1329 D 27, 8 L32S) D27 0.35. HAARLEMSCHE KUNSTBOEKJES Nr 1. 1915. G. C. HAVERKAMP. ZIJNE ETSEN TOT 1915. Nr 221. :: Eene waardeering door :: M. W. VAN DER VALK. Een Catalogus der Prenten. J. H. DE BOIS - HAARLEM - UITGEVER. G. C. HAVERKAMP. Naar eene teekentng door Mevr. J. Haverkamp—Macwirth. Bij het werk van G. C. HAVERKAMP. Wat is Kunst? Het is zeer moeielijk daar eene definitie van te geven, en ik zou het niet kunnen. Want kunst is overal, bij de Grieken die het Parthenon bouwden, bij een meisje dat danst, bij een kind dat teekent. zelfs (waar houdt het bewuste op en begint het onbewuste?) kunst is bij een dier of een bloem of een steen, welke juist de vorm of de kleur uitkoos, die voor zijn bestaan het geschiktste was. Kunst is niet een uiterlijkheid, maar uiting van levensdrang en levensbehoefte, en evenals die bloem haar eigen vorm en kleuren koos, zoo zoeken de tijden en de volken en de menschen de vormen en kleuren die voor hun ras of hun tijd of hun persoonlijkheid het meest geschikt zijn, en dus hun innigste beweeg, dat is hun eigenlijk bestaan uitdrukken bevredigend hunne behoefte aan harmonisch samengaan met het Leven voor zoover ze dat begrijpen in hun tijd. Zoo is het met de Kunst, en zoo is het met de Stijl, want die twee zijn niet te scheiden, en Stijl is weer in alles. Want wat wij gewoon zijn Stijl te noemen ontstaat toch daardoor, dat veel individuen in een tijd een zelfde geloof, een zelfde inzicht van het leven hebben, namelijk van de ontwikkelingsfaze van het leven in hun tijd, die hunne wijze van denken, van wonen, van zich kleeden, hun spreken en handelen bepaalt, hetgeen zij dan vanzelf uitdrukken in de vormen, die daar het meest geschikt voor zijn. Die vormen zijn de symbolen van dat denken, zifff de uitvloeisels van die speciale behoeften, steeds veranderend met de ideeën. Namen hebbend voor opeenvolgende Stijlen, vergeten we wel eens te veel dat zij alle slechts onderdeden zijn van den grooten gang in de ontwikkeling van de menschheid, en dat ze meestal zoo onmerkbaar in elkaar overgaan, dat het moeielijk is het begin of het eind van een stijl te zien. Wat wij nu als een tamelijk wel aanééngesloten geheel zien, was toch werkelijk eene doorgaande ontwikkeling en onder hen die te midden daarvan leefden was er zeker dikwijls hevige strijd en verschil van opvatting over wat ons nu slechts nuancen schijnen van een zelfde kleur, zooals in eigen tijd, vijandig en onverzoenlijk schijnt, wat over een paar duizend jaar bijna niet te onderscheiden zal zijn. De innerlijke, de geestelijke waarde van elk mensch bepaalt de waarde die zijn werk zal hebben bij het bouwen van het huis, waarin de gedachte van zijn tijd zal wonen, en het is zoo moeielijk die waarde juist te schatten, voor wie in de drukte van dat bouwen zelf leeft. Velen bouwen mêe zonder het zelf bijna te weten, ze kunnen niet anders, ze doen het zoo als een boom bloeit, zoo als de zon schijnt, anderen doen het bewuster, met veel moeite en strijd, sommigen zien- slechts hun eigen werk, anderen zijn als opzichters die over groepen van werkers staan, en enkelen eindelijk