PRIJS f 0.25. Pet reeks van twaalf slechts . . f 2.50 INTERVIEWS MET MERKWAARDIGE PERSONEN VAN ONZEN TIJD * WIE HET MODERNE BAKKERSBEDRIJF DEN WEG WEES: PAUL C. KAISER. door C. HARMS TIEPEN • UITGEVERSMAATSCHAPPIJ v.h. C. HARMS TIEPEN AMSTERDAM -* *W1E HET MODERNE BAKKERSBEDRIJF DEN WEG WEES. PAUL C. KAISËR DOOR C. HARMS TIEPEN INLEIDING. Een onoogelijk bedrijf uit een hoek gehaald. . .. 't Gebeurde voor eenigen tijd dat, pratend met een zakenman van ruimen blik, we erop kwamen dat de kunstenaar „slaagt" door koppig werken, doch dat de zakenman juist als antecedent moet hebben, wil hij slagen, naast een noesten werkwil... die geniale kijk, genialiteit, die in de algemeene overtuiging uitsluitend het privelege is van den kunstenaar. We noemden namen... voorbeelden van wie een onoogelijk vak uit den hoek haalden en daarvan maakten een modern grootbedrijf in breede banen. En het ging, in dit gesprek, zooals het menigmaal gaat, dat iets, je jaren zóo bekend dat je er niet over denkt, door één woord van een ander, je een openbaring wordt: „hé, dat is waar, daar heb ik nooit over gedacht". — „Daar heb je nu b.v. het bakkersdrijf! Wie denkt er nu over het brood dat hij eet? Wat was dat vroeger? Met takkenbosschen werd gestookt, de knecht sliep in de bakkerij en stapte... om het zóo eens te zeggen... van z'n bed aan de trog, en kneedde met z'n ongewasschen handen en armen z'n deeg. — En hoe is t nu?.. • Het was één man die dat onoogelijk vak bracht tot een groot bedrijf.. • hij ging nieuwe banen, en allen moesten volgen." — Paul C. Kaiser, zei ik. En 'k erkende, als zoovelen met mij zullen doen, dat naam en bedrijf mij bekend waren als ieder, doch dat ik nimmer over dit IV eenvoudige bedrijf had nagedacht. Zooals er zoovelen zijn, die groot werden in hun vak, en (fit zelfs vooruitbrachten, zonder dat bij alle bekendheid aan hun naam en artikel gegeven, dit, de quintessence, ooit is gezegd. Dit gesprek was ik in het geroezemoes van het dagelijksche zakenleven alweer vergeten, tot ik door toevallige omstandigheden in aanraking kwam met Paul C. Kaiser. En, op 'n avond, dat we in een hoek van zijn biljardzaal zaten, — onder het goudig licht van de biljardlampen lag het wijde, groene veld wachtend gespreid — kwam me de herinnering van vroeger. En ik begon zoo wat te praten erover. Wanneer ik nu hier neerschrijf wat hij mij zoo vertelde, is dit niet een juiste weergave van een gesprek, want, werkzaam man, en zakenman-van-daad, is hij geen man van veel woorden. Veel deelde hij mij ook mede, eens in den trein, ook in Rotterdam, toen hij mij zijn nieuwe bakkerij liet zien aan den Coolsingel — die in een reusachtig gebouw met zolders als zalen is gebouwd als een bakkerijpaleis, nog onbekend in Rotterdam; toen we praatten over de afschaffing van nachtarbeid, over tallooze onderwerpen, tallooze vragen die den bakker-van-nu, industrieel van een verbruiksartikel, noodig als bróód, interesseeren. Hoe groot is het verschil thans, met hoe het vroeger was. I Hoe hel vroeger V>as en hoe het nu is. — Toen, we weten het nog allemaal heel goed, kwam het brood uit allemaal kleine bakkerijtjes, die — in Amsterdam b.v. — waren in hoekhuizen met pothuizen ervoor. Een knecht was meestal intern. De slaapgelegenheid voor den knecht was in de bakkerij zelf. Het gebakken brood werd — de ruimte was beperkt — in de kamer