3014 JJili Harganja f Q^G, HANDLEIDING TEN DIENSTE VAN DB-w»™ INLANDSCHE BESTUURSAMBTENAREN OP JAVA EN MADOERA. No. 7/b.b. e r^a:|« a. , GROOTE LANDBOUW. b. KLEINE LANDBOUW. c. LANDGOEDEREN EN BUITENVERBLIJVEN. j Uitgaivewew-het Departement mn.Binnenlandsci, Bestuur. B 9 BATAVIA — LAïïl'Sl'r;TJKKTX;TJ 1918. HANDLEIDING TEN DIENSTE VAN DE INLANDSCHE BESTUURSAMBTENAREN OP JAVA EN MADOERA. No. 7/B.B. ERFPACHT a. GROOTE LANDBOUW. b. KLEINE LANDBOUW. c LANDGOEDEREN EN BUITENVERBLIJVEN. Uitgave van het Departement van Binnenlandsch Bestuur. BATAVIA — LANDSDRUKKERIJ 1918. ERFPACHT. a. AGRAEISCHE AANGELEGENHEDEN. ERFPACHT. Instructie omtrent de behandeling van aanvragen om afstand in erfpacht van tot het Staatsdomein op Java en Madoera behoorende gronden en de aanbieding van zoodanige gronden met genoemd recht. Geregeld bij Staatsblad 1904 No. 304, aangevuld bij Staatsblad 1909 No. 311 en gewijzigd bij Staatsblad 1912 No. 349. Zie voor de rechten en plichten van den erfpachter, Staatsblad 1913 No. 699. b. AGRARISCHE AANGELEGENHEDEN. KLEINE LAND- OF TUINBOUW. ERFPACHT. Regelen omtrent den afstand van grond en de verschaffing van geldelijken bijstand van Staatswege tot uitoefening van den kleinen land- of tuinbouw door minvermogende Europeanen en met dezen gelijkgestelden. Geregeld bij Staatsblad 1904 No. 326, gewijzigd en aangevuld bij Staatsblad 1905 No. 153 en 1908 No. 263. c. LANDGOEDEREN EN BUITENVERBLIJVEN. Artikel 18 van het Agrarisch besluit. PAK=TOEROEN=TEMOEROEN. o. PERKARA-PERKARA JANG BERHOEBOENGAN DENGAN HOEKOEMTANAH. PAK-TOEROEN-TEMOEROEN. Sjarat-sjarat tentang melakoekan permohonan-permohonan atas tanah jang masoek golongan tanah-Negeri, jang diminta oentoek dipak toeroentemoeroen dan menawarkan tanah-tanah itoe dengan kak terseboet. Diatoer pada Staatsblad 1904 No. 304, dan ditambah pada Staatsblad 1909 No. 311, serta dioebab pada Staatsblad 1912 No. 349. Tentang hak dan kewadjiban orang, jang mempak tanah toeroen-temoeroen, lihatlah Staatsblad 1913 No. 699. b. PERKARA-PERKARA JANG BERHOE- BOENGAN DENGAN HOEKOEM-TANAH. PERTANIAN-KETJIL ATAU PEROESAHAAN-KEBOEN. PAKTOEROENrTEMOEROEN. Peratoeran tentang memberikan tanah, dan perbantoean oewang oléh Negeri oentoek memperoesahakan pertanian-ketjil atau peroesahaan-keboen oléh orang-orang bangsa Éropah dan sesamanja jang tijada mampoe. Diatoer pada Staatsblad 1904 No. 326 dioebah dan ditambah dalam Staatsblad 1905 No. 153 dan 1908 No. 263. c. TAMAN-PERDIJAMAN (landgoed) dan ROE- MAH-TAMAN (buitenverblijf). Pasal 18 dari firman-Hoekoem-Tanah. INLEIDING. L Reeds van langen tijd geleden dagteekenen de pogingen van particulieren (Europeanen) in Nedërlandsch-Indië om zich voordeden uit de teelt van gewassen, geschikt voor de Europeesche markt, te verzekeren door ontginning van stukken grond, behoorende tot den onmetelijken voorraad woesten grond, welke op den landbouwer wacht. 2. Aanvankelijk werden gronden — en dit geldt vooral Java — kort na het herstel van het Nederlandsch gezag in huur uitgegeven, doch deze uitgifte werd gestaakt toen het z.g. Cultuurstelsel- van den Bosch zijn vlucht begon te nemen. 3. Onder het bewind van den Gouverneur-Generaal Duymaer van Twist (1851—1856) werd evenwel weer tot uitgifte van woesten grond in huur overgegaan, ofschoon toen nog dit onderwerp niet bij algemeene verordening geregeld was. 4. Kort na zijn aftreden werd, in opvolging van de desbetreffende bepaling van artikel 62 al. 3 van het inmiddels vastgesteld Regeerings-reglement van 1854 een koninklijk besluit uitgevaardigd (Staatsblad 1856 No. 64) waarbij voor geheel NederlandschIndië regelen werden vastgesteld voor uitgifte in huur van Gouvernementsgrond door den GouverneurGeneraal. PENDAHOELOEAN. L Telah beberapa lamanja orang-orang partikoelir di tanah Hindia-Belanda mentjoba mentjahari keoentoengan menanam tanam-tanaman jang kasilnja dapat didjoewal di pasar-doenija Éropah, ja'itoe dengan memboeka tanah-tanah, jang terhitoeng masoek tanah-lepas (*) jang amat sangat loewasnjar jang lagi menoenggoe orang-orang jang hendak memboeka dija. 2. Tatkala kekoewasaan Pemerintah-Belanda baroe ditetapkan kembali, tanah-tanah itoe — jang teroetama di tanah ï)jawa — lazim diperséwakcm, akan tetapi hal menjéwakan tanah itoe diperhentikan, setelah Peratoeran Tanam-tanaman (cultuurstelsel — van den Bosch) moelaï mendjadi besar paédahnja. 3. Sedjak pemerintahan Toewan-Besar Goebernoér-Djenderal Duymaer van Twist (1851—1856) tanah-tanah hoetan itoe diberikan lagi oentoek diséwa, meskipoen hal ini beloem diatoer pada oendangoendang 'oemoem. 4. Ta' lama setelah Toewan-Besar ini berhenti, menoeroet pasal 62 kal. 3 dari Reglemèn-Pemerintah jang ditetapkan pada tahoen 1854, dikeloewarkanlah firman-radja (Staatsblad 1856 No. 64), akan menetapkan peratoeran-peratoeran penjéwaan tanah-tanah Goebernemén oléh Toewan-Besar Goebernoer-Djenderal. (') Tanah-lepas maksoednja dalatn oendang-oendang ini, ja'itoe tanah, jang tyada diboeka oléh Boemipoetera dan tijada terhitoeng masoek pangonan 'oemoem atau tijada masoek bagian tanah désa karena sebab-sebab lain, dan dipakai hanjalah oléh pendoedoekpendoedoek désa itoe sadja dengan mengetjoewalikan pjndoedoek désa lain-lain. 5. Het persoonlijk recht van huur echter was niet het meest geschikte recht om den Europeeschen groot-landbouw tot bloei te brengen. 6. De huurtermijn (20 jaren) was te kort, gezien het kapitaal, dat in de gronden zou gestoken moeten worden. Bovendien, voor geldschieters bood huur geen voldoende zekerheid aan. 7. Door de Agrarische wet van het jaar 1870 (zie de Inleiding op deel 5/B. B. van deze Handleiding) werd nu de uitgifte van woeste gronden in erfpacht op langen termijn mogelijk gemaakt. 8. De bepalingen, welke die uitgifte beheerschen, worden in deze aflevering nader uiteengezet 9. Uit artikelen 9 en 16 van het Agrarisch besluit blijkt, dat het de bedoeling geweest is in den regel uitgifte na openbare aanbieding te doen plaats hebben en daarnaast, bij wijze van uitzondering, uitgifte op aanvraag toe te staan. 10. In de eerste jaren na de inwerkingtreding van het Agrarisch besluit zijn dan ook verschillende perceelen door het Gouvernement in het openbaar in erfpacht aangeboden, maar spoedig heeft de Begeering met het stelsel van aanbieding gebroken. 