1026 PRIJS 50 CENT gpETilMPERIALISME, DE|§ERELDOORLOG EJ|p>E SOCIAAL-DEMOCRATIE DOOR DERDE VERBETERDE"EN VERMEERDERDE DRUK F UITQAVE: BROCliyRElfAMPÈLi;;©^^OeiAAt-DÉMÖC^ATIfÈTO PARTIJ HET IMPERIALISME, DE WERELDOORLOG EN DE W SOCIAAL-DEMOCRATIE DOOR H. GORTER DERDE VERBETERDE EN VERMEERDERDE DRUK UITOAVE: BROCHUREHANDEL DER SOCIAAL-DEMOCRATISCHE PARTIJ J. J. BOS & Co., KINKERSTRAAT 300 AMSTERDAM INHOUD. I. Het Imperialisme. II. De Wereld-Oorlog. III. Het Proletariaat, Wereldkapitaal tegenover Wereldarbeid. IV. Het Nationalisme van het Proletariaat. V. Het Voorbeeld van Duitschland. De Redenen van het Nationalisme. Weerlegging dezer Redenen. VI. De Oorzaken van het Nationalisme van het Proletariaat: o. De Onkunde omtrent het Imperialisme. b. Het Reformisme. VII. De Nationale Massa-Actie. VIII. De Oorzaken van het Nationalisme van het Proletariaat : c. De Radikalen. KautSky. IX. De Marxistische Richting. De Nationale en Internationale Massa-Actie. X. De Toekomst. Naschrift. Het eerste en derde hoofdstuk, en het laatste van dit geschrift, worden, in hoofdzaak, gevormd door de rede, die de schrijver op het Internationaal Socialistisch Congres te Bazel had moeten houden. Zij kon niet uitgesproken worden, omdat het Congres besloot, dat geen besprekingen zouden plaats hebben. De eerste Imperialistische WereldOorlog, die nu gaande is, maakt het noodzakelijk, dat zij, vermeerderd met een bestrijding van de houding der Internationale tegenover het Imperialisme en den WereldOorlog, wordt uitgegeven. September 1914. Het Imperialisme, de Wereldoorlog en de Sociaaldemocratie. i HET IMPERIALISME. De Internationale Vereeniging van Arbeiders, in 1864 door Marx •gesticht, in 1872 verdwenen, in 1889 herboren, ligt verscheurd uiteen. De eerste maal dat zij internationaal moest zijn, valt zij in stukken. Bij den oorlog van Duitschland en Oostenrijk eenerzijds en de Triple Entente: Engeland, Frankrijk, Rusland, en Servië en België anderzijds hebben de arbeiderspartijen in Duitschland, Oostenrijk, Engeland, Frankrijk en België partij gekozen voor de bourgeoisie van hun land," -en over en weer worden reeds de heftigste beschuldigingen door de eene arbeiderspartij tot de andere gericht, alsof zij eikaars vijanden zijn. Het schijnt alsof de Internationale de socialistische ideeën heeft opgegeven. Deze débacle, déze nederlaag van de sociaaldemokratische gedachte en organisatie zal in de volgende bladzijden tot haar oorzaken worden onderzocht. Het wezen van de Internationale tot nu toe, waardoor zij te gronde ging, zal worden blootgelegd, het karakter van de verandering die over haar komt, aangetoond, en de vorm en de strijd die zij zal moeten aannemen, wil zij haar doel bereiken, aangewezen. De geweldige toename van het kapitaal, zelf veroorzaakt door den groei der productiekrachten in de negentiende eeuw, heeft het Imperialisme voortgebracht: het streven van alle krachtige staten om zich nieuw gebied, vooral in Azië en Afrika, te veroveren. Evenals, op het ekonomisch terrein, de Vrije Concurrentie vervangen wordt door het Monopolie van het Syndikaat en de Trust, zoo zoekt, politiek, elke machtige Kapitalistische .Staat het Monopolie van Grondbezit en van Uitbuiting van Vreemde Gewesten. In tegenstelling tot de vroegere koloniale politiek, die het voornamelijk om den handel te doen was, wil het Moderne Kapitalisme ook export van kapitaal en van productiemiddelen om de vreemde landen kapitalistisch te exploiteeren, d.w.z. om den bodem te onteigenen en de inwoners tot proletariërs te maken. Dit maakt de politieke beheersching .dier landen noodzakelijk. Het eerste ontwaken van het Nieuwe Imperialisme, zijn eerste daad, was de bezetting van Egypte door Engeland. Daarna kwam de oorlog van Japan tegen China, Japan verovert Korea, die van Amerika tegen Spanje, Amerika neemt Cuba en de Philippijnen, die van de Engelschen tegen de Boeren, de expedities van Europa tegen China, de oorlog van Japan tegen Rusland. Intusschea was de wereld verdeeld. Er bleef zoo goed als geenvrif land meer over; zelfs in Afrika niet. Toen barstten achter elkaar de krisissen los. De Mogendheden wilden elkanders beiit. De Marokko-krisis bedreigt driemaal den Europeeschen vrede, de Balkankrisis tweemaal. Dan komt de Italiaansch-Turksche oorlog om Tripoli, daarna de oorlogen van Servië, Bulgarije en Griekenland tegen Turkije om stukken van dit laatste rijk. De spanning wordt hierdoor al grooter en grooter. De verdeeling van Turkije brengt alle hartstochten, aller hebzucht en heerschzucht in beweging. Duitschland wil Klein-Azi«, Mesopotamië, Belgisch- en Fransch-Congo, Nederlandsch-lndië, de Portugeesche bezittingen, een samenhangend gebied in Afrika van Oost naar West, Marokko, als het kan een stuk der Engelsche bezittingen. Frankrijk wil het enorme koloniale rijk dat het in de laatste eeuw verwierf, behouden, en, als het kan, meer verwerven: Syrië, een stuk van Klein-Azië, DuitschAfrikaansch gebied. Italië zoekt uitbreiding in Afrika, als het kan m het Oosten der Middellandsche Zee. Engeland wil houden wat het heeft en Afrika maken tot een Engelsch werelddeel. Het wil eea aaneensluitend gebied van de Kaap naar Egypte, en, over het Kanaal van Suez, door Klein-Azië, Mesopotamië, Arabië, Perzië en Afghanistan naar Indië. •) \ . . . Duitschland, Frankrijk, Engeland, Rusland, Japan, de. Vereenigde Staten loeren op China. Holland wil Nederlandsch Indië behouden. België den Congo. Portugal zijn Afrikaansche koloniën. Alle deze kleine staten willen de uitbuiting en de overheersching hunner koloniën vergroote» en vermeerderen. Oostenrijk-Hongarijë wil de oostkust der Adriatische Zee, Ssrvië, een stuk van Macedonië, toegang naar de Aegaeische Zee. Rusland wil den Balkan, Turkijë, Klein-Azië, Perzië, Mongolië', misschien havens aan den Atlantischen Oceaan. Alle staten zoeken terreinen voor export van hun waren, voor hooge winst gevende belegging van hun kapitaal. Het Imperialisme wil niet alleen koloniën, het wil ook sfeeren van invloed voor den handel, en industrieel en financieel monopolie. Men moet echter niet gelooven dat het Imperialisme alleen ver over zee, in koloniën expansie zoekt. Rusland en Oostenrijk, die expansie zoeken in Europa, bewijzen dit. Indien het voor de verovering en beheersching der koloniën en der zee noodig is, zoekt het kapitaal uitbreiding door verovering en onderwerping, of althans afhankelijkmaking, van vreemde staten in Europa. Zoo Duitschland nu die van België (of van een deel van België!), van Holland, later misschien van Denemarken, die het noodig heeft om hun ligging, om hun havens, voor zijn expansie op de wereld en voor zijn strijd tegen Engeland. Alle groote staten zoeken Wereldmacht, <) Het karakter van het Imperialisme van verschillende landen is verschillend, b.v. dat van Rusland anders dan dat van Engeland. Het zou ons te ver voere» dit hier uiteen te zetten. Beheersching der Zee, een definitieve Monopolie-stelling voor hun Voll^ Om al deze doeleinden, of een deel van hen, te bereiken, en anderen er van af te houden, hebben de groote Mogendheden met elkaar verbonden gesloten, Duitschland met Oostenrijk, Engeland met Frankrijk en Rusland. En om dezen strijd, — althans voorloopig, — de eerste fase van dezen strijd, — uit te vechten, daarom is deze oorlog ondernomen. De ware oorzaak, de beginner, de teweegbrenger van dezen oorlog is dus niet één staat, — maar alle staten die Imperialistische politiek voeren, Duitschland, Engeland, Frankrijk, Oostenrijk, Rusland, België, Japan, elk voor zich en alle te samen, zijn de oorzaak.',) Alle gebazel der burgerlijke en sociaal-demokratische partijen en bladen, dat men een afweeroorlog voert, dat men wel mee moet doe» omdat men aangevallen is, is niets dan bedrog, dat dient om aan bet eigen meedoen een schoonen schijn te geven. Duitschland, of Rusland, of Engeland de oorzaak van den oorlog te noemen is even dwaas of onwaar, als de spleet die in den vulkaan komt, de schuld te geven van de uitbarsting. Alle Europeesche staten hebben zich voor dit konflikt sinds jaren gewapend. Zij willen allen aan hun roofzucht voldoen. Zij zijn allen even schuldig. ') Kautsky is van een andere meening. Hij meent (in zijn brochure: Nationale Staat, Imperialistische Staat en Statenbond) dat de tegenwoordige oorlog niet door imperialistische motieven ontstaan is. Hoe komt Kautsky tot deze meening? Hij geeft toe, dat de strijd tusschen Duitschland en Engeland om den weg over land naar Indië, over den Balkan, Turkije, Klein-Azië, Arabië een hoofdoorzaak van hun tegenstelling is. Maar, zegt hij, deze oorzaak bestond niet meer. Tusschen Oostenrijk en Turkije lag nu een slagboom van zelfstandige staten: Servië enz. Daardoor — zegt Kautsky — verloor de Duitsche politiek in Turkije en Klein-Azië haar voor Engeland dreigend karakter. „Daarom heeft men het recht ie zeggen dat het oost-Europeesene uitgangspunt van den oorlog niet imperialistisch is." De osst-Europeesche politiek wordt niet door imperialistische verlangens beheerscht. En „West-Europa werd in den tijd. van het uitbreken van den oorlog door geen impeiialiïtische strijdvraag verdeeld. Zij waren alle geregeld." Wij vragen: En het Ultimatum van Servië aan Oostenrijk? Het Ultimatum dat Duitschland waarschijnlijk dicteeide, in elk geval wilde? Wat was dit Ultimatum anders dan het ontrollen van het geheele Balkanvraagstuk, zijn gewelddadige oplossing naar Oostenrijk's en Duitschland's wil, waardoor van zelt ook het Turksche, het Klein-Aziatische, het Arabische en tem slotte ook het Indische vraagstuk werd ontrold ? Zoo raakte het Oostenrijksche Ultimatum den diepsten kern van de Duitsch-Engelsche tegenstelling. Hiermede is Kautsky's bewering weerlegd. Wij zullen verder zien dat Kautsky tot deze vervalsching der feiten komt door vrees. Door vrees voor den niet te ontwijken strijd tusschen Imperialisme tn Proletariaat, en voor zijn sterkste wapen: de Massa-Actie. Kautsky is met deze bewering tot bondgenoot geworden van de Duitsche en Oostenrijksche imperialistische klasse, de hooge Bank en haar knechten. Want niets kan dezen menschen aangenamer zijn dan dat deze oorlog, de slachting van hun volken en de moord op de arbeiders van Europa, den arbeiders wordt voorgesteld niet als het noodzakelijke gevolg van hun onverzadelijke dorst naar vergrooting van gebied. — Het spreekt van zelf dat bij een zóó reusachtigen oorlog ook andere motieven hier en daar meespelen. Deze zijn evenwel onbeteekenend vergeleken bij het Imperialisme, en kunnen daarom hier weggelaten worden. — Alleen zij vermeld dat Servië vecht voor zijn stichting als nationale Staat. II. aKS DE WERELD-OORLOG. Het is dus het Kapitalisme dat de schuld draagt van dezen eersten Wereld-Oorlog. Het Kapitalisme der Wereld dat expansie zoekt. De wording *van het geheele Kapitalisme is één Geschiedenis van Bloed en Moord. Van moord op concurrenten, op arbeiders, op eigen, óp vreemde volken. Ontelbaar zijn de bladzijden der geschiedenis van het Moderne Kapitalisme, die druipen van bloed, sinds het zijn loop en ontwikkeling begon met den strijd der Portugeezen en Spanjaarden om de verovering en het bezit van Indië en Amerika, toen zich voortzette in den strijd der Spanjaarden en Hollanders, der Hollanders en Engelschen, der Engelschen en Franschen, op aldoor grooter schaal en om aldoor grooter macht, tot de Engelschen de wereldheerschappij over de zee veroverden door hun overwinning op Napoleon. Ontelbaar zijn de van bloed druipende bladzijden van den strijd op de vastelanden van Europa en Amerika om de kapitalistische macht. Maar geen enkele van die bladzijden is zoo rood van bloed als die nu beschreven wordt. De landen die aan dezen oorlog direkt of indirekt meedoen, hebben een oppervlakte van meer dan de helft van het land der aarde, en een bevolking van 900 millioen menschen.1) De legers die zij op de been kunnen en zullen brengen, tellen tientallen millioenen, en de dooden en gewonden en voor goed verzwakten zullen millioenen en millioenen zijn. De aarde wordt gemest met lijken in een aantal zooals nog nimmer in een oorlog. Daaraan is het Kapitalisme, zijn alleen de kapitalistische klassen schuld. Elke en allen. Want dit alles wordt alleen gedaan: Om de winst van het Kapitaal. Alle kapitalistische klassen willen met dezen Oorlog de uitbreiding van het Kapitalisme over de Aarde. Om daaruit, en uit alle volken der aarde, die zij in hun loonarbeiders willen veranderen, nieuw grooter kapitaal te maken. Het is de Winst voor de klasse die zij, die jammerlijke poppen in de handen der Wereld-Ontwikkeling, vertegenwoordigen, die de Keizers en Koningen roept tot hun gebral over het Vaderland dat roept, God die getuige is van den edelen wil der volken, de rechtvaardigheid der zaak, God die zal helpen en de overwinning geven. Jammerlijke poppen in de geschiedenis der Ontwikkeling der Menschheid, die, zelf nu groot en heerlijk (immers zij bereidt de Aarde nu tot het Socialisme voor), deze menschen dwingt zoo klein te zijn. Het is de Winst voor de klasse, die de Bankiers en de Industrieelen en het Handels- en Transport-kapitaal en de Grondeigenaars roept om nu in de Parlementen .te besluiten, te doen besluiten tot den Oorlog. Het is de Winst, de kleine lage winst, door onderwerping aan het Groot-Kapitaal gemaakt, die nu den Middenstand dwingt en den Boer en den Pachter, om, zij het ook angstig en bevreesd, met het GrootKapitaal in den Oorlog één te zijn. ') Deze cijfers zijn in den loop van den oorlog veel grooter geworden. Het is de Winst, de. Gouden Winst, die de geheele Wetenschap en de geheele Kunst en den geheelen Godsdienst, dwingt om, met de kapitalistische klassen, hunne handen te bezoedelen aan het bloed van millioenen medemenschen. Het is de Winst, de lage materieele Winst, die al deze klassen dwingt tot den grootsten, wijl meest omvattenden, leugen, en tot de hoogste, wijl het meest, het openlijkst, het duidelijkst met de waarheid der nu aan den dag liggende verhoudingen in strijd zijnde huichelarij, deze namelijk: dat zij, hun natie, dezen oorlog voeren om rechtvaardige redenen, — dat zij de edelste hoogste bedoelingen hebben: de Vrijheid der volken, — dat zij de Cultuur dienen. Dat hun Vaderland de draagster is van het Licht, de Menschlijkheid, de Beschaving. Dit alles is leugen en huichelarij. Er moge uit den oorlog vooruitgang komen. Die is niet hun doel. Die komt niet door hun Wil. — Hun Wil, om hun Doel te berei'cen, is Bloed. Menschenbloed. Het bloed hunner Vijanden, Menschen als zij. — En hun eenig doel is Winst. Kapitaalwinst. Meerwaarde. Uit zwakke volken en Arbeiders geperst. De vuile lage winst, en niet de Cultuur. En het is ten slotte die Winst, waarom en waarmee zij het Proletariaat meesleuren in dezen oorlog. - De arbeidersvrouw wier man, zoon of bruigom valt in Frankrijk, Vlaanderen of Polen, moge nu denken: Mijn jongen, mijn man ligt daar, omdat hij moest vechten voor de winst uit den Congo, uit China, uit Klein-Azië. De arbeider moge zich zeggen: wij zijn gedwongen tot den o jrlog, millioenen van ons worden gedood om de winst van het Kapitaal alleen. Onze klasse zal er geen winst, zij zal er alleen nog grootere ellende en slavernij van oogsten. In dat licht, in dat licht alleen, moeten de Keizers en Koningen, de Ministers en Parlementsleden, - Bankiers en Industrieelen, — in dat licht, in dat licht alleen, de Professoren, de Geestelijken en de Kunstenaars die dezen oorlog verdedigen, worden gezien. Vele sociaal-demokraten, vooral in Duitschland, spreken van den waanzin van de oorlogstoerustingen, het Imperialisme. Maar het is allerminst waanzin van de kapitalisten, als elk kapitalistisch land koloniën wil hebben, en monopolistisch bezit van wereldgebied, en als elk land zich daarom zoo sterk mogelijk wapent en milliarden voor die wapening uitgeeft. Het is een gebrek aan beter argumenten, als men van waanzin spreekt. Want ernorme winsten stroomen uit dat gebied, als het rijk is, af op het moederland. Als Duitschland een deel van China of Nederlandsch Indië voor zich wist te krijgen als uitbuitingsgebied, dan zouden, evenals uit Indië naar Engeland, milloenen, ja milliarden vandaar jaarlijks komen in Duitsche handen. De Hooge Duitsche Banken, het kleine aantal Groot-Industrieelen en Handelslieden dat Duitschland beheerscht, zouden de kosten van het leger en de vloot, die daarvoor noodig-waren, laten betalen door het geheele Duitsche volk, de milliarden winst voor zich houden. Terecht dwingen zij dus het Duitsche volk tot wapening, en van hun standpunt met volkomen juist verstand, drijven zij Duitschland tot een oorlog voor imperialistische uitbreiding en koloniaal bezit. En terecht doet de Middenstand mee, want ook hij krijgt ten slotte direkte voordeden, — hij leeft, grootendeels, van het Groot-Kapitaal. De waanzin is niet bij hen, noch bij den Middenstand. Achter al die Klassen, achter die Koningen en Keizers en Parlementen, achter al die legers, staan, verborgen en alleen voor het bewuste, het wetenschappelijk oog te zien: de Hooge Bankiers, de groote Staalen Ijzer- en Mijn-Magnaten, de Wereld-Trusts, de Syndikaten van het Transport, de groote Concessionarissen en Monopolisten. Zij beheerschen de groote Bewegingen van het Kapitaal en dus de Maatschappij. Zij zijn weinig in aantal. Alles gehoorzaamt hun. Onzichtbaar en koel, zonder medelijden of gevoel, alleen met het verstand regelen zij de Kapitaal-bewegingen. Door de zich uitbreidende productie zijn zij n« tot dezen oorlog gedreven, om het, hun kapitalisme verder uit te breiden, grooter en machtiger te maken. Het te maken tot de eenige Wereldmacht. Maar het Kapitalisme, alle Kapitalistische klassen, zijn aan dezen oorlog schuld. Want zij volgen allen dat Groot-Kapitaal. Zij zijn n» waarlijk hierdoor als één Massa, en staan als één Massa schuldig aan dezen Massamoord. Het wezen van het kapitaal is meerwaarde-vorming. Altijd grooter, door beter werktuigen. Zijn wezen, zijn leven, zijn daad1 is dus uitbreiding, en dus uitbreiding eindelijk over de geheele aarde. Het middel van het kapitaal, dat immers ontstaat door het privaatbezit der productiemiddelen en dus altijd in bezit van bijzondere personen is, — zijn middel tot uitbreiding is Strijd. Deze Wereld-Oorlog volgt dus uit het Wezen en het Leven van het Kapitalisme. Hij is dus Noodzakelijk. Hij is het Noodlot, zooals men vroeger, of God's wil zooals men later zeide. Hij is de noodzakelijke ontwikkeling, fase van ontwikkeling, drijfveer en uitwerking van het Moderne Kapitalisme, zooals wij nu denken. De Kapitalistische klasse heeft nog een groote Taak te vervullen in de Wereld. De uitbreiding van het Kapitaal over de Wereld. Zii heeft nog een enorme Macht om dat te doen. _ Het Proletariaat is nog te zwak, rtog een te klein deel van haar is zich van haar Doel en Ideaal bewust. Zij is nog ie zwak voor haar Taak, de Bevrijding der Wereld van het Kapitaal. Het Imperialisme, en de Imperialistische buitenlandsche en koloniale politiek, d.w.z. de uitbreiding van het Kapitalisme, d.w^z. der hoogere Arbeids-Methoden over de aarde, de noodzakelijke fase in de ontwikkeling van het kapitalisme, brengt ten slotte h«t Wereld-Sociahsme. Maar de wijze waarop het het Kapitalisme ontwikkelt, die «d™ï£1nd•;. vernietigend voor het Proletariaat. En het is juist de strijd tegen die wijze, die het Proletariaat sterker maakt, en waardoor het Proletariaat rijp wordt voor de Vrijheid. -$fêf| III. HET PROLETARIAAT. WERELD-ARBEID TEGENOVER WERELD-KAPITAAL. Het Kapitaal komt door het Imperialisme in een nieuwe verhouding tegenover het Proletariaat. Het Proletariaat komt door het Imperialisme in een nieuwe verhouding tegenover de Bourgeoisie. Het Imperialisme maakt den toestand van het Proletariaat in het algemeen slechter. Hierbij moeten wij wat langer stilstaan. Om te weten dat het Proletariaat zich, met alle macht, tegen het Imperialisme verzetten moet, moet men begrijpen dat het Imperialisme het Proletariaat nadeelig is. De koloniale politiek brengt aan de kapitalistische maatschappij in het algemeen de grootste voordeden. Het was de koloniale politiek, die in de zestiende en zeventiende eeuw den stroom van edele metalen naar Europa bracht, en zoo het moderne kapitalisme in Holland, Engeland en Frankrijk deed ontstaan. Door de koloniale politiek ontstond de kapitalistische handel en industrie, — door haar de overzeesche markt. Zij veroverde Noord- en Zuid-Amerika, Australië en Afrika en maakte deze werelden tot voortbrengers van landbouwproducten voor Europa. Door haar was het mogelijk, dat Engeland het eerst, daarna andere landen groot-industrieel werden. Door haar zijn de goudstroomen uit Californië, Australië en Transvaal naar Europa gekomen, die het kapitalisme opnieuw geweldig hebben bevrucht en reusachtig uitgebreid. Zij is dus de brenger van goud, de schepper van nieuwe markten, de brenger van altijd meer grondstoffen en voedingsmiddelen. Zij zet die scheppende kracht, van af de zestiende tot nu in de twintigste eeuw onafgebroken en steeds intenser voort. Zij maakte, en maakt dus, met het Kapitaal de Industrie, — dus ook het moderne Proletariaat. * Koloniale politiek, en dus ook het Imperialisme, kunnen ook direkte voordeden brengen aan het proletariaat. Of zij ze brengen, hangt alleen van de koloniën af. Er zijn koloniën die alleen aan een kleine groep kapitalisten, er zijn er die aan vele kapitalisten, ambtenaren, officieren voordeel geven en geene of zoo goed als geene aan het proletariaat, er zijn "er, die zoowel aan een groot gedeelte der kapitalistische als aan een deel der arbeidersklasse voordeel brengen. .... Engelsch Indië en Nederlandsch Indië, door de natuur ontzaggelijk rijke landen, met een nijvere, ontwikkelde, talrijke bevolking, brengen ook aan de arbeidersklasse van Engeland en Nederland voordeel, d.w.z. werk en loon. En zoo zijn er meer landen, b.v. China, waarop het kapitaal nu aast. Wanneer bijv. kapitaal geëxporteerd wordt naar, laat ons zeggen, Nederlandsch-Indië, dan beteekent dit: export van ijzer- en staalwaren, machines enz., die in Nederland zijn gemaakt. Het is Nederlandsche Industrie, Nederlandsch Kapitaal in de koloniën, en dit begunstigt, wanneer kwaliteit en prijzen gelijk zijn, het Moederland. Er is dus direkt voordeel voor den Nederlandschen arbeider. Verder houdt de productie van voor den uitvoer naar de koloniën en sfeeren van invloed en zwakke landen als China, bestemde handelswaren vele arbeiders bezig. Zóo in Nederland vele arbeiders in de Textiel-Industrie. Ook hier begunstigen de koloniën, de sfeer van invloed, het Kapitaalsgebied, als de overige voorwaarden gelijk zijn, het Moederland. Verder wordt er voor het Transport naar de Kolonie, enz. veel in het moederland gebouwd. B.v. Schepen. Ook hierdoor krijgen vele arbeiders wejk. En dit werkt weer op andere industrieën, b.v. de ijzermijnen, de walswerken, de ijzer- en staalfabrieken, de steenkolenmijnen terug. Verder wekt de handel, met b.v. weer Nederlandsch Oost- en West-Indië bijzondere industrieën, bijv. rijst- en koffiepellerijen, cacaofabrieken etc. Ten slotte druipt de reusachtige winst, in Indië gemaakt, ook (behalve op den hoogeren en lageren middenstand) op de arbeiders af. Streken en steden in het Moederland, (b.v. in Nederland de omgeving van Arnhem, Utrecht, Haarlem, het Gooi, — de steden den Haag, Arnhem, Nijmegen) leven voor een deel van die winsten. Ook een deel van de arbeiders, b.v. der bouwvakken, der luxe-bedrijven. Verder de bedienden, lakeien etc. Al deze arbeiders te samen vormen in Nederland een groot, in Engeland een zeer groot aantal. 'En de arbeiders die alleen hun direkt voordeel zien, en in de winst van den bourgeois hun winst, meenen, dat, om die voordeden, de koloniale politiek hun voordeelig is.1) Maar de revolutionaire sociaaldemokratie is, moet althans zijn, tegen de kapitalistische koloniale politiek. l Waarom ? Omdat koloniale politiek altijd gevoerd wordt door middel van roof en plundering, moord, en de vreeslijkste uitbuiting.2) Daarin kan de revolutionaire sociaal-democratie niet toestemmen, niet alleen om de hoogste beginselen en idealen van menschelijkheid, die zij altijd ') Hier ligt een wortel van het Reformisme. Wij zullen verder in ons betoog zien, dat hier Ook een wortel ligt van de zwakheid der Internationale en van het meedoen en instemmen van haar, met de bourgeoisie, in dezen Wereldoorlog. Wanneer overigens de kapitalist tegenover de arbeidersklasse hoog opgeeft van de voordeelen, die ook voor haar uit de koloniën komen, dan kan de revolutionaire arbeider daarop ten antwoord geven, dat, als het kapitaal dat nu geïmporteerd wordt, in het moederland, b.v. Nederland, bleef en in industriëele ondernemingen belegd werd, dit direct, onmiddellijk, voor den eersten tijd, nog voordeeliger zou zijn voor het proletariaat. Want dan zouden de machines hier gebruikt worden. Het loon dat nu in Indië de gekleurde arbeiders verdienen, zou hier worden betaald, etc. En de arbeider kan daarbij voegen, dat een kapitalistisch land zonder koloniën, en zonder sfeeren van invloed een enormen bloei kan bereiken. Alleen door handel, uit- en invoer, of door de hoose ontwikkeling van techniek, wetenschap en organisatie der industrie. En dat Duitschland en België daarvan het bewijs zijn. Dat dus deze imperialistische oorlog niet noodig is voor den arbeider, doch alleen door de onveizadelijke hebzucht van het kapitaal veroorzaakt wordt. 2) Men zie o.a. het belastingstelsel in Nederlandsch en Engelsch Indië. vertegenwoordigt, maar ook uit eigen belang. Die arbeiders worden gebruikt als hunne concurrenten, als drukkers van het loon. De kleine boeren en arbeiders van Indië, en der door de machtige Stater» onderdrukte wereld, zijn de toekomstige socialisten. De tijd komt ak nader en nader, en is al gekomen of zeer nabij, dat nitt alleen de-, japansche en Chineesche arbeiders, maar ook de Indische, de Egyptische, de zwarte arbeidersbevolking van sommige deelen van Afrika tot de Arbeidersbeweging, tot het Socialisme komt. Die arbeiders en kleineboeren mag het proletariaat niet van zich vervreemden. Het moet hen helpen en in alles bijstaan, want het moet door hengeholpen worden. Zij moeten nu reeds inzien, dat zij bij het Europeesche en Amerikaansche en Australische proletariaat behooren. ■— Koloniale politiek brengt verder, als arbeiders van verschillende natiesaan haar meedoen of willen meedoen, vijandschap tusschen hen. Koloniale politiek wekt bij de arbeiders die aan haar meedoen, Imperialisme,. Nationalisme en Chauvinisme op en verdeelt hen dus. Koloniale politiek kan, in het klein en voor het oogenblik, dus voordeelen geven aan het proletariaat, in het groot gezien en op den duur bederft zij het leven der arbeidersklasse. -— Koloniale politiek kan aan een gedeelte der arbeidersklasse (mijnwerkers, ijzer- en staalwerkers, scheepsbouwers etc, kortom allen die wij genoemd hebben), in het klein en gedeeltelijk ten goedekomen, zij bederft evenwel op den duur den strijd der klasse. Daarom kan het proletariaat in het algemeen reeds niet meedoen, aan de kapitalistische koloniale politiek, en komt het er door in een. sterkere tegenstelling tegenover het Kapitaal. Maar is dit reeds zoo met de gewone, ook vroegere, koloniale politiek, te meer is dit nog het geval met de moderne en imperialistische. Ten eerste legt het Moderne Imperialisme in vredestijd lasten op de arbeiders, die ondragelijk worden. Het Militarisme groeit door het Imperialisme eindeloos, de sociale wetgeving staat stil, belastingen en invoerrechten stijgen, het levensonderhoud wordt duurder, .de waarde van het loon vermindert, de reactie wordt sterker. Ten tweede wordt, in oorlogstijd, het Proletariaat door het Imperialisme verpletterd. Zijn organisaties worden verscheurd, onmetelijke lasten worden opgelegd, honger en gebrek, werkeloosheid en dood, eindelooze smart, vernietiging van geheele geslachten komen over zijn hoofd, de vooruitgang staat jaren stil, de volken worden tegen elkander opgehitst-, in den schoot van den oorlog liggen nieuwe oorlogen. Ten derde is na den oorlog de kans op vooruitgang voor het proletariaat zeer onzeker, misschien voor jaren weggevaagd, ja, de Staten kunnen, als de oorlog lang duurt, zoo verarmd zijn, zoo met schulden overladen, hun ekonómische inzinking, de verzwakking hunner productie kan zoo groot worden, dat, indien dan nog nieuwe bewapening en nieuwe oorlog volgt, de ekonómische ondergang van het Proletariaat, en, ten gevolge daarvan, zijn ondergang als strijdende klasse mogelijk wordt. Door dit alles kan het Proletariaat weder nog minder meedoen aan kapitalistische koloniale politiek, d. w. z. aan Imperialisme. Want al deze nadeelen zijn oneindig grooter dan de straks genoemde -voordeden. ') En door dit alles komt het Proletariaat, door het Imperialisme, ook in een nog veel vijandiger, scherper verhouding tegenover de bezittende klasse. Maar ten vierde, — en dit is de voornaamste verandering, ja, da onmetelijke verdieping en verscherping die door het Imperialisme in de verhouding tusschen Kapitaal en Arbeid wordt teweeggebracht, — voor het eerst in de wereldgeschiedenis staat nu, — door het Imperialisme, — in vredes-, zoowel als in oorlogstijd, het geheele Internationale Wereld-Proletariaat te samen als één geheel, — in. één strijd die alleen door het Proletariaat te samen gevoerd kan worden, — tegenover de Internationale Bourgeoisie. Dit is het nieuwe dat het Imperialisme brengt. Dit is het nieuwe dat moet worden begrepen. Dit is het wat noch de Internationale, noch de nationale partijen -die haar samenstellen, hebben gezien. Alleen wie dit begrijpt, kan den nieuwen tijd, de nieuwe fase, nvaarin de strijd tusschen Kapitaal en Arbeid door het Imperialisme gestreden is, verstaan. Hieruit, uit dit begrip, moet de nieuwe taktiek die tegen het Imperialisme gevolgd moet worden, worden bepaald. Alle moderne staten, geen enkele uitgezonderd *), bedreigen voortdurend — in vredestijd —, en verpletteren in oorlogstijd het geheele proletariaat. In vredestijd bedreigt de Bourgeoisie, de Regeering, het Kapitaal van Duitschland met zijn Imperialisme, niet slechts het Duitsche, maar ook het Fransche, het Engelsche, het Oostenrijksche, het Russische «nz. proletariaat en dwingt dit oneindige lasten te dragen. Hetzelfde ') En het Proletariaat, hoewel het inziet, dat de koloniale politiek het Kapitalisme ontwikkelt, heeft het re-cht zich tegen haar te verzetten. Want aiet alleen is de Aarde nu verdeeld, en moet het het Proletariaat als geheel onverschillig zijn of Duitschland, dan wel Engeland of een ander land een grooter -stuk der wereld bezit, en moet het zich dus verzetten tegen eiken strijd daarom, maar het heeft bovendien nu het recht zich tegen de koloniale kapitalistische politiek te verzetten, omdat het een andere betere maatschappij kant en wil dan de kapitalistische, eene waarin geen koloniale uitbuitingspolitiek noodig is, en omdat althans de West-Europeesche Staten, Duitschland en Engeland vööral, voor die socialistische maatschappij materieel rijp zijn. Het koloniale program der revolutionaire Sociaal-Democratie ia hiermede dus ook aangewezen. Het bestaat uit le. Protest tegen koloniale overweldiging en uitzuiging; 2e. Poging tot bescherming en vrijmaking der inlanders, zoolang zij xelve te zwak zijn voor revolutionaire actie; ■ 3e. Ondersteuning van elke revolutionaire actie der inboorlingen, en eisch van hun politieke en nationale onafhankelijkheid, zoodra zij zelve een revolutionaire actie beginnen. ') Ook de kleine niet. Holland, België, Portugal nemen direct deel aan de imperialistische koloniale politiek. doet het Fransche, Engelsche, Russische kapitaal met het proletariaat van alle landen. . . In oorlogstijd vernietigt het Duitsche kapitaal niet alleen de macht van het Duitsche, maar tegelijk die van het Fransche, Engelsche, Russische, Oostenrijksche enz. proletariaat. Desgelijks doen het Russische, het Fransche, het Oostenrijksche en het Engelsche Imperialisme, elk afzonderlijk en alle tezamen, met het proletariaat van alle landen. En het Imperialisme bestrijkt de geheele wereld. Men wapent zich overal. In dezen oorlog doet reeds het grootste deel der wereld mee. Het grootste deel van Europa, het grootste deel van Azië, geheel Australië, een zeer groot deel van Afrika: Zuid-Afrika, Egypte, Algiers, Tunis, alle Fransche, Engelsche en Duitsche bezittingen, Canada, straks misschien nog meerdere machten. Het Wereld-Kapitaal staat dus, in zijn deelen, voor het eerst, practisch, met daden, met één daad, door het Imperialisme, als één geheel tegenover het Wereld-Proletariaat. Het Wereld-Proletariaat heeft voor het eerst, practisch, te doen met het Kapitaal der Wereld. In de praktische politiek, in den strijd der sociaal-demokratie tegen de Regeeringen der bourgeoisie, stond, tot nu toe, het proletariaat van elk land alleen tegenover zijn eigen bourgeoisie. In den strijd der vakvereenigingen stond, eveneens, tot nu toe het 'proletariaat nationaal tegenover het nationale kapitaal. De Internationale Congressen der soc. dem. Partijen waren samenkomsten tot het opstellen van gemeenschappelijke principes, geen vergaderingen tot het maken van een praktisch krijgsplan. Die der vakvereenigingen besloten slechts onderlingen steun, zelden samenwerking, ■ hoogstens in enkele bijzondere gevallen. En dan nog slechts voor een deel der arbeiders tegen een zeer klein deel van het kapitaal. Internationaal werd er nog weinig of niet gestreden. Wel gaat de Trust, het Internationaal Ondernemers-Verbond in deze richting: het Internationaliseeren van den strijd. Maar wat zelfs de Trust en het Internationaal Ondernemers-Verbond nog niet hebben vermocht: het samenvereenigen van het geheele Proletariaat, door één druk, één' bedreiging, één strijd, tot één geheel, tot één actie, het Imperialisme heeft het tot stand gebracht: Alle burgerlijke partijen van alle landen zijn voor de wapening en voor den oorlog. Alle bedreigen dus in vredestijd, en vernietigen in ootlogstijd, het geheele Internationale Proletariaat. De eerste Imperialistische oorlog der Imperialistische Staten onderling, déze oorlog, waarop zich het Kapitaal na 1871 heeft voorbereid, waartoe het nu eindelijk is volgroeid, — déze oorlog, — de grootste verscherping van den klassenstrijd die nog heeft plaats gehad sinds de Internationale werd gesticht, — stelt voor het eerst de geheele Internationale als één geheel tegenover het Internationale Kapitaal. En het Imperialisme is blijvend. „,. . ... De bourgeoisie van één land is dus met meer alleen de vijand van deTeam?dden'van de in millioenen stukken scheidende verdeeling die de gewone uitbuiting in de fabrieken en werkplaatsen geeft, te midden van de honderdvoudige verdeeling die de onderdrukking in de Nationale staten teweegbrengt,. te midden daarvan en daarboven uit brengt het Imperialisme de arbeidersklasse op één front tegenover het kapitaal. Voor het eerst in de wereldgeschiedenis. Door één bedreiging, door één daad van het geheele kapitalisme gefroffen, staat het Proletariaat als één geheel niet meer alleen tegen, over zijn eigen bourgeoisie, maar tegenover de bourgeoisie van a le staten. Het woord van Marx, van het Communistisch Manifest, dat de arbeiders van ieder land éérst moeten afrekenen met hun eigen bourgeS,is,doorhetImperialisme,tenietgedaan,n.etmeerwaargeworden.0 IV. HET NATIONALISME VAN HET PROLETARIAAT. De eerste gelegenheid deed zich aan de Internationale voor - de eerste s nds haar bestaan, sinds 1864, - om, niet in woorden, met met een demonstratie, maar met één zelfde daad van alle part.jen d>e haar samenstellen, te toonen dat zij één was. " et Natoïïe van elke partij kon verdwijnen, voor het eerst, en ,n het Internationale opgaan. ..... = ofmeer Het Internationale, het vaderlandloos zijn, — altijd nog; mm o meer „ " macker gehuicheld, — of alleen als mooie bloem, moo sieraad SSrSkt - kon nu tegen de voortdurende wapening en den eindelijken forïog door het Imperialisme, volkomen, in al zijn kracht en macht ^Tw^voerntet dat dit de «^«^-gf gingen strijden? Gingen strijden voor hetzelfde doel, hetzelfde bezit. De^kelsocialist heeft niet altijd gehoopt en verwacht en verlangd Hilferding had in 2JI1i boek Das Finandgpita^ apitallsme 0TtZ^lf^TZ\^ he. prelegaat ,) De „„„ding. de rlch.inx een,, .atlon.le :fSeHheÓ$iS opgedragen, om, met alle middelen en tot het uiterste, dezen wereldoorlqg te voorkomen. Men was dus niet onvoorbereid. Alleen hij kwam nog kolossaler dan men gedacht had. Zóó algemeen had men zich de deelname der kapitalistische staten toch niet voorgesteld. Maar wat kon schitterender en klaarder en duidelijker zijn, dan dat het kapitaal der wereld tot een onderlinge worsteling kwam en daarmede zich stelde tegen het wereldproletariaat? Wat heerlijker, uit het oogpunt van socialistische propaganda, dan dat het geheele wereldproletariaat binnen den omvang van den oorlog kwam ? Nu had men eindelijk, de door het kapitaal zelf, door zijn groei, buiten eenige verantwoordelijkheid der arbeiders gebrachte tegenstelling tusschen den Arbeid en het Kapitaal, der geheele wereld, j Hier het Kapitalisme dat door zijn modernste uitingen en machten: ■ de trust het monopolie, het geconcentreerde bankkapitaal den de Aarde ,*n de Arbeiders vernielenden Oorlog bracht, daar het Proletariaat dat ,'den Oorlog niet wilde,, en hem tot het uiterste bestreed. Welk een schitterende vooruitgang sinds 1864, sinds 1871, den laatsten West-Europeeschen oorlog. Toen een oorlog tusschen twee kapitalistische volkeren, terwille van de consolideering van een volk tot één staat, het kleine begin van de wording van Duitschland. Toen, in overeenstemming daarmee, slechts enkele arbeiders die zich verzetten. Nu een wereldbotsing van haast alle vast gevoegde en gevestigde volken buiten Amerika, terwille van de macht over de Aarde, terwille van de taak om het kapitaal zijn laatsten reuzentocht over de Aarde te laten doen, terwille van de consolideering van het wereldkapitaal. En nu, in overeenstemming ook met deze geweldige krachten en het alles omvattende doel, millioenen en millioenen arbeiders vereenigd, die zich zouden verzetten tegen het Kapitaal, dat hen voor zich zelf met eindelooze lasten had verdrukt en hen nu nog als voedsel der kanonnen wilde gebruiken, dat hen door een wilde, razende bewapening, en blinden, in zijn einde en werking niet af te zienen oorlog nu aan altijd nieuwe bewapening en altijd nieuwen oorlog blootstelde, en hen aldus met ondergang bedreigde. En wat was ook eenvoudiger, wat klaarder dan dat alle proletariërs, tegen het gevaar dat hen van alle staten dreigde, één protest, één actie, één wijze van strijden tot het laatste toe hadden aangenomen? Tegen alle en tegen eiken? Wat was duidelijker, welke actie meer voor de hand liggend, welke daad in zijn gevolgen voor de propaganda, de organisatie, de revolutie schitterender, en de massa tot in zijn verste duisterste hoeken meer verhelderend, dan één eensgezinde strijd in alle landen, op dezelfde wijze, van alle leden der Internationale tegen dezen oorlog? 