van den bakker zoolang gezet, het vertrek dat dikwijls ook woonvertrek was. In de oven werd overdag het maal van het bakkersgezin gekookt, want de bakkerij was tegelijk keuken. De woonvertrekken hielden direct verband met de bakkerij, en werden dan verwarmd door de „hitte der bakkerij". En de knecht die 's nachts had gebakken, bracht 's morgens het brood rond. Thans, in de moderne bakkerij, slechts een kwarteeuw later — komt het brood uit groote, ruime, zindelijke lokalen; het deeg wordt gekneed door de machine, gebakken in heetwaterovens, het personeel is niet meer intern, heeft afzonderlijke schaftlocalen, wasch- en badgelegenheden; en als het brood gereed is, gaan zij naar huis. En ander personèel komt om rond te brengen. De bakkerij is een geheel georganiseerd, hygiënisch ingericht, modem bedrijf geworden. Wie stond er vroeger voor de uitstalkast van een bakker? — Thans ziet deze er smakelijk verzorgd uit, zoodat we ons allemaal wel herinneren ervoor gestaan te hebben: schamptichtjes over glas-op-koper, op de glazen platen een uitstalling van allerhand modellen brood en broodjes, met sierlijke roode en groene lintje* .... VI Er varen wel fabrieken • . . er waren wel fabrieken, zeer zeker. Het fabrieksbedrijf. Bijvoorbeeld dr. Sarphati had immers die van de Vijzelgracht opgericht. Hij wilde, door de bakkerij in het groot aan te pakken, de prijs verlagen voor de volksklasse, en het plaatsen van depóts in alle buurten bleek een practisch middel. . • • Doch — die depóts waren dikwerf in snoepwinkels, waar het brood verkocht werd tusschen drop en zoethout. Toch ging deze fabriek de eerste jaren uitnemend ... — k Zelf werkte aan zulk een fabriek, die van de Haan. Een brood- en meelfabriek. — Men wilde in dezen rijd toch al wel nieuwe wegen. Men liet buitenlanders overkomen om hier te bakken volgens hun methode, een Weener moest het beroemde Weensche brood leeren bakken. Doch het leidde niet tot bevredigende resultaten: het aanpassingsvermogen ontbrak. En het publiek wilde er niet aan. Zoo hadden we aan onze fabriek ook een franschman gekregen die, vrij gezel, leefde zijn eigen leventje op zich-zelf, en kookte zijn eigen potje. Hij bleef een plekje Frankrijk, en zijn brood bleef fransch, en het baksel acclimatiseerde niet. Want ieder land heeft zijn eigen baksel. Het duitsche is rond en zwaar en gedegen, het fransche is louter korst. Het engelsche is vast en wordt meestal geroosterd gegeten, het hollandsche was meestal niet genoegzaam doorbakken. Zelf in het buitenland rondgekeken, — Nu heb je altijd als je jong bent, zoo n soort zwerflust. En — zoo ben ik dan op het idee gekomen, eens zelf in het buitenland rond te zien, te lééren, en mee te brengen en te probeeren wat zich aan Holland zou kunnen aanpassen. — 'k Heb in Duitschland gewerkt, in Frankrijk, in Oostenrijk, te VII Weenen. Daar leerde ik heel veel dat voor Holland niet zou gaan, maar ook veel, dat ik wel zou kunnen probeeren: en, na een paar jaar kwam ik huis-toe. — 'k Ben toen al heel gauw getrouwd, en heb een klein roggebrood-bakkerijtje gehuurd: Vijzelstraat no 5. En daar begon ik te bakken, heel kleintjes. Maar — ik zette „boulangerie francaise" op mijn glazen: Luxebrood-bakkerij. Dat was iets vreemds, brutaal; 'kgebruikte mijn kennis in het buitenland opgedaan, kneedde nieuwe soorten brood, maar — ik hield daarbij