THOMAS CARLYLE OVER DEN OORLOG THOMAS CARLYLE OVER DEN OORLOG UTRECHT — A. OOSTHOEK — 1918 LATTER STAGE OF THE FRENCH-GERMAN WAR, 1870-71. To the Editor of the Times. Chelsea, 11 Nov. 1870. Sir, — It is probably an amiable trait of human nature, this cheap pity and newspaper lamentation over fallen and afflicted France; but it seems to me a very idie, dangerous, and misguided feeling, as applied to the cession of Alsace and Lorraine by France to her German conquerors; and argues, on the part of England, a most profound ignorance as to the mutual history of France and Germany, and the conduct of France towardsthat Country, for long centuries back. The question for the Germans, in this crisis, is not one of CARLYLE OVER DEN OORLOG. Aan den Redacteur van de Times. WelEdele Heer, — Het goedkoope medelijden en gejammer in de bladen over het gevallen en bezochte Frankrijk is waarschijnlijk een beminnelijke trek der menschelijke natuur, doch het schijnt mij een zeer nutteloos, gevaarlijk en verkeerd geleid gevoel te zijn, waar het in verbinding wordt gebracht met de overdracht van Elzas en Lotharingen door Frankrijk aan hare Duitsche overwinnaars, en waar het verder van de zijde van Engeland getuigt van de diepste onwetendheid, zoowel ten opzichte van de wederzijdsche geschiedenis „magnanimity", of „heroic pity and forgiveness to a fallen foe", but of solid prudence, and practical consideration what the fallen foe wijl, in all likelihood, do when once on his feet again. Written on her memory, in a dismally instructive manner, Germany has an experienee of 400 years on this point; of which on the EngHsh memory, if it ever was recorded there, there is now little Or no tracé visible. Does any of us know, for instance with the least pre^ cision, or in fact know at all, the reci procal procedures, the mutual history as we call it, of Louis XI, and Kaiser Max? Max, in his old age, put down, in chivalrous allegorical or emblematic style, a wonderful record of these things, The WeisseKönig („White King", as he cal led himself; „Red King", or perhaps „Black", van Frankrijk en Du i ts chland, als van de door Frankrijk tegenover dit land gedurende lange eeuwen gevolgde gedragslijn. De vraag door de Duitschers in deze crisis is niet een e kwestie van » grootmoedigheid" of van een „heroiek medelijden of vergevingsgezindheid voor een gevallen vijand", doch het gaat om eene degelijke voorzichtigheid en practische overweging, wat de gevallen vijand, naar alle waarschijnlijkheid, zal doen, wanneer hij weer op de been gekomen is. Duitschland heeft in dit opzicht eene ervaring van vier honderd jaren, die op een bedroevend leerzame wijze in zijne herinnering geprent werd, terwijl in de Engelsche herinnering — indien het daar al ooit werd opgenomen **• er thans geen of bijna geen spoor meer van is achtergebleven. Kent één onzer bij voorbeeld, in bijzonderheden, of being Louis's adumbrative title); adding tnany fine engravings by the best artist of his time: for the sake of these prints, here and there an English collector may possess a copy of the book; but 1 doubt if any Englishman has ever read it, or could, for want of other reading on the subject, understand any a part of it. Old Louis's quarrel with the Chief of Germany, at that time, was not unlike this last one of a younger Louis: „You accursed Head of Germany, you have been prospering in the world lately, and I not; have at you, then, wit fire and sword I" But it ended more successfully for old Louis and his French than 1 hope the present quarrel will. The end, at that time, was, That opulent, noble Burgnndy did not get re-united to her old Teutonic mother, but to France, her grasping step- ook alleen maar als feit, de onderlinge verhouding, of zooals wij het noemen, de wederzijdsche geschiedenis van Lodewijk XI en Keizer Max? Max heeft op hoogen leeftijd hiervan een overzicht samengesteld, dat in eene ridderlijke, allegorische of zinnebeeldige stijl is geschreven. De Welsse König („Witte Koning" zooals hij zichzelf noemde; terwijl „Roode Koning" of misschien wel „Zwarte Koning" de titel was waarmede Lodewijk werd aangeduid) voegde aan zijn overzicht vele gravures van de beste kunstenaars van zijn tijd toe, en vanwege deze prenten is wellicht een Engelsch verzamelaar in het bezit van dit boek; doch ik betwijfel of eenige Engelschman het heeft gelezen, of althans wegens het ontbreken van andere lectuur over het onderwerp, er ook maar iets van heeft kunnen begrijpen. mother, and remains French to this day. Max's grandson and successor, Charles V., was hardly luckier than Max in his road-companion and contemporary French King. Francis I., not content with France for a kingdom, began by trying to be elected German Kaiseras well; and never could completely digest his disappointment in that fine enterprise. He smoothed his young face, however; swore eternal friendship with the young Charles who had beaten him; and, a few months after, had egged-on the poor little Duke of Bouillon, the Reich's and Charles's vassal, to refuse homage in that quarter, and was in hot war with Charles. The rest of his earthily existence was a perpetual haggle of broken treaties, and ever-recurring war and injury with Charles V.; — a series, withal, of De twist van den ouden Lodewijk met het Hoofd van Duitschland week destijds niet zeêr af van het laatste geschil van een jongeren Lodewijk: „Gij vervloekt Hoofd van Duitschland, Gij hebt den laatsten tijd voorspoed gehad in de wereld, en ik niet; dus storm ik op U los, met vuur en zwaard I" Doch de afloop was voor den ouden Lodewijk en zijne Franschen succesvoller, dan naar ik hoop het einde van den huidigen twist zal zijn. Toenmaals was het slot, dathet rijke en edele Boergondië niet met hare Teutoonsche moeder hereenigd werd, doch dat het werd vastgehaakt aan Frankrijk, hare inhalige stiefmoeder, en tot op den huidigen dag Fransch gebleven is. De kleinzoon en opvolger van Max, Karei V, kan wat betreft den Franschen koning, die hij tot tijdgenoot en makker had, niet veel intrusive interferences with Germany, and every German trouble that arose, to the worsening and widening of them all, not to the closing or healing of any one of them. A terrible journey these Two had together, and a terrible time they made out for