'Hoe klaar, hoe bindend, hoe lokkend voor alle arbeiders, en zelfs voor een deel der kleine burgerij en van den middenstand, zou het geweest zijn, als in alle parlementen dezelfde taal had weerklonken, in alle landen dezelfde daden waren gedaan? En nog eens, wat eenvoudiger, wat klaarder, wat meer met de 'wezenlijke waarheid der feiten en verhoudingen overeenstemmend? De Arbeid der Wereld voor het eerst tegen het Kapitaal der Wereld. Zoo zou men denken. j Maar de gang der zaken is een geheel andere geweest. In plaats van Strijd tegen het Kapitaal, is er Onderwerping aan en j Samenwerking met het Kapitaal gekomen, in plaats van Eenheid der | Arbeiders Splitsing in zooveel deelen als er naties zijn, in plaats van Internationaliteit Nationalisme en Chauvinisme. É Alleen in Servië hebben de sociaal-democraten in het Parlement tegen den oorlog gestemd, en in Rusland hebben zij zich van stem- •ming onthouden door de zaal te verlaten.1) In Duitschland hebben zij de milliarden toegestaan. In Oostenrijk dit goedgekeurd. In Frankrijk en België zijn zij tot het voeren van den oorlog getreden in het burgerlijk Ministerie. In Engeland heeft de Arbeidspartij de dienstneming aangeraden. In Zweden, Noorwegen, Denemarken, Zwitserland, Nederland, hebben de socialisten de gelden voor de mobilisatie ter bewaring der neutraliteit goedgekeurd, — d.w.z. zoo noodig voor den oorlog, den Imperialistischen oorlog.2) i , ln bijna alle landen dus inplaats van bestrijding van, een samen[ gaan met de bourgeoisie. De kenner der Internationale Sociaal-Demukratie had dit intusschen reeds lang zien aankomen. Het Congres te Stuttgart was het laatste Congres waarop waarlijk ernstig stelling genomen werd tegen het imperialisme. Maar te Kopenhagen reeds wankelde men, en te Bazel ging men op de vlucht. Het was alsof men, naar mate het Imperialisme sterker, het oorlogsgevaar grooter werd en nader kwam, des te banger werd. In Bazel klonk alleen nog een fanfare, maar uit de holle frasen van Jaurès, de leege dreigementen van Keir Hardie, het laffe gesnik over den ondergang der cultuur van Victor Adler, en de slappe niets zeggende woorden van Haase, uit het i>lele pralen van het Congres zelf, klonk reeds de onwil, de afkeer, de onmacht om iets te doen. Erger nog, men was toen reeds algemeen van plan om mèt de bourgeoisie te gaan.3) De bourgeoisie, die, door haar eigen rotheid, voor moreele ontbinding een zeer fijnen reuk heeft, rook onmiddellijk de rotheid van dit Congres en der Internationale. Zij voelde dat van dit Congres niets te vreezen was. Zij stelde de kathedraal van Bazel ter onzer beschikking. En welke plaats kon meer geschikt zijn voor de huichelarij der Sociaal-Demokratie, voor een congres dat iets anders zeide dan het wilde, dan een Kerk waar sinds eeuwen de Christelijke huichelarij dag na dag is verkondigd? ') Dit is in de Doema de scherpste vorm van ptotest, scherper nog dan tegenstemmen. 2) In Italië is de Kamer niet bijeengeroepen. — De Italiaansche sociaal-demokratie heeft zich op schitterende wijze tegen den oorlog verzet. 3) Qreulich zei reeds op het Congres dat de Zwitsers zeker naar de grens zouden gaan. Hetzelfde zei kort na het Congres Renner in den Rijksraad. Troelstra had het reeds herhaaldelijk in Holland beloofd en bevestigde het na het Congres nog weder. Wij zullen nu aantoonen, door welke oorzaken die onmacht en die huichelarij gekomen is. '] Maar voor-wij dit doen, zullen wij aan een voorbeeld, Duitschland, in bijzonderheden aantoonen, tot welk een schande en nadeel voor zich zelve en onderlinge verdeeldheid de Internationale gekomen is, door niet tot "het uiterste tegen den Imperialistischen Oorlog van het geheele Kapitalisme te strijden, en door hierin niet, als een geheel Proletariaat, tegen hem één te zijn. _ Wij zullen daarbij tegelijk de gelegenheid vinden de voornaamste redenen, die zij zelve voor haar handelen opgeeft, te weerleggen. V. HET VOORBEELD VAN DUITSCHLAND. DE REDENEN VOOR HET NATIONALISME VAN HET PROLETARIAAT. WEERLEGGING DEZER REDENEN. Het voorbeeld van Duitschland. Deze oorlog is de oorlog van Duitschland. Niet in dien zin, dat een der andere groote Mogendheden minder de schuld aan", de oorzaak van dezen oorlog zou zijn. F Maar in dezen, dat Duitschland hem het best heeft voorbereid, hem met de grootste kracht voert, door de grootste materieele en geestelijke krachten gestuwd wordt, het grootste doel voor oogen heeft, de aanvallende partij dus zijn moet, en, alleen kapitalistisch-technisch, kapitalistisch-ekonomisch gesproken, afgezien van alle andere factoren, winnen moest. Duitschland heeft zich na 1870 tot tweeden Europeeschen kapitalistischen staat omhoog gewerkt. Maar Duitschland overtreft Engeland in organisatie van industrie, handel, verkeer en bank, — innerlijk is het daarin machtiger. Met de Vereenigde Staten is het het eenige modern georganiseerde kapitalistische land. — Zijn absolutisme, zijn jonkerdom, — en daardoor zijn leger en bureaukratie, — maken het, — naas't de gecentraliseerde Bank, de geconcentreerde Handel, Industrie en Transport, — tot het model van den Imperialistischen staat, tot den eenigen volkomen Imperialistischen staat der Wereld. Het vereenigt de machtsmiddelen der Bourgeoisie met die der Absolute Monarchie. Zijn krachten, zijn expansiekracht, zijn, door dit alles, grooter dan die van Engeland zonder zijn kolonies. | Maar Duitschland is afgesneden van volkomen expansie. Het kwam 1 te laat tot de macht. De beste stukken der aarde waren al in het bezit van anderen. En de Mogendheden hebben gezorgd, dat het niets I of bijna niets kreeg. Alle pogingen van Duitschland, om iets ' van beteekenis' te krijgen, zijn geheel of bijna geheel verijdeld.. Marokko kwam aan Frankrijk, aan België de Congo, Engeland nam het grootste deel van het overig Afrika, den Bagdad-spoorweg kon Duitschland niet alleen houden, van alle zijden kwamen «ülijnen in andere handen. In Azië bekwam het zoo goed als niets, rn Afrika zeer weinig. De enorme voordeden die uit monopolistisch koloniaal bezit, monopolistische sfeeren van invloed, kunnen voortvloeien, bleven het Duitsche Kapitaal ontzegd. ,\K > Duitschland's Kapitalisme werd als een stoomketel, waaruit de stoom niet ontsnappen kan, dien het niet kan laten werken als het wil. Frankrijk, Engeland, Rusland houden het opzettelijk sinds jaren in zijn volkomen expansie tegen, ter wille van hun eigen kapitaal. Dat wil Duitschland niet langer verdragen. En daarom heeft het zich sinds jaren op dezen oorlog voorbereid, om zich zelf den weg te banen, die het wordt ontzegd. Daarvoor diende de reusachtige openlijke en geheime bewapening. Daarvoor het reusachtige leger en vloot. ; Daarvoor diende de plotselinge aanvraag der 1000 millioen in 1913. Daarvoor de voorbereiding der Rijksbank, beter dan die van eenige andere nationale Bank. Duitschland wil een einde maken aan zijn kleinheid, het wil nu zijn banden breken. Duitschland wil nu Marokko, en een groot deel van het overig Fransch Afrika, het wil Fransch bezit in Oost-Azië, Siam, Cochin China. Het wil Klein-Azië, Mesopotamië. Het wil Belgisch Congo. Het wil stukken van het Engelsch bezit: Engelsch Zuid-Afrika misschien. Misschien stukken van Engelsch Indië. Het wil de Portugeesche bezittingen in Afrika. Het wil Nederlandsch Indië. Het wil de ekonómische en politieke beheersching van een goed stuk van China. Het wil, om dit alles te bereiken, België en Nederland onderwerpen of van zich afhankelijk maken. Dit alles wil het, en door dezen oorlog wil het zien wat htt hiervan bereiken kan. En waarlijk, van kapitalistischekonomisch standpunt: het komt het Duitsche Kapitalisme toe. De sterkste verdient het meest in de kapitalistische wereld. Uit het oogpunt van zuiver kapitalistischen vooruitgang alleen, en niet uit het onze: dat van de ontwikkeling van het proletariaat, en van zijn strijd, tot Macht en Eenheid,1) men kon wenschen dat het Duitsche Kapitalisme won. Hoe ontzaggelijk veel meer zou Duitschland met zijn organisatiekracht, met zijn geconcentreerde banken, zijn gecentraliseerde reederijen en handel en industrie kunnen halen uit deze gebieden, dan Engeland, België, Holland, Frankrijk, Portugal. Hóe veel sneller zou de Aarde kapitalistisch worden ontwikkeld! Het Duitsche Kapitalisme voelt ook, dat nu het uur gekomen is, dat nu gehandeld moet worden. Want als bij de verzwakking van het Turksche Rijk Rusland Armenië neemt, Frankrijk Syrië, en een deel van Klein Azië, Engeland een ander deel daarvan, Egypte en Arabië, en Rusland en Engeland deelen Perzië, dan is Duitschland's kans op groot Aziatisch gebied voorbij. En als Engeland dan nog meester wordt van den weg van Kaïro naar de Kaap, en China na een tijd zelfstandig en machtig, dan is, daar Zuid-Amerika wel niet meer in ') Wij duidden boven reeds aan, dat het eenig sta.idpunt van den revolutionairen sociaaldemokraat is: de strijd tegen het Imperialisme van alle volken, tegen het Imperialisme van welk volk ook. Want elk Imperialisme bedreigt de arbeidende klasse, en alleen door den strijd er tegen wordi zij sterk. Europeesche handen komen zal, Engeland meester van een overgroot deel der wereld,1), Rusland, de Vereenigde Staten, later misschien China, zijn eenige gelijkwaardige mededingers, en Duitschlands kans op wereldgebied geheel voorbij. Duitschland is dus èn door de expansie-, de uitzettings-machten die het van binnen drijven, èn door de vormen die zijn Imperialisme heeft, èn door de geweldige machten die zijn expansie aan alle kanten in den weg treden, èn door het groote doel, het grootste van alle Staten, dat het zich stelt, — de drijvende kracht van dezen eersten Imperialistischen Wereld-Oorlog. Duitschland moet dus het voorbeeld zijn, waaraan wij de Imperalistische politiek en haar gevolgen, en de houding van het proletariaat tegenover haar, aantoonen. I Maar, aan den anderen kant, Duitschland heeft ook de sterkste arbeidersl klasse. Op Duitschland vooral, zei Marx reeds, houden de Communisten ' van alle landen het oog gericht. Het heeft de kapitalistische ontwikkeling doorgemaakt onder omstandigheden, onder voorwaarden, die veel verder gevórderd waren dan die waaronder de andere kapitalistische landen van Europa ze doormaakten. Daar is, tengevolge daarvan, het proletariaat georganiseerd en geschoold zooals nergens, en minder dan ergens anders door burgerlijke traditie bezwaard. Tengevolge daarvan staan daar tegenover de sterkst georganiseerde kapitalisten, de best georganiseerde arbeiders. Meer dan een millioen leden heeft de soc. dem. partij, vier millioen stemmen worden op haar uitgebracht, de vakvereenigingen tellen tusschen de twee en drie millioen leden. Een geweldig aantal arbeiders leest dagelijks de socialistische couranten. En evenals in Duitschland, veel meer dan in Engeland, het Kapitaal is georganiseerd in Syndikaten en Kartels en gecentraliseerde Banken, zoo zijn ook daar, veel meer dan in Engeland, de arbeidersverenigingen, zoowel de politieke als de ekonómische, niet meer versplinterd maar op reusachtige wijze gecentraliseerd. . De tegenstelling tusschen de kapitalisten- en de arbeidersklasse is, door dit alles, daar scherper dan in de andere staten van West-Europa. Het absolutisme, het jonkerdom, en de militaire lasten verscherpen die tegenstelling nog op het hoogst. De sterkste, meest imperialistisch gezinde bourgeoisie staat daar dus tegenover het meest socialistische proletariaat. . Hier zal men dus, zoo ergens, de tegenstelling tusschen het impe\ rialistisch kapitalisme dat alle bewoners der aarde wil onderwerpen en jtot slaaf maken, en het proletarisch socialisme dat hen wil bevrijden, | het duidelijkst moeten zien. En toch, de Duitsche arbeidersklasse gaf juist èn zelf èn in zijn vertegenwoordigers in den Rijksdag het voorbeeld van saaiengaan met het Imperialisme. Juist daar stemde men het eerst vóór de oorlogsuitgaven. En de arbeiders trokken juist daar het eerst, niet alleen haast zonder verzet, maar met geestdrift vaak ten strijde. ') Totdat Indië, Egypte enz. zich zelfstandig maken. Hoe kwam dit?') Welke redenen gaven zij zelve op? Maar voordat wij deze onderzoeken, moeten wij eerst nog iets over den Oorlog zeggen, dat onze weerlegging van die redenen, die de Sociaal-Demokraten in het algemeen en de Duitsche in het bijzonder voor hun meedoen aan den oorlog geven, versterken zal, en dat wij tot nu toe slechts even aanroerden. Als deze eerste Imperialistische Wereld-Oorlog lang duurt, — en het is door de reusachtige krachten en hulpbronnen van Engeland, Duitschland en Rusland waarschijnlijk dat hij lang duren zal, — dan is een inzinking der Europeesche maatschappij mogelijk. De honderden milliarden die deze oorlog dan aan Europa kosten zal voor wapens en onderhoud der legers, moeten vermeerderd worden met de vernielde waarden van stad en land en ter zee, met de waarde der millioenen arbeidskrachten die verminkt en vermoord te loor gaan, met de waarde der produkten die niet worden voortgebracht. Na den oorlog zal voor de honderden geleende milliarden milliarden rente moeten worden betaald. Maar de Europeesche landen kunnen, dan door dit alles zóó verarmd zijn, dat zij zeer moeilijk de bênoodigde grondstoffen uit andere werelddeelen kunnen koopen. Hierdoor wordt het proletariaat natuurlijk het meest getroffen. Een ernorme en lange krisis —, misschien na een gedeeltelijken, korten en schijnbaren bloei, — en werkeloosheid staat voor de deur. Maar dit is niet alles. Dit ware misschien in langen tijd te overwinnen. Er dreigt nog erger. Om de gevolgen van dezen eersten Imperialistischen Wereld-oorlog te begrijpen, moet men ook het oog slaan op de wijze waarop hij afloopen zal. Twee wijzen van einde van dezen oorlog zijn mogelijk. Of een van beide partijen overwint. Maar geen van beiden kan den tegenstander vernietigen. Als _ Duitschland overwint, verplettert het misschien Frankrijk en België, ' Engeland's macht kan het niet vernietigen. Evenmin kan Duitschland Rusland geheel overwinnen.2) < Overwint dus Duitschland, 'dan wapenen Rusland en Engeland zich terstond weder, oneindig sterker dan te voren. En een nieuwe strijd dreigt weer. Overwinnen daarentegen Rusland, Engeland en Frankrijk, Duitschland kunnen zij toch niet verpletteren.3) Daartoe is Duitschland innerlijk veel te sterk. Overwinnen zij dus, dan begint Duitschland opnieuw met wapening reusachtiger dan te voren, en een nieuwe strijd staat voor de deur. ') De ware oorzaken zullen wij in het volgende hoofdstuk bespreken. 2] Duitschland heeft ook een sterk Rusland noodig. Het moet tegen Engeland later op Rusland kunnen steunen. 3] Noch Rusland, noch Engeland wil ook Duitschland geheel overwinnen, want zij hebben een sterk Duitschland tegen elkander noodig. Het kan ook gebeuren, dat geen van allen overwinnen, maar allen te verzwakt zijn om verder te vechten, en daarom vrede sluiten. Dan beginnen zij, zoodra zij maar kunnen, hun nieuwe bewapening, om, zoodra zij sterk genoeg zijn, weder te gaan vechten. Deze twee einden van den strijd zijn, zoover wij zien kunnen, de eenig mogelijke. Zij zijn evenwel de ondergang onder het Imperialisme van het proletariaat. Als het proletariaat, door den langdurigen oorlog, en door zijn gevolgen, uitgeput en lange tijden werkloos, dan nog weer belast werd met nieuwe, nog reusachtiger bewapening en nieuwen oorlog, zou het dit, als georganiseerd strijdende klasse, niet kunnen dragen.') De groote materieele ellende, door den oorlog en de ekonómische depressie veroorzaakt, zou het geestelijk hebben uitgeput, zijn weerstandsvermogen hebben verzwakt, — nieuw Imperialisme, nieuwe bewapening, nieuwe oorlog zou zijn ekonómische kracht vernietigen.2) Bij dezen eersten wereldoorlog gaat het dus om het Bestaan der Arbéiders. Wel te verstaan: om het Bestaan der Arbeiders als strijdende klasse. Het Proletariaat moest zich dus, om die mogelijkheid, tot het uiterste en met alle middelen, tegen het Imperialisme en den Wereldoorlog verzetten. Ook om zijn toekomst. Ook uit zelfbehoud. En bovendien dreigt na dezen oorlog een reeks van Wereldoorlogen, zooals wij boven reeds zagen, om het Monopolistisch Bezit van groote deelen der wereld. Ook daarom dus moest het proletariaat zich totjiet uiterste teweer stellen. Zien wij nu de redenen die de Duitsche Sociaal-Demokraten, — en met hen die van Frankrijk, België, Engeland, etc. — voor hun deelnemen aan den wereldoorlog opgeven. Zij zeiden: vóór het uitbreken yan den oorlog hebben wij alles gedaan om hem te verhinderen. ■ Dit is onwaar. Het machtigste middel tegen het Imperialisme en den oorlog, de actie der Massa zelve, is niet gebruikt. Noch in de jaren vóór den oorlog, — toen zij de Duitsche Heerschende Klassen ha'd kunnen doen beven voor de macht van het Proletariaat, — noch toen de oorlog kwam. De verdere redenen ter verdediging van het vrijwillig meedoen aan den oorlog als hij eenmaal uitgebroken is, kan men in drie soorten onderscheiden. ') Over de kansen van den Wereldvrede, het Staten-Verbond van Europa en dergelijke, spreken wij in het laatste hoofdstuk. 2) Een Revolutie, als gevolg van deze ellende, zou mogelijk zijn. Maar onder de allerslechtste omstandigheden, door een uitgeput en ongewapend proletariaat gevoerd. Op de mogelijkheid van een Revolutie onder zulke omstandigheden kan het proletariaat evenmin aansturen. . De eerste is: de afweer-oorlog. De tweede, het belang van het geheele proletariaat dat de eene partij wint. De derde, dat men den vijand uit het land moet houden, om het eigen bestaan, het eigen land, de eigen nationaliteit te redden. Wij zullen deze argumenten achter elkander beantwoorden. De Duitsche sociaal-demokratie zegt: Rusland viel Duitschland aan en wij moesten ons dus verzetten. Wij hebben boven gezien dat dit maar schijn is. Het Duitsche Kapitalisme is, even goed als het Russische, doorzijn Imperialisme, de aanvaller. Dat dus de Duitsche Sociaal-Demokratie een afweer-oorlog voerde, is onwaar. Maar nu de belangen van het geheele, van het Wereld-Proletariaat. Gij zegt: het is het belang van het Proletariaat der wereld dat Duitschland Rusland verslaat. — Maar de Franschen en Belgen en Engelschen zeggen: het is goed voor het Proletariaat der Wereld, dat Frankrijk en Engeland winnen, want Duitschland is een absolutistische staat, waar de jonkers regeeren en waar de constitutie maar een schijn is. — Wie heeft gelijk? Wij antwoorden: Geen van beide heeft gelijk. De toestand in Europa is zoo geworden, dat in alle landen, behalve Rusland en Turkije, de arbeidersklasse onder nagenoeg dezelfde voorwaarden van vrijheid en slavernij leeft. De nadeelen in het eene land worden door die in het andere opgewogen. — In Rusland zelf is de demokratie op weg, en oorlog kan daar de arbeidersbeweging, die zich zelve zal vrijmaken, slechts schade doen. En dit proces van gelijkwording aller Europeesche arbeidersklassen is, door de industrialisatie aller staten, in voortdurenden groei. Wat wil dit dus zeggen? Dit: dat deze oorlog en elke volgende Imperialistische wereld- 1 c ~~l / l „_ kis Mnn^_Amon. kaansche, en Australische) staten geen voordeden, geen grootere jvrijheid meer brengen kan aan het proletariaat, doch alleen even groote madeelen, hoe ook de uitslag zij, geen belang dus meer is voor het Wereld-Proletariaat. Het is met andere woorden voor het Proletariaat niet beter dat de eene of de andere partij wint. Daar komt evenwel iets anders bij. Gij zegt : Wij moeten het Russische Imperialisme afweren. En om dat te doen helpt gij het Oostenrijksch-Hongaarsche op de beenen! Gij steunt het aan het Servisch proletariaat vijandig Oostenrijksche Imperialisme! En om Rusland af te weren moet gij het Fransche, Engelsche en Belgische en misschien ook Nederlandsche en Deensche proletariaat blootstellen aan het Duitsche Imperialisme! Kan dit een juiste proletarische taktiek zijn? Is dat het belang van het proletariaat? Wij spreken hier nog niet eens van het proletariaat over zee, dat gij aanvalt, het Aziatische, het Afrikaansche. mÊ?' I De steun aan het Oostenrijksch Imperialisme, de poging tot vernlettering van het Fransche en Engelsche proletariaat, van een groot deel van het wereldproletariaat, het feit alleen al dat gij om den Russischen inval af te weren deze trachten te verpletteren moet, dit feit toont al dat uwe taktiek, de taktiek van wèl meedoen aan een afweer-oorlog, — zelfs al was zij in dit geval waar, — dat deze taktiek nu onjuist en onbruikbaar is.1) En wat voor u geldt, geldt voor alle andere naties. Dat feit alleen al, dat de proletariaten der verschillende landen met het volgen van deze taktiek elkander te verpletteren trachten, toont de nood?akelijkheid om de geheele zaak, en den geheelen strijd tegen het Imperialisme, anders, van een hooger standpunt, — niet meer van het ouderwetsche natipnale, niet meer van uit de vraag: aanvals- of afweeroorlog te bezien, — namëlijk als een strijd van het Internationale Onverdeelde Proletariaat tegen het Internationaal Imperialisme. Maar er is nog meer: t r • Gij versterkt door het Russisch, het Fransch, het Engelsch Imperialisme te bestrijden uw eigen, uw Duitsch Imperialisme. Gij versterkt uw vijanden die u nog nader zijn dan de Russen: uw eigen heerschers. Als uw Regeering, met uw hulp, Rusland en Engeland en Frankrijk overwint, dan hebt gij ook uw eigen Imperialisme sterker gemaakt, '1 Ei was een tijd, in de negentiende eeuw, toen de arbeiders te samen met de bourgeoisie oorlog voeren moesten. De Nationale Oorlogen der negentiende eeuw die dienden om de nationale staten België, Italië, Duitschland te stichten of te bevestigen, waren noodzakelijk voor de kapitalistische ontwikkeling en dus voor het proletariaat. Want dit kon zijn organisatie en zijn strijd tegen de nationale bourgeoisie alleen ontwikkelen op den grondslag van dien nationaien staat ,Het was te verklaren als het proletariaat daarin toestemde. — Toch hebben Bebel en Liebknecht hun toestemming voor den oorlog van 1870 geweigerd. L\\ drukten daarmee uit den wordenden strijd der proletariërs tegen de nieuwe orde in Duitschland. Zij begonnen dien strijd daarmede, tegen Bismarck en het nieuwe Duitsche Rijk. * <* * X1 „, Het tweede geval was wanneer er een oorlog gevoerd werd, b.v. door Napoleon 111, om dynastieke redénen. Zulk een oorlag moest het proletariaat ook met de wapenen bekampen. . . Het derde geval was wanneer een reaktionaire regeering, b.v. die van Kusiana, door een oorlog kon worden omvergeworpen. Dit waren de voornaamste redenen waarom het proletariaat in een oorlog toestemde. Maar het Imperialisme voert geen oorlogen tot het stichten van nationale staten Het vernietigt ze veeleer. Nog minder voert het oorlogen voor een dynastie. Immers de vorsten zijn slechts de slaven der groote Bank. En het allerminst bestrijdt het Imperialisme het absolutisme. Het gevaar bestaat veeleer dat het absolutisme sterker wordt door het Imperialisme. ' Van de oorzaken die in Marx' tijd het proletariaat tot den oorlog drijven konden, bestaat er dus geen enkele meer. Maar, aal men zeggen, de noodzakelijke ontwikkeling van het kapitaal door het Imperialisme en de Imperialistische wereldoorlogen? Het aniwoord moet luiden: De toestand is geheel veranderd sinds den tijd van Marx. Wij hebben tegen het Imperialisme eene nieuwe taktiek noodig. Niet de ooi log'voor de nationale bourgeoisie, maar de strijd tegen de internationale bourgeoisie is nu noodzakelijk voorde ontwikkeling van het proletariaat. uw eigen Vorsten en Jonkers en Kapitalisten. Dan zal ook uw eigen juk zwaarder worden. Gij hebt dan tegelijk uw eigen broeders in Engeland, Frankrijk en Rusland, — en in alle landen der wereld die gij bestrijdt, — ten onder gebracht, en u zelf. Zij zijn dan, bij zege van Duitschland, verzwakt, en hun regeeringen zullen met nieuwe wapeningen, nog sterker Imperialisme, hun leven ondragelijk maken. En uw regeering zal daarop eveneens antwoorden met nog sterker bewapening, en zij zal u des te beter en sterker verdrukken. Gij zijt dan nog meer slaven geworden. Dit is de verandering die het Imperialisme heeft gebracht: Alle krachtige naties willen gebiedsvergrooting. Zij kunnen haar alleen bereiken door oorlog. Het proletariaat dat in den oorlog toestemt, bedreigt en verplettert daardoor het proletariaat van een andere nationaliteit. Het verzwakt daarmee zijn eigen broeders. Het versterkt daarmee het Imperialisme in het algemeen van alle volken, en dat zijner eigen heerschers in de eerste plaats. Het verzwakt dus zich zelve en het geheele proletariaat. Zoo is namelijk de toestand geworden: Het proletariaat kan niet meer met zijn bourgeoisie een andere natie afweren of aanvallen, of door die daad zelf bedreigt het de andere proletariaten en zich zelf met ondergang. Dat is de nieuwe toestand dien het Imperialisme brengt. Gij hebt dus te kiezen: öf mèt uw Regeering tegen het proletariaat van het andere land, van elk ander land, van alle andere landen, öf met het proletariaat van alle landen tegen uw Regeering. De tijd van het nationaal zijn en handelen en het internationaal spreken, van het internationale woord maar van de nationale daad, is voorbij. De Duitsche sociaal-demokratie zegt: Duitschland moge door zijn Imperialisme schuld hebben, — toen wij eenmaal alles beproefd hadden den oorlog tegen te houden, viel Rusland ons aan en wij moesten ons dus verweren. En daarbij wordt de bekende plaats van Marx aangehaald, waar hij zegt dat de wandelaar, als hij op straat overvallen wordt, niet alleen de slagen afweert, maar den aanvaller neerslaat. Het voorbeeld, in Marx' tijd misschien juist, is niet meer juist. Het paste toen op den buitenlandschen vijand, die de vijand was van de bourgeoisie èn van de arbeiders. Zoo ligt evenwel niet meer het geval. Het proletariaat, — de wandelaar, — wordt overvallen. En door de vreemde, vijandelijke en door zijn eigen bourgeoisie. Het moet, zeker, zich verweren tegen zijn vijand, en hem zelfs neerwerpen. Maar die vijand is niet meer de buitenlander alleen, het is, onder het Imperialisme, óók de eigen bourgeoisie. Het Russische Imperialisme valt het Duitsche Imperialisme aan. Het Duitsche Imperialisme het Russische. Maar het Russisch Imperialisme en het Duitsche Imperialisme te samen vallen het Duitsche proletariaat aan. En het Russische Imperialisme en het Duitsche Imperialisme vallen te samen aan het Russisische proletariaat. En zoo is het met alle landen. De Imperialismen van alle landen vallen te samen de proletariaten van alle landen aan. De tijden hebben zich veranderd. Het kapitalisme heeft zich zooverontwikkeld, dat het zich nog slechts verder ontwikkelen kan do^r slachting van het proletariaat aller landen. Er is een Wereldkapitalisme ontstaan dat zich keert tegen het Wereldproletariaat. Het is dus ook onjuist, dat de belangen van het Proletariaat den oorlog, toen hij eenmaal uitgebroken was, billijkten. Maar nu het Behoud der Arbeiders, der Natie, der Nationaliteit. De Duitsche Sociaal-Demokratie zegt, dat het proletariaat als de oorlog eenmaal is uitgebroken, den vijand afweren moet, om de ver°ch ikkingen van den inval, het moorden, plunderen en branden te ontgaan - dat de aibeideis ter wille van hun land, hun klasse, hun natie zich verweren moeten. En dit is hun sterkste argument. . Wij antwoorden, in het algemeen, dat het Imperialisme, als gehee , oneindig erger is voor het Proletariaat dan de oorlog of de inval. Want het is een duurzaam verschijnsel, dat het Europeesche proleta- riaDtaareodmeimoet, zelfs ten koste van een inval, het Proletariaat zich tegen het Imperialisme, tegen den oorlog van het Imperialisme verzetten. Wij zullen ook dit nog in bijzonderheden bewijzen. Gij zegt: het is ons instinct van zelfbehoud, dat ons drijft het vaderland te verdedigen. t^tctnriA Wii antwoorden: Gij wordt door het Imperialisme meer als Proletariër dan als Duitscher bedreigd. Een reeks van Imperialistische oor ogen om het bezit der wereld, steeds sterker Imperialisme, staat u; uw klasse, te wachten. Uw bestaan als proletariër is dus bedreigd. > Gij gebruiKt uw instinkt van zelfbehoud - hier uw „vaderlandsliefde —Qus verkeerd, blindelings, onbewust. Gij moet het anders, bewust doelmatig gebruiken, en in plaats van met de Duitschers voor het Duitsche Imperialisme, met de Proletariërs der wereld tegen het Imperialisme der wereld strijden. y^jH . ,. ItJLt Gij zegt- als wij ons tegen het Duitsche Imperialisme verzetten, vallen er, daar de Regeering dan op ons aanvalt, duizenden, tienduizenden van ons. Wij antwoorden: door den oorlog vallen er honderdduizenden, misschien millioenen van u. Gij zegt: door den revolutionairen strijd tegen het Duitsche Imperialisme worden onze organisaties vernietigd, de eenige kracht diewi] hebben. Wij antwoorden: het Duitsche Imperialisme maakt door dezen oorlog uw organisaties machteloos, en zal dit blijven doen na den oorlog, door nieuwe reusachtige bewapening en nieuwen oorlog, wil antwoorden: de Organisatie is geen doel, maar middel tot den stnja. Gij zegt: maar onze landen en steden zullen door den vijand worden verwoest, als wij hem niet afweren. Wij antwoorden, dat het voor het Internationale proletariaat, nu, onder het Imperialisme der 20ste eeuw, even erg is of een stad of streek van Duitschland, België, Frankrijk of Rusland wordt verwoest. Wij antwoorden, dat gij hebt te kiezen tusschen aan den oorlog uw toestemming geven en verwoesting van uw of ander nationaal land, — of verzet met alle andere proletariërs tegen den oorlog. Wij antwoorden, dat het Imperialisme niet alleen nu, maar in een reeks van jaren, Europa, uw eigen land en de Wereld met verwoesting bedreigt. Wij antwoorden, dat gij hebt te kiezen tusschen medegaan, voor langen tijd, met verwoesten van landen, of te beginnen met, voor goed, aan alle verwoesting een einde te maken. Wij antwoorden, dat gij u met het internationale proletariaat tegen de verwoesting der wereld vereenigen moet. Wij antwoorden, dat de Internationaliteit, nu onder het Imperialisme, van nu af aan, gaat boven de Nationaliteit. Maar gij zegt: De Russen zullen, als wij ons niet verdedigen, ons zelf verwoesten, ons, arbeiders, onze klasse. Dat kunnen wij toch niet gedoogen. Wij antwoorden: Het is niet alleen het Russische Imperialisme, dat dit doet. Het is ook het Duitsche. Uw Duitsche Imperialisme vermoordt honderdduizenden van ut/v volk. En het Duitsche Imperialisme zal, als gij u niet ertegen teweer stelt, als gij als knechten den oorlog voor hem yoert, vóórtgaan, ook na den vrede dat te doen. Het zal met nieuwe bewapeningen komen en nieuwen oorlog. Gij zijt slechts aan het begin. De ondergang van de strijdvaardigheid van uw klasse, van uw Duitsche Arbeiderspartij, bedreigt u door het Imperialisme, door dat der wereld èn door het Duitsche. Wij antwoorden: Het Imperialisme der Wereld bedreigt de geheele arbeidersklasse der wereld. Wij antwoorden, dat gij u niet met de Duitsche Bourgeoisie tegen de verwoesting der Duitsche Arbeidersklasse, maar met het Proletariaat der Wereld tegen de verwoesting der Arbeidersklasse der Wereld tot het uiterste te weer stellen moet. Gij zegt: Maar onze nationaliteit zal te gronde gaan als Rusland niet wordt afgeweerd. Want Rusland is een barbaarsch-despotisch land, en zijn overwinning beteekent een verovering, een terugdringen van ons vaderland in de barbaarschheid. Wij antwoorden, zooals wij reeds zeiden i deze reden gold toen Rusland was een Aziatisch land. Zij geldt nu niet meer. Dank zij den heldenmoed der Russische Proletariërs is Rusland geen Aziatisch land meer, maar op den weg der Westersche Ontwikkeling. Het heeft een Parlement. Zijn landbouw komt op, dank zij de Revolutie. De binnenlandsche markt ontstaat zeer snel, de industrie moet gaan bloeien, en dan wordt Rusland — aan Pruisen gelijk. Bovenal: het heeft een Proletariaat, dat zijn gebrek aan getal- sterkte in politiek opzicht meer dan goed maakt door zijn geest en wil. Het Russische Proletariaat zal, spoedig, de Russische toestanden Westersch maken. Gij kunt, gij mooj|t niet meer dat proletariaat beoorlogen. Wij antwooiden: Voor de groote Naties als Duitschland, Rusland, Engeland, Frankrijk, bestaat geen gevaar, dat de Natie, het Vaderland zal vergaan. Rusland, noch Frankrijk, noch Engeland zullen Duitschland annexeeren, evenmin als Duitschland hen.1) Het was Rusland niet te doen om Königsbergen, doch om Erzeroem. Duitschland niet om Calais of Boulogne, zoomin als om Kent of Ierland, doch om Mesopotamië en Congo, Frankrijk niet om gebied in Europa, zelfs niet om den Elzas, zoozeer als om Syrië en Afrikaansch en ander Aziatisch bezit. Etc. etc. Wij antwoorden: maar al was dit zoo, al werd uwe Natie, uw Nationaliteit, een deel van uw land bedreigd, honderd en duizendmaal erger is de voortdurende bedreiging van uwe, van alle naties, door het Imperialisme met zijn reeks van oorlogen, zijn mogeliiken ondergang van het Proletariaat. Daardoor wordt eerst recht het geluk, de welvaart, ja misschien zelfs het bestaan der Nationaliteiten in gevaar gebracht. Wij antwoorden: Het is uw bourgeoisie, die u dit voorspiegelt, dat deze, dat elke Imperialistische oorlog een oorlog is ter bescherming van, ter verdediging van uw Vaderland, uw Nationaliteit. Zij bedriegen U. Om U als Soldaten, voor hun doel, hun ware doel, dat zij u niet zeggen, mee te krijgen. Om u over te halen, dat gij u voor hen, hun doel, slachten laat. Daarom zeggen zij, dat de Oorlog, zooals vroeger vaak, gaat omhet Vaderland, om de Nationaliteit. Maar hun Doel is uitbreiding van hun bezit, in de Koloniën vooral. Onderdrukking van zwakkere volkeren daarginds, van proletariërs daar en hier. Gij strijdt voor hün Wereldmacht, hun winst. Wij antwoorden u, dat, als gij die voor hen grooter gemaakt hebt, zij u, en al uw broeders buitenslands, daarmee des te zwaarder zullen verdrukken. Het Imperialisme brengt hün winst, maar u ontzaglijke nadeelen. Het overstelpt u met lasten, het doet allen vooruitgang ophouden, het verscheurt de eenheid van het Internationale Proletariaat, het vermoordt . u, het dreigt u met ondergang. En het blijft dit doen. ') Wat de kleine naties betreft, hun nationaliteit wordt zeker bedreigd. En wel van alle kanten. Door „vrienden" en vijanden. Een zelfstandige politiek kunnen zij niet blijvend voeren. Het proletariaat dier landen heeft zich dus, behalve om. de andere redenen, ook hierom te richten naar de dooi ons verdedigde politiek der proletariaten der groote landen. Voor zoover Nationaliteit beteekent nationale cultuur, hierover spreken wij? verder in dit geschrift. Hoe sterker gij het Imperialisme maakt, des te meer zal het dit alles doen. En het zal dit nog reeksen van jaren doen. Gij zegt: Maar het eene proletariaat is sterker dan het andere. En zoolang dat zoo is, is gelijktijdige actie tegen de» wereldoorlog onmogelijk. Want het sterkere proletariaat zal zich krachtiger tegen zijn Regeering verzetten dan het zwakke, het zal het leger en de actie der -eigen natie meer verzwakken dan het andere het het zijne kan doen, en dan zal de vijand overwinnen. Wij antwoorden, in verband met het boven over de Nationaliteit gezegde, dat, onder het Imperialisme, het voor het proletariaat als geheel, niet de hoofdzaak is wie wint.1) Wij antwoorden, dat voor het Prolétariaat als geheel het de hoofdzaak is, dat het als geheel het Imperialisme bestrijdt, en als geheel sterk wordt en zijn ondergang door het Imperialisme afweert. Wij antwoorden, dat, nu, op dit oogenblik, nu het Wereldkapitaal -de Aarde gaat veroveren, en daarvoor zijn eersten wereldoorlog begint, nu deze nieuwe fase van den strijd tusschen Kapitaal en Arbeid gaat aanvangen, waarin het Wereldkapitaal zich richt tegen het Wereldproletariaat met onderdrukking en belasting zooals nog nimmer, met oorlog en ondergang en dood, — dat nu het Proletariaat zich moet verzetten, — op straffe van stoffelijken en geestelijken en zede-_ lijken ondergang als voor haar Vrijheid strijdende klasse, — dat het" Proletariaat nu sterk moet worden, en zijn ondergang door het Imperialisme afweren. Wij antwoorden nogmaals: Het Nationale Imperialisme is voor het proletariaat even gevaarlijk als dat van andere naties. En het is voor het Proletariaat als geheel daarom noodzakelijk alle Imperialismen, .het nationale zoowel als het vreemde, gelijkelijk, d. w. z. even sterk te bestrijden. " Het Duitsche Imperialisme is voor het Duitsche proletariaat even gevaarlijk als het Fransche, Engelsche, Russische, het Engelsche is voor het Engelsche proletariaat even gevaarlijk als het Russische, Fransche, Duitsche, het Fransche voor het Fransche proletariaat even gevaarlijk als het Engelsche, Duitsche, Russische, enz. enz. Wij antwoorden: het Internationale Imperialisme is even gevaarlijk voor elk nationaal, dus even gevaarlijk voor het geheele Internationale proletariaat. Wij antwoorden: Voor het Imperialisme der bourgeoisie, dat het Proletariaat van " i) Het was trouwens zeer de vraag, wie, bij een gemeenschappelijken strijd tegen het Imperialisme en den Oorlog, relatief de sterkste kracht, den grootstea druk zou hebben uitgeoefend, het Russische of het Duitsche Proletariaat. Hoe weinig kracht deze opgegeven reden meer heeft, kan ook blijken uit de overweging dat bij dezen oorlog hoogstwaarschijnlijk tusschen de krachten vaa het Duitsch—Oostenrijksch—Hongaarsche proletariaat en het Russisch-Engelsch— Fransche niet veel verschil zou hebben bestaan, als zij zich beide tegen den . oorlog hadden gewend. / alle kanten, van Minnen- én buitenland uit, evenzeer bedreigt, valt dus het