rekening met de hollandsche eigenaard, 'k Noemde mijn brood paine de luxe, want 't was me méér te doen om het goede publiek, 'k Maakte broodsoorten die hier nog totaal onbekend waren. En 'k maakte m'n brood ook iets duurder. — 'k Maakte een étalage, 'k Besteedde aan brood de zorg die moet besteed worden aan een verbruiksartikel van zóó groote beteekenis. — En ik deed eigenaardige ontdekkingen. — Zoo kwam daar b.v. een dame bij mij van een van de eerste families hier. Ze had m'n brood elders geproefd, en wilde ook wel wat luxe-broodjes van mij hebben. Maar, de bakker dien zij hadden, bediende hen al van jaren her, en... 'k noemde mijne prijzen... Onmogelijk, zei ze, hun bakker was veel duurder. En dat was nog maar gewóón brood. En *t was waar, jaar-in-jaar-uit liet die bakker hen meer betalen dan andere klanten. — Met dat stelsel moest ik breken — en ik stelde één uniforme broodprijs voor mijn klanten. Het vak lag nog in de luren — 't moest opgevoerd worden. Zoo heeft Paul C. Kaiser mij wel verteld van zijn worstelingen van de eerste jaren; een strijd waarin zijn vrouw hem dapper ter vin zijde stond. — Zijn nieuwe broodvormen — we herinneren ons i allemaal zqn „vlinders" b.v., door andere bakkers eerst na vruchteloos I probeeren gevonden. Allerhande soorten tafelbroodjes. We herinneren ons de hygiëne door hem in het bedrijf gebracht. Waarin deen na den ander mee moest: knechts extern, afzonder- | lijke knechts voor het rondbrengen. Waschgelegenheden voor het personeel. Strenge werkreglementen- Nieuwste machines. Zoo gaf hij de stoot aan heel de moderne beweging in dit bedrijf. — En zijn zaak groeide er door. Reeds na het derde jaar moesten elk jaar perceelen bijgekocht. Stuk voor stuk werdén de huisjes van de z.g. Duvelshoek aangekocht, afgebroken, en de grond met werkplaatsen bebouwd. Filialen werden opgericht, den Haag was Amsterdam reeds lang gevolgd, Hilversum, Haarlem, Bussum, Zantvoort, Rotterdam — kwamen daarna. Heel het moderne bedrijf was ingeluid, de naam van Paul Kaiser had bij het Amsterdamsen publiek den klank gekregen; 't was *t goede merk voor hygiënisch verzorgd brood geworden. Voor die andere bakkerijen was die naam een prikkel. Bakkerijtentoonstellingen volgden. En heel die nasleep van een modern bedrijf dat een plaats gaat innemen. Zooals we dat nadien hebben gehad in het moderne kantoorwezen. De heetwaterovens en kneedmachines die vroeger alleen op de fabrieken waren geweest, werden algemeen. De scheiding van personeel, hygiënische verzorging van het brood, nieuwe verfijnde broodsoorten, enz. enz. En daartusschen groeide de zaak van Paul C. Kaiser reusachtig. Man van advies en techniese kennis van bakker een moderne bedrijfsman geworden, bleef deze karaktertrek hem eigen ... I IX Op zijn qui-oive te z§n. — Wil je steeds vooraan blijven, dan moet je een open oog hebben, en steeds op je qui-vive zijn. Niet verslappen. Zien wat je concurrenten doen, en vóór blijven. Wie stil staat, al ben je nóg zóó ver, gaat achteruit: de rijd staat niet stil... Triomfen- — Natuurlek zijn er overwinningen te boeken geweest. Herhaalde en herhaalde bekroningen, wat geen wonder is.