dat zijn de grooten vatten saam en geven hun naam mee aan de tijden, Nr. 217. De kleinsten zijn zij die Stijltjes maken, afgepaste systeempjes, kant en klaar voor het gebruik, die een bedacht dood samenstel willen zetten in plaats van het levende groeien van een tijd. Den eenvoud van voorstelling, de zoo wonderbaarlijke macht om met heel weinig heel veel uit te drukken, die in de volheid van een stijl ontstaat door vaste overtuiging, door wijze klaarheid van zien en rustige macht over het materiaal, gevolg van tijdenlange ontwikkeling in één zelfde lijn van gedachte, en techniek, (Traditie) zien zij in hunne bekrompenheid aan voor een gemakkelijk loopje, bij hen wordt saamgevatheid leegheid en wat bij anderen wijs inzicht is ontaardt bij hen in pedante dogmatiek. Zoo wordt ook in onzen tijd veel onecht gemaakt wat met ophef zich uitgeeft, als zijnde nu reeds de oplossing van de groote probleemen die de nieuwe tijd stelt, met zijn enorme aanwinst van wetenschap en techniek. Alsof niet, de besten en grootsten pas waren even over de tijden heen van voorbereiding, van rangschikking en verzamelen der feiten, van studie en oefening, met een langzamerhand helderder zien van de groote lijnen van den wordenden stijl, gedragen als zij worden door de arbeid van zoo velen, die, soms onbewust, enkel door de reinheid van hun willen en de eerlijkheid van hun werken, den weg bereidden tot ruimer begrip en vaster overtuiging. Hoeveel is nog onopgelost, hoe ingespannen moet er nog gewerkt worden, hoeveel wanbegrip moet er aan kant gezet» hoeveel leugen en hoeveel schijn moet er nog overwonnen worden. Aan al die dingen denk ik bij het bekijken van het werk van Haverkamp, omdat van de soort van werkers die er noodig zijn, hij er zeker één is. Wat de waarde van een kunstenaar uitmaakt is de zuiverheid van bedoelen, die zijn werk zet op een hoog plan ver boven alle roem of geldbejag, is een vast en onverzettelijk streven naar volmaaktere uitdrukking van wat naar zijne innerlijke overtuiging het beste is om te bereiken, met daarbij een onvermoeide werkkracht, die zijn arbeid niet doet ontaarden in veelmakerij, maar die hem telkens nader brengt tot zijn ideaal, dat altijd weer verder wijkt, omdat elke stap verder een stap hooger is. Juist dit ingespannen altijd door werken, dat nooit tevreden is met een goedkoop effekt, dat tot zelfs het kleinste krabbeltje met groote ernst behandelt, omdat voor hem alles een noodzakelijk onderdeel is van een geheel, dat alleen tot stand gebracht kan worden door een zich eiken dag en elk uur geheel geven aan het verzamelen van de gegevens die het eindelijk mogelijk zullen maken dat groote geheel klaar en helder neêr te zetten, juist dat werken is Haverkamps groote kracht, en daarin ligt de beteekenis van zijn werk. Kunst, geen liefhebberij of aangename bezigheid, niet het weergeven van fraaie uiterlijkheid of oppervlakkig mooi, maar een arbeid van lichaam en ziel een levensdrang en behoefte. De kunstenaar een werker, een arbeider met de kennis van zijn materiaal, hartstochtelijke liefde voor zijn vak en de wil om dat zuiver te houden