Nationalisme van het proletariaat weg. Wij antwoorden: Het nationaal-zijn, — in den zin van het andere naties willen bestrijden, *- altijd nog, sterk of zwak, in het Proletariaat levend, wordt door het Imperialisme, zoodra de Arbeider het begrijpend erkent, geheel uitgedelgd. Wij antwoorden: Het Internationaal, het vaderlandloos zijn, — in den zin van geen andere natie willen bestrijden, — altijd nog maar in zwakke mate aanwezig in het proletariaat, wordt door het Imperialisme een conditio sine qua non, een bestaansvoorwaarde van het revolutionaire internationale proletariaat. ■ De gezamenlijke internationale strijd tegen het Imperialisme van alle naties, wordt de bestaansvoorwaarde van alle nationale proletariaten, van het geheele Wereldproletariaat. Wij antwoorden: De Oorlog dreigt u met een inval. Uw instinct zegt u den inval af te weren. Als gij dat vrijwillig doet, versterkt gij het Imperialisme. Maar het Imperialisme dreigt u met gevaar voor voortdurende bewapening, onderdrukking, ondergang. Uw instinct moet u, als gij dit weej, dus ook zeggen den inval niet af te weren maar het Imperialisme. Gij hebt dus te kiezen tnsschen nu den inval vrijwillig te helpen j afweren en daarmee het Imperialisme te versterken, of u met het Proletariaat aller landen tot het uiterste te verzetten, en alleen ge- I dwongen deel te nemen aan een Imperialistischen Oorlog. De keus staat voor u tusschen uw Nationale Bourgeoisie te helpen aan haar Imperialisme, öf haar te bestrijden. De keus staat voor u tusschen: de Internationale Bourgeoisie helpen aan haar Imperialisme, of haar bestrijden. De keuze is voor het Wereldproletariaat, nu het Imperialisme het Wereldproletariaat bedreigt voor lange lange jaren, tusschen: mee te helpen aan het Wereld-Imperialisme en dus aan het ten onder brengen van het Wereld-Proletariaat, of het Wereld-Imperialisme te bestrijden, dus ten onder te brengen de Wereld-Bourgeoisie, dus te doen zegevieren het Wereld-Proletariaat. Wij antwoorden: Gij hebt nu te kiezen tusschen: voor of tegen de Nationale Bourgeoisiën, voor of tegen het Nationalisme. Gij hebt nu te kiezen tusschen: voor of tegen de Imperialistische Wereld-Bourgeoisie, voor of tegen het Internationale Imperialisme. Maar de strijd tegen de Imperialistische expansie van het Kapitaal is een strijd tegen de hoogste levensuiting van het Kapitaal, tegen zijn wezen zelf. Gij hebt dus, met één woord, te kiezen tusschen Imperialisme en Socialisme. Het spreekt vanzelf, dat het voor een klasse zeer moeielijk is, moeielijker nog dan voor het individu, het instinct van zelfbehoud, dat onbewust werkt, te veranderen in bewustheid, en het kleinere gevaar, dat dichtbij is, te trotseeren om een ander gevaar, dat grooter is, maar verder af. Maar het is immers juist de taak der sociaaldemokratie het onbewust instinct der arbeiders te veranderen in verstand? Hiermede hebben wij, naar onze meening, ook het derde argument: het gevaar van een inval, en daarmede alle argumenten weerlegd. Het Imperialisme dus, deze hoogste ontwikkeling van het Kapitalisme tot nu toe, smelt de Proletariaten der wereld aanéén, voor het eerst, tot een Internationale Actie. Het Imperialisme is de vuurgloed, waarin het Proletariaat aller landen tot één handelen zich aanéén smeedt. Deze Wereldoorlog, de Imperialistische Oorlog, is de smeltkroes, waarin het Proletariaat der Wereld, voor het eerst, tot Eenheid komt. Het Imperialisme loutert het Proletariaat, terwijl het hen voor het eerst, maar voor eeuwig, brengt tot Intei nationaliteit. Het Imperialisme is dus niet, zooals Kautsky en de Radicalen, de z.g. Marxisten, en de Revisionisten in Duitschland en elders, denken, een bijzaak, een voorbijgaand verschijnsel, het is het groote punt, waarom de sociale ontwikkeling, de opkomst en de strijd der Arbeidersklasse, de Revolutie zelf zich wentelt. Het is het groote vraagstuk van de opvatting waarvan en den strijd waartegen, voor langen tijd, voor goed, alles voor het proletariaat afhangt. Het is het vraagstuk, waarvan de geheele ontwikkeling van den strijd der arbeiders afhangt. De Internationale Sociale Revolutie — zij kan niet anders dan Internationaal zijn, — hangt van den strijd tegen het Imperialisme af. Niet in dien zin, dat hij het Socialisme in eens brengt. Maar in dezen, dat hij ons een geweldig stuk verder, langs revolutionairen weg, tot het Socialisme brengen kan. Als die strijd maar revolutionair wordt gevoerd. De Duitsche Arbeidersklasse heeft dien strijd zelfs niet gestreden. Zij is met het Imperialisme meegegaan. Daarmee heeft zij zich zelve, haar eigen zaak en die der Internationale verraden. « Er blijft ons nog over een argument te weerleggen, dat een deel der Duitsche Sociaal-Demokratie voor haar vrijwillig meegaan met den oorlog, heeft gegeven. Een deel der Duitsche arbeiderspartij zegt: ons doel met den strijd tegen Rusland is Polen te bevrijden en Finland en de Russische cirbcidcrs Eigenaardig: dezelfde strijd, die de Engelsche en Fransche arbeiders wil verpletteren, wil de Russische en de Poolsche en Finsche opheffen. Maar gij kunt de Polen en Finnen en Russen niet bevrijden, want dat hangt niet van u af. Dat hangt van uw meester, den Keizer, en de jonkers en uw kapitalisten af. Die willen de Russen en Finnen en Polen niet bevrijden. Hebt gij de leiding van den oorlog of zij? Zij hebben te groot voordeel van de Russische autokratie achter hen — 'tegen u. Zij zullen nooit zoo ver gaan, dat zij het Czarisme verpletteren of vernederen. Zij voeren — en gij met hen — den oorlog vooral, in de eerste plaats, tegen Frankrijk en Engeland. Dit is een imperialistische oorlog. Zij willen Fransche, Belgische en Engelsche koloniën, in de eerste plaats. Gij voert den naam van Marx aan, en zegt dat die, in zijn tijd, Rusland ten onder wilde brengen om de arbeiders te bevrijden. Dit, dat gij dit zegt, toont de ellendige zwakheid van Uw politiek. Marx wilde nooit een land, waar de arbeiders zoo machtig reeds waren, bestrijden. Marx wilde nooit een oorlog, die het Czarisme misschien krachtiger maakt. Marx wilde-nooit Rusland bestrijden door de Fransche en Engelsche arbeiders zwakker te maken! Maar dit toont ook de valschheid van uw politiek! Want gij Duitsche Sociaaldemocraten, een groot deel van u, kendet zeer goed uw eigen Imperialisme. Gij wist, een groot deel van u wist, dat het er op uit was, en moest zijn, om Frankrijk en Engeland (en België en Portugal) aan te vallen ter wille van koloniën. Honderdmaal stond dat in uw bladen. Gij wist, dat de strijd niet tegen 'Rusland ging. De Duitsche Regeering heeft den strijd met Rusland gebruikt om u mede te krijgen, maar een deel van u is maar al te gaarne meegegaan. De ware reden, waarom dat deel aan den oorlog heeft deelgenomen, is niet de strijd tegen Rusland, maar het willen meedoen aan koloniale politiek, aan Imperialisme,') met de bourgeoisie, en, bij een'ander deel, gebrek aan moed om zich daartegen te verzetten. En datzelfde was hét geval ook bij andere partijen der Internationale. Hierop kom ik nader nog terug. Wat gij zegt niet te willen: Frankrijk en Engeland vernederen en verzwakken, dat doet ge. En wat ge zegt te willen, — Rusland vernederen; — dat kunt ge niet. Dit toont genoeg de jammerlijke zwakheid van uw politiek. Gij deedt beter het bloed van dezen oorlog alleen en geheel over te laten aan het Kapitaal. üij deedt beter de Russische arbeiders niet op deze wijze te willen bevrijden ! De Russische arbeiders kunnen alleen zichzelf bevrijden. Maar de Cultuur! ') Er heerscht bij de Europeesche Arbeidersklasse, bij een groot deel van haar, een verborgen Imperialisme en Nationalisme. Bij de bespreking van het Reformisme zal dit uitvoerig behandeld worden. Gij wilt de Duitsche cultuur redden! —voor de Russische barbaren! Welke cultuur bedoelt ge ? Die van het verleden ? Maar dan valt gij de Engelsche en de Fransche cultuur aan, die zeker toch niet minder zijn dan de uwe. In het algemeen is de Fransche en de Engelsche burgerlijke cultuur hooger dan de uwe, want zij hadden en kenden de Burgerlijke Vrijheid, gij niet,') en in hun kunst, wetenschap en filosofie plukten zij daar de heerlijke vruchten van. Maar de arbeiders hebben aan deze cultuur geen deel. Of bedoelt gij misschien de cultuur van de 19e eeuw? In de 19e eeuw hadden de Engelschen de hoogste poëzie, de Franschen de hoogste schilderkunst en het hoogste proza, gij de hoogste muziek. Dat was dus nog al eerlijk verdeeld! Maar deze alle zijn veilig, zij leven overal op de wereld. Voor deze behoeft gij niet bezorgd te zijn. Maar de arbeiders hebben aan deze cultuur geen deel. Of bedoelt gij de cultuur van nu, van het Imperialistisch tijdvak, van het begin der twintigste eeuw ? De groote Kunst is nu dood. De groote Poëzie in alle landen is nu dood. Het groote Proza is dood, het Impressionisme, het Naturalisme, het groote burgerlijk Realisme is gestorven. De gioote Bouwkunst is dood. Wat van bouwkunst bestaat, is zonder hart, zonder liefde. De Muziek is een schaduw van wat zij was. De groote Schilderkunst is dood. De Filosofie is dood, de opkomst van het proletariaat zelf heeft haar gedood; de Golsdienst sterft. De Kunst slingert tusschen wreede en harde groot-kap ttlistische, en weeke en slappe klein-burgerlijke gevoelens, en een laf Mysticisme heen en weer. Zij heeft geen enkele hooge algemeene gedachte meer. Zij raakt in haar wanhoop en in haar uiterst individualisme dikwijls reeds tot krankzinnigheid. * . De Filosofie is tot Mach en Ostwald, die de maatschappij niet kennen, of tot den reactionair Bergson gedaald. Als spoken gaan Kant en Hegel nog om. De Godsdienst leeft nog slechts stuiptrekkend. Bi] de Bourgeoisie. Niet bij het strijdend Proletariaat. Of bedoelt gij misschien me Cultuur de algemeene zachtheid en schoonheid der zeden ? Maar het Imperialisme brengt, door zijn bloeddorstig wreede onderdrukking van zwakke volken en door den stilstand van sociale wetgeving dien het brengt, juist algemeen verruwing, verdierlijking en verlaging. §g 1 ~ ■ Een hooger stadium van geestesbeschaving, ziels- en karakter- ncnt en -schoonheid wordt eerder door het Imperialisme verlaagd. ') „Wij Duitschers waren slechts éénmaal in het gezelschap der Vrijheid: op den dag waarop zij be raven werd." Marx. Deze wereldoorlog is een bewijs daarvan. Er is geen Hooge Cultuur meer. Nergens in de kapitalistische wereld. Cultuur.? Waarin bestaat de cultuur van het imperialistisch tijdvak? In een razenden storm en jacht naar geld en macht worden individuen en staten in een maalstroom meegesleept. De brute macht van het geld en het geweld loopt alle zwakken onder den voet. Alle volkeren der wereld. Alle individuen. — Alle stammen, alle rassen, zwarte en gele en bruine, beschaafden en wilden worden onderworpen. En-de groote massa van hen wordt .... proletariër. Wat wil dat zeggen ? — Hun zelfstandigheid verdwijnt, het geluk der menschen. Hun vrijheid, hun betrekkelijke vrijheid verdwijnt, — zij *worden dingen. Geen menschen meer, maar dingen, onderworpen aan het kapitaal. Gestuwd en meegesleept door de razende overmacht van het kapitaal. Aanhangsels der machines. In de wereld der kapitalisten zelf neemt de teugellooze begeëirte naar geld, macht en genot toe. De overmatige weelde neemt toe en het bederf. De krankzinnigheid neemt toe en de zenuwziekten. De geboorten nemen at. De kunstmatige beperking wordt algemeen. In de kringen der arbeiders: De intensiteit van den arbeid neemt toe. De vrouwen- en kinderarbeid neemt toe. Het proletariaat neemt toe. De uitbuiting neemt toe. De felheid van den strijd neemt toe. De Macht der Patroons, der Regeeringen, der Trusts, der Monopolies neemt toe. De macht der Arbeiders wordt zwakker in vergelijking met die van hen. Hun lasten worden zwaarder, hun leven moeilijker. Steeds moeilijker wordt de vakstrijd, steeds onvruchtbaarder de parlementaire strijd. De sociale wetgeving staat stil. In één dollen wervelwind vliegen Kapitalisten en Arbeiders, gedreven door de Macht van het Kapitaal, voort: De Kapitalisten zoeken geld, macht, de overweldiging der menschen. Zij zijn zelf arme slaven, want, — deze oorlog bewijst het opnieuw, — zij zijn zelf geen meester van hun lot. Zij moeten doen wat zij eigenlijk niet wilden, wat zij vreesden. De overmacht, het noodlot van het Kapitaal drijft hen voort. Het Kapitaal stort hen in blinde woede op elkander. Als beesten die niet weten wat zij doen, trachten zij elkaar af te maken. Tegen hun wil, tegen hun hoop, tegen hun diepste levensverlangen. Maar zij moeten. Het Kapitaal, in zijn laatste fase, het Kapitaal in zijn laatste expansie wil het. Noemt gij dien toestand, dien geestestoestand Cultuur? Zij is overal in alle landen dezelfde. Er bestaat geen verschil meer tusschen Russische, Duitsche, Franscbe, Engelsche cultuur. Het verschil dat er nog was, wordt door het kapitaal vereffend. En het is alles en overal deze zelfde wancultuur. De Arbeiders gaan mee in dezen dollen stroom. Vergeefs trachten zij er zich tegen te verzetten. Vergeefs ballen zij zich samen, en trachten er uit, omhoog te komen. Verwilderd drijven zij mee. Zij zijn zwak, zonder helder inzicht, zonder moed, de overgroote massa van hen. Het Kapitaal is overmachtig. Deze oorlog bewijst dat de arbeiders nog zoo goed als niets vermogen of beteekenen. Is dat Cultuur? Kapitalisten en arbeiders zijn beide de speelbal van stoffelijke krachten, oneindig grooter dan zij zelve. Het productieproces, in deze laatste fase van het kapitalisme vreeselijker, machtiger dan ooit, overheerscht hen geheel. De stille rust, het heerlijk genieten van het leven, de vrije tijd, de klare open ziel die alles rustig ziet en betracht, en, alles betrachtend, schoon maakt, doordat zij het geziene beheerscht, die den geheelen tijd, de geheele maatschappij weerspiegelt in de Ziele-Schoonheid, het hoogste Weten, de des Geestes diepe Bespiegeling, zij kunnen niet bestaan. Noch bij de Heerschers, noch bij de Beheerschten. Zij zijn vreemd aan dezen tijd. Noemt gij dat Cultuur? De wilde, de barbaar, de handwerksman, de vrije boer, de burger, zij waren vrijer, zelfstandiger dan de mensch onder, het Imperialisme. Zij hadden, als vrijheid cultuur is, meer Cultuur. Bedoelt gij misschien met de Cultuur, de Vakvereeniging en de Politieke Partijen der arbeiders? Is dat uw cultuur die gij redden wilt? Voorzoover de Vakvereenigingen en de Politieke Partijen der Arbeiders verbeteringen willen, zijn zij vereenigingen van Knechten, — die verbetering zoeken in hun knechtschap. Er moge in de vereeniging, in den onderlingen steun iets van een begin van hooge cultuur zijn, het feit dat het knechten, slaven zijn die zich vereenigen en elkaar steunen, de knechtschap zelf dus, drukt het geheele verschijnsel tot een laag peil omlaag. Er is geen schoonheid in onvrijen, geen hooge Cultuur. Alleen de Maatschappelijke Vrijheid geeft de Schoonheid. Vereeniging van knechten is alleen dan cultuur, als zij bestemd is, en voortdurend bewust handelt, om de knechtschap op te heffen. Hoeveel daarvan is in de Arbeiders-Vereenigingen? Deze oorlog bewijst het weder. Hoevele arbeiders strijden waarlijk voor hun algemeene Vrijmaking? Deze oorlog bewijst het weder. Enkelen. Zeer enkelen. Wat er is aan Cultuur in de Arbeiders, voorzoover Cultuur bestaat in den strijd voor hun Vrijheid, — en andere cultuur is er nu niet, — wat er is aan die Cultuur, is zeer weinig, zeer klein, zeer schaarsch. Bedoelt gij misschien met Cultuur de Wetenschap? Het is waar, de Wetenschap bloeit, en overal, internationaal, maar alleen om déze Imperialistische Kapitalistische cultuur mogelijk te maken, om al deze afschuwelijke verschijnselen tot stand te brengen. Want voorzoover zij dat niet doet, staat zij buiten de maatschappij en is als een buiten aarde en water levende plant. Maar ook aan de Cultuur der Wetenschap hebben de arbeiders geen deel. Maar deze Wancultuur, het woeste meeslepen van alle menschen in een dollen storm en maalstroom, gedreven door wilde en woeste maatschappelijke krachten, vindt haar onmetelijk toppunt nu in dezen Oorlog. Als hoogste uiting van het Kapitalisme, als middel waarmee het alleen zich zelf verjongen, vermeerderen, voortplanten, verder brengen kan, komt zijn Cultuur nu tot den massamoord. Tot den moord van millioenen. En wel tot den groot-industrieelên, machinalen massamoord. Tot den volkenmoord als groot-bedrijf. Als logisch gevolg, als uit de reeks van zijn daden volgend slot van zijn machinaal bestaan, dat immers bestond uit uitbuiting, uitmergeling der massa's proletariërs, uit het verminken en uitmoorden van hen in den arbeid, komt het nu tot den moord op millioenen der geheele wereld op het slagveld. Dat is zijn hoogste bloei, zijn hoogste uiting. ' En daarmee alleen weet het Kapitalisme nog Geestdrift en Broederschap en Gemeenschapszin onder de menschen van een natie te brengen. Gemeenschapszin in het moorden ! Noemt ge dit Cultuur? Een vreeselijk schouwspel: De kapitalisten meegesleept in een oorlog, in een massalen moord, waarvan zij het einde niet zien. Huichelend dat hij is ter wille der Cultuur, der Menschheid. En de arbeiders hun gehoor gevend en met hen meegaand, door hen gebruikt en belogen, door hen elkaar vermoordend, en zelf zeggend dat dit alles is terwille der Cultuur. Eener wancultuur die hen tot slaven maakt. Eener cultuur die niet bestaat! Meesters en Arbeiders, allen Slaven. Knechten als van eeuwen her. Er is slechts één Cultuur. De proletarische. Die het bezit communistisch en den arbeid socialistisch wil maken, en daarmee aan allen strijd en moord een einde. En alle daden die daartoe bewust bijdragen. Dat is de eenige Cultuur die onder het Imperialisme nog bestaat. De Duitsche arbeidersklasse, de Duitsche Sociaaldemokratie en hare vertegenwoordiging, had deze Cultuur kunnen redden en uitbreiden en vergrooten, door zich tot het uiterste tegen den Oorlog te verzetten, an zijn credieten niet aan te nemen. En juist deze cultuur heeft zij door het zich niet tijdig, en met alle kracht, en tot het uiterste verzetten tegen den oorlog, en door het aannemen der oorlogscredieten, vertrapt en gehoond. Zij heeft de Kapitalistisch-Imperialistische Wancultuur versterkt. Zij is medeplichtig geworden aan al hare gevolgen. Zij heeft haar eigen Cultuur verlaten. Maar ten slotte heeft de Quitsche Sociaaldemokratie door voor den Oorlog te stemmen, nog één (en dit is misschien wel het allergrootste) nadeel aan onze zaak toegebracht. De Duitschè Sociaaldemokratie heeft, door haar stemmen voor den oorlog, de kans op een revolutie na den oorlog, zoover als haar dit mogelijk was, doen verdwijnen. Hoe vaak hebben Marx, Engels, Kautsky en zoovele anderen een oorlog de meest mogelijke oorzaak van een proletarische revolutie genoemd! Hoe dikwijls is hij dit reeds geweest! Nu komt de Duitsche Sociaaldemokratie en hecht aan den meest verwoestenden, en meest in zijn afloop onzekeren, en het economische leven misschien van lange jaren vernietigenden, en oneindige nieuwe lasten en bewapeningen en andere oorlogen in zich bergenden, en slavernij aan groote gedeelten van het proletariaat brengenden en dit verdeelenden en verzwakkenden en verscheurenden, ja misschien vernietigenden oorlog haar stem. Was het niet mogelijk, dat Duitschland of Frankrijk of Rusland ot Engeland, meerdere van deze landen of een enkel, zoo geslagen wordt,, dat het arbeidende volk in opstand komt? Als de legers naar huis komen, zal er zul'c een werkeloosheid, zulk een nood en gebrek zijn misschien, dat zij met de wapenen in de hand de regeeringen verjagen, en een nieuwen, vrijeren regeeringsvorm stichten kunnen. Misschien, ja misschien zullen, daar de Machten zoo groot zijn dat ze elkaar niet vernietigen kunnen, alle Machten als leeggebloed daar neer liggen,, en vrede moeten sluiten omdat niemand overwinnen kan. Dan zou het internationale proletariaat niet in één, maar in vele landen kunnen optreden, en hen die de schuld dragen van dezen oorlog, en die de millioenen arbeiders hebben vermoord, kunnen verjagen. Zij zouden de regeering in handen kunnen nemen en een begin maken met de verwerkelijking der socialistische eischen. Het is waar, die kans bestaat nóg. Nog niet is de hoop op een dergelijk einde van den oorlog geheel verdwenen. Maar de Duitsche sociaal-democratie heeft door zonder verzet aan dezen oorlog mee te doen, de kans verkleind, bijna doen verdwijnen. Want hoe kan zij, die de gelden voor den oorlog heeft bewilligd, hem dus mee heeft besloten en gevoerd, hem omzetten in een Revolutie tegen dé bourgeoisie, haar bondgenoot? Hoe kan zij de leidster zijn? Als er een revolutie komt, dan komt zij buiten haar om, tegen haar wil, langs een anderen weg, voor een ander doel misschien, dan zij wilde. Dit is het allerergste. Het is een vergrijp tegen den geest zelf der Sociaal-Democratie, der Internationale. Het is een te niet doen van haar eigen wezen.') \ . Wij hebben op al deze punten, waarmede de Duitscne SociaalDemokratie zich verdedigt, zoo uitvoerig geantwoord, omdat de zaak, die wij voorstellen, nieuw is, omdat zij niet met een enkele frase als Solidariteit van het Proletariaat of de Tegenstelling tusschen Kapitaal en Arbeid kan worden beslist, omdat de weerlegging, ook van elk onderdeel hunner redeneering, om het belang der zaak en het groote gewicht der argumenten noodzakelijk is. Maar ten slotte zeggen wij nog dit: Er zijn oogenblikken in den klassestrijd, waarin alleen de tegenstelling Kapitaal en Arbeid moet gelden, en waarin hij, die deze niet ») De Nederlandsche Sociaal-Democratie — d. w. z. de officieele, de S.D.A.P. — zegge niet, dat zij onschuldig is. Door de gelden voor de mobilisatie toe te staan, heeft zij ook voor een oorlog gestemd. Zij is dus even schuldig als de Duitsche. — Maar het is waar, dat de Duitsche Sociaal-Demokratie de machtigste was en — om haar verleden, en ook omdat zij als eerste te beslissen had, — het voorbeeld had moeten geven. « alleen laat gelden, maar, alle mogelijkheden en moeilijkheden overwegend, tot niets-doen komt, tot niet-strijden, de zaak van het strijdende proletariaat verraadt. v s Er zijn oogenblikken, dat de nederlaag beter is dan het ontloopen van het gevaar. .-■ Er zijn oogenblikken, dat het wijken voor het onmiddellijk gevaar het verlies in de toekomst beteekent, — waarin men alles moet opofferen om de toekomst te waarborgen. > Er zijn oogenblikken, waarop men, trots alle moeilijkheden, strijden moet. Op straffe van erger, o Dit was een van die oogenblikken. Het Kapitalisme kwam voor het eerst met zijn hoogste, met zijn geheele kracht, om de wereld te veroveren, maar ook om het proletariaat voor een groot deel te dooden, en het in zijn geheel, doorzijn expansie over de geheele aarde, voor lange, lange 'jaren opnieuw zwaarder te knechten, om het, misschien voor langen tijd, zijn ekonomischen ondergang tegemoet te voeren. Het deed dat voor het eerst met een wereldoorlog. Hiér gold het: Principiis obsta.1) Hier was het oogenblik voor het proletariaat om te toonen, dat net dit begreep. , . , , Hier was het oogenblik om den strijd aan te binden, te aanvaarden, omdat, als men eenmaal gebogen heeft, de strijd oneindig moeilijker wordt. Het proletariaat begreep dit niet. Het boog, uit onverstand, uit lage zucht naar kleine, niet te bereiken voordeden, uit lafheid. Het proletariaat boog als de knecht, die het is. Het deed geen poging tot strijd voor de vrijheid. Het verzwakte zich zelf daardoor, voor zeer lang. Het zal nu ook als knecht behandeld worden, als een knecht, die de vrijheid niet wil, en een veel zwaarder juk zal na den oorlog op zijn schouders gelegd worden. Resumeeren wij in het kort: toêj ' ' De Duitsche Sociaal-Democratie heeft, toen het Proletariaat van Europa door dezen wereldoorlog met ondergang werd bedreigd, niets gedaan om hem tegen te houden.2) Integendeel, zij heeft in haar vertegenwoordigers, het Imperialisme geholpen om den moord op, de verzwakking van en, misschien, den ondergang van dat Proletariaat voor te berdden, 3 , . ~r* De Duitsche Sociaal-Democratie heeft, door. zich voor den oorlog te verklaren, het Internationale Proletariaat verzwakt, jmaar het Internationale Imperialistische Kapitaal tot een alles beheerschende macht gemaakt, — ook voor de Toekomst. . .. Het Proletariaat, het Duitsche vooraan, was de eemge vijand van J) Verzet u als het kwaad begint. 2) De demonstratie op den Dinsdag-avond vóór den oorlog, veel te laat gehouden, was gelijk niets. het Imperialisme, dien het vreezen moest. Het Proletariaat heeft gebogen — nu is het Imperialisme absoluut meester der wereld. De Duitsche sociaal-democratie heeft de eenige hooge Cultuur, die bestaat, verloochend en heeft mede de verantwoordelijkheid op zich genomen van de moorden in massa's, van het plunderen en branden, van het vernietigen van Staten en van het vernietigen van oude Cultuur, waartoe als hoogste uiting, als hoogste vorm van zijn wezen, het nieuwste kapitalisme, het Imperialisme komt. De Duitsche sociaal-democratie heeft zelve de Revolutie vermoord. Maar wat wij hier hebben gezegd van de Duitsche Sociaal-democratie geldt, om dezelfde redenen, evenzeer voor de Fransche, de Belgische, de Engelsche, — en voo" de Sociaal-Demokratie van al die landen waar de arbeiderspartijen de gelden voor de bewapening, de mobilisatie voor dezen oorlog hebben toegestaan. De arbeiderspartijen van Duitschland, Frankrijk, Engeland, België, Zwitserland, Holland, Denemarken, Noorwegen, Zweden hebben, toen het Imperialisme het Proletariaat van Europa met ondergang dreigde, door dezen oorlog, die nieuwe imperialistische oorlogen in zich draagt, niet alleen niets gedaan, maar zij hebben het Imperialisme gesteund.1) Het internationale proletariaat als geheel heeft, door geen weerstand te bieden aan dezen oorlog, als geheel zich zelve verscheurd, het Internationaal Kapitalisme en Imperialisme tot zijn volle kracht gebracht, ook voor de toekomst, en de Revolutie vermoord. VI. DE 00 RZAKEN VAN HET NATIONALISME VAN HET PROLETARIAAT. a. De Onkunde omtrent het Imperialisme. b. Het Reformisme. Wij hebben nu gezien de redenen die de Sociaal-demokraten zelve opgeven, Maar wat is nu de ware oorzaak van dit alles? Hoe kan het proletariaat zoo zeer zijn eigen belangen verwerpen, en zoo geheel treden in dienst der bourgeoisie? Als wij zoeken naar de oorzaak, dan vinden wij als- eersien grond: Het proletaritaat weet nog niet op te treden als één internationaal [geheel tegen de bourgeoisie. En als tweeden: Het proletariaat weet nog niet . voor groote ver liggende doeleinden te strijden, alleen voor kleine dichtbij liggende. Daardoor was het, nu het internationaal voor veraf liggende optreden moest, daartoe geheel niet in staat. ') De ruimte laat niet toe alle landen afzonderlijk te bespreken. De wel-willende lezer zal de bijzonderheden en verschillen willen aanvullen. Er waren wel in verschillende landen groepen tegen den oorlog en tegen de credieten. Zoo een kleine groep in den Duitschen Rijksdag, en in Engeland de Independent LabourParty e.a., evenwel niet uit juist begrip van het Imperialisme. Etc. — De syndicalisten hebben veelal in den oorlog toegestemd. De anarchisten hebben hem natuurlijk van uit het abstract Begrip, — het Recht, — opgevat, dat in België geschonden zou zijn. Het wist niet wat te doen. Met één woord: He) kende den Internationalen strijd voor het ver afliggende hoogste Doel, het Socialisme niet. Want de Strijd tegen het de Wereld beheerschende Imperialisme, dat is de strijd voor het Socialisme. I Onkunde was het dus die het internationale Proletariaat zoo deed | handelen. In de eerste plaats Onkunde. 1 Er is in de Arbeidersklasse, in den Arbeider, een groote mate van bewustheid noodig, zal hij internationaal optreden, j Het Nationalisme van den proletariër is van geheel anderen aard dan dat van den' bourgeois. De Natie is voor den bourgeois de natuurlijk l gegroeide politiek-ekonomische organisatie, die hem, door haar Eenheid I en Macht, in staat stelt, in het binnenland en naar buiten, zijn kapitaal I productief te maken. De Natie beheerscht voor hem de arbeiders in j het binnenland, yerdedigt gewapend zijn belangen en vergroot haar j macht voor hem in het buitenland. Dat is de oorzaak van het Nationalisme van den bourgeois, dat dus Jin de hoogste mate actief is, evenals zijn kapitaal. De arbeider daarentegen , heeft geen kapitaal, hij ontvangt slechts I loon. Zijn Nationalisme is dus passief, evenals het ontvangen van loon passief is. Maar toch, de Arbeider leeft, in overgroote meerderheid, van het nationale kapitaal. Het nationale kapitaal is wel zijn vijand, maar het is de vijand van wien hij eet, die hem te eten geeft. De arbeider is dus wel passief nationalistisch, maar hij is, en moet, zoo lang hij niet waarlijlt socialist is, noodzakelijk zijn.... nationalistisch. Omdat de natie, het kapitaal der natie, de grondslag van zijn leven is. 1 Hij meent dus, en moet dus, zoo lang hij niet socialist is, meenen, dat het belang van het nationale kapitaal het zijne is, en dat hij het tegen vijanden verdedigen moet, omdat het kapitaal's behoud ook zijn ' behoud is. . Het Nationalisme bestaat bij den arbeider uit een reeks van meest kleine gevoelens en.instinkten, zich aansluitende bij en zich groepeerend lom het instinkt van zelfbehoud. In de eerste plaats het instinkt van net behoud van het leven door het werk, het loon. En daarbij aansluitend en daarop berustend kleine gevoelens van huis, ouderlijk huis, huisgezin, traditie, gewoonte, kameraadschap, naaste omgeving, volk, klasse in het volk, partij, — en de instinkten van het behoud daarvan, — die alle onmiddellijk op den persoon betrekking hebben en dus met, het instinkt van zelfbehoud in het nauwste verband staan. In het gewone leven bijna sluimerend, ontwaken zij, wanneer er gevaar hen. dreigt of schijnt te dreigen, juist door hun verbinding met het instinkt van zelfbehoud, met elementaire kracht. En zij krijgen een gloed van hartstocht,' haat voor den vijand, en fanatieke liefde voor het eigen land, wanneer het instinkt van zelfbehoud zich met de sociale instinkten van genegenheid voor en eenheid met de gelijken, — hier de volksgenooten, — verbindt. Er is een groote mate van bewustzijn noodig om op een gegeven oogenblik, op ieder oogenblik, altijd, dat instinkt, die gevoelens voortdurend te kunnen overwinnen, en den klassenstrijd niet op te geven ter wille van den strijd voor de Natie. Zoo moet de arbeider weten, dat het Nationalisme hem onder het Kapitalisme nu nadeelen brengt, veel grooter dan de voordeden. Hij moet weten, welke voordeden, welke nadeelen. Hij moet die hebben vergeleken. En die gedachte, die kennis, moet zóó zijn, zóó sterk in zijn bewustzijn zijn overgegaan, dat zij de instinkten van het Nationalisme niet alleen weet te overwinnen, maar vervangen heeft. Dit is een ontzaggelijk moeilijk en langdurig werk. Want daartoe is er in de Arbeidersklasse, in eiken Arbeider, een groote mate van bewustheid en kennis noodig van het Imperialisme. ^Het Kapitalisme staat tegenover den Arbeider in de werkplaats, in de vakvereeniging, in den Staat. Hel is dus: nationaal. Het Imperialisme staat tegenover hem door de buitenlandsche politiek van den Staat, de Hooge Bank, het kapitalistisch Syndikaat, de Wereldtrust, de Wereldpolitiek. Er is een groote mate van kennis, noodig om altijd, voortdurend, bij alle vraagstukken van den strijd (den vakvereenigings- en politieken strijd) den samenhang daarvan met de Wereld-politiek, het Internationale Imperialisme te begrijpen. Zoo moet de Arbeiuer weten, dat het Imperialisme de geheele politiek beheerscht, en hoe, — dat het de arbeidersklasse met ondergang en scheuring bedreigt, doordat het eindelooze oorlogen brengt, dat onder het Imperialisme geen afweer-oorlogen meer gevoerd worden, dat, ten slotte en vooral, het Imperialisme (en hierin hangt het zoo zeer samen met het Nationalisme, dat het er één mee wordt) alle nationale Kapitalismen tot één vereenigt tegen het Wereldproletariaat, dat dus daartegen één zijn moet. Dat dus de strijd tegen het Imperialisme de strijd voor het Socialisme is. Dit alles moet de Arbeider weten. En ook dit niet met holle woorden en lrasen, met hol, oppervlakkig, voorbijgaand begrip, maar met diep, volkomen weten; — het begrip moet als in zijn bloed zijn overgegaan. Ook dat is een langdurig, moeilijk werk. Het kennen van het Imperialisme en het daarmee samenhangend uitdelgen van het Nationalisme is een zeer hooge stap, een enorme stijging in het Bewustzijn, dat wil zeggen dus in de ontwikkeling van het strijdend Proletariaat. De nieuwe propaganda, die daarvoor in dit nieuwe tijdperk van het Kapitalisme, het Imperialistische, noodig is, is een der heerlijkste, schoonste en vruchtbaarste werken, die voor het Socialisme gedaan kunnen worden. ' Tegen het Nationalisme, tegen het Imperialisme, vóór het Socialisme. ! Het Proletariaat had dit.alles nog nooit gedaan. Het was altijd alleen nationaal, nog nooit internationaal opgetreden. Het was ook nog nooit tegen het internationale Imperialisme opgetreden. Het Nationale, en dus ook het Internationale Proletariaat — kende den strijd tegen het Internationale Imperialisme niet. Er waren zeer zeker onder de arbeiders aller landen, en vooral in Duitschland, groepen van personen en enkele individuen, die de nationale instinkten hadden overwonnen door kennis en begrip. Zeker had de Sociaal-Democratie ze bij sommigen theoretisch uitgeroeid. En deze groepen en personen hadden den Oorlog gaarne bestreden, met alle kracht. Maar ten eerste waren deze groepen en personen, naar onze meening zeer klein in aantal. Ook in Duitschland. In Engeland waren zij bijna niet.') In Frankrijk even weinig. I Maar ten tweede zagen zij den weg niet, hoe den oorlog te bestrijden. Zelfs zij, die het middel tegen den oorlog wel zagen, zagen den weg niet om het te gebruiken. z> Het middel tegen den Imperialistischen oorlog kan, zooals wij later zien zullen, alleen de Nationale Massa-actie zijn van het Proletariaat, gelijktijdig aangewend döor het geheele Internationale Proletariaat. Hadden die groepen van arbeiders den weg om dit middel te gebruiken gezien, klaar voor zich, zij hadden hem genomen, en genomen niet alleen, maar zij hadden groote massa's arbeiders met zich medegesleept. De redenen waarom zij hem niet zagen, niet kenden/zullen in het volgende worden blootgelegd. Wat toch is de "geschiedenis der Internationale? Zij was eerst een verbond van vakvereenigingen en vooruitstrevende en socialistische groepen. Die op schitterende wijze, vooral ook in de buitenlandsche politiek, in de Europeesche politiek, de ideeën èn gevoelens der hoogst ontwikkelde, meest vooraanstaande gedeelten der arbeidersklasse uitten, — die elkander, voor het eerst in de wereldgeschiedenis, tot verbazing der arbeiders en schrik der bourgeoisie, internationaal steunden, — die, voor het eerst in de wereldgeschiedenis, den band vlochten door het geheele proletariaat, — die openlijk het Communisme als hun doel verkondigden, — die een schitterend licht waren voor de aibaiders en de eerste groote bedreiging van de internationale bourgeoisie*, — en die het zaad strooiden voor de toekomstige Partijen. Een Genie ging voor haar uit, een Zaaier door de landen van Europa en Amerika. Zij hadden samen één program en één bestuur, — dat hun, uit het hoofd van Marx, adressen zond, die hun fonkelende lichten naar de toekomst waren, — en leiding gaf. — Maar samen deden zij nooit iets dan.... demonstreeren. Aan innerlijke versplintering ging deze Internationale na 1872 te niet, lang voor dat ze meer had kunnen doen als geheel, als eenheid. Zij* was nog te zwak voor den praktischen internationalen strijd, waarvoor de tijd niet rijp was. Zij had slechts de zaden in verschillende landen gestrooid. ') De redenen waarom de Independent Labour Partij in Engeland tegen den oorlog is, zijn klein-burgerlijke redenen. Het zijn little-Englanders. Zij meenen dat Engeland genoeg koloniën heeft. Langzaam groeiden toen daaruit de nationale partijen en vakveree■ Jiigingen op. Toen brak een groote tijd voor de Arbeiders aan. In alle landen stortten zich scharen van menschen, bezield door de ideeën van Marx, der Internationale, onder de arbeiders, en maakten daar propaganda voor het Communisme en Socialisme. Dat waren de beste koppen en de vurigste, warmste harten, de hoogste en edeiste karakters. Want de strijd was moeilijk en gevaarlijk. De tegenstand der bourgeoisie fel. Materieele belooning gering of geen. En de Arbeiders, die luisterden, waren de besten. De onstuimigsten, de verstandigsten, de dappersten. En tegelijk wierpen deze allen zich èn op de theorie èn op de practijk. De politiek werd gevoerd — met een groot theoretisch doel: de revolutie. Zoo was het in vele landen van Europa, in Duitschland, Oostenrijk, Frankrijk, België, Denemarken, Holland, Spanje, Italië. Deze periode zou men de theoretisch-praktisch-revolutionaire kunnen noemen. Het aantal deelnemers was nog klein. Maar in deze periode is, in de meeste landen, het meest bereikt. Ook aan hervormingen. De aanval was zoo fel en vurig, de verbazing en ontsteltenis der heerschende klassen zoo groot, dat zij iets van verbetering gaven. De beste hervormingen van kiesrecht en sociale | wetgeving dateeren in vele landen uit dien tijd. IMaar ook deze Internationale, deze nationale partijen bemoeiden zich allen alleen met het nationale, met het nabijliggende en het kleine. Alle nationale partijen wierpen zich op de wetgeving, het parlementarisme, den verkiezingsstrijd. Alle vakvereenigingen op de verbetering van het loon en den arbeidstijd, de bescherming hunner leden enz. Wel hadden zij een hoog-socialistisch beginselprogram, ook uit het genie van Marx afkomstig. Maar dat was theorie. Dat was slechts gezamenlijke propaganda, geen daad. In die nationale partijen kwam nooit iets voor dat de vraag stelde: Kapitalisme of Socialisme, Hervorming of Revolutie, jaren lang. Zoo werd de Revolutie theorie, en de Hervorming praktijk. En nooit kwam er iets voor, in die periode, dat aan de nationale partijen den eisch stelde: Weest internationaal. Met de daad. Werpt uw nationalisme af. f Zoo werd de Internationale, ondanks alle theorie, ondanks de I eerlijkste en schoonste propaganda, ondanks alle schoone leuzen, een verzameling van partijen