5T4 iPpATÜTEN EN REGLEMENT VAN ORDE VAN HET BATAVIAASCH GENOOTSCHAP VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN, OPGERICHT ONDER DE ZINSPREUK: „TEN NUTTE VAN HET GEMEEN". B 18 WELTEVBKDEN, N. V. UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ „PAPYRUS", 1918. STATUTEN EN REGLEMENT VAN ORDE VAN HET BATAVIAASCH GENOOTSCHAP VAn KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN, OPGERICHT ONDER DE ZINSPREUK: „TEN NUTTE VAN HET GEMEEN". WELTEVREDEN, N. V. UITGEVERS MAATSCHAPPIJ „PAPYRUS", 1918. STATUTEN. Artikel i. Het doel van het Genootschap is bevordering der kennis van den Oost-Indischen Archipel en van de omliggende landen, inzonderheid wat betreft de taal-, land- en volkenkunde. Artikel 2. Het Genootschap tracht het in artikel 1 omschreven doel te bereiken door: 1. het maken-van verzamelingen, betrekking hebbende op de door het Genootschap beoefende onderwerpen, en het in ruil afstaan van daarin aanwezige doubletten; N. het uitgeven van: a. verhandelingen, b. e§n tijdschrift, c. notulen der vergaderingen, iiéM d. afzonderlijke werken, e. catalogi van 's Genootschaps verzamelingen; III. het instellen en uitlokken van onderzoekingen, benevens het geven van inlichtingen en het verstrekken van in 's Genootschaps verzamelingen aanwezige hulpmiddelen aan allen, die zich bezig houden met de binnen den kring van liet Genootschap liggende studiën; IV. het ruilen zijner edita tegen die van andere instellingen van verwante strekking. Artikel 3. De verzamelingen van het Genootschap zijn: de boekerij, het ethnographisch museum, het oudheidkundig museum, het munt-, penning- en zegelkabinet, de verzameling handschriften. Artikel 4. Het Genootschap is te Batavia gevestigd. Artikel 5.. Het Genootschap bestaat uit donateurs, gewone en buitengewone leden, correspondeerende leden en eereleden. Artikel, 6. Aan de donateurs en alle leden, behalve de buitengewone, worden de na hun toetreden door het Genootschap uitgegeven werken gratis toegezonden, behoudens die bedoeld bij artikel 2, § lid, voor zoover deze, naar het oordeel van het Bestuur, slechts in beperkten kring van rechtstreeksch belang zijn. De kostelooze toezending van laatstbedoelde werken bepaalt zich aanvankelijk tot hen, die het Bestuur aanwijst, doch geschiedt verder op aanvrage ook aan andere leden. De buitengewone leden ontvangen alleen: het Tijdschrift, de Notulen, de Oudheidkundige Verslagen kosteloos, de overige edita worden tegen verlaagde prijs voor hen verkrijgbaar gesteld. Artikel 7. De gewone leden betalen eene driemaandelijksche contributie van ƒ 10.— ; de buitengewone leden betalen ƒ3.— per kwartaal. Nederlandsch-Indië tijdelijk verlatende, behouden zij hun lidmaatschap, tenware zij verzoeken van de ledenlijst afgevoerd te worden. Gedurende hunne afwezigheid ontvangen zij de werken des Genootschaps niet, noch behoeven zij de contributie te betalen. Alleen wanneer zij verklaren die bijdrage te zullen voldoen en haar in Nederlandsch-Indië betaalbaar stellen, hebben zij het recht 's Genootschaps werken aan een door hen op te geven adres te blijven ontvangen. Artikel 8. Tot correspondeerende leden kunnen worden benoemd personen, die zich op 's Genootschaps gebied verdienstelijk hebben gemaakt. Artikel 9. Tot eereleden kunnen worden benoemd zij, die aan het Genootschap of aan de Wetenschap in het algemeen bijzondere diensten hebben bewezen. Artikel 10. Tot donateurs worden benoemd personen of instellingen, die aan het Genootschap eene gift van minstens f 1000.