*) De voornaamste daarvan was wel die, dat Paul C. Kaiser met zijn echtgenoote voor pleizier in Weenen zijnde, en hoorende van een tentoonstelling daar, de lust kreeg mede te dingen en.. • hij, Hollander, haalde in Weenen. de oven van het Weensche brood, met zijn Weensche baksel, de eereprijs weg. — Grooter triomf dan al de bekroningen en eere-lidmaatschappen, en verzoek om comité-lid te zijn, is me: lo. de overtuiging het bakkersvak tot een modern bedrijf te hebben gedwongen; 2o. daardoor het brood verbeterd; 3o. de levenstoestand van zoovelen veranderd te hebben, en 4o. medegewerkt te hebben o.m. tot de oprichting van 't station van Maalderij en Bakkerij in Wageningen, met Roeiers van Lennep samen. *) Lid der Juiy v/d. Intern. Tentoonstelling voor Bakkerij, Maalderij en Kookkunst, den Haag 1898 ; Penningmeester Uitvoerend Comité Internationale Bakkerij tentoonstelling Amsterdam 1906; Lid Eere-Comite Internationale Tentoonstelling voor Voedingsmiddelen,^Antwerpen 1907; Vice-Voorzitter Jury-be»tuur Intern. Bakkerij-tentoonstelling '•Hertogenbosch 1909; Lid van het Uitvoerend Comité- v. d. Tentoonstelling georganiseerd door den Nederlandschen Bond v. d. Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand, Amsterdam 1909; Penningmeester van het met steun der Regeering in 1909 opgerichte Station voor Maalderij en Bakkerij te Wageningen ; Hofleverancier van H. M. de Koningin Moeder en van H. M. de Koningin en Gerechtigd tot het voeren van het praedicaat „Koninklijk . vin zijde stond. — Zijn nieuwe broodvormen — we herinneren ons allemaal zijn „vlinders" b.v., door andere bakkers eerst na vruchteloos probeeren gevonden. Allerhande soorten tafelbroodjes. We herinneren ons de hygiëne door hem in het bedrijf gebracht. Waarin d'een na den ander mee moest: knechts extern, afzonderlijke knechts voor het rondbrengen. Waschgelegenheden voor het personeel. Strenge werkreglementen- Nieuwste machines. Zoo gaf hij de stoot aan heel de moderne • beweging in dit bedrijf. — En zijn zaak groeide er door. Reeds na het derde jaar moesten elk jaar perceelen bijgekocht. Stuk voor stuk werdén de. huisjes van de z.g. Duvelshoek aangekocht, afgebroken, en de grond met werkplaatsen bebouwd. Filialen werden opgericht, den Haag was Amsterdam reeds lang gevolgd, Hilversum, Haarlem, Bussum, Zantvoort, Rotterdam — kwamen daarna. Heel het moderne bedrijf was ingeluid, de naam van Paul Kaiser had bij het Amsterdamsch publiek den klank gekregen; 't was 't goede merk voor hygiënisch verzorgd brood geworden. Voor die andere bakkerijen was die naam een prikkel. Bakkcrijtcntoonstellingen volgden- En heel die nasleep van een modern bedrijf dat een plaats gaat innemen. Zooals we dat nadien hebben gehad in het moderne kantoorwezen. De heetwaterovens en kneedmachines die vroeger alleen op de fabrieken waren geweest, werden algemeen. De scheiding van personeel, hygiënische verzorging van het brood, nieuwe verfijnde broodsoorten, enz. enz. En daartusschen groeide de zaak van Paul C. Kaiser reusachtig. .. . Man van advies en techniese kennis van bakker een moderne k^J^romn»urnirUn KWf (\e7e karaktertrek hem eisen ... IX Op zijn qui-oioe te zijn. — Wil je steeds vooraan blijven, dan moet je een open oog hebben, en steeds op je qui-vive zijn. Niet verslappen. Zien wat je concurrenten doen, en vóór blijven. Wie stil staat, al ben je nóg zóó vèr, gaat achteruit: de tijd staat niet stil... Triomfen. — Natuurlijk zijn er overwinningen te boeken geweest. Herhaalde en herhaalde bekroningen, wat geen wonder is.