11. De groote toevloed toch van aanvragen van terreinen in erfpacht heeft Haar er toe gebracht den in het Agrarisch besluit in de eerste plaats voorgeschreven weg te verlaten, waartoe voor Haar des te eerder aanleiding bestond, doordien verscheidene aanbiedingen, waaraan hooge kosten verbonden waren voor opmeting en kaarteering, een ongunstig resultaat hadden opgeleverd. 12. De praktijk kent dan ook als regel uitgifte op aanvraag en bij wijze van hooge uitzondering uitgifte na aanbieding. 5. Akan tetapi penjéwaan dengan hak orang itoe tijada hak jang terbaik akan memadjoekan pertanian-besar bangsa Éropah. 6. Waktoe penjéwaan itoe (20 tahoen) terlaloe péndék, bilamana diingat banjaknja modal jang akan dipergoenakan bagi tanah-tanah itoe. Tambahan lagi bagi si pemindjamkan-pemindjamkan oewang penjéwaan itoe tijada memberi kepertjajaan tjoekoep. 7. Maka dengan pertolongan oendang-oendang jang dinamaï oendang-oendang-Hoekoem-Tanah jang diboewat pada tahoen 1870 (lihatlah pendahoeloean pada bagian 5/B. B. pada Peniimpin ini), boléhlah didjalankan pemberian tanah bagi dipak toeroentemoeroen. 8. Ketentoean penjéwaan itoe akan diterangkan lebih landjoet dalam boekoe ini. 9. Maka menoeroet pasal 9 dan pasal 16 dari firman-Hoekoem-Tanah njatalah, bahwa maksoed oendang-oendang ini ja'itoe akan memberikan tanah oentoek dipak toeroen-temoeroèn, kebijasaannja sesoedah ditawarkan lebih dahoeloe dengan 'oemoem; hanjalah kadang-kadang sadja diberikan atas permóhonan, 10. Pada tahoen-tahoen permoelaan setelah firman-Hoekoem-Tanah didjalankan, maka beberapa tanah-tanah persil (perceelen) dipakkan toeroentemoeroen dengan ditawarkan lebih dahoeloe, akan tetapi Pemerintah dengan segera meiepaskan peratoeran jang demikijan itoe. 11. Sebab permohonan oentoek mempakkan tanah-tanah bagi toeroen-temoeroen terlaloe banjak, maka hal itoe menjebabkan Pemerintah meiepaskan peratoeran jang ditentoekan dalam firman-HoekoemTanah tadi; hal ini ditambahi poela lagi oléh karena beberapa penawaran tanah, jang mengeloewarkan banjak bijaja (onkosten) oentoek mengoekoer dan dan memetakan tanah itoe, tijada berhasil baik. 12. Sebab itoe bijasanja tanah-tanah itoe diberikan, bila dipohonkan orang; djarang sekali terdjadi pemberian tanah dengan ditawarkan lebih dahoeloe. 13. De vlucht, die de Europeesche landbouwindustrie genomen heeft door de werking van het Agrarisch besluit moge hieruit blijken, dat eind 1914 op Java 675.732 bouws in erfpacht waren uitgegeven verdeeld over 2935 perceelen. Ontleend aan Mr. Ph. Kleintjes: „Staatsininstellingen van Nederlandsch-Indië. 13. Berapa kemadjoeannja pertanian tjara Éropah, lantaran peratoeran firman-Hoekoem-Tanah jang terseboet tadi, njatalah dari keterangan ini ja'itoe pada penghabisan tahoen 1914 di tanah Djawa loewas taflah jang dipakkan toeroen-temoeroen 675.732 baoe banjaknja dibagi djadi 2935 tanah persil. Terkoetip dari boekoe Mr. Ph. Kleintjes, jang bernama „Dasar Hcekoem Keradjaan Hindia-Belanda". . HOOFDSTUK I. DE BEPALINGEN. o. Groote landbouw. Staatsblad 1904 No. 304, gewijzigd en aangevuld bij Staatsblad 1909 No. 311 en 1912 No. 349. AGRARISCHE AANGELEGENHEDEN. ERF• PACHT. Instructie omtrent de behandeling van aanvragen om afstand in erfpacht van tot het Staatsdomein op Java en Madoera behoorende gronden en de aanbieding van zoodanige gronden met genoemd recht. Met intrekking van artikel 1 van het besluit van 27 December 1872 No. 28 (Staatsblad No. 237fc) te bepalen, dat bij de behandeling van aanvragen om afstand in erfpacht van tot het Staatsdomein op Java en Madoera behoorende gronden en de aanbieding van zoodanige gronden met genoemd recht, worden in acht genomen de regelen omschreven in de aan dit besluit gehechte Instructie: BAB I. KETENTOEAN. Pertania n-b e s a r. Staatsblad 1904 No. 304, dioebah dan ditambah dalam Staatsblad 1909 No. 311 dan 1912 No. 349. PERKARA-PERKARA JANG BERHOEBOENGAN DENGAN HOEKOEM-TANAH. PAKTOEROEN-TEMOEROEN. Sjarat-sjarat tentang melakoekan permohonanpermohonan atas tanah jang masoek golongan tanah-Negeri, jang diminta oentoek dipak toeroen-temoeroen dan mewartakan tanah-tanah itoe dengan hak terseboet. Dengan mentjaboet pasal 1 dari firman tanggal 27 December 1872 No. 28 (Staatsblad 2376) ditetapkanlah, bahwa pada melakoekan permohonan-permohonan atas tanah jang masoek golongan tanahNegeri di tanah Djawa dan Madoera jang diminta oentoek dipak toeroen-temoeroen dan pada mewartakan tanah-tanah itoe dengan hak terseboet, haroeslah diingati peratoeran-peratoeran jang diterangkan pada sjarat-sjarat jang dilampirkan pada firman ini: INSTRUCTIE. A. Aanvraag van grond in erfpacht. $ i Verzoek- (1) Verzoekschriften tot afstand van grond in schriften tot erfpacht worden ingediend bij het betrokken Hoofd "/oiid'iii eif' Van &ewestelijk bestuur, en gaan vergezeld, hetzij pacht behoo" van een ^oor ^en daartoe bevoegden landmeter opren te wor- gemaakten meetbrief, c. q. met bijbehoorende kaart, fleiiingediendhetzij' van eene duidelijke zoo nauwkeurig mogelijk WJ liet l»e- samengestelde schetsteekening van de ligging en tiokhen belendingen van den begeerden grond. Hoofd van ö & . ° gewestelijk bestuur. Verplichte bijlage dier Wrzoekschnften. Het tot de Regeering te richten verzoekschrift moet op zegel (ƒ 1.50) geschreven worden, tenzij een bewijs van onvermogen wordt overgelegd. Het behoort te bevatten: le. naam, voorletters, beroep of maatschappelijke betrekking van den aanvrager zoo deze een natuurlijk persoon is; van rechtspersonen te vermelden: naam en zetel; ingeval de vetradeker voor derden aanvraagt is bovendien de overlegging of vermeldiog van de betrekkelijke volmacht gewenscht (Gebiedsdeelen met eigen geldmiddelen staan ten deze gelijk met bijzondere personen. Voor landsdienaren gelden de verbodsbepalingen van Staatsblad 1904 No. 199); 2e. de mededeeling of aanvrager is: a. meerder- of minderjarig, b. Nederlandsch onderdaan of SJARAT-SJABAT. Permohonan tanah oentoek dipak toeroe n-t emoeroe n. § 1. Soerat-soerat (1) Soerat-soerat permohonan tanah oentoek dipermohonan pak toeroen-temoeroen haroes dioendjoekkan kepada tanah oen- Kepala^kerésidéhan, jang bersangkoetan dengan hal towoen-te^ ^ dan disertai' bai^ olél1 soewatoe soerat-oekoeran moeroen ha-jang diboewat oléh seorang pengoekoer-tanah (landrots dioen- meter) jang berhak, dengan soewatoe peta, baik didjoekkan