Germany between them, and for France too, though not by any means in a like degree. The exact deserts of his Most Christian Majesty Francisl. in conveanting with Sultan Soliman, — that is to say, in letting loose the then quasi-infernal roaring-lion of a Turk (then in the height of his sanguinari fury and fanaticism, not sunk to caput mortuum and a torpid nuisance as now) upon Christendom and the German Empire, I do not pretend to me, no modern imagination can conceive this atrocity of the Most Christian King; or how it haressed, and gelukkiger dan Max genoemd worden. Frans I, die niel tevreden was met het bezit van Frankrijk als koninkrijk, begon met eene poging om bovendien tot Duitsch Keizer gekozen te worden, en hij kon zijne teleurstelling over het mislukken dezer fraaie onderneming nooit geheel verkroppen. Hij trok zijn jong gezicht echter in een vriendelijken plooi, zwoer eeuwige vriendschap aan den jeugdigen Karei, die hem had verslagen, doch een paar maanden later had hij den armen kleinen Hertog van Bouillon, die de vasal was van het Rijk en van Karei, opgehitst om in zijn gebied het verrichten van eerbewijzen te weigeren, met het gevolg, dat hij (Frans I> in een hevigen oorlog met Karei gewikkeld werd. De rest van zijn aardsch bestaan was eene aaneenschakeling van gekibbel om verbroken verdragen en steeds terug- haunted with incessant terror, the Christian nations for the two centuries ensuing. Richelieu's trade, again, was twofold: first, what everybody, must acknowledge was a great and legitimate one, that of coercing and drilling into obedience to their own Sovereign the vassals of the Crown of France; and secondly, that of plundering, weakening, thwarting, and in all ways tormenting the German Empire. „He protected Protestantism there?" Yes, and steadily persecuted his own Huguenots, bombarded his owe Rochelle; and in Germany kept up a Thirty-Years War, cherishing diligently the last embers of it till Germany were burnt to utter ruin; no nation ever nearer absolute ruin than unhappy Germany then was. An unblessed Richelieu for Germany; nor a blessed for France either, if we look keerenden oorlog en ongerechtigheden met Karei V,— bovendien een reeks van onwelkome bemoeiingen met Duitschland, waarbij iedere nieuwe Duitsche moeilijkheid, die ontstond, slechts strekte tot eene verwijding der kloof, doch geenszins tot eene toenadering. Zoo legden deze beiden eene verschrikkelijke levensreis af, en bereidden zij aan Duitschland, en ook aan Frankrijk een verschrikkelijken tijd, ofschoon geenszins in gelijke mate. De nauwkeurige verdiensten van den Christenkoning Frans I wensch ik niet te schilderen. Hij sloot een verdrag af met den Sultan Soliman — d.w.z. hij liet daarmede de helsche en brullende leeuw van een Turk, die toenmaals zijn hoogtepunt van zijne bloeddorstige woede en fanatisme bereikt had, en nog niet verzonken was in eene trage verveling en caput mortuum to the ulterior issues, and distinguish the solid from the specious in the fortune of Nations. No French ruler, not even Napoleon I., was a feller or crueler enemy to Germany, nor half so pernicious to it (to ite very soul as well as to its body): and Germany had done him no injury that I know of, except that of existing beside him. Of Louis XIV. 's four grand plundering and incendiarism of Europe, — for no real reason but his own ambi tion, and desire to snatch his neighbour's goods, — of all this we of this age have now, if any, an altogether faint and placid remembrance, and our feelings on it differ greatly from those that animated our poor forefathers in the time of William III. and Queen Anne. Of Bellisle and Louis XV. 's fine scheme to cut Germany into four als thans, los op het Christendom en het Duitsche Keizerrijk. Het wil mij voorkomen, dat men in den tegenwoordigen tijd geen recht begrip kan hebben van de wreedheid van dezen zeer Christelijken Koning, evenmin, dat men zich kan voorstellen, hoe de Christelijke volkeren in de twee daarop volgende eeuwen door een onophoudelijke vrees gekweld en uitgeput zijn geworden. Het streven van Richelieu was tweeledig, ten eerste: de, zooals iedereen zal moeten toegeven volkomen wettige en groote arbeid, die bestond in het onderwerpen en tot gehoorzaamheid aan hun eigen souverein brengen, van alle vasallen der Fransche kroon; ten tweede: het plunderen, verzwakken, dwarsboomen en op alle manieren kwellen van het Duitsche Keizerrijk. „Hij beschermde het Protestantisme aldaar". Ja, en hij little kingdoms, and have them dance and have them dance and fence to the piping of Versailles, I do not speak; for to France herself this latter fine scheme brought its own reward: loss of America, loss of India, disgrace and discomfiture in all quarters of the world, — advent, in fine, of The French Evolution; embarkation ontheshoreless chaos on which ill-fated France still drifts and tumbles. The Revolution and Napoleon I., and their treatment of Germany, are still in the memory of men and newspapers; but that was not by any means, as idle men and newspapers seem to think, the first of Germany's sufferings from France; it was the last of a very long series of such, — the last but one, let us rather say; and hope that this now going on as „Siege of vervolgde gestadig zijne eigen Hugenoten, bombardeerd zijn eigen La Rochelle, en hield in Duitschland een dertigjarigen oorlog gaande, waarvan hij vlijtig de laatste asch gloeiend hield, totdat Duitschland tot een toestand van de diepste ruïne gebracht was. Geen volk is ooit meer een volslagen ondergang nabij geweest dan het ongelukkige Duitschland in in dien tijd. Was Richelieu al geen zegen voor Duitschland, indien wij de latere gebeurtenissen beschouwen, en onderscheid maken tusschen de werkelijkheid en den schoonen schijn in het lot der volkeren, moet ook worden gezegd,datRichelieu evenmin een zegen was voor Frankrijk. Niet één Fransch heerscher — zelfs niet Napoleon I — was een heviger en wreeder vijand voor Duitschland, was ook maar half zoo verderfelijk voor Dui tschland's lichaam en ziel, Paris", as wide-spread empire of bloodshed, anarchy, delirium, and mendacity, the fruit of France's latest „marche è Berlin" may be the last! No nation ever had so bad a neighbour as Germany has had in France for the last 400 