*) De voornaamste daarvan was wel die, dat Paul C. Kaiser met zijn echtgenoote voor pleizier in Weenen zijnde, en hoorende van een tentoonstelling daar, de lust kreeg mede te dingen en... hij, Hollander, haalde in Weenen, de oven van het Weensche brood, met zijn Weensche baksel, de eereprijs weg. — Grooter triomf dan al de bekroningen en eere-lidmaatschappen, en verzoek om comité-lid te zijn, is me: lo. de overtuiging het bakkersvak tot een modern bedrijf te hebben gedwongen; 2o. daardoor het brood verbeterd; 3o. de levenstoestand van zoovelen veranderd te hebben, en 4o. medegewerkt te hebben o.m. tot de oprichting van 't station van Maalderij en Bakkerij in Wageningen, met Roeters van Lennep samen. *) Lid der Jury v/d. Intern. Tentoonstelling voor Bakkerij, Maalderij en Kookkunst, den Haag 1898; Penningmeester UitvoerendI Comité Internationale Bakkerij tentoonstelling Amsterdam 1906; Lid Eere-Comite Internationale Tentoonstelling voor Voedingsmiddelen, Antwerpen 1907; Vice-Voorzitter Jury-bestuur Intern. Bakkerij-tentoonstelling 'e Hertogenbosch 1909; Lid van het Uitvoerend Comité- v. d. Tentoonstelling georganiseerd door den Nederlandschen Bond v. d. Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand, Amsterdam 1909; Penningmeester van het met steun der Regeering in 1909 opgerichte Station voor Maalderij en Bakkerij te Wageningen ; Hofleverancier van H. M. de.Koningin Moeder en van H. M. de Koningin en Gerechtigd tot het voeren van het praedicaat „Koninklijk'. X Het Station Van Maalderij en Bakkerij. Dit station — een instelling van groote en ingrijpende beteekenis — brengt thans de technische opleiding in het vak van bakker en molenaar, Niet dat het bakken te leeren is in theorie... de pracrijk blijft altijd de groote leerschool. Maar een technische opleiding gepaard aan practische kennis leert de groote beteekenis van een gering watergehalte in het meel, en hoe dit te onderzoeken bij het meel dat de leverancier den bakker levert. Men leert het gistingsproces, het waarom... van een brood dat goed slaagt, en van een brood dat mislukt is („verrekt" zooals de bakker het noemt.) Tegelijk ook is het een laboratorium waar thans alle grondstoffen en ingrediënten worden onderzocht, waardoor reeds deze instelling een onnoemelijk nut heeft gesticht. Elke bakker ook van eenige beteekenis is erbij aangesloten en laat zijn grondstoffen altijd daar onderzoeken. 'k Kan hier niet alles weergeven wat we zoo in den loop van den rijd dikwerf met elkander bespraken, hetzij ik hem er thuis naar vroeg, of in den trein, of dien keer dat ik Paul C. Kaiser op kantoor in Amsterdam sprak, dat in een reeks van huizen en werkplaatsen in het centrum der stad gelegen is. Dat uit oorspronkelijk een klein dozijn perceelen is samengesteld en waar nu 215 personen uitsluitend aan de zaak te Amsterdam werken — terwijl begonnen werd met een bakkerij van 80 □ M (nu i 1300 □ Ml) en oorspronkelijk éen bediende! — Wie het geluk heeft van een vooruitziende blik, en een gunstig terrein goed weet te ontginnen.... 'k zei 't Paul C- Kaiser eens, en hij vertelde mij van Rotterdam. 