ke- sertaï soewatoe bagan (schetsteekening) jang sebo^erésldénsm ték-^oléhnja diboewat dengan teliti, tentang letaknja jan«- beisang-^an hatas-batasnja tanah jang dipohonkan. hoetan dengan hal ini. lampiranlampiranjang' mesti disertakan pada soerat-soerat permohonan itoe Soerat permohonan jang teroendjoek kepada Pemerintah haroes ditoelis diatas kertas sègel (ƒ 1.50); kertas sègel itoe tijada perloe dipakai bilamana dipesertakan soewatoe soerat kemiskinan, jang haroes dioendjoekkan kepada Eésidén djoega. . . Jang haroes diseboetkan dalam soerat permohonan itoe: le. nama, hoeroef pangkal nama, pekerdjaan atau pangkat jang memohon tanah tadi, bilamana si pemohon seorang-orang; akan tetapi kalau badan-badan-hak (rechtspersoon) jang memohonkan itoe, haroee diseboetkan nama dan tem pat kedoedoekannja; dan bilamana si pemohon memohonkan oentoek orang lain, haroeslah dioendjoekkan atau diseboetkan djoega soerat pengoewasaan orang lain itoe. (Bagian-bagian keradjaan jang mempoenjaï dan mengoewasaï oewangnja sendiri, disamakan dengan badan-badan-hak teristiméwa ini, Oentoek pegawai-pegawai-negeri terpakai sjarat-sjarat larangan dari Staatsblad 1904 No. 199); 2e. keterangan, entah: a. si pemohon telah sampai 'oemoer atau beloem, c. ingezetene van Nederland of d. ingezetene van Nederlandsch-Indië. (Aan vennootschappen van koophandel en zedelijke lichamen wordt alleen dan grond in erfpacht voor cultuur-doeleinden afgestaan, wanneer het drijven van landbouwondernemingen vereenigbaar is met het in de statuten omschreven doel dier instellingen). Bijblad No. 4580; 3e. de vermelding van: a. de cultuur of cultures, welke de aanvrager wenscht te drijven; b. den tijdsduur, waarvoor het erfpachtsrecht wordt aangevraagd, (maximumduur 75 jaar); c. de geschatte uitgestrektheid in bouws; d. de ligging der gronden met betrekking tot het district, de afdeeling en het gewest, met verwijzing naar de bij b.«t verzoekschrift overgelegde schetsteekening of kaart. De aanvrage mag slechts betrekking hebben op woesten grond, dat is grond, niet door Inlanders ontgonnen noch als gemeene weide of uit eenigen anderen hoofde tot de dorpen behoorende, en hij de bewoners, met uitsluiting van de bewoners van andere desa's, in gebruik; evenwel mogen er kleine enclaves van bebouwden grond, geheel door nog woesten grond omringd, in voorkomen. Het verzoekschrift moet eventueel vergezeld gaan van: a. de schriftelijke instemming van den man, bijaldien de aanvrage door eene gehuwde vrouw geschiedt; b. de machtiging, krachtens welke de verzoeker de aanvraag namens derden indient; e. een door den daartoe bevoegden landmeter opgemaakten meetbrief en kaart of een duidelijke sehetsteekening. De ligging en de belendingen van den begeerden grond moeten daaruit blijken. b. ra'ijat Belanda, atau c. pendoedoek tanah Belanda atau d. pendoedoek tanah Hindia-Belanda. (Kepada perséroan-perdagangan dan ba- dan-hak hanjalah diberi mempak tanah toeroen-temoeroen tempat menanam tanamtanaman, bilamana hal melakoekan peroesahaan tanah itoe tjotjok dengan maksoed perséroan-perséroan itoe seperti terseboet dalam peratoerannja). Bijblad No. 4580. 3e. keterangan dari: a. tanam-tanaman jang akan ditanam oléh si pemohon; b. lamanja tanah itoe diminta dipak; (paling lama 75 tahoen); e. loewasnja ditaksir kira-kira berapa baoe; d. letaknja tanah-tanah itoe ja^sir dalam distrik, afdeeling dan kerésidénan mana, dengan menoendjoekkan kepada bagan atau peta jang dilampirkan pada soerat permohonan itoe. Jang boléh dipohonkan hanjalah tanahlepas, ja'itoe tanah, jang tijada diboeka oléh Boemipoetera dan tijada terhitoeng masoek pangonan 'oemoem atau tijada masoek bagian tanah désa karena sebab-sebab lain, dan dipakai hanjalah oléh pendoedoek-pendoedoek désa itoe sadja dengan mengetjoewalikan pendoedoek désa lain-lain; akan tetapi tanah-tanah mentjil (terpentjil) jang ditanami dan sama sekali terkoeroeng oléh tanah-lepas itoe tijada mendjadi alangan akan meminta tanah-lepas itoe. Soerat permohonan haroes disertaï poela: a. soerat-izin dari soewami, bilamana jang memohonkan seorang perempoewan berlaki; b. soerat pengoewasaan jang mengoewasakan si pemohon akan mengoendjoekkan permohonan itoe oentoek orang lain; c. soerat-oekoeran diboewat oléh pengoekoer jang berkoewasa memboewat dan peta atau bagan jang terang. Letaknja dan batasbatasnja tanah jang diingini itoe haroeslah ternjata dari peta atau bagan itoe. Wijziging van (2) Indien de aanvraag betrekking heeft op een die veruiten- 0f meer der administratief tot de gewesten van Java ting indien^ en ]v[a(joera behoorende eilanden, kan volstaan êei?*eUand worden met de overlegging van een meetbrief of betreft, schetsteekening, aangevende de niet in de aanvraag begrepen terreinen. u«fc4)i' Doorzending Het Hoofd van gewestelijk bestuur stelt het ontvan het ver- vangen verzoekschrift, na daarop den dag der ontmefbnte vanSstte hebben aangeteekend, met den bijbehoorennaar dëconi-den meetbrief of de daarbij overgelegde schetsteekemissie van ning, in handen van de voor het plaatselijk onderzoek onderzoek. van erfpachtsaanvragen aangewezen commissie. 1. Deze commissie wordt door den BesiD0d9Q' dent benoemd. 2. De haar ter behandeling toegezonden stukken behoort zij met bekwamen spoed af te doen (Bijblad 5205). Na ommekomst van . elk kwartaal dienen de Hoofden van plaatselijk bestuur een staat in aan den Resident betreffende de nog aanhangige erfpachtsaanvragen met vermelding van de redenen der nietBjbJ afdoening. $ 3. ^iS^endma- (1) Bedoelde commissie draagt aan het Hoofd king van hetvan het betrokken onderdistrict op, om, met duideverzock in xïjke aanwijzing der in erfpacht aangevraagde grondLs?r£or"den' aan het verzoek openbaarheid te geven in de het onderdis-gemeenten, tot welke die gronden hehooren en de trictshoofd. naburige desa's, met vrijlating der bestuurders en Bevoegdheid ingezetenen om tijdens de bekendmaking bij dien van bestuur- fcüan(jschen ambtenaar, of binnen één maand daarna zeteneï/oni' »ij de commissie of het Hoofd van plaatselijk behezwaren ter- stuur bezwaren tegen de uitgifte in te brengen, zake in te dienen. Deze bekendmaking moet persoonlijk door Termijn en dat onderdistrictshoofd geschieden. Peroebahan (2) Bilamana jang dipohonkan seboewah atau ^o* d'fk" lebil1 dari seboewan Poelau jang termasoek daérah jangdipohon-tanaü DJawa dan Madoera, tjoekoeplah dipesertakan kan seboewahsoerat-oekoeran atau bagan sadja, jang menerangkan, poelan. bagian tanab jang tijada termasoek dalam permohonan tadi. § 2. Mengirimkan Kepala-kerésidéhan mehjerahkan, (setelah ditjatMrmoïïantetn''a hari Peneriniaan) soerat permohonan itoe berserta lam-dengan soerat-oekoeran atau bagan jang dilampirkan pirannja ke-Padanja, kepada koemisi jang diwadjibkan memepadakoemisi-riksa di tempat-tempat permohonan tanah pak-tóepemeflksaan.roen4emoeroen ^oe 1. Koemisi ini diangkat oléh Kepala-kerésidénan. 