years; bad in all manner of ways; insolent, rapcious, insatiable, unappeasable, continually aggressive. And now, furthermore, in all History there is no insolent, unjust neighbour that ever got so complete, instantaneous, and ignominious a smashing-down as France has now got from Germany. Germany, after 400 years of ill-usage, and generally of ill-fortune, from that neighbour, has had at last the great happiness to see its enemy fairly down in this manner: — and Germany, I do clearly believe, would be afoolish nation no to think of raising als Richelieu; en voor zoover ik weet had Duitschland hem geen kwaad gedaan, afgezien dan van het feit, dat het waagde naast hem te bestaan. Voor zoover wij iets weten, van de groote plundertochten en Europeesche brandstichtingen van Lodewijk XIV, waaraan geen andere reden, dan zijn eigen eerzucht en het verlangen om de bezittingen van zijne naburen tekapen, ten grondslag lagen, hebben wij hiervan toch slechts een zeer flauwe en oppervlakkige herinnering,, onze gevoelens verschillen, ten zeerste van den geest, die onze arme voorvaderen in den tijd van Willem III en. Queen Anne bezielde. Over het fraaie plan van BelleIsle en lodewijk XV om Duitschland in vier kleine koninkrijken te verdeelen,die dan naar de pijpen van Versailles zouden moeten dansen wil ik niet eens. spreken; want dit denkbeeld up some secure bowndaryfence between herself and such a neighbour, now that she has the chance. There is no law of Nature that I know of, no Heaven's Act of Parliament, whereby France, alone of terrestrial benigs, shall not restore any portion of her plandered goods when the owner* tbey were wrenched from have an opportunity upon the*. To nobody, exeept to France herself fop the' moment, can it be1 credible that there is such a law of Nature. Alsace and Lorraine were not got, either of them, in so dïvine a manner as io- render that a probalïty. The cunning of HSéhelieu, the grandiose long^sword' of Louis XEV7., these are the only titles of France to those German countries. Richeliéu' sterewed them loose (and, by happy accident, there •was a Tureitne, as Generaf, got screweer along with leidde voor Frankrijk zelf tot het verlies van Amerika en Indië, zoomede tot smaad en tegenspoed in alle deelen van de wereld. Het bracht Frankrijk ten slotte nader tot de Revolutie, en wierp het in den grenzenloozen chaos, waarin het rampspoedige Frankrij k nog steeds ronddrijft en rondtuimelt. De Revolutie en Napoleon I, en de wijze waarop zij Duitschland behandelden, liggen nog in de herinnering der menschheid en der nieuwsbladen; doch dit was echter geenszins -zooals oppervlakkige lieden en couranten schijnen te denken het eerste leed, dat Duitecrrland van de zijde van Frankrijk' werd aangedaan. Het was het laatste vergrijp van eene geheele reeks of laten wij liever zeggen op èèn na het laatste, en hopen, dat de „marche a Paris" van Frankrijk, waaruit ftet' beleg van Parijs, een them; — Turenne, I think, was mainly German by blood and temper, had not Francis L egged-on his ancestor, the little Duke of Bouillon, in the way we saw, and gradually made him French); Louis le Grand, with his Turenne as suprème of modern Generals, managed the rest of the operation, — except indeed, I should say, the burning of the palatinate, from Heidelberg Palace steadily downwards, into black ruin; which Turenne would not do suff iciently, and which Louis had to get done by another. There was also a good deal of extortionate iawpractice, what we may fairly caü violentlysharp attorneyism, put in use. The great Louis's „Chambres de Rénion," Metz Chamber, Brissac Chamber, were once of high infamy, and much complained of here in England, and everywhere ontzettend bloedvergieten, anarchie, delirium en leugen is voortgesproten, het laatste zal zijn I Geen volk heeft ooit een zoo slechte nabuur gehad, als Duitschland gedurende de laatste 400jaar aan Frankrijk; slechts in alle opzichten: onbeschaamd, roofzuchtig, onverzadelijk, onverzoenlijk, en voortdurend tot den aanval bereid. Doch in de geheele geschiedenis is echter niet èèn onbeschaamde en onrechtvaardige nabuur aan te wijzen, die zoo volledig, oogenblikkelijk en onteerend ter neer geslagen werd, als Frankrijk thans door Duitschland. Na 400 jaar door dien buurman misbruikt te zijn, en over het algemeen tegenslag gehad te hebben, heeft Duitschland ten slotte het groote geluk zijn vijand flink vernederd te zien; en naar ik stellig geloof, zou Duitschland eene zeer dwaze natie zijn, indien het thans, nu de else beyond the Rh ine. The Grand Louis, except by sublime gesture, ironically polite, made no answer. He styled himself, on his very coins (écu of 1687, say the Medallists), Excelsus super omnes gentes Dominus; but it is certain, attorneyism of the worst sort was one of his instruments in this conquest of Alsace. Nay, as to Strasburg, it was not even attorneyism, much less a long-sword, that did the feat; it was a house-breaker's jemmy on the part of the Grand Monarque. Strasburg was got in time of profound peace by bribing of the magistrates to do treason, on his part, and admit his garrison one night. Nor as to Metz la Pucelle, nor any of these Three Bishop-rics, was it force of war that brought them over to France; rather it was force of fraudulent pawnbroking. King Henri II. kans zich voordoet, er niet aan zou denken zich een veilige grensmuur tusschen zichzelf en een dergeiijke buurman te verzekeren. Ik ken geen enkele natuurwet, volgens welke Frankrijk, het eenige ondermaansche wezen is, dat niet een deel der door haar geplunderde goederen zou moeten tetuggeven, zoodra de bezitters, waaraan deze werden ontrukt, daartoe een kans hebben. Niemand — afgezien dan voor het oogenblik van Frankrijk zelf — kan aan het bestaan eener dergelijke natuurwet gelooven. Elzas en Lotharingen werden geen van beiden op eene zoo hemelsche wijze verkregen, om deze veronderstelling waarschijnlijk te maken. De sluwheid van Richelieu, het grootsche zwaard van Lodewijk XIV, ziedaar de eenige aanspraken van Frankrijk op deze Duitsche landen. Richelieu schroefde (year 1552) got these places, — Protestants applying to him in their extreme need, — as we may say, in the way of pledge. Henri entered there with banners spread and drums beating, „solely in