— (één duizend gulden) schenken. Artikel li. Het Genootschap wordt beheerd door een Bestuur van hoogstens elf leden, die door het Bestuur bij volstrekte meerderheid van stemmen worden gekozen. Artikel 12. Uit zijn midden benoemt het Bestuur een Voorzitter, Ondervoorzitter, Secretaris, Penningmeester, Conservatoren der verzamelingen en Redacteuren der edita, behoudens het bepaalde bij alinea 3. De Secretaris, Penningmeester, en de Conservatoren genieten ieder eene toelage van ƒ 100.— 's maands Acht het Bestuur het wenschelijk, dat deze functies worden opgedragen aan personen, die geen leden van het Bestuur zijn, dan wordt hunne bezoldiging door het Bestuur bepaald. Artikel 13. Op andere plaatsen dan Batavia kan de Directie uit de daar aanwezige leden vertegenwoordigers kiezen, die de belangen van het Genootschap hebben te behartigen. Zij trachten het streven van het Genootschap in hunnen kring meer bekend te maken en nieuwe leden te werven. Desgewenscht ontvangen zij vergoeding hunner onkosten. Artikel 14. Maandelijks houdt het Bestuur eene vergadering, welke strekt tot het bespreken van 's Genootschaps belangen, het regelen van huishoudelijke aangelegenheden en het beslissen nopens zaken, waartoe de medewerking der leden van het Genootschap niet vereischt wordt. Tot bijwoning dezer vergadering worden de te Batavia aanwezige eereleden uitgenoodigd, die daarin dezelfde rechten als de bestuursleden hebben. Ook elders woonachtige eereleden kunnen die vergaderingen op gelijken voet bijwonen. Ilpl Artikel 15. De benoeming van donateurs en leden geschiedt door het Bestuur. Artikel 16. Algemeene vergaderingen, waartoe alle donateurs en leden toegang hebben, worden gehouden zoo dikwijls het Bestuur dit noodig acht, of wanneer tien leden zulks voor een duidelijk omschreven doel verlangen. Hunne voorstellen moeten minstens twee weken vooraf aan het Bestuur worden bekend gemaakt. De algemeene vergaderingen worden aangekondigd door middel van oproeping in Bataviasche nieuwsbladen, minstens veertien dagen voor den door den Voorzitter bepaalden dag, waarop de vergadering gehouden wordt, met vermelding der onderwerpen, die ter tafel zullen komen. Over andere onderwerpen kan in die vergadering geen beslissing worden genomen.- In eene wettig bijeengeroepen algemeene vergadering zijn, behoudens in het geval bij artikel 17 bedoeld, alle genomen besluiten wettig, ongeacht het aantal opgekomen, buiten het Bestuur staande leden, zelfs bij algeheele afwezigheid dier leden, mits slechts de meerderheid, van de bestuursleden aanwezig zij; in het laatste geval beslist het Bestuur. Stemgerechtigd zijn alle donateurs en leden; stemming bij volmacht is toegelaten. artikel 17. Het besluit tot ontbinding van het Genootschap is slechts geldig, wanneer de volstrekte meerderheid der leden van het Genootschap daarin toestemt. Artikel 18. Afzonderlijke, door het Bestuur vastgestelde bepalingen regelen de werkzaamheden der bestuursleden, de orde der vergaderingen, het beheer der verzamelingen enz. Overgangs-bepalingen. Artikel 19. Dit reglement treedt in werking op 1 Januari 1918. Artikel 20. Zij, die op dat tijdstip leden van het Genootschap zijn, 'behouden hun lidmaatschap. Behoudens tegenbericht blijft voor hen de vroegere contributieregeling gehandhaafd. Artikel 21. Zij, die op dat tijdstip leden van het Bestuur zijn, worden in die betrekking gehandhaafd. Aldus vastgesteld in de algemeene vergadering van 27 December 1888, en gewijzigd en aangevuld in die van 18 November 1890, 3 Juli en 9 October 1911, en 19 Decem ber 1917. REGLEMENT VAN ORDE. 1. Van den Voorzitter. Artikel t De Voorzitter regelt de orde der werkzaamheden Hij belegt de vergaderingen. Hij draagt, wanneer hem zulks noodzakelijk voorkomt aan de leden van het Bestuur bijzondere commissiën op' Hij zorgt voor de uitvoering van de besluiten der vergaderingen. Hij houdt het toezicht over de geregelde uitgave der drukwerken van het Genootschap en in het algemeen over al de werkzaamheden, behoorende tot de plichten der bestuursleden. 