2. Soerat-soerat permohonan jang dikirimkan kepadanja haroes ditjoekoepi dengan segera oléh koemisi itoe (Bijblad 5205). Pada penghabisan tijap-tijap perempatan tahoen Kepala-Kepala-negeri mengoendjoekkan kepada Bésidén soewatoe keterangan tentang permohonan pak toeroen-temoeroen jang masih diperiksa dan diseboetkan djoega sebab-sebabnja, maka beloem habis diperiksa. § 3. Menjijarkan (1) Koemisi itoe memerintahkan kepada kepalapennohonan kepala onderdistrik, soepaja permohonan itoe dibe^pila^onder r^ta"'loekaim3a kepada désa-désa, jang mempoenjaï distrik dalam *anaa ^oe' dan kepada désa jang berbatasan dengan désa-désa dija, serta diterangkannja djoega letaknja dan batasjang bersang-batasnja tanah itoe, dan bahwa pemerintah dan pen'k^w1 Ke"doedoek d®sa boléh mengoendjoekkan keberatan tenpemerintak tang PemDerian tanah itoe ketika menjijarkan perdan pendoe- mohonan itoe djoega kepada prijaji itoe, atau dalam doek désa seboelan sehabis penjijaran itoe kepada koemisi jang akan meng- terseboet atau kepada Kepala-negeri. oendjoekhan Menjijarkan permohonan itoe mesti didja- kCDeratannja. lankan oléh kepala-onderdistrik sendiri. No. 7/B.B. 2 plaatsen van indiening dier bezwaren Indiening (2) Van zijne verrichtingen te dezer zake en de door den As- eventueel hem daarbij medegedeelde bezwaren brengt 6istent-VJeda-genoem(j iniaj^sch Bestuurshoofd bij proces-verbaal na van een . . . . . proces-ver- vers*aS nit aan de commissie, die na verloop van baal van zijn voormelden termijn aan den voet daarvan doet blij- verrichtin- ken öf, en zoo ja, welke bedenkingen bij haar zijn gen. ingebracht, en na voltooiing der overige nader aan te ^dö^o» „^duiden bescheiden, tegelijkertijd met deze dat proceseen maand ver^aal indient aan het Hoofd van plaatselijk be- van de c q. stuur, dat mede daarop eene verklaring stelt als bij de com- evenbedoeld. missie van onderzoek ingebrachte bezwaren. Uitnoodiging (1) In afwachting van de uitkomsten der voorder commis- schreven bekendmaking deelt de commissie den aan- Ve ™" üü" vrager mede, op welken'dag zij met de plaatselijke oei zock uun •li i t den aanvra- opneming der gronden een aanvang zal maken, met ger om tegen-uitnoodiging daarbij tegenwoordig te zijn dan wel woordig te zich te doen vertegenwoordigen door een schriftelijk **» »U d« daartoe aans-ewezen ffemaehtie-de. voorts met ver- >miemb!^derme^^^ van hetgeen tot aanwijzing der grenspunten ffroniien. v°or den aanvang der opneming door den aanvrager Vonrafsraandemoet worden verricht. afbakening der grenzen daarvan door dezen. op Bevoegdheid (2) Is op den vastgestelden dag de aanvrager in der commis- gei,reke om in persoon of door iemand van zijnentsie van on- , .. , derzock om weSe de commissie aanwijzing te doen van de grenbij niet vol- zen der verlangde gronden of heeft hij aan de hem Waktoe dan tempat me- 2h*ï njampaikan keberatan itoe. Pengoen- (2) Maka prijaji ini mengoendjoekkan soewatoe djoekansatoeporsés-verbal kepada koemisi itoe dengan menerangoléh I slstén-1^811 se^a soewatoe tentang perboewatannja dan W edana ten- keberatan-keberatan jang diterimanja; sehabisnja tang pfcTboc-waktoe jang diseboetkan diatas itoe, maka koemisi watannja, itoepoen menerangkan pendapatannja dibawah porsósata'sn^kebe"1'6^8'1 itoe laloe dioendjoekkannja beserta dengan rataii jarig soera*-soerat jang akan diseboetkan kepada Kepaladioendjoek- negeri; maka amtenar ini djoega memboewat ketekan orang rangan seperti terseboet tadi diatas pörsés-perbal itoe. kepatia kocmisi-pemeriksaan setelah laloe seboelan. $ 4. Adjakanoléb (1) Dengan menoenggoe kedjadiannja pemberikoeniisi soe-tahoean jang diwadjibkan tadi, maka koemisi jang ^^^j^jj, terseboet memberi-tahoe kepada si pemohon, pada waktoe me- aaT^ aPa ija akan moelaï memeriksa tempat-tempat meiiksa t.i- dari tanah jang dipohonkan itoe, dengan adjakan nah tanah sóepaja si pemohon pada hari itoe berhalir sendiri itoe. Kewa- atau mengirim orang jang dikoewasakannja dengan mohon akansoerat koewasa; mm daripada itoe diberi-tahoekan memboewat djoega oléh koemisi itoe apa jang djadi tanda-tanda tanda-tamla batas jang disedijakan oléh si pemohon sebeloem batas, sebe- koemisi itoe datang memeriksa. loem memeriksa itoe. ™40e*asaai' (2) Bilamana hari jang ditentoekan si pemohon memperh^n1-^8^11 oran£ janS dikoewasakan tijada datang akan tikan peme-nieinDe:rï keterangan dan menoendjoekkan batas- riksaan, bila batas tanah-tanah jang dipohonkan atau bilamana doening aan opgedragen voorbereidende maatregelen niet of op die uitnoodi- ten eenenmale onvoldoende wijze uitvoering gegeven, ^d" rzoek te"dan *s de comm^ss^e bevoegd haar onderzoek te stastaken ken en bepaalt het Hoofd van gewestelijk bestuur Bevoegdheid naar bevind van zaken een naderen dag voor de Tan den Re- plaatselijke opneming of doet hij de stukken in zijn «ident om de archief deponeeren, met kennisgeving van zijne beaanvraag ver- slissin~ aan den aanvrager. der buiten ö m , ,. ö .. . ,. , behandeling Tot die verplichtingen van den aanvrager ie laten behoort ook het openkappen van een grenspad — waar noodig — rondom het perceel; het oprichten van een „pondok" en het voorzien in de behoeften van de commissie gedurende het plaatselijk onderzoek. Andere redenen van staking van dat onderzoek dan de hier genoemde zijn: a. intrekking van het verzoek van den aanvrager; b. de omstandigheid, dat de rechtspersoon te wiens behoeve de aanvraag werd ingediend, inmiddels beeft opgehouden te bestaan; c. het overlijden van den aanvrager. § 5. Gevallen waarin vol- a. «taan kan worden met Toorstel tot , tifwijzing van de aanvraag zonder voor- c. afgaand plaatselijk onderzoek. (1) Indien: het perceel geheel of voor een belangrijk gedeelte begroeid is met