en hooger op te voeren. Alles tot in de kleinste détails verantwoordend, tot in bijzonderheden naspeurend wat hem belangrijk lijkt, en dit met eerlijke middelen, zonder foefjes of trucs weêrgevend. Moge deze werkwijze soms tot verwardheid en onrustigheid leiden, in zijn beste en vooral in zijn laatste werk geeft het rijkdom en leven aan het ook groot geziene. Door deze wijze van werken verschaft hij zich een mate van weten en kunnen, die hem in staat stelt zich steeds vrijer te bewegen en die nog eene reeks van belangrijke werken belooft. Slechts dat veel gewerkt, dat massa's studies gemaakt, dat rusteloos de hand geoefend te hebben, kan de macht geven om met weinig veel uit te drukken, een deugd die aan zooveel werk, dat we dezer dagen om ons heen zien, ontbreekt. Juist dit bezitten van een groote schat van geestelijk en stoffelijk materiaal, om uit te putten bij eiken nieuwen arbeid, dit werk achter het werk, wat een oppervlakkige nietgeschoolde toeschouwer ontgaat, omdat het ook veel eischt van wie bekijkt, doet een die dieper ziet en beter begrijpt soms zooveel eerbied en bewondering hebben voor een paar lijnen. Hier mee heb ik, voor zoover ik dat kan, gezegd, wat ik de beteekenis acht van Haverkamp en zijn werk, maar die twee zijn niet te scheiden, en ik wensch maker en werk de sympathie en waardeering toe die ze zoo ruimschoots verdienen. M. W. VAN DER VALK. Nr. 218. 25 Boerderij te Scherpenzeel 15—20 26 „ „ 12—16 27 „ „ „ ..... 9—15 28 Huisje „ „ • ..... 10—15 29 Boerderij „ „ 10—15 30 ,. bij 5—15 31 „ „ 5-15 32 Hooibergen bij „ 10—15 33 Boerderij „ „ 7—15 34 „ 7—15 35 Laantje „ „ 10—30 36 Aan den dijk 10—29 37 Stadsgezicht te Amsterdam . . . . 12—25 38 Bouwland te Soest 6—24 1902—05. 39—48 10 kleine plaatjes van duin, zee en landschap 6.—5 49—52 4 id. id. id. 6—10 53—55 3 id. id. id. 8—12 1903. 56 In het duin 8—12 57 Op de hei bij Soest 15—30 58 Duin bij Terheide 10 14 59 Terheide (dorp) 10—14 60 Te Delft 10—14 *61 Huisje in 't Duin 9,8—13,2 *62 Boerderijtje te Soest 13,2—19,5 1904. 63 Te Dordrecht "fff 15—7 64 „ „ 1| 15—8 65 Bij .|J 7_9 66 „ 7_9 67 Koestal 7—15 68 Te Monnikkendam 7—8 69 Bij Muiden a.d. vaart 7 15 70 Katwijk a. Zee 12—20 71 Duin bij Noordwijk . . . . . . 17—25 72 Aan de haven te Harderwijk . . . 5—15 73 Grachtje te Amsterdam 9—10 74 Ploeger (fragment) 13—20 75 Schuit op het strand 5—15 *76 Huisje bij Putten ....... 4,8—7,1 1905. 77 Slapend kind 5 6 78 14-19 79 Spinster 16—21 80 Naaktstudie 16—25 81 „ drooge naald .... 8—13 82 „ . . . .' 20-30 83 „ 21-40 84 Kerk te Enkhuizen 8—12 85 Portretstudie 8—12 86 Breiend meisje (dr. n.) 6—10 87 Portretstudie . 6—10 88 Oude man (dr. n.) , . 8 12 89 „ „ 13-16 90 Bij Soest 7_8 91 Gracht te Amsterdam (dr. n.) . . . 7—15 1906. 92 Laan bij Eijsden . . , 6 10 93 Gezicht op Belgisch dorp 10 15 94 Toren te Amersfoort 6—10 95 „ „ „ 14—20 96 Korenhoopen bij Amsterdam. . . . 7—10 97 Landen in België. 7 11 98 Bij Canne „ 10—14 99 Bij Visé 5-6 Nr. 235. 100 Bij Visé , 5—6 101 | Soest „ 5—6 102 „ Visé „ $f 14—20 *103 Ploeger 58,5—43,8 *104 Gezicht op Eben (België) 19—24 *105 Landen in België 13,2—19 *106 In België aan een beek 13,5—9,4 *107 Weg in België 11,1—7,2 1907. 