defence of German liberty, as God shall witness"; did nothing for Protestantism or German liberty (German liberty managing rapidly to help itself In this instance); and then, like a brazenfaced unjust pawnbroker, refused to give the places back, — „had ancient rights over them", extremely indubitable to him, and could not give them back. And never yet, by any pressure or persuasion, would. The great Charles V., Protestantism itself now supporting, endeavoured, with his utmost energy and to the very cracking of his heart, to compel him; but could not. The present Hohenzollern King, a modest and pacific hen los, en door een gelukkig toeval werd een man als Generaal Turenne met hen losgeschroefd; — Turenne zou naar ik meen uit hoofde van bloed en temperament Duitscher zijn geweest, indien Frans I. zijn voorvader, de kleine Hertog van Bouillon niet had opgehitst, en hem aldusgeleidelijkFransch had gemaakt. Lodewijk de Groote, met Turenne als de beste der moderne Generaals, zorgde voor het overige deel der kunstbewerking. Alleen moet gezegd worden dat het afbranden van hetPalatinaat, vanaf het Heidelbergsche Paleis geleidelijk naar beneden, niet voor rekening komt van Turenne, aangezien deze dit niet op afdoende wijze zou hebben gedaan, en Lodewijk er dus een ander mede moest belasten. Er kwamen verder ook een groot aantal buitensporige rechtspractijken in gebruik. De „Chambres de Réunion" man in comparison, could and has. I believe it to be perfectly just, rational and wise that Germany should take these countries home with her from her unexampled campaign;and,by well fortifying her own old Wasgau („Voges"), Hundsrück (Dog'sback), Three Bishoprics, and other military strengths, secure herself in time coming against French visits. The French complain dreadfully of threatened „loss of honour"; and lamentable bystanders plead earnestly, „Don't dishonour France; leave poor Franceshonour bright". But will it save the honour of France to refuse paying for the glass she has volutarily broken in her neighbour's windows? The attack upon the windows was her dis honour. Signally disgraceful to any nation was her late assault on Germany; equally signal has van den grooten Lodewijk, de Kamer van Metz en de KamervanBrissacgedroegen zich schandelijk en gaven in Engeland, en alom aan de andere zijde van den Rijn veel stof tot klagen. De Groote Lodewijk beantwoordde de klachten niet. Hij noemde zichzelf op zijn eigen munten (écu van 1687 zeggen de muntenverzameraars) Excelsus super omnes Gentes Dominus, maar het lijdt geen twijfel, dat advocaterij van de slechtste soort een van de werktuigen was, waarvan hij zich bij de verovering van den Elzas bediende. Neen, wat Straatsburg betreft, was het niet eens meer advocatery, en nog veel minder het „groote zwaard", waarmede het feit voltrokken werd; het was het breekijzer van den inbreker, dat de „Grand Monarque" hanteerde. Straatsburg werd in volle vredestijd verkregen, en wel doordat de magistraten tot het plegen been [the ignominy of its execution on the part of France. The honour of France can be saved only by the deep repentance of France; and by the serious determination never to do so again, — to do the reverse of so forever henceforth. In that way may the honour of France again gradually brighten to the height of its old splendour, — far beyond the First Napoleonic, much more the Third, or any recent sort, — and offer again to our voluntary love and grateful estimation all the fine and graceful qualities Nature has implanted in the French. For the present, I must say, France looks more and more delirious, miserable, blamable, pitiable and even contemptible. She refusesto see the facts that are lying palpable before her face, and the penalties she has brought upon herself. A France scat- van verraad werden omgekocht, zoodat Lodewijk's bezetting op eene nacht binnen de stad gelaten werden. Noch Metz la Pucelle, noch eenig ander dezer drie bisdommen, geraakte door oorlogsgeweld in Fransche handen; veel meer geschiedde dit door middel van frauduleuze lommerd practij ken. Koning Hendrik II (1552) kreeg deze protestante plaatsen, die zich in hunnen hoogsten nood tot hem wendden als het ware in pand. Hendrik trok er met slaande trom en vliegende vaandels heen, „Uitsluitend ter bescherming der Duitsche vrijheid, zooals God kan getuigen". Hij deed echter niets in het belang van het protestantisme of de Duitsche vrijheid (deze laatste wist zich in dit geval snel zelf te helpen) en weigerde ten slotte als een onbeschaamde en valsche lommerdhouder de teruggave dezer plaatsen. Hij was nog in het bezit van tered into anarchie ruin, without recognisable head; head, or chief, indistinguishable from feet, or rabble; Ministers Jflying up in balloons ballasted with nothing but outrageous public lies, proclamations of victories that were creatures [of the fancy; a Government subsisting altogether om mendacity, willing that horrid bloodshed should continue and increase rather than that they, beautiful Republican creatures, should cease to have the guidance of it: I know not when or where there was seen a nation so covering itself with dishonour. If, among, this multitude of sympathetic bystanders, France have any true friend, his advice to France would be.To abandon all that, and never to resumé it more. France really ought to know that „refuges of lies" were long ago discovered to lead down only to oude rechten, die naar zijne meening onomstootelijk waren, en kon hen derhalve niet teruggeven. Hij zou dit bovendien nooit, noch door druk, noch door overreding doen. De groote Karei V, nu zeif het Protestantisme ondersteunende, wendde al zijne energie aan om hem te dwingen, doch hij kon er niet in slagen. De tegenwoordige koning, uit het geslacht der Hohenzollerns, in vergelijking een bescheiden en vreedzaam man, heeft er wel kans toe gezien. Ik vind het dan ook volkomen rechtvaardig, rationeel en verstandig, dat Duitschland deze landen uit haren voorbeeldeloozen veldtocht behoudt, en door eene krachtige versterking van haren oude Wasgau („Vosges"), van den Hundsrueck en de drie bisdommen, zoomede door andere militaire versterkingen zich voor de toekomst tegen Fransche bezoeken verzekert. the Gates of Death Eternal, and to be forbidden to all creatures! — That