djati of in stand te houden wildhoutbosch; op het perceel vele vrijwillig aangelegde koffieaanplantingen voorkomen; de gronden geheel of grootendeels (bestemd zijn voor uitbreiding of de instandhouding der verplichte koffie-cultuur of) voor de ontwikkeling der vrije koffiecultuur behouden behooren te blijven; het perceel 'voor een groot gedeelte bestaat uit ontginningen der Inlandsche bevolking en overigens voor de uitbfgiding van haren landbouw benoodigd is; si pemohon kewadjibannja akan memboewat persedijaan oentoek tijada menoe-men(jjaiariijan pemeriksaan koemisi itoe tijada dikoemisi itoe djalankannja atau dialpakan oléh si pemohon itoe, Rekoewa«aanmaka koemisi itoe berkoewasa akan memperhentiRésidén akan kan pemeriksaannja, serta Kepala-kerésidénan boléh niembijarkaninenetapkan lagi hari jang lain oentoek pemeriksaan permohonan ^ tempatnja itoe setelah menimbang hal itoe atau soerat permohonan itoe boléh ditaroehnja sadja dalam persimpanan soeratnja (archief), dengan memberitahoekan kepoetoesannja kepada si pemohon. Jang masoek mendjadi kewadjiban si pemohon djoega ja'itoe: memboewat rintis, dimana perloe sekeliling tanah persil itoe; memboewat soewatoe „pondok" dan menjedijakan segala sesoewatoe jang perloe dipakai koemisi selama pemeriksaan itoe. Sebab-sebab lain jang boléh menjebabkan koemisi itoe berkoewasa memperhentikan pemeriksaan itoe lain dari jang terseboet tadi, ja'itoe: a. sebab permohonan itoe ditjaboet oléli si pemohon; l. sebab badan-hak, jang memohonkan tanah itoe, dalam pada waktoe itoe telah berhenti; c. sebab si pemohon meninggal. § 5. Dalam halhal mana a permohonan itoe boléh ditolak sadja dengan tijada b. mendjalankan penie- c. riksaan ditempatnja lebih dahoeloe. d. (1) Bilamana: tanah persil itoe ditoemboehi sama sekali atau sebagian terbesar oléh kajoe-djati atau hoetan kajoe-rimba jang dipelihara; di tanah persil itoe banjak tanaman monosoeko; tanah-tanah itoe boewat sama sekali atau sebagian terbesar "(dipergoenakan oentoek meloewaskan atau memeliharakan tanaman kopi paksaan atau) oentoek memadjoekan tanaman kopi monosoeko; tanah persil itoe boewat sebagian terbesar terdjadi dari pada pemboekaan tanah oléh pendoedoek-pendoedoek Boemipoetera dan jang selebihnja bergoena oentoek meloewaskan pertaniannja; e. de gronden naar schatting een grootere uitgestrektheid hebben dan 1000 bouws en kennelijk slechts met speculatieve bedoelingen werden aangevraagd, (St. 1909 : 311). behoeft in geen dier gevallen een proces-verbaal te worden opgemaakt, doch kan het voorstel tot eene afwijzende beschikking geschieden door tusschenkomst van het Hoofd van plaatselijk bestuur bij brief, welk schrijven, nadat in het sub a vermeld geval het bij de eerste alinea van § 6 bedoeld advies ter zake is ingewonnen, indien bij den Resident instemming vindend, door dezen met een kort advies tot afwijzing der aanvraag aan den Directeur van Binnenlandsch Bestuur wordt gezonden. Gevallen (2) Indien geen dier gevallen zich voordoet of de • waarin de Resident zich niet vereenigt met het in de vorige commissie alinea bedoeld voorstel der commissie, worden door ^zoek'11*^ ^eze de vere^scbte plaatselijke onderzoekingen ingeproces-ver- s*eld en brengt zij daaromtrent bij het voorgeschrebaal van op-ven proces-verbaal verslag uit, onder bijvoeging — neming be- tenzij bij het verzoek een meetbrief is overgelegd — hoort op te van eene nadere schetskaart van het perceel en van maken. ^Q overige in het proces-verbaal genoemde bescheiden. Het hier bedoelde, voorgeschreven procesverbaal is in deze aflevering als bijlage opgenomen. Wegens de groote duidelijkheid der toelichtingen, is een nadere beschrijving van de invulling en de verdere vereischten, waaraan een deugdelijke opmaking ervan te voldoen heeft, overbodig. » Alleen volge hier de vermelding, dat bijzondere aandacht worde geschonken aan een nauwkeurige beschrijving van de over en langs het perceel loopende voetpaden en desawegen voor zoover voor deze het beding van openhouding voor het publiek verkeer en onderhoud dient te worden voorgesteld. Térzake moet de betrokken ambtenaar van het kadaster vóór e. tanah-tanah itoe menoeroet taksiran loewasnja - lebih dari 1000 baoe, dan roepanja tanah itoe dipohonkan hanjalah dengan maksoed akan mentjari laba dengan oentoeng-oentoengan (speculatie). (St. 1909 : 311); dalam hal-hal ini tijada perloelah diperboewatkan porsés-perbalnja; boléhlah voorstel penolakan itoe disembahkan oléh koemisi dengan soerat kepada Bésidén dengan perantaraan Kepala-negeri; kalau voorstel itoe disetoedjoei oléh Bésidén, maka setelah diboeboehinja pertimbangan péndék, dioendjoekkan, njalah perkara itoe kepada Direktoer Pemerintahan- dalam-Negeri, soepaja permohonan itoe ditolak. Kalau tanah jang diminta itoe mengenaï tanah jang terseboet pada a, dimintalah oléh Bésidén pertimbangan jang termaksoed oléh ajat pertama dari § 6. Dalam hal- (2) Bilamana tijada kedjadian hal-hal jang tertoemh^ha se^oe* Pada aDat tadi atau Bésidén tijada moeroes memboe Pakat dengan voorstel koemisi jang termaksoed, wat porsés- maka oléh koemisi itoe diperiksalah segala keadaan perbal peme- di tempat tanah itoe, dan diboewatnjalah porsés-perriksaan. bal dari pada pemeriksaannja itoe; maka porsésperbal itoe dioendjoekkannja kepada Bésidén beserta dengan selembar bagan jang lebih terang dari tanah persil itoe dan sekalijan soerat-soerat terseboet dalam porsés-perbal tadi, ketjoewali bilamana pada permohonan itoe ada terlampir soerat-oekoeran. Porsés-perbal jang dimaksoed dan diwadjibkan itoe ada dilampirkan dalam djilid ini. Lantaran sangat njatanja keterangan-keterangan dalamnja, tijada perloelah diterangkan lagi bagaimana djalan mengisinja dan apaapa sjarat-sjarat jang haroes ditjoekoepi soepaja porsés-perbal itoe terisi dengan sepatoetnja. Hanjalah diterangkan disini, bahwa hendaklah diperhatikan sekali keadaan djalan-djalan ketjil dan djalan-djalan désa jang melaloei tanah persil itoe, ja'ni djikalau didjandjikan djoega söepaja djalan-djalan terseboet diboeka dan dipelihara teroes oentoek keperloean 'oemoem. de opmeting door de commissie van onderzoek worden voorgelicht. Ook moet aan het slot van het proces-verbaal nog opgenomen worden de z.g. „bebouwingsclausule" waarbij de commissie in overweging geeft de voorwaarde te stellen, dat