die verbetering zochten, en die ze alleen [zochten voor zich, nationaal. De waarheid van een theorie, van een leuze wordt echter alleen | door de daad bewezen. De groote massa der Internationale Partij bestond uit menschen die verbetering wilden voor zich, voor de menschen van hun vak, van hun klasse, van hun natie. Meer niet. Het Internationale Socialisme was slechts hun Hooge Leuze. Voor Internationaliteit ontbrak de praktijk. Zoo was, zelfs in die schoone helden-periode, — der leerlingen f van Marx, en van de Oude Internationale, — die revolutionair-theoretischpraktische, die met Lassalle aanvangt, en langzaam naar en in denegentiger jaren eindigt, — de Internationale een verzameling van partijen, die elk voor zich leefden, en die daarom toen ook zelfs geen uiteilijke band meer bond. De theoretisch-praktisch-revolutionaire periode werd in de landen van Europa waarover wij hier spreken, gevolgd door een andere. Aangelokt door het succes dat de Arbeiderspartijen hadden, kwamen de groote massa's arbeiders, op hervormingen belust. De niet-vurigsten, de niet-beslen, de niet-dappersten. De middelsoort. De Massa. De Massa is, onder het Kapitalisme, overwerkt, zonder geestelijke ontwikkeling. Zij, de overgroote meerderheid van haar, leüe,.alleen, kon toen alleen nog letten op het dagelijksche, het werk, het brood, het kleine voordeel. Deze Massa kwam. De Strijd was ook gemakkelijker geworden. De Arbeiderspartijen waren eindelijk erkend. De Regeeringen en Patroons hadden iets toegegeven, waren hier en daar hun toegemoet gekomen. De groote nationale massa kwam, tuk op hervormingen. Op hervormingen alleen. En dat groote aantal begon zich te doen gelden. Door het groote aantal kon men Macht veroveren. Door de vele stemmen zetels. Hoe de kwaliteit dier personen was, begon er minder toe te doen. Onder deze massa, in de nationale vakvereenigingen en de nationale partijen, werd hervorming alles. Verbetering van levensstandaard het Doel. De Theorie, het Revolutionaire ging verloren. En daardoor het Internationale geheel. Deze dingen werden geheel tot Woord. Toen kwam het Revisionisme op, dat deze praktijk tot theorie maakt. \ De leer die zegt: „Arbeiders, Arbeiders der Natie, verbindt u voor hervormingen. Hervorming, de weg naar het doel, is alles. Verbindt u ook met de bourgeoisie, met een deel van haar, dan krijgt ge nog veel meer hervormingen." En die leer schoot wortel in de hoofden dier massa's, dier zelf reeds daarvoor zoo ontvankelijke arbeiders, — vooral ook omdat er tijden kwamen van prosperiteit, — omdat er een goudstroom kwam over Europa, na Californië en Australië, uit de Transvaal, — en de gedachten in hun hoofden naar revolutie werden al vager en vager, en de gedachte aan hervorming werd het eenige. Zoo werd de massa. Toen kwam ook een ander soort leiders. In de eerste dagen had men de principieele mannen gehad, menschen die ontvlamd waren door de idee van het socialisme, die alles daarvoor over hadden en van haar propaganda alles verwachtten. Die den hoogsten moed hadden, den waarlijk revolutionairen geest en wil en kracht. Die vooral ook, voor zoover zij geen arbeiders waren, trachtten den bourgeois af te schudden en zich geheel te verplaatsen in de massa, in de arbeidersklasse. Die zich verplaatsten of trachtten te verplaatsen'in de hoogste Idee, die zij zich konden vormen, van een zich vrij strijdende Arbeidersklasse. Die naar dat Ideaal al hunne daden en woorden en voorstellen richtten. Met meer of minder helderheid verkondigden zij de Revolutie aan€ de arbeiders en tegen de bourgeoisie. Dat waren Bebel, Guesde, Liebknecht, Plechanow, Axelrod, Kautsky, Mehring, Labriola, Lafargue, Hyndman, Quelch, Domela Nieuwenhuis :in zijn eerste periode, van der Goes en vele anderen. — Maar toen de macht kwam, kwamen er anderen. Philanthropen, ethici, hoog en fijn ontwikkelde burgerlijken, zwakken, eerzuchtigen, gewetenloozen, bedriegers der massa. Zeer veel welwillenden en onnoozelen en die van het socialisme en van zijn •theorie niets wisten. Bedriegers van zich zelve. Beroepspolitici die het socialisme tot vak, tot winstgevend bedrijf, tot levensonderhoud maakten. En deze grepen alle, uit filanthropiè, burgerlijke ethiek, hoog en ■fijn begrip, eerzucht, domheid, onwetenheid en gebrek aan karakter of geweten, practischen zin, het Revisionisme op. Revolutie was onmogelijk of slecht of te ver. Hervorming, dat was mogelijk en nabij en goed en winstgevend. — Maar de arbeiders zijn zoo zwak, zoo dom, hun aantal stemmen in het Parlement en den Raad te klein. Laat ons daarom compromissen sluiten met de bourgeoisie. De ouden, de radikalen, ziende dat het hooge, het ideale, het revolutionaire verdween, verzetten zich. Maar het hielp niet, de Massa was zelf, overal, zoo op hervormingen, daarop vooral, vaak daarop alleen, gespitst, dat zij gehoor gaf aan de Reformisten en de raadgevingen van de radikale Idealisten, die hun trouwens de Revolutie niet geven konden, in den wind sloegen. Meer en meer werd aldus de Theorie, de Revolutie een zaak van tiet hoofd waaraan de besten nu en dan eens, als iets schoons en hoogers dachten, een zaak van het hart waarvoor dit nu en dan eens klopte, — maar het gewone, het dagelijksche, het altijd bij hen zijnde, waaraan de massa geregeld dacht, nacht en dag, dat werd de praktijk, de Hervorming.') De Vakbeweging die alleen voor het kleine strijdt, die alles bereikt •door kleine concessies van en contracten met de patroons, werkte dit .zeer in de hand. Overal werden nu de bestuursplaatsen in alle vakvereenigingen ingenomen door Reformisten. Overal vulden deze de besturen der •partijen, de redacties der kranten, de gemeenteraad- en parlementzetels. Weldra waren zij overal de meerderheid, en, in de meeste landen, de éénige leidende macht. Maar zoowel in de vakbeweging als in de politieke partijen zijn liet de leiders, de afgevaardigden, en de besturen, dus de enkele personen, die in het Parlement, den Raad, tegenover de andere partijen en in de besprekingen met de patroons de overwinning behalen, zij 't dan ook slechts den schijn daarvan. Het zwaartepunt verplaatste zich daardoor van de massa naar de leiders. Er onstond een Arbeiders-bureaukratie. ') Een korten tijd bracht de Russische revolutie eenige verbetering, zoo in Oostenrijk en Pruisen in den Kiesrechtstrqd. De Bureaukratie hecht evenwel uit haar aard aan het bestaande. De massa, geheel en al op winst belust, niet op revolutie, werd door de leiders daarin nog meer versterkt. Zij liet daartoe alles aan de leiders over, werd zelf indolent en traag. En hoe minder actief, hoe minder zelfhandelend de massa werd, des te meer zagen wederom de leiders zich zelve als de eigenlijke dragers van de beweging aan. Des te meer gingen zij denken, dat de actie der arbeiders vooral is de taktiek, en het compromis, die zij bedenken, en dat de middelen der arbeiders zelf niets zijn dan het stembiljet, het betalen der verschuldigde bijdrage, en af en toe een vakstrijd of een demonstratie. Dat de massa eigenlijk een passieve massa is, die geleid wordt, en zij zelve de actieve kracht. Dit is de tweede fase der socialistische beweging, die na de eerste theoretisch- en praktisch-revolutionaiie komt. Men zou haar kunnen noemen de theoretisch en praktisch hervormende. ') Zoo was het in Engeland, in de Partij van den Arbeid. Zoo werd het in Frankrijk, waar men zoo ver ging dat socialisten minister werden. Zoo ging het in België, waar men de actie der massa voor het algemeen kiesrecht smoorde, in Holland, waar men zich aan het liberalisme vastketende, in Italië waar men zich aan de radikalen ) In deze periode, — wij zeiden het reeds, — die met de opkomst van het Imperialisme ongeveer samenvalt, komen, althans in de krachtige imperialistische landen, d.i. dus in Duitschland, Frankrijk, Holland, België (Engeland vormt zooals wij zien zullen, een uitzondering) de minste hervormingen. Terwijl in de revolutionaire tijdperken beteekenisvolle verandering in de wetgeving werd bereikt komen zij nu zoo goed als niet meer. ' Holland is daarvoor een zeer goed voorbeeld. Door den eersten revolutionairen stroom kwam een zeer groote verbetering in het kiesrecht. Door de revolutionairtheoretisch-praktische propaganda werd bereikt de Ongevallenwet, die aan. door den arbeid invalide arbeiders 70 percent geeft van het loon, zonder dat zij zelf iets betalen In de reformistische periode kregen de arme menschen, niet de arbeiders de belofte, dat, als zij zeer arm zijn en zich goed gedragen en de gemeente dit erkent, zij i gulden in de week znllen ontvangen. Dus een verplaatsing van de a™e3 Van recht tot almoes, dat is de overgang van Revolutie tot Reformisme. Hetzelfde ziet men in Duitschland: Sociale Wetgeving werd door de Radikale taktiek bereikt, - door de Reformistische: Niets «aancaie de Rêformist\schl!gNieti:tbfeiding d°°r RevoIutionaire taktiek, door En wat bereikten in Frankrijk: Millerand, Briand, Viviani? Men zou kunnen vragen: hoe is het mogelijk, dat juist onder het Imperialisme het Reformisme bloeit. Daar het Imperialisme toch de hervormingen belet Het antwoord hierop is: Voor de Reformisten bestaat het socialisme de a beidersbeweg.ng, uit strijd voor hervormingen alleen. Zij kunnen ScheenAndere te meer moeet!ng7Hiet voorstelle»- ,Hoe "«"der dus de heivormtogenkornet, des gehele liven Pn l Tï"*"?' M aHiid w«r nieuwe. Anders was hun Voor Sn \cLn ^beIde«beweg.ng, naar hun meening, doelloos, niets meer. bestaat hu?ïïlp„chfer- Hu^enhoitz ter Laan etc, om alleen Holland te noemen, hPrlnlinJl en de arbeidersbeweging, uit aldoor meer en altijd nieuwe hervormingen voorspiegelen, als lokaas voorhouden aan het proletariaat. En d« op dat lokaas HoIlandsche Proletariaat ziet alleen naar dien spiegel en aast onmVeSkrmhaakt!mPerialiSme d^r°m * meer' °mdat dit juist hervormingen verkocht. Zoo ging het in Duitschland, waar men de dempingspolitiek toepaste en de actie der massa voor het Pruisisch kiesrecht onderdrukte. Zoo ging het in Zweden, Denemarken, Zwitserland, overal op eigen door de politieke en ekonómische verhoudingen bepaalde wijze, maar overal met het resultaat: afbrengen van de revolutionaire idee, vestigen van de aandacht van het proletariaat op de kleine hervorming alleen, onderwerping aan de leiders, afzien van alle eigen massa-actie. De Nationale Partijen in Frankrijk, Engeland, Duitschland, in alle landen, werden massa's die alleen op het kleine nationale aasden, en aan het kleine nationale dachten. Maar door het Militarisme en Imperialisme, die al het geld voor zkh eischten, kwam nu het kleine, de hervorming juist niet meer. Maar des te meer beloofden de Reformisten de hervormingen. En des te meer werd de Massa hierdoor gedemoraliseerd. Want niets is demoraliseerender, verderfelijker dan dat er valsch aan de massa wordt beloofd, en dat er niets komt, en dat de massa aldoor maar geloovig op hervormingen wacht. Maar steeds hooger kwam het Internationale Imperialisme op. En steeds noodiger werd, in plaats van het Kleine Nationale, het Internationale Alles-Omvattende. En daarom hielden, ondanks zich zelve, meer instinktief dan bewust, al deze reeds grootendeels reformistisch-zwakke partijen de nieuwgestichte Internationale in stand, het ijdele lichaam dat w.j kennen, en dat nu uiteen viel. De Reformisten vestigden de oogen van die reusachtige Wereldklasse die alle Machten der Aarde, der Natuur en der Maatschappij, aan zich onderwerpen zal, op de enkele centen loon en de schamele TL™ ArhH^weteèvins - alleen. Het Reformisme vestigde de fandach van hen vïn dfe klasse, die de grootste Wereldmacht^ die • Tooit waf het Kapitalisme, en haar dragers, de Kapitalisten der Bank, der Tmsten van het Imperialisme moet ten onder brengen als vijanden, on huTschoone woorden, waarmee zij de arbeiders bedwelmen eLeinun dat ze dk gelooven moesten en met hen een verbond sluiten Door enkele Onnoozelen, of Onwetenden, of Eerzucht.gen werd die "DoofCeS/onTeïstand en slaafschheid ging die klasse onder No? eens gelukte het, wat duizend maal op de wereld is geluk ma,r gwat nf niet meer gelukken moest, omdat deze klasse nu Ta lijfde SppermacS, de ^^^1^^^^. moet: De Massa te maken tot de dienaren van de Heerscners . . • • d°Dit^dlukgte nu weder, aan de bourgeoisie door de Reformisten;. • • • door de Sociaal-Demokratie. Er zijn Reformisten die zoover gaan, dat zij zijn voor de KapitaalsexpansSïdoor koloniën en invloedsferen, voor de koloniale politiek. door koloniën en invloedsfeeren, voor de koloniale politiek. Zij vragen niet of het proletariaat daardoor klassebewust, rijp voor de revolutie van binnen, in den geest, revolutionair en socialistisch wordt. Zij vragen alleen naar het onmiddellijk voordeel .... voor het kapitalisme. De koloniale politiek, de nationale koloniale politiek, — dus ook het Imperialisme, — dus ook de Imperialistische Oorlog, — kunnen zooals wij boven reeds aantoonden, door de kapitaals-expansie die zij brengen, enorme voordeden, voor de Bourgeoisie der Natie, opleveren Zij brengen nieuwe kapitaal-belegging, vergrooting der industrie, nieuwen rijkdom. Zij breiden den Handel, het Transport, kortom het heele ekonómische leven der Natie enorm uit. Wel brengen zij ook, als het proletariaat aan ze meedoet, ondergang van het klasse-bewus'tzijn der Massa, en dus op den duur ondergang van het proletariaat; wel brengen zij voor het proletariaat zwaren druk, belastingen en militarisme oorlog en scheuringen, maar dit doet er voor die Reformisten niet toe' Als het Kapitaal zich maar uitbreidt en bloeit. Daarom zijn vele, de groot-burgerlijke Reformisten, voorstanders van ; koloniale politiek, en dus Imperialisten. Zoo bijv. Schippel en Calwer in Duitschland, Van der Velde die de annexatie van den Congo door België goedkeurde, in België Van Kol : die een .opdracht der Regeering aannam, om het Imperialisme in Indië te bevorderen, in Holland. Enz. I Andere Reformisten zijn voor de koloniale politiek om de kleine , directe verbeteringen, die zij voor het Proletariaat brengt, ook onverschillig wat er in de toekomst door komt. Wij hebben boven gezien, dat de koloniale politiek, en dus het Eïe' aan sommige groote of kleine groepen van aibeiders ™lk lne voordeden kunnen geven. Er komt werk en loon. Ook af h„ lburgerS* de kleine bazen en winkeliers, vallen er droppels af van de gouden winsten in de koloniën gemaakt en Z1J" dC Duitscne kleinburgerlijke reformisten, zooals Bernstein en Noske enz. enz., voor de koloniale politiek. Troetoïï" SZJï vv^ ¥ ^burgerlijke reformisten, zooals iroelstra, Schaper, Vliegen, de Kamerfractie, de geheele leidinc en Jan de zdSrH dChr ï °' R V°°r de koloniale Poli'iek> e" *' v aLeï t Dairnm Sn d,ghnd,e,l de «"middellijke vrijmaking van Indië. >wenSdFnlVVn k,ol°me-bezittende en imperialistische landen der wereld. Engeland, Duitschland, Holland, Frankrijk, België en ook in «"Amerika ï 7*Idhande,. wereld-invloed/ weSgezag hoop : «ane, Amerika, Australië, enz. enz., een menigte der leiders en £»n massa der arbeiders vóór koloniale politiek, d. w z*. voor héiïplriÏÏsm? derden.^ JU'St ^ P°Htiek' die de ^visionisE bévof: En daarvan juist beloofden zij den arbeiders grooie winst. FÏÏst dat „1!?? h' belu,s!-°p winst' &n&n i"ist daarop in! Imperialisme k hJT P°ht'ekJ Waf0p het imperialisme berust, dat het S aan. "amen arbeiders van de Reformisten óver, van Maar Imperialisme is Nationalisme. * luist dat Imperialisme, dat al nader en nader kwam, dat hen met oorlog, dóód en ondergang en verscheuring dreigde, dat hen als menschen en als klasse vermoorden, vernietigen of eindeloos verzwakken zou — dat hun ook juist alle hervormingen zou ontnemen nu en voor iaren door zijn Militarisme en zijn waarschijnlijk eindelooze rij van oorlogen - dat Imperialisme, die Koloniale Politiek namen de Arbeiders... van de Reformisten...., van de'Sociaaldemocraten. .., van de sociaaldemokratische nationale partijen, en dus van de Internationale aan. ) De Internationale nam dus, in de jaren van het Imperialisme, die dezen oorlog voorafgingen, haar eigen ondergang van de bourgeoisie, en van zich zelve, aan. 1 , , , . . De arbeiders, die alleen directe voordeelen willen, moeten oe koloniale politiek en dus het Imperialisme aannemen en het Nationalisme. Want die beloven onmiddellijke voordeelen. Alleen hij die dieper ziet, die begrijpt dat de koloniale politiek ten slotte grooter nadeel geeft dan voordeel, en vooral hij die inziet dat zij het proletariaat verdeelt en verscheurt, kortom hi] die wezenlijk revoïutionaif socialistisch voelt en denkt, hij kan zich tegen het Nationale Imnerialisme verzetten ondanks zijn voordeelen. En alleen hij die nog dieper doordringt en inziet dat het Imperialisme all! KapUalism'en der wereld vereenigt tegen het Proletariaat a leen hii kan het Nationalisme geheel in zich uitroeien, en met het Wereldproletariaat zich vereenigen tot één Bond, tot één revolutionairen strijd teeen het Wereldkapitaal. • „n„ ua\Aar Maar door het Reformisme en Revisionisme was juist alle helder diep alle theoretisch inzicht en alle revolutiona.r en internationaal gevoel verdwenen. / Het Reformisme is dus de Oorzaak, dat de arbeiders, toch al zoo zeer op het kleine uit, nog meer daarop alleen letten- , . . «VS • Het Reformisme, het kleine Reformisme is dus de Oorzaak, dat de WJa4 arhPiriprs toch al zoo nationaal, nog nationaler werden. W 'tf is de Oorzaak, dat de arbeiders, zelfs toen het Imperialisme ^'tr >)' naderde belust werden op Koloniale Politiek. „a^m ^^HeUs de Oorzaak, d/terwijl het Imperialisme: naderde de:aandacht \*VV >daarvan af werd gewend, en de arbeiders geen kennis daarvan kregen. ff f Daardoor, door het Reformisme zijn in ^ la^^n^a^t WM<- / leiders der Internationale der arbeiders, en de arbeiders zelf, ™ul / z iook van zich zelve mogen denken en wat hun mond ook moge spreken, [ Zl TnderZrLüLlistei Imperialisten, en zelfs, als de oorlog dreigt, \ Chauvinisten. gemaakt), maar met vreugde en geestdrift zelfs, zijn eigen verzwakking is tegemoet gegaan. Het was hun alleen om hervormingen te doen, en juist daardoor, doordat zij de Revolutie niet meer wilden, hebben zij hun verzwakking, ondergang en scheuring geoogst. Het was hun alleen om het Nationale te doen, en juist daardoor zijn zij Nationalisten en Imperialisten geworden. Het was hun alleen om de Hervorming binnen de Natie te doen, en juist daarom zijn zij door het Internationaal Geweld van het Imperialisme overwonnen. Als men nu bedenkt, dat al die zoo geaarde partijen alleen nationaal optraden, en dat nog geen gelegenheid bestaan had ooit, om op te komen samen internationaal, als één geheel, tegen het kapitaal, dat dus dat strijden voor een klein doel, — dat maar iri kleine, beperkte nationale omgevingen plaats had, die het oog niet gewennen aan het zien van den strijd van het geheele Proletariaat tegen het geheele kapitaal, — hun eenige strijd was, — dan ziet men in, dat, — toen daar langzaam aan die groote Wereldbotsing tusschen Kapitaal en Arbeid naderde, door 'het Imperialisme, oat dien wereldstrijd brengt, dat de geheele arbeidersklasse op één front plaatst tegen het geheele Wereldkapitaal, — dat toen de arbeidersklasse dit niet zag, dat zij aldoor maar bleven kijken, in hun nationale kleine kringetje, naar hun eigen kleine belang. Slechts enkele bladen in Duitschland leerden het proletariaat wat het Imperialisme is. De meeste, w.o. het centrale orgaan, de Vorwarts, en ook het wetenschappelijk orgaan de Neue Zeit, deden wat zij konden om het Imperialisme niet voor te stellen als, niet te maken tot de as, waarom de politiële wentelde, en niet tot het hoofdpunt van de aandacht en de actie van het proletariaat. En in de overige landen was er, zoover wij weten, behalve De Tribune in Holland, geen enkel blad dat dit deed De Revisionisten: de BernsteinVde Adler's, de Van derVelde's, de ïaurès', de Vliegen's, de Branting's — wij noemen slechts de besten — hadden de aandacht der arbeiders op het kleine gevestigd. De arbeiders waren daarmee bezig. Met een betere belasting, met een verzekering voor de oude arbeiders, — dikwijls alleen met de hoop daarop, — met de mogelijkheid van een combinatie met liberalen of Fortschrittler of radikalen, die een beter kiesrecht zouden brengen Zij staarden naar de leiders, naar de parlementen en deden zelf niets. Van de leiders, uit de parlementen moest het goede komen. Langzaam, met ijzeren schreden, naderde het Imperialisme. Eerst werd Egypte bezet, toen Transvaal, toen China. Duitschland, het wereldland van het kapitaal, werd omcirkeld door vijandige machten. De arbeiders merkten het niet. Weet gij, lezer, wat het Imperialisme is? Het is de hoogste vorm van klassenstrijd, die er tot nu bestaat. Het is daardoor ook de volkomen, de afdoende weerlegging, de weerlegging met de vuist, die het neerslaat, van het Revisionisme. De revisionistische theorie heeft nooit iets beteekend. Kautsky heeft haar onmiddellijk en afdoend weerlegd. Van haar verzachting van den klassenstrijd, van haar uithollingstheorie, van haar groote verwachting van de trust, de ontwapening, den middenstand, het nieuw-liberalisme is niets gekomen. De theorie was grondeloos. De Revisionisten hebben zich op het terrein van de praktijk teruggetrokken, om alleen daar de arbeiders te begoochelen en met het maanzaad van ijdele verwachtingen te vergiftigen. Maar die praktijk, het eenige wat van hen over is, — die praktijk, het Imperialisme komt en grijpt ze bij de keel en slaat ze dood. Stel het u voor, lezer, zooals de ontwikkeling ging: Daar waren de arbeiders aller landen bezig met hun mooie plannen, hun door de Reformisten opgemaakt. Met hun verzekeringen en belastingstelsels en kieswetten en pensioenen, door behulp van liberalen te krijgen Wat werd er niet voor gedaan om toch maar dien kleinen vooruitgang te winnen! Hier ging men in ministeries, daar sloot men een verbond met de liberalen, daar kroop men, daar vernederde men zich daar dempte men de eigen actie, daar dreef men de Marxisten uit! Alles was in volle actie. Als kleine dwergen waren de duizenden afgevaardigden aan het werk, en de millioenen, de massa's, waren in volle afwachting. > Daar naderden wie? — De Ondergang. De Dood. Het Imperialisme is de Ondergang en de Dood. Voor d«e millioenen arbeiders voor hun kinderen, vrouwen, vaders en moeders. Het is de stilstand, de achteruitgang, de dood van hun organisatie, voor langen tijd. De Revisionisten, de Troelstra's, de Südekum's, de Scheidemann's, de Anseele's, de Turati's, de Frank's, de Macdonald's paradeerden bij de bourgeoisie, beloofden te stemmen voor alles, — zelfs voor de oorlogsuitgaven! — bezochten vorsten, — legerhoofden, — beloofden al dineerend en paradeerend en vertegenwoordigend, de bourgeoisie hun stem, aan de arbeiders gouden bergen, prachtigen vooruitgang, demokratie — als ze hen maar wethouder, minister, afgevaardigden, maakten en op hen vertrouwden, — daar naderde langzaam maar op ijzeren voeten, de eerste waarlijk groot-Imperialistische Wereld-Oorlog. De Revisionisten hadden hervormingen voor het heden beloofd. De hervorming komt: de Dood. - De Revisionisten hebben aan de arbeiders demokratie beloofd. Er komt gelijkheid! Zij komt, maar in den dood Kapitalist en Arbeider zijn waarlijk in den dood gelijk. — De Revisionisten hebben algemeen stemrecht beloofd, als men maar in de liberalen geloofde. De liberalen geven den arbeiders het stemrecht. In den dood! De dooden, de duizenden arbeiders protesteeren met hun doode stem. - , . De Revisionisten hebben, als men hun taktiek slechts volgde, de verzoening der klassen beloofd. De oorlog verbindt ook alle klassen Het" Revisionisme had ook de verzoening der menschheid beloofd en ontwapening! — de volken der aarde staan in rijen van duizenden kilometers tegenover elkaar, druipend van bloed! De Revisionisten hebben de verzachting van den klassenstrijd beloofd, — de Wereldoorlog, het Imperialisme aller Naties, zij zijn een ver-' scherping van den klassenstrijd, zooals er nog nooit plaats vond, sinds het Kapitaal bestaat. De Revisionisten hebben voordeelen van koloniale politiek beloofd de koloniale politiek brengt juist den ondergang. De Revisionisten hebben hervorming voor de toekomst beloofd. Na dezen oorlog dreigt nieuwe oorlog, nieuwe wapening. En dus verkwijning en ondergang. En dus geen hervorming. — Een klasse, die 20 jaar gehoord heeft, dat zij in de bourgeoisie vertrouwen hebben moet, kan haar niet meer béstrijden. — Terwijl de Revisionisten (met de burgerlijke partijen) den arbeiders vooruitgang beloofden, bereidden zij door de arbeiders te verblinden den ondergang voor van het Proletariaat. Dit is het toppunt van het Revisionistisch bedrog, waartoe het komen moest. Maar het is ook de ondergang van het Revisionisme, van den strijd-voor-het-kleine-alleen. Het is de ondergang van deze tweede, de hervormende, fase van den Arbeidérsstrijri. Want de Reformisten z-ijn niet alleen, naast de Kapitalisten en de Onkunde der Arbeiders, de oorzaak van de machteloosheid, de onwetendheid, de lafheid, het Nationalisme, het Chauvinisme, het Imperialisme van nu van het Proletariaat, van de ellende, de scheuring, de verzwakking nu, maar zij zijn ook de oorzaak van, mede-verantwoordelijk voor en mede-schuldig aan al wat na den oorlog komen zal: de verzwakking voor langen tijd, de Ellende, het ophouden van alle Hervorming, de noodzakelijkheid om met een zeer verzwakt Proletariaat den Strijd, de noodzakelijkheid misschien "om met een geestelijk gedemoraliseerd proletariaat den strijd voor de Revolutie te herbeginnen. O, mocht het door den uitslag en den afloop en de ellende en de gevolgen, die deze oorlog brengt, gebeuren dat de Reformisten, en al wat hun gelijk is, door het arbeidende volk werden weggevaagd ! De schrijver dezer brochure en de partij waatYtoe hij behoort, hebben reeds veie jaren geleden, het Proletariaat van hun land gewaarschuwd llij zelf en de leden zijner partij hebben in tallooze vergaderingen brochures en courantenartikelen over het Imperialisme, tot den oorlog toe, gezegd dat van alle schoone beloften der bourgeoisie en der Revisionisten niets komen kon, want dat het Militarisme, de koloniale politiek, kortom het Imperialisme alle geld voor zich eischte alle vooruitgang tegenhield, de lasten verzwaarde, en dat waarschijnlijk een wereldoorlog, een tijdperk van wereldoorlogen in aantocht was Daarom vporal veroordeelden wij het samengaan met burgerlijke partijen M^ni,etS/°,uden doen- Wij' ^ daarom door de revisionisten uit de wederlandsche sociaal-demokratie gesmeten en hebben een eigen partii moeten stichten! & ' Wij zijn om het Imperialisme, dat wij bestrijden wilden, maar dat zij steunden, uit de sociaaldemokratie geworpen. De arbeiders kunnen nu zien wie gelijk heeft gehad. VII. DE NATIONALE MASSA-ACTIE. Intusschen, het Imperialisme kon niet over de wereld komen, zonder de arbeiders tot een nieuwen grooteren strijd te dwingen. , De Revisionisten, de afgevaardigden en leiders en vakvereenigingsbesturen mogen in hun kleinen beperkten kring het algemeene van zijn komst dan niet merken, met alle middelen trachten de arbeiders bij het kleine te houden, — het Kapitaal zelf met zijn nieuwe enorme expansie, in alle landen, doet hun pogingen te niet, logenstraft ze althans. Het Imperialisme brengt of gelijktijdig met zich, of veroorzaakt, enorme hooge staatsuitgaven, kolossale zware belastingen, invoerrechten, stijging der prijzen, daling van het werkelijk loon, oppermachi der patroonsbonden, achteruitgang in kracht der vakorganisaties, stilstand van de arbeidswetgeving, achteruitgang van het Parlementarisme. De Reformisten mogen nog zoo veel onderhandelen met de bourgeoisie, de arbeidersklasse nog zoo zeer willen prostitueeren; de vakvereenigingsleiders mogen nog zoo zeer een bureaukratie vormen, die de vrije beweging der arbeiders neerhoudt, en hun klasseleven dwingt in eentonige lage banen, hun geesten verslaaft en tot stof maakt, de ontwikkeling van het Kapitalisme tot het Imperialisme laat zich telkens heftiger gevoelen. Het Kapitaal is niet een doffe, doode, stilstaande macht, — evenmin een bewegelijk rijk vloeiende bron van weldaden. Het is een voortdurend zich ontwikkelende kracht, die aldoor nieuwen strijd baart. En wat is nu het eigenaardige, het nieuwe, de nieuwe kracht, de "nieuwe strijd, de nieuwe ontwikkeling, in het Kapitalistische tijdperk dat Imperialisme heet ? Wat is nu de nieuwe groote verandering die dit, — nu, — in net leven der arbeiders brengt? Wat is de nieuwe zegenrijke macht die het, — nu, — door zijn aanval, — aan de arbeiders geeft? Wat is de weldaad, de allesoyertreffende weldaad waarmee het de arbeiders (nu voor het eerst waarlijk) opheft, naar een hoogeren trap? Nu, nu! Dit: dat de massa zelf moet gaan handelen. In de voor-imperialistische periode, — na den eersten tijd van de aaneensluiting der arbeiders onderling en hun eersten revolutionairen theoretisch-radikalen opstand tegen de bourgeoisie, — geschiedde de actie vooral door kleine groepen en leiders. Maar tegen de Trusts, de Banken, de Imperialistische Regeering en tegen het Imperialisme zelf vermogen kleine groepen weinig, en leiders, met de slimste taktiek, zoo goed als niets. Wat vermag tegen een Syndikaat een vakvereenigingsleiding, en tegen een Imperialistische Regeering een vertegenwoordiger, een vertegenwoordiging — alleen ? V Ieder, die gevoelt, wat de macht is van een Trust tegenover een vakvereeniging, van een Hooge Bank over de ekonomie en politiek van een land tegenover een vertegenwoordiging, van een Regeering, die Imperialisme en oorlog wil, tegen een parlementaire partij, zal erkennen, dat de actie der massa, naast de vertegenwoordiging en de leiding, noodzakelijk is. Dit ligt in de Macht opgesloten, die tegenover de arbeiders staat. Die door de Trust en het Imperialisme oneindig grooter geworden is. Om de Trust, de Bank, de Ondernemersbonden, de Regeering, — Om de Regeering, ondanks het Imperialisme, te dwingen tot vooruitgang, moet de Massa op het tooneel. De Nationale massa. Er is geen andere weg voor het Proletariaat tot vooruitgang, tot hervorming. Er is geen andere weg voor het Proletariaat naar de Toekomst, naar de Maatschappij van Vrijheid, Gelijkheid en Eenheid. Een nieuwe fase vangt aan. De Theoretisch-Radikale was de eerste. Zij diende om het zaad te strooien. De Hervormende was de tweede. Zij splitste zich in de revolutionairhervormende en in de revisionistisch-hervormende. Zij diende om de hervormingen, die te krijgen waren, te veroveren. De derde komt. Zij dient om de massa te verzamelen tegen het Bank-Kapitaal, de Trust, de Imperialistische Regeeringen. Zij roept de massa's op. De eerste fase riep den Enkeling op. Tot theoretisch Begrip. De tweede de Massa tot Hervorming door leiders. De derde de Massa tot de Revolutionaire Daad. Zij is de hoogste fase die wij nu bereiken kunnen. >) Voelt gij wat dit zeggen wil, lezer: De massa komt op het tooneel? Het beteékent, dat de massa eindelijk ontwaken gaat. Het beteekent dat zij, zonder leiders, of zonder veel beteekenis der leiders handelen gaat. Het beteekent, dat wij een stap doen zoo groot als de Arbeidersklasse nog nimmer deed. Het beteekent, dat wij zeer dicht ons einddoel naderen. Er is geen andere weg voor het Proletariaat naar het Socialisme. De massa moet zelf gaan handelen, moet komen. De ontwikkeling van het Kapitalisme tot Trust, Hooge Bank en Imperialistisch Parlement en Regeering wil het. Het kan niet anders. En de Massa is dan ook al gekomen in de iaatste tientallen jaren, sinds het Imperialisme kwam. Ondanks alle praatjes tn beloften en verdragen voor en aan en met de bourgeoisie, en voor en over en met de arbeiders, ondanks alle pogingen van vakvereenigingsbestuten en afgevaardigden om het werk alleen, van boven af te doen, heeft de Massa de taak ook zelf in handen genomen. In Zweden, in Noorwegen, in Denemarken, in Engeland, in Holland, Frankrijk en België, in Italië en Spanje, in Oostenrijk en Rusland heeft ') Eene zeer veel hoogere dan die Marx gekend heeft. het proletariaat zelf, door algemeene en massastakingen, door protesten demonstratie- en dwangstakingen, door economische en politieke stakingen, door stakingen van geheele arbeidersbevolkingen en van gedeelten daarvan, getoond, dat het de nieuwe ontwikkeling heeft gevoeld. Het heeft kleine deelen van het proletariaat met algemeene staking geholpen tegen kleine kapitalen, het heeft groote kapitalistische maatschappijen overwonnen, het heeft steden en landen geschokt, het heeft met de generale staking, als direkt gevolg van een imperialistischen oorlog, de eerste proletarische Revolutie gemaakt. De enorme slakingswoede van het Engelsche proletariaat, tegen de leiders in, der laatste jaren, is een gevolg van wat het Imperialisme met zich brengt, en de demonstratie die het Duitsche proletariaat voor eenige jaren heeft gehouden tegen het kiesrecht in Pruisen, was een poging om; langs dien weg, de ontwikkeling van het al machtiger wordende Imperialisme tegen te houden. In de Vereenigde Staten hebben de arbeiders in de laatste jaren herhaaldelijk de massa-actie gebruikt om verbeteringen te krijgen van de machtige Trusts, en om hun recht van vereeniging te verdedigen. . De Arbeidersklasse van Europa en Amerika is al sinds jaren in beweging om het Imperialisme te breken, of althans in den strijd er tegen nieuwe macht, nieuwe concentratie, hooger en beter eenheid te verwerven. . Het handelen der'massa is gekomen, — van zelf. De actie tegen het Imperialisme is van zelf, natuurlijk, de Massa-actie. De actie tegen den Imperialistischen Oorlog kan niet anders dan Internationale Massa-actie zijn. Alleen wanneer het nationale proletariaat gevoelt dat het vijandig buitenlandsche kapitaal even goed bestreden wordt als het eigene, zal het zich met het Internationale Proletariaat vereenigen tot afweer en vernietiging van den Oorlog. Alleen de Massa-actie van het Proletariaat ging tot nu toe nog in het klein onbewust van de groote oorzaak, en van het eene groote doel nog niet geconcentreerd, nog niet met alle krachten naar eendoel', met één woord zij ging nog ongeorganiseerd en — nationaal. Het geconcentreerde Kapitaal in deze fase, de Trust, de Hooge Bank, het Imperium der rijken, en het Imperialisme der machtige Rijken, kunnen alleen bewust, georganiseerd en internationaal bestreden en overwonnen worden. VIII. DE OORZAKEN VAN HET NATIONALISME VAN HET PROLETARIAAT. c. De Radikalen. Kautsky. „ Maar nog niet hebben- wij alle oorzaken en remmende krachten genoemd die de Aibeidersklasse tegenhielden om van den ouden, kleinen — en nationalen - weg tot den grooten, - en internationalen — ^TegeiT'de nieuwe kracht der arbeiders, de actie der massa, treedt naast het „Revisionisme weer een nieuwe kracht op om haar den voortgang te beletten. Maar de nieuwe tegenstand kwam van hen, van wie men het vroeger niet zou hebben verwacht. Zij kwam van de Marxistische of Radikale arbeiders en leiders der socialistische partijen. Bij den opgang, dien het proletariaat noodzakelijk maken moest - van de oude taktiek, van den strijd door vertegenwoordigers en kleine gedeelten van het proletariaat, tot de massa-actie in het algemeen en de algemeene staking in het bijzonder, bij den opgang dien het maken moest van nationale tot internationale actie, bij dien opgang traden haar de aanhangers en leiders der oude taktiek in den weg, — en nu met alleen of voornamelijk meer de Reformistische maar de Marxistische. Juist degenan die in de eerste, revolutionair-theoretischpraktische periode de leiders der arbeiders waren geweest, en die zich in de volgende, de revisionistische periode, krachtig en schitterend tegen het reformisme hadden verzet. Duitschland is ook hier weer het beste voorbeeld. Hoewel men het verschijnsel overal, in Holland en in België, in Frankrijk en Italië, in Oostenrijk en Engeland zien kan, het duidelijkst blijkt het door de groote afmetingen van den strijd, in Duitschland. Terwijl de revisionistische leiders (en arbeiders) daar (in Duitschland) alles deden om het proletariaat door beloften van kleine voordeelen en van voordeelen door hulp der bourgeoisie in het parlement of door den dagelijkschen strijd der vakvereenigingen te behalen af te houden van een massaal optreden buiten het parlement en grooter dan der vakvereenigingen, trachtten de radikale leiders dat zelfde te bereiken ... door ontmoediging. Zij weerhielden iedere massa-actie binnen het raam der natie teeen de Regeering. 