the one hope for France is to recognise the facts which have come to her, and that they came withal by invitation of her own: how she, — a mass . of gilded, proudly varnished anarchy, — has wilfully insulted and defied to mortal duel a neighbour not anarchie, but still in a quietly-human, sober and governed state; and has prospered accordingly. Prosjpered as an array of sanguinary mountebanks versus a Macedonian phalanx must needs do; — and now lies smitten down into hideous wreek and impotence; testifying to gods and men what extent of rotteness, anarchy and hidden vainess lay in her. That the inexorable fact is, she has left herself without resorce or power of resisting the victorious Germans; and De Franschen beklagen zich verschrikkelijk over het dreigende „eerverlies"; en meewarige omstanders pleiten ernstig: „OnteerFrankrijk niet; ^laat >de eer van het arme Frankrijk ongerept". Doch zal de eer van Frankrijk gered worden, wanneer het weigert de ruit te betalen, die het uit eigen verkiezing van het venster van zijn buurman heeft gebroken? De aanval op de vensters was de onteerende daad. Het bespringen van Duitschland was voor iedere natie eene handeling van een uitgesproken schandelijk karakter; en even onteerend was de wijze waarop deze handeling door Frankrijk werd verricht. De eer van Frankrijk kan uitsluitend gered worden door een diep berouw en door een ernstig besluit iets dergelijks nooit meer te ondernemen — door voortaan slechts juist in omgekeerden zin te handelen. that her wisdom will be to take that fact |into her astonished mind; to know that, howsoever hateful, said fact is inexorable, and will have to be complied with, — the sooner atthe cheaperrate. It is a hard lesson to vainglorious France, but France we hope, has still in it veracity and probity enough to accept fact as an evidently-adamantine entity, which will not brook resistance without penalty, and is unalterable by the very gods. But indeed the quantity of conscious mendacity that France, official and other, has perpetrated latterly, especially since July 'last, is something wonderful and fearful. And, alas, perhaps even [that is small compared to the self-delusion and „unconscious mendacity" long prevalent among the French; which is of still feller and more poisonous quality, Though unrecog- Op deze wijze zal de eer van Frankrijk gelijdelijk weder tot hare oude schittering kunnen geraken. Wel zal zij ver beneden die van den Eersten Napoleon blijven, doch zij zal stijgen boven die van Napoleon III, of eenige ander recente verschijning van dit type, en zij zal verder aan onze vrijwillige liefde en dankbare waardeering alle mooie en edele eigenschappen bieden, die de Natuur aan het Fransche volk geschonken heeft. Op het oogenblik moet ik echter zeggen dat Frankrijk meer en meer een uitzinnigen, ongelukkigen, beklagenswaardigen, en zelfs verachtelijken indruk maakt. Het weigert de feiten te zien, zooals deze zich duidelijk voordoen, alsook de wettige straf, die het zich op den hals gehaald heeft. Het is een Frankrijk, dat tot eene anarchistische ruïne vernietigd ligt, zonder een staats- Nations, fully as likely as a Christ of Nations in our time! Cartouche had many gallant qualities; was much admired, and much pitied in his sufferings; and had many fine ladies begging Iocks of his hair, while the inexorable, indispensable gibbet was preparing. But in the end there was no salvation for Cartouche. Better he should obey the heavy-handed Teutsch police-officer, who has him by the windpipe in such frightful manner; give up part of his stolen goods; altogether cease to be a Cartouche, and try to become again a Chevalier Bayard under improved conditions, and a blessing and beautiful benefit to all his neighbours, — instead of too much the reserve, as now! Clear it is. at any rate, singular as it may seem to France, all Europe does not come to the rescue, in gratitude for the heavenly „illumination" it eene nieuwe hemelsche wijsheid van Frankrijk uitstraalt over alle andere overschaduwde volkeren, dat Frankrijk de berg Zion van het heelal is, en dat de bedroevende, vuile, half waanzinnige, en voor een goed deel helsche leerstellingen, die de Fransche literatuur ons gedurende de laatste vijftig jaar heeft aangepreekt, een waarachtig nieuw Evangelie uit den Hemel zijn, zegeningen brengend voor alle menschenzonen. Men kan zich niet voorstellen, dat hef Frankrijk was dat zijne groote Revolutie deed losbarsten, dat zijn vervaarlijke stem des oordeels deed hooren tegen een wereld van menschelijk bedrog, verkondigende, dat er geen bedrog meer zou bestaan. Ik noem dit vaak een hemelsch-helsch phenomeen, — het meest gedenkwaardig gebeuren der laatste is getting from France: nor could all Europe, if it did, at this moment prevent that awful Chancellor from having his own way. Metz and the boundary fence, I reckon, will be dreadfully hard to get out of that Chancellor's hands again. A hundred years ago there was in England the liveliest desire, and at one time an actual effort and hope, to recover Alsace and Lorraine from the French. Lord Carteret, callcd afterwards Lord Granville (no ancestor, in any sense, of his now Honourable synonym), thought by some to be, with the one exception of Lord Chatham, the wisest Foreign Secretary we ever had, and especially the „one Secretary that ever spoke German or understood German mattere at all," had set his heart on this very object; and had fair prospects of achieving it, — had not duizend jaren. Over het geheel genomen was het een zeer voortreffelijke opstand tegen den Duivel en zijne werken. Hiervoor beminnen en eeren wij Frankrijk allen. En alle volken streven er thans naar Frankrijk in dit opzicht na te volgen! Over de geheele wereld voltrekt zich een diepgaande en bedroevend chaotische opstand tegen het Bedrog, men heeft besloten cöute que cöute af te doen met bedriegerijen. Deze strijd is echter onvermijdelijk afzichtelijk. Wij mogen wel zeggen, dat dit alles welgedaan is, want het is iets dat aan alles moet voorafgaan. Doch helaas is hiermede nog niet de overwinning bereikt, het is slechts de helft van den strijd, en dan nog maar de gemakkelijkste helft. De oneindig moeilijker helft, die evenzeer of zelfs nog in meerdere mate onmisbaar is, nu de our poor dear