binnen een zeker aantal jaren bijv. 3, 6 en 9 moeten ontgonnen en beplant zijn resp. y3> % en het geheel van het perceel. De bijlagen van het proces-verbaal zijn: Is het schetskaartje A. van het perceel, II. de districtskaart B., III. de staat C. der op het perceel voorkomende enclaves, welke op het schetskaartje A. moeten aangeduid zijn, IV. een overzicht van het desagebied waaronder het aangevraagd perceel ressorteert, tot nadere toelichting van punt 2e (letter a t/m ƒ), punten 3e, 4e, 6e en 7e van van het proces-verbaal. De vereischten, waaraan die bijlagen moeten voldoen, zijn in het proces-verbaal uitvoerig ftoegelichtf: ■ 4 Indiening- (3) De bij de vorige alinea bedoelde stukken, verdier stnkken geZeld van het ingevolge het laatste lid van 3 B en vereiscllt proces-verbaal van bekendmaking, worden doorzending- daarop ten spoedigste ingediend hetzij aan het Hoofd met diens va]tt gewestelijk bestuur, indien de grond in de onder advies aan diens rechtstreeksch beheer staande af deeling is geden Resident, legen, hetzij aan het betrokken Hoofd van plaatselijk bestuur, welke laatstgenoemde ambtenaar, na voldaan te hebben aan de slotbepaling der tweede alinea van § 3 en nopens de aanvraag van zijn gevoelen te hebben doen blijken, de bescheiden binnen eene week doorzendt aan den Eesident. § 6. Gevallen, (1) Indien op de aangevraagde gronden houtwaarin die gewas voorkomt of wanneer zij zijn gelegen in de Svoï*en T-er" nakijheid van 'sLands bosschen, voorts in alle gebanden van vallen> waarin, naar het oordeel van den Eesident, den betrok- boschbouwkundige belangen bij de ontginning zijn Tentang hal itoe haroes diberi-tahqekan oléh koemisi kepada pegawai kadaster sebeloem tanah itoe dioekoer. Haroeslah diseboetkan djoega pada penghabisan porsés-perbal itoe „perdjandjian petanaman", ja'ni koemisi memberi pertimbangan, bagaimana sjarat-sjarat jang patoet diseboetkan dalam perdjandjian itoe, misalnja, bahwa dalam sekijan tahoen, seperti 3, 6 dan 9 tahoen, mesti telah ditanami % dan seloeroeh persil itoe. Lampiran-lampiran porsés-perbal ja'itoe: I. bagan dari persil itoe (A.), II. peta distrik (B.), III. daftar dari tanah-tanah mentjil (enclave) jang mesti diseboetkan pada bagan A. (C), IV. keterangan péndék dari daérah désa, tempat tanah persil itoe terletak, ini perloe oentoek keterangan lagi tentang hal 2e (hoeroef a sampai ƒ), hal-hal 3e, 4e, 6e dan 7e dari porsés-perbal. Sjarat-sjarat jang mesti ditjoekoepi dalam lampiran-lampiran itoe, haroes diterangkan dalam porsés-perbal dengan sedjelas-djelasnja. Pengoen- (3) Soerat-soerat jang terseboet pada ajat tadi, djoekan dengan dilampiri porsés-perbal seperti termaksoed it6™!806^^8'^8' &^ ac^r $ ^' naroes dengan segera dioenliepa]a.neo.e.djoekkan kepada Kepala-kerésidénan, bilamana tari dan hal nah itoe terletak dalam afdeeling jang teroes diperinmenjampai- tahnja sendiri, atau kepada Kepala-negeri kalau kan soerat- tanah itoe terletak dalam afdeeling lain-lain. Adadengan per- Poen Kepala-negeri itoe haroes mengirimkan soerattimbangannjasoerat ^oe dalam seminggoe kepada Bésidén, setelah kepada Ke- dj$joekoepinja apa jang terseboet pada peratoeran pala-kerési- achir dari ajat kedoewa dari § 3 dan telah diboedenan. boehi dengan pertimbangannja tentang permohonan itoe. . § 6. Dalam hal- (1) Bilamana di tanah-tanah jang dipohonkan ada hal mana, pohon-pohonan atau tanah itoe terletak dekat hoe- soerat soerat tan-hoetan Goebernemén, dan lagi dalam segala halini naroes i diserahkan ^ 3ang menoeroet timbangan Bésidén, mengenaï kepada Kon-keperloean hoetan karena pemboekaan tanah itoe, ken Houtves- betrokken, stelt dit bestunrshoofd de stukken in ter dienen handen van den Houtvester, binnen wiens ambts^cs e • ressort de gronden zijn gelegen, met uitnoodiging om ter zake van advies te dienen. Punten van (2) Ingeval daartoe geen plaatselijk onderzoek ke^door^den worc^ vereisckt, brengt binnen één maand na de houtvester dagteekening dier opdracht de Houtvester, met inult te toen- achtneming der dienaangaande voor hem geldende gen. bijzondere instructiën, advies uit nopens de volgende punten: a. in hoever het c. q. op den grond voorkomend wildhoutbosch in het proces-verbaal der commissie terecht al dan niet is verklaard te behooren tot de in stand te houden bosschen; b. of van uitroeiing van het houtgewas uit een klimatologisch of hydrologisch oogpunt nadeelen zijn te duchten; c. in hoever het behoud van op het perceel voorkomend niet in stand te houden wildhoutbosch noodig is in verband met de oogenblikkelijke en toekomstige behoefte aan timmerhout voor 'sLands werken en brandhout voor de bevolking; d. of bij uitgifte in erfpacht voor het aanwezig houtgewas al dan niet retributie aan den Lande behoort te worden betaald. Plaatselijk (3) Moet aan de samenstelling van voorschreven onderzoek advies een plaatselijk onderzoek voorafgaan, of Boutv tr wor(^' m(ben de aanvraag reeds vergezeld gaat van een meetbrief, als bedoeld in het eerste lid van § 1, de betaling van retributie voor het op den grond voorkomend houtgewas vereischt, zoo begeeft de Houtvester eveneens binnen den bij de vorige alinea gestelden termijn zich naar het terrein tot inwinning der noodige gegevens of ter bepaling van het bedrag dier retributie. Overschrij- (4) Overschrijding van den bij de vorige alinea's ding der ter- gestelden termijn is niet toegelaten, tenzij de Houtmijnen voorvegter te voren (je noodzakelijkheid daarvan doet trolir-Djati, jangbersangkoetan. Dal-bal jang haroes ditimbang dan dioeudjockkan oléh hontrolirDjati. b. c. Pemeriksaan oléh Kontrolir-Djati pada tempat nja. Meléwati batas waktoe akan meng- maka dalam hal-hal ini Bésidén menjerahkan soeratsoerat itoe kepada Kontrolir-Djati djadjahan tempat tanah-tanah itoe terletak, dengan dipinta akan menjatakan pertimbangannja dalam hal itoe. (2) Bilamana tijada perloe diperiksa di terhitoeng moelaï dari tanggal kepoetoesan itoe. I. De Eesident geeft kennis aan den Directeur van Binnenlandsch Bestuur, bijaldien de aanvrager niet binnen zes maanden na de dagteekening van het besluit van vaste toezegging, voldaan heeft aan bovenbedoelde verplichting tot het doen inschrijven van het recht van erfpacht in de daartoe bestemde openbare registers (Bijblad No. 3864). II. De Eesidenten gaan voort met de toezending aan den