2. Van den Ondervoorzitter. Artikel 2. Bij ontstentenis, afwezigheid of verhindering van den Voorzitter worden diens functiën door den Ondervoorzitter uitgeoefend. Bij ontstentenis, afwezigheid of verhindering van den Voorzitter en den Ondervoorzitter neemt het oudst benoemde bestuurslid de functiën van den Voorzitter waar. 3. Van den Secretaris. ""'.'Vï* Artikel 3. De Secretaris ontvangt alle voor het Genootschap bestemde stukken, behoudens die, welke aan andere bestuursleden op het gebied van het hun toevertrouwde beheer zijn gericht. Hij zorgt voor het archief. Hij geeft door middel van oproepingsbriefjes aan de leden van het Bestuur en aan de te Batavia aanwezige eereleden kennis van de te houden vergaderingen. Hij houdt aanteekening van het verhandelde in de vergaderingen en redigeert, voor zooverre de correspondentie niet aan anderen is opgedragen, alle uitgaande stukken; alles overeenkomstig de aanwijzingen van den Voorzitter. Hij zorgt voor de driemaandelijksche uitgave der notulen van de vergaderingen Hij houdt een inventaris aan van de voorwerpen, door de Regeering aan het Genootschap ter bewaring afgestaan, en zorgt, dat van dien inventaris jaarlijks in de maand Januari een afschrift aan het betrokken Departement van Algemeen Bestuur wordt ingediend. Artikel 4. Bij ontstentenis, afwezigheid of verhindering van den Secretaris verricht een door den Voorzitter aangewezen bestuurslid zijne werkzaamheden. 4. Van de Verzamelingen en de Conservatoren. Artikel 5. In de boekerij worden bij voorkeur geplaatst: a. boeken, plaatwerken en kaarten, in verband staande met het doel van het Genootschap; b. de drukwerken, in Nederlandsch-Indië uitgegeven, onverschillig van welken aard. Het ethnographisch museum heeft tot doel, door eene verzameling van ethnographische voorwerpen een aanschouwelijk beeld te geven van het bestaan van den inlander in den Archipel en omliggende landen. Het oudheidkundig museum is eene verzameling van voorwerpen betreffende het verleden van den Archipel, alsmede van teekeningen, enz., daarop betrekking hebbende, en omvat ook de Compagnies-kamer. kn^f ha"fS,Chrifte7erZamellng °mV3t manuscripten, afkomst,g u,t dezen Archipel en omliggende landen. rfafr rT£ PT'mg' e" ze^elkabinet kreeft hoofdzakelijk naar het bijeenbrengen der penningen, zegels en zegelstempels, munten en andere ruilmiddelen van den Archfpel landen of "de- lande"' ^ neemi °°k die va" -de're Artikel 6. Elke verzameling wordt onder de directe leiding van een conservator gesteld. ë De conservator der boekerij draagt den naam Bibliothecaris De conservatoren zorgen'voor het onderhouden, catalog.seeren, nummeren-en uitbreiden der aan hunne zorg toevertrouwde verzamelingen. ë Zij voegen-de bibliothecaris elk kwartaal, de overige conservatoren jaarlijks-aan de Notulen derv rgaderingen V- d— der door hengbeheeS Binnen de grenzen van het jaarlijks hun toegestane crediet z,jn zij bevoegd te beschikken over de noodige gelden to u.tbre.dmg en onderhoud der verzamelingen eder hunner ontvangt de voor zijne verzameling bestemde geschenken en brengt daaromtrent in de eerstvolgende vergadering verslag uit. «voigenae Voor ruiling van doubletten vragen zij vooraf de toestemming van het Bestuur. Artikel 7. De dagen en uren, waarop de verzamelingen voor het pubhek toegankelijk zijn, worden door het Bestuur vastgesteld rfP htrTu de'boeker'ï voor «et publiek geopend blijft is de bibhothecans of iemand van zijnentwege daar aanvvezig Artikel 8. Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van een conservator wordt de waarneming zijner functiën doör den Voorz,tter t.jdelijk aan een ander bestuurslid overgedragen Artikel 9. Jaarlijks, in de maand Januari, benoemt de Voorzitter voor elke verzameling eene commissie, uit twee bestuursleden bestaande, welke commissiën den staat der verzamelingen en dien van de localen, waarin ze zich bevinden, opnemen en van hare bevinding in de eerstvolgende ver.gadering schriftelijk verslag doen. De conservatoren zijn verplicht aan deze commissiën alle door hen verlangde inlichtingen nopens de verzamelingen te geven. Artikel 10. Zonder vergunning van het Bestuur mag geen voorwerp, in de verzameling aanwezig, uitgeleend worden. Slechts boeken maken op dezen regel eene uitzondering, welke in leen kunnen worden bekomen tegen afgifte van een, door den leener onderteekend recu, waarvan het model door den bibliothecaris wordt vastgesteld. Gewone leden ontvangen, indien elders woonachtig of verblijvend, de door hen te leenen boeken franco toegezonden. Zij hebben het recht door zich borg te stellen voor niet-leden dezen het gebruik van werken uit de boekerij .tehuis mogelijk te maken. Deze geintroduceerden en de buitengewone leden ontvangen de hun toe te zenden boeken op eigen kosten. Alle leeners zijn verplicht de boeken vrachtvrij terug te zenden. Wanneer een boek gedurende eene maand is uitgeleend, is de bibliothecaris bevoegd het terug te vragen. Hij is daartoe verplicht, wanneer het uitgeleende'boek intusschen door een ander is verlangd. Het uitleenen van woordenboeken en van andere, speciaal tot raadpleging bestemde werken, alsmede de tijdschriften wordt door den bibliothecaris slechts in bijzondere gevallen toegestaan. Hij is bevoegd het uitleenen te weigeren van zeldzame kostbare of moeielijk te vervangen werken Vergoeding van bij uitleening verloren geraakte of beschadigde boeken wordt, op voorstel van den bibliothecans, door het Bestuur opgelegd. Wanneer het geldt eene of meer afleveringen van een tijdschrift of van eenig bij gedeelten verschenen werk, kan de vergoeding zich-to den geheelen jaargang of het geheele werk uitstrekken. 5. Van 's Genootschaps werken, hunne redactie en het boekenfonds. Artikel 11. Van de Verhandelingen, het Tijdschrift en de Notulen ziet zooveel mogelijk, jaarlijks een deel het licht De be.de eerste, zoomede bij artikel 2, § Ud bedoelde afzonderl.jke werken, zijn bestemd om aan allen, die ch met studiën op 's Genootschaps gebied bezig houden 1 legenhcd te geven de uitkomsten hunner onderzoekingen bekend te maken. Deze kunnen echter ook in dNoZTn opgenomen worden, wanneer zulks om hunnen aard en omvang door het Bestuur wenschelijk wordt geacht Artikel 12. Behoudens het bepaalde bij het vorig artikel regelt het Bestuur de w„ze van uitgave van Genootschaps we ken edhrb^st"16" beStUUrS,ede" * ~ de 2 ^ffxss;daarin °p~ Een deel van het Tijdschrift bestaat in den regel uit 36 vel druks en wordt in 6 afleveringen uitgegeven het^rv^d^ Verhandeli^" -rdt door Zooveel mogelijk wordt elk stuk, in de Verhandelingen opgenomen, afzonderlijk verkrijgbaar gesteld. ande"ngen Het Bestuur bepaalt het aantal exemplaren van elk der edita, zoomede de prijzen, waartegen ze voor leden verkrijgbaar zijn en in den handel gebracht worden. Personen buiten Ned.