). 59. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, uit 4% morgen land in Monster. 1464. Met verhoogingen van 7 en 8 stuivers 's jaars. 1499 en 1501. 3 charters (reg. nos. 57, 83 en 87). 60. Stukken betreffende den eigendom van een rente, groot 1 pond 14 schellingen 's jaars, uit land in Monster. 1524. Met oudere akten d.d. 1468 en 1480. 4 charters (reg. nos. 62, 68, 103 en 101). 61. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, uit 16 morgen land en een huis met erf te Monster. 1539. 1 charter (reg. no. 102). 62. Rentebrief, groot 9 schellingen Hollandsch 's jaars, uit 5 morgen land in Rijswijk. 1449. 1 charter (reg. no. 48). 63. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch's jaars, uit 5 morgen land in Voorburg. 1502. 1 charter (reg. no. 83). 64. Rentebrieven, groot 4 en 1 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis met erf te Voorburg. 1457 en 1505. 2 charters (reg. nos. 54 en 93). 65. Akte, waarbij Aernt Claes' zoon een rente van 8 schellingen Hollandsch 's jaars uit een hem toebehoorend perceel land in Wateringen afkoopt. 1428. 1 charter (reg. no. 28). 66. Rentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 's jaars, uit land in Wateringen. 1448. 1 charter (reg. no. 45). 67. Akte, waarbij het klooster twee renten, groot 21 en 9groot sjaars, uit 2 morgen 8 hont land in Wateringen, aflost. 1491. 1 charter (reg. no. 75). 68. Rentebrief, groot 2 pond (Vlaamsch) 's jaars. 1458. 1 charter, (reg. no. 55). 69. Rentebrief, groot 15 schellingen Vlaamsch 'sjaars, ten laste van de St. Gillis' kerk te Abbenbroek. 1508. 1 charter (reg. no. 89). 70. Akte betreffende een lijfrente, groot 20 pond 's jaars, voor de non Marytgen van Almonde ten laste van de stad Alkmaar. 1504. 1 charter (reg. no. 90). 71. Akte, waarbij aan de non Agnes van Colster een lijfrente, groot 4 pond Vlaamsch 's jaars, wordt geschonken. 1557. 1 charter (reg. no. 104). 72. Akte, waarbij graaf Willem V het klooster een stoop wijn of 12 penningen Hollandsch per week toezegt. 1355. 1 charter (reg. no. 13). IV. Proven. 73. Akte, waarbij de overeenkomst tusschen Elizabeth van der Oorn en het klooster, volgens welke zij van het klooster den eeuwigen kost zou ontvangen, wordt'te niet gedaan. 1492. 1 charter (reg. no. 77). C. Beneficies ter collatie van de abdis. 74. Akte van admissie van Egidius Wouterus' zoon tot een kapelanie in het klooster. 1474. 1 charter (reg. no. 61.) N.B. Deze kapelanie is gesticht door Johannes Ommeloop, . blijkens reg. no. 58. Wanneer dit dezelfde persoon is, als vermeld wordt in reg. no. 5, is de kapelanie c. 1316 gesticht. 75. Stukken betreffende de vergeving van een in het klooster St. Agnes te 's-Gravenhage geïncorporeerde vicarie. 1497. 2 charters (reg. nos. 81 en 82). 76. Stukken betreffende een gift van 6 pond 's jaars aan een kapelanie te Monster. 1827. 2 charters (reg. nos. 9 en 10). D. Varia. 77. Getuigenis van een visioen door broeder Georgius, confessor. 1433. 1 charter (reg. no. 36). REGESTENLIJST, 1. 1256 Januari 10. Paus Alexander geeft hef klooster LoesdUnen vergunning de goederen der nonnen te aanvaarden. Datum Laterani IIII idus Januarii pontificatus nostri anno secundo. Gevidimeerd in den brief d.d. 1323 Januari 14 (zie reg. no. 8). N.B. Gedrukt bij v. d. Bergh, Oorkbk. I no. 624. 2. 1273 Januari 15. Gerardus de Wateringe, ridder, geeft het klooster te Lausdunum, volgens testament van Machtildis, zijn vrouw, en wegens schulden al het land, dat zij bezaten in Oerskampe, waarvan de opbrengst voor pitantie zal worden uitgedeeld op den verjaardag der overledene. Datum anno Domini M°CC°LXX0 tercio in crastino Pontiani martyris. Oorspr. (Inv. no. 39). Het zegel van den oorkonder verloren. N.B. In dorso stq,at: In Wateringhe in Oerscamp. — Gedrukt bij v. d. Bergh, Oorkbk. II no. 261. 3. 1310 Mei 1. Jonkvrouwe Willemine van Theylinghe verkoopt aan het klooster te Lausdunen 5% morgen 2 hont 50 gaarden land op den Gantiel. Dit was ghedaen int jaer ons Heren alse men screef dusentioh driehondert ende tiene op sente Philips' dach ende sente Jacobs tinghanghende Meye. Gevidimeerd in den brief d.d. 1316 Februari 27 (zie reg. no. 6). N.B. In dorso staat: Monster. 4. 1316 Februari 24: Zuster Beatrise, abdis, en het convent van Lausdunen verklaren ontvangen te hebben van Johanne Ommelope 2 morgen land in de Smale Hoeve, 2 hofsteden te Eekendunen, 17 hont land in Naeldwiker Broec en % van het land, dat Ynwin Heyen toebehoorde en gelegen is in Edscamp, waarvoor het klooster hem gedurende zijn leven 11 pond 16 schellingen 8 penningen jaarlijks zal uitkeeren met de bepaling, dat na zijn dood 10 pond van de jaarlijksche opbrengst door het klooster gebruikt zal worden voor zijn ziel en het overige gegeven zal worden aan de persoon, die hij zal aanwijzen. Ghedaen int jaer als men screef Zinen incarnatie dartienehondert ende zestiene in Grote Vastenavonde. Oorspr. (Inv. no. 18). Met het zegel van het klooster en dat van den abt van ter Does, vader-abt en visitator van het klooster, in groene was; het laatste geschonden. N.B. Blijkens reg. no. 11 lag de Smale Hoeve in Monster. Gedrukt in Be Navorscher 1918 blz. 41. 5. 1816 Maart 2. Schepenen van den Haghe oorkonden, dat Jhan van der Wateringhe aan Ynwin Heyen den eigendom van een perceel land heeft gegeven in . Hetscamp, welk land deze vervolgens aan het klooster Loesdunen heeft gegeven. Ghegheven-in den jare ons Heren als men screef dusent driehondert ende zestiene des Dinxendaghes na Grote Vastenavont. Oorspr. (Inv. no. 9). Met een rest van het gemeene schepenzegel in groene was. N.B. In dorso staat: Haegh, XIX margen, III vierendeel honts mijn comende van Jan Omeloops. — Gedrukt in De Navorscher 1918 blz. 37. 8. 1816 Maart 18. Willaem, graaf van Henegouwen enz., geeft vidimus van den brief d.d. 1810 Mei 1 (zie reg. no. 8). Ghegheven in den Haghe Dónredaghes voir Midden Vasten int jaer ons Heren dusentich driehondert ende vijftiene. Oorspr. (Inv. no. 17). Het zegel van den oorkonder verloren. 7. 1820 Augustus 20. Willem, graaf van Henegouwen enz., geef t het klooster te Lausdunen een stuk veengrond aan de Zijtwinde tot brandstof. Ghegheven in den Haghe des Wonsdaghes na onzer Vrouwen dach alf Oestë int jaer ons Heren M°CCC° ende twintich. Gevidimeerd in den brief d.d. 1362 Mei 14 (zie reg. no. 14). 8. 1823 Januari 14. Arnoldus de Valewijc, proost van het klooster Campus Begis, en Hugo. de Scaldia, cureit van de parochiekerk in Haga, geven vidimus van den brief d.d. 1256 Januari 10 ((zie reg. no. 1). Anno mense et die primodictis (anno a navitate Domini M°CCC° vicesimo tercio mensis Januarii die decima quarta. Oorspr. (Inv. no. 4). Met de zegels der beide oorkonders in groene was, waarvan het eerste weinig, het tweede .zeer geschonden. 9. 1827 Maart 20. Haghe Uten Dale voegt bij de 6 pond jaarlijks, die Machtelt Dirx dochter van Tetroden, in leven zijn vrouw, schonk voor een kapelrie en verzekerde op het land oostwaarts van hun woning, nog 6 pond, verzekerd op zijn woning er erf. Ghegheven int jaer ons Heren dertienhondert ende zeven ende twintich des Vridaghes na sente Gheerden dach in Marte. Oorspr. (Inv. no. 76). Met de zegels van heer Heynric, pastoor van Monster, en Janne van Poyllanen in groene was, waarvan het eerste zeer, het tweede weinig geschonden. Met transfix d.d. 1330 October 12 (zie reg. no. 10). 10. 1880 October 12. Johannes, bisschop van Trajectum, keurt de schenking, vermeld in den brief d.d. 1327 Maart 20 (zie reg. no. 9) goed. Datum anno Domini Mmo CCCmo tricesimo feria sexta post beati Victoris. Oorspr. (Inv. no. 76). Het zegel van den bisschop verloren. N.B. In dorso staat: XII U tot een oapelrye te Monster. 11. 1832 Februari 29. Zveder, heer van Apecoude, ridder, verkoopt aan het klooster van Loesdunen de Smale Hove te Monster. Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ende twe ende dertich des Saterdaghës na sinte Mathijs' daghe. 1) Oorspr. (Inv. no. 36). Met restant van het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1524 » Januari 16 (zie reg. no. 97). 2) Gevidimeerd in bovengenoemd transfix. N.B. Gedrukt in De Navorscher 1917 blz. 526. 12. 1345 September 4. Clemens, paus, draagt aan den abt van het klooster van S. Aubertus te Cameracum de bescherming op van de kloosters der Cisterciënser orde. Datum Avinione II nonas Septembris pontificatus nostri anno quarto. Geïnsereerd in den brief d.d. 1451 November 8 (reg. no. 49). fiV'W N.B. Waarschijnlijk is Clemens VI bedoeld; Clemens V, " l.;''' die 5 Juni 1305 paus werd, vestigde zich eerst in Maart 1309 te Avignon. 13. 1355 Juni 80. Hertog Willem van Beyeren, graaf van Holland enz., herhaalt de schenking van een stoop wijn per week tot zangwijn, door zijn vader aan het klooster Loesdunen gedaan, met de bepaling dat, wanneer de wijn om eenige reden niet gegeven kan worden, het klooster daarvoor 12 penningen Hollandsch zal ontvangen. Ghegheven in den Haghe des Dinxendaghes na sinte Pieters ende Pouwels dach int jaer ons Heren MCCC vive ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 72). Met geschonden zegel van den oorkonder iri groene was. 14. 1862 Mei 14. Jan van Dordrecht, pastoor van Monster, en Heinric Hannaert, pastoor in den Haghe, geven vidimus van den brief d.d. 1820 Augustus 20 (zie reg. no.'7). Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert tsestich ende twee des Saterdaghes na sente Servacius' dach in Meye. Oorspr. (Inv. no. 37). De zegels der beide oorkonders verloren. N.B. In dorso staat: Copia van XXVII morgen IV hont op die Nyewe veen. Gedrukt in De Navorscher 1918 blz. 42. 15. 1381 April 2. Schepenen van Monster oorkonden, dat Gheryt Voircoep verkoopt aan Aernt Hughe zoon een rente van 40 schellingen jaarlijks, verzekerd op zijn huis en drie perceelen land. Int jaer ons Heren dusent driehondert een ende tachtich op den anderden dach in April. Gevidimeerd in den brief d.d. 1470 Februari 20 (zie reg. no. 63). 16. 1881 Juli 10. Schepenen van Monster oorkonden, dat Aernt Hughe zoon verkoopt aan vrouw Ghonde, non te Lausdunen, de rente, vermeld in den brief, waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heren dusent driehondert een ende tachtich des Woensdaghes nae sinte Martijns daghe translatio. 1) Oorspr. (Inv. no. 50). Het gemeen schepenzegel verloren. 2) Gevidimeerd in den brief d.d. 1470 Februari 20 (zie % reg. no. 63). N.B. Deze brief, welke dus oorspronkelijk door den thans verloren brief d.d. 1381 April 2 (zie reg. no. 15) was gestoken, is nu aan het vidimus (zie reg. no. 63) vastgehecht. 17. 1404 Augustus 10. Haedwy Jans dochter vermaakt aan het klooster van Lausdunen een rente van 50 schellingen jaarlijks uitl 1 hont land te Monster en haar inboedel, welke de erfgenamen met 12 pond Hollandsch kunnen lossen, voor welke schenking het klooster na haar dood eeuwig een memorie zal doen voor haar ziel. Ghegheven int jair ons Heren dusènt vierhondert ende vier op sinte Lauwerens' dach. Oorspr. (Inv. no. 51). Met het zegel van Pieter van der Zande, proost van Condé, in groene was. 18. 1406 Juli 6. Willem, paltsgraaf op den Eijn, hertog in Beyeren enz., neemt het klooster van Lausduuneusin zijn bijzondere bescherming en bevestigt de privilegies, die het -van zijn voorvaderen heeft ontvangen. Ghegheven in den Hage opten zesten dach in Julio int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende zesse. Oorspr. (Inv. no. 1). Het zegel van den oorkonder verloren. N.B. Dit stuk is beschadigd. 19. 1407 October 16. Pieter en Willem Dircs zoons van den Veen verkoopen aan heer Pieter van den Zande, proost van Condeyt, 8 hont land in het Westambacht van der Haghe,. Ghescreven op sinte Gallen dach int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seven. Oorspr. (Inv. no. 10). De zegels van Kerstant Roeien zoon en Pieter Potter Pieters zoon verloren. 20. 1416 December 6. Jan Aernts zoon en Dirc die Vysscher Florys' zoon, schepenen in Botterdam, oorkonden, dat Geryt van den Veen Aernts zoon verkoopt aan Lijsbet Jan Pieters zoons dochter 4Y2 morgen land in Berchpolre. Opten zesten dach in Decembri int jair ons Heeren dusent vierhondert ende zestien. Oorspr. (Inv. no. 16). De zegels der beide schepenen verloren. 21. 1421 Februari 22. Lijsbet Willems dochter verkoopt aan heer Gheryt van Zeyst al het land, dat zij van haar moeder geërfd heeft. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende twintich op sinte Pieters dach ad catedram. Oorspr. (Inv. no. 38). De zegels van heer Heynric Jans zoon, priester, en Jan van Oodshoern verloren. N.B. In dorso staat: Voorburch. 22. 1421 Maart 25. Phillips Phillips' zoon verkoopt aan Jan Heynric Dolen zoon 1 morgen 75 gaarden land in Wateringhe. / Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende eenentwintich bp onser Vrouwen dach annunciacio. Oorspr. (Inv. no. 40). Het zegel van Claes Uten Broec verloren. 23. 1422 Februari 24. Lijsbeth Jan Heynrics zoons weduwe verkoopt aan Dirc Aelbaernts zoon 1 morgen 75 gaarden land in Wateringhe. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende twee ende twintich op sinte Mathijs' dach apostel. Oorspr. (Inv. no. 40). Met het zegel van Willem Claes' zoon in groene was. 24. 1424 September 17. Dirc Colijns zoon verklaart schuldig te zijn aan Pieter Claes 'zoon een rente van 6 pond jaarlijks uit 9 morgen land in Monster. Int jair ons Heren M°CCCC° vier ende twintich op sinte Lambrechts dach. Óorspr. (Inv. no. 52). De zegels van Aernt van Camp en Jan Spiegel verloren. 25. 1425 Maart 24. Dirc Colijns zoon verkoopt aan Aernt Claes' zoon een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit 6% morgen land in Monster. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vive ende twintich op onser Vrouwen avont annunciacio. Oorspr. (Inv. no. 53). Met geschonden zegel van Aernt van den Kamp in groene was. N.B. Gedrukt in De Navorscher 1918 blz. 146. 26. 1426 April 7. Geryt die Puyer verkoopt aan Gonde Bertelmees Geryts zoons weduwe 1 hont land in Monster. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende twintich opten zevensten dach in Aperel. Oorspr. (Inv. no. 19). Met geschonden zegel van Aernt van Camp in groene was. 27. 1426 Juni 6. Heynric Jan Heynrix Dolen zoons zoon verkoopt als voogd van zijn broeder en zusters aan vrouw Baloghe van der Does, non te Lausdunen, 1 morgen land in Wateringhe. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende ses ende twintich op den sesten dach in der maent van Junio. Oorspr. (Inv. no. 41). Met het zegel van Willem Claes' zoon in groene was. 28. 1428 Juli 18. Symon Hubrechts zoon, Aernt Gheryts zoon en Jan Jacobsizoon, godshuismeesters van de kerk te Wateringhe, en Claes Symons zoon en Jan Jans zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, verkoopen aan Aernt Claes' zoon een rente van 8 schellingen Hollandsch jaarlijks, die zij hadden uit diens land. Int jair ons Heren MCCCC acht ende twintich op sinte Margrieten dach. Oorspr. (Inv. no. 65). Met het zegel van Ghijsbrecht Meynaerts zoon, cureit, in groene was; dat van Willem Claes' zoon verloren. N.B. In dorso staat: Erfrente in Wateringhe. — Gedrukt in De Navorscher 1918 blz. 144. 29. 1429 April 18. Notaris Heynricus Robbertus' zoon instrumenteert, dat heer Gherardus genaamd Zeist, kapelaan te Lausdunen, aan het klooster aldaar vermaakt zijn huis met erf te Voerburch, 2 morgen land te Zoeterwoude en 7 hont land in Aetscamp in Haghe ambacht en al zijn roerende goederen behalve zijn kleeren, die voor de armen zijn, op voorwaarde, dat het klooster voor hem en zijn ouders jaarlijks memorie en jaargetijde doen zal. Acta sunt hec in ecclesia collegiata sancti Adriani parochie de Naeldwijc sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno millesimo quadringentesimo vicesimo nono indictione septima mensis Aprilis die decima octava hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nos'tri domini-Martini pape quinti anno suo duodecimo). Oorspr. (Inv. no. 38). Met signatuur van den notaris. Het zegel van Gherardus Albertus' zoon van Naaldwijk verloren. 30. 1430 Maart 19. Aelwijn Dirx zoon verkoopt aan Aechte van Oestgheest, non te Lausdunen, 16 hont land in Wateringhe, eertijds aan zijn vrouw Alijt Jans dochter in huwelijk meegegeven. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende Gode ter eren dertich op den neghentienden dach der maent van Maerte. Oorspr. (Inv. no. 42). De zegels van Willem Claes' zoon van der Wateringhe en Jan van Kranenburch verloren. 31. 1481 Aprü 10. Willem Jans zoon en Jan Philips' zoon ruilen hun respectievelijke aandeelen in het land, dat zij samen bezaten aan weerszijden van de Hoelre watering ten Noorden van den Gantel. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende dertich op den tienden dach der maent van Aprelle. Oorspr. (Inv. no. 20). Met het zegel van Willem Claes' zoon, schout van Wateringen, in groene was. 32. 1481 Februari 2. Geryt Puyers zoon verklaart schuldig te zijn aan Heinric, zijn broeder, een rente van 1* pond Hollandsch jaarlijks uit zijn woning te Monster en uit zijn ouderlijk erfdeel. Gegeven op onser Vrouwen dach purificatio int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 54). De zegels van Jan van Yselstein en van Claes van Dyepenburch, baljuw in den Haag, verloren. Met transfix d.d. 1431 Juni 8 (zie reg. no. 33). 33. 1481 Juni 8. Florys Bruuyns zoon en Kerstant Copperts zoon verkoopen aan Willem Jans zoon de rente, vermeld in den brief d.d. 1431 Februari 2, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 82), welke rente door hun schoonvader Heynric Puyers aan zijn dochters is meegegeven. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende dertich des Vridaghes na sinte Bonifacius' dach. Oorspr. (Inv. no. 54). Met het zegel van Aernt van Kamp in groene was, dat van Jan van Kranenburch verloren. 34. 1482 September 10. Jan, Jacob en Katrijn, Pieters kinderen, verkoopen aan Willem en Ghijsbrecht Jans zoons 8 hont 10 gaarden land in Wateringhe. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twe ende dertich des Woensdaghes na onser Vrouwen dach nativitas. Oorspr.' (Inv. no. 43). Met het zegel van Willem Claes heer Jans zoons zoon van der Wateringhe, schout aldaar, in groene was. 35. 1488 Juni 12. Willem Florys' zoon geheeten Meyer verkoopt aan vrouwe Baloghe van der Does, priorin te Lausdunen, V>> morgen land in Wateringhe. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende drie ende dertich op den twalefsten dach in Junio. Oorspr. (Inv. no. 44). Met het zegel van Willem Claes' zoon, schout van Wateringen, in groene was. 36. 1483. Broeder Georgius, confessor van het klooster Lausdunen, doet getuigenis van een visioen, dat hij gehad heeft. 1483. Oorspr. (Inv. no. 77). N.B. In dorso staat, dat Heylwigis de Leek, twaalfde abdis , van het klooster, in 1431 Augustus 14, en Arnoldus ' Petrus' zoon Catwijc, confessor, 26 Mei 1510 is overleden. Gedrukt in Bijdr. tot de Gesoh. van het bisd. Haarlem, dl. XXXVI, bldz. 39. 37. 1484 April 5. < Dirc Jan Casus' zoon verkoopt aan het klooster Lausduynen 5 morgen land in het Westambacht van der Hage, waaronder 8 hont land, geheeten de Knoopstock, die hij in erfhuur had van de grafelijkheid van Holland. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende vier ende dertich opten vijften dach in April. Oorspr. (Inv. no. 11). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 38. 1487 Mei 27. Jan van Kranenburch geeft Philips Aernts zoon van Dam 3 morgen land in de Made te Monster, die deze van hem in leen hield, in eigendom. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seven ende dertich op den seven ende twintichsten dach der maent van Meye. Oorspr. (Inv. no. 21). Het zegel van den oorkonder verloren. Met transfix d.d. 1437 Mei 28 (zie reg. no. 39). 39. 1487 Mei 28. Philips Aernts zoon van Dam verkoopt aan het klooster van Lausdu. nen het land, vermeld in den brief d.d. 1437 Mei 29, waardoor deze gestoken is (zie reg. no, 38). Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seven ende dertich op den acht ende twintichsten dach der maent van Meye. Oorspr. (Inv. no. 21). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 40. 1437 Juli 18. Gheryt van Scuren verkoopt aan heer Gheryt van Zeyst, priester, en Willem Jans zoon drie perceelen land in Monster. Ghedaen int jaer ons Heren dusent vierhondert ende sevenendertich op den achtiensten dach der maent van Julio. Oorspr. (Inv. no. 22). Met het zegel van Aernt van Kamp, schout van Monster, in groene was. N.B. In dorso/staat: Monster, een lapgen lants comende van heer Gheryt van Zeyst. 41. 1439 Juli 1. Wouter van Mattenes verkoopt aan Ghijsbrecht Jans zoon 1 morgen land in Monster. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende neghen ende dertich des Woensdaghes na sinte Pieters ende Pouwel's dach apostolen in den somer. Oorspr. (Inv. no. 23). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 42. 1440 November 21. Claes Jans zoon verkoopt aan Pieter Bertolomees'zoon zijn huis met 41/* morgen land te sGravensand in het Nyewelant. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende viertich des Manendages na sinte Lijsbetten dach in Novembri. , Oorspr, (Inv. no. 8). Met de zegels van Huge Louwen zoon en Heynrick Bertholomees' zoon in groene was. 43. 1441 December 26. Aerndt van den Camp verkoopt aan Heynric van Groesbeeck een rente van 5 pond Hollandsch jaarlijks uit 5 morgen land in Monster. Gescreven op sinte Stevens dach deerste martelair int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 56). Met de zegels van Aerndt van den Camp, Harper TJten Broec en Aernt Hugen zoon in groene was, waarvan de twee laatste geschonden. 44. 1443 September 21. Geryt Bertelmees'zoon bewijst Jacob, zijn broeder, % van 2 morgen land te Monster. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende viertych op sinte Mathijs' dach. Oorspr. (Inv. no. 24). Met geschonden zegel van Aernt van den Camp, schout van Monster, in groene was. 45. 1448 Maart 2. Lijsbet Pieter Druuts dochter verklaart schuldig te zijn aan het klooster van Lausdunen een rente van 40 schellingen Hollandsch jaarlijks uit het land, dat zij bezit in Wateringhe. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende acht ende viertich op den derden dach der maent van Maerte. Oorspr. (Inv. no. 66). Met geschonden zegel van Aernt van den Kamp in groene was. 46. 1448 November 19. Egghebrecht van Kranenburch bevestigt, dat zijn vader, Jan van Kranenburch, aan het klooster van Lausdunen heeft gegeven het land, dat hij bezat in den Groten Kamp te Monster, met de bepaling, dat 40 schellingen van de jaarlijksche opbrengst gebruikt zouden worden voor een jaarlijksche mis voor zijn ouders en het overige voor een dergelijke mis voor hemzelf en zijn vrouw. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende acht ende viertich op sinte Elizabetten dach. Oorspr. (Inv. no. 25). Het zegel van den oorkonder verloren. 47. 1449 Augustus 17. Willem Willems zoon van Scylpoerde verkoopt aan heer Jacob van den Velde, confessor te Lausdunen, twee perceelen land te Monster, samen groot 20 hont. Int jaer ons Heren MIIIIc negen ende viertich opten seventiensten dach der maent van Augusto. Oorspr. (Inv. no. 26). Het zegel van Aernt van den Camp verloren. N.B. In dorso staat: XX honden co mende van heer Jacob van den Velde. 48. 1449 Augustus 23. Phillips die Bloot Odzier Hughen zoon verklaart schuldig te zijn aan het klooster van Lausdunen een rente van 9 schellingen Hollandsch jaarlijks uit 5 morgen land in Bijswijc. Int jaer ons Heren MCCCC ende XLIX op sinte Bertelmees' avont apostel. Oörspr. (Inv. no. 62). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 49. 1451 November 8. Johannes, abt van het klooster van' S. Aubertus te Cameracum, draagt aan Guilhermus Bont, deken van de kerk van S. Petrus te Lovanium, de uitvoering op van de bescherming, door paus Clemens verleend aan de kloosters der Cisterciënser orde volgens diens bul d.d. 1845 September 4, hierin gëmsereerd (reg. no. 12). Datum et actum Cameraci in dicto monasterio nostro anno Domini millesimo quadringestesimo quinquagesimo primo indictione quintadecima secundum modum scriben(|i in civitate et diocesi Cameracensi die vero Lune octava mensis Novembris pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Nicolai divina providencia pape quinti anno quinto. Geïnsereerd in den brief d.d. 1451 November 26 (reg. no. 50). 50. 1451 November 26. Wilhelmus Bont, deken van S. Petrus te Lovanium, gemachtigd door Johannes, abt van het klooster van S. Aubertus van de orde van S. Augüstinus te Cameracum, neemt het klooster Lausdunum in bescherming op verzoek van Luthgardis, abdis, en het klooster, onder aanhaling van den brief d.d. 1451 November 8 (reg. no. 49), hem door het klooster vertoond. Datum et actum Lovanii in domo habitationis nostre sub anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo primo indictione quarta decima die vero vicesima sexta mensis Novembris pontificatus prefati domini nostri domini Nicolai divina providencia pape quinti anno quinto. Oorspr. (Inv. no. 2). Met signatuur van den notatis Johannes Boels de Kempener. , 51. 1455 Juni 14. Wouter Ansems zoon van der Dussen verkoopt aan Geryt Dirx zoon een huis met 18 morgen land te sGravensande in het Nyeuwelant. Gegeven opten viertienden dach in Junio int jair ons Heren dusent vierhondert vive ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 8). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 52. 1455 Augustus 28. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Kerstijn Pieters dochter met Geryt Dircx zoon iy2 morgen land in het Westambacht van der Hage in Etscamp heeft geruild tegen % van een woning. Gescreven opten XXVIIIsten dach in Augusto int jair ons Heren MCCCC vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 12). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. Met transfix d.d. 1455 September 9 (zie reg. no. 53). 53. 1455 September 9. Geryt Dirx zoon, barbier, verkoopt aan het klooster van Lausdunen iy2 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1455 Augustus 28, waardoor deze gestoken is (reg. no. 52). Opten negenden dach in Septembri int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 12). Het zegel van den oorkonder verloren. 54. 1457 Januari 14. De schout van Voirburch oorkondt, dat Aelwijn Phillips' zoon schuldig is aan het klooster van Lausduynen een rente van 4 pond Hollandsch jaarlijks, waarvoor hij een huis en erf te Voirburch verbindt. Gegeven op sinte Ponciaens dach int jair ons Heren duysent vierhondert zeven ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 04). Met het zegel van Philips van Berge, schout, in groene was. Met transfix d.d. 1505 Juli 20 (zie reg. no. 93). 55. 1458 Juli 6. (Jan Schoelte en Walraiven Drake) oorkonden, dat (Margriet Blockschoenmakers) te Antwerpen aan het klooster te Lausduynen een rente van 2 pond jaarlijks heeft geschonken, die Cornelye Peter Claus' dochter gedurende haar leven gebruiken mag, wanneer zij non in dat klooster wordt, met de bepaling, dat de schenkster of haar nakomelingen de rente kunnen aflossen met den penning 16. Int jair ons Heren als men screef MCCCC ende achtenvijftich sesse daghe in Julio. Oorspr. (Inv. no. 08). Met de twee schepenzegels in groene was. N.B. Het stuk is zeer beschadigd; de namen van de oorkonders zijn bekend uit de zegels, terwijl de naam der schenkster is overgenomen uit Inv. Ontv. no. fi. In dorso staat, dat J pond van de rente afgelost is. 56. 1462 Februari 16. Schepenen van Monster oorkonden, dat Jacob Dircks zoon van Delffs zoon heeft verkocht aan Ghijsbrecht Jans zoon de helft van 4 morgen land aldaar in den Poeldijck. Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tsestich op den sestienden dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 27). Met het gemeen schepenzegel in groene was. 57. 1464 April 18. Cornelys Gheryts zoon verkoopt aan Mouwerin Jans zoon een rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks uit 4% morgen land in Monster, losbaar met den penning 10. Int jaer ons Heeren duysent vierhondert vier ende tsestich opten achtiensten dach in April. Oorspr. (Inv. no. 59). Met het zegel van Willem Pieters zoon in groene was. Met transfix d.d. 1499 Februari 13 jSgpK (zie reg. no. 83). 58. 1464 Juni 23. Jacob Bossaert van Belle verkoopt aan Dammas Zijsman Pieters zoon 4% morgen land te Monster. Opten drie ende twintichsten dach van Junio int jaer ons Heren MCCCC vier ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 2 •). Met de zegels van Geryt Bairtout van Eemskerck, baljuw van Delfland, en Jan Duycker in groene was. 59. 1465 Februari 26. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Aems zoon verkoopt ' >,*- 13 aan Corneïys Aems zóón 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit 9 morgen land in den Zechbroeck. Gescreven opten XXVIsten dach in Februario int jaer ons Heeren MCCCC vijf ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 48). Het gemeen schepenzegel verloren. Met twee transfixen d.d. 1524 April 8 (reg. nos. 98 en 99). N.B.In dorso staat: Bit hout van die renten tot Heyckenduynen in Pieter van Bosch woninck. 60. 1465 April 25. Het Hof van Hollant handhaaft het klooster van Loosduynen in het gebruik van een stuk veengrond, daaraan geschonken door graaf Willem van Henegouwen in 1820, welk gebruik de hertog van Bourgongiën, graaf van Hollant, het wil ontnemen. Opten XXVen dach van Aprille int jaer duysent CCCC vijf ende tsestich nae Paesschen. . Oorspr. (Inv. no. 37). Het zegel verloren. 61. 1467 Juli 12. Schepenen van Monster oorkonden, dat Dammaes Sijsman Pieters zoon verkocht heeft aan Machtelt Hauwen en Fy van der Boockhorst, jonkvrouwen van Lausdunen, 1% morgen land aldaar, vermeld in den brief, waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende tsestich opten twalefsten dach in Julio. Oorspr. (Inv. no. 29). Het gemeen schepenzegel verloren; eveneens de brief, waardoor deze gestoken was. N.B. In dorso staat, dat Sophya van der Boekhorst uit dit land jaarlijks 2£ pond Hollandsch heeft, welke zij aan Eva van der A heeft overgedragen om haar leven lang te gebruiken, na wier dood ze aan de memorie van Loi sdu.nen zullen komen. Het land heeft dezelfde grenzen als dat, vermeldt in no. 58, en zeer waarschijnlijk is dat de brief, waardoor deze gestoken is geweest, doch dan moet in een der beide de maat van het land verkeerd zijn opgegeven. 62. 1468 April 6. Schepenen van Monster oorkonden, dat Kerstant Bertelmees' zoon in erfhuur heeft gegeven aan Claes Harmans zoon 6 morgen land aldaar tegen 4% pond jaarlijks. Int jaer ons Heren MCCCC achtentsestich opten sesten dach in April. Oorspr. (Inv. no. 60). Het gemeen schepenzegel verloren. Met twee transfixen d.d. 1524 April 8 (zie reg. nos. 100 en 101), waardoor aan dezen brief is vastgemaakt een brief d.d. 1480 Maart 1 (zie reg. no. 68). 63. 1470 Februari 20. Schepenen van Monster geven vidimus van de brieven d.d. 1881 April 2 en 1381 Juli 10 (reg. nos. 15 en 16). Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tseventich op den twintichsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 50). Het gemeen schepenzegel verloren. Hieraan is vastgehecht de brief d.d. 1381 Juli 10 (reg. no. 16). 64. 1474 September 20. De officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum admitteert Egidius Wouterus' zoon tot de vaceerende kapelanie in het klooster te Lausdunum, gesticht door Johannes Ommeloop, volgens voordracht van jonkvróuw Beatrice van der Stale, abdis van genoemd klooster en patrones der kapelanie. . Datum anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quarto feria tercia post festum sancti Lamberti. Oorspr. (Inv. no. 14). Met het dienstzegel van den provisor en deken van Delfland in groene was, dat van den officiaal verloren. N.B. Het stuk is zeer beschadigd, zoodat de aanhef van den brief is aangevuld uit Inv. Ontv. no. 6. 65. 1477 Januari 17. Egbert Claes de Verwers zoon verkoopt aan Arlewijn Vrancken zoon 2 morgen 85% roede land in Monster. Gescreven opten XVIIen dach in Januario int jair ons Heren dusent vierhondert zes ende tseventich na loop tsHoofs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 30). Met de zegels van Pieter Geryts zoon, schout van Wateringen, en van Jan Duker in groene was. 66. 1477 December 3. Schepenen van Monster pachten het klooster van Lausdunen 4 pond 8 schellingen 5 penningen Hollandsch jaarlijks toe, verzekerd op 5 morgen 5 hont land aldaar, wegens achterstallige rente. Gescreven ende gepacht op den derden dach in December int jaer ons Heren duysent vierhondert seven ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 55). Het gemeen schepenzegel verloren. N.B. In dorso staat, dat jonkvrouw Lyele Borchgrave deze rente yan het klooster gekocht heeft tegen eenige zielmissen. Het zegel van Beatrix van der Stale, abdis, bedoeld voor het in dorso geschrevene, verloren. 67. 1478 December 11. Jan Geryts zoon verkoopt aan Arlewijn Vrancken zoon 7% morgen land in Monster in den Pueldijc. Gescreven opten Xlen dach in Decembry int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 30a). Met geschonden zegel van Jan Geryts zoon in groene was. 68. 1480 Maart 1. Schepenen van Monster oorkonden, dat Katherijn Bartholomees' zoons weduwe in erfhuur heeft gegeven aan Claes Harmans zoon de helft van 6 morgen land tegen 2 pond 5 schellingen jaarlijks, van welk land genoemde Claes de andere helft bezit. Int jaer ons Heren dusènt vierhondert ende tachtich op den eersten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. no. 60). Het gemeen schepenzegel verloren. Door twee brieven d.d. 1524 April 8 (zie reg. nos. 100 en 1C1) is deze brief vastgemaakt aan dien d.d. 1468 April 6 (zie reg. no. 6.). 69. 1480 Augustus 8. Aernt Jacobs zoon, koster te Monster, verklaart schuldig te zijn aan het klooster van Lausdunen 26 schellingen 8 penningen Hollandsch jaarlijks uit zijn huis met erf te Monster. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tachtich op den derden dach in Augusto. Oorspr. (Inv. no. 57). Met de zegels van Pieter Geryts zoon en Jan Duker in groene was. N.B. In dorso staat: Mechtelt van der Boechorst reyntebrief. 70. 1482 Januari 29. Dirck Willems zoon verkoopt aan de weeskinderen van Cornelis Gherrits zoon, Willem Willems zoon, Martijn Hughen zoon en Ymme Jan Phillips' zoon ieder % van 8 hont land in Monster. Ghedaen int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tachtich opten neghen ende twintichsten dach in Januario. Oorspr.' (Inv. no. 31). Met het zegel van Gherrit die Burchgrave, baljuwen sohoutvanNaald wijk, in groene was. N.B. Het stuk is beschadigd. 71. 1482 Juli 20. Jacop Suys, pastoor van Voirburch, en Geertruyt Jaceps dochter verkoopen aan Aernt die Bruyn 6 morgen land in Zueterwoude in Tegelre brooc tusschen de Vliet en de Goe. Gedaen den XXen dach in Julio int jair ons Heeren MCCCC twee ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 46). Met de zegels van Dammaes Sijsman Pieters zoon en Willem Storm Geryts zoon in groene was. 72. 1484 September 25. Heylwy Dircx dochter verkoopt aan Arlewijn Vrancken zoon 27 roeden land in Monster. Geschreven opten XXVen dach in Septembri int jaer ons Heeren MCCCC vier ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 32). Met de zegels van Bertout Nagel Bartouts zoon en mr. Jan van Velde, rentmeester der memorie te Coninxvelt, in groene was. 73. 1487. Maart 28. Willem van Bosschuysen, ridder, baljuw van Bijnlant, verkoopt aan Pieter Geryts zoon 2 morgen land in Monster. Int jair ons Heren duysent vierhondert seven ende tachtich opten acht ende twintichsten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. no. 33). De zegels van den oorkonder, Arlewijn Francken zoon, baljuw van Naaldwijk, en Dirc Willems zoon, schout van Monster, verloren. N.B. In dorso staat: II morgen, gecocht van Pieter Gheryts zoon, scout, om XX %6 gr. 74. 1487 Mei 28. Claes Airents zoon verkoopt aan Adriaen Geryts zoon een rente van 1/5 Bijnschen gulden jaarlijks uit 8 hont land in Monster. In den jair doen men schreef MCCCC ende LXXXVII den XXVIII dach in Meye. Oorspr. (Inv. no. 58). Met de zegels van Pieter Geryts zoon en Jan Duyker in groene was, waarvan het eerste geschonden. 75. 1491 Maart 6. Jan Symons zoon, Jan Ghijsbrechs zoon en Claes Gheryts zoon, kerkmeesters van de kerk te sGravensande, verkoopen aan de abdis van het klooster van Loosduynen een rente van 21 groot jaarlijks uit 2 morgen land en een van 9 uit 8 hont 10 gaarden, alles gelegen te Waterynghe en toebehoorende aan de abdis. Opten sesten dach in Maerte in den jaere ons Heeren dusent vierhondert een ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 67). Met geschonden stadszegel in groene was. 76. 1491 April 16. Ewout Geryts zoon verkoopt aan Pieter Cornelys' zoon 1 morgen land in ïedingerbrouck tusschen den Vlyetwech en de Goe. Opten XVIen dach in April int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende tnegentich. Pff»| Oorspr. (Inv. no. 47). Met de geschonden zegels van Claes Jacoppijns zoon en Louwerys Henrycx zoon in groene was. 77. 1492 Juli 26. Notaris Cornelius Cornelius' zoon instrumenteert, dat Elizabeth van der Oom afstand doet van de rechten, haar door het klooster Loosduynen toegekend volgens een contract, waarbij zij van dat klooster den eeuwigen kost koopt. Acta sunt hec.in Haga Comitis in domo habitationis Johannis mitten Kynderen sub anno indictione mense die hora loco et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadryngentesymo nonagesimo secundo indictione decima die vero vicesima sexta mensis Julii hora septima vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri Innocentii divina providencia pape octavi anno octavo). Oorspr. (Inv. no. 73). Met signatuur van den notaris Cornelis Cupere de Goeree. N.B. In dorso staat: Quijtsceldinge Lijsbeths van der Haer. 78. 1494 Januari 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Pieter Bertouts zoon verkoopt aan den confessor te Loosduynen 3/5 van 5 morgen land in het Westambacht aldaar. Gescreven opten XXIIIsten dach in Januari int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 13). Met gemeen schepenzegel in groene was. 79. 1494 Februari 21. Schepenen in Monster oorkonden, dat Marijtgen Adriaen Geryts zoons weduwe met haar dochters verkoopt aan het klooster van Lausdunen Ys van 4 morgen land aldaar. Gescreven ende gegeven opten een ende twintigsten dach in Februario int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende tnegentich. Oorspr. (Inv. no. 34). Met gesehonden gemeen schepenzegel in groene was. 80. 1495 Maart 20. Schepenen van Monster oorkonden, dat Kathrijn Jan Storms zoons weduwe verkoopt aan het klooster van Lausdunen 18 hont land aldaar. Gescreven ende gegeven opten twintichsten dach in Marte int janons Heren dusent vierhondert vijf ende tnegentigh. Oorspr. (Inv. no. 35). Het gemeen schepenzegel verloren. 81. 1497 Maart 7. Notaris Adrianus Johannes' zoon de Heyda instrumenteert, dat Ludowicus Willemair de wegens overlijden van Hugo de Ruven vaceerende vicarie, waarvan de abdis van Lausdunen collactrix is, en waarop hij aanspraak maakt krachtens een begiftiging door keizer Maximiliaan, aanneemt met de verklaring, dat, wanneer de vicarie hem niet rechtens blijkt toe te komen, zijn recht tot het vervullen van andere vicarieën onverkort blijft. Acta sunt hec acoeptatio scilicet et protestatio in choro circa summum altare monasterii seu cenobii antedicti, insinuatio vero et inhibitio in camera collocutionis huiusmodi monasterii sub anno indictione mense die hora pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo nonagesimo septimo indictione decima quinta die vera septima mensis Martii hora missarum vel quasi pontificatus sanctissimi in. Cristo patris ac domini Alexandri divina providentia pape sexti anno suo quinto). Oorspr. (Inv. no. 75). Met signatuur van den notaris. 82. 1497 Juni 22. Notaris Cornelius Aulmus' zoon de Beverwijck instrumenteert, dat Jacobus Merman en Ludovicus Willemeir hun geschil over de door overlijden van Hugo de Ruven vaceerende vicarie, welke geïncorporeerd is in het klooster St. Agnes te Haga, ter beslissing hebben opgedragen aan Martinus de Brielis, decretorum doctor, en Johannes Wilhelmus' zoon, rector van het klooster St. Anna te Delff, als arbiters, welke uitspraak doen ten gunste van eerstgenoemde met de .bepaling, dat aan Ludovicus Willemeir 5 pond Vlaamsch gegeven zal worden door de kloosters Lausdunen en St. Agnes te Haga. Acta sunt hec in oppido Delffensi in domo habitationis rectoris domus Sancte Anne predicte sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo septimo indictione decima quinta mensis vero Junü die vicesima secunda hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo'patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno quinto). Oorspr. (Inv. no. 75). Met signatuur van den notaris. 83. 1499 Februari 18. Schepenen van Monster pachten Zybrant Eoelen zoon als gemachtigde van Myselair toe, wegens zekere achterstallige penningen, 7 stuivers jaarlijks, verzekerd op het land, vermeld in den brief. d.d. 1464 April 18, waardoor deze gestoken is (reg. no. 57). Int jair ons Heren duyssent vierhondert negen ende tnegentich opten XlIIen dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 59). Met geschonden gemeen schepenzegel in groene was. Met transfix d.d. 1501 April 14 (reg. no. 87). 84. 1500 April 25. Willem Jans zoon van Bergen oorkondt, dat Geerlof Symons zoon verkoopt aan Pieter Cornelys' zoon 1 morgen land in Zoeterwoude in den Broock tusschen de Vlyet en de Goede. Int jaer ons Heren dusent vijffhondert den XXVsten dach in Apryl. Oorspr. (Inv. no. 47). Het zegel van Willem Jans zoon van Bergen, schout van Nieuweveen, verloren. 85. 1500 December 14. Baerte Jan Hugen zoons weduwe verkoopt aan het klooster van Lausdunen 2 morgen land in Zueterwoude in Tegelrebrooc. Gedaen den viertienden dage in Decembri in den jare ons Heren dusent vijfhondert. Oorspr. (Inv. no. 45). Met het zegel van Willem Jans zoon van Bergen, schout van Nieuw veen, in groene was. 86. 1501 Maart 10. Ewout Jans zoon verkoopt aan Peter Cornelis' zoon 2 morgen land in Zoeterwoude in Tegelrebroec tusschen den Vlyetwech en de Goe. Gedaen den thienden dach in Marte in den jaer ons Heren dusent vijfhondert ende een. Oorsjjr* (Inv. no. 47). Het zegel van Willem Jans zoon van Bergen, schout van Nieuweveen, verloren. 87. 1501 April 14. Schepenen van Monster oorkonden, dat Pieter Cornelis' zoon verkoopt aan IJsbrant Boelen zoon als gemachtigde van Myselair een rente van 8 stuivers jaarlijks uit het land, vermeld in den brief d.d. 1499 Februari 18, waardoor deze gestoken is (reg. no. 83). Int jair ons Heren duysent vijffhondert ende een opten XlIIten dach in Aprili. Oorspr. (Inv. no. 59). Met geschonden schepenzegel in groene was. 88. 1502 Februari 10. Hubrecht Philips' zoon verkoopt aan het klooster te Lausdunen een rente van 4 pond Hollandsch jaarlijks uit 5 morgen land 'in Voirburch. Opten thienden dach in Februario in den jare ons Heren dusent vijfhondert ende twee nae scriven sHoofs van Utrecht. Oorspr. (Inv. no. 63). Met het zegel van Dierick Reyers zoon, schout van Voorburg, in groene was. 89. 1503 April 30. Deken en kapittel van de St, Gillis' kerk te Abbenbrouck verklaren schuldig te zijn aan het klooster van Loosduynen een erfrente van 15 schellingen Vlaamsch jaarlijks. Gedaen int jaer ons Heren duuysent vijffhondert ende drie den (lesten dach in) Aprili. Oorspr. (Inv. no. 69). Met geschonden zegel van het kapittel in roode was. N.B. Het stuk is zeer beschadigd en de tusschen ( ) ge* plaatste woorden zijn ingevuld uit Inv. Ontv. no. 6. 90. 1504 September 28. Het Hof van Holland verleent akte van willige condemnatie aan mr. Jacop van Almonde, raad in genoemd Hof, voor de lijfrente van 20 pond jaarlijks, sprekende op de stad Alcmair, die hij heeft getransporteerd op zijn dochter Marijtgen, non in het klooster te Loosduynen. Int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende vier (opten XXVIIIen dach) in Septembri. Oorspr. (Inv. no. 70). Met het zegel van het Hof in roode was. N.B. Het stuk is zeer beschadigd en de tusschen ( ) geplaatste woorden zijn ingev21d uit Inv. Ontv. no. 6. 91. 1505 Juni 24. Phillips, koning van Castillen enz., verkoopt aan het klooster te Losduynen, bij advies van den Grooten Raad der ridders van het Gulden Vlies, den tresorier-generaal en andere luiden der financiën, een erfhuur van 86 schellingen jaarlijks uit een perceel land, geheeten de Knokstock en het klooster toebehoorende, 2% morgen 57 roeden land, gelegen op de voornoemde Knockstock, en een erfhuur van 2 pond 2 schellingen 10 penningen, die het klooster hem schuldig is uit 2 perceelen land in het Oude en Nieuwe landt te sGravesandt, alles met recht van wederinkoop. Ghegheven in ons leegher voor Aernhem den XXIIIIen dach in Junio int jaer ons Heren duyst vijfhondert ende vive ende van ons rijck deerste. Oorspr. (Inv. no. 14). Het zegel van den koning verloren. N.B. In dorso hét interinement van den tresorier-generaal der domeinen en financiën en van de Rekenkamer in den Hage, d.d. 1505 Juni 25. 92. 1505 Juni 80. Symon Longin, raad en ontvanger-generaal der financiën van den koning van Castille, erkent ontvangen te hebben van het klooster te Loosduynen 200 pond 19 schellingen 7 penningen Vlaamsch, als koopsom voor zekere erfhuren. Le dernier jour de juing 1'an mil Vc et cincq. Oorspr. (Inv. no. 14). Het opgedrukt signet van financiën verloren. Met de handteekeningen van J. Lauweryn en S. Longin en de door dezen gestelde ndeiteekening des konings. 93. 1505 Juli 20. Jacob Jacobszoon verkoopt aan het klooster van Lausdunen een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks, verzekerd op zijn woning, omdat de rente, vermeld in den brief d.d. 1457 Januari 14, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 54), zoozeer is opgeloopen, dat hij haar niet meer betalen kan. Opten twintichsten dach in Julio int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende vijff. Oorspr. (Inv. no. 64). Met het zegel van heer Philips Henrics zoon, pastoor te Voorburg, in groene was. 94. 1505 November 26. Jan Eoe Geryts zoon en Gielis Hugen zoon, schepenen in Delf, oorkondên, dat Eeyme, vrouw van Cleyman Pieters zoon. verkoopt aan het klooster van Lausduynen, de helft van 6 morgen land, gelegen in het Abtsrecht, waarvan het klooster de andere helft reeds bezit, en dat Oleyman Pieters zoon het alles verkoopt, wat hij, als man van Böym, geërfd heeft van mr. Jan Vleet, haar oom. Gedaen int jair ons Heren MCCCCC ende vijf opten XXVI dach in Novembri. Oorspr. (Inv. no. 7). Met de zegels in van de oorkonders in groene was. 95. 1509 Mei 17. Broeder Johannes, abt van het klooster Campus, door Jacobus, , abt van Cistercium, belast met de visitatie van het klooster Lausdunum, oorkondt, dat Katharina de Dussen, in tegenwoordigheid van de priors van de kloosters Mons Domine nostre in Yselsteyn en Vetus Campus, tot abdis van Lausdunum is gekozen wegens overlijden der abdis Eva de Aa. Acta sunt hec in monasterio Lausdunensi anno mense die quibus supra (anno Domini millesimo quingentesimo nono septima decima die mensis Mai). Oorspr, (Inv. no. 3). De zegels van broeder Johannes, den / prior van IJselstein en het klooster Locsduinen verloren. Met transfix d.d. 1510 Maart 7 (zie reg. no. 96). 96. 1510 Maart 7. Broeder Petrus, prior van Cistercium, vicaris, bevestigt, gemachtigd door Jacobus, abt aldaar, de keuze van Katherina de Dussen tot abdis van het klooster te Lausdunum, vermeld in den brief d.d. 1509 Mei 17, waardoor deze gestoken is (reg. nó. 95). Datum Cistercii .... die septima mensis Marcii anno Domini millesimo quingentesimo nono. Oorspr. (Inv. no. 3). Het conventszegel verloren. 97. 1524 Januari 16. Nicasius Anthonis' zoon, schout, en gerecht van Monster geven voor het geding van de abdis tegen de gasthuismeesters van Hairlem vidimus van den brief d.d. 1832 Februari 29, waardoor deze gestoken is (reg. no. 11). Int jair ons Heeren duysent vijffhondert vier ende twintich den sestyensten dach in Januario. Oorspr. (Inv. no. 36). Het gemeene schepenzegel verloren. 98. 1524 April 8. Bouwijn Jans zoon, schout van Wassenair en Zuydwijck, oorkondt, dat de kerkmeesters: Aernt Boenen zoon, Heynrick Ghijsbrechs zoon van Veen, oude Aernt Gerits zoon op Haesbroock en Jan Dirck Gerits zoon hebben geruild met het klooster Loosduynen de rente, vermeld in den brief d.d. 1465 Februari 26, waardoor deze gestoken is (reg. no. 59). Gedaen int jaer ons Heren duysent vijffhondert vier ende twintich opten achtsten dach in April nae Paeschen dit jaer. Oorspr. (Inv. no. 48). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1S24 April 8 (reg. no. 99). 99. 1524 April 8. Jacob Dirx zoon, pastoor van Wassenaer, geeft de kerk aldaar toestemming tot den ruil, vermeld in den brief d.d. 1524 April 8, waardoor deze gestoken is (reg. no. 98). In den jaer ons Heren duysent vijffhondert vier ende twintich opten achsten dach in April nae Paeschen dit jaer. Oorspr. (Inv. no. 48). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 100. 1524 April 8. Bouwijn Jans zoon, schout van Wassenaer en Zuydwijck, oorkondt, dat de kerkmeesters.aldaar met het klooster van Loosduynen 'hebben geruild de rente van 25% stuiver jaarlijks uit de woning met land van Claes Harmans zoon, vermeld in de brieven d.d. 1468 April 6 en 1480 Maart 1, waardoor deze gestoken is (reg. nos. 62 en 68), tegen een perceel land in Zuydwijck. In den jaere ons Heren duysent vijffhondert vier ende twintich opten achsten dach in April na Paesschen dit jaer. Oorspr. (Inv. no. 60). Met geschonden zegel van den schout in groene was. 101. 1524 April 8. Jacob Dirks zoon, pastoor te Wassenaer, geeft de kerk van Wassenaertoestemming tot den ruil van de renten, vermeld in den brief d.d. 1524 April 8, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 100), te weten 1 pond 14 schellingen Hollandsch. In den jaere ons Heren duysent vijffhondert vier ende twintich opten achten dach in April nae Paesschen dit jaer. Oorspr. (Inv. no. 60). Met geschonden zegel van den pastoor in groene was. 102. 1589 September 80. Schepenen van Monster oorkonden, dat Ewoutgen, weduwe van Robbrecht Huygen zoon en vrouw van Pieter Dircks zoon, verkoopt aan het klooster van Loesduynen een rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks, waarvoor zij verbindt 16 morgen land en een huis met erf aldaar. Int jaer ons Heren XVc negen ende dertich den laatsten flaeh van September. Oorspr. (Inv. no. 61). Het ambtachtszegel verloren. 104. 1540 Juli 26. ■ Adriaen Claes' zoon, schout van den Hooghen Veen, verkoopt aan Ariaen Jacops zoon en Pieter Jans zoon een lijfrente van 3 carolusguldens 's jaars, gaande uit zijn woning met toebehooren aldaar. Gedaen op sessentwintichsten dach van Julius int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 49). Het zegel van den oorkonder verloren. 105. 1557 September 20. Notaris Cornelis van der Capellen in den Haege instrumenteert, dat heer Jan Floris' zoon van Colster, priester, aan zijn zuster Agnese, non in het klooster van Loesduyne, een lijfrente van 4 pond Vlaamsch jaarlijks heeft geschonken. In den jaere indictie maent pausdoms ende keyserijck als boven (in den jaere duysent vijffhondert zevenenvijftich in die vijfthienste indictie des Maendaechs den twintigsten dach van der maent van September spausdoms onser allerheylichste vaeder in Gode onzen heer heer Paulus die vierde Eoomsche paeus van die naam int derde jaer zijnder coronatie regierende onsen goedertierenste heere Caerle die vijfde Roomsche keyser van dien naeme int negenentwintichste jair sijnder coronatie. Oorspr. (Inv. no. 66). Met signatuur van den notaris. 106. 1568 Juli 8. ' Jacob van Dorp en Adriaen van de Velde, schepenen in den Hage, oorkonden, dat pater, priorin en sub-priorih van het klooster van St. Agnyet te Delft verkoopen aan het klooster Loosduynen 1 morgen land in het ambacht van der Hage in West-Escamp. Opten achtsten dach Juli anno XVc acht ende tzestich. Oorspr. (Inv. no. 13). De zegels der beide schepenen verloren. HET KLOOSTER MARIA MAGDALENA IN BETHANIË TE 's GRAVENZANDE. INLEIDING. In de eerste helft der 13de eeuw werd door de graven van Holland in hun residentie 's-Gravenzande een gasthuis gesticht om als logement te dienen voor zwervers. Het reglement*) spreekt van een hospitalium pro reysantibus in Zeelandia '), waar men slechts één nacht onderdak kon vinden en bij storm hoogstens twee; wie aldaar ziek werd, moest worden geëvacueerd naar Delft of den Haag. Aan het hoofd stonden 2 gasthuismeesters, die tevens het beheer der inkomsten hadden. In het begin der 15e eeuw schijnen zij dit verwaarloosd en de • gelden voor andere doeleinden besteed te hebben. De Eegulieren van St. Hieronymusdal teDelft maakten hiervan gebruik door zich tot Philips den Goede te wenden, wijzend op dit wanbeheer, met verzoek hun die inkomsten te schenken tot het stichten van een klooster hunner orde te 's-Gravenzande. Waarschijnlijk is hun aandacht juist op dit gasthuis gevallen,' doordat een hunner conventualen in 1404 door den graaf begiftigd werd met de kapelanie op het altaar der Heilige Maagd en St. Anna in het gasthuis. Den 24sten April 1427 droeg hertog Philips als ruwaard van Holland deze inkomsten over, op voorwaarde, dat de Eegulieren het gasthuis met 8 bedden in stand zouden houden. Den 3den December 1427 verhief bisschop Zwedee van Utrecht het huis tot een klooster der orde van Eeguliere Kanunniken van St. Augustinus met bevestiging van deze overdracht. De stad scheen een overdracht door den ruwaard niet voldoende te achten, want in Augustus had zij zich tot gravin Jacoba — in 1427 in naam nog de landsvorstin — gewend om deze overdracht te bewerkstelligen. Zonder echter dit antwoord af te wachten, gaf het stadsbestuur in November zijn toestemming tot het oprichten van dit klooster, waarbij het aan zich houdt de benoeming van de gasthuismeesters J) Zie het cartularium (Inv. no. 5) fol. XVI verso. 2) Met Zeelandia zal natuurlijk niet bedoeld zijn het graafschap Zeeland, maar een gebied in de omgeving van 's-Gravenzande. Misschien heette wel a'dus het eiland, waarop 's-Gravenzande is ontstaan. (Zie „de Masemude" van Dr. A. A. Beekmak in Tijdschr. v. h. Kon. Ned. Aardrijksk. Oenootsch. 2e Ser. dl. XXXVI afl. 3). In de 14de eeuw komt te 's-Gravenzande de naam Zeelander of van Zeeland herhaaldelijk voor en is ook wel sprake van Zeelandersland. In het request om secularisatie of verhuizing, vermeld in Bijdr. bisd. Haarl. XXV 371 beklagen de broeders zich, wenschende bevrijd te worden van de landloopers en vagebonden, die hen, „als niet wijt van de Zeelant leggende", dagelijks lastig vallen. uit de poorters. Eerst in Februari 1488 gaf Jacoba haar toestemming, in haar . antwoord sprekend, alsof nog geen klooster tot stand ware gekomen. De Regulieren uit Delft echter onder hun conventuaal Nicolaus THOMAs'zoon, betrokken, steunend op de bovengenoemde bisschoppelijke bevestiging, dadelijk het nieuwe klooster. Het beheer der gasthuisgoederen schijnt er nadien niet beter op geworden te zijn, want inl489werd naast het klooster Bethanië ook dat van Syon door den bisschop gemachtigd tot de beschikking over de inkomsten. Het gasthuis stond ten Noorden achter de kerk, op een terrein van 4% morgen ; ten Oosten daarvan werd het klooster gebouwd buiten de bebouwde kom, waardoor verklaard wordt, dat in de stukken afwisselend sprake is van het klooster'binnen en buiten 's- Gravenzande. Voor het klooster, achter de kerk, lag het bagijnhof, dat zoo nauw aan het gasthuis grensde, dat het paterhuis van het eerste met een verdieping over het terrein van het gasthuis uitstak. De onderlinge ligging dezer gebouwen blijkt duidelijk uit de kaarten in de beide kaartboeken (Inv. nos. 6 en 7), waar men ook een indruk krijgt van den omvang der kloostergebouwen met een ruim binnenhof en de kapel. Deze nabijheid, maar misschien nog meer de rijke inkomsten van het bagijnhof gaven aanleiding, dat reeds in 1428 de prior een poging deed — doch tevergeefs — om het bagijnhof onder zijn bewind te brengen. Nadat het klooster zich in 1437 had weten los te maken van de parochie, waarbij het het recht kreeg een eigen kerk en kerkhof te hebben, stelde het zich in 1444 onder het kapittel van SyonJ). In het midden der 16de eeuw werd het klooster der Cellezusters te Brielle en der Begularissen te Bijswijk door den bisschop van Utrecht onder het toezicht van den prior van Bethanië gesteld2). Behalve het zegel van het convent, dat o.a. voorkomt aan het charter, vermeld regest no. 176, gebruikte ook de prior een apart zegel (zie reg. no. 159). Hoewel het klooster vermogend was — zijn landerijen brachten jaarlijks 1500 carolusguldens*) op — begon het in de 16e eeuw te kwijnen, voornamelijk door de geleidelijke ontvolking, een gevolg van het uitzenden van conventualen als biechtvaders e.a. naar vrouwenkloosters — er waren nog 7 broeders in het convent en 6 elders4), — zoodat omstreeks 1560 het zich tot den koning wendde, met een verzoek om geseculariseerd te worden5) en te mogen verhuizen. Ditwerd echter afgewezen. Bij de hervorming schijnt het convent het klooster te hebben verlaten en naar Delft (Syon?) te zijn gegaan, doch in 1572 beklaagde de stad 's-Gravenzande zich bij den Prins, dat-de conventualen aldaar nog immer pachten en renten inden 6). Zooals elders werden ook hier ten slotte de goederen door de Staten in beslag genomen en gesteld onder een ontvanger. Aangezien het klooster in dien tijd ongeveer 52 gezinnen te 's-Gravenzande ondersteunde en deze thans ten laste der stad kwamen, werd bij akte7) van20 Februari 1580,het gasthuis benevens de goederen van het bagijnhof aan de stad gegeven, op voorwaarde, dat zij de 7 overgebleven conventualen zou onderhouden. Het gasthuis is tot het begin der 19de eeuw door de stad geëxploiteerd en stond onder beheer der Heilige-Geestmeesters; in 1806 is het afgebroken. Volgens Junius 8) waren in 1575 de kloostergebouwen nog in wezen; de kloosterhof, ') Römer a.w. I 391. s) Bijdr. bisd. Haarl. XXV 366. 3) Bijdr. bisd. Haarl. XXV 373. 4) Oud-Archief der Oem. 's-Gravenzande no. 86. . 6) Bomer, a.w. I 659. c) Bijdr. bisd. Haarl. XXV 371 noot 1. ') Oud-Archief der Gem. 's-Gravenzande no. L ») Bat Hist 302 groot a morgen i nont, wera geKocnt apor adeiaen jjuyck, rekenmeester van Holland. Later zijn de gebouwen afgebroken en is ter plaatse een buitenplaats Vreeburg gebouwd, waarvan de boomgaard nog over is. De meeste stukken bevinden zich van ouds in het A. E. A. No. 5 is uit de collectie Van Voorst, in 1860 aangekocht bij Fred. Muller. De inventarisnummers, die zich bevinden in de thans nog niet aan het A. E. A. overgedragen collectie Van Vredenburch zijn aangeduid met een *, no. 7 bevindt zich in het oud-archief der gemeente 's-Gravenzande. INVENTARIS A Het klooster in het algemeen. I. De stichting. 1. Giftbrief van de gasthuisgoederen van Philips van Bourgondië aan het klooster St.-Hieronymusdal te Delft tot het bouwen van een klooster in 's-Gravenzande. 1427. Met bekrachtiging door den bisschop van Utrecht d.d. 1427 en een vidimus van beide akten d.d. 1482. 3 charters (reg. nos. 60, 63 en 82). N.B. Zie ook reg. nos. 100, 104, 101 en 103. 2. Akte van toestemming van de stad 's-Gravenzande aan het klooster St.Hieronymusdal te Delft tot het stichten van een klooster. 1427. *| . 1 oharter (reg. no. 62). 3. Giftbrief van de gasthuisgoederen door Jacoba van Beieren aan het klooster St.-Hieronymusdal te Delft tot het bouwen van een klooster in ls-Gravenzande. 1482. 1 charter (reg. no. 87). n. In betrekking tot de parochie. 4*. Getuigenverklaring, behoorende bij de verloren gegane akte van overeenkomst met den cureit van 's-Gravenzande betreffende de uitoefening van kerkelijke bevoegdheden. 1437. 1 charter (reg. no. 92). N.B. Zie ook reg. nos. 91 en 95. B. Finantieel beheer. I. In het algemeen. 5. Cartularium, bevattende afschriften van akten van 1266—1546. 16e eeuw. 1 deel. N.B. Fol. IX verso bevat het reglement voor het gasthuis; fol. XVI een uittreksel van de door paus Martinus aan. het kapittel van Windesheim gegeven voorschriften, . aan dat van Syon toegestaan door kardinaal Nicolaus de Cusa. 6. Kaartboek van de landerijen, 'toebehoorende aan het klooster. 1566. 1 deel (Inv. kaartenverzam. litt. S; Alg. Rijksarchief). N.B. Het boek, gebonden in een bruin lederen geperste renaissanceband bevat 29 kaarten op perkament in waterverf, geteekend door Coenraet Oelen zoon, landmeter van Delfland, in opdracht van den prior c.s. Op eenige kaarten zijn schetsjes van kerken nl. fol. 1 's-Gravenzande (met bagijnhof, gasthuis en klooster); fol. 16, 19 Monster; fol. 20 Loosduinen; fol. 24 Poeldijk; fol. 25, 26 De Lier; fol. 29 Nieuwe Tonge. 7. Kaartboek van de landerijen, toebehoorende aan het klooster. 1566.1 deel (Gemeente-Archief 's-Gravenzande). N.B. Het boek, gebonden in perkamenten omslag is mede blijkens het opschrift het klad van Inv. no. 6. Het bevat v 22 kaarten (soms eenigszins afwijkend van die in het net) op papier geteekend, gevolgd door de toelichting op 10 folio's, benevens op fol. 28 een overzichtkaart van de landerijen (48 morgen 2 hont 77 roeden) ten oosten van 's-Gravenzande, 20 April 1582 geteekend door Jacob Coenraedts zoop, landmeter te 's-Gravenzande, voor den rentmeester Dirrick Henrix zoon Tromperius. Achterin ligt een losse kaart van landerijen (42 morgen 4 hont 85 roeden) bij Eikenduinen door denzelfden landmeter geteekend voor Mr. Aelbert Jans zoon, advocaat. 1556. 8-10. Rekeningen van renten en huren. 1557—1569. 4 deelen. 8. Rekening door den rentmeester Cornelis Gijsberts zoon over 1557, afgehoord 1558 December 29. 9. Rekening door Loduwijck van Binchorst als curator van het sterfhuis van den rentmeester Cornelis Ghijsbrechts zoon over 1559, afgehoord 1560 December 27. 10. Rekening door den rentmeester Claes Claes' zoon van Z wieten over 1565, afgehoord 1566 December 11. 11*. Rekeningen door den procurator van het klooster, broeder Gherardus Melantius Schoonhovius, over 1568 en 1569. 1 band. N.B. De beide laatste zijn niet afgehoord. De overige zijn afgehoord door prior en procurator van het klooster. 12. Machtiging van Philips II tot verwisseling van landerijen en renten. 1561. 1 charter (reg. no. 279). II. Landerijen en huizen. a. in Abbenbroek. 13. Eigendomsbewijs van 2% niet en 1 lijn land, afkomstig van Jan Ma-' theeus' zoon. 1451. 1 charter (reg. no. 125). b. in 's-Gravenzande (stad). 14. Eigendomsbewijs van 4 hont land, afkomstig van het bagijnhof. 1428. Met akten van den bisschop, houdende toestemming tot verkoop en bekrachtiging daarvan, d.d. 1428 en 1429 en ruilcontract d.d. 1428. 4 charters (reg. nos. 68, 64, 70 en 65). 15*. Verhuurcontract van een tuin. 1468. Met bijbehoorend huurcontract. 1463. 2 charters (reg. nos. 164 en 165). 16. Verklaring omtrent een uitweg van een boomgaard ten behoeve van Mr. Adriaen Jans zoon. 1494. 1 charter (reg. no. 213). 17*. Testament van Claes Janszoon, waarbij hij het klooster zijn geheele vermogen vermaakt, waaronder 1 % morgen land. 1498. Met ouderen trans* portbrief d.d. 1477. 2 charters (reg. nos. 193 en 219). 18. Eigendomsbewijs van 4% hont land, afkomstig van het kapittel van Naaldwijk. 1558. 1 charter (reg. no. 275). c. in 's-Gravenzande (ambacht). N.B. Zie ook de reg. nos. 108, 144, 206, 218, 250 en 257 en reg. no. 4 van het Bagijnhof v. 's-Gravenzande. 19. Eigendomsbewijs van % van 10 morgen land voor Gherit Floris' zoon. 1407. 1 charter (reg. no. 32). 20. Eigendomsbewijs van 1 % morgen land voor Jan Hughe Cleyni&ns zoon, afkomstig van Joost Pieter Hoven zoon. 1410. 1 charter (reg. no. 35). 21. Eigendomsbewijs van 4 hont 82 gaarden land voor Ymme Ghijsbrechts dochter, afkomstig van Jan Fyneyoy e.a. 1417. 1 charter (reg. no. 42). 22. Eigendomsbewijs van 8% morgen 2 hont land voor Bartolomees Imnen zoon, afkomstig van Gheryt Florys' zoon- 1419. 1 charter (reg. no. 50). 23. Eigendomsbewijs van % yan 5% morgen land en 11 hont ten behoeve van Bertelmeeus Geryts zoon. 1422. Met ouderen transportbrief d.d. 1408. 2 charters (reg. nos. 33 en 56). 24. Eigendomsbewijs van het Teylingerland voor Geryt Florys' zoon, afkomstig van IJsbrant van Scoten. 1429. 1 charter (reg. no. 74). 25. Eigendomsbewijs van 2% morgen land, afkomstig van Bal Dirc Olyviers zoons (weduwe). 1451. 1 charter reg. (no. 124). 26. Eigendomsbewijs van 1 en van % morgen land, afkomstig van Bertolmees Willems zoon. 1452. 1 charter (reg. no. 127). 27. Eigendomsbewijs van de helft van 5% morgen land, afkomstig van Florys Gheryts zoon. 1455. 1 charter (reg. no. 136). 28. Eigendomsbewijs van 2 morgen land voor Willem Pieters zoon, afkomstig van de kinderen van Jacob Pieters zoon en Jan Claes' zoon. 1456. Met ouderen transportbrief d.d. 1489. 3 charters (reg. nos. 98, 102 en 142). 29. Testament, waarbij Christijn Peters dochter vermaakt 2 halve morgens 66 gaarden land, 1 halven morgen en een derde perceel, benevens eenige renten. 1460. 1 charter (reg. no. 155). 30. Eigendomsbewijs, mede voor het klooster St. Elisabeth, van 2 weer land, 8y2 hont en de helft van een zevende van de uitgorzen in den Andel, afkomstig van Bertelmees Gheryts zoon. 1460. 1 charter (reg no. 158). N.B. Zie ook reg. no. 211. 31. Eigendomsbewijs van de helft van 6 morgen land, afkomstig van Heynric Pieters zoon. 1468. 1 charter (reg. no. 163). 32. Eigendomsbewijs van 5% morgen land, afkomstig van Bertolmees Gerrits zoon. 1464. 1 charter (reg. no. 166). 33. Transportbrieven d.d. 1439 en 1480, behoorende bij een niet meer aanwezig eigendomsbewijs van 1% morgen land d.d. 1464. 2 charters (reg. nos. 77 en 99). N.B. Zie ook reg. no. 167. 34. Transportbrieven d.d. 1440, 1433 en 1429, behoorende bij een niet meer aanwezig eigendomsbewijs van 2% morgen land d.d. 1464. 3 charters (reg. nos. 71, 86 en 106). N.B. Zie ook reg. no. 168. 35. Eigendomsbewijs van de helft van 2 morgen land, afkomstig van het Sint-Agnietenklooster te Delft. 1464. 1 charter (reg. no. 169). 36. Eigendomsbewijs van 4 hont land, afkomstig van Claes Claes' zoon. 1464. 1 charter (reg. ne. 170). 14 37. Eigendomsbewijs van iy2 morgen land, afkomstig van Dirk van Poe geest, priester en kanunnik te Naaldwijk. 1476. Met ouderen transport brief d.d. 1470. 2 charters (reg. nos. 189 en 177). 38. Eigendomsbewijs van 26 morgen en van 8 bont land te Monster voor Costijn Jans zoon, afkomstig van Aelbrecht van Raphorst. 1474. Met bijbehoorende akte d.d. 1474. 2 charters (reg. nos. 186 en 187). 39. Akte, waarbij Everling Everlings zoon, wegens zijn opneming als conventuaal, zijn geheele vermogen aan het klooster overdraagt, waaronder 2% morgen 1 hont land. 1487. Met ouderen transportbrief d.d. 1465. 2 charters (reg. nos. 172 en 207). 40. Eigendomsbewijs van 2 morgen land voor Jutte, afkomstig van haar vader Willem Willems zoon. 1494. 1 charter (reg. no. 215). 41. Eigendomsbewijs van 8 y2 morgen land, afkomstig van Wormbrecht Willems zoon. 1502. 1 charter (reg. no. 227). 42. Eigendomsbewijs van 2 morgen en 36 gaarden land, afkomstig van Jan Willems zoon. 1507. 1 charter (reg. no. 231). 43. Eigendomsbewijs van y2 weer land, af komstig van Mergriete Ghijsbrechs dochter. 1510. 1 charter (reg. no. 233). 44. Eigendomsbewijs van 'Vz weer land, afkomstig van Alijt Claes de Grebbers dochter. 1517. 1 charter (reg. no. 239). 45. Akte van verhuring van % morgen land aan Jan Heynricx zoon. 1520. 1 charter (reg. no. 242). ' 46. Eigendomsbewijs van 1 morgen land, genaamd de Breede Morgen, afkomstig van de Heilige-Geestmeesters te 's-Gravenzande. 1520. 1 charter (reg. no. 243). 47. Twee eigendomsbewijzen samen van 10 morgen land, afkomstig van Jacob Clays' zoon van Eten en van de Heilige-Geestmeesters te Leiden. 1463 en 1528. Met oudere transportakten van 1468, 1419 en 1404 en een akte van afstand van aanspraken van 1419. 6 charters (reg. nos. 27, 48, 49, 161, 162 en 248). 48. Eigendomsbewijs van 2/9 van een half zevendeel land, afkomstig van Lijsbeth van Duyvenvoerde Willems dochter. 1580. 1 oharter (reg. no. 252). 49. vonnis van toewijzing van de helft van 5 morgen land. 1582. 1 charter (reg. no. 253). 50. Eigendomsbewijs van landen in een half weer land, afkomstig van het Sint-Nicolaasgasthuis in den Haag. 1588. Met oudere transportbrieven d.d. 1457. 4 charters (reg. nos. 147, 148, 149 en 261). 51. Eigendomsbewijs van x/2 weer land, afkomstig van Dirck Heynrick Ancenis' zoon. 1501. Met bijbehoorend getuigenis d.d. 1540. 2 charters (reg. nos. 224 en 262). N.B. Zie ook reg. no. 230. 52. Eigendomsbewijs van 2 hont land, afkomstig van het Sint-Agnietenklooster binnen Delft. 1540. 1 charter (reg. no. 266). 53. Eigendomsbewijs van 7 hont land, afkomstig van Pieter Claes' zoon Backer. 1544. Met oudere verkoopakte d.d. 1542. 2 charters (reg. nos. 267 en 265). 54. Akte van afstand van alle aanspraken op de helft van 2 morgen lands min 9y2 gaarde door het Augustijnerconvent te Dordrecht. 1546. Met een erkenning dezer aanspraken d.d. 1472. 2 charters (reg. nos. 181 en 269). 55. Eigendomsbewijs van 1 y2 morgen 10 hont en 1 y2 morgen land, afkomstig van het klooster Syon bij Delft. 1549. Met quitantie. 2 charters (reg. nos. 270 en 271). 56. Eigendomsbewijs van 4 hont land, afkomstig van Cornelis Willems zoon. 1551. 1 charter (reg. no. 272). 57. Eigendomsbewijs van 7 hont 25 roeden land, afkomstig van Maerten Cornelis' zoon. 1556. 1 charter (reg. no. 274). 58. Eigendomsbewijs van 5 hont land, afkomstig van het convent der Carmelieten binnen Haarlem. 1559. Met bijbehoorenden brief d.d. 1559. 2 charters (reg. nos. 277 en 278). d. in Grijsoord (Nieuwe Tonge). 59. Stukken betreffende den eigendom van 80 en 40 gemeten land, afkomstig van Geryt van Culemburg en Frederick die Coninck. 1471—1516. 6 charters (reg. nos. 180, 184, 191, 192, 194, 196 en 238). N.B. Zie ook reg. no. 234. De akten, waarvan reg. no'. 184 en 192, zijn in de collectie Van Vredenburoh. 60. Eigendomsbewijs van een huis met toebehooren, afkomstig van Doen Gillis' zoon. 1566. 1 charter (reg no. 280). e. m neenvitet. 61. Testament, waarbij Jan Heynen zoon vermaakt 6 gemeten min 1 lijn land. 1448. 1 charter (reg. no. 120). N.B. Zie ook reg. no. 96. f. in de Lier. 62*. Eigendomsbewijs van een weide, groot \y2 morgen, afkomstig van Clays Aernt Gheryts zoons zoon. 1444. 1 charter (reg. no. 118). g. in Maasland. 63. Huurcedulle van 1 y2 morgen land, gehuurd door Eobbrecht Doe zoon en Marrijtgen Ockers weduwe. 1446. 1 charter (reg. no. 119). 64. Eigendomsbewijs van de helft van 7 morgen land, afkomstig van Geertruyd Dirck Suysen weduwe. 1479. Met 2 oudere transportbrieven d.d. 1430 en 1432. 3 charters (reg. nos. 195, 76 en 84). 65. Akte, waarbij de erfgenamen van Pieter Willems zoon afstand doen van hun aanspraken op 7 hont land, Doe Pieters zoon, Regulier te 's Gravenzande, aanbestorven. 1542. 1 charter (reg. no. 264). N.B. Zie ook reg. no. 249. h. in Monster. N.B. Zie ook de reg. nos. 14, 26, 36 en 223. 66. Eigendomsbewijs van 8 morgen land ten behoeve van Gerydt Florys' zoon. 1428. Met ouderen transportbrief d.d. 1396. 2 charters (reg. nos. 67 en 23). 67. Eigendomsbewijs van 18 morgen land, afkomstig van de erfgenamen van Dirc van Egmont. 1432. Met een vrijstelling van schot d.d. 1482 en twee afschriften hiervan. 2 charters en 2 stukken (reg. nos. 83 en 85). N.B. De akte van vrijstelling is in de collectie Van Vredenburch. 68. Eigendomsbewijs van % morgen en eenige kleine perceelen land, afkomstig van het klooster Syon. 1487. Met twee bijbehoorende stukken d.d. 1487. 3 charters (reg. nos. 90, 93 en 94). 69. Eigendomsbewijs van 8% hont land, afkomstig van Pieter Hoen Yoests zoon. 1448. 1 charter (reg. no. 113). 70. Eigendomsbewijs van 4% hont land, afkomstig van Willem Willemszoon. 1448. 1 charter (reg. no. 114). n. JLigenaomsoewijs van u nont land, afkomstig van Amelgaer Phüüps zoon. 1444. 1 charter (reg. no. 116). 72. Eigendomsbewijs van 1 hont land, afkomstig van Amelgaer Vrerics zoon. 1444. 1 charter (reg. no. 117). 73. Eigendomsbewijs van 1 morgen land, afkomstig van Lijsbeth Mourijns dochter en hare kinderen. 1456. 1 charter (reg. no. 138). N.B. Zie ook reg. no. 122. 74. Eigendomsbewijzen van 8 morgen land, afkomstig van Katrijn Jan Dirks zoons weduwe. 1457. Met ouderen transportbrief d.d. 1429. 2 charters (reg. nos. 73, 143 en 150). 75. Eigendomsbewijs van 6 morgen en 90 gaarden land, afkomstig van het Karthuizer klooster bij Amsterdam. 1458. Met ouderen transportbrief d.d. 1397. 2 charters (reg. nos. 151 en 24). 76. Eigendomsbewijs van 1 y2 morgen land voor Martijn Dericks zoon, kanunnik te Naaldwijk, afkomstig van Lijsbeth Jan Dericxs weduwe. 1460. 1 charter (reg. no. 156). 77*. Eigendomsbewijs van 4 hont land, afkomstig van Heynryc Goverts zoon. 1466. 1 charter (reg. no. 173). 78. Testament, waarbij Bertolmees Gheryts zoon aan het klooster vermaakt een rente van 2 Rijnsche guldens jaarlijks uit de helft van 6 gemeten te Rugge bij den Briel en y4 van 18 morgen land. 1474. Met akte van bevestiging. 1475. 2 charters en 1 stuk (reg. nos. 185 en 188). N.B. Zie ook reg. no. 30. 79. Eigendomsbewijs van 7 morgen land, afkomstig van Doman Jans zoon. 1502. 1 charter (reg. no. 225). N.B. Zie ook reg. nos. 216 en 69. 80. Eigendomsbewijs van 3 morgen land, afkomstig van Juliana Dirk Sonck Jans zoons weduwe en hare kinderen. 1507. Met ouderen transportbrief d.d. 1418. . 3 charters (reg. nos. 232 en 38). N.B. Zie ook reg. no. 14. 81. Transportbrief met een vidimus van dezen en van oudere transportbrieven d.d. 1414 en 1413, behoorende bij een verloren gegaan eigendomsbewijs d.d. 1515 van % van 17 morgen 4% hont land, afkomstig van het klooster St. Mariènpoel. 1417 en 1518. 2 charters (reg. nos. 43, 235, 39 en 37). N-B. Zie ook reg. nos. 132, 209, 236, 81, 82. Verhuurcontract van 7% morgen 1 hont lands. 1522. 1 charter (reg. no. 244). i. in Zoute/Deen. N.B. Zie reg. no. 175. III. Rentebrieven en andere inschulden. 83. Eigendomsbewijs van erfhuur, groot 25 pond 8 penningen 'sjaars, van domeinen in de ambachten 's-Gravenzande en Monster. 1586. Met bijbehoorende quitantie d.d. 1536. 2 charters (reg. nos. 258 en 259). 84* Rentebrief, groot 20 schellingen 's jaars, gaande uit een huis te Delft, afkomstig van Lijsbet Pieters dochter. 1481. Met ouderen rentebrief d.d. 1457. 2 charters (reg. nos. 201 en 145). 85*. Rentebrief, groot 20 stuivers 's jaars, gaande uit een huis te 's-Graven zande. 1522. 1 charter (reg. no. 246). 86. Akte van toepachting van 2 pond Hollandsch 'sjaars aan Mr. Aernt Fuetgens zoon, kanunnik van Naaldwijk, uit een huis te 's-Gravenzande. 1476. 1 charter (reg. no. 190). N.B. Zie ook reg. no. 109. 87*. Rentebrief, groot 8 pond 80 groot Hollandsch 'sjaars, gaande uit 44 morgen land bij Delft. 1497. 1 charter (reg. no. 217). 88*. Rentebrief, groot 25 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis te 's-Gravenzande. 1527. 1 charter (reg. no. 247). 89. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit huizen en landerijen in den Haag en Eikenduinen. 1464. 1 charter (reg. no. 171). N.B. Zie ook de reg. nos. 41, 88 en 89. 90 Vidimus van een rentebrief d.d. 1401, groot 12 Engelsche nobels 's jaars, ten behoeve van Clemens, weduwe van Claes van Adenchen, uit 28 morgen land te Monster (Poeldijk). 1481. Afschrift d.d. 1584. 1 stuk (reg. no^. 25 en 78). 91. Twee rentebrieven, ieder groot 1 Engelschen nobel 'sjaars, uit landen te Monster. 1448 en 1456. 1 charter (reg. nos. 105, 112 en 141). N.B. Zie ook reg. no. 110. 92. Akte van erkenning van een rente uit 4 morgen land te Rijswijk ten bahoeve van Geertruyt van der Hórn en haar zoon. 1428. 1 charter (reg. no. 66). 93. Vidimus van een vrijstelling van leenroerigheid d.d. 1438 met een vidimus van een eigendomsbewijs d.d. 1368 van 12% morgen lands te Rijswijk, behoorende bij een verloren geganen rentebrief d.d. 1420 van 4 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit genoemd land ten behoeve van Claes Jan Scouten zoon. 1440,1420. 2 charters (reg. nos. 97, 107, 55 en 13). N.B. Zie ook reg. no. 54. 94*. Rentebrief, groot 18 pond 15 stuiver 'sjaars, gaande uit een huis en 4% morgen land te Wateringen. 1559. 1 charter (reg. no. 276). 95. Sententie van den provisor en deken van Delfland, behoorende bij het verloren gegane testament d.d. 1432 van Gerardus Florencius' zoon, waarbij hij een rente van 20 pond vermaakt. 1461. 1 charter (reg. no. 160). N.B. Zie ook reg..no. 80. 96. Akte, waarbij het klooster 125 carolusguldens en een rente van 6 carolusguldèns 's jaars ontvangt wegens opneming van Cornelis van Puelgheest als provenier. 1552. 1 charter (reg. no. 273). IV. Quitanties. 97. Quitantie voor de aflossing van een rente van 40 schellingen 's jaars ten behoeve van Bartolemees Gheryt Florys' zoons zoon. 1419. 1 charter (reg. no. 52). 98. Quitantie van Lijsbeth Florys' dochter voor ontvangen aandeel in de erffenis van Bertelmees Gerits zoon. 1486. 1 charter (reg. no. 205). N.B. Zie het testament Inv. no. 78. 99. Drie quitanties van uitkeeringen in zake de erf enis van Lijsbeth en Geertruyt Pieters dochters, bagijnen te Delft. 1488, 1492 en 1502. 3 charters (reg. nos. 208, 210 en 226). V. Finantiëele en andere verplichtingen. 100*. Ruilcontract met het bagijnhof over de erfhuur van 4 hont land. 1482. Met een toestemming hiertoe van de stad. 1480. 2 charters (reg. no. 75 en 81). N.B. Zie ook reg. nos. 1, 72 en 229. 101. Uitwisselingscontract met den Heiligen Geest, latende aan het klooster een verplichting van 20 stuivers 's jaars uit 8 hont land te 's Gravenzande. 1499, 1 charter (reg. no. 222), lOZ. uvereenüomst met ae staa en net oagijnnoi tot onaernoua van ae neiningen en gemeene sloot. 1517. 1 charter (reg. no. 240). 103. Akte, waarbij de huur wordt overgenomen van 3 morgen 25 roeden land. 1540. Met voorcontract. 1536. 2 charters (reg. nos. 260 en 263). C. Beneficies in het bezit van het klooster. N.B. Zie ook reg. no. 4. I. Kapelanie in het gasthuis. N.B. Deze kapelanie is gesticht in 1344 door Johanna van Brabant, gravin van Holland, (reg. no. 6). Zie ook reg. no. 28. A. Vestiging. 104. Akte, waarbij Philips van Bourgondië het officie in het gasthuis overdraagt aan het klooster. 1455. 1 charter (reg. no. 135). B. Bezittingen. 105. Akte van afstand van aanspraken op 2 morgen land door Ade, echtgenoote van Coppaert Jans zoon ten behoeve van de kapelanie. 1866. Met oudere akten van erfhuur. 1810, 1848. 3 charters (reg. nos. 12, 11 en 3). N.B. Zie ook reg. no. 2. 106. Vonnis, waarbij een rente, groot 20 groot Hollandsch, gaande uit een huis te 's-Gravenzande, erkend wordt. 1458. 1 charter (reg. no. 133). D. Gasthuis. I. Beheer. 1. L a n d er ij e n. 107. Akte, waarbij de bagijnen vergunning krijgen uit te bouwen op het gasthuiserf. 1588. 1 charter (reg. no. 254). 2. Bentebrieven en andere inschulden. 108. Testament van Hughe Mouwe, waarbij aan het gasthuis de gedeeltelijke opbrengst van 1 morgen land in het ambacht 's-Gravenzande vermaakt wordt. 1888. 1 charter (reg. no. 5). 109. Bentebrief, groot 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, ten laste van Ecghebrecht Jans-zoon van Amersvoerde. 1845. 1 charter (reg. no. 8). REGESTENLIJST. 1. 1266 October 14. Machteldis, gravin van Hollandia etc, schenkt aan de bagijnen in Gravenzande een erf, reeds bij de bagijnen in gebruik, en strekkende van de gracht van dezen tot aan de Wetering. Datum apud Gravenzande anno Domini M CC0 LXVI° in die Kalixti pape. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLIII. N.B. Gedrukt in v. d. Bergh, Oorkb. II, no. 145. Zie ook Bagijnen te 's-Gravenzande, reg. no. 6. Na deze akte volgt in het cartul. een extract uit die, vermeld in reg. no. 29, Bag. 's-Grav. 2. 1291 Maart 20. Plorens, graaf van Hollant enz., oorkondt, dat Machtelt van den Poele de 8 morgen land in het ambacht van den Zande, waarvan 2 Chriecvelt heeten, en die zij van hem in erfhuur heeft, opdraagt aan het klooster Conincsvelt en dat dit het voortaan op dezelfde voorwaarden in erfhuur zal hebben. Gegeven in ons Heeren jaire duysent twiehondert ende negentich des Dynxdages nae sinte Gheertruden dage. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXIIII. N.B. Zie reg. no. 3. Gedrukt in v. d. Bergh, Oorkb. II, no. 766. 3. 1310 Juni 24. Jan, proost, en het convent van Coninxvelt verkoopen aan Huge uit het gasthuis van den Zande, ten behoeve daarvan, de 3 morgen, die zij te Zande bezaten. Ghegheven int jaer ons Heren dertienhondert ende tine sente Jans misse tot Middesomer. 1. Oorspr. (Inv. no. 105). Met de geschonden zegels van den proost en het oonvent in groene was. 2. Afsohr. in Inv. no. 5, fol. XXXIIII. N.B. Zie reg. no. 2. 4. 1834 Augustus 14. Geraerdt van Baephorst schenkt, mede namens zijn echtgenoote, 1 morgen land in het Nieuwlant tot een prebende in het gasthuis te sGravezande, met bepaling, dat, als een kapelaan wordt aangesteld op het altaar van den Heiligen Geest in de kerk van sGravenzande, deze de helft zal ontvangen tot het houden van eenige missen, en dat bij ontstentenis van deze kapelaans de Heilige-Geestmeesters dé opbrengst zoo lang onder de arme huiszitten zullen verdoelen. Gegeven op onser Vrouwen avont als si ten hemele gevoert wort int jair ons Heeren M° CCC° vier ende dertich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVII. 5. 1388 Feburari 7. Arnoud, parochiepastoor van 's graven Zande, en landschepenen" aldaar oorkonden, dat Hughe Mouwe 1 morgen land, liggende bij Teylingherland, vermaakt aan de kerk met last om van de opbrengst, na behoud van iïO schellingen, 5 schellingen aan den Heiligen Geest en het overige aan het gasthuis uit te keeren. Ghegheven des Qaterdaghes na sente Aechten dach int jaer ons Heeren M° CC0° achte ende dertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 108). De zegels van de oorkonders verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLVII. 6. 1844 April 26. Johanne van Brabant, gravin van Henegouwen, Hollant en Zeelant en vrouwe van Vrieslant, schenkt 60 pond Hollandsch, die het gasthuis van sGravenzande haar schuldig was, ten behoeve van een kapelrie, te vergeven in den vervolge door de graven van Holland. Gegeven in den Hage des Manendaechs na sinte Marcus' dach int jair ons Heeren M CCC vier ende veertich. Afschr. in Inv. no. 5, folio VI verso. 7. 1345 April 20. Wouter Wouters zoon en Pieter Jan Barvoets zoon, schepenen in sGravensande, oorkonden, dat Pieter Hoeft verkoopt aan het gasthuis aldaar een jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huizen en erf aan de Ommeloep en u;t zijn land benoorden het gasthuis. Gegeven int jair ons Heeren duyzent COC vijf ende veertich twintich daghe in Aprelle. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXII. 8. 1345 Augustus 29. Landschepenen van 's graven Zr,nde oorkonden, dat Ecghebrecht Jans zoon van Amersvoerde verkoopt aan het gasthuis van sGravenzande een jaarrente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit de woning van Hughe Pieter Jan vrouw Aliden zoons zoon. Ghegheven int jaer ons Heren MCCC vijf ende viertich up sente Jans dach te uytgaende Oest. 1) Oorspr. (Inv. 109) Met het geschonden landschepenzegel in groene was. 2) Afschr, in Inv. no. 5, fol. CXXXII. 9. 1347 Juli 24. Hughe Bake en Arnout van den Poyl, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat jonge Diderick de jager verkoopt aan Willaem van den Hof dijck een jaarlijksche rente van 30 schellingen Hollandsch, gaande uit het huis van Geraid Oversloet. Gegeven des anders dages na sinte Mariën Magdalenen dach int jair ons Heeren duysent driehondert ende zeven ende veertich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXII verso. N.B. Zie reg. no. 10. 10. 1347 September 22. Willem van den Hofdijck verklaart, dat de 30 schellingen Hollandsch jaarlijks, die hij kocht van Diederic den jager, gaande uit de woning van Gerard van Overslote, staande aan het eind van het Suydteynde bij het wanthuis binnen de poorten van sGravensande, gekocht zijn met gelden van het gasthuis van den Zande. Gegeven int jair ons Heeren M° CCC° seven ende veertich des Saterdages na sinte Matheus' dage Ewangelisten. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXII verso. N.B. Zie reg. no. 9. 11. 1348 Januari 21. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Hughe Pieters zoon de 2 morgen land aldaar, strekkende van de steenen brug bij Scilperorde tot den Maesdijc en gekocht van Coppaert Jans zoon van Naeldwijc door Willaem van den Hofdijc, gasthuismeester te sGravenzande, ten behoeve van de kapellanie in het gasthuis, waaraan hij nog 4 jaar huur had, opnieuw heeft ingehuurd voor 10 jaar van heer Niclays den Ylaminc, kapelaan aldaar. Ghegheven int jaer ons Heren M° CCC° achte ende viertich up beate Agnieten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 103). Het schependomszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXIII. 12. 1366 Maart 16. Ade Coppaert Jans zoons doet afstand van haar aanspraken op 2 morgen land in het Nieuwelant, die zij als morgengift had en die het gasthuis van den Zande kocht van Coppaert Jans zoon. Ghegheven int jaer ons Heren MCCC ses ende tsestich op den sestienden dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 105). Met geschonden zegel van Ades neef Jan Baeck Gheryts zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXIIII verso. 13. 1368 April 13. Jan Jans zoon van der Burch verkoopt aan Dieric Steffaens zoon 12% morgen Jand in het ambacht van Bijswijck, genaamd de Sculenburch. Int jair ons Heren dusent driehondert acht ende tsestich des Donredaghes na beloken Paeschen. Gevidimeerd in den brief d.d. 1420 December 8 (reg. no. 55). N.B. Zie reg. no. 54. 14. 1369 Mei 25. Willaem van Naeldtwijck, maarschalk van Noort-Hollant, beleent zijn zwager Symon Doeden zoon met 8 morgen land in Monsterambacht. Gegeven int jair ons Heeren duysent driehondert negen ende tsestich op sinte Urbaens dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCV. 15. 1878 April 26. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Pieter Louwen zoon erkent schuldig te zijn aan heer Pieter Toluder, kapelaan in het gasthuis aldaar, 10 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit de helft van 10 hont land in Noertlant. Int jair ons Heeren M CCC drie ende tseventich des Dynxdages na sinte Marcus' dach Ewangelisten. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XC. 16. 1877 October 26. Jan van der Strate en Claes van Zeelant, schepenen in sGravensande, oorkonden, dat Vrancke Coerts zoon erkent schuldig te zijn aan Huge van Keeten een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf aan de Cortestrate. Int jair ons Heeren M° CCC0 zeven ende tseventich des Manendaechs na Elfduysent maechden dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIII. N.B. Door het oorspr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1377 December 2 (reg. no. 17), 1386 Augustus 20 (reg. no. 19) en 1394 November 16 (reg. no. 22). 17. 1877 December 2. Tierion van der Strate en Claes van Zeelant, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Huyge van Keeten verkoopt aan Katrijn Jans weduwe van Beesde de rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, vermeld in den brief d.d. 1377 October 26 (reg. no. 16), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heren M CCC zeven ende tseventich des Woensdaechs na sinte Andries' dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIII. ' N.B. Door het oorspr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1386 Augustus 20 (reg. no. 19) en 1394 November 16 (reg. no. 22). 18. 1382 December 3. Jan van der Strate en Jan Pieters zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Florys Aderep erkent schuldig te zijn aan Willaem Hugen zoon een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsen, gaande uit zijn huis aan de Langestrate naast het Molenslop. Int jair ons Heeren M° CCC° twie ende tachtich up sinte Barbaren avondt. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIIII. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1407 Februari 24 (reg. no. 31). 19. 1886 Augustus 20. Allaert Bertelmees' zoon en Dirck Maselants zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Kerstyne Jans dochter van Beesde verkoopt aan Claes Pieters zoon de rente, vermeld in de brieven d.d. 1377 October 26 (reg. no. 16) en December 2 (reg. no. 17), waardoor deze gestoken is. Lat jair ons Heeren M° CCC° zes ende tachtich des Manendaechs na onser Vrouwen dach assumptio. Afsohr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIII verso. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1394 November 16 (reg. no. 22). Zie ook reg. no. 57.. 20. 1887 December 24. Kerstandt van den Rijn en Herper Odziers zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Jan van der Poel erkent schuldig te zijn aan Jan Pieters zoon een jaarlijksche rente van 20 groot Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Langestrate. Int jair ons Heren M° CCC° zeven ende tachtich upten Kersavondt. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIIII verso. 21. 1887 December 24. Kerstant van den Rijn en Harper Odziers zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Geryt Claes Hille zoons zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Pieters zoon een jaarlijksche rente van 20 groot Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Cortestrate. Int jair ons Heeren M° CCC° zeven ende tachtich upten Kersavondt. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIIII verso. 22. 1894 November 16. Allaert Bertolmees' zoon en Pieter Telder, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Claes Pieters zoon verkoopt aan zijn broeder Jan de rente, vermeld in de brieven d.d. 1877 October 26, 1377 December 2 en 1886 Augustus 20 (reg. nos. 16,17 en 19), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren M CCC vier ende tnegentich des Manendaechs nae sinte Maertijns dage in die winter. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIII verso. 23. 1896 December 14. Heynric van Naeldwijc, maarschalk van Noirt-Holland, geeft aan zijn neef Jan Oudenaer in eigendom het land, dat deze van hem in leen had. des Donredaghes na sinte Luciën dach int jaer ons Heren MCCC sesse ende tneghentich. 1) Oorspr. (Inv. no. 66). Het zegel van den oorkonder verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLI. 24. 1897 April 7. Henric van der Woerde verkoopt aan de Carthusers tot Sinte Andreas ter Saligher Haven bij Amstelredam 6 morgen 90 gaarden land in Monsterambacht. Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert sevenentneghentich des Saterdaghs na Letare in der vasten. 1) Oorspr. (Inv. no. 76). Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1458 April 9, (zie reg. no. 151). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCV verso. 25. 1401 Juni 24. Hillegondt Uuterwijck Aerter Seuders zoons weduwe verkoopt aan haar zuster Clemens, weduwe van Claes van Aderichen, een jaarrehte Van 12 gouden Engelsche nobels, gaande uit 28 morgen land aan den Poeldijck. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende een op sinte Jans dach te Midtsomer. Gevidimeerd in den brief d.d. 1431 April 27 (reg. no. 78). 26. 1402 Maart 5. Sweder van Heenvliet, ridder, verkoopt aan Lijsbeth Pelgrims (van Waetselaer) 2% morgen land in het ambacht van Monster tusschen de Groote en de Kleine Gantel. Gegeven in den Hage upten vijf ten dach in Maerte int jaar ons Heeren M CCCC ende twee. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CX. N.B. Zie reg. no. 36. 27. 1404 Mei 80. Jan van Yselsteyn verkoopt aan Gheryt Plorys' zoon1) 10 morgen land, genaamd het land van Alcmade, in het ambacht van sGravenzande benoorden de vaart. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vier tsPrydages na sinte Urbanus' dach in Meye. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXV. 28. 1404. Aelbrecht, paltsgraaf op den Rijn, hertog in Beyeren, graaf van Henegouwen, Hollant, Zeelant en heer van Vrieslant, begiftigt, aangezien heer Leenaert Jans zoon, priester in het klerkenhuis binnen de stad Delf, afstand heeft gedaan, Jan Jacobs zoon in genoemd huis met de kapelrie in het gasthuis te tsGravenzande. Gegeven in den Hage int jair ons Heeren duysent vierhondert ende vier. Afschr. in Inv. no. 5, folio VII. 29. 1405 April 12. Allaert Bertelmees' zoon en Bertelmees Wissen zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Herper Uyttervoert erkent schuldig te zijn aan Ghijsbrecht Hubrechts zoon een jaarlijksche rente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Cortestrate. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende vive upten twalefsten dach in April. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXV. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1423 Januari 11 (reg. no. 58). 30. 1406 April 9. Geryt Florys' zoon1), als vader van Bertelmees, en Pelgrim Wyers zoon (van Waetselaer), kamerling van den Heer van Hollant, als vader van Haeskin, maken huwelijksche voorwaarden voor het over 8 jaar aan te gaan huwelijk der genoemde kinderen. Gegeven ende gedaen tot Aernt Geryts zoens') huys, tscoute van sGravenzande, upten Goeden Vrydach int jair ons Heren duysent vier hondert en zesse. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLX. 31. 1407 Februari 24. Allaert Bertelmees' zoon en Dirck Pieters zoon, schepenen in sGraven- !) Zie blz. 382. zande, oorkonden, dat Willem Hugen zoon verkoopt aan Claes Claes' zoon de rente, vermeld in den brief d.d. 1382 December 3 (reg. no. 18). Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende zeven up sinte Mathijs' dach. Afsohr. in Inv. no. 5, fol. CXXXIIII. 32. 1407 November 18. Pieter van der Woude verkoopt aan Gherit Ploris' zoon*) het tweedeel van 10 morgen land bij Gravensande bij de molen, genaamd Floris' land van Brabant. Int jaer ons Heren MCCCC ende zeven des Sondaghes na sinte Mertins dach in den winter. 1) Oorspr. (Inv. no. 19). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLVII. 33. 1408 Juni 25. Heynric van Naeldwijc, ridder, maarschalk van Noort-Holland, verkoopt aan Gheryt Florys' zoon1) en Aelbrecht Jacobs zoon 5% morgen lands in het ambacht sGravenzande benevens 11 hont land aldaar bewesten den Poel, gekocht van den abt van Sinte-Mariènwaerde. Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte des Manendaghes na sinte Jans dach Baptista. 1) Oorspr. (Inv. no. 23). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLI. 34. 1409 Maart 26. Jacob Huge Woest zoon en'Phillip Costijns zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Harman Dirx zoon verkoopt aan Florys Gerryts zoon een jaarlijksche rente van 40 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de noordzijde in de Molenstraet. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende negen sDynxdaechs na onser Vrouwen annunciacio. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLII. N.B. Door het oorspr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1431 November 13 (reg. no. 79), 1444 Januari 22 (reg. no. 115),-1459 Mei 8 (reg. no. 153) en 1481 Mei 22, (reg. no. 197). 35. 1410 Juli 18. Joost Pieter Hoven zoon verkoopt aan Jan Hughe Cleymans zoon ten behoeve van Jacob Aernts zoons kinderen 1 y2 morgen land in Zandambacht in het Noortlant. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende tyen op sinte Margrieten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 20). Met gesohonden zegel van Aernt Gherryts zoon1), schout te 's-Gravenzande, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XC verso. 36. 1412 December 14. Jan van Puttesteyn verkoopt aan Pelgrim Wyers zoon (van Waetselaer) 2y2 morgen land in het ambachtvan Monster tusschen de Groote en de Kleine Gantel, hem aangekomen door zijn huwelijk met Marriën van Heenvliet. ») Zie blz. 382, Gegeven int jair ons Heeren duysent vierhondert ende twaleve upten viertiensten dach in Decembri. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CX. N.B. Zie reg. nos. 26 en 185. 37. 1413 Januari 30. Jan van Heemsteden, heer van Benthuysen, verkoopt aan Jacob van Bleyswijck Jacops zoon 17 morgen 4y2 hont land en een woning met twee bergen, groot 1 morgen, in Monsterambacht in den Poeldijck tusschen de scheidwaters de Groote en de Kleine Gantel. Gegeven int jair ons Heren duyssent vierhondert ende dertyen sManendages na sinte Pouwels' dach conversio. 1) Opgenomen in een vidimus d.d. 1513 Maart 23 (reg. no. 235). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CX verso. N.B. Boor het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1414 Januari 29 (reg. no. 39). 38. 1413 November 24. Ghijsbrecht Beynbrants zoon en Claes Beynel zoon verkoopen aan Pieter Buysch 3 morgen land in het ambacht Monster bezuiden de Bomade. Int jaer ons Heeren duysent vierhondert ende dertien up sinte Katrinen avont. 1) Oorspr. (Inv. no. 80). Met hot geschonden zegel van Dirc Claes Ruysken zoon in groene was, dat van Voppe Reymbrants zoon verloren. — Met transfix d.d. 1507 Februari 11 (reg. no. 232). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCVI. 39. 1414 Januari 29. Jacob van Bleyswijck Jacobs zoon verkoopt aan Clays vanEssch, genaamd Deventer, het land, omschreven in den brief d.d. 1418 Januari 80 (reg. no. 87), waardoor deze gestoken is. Ghegheven int jair ons Heren duyssent vierhondert ende viertyen des Manendages na sinte Pouwels' dach conversio. 1) Opgenomen in oen vidimus d.d. 1513 Maart 23 (reg. no. 235). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXI. 40. 1416 Maart 1. Jacop Louwen zoon en Poes Pieters zoon, schepenen in Leyden, oorkonden, dat mr. Jacob Symon Vrederics zoon verkoopt aan Jan Dirc Coenen zoon de helft van het door hem ingedijkte land in het ambacht van sGravensande in het kapittelland van de Canozie in den Hage, zooals het hem toegekaveld is buitendijks en binnendijks. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende sestien opten eersten dach in Maerte. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVII verso. 41. 1416 November 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Spierinc Claes' zoon erkent schuldig te zijn aan heer Claes Ysacs zoon een jaarrente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis in het Westeynde. Gescreven op sinte Lijsbetten dach int jair ons Heeren duysent vierhondert ende sestien. Afschr. in Inv. no. 6, fol. CXXI. N.B. Gecancelleerd (zie reg. no. 171). 42. 1417 Januari 6. Jan Fyneyoy, Matte Jan Louwen zoon en Symon Jacobs zoon verkoopen aan Ymme Ghijsbrechts dochter 4 hont en 82 gaarden land tsGravenzand in het Noirlant op de Zandelingh bezuiden den Noorlantsdijk. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende seventien upten sesten dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 21). Met het zegel van Claes die Bes in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXX. 43. 1417 Mei 7. Claes van Esch, genaamd Deventer, geeft Ghijsbrecht Pelgrims zoon (van Waetselaer) ter gelegenheid van diens huwelijk met zijn dochter Margriete de helft van het land, dat hij kocht van Jacob van Bleyswijck, terwijl hij de andere helft verkocht aan Pelgrim Wyers zoon (van Waetselaer). Gegeven int jair ons Heeren dusent vierhondert ende zeventien uptén zevenden dach in Meye. ï^S 1) Oorspr. (Inv. no. 81). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Opgenomen in een vidimus d.d. 1513 Maart 23 (reg. no. 235). 3) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXI verso. N.B. Zie reg. no. 39. 44. 1417 Mei 31. Allaert Bertelmees' zoon en Dirck Jacobs zoon, schepenen in sGravanzande, oorkonden, dat Meyns Jans zoon erkent schuldig te zijn aan het gasthuis aldaar een jaarlijksche rente van 5 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf aan de Langestraet, doorloopende tot den Afterwege toe. Int jair ons Heeren M CCCC ende zeventien upten lesten dach in Meye. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXV verso. 45. 1417 Juni 24. Pieter Jaoops zoon, kanunnik in den Hage, verkoopt aan Zegher Willems zoon en Jan Dircs zoon het door hem ingedijkte land in het Nuweland buiten sGravansande, hem ter bedijking uitgegeven door het kapittel van der Hage. ïi up sinte Jans dach te midtzomer int jair ons Heeren duysent vierhondert ende zeventhien. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVII verso. N.B. Zie reg. no. 46. 46. 1417 November 29. Jan Spiegel verklaart voogd te zijn geweest voor heer Pieter Jacobs zoon bij den verkoop, nader omschreven in den brief d.d. 1417 Juni 24 (reg. no. 45). Int jair ons Heren dusent vierhondert ende zeventhien op sinte Andries' avont. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVIII. 47. 1418 Mei 9. Geryt Pouwels' zoon en Symon Beynbrants zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Eelyas Plorys' zoon in erfhuur ontvangt van Willem Robbrechts zoon en Geryt, Ide en Margriete Clays Spronx kinderen 2 15 morgen 1 % hont en 20 gaarden poortland aan de zuidzijde van de Watersloet buiten het poorthuis en aan de westzijde strekkende langs den weg tot aan de Madesloot tegen een jaarlijksche huur van 7 pond Hollandsch. Int jair ons Heeren M CCCC ende negentien tsDynxdaechs na sinte Jans dage ante portam Latinam. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIIII. N.B. Door het oorspr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1426 Juli 2 (reg. no. 59) en 1481 Mei 22 (reg. no. 199). 48. 1419 Mei 27. Gheryt Florys' zoon*) verkoopt aan Jan Spiegel 10 morgen land, genaamd het land van Alcmade, in het ambacht van tsGravensande benoorden de vaart. des Zatersdages na sinte Urbanus' dach int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met het zegel van Floris Geryts zoon, zoon van den oorkonder, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXV. 49. 1419 Mei 27. Bertelmees Geryts zoon*) doet afstand van zijn aanspraken op de 10 morgen land, door zijn vader verkocht aan Jan Spiegel. des Zatersdages na sinte Urbanus' dach int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met het'zegel van Floris Geryts zoon, broeder van den oorkonder, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXV verso. 50. 1419 Juli 4. Gheryt Florys' zoon *) verkoopt aan Bartolomees Imnen zoon 8% morgen 2 hont land in het ambacht tsGravenzande in het Nyewelant tusschen den ouden Maasdijk en den Nyewelantschen dijk. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien op sinte Martijnsdach translacio. 1) Oorspr. (Inv. no. 22). Met de zegels van Dirc Jacobs zoon en Pieter Janszoon (van der Sterre) in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVIII verso, in 1589 gecollationeerd door notaris J. de Wolfswinckel. 51. 1419 November 12. Dirck Jacobszoon en Claes die Besse, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Aernt Dircs zoon erkent schuldig te zijn aan Pieter Jans zoon een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf aan de Langestraet. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende negenthien op sinte Lebuyns dach. Afschr. Inv. no. 5, fol CXXXV verso. 52. 1419 December 16. Fye Mr. Clais' weduwe geeft aan Bartolemees Gheryt Florys' zoons zoon*) kwijting voor de aflossing van de 40 schellingen 's jaars, gaande uit zijn weiden. - Int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien des Saterdages na sinte Luciën dach. J) Zie bldz. 382. 1) Oorspr. (Inv. no. 97). Het zegel van Pieter Jans zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXX. 53. 1420 Maart 12. Symon Aernts zoon en Pieter Eijck Jacops, schepenen in Delf, oorkonden, dat Jan Boschuysen geeft aan zijn dochter Machteld, bagijn, een jaarlijksche rente van 40 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Voerstraet. Int jair ons Heeren M CCCC ende negentien sDynxdages up sinte Gregorius' dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIII. N.B. Door het oorspr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1469 November 21 (reg. no. 176) en 1481 Mei 22(reir no. 198). 54. 1420 October 6. Florys Dirck Steffens zoon erkent schuldig te zijn aan Claes Jan Scouten zoon een jaarrente van 4 pond Hollandsch, gaande uit 12% morgen land in het ambacht van Bijswijck, genaamd Sculenburch, benoorden den Bredenwech. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende twintich Dynsdages'na sinte Bavendach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXII verso. N.B. Zie reg. no. 13. 55. 1420 December 8. Jan Zoet Vrancken zoon geeft vidimus van den brief d.d. 1868 April 18 (reg. no. 13). Int jair ons Heren dusent vierhondert ende twintich op onser Vrouwen dach concepcio. 1) Oorspr. (Inv. no. 93). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr.'in Inv. no. 5, fol. CXXII verso. 56. 1422 Februari 2. Jan Kog Jacobs zoon verkoopt aan Bertelmeeus Geryts zoonJ) % van 5/4 morgen land in het ambacht van tsGravensande en van 11 hont aldaar bewesten den Poel. Gegeven up onser Liever Vrouwen dach purificatio int jair ons Heren MCCCC twee ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 23). Mot het zegel van Michiel Kog Pieters zoon, oom van den oorkonder, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLI verso. 57. 1422 September 18. Dirck Jacobs zoon en Florys Dircs zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Anneboy Aernts zoon erkent schuldig te zijn aan Geryt Florys' zoonJ) een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis aan 'de Cortestraet. Int jair ons Heeren duysent-vierhondert twie ende twintich des Vrydaechs na sinte Lambrechts dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVI. 58. 1423 Januari 11. Jacob Hectoers zoon en Jan Willems zoon, schepenen in sGraven- *) Zie bldz. 382. zande, oorkonden, dat Mees Jacops zoon verkoopt aan Pieter Jans zoon van der Sterre de rente van 1 pond 's jaars, hem aangekomen door zijn huwelijk met Geertruyt en vermeld in den brief d.d. 1405 April 12 (reg. no. 29), waardoor deze gestoken is, welke rente genoemde Pieter zijn dochter Kerstijn geeft in mindering van wat haar aanbesterven is van haar moeder en van haar zuster Kathrijn. Int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende twintich des Manendaechs na Dertienen dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXV.. N.B. Zie reg. nos. 16, 17 en 19. 59. 1426 Juli 2. . Jan Wouter Boudijns zoon en Jan Everaerts zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Willem Bobbrechts zoon, Aernt van Woude, Geryt van Dijck Geryts zoon en Geryt Clays Spronxs zoon verkoopen aan Lijsbeth en Geertruyt Pieter Bannen zoons kinderen de rente, vermeld in den brief d.d. 1419 Mei 9 (reg. no. 47), waardoor deze gestoken is. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIIII. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1481 Mei 22 (reg. no. 199). 60. 1427 April 24. Philips, hertog van Bourgongen, graaf van Vlaendren, van Artnois en van Bourgongen paltsgraaf, heer van Saluns en van Mechelen, ruwaard en oor der landen van Hollant, Zeelant en Vrieslant, draagt de goederen, eertijds door zijn voorvaderen aan het gasthuis te sGravensande geschonken en die thans niet volgens de bestemming gebruikt worden, over aan de Begulièren binnen de stad Delff tot het bouwen van een klooster hunner orde te sGravensande, op voorwaarde, dat ze een gasthuis met 8 bedden in stand zullen houden en elke week een mis zullen doen houden voor hem en zijn geslacht, terwijl hij het nieuwe klooster in zijn bescherming zal nemen. Gegeven upten vièr ende twintichsten dach van Aprille int jaer ons Heeren MCCCC zeven ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 1). Met het geschonden hertogelijk zegel met contrazegel in roode was. Door dezen is gestoken de brief d.d. 1427 December 3 (reg. no. 63). In dorso staat, dat Nycolaus Wit, prior der Regulieren te Delf, Mr. Heynricus de Gorikem, doctor in de godgeleerdheid, geraadpleegd heeft over deze overdracht, en dat deze meende, dat de broeders zonder bezwaar van deze goederen zouden kunnen bestaan. 2) Afschr. in Invent. no. 5, fol. I verso. 3) Gevidimeerd in den brief d.d. 1432 Februari 11 (reg. no. 82). N.B. Gedrukt in Bijdr. bisd. Haarlem dl. XXVI bl. 385. 61. 1427 Augustus 4. . Schout, schepenen, raden en vroedschap der stad sGravenzande verzoeken de gravin (Jacoba van Beieren) de goederen, door haar voorouders en anderen aan het gasthuis aldaar geschonken, en niet geheel volgens de bestemming gebruikt, toe te kennen aan het klooster, dat de Begulièren binnen Delf in sGravenzande zullen stichten. upten vierden dach in Augusto int jair ons Heeren duysent vierhondert seven ende twintich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. I. N.B. Gedr. in Bijdr. bisd. Haarlem,dl. XXV bl. 363. 62. 1427 November 19. Schout, schepenen, raden en vroedschap der stad sGravesande geven toestemming aan den prior en het convent der Regulieren van Sinte-Jheronimusdal binnen Delff een klooster hunner orde te stichten op de gronden van het gasthuis, die zij daartoe met de andere inkomsten van de grafelijkheid gekregen hebben, op voorwaarde een gasthuis voor de armen met 8 bedden te zullen houden, te beheeren door 2 gasthuismeesters, daartoe op voordracht van den prior door de stad aan te stellen. Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende twintich op sinte Elyzabetthen dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 2).' Met de geschonden zegels van de stad en het convent in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CL. 63. 1427 December 8. Swederus, bisschop van Trajectum, bevestigt de overdracht van goederen aan de kanunniken der orde van de Regulieren, zooals vermeld in den brief d.d. 1427 April 24 (reg. no. 60), waardoor deze gestoken is, en verheft het gasthuis tot een klooster van genoemde orde onder den naam Bethania en neemt het in zijn bescherming. Datum anno Domini millesimo quadringentesimo vicesimo septimo tercia die mensis Decembris. 1) Oorspr. (Inv. no. 1). Met het bisschoppelijk zegel en contrazegel in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. II verso. 3) Gevidimeerd in den brief d.d. 1432 Februari 11 (reg. no. 82). 64. 1428 April 9. Swederus, bisschop van Trajectum, geeft aan prior enEeguliere kanunniken in des Graven zande beneyens aan de bewaarsters en zusters van de bagijnen aldaar toestemniing 4 honts land onderling te ruilen. Datum Leydis nostre diocesis anno Domini millesimo quadringentesimo vicesimo octavo mensis Aprilis die nona. 1) Oorspr. (Inv. no. 14). Met het geheim zegel van den bisschop in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVII. 65. 1428 Juni 17. Notaris Heynricus Bobbertus' zoon instrumenteert, dat Machteldis Gherardus' dochter en Zoeta Johannes' dochter, bewaarsters, en 8 andere bagijnen van het bagijnhof te tsGravenzande tegen een vergoeding, nader vast te stellen door 4 arbiters, in ruil afstaan aan prior en convent der Eegulieren in Delft de 4 hont land, die deze noodig hebben bij den bouw van hun klooster, doch afwijzen het voorstel om zich onder hun bewind te stellen, te eerder zoolang zij geen toestemming daartoe hebben van den bisschop van Trajectum of den abt van Insula beate Marie. Acta sunt hec in tsGravenzande in beghutario et in domo Katherine relicte Heymanni sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentisimo vicesimo octavo indictione sexta mensis Junii die decima septima hora missarum pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Martini pape quinti anno undecimo). 1) Oorspr. (Inv. no. 14). Met de signatuur van den notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CL verso. 3) Afschr., (doch met weglating van de weigering) in Inv. no. 5, fol. CLII verso. N.B. Zie reg. no. 1. 66. 1428 Juni 27. Claes Grijp erkent de ecththeid van den brief betreffende een rente uit 4 morgen land, die Geertruyt van der Horn en heer Jan, haar zoon, van hem hebben. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert achte ende twintich des Sonnendaghes voir sinte Peter. 1) Oorspr. (Inv. no. 92). Met de geschonden zegels van Bartolomeus Hughen zoon en zijn broeder Aernt, schout van Rijswijk, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXIII verso. N.B. Blijkens de indeeling van het cartularium ligt dit land te Rijswijk. 67. 1428 September 22. Gijsbrecht Pelgrims zoon (van Waetselaer), Jacob Mast Pelgrims zoon • (van Waetselaer), Gijsbrecht Clais' zoon en Bertelmeeus Geryts zoon1) verkoopen aan Gerydt Florys' zoon *) 8 morgen land in Monsterambacht, door hun vader Pelgrim Wyerts zoon (van Waetselaer) gekocht varj Oudenare, hun aanbesterven door den dood van Bette, hun moeder. Gegeven up sinte Mauricius' dach int jair ons Heren dusent vierhondert achte ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 66). Met het zegel van den vader dei oorkonders in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXII. N.B. In dorso staat: Dit gaf ons Gerryt Floris' zoon ende ley< in die Poeldnc. — Op het zegel staat: S. Dirc. Pillegrim 68. 1428 November 19. Machtelt Gheryts dochter en Soete Jans dochter, bewaarsters van hei bagijnhof te tsGravensand, transporteeren aan den procurator der Eegulieren van Delf ten behoeve van het klooster der Eegulieren van tsGravensand 4 hont land oostwaarts van het bagijnhof over de heensloot. op sinte Lijsbetten dach int jaer ons Heren dusent vierhonderi acht ende twintich. * 1) Oorspr. (Inv. no. 14). Met een overblijfsel van het zege van Allairt Berthelmees' zoon en het geschonden zege van Floris Dirc Harmens zoon in groene was. — Met transfix d.d. 1429 April 28 (regt no. 70). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVII verso. 69. 1429 April 23. Aelbrecht van Eaephorst verkoopt aan Jan Lievers zoon 7 morgei land in het ambacht van Monster bezuiden de Gantel, genaamd d< Lage Noort, met een recht van uitweg daarbij. Up sinte Jorys' dach in Aprille int jair ons Heeren duysent vierhonder negen ende twintich. Afschr. Inv. no. 5, fol. XCVIII. N.B. Door het oor.3pr. was gestoken de brief d.d. 1495 Febru ari 12 (reg. no. 216). 70. 1429 April 28. Swederus, bisschop van Traiectum, bekrachtigt de overdracht door d< i) Zie bldz. 382. bewaarsters van het bagijnhof te tsGravensand aan rector en Regulieren van het klooster van sint Maria Magdalena aldaar, nader vermeld in den brief d.d. 1428 November 19, waardoor deze is gestoken (zie reg. no. 68). Datum anno Domini M° CCCC° vicesimo nono mensis Aprilis die vicesima octava. 1) Oorspr. (Inv. no. 14). Met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVII. 71. 1429 Mei 18. Dirc Muel verkoopt aan Jan Dirc Vrydachs zoon 2% morgen land in het Ouwelant in het ambacht van tsGravenzande tusschen den Ouden dijk en het Waeltgen. Int jair ons Heeren dusent vierhondert neghen ende twintich des Woensdaghes in die Pinxter heilichdagen. 1) Oorspr. (Inv. no. 34). Met het zegel van Florys Dirx zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXVII. 72. 1429 Mei 28. Notaris Heynricus Robbertus' zoon instrumenteert, dat Nicolaus Thomas' zoon, priester, reguliere kanunnik van het klooster St. Jheronimus in Delf, thans rector van het klooster van dezelfde orde bij de stad sGravenzande, belooft de gracht, die tusschen het erf der Regulieren en den boomgaard der bagijnen aldaar loopt, van 12 tot 20 voet te verbreeden en de wal daarlangs, waarmede reeds een begin gemaakt is, tot op manshoogte te voltooien op boete van 50 .pond Hollandsch, te betalen binnen 6 weken, de helft aan de kerk ter stede, de helft aan de Heilige-Geestmeesters aldaar. Actafuerunt hec in predio sive domistadio Regularium sed et in communi via et platea publiea monasterii et civitatis anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo Vicesimo nono indictione septima mensis Maii die vicesima octava hora quasi nona de mane pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Martini dominica providentia pape quinti anno suo duodecimo. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CU verso. 73. 1429 Juli 9. Kerstin Pouls dochter verkoopt aan Jan Dirx zoon de helft van 8 morgen land in het ambacht Monster, genaamd de Hoige Ort. Int jair ons Heren M CCCC negen ende twintich tSaterdages na sinte Martijns dage translacio. 1) Oorspr. (Inv. no. 74). Met het geschonden zegel van Claes Hart en het zegel van Willem Herpers zoon (van Foreest) in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCVI verso. N.B. Aan het oorspr. is vastgehecht een brief d.d. 1457 April 28 (zie reg. no. 150). Zie ook reg no. 131. 74. 1429 October 1. IJsbrant van Scoten verkoopt aan Geryt Florys' zoon1) het zoogenaamde Teylingher land, gelegen in het ambacht tsGravenzande in het Ouwelant, dat hij in gemeenschap bezit met Jan van Scoten, priester, en met genoemden Geryt Florys' zoon. ») Zie bldz. 382. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen ende twintich op sinte Baven dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 24). Met het zegel van IJsbrant van Scoten in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLVII verso. 75. 1430 Januari 10. Schout, schepenen en burgemeesters van dsGravenzande oorkonden, dat zij verlof geven aan de Eegulieren aldaar te koopen, te huren of te ruilen van de bagijnen 4 hont land benoorden hun kerk van den bagijnenboomgaard tot de vaart. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich opten tienden dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 100). Met het geschonden stadsgezel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, foL XXVIII. 76. 1480 Januari 80. Dirc van Hodenpijl Aernts zoon en Aernt van Hodenpijl, zijn broeder, verkoopen gezamenlijk aan Willem Eobbrechs zoon de helft van 7 morgen land in het ambacht van Maeslant. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dertich des Manendaghes voir onser Vrouwen dach te hchtmisse. 1) Oorspr. (Inv. no. 64). Met de geschonden zegels van Jan van den Dorp, oom van de oorkonders, en Jan van der Hove in groene was. — Met transfix d.d. 1432 Juni 12 (reg. no. 84). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVII. N.B. Vastgehecht aan den brief d.d. 1479 Mei 23 (zie reg. no. 195). 77. 1480 Februari 12. Aelbrecht Gheryt bastaardzoon van der Wateringhe verkoopt aan Jan Vridachs zoon 1 y2 morgen land in het ambacht van sGravenzand in het Oudelant. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich op den twalefsten dach in Februario. 1) Oorspr. (Inv. no. 33). Met de zegels van Allairt Bartelmees' zoon, grootvader van Aelbrecht, en van Jacob Buys in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLIX. 78. 1481 April 27. Deken en kapittel van Sinte-Mariënkapel in den Hage geven vidimus van den brief d.d. 1401 Juni 24 (reg. no. 25). Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende dertich seven ende twintich dage in April. 1) Afschr. (Inv. no. 90), 1534 April 20 gecollationeerd door J. Beauvoir. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXIIII verso. 79. 1481 November 18. Jacob Ofhuis en Claes Dirck Jacobs zoons zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Willem Claes' zoon verkoopt aan Jan Buter Jacobs zoon de rente, hem aanbesterven van zijn oom Florys Geryts zoon en vermeld in den brief d.d. 1409 Maart 26 (reg. no. 84), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren M CCCC een ende dertich sDynxdages na sinte Willebroerdus' daghe. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLII. N.B. Boor het oorspr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1444 Januari 22 (reg. no. 115), 1459 Mei 8 (reg. no. 153) en 1481 Mei 22 (reg. no. 197). 80. 1432 Januari 12. Notaris Heynricus Bobbertus' zoon instrumenteert, dat Gerardus Florencius' zoonpoorter van sGravensande, een testament maakt, waarbij hij vermaakt o.a. aan de Regulieren aldaar 10 pond 'sjaars tot het houden van een wekelijksche mis voor zijn ziel ter eere van de Heilige Maagd en 10 pond voor een geregelde mis van'requiem op die plaats, die zijn erfgenamen daartoe zullen aanwijzen. Acta sunt hec in domo habitacionis Bertholomei filii dicti Gerardi testatoris' sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo tricesimo secundo indictione decima mensis Januarii die duodecima pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini domini Eugenii divina providentia pape quarti anno suo primo). Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXI. N.B. Zie reg. no. 160. 81. 1432 Januari 81. i Machtelt Cupers en Soete Jans dochter, bewaarsters van het bagijnhof te sGravensande, geven in erfhuur aan de Regulieren van Bethanièn aldaar 4 hónt land, strekkende oostwaarts van de bagijnensloot tot de vaart, waarvoor zij in ruil in erfhuur ontvangen een boomgaard, grenzende aan het gasthuis, met toegift van een gouden kroon 's jaars. Int jaer ons Heren dusent vierhondert twie ende dertich opten laesten dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 100*). Met de geschonden zegels van Allaert Berthelmees' zoon en Joest Pieters zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVIII. 82. 1482 Februari 11. Notaris Heynricus Bobbertus' zoon geeft, op verzoek van heer Andreas Theodoricus' zoon, prior van het klooster Bethania van de orde der reguliere kanunniken van Sint Augustinus bij de stad sGravenzand, vidimus van den brief d.d. 1427 April 24 (reg. no. 60) en van.den daardoor gestoken brief d.d. 1427 December 8 (reg. no. 63). Acta fuerunt hec in Naeldwijc sub anno indictione mense die hora et pontificatu predictis (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo tricesimo secundo indictione decima mensis Februarii die undecima hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Eugenii divina providentia pape quarti anno primo). 1) Oorspr. (Inv. no. 1). Met de signatuur van den notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 5, folio VII verso. 83. 1432 Maart 9. Schout, schepenen en buren van Monster bepalen in het belang der parochie, dat het land, nagelaten door heer Dirc van Egmonde, ridder, liggende in genoemd ambacht, vrij zal zijn van schot, tegen betaling van 3 pond Hollandsch 'sjaars. !) Zie bldz. 382. Int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende dertich op den negenden dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 67). Met het zegel van Jan Jans zoon (Uitermarsch), schout van Monster, in groene was, daartoe aangezocht, aangezien de schepenen en huren zelf geen zegel hebben en het schepenzegel slechts voor jaar en dag geldt. 2) Afschr. op perkament met signatuur van notaris Cornelius Cornelius' zoon Gaerdynck. 3) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCIX. 84. 1432 Juni 11. Willem Robbrechts zoon geeft aan Dirc Jacob Suysen zoon bij diens huwelijk met zijne dochter de helft van 7 morgen land, nader vermeld in den brief d.d. 1430 Januari 30 (zie reg. no. 76), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heren dusent vierhondert twie en dertich op sinte Odulfs avont. 1) Oorspr. (Inv. no. 64). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was. — 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVII verso. 85. 1482 Juli 9. Heynric van Liesvelt, vrouwe van der Doirtoech, Jan van der Lec en jonkvrouw Heynric, heeren Dircx dochter van Egmont, verkoopen aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGravenzande 13 morgen land in Monsterambacht, waarvan de helft toebehoort aan genoemde vrouwe, deel aan Jan van der Lec, hem aanbestorven door zijne echtgenoote, heeren Dircs dochter, en x/± deel aan jonkvrouw Heynric, haar aanbestorven van heer Dirc van Egmont, haren vader. Int jaer ons Heren dusent vierhondert twye ende dertich opten neghendach in Julio. 1) Oorspr. (Inv. no. 67). Met de geschonden zegels van Jan van der Lec, Willem Dippinc en Allairt Berthelmees' zoon in groene was. 2) Afschr. Met signatuur van notaris Cornelis Gaerdynck. 3) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCIX. 4) Afschr. van 2) in Inv. no. 5, fol. CXV verso. 86. 1433 Januari 27. Jan Dirc Vrydachs zoon verkoopt aan Willem Claes' zoon van Delf en Lijsbeth, zijn echtgenoote, 2% morgen land tusschen den Ouden dijk en het Waeltgen. Int jair ons Heren dusent vierhondert dreëndertich upten sevenentwyntichsten dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 34). Het zegel van Allert Bertelmeeus' zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLIX verso. 87. 1438 Februari 17. Jacob, hertogin van Beyeren enz., draagt de goederen, eertijds door haar voorvaderen aan het gasthuis te sGravensande geschonken, over aan de Begulièren binnen Delff tot het bouwen van een klooster hunner orde te sGravensanden en neemt het in haar bescherming onder bepaling, dat in dat klooster iedere week een mis voor haar zal worden gezongen. Gegeven upten zeventiensten dach in Februario int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende dertich na den loope van onsen Hove. 1) Oorspr. (Inv. no. 3). Met het geschonden zege] van Jacoba van Beieren in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. III. 88. 1433 September 22. Schepenen in den Haech oorkonden, dat Dirck Oedziers zoon erkent schuldig te zijn aan heer Claes Ysacs zoon, priester, een jaarrente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn woning in het Westambacht van der Hage, groot 15 morgen land bezuiden de Wildernisse. Gescreven op sinte Mauricius' dach int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende dertich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXI. N.B. Gecancelleerd. Zie reg. no. 171. 89. 1434 Juni 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem Willems zoon erkent schuldig te zijn aan heer Claes Ysacs zoon een jaafrente van 40 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn woning te Heckenduyne. Gescreven sestien dage in Junio int jair ons Heeren duysent vierhondert vier ende dertich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXI verso. N.B. Gecancelleerd. Zie reg. no. 171. 90. 1437 Januari 9. Claes Jacobs zoon stelt de Regulieren van Syon bij Delf in het bezit der landen, hun aangekomen door zijn broeder Jan, hun medebroeder, van zijn vader Jacob Aernts zoon, te weten y2 morgen land in Monster in den Poeldijk aan het eind van de hooge laan en vele kleinere perceelen daarbij. Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende dartich opten neghenden dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 68). Met het geschonden zegel van Florys Geryts zoon in groene was. Met transfix d.d. 1437 Februari 6 (reg. no. 93). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. C verso. 91. 1437 Januari 10. Johannes de Haer, kanunnik van het klooster Insula Sancte Marie van de orde van Premonstratum, cureit van de kerk van St. Elysabeth in sGravenzande, in tegenwoordigheid van heer Arnoldus, abt van genoemd klooster, vergunt onder nadere voorschriften prior en convent der Reguliere kanunniken van Bethania aldaar in een eigen kerk de diensten te verrichten tegen betaling van 1 gouden Wimelmusschild 's jaars aan den rector van de kerk. Anno Domini millesimo quadringentesimo tricesimo septimo decima die mensis Januarii. Afsohr. in Inv. no. 5, folio XV. N.B. Boor het oorspr. van dezen was gestoken een brief d.d. 1437 Mei 12 (reg. no. 95). Zie ook reg. no. 92. 92. 1437 Januari 23. Johannes Nycolaus' zoon, prior der reguliere kanunniken op den Mons Syon bij Delff, Petrus Gherardus' zoon, rector der reguliere kanonikessen van St. Agneta in Valle Josaphat in Delf, Judocus Petrus' zoon, Johannes Johannes' zoon, inwoners van sGravensande, verklaren, dat heer Arnoldus, abt van Insula Sancte Marie van de orde van Premonstratum, de overeenkomst tusschen heer Johannes de Haer, cureit van de kerk van St. Elizabeth in sGravenzande, en prior en convent van Bethania heeft bevestigd, doch daar hij zijn zegel niet bij zich had, beloofd heeft binnen een jaar deze overeenkomst met zijn zegel te zullen bevestigen. Anno Domini millesimo quadringentesimo tricesimo septimo die vicesima tercia mensis Januarii. 1) Oorspr. (Inv. no. 4*). Met de geschonden zegels van den prior en van Joest Pieters zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XVI. N.B. Zie reg. nos. 91 en 95. 93. 1437 Februari 6. Jan, prior, en gemeen convent der Eegulieren tot Onzer Vrouwen in Syon buiten Delff verkoopen aan het convent der Regulieren te Bethaniën bij sGravesande alle landen en renten, vermeld in den brief, d.d. 1437 Januari 9, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 90). Int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende dertich sDonderdages na sinte, Aechten dage. 1) Oorspr. (InV. no. 68). Het conventszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. Cl. N.B. Aan het oorspr. is vastgehecht de brief d.d. 1437 Februari 8 (reg. no. 94). 94. 1437 Februari 8. Prior en gemeen convent der Begulièren tot Onzer Vrouwen te Syon bij Delff waarborgen aan de Begulièren van Bethaniën bij sGravenzande den ongehinderden eigendom van de landen, vermeld in den brief d.d. 1437 Januari 9 (zie reg. no. 90), mits hun, in geval van aanspraken, deze brief weder wordt ter hand gesteld. Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende dertich sVridachs na sinte Aechten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 68). Het conventszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. Cl verso. N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan no. 93. 95. 1437 Mei 12. Arnoldus, abt van het klooster Insula Sancte Marie van de orde van Premonstratum, bevestigt- de overeenkomst, vermeld in den brief d.d. 1437 Januari 10 (reg. no. 91), waardoor deze gestoken is. Datum anno Domini millesimo quadringentesimo tricesimo septimo mensis Maii die duodecimo. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XV verso. N.B. Gedrukt bij J. de Fremery, De abten van Marienweerd, bl. 34. 96. 1437 December 18. Ministerse en convent der besloten zusters ten Elf duysent Maechden te Warmonde verkoopen Jan Heynen zoon 8 lijnen land op den Heenvlietschen grond aan de Nyenhorenssche zijde aldaar bewesten den dijk van Bijswairt. In den jair ons Heeren duysent vierhondert sevenendertich upten achtienden dach in December. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXIX verso, N.B. Zie reg. no. 120, 97. 1488 Juli 81. Jan van der Burch verklaart Claes Jan Scouten zoon met geen leenrechten te zullen aanspreken, aangezien de rente, die deze kocht van Florys Dirck Steffens zoon, gaande uit de Sculenburch, reeds bestond, voordat dit land, dat Florys voornoemd in leen heeft van de hofstede ter Burch, leenroerig werd. Gegeven upten lesten dach van Julio int jair ons Heeren duysendt vierhondert acht ende dertich. 1) Gevidimeerd in den brief d.d. 1440 April 11 (reg. no. 107). 2) Afsohr. in Inv. no. 5, fol. CXXIII verso. N.B. Zie reg. no. 54. 98. 1489 Januari 8. Pieter Wormbouts zoon verkoopt aan Heynric Bertelmees' zoon al het land, dat hij en zijn kinderen in het ambacht 'sGravensande bezitten, groot 2 morgen, genaamd Pinakersland, waarvan zij 5 deelen bezitten tegen Pieter Claes' zoon 8 deelen. Int jair ons Heren dusent vierhondert neghen ende dertich des Donredaghes na den heilighen Dertienen dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 28). Met de zegels van Gheryt Hughen zoon en Philips Hughe Stareken zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LIIII. 99. 1489 Januari 18. Jan Dirck Vrydachs zoon verkoopt aan Claes die Buyzer 1 % morgen land, nader vermeld in den brief d.d. 1480 Februari 12 (reg. no. 77). Gegeven int jair ons Heren duysent vierhondert negen ende dertich up sinte Ponciaens avont. 1) Oorspr. (Inv. no. 33). Met de geschonden zegels van Aernt van der Does en Aernt Geryts zoon*) in groene was. 2) Afschr. in-Inv. no. 6, foL XLIX. 100.1439 Maart 27. Ludovicus, patriarch van Aquilegia, legaat van de generale synode van Basilea, draagt den officiaal van Trajectum en den deken der St. Adrianus' kerk te Naeldwijck op, het verzoek van prior en convent van het klooster St. Maria Magdalena in Bethania der reguliere kanunniken in de stad sGravenzande van de orde van St. Augustinus te onderzoeken en. na goedbevinden de daarbij verzochte bevestiging in het bezit van de gasthuisgoederen te verleenen. Datum et actum Maguncie die vicesima septima mensis Marcii anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo tricesimo nono. Afschr. in Inv. no. 5, fol. III verso. N.B. Door het oorspr. was gestoken een brief d.d. 1439 Augustus 6 (reg. no. 104). 101. 1439 Mei 2. De generale synode van Basilea draagt Walramus, elect van Trajectum, op, het verzoek van prior en convent van het klooster Syon bij Delft der reguliere kanunniken van Sint Augustinus te onderzoeken en na goedbevinden de daarby verzochte bevestiging in het bezit der gasthuisgoederen te verleenen. i) Zie bldz. 382. Datum Basilee VI nonas May anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo tricesimo nono. Afschr. in Inv. no. 5, fol. V. N.B. Door het oorspr. was gestoken de brief d.d. 1439 Augustus 2 (reg. no. 103). 102. 1439 Mei 12. Heynric Bertelmees' zoon verkoopt aan zijn neef Willem Pieters zoon % van 2 morgen land in het ambacht tsGravenzande, waarvan 3/8 behoort aan Pieter Claeys van Pijnakers zoon. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende dertich op sinte Pancracius' dach. , 1) Oorspr. (Inv. no. 28). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXIII verso. 103. 1489 Augustus 2. Walramus, elect van Trajectum, bijzonderlijk daartoe gemachtigd door de synode van Basilea, verklaart de priors van Syon bij Delf en Bethania bij sGravesande, genoemd in de brieven d.d. 1489 Maart 27 en Mei 2 (reg. nos. 100 en 101), waardoor deze gestoken is, gerechtigd tot het innen en gebruiken van de inkomsten van het gasthuis te sGravesande. Datum in castro nostro Bair anno Domini millesimo quadringentesimo tricesimo nono Augusti die cesunda. Afschr.' in Inv. no. 5, fol. VI. 104. 1489 Augustus 6. De officiaal van het hof van Trajectum, bijzonderlijk daartoe gemachtigd door den legaat van de generale synode van Basilea, Ludovicus, patriarch van Aquilegia, bij diens brief d.d. 1489 Maart 27 (reg. no. 100), waardoor deze gestoken is, bevestigt volgens daarin vermeld verzoek het klooster van St. Maria Magdalena genaamd Bethania te sGravezande in het bezit der goederen van het gasthuis aldaar. Datum anno Domini niillesimo quadringentesimo tricesimo nono mensis Augusti die sexta. Afschr. in Inv. no. 5, fol. IIII verso. 105. 1440 Januari 17. Aernt Engebrechts zoon verkoopt aan zijn schoonzoon Jacob Dircx zoon een jaarrente van 1 gouden Engelschen nobel, gaande uit % van 8% morgen land in de Made binnen het ambacht van Monster. Int jaer ons Heren duysent vierhondert ende viertich up den seventienden dach in Januario. 1) Afschr. door notaris Dirck Sproncx zoon, priester (Inv. no. 91). 2) Afschr. van 1) in Inv. no. 5, fol. CXVIII verso. N.B. Op hetzelfde papier als 1) zijn geschreven de akten, waarvan de regesten nos. 112 en 141. 106. 1440 April 2. Jan Wouters zoon verkoopt aan Claes die Buyser 2y2 morgen lands, hem door huwelijk met Lijsbeth, weduwe van Willem Claes' zoon van Delf, aangekomen en nader omschreven in de brieven d.d. 1488 Januari 27 (reg. no. 86) en 1429 Mei 18 (reg. no. 71). Int jair ons Heren M CCCC ende viertien upten anderden dach in Aprille. 1) Oorspr. (Inv. no. 34). Met het geschonden zegel in groene was van Gerryt Potter van der Loo. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. L. 107. 1440 April 11. Deken en kapittel van Onser Liever Vrouwen kapel binnen den Hove van der Hage geven vidimus van den brief d.d. 1488 Juli 81 (reg. no. 97). Gegeven in den Hage upten elf sten dach in Aprille int jair ons Heeren duysent vierhondert ende viertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 93). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXIIII. 108. 1441 Februari 14. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Kerstant Claes' zoon met de Eegulieren van Bethaniën aldaar verruild heeft een stuk land tegen een ander met toegift van een jaarrente van 12 schellingen Hollandsch, gaande uit 4 hont land aldaar beoosten mijns Heeren weg. Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende veertich upten viertienden dach in Februario. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLII. 109. 1442 Maart 7. Symon Dircx zoon en Heynrick Doe, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Corhelis Jan Bosscaerts zoon verkoopt aan Foeytgen Aernts zoon in den Hage een jaarlijksche rente van 8 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Cortestraet aan het Noordeinde der stad sGravenzande. Int jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende veertich upten sevensten dach in Maerte. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVI. N.B. Zie reg. no. 190. 110. 1442 April 18. Aernt Engebrechs zoon verkoopt aan Geryt Voppen zoon een jaarrente van 1 gouden Engelschen nobel, gaande uit % van 8 morgen 1 y2 hont land in het ambacht van Monster. Int jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende veertich upten achtienden dach in Aprelle. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXIX verso. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1443 Februari 26 (reg. no. Ii2). 111. 1442 September 7. Huich Florys' zoon en Heyl.zijn echtgenoote, schenken den Eegulieren van Bethaniën bij sGravenzande een jaarrente van 1 Eijnschen gulden, gaande uit i/2 morgen land in het Vrylant, begrensd ten Oosten en ten Westen door de Gantel, tegen het houden van kerkelijke plechtigheden. Int jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende veertich upten sevenden dach in Septembri. Afschr. in Inv. no, 5, fol. XLII verso. 112. 144(8) Februari 26. Geryt Voppenzoon verkoopt den Eegulieren van Bethaniën bij sGravenzande een jaarrente van 1 gouden Engelschen nobel, vermeld in den brief d.d. 1442 April 18, waardoor deze gestoken is (reg. no. 110). Int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende veertich upten ses ende twintichsten dach in Februario. 1) Afschr. (doch met jaartal 1444) op het papier, waarop de akten van een andere jaarrente van 1 Eng. nobel (zie reg. nos. 105 en 141), (Inv. no. 91). > 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXX. 113. 1448 Maart 1. Pieter Hoen Yoests zoon verkoopt aan de Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande 8% hont land in Monster in een kamp land, geheeten de Baerdemaker, benoorden de Boema. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende viertich opten eersten dach in Maerte. Oorspr. (Inv. no. 69). Het zegel van den oorkonder verloren. 114. 1443 Maart 1. Willem Willems zoon verkoopt aan de Eegulieren van Bethaniën bij sGravenzande 4% hont land, gelegen in het ambacht Monster in Loserdijc bij de Wendigenssloot. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende viertich opten eersten dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 70). Met het geschonden zegel van Pieter Hoen Yoests zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CII. 115. 1444 Januari 22. Dirck Jan Voppens zoon en Jan Jacop Dammaes' zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Alijt Willem Muys' zoons weduwe verkoopt aan Oede en Zybrant, kinderen van Jacop Sybrants zoon, de rente, haar aanbestorven van haar neef Jan Euter en vermeld in de brieven d.d. 1409 Maart 26 (reg. no. 34) en 1431 November 13 (reg. no. 79), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heren M CCCC drie ende veertich tsDyncxdages up sinte V ■'.,.. Agnieien dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLII verso. N.B. Door het oorspr. van dezen waren gestoken de brieven d.d. 1459 Mei 8 (reg. no. 152) en 1481 Mei 22 (reg. no. 197). 116. 1444 Februari 24. Amelgaer Phillips' zoon verkoopt aan de Eegulieren van Bethaniën bij sGravenzande 2 hont land in het ambacht Monster. Int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende viertich op sinte Mathijs' avont in Februario. 1) Oorspr. (Inv. no. 71). Met het zegel van Clays Aernts zoom), schout van 's-Gravenzande, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CII verso. 117. 1444 Februari 26. Amelgaer Vrerics zoon verkoopt aan de Eegulieren van Bethaniën bij sGravenzande 1 hont land in het ambacht Monster. Int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende viertich opten ses ende twintichsten dach in Selle. 1) Oorspr. (Inv. no. 72). Met het zegel van Aernt van Camp, schout van Monster, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CII verso. i) Zie bldz. 382. 118. 1444 Juli 6. Clays Aernt Gheryts zoons zoon *) verkoopt aan den prior en het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande eene weide, groot 1Y2 morgen, in Lyerambacht, waarvoor hij hen in het hofboek heeft doen inschrijven. opten sesten dach in Julio int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende viertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 62*). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVI. 119. 1446 Februari 14. Schepenen van Maeslant oorkonden, dat Bobbrecht Doe zoon en Marijtgen Ockers weduwe huren van Willem Clays' zoon, rentmeester der Begulièren van sGravenzande, 1 y2 morgen land in het ambacht Maeslant voor den tijd van 10 jaar. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende viertich op sinte Valentijns dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 63). Met het geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVI. 120. 1448 December 19. Jan Heyne zoon de smid vermaakt aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande 6 gemeten min 1 lijn land op den Heenvlietschen grond aan de Nyenhorensche zijde, met opdracht tot het doen houden van zekere diensten voor zijn ziel, waarvoor de broeders telkenmale, 1 Bijnschen gulden voor wijn zullen ontvangen. Int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende viertich opten neghentienden dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 61). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. np. 5, fol. CXXIV versa 121. 1449 Augustus 17. Mees Geryts *) zoon verkoopt aan Fye Pieters de hoekmakers weduwe van Sceveningen ten behoeve van haar kleindochter Katrijn, koopman Egbrechts dochter, een jaarlijksche rente van 4 gouden keurvorster guldens, gaande uit de helft van 5 morgen land in het Nieuwelant binnendijks tusschen den ouden Maasdijk en de Wateringé benevens uit 7 hont lands in Noortlant benoorden den ouden Maasdijk en beoosten den Noortlantschen dijk. Int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende veertich des Sonnendages na onser Vrouwendach assumpcio. Afschr. Inv. no. 5, fol. LXIIII verso. N.B. In een aanteekening er onder staat, dat in het jaar 1486 in het begin van Juni, deze rente, waartoe het klooster gehouden was, afgelost werd onder den prior Johannes Johannes Martinus' zoons zoon door mr. Arnoldus Horencius' zoon van tsGravenzand i), doctor in het canonieke recht, tegen een wekelijksche mis voor hem en anderen op het altaar van St. Michaël in de parochiekerk. 122. 1450 Januari 18. Geryt Ansems zoon, Clais Ansems zoon, Tyman Jans zoon, Jacob van Hovel, Dirck Willems zoon, Geryt Aernts zoon, Aernt Heynricx zoon, ') Zie bldz. 382. 16 goudsmid, f ïeter r ïeters zoon en riuge rJoudijns zoon met zijn broers en zusters verkoopen aan Aernt Pieters zoon 2% morgen land in het ambacht van Monster beoosten de Wennetgenssloot en de helft van liy2 morgen in het ambacht van der Haghe in Haetscamp. Gescreven op sinte Ponciaens avont int jair ons Heeren M° CCCC" ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXVI verso. 123. 1450 Juli 4. Landschepenen buiten sGravenzande oorkonden, dat Jan Dirc Koene zoon van Leyden schenkt aan het convent der Eegulieren van Bethaniën bij sGravenzande zijn landerijen met uitgorzen in het Nieuweland, genaamd den Andel, tegen zekere diensten. • Int jair ons Heren duysent vierhondert ende vijftich opten vierden dach in Julio. Afschr. in Inv. no. 6, fol. LXXVIII. N.B. Zie reg. nos. 40 en 45. 124. 1451 Januari 3. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Bal Dirc Olyviers zoons (weduwe) verkoopt aan den prior van sGravenzande ten behoeve der Begulièren 2% morgen land in het Nuwelant. Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende vijftich opten derden dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 25). Met het geschonden landschepenzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LIIII. N.B. Zie reg. no. 126. 125. 1451 Februari 13. Aeriaen Barselys' zoon, Aeriaen Hughe zoon en Jan Aernt Gheryts zoons zoon, schepenen in Abbenbroeck, oorkonden, dat Jan Matheeus' zoon verkoopt aan het convent der Eegulieren bij sGravenzande 2y2 met en 1 lijn lands in Abbenbroeck. Int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende vijftich opten dertiensten dach in Februario. 1) Oorspr. (Inv. no. 13). Met geschonden schepenzegels van Aeriaen Barselys' zoon en van Jan Aernt Gheryts zoons zoon in groene was; dat van Aeriaen Hughe zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXX. 126. 1451 Februari 22. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Pieter Balie zoon verkoopt aan Bertholomees Geryts zoon1) een jaarlijksche rente van 2 gouden wilhelmusschilden, gaande uit 2% morgen land in het Nieuwelant beoosten den Maesdijck. Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende vijftich upten twie ende twintichsten dach in Zelle. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXIII verso. N.B. Aan het oorspr. was gehecht de brief d.d. 1451 Mei 17 (reg. no. 129). Zie reg. no. 124. 127. 1451 Mei 1. Landschepenen van sGravanzande oorkonden, dat Lambrecht Aernts zoon verkoopt aan het convent der Begulièren van Bethaniën een jaar- ») Zie bldz. 382. lijksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit de helft van 7 hont land in het Nuwelant, te betalen op Kerstavond en onze Vrouwen lichtmis. Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende vijftich op die Meye dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LIL N.B. In margine staat: deze twee pond Hollansen betaelt anno 1585 Doe Aerts zoon aen de Maesdijck. 128. 1451 Mei }. Landschepenen van sGravanzande oorkonden, dat Lambrecht Aernts zoon verkoopt aan het convent der Eegulieren aldaar een jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit de helft van 7 hont land, verschijnende op den dag van nieuwe landhuren. Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende vijftich op die Meye dach. Afschrift in Inv. no. 5, fol. LIL 129. 1451 Mei 17. Bertolmees Geryts zoon1) verkoopt aan het convent der Eegulieren van Bethaniën bij tsGravanzande 2 gouden wilhelmusschilden jaarlijks, nader vermeld in den brief d.d. 1451 Februari 2 (reg. no. 126), waaraan deze gehecht is. Int jair ons Herën dusent vierhondert een ende vijftich upten seventienden dach in Meye. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXIIII. N.B. Zie reg. no. 229. 130. 1452 Maart 9. Bertolmees Willems zoon verkoopt aan het convent der Eegulieren van Bethaniën bij sGravenzande 1 morgen land in het ambacht sGravenzande en y2 morgen land aldaar. int jaer ons Heren dusent vierhondert twie ende vijftich opten neghenden dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 26). Met het geschonden zegel van Geryt Colijns zoon in groene was 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVIII verso. 131. 1452 Maart 24. Geryt Doe IJsbrants zoon verkoopt aan Jan Maertijns zoon een jaarlijksche rente van 3 pond Hollandsch, gaande uit 4 morgen land in het ambacht van Monster, genaamd den Hogen Oirt en de Gantelcamp. Int jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende vijftich up onser Vrouwenavont annunciacio. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CIII. 132. 1453 Juli 16. Pieter Geryts zoon, schout van Monster, oorkondt, dat Margriete Gijs' brecht van Waetselaers weduwe verkoopt aan Philips Nachtegael % van 17 morgen 4% hont land in het ambacht van Monster tusschen de scheidwaters de Groote en de Kleine Gantel. Gegeven int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende vijftich upten zestienden dach in Julio. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXII. i) Zie bldz. 382. 133. 1458 November 2. De provisor en deken van Delfflandia doet uitspraak in een geschil tusschen heer Johannes Jacobus' zoon, priester, en Arnoldus Theodericus' zoon over een rente van 20 groot Hollandsch 'sjaars, gaande uit zeker huis in de stad tsGravensande, waarbij hij beslist, dat de eigenaars van dat huis de 'rente moeten betalen aan heer Johannes, ten bate van de kapelanie in het gasthuis aldaar. Datum anno Domini millesimo quadringentesimo tercio die ut supra (in consistorio nostro feria quinta post omnium Sanctorum hora causarum in ecclesia Sancti Ypoliti martiris in Delff). 1) Oir.ipr. (Inv. no. 106). Hetdienstzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVI verso. 134. 1458 November 18. Geryt Willem Storms zoon en Jan Vrancken zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Jacop Symons zoon verkoopt aan Lijsbeth en Geertruydt Pieter Bannen zoons kinderen een jaarlijksche rente van 89 groot Hollandsch gaande uit een huis aan de Burchwal ter hoogte van den Verwersdijck. Int jair ons Heren M CCCC drie ende vijftich tsDynxdage na sinte Martijnsdage in de winter. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIIII verso. N.B. Boor het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1481 Mei 22 (reg. no. 200). 135. 1455 Februari 20. Phillips, hertog van Bourgoengen enz., schenkt, nu Jan Jacobs zoon, priester in het gasthuis te sGravensande, bedlegerig is geworden, het officie van een wekelijksche zielmis aan de Eegulieren buiten sGravensande. Gegeven upten twintichsten dach van Februario int jair onss Heren duysent vierhondert vier ende vijftich na den loop van onsen Hove. Oorspr. (Inv. Ao. 104). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 136. 1455 October 29. Mr. Aernt Florys' zoon1) verklaart, dat wijlen zijn vader Florys Gheryts zoon met goeddunken Van zijne echtgenoote en zijne kinderen bij zijn sterven gegeven heeft aari de Eegulieren van Bethaniën bij sGravenzande de helft van 5% morgen land in de Grote Gheesttiende aldaar bewesten den Ouden dijk tot het houden van de missen, die zijn grootvader Gheert Florys' zoon bij zijn dood had bepaald. Int jaer ons Heren dusent vierhondert vijf end'e vijftich opten neghen ende twintichsten dach in Octobri. 1) Oorspr. (Inv. no. 27). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. BIIII verso. 137. 1456 Februari 8. Notaris Martinus, zoon van Arnoldus den beul, instrumenteert, dat Agatha Heynricus' dochter, echtgenoote van Jacobus Petrus' zoon, snijder, wonende te sGravenzande, aan den prior en het convent der Eegulieren van Bethania aldaar haar geheele vermogen schenkt onder i) Zie bldz. 382. voorwaarde, dat deze haar verder het noodige levensonderhoud zullen geven. Acta fuerunt hec in prefato oppido in dicte donatricis habitatione anno indictione mense hora die et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo quinquagesimo sexto indictione quarta mensis Februarii die vero Martis tercia hora vesperarum vel quasi secundum usum stilum et consuetudinem civitatis ac dyocesis Trajectensis pontificatu sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Calixti divina providentia huius nominis pape tercii anno primo. Afschr. Inv. no. 5, fol. CLXII. 138. 1456 April 20. Lijsbeth Mourys' dochter, Jan Dircs zoons weduwe, en haar zoons Dirck en Geryt verkoopen aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGavesande 1 morgen land in een kamp van 3% morgen land, gelegen in het ambacht Monster in den Poeldijck tusschen de Wennetgenssloot en de Woumade. Gegeven opten twintichsten dach in Aprille int jaer ons Heeren duysent vierhondert ses ende vijftich. 1) Afschr. (Inv. no. 73). Met handteekening van den notaris B. van Assendelft. 2) Afschr. in Inv. no, 5, fol. CIII verso. 3) Afschr. van 1) in Inv. no. 5, fol. CXVII. 139. 1456 Juli 6. Jan Vrancken zoon en Claes Ofhuys, schepenen in Delf, oorkonden, dat Phillips Jans zoon verkoopt aan Lijsbeth en Geertruydt Pieter Bannen zoons kinderen een jaarlijksche rente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit een huis in het Bietvelt. Int jair ons Heeren M CCCC zes ende vijftich sDynxdages na sinte Maertijnsdage translatio. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVI verso. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1481 Mei 22 (reg. no. 203). 140. 1456 November 8. Jacob Dircs zoon verkoopt aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravanzande 3 gouden keurvorster guldens 's jaars, gaande uit 1 y2 morgen land in Monsterambacht benoorden de Boema. Opten achten dach in Novembri int jair ons Heeren duysent viërhondert ses ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CIIII. N.B. Met de aanteekening: Van desen brief en ontfangen wy niet meer dan drie philippusgnlden, want die negen stuvers afgeeoft sijn mit eens te geven zestien gulden. 141. 1456 November 25. Jacob Dircx zoon verkoopt aan Dirck Jan Gomans zoon een jaarrente van 1 gouden Engelschen nobel, vermeld in den brief d.d. 1440 Januari 17 (reg. no. 105). Int jair ons Heren duysent vierhondert ende zes ende vijftich up den vijff ende twintichsten dach in Novembri. 1) Afschr. door notaris Dirck Sproncx zoon, priester, gesteld op hetzelfde papier als de akten, waarvan reg. nos. 105 en 112 (Inv. no. 91). 2) Afschr. van 1) in Inv. no. 5, fol. CXIX, 142. 1456 December 7. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat de kinderen van wijlen Jacob Pieters zoon met Jan Claes' zoon verkoopen aan Willem Pieters zoon op het Upstal te Naeldwijck % van 2 morgen land, waarvan % hem reeds toebehoort, liggende yz morgen hiervan in het Pachtelant benoorden den Puel en het overige in het Nyeuwelant. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert zess ende vijftich opten sevensten dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 28). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXVI verso. 143. 1457 Maart 9. Katrijn Jan Dircs zoons weduwe geeft aan de Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande de helft van 8 morgen land in het ambacht Monster, genaamd de Hoghe Noirt en de Gantelcamp, in ruil tegen eenig land en een bedrag in geld. Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende vijftich opten neghenden dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 74). Met de zegels van Clays Aernts zoom), schout van 's-Gravenzande, PieterGheryts zoon, schout van Monster, (geschonden) en Adriaen Jacobs zoon, bode van Monster, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CIV verso. 144. 1457 Maart 15. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Machtelt Florys Geryts zoons weduwe l) geeft aan den procurator der Regulieren van het klooster tSyon buiten Delf het navolgende land in het ambacht van sGravenzande in het nieuwe bedijkte land, nl. % van een weer land aan den Maasdijk, % van een half weer lands tusschen den Noortlantschen dijk en den nieuwen Maasdijk, % morgen land benoorden de Banck met bij behoorende uitgors, als uitkeering van het legaat van 100 pond van haar echtgenoot. Int jair ons Heeren duysent vierhondert seven ende vijftich upten vijftienden dach in Maerte. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXKII, van een afschrift door notaris Cornelis Cornelis' zoon Gairdynck, secretaris van 's-Gravensande. 145. 1457 Maart 15. Symon Dammaes' zoon en Jacob van Bleyswije Geryts zoon, schepenen van Delf, oorkonden, dat Pieter Pieters zoon verkoopt aan Lijsbet Pieters dochter, de bagijn, eene jaarlijksche rente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit een huis en erf in het Noordeynde aan de westzijde van den Nyen Delf.. Int jair ons Heren M CCCC zes ende vijftich tsDynxdages upten XVen dach in Mairte. 1) Oorspr. (Inv. no. 84*). De beide schepenzegels verloren. Met transfix d.d. 1481 Mei 22 (zie reg. no. 201). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLV verso. 146. 1457 Maart 15. Jan Pieters zoon van Buten en Heynrick Bugge Dirx zoon, schepenen i) Zie bldz. 382. in Delf, oorkonden, dat Heynrick Symons zoon verkoopt aan Lijsbeth en Geertruydt Pieter Bannen zoons kinderen een jaarlijksche rente van 20 schellingen Hollandsch, gaande uit een huis aan de Pontemarct. Int jair ons Heren M CCCC zes ende vijftich tsDynxdages upten XVen dach in Mairte. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVI. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1481 Mei 22 {reg. no. 202). 147. 1457 Maart 16. Jan Jans zoon en Jan Hoeven zoon, schepenen in tsGravenzande, oorkonden, dat Huyge Jans zoon, Ghijsbrect Jans zoon en Jan Adriaens zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, verkoopen, met toestemming van den provisor van Delfland en van het gerecht van tsGravenzande, aan het Sinte Nyclaes' gasthuis in den Hage het land in een half weer land, den Heiligen Geest vermaakt door Huyge Jacops zoon Hoeghuis en gelegen in het nieuwe bedijkte land tusschen den ouden en den nieuwen Maasdijk. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert seven ende vijftich upten zestiensten dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 50). Met de zegels van de oorkonders in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVIIII, gecoll. in 1579 door notaris J. de Wolfswinckel. N.B. Aan het oorspr. zijn gehecht de charters, waarvan reg. nos. 148, 149 en 261. 148. 1457 Maart 20. Landschepen van tsGravenzande oorkonden, dat Pieter Claes' zoon verkoopt aan de gasthuismeesters van Sinter Nyclaes' gasthuis in den Haghe alle land, hem aanbestorven van Gheryt Schilders zoon in een half weer land in het nieuwe bedijkte land tusschen den ouden en den nieuwen Maasdijk, benevens y2 morgen land aan de Banck met bijbehoorende uitgors. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert seven ende vijftich upten twintichsten dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 50). Met geschonden landschapszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXX, gecoll. in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel. N.B. Aan het oorspr. zijn gehecht de charters, waarvan reg. # nos. 147, 148 en 261. 149. 1457 Maart 20. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Mees Mees' zoon verkoopt aan de gasthuismeesters van Sinter Nyclaes' gasthuis in den Hage het land in een half weer land, hem aangekomen van zijn echtgenoote Wive, gelegen in het nieuwe bedijkte land tusschen den ouden en den nieuwen Maasdijk, benevens y2 morgen land aldaar voor de Banck met bijbehoorende uitgors. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert zeven ende vijftich upten twinticsten dach in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 50). Met geschonden landschapszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXVIIII verso, gecoll. in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel. N.B. Aan het oorspr. zijn gehecht de charters, waarvan reg. nos. 147, 148 en 261, 150. 1457 April 28. Katrijn Jan Dircs zoons weduwe geeft aan de Eegulieren van Bethaniën bij sGravenzande de helft van 8 morgen land in het ambacht Monster genaamd de Hoghe Noort en de Gantelcamp, in ruil tegen eenig land en een bedrag in geld. opten acht ende twintichsten dach in Aprille int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende vijftich. 1) Oorspr. (Inv. no. 74). Met de zegels van Clays van Leyen Heynrics zoon, baljuw van Naaldwijk, en Jan Gheryts zoon van der Wateringhe in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCVII. N.B. Aan het oorspr. is gehecht de brief d.d. 1429 Juli 9 (reg. no. 73). 151. 1458 April 9. Broeder Jan, prior, en het convent der Carthusern tSinte Andries ther Saligher Havene bij de stad van Aemstelredamme verkoopen den Eegulieren van Bethaniën bij Schravënzande 6 morgen en 90 gaarden land in Monsterambacht, vermeld in den brief d.d. 1897 April 7 (reg. 24), waardoor deze gestoken is. Gegeven upten neghenden dach in Aprill int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende vijftich. 1) Oorspr. (Inv. no. 75). Met het geschonden conventszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCV verso. 152. 1459 Maart 12. Landschepenen van sGravenzande pachten den Bégulieren aldaar, op verzoek van heer Scouwe, hun procurator, een jaarlijksche rente van 2 groot 8 penningen Hollandsch toe, gaande uit 9 hont lands, die Aernt Dircs zoon in het Noortlant heeft bezuiden den Noortlantschen weg, wegens het achterstallig zijn van 20 groot. Lat jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende vijftich upten twalefsten dach in Maerte. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCI. 153. 1459 Mei 8. Claes Ofhuys en Symon Loef, schepenen in DelL oorkonden, dat Zybrant Jacob zoon en Oede Jacobs dochter verkoopen aan Lijsbeth en Geertruyt, dochters van Pieter Bannen zoon, de rente, vermeld in de brieven d.d. 1409 Maart 26 (reg. no. 84), 1481 November 13 (reg. no. 79) en 1444 Januari 22 (reg. no. 115), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heren M CCCC negen ende vijftich tsDynxdages upten Villen dach in Meye. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLII verso. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1481 Mei 22 (reg. no. 197). 154. 1459 Mei 19. Bertolmees Geryts zoon1) verkoopt aan Pièter Aernts zoon van der Sloet een jaarlijksche rente van een gouden Bijnschen gulden, gaande uit 4 morgen 2 hont weiland in Noortlant benoorden den Noortlantschen dijk. Int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende vijftich upten negentienden dach in Meye. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXX verso. i) Zie bldz. 382, 155. 1460 Mei 24. Notaris Wilhelmus Jacobus' zoon uit Noirtwijck instrumenteert, dat Christijn Peters dochter, bagijn te sGravensande, schenkt aan Johannes de Jonghe, prior, Wilhelmus Georgius' zoon, supprior, Nycolaus Arnoldus' zoon, procurator, en het convent van het klooster der Regulieren van de Heilige Maria Magdalena in Bethania bij sGravensande eenige perceelen land in het ambacht sGravenzande en renten uit huizen aldaar, als omschreven in de mede overgegeven schepenbrieven, te weten 2 halve morgens 66 gaarden land beoosten den heerweg, y2 morgen in Donyssvelt bewesten den heerweg, het land in Noortlant, verhuurd voor 1 Avilhelmusschild 7 groot, benevens de jaarlijksche renten van 8 Bijnsche guldens, gaande uit de helft van 4 morgen 7 gaarden'in Noortlant, 25 groot en 1 pond uit huizen in de Langhestraat, terwijl ze hun tevens al haar kleinoodiën en juweelen schenkt, onder voorbehoud van het gebruik. Acta sunt hec in sGravensande in ecclesia monasterii Begularium supradicti sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo indictione octava die vero vicesima quarta mensis Maii hora primarum vel eo circa pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pii divina providentia pape secundi anno secundo). 1) Oorspr. (Inv. no. 29). Met de signatuur van den notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXIII. 156. 1460 Juni 6. Schepenen van het ambacht Monster oorkonden, dat Lijsbeth Jan Dericx' weduwe verkoopt aan heer Martijn Dericks zoon, kanunnik te Naeldwijk, 1 y2 morgen land in den Poeldijck bewesten dë Wennetgenssloot. Int jair ons Heeren duesent vierhondert tsestich opten sesten dach in Junio. 1) Afschr. van een afschrift (Inv. no. 76). Met de handteekeningen van de notarissen B. van Assendelf en Jo. de W£Êk- Gooh. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXVII verso. 157. 1460 Juli 1. Landschepenen van sGravanzande pachten den Begulièren aldaar op verzoek van heer Claes, hun procurator, 4y2 groot 1 y2 penning Hollandsch 's jaars toe, gaande uit 9 hont land, die Aernt Dircs zoon in Noortlant heeft bezuiden den Noortlantschen weg, wegens het achterstallig zijn van 44y2 groot 1 y2 penning. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende tsestich upten eersten dach in Julio. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCI verso. 158. 1460 Juli 4. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Bertelmees Gheryts zoon») geeft, ten behoeve van zijne kinderen Joest en Katrijn, aan het convent der Eegulieren van Bethaniën bij sGravenzande en aan het convent van Sint Lijsbetten zusters in den Haghe te zamen 2 weer land, gelegen in den Andel buiten sGravenzande, 8% hont land aldaar tusschendijks, iy2 gouden Bijnsche guldens 'sjaars, gaande uit een weer land van het Sint Lijsbetten zusterhuis in den Haghe, en de helft van 1/7 van de grazen, uitgorzen en de Bank, behoorende tot den Andel, 1) Zie bldz. 382, Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tsestich opten vierden dach in Julio. v 1) Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5. fol. LXXXI, gecollationneerd door notaris J. de Wolfswinckel in 1689. 159. 1460 Augustus 12. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Dirck Geryts zoon verkoopt aan het convent der Eegulieren van Bethaniën aldaar 58 schellingen 4 penningen Hollandsch 'sjaars, gaande uit 2% morgen bij zijn woning in Donysvelt tusschen den heerweg en den dijk voor de Banck. upten twaleften dach in Augusto int jair ons Heeren duysent vierhondert ende sestich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXVII. N.B. Zie reg. no. 71. 160. 1461 Februari 5. Provisor en deken van Delfland geven sententie in de zaak tusschen Nycholaus Arnoldus' zoon1) en Elizabeth Arnoldus' weduwe1) en haar erfgenamen over den uitersten wil van Gherardus Plorentius' zoon1), waarbij zij Elizabeth en genoemde erfgenamen aanwijzen, ieder voor zoover het hem aangaat, als degenen, die dit testament moeten uitvoeren en een plaats bepalen, waar de besproken missen moeten gehouden worden. In Delf in loco consistoriali nostro solito anno millesimo quadringentesimo sexagesimo primo ipso die sancte Agathe virginis. 1) Oorspr. (Inv. no. 95). Met de zegels van den provisor (Tyelmannus Heynricus' zoon) en den deken (Wilhelmus Geraerdus' zoon Uter Lyer) in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXI verso. N.B. Zie reg. no. 80. 161. 1463 Januari 5. Jacob Clays' zoon van Eeten verkoopt aan het convent der Eegulieren van Bethaniën bij sGravenzande de helft van 10 morgen land, genaamd het land van Alckemade, tegen zekere renten. opten vijf ten dach in Januario int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met de zegels van den oorkonder en Clays Aernt Gheryts zoom) in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVI. 162. 1468 Januari 5. Jacob Clays Eeyniers zoons zoon van Eten verkoopt aan het convent der Begulièren van Bethaniën bij sGravenzande de helft van 10 morgen land, geheeten het land van Alckemade, in het ambacht sGravenzande. Opten vijften dach in Januario int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met de zegels van den oorkonder en van Clays Aernt Gheryts zoon i) in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVI verso. N.B. Uit het opschrift blijkt, dat dit de andere helft is van die, genoemd in reg. no. 161. i) Zie bldz. 382. - % 103. i4oo maart ö. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Heynric Pieters zoon verkoopt aan het convent der Reguheren van Bethaniën bij sGravenzande % van 6 morgen lands aldaar in het Nuwelant bewesten den Ouden dijk. opten achten dach in Maerte int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich. 1) Oorspr-. (Inv. no. 31). Met het geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LV. 164. 1463 Juli 21. De Eegulieren van tsGravenzande te Bethaniën verhuren aan Ariaen Jans zoon, priester in die stad, een tuin bij de Voirmolen, voor zoolang hij, zijn ouders, zijn broeders en Jacob Gheryts zoon, zijn neef, zullen leven. Int jair ons Heeren dusent vierhondert drie ende tsestich op sinte Marien Magdalenen avont in Julio. 1) Oorspr. (Inv. no. IS*). Met het geschonden priorszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVII. " 165. 1463 Juli 22. Ariaen Jans zoon, priester, huurt van de Begulièren van tsGravenzande te Bethaniën een tuin bij de Voirmolen, voor zoolang hij zijn ouders, zijn broeders en zijn, neef Jacob Gheryts zoon zullea leven. Int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich op sinte Mariën Magdalenen dach in Julio. 1) Oorspr. (Inv. no. 15*). Met het zegel van Jan Ariaens zoon, vader van den oorkonder, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVII verso. 166. 1464 Januari 4. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Bertolmees Gheryts zoon1) verkoopt aan het convent der Eeguüeren van Bethaniën 5% morgen land in het ambacht sGravenzande in het Noortlant beoosten den dijk, zooals omschreven staat in het pachtboek van Voren. opten vierden dach in Januario int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 32). Met het geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCII. 167. 1464 Juni 4. Landschepenen van sGravanzande oorkonden, dat Dirck Potter verkoopt aan prior en convent der Begulièren van Bethaniën 1 y2 morgen land in het ambacht van sGravenzande in het Ouwelant. upten vierden dach in Junio int jair ons Heeren dusent vierhondert vier ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. L verso. 168. 1464 Juni 4. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Dirck Potter verkoopt aan prior en convent der Eegulieren van Bethaniën 2*4 morgen land in het Ouwelant bij den ouden Maasdijk. i) Zie bldz. 382. upten vierden dach in Junio int jair ons Heeren duysent vierhondert vier ende testich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LI. N.B. Bit land is verkocht aan Cornelis Adriaens zoon Oudendij ck. 169. 1464 September 20. Joest Claes' zoon, rector, Aecht Heynrics dochter, priorin, en het convent der Regularissen van Sinte Agnieten klooster, genaamd int dal van Jozaphat binnen de stad Delft, verkoopen aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGravenzande de helft van 2 morgen land aldaar in het Donixvelt. opten twintichsten dach van Septembri int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 35). Met het conventszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXVII verso. 170. 1464 December 14. Claes Claes' zoon verkoopt aan heer Bertelmees, priester, ten behoeve van Het Begulierenklooster te tsGravenzande 4 hont land aldaar. upten XlIIen dach in Decembri int jair ons Heren M CCCC vier ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 36). Met geschonden zegels van Bammas Zijsman Pieters zoon en Pieter Geryts zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LV. 171. 1464 December 29. Jacob Clays' zoon van Eeten verkoopt aan het convent der Begulièren van Bethamën bij sGravenzande de jaarrente van 4 pond, die hij destijds van hem kocht, nader vermeld in de brieven d.d. 1416 November 19 (reg. no. 41), 1483 September 22 (reg. no, 88) en 1484 Juni 16 (reg. no. 89). upten negen ende twintichsten dach in Decembri int jair ons Heeren duysent vierhondert vier ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 89). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXII. N.B. Gecancelleerd. Blijkens aanteekening op fol. CXXI is deze rente in 1560 verkocht met den penning 26 (sic). 172. 1465 November 82. Landschepenen van tsGravensande oorkonden, dat Willem Jans zoon van der Burch opdraagt aan Everlijn Everlijns zoon 2% morgen en 1 hont land aldaar, waarvan 1 morgen in het Ouwelant, 4 hont in den Hoenretyende én 8 hont in den Heen, grenzende oostzuid-oost aan de Zuytpuel, welk land hem aanbestorven was van zijn vader en zijn broeder. In den jaer ons Heeren dusent vyerhondert vijf ende tsestich upten dryen ende twintichsten dach in Novembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 39). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLIII verso. 173. 1466 Februari 6. Schepenen van het ambacht Monster oorkonden, dat Heinryc GovertB zoon verkoopt aan de Regulieren te tsGravenzande 4 hont land aldaar. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende LXVI op den sesten dach in Februario. 1) Oorspr. (Inv. no. 77*). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CV verso. 174. 1466 Februari 27. Landschepenen van tsGravanzande oorkonden, dat Heynrick Pieters zoon verkoopt aan den prior der Regulieren van Bethaniën aldaar een jaarlijksche rente van iy2 pond, gaande uit zijn huis en 8 hont land in het Nieuwelant beoosten den ouden Maasdijk, uit 2 hont land ten noorden daarvan en uit 4 hont land in het Nieuwelant ten westen van den Ouden dijk. ' Upten seven ende twintichsten dach in Februario int jair ons Heeren dusent vierhondert ses ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXVII. 175. 1466 November 2. Notaris Jacobus Nycolaus' zoon Berchsz instrumenteert, dat Theoderica Margareta, weduwe van Symon Gijsbertus' zoon, een testament maakt, waarbij ze o.a. vermaakt aan haar zoon, kanunnik in het klooster der Regulieren in sGravenzande, 7% morgen lands in de Souteveen en een rente van 2 pond Hollandsch uit een huis bij den Vorwairdijcke, op voorwaarde, dat de broeders haar een lijfrente zullen uitkeeren van 12 Rijnsche guldens en eenige schulden zullen betalen. Acta fuerunt hec in opido Delffensi in domo habitationis mei notarii sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo sexto indictione decimaquarta mensis Novembris die secunda hora quinta vel quasi post vesperas pontificatu sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno eius tercio. Afschr. in Inv. no. 5; fol. CBXV verso. 176. 1469 November 21. Heynrick Bugge Dircx zoon en Jacob van Bleyswijck Geryts zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat heer Jan van Buschhuysen Vredericxen, priester, Regulier in het klooster ten Donck, en heer Tyelman Wijn, confessor van het convent der zusters van Sinte Katherynen op Rapenburch binnen de stad Leyden, verkoopen aan Liesbeth Pieters dochter en Geertruydt Pieters dochter de rente, genoemden heer Jan en zijn zuster Baerte Vredericx, zuster in gemeld zusterhuis, aanbestorven van de bagijn Machteld, haar tante, en vermeld in den brief d.d. 1420 Maart 12 (reg. no. 53), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren M CCCC negen ende tsestich Tsynxdages upten XXIen dach in Novembri. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIII verso. N.B. Door het oorspr. van dezen was gestoken de brief d.d. 1481 Mei 22 (reg. no. 198). 177. 1470 Maart 31. Wouter Geryts zoon verkoopt aan Dirc van Poelgeest, priester, kanunnik te Nailwijck, 1 y2 morgen land in het ambacht sGravenzande bewesten den Ouden dijk. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende tseventich upten laetsten dach van Marte. 1) Oorspr. (Inv. no. 37). Met het geschonden zegel van Ghijsbrecht van Mattenes, schout te Naald wijk,ingroene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LV verso. N.B. Aan het oorspr. is vastgehecht het charter d.d. 1476 Januari 23 (reg. no. 189). 178. 1470 Juni 8. Ghijsbrecht Jan Aelewijns zoons zoon verkoopt den prior en het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande een jaarlijksche rente van 1 gouden Bijnschen gulden, gaande uit y2 morgen land in het Ouwelant bewesten de Wateringe, bezwaard met een vierendeel tarwe, jaarlijks uit te deelen aan de armen voor de zielen van zijn ouders. upten derden dach in Junio in den jair ons Heeren duysent vierhondert ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. Lil verso. N.B. Gecancelleerd; in margine staat: Bese half merghen hebben wy vercocht Peter Claes' zoon Backer anno XVc vijf ende vijftich den XXVIII dach Becembrii ende wy houwen aen ons te betalen ten ewighen daghen dat vierendeel terws, ende wy hebben hier of ontfangen XVI W grooten Vlaems. 179. 1470 Juni 28. Jacob Maertijns zoon en Heynric Gielis Storm zoon, burgemeesters van sGravenzande, oorkonden, dat Jacob Kerstants zoon erkent schuldig te zijn aan mr, Aernt Florys' zoon van sGravensande kanunnik in de kapel in den Hage, een jaarlijksche rente van 10 witte stuivers Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Langestraet. upten acht ende twintichsten dach van Junio int jair ons Heeren duysent vierhondert ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVII verso. 180. 1471 Maart 9. Aelyaen Jans zoon, Doen Wouters zoon en Jacob Willems zoon, schepenen in Grijsoorde, oorkonden, dat de oude Jan Oom en Mr. Heynric Oom, Goidscalcx kinderen, en Margriet Goidscalcx weduwe verkoopen aan Geryt van Culemburch, bastaard, 120 gemeten lands nl. 19 gemeten 80 roeden bezuiden den zeedijk, 9 gemeten 267 roeden beoosten den middeldijk, alle in Battennoirt, 83 gemeten 100 roeden beoosten, bezuiden en bewesten den dijk en iy2 gemet Hoetland benoorden den middeldijk alle in het Noirtnyeuwelant. Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende een ende tseventich upten negensten dach in Maerte. Gevidimeerd in den brief d.d. 1479 Juni 5 (reg. no. 196). 181. 