108 In het duin 15—15 109 Op de hei te Soest (dr. n.) 7—15 110 Trap in een kerk te Hoorn .... 15—25 *111 Boschweg (dr. n.) 12—15,8 *112 Molen te Soest (dr. n.) 9—19 *113 Kerk te Hoorn 19,2—13,5 *114 Kerk te Hoorn 15,4—11,3 * 115 Bij Baarn aan de Hooge Vuursche . 11,3.—7,5 *116 Kerk te Hoorn 28,9—14 1908. *117 Ploegen 27—41,8 118 Wei met schapen bij boerderij (dr. n.) 15.—25 119 Aan het bouwland te Soest .... 17—28 120 Binnenhuis , . . . 40- 55 121 Boschweg bij Soest 12 13 122 Kerk te Blokker (N.H.) 12-18 123 Bij Garderen 20 20 124 Garderen 13 19 125 Bij Soest (dr. n.) 8—12 126 Zuiderzee bij Broekerhaven (dr. n.) . 5—15 127 Boschje bij Soesterberg 8 14 128 Schapen in de wei 15 25 129 Boschweg bij Soest 7—21 *130 Stoppelland 23,7—38,7 *131 Molen te Soest (dr. n.) 13,8—10 *132 Bij Broekerhaven 18—13,7 *133 Roggeland 12,1 — 12' *134 Boerderij in België ........ 13,7—9,3 1909. 135 Vianen • 12—16 136 A.d. Rijn bij Alphen 15—15 137 Weg in de Haarlemmermeer. . . . 8 12 138 Kerk interieur te Hoorn 18 20 139 Boerenerf in de Haarlemmermeer . . 10—14 140 Aan den Amstel te Amsterdam. . . 15—19 141 Duinweg 10—15 142 Breiend meisje (dr. n.) 11 17 *143 Bij den Haag 11,4 15,3 *144 Weg in de Haarlemmermeer. . . . 9,4—19 2 *145 Bij Mook 11,4—15,2 *146 Groesbeek 13f5 9,3 *147 Duinen bij Katwijk 9,3—14,5 *148 „ „ Noordwijk 9,4—14,3 *149 Bij Noordwijkerhout 10 14,8 1910. 150 Boschweg bij Delden 12 15 151 Wilg „ , 8_10 152 Aan de Vecht in Overijsel .... 8—12 153 ld. id 12—15 154 Bij Delden 14—19 *155 Boschweg te Delden 13,6—18,5 *156 Eiken bij Delden 13,7—18,6 *157 Bij Delden 11,5—15,2 *158 Eiken bij Delden 8—12 *159 Leiden Groote Kerk 34,6—27,8 *160 Leiden Rapenburg 27,3—35,7 *161 „ Universiteit 34,7—27^8 *162 Kerk te Delden 10—8 *163 In Overijsel 7,5—11,8 *164 Bij Hellendoorn . . 1L8—3,2 1911. 165 Gezicht op Zoutelande 14—20 166-—174 9 studietjes uit België .... 175 Gezicht op Hattem 14—19 176 Aan de IJsel bij Hattem 13—14 177 Landhek 6—10 178 Schaap; studietje 7—9 179 Bij Hattem 5—14 180 Aan den IJseldijk 8—9 181 Weggetje bij Hattem 8—10 182 Fragment kerk te Yperen . . . . 10—14 *183 Aan de haven te Hattem 15—24,8 *184 Boschweg • 19—14 *185 Zee bij Veere 11 — 15 *186 In België 9—12 187 Zittend meisje 13—9 188 Breiend meisje. 17,2 —12,2 Nr. 185. 1912. 189 Te Hattem 14—19 190 Weg bij Wapenveld 14—20 191 In Overijsel 9—12 192 Bij Raalte 12—16 *193 In Elspeet 14,3—21 *194 In Vierhouten 14,5—24,5 *195 Bij Edam 23,7—30,4 *196 Aan de haven te Hattem 19,5—24,2 *197 Molens bij Zwolle 11,3—15,3 *198 In Overijsel 13,1—23 *199 12—23,1 *200 Buurtje bij Wapenveld . . H . . 6,3—9,5 *201 Gezicht bij Canne (België) .... 19—13 *202 De Groenplaats te Antwerpen (dr. n.) 36,2—30,2 1913. 203 Bloemstudietje 10—15 204 Aan de Steenfabriek 5—8 205 Bij Enschedé 12—15 206 Aan den leemkuil te Hattem. . . . 12—19 207 Boschweg te Leuvenum 12.—16 208 Akademie te Leiden 14—18 209 Kerk te Deventer 12—16 *210 Sprokkelvrouw (dr. n.) 26,3—17 *211 Zaaier 23—18,7 *212 Stadsgezicht te Amsterdam (dr. n.) . 