Directeur van Binnenlandsch Bestuur en aan de Algemeene Rekenkamer van afschriften hunner besluiten, houdende verlenging of nadere verlenging van den voor de vestiging van zakelijke rechten gestelden termijn, zoomede van afschriften hunnet beschikkingen, waarbij een nader tijdstip is bepaald voor de inzending van kaarten en meetbrieven van in erfpacht voorloopig toegezegde gronden en dienen in de maand Januari van elk jaar aan den Directeur van Binnenlandsch Bestuur vd. voorstellen in tot intrekking van erfpachtstoezeggingen, welke langer dan één jaar door den belanghebbende buiten gevolg zijn gelaten (Bijblad No. 6998). III. De Eesident draagt zorg, dat van in erfpacht aangevraagde woeste gronden geen gebruik worde gemaakt vóórdat door de Eegeering is beslist of de grond aan den aanvrager zal worden afgestaan in erfpacht, welke beslissing niet ligt in de voorloopige toezegging van het erfpachtsrecht aan den aanvrager, doch voor welk gebruik vergunning kan worden verleend door den Directeur van Binnenlandsch Bestuur (St. 1916: 369; Bijblad Nos. 3008, 3864 en 5858). B. Aanbieding van grond in erfpacht. De bemoeienis der Inlandsche ambtenaren bij deze wijze van uitgifte is dezelfde als die bij onderhandschen afstand (afdeeling A), indien — wat regel is — tot openbare aanbieding I. Djika si pemohon dalam enam boelan terhitoeng dari beslit-izin, tijada mentjoekoepi kewadjiban jang terseboet tadi soepaja hak-paktoeroen-temoeroen itoe ditoeliskan dalam register 'oemoem (Bijblad No. 3864), maka hendaklah hal itoe diberi-tahoekan oléh Bésidén kepada Direktoer Pemerintahan-dalam-Negeri. II. Selandjoetnja Bésidén mengirimkan tijap-tijap kali kepada Direktoer Pemerintahan-dalam-Negeri dan kepada Déwan-Hisap (Algemeene-Bekenkamer) toeroenan dari beslitbeslit memberi tambah lagi waktoe jang ditentoekan oentoek menetapkan hak-hak barang; djoega toeroenan kepoetoesannja tentangan menetapkan lagi waktoenja bagi mengoendjoekkan peta-peta dan soerat-soerat-oekoeran dari tanah-tanah jang pak-toeroen-temoeroennja bagi sementara didjandjikan akan diberikan; dan pada boelan Januari tijap-tijap tahoen Bésidén itoe wadjib mengoendjoekkan kepada Direktoer Pemerintahan-dalam-Negeri jang terseboet segala voorstel-voorstel akan mentjaboet djandji-djandji akan memberikan pak-toeroentemoeroen, jang soedah lebih dari setahoen lamanja tijada didjalankan oléh si pemohon dengan semestinja (Bijblad No. 6998). III. Bésidén mengamat-amati, soepaja tanah-tanah hoetan, jang dipohonkan oentoek pak-toeroen-temoeroen, tijada dipakai oléh si pemohon sebeloem Pemerintah-Agoeng memoetoeskan, betoelkah tanah itoe akan diberikan kepadanja sebagai pak-toeroen-temoeroen. Maka djandji akan memberikan pak-toeroen-temoeroen kepada si pemohon sadja taTboléh dianggap tjoekoep akan mendapat hak itoe; akan memakai tanah itoe haroes beroléh izin dari Direktoer Perintahan-dalam-Negeri (St. 1916: 369; Bijblad Nos.'3008, 3864 dan 5858). B. Menawarkan tanah bagi pakt o e r o e n-t emoeroe n. Maka pedoeli atau tjampoernja prijaji-prijaji dalam hal memberikan tanah seperti terseboet ini sama dengan dalam hal memberikan tanah dibawah tangan (bagian A.), ja'ni bilamana toeroen-temoeroen. is besloten omdat door meer dan één- gegadigde ongeveer gelijktijdig ongeveer dezelfde woeste gronden in erfpacht zijn aangevraagd. De bepalingen van afdeeling B. zijn voor de dienstverrichtingen der Düandsche ambtenaren van geen belang; zij hebben inzonderheid beteekenis voor de gegadigden. seperti menoeroet bijasanja tanah itoe ditawarkan dihadapan orang-orang banjak, sebab lebih dari seorang jang sama-sama memohonkan tanah-tanah hoetan itoe bagi pak-toeroen-temoefoen. Adapoen ketentoean dalam bagian B. tijada perloe bagi prijaji-prijaji dalam pekerdjaannja; akan tetapi penting sekali bagi orang-orang jang memohonkan tanah. HOOFDSTUK II. RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DEN ERFPACHTER. Als aanvulling op het vorige hoofdstuk komt een hoofdstuk over de rechten en verplichtingen van den erfpachter noodzakelijk voor, te meer waar de Inlandsche ambtenaren uiteraard herhaaldelijk allerlei aanrakingen met erfpachters hebben. Eene duidelijke uiteenzetting van hetgeen ten dezen geboden of toegestaan is, is, voor een behoorlijke uitoefening hunner ambtsplichten, den Inlandschen ambtenaren onontbeerlijk. I. De rechten en verplichtingen van den erfpachter op Java en Madoera worden beheerscht: le. door het agrarisch besluit. (St. 1870 No. 118) 0). 2e. door de ordonnantie in Staatsblad 1872 No. 237a zooals die sedert is gewijzigd, aangevuld of opnieuw afgekondigd (na aanvulling), bij Staatsblad 1913 No. 699 ('). Deze ordonnantie is echter alleen van toepassing op perceelen, na haar uitvaardiging in erfpacht afgestaan (Rondschrijven van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur van 28 Januari 1914 No. 745), of aan die bepalingen onderworpen. i1) Bij verkortingen A.B. (*) De artikelen in margine, zonder meer aangehaald, verwgzen naar dit Staatsblad. BAB II. HAK DAN KEWADJIBAN PEMEGANG PAK-TOEROEN-TEMOEROEN. Maka bab jang tadi dianggap perloe ditambah dengan satoe bab tentang hak dan kewadjiban pemegang pak-toeroen-temoeroen, apalagi sebab prijaji-prijaji dalam pekerdjaannja kerap-kali bersangkoetan dalam bermatjam-matjam hal dengan merékaitoe. Keterangan sedjelas-djelasnja tentang -halhal ini jang mana jang boléh didjalankan, jang mana tijada, dianggap perloe sekali, soepaja prijajiprijaji mendjalankan kewadjibannja dengan sesoenggoehnja. s Hak dan kewadjiban pemegang pak-toeroen-temoeroen di tanah Djawa dan Madoera dilindoengi: Pertama: oléh firman-hoekoem-tanah (St. 1870 No. 118) 0); Kedoewa: oléh ordonansi dalam Staatsblad 1872 No. 237a, seperti telah dioebah, ditambah atau disijarkan lagi (setelah ditambah) dalam Staatsblad 1913 No. 699 (3). Ordonansi-ordonansi ini hanjalah goena tanah-tanah persil setelah ditetapkan diberikan sebagai pak-toeroen-temoeroen. (Soerat édaran Direktoer Pemerintahan-dalam-Negeri dari 28 Januari 1914 No. 745) atau ta'loek kepada ketentoean itoe. (") Dipéndékkan F. H. T. (2) Pasal-pasal jang terseboet pada sisi dan tijada diterangkan lagi, menoendjoekkan Staatsblad ini. 3e. door het Burgerlijk Wetboek van Nederlandsch- Indië (2). 