1472 September 12. Prior en convent der Begulièren van Bethaniën bij sGravenzande erkennen, dat de helft van de 2 morgen lands min 9% gaard in het Noortlant, hun ten overstaan van schout en schepenen geschonken door Katrijn Heymans weduwe, en waarvoor zij ingeschreven staan in het hofboek van Voorne, toebehoort aan Heynric Heymans zoon, leesmeester in het Augustinenklooster binnen de stad Dordrecht. i) Zie bldz. 382. opten twaleften dach in Septembri in den jare ons Heren dusent vierhondert twie ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 54). Met geschonden conventszegel' in groene was. Met transfix d.d. 1546 October 25 (reg. no. 269). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXI. N.B. In dorso het oorspr. staat: 1°. littera de uno nobili in tsGrav esant; 2°. van Lil stuivers staende up twie morgen lants in Noirtlant, dien wy den Augustijnen plagen te geven tot Dordrecht. 182. 1472 December 23. Jan Geryts zoon ên Heynric Gielis Storms zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Dirck Willem Dippijns zoon verkoopt aan Jan Dircx zoon, den molenaar, een jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis op de hoek van de Ommeloep, losbaar met den penning 10. Upten XXIIIen dach van December in den jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVIII. 183. 1472 December 28. Jan Geryts zoon en Heynrick Gielhs Storms zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Dirc Willem Dippijns zoon verkoopt aan Jan Dircx zoon, den molenaar, een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis op denhoek van den Ommeloep, beoosten de straat, waardoor men naar de kerk gaat. den XXIIIen dach van December int jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVIII verso. 184. 1478 Mei 5. Gheryt van Culenborch, bastaard, maakt zijn testament, waarbij hij aan het convent der Regulieren buiten sGravenzande vermaakt tot het houden van een dagelijksche mis op het Heilige-Kruisaltaar in hun kerk en met last tot eenige jaarlijksche uitkeeringen o.a. aan de HeiligeGeestmeesters binnen Uutrecht de helft van 120 gemeten land in Grijsoorde, waarvan de andere helft is toegezegd aan zijn dochter Frederijn van Amerongen bij haar huwelijk met Willem van Nyelant. Gescreven upten vijf ten dach van Meye int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met de handteekening van den erflater en de geschonden zegels in groene was van hem en Mr. Tyelman Heynrics zoon, provisor en deken van Delflant. 2) Afschr. op perkament met signatuur van notaris Cornelius Cornelius' zoon Oaerdynk. 3) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXV. N.B. In dorso van het oorspr. staan twee nadere beschikkingen: a. dat de jaarrente van 4 pond Hollandsch i. p. v. aan den Heiligen Geest te Utrecht moet uitgekeerd worden aan het klooster der Prekerorde in den Hage, 6. dat, als door overstrooming het gelegateerde land minder opbrengt, het bedrag, beschikbaar voor missen, moet verkleind worden. In dorso van het afschrift staat, dat in 1501 de conservator der Regulieren Mr. Jacobus Ruys heeft uitgemaakt, dat, als het land niets opbracht, de Predikheeren niets zouden ontvangen. Zie reg. no. 191. 185. 1474 Januari 9. Notaris Thomas Theodricus' zoon van Medemblick instrumenteert, dat Bertolmees Gheryts zoon1) zijn testament maakt, waarbij hij o.a. aan het godshuis te sGravenzande vermaakt de helft van 5 morgen land in den Poeldijck tusschen de Groote en de Kleine Gantel en de helft van 5 morgen land in het Noortlant, waarvoor de godshuismeesters zijn jaarge tijde moeten houden; voorts o.a. aan de Begulièren te sGravenzande 2 Bijnsche guldens 's jaars uit de helft van 6 gemeten land te Bugge buiten den Briele en de helft van 18 morgen in Monsterambacht in den Poeldijck tusschen de Groote en de Kleine Gantel en al zijn geld en huisraad. Anno a nativitate euisdem Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quarto indictione septima die vero dominica nona mensis Januarii hora undecima vel quasi ante meridiem pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti divina providentia pape quarti anno suo tercio. 1) Oorspr. (Inv. no. 78). Met de signatuur van den notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol.. CV verso. 186. 1474 April 22. Aelbrecht van Baphorst, schout van Hairlem, verkoopt aan Costijn Jans zoon 26 morgen land in het ambacht van tsGravensande en 8 hont land in den ban van Monster ten Oosten van den Puel, in gebruik bij de Begulièren van tsGravensande. opten XXIIen dach in Aprille int jair ons Heeren MCCCC vier ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 38). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode, en dat van Claes Pieters zoon, schout van Rijswijk, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. ZLIIII. 187. 1474 Mei 1. Ghijsbrecht van Baephorst geeft aan zijn neef Aelbrecht van Baephorst Diricx zoon in eigendom de hofstede van Baephorst met bijbehoorend land, die deze van hem in leen houdt en gekocht heeft van Heinric Sadelpoger. den iorsten dach in Meye in jair duysent vierhondert vier ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 38). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5 fol. -XLIII verso. 188. 1475 Maart 31. Notaris Thomas Theodericus' zoon van Medemblick instrumenteert, dat Bartolomeus Gerardus' zoon1), inwoner van tsGravenzande, zijn testament d.d. 1474 Januari 9 (reg. no. 185) handhaaft, niettegenstaande zijn zoon Theodoricus, Begulier in Bethania, thans overleden is. Acta fuerunt haec in opido tsGravenzandensi in ecclesia parochiali in choro sancti Nycolai (anno a nativitate eiusden Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quinto indictione secundum usum stilum consuetudinem et communem modum scribendi civitatis et dyoce- i) Zie bldz. 382. sis Traiectensis octava die autem Veneris ultima mensis Marti hora quasi decima ante meridiem pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti divina providentia pape quarti anno quarto). 1) Oorspr. (Inv. no. 78). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXX. 189. 1476 Januari 28. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat heer Dirck van Poelgheest, priester en kanunnik te Naüdwijck, verkoopt aan den prior en het convent van de Regulieren te sGravensande 1 % morgen lands aldaar bewesten den Ouden dijk. Upten drie ende twintichsten dach in Januario in den jair ons Heren - dusent vierhondert ses ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 37). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LVI. N.B. Het oorspr. was vastgehecht aan no. 177. 190. 1476 Mei 1. Henrick Yelys Storms zoon, burgemeester, en Jacop Maertijns zoon, schepen der stad van sGravensande, oorkonden, dat aan Mr. Aernt Feutgens zoon, kanunnik van Naeldwijck, is toegepacht 2 pond Hollandsch 's jaars wegens het 4 jaar lang niet ontvangen van 8 pond uit het huis in het Noorteynde. upten eersten dach in Meye in den jair ons Heren dusent vierhondert ses ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 86). Met de zegels van de oorkonders in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVIII verso. N.B. Zie reg. no. 109. 191. 1477 Juli 21. Notaris Florentius de Dam instrumenteert, dat, door bemiddeling van Mr. Jacobus Ruys, deken van Davantria, doctor in het canonieke recht, en Tyelmannus Oom, raden van de hertogin van Bourgundia, Theodricus de Zwieten, meester van de Bekenkamer van Hollandia, en de 4 executeurs testamentair Mr. Arnoldus de Zande1), doctor in het canonieke recht, kanunnik in de collegiaatkapel van de heilige Maria in het Hof van Haga, Mr. Tyelmannus Heynricus' zoon, provisor en deken van Delflandia, cureit in Dircxlant, enheerWalterus déOverrijn,cureitinsGravenzande,v een overeenkomst is gesloten tusschen Gerardus, bastaard van Culemburch, en Symon, prior van het convent der Regulieren tsGravenzande, eenerzijds, en Wilhelmus de Nylant, echtgenoot van Fedruyna van Amerongen anderzijds, over het testament van genoemden Gerardus, waarbij besloten is, dat Willem van Nylant, aangezien hem de helft der 120 gemeten land in Grijsoord reeds als huwelijksgift toegezegd is, van de overige 60 de helft in eigendom zal ontvangen als wettelijk erfdeel, terwijl de resteerende 30 gemeten aan de Regulieren zullen komen, behalve de 3, die Gerardus gaf voor de nieuwe kerk te Grijsoord of Tonge. Acta füerunt hec infra septa conventus seu monasterii Predicatorum in Hagis sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo septuagesimo septimo indictione decima mensis vero Julii die vicesima prima hora i) Zie bldz. 385. 17 quinta post vesperas vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti divina providentia pape quarti anno sexto). 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met de signatuur van den notaris. Met transfix d.d. 1473 Mei 5 (reg. no. 184). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXVII verso. 192. 1477 October 12. Symon Pieters zoon, prior, en het convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGravenzande en Willem van Nyelant met zijn vrouw Fedruyna van Amerongen komen overeen zich te houden aan de afspraak, vermeld in het instrument d.d. 1477 Juli 21 (reg. no. 191), waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heeren duysent vierhondert seven ende tseventich upten ■ twaleften dach van October. 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met de zegels van Willem van Nylant, Tielman Oom van Wijngairde, raad van den hertog van Oostenrjjck, en Dirc van Zwieten, meester van den Register van Ho.llant in groene was. Het conventszegel is verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXXVIII verso. 193. 1477 December 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Clais Adriaens zoon verkoopt aan Clais Jans zoon een huis met 1% morgen land binnen de stad tsGravensande tusschen de vaart en de Hoflaan. Gescreven upten anderden dach in Decembri int jair ons Heren duysent vierhondert seven ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 18). Met het schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLIV verso. 194. 1479 April 2. Doen Wouters zoon, Jacob Willems zoon en Witte Jacobs zoon, schepenen van Grijsoirde, oorkonden, dat Symon, prior van het godshuis der Regulieren te Bethaniën buiten tsGravenzande, en Vrederina, Geryt bastaard van Culemborchs dochter, echtgenoote van Willem van Nyelant, verdeelen het land in Grijsoirde, hun aangekomen van genoemden Geryt, zoodanig, dat het convent krijgt het land in Battenoort in Hootland, ingepolderd door Goidscalck Oom van Wijngaarden, en het land m het Noortnyeuwelant benoorden de weg, van de watering achter het nieuwe dorp langs tot den Oudelantschen dijk. Int jair ons Heren dusent vierhondert negenne ende tseventich den anderen dach in Aprille. 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met geschonden zegels van de drie schepenen en Willem van Nyelant in groene was. Het conventszegel is verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXIX. 195.11479 Mei 28. Schepenen van Maeslant oorkonden, dat Geertuyd Dirck Suysen weduwe geeft aan het Begulierenklooster te tsGravenzande de helft van 7 morgen lands in het ambacht Maeslant. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende tseventich opten drie ende twintichsten dach in Meye. 1) Oorspr. (Inv. no. 64). Het ambaehtszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVII verso. N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan dat d.d. 1430 Januari 30 (reg. no. 75). In dorso staat: Item nota, quod ratione reddituum terre in hac littera comprehense obligamur 't perpetuis temporibas in qualibet ebdomada dicere duas missas ad placitum in nostro conventu pro Geertrude Theoderici Zuys et aliis pro quibus desideravit. Onus istud conventualiter acceptavimus anno et die quibus nobis terram prescriptam dedit. 196. 1479 Juni 5. Schepenen in den Hage.geven vidimus van den brief d.d. 1471 Maart 9'(reg. no. 180). Gescreven upten vijften dach in Junio int jair ons Heeren MCCCC negen ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met geschonden schepenzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXX. 197. 1481 Mei 2(2). Pieter Aernt Euggaerts zoon (van Spangen) en Wigger Pieters zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Lijsbeth en Geertruydt Pieters dochters, bagijnen, verkoopen aan de Eegulieren buiten sGravenzande de rente, vermeld in de brieven d.d. 1409 Maart 26 (reg. no. 34), 1431 No' vember 13 fceg. no. 79), 1444 Januari 22 (reg. no. 115) en 1459 Mei 8 (reg. no. 158), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren M CCCC een ende tachtich sDynxdaechs upten XXIen dach in Meye. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIII. N.B. In 1481 viel 21 Mei op een Maandag, doch aangezien de schepenbrieven van Delft gewoonlijk gedateerd zijn op Dinsdag, zal het getal XXI wel een vergissing zjjn voor XXII (zie reg. nos. 198—203). 198. 1481 Mei 22. Pieter Aernt Euggaerts zoon (van Spaugen) en Wigger Pieters zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Lijsbeth en Geertruydt Pieters dochters, bagijnen, verkoopen aan het convent der Eegulieren buiten sGravenzande de rente, vermeld in de brieven d.d. 1420 Maart 12 (reg. no. 58) en 1469 November 21 (reg. no. 176). Int jair ons Heren M CCCC een ende tachtich Dynsdaechs upten XXIen dach in Mey. Afschr. in Inv. no. 5. fol. CXLII verso. N.B. Zie de noot bg reg. no. 197. 199. 1481 Mei 22. Pieter Aernt Eugairts zoon (van Spangen) én Wigger Pieters zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Lijsbeth en Geertruydt Pieters dochters, bagijnen, verkoopen aan het convent der Eegulieren buiten tsGravenzande de rente, vermeld in de brieven d.d. 1419 Mei 9 (reg no 47) en 1426 Juli 2 (reg. no. 59). Int jair ons Heren M CCCC een ende tachtich Dynxdaechs upten XXIen dach in Mey. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLIIII verso. N.B. Zie de noot bij reg. no. 197. 200. 1481 Mei 22. Pieter Aernt Rutgaerts zoon (van Spangen) en Wigger Pieters zoon, schepenen in Delf oorkonden, dat Lijsbeth en Geertruyt Pieters dochters, bagijnen, verkoopen aan het convent der Regulieren buiten sGravenzande de rente, vermeld in den briéf d.d. 1458 November 18 (reg. no. 134), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren M CCCC een ende tachtich Dynxdaechs upten XXIen dach in Mey. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLV. N.B. Zie de noot bij reg. no. 197. 201. 1481 Mei 22. Pieter Arent Rutgairts zoon (van Spangen) en Wigger Pieters zoon, schepenen van Delf, oorkonden, dat Lijsbet Pieters dochter, bagijn, verkoopt aan het convent der Regulieren buiten tsGravenzande de ren» te, vermeld in den brief d.d. 1457 Maart 15 (reg. no. 145), -waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heren M CCCC een ende tachtich. Dynsdaechs opten XXIen dach in Mey. 1) Oorspr. (Inv. no. 84*). Met twee schepenzegels in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fo. CXLV verso. N.B. Zie de noot bjj reg. no. 197. 202. 1481 Mei 22.- Pieter Aernt Rutgaerts zoon (van Spangen) en Wigger Pieters zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Lijsbeth en Geertruydt Pieters dochters, bagijnen, verkoopen aan het convent der Regulieren buiten sGravenzande de rente, vermeld in den brief d.d. 1457 Maart 15 (reg. no. 146), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heren M CCCC een ende tachtich Dynxdaechs upten XXIen dach in Mey. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVI. N.B. Zie de noot bij reg. no. 197. 203. 1481 Mei 22. Pieter Aernt Rutgaerts zoon (van Spangen) en Wigger Pieters zoon, schepenen in Delf, oorkonden, dat Lijsbeth en Geertruyt Pieters dochters, bagijnen, verkoopen aan het convent der Regulieren buiten sGravenzande de rente, vermeld in den brief d.d. 1456 Juli 6 (reg. no. 139), waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren M CCCC een ende tachtich Dynxdaechs upten XXIen dach in Mey. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVI verso. N.B. Zie de noot bij reg. no. 197. 204. 1482 Januari 10. Paus Sixtus draagt aan de abten der kloosters van St. Martmus te Colonia en St. Laurentius te Oestbroeck en den deken der kerk van St. Maria te Haga Comitis op, te waken, dat den prior en het convent van het klooster der Heilige Maagd Maria te Syon bij Delf van reguliere kanunniken der orde van St. Augustinus geen overlast wordt aangedaan in hun bezittingen en geeft hun, in afwijking van het voorschrift van zijn voor- ganger Bonifacius VIII het recht buiten hun gebied op te treden en anderen, buiten hun diocees wonende, op te roepen. Datum Rome apud Sanctum Petrum anno incarnationis Dominice millesimo quadringentesimo octuagesimo primo quarto Idus Januarii pontificatus nostri anno undecimo. Opgenomen in den brief d.d. 1499 October 24 (reg. no. 220). 205. 1486 Juni 10. Lijsbeth Florys' dochter >), bagijn te tsGravenzand, en haar broeder en zusters verklaren hun aandeel ontvangen te hebben uit de nalatenschap van hun oom Bertelmees Gerits zoon.x) Int jair ons Heeren dusent vierhondert ses ende tachtich opten tienden dach in Junio. 1) Oorspr. (Inv. no. 98). Met geschonden zegel van Jan Symons zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXII. N.B. Zie het testament onder no. 185. 206. 1486 October 16. Claes Dircs zoon, rector, Wive Jans dochter, priorin, en het convent der Begularissen te Zijl in Hairlem verkoopen aan Aernt Buys Pieters zoon eenige perceelen land bij tsGravenzandt, n.1. c. 9% hont land bewesten den Poel, 14% hont land bezuiden den Bantdijck en 8 hont land bewesten het land, genaamd den Dijck. Int jair ons Heeren dusent vierhondert ses ende tachtich upten sestienden dach in Octobri. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXIX. 207. 1487 Februari 11. Jan Gheryt Potters zoon, baljuw en schout, Dirck Jacobs zoon, burgemeester, Jan Symons zoon, schepen te tsGravenzandt, Jan Jacobs zoon en Jan Pieters zoon, schepenen van Zandtambacht, oorkonden, dat heer Jan Jans zoon, prior der Eegulieren van Bethaniën aldaar, hun medepoorter Everling Everlings zoon, die reeds 12 a 13 jaar in het klooster woont, toelaat als leekebroeder, waarna deze zijn geheele vermogen aan het klooster vermaakt. Dit is aldus gesciet opten "Sonnendach Septuagesima voir noen ende was die elffste dach van Februario int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 39). Met geschonden zegels van Jan Potter, van de stad en van Zandambacht in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXVII verso. 208. 1488 Januari 80. Heer Willem Claes' zoon, vicepastoor van de Oude kerk binnen Delf, heer Andries Otten zoon, priester, Dammas Sijsman Pieters zoon en Wigger Pieters zoon als executeurs van den uitersten wil van Mr. Willem Vryman Pieters zoon, priester, keeren zijn nalatenschap uit, n.1. % aan zijn broeder heer Jan, priester, Begulier te sGravensande, % aan zijn zuster Marrie, zuster in het convent van Synte Aechten binnen Delf, % aan zijn zuster Alijt, zuster in het convent van Sinte Barbara binnen Delf, en % aan de kinderen van zijn zuster Margriete, i) Zie bldz. 382. Gedaen opten XXXen dach in Januario anno viertienhondert seven ende tachtich na beloep sHoefs van Hollant. 1) Oorspr. (Inv. no. 99). Met de zegels van de beide laatstgenoemde executeurs in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVII. N.B. Het oorspr. is gehecht aan de nos. 210 en 226. 209. 1488 October 7. Schepenen in het ambacht van Monster oorkonden, dat Philips Nachtegael schenkt aan het klooster te Mariënpoel buiten Leyden % van 18 morgen land in Honselredijck benoorden de Kleine Gantel en bezuiden de Groote Gantel met het laantje als uitweg. Gedaan int jair ons Heren duysent vierhondert acht ende tachtich upten Vllen dach in Octobri. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXII verso. N.B. Door het origineel van dezen was gestoken de brief d.d. 1515 Mei 17 (reg. no. 236). Zie ook reg. no. 132 210. 1492 Mei 81. Jan Symons zoon, schout, Dirc Jacobs zoon en Bertelmeeus Jans zoon, schepenen te tsGravenzand, oorkonden, dat DircBanneze kwijting geeft aan de Eegulieren aldaar voor alles wat hem aanbestorven is van zijn beide zusters Lijsbeth en Geertruyt Pieters dochters, bagijnen te Delf, alsmede van zijn broeder heer Jan Dou. Int jair ons Heeren dusent vierhondert twee ende tnegentich opten lesten dach van Maeymaent. 1) Oorspr. (Inv. no. 99). Met het zegel van den schout in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVII verso. N.B. Aan het oorspr. zgn gehecht de brieven-d.d. 1488 Januari 30 en 1502 October 29 (zie de nos. 208 en 226). 211. 1498 April 16. Landschepenen van het ambacht tsGravenzande oorkonden, dat Lijsbeth Jan van Nairdens weduwe aan het klooster der Eegulieren van Bethaniën geeft % van een half zevende deel van het nieuw bedijkte land, genaamd den Andel, met de uitgorzen, groot 9 morgen. upten XVIen dach van Aprille in den jaire ons Heeren duysent vierhondert drie ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXIII. 212. 1498 Mei 2. Ave Jans weduwe van Buven maakt haar testament, waarbij ze vermaakt o.a. aan de Eegulieren te sGravensande 1 nobel en bepaalt, dat haar neef Claes Post, Eegulier aldaar en biechtvader bij de nonnen binnen de stad Goude, zijn aandeel zal ontvangen, als ware hij een wereldlijk persoon, welk testament notaris Gerardus Wit verklaart tot een instrument te maken. . . . Acta fuerunt hec Leydis in domo et loco habitationis ipsius testatncis anno indictione mense die hora et pontificatu prescriptis (anno Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo tercio indictione undecima ' mensis Man' die secunda hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimiinChristo patris et domini domini Alexandri pape sexti anno primo). Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXII verso. 213. 1494 Februari 23. Schout, burgemeesters en schepenen der stad sGravensande oorkonden, dat Willeboy Jacobs zoon ten verzoeke van Mr. Adriaen Jans zoon, priester, onder eede verklaart, dat deze eertijds bij den verkoop aan hem van het huis in het Zuideinde aan de Cortestraet bedongen heeft een uitweg van den boomgaard naar de straat, breed 3 roevoeten, op zekere voorwaarden. opten XXIIIen dach van Februario in den jare ons Heeren dusent vierhondert vier ende tneghentich. 1) Oorspr. (Inv. no. 16). Met geschonden stadszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5. fol. CXXXIX. 214. 1494 Juli 21. Notaris ■ instrumenteert, dat Tyelmannus Heynricus' zoon de Wyel, provisor en deken van Delflandia, Mr. Martinus Petrus' zoon, doctor in de rechten, en heer Wilhelmus Stael, als arbiters, uitspraak doen tusschen prior, supprior en convent der Regulieren in sGravenzande van de orde van Sint Augustinus en Elizabeth, dochtertje van Theodoricus Banne zoon, betreffende de erfenis van heer Johannes Dou, priester, en zijn zusters Elizabeth en Geertrudis Petrus' dochters, bagijnen te Delff, beslissende, dat Elizabeth zal afzien van alle aanspraken op deze erfenis en het convent haar zal betalen 12 pond Hollandsch. Acta sunt hec in Haga Comitis in domo habitationis dictorum dominorum (sic) provisoris et decani Delmandie sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo quarto indictione duodecima mensis Julii die vicesima prima hora nona vel circiter ante prandium pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno ejus secundo). Afsohr. in Inv. no. 5, CLXVI verso. N.B. De naam van den notaris is onbekend, omdat zijn subscriptie niet is overgenpmen. 215. 1494 December 31. Landschepenen van het ambacht van sGravensande oorkonden, dat Willem Willems zoon, wever aldaar, verkoopt aan zijn natuurlijke dochter Jutte 2 morgen pachtland in Noorlant bewesten den Noorlantschen dijk op voorwaarde, dat hij en zijn echtgenoote dit land hun leven lang zonder huur te betalen zullen gebruiken. opten lesten dach van Decembri in den jaere ons Heeren dusent vierhondert vier ende tnegentich. 1) Oorspr. (Inv. no. 40). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXI verso. 216. 1495 Februari 12. Vrouwe Katryne, weduwe van heer Jacop van Wena, ridder, en haar zoons, Jan, Frans, Cornelis en Matthijs, verkoopen aan Doman Jans zoon 7 morgen lands, genaamd de Lage Noort, nader omschreven in den brief d.d. 1429 April 23 (reg. no. 69), waardoor deze gestoken is. Opten XII dach in Februario int jair ons Heeren duysent vierhondert vier ende tnegentich nae beloep sHoefs van Hollant. Afschr. in Inv. no. 5, fol, XCVIII verso, N.B. Zie reg. no. 225. 217. 1497 Juni 20. Deken en kapittel van Sint Adriaen te Naeldwijc erkennen schuldig te zijn aan het convent der Regulieren te sGravensande eene jaarlijksche rente van 8 pond Hollandsch, hun vermaakt door Heynric van Naeldwijc, ridder, tot het doen van missen voor hem en zijne echtgenoote Machtelt van Raephorst, vrouwe van Naeldwijc, en hun beider ouders en kinderen enz. en een geregelde uitkeering van 30 groot voor wijn, welke rente gaat uit 44 morgen land bij Delft, geheeten het Land ter Made met de madewerf, aan het kapittel vermaakt door Henric van Naeldwijc voornoemd. Int jaer ons Heeren duysent vierhondert seven ende tnegentich twintich dagen in Junio. 1) Oorspr. (Inv. no. 87*). Met geschonden kapittelzegel in roode was 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXV. 218. 1498 Januari 22. Willem Lourys' zoon, prior, en het convent der Regulieren in Syon bij Delf verkoopen aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGravensande 4% morgen land met uitgors in het Nieuwlant bezuiden de Sluissloot, hun aanspraken op den grond, waarop het klooster gebouwd is, en waarvoor ze tot dusverre 2 zak tarwe en 2 zak erwten ontvingen, benevens 2 hont land op de Puel. upten tweëntwintichsten dach in Januario int jair ons Heeren duysent vierhondert acht ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LX XXI verso, gecollationneerd in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel. 219. 1498 April 22. Notaris Cornelius Cornelius' zoon Gaerdynck instrumenteert, dat Claes Jans zoon, leekebroeder van het convent der Begulièren van Bethania te tsGravenzand, zijn testament maakt, waarbij hij al zijne goederen aan het klooster vermaakt, onder beding, dat het aan zijne erfge-; namen zal betalen eene jaarlijksche rente van 1 pond Vlaamsch, losbaar met den penning 16, benevens aan de broeders en leekenvanhetconvent 2 pond Hollandsch tot een pitantie. Acta sunt hec in conventu praedicto in cella dicti testatoris sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo nonagesimo octavo indictone prima mensis Aprilis die vicesima secunda hora prima vel quasi pontificatus sanctissimi in Domino patris ac.domini nostri domini Alexandri pape sexti anno suo sexto). 1) -Oorspr. (Inv. no. 17). Met de signatuur van dén notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXIIII. 220. 1499 October 24. Albertus Vrenck, abt van het klooster St. Laurentius in Oestbroeck buiten de muren van de stad Trajectum van de orde van St. Benedictus, beschermer van de rechten en goederen van prior en convent van het klooster van de Heilige Maagd Maria in Syon bij Delft van de reguliere kanunniken der orde van St. Augustinus en dë kloosters aan de zorg van genoemd kapittel onderworpen, gelast alle geestelijken, die het aangaat, onder aanhaling van den pauselijken brief d.d. 1482 Januari 10 (reg. no. 204), om Theodericus Heymannus' zoon, Andreas Boelen zoon, burgemeesters, Johannes Garst, Symon Boenacker, Gerardus Matheus' zoon en Amilius Paulus' zoon, schepenen der stad Amsterdam, aan te manen te betalen de 12 pond Vlaamsch, achterstallig van de losrente van 4 pond Vlaamsch 's jaars ten bate van prior en convent van sGravenzande van de orde van de reguliere kanunniken, behoorende onder het kapittel van Syon, hen te veroordeelen tot een boete van 200 oude Fransche schilden, te betalen de helft voor de Apostolische kamer, de andere helft voor de fabriek van de kerk van Trajectum, en bij volharding in hun weigering hen persoonlijk op té roepen tegen den eerstvolgenden rechtsdag te Trajectum, om zich te verantwoorden voor heer Gerardus ter Herenhove, deken van de kerk van St. Marie te Bees, verblijf houdende in de stad Trajectum. Datum et actum Trajecti in monasterio Sancti Pauli Trajectensis ordinis Sancti Benedicti sub anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo nono indictione secunda die vero Jovis vicesima quarta mensis Octobris hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno octavo. Afschr. in Inv. no. 5, fol. X verso. N.B. Onder de akte stond een verklaring van notaris Ghijsbertus de Merlo, dat hij dezen brief tot een instrument had gemaakt. In dorso stond een exploit d.d. 1499 November 21 (reg. no. 221). 221. 1499 November 21. Notaris Bartoldus de Angeren verklaart ten verzoeke van prior en convent van tsGravenzande de aanmaning aan de burgemeesters, schepenen en verdere regeerders der stad Amsterdam, nader vermeld in den brief d.d. 1499 October 24 (reg. no. 220), op welks rugzijde deze gesteld is, te hebben aangeslagen ad valvas van de parochiale kerken van Amsterdam. Acta fuerunt hec in Amsterdam juxta valvas parochialium ecclesiarum antedictarum sub anno indictione et pontificatu retroscriptis die vero vicesima prima mensis Novembris hora duodecima in prandio vel quasi. Afsohr. in Inv. no. 5. fol. XIIII. N.B. Onder dit exploit stonden mede de titels van do beschermers van het generaal kapittel in Syon: de abt van St. Martinus van Keulen, de abt van St. Laurentius in Oostbroek en de deken van de kapel van St. Marie in 's-Gravenhage. 222. 1499 Maart 12. Mr. Jan Claes' zoon, barbier, Ghijsbrecht de smid en Wouter Mees' zoon, Heilige-Geestmeesters te sGravenzande, samengekomen in het klooster der Eegulieren van Bethaniën binnen genoemde stad, wisselen tegen elkander uit de renten, die zij elkander schuldig waren, waarna het klooster nog schuldig is aan den Heiligen Geest 20 stuivers 'sjaars, gaande uit 8 hont land in den Heen in het ambacht sGravenzande ten N. W. van den Suytpoel, waarvan de Heilige Geest x/4 bezit, benevens een zak tarwe jaarlijks, gaande uit het land tusschen de vaart-en de Hoflaan binnen genoemde stad. Upten Xllten dach van Maerte in den jaer ons Heeren dusent vierhondert neghen ende tnegentich. 1) Oorspr. (Inv. no. 101). Met geschonden stadszegel in groene was. 2) sAfschr. in Inv. no. 5, fol. CLV verso. 223. 1501 April 20. Schepenen van Monster oorkonden, dat Harper Geryt verkoopt aan Hubrecht van der Meer 1% morgen benevens de huur van 1 morgen land, samen gelegen in de Maede benoorden de Boemade wateringe, bezwaard met 6 pond Hollandsch 's jaars. Int jair ons Heren duysent vijfhondert ende een upten XXten dach in Apryle. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXVIII van een afschrift door Dirck Dircx zoon, gezworen klerk te Monster. N.B. Het opschrift vermeldt, dat het convent van deze 6 ponden er 5 ontvangt. 224. 1501 Augustus 10. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Dirck Heynrick Ancenis' zoon ruilt met het convent der Eegulieren van Bethaniën een half weer land zonder uitgorzenin het Nieuwelant, genaamd de Andel, tusschen den Maasdijk en den Nieuwelantschen dijk, hem aangekomen van Mr. Adriaen Jans zoon, priester, en van den Heiligen Geest te sGravenzande tegen een half weer land daarnevens met bijbetaling van 22 pond Hollandsch. upten thienden dach van Augusto in den jaire ons Heeren du? sent vijfhondert ende een. 1) Oorspr. (Inv. no. 51). Met ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXIIII, gecoll. in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel. 225. 1502 September 11. Doman Jans zoon verkoopt aan prior en broeders van de orde der Eegulieren te tsGravensande 7 morgen land in Monster ambacht, genaamd de Laghe Noort. Opten Xlen dach in Septembri int jair ons heren M CCCCC ende twee. 1) Oorspr. (Inv. no. 79). Met geschonden zegels van Doman Jans zoon en van het ambacht in groene was. 2) Afschr: in Inv. no. 5, fol. C. N.B. Zie reg. no. 216. 226. 1502 October 29. De voogden van Jacop Geryts zoon Copbruynen kinderen, Jacop Geryt Copbruynen zoon, Claes Jans zoon en Jannetgen Jans dochter, vrouw van Jan Heynrix zoon, geven kwijting aan de Eegulieren te sGravenzande voor de renten, die zij hadden uit genoemd klooster. opten XXIXen dach in Octobry int jair ons Heeren MCCCCC ende twee. 1) Oorspr. (Inv. no. 99). Het zegel van Jacop Dircx zoon van Ende in groene was; dat van Dammas Symons zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVIII. N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan de nos. 208 en 210. 227. 1502 December 14. Schout en landschepenen van het ambacht van sGravensande oorkon- den, dat Wormbrecht Willems zoon transporteert aan prior en convent der Eegulieren van Bethaniën aldaar 8y2 morgen pachtland tegen eeuwig levensonderhoud, welk land gelegen is: 1 morgen in de Pachtlandsche tiende benoorden de Puelweteringe, % morgen in Noirlant tusschen den Banckdijk en de Oude Wateringe, 2 hont in Noirlant tusschen de kreek en den dijk en 10 hont in Donysvelt. upten vierthiensten dach in Decembri in den jare ons Heeren duseht vijfhondert ende twee. 1) Oorapr. (Inv. no. 41). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afsohr. in Inv. no. 5, fol. XXXVIII. 228. 1504 Januari 19. Notaris Cornelis Cornelis' zoon Gaerdynck verklaart, dat voor hem een compromis is gesloten tusschen prior, supprior, procurator en kapittelaars der Eegulieren van Bethaniën tsGravenzande en de bewaarsters van het bagijnhof met hun pater heer Louweris Claes' zoon, priester, om ter vermijding van kosten en ter wille van goede nabuurschap hun geschillen te onderwerpen aan arbiters, waarvoor zij tot superarbiter aanwijzen mr. Jacob Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, deken van Naeltdwijck, terwijl de prior tot arbiters kiest Mr. Gielis Jans zoon, doctor in de godgeleerdheid, kanunnik van Naeltdwijck, en Mr. Frans, pastoor aldaar, en de bagijnen Mr. Heynrick Zas, doctor in de rechten, en heer Claes van Hairlem, kanunniken te Naeltdwijck. Gedaen upten XlXen dach in Januario in den jair ons Heren duysent vijfhondert ende vier. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLIIII verso. N.B. Zie reg. no. 229. 229. 1504 Januari 30. Mr. Jacob Hoeck, doctor/in de godgeleerdheid, deken van Naeldwijck, als superarbiter, mr. Gielis Jans zoon, doctor in de godgeleerdheid, en mr. Frans Claes' zoon, kanunniken aldaar, arbiters aan de zijde der Begulieren van Bethaniën, en mr. Heinrick Zas, doctor in de rechten, en heer Claes Jans zoon Vos, kanunniken aldaar, aan de zijde der bagijnen van 's Gravenzande, doen uitspraak in een oud geschil tusschen genoemde partijen, beslissende, dat de Eegulieren jaarlijks aan de bagijnen zullen uitkeeren 1 oude gouden kroon (zie reg. no. 81) met kwijtschelding van haar jaarlijksche schuld van 8 schellingen Hollandsch, gaande uit het gasthuis, benevens de beide wilhelmusschilden, vermeld in den brief d.d. 1451 Mei 17 (reg. no. 129), en dat de bagijnen den Eegulieren zullen uitkeeren 13 stuivers, terwijl de Eegulieren 2 Bijnsche guldens zullen bijdragen in de kosten, door de bagijnen gemaakt voor den provisor en deken van Delflant. Aldus gedaen ende uutgesproken int jaer ons Heren duysent vijfhondert ende vier upten dertichsten dach in Januario. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLIII verso. 230. 1505 Maart 10. Landschepenen van het ambacht van 's Gravenzande oorkonden, dat Jacop Willems zoon met den prior en het convent der Begulièren van Bethaniën overeenkomt van hen te huren 3 morgen land in het Nieuwe- lant, waarvoor hij de huur overneemt van een half weer land, behoorende tot eene kapelanie in de kerk van Leyen op het Sint Jacobs altaar, met bijbetaling van niet meer dan 2 pond Hollandsch 's jaars. upten thiende dach in Maerte in den jaire ons Heeren duysent vijfhondert ende vijf. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXV gecollationneerd in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel. 231. 1507 Februari 7. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Jan Willems zoon, poorter van sGravensande, verkoopt aan den prior en het convent der Regulieren te sGravensande 2 morgen en 36 gaarden land in het Noorlant bewesten den Noorlantsen dijk. Upten sevenden dach van Februario inden jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende seven. 1) Oorspr. (Inv. no. 42). Met geschonden gemeen ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXII. 232. 1507 Februari 11. Juliana Dirc Jan Soncken weduwe en haar kinderen verkoopen bij consent der*raadsluiden van Delff aan het convent van de Regulieren te tsGravesande 3 morgen lands in Monsterambacht, nader vermeld in den brief d.d. 1413 November 24, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. 38). opten Xlen dach in Februario int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende ses na den loep sHoefs van Hollant. 1) Oorspr. in duplo. (Inv. no. 80). Met geschonden zegel van Jan de Heuyter, schout van Delft, in roode, en dat van Cornelis Pieters zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XCVI verso en CVIII verso. 233. 1510 April 6. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Jasper Willems zoon als echtgenoot van Mergriete Ghijsbrechs dochter verkoopt aan den prior en het gemeen convent der Regulieren van Bethaniën te sGravensande de helft van een weer land in het Nyewelant van den Maasdijk tot den Nyewelantschen dijck. Upten sesten dach van Aprille inden jaère ons Heeren dusent vijfhondert ende thien. 1) Oorspr. (Inv. no. 43). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXIII. 234. 1510-1513. De erfgenamen van Freduyna, dochter van Gerrit van Culenburch, bastaard, echtgenoote van wijlen Willem van Nylant, verkoopen aan Vrederick die Coninck, kanunik in den Dom te Utrecht, hun aandeel in de erfenis. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXXI verso. N.B. De volgende quiteeringen waren onder de oorspr. akte gesteld: Aernt van Brakenborch en Aernt van Drakenborch, priester, en Ghijsbert van der A Vrederick zoon, 1510 Juli 5. '! < Adriaen van Pallaes, mede voor zijn zusters, 1510 November 8. Michiel van Drakenhorch, 1511 Januari 12. Ghijsbert (Heinrics zoon) van der A, mede voor zijn broeders Willem en Anthonis, 1511 Januari 16. Steven, weduwe van Bertholomeus van Wael, 1511 April 15. Aernt Pieck Aernts zoon van Tuyl, 1511 Juli 11. Dezelfde, voor zijn broeder heer Bartholomeus, 1511 Juli 13 (tevens met quiteering door den Iaatsten). Costen Pieck, voor zijn echtgenoote Geertruyt Ersten dochter van Drakenborch en haar broeders Dirck, kanunnik in den Dom tUytrecht, en Johan, 1511 Januari 10. Agniet van der A, weduwe Gerrit van Benes, 1513 September 26. Gijsbert van der A en Margriet van Drakenborch, 1520 October 24. Sueyen, nicht van Ghijsbert van der A, 1513 Augustus 18. 235. 1513 Maart 23. Schepenen te Monster geven vidimus van de brieven d.d. 1413 Januari 80 (reg. no. 37), 1414 Januari 29 (reg. no. 39) en 1417 Mei 7 (reg. no. 48). Int jair ons Heren duyssent vijffhondert ende dertyen opten drie ende twintichsten dach in Marcio. 1) Oorspr. (Inv. no. 81). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXIII verso. 236. 1515 Mei 17. i Jacop Maertijns zoon, rector, Geertruyt Adriaans dochter, priorin, Machtelt Dircx dochter, suppriorin, Haes Geryts dochter, procuratrix, en het convent van Sinte Mariënpoel buiten Leyden verkoopen met toestemming van den prior van Syon, hun generaal, aan het convent van Bethaniën bij tsGravensande x/± van 17 morgen 4% hont land, waarvan dit reeds de helft bezit, welk land nader vermeld is in den brief d.d. 1488 October 7 (reg. nö. 209), waardoor deze gestoken is. Den seventienden dach in Mey int jair ons Heeren dusent vijfhondert ende vijftien. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXIII. 237. 1515 Juli 15. Mr. Heynrick van den Deernhorst scheldt het convent Bethania in sGravensande de lijfrente van 1 pond Vlaamsch'sjaars aan wijlen zijn echtgenoote Machtelt Derichs dochter kwijt. Up Sonnendach Divisiohis apostolorum anno etc. XV°. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXXVI. N.B.Uit het afschrift blijkt, dat deze rente uitgekeerd werd in opdracht van Gerrit, bastaard van Culemborch. 238. 1516 December 18. Friderick de Conynck, kanunnik ten Dom te Utrecht, staat aan den prior en het convent der Begulièren te sGravenzande af zijn aanspraken op de 40 gemeten lands in de Nyewetongen binnen de landen van Voirn, hem aanbestorven van Freduyne, echtgenoote van Willem van Nuelandt in den Haghe. Int jair ons Heeren duysent vijffhondert sesthien den dertiensten dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 59). Met geschonden zegel van Frederick de Koninck in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXXI. 239. 1517 Maart 15. Schout en gerecht van de stad sGravenzande oorkonden, dat Johanna Jans dochter van Naeltwijck, bagijn, verklaart voor zich zelve en voor haar zuster Katherine Jans dochter van Berckenroede, dat haar moeder Alijt Claes de Grebbers dochter vermaakt heeft aan de Regulieren buiten genoemde stad o.m. een half weer land in het Niewe land tusschen den Noortlantschen en den Nieuwlantschen dijk. Anno vijftienhondert ende seventien opten vijftiensten dach van Mairte. 1) Oorspr. (Inv. no. 44). Met geschonden stadszegel in .,*>..• groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXVIII gecollationneerd door notaris J. de Wolfswinckel 1589. ƒ• N.B. In dorso van het oorspr. staat: Een half weer lants int Nyeuwelant gecomen van Joffrouw van Wateringhe int 39 weer. - 240. 1517 Mei 4. Schout, burgemeesters, schepenen en vroedschap van tsGravezande, pater en convent der Regulieren te Bethaniën en bewaarsters en convent van het bagijnhof aldaar komen overeen elkander- geen schade te berokkenen aan heiningen enz., terwijl ze een regeling maken omtrent het onderhoud van de vaart achter langs hun boomgaard. op den vierden dach van Mey int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende seventien. 1. Oorspr. (Inv. no. 102). Met het stadszegel en geschonden zegel der Regulieren in groene, en het zegel van Johanna Jans dochter van Naeldwijck in roode was. 2. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLVI verso. 241. 1519 Juli 15. Jacob Mouwerys'zoon, raad-ordinaris, en Tielman van Dullekem, meester van de Rekeninge in den Hage, doen uitspraak in het geschil tusschen Santambacht en het convent der Regulieren in de stad van sGravensande, waarbij zij beslissen, dat prior en convent verplicht zijn van iederén morgen in Santambacht bij hen in gebruik (d.i. ± 70) 2 grooten Vlaamsch bij te dragen voor de bede van 11000 pond voor Hollant en Vrieslant gedurende 4 jaar. Gedaen in den Haghe upten XVen dach in Julio XVc ende ne- genthien. Afsohr. in Inv. no. 5, fol. CLVIII. 242. 1520 Mei 7. Prior en procurator van het convent der Regulieren te tsGravensant vergunnen aan Jan Heynricx zoon om op hun grond een dijk te leggen met greppels aan beide zijden, en verhuren hem % morgen geestland, loopende van den Geest tot den Heerweg, gedurende 10 jaar. In den jaere duysent vijfhondert ende twintich den zevenden dach in Meye. 1) Oorspr. (Inv. no. 45). Met signatuur van den notaris Cornelis Cornelis' zoon Gaerdinck. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXIX verso. N.B. Het stuk is een chirograaf. 243. 1520 September 20. Cornelys Willems zoon, Louwerys Ghijsbrechs zoon en Jan Willems zoon, Heilige-Geestmeesters te sGravensande, verkoopen, met consent van het gemeen gerecht, aan den prior en het convent der Regulieren van Bethaniën binnen sGravensande 1 morgen land in Teylinger tiende, genaamd de Breede Morgen. opten thienden dach van Septémber in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 46). Met het stadszegel van 's-Gravenzande in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, foL XLVII verso. 244. 1522 Februari 9. Heer Pieter Pieters zoon Deym en de prior en de procurator van het convent te tsGravenzande hebben in 1521 een overeenkomst gesloten van erfhuur van 7% morgen 1 hont land voor zoolang als hij of zijn moeder Lijsbet WiDèms dochter op dit land woont, terwijl bij elke. verandering van bewoner deze het convent een rantsoen van een jaar huur extra zal geven. hec acta sunt anno Domini MVc XXII die vero nona Februarii. 1) Oorspr. (Inv. no. 82). Met de signatuur van notaris Wilhelmus de Milenberch. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CVIII. 245. 1522 Februari 9. Heer Pieter Pieters zoon Deym, priester te Monster, vermaakt aan het convent van sGravenzande 8 pond Vlaamsch. Int jair ons Heren dusent vijfhondert ende twie ende twintich up sinte Appoloniën dach. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLXXXVI verso. 246. 1522 Februari 28. Burgemeesters en schepenen van sGravensande oorkonden, dat Bertholomees Jans zoon erkent schuldig te zijn aan den prior en het convent der Eegulieren van Bethaniën 20 stuivers 's jaars, voor de helft losbaar met 15 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis bij de vaart benoorden de Hoflaen, en zulks ter vervanging van een rente van 15 stuivers uit een huis aan de Langstraat. opten laetsten dach van Februario inden jaere ons Heeren dusent vijfhondert twie ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 85*). Met geschonden stadszegel in groene was. 247. 1527 Februari 19. Schout, burgemeesters en schepenen van sGravensande oorkonden, dat Jan Sproncks zoon verkoopt aan prior en convent der Begulièren van Bethaniën eene jaarlijksche rente van 25 schellingen Hollandsch, losbaar met den penning 16, gaande uit een huis aan den Ommeloop op den hoek, genaamd de Valck, waarmede de rente van 2 pond 's jaars uit dat huis vervallen is. upten neghentienden dach van Februario in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert seven ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 88*). Met geschonden stadszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXL. 248. 1528 December 19. Claes Claes' zoon en Frans Geryt Doen zoon, schepenen in Leyden, oorkonden, dat Jan Claes Cornelis' zoons zoon, oude Dirck Jan Reyers zoons zoon, Willen! Dircx zoon en Geryt Boeckels zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, met consent van het gerecht verkoopen aan het klooster en convent van de Regulieren te tsGravesande de helft van 10 morgen land, genaamd het land van Alcmade, in het ambacht vantsGravezande, waarvan de andere helft reeds aan het convent behoort. Int jaer ons Heeren duysent vijfhondert acht ende twintich upten negenthienden dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met de zegels der beide schepenen in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXVI verso. 249. 1529 April 28. Broeder Doe Pieters zoon, Willem Pieters zoon, Quyrijn IJsbrants zoon en Daem Jans zoon, optredend voor Egbert (Claes' zoon), komen overeen omtrent de hjftocht, die zij hebben van het huis in de Jacop Geryts zoons straat, het land te Scipluy en in de Lier, dat broeder Doe zal houden het land in de Lier, en Daem met zijn andere broeders en zusters het overige. upten XXVIIIen dach in April anno XVc negen ende twintich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVIII. N.B. Zie reg. no. 204. 250. 1529 September 10. Adriaen Jans zoon, bode te tsGravenzant, verkoopt aan het convent der Eegulieren aldaar y2 morgen land in de Groote Noordtthiende. Int jair ons Heeren XVc ende negen ende twintich den thienden Septembris. Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXX. N.B. De akte was mede onderteekend door notaris Dirck Spronck. 251. Dit nummer is vervallen. 252. 1580 December 23. Allaert Geryts zoon en Jacop Jacops zoon, smid, schepenen van de stad sGravensande, oorkonden, dat Johanna van Wateringe Jans dochter, bagijn aldaar, op verzoek van den prior en procurator te sGravenzande onder eede verklaard heeft, dat 81 jaar geleden haar nicht Lijsbeth van Duyvenvoerde Willems dochter gegeven heeft aan het convent der Eegulieren te tsGravensant de helft van een derde deel van een half zevendeel in het Niewelant. opten drie ende twintichsten dach in Decembri indenjaire ons Heeren dusent vijfhondert ende dertich. 1. Oorspr. (Inv. no. 48). Met geschonden stadszegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXIII verso. Gecollationneerd door notaris J. de Wolfswinckel in 1589. 253. 1582 December 9. Het Hof van Hollant wijst sententie, waarbij het, met vernietiging van het vonnis der schepenen in het baljuwschap van sGravensande, toewijst de door pater, procurator en convent der Eegulieren aldaar in- gestelde revindicatie van de helft van 5 morgen land in de Hoendertiende, hun bij den dood van Bertelmeeus Gheryts zoon *) aangekomen door zijn beide zoons, broeders in genoemd klooster, met veroordeeling in de kosten van de echtgenoote van Claes Dircs zoon. den IXen dach in Decembri anno XVc twee ende dertich 1) Oorspr. (Inv. no. 49). Het gesehonden zegel van justitie in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXV. 254. 1533 Juni 19. Gerit Jacobs zoon, prior, en Anthonis Pieters zoon, procurator van het convent der Regulieren te sGravenzand, verleenen toestemming aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar tegen een recognitie van % stuiver 'sjaars om het paterhuis met zijn pilaren te bouwen op een halve roede gronds van het gasthuiserf. In den jaere XVc drie ende dertich den negentienden dach in Junio. 1) Oorspr. (Inv. no. 107). Met de handteekeningen van den prior, den procurator, de bewaarsters (Ëlyzabeth Matheus' dochter mede voor Alijt Wouters dochter) en notaris Theodoricus Spronck zoon, .priester. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CLV verso. 255. 1535 Februari 11. Adriaen IJsbrants zoon, bagijnenpater te sGravenzant, erkent ontvangen te hebben van heer Jan Lamberts zoon, procurator te Bethaniën aldaar, 5 pond Hollandsch en 3 grooten Vlaamsch aan rente, 16 stuivers aan landhuur en 1 pond Vlaamsch aan rente. In oorconde gescreven ende onderteykent anno XVc vijf ende dertich den Xlden dach Fefbruarii. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXIII. 256. 1585 Februari 11. Adriaen IJsbrants zoon, priester voornoemd, erkent, dat in Juli van 1584 de prior en procurator van Bethaniën, met toestemming van de bewaarsters firmeristers van de bagijnen, afgelost hebben 7 grooten Vlaamsch, die deze hadden uit een halven morgen land in Noortlant. Gescreven en onderteykent anno XVc vijf ende dertich den Xlden dach in Februario. Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXIII. N.B. Waarschijnlijk gesteld op hetzelfde, papier als de brief d.d. 1535 Februari 11 (reg.no. 255). 257. 1535 December 2. Prior, supprior, procurator en convent van Syon buiten Delf dragen over in ruil aan hun medebroeders de Eegulieren te sGravensande de iy2 morgen land aldaar tusschen de Kreek en den ouden Maasdijk. Gedaen int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende vijf ende dertich upten tweeden dach in Decembri. C"^*- Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXII verso. 258. 1586 Juli 14. Kaerle, Boomsch keizer enz., verkoopt, in strijd met de ordonnantie van 1495 van zijn vader, den koning van Castilliën, op de reïntegratie en augmentatie van domeinen en eigen bepalingen daaromtrent, aan de Eegulieren van sGravesand 4 partijen erfhuur samen 25 pond 8 pen- i) Zie bldz. 382. 18 ningeh van landerijen in het Oudelandt, Neyenlandt en Noerderlandt in het ambacht sGravezande en in Monster, ten alle tijde losbaar. Gegeven in onse stede van Brussel den XlIIIen dach van Julio int jaer ons Heeren duysent vijfhondert zessendertich, van onsen kèyserijcke 't XVIIe ende van onsen conincrijcken van Castüliën ende anderen 't XXIe. 1) Oorspr. (Inv. no. 83). Met geschonden zegel van den keizer in roode was met contra zegel. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXIII verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat het interinement van hoofden, tresorier-generaal en gecommitteerden van de domeinen en financiën d.d. 1536 Augustus 6. Zie reg. no. 259. 259. 1586 Augustus 10. Henry Stercke, raad en ontvanger-generaal der keizerlijke financiën, erkent ontvangen te hebben van het convent der Begulièren te sGravensande 500 pond 14 schellingen en 2 penningen Vlaamsch als koopsom van zekere erfhuren. Ie Xe jour daoust lan XVc trentesix. Oorspr. (Inv. no. 83). Het opgedrukt signet van financiën verloren. Met de handteekeningen van Phil. de Croy, Kuffault, Vincent Cornelis' en H. Stercke. 260. 1586 November 20. Allaert Henrix zoon en Jan Claes' zoon, schepenen van sGravenzande, oorkonden, dat Pieter Doen zoon den prior en den procurator der Eegulieren aldaar belooft om, zoodra hij het land benoorden het convent, thans reeds door ruiling bij hen in gebruik, kan missen, hij het hun zal verkoopen voor een prijs, te bepalen door 4 arbiters. Upten twintichsten dach in Novembri int jair vijftienhondert ses ende dertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 103). Met geschonden stadszegel in groene was (bij hande van Aeriaen Sproncx zoon, burgemeester). 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXVI verso. 261. 1588 Maart 27. Jan Cornelis' zoon Cammaker, Maerten Adriaens zoon, Huych Adriaens zoon, goudsmid, en Adriaen Dirixs zoon, gasthuismeesters van Sinte Nycolaes gasthuis in den Hage, ruilen met den prior en den procurator van het convent van sGravensande tegen 7 hont land benoorden den Hage aan de westzijde van den weg naar Sceveninge, nader vermeld in een mee overgegeven schepenbrief van den Hage, een half weer land met buitenland in het nieuwe bedijkte land, nader omschreven in de brieven d.d. 1457 Maart 16, 20 en 20 (reg. nos. 147,148 en 149) waaraan deze gehecht is, uitgezonderd den % morgen, in genoemde brieven mede vermeld. upten XXVIIen dach van Maert anno XVc acht ende dertich nae 't scryven tbisdoms van Uuytrecht. 1) Oorspr. (Inv. no. 50). Met het landBchapszegel van 's-Gravenzande in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXX, gecollationneerd door notaris J. de Wolfswinckel in 1589. 262. 1540 Februari 18. Cornelis Willems zoon en Cornelis Aeriaens zoon Puel, schepenen van Zandtambachte, oorkonden, dat ten overstaan van Gijsbrecht Lourys' zoon, baljuw aldaar, Gerit Willems zoon aan de Banck, poorter, op zijn sterfbed op verzoek van prior én procurator der Begulièren verklaard heeft, dat Dirck Hondt de aan zijn vader verhuurde y2 weer land in het Nieuwelandt eertijds verruilde met de Regulieren, en dat derhalve niemand anders er eigenaar van geweest is, terwijl de priesters, die de vicarie te Leyden bezaten, de huur van nooit meer dan y2 weer land ontvingen. ...... upten achtyenden dach in Februario in den jaire ons Heeren vijfthienhondert ende veertich nae gemeen scriven. 1) Oorspr. (Inv. no. 51). Met gesehonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXV verso. 263. 1540 April 18. Cornelis Willem Coppairts zoon en Allairt Henrix zoon, schepenen der stad van sGravensande, oorkonden, dat Pieter Doen zoon verkoopt aan het convent der Eegulieren van Bethaniën zijn aanspraken op het land bij het klooster, dat hij in huur heeft van den Heiligen Geest en van het Onse Liever Vrouwen en St. Annengilde te sGravensande, met verzoek aan de administrateurs hem uit te boeken en het klooster als huurder in te boeken. Upten derthyensten dach in Aprille in den jaire ons Heeren duysent j^fjlii vijfhondert veertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 103). Het stadszegel verloren. : 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. LXXXVII. N.B. Uit fol. 7 in het kaartenboek (Inv. no. 7) blijkt, dat dit land groot is 3 morgen 25 roeden. 264. 1542 Maart 9. Schepenen in het ambacht van Maeslandt oorkonden, dat Willem Pieters zoon en zijn zwagers Egbert Claes' zoon en Krijn IJsbrants zoon afstand doen van alle aanspraken op de 7 hont land in Borgerdijck, broeder Doe Pieters zoon, Begulier te tsGravenzande, aanbestorven van hun vader Pieter Willems zoon. Gedaen upten negenden in Meerte anno XVc twee ende veertich nae tgemeen scriven. 1) Oorspr. (Inv, no. 65). Met het ambachtszegel in groene . was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXXVIII verso. 265. 1542 November 10. Cornelis Willems zoon en Dirck Willems zoon, schepenen in Zandtambacht, oorkonden, dat Lénairtgen Pieters dochter, weduwe van Thou Jans zoon op het Swet, verkocht heeft aan Pieter Claes' Backer te sGravensande de helft van 7 hont land aldaar. Opten thyenden dach in Novembri in den jaer ons Heeren vijfthienhondert twee ende veertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 53). Met het ambachtszegel in groene was. Met transfix d.d. 1544 December 18 (zie ree. no. 267). 2) Afschr. in Inv..no. 5, fol. XXX verso. 266. 1548 December 17. Mr. Symon Diricx zoon, Katrijn Clemens' dochter, mater, Geertgen Frans* dochter, procuratrix, en het convent van het Sint Agnieten klooster binnen Delff verkoopen den Eegulieren van Betaniën tsGravenzande 2 hont land, gelegen in sGravenzantambacht in de Hoftienden bezuiden de Gantel en bewesten den Poel. Upten XVIIen Decembris anno XVc drie ende veertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 52). Met het conventszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XLV. 267. 1544 December 18. ' Wouter Jans zoon, Franck Jans zoon en Maerten Thomas' zoon, schepenen van Zandambacht, oorkonden, dat Pieter Claes' zoon Backer te sGravenzande ruilt met het convent der Eegulieren van Bethaniën aldaar 7 hont land in de Grote Thiende, bewesten de oude Creecksloot, waarvan de helft vermeld staat in den brief d.d. 1542 November 10 (reg. no. 265), waardoor deze gestoken is, tegen 9 hont land. upten achtyende Decembris int jare ons Heeren vijfthyen hondert vyer ende veertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 53). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 5, fol. XXXI. 268. 1546 Augustus 8. Landschepenen van Zantambochte oorkonden, dat Pouwels Hugen zoon, duinmeier, ten verzoeke van den procurator der Eegulieren van Bethaniën, onder eede verklaart, dat, toen hij destijds het huis in het Zuideinde bezat, de Eegulieren een pad over het erf hadden om in hun boomgaard te komen, en dat zij dat reeds jaren lang gebruikten. den derden Augusti int jair ons Heren vijftienhondert ses ende veertich. Afschr. in Inv. no. 5, fol. CXLVIII. 269. 1546 October 25. Pieter van Hasselt, prior van het convent der Augustijnen binnen Dordrecht, en Augustijn van Baerlle, supprior, Adriaen van Baerlle, cursor^ Jan, procurator, en het convent doen af stand van alle rechten, voortspruitende uit den brief d.d. 1472 September 12 (reg. no. 181), waardoor deze gestoken is. upten vijff ende twintigsten dach van October anno vijftienhondert zes ende veertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 54). Met geschonden conventszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv.- no. 5, fol. LXXI. 270. 1549 Maart 6. J - Prior, supprior, procurator en capitularen der Eegulieren van het Onse Vrouwen klooster te Syon buiten Delff erkennen ontvangen te hebben van prior en capitularen der Eegulieren te Bethaniën tsGravenzande 52 pond 6 schellingen 3 penningen Vlaamsch, waarvoor zij hem ten gebruike afstaan eenige perceelen land in Noortlant. Ghedaen den sesten dach in Maerte int jaer XVc acht ende viertich nae scrivens sHoefs van Hollant. Oorspr. (Inv. noi 55). Met geschonden conventszegel in groene was. 271. 1549 Maart 18. Prior, supprior, procurator en convent der Regulieren van Onser Vrouwen klooster te Syon buiten Delff verkoopen met het oog op den herbouw van hun verbrand klooster aan prior en convent der Regulieren te- Bethaniën te sGravenzandt 1 % morgen land in Noortlant tusschen den Maasdijk en de kreek, 10 hont land aldaar bewesten de kreek en 1% morgen benoorden den Noortlandschen weg. Ghedaen den dertiensten dach in Maerte int jaer XVc acht ende viertich nae scrivens sHoofs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 55). Met geschonden zegels van het convent Syon en hun visitatoren, de priors van de Regulieren in den Hem kuiten Schoonhoven en in het land van Steyn buiten Gouda, in groene was. 272. 1551 April 26. Vranck Jans zoon, Wouter Jans zoon en Adriaen Mathijs' zoon, schepenen van Sandtambacht, oorkonden, dat broeder PJöris Joesten, prior, en broeder Anthonis Pieters zoon van Auwenhove, procurator der Begulièren van Bethania tsGravensande, uit naam van het convent ruilen met Cornelis Willems zoon, genaamd Lange Neel aan den Maasdijk, een morgen land in Pachtlandstiende bewesten den Puel tegen 4 hont land bezuiden de stad tsGravensande in Teylingerthyende. upten XXVIen Aprilis in de jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende eenenvijftich. Oorspr. (Inv. no. 56). Met geschonden convents- en schepenzegel in groene was. 273. 1552 Juni 19. Notaris Henricus Gerardus' zoon Montfoert van Haerlem instrumenteert, dat Anthonis Pieters zoon van Auwenhoven, prior, Augustijn Arnolds, supprior, Henrick Dircks zoon, procurator, en de conventualen van het convent der Begulièren van Bethaniën te tsGravenzandt als provenier en conventuaal opnemen Cornelis van Puelgheest, natuurlijken zoon van Jacop van Puelgeest, met belofte voor zijn levensonderhoud en onderwijs te zullen zorgen, tegen y4 van een vordering van 500 carolusguldens, in haaden van den pater van Sinte Agnyeten zusterhuis te Botterdam en zijn aandeel in de erfenis van Mr. Goesen (Jacobs zoon), vader van zijn moeder Baertgen volgens diens testament, hierbij in copie overgeleverd, en na den dood van Jacob van Puelgheest een losrente van 6 carolusguldens 'sjaars. Aldus gedaen binnen der steede van tsGravenzande int capittellhuys des convents van Bethaniën voorszegd in den jaire, indictie, maendt, dach, ure, paeusdoms ende keyserrijcxs als boven (inden jaire van der geboorte desselffs ons Heeren duysent vijffhondert twee ende vijftich den thyenste indictie den XlXen dach van de maendt Junius paeusdoms ons alderheylichste vaders in Goode ende heere, heer Julius bij der voorsichtichheyt Goids die derde paeuws van dier naeme int derde jaer sijnder coronatiën, regneerende den doerluchtichsten ende onverwinlicxten prince ende heere, heer Karolus bij der gratie Goids Boemsch keyser, altijt vermeerder srijcxs die vijffte keyser van dier naeme int twee ende twintigsten jaer sijnder crooningen. Oorspr. (Inv. no. 96). Met de signatuur van den notaris en de handteekeningen van Jacop van Puelgheest en C. Jacops zoon. 274. 1556 Augustus 10. Cornelis Adriaens zoon, Joris Willems zoon en Pieter Ryverts zoon, schepenen van het ambacht tsGravensandt, oorkonden, dat broeder Antonis Pieters zoon van Oudenhove, prior, en broeder Henryck Dircks zoon van der Borch, procurator der Begulièren van Bethaniën, ruilen met Maerten Cornelis' zoon, poorter aldaar, 6% hont land in Noerlant tusschen den Maasdijk en de Kreek en 64 roeden in Noerthyende tegen 7 hont 25 roeden in Noerlant. upten Xen Augusti in de jaer ons Heeren dusent vijfhondert ses ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 57). Met het gemeen ambachtszegel in groene was. 275. 1558 October 20. Deken en kapittel van Naeldwijck verkoopen, na jarenlang geschil over den eigendom en behoudens toestemming van hun patroon, den heer van Naeltdwijck, aan prior en convent van sGravenzande 4% hont land aldaar achter de tuinen, terwijl deze bovendien zullen voldoen de achterstallige pacht van dit land over 6 jaar. Actum tot Naeldwijck opten twintichsten dach van der maendt October anno vijfthyenhondert acht ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 18). Met geschonden zegels van het kapittel in roode, en van het convent in groene was. 276. 1559 Mei 12. Pieter Jans zoon, smid, en Cornelis Dirx zoon Verhoel, schepenen van het gerecht van Wateringe, oorkonden, dat Dirck Westen zoon verkoopt aan den prior en de conventualen te sGravenzandt eene jaarlijksche rente van 18 pond, 15 stuivers, gaande uit zijn huis en 4% morgen land in het ambacht Wateringhe bezuiden de Vliet. opten Xllen May anno XVc negen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 94*). Met geschonden zegel van Pieter Gerits van Hoeff, schout van het amhacht Wateringen, in groene was en de handteekeningen van beide schepenen. 277. 1559 Juli 1. Nicolaes Spyring, licentiaat in de godgeleerdheid, prior van het Carmehtenconvent binnen Haerlem, Sebastiaen van Bombergen, leesmeester, Barnardt Utemans, supprior, en Helizeus van Naerden, consellier, met alle broeders en capitularen van het convent bevestigen den verkoop van 5 hont land door wijlen Cornelis Pieters zoon, prior, aan prior en convent der Begulièren te sGravesande, welk land gelegen is bezuiden de poort van sGravesande. • Gegeven den eersten dach Julii anno XVc negen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 58). Met geschonden zegels van den prior provinciaal Mr. Pieter van Rees, overste van de orde der Carmelieten in roode, en dat van het convent der Carmelieten in groene was. Met transfix d.d. 1559 November 15 (reg. no. 278). N.B. Het transfix is losgeraakt, behalve het zegel daarvan. 278. 1559 November 15. Landschepenen van Sandtambocht oorkonden; dat Nyclaes Spyring, licentiaat in de godgeleerdheid, prior van het Carmehtenconvent bin- nen Haerlem, transporteert aan prior en convent der Regulieren te sGravensande 5 hont lands in Teylinger tiende, nader vermeld in den brief d.d. 1559 Juli 1, waardoor deze is gestoken (zie reg. no. 277). up den vijfthyensten Novembri anno XVc negenenvijftioh. Oorspr. (Inv. no. 58). N.B. Het charter is losgeraakt van no. 277, het ambachtszegel is daaraan gehecht gebleven. 279. 1561 October 11. Philips, koning van Castilliën enz., geeft verlof aan het convent der Regulieren te sGravenzande om kleine perceelen land en renten te verkoopen en andere rènten en landen, welke beter voor hen gelegen zijn, in te koopen, mits de waarde hunner inkoopen die der verkochte eigendommen niet te boven gaan en behoudens opgaaf aan de rekenkamer. Gegeven in onser stadt van Bruessele den Xlen dach van Octobri int jaer ons Heeren duysent vijfhondert eenentzestich van onzen rijcken . te wetene van Spaenguyen, Sicilhën etc. tVIe ende van Napels tVIe(sic). Oorspr. (Inv. no. 12). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was. N.B. Op de pliek staat de registratie der akte bij de Rekenkamer in den Haag d.d. 1562 September 12 vermeld. 280. 1566 Januari 8. Jochem Jans zoon en Coman Heyn Harrens zoon, schepenen van Nyeuwerkerken in Grijssoort, oorkonden, dat Doen Gillis' zoon, hun medeschepen, verkoopt aan het convent te sGravesande een huis met toebehooren, gelegen op het land van het convent. den III Januarii anno XVc sesentzestich stilo communi. Oorspr. (Inv. no. 60). De schepenzegels verloren. HET BAGIJNHOF TB 's-GRAVENZANDE. INLEIDING. Het bagijnhof te 's-Gravenzande wordt het oudste van Noord-Nedérland genoemd1). Wanneer het ontstaan is, valt niet met juistheid te bepalen, evenmin wie tot de stichting het initiatief namen, maar het zal niet lang voor 1255 geschied zijn2). Immers in dat jaar belooft Jan van Diest, bisschop van Lubeck, voormalig kapelaan aan het hof van graaf Willem II te 's-Gravenzande *), aflaat van 40 dagen aan elk, die de bagijnen, „que structuras inchoaverint", op eenigerwijze steunt. Het hof besloeg een terrein in het N.O. der stad achter de kerk. Van de straat was het afgescheiden door een muur, waarin de toegangspoort; ten Zuiden werd het begrensd door de Gantel of Vaart, ten Oosten scheidde een sloot hen af van het kloostererf der Regulieren, ten Noorden grensde het aan het gasthuis. Hierbinnen lagen meest boomgaarden, waartusschen in het midden de kapel stond, omgeven door twee rijen huisjes, de woningen der bagijnen, veelal hun particulier eigendom. Doordat bagijnen, in tegenstelling met kloosterszusters, eigen vermogen konden hebben, konden ook derden eigenaar worden van gronden binnen het hof; men zie.b.v. de akte van 1408 (reg. no. 88), waaruit blijkt, dat Willem van Egmont een duiventil gebouwd had in een door hem gehuurden boomgaard binnen het hof. Dit terrein moet dan ook niet vergeleken worden met een kloosterhof: de bagijnen woonden als particulieren te samen; de omringende muur en grachten dienen slechts om haar van de buitenwereld af te scheiden. Op het terrein bevonden zich verder nog de infirmerie, het brouwhuis, een bouwhuis of voorraadschuur en het paterhuis. Na 1538 stond dit laatste in den uitersten N.W. hoek, zoover zelfs, dat het met zuilen op het gasthuiserf rustte. Dè onderlinge hgging ») Zie Mr. Dr. J. C. Overvoorde, De rechtstoestand van de huisjes der begijnen op de begijnhoven. O. V. E. Versl. II bl. 565. 2) De meening van A. Driessen, geuit in Bijdr. bisd. Haarlem, XXVI 383, dat het zeer veel ouder zou zijn, omdat gravin Machteld in 1266 spreekt van haar voorgangers in hunne verhouding tot het bagijnhof, berust op een verkeerde lezing door v. d. Bergh, Oork.bk. v. Holl. en Zeel. II no. 145, waar hij „ob predecessorum nostrorum indulgentiam" leest i. p. v. ob peccatorum etc. s) J. de Fremery, Suppl. no. 127 nóót 1. der gebouwen wordt vrij goed kenbaar door een schets in vogelvlucht in het kaartboek der Regulieren*). Van verschillende zijden ontvingen de bagijnen gunsten. De graven van Holland gaven landerijen en renten, terwijl uit een bevestiging van 1408 door hertog Albbeoht blijkt, dat graaf Willem II hun voor de terreinen binnen hun hof tiendvrijheid had geschonken. De abdij van Loosduinen gaf haar jaarlijks een vat bier ingevolge testamentaire beschikking 2) van Mabgaretha, gravin van Hennebeeg, wier moeder Machteld, gravin-weduwe van Holland, landerijen schonk om van de opbrengst eveneens bier te koopen8). Van den stedelijken bieraccijns waren zij vrijgesteld, althans voor 4 kroezen per hoofd. In 1267 neemt Hendrik vAnVianden, bisschop van Utrecht, haar in bescherming, schrijft haar een leefregel voor en vergunt haar in haar eigenkapel de mis te doen celebreeren, terwijl hij haar onder toezicht stelt van den abt van St.-Mariënweerd. Deze stelde o. a. den biechtvader of bagijnenpater aan, die derhalve tot de Premonstratenser orde behoorde. Bij herhaling tracht het wereldlijk gezag haar in de belasting aan te slaan, telkens worden zij van wege den bisschop vrijgesteld. Het hof werd bestuurd door 2 bewaarsters; onder deze stonden voor het beheer der mfirmerie, die eigen inkomsten had, 2 infirmeristers; in den Inventaris is derhalve scheiding gemaakt tusschen het beheer van het bagijnhof en de infirmerie volgens de aanwijzing in margine van het cartularium of in dorso der akten. In gewichtige gevallen stond een seniorenconvent van 10 ouderen de bewaarsters ter zijde, zooals in 1428, toen zij het voorstel van hun naaste buren, de Begulièren van Bethanië, om zich onder hun hoede en beheer te stellen, afwezen. Een zegel had het bagijnhof niet, de bewaarsters gebruiken, hun persoonlijk zegel. Bij de hervorming worden de goederen van het faliebagijnhof, zooals het dan gewoonlijk heet, door de Staten in beslag genomen. De gebouwen zijn in 1576 verkocht aan Adriaen Duyck, rekenmeester van Holland, onder voorbehoud van gebruik tot hun' dood toe door eenige bagijnen. Thans zijn zij afgebroken, tenzij het bepleisterde huis achter de kerk nog een laatste overblijfsel is. INVENTARIS. A. Het hof in het algemeen. I. Eeredienst, N.B. Zie ook reg. no. 7. 1. Brief van den aartsbisschop van Utrecht, houdende een nadere regeling van den eeredienst in het bagijnhof. 1570 ('s-Gr. no. 89). 1 charter (reg. no. 159). ') Zie Inv. Maria Magdalena in Bethanië, no. 6 fol. 1 en no. 7 fol. 7. 2) Zie de aanteekeningen in het cartularium fol. XXXI verso. 3) Zie reg. no. 4. z. AKie van uiiKeermg aoor neriuneesters van z- Kaarsen s jaars aan de kapel. 1465 ('s-Gr. no. 214). 1 charter (reg. no. 79). 3. Overeenkomst met kerkmeesters tot levering van misbenoodigdheden. 1535 ('s-Gr. no. 226). 1 charter (reg. no. 152). 4. Getuigenverklaring betreffende wangedrag van den bagijnenpater. 1481 ('s-Gr. nos. 27, 27a). 2 charters (reg. no. 49). II. Het hof in verhouding tot het wereldlijk gezag. 5*. Bevel tot dagvaarding van den baljuw van 's-Gravenzande ter verantwoording van zijn behandeling van de bagijnen. 1458. 1 charter (reg. no. 73). 6. Akte van vrijstelling van stedelijke belasting. 1487 ('s-Gr. no. 29). 1 charter (reg. no. 60). 7. Uitspraak, waarbij de bagijnen worden vrijgesteld van den bieraccijns. 1484 ('s-Gr. no. 84). 1 charter (reg. no. 109). III. De gebouwen, 8. Aflaatbrief van den bisschop van Lubeck voor degenen, die steunen bij den bouw van het bagijnhof. 1255 ('s-Gr. no. 28). 1 charter (reg. no. 3). 9. Vonnis, waarbij de eigendom van een muur op het hof wordt erkend. 1455 ('s-Gr. no. 80). 1 charter (reg. no. 71). 10*. Toestemming om op het gasthuiserf over te bouwen. 1588. 1 charter (reg. no. 149). B. Finantieel Beheer. I. In het algemeen. 11*. Cartularium, bevattende akten van 1249—1510, ingeschreven door Cornelys Cornelys' zoon Gaerdynck, secretaris van 's-Gravenzande, begonnen in 1506 en voltooid 12 Maart 1513. 1 deel. N.B. Het cartularium bestaat uit 39 vellen perkament. Fol. 1 — 3 bevat grafelijke en andere gunsten, fol. 8 en 9 aanteekeningen betreffende uitkeeringen door kerkmeesters en Heilige-Geestmeesters, fol. IX verso— XXVIII, XXX verso en XXXII-XXXVII verdere akten van vermogensrechtelijken aard, fol. XXVIII verso—XXX en XXXI —XXXI verso aanteekenin- gen betreffende de huurders der landerijen. In margine staat een aanduiding, of de akte behoort tot het hof of de infirmerie. Onder de laatste akte staat een ondereohrift met de signatuur van den notaris. II. Landerijen en huizen. a. Onder beheer van de bewaarsters. 1. in 's-Gravenzande (stad). 12. Vidimus van een verloren gegaan eigendomsbewijs d.d. 1268 van het terrein van het bagijnhof. 1885 ('s-Gr. no. 25). 1 charter (reg. no. 11). N.B. Zie ook reg. no. 5. 13*. Eigendomsbewijs van een erf, afkomstig van de gravin-weduwe Machteld. 1266. 1 charter (reg. no. 6). 14. Testament van Willem van Egmond, waarbij bij aan het bagijnhof vermaakt een boomgaard en alle opstal op haar terrein. 1408. Met vidimus d.d. 1486. 2 charters (reg. nos. 33 en 59). N.B. De akte van 1408 bevindt zich te 's-Gr. no. 60bis, de akte van 1436 in de collectie Van Vredenburch. 15. Akte, waarbij de Eegulieren van Delft belooven het hun voor hun klooster te 's-Gravenzande gegeven land terug te geven bij opheffing daarvan. 1428 ('s-Gr. no. 64). 1 charter (reg. no. 47). 16. Euilcontract, waarbij de Regulieren een boomgaard in erfhuur geven en 1 gouden kroon 'sjaars. 1482. Met arbitrale uitspraak, dezeuitkeering bevestigend. 1504 ('s-Gr. nos. 28 en 85). 2 charters (reg. nos. 50, 129 en 130). 17. Eigendomsbewijs van een erf voor Dirc Jacopszoon. 1475 ('s-Gr. no. 262). 1 charter (reg. no. 98). 2. in 's Gravenzande (ambacht). 18. Eigendomsbewijs van y4 van een stuk land, afkomstig van de gravinweduwe Machteld. 1255 ('s-Gr. no. 24). 1 charter (reg. no. 4). N.B. Zie ook reg. no. 1. 19. Eigendomsbewijs van yz hont land, afkomstig van Jacob Jan en Jan Buys. 1421 ('s-Gr. no. 82). 1 charter (reg. no. 42). 20. Eigendomsbewijs van 8% bont land voor Hendrik Dircx zoon. 1488. Met transportbrief d.d. 1409 ('s-Gr. nos. 254 en 257). 2 charters (reg. nos. 34 en 55). 81. Eigendomsbewijs van % van 6 morgen land voor Huyghe Jans zoon. 1459 ('s-Gr. no. 258). 1 charter (reg. no. 74). it^,!»,'' 22. Testament van Mees Huyghen, waarbij zij vermaakt aan het bagijnhof 5y2 hont land. 1460 ('s-Gr. no. 70). . 1 charter (reg. no. 76). 23. Akte van toepachting van 9 hont land. 1466. Met een rentebrief, groot 6 schellingen 8 penningen, daaruit toegepacht. 1466. ('s-Gr. nos. 81 en Sla). 2 charters (reg. no. 82 en 83). 24. Testament van Ymme Ghijsbrechts dochter, waarbij zij 1 y2 morgen land aan het bagijnhof vermaakt. 1471 ('s-Gr. no. 72). 1 charter (reg. no. 87). 25. Eigendomsbewijs van 1 morgen land voor Adriaen Jans zoon. 1472 ('s-Gr. no. 261). 1 charter (reg. no. 91). 26. Making van Claes de Heuter Willems zoon, waarbij hij y2 morgenland vermaakt aan de bagijnen. 1472 ('s-Gr. no. 73). 1 charter (reg. no. 92). 27. Eigendomsbewijs van 5% hont land, afkomstig van Mees, weduwe van Huyge Allaerts zoon. 1476. Met transportbrief d.d. 1452 ('s-Gr. nos. 83 en 83a). 2 charters (reg. nos. 70 en 99). 28. Eigendomsbewijs van 8y2 hont land voor Suete en Heyl Gheryts dochters. 1478. Met transportbrief d.d. 1426 ('s-Gr. no. 268 en 268a). 2 charters (reg. nos. 43 en 103). 29. Eigendomsbewijs van y2 morgen land, afkomstig van Lijsbeth Florys' dochter. 1486 ('s Gr. no. 86). 1 charter (reg. no. 113). 30. Eigendomsbewijs van 1% morgen land voor Nyese Jacops dochter. 1482. Met huurcedel d.d. 1490 ('s-Gr. nos. 288 en 288a). 2 charters (reg. nos. 107 en 118). 31. Eigendomsbewijs van % weer land, afkomstig van Ëlyzabeth Dircs dochter. 1510 ('s-Gr. no. 76). 1 charter (reg. no. 134). 32. Erfpachtbrief van 8 a 9 hont land. 1517. ('s-Gr. no. 36). 1 charter (reg. no. 138). 33. Akte van toepachting van 5 hont land. 1518. Met rentebrief, groot 20 stuivers daaruit. 1472 ('s-Gr. nos. 82 en 82a). 2 charters (reg. nos. 89 en 139), 8. in Monster. 34. Eigendomsbewijs van 1 morgen land, afkomstig van de erfgenamen van Lijsbeth Dircs dochter. 1416. Met haar testament d.d. 1407 ('s-Gr. nos. 60 en 68). 2 charters (reg. nos. 32 en 39). 35. Eigendomsbewijs van 2 morgen land voor Touwe Pieters zoon. 1460 ('s-Gr. no. 259). 1 charter (reg. no. 77). 4. niet nader aangeduid. 36. Eigendomsbewijs van een stuk land voor Dirck Jacopszoon. 1461 ('s-Gr. no. 260). 1 charter (reg. no. 78). b. Onder beheer van de infirmeristers. 1. in 's-Gravenzande (stad). 37*. Eigendomsbewijs van een stuk land, afkomstig van de gravinweduwe Alijd. 1282. 1 charter (reg. no. 9). 2. in 's-Gravenzande (ambacht). Zie ook reg. nos. 44 en 76. 38. Testament van Mariken Huygen dochter, waarbij zij vermaakt aan de kapel en de infirmerie y2 morgen 4 hont land en een rente, groot 5 schellingen 's jaars, uit een huis in 's-Gravenzande. 1408 ('s-Gr. no. 58). '1 charter (reg. no. 28). 39. Testament van Willem Ymme Willems dochter, waarbij zij de infirmerie de helft van 8% hont land vermaakt. 1413 ('s-Gr. no. 61). 1 charter (reg. no. 36). 40. Testament van Willem van Egmont, waarbij hij aan de bagijnen 1 morgen land vermaakt. 1415 ('s-Gr. no. 62). 1 charter (reg. no. 38). 41. Eigendomsbewijs van een stuk land, afkomstig van Bartolomees Harperens zoon. 1421 ('s-Gr. no. 81). 1 charter (reg. no. 40). 42. Eigendomsbewijs van 1 morgen land voor Jan Wouters zoon. 1441 ('s-Gr. no. 249). 1 charter (reg. no. 62). 43. Eigendomsbewijs van 1 morgen land voor Agniese Jacobs dochter. 1484. Met transportbrief d.d. 1436 ('s-Gr. nos. 265 en 265a). 2 charters (reg. nos. 111 en 58). 44. Eigendomsbewijzen van 4 en 2 hont land, afkomstig van de bagijn Bartholomees Hughen en van Aernt Huyghenzoon en Claes Harpers zoon. 1471 en 1477 ('s-Gr. nos. 84 en 85). 2 charters (reg. nos. 86 en 102). 45. Testament van Agnies Jacobs dochter, waarbij zij aan het bagijnhof vermaakt de helft van 8 morgen land. 1499. Met transportbrief d.d. 1495 ('s-Gr. nos. 222 en 284). 2 charters (reg. no. 123 en 119). 46. Eigendomsbewijs van 1 % morgen land, afkomstig van Florys Huychen zoon. 1511 ('s-Gr. no. 87). 1 charter (reg. no. 136). 8. in Monster. Zie reg. no. 37. 4. vn Naaldwijk. 47. Testament van Bartha Gherardus Nicolaus' zoons dochter, waarbij zij aan de infirmerie 1/3 morgen land vermaakt. 1482 ('s-Gr. no. 65). 1 charter (reg. no. 53). III. Rentebrieven en andere inschulden. a. Onder beheer van de bewaarsters. 48. Bentebrief, groot 20 schellingen 's jaars, ten laste van de grafelijkheid. 1255. Met bevestiging d.d. 1297 ('s-Gr. no. 22). 2 charters (reg. nos. 2 en 10). N.B. De akte van 1297 is uit de coll. Van Vredenburch. Zie ook reg. no. 8. :,;v-'i-t*'' 49. Bentebrief, groot 10 schellingen Hollandsch 's jaars, uit een huis te 's-Gravenzande. 1870 ('s-Gr. no. 89). 1 charter (reg. no. 15). 50. Bentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis en 10 hont land te 's-Gravenzande. 1371. Verkocht aan Jan Mulocs zoon. 1876 ('s-Gr. nos. 289 en 289a). 2 charters (reg. nos. 16 en 21). 51. Rentebrief, groot 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit een huis te 's-Gravenzande voor Jan Jan Fynenhoys zoon. 1887 ('s-Gr. no. 293). 1 charter (reg. no. 24). 52. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars uit een huis te 's-Gravenzande. 1368. Verkocht aan hep hof. 1451 ('s-Gr. nos. 95 en 95a). 2 charters (reg. nos. 14 en 69). 53. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis en % morgen land te 's-Gravenzande voor Jacob Willemszoon. 1450 ('s-Gr.no.800). 1 charter (reg. no. 66). 54. Rentebrief, groot 10 stuivers 's jaars, uit een huis te 's-Gravenzande. 1484 ('s-Gr. no. 99). 1 charter (reg. no. 110). 55. Rentebrief, groot 9 stuivers 's jaars, uit een huis te 's-Gravenzande. 1522 ('s-Gr. no. 107). 1 charter (reg. no. 142). 56. Testament van Poppe Allekijns zoon en echtgenoote, waarbij zij een rente, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit land in 's Gravenzande vermaken aan het bagijnhof. 1855 ('s-Gr. no. 48). 1 charter (reg. no. 12). 57. Rentebrief, groot 6 schellingen Hollandsch 's jaars, uit land in 's-Gravenzande. 1860 ('s-Gr. no. 88). 1 charter (reg. no. 13). 58. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit 1 hont land in 's-Gravenzande. 1878. Geschonken aan de bagijnen. 1874 ('s-Gr. nos. 290 en 90). 2 charters (reg. nos. 18 en 19). 59. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit 3 morgen land in 's-Gravenzande. 1875. Vermaakt aan de bagijnen. 1400 ('s-Gr. nos. 92a en 92). 2 charters (reg. nos. 20 en 27). 60. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit 8 hont en y4 morgen land in 's-Gravenzande voor Lizebetken van Voerburch. 1887 ('s-Gr. no. 292). 1 charter (reg. no. 23). 61. Testament van Marritgen Jacobs dochter, waarbij zij een rente, groot 15 schellingen 'sjaars, uit 2 hont lands in 's-Gravenzande, vermaakt aan de bagijnen. 1406 ('s-Gr. no. 59). 1 charter (reg. no. 31). 62. Rentebrief, groot 80 schellingen 'sjaars, uit een huis in 'sGravenzande. 1428. Verkocht aan Mr. Adriaen Jans zoon. 1486 ('s-Gr. nos. 256 en 307). 2 charters (reg. nos. 45 en 114). 63. Rentebrief, groot 1 wilhelmusschild, uit 1 morgen land in 's-Gravenzande. 1482 ('s-Gr. no. 66). 1 charter (reg. no. 52). N.B. Zie ook reg. no. 130. 64. Rentebrief, groot 10 schellingen 's jaars, uit 1 y2 morgen land in 's-Gravenzande. 1441 ('s-Gr. no. 69). 1 charter (reg. no. 61). N.B. Zie ook reg. no. 48 65. Rentebrief, groot 2 wimelmusschilden, uit 7 hont land in 's-Gravenzande. 1442. Vermaakt aan het bagijnhof. 1530. Met bevestiging d.d. 1582 ('s-Gr. nos. 299, 78 en 79). 3 charters (reg. nos. 63, 145 en 146). 66. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit de helft van 7hont land in 's-Gravenzande. 1450. Verkocht aan Lijsbeth Huygen dochter. 1456 ('s-Gr. nos. 801 en 802). 2 charters (reg. nos. 67 en 72). 67*. Rentebrief, groot 1 wilhelmusschild, uit 10 hont land in 's-Gravenzande. 1451. 1 charter (reg. no. 68). N.B. Zie ook reg. no. 130. 68. Rentebrief, groot 8% pond Hollandsch 'sjaars, uit 2 morgen 6hont land in 's-Gravenzande. 1472 ('s-Gr. no. 96). 1 charter (reg. no. 90). 69. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit een huis en 1 morgen land in 's-Gravenzande voor Adriaen Jans zoon. 1489 ('s-Gr. no. 808). 1 charter (reg. no. 116). 70. Twee rentebrieven, ieder groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit 8 morgen land in' 's-Gravenzande, voor Jannetgen Jans dochter en Mergriete Gheryts dochter. 1521 ('s-Gr. nos. 77, 77a en 77b). 3 charters (reg. nos. 127, 128 en 140). 71. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit 4 hont land in 's-Gravenzande. 1504 ('s-Gr. no. 104). 1 charter (reg. no. 131). 72. Rentebrief, groot 8 pond Hollandsch 'sjaars, uit een woning in 's-Gravenzande. 1547 ('s-Gr. no. 110). 1 charter (reg. no. 156). 73. Testament van Katrijn Claès'dochter, waarbij zij een rente, groot 4% pond Hollandsch 'sjaars, uit een huis in Groeneveld vermaakt aan het bagijnhof. 1534. Met codicil d.d. 1584 ('s-Gr. nos. 56 en 56a). 2 charters (reg. nos. 150 en 151). 74. Testament van Katrijn Hughen en Ymme Jan Miechiels zoons dochter, waarbij zij een rente, groot 10 schellingen 's jaars, uit land te Monster en 5 pond Hollandsch in eens aan de infirmerie en 5 pond Hollandsch in eens aan de bagijnen vermaken. 1897 ('s-Gr. no. 52). 1 charter (reg. no. 26). 75. Testament van Katrijn Pieters dochter, waarbij zij een rente, groot 1 pond 'sjaars, uit 7 Y2 hont 80 gaarden land in Monster aan het bagijnhof vermaakt. 1488. Met een stuk betreffende den eigendomsovergang van dit land. 1469 ('s-Gr. nos. 67 en 94). 1 charter en 1 stuk (reg. nos. 30, 54 en 85). 76. Eentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit 4 hont land te Monster, mede voor Alijt Wouters dochter. 1516 ('s-Gr. no. 105). 1 charter (reg. no. 137). 77*. Twee rentebrieven, groot 10 en 2 pond Hollandsch 'sjaars, uit 4 morgen land in Monster. 1510 en 1527. 2 charters (reg. nos. 135 en 144). 78. Eentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit 1% morgen land in Naaldwijk. 1447. Verkocht in 1469. Teruggekocht in 1473. Gewijzigd in 1532 ('s-Gr. nos. 93, 98a, 93fc en 38). 4 charters en 1 stuk (reg. nos. 65, 84, 93 cn 147). 79. Verklaring van de dochters van Arent van Dijc omtrent den uitersten wil van haar zuster Nataly, waarbij deze een rente, groot 1 pond 's jaars, uit de helft van 4 hont land in Naaldwijk, vermaakt aan het bagijnhof. 1478 ('s-Gr. no. 74). 1 charter (reg. no. 94). N.B. Zie ook reg. no. 133. 80. -Eentebrief, groot 2 pond 'sjaars, uit 4 morgen land te Naaldwijk ten behoeve van Louweris Claes' zoon. 1484 ('s-Gr. no. 306). 1 charter (reg. no. 108). 81. Eentebrief, groot 6 pond Hollandsch 'sjaars, uit 3% morgen en 8 morgen 1 hont land in Naaldwijk. 1561 ('s-Gr. no. 111). 1 charter (reg. no. 158). 82. Vonnis, bevestigend de rente, groot 10 schellingen 'sjaars, gemaakt door Florentius Hugo's zoon. 1421 ( s-Gr. no. 26). 1 charter (reg. no. 41). 83. Testament van Machtelt Louwen dochter, waarbij zij een uitkeering van 1 pond 'sjaars vermaakt aan de bagijnen. 1428 ('s-Gr. no. 139a). 1 charter (reg. no. 46). 84. Schuldbekentenis van kerkmeesters voor een uitkeering van 2 pond Hollandsch 'sjaars. 1498 ('s-Gr. no. 102). 1 charter (reg. no. 121). 85. Testament van Elizabeth Matheus' dochter, waarbij zij 9 pond Vlaamsch 'sjaars vermaakt aan het bagijnhof. 1532 ('s-Gr. no. 80). 1 charter (reg. no. 148). 86. Testament van Alijdt Wouters dochter, waarbij zij een rente, groot 4 pond Hollandsch's jaars, ten laste van Maerten Herper zoon vermaakt aan het bagijnhof. 1542 ('s-Gr. no. 57). 1 charter (reg. no. 154). 19 b. Onder beheer van de infirmeristers. 87. Rentebrief, groot 25 groot 's jaars, ten laste van het bagijnhof voor Lijsbeth Clais' dochter. 1480 ('s-Gr. no. 305). 1 charter (reg. no. 105). 88. Rentebrief, groot 9 stuivers 's jaars, uit een huis te 's-Gravenzande. 1477 (%-Gr. no. 98). 1 charter (reg. no. 101). 89. Rentebrief, groot 20 stuivers 's jaars, uit een huis te 's-Gravenzande. 1496 ('s-Gr. no. 101). 1 charter (reg. no. 120). 90. Rentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 's jaars, uit 1 y2 morgen land in 's-Gravenzande. 1390. Vermaakt aan de infirmerie. 1484 ('s-Gr. nbs. 68 en 68a). 2 charters (reg. nos. 25 en 56). 91. Rentebrief, groot 40 schellingen 'sjaars, uit 8 morgen land in 's-Gravenzande ten behoeve van Dirck Jacobs zoon. 1465 ('s-Gr. no. 808). 1 charter *(reg. no. 81). 92. Rentebrief, groot 2 Beiersche guldens 'sjaars, uit 2 morgen land in 's-Gravenzande. 1482. Gedeeltelijk (9/10) verkocht aan het bagijnhof. 1476. Met 4 transportbrieven d.d. 1471—1475 ('s-Gr. nos. 97, 97a, 97b, 97c, 298 en 804). 6 charters (reg. nos. 51, 88, 95, 96, 97 en 100). 93. Rentebrief, groot 1 Rijnschen gulden 's jaars, uit een huis en y2 morgen land in 's-Gravenzande. 1485. Verkocht aan het bagijnhof. 1487 ('s-Gr. nos. 100 en 100a). 2 charters (reg. nos. 112 en 115). 94. Rentebrief, groot 28 stuivers 's jaars, uit y2 morgen land in 's-Gravenzande. 1501 ('s-Gr. no. 103). 1 charter (reg. no. 126). 95. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 'sjaars, uit een woning in's-Gravenzande. 1840 ('s-Gr. no. 108). 1 charter (reg. no. 153). 96. Rentebrief, groot 8 pond Hollandsch 'sjaars; uit een woning in's-Gravenzande. 1544 ('s-Gr. no. 109). 1 charter (reg. no. 155). 