11. Kttierdam. Rotterdam waar hij een bakkerij-paleis heelt, dat, thans ingericht voor het moderne bedrijf, de luxebrood-bakkerij voor die handelsstad zal worden. — Toen ik de bakkerij aan den Coolsingel kocht, was die, kapitaal gebouwd, en ruim en grootsch, toch ingericht naar het oude bakkersvak. De nieuw-gebouwde ovens waren gemaakt voor het ouderwetsche takkenbosschen vuut; en in de reusachtige bakkerij stonden reeksen troggen waar dozijnen knechts met de handen het deeg kneedden. — Zulk een bedrijf is niets voor Rotterdam. Waarom zou die stad» toch het groote handelscentrum, achterblijven bij andere plaatsen? 'k Bracht inplaats van de ouderwetsche ovens, heetwaterovens. Verving de altijd zeer onzindelijke handenkneed-arbeid door kneedmachines, richtte alles op de meest moderne wijze in.... En wanneer men deze reusachtige bakkerij zou bezoeken, zou men verbaasd staan over de hygiënische zorg die in de moderne bakkerij aan het product wordt besteed. De groote afzonderlijke lokalen voor het rondbreng personeel, de expedirie-ruimten, de nieuwste wasch- m ocalen, — waar de loopers verplicht zijn eerst zich de handen te wasschen voordat met het inladen van hun broodvoorraad in de wagens mag begonnen worden — badkamers, de afzonderlijke kasten voor t rondbrengmateriaal, waarbij immers zelfs tangen zijn om het brood ut de wagen te halen, zoodat men het frisch en onbeduimeld aan liet ontbijt krijgt. De oude fransche bakkerij. Als men daarnaast denkt aan de oude bakkerij, b.v. die van Parijs jie in de sousterrains is, in een hitte die de knechts met het Dovenlijf naakt doet loopen, zoodat het zweet druppelt in de trog, en »ls 't zweet hem op den rug kriebelt, slaat hij met een handige aeweging het taaie deeg omhoog en over zijn rug... dan is deze weer schoon... Dat frissche brood eet men... Of men denkt aan het verhaal van den brabantschen bakker, dat cegt dat als hij 'twarme bed uitmoet om z'n deeg te kneeden, hij [och een paar uur daarna zijn vrouw ten bedde uit zal jagen omdat Je warme dekens noodig zijn die over het deeg gelegd moeten worden, sm het te laten rijzen... Of... aan de oude Amsterdamsche bakkerij, waarvan het verhaal zegt dat als de bakker 's avonds om elf uur opstond, de meid zijn warme plaatsje in bed ging innemen... Voor Rotterdam heeft Paul C. K. groote plannen. Deze ouderwetsche groote bakkerij, omgebouwd tot een volgens de eischen van iet moderne bedrijf, wordt door hem op het peil van het nieuwste gehouden ; de broodsoorten, die hij daar laat bakken zijn van de fijnste jualiteit. Natuurlijk heeft, in den loop van de laatste paar jaren, ook de clientèle zich verlegd; het is meer en meer geworden de bakkerij roor wie van smakelijk luxe-brood houdt. XIII Dat zoo iets natuurlijk langzaam doordringt, tot de massa van een groote stad, weten wij allen. En men begint meer en meer de grootere waarde van een uit prima meelsoort gebakken, hygiënisch verzorgd en rondgebracht brood in te zien. Wanneer men nu nog in aanmerking neemt dat thans gebouwd wordt een lunchroom en patiserie zooals die bij het goede publiek van den Haag „en vogue" is — gezellig een met smaak ingericht, met apart rook-zaaltje voor heeren, en een salon waar niet gerookt mag worden en in het knusse theeuurtje een uitgelezen strijk-orkest zich zal doen hooren — en deze gereed zal zijn tegen dit najaar, dan zal men, waar men weet dat de Coolsingel, reeds een verkeersweg van groote beteekenis, straks gedempt, een centrum wordt, zijn kijk-op-zaken nu temeer kunnen apprecieeren. III. Afschaffing oan nachtarbeid. — Wat dunkt u, als groot-ondernemer in dit bedrijf