8 Terwijl het Imperialisme al machtiger en machtiger werd, beloofden I aan den eenen kant de Reformisten al grooter Voordeelen van een samengaan met die zelfde partijen die de dragers van het Imperialisme | zijn, en dus den oorlog brachten, en rieden de radikale leiders de \\ massa s tot niets doen, tot passief zijn, tot geen actie tegen ze aan. ,1 Ut ais ze dit niet luide aanriedden, dan waren zij toch tegen alle aktie der massa gekant en verzetten zich daartegen met alle macht Hoe is dit zoo gekomen ? Hoe hebben juist die Radikalen de revolutionaire tactiek Van het pioletariaat verloochend? üe meesten van de Radikalen, die Marxisten waren of zich zoo noemden, vreesden de nieuwe actie van het proletariaat, en wilden daarom alle actie maar laten als ze was: stembus, vakvereeniging en leiders. En de voornaamste, meest gezaghebbende theoreticus der partij, Kautsky, was onder hen, werd nu van deze radikalen de theoreticus! . Kautsky heeft alles gedaan wat hij kon om de massa van het Duitsche proktariaat tegen te houden, en te beletten de eigen actie te beginnen.1) Ma'ir rfiPn ÏZt" aa"'00P ¥eft men gewaagd- - ^gen hel Pruisische kiesrecht, rviaar dien heeft men spoedig gesmoord. ♦no^t" 2 o °ver dit en de vo'gende punten de debatten in de „Neue Zelf' 5fö? ,Wh£T L"xemburg' Pannekoek, Mehring, e.a., en Kautsky." W? geven •hier slechts den algemeenen geest der artikelen van den laatste. Kautsky heeft (in zijn diskussie met Rosa Luxemburg) de algemeene staking voor Duitschland bestreden. Alsof Duitschland op Europa een uitzondering was. Hij heeft, m deze per/ode en dezen fyd, de aandacht van net ;l proletariaat gevestigd op het Parlement voornamelijk. Daar lag weder, [volgens hem, hef belangrijkst tooneel van den strijd. — Alsotneu i Imperialisme in het Parlement te overwinnen was. " Hit heeft in deze periode, toen de arbeiders alleen nog maar van zien ze.f iets hadden te hopen, gezegd, dat van den steun van den middenstand de strijd afhing. Dien moesten wij eerst aan onze zijde hebben — Alsof de middenstand niet met het Imperialisme gaat Hit heeft om den vrede te behouden, he,t vormen van een Europeeschen Statenbond aangeraden, — alsof de arbeiders daaraan iets konden doen, alsof het Imperialisme daarop zou wachten, alsof een Statenbond niet tot nog sterker Imperialisme zou voeren, alsof onder de bourgeoisie na beduidende krachten waren tegen den oorlog, alsof de arbeiders niet alleen stonden. Hii heeft nog in Oktober 1911 in de Neue Zeit de massa der «organiseerden ontmoedigd door de massa der ongeorganiseerden onbetrouwbaar te noemen. - Alsof de massa der ongeorganiseerden niet alleen tot strijd komt door strijd. Hii heeft in 1910 door de mogelijkheid, voor de bourgeoisie van ontwapening te bepleiten, en de ontwapening, op dat oogenblik, \o\ leuze van het proletariaat te maken, de aandacht van het proletariaat van de op dat oogenblik eenige wijze van bestrijding van het Imperialisme, n.1. door de actie der massa zelf, voor Duitschland afgeleid. Alsof ontwapening in 1910, en nu, en onder het Imperialisme mifetzelfdeadeed, op zijn raad en met medewerking yan alle Revisionisten en Marxisten van Kautsky's richting het Kopenhaagsche congres. — Alsof de Bourgeoisie ontwapening wil, alsof zij die kan WKautsky heeft, in den tijd, dat het Imperialisme in alle groote staten reeds tot vlak bij den Oorlog naderde, en hij zoo goed als aan de grenzen was bij de verkiezingen van 1912 in Duitschland, den raad gegeven de groepen van de bourgeoisie, die tot de scherpste voorstanders van het Imperialisme behooren, de vrijzinnigen, te steunen. — Alsof met juist deze liberalen, de reeders, het intellekt, etc, meer nog dan eenige , andere partij, de dragers van het Imperialisme zijn. ... li Ook daarmee heeft hij de arbeiders doen gelooven, dat in dezen tijd, op dit oogenblik, uit het Parlement, van de Vrijzinnigen iets anders dan de zwaarste onderdrukking, dc oorlog en de ondergang kon komen. ." Kautsky heeft, als theoreticus der Radikalen, de Massa-actie afgeraden, \i omdat de organisaties der arbeiders dan gevaar liepen. — Alsot de « organisaties hit doel en niet het middel zijn van den Klassenstrijd Allof het Imperialisme de organisaties niet toch machteloos maakt 1 Alsof Organisaties van' Arbeiders niet weer herleven. Kautsky heeft allen, die het proletariaat trachtten te overtuigen, dat het nu zerf moest optreden, zooveel hij kon bestreden. Wel ging1 deze strijd, van hem en de Radikalen, om punten van nationale politiek in vredestijd, vooral om de massa-actie voor het Algemeen Kiesrecht in Pruisen, maar het spreekt van zelf, dat de voor nationale actie door hem ontmoedigde massa, ook tegen het groeiende Imperialisme en den komenden wereldoorlog niets zou durven ondernemen.1) Kautsky wilde, zooals hij zeide, met deze taktiek de Regeering en de heerschende klassen afmatten. Het blijkt nu, dat hij daarmee niet haar, maar de Arbeidersklasse ten doode toe heeft afgemat. Op het Bazeler congres heeft Kautsky, met de reformistische en radicale leiders, elke bespreking van een internationale actie van het proletariaat onmogelijk gemaakt. — Alsof deze — juist toen — niet het eenige was. Kautsky zegt tot de arbeiders, nu, in deze periode van de ontwikkeling van het kapitalisme, nu alle staten elkaar aanvallen, en daardoor aanvallen het geheele proletariaat: Gij moet, als uw vaderland wordt aangevallen, voor het vaderland vechtend) — Alsof nu niet het oogenblik was gekomen voor het gevecht tegen het Imperialisme. Dit kenteekent het optreden dier radikalen — in alle landen van West-Europa: Zij waren tegen de massa-actie van het proletariaat. Zij waren dus vóór het den vrijen loop laten aan het Imperialisme. Zij waren vóór het Imperialisme zelf.3) Het enormste verschijnsel van den kapitalistischen tijd, het definitief veroveren der geheele wereld, van het reusachtige gedeelte dat nog over was, door het kapitalisme, treedt in, en maakt reusachtige vorde-, ringen en nadert zijn doel. Het bedreigt het proletariaat met een zeer groote verlenging van den duur van zijn slavernij. ') Hoezeer het Duitsche proletariaat, het sterkst georganiseerde der wereld, ontzenuwd was, bleek bij het bezoek van den Czaar van Rusland aan Berlijn. Toen roerde het Berlijnsche sociaal-demokratische proletariaat, dat sterker georganiseerd is dan het proletariaat van eenige stad ter wereld, zich niet. Hel manifesteerde niet, het hield niet eens een vergadering. 2) Zie o. a. de „Neue Zeit" 2 October 1914, blz. 4. „Ieder volk en ook het proletariaat van ieder volk heeft er een dringend belang bij, den vijand het overtrekken der grenzen te verhinderen", (d. w. z. om dezen Imperialistischen oorlog te voeren), om de verschrikkingen en verwoestingen door den inval. En op pag. 7. „Daaruit volgt voor de sociaaldemokraten van alle naties hetzelfde recht en dezelfde plicht aan de verdediging deel te nemen." Men houde hierbij in het cog, dat juist Kautsky de arbeiders zooveel hij kon heeft belet den oorlog te verhinderen, en gemaakt heeft dat de sociaaldemokratie en de massa niets deed. Dat geeft ons het recht van Kautsky te zeggen wat hierboven staat. Of hierdoor, door het vrijwillig meedoen van het proletariaat, het Imperialisme versterkt wordt, en later, juist hierdoor, veel erger verschrikkingen en verwoestingen ontstaan, dat neemt Kautsky niet in zijn overwegingen op. 3) „Ein hiiben und drüben nür gilt." „Wie niet voor mij is, is tegen mij." Men zie hieiboven, in hoofdstuk IV, waar wij hebben aangetoond, dat de keuze voor de arbeiders ligt tusschen Gezamenlijke Actie, — dus Massa-aclie, — van het Weieldproletariaat tegen het Imperialisme, of samengaan met het Imperialisme. Wie voor den strijd tegen het Imperialisme is, moet voor de Massa-actie zijn, want een ander middel tot overwinning van het Imperialisme bestaat niet. Het bedreigt het proletariaat met een periode van achteruitgang, verzwakking, ondergang misschien, — de radikalen van het slag van Kautsky, weten niet wat te doen. Het eenige wat zij zeggen is: houdt uw politieke en vakvereenigingsvergaderingen, houdt 's avonds een demonstratie en stemt op uw tijd voor het parlement. Meer nog: het gansche kapitalisme der wereld, althans een reusachtig gedeelte er van, keert zich voor het eerst in de wereldgeschiedenis tegen het proletariaat van geheel Europa, van een groot deel van Azië, van Australië, van een- deel van Amerika, van een deel van Afrika, met één daad. Voor het eerst komt het proletariaat der wereld, als geheel, rechtstreeks in botsing met het wereldkapitaal. En de Marxist, de leerling van Marx, weet niet anders tot het proletariaat te zeggen dan: gij moet ieder voor uw vaderland vechten, gij moet den wil der kapitalisten doen. Wij willen, omdat het bestrijden en het overwinnen van dit soort van Marxisme, evenals van het Revisionisme, een levenskwestie is vo^r het proletariaat, nog een ander voorbeeld aanvoeren. Utnow (zie „Parteizusammenbruch" blz. 13-21) meent dat de poging f om het Imperialisme den weg te versperren en dus te overwinnen, niet ! gedaan moet worden, omdat het Imperialisme een historisch noodza j kelijke ontwikkelingstaze van het kapitalisme is. De strijd tegen de machine was een domheid. Zoo zou de strijd om het Imperialisme . j te vernietigen een domheid zijn. T^Met Kautsky is Cunow het klassieke voorbeeld van de oude Marxisten. IDe een zegt: de arbeiders kunnen het Imperialisme niet bestrijden, zij moeten in het Imperialisme berusten. De ander meent: zij mogen het niet bestrijden, omdat het Imperialisme historisch noodzakelijk is. §P Kautsky zegt wel'dat hij het Imperialisme wil bestrijden. Maar het eenige werkelijke wapen tegen het Imperialisme wil hij niet, d.w.z. hij wil niet de Massa-actie. Ook Cunow zegt dat hij wil strijden. Hij wil zelfs de Massa-actie. Maar alleen in de toekomst, in een.niet aangeduide, verre toekomst.1) Hij wil dus nu het eenige werkelijke wapen niet. Hij wil dus den strijd niet. Kautsky wil het rad der geschiedenis terugdraaien. Het kapitalisme moet terugkeeren tot zijn oude vormen uit den voor-imperialistischen tijd: tot politieke verbonden en handelsverdragen. Kautsky is ook utopist: het Imperialisme moet tot zachte middelen overgaan: tot scheidsgerechten en ontwapening. Kautsky wil niet den laatsten reusachtigen strijd tot verbreiding van het kapitalisme over de aarde, waaruit het socialisme zal voortkomen. De reuzenstrijders moeten tot een vergelijk komen — nu reeds.2) Kautsky wil machteloozen, utopischen tegenstand. Feitelijk is Kautsky dus degene die de machine weer door het handwerk wil vervangen. ') Zie „Parieizusammenbruch" blz. 21. 2) Waarom een vergelijk, ontwapening e.d. nu onmogelijk zijn, bespreken wrj > in het voorlaatste hoofdstuk. Cunow, die de noodzakelijkheid van het Imperialisme en van zijn strijd erkent, heeft tegenover Kautsky gelijk. Maar waartoe leidt Cunow's raad ? Hiertoe, dat hij geen tegenstand wil, dat hij de arbeiders van Europa, in de eerste plaats die van Duitschland en Engeland, aanraadt niet te strijden, te wachten tot Europa en de wereld rijp zijn voor het Socialisme, en zich in dien tusschentijd te laten vermoorden. Ditzelfde, maar uit andere beweegredenen, wil Kautsky. Beide, Kautsky en Cunow, behooren bij elkaar. Want beide willen den strijd van het Proletariaat tegen het Imperialisme niet. Voor wij verder gaan, willen wij eerst nog uitvoeriger bewijzen dat Cunow den strijd niet wil. Want deze radicalen van het slag vaif Kautsky zijn gewend om met spreekwijzen en termen uit den voor-imperialistischen tijd zich den schijn te geven als wilden zij den revolutionairen strijd wel. En zooals de revisionisten door valsche beloften, misleiden zij door dezen schijn het proletariaat. Kn omdat deze radicalen na den oorlog zullen probeeren de arbeiders opnieuw door dezen valschen schijn van den strijd af te houden, daarom moet deze schijn worden weggenomen. Wij willen in zijn eigen woorden weergeven hoe Cunow zich dezen strijd denkt. Hij schrijft („Parteizusammenbruch", blz. 18): „Dit Wil geenszins zeggen dat nu de arbeidersklasse geduldig en zonder tegenstand de heerschappij van het Imperialisme moet verdragen . . . . •. Het wordt integendeel de taak der sociaaldemocratische arbeiderspartij om de schadelijke gevolgen van het imperialisme zooveel mogelijk af te weren, en om daarentegen de nieuwe maatschappelijke vormen waaruit voor de arbeiders iets te halen valt, onverbiddellijk in het belang der arbeiders uit te buiten, hunne organisaties krachtig te maken, en zoo noodig te wijz gen in overeenstemming met de nieuwe doeleinden, .... in een woord, om de arbeidersklasse zoo weibehouden mogelijk door de nieuwe ontwikkelingsfase te brengen." En verder: Verovering en benutting der politieke macht, staatscontrole en staatsbeheer der productie.... Ziedaar Cunow's strijd. Wat beteekenen deze woorden? Wij zullen ze vergelijken met de werkelijke klasseverhoudingen zooals die door het Imperialisme en den oorlog worden. Wij zullen nu aantoonen wat deze strijd tegenover het Imperialisme is. Cunow wil de schadelijke gevolgen van het Imperialisme afweren. Welke zijn die? Het is de oorlog. Het zijn de millioenen dooden. Het zijn de honderdduizenden millioenen schuld die Europa, de tienduizenden millioenen schuld die Duitschland zal hebben. Hoe wilde en hoe wil Cunow ze afweren zonder de massa-actie? Het was en het is niet mogelijk deze gevolgen af te wenden alleen door het stembiljet of door een parlementsfractie. Het Imperialisme lacht om die middelen. Cunow wil de nieuwe maatschappelijke vormen uitbuiten. Welke bedoelt hij ? De geweldige nieuwe banken die zullen ontstaan door de schulden van de wereld, en van Duitschland? De macht dier banken over den staat, die door deze schulden tien en honderdmaal grooter zal worden? De macht dier banken over de productie en het transport? Hoe wil hij die voor de arbeiders uitbuiten— zonder de massa-actie? Gelooft- Cunow dat de arbeidersklasse alleen door een parlementsfractie — die voor den oorlog alleen reeds niets vermocht — na den oorlog de door oorlogswinst en staatsschuld enorm vergroote en geconcentreerde macht der groot-kapitalisten zal kunnen breken — zonder massa-actie? Cunow wil de arbeidersorganisaties krachtiger maken. Hoe zal hij dat doen, als de arbeidersorganisaties van Engeland, Duitschland, Frankrijk, Rusland, Italië en België na den oorlog krachteloos zijn; als ze, ten gevolge van den oorlog, verpletterd nederliggen onder staatsschuld en belastingen? Als hun kas leeg is en hun leden werkeloos zijn? Hoe wil hij dat doen zonder de massa-actie? Cunow wil, in één woord, de arbeidersklasse zoo weibehouden mogelijk door de nieuwe ontwikkelingsfaze brengen. Cunow heeft dit wat laat bedacht! Want de arbeidersklasse, die hij wil behouden, ligt in Europa, Afrika, Amerika, Australië en Azië bloedend terneer; ze is verminkt en verzwakt, en in zich zelve verdeeld en vijandig. De tijd om deze ellende af te weren is voorbij. Ten deele daardoor, dat Cunow en de radicalen de massa-actie niet hebben gewild. Hoe zal hij ze behoeden voor een tweeden dergelijken ondergang zonder de massa-actie? Het klinkt als een hoon een radicaal te hoorén zeggen, dat hij .de massa weibehouden door de nieuwe faze heen wil brengen zonder de actie van deze massa zelf. En verder: Staatsbeheer en controle der groot-productie. Ziet Cunow niet dat de macht welke de groot-productie controleert en bestuurt, d.w.z. de Hooge Bank, dat die macht door dezen oorlog tot tien, tot honderdmaal grooter hoogte stijgt? Ziet hij niet dat de arbeidersorganisatie daarentegen zeer verzwakt uit den oorlog komt? Dat nu een veel zwakkere tegenover een veel sterkere komt te staan? Dat de arbeiders nu alleen nog krachtig zijn door hun aantal ? Hoe wil hij dan die macht bestrijden, haar vervangen door de macht van het volk, zonder de actie der massa? En dan ten laatste: De verovering van de politieke macht op het Imperialisme, de groote Banken en den door hen geregeerden machtigen Staat. — Wie zal ze den heerschers ontnemen na den oorlog ? De geruïneerde arbeidersklasse, het proletariaat dat neergedrukt wordt door belastingen, de verpletterde organisaties, de arbeidersklasse die zich slaafsch aan het Imperialisme onderworpen heeft! En die arbeidersklasse zou het moeten doen, volgens Cunow, door zich wederom aan het Imperialisme te onderwerpen, en niet op te staan in massa-actie. Niet een enkele maal noemt Cunow de massa-actie als het eenige middel om den oorlog af te weren, de nieuwe vormen uit te buiten, de arbeidersorganisaties niet te laten verpletteren en de arbeidersklasse te redden. Nergens noemt hij haar als het middel dat nu oogenblikkelijk, of, wanneer dat niet kan, direct naden oorlog moet worden aangewend, -— haar, de massa-actie die alleen in staat is het Imperialisme en den staat te overwinnen en de politieke macht te veroveren. Hij spot met de mannen die de massa-actie willen aanwenden. Hij noemt haar, zelfs voor de verre toekomst, niet als daad maar als woord. De groote woorden van Cunow voor zijn strijd zijn niets meer dan groote woorden. Het zijn niets dan leuzen uit den voor-imperialistischen tijd. Door- de leuzen uit den voor-Imperialistischen tijd, die nu leege klanken zijn, wil hij den schijn aannemen alsof hij wil strijden. «Onverbiddelijk gebruiken", „organisaties versterken", „weibehouden door deze faze brengen", „de politieke macht veroveren" maar zonder het eenige middel dat deze dingen kracht kan geven, dat deze woorden tot daad maken kan. Het klinkt als kindertaal tegenover het reusachtige Imperialisme. Het klinkt als de taal van een kindsch man. Wanneer Cunow zegt: „ik wil den vernietigingsstrijd tegen het Imperialisme niet, omdat het Imperialisme noodzakelijk is; ik wil een anderen strijd," dan blijkt het, dat hij in het geheel geen strijd wil. Cunow's woorden zijn holle klanken. Zijn strijd is geen strijd. En nu zoekt Cunow, en met hem de radicalen, die onmacht, dien onwil om te strijden te verbefgen onder drie argumenten. Dat het Imperialisme noodzakelijk is. Dat het kapitalisme nog niet kan vernietigd worden. En dat de wereld nog niet rijp is voor het socialisme. Daar nu Cunow's opvatting, dat het Imperialisme een historische noodzakelijkheid is, en dat de wereld nog niet rijp is voor het socialisme, naar den schijn Marxisme is, en het hoofdargument zal worden, waarmede de radicalen, en de reformisten!, zich verdedigen en waarop zij zich zullen beroepen, — en daar vooral deze opvatting, dit schijn-Marxisme de arbeiders het meest kan misleiden en in hun dwaling versterken, — zullen wij haar hier nog in het bijzonder bestrijden en weerleggen. Wat betreft de bewering dat de wereld nog niet rijp zou zijn voor het socialisme, dat het kapitalisme nog niet kan worden vernietigd, — wij zijn van een andere meening. Wij zijn van meening, dat de beide leidende staten Engelaiyl en Duitschland in materieel opzicht rijp voor het Socialisme zijn. Landen, waar de grootste productietakken: de ijzer-, kolen- en werktuigen-productie, de kleeding- enten deele ook de voedings-industrie, en het transport op zoo reusachtige schaal zijn gecentraliseerd, waar reeds zooveel syndicaten en kartels bestaan en waar met zoo weinig moeite nog zooveel takken van productie kunnen worden gecentraliseerd, waar de gecentraliseerde êank zoozeer de industrie en het transport beheerscht, die staten achten wij materieel, technisch, rijp voor het socialisme. De verwezenlijking van het socialisme hangt, vooral in de twee leidende staten Duitschland en Engeland, nu slechts af van de geestelijke factoren, van den wil, het bewustzijn, den moed van het proletariaat. Wie wil, wie kan loochenen, dat, wanneer het Engelsche en het ÏJuitsche proletariaat geestelijk rijp waren, — en vooral wanneer ze tezamen, naast elkander streden, — de productiekrachten en productieverhoudingen hen reeds nu tot oneindig groote daden zouden in staat stellen! Zij zouden den strijd voor de. verwezenlijking van het socialisme kunnen beginnen, in een voortdurenden geweldigen strijd de politieke macht kunnen veroveren, en, technisch met betrekkelijk weinig moeite, de maatschappij kunnen hervormen. Maar dit zijn beweringen. Die wij slechts daarom vooraf doen gaan en tegenover die van Cunow stellen, opdat de lezer dadelijk de hoogere bewering hoore. Voor wij verder op haar ingaan, willen wij Cunow's meening over de noodzakelijkheid van het Imperialisme en de onmogelijkheid om het te bestrijden, weerleggen. Wij zagen dat Cunow geen werkelijken strijd wil. Een zonderlinge bewering, dat het proletariaat iets niet moet bestrijden, het niet den weg moet zien te versperren, omdat het een noodzakelijke faze in de ontwikkeling is. Een zonderlinge bewering, vooral voor een Marxist. De meest algemeene zin van het Marxisme is het begrip van de dialektische ontwikkeling, de ontwikkeling door strijd. Dat twee dingen zich te zelfder tijd kunnen ontwikkelen, en dat door den strijd tusschen die twee dingen een nieuwe omwikkeling, een nieuw ding ontstaat. Zoo bijv. de ontwikkeling van de kapitalistenklasse, de ontwikkeling van het socialisme. De kapitalistenklasse ontwikkelt zich door de kapitalistische productiekrachten. Maar te midden van deze productiekrachten ontwikkelt zich ook het proletariaat. En door de ontwikkeling van beide, van de kapitalistenklasse en van het proletariaat, ontwikkelt zich de strijd tusschen beide. En door dezen strijd het nieuwe: uit het kapitalisme het socialisme. De ontwikkeling van het kapitalisme is noodzakelijk, de ontwikkeling van het proletariaat is noodzakelijk, de strijd tusschen beide is noodzakelijk, — en door dezen strijd alleen komt het socialisme, dat door dezen strijd noodzakelijk wordt. Zonderling om te hooren, dat men niet moet strijden, omdat de ontwikkeling van het kapitalisme noodzakelijk is. De ontwikkeling van iedere fase van het kapitalisme is noodzakelijk, ook die van het Imperialisme. . ■ Zonderling om te hooren dat men daarom het Imperialisme met moet bestrijden. . , . . . Men gelooft zijn oogen nauw, als men dit een Marxist beweren ziet. Maar dat is toch ook nooit de leer, nooit de practijk geweest! Hebben wij ooit iets niet bestreden omdat het noodzakelijk was t Ja, wij hebben nooit iets, dat noodzakelijk was, willen vervangen door iets achterlijks. Maar dat willen wij ook nu niet. De vergelijking van Cunow is onjuist. Eens hebben de arbeiders de machine willen vervangen door het achterlijke handwerk. Maar wij willen het Imperialisme vervangen door het Socialisme, een hoogere ontwikkelingsfase dan het Imperialisme. Hebben wij soms den bond van werkgevers niet bestreden, omdat hij noodzakelijk was? Hij was noodzakelijk. Toch hebben wij hem bestreden. ... .. g Hebben wij den trust, het syndicaat bestreden ? Bestrijden wij ze ? Ze zijn noodzakelijk. Maar wij bestrijden ze. f\ê Hebben wij het militarisme bestreden? Het is noodzakelijk, wij bestrijden het. * 'm Hebben wij den Staat bestreden ? Hij is noodzakelijk. Wij bestrijden hem. Hebben wij het steeds grooter en sterker worden van den Staat, van de regeering bestreden? Het-is noodzakelijk. Wij bestrijden het. "rte^kapitalisme tot nu toe was ook een noodzakelijke faze in de ontwikkeling. Maar de arbeiders hebben het niet zonder strijd over zich laten komen, zij hebben het bestreden. Cunow echter wil het Imperialisme niet bestrijden, omdat het noodzakelijk is! Maar iets anders nog dient hier gezegd, dat beslissend is voor de vraag of wij tegen het noodzakelijk Imperialisme moeten strijden. Het is juist de strijd tegen het noodzakelijke, tegen elke noodzakelijke faze van het kapitalisme, het is deze strijd alleen, die ons sterker maakt. Onze groote voorvechters, leiders en massa, hebben tegen iedere noodzakelijke faze der ontwikkeling van het kapitalisme gestreden, — en zij hebben dit gedaan met alle kracht die zij hadden, — en daardoor, daardoor alleen zijn zij sterker geworden. Zij hebben den adel en de bourgeoisie, de kerk en den staat bestreden, — zij hebben nooit een schrede terug willen doen, zooals Kautsky nu, — en daardoor hebben zij het 'kiesrecht, arbeiderswetgeving en het recht van vergadering verkregen. Daardoor verkregen zij vóór alles: Eenheid, bewustheid, grootere kracht. Zij wisten, dat èn het kapitalisme èn hun vijanden noodzakelijk waren; maar zij wisten ook, dat zij zelf en dat het socialisme noodzakelijk waren. Zij wisten, dat het noodzakelijke het noodzakelijke bestrijdt, maar dat het sterkste, hier het socialisme, overwint. En daarom streden zij steeds daarvoor met alle, steeds met hun uiterste kracht. Cunow wil nu den strijd niet, omdat de tegenstander noodzakelijk isl Als zij, onze voorgangers, datgene gedaan hadden wat Cunow nu wil, wat zou dan gebeurd zijn? Men stelle zich dit'even voor oogen en men zal onmiddellijk het verkeerde van Cunow's taktiek inzien. Zij zouden overwonnen zijn, en in plaats van een schare, vechtend voor de vrijheid, met energie, inzicht, aaneensluiting, organisatie, vrijheidsliefde en macht, welke haar in staat stelden verder te strijden en ten slotte het kapitalisme te vervangen door het socialisme, waren zij een menigte van slaven geworden, dof en laag en zonder eenige macht De strijd uit alle macht tegen het noodzakelijke heeft hen daarvoor behoed. Zoo willen ook wij nu strijden, uit alle macht, met alle middelen, die ons ter beschikking staan, tegen het noodzakelijke Imperialisme, opdat wij niet worden tot een geestelijk, materieel en zedelijk wegzinkende massa van koelies, maar tot een zegevierend proletariaat. Hier ziet men reeds duidelijk het onderscheid in algemeene opvatting tusschen de oude marxisten en ons. Wij zullen het echter nog duidelijker, nog beslissender aantoonen. Wij zullen nu weerleggen de argumenten, dat de wereld nog niet rijp zou zijn voor het Socialisme, en dat het Kapitalisme nog niet kan vernietigd worden. Cunow zegt: Gij poogt het Imperialisme den'weg te versperren, het te vernietigen. Gij wilt het vernietigen door massa-actie, door massastakingen, enz., gij wilt het vervangen door het Socialisme, — en deze uw strijd van versperring, van vernietiging is onmogelijk, omdat het Kapitalisme nog noodzakelijk, het Imperialisme nog een noodzakelijke ontwikkelingsfaze van het Kapitalisme, het Socialisme nog onmogelijk is. Wij zouden hem kunnen voorhouden, dat iedere door de socialisten gevoerde strijd tegen het kapitalisme, ook de kleinste vakvereeningsstrijd, een strijd tot zijn vernietiging is. En dat in alle fazen van het kapitalisme de socialisten, onze groote voorvechters, hun strijd immer hebben opgevat als een strijd tot vernietiging van het kapitalisme. Hetzij door hun geweldige energie en vuur, hetzij door hun helder inzicht: zij hebben eiken strijd zóó opgevat alsof hij de verwezenlijking van het socialisme zou brengen. Dat heeft hun niet alleen hun weergaloozen moed en hun kracht gegeven, maar zij hebben, zooals wij verderop zullen zien, met deze opvatting ook in hoogeren zin gelijk gehad. ') Toch willen wij Cunow's bewering voor een oogenblik als waar aannemen. Want hier ligt het knooppunt, de kern van de geheele tegenstelling tusschen de oude en de nieuwe marxisten, tusschen de aanhangers der oude en die der nieuwe taktiek. Het onderscheid tusschen de oude ontwikkeling van het kapitalisme en de nieuwe, tusschen die van de negentiende en die van de twintigste eeuw is dit: Het kapitalisme heeft zich nu ontwikkeld en ontwikkelt zich tot een hoogte waarboven geen hooger meer is. Boven de trust, het syndicaat, het monopolie bevindt zich niet nog een andere hoogere hoogte. Dit op ekonomisch gebied. En wat de trust, het monopolie is op ekonomisch, dat is het Imperialisme op politiek gebied. Het Imperialisme is de invoering, de uitbreid ig van het kapitalisme ') Als voorbeeld noemen wij den laattten grooten »irijd, de Russische revolutie. Haar grootste strijders streden voor den val van het tsarisme en voor de spoedige verwezenlijking van het socialisme. Hun eischen richtten zich naar beide. over de geheele aarfle. En juist door de trusts, de banken, de syndicaten, de financieele en industrieele monopolies. Het is dus de uitbreiding van de macht der groote banken, der trusts en syndicaten, der monopolies over de aarde. Maar verder dan het monopolie kan de ontwikkeling niet gaan, en verder dan de aarde voert geen weg, tenzij men de sterren kapitalistisch wil maken. De geheele aarde onder het beheer der georganiseerde trusts, der monopolies, dat is het toppunt vau de kapitalistische productie. 1 . Het Kapitalisme is dus door het verdwijnen van de vrije concurrentie, door de vestiging van finantieele, industrieele en transportmonopolies en door het Imperialisme dat deze machten over de aarde verbreidt, aangeland in zijn laatste faze. Men versta ons wel. Wij weten dat dit proces eerst in zijn begin is. Wij weten dat het nog voor meerdere ontwikkeling vatbaar is. Nog is er eindeloos veel over uit het vorige tijdperk.') De reuzenmaatschappijen kunnen zich nog geweldig vermeerderen en uitbreiden. En dit niet alleen. De monopolistische maatschappijen kunnen niet slechts quantitatief veranderen. Zij zouden eens, in de toekomst, één lichaam kunnen vormen, dat de geheele aarde omvat, en welks onderdeden zonder concurrentie naast elkaar leven. Het Imperialisme zelf, de heerschappij over de wereld door de monopolies, zou van vreedzamen aard kunnen worden, de staten zouden een wereldbond kunnen oprichten2) — als instellingen die niet langer elkander beoorlogen, maar waarin de geweldige monopolies tezamen alle bewoners der aarde uitbuiten en alle winst voor zich nemen. Dit alles weten wij. Maar wat wij zeggen willen is dit: deze ontwikkeling, hooger dan welke niemand zich een andere kapitalistische ontwikkeling kan denken, en die door de socialisten steeds is beschouwd als de oasis hunner eigen maatschappij, — deze ontwikkeling is wel is waar eerst in haar aanvang, maar toch is ze begonnen. Wat zijn wezen aangaat heeft het kapitalisme zijn laatste ontwikkelingstrap bereikt. Naar zijn wezen, — het mag zich nog zoo zeer uitbreiden, vergrooten, en zelfs zijn strijd omzetten in vrede, — naar zijn wezen is, door de financieele en andere syndicaten en door het Imperialisme, de basis der nieuwe maatschappij daar. Dat is het onderscheid tusschen toen en nu, tusschen den tijd van Marx en den onzen, tusschen de negentiende eeuw en de twintigste. Wat wil dat alles zeggen voor den strijd ? Dit. Ten eerste dat de strijd met oneindig grooter middelen moet worden gevoerd. Met de massa-actie, zooals wij hebben aangetoond. J) Wij zullen zelf in het tiende hoofdstuk aantoonen, dat de internatlflnaliseering van het wereldkapitaal, een voorwaarde van het wereldmonopolie, eerst ia haar begin is. .. . 2) Over de mogelijkheid van een Statenbond nu, handelen wi] m het voorlaatste hoofdstuk. Want wij staan nu tegenover reuzenkrachten, waartegen de oude middelen niet langer voldoende zijn. Maar ten tweede, dat de strijd tegen het kapitalisme voortaan steeds moet zijn — en van zelf ook wordt — een strijd tot vernietiging, van den tegenstander en tot de zege van het proletariaat. Deze nieuwe formaties in de laatste faze van het kapitalisme: de imperialistische staat, de trusts, de syndicaten, — en wij kunnen er bijvoegen; de ondernemersbonden, want ook zij zijn een soort van kartels, monopolies van den strijd, — deze formaties zijn zoo geweldige omvatten zoo volkomen en doortrekken zoo zeer de geheele maatschappij,' het geheele nationale en internationale leven, dat een strijd ertegen de geheele wereld dóet wankelen en een strjjd is tegen de kapitalistische maatschappij zelf. ' Het groote geconcentreerde kapitaal dooradert, zooals het bloed het lichaam, zoo zeer de geheele industrie, het geheele transport en den. handel, dat een geweldige slag tegen een van de onderdeelen het geheele lichaam trillen doet. De strijd van een deel van het kapitaal roept nu terstond de andere deelen op, een politieke beweging richt zich tegen de geheele maatschappij, een groote staking richt zich tegen den staat. Daar de trusts, de monopolies, de Hooge Bank, en dus ook het Imperialisme dat ze over de geheele wereld verbreidt, de hoogste vormen van het Kapitalisme zijn, waarop reeds nu de geheele maatschappij berust, daar deze formaties nu reeds het geraamte zijn der geheele maatschappij, kan de strijd ertegen voor de socialisten niet anders zijn dan de'strijd om het Kapitalisme te vernietigen. En daarom ook is nu elke strijd die tegen de hoogste vormen van het kapitaal wordt gevoerd, tegen de reusachtige ondernemersbonden, de syndicaten en het Imperialisme, voor de socialisten noodzakelijk en van zelf een strijd voor het socialisme. Nu te zeggen, zooals Cunow doet, dat men het Imperialisme niet moet bestrijden om het te vernietigen, dat beteekent dus niets anders, dan te zeggen, dat de strijd tot vernietiging van het kapitalisme moet worden opgegeven. Dat beteekent dus ook niet anders dan den strijd tot verwezenlijking van het socialisme op te geven. En daar de strijd nu bestaat uit een reeks van zoodanige pogingen, die alle het geheele kapitalisme dreigen te vernietigen, — beteekent de raad het Imperialisme niet te bestrijden, niet anders dan geenvan deze strijden te strijden. Want alle deze strijden, tegen een syndicaat, een trust, een geweldige ondernemersbond, een imperialistischen staat, zij zijn alle geworden strijden om het kapitalisme te vernietigen, en het.socialisme te grondvesten, - niets meer of minder dan de strijd tegen het Imperialisme. Wie dign eenen strijd niet wil voeren, raadt ook de anderen af. Dus beteekent de raad van Cunow eiken strijd, den geheelen strijd,, op te geven. Maar nog veel duidelijker blijkt de noodzakelijkheid van den strijd ■ en de verkeerdheid van Cunow's raad, wanneer men zich de geheele ontwikkeling van den strijd tusschen proletariaat en kapitaal, zooals die van nu aan zal verloopen, en de zege van het socialisme zooals die zal komen, voor oogen stelt. De laatste ontwikkelingstrap van het kapitaal, dien het nu bereikt, is een langdurig proces, van tientallen jaren. Ook "de strijd der arbeidersklasse tegen deze nieuwste vormen van het kapitaal, die nu begint, is een proces van tientallen jaren, een proces van den groei der macht der arbeidersklasse. Maar ook de zege ,van de arbeidersklasse is een proces van tientallen jaren. De zege van het socialisme is geen katastrofe, die plotseling komt. Daar de zege van het socialisme een proces, een lange rij van strijden is, overwint voorloopig geen enkele strijd het kapitalisme geheel. Geen enkele strijd vernietigt het voorloopig.1) Iedere strijd is slechts een poging om het kapitalisme te vernietigen, het socialisme tot de overwinning te voeren. Iedere overwinning, die van nu aan Wordt behaald, over de ni euwste vormen van het kapitalisme, over de groote banken, een trust, een ondernemersbond, een syndicaat, — of over den imperialistischen staat, over het Imperialisme, — iedere zoodanige overwinning, waardoor de arbeidersklasse in dezen strijd stijgt naar hoogere organisaties, naar hooger bewustzijn en zelfvertrouwen, naar hoogere macht, — iedere overwinning is desondanks een overwinning van het socialisme, juist omdat deze vormen de hoogste, de laatste vormen van het kapitalisme zijn. £en overwinning over de hoogste vormen van het kapitalisme vernietigt ten deele het kapitalirme, en is daarom een overwinning van het socialisme.2) Om dit geheel duidelijk te maken, willen wij twee schitterende voorbeelden aanvoeren. Wanneer het de arbeiders zou gelukken ook maar een syndicaat in de macht, in de handen der arbeiders te brengen, zou dat nog niet de vernietiging van het kapitalisme, niet de verwerkelijking van het socialisme, maar toch de overwinning van het socialisme, een deel van zijn zege zijn. !) Kautsky, Cunow en de Marxisten van deze soort in het algemeea doen het als altijd ook nu weer voorkomen, alsof wij de zege snel, of zelfs met één slag voor mogelijk houden. Deze voorstelling is valsch. Wanneer wij spreken van vernietiging, ontworteling enz., dan bedoelen wij niet vernietiging in eens. En wij gelooven ook niet aan een snelle zege. t Omgekeerd: te zeggen dat het Imperialisme niet moet worden bestreden, omda het kapitalisme noodzakelijk en het socialisme nog onmogelijk is, is een bewijs, dat men zelf een valsche voorstelling heeft van de geheele ontwikkeling, dat men nog in het begrip der katastrofale revolutie, van de omwenteling met één slag bevangen is. ?) Dit gevoel, dat iedere gedeeltelijke overwinning een overwinning van het •socialisme is, dit gevoel was het ook, dat onze groote strijders er toe bracht steeds te gelooven, dat zij voor het geheele socialisme streden. In hoogeren zin hadden zij dus gelijk. Hoeveel te meer wij, die de groote vormen voor ons zien waarop de socialistische maatschappij zal worden gegrondvest. Wanneer het de arbeiders kon gelukken door hunne massa-actie een imperialistischen oorlog te verhinderen, zou dat niet de vernietiging van het kapitalisme, niet de vestiging van het socialisme zijn, maar toch de zege van het socialisme, een deel van zijn zege. Een machtsvermeerdering, een deel der almacht, die de arbeidersklasse eens zal veroveren. En de reeks van zulke pogingen en overwinningen, steeds geweldiger, steeds meer de geheele maatschappij omvattend, zal de geheele zege uitmaken. Wie de zaak zoo, dus naar waarheid beziet, en den strijd, den opgang, de zege van het socialisme als een proces opvat, die ziet wat het beteekent als men den strijd tegen het Imperialisme niet wil voeren, omdat men zoogenaamd het kapitalisme nog niet ten val brengen kan. Deze strijd moet het niet geheel ten val brengen, — dat gaat niet op eens. Hij moet het verzwakken, zoodat het eens zal vallen. Het beteekent dat men het kapitalisme in het geheel niet meer wil ten val brengen, niet meer wil overwinnen. Daar het Imperialisme slechts een der hoogste ontwikkelingsvormen van het kapitalisme is, een onder vele, alle gelijk in kracht, wier bestrijding het kapitalisme evenzeer doet wankelen, evenzeer met vernietiging bedreigt, -beteekent het niet-vernietigen, het niet-overwinnen-rwillen van het Imperialisme, het niet-overwinnen-willen van al deze vormen. Wanneer men het Imperialisme en dus de hoogste uitingen, de hoogste vormen van het kapitalisme niet wil overwinnen, dan wil men in het geheel niet overwinnen. Dan heeft men den wil om te overwinnen niet meer. Daar de zege van het socialisme een reeks van partieele overwinningen over de hoogste vormen van het kapitalisme is, beteekent het niet-willen-overwinnen van het Imperialisme, het opgeven van de zege van het socialisme. En dan ziet men eindelijk geheel klaar, dat deze raad niet anders is dan het opgeven van eiken strijd in deze faze van het kapitalisme tegen zijn hoogste uitingsvormen, het niet-willen van iedere overwinning over deze vormen, en dus de algeheele onderwerping van het proletariaat aan deze vormen. En datjs wat Cunow wil. Hij wil onderwerping.1) De twee geweldige ontwikkelingsprocessen van onzen tijd groeien. Het kapitalisme en de arbeidersbeweging. ') Dat Cunow onderwerping wil volgt ook uit zijn opvatting van den oorlog. Hij schrijft (blz. 13 der geciteerde brochure): „Dat een Serajewo-questie aanleiding zou kunnen zijn tot den oorlog heb ik nauwelijks voor mogelijk gehouden ..... Een zoodanige strijd scheen mij in 't eerst eenigermate als een doelloos tusschenspel in het wordende, waarvoor de sociaaldemocratische rijksdagfractie, door te stemmen voor de oorlogscredieten, geen de minste verantwoordelijkheid op zich mocht nemen— tot ik dan weldra steeds duidelijker besefte dat Engeland'sbourgeoisie dezen oorlog als gunstige gelegenheid denki te benutten om nu reeds d» groote afrekening te beginnen" . Deze opvatting neemt een waardige plaats in naast die van Kautsky (zie blz. 4 van dit geschrift), dat de huidige oorlog niet door imperialistische motieven zou zijn ontstaan, noch in Oost-, noch in West-Europa. m De lezer zal zich herinneren dat wij Engeland's politiek tot insluiting van Het kapitalisme bereikt een trap, waarop het zich reusachtig versterkt, door monopolies en door het Imperialisme, dat deze verbreidt over de aarde De fundamenten voor het socialisme worden gelegd. En nu juist nu raadt Cunow de arbeidersklasse den strijd tot verkrijging van het socialisme, tot vernietiging van het kapitalisme met te strijden.zich niet krachtig te maken door het eenige middel dat voor haar bestaat: den strijd. De kapitalisten vermeerderen hun macht. De arbeiders moeten blijven stil staan. , , , , . . De kapitalisten van alle landen storten zich op het proletariaat der wereld En nu, juist nu raadt Cunow het wereld-proletanaat, het proletariaat aller volken zich niet te vereenigen in massa-actie, maar zich, ieder voor de kapitalisten van zijn volk, te laten slachten. Bij millioenen vermoord te worden, na den oorlog de organisaties vernietigd te zien, internationaal verdeeld te zijn, een geweldige werkeloosheid tegemoet te gaan en verpletterd te worden onder de staatsschulden. < Dat is' de raad van Cunow. 