97. Rentebrief, groot 20 groot 'sjaars, uit 8 morgen land in's-Gravenzande ten behoeve van Conigondt Wigghers dochter. 1412. Met vidimus d.d. 1551 ('s-Gr. nos. 295 en 295a). 2 charters (reg. nos. 35 en 157). 98. itentebrief, groot ü pond Hollandsch sjaars, uit 1/i van 10 morgen en 11 hont land in Maasland. 1522 ('s-Gr. no. 106). 1 charter (reg. no. 141). 99. Rentebrief, groot 1 pond 'sjaars uit 2 morgen land in Monster. 1506 ('s-Gr. no. 75). 1 charter (reg. no. 132). 100. Rentebrieven, groot 4 en 2 Rijnsche guldens 'sjaars, uit 7 morgen land in Monster. 1445 en 1459. Bij arbitrale uitspraak gewijzigd in 8 pond Hollandsch 'sjaars ten behoeve van het bagijnhof. 1526 ('s-Gr. nos. 37, 37a en 376). 3 charters (reg. nos. 64, 75 en 143). 101. Making van Aelbrecht van der Wateringe, waarbij hij aan de bagijnen een rente, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit 9y2 morgen land in Wateringen vermaakt. 1384 ('s-Gr. no. 91). 1 charter (reg. no. 22). IV. Niet nader omschreven goederen. a. Onder beheer der bewaarsters. 102. Wederkeerig testament van Margriet en Balua van der Lek, waarbij zij hun goederen aan het bagijnhof vermaken. 1465 ('s-Gr. no. 71). 1 charter (reg. no. 80). V. Quitanties. a. Onder beheer der infirmeristers. 103. Quitantie voor renten, verschuldigd aan de Minderbroeders te Dordrecht. 1482 ('s-Gr. no. 33). 1 charter (reg. no. 106). C. Officiën ter collatie van het hof. I. Op het altaar van St. Sebastiaan en St. Blasius in de kerk te 's-Gravenzande. 104. Akte, waarbij Agnies Jacobs dochter 3 missen vestigt. 1480 ('s-Gr. no. 220). 1 charter (reg. no. 104). 105. Akte van begiftiging van Theodricus Sproncx zoon met het officie. 1499 ('s-Gr. no. 223). 1 charter (reg. no. 124). 108. Uitspraak, waarbij de bagijnen bevestigd worden in de collatie. 1500 ('s-Gr. no. 221). 1 charter (reg. no. 125). REGESTENLIJST. 1. 1249 December 81. Wilhelmus, Eoomsch koning, belooft aan zijn moeder na den dood «van Aleydis, echtgenoote van Bgidius de Eijswijck, den grond, dien deze thans in leen heeft. datum apud Sande pridie kalendis Januarii anno Domini M° CC° XLIX° indictione VIII. Afschr. in Inv. no. 11, fol. 1. N.B. Voor het indictiegetal zie men het artikel van Mr. B. Fruin Th. Az. in Nijhoff's Bijdr. 3, X. 125. 2. 1255 Mei 17. Wilhelmus, Eoomsch koning, schenkt aan de bagijnen te Arena Comitis een rente van 20 schellingen Hollandsch jaarhjksch, uit te keeren door zijn baljuw in Hollandia. Datum Albertimonte XVI kalendis Junii indictione XIII anno Domini millesimo CC0 L° quinto. 1) Oorspr. (Inv. no. 48). Het grafelijke zegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fól. 1 verso. N.B. Gedrukt in Van den Bergh, Oork.b. v. Holland en Zeeland I no. 610. 3. 1255 Mei 17-22. Johannes, bisschop van Lubeca, coöperator van den bisschop van Trajectum, verleent 40 dagen aflaat aan degenen, die, daartoe verzocht, aan de bagijnen van Grevensande een bijdrage zullen geven voor den bouw van haar hof, of daarbij de behulpzame hand zullen bieden. Datum anno Domini MCCL quinto infra ebdomadem Pentecostes. Oorspr. (Inv. no. 8). Met geschonden zegel van den bisschop in groene was. N.B. Gedrukt bij J. de Fremery, Suppl. Oork.b. Hall. en Zeel. no. 127. 4. 1255 September 21. Machteld, gravin van Holland, schenkt van het land, dat zij teruggekocht heeft van Aleydis, echtgenoote van Ëgidius de Eisvic, % aan het gasthuis te Zande en y4 aan de bagijnen om bier te kunnen drinken bij hun maaltijden. Datum apud Zande anno Domini M° CC° L° quinto in die beati Mathei apostoli et evangeliste. 1) Oorspr. (Inv. no. 18). Het zegel van Machteld verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. 1 verso. N.B. Gedrukt in Van den Bergh, Oork.b. v. Holl. en Zeel. I no. 671. Het charter is beschadigd. 5. 1263 December 18. Machtildis, gravin van Holandia, schenkt aan de bagijnen te Graven- sande in vollen eigendom het terrein, dat zij tot nu toe gebruikt hebben. Datum anno Domini millesimo ducenteshno sexagesimo tercio in die beate Lucie apud Gravensande. 1) Afsohr. in Inv. no. 11, fol. 1 verso. 2) Gevidimeerd in den brief d.d. 1335 September 16 (reg. no. 11). 6. 1266 October 14. Machtildis, gravin van Hollandia, schenkt aan de bagijnen te Gravensande een erf, reeds bij deze in gebruik en gelegen tusschen de gracht van het bagijnhof en de Watheringhe. Datum apud Gravenzande anno Domini M° CC° LX° VI° in die Calixti pape. 1) Oorspr. (Inv. no. 13). Met het geschonden zegel van Aleidis, dochter van Machtildis, in groene was; dat van Machtildis verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11 fol. 1. N.B. Gedrukt bij V. d. Bergh, Oork.b. II. no. 145. 7. 1267. Heynricus, bisschop van Trajectum, neemt de magistra en de congregatie der bagijnen te Gravensande in zijn bescherming, vergunt haar binnen haar eigen hof de missen te celebreeren, Schrijft haar een uniforme kleeding voor, geeft regelen van tucht en belast met het toezicht hierop den abt van Insula beate Marie en den plebaan van Gravenzande van de Premonstratenser orde. Datum anno Domini M° CC° LX0 septimo. Afschr. in Inv. no. 11, fol. 2 verso. 8. 1271 Maart 19. Plorentius, graaf van Hollahdia, bevestigt de gift van eene jaarlijksche rente van 20 schellingen Hollandsch, door zijn vader aan dè bagijnen te Arena Comitis geschonken, met opdracht aan zijn baljuw van NortHollandia deze van zijn inkomsten te Zande uit te keeren. Datum anno Domini millesimo CC0 LXX° primo feria quinta post Dominicam qua cantatur Letare Jerusalem. Afschr. in Inv. no. 11, fol. 2. 9. 1282 December 28. Alijd, weduwe van heer Jhan van Avennes, schenkt aan de bagijnen te sGravensande ten behoeve harer infirmerie een stuk land ten Zuiden van den boomgaard van haar zoon Florens aldaar. Ghegheven int jaer ons Heeren M° CC° LXXXII des Goensdages voor Korsdach. 1) Oorspr. (Inv. no. 37). Het zegel van Alijd verloren. 2) Afsohr. in Inv. no. 11, fol. 3. N.B. Het oorspr. is zeer beschadigd. 10. 1297 Juli 6. Johannes, graaf van Hollandia, Zelandia en Prisia, bevestigt de gift van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, door zijn vader en grootvader geschonken aan de bagijnen te Harena Comitis, uit te keeren door den rentmeester van Nort-Hollandia uit zijn inkomsten te Zande. Datum anno Domini millesimo ducentesimo nonagesimo septimo in octavis apostolorum Petri et Pauli in Haga. 1) Oorspr. (Inv. no. 48). Met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. 2. 11. 1885 September 16. Johannes de Strate, schout in Gravenzande, Theodericus de Rijn en Volkericus, schepenen aldaar, geven vidimus van den brief d.d. 1263 December 18 (reg. no. 5). Datum anno Domini millesimo trecentesimo tricesimo quinto Sabbatho post exaltationem sancte Crucis. Oorspr. (Inv. no. 12). Met de geschonden zegels der oorkonders in groene was. N.B. Gedrukt bij De Fremery, Suppl. Oork.b. no. 145. 12. 1855 December 14. Poppe Allekijns zoon en Machtelt, zijne echtgenoote, maken met raad van heer Lubbrecht van Tyele, parochiepastoor te sGravensande, een testament, waarbij ze vermaken o.a. aan de bagijnén 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit hun land in het Noorlant op den Langhe Strenc en in den Bodem. Ghegeven int jaer'ons Heeren M CCC vijf ende vijftich des Manendaghes nae onser Vrouwen dach verholen. 1) Oorspr. (Inv. no. 56). Het zegel van den pastoor verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIX. 13. 1860 December 24. Kerkmeesters van sGravenzande verkoopen aan de bagijnen aldaar een jaarlijksche rente van 6 schellingen Hollandsch, gaande uit een stuk land, strekkende van den weg achter de poort tot aan den dijk. Ghegheven int jaer ons Heren M° CCC0 ende tsestich op den Kersavond. Oorspr. (Inv. no. 57). Het Onzer-Vrouwenzegel verloren. 14. 1868 October 16. . Dirc van den Hoerne en Willaem Volkerats zoon, schepenen m sGravenzande, oorkonden, dat Bertelmees Gheryt Arnts zoons zoon erkent schuldig te zijn aan Katrine van der Horne een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf. Ghegheven int jaer ons Heren M° CCC0 acht ende tsestich des Manendaghes na sente Victoers daghe. Oorspr. (Inv. no. 52). Met het geschonden zegel van den eersten oorkonder in groene was; dat van den tweeden ontbreekt. Met transfix d.d. 1451 November 15 (reg. no. 69). 15. 1870 November 4. Symon Bertholomees' zoon en Lambrecht Arents zoon, schepenen van sGravenzande, oorkonden, dat Dirck Jans zoon van den Poel erkent schuldig te zijn aan de bagijnen aldaar, ten behoeve der kapel een jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit het door hem bewoond wordende huis, ten zuiden van het kerkhof bij den rooster. Int jair ons Heeren dusent driehondert ende tseventich des Manendages nae sinte Symon ende Juden dach apostelen. 1) Oorspr. (Inv. no. 49). Het schepenzegel van 's-Gravenzande verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXII verso. 16. 1871 Maart 1. Tierion van der Strate en Heynric Cleymans zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Hughe Buse erkent schuldig te zijn aan Dirc Hoven een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en 10 hont land. Int jaer ons Heren M° 0CC° een ende tseventich op den eersten dach van Marte. Oorspr. (Inv. no. 50). Met geschonden zegel van den eersten oorkonder in groene was, het andere verloren. Met transfix d.d. 1376 Maart 16 (reg. no. 21). 17. 1871 Maart 17. Huyghe Jans zoon en Michiel Huyge zoon, schepenen van sGravensande, oorkonden, dat Heyne van den Bossche erkent schuldig te zijn aan Huyge Symons zoon eene jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis benoorden de kerk. Int jaer ons Heeren M CCC een ende tseventich des Manendages nae sinte Gregorius' dach. Afschr. in Inv. no. 11, fól. XXIII. N.B. Gecancelleerd met aanteekening, dat de rente afgelost is. 18. 1873 April 27. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Pieter Louwen zoon erkent schuldig te zijn aan Clemeynsen Mr. Voppen weduwe een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsen, gaande uit 11 hont land in het Noerlant over de Kreek. Int jaer ons Heren M° CCC° drie ende tseventich des Woensdaghes na sente Marcus' dach ewangelisten. Oorspr. (Inv. no. 58). Met geschonden landzegel in groene was. 19. 1874 September 17. Jan van Arnhem, parochiepastoor te tsGravenzande, en Dirc Mont, vicecureit in Oostvoern, oorkonden, dat Clemense mr. Voppen weduwe schenkt aan de bagijnen in het hof te sGravenzande een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 11 hont land in Noerlant bij de Kreek, met last tot eenige uitkeeringen en het houden van memoriën etc. Ghegheven int jaer ons Heeren dusent driehondert vier ende tseventich op sente Lambrechts dach. Oorspr. (Inv. no. 58). Be beide zegels verloren. 20. 1375 Maart 4. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Ghyse Fyen zoon erkent schuldig te zijn aan Gheryt Mont een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 8 morgen land, die hij in erfhuur heeft in het Nieuwelant bij den Maesdijk. Int jaer ons Heren M° CCC0 vijf ende tseventich vier daghein Maerte. Oorspr. (Inv. no. 59). Het landzegel verloren. N.B. Het charter is vastgehecht aan no. 27. 21. 1876 Maart 16. Jan Bake Gheryts zoon en Lauwer Motael, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Pieter Hoen verkoopt aan Jan Mulocs zoon een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, vermeld in den brief d.d. 1871 Maart 1 (reg. no. 16), waardoor deze gestoken is.. Int jaer ons Heren M°CCC° zes ende tseventich zestien daghe in Maerte. Oorspr. (Inv. no. 50). Be schepenzegels verloren. N.B. In dorso staat: dit is het testament yan Jan van der Star. 22. 1884 Januari 11. Aelbrecht van der Wateringe, ridder, vermaakt aan de bagijnen te Zande 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 9% morgen land in het ambacht Wateringe, welke hij aan de kerk aldaar vermaakt. Int jaer ons Heeren duysent driehondert vier ende tachtich des Manendages nae dertienden dage. '*<*'" *l 1) Oorspr. (Inv. no. 181). Het. zegel van den oorkonder verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVI verso. 23. 1887 November 25. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Herper Odziers zoon erkent schuldig te zijn aan Lizebetken van Voerburch een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit de helft van 4 hont land in de Zijtwinde en uit 1 hont en de helft van y2 morgen in het Nieuwelant. Int jaer ons Heren M° CCC° tachtich ende zevene op sente Katrinen dach. Oorspr. (Inv. no. 60). Het landzegel verloren. 24. 1887 December 28. Hughe Jans zoon en Claes van Zeelant, schepenen van sGravenzande, oorkonden, dat Claes Hughe zóón erkent schuldig te zijn aan Jan Jan Pynenhoys zoon een jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis met erf. Int jaer ons Heren M° CCC° zeven ende tachtich des Manendaghes na sente Thomas' dach apostels. 1) Oorspr. (Inv. no. 51). Met zegel van Huych Jans zoon in groene was, dat van Claes van Zeelant verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIII verso. N.B. In dorso staat: dit is testament van Huygh Lyven zoon. 25. 1390 Mei 24. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Jan van der Strate erkent schuldig te zijn aan Florys Arnts zoon een jaarlijksche rente van 40 schellingen Hollandsch, gaande uit iy2 morgen land in het Oudelant. Int jaer ons Heren M° CCC0 ende tnegentich op sente Urbanus' avond. Oorspr. (Inv. no. 90). Het schependomszegel verloren. N.B. Het charter is vastgehecht aan no. 56. 26. 1897 April 14. Katrijn Hughen, bagijn te sGravenzande, maakt met raad van heer Arnt van Diest, parochiepastoor, een testament, waarbij ze vermaakt aan haar nicht Ymmen Jan Michiels zoons dochter, bagijn, een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit haar land in het ambacht van Monster en, bij ontstentenis van haar, 10 schellingen 's jaars aan den Heiligen Geest te sGravenzande en 10 aan de formarie in het bagijnhof aldaar, terwijl genoemde Ymme op dezelfde wijze haar tante Katrine 10 pond Hollandsch in eens vermaakt, na dier dood te vervallen, de helft aan het convent in het bagijnhof, de andere helft aan de formarie aldaar. Int jaer ons Heren M° CCC° seven ende tnegentich viertien daghe in Aprelle. Oorspr. (Inv. no. 74). Het zegel van den pastoor verloren. 27. 1400 Februari 22. Dirc Gheryt Monts zoon, priester, vermaakt de jaarlijksche rente van 20 schellingen Hollandsch, hem aangekomen van zijn vader en zijn moejder Margriete en omschreven in den brief d.d. 1875 Maart 4 (reg. no. 20), aan de bagijnen te sGravenzande en bun kapel met last tot eenige missen. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert op sente Pieters dach ad cathedram. Oorspr. (Inv. no. 59). Het zegel van den oorkonder verloren. 28. 1408 Februari 24. Mariken Huygen dochter maakt met raad van heer Aernt van Diest, parochiepastoor te sGravenzande, een testament, waarbij zij o.a. vermaakt aan de kapel in het bagijnhof x/2 morgen land in het Oudelant en 4 hont land elders benevens 2% schelling 'sjaars kaarsgeld tot het houden van jaargetijden en missen en voor de firmerie 2y2 schelling, welke 5 schellingen gaan uit het huis met erf, waarin Jacob Bolle woonde. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende drie up sinte Mathijs' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 38). Met geschonden zegel van Aernt van Biest in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVIII. 29. 1404 November 15. Aelbrecht, paltsgraaf op den Bijn, hertog van Beyeren, graaf van Henegouwen, Hollant en Zeelant en heer van Vrieslant, bevestigt de bagijnen te sGravensande in haar recht, haar door zijn voorvader, koning Willaem, graaf van Hollant, geschonken, geen tienden ver-. schuldigd te zijn van de vruchten, welke in haar hof groeien. Ghegeven in den Haghe upten vijftienden dach in November int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende vier. Afschr. in Inv. no. 11, fol. II. 30. ï404 December 7. Jan Philps' zoon verkoopt aan Jan Jans zoon 13 hont land met een uitweg in Monsterambacht. Int jaer ons Heeren duyzent vierhondert ende vier up onser Vrouwen avont conceptio. Afschr. op perkament met de brieven, waarvan reg. nos. 54 en 85, door notaris Dirck Sproncx zoon met zijn handteekening (Inv. no. 75). 31. 1406 Mei 1. Marritgen Jacobs dochter vermaakt aan de bagijnen van tsGravenzande een jaarlijksche rente van 15 schellingen, te verdoelen 5 voor de. kapel, 5 voor de formarie en 5 voor kaarsgeld, gaande uit 2 hont land in haar vaders woning. Int jaer ons Heren M° CCCC0 ende ses op den Meyen dach. Oorspr. (Inv. no. 61). Met geschonden zegel van heer Aernt van Diest, parochiepastoor, in groene was. 32. 1407 Juli 5. Lijsbeth Dircs dochter vermaakt met raad van heer Arent van Dijst, parochiepastoor te sGravensande, aan de bagijnen aldaar 1 morgen land in het ambacht Monster aan den Nuwen wech, met last tot uitkeering aan ieder der 5 bedelorden van 4 schellingen 's jaars. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende zeven upten vijf ten dach in Julio. 1) Oorspr. (Inv; no. 34). Het zegel van Aernt van Dijst verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIV verso. 33. 1408 December 25. Willem van Egmonde vermaakt met raad van heer Aernt van Diest, parochiepastoor te sGravenzande, aan de bagijnen aldaar den steenen duiventil, welken hij heeft doen maken op het land, dat hij van haar gehuurd heeft binnen haar hof, en een boomgaard met al wat daarbij behoort. Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte opten heylighen Kersdach. 1) Oorspr. (Inv. no. 14). Met de zegels van den oorkonder, den pastoor, Goeswijn van Tricht, kapelaan, Andries Uter Voort en Dirc Jacobs zoon, schepenen, in groene was. 2) Opgenomen in eeh vidimus d.d. 1436 November 29 (reg. .no. 60). 34. 1409 Mei 18. Heer Aernt Spiker, kanunnik van Sint Marie in den Hage, verkoopt aan Pieter Block 8% hont land in het ambacht tsGravensande in het Nyeuwelant. Int jaer ons Heren M CCCC ende neghen op sinte Servaes' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. no. 20). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 2> Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXV verso. 35. 1412 Augustus 24. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Olivier Claeus' zoon erkent schuldig te zijn aan Conigondt Wigghers dochter eene jaarlijksche rente van 20 groot, gaande uit 8 morgen land, gelegen in het Oudelant tusschen den Ouden en den Noertlantschen dijk. Int jaer ons Heeren M° CCCC ende twaleve op sinte Berthelmees' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 97). Het landzegel verloren. - 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIII verso. 3) Gevidimeerd in den brief d.d. 1551 Juni 16 (reg. no. 157). 36. 1418 October 9. Willem Ymme Willems dochter maakt met raad van heer Hubrecht van Voirn, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij vermaakt aan Machtelt Willem Cupers weduwe, haar moeder, de helft van 8% hont land in het Oudelant, welk land na haar moeders dood zal komen aan haar moei Katrijn, de bagijn, en na haar overlijden aan de firmerie in het bagijnhof aldaar, waarvoor de bagijnen haar en haar moeders jaargetijde zullen houden. Ghegeven int jaer ons Heeren XIIIIc ende dertien upten negensten dach in Octobri. 1) Oorspr. (Inv. no. 39). Met geschonden zegel van den pastoor in groene was. 2) Afsohr. in Inv. no. 11, fol. XVII verso. 37. 1414 Juli 18. Machtelt Jans dochter, bagijn, vermaakt met raad van heer Hubrecht van Voirn, parochiepastoor te sGravenzande, aan de infirmerie van het bagijnhof aldaar de helft van y2 morgen land in het ambacht Monster, waarvoor de infirmerie voor haar en haar ouders jaargetijden moet houden. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende viertien upten achtienden dach in Julio. • Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVI. N.B. In margine staat: dit land heeft ghecoft ende betaelt Pieter Jan Wilm IJsbrant zoons zoon tot Monster. 38. 1415 Mei 16. Willem van Egmont maakt met raad van heer Hubrecht van Voirn, parochiepastoor te sGravensandt, een testament, waarbij, aangezien hij niet geheel heeft voldaan aan den uitersten wil van zijn moeder, houdende eenige jaarrenten aan de bagijnen aldaar, hij haar vermaakt 1 morgen land in het Ouwelant. Int jaer ons Heeren XIIIIc ende vijftien upten sestiensten dach in Meye. 1) Oorspr. (Inv. no. 40). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was; dat van den pastoor verloren 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVII verso. *w. i*io jfecemoer 4. Huge Mulock, provisor en deken van Delflant, mr. Hughe Clais' zoon en Aernt van Dorp, priesters, oorkonden, dat Pieter Block HevW^fanVrn-^ JaJ°b HeetetS zoon veridaren, ^de voor Jan de ^hSto^^T^ T ? bagijQen (te Gravenzande) af! genTemdl ^^S^ ^ sm?eTal"njdaae:h0nS ^ ^ ™hondart 6nde Sestien «P 1) Oorspr. (Inv no. 34). Met een rest van het dienstzegel van Delfland, dat van Hughe Clais' zoon (Wit) onjreschonden, dat van Aernt van Dorp geschonden, alleTin groene was. 2) Afsohr. in Inv. no. 11, fol. XXV. 40. 1421 Februari 16. Bertolomees Harperens zoon verkoopt aan de bagijnen te sGravensande, ten behoeve der formerie, een stuk land in- het Ouwelant int jair ons Heren dusent vierhondert ende enentwintich des Sonnendages na sinte Valentijns dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 41). De zegels van Allairt Bartolo- mees zoon en Florys Gheryts zoon, verloren. i) Afschr. m Inv. no. 11, fol. XVII. 41. 1421 Maart 28. De provisor en deken van Delflandia doet uitspraak in een geschil van de bagijnen in tsGravenzande tegen de erfgenamen van Florentius Hugos zoon, waarbij hij beslist, dat de laatsten verkucht zijn aan de ba- rryrShad.10 scheUingen te betaien'*e Acta sunt hec coram nobis sub anno Domini millesimo quadringentesimo vicesimo primo Sabbato post Letare. ' Oorspr. (Inv. no. 82). Het zegel is verloren. 42. 1421 Juli 26. heSweïnten ^ BUyS verkoopen aan de bagijnen % hont land in ■ ...... duzent vierhondert ende enentwintich des Saterdages na sinte Jacobs da(ch). 6 Oorspr. (Inv. no. 19). Met het geschonden zegel van (Pieter) Jans zoon van der Sterre in groene was. N.B. Een groot gedeelte is door afschilfering onleesbaar. 43. 1426 November 25. Gheertruyt Dirc Pijls dochter en haar zoon, heer Jan van Hoern priester, verkoopen aan Hughe Florys' zoon 8i/2 hont land in het ambacht tsGravensande. Ghescreven op sinte Katrinen dach int jair ons Heren M° CCCC° ses ende twmtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 28). De zegels van Jan Staro en heer Johan verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXVI verso, 44. 1428 Januari 7. Jan van der Haer, parochiepastoor te sGravensande, oorkondt, dat Baerte Dircx van der Duyn, toen hij haar de sacramenten toediende, een testament heeft gemaakt, waarbij ze vermaakte aan de bagijnen aldaar de helft van 5 hont land in het Nyewelant tusschen den Ouden dijk en de Wateringhe. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert achtentwintich sDonderdages nae derthienen dach. Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIII. 46. 1428 Januari 26. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Heynric Pièter Bloes zoon verkoopt aan Heynric Dircx zoon 30 schellingen 's jaars, gaande uit zijn huis met erf, staande in het Nyewelant aan den Maesdijek. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert acht ende twintich des Dinxsdages nae sinte Pouwels dach conversio. 1) Oorspr. (Inv. no. 62). Het landzegel verloren. Met transfix d.d. 1486 Juli 16 (reg. no. 114). 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XII. verso. 46. (14)28 Juli 2(1). Machtelt Louwen dochter vermaakt aan de bagijnen te tsGravenzande een jaarlijksche rente van 1 pond, uit te keeren door de HeiligeGeestmeesters aldaar van land in den Heen, met last tot het houden van missen enz. acht ende twintich up sinte Marien Magdalenen Oorspr. (Inv. no. 83). Het zegel van Machtelt Louwen dochter verloren. N.B. Be helft van het stuk is verloren en de akte is gecompleteerd naar een akte in het archief van den Heiligen Geest, (zie aldaar reg. no. 107). ' 47. 1428 December 81. Prior en convent der Begulièren van Sinte Hieronimusdal binnen Delff beloven aan de bewaarsters van het bagijnhof te sGravensande het land, dat deze hun procurator ten behoeve van het klooster hunner orde aldaar hebben gegeven, terug te geven als het klooster niet blijft bestaan en anders hun een gelijkwaardig land er voor terug te geven. Op sinte Silvester dach int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 15). Het conventszegel verloren. 48. 1430 Maart 31. Claes Arents zoon verkoopt aan Zoete Jans dochter, bewaarster, en aan Beatrijs Florys' dochter, formerister van het bagijnhof te sGravensande, eene jaarlijksche rente van 2 wilhehnusschilden, waarvan het eene schild aan genoemd bagijnhof zal toebehooren, het andere aan de formerie, gaande tut eene weide, groot 1 y2 morgen, gelegen in het Noorlant, ten zuiden en ten oosten begrensd door den Noorlantschen dijk. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende dertich upten lesten dach van Maerte. Afschr. in Inv. no. 11 fol. IX verso. N.B. Zie reg. no. 61. 49. 1431 Juli 4. Notaris Heynricus Eobbertus' zoon instrumenteert, dat hij op verzoek van vrouwe de Dortoge, echtgenoote van heer Theodericus de Egmonda, ridder, met den schout van tsGravenzande het getuigenis van een paar bagijnen heeft te boek gesteld in zake het wangedrag van heer Johannes de Zolen, priester van de Premonstratenser orde, door den abt van Insula beate Marie tot kapelaan aldaar aangesteld. Acta sunt hec in capella begutarii de tsGravenzande sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo tricesimo primo indictione nona mensis Julii die quarta hora quasi decima de mane pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Eugenii pape quarti anno suo primo) Oorspr. in duplo (Inv. no. 4). Met signatuur van den notaris. 50. 1482 (Januari 31). Prior en convent der Eegulieren van Bethaniën bij sGravensande geven in erfpacht aan de bagijnen aldaar een boomgaard, oostwaarts van het gasthuis, in ruil voor de erfhuur van 4 hont land, gelegen oostwaarts van de bagijnensloot tot de vaart, benevens 1 gouden kroon 's jaars. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert twie ende dertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 16). Het eonventszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIIII verso. N.B. Zie reg. no. 129. Be dateering is aangenomen in verband met reg. no. 80 van den Inv. van de Regulieren in Bethanië te 's-Gravenzande. 51. 1482 Maart 17. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Jan Buys verkoopt aan Machtelt Enghebrechts Wermbrechts zoons weduwe eene jaarlijksche rente van 2 gouden Beiersche guldens 's jaars, gaande uit zijn woning en 2 morgen land, grenzende ten noorden aan den Ouden dijk en ten oosten aan Poelenburch. Int jair ons Heren duisent vierhondert tweendertich up sente Gheertruyd dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 92). Het landzegel verloren. 2) Afsohr. in Inv. no. 11, fol. XIIII. 52. 1482 April 4. Bertelmees Gherits zoon1) en Haestyen Pelegrims dochter van (Waetselaer), zijne echtgenoote, vermaken aan de bagijnen te sGravensande eene jaarlijksche rente van 1 wilhelmusschild, gaande uit 1 morgen weiland in Noorlant bij de Noorlantsche sluis. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert twie ende dertich op sinte Ambrosius' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 63). De zegels van heer Andries, prior van de Regulieren te 's-Gravenzande, en Dirc Jacobs zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XV. 53. 1432 Augustus 14. Notaris Heynricus Bobbertus' zoon instrumenteert, dat Bartha Gherardus Nicolaus' zoons dochter, bagijn te tsGravenzande, een tes- ») Zie bldz. 382. tament maakt, waarbij ze vermaakt aan de firmarie 1/3 morgen land in het ambacht Naeldwijck met last tot het houden van missen etc. Acta sunt hec in domo habitationis mei notarii infrascripti sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo tricesimo secundo indictione decima mensis Augusti die quartadecima hora quasi octava de mane pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini pape quarti anno suo secundo). Oorspr. (Inv." no. 47). Met de signatuur van den notaris. 54. 1433 Mei 9. Katrijn Pieters dochter, bagijn te tsGravensand, vermaakt aan het bagijnhof 1 pond'sjaars, gaande uit iy2 hont en 80 gaarden land, vermeld in den brief d.d. 1504 December 7 (reg. no. 30). In tjaer ons Heeren dusent vierhondert drie ende dertich op den negenden dach in Meye. 1) Oorspr. (Inv. no. 75). Het zegel van Geryt den Brunen van Burgherdijck verloren. 2) Afschr. van den notaris Theodoricus Sproncfc. Op hetzelfde blad staan afschriften van de nos. 30 en 85. 3) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXV. 55. 1433 Mei 13. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Katrijn Pieter Blocx erfgenamen, nl. Mees Blocx zoon, Willem Allerts zoon, Claes Jans zoon, Heinric Pieter Blocx zoon, Mees Gheesen en Jan Buys Airnts zoon, verkoopen aan Henrick Dircx zoon de helft van 7 hont land in het Nyewelant, hun aanbestorven van genoemde Katrijn. Ghegeven int jaer ons Heeren duysent vierhondert drieendertich op sinte Servaes' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 20). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXV verso. N.B. In dorso staat: Aechte Claes' dochter testament. 56. 1434 September 2. Beatrijs Florys' dochter, bagijn, maakt met raad van heer Jan van der Haer, parochiepastoor, een testament, waarbij zij vermaakt aan de bagijnen van sGravenzand een jaarlijksche rente van 40 schellingen Hollandsch, voor de eene helft ten behoeve van de kapel, voor de andere ten behoeve der infirmerie op het bagijnhof, gaande uit 1 y2 morgen land in het Oudelant, zooals vermeld in den brief d.d 1890 Mei 24 (reg. no. 25), waaraan deze gehecht is. Int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende dertich op die ander dach in Septembri. Oorspr. (Inv. no. 90). Het zegel van den pastoor verloren. 57. 1436 Mei 8. Dirck Jan Casus en Aernt Gheryt zoon, schepenen van Delf, oorkonden, dat Jan van Zanen verkoopt aan Beatris Florys' dochter, bewaarster van de formerie te sGravensande, ten behoeve der arme bagijnen aldaar, 40 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf, gelegen in het Noorteynde aan de oostzijde van den ouden hinderdam. Int jaer ons Heeren M CCCC ses ende dertich tsDinxdages nae Meyedage. Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIII verso. 58. 1486 Juni 28. Jan Aernts zoon verkoopt aan Philips Jans zoon, zijn neef, een stuk land, gelegen in het ambacht tsGravenzande in het Ouwelant. Dit was gedaen int jaer ons Heren dusend vierhondert ende zesse ende dertich op sinte Pieter ende Pouwels avont in Junio opten XXVIIIen dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 43). Met het zegel van Claes Jan Scouten zoon in groene was, dat van Aernt Gheryts zoon verloren. Met transfix d.d. 1484 December 31 (reg. no. 111). 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XX. 59. 1436 November 29. Prior en convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGravenzande geven vidimus van den brief d.d. 1408 December 25 (reg. no. 88). Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende ses ende dertich op sinte Andries' avont. Oorspr. (Inv. no. 14). Met geschonden zegel van het het convent in groene was. 60. 1437 Juli 19. De officiaal van het Hof van Trajectum oorkondt, om een eind te maken aan de langdurige oneenigheden daaromtrent, dat de bagijnen van sGravenzande vrij zullen zijn van elke belasting, en draagt aan zijn onderhebbende geestelijken op hier voor te waken en de autoriteiten bij herhaling van belastingheffing driemaal te waarschuwen en vervolgens op den eerstvolgenden rechtsdag te Dordracum voor hem te roepen. Datum anno Domini millesimo quadringentesimo tricesimo septimo mensis Julii die decima nona. 1) Oorspr. (Inv. no. 6). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXIII. 61. 1441 Mei 7. Claes Arents zoon1), schout te sGravensande, en Huyge Jacobs zoon oorkonden, dat Katrijn, overleden echtgenoote van Huyge, bij testament aan de bagijnen aldaar vermaakt heeft eene jaarlijksche rente van 10 schellingen, waarvoor deze haar jaargetijde zullen houden, welke rente gaat uit eene weide, groot 1 y2 morgen, gelegen in sGravensandtambacht in het Noorlant. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert een ende viertich opten sevenden dach in Mey. 1) Oorspr. (Inv. no. 64). Met de zegels van Claes Aernts zoon en Symon Dircs zoon in groene was, waarvan het eerste geschonden. 2) Afschr. in Inv.' no. 11, fol. X. 62. 1441 Juni 29. Jan Jans zoon, koster te sGravenzande, verkoopt aan Jan Wouters >) Zie bldz. 385.' zoon van Sceveninge 1 morgen land in het Noortlant tusschen den Noorlantschen dijk en den middelweg. Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende viertich op sinte Pieters ende sinte Pouwels dach, 1) Oorspr. (Inv. no. 42). Met het zegel van Pieter Pieters zoon, priester, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVII. 63. 1442 Februari 28. Landschepenen van tsGravensande oorkonden, dat Marijtgen Jan Buschairts weduwe en haar zoon Dirck Jans zoon verkoopen aan Ymmetgen Willem Geryts zoons dochter een jaarlijksche rente van 2 gouden wilhelmusschilden Hollandsch, gaande uit 7 hont land benoorden het gasthuis aldaar in de Grote Tyende. Int jair ons Heeren dusent vierhondert twee ende viertich up sinte , Mathijs' avont in Selle. Oorspr. (Inv. no. 65). Met geschonden landzegel in groene was. 64. 1445 April 14. Heynrick Jans zoon verkoopt aan Berwout Mathijs' zoon eene jaarlijksche rente van 4 gouden Bijnsche keurvorster guldens, gaande uit 7 morgen land in het ambacht Monster. Upten viertienden dach in Aprille int jair ons Heren duysent vierhondert vijf ende viertich. , 1) Oorspr. (Inv. no. 100). Met geschonden zegel van Claes Symons zoon in groene was; dat van Pouwel Pouwels zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIIII verso. N.B. Het oorspronkelijk is vastgehecht aan no. 75. In dorso staat: Machteld Claes' dochter besprocke. 65. 1447 September 19. Natalye Claes' dochter, bagijn te sGravensande, verklaart in 1447 kort voor Mei verkocht te hebben aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar eene rente van 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit iy2 morgen land in het ambacht Naeldwijck, met medeweten van Aechte, weduwe van Louwe Heynen zoon, haar erfgename. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert seven ende viertich upten negentienden dach in Septembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 78). De zegels van Florys Gheryts zoon en Symon Dircs zoon verloren. Met transfixen d.d. 1469 Maart 10 en 1473 Mei 8 (reg. nos. 84 en 93). 2) Afschr van den notaris Theodoricus Spronck op hetzelfde blad als de nos. 84 en 93. 3) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVII. 66. 1450 Maart 8. Jan die Bloot en Jan Hoven, schepenen van sGravensande, oorkonden, dat Ariaen Jans zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob Willems zoon 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis en tuin en y2 morgen land achter op de Ouwe Delff. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vijftich op den achtensen dach in Maert. 20 1) Oorspr. (Inv. no. 53). Met gesehonden zegel van Jan die Bloot in groene was, dat van Jan Hoven verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXI verso. N.B. In dorso staat: Testament van G de wiel- maker. 67. 1450 Augustus 29. Landschepenen van tsGravensande oorkonden, dat Bette Jan Bouwijns zoons dochter verkoopt aan Kerstijn Gheryts dochter, haar moei, eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit de helft van 7 hont land aan de oostzijde van de stad aan het Vrylant hij de vaart. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert ende vijftich upten negen ende twinticsten dach in Augusto. 1) Oorspr. (Inv. no. 66). Het landzegel verloren. Met * transfix(losgeraakt)d.d. 1456 September 30 (reg. no. 72). ,2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVI verso. 68. 1451 September 3. Prior en convent der Begulièren van Bethaniën bij sGravenzande kennen 'toe aan heer Pieter van der Sterre, priester, een lijfrente van 1 gouden wilhelmusschild, na zijn dood als erfrente te komen aan de bagijnen binnen sGravenzande, gaande uit 10 hont land tusschen de Noortveet en het Heihge-Geesthuisje in Donysvelt. Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende vijftich opten derden dach in Septembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 67). Met geschonden conventszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XV. 69. 1451 November 15. Jan Jans zoon en Jan die Bloot, schepenen in tsGravensande, oorkonden, dat Symon Jans zoon erkent schuldig te zijn aan het bagijnhof aldaar een jaarlijksche rente van 20 groot Hollandsch, vermeld als 1 pond in den brief d d. 1868 October 16 (reg. no. 14), waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert een ende vijftich upten vijftiensten dach in Novembri. Oorspr. (Inv. no. 52). Met het zegel van Jan Jans zoon Hien, in groene was, dat van Jan die Bloot is verloren. 70. 1452 Januari 11. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Claes Gheryts zoon verkoopt aan Mees Huge Allerts zoons weduwe 5% hont land in het ambacht sGravensande in Costverloren tusschen den Groenen weg en den Poel. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert twee ende vijftich upten elften dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 27). Het landzegel verloren. Met transfix d.d. 1476 Februari 11 (reg. no. 99). 2) Afschr. in Inv. no. 1 I, fol. XVIII verso. 71. 1455 Juli 7. Jan Jans zoon en Jan Hoeven zoon, schepenen in tsGravenzande, beslissen in het geschil tusschen Lijsbeth Aernts dochter en Ymme Louwen dochter, bewaarsters van het bagijnhof, tegen Russent Heynrich Ghijssens weduwe, dat de muur van de straat oostwaarts langs de noordkamer van Russent tot aan den grooten boomgaard der bagijnen aan genen toebehoort met een strook daarbuiten, als noodig kan zijn voor den drop. Int jair ons Heeren duussent vierhondert vijf ende vijftich upten sevensten dach in Julio. Oorspr. (Inv. no. 9). Met de geschonden zegels van de schepenen in groene was. 72. 1456 September 30. Kerstijn Gheryts dochter, bagijn te tsGravenzande, verkoopt aan Lijsbeth Huygen dochter de rente, vermeld in den brief d.d. 1450 Augustus 29, waardoor deze gestoken is (reg no. 67). Int jaer ons Heeren duussent vierhondert zes ende vijftich upten lesten dach in Septembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 66). Het zegel van Claes Aernts zoon'), schout van 's-Gravenzande, verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVI verso. N.B. Blijkens een aanteekening in het cartularium werd deze rente hetaald door het Sint-Elizabethszusterhuis in den Haag. ht^x&ï 73. 1458 October 19. Provisor en deken van Delfland, gehoord de klacht van de rectrix of mater, der bagijnen in de stad tsGravenzande, dat de baljuw haar telkens als wereldlijke personen behandelt, geeft opdracht aan al zijn ondergeschikte priesters, speciaal de geestelijken te tsGravenzande, hem ad feriam 2am proximam post XIM virginum (Maandag 28 October) op te roepen om zich in de Haagsche kerk op het gewone uur na de Hoogmis te verantwoorden aan zijn fiscaal ten overstaan van hemzelf. Datum anno Domini millesimo CCCC° LVIIP in crastino sancti Luce ewangeliste. Oorspr. op papier (Inv. no. 5*). Met geschonden opgedrukt zegel van den provisor in groene was. 74. 1459 Juni 10. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Bely Florys Gheryts zoons dochter i) verkoopt aan Huyghe Jans zoon % van 6 morgen land in Pieter Basts woning, bewesten den ouden Maesdijck. Int jaer ons Heeren duussent vierhondert negen ende vijftich upten thyensten dach in Junio. 1) Oorspr. (Inv. no. 21). Het landzegel verloren, 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIII verso. N.B. InAlorso van het oorspr. staat: Dit lant is tot Adriaen Hugen dochters testament gecoft. 75. 1459 November 29. Schepenen in het ambacht Monster oorkonden, dat Jacob Heinricx zoon verkoopt aan Claes Willems zoon eene jaarlijksche rente van 2 gouden Rijnsche guldens, gaande uit 7 morgen land in genoemd am- *) Zie bldz. 382. bacht, terwijl bij verkoop Jacob Heinricx zoon het eerst als kooper in aanmerking moet komen. Int jair ons Heren dusent vierhondert neghenenvijftich up sinte Andries' avont apostel. 1) Oorspr. (Inv. no. 100). Met het schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIIII. N.B. Dit charter is vastgehecht aan de nos. 64 en 143. In dorso staat: Machtelt Claes' dochters besprook. 76'. 1460 November 5. Notaris Martinus, zoon van Arnoldus den beul, instrumenteert, dat Mees Huygen, bagijn, een testament maakt, waarbij zij o.a. vermaakt 5y2 hont lands voor de helft aan het bagijnhof te tsGravenzande en voor de andere helft aan de formarie aldaar, welk land ligt in het Ouweland bezuiden de stad met last aan de bewaarsters en formaristers tót eenige uitkeeringen en missen. Acta fuerunt hec in opido prenominato anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate ejusdem Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo indictione octava mensis Novembris die vero quinta hora vesperarum vel quasi secundum usum stilum et consuetudinem civitatis ac dyocesis Trajectensis pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pii divina providentia hujus nominis pape secundi anno tercio. Oorspr. (Inv. no. 22). De signatuur van den notaris ontbreekt. ' 77. 1460 December 18. Heynrick Jans zoon en Lijsbeth Jan Doe zoons weduwe verkoopen aan Touwe Pieters zoon 2 morgen land in het ambacht Monster in de Woutmaede. Int jair ons Heren duysent vierhondert ende tsestich upten dertiende dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 35). Met geschonden zegel van Geryt Colijns zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXIII verso. N.B. In dorso staat: Dit is Haesgen ende Jorys Touwen dochteren haar testament. 78. 1461 April 80. Aef Boekei Claes' zoons weduwe verkoopt aan heer Dirck Jacops zoon, priester, het land, vermeld in den brief, waardoor deze gestoken is. Int jair ons Heeren duyssent vierhondert een ende tsestich upten lesten dach in Aprille. Oorspr. (Inv. no. 36). Het zegel van Claes Aernts zoon te 's-Gravenzande verloren. N.B. De brief, waardoor deze gestoken is, is verloren. 79. 1465 Mei 1. Bartholomees Gheryts zoon1), Symon Dircx zoon, Claes Louwerys' zoon en Dirc Jans zoon, kerkmeesters van de kerk te sGravenzande, koopen met het geld van de bagijn Katherijn Pieters dochter van Monster een jaarrente van 2 pond Hollandsch om als lijfrente aan haar uit *) Zu bldz. 382. te keeren en na haar dood, tenzij zij wegens noodaruit nog a pona erDij heeft ontvangen, uit te keeren aan de 5 bedelorden 1 schelling Hollandsch 's jaars en aan de kapel op 't bagijnhof 2 kaarsen, elk van een pond was. Ghegeven int jair ons Heren MCCCC vijf ende tsestich opten eersten dach in Mey. 1) Oorspr. (Inv. no. 2). Met h et kerkzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVI. 80. 1465 November 14. Notaris Nicolaus Thomas' zoon van Medemblic, instrumenteert, dat Margareta de Lecca, bagijn in tsGravenzande, bewaarster van het bagijnhof, en Balua, weduwe enz., bagijn aldaar, zusters, bij testament elkaar tot erfgenaam maken, bepalende, dat na haar dood de goederen zullen komen aan het bagijnhof, onder verplichting haar levensonderhoud te geven, als ze behoeftig mochten worden. Acta fuerunt hec in tsGravenzande prefata in domo habitacionis mei notarii sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo quinto indictione decima tercia mensis Novembris die decima quarta hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo'patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno secundo.). Oorspr. (Inv. no. 102). Met de signatuur van den notaris. N.B. In dorso staat een aanteekening omtrent den uitersten wil van Margriet van der Lek, waarbij zij o. a. voor 2 pond 's jaars 32 zielmissen koopt. 81. 1465 December 18. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Wouter Jan Allerts zoons zoon verkoopt aan heer Dirck Jacobs zoon eene jaarlijksche rente van 40 schellingen, gaande uit zijn huis eh 8 morgen land beoosten dén Maesdijck. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert vijf ende tsestich upten achtiensten dach in December. 1) Oorspr. (Inv. no. 91).. Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XVI. 82. 1466 Januari 81. Landschepenen van sGravensande pachten de bewaarsters van het bagijnhof aldaar een jaarlijksche rente aan van 6 schellingen 8 penningen Hollandsch, gaande uit 9 hont land in Noordland ten Zuiden van den Noortlantschen weg, wegens achterstallige renten, groot 3 pond 8 stuivers, te betalen door Machtelt Heynricx dochter. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ses ende sestich upten lesten dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 23). Met geschonden landzegel 'in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. X verso. 83. 1466 Aprü 20. Landschepenen van sGravensande pachten de bewaarsters van het uagynnoi amaar w nont iana aan ten zauaen van aen JNOiriantscnen weg wegens achterstallige renten, aangezien Machtelt Heynricx op den uitersten rechtsdag niet ter verantwoording verschenen is. upten twintichsten dach in April int jaer ons Heeren dusent vierhondert ses ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 23). Met geschonden landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XI. 84. 1469 Maart 10. Machtelt Huych vrouw Eyen zoons dochter, en Mergriet van der Leek, bewaarsters van het bagijnhof te sGravensande, verkoopen met consent van haar convent en van mr. Tyelman, provisor en deken van Delflant, aan Doe Jacobs zoon de rente van 40 schellingen Hollandsch, vermeld in denbrief d.d. 1447 September 19, waardoor deze gestoken is (reg. no. 65). upten thienden dach van Maerte in den jaere ons Heeren dusent" vierhondert neghen en tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 78). Met de zegels van Jan Gheryts zoon en Heynrick Giellis Storms zoon, schepenen van 's-Gravenzande, in groene was, waarvan het eerste geschonden. Met transfix d.d. 1472 Mei 8 (reg. no. 93). 2) Afschr. van den notaris Theodorius Spronck op hetzelfde blad als de nos. 65 en 93. 3) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVII verso. 85. 1469 Mei 12. Schepenen in het ambacht Monster oorkonden, dat Katrijn Pieters dochter, bagijn te tsGravenzandt, vermaakt aan het-gilde van den Heyligen Cruyce te Monster s/5 van 18 hont land in den Poeldijck, vermeld in den brief d.d. 1404 December 7, waardoor deze gestoken is, (reg. no. 80) welk land haar met haar broeders aangekomen was van haar oom Jan Jans zoon. Int jaer ons Heeren duysent vierhondert negen ende tsestich upten twalefsten dach in Meye. Afschr. op perkament met de brieven,--waarvan reg. no . 30 en 54, door notaris Dirck Sproncx zoon, met zijn handteekening (Inv. no. 75). 86. 1471 Maart 18. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Bertholomees Hughen, bagijn, verkoopt aan de formaristers van het bagijnhof 4 hont land in Kostverlorentyende bewesten den Gruenewech. upten achtyenden dach in Maert int jaer ons Heeren duussent vierhondert een ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 44). Met geschonden landzegel in groene was. N.B. Deze is gestoken door den brief d.d. 1477 Augustus 1 (reg. no. 102). 87. 1471 September 10. Ymme Ghijsbrechts dochter, bagijn te tsGravensande, maakt met raad van heer Willem Jorys' zoon, prior van de Regulieren aldaar, een testament, waarbij zij vermaakt aan het bagijnhof 1% morgen land, waarvan 2y2 bont in het Nyewelant en 7 hont tusschen den Maesdijck en de Watering, met last tot het doen houden van missen en tot eenige uitkeeringen. Int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende tseventich upten tyenden dach in Septembry. Oorspr. (Inv. no. 24). Het priorszegel .verloren. 88. 1471 November 18. Lijsbeth Aernt Jacops zoons weduwe verkoopt aan Katrijn Jan Willems zoons dochter de helft van een jaarlijksche rente van 2 gouden Beijersche guldens gaande uit 2 morgen land in het ambacht van tsGravenzand. opten XlIIen dach in Novembri in jair ons Heren duysent vierhondert een ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 92). Het zegel van Dirck van der Dorp, schout van Maeslant, verloren; de getransfigeerde brief d.d. 1474 Juli 24 (reg. no. 95) is losgeraakt. 89. 1472 Juni 14. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Jan Symons zoon erkent schuldig te zijn aan heer Dirck Jacops zoon, priester, een jaarlijksche rente van 20 stuivers Hollandsch, gaande uit 5 hont 25 gaarden land in Noirdtlant tusschen de Kreek en den Noirdtlanschen dijk. upten XlIIen dach van Junio in den jaer ons Heeren duysent vyerhondert twyentseventich. Oorspr. (Inv. no. 33). Met het geschonden landzegel in groene was. Met transfix d.d. 1518 October 5 (reg. no. 139). 90. 1472 September 13. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Florys Huyge zoon van Baphorst erkent schuldig te zijn aan het convent van het bagijnhof te sGravensande eene jaarlijksche rente van 8y2 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en 2 morgen land aan den Maasdijk. up den heylich Cruys ende sinte Cornelis' avont. in den jaer ons Heeren dusent vierhondert twyent ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 68). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXI verso. 91. 1472 December 18. Claes de Heuter Willems zoon verkoopt aan heer Adriaen Jans zoon, priester, 1 morgen land aan de noordzijde van tsGravensande in Donysvelt. Gescreven opten XVIIIen dach in Decembri int jair ons Heeren M CCCC twee ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 25). Het zegel van den oorkonder verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XI verso. 92. 1472 December 18. Claes de Heuter Willems zoon vermaakt den bagijnen te tsGravensande y2 morgen land in het Noortlant, Gescreven opten XVIIIen dach in Decembry int jair ons Heeren MCCCC twee ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 26). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 93. 1473 Mei 8. Jan Gheryts zoon en Heynrick Gillis Storms zoon, schepenen in sGravensande, oorkonden, dat Due Jacobs zoon verkoopt aan Machtelt Huyghen vrouw Eyen zoons dochter en Mergriet van der Leek, bewaarstersvan het bagijnhof aldaar, de 40 schellingenHollandSch 'sjaars,welke hijzelf van haar gekocht heeft, gaande uit landen en erven binnen den ban van Naeldwijck en nader vermeld in de brieven d.d. 1447 September 29 en 1469 Maart 10, waardoor deze gestoken is (reg. nos. 65 en 84). Upten achten dach van Meye in den jaer ons Heeren dusent vierhondert ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 78). De zegels der beide oorkonders verloren. 2) Afschr. van den notaris Theodoricus Spronck op hetzelfde blad als de nos. 65 en 84 (Inv. no 78). 3) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVIII. 94. 1473. Katrijn en Baerte, Arent van Dijcx dochters, oorkonden, dat hun zuster Nataly een testament had gemaakt, waarbij ze de bagijnen te sGravensande vermaakte 1 pond Hollandsch 's j aars, te ontvangen na den dood van Baerte, gaande uit de helft van 4 hont weiland in het ambacht Naeldwijck in het broek benoorden de Molensloot, en dat zij op het laatst van haar leven, omdat dit testament niet verleden noch gezegeld was, hen verzocht heeft dit alsnog te laten doen, waartoe zij Mr. Vranck, deken van het kapittel van Naeldwijck, hebben aangezocht. Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 79). Het zegel van den deken verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXVII. N.B. Zie de aanteekening bij no. 133. 96. 1474 Juli 24. Landschepenen van tsGravenzand oorkonden, dat Jacop Hughe zoon, Lourys Hughe Bouwen Aernt zoon Botemuyl, Conraet'Heynrix zoon en Pieternel Hughen dochter, bagijn, verkoopen aan Kathrijn Jans dochter een jaarlijksche rente van 1/5 gouden Beijerschen gulden, gaande uit het land, waaruit zij reeds 1 Beijerschen gulden's jaars had, als vermeld in den brief d.d. 1471 November 13, waardoor deze gestoken is (reg. no. 88). In den jaer ons Heren duysent vierhondert ende vier ende tzeventich opten XXlIIIden dach in Julio. Oorspr. (Inv. no. 92). Het landzegel verloren. Met transfix d.d. 1475 Januari 24 (reg. no. 96). 96. 1475 Januari 24. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Mees Pieters zoon verkoopt aan Katherijn Jans dochter, bagijn, een jaarlijksche rente van s/s gouden Beijerschen gulden, gaande uit 2 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1474 Juli 24, waardoor deze gestoken is (reg. no. 95). Int jaer ons Heren duysent vierhondert ende LXXV opten XXIIII ten dach in Januario. Oorspr. (Inv. no. 92). Met het landzegel in groene was. N.B. Aan dezen zijn gehecht de nos. 97 en 100. 97. 1475 Februari 6. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Huych Ghijsbrechts zoon verkoopt aan Kathrijn Jans dochter, bagijn, een jaarlijksche rente van1 /6 gouden Beijerschen gulden, gaande uit 2 morgen land, vermeld in den brief, waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heren duysent vyerhondert ende LXXV opten VIten dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 92). Het landzegel ontbreekt. N.B. Be doorstoken brief ontbreekt. Aan dezen is gehecht no. 100. 98. 1475 April 4. Jan Gherryts zoon, schout, en Dirc Huyghe zoon, burgemeester der stad van tsGravenzand, oorkonden, dat Claes Aer Jans zoon verkoopt aan heer Dirc Jacops zoon, priester aldaar, een erf binnen de stad beoosten en bezuiden de vaart, met recht van uitweg over zijn land. Int jair ons Heren duysent vyerhondert ende LXXV opten IIHden dach in Aprili. Oorspr. (Inv. no. 17). De zegels der oorkonders verloren. 99. 1476 Februari 11. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Mees Huyge Allaerts zoons weduwe verkoopt aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar 5% hont land, vermeld in den brief d.d. 1452 Januari 11, waardoor deze gestoken is (reg. no. 70). upten elften dach in Februario in den jaer ons Heeren dusent vierhondert ses ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 27). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIX. N.B. In margine staat, dat dit land verkocht is aan Gerit Willems zoon aan de Banck. 100. 1476 Mei 1. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Katrijn Jans dochter, bagijn, verkoopt aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar een jaarlijksche rente van l4/5 gouden Beijerschen gulden, gaande uit 2 morgen land aan den ouden dijk bewesten Poelenburch. Upten eersten dach in Meye in den jair ons Heren dusent vierhondert ses ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 92). Het landzegel ontbreekt. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIIII verso. N.B. Het charter is vastgehecht aan de nos. 95, 96 en 97. 101. 1477 Augustus 1. Jan Gheryts zoon en Ghijsbrecht Claes' zoon, schepenen van sGravensande, oorkonden, dat mr. Adriaen Jans zoon, priester, verkoopt aan de infirrneristers van het bagijnhof aldaar eene rente van 9 stuivers 's jaars, gaande uit het huis en erf aan de oostzijde van de Cortestraat in het Zuideinde. upten eersten dach van Augusto in den jair ons Heeren dusent vierhondert seven ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv. no. 88). Met de zegels van Jan Geryts zoon en Heynrick Yelys Storms zoon in groene was. 2) Afschr." in Inv. no. 11, fol. XXII. 102. 1477 Augustus 1. Landschepenen van sGravenzande oorkonden dat Aernt Huygen zoon en Claes Harpers zoon verkoopen aan de infirmeristers van het bagijnhof aldaar 2 hont land in Kostverloren, liggende naast het land, vermeld in den brief d.d. 1471 Maart 18, waardoor deze gestoken is (reg. no. 86). upten eersten dach van Augusto in den jair ons Heren dusent vierhondert seven ende tseventich. ' Oorspr. (Inv. no. 44). Met het geschonden landzegel in groene was. 103. 1478 Februari 20. Landschepenen van het ambacht sGravenzande oorkonden, dat Florys Jans zoon, Huyge Willems zoon en Maertijn Pieters zoon, als erfgenamen in den boedel van Lijsbeth Huygen dochter, bagijn, ook namens de medeërfgenamen verkoopen aan Suete Gheryts dochter en haar zuster Heyl 3% hont land in het ambacht sGravensande beoosten de banwatering van het oude Nieuwelant. upten twintichsten dach in Februario in den jaire ons Heren dusent vierhondert acht ende tseventich. 1) Oorspr. (Inv.~no. 28). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXVII. N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan no. 43. In dorso staat, dat de zusters het land aan het bagijnhof vermaakten. 104. 1480. Henrick van Lienen, pastoor te tsGravenzand, onder belofte bij het graf van heer Dirc Jacobs zoon geregeld gebeden uit te spreken, waarvoor diens zuster Agnies hem land en renten heeft gegeven, staat met consent van zijn abt en het convent (van Mariënweerde) en de kerkmeesters Jan Symon zoon, Henrich Storms zoon, Hughe Taeyster en Wouter Jans zoon haar toe op het altaar van Sint Sebastiaan en Sint Blasius, martyres, 8 missen 's weeks te stichten en dit officie te geven aan haar neef Barthelmees Jacobs zoon, priester. Gheghangen int jair ons Heren dusent vierhondert ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 104). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 105. 1480 December 8. Jan Gheryts zoon, burgemeester, en Aerst Jans zoon, .schepen in sGravensande, oorkonden, dat Pieter Ghijsbrechts zoon verkoopt aan Lijsbeth Clais' dochter, bagijn, een jaarlijksche rente van 25 groot ten laste van het bagijnhof. Ghedaen opten derden dach van Decembri int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 87). De zegels der oorkonders verloren. N.B. Uit een aanteekening in dorso blijkt, dat de helft van deze rente behoort aan de formarie. 106. 1482 Januari 27. Pieter van den Haghe, gardiaan van de orde der Minderbroeders van Dordrech, en het convent geven kwijting voor de aflossing van de renten, die de firmarie betaalde, gaande uit het bagijnhof. In jaer ons Heerren MCCCC ende LXXXII op den seven en twynthichte dach van Januario. Oorspr. (Inv. no. 103). Met het geschonden conventszegel in roode was. 107. 1482 November 24. Burgemeesters, schepenen en raden van Delff oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters aldaar, met consent der vroedschap, verkoopen wegens duurte van het koren en dreigend gebrek daaraan, aan Nyese Jacobs dochter 1 y2 morgen land met het meertje in het ambacht sGravensande. Int jaer ons Heren M CCCC twee ende tachtich opten XXIIIIen dach in Novembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden zegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XX. N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan no. 118. Zie ook reg. no. 164. ' 108. 1484 September 21. Bouwen Huyghen zoon en Airnt Huyghen zoon, erfgenamen van Kathrijn Jan Gerrits verzekeren Louweris Claes' zoon de hem gemaakte rente van 2 pond 's jaars, gaande uit 4 morgen land. opten een ende twentichsten dach in Septembri int jaer ons Heren duysent vierhondert vier ende tachtentich. Oorspr. (Inv. no. 80). Met de zegels in groene was van Boudewijn Willems zoon, pastoor en kanunnik te Naaldwijk, en Jan die Burchgraef Jans zoon, baljuw en schout aldaar. N.B. Op een aangehecht stukje papier: Dit is gheoomen van heer Louris Claes' zoon ende is twe pont Hollants, men sel houden sijn jaerghetijt opt tgraf III schelling ende een vat biers; dese twe pont betaelt ons die man bij die Naeldwijckse galch. 109. 1484 October 18. Arnoldus de Zande') en Heynricus de Myda, als arbiters uitspraak doende in een geschil tusschen de burgemeesters van Zande en de bagijnen aldaar, beslissen, dat laatstgenoemden vrijgesteld zullen zijn van den accijns op bier, althans voor 4 kroezen bier per hoofd. In villa Hagensi sub anno millesimo quadringentesimo octuagesimo quarto mensis Octobris die decima octava. 1) Oorspr. (Inv. no. 7). Het zegel van Arnoldus de Zande verloren, dat van Heynricus de Myda in roode was en geschonden. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. 3. !) Zie bldz. 382. 110. 1484 October 20. Heynrick Gillis Storms, burgemeester, en Jan Symons zoon, schepen van sGravensande, oorkonden, dat Willem Dircs zoon de wever erkent schuldig te zijn aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar eene jaarlijksche rente van 10 stuivers, gaande uit zijn huis met erf aan de Kortestraat, terwijl hiermede te niet gedaan worden alle oude brieven betreffende deze rente. den XXen dach in Octobri int jaer ons Heeren dusent vierhondert vier ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 54). Met de zegels der oorkonders in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXII verso. 111. 1484 December 31. Heynric Gillis Storms zoon, burgemeester, en Jan Symons zoon, schepen van sGravensande, oorkonden, dat Gheryt Phillips' zoon, alias koopman Gheryt, verkoopt aan Agniese Jacobs dochter 1 morgen land aldaar bij den Voermolen, vermeld in den brief d.d. 1486 Juni 28, waardoor deze gestoken is (reg. no. 58). den lesten dach in December int jaer ons Heeren dusent vier hondert vier ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 43). Met de zegels van de oorkonders in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XX verso. 112. 1485 December 12. ' Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Heynrick Ariaens zoon Blom verkoopt aan mr. Adriaen Jans zoon, priester aldaar, eene jaarlijksche rente van 1 Bijnschen gulden, gaande uit zijn huis met erf in het Pachtlant en uit y2 morgen land in het Neywelant langs den dwarsdijk tot den nieuwen dijk. den twaleften dach in Decembri in den jare ons Heeren dusent vierhondert vijf ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 93). Met geschonden ambachtszegel in groene was. Met transfix d.d. 1487 Juli 25 (reg. no. 115). 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XII. 113. 1486 Juni 6. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Lijs beth Florys' dochter, de bagijn, verkoopt aan Machtelt Huyghen dochter en aan Jan Jans dochter, bewaarsters van het bagijnhof aldaar, % morgen land in Donysveldt, grenzende ten westen aan de Wael. den sesten dach in Junio in den jare ons Heeren dusent vierhondert ses ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 29). Met gesehonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XI verso. 114. 1486 Juli 16. Landschepenen van het ambacht sGravensande "oorkonden, dat Aechte Claes' dochter, de bagijn, verkoopt aan mr. Adriaen Jans zoon, priester aldaar, eene jaarlijksche rente van 80 schellingen Hollandsch, gaande uit 7 hont land met een huis, vermeld in den brief d.d. 1428 Januari 26 (reg. no. 45), waardoor deze gestoken is, bewoond door Euvert Jans zoon en gelegen in het Nuwelant aan den Maasdijk op een stuk land, groot 7 hont, terwijl, indien oudere rentebrieven daarop mochten blijken te bestaan, deze zullen gaan uit het land aan de zuidzijde der gemelde landen. den sestienden dach in Julio int jaer ons Heeren dusent vierhondert ses ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 62). Het ambachtszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XII verso. N.B. De getransfigeerde brief is losgeraakt. 115. 1487 Juli 25. Adriaen Jans zoon, priester, verkoopt aan Wateryng Jans dochter en Machtelt Huyghen dochter, bewaarsters van het bagijnhof te sGravensande, 20 stuivers 's jaars, gaande uit het land, vermeld in den brief d.d. 1485 December 12 (reg. no. 112), waardoor deze gestoken is. Int jaer ons Heeren dusent vierhondert seven ende tachtich up sinte Jacobs dach. 1) Oorspr. (inv. no. 93). Met geschonden zegel van Aerst Jans zoon, broeder van den oorkonder, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XII. 116. 1489 Maart 1. Landschepenen van het ambacht tsGravensande oorkonden, dat Heynrick Heynrick zoon verkoopt aan Adriaen Jans zoon, priester, eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf, groot 1 morgen, in Noorlant ten westen grenzend aan den Maesdijck. opten eersten dach van Maert int jaer ons Heeren dusent vierhondert neghen ende tachtich. 1) Oorspr. (Inv. no. 69). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. IX. 117. 1490 November 2. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Bertholomees Jacobs zoon, priester, en Agnyese Jacobs dochter, bagijn aldaar, in erfhuur uitgeven aan Spronck Jans zoon een woonhuis met toebehooren en 6 morgen en 2 hont land in Donysvelt, voorts 1 yz mov1 gen lands ten zuiden hiervan, op voorwaarde, dat alle opstal aan de eigenaars zal komen. opten XXten dach in Novembri in den jaere ons Heeren dusent vierhondert ende tneghentich. Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXIII. 118. 1490 November 20. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Jan Jacobs zoon van Wael in erfhuur ontvangt van heer Bertholomees Jacobs zoon, priester, en Agnies Jacobs dochter, bagijn aldaar, 1 y2 morgen land in Donysvelt. Opten XXten dach in Novembri in den jaere ons Heeren dusent vierhondert ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden ambachtszegel in groene was. N.B Gehecht aan no. 107. 119. 1495 Februari 12. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Haes Florys Huyghen zoons weduwe verklaart, dat, aangezien Agnyese Jacobs dochter, bagijn aldaar, betaald heeft de helft van de 8 morgen land in genoemd ambacht, die Florys Huygen zoon, haar man, in 1482 gekocht heeft van de Heilige-Geestmeesters van Delff, zij haar daarom de helft van die 8 morgen afstaat, terwijl zij zelve de andere helft behoudt. opten twaleften dach van Februario in den jare ons Heeren dusent vierhondert vijf ende tnegentich. 1) Oorspr. (Inv. no. 45). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXI. 120. 1496 Maart 12. Schout, burgemeesters en schepenen van de stad sGravensande oorkonden, dat Jan Hermans zoon, mr. Jan Claes' zoon, barbier, en Louwerys Ghijsbrechts zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, erkennen schuldig te zijn aan de bewaarsters van het bagijnhof eene jaarlijksche rente van 20 stuivers, gaande uit een huis met erf, gelegen binnen de stadsvrijheid aan den Ommeloop, terwijl hiermede, te niet is de oude brief van 2 pond Hollandsch 's jaars, welke de bagijnen hadden op dit huis. upten twaleften dach in Maerte in den jaer ons Heeren dusent vierhondert ses ende tnegentich. 1) Oorspr. (Inv. no. 83). Met geschonden stadszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXIII. 121. 1498 Maart 1. Dirck Jacobs zoon, Jan Ghijsbrechts zoon, Harman Heynricks zoon en Jan Gheryts zoon, kerkmeesters van sGravensande, erkennen schuldig te zijn aan het bagijnhof aldaar een jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, te weten 20 stuivers ingevolge testament van Lijsbeth Florys' dochter, bagijn, en 10 stuivers, vermaakt door Machtelt en Ermgaert Huychen dochters, bagijnen. upten eersten dach van Maerte in den jare ons Heren dusent vierhondert acht ende tneghentich. Oorspr. Inv. (no. 84). Met geschonden stadszegel in groene was. 122. 1498 December 10. De provisor en deken van Delflandia oorkondt, dat in het proces van de bewaarsters van het bagijnhof der stad tsGravensande tegen Simon Hugo's zoon over 2 pond Hollandsch 's jaars uit de helft van 14 morgen land tusschen den Ouden dijk en den Poel aldaar, voor 29 a 80 jaar aan genoemd bagijnhof vermaakt door de bagijn Wilhelma Herpers dochter, genoemde Simon den hem opgedragen eed heeft geweigerd en erkend heeft deze rente schuldig te zijn. Datum et actum anno Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo octavo decima die mensis Decembris. Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXII. N.B. Gecancelleerd; met aanteekening, dat Floris van Dam deze rente heeft afgelost en het bedrag op 30 Juli 1552- weder is belegd. 123. 1499 April 10. Notaris Henricus Jacobus Foytkinus' zoons zoon, instrumenteert, dat Agnies Jacobs dochter, bagijn te sGravensande, een testament maakt, waarbij ze vermaakt o.a. aan het bagijnhof aldaar de helft van 3 morgen land, vermeld in den mede overgegeven brief d.d. 1495 Februari 12 (reg. no. 119), met last van de opbrengst jaarlijks uit te keeren 1 pond aan den pater, een vat bier aan de bagijnen en 2 schellingen aan elk der 5 bedelorden. Acta sunt hec Naeldwijc in domo habitationis venerabilis domini decani ibidem anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo nono indictione secunda mensis Aprilis die decima hora vesperorum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno septimo). Oorspr. (Inv. no. 45). Met de signatuur van den notaris. 124. 1499 September 9. Notaris Henricus Jacobus Foytkinus' zoons zoon instrumenteert, dat Agnes Jacobus' dochter, bagijn in sGravensande, patrones en collatrix van het officium, onlangs door haar in de parochiekerk aldaar gesticht, op het altaar van St. Blasius, hiermede begiftigt haar verwant Theodricus Sproncx zoon. Acta sunt hec Naeldwijc in domo habitationis decani ibidem anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (.... anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo nono indictione secunda mensis vero' Septembris die nona hora completorii vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno octavo). Oorspr. (Inv. no. 105). Met de signatuur van den notaris. 125. 1500 December 12. Jacobus de Angulo, professor in de godgeleerdheid, deken van de collegiale kerk van Sint Adrianus in Naeldwijc, als arbiter in het geschil tusschen heer Harmannus de Bossem, pastoor van sGravensande, en de bewaarsters van het bagijnhof aldaar over de voordracht tot zeker officium, beslist, dat volgens uitersten wil van de stichteresSde bewaarsters bij gebrek aan bloedverwanten van haar, een priester hiertoe zullen voordragen met zijn medewerking. Anno Domini millesimo quingentesimo mensis Decembris die duodecima. Oorspr. (Inv. no. 106). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was. 126. 1501 Februari 8. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Heynrick Adriaens zoon Blom verkoopt aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar eene jaarlijksche rente van 20 stuivers, gaande uit % morgen land in het Nyewelant in den zuidhoek ten oosten van den Nieuwen dijk en ten noorden van den dwarsdijk. upten achten dach in Februario in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende een. 2) Oorspr. (Inv. no. 94). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XII. 127. 1508 Januari 25. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Jan Heymans zoon verkoopt aan Jannetgen Jans dochter, bagijn in het bagijnhof aldaar, een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 8 morgen pachtland aan den Bandijck en uit zijn woning in het Noorlant aan de westzijde van den Groenen weg. upten vijf ende twintichsten dach van Januario in den jare ons • Heeren dusent vijfhondert ende drie. 1) Oorspr. (Inv. no. 70). Met het ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXX verso. 128. 1508 Janiiari 25. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Jan Heymans zoon verkoopt aan Margriet Gheryts dochter, bagijn aldaar, eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 8 morgen pachtland aan den Bandijck en uit zijn huis in het Noorlant aan de westzijde van den Groenen weg. upten vijf ende twintichsten dach van Januario in den jaere ,ons Heeren dusent vijfhondert ende drie. 1) Oorspr. (Inv. no. 70). Met het ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXVI. 129. 1504 Januari 19. Notaris Cornelis Cornelis' zoon Gaerdinck verklaart, dat voor hem een compromis is gesloten tusschen prior, supprior, procurator en kapittelaars der Begulièren van Bethaniën te tsGravensande en de bewaarsters van het bagijnhof met hun pater heer Louweris Claes' zoon om ter vermijding van kosten en ter wille van goede nabuurschap hun geschillen te onderwerpen aan arbiters, waarvoor zij tot superarbiter aanwijzen mr. Jacob Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, kanunnik van Naeldwijck, terwijl de prior tot arbiters kiest mr. Gillis Jans zoon, doctor in de godgeleerdheid, kanunnik van Naeldwijck, en Mr. Frans, pastoor aldaar, en de bagijnen Mr. Heynrick Sas, doctor in de rechten, en heer Claes van Haerlem, kanunniken te Naeldwijck. Gedaen upten negentienden dach in Januario in den jaire ons Heren duysent vijffhondert ende vier. Afschr. op perkament door notaris Dirck Sproncx zoon, samen met no. 130 (Inv. no. 16). 130. 1504 Januari 30. Mr. Jacob Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, deken van Naeldwijck, als superarbiter, mr. Gillis Jans zoon, doctor in de godgeleerdheid, en meester Vrans Claes' zoon, kanunniken te Naeldwijck, aan de zijde der Regulieren van Bethaniën buiten sGravenzande, en mr. Heynrick Zas, doctor in de rechten, en Claes Jans zoon, kanunniken aldaar, aan de zijde der bagijnen te-sGravensande als arbiters, beslissen in een oud geschil tusschen genoemde partijen, dat de Regulieren jaarlijks aan de bagijnen zullen uitkeeren 1 gouden kroon (zie reg. no. 50) onder kwijtschelding hunner jaarlijksche schuld van 3 schellingen Hollandsch, gaande uit het gasthuis, benevens de beide wilhehnusschilden, vermeld in de brieven d.d. 1451 September 8 (reg. no. 68) en 1432 April 4 (reg. no. 52) en dat de bagijnen den Begulièren zullen uitkeeren 18 stuivers, terwijl de Eegulieren 2 Rijnsche guldens zullen bijdragen in de kosten, door de bagijnen gemaakt voor den provisor en deken van Delflant. Int jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende vier upten dertichsten dach in Januario. 1) Afschr. door notaris Dirck Sproncx zoon op per kament, samen met no. 129 (Inv. no. 16). 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XV verso. ■ 131. 1504 Maart 27. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Jan Ghijsbrechts zoon erkent schuldig te zijn aan de bagijnen aldaar een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 4 hont land in het Vrylant, omsloten ten oosten, westen en noorden door de vaart, waarmede wordt kwijtgescholden de brief van wijlen Jan Aelwijns zoon van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 2 hont land, ingevolge het testament van Florys Huyge zoon en Lijsbeth, zijn echtgenoote. In den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende vier des Woensdachs nae onser Vrouwen dach annunciacio. 1) Oorspr. (Inv. no. 71). Met het ambachtszegel in groene was. -;■''> 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XIII verso. 132. 1506 Juni 19. Maryken Willem Phillips' zoons dochter, weduwe van Gheryt Claes' zoon, erkent, dat de infirmerie van het bagijnhof van sGravensande een jaarlijksche rente van 1 pond heeft, gaande uit 2 morgen land in den ban van Monster ten zuiden van de Hoolsloot. Int jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende zes upten XlXen dach van Junio. 1) Oorspr. (Inv. no. 99). Met geplet schepenzegel van Honsolredijck. 2) Afschr in Inv. no. 11, fol. XXXIX verso. 133. 1507 October 7. Theus Huyge zoon en Cornelys Jans zoon, Heilige-Geestmeesters te Naeldtwijck, erkennen schuldig te zijn aan het convent van de bagijnen te sGravensande een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch. In den jaer ons Heeren vijftienhondert zeven den zevenden dach in Octobri. Afschr. in Inv. no. 40, fol. XXXV. 21 N.B. Uit een bijschrift blijkt, dat deze akte de rente, vermeld in den brief d.d. 1473 (reg. no. 94) te niet doet. 134. 1510 Juli 20. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Ëlyzabeth Dircs dochter, bagijn te Delf, aan het bagijnhof te Gravensande geeft 8/4 weer land in het Nyewelant aldaar, van den ouden Maesdijck tot den nieuwen dijk tegen een lijfrente, overeenkomstig de waarde van dit land, nl. 9 8/* pond Hollandsen, na haar dood te besteden voor missen etc. upten twintichsten dach in Julio in den jare ons Heeren dusent vijfhondert ende thien. 1) Oorspr. (Inv. no. 31). Met geschonden landzegel in groene was. 2) Afschr in Inv. no. 11, fol. XXXVI. 135. 1510 December 20. Schepenen van Monster oorkonden, dat Symon Dirx Jans zoon verkoopt aan de bewaarsters van het bagijnhof te tsGravenzant een jaarlijksche rente van 10 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 4 morgen land aan den_Madeweg terzijde van zijne woning. Int jaer ons Heeren duyssent vijfhondert ende tyen upten twintichsten dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 77). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol XXXIIII verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Item up desen brief hebben hare testament ghemaect ende betaelt Jan Jans zoon (ende) Lijsbeth Claes' dochter, te weeten Jan Jans zoon vierdalf pond sjaers, Lijsbeth Claes' dochter anderhalf pond. Datum nu Margriet Bircks dochter in die plaets van Machtelt Pyeters dochter 2 pond ende Aechte Joesten dochter XXXV stuivers; — en eene akte betreffende renteaflossing (zie reg. no. 160). Aan het oorspr. is vastgehecht de brief d.d. 1527 Maart 29 (reg. no. 144). 136. 1511 Maart 20. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Florys Huychen zoon verkoopt aan de bewaarsters van het bagijnhof 1 y2 morgen land in de Weytyende. upten twintichsten dach van Maerte in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende elve. 1) Oorspr. (Inv. no. 46). Het ambachtszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 11, fol. XXXV. 137. 1516 December 20. Schepenen van Monster oorkonden, dat Marritgen Symons dochter verkoopt aan het bagijnhof van tsGravenzandt en aan Ahjt Wouters dochter, bagijn aldaar, elk een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit haar woning van 4 hont land in Monster aan de zuidzijde van den Madeweg. int jair ons neeren auysent vijinonaert enae zesiyen uen iwinuoosten dach in December. Oorspr. (Inv. no. 76). Met geschonden schependomszegel in groene was. 138. 1517 Juli 24. Machtel Pieters dochter en Ermgen Olyvyers dochter, bewaarsters op het bagijnhof te tsCravenzant, geven aan Dirck Koopman Willems in erfpacht 8 of 9 hont weiland in Noorlant tegen 2 pond Hollandsch 's jaars. Ghescyet in tjaer ons Heeren M vijfhondert ende seeventyenXXIIII dach in Julio. Oorspr. (Inv. no. 32); chirograaf. N.B. Onder de akte staat, dat zij vernieuwd is in 1543. 139. 1518 October 5. Landschepenen van hél ambacht van sGravensande pachten heer Louwerys Claes' zoon, optredend voor het bagijnhof, de 5 hont land toe, vermeld in den brief d.d. 1472 Juni 14 (reg. no. 89), waardoor deze gestoken is, wegens achterstallige renten. opten vijfden dach van October in den jare ons Heeren dusent vijfhondert ende achtien. Oorspr. (Inv. no. 33). Met geschonden landzegel in groene was. 140. 1521 Maart 18. Mechtelt, dochter tot Montfoort, geeft aan Lijsbeth Jan Heymans zoons dochter, bagijn te sGravensande, de 8 morgen land aldaar, die deze van haar in leen had, in eigendom, op verzoek van haar nicht van Wateringe en Berckenrode. Den XVIIIen dach in Maerte int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende eenentwyntich. Oorspr. (Inv. no. 70). Met de handteekening van Machteld voornoemd. N.B. Gehecht aan de nos. 127 en 128. 141. 1522 Maart 11. Arent Jans zoon te Scipluy oorkondt, dat hij in 1518 verkocht heeft aan de formarie van het bagijnhof te sGravensande een jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit V4 van 10 morgen land in het ambacht van Maeslant, zijn vader aangekomen van Mr. Jacop Willem Pijns zoon, tusschen de Monsterwatering en de Hodenpijlerlaan en uit V* van 11 hont land bezuiden de Lierwatering. Opten elffsten daeh in Martio anno XVc een ende twintich nae den loop sHooffs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 98). Met het schependomszegel van Maasland in groene was. 142. 1522 Mei 12. Burgemeesters en schepenen van sGravensande oorkonden, dat Willem Heynricks zoon van Zeelant erkent schuldig te zijn aan het convent van het bagijnhof een jaarlijksche rente van 9 stuivers, gaande uit een huis in het Zuiden der stad aan de Cortestraet. opten twaleften dach van Meye in den jaere ons Heeren dusent twie ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 55). Het stadszegel is verloren. 143. 1526 December 15. Broeder Pieter Claes' zoon, prior van het convent der Predicaren in tsGravenhage, jonge Pieter Baerts zoon, Philips Marcelis' zoon en Vranck van der Houve doen als arbiters uitspraak in een geschil tusschen heer Cornelis Pieters zoon, pater, en Jorys Arents dochter, bewaarster van het bagijnhof te tsGravensande, tegen Dirck Symons zoon en de zijnen over 6 Bijnsche guldens 's jaars uit 7 morgen land in Monster, vermeld in de brieven d.d. 1445 April 14 (reg. no. 64) en 1459 November 29 (reg. no. 75), en beslissen, dat Dirck Symons zoon voortaan 8 pond Hollandsch 's jaars zal betalen. Aldus gedaen ende uuytgesproken den XVen dach van December anno XVc zes ende twintich. • Oorspr. (Inv. no. 100). Met de handteekeningen van de vier arbiters. N.B. Gehecht aan de nos. 64 en 75. 144. 1527 Maart 29. Jan Arents zoon, burgemeester, en Jacob Jacobs zoon, schepen van sGravensande, oorkonden, dat Heynrick Pieters zoon c.s. als erfgenamen van Machteld Pieters dochter, bagijn, aan de bewaarsters van het bigjjnhof te sGravensande een jaarlijksche rente van 2 pond Hollandsch verkoopen, welke zij gemeen had met genoemd bagijnhof. opten XXIXen dach van Maerte in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert seven ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 77). Met geschonden stadszegel in groene was. N.B. Hieraan is vastgehecht de brief d.d. 1510 December 20 (reg. no. 135). 145. 1530 Februari 3. Notaris Derrick Frans' zoon instrumenteert, dat Ermgairt Oliviers dochter, bagijn te tsGravensande, haar testament maakt, waarbij ze onder herroeping van vroegere testamenten vermaakt o.a. aan het bagijnhof te tsGravensande een jaarlijksche rente van 2 wilhelmusschilden, met last tot verschillende uitkeeringen en het houden van missen. Aldus gedaen tot Naeldwijc ten huyse van Mr. Frans Dirix zoon, canoniek ter selver plaetse, ten jaere indictie maende dage ure pausdomme ende rijeken voirscreven (in den jaere van de geboerte Christi duysent vijffhondert dertich (Godt ter eeren) de driede indictie den derden dach van de maent Februario ter tweeder uren off dairomtrent nae middage des paeusdoms ons alderheylichste vader ende heere heer Clement doer die voersichticheits Goids die sevenste paeus van dier name in zijn sevenste jaere ende regneerende dalreduerluchtichste excellenste ende mogenste prince Karolus de vijfste van dier naeme, gekozen keyser van Boome, altijts vermeerders Rijcx etc, coninck van Germaniën, van Spaingnen etc. in zijn elfste jaer des Boomschen rijeken * ende van Spaingnen ende danderen derthyenste). Oorspr. (Inv. no. 65). Met de signatuur van den notaris. 146. 1532 Januari 19. Notaris Theodricus Spronck instrumenteert, dat Elsgen Oliviers dochter, echtgenoote van Pieter Dircx zoon, handhaaft haar testament 24 a 25 jaar geleden in haar huwelijk met Outzyer Matheus' zoon, samen met haar zuster Ermtgen gemaakt, waarbij zij aan het convent der bagijnen te tsGravenzande vermaakten een jaarlijksche rente van 2 gouden wilhelmusschilden, gaande uit 7 hont land benoorden het gasthuis aldaar, vermeld in den brief d.d. 1442 Februari 23 (reg. no. 63), met last tot het houden van missen en het doen van eenige uit keeringen. Aldus gedaen in der stede van tsGravenzande ten huyse van heer Adriaen IJsbrants zoon voirsz. (bagijnenpater) int jaer indictie maendt dach ure ende pausdoms ende keyserrijcxs als boven (vandt geboerte desselfs ons Heeren duysent vijfhondert twe ende dertich die vijfde (indictie) den negentienden dach in Januario te drie uren nae noen off daeromtrent tpausdoms onse alreheylichste vaders in Gode ende heere heer Clemens bij Gods voirsienichheyt die zevende van dier naeme in zijn negende jaere regnerende de alderonverwirdixste prince Karolus die vijffde keyser der Romeynen int viertiende jaer zijns Bijcxs van Romen). Oorspr. (Inv. no. 65). Met de signatuur van den notaris. 147. 1532 Februari 16. Jan Huge zoon, Dirck Mees' zoon, Jacop Dircxs zoon, Vranck Wormer, Gerit Dircks zoon, Arien Claes' zoon en Pouwels Huge zoon, gezworenen van het gerecht van Naeldwijck, oorkonden, dat Willem Claes' zoon de rente van 2 pond Hollandsch, die de bagijnen in 1447 kochten van Natalie Claes' dochter, gaande uit 1 y2 morgen, thans verzekert op zijn woning daarbij gelegen. In den jaren ons Heeren vijf tienhondert ende twee ende dertich upten sestienden dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 78). Met geschonden zegel van Jan Wiggers zoon, schout van Naaldwijk, in roode was 148. 1532 Juni 5. Jacop Jacops zoon Smit en Pieter Claes' zoon, schepenen der stad sGravensande, oorkonden, dat Elizabeth Matheus' dochter, bagijn aldaar, een testament maakt, waarbij zij vermaakt o.a. aan het bagijnhof 9 pond Vlaamsch, waarvoor zij allereerst aanwijst brieven van 2 pond Vlaamsch 'sjaars op den Hagen, met last tot het doen houden van missen enz. opten vijfden dach in Junio in den jaire ons Heeren vijftienhondert twee ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 85). Het stadszegel is verloren. 149. 1533 Juni 19. Broeder Gerrit Jacobs zoon, prior, en broeder Anthonis Pieters zoon, procurator van het convent der Regulieren te tsGravenzandt, verleenen toestemming aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar om het paterhuis met zijn pilaren te bouwen op een halve roede gronds van het gasthuis der Eegulieren tegen eene recognitie van y2 stuiver 'sjaars. In den jaere XVc drie ende dertich den negentienden dach in Junio. Oorspr. (Inv. no. 10). Met de handteekeningen van den prior en den procurator, van de bewaarster Lijsbeth Matheus' dochter (ook voor de bewaarster Aljjt Wouters dochter) en van den notaris Dirck Spronz zoon, priester. 150. 1584 Januari 11. Notaris Theodricus Spronck instrumenteert, dat Katrijn Claes' dochter, bagijn te tsGravenzant, een testament maakt, waarbij zij o.a. aan het bagijnhof vermaakt een jaarlijksche rente van 4y2 pond Hollandsch, gaande uit een huis en erf in het ambacht Gruenevelt, vermeld in den brief d.d. 1520 December 20, met last tot het houden van missen enz. Aldus gedaen in der stede ende upten bagijnhove van tsGravezant voirsz. tenhuyze van de voirnoemde comparant int jaer indictie maent dach ure pausdoms ende keyserrijcxs als boven ( in den jaire van de geboerte ons Heeren duyzent vijfhondert vier ende dertich ter zevender indictie den elfden dach in Januario te twe uren off dairomtrent nae middage pausdoms onse alreheylichste vaders in Gode ende heere heer Clemens bij Goods voirsienichheyt die zevende paus van die name in zijn elfde jaere, regnerende de alder onverwinlicxste prince Karolus die vijfde keyser der Eomeynen int zestiende jaer zijns Bijcxs van Bomen). Oorspr. (Inv. no. 73). Met de signatuur van den notaris. Met transfix d.d. 1534 Augustus 16 (reg. no. 150). 151. 1584 Augustus 16. Gerit Willems zoon en Dirck Cornelis' zoon, schepenen van de stad sGravenzande, oorkonden, dat Katrijn Claes' dochter, bagijn aldaar, een codicil maakt bij haar testament d.d. 1584 Januari 11 (reg. no. 150), waardoor deze gestoken is, waarbij zij de betaling van baar doodschulden regelt. opten sesthienden dach in Augusto in den jaire ons Heeren duyzent vijfhondert vier ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 73). Met het stadszegel in groene was. 152. 1585 November 10. Schout, burgemeesteren en schepenen der stad en baljuw en landschepenen van het ambacht van sGravenzande oorkonden, dat Allaert Henrix zoon, Aeriaen Sproncx zoon, Dirck Willems zoon en Pouwels Jans zoon, kerkmeesters der kerk te sGravenzande, overeenkomen met heer Aeriaen IJsbrants zoon, bagijnenpater, Lijsbeth Matheus' dochter en Alijt Wouters dochter, bewaarsters van het bagijnhof, dat de kerkmeesters alle miswijn en misbrood, benoodigd in de bagijnenkapel, zullen leveren tegen inhouding van 1 Bijnschen gulden 7 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars van de rente van 6 Bijnsche guldens 7 schellingen 6 penningen, die zij jaarlijks aan de bagijnen betalen. upten thienden dach in Novembri in den jaire ons Heeren duyzent vijfhondert vijf ende dertich. Oorspr. (Inv. no. 3). Met de zegels van heer Johan Huen van Kartijls, pastoor van 's-Gravezande, het stads- en het ambachtszegel in groene was. 153. 