9,4—13,4 *213 Bij Epe 16,8—19 *214 Bij Hattem a.d. Beek 23,5—24 *215 „ Amsterdam 11,8—24,5 *216 Oudekerksplein te Amsterdam . . 36,7.—36,3 *217 Landschap bij Hattem 21,5—29 *218 Voorjaar aan het meertje bij Hattem 18.5—24 *219 Boschkant in het Voorjaar .... 16,5—29 *220 Groote Markt te Brugge . . . 13,5—18 *221 Landweg, onder Wapenveld. . . . 9,5—14,5 *222 Avond te Amsterdam 18—27,8 1914. *223 Aan den Zoom van het bosch . . . 23,2—31,1 *224 Boschpad 24,2—15,7 *225 Watermolentje . 23,9—15,7 *226 Boschpad 14,8—18,8 *227 Boerenerf a.d. dijk 14,8—18,8 *228 Gezicht op Hattemmerbroek .... 15—18,7 *229 Landjes bij Hattem 16—24 *230 Anemonen 23,7—11 *231 In den Haarlemmerhout 16—12 *232 Boschweg 15—19 *233 Nieuwmarkt A'dam 36—47,1 *234 De Groenplaats te Antwerpen . . . 36,2—30,2 1915. *235 Gezicht op Haarlem van het Wilhel- minaduin af 35,2—47 Uit een brief van den etser aan den uitgever: HATTEM, 30 April '15. Amice! A la bonheur! Je zult het lijstje hebben. Ik vrees, dat ie toch niet zult aflaten, eer dat dit geschreven is. Toen ik met etsen zou beginnen, zei mij een wijs man, dat ik er eerst wel een paar honderd had te teekenen, platen en plaatjes, alvorens er een werkelijke ets zou te voorschijn komen. Al is dit nu niet letterlijk op te nemen, de groote waarheid van dit gezegde heb ik heel goed gevoeld. Dus we zouden kunnen zeggen, dat dit punt is bereikt. Je kunt hieruit wel eenigszins opmaken, hoe ik die verzameling beschouw. Toch blijft de waarde van het verband tusschen het werk bestaan en is wel even groot feitelijk in 't begin als aan 't eind. Nr. 216. Nr. 219. Nr. 220. CATALOGUS. De maten (in centimeters) geven eerst de hoogte, daarna de breedte, der voorstelling. De nummers voorzien van een * zijn geëxposeerd en bij den uitgever voorhanden. 1898. 1 Stadsgezicht te Amsterdam .... 20'—34 2 Aan het Slatuinenpad bij A'dam . . 15—25 3 Stilleven .... 12—16 4 Gracht te Amsterdam 8,5—12 5 Aan het eggen 8—12 6 Grachtje te Amsterdam 12*—25 7 Stilleven 20—30 8 Aan de Slatuinen 26—35 9 ld. Id. 32—40 10 In de Slatuinen 19—40 11 ld ld. . • .# 20—33 12 Straat (gevels) in Amsterdam. . . . 30—39 13 Grachtje 11—20 14 Oude wilg \ . 32—40 *15 Stadsgezicht Amsterdam . t> . . . 32,7—20 1899. 16 Stadsgezicht te Amsterdam Prinsen¬ gracht b.d. Noordermarkt .... 32—40 1901. 17 Gezicht in moestuinen bij Amsterdam 40—55 18 Gezicht op de Seine te Parijs van een der bruggen (plaat vernietigd; er bestaat 1 druk) 12—16 19 Stadsgezicht te Parijs J' 12—16 20 Straat te Parijs 18—21 *21 Boerderij te Scherpenzeel 24,3—39 1902. 22 Boerderij te Scherpenzeel 25—49 23 Kerk „ 25—30 24 Huisje „ „ 6—8 1902. t H. DE BOIS - HAARLEM KRUISWEG 68. »: SCHILDERIJEN j TEEKENINGEN PRENTKUNST. :- KUNST ANTIQUARIAAT. -: MEN VRAGE FRANCO TOEZENDING DER MAGAZIJN CATALOGI: Nr U; Oorspronkelijke prentkunst: etsen, litho's houtsneden etc, welke den prijs van ƒ 15.— niet overschrijden. Nr 14. Boekwerken op kunstgebied. Nr 16. Een verzameling bijzondere prentkunst; (zeldzaamheden, kostbaarheden, enz.) LAATST VERSCHENEN: ALBUM MET 10 OORSPRONKELIJKE LITHO'S DOOR S. JESSURUN DE MESQUITA. f 9.—. = Wordt gaarne op zicht gezonden. ==