'i . Wanneer de arbeiders dezen raad opvolgen, dan storten zij in een afgrond van geestelijken, zedelijken en stoffelijken ondergang. Wanneer het profetariaat zich aan het Imperialisme onderwerpt, dan onderwerpt het zich aan het bankkapitaal, de trust, het syndicaat, den ondernemersbond, de imperialistische regeering, het absolutisme, den oorlog, — dan vervalt het in de diepste slavernij. Dat is het wat Cunow aanraadt. Wij echter raden het proletariaat aan, het Imperialisme te bestrijden als een vereenigd internationaal proletariaat. Wij gelooven dat deze vereeniging, evenals het Imperialisme in de geschiedenis van het kapitaal, een noodzakelijke faze in de ontwikkeling, in de beweging van het proletariaat is. Wij willen tegenover het internationale wereldkapitaal, dat voor zijn ontwikkeling over de aarde strijdt, het internationale proletariaat stellen Wij willen de levende productiekrachten, de arbeiders, door strijd tegen het Imperialisme, tegen deze noodzakelijke faze in de ontwikkeling van het kapitaal, hun noodzakelijke faze doen doorloopen: de internationale vereeniging tot een Internationale van de daad, van den strijd. Slechts op deze wijze zal het proletariaat overwinnen. Cunow's raad — de draagwijdte ervan, komt dus hierop neer: Duitschland niet minder voor de oorzaak van den oorlog houden dan de politiek van Duitschland. Maar dat een Duitsch sociaaldemocraat niet de duitsche heerschende klassen beschuldigt maar de engelsche, - dat bewijst dat hij zich aan de duitsche heerschende klassen onderwerpt. % 1 . Van deze beide radicalen verontschuldigt de een de heerschende klassen, de ander beschuldigt Engeland. Dat maakt hen beiden tot bondgenooten, neen tot slaven van het Imperialisme. — . ,„ Deze radicalen zijn voor de arbeidersbeweging eên niet geringer gevaar dan de revisionisten. Want deze willen zich met'de bourgeoisie verbinden. Ue radicale* wilen, onder den schijn van den revolutionairen strijd, de onderwerping aan de bourgooisie. Hij raadt het proletariaat aan niet te strijden, zich niet door strijd te versterken, den strijd tegen de hoogste vormen van het kapitalisme, d.w.z. den strijd voor het socialisme niet te voeren. Den wil tot strijden, tot overwinnen op te geven, en zich te onderwerpen aan de kapitalisten in hun hoogste faze. Dat alles ligt in Cunow's raad om het Imperialisme niet te bestrijden, opgesloten. En dezen raad verbergt hij, zooals al deze radicalen, onder marxistische leuzen, onder zegswijzen uit een vroegere periode, onder een valschen schijn. Wij keeren nu tot het uitgangspunt van onze bespreking over Cunow terug, en roepen nü, in het licht van de opvattingen die wij gaven, — nu dat wij weten, wat te verstaan onder noodzakelijkheid van het Imperialisme, noodzakelijkheid van het kapitalisme, vernietiging van het kapitalisme, rijpheid tot en zege van het socialisme, den arbeiders tegenover Cunow's bewering onze nu duidelijk geworden opvatting toe: Het vormen van syndicaten, de trust, het kartel, het monopolie en het Imperialisme dat ze over de aarde verbreidt, zijn zoo ver gevorderd dat het proletariaat den strijd ertegen, d.w.z. dus den strijd tegen het socialisme, moet beginnen.. Door dezen strijd alleen kan het krachtig worden 'en rijp voor de overwinning. Vooral in Duitschland en Engeland is de organisatie der productiekrachten, de beheersching der grootste takken van productie door het gecentraliseerde bankkapitaal zoo groot, dat deze staten rijp zijn voor het socialisme. Ook is de organisatie der arbeiders in deze beide landen zoo machtig, dat zij de productie in handen zouden kunnen nemen. Onder de leiding van deze beide landen zal het proletariaat van Europa, van de wereld, de hoogste uitingsvormen van het kapitaal, de monopolies en het Imperialisme, langzamerhand overwinnen, en eindelijk het socialisme grondvesten kunnen. Het proletariaat van Europa moet daarom den strijd tegen het Imperialisme opnemen. Het proletariaat, van Europa staat op een kruispunt. Het kan zich verbinden met, het moet kiezen tusschen de revisionisten en deze radicalen aan de eene zijde, en de revolutionairen aan de andere. Na deze bespreking van Cunow keeren wij nu tot Kautsky terug. Deze radikalen weten dus over den imperialistischen oorlog niets anders te zeggen dan: laat hem maar over u gaan. Hij is onvermijdelijk. Zij leeren dè passiviteit. Hoe komt dit.alles? Wat is de oorzaak hiervan? Kautsky was een zeer goed wegwijzer, en die Radikalen waren zeer goede wegwijzers en leiders, zoolang de verhoudingen in het kapitalisme dezelfde, over het algemeen, waren als tijdens Marx' en Engel' leven, zoolang er nationaal gestreden moest worden voor de stichting en uitbreiding der nationale partijen in ieder land. Zoolang er op de •gewone wijze, in parlement en vakvereeniging moest worden gestreden. ,. Zij waren zeer goede wegwijzers van dien eersten eenvoudigen en, betrekkelijk, nog gemakkelijken weg, zij waren vooral zeer goede verklaarders van dien weg, verlichters voor het proletariaat van de oorzaken die het proletariaat tot die eerste eenvoudige actie moesten drijven, de bewegingen van het kapitaal, der partijen, der patroons, der regeeringen, de klasseverhoudingen in dien tijd van het kapitalisme. Maar de strijd ontwikkelt zich. Het Kapitaal neemt vormen aan die Marx gedeeltelijk wel heeft voorzien, maar niet gezien. De Trust komt de Hooge Bank wordt leider der geheele ekonomie der wereld, het Imperialisme komt. De overvloed en de concentratie van het kapitaal doet alle Staten in één actie, het veroveren der wereld, gelijktijdig, tegen het geheele Proletariaat der Wereld optreden, het Imperialisme begint de reeks van zijn oorlogen, — een andere wijze van handelen, dan in het parlement alleen door vertegewoordigers, of in vakvereenigingen door een deel van het proletariaat en hun leiders, wordt noodig de massa, de nationale massa en de internationale massa der wereld moet op het tooneel, zij alleen kan de geweldige nieuwe machten van Trust en Wereldkapitaal overwinnen, daar deinzen Kautsky en BebeJ en van der Ooos en Guesde en Hyndman, en met hen vele anderen, terug, en weten niet wat te doen. Beter is het maar niets te doen en de ekonómische ontwikkeling, de ontwikkeling van het kapitalisme, der dingen, der werktuigen, der productiekrachten, van het kapitaal, te laten gaan zooals zij wilen .... beter is het, — want met zich verzetten in den strijd is meegaan, — mèt het Imperialisme, met-den Oorlog, te gaan. ^IfeJ In > de oude voorgaande periode, waarvan Kautsky de theoreticus is geweest, was alles zeer eenvoudig en klaar. In ieder land moest de arbeider „socialist" worden. Hoe klaar is het, dat hij tót zijn vakvereeniging behoort en tot zijn partij! Dat hij staakt voor zijn vak en stemt voor zijn belang. Het onmiddellijk belang eischt het. Niet veel verstand, niet veel moed vereischen, nadat de eerste strijd is gestreden, die daden, al is het ook een groote vooruitgang bij de vorige slavernij, om ze te doen. De economische omstandigheden wijzen in dien tijd den arbeider van zelf en licht den weg. De ekonómische omstandigheden zijn sterker dan de mensch. j Voor dien tijd was Kautsky de goede theoretikus en dezea leiders de,^ goede leiders. Maar het Imperialisme komt en valt de arbeidersklasse der wereld aan. Nu geldt het niet meer te strijden door vertegenwoordigers alleen. Nu geldt het te strijden voor alle proletariërs, direkt. En zelf. Niet met de leuze, met de groote frase, maar met de daad. Nu geldt het zelf op te treden tegen de Regeering! Het Imperialisme maakt den strijd voor het eerst tot wereldstrijd. Nu geldt het eindelijk het vaderland af te zweren. Nu is de vijand niet meer het Duitsche kapitalisme, maar, . direct ook het Russische, ook het Fransche, ook het Engelsche. De vijand, de werkelijke, niet alleen theoretische, maar daadwerkelijke praktische vijand is van nu af aan, en voor goed, totdat het Socialisme gekomen is, de Wereld, het Kapitaal der Wereld. Het geldt dus, de massa, — zelf, direkt, op te treden tegen alle Regeeringen. Het geldt nu voor den arbeider zelf groot te worden. Nu geldt het voor de Massa zelf groot te zijn. Het geldt nu voor de massa om socialistisch te worden. Het geldt nu voor de massa waarlijk socialistisch te handelen. De massa mag nu niet meer onwetend, laf, lauw, dof of onverschillig zijn. Zij mag niet meer middensoort zijn, niet meer laag. Nu gaat het om het karakter der massa. Dit moet veel hooger dan vroeger worden. Van uit den passieven strijd moet het proletariaat stijgen tot den aktieven, van uit den kleinen strijd, der vakvereeniging en der verkiezing, van uit den kleinen strijd door vertegenwoordigers, moet het proletariaat, — zelf, — alleen, — zonder leiders of met de leiders als bijzaak, den geweldigen stap doen tot alleen handelen tegen het allersterkste kapitaal-wezen, de sterkste Maatschappelijke Kracht, die ooit besfond: het Imperialistisch Wereld-Kapitaal. Van uit den kleinen nationalen strijd door vertegenwoordigers moet het proletariaat, en moet de proletariër, tot den grooten internationalen, — op zich zelf, alleen. Natuurlijk zijn ook nu de drijfkrachten van dit alles de ekonómische krachten. Het is, evenals in de vorige periode, de ontwikkeling van den arbeid, in dit geval den in de Syndikaten enz. geconcentreerden arbeid, die de arbeiders brengt tot dit nieuwe begrip eh daad. Maar hoeveel hooger is het begrip en de daad, dan in de vorige periode. Hoe moeten begrip en gevoel en daad van het proletariaat stijgen om dezen strijd te beginnen. Kautsky, Guesde, helaas de radikalen van het vorige geslacht, > kunnen niet meer mede. Zij blijven achter en meenen dat een nieuwe strijd niet mogelijk is. Zij begrijpen dien nieuwen strijd niet. Zij zien niet, dat zelfs voor het verkrijgen van hervormingen de massa-actie nu noodig is. Zij zien niet dat zij alleen tegen het Imperialisme en den Oorlog baten kan. Zij zien niet dat het Imperialisme van alle landen zich tegelijk richt tegen alle en elk proletariaat. Zij zien niet dat het proletarisch belang is niet meer voor het imperialistische vaderland te strijden, maar samen tegen het Imperialisme aller landen. Zij zien niet de nieuwe internationale wereldactie van het Proletariaat tegen het Imperialisme. „Vecht maar voor uw vaderland. Het kan niet anders". Zij zien niet, dat het Imperialisme eindelijk — voor het eerst — de Proletariërs aller landen vereenigt. Marx meende, in de eerste plaats, dat de communisten vóóraan moeten gaan, dat zij in de beweging de toekomst der beweging ver- •) En helaas vele jongeren! Men zie de houding van de Oostenrijksche Marxisten!, enz. tegenwoordigen. Kautsky, de Radikalen blijven achter bij de beweging. Marx was economisch determjnist, historisch materialist. Dat wil zeggen dat hij meende, dat, als de ontwikkeling der produktiekrachten een klasse omhoog stuwt naar de zege, de geest dier klasse alle moeielijkheden die de strijd haar stelt, kan overwinnen. De vraagstukken die de maatschappij, dat is de mensch, zich zelve stelt, kunnen door den mensch worden opgelost. Marx leerde dus, voor wie hem begrijpt, dat de geest de wel met vrije, maar toch machtigste economische factor is, — die ten slotte, telkens weer en telkens weer, in altijd nieuwe verhoudingen, de maatschappij maakt, schept. ■ . Kautsky meent dat de economische omsiandigheden, nu het kapitalistische Imperialisme, sterker zijn dan de door die verhoudingen geschapen en door haar opkomende arbeidersklasse, dat zij ze niet te boven komen kan. Dat de reeds zoo geweldig sterke arbeidersorganisaties zich zonder werkelijken strijd moeten overgeven. Daarom zegt hij: gij kunt niet anders dan uw vaderland voor bet Imperialisme dienen. Gij kunt geen nieuwe methode volgen, geen nieuwe actie. Ge moet u buigen. De klasse der toekomst moet zich volgens hem voor het Imperialisme buigen. Zij moeten onder het Imperialisme, dat alle Staten tot aanvallende staten maakt, aanvallend op elkaar, aanvallend op Koloniën met zwakke bevolkingen, aanvallend op het Proletariaat der Wereld, voor het Imperialisme van hun Vaderland vechten. Zij moeten dus aanvallen op de bewoners dier Koloniën en op het Proletariaat der Wereld! Zij moeten dus aanvallen op zich zelf. Zij moeten, mèt het Imperialisme, mèt het Kapitalisme, vóór hun Imperialistisch Vaderland, zich zelf en het Prolelariaat der Wereld voeren tot ontzaglijke verzwakking, tot misschien voor jaren ondergang. En dat moeten zij doen, zonder zich te verzetten op de wijze die de sterkste is, die, die zij zelve al hebben gevonden, de massa-actie tot het uiterste!...,. Hiermede heeft Kautsky, in zijn nieuwen vorm, als theoreticus van dit Radikalisme, voor ons opgehouden te zijn de theoreticus voor den praktischen strijd van het proletariaat. >) y Want dit is niet langer, — noch Klassenstrijd, noch revolutionair i Marxisme, noch ook Historisch Materialisme. Dit is het opgeven van ] den klassenstrijd in Ekonomisch en Politiek Fatalisme. En dit dachten en zoo spraken, schreven en handelden met hem de Radikalen in Duitschland, en met en door hen een menigte van arbeiders. En als dat in Duitschland zoo was, hoe moest het dan in andere landen zijn, waar die radikalen of weinig of niet gevonden worden. ') Het spreekt van zelf, dat voor ons, — juist voor ons, voor ons alleen, — de theorétisch-praktische geschriften uit Kautsky's vroegeren tijd, tot en met „De Weg naar de Macht", al hun waarde blijven behouden. En niet minder zijn alleen theoretische werken. ■ In Frankrijk, waar het Marxisme nog altijd geen vasten bodem vond. In Engeland, waar de arbeidersklasse zonder theorie handelt naar het toeval der gelegenheid. Of in Holland, waar een geheele partij jaren lang handelt naar den wil van, waar het zwakke proletariaat gevallen is in handen van één man, die, belachelijk schouwspel!, de geweldigste wereldbewegingen meet naar den maatstaf van zijn geringe persoonlijke eerzucht. Het zijn dus ook de Radikalen, of de zoogenaamde Marxisten, die het Proletariaat tot de zwakheid hebben gebracht, waarvan wij nu getuigen waren. Zij zijn, naast de onkunde der Arbeiders en het Reformisme, mede de oorzaak, dat de Arbeiders niets hebben gedaan, maar zich hebben overgegeven aan het Imperialisme. Zij zijn mede de schuld van het Nationalisme en Chauvinisme der massa. Zij zijn dus ook' mede verantwoordelijk voor al wat na den oorlog gebeurt, of gebeuren kan : de verscheuring van het Proletariaat, zijn verzwakking als strijdende klasse, zijn misschien voor jaren ondergang.2) Samenvattend kunnen wij dus zeggen, dat Reformisme en Radikalisme, d. w. z. dus de binnenlandsche politiek der sociaaldemokratische partijen, de oorzaak zijn van de machteloosheid van het proletariaat bij dezen oorlog. ') Er bestaan in Duitschland partijgenooten, die in de praktijk Marxisten zijn gebleven. Een groep van 17 Rijksdagleden was tegen het toestaan der oorlogscredieten op den 4en Augustus 1914, waagde het evenwel niet dit in den Rijksdag te doen blijken. — Wij noemen verder slechts Mehring, Rosa Luxemburg, Clara Zetkin, Radek, Karl Liebknecht. De laatste heeft in de Rijksdagzitting van aanvang December 1914 tegen de oorlogskredieten gestemd, en dat aldus gemotiveerd : „Mijn stem tegen het wetsvoorstel van heden berust op deze overwegingen: Deze oorlog, die geen der betrokken volken zelf heeft gewild, is niet ontstoken ten bate van de welvaart-van het Duitsche of van eenig ander volk. Men heeft te maken met een imperialistischen oorlog, een oorlog om politieke heerschappij over gewichtige exploitatie-terreinen voor het industrie- enf bankkapitaal. Van het standpunt der konkurrentie in de oorlogstoerustingen heeft men ie maken met een door de Duitsche en Oostenrijksche oorlogspartijen gemeenschappelijk in de duisternis van het half-absolutisme en der geheime diplomatie uitgelokten krijg, om de tegenstanders vóór te zijn. Tevens is de oorlog een Bonapartistische poging om de groeiende arbeidersbeweging te ontzenuwen en te verpletteren. Dit hebben de verloopen maanden, in weerwil van een niets oriizienden oorlog om de hoofden te verwarren, met steeds grootere duidelijkheid geloond. De Duitsche leuze „Tegen het Tsarisme" bedoelde — evenals de tegenwoordige Engelsche en Fransche leuzen „tegen het militarisme" — de edelste neigingen, de revolutionaire overleveringen en idealen van het volk voor den volkshaat in beweging te brengen. Duitschland, d? medeplichtige van het tsarisme, het voorbeeld van politieke achterlijkheid tot den dag van heden toe, heeft geen roeping als bevrijder van de volken. De bevrijding van zoowel het Russische als het Duitsche volk moet beider werk zijn. De oorlog is geen Duitsche verdedigingsoorlog. Zijn historisch karakter en aanvankelijk verloop beletten vertrouwen te stellen in de bewering eener kapitalistische regeering, dat het doel, waarvoor zij kredieten vraagt, de verdediging van het vaderland is." In verband hiermede moet ook genoemd het Bremer partijblad, dat vóór en tijdens den oorlog een schitterende revolutionaire propaganda voert. Wij hopen, dat zij allen een groot aantal Duitsche arbeiders achter zich hebben. De zwakheid van de nationale politiek tegen de heerschende klassen is de oorzaak van de zwakheid der Internationale tegen het Imperialisme. Onder den invloed van deze krachten: het voortdurend bezig zijn ir» vakvereeniging en partij met het kleine en nationale, — het Reformisme,, dat, terwijl het Imperialisme naderde, verbeteringen beloofde door samenwerking met de burgerlijke partijen, en dat in het tijdperk van het Imperialisme koloniale politiek wilde voeren, — het oude Radikalisme, dat, ondanks dat de massa rret massa-actie nationaal begon, deze tegenhield, — onder het algemeen onverstand dus van het Imperialisme,. — en ten slotte ook omdat niemand begreep, dal internationale actie het eenig verweermiddel tegen het Imperialisme is, en fjeen enkele nationale Partij iets tegen het Imperialisme der Wereld vermag zonder de andere nationale partijen, dat internationale aktie der massa dus noodzakelijk is, — door al deze krachten is het, dat het Proletariaat zoo goed als verstandeloos meedoet aan den oorlog, zijn enorme,, machtige organisaties niet heeft gebruikt, weerstandloos meedoet met het Imperialisme, in zooveel deelen nu gescheiden is als er naties zijn, de Internationale gescheurd is en ineengestort, en de Internationale Sociaal-Demokratie op de ellendigste wijze haar eigen zaak verraden heeft en overgeleverd aan een toekomst, die de grootste gevaren in zich sluit. ') Het Imperialisme is voor het proletariaat nog te machtig gebleken. Het Kapitaal had zich geestelijk veel sneller ontwikkeld dan hej> Proletariaat. ■ . De Machtige Bourgeoisie had alles gedaan voor haar groei. De slaven hadden, als altijd, den groei van de Macht van hun. Meesters niet gezien. Zij hadden, als altijd, hun Macht daartegen niet gevormd. IX. DE MARXISTISCHE RICHTING. DE NATIONALE EN INTERNATIONALE MASSA-ACTIE. En nu is de eerste Imperialistische Wereld-Oorlog gekomen. Nu kan het proletariaat zien, en aan het lichaam voelen, en met den geest begrijpen wat het Imperialisme is. Ging het Imperialisme te snel voor zijn begrip, de ekonómische ontwikkeling zorgt, zooals altijd, — door de feiten,— dat het het toch moet gaan begrijpen. En nu zal het ook kunnen oordeelen, welke strijdwijze, welke van. de richtingen, die in het Proletariaat aanwezig waren, de juiste is geweest. ') Wij laten met opzet de bespreking van het syndikalisme onder de oorzaken van de zwakte van het proletariaat weg. Want hoe kinderlijk lijkt nu de poging, om met eenige vakvereenigingen. den Imperialistischen Staat, den Wereldstaat en den Wereldoorlog te willen overwinnen 1 Wij zwijgen ook van de houding der Revisionisten, der Radikalen en der Syndikalisten tijdens den oorlog. Een Sociaal-Imperialisme is ontstaan in plaats van een Sociaal-Demokratie! - Zij hebben allen nu getoond wat zij waren. Opdat het Proletariaat dit nu zal kunnen beslissen, moeten wij nog eene richting bespreken, die wij tot nog toe, omdat zij zoo goed als geen invloed heeft gehad, en dus niet mede de houding van het proletariaat, en zijn toekomst, en die der Internationale heeft bepaald, zijn voorbijgegaan. Er was ook nog een andere richting in de Internationale, behalve de Reformistische en Radikale. Dat was de onze, die wij verdedigen in dit geschrift. De Revolutionaire. Het was die van een zeer klein deel der Internationale. Wij meenden, dat de arbeidersklasse, sinds het Imperialisme zijn doel en karakter duidelijk vertoonde, een revolutionairen strijd tegen de kapitalistische klasse in Europa en Amerika had moeten beginnen. Toen het duidelijk werd, dat het Imperialisme — met zijn begeleidende en uit dezelfde bron ontspringende verschijnselen: Trusts, Syndikaten en geweldige Ondernemersbonden, — aldoor sterker Militarisme, steeds groeiende belasting en onderdrukking der arbeidersklasse, duurte, economische machteloosheid der arbeiders, stilstand van arbeidswetgeving en oorlog bracht — met sterker Imperialisme in het verschiet, — toen het bleek dat alle burgerlijke partijen in alle landen het Imperialisme steunden, — was er naar onze meening maar één strijd mogelijk: de revolutionaire politieke strijd. Van toen af aan hadden alle compromissen en verbonden met de burgerlijke partijen moeten zijn opgezegd en geweigerd. Alle tegemoetkomingen. Alle posten in Regeeringen en verantwoordelijke lichamen. De geheele nationale politiek had alleen revolutionair moeten zijn. En, daar het toen duidelijk werd, dat de aktie der vakvereenigingen en der parlementaire groepen, zooals die tot op dat oogenblik gevoerd werd, tegenover het Imperialisme, dat alle partijen der bourgeoisie vereenigt, hen waarlijk tot één massa maakt, niet meer voldoende waren, had, naar onze meening, naast die oude middelen, in alle landen de massa-actie moeten worden gepropageerd iri alle vergaderingen, bladen, geschriften, en parlementen. En vooral de machtigste massa-actie: de massa-staking. ') ' M3È& | .... . Maar, daar het Imperialisme alle kapitalistische Naties tegelijk tot één en dezelfde aktie tegen het Proletariaat brengt, moest deze massa-actie tegen het Imperialisme, naast een nationale, vooral en in de eerste plaats een internationale zijn. Wij meenden, dat het Internationaal Imperialisme alleen door Internationale Massa-Actie kan worden overwonnen, bestreden. Het Proletariaat had zich dus dag en nacht moeten voorbereiden op den komenden strijd tegen het Imperialisme, internationaal. Het Imperialisme had moeten zijn gemaakt tot hoekpunt van de geheele politiek, in alle couranten, in alle vergaderingen, in alle geschriften, — van den geheelen strijd. i) Dit is voor de nationale actie in Duitschland vooral uitstekend gedaan door Rosa Luxemburg en Anton Pannekoek. — Er zijn «ociaal-demokraten, die deze onze meenmg over de nationale en inter- Omdat dat, als hoofdzaak, in deze periode, de arbeiders onderdrukte en alle vooruitgang voor hen tegenhield. Omdat dat hen in de toekomst uiet achteruitgang bedreigde. Omdat dat hun klasse, misschien, bedreigde met ondergang. Hier lag het punt, waarom alleen het in de naaste toekomst, en tot in verre toekomst, zou gaan. Hier was het slagveld, hier het front. Het Imperialisme, — geen enkele andere zaak, — noch het Kiesrecht, noch de Arbeidswetgeving, — de strijd, waarvoor het juist vernietigde, — noch de Tollen en Invoerrechten, — noch het onderwijs, noch de Kerk, — verhief zich als de schitterende, hoogste kracht van het Kapitalisme, voor de oogen der Arbeiders, — als hoogte, — als hoogvlakte, — als gevechtsterrein. En het Imperialisme is niet alleen de hoogste' materieele uiting van het Kapitalisme tot nu toe, het is ook het hoogste idëeele beeld van het Kapitalisme. Het is de hoogste, laatste, ideologie der Bourgeoisie. Het is haar eenig haar nog blijvend Ideaal. De godsdienst der bourgeoisie is dood, haar filosofie is dood, hare kunst is dood, maar zij heeft de verheffing van de Macht, van het Brute Geweld, van de Macht over de wereld tot haar geloof, haar ideaal, den grond en het doel, het begin en het eind van haar klassedenken gemaakt. Het Imperialisme, de wereldmacht, van haar als Natie, als Groep van Heerschenden, is haar God. Daartegen, tegen het Imperialisme in zijn stoffelijke en geestelijke uitingen, had, naar onze meening, de geheele stoffelijke en geestelijke strijd der arbeiders moeten gaan. Zij hadden tegenover het brute geweld van het Imperialisme hun materieele kracht, de massa-actie, de massa-staking, tegenover het imperialistische idealisme hun socialistisch ideaal moeten stellen. Wij zeggen dit niet nu. Het kan algemeen bekend zijn, dat de partij, waartoe de schrijver de eer, — en het geluk, — heeft te behooren, deze dingen al jaren lang heeft gezegd. Maar het Proletariaat kan nu zelf oordeelen. Het vergelijke nu het Reformisme, het Radikalisme, en .onze richting, de Marxistische. Het zie nu zelf wat het Reformisme is ert deed. nationale massa-staking syndikalistisch of zelfs anarcho-syndikalistisch noemen, omdat deze staking door deze richtingen werd gepropageerd. Het onderscheid tusschen ons en hen is dit, dat wij in den parlementairen strijd altijd zagen en ook nu nog zien een machtig wapen, en in den politieken strijd den alles omvattenden strijd van het proletariaat. Als zij slechts revolutionair en in harmonie en samenhang met de actie der massa worden gevoerd. Verder is het onderscheid dit, dat de anarchisten en syndikalisten de massastaking propageerden toen noch de produktie-krachten, noch de produktie-verhoudingen, noch de arbeiders-organisaties rijp waren, — dat wij haar echter propageerden — nu, nu Engeland en Duitschland materieel rijp zijn, en het Imperialisme der wereld het Proletariaat der wereld aangrijpt, — tegen de Syndikaten en de Trusts, tegen het Imperialisme aller regeeringen en voor .millioenen van georganiseerde arbeiders. — De waarde en de beteekenis eener propaganda en van hare ideeCn hangt van net oogenb'k af, waarop zii gevoerd wordt. Van al de beloften der Reformisten is niets gekomen. Noch Kiesrecht, noch Staatspensioen, noch andere sociale wetgeving, noch betere belastingen. In geen enkel groot-imperialistisch land van Europa, waar alle of enkele dezer dingen door de arbeidersklasse werden geeischt.') Van al hun beloften kan ook in de toekomst niets komen, als de staten door den Oorlog te verarmd zullen zijn en de arbeiders met lasten zullen worden overladen. S*% Zij hebben het Imperialisme gesteund. — En toen de oorlog kwam, zijn zij meegegaan met volle instemming. En de Radikalen? Zij hebben niet de Regeering in het gezicht geslingerd, dat zij loog, dat zij huichelde om het arbeidende volk mee te krijgen als soldaten voor de winst van het Kapitaal, maar zij ztjn zelf, door het toestaan der credieten, meegegaan met den leugen en de huichelarij, van de bourgeoisie, tegen het Proletariaat. De Radikalen hebben de massa ontmoedigd, en hebben mets gedaan om den oorlog tegen te houden. *En toen dé oorlog kwam, hebben zij zoo goed als alle vóór den Oorlog gestemd. Wanneer wij denken aan al de redevoeringen en artikelen der Radikalen in Duitschland gedurende de laatste twintig of dertig jaren, aan hun verklaring dat het Proletariaat de eenige borg, de vaste verdediging van den Vrede was, aan hun dreigen dat de Regeeringen het niet licht meer zouden wagen den oorlog te ontketenen uit vrees voor het Proletariaat en de Revolutie na den oorlog, en wij vergelijken daarmee hun niets doen, hun tegenhouden van de Massa-actie en hun stemmen voor de Oorlógscredieten, dan komt ons een rij van andere Duitschers,, van andere Duitsche Parlementariërs in den geest. —De liberalen van 1848. Evenals die bogen voor de Vorsten en den Adel, zoo de Radikale Sociaal-Demokraten voor den Keizer, de Vorsten% de Jonkers en de Bourgeoisie. , , «. ^ • Dezelfde moed met woorden vóór den slag! — dezelfde lafheid in het gevecht! Nog altijd dezelfde slavengeest. Wij zeggen dit opzettelijk zoo scherp als dit optreden der Radikalen het verdient, niet om deze mannen te kwetsen, maar om aan het Proletariaat, het Duitsche in de allereerste plaats, te laten zien, dat er in den strijd van het Proletariaat tegen het Imperialisme geen tusschenweg mogelijk is, dat men moet zijn of vóór of tegen, en dat er maar één waarlijk afdoend wapen tegen het Imperialisme bestaat, n.1. de Revolutionaire Actie der Massa zelf. JÊilUA Want de Radikalen kwamen tot zulk eene, met hun eigen verleden zoo totaal in tegenspraak zijnde lafheid, omdat zij voelden, dat er geen massa achter hen stond. Aa Hnf Hun eenzaamheid, hun niet gesteund worden door de Massa aat zij zelf hadden gewild, maakte hen bang. En toen verrieden zij de zaak van het Proletariaat. h Slechts Engeland maakt een uitzondering. Engeland, dat, door de onmeteM^; rijkdommen tó^ijn koloniën, en omdat het, tot nu toe, geen M.htansme had te KTn staat is nu en dan eén brok toe te werpen aan zijn arbeiders. En wat bij de Reformisten geldt, dat geldt ook hier: Als dat in Duitschland bij de Radikalen zoo was, hoe moest het dan wel in de andere landen zijnMen zie slechts naar Frankrijk..,, waar Guesde minister werd. Naar Engeland, waar Hyndman de arbeiders letterlijk ophitst tegen Duitschland. Naar Holland, waar de eenmaal radikale voorzitter der S. D. A. P., in een hoofdartikel in het partij-orgaan Het Volk, het voorstel deed, dat Nederland Duitschland den oorlog aan zou doen. Zoo warén de Reformisten en de Radikalen. Dit hadden zij van den strijd van het Proletariaat gemaakt. Hiertegenover stellen wij datgene, waarvoor wij propaganda hebben gevoerd, en wat wij, zoover wij konden, hebben gedaan. — Wij zijn klein, wij hebben niet veel macht. Wij kunnen dus niet veel uitvoeren van wat wij willen. — Wij hebben in de eerste plaats, sinds de werking van het Imperialisme duidelijk werd, het proletariaat aangeraden met alle burgerlijke partijen te breken. Wij hebban in de tweede plaats voortdurend voor de actie der massa, naast de gewone parlementaire en economische, gepropageerd. Maar toen deze oorlog ten slotte kwam, voor het eerst dreigde, bij den Balkanoorlog en de spanning tusschen Rusland en Oostenrijk, hebben wij op het congres van Bazel in 1912 voorgesteld, dat de proletariërs van alle landen, op één wenk van de Internationale, een proteststaking zouden houden, als waarschuwing aan de Regeeringen en als voorbereiding voor zich zelve.') Zoodra de oorlog nu, in 1914, werkelijk kwam, hadden naar pnze meening de proletariërs van alle landen, zooveel mogelijk gelijktijdig, moeten optreden. Op den Zaterdagavond, toen het ultimatum van Oostenrijk aan Servië bekend was geworden, demonstreerde de Berlijnsche bourgeoisie (de studenten) vóór den oorlóg. Op den volgenden dag, Zondag, had het Duitsche proletariaat in alle Duitsche steden, in zijn millioenen opgeroepen door de Duitsche partij, moeten demonstreeren tégen den oorlog.2) De proletariaten van alle direkt bij den oorlog betrokken mogendheden in de eerste plaats, maar ook van alle andere landen, hadden dienzelfden Zondag en, als dit niet mogelijk was, den volgenden Maandag, in alle steden van Europa, opgeroepen door de Internationale, moeten demonstreeren tegen den oorlog. Wij hebben dit terstond geschreven in het blad onzer partij De Tribune. Deze demonstraties hadden, op oproep der Internationale en der nationale partijen, eiken dag moeten zijn voortgezet. Eiken dag en in ') Dit voorstel is niet ih behandeling kunnen komen, omdat het Congres besloot dat er geen enkele discussie zou worden gehouden. 