1540 Augustus 23. Cornelis Willems zoon, Dirck Willems zoon en Doe Doen zoon, schepenen in het ambacht van sGravensande, oorkonden, dat hun medeschepen Cornelis Dircx zoon verkoopt aan de infirmeristers van het bagijnhof aldaar een jaarlijksche rente van 4 pond Hollandsch, gaande uit zijn woning aan den Maesdijck. upten drie ende twintichsten dach in Augusto in den jaire ons Heeren vijftienhondert ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 95). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 154. 1542 Juni 29. Allairt Henrix zoon en Pieter Backer, schepenen der stad sGravensande, oorkonden, dat Alijdt Wouters dochter, bagijn in het bagijnhof aldaar, een testament maakt, waarbij zij o.a. aan het bagijnhof een rentebrief van 4 pond Hollandsch 's jaars, ten laste van Maerten Herpers zoon, vroeger van Lijsbeth Matheus' dochter, met opdracht tot het doen houden van missen etc. vermaakt. Opten negen ende twintichsten dach in Junio in den jaire ons Heeren duysent vijfhondert twee ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 86). Met geschonden stadszegel in groene was. 155. 1544 November 10. Wouter Jans zoon, Aeriaen Mathijs' zoon en Willem Cornelis' zoon, schepenen in Zandambacht, oorkonden, dat Maerten Thomas' zoon verkoopt aan de infirmerie op het bagijnhof aldaar een jaarlijksche rente van 3 pond Hollandsch, gaande uit zijn woning in Noirtlant. opten tienden dach in Novembri in den jaire ons Heeren vijftienhondert vier ende veertich. Oorspr.. (Inv. no. 96). Met het ambachtszegel in groene was. 156. 1547 Maart 11. Wouter Jans zoon, Pranck Jans zoon en Aeriaen Mathijs' zoon, schepenen in Zandtambacht, oorkonden, dat Florys Dirxs zoon, medeschepen, verkoopt aan de bewaarsters van het bagijnhof aldaar een jaarlijksche rente van 3 pond Hollandsch, gaande uit zijn woning aan den Maesdijck. upten elfden dach in Mairte int jair ons Heeren XVc seven ende veertich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 72). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 157. 1551 Juni 16. Vranck Jans zoon, Wouter Jans zoon en Adriaen Matthijs' zoon, schepenen in Sandtambacht, geven vidimus van den brief d.d. 1412 Augustus 24 (reg. no. 35). Upten XVI Juny int jair ons Heeren dusent vijfhondert ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 97). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 158. 1561 April 22. Cornelis Cornelis' zoon en Goris Claes' zoon, gezworenen yan Naeldwijk, oorkonden, dat Marijcken Pouwels' dochter, weduwe van Dirck Aems zoon, verkoopt aan Josyna van der Bynckhorst Loedwijcx dochter en Anneken Amen dochter, faliebagijnen te Schravenzande, ten behoeve van het bagijnhof een losrente van 6 pond Hollandsch 'sjaars, losbaar met den penning 16, gaande uit 3% morgen 1 hont land aldaar. Opten XXIIen Aprilis anno XVc een ende tsestich. Oorspr. (Inv. no. 81). Met het zegel van Jan van Hoyliesloet, baljuw en schout van Naaldwijk, in roode was. 159. 1570 April 8. ^ Fredericus a Tautenburch, aartsbisschop van Trajectum, draagt den prior van het convent in Syon en Anthonius Lapidanus, deken van Naeltwijc, op om een priester aan te wijzen voor den dienst in het bagijnhof van sGravenzande, daar de pater ontslagen is in verband met het terugbrengen van den dienst van een dagelijksche mis tot 8 per week. Datum die octava mensis Aprilis anno a nativitate Domini millesimo quingentesimo septuagesimo. • Oorspr. (Inv. no. 1). Het zegel ad causas verloren. 160. Lambrecht Heyndricks zoon, Jan Otsieren, smid, Pieter Jochems zoon en Herper Daniels zoon, Heilige-Geestmeesters resp. van 'sGravensande en Santambacht, verklaren met hun rentmeester, Jan Adriaans zoon van der Mayel, ontvangen te hebben van Ary Mardtens van der Voordt 124 gld. 10 stuivers ter aflossing van een rente van 12 pond Hollandsch 'sjaars, waarvan er 10 vermeld worden in den brief d.d. 1510 December 20, op welks rugzijde dit geschreven is (zie reg. no. 185). Opgenomen in dorso van no. 135. DE HEILIGE GEEST TE 's-GRAVENZANDE. INLEIDING. Wie in de middeleeuwen zijn geld wilde bestemmen voor vrome doeleinden en geen speciale voorkeur had, vermaakte zijn goed aan den Heiligen Geest; het werd dan ten bate der algemeene armen beheerd door Heilige-Geestmeesters, aangesteld door het wereldlijk gezag. In vele plaatsen vormden deze een broederschap; in het Westland en omgeving blijkt daar echter niets van. Te 's-Gravenzande kwamen ze het eerst in het begin der 14e eeuw voor. Ze waren vieringetal en waren aangewezen uit de poorters; men treft aan een barbier, een smid e. a. In sommige makingen wordt hun voor hunne bemoeiingen een kleine jaarlijksche uitkeering toegekend. Voor vervreemding van onroerend goed behoefden zij de toestemming vari het stadsgerecht en daar zij geen eigen zegel hadden, heten zij hun akten alsdan zegelen door een burgemeester met het stadszegel. Van het officie op het altaar van den Heiligen Geest in de kerk van 's-Gravenzande hadden zij de collatie. Eichtten elders de Heilige-Geestmeesters veelal een gasthuis op voor de armen, hier bestond daaraan geen behoefte door de grafelijke instelling1) ter plaatse. In vele gevallen werden zij vrijgelaten, hoe de gelden ten bate der armen aan te wenden. Meestal echter werden speciale wenschen geuit: jaarlijksche uitkeeringen aan pastoors, kapelaans, den koster, de vier (later vijf) bedelorden of uitdeelingen aan de armen van tarwe op Goeden Vrijdag en schoenen op St. Maarten. Een gebruikelijke making te 's-Gravenzande, vooral in de oudere tijden — een bijzonderheid waarop reeds J. de Fremerya) de aandacht heeft gevestigd — blijkt te zijn geweest de bestemming van eenig land tot kruisland, d. w. z. dat bij een volgenden kruistocht, het land moestworden te gelde gemaakt om daarvan een kruisvaarder uit te rusten, die voor den erflater het kruis waardig zal dragen. Zoolang deze „gemiene vaert naer den lande van overzee" niet had plaats gehad, werd de jaarlijksche opbrengst gewoonlijk bestemd voor de armen, uit te keeren door de Heilige-Geestmeesters en soms door de erfgenamen, maar in ieder geval werd het goed uitdrukkelijk buiten den boedel gehouden. Doordat geen kruistocht meer werd gehouden, zal langzamerhand dit land als onbe- 1) Zie voor dit gasthuis de Inleiding van het klooster Bethanië op blz. 180. *) Archief v. Ned. Kerkgesch. V, blz. 215. zwaard zijn beschouwd. Mogen de velen makingen al den indruk vestigen, dat de Heilige Geest te 's-Gravenzande welgesteld was, een groote vermeerdering van inkomsten kwam na de hervorming. Toen nl. de Regulieren 's-Gravenzande verheten, kwamen de door hen ondersteunde gezinnen ten getale van 52 ten laste der stad. Deze wendde zich om ondersteuning tot de provincie, die in 1580 ») daaraan voldeed door behalve het gasthuis de door de Staten in beslag genomen goederen van het bagijnhof aan de stad te schenken, welke ze onder beheer der Heilige-Geestmeesters stelde. Reeds voor deze uitbreiding van werkkring waren deze er toe overgegaan een eigen rentmeester aan te stellen. Strekte hun gebied zich vroeger slechts over het schependom der stad uit, in de tweede helft der 16e eeuw schijnen ze hun bemoeiingen mede te hebben uitgestrekt over Zandambacht, althans na dien tijd noemden ze zich Heilige-Geestmeesters binnen en buiten. INVENTARIS. A. Beheer der goederen I. In het algemeen. 1*. Cartularium2). 1 deel, N.B. Dit cartularium bevat afschriften van oorkonden van 1307 — 1441, genummerd I —XCIX (de laatste genummerd met „honderdste"), daarna volgen negen oorkonden van 1540—1573. ingeschreven door notaris Arent Adriaens zoon Storm in de jaren 1574—1577, en een akte van 1588, door mij genummerd 1 — 10. De bladen zijn van perkament, het omslag is vervangen door een modernen band. 2. Cartularium. 1 deel ('s-Gr. no. 86). N.B. Dit cartularium bevat dezelfde afschriften als dat, vermeld onder no. 1. De afschriften zijn hier niet genummerd. Van de tien afschriften, vermeld bij no. 1, is hier alleen het eerste opgenomen. Daarna volgt een lijst van renten, den Heiligen Geest toekomende en zullende verschijnen met Kerstmis 1501. De bladen zijn van papier, evenals het omslag. 3. Register van de landerijen, verhuurd over de jaren 1414—1440. 1 katern ('s-Gr. no. 86). 4. „Register van de landrenthen ende huysrenthen, den tafel van de Heilige Geest tsGravensant tuecomende." Blafferd over het jaar 1554. 1 deel ('s-Gr. no. 86). 5. Begister van uitdeelingen ingevolge testamentaire beschikkingen, (midden 15e eeuw). 1 deel ('s-Gr. no. 86). N.B. Het register is grootendeels geschreven met dezelfde hand als het cartularium (no. 1). Behalve een opsom- M Akte d.d. 20 Februari 1580. ('s-Gr. n°. 1). 2) Dit cartularium wordt thans in De Navorscher 1919 bl. 187 vlg. gepubliceerd naar een 18de eeuwsch afschrift. ming van verplichte uitdeelingen, bevat het extracten uit eenige testamenten. In den Inv. van het Oud-Archief van 's-Gravenzande wordt het ten onrechte vermeld als register van landen, renten en andere inkomsten van den Heiligen Geest omstreeks 1450. 6. Bekening van de renten en landhuren over 1553, gedaan door Vranck Jans zoon, afgehoord 1556 Februari 28. 1 katern. N. B. Vranck Jans zoon was gehuwd met de weduwe van Hubrecht Claes' zoon, rentmeester van den Heiligen Geest. De rekening is afgehoord door den pastoor en de Heilige-Geestmeesters. Dit stuk bevond zich in het archief der Geestelijke Goederen. 7—10. Bekeningen als boven, gedaan door den rentmeester Willem Jans zoon Dom. 1554—1560. 5 katerns ('s-Gr. no. 88). 7. Bekening over 1554, afgehoord 1556 September 21. 8. Bekening over 1555, afgehoord 1557 Juni 25. 9. Bekening over 1558, afgehoord 1561 Januari 14. 10. Rekening over 1560, afgehoord 1563 Juli 10. N.B. De eerste rekening is in duplo aanwezig; het blad, waarop deaf hooring kan gestaan hebben ontbreekt. De eerste twee rekeningen zijn afgehoord door den pastoor en deHeiligeGeestmeesters, de laatste door de zelfden en den schout. 11 —12. Rekeningen als boven, gedaan door de weduwe van Willem Jans zoon Dom. 1562 en 1563. 2 katerns ('s-Gr. no. 88). 11. Rekening over 1562, afgehoord 1567 Januari 14. 12. Rekening over 1563, afgehoord 1567 Januari 14. N.B. De rekeningen zijn afgehoord door den pastoor, de . Heilige Geest meesters, twee schepenen van de stad en twee van het ambacht 's-Gravenzande. 13—18. Rekeningen als boven, gedaan door den rentmeester Adriaen Dircks zoon. 1564—1572. 6 katerns ('s-Gr. no. 88). 13. Rekening over 1564. 14. Rekening over 1565. • 15. Rekening over 1566. 16. Rekening over 1567, afgehoord 1570 December 29. 17. Rekening over 1568, afgehoord 1570 December 29. 18. Rekening over 1572. N.B. De eerste drie rekeningen zijn niet afgehoord, doch op de laatste bladzijde van elk staat: Bij mij Arien Joosten. Deze maakte blijkens de rekening over 1573 en 1576 deel uit van het gerecht van 's-Gravenzande. De vierde en vijfde rekening zijn afgehoord door den pastoor, de Heilige-Geestmeesters, een burgemeester en twee schepenen van de stad en een schepen van het ambacht 'sGravenzande. 19—25. Rekeningen als boven, gedaan door den rentmeester Jan Dom. 1578— 1579. 7 katerns ('s-Gr. no. 88). 19. Rekening over 1578, afgehoord 1576 Maart 9. 20. Rekening over 1574, afgehoord 1577 Maart 5. 21. Rekening over 1575, afgehoord 1581 Februari 24. 22. Rekening over 1576, afgehoord 1581 Februari 24. 28. Rekening over 1577, afgehoord 1581 Februari 24. 24. Rekening over 1578. 25. Rekening over 1579. N.B. Be eerste vijf rekeningen zijn afgehoord door het gerecht van 's Gravenzande en Zandambacht, met of zonder de Heilige-Geestmeesters. 26. Akte van het Hof van Holland, houdende voorschrift omtrent verhuring van land door de Heilige-Geestmeesters en verantwoording van den rentmeester. 1557 ('s-Gr. no. 199). 1 charter (reg. no. 154). II. Landerijen en Huizen. \, m 's-Gravenzande (stad). 27. Eigendomsbewijs van een woning, afkomstig van Gheraerd, parochiepastoor te 's-Gravenzande. 1826. Met akte van kwijtschelding van een op dat huis gevestigde rente d.d. 1844 ('s-Gr. nos. 118 en 165). 2 charters (reg. nos. 9 en 18). 28. Testament van Beatrijs Pieter Ockers zoons dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest haar huis vermaakt. 1410 ('s-Gr. no. 128). 1 charter (reg. no. 80). 29. Eigendomsbewijs van een huis met erf, afkomstig van Gheertruyd Screyers. 1419 ('s-Gr. no. 131). 1 charter (reg. no. 86). 30. Akte van overdracht van een huis door Huge Joncker. Met bijbehoorend testament en een vidimus van een ander.1421 ('s-Gr. nos. 282,232a, en 188). 3 charters (reg. no . 89 — 92). 2. in 's-Gravenzande (ambacht). N.B. Zie ook reg. nos. 78 en 105. 31. Testament van Godelt, waarbij zij aan den Heiligen Geest 1 morgen land vermaakt. 1828 ('s-Gr. no. 40). I charter (reg. no. 5). N.B. Zie ook reg. no. 20. 32. Testament van Dieric Melys' zoon en van zijn weduwe Avezoete, waarbij zij aan den Heiligen Geest vermaken 4 hont land, 5 schellingen en een deel van de opbrengst uit 5 hont 8 roeden land. 1840 en 1848 ('s-Gr. nos. 45, 46 en 46a). 3 charters (reg. nos. 16 en 21). 33. Testament van Margriete Zeelanders, waarbij zij aan den Heiligen Geest Y2 morgen land vermaakt. 1852 ('s-Gr. no. 115). 1 charter (reg. no. 26). 34. Testament van Bartelmees Jacobs zoon en Lizebeth zijn echtgenoote. waarbij zij aan den Heiligen Geest 1 morgen en 8% hont land vermaken, 1858 ('s-Gr. no. 117). 1 charter (reg. no. 30). 35. Testament van Jacob van Zeelant, waarbij aan den Heiligen Geest, ingeval van nalatigheid der erfgenamen, een stuk land wordt toegewezen (1848—1355). Met testament van Clays de Zeelander, handelende over hetzelfde land en over een rente van 2 schellingen jaarlijks. 1822 ('s-Gr. nos. 41 en 231). 2 charters (reg. nos. 4 en 28). 36. Eigendomsbewijs van y2 morgen land, afkomstig van Willaem Heynrix zoon. 1351 ('s-Gr. no. 114). 1 charter (reg. no. 23). 37. Testament van Gheertruyt Pietermans, weduwe van Clays Haeschen, waarbij zij aan den Heiligen Geest een stuk land vermaakt. 1363 ('s-Gr. no. 120). 1 charter (reg. no. 41). 38. Testament van Gheryt Woestlant en Bely, zijn echtgenoote, waarbij zij aan den Heiligen Geest de helft van 3% hont land vermaken. 1364. Met akte, waarbij het land bezwaard wordt met een jaarlijksche uitdeeling van tarwe aan de armen. 1858 ('s-Gr. nos. 116 en 122). 2 charters (reg. nos. 29 en 43). 39. Eigendomsbewijs voor Pieter Hughen zoon van 4% hont land. 1877 ('s-Gr. no. 250). 1 charter (reg. no. 51). 40. Making aan den Heiligen Geest van 1 morgen land door Katerijn Pieter Hughen zoons echtgenoote. 1882 ('s-Gr. no. 42). 1 charter (reg. no. 57). 41. Eigendomsbewijs voor Gheryt van Delf van y2 morgen land, afkomstig van Symon Willem Heyen zoon. 1884 ('s-Gr. no. 251). 1 charter (reg. no. 59). 42. Testament van Harnout Claes' zoon en Beatrijs, zijn echtgenoote, waarbij zij aan den Heiligen Geest \ y2 morgen land vermaken. 1889 ('s-Gr. no. 124). 1 charter (reg. no. 64). 43. Testament van Alijd Dircs dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest 1 morgen land vermaakt. 1393. Met oudere verkoopakte van dat land d.d. 1888 ('s-Gr. nos. 258 en 126). 2 charters (reg. nos. 63 en 68). 44. Testament van Clays Clays' zoon en Wive, zijn echtgenoote, waarbij zij aan den Heiligen Geest 1 morgen land vermaken. 1898 ('s-Gr. no. 58). 1 charter (reg. no. 73). 45. Testament van Lijsbeth Dirx dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest 1 morgen land vermaakt. 1407 ('s-Gr. no. 127). 1 charter (reg. no. 77). 46. Testament van Katrijn Heymans weduwe, waarbij zij aan den Heiligen Geest drie perceelen land vermaakt. 1415 ('s-Gr. no. 130). 1 charter (reg. no. 82). 47. Testament van Dirc Jans zoon de Heus, waarbij hij aan den Heiligen Geest 5 hont land vermaakt. 1424 ('s-Gr. no. 186). 1 charter (reg. no. 98). 48. Eigendomsbewijs van 1 morgen land, afkomstig van Allaert Bartolomees' zoon. 1425 {'s-Gr. no. 149). 1 charter (reg. no. 103). 49. Making van 2 morgen land aan den Heiligen Geest door Dirc Airnts zoon en Aechte Florys', zijn echtgenoote. 1425 ('s-Gr. no. 188). 1 charter (reg. no. 104). 50. Eigendomsbewijs voor Pieter Jans zoon van der Sterre van 1/t van 7 hont land. 1427. Met oudere verkoopakte d.d. 1885 ('s-Gr. nos. 252 en 255). 2 charters (reg. no . 60 en 106). 51. Making van 6 hont land aan den Heiligen Geest door Machtelt Louwen dochter. 1428 ('s-Gr. no. 189). 1 charter (reg. no. 107). 52. Making van 4 hont land aan den Heiligen Geest door Dirc Jacobs zoon en Fye, zijn echtgenoote. 1485 ('s-Gr. no. 142). 1 charter (reg. no. 112). 53. Eigendomsbewijs van 8*4 hont land, afkomstig van Phillips Symons zoon. 1447 ('s-Gr. no. 151). 1 charter (reg. no. 118). 54. Testament van Lijsbeth Huygen dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest de helft van 1 y2 morgen 1 hont 85 gaarden land vermaakt. 1459 ('s-Gr. no. 144). 1 charter (reg. no. 122). 55. Testament van Beli Dirc Clais Olyviers dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest 2/s van 2 morgen land vermaakt. 1464 ('s-Gr. no. 55). 1 charter (reg. no. 124). 56. Eigendomsbewijs van y2 morgen land, afkomstig van Olivyer Jacops zoon. 1472 ('s-Gr. no. 152). 1 charter (reg. no. 128). 57. Making van 6 hont land aan den Heiligen Geest door Lambrecht Dircs zoon en Gheerte, zijn echtgenoote.» 1479 ('s-Gr. no. 145). 1 charter (reg. no. 129). 58. Eigendomsbewijs van 7 morgen land, afkomstig van Adriaen Jan Gilles' zoon. 1487. Met oudere verkoopakten d.d. 1460—1484 ('s-Gr. nos. 264, 264a, 264b en 153). 4 charters (reg. nos. 123, 131 — 133). 59. Testament van Marritgen Pieter Ancems zoons weduwe en haar kinderen, waarbij zij aan den Heiligen Geest y2 morgen land en een rente van 10 stuivers jaarlijks uit 2% morgen vermaken. 1488 ('s-Gr. no. 147). 1 charter (reg. no. 134). 60. Eigendomsbewijs voor Harman Jans zoon van 5 hont land. 1518. Met oudere verkoopakte d.d. 1517 ('s-Gr. nos. 266 en 266a). 2 charters (reg. nos. 139 en 140). 61. Eigendomsbewijs van 1 morgen land, afkomstig van de Regulieren te 's-Gravenzande. 1520 ('s-Gr. no. 154). 1 charter (reg. no. 141). 62. Stukken betreffende den eigendom van een half weer en 9 hont land te 's-Gravenzande en een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars uit een huis aldaar, een uitkeering van 6 carolusguldens 's jaars aan lijfrente en van 18 pond Vlaamsch 'sjaars aan de armen, alles volgens testament van Mr. Willem Berendrecht en Barbara Coppiers, zijn echtgenoote. 1528— 1546 ('s-Gr. nos. 199, 200, 200a, 148 en 202). 5 charters en 2 stukken (reg. no-. 138, 143, 144, 146 en 147). 63. Eigendomsbewijs van 2 hont land, afkomstig van Maritgen Floris' dochter. 1568. Met oudere verkoopakten d.d. 1459,1551 en 1554 ('s-Gr. nos. 155, 155a, 155b en 155c). 4 charters (reg. nos. 121, 149, 151 en 161). 3. in Haagambacht. 64. Testament van Willaem Moelnaer, waarbij hij aan den Heiligen Geest 5y2 a 6 morgen land vermaakt. 1860. Met vidimus d.d. 1860 en processtukken over den eigendom. 1561 ('s-Gr. nos. 118,118a, 204, 205, 206 en 206a). 6 charters (reg. nos. 37, 40, 157 — 160). 66. Testament van Clais Jans zoon, waarbij bij aan den Heiligen Geest de helft van 4 morgen land vermaakt. 1420 ('s-Gr. no. 182). 1 charter (reg. no. 88). 4. in Vlaardingen (?). 66. Testament van Arnt van den Woude, waarbij hij aan den Heiligen Geest y2 en 7/8 hont land vermaakt. 1852 ('s-Gr. no. 47). 1 charter (reg. no. 27). 5. in Wateringen. 67. Testament van Agnieze Jacops dochter, vrouw Niden zoons, waarbij zij aan den Heiligen Geest 1j3 van 1 morgen land vermaakt. 1860 ('s-Gr. no. 129). 1 charter (reg. no. 38). 111. Kente Drie ven en anuere ïnscnuiuen. 68*. Rentebrief, groot 8 pond Hollandsch 's jaars, uit 44 morgen land bij Delft. 1497. 1 charter (reg. no. 136). 69. Testament van Ghertruyd Pieter Hughen zoons echtgenoote, waarbij zij aan den Heiligen Geest vier achtste deelen tarwe jaarlijks vermaakt, verzekerd op 4 hont land te 's-Gravenzande. 1890 ('s-Gr. no. 125). 1 charter (reg. no. 66). 70. Rentebrief, groot 50 schellingen Hollandsch 's jaars, uit een erf en een huis te 's-Gravenzande. 1890. Met een rente van 10 schellingen uit een huis aldaar, vermaakt aan den Heiligen Geest tot betaling van zekere uitkeeringen. 1400 ('s-Gr. nos; 54, 54a). 2 charters (reg. nos. 67 en 75). 71. Bevestiging door Joest Pieters zoon van de making door Jan van Valkenburch aan den Heiligen Geest van drie achtste deelen tarwe 's jaars, verzekerd op 1 % morgen land te 's-Gravenzande. 1424 ('s-Gr. no. 187). 1 charter (reg. no. 101). 72. Bentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 's jaars, uit 5 hont land te 's-Gravenzande. 1441 ('s-Gr. no. 169). 1 charter (reg. no. 116). 73. Rentebrief, groot 10 stuivers 'sjaars, uit een huis te's-Gravenzande. 1558 ('s-Gr. no. 178). 1 charter (reg. no. 156). 74. Testament van Glorie, bagijn te 's-Gravenzande, waarbij ze aan den Heiligen Geest eenige renten vermaakt uit land in de ambachten 's-Gravenzande en Rijswijk. 1812 ('s-Gr. no. 40). 1 charter (reg. no. 1). 75. Rentebrief, groot 10 schellingen 'sjaars, uit een woning in het ambacht 's-Gravenzande. 1322 ('s-Gr. no. 168). 1 charter (reg. no. 3). 76. Rentebrief, groot 16 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit 10% hont land in het ambacht 's-Gravenzande, waarvan 8 schellingen voor den Heiligen Geest. 1824. ('s-Gr. no. 43). 1 charter (reg. no.. 6). 77. Rentebrief, groot 5 schellingen 's jaars, uit de helft van 10 morgenland in het ambacht van 's-Gravenzande. 1824 ('s-Gr. no. 112). 1 charter (reg. no. 7). 78. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, uit 8 morgen land in het ambacht van 's Gravenzande. 1825 ('s-Gr. no. 164). 1 charter (reg. no. 8). 79. Eentebrief, groot 16 schellingen Hollandsch 's jaars, uit 8 morgen land in het ambacht 's-Gravenzande, ten behoeve van Dierick van den Rine. 1887 ('s-Gr. no. 287). 1 charter (reg. no. 15). 80. Rentebrief, groot 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit een stuk land in het ambacht 's-Gravenzande. 1851 ('s-Gr. no. 166). 1 charter (reg. no. 22). 81. Testament van Jan Gherytdijns zoon, waarbij hij aan den Heiligen Geest 5 schellingen 'sjaars uit 1% hont land te 's-Gravenzande vermaakt. 1856 ('s-Gr. no. 49). 1 charter (reg. no. 32). 82. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit een woning met 19 hont land in het ambacht 's-Gravenzande. 1860 ('s-Gr. no. 167). 1 charter (reg. no. 36). 83. Testament van Aechte Hughemans, waarbij zij aan den Heiligen Geest 8 schellingen 's jaars uit een stuk land te 's-Gravenzande vermaakt. 1868 ('s-Gr. no. 121). 1 charter (reg. no. 42). 84. Rentebrief, groot 27 schellingen Hollandsch 's jaars, uit een huis en 8 morgen land in het ambacht van 's-Gravenzande, ten behoeve van Bertelmees Moeyaarts zoon. 1878 ('s-Gr. no. 291). 1 charter (reg. no. 62). 85. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis en 1 y2 morgen land in het ambacht 's-Gravenzande, ten behoeve van Gheryt Florys' zoon. 1388 ('s-Gr. no. 294). 1 charter (reg. no. 62). 86. Testament van Avezoete Airnt Gheryts zoons echtgenoote, waarbij zij aan den Heiligen Geest een rente vermaakt van 8 pond Hollandsen 'sjaars uit 5% hont land in het ambacht van's-Gravenzande. 1414 ('s-Gr. no. 129). 1 charter (reg. no. 81). 87. Rentebrief, groot 80 schellingen 'sjaars, uit een huis met y2 morgen land te 's-Gravenzande, ten behoeve van Fye mr. Clais' weduwe. 1420 ('s-Gr. no. 296). 1 charter (reg. no. 87). 88. Bevestiging van de making door Florys Hugen zoon aan den Heiligen Geest van een rente van 8 pond 'sjaars uit 4 hont land in het ambacht 's-Gravenzande door diens erfgenamen. 1421 ('s-Gr. no. 184). 1 charter (reg. no. 93). 89. Testament van Konegond Wigger Geryts zoons dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest een rente van 2y2 schelling Hollandsch 's jaars uit 2y2 hont land vermaakt. 1422 ('s-Gr. no. 185). 1 charter (reg. no. 94). 22 90. Eentebrief, groot 80 schellingen sjaars, uit y2 morgenland m het ambacht 's-Gravenzande.' 1428 ('s-Gr. no. 168). 1 charter (reg. no. 97). 91. Making door Allairt Hugen zoon en Yde, zijn echtgenoote, aan den Heiligen Geest van een rente van 5 schellingen'sjaars uit 1 morgen land in het ambacht 's-Gravenzande. 1480 ('s-Gr. no. 140). 1 charter (reg. no. 108). 92. Testament van Katrijn Jan Finioys dochter, echtgenoote van Jacob Willem Kampen zoon, waarbij zij den Heiligen Geest een rente van 1 pond Hollandsch 'sjaars uit een woning te 's-Gravenzande vermaakt en een vroegere making van y2 morgen land aldaar bevestigt. 1450. Met rentebrief en transportakte van het land d.d. 1416 ('s-Gr. nos. 148,148a, en 148b). 3 charters (reg. nos. 83, 84 en 120). 93. Eentebrief, groot 15 groot 's jaars, uit 1 morgen land in het ambacht 's-Gravenzande. 1506 ('s-Gr. no. 171). 1 charter (reg. no. 137). 94. Akte, waarbij aan den Heiligen Geest twee achtendeel tarwe 'sjaars, verzekerd op 8 morgen land in 's-Gravenzande, wordt toegezegd. 1546 ('s-Gr. no. 227). 1 charter (reg. no. 148). 95. Eentebrief, groot 6 pond Hollandsch 's jaars, uit eenige landerijen te 's-Gravenzande, ten behoeve van Adriaen IJsbrants zoon. 1555 ('s-Gr. no. 809). 1 charter (reg. no. 152). 96. Eentebrief, groot 8 pond Hollandsch 's jaars, uit een woning in het ambacht 's-Gravenzande. 1541. Verkocht aan den Heiligen Geest. 1558. Met erf pachtbrief van de woning d.d. 1490 ('s-Gr. nos. 174,174a en 174b). 3 charters (reg. nos. 135, 145 en 155). 97. Eentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars, uit 1 % morgen land in het ambacht 's-Gravenzande. 1578 ('s-Gr. no. 175). 1 charter (reg. no. 165). 98. Eentebrief, groot 8 pond Hollandsch 'sjaars, uit 2 morgen land in het Honterland. 1467 ('s-Gr. no. 170). 1 charter (reg. no. 127). 99. Eentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, uit 4 morgen land te Monster, ten behoeve van Florys van der Muur. 1857 ('s-Gr. no. 288). 1 charter (reg. no. 33). 100. Testament van Jacob IJsbrants zoon, waarbij hij aan den Heiligen Geest 10 schellingen 'sjaars vermaakt. 1869 ('s-Gr. no. 50). 1 charter (reg. no. 48). 101. Testament van Heynricus Kerstantius' zoon, waarbij bij den Heiligen Geest een rente van 8 pond Hollandsch 's jaars vermaakt. 1895 ('s-Gr. no. 51). 1 charter (reg. no. 69). 102. Schuldbekentenis, groot 12 wilhelmusschilden, van Dirc Moei voor Jan Deym. 1481 ('s-Gr. no. 297). 1 charter (reg. no. 109). 103. Arbitrale uitspraak in een geschil tusschen de Heilige-Geestmeesters en Heinric Zaelboger over een rente van 12 pond Hollandsch 's jaars. Met akte van benoeming der arbiters. 1465 ('s-Gr. nos. 197 en 198). 2 charters (reg. nos. 125 en 126). 104. Eentebrief, groot 1 y2 pond Hollandsch 's jaars, ten laste van Pieter Syers zoon en Dirc Pieters zoon. 1551 ('s-Gr. no. 172). 1 charter (reg. no. 150). 105. Eentebrief, groot iy2 pond Hollandsch 'sjaars, ten laste van Willem Cornelis' zoon in den Boom. 1555. Overgedragen aan Adriaen IJsbrants zoon. 1564 ('s-Gr. nos. 810 en 810a). 2 charters (reg. nos. 153 en 162). IV. Niet nader omschreven eigendommen. 106. Testament van Alijt Hugen dochter, waarbij zij aan den Heiligen Geest 1/s van haar vermogen vermaakt. 1485 ('s-Gr. no. 141). 1 charter (reg. no. 113). 107. Eigendomsbewijs van hetgeen hertog Philips was aanbestorven van Claes Heynrix zoon. 1445 ('s-Gr. no. 150). 1 charter (reg. no. 117). 108. Testament van Jan Ariëns zoon en zijn vrouw Lijsbet, waarbij zij aan den Heiligen Geest hun vermogen vermaken. 1480 ('s-Gr. no. 146). 1 charter (reg. no. 130). 109. Akte, waarbij de provisor en deken van Delfland het testament van Gerardus Nicolaus' zoon, priester, goedkeurt. 1484 ('s-Gr. no. 215). 1 charter (reg. no. 110). Y. Uitkeeringen en schulden. 110. Extract-testament van Yde Joosts weduwe, houdende bepalingen omtrent jaarlijksche uitkeeringen. 1448 ('s-Gr. no. 217). 1 charter. B. Officie ter collatie van de Heilige-Geestmeesters. I. Op het Heilige-Geestaltaar in de kerk te 's-Gravenzande. 111. Vidimus van een akte d.d. 1884, waarbij de helft van de opbrengst van een stuk land wordt bestemd voor een prebende op het altaar. 1857 ('s-Gr. no. 44). 1 charter (reg. nos. 14 en 34). 112. Arbitrale uitspraak in een geschil tusschen de Heilige-Geestmeesters en Pieter van der Sterre, priester, over de bediening van het officie. 1449 ('s-Gr. no. 218). 1 charter (reg. no, 119). REGESTENLIJST. 1. 1812 December 18. Glorie, bagijn te Zande, maakt met raad van heer Boudijn, den parochiepastoör, een testament, waarbij ze vermaakt o, a. aan den Heiligen Geest aldaar een jaarrente van 5 schellingen, te betalen uit de opbrengst van het land in het Nyeuwelant, waarvan wijlen haar echtgenoot Aelwijn de andere helft vermaakt heeft en voorts o. m. aan den Heiligen Geest te Bijswijc, in die Haghe en Zande 1/a deel harer rente te Rijswijc tot aan de eerstvolgende kruisvaart, waarvoor deze rente alsdan moet worden te gelde gemaakt. Ghegheven int jaer ons Heren MCCC ende XII in sente Luciën daghe. 1) Oorspr. (Inv. no. 74). Met geschonden pastoorszegel in groene was; de zegels van heer Michiel in groene was en Dirc, prior der Predicaren te Haarlem, zoon van de testatrice, in roode was, verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. X. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 9. 2. 1819 September 17. Katherine de Poel maakt ten overstaan van haar biechtvader Johannes, parochiepastoor in Zande, een testament, waarbij ze vermaakt o. a. aan den Heiligen Geest aldaar 2 schellingen 's jaars uit de opbrengst van het land in gebruik bij Volkericus, genaamd de brouwer, benevens een bedrag van 8 schellingen. Actum coram meo confessore fratre Johanne rectore in Zande .... anno Domini et die predictis (anno Domini millesimo CCC decimo nono in die beati Lamberti martyris). 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 11. N.B. De akte is gecancelleerd, voor zoover de uitkeeringen in eens aangaat. 3. 1822 Mei 27. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Willaem vrouw Nellen zoon, erkent schuldig te zijn aan den Heiligen Geest eene jaarlijksche rente van 10 schellingen, gaande uit zijne woning en erf in de Zijtwinde. Ghegheven des Donredaghes na zente Urbaens dacht int jaer ons Heeren M° CCC0 ende twee ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 75). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 12. 4. 1822 November 2. Clays de Zeelander maakt met raad van heer Gheraerd, den parochiepastoor, een testament, waarbij hy de 5 hont land, gekocht van Willaem van Loene, bestemt tot kruisland, met last aan Jan of bij ontstentenis aan Heynric, Willaem of Jacob, zijn zoons, en bij nalatigheid aan de Heilige-Geestmeesters van den Zande om hiervan jaarlijks zekere uitdeelingen te houden, zoolang het niet voor een kruisvaarder wordt gebruikt, terwijl bij voorts vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar een rente van 2 schellingen sjaars, gaande uit het oostelijke land van 6 kampen in de Corte Zijtwinde. Ghegheven op Alrezielen dach int jair ons Heren M CCC twee ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 36). Het pastoorszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XIIII. 3; Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 13. N.B. Gedrukt in Bijdr. v.d. gesch. v. h. bisd. Haarlem, dl. XXV, blz. 330. 5. 1323 April 13. Godelt maakt met raad van heer Gheryt, den parochiepastoor, een testament, waarbij zij vermaakt o.a. aan den Heiligen Geest (van 's-Gravenzande) een morgen land, die 18 schellingen huur doet, met last hiervan 6 schellingen uit te keeren aan erfrenten en met bestemming van zoodanig deel tot kruisland, als 10 schellingen's jaars opbrengt, terwijl zij aan haar nicht Ermegaerd Pouwels' dochter vermaakt 1 morgen land, gekocht van Hughe die Gruter, op voorwaarde, dat deze het met raad van den pastoor van Zande zal vermaken aan de kerk en haar dienaren binnen het ambacht. Ghegheven des Woensdaghes te half Aprille int jaer ons Heren M° CCC° drie ende twintich. sfë 1) Oorspr. (Inv. no. 31). Met overblijfselen van het pastoor zegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1 no. I. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 1. N.B. Boor dezen was gestoken de brief d.d. 1346 November 26 (reg. no. 20). Gedrukt in Be Navorscher 1919 blz. 187. 6. 1324 Januari 14. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Jacob Maertijn erkent schuldig te zijn de jaarlijksche rente van 16 schellingen Hollandsch, die Clarisse Jacob Scinkels dochter vermaakte, n.1. 5 aan den parochiepastoor, 3 aan den Heiligen Geest en 8 aan de bagijnen, gaande uit 10y2 hont land, waarvan 5% in het Zuytland en 5 in het Nortland. Ghegheven up zente Pontyaens dach int jaer ons Heeren M° CCC° viere ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 76). Het landzegel is verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XV. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 14. 7. 1824 Februari 20. Florens van Braband geeft aan den Heiligen Geest te tsGravenzande 5 schellingen 's jaars, gaande uit de zuidelijke helft van 10 morgen land, gelegen in Zandambacht bezuiden de poort. Ghegheven des Dinxdaghes na sinte Valentijns dach int jaer ons Heren M CCC viere ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 77). Met het pastoorszegel en geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. VI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 7. 8. 1825 Maart 12. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Willaem Clays' zoon erkent schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 8 morgen land, gekocht van Ymmen Lambrecht Costers en gelegen in Zuytlant. Ghegheven in zente Gregoryus' daghe int jaer ons Heeren M° CCC0 ende viventwintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 78). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XVI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 15. 9. 1826 Juli 12. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Gheraerd, hun parochiepastoor, geeft aan den Heiligen Geest aldaar de woning met erf in het Noortlant, gekocht van Jacob Larken, met last tot uitkeering aan broeder Jhanne van Kulenburgh van Onzer Vrouwen orde, zijn broeder, van een lijfrente ten bedrage van de woninghuur tot een maximum van 80 schellingen Hollandsch. Ghegeven in zente Magrieten avond int jaer ons Heeren M° CCC° seS ende twintich. 1) - Oorspr. (Inv. no. 27). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XVII. 3) Afsohr. in Inv. no. 2, blz. 15. 10. 1328 Maart 28. Wouter Wouters zoon en Volkeric de brouwer, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Pieter Gheraerddijns zoon erkent schuldig te zijn aan Heynric Goetmans eene jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis met erf aan de noordzijde naast Aelbrecht den Coning. Ghegheven des Manendaghes na onzer Vrouwen dach in die vasten int jair ons Heren M CCC acht ende twintich. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. IX. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 45. 11. 1328 Juli 25. Pieter Malland en Volkeric de brouwer, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Pieter Hoechuys erkent schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een rente van 8 schellingen 's jaars, door zijne moeder gegeven en gaande uit het door hem bewoond wordende huis met erf. Ghegheven in sinte Jacobs daghe int jair ons Heren M CCC acht ende twintich. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XVIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 16. 12. 1882 Augustus 16. Clays Jans zoon en Volkeric de brouwer, schepenen in tsGravenzande, oorkonden, dat Pieter Wouters zoon erkent schuldig te zijn aan Gielys Hadden zoon een jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit het door hem bewoond wordende huis met erf, gelegen aan de Zuidzijde bij Godevaerd den snijder. ghegeven des Sondaghes na onser Vrouwen dach te half Oest int jaer ons Heren M CCC twee ende dertich. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. VIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 8. 13. 1332 October 22. Gillis Hadden zoon maakt met raad van heer Jan, parochiepastoor, een testament, waarbij bij van een rente van 10 schellingen Hollandsch 'sjaars uit Pieter Wouters zoons huis aan den Heiligen Geest er 6 vermaakt. Ghegeven des Donredaechs na Elf dusent maechden dach int jaer ons Heren M CCC twee ende dertich. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. III. 2) Afschr. in Inv. no. 2. bldz. 3. N.B. Zie reg. no. 12. Gedrukt in Be Navorscher 1919, bl. 189. 14. 1334 Augustus 14. Gherard van Baphorst schenkt, mede namens zijn echtgenoote, 1 morgen land in het Nyewelant, tot een prebende in het gasthuis te tsGravenzande onder bepaling, dat, als een kapelaan wordt aangesteld op het altaar van den Heiligen Geest in de parochiekerk, deze kapelaan de helft der opbrengst zal genieten tot het houden van missen, en bij ontstentenis van beide de opbrengst aan den Heiligen Geest zal komen ter verdeeling onder de arme huiszitten. Ghegheven op onzer Vrouwen avond, als si te hemel ghevoerd wort int jaer ons Heren M CCC vier ende dertich. Gevidimeerd in den brief van 1357 (reg. no. 34). 15. 1337 September 2. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Louwerens Jhans • Deckers zoon erkent schuldig te zijn aan Dierike van den Bine eene jaarlijksche rente van 16 schellingen Hollandsch, gaande uit 3 morgen en 1 y2 hont land, gelegen op Doninxvelt. ghegheven des Dinxdaghes na uitgaende Oechst int jaer ons Heren M° CCC° zeven ende dertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 79). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. IX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 9. 16. 1340 Mei 17. Dieric Melys' zoon maakt met raad van heer Aernout van Dordrecht, den parochiepastoor, een testament, waarbij hij vermaakt o. a. aan den Heiligen Geest (te sGravenzande) een bedrag van 5 schellingen benevens 4 hont land achter het Hof, met last tot uitkeering van zekere lijf- en erfrenten. Ghegheven, des" Woensdaechs na sinte Servaes' dach int jaer ons Heren M° CCC0 ende viertich. 1) Oorspr. (Inv. no. 32). Met geschonden pastoorszegel in groene was. 2) Afschr in Inv. no. 1, no. IIII. 3) Afschr in Inv. no. 2, bldz. 4. N.B. Gedrukt in Be Navorscher 1919, bl. 190. 17. 1842 Augustus 8. Wouter Wouters zoon en Clays Jans zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat mr. Dirc de Scermer erkent schuldig te zijn aan Dideric van den Rine eene jaarlijksche rente van 80 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis met erf, gelegen tusschen het huis van Pieter Hooft en dat van Heynric Pouwels' zoon. Ghegheven des anders daghes na sinte Pieters dach ingaende Oest int jaer ons Heeren dusent driehondert ende twe ende viertich. 1) Afschr in Inv. no. 1, no. XXI. 2) Afschr in Inv. no. 2, bldz. 18. 18. 1844 Juli 22. Wouter Wouters zoon en Dideric van den Rine, schepenen in tsGravenzande, oorkonden, dat heer Jan van Culenborch, priester, ten behoeve van den Heiligen Geest aldaar afstand doet van de lijfrente, die Gheraerd, zijn broeder, hem vermaakt heeft, gaande uit het huis met erf, waarop Jacob Larken placht te wonen. ghegheven in sente Marien Magdalenen daghe int jaer ons Heren dusent driehondert ende vier ende viertich. 1) Oorspr. (Inv no. 27). Met geschonden zegel van Dideric van den Rine in groene was, dat van Wouter Wouters zoon verloren. 2) Afschr in Inv. no. 1, no. XX. 3) Afschr in Inv. no. 2, bldz. 17. 19. 1844 November 7. Willaem van den Hofdijc en Ghisebrecht Hubrecht zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Jan Scivelaer verkoopt aan Dideric van den Rijn eene jaarlijksche rente van 5 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf, gelegen tusschen het huis van Clays Uter Koken en dat van Clays tFoel. Ghegheven int jair ons Heeren M CCC vier ende viertich op sinte Wülebroerts dach. 1) Afschr in Inv. no. 1, no. LV. 2) Afsohr in Inv. no. 2, bldz. 41. N.B. Door het oorspr. van dezen brief was gestoken de brief d.d 1389 September 1 (zie reg. no. 65). 20. 1846 November 25. Ermgaerd Pouwels' dochter maakt met raad van Jan Makedor, parochiepastoor te sGravenzande, een testament, waarbij ze vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar 1 morgen land benoorden de poort op de Wateringhe tot aan de Kreek, haar vermaakt door haar moei Godelt bij testament d.d. 1328 April 13 (reg. n°. 5), waardoor deze gestoken is, met opdracht aan de Heilige-Geestmeesters hiervan eenige erf- en lijfrenten uit te keeren. ghegeven op sinte Katrinen dach in tjaer ons Heren dusent CCC ses ende viertich. 1) Afschr in Inv. no. 1 no. II. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 2. N.B. Gedrukt in De Navorscher 1919, bl. 188. 21. 1348 Juli 11. Avezoete, weduwe van Dirc Melys' zoon, maakt met raad van heer Jan van Utrecht, waarnemend parochiepastoor, een testament, waarbij ze vermaakt o. a. aan den Heiligen Geest (te 's-Gravenzande) hetgeen overblijft, na tal van uitkeeringen en lijf- en erfrenten, van de opbrengst van 5 hont 8 roeden land achter het Hof ten zuiden van de 4 hont land, genoemd in de making van wylen haar echtgenoot. Gegeven des Vridaechs na sinte Martijns dach in den somer int jaer ons Heren M° CCC0 ende acht ende viertich. 1) Oorspr. in duplo (Inv. no. 32). Met het zegel van heer Pieter Telnaer, priester, in groene was; dat van heer Dideric van Bommel, parochiepastoor, verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. V. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 5. 22. 1851 Februari 19. Landschepénen van sGravenzande oorkonden, dat Michiel Hughen zoon erkent schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit een stuk land, gelegen bij het Vlederbosch, te aanvaarden na den dood van Agniese Jan Florys' zoons dochter. ghegheven int jaer ons Heren M CCC een ende vijftich des Vrijdaghes voer sente Pieters dach cathedra. 1) Oorspr. (Inv. no. 80). Het ambachtszegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 19. 23. 1351 Maart 5. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Willaem Héynrix zoon aan den Heiligen Geest aldaar x/2 morgen land in het Nyeweland geeft, na zijn dood te aanvaarden. Ghegheven int jair ons Heren M CCC een ende vijftich, vijf daghe in Maerte. 1) Oorspr. (Inv. no. 36). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 18. 24. 1852 Juni 29. Mouwerijn Zoetgaerden zoon maakt met raad van heer Jan van Arnem, parochiepastoor tsGravenzande, een testament, waarbij bij vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar 3 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit y2 morgen land in Zeelanders land. Ghegheven int jair ons Heeren M CCC twee ende vijftich op sinte Pieters ende sente Pouwels dach apostelen. 1) Afschr. in Inv. no. 1,' no. XXV. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 20. 25. 1352 Augustus 21. Margriete Zeianders maakt met raad van heer Janvan Arnem, parochiepastoor (te 's-Gravenzande), een testament, waarbij zij \y2 morgen y4 hont land aan het veenwende van den molen tot de kreek bestemt tot kruisland, met last aan haar zoon Willem tot zekere uitdeelingen aan de armen en na zijn dood te „comen als cruyslant pleghet te doen" en bij nalatigheid van hem of zijn erfgenamen te komen aan den Heiligen Geest aldaar. Int jaer ons Heren M CCC twee ende vijftich des Dinxsdaghes voir sinte Bertelmees' daghe. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. VII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 7. N.B. Gedeeltelijk gedrukt in Archief voor Nederlandsche Kerkgeschiedenis, dl. V, bldz. 217. 26. 1352 Augustus 21. Margriete Zeelanders maakt met raad van heer Jan van Arnem, parochiepastoor te sGravenzande, een testament, waarbij zij vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar y2 morgen land in de Corte Zuytwinde met last tot zekere uitkeering. ghegheven int jair ons Heren M CCC twee ende vijftich des Dinxdaghes voir sinte Bertelmees' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 33). Met geschonden pastoorszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXIIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 20. 27. 1852 October 9. Arnt van den Woude maakt met raad van heer Jan van Arnem, parochiepastoor, een testament, waarbij hij vermaakt aan den Heiligen Geest te tsGravenzande y2 en 7/s hont land in Rosendael. ghegheven int jair ons Heren M CCC twee ende vijftich op sinte Victoers avond. 1) Oorspr. (Inv. no. 66). Het zegel van den pastoor verloren. 2) Afschr. iri Inv. no. L, no. XXIIF. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 19. 28. (C. 1852). Jan van Arnem, parochiepastoor te tsGravenzande, oorkondt, dat ten overstaan van hem Jacob van Zeelant een testament gemaakt heeft, waarbij hij zijn erfgenamen last geeft zekere uitkeeringen te doen van de opbrengst van een kruisland achter het Hof beoosten de nieuwe molen, terwijl bij nalatigheid dit land zal komen aan den Heiligen Geest aldaar. 1) Oorspr. (Inv. no. 35). Het zegel van den pastoor verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1. no. XI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 10. N.B. Beze akte is niet gedateerd maar aangezien blijkt, dat Jan van Arnhem in de jaren 1348-1355 of 1360-1382 pastoor in deze parochie was en de akte door den schrijver van het cartularium geplaatst is bij die uit het eerste tijdvak, is zij hier opgenomen. 29. 1353 Januari 21. Jan van Arnhem, parochiepastoor in tsGravenzande, verklaart, dat Kerstijn Martijns 2js deelen tarwe .'s jaars schenkt aan de armen, uit te keeren door Gheraerd Woestelants zoon en na diens dood door de Heilige-Geestmeesters, welke uitkeering zij verzekert op de helft van Sy2 hont land in het Oude lant. Ghegheven int jair ons Heeren M CCC drie ende vijftich op zente Agnieten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 38). Met geschonden pastoorszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXVII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 22. N.B. In margine staat: dese vierdalf hont hort die Heiligen (Geest) bij brief daer die tarw me teniet is. 30. 1858 October 27. Bartelmees Jacobs zoon en Lizebeth zijn echtgenoote maken een testament (beschikking), waarbij zij den Heiligen Geest te tsGravenzande schenken 1 morgen land, strekkende van den Groenen weg tot den Ouden dijk en 3y2 hont land in Noorlant op de Zandelinghe, met last tot eenige jaarlijksche uitkeeringen, doch op voorwaarde, dat zij genoemd land tot hun dood in gebruik mogen houden. Ghegheven int jaer ons Heiren M° CCC° drie ende vijftich op sente Symons ende Judenavond apostolen. 1) Oorspr. (Inv. no. 34). Met geschonden pastoorszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXVI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 21. 31. 1855 Februari 14. Katrine Dirc Honen maakt met raad van heer Lubbrecht van Tiele, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar en dien te Wateringhe ieder de helft van 1 morgen land, gelegen in het weer, waarin Pieter, de zwager van heer Jacob, woont. Ghegheven in jaer ons Heren M CCC vijf ende vijftich op sinte Valentijns dach. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXVIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 23. N.B. In margine staat: ende die half margen heeft die Heiligeestmeester tot Watering gecoft int jaar van 1553 omtrent Karsmis. 32. 1356 Mei 6. Jan Gherytdijns zoon maakt met raad van heer Lubbrecht van Tyele, parochiepastoor te sGravenzande, een testament, waarbij bij vermaakt o. a. aan den Heiligen Geest 5 schellingen 's jaars, gaande uit 1 % hont land aldaar. Int jaer ons Heren M CCC zes ende vijftich des Vridaghes na Meye daghe. Oorspr. (Inv. no. 81). Met geschonden pastoorszegel in groene was. 33. 1357 Januari 4. Schepenen van Monster oorkonden, dat Smeeder Jans zoon belooft aan Floris van der Muur 1 pond Hollandsch 's jaars, gaafnde uit 4 morgen land benoorden de Wateringh. ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert zeven ende vijftich des Woensdaghes na Jairs daghe. 1) Oorspr. (Inv. no. 99). Het schependomszegel verloren. 2) Afsohr. in Inv. no. 1, no. XXIX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 23. 34. 1857. Niclays Vlaminc, priester en kanunnik te Sente Mariënwaerde, geeft vidimus van den brief d.d. 1884-Augustus 15 (reg. no. 14). in den jair ons Heren MCCCLVII. 1) Oorspr. (Inv. no. 111). Met overblijfsels van het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1. no. XIX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 16. 36. 1859 October 9. Jan Pieters zoon en Lijsbeth, zijn echtgenoote, maken een testament, waarbij ze geven aan den Heiligen Geest (te 's-Gravenzande) een erfrente van 8 schellingen 's jaars benevens lijfrenten, ieder van 2 schellingen 'sjaars, die zij bij dezen toekennen aan heer Jan Symons zoon en heer Dirc Voet, gaande uit y2 morgen land in het Noorlant over den dijk. Ghegheven int jair ons Heren M CCC neghen ende vijftich op sinte Victoers avond. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXX. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 24. 36. 1360 Februari 16. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Hubrecht Ghijsbrechts zoon erkent schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar eene jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit 19 hont land met gijn woning in Noerlant. Ghegheven int jaer ons Heren M CCC ende tsestich sestien daghe in Februario. 1) Oorspr. (Inv. no. 82). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXXII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 25. 37. 1860 September 21. Willaem Moelnaer maakt met raad van heer Jan van Meghen, kanunnik van Sint-Mariënweerde, een testament, waarbij hij vermaakt aan den Heiligen Geest te tsGravenzande een stuk land, groot 5y2 a 6 morgen, in Haghe aan de Loesduinre laan, met last tot eenige uitkeeringen. Ghegheven int jair ons Heren M CCC ende sestich op sinte Matheus' dach ewangelisten. 1) Oorspr. (Inv. no. 64). Met geschonden zegels van Willem Moelnaer en Jan van Meghen in groene was, dat van Agniese, vrouwe van Raephorst, moeder van den testateur, verloren. 2) Gevidimeerd in den brief d.d. 1360 November 11 (reg. no. 40). 3) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXXIIII. 4) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 26. 38. 1860 October 8. Agniezë Jacops dochter, vrouw Niden zoons, maakt een testament, waarbij zij vermaakt o.a. aan den Heiligen Geest te tsGravenzande i/s van een stuk land, groot c. 1 morgen, gelegen in het ambacht Wateringhe in den Hoec, met last tot eenige uitkeeringen. Ghegheven int jair ons Heren M CCC ende LX des Donredaghes voir sinte Victoers daghe. 1. Oorspr. (Inv. no. 67). Met geschonden zegels van Hughe Jans zoon en Jacop Hannen, schepenen, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXXI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 24. 39. 1860 October 18. Agniese Dirc Coppen neefs echtgenoote maakt met raad van heer Jan van Meghen, haar pastoor, een testament, waarbij zij vermaakt aan den Heiligen Geest te tsGravenzande 5 schellingen Hollandsch 's jaars of 4 paar schoenen, welke rente gaat uit de helft van haar huis en erf, gelegen tusschen Cop Oestlants zoons huis en dat van Jan Pieters zoons erfgenamen. Ghegheven int jair ons Heren M CCC ende tsestich op sinte Lucas' dach ewangelisten. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXXIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 26. 40. 1860 November 10. Jan Symons zoon en Philips Heynricx zoon, priesters, geven vidimus van het testament d.d. 1860 September 21 (reg. no. 87). Ghegheven int jair ons Heren M CCC ende tsestich óp sinte Martijns avond in den winter. 1) Oorspr. (Inv. no. 48). De zegels van Jan van Meghen, kanunnik van Sint Mariënweerd, en van Agniese van Raephorst verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXXV. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 29. 41. 1363 September 13. Gheertruut Pietermans, weduwe van Clays Hoeschen, maakt met raad van heer Jan van Aernhem, parochiepastoor, een testament, waarbij zij vermaakt o. a. aan den Heiligen Geest te tsGravenzande een stuk land in het Oudelant, met last tot zekere uitkeering. Ghegheven int jair ons Heren M CCC drie ende tsestich op des heylich Cruys' avond assencio. 1) Oorspr. (Inv. no. 37). Het zegel van den pastoor verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXXVI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 30. 42. 1868 December 28. Aechte Hughemans maakt met raad van heer Jan van Aernhem, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij aan den Heiligen Geest aldaar 8 schellingen 'sjaars vermaakt, gaande uit haar aandeel van het land in het Noorlant, gelegen achter Dirc Busen over den dijk. -Ghegheven int jair ons Heren M CCC drie ende tsestich des Saterdaghes na sinte Thomas' dach apostels. 1) Oorspr. (Inv. no. 67). Met het pastoorszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXXVII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 30. 43. 1364 December 13. Jan van Aernhem, parochiepastoor in tsGravenzande, oorkondt, dat Gheryt Woestlant en Bély, zijne echtgenoote, een testament maken, waarbij zij vermaken aan den Heiligen Geest van tsGravenzande de helft van 3% hont land in het Oudelant, welke Kerstijn Martijns bezwaard heeft met 2/s deelen tarwe, jaarlijks uit te deelen aan de armen. Ghegheven int jair ons Heren M CCC vier ende tsestich op sente Luciën dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 38). Met het pastoorszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXXVIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 31. 44. iS64 December 10. Bertelmees Allaerts zoon en Heynric Cleymans zoon, schepenen in tsGravenzande, oorkonden, dat Diedaert Vrancken zoon erkent schuldig te zijn aan Hugheman Jans zoon een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit het door hem bewoond wordende huis en erf op de vaart. Ghegheven int jair ons Heren M CCC vier ende tsestich tien daghe in Decembar.- Gevidimeerd in den brief d.d. 1386 Mei 6 (reg. no. 61). 45. 1367 April 5. Bertelmees Allaerts zoon en Tierioen van der Strate, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Diedaert Vrancken zoon erkent schuldig te zijn aan Hugheman Jans zoon een jaarlijksch rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit het door hem bewoond wordende huis met erf op de vaart. Ghegheven int jair ons Heren M CCC zeven ende tsestich des Manendaghes na sinte Ambrosius' dach. Gevidimeerd in den brief d.d. 1386 Mei 6 (reg. no. 61). 46. 1368 April 21. Heynric Hoechuys en Clarisse, zijne echtgenoote, maken met raad van Jan van Arnhem hun parochiepastoor, een testament, waarbij zij aan den Heiligen Geest (te tsGravenzande) vermaken 5 schellingen 's jaars en aan eiken Heiligen Geestmeester 2 schellingen 's jaars, met last tot uitkeering der verder gemaakte renten, welke verzekerd zijn op 8 hont land op Nickers Wael en op 5 hont land in het Oudelant tusschen de Kreek en de Poel. Ghegheven int jair ons Heren M CCC acht ende tsestich des Vridaghes na beloken Paeschen. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XL. 2) Afsohr. in Inv. no. 2, bldz. 32. N.B. Gecancelleerd wegens aflossing in 1473. 47. 1368 Augustus 29. Clemeynse mr. Voppen vermaakt na den dood van hare zuster Wive een rente van 5 schellingen Hollandsch 's jaars aan den Heiligen Geest te tsGravenzande, gaande uit het huis tusschen het huis van Aechte Heyne en. dat van Jan Wissen zoon. Ghegheven int jair ons Heren M CCC acht ende tsestich op sinte Johans dach decollatio. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XXXIX. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 31. 48. 1369 Januari 21. Jacop IJsbrants zoon, maakt met raad van heer Jan van Arnhem, parochiepastoor (te 's-Gravenzande), een testament, waarbij bij, behalve 10 schellingen aan den Heiligen Geest aldaar, vermaakt aan de armen 24 schellingen 's jaars, gaande uit 4 hont land, uit te keeren door de Heilige-Geestmeesters tegen genot van 2 schellingen 's jaars. Ghegheven int jair ons Heren M CCC neghen ende tsestich op sinte Agnieten dach. 1) Oorspr. in duplo (Inv. no. 100). Met geschonden pastoorszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1 no. XLTI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 34. 49. 1869 October 27. Gheryt Mont, Margriete, zijne echtgenoote, en Dirk, hun zoon, maken een testament, waarbij zij vermaken o.a. aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit 1*4 hont land in Teylingen binnen het Oudeland, te aanvaarden telkens 1/t na het overlijden van één hunner. Ghegheven int jair ons Heren M CCC neghen ende tsestich op sinte Symon ende Juden avond apostelen. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no'. XLI. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 33. 50. 1378 Januari 11. Jan van Aernem, parochiepastoor in tsGravenzande, oorkondt, dat Florys Hughen zoon verklaart te zullen uitkeeren aan den Heiligen Geest aldaar ten behoeve der armen % deel tarwe 's jaars op Goeden Vrijdag, gaande uit y2 morgen land beoosten den grooten molen, als door zijn ouders daartoe aangewezen. ■ Int jair ons Heren M CCC drie ende tseventich des Dinxdaghes na Dertiendaghe. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XLIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 34. 51. 1877 December 29. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Heynric, Pieter, Jan en Heyle, kinderen van Heynric Heylen zoon, verkoopen aan Pieter Hughen zoon 4% hont land in het Niewelant. Int jaer ons Heren M° CCC° zeven ende tseventich des Dinxdaghes na Kersdaghe. Oorspr. (Inv. no. 30). Met geschonden landzegel in groene was. 52. 1878 Januari 10. Landschepen van tsGravenzande oorkonden, dat Pieter Jans zoon erkent schuldig te zijn aan Bertelmees Moeyaerts zoon een jaarlijksche rente van 27 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn aandeel in een huis en 3 morgen land in het Noerlant. Int jaer ons Heren M° CCC° acht ende tseventich tSaterdaghes na epyphania Domini. Oorspr. (Inv. no. 84). Het landzegel verloren. 53. 1378 October 11. Heynric Volkerix zoon en Hughe Jacobs zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Hildegont Gheryts dochter erkent schuldig te zijn aan Aline Jan Gheryts zoons weduwe een jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uhVhet door haar bewoond wordende huis. Int jair ons Heren M CCC acht ende tseventich des Manendaghes na sinte Gereons daghe. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XLIIII. 2) Afsohr. in Inv. no. 2, bldz. 35. 54. 1380 April 11. Willaem Volkericx zoon en Jacob Jans zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Pieter Louwen zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob Gheryts zoon een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis met erf aan de Langhestraet. Int jair ons Heren M CCC ende tachtich opten elfsten dach in April, 1) Afsohr. in Inv. no. 1, no. XLVIIII. 2) Afsohr. in Inv. no. 2, bldz. 37. N.B. Boor het oorspr. was gestoken een brief d.d. 1382 September 24 (reg. no. 58). 55. 1880 Juli 4. Lauwer Mattael en Hughe Fyen zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Jan Buse Jacobs zoon erkent schuldig te zijn aan Ka* trinevander Hoern een jaarlijksche rente van 40 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis met erf aan de Cortestraet. Int jair ons Heren M CCC ende tachtich opten vierden dach in Julio. 1) Afsohr. in Inv. no. 1, no. XLVI. 2) Afsohr. in Inv. no. 2, bldz. 36. 56. 1381 Augustus 27. Claes Omloep en Herper Odziers zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Jan van Duren erkent schuldig te zijn aan Witte Clays' een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en erf, tusschen Jan Barbiers huis en dat van Dammaes sGrave. Int jair ons Heren M CCC een ende tachtich tDinxdaghes na sinte Bartelmees' daghe. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XLVII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 36. 57. 1882 Juli 8. Katerijn Pieter Hughen zoons echtgenoote vermaakt o.a. aan den Heiligen Geest te sGravenzande 1 morgen land, met last tot verschillende uitkeeringen. Int jaer ons Heren M° CCC0 twie ende tachtich up sente Martijns avond translacio. 1) Oorspr. (Inv. no. 40). Met geschonden zegel van Willaem Moedel, priester, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. L. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 38. 58. 1882 September 24. Jan van der Strate en Herper Odziers zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Jacob Gheryts zoons erfgenamen, met toestemming van Aernt van Diest, parochiepastoor, en het gemeene gerecht, aan den Heiligen Geest aldaar, ten behoeve der armen, geven den brief d.d. 1380 April 11 (reg. no. 54), waardoor deze gestoken is ter vervanging van een anderen. Int jair ons Heren M CCC twee ende tachtich des Woensdaghes na sinte Mathijs' dach apostels. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XLVIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 37. 59. 1884 Februari 9. Symon Willaem Heyen zoon verkoopt aan Gheryt van Delf y2 morgen land in het Nieuwelant in het ambacht van den Zande ten oosten van den Maesdijc en ten westen van den Groenen weg. Int jaer ons Heeren M CCC vier ende tachtich des Dinxdaghes na sinte Aechten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 41). Het zegel van den oorkonder verloren. 2) Afsohr. in Inv. no. 1, no. XLV. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 36. 60. 1885 December 13. Herman, prior, en het convent en broeder Hughe Brune, van Onser Vrouwen broeders orde te Haerlem, verkoopen aan Arnt Gheryt Arnts zoons zoon 1 morgen land beoosten de poort van sGravenzande in het Vrylant, strekkende van de vaart oostwaarts tot den Poel. Ghegheven te Haerlem int jaer ons Heren dusent driehondert vijf ende tachtich op senté Luciën dagh. Oorspr. (Inv. no. 50). Met geschonden zegel van den prior in groene was; het conventszegel is verloren. 61. 1886 Mei 6. Tierióen van der Strate en Hughe Jans zoon, schepenen in tsGravezande, geven vidimus van de brieven d.d. 1364 December 10 en 1867 April 5 (reg. nos. 44 en 45). Int jair ons Heren M CCC ses ende tachtich des Sonnendaghes na Meyen daghe. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXI. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 46. 62. 1388 Juli 18. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Hughe Claes Poelmans zoons zoon erkent schuldig te zijn aan Gheryt Florys' zoon eene jaarlijksche rente van 4 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis en 1 y2 morgen land in Noerlant, tusschen de Kreek en den weg. Int jair ons Heren M° CCC0 acht ende tachtich op sente Margrieten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 85). Met geschonden landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LIL 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 40. N.B. In margine staat, dat deze IJ morgen nu toebehoort aan Claes Ariaen. 63. 1888 December 7. Kerstant van den Rijn verkoopt aan Alide Dircs dochter en Ymme, hare zuster, 7 hont land in het ambacht tsGravenzande. Int jaer ons Heren M° CCC0 acht ende tachtich op onser Vrouwen avond conceptio. 1) Oorspr. (Inv. no. 43). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XLI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 39. 64. 1889 Juni 11. Harnout Claes' zoon en Beatrijs, zijn echtgenoote, maken met raad van heer Jan van* Beesde, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament (beschikking), waarbij ze schenken o.a. aan den Heiligen Geest aldaar 1 y2 morgen land in het Nyeuwelant tusschen den Ouden dijk en de Wateringe, met last tot uitdeeling van 2 penningsbrooden 23 jaarlijks op hun sterfdag, waarvoor de Heilige-Geestmeesters elk 2 grooten 's jaars zullen genieten, doch onder voorwaarde, dat zij genoemd land tot hun dood in gebruik zullen houden. Int jaer ons Heren M° CCC° neghen ende tachtich op sente Odulf avond. 1) Oorspr. (Inv. no. 42). Met geschonden zegel van den pastoor in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LUI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 40. 65. 1389 September 1. Jan van der Strate en Hectoer Jacobs zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Kerstant van den Rijn verkoopt aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 5 schellingen Hollandsch, hem aanbestorven van Dirc van den Rijn, zijn vader, en vermeld in den brief d.d. 1344 November 7, waardoor deze gestoken is (reg. no. 19), in ruil voor de 4 schellingen 's jaars, gaande uit het huis van Pieter Telders. Int jaer ons Heren M CCC neghen ende tachtich op sinte Gilijs' dach. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LIIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 41. 66. 1390 Pebruari 2. Ghertruyd, Pieter Hughen zoons echtgenoote, maakt met raad van heer Aernt van Diest, parochiepastoor, haar testament, waarbij zij voor Louwen, haar echtgenoot, en voor zich zelve aan den Heiligen Geest te sGravenzande vermaakt een jaarlijksche uitdeeling van 4/s deelen tarwe, verzekerd op 4 hont land, gelegen in Noorlant tusschen de Kreek enden dijk, terwijl, indien hunne kinderen of andere erfgenamen dezen last niet volvoeren, de Heilige-Geestmeesters dat land zullen ontvangen. Int jaer ons Heren M CCC ende tnegentich op onser Vrouwen dach purificatio. 1) Oorspr. (Inv. no. 69). Het zegel van den pastoor verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXIIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 48. 67. 1390 April 11. Jan van der Strate en Herper Odziers zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Hughe Jans zoon erkent schuldig te zijn aan Symon Jans zoon eene jaarlijksche rente van 50 schellingen Hollandsch, gaande uit het erf achter zijn huis over den weg en uit zijn huis aan de Langhestrate. Int jair ons Heren M CCC ende tnegentich elf daghe in Apiïlle. 1) Oorspr. (Inv. no. 70). Het zegel van den oorkonder verloren. 2) . Afschr. in Inv. no. 1, no. LVI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 42. N.B. Het charter is vastgehecht aan no. 75. 68. 1393 Januari 14. Alijd Dircs dochter maakt met raad van heer Aernt van Diest, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar 1 morgen land, met last tot eenige j aarlij ksche uitkeeringen. Int jair ons Heren M CCC drie ende tnegentich op sinte Ponsekijns dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 43). Met zegel van den pastoor in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LVII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 42. 69. 1895 Maart 7. Notaris Petrus genaamd Ommeloep instrumenteert, dat Heynricus Kerstantius' zoon, geestelijke in de diocees van Trajectum, zijn testament maakt, waarbij hij den Heiligen Geest te Zande een jaarlijksche rente van 8 pond Hollandsch vermaakt met last tot zekere uitkeeringen. Acta fuerunt hec Hagis sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate euisdem Domini millesimo tricentesimo nonagesimo quinto indictione tercia mense Marcii die septima hora prime vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Bonifacii divina providentia pape noni anno sexto). 1) Oorspr. (Inv. no. 101). Met signatuur van den notaris. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LIX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 44. 70. 1395 Juni 14. Allaert Bartelmees' zoon en Pieter Telder, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Ermgart Lambrecht Aernts zoons weduwe en Aernt Lambrechts zoon erkennen schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 6 schellingen Hollandsch, gaande uit het door hen bewoond wordende huis met erf aan deLanghestrate. Int jaer ons Heren M CCC vijf ende tnegentich des Manendaghes na sinte Odulf dach. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXV. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 49. 71. 1895 Juni 28. Willaem Lauwers' zoon en Clays Clays' zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Katrijn Dammaes tsGraven weduwe erkent schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit haar huis en erf op de zuidzijde van het marktveld. Int jair ons Heren M CCC vijf ende tneghentich op sinte Pieter ende sinte Pouwels' apostolen avond. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LVIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 43. 72. 1897 December 20. Allaert Bertelmees' zoon en Bertelmees Wissen zoon, schepenen van tsGravensande, oorkonden, dat koopman Gheryt erkent schuldig te zijn aan Symon Jans zoon een jaarlijksche rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit het door hem bewoond wordende huis met erf in de Cortestrate. Int jair ons Heren M CCC seven ende tnegentich op sinte Thomas' avond apostels. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXVI. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 49. 73. 1898 Juli 6. Claeys Claeys' zoon en Wiven, zijne echtgenoote, maken met raad van den parocbiepastoor Aernt van Diest, kanunnik van Sinte-Mariënwaerde, hun testament, waarbij zij vermaken aan den Heiligen Geest (te tsGravensande) 1 morgen land in het Zeelanders land met last tot zekere uitkeeringen. Int jaer ons Heren M CCC acht ende tneghentich des anders daghes na sinte Martijns daghe translacio. 1) Oorspr. (Inv. no. 44). Met de zegels van den oorkonder en van den pastoor in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 47. 74. 1400 Februari 5. Gheertruyt Jacob Aernts zoons dochter maakt met raad van den parochiepastoor Aernt van Diest haar testament, waarbij zij vermaakt o.a. aan den Heiligen Geest te tsGravenzande 10 schellingen 's jaars, gaande uit de door haar bewoond wordende kamer in de steeg bij het kerkhof naast Aernt Florys' zoons kamer. Ghegheven int jair ons Heren M CCCC op sinte Aechten dach. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 48. 75. 1400 Mei 5. Symon Jans zoon maakt met raad van heer Aernt van Diest, parochiepastoor, een testament voor zich en voor zijne echtgenoote Fye, waarbij hij o.a. bepaalt, dat de Heilige-Geestmeesters tegen genot elk van 2 schellingen 'sjaars zekere uitkeeringen zullen doen, te betalen uit de rente, groot 50 schellingen 's jaars, door hem gekocht van Hughe Jans zoon en de 10 schellingen 's jaars, gaande uit koopman Gheryts huis en erf. Int jair ons Heeren M CCCC des Woensdaghes na Meyen daghe. 1) Oorspr. (Inv. no. 70). Met het zegel van den pastoor in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXVII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 50. N.B. Het oorsp. vastgehecht aan no. 66. 76. 1404 Mei 6. Dirc Pieters zoon geeft, met toestemming van heer Aernt van Diest, parochiepastoor te tsGravenzande, en van de Heilige-Geestmeesters, ten behoeve der armen, 4 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf aldaar aan de Langhestraat, in plaats van de 5 groot, die Pieter Sel, zijn vader, den Heiligen Geest vermaakt had, gaande uit diens huis in de Cortestrate. Int jair ons Heren M CCCC ende vier opten sesten dach in Meye. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXVIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 51. 77. 1407 Juli 31. Leisbeth Dirx dochter maakt met raad van Goeswijn van Tricht, haar biechtvader, een testament, waarbij ze vermaakt aan den Heiligen Geest te tsGravenzande ten behoeve der armen 1 morgen land in het Nyewelant in Zandambacht tusschen den Ouden dijk en de Watering, dadelijk te aanvaarden tegen een lijfrente van 10 schellingen Hollandsch 's jaars. Gegeven int jair ons Heren M CCCC ende seven op sinte Pieters avond ad vincula. 1) Oorspr. (Inv. no. 46). Met het zegel van den kapelaan in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXIX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 51. 78. 1409 Januari 20. Deken en kapittel van Naeldwijc oorkonden, dat uit den boedel van wijlen Jan Jacobs zoon afgelost is aan bet kapittel de 9 schellingen 's jaars, gaande uit 4% hont land in Zandambacht in den Heen, strekkende van den Poel westwaarts tot den banweg, welk geld zij weder belegd hebben op 2 morgen land, gekocht van heer Heynric van Naeldwijc, ridder, en gelegen in genoemd ambacht, welke aflossing Heynric van Naeldwijc, ridder, collator van genoemd kapittel, met zijn zegel bevestigt. Ghegheven int jair ons Heren M CCCC ende neghen op sinte Agnieten avond. 1) Afschr. in Inv. no. 1 no. LXX. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 52. N.B. Boor het oorspr. van dezen brief was gestoken een brief d.d. 1426 Becember 17 (zie reg. no. 105). 79. 1409 October 16. Machtelt Maes van Bassevelts weduwe maakt met raad van heer Aernt van Diest, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zjj vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van lpond, gaande uit haar huis en erf aan de Cortestraet. Int jair ons Heren M CCCC ende neghen opten sestienden dach in Octobri. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 54. 80. 1410 Juli 11. Beatrijs Pieter Ockers zoons dochter maakt met raad van heer Aernt van Diest, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij aan den Heiligen Geest aldaar vermaakt haar huis in de Molenstraet. Ghegheven int jaer ons Heren M CCCC ende tien opten elfsten dach in Julio. 1) Oorspr. (Inv. no. 28). Met het zegel van den pastoor in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXIIII1. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 54. 81. 1414 Mei 2. Avezoete Airnt Geryts zoons*) echtgenoote maakt met raad van den parochiepastoor een testament, waarbij zij vermaakt aan den Heiligen Geest te tsGravenzande een jaarlijksche rente van 3 pond Hollandsch, gaande uit 5% hont land in het ambacht tsGravenzande op Donysvelt, strekkende westwaarts tot den dijk en noordwaarts tot het ambacht Wateringe, met last tot eenige jaarlijksche uitdeehngen. Int jair ons Heren M CCCC ende viertien upten anderen dach in Meye. !) Zie bldz. 382. 1) Oorspr. (Inv. no. 86). Met geschonden zegel van Airnt Geryts zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXIIII4. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 55. 82. 1415 Augustus 15. Katrijn Heymans weduwe maakt met raad van heer Hubrecht van Voirn, kanunnik van Sint-Mariënwaerde, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij aan den Heiligen Geest aldaar % van 5 hont land in het Oudelant vermaakt, voorts 8% hont land en 21 gaarden in Noorlant op den langen Streng en y2 morgen min 26 gaarden op de Lange Sandeling, met last tot zekere uitkeeringen. Int jair ons Heren M CCCC ende vijftien op onzer Vrouwen avond assumptio. 1) Oorspr. (Inv. no. 46). Het zegel van den pastoor verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXVI. 3) Afschr. in Inv. no.. 2, bldz. 56. 83. 1416 Januari 24. * Herman Boudijns zoon verkoopt aan Florys Dirx zoon y2 morgen lands in het ambacht van sGravenzande in Zeelanderslant. Int jair ons Heren M CCCC ende zestien op sinte Pauwels' avont conversio. Oorspr. (Inv. no. 92). Met geschonden zegel van den neef van den oorkonder, heer Dirc Heymans zoon, priester, in groene was. . N.B. Gehecht aan no. 129. 84. 1416 Juli 13. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Wouter Claes' zoon erkent schuldig te zijn aan zijn neef Florys Dirx zoon een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit de helft van zijn woning aan de banwetering beoosten den ouden Maesdijc, die door het Nyelant loopt. Int jair ons Heren XIIIIc ende sestien up sinte Margrieten dach. Oorspr. (Inv. no. 92). Met geschonden landzegel in groene was. N.B. Gehecht aan no. 120. 85. 1417 Mei 31. Allaert Bertelmees' zoon en Dirc Jacobs zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Clays die Bes erkent schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 5 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn nieuw huis en erf aan de Langhestraet, strekkende van de straat tot den achterweg. Int jair ons Heren M CCCC ende seventien opten lesten dach in Meye. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXV. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 56. 86. 1419 November 13. Dirc Jacops zoon en Pieter Jans zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Gheertruyd Screyers geeft aan den Heiligen Geest aldaar haar huis met erf in het slop bezuiden de kerk. Int jair ons Heren M CCCC ende neghentien des Manendaghes na sinte Martijns dach in den winter. 1) Oorspr. (Inv. 29). De schepenzegels verloren. 2) Afschrift in Inv. no. 1, no. LXXII. 3) Afschrift in Inv. no. 2, bldz. 53. 87. 1420 Februari 5. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Jan Florys' zoon verkoopt aan Fye mr. Clais' weduwe een jaarlijksche rente van 80 schellingen, gaande uit zijn huis en y2 morgen land. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende twintich op sinte Aechten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 87). Het landzegel verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXVlB 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 57. N.B. Na den dood van Pieter Claes' zoon gekomen aan den Heiligen Geest. 88. 1421 Juni 14. Notaris Heynricus Bobbertus' zoon instrumenteert, dat Clais Jans zoon zijn testament maakt, waarbij hij vermaakt aan den Heiligen Geest te Zande de helft van 4 morgen land in Hagheambacht met last tot zekere jaarlijksche uitkeeringen, waarvoor de Heilige-Geestmeesters 2 schellingen 'sjaars zullen genieten. Acta sunt hec in domo Nycolai Walteri hantscoemakers in Delf sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno navitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo vicesimo primo indictione decima quarta mensis Junii die secunda hora octava de mane vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Martini pape quinti anno suo quarto). 1) Oorspr. (Inv. no. 65). Met geschonden zegels van Nicolaus Johannes' zoon en Allardus Bartholomeus' zoon in groene was en signatuur van den notaris. 2) Afsohr. in Inv. no. 1, no. LXXXI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 60. 89. 1421 Augustus 4. Ave Jans dochter maakt haar zoon, broeder Hughe, priester, bij testament tot universeel erfgenaam. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende enentwintich des Manendages na sinte Stephens dach invencio. 1) Oorspr. (Inv. no. 30). Dezegels van Pieter Janszoon van der Sterre en Dirc Jacobs zoon verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXIX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 58. N.B. Het charter is vastgehecht aan no. 90. 90. 1421 Augustus 29. Ave Jans dochter maakt haar zoon, broeder Huge, priester, bij testament tot universeel erfgenaam. Int jair ons Heren dusent vierhondert een ende twintich op sinte Jans dage decollatio. Gevidimeerd in den brief d.d. 1421 Augustus 30 (zie reg no. 91). 91. 1421 Augustus 80. Dirc Martijns zoon, schout te sGravenzande, geeft vidimus van den brief d.d. 1421 Augustus 29 (zie reg. no. 90). Int jair ons Heren dusent vierhondert ende een ende twintich des Saterdages na sinte Jans dach decollatio. 1) Oorspr. (Inv. no. 30). Het zegel van den schout verloren. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 59. N.B. Vastgehecht aan no. 89. 92. 1421 Augustus 30. Broeder Huge Joncker geeft over aan de Heilige-Geestmeesters te sGravenzande ten behoeve van Griete Dellen dochter het huis, dat zijn moeder Ave hem vermaakt heeft. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende een ende twintich des Saterdages na sinte Jans dach decollatio. 1) Oorspr. (Inv. no. 30). Met het zegel van Dirc Spoelre (van Goch), pastoor te 's-Gravenzande, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. I, no. LXXVIIF. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 59. 93. 1421 November 12. Heer Dirc Spoelar, pastoor te tsGravenzande, verklaart, dat Hughe Florys' zoon en Jan Aelwijns zoon als erfgenamen van Florys Hughe zoon erkennen, dat deze aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 3 pond, gaande uit 4 hont land in genoemd ambacht in het Vrilant, vermaakt heeft. Int jair ons Heren M CCCC ende een ende twintich op sinte Lebuwijns dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 88). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXVIII1. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 58. 94. 1422 Februari 4. Konegond Wigger Geryts zoons dochter maakt met raad van heer Dirc van Goch, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 2y2schellingHoUandsch'sjaars,gaandeuit2%hontlandinHofstedeland. Int jair ons Heren M CCCC twee ende twintich des Woensdages na onser Vrouwen hchtmisse. 1) Oorspr. (Inv. no. 89). Met gesehonden zegel van den pastoor in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 63. 95. 1422 Februari 21. Allaert Bartelmees' zoon en Jacob Hectoers zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Ermtruyd Hughe Vossen weduwe erkent schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit haar huis met erf binnen tsGravenzande aan de Cortestraet, waarmee alle aanspraken van den Heiligen Geest ten opzichte van haar te niet zijn. Int jair ons Heren M CCCC twee ende twintich des Saterdaghes na sinte Valentijns dach. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXIIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 64. 96. 1422 Juni 29. Dirc Jacobs zoon en Florys Dirx zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Heynric Dirx zoon en Aernt Florys'zoon erkennen schuldig te zijn hoofdelijk als borgen voor Wiggher Boeckels zoon, Dirc Dirac zoon, Mees Pieters zoon en Adriaen den vleeschhouwer aan Griete Dellen dochter 9 gouden Engelsche nobels, te betalen binnen % jaar, nadat deze mondig geworden zal zijn. Int jair ons Heren M CCCC twee ende twintich op sinte Pieters ende Pouwels' dach. 1) Afsohr. in Inv. no. 1, no. LXXXII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 63. 97. 1423 November 4. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Dirc Muel erkent schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 80 schellingen, gaande uit yz morgen land in het Ouwelant, genoemd In die Maet. Int jair dusent vierhondert drie ende twintich des Woensdages na alre Heiligen dach. 1) Oorspr. ((Inv. no. 90). Met geschonden schepenzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXV. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 64. 98. 1424 October 13. Dirc Jans zoon de Beus maakt met raad van heer Jan van der Haer, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij hij vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar 5 hont land in den Heen. Int jair ons Heren M CCCC vier ende twintich des Vrydaghes na sinte Victoers dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 47). Met het zegel van den pastoor in .groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXVI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 65. 99. 1424 October 13. Willem Bartelmees' zoon erkent schuldig te zijn aan de kerk, den Heiligen Geest en het gasthuis te tsGravenzande elk een jaarlijksche rente van 10 groot Hollandsch, vermaakt door zijn voorzaat Cornelis Jans zoon, gaande uit zijn huis met erf binnen de stad tsGravenzande aan den Ommelope. Int jair ons Heren M CCCC vier ende twintich des Vridaghes na sinte Victoers dach. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXVIII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 66. 100. 1424 November 18. Jan Fynioy en Gheertruyt zijne echtgenoote, maken met raad van den parochiepastoor een testament, waarbij zij vermaken aan den Heiligen Geest te tsGravenzande de helft van 5 hont land in het Ouwelant. Int jair ons Heren M CCCC vier ende twintich op sinte Elizabeths avond in den winter. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXVII. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 65. * 101. 1424 December 1. ; Jan van der Haer, parochiepastoor te tsGravenzande, oorkondt, dat Joest Pieters zoon erkent, dat Jan van Valkenburch vermaakt heeft aan den Heiligen Geest aldaar % deel tarwe 's jaars, gaande uit 1 % morgen land, grenzende ten noorden aan de vaart en ten zuiden aan de Hoflaen. Int jair ons Heren M CCCC vier ende twintich des Vrydaghes na sinte Andries' dach apostel. 1) Oorspr. (Inv. no. 71). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXXXIX. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 66. 102. 1425 Februari 17. Balie Heynen maakt met raad van heer Jan van der Haér, parochiepastoor, een testament, waarbij zij vermaakt aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 10 groot, gaande uit de helft van het huis en erf binnen tsGravenzande aan de noordzijde van de kerk bij het gasthuis. Int jair ons Heren M CCCC vijf ende twintich opten seventienden dach in Februario. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XC. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 67. 103. 1425 April 1. Allaert Bartolomees' zoon verkoopt aan den Heiligen Geest te tsGravenzande 1 morgen land aan de westzijde van de poort. Int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende twintich op den eersten dach van April. 1) Oorspr. (Inv. no. 48). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCI. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 67. 104. 1425 April 25. Dirc Airnts zoon en Aechte Florys', zijne echtgenoote, vermaken aan den Heiligen Geest te tsGravenzande 2 morgen land aldaar op Donysvelt ten noorden van de Watering, met last tot zekere jaarlijksche uitkeeringen. Int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende twintich op sinte Marcus' ewangelisten dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 49). Met de zegels van Jan van der Haer, parochiepastoor, en Pieter Jans zoon van de Sterre, Heilige-Geestmeester, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCII. 3) Afschr. in Inv. no. 2., bldz. 68. 105. 1426 December 17. Machtelt Jans dochter maakt met raad van heer Jan van der Haer, parochiepastoor van tsGravenzande, een testament, waarbij ze ver^ maakt aan den Heiligen Geest aldaar 4y2 hont land in Zandambacht, nader vermeld in den brief d.d. 1409 Januari 20 (reg. no. 78), waardoor deze gestoken is, met last tot zekere uitkeeringen. Int jair ons Heren M CCCC ses ende twintich tSinsdaghes na sinte Luciën dach. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. LXX1. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 52. 106. 1427 Maart 12. Aernt Gherits zoon1) verkoopt aan Pieter Jans zoon van der Sterre % van 7 hont land in het ambacht van tsGravenzande aan de oostzijde van de poort bij de vaart. . ») Zie bldz. 382. Int jaer ons Heren M° CCCC° zeven ende twintich op sinte Gregoris' dach. Oorspr. (Inv. no. 50). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. N.B. zie reg. no. 119. 107. 1428 Juli 21. Machtelt Louwen dochter vermaakt aan den Heiligen Geest te tsGravenzande 6 hont land in den Heen aldaar tusschen den weg en den Poel, met last tot uitkeering van 1 pond Hollandsch 's jaars aan de bagijnen te tsGravenzande. Int jair ons Heren dusent vierhondert achtentwintich up sinte Marien Magdalenen avont. 1) Oorspr. (Inv. no. 51). Het zegel van heer Jan van der Hair, parochiepastoor, verloren. 2) Afsohr. in Inv. no. 1, no. XCIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 69. 108. 1430 Augustus 27. Allairt Hugen zoon en Yde, zijn echtgenoote, met hunne kinderen vermaken o. a. aan den Heiligen Geest (te tsGravenzande) een jaarlijksche rente van 5 schellingen, gaande uit 1 morgen land in het ambacht tsGravenzande over den Noortpoel, welk land hunne kinderen zullen gebruiken, en waarvoor zij jaarlijks den armen een zak tarwe zullen uitdeelen, terwijl bij gebreke daarvan de Heilige-Geestmeesters in bezit zullen treden en den zak tarwe uitdeelen. Int jair ons Heren M CCCC ende dertich des Sondaghes na sinte Bertelmees' dach. 1) Oorspr. (Inv. no. 91). Met het zegel van heer Jan van der Haer, parochiepastoor, in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCIIII. 3) Afsohr. in Inv. no. 2, bldz. 70. 109. 1431 December 24. Dirc Moei belooft Jan Déym 12 gouden wilhelmusschilden te zullen betalen, ieder jaar 1 schild, wegens achterstallige landhuur. Int jair ons Heeren M CCCC XXXI opten Korsavont. Oorspr. (Inv. no. 102). Met geschonden zegel van Florys Gheryts zoon in groene was. 110. 1434 April 11. De provisor en deken van Delfland keurt goed het testament, gemaakt of te maken door heer Gerardus Nicolaus' zoon, priester te tsGravensande. Anno Domini millesimo CCCC tricesimo quarto Dominica qua cantatur pro introïtu misse Misericordias Domini. , Oorspr. (Inv. no. 109). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 111. 1484 April 12. Gheryt de Bruyn van Burgdijck en Symon Dirx zoon, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Heynric Boudijns zoon verkoopt aan Aernt Florys' 2 gouden wilhelmusschilden 's jaars, gaande uit zijn huis en erf aan de Langhestraet. Int jair ons Heren M CCCC vier ende dertich upten twaelefsten dach in Apriïle. 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCV. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 71. N.B. Zie reg. no. 114. 112. 1485 Januari 9. Dirc Jacobs zoon en Fye, zijn echtgenoote ,maken een testament (beschikking), waarbij zij aan den Heiligen Geest te tsGravenzande 4 hont land schenken aan Willem van Naeldwijcs weg met last tot zekere uitkeeringen, terwijl zij het land tot hun dood in gebruik zullen houden. Int jair ons Heren M CCCC viji ende dertich opten neghenden dach in Januario. 1) Oorspr. (Inv. no. 52). Met de zegels van Dirc Jacobs zoon, Florys Gheryts zoon en Joest Pieters zoon in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCVIII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 73. 113. 1435 September 28. Alijt Hugen dochter vermaakt bij testament aan den Heiligen Geest te tsGravenzande Vs van baar vermogen, omdat deze eertijds in haar onderhoud heeft voorzien, met last om, als bij haar dood haar kinderen • Jan Jans zoon en Clays Clays' zoon, die nu in Enghelant wonen, nog uitlandig zijn, haar vermogen te gelde te maken en het resteerende deel voor hen te bewaren, en het, indien zij niet te tsGravenzande mochten terugkeeren, ten bate der armen te besteden. Int jair ons Heren M CCCC vijf ende dertich op sente Michiels avond. 1. Oorspr. (Inv. no. 106). Met geschonden zegels van Florys Gheryts zoon en joest Pieters zoon in groene was. 2) Afschr.* in Inv. no. L no. XCVII. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 72. 114. 1435 December 21. Aernt Florys' zoon en Heil Clays' dochter, echteheden, maken met raad van heer Jan van der Haer, parochiepastoor te tsGravenzande, een testament, waarbij zij vermaken aan den langstlevende van hen o. a. 2 wilhelmusschilden 'sjaars, gaande uit Heynric Boudijns zoons huis en erf, na hun beider dood te vervallen aan den Heiligen Geest aldaar. Int jair ons Heren M CCCC vijf ende dertich 5p sinte Thomas' avond apostel. 1) Afsohr. in Inv. no. 1, no. XCVI. 2) Afschr. in Inv. hc. 2, bldz. 71. N.B. Zie reg. no. 111. 115. 1437 October.8. Notaris Heynricus Eobbertus' zoon instrumenteert, dat Petrus Johannes' zoon de Sterre en Ymma Hugo's dochter, echtgenooten, eene testament maken, waarbij zij den Heiligen Geest aldaar c. 1% hont land in het Vrilant vermaken, na hun beider dood te aanvaarden. Acta sunt hec in tsGravenzande sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Euisdem millesimo quadringentesimo tricesimo septimo indictione decima quinta mensis Octobris die octava hora quasi tercia post meridiem pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Martini pape quarti anno suo septimo). 1) Afschr. in Inv. no. 1, no. XCIX. 2) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 73. 116. 1441 December 11. Symon Dirx zoon en Heynric Due, schepenen van tsGravenzande, oorkonden, dat Jacop Martijns zoon en Claes Martijns zoon, gebroeders, erkennen gezamenhjk schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 40 schellingen Hollandsch, gaande uit 5 hont land, welke zij samen hebben binnen de vrijheid van tsGravenzande tusschen het gasthuis en de gasthuislaan. Int jair ons Heren dusent vierhondert een ende viertich opten elf sten dach in Decembri. 1) Oorspr. (Inv. no. 72). Met twee schepenzegels in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1. 3) Afschr. in Inv. no. 2, bldz. 75. N.B. In margine van het afschr. 2) staat: dit brucken die Regulieren "ende is den hondertsen brief. 117. 1445 December 5. Bertelmeeus Partant, rentmeester van Noirt-Hollant, verkoopt uit naam van den hertog van Bourgondië, graaf van Hollandt etc, aan den Heiligen Geest binnen tsGravenzande alles wat den graaf is aanbestorven van koopman Claes Heynrix zoon, bastaard, overleden aldaar. vijf dage in Decembri int jair ons Heren XIIIIc vijf ende viertich. Oorspr. (Inv. no. 107). Met het zegel van den oorkonder in roode was. 118. 1447 Februari 28. Landschepenen van tsGravensande oorkonden, dat Phillips Symons zoon verkoopt aan de Heilige-Geestmeesters aldaar 8% hont land in Costverloren tusschen den Gruenen wech en den Puel. Int jaer ons Heeren duyssent vierhondert seven ende viertich upten lesten dach in Zelle. Oorspr. (Inv. no. 53). Met geschonden landzegel in groene was. 119. 1449 September 21. Airnt Florys' zoon van Zande1), kanunnik in den Hage, Willem Geryts zoon, Phillips van Dam, Martijn Aernts zoon, priesters, en Clais Airnts zoon1), schout van tsGravenzande, arbiters in het geschil van Wouter Jans zoon en Clais Jacobs zoon met de mede-Heilige-Geestmeesters en heer Pieter van der Sterre, priester, over het officie van het HeiligeGeestaltaar in de kerk van tsGravenzande, dat deze van wege hen bediende, beslissen, dat hij dit zijn léven lang zal bedienen tegen het genot van de gewone inkomsten. Gedaen upten een ende twintichsten dach in Septembri int jair ons Heren duysent vierhondert negen ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 112). Met de zegels van de vijf oorkonders, in groene was, dat van F. v. Dam zeer geschonden. 120. 1450 Februari 12. Kerstant Mailland, pastoor van tsGravenzand, oorkondt, dat Katrijn Jan Finioys dochter, onder bevestiging van haar testament; gemaakt met haar eersten echtgenoot Florys Dircs zoon, waarbij ze aan den Heiligen Geest vermaakte % morgen land in Zeelanderslant, thans met >) Zie bldz. 382. haar tweeden echtgenoot Jacob Willem Kampen zoon een testament maakt, waarbij zij aan den Heiligen Geest yermaakt een jaarlijksche rente van 1 pond Hollandsch, gaande uit de helft van een woning aan den Ouden Maesdijc, met last tot verschillende uitkeeringen. Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vijftich upten twalefsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 92). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. N.B. Hieraan zijn gehecht de nos. 83 en 84. 121. 1459 Januari 10. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat de kerkmeesters en de Heilige-Geestmeesters van Sceveninghe gezamelijk verhuren aan Lambrecht Aernts zoon 3 stukken lands, genaamd Een Morghen. Opten tienden dach in Januario int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no, 63). Met geschonden landzegel in groene was. Met transfix d.d. 1551 Januari 28 (reg. no. 149). 122. 1459 Januari 18. Lijsbeth Huygen dochter maakt met raad van den pastoor, heer Jan van Werken, een testament,waarbij ze vermaakt aan den Heiligen Geest te tsGravenzande de helft van 1 y2 morgen 1 hont en 85 gaarden land, haar aangekomen van haar zuster Ymme, gelegen in Noorland van den Noorlantschen dijk tot de Kreek, met last tot verschillende uitkeeringen en het doen houden van missen enz. Upten achtiensten dach in Januario int jaer ons Heeren duyssent vierhondert neghen ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 54). Met het zegel van den pastoor in groene was. 123. 1460 Juni 14. Claes Huyge Vreyen zoons zoon verkoopt aan Wouter Geryts zoon te Naeldwijck 6 morgen geestgrond zuidwaarts van den Achtermolen te tsGravenzande tegen den Noorlantschen dijk. Int jaer ons Heren duussent vierhondert ende tsestich upten viertyensten dach in Junio. Oorspr. (Inv. no. 58). Met de gesehonden zegels van Jan die Bloot en Dirck van Dorp, schout van 's-Gravenzande, in groene was. Met transfix d.d. 1484 Juni 22, (reg. no. 132), waardoor de brief d.d. 1481 Februari 16 (reg. no. 131) hieraan is vastgehecht. 124. 1464 September 9. Notaris Nicolaus Thomas' zoon instrumenteert, dat Beli Dirc Clais Olyviers dochter, bagijn te Zande, een testament maakt, waarbij ze den Heiligen Geest en het bagijnhof vermaakt 2 morgen land in het Nyeuwelant bewesten den Ouden dijk d. w. z. x/s hiervan aan het bagijnhof en % aan den Heiligen Geest, met last aan de Heilige-Geestmeesters tot het doen van missen en verschillende uitkeeringen. Acta fuerunt hec in domo habitationis prefate Belye sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo quarto indictione duodecima mensis Septembris die vero nona hora quinta post vesperas vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno suo primo). Oorspr. (Inv. no. 55). Met de signatuur van den notaris. 125. 1465 Februari 27. Notaris Florentius de Dam instrumenteert, dat Henricus Zaelboger en Johannes die Bloot, Heilige-Geestmeester te tsGravenzande, tot arbiters benoemen in hun geschil over 12 pond Hollandsch 'sjaars, door Wilhelmus Zaelboger, vader van Henricus, aan den Heiligen Geest vermaakt, heer Petrus de Bijck, licentiaat in het kanonieke recht, cureit van de parochiekerk in Haga, en Mr. Johannes de Haelwijn, doctor in de beide rechten, raad van den hertog van Bourgondia, voor den Heiligen Geest en Mr. Henricus de Mida, doctor in de beide rechten, en Adrianus Lottinus' zoon, doctor in de rechten, voor de andere partij, terwijl als superarbiter zal optreden de stadhouder van Holland met advies van de kamer van Holland. Acta fuerunt hec anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo quinto indictione decima tercia mensis Februarii die penultima hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno primo) in villa Hagensi ibidem in ecclesia Hagensi antedicta. Oorspr. (Inv. no. 103). Met de signatuur van den notaris. 126. 1465 Maart 2. Notaris Florentius de Dam instrumenteert, dat Pieter de Bijck, cureit van den Hage, Jan van Haelwijn, raad, en Adriaen Lottijns zoon, advocaat van den hertog van Bourgondia, mede namens Mr. Heinric van der Mye, als arbiters in het geschil tusschen de Heilige-Geestmeesters van tsGravenzande en Heinric Zaelboger over 12 pond Hollandsch 'sjaars, door diens vader Willem Zaelboger aan den Heiligen Geest vermaakt, beslissen, dat Heinric Zaelboger een bedrag van 125 pond Hollandsch in termijnen zal betalen, te gaan uit zijn hofstede in het Ouwelant, in leen van Adriaen van Baephorst. Acta fuerunt hec anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo quinto indictione decima tercia mensis Martii die secunda hora sexta post vesperas vel quasi pontificatus santissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno primo) infra scepta curie Hagensis ibidem in camera consihiHolandensis. Oorspr. (Inv. no. 103). Met de signatuur van den notaris. 127. 1467 December 21. Heer Wouter van Overijn, pastoor in tsGravenzande, oorkondt, dat Jacop Tyelmans zoon en oude Jan Tyelman zoon erkennen schuldig te zijn aan den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 3 pond Hollandsch, door hun vader Tyeman Willems zoon vermaakt, gaande uit 2 morgen lands binnen den ban van het Honterland, tusschen den ouden dijk, genaamd de Aerstendijk en den nieuwen Maesdijck. Upten XXIen dach van December int jaer ons Heeren dusent vyerhondert sevendetsestich. Oorspr. (Inv. no. 98). Het zegel van den oorkonder is verloren. 128. 1472 Februari 19. Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Olivyer Jacops zoon verkoopt aan Jan die Bloet, Dirck Huyge en Jan Aryaens zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, y2 morgen land benoorden de stad. .... upten neghentyenden dach van Februario in den jaere ons Heeren duysen vyerhondert twyentsestich. Oorspr. (Inv. no. 56). Het geschonden landzegel in groene was. 129. 1479 Januari 14. Landschepenen van het ambacht van sGravenzande oorkonden, dat Lambrecht Dircs zoon en Gheerte, zijn echtgenoote, vermaken aan den Heiligen Geest aldaar 2 hont land aan de Banwateringe en 4 hont land in het Vrylant aan de stedevaart met last tot eenige uitkeeringen en het houden van jaargetijden. Gedaen upten XlIIIen dach in Januario in den jairtms Heren dusent vierhondert negen ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 57). Met geschonden landzegel in groene was. 130. 1480 Augustus 15. Spronck Tyemans zoon (Sprongh) en Aerst Jans zoon, schepenen in sGravensande, oorkonden, dat Jan Ariens zoon, de barbier, en zijn vrouw Lijsbet schenken aan den Heiligen Geest aldaar hun geheele vermogen in ruil voor volledig levensonderhoud. Ghedaen den XVen dach in Augusto int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 108). Met de zegels van de oorkonders in groene was. 131. 1481 Februari 16. Jan Symons zoon, poorter te sGravenzande, verkoopt aan Bouwijn Gheryts zoon y2 morgen land beoosten den Noerlantschen dijk. Opten sestienden dach in Februario int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende tachtich. Oorspr. in duplo (Inv. no. 58). Met het zegel van Heynric Gillis Storms zoon in groene was. Een dezer met transfix d.d. 1484Juni 22 (reg. no. 132); de ander is er aangehecht. 132. 1484 Juni 22. Heynrick Gillis Storms zoon en Jan Symons zoon, schepenen in sGravensande, oorkonden, dat Jorys Boijns zoon verkoopt aan Arien Jan Gillis' de helft van 7 morgen land in Donysvelt, vermeld in de brieven d.d. 1460 Juni 14 (reg. no. 123) en 1481 Februari 16 (reg. no. 131), waardoor deze gestoken is. den XXIIten dach in Junio int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 58). Met het zegel van Jan Symons zoon in groene was, dat van Heynrick Gillis Storms zoon verloren. Met transfix (losgeraakt) d.d. 1487 Juli 10 (reg. no. 133). 133. 1487 Juli 10. Jan Symons zoon, burgemeester, en koopman Willem Dircks zoon. schepen in sGravenzande, oorkonden, dat Adriaen Jan Gillis' zoon verkoopt aan den Heiligen Geest aldaar 7 morgen land in Donysvelt, ver- meld in de brieven d.d. 1460 Juni 14 (reg. no. 128), en 1481 Februari 16 (reg. no. 181), waardoor deze gestoken is. Ghedaen opten Xen dach in Julio int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 58). Het transfix is losgeraakt; de zegels van den burgemeester en Aert Jans zoon verloren. 134. 1488 Januari 24. Landschepenen van het ambacht sGravenzande oorkonden, dat Marritgen Pieter Ancem zoons weduwe met haar kinderen, ingevolge den wensch van haar overleden echtgenoot, vermaken aan den Heiligen Geest aldaar y2 morgen land in het Ouwelant benevens een jaarlijksche rente van 10 stuivers, gaande uit 2% morgen land in het Nieuwelant bij de Banck tusschen den Noorlantscben dijk en de oude gors, met last tot vèrschillende uitkeeringen en het doen houden van memoriën etc. Opten XXIIIIte dach in Januario int jaer ons Heeren dusent vierhondert acht ende tachtich. Oorspr. (Inv. no. 59). Het ambachtszegel verloren. N.B. Zie reg. no. 137. 135. 1490 November 21. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat heer Barthelomees Jacobs zoon, priester, en Agnies Jacobs dochter, bagijn, in erfhuur geven aan Jan Jacobs zoon van Wael 1 y2 morgen land in Donysvelt. .... opten XXIten dach in Novembri in den jaere ons Heeren dusent vierhondert ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 96). Met geschonden ambachtszegel in groene was. N.B. Gehecht aan no. 155. 136. 1497 Juni 20. Deken en kapittel van Sinte Adriaen te Naeldwijc erkennen schuldig te zijn aan den Heiligen Geest te sGravensande een jaarlijksche rente van 8 pond Hollandsch, gaande uit 44 morgen land ter Made bij Delff, vermaakt door heer Henric van Naeldwijc. int jaer ons Heren duysent vierhondert seven ende tnegentich twintich dagen in Junio. Oorspr. (Inv. no. 68*). Met het zegel van het kapittel in roode was. 137. 1506 Maart 3. Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Adriaen Pieter Ancems zoon erkent schuldig te zijn aan de Heilige-Geestmeesters aldaar een jaarlijksche rente van 15 groot, den Heiligen Geest toegezegd door zijn moeder Merritgen Pieter Ancem zoons, gaande uit 1 morgen land in Noorlant. Upten derden dach in Maerte in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende sesse. Oorspr. (Inv. no. 93). Met geschonden ambachtszegel in groene was. N.B. Zie reg. no. 134. 138. 1517 Mei 27. De graaf van Nassou, van Vianden etc, heer tot Breda etcv stad- 24 houder-generaal, president en raad des konings van Spaengnen etc, gecommitteerd ter zake van Hollant, Zeelant en Vrieslant, gelast den eersten gezworen bode, exploitier van de kamer van den Raad in Hollant, de Heilige-Geestmeesters van sGravensande te dagvaarden wegens het door hen gelegd beslag op een berg, door Jan Ghisbrechts zoon aldaar ter voldoening van onkosten verkocht aan Jan Duyst, deurwaarder, voormalig cipier van de gevangenis en voorpoort van het Hof, alwaar hij op verzoek van een zijner crediteurs, Mr. Willem van Berendrecht, gevangen gezet was. Gegeven in den Hage upten XXVIIen dach van Mey int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende zeventhienne. Oorspr. (Inv. no. 62). Met overblijfselen van een zegel in roode was. N.B. Het desbetreffend request met daarop gestelde beschikking, dat hier aan gehecht was, is verloren. 139. 1517 December 10. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Florys Gheryts zoon verkoopt aan Cornelys Huyghe zoon van Poel x/s van zijn landerijen in Teylinger tyende en in Donysvelder tyende in het Opperlant, samen groot ongeveer 15 hont. opten thienden dach van December in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende zeventhien. Oorspr. (Inv. no. 60). Het ambachtzegel verloren. Met transfix d.d. 1518 Maart 31 (reg. no. 140). 140. 1518 Maart 31. Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Cornelys Huyge zoon van Poel verkoopt aan Harman Jans zoon aan den Ouden dijk Vs van het land, vermeld in den brief d.d. 1517 December 10 (reg. no. 139), waardoor deze is gestoken. Opten laetsten dach van Maerte in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende achtien. Oorspr. (Inv. no. 60). Het ambachtszegel verloren. N.B. Uit een aanteekening in dorso blijkt, dat deze 5 hont aan den Heiligen Geest zijn gekomen. 141. 1520 September 10. Prior en convent der Eegulieren van Bethaniën binnen de stad sGravensandt verkoopen aan den Heiligen Geest aldaar 1 morgen land, genaamd de Breede morghen, in Teylinger tyend tegen 1 morgen aldaar bij Satelpogers laen. Upten thienden dach van September in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 61). Met geschonden conventszegel in groene was. 142. (Na 1524). Louwerys Ghijsbrechs zoon, Cornelis Willems en Jan Willems zoon, kuiper, Heilige-Geestmeesters, erkennen ontvangen te hebben met toestemming van schout, burgemeesters en schepenen der stad sGravenzande, hetgeen hun vermaakt is bij testament d.d. 1524 November 27 door heer Dirck Wouters zoon, priester, nl. een bedrag van 1 pond Vlaamsch benevens zijn huis en erf, staande aan de noordzijde der kerk. Afschr. in Inv. no. 1, no. 1. 143. 1528 Augustus 11. Burgemeesters, schepenen enz. der steden van Dordrecht, Haerlem, Delft, Leyden en van der Goudt verkoopen aan Jacop Coppier een jaarlijksche rente van 18 pond Vlaamsch, losbaar met den penning 16. Upten Xlen dach van Augusto anno vijftienhondert acht ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 62). Met de geschonden zegels der 5 steden in groene was. Met transfix d.d. 1528 November 6 (reg. no. 144). 2) Afschr. door notaris B. van Heusden d.d. 1580 December 7. 144. 1528 November 6. Jacob Coppier verklaart de rente van 18 pond Vlaamsch 's jaars, vermeld in den brief d.d. 1528 Augustus 11 (reg. no. 143), waardoor deze gestoken is, gekocht te hebben om haar, ingevolge testament van Mr. Willem van Berendrecht en zijn echtgenoote Barbara Coppiers, zijn zuster, te laten uitkeeren door de Heilige-Geestmeesters van sGravensande aan de armen. Upten zesten dach in Novembri anno vijftienhondert acht ende twintich. 1) Oorspr. (Inv. no. 62). Met sporen van een zegel in roode was. 2) Afschr. door notaris B. van Heusden d.d. 1580 December 7 (Inv. no. 62). 145. 1541 Juli 4. Cornelis Willems zoon, Dirck Willems zoon en Ariaen Geryts zoon Coninck, schepenen in hei ambacht van sGravensande, oorkonden, dat . Suetgen Willems dochter, weduwe Dircx zoon, verkoopt aan Cornelis Willem Coppairts zoons zoon een jaarlijksche rente van 8 pond Hollandsch, gaande uit haar woning in Donysvelt bij de Waele. upten vyerden dach in Julio in den jaire ons Heeren vijftienhondert een ende veertich. Oorspr. (Inv. no. 96). Het landzegel verloren. Met transfix d.d. 1558 Mei 6 (reg. no. 155). N.B. Het stuk is beschadigd en vastgehecht aan no. 135. 146. 1545 Februari 13. Cornelis Willems zoon en Claes Cornelis' zoon, schepenen der stad sGravezandt, oorkonden, dat de erven van Mr. Willem van Oye te Leiden, volgens testamentaire beschikking van Mr. Willem van Berendrecht, geven aan den Heiligen Geest te sGravezandt de halve weer lands in 5y2 weer in het Nieuwelandt, waarop het huis Van Maerten Herpers zoon staat, 9 hont lands in het Noerderlandt en 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis van Garbrant Clays' zoon aan de zuidzijde van het groote huis in de Langestraat binnen de stad sGravezandt, met last tot uitkeering van een lijfrente van 6 gouden carolusguldens aan Jannetjen Jans dochter. opten dertiensten February int jaer ons Heeren XVc vijf ende veertich stilo communi. 1) Oorspr. (Inv. no. 62). Met het stadszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. 7 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm in 1577. N.B. In dorso van het oorspr. staat, dat genoemde halve weer lands verkocht is aan Maritgen Adriaens dochter, weduwe van Maerten Herpers zoon. 147. 1545 Februari 18. Cornelis Willems zoon en Claes Cornelis' zoon, schepenen van sGravenzande, oorkonden, dat Allairt Henricks zoon, Willem Jans zoon Dom, Heyman Aeriaens zoon en Florys Dirx zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, beloven een lijfrente van 6 gouden carolusguldens uit te keeren aan Jannetgen Jans dochter, de nicht van Claertgen van Berendrecht, echtgenoote van Franck Pieters zoon van der Meer, hoogheemraad van Delfflant, uit de landen en renten, die Mr. Willem van Oy te Leyden den Heiligen Geest vermaakt heeft ingevolge den wensch van Mr. Willem van Berendrecht. .... up dén dertyenste February in den jaire duysent vijfhondert vijf ende veertich nae gemeen scriven. Oorspr. (Inv. no. 62). Het stadszegel is verloren. N.B. In dorso staat: De Jannetge Jansdochter is overleden den derden Novembris; tselfde is wel ses ofte seven jairen gheleden, ende alsoe ick dickwils soe deen als dander gemaent hebbe, ist tselfde tot nochtoe nyet toegedaen. Joest van Berendrecht. Dat die kinderen van Jannetge erven soude, beloept.... 1 gulden V stuivers. 148. 1546 Maart 80. Wouter Jans zoon, Franck Jans zoon en Aeriaen Mathijs' zoon, schepenen in Santambacht, oorkonden, dat Cornelis Huges van Puel belooft den Heilige-Geestmeesters tsGravesande jaarlijks uitte keeren 2 achtendeel tarwe, gaande uit zijn huis en 3 morgen land in de Hoenderthiende beoosten den Maesdijck, ingevolge het testament van Claes Jans zoon en zijn echtgenoote Agnies. Upten XXXen dach in Maerte in tjaer ons Heeren XVc ses ende veertich. Afschr. op perkament d.d. 1587 Juli 10 (Inv. no. 94). 149. 1551 Januari 28. Vranck Jans zoon, Wouter Jans zoon en Adriaen Matthijs' zoon, schepenen in Santambacht, oorkonden, dat Jans Jans zoon van Buyten te Delft verkoopt aan Willem Cornelis' zoon in den Boem 2 hont lands in het Oudelant, vermeld in den brief d.d. 1459 Januari 10 (reg. no. 121), waardoor deze gestoken is. Upten XXVIII January in den jaire ons Heeren dusent vijfhondert ende eenenvijftich nae tgemeen scryven. Oorspr. (Inv. no. 63). Met het landzegel in groene was. Met twee transfixen d.d. 1554 Januari 24 (reg. no. 151) en 1563 November 17 (reg. no. 161). 160. 1551 September 19. Garbrant Claes' zoon en Hubrecht Claes' zoon, schepenen van tsGravesande, oorkonden, dat Pieter Syers zoon en Dirc Pieters zoon verkoopen aan de tafel van den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van iy2 pond Hollandsch. Upten XIX September anno Domini XVc ende eenenvijftich. Oorspr. (Inv. no. 104). Met geschonden stadszegel in groene was. 151. 1554 Januari 24. Vranck Jans zoon, Cornelis Adriaens zoon en Adriaen Jans zoon, schepenen in het ambacht van tsGravesant, oorkonden, dat Willem Cornelis' zoon in de Boom verkoopt aan Gerit Wouters zoon, poorter der stad tsGravesant, 2 hont lands in het Oudelant, vermeld in den brief d.d. 1551 Januari 28 (reg. no. 149), waardoor deze gestoken is. Opten XXIIII January int jaer .ons Heeren dusent vijfhondert ende vier ende vijftich communi stik). Oorspr. (Inv. no. 63). Het ambachtszegel is verloren. Met transfix d.d. 1563 November 17 (reg. no. 161). 152. 1555 Januari 13. Cornelis Adriaens zoon en Joris Willems zoon, schepenen van het ambacht tsGravensant, oorkonden, dat Willem Cornelis' zoon in de Boem, verkoopt aan Adriaen IJsbrants zoon, priester aldaar, eene jaarlijksche rente van 6 pond Hollandsch, losbaar met den penning 16, gaande uit verschillende landerijen in de Pachtlandsche tienden, Heerentiend en Weytiende in den Tielkamp. Opten XIII Januarii in de jaer ons Hefen dusent vijfhondert vijf ende vijftich nae tgemeen scriven. 1) Oorspr. (Inv. no. 95). Met het landzegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. 6 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm in 1577. N.B. In dorso van het oorspr. staat een verklaring van den notaris A. A. Storm, dat 1577 Februari 23 deze rente door de weezen van Gielis Joris' zoon, erfgenamen van heer Adriaen IJsbrants zoon, gecedeerd is aan den Heiligen Geest te 's-Gravenzande. 153. 1555 Februari 19. Cornelis Adriaens zoon en Joris Willems zoon, schepenen van het ambacht sGravezant, oorkonden, dat Willem Cornelis' zoon in de Boom verkoopt aan Heyltgen Adriaens dochter, wees van Adriaen Adriaens zoon, en Machtelt Adriaens dochter, een rente van 1 y2 pond Hollandsch 'sjaars, losbaar met den penning 16. in den jaer ons Heeren XVc vijf ende vijftich den XlXen Fe- bruary nae tgemeen scriven. 1. Oorspr. (Inv. no. 105). Met geschonden ambachtszegel in groene was. Met transfix d.d. 1564 Maart 21 (reg. no. 162). 2. Afschr. in Inv. no. 1, no. 4 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm in 1577. N.B. In dorso van het oorspr. een verklaring van genoemden notaris d.d. 1577 Februari 23, dat de weezen van Gielis Joris' zoon, erfgenamen van heer Adriaen IJsbrants zoon, deze rente transporteeren aan den Heiligen Geest. 154. 1557 Maart 5. Het Hof van Hollandt in den Hage bepaalt, dat de Heilige-Geestmeesters der stad sGravesande hun verhuringen van landerijen voortaan in het openbaar moeten houden en dat hun rentmeester jaarlijks rekening moet doen. Gedaen in den Hage den Ven Martii anno XVc zes ende vijftich naer stile van den voorszegden Hove. Oorspr. (Inv. no. 26). Met de handteekening van J. Purtijck, secretaris. 155. 1558 Mei 6. Antonis Symons zoon en Pieter Thijs' zoon, schepenen der stad sGravezande*, oorkonden, dat Martijn Cornelis' zoon, medeschepen, als erfgenaam van zijn vader Cornelis Willem Copperts zoon, mede voor zijn zuster Neeltgen en de andere erven, transporteert aan de tafel van den Heiligen Geest aldaar de rente van 8 pond Hollandsch 'sjaars, vermeld in den brief d.d. 1541 Juli 4 (reg. no. 145), waardoor deze gestoken is, met bestemming voor de scholasterie, boven betgeen de Heilige Geest hiervoor pleegt te geven. Actum den VI Mey XVc achterivijftich. Oorspr. (Inv. no. 96). Met geschonden stadszegel in groene was. 156. 1558 Mei 6. Antonis Symons zoon en Pyeter Thijs' zoon, schepenen der stad sGravezande, oorkonden, dat Jacob Jans zoon, schoenmaker, erkent schuldig te zijn aan de tafel van den Heiligen Geest aldaar een jaarlijksche rente van 10 stuivers, gaande uit zijn huis aan de Langestraet beoosten den Afterwech en uit een bakhuisje met erf daarnaast, lang 5 roeden 8 voet. .... den sesten dach in Mey duysent vijfhondert acht en vijftich. Oorspr. (Inv. no. 73). Met geschonden stadszegel in groene was. 157. 1561 Januari 27. Het Hof van Hollant geeft akte van den eisch van Cornelis van Haeften als procureur van de meesters van den Heiligen Geest binnen de stad sGravesande in de zaak tegen Claes Pieters zoon betreffende de betaling van de pacht der 5y2 a 6 morgen land aan de Loesduyner laan, in 1360 vermaakt door Willem Moelenaer, waarbij hij dit land revindiceert en de betaling van 25 pond Hollandsch eischt. Gedaen in den Hage den XXVIIen January LX stilo curie. Oorspr. (Inv. no. 64). Met handteekening van den secreatris W. de Berendrecht. 158. 1561 Juni 19. Het Hof van Hollant geeft akte van het antwoord van Frans Huybrechts zoon als procureur van Ghijsbrecht Pieters zoon van Loesduynen op den eisch van Cornelis van flaeften als procureur van de HeiligeGeestmeesters van sGravesande, waarbij deze afziet van verder verweer en belooft den eisch te zullen voldoen. Gedaen in den Hage den XlXen Juny XVc LXI. Oorspr. (Inv. no. 64). Met handteekening van den secretaris W. de Berendrecht. 169. 1561 Juli 19. Het Hof van Holland, beschikkend in de zaak van de Heilige-Geestmeesters van sGravesande tegen Gijsbrecht Pieters zoon te Loesduynen, bevestigt den eisch. Gedaen in den Hage den XlXen July anno XVc LXI. Oorspr. (Inv. no. 64). Met de handteekening van den substituut-griffier F. de Hove. N.B. Hieraan is vastgehecht no. 160. 160. 1561 November 26. . De prins van Orangen etc, president, en de raden des Konings over Hollant, Zeelant en Vrieslant dragen den eersten gezworen exploitier van de kamer van den Eaad van Hollant op om de beschikking van het Hof d.d. 1561 Juli 19 (reg. no. 159), waaraan deze gehecht is, ten verzoeke van de Heilige-Geestmeesters van sGravesande ten uitvoer te leggen. . _ Gegeven in den Hacge den XXVIen Novembris anno XVc LXI. Oorspr. (Inv. no. 64). Het zegel van justitie verloren. 161. 1568 November 17. Cornelis Adriaens zoon, Joris Willems zoon en Joost Euelen zoon, schepenen in het ambacht van sGravesande, oorkonden, dat Maritgen Floris' dochter, weduwe van Gerrit Wouters zoon, verkoopt aan den Heiligen Geest aldaar 2 hont land in het Oudelant, vermeld in de brieven d.d. 1554 Januari 24 (reg. no. 151) en 1551 Januari 28 (reg. no. 149), waardoor deze gestoken is. .... upten XVIIen Novembris anno XVc LXIII. Oorspr. (Inv. no. 63). Met geschonden amhachtszegel in groene was. 162. 1564 Maart 21. Cornelis Adriaens zoon, Joris Willems zoon en Joost Euelen zoon, schepenen van het ambacht sGravezandt, oorkonden, dat Dirck Jans zoon, wonende Ter Heyde, echtgenoot van Heyltgen Adriaens dochter, wees van Adriaen Adriaens zoon en Machtelt Adriaens, cedeert aan heer Adriaen IJsbrants zoon een rentebrief van 1 % pond Hollandsch, nader omschreven in den brief d.d. 1555 Februari 19 (reg. no. 158), waardoor deze is gestoken, benevens een rentebrief van 1 carolusgulden 'sjaars ten laste van Vranck Jans zoon, later van Arent Jans zoon, zijn broeder. den XXIen Martii anno XVc vier ende tsestich. 1) Oorspr. (Inv. no. 106). Met geschonden ambachtszegel in groene was. 2) Afschr. in Inv. no. 1, no. 5 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm in 1577. 163. 1567 Juli 8. Jasper Jacops zoon en Jacob Alowijns zoon, schepenen der stad sbravezande, oorkonden, dat Jan Adriaens zoon, schoenmaker aldaar, verkoopt aan Adriaen IJsbrants zoon, priester aldaar, een jaarlijksche losrente van 2 carolusguldens, losbaar met den penning 16. .... opten achten Jury anno XVc seven ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 no. 9 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm in 1577. N.B. Gecancelleerd. Zie no. 167. 164. 1571 Februari 25. Adriaen Joesten zoon en Arent Jans zoon, schepenen van Zandtambacht, oorkonden, dat Maritgen Adriaens dochter, wonende binnen de stad sGravezandt, erkent schuldig te zijn aan Joest Eoelof zoon, Jan Pouwels' zoon, Adriaen Pieters zoon Hoyeren Jan Dncks zoon, HeiligeGeestmeesters aldaar, 26 pond Vlaamsch als koopsom van 10 hont land in het Nieuwe land ten westen van de Maesdijcken. den XXVen February anno XVc ende enentseventich stilo communi. Afschr. in Inv. no. I, no. 2. N.B. Dit afschrift is gecancelleerd; in margine staat een aanteekening van Van Z wieten d.d. 1591 October 13, dat de schuld voldaan is. 165. 1578 Februari 24. Ariaen Joesten zoon Mathijs Jans zoen, en Aerent Jans zoon, schepenen van Santambacht, oorkonden, dat Joost Eoelen zoon, hun medeschepen, verkoopt aan de Heilige-Geestmeesters te sGravezande een rente van 4 pond Hollandsch 'sjaars, losbaar met den penning 16, gaande uit 1 y2 morgen land in het Nieuwelant, ten westen grenzende aan Wateringen, ten oosten aan den Maesdijck. opten XXIIIIen February anno XVc LXXIII stilo communi. 1. Oorspr. (Inv. no. 97). Met het ambachtszegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 1, no. 8 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm van 1577. 166. 1576 Augustus 12. Adriaen Joesten zoon, Cornelis Cornelis' zoon Puel en Dirck Adriaens zoon Camerman, schepenen van Zantdambacht, oorkonden, dat Maritgen Adriaens dochter, wonende te sGravezant, erkent schuldig te zijn aan Worm Jans zoon, Willem Cornelis' zoon Humans, Frans Jans zoon en Cornelis Willems zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, 28 pond Vlaamsch als koopsom van een half weer land, gelegen in het Nieuwelandt. den Xllen Augusti anno XVc ses ende tsdeventich. Afschr. in Inv. no. 1, no. 3 naar een afschrift door notaris Arent Adriaens zoon Storm van 1577. N.B. Bit afschrift is gecancelleerd; in margine staat een aanteekening van Van Zwieten van 1591. 167. 1588 Januari 18. De Heilige-Geestmeesters van sGravesande binnen en buiten verklaren, dat Jan Ariaens zoon, schoenmaker, en Marritgen Ariaens dochter, zijn zuster, afgelost • hebben de hoofdsom met de rente van de schuld, vermeld in den principalen brief (reg. no. 163). dezen XVIIIen January anno XVc acht ende tachtich. Oorspr. ingeschreven in Inv. no. 1, no. 10. NA DE HERVORMING. ARCHIEF VAN DE ONTVANGERS. INLEIDING. Voor de lotgevallen der Geestelijke Goederen in het algemeen na 1572 zie men De Archieven der Delftsche Statenkloosters door Mjej. Dr. S. W. A. Dbossabbs, blz. 551 en vlg. •) Anders dan de Delftsche kloosters, die tot het einde toe afzonderlijk beheerd werden, zijn de in dezen Inventaris behandelde geestelijke stichtingen alle langzamerhand bij het geestelijk kantoor te Delft geïncorporeerd, na eerst door afzonderlijke ontvangers te zijn beheerd, waarvan de meeste bekend zijn door overblijfselen hunner archieven. In 1578 werden aangesteld: voor de kloosters Sint Agniet, Sint Vincent2) en de abdij Loosduinen Joost van Leeuwen; voor het klooster Sint Elizabeth Cornelis Zybrants zoon, tinnegieter, schepen van den Haag; voor de kerken, memorie en getijden van den Haag en Haagambacht, Joachim Robbrechts zoon; voor het klooster Bethanië te's-Gravenzande werd 20 Februari 1578 Symon Jans zoon, drukker te Delft, als ontvanger aangesteld, doch in Maart 1573 treedt reeds Gherrit Lambrechts zoon van Schilperoert als zoodanig op. Voor de goederen der bagijnen te 's-Gravenzande werd in 1574 Bodewijk van den Binckhorst aangesteld; voor het klooster Nazareth te Eijswijk in 1578 Dirck Heinrics zoon Tromper, die toen tevèns belast werd met het beheer van de goederen der Eegulieren van Bethanië; ten slotte voor de kloosters Maria in Galilea en Bethlehem (of de proostdij Sint Barbara) te 's-Gravenhage in 1581 Cornelis van Coolwijck. J) In noot 2 op bldz. 552 aldaar leze men voor Bekenk. no. 13, Bekenk. nos. 496 en 497 ê*h op bldz. 554 voor 23 Mei 1675, 23 Mei 1577. s) Het Predikheeren- of Jacobijnerkloöster, genaamd St. Vineent, werd gesticht omstreeks 1397 door Margaretha van Kleef, tweede echtgenoote van Aelbrecht van Beieren. Na een brand werd het in 1420 herbouwd. In het midden der I6de eeuw diende het als archiefbewaarplaats voorde Staten van Holland. In 1566 in den beeldenstorm werd het verwoest, de kerk bleef echter gespaard. Na eerst tot paardenstal en geschutgieterij gediend te hebben, werd het kerkgebouw in 1617 weer in gebruik genomen, thans door de Hervormden. Het is de huidige zoogenaamde Kloosterkerk op den hoek van de Parkstraat en het Lange Voorhout. Van het archief van dit klooster is niets teruggevonden. Zie die Haghe, Bijdr. en mededeel. 1907 bl. 359 vlg. Geïncorporeerd in het Geestelijk kantoor te Delft, blijkens de rekeningen van dat lichaam, waren: de memorie van de Sint-Jacobskerk, de kerk en het H. Kruisgilde te Eikenduinen in 1578, de kloosters Sint Elizabeth, Maria in Galilea en Bethlehem in 1610, de kloosters Nazareth te Bijswijk en Bethanië te 's-Gravenzande in 1616, de abdij Loosduinen in 1656, terwijl de inkomsten der bagijnen te 's-Gravenzande in 1580 aan de stad werden geschonken, die ze onder het beheer van de Heilige-Geestmeesters stelde. INVENTARIS. L Cornelis Sybrants zoon, ontvanger over de goederen van het klooster St. Elizabeth. 1. „Staat van renten en landhuren. 1578. Met naamlijst der conventualen van 1572. 1 stuk. 2. Staat van landerijen en van de renten, waarmede deze bezwaard zijn. 1578. Met hjst van de conventualen en de aan ieder toegezegde alimentatie. 1 stuk. II. Joost van Leeuwen, ontvanger over de goederen der kloosters St. Vincent». Loosduinen en St. Agneta. o. St. Vincent. 3. Blafferd van renten enz. over 1577. 1 stuk. 4*. XXXIe Eekening over 1604, afgehoord 1605 October 22. 1 deel. . b. Loosduinen. N. B. Het kaartboek van de abdjj in 1569 aangelegd, is door den ontvanger voortgezet. Zie de beschrijving in den noot van Inv. Loosduinen no. 6. 5. Aanteekeningen betreffende de bezittingen en de inkomsten (c. 1579). 1 stuk. 6. Inventaris van de brieven. 1583. 1 katern. c. St. Vincent en Loosduinen. 7. Kohier van de verkooping der landerijen. 1599. 1 deel. N.B. Dit kohier bevat tevens de verkooping van een perceel land, behoord hebbende tot een vicarie in de kerk van Wateringen, vallende onder het beheer van den ontvanger Van Coolwjjpk. d. St. Agneta. 8. Rentebrief, groot 6 pond Vlaamsch 's jaars, ten laste van Pieter Cornelis' zoon, schout in Hekelingen. 1582. 1 charter. 9—10, Bekeningen van de goederen. 1596—1599. 2 stukken. 9*. XXIIIe Bekening over 1596, afgehoord 1601 Mei 8. 10*. XXVIe Bekening over 1599, afgehoord 1601 Mei 9. III. Gherrit Lambrechts zoon Schilperoert, ontvanger over de goederen van het klooster Maria Magdalena in Bethania. 11. Verzoekschrift van de Eegulieren aan den prins van Oranje om alimentatie. Advies van het stadsbestuur van Delft en ordonnantie van den commissaris van de rekeningen tot alimentatie. 1578. 1 stuk. 12*. Staat van de goederen. 1574. 1 stuk. N.B. Deze staat is vervaardigd naar opmeting van Coenraad Oels zoon in 1566 en gecopieerd door Theodoricus Tromperius 13. Pachtbrief van 65 gemeten land in Grysoord bij Nieuwe-Tonge voor Adriaen Adriaens zoon. 1575. 1 charter. IV. Dirc Heinrics zoon Tromper, ontvanger over de goederen van de kloosters Maria Magdalena in Bethania en O. L. V. in Nazareth. a. Maria Magdalena in Bethania. ' 14. Staat van jaarlijks te betalen pachten, renten en andere uitkeeringen. 1578. 1 katern. 15. Staat van landen, renten enz. met vermelding van pachters en pachtsommen over 1579. 1580. 1 deel. 16. Kaart van landerijen (21 morgen 24 roeden) ten Oosten van Poeldijk. 1588. 1 kaart. N.B. Deze kaart, in waterverf geteekend door Jan Potter Jans zoon, landmeter van Delfland, bevindt zich in Inv. no. 7 van de Regulieren. 17. Staat van uitkeeringen aan voormaligeconventualen. (c. 1585). 1 blad. N.B. Als vierde op deze lijst staat: Dierick Heynrix zoon Tromper, out omtrent Lil jaar .... 18. Huurcedel van 2 morgen 8% hont land bij 's-Gravenzande voor de weduwe Marritgen Claes' dochter. 1585. Afschrift. 1 stuk. N.B. Op de keerzijde van dit stuk is een inhoudsregister op het cartularium (Inv. no. 5 der Regulieren) gesteld. 19—26. Blafferds van de inkomsten. 1586—1595. 8 deelen. 19*. Blafferd over 1586. 20*. Blafferd over 1587. 21*. Blafferd over 1589. 22*. Blafferd over 1590. 28*. Blaffetd over 1591. 24*. Blafferd over 1592. . 25*. Blafferd over 1598. 26*. Blafferd over 1594 en over 1595. 27*. Staat van landen, renten enz. met vermelding van pachters en pachtsommen over 1594. Met 5 bijlagen. 28*. Bol van verpachte landen. 1595. 1 stuk. b. O. L. V. in Nazareth. "29. Huurcedel van 18 morgen weiland in Teylihgerbroek en een erf van van 8 hont in het ambacht Voorburg voor Jacob Dircks zoon en zijn moeder Leen Walichs dochter. 1598.1 stuk. c. Maria Magdalena in Bethania en O. L. V. in Nazareth. 30*. Bol van verpachte landen. 1598—1595.1 stuk. 31*. Staat van ontvangst en uitgave over 1596, opgemaakt 1598. 1 blad. 82*. XXXIIIe Bekening over 1611, afgehoord 1616 Juni 18. 1 deel. V. Cornelis van Coolwijck, ontvanger over de goederen van het klooster Maria in Galilea en de proosdij St. Barbara. a. Maria in Galilea. 33. Inventaris van de brieven door Lubeeck Dirx zoon, pater van het convent, overgegeven. 1581.1 katern. 34*. Erfpachtsbrief van twee tuintjes te 's-Gravenhage voor Aernt Pieters zoon en Philips Henrixszoon. 1588.1 charter. b. Maria in Galilea en St. Barbara. 35—36. Blafferds van renten enz. 1595—1605. 2 deelen. 85*. Blafferd over 1595-1599. 86*. Blafferd over 1600-1605. Bijlage: EEN AANZIENLIJK GESLACHT TE 's GRAVENZANDE. Ofschoon bij dezen Inventaris een genealogische verhandeling niet thuis behoort, heb ik gemeend, dat, nu bij de bewerking der 's-Gravenzandsche archieven de onderlinge verwantschap van verscheidene aanzienhjke personen daar ter stede met groot grondbezit of in belangrijke openbare betrekkingen is gebleken, het Van eenig belang is, dat deze gegevens gepubliceerd worden. De personen van dit geslacht worden telkens genoemd met patronymica. Of zij hun achternaam niet voerden of dat zij er nog geen hadden, heb ik niet kunnen uitmaken, want tal van aanzienlijke geslachten in deze omgeving bezigen hun achternaam slechts bij hooge uitzondering, zelfs niet in notarieele instrumenten. Men zou geneigd zijn te veronderstellen, dat zij nog geen naam hadden, aangezien Mr. Arent Floris' zoon, kanunnik in den Haag, zich gewoonlijk noemt Mr. Arent van 's-Gravenzande of Mr. Arnoldus de Zande. Het wapen, dat dit geslacht voerde, blijkt uit menigvuldige zegels te zijn geweest: 8 luipaardskoppen. Onwillekeurig denkt men hierbij aan het geslacht Ackersdijk (waarvan een genealogie verscheen in Annuaire généalogique des Pays-Bas II, bl. 9), ook al wegens de nabijheid van de hofstede (bij Delft), waaraan het zijn naam zou ontleenen. Echter maaku een artikel in de Nederl. Heraut I bl. 214 deze veronderstelling onwaarschijnlijk. Of de familie in de 16de eeuw en later een achternaam heeft gevoerd of uitgestorven is, zou een dieper onderzoek in het gemeentearchief van 's-Gravenzande misschien kunnen uitmaken. Een tak van het Betuwsche geslacht van Waetselaer, (kerspel Beuningen), dat o.a. in de 14de en 15de eeuw daar voorkomt (het voert als wapen een dubbelen aren^d), is hieraan toegevoegd, mede omdat het vrijwel uitsluitend met patronymica genoemd wordt. In onderstaande genealogische tabel duiden de jaartallen op de jaren, in welke de personen blijkens de stukken in leven zijn. SUPPLEMENT. Na het afdrukken van den Inventaris werden uit onbeschreven charterverzamelingen van het Algemeen Rijksarchief nog de hier volgende charters herkend als tot de behandelde archieven te behooren. Daarentegen moesten van bet klooster Maria in Galilea eenige nos. vervallen. Op het Gemeente-archief te 's-Gravenhage bleek aanwezig te zijn een Cartularium van de memorie van de Sint Jacobskerk met behulp waarvan bovendien nog ongeveer 25 charters aldaar konden thuisgebracht worden. Met de meeste welwillendheid werd dit alles in bruikleen afgestaan om in dit supplement opgenomen te worden.'s-H. met een cijfer tusschen haakjes geplaatst, verwijst naar het nummer, dat de charters op het Gemeente-archief hebben. HET KLOOSTER SINT ELISABETH INVENTARIS. A. Kerkelijke Diensten. 62*. Fundatiebrief van twee wekelijksche missen in het klooster met bevestigingsbrief van den bisschop en akte van benoeming van den confessor tot officiant. 1496 en 1497. 2 charters en 1 stnk (reg. nos. 1, 2 en 3). N.B. Zie bldz. 15, no. 62. REGESTENLIJST. 1. 1496 Juni 29. Notaris Hugo Theodricus'zoon de Bloot instrumenteert , dat Mr. Hugo van Buven, baccalarius in de godgeleerdheid, priester in Haga, 2 missen per week fundeert in het zusterhuis van St. Elizabeth in Haga ter eere van de Heilige maagd Maria en de weduwe St. Elizabeth en schenkt daartoe 84 morgen land in Ouderscie. Acta sunt hec in Hagis in conventu sororum pretactarum anno a nativitate ejusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo sexto indictione decima quarta mensis Junii die penultima hora quarta vel - quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno ejus quarto. 1. Oorspr. (Inv. no. 62a). Met signatuur van den notaris. Met transfix d.d. 1496 September 9 (reg. no. 2). 2. Afschr. op perkament, gecollationneerd door notaris Wilhelmus StailL (Inv. no 62a). N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan het afschr. 2. 1496 September 9. Wilhelmus de Montfoirt, proost en aartsdiaken van St. Salvator te Trajectum, vicaris-generaal, bevestigt de fundatie, vermeld in den brief d.d. 1496 Juni 29 (reg. no. 1), waardoor deze gestoken is. 25 Datum Trajecti anno Dorrrini millesimo quadringentesimo nonagesimo sexto die mensis Septembris nona. 1. Oorspr. (Inv. no. -1). Met geschonden dienstzegel van het vicariaat in roode was. 2. Afschr. op perkament, gecollationneerd door notaris Wilhelmus Staill (Inv. no 62a). 3. 1497 Februari 18. Clementia Matthijs' dochter en Arent Boot Aernts zoon, executeurs van het testament van Mr. Hughe van Buven, kennen, na raadpleging van het kapittel van 10 zusters, heer Willem Hermans zoon, confessor van het convent van Sinte Lijsbetten zusterhuis van de 8e órde van Sinte Franciscus binnen den Haghe, de lijftocht uit 34 morgen land toe, vermeld in het genoemde testament, mét last de daarbij gefundeerde missen te doen. Aldus gedaen int jair ons Heeren duysent vierhondert sess ende negentien na beloep scrivens sHoiffs van Hollant achtien dagben in Februario. Afschr. op perkament, gecollationneerd door notaris Wilhelmus Staill (Inv. no. 1). N.B. Op hetzelfde stuk zijn afgeschreven de brieven d.d. 1496 Juni 29 en September 9 (reg. nos. 1 en 2). Vastgehecht aan de oorspr. dezer brieven. HET KLOOSTER SINT MARIA IN GALILEA.» INVENTARIS. A. Finantieel Beheer. . I. Landerijen en huizen. 34». Eigendomsbewijs van de helft van 7 morgen land te 's-Gravenzande voor Claes Willems zoon. 1482. Met akte van toepachting van een rente, gaande uit dat land d.d. 1469. 2 charters (reg. nos. 1 en 2). II. Rentebrieven. 58*. Twee rentebrieven, groot 5 en 11 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 2| morgen land in Naeldwijk voor Maritgen, Aechte en Russent Dircs dochters. 1512 en 1515. 2 charters (reg. nos. 3 en 4). REGESTENLIJST. Van de nos. 20,80,47,78 en 101 van de Regestenlijst op bldz. 55 zijn ook de oorspronkehjken gevonden; de nos. 7—10, 42 en 128 moeten vervallen. 1. 1469 April 10. Landschepenen van tsGravenzande pachten Jan Maertijns zoon de helft van 7 morgen aan, wegens het onbetaald blijven der verschuldigde 1) Vermeldenswaard zijn nog twee boekjes, van dit klooster herkomstig, en thans eigendom van het Gemeente-Museum te 's-Gravenhage. Het eene is een fraai versierd Getndeboekje van de zusters van de 3e orde van Sint Franciscus. Het is gebonden in eikenhouten band in geperst leder met misericordiavoorstelling buiten op. Blfikens inschrift behoorde het achtereenvolgens aan Maritgen Claes' dochter, Barbar Antonis' dochter en Agatha Govers dochter. Het andere is een aflaatboek van de Franciscanerorde van ± 1500 in perkamenten band en behoorde toe aan Maritgen Heynricx dochter. rente van 7 gouden wilhelmusschilden daaruit, welk land in verschillende perceelen gelegen is in het Ouwe Nyeuwelant en in het Ouwelant. In den jaer ons Heeren dusent vyerhondert neghen ende LX upten X dach van Aprelle. Oorspr. (Inv. no. 34»). Metgeschondenlandzegelingroene was. Met transfix d.d. 1482 Maart 26 (reg. no. 2). 2. 1482 Maart 26. Aechte Jan Martijns zoons weduwe verkoopt aan Claes Willems zoon de helft van 7 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1469 April 10 (reg. no. 1). Gescreven opten XXVIen dach in Maerte int jair ons Heeren M CCCC een ende tachtich na loop tsHoofs van Hollant. Oorspr. (Inv. no. 34a). Met de zegels van Florys Joos' zoon schepen van Delft, en Costijn Jans' zoon in groene was. 3. 1512 Maart 23. Jacob Korstants zoon verkoopt aan Marritgen, Aechte en Bustgen Dircx dochters, bagijnen in het faliebagijnhof binnen de stad Delff, een rente van 5 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 2 morgen land in het ambacht van Naeldwijc. Int jair ons Heeren duysent vijffhondert elff opten drie ende twintichsten dach in Maert nae custuyme van scriven der stede van Delff. Oorspr. (Inv..no. 69a). Met dezegels in groene was van Mr. Jan van den Poel en Heynrick Jans zoon. 4. 1515 Mei 10. Jacob Kortstants zoon verkoopt aan Maritge, Aecht en Bussent Dircs dochters, bagijnen te Delff, een rente van 11 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 2£ morgen land in den ban van Naaldwijck. In den jair vijftienhondert vijftien den tienden dach in Meye. Oorspr. (Inv. no. 59a). Met het zegel van Claes Mees' zoon in groene was; dat van IJsbrant Geryts zoon verloren. HET KLOOSTER BETHLEHEM. INVENTARIS. A. Finantieel beheer. 1. Rentebrieven. 23». Rentebrief, groot 2 pond Vlaamsch 's jaars, gaande uit de hofstede Duvesteyn bij Voorburg. Met akte van toestemming van den leenheer tot den verkoop. 1539. 1 charter (reg. nos. 1 en 2). B. Stukken den proost als zoodanig toebehoord hebbende. 24*. Blafferd van renten, ontvangen door Jan Dritius als proost van Bethlehem te 's-Gravenhage én als pastoor van Eikenduinen over de jaren 1566—1579. Een deel. REGESTENLIJST. f. 1589 Januari 10. Johan van Duvenvoerde1, ridder, vergunt als leenheer zijn neef Dirck van Duvenvoerde Aernts zoon de hofstede Duvesteyn bij Voorburch te bezwaren met een rente van 2 pond Vlaamsch 's jaars en over 15 morgen land, genaamd Moeleweer, in Tegelerbrouck in den ban van Zoeterwoude te beschikken ten behoeve van diens natuurlijke dochter Janneken en diens zuster. den thienden dach van Januario anno vijftienhondert negen- endertich naer tscriven (der) kercken van Uuytrecht. Opgenomen in den brief d.d. 1539 Januari 12 (reg. no. 2). 2. 1539 Januari 12. . Johan van Duvenvoerde, ridder, heer van Warmont, raad orclinaris van Hollant, en Aernt van Duvenvoerde, leenmannen der graf ehjkheid, oorkonden, onder aarmaling van den brief d.d. 1589 Januari 10 (reg. no. 1), dat Dirck van Duvenvoerde Aernts zoon verkoopt aan proost en priorin van St. Barbaren zusterhuis binnen den Hage een rente van 2 pond Vlaamsch 'sjaars, losbaar met den penning 16, gaande uit zijn hofstede Duvesteyn bij Voerburch. Upten twaleffden dach Januarii anno vijffthienhondert negenendertich a nativitate. Oorspr. (Inv. no. 23a). Met geschonden zegels van de oorkonders in roode was. HET KLOOSTER SINT VINCENT.) INVENTARIS. Finantieel Beheer. Huizen. In den Haag. 1. Eigendomsbewijs van een huis, afkomstig van de erfgenamen van Frans Jacobs zoon. 1571. 1 charter (reg. no. 1). REGESTENLIJST. 1. 1571 October 18. Pieter de Vries en Joseph van Hove, schepenen in den Haghe, oorkonden, dat Lubeeck Dircxs zoon, pater van het convent van Sinte Maria in Galilee in de Pooten, voor Petronella Joosten dochter, conventuale aldaar, en Aechgen Jans dochter, weduwe van Thomas Jans zoon, erfgenamen van Frans Jacobs zoon, kuiper, verkoopen aan Cornelis van Gorinchem, prior van het Predicaren-convent in den Haghe, voor het erfdeel van wijlen broeder Cornelis Ghijsbrechts zoon, hun aandeel in een huis in de Corte Hoochstraet. opten XlIIen dach Octobris anno XVc een ende tseventich. Oorspr. (Inv. no. 1). Met geschonden zegel van P. de Vries in groene was; dat van J. v. Hove verloren. N.B. In dorso staat een quiteering van een deel der koopsom door Aechgen Jans. *) Zie noot no. 2 op bldz. 377. DE MEMORIE IN DE SINT JACOBS KERK. INLEIDING. De statuten, opgenomen in het cartularium (Inv. no. 1), geven eenigszins een denkbeeld van de samenstelling der memorie. Behalve den parochiepastoor en zijn kapelaan (den kapelaan, later pastoor van Eikenduinen), waren leden een zestiental priesters, die in het bezit moesten zijn van een beneficie in de kerk. Omtrent niet gebenificieerde officianten, werd na veel oneenigheden in 1457 bepaald, dat zij geen deel zouden hebben aan de memoriegelden. De socii moesten in den Haag wonen en mochten geen reguliere geestelijken zijn, behalve den pastoor en den kapelaan, die uit de abdij van Middelburg werden genomen en dus van de Premonstratenser orde waren. Jaarlijks werd een der leden tot rentmeester gekozen, die de inkomsten inde en op memoriedagen ieder zijn „psallarium competens" gaf. INVENTARIS. I. Het beheer in het algemeen. I*. Cartularium, bevattende akten van 1866-1578. 1 deel. Met inliggend eedsformuher behoorende bij fo. V verso. N.B. Bit cartularium is, naar het schrift te oordeelen, aaiw gelegd in de tweede helft van de 15e eeuw. De eerste twintig bldz. bevatten statuten en wijzigingen daarvan, benevens een reglement voor de bibliotheek; de overige akten zijn uitsluitend rentebrieven. II. Landerijen en huizen. a. In den Haag. 6«. Eigendomsbewijs van een huis, afkomstig van de Heilige Geestmeesters. 1458. 1 charter (reg. no. 75). III. Rentebrieven. 26a. Twee rentebrieven, ieder groot 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Ave.Brabanders. 1881. Verkocht aan Baerte Dirc Aernts zoons. 1891 ('s-H. no. 1681). 3 charters (reg. nos. 3 en 6). N.B. Ben der twee rentebrieven van 1381 bevindt zioh op het Gemeente-archief te 's-Gravenhage. 266. Bentebrief, groot 30 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Jan Heynrics zoon. 1395 ('s-H. no. 646). 1 charter (reg. no. 9). 26c. Bentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Gheryt Gummengijs. 1896 ('s-H. no. 868). 1 charter (reg. no. 10). 26d. Bentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Claes Pieters zoon. 1416 ('s-H. no. 1684). 1 charter (reg. no. 21). 26e. Bentebrief, groot 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit eenhuis in den Haag, voor Dammes Dircx zoon. 1481 ('s-H. no. 865). 1 charter (reg. no. 32). 26/. Bentebrief, groot 6 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Geryt Potter van der Loo. 1489. 1 charter (reg. no. 43). 26a. Toepachtingsbrief, groot 32 schellingen 's jaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Fueytgen Aernts zoon. 1444. 1 charter (reg. no. 54). tfih. Bentebrief, groot 30 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1448 ('s-H. no. 1603). 1 charter (reg. no. 59). 26ï. Twee rentebrieven, groot 12 en 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Claes Jans zoon en Claes Florys' zoon. 1451 ('s-H. nos. 660 en 661). 2 charters (reg. nos. 64 en 65). 26fc. Bentebrief, groot 18 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag, voor Wijntgen en Machtelt Philips' dochters. 1454 ('s-H. no. 869). 1 charter (reg. no. 69). 27a. Bentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit een huis in het Westambacht van den Haag. 1458 ('s-H. no. 1521). 1 charter (reg. no. 77). 27fc. Twee rentebrieven, groot 2 pond en 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1459 en 1508 (Js-Bl. no. 1654). 2 charters (reg. nos. 80 en 153). 28a. Twee rentebrieven, groot 2 en 6 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit een huis in den Haag. 1465 en 1501. 2 charters (reg. nos. 93 en 151). 31 ö. Rentebrief, groot 45 schellingen 'sjaars, gaande uit een kamer in den Haag. 1479 ('s-H. no. 1630). 1 charter (reg. no. 123). 37a. Rentebrief, groot 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1512 ('s-H. no. 1599). 1 charter (reg. no. 155). 376. Rentebrief, groot 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1440. Met vidimus d.d. 1555. Verkocht aan de memorie. 1512 ('s-H. no. 1628). 3 charters (reg. nos. 154, 46 en 171). 39a. Twee rentebrieven, ieder groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1514 en 1520 ('s-H. no. 1647). 2 charters-(reg. nos. 166 en 159). 396. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1517 ('s-H. no. 899). 1 charter (reg. no. 158). 39c. Twee rentebrieven, groot 80 en 20 schellingen 's jaars, gaande uit twee huizen in den Haag, de eerste ten behoeve van Jacob Jans zoon. 1475 en 1522 ('s-H. no. 1655). 2 charters (reg. nos. 118 en 161). 39a". Rentebrief, groot 20 schellingen 4 penningen Hollandsch 's j aars, gaande uit een huis in den Haag. 1422. Verkocht aan de memorie. 1524 ('s-H. no. 1651). 2 charters (reg. nos. 23 en 162). 39e. Twee rentebrieven, groot $ en 1 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis in den Haag. 1498 en 1526. De eerste verkocht aan de memorie in 1515 ('s-H. no. 1688). 3 charters (reg. nos. 149, 157 en 163). 41d. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in den Haag. 1582 ('s-H. no. 1612). 1 charter (reg. no. 166). 46a. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit een huis in den Haag. 1498. Verkocht aan de memorie. 1554 ('s-H. no. G. 198). 2 charters (reg. nos. 149a en 170a). 466. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, uit een huis in den Haag. 1501. Met toepachtingsbrief. 1557 ('s-H. no. 1652). 2 charters (reg. nos. 160 en 172). 47*. Rentebrief, groot 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, uit 4 roeden land in den Haag, voor Willem Pieters zoon. 1465 ('s-H. no. G. 189). 1 charter (reg. no. 97). N.B. Zie Inv. no. 47. REGESTENLIJST. Onderstaande nos. van de Regestenlijst op bldz. 128 bleken in het cartularium te zijn opgenomen: no. 2. fol. LXIV. „ 5. „ LXI verso. „ 18. „ LXXVII. „ 14. „ LVIII verso. „ 16. „ LVIII. „ 28. „ LXX. „ 28. I LXXVII. „ 29. „ LXXIX. „ 81. „ LXXXVII verso. „ 82. „ LXXX verso. „ 88. „ LVL 1. 1866 December 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Glaes Jan Reysers zoon erkent schuldig te zijn aan Jan van der Poerte een rente van 20 schellingen Hollandsch jaarlijks, gaande uit zijn huis en erf. Int jair ons Heren M CCCLXVI op sente Luciën dach. Afschr. in Inv. no. 1 Jol. XXV. N.B. Het opschr. luidt: Littera pro memoria Haestgen heer Adaems. Onder de akte staat: Ende dit geeft nu ter tgt Geryt Int Keyserrijekan 4ie Plaets. 58a,. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 4 morgen land in Nootdorp. 1504. 1 charter (reg. no. 162). 61 d. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit een woning in Wassenaar, voor Gheryt Gheryts zoon. 1467. 1 charter (reg. no. 100). 61 b. Rentebrief, groot 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit een woning in Wassenaar, voor Claes Pieters zoon. 1482. 1 charter (reg. no. 128). 62a. Rentebrief, groot 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 6 morgen land in Wateringen, voor Lijsbeth Gheryts dochter. 1587. 1 charter (reg. no. 167). 62fe. Rentebrief, groot 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 8 morgen land in Zoeterwoude, voor Adriaan Aernts zoon. 1492. 1 charter (reg. no. 140). 64a. Rentebrief, groot 6 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit een woning in Zuidwijk. 1494. 1 charter (reg. no. 142). 2. 1380 Juli 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Leckerkerc erkent schuldig te zijn aan Claes Smit een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en hofstede, grenzende aan de Spoelpet in de Papestraet. Gescreven int jair ons Heren M CCC ende tachtich op sente Jacobs avont apostel. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXIII. N.B. Het opschr. luidt: Littera pro memoria Wühelmi Heinriei. Onder de akte staat: Dese renten geeft nu heer Airnt Koek. Geeft Piter Jonas' zoons kinderen a°. LXIII. Nu Claes Andreas' metselaer anno LXIIII. : 3. 1881 Februari 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Wouters zoon erkent schuldig te zijn aan Ave Brabanders een rente van 10 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf. Gescreven up sinte Aechten dach int jair ons Heren M° CCC° een ende tachtich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26»). Met rest van het schepen zegel in groene was. 2. Oorspr. (Inv. no. 26»). Met rest van het schepenzegel in groene was. 3. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. XLVIII. 4. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. LXVIII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Mens' ende mit die scepenbrieff van X sch. an die ander syde. Onder de akte staat: Gift nu Pieter Denys' zoon; Dirck Willems zoon in 't Voerhout. Gelost ende weder beleit up Adriaen Huygens zoon ooek int Voerhout. 4. 1382 Juni 23. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Sanderaet Willaems dochter erkent schuldig te zijn aan Heinric van Tyenweken een rente van 10 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit de hofstede, die zij van hem in huur heeft, gelegen naast zijn huis. Int jair ons Heren dusent driehondert twee ende tachtich op sinte Jans avont te mjddezomer. Afschr. in Inv. no.1 fol. XXXVII. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Margriete Jans dochter. Onder de akte staat: Gift die moeder tot Sinte Agnieten suster huys. Itemdesen brief is ghelost int jaer XVo, daer dat convent ons ander renten heeft voer gegeven bi Delff in den Vriënban l1/s pont tjairs ende die ander IIII pont van convent gecoft om provisoers geit. 5. 1890 Februari 22. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Engebrecht Jans zoon erkent schuldig te zijn aan Philips Dircx zoon een rente van 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Veenestraet. Gescreven op den dach voirscreven int jair ons Heren M CCC ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXX verso. N.B. De „dach voirscreven" is de betaaldag en wel Sinte Pieters daoh in Zelle. Het opschr. luidt: Pro memoria Griete Phillips'. Onder de akte staat: Ende gift nu Cornelis scrienmaker; geeft nu a° lr Jan Gillis' zoon kiste maker. 6. 1391 Januari 8. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Machtelt Jan Wouters weduwe erkent schuldig te zijn aan Baerte Dirc Aernts zoons een rente van 1 pond Hollandsch s' jaars, gaande uit haar huis aan de westzijde van het Spoy. Gescreven des Manendages na Jairsdach int jair ons Heren M CCC een ende tnegentich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26»). Het schepenzegel verloren. 2. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. XLVIII. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Dirc Arys zoon upt Spoye; gift nu Pieter Denys' zoon. 7. 1892 Februari 1. Schepenen in den Hage oorkonden, dat-Jan Crattemaker erkent schuldig te zijn aan kramer Jacob een rente van 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Ylamingstraet. Gescreven op onser Vrouwen avont purificacio int jair ons Heren M° CCC0 twee ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXVIII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria domini Symonis filii Mathie ende voor Jacob Gerytsz. — Onder de akte staat, dat de memorie hiervan 1 pond zal ontvangen om te verdeelen en 2 schellingen voor kaarsen en dat mr. Bartout de overige 18 schellingen gekocht heeft van Ermgairt Mathijs', welke de memoriemeesters mogen lossen met 8 philipsguldens, hetgeen zij gedaan hebben. Voorts, dat de rente betaald werd achtereenvolgens door Mees van Voirde den wever, Claes Gerytsz. den metselaar en Cornelis van Montfoort en vervolgens afgelost is. 8. 1894 Mei 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirc Geryts zoon uit den Slotel erkent schuldig te zijn aan Gilles Jans zoon een rente van 80 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Molenstraet. Gescreven up sinte Servaes'dach int jair ons Heren M CCC vier ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLVII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria heer Dirc van Betaniën. Onder staat: Geeft nuu XXX sch. Janetgin Provisoers a° LX. 9. 1395 Mei 13. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Allairts zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Heynrics zoon een rente van 80 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit het huis in Jan Heinricxs zoons straat, dat hij van dezen in huur heeft. Gescreven up sinte Servaes' dach int jair ons Heren M° CCC° vijf ende tnegentich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26b). Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXVI.. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Mijn joncfrou van Tol. Onder het afschr. staat: gift nu heer Jacob Andries' zoon. Heer Dirc Tol. Modo heer Jacop van Medemblyck. 10. 1896 September 29. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Ermegaert Stienaerts erkent schuldig te zijn aan Gheryt van Gummengijs een rente van 40 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit haar huis aan de westzijde van het Spoye. Ghescreven op sinte Michiels dach int jaer ons Heren dusent driehondert sesse ende tneghentich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26°). Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXI verso. N.B. Onder de akte staat: Ghift nu Jan Bouwens zoon; nu a° 62 Adriaen Lubbert zoon, bode. 11. 1897 Juni 4. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Wermbrechts zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Aernt Boemgairts zoon een rente van 6 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis en erf. Gescreven op sente Bonifacius' avont int jair ons Heren dusent driehondert seven ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXI. N.B. Onder de akte staat: Item desen brieff is verandert, als men agter vinden sal in een ander scepenbrieff, sprekende van worde te worde, als dese voirbrieff hout. Zie reg. no. 12. 12. 1897 Juni 4. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Wermbrechts zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Aenit Boemgaerts zoon een rente van 8 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis bewesten de gracht. Gescreven up sinte Bonifacius' avont int jair ons Heren duysent driehondert seven ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Jan Smit die IP/tpond Hollants ende dat ander halff pond pro memoria Michiel Pieters zoon. Onder de akte staat: Geeft nu t Gulde Vlies. Modo Joest Jans zoon in de Hoechstraet. 13. 1407 Mei 26. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirc Claes Ommeloeps zoon erkent schuldig te zijn aan Aechte koopman Everaets stiefdochter een rente van 40 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Hogestraat. Ghescreven des Vridaghs na des heilich Sacraments dach int jair ons Heren dusent vierhondert ende seven. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXI verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Michiel Pieters zoon mit een halff %, als af ter verclaert staet in Jan Smit memorie (zie reg. no. 12). Onder de akte staat: Gift nn Michiel sceydemaker; Jan Mourys' zoon de backer. 14. 1409 Februari 5. Kerstant Oedsyers zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Spiegel eene rente van 50 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit 2 morgen land in het Westambacht. Ghescreven op sinte Aechten dach int jaer ons Heren dusent vierhondert ende negen. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXVII verso. N.B. Onder de akte staat: Betaelt nu Anthonys lange Jacobs zoen tot Eykendunen; Pancraes Henricx zoon van Rhijn nn zijn zoen Cornelis Pancraes'. Zie ook reg. no. 66. 15. 1409 November 20. Schepenen in den Haghe pachten Willem Deymen een rente toe van 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, wegens achterstallige rente, gaande uit het huis van Ermegaert Stienaerts op het Spoye aan de westzijde van de vaart. Ghescreven ende ghepacht des Donredaghes na sint Lijsbeten dach int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXII. N.B. Onder de akte staat: Ghift nn Jan Bouwens zoon. 16. 1411 September 17. Willem Eggairt, heer tot Purmurende en tresorier van Hollant, Aernt van der Dorp, priester, Jan van der Dorp en Robbrechts Costijns zoon verkoopen met machtiging van den graaf van Hollant voor diens bastaards dochter vrouwe Beatrijs, vrouwe van den Dorpe, ter eener zijde en van Gooswijn van den Poel, Jacob van den Poel en Heinric van der Oesterzeel, erfgenamen van heer Philhps van der Dorpe, ter andere zijde uit diens nalatenschap aan heer Coenraet Willems zoon, priester, een rente van 40 schellingen 's jaars ten laste der grafelijkheid, gaande uit de Liesmade in het ambacht van Monster, door de vrouwe van der Woude van den heer van Asperen gekocht. Int jair ons Heren duysent vierhondert ende elve up sinte Lambrechts dach. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLVI. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria mijn joncfrou van Rap horst. Onder de akte. staat: Gift nu Dirc Kerstant zoon van Alcmade te Delf. Modo meester Pouwels tot Dordrecht. Geeft nuu de wedue van Anthonis Charlier, .... meester tot Leyden was. Desen brief es gelost by. die weduwe van Mr. Pouwels van Dordrecht ende tgelt es den keyser ghegeven; actum den XXVI Septembris anno XVc XXXV. 17. 1412 Februari 4. Schepenen in den Hage pachten Jan Jans zoon een rente toe van 12 schellingen Hollandsch 's jaars wegens achterstallige rente, gaande uit Ermgaert Stienaerts huis op het Spoy aan de westzijde van de vaart. Ghescreven ende ghepacht des Woensdags na onser Vrouwen dach purificacio in jaer ons Heren dusent vierhondert ende twaleff. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXII verso. N.B. Onder de akte staat: Ghift nu Jan Bouwens zoon. 18. 1418 Juli 26. Schepenen in den Hage pachten Jan Jans zoon wegens achterstallige renten een rente van 8 schellingen Hollandsch' 's jaars toe, gaande uit het huis van Andries Moenijn in Jan Heinrics zoons straat, vermeld in den oorspronkelijken brief (reg. no. 9). Gescreven ende gepacht des Woensdages na sinte Jacobs dach int jair ons Heren M CCCC ende dertyen. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXVI verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Jo. Heinrici. Onder de akte staat: Gift nu Symoen Naer IlIIsoh. ende die eamer der naest IIII sch. Nu Cornelys Weeftou IIII sch. ende Aerntgen'die appelcoper III sch. Geeft nu Gijs Pieter Gysen tot Eyckenduynen anno 1560. 19. 1413 Augustus 1. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Wermbrecht Willems zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Bolle, koster, een rente van 4 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijns vaders woning in het Westambacht van der Hage, groot 17 morgen land, en uit 8 morgen 2 hont land aldaar. Gescreven up sinte Pieters dach ad vincula int jair ons Heren M CCCC ende dertyen. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LV. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Ghijsbrecht Horck Gerits zoon van Heemskerck. Onder de akte staat: Geeft nuu ter tjjt anno XVo LX Pouwels Jacobs zoon Bol te Westerbeeck. 20. 1415 Juni 28. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Jans zoon erkent scholdig te zijn aan Claes Ommeloips een rente van 40 schellingen Hollandsch *s jaars, gaande uit zijn woonhuis. Gescreven ub sinte Jans avont te midzomer int jair ons Heren dusent vierhondert ende vijftien. Afschr. in Inv. no, 1 fol. XXXVII verso. N.B. Het opschr. luidt: pro memoriis meester Tyman Coninc ende min jonffrou van der Woert. Onder de akte staat: Gift nu Jordijn, baoker. Nuu Appollonia torfvolster; noch een brief van X sch., houwende opt selfde huys; Voldersgraft. 21. 1416 Mei 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Maertijn Jans zoon erkent schuldig te zijn aan Claes Pieters zoon een rente van 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de noordzijde van de kerk oostwaarts. Ghescreven op sinte Servaes' dach int jaer ons Heren dusent vierhondert ende sestyen. 1. Oorspr. (Inv. no. 26d). Met schepenzegel in groene was en geschonden. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXVTI. N.B. In dorso van het oorspr. staat, dat Kors Pietersz. 18 Maart 1519 een pond heeft afgelost, en dat de overige 3 pond gaan uit Jan die Veers huis aan het Kerkhof. Onder het afschr. staat: A° 1562 gheeft Arent Cristoffels zoon III U ende es een pont gelost bij Kors van der Beeck. — Zie de noot bij reg. no. 34. 22. 1417 Mei 15. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Baerte Dirc Touwers erkent schuldig te zijn aan Willem Martijns zoon een rente van 10 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de oostzijde van de Wagenstraet in het Zuideinde. Gescreven XV dage in Meye int jair ons Heren M CCCC ende zeventien. Afschr. in Inv. no. 1 foL XXVII verso. N.B. Het opschrift luidt: Pro memoria magistri Johannis de Lueven. — Onder de akte staat: Dese renten geeft nu Claes Jans zoon die wielmaker. Gift nu Boudijn stoel* drayer; modo Beyntgen die verwer. Geeft Fransgin Splinters zoon, heefte renten overghesedt up haer huys in de Sohoelstraet naest Rutgerus. 23. 1422 September 23. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Adryaen Jacobs zoon, bakker, erkent schuldig te zijn aan Adryaen Dirc Hugen zoon een rente van 28 schellingen 4 penningen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Papenstraet. Gescreven drie ende twintich dage in Septembrii int jair ons Heren dusent--vierhondert twee ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 391-). Het gemeen schepenzegel verloren. N.B. Vastgehecht aan den brief d.d. 1524 April 15 (reg. no. 162). 24. 1424 Januari 5. Dirck van der Burch Kerstants zoon verkoopt aan Barbara Boudijns dochter een rente van 1 Engelschen nobel 's jaars, gaande uit zijn huis en 8 morgen land in het ambacht van Bijswijk tusschen de Slyncsloot en den Bredewech en uit andere perceelen aldaar. Int jair ons Heren duysent vierhondert vier ende twintich op den vijften dach in Januario. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXIII. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Heinrici van Groesbeeck ende joncfrou Lijsbet zijn wijff. — Onder de akte staat: Geeft Au Kerstant Claes' zoon tot Bijswijck. 25. 1425 Maart 12. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Oedzier Kerstants zoon erkent schuldig te zijn aan Claes Spierinck een rente van 7 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn woning, groot 27 morgen land, in het Westambacht van der Hage tusschen de wildernis en den Bijnwéch. Ghescreven up sinte Gregorius' dach int jair ons Heeren duysent vierhondert vijf ende twyntich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXII verso. N.B. Met de aanteekening, dat deze rente in 1548 gelost is en belegd ten laste van Cornelis Colleken ant Rederijs tot Berckel. Zie reg. no. 50. 26. 1427 Januari 22. Schepenen in den Hage pachten heer Pieter Uten Broeck, priester, wegens achterstallige rente een rente van 11 schellingen 's jaar£ toe, gaande uit een huis en erf. Gescreven ende gepacht XXII dage in Januario int jair ons Heren M CCCC zeven ende twintich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXV verso. N.B. Onder de akte staat: Geeft Pouwels Everts zoon in de Cimbel metten naevolghenden brijf. (reg. no. 29). 27. 1427 Juli 81. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Fye Dircx dochter erkent schuldig te zijn aan den parochiepastoor en de kapelaans van de kerk aldaar een rente van 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit haar huis in het Noirteynde en uit een daaraan grenzend erf, dat zij tegen betaling der genoemde rente in erfhuur heeft. Gescreven opten lesten dach van Julio int jair ons Heren M CCCC zeven ende twintich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXVII. N.B. Het opschrift luidt: Pro memoria domini Gerardi Jone. Onder de akte staat: Gift nu Pieter die Coster; nu Hammaker, proouroerj gelost.' 28. 1428 April 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Vranck Hugen zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Geryts zoon een rente van 6 schellingen 8 penningen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis aan de zuidzijde van der Hage, grenzend ten Noorden aan de Wateringe. Gescreven dertyen daghe in Aprille int jair ons Heeren M CCCC acht ende twintich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. L verso. N.B. Zie de noot bij reg. no. 86. 29. 1428 September 21. Schepenen in den Hage pachten heer Pieter Uten Broeck, priester, wegens achterstallige rente een rente van 88 schellingen Hollandsch 'sjaars toe, gaande uit een huis en erf. Gescreven ende gepacht op sinte Matthijs' dach int jair ons Heren M CCCC acht ende twintich. Afschr.. in Inv. no. 1 fol. XXV verso. N.B. In margine staat: Veenstraet. Onder de akte staat: Ghift nu Jan Claesz. die uutreder; modo Camp, die sloetemaker. Dese huysen zijn afgebrant ende es nu het erf, dat af ter ant Rochgin leyt opte Vischmart. — Geeft nu dese II bryven Pouwels Evertsz., seriewercker in de Cimbelle, anno 1560. 30. 1429 Juli 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem, de oude schoenmaker, erkent schuldig te zijn aan Pieter Jacobs zoon een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de Afterstraet, waardoor men naar het Spoey gaat, bezuiden de hofgracht. Gescreven sestyen dage in Julioint jair ons Heren M CCCC negen ende twintich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LIL N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria die vrou van Hoechtwoude X stuvers ende die ander V stuvers pro memoria , Heil IJsbrants. 31. 1429 September 30. Schepenen in den Hage oor kónden, dat Vranc Phillips' zoon erkent schuldig te zijn aan Eeyner IJsbrants zoon een rente van'20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Molenstraet. Gescreven opten lesten dach in Septembri int jair ons Heren M CCCC negen ende twintich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXVI verso. N.B. Het opschrift luidt: Pro memoria Geertrudis filie Theotrici Puls quae fit circa festum nativitatis Johannis Baptiste. — Onder de akte staat: eene rente geeft nu meester 26 Willem Talman; gift nu Huge de Bloot de goutsmit; geeft nu a° XVo LXII Cornelis van der Wolff, substituit procuratoris generalis. 32. 1481 September 6. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Lijsbet Vranck Hugen zoons weduwe erkent schuldig te zijn aan Dammes Dircx zoon een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit haar huis op het Spoye, grenzend ten Noorden aan den weg, die van het Spoeye loopt naar den Delffwech aan de zuidzijde van de Wateringe. Gescreven ses dage in Septembri int jair ons Heeren M CCCC een ende dertich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26e). Het scbepenzegel verloren. 2. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. L verso. N.B. Zie de noot bij reg. no. 86. 33. 1433 Mei 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Augustijn Pieters zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob Aernts zoon een rente van 80 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Afterstraet bij de Vischmarct. Gescreven vijff dage in Meye int jair ons Heren M CCCC drie ende dertich. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. XXIX verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria-Brabanders ende Ave sijns wijffs. — Onder de akte staat: Bese renten geeft nu Katrijn Augustijns; Willem die backer; modo Meyns in den Hueck. Gelost. Afterom opte Spikerboer. Noch een brief opte Spijckboer gecoemen van Jan Cornelis' zoon Kammakers Gelost bij Pitergen Joris' zoons weduwe a° XVc LXI den XII Januarii stilo communi als ic meester Huge Jans zoon memoriemeester was, ende ' zien wederom beleyt opt nywe huys in de Spoystraet naest die Wolf, behorende Arent Buys Karstens zoon, sullende verschynen May a° XVc LXI teersten jaere. 34. 1488 Juli 14. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem Claes' zoon, vleeschhouwer, erkent schuldig te zijn aan Claes van Dam een rente van 40 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis benoorden de kerk. Gescreven viertien dage in Julio int jair ons Heren M CCCC drie ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol.. LXVII. N.B. Onder de akte staat: dese twe brieven als die van vier ponden (reg. no. 21) ende die ander van twee ponden gift die een helft Dirk van Bijswijck ende die ander helft Aernt Buys. Gelost den X July XVo VIII bjj Kors Arent Buys. 36. 1434 April 12. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Aems zoon erkent schuldig te zijn aan Clais Jan Byen zoon een rente van 50 schellingen Hollandsch, gaande uit */« deel van de woning van 22 morgen, bezuiden de wildernis (te Eyckenduynen). Gescreven twaleff dage in Aprille int jair ons Heren duysent vierhondert vier ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIV. N.B. Het opschr. luidt: Item pro memoria Johannis Andree ■ : calcificis II U ; pro festo XIm virginum X s. Onder de akte staat: Gift nun Claes Pieter Lubben anno XVo LX. 36. 1484 September 1. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirc Heinric Puyers zoon verkoopt aan heer Pieter Uten Broeck, priester, 1 morgen land in Eetskamp tusschen den Moerwech en den Leywech naast het Afterbollant. Upten eersten dach van September int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XL verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoriis domini Petri der Stega et domini Jacobi Kyelen. Onder de akte staat:_ Gift Lambrecht Heinricx zoon; nu Jan Dirix, den rijeken boer, up Willem Gouden woninge wonende. 37. 1485 April 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aelbrecht Heynricx zoon erkent schuldig te zijn aan Willem Engebrechts zoon een rente van 45 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit een huis in de Nyewestraet, dat hij tegen genoemde rente in erfhuur heeft. Gescreven opten vier ende twintichsten dach in April int jaer ons Heren M CCCC vive ende dertich. • Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXII. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoriis Hugo Boelofs zoon en heer Bertelmeus van Dan elc XX sc. ende vijjff sc. pro festo XI milium virginum. Onder de akte staat: Gift nu Geryt Int Lam, zoen heeren Aernt. Item desen brief is ghelost int jaer XVc ende die penningen sgn geleyt ad archam. 38. 1436 Juli 9. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Dircx zoon geeft aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 26 schellingen 8 penningen Hollandsch 'sjaars, gaande uit 1| morgenland in Hetscamp, om memorie te doen voor hem en voor Haedwy, zijn vrouw. Gescreven opten negenden dach in Julio int jair ons Heren dusent vierhondert zesse ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXVIII. N.B. Onder de akte staat: Dese renten geeft nu Dirc Pieten zoon tot Eykendunen; geeft Wou Dirick Thonis' zoons zoon tot Wateringhe a° XVc LX. 39. 1486 November 10. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Claes Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Engebrecht den bakker een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis op den Geest. Gescreven tyen dage in November int jair ons Heeren dusent vierhondert zesse ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LIL N.B. Het opschrift luidt: Pro memoria Dirc Rolens zoon. 40. 1437 Februari 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Mr. Jacob Potter, priester, erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie in de kerk in den Hage een rente van 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn drie kamers op den hoek bij heer Pieter van Gapingen tusschen Gerryt Potter en Dirc Potter. Gescreven negentien dage in Februario int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende dertich. — Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXIX. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Margarete filiae Johannis et parentum. Onder de akte staat: Geeft nu Reyner I Jsbrantsz. van Walichsdorp. Nu geeft se Claes Pieters; nu Lijsbeth in den Dalen. Desen brief leit in de dose, daer die privilegiën der memorieheeren in leggen ende es onleesbaer. 41. 1487 Juni 80. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Agniese Bruynen met Aelbrecht, haar zoon, erkent schuldig te zijn aan heer Pieter Dircx zoon van der Geyt, priester, een rente van 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit haar huis in het Voerhout tegenover het klooster. Gescreven upten lesten dach in Junio int jair ons Heren M CCCC zeven ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol XXXIX. N.B. Onder de akte staat: Gift nu Hans die bode. Item desen brief is ghelost int jaer XVc van Anthonis Jans zoon ende die penningen zijn weer beleyt op die Volrersgraf t op Ewout Jans zoons huys. 42. 1488 November 22. Willem van Bogaert, schout te Wassenair, oorkondt, dat Matheus Pieters zoon erkent schuldig te zijn aan Gijsbrecht Claes'zoon eenrente van 5 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn woning aldaar tusschen den Middelwech en de Veenwateringe. Ghescreven XXII sten dach in November int jair ons Heeren M CCCC acht ende dertich. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. Lil verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Lijsbeth Ghijsbrechts. In margine staat: Gift een man t'enden Hout. Ghift een jonghe, Willem tot Wassenair. 43. 1489 Februari 1. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Harper Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Geryt Potter van der Loo een rente van 6 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de Plaets, genaamd In die Boosse, met den achterkant staande aan de Beeck. Gescreven upten eersten dach in Zelle int jair ons Heeren M CCCC negen ende dertich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26*). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no.1 fol. XLVI verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Jan Arents zoon Vos in Gorkum. Marie Vossen 1567. 44. 1439 Juni 18. Notaris Johannes Johannes' zoon instrumenteert, dat CorneUus Alardus' zoon, investitus van de parochiekerk te Haga, Petrus Johannes' zoon, kapelaan in Eykenduynen, mr. Gerardus de Biede, Nycolaus Ysaacs zoon, Bertoldus Nycolaus' zoon, Nycolaus Beer, Petrus Uten Broec, vicarissen, en Theodericus Woman, Pbilippus de Dam, Martinus Arnoldus' zoon, Franco Sael, Johannes Geraerdus' zoon, Petrus Gheit, Petrus Uter Lier, priesters, officianten in genoemde kerk, statuten maken, inhoudende een omschrijving van de verplichte memoriediensten, een besluit, dat alleen gebeneficieerde priesters en zij, die reeds bestaande officies bezitten, deel zullen hebben aan de memoriegelden dat jaarlijks een ontvanger gekozen zal worden en dat het vrij zal staan nieuwe statuten te maken. Acta sunt hec in Haga Comitis in ecclesia parochiali sub anno indictione mense die hora et pontificatu supradictis (anno nativitatis Domini millesimo quadringentesimo tricesimo nono indictione secunda mensis Junii die decima octava hora quasi vesperarum pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Eugenii divina providentia pape quarti anno nono). Afschr. in Inv. no. 1 fol. I. N.B. Door het oorspr. was gestoken de brief d.d. 1439 October S (reg. no. 45). 45. 1439 October 5. Bodolphus, bisschop van Trajectum, bevestigt de statuten, vermeld in het instrument d.d. 1439 Juni 18, waardoor deze gestoken-is (reg. no. 44). . . Datum anno Doniini millesimo quadringentesimo tricesimo nono mensis Octohris die quinta. Afschr. in Inv. no. 1 fol. III. 46. 1440 Februari 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Ghijsbrecht Aernts zoon erkent schuldig te zijn aan Willem Phillips' zoon een rente van 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Kerckstraet. Gescreven upten lesten dach in Februario int jair ons Heeren dusent vierhondert ende viertich. 1. Oorspr. (Inv. no. 37b). Het schependomszegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LUI verso. 3. Gevidimeerd in den brief d.d. 1555 Juni 29 (reg. no. 171). N.B. Het. oorspr. is zeer beschadigd en gehecht aan genoemd vidimus en aan een brief d.d. 1512 Juli 13 (reg. no. 154). Boven het opschrift staat: Gheeft Fransken Splinters int Zuytenden. Onder de akte staat: Scoelstraet. 47. 1440 Maart 9. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Adriaen Cornelis' zoon erkent schuldig te zijn aan Bairte van Loesdunen een rente van 10 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het Westeynde. Gescreven negen dage in Mairte int jair ons Heren dusent vierhondert ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLI. N.B. Gecancelleerd. Onder de akte staat: Geeft nu Cornelis die scoemaker. Gelost bjj Mr. Jan Pluveen anno XXII. In margine staat: solvit modo Coen Boudijns zoon. 48. 1440 Maart 9. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aechte Heinric Jans weduwe erkent schuldig te zijn aan Bairte van Loesduynen een rente van 15 schellingen 's jaars, gaande uit haar huis in het- Westeynde. Gescreven negen dage in Mairte int jair ons Heren M vierhondert ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLII. N.B. Gecancelleerd. Onder de akte staat: Gift nu Koen Boudijns zoon. Modo convent in Bethleëm. Gelost. 49. 1440 Maart 23. Schepenen in den Hage oorkonden, dat heer Claes die Beer, priester, erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie in de kerk aldaar een rente van 25 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de straat benoorden den toren. Gescreven drie ende twintich dage in Mairte int jair ons Heren dusent vierhondert ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXVIII. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria joncffrou Lijsbet van Woeswijek. Onder de akte staat: Gift XX sch. die susteren van Sinte Agniet ende Jan Buyohrock V sch. Item desen brief is ghelost int jaer XVc ut supra habetur folio precedenti (zie den brief d.d. 1382 Juni 23, reg. no. 4). Noch een brief in de Torenstraet up Gritgin Simons huys van 3 pont. 60. 144a Juni 13. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem Willems' zoon erkent schuldig te zijn aan Dirc Oedziers zoon een rente van 6 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn woning in het Westambacht, groot 34 morgen bezuiden de wildernis. Ghescreven dertien dage in Junio int jair ons Heeren duysent vierhondert ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXI. N.B. Onder de akte staat: Gelost van Jan Huygens zoon, backer, anno XVc XLVII den pennink XXIIII ende beleit up Cornelis Colleken in Berckel ant Roderijs. Zie reg. no. 25. 51. 1442 Juni 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Coen Gerits zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob Diricx zoon, wielmaker, een rente van 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis op de Voldersgraf t bij Sinte Anthonis'brug. Gescreven den vijfden dach in Junio anno XIIIIc XLII. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXI. N.B. Onder de akte staat: Geeft nuu Gijsbrecht Jans zoon den Engelsman in den Passer; dese twe brieven houwen upte Passer upte Voldersgraft. Zie ook den brief d.d. 1497 December 11 (reg. no. 146). 52. 1442 Juni 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Joest Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Bairte van Loesduynen een rente van 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het Westeynde. Gescreven negentien dage in Junio int jair ons Heren dusent vierhondert twee ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLI verso. N.B. Gecancelleerd. Onder de akte staat: Gift nu Voppe Koenen tScevening. Nu Cornelis scoemaker. Gelost bij magister Jan Pluveen, secretarus van den Hage was. 53. 1442 October 17. Schepenen in den Hage pachten Fueytgen Aernts zoon een rente toe van 24 schellingen Hollandsch 'sjaars wegens achterstallige renten, gaande uit het huis Int Gouwen Hoeft aan het zuideinde van de Hoech- straet. .... „ Gescreven ende gepacht zeventien dage in October int jaar ons Heeren duysent vierhondert twee ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXII. 54. 1444 Juni 10. Schepenen van den Hage pachten Fueytgen Aernts zoon een rente toe van 82 schellingen Hollandsch 's jaars wegens achtérstalhge renten, gaande uit het huis, genaamd Dat Gulden Hoeft, gelegen op het zuideinde van de Hoechstraat naast het gasthuis. Gescreven ende gepacht tyen dage in Junyo int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende viertich. !> Oorspr. (Inv? no. 26*). Het schependomszegel verloren. 2. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. LXXXII verso. 55. 1446 September 21. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Hugen zoon erkent schuldig te zijn aan Voppen Rembrants zoon een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Poten. Gescreven up sinte Mathijs' dach int jair ons Heren M CCCC zesse ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLVII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria meester Claes van 'sGravensand. Onder staat: Geeft nuu a° XVc LX Piter Everts zoon, glasemaker ant kerckhof. 56. 1447 Mei 2. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Bertelmees' zoons Lambrechts zoon verkoopt aar* Claes van Dam een rente van 50 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit 2 morgen land in het Westambacht, met den rentebrief van Kerstant Oedziers zoon (zie reg. no. 14). Gescreven upten anderden dach in Meye int jaer ons Heeren dusent vierhondert zeven en de viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXVIII. 57. 1447 Mei 8. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Huge Jacobs zoon, scnemaker, erkent schuldig te zijn aan Geryt Dircx zoon, barbier, een rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit het huis in de Sint Jacobs straat, dat hij daarvoor in huur heeft gekregen. Gescreven achte dage in Meye int jair ons Heren dusent vierhondert zeven einde viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXIV. N.B. Het opschrift luidt: Pro memoriis Barhare Wouter Jans zoons ende Dirc Geryts zoon, scutteldrayer. Onder de akte staat: Dese renten geeft nu Griet van Sceveninge. Gift Geryt, barbier; nu Willeboert, zijn zwagher; geeft nu Arent Symons zoon, barbier. 58. 1448 April 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Alijt Wermbrechts weduwe erkent schuldig te zijn aan Eelyaes Claes' zoon een rente van 6 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 4 morgen land bij het hofland. Ghescreven negen ende twintich dage in Aprill int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LVII. 69. 1448 Mei 10. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Heynric Aernts dochter van Tetrode erkent schuldig te zijn aan den parochiepastoor en de priesters van de memorie een rente van 80 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit haar huis in*de Nyewestraet. Gescreven tyen dage in Meye int jaer ons Heren M CCCC acht ende viertich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26--). Het schependomszegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXIII verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Heeft Frans Hubrechts zoon, procureur, anno XVc LXI. Boven het afschrift staat: Pro memoria domicelle Heinrice de Tetrode. Er onder staat: Geeft nu Jan Bruyn die maetselair; geeft nu Volkart die Smits weduwe. 60. 1449 Maart 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Martijns zoon, Adriaen Martijns zoon en Jan Allairts zoon erkennen schuldig te zijn aan den parochiepastoor en priesters van de memorie in de kerk aldaar een rente van 50 schellingen 's jaars, gaande uit een stuk land in het Westeynde. Gescreven opten negen ende twintichsten dach in Mairte int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXIX verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria heer Claes Ysack. Onder de akte staat: Gift nu Jan Dirc int Westende. Gift nu Heynric Jans zoon die molenaer. Modo Loutgen molenaer. Jan Donckers weduwe anno LXII. 61. 1449 Juni 22. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Alman Symoens zoon erkent schuldig te zijn aan Mr. Bertout Claes' zoon, priester, een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis op het Spoye aan de westzijde. Gescreven twe ende twintich dage in Junio int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende viertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLV verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria joncffrou Janna van der Boockhorst X stuvers ende die ander vjjff stuvers. 62. 1450 Maart 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Lambrechts zoon erkent schuldig te zijn aan Huge Dircx zoon een rente van 40 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn woning, groot 18 morgen land bezuiden de wildernis. Gescreven sestien dage in Maerte int jair ons Heeren dusent vierhondert ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LIL N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria mijn vrou van Hoecht- ' woude. — In margine staat: Geeft Cornelis Thonis' zoon tot Eyckenduynen a° LX. 63. 1450 Juni 25. Notaris Wilhelmus Paulus' zoon Camerlingh, instrumenteert, dat mr. Jacobus Potter van der Loe, kanunnik en officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum, als arbiter uitspraak doet tusschen Petrus Divitis, cureit van de parochiekerk te Hage, c.s. en Phüippus de Dam, vicaris, voor alle niet-gebeneficieerde priesters-officianten, in hun geschil over onthouding van memoriegeld aan de laatsten, waarbij hij aan de officianten gelast den cureit vergiffenis te vragen en bepaalt, dat zij alleen bij de gratie van den cureit memoriegeld zullen ontvangen, welke gratie zeven jaar duren zal, dat zij de vergaderingen niet zullen bijwonen en geen stem zullen hebben bij het nemen van besluiten of het kiezen van een magister memoriarum. Acta fuerunt hec in sacristia ecclesie parochialis Hagensis supradicte sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo quinquagesimo indictione tercia decima mensis Junii die vicesima quinta hora terciarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Nycolai divina providentia pape quinti anno quarto. Afschr. in Inv. no. 1 fol. III verso. 64. 1451 November 16. Schepenen in den Hage pachten Claes Jans zoon een rente van 12 schellingen Hollandsch 's jaars toe wegens achterstallige renten, gaande uit Aernt Dirc Thonys' huis op den Geest. Ghescreven ende ghepacht upten XVIsten dach in Novembri int jair ons Heeren M CCCC een ende vijftich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26-) Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LI. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Pieter Joris' zoon Dec-_ ker. — Zie het opschr. bij den brief d.d. 1451 November 25 (reg. no. 65). 65. 1451 November 25. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aernt Dircx zoon erkent ' schuldig te zijn aan Claes Florys' zoon een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis op den Gheest. Ghescreven opten XXVsten dach van Novembri int jair ons Heeren M CCCC een ende vijftich. 1. Oorspr. (Inv. no. 261). Met geschonden schepenzegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LI. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Cortte Hoochstraet. Pieter Jorysz. Decker. Het opschr. boven het afschr. luidt: Pro ista littera fiet memoria Nycolay de Decker cum littera sequenti (zie reg. no. 64). 66. 1452 November 3. Schepenen in den Hage pachten broeder Mercelis een rente van 13 schellingen Hollandsch 'sjaars toe wegens achtterstallige renten, gaande uit Katrijn Adriaen Govairts zoons huis op de Volresgraft, grenzend ten Noorden aan den weg van het Spoeye tot den Delffweoh aan de zuidzijde van de Wateringhe. Gescreven ende ghepacht opten derden dach in Novembri int jair ons Heeren M CCCC twee ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. L. N.B. Zie de noot bij reg. no. 86. 67. 1453 April 26. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Servaes Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Deel een rente van 2 rijnsche guldens 's jaars, gaande uit zijn huis in de Molenstraet. Gescreven upten XXVIsten dach in Aprill int jair ons Heren M CCCC drie ende vijftich. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. XXXV. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria joncffr. Janna van den Boockhorst ende noch een rinsgulden up Alman Symoens zoons huys mit twe scepenbrieven van XXV stuvers. — Onder de akte staat: Gift nu Hadwij Servaes' wedue; heer Jan Florys'zoon, priester; geeft nu Jacob IJsbrants; Jannetgin Provisoers a° XVc LX. 68. 1453 November 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Hernout Jacobs zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie in den Hage een rente van 40 schellingen 's jaars, gaande uit zijn huis in Jan Henrics zoons straat. Gescreven opten XIXten dach in Novembri int jair ons Heren M CCCC drie ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXX. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Martijn Jans zoon van der Laa en zijn ouders. Onder de akte staat: Dese renten geeft nu heer Jan Berwouts zoon; geeft nu Joest Jacobs zoon, laeckecoper aent kerckhoff a° lx; geeft nu Joest Jacops zoon, burchmeester aent kerckhoff a° 62. 69. 1454 Mei 7. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Tyman Messemaker als voogd van Jorys Voppen zoon, verklaart schuldig te zijn aan Wijntgen zijn schoonzuster en Machtelt zijn vrouw, Philip's dochters, een rente van 18 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis op het Spoeye aan de westzijde van de vaart. Gescreven opten zevenden dach in Meye int jair ons Heren M CCCC vier ende vijftich. 1. Oorspr. (Inv. no. 26k). Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXIV verso. N.B. Het opschr. boven hét afschr. luidt: Pro memoria Machtelt Phillips' dochter. — Onder de akte staat: Dese renten geeft nu Katrijn Voppen in de Gulden Mortier, modo Katrijn Bustelwijf; meester Jacob Coensz. Voernuft in de GuldeMortier, nu schoen Jan Jansz. die boede, anno 1563. 70. 1454 Mei 8. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Machtelt Jans dochter van Tyel erkent schuldig te zijn aan Vranck van der Does een rente van 8 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis, dat zij van hem kocht in de Nyewestraet bij de kerk. Gescreven achte dage in Meye int jair ons Heren M CCCC vier ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXIV verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Ghijsbrecht Pijns. Onder de akte staat: Gift nu die moeder int grote susterhuys. — Willem Bidder. — Modo Oedzier Talmans wedue. 71. 1455 Januari 4. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Alijt Vriescgens weduwe erkent schuldig te zijn aan Marijtgen Jans dochter een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit 2 kamers in de Toernstraet. Gescreven upten vierden dach in Januario int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXVIII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Maritgen van Beringen. Onder de akte staat: Gift nu Pons scoemaker; geeft nu Diewertgen. Geeft nu den Heiligen Geest. 72. 1457 Maart 22. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Zybrant Bertelmeus' zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob Jans zoon een rente van 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het Zuuteynde van der Hage aan den Delffwech. Gescreven upten XXIIsten dach in Mairte in jair ons Heren M CCCC zeven ende vijftich. Afschr.' in Inv. no. 1 fol. XLIX. N.B. Het opsehr. luidt: Pro memoria Pieter'Jans zoon. In margine staat: Gift nu Jacob Wiggers zoon: nu Kathrijn Symon Jacob Wiggers zoons dochter anno LX. 73. 1457 Juni 24. Notaris. instrumenteert, dat Petrus Divitis, investitus van de parochiekerk te Haga, Henricus, kapelaan te Eykendunen, mrs. Nycolaus Jacobus' zoon, Wilhelmus Gerardus' zoon Talman, Florentius Nycolaus' zoon de Dam, Franco Paulus' zoon en Johannes Hieck, Johannes, zoon van Florencius Calciator, Jacobus Andreas' zoon, IJsbrandus Wilhelmus' zoon, Theodericus Theodericus' zoon de Bemonda, Gerardus Symons zoon, Johannes Berwoldus' zoon, Ghijsbertus Gerardus' zoon, Nycolaus de Lyra Symons zoon, Petrus de Alcmaria, Judocus Wilhelmus' zoon, klerk, Wolterus Arnoldus' zoon, Mathias Symons zoon, vicarissen, en mr. Geardus de Bye, Jacobus Grebber, Symon Zael, Nycolaus de Zijl, Theodoricus Poes Andreas' zoon, klerk, en Florencius de Alcmaria, klerk, afwezig, doch opgeroepen tegen Maandag na Odulphi, om een eind te maken aan geschillen tusschen hen, vicarissen, en officianten over het deelhebben aan de memoriegelden, de statuten, eertijds door de memorie gemaakt en door bisschop Bodolphus goedgekeurd (zie reg. no. 44), in zooverre wijzigen, dat alleen beneficianten van bestaande beneficies daartoe gerechtigd zullen zijn, tenzij aan nieuw te stichten beneficies 2 pond Vlaamsch wordt toegewezen met een last van een of twee missen per week en voor iedere mis meer 1 pond Vlaamsch meer, en dat officianten van de memorie zullen uitgesloten zijn, behalve de hier met name genoemde en wel: Philippus de Dam, mr. Tyelmajmus Heinricus' zoon, Petrus Bobbertus' zoon de Lira, Wilhelmus de Boechorst en mr. Florencius de Dam, wanneer zij een officie verworven zullen hebben. Acta sunt hec in sacristia ecclesie praefate sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate euisdem Domini millesimo quadringentesimo quinqagesimo septimo indictione quinta mensis Junii die Veneris vicesima quarta hora vesperarum vel quasi secundum usum stilum et consuetudinem civitatis et dyocesis Trajec- tensis pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Calisti divina providentia huius nominis pape tercii anno tercio. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. V verso. N.B. Het onderschrift door den notaris is niet overgenomen, waardoor zijn naam niet bekend is. 74. 1457 Juni 15. Schepenen van Monster oorkonden, dat Geryt Claes' zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie in de parochiekerk van der Hage een rente van 8 keurvorster guldens 's jaars, gaande uit zijn woning in het ambacht Monster. Gescreven upten XVsten dach in Junio int jair ons Heren dusent vierhondert ende zeven ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XL. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Huge Claes' et pro memoria van Sint Joest Broescep. Onder de akte staat: Gift nu Geryt die decker te Monster. Dirc Jans zoon. Modo Gheryt Dircks zoon tymmerman. Die weduwe van Rochus die wyelmaker. 75. 1458 Januari 30. Schepenen in den Hage oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters verkoopen aan de priesters van de memorie in den Hage een huis op de Geest in de Faynsstraat. Gescreven upten XXXsten dach in Januario int jair ons Heren M CCCC acht ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 6a). Het schependomszegel verloren. 76. 1458 April 19. Schepenen in- den Hage oorkonden, dat Evert Heinricx zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in het Zuyteynde, dat hij tegen die rente in erfhuur heeft. Gescreven opten XIXsten dach in Aprill int jair ons Heren M CCCC acht ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXI verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoriis magistri Andree de Leyden ende Cornelys Dirc Thonys' zoon. Onder de akte staat: Dese rente geeft Evert Henricus' zoon voirscr. Gift nu Willem Nagel; nu Pieter Claes' die verwer, gift nu Jan Thonys' zoon die volre; geeft nu Claes IJsbrants zoons weduwe. 77. 1458 Juni 12. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Claes Willems zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Bruyn een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het Westambacht v'an der Hage beoosten den heerweg en bezuiden de duinen. Gescreven upten twalefsten dach in Junio int jair ons Heeren M CCCC acht ende vijftich. . 1. Oorspr. (Inv. no. 27R). Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. L verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Betaelt nu Aem Ariaensz tEykendunen in die kerck. Nu Cornelis Jansz. bac ker inde Spoystraet. Het opschr. boven het afschr. luidt: Pro memoria Jan Aerntszoon. Onder de akte staat: Desen brief leit in de arck ingecasseert. 78. 1459 Maart 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat mr. Willem ^alman en heer Claes Symons zoon, priesters, erkennen als executeurs van het testament van heer Pieter Uter Lier schuldig te zijn aan de priesters van de memorie in de kerk van der Hage een rente van 1 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit diens huis op deh noordoosthoek van het kerkhof. Gescreven upten vijften dach in Mairte int jair ons Heren M CCCC negen ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXV verso. N.B. Gift nu Adriaen van Reygersberch. Modo meester Jacop medicus. Geeft nu Jan mette lubben, snier aent kerckhof, die van Jan die Wolf swager es. Gelost ende weder beleit up Piter Claes', meester tot Voerburch. 79. 1459 April 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Claes' zoon die Zwart erkent schuldig te zijn aan heer Dirc Aernt Willem zoon een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis op de Geest. Gescreven upten Vsten dach in April int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLVII. N.B. Met bijschrift: Betaelt Jannetgen Provisoers. 80. 1459 Juli 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Harmans zoon erkent schuldig te zijn aan Bruyn Aelbrechts zoon een rente van 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn woonhuis op de Volresgraft. Upten XXIIIIen dach in Julio int jair ons Heren M CCCC negen ende vjjftich. Oorspr.(Inv. no. 27b). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Gehecht aan den brief d.d. 1508 November 22 (reg. no. 153). In dorso staat: Geeft Apollonia die turf ster of tonster, weduwe Kors Jans zoon timmerman. 81. 1459 September 12. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aernt Heymans zoon erkent schuldig te zijn aan heer Claes Maker, priester, een rente van 5 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het Westeynde. Gescreven upten Xllen dach in Septembri int jair ons Heren M CCCC negen ende vijftich. Afschr. in Inv. no: 1 fol. XLII verso. N.B. Gecancelleerd. Onder de akte staat: Modo convent in Bethleëm geeftet. Solvit Koen Boudijns zoon. 82. 1459 November 12. Schepenen in den Hage oorkonden, dat IJsbrant Dircx zoon, timmerman, erkent schuldig te zijn aan Jacob Willems zoon een rente van 80 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Kercstraet. Gescreven upten Xllen dach in Novembri int jair ons Heeren M CCCC negen ende vijftich. Afschr. in Inv. no. I fol. LXVIII verso. N.B. In margine staat: Scoelstraet. Geeft Piter mitten Kindern, procureur. 83. 1460 Januari 8. Engebrecht Jans zoon verkoopt aan Aerste Reynerts dochter een rente van 1 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het ambacht van Rijswijck aan den heerweg. Int ja» ons Heeren duysent vierhondert ende LX opten VlIIsten dach in Januario. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. LXIX verso. 84. 1461 Februari 11. Schepenen in den Hage pachten Katrijn Willem Dircx zoons weduwe een rente van 5 schellingen Hollandsch 'sjaars toe wegens achterstallige renten, gaande uit Roeltgens huis op de Volresgraft, grenzend ten Noorden aan den weg, die van het Spoye loopt tot denDelfwecb toe aan de westzijde- van de Wateringe. Gescreven ende gepacht upten elfften dach in Februario int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIX. N.B. Zie de noot bjj reg. no. 86. 85. 1461 Maart 6, Notaris Martinus, zoon van Arnoldus Carnifex, instrumenteert dat de mempriepnesters in de parochiekerk van S. Jacobus te Haga nl Petrus Dmtis, cureit, Petrus Johannes' zoon, investitus in Eykendunen Nycolaus Jacobus' zoon, Wilhelmus Talman, Florencius Nycolaus' zoon de Dam, Franco Paulus' zoon, Johannes Wilhelmus' zoon Hyeck Theodericus Arnoldus Wilhelmu's zoons zoon, Tyelmannus Heynricus' zoon Ghijsbertus Nycolaus' zoon, meesters, en Johannes, zoon van Florencius Calceator, Jacobus Andreas' zoon, IJsbrandus Wilhelmus' zoon Theodericus Theodericus' zoon de Remonda, Ghijsbertus, zoon van Gerardus Foderator, Nycolaus Symons zoon de Lira, Florencius de Alkemade Adrianus Heynricus' zoon, Paulus Paulus' zoon, Johannes Moykint' Phihppus de Dam en Johannes Berwoldus' zoon, vicarissen en officianten m genoemde kerk, statuten maken betreffende den dienst in het koor, en bepalen, onder verbod van zich tot een wereldlij ken rechter te wenden, dat geschillen in algemeene geheime vergaderingen beslecht zullen worden. Acta fuerunt hec in sacristia parochialis ecclesie sancti Jacobi apos-*" tob Hagensis sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesima sexagesimo primo indictione nona mensis Marcii die vero sexta hora summe misse vel quasi secundum usum stilum et consuetudinem civitatis et dyocesis Trajectensis pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pii divina providencia huius nominis pape secundi anno tercio). / Afschr. in Inv. no. 1 fol. IX. Met signatuur van den notaris. 86. 1461 Maart 11. Schepenen in den Hage pachten Katrijn Willem Dircx zoons weduwe een rente van 5 schellingen Hollandsch 's jaars toe wegens achterstallige rente, gaande uit Roelgens huis op de Volresgraft, grenzend ten Noorden aan den weg, die van het Spoye loopt tot den Delffwech toe aan de westzijde van de Wateringhe. Gescreven ende ghepacht upten elften dach in Mairte int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIX verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Claes Jan Claes' zoon. Het onderschr. luidt: Gift nu Diro Mees' zoon. Nu meester Jacop Vernuft upt Spoye. Cum quattuor litteris sequentibus d. z. de brieven d.d. 1461 Februari 11 (reg. no. 84), 1452 November 3 (reg. no. 66), 1428 April 13 (reg. no. 28) en 1431 September 6 (reg. no. 32). Onder den laatsten brief staat: Geeft dese vijf bryeven Vernuft upt Spoye, beloepen tsamen Illftf II sch. VIII d. — Op fol. L staat nog een aanteekening van een brief van 13 schellingen, die vergeten is in te schrijven. 87. 1461 Juni 21. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Alleman Symons zoon erkent schuldig te zijn aan Heinrick van Groesbeeck een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de westzijde van het Spoye. Gescreven upten een ende twintichsten dach in Junio int jair ons Heeren M CCCC een ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIV verso. N.B. Het opschr. luidt: Fiet annuo memoria pro Henric o de Groesbeec et pro Bussent uxore sua cum duabus litteris istius paginae. Onder de akte staat: Geeft Frank die wagenaer upt Spoy in Sinte Andries. 88. 1461 December 11. Schepenen in den Hage oorkonden, dat heer Adriaen Heynricx zoon, priester, erkent schuldig te zijn aan Jan Loef Dircx zoon een rente van 4 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Scoelstraet „tenden den toern". Gescreven elf dage in Decembris int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXI verso. N.B. In margine staat: Upte Sack. 89. 1462 November 28. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Geryt Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie een rente van 5 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis genaamd In den Bock in de Hoochstraet bewesten de beek. Gescreven upten XXIIIsten in Novembris int jair ons Heren M CCCC twee ende tsestich. Afschr. in Inv. no 1 fol. XLIII. N.B. Het opschr. luidt: Pro festo composito in XIm virginum III U, her Pieter van der Horn 1 té, Geryt Dircx zoon barbier 1 té elc voir hair memorie. Onder de akte staat: Gift nu meester Geryt barbier; ghift nu Jan Jans zoon in den Buck; geeft nuu anno XVc LX coman Hillebrants weduwe; nu anno LXIIII Cornelis Cornelis' tinnegit er. 90. 1464 Februari 27. Schepenen in den Hage oorkonden, dat jonkvrouw Louwerys Dirc Boelen zoons weduwe erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit haar huis op die Spoey aan de westzijde, ten Westen grenzende aan de eemeene tuinen op de gracht. Gescreven opten XXVIIsten dach in Februario int jair ons Heeren M CCCC vier ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXV. N.B. Het opschr. luidt: Item pro memoria Theoderici Rolandi. Desen brieff ghelosset ende tgelt in de kist geleyt. 91. 1464 Augustus 19. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Cornelys die Bruun erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 2 pond 10 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit 2 morgen land en 4 hont land ten Westen daarvan. Gescreven upten XIXsten dach in Augusti int jair ons Heeren M CCCC vier ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLIV. N.B. Het opschr. staat mede boven den brief d.d. 1461 Juni 21 (zie reg. no. 87). Onder de akte staat: Modo Pieter Mouwerijns zoon. Westeynde. Geeft nuu Jan Donckers weduwe. 92. 1464 November 16. Schepenen in den Hage oorkónden, dat IJsbrant Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob Willems zoon een rente van 80 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Kercstraet. Gescreven upten XVisten dach in Novembri int jair ons Heeren dusent vierhondert vier ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXIX. N.B. In margine staat: Scoelstraet. 93. 1465 Januari 30. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Louwerys Dammes' zoon erkent schuldig te zijn aan Bruun Aelbrechts zoon een rente van 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis op het Bleyckvelt. Gescreven upten XXXsten dach in Januario int jair ons Heeren M CCCC vijf ende'tsestich. 1. Oorspr. (Inv. no. 28a). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXV. N.B. Het oorspr."is»vastgehecht aan dat d.d. 1501 Augustus 28 (reg. no. 151). Onder het afschr. staat: Geeft Cornelis Allaert zoon, nu meester Adriaen Heytouwen, advocaet, a° 1562. 94. 1465 Juli 7. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Engebrecht Dircx zoon erkent schuldig te zijn aan Mr. Adriaen Lottens zoon een rente van 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Kerckstraet. Gescreven upten VÏIen dach in Julio int jair ons Heeren M CCCC vijf ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LUI. N. B. Het opschr. luidt: Pro memoriis mulieris magistri Adriani Lottini. In margine staat: Gift nu Everwijf. 95. 1465 Juni 26. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Alman Symoens zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 18 schellingen 4 penningen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis op het Spoy aan de westzijde van de vaart. Gescreven upten XXXIsten dach in Junio int jair ons Heren dusent vierhondert vijff ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLV vorso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria jonffrou Janna van der Boockhorst. Bese brief van X stuvers is gelost mit XU, welc geit tot die kist is gebrocht. 96. 1465 October 8. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Claes Neel erkent schuldig te zijn aan Willem Pieters zoon een rente van 2 pond 2 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars, gaande uit een erf van 8J roede in het Zuyteynde van der Hage over de Sinte Anthonis' brug beoosten den Delfwech, dat hij van hem in erfhuur houdt. Gescreven achte daghe in Octobri int jair ons Heeren M CCCC vijf ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. Lil verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Willem Pieters zoon XX sc. ende die ander XX sc. pro pane Dirc Boelens zoons memorie. Er onder staat: Geeft nuu Piter Jacobs zoon. 97. 1465 October 8. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Aernt Knoop erkent schuldig te zijn aan Willem Pieters zoon een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit een erf van 4 roeden in het Zuyteynde over Sinte Anthonius' brug, dat hij van hem in erfhuur houdt. Gescreven achte dage in Octobri int jair ons Heren M CCCC vijf ende tsestich, 1. Oorspr. (Inv. no. 47a). Met geschonden schepenzegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LVI. N.B. Onder de akte staat: Ghift nu Jan Nachtegael; ghift nu Dirc Jans zoon die voller. Noch een gepachten brief, die hier nae gescreven staet (bldz. 142, reg. no. 88). Desen brief heeft meester Cornelis Bul gelost a° 1561. 98. 1466 April 8. Schepenen in den Hage oorkonden, dat heer Ghijsbrecht Geryts zoon, priester, erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 40 schellingen 's jaars, gaande uit zijn twee huizen in de Toirnstraet. Gescreven upten derden dach in April int jair ons Heren M CCCC ses ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLVII. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Jacob Peters zoon, Natalia, zijn wijff. 99. 1466 Augustus 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Pieter Roele zoon erkent schuldig te zijn aan Pieter Martijns zoon een rente van 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het Westeynde van der Hage. Gescreven upten XXIIIIsten dach in Augusto int jair ons Heeren M CCCC sess ende sestich. . 1. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXIII. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXIII verso. 27 100. 1467 Juli 4. Claes Jans zoon, schout in het ambacht Wassenair, oorkondt, dat Danel Jacobs zoon verkoopt aan Gheryt Gheryts' zoon, bakker, een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn woning aan de Laeck. Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende tsestich up sinte Martijns dach translatio. 1. Oorspr. (Inv. no. 61a). Met het zegel van den oorkonder in groene was. 2. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. LIV. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Geeft Adriaen Maarts zoon ende Sebastiaen in de Keetel elc X schellingen La roberts Willem van Zwieten. Het opschr. lnidt: Pro memoria Gerit Ghijsbrecht zoon, hacker van Heemskerck. 101. 1467 October 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat heer Claes IJsbrants zoon, priester, erkent schuldig te zijn aan dè priesters van de memorie aldaar een rente van 82 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het Zuyteynde. gescreven upten XXIIIIsten dach in Octobri int jair ons Heren duysent vierhondert zeven ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XLVIII verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Machtelt Aernt Huge zoons dochter XX sch. ende die ander XII sch. pro memoria joffer Kathrijn. Onder de akte staat: Gift nu Hercules IJsbrants zoon. Gelost bij Zeger Lambrechts zoon vleyshouder. 102. 1468 Maart 11. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jan Engebrechs zoon erkent schuldig te zijn aan Heynric Jans zoon een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Kerckstraet. Gescreven upten Xlsten dach in Mairte int jair ons Heeren M CCCC acht ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LUI. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria joffer Kathrijn meester Phillips'. In margine staat: dese brief leit in de arck. 103. 1468 Augustus 8. - Schepenen in den Hage oorkonden, dat Mr. Jan Hieck erkent schulschuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar de rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, die heer Claes Symons zoon Uter Lyer hun vermaakt heeft, gaande uit zijn huis in de Kerckstraet. Gescreven achte daghe in Augusto int jair ons Heeren M CCCC acht ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LI verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria domini Nycolai Uter Lyer. Onder de akte staat: Gift Dirck Poes. Geeft Fransgin Splinters int Zuytenden anno 1562. 104. 1468 October 16. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Bertolmees Arnts zoon erkent schuldig te zijn aan heer Jan Floris' zoon, priester, een rente van 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 2£ morgen land in het Westambacht van der Hage in Etscamp aan de westzijde van den moerweg. Gescreven upten XVIsten dach in Octobri int jair ons Heeren M CCCC acht ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LI verso. N.B. Het opschr. luidt: Mees Arnts zoon. 106. 1469 Januari 2. Notaris Jacobus Florencius' zoon instrumenteert, dat de memoriepriesters in de kerk te Haga n.1. Petrus Divitis, cureit van de parochiekerk te Haga, Johannes, nustitus te Eykendunen, mr. Tyelmannus Heynricus' zoon, provisor en deken van Delflandia, IJsbrandus Wilhelmus' zoon, Johannes Florencius' zoon, mr. Johannes Hieck, Johannes Moykint, mr. Georgius Johannes' zoon, mr. Gijsbertus Nycolaus' zoon, Gijsbertus Petrus' zoon, Wilhelmus Zuermont, mr. Florencius Dam, mr. Theodricus Arnoldus' zoon, Wilhelmus Wilhelmus' zoon, Theodericus Poes, Andreas Theodericus' zoon, Gijsbertus Gerardus' zoon, mr. Martinus Carnificis, Adrianus Heynricus' zoon, Johannes Berwoldus' zoon, Paulus Paulus' zoon, Theodricus Jacobus' zoon, en Florencius de Alcmaria, terwijl mr. Gijsbertus en de cureit gevolmachtigd zijn resp. door Jacobus Andreas' zoon en mr. Gerardus de Riede, samen uitmakende de memorie, wegens hoogloopende oneenigheden nieuwe bepalingen maken aangaande de vereischten tot toetreding en de verphchtingen der memoriepriesters,-waaronder het eedsformulier voor de memoriepriesters en dat voor de kapelaans. Acta fuerunt hec in sacristia ecclesie parochialis prefate sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo nono indictione secunda mensis quidem Januarii die vero secunda hora quarta post meridiem vel eo circa secundum usum stilum et consuetudinem civitatis et dyocesis Trajectensis pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia Clemencii pape secundi anno eius quinto. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XIII. N.B. Door het oorspr. was gestoken de brief d.d. 1471 Mei 18 (reg. no. 108). 106. 1469 October 14. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Pieter Ewouds zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het Zuyteynde bij Sinte Anthonis' brug benoorden.de Volregraft. Ghescreven upten XlIIIsten dach in Octobri int jair ons Heeren M CCCC negen ende tsestich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LUI. 107. 1469 December 9. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Kathrijn Willem Willems zoons weduwe erkent schuldig te zijn aan Pieter Aernts zoon een rente van 8 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit haar woning, groot 84 morgen land in het Westambacht van der Hage bezuiden de wildernis, benevens uit de helft van 16 hont land in Hartscamp met voorbehoud van het recht hieruit turf te blijven steken. Gescreven upten IXen dach in Decembri int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende tsestich. Afschr. in Inv. no. I fol. LXXI verso.' N.B. Met de aanteekening, dat deze rente den 15 Juli 1549 gelost is met den penning 24 door Jan Huygens zoon, bakker, en weder belegd ten laste van Cornelis Celleken aan het Boderijs tot Berckel. 108. 1471 Mei 18. David de Burgundia, bisschop van Trajectum, in aanmerking nemende, dat hij 1457 Juli 19 heeft goedgekeurd de besluiten, vastgesteld door den cureit en de beneficiati van de parochie te Haga als memoriepriesters, inhoudende o.a., dat nieuwe bepalingen, gemaakt door het wijste deel der memoriepriesters, evenzeer in acht genomen zullen worden als deze, bevestigt de nieuwe bepalingen, vermeld in het instrument, opgesteld door Jacobus Florencius' zoon (reg. no. 105). Anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo primo mensis May die decima octava. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XVIII. 109. 1471 September 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Maritgen van Beringen erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 26 schellingen 8 penningen Hollandsch 'sjaars, gaande uit haar huis in de Tornstraet naast de handboogschuttersdoelen. Gescreven upten XXIXen dach in Septembri int jair ons Heeren M CCCC ende een ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LUI. N.B. Het opschr. luidt: Pro panibus Martgen van Beringen XX sch. ende die ander V stuvers pro memoria Heil IJsbrants. 110. 1472 Juli 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Pieter Lambrechts zoon erkent schuldig te zijn aan de memorie aldaar een rente van 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit een huis in de Torenstraet. Gescreven upten XVIIIen dach in Julio int jair ons Heren M CCCC twe ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LUI verso. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria Lijsbeth Wermbrechts. In margine staat: Gift Pieter Coster; ghift nu heer Aernt Koek; geeft nu anno 1562 die kinderen van Piter Jonasz. int Lombertstraetgen. 111. 1472 Juli 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Zwaen Jan Symoens weduwe erkent schuldig te zijn aan de memorie aldaar een rente van 40 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Spoystraet aan het Noirtende. Gescreven int jair M CCCC ons Heeren twe ende tseventich upten XVIIIen dach in Julio. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LUI verso. 112. 1478 Februari 1. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Phillips Melys' zoon erkent schuldig te zijn aan Lijsbeth Ghijsbrecht Boellifs zoons weduwe eene rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit twee huizen in het Westeynde van der Hage. Gescreven upten eersten dach van Februario int jair ons Heren duysent vierhondert ende drie ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LVI verso. N.B. Gecancelleerd; met de aanteekening, dat deze rente gelost is en vervangen door die, genoemd in den brief d.d. 1476 April 9 (reg. no. 14 bldz. 126). 113. 1473 Maart 10. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Aechte Claes Geilen weduwe erkent schuldig te zijn aan de memoriemeesters aldaar een rente van 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 4 kamers op Jan Symons laen. Gescreven upten Xen dach in Mairte int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende tseventich. Afschrift in Inv. no. 1 fol. LIV verso. 114. 1473 Juni 26. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Geryts zoon erkent schuldig te zijn aan Anthonys Dirck Jan Casus' zoon een rente van 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis over Sinte Anthonys' brug. Ghescreven upten XXVIen dach in Junio int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXLÏI verso. N.B. Onder de akte staat: Geeft nu Cornelis Diricx zoon, walmaker over Sinte Anthonis' brughen a° XVo LXII. 115. 1478 November 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Geryts zoon erkent •schuldig te zijn aan Anthonys Dirck Jan Casus'zoon een rente van 20 schellingen HoHandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis over Sinte Anthonys' brug. Gescreven upten XVIIIen dach van Novembri int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXIV verso. N.B. Onder de akte staat: Geeft nuu Cornelis Dirixz., walmaker over Sinte Anthonis' brugghe a° XVc LX. 116. 1474 October 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Geryts zoon erkent schuldig te zijn aan Heynrick Geryts zoon een rente van 2 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis over Sinte Anthonys' brug. Gescreven upten achtiensten dach van Octobri indt jair ons Heeren duysent vierhondert vier ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXIV. N.B. Onder de akte staat: Geeft nu Cornelis Dirixz., w.ijlmaker over Sint Anthonis' brugghen. 117. (c. 1475) Januari 11. Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Jan Symons zoon, poorter der stad; verkoopt aan de memoriemeesters in den Haech een rente van 5 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 8| morgen land beoosten den heerweg. upten elften dach van Januario. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXIV verso. N.B. Het jaartal is weggelaten, doch aangezien tusschen de jaren 1472 en 1481 een notabel poorter (daarna schepen, burgemeester, schout) van dezen naam in tal van akten voorkomt en de stijl van den brief mede naar dat tijdperk wijst, is bovenstaande dateering aangenomen. 118. 1475 November 22. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob van der Delle erkent . schuldig te zijn aan Jacob Jans de boden zoon een rente van 80 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis in Jan Symons laen, dat hij daarvoor in erfhuur heeft genomen. Gescreven upten XXIIen dach van Novembri int jaer ons Heren duysent vierhondert vijf ende tseventich. Oorspr. (Inv.no. 39o). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Vastgehecht aan den brief d.d. 1522 Mei 5 (reg. no. 161). 119. 1476 Februari 7. • Schepenen in den Hage oorkonden, dat koopman Dirc Jacops zoon erkent schuldig te zijn aan de memorie aldaar een rente van 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Hoechstraat, genaamd * Dordrecht, gelegen aan de beek. Ghescreven upten vijften dach van Februario int jair ons Heeren duysent vierhondert zes ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LIX verso. N.B. Onder de akte staat: Ghift nu Jan die goutsmit; ghift nu Cristoffel die apteker. 120. 1476 April 25. Jan Geryts zoon erkent schuldig te zijn aan heer Claes Martijns zoon, priester, een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het dorp Wateringen aan den dorpsweg bij de hofweide. Gedaen upten XXVten dach in Aprille int jak ons Heren duysent vierhondert ses ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LX. N.B. Onder de akte staat: Nu die pastoers moeder; nu Gerrit Jorisz. Appelcoper anno 1567. 121. 1477 April 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Daniell Jans zoon van Eynde erkent schuldig te zijn aan Mr. Wouter Jans zoon, barbier, een rente van 20 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Ylaeminckstraet. Ghescreven upten XXIXsten dach in Aprill int jair ons Heeren M CCCC zeven ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LX verso. N.B. Onder de akte staat: Ghift Daniël die coster. 122. 1477 Juli 21. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dammas Heynrix zoon erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in het Westeynde van der Hage. Ghescreven upten XXIste dach in Julio int jair ons Heeren M CCCC zeven ende tzeventich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LIX. N.B. In margine staat: Gelost van meester Aelbrecht Jans zoon. 123. 1479 April 17. mÈÊÊÊF"^ Schepenen in den Hage oorkonden, dat Dirck Aef, Claes üruyns zoons weduwe, erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 45 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit haar kamer op het Spoey aan de Westzijde van de vaart. Ghescreven upten XVIIsten dach in April int jair ons Heren M CCCC negen ende tseventich. 1. Oorspr. (Inv. no. 31»). Het schepenzegel verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LVII. N. B. In dorso van het oorspr. staat: Habet nu Jan Danel zoon opt Spoy; nuno habet Jan Zweet die snyer; modo die weduwe van Cornelis Jansz. hacker a° LXI; habet nu Pieter van Zaenen a° 1567; nu Jan Jansz. de Bruyn. Het opschr. boven het afschr. luidt: Pro memoria Bruyn Aelbrechts zoon. Onder staat: Gift nu Neeltgin Bacx weduwe anno LX. 124. 1479 April 80. , Schepenen in den Hage oorkonden, dat heer Cornelys laes zoon, priester, erkent schuldig te zijn aan de priesters van de memorie aldaar een rente van 40 schellingen 'sjaars, gaande uit zijn huis„tenden den toorn" beoosten de kerk. Ghescreven upten lesten dach in April int jan- ons Heren M (XLO negen ende tseventich. Afschr. in Inv. no. 1 foL LVIII. N.B. In margine staat: By de Sacke. Onder staat: nu den Heyligen Geest a° 1563. 125. 1480 September 27. Schepenen in den Hage pachten Alijt Jan Arents zoons een rente van 12 schellingen Hollandsch 'sjaars toe wegens achterstalüge renten,, gaande uit IJsbrant Tyelmans huis in het Zuyteynde van der Hage. Gescreven ende gepacht upten XXVIIsten dach in Septembris mt jair ons Heeren M CCCC ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 foL LXIV verso. 126. 1480 November 9. Schepenen in den Hage pachten heer Willem Zuyrmont, priester, een rente van 6 schellingen 6 penningen Hollandsch toe, wegens achterstallige renten, gaande uit een huis hj het Zuyteynde* Ghescreven ende gepacht negen dagen in Novembri int jair ons Heeren M CCCC ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 foL LX verso. N.B. Onder de akte staat: Gift Pieter Claes'zoon die verwer; ghift nu Jan Thonys' zoon die volre. 127. 1481 Mei 24. , Schepenen in den Hage oorkonden, dat Pouwels Dircx. zoon erkent schuldig te zijn aan Ermgairt Jacob Reynerts zoons weduwe een rente van 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het Voirhout. Gescreven upten XXIIIIsten dach in Meye int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXIII. N.B. Onder de akte staat: Geeft nu Pieter Jans zoon, timmerman int Voerhout. 128. 1482 Maart 4. Pieter Claes' zoon, schout in het ambacht Wassenaer, oorkondt, dat Jacob Jans zoon verkoopt aan Claes Pieters zoon een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn woning aan den heerweg. Int jaer ons Heeren dusent vyerhondert twee ende tachtich den vyerden dach in Maert. Oorspr. (Inv. no. 61b). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. N.B. In dorso staat: Geeft Jan Jan Maerts zoon. 129. 1482 Maart 13. Schepenen in den Hage pachten Willem Claes' zoon een rente van 40 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars toe wegens achterstalhge renten, gaande uit IJsbrant Tielmans zoons huis in het Zuyteynde van der Hage naast de Raempoort. Gescreven ende gepacht upten XIHsten dach in Marte int jaer ons Heeren dusent vierhondert twe ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXV. 130. 1482 December 19. Schepenen in den Hage pachten Alijt Jan Aernts zoons weduwe een rente toe van 14 schellingen 2 penningen Hollandsch 's jaars wegens achterstallige renten, gaande uit IJsbrant Tyelmans zoons huis in het Zuuyteynde van der Hage. Gescreven ende gepacht upten XIXsten dach in Decembris int janons Heeren duysent vierhondert twe ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXV. 131. 1486 Januari 24. Schepenen in Monster oorkonden, dat Jacob Jacobs zoon verkoopt aan de priesters van de memorie in den Hage 8 hont land in genoemd ambacht ten Westen van zijn woning. Gesreven upten vier ende twintichsten dach in Januariis int jair ons Heeren M CÖCC sess ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXV verso. N.B. Onder de akte staat: Nu Cornelis Jacobs zoon an den Swarten Dijckx weduwe, ghenaemt Koentgen a° 1563. 132. 1486 October 4. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Philips Willems zoon (Scouten) erkent schuldig te zijn aan heer Pieter van der Kerek, priester, een rente van 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis aan de Vischmarct. upten vierden dach in Octobri int jair ons Heeren dusent vierhondert sess ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXVI verso. 133. 1486 October .... Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Andries Maertijns zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Andries', zijn zoon, een rente van 4 pond 7 schellingen 6 penningen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het Voerhout. Gescreven upten dach in Octobri anno XIIIIc LXXXVI. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXX verso. 134. 1488 Mei 81. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Dirick van Eijswijck, meester van de Rekeninghe in Hollant, erkent schuldig te zijn aan heer Willem Ruichrock van der Werve, ridder, een rente van 7 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de Noordzijde van de kerk. Geschreven upten lesten dach in Mey int jaer ons Heeren M CCCC acht ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXI verso. N.B. Geeft nuu Jan Piters zoon, snyer aent kerckhof ant Hoefgin a° LX. 135. 1489 Maart 17. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Machtelt Claes van Zelms weduwe erkent schuldig te zijn aan Walraven Potter een rente van 4 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 2 steenen kamers bij destinkput. Gescreven den XVII dach in Maerte in jaer ons Heeren XIIII hondert neghen ende tachtich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXIV verso. N.B. Onder de akte staat: Geeft nuu Gijsbrecht Goverts zoon, doerwaerder of Marie Zalem. Nota: Item van dese vier pont sg'n twe pont gelost bij eenen heer Cornelis, bastaert van Assendelf. 136. 1489 Mei 29. Johannes Stephanus' zoon, cureit, en de overige memoriepriesters in de kerk te Haga maken een reglement voor hun bibliotheek. Acta sunt hec in sacristia ecclesie Hagensis tamquam- in loco nostre congregationis solito anno indictione mense die hora et pontificatu superius descriptis (anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo nono indictione septima die vero Veneris mensis May vicesima nona hora nonarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Innocentii divina providentia pape octavi anno quinto). Oorspr. ingeschreven in Inv. no. 1 fol. XVIII verso door notaris Florencius de Dam. N.B. Gedrukt in het Jaarboek van Die Haghe 1913. 137. 1489 Mei 29. De cureit en de memoriepriesters in de kerk te Haga maken de bepaling, dat voor ieder hunner, ter vergoeding van het geld, bij de toetreding tot de memorie betaald, een eeuwige memorie gehouden zal worden op den sterfdag. Acta ut supra (consequenter vero anno indictione mense die hora et pontificatu immediate supra (zie reg. no. 136)). Oorspr. ingeschreven in Inv. no. 1 fol. XVIII verso door notaris Florencius de Dam. 138. 1491 Februari 28. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Goessen Louweris' zoon erkent schuldig te zijn aan Adriaen Arents zoon een rente van 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis aan de Volderslaen. Gescreven upten XXIII dach in Februario int jaer ons Heeren M CCCC een ende tnegentich. Afschr. in Inv- no. 1 fol. LXXV verso. 139. 1492 Februari 24. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Mr. Willem van Berendrecht erkent schuldig te zijn aan Mr. Dirc Adriaens zoon, priester, ten behoeve van 'de priesters der memorie in den Haghe een rente van 4 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis aan de zuidzijde van de kerk, grenzend van achteren aan de bewoners van de Jan Heynricx zoons straat. Ghescreven upten XXIIIsten dach in Februariis int jair ons Heeren M CCCC twee ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXV verso. 140. 1492 Maart 28. Huych van Zweten, schout in het ambacht Zoeterwoude, oorkondt, dat Phillips Pieters zoon van Dam verkoopt aan Adriaen Aernts zoon een rente van 4 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 8 morgen land in Tegelrebroeck aan de Vliet. Opten acht ende twentichsten dach in Mairte int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende tneghentich. Oorspr. (Inv. no. 62b). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 141. 1492 November 19. David de Burgundia, bisschop van Trajectum, vergunt den fabriekmeesters der paroéhièkérk van tsGravenzand van het vermogen der kerk tot een bedrag van 600 Bijnsche guldens te verkoopen. Datum.... anno Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo secundo die vero decima nona mensis Novembris. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXIII verso. N.B. Het oorspr. was gehecht aan den brief d.d. 1495 Maart 4 (reg. no. 144). 142. 1494 October 8. Jan Willems zoon, schout inZuytwijck, oorkondt, dat Bairtout Hugen zoon erkent schuldig te zijn aan Mr. Dirc Ariën zoon, priester, een rente van 6 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uitzijn woning, die wijlen Heinrich Evert zoon vermaakt heeft aan de heeren van de memorie van der Haghe. In den jare ons Heeren dusent vierhondert vier ende tnegentich den derden dach in Octobri. Oorspr. (Inv. no. 64a). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. 143. 1495 Februari 23. Dirc Willems zoon verkoopt aan de priesters van de memorie in den Hage een rente van 8 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 8 morgen \ hont land in het ambacht Monster tusschen de Groote Gantel en den Monsterdijck en uit 3 morgen land in Wateringe tusschen de Swet en den broekweg. Ghescreven upten XXIIIsten dach in Februario int jair ons Heeren M CCCC vijf ende tnegentich. * Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXVIII. N.B. In margine staat: Geeft Dirick Cornelis' zoon aen den Swarten dijck; nu Koertgen, zijn weduwy. 144. 1495 Maart 4. Jan Symon zoon, Jan Ghijsbrechts zpon, Jan Jacobs zoon van Wael en Herman Heynrich zoon, kerkmeesters van sGravenzande, verkoopen met toestemming van den bisschop, vervat in den brief d.d. 1492 November 19 (reg. no. 141) hieraan gehecht, en van het gerecht van de stad en het ambacht van sGravenzande aan de memoriemeesters in den Haghe een rente van 6 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 2 \ morgen land in het Noerlant tusschen den Noerlandschen dijk en de Noerlandsche kreek. upten vierden dach van Maerte in den jare ons Heeren duysent vierhondert vijf ende tnegentich. Afschr. in Inv, no. I fol. LXXIII. 145. 1497 Januari 24. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Adriaen Pieters zoon van der Meer erkent schuldig te zijn aan heer Jan Hugen zoon, pastoor, en heer Pieter van der Kerck, priester, een rente van 8 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn woning in het Westamboecht van der Haghe in het Zeckbroeck, uit 18 hont land in Aerscamp, genaamd Heymans camp, uit 8 hont land aldaar, genaamd Riervelt en uit 11 hont land aldaar, genaamd Smale camp. Ghescreven upten XXIIIsten dach in Januario int jair ons Heeren M CCCC zeven' ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXVI. N.B. Onder de akte staat: Eyokenduynen. Gelost bjj Jan Huygens zoon, hacker, ende heleit in Berckel. 146. 1497 December 11. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Dirick Jacobs zoon, volder, erkent schuldig te zijn aan Mr. Thomas Diricx zoon van Medemblik een rente van 8 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis op de Voldersgraft, ten zuiden grenzend aan de Sint Jacobs straat. Gescreven den XI Decembris anno XIIIIc XCVII. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXI. N.B. Zie de noot bij reg. no. 51. 147. 1498 October 5. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Mr. Bertout van Assendelf verkoopt aan Bobbrecht Jacobs zoon 5 hont land Bynoirdenhout bij de Cackstoel tusschen de Oude Wateringhe en den Houtwech. Gescreven upten vijften dach in Octobri int jair ons Heeren M CCCC acht ende tnegentich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXV. N.B. Gecollationneerd door notaris Floris van Coolhem. 148. 1498 October 26. Notaris Thomas Theodricus' zoon de Medemblick instrumenteert, dat Johannes Hugo's zoon, cureit van de parochiekerk te Haga, Johannes Alardus' zoon, vicaris en kapelaan, en Johannes Moyekint, Adrianus Heinricus' zoon, Andreas Theodricus' zoon, Simon Petrus' zoon van Wateringhe, Theodricus Simons zoon Thol, Johannes Petrus' zoon, Wilhelmus Stael, Petrus Johannes' zoon Kerck, Anthonius Johannes' zoon, Florentius Theodricus' zoon, Cornelius Johannes' zoon van Assendelff, mr. Theodricus Adrianus' zoon, mr. Egidius Johannes' zoon Duick, mr. Wolbrandus Arnoldus' zoon, mr. Johannes Wernerus' zoon, mr. Albertus Bruno's zoon, mr. Bertholomeus Johannes' zoon Naechtegael, mr. Wolterus Adrianus' zoon, Petrus Petrus' zoon, Johannes Jacobus' zoon de Loeff, heer Cornelius Jacobus'zoon, Jacobus Petrus' zoon de Oestewoude en Johannes Alardus' zoon de Scoten, het wijste en grootste deel der memoriepriesters, volgens bevoegdheid, hun door bisschop David de Burgundia verleend, bepalen, dat geen reguliere geestelijken deel mogen uitmaken van de memorie, of een beneficie, vicarie of kapelanie in de kerk mogen bezitten, de cureit en zijn kapelaan, die van de Praemonstreiter orde te Middelburg zijn, uitgezonderd. Acta sunt hec in Haga Comitis in ecclesia parochiali Hagensi in sanctuario eiusdem ecclesie sub anno Domini indictione die mense hora loco et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo octavo indictione prima die autem Yeneris vicesima sexta mensis Octobris hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno septimo. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XI, gemaakt tegelijk met het oorspr. instrument, met de signatuur van den notaris. 149. 1498 November 9. Schepenen in den. Hage oorkonden, dat Herman Lucas'zoon erkent schuldig te zijn aan Jacob van Huesden een rente van 10 schellingen Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis op de Geest. Ghescreven upten negenden dach in Novembri int jair ons Heeren M CCCC acht ende tnegentich. 1. Oorspr. (Inv.no. 39e). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXVI. N.B. Het oorsp. is gehecht aan de brieven d.d. 1515 Augustus 29 (reg. no. 157) en 1526 Juli 6 (reg. no. 163). In dorso staat: Cornelis Michiels zoon, tafellakenwever, 1553. Het afschr. vermeldt het jaar 1499. 149a. 1498 November 12. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Jacob Doen zoon erkent schuldig te zijn aan Jan Jans zoon een rente van 20 schellingen Hollandsch j aarlij ks, gaande uit twee kamers in de Sinte Jacobs straat over Sint Anthonys' brug. Gescreven opten Xllsten dach in Novembri int jair ons Heeren M CCCC achte ende tnegentich. • Oorspr. (Inv. no. 46a). Met geschonden schepenzegel in groene was. Met transfix d.d. 1554 April 13 (reg. no. 170a) N.B. In dorso staat: Jacob Doen zoon 1 pond Holl.: habet Ao LIIII Wm Jansz. int Padtmoes. 150. 1501 Mei 18. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Eeuwout Jans zoon erkent schuldig te zijn aan de memorie een rente van 2 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de Zuidzijde van de Voldersgraft. . Gescreven upten XVIIIe dach in Meye int jair ons Heeren XVc ende een. 1. Oorspr. (Inv. no. 46->). Met geschonden schependomszegel in groene was. Met transfix d.d. 1557 September 24 (reg. no. 172). 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXII. N.B. Het afschr. met aanteekening: Geeft nuu anno XVc LX scipper Allaert.. 151. 1501 Augustus 28. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Joost Jans zoon erkent scnuldig te zijn aan Pieter van der Kerck, priester, een rente van 6 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis op het Bleyckvelt. Gescreven. upten .XXVIIIen dach in Augüsto int jair ons Heeren XVc ende een. 1. Oorspr. (Inv.no. 28»). Met geschonden schependomszegel in groene was. 2. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. XXV. N.B. Het oorspr. is vastgehecht aan den brief d.d. 1465 Januari 30 (reg. no. 93). In dorso staat: nunc habet Mr. Ariaen Nannonis, doirwairder. Onder het afschr. staat: Geeft nu Dirck Jansz.' in de Griff after die Spoycapelle; geeft nu meester Adriaen Heytouen, advocaet. Gelost bj Heytouen anno XVc LXII ende tgelt in den arcke gebracht. 152. 1504 Maart 5. . . . Mychiel Pieters zoon verkoopt aan Mr. Jacop, memoriepriester, een rente van 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit 4 morgen landinhet ambacht Noottorp op de Nyeweveen aan den Voirbursschen weg. Upten vijften dach in Maert int jair ons Heren duysent vijfhondert ende drie nae beloop tsHoeffs van Hollant. Oorspr. (Inv.no. 58»). Met de zegels van Costgn Jans zoon en Kerstant van Alkemade (geschonden) in groene was. 153. 1508 November 22. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Willem Adriaens zoon erkent schuldig te zijn aan de memoriemeesters van der Hage een rente van 10 schellingen Hollandsch, gaande uit zijn huis aan de Voldersgraft. Gescreven upten XXlIe dach in Novembrii mt jair Ons Heeren duysent vijfhondert ende acht. Oorspr.(Inv.no.27b). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Gehecht aan den brief d.d. 1459 Juli 24 (reg. no. 80). 154. 1512 Juli 18. Adriaen Jacops zoon en Adriaen de Milde Qlais zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Jan Splinter Clais' zoon van Delft erkent schuldig te zijn aan de memoriemeesters in den Hage een rente van 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Schoelstraet. Gescreven upten XlIIen dach in Juüo anno XVc ende twaleff. Oorspr. (Inv.no. 37-»). Metdeschepenzegelsingroenewas. NB. Gehecht aan de brieven d.d. 1440 Febriari 29 (reg. no. 46) en 1555 Juni 29 (reg. no. 171). 155. 1512 October 20. «*#V*» Willem Jans zoon, waard in Engelant, en Dirck Deym Jans zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Cornelis Beymbrants zoon erkent schuldig te zijn aan de heeren van de memorie een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn woonhuis in het Suyteijnde. Gescreven upten XXen dach in Octobri anno XVc ende twaleff. Oorspr. (Inv. no. 37»). De schepenzegels verloren. 156. 1514 September 28. Arent Pieters zoon en Willem Jans zoon in Engelant, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Thomas Cornelis' zoon erkent schuldig te zijn aan de heeren van de memorie een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, . gaande uit zijn huis in de Kerckstraet. Gescreven upten XXVIII dach van Septembri anno XVc ende XlIIIen. Oorspr. (Inv. no. 39a). Met geschonden zegel v»n den eersten schepen in groene was; dat van den ander verlóren. N.B. Gehecht aan den brief d.d. 1520 September 6 (reg. no. 159). 157. 1515 Augustus 29, Gerrit Willems zoon in den Boestér en Wisse Jacops zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Alijt Hermans dochter erkent schuldig te zijn aan de heeren van de memorie een rente van f pond Hollandsch 's jaars, gaande uit het huis op de hoogte aan het eind van de Torenstraet. Gescreven opten XXIX dach van Augusto anno XVc ende vijfthiene. 1. Oorspr. (Inv. no. 39e). Met geschonden zegel van den tweeden schepen in groene was; het zegel van den ander verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXVI. N.B. Het oorspr. is gehecht aan de brieven d.d. 1498 November 9 (reg. no. 149) en 1526 Juli 6 (reg. no. 163). 158. 1517 Aprü 24. Claes Willems zoon (van Hoogenhouck) en Wermbrecht Willems zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Claes Volckerts zoon, deurwaarder erkent schuldig te zijn aan de memorie van de kerk van den Hage een rente van 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Spoy est raet. Upten XXIIIIen dach van Aprill anno XVc ende zeventien. Oorspr. (Inv. no. 39°). Met de schepenzegels in groenewas. N.B. In dorso staat: up Jacop Dircx zoon, mandemaker. Geeft magister Jacob Vernuft hoe anno 1561. Nu Jan Jans zoon, poert bode 1567. 159. 1520 September 6. Wermbrecht Willems zoon en Adriaen Geeryts zoon Paert, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Thomas Cornehs' zoon verkoopt aan de heeren van de memorie een rente van 1 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in de Scoelstraet. Upten Vlen dach in Decembri anno XVc ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 39a). Met twee geschonden schepenzegels in groene was. N.B. Gehecht aan den brief d.d. 1514 September 28 (reg. no. 156). 160. 1520 December 24. Arent Pieters zoon en Adriaen Gerits zoon Paert, schepenen in den Haghe, oorkonden, dat mr. Joest Henricx zoon, priester, verklaart schuldig te zijn aan de heeren van de memorie aldaar een rente van 6 pond Hollandsch 's jaars, losbaar met den penning 16 en gaande uit zijn huis in Jan Henricx zoon straat. Opten Kersavont int jaer XVc ende twintich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXX. N.B. Het opschr. luidt: Pro memoria magister Willem Scouten, canonic was. Onder de akte staat: geeft nu scone Jan, die boode. 161. 1522 Mei 5. Adriaen de Milde Claes' zoon en Ghijsbrecht Dircxs zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Jacop Joesten zoon, snijder, erkent schuldig te zijn aan de heeren van de memorie een rente van 20 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis aan de Volderslaan. Gescreven upten vijfften dach van Meye anno XVc twee ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 39e). Met het zegel van den tweeden schepen in groene was; dat van den ander verloren. N.B. Vastgehecht aan den brief d.d. 1475 November 22 (reg. no. 118). 162. 1524 April 15. Jacop van der Wyel Adriaens zoon en Adriaen Jacops zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Andries Huybrechts zoon erkent schuldig te zijn aan de heeren van de memorie in den Hage een rente van 87 schellingen Hollandsch 's jaars, gaande uit zijn huis in de Papenstraet. Gescreven upten XVen dach van Aprille anno XVc vier ende twintich. Oorspr. (Inv. no. 39d). Met geschonden schependomszegel in groene was. N.B. Vastgehecht aan den brief d.d. 1422 September 23 (reg. no. 23). In dorso staat: Geeft Adriaen Heyers zoon coperslager. Up Nicolaes die boogmakers huys in die Papestraet. Habet nunc Andries die slotemaker. 163. 1526 Juli 6. Adriaen Geryts zoon Paert en Huych Aerts zoon, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Alijt Hermans dochter verkoopt aan de memorieheeren een rente van 1 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit haar huis op den Geest van den Hage. upten Vlen dach Julii anno XVc zes ende twintich. 1. Oorspr. (Inv. no. 39°). Met geschonden zegel van den eersten schepen in groene was, dat van den ander verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXVI. N.B. Het oorspr. is gehecht aan de brieven d.d. 1498 November 9 (reg. no. 149) en 1515 Augustus 29 (reg. no. 157). Onder het afschr. staat: Noch een genachten brief van XII sch. ende VI d. Hollants, gepacht int jaer XVc LUI den eersten July ende waren scepenen Henrick van der Goes ende Jacob van der My Willems zoon in den Burch. Geeft nuu dese drie brieven metten gepachten brief Cornelis Michiels zoon, tafelaeckewever upte Geest, a° XVc LXII. 164. 1527 Mei 11. Schepenen in den Haghe oorkonden, dat Andries Piters zoon verkoopt aan de memorieheeren een rente van 8 pond Hollandsch 's jaars, gaande uit 4£ morgen land in Haechambacht en uit zijn woning aldaar beoosten de Loesserlaen. ...... upten XI dach van Mey anno XVc XXVII. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXVI verso. N.B. Onder de akte staat: Geeft nuu Cornelis Diricx zoon Koninck tot Eyckenduynen. 165. 1580 December 20. Schepenen te Monster oorkonden, dat oude Piter Piters zoon en zijn zoon jonge Piter Piters zoon verkoopen aan de memorie in den Haghe een rente van 6 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit hun woning in den Poeldijck. Int jaer ons Heeren XVe ende dertich den twintichsten dach Decembris. Afschr. in Inv. no.1 fol. LXXIV. N.B. Onder de akte staat: Geeft nuu Gerit Joris' zoon, alias Calebijs of Willem Cornelis' zoon tot Monster. 166. 1532 Juli 12. Kors Pieters zoon van der Beeck en Marten Adriaens zoon, schepenen in den Haghe, oorkonden, dat Jan Willems zoon, metselaar, verkoopt aan de memorieheeren een rente van 2 pond Hollandsch 'sjaars, gaande uit zijn huis in het Noerteynde. upten Xllen dach Julii anno XVc tweeéndertich. 1. Oorspr. (Inv. no. 41a). De zegels der beide schepenen verloren. 2. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXV verso. N.B. In dorso van het oorspr. staat: Claes Jansz. prater off poet. Onder het afschr. staat: Geeft nuu Claes Jansz., poëet. 167. 1587 October 20. Dirck Symons zoon Uutermaete, schout in het ambacht van Waeterynck, Adryaen Claes Engebrechs zoon en Claes Adryaens zoon Smit, schepenen aldaar, oorkonden, dat Anthonys Jorys' zoon verkoopt aan Lijsbet Gheryts dochter een rente van 2 pond Hollandsch 's jaars, losbaar met den penning 16, gaande uit 6 morgen land in Naeltwijkerbroick in den ban van Waterynck. Gedaen int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende seven ende dertich upten XXen dach van October. Oorspr. (Inv.no. 62a). De zegels van de 3 oorkonders verloren. N.B. Het stuk is zeer beschadigd. 168. 1539 Augustus 30. Nicasius Anthonis' zoon van Florye en Huich Arent zoon van der Velde, schepenen in den Haghe, pachten den heeren van de memorie een rente toe van 8 schellingen 6 penningen 's jaars wegens achterstallige renten, gaande uit het huis van Cornelis Diricx zoon, wielmaker, over Sint Anthonis' brug. Actum den XXX Augusti anno XVc neghen ende dertich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXIV verso. 169. 1551 Augustus 28. Arent Jaspers zoon en Adriaen Engebrechts zoon, schepenen in Wateringhe, oorkonden, dat jonge Doe Doesen verkoopt aan de memorieheeren in den Haghe een rente van 4 karolusguldens 's jaars, gaande uit 1 morgen land in Naeltwijcker broeek. Gescreven upten XXIII Augusti anno XVc een ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXVIII verso. 170. 1552 October 22. Cornelis van Aecken en Michiel Loefs zoon, schepenen in den Haghe, pachten de memorie een rente toe van 6 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars wegens achterstallige renten, gaande uit het huis van Cornelis Pijns zoon op de Volderslaen. Gescreven den XXII Octobris anno XVc LIL Afschr. 4n Inv. no. 1 fol. LXXII verso. N.B. Onder de akte staat: Geeft nuu Adriaen Mathijs' zoon, secretaris, ende Cornelis Piters zoon, bode. 170a. 1554 April 13. Cornelis van Aicken en Boudewijn Willems zoon, schepenen in den Haighe, oorkonden, dat Jacob Jorys' zoon in den Enghel verkoopt aan de memorieheeren een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit een huis in het Padtmoes, vermeld in den brief d.d. 1498 November 12 (reg. no. 149a.) Opten XlIIen dach van Aprill anno XVc vier ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 46a). Met de zegels der beide schepenen in groene was, waarvan het eerste geschonden. N.B. In dorso staat: tPatmoes; — geeft Jacob Scoemaker in de Bonte Mantel in de Hoechstraet a° LX. 171. 1555 Juni 29. Schepenen in den Hage oorkonden, dat Gerryt Jans zoon, waard in de Clocke bij het Sinte Nycolau's gasthuis, erkent, dat de memorieheeren uit zijn huis een rente hebben van 40 schellingen 's jaars als vermeld in den brief d.d. 1440 Februari 29 (reg. no. 46), hierin geïnsereerd. Upten XXIXen dach van Junio anno XVc vijf ende vijftich. Oorspr. (Inv. no. 19). Het schependomszegel is verloren. N.B. Gehecht aan de brieven d.d. 1440 Februari 29 (reg. no. 4#en 1512 Juli 13 (reg. no. 154). 172. 1557 September 24. Schepenen in den Hage pachten den memorieheeren een rente van 6 schellingen 6 penningen Hollandsch 's jaars toe, gaande uit schipper Allerts huis aan de zuidzijde van de Voldersgraft, wegens achterstalligheid van de rente, vermeld in den brief d.d. 1501 Mei 18 (reg. no. 152), waardoor deze gestoken is. Gescreven ende gepacht upten XXIIIIen dach van September anno XVc zeven ende vijftich. 1. Oorspr. (Inv. no. 46°). Met geschonden zegels van Willem van Cryep en Joost Jacobs zoon in groene was. 2. Afsohr. in Inv. no. 1 fol. LXXII. 173. 1559 Augustus 6. Cornelis van Aacken en Joest Jacop zoon, schepenen in den Haghe, oorkonden, dat Jan Willems zoon, lakenkooper en schout te Monster, inwoner van den Haghe, verkoopt aan de heeren van de memorie een 28 rente van 8 rijnsche guldens 5 stuivers 's jaars, gaande uit zijn huis op de Corenmart naast het stadhuis. Upten zesten dach Augusti anno XVc neghen ende vijftich. Afschr. in Inv. no. 1 fol. XXXIV. 174. 1561 Juni 4. Vincentius Hugo's zoon Mulock, pastoor, en de overige memoriepriesters in de kerk te Haga stellen vast, dat de vier jongsten (in rang) den tabernakel van het H. Sacrament moeten dragen, waarvoor zij ieder 2 sestertiën Vlaamsch (4 grooten) zullen ontvangen. (Anno a nativitate Domini nostri Jesu Christi millesimo quingentesimo sexagesimo primo indictione quarta die vero Mercurii mensis Junii quarta hora vespertina vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pii divina providentia pape quarti anno secundo). Oorspr. ingeschreven in Inv. no. 1 fol. XIX door notaris Lubecus Theodoricus'. 175. 1563 Mei 21. Cornelis van Aecken en Willem van Crijp, schepenen in den Haghe, pachten den memorieheeren een rente toe van 11 schellingen 'sjaars wegens achterstallige rente, gaande uit het huis Int Gulde Vlies in de Hoecshtraet tusschen de huizen In den Eenhooren en Die Papagaye. Gescreven ende gepacht upten XXI dach Maü anno XVc LXIII. Afschr. in Inv. no. 1 fol. LXXXIII. N.B. Gelost in 1569. 176. 1570 Augustus 26. Notaris Florentius a Coylhem instrumenteert, dat Vincentius Mulock Hugo's zoon, pastoor van de kerk te Haga, en de overige mëmoriepriesters nl. Harmannus Adrianus' zoon, deken van Delflandia, Johannes Nicolaus' zoon, Cornelius Guilhelmus' zoon, Nicolaus Gualterus' zoon, Lubecus Theodoricus' zoon, Everardus Zegheru3' zoon, Johannes Petrus' zoon Verius, Hugo Georgius' zoon, Nicolaus Theodoricus' zoon, Hugo Johannes' zoon, Johannes Adrianus' zoon, Johannes Jacobus' zoon, Rinvoldus Guilhelmus' zoon, Johannes Guilhelmus' zoon, Franciscus Barbet en Guilhelmus Nicasius' zoon, wijste en grootste deel van do memorie, bepalen, dat de kapelaan nan den pastoor, wanneer hij uit hoofde van een beneficie deel zou hebben aan de memoriegelden, toch niets meer zal ontvangen dan zijn enkele portie, welke hij ook zonder beneficie reeds ontvangt. Acta fuerunt hec in Haga Comitis in sacrario seu sanctuario dicte parochialis ecclesie divi Jacobi sub anno indictione die mense hora pontificatu ac imperio quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quingentesimo septuagésimo indictione decima tertia die vero Sabbathi vigesima sexta mensis Augusti hora decima ante meridiem pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pii divina providentia pape quinti anno coronationis sue quinto imperante et regnante illustrissimo ac invictissimo principe ac domino nostro domino Maximiliano divina favente dementia eius nominis secundo Bomanorum imperatore semper augusto anno electionis sue septimo). Oorspr. ingeschreven in Inv. no. 1 fol. XIX verso, door den notaris voornoemd, met signatuur. HET KLOOSTER MARIA MAGDALENA IN BETHANIË TE 's-GRAVENZANDE. INVENTARIS. A. Finantieel beheer. I. Rentebrieven. 96a. Rentebrief, groot 6 Rijnsche guldens 'sjaars, ten laste van Jacob van Poelgeest. 1552. Met testament van mr. Goessen Jacobs zoon d.d. 1544. 2 charters (reg. nos. 1 en 2). REGESTENLIJST. 1. 1544 November 9. Notaris Rutgerus Boschuis instrumenteert, dat Mr. Goessen Jacobs zoon, chirurgijn te Botterdam, zijn testament maakt, waarbij hij vermaakt o.a. Va deel van zijn vermogen gezamenlijk aan zijn zoons Gheryt en Mr. Cornelis, chirurgijns te Botterdam, en Cornelis Jacobs zoon van Poelgeest, zoon van wijlen zijn dochter Bertgen, onder handhaving van de making aan zijn dochter Lijsbeth, zuster in het bagijneklooster Sinte Agnieten in Botterdam. Dits alsus gheschiet binnen Naeltwijck .... int jaer indictie dach maent uure etc. als boven (Int jaer des gheboerten ons Heeren duysent viefhondert vier ende viertich ter tweede indictie den neghenden dach Novembris omtrent drie uren nae noen paus wesende doer die verhenghenesse Goets den alderheylichsten vaeder in Christo Paulus den derden van dien naem het elfste jaer sins pausdoms regneerende den alderonverwinlixsten keyser Kaerll den vieften van dien naem het vieftiende jaer zijnre croninghe). Afschrift op perkament (Inv. no. 96a). N.B. Dit afschrift wordt vermeld in den brief d.d. 1552 Juni 19 (reg. no. 273). t 2. 1552 Juni 19. Jacob van Poelgeest geeft aan prior en convent der Eegulieren van Bethaniën te sGravesandt een rente van 6 Bijnsche guldens 's jaars voor onderhoud van zijn natuurlijken zoon Cornelis en voor een jaarlijksche memorie voor hem en zijn echtgenoote Adriana van Craeridonck en zijn verdere aanverwanten. Opten negentiensten dach van Junius anno XVc tweeënvijftich stilo communi. Afschr. uit de 17de eeuw (Inv. no. 1). ERRATA. Bl. 9 no. 1. Met bisschop van Jeropolis zal hier niet bedoeld zijn Begensburgi), doch Hieropolis, een episcopaat in part. infid., het huidige Malbech in Phrygië*). Bl. 14no. 54 staat: (reg. no. 146),lees: (reg. no. 144). Bl. 42 no. 128 staat: de Nyeuwe Henne, lees: de Nyeuwe Hueve. Bl. 49 al. 8. Meiding. Het hiergenoemde Inv. no. 2 is vervallen en opgenomen bl. 88 no. 88. Bl. 99 no. 190 staat: Dieuwér Agen.lees: Dieuwertgen. Bl. 109 no. 7 staat: (Inv. no. 9a),lees: (Inv. no. 17). Bl. 119 no. 50 staat: uit 6 en 12 morgen, lees: uit 6 morgen4 hont en uit 12 morgen land. Achter het jaartal 1561 te voegen: en 1541. Bl. 124no. 7noot staat: reg. no. 45, lees: reg. no. 48. Bl. 188 no. 49 staat: Cornelis IJsbrants zoon, lees: Cornelis Zybrants zoon. Bl. 186 no. 62staat: (Inv. no. 62), lees: (Inv. no. 59). Bl. 155 no. 6 en 156 no. 9 staat: (reg.no. 17), lees: (reg. no. 18). Bl. 157 no. 18 staat: (Inv. no. 9), lees: (Inv. no. 10). Bl. 208 no. 17* onderaan bij te voegen: N.B. no. 219 is uit de collectie van Vredenburch. Bl. 209 no. 26 staat: (reg. no. 127), lees: (reg. no. 180). Bl. 211 no. 59. Aan de nos. in de collectie van Vredenburch toe te voegen no. 191. Bl. 258 no. 198 staat: (Inv. no. 18) lees: (Inv. no. 17). Bl. 271 no. 248 in te voegen na het woord tiende, de woorden tegen een ander. Bl. 879 no. 2 staat: 1578, lees: 1588. Bl. 881 no. 26* lees: no. 26; no. 84* lees: no. 84. Bl. 405 no. 46 staat: (Inv. no. 19) lees: (Inv. no. 87b). Bl.433no. 171 staat: „ ,, „ „ „ » » Bl. 486 no. 2 staat: (Inv. no. 1) lees: (Inv. no. 96a). -) Dr. J. G. Th. Graesse, Orbis Latinus. 1861. ») A. J. Weidenbach Cal. hist.-christ. medii et novi aevi, 1865, bl. 275, no. 810. INDEX. In dezen index zijn opgenomen de persoons- en plaatsnamen, benevens de waardigheden en beroepen, alle voorzoover ze voorkomen in de regestenlij sten; wanneer van een inventarisnummer geen regest is of in de inleidingen andere namen voorkomen dan in de regesten, zijn ook deze geïndiceerd. De persoonsnamen zijn opgenomen volgens den voor- en volgens den familienaam. Voor de volgorde der voornamen is aangenomen de huidige spelling dezer namen in het Nederlandsch. Personen met denzelfden naam zijn samengevoegd, voorzoover de waardigheid hen niet onderscheidde. Kloosters, kerken enz., vindt men onder den naam der plaats, waar ze gelegen zijn, ook al is deze soms weggelaten. Als volgorde onder eenzelfden plaatsnaam is aangenomen: le wereldlijke waardigheidsbekleeders, 2e geestelijke waardigheidsbekleders in het algemeen, 3e kerken en kloosters in en bij de stad; ieder met hun f unctionnarissen, 4e straten, 5e huisnamen en 6e beroepen. De namen der in dezen bundel opgenomen kloosters zijn alleen vermeld, als ze voorkomen in andere regesten dan die van de stichting zelf, tenzij ter aanduiding, dat op die plaats het kloosterzegel voorkomt. Oversten, conventualen enz. dier kloosters zijn alleen dan opgenomen, als ze met name genoemd zijn. Het eerste cijfer duidt de bladzijde aan, het tweede het nummer van het regest; een sterretje bij een cijfer duidt aan, dat het zegel van den betrokken persoon of van de betrokken waardigheid zich aan het charter bevindt. A. A., prior van St. Maria in Bethlehem te Wateringen, 82 no. 120. A (Agniet van der) 269 no. 234. A (Anthonis Heinrics zoon van der) 269 no. 234. A (Eva van der), abdis van Loosduinen, 194 no. 61; 201 no. 95. A (Ghijsbert Vrederick zoon van der) 268 no. 234. A (Ghijsbert Heinrics zoon van der) 269 no. 234. A (Willem Heinrics zoon van der) 269 no. 234. Agatha (klooster van Sint) zie Delft. Aechte van Oestgheest, non te Loosduinen, 188 no, 30. Aechtgen van Sparwou 93 no. 165. Aechte Dircxs dochter 111 no. 16; 388 no. 3, 4. Aechte Everaets stiefdochter 397 no. 13. Aechte Floris' dochter 114 no. 30; 362 no. 104. Agatha Go vers dochter 387 no. I. Aechte Heyne 350 no. 47. Agatha Heynricus' dochter 244 no. 137. Aecht Heynrics dochter, priorin van St. Agnes te Delft, 69 no. 61; 252 no. 169. Aechte Heinric Jans weduwe 405 no. 48. Aechte Hughemans 349 no. 42. Aechgen Jans dochter 390 no. 1. Aechte Jans echtgenoote 85 no. 131. Aechte Jan Maertijns weduwe 388 no. 2. Aechte Joesten dochter 322 no. 135. Achte Coenen dochter, mater van Maria in Galilea, 63 no. 36. Aechte Cornelis' echtgenoote 131 no. 39. Aechte Louwen weduwe 305 no. 65. Aechte Claes' dochter, bagij n, 303 no. 55; 316 no. 114. Aechte Claes Geilen weduwe 421 no. 113. Aechte Pieters dochter van Brabant, ma- ter in St. Elisabeth, 36 no. 93, 94; 38 no. 105, 108. Ael (Cornelis van) 73 no. 83. Aerst Jans zoon, schepen in 's-Graven-, zande, 314 no. 105; 317 ao. 115; 368 no. 130*; 369 no. 133. Aerste Reynerts dochter 414 no. 83. Abbenbroek 242 no. 125. Abbenbroek (schepenen van) 242 no. 125. Abbenbroek (deken en kapittel der St. Gillis' kerk tb) 199 no. 89*. Abkoude (Zveder, heer van) 185 no. 11*. Abtsrecht (het) 201 no. 94. Ade Coppaert Jans zoons van Naeldwijc 219 no. 12. Adam, notaris, 173 no. 35. Adam van Segwairt 43 no. 133. Aem Ariaens zoon 412 no. 77. Aem Willems zoon 172 no. 33. Aderep (Florys) 220 no. 18. Adriaen van Baerle, cursor der Augustijnen te Dordrecht, 276 no. 269. Adriaen van der Does 137 no. 65. Adriaen Duyck, rekenmeester van Holland, 205, 281. Adriaen Heyers zoon 431 no. 162. Adriaen Heytouer, advocaat, 416 no. 93; 429 no. 151. Ariaen Kerreman 156 no. 9. Adriaen van Cryep, schepen -van den Haag, 102 no. 205, 206; 103 no. 207. Adriaen van der Linde, schepen van den Haag, 145 no. 101. Adriaen van Pallaes 268 no. 234. Adriaen van Raephorst, 367 no. 126. Adriaen van Reygersberch 413 no. 78. Adriaen van de Velde, schepen van den Haag, 102 no. 202*; 145 no. 102; 203 no. 106. Adriaen Adriaens zoon 373 no. 153; 375 no. 162; 379 no. 13. Adriaen Arents zoon 425 no. 138; 426 no. 140. Aeriaen Barselys' zoon, schepen van Abbenbroek, 242 no. 125*. Adriaen Dirixs zoon, gasthuismeester in den Haag, 98 no. 188, 189; 274 no. 261. Adriaen Dircks zoon, rentmeester van den Heiligen Geest in 's-Gravenzande, 331 no. 13-18. Adryaen Dfco Hugen zoon 400 no. 23. Ariaen Dirc Moygen zoon 67 no. 51. Adriaen Engebrechts zoon, schepen van Wateringen, 432 no. 169. Adriaen Florys' zoon, schoüt van Noordwijk, 59 no. 17. Adriaan Geryts zoon 139 no. 75; 140 no. 80; 196 no. 74. Adriaen Geryts zoon, bode van het Hof van Holland, 114 no. 31. Ariaen Geryts zoon Coninck, landschepen van 's-Gravenzande, 371 no. 145. Ariaen Gerrits zoon Paert, schepen van den Haag, 39no. 114,115;94no. 171*; 95 no. 172, 175,176*; 96 no. 177; 97 no. 180*, 181*, 182*; 133 no. 48; 134 no, . 54*; 156 no. 11*, 12; 157 no. 13*, 14; 430 no. 159, 160; 431 no. 163*. Adriaen Heynricus' zoon 90 no. 155. Adriaen Heynricx zoon, priester, 414 no. . 85; 415 no. 88; 419 no. 105; 427 na 148. Adriaen Huygens zoon 395 no. 3. Aeriaen Hughe zoon, schepen van Abbenbroek, 242 no. 125. Adriaen Huych Adriaens zoon, schepen van den Haag, 98 no. 185. Adriaen IJsbrants zoon, pater der bagijnen, 27Sjk>. 