Duke of Newcastle suddenly peddled him out of it'; and even out of office altogether, into suilen disgust (and too much of wine withal, says Walpole), and into total oblivion by his Nation, which, except Chatham, has none such to remember. That Bismarck, and Germany along with him, should now at this propitious juncture make a like demand, is no surprise to me. After such provocation, and after such a victory, the resolution does seem rational, just and even modest And considering all that has occured since that memorable cataclysm at Sedan, I could reckon it creditable to the sense and moderation of Count Bismarck that he stands steadily by this; demanding nothing more, resolute totake nothing less, and advancing with a slow calmless towards it by the eligiblest roads. The veinzerijen des duivels gebroken werden, is het verwerven van de practische werkelijkheden, die waarachtig en van God behooren te zijn. De eerste helft van den strijd is, zooals ik tot mijne verheugenis bemerk, thans veilig, en kan slechts in een overwinning eindigen, doch de verdere ontwikkeling van den kamp moet onder eene betere leiding plaats hebben, dan de Fransche, wil de verwezenlijking van het doel niet voor immer onmogelijk blijken. Het Duitsche ras, en niet het Fransche is thans de toonaangevende figuur in dit onmetelijke wereld-drama, en ik verwacht er betere, uitkomsten van. Slechtere resultaten kunnen wij moeilijk verkrijgen. Frankrijk heeft in een tijdsverloop van, 81 jaren in deze richting voor zichzelf of voor de wereld niets of minder dan niets bereikt. De profeten m nised for poison. To me, at times, the mournfulest symptom in France is the figure its „men of genius", its highest literary speakers, who should be prophets and seers to it, make at present, and indeed for a generation back have been making. It is evidently thier belief that new celestial wisdom is radiating out of France upon all the other overshadowed nations; that France is the new Mount Zion of the Universe; and that all this sad, sordid, semi-delirious and, in good part, infernal stuff which French Literature has been preaching to us for the last fifty years, is a veritable new Gospel out of Heaven, pregnant with blessedness for all the sons of men. Alas, one does understand that France made her Great Revolution; uttered her tremendous doom'svoice against a world of human shams should be no hoofd of leider, die uit de warboel te onderscheiden is. De Ministers stijgen in de hoogte in ballons, die afschuwelijke publieke leugens en uitspraken over overwinningen, die slechts in de verbeelding bestonden, tot eenige ballast hebben. Een regeering die van leugenachtigheid aan elkaar hangt, en die het verschrikkelijke bloedvergieten liever laat voortduren en vermeerderen, liever dan dat zij, prachtige Republikeinsche schepselen als zij zijn, de contróle er over zullen verliezen; kortom: ik weet niet wanneer het is voorgekomen, dat een volk zich ooit op eene dergelijke wijze met oneer overlaadde. Indien onder de menigte sympathieke omstanders, Frankrijk een waarachtig vriend bezit, dan zou hij aan Frankrijk aanraden, dit alles prijs te geven en er nooit meer aan te denken. Frankrijk behoor- more. I often call that a celestial-infernal phenomenon,—the most memorable in our world for a thousand years, on the whole, a transcedent revolt against the devil and his works (since shams are all and sundry of the Devil, and poisonous and unendurable to man). For that we all infinitely love and honour France. And truly all nations are now busy enough copying France in regard to that! From side to side of the civilised world there is, in a manner, nothing noticeable but the whole world in deep and dismallychaotic Insurrection against Shams, determination tohave done with shames, coüte que coüte. Indispensable that battle, however ugly. Well done, we may say to all that; for it is the preliminary to everything: — but, alas, all that is not yet victory; it is but half the de werkelijk 'te weten, dat reeds lang bleek, dat de „schuilholen van de leugen" slechts leiden tot de „Poorten van den Eeuwigen Dood", en dat zij voor alle schepselen verboden plaatsen zijn! Het behoorde te weten, dat zijn eenige hoop ligt in de erkenning van de feiten, die zich hebben voorgedaan, en bovenal ook in de erkenning, dat deze feiten op haar eigen verzoek gekomen zijn. Zelf een vergulde, verniste anarchistische massa, heeft het een 'niet anarchistische buurman opzettelijk beleedigd en uitgedaagd tot een duel op leven an dood. De buurman was een menschelijke, eenvoudige en geregeerde staat, en dientengevolge is het Frankrijk slecht vergaan. Er is geschied wat gebeuren moet bij een strijd van een troep schreeuwende kwakzalvers tegen een Macedonische phalanx, en thans is het tot een afzichtelijk battle, and the much easier half. The infinitely harder half, which is the equally or the still nore indispensable, is that of achieving, instead of the abolished shams which were of the Devil, the practicable realities which should be veritable and of God. That first half of the battle, I rejoice to see, is now safe, can now never cease except in victory; but the farther stage of it, I also see, must be under better presidency than that of France, or it will forever prove impossible. The German race, not the Gaelic, are now to be protagonist in that immense world-drama, and from them I expect better issues. Worse we cannot well have. France with a dead-lift effort, now of eighty one years, has accomplished under this head, for herself or for the world, Nothing, or even less, — in strict arithmetic, zero wrak en tot onmach t geslagen, en legt het thans tegenover goden en menschen getuigenis af van de rotheid, de anarchie en de verborgen laagheid, die het in zich heeft. Dit is het onverbiddelijke feit; het bevindt zich thans zonder steun, en zonder weerstandvermogen tegenover de zegevierende Duitschers, en het zal verstandig doen dit in zijn verbaasd brein op te nemen. Frankrijk moet weten dat hoe hatelijk het ook moge zijn, dit feit onverbiddelijk vaststaat, en dat het er zich in dient te schikken, hoe eerder des te beter. Het is een harde les voor het blufferige Frankrijk; doch Frankrijk bezit, naar wij hopen, nog genoeg waarheidsliefde en rechtschapenheid om het feit