2) Dit gebeurde eerst Dinsdag. Het spreekt vanzelf, dat met zulke besturen als de nationale partijen en de Internationale nu hebben, een werkelijk energieke actie tegen het Imperialisme onmogelijk is. Zij bestaan alle uit vakvereenigingsleiders en parlementariërs uit den vorigen, vöör-Imperialistischen tijd. Zij zijn bovendien bijna allen Reformisten. Zij weten dus niet de Internationale te organiseeren tegen het Imperialisme. Zij weten niet, wat te doen. steeds sterker mate. Zij hadden, wanneer, zooals vanzelf spreekt de politie en het leger opgetreden waren, met versterkte heftigheid' en 200 noodig, met geweld, eiken dag moeten worden voortgezet erï worden versterkt zooals trouwens van zelf zou zijn gegaan door algemeene en massa-stakingen. Overal, in de allereerste plaats'in de direkt betrokken landen. En dit had moeten worden doorgezet tot het antwoord van Servië, tot de Rijksdag- en Parlementsvergaderingen die over den oorlog zouden beslissen. En in die vergaderingen hadden alle credieten moeten worden geweigerd overal, in alle landen, ook in de neutrale. Immers de mobilisatie tot verdediging is, onder het Imperialisme, de voorbereiding tot den aanvalsoorlog en het Imperialisme zelf. En in alle parlementen had een rede moeten gehouden worden van ongeveer dezen inhoud: „Dezq oorlog is een aanvalsoorlog van dit land. Gij wilt land veroveren. Wij weigeren daarom alle credieten. Hij is een aanvalsoorlog van alle landen op elkander. Wij weigeren daarom alle credieten met onze broeders in alle andere landen. Hij is niet alleen een aanvalsoorlog van alle landen op elkander, hij is ook een aanval van het Wereldk&pitaal op het Proletariaat der Wereld, om het nog erger, nog talrijker uit te buiten, te onderdrukken en als mensch en klasse te vernietigen. Wij zijn misschien nog te zwak om een oorlog te verhinderen, maar wij, gezamenlijke. Proletariërs aller landen, dreigen u nu reeds met de Revolutie na den Oórlog." En terwijl de vertegenwoordigers der partij zoo spraken, had de actie der massa tot het uiterste moeten zijn voortgezet. Dat was wat wij hadden gedaan, als wij de macht er toe hadden gehad. Wij, Marxisten. Dat is het ook wat wij in Holland, zoover wij konden, hebben gepropageerd en, zooveel wij konden, voorbereid.') Wij gelooven, dat, als in alle landen de taktiek naar bet Imperialisme was ingericht, zooals wij dat jaren en jaren hebben gepropageerd, — als men in alle landen het gevaar van het Imperialisme had ingezien, en daarom, voor deze periode, met de liberale en burgerlijke partijen had gebroken, en de massa in alle groote politieke en economische strijden tot de actie der massa had gebracht, — zoo in Duitschland voor het Pruisisch Kiesrecht, — wij meenen dat dan de Regeeringen, uit vrees voor de houding van de arbeiders bij een wereldoorlog, voorzichtiger waren geworden. Misschien wel den Wereldoorlog hadden voorkomen. — Misschien had het niet geholpen, misschien hadden wij de Regeeringen niet kunnen weerhouden. Misschien waren ook de massa's van het proletariaat nog niet gekomen. ') De S. £>. P. heeft tot het laatst toe, in de eerste dagen van Augustus, tpen ieder dacht dat ook Holland in den oorlog zou worden betrokken, tegen den oorlog, ook door straatbetoogingen gedemonstreerd. Natuurlijk heeft de houdiiig der Internationale en der nationalistische S. D. A. P. haar actie zeer verzwakt. Toch is zij er in geslaagd meer dan 25000 georganiseerde arbeiders in een actie, tot_ demobilisatie te vereenigen. De S. t). P. is dus aan het program der Internationale congressen trouw gebleven. Maar wij meenen, dat dat, dat laatste, wèl zou zijn gebeurd. Wij meenen, dat, als bij het eerste conflict op den Balkan d e stem der Internatianale terstond had weerklonken, die de arbeiders der wereld opriep tot staking, reeds honderdduizenden waren gekomen. Reeds nu kwamen er 160,030 in Frankrijk alleen. Wij meenen, dat, als nu, in Juli 1914, te Berlijn en in alle steden van Duitschland de honderdduizenden, door de partij geroepen, terstond, toen het no<* tijd was, waren gekomsn, wij gelooven, dat, als dit in Petersburg, in Moskou, in Riga en Odessa, in Lodz en Warschau, in Kieff en Charkow was gehoord, dat de honderdduizenden, de millioenen van Duitsche georganiseerde arbeiders waren opgetreden om te voorkomen, dat zij en de Russische arbeiders elkaar vermoordden, zi| ook daar in honderdduizenden waren gekomen. Wij gelooven, dat, als dit door Europa had weerklonken, dat de millioenen Duitschers en de honderdduizenden, ja misschien ook millioenen Russen elkaar niet slachten wilden, de arbeidersklasse, althans de georganiseerden van 'Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Skandinavië, België en Holland op deze zelfde wijze de Internationale bij honderdduizenden hadden geantwoord. Wij gelooven, dat ook in Engeland velen gekomen zouden zijn. ) Wij gelooven, dat overal zeer vele ongeorganiseerden waren meegesleept. Het proletariaat, dat algemeen staken kan voor een klein recht, een loonsverbetering, een kiesrecht, kan dat ook tegen den oorlog. Wij meenen, dat, als dat verzet dag bij dag sterker en heftiger geworden was in Duitschland, Rusland en Frankrijk, — de landen, die bij het begin den doorslag moesten geven, — ook in allerlei landen groote stakingen hadden plaats gehad. Misschien waren wij toch niet- machtig genoeg geweest om den oorlog tegen te houden. Het Kapitaal, de machtige Hooge Bank (die alles leidt, waaraan alles gehoorzaam is uit de hooge en lage bourgeoisie), dit Imperialisme met zijn idealisme, en het Nationalisme, zijn slaaf, zijn te sterk nog. Waarschijnlijk. Maar als wij tot het laatst toe hadden volgehouden, als in alle Parlementen tot het laatste oogenblik, tot voor de troonen der Keizers en Koningen, de trotsche weigering had weerklonken van het Wereldproletariaat, dat eindelijk, nu, voor het eerst, en bij dë eerste gelegenheid die zich bood, in opstand kwam, en weigerde zich te laten vermoorden voor het uitsluitend kapitaalsbelang, dan hadden wij althans onze plicht gedaan. Want dan was de Eenheid, de hoogere Organisatie in de Toekomst, de Propaganda voor de Toekomst na den oorlog, door ons bewaard, gehandhaafd, ja veel sterker, onwrikbaar en reusachtig geworden. Dan waren wij de leidster, de eenige, geworden voor al de onderdrukten in de wereld, die ons nu nog niet zien. Dan hadden wij gehandeld in overeenstemming met de ontwikkeling van het Kapitalisme, die, door het Imperialisme, Wereldproletariaat en Wereldkapitaal tegenover elkander stelt. Dan hadden wij ons dezen strijd, deze nederlaag misschien, tot de basis gemaakt van de revolutie na den oorlog. Dan hadden wij den grondslag voor de overwinning in de toekomst gelegd. s) Zelfs nu heeft men in Wales gestaakt. Dan was werkelijk de Internationale de Internationale geweest Daarvan is niets gebeurd. Door de onkunde en de kleinheid der Arbeiders het bedrog der Reformisten, de lafheid en besluiteloosheid der Radikalen, leed de Internationale de nederlaag. De tweede Internationale ging dus in der daad te gronde, doordat zijn niet internationaal was. Zij was een verzameling van nationale organisaties, geen internationaal organisme. Zij heette, maar dacht noch handelde internationaal. Zij was de verzameling van organisaties die niet internationaal waren noch handelden. Haar internationaal-zijn ging niet verder dan vóór het Imperialisme noodig was. Terwijl het Kapitaal door zijn trusts, banken, industrieele wereldmaatschappijen meer en meer internationaal werkte, bleef de SociaalDemokratie nationaal. Terwijl het Kapitaal, zij het dan ook nog vijandig onderling in zijn deelen, den wereldstrijd begon om het bezit der aarde, terwijl het daartoe groote verbonden van naties sloot om de aarde gemeenschappelijk tegenover andere verbonden te verdeden, bleef het proletariaat klein en nationaal, zich bezighouden met de kleine nationale kwesties' Terwijl het kapitaal, groot en heerlijk, zich het wereldvraagstuk stelde, hoe de aarde en hare bewoners aan zich te onderwerpen, te maken kapitalistisch, door actie, door verovering en strijd, bleef'het proletariaat, klein en onbeduidend, zich bezig houden met zijn beter loon en korter werktijd en wetgeving van dit of dat, in het raam zijner natie Terwijl de machtigste geesten der bourgeoisie, — bruut en alleen materialistisch, het is waar, en grof en laag, en tot een laag doel, het winstbejag, — maar toch de gansche aarde omvattend en dus groot, — hun plannen maakten en tot uitvoer brachten van wereldmarkt en wereldmacht, — organiseerden de geesten der arbeiders en hunner leiders zich slechts tot nationale, niet tot internationale macht. Terwijl het Internationale Kapitaal zich op schitterende, overal, in alle groote staten, en zelfs in de kleinere, om de preciesheid, volkomenheid, snelheid en weergalooze organisatorische kracht, de hoogste bewondering afdwingende wijze, zich toerustte tot den Wereldoorlog tusschen zijn deelen onderling en tegen het Wereldproletariaat, de bewoners der Aarde, — rustte de Internationale der arbeiders zich in het geheel niet toe om dien Wereldoorlog af te weren. Het rustte zich toe tot niets. Indien het Internationale Proletariaat maar een tiende, een honderdste gedeelte had bezeten van de organisatorische kracht, de doelbewustheid, en de bliksemsnelle promptheid, waarmee het Kapitaal jaren van te voren zich toerustte, jaren van te voren alles voorzag, en in twee dagen (de inval in België) uitvoerde wat voor de wereldverovering allereerst noodig was, dan had het Proletariaat nóg een goed figuur gemaakt. Maar het deed niets, het had niets voorzien. Het Kapitaal werd in de hoogste mate actief, in wereldactie. De Internationale werd passief. Zij deed niet wat zij meest doen, wat de tijd eischte. Zij kwam niet tot wereldactie. Zij werd dus, op haar beurt weder, wat het Proletariaat vroeger altijd geweest is, een radelooze massa, dte de groote gebeurtenissen der geschiedenis over zich heen moet laten gaan. De Internationale was verrot. Zij was ijdel en leeg. Zij bestond uit partijen die niet internationaal waren. Van die partijen was zij de j schijnbare bond. De Arbeiders, haar leden, waren, voor het overgroote deel, een massa op verbetering belusten, die zich Heten bedriegen en tegenI houden door een schijn. Zij, die de werkelijke ontwikkeling begrepen, en handelen wilden, ; waren zeer weinige. De Arbeiders moeten nu zelf zien, nu — nu zij zelf voelen wat het , Imperialisme is, nu zij het Imperialisme moeten begrijpen, — wie, welke richting hen het beste heeft geleid en leiden zal. De Arbeiders moeten nu zelf zien, hoe in de toekomst een waarlijk Internationale op te bouwen en een nieuwe ineenstorting te voorkomen. X. DE TOEKOMST. Wij hebben gezien de Oorzaken, waardoor de Internationale te gronde ïging. Wij hebben haar karakter, waardoor zij te gronde moest gaan, I* toen het Imperialisme kwam, in het licht gesteld, wij hebben de verandering die over haar komen moet, wil zij haar doel bereiken, aangewezen, — er blijft ons nu nog over een blik in de Toekomst te slaan, om te trachten de Ontwikkeling te zien, die zij zal ondergaan, en den Weg aan te wijzen dien zij zal moeten nemen. Hoe zal de Toekomst zijn der Internationale ? Zal zij het Imperialisme bestrijden, Nationaal en Internationaal ? Zal zij tot zelf-actie, in massa, kunnen komen? Zal het proletariaat, door dezen oorlog, komen op een hooger trap, van geest, karakter, wil, begrip, idealisme, moed ? Dit alles hangt, zooals de geheele wtrding van het proletariaat, van de ontwikkeling van het Kapitalisme af. Het hangt, nu, in de eerste plaats dus af van de vragen: Zal het Imperialisme blijven? Zal er Oorlog blijven? Is de Beperking van de ■ Wapening, de Ontwapening, de Vrede mogelijk? Beantwoorden wij dus eerst deze vragen. Twee bewegingen, die in één versmelten, zijn te zien in het kapitalisme. De eene is. zijn uitbreiding over de wereld, in steeds grooter proI ductievormen. Deze beweging is reeds zeer ver gevorderd en neemt steeds sterker toe, ook in snelheid. De andere is de uitbreiding van het nationale Kapitaal, de verI menging der nationale Kapitalen, tot Internationaal Kapitaal. De tendenz van beide te samen is: Het kapitalisme wordt wereld[ kapitalisme. Het Kapitaal der naties smelt zich samen, en de heele aarde wordt onderworpen aan het internationaal wereldkapitaal.1) ') De oorlog 'wordt immers ook gevoerd tot internationalisatie van het Kapitaal, I 200 b.v. door Duitschland om het Fransche Kapitalisme te dwingen zich te verbinden met het Duitsche. Het geheele ontwikkelingsproces van het Imperialisme is het ontwikkelingsproces van het Kapitalisme tot Verbreiding over de wereld., en tot Internationalisatie van Kapitaal. ~ 'Jm' [ Het Imperialisme, de Oorlog zijn slechts een fase in die Ontwikkeling, een middel om het Kapitaal meer internationaal, meer wereldkapitaal te maken. Beschouwen wij dus, daar het Ontwikkelingsproces van het Imperialisme een internationaal, een wereldproces is, het Ontwikkelingsproces van het Kapitaal over de geheele aarde. Eerst dat van uitbreiding, daarna dat van internationalisatie van het Kapitaal. Dé industrie is de Hoofdbron geworden van de Meerwaarde. Zij overtreft nu verre den landbouw, die maar langzaam en weinig meerwaarde levert. • In de groote verst-ontwikkelde landen, Engeland, Duitschland, Frankrijk, de Vereenigde Staten, wordt elk jaar door de industrie een hoeveelheid meerwaarde voortgebracht of ontvangen, ontzaggelijk veel grooter onder de bestaande kapitalistische verhoudingen, dan voor de belegging in het eigen land noodig. Zij dringen naar buiten, moéten worden belegd in vreemde landen, uitgevoerd naar andere gewesten, waar een kolossale winst, veel grcoler dan in, het moederland, lokt. Zij verbreiden zich over de aarde. Ontzaggelijk'ongelijk zijn evenwel onder elkaar de landen, is de toestand, de hoogte der kapitalistische productie, van de landen, die kapitaal uitvoeren. Ze zijn in de grootst mogelijke verscheidenheid van productieverhoudingen. Engeland heeft reeds massa's koloniën, is zelf bijna geheel industrieland, heeft haast geen landbouw meer, moet dus alles hebben van export van industriewaren; belegging van kapitaal in buitenland, import van landbouw waren. Duitschland heeft weinig koloniën, zijn industrie groeit aldoor machtiger, zijn landbouw vermindert relatief, het zoekt dus meer koloniën om kapitaal en industrieprodukten te exporteeren, om grondstoffen,te importeeren. ' Frankrijk heeft nog zeer veel landbouw, minder industrie dan Duitschland en Engeland, maar schatten van bankkapitaal. Het moet dus koloniën, sfeeren van invloed, etc. hebben om kapitaal te exporteeren. De Vereenigde Staten van Amerika worden meer en meer industrieland. Hun kapitaal stijgt enorm. Het moet expansie zoeken en deed dit reeds. In al die -landen zwelt het kapitaal elk jaar enorm, en steeds sneller, door de kolossale productiekrachten. Maar in elk land op verschillende wijze, onder andere verhoudingen. Dit de voornaamste kapitalistische landen. — • > ■ Maar daarnaast de andere, in welk een verscheidenheid!^' Rusland nog bijna geheel agrarisch, maar met zulk een ontzaglijkenrijkdom in den bodem, met zulk een machtige binnenlandsche markt, dat alles doet verwachten een alles.overtrefferiden kapilalistischen gioei. En de kleinere landen, gedeeltelijk reeds dcor industrie tot hoogen kapitaalbloei, gedeeltelijk snel op weg daarheen: Italië, Zwitserland, Nederland, België, Zweden, Noorwegen. Uit al die landen zwellend of beginnend te zwellen een kapitaalstroom, die» over de wereld gaat, en belegging zoekt. Maar in alle op verschillende wijze, onder verschillende verhoudingen van landbouw en industrie, op verschillenden trap, — met verschillende intensiteit, snelheid, grootte, — in dit alles niet mét elkaar in evenwicht. — En nu al de landen, waarheen het Kapitaal wordt geëxporteerd door de machtige kapitalistische industrieele staten. Het zijn in het algemeen de agrarische landen, die zelf nog niet beschikken over genoegzaam kapitaal voor eigen industrie, die uit hun landbouw nog niet genoeg kapitaal daartoe hebben gewonnen, die dus vreemd kapitaal noodig hebben om zich kapitalistisch en industrieel te grondvesten, spoorwegen en kanalen, havens en dokken, fabrieken te bouwen, mijnen te ontginnen, maar die voedingstoffen, of grondstoffen voor de industrie kunnen exporteeren. Hun verschil is nog veel grooter dan van de industrieële kapitaal exporteerende landen. Zij nemen alle trappen van ontwikkeling in. Vanaf de landen, die reeds in den overgang zijn van in hoofdzaak agrarisch tot in hoofdzaak#industrie-land, en die beginnen kapitaal te exporteeren, zooals het Oosten van de Vereenigde Staten, — tot die hoofdzakelijk nog voeding- en grondstoffen exporteeren als Canada, Australië, Zuid-Amerika, — tot die waar, naast kleinen intensieven landbouw, cultuur voor export bestaat, waardoor of de inheemsche groot-grondbezitters of de kapitalisten van kapitaalkrachtige naties als Engeland, Nederland, Frankrijk de bevolking uitzuigen en verhinderen dat er kapitaal in de handen der inboorlingen komt, zooals China en Engelsch, Fransch *én Nederlandsch Indië, — tot de streken waar alleen primitieve landbouw de bewoners voedt, maar waar grondstoffen moeten worden verzameld voor de Europeesche kapitalisten, als CéntraalAfrika. Al deze landen, waarheen het kapitaal heenstroomt of begint te stroomen, ook weder in geheel verschillende productie-verhoudingen, op geheel verschillende trap van ontwikkeling, verschillend van rijkdom, ontvankelijkheid voor kapitaal, politieke verhoudingen, aard en karakter der bevolking. Evenals de kapitaal exporteerende landen, geenszins met elkander, evenmin als met deze zelve, in evenwicht, maar alle verschillend van kracht, van kapitalistisch- actieve of -passieve kracht. En onder hen nog vele die nog in 't geheel geen eigen kracht hebben, maar die weerloos openstaan voor de plundering door het Kapitaal. Maar in al die landen, in de kapitaal exporteerende zoowel als in de kapitaal importeerende, of zelf in het geheel geen kapitalistische kracht bezittende, is het proces van internationaal samenwerken van het Kapitaal eerst in zijn begin. Een klein deel der ondernemingen, dier streken, wordt ontgonnen met internationaal samenwerkend kapitaal, het grootste deel van het kapitaal in de eigen landen, de kolonies, de sfeeren van invloed, is eensoortig nationaal werkend kapitaal. Wel wordt er in jonge agrarische landen veel vreemd kapitaal ingevoerd, maar dit wordt als in Noord-Amerika, snel door het nationale overtroffen. Wel zijn er Internationale Trusts van Nationale Maatschappijen gevormd, maar daarin leven de Nationale Kapitalen tegenover elkander nog vaak als vijanden, als concurrenten, die alle voor zich het grootste deel opeischen. Zoo in de groote Scheepvaarttrust tusschen Europa en Amerika. Wel zijn er ook reusachtige Trusts gevormd van Nationale Kapitalen tot één Internationaal geheel, maar dit strijdt dan weder met reusachtige combinaties van andere landen. Zoo de Nederlandsch-Engelsche Combinatie, de Dordrechtsche Koninklijke-Shell groep, die met haar Petroleum-Monopoliës een woedenden strijd voert tegen de StandardOil Company van Amerika. Wel wordt er'in de kapitaal behoevende landen veel internationaal kapitaal geïmporteerd, maar een zeer groot deel daarvan blijft nationaal tegen andere nationale kapitalen strijdend kapitaal. Maar deze Internationale kapitalen zijn tegenover de Nationale kapitalen nog zulk een een minderheid, dat zij er tegen verdwijnen. In die ontzaglijke verwarring van landen, elk op eigen trap van ontwikkeling, waartusschen geen evenwichtstoestand heerscht, maar die elk hun eigen verhoudingen en voorwaarden hebben, bestaat de internationalisatie dus nog weinig. En waardoor wordt nu het Kapitaal in al die landen gestuwd ? In Engeland, Frankrijk, Duitschland, de Vereenigde Staten, — in Italië, Nederland, Zwitserland, Spanje, Noorwegen, Zweden, Denemarken, — in Rusland en japan, — in Canada, Argentinië, Zuid-Afrika, Australië, — in Engelsch- en Nederlandsch-Indië, Algiers, Marokko, Egypte, in den Congo, Britsch- en Duitsch-Afrika, in Hongkong en Shanghai, in Kiaotsjou, en andere deelen van China? — Door de Natie, de Natie die daar leeft of de macht heeft, door de Natie als Eenheid, als Geheel, als Macht. WMf In al de kapitaalkrachtige landen van Europa en Amerika welt en stroomt het Kapitaal, door de loonarbeiders gemaakt, op, en vloeit weg, gestuwd door de kracht der Natie. In al de nog niet kapitaalkrachtige, niet volkomen, slechts gedeeltelijk industrieele landen, als sommige deelen van Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Australië, Japan, wordt het bewaard en vermeerderd om het land, de Natie, te maken industrieel en kapitaalkrachtig. Uit al de kapitaal-zwakke, door vreemd Kapitaal uitgebuite landen van Azië en Afrika stroomt het daar gevormde nieuwe kapitaal weg, om de Naties, die hier heerschen, maar daar ginds, ver over zee liggen, te verrijken. Uit Perzië, Indië en Centraal Azië, uit Marokko en Algiers, Egypte en Soedan, Congo en geheel Centraal Afrika. Maar alle landen, behalve dan misschien die der laatste soort, die al te zwak zijn, probeeren kapitaalkrachtig te worden of krachtiger en de hoogste macht te verkrijgen. Engeland, Duitschland, Frankrijk, de Vereenigde Staten, Rusland, streven naar de allerhoogste kapitaalsmacht. Italië, België, Zweden, Denemarken, Holland, Zwitserland, Japan naar hooge macht. En de half of geheel agrarische landen streven zich zelf tot onafhankelijke kapitalistische staten te maken, met eigen industrie, canaaa, Argentinië. Australië, Zuid-Afrika. . En er zi n bovendien landen, die hun nationaliteit nog moeten grondvesten op kapitaal vaste basis en die daarnaar streven. De landen van Oostenriik-Hongarijë, de Balkan, Turkije, China. . En de onderworpen Koloniën beginnen te streven naar eigen onafhankelijk-kapitalistische macht: Engelsch en Nederlandsch Indië, EgMaaer overal is de Natie, de Nationaliteit de stuwende kracht en de grondslag tevens, waarop en waardoor het kapitalisme zich ontwikkelen kS En overal is de internationaliteit van het kapitaal nog gering. En het zijn juist de kapitaalkrachtige landen als Engeland, Duitschland Frankrijk die het minst internationaal kapitaal hebben, het meest nationaal-kapitalistisch, of kapitaal-nationalistisch zijn En het zijn juist de kapitaalkrachtig wordende landen als de Vereenigde Staten, Canada, Australië, sommige staten van Zuid-Amenka, Japan, die beproeven het internationaal kapitaal te overmeesteren en nationaal-kapitalistisch te worden.1) En juist in de Kapitaal-zwakke staten als China» Turkije, Perzië, is het internationaal kapitaal nationaal in dien zin, dat het zich niet vermengt, maar onderling strijdt. (Zoo in Perzië het Engelsche en Russische, in China dat van alle machtige Staten etc.) Overal dus streven naar nationaal zijn van het Kapitaal.) En al die Naties hebben hun eigen belangen, die met elkander St%e kapitaalkrachtige industrieele Naties willen allen den meesten export Kapitaal. Zij willen allen grondstoffen en voedingstoffen produceerende landen in hun macht. Daarmee botsen zij op elkander. Want zii willen allen de zelfde landen, de rijkste landen. De kapitaal-importeerende Naties willen zich vrij maken van de kapitaal-exporteerende, en zelf kapitaal-exporteerend worden. Daarmee botsen zij op deze. En zij zoeken zelf reeds landen voor grondstoffen en voedingsmiddelen, zooals de Vereenigde Staten en Japan. En daarmee botsen zij op elkander. a> .. En de nog niet gegrondveste Nationaliteiten: China en Turkije, de Balkanstaten, willen vrije Naties worden, met eigen nationaal kapitaal, onafhankelijk van de kapitaalkrachtige Naties. Daarom komen zij in strijd met deze. . En de onderworpen kolonies willen vrij en zelf kapitaalkrachtig worden Daarmee komt hun belang met die van hun uitbuiters in strijd. Alle Naties willen de machtigste, of zelf machtig of zelfstandig worden, door Kapitaal, door Kapitaalproductie, door onderwerping der Arbeiders, door Kapitaalbezit. «) Rusland gebruikt het vreemde, Fransche, kapitaal vroor een groot deel voorga, militarisme en imperialisme, d.i. om zich als kapitalistische natie vast te grondvesten. *) Hier ligt de hooldoorzaak van hel Nationalisme en Chauvinisme onder het Imperialisme. Hierdoor krijgen onder het Iipperiahsms Nationalisme en Chauvinisme hun geweldige kracht. En de belangen aller naties komen daardoor met elkaar in strijd. t-, Dit is het schouwspel van de Aarde: Kapitaalkrachtige Naties, Kapitaalzwakke Naties, Onzelfstandige, Overheerschte, nog niet gegronde veste Kapitalistische Naties. — Maar Allen strevende naar KapitaalOvermacht en Macht. — Daarnaast nog machteloozen, zooals de Negers, die zelf nog niets kunnen en dus slechts buit en voorwerp zijn. En aldoor groeit de expansie. Sneller en sneller. Door de aldoor sneller groeiende, jagende productiekrachten. De belangen worden grooter, machtiger, heftiger. En de botsingen dus talrijker en sterker. Maar hoe ontwikkelt zich het Kapitalisme tot nu toe? Hoe, op welke wijze verbreidt het zich om de aarde, en door welke middelen wordt het nationaal machtig? Het antwoord is, zooals wij vroeger reeds zeiden: doorstrijd. Door bloedstorting en moord. Het Kapitalisme, dat de Wetenschap, de Techniek, het Maatschappelijk Bewustzijn, de betere Arbeids-Methoaen, den hoogsten Rijkdom, het Socialisme ten slotte, over de aarde brengt, deed dat altijd, en doet dat ook nu, alleen met doodslag en oorlog. Het richt zich, om zijn doel te bereiken, zijn historische taak .te volvoeren, om het Kapitalisme te verbreiden over de aarde, en het internationaal te maken, — tegen zich zelve in zijn deelen en verbonden, tegen de zwakke volken, tegen het Proletariaat. Het vermoordt en verdrukt en maakt tot slaaf, de zwakke volken, het voert oorlog onder zich, onder zijn eigen leden, — individuen en naties, — het ruimt voortdurend zijn zwakke leden door vernietiging en strijd en moord op, — het gebruikt het Proletariaat als middel om te moorden en als materiaal om gedood te worden. — Het richt zich in zijn imperialistischen strijd tegen het Proletariaat der wereld. — In één bloedbad van zijn eigen leden onderling, van zwakken, van zwakke volken en van proletariërs, groeit het op. Door een zee van bloed, — deze oorlog bewijst het weder, — waadt het naar zijn doel. Nooit is de Strijd, de Oorlog meer het middel tot ontwikkeling van het Kapitalisme geweest dan nu, onder het Imperialisme. Dat zal nu niet anders worden! Er zal nu geen andere weg, geen ander middel tot ontwikkeling van het Kapitalisme gevonden worden dan dit, dat eeuwen lang het eenige groote middel is geweest. Nu de opeenstapeling van het Kapitaal in alle landen enorm is geworden en enorm groeit, meer dan ooit vroeger, nu dus de belangen bij expansie enorm zijn gestegen, duizendmaal grooter zijn geworden, nu de Internationaliteit van het Kapitaal zijn internationale vermenging wel inging, maar nog zeer in het begin is, — nu de Naties, de Nationale Regeeringen, de gewapende Naties, de voornaamste steun, de stuwkracht zijn, die de kapitalisten hebben, of trachten te krijgen, of waarop zij hopen, over de geheele Aarde, om hun kapitaal te grondvesten, te vermeerderen of alleenheerschend te maken over de geheele aarde, — nu de belangen aan :alle kanten »van alle volken op elkander botsen rondom de geheele Aarde, van Japan tot Nederland, van Rusland tot Zuid-Afrika - zal dit niet anders worden! De Ontwikkeling zal nu ers «u nafiSö * ^ en de expansie noodzakelijker, zal de strijd niet ophouden * Integendeel daar de ontwikkeling, de opeenstapeling van het kap aak door d aldoor betere techniek en de aldoor grootere massa's P^««£ steeds sneller gaat, zal de strijd heftiger, de bewapening grooter, de Oorlog zwaarder en omvattender worden. Set iSKadpi1ari?niee^oeftt: en breidt zich uit over de Wereld door de ^D^ntrnSnalisatie van het kapitaal is nog gering. De Internationale kapita en zijn tegenover de Nationale kapitalen nog een kleine minderheid De Nat onaleg kapitalen, het kapitaal door de ï>at.es gevormdLen bestuurd zijn het overheerschend, het den dooislag gevend tapd"l. En al dié Naties en Nationale .kapitalen hebben verschillende belangen. En het eenige middel tot oplossing van dien-strijd van belangen is de bewapening, de oorlog. | 'i.fï De Bourgeoisie, een groot deel der Sociaaldemokraten de Reformisten e/Se RalSpropageeren den Wereldvrede, de Ontwapening, de en de Ontwapening Pre^^nmo^rr aantoonen, - om te bewijzen dat zij mogelijk is, -/atje Belangen der Naties der Nationale Kapitalen overeenstemmend zijn. En zT^llen moeten aantoonen, dat het Kapitaal niet meer grootendeels Nationaal, maar Internationaal is. » , , Als zij dit niet kunnen aantoonen, dan is het ook zeker, dat de Ontwapening, de Vrede nog onmogelijk is. ZH kunnen dit niet. Nergens is hun dit ook maar eenigszins gelukt. oLrweerieggiSg is eigenlijk afdoende. Hiermede is voldoende gezegd Want dè tegenstrijdige Kapitaalsbelangen van Naties voeren tot (Soriofr M^r omdat dit boekje niet alleen d enen moet vow het duidelijk aantoonen, aan de arbeiders, der groote lijnen der ontwikkeling van het Imperialisme en den strijd van het proletariaat, maar ook voor den kleinen oorlog, het debat enz. der arbeiders, strijdende onderling ertegen de bourféoisie, laten wij hier nog eenige kleinere argumenten teeen de Vredesbeweging en de Ontwapening volgen. Zij die den Vrede, de Ontwapening of de Beperking der-Wapening, willen en propageeren, moeten aantoonen, dat zij mogelijk is ook hierin. Zij moeten, niet met holle frasen, met hoop of verwachting, of yage. vergelijking met de Trusts, maar precies, met voorbeelden en feiten, aantoonen, welk Middel tot ontwikkeling zij hebben, onder het Kapitalisme, ander dan Strijd, en welk Principe, ander dan de Macht. Zfl moeten aantoonen, hoe in de duizendvoudige verscheidenheid der volken,, die alle in andere verhoudingen zijn, alle van verschillende krachten, alle begeerend naar macht, waarvan de bêlangen duizendvoudig op elkander botsen, die niet in evenwicht zijn in zichzelf, noch met elkander, hoe daar het evenwicht te brengen zonder strijd. Zij moeten aantoonen, precies, met de voorbeelden, met enkel voor- beelden uit de praktijk der politiek en ekonomie, hoe zij zich die regehng denken, hoe de verdeeling. Welk stuk zal Engeland we k Duitschland krijgen welk Rusland, welk Amerika, welk Frfnkdjk we k Japan ? Tot exploitatie, tot uitbuiting, tot macht of invloed Volgens *s£$ESï£ IMF* W°^den Cn °ntnome" ? * * Verdef Ier, Hoe zal het vertrouwen tusschen die Machten, en al de andere komen, zoodat zij zich hiet sterker wapenen ? <«»uere, Dit kunnen zij niet. Zoodra gespecificeerd moet worden, falen zii Noe nooit is een weg aangegeven geworden tot Ontwapening, Ontwikkeling zonder strijd, Verdeeling naar ieders zin, Harmonie en Evenwicht *ip Aarrfa ? n beSinsel' vo^s welk de verdeeling van de Aarde, de Ontwikkeling van het Kapitalisme nu, onder het Kapitalisme zooals het nu is, mogelijk was, dan de Macht Er was onder het Kapitalisme, zooals het nu is, 'tot nu toe geen ander midde tot Expansie, Uitbreiding over de aarde, Internationalisatie, dan het Geweld. Men zegt: het Recht. Maar waarom heeft Duitschland meer recht op Mesopotamië dan Engeland ? Waarom heeft een van beiden het ? Recht 15 Macht. Het geweld, de macht beslist. - De voorstanders van beperking der wapening moeten aantoonen, welk ande» recht Men zegt: Men moet China enz. in sfeeren van invloed verdeden: Frankrijk, Rusland, Duitschland, Engeland etc. elk een stuk. Maar 5 »]VCutdat ,d!5 verdeelit,g slechts door strijd tot stand komt, slechts de Macht ook hier beslist, zullen daardoor de wrijvingsvlakken tusschen die Mogendheden slechts te grooter worden, de sfeeren van invloed zullen zich niet gelijkelijk ontwikkelen, en deze zelve zullen tot oorzaak en terrein en voorwerp van nieuwe oorlogen worden Men zegt: de Vrije Handel. Maar hoe ontstaat de Handel in de primitieve landen, in Centraal Afrika? Door Geweld, door Moord en Oorlog. Alleen door Moord dwingt men de zwakke bevolking tot levering van rubber en dergelijke. Wie zal dien moord plegen die wapens dragen? Duitschland of Engeland? Het geweld alleen kan beslissen. 1 Maar.Je handel is niet meer het voornaamste doel! Het voornaamste doel is Kapitaal-Export, om nieuw kapitaal te maken. Het is de aanleg van spoorwegen, havens, fabrieken. En hoe brengt men die, hoe brengt men kapitaal in China, Perzië, Marokko, Tripolis, Centraal Azië, Mongolië, Korea ? Hoe zorgt men voor de voorwaarden der kapitalistische productie, de heerschappij van het Kapitaal, de proletariseering der inbooringen ? Met geweld. Met onteigening. De Chineezen, Perzen, Marokkanen etc. willen evenwei niet onteigend, geen proletariërs worden. Men onteigent hen toch, men slaat hun onwil met geweld neer. En wie moet dat doen, wie zal daar de Onteigenaar zijn? Het geweld beslist, de Oorlog. - De bourgeois en socialisten, die voor den vrede zijn, moeten aalntoonen, hoe de handel en export van kapitaal zullen plaats hebben zonder geweld. Men zegt: Het verkeer. Het verkeer is de band der volken, en dit is toch internationaal. De spoorwegen en stoomvaartlijnen verbinden ahe naties. — Maar de spoorwegen en stoomvaartlijnen zijn voor het overgroote deel in handen van Nationale Kapitalen en zij zijn elkander» concurrenten, d.i. vijanden. Maar bovendien: Het Groot-Kapitaal zoekt en wil de bronnen zelve der meerwaarde, de oorspronkelijke, d. w. z. de grondstoffen, en de loonarbeiders en de productie van waren. Daarom gaat de oorlog. — Het verkeer is slechts een secundaire bron. En de Groot-Kapitalisten weten dat zij het verkeer wel zullen veroveren, als zij den bodem, de grondstoffen en de inboorlingen als arbeiders hebben.. Maar is de vraag naar Eenheid niet belachelijk, als de belangen en de verschillen in kracht nog zoo groot zijn? Als Engeland denkt, dat het alles kan krijgen, waarvoor zou het zienverbinden met Duitschland? Als Engeland wint, waarom zou het met Duitschland deelen? Als Duitschland wint, waarom zou het niet blijven vertrouwen om met den oorlog meer te krijgen? Als Rusland en de Vereenigde Staten de haast oneindige bronnen voelen, die zij in zich hebben, en die zij nog moeten ontwikkelen, waarom zouden zij zich vóór den tijd met anderen verbinden, en hun buit, die veel grooter kan worden, kleiner maken? Zoolang Duitschland denkt dat zijn militarisme alles verpletteren kan,, waarom zou het zijn macht met de andere grootste staten deelen? Zoolang er zulke reuzenstukken als China, Voor-Azië, NederlandschIndië, deelen van Midden-Azië en Afrika te verdeelen zijn, zoolang er nog zulke zwakken te verpletteren, te overheerschen zijn, zal men op éigen kracht vertrouwen, en den oorlog en het eigen imperium maken tot cultuur-ideaal. Men zegt: men moet Statenbonden vormen. Een Statenbond van Europa. Maar de belangen van Duitschland, Rusland en Engeland verzetten zich daartegen. Men zal misschien statenbonden vormen, van Duitschland met Midden-Europa, Duitschland met Rusland, (dit dreigt zeer zeker in de toekomst, en misschien terstond na dezen oorlog), Duitschland met Frankrijk, Duitschland met Engeland, maar het zal zijn om des te sterker Oorlog te kunnen voeren en de zwakkeren des te sterker uit te buiten. Men zegt: de Kosten zijn te groot, aan geld en aan levens.1) Wij wezen er reeds op, dat de milliarden, uitgegeven voor Imperialismeen Oorlog, om Mesopotamië, Congo, China, Nederlandsch-Indië meester te worden, vergoed worden door milliarden rente. Men zal jaren moeten wachten, het proletariaat ontzaglijk laten lijden, maar dan komt de rente, honderdvoudig. En nieuwe oorlog, nieuwe bewapening, kan, daar de productiekracht inmiddels stijgt, wéér hooger belooning brengen. Men zal de dooden vergeten, al de ellende en alle kosten, en met alle kracht het nieuwe, frissche, bloeiende doel najagen, met alle middelen. Hoe weinig kennen zij toch de psyche, de ziel van het Kapitalisme, die meenen, dat het die, nu, veranderen kan, nu het Imperialisme pas begint. Wij wezen er reeds op, dat de Algemeene Geestesrichting van het ') Sommigen zullen ook zeggen, dat de Oorlog onmogelijk is geworden door de ontzaglijke legers en de geweldige bewapening zelf. Dat men elkaar niet meer overwinnen kan, dat er geen uitslag meer komt. — Maar de Techniek en de Wetenschap zullen nieuwe wapens, nieuwe strategie vinden. Daar de uitbreiding, van het Kapitaal ze eischt. Kapitalisme geen enkele kosten, geen enkel middel schuwt, niet schuwen kan, om de Uitbuiting van het Kapitalisme over de Aarde te bereiken 1 Het wezen van het Kapitalisme is meerwaarde-schepping, in aldoor grooter mate. Meerwaarde, die, aldoor sneller, nieuwe grooter meerwaarde maakt. Dus: uitbreiding, expansie. Dat is het wezen onzer Maatschappij. Aan die tendenz moet alles gehoorzamen, wat kapitalistisch is. Het Kapitaal bestaat alleen door privaatbezit der productiemiddelen. Dat brengt, omdat slechts enkelen ze bezitten, noodzakelijk strijd. Strijd tusschen de enkelen en de Verbonden, die zij maken, de Naties. Wie aan het wezen van het Kapitaal gehoorzaamt, moet dus ook aan dit middel gehoorzamen, het gebruiken. Het is zeker waar, dat groote kringen en rijen der bourgeoisie, na dezen, vreeselijken oorlog, een afschuw zullen hebben van het Imperialisme, en in ernst zullen hopen op en trachten naar vrede. Maar de vraag is: zullen zij hem kunnen maken? De vraag is niet wat zij voelen, maar wat zij kunnen doen. De leiding der ekonomie en der politiek van het kapitaal hebben de groote Magnaten der Ban'< en der Industrie. Zij vreazen den oorlog niet, maar gebruiken hem voor hun doel: de uitbuiting der wereld, het maken der aardbewoners tot proletariërs. De oorlog brengt hun op den duur die uitbuiting, hij is hun beste, hun sterkste middel, en faalt ten slotte nooit. Hij brengt hun de Aarde en de Arbeiders onder hun macht. . En déarom, om lat zij de macht zijn, die slaagt in het doel van het kapitalisme, omdat zij de macht zijn, die het kapitaal waarlijk vruchtdragend maakt, voor goed, algemeen, overal, — omdat zij de macht zijn, die aan het kapitalisme beantwoordt, in zijn Wezen, — omdat zij de 'dragers en de uitvoerders zijn van zijn expansie-kracht, — daarom kunnen alle andere kapitalisten en klassen, die van dit Wezen van het kapitaal, de meerwaarde, leven, — niet anders doen dan hen volgen ' en gehoorzamen. Deze onzichtbare, aan de Massa der menschen onbekende Machten, de Magnaten der Hooge Bank, der Syndikaten der Industrie, regeeren de wereld niet eens zóó zeer door hun politieke en ekonómische macht. Zij regeeren de Wereld veeleer, doordat zij volkomen, geheel en al, het Wezen van het kapitaal vertegenwoordigen. In hun reusachtige kapitaalmassa's, geconcentreerd en georganiseerd, ligt de expansiekracht van het kapitaal opgesloten. Zij zelve gehoorzamen aan die uitzettingskracht, zij zelve gehoorzamen aan het Wezen van hun Kapitaal. v En hun gehoorzamen weder alle menschen, die van de Meerwaarde leven. Wel kunnen de kleine kapitalisten en de middenstand voelen, dat zij tegen hun wil het Qroot-Kapitaal gehoor'zamen, maar dit veranderen kunnen zij niet. Alleen het Proletariaat, dat een ander doel heeft, niet de uitbuiting, .maar het Socialisme, kan zich tegen het Imperialisme verzetten. Reeds ziet men klaar en helder, hoe het na den oorlog zal gaan: In een ontzaglijke wapening zullen alle Naties zich hullen. De pansche aarde zal star zijn van wapenen. Een ontzaglijke huichelarij van vrede zal die wapening vergezellen. De voorstellen tot Bewapening, grooter dan ooit, zullen de Parlementen van alle Volken bereiken. En alle leden der burgerlijke partijen, vredesvrienden of niet, zullen toestemmen in de wapening. ' En als de oorlog dan weer nadert, staan de legers oneindig grooter en machtiger dan nu tegenover elkaar, en de nog bloediger strijd om de beheersching der Aarde begint opnieuw. Het kan niet anders. Deze oorlog bewijst weder, hoe alle individuen, der kapitalistische klassen, en die hun gehoorzamen, — door het instinct van zelfbehoud gedreven en door de sociale instincten die het behoud der Maatschappij willen, waarin men leeft, met welke men één is, — geen enkele kosten, noch van bezit noch van bloed, vreezen om het Kapitalisme, het eenige waardoor zij bestaan, uitte breiden door strijd. Zelfs al zouden de Kapitalisten ontwapening, vrede, beperking der wapening willen, zij zouden niet kunnen. Het Kapitalisme heeft zijn eigen wetten door zijn Wezen. En de hoofdwetten zijn: Uitbreiding en Strijd. Nogmaals: De Bourgeois, de Reformisten en de Radikale Socialisten moeten aantoonen: èf dat het Kapitaal grootendeels Internationaal, niét meer Nationaal is, óf dat de belangen der Naties overeenstemmend zijn. En zij moeten ook aantoonen, dat nu, in deze verhoudingen, die er nu nog zijn tusschen Individuen en Naties, de Wil van de Kapitalisten, de leden der Kapitalistische Maatschappij, vrij is, om op andere wijze dan het Kapitalisme nu nog voorschrijft, het Kapitalisme te ontwikkelen. Zij moeten aantoonen, dat niet het Kapitalisme de Kapitalisten, maar omgekeerd de Kapitalisten het Kapitalisme beheerschen. Maar dit alles kunnen zij niet.' Maar dit is ook niet hun doel. Hun doel is: afhouden van het Proletariaat van den strijd. De Reformisten en de Radikalen zijn, terwijl de Wereld-Oorlog nog woedt, bezig, met de Bourgeoisie, een middel te zoeken om het Proletariaat opnieuw, na den oorlog, te ontzenuwen, te ontkrachten en te bedriegen. ï4ÉS*fs De Radikalen, de Reformisten en de Bourgeoisie hebben reeds een middel gevonden om de Arbeiders opnieuw af te brengen van de Revolutie, om hen te doen gelooven in de bourgeoisie en niet in de eigen kracht. Dat middel is de Ontwapening. Dat middel is het Statenverbond van Europa. Dat middel is de Wereldvrede. Zij allen gaan prediken niet den strijd tegen den oorlog, tegen het Imperialisme, tegen de Bourgeoisie, maar den strijd — mèt de Bourgeoisie I —_ voor den Vrede. Het spreekt van zelf, dat de Bourgeoisie zich, evenals vroeger, den schijn zal geven, den vrede — nu vooral, na dezen vreeselijken oorlog, — lief te hebben, den vrede te willen. Terwijl zij zich onderwijl tot het uiterste wapent. Daarmee wil zij het proletariaat doen inslapen. En terwijl de Bourgeoisie zich dien schijn geeft, en met woorden, meer dan ooit vroeger, den vrede prijst en daarmee praalt, zullen de Reformisten de gelegenheid hebben om wederom met die Bourgeoisie te gaan, met haar te konkelen bij vei kiezingen, compromissen met haar te sluiten, zetels te veroveren, Macht — voor zich — te krijgen. Dat kunnen zij doen, want de Bourgeoisie wil immers den Vrede! Daarvoor dient de Reformisten de Vrede, de Ontwapening. En de Radikalen zullen de gelegenheid vinden om, — daar de Bourgeoisie toch zelve belang heeft bij ontwapening en deze wil! — het proletariaat daarmede van revolutionaire actie af te houden. Want zij vreezen die actie. Daarvoor dient de ontwapening de Radikalen. Reeds ziet men overal de teekenen daarvan. Reeds maken de Reformisten en Radikalen in alle landen zich daartoe gereed. ') Reeds leest men het in de couranten en tijdschriften der Radikalen. Reeds heeft Kautsky de leuze van ontwapening, van ophouden met Imperialisme en met den wedstrijd in bewapening aangeheven.2) ') Voor het zelfde doel als de ontwapening, n.1. voor het in slaap brengen van het proletariaat en het samengaan met een deel der bourgeoisie dienen de andere nieuwe eischen der radikalen en reformisten: de internationale arbitrage en de afschaffing der geheime diplomatie. 