255, 256; 326 no. 146; 326 no. 152; 373 no. 152, 153; 375 no. 162, 163. Adriaen Jacops zoon 101 na 198; 128 no. 22; 168 no. 8; 203 no. 104; 400 no. 23. Adriaen Jacobs zoon, schepen van den Haag, 87 no. 142; 429 no. 154*; 431 no. 162. Adriaen Jacobs zoon, bode van Monster, 246 no. 143*. Adriaen Grebber Jacobs zoon van Wijck, schepen van den Haag, 143 no. 93, 94; 144 ao. 96*, 97, 98*. Ariaen Jacops Coninck 109 no. 8. Ariaen Jans zoon 306 no. 66. Adriaen Jans zoon, bode van 's-Gravenzande, 272 no. 260. Adriaen Jans zoon, priester, 130 no. 36; 251 no. 164, 165; 263 no. 213; 266 no. 224; 311 no. 91; 313 no. 101; 316 no. 112, 114; 317 no. 115, 116. Adriaen Jans zoon, landschepen van 's-Gravenzande, 373 no. 151. Adrianus Johannes' zoon de Heyda, notaris, 198 no. 81. Adriaen Jans zoon Houck, schepen van den Haag, 162 no. 6. Arys Jan Dirxs zoon 126 no. 16. Adriaen Jan Gillis' zoon 368 no. 132, 133. Adriaen Joesten zoon, landschepen van ' 's-Gravenzande, 331 no. 13,14,16; 375 no. 164; 376 no. 165, 166. Adriaen Cornelis' zoon 406 no. 47. Ariaen Lenaerts zoon 39 no. 114, 115; 40 no. 121. Adriaen Lottijns zoon, advocaat, 367 no. 125, 126; 416 no. 94. Adriaen Lubbert zoon 397 no. 10. Adriaen Maerts zoon 408 no. 60; 418 no. 100. Ary Mardtens van der Voordt 328 no. 160. Adriaen Mathijs' zoon 433 no. 170. Adriaen Mathijs' zoon, secretaris van den Haag, 62 no. 30. Adriaen Mathijs' zoon, landschepen van 's-Gravenzande, 277 no. 272; 327 no. 155, 156, 157 ; 372 no. 148, 149. Ariaen Nannonis, deurwaarder, 429 no. 151. Adriaen Claes' zoon 161 no. 4. Adriaen Claes' zoon, gezworene van Ber- kel, 100 no. 195. Adriaen Claes' zoon, schout van Hooge-, veen, 203 no. 104. Arien Claes'.zoon, gezworene van Naaldwijk, 325 no. 147. Mr. Ariaen Claes' van Doerst, priester, 100 no. 197. Adriaen Claes' zoon de Milde, schepen van den Haag, 94 no. 167; 111 no. 16; 429 no. 154; 431 no. 161. Adryaen Claes Engebrechs zoon, schepen van Wateringen, 432 no. 167. Adriaen Ockerts zoon, (weduwe van) 110 no. 12. Adriaen Pieters zoon 143 no. 93. Adriaen Pieter Ancems zoon 369 no. 137. Adriaen Pieters zoon Hoyer, Heilige Geest meester te 's-Gravenzande, 375 no. 164. Adriaen Pieters zoon van der Meer 427 no. 145. Adriaen Sebastiaens zoon Varwer 128 no. 22. Aeriaen Sproncx zoon, burgemeester, 274 no. 260; kerkmeester van 's-Gravenzande, 326 no. 152. Adriaen Willems zoon, priester, 100 no. 195. Adriana van Craendonck 436 no. 2. Adriaen Phillips Hugen zoons dochter 81 no. 116. Adriane Hugen dochter 113 no. 27; 307 no. 74. Adriana Jacops dochter 77 no. 99. Ariaen Symons dochter 156 no. 9. Aderichen (Claes van) 221 no. 25. Agnes (het klooster van Sint) zie Delft, den Haag, Leiden en Botterdam. Agniet van der A, 269 no. 234. Agnese van Colster, non in Loosduinen, 203 no. 105. Agnies van Longersloet 80 no. 111. Agniese, vrouwe van Raephorst, 348 no. 37; 349 no. 40. Agniese Bruynen 404 no. 41. Agniese Dirc Coppen neefs echtgenoote, 348 no. 39. Agnies Engebrecht van Camps weduwe, 80 no. 110. Angnies Engel Heynrick zoons weduwe 79 no. 105. Agnies Jacobs dochter, bagijn, 314 no. 104; 315 no. 107; 316 no. 111; 317 no. 117, 118; 318 no. 119; 319 no. 123, 124; 369 no. 135. Agnieze Jacops dochter vrouw Niden zoons 348 no. 38. Agniese Jan Florys' zoons dochter 345 no. 22. Niesgen Claes' dochter 146 no. 106, 107. Agnies Claes Jans zoons echtgenoote 372 no. 148. Agnyete Pieters dochter, weduwe van Crispijn van Buschuyssen 140 no. 82. Aicken (Cornelis van), schepen van den Haag, 43 no. 133*, 134; 44 no. 137*; 100 no. 195*; 101 no. 198*, 199*; 113 no. 23*; 136 no. 64*; 140 no. 79, 81; 141 no. 84*; 159 no. 23*; 433 no. 170,170a*, 173; 434 no. 175. Ackersdijk 383. Aelbrecht, graaf van Holland etc., 222 no. 28; 297 no. 29; 377*. Aelbrecht Bokels zoon 168 no. 7*. Aelbrecht de Coning 342 no. 10. Aelbrecht van Baephorst 230 no. 69. Albertus Vrenck, abt van St. Lauren- tius, 264 no. 220. Aelbrecht van der Wateringe, ridder, 296 no. 22. Aelbrecht Adriaens zoon 173 no. 36. Albertus Albertus' zoon de Loo 128 no. 24. Aelbrecht Bruynen zoon 404 no. 41. Albertus Bruno's zoon, priester, 127 no. 21; 428 no. 148. Aelbrecht van Baephorst Diricx zoon, schout van Haarlem, 256 no. 186*, 187. Aelbrecht Gheryt bastaards zoon van der Wateringhe, 232 no. 77. Aelbrecht Heynricx zoon 403 no. 37. Aelbrecht Jacobs zoon 223 no. 33. Aelbert Jans zoon 207 no. 7. Aelbrecht Willems zoon 66 no. 48. Aelbrechtsberg (de graaf van Holland te) 292 no. 2. Aldekamp (de abdij) zie Rijnberk. Aelwijn, echtgenoot van Glorie, 340 no. 1. Aelwijn Dirx zoon 188 no. 30. Aelwijn Phillips' zoon 192 no. 54. Alexander IV, paus, 183 no. 1. Sanderaet Willaems dochter, 395 no. 4. Aelyaen Jans zoon, schepen van Grijsoord, 254 no. 180. Alide Dircs dochter 353 no. 63; 354 no. 68. Alijt Dirc Kockx dochter 60 no. 25. Aleydis, echtgenoote van Egidius de Rijs- wijck 292 no. 1, 4. Alijt Harmans dochter, 126 no. 14; 430 no. 157; 431 no. 163. Alijt Hugen dochter 364 no. 113 Alijt Jans dochter 188 no. 30. Alijt Jans dochter, zuster in St. Maria in Galilea 61 no. 29; 82 no. 120;85no. 131. Alijt Jans dochter, non in St. Elisabeth, 59 no. 19. Alijd, weduwe van Jan van Avennes 293 no. 6*, 9. Alijt Jan Roen weduwe 127 no. 18. Alijt Jan Zoeten echtgenoote 18 no. 12; 21 no. 24. Alijt Jan Aerntszoons echtgenoote, 126 no. 15; 423 no. 125; 424 no. 130. Alijt Claes' dochter, bagijn te Delft, 100 no. 197. Alijt Claes' dochter, zuster in St. Maria in Galilea, 71 no. 69. Alijt Claes de Grebbers dochter 270 no. 239. Alijt Pietersdochter, ministra van St. Elisabeth, 20 no. 19. Aeltgen Pieter Dircx zoons weduwe 87 no. 143. Alijt Vryman Pieters dochten zuster in St. Barbara, 261 no. 208. Alijt Pouwels 69 no. 63. Alijt Vriescgens weduwe 411 no. 71. Aujt Wermbrechts weduwe, 407 no. 58. Aleyde Wilhelmus' doohter 56 no. 6. Alijt Willems dochter, mater van St. Elisabeth, 22 no. 29; 23 no. 37; 24 no. 38, 39, 40; Jffno. 53; 28 no. 58; 62 no. 32: 63 no. 35. Alijt Willems dochter van Assendelf, genaamd Presaep, non in St. Elisabeth, 27 no. 55; 33 no. 82, 83, 84; 34 no. 85, 88, 89; 35 no. 91, 93, 94; 37 no. 100, 104,105; 38 no. 106,107,108,109,110; 39 no. 112, 116; 40 no. 117, 118, 119; 41 no. 123, 124, 125. Alijt Willem Muys' zoons weduwe 240 no. 115. Afijt Wouters dochter, bagijn, 322 no. 137; bewaarster, 273 no. 254; 326 no. 149, 152; 327 no. 154. Alijt Wouter Potters 22 no. 31. Aline Jan Gheryts zoons weduwe 351 no. 53. Alckemade (Dirick van), vader van St. Elisabeth, 46 no. 146. Alkemade (Dirc van), confessor in het klooster St. Michiel te Leiden, 67 no. 62. Alcmade (Dirc Kerstant zoon van) 398 no. 16. Alkemade (Engel Jacobs zoon van) 67 no. 52. Alkmade (Florencius de) 414 no. 85. Alkemade (Kerstant van) 429 no. 162*. Alkemade (Machtelt Jacobs van) 67 no. 52. Alkmaar 200 no. 90. Alcmaria (Florencius de) 411 no. 73; 419 no. 106. Alcmaria (Petrus de), vicaris, 411 no. 73. Alcmaer (weduwe van Mr. Willem van) 86 no. 130. Allaert Bertelmees' zoon, schepen van 's-Gravenzande, 220 no. 19; 221 no. 22; 222 no. 29, 31; 226 no. 44; 230 no. 68*; 232 no. 77*; 233 no. 81*; 234 no. 85*, 86; 300 no. 40; 356 no. 70, 72; 358 no. 86; 359 no. 88*, 360 no. 95; 362 no. 103*. Allaert Geryts zoon, schepen van 's-Gravenzande, 272 no. 226., Allaert Henrix zoon, schepen van 's-Gravenzande, 274 no. 260; 275 no. 263; 327 no. 154; kerkmeester, 326 no. 152; H. - G. meester, 372 no. 147. Allairt Hugen zoon 363 no. 108. Allaert Jan Hughen zoons zoon 166 no. 1. Allert Cornelis' zoon 135 no. 60, 61; 136 no. 61. Alman Symoens zoon 408 no. 61; 410 no. 67; 415 no. 87; 416 no. 95. Almonde (Mr. Jacop van), raadsheer, 200 no. 90. Almonde (Marytgen van), non in Loosduinen, 200 no. 90. Amelgaer Philips' zoon 240 no. 116. Amelgaer Vrerics zoon 240 no. 117. Amerongen (Frederuna van) 255 no. 184; 257 nó. 191; 258 no. 192. Amersvoerde (Ecghebrecht Jans zoon van) 218 no. 8. Amilius Paulus' zoon, schepen van Amsterdam, 266 no. 220. Amsterdam 63 no. 38; 64 no. 40; 65 no. 43, 44; 66 no. 46. Amsterdam (burgemeesters van) 265 no. 220. Amsterdam (schepenen van) 265 no. 220. Amsterdam (notaris te) 266 no. 221. Amsterdam (het klooster St. Andries ter Zaliger Haven bij) 221 no. 24; 248 no. 161*. Amsterdam (de prior van St. Andries ter Zaliger Haven te) 248 no. 151. Amsterdam (Achter de Nieuwe kerk te) 64 no. 39, 40, 41. Amsterdam (generaal kapittel van de 3de orde van St. Franciscus) 59 no. 16; 64 no. 39. " Andries (het klooster van St.) zie Amsterdam. Andreas Boelen zoon, burgemeester van Amsterdam, 266 no. 220. Andreas de Leyden 412 no. 76. Andries Moernjn, 398 no. 18. Andries Utervoort, schepen van 's-Gravenzande, 298 no. 33*. Andries die Witte, 17 no. 5*. Andries Dirx zoon 56 no. 5. Andries Dircx zoon, sleuteldrager van de memorie, 32 no. 75; 419 no. 405; 427 no. 148. Andries Dircs zoon, prior der Regulieren te 's-Gravenzande, 233 no. 82; 302 no. 52. Andreas Gherardus' zoon, notaris, 25 no. 42. Andries Huybrechts zoon 431 no. 162. Andries Jans zoon 60 no. 22; 167 no. 4, 5, 6, 7. Andrijs Maertijns zoon 124 no. 5; 424 np. 133. Andries Michiels zoon 60 no. 21. Andries Otten zoon, priester, 261 no. 208. Andries Piters zoon 431 no. 164. Andreas Symons zoon, rector van de broe- derschap van St. Ursula te 's-Gravenhage 127 no. 21. Angeren (Bartoldus de), notaris, 265 no. 221. Angulo (J. de) zie Hoeck. Anna (het klooster van Sint) zie Delft. Anneken Amen dochter, bagijn, 328 no. 158. Anna, weduwe van Adriaen Ockerts zoon 110 no. 12. Anneboy Aernts zoon 227 no. 57. Ansem Philips zoon 17 no. 5, 6. Anscem Spyrinxs zoon 25 no. 43. Anthony Kerstant Gerytszoons weduwe 129 no. 28. Antonius a Boussu, heer van Lambus- sart, domproost te Utrecht, 151 no. 129, 130. Anthonis Charlier 398 no. 16. Anthonius Lapidanus, deken van Naaldwijk, 328 no. 159. " Anthonis van Stapele 100 no. 198. . Anthonys Andries' zoon Uuytenbroeck 72 no. 76. Anthonis Arents zoon de Vries, schepen van den Haag, 101 no. 198*; 112 no. 18. Antoni Dircks zoon 83 no. 122. Anthonys Dirck Jan Casus' zoon 421 no. 114, 115. Anthonius Egberts zoon, memorieheer, 137 no. 66. Anthonis Heinrics zoon van der A 269 no. 234. Anthonys Jacobs zoon 155 no. 5; 397no. 14. Anthonis Jans zoon 92 no. 162; 404 no. 41. Anthuenis Jans zoon, priester, 32 no. 79; 427 no. 148. ' Anthonys Joris' zoon 432 no. 167. Anthonis Nycasius' zoon van Flory, schepen van den Haag, 114 no. 29*; 139 no. 76*; 140 no. 80*. Anthonis Pieters zoon van Oudenhoven, procurator van Bethanië, 273 no. 254; 277 no. 272; 325 no. 149; prior, 277 no. 273; 278 no. 274. Antonis Symons zoon, schepen van 's-Gravenzande, 374 no. 155, 156. Antwerpen 193 no. 55. Antwerpen (schepenen te) 193 no. 55. Appelcoper (Gerrit Joris' zoon) 422 no. 120. Appollonia Korsen weduwe, turfster, 399 no. 20; 413 no. 80. Aquileja (patriarch van) 237 no. 100; 238 no. 104. Arnoldus, abt van Mariënweerd, 235 no. 91; 236 no. 92, 95. Aernt Boenen zoon 202 no. 98. Aernt die Bruyn 196 no. 71. Aernt van Diest, pastoor van 's-Gravenzande, 297 no. 26, 28*; 298 no. 31*, 32, 33*; 352 no. 58; 354 no. 66, 68; 356 no. 73*, 74, 75*, 76; 357 no. 79, 80*. Aernt van der Does 237 no. 99*. Arnoud van Dordrecht, pastoor van 's-Gravenzande, 218 no. 5; 343 no. 16. Aernt van Dorp, priester, 300 no. 39*; 398 no. 16. Aernt van Drakenborch 268 no. 234. Aernt van Drakenborch, priester, 268 no. 234. Aernt van Duvenvoerde 389 no. 2*. Arent Haddeman 139 no. 77. Aernt van Hodenpijl 169 no. 16*; 232 no. 76. Aernt van den Camp, schout van Monster, 19 no. 15*, 16*, 17*, 21 no. 25; 59 no. 16, 20; 187 no. 24, 25*, 26*; 189 no. 33*; 190 no. 40*, 43*; 191 no. 44* 45*, 47; 240 no. 117*. Aernt Knoop 417 no. 97. Aernt die Koek, priester, 127 no. 19, 20; 395 no. 2; 420 no. 110. Aernt van Oesterwijc 166 no. 1*. Aemt Pieck Aernts zoon van Tuyl 269 no. 234. Arnout van den Poyl, schepen van 's-Gravenzande, 219 no. 9. Aernt Spiker, kanunnik, 298 no. 34*. Arnoldus de Valewijc, proost van Koningsveld, 184 no. 8. Aernt van Woude 228 no. 59. . Arnt van den Woude 346 no. 27. Arent van der Woude 20 no. 21. Arent Adriaens zoon Storm, notaris, 330 no. 1; 371 no. 146; 373 no. 152, 153; 375 no. 162, 163; 376 no. 165, 166. Aernt Toude Aelewijns zoon 16 no. 1, 17 no. 7*. Aernt Andries' zoon 167 no. 5. Arent Boot Arents zoon 386 no. 3. Aernt Dircs zoon 226 no. 51; 244 no. 133; 248 no. 152; 249 no. 157; 409 no, 65. Aernt Dirc Thonys' zoons zoon 409 no. 64. Aernt Engebrechts zoon 238 no. 105; 239 no. 110. Aernt Florys' zoon 356 no. 74; 361 no. 96; 363 no. 111; 364 no. 114. Arend Floris' zoon.van Zande, kanunnik in den Haag, 241 no. 121; 244 no. 136*; 254 no. 179; 257 no. 191; 315 no. 109; 365 no. 119*; 382. Aernt Foeytgens zoon, priester, 23 no. 36; 26 no. 51; 29 no. 63; 65 no. 45. Arent Feutgens zoon, kanunnik, 257 no. 190. Aernt Gerits zoon (oude), kerkmeester te Wassenaar, 202 no. 98. Aernt Gheryt zoon, schepen van Delft, 303 no. 56. Aernt Geryts zoon, schout van 's-Gravenzande, 222 no. 30; 223 no. 35*; 237 no. 99*; 304 no. 58; 358 no. 81*; 362 no. 106*; 382. Aernt Gheryts zoon, kerkmeester te Wa teringen, 187 no. 28. Arnt Gheryt Arnts zoons loon 353 no. 60. Arent, zoon van Ghijsbrecht Pieters zoon, 71 no. 69.. Aernt Heymans zoon 413 no. 81. Aernt Heynricx zoon 241 no. 122. Aernt Huygen zoon 17 no. 5; 185 no. 15; . 16; 314 no. 102; 315 no. 108. Aernt Huygen zoon, schepen van den Haag 42 no. 128*; 113 no. 27; 114 no. 28; 137 no. 67; 139 no. 75*; 158 no. 21, 22. Aernt Hugen zoon, schout van Rijswijk, 168 no. 12; 169 no. 14*; 190 no. 43*, 230 no. 66*. Aernt Jacobs zoon 196 no. 69; 410 no. 68. Aernt Jacobs zoon van Dunen 167 no. 2. Aernt Jans zoon 99 no. 192; 323 no. 141. Aertge Jans zoon 96 no. 176. Arent Jans zoon, landschepen van 's-Gravenzande, 375 no. 162,164; 376 no. 165. Arnoldus Johannes' zoon, priester, 138 no. 70, 71, 73; 139 no. 74. Arent Jaspers zoon, schepen van Wateringen, 432 no. 169. Arent Buys Karstens zoon 402 no. 33, 34. Aernt Cornelis' zoon 47 no. 149. Arent Cristoffels zoon 399 nol 21. Aernt Lambrechts zoon 355 no. 70. Aernt Claes' zoon 187 no. 25, 28. Harnout Claes' zoon 353 no. 64. Aernt Pieters zoon 156 no. 8; 380 no. 33. Arnt Pieters zoon, schepen van den Haag, 156 no. 9; 430 no. 156*, 160. Aernt Buys Pieters zoon 29 no. 63; 261 no. 206. Arnoldus Petrus' zoon Gatwijc, kapelaan te Loosduinen 189 no. 36. Aernt Reynerszoon 17 no. 4*. Arent Symons zoon 407 no. 57. Arnolda van Duvenvoirde, weduwe van Mr. Florys Oom van Wijngaarden, 114 no. 29. ' Arlevrijn Vrancken zoon, baljuw van Naaldwijk, 32 no. 76*;-195 no. 65, 67; 196 no. 72, 73. Arnhem 200 no. 91. Arnhem (Philips :de Schoone in het leger voor) 200 no. 91. Arnem (Jan van), pastoor van 's-Gravenzande, 295 no. 19; 345 no. 24, 25; 346 no- 26, 27, 28, 29; 349 no. 41, 42, 43; 350 no. 46, 48; 351 no. 50. Artois (graaf van) 228 no. 60. Asperen (heer van) 398 no. 16. Assendelf (Alijt Willemsdochter van),genaamd'Presaep, non in St. Elisabeth, 27 no. 55; 33 no. 82, 83, 84; 34 no. 85, 88, 89; 35 no. 91, 93,94;37no. 100,104 105; 38 no. 106, 107, 108, 109, 110; 39 no. 112, 116; 40 no. 117, 118, 119; 41 no. 123, 124, 125. Assendelft (Mr. Bertout van), notaris, 82 no. 118; 131 no. 38; 132 no. 44; 245 no. 138; 249 no. 156; 427 no. 147. Assendelft (Gheryt van), hoogheemraad van Delfland, 77 no. 96. Assendelft etc. (Gerrit, heer van), 136 no. 63; 138 no. 70*, 71. Assendelft (Mr. Huych van) 111 no. 18. Assendelf (Jan van), rentmeester van Noord-Holland, 27 no. 56. Assendelf (Cornelis Jans bastaard van), priester, 426 no. 136; 427 no. 148. Assendelf (Mary van) 33 no. 84). Assendelf (Marytgen Willems dochtervan), non in St. Elisabeth, 33 no. 82, 83, 84; . 34 no. 86, 88, 89; 35 no. 91, 93, 94; 37 no. 100, 104, 105; 38 no. 106, 107,108, 109, 110; 39 no. 112,116; mater, 40 no. 116, 117, 118, 119; 41 no. 123, 124,125. Augustinus (kloosters der orde van Sint) 3—5; zie Regulieren. Augustijner Heremieten (kloosters der) zie Dordrecht. Augustijn van Baerle, supprior der Augustijnen te Dordrecht, 276 no. 269. Augustijn Arnolds, supprior van Bethanië, 277 no. 273. Augustijn Pieters zoon 402 no. 33. Ave Brabanders 395 no. 3; 402 vo. 33. Ave Heinrick Coppiers weduwe 21 no. 24. Ave Jans dochter 359 no. 89, 90; 360 no. 92. Ave Jans weduwe van Ruven 262 no. 212. Aef Boekei Claes' zoons weduwe 308 no. 78. Avennes (Alijd Jans weduwe van) 293 no. 9. Avennes (Florens van) 293 no. 9. Avezoete Airnt Geryts zoon echtgenoote, 357 no. 81; 382. Avezoete, weduwe van Dirc Melys' zoon, 344 no. 21. B. B., supprior van St. Maria in Bethlehem te Wateringen, 82 no. 120. B. van Heusden, notaris, 371 no. 143,144. Bake (Hughe), schepen van 's-Gravenzande, 219 no. 9. Baeck (Jan Gheryts zoon), schepen van 's-Gravenzande, 219, no. 12*; 296 no. 21. Bahr (de elect van Utrecht op het kasteel), 238 no. 103. Baerle (Adriaen van), cursor der Augustijnen te Dordrecht, 276 no. 269. Baerle (Augustijn van), supprior der Augustijnen te Dordrecht, 276 no. 269. Bairte van Loesdunen 405 no. 47,48; 406 no. 52. Bartgen Snyer 33 no. 81. Baerte Arent van Dijcx dochter 312 no. 94. Baerte Bartouts dochter, ministra van St. Margriet bij Leiden, 171 no. 26. Baerte Dircx van der Duyn 301 no. 44. Baerte Dirc Touwers 399 no. 22. Baerte Dirc Aernts zoons 396 no. 6. Baerte Vredericx van Buschhuysen, non van St. Catharina te Leiden, 253 no. 176. Bartha Gherardus Nicolaus' dochter, ba- gijn, 302 no. 53. Baerte Goessens dochter 277 no. 273; 435 no. 1. Baerte Jan Hugen zoons weduwe 199 no. 85. Baerte Roeien 69 no. 63. Baerte Wilhelmus' dochter 56 no. 6. Baloghe van der Does, non te Loosduinen, 187 no. 27; priorin 189 no. 35. Bagijnen. Zie Delft, 's-Gravenzande en Haarlem. Backer (Geryt Aerts zoon) 113 no. 24. Backer (Jacob Dircks zoon) 28 no. 60. Backer (Jan Huyge zoon) 135 no. 59. Backer (Pieter Claes' zoon), schepen van 's-Gravenzande, 254 no. 178; 275 no. 265; 276 no. 267 ; 327 no. 154. Bacstien (Dirck) 141 no. 83; memoriemeester, 137 no. 66, sleuteldrager, 139 no. 77. Balua de Lecca, bagijn, 309 no. 80. Bal Dirc Olyviers zoons weduwe 242 no. 124. Balie Heynen 362 no. 102. Bael, weduwe van Jacob Pauwels zoon, 78 no. 103. Balu Claes' dochter Moers 167 no. 4. Ballemaker (Belijtgen Cornelis' dochter) 42 no. 127. Ballemaker (Jacob Cornelis' zoon) 92 no. 162. Balthazar Jacobs zoon 88 no. 144*. Baltaser Pieters zoon 130 no. 32. Banck (Gerit Willems zoon aan de) 275 no. 262; 313 no. 99. Barbara (het klooster van Sint) zie Delft, 's-Gravenhage, Leiden. Barbara van Cats, 64 no. 40; 86 no. 137; 87 no. 141. Barbara Coppier 371 no. 144. Barbar Antonis' dochter 387 no. 1. Barbara Boudijns dochter, 400 no. 24. Barbara, echtgenoote van Jan Willems zoon, 128 no. 23. Barbara Wouter Jans zoons 407 no. 57. Barbet (Franciscus), priester, 434 bo. 176. Barbier (Jan) 352 no. 56. Barendrecht, 80 no. 108. Bertholomees Hughen, bagijn, 308 no. 76; 310 no. 86. Mees Huge Allerts zoons weduwe 306 no. 70; 313 no. 99. Bertelmees, priester, 252 no. 170. Mees Blocx zoon 303 no. 55. Bertelmeus van Dan 403 no. 37. Bartholomeus van Cathendijck 68 no. 59. Bertelmeeus Partant, rentmeester van Noord-Holland, 365 no. 117*. Bartholomeus Pieck 269 no.. 234. Bartholomeus Treveys 67 no. 63. Mees van Voirde 396 no. 7. Bertelmees Allaerts zoon, schepen van 's-Gravenzande, 349 no. 44; 350 no. 45. Bertolmees Arents zoon 76 no. 88; 109 no. 4; 418 no. 104. Mees Mees' zoon 247 no. 149. Mees Franken 94 no. 167. Mees Gheesen 303 no. 65. Bertelmees Geryts zoon, kerkmeester van 's-Gravenzande, 222 no. 30; 226 no. 49, 52; 227 no. 66; 230 no. 67; 233 no. 80; 241 no. 121; 242 no. 126; 243 no. 129; 248 no. 164; 249 no. 168; 251 no. 166; 256 no. 186, 188; 261 no. 206; 273 no. 263; 302 no. 52; 308 no. 79; 382. Bertelmees Gheryt Arnts zoons zoon 294 no. 14. Bertolomees Harperens zoon 300 no. 40. Bartelmeeus Heynricks zoon, schepen van den Haag, 39 no. 113; 133 no. 46*. Bartolomeus Hughen zoon 230 no. 66*. Bartolomees Imnen zoon 226 no. 50. Bartelmees Jacobs zoon 126 no. 15; 228 no. 58; 346 no. 30. Berthelmees Jacobs zoon, priester, 314 no. 104; 317 no. 117, 118; 369 no. 136. Mees Jans zoon, schepen van 's-Gravenzande, 88 no. 146; 262 no. 210; 271 no. 246. Bartholmees Jans zoon,•»kapelaan in -de St. Jacobskerk, 93 no. 166. Bertholomeus Johannes' zoon Naechte- gael, priester, 428 no. 148. Bertelmees Moeyaerts zoon 351 no. 52. Bartholomeus Clais' zoon 78 no. 101,102. Mees Pieters zoon 312 no. 96; 361 no. 96. Bartholomees Pieters zoon, kerkmeester in den Haag, 108 no. 3; 109 no. 5; 110 no. 10, 11; 128 no. 23. Meeus Rembrandts zoon 89 no. 147, 148; 90 no. 155. Bartholomeus Willebrordus' zoon 145 no. 104; 146 no. 105. Bertolmees Willems zoon 243 no. 130. Bertelmees Wissen zoon, schepen van 's-Gravenzande, 222 no. 29; 355 no. 72. Bartoldus deAngeren, notaris, 265 no.221. Bartout van Assendelft, notaris, 82 no. 118; 131 no. 38; 132 no. 44; 245 no. 138; 249 no. 166; 427 no. 147. Barthold Ernst, griffier van het Hof, 47 no. 149; 147 no. 111, 115; 148 no. 116. Baertout Nagel Bartouts zoon 80 no. 110; 196 no. 72*. Bairtout Hugen zoon 426 no. 142. Bartout Claes' zoon 22 no. 28; 396 no. 7; 404 no. 44; 408 no. 61. Barvoet (Pieter Jans zoon), schepen van 's-Gravenzande, 218 no. 7. Bassevelt (Machtelt Maes' weduwe van) 357 no. 79. Bast (Pieter) 307 no. 74. Bazel (de generale' synode van) 237 no. 101; 238 no. 103. Bazel (legaat van de generale synode te) 237 no. 100; 238 no. 104. Beatrise, abdis van Loosduinen, 183 no. 4. Beatrijs, vrouwe van den Dorpe, 398 no. 16. Beatrice van der Stale, abdis van Loosduinen, 195 no. 64, 66. Beatrijs Florys' dochter, infirmerister, 301 no. 48; 303no. 56, 57. Beatris Lourys' dochter, ministra van het klooster St. Barbara te Leiden, 83 no. 124. Beatrijs Claes' echtgenoote 353 no. 63. Beatris Claes Horsten dochter, zuster v. Maria in Galilee, 70 no. 67. Beatrijs Pieter Ockers zoons dochter 357 no. 80. Beauvoir (J.) 232 no. 78. Beeck (Jacob Jans zoon op de) gildemees- ter te Eikenduinen 161 no. 4. Beeck (Joest Jans zoon opte) 162 no. 5, 6. Beeck (Costrjn van der) 125 no. 11; 399 no. 21. Beeck (Kostijn Pieters zoon van der), sche pen van den Haag, 42 no. 128; 95 no. 172, 175, 176; 96 no. 177; 97 no. 180*, 181*, 182*; 98 no. 188; 112 no. 21*, 22; 113 no. 24* 25; 114 no. 27; 134 no. 54; 135no. 59*;136no. 63; 137 no. 65*, 67; 139 no. 76*; 140 no. 79*; 157 no< 14*, 15, 17; 158 no. 18, 19; 159 no. 23; 161 no. 3, 4; 173 no. 36; 432 np. 166. Beer (Claes die), vicaris, 404 no. 44; 406 no. 49. Beesde (Jan van), pastoor van 's-Gravenzande, 353 no. 64*. Beesde (Katrijn Jans weduwe van) 220 no. 17. Beesde (Kerstyne Jans dochter van) 220 no. 19. Beieren (hertog van) 185 no. 13; 186 no. 18; 222 no. 28; 234 no. 87; 297 no. 29. Beli Dirc Clais Olyviers dochter, bagijn, 366 no. 124. Bely Florys Gheryts zoons dochter 307 no. 74. Bely Gheryt Woestlants echtgenoote 349 no. 43. Belle (Jacob Bossaert van) 193 no. 58. Benedicta, Mr. Jan Doeden zoons dochter 58 no. 13. Benedictus (kloosters der orde van St.) zie St. Paulus en Oostbroek. Benninck (M) 102 no. 205, 206; 103 no. 207. Benthuysen (heer van) 224 no. 37. Berendrecht (Joest van) 372 no. 147. Berendrecht (Claertgen van) 372 no. 147. Berendrecht (W. de), secretaris van het Hof, 374 no. 157, 158. Berendrecht (Mr. Willem van) 370 no. 138; 371 no. 144, 146; 372 no. 147; 426 no. 139. Berch (Michiel Claes' zoon van den), schepen van den Haag, 113 no. 24*; 140 no. 80. Bergen (Phillips van), schout van Voorburg, 16» no. 14*; 193 no. 54*. Bergen (Willem Jans zoon van), schout van Nieuweveen, 127 no. 18*; 199 no. 84, 85*. 86. Berger (Willem Jans zoon), kerkmeester te Nootdorp; 129 no. 26. Berchsz (Jacobus Nycolaus' zoon), notaris, 253 no. 175. Beringen (Maritgen van) 411 no. 71; 420 no. 109. Berkel 84 no. 129; 88 no. 144; 100 no. 195; 427 no. 145. Berkel (schout in) 21 no. 22*; 23 no. 35*; 100 no. 195*. Berkel (schout en gezworenen te) 100 no. 195. Berkel (de Liesvelden te) 100 no. 195. Berkel (het Rodenrijs te) 400 no. 25; 406 no. 50; 420 no. 107. Berkenroede (Gheryt van) 59 no. 20. Berckenroede (Katharina van), dochter van Jan van Naeltwjjck, heer van Wateringen, 270 no. 239; 323 no. 140. Barnardt Utemans, supprior der Karmelieters te Haarlem, 278 no. 277. Bernardijnen (de orde der (zie Cisterciënsers. Berwout Mathijs' zoon 305 no. 64. Besse (Claes die), schepen van 's-Gravenzande, 226 no 51; 358 no. 85. Bethanië (het klooster) zie 's-Gravenzande en Leiden. Betaniën (Dirc van), priester, 396 no. 8. Betlehem (het klooster) zie 's-Gravenhage en Wateringen. Beuningen (de Waetselaer te) 383. Beveren (Mr. Jan van) 85 no. 131. Beveren (Kathrijn van) 85 no. 131. Beverwijck (Cornelius Aulmus' zoon de), notaris ,198 no. 82. Byen (Claes Jans zoon) 402 no. 35. Bile (Hubrecht Jans zoon), pastoor van den Haag, 137 no. 66, 69; 139 no. 77; 141 no. 83. Binchorst (Geryt Jacobs zoon van der) 71 no. 72. Bynckhorst (Josyna Loedwjjcx dochter van der) 328 no. 158. Binckhorst (Lodewijk van den), rentmeester, 377. Binkhorst (Ludowijck Poes, heer van de) 172 no. 32; 207 no. 9. Blasius Sebastiaens zoon 141 no. 87. Bleecker (Cornelis Ziers zoon) 143 no. 92. Bleiswijk, 100 no. 195. Bleyswijc (Jacob Geryts zoon van), schepen van Delft, 246 no. 145; 253 no. 176. Bleijswijck (Jacob Jacobs zoon van) 224 no. 37, 39. Blom (Heynrick Ariaens zoon) 316 no. 112; 319 nó. 126. Bloem (Jan Ariana zoon) 29 no. 64; 32 no. 76. Bloc (Mees, zoon van) 303 no. 55. Bloc (Heynric Pieters zoon) 301 no. 45; 303 no. 55. Bloc (Katrijn Pieters erfgenamen) 303 no. 55. Block (Pieter) 298 no. 34; 300 no. 39. Bloot (Phillips Odzier Hughen zoon die) 191 no. 48*. Bloot (Geryt Phillips' zoon die), schout te Rijswijk, 171 no. 27*, 28. Bloot (Huge de) 402 no. 32. Bloot (Hugo Theodericus' zoon de), notaris, 31 no. 72, 73; 385 no. 1. Bloot (Jan die), schepen van 's-Gravenzande, 305 no. 66*; 306 no. 69; HeiligeGeestmeester 366 no. 123*; 367 no. 125; 368 no. 128. Bogaert (Willem van), schout van Wassenaar ,404 no. 42. Boekei (Aef Claes' zoons weduwe). 308 no. 78. Boeckhorst (Mechtelt van der) 196 no. 69. Boockhorst (jonkvrouwe Janna van der) 408 no. 61; 410 no. 67; 417 no. 95. Boekhorst (Sophya van der), non te Loosduinen, 194 no. 61. Boechorst (Wilhelmus de), priester, 411 no. 73. Bolle (Jacob) 297 no. 28. Boll (Mr. Jacob), ontvanger-generaal van de beden in Holland, 46 no. 145,146. Bolle (Jan) 399 no. 19. Bul (Mr. Cornelis) 417 no. 97. Bol (Pouwels Jacobs zoon) 399 no. 19. Bombergen (Sebastiaen van), leesmeester der Karmelieters, 278 no. 277. Bomell, notaris, 139 no. 73. Bommel (Dideric van), pastoorvan 's-Gravenzande, 345 no. 21. Boneem (Dirck van), schepen van den Haag, 37 no. 103. Bonifacius VIII, paus, 261 no. 204. Bonnette (Willem) 19 no. 18. Bont (Wilhelmus), deken van St. Petrus, 191 no. 49; 192 no. 50. Boem (Willem Cornelis' zoon in den) 372 no. 149; 373 no. 151, 152, 153. Boemgairt (Jan Aernts zoon), 397 no. 11, 12. Boemgaart (Pieter) 56 no. 5. Boen (IJtken, echtgenoote van Claes) 42 no. 128. Boenacker (Symon), schepen van Amster- adm, 265 no. 220. Boot (Arent Arents zoon), 386 no. 3. Born (Machtelt Pieters weduwe van), 62 no. 33. Bossche (Heyne van den) 295 no. 17. Bosch (Heinric Jans zoon van) 170 no. 22* Bosch (Cornelis Jans zoon van) 19 no. 15. Bosch (Jan Aernts zoon van den) 18 no. 9, 10. Bosch (Marritgen Jans weduwe van) 19 no. 15. Bosch (Pieter van) 194 no. 59. Boschaert (Dirck, zoon van Huge), ze- vengetijdenmeester te Delft, 71 no. 70. Buschairt (Dirck Jans zoon) 305 no. 63. Bossaert (Jacob) van Belle 193 no. 58. Boskaerts (Jan) 16 no. 3. Bosscaert (Cornelis Jans zoon) 239 no. 109. Buschairt (Marytgen Jans weduwe) 305 no. 63. Boschuis (Rutgerus), notaris, 435 no. 1. Buschuyssen (weduwe van Crispijn van) 140 no. 82. Buschhuysen (Baerte Vredericx van), non van St. Catharina te Leiden, 253 no. 176. Boschuysen (Jan) 227 no. 53. Buschhuysen (Jan Vredericxen van), regulier ten Donck, 253 no. 176. Boschuysen (Machteld),;bagijn te Delft, 227 no. 53; 253 no. 176. Bosschuysen (Willem van), baljuw van Rijnland, 196 no. 73. Boussu (Anthonius a), domproost te Utrecht, 151 no. 129, 130_ Boudijn, pastoor van 's-Gravenzande, 340 no. 1. Boudijn Bustelman (dochter van) 26 no. 46. Boudijn Hart 22 no. 28. Bouwijn Gheryts zoon 368 no. 131. Boudijn Heymans zoon 20 no. 21*. Bouwen Huyghen zoon 315 no. 108. Boudijn Jans zoon 133 no. 47. Bouwijn Jans zoon, schout van Wassenaar en Zuidwijk, 202 no. 98*, 100*. Boudewijn Willems zoon, schepen van den Haag, 141 no. 84*; 433 no. 170a*. Boudewijn Willems zoon, pastoor van Naaldwijk, 316 no. 108*. Bourgondië (paltsgraaf van), 228 no. 60. Bourgondië (hertog van) 23 no. 34; 61 no. 27; 63 no. 36; 194 no. 60; 228 no. 60; 244 no. 136; 257 no. 191; 365 no. 117. Bourgondië (David van), bisschop van Utrecht, 26 no. 49; 79 no. 107; 169 no. 18*; 420 no. 108; 426 no. 141; 428 no. 148. Boven (Willem Willems zoon van) 134 no. 51. Brabant (Aechte Pieters dochter van), mater van St. Elisabeth, 35 no. 93, 94; 38 no. 105. Brabanders (Ave) 396 no. 3; 402 no. 33. Brabant (Floris van) 223 no. 32; 341 no. 7*. Brabant (Johanne van), gravin van Holland enz., 218 no. 6. Brandwijk (klooster St. Maarten ten Donk te) 253 no. 176. Breda (heer tot) 369 no. 138. Brielle (klooster der Cellezusters te) 205. Brielle (Rugge bj) 256 no. 185. Brielis (Martinus de) 198 no. 82. Broer (Dirc Jans zoon) 61 no. 29.. Broers (Jan Adriaens zoon), vicaris, 149 no. 124; 150 no. 125, li6, 127; 151 no, 129. Brugge (abt van ter Does bij) 175; 184 no. 4. Brugmans (Claes) 113 no. 27. Bruhes (Joannes a), domdeken te Utrecht, 148 no. 118, 119; 149 no. 120, 122; 150 no. 128. Bruyel (Mr. Willem Willemszoon van) 91 no. 158, 159. Bruyn Aelbrechts zoon 127 no. 21; 413 no. 80; 416 no. 93; 423 no, 123. Bruyn (Aernt die) 196 no. 71. Bruyn (Jan) 412 no. 77. Bruyn (Jan Jans zoon de) 423 no. 123. Bruun (Cornelis die) 28 no. 57;416no. 91. Bruine (Margriet Geryts dochter de) 67 no. 11. Bruyn van Berendrecht (Gheryt de) 80 no. 108: Bruyn van Burgdijck (Gheryt de), schepen van 's-Gravenzande, 303 no. 54; 363 no. 111. Bogge (Heyn) 132 no. 45. Bugge (Heynrick Dirx zoon), schepen van Delft, 246 no. 146; 253 no. 176. Buys (Aernt Karstens zoon) 402 no. 33,34. Buys (Aernt Pieters zoon) 29 no. 63; 261 no. 206. Buse (Dirc zoon van) 349 no. 42. Buse (Hughe) 295 no. 16. Buvs (Jacob) 232 no. 77*. Buys (Jan) 300 no. 42; 302 no. 51. Buys (Jan Airnts zoon) 303 no. 56. Buse (Jan Jacobs zoon) 362 no. 66. Buys (Kors Arents zoon) 402 no. 34. Buser (Jan Scout Gheryts zoon 169 no. 17. Buyzer (Claes die) 237 no. 99; 238 no. 106. Buysscher (Pieter) 25 no. 46. Buyten (Jan Jans zoon van) 372 no. 149. Buten (Jan Pieters zoon van), schepen van Delft, 246 no. 146. Burch (jonkvrouw van der) 130 no. 31. Burch (Dirck Kerstants zoon van der) 400 no. 24. Borch (Gbijs Pieters zoon van) 146 no. 108. Borch (Henrich Dircks zoon van der), procurator van Bethanië, 278 no. 274. Burch (Jan van der) 237 no. 97. Burch (Jan Jans zoon van der) 219 no. 13. Borch (Mathijs van der), rentmeester van "Noord-Holland, 66 no. 2. Burch (Pieter Kerstants zoon van der) 171 no. 24* 28; 172 no. 30*. Burch (Willem Jans zoon van der) 262 no. 172. Burgersdijk 67 no. 11; 276 no. 264; 303 no. 64; 363 no. 111. Burchgrave (Gherrit die), baljuw van Naaldwijk, 196 no. 70*. Burchgraef (Jan Jans zoon die), baljuw en schout van Naaldwijk, 315 na 108*. Borchgrave (Lyele) 195 no. 66. Bustelman (Boudijn, dochter van) 26 no. 46. Bustelwijf (Katrijn) 410 no. 69. c. Cecilia (het klooster van Sint) zie Vlaardingen. Cellebroeders (kloosters der) zie Delft. Cellezusters (kloosters der) zie Brielle. Charlier (Anthonis) 398 no. 16. . Charlois (schout en schepenen van) 82 no. 117. Cisterciensers (kloosters der) zie Citeaux, LTselstein, Kamerijk, Kamp, Loosduinen en Wateringen. Cisterciensers (conservator der kloosters van de), 186 no. 12. Citeaux (de abt van) 201 no. 96, 96. Citeaux (de prior van) 201 no. 96. D. Dalen (Petrus), notaris, 47 no. 148. Dam (kinderen van Dirc van) 22 no. 32. Dam (Dirc Pieters zoon van) 18 no. 11. Dam (Philips van), priester, 365 no. 119; 405 no. 44; 409 no. 63; 411 no. 73; 414 no. 85. Dam (Philips Aernts zoon van) 189 no. 38; 190 no. 39*. Dam (Philips Pieters zoon van) 426 no. 140. Dam (Mr. Floris van), notaris, 127 no. 19; 257 no. 191; 319 no. 122; 367 no. 125, 126; 411 no. 73. Dam (Mr. Florentius Nycolaus' zoon de), priester, 411 no. 73; 414 no. 85; 419 no. 105; 425 no. 136, 137. Dam (Geertruut Pieters dochter van), non in St. Elisabeth, 61 no. 26. Dam (Jan van), rekenmeester 20 no. 18. Dam (Jan Huge Claes' zoon van) 75 no. 91. Dam (Claes van) 61 no. 26; 402 no. 34; 407 no. 56. Dam (Claes van), schepen van den Haag, . 144 no. 96*. 97, 98*; 148 no. 117*. Dammaes sGrave 352 no. 56. Dammaes Dircx zoon 18 no. 9*, 10*; 402 no. 32. Dammaes Florys' zoon 23 no. 35. Dammas Heynrix zoon 422 no. 122. Daem Jans zoon 272 no. 249. Dammas Zijsman Pieters zoon 193 no. 58; 194 no. 61; 196 no. 71*; 252 no. 170*; 261 no. 208*. Dammas Symons zoon 266 no. 226. Dan (heer Bertelmeus van) 403 no. 37. Danel van Kralingh 16 no. 2. Danel Jacobs zoon 418 no. 100. Danel Jans zoon 66 no. 47. Daniell Jans zoon van Eynde 422 no. 121. Danckert Jans zoon, schepen van Char- lois, 82 no. 117. Danckert Cornelis' zoon, schepen van Goedereede, 40 no. 121*. David van Bourgondië, bisschop van Utrecht, 26 no. 49; 79 no. 109; 169 no. 18*; 420 no. 108; 426 no. 41; 428 no. 148. Deel (Jan) 410 no. 67. Deernhorst (Mr. Heynrick van den) 269 no. 237. Deym (Dirck Jans zoon), schepen van den Haag, 86 no. 139*; 429 no. 155. . Deym (Geryt) 32 no. 78. Deym (Geryt Jans zoon) 20 no. 21. Deym (Geryt Willems zoon), schepen van den Haag, 156 no. 9*. Deym (Jan) 25 no. 44; 363 no. 109. Deym (Cornelis), priester, 100 no. 196. Deym (Claes), 65 no. 45; 56 no. 4. Deym (Pieter Pieters zoon), priester, 271 no. 244, 245. Deym (Pieter Willems zoon) 30 no. 70. Deym (Willem) 398 no. 15. Deym (Mr. Willem), vicaris in de St. Ja- cobskerk, notaris, 137 no. 66; 139 no. 73, 74. Decker (Louwerens Jhans zoon) 343 no. 15 Decker (Nycolaus de) 409 no. 65. Decker (Pieter Joris' zoon) 409 no. 64, 65. Delle (Jacob van der) 422 no. 118. Delfland (baljuw van) 193 no. 58. Delfland (provisor en deken van) 31 no. 72, 73*; 72 no. 76; 74 no. 86; 128 no. 23; 129 no. 27; 168 no. 11*; 171 no. 27*; 195 no. 64*; 244 no. 133; 255 no. 184*; 257 no. 191; 263 no. 214; 267 no. 229; 300 no. 38*, 41; 307 no. 73*; 310 no. 84; 318 no. 122; 321 no. 130; 363 no. 110*; 419 no. 105. Delfland (provisor van) 20 no. 19; 108 no. 1; 128 no. 23; 247 no. 147; 250 no. 160. Delfland (deken van) 138 no. 71; 144 no. 99; 250 no. 160; 434 no. 176. Delfland (fiscaal van den provisor en deken van) 307 no. 73. Delfland (hoogheemraden van) 60 no. 23; 77 no. 96; 172 no. 29; 372 no. 147. Delfland (landmeter in) 44 no. 135; 133 no. 47; 176 no. 6; 207 no. 6; 379 no. 12, 16. Delfland (de schading van Rijnland en) 134 no. 51. Delft 20 no. 21; 39 no. 111; 63 no. 38; 73 no. 83; 79 no. 106; 99 no. 192; 111 no. 16; 17*; 112 no. 19; 137 no. 66; 170 no. 22; 173 no. 36; 204; 371 no. 143*; 372 no. 149; 398 no. 16; 249 no. 154. Delft (schout van) 268 no. 232. Delft (schepenen van) 75 no. 90; 99 no. 190; 201 no. 94; 223 no. 34; 225 no. 47; 227 no. 53; 228 no. 59; 232 no. 79; 240 no. 115; 244 no. 134; 245 no. 139; 246 no. 145, 146; 248 no. 153; 253 no. 176; 259 no. 197, 198, 199; 260 no. 200, 201, 202, 203 ; 303 no. 57; 388 no. 2. Delft (burgemeesters, schepenen en raad van) 76 no. 93*; 77 no. 99; 170 no. 23*; 315 no. 107*. Delft (raadslieden van) 76 no. 95; 268 no. 232. Delft (schepenen en weesmeesters te) 80 no. 110. Delft (weesmeesters te) 43 no. 134. Delft (weeskamer te) 88 no. 144. Delft (Heilige Geestmeesters te) 76 no. 93; 170 no. 23; 315 no. 107; 318 no. 119. Delft (zangmeesters in de Nieuwe kerk te) 71 no. 70, 75 no. 90, 76 no. 95. Delft (vicepastoor der Oude kerk te) 261 no. 208. Delft (notarissen te) 198 no. 82; 253 no. 175. Delft (klooster St. Agatha te) 79 no. 106; 85 no. 132. Delft (zusters in St. Agatha te) 261 no. 208. Delft (klooster St. Agnes in het dal van Josaphat te) 69 no. 61*; 203 no. 106; 252 no. 169*; 275 no. 266. Delft (pater van St. Agnes te) 69 no. 61; 235 no. 92; 252 no. 169; 275 no. 266. Delft (priorin van St. Agnes te) 69 no. 61; 252 no. 169; 275 no. 266. Delft (procuratrix van St. Agnes te) 275 no. 266. Delft (pater van het klooster St. Anna te) 169 no. 18; 198 no. 82. Delft (bagijnen te) 69 no. 62; 100 no. 197 103 no. 208, 209; 227 no. 53; 246 no. 145; 322 no. 134; 388 no. 3, 4. Delft (zusters van St. Barbara te) 261 no. 208. Delft (Cellebroeders te) 38 no. 111*. Delft (pater der Cellebroeders te (38 no. 111. Delft (fraterhuis te) 222 no. 28. Delft (klooster St. Hiëronymusdal te) 228 na 60, 61; 229 no. 62*, 63, 65; 230 no. 68; 234 no. 87; 301 no. 47. Delft (prior van St. Hiëronymusdal te) 228 no. 60. Delft (regulieren van St. Hiëronymusdal te) 231 no. 72. Delft (proosdij van Koningsveld bij) 217 no. 2, 3*. Delft (proost van Koningsveld tyj) 184 no. 8*; 217 no. 3*. Delft (rentmeester van de memorie van de proosdij Koningsveld bij) 196 no. 72. Delft (klooster St. Maria te Sion bij) 174 no. 37; 236 no. 93, 94; 237 no. 101; 238 no. 103; 246 no. 144; 260 no. ^04; 273 no. 267 ; 276 no. 270*; 277 no. 271*. Delft (prior van St. Maria in Sion bij) 169 no. 18; 174 no. 37*; 235 no. 92*; 236 no. 93; 264 no. 218; 269 no. 236; 328 no. 159. Delft (regulieren van St. Maria in Sion bij) 235 no. 90. Delft (visitatoren van St. Maria in Sion bij) 277 no. 271. Delft (het generaal kapittel van Sion bij) zie Regulieren. Delft (het Biesland buiten de Haechpoort te) 80 no. 110. Delft (de Burgwal te) 244 no. 134. Delft (de Oude Hinderdam in het Noordeinde te) 304 no. 57. Delft (Hodenpijler laan te) 99 no. 192. Delft (de Kraan te) 99 no. 192, 193. Delft (de Orepelstraat te) 41 no. 126. Delft (ter Made bij) 32 no. 77; 264 no. 217; 369 no. 136. Delft (de Madesloot te) 226 no. 47. Delft (de Molenstraat te) 223 no. 34. Delft (de Monsterwatering te) 99 no. 192. Delft (de Nieuwe Delft te) 246 no. 145. Delft (de Nieuwe Langedijk te) 99 no. 190. Delft (de Pontemarkt te) 247 no. 146. Delft (het poortland buiten het poorthuis te) 226 no. 47. Bjelft (het Rietveld te) 245 no. 139. Delft (de Verversdijk te) 244 no. 134; 253 no. 175. Delft (de Voorstraat te) 227 no. 53. Delft (Vrijenban bij) 137 no. 66; 395 no. 4. Delft (de Watersloot te) 226 no. 47. Delft (drukkers te) 377. Delft (geneesheer te) 99 no. 190. Delft (handschoenmakers te) 359 no. 88. Delf (Gheryt van) 352 no. 59. Delff (Jacob Dircks zoon van) 193 no: 56. Delf (Willem Claes' zoon van) 234 bo. 86; 238 no. 106. Deventer (de deken van) 257 no. 191. Deventer (Claes van Esch genaamd) 224 no. 39; 225 no. 43; 382. Diedaert Vrancken zoon 350 no. 44, 45. Diert Geryts zoon, Heilige Geestmeester in 's-Gravenhage, 24 no. 41. Diemer (Mr. Jan), advocaat bij het-Hof van Holland, 103 no. 207. Diepenburch (Claes van), baljuw in den Haag, 17 no. 5, 6*; 188 no. 32. Diest (Aernt van), pastoor van 's-Gravenzande, 297 no. 26, 28*; 298 no. 31*; 323 3*; 352 no. 68; 354 no. 66, 68; 356 no. 73*, 74, 75*, 76; 357 no. 79, 80*. Diest (Aernt van), pastoor van 's-Gravenzande, 297 no. 26, 28*; 298 no. 31*. 32, 33*; 352 no. 58; 364 no. 66, 68; 366 no. 73*, 74, 75*, 76; 367 no. 79, 80*. Diest (Janvan), bisschopvan Lübeck, 280. Diest (Jan van), bisschop van Utrecht, 152. Dieuwertgen Gerryts dochter, zuster in Maria in Galilea, 99 no. 190; 100 no. 197. Dieuwer Claes' dochter 71 no. 69. Dijck (Baerte Arents dochter van) 312 no. 94. Dijck (Geryt Geryts zoon van) 228 no. 69. Dijck (Katrijn Arents dochter van) 312 no. 94. Dijck (Maritgen van) 97 no. 181, 182. Dijck (Nataly Arents dochter van) 312 no. 94. Dijck (Mr. Pieter Willems zoon van), pater van Maria in Galilea, 86 no. 137; 87 no. 142; 88 no. 144, 145, 147; 93 no. 166; 96 no. 172; 96 no. 177. Dippijn (Dirck Willems zoon) 255 no. 182 183 Dippinc (Willem) 234 no. 85*. Diderick de jager, 219 no. 9, 10. Dirick van Alckemade, vader van St. Elisabeth, 46 no. 146. Dirc van Alkemade, confessor in St. Michiel te Leiden, 67 no. 52. Dirc van Betaniën, priester, 396 no. 8. Dideric van Bommel, pastoor van 's-Gravenzande, 345 no. 21. Dirk van Boneem, schepen van den Haag, 37 no. 103*. Dirc in den Bruynvis, 31 no. 71. Dirc Busen 349 no. 42. Dirck van Dorp, schout van 's-Gravenzande, 366 no. 123*. Dirck van der Dorp, schout van Maasland, 311 no. 88. Dirc van Egmonde, ridder, 233 no. 82; 234 no. 85; 302 no. 49. Dirck Hondt 275 no. 262. Dirc van den Hoerne, schepen van 's-Gravenzande, 294 no. 14*. Dirc Hoven 295 no. 16. Dirck de Coninc 68 no. 59. Dirck Maselants zoon, schepen van 'sGravenzande, 220 no. 19. Dirc Mont, vice-cureit, 295 no. 19. Dirc Muel 231 no. 71; 361 no. 97; 363 no. 109. 29 Dirick Paeu, schepen in den Haag, 46 no. 146*; 103 no. 207. Diro.Pijl 167 no. 2*. Dirc Pillegrim zie Pelgrim Wyerts zoon van Waetselaer. Dirc van Poelgeest, kanunnik, 253 no. . 177; 257 no. 189. Dirck Poes, 418 no. 103. Dirk Potter 251 no. 167, 168 ; 404 no. 40. Dirck Potter van der Loo 19 no. 13*; 125 no. 11*. Diderlk van den Rijn, schepen van s- Gravenzande, 294 no. 11*; 343 no. 15; 344 no. 17, 18*, 19. Dirick van Bijswijck, rekenmeester, 73 no. 80; 402 no. 34; 425 no. 134. Dirc de Scermer 344 no. 17. Dirc Spoelre van Goch, pastoor van •s-Gravenzande, 360 no. 92*, 93*. 94*. Theodorious Terhooch, notaris, 148 no. 118, 119; 149 no. 122, 150 no. 124, 125, 126; 151 no. 128. Dirc Tol 396 no. 9. Dirc Voet, priester, 348 no. 35. Dirck Westen zoon 278 no. 276. Dirck van Woesick 21 no. 24*. Theodericus Woman, priester, 405 no. 44. Diro van Zwieten 257 no. 191; 258 no. 192*. Dirck Aems zoon 328 no. 158. Dirc Adriaens zoon, memoriemeester 32 no. 75; 426 no. 139, 142 ; 427 no. 148. Dirck Adriaens zoon, landmeter van Delfland, 133 no. 47. Dirck Adriaens zoon Camerman, landschepen van 's-Gravenzande, 376 no. 166. Dirc Aelbaernts zoon 187 no. 23. Dirc Aelwijns zoon, prior der Predik- heeren te Haarlem, 340 no. 1. Dirck Andries' zoon 66 no. 49; 169 no. 14. Theodoricus Poes Andreas' zoon, priester, 411 no. 73; 419 no. 105. Dirck Theun zoon 92 no. 160. Dirck Arnts zoon 58 no. 15; 168 no. 12; 362 no. 104; 396 no. 6. Dirck van Duvenvoerde Aernts zoon 389 no. 1, 2. Dirc van Hodenpijl Aernts zoon 232 no. 76. Dirc Aernt Willem zoons zoon, priester, 413 no. 79; 414 no. 85; 419 no. 105. Dirc Banneze 262 no. 210. Dirc Mees' zoon 415 no. 86. Dirck Bertelmees' zoon, regulier, 256 no. 188; 382. Dirck Mees' zoon, gezworene van Naaldwijk, 325 no. 147. Dirck Bóudijns zoon van Zwieten, 22 no. 28; 25 no. 42. Dirc Dammaes' zoon 167 no. 5. Dirc Dircs zoon 73, 74 no. 83; 99 no. 192, 193; 170 no. 21; 361 no. 96. Dirck Dircx zoon, klerk te Monster, 266 no. 223. Dirc Dirx zoon jonge Koek 60 no. 25. Dirc Dircx zoon oude Koek 60 no. 25. Theodoricus Theodericus' zoon de Remonda, vicaris, 411 no. 73; 414 no. 85. Dirck Dircks zoon van der Spett, molenmeester te Rijswijk, 171 no. 24, 28. Dirc Engebrechts zoon 25 no. 46; 71 no. 71. Dirck Ersten zoon van Drakenborch, kanunnik ten Dom, 269 no. 234. Dirc Everts zoon 23 no. 37, 24 no. 39. Dirick Philips' zoon 157 no. 15, 16; 158 no. 19; 171 no. 25. Dirc die Vysschér Florys' zoon, schepen van Rotterdam, 186 no. 20. Derrick Frans' zoon, notaris, 324 no. 145. Dirc Geryts zoon 26 no. 48; 28 no. 61; 250 no. 159; 407 no. 57. Dirc Gheryt Monts zoon, priester, 297 no_ 27. Dirc Geryts zoon van Walcheren 24 no. 40. Dirc Gijsbrechts zoon 28 no. 56. Dirc Gijsbrechts zoon van Waetselaer 382. Dirc Harmens zoon 69 no. 60; 70 no. 66. Dirc Heymans zoon, priester, 358 no. 83*. Theodoricus Heymannus" zoon, burgemeester van Amsterdam, 265 no. 220. Dirck Heynrics zoon 84 no. 128. Dirck Heynrich Ancenis' zoon 266 no. 224. Dirck Heyn Jans zoon 84 no. 128. Dirc Heinric Puyers zoon 403 no. 36. Dirc Heinrics zoon Tromper, ontvanger, 207 no. 7; 379 no. 12, IV, 17. Dirc Huyghe zoon, burgemeester, 313 no. 98; Heilige Geestmeester van 's- Gravenzande, 368 no. 128. Dirc Hugen zoon, Heilige Geestmeester te Rijswijk, 171 no. 27. Dirck Huge Boschaerts zoon, zevengetij- denmeester te Delft, 71 no. 70. Dirc IJsbrandts zoon 17 no. 4; 18 no. 9; 123 no. 2. Dirc Jacobs zoon 130 no. 33; 422 no. 119; 427 no. 146. Dirck Jacops zoon, schepen van Charlois, 82 no. 117. Dirck Jacobs zoon, schepen, 225 no. 44; 226 no. 50*, 51; 227 no. 57; 262 no. 210; 298 no. 33*; 302 no. 52; 358 no. 85; 359 no. 89; 360 no. 96; 364 no. 112*; burgemeester, 261 no. 207 ; kerkmeester van 's-Gravenzande, 318 no. 121. Dirck Jacops zoon, priester, 308 no. 78; 309 no. 81; 311 no. 89; 313 no. 98; 314 no. 104; 412 no. 74. Dirck Jacobs zoon Bacsteen 141 no. 83; memoriemeester, 137 no. 66; sleuteldrager, 139 no. 77. Dirc Jacobs zoon Mast 382. Dirc Jacob Suysen zoon 234- no. 84. Dirck Jans zoon 87 no. 141; 156 no. 9; 171 no. 24,25; 172 no. 30; 246 no. 138; 375 no. 162; 412 no. 74; 417 no. 97; 429 no. 151. Dirc Jans zoon, kerkmeester, 308 no. 79. Dirck Jan Gomans zoon 245 no. 141. Dirc Jan Broers zoon 61 no. 29. Dirc Jan Buschairts zoon 306 no. 63." Dirck Jans zoon Deym, schepen van den Haag, 86 no. 139*; 429 no. 155. Dirck Jans zoon Duycker, in Goelen, schepen van den Haag, 39 no. 114*, 115; 109 no. 8; 110 no. 9*, 11; 133no. 45*. Dirc Jan Casus' zoon, schepen van Delft, 189 no. 37*; 303 no. 57. Dirck Jans zoon van den Poel 295 no. 16. Dirc Jans zoon de Reus 361 no. 98. Dirck Jan Voppens zoon, schepen van Delft, 240 no. 115. Dirck Jan Reyers zoons zoon, Heilige Geest-meester te Leiden, 272 no. 248. Dirc Kerstant zoon van Alcmade 398 no. 16. Dirck van der Burch Kerstants zoon 400 no. 24. Dirc Coujns zoon 187 no. 24, 25. Dirck Cornelys' zoon 134 no. 51. Dirck Cornelis' zoon, schepen van 's-Gravenzande, 326 no. 151. Dirck Cornelis' zoon, schout van Rhoon, 113 no. 26. Dirc van der Does Costijns zoon 62 no. 32. Dirc Martijns zoon, schout van 's-Gravenzande, 359 no. 91. Dieric Melys' zoon 343 no. 16; 344 no. 21. Dirck Claes' zoon Holijn 136 no. 62. Dirc Claes Ommeloeps zoon 397. no. 13. Dirc Claes Ruysken zoon 224 no. 38*. Dirck Oedziers zoon 235 no. 88; 406 no. 50. Dirc Pieters zoon 372 no. 160; 403 no. 38. Dirck Pieters zoon, schepen van 's-Gravenzande, 222 no. 31. Dirck Pieters zoon, vice-pastoor in den Haag, 128 no. 24; 138 no. 71, 72. Diw> Pieters zoon van Dam 18 no. 11. Dirck Pieters zoon onder Duyn 94 no. 166. Dirc Pieters zoon Sel 356 no. 76. Dirck Reyers, schout van Voorburg, 171 no. 25*; 199 no. 88*. Dirck Reyners zoon 129 no. 27. Dirc'Roeien zoon 403 no. 39; 416 no. 90; 417 no. 96. Dirck Zybrants zoon 166 no. 8. Dirck Symons zoon 67 no. 53; 69 no. 64; 70 no. 65; 324 no. 143. Dirc Symon Douden zoon 16 no. 1. Theodoricus Simons zoon Thol, priester, 427 no. 148. Dirck Symons zoon Uutermaete, schout van Wateringen, 432 no. 167. Dirck Sproncz zoon, notaris, 238 no, 106; 246 no. 141; 272 no. 250; 273 no. 254; 298 no. 30; 303 no. 54; 305 no. 65; 310 no. 84; 312 no. 93; 319 no. 124; 320 no. 129; 321 no. 130; 825 no. 146; 326 no. 149, 150. Dieric Steffaens zoon 219 no. 13. Dirc Wyers zoon van Waetselaer, 382. Dire Willems zoon 24 no. 38; 60 no. 21; 109 no. 4*; 196 no. 70; 241 no. 122; 323 no. 138; 395 no. 3; 427 no. 143. Dirc Willems zoon, schout van 's-Gravenhage, 73 no. 80. Dirc Willems zoon, pater van Maria in Galilea, 63 no. 37. Dirck Willems zoon, landschepen, 275 no. 265 ; 327 no. 153; 371 no. 146; kerkmeester van 's-Gravenzande, 326 no. 152. Dirc Willems zoon, schout te Monster, 32 no. 76*; 81 no. 113; 196 no. 73. Dirck Willems zoon, Heilige-Geestmeester te Naaldwijk, 29 no. 64. Dirck Willem Dippijns zoon 256 no. 182, 183. Dirc Willem Geryts zoon 126 no. 16. Dirck Wouters zoon 86 no. 138, 139. -Dirck Wouters zoon, priester, 370 no. 142. Dierck Wouter Ossen zoon 123 no. 2. Dirick Wouters zoon Wagenaer, 94 no. 169. Dirc Ave, wed. van Claes Bruuns, 75 no. 88; 89 no. 149; 423 no. 123. Theoderica Margareta, weduwe van Symon Gijsbertus' zoon, 253 no. 175. Dirksland 31 no. 74. Dirksland (schepenen van), 31 no. 74. Dirksland (pastoor van) 31 no. 72; 257 no. 191. Divitis zie de Rijck. Doe Aerts zoon 243 no. 127. Doe Doen zoon, landschepen van 's-Gravenzande, 327 no. 153. Doe Doesen 433 no. 169. Doen Gillis' zoon, schepen van Nieuwerkerk, 279 no. 280. Doe Jacobs zoon 310 no. 84; 312 no. 93. Doe Jans zoon Hoedeslager 125 no. 9. Doe Pieters zoon, regulier, 272 no. 249; 275 no. 264. Doen Wouters zoon, schepen van Grijsoord, 254 no. 180; 258 no. 194*. Doe (Lijsbeth Jan zoons weduwe) 308 no. 77. Doe (Geryt IJsbrants zoon) 243 no. 131 Doe (Frans Geryts zoon), schepen in Leiden, 272 no. 248*. Doe (Heynrich), schepen van 's-Gravenzande, 239 no. 109; 365 no. 116*. Dou (Jan), priester, 262 no. 210; 263 no. 214. Doef van Namen 108 no. 1,2. Doerat (Mr. Ariaen Claes' zoon van), priester, 100 no. 197. Does (Adriaen van der) 137 no. 65. Does (Aernt van der) 237 no. 99*. Does (Baloghe van der), non te Loosduinen, 187 no. 27; priorin, 189 no. 35. Does (Dirc Costijns zoon van der) 62 no. 32. Does (Vranck van der) 410 no. 70. Does (Jacob Jans dochter van der Mye, echtgenoote van Dirc van der) 62, no. 32. Does (Machtelt Dircs dochter van der), non in St. Elisabeth, 62 no. 32. Does (Symon van der), schepen van den Haag, 43 no. 133, 134 ; 44 no. 137; 46 no. 146; 101 no. 200; 141 no. 87*; 142 no. 88, 90; 143 no. 93, 94*, 95*; 162 no. 5*. Does (de abdij ter) zie Brugge. Dole (Heynric Jan Heynrix zoons zoon), 187 no. 27. Dole (Jan Heinric zoon) 187 no. 22. Dom (Jan), rentmeester van den Heiligen Geest, 331 no. 19-25. Dom (Willem Jans zoon), rentmeester van den Heiligen Geest te 's-Gravenzande, 331 ho. 7-10; 372 no. 147. Dom (weduwe van Willem Jans zoon) 331 no. 11, 12. Doman Jans zoon 263 no. 216; 266 no. 226*. Dominicanen (orde der) zie Predikheeren. Donk (klooster van St. Maarten ten) zie Brandwijk. Doncker (weduwe van Jan) 416 no. 91. Doirtoech (Heinric van Liesvelt, vrouwe van der) 234 no.' 85; 302 no. 49. Dordrecht 30 no. 66; 63 no. 38; 110 no. 12; 111 no. 17; 112 no. 19; 371 no. 143*. Dordrecht (Augustijner klooster St. Antonius te) 256 no. 181; 276 no. 269*. Dordrecht (prior van St. Anthonis te) 276 no. 269. Dordrecht (supprior van St. Anthonis te) 276 no. 269. Dordrecht (procurator van St. Anthonis te) 276 no. 269. Dordrecht (cursor van St. Anthonis te) 276 no. 269. Dordrecht (leesmeester van St. Antonius te) 254 no. 181. Dordrecht (klooster der Minderbroeders te) 315 no. 106*. Dordrecht (gardiaan der Minderbroeders te) 315 no. 106. Dordrecht (Minderbroeders te) 88 no. 146. Dordrecht (de aartshertogen te) 30 no. 66. Dordrecht (Arnoud van), pastoor van 's-Gravenzande, 343 no. 16. Dordrecht (Jan van), pastoor van Monster, 185 no. 14. Dordrecht (Mr. Pouwels van), 398 no. 16. Dorp (Aernt van), priester, 300 no. 39*; 398 no. 16. Dorpe (Beatrijs, vrouwe van den) 398 no. 16. Dorp (Dirck van), schout van 's-Gravenzande, 366 no. 123*. Dorp (Dirck van der), schout van Maasland, 311 no. 88. Dorpe (heer Phillips van der), 398 no. 16. Dorp (Jacob Willems zoon van), schepen van den Haag, 45 no. 138; 101 no. 199*, 200; 102 no. 202*; 114 no. 29* 31; 145 no. 100*; 203 no. 106. Dorp (Jan van den) 232 no. 76*; 398 no. 16. Drake (Walrave), schepen te Antwerpen, 193 no. 56*. . Drakenborch (Aernt van) 268 no. 234. Drakenborch (Aernt van), priester, 268 no. 234. Drakenborch (Dirck Ersten zoon van), kanunnik ten Dom, 269 no. 234. Drakenborch (Geertruyt Ersten dochter van) 269 no. 234. Drakenborch (Johan Ersten zoon van) 269 no. 234. Drakenborch (Margriet van) 269 no. 234. Drakenborch (Michiel van) 269 no. 234. Drappenier (Willem Dircx zoon), schout van Voorburg, 169 no. 17*. Driel (Willem Willems zoon van) 21 no- 24*. Dritius (Joannes Joannes' zoon), proost van St. Barbara, 148 no. 119; 149 no. 120, 121,122, 123; 389 no. 24a. Druut (Lijsbet Pieters dochter) 191 no. 45. Duyck (kinderen van Jan Gillis' zoon) 82 no. 117. Duyck (Adriaen), rekenmeester van Holland, 205, 281. Duyck (Mr. Gillis Jans zoon), priester, 17 no. 7; 82 no. 117; 109 no. 9; 428 no. 148. Duyck (Jan Joosten zoon) 113 no. 23. Duycker (Dirck Jans zoon) in Coelen, 39 no. 114*, 115; 109 no. 8; HOno. 9*, 11; 133 no. 45*. Duycker (Jan) 76 no. 91; 193 no. 58*; 195 no. 65*; 196 no. 69*; 197 no. 74*. Duyn (Baerte Dirck van der) 301 no. 44. Duyn (Dirck Pieters zoon onder) 94 no. 166. Duyn (Jan Claes' zoon onder die) 97 no. 184. Duys (Jan), deurwaarder, 370 no. 138. Duitsche Rijk (keizer van het) 198 no. 81; 273 no. 258; 398 no. 16. Duitsche Rijk (Roomsch-koning van het) 29 no. 66; 292 no. 1 ,2. Duvenvoerde (Aernt van) 398 no. 2*. Duvenvoirde (Arnolda van), weduwe van Mr. Florys Oom van Wijngaerden, 114 no. 29. Duvenvoerde (Dirck Arents zoon van) 389 no. 1, 2. Duvenvoorde (Lijsbet, echtgenoote van Jan van), 69 no. 60. Duyvenvoerde (Lijsbeth Willems dochter van), 272 no. 252. Dyroirde (Mr. Jan van), raadsheer, 33 no. 82, 84; 34 no. 85, 88, 89; 35 no. 91, 93, 94; Duvenvoorde (Jan van)-69 no. 60; 70 nos. 64, 65, 66. Duvenvoerde ( Johan van), heer van Warmond ,389 no. 1, 2*. Duvenvoerde (Maria de Vriese, weduwe van Aernt van), 112 no. 20; 134 no. 55. Dullekem (Tielman van) 270 no. 241. Dunen (Aernt Jacobs zoon van) 167 no. 2. Duren (Jan van) 352 no. 56. Dussen (Frederyke van der), abdis van Loosduinen, 176 no. 6. Dussen (Katharina van der), abdis van Loosduinen, 201 no. 95, 96. Dussen (Wouter Ansems zoon van der) 192 no. 51*. E» Eeten (Jacob Clays Reyniers zoons zoon van) 250 no. 161* 162*; 252 no. 171*. Eggairt (Willem), heer tot Puermerend, 398 no. 16. Egghebrecht van Kranenburch 191 no. 46. Engebrecht Dircx zoon 416 no. 94. Engebrecht Jans zoon 395 no. 5 ;414 no. 83. Ecghebrecht Jans zoon van Amersvoerde 218 no. 8. Egbert Claes' zoon 272 no. 249 ; 275 no. 264. Egbert Claes de Verwers zoon 195 no. 65. Engebrecht Robbrechts zoon 123 no. 3. Engebrecht Wermbrechts zoon 56 no. 4. Egmonde ^Dirc van), ridder, 233 no. 82; 234 no. 85; 302 no. 49. Egmont (Heinric Dircx dochter van) 234 no. 85. Egmonde (Otte van), hoogheemraad van Delfland, 77 no. 96. Egmonde (Willem van) 298 no 33*; 299 no. 38*. Eygenvoecht (Petrus Petrus' zoon) 148 no. 118; 151 no. 128. Eikenduinen 136 no. 64; 143 no. 93; 183 no. 4; 235 no. 89; 398 no. 14; 399 no. 18; 402 no. 35; 403 no. 38; 432 no. 164. Zie . ook Westambacht van 's-Gravenhage. Eikenduinen (de kerk van) 152—159,412 no. 77. Eikenduinen (kerkmeesters van) 156 no. 11. Eikenduinen (pastoor van) 162; 389 no. . 24a; 391; 414 no. 85; 419 no. 105. | Eikenduinen (kapelaan van) 152; 404 no. 44; 411 no. 73. Eikenduinen (Heilig-Kruisgilde te) 160 -162. Eikenduinen (meesters van het HeiligKruisgilde te) 161 no. 4. Eikenduinen (de Buttercamp in) 18 no. 12; 21 no. 24; 43 no. 133. Eikenduinen (Eskamp in het ambacht) 156 no. 10. Eikenduinen (de Mient te) 158 no. 21; 159 no. 22. Eikenduinen (het Segbroek te) 155 no. 4; 194 no. 59; 427 no. 145. Eynde (Daniell Jans zoon van) 422 no. 121. Ende (Jacop Dircx zoon van) 266 no. 226* Eelyas Florys' zoon 225 no. 47. Eelyas Claes' zoon 408 no. 58. Elisabeth (klooster van Sint) zie 's-Gravenhage. Lijsbet van Haemstede, vrouwe van Hodenpijl, 17 no. 5*. Lijsbeth van der Haer 197 no. 77. Lijsbeth Haddeman-143 no. 92. Elizabeth van der Oorn, zie van der Haer. Betgen Kaersmaeckers 135 no. 57. Lizebetken van Voerburch 296 no. 24. Lijsbet van Woeswflck 406 no. 49. Elizabeth van der Zijl 167 no. 3. Lijsbeth Pol, weduwe Mr. Adriaen van Hoogesteyn, 35 no. 90. Lgsbeth Anthonis' dochter 41 no. 122. Lijsbeth Aernts dochter, bewaarster van het bagijnhof, 306 no. 71. Lijsbeth Aernts weduwe 250 no. 160; 382. Lijsbeth Aernt Jacops zooris weduwe 311 no. 88. Lizebeth Bartelmees' echtgenoote 346 no. 30. Lijsbeth Dircs dochter 298 no. 32; 300 no. 39; 356 no. 77. Ëlyzabeth Dircs dochter, bagijn, 322 no. 134. Elizabeth Dirc Bannezoons dochter 263 no. 214. Lijsbeth Florys' dochter, bagijn, 261 no. 205; 316no. 113; 318 no. 121; 382. Lijsbeth Florys' echtgenoote 321 no. 131. Lijsbet Vranck Hugen zoons weduwe 402 no. 32. Lijsbet Geryts dochter 432 no. 167. Lijsbeth Ghijsbrechts 404 no. 42. Lijsbeth Ghijsbrecht Roellifs zoons weduwe 420 no. 142. Lysbet Goossen dochter, zuster in St. Agnes te Rotterdam, 435 no. 1. Lijsbeth Heinrics dochter 34 no. 86; 39 no. . 113; 41 no. 122, 126. Lijsbet Heinrics echtgenoote van Groesbeeck 400 no. 24. Lijsbeth Huygen dochter 307 no. 72; 314 nó. 103; 366 no. 122. Lijsbeth Jan Doe zoons weduwe 308 no. 77. Lijsbet, echtgenoote van Jan van Duvenvoorde, 69 no. 60. Lijsbeth Jan van Nairdens weduwe 262 no. 211. Bette Jan Bouwijns zoons dochter 21 no. 27; 306 no. 67. Lijsbeth Jan Heymans zoons dochter, bagijn, 323 no. 140. Lijsbeth Jan Heynrics zoons weduwe 187 no. 23. Lijsbet Jan Pieters zoons dochter 186 no. 20. Elizabeth Matheus' dochter, bewaarster van het bagijnhof, 273 no. 254; 325 no. 148; 326 no. 149, 152; 327 no. 154. Lijsbeth Mourijs' dochter, weduwe van Jan Dircs zoon, 245 no. 138; 249 no. 156. Lijsbeth Clais' dochter 314 no. 105; 322 no. 135. Elsgen Oliviers dochter 325 no. 146. Lijsbeth Pelgrims van Waetselaer 222 no. 26; 230 no. 67; 382. Lijsbet Pieter Druuts dochter 191 no. 45. Lijsbeth Pieter Bannen zoons dochter, bagijn, 69 no. 62; 228 no. 59; 244 no. 134; 245 no. 139; 246 no. 145; 247 no. 146; 248 no. 153; 253 no. 176; 259 no. 197, 198,199; 260 no. 200,201,202,203; 262 no. 210; 263 no. 214. Elsgen Rycouts dochter 108 no. 1. Elizabeth Symons dochter, mater van Maria in Galilea, 86 no. 137, 138; 89 no. 149, 151; 90 no. 152; 91 no. 159; 92 no. 160; 93 no. 163, 165. Lijsbeth Wermbrechts 420 no. 110. Lijsbeth Willems dochter 186 no. 21; 271 no. 244. Lijsbeth Willems echtgenoote 234 no. 86; 238 no. 106. Lijsbeth van Duyvenvoerde Willems dochter 272 no. 252. Lijsbet Willem Ruysschen dochter 30 no. 68. Emmaus (het klooster), zie Gouda. Engel Heynricx zoon 62 no. 30; 66 no. 49; 68 no. 58. Engel Jacobs zoon van Alkemade 67 no. 52. Engel Willems zoon Merula 105. Engeland 364 no. 113. Ercke Dirick Beierts zoons weduwe 166 no. 10. Ermgaert Huychen dochter, bagijn, 318 no. 121. Ermgairt Jacob Reynerts zoons weduwe 423 no. 127. Ermgart Lambrecht Aernts zoons weduwe 366 no. 70. Ermgairt Mathijs' 396 no. 7. Ermgairt Oliviers dochter, bewaarster van Lijsbeth Jans echtgenoote 348 no. 35; 368 no. 130. het bagijnhof, 323 no. 138; 324 no 145; 325 no. 146. Ermegaerd Pouwels dochter 341 no. 5; 344 no. 20. Ermegaert Stienaerts 396 no. 10; 398 no. 15, 17. Ermtruyd Hughe Vossen weduwe 360 no. 95. Ernst (Barthold), griffier van het Hof, 47 no. 149; 123 no. 2; 147 no. 111; 115; 148 no. 106. Esch Margriete Claes' dochter van) 225 no. 43; 382. Esch (Clays van), genaamd Deventer, 224 no. 39; 225 no. 43*; 382. Staeys Claes' zoon 66 no. 46. Eva van der A, abdis van Loosduinen, 194 no. 61; 201 no. 95. Everlijn Everlijns zoon 252 no. 172; 261 no. 207. Evert Heinricx zoon 412 no. 76. Evert Zanders 91 no. 158. Everardus Zegherus' zoon, priester, 434 no. 176. Ewout Geryts zoon 197 no. 76. Ewout Jans zoon 199 no. 86; 404 no. 41; 428 no. 160. Ewoutgen Pieter Dircks zoons 202 no. 102. F. Philips de Goede, hertog, 23 no. 34; 61 no. 27; 63 no. 36; 228 no. 60*; 244 no. 135*. Philips de Schoone, aartshertog, 29 no. 66; koning, 200 no. 91. Philips II, koning, 147 no. 113; 205, 279 no. 279*. Phillips; van Bergen, schout van Voorburg, 169 no. 14*; 193 no. 54*. Philips van Dam, priester, 365 no. 119; 405 no. 44; 409 no. 63; 411 no. 73; 414 no. 85. - Phillips van der Dorpe 398 no. 16. Phil. de Croy 274 no. 259. Philips Nachtegael 243 no. 132; 262 no. 209. Philips Adriaens zoon 131 no. 36. Philips Aernts zoon van Dam 189 no. 38; 190 no. 39*. Philips Dircx zoon 395 no. 5. Philips Philips' zoon 187 no. 22. Philips Gelys' zoon 56 no. 3. Philips Gillis' zoon, kerkmeester in den Haag, 128 no. 23. Phillips Heynricx zoon 23 no. 35; 380 no. 34. Philips Heynricx zoon, priester, 349no.40. Philips Henricx zoon, pastoor van Voorburg, 201 no. 93. Phillips Hubrechs zoon 173 no. 34. Philips Hughe Stareken zoon 237 no. 98*. Phillips Jans zoon 245 no. 139; 304 no. 58. Philips Jans zoon, klerk, 135 no. 58; 137 no. 69. Philips Korstants zoon 92 no. 160, 161; 93 no. 163, '164. Phillip Costijns zoon, schepen van Delft; 223 no. 34. Philips Marcelis' zoon 35 no. 92; 324 no. 143. Phillip Martijns zoon 168 no. 11. Phillips Melys' zoon 420 no. 112. Philips Claes' zoon Moers 167 no. 4. Phillips die Bloot Odzier Hughen zoon 191 no. 48*. Phillips Pieterszoon, pater van het klooster St. Barbara te Leiden, 81 no. 116} 83 no. 124. Phillips Pieters zoon van Dam 426 no. 140. Phillips Symons zoon 366 no. 118. Philips Willems zoon Scouten 424 no. 132. Finer (Fijn, weduwe van), 74 no. 84. Finer (Pieter) 74 no. 84. Fynioy (Gheertruit echtgenoote van Jan) 361 no. 100. Finyoy (Jan) 225 no. 42; 361 no. 100. Fynenhoy (Jan Jans zoon) 296 no. 24. Finioy (Katrijn, dochter van Jan,) 365 no. 120. Flory (Anthonis Nycasius' zoon van), schepen van den Haag, 114 nó: 29*; 139 no. 76*; 140 no. 80*. Flory (Nycasius Anthonis' zoon van), schepenvan den Haag, 113 no. 23*. 25*; 432 no. 168. Floris IV, graaf van Hólland, 175. Floris V, graaf van Holland, 217 no. 2; 293 no. 8. ' Florys Aderep 220 no. 18. Florencius de Alkemade, priester, 414 nb. 85. Florencius de Alcmaria, priester, 411 no. 73; 419 no. 105. Floris van Avennes 293 no. 9. Floris van Brabant 223 no. 32; 341 no. 7*. Floris van Dam, notaris, 127 no. 19; 267 no. 191; 319 no. 122; 367 no. 125, 126; 411 no. 73. Floris van Coolhem, notaris, 102 no. 204; 145 no. 105; 146 no. 106, 107; 427 no. 147; 434 no. 176. Floris van der Muur 347 no. 33. Florys Scody 16 no. 1. Floris van Thol, pastoor van Oude-Tonge, patervan St. Elisabeth, 36 no. 95,96,97. Florys Zeeman, advocaat bij het Hof van Holland, 111 no. 17; 112 no. 21, 22. Florys Arnts zoon 296 no. 26. Florys Mees' zoon 134 no. 63. Florys Bruuyns zoon 189 no. 33. Florys Dirxs zoon, landschepen van 's; Gravenzande, 327 no. 156;HeiligeGeest- meester 372 no. 147. Florentius Theodericus' zoon, priester, 427 no. 148. Florys Dirc Harmens zoon, schepen van 's-Gravenzande, 227 no. 57; 230 no. 68*, 231 no. 71*; 358 no. 83, 84; 360 no. 96; 365 no. 120. Florys Dirck Steffens zoon 227 no. 54; 237 no. 97. Floris Geryts zoon 223 no. 34; 226 no. 48*, 49*; 232 no. 79; 236 no. 90*; 244 no. 136; 300 no. 40; 306 no. 66; 364 no. 112* 113*; 370 no. 139; 382. Florys Huyge zoon 300 no. 41; 318 no; 119; 321 no. 131; 322 no. 136; 361 no. 50; 360 no. 93. Florys Huyge zoon van Raphorst 311 no. 90. Floris Jacobs zoon, landmeter, 176 no. 6. Florys Jans zoon 314 no. 103. Florys Joests zoon, schepen van Delft, 75 no. 90; 388 no. 2*. Floris Joesten, prior van Bethanië, 277 no. 272. Florentius Nycolaus' zoon de Dam, priester, 411 no. 73; 414 no. 86; 419 no. 106; 425 no. 136, 137. Florys Wolbrants zoon 129 no. 26. tFoel (Clays) 344. Foytgen Aernts zoon 17 no. 5, 6, 7; 19 no. 17; 20 no. 18; 21 no. 22,26; 239 no. 109 ; 407 no. 53, 54. Fop van Meervelt Goverts zoon, ridder van het Heilig Land, 139 no. 76; 140 no. 179. Voppe Koenen 406 no. 52. Voppe Reymb'rants zoon 224 no. 38; 407 no. 66. Foreest (Harper van), schepen van Delft, . 75 no. 90. Foreest (Willem Herpers zoon van) 231 no. 73*. Franchet (Jacob), deurwaarder, 102 no. 206. Fraterheeren, zie Delft. Franchet (Jacob) 102 no. 205. Franciscus (kloosters van de le orde van Sint), zie Dordrecht. Franciscus (kloosters van de 3de orde van Sint), zie St. Anna en St. Agatha te Delft, Sfc Elisabeth en St. Maria in den Haag, St. Barbara, St. Michiel en Rodenburg te Leiden, Nazareth te Vlaardingen en St. Ursula te Warmond. Franciscus (het generaal-kapittel van de 3de orde van) 59 no. 16. Franciscus (minister-generaal van de 3de orde van Sint) 43 no. 133. Vranck, deken van Naaldwijk, 312 no. 94. Franciscus Barbet, priester, 434 no. 176. Vranck van der Does 410 no. 70. Vranck van der Houve 98 no. 187; 324 no. 143. Fransgin Splinters zoon 400 no. 22; 406 no. 46; 418 no. 103. Vranck Wadwijn 99 no. 190. Vranck Wormer, gezworene van Naaldwijk, 325 no. 147. Franco Sael, priester, 405 no. 44. Fransz Dircx zoon, advocaat, 87 no. 143. Frans Dirix zoon, kanunnik, 324 no. 145. Vranc Phillips' zoon 401 no. 31. Frans Geryt Doen zoon, schepen in Leiden, 272 rio. 248*. Frans Hubrechts zoon, schepen in den Haag, 45 no. 138*; 374 no. 158. Frans Hubrechts zoon, procureur, 408 no. 50. Vranck Hugen zoon 401 no. 28. Vranck Jacobs zoon 44 no. 136; 390 no. 1. Frans Jacops zoon van Wena 263 no. 216. Frans Jans zoon 170 no. 22. Frans Jans zoon, Heilige-Geestmeester te 's-Gravenzande, 376 no. 166. Franck Janszoon, landschepen van 's-Gravenzande, 276 no. 267; 277 no. 272; 327 no. 156,157; 331 no. 6; 372 no. 148,149; 373 no. 151; 375 no. 162. Vrancke Coerts zoon 220 no. 16. Frans Claes' zoon, pastoor van Naaldwijk, 267 no. 228, 229; 320 no. 129; 321 no. 130. Franco Paulus' zoon, priester, 411 no. 73; 414 no. 85. Franck Pieters zoon van der Meer, hoogheemraad van Delfland, 372 no. 147. Frederick de Koninck, kanunnik ten Dom, 268 no. 234; 269 no. 238*. Frederick van Renesse, heer totOestmalle, stadhouder van de leenen, 91 no. 157. Frederik van Tautenborch, aartsbisschop van Utrecht, 45 no. 142; 46 no. 147; 145 no. 103; 146 no. 107; 328 no. 159. Frederyke van der Dussen, abdis van Loosduinen, 176 no. 6. Frederuna van Amerongen 255 no. 184; 257 no. 191; 258 no. 192, 194; 268 no. 234; 269 no. 238. Friesland (heer van) 55 no. 12; 218 no. 6; 222 no. 28; 293 no. 10; 297 no. 29. Friesland (ruwaard van) 228 no. 60. Friesland (stadhouder van de leenen van Holland, Zeeland en) 91 no. 157. Friesland (stadhouder-generaal van Holland, Zeeland en) 91 no. 157. G. Gaerdynck (Cornelis Cornelis' zoon) 234 no. 83, 85; 246no. 144; 255 no. 184; 264 no. 219; 267 no. 228; 270 no. 242; 282 no. 11; 320 no. 129. Galilea (het klooster), zie 's-Gravenhage. Gapingen (heer Pieter van) 404 no. 40. Garst (Johannes), schepen van Amsterdam, 265 no. 220. Geertruyt van der Hora 230 no. 66. Gheertruut Pietermans 349 no. 41. Gheertruyd Screyers 358 no. 86. Geertruut van Tol 30 no. 67; 56 no. 5; 58 no. 15. Geertruyt Adriaans dochter, priorin van St. Mariënpoel, 269 no. 236. Geertruyt Mees' echtgenoote 228 no. 58. Gheertruyt Dirc Pjjls dochter 300 no. 43; 401 no. 31. Geertruyd Dirck Zuysen weduwe 258 no. 195. Geertruut Engebrechts dochter, ministra v. O. L. V. in Galilea te 's-Gravenhage, 63 no. 37; 64 no. 39, 40, 41; 65 no. 46. Geertruyt Ersten dochter van Drakenborch 269 no. 234. Geertgen Frans' dochter, procuratrix van St. Agnes, 276 no. 266. Truytgen, echtgenoote van Gerart Claes' zoon, 44 no. 136. Geertruyt, wed. Ghijsbrecht Pieters zoon, 71 no. 69. Geertruyt Jacops dochter 196 no. 71. Gheertruyt Jacob Aernts zoons dochter 356 no. 74. Geertruid Jans dochter 3. Gheertruit Jan Fynioys echtgenoote 361 no. 100. Gheerte Lambrechts echtgenoote 368 no. 129. Geertruyt Louwerys' weduwe 170 no. 22. Gheertruyt Pieters dochter 173 no. 35. Geertruut Pieters dochter, non in St. FJi. sabeth, 62 no. 34. Geertruyd Pieters dochter, bagijn te Delft, 69 no. 62. Geertruyt Pieter Bannen zoons dochter 228 no. 59; 244 no. 134; 245 no. 139; 247 no. 146; 248 no. 153; 253 no. 176; 259 no. 197, 198, 199; 260 no. 200, 202, 203; 262 no. 210; 263 no. 214. Geertruut Pieter van Dammen dochter, non in St. Elisabeth, 61 no. 26. Ghertruyd Pieter Hughen zoons echtgenoote 354 no. 66. Truigen Willems dochter 156 no. 9. Geertruidenberg (het Kartuizer klooster Hollandsche huis te) 68 no. 55. Geyt (Pieter Dircx zoon van der), priester, 404 no. 41; 405 no. 44. Gel (Aechte Claes' weduwe) 421 no. 113. Garbrant Clays' zoon, schepen van 's-Gravenzande, 371 no. 146; 372 no. 150. Gheryt van Assendelft, hoogheemraad van Delfland, 77 no. 96. Gerrit, heer tot Assendelft, Eemskerck, Honninghen en Cralingen, ridder, stadhouder van de leenen, 136 no. 63; 138 no. 70, 71. Gheryt van Berkenroede 59 no. 20. Gheryt de Bruyn van Berendrecht 80 no. 108. Gheryt de Bruyn van Burgdijck, schepen van 's-Gravenzande, 303 no. 54; 363 no. 111. Gherrit dieBurchgrave, baljuw van Naaldwijk, 196 no. 70*. Geryt Deym 32 no. 78; 157 no. 12. Gheryt Van Delf 352 no. 59. 'Gheryt van Gummengys 397 no. 10. Gerradt Haddeman 141 no. 83. Geryt Bartout van Heemskerck, baljuw van Delfland, 126 no. 17; 193 no. 68*. Gerardus ter Herenhove, deken van Rees, 265 no. 220. Gheryt van Kulenburgh, pastoor van 's-Gravenzande, 341 no. 4, 5; 342 no. 9; 344 no. 18. Geryt van Oulemburch, bastaard, 254 no. 180; 255 no. 184*; 257 no. 191; 258 no. 194; 268 no. 234; 269 no. 237. Gherardus Melantius Schoonhovius 207 no 11. ' Gheryt Mont 296 no. 20; 351 no. 49. Gerard van Overslote 219 no. 9, 10. Gerryt Potter 404 no. 40. Geryt Potter van der Loo 19 no. 13, 14*; 58 no. 12; 125 no. 11; 239 no. 106*; 404 no. 43. Geryt die Puyer 187 no. 26; 188 no. 32. Geraerdt van Raephorst 217 no. 4; 343 no. 14. Gerrit van Renes 269 no. 234. Gerardus de Riede, priester, 404 no. 44; 411 no. 73; 419 no. 105. Gheryt van Scuren 190 no. 40. Gheryt Schilders zoon 247 no. 148. Gheryt van Steynvoerde, schout te Voorburg, 123 no. 1; 167 no. 4*. Gheryt Voircoep 185 no. 15. Gerardus de Wateringe, ridder, 183 no. 2. Gerardus Wit, notaris, 77 no. 100; 262 no. 212. Gheraerd Woestelants zoon 346 no. 29; 349 no. 43. Geryt van Zeyst, kapelaan van Loosduinen, 186 no. 21; 188 no. 29; 190 no. 40. Gherardus Albertus' zoon van Naaldwijk 188 no. 29. Gerrit Aryaens zoon, kapelaan te Honselerdijk, 42 np. 130. Geryt Ansems zoon 241 no. 122. Geryt Aernts zoon 167 no, 7; 241 no. 122. Geryt heeren Aernt zoon 403 no. 37. Geryt Aerts zoon Backer 113 no. 24. Geryt van der Veen Aernts zoon 186 no. 20. Geryt Bertelmees' zoon 190 no. 44. Geryt Boeckels zoon, Heilige Geestmeester te Leiden, 272 no. 248. Gherit Bruyns zoon, schepen van den Haag, 87 no. 143; 161 no. 2*. Geryt Dirx zoon 59 no. 18; 129 no. 25; 192 no. 51, 52, 53; 407 no. 57; 412 no. 74; 415 no. 89. Geryt Dircx zoon, geneesheer, 99 no. 190. Geryt Dircx zoon, Heilige Geestmeester in 's-Gravenhage, 24 no. 41. Gerit Dircks zoon, gezworene van Naaldwijk, 325 no. 147. Gerrit Doeden zoon 146 no. 109; 147 no. 111, 115. Gheryt Phillips' zoon 316 no. 111. Geryt Phillips' zoon die Bloot, schout te Beswijk, 171 no. 27*, 28. Gheryt Floris' zoon 222 no. 27,30; 223 no. 32, 33; 226 no.'48, 50; 227 no. 57; 230 no. 67; 231 no. 74; 233 no. 80; 244 no. 136; 250 no. 160; 353 no. 62; 382. Geryt Voppen zoon 239 no. 110,112. Geryt Geryts zoon 23 no. 36; 26 no. 51; 148 no. 117; 418 no. 100. Geryt van Dijck Geryts zoon 228 no. 59. Geryt Gijsbrechts zoon 30 no. 69; 418 no. 100. Gerrit Goossen zoon 435 no. 1. Gherard Heynen zoon, rentmeester van Noord-Holland, 55 no. 1,2. Geryt Heynrix zoon, schout in Berkel, 21 no. 22*; 23 no. 35*; 25 no. 43*. Geryt Heynricx zoon, Heilige Geestmeester in 's-Gravenhage, 24 no. 41. Gheryt Hughen zoon 237 no. 98*. Geryt Doe IJsbrants zoon 243 no. 134. Gerrit Jacobs zoon, kerkmeester in den Haag, 128 no. 23. Gerrit Jacobs zoon, prior van Bethanië, 273 no. 254; 325 no. 149. Geryt Jacobs zoon van der Binchorst 71 no. 72. Geryt Jans zoon 170 no. 22; 245 no. 138; 433 no. 171. Gherit Jans zoon, alias goede Gherit, 93 no. 163,164. Geryt Jan Deymen zoon 20 no. 21. Gerardus Jonas' zoon, priester, 401 no. 27. Gerrit Joris' zoon Appeleoper 422 no. 120. Gerit Joris' zoon Calebjjs 432 no. 165. Geryt Kerstants zoon 81 no. 114; 134 no. 54. Geryt Colijns zoon 243 no. 130*; 308 no. 77*. Gherrit Lambrechts zoon Schilperoert, ontvanger, 379 III. Gerardus Matheus' zoon, schepen van Amsterdam, 265 no. 220. Gerart Claes' zoon 44 no. 136; 321 no. 132; 412 no. 74. Gerardus Nicolaus' zoon, priester, 363 no. 110. Geryt Claes Hille zoons zoon 221 no. 21. Geryt Clays Spronx zoon 225 no. 47; 228 no. 59. Geryt Pouwels zoon, schepen van Delft, 225 no. 47. Geryt Pieters zoon 32 no. 79., Gerardus Symons zoon, vicaris, 411 no. 73. Geryt Steffens'zoon, schepen te Haarlem, 69 no. 63. Gerit Willems zoon, schepen van 's-Gravenzande, 326.no. 151. Gerit Willems zoon aan de Banck 275 no. 262 ; 313 no. 99. Gerrit Willems zoon Deym in den Roester, schepen van den Haag, 39 no. 113; 88 no 147; 89 no. 148; 156 no. 9*; 430 no. 157. Geryt Willem Storms zoon, schepen van Delf, 244 no. 134. Gerit Wouters zoon 373 no. 151; 375 no. 161. Gerytdijn Andries' zoon 169 no. 15. Geerlof Symons zoon 199 no. 84. Gillys van Kralingh, ridder, 16 no. 2. Egidius de Rijswijck 292 no. 1, 4. Gillis Hadden zoon 342 no. 12; 343 no. 13. Gielis Hugen zoon, schepen van Delft, 201 ' no. 94*. Gillis'Jans zoon 32 no. 79; 396 no. 8. Gielis Jans zoon, kanunnik, 267 no. 228; 229; 320 no. 129, 130. Gillis, zoon van Jan Duyck Gillis' zoon, 17 no. 7; 82 no. 117; 109no. 7;427no. 148. Gielis Joris' zoon 373 no. 152,153. Egidius Wouterus' zoon, kapelaan van Loosduinen, 195 no. 64. Ghijsbrecht, de smid, Heilige Geestmeester te 's-Gravenzande, 265 no: 222. Ghijsbrecht van Mattenes, schout van Naaldwgk, 254 no. 177*. Ghijsbertus de Merlo, notaris, 265 no. 220. Ghijsbrecht Pijns 410 no. 70. Ghijsbrecht van Raephorst 256 no. 187*. Ghijsbrecht van Zwieten, schout van Zoeterwoude; 134 no. 55: Ghijsbrecht Aernts zoon 405 no. 46. Ghijsbrecht Dircx zoon 87 no. 143. Ghijsbrecht Dircx zoon Cammaker, schepen van den Haag, 93 no. 164; 94 no. 167,171*; 157 no. 17*; 161 no. 1, 3; 431 no. 161*. Ghijsbert van der A Vrederick zoon 268 no. 234. Ghijsbrecht, zoon van Geryt Poderator, vicaris, 411 no. 73; 414 no. 85; 417 no. 98; 419 no. 105. Ghijsbrecht Horck Gerits zoon 399 no. 19. Gijsbrecht Goverts zoon, deurwaarder, 425 no. 135. Ghijsbert Heynrics zoon van der A 269 no. 234. Ghijsbrecht Hubrechts zoon 222 no. 29. Ghisebrecht Hubrecht zoon, schepen van 's-Gravenzande, 344 no. 19. Ghijsbrecht Jans zoon 189 no. 34; 190 no. , 41; 193 no. 56; 406 no. 51. Ghijsbrect Jans zoon, Heilige Geestmeester te 's-Gravenzande, 247 no. 147. Ghijsbrecht Jan Aelewijns zoons zoon 254 no. 178. Ghijsbrecht Jan Symons zoons zoon 88 no. 146. Gijsbrecht Lourys' zoon; baljuw van 's-Gr venzande, 275 no. 262. Ghijsbrecht Meynaerts zoon, cureit van Wateringen, 188 no. 28*. Gijsbrecht Claes' zoon 20 no. 18*; 230 no. 67; 182; 404 no. 42. Ghijsbertus Nycolaus' zoon, priester, 414 no. 85; 419 no. 105. Gijsbrecht Pelgrims zoon van Waetselaer 21 no. 22*; 226 no. 43; 230 no. 67; 382. Ghijsbrecht Pieters zoon 71 no. 69; 158 no. 20, 21, 22; 374 no. 158,159. Gijsbertus Petrus' zoon, priester, 419 no. 105. Ghijs Pieters zoon van Borch 146 no. 108. Gijs Pieter Gysen 399 no. 18. Ghijsbrecht Reynbrants zoon 224 no. 38. Ghyse Fyen zoon 296 no. 20. Ghijsbrecht Willems zoon 155 no. 6; 156 no. 9. Glorie Aelwijns weduwe, bagijn, 340 no. 1. Goch (Dirc Spoelre van), pastoor van 's-Gravenzande, 360 no. 92*, 93*, 94*. Goch (Jo. de), notaris, 249 no. 156. Godelt 341 no. 5; 344 no. 20. Goidscalck Oom van Wijngaarden 258 no. 194. * Goodtscalck Claes' zoon 129 no. 30; 130 no. 31. Goedereede 41 no. 122; 81 no. 116; 197 no. 77. Goedereede (schepenen van) 40 no. 121. Goen (Willem Gijsbrechts zoon) 78 no.100. Goes (Hemdek van der), schepen van den Haag, 431 no. 163. Goes (Piter van der),-kerkmeester in den Haag, 128 no. 23. Goetman (Heynric, zoon van), 342 no. 10. vrouw Ghonde, non te Loosduinen, 186 no. 16. Gonde Bertelmees Geryts zoons weduwe 187 no. 26. Gorikem (Mr. Heynricus de) 228 no. 60. Gorinchem (Cornelis van), prior van St. Vincent, 390 no. 1. Goudalll no. 17;112 no.19; 371 no. 143*. Gouda (de prior van St. Gregorius in Em- maus in het land van Stein bij) 277 no. 271*. Goude (Machtelt van der) 80 no. 111. Goudt (Willem), rentmeester, 75 no. 87; 403 no. 36. Gouwetten, vischkoopster, 126 no. 14. Godevaerd, snijder, 343 no. 12. Govert Heynricks zoon van Meervelt 135 no. 60, 61. Govert Jans zoon, proost van St. Barbara, 136 no. 64; 137 no. 68. Gooswijn van den Poel 398 no. 16. Goeswijn van Tricht, kapelaan, 298 no. 33*; 366 no. 77*. I Goessen. Jacobs zoon, chirurgijn, 277 no. 273; 435 no. 1. Goessen Louweris' zoon 425 no. 138. sGrave (Dammaes) 352 no. 56. tsGraven (Katrijn Dammaes' weduwe) 356 no. 71. 's-Gravenhage 88 no. 145, 92 no. 162; 83 no. 166; 86no. 178; 108 no. 3; 108 no. 4; 132 no. 43; 138no. 78; 148 no. 115,116; 183 no. 5; 184 no. 7; 185 no. 13; 204, 222 no. 26; 238 no. 108; 325 no. 148; 368 no. 88; 380 no. 34. 's-Gravenhage (schepenen van) 5 no. 1; 18 no. 12*; 21 no. 23* 25*. 26*; 22 no.28*; 31* 32*; 23 no. 36*; 24 no. 38*, 39,40*, 41*; 25 no. 44, 45*. 46*; 26 no. 47*, 48*, 50* 51*; 27 no. 52*, 54*; 28 no. 66* 57*. 60*, 61*; 29 no. 62*. 63*. 65; - 30 no. 67*, 70*; 31 no. 71*; 32 no. 78*. 79*; 33 no. 80*, 81*; 34 no. 86*. 87*; 36 no. 80*, 82*; 36 no. 85*, 96*, 97*, 98*, 88*; 37 no. 101*. 102*, 103; 38 no. 113, 114, 115; 42 no. 128; 43 no. 132, 133, 134; 44 no. 137, 138; 46 no. 144, 146; 56 no. 3,4,5; 57 no. 12*; 68 no. 15; 58no. 18; 60 no. 21*, 24, 25*; 61 no. 26, 28*; 62 np. 30*, 33*, 34; 65«no. 45; 66 no. 47,48*, 48*, 50*; 67 no. 53,54,65*; 68 no. 56, 58; 70 no. 68; 71 no. 68, 70*, 72*, 73; 72 no. 74, 77*, 78*; 73 no. 78*, 80*, 81; 74 no. 86*, 86*; 75 no. 88*; 76 no. 92; 78 no. 101, 102*, 103*; 79 no. 104; 80 no. 112; 81 no. 114, 116*; 82 no. 118*, 119; 83 no. 125*. 126*; 84 no. 127* 130*; 85 no. 133,134; 86 no. 136, 130; 87 no. 142; 88 no. 147; 89 no. 148, 160; 80 no. 153, 154, 155; 81 no.,156, 158; 82 no. 161; 83 no. 164,166; 84 no. 167, 171; 85 no. 172, 175, 176; 86 no. 177, 180; 87 no. 181, 182, 183, 185; 98 no. 187, 188; 100 no. 186, 188; 101 no. 188,200,201,202; 102 no. 206,206; 103 no. 207; 108no. 1*, 2*, 3*; 108no. 6—8," HOno. 11-13; 111 no. 14-16,18; 112 no. 18, 21, 22; 113 no. 23-25, 27; 114 no. 28,28,31; 123 no. 2,3*; 124 no. 4,5, 6*, 7, 8; 125 no. 8*, 10, 13; 126no. 13*, 14*, 15, 16*; 127 no. 20; 128 no. 22*; 128 no. 26*, 28*, 30; 130 no. 30*, 31*, 32,33*, 34*. 36; 131 no. 35*. 36,41; 132 no. 41*, 45; 133 no. 46, 48, 48, 50; 134 no. 54; 136 no. 57, 58; 136 no. 62*, 63, 64; 137 no. 65, 67; 138 no. 75, 76; 140 no. 78,80, 81; 141 no. 84,86,86,87; 142 no. 88, 80; 143 no. 93, 94, 95, 86; 144 no. 87, 88, 100; 145 no. 101, 102; 146 • no. 108*; 147 no. 114; 148 no. 117; 164 no. 1, 2; 165 no. 3*, 4, 5*, 6*, 7*; 156 no. 8, 8, 10, 11, 12; 157 no. 13, 14, 15, 16, 17; 168 no. 18, 19, 20, 21, 22; 169 no. 23; 173 no. 36; 183 no. 5*; 192 no. 52*; 193 no. 69; 197 no. 78*; 203 no. 106; 224 no. 41; 235 no. 88, 89; 258 no. 183*; 258no. 196*; 390no. l;394no. 1; 385 no. 2,3**, 4,5; 386 no. 6,7,8,9,10; 387 no. 11, 12, 13; 388 no. 15, 17, 18; 388 no. 18, 20, 21*, 22; 400 no. 23, 25, 26,27; 401 no. 28,28, 30, 31; 402 no. 32, 33, 34,35T403 no. 36,37,38,38,40; 404 no. 41, 43*; 405 no. 46, 47, 48; 406 no. 40,50, 51, 52; 407 no. 63,54,65, 56, 57, 58; 408 no. 59, 60, 61, 62; 408 no. 64, 65*, 66; 410 no. 67, 68, 68, 70; 411 no. 71,72; 412 no. 75, 76,77; 413 no. 78,78, 80*, 81, 82; 414 no. 84, 86 ; 415 no. 87, 88, 89, 90; 416 no. 91, 92, 93*, 84, 85; 417 no. 86,87* 98, 99;419no. 106,107; 420no. 109, 110, 111, 112; 421 no. 113, 114, 115, 116; 422 no. 118*, 119, 121, 122; 423 no. 123, 124,125,126,127; 424 no. 129,130,132,133; 425 no. 134,135, 138; 426 no. 139; 427 no. 145,146, 147; 428 no. 149*. 149a* 150*; 429 no. 151*. 153*, 154, 156; 430 no. 156, 157, 158, 169, 160; 431 no. 161, 162* 163, 164; 432 no. 166,168; 433 no. 170,170a, 171, 172, 173; 434 no. 175. 's-Gravenhage (baljuw van) 28no. 65; 188 no. 32. 's-Gravenhage (baljuw, schout en schepenen van) 30 no. 68*, 68*; 128 no. 28; 132 no. 43. 'e-Gravenhage (baljuw èn welgeboren mannen van) 75 no. 81. 's-Gravenhage (schout van) 28 no. 65; 73 no. 80. 's-Gravenhage (schout en schepenen van) 68 no. 68; 84 no. 168*; 131 no. 40*. 's-Gravenhage (burgemeesters en-schepe- nen van) 147 no. 110*. 's-Gravenhage (burgemeesters) 410 no. 68. 's-Gravenhage (secretaris van) 62 no. 30; 406 no. 52;433nó. 170. 's-Gravenhage (Heilige Geestmeesters te) 24 no. 41; 27 no. 52; 30 no. 67; 73 no. 82; 115; 125 no. 12; 340 no. 1; 411 no. 71; 412 no. 75; 423 no. 124. 's-Gravenhage (huiszitmeesters te) 133 no. 50. 's-Gravenhage (weesmeesters te) 29no. 66. 's-Gravenhage (bezetter te) 136 no. 62. 's-Gravenhage (kerk van St. Jacob te) 47 no. 148; 149 no. 123; 307 no. 73. 's-Gravenhage (kerkmeesters van de St. Jacobskerk te) 115; 128 no. 23; 131 no. 39*. 's-Gravenhage (pastoor van)32 no. 75; 46 no. 140;47no. 148; 72 no. 76; 106 no. 1; 137 no. 66, 69; 139 no. 77; 140 no. 82, 83; 143 no. 92; 144 no. 88; 145 no. 104; 184 no. 8; 185 no. 14; 367 no. 125,126; 381; 404 no. 44; 408 no. 63; 411 no. 73; 414 no. 85; 419 no. 106; 425 no. 136; 427 no. 145, 148; 434 no. 174, 176. 's-Gravenhage(vieepastoorvan) 138no.71, 72; 144no. 88; 427 no. 148; 434no. 176. 's-Gravenhage (de memorie in de St. Jacobskerk te) 115-151; 391-434. 's-Gravenhage (memoriemeesters in de St. Jaoobskerk te) 32 no. 75; 47 no. 148 115 no. 1,2; 134no.51; 137no.66; 139 no. 77; 140 no. 81; 141 no. 83; 402 no. 33. 's-Gravenhage (sleuteldragers van de memorie in de St. Jacobskerk te) 32 no. 75; 137 no. 66; 139 no. 77; 141 no. 83. s-Gravenhage (memorieheeren in de St. Jacobskerk te) 44 no. 136; 137 no. 66; 405 no. 44; 411 no. 73; 414 no. 85; 419 no. 105; 428 no. 148; 434 no. 176. s-Gravenhage (vicarissen in de St. Jacobskerk te) 93 no. 165; 105; 137 no. 66; 404 no. 44; 409 no. 63; 411 no. 73; 414 no, 85; 427 no. 148. 's-Gravenhage (getij denmeesters in de St. Jacobskerk te) 87 no. 141; 131 no. 38. 's-Gravenhage (koster te) 399 no. 19; 401 no. 27; 422 no. 121. 's-Gravenhage (Assendelfts kapel in de St.. Jacobskerk te) 138 no. 70,71; 139 no. 74 's-Gravenhage (altaar van St. Anna, moeder v. d. H. Maagd in 's Heeren graf in de St. Jacobskerk te) 148 no. 119; 149 no. 122; 151 no. 130. 's-Gravenhage (altaar van St. Dionysius in de St. Jacobskerk te) 145 no. 103, 104; 146 no. 105. 's-Gravenhage (altaar van den Heiligen Geest in de St. Jacobskerk te) 125 no. 12 's-Gravenhage (altaar van St. Georgius,. den martelaar in de St. Jacobskerk te) 138 no. 70, 71, 73. 's-Gravenhage (altaar van St. Jacobus, apostel in de St. Jacobskerk te) 146 no. 105. 's-Gravenhage (altaar vanhet Heilige Kruis in de St. Jacobskerk te) 144 no. 99; 145 no. 103; 149 no. 124. 's-Gravenhage (altaar van St. Martinus in de St. Jacobskerk te) 150 no. 126. 's-Gravenhage (altaar van St. Petrus in de St. Jacobskerk te) 128 no. 24; 135 no. 58; 137 no. 69; 148 no. 118; 149no. 120; 151 no. 128. 's-Gravenhage (altaar van St. Sebastiaan in de St. Jacobskerk te) 149 no. 124; 151 no. 129. 's-Gravenhage (altaar van Sr. Ursula in de St. Jacobskerk te) 127 no. 21. 's-Gravenhage (de broederschap van St. Joost te) 412 no. 74. 's-Gravenhage (het Heilig-Kruisgilde te) 115; 144 no. 99. 's-Gravenhage (het Maria-Magdalenagilde te) 115. 's-Gravenhage (het Heilig-Sacramentsgildete) 115. 's-Gravenhage (het O. L. Vrouwengilde te) 115. 's-Gravenhage (deken van de broederschap van St. Ursula in de St. Jacobskerk te) 127 no. 21. 's-Gravenhage (rectoren van de broederschap van St. Ursula in de St. Jacobskerk te) 127 no. 21. 's-Gravenhage (deken van St. Marie op het Hof te) 260 no. 204; 265 no. 221. 's-Gravenhage (deken en kapittel van St. Marie op het Hof te) 172 no. 31*; 232 no. 78; 239 no. 107*. 's-Gravenhage (kapittel van St. Marie op het Hof te) 224 no. 40; 225 no. 45. 's-Gravenhage (kanunniken van St. Marie op het Hof te ) 19 no. 14, 15, 16; 20 no. 20, 21; 225 no. 45; 254 no. 179; 257 no. 191; 298 no. 34; 365 no. 119; 431 no. 160. 's-Gravenhage (priesters in de kapel van St. Marie op het Hof te) 95 no. 176; 96 no. 176; 152. 's-Gravenhage (de kapel van St. Marie op het Hof te) 45 no. 140. 's-Gravenhage (altaar van St. Catharina in de kapel van St. Ivo op het Hof) 45 no. 140, 141, 142. 's-Gravenhage (St. Mariakapel op het Spui te) 429 no. 151. 's-Gravenhage (notarissen te) 25 no. 42; 31 no. 72, 73; 45 no. 140, 141, 143; 88 no. 143,145; 89 no. 147; 96 no. 179; 102 no. 203,204; 125 no. 12; 127 no. 19, 21; 138 no. 70; 139 no. 73, 74; 141 no. 82; 142 no. 89; 145 no. 105; 197 no. 77; 203 no. 105; 257 no. 191; 263 no. 214; 355 no. 69; 385 no. 1; 404 no. 44; 409 no. 63; 419 no. 105; 427 no. 148. 's-Gravenhage (klooster St.Agnes te) 3—5, 8,104; 198 no. 82; 395 no. 4; 406 no. 49. 's-Gravenhage (vicarie in het klooster St. Agnes te) 198 no. 82. 's-Gravenhage (de ontvanger van het voormalige klooster St. Agnes te) 377; 378 lid. 's-Gravenhage (arme-zustershuis te) zie Bethlehem te. 's-Gravenhage (de proosdij St. Barbara in Bethlehem te) 104-114; 389; 406 no. 48; 413 no. 81. 's-Gravenhage (de proost (pater) van St. Barbara in Bethlehem te) pater, 104; 109 no.4;proost 104; lllno. 16; 113no.25; 126no. 14; 136 no. 64; 148 no. 119; 149 no. 120, 121, 122, 123; 387 no. 24a. 's-Gravenhage (de ontvanger van de voor> malige proosdij St. Barbara in Bethlehem te) 377; 380 V. 's-Gravenhage (het klooster Sint Elisabeth te) 6-47; 20 no. 19*; 27 no. 55*; 33 no. 83*; 34 no. 85*; 35 no. 91*, 93*, 94*; 48-63; 82 no. 117; 104; 141 no. 83; 249 no. 158; 307 no. 72; 385, 386. 's-Gravenhage (de mater van het klooster St. Elisabeth te) 20 no. 19; 22 no. 29; 23 no. 37; 24 no. 38, 39, 40; 27 no. 53; 28 na 58; 31 no. 72; 33 no. 82, 83, 84; 34 no. 85, 88, 89; 35 no. 91, 93, 94; 40 no. 116,117,118,119; 41 no. 123,124,125; 43 no. 133; 44 no. 136; 45 no. 140; 46 no. 146; 62 no. 32; 386 no. 3. 's-Gravenhage (pater van het klooster St. Elisabeth te) 27 no. 53; 31 no. 72,73; 36 no. 95, 96, 97 ; 37 no. 101, 102; 43 no. 133, 134 ; 44 no. 135, 137 ; 46 no. 144, 146; 385 no. 1; 386 no. 3. 's-Gravenhage (kapittel van het klooster St. Elisabeth te) 43 no. 133; 44 no. 136. 's-Gravenhage (zusters in het klooster St. Elisabeth te) 9; 27 no. 66; 33 no. 82, 83, 84; 34 no. 86, 86, 88, 89; 35 no. 91, 93, 94; 37 no. 100,104,105; 38 no. 106,107, 108, 109, 110; 39 no. 112, 116; 40 no. 117, 118, 119; 41 no. 123, 124, 125; 44 no. 136; 69 no. 19; 60 no. 22; 61 no. 26, 27,28; 62 no. 32, 34; 249 no. 168. 's-Gravenhage (vaders van het klooster St. Elisabeth te) 43 no. 133; 46 no. 146. 's-Gravenhage (altaar van St. Elisabeth in het klooster St. Elisabeth te) 45 no. 140, 141, 143; 46 na. 147; 47 no. 148; 386 no. 1. 's-Gravenhage (altaar van Johannes den Dooper en St. Franciscus in het klooster St. Elisabeth te) 26 no. 49. 's-Gravenhage (altaar van Maria en Johannes den Evangelist in het klooster St. Elisabeth te) 26 no. 49; 385 no. 1. s-Gravenhage (ontvanger van het voor malige klooster St. Elisabeth te) 377; 378 I. 's-Gravenhage (klooster St. Maria in Galilea te) 8; 48-103; 96 no. 174*; 104; 387-388; 410 no. 70. 's-Gravenhage (mater van het klooster St. Maria in Galilea te) 63 no. 36,37; 64 no. 39, 40, 41; 65 no. 46; 71 no. 71; 72 no. 74; 73 no. 82; 74 no. 84; 76 no. 94; 79 no. 105, 106; 86 no. 137, 138; 89 no. 149, 151; 90 no. 152; 91 no. 159; 92 no. 160; 93 no. 163, 165; 98 no. 186, 189; 103 no. 210. 's-Gravenhage (pater van het klooster St. Maria in Galilea te) 63 no. 37; 76 no. 93, 77 no. 100; 81 no. 115; 82 no. 121; 83 no. 122,124,126; 84 no. 128,130; 86 no. 136,137; 87 no. 142; 88 no. 146; 94 no. 169; 95 no. 172; 96 no. 177, 180; 97 no. 183; 101 no. 200; 390 no. 1. 's-Gravenhage (procuratrix van het klooster St. Maria in Galilea te) 86 no. 136. 's-Gravenhage (koster van het klooster St. Maria in Galilea te) 87 no. 141. 's-Gravenhage (zusters in het klooster St. Maria in Galilea te) 8; 67 no. 52; 69 no. 63; 70 no. 67; 71 no. 69; 80 no. 110; 82 no. 120; 85 no. 131; 88 no. 144; 99 no. 190,191,193; 100 no. 197; 101 no. 202; 387 noot 1; 390 no. 1. 's-Gravenhage (ontvanger van het voor malige klooster St. Maria in Galilea te) 377; 380 V. 's-Gravenhage (Predikheerenklooster St. Vincent te) 256 no. 184; 256 no. 184; / 257 no. 191; 377; 390; 404 no. 41. 's-Gravenhage (prior van St. Vincent te) 324 no. 143; 390 no. 1. 's-Gravenhage (broeders van St. Vincent te) 390 no. 1. 's-Gravenhage (ontvanger van het voor malige klooster St. Vincent te) 377; 378 II. 's-Gravenhage (Heilig-Sacramentsgast- huis te) 27 no. 51. 's-Gravenhage (Leprooshuis of de Zieken buiten) 79 no. 103; 85 no. 132; 92 no. 160, 161; 91 no. 164. 's-Gravenhage (St. Nicolaasgasthuis te) 247 no. 147, 148, 149; 407 no. 64; 433 no. 171. 's-Gravenhage (gasthuismeesters van St. Nicolaasgasthuis te) 274 no. 261. 's-Gravenhage (het Achterom te) 81 no. 114; 401 no. 30; 402 no. 33. 's-Gravenhage (St. Anthonis' brug te) 124 no. 6; 125no. 10; 406 no. 51; 417 no. 96, 97; 419 no. 106; 421 no. 114, 115, 116; 428 no. 149a; 432 no. 168. 's-Gravenhage (de Beek te) 404 no. 43; 415 no. 89; 422 no. 119. 's-Gravenhage (Benoordenhout te) 20 no. 18; 21 no. 22; 23 nos. 36, 36; 26 no. 51; 126 no. 16; 131 no. 39; 427 no. 147. 's-Gravenhage (Bezuidenhout te) 65 no. 1; 61no.29;62no. 33;70no.68;71 no.70; 72 no. 76; 73 no. 80; 74 no. 86; 76 no. 93; 81 no. 116; 84 no. 130; 128 no. 22; 136 no. 56. 's-Gravenhage (Binckhorstsche kade te) 92 no. 160, 161; 93 no. 163, 164; 95 no. 175; 102 no. 205. 's-Gravenhage (Bleyckvelt te) 416 no. 93; 428 no. 151. 's-Gravenhage (Bosch te) 58 no. 12; 125 no. 11; 126 no. 16; 134 no. 53; 139 no. 77; 141 no. 82; 404 no. 42. 's-Gravenhage (Delfweg te) 124 no. 8; 402 no. 32; 409 no. 66; 411 no. 72; 414 no. 84, 86; 417 no. 96. 's-Gravenhage (Denneweg te) 58 no. 12; 60 no. 25; 69 no. 61; 73 no. 81, 83; 98 no. 188, 189; 126 no. 16. 's-Gravenhage (Sint Lijsbettenlaan te) 44 no. 135. 's-Gravenhage (Faynsstraat te) zie Juffr. Idastraat. 's-Gravenhage (de Geest te) 44 no. 138; 108 no. 1; 113 no. 24; 128 no. 23; 140 no. 80; 142 no. 90; 403 no. 39; 409 no. 64, 66; 412 no. 75; 413 no. 79; 428 no. 149; 431 no. 163. 's-Gravenhage (Haechpolder te) 44 no. 135. 's-Gravenhage (Heulstraat te) 114 no. 28. 's-Gravenhage (Hoefsloot) 24 no. 41. 's-Gravenhage (de Hoeve te) 18 no. 11; 22 no. 32. 's-Gravenhage (Nieuwe Hoeve te) 42 no. 128. 's-Gravenhage (hofgracht te) 401 no. 30. 's-Gravenhage (hofland te) 408 no. 58. 's-Gravenhage (Hoogstraat te) 109 no. 7; 397 no. 12, 13; 407 no. 53, 54; 415 no. 89; 422 no. 119; 433 no. 170a; 434 no. 175. 's-Gravenhage (Korte Hoogstraat te)141 no. 87; 390 no. 1; 409 no. 65. 's-Gravenhage (Houtweg te) 427 no. 147. 's-Gravenhage (St. Jacobsstraat te) 407 no. 57; 427 no. 146; 428 no. 149a; 433 no. 170a. 's-Gravenhage (Jan Hendrikstraat te) 136 no. 63; 396 no. 9; 398no. 18; 410no. 68; 426 no. 139 ; 431 no. 160. 's-Gravenhage (Jan Symonslaan te) 421 no. 113; 422 no. 118. 's-Gravenhage (Jan van Styens Osscamp te) 155 no. 3. 's-Gravenhage (Juffrouw Idastraat te) 82 no. 119; 108 no. 1, 2; 412 no. 75. 's-Gravenhage (het land die Camer te) 58 no. 12. 's-Gravenhage (bjj de kerk te) 399 no. 21; 402 no. 34; 410 no. 70; 423 no. 124; 425 no. 134; 425 no. 134; 426 no. 139. 's-Gravenhage (kerkhof te) 399 no. 21; 407 no. 66; 410 no. 68; 413 no. 78; 425 no. 134. 's-Gravenhage (Kerkstraat te) zie Schoolstraat. 's-Gravenhage (Kneuterdijk te) 112 no. 22. 's-Gravenhage (Coman Willemslaan te) 28 no. 60; 66 no. 49; 71 no. 73; 72 no. 74; 73 no. 82; 76 no. 92, 94; 77 no. 96; 78 no. 100; 83 no. 125; 85 no. 134; 91 no. 159. 's-Gravenhage (Korenmarkt te) 434 no. 173. 's-Gravenhage (Korten Bosch te) 72 no. 74; 113 no. 27; 123 no. 2; 146no. 108; 155 no. 6; 166 no. 9. 's-Gravenhage (de Laak te) 418 no. 100. 's-Gravenhage (Laan te) 18 no. 11; 22 no. 32; 23 no. 33; 24 no. 38; 36 no. 90. 's-Gravenhage (Lombartstraat te) 127 no. 19; 140 no. 81; 420 no. 110. s-