als een rotsvaste factor te aanvaarden, die geen tegenstand ongestraft zal dulden, en waaraan zelfs door de goden with minus quantities. Her prophets prophesy a vain thing; her people rove about in darkness, and have wandered far astray. Such prophets and such a people; — who, in the way of deception and self-deception, have carried it far! „Given up to strong delusion," as the Scripture says; tilt, at last, the lie seems to them the very truth. And now, in their strangling crisis and extreme need, they appear to have no resource but selfdeception still, and quasiheroic gasconade. They do believe it to be heroic. They believe that they are the „Christ of nations"; an innocent godlike people, suffering for the sins of all nations, with an eye to redeem us all; — let us hope that this of the „Christ of Nations" is the non plus ultra of the thing. I wish they would inquire whether there might not be a Cartouche of niets kan worden afgedaan De omvang van de bewuste leugens,, waaraan men zich zoowel in officieele als andere Fransche kringen den laatsten tijd — in het bijzonder sedert Juli jl. — heeft schuldig gemaakt, is verbazingwekkend en ontzettend tegelijk. Doch dit is helaas wellicht nog gering in vergelijking Jmet de zelfmisleiding en onbewuste leugens, die reeds lang onder de Franschen heerschten, en die van een veel veller en giftiger karakter zijn, ofschoon men het vergiftigende er van niet inziet. Somtijds schijnt de bedroevendste symptoon in Frankrijk mij wel het figuur, dat zijn „mannen van intellect", dat .zijn groote woordvoerders, die profeten en zieners behoorden te zijn, op het oogenblik slaan, en dit bovendien reeds eene generatie terug deden. Zij gelooven klaarblijkelijk dat „Siege of Paris," which looks like the hugest and most hideous farce-tragedy ever played under this sun, Bismarck evidently hopes will never need to come to uttermost bombardment, to million-fold death by hunger, or the kindling of Paris and its carpentries and asphalt streets by shells and red-hot balls into a sea of fire. Diligent, day by day, seem those Prussians, never resting nor too much hasting; well knowing the proverb, „Slowfiremakessweetmalt". I believe Bismarck will get his Alsace and what he wants of Lorraine; and likewise that it will do him, and us, and all the world, and even France itself by and by, a great deal of good. Anarchie France gets her first lesson there,—a terribly drastic dose of physic to sick France! — and well will it be for her if she can learn her lesson honestly, van Frankrijk hebben ijdele dingen voorspeld, het Fransche volk maakt omzwervingen in de duisternis en is verre afgedwaald. De profeten en het volk — zij hebben het op het gebied van bedrog en zelfmisleiding ver gebracht. „Overgegeven aan zelfmisleiding" — zooals de Heilige Schrift zegt Dit duurt zoo lang tot ten slotte de leugen voor hen waarheid schijnt. Thans, nu zij zich in een verstikkende crisis en in de hoogste nood bevinden, schijnt het, dat zij geen andere toevlucht hebben dan zelfbedrog en quasi-heldhaftige snoeverij. Zij geloven, dat zij de „Christus onder de volkeren" zijn, dat zij een onschuldig, goddelijk volk zijn, dat lijdt voor de zonden van alle natiën, en bereid is voor ons allen boete te doen. Hopen wij, dat met dezen „Christus onder de volkeren" het non plus ultra bereikt is. If she cannot, she will get another, and ever another; learnt the lesson must be. Considerable misconception as to Herr von Bismarck is still prevalent in England. The English newspapers, nearly all of them, seem to me to be only getting towards a true knowledge of Bismarck, but not yet got to it. The standing likeness, circulating everywhere ten years ago, of demented Bismarck and his ditto King to Strafford and Charles 1. versus our Long Parliament (as like as Macedon to Monmouth, and not liker) has now vanished from the earth, no whisper of it ever to be heard more. That pathetic Niobe of Denmark, reft violently of her children (which were stolen children, and were dreadfully illnursed by Niobe Denmark), is also nearly gone; and will go altogether so soon Ik wenschte wel, dat zij zich er eens rekenschap van gaven, of er in onzen tijd niet even goed een „Cartouche onder de volkeren" als een „Christus onder de volkeren zou kunnen zijn. Cartouche bezat vele dappere hoedanigheden, werd veel bewonderd, en ondervond veel beklag in zijn tijd van tegenspoed. Vele schoone vrouwen smeekten hem om een haarlok, terwijl de onverbiddelijke en onvermijdelijke galg gereed gemaakt werd. Doch ten slotte was er geene redding voor Cartouche. Hij deed beter door te gehoorzamen aan den hardhandigen Teutoonschen politie-officier, die hem op eene zoo verschrikkelijke wijze bij den keel heeft. Het ware te wenschen, dat hij een deel der gestolen goederen teruggaf, dat hij geheel ophield een Cartouche te zijn, en er zijn streven op richtte op nieuw een Che- as knowledge of the matter is had. Bismarck, as I read him, is not a person of „Napoleonic" ideas, but of ideas quite superior to Napoleonic; shows no invincible „lust of territory," nor is tormented with „vulgar ambition," etc.; but has aims very far beyond that sphere; and in fact seems to me to be striving with strong faculty, by patiënt, grand and successfu) steps, towards an object beneficia! to Germans and to all other men. That noble, patiënt, deep, pious and solid Germany should be at length welded into a Nation, and become Queen of the Continent, instead of vapouring, vainglorious, gesticulating, quarrelsome, restless and over-sensitive France, seems to me the hopefulest public fact that has occured in my time. — I remain, Sir, yours truly. T. CARLYLE. valier Bayard onder gunstiger omstandigheden, en eene zegening en eene prachtige aanwinst Voor zijne naburen te worden, instede van wat hij thans is: maar al te zeer het tegendeel! Hoe bevreemdend het ook voor Frankrijk moge zijn, het is nu in elk geval, duidelijk, dat geheel Europa niet te hulpe komt, uit dankbaarheid voor de voortreffelijke „illuminatie" waarvoor Frankrijk heeft gezorgd. En ook al hielp Europa mede, zelfs dan zou men dien verschrikkelijken Kanselier niet kunnen beletten zijn eigen gang te gaan. Ik reken er op, dat het moeilijk verbazend moeilijk zal zijn Metz en de grensmuur weder uit de handen van dien Kanselier te krijgen. Honderd jaar geleden bestond in Engeland een zeer krachtig verlangen, en op een gegeven oogenblik zelf het besliste streven en LATTER STAGE OF THE FRENCH— GERMAN WAR, 1870—71. English ignorance of the mutual history of France and Germany. Not now a question of mere „magnanimity" between them, but of practical security. Louis XI. and Kaiser Max. Burgundy becomes French (p. 49). — Francis I. tries to become Kaiser. Broken treaties, and ever-recurring strife with Charles V. Lets losse the fury and fanaticism of the Turks upon Christendom and the German Empire. Richelieu's pernicious meddling in the Thirty-Years War (50). — Louis XV. 