2) Men leze de volgende plaatsen: Op pag. 7 van, „Die Neue Zeit" (2 October 1914): De sociaaldemokratie zal streven naar den duurzamen vrede „door uit den weg ruimen der verhoudingen die den oorlog veroorzaakten, d.w.z. der Imperialistische verhoudingen en van den wedstrijd in bewapening." . Hier wordt dus duidelijk weer, evenals vöör den oorlog, aan het proletariaat voorgespiegeld, dat de ontwapening, nu, mogelijk, en de sociaaldemokratie om haar teweeg te brengen in staat is. Ja zij is zelfs in staat de Imperialistische verhoudingen weg te ruimen! En op pag. 250 van „Die Neue Zeit" (27 November 1915) wordt als het blijvend doel der Internationale, nadat nog eens uitdrukkelijk in het artikel gezegd is, dat de sociaaldemocraten deel moeten nemen aan een oorlog wanneer de inval dreigt, genoemd: „Strijd voor den vrede, klassenstrijd in den vrede." Strijd tegen den oorlog der toekomst wordt niet meer genoemd, en evenmin meer gezinspeeld op de revolutie na den oorlog. Hiermede vergelijke men wat de vroegere Kautsky, de Kautsky van 1908 schreef in „De Weg naar de Macht" over den oorlog, het Imperialisme en de wapening: „Het met zooveel moeite bereikte politieke evenwicht der staten gaat door onverwachte veranderingen, waarop zij geen invloed hebben, aan het wankelen; problemen, waarvan de vreedzame oplossing onmogelijk scheen; en die men daarom öp de lange baan schoof, zooals de verhouding tot de Balkanstaten, staan plotseling op en eischen hun oplossing. Onrust, wantrouwen, onzekerheid overal: de door den wedstrijd in wapening reeds verhoogde nervositeit wordt op de spits gedreven. De wereldoorlog komt nu dreigend nabij. De ondervinding van het laatste tiental jaren bewijst echter, dat oorlog revolutie beteekent, die groote politieke machtsverschuivingen tengevolge heeft. In het jaar 1891 dacht Engels nog, dat het een groot ongeluk voor ons zou zijn, wanneer er een oorlog kwam, die de revolutie veroorzaakte en ons aan het roer bracht, omdat dit ontijdig zou geschieden. Een tijd lang kon het proletariaat door het gebruiken van den gegeven staatkundigen bodem nog met meer zekerheid vooiuit komen, dan door de risiko van een door oorlog veroorzaakte revolutie. Sedert dien tijd is de situatie zeer veranderd. Het proletariaat is tegenwoordig zoo vee! sterker, dat, het een oorlog met meer gerustheid tegemoet kan gaan — HPt zal de leuze zijn, waarop allen weer bijeenkomen. Het zal van KaïS^to? diïïL8en Reformist de leuze worden voor de toekomst. Heizaf ook de leuze worden van weder-aansluiting bn de bourgeoisie Allen die het Proletariaat tegenhielden en bedrogen allen die stemden voor den oorlog, allen, die het Socialisme schonden zullen z ch verzoenen onder die leuze en elkander hun zonden vergeven. Het Sl de leuze worden van de Hereenigde Internationale. En onder die" leuze zal de Internationale, zullen alle nationale partijen weder worden ontkracht. En bovendien is de Bourgeoisie, terwijl zij zich tot het uiterst wapent toch ook voor den Wereldvrede, omdat het Kapitaal dan de zwakke volken to de koloniën oneindig sterker nog zou kunnen uitbuiter. Kon het Kapitaal de koloniën, de sfeeren van invloed de Staten a s China onder zich verdeelen zonder oorlog, dan had het niets uit te geven vSor legers en vloten, maar kon alles aanwenden tot uitbuiting fn uitzuiging van die landen. Dan eerst zou het Kapitaal reusachtig groeien. Het doel het niet te bereiken doel, der Vredesbeweging is dus, achter haar mooiê frasen: de Kneveling van het Proletariaat, de Onderwerping en Uitbuiting der zwakkere volken. ..... r Voor zoover zij niet huichelarij of zelfbedrog is, is zij dus reactionair. Terwijl zij den strijd, het eenige middel, nu nog, tot ontwikkeling, wil doen ophouden, is zij reactionair. Ia deze algemeene onzekerheid is echter de eerste taak van het proletariaat du'delii"Lngegeven. Wij hebben haar reeds genoemd. Het kan niet meer vooruit «Ln zonder verandering der grondslagen van den staat, waarop her zijn strijd volrt Om met de meest mogelijke energie aan te sturen op de demokratie m het rijk maar oofc in de enkele staten, voornamelijk in Pru.sen en Saksen, is de eerste teak Tan hei proletariaat in Duitschland, zijn eerste internationale taak de strijd teeen wereldpolitiek en militarisme. ... , E-tn duidelijk als deze, zijn ook de middelen, waarover wij kunnen beschikken. B'i de tot nu reeds gebruikte is nog de massastaking gekomen ... Hoe onverzoenlijker, konsekwenter, vaster de sociaaldemokratie blijft, des te eerder zal zii haar tegenstanders overmeesteren " , . . Kautsky hééft, toen het Imperialisme nog ver was, toen het zich nog ver, als schaduw, als schema vertoonde, het begrepen, gezien en gezegd hoe men het aanvallen moest. - Toen het evenwel in vleesch en bloed, levend, naderde, is • hii en zijn met hem de Radikalen, op de vlucht gegaan. , , Dat het Imperialisme en de Imperialistische Oorlog het Proletariaat der Wereld vereenig t. had hij trouwens niet begrepen. Kautsky - en hij is hierin zeker de woordvoerder der bijna geheele sociaab demokra.ie tot nu toe, - meent dat de belangen der proleianaten der verschillende naties in geval van oorlog verschillend zijn. Hij schrijtt op pag. 246 van „Die Neue Zeit" (November 1914): „In het partij trekken volgens nationale gezichtspunten ligt zonder twijfel een groot gevaar voor de Internationale. Wel is het partijtrekken in den oorlog tot afweer van een vijandelijken inval zeer wel verfcenigbaar met onze beginselen. De beslissing naar dezen maatstaf staat zeker theoretisch niet zoo hoog als die volgens den maatstaf der belangen van het proletariaat der wereld. Maar len eerste faalt deze maatstaf in dezen oorlog bijna geheel " ., . .. „ . . . Hier ziet men het verschil tnsschen Kautsky en mij duidelijk. Ik meen dat het Imperialisme de behangen van het proletariaat jder wereld gelijk maakt, en dat deze eerste Imperialistische wereldoorlog dit bewijst. Maar zoowel als huichelarij en zelfbedrog, als als middel tot grootere kneveling en uitbuiting, is zij de keerzijde van het Imperialisme. Vredesbeweging en Imperialisme behooren bij elkander. Zij zijn twee zijden van hetzelfde ding. Evenals de Sociale Wetgeving, de liefde voor de arbeiders de keerzijde is van de steeds heftiger uitbuiting, den steeds intenser arbeid, den telleren klassenstrijd, — zoo is. de Vredes-, de Ontwapeningsbeweging de keerzijde van het Imperialisme. — Alleen is zij nog onvruchtbaarder. Evenals de sociale wetgeving moet dienen tot tempering van den klassenstrijd, zoo de vredesbeweging tot vernietiging van den strijd tegen het Imperialisme. Evenals de sociale wetgeving het middel is tegen den nationalen klassenstrijd, zoo is de vredesbeweging het middel tegen den internationalen. De Vredesbeweging is wat de Godsdienst is in de Wereld, de Kerk in de Maatschappij, het Hart tegenover het Verstand, de Geest tegenover het Lichaam, het Goede tegenover het Kwade. Zij is, met den Oorlog, het dubbelzinnige, het tweeslachtige van de Maatschappij, die op uitbuiting berust en waarin het Kwade overwint. De Vredesbeweging is de poging van de Bourgeosie en allen, die met haar denken, om het Kapitalisme in staat te stellen, ook door het Imperialisme, ook door den oorlog, zich uit te leven tot volkomen macht, tot geheele uitbreiding over de wereld. Zij is de poging om het Proletariaat af te houden van zijn taak, van zijn, poging om, onder het Imperialisme, onder den oorlog, — voordat het Kapitaal zijn taak: uitbreiding over de wereld, geheel vervuld heeft, — het Kapitaal op te heffen en het Socialisme te stichten. De Vredesbeweging is de poging om door voorspiegeling van de mogelijkheid van den Kapitalistischen Vrede, den Socialistischen onmogelijk te maken. De Vredesbeweging is de poging van de Bourgeoisie, de Reformisten en de Radikalen, om, nu het Proletariaat staat voor de keuze: Imperialisme óf Socialisme, het Proletariaat te dringen naar het eerste. De Vredesbeweging is de poging van het Imperialisme der Bourgeoisie tegen het Socialisme van het Proletariaat. Dwaas, dom en blind het Proletariaat, dat nu al zijn taktiek zou inrichten op dezen toekomstdroom, op vrede onder het Kapitalisme. Misleiders zij, die, bourgeois of socialist, bewust of onbewust, het Protetariaat daarmee willen doen inslapen. Het zou weer zichzelf verdoemen tot passiviteit! Het zou weer, evenals hu, verworgd worden door het Imperialisme en den oorlog, vermorzeld door de ontwikkeling. Het zou weer niets dan nederlagen en nadeel lijden. Het zou opnieuw ondergaan. Het Proletariaat' luistere slechts, niet naar de Theorie alleen, maar naar de Werkelijkheid. Het lette slechts op de .leidende kracht, het Groot-Kapitaal. Reeds siddert de grond van nieuwe oorlogen, na dezen. Reeds vallen de nieuwe breuken. Reeds dreunen door den donder der kanonnen nieuwe geschillen. Wanneer Engeland, Frankrijk en Rusland overwonnen zullen hebben, dan eigenen zij zich Arabië en Mesopotamië, Syrië en Armenië, misschien den Bosporus, toé, en waarschijnlijk de Duitsche koloniën. Dit zal Duitschland nooit blijvend dulden. Het zal zich opnieuw wapenen en nieuwe verbonden zoeken. Als Duitschland wint, neemt het Fransche en Belgische koloniën en verzekert zich' oppermacht in Turkije, Klein-Azië, Mesopotamië en Arabië en daarmee den doorgang te land naar Indië. Dit kan Engeland niet dulden. Het zal zich opnieuw wapenen, zoo ook Frankrijk, zoo ook Rusland. Wint geen van allen, dan wapenen allen zich des te beter. x Onmiddellijk na dezen oorlog komt een bewapening, zooals nog nimmer, over de wereld. Het Imperialisme blijft, en de Wapening en de Oorlog blijft. In den schoot van dezen oorlog, wij zeiden het reeds in den aanvang van dit geschrift, ligt nieuwe Oorlog, nieuw Imperialisme, nieuwe grooter Bewapening. De groote Staten en de kleinere, kortom alle Kapitalistische Staten, en die het worden, en .zelfs vele die het worden willen, blijven als roofdieren liggen, gereed om hun prooi, hun buit, de zwakke volken en elkander te bespringen, en het proletariaat hunner Naties, en het Internationale proletariaat te vermoorden. En als dit alles dan beslist is, waarover nu de oorlog gaat, dan' dreigen wéér nieuwe oorlogen. Want nog is dan het vraagstuk op den Balkan niet beslist voor goed-. De nationaliteiten van Oostenrijk staan evenmin nog op vaste basis. Rusland heeft geen uitgang aan den Atlantischen Oceaan, Duitschland is nog niet machtig genoeg. Engeland nog te "machtig. — Het is voldoende om enkele namen te noemen om nieuwe oorzaken tot Oorlog, zekerheid van Wapening voor den geest te roepen. Duitschland en Nederland en België, — Rusland en Skandinavië, — Oostenrijk-Hongarije en de Balkan, — Italië en de Balkan en Griekenland, — Turkije, — Abyssinië, — Egypte, — Perzië, — Centraal Azië, China, Mongolië, Engelsch-, Nederlandsch-, Fransch-Indië, Centraal en ZuidAfrika, Mexico en Midden-Amerika, Zuid-Amerika misschien — en ten slotte, maar niet het minst, de wordende reusachtige kapitalistische Rijken, de Vereenigde Staten, Rusland en China. Alles blijft nog in-spanning, niet in evenwicht. En het Kapitaal groeit, de noodzakelijkheid tot expansie, maar tevens tot onafhankelijkheid groeit. Overal. En alle belangen botsen op elkander. Nog voor lang, nog voor vele, vele jaren. Overal, in alle deelen der wereld. Het lijdt geen twijfel: Het Imperialisme heeft zijn intrede gedaan. De Kapitaals-expansie der machtigen stoot op het onafhankelijkheidsbewustzijn en den zelfstandigheidswil der zwakkeren en nog machteloozen. Zij stoot in al haar deelen op zich zelve. Een ontzaglijke wereldbotsing der kapitalistische krachten der machtigen op elkander, der machtigen op de zwakken, der verbonden van allen op elkander, is begonnen. Een reeks van Oorlogen dreigt, rensachtige Bewapeningen ziin zeker over de geheele wereld. Het Proletariaat zal verdrukt en vermoord worden door Bewapening en Oorlog op een wijze, in afmetingen, zooals nog nooit. Het Imperialisme blijft. De Ooilog blijft. En weder rijst daarom de vraag: Wat zal het Proletariaat doen? Het Proletariaat, dat alleen de drager van den Vrede is. Dat alleen gelijke belangen heeft. Dat alleen den Vrede, onder het Imperial.sme, brengen kan, doordat het het Kapitalisme en daarmee het Imperialisme °PHet Proletariaat, dat in West-Europa, in Engeland en Duitschland vóóral, de keuze kan stellen: Imperialisme of Socialisme. Zal het Proletariaat weigeren om langer het Imperialisme te dienen? Zal het weigeren om, voor de Winst der Kapitaal-Magnaten enailer Kapitalisten, lelkens weer geworgd, vermoord te worden? Wat zal het Proletariaat doen? Wat zullen de Arbeiders doen? Zullen zij zoo ver komen,, zoo sterk worden, zoo' hoog, stijgen, dat zij onder het Imperialisme, het Socialisme en den Vrede brengen? Zullen zii daarvoor de kracht hebben? Tewijl het Kapitaal nog niet internationaal ls, zullen zij internationaal kunnen worden? „ki ... Q Zullen zii het sneller kunnen worden dan het Kapitaal.' • Het is mógelijk, want het Kapitaal, hoewel niet internationaal vermengd, tot één geheel, staat toch als één geheel tegenover de belangen van SMoll Proletariaat Het ^ internationaal dus, door zijn Imperialisme en Oorlog me lange jaren van ellende, onderdrukking, achteruitgang, dood en ondergang Het Kapitaal moet zich uitbreiden, en kan dat alleen door het vermoorden van miilioenen proletariërs. Hpi Proletariaat kan dat niet dulden. S^r is dus de botsing voorhanden, die de grondslag der Revolutie ^HeHmperialisme kan de kluister worden, die het Kapitaal om zijn nrnrl. c ekrachten slaat, en die het eerst moet worden gebroken. PrDeü1lTotTgT^n eigen levende en doode door den oorlof kan de krisis worden, waaruit het Socialisme te VOHreThplnoletadaat kan dus internationaal revolutionair gaan handelen Een geTegenheid tot revolutionaire actie van het geheele Internationale Proletariaat doet zich voor zooals nog nimmer nu de vorsten en tenfflten de arbeiders bij millioenen hebben geslacht, nu de komende 55n?£e noodde zware polilieke onderdrukking, de geweldige bewapeningende 'komende nieuwe Wereldoorlog, de nieuwe slachting het in alle landen, in alle werelddeelen bedreigen Het Proletariaat kan dus internationaal worden, door strijd Maar daarvoor is een ontzaggelijke groote mate van Geest en Zielskracht en Kracht van Hart en Idealisme nood.g. - En van Organisatie. -->!>? Maar is die Organisatie niet reeds voor een groot deel aanwezig? komt er slechts op aan ze met een anderen, den Internationalen OeesJSe vtv^ nieuwe Zielskracht, en Kracht van Hart. Het Proletariaat staat door dezen eersten Imperialistischen WereldOoriog en door het geheele Imperialisme, en door de reeks van Wapeningen en Oorlogen die volgen, op een tweesprong.') Twee wegen openen zich voor het. De ééne Weg is die van de Reformisten en Radikalen. Het i; deze om met het Imperialisme van de Bourgeoisie te gaan. Dus e zijn in de praktijk voor den Oorlog en in den mond voorden Vrede Om Te zijS voor de Natie in der daad en haar Macht, en ra 8chijn\oor den Vrede. In der daad Nationaal, Chauvinist en Imperialist, i%SSiiïeITand3eleTazooals het nu bij dezen oorlog gehandeld heeft. Het Proletariaat kan en zal misschien dien weg volgen. Als het Proletariaat dien weg volgt, dan ontstaat in de Politiek en in de Ekonomie van het Proletariaat een reusachtige stilstand en achteruUgang Nog oneindig veel grooter dan die, waarin het Proletariaat voor Sn Oorlog reeds was en kwam. Want men krijgt dan dezen t0 Elkfstaat, door en door chauvinistisch en imperialistisch - hetzij aanvallend óf verdedigend, - wapent zich voortdurend sterker. De npmnkratie saat onder in het Militarisme. . Daar a hel beschikbare geld wordt uitgegeven voor het Imperia isme komen er geen sociale hervormingen. Daarom worden er a door belof en gegeven door Bourgeoisie, Reformist en Radikaal. Het proletariaat f dooft die volgt de bourgeoisie en deze leiders, wordt geheel on zenuwd frgedemórllisierd. - Daar evenwel de oorzaken en gevolgen, de MÏÏVerschijnselen van het Imperialisme: de groote Trusts de sterke Ondernemersbonden en de Hooge Bank tegelijk met het Impe ialisme zeer toenemen in kracht, wordt ook de ekonómische Sd van het Proletariaat veel moeilijker dan hij al was. - De invoerrechten en indirecte belastingen stijgen, de duurte neemt toe de crisissen worden zwaarder, en, - ondanks tijden van bloei der industrie - de koopkracht van het loon zinkt. Het proletariaat ontvangt dus geen verbeteringen, noch politieke, noch ekonómische. — Daar het ttnwel toegeeft aan hei Imperialisme, wordt de politieke strijd ijdel en verdwijnt. Het proletariaat verliest, daar het ziet dat de SociaalDemocratie het imperialisme, het centrum der kracht vari het Kapitaal niet aanvalt, alle zelfvertrouwen. Het wordt een massa, die de slaat is Ser Heerschenden. Waaruit alle geestkracht, alle idealisme verdwenen is Een massa die alleen als slaaf materieel voordeel zoekt, en een gewillig werktuig is van het Imperialisme. Een lage nationale massa, ') Marx heeft niet vermoed dat het proletariaat voor de keus: Imperialisme of Svan het kapitaal, zoo heeft hij de kracht, de stoffelijke en dlTgeesSe', die het proletariaat noodig heeftom te winnen, onderschat. Dit kon in zijn tijd niet anders. in den dienst der natie, zonder socialisme, zonder internationalisme,, zonder internationalen, politieken strijd, die nu alleen de geest van een socialistisch proletariaat zijn kan. — Het Proletariaat hult zich met de Bourgeoisie in één wolk van vredeshuichelarij, terwijl zij beide weten dat zij voor den oorlog gereed staan, maar spreken van internationalisme en vrede. — Dan komen telkens oorlogsbedreigingen, — en, misschien langzamer, misschien snel opeen, oorlogen over de wereld of gedeelten daarvan. Door dat alles wordt het proletariaat ook geestelijk, moreel zeer zwak. Evenals in de Nieuwe Geschiedenis, in den aanvang der negentiende eeuw in Engeland, — hoewel op een hooger tiap, — ontstaat een redeloos, gedemoraliseerd proletariaat, dat nu eens werk heeft, dan een aalmoes krijgt, dan plotseling in vernietigende oorlogen wordt gestort. In plaats van een trotsch, krachtig, strijdend proletariaat, ontstaat een nieuw, slaafsch, laag gedrukt onder de Trusts, de Hooge Bank, de almachtige Regeeringen, het Imperialisme, — zonder geest, zonder wil, zonder hart. De klassenstrijd is ijdel. — Soms komt een belooning voor de vrijwillige slavernij. — Leege woorden en praal zijn alles. Het geheele proletariaat is ontkracht. En die toestand breidt zich uit over Europa. Maar het proletariaat kan ook den anderen weg kiezen. Het kan het Imperialisme gaan bestrijden. Het kan het Nationalisme, der Bourgeoisie, en van zich zelve, gaan bestrijden. Het kan Internationaal worden, met de daad. Het kan, nationaal, het Imperialistische Nationalisme der Bourgeoisie en der Arbeiders bestrijden. Het kan, in de eerste plaats, zijn nationale politiek in overeenstemming brengen met de nieuwe krachten van het Kapitalisme, het Imperialisme. Het kan daartoe het Revisionisme vernietigen. Het kan internationaal den Oorlog en het Imperialisme der Wereld, aller Naties bestrijden. Het kan daartoe een Nieuwe Internationale stichten. Als het Proletariaat dien weg volgt, dan komt het in een voortdurend hooger opgang. Zoo groot en sterk, als het nog nimmer bereikte, en waarbij vergeleken alles, wat het tot nu toe deed, klein wordt. Want terwijl het Imperialisme en Kapitalisme zich steeds verder, door steeds sterker bewapening en strijd uitbreidt over de aarde, stijgt het Proletariaat door zijn Strijd er tegen altijd hooger. Door nooit toe te geven aan het Imperialisme, door zich voortdurend, tot het uiterste tegen het Imperialisme en den oorlog te verzetten, behaalt het binnen de naties de politieke hervormingen, die nog te behalen zijn. Daar het Proletariaat ziet, dat de Sociaal-Demokratie het sterkste bolwerk, de hoogste kracht van het Kapitaal, het Imperialisme aanvalt en dit niet vreest, krijgt het vertrouwen. Het krijgt daardoor vertrouwen om ook de andere bolweiken van het Kapitaal, de Trusts, de Syndikaten, de Ondernemersbonden aan te vallen, en de macht der Vakbonden stijgt daardoor hooger. Ook zij behalen de hervormingen die nog te bereiken zijn. Daar evenwel het Imperialisme, de Imperialistische Regeeringen, de Trusts en de Ondernemersbonden één zijn, één geheel van organisatie, van wil, doel en macht, zoo wordt de strijd tegen hen allen één. En wat het Proletariaat zoo lang nastreeft: de volkomen Eenheid van Politieke en Vakactie wordt daardoor nu, van zelf, door het Imperialisme en door den onverschrokken strijd daartegen, bereikt. Door zijn voortdurend, met alle krachten, tot het uiterste gevoerd en strijd tegen het Imperialisme, sleept het het geheele Proletariaat, ook de ongeorganiseerden, mee. Langzamerhand wordt het een macht die de bourgeoisie vreest, en waardoor zij vreest voor oorlog. 7^-«f2 En daar de strijd internationaal wordt gevoerd; wordt langzamerhand de Internationale volkomen internationaal, volkomen internationaal georganiseerd, en één. En doordat het karakter der massa en der individuen, der arbeiders, dus, door de massa-actie, en de internationale actie, alle kleinheid verliest, stijgt het, door het alles overtreffende doel der arbeidersklasse, tot een hoogte, waarbij de kracht van de grootste revolutionaire perioden der bezittende klassen verbleekt. En — daar het Kapitalisme onmogelijk kan toelaten dat zijn expansie, zijn Imperialisme, wordt ingeperkt door het Proletariaat, — wordt deze strijd van het Internationale Proletariaat van zelf de strijd om de Socialistische Maatschappij. De Strijd der Internationale is dan de strijd voor het Socialisme. En wie zou ons dan kunnen weerstaan? In één voortdurenden opgang daartoe, tot dien voortdurenden opgang daartoe, komt het Pioletariaat als het den tweeden weg volgt, als-het de Nieuwe Internationale tot dien strijd tegen het Imperialisme schept. Deze oorlog, wij herhalen het, is het Vuur, kan het Vuur worden, waaruit de Internationale gelouterd te voorschijn komt. Die nieuwe Internationale moet gevormd worden. Die nieuwe Internationale moet ontstaan. ,'. De Marxisten zullen alles doen om te maken, dat zij ontstaat. Die nieuwe Internationale is mogelijk. Zij is noodzakelijk, omdat zij \volgt uit de Ontwikkeling van het Kapitalisme en Imperialisme, zooals |Wij ze voor ons zien. Langzamerhand onderscheiden wij duidelijker en duidelijker twee fasen in het moderne kapitalisme. De eerste was die van de vrije concurrentie. De nationale staten worden gevormd. De kapitalisten buiten de arbeiders hunner natie uit. Koloniën dienen slechts voor den handel. In overeenstemming met dien toestand vereenigen de arbeiders zich nationaal. In partij en vakvereeniging. De internationale koloniale kwesties raken hen niet. Dit is de fase, die achter ons ligt. : De tweede fase is die van het Monopolie. De concurrentie verdwijnt. \ De groote Bank wordt de centrale leider van industrie, handel, landbouw. Zij wordt meer en meer, hoewel nog in het begin en langzaam, \ internationaal. Het Kapitaal verbreidt zich óver de Aarde. De Kartels, ;Trusts en Syndikaten vormen zich. In verband hiermede verscherpt zich de klassenstrijd. De patroonsbonden worden overmachtig. De sociale wetgeving komt tot stilstand. In deze fase moeten de arbeidersverenigingen groote industrieele verbonden vormen, en neemt de politieke strijd der arbeidersklasse grooter, scherper vormen aan. De massa-actie begint tegen de Patroonsbonden, de Syndikaten, de Regeeringen. Deze actie is, voorloopig, alleen nog nationaal. Gericht tegen de nationale uitbuiting, den stilstand der wetgeving, de verzwaring der nationale omstandigheden. Maar nu komt het Imperialisme op, — het streven van alle machtige naties hun gebied uit te breiden. Het Imperialisme, dat, schijnbaar met nationale tendenz, schijnbaar een strijd voerend tegen het Proletariaat van zijn natie, inderdaad, doordat alle Staten imperialistisch zijn, alle elkaar bekampen, en alle strijden om de Wereldmacht, als één geheel strijd voert tegen het geheele Proletariaat in zijn geheel. En als antwoord daarop, op die eerste gezamenlijke actie van het Wereldkapitaal tegen het Wereldproletariaat, moet nu de eerste Internationale actie van het Proletariaat beginnen. In de vroegere jaren: tegenover het naar vakken en naties verdeelde Patronaat de Nationale Vakvereeniging. In de vroegere fase: tegenover de Nationale Ondernemersbonden het Nationale Vakverbond. In de vroegere fase, tegenover de Nationale Regeering de Nationale Partij. Nu, in deze fase, naast deze organisaties: Tegenover de Internationale Trust, et Internationale Bankkapitaal, — het Wereldvakverbond. Tegenover het Imperialisme, de Politiek aller Staten, — de nieuwe Internationale Partij. Tegenover beide, nationaal en internationaal, de actie der IVlassa. T-)at is de fase waarin wij leven. De weerspiegeling van deze gedachte, de omzetting in de materie hiervan, de daad hiervan, dat moet de Nieuwe Internationale zijn. Die, uit de oude, uit dezen oorlog moet geboren worden. Alle arbeiders, die gevoelen, dat tegenover al de nieuwe verschijnselen van onzen tijd, naast den revolutionairen vakstrijd en den revolutionairen parlementairen strijd, deze waarlijk nieuwe Internationale en de Actie der Massa noodig is,, moeten deelnemen aan haar schepping en toetreden tot de richting der arbeidersbeweging die haar zoo maken wil. De Revolutionaire Massa-actie van het Wereldproletariaat tegen het Wereldkapitaal, zij moet het Program, de Geest, de Wil en de Daad zijn van de Nieuwe Internationale. Alle leiders, alle arbeiders, die, in de nationale partijen der wereld, voelen, begrijpen, weten, dat de Internationale dit moet doen, — moeten zich samen vereenigen, samen een organisatie vormen om èn in hun Nationale Partij, èn in de Internationale Partij propaganda te maken voor deze gedachte en deze daad te organiseeren. Het program van deze organisatie moei zijn: Zoolang het Imperialisme en de Wereldoorlog het proletariaat bedreigt, zoolang de vreedzame ontwikkeling van den arbeidersstrijd niet verzekerd is, ten eerste geen compromissen of verbonden te vormen met eenige burgerlijke partij; geen enkele verantwoordelijke taak op zich te nemen door het Proletariaat; het Imperialisme te maken tot de as, de spil der nationale en internationale politiek; alle credieten voor Militarisme ei Imperialisme te weigeren, ook in geval van oorlog; het Imperialisme en al de nevenverschijnselen van het Imperialisme, als verzwaring van den vakstrijd, stilstand van arbeidswetgeving, onthouding of berooving van politieke rechten te bekampen, naast de gewone middelen van vak- en parlementairen strijd, door de nationale massa-actie; het Imperialisme en den Oorlog te bekampen door de massa-actie van het Internationale Proletariaat. Daartoe roepen wij bij dezen het Internationale Proletariaat op. NASCHRIFT. Het bovenstaande werd geschreven in September en October 1914'), weinige weken nadat de oorlog was uitgebroken. En eerder dan wij toen dachten, nadert de strijd waartoe wij opriepen. De Revolutie, de Europeesche Revolutie nadert als gevolg van dezen eersten wereldoorlog. De Russische Revolutie is slechts de voorlooper van de Europeesche Revolutie. Want de oorlog vernietigt nog eiken dag tienduizenden levens en honderden millioenen aan waarden. De bron van het bestaan der Menschheid wordt eiken dag kleiner. Dit wordt de oorzaak van een onduldbaar lijden voor de arbeidersklasse, en daardoor de oorzaak der Revolutie. De sociaaldemocratische partijen, die dit hadden moeten voorkomen, de Reformisten en de Radikalen hebben zich, nadat zij zich eenmaal met de bourgeoisie hadden verbonden, vaster dan ooit aan haar gekluisterd. Zij voeren een schijnoppositie, maar zijn inderdaad haar helpers.2) En iedere oplossing, die de strijdenden nu zoeken, — onverschillig of zij zijn autokratische of zoogenaamd demokratische machten, — hetzij de status quo, zonder annexatie, zonder schadeloosstelling, hetzij de overwinning en de verovering van nieuw gebied in Europa, Azië en Afrika, hetzij nieuwe grootere bondgenootschappen van staten, elke oplossing sluit de zekerheid van nieuwe reusachtige bewapening, nieuwe conflicten, nieuwen oorlog in. Wat heeft in deze omstandigheden het revolutionaire socialistische proletariaat te doen ? Het heeft zich in de eerste plaats in elk land tegen de eigen regeenng te keeren, onmiddellljken vrede te eischen en af te dwingen. Het heeft zich in de tweede plaais internationaal te verstaan; het heeft daarvoor nu de nieuwe Internationale te stichten. Wanneer de revolutionaire proletariaten van alle landen in hun vertegenwoordigers samenkomen, dan hebben zij tesamen een oproep te richten tot de proletariërs in hunne landen om den arbeid in de munitiefabrieken te slaken en de wapens niet meer te gebruiken tegen den buitenlandschen vijand. Wanneer aan dien oproep internationaal werd voldaan, dan was zonder twijfel de vrede daar. *) Alleen de polemiek tegen Cunow is van laleien datum. 2) De Dullsche Radikalen verraden ook nu weer de arbeidersklasse. Toen zij de kredieten moesten Weigeren, stonden zij ze toe. Nu weigeren zij de kredieten, maar eischen een vrede — voor de bourgeoisie, inplaats van de Duitscne arbeiders op te roepen lot de revolutie. Deze vrede zou zonder twijfel de revolutie beteekenen in alle landen.. Maar het.geheele proletariaat is gewapend en groote scharen van boeren en kleine burgers zouden onmiddellijk aan zijn zijde staan. En alleen deze^ proletarische vrede, door het proletariaat, over dehoofden van en" tegen hunne regeeringen, tegen de Reformisten en Radikalen gesloten, en door de proletarische revolutie gebracht, zou.; duurzaam zijn, en alleen deze vrede zou het vraagstuk der annexatie en schadeloosstelling wegnemen en die van het zelfbeschikkingsrecht der volken oplossen.1) Door den stijgenden nood in alle landen kan het proleliriaat tot dezen vrede en deze revolutie komen. Daartoe op te wekken, daarvoor het proletariaat internationaal op te roepen, dat is 'het werk der revolutionaire sociaaldemocratie nu tijdens den oorlog. Maar wat moet zij na den oorlog doen ? Om dit in te zien moeten wij nogmaals beschouwen hoe de toestand na den oorlog zal zijn. Het kapitalisme heeft zichzelf in dezen oorlog ondergraven. Het heeft getoond, dat het, om, door het Imperialisme, zijn productiekrachten over de aarde te verbreiden, ze eerst vernietigen moet. Het heeft door de vernietiging zijner productiekrachten getoond, dat zij te groot zijn geworden voor zijn macht, ('at het ze niet meer meester is, dat het om ze over de aarde te verspreiden opgevolgd moet worden door een andere macht, die de productieverhoudingen anders regelt, zoodat de productiekrachten zich vrij en onmetelijk, in overeenstemming met hun onmetelijke macht ontwikkelen kunnen. Geweldige kapitaalmassa's zijn vernietigd. Waren zijn er niet of niet noemenswaard geproduceerd. De grondstoffen ontbreken. De machines zijn versleten of vergaan. De industrie is alleen voor den oorlog ingericht. De transportmiddelen zijn verbruikt. Geheele vloten liggen op den bodem der zee. Millioenen verminkten, en weduwen en weezenbevolken de staten. Enorme schulden liggen op de volken. De renten alleen overtreffen de staatsinkomsten van voor den oorlog. De staat kan die schulden annulleeren. Maar dan. is de private kapitalist geruïneerd. Hij kan trachten ze te betalen. Maar dan wordt de bevolking tot op het gebeente uitgezogen. In beide gevallen dreigt de arbeidersklasse de ondergang. Werkeloosheid en honger zullen de arbeidersklasse naden oorlog teisteren. Misschien dreigt zelfs een wereldhongersnood. De eenige die hier helpen kan, is de staat. Maar de staat, in handen der kapitalisten, zal de arbeiders niet uit hunnen nood willen of kunnen redden. Hij zal juist alleen de kapitalisten zien te redden door de stakingen der arbeiders onmogelijk te maken, hen nog sterker uit te builen, hen te dwingen tot arbeid. Hij zal de productie regelen voor het kapitaal, en daartoe hen, die ') Deze schitterende taktiek is de taktiek der Kussische Maximalisten. Zij beproeven de eigen regeering van Bourgeoisie en Refoimisten omvei te werpen, een proletarischen vrede te sluiten en tegelijk het Europeesche proletariaat tot de revolutie mede te sleepen. zich onderwierpen om oorlog voor hem te voeren, tot slaven maken, tot slaven der Syndikaten en Trusts. Hij zal het Staatssocialisme invoeren, dat de arbeiders volkomen tot slaven maakt. Maar de Staat in handen der kapitalisten zal ook niet de onmiddellijke nooden der arbeidersklasse, den honger en de werkeloosheid kunnen voorkomen, noch lenigen in voldoende mate. Daartoe zal hij de noodige gelden niet geven. Wat blijft er dus over voor de arbeidende klasse? Als de^Staat is het eenig lichaam dat hen redden kan. Als de^taat in handen der bezitters hen juist geheel tot slaven maakt. Dan moeten zij zichzelve meester maken van den Staat, en, door hem, zichzelven redden. ' En om zioh zeiven te redden moeten zij hem omzetten in een socialistische maatschappij, die voor alle arbeiders zorgt en waarin het privaat bezit is opgeheven. Dit is de taak der revolutionaire Sociaal-Democratie na den oorlog. Er is in den oorlog gebleken}- dat dit mogelijk is. De Staat heeft tijdens den oorlog de productie geregeld en de verdeeling. Het is dus voor de arbeiders zeker, dat een socialistische Maatschappij kan bestaan. De arbeidersklasse heeft slechts den weg in te slaan en tot al zijn consequenties door te voeren, dien het kapitaal in den oorlog ging. Het heeft alle voorraden te onteigenen en de verdeeling ervan en den arbeid van allen te regelen. Het heeft het kapitaal te onteigenen. Het heeft de productie en de verdeeling te regelen niet voor de kapitalisten, maar voor de arbeiders. Dit is de Sociale Revolutie, die na den oorlog zal losbarsten. Hoe vreeselijk ook — door de schuld der Kapitalisten, der Revisionisten en der Radikalen — deze strijd voor het door den oorlog zwaar geteisterde proletariaat zal zijn, hij zal moeten worden aanvaard. Want de keuze staat dan voor het proletariaat tusschen den honger en de werkeloosheid, d.w.z. den dood, — en de revolutie. Dan zal het, bij de pogingen der Kapitalisten en die der Reformisten om een deel van het proletariaat om te koopen, en der Radikalen om het aan het Kapitaal te onderwerpen, voor het eerst aankomen op de Solidariteit van het geheele Nationale en Internationale Proletariaat. En hoe moeilijk en vreeselijk de Revolutie dan ook zal zijn voor de Arbeidende Klasse, zij zal in dien strijd toch drie allergewichtigste dingen voor hebben op de Kapitalistische Klasse. Want deze laatste, zal bij haar poging om uit de ruïnen de Maatschappij weer op te bouwen, drie dingen moeten doen. Zij zal dit moeten doen voor het welzijn niet aller menschen, maar voor het Kapitaal, d.w.z. voor de winst van slechts enkelen. Ten tweede zal zij een groot deel van het kapitaal gebruiken niet voor opbouw der Maatschappij, maar voor haar eigen weelde. Ten derde zal zij een groot deel van het kapitaal gebruiken voor nieuwen oorlog en nieuwe bewapening. Het Proletariaat daarentegen zal alle kapitaal en alle ekonómische krachten willen gebruiken voor alle Menschen en niet voor de winst SenkdenHet zal niets behoeven af te zonderen voor weelde. En JS zal geen deel der ekonómische krachten meer behoeven te gebruiken Te°stitó b0— ^ ddeS oorloefdus aan de handen der proletariërs beter toevertrouwd dan aan die de? kapitalistenklasse. Zij is sneller en zekerder Zij biedt ^"ÏM — d^dïor ot 8PHoge moefiak g oofï^Revolutie heeft ontzaggelijke krachten, voor-opSTEShoudvan het Bestaande, en deze krachten der Revolutie zijn zelfs zoo groot, dat zij daardoor gelukken kan. HPt strijdmiddel der Sociale Revolutie in elk land afzonderlijk en in al" lanaeÏTe zamen is de revolutionaire actie der Massa, die wij in dit boek hebben geschetst. Daartoe zullen alle socialistische revolutionaire arbeiders zich in de Nieuwe^ aaneensluiten, nationaal en internationaal, tijdens en ïrden owlog. In Duitschland, Frankrijk en Engeland zal de opstand fosbreken de andere landen zullen volgen. De groepen der Nieuwe S^l overal de leiding ™7 rtzTziscZTaït omzetten in de Sociale Revo ülie. Daartoe zullen zij zich aiscneioen Z^ rReformfsten, en, indien deze niet tijdig tot hen komen, ook Vi;sg°in1e^^^ zullen de revolutionaire socialistische K^ S^onSi het volgende program opstellen als grondslag voor nationale en internationale actie: Verzekering van uitkeering aan alle arbeiders, die geen of te. weinig loon verdienen. annulleering der staatsschulden. Confiscatie der Oorlogswinsten. belasting alleen op kapitaal en inkomen. Onteigening der Banken. Onteigening van alle Oroote Bedrijven. Geliike politieke rechten voor alle inwoners, zonder onderscheid van Geslacht, Natie of Godsdienst. • democrat.seering van alle vertegenwoordigende^.chamen. . Afschaffing van de Eerste Kamers, Hoogerhuizen, enz. De Republiek. Afschaffing van alle Beschermende Rechten. Afschaffing van het Militaire Stelsel. Het gewapende en door dezen oorlog geoefende proletariaat kan doof dKe eischen te stellen, en ze, terwijl het nog de wapens in. handen heeft, door massa-actie door te voeren de kap.tal.s en overwinnen en althans in West-Europa de socialistische Maatschappij stichten. Juli 1917. Uitgaven van den Brochurenhandël der S, D.P. "1 r CETOM^- Op, voor'iiwSchooi r . . f 04)2 4 &03 i» COLTOF - - De Oudeidoraswet Treub. „ 0 03 „ 0.04 ' IV- li "GORT'kTv"-": ^^^e%i^^^^^t::-'-f'-r. Söeïa^ . -, . „ 0.10 ,r 013 ' Het Historisch Materialisme voor arbeiders verklaard . „0.12 „ 0.15 RÓSA. LUXEMBURG. De Opbouw van de Inter? nationale.^ Bevat v tevens: "Vooruitzichten ' en Voor^'flagen^ (Een kritiek op •; Kautsky) iloor Mortimer, veMd-|}oor D^pïniN- censuurehhetDuitschèP.B. ;. Ó.05 „ 0.06 Dr. A. PANNEKOEK. • De Oorlog,: zijn Oorsprong ' en zijn Bestrijding . . . | 003' „ 0.04 i Darwinisme «n-Marxfetne. „0.10 „ 0.12-* Dr. ^^^^^^^^^Ê^^^^^^Ê^^^ echt- . '^Re*&önisÉe > . . .. Sim DS. M. C. VAN WfJHE. HièrmetdeLevensrftiddelen \, 0.06 D. j. WIJNKOOP. ' De Duurte . . . . • . 0.02- „0.03 " . "'-• „'" . , -Volkswapening. Eert grond- ~ Ktesrechtstrijd en Klassen- < strijd , . . . • • ■ • ,. 0.05 „ 0.06 Arbeiderspensioneering; . • • • • • - • • • ». 9 01 " 0,02 .•Kongresyerslagen S. D. P. 1909-1910 . . . . • „ 0.25 „0.28 ' Kongresvèrsla'g S* D., P. 1917;. . . . . . • • • » ó;10; » 012 TJ^Grund%tgde|§,DiP.^Adréss>^n die m^ationa^^gM * ^•28 La Fondation du S. D. P.„ Adresse a i:internationaJe^^.25 „U28 't)eze brochures kJivcrkVij^ en brochtirehan.delaren en bij j: j, 80S;& Go. Kinkerstraat 300 l^ I !!rt ontvangst, van- hei bedrag^