-Indië gevestigd, die vroeger gedurende minstens tien jaren leden zijn geweest, kunnen op aanvrage 's Genootschaps werken verkrijgen tegen den voor de gewone leden vastgestelden prijs. De bibliothecaris is belast met de verzending van 's Genootschaps edita en met het beheer van het boekenfonds. Van het laatste houdt hij een inventaris aan, waarop hij elke .vermeerdering of vermindering aanteekent. 5. Van de gelden van het Genootschap en den Penningmeester. Artikel 13. Jaarlijks in de maand Januari stelt het Bestuur op een gemotiveerd schriftelijk voorstel van den penningmeester eene begrooting van ontvangsten en uitgaven vast. Artikel 14. De penningmeester zorgt voor de regelmatige inning der contributiën en van andere, aan het Genootschap verschuldigde of geschonken gelden, met uitzondering van de gelden wegens verkoop van 's Genootschaps edita, welke door den bibliothecaris worden geind en aan den penningmeester afgedragen. Hij houdt nauwkeurig boek van alle ontvangsten en uitgaven. Hij bewaakt de begrooting en brengt zijne aanteekeningen ter zake in elke bestuursvergadering mede. Hij doet alle, in de termen der begrooting vallende uitgaven, voor zooveel de verzamelingen en edita betreft, op door de betrokken conservatoren of redacteuren voor accoord geteekende rekeningen. Uitgaven, welke de begrooting overschrijden of buiten de posten der begrooting vallen, mogen door hem niet worden gedaan zonder vergunning van het Bestuur in spoedeischende gevallen van den Voorzitter Niet dadelijk benoodigde gelden worden door hem zoo mogelijk rentegevend, bij eene door het Bestuur goedgekeurde geldinstelling gedeponeerd. In de maand januari van elk jaar dient hij aan het Bestuur eene zooveel mogelijk door bescheiden gestaafde rekening en verantwoording in van zijn beheer gedurende het afgeloopen jaar. Die rekening en verantwoording stelt de Voorzitter in handen eener commissie van twee bestuursleden, die in de bestuursvergadering van de maand Februari verslag uitbrengt van hare bevinding. Bij ontstentenis, afwezigheid of verhindering van den penningmeester, verricht een door den Voorzitter aangewezen bestuurslid diens werkzaamheden. 7. Van de vergaderingen. Artikel 15. De gewone vergaderingen van het Bestuur zijn wettig wanneer minstens vijf bestuursleden tegenwoordig zijn Voor buitengewone vergaderingen is de meerderheid der ter plaatse aanwezige bestuursleden voldoende. Artikel 16. De dag voor het houden der bestuursvergaderingen wordt bepaald door den Voorzitter. De leden van het Bestuur worden minstens twee dagen te voren door middel van oproepingsbriefjes van het hou- ' den dezer vergaderingen verwittigd. Die termijn is niet van toepassing voor door den Voorzitter noodig geachte buitengewone vergaderingen In alle zaken doet de Voorzitter hoofdelijk rondvraag, beginnende bij het lid of de leden, tot wiens of wier bijzonderen werkkring de betreffende zaak behoort. Alle besluiten, geen personen betreffende, worden mondeling en bij gewone meerderheid van stemmen genomen; de Voorzitter beslist bij staking van stemmen. Verkiezingen van titularissen geschieden schriftelijk en bij volstrekte meerderheid van stemmen. Wanneer bij eene herstemming de stemmen staken, beslist het lot. 8. Van het gebouw en de bedienden. Artikel 17. De zorg voor het gebouwj, het toezicht op de bedienden, hunne benoeming, bezoldiging enz. worden, naar gelang van omstandigheden door het Bestuur geregeld. Aldus vastgesteld in de bestuursvergadering van 8 Januari 1889 en gewijzigd in die van 7 Januari 1918. 1