's plunderings and burning of Europe. Belleisle's and Louis XV. 's fine schemes for Germany. The Revolution and Napoleon I. No nation ever had so bad a neighbour as Germany had in de hoop, Elzas en Lotharingen van de Franschen terug te verkrijgen. Lord Carteret, later Lord Granville geheeten, (echter geen voorvader van zijn thans zeer in aanzien zijnden naamgenoot) streefde met hart en ziel naar dit doel, en had inderdaad een heel aardige kans op slagen, ware het niet, dat onze arme Hertog van Newcastle hem plotseling uit zijn ambt had gezet. Lord Carteret werd echter door verschillende personen voor den knapsten Secretaris voor Buitenlandsche Zaken gehouden dien wij, afgezien dan van Lord Chatham, ooit gehad hebben, en hij was bovendien de „eenige Secretaris, die werkelijk Duitsch sprak en van Duitsche aangelegenden begrip had." Zijn ontslag bracht hem tot een staat van knorrigen afkeer, en zooals Walpole zegt, bovenal tot veel wijn, en hij geraakte, in de algeheele France. Germany now at last in a position to see itself righted. Restoration of goods basely plundered: Strasburg and Metz (51). — The „honour" of France. Her late disgraceful assault on Germany, and its ignominious execution. Only repentance can make her what she once was. For the present^ becoming more delirious. Balloons ballasted with lies. The one hope for France, to recognise the facts which have come to her, and they came by invitation of her own (54). — French „men aed genius" and their scmidelirious extravagances. The „Insurrection against Shams" indispensable. The German race, not the Gaelic, now to be protagonist in the world drama. Might there not be a Cartouche of Nations fully as likely as a „Christ of Nations" in our time? (55). — Lord Carteret vergetelheid, ofschoon de natie, met uitzondering van Chatham, zich geene enkele persoonlijkheid als hij, te herinneren heeft. Dat Bismarck — en met hem geheel Duitschland — op dit kritieke oogenblik een dergelijke eisch zou stellen is voor mij geene verrassing. Na eene dergelijke uittarting, gevolgd door eene dergelijke overwinning, schijnt mij dit besluit rationeel, gerechtvaardigd en zelfs bescheiden. En wanneer ik alles naga, wat zich na den gedenkwaardigen ramp bij Sedan, heeft afgespeeld, dan vind ik, dat het voor het gevoel en de matigdheid van Graaf Bismarck pleit, dat hij hieraan kalm vasthoudt, niets meer verlangende, maar ook besloten niets minder te nemen, en zijn doel te naderen langs de meest verkieslijke wegen. Het „Beleg van Parijs", dat mij dereusachtigste en afgrijslijkste comi- once hoped to recover Alsace and Lorraine for Germany. Bismarck, and Germany with him, will make sure work of it. The „Siege of Paris." Considerable misconception as to Bismarck long prevalent in England. Not a person of „Napoleonic" ideas. Noble, patiënt Germany at length welded into a Nation, and become Queen of the Continent (58). tragedie lijkt, die zich ooit onder de zon afspeelde, zal naar Bismarck klaarblijkelijk hoopt, nooit leiden tot een bombardement. Het zal niet tot een hongerdood voor millioenen worden, evenmin zal Parijs met zijn timmerwerken en asfaltstraten door granaten en rood-gloeiende kogels in een zee van vuur ontstoken worden. Naarstige lieden schijnen deze Pruissen, nooit rustend, zich evenmin te veel haastend. Ik geloof, dat Bismarck zijn Elzas zal krijgen, en ook datgene wat hij van Lotharingen wenscht, en dat het waarschijnlijk, voor hem en ons, en voor de geheele wereld, zelfs Frankrijk ook, heel goed zal zijn. Het anarchistische Frankrijk krijgt daarmede zijn eerst en harde les (een zeer drastische dosis medicijn voor het zieke Frankrijk!) en het zal goed zijn, indien het deze les eerlijk ter harte neemt. Indien Frankrijk dit niet doet, dan zal zij een andere les krijgen, en dan weer een, doch geleerd dient de les te worden. Ten opzichte van Herr von Bismarck heerscht in Engeland nog eene aanzienlijke mate van misverstand. De Engelsche couranten, schijnen, althans voor het overgroote deel, wel op weg te zijn om een goed begrip van Bismark te krijgen, doch hebben doen zij het nog niet. Tien jaren geleden werd algemeen gesproken van de treffende gelijkenis tusschen den krankzinnigen Bismarck en zijn dito koning en Strafford en Charles I versus ons Lange Parlament; doch deze gelijkenis is thans van de aarde weggevaagd, en men hoort er zelfs niet meer over fluisteren. De pathetische Niobe van Denemarken, die met geweld van hare kinderen beroofd werd (het waren gestolen kinderen, die zeer slecht verzorgd werden door de Deensche Niobe) is thans eveneens nagenoeg verdwenen, en zoodra men van de gebeurtenissen werkelijk kennis draagt, zal men er ook niet meer van hooren. Zooals ik hem begrijp is Bismarck niet een man met Napoleon-denkbeelden,doch hij is iemand van veel hoogere dan Napoleontische opvattingen. Hij legt geen onoverwinnelijke „zuchtnaar gebied" aan den dag, hij wordt niet gekweld door een „vulgaire eerzucht", enz., doch zijne bedoelingen reiken hier ver boven uit. Het wil mij voorkomen, dat hij met een krachtig kunnen, met geduldige, groote en succesvolle schreden een doel tracht te verwezenlijken, dat de Duitschers en alle andere menschen tot zegen zal strekken. Dat het edele, geduldige, ernstige, en degelijke Duitschland zich ten slotte tot eene natie zal aan- eensluiten, en Koningin van het Continend zal worden, in stede van het ijdele, blufferige, bewegelijke, twistzieke, rustelooze en oversensitieve Frankrijk, vind ik het meest hoopvolle publieke gebeuren, dat zich in mijn tijd voltrokken heeft. Ik verblijf Met Hoogachting T. CARYLE. Chelseo, 11 November 1870.