daarvan. — Dat daaraan een nog niet bekend groot gevaar verbonden is, antwoordde hij me. — Vereert brood 's morgens te eten is een ding van niet geringe beteekenis. Men kan nu lachen en zeggen : dan eten ze maar niet versch brood, maar dat is verkeerd: het groote publiek laat zich niet dwingen. — Wie thans hecht aan versch brood, gaat, indien hij 't niet krijgt, meer hechten aan 's morgens- een warme schotel, b.v. Men zoekt elders een uitweg om toch in die behoefte te voorzien. En onze branche zou een in jaren niet te overkomen slag krijgen, een klap die in alle lagen gevoeld zou worden. — Wil men verandering, dan is het drie-ploegen stelsel de eenige oplossing, dat kostbaar voor ons is doch dat dit nacht-bedrijf, gelijk zou brengen aan vele andere bedrijven . .. Zoo hebben we dikwerf zitten praten. Waar is de rijd dat een bakker leefde, rijk werd, oud werd, zonder uit zijn werkpakje, of uit zijn pothuis-bakkerijtje te komen? De moderne bakker is een bedrijfsman met ruime blik, die heeft de maatschappelijke beteekenis van den industrieel, de aspiraties van Am omoten handelsman van-dezen-tiid. XV Zijn huis is gebouwd, en ingericht «Is dat van den fabrikant.. . niets herinnert aan de kleine bakkerij, zooals die vroeger was. En het is dikwerf een genot in zijn groote biljartkamer, onder een sigaar, plannen te bepraten, projecten, suggesties... Zoo zou ik nog wel meer kunnen vertellen van industrieelen die in dezen rijd van groeiender industrieën een klein vak uit een hoek haalden en 't omschiepen tot een groot ruim bedrijf met horizonten. Moderne handelsmenschen die van een klein productje een reuzenhandel maakten over geheel de wereld. Die geacht worden om, naast hun harden werkwil, de ruime juiste blik. Eenvoudig-weg zakenmenschen die hun vak vooruitgebracht hebben — omdat anderen mee moesten, die dat vak naam gegeven hebben, soms een wereldnaam... Er zou, wilde men van hun strijd es moeilijkheden, van hun mislukken en slagen schrijven, veel te vermelden zijn, wel even belangwekkend als de lotgevallen van menig kunstenaar die ook gezwoegd en gestreden heeft voor zijn successen. En daarbij ongemeen boeiend veelal. gedurende het eerste halfjaar 1913; of tweede halfjaar 1913, Per stuk ,?tg- .... ./P • • • -jjpS^ / 2-50 MAANDBLAD VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE, onder redactie van L. Fuldauer en A. Saalborn, prijs per jaargang ƒ 5.— „HOLLAND", geïllustreerd maandblad voor Schilderkunst, per jaargang jf^ ƒ 6. ARTISTS HOLLANDAIS, monografieën over Hollandsche etsers met een oorspronkelijke ets: Ph. Zilcken par Marie Biermé ƒ2.50 A. Stengelin par Ph. Zilcken . I . ^m' . • • • - 2.50 Weekuitgave: MEMORANDUM voor schilders, kunstverzamelaars, kunsthandelaars, enz., tezamen vattende de voornaamste gebeurtenissen op kunstgebied, gegevens omtrent tentoonstellingen, beschouwingen enz., per jaargang • f 3.90 BIOGRAFISCH WOORDENBOEK DERNEDERL. SCHILDERKUNST, van 1800 tot heden. In afleveringen, bij inteekening ƒ 6.—. Met Premie (ets) Weekblad en Band tezamen ƒ 2.50 per kwartaal. Zoodra volledig verschenen is, wordt de prijs verhoogd. KLEINE BIBLIOTHEEK: Dirk Schaf er, door Herman Rutters . . Ml- • t ƒ 0.10 Percs Grainger, „ „ » - 0.10 Georg Henschel, „ 1 ,, - 0.10 Hoe leer ik visschen? door C. Misset . M . . • • - 0.10 Wat zijn de mooiste boottochtjes? doorW. H. deB. . - 0.10