4e. door de erfpachtsakte. ALGEMEENE VOORWAARDEN VAN AFSTAND IN ERFPACHT. a. Op de in erfpacht afgestane gronden zijn de papavercultuur en zoutaanmaak verboden. (A. B. art. 12). b. Voor het aanleggen van waterwerken op de erfpachtsgronden en het gebruik aldaar van bestaande waterstrOomen of leidingen, is bijzondere vergunning van den Gotivernfiur-Generaal of van een door den Gouverneur-Generaal aangewezen autoriteit (Directeur der Burgerlijke Openbare werkön) noodig. Aan die vergunning kunnen voorschriften ten algemeene nutte verbonden worden (A. B. art. 12). c. Door de uitsluiting van: 1. gronden, waarop anderen recht hebben, indien zij ongenegen zijn zich van hun recht te ontdoen; 2. gronden, naar de! inzettingen der Inlanders, als gewijde beschouwd; 3. gronden, voor openbare markten afgezonderd of voor den openbaren dienst bestemd; wordt de afstand in erfpacht der omliggende, daartoe geschikte, niet belet, mits de erfpachter zich verbinde aan het gebruik der uitgesloten gronden geen hinder toe te brengen (A. B. art. 9, al. 4). d. Opgezetenen van met een zakelijken rechtstitel aan ondernemingen van landbouw of nijverheid afgestane gronden, indien zij in vasten dienst zijn, zijn niet heerendienstplichtig; wanneer echter bij (') Bij verkorting B.W. Ketiga: oléh Boekoe-Hoekoem-ra'ijat di tanah Hindia-Belanda (2). Keempat: oléh soerat akte pak-toeroen-temoeroen. PEBDJANDJIAN 'OEMOEM TENTANG MEMBERIKAN PAK-TOEROEN-TEMOEROEN. a. Di tanah-tanah pak-toeroen-temoeroen terlaranglah menanam pohon apioen dan memboewat garam (F. H. T. pasal 12). b. Oentoek memboewat perboewatan-dalam-air di tanah-tanah pak-toeroen-temoeroen dan memakai soengai-soengai atan pengaliran-pengaliran-air jang telah ada di tanah itoe haroes di dapat izin teristiméwa dari Toewan-Besar Goebernoer-Djenderal atau dari pembesar jang ditoendjoekkan oléh Goebernoer-Djenderal (Direktoer Perboewatan-Negeri). Maka kepada soerat-izin itoe boléh ditambahkan peratoeran-peratoeran bagi kebadjikan 'oemoem (F. H.T. pasal 12). c. Dengan mengetjoewalikan: 1. tanah-tanah jang dilindoengi hak-hak orang lain, jang tijada maoe meiepaskan haknja; 2. tanah-tanah, jang dipandang oléh pendoedoek Boemipoetera tanah soetji^ J 3. tanah-tanah, jang disedijakan oentoek pasarpasar 'oemoem atau oentoek pekerdjaan 'oemoem; maka memberikan tanah-tanah jang berkeliling tanah-tanah terseboet itoe tijada beralangan, bilamana si pemohon itoe berdjandji tijada akan menggoda tanah-tanah jang diketjoewalikan itoe (F. H. T. pasal 9 ajat 4). d. Djikalau pendoedoek dari tanah-tanah hak-barang, jang diberikan kepada peroesahaan pertanian atau keradjinan, bekerdja tetap disitoe, maka merékaitoe tijada dikenakan rodi; akan tetapi (>) Dipéndékkan B.H. K. rampen van hooger hand dan wel tot afwending van algemeen gevaar zulks tijdelijk noodig mocht rijn, kan desvereischt over alle werkbare mannen worden beschikt. (St. 1914 : 101; 1915 : 21; 1916 : 66). e. In de erfpacht is niet mede begrepen de delfstoffen bevattende ondergrond. De erfpachter is verplicht de ontginning van delfstoffen door of op concessie van het Gouvernement te gedoogen volgens regelingen, bij algemeene verordening (*) testellen. (A.B. art. 95). /. De erfpachter mag echter ten eigen gebruike af- en uitgravingen doen van steen, klei of andere soortgelijke, tot het erf behoorende grondspeciën, welke niet het voorwerp van eigenlijke mijn-ontginning art. 2. zijn. g. De erfpachter oefent alle de rechten uit, welke aan den eigendom van heferf verknocht zijn; doch hij vermag niets te verrichten, waardoor de waarde van den grond mocht worden verminderd, (art. 7211. B.W.). h. Hij heeft de vrije beschikking over alle boomen en gewassen, al of niet door hem zeiven aangeplant, tenzij uitdrukkelijk anders is overeenge- art. 3. komen. i. De toezegging van het recht van erfpacht vervalt door het onbenut verstrijken van den voor de aanvaarding met dat recht (resp. voor de indiening van kaart en meetbrief) gestelden termijn, tenzij verlenging van dien termijn is verleend. Van het vervallen van gedane toezeggingen van het erfpachtsrecht wordt, in het belang van een behoorlijke administratie, aanteekening gehouden bij een besluit van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur. (J) Mijnwet en mijn-ordonnantie enz., in een latere aflevering te behandelen. bilamana ada ketjelakaan 'alam atau mentjegah bahaja 'oemoem dan djikalau dianggap perloe, maka boléhlah sekalijan ra'ijat koewat dikerdjakan goegoer-goenoeng (St. 1914 : 101; 1915 : 21; 1916 : 66). e. Masoek pak-toeroen-temoeroen tijada terhitoeng tanah jang dibawah, jang mengandoeng barangbarang tambang. Maka si pemegang pak-toeroen-temoeroen itoe diwadjibkan membijarkan penggalian barangbarang tambang itoe oléh Goebernemén menoeroet oendang-oendang 'oemoem (*) (F. H. T. pasal 95). f. Si pemegang pak-toeroen-temoeroen boléh menggali tanahnja oentoek goena sendiri akan mengambil batoe, tanah lijat (lempoeng) atau tanah ma- . tjam-matjam lain jang terdapat dipekarangan itoe, jang teranggap boekan masoek barang-tampasal 2. bang jang sebenarnja. g. Si pemegang pak-toeroen-temoeroen berkoewasa melakoekan hak-haknja atas tanah itoe seperti ija memegang hak milik sendiri atas tanah itoe; akan tetapi ija tijada boléh melakoekan sesoewatoe perboewatan jang boléh memoendoerkan harga tanah itoe (B. H. R. pasal 7211). h. Ija boléh memakai dengan semaoe-maoenja sendiri sekalijan pohon-pohonan dan tanam-tanaman, baik jang ditanamnja, maoepoen jang tijada, pasal 3. ja'ni bilamana tijada ada perdjandjian lain. i. Maka pemberian hak atas pak-toeroen-temoeroen itoe dianggap batal, bilamana waktoe jang ditentoekan akan menerima hak itoe dilalaikan (dialpakan) (bertoeroet-toeroet tijada mengoendjoekkan peta dan soerat-oekoeran), ketjoewali kalau waktoe itoe ditambah. Bagi sempoernanja oeroesan administratie, membatalkan hak pemberian pak-toeroen-temoeroen itoe haroes ditjatet, setelah ditetapkan dengan beslit Direktoer Pemerintahandalam-Negeri. (') Oendang-oendang-tambang (mh'nwet) dan ordonansi-tambang (mjjnordoriöantie), dan sebagaiajfc, jang akan diperkatakan dalam salah satoe djilid jang kemoedflan. VERPLICHTING TOT BETALING DEE OPGELEGDE BELASTINGEN. a. De in erfpacht afgestane gronden, de daarop geplaatste gebouwen en opstallen en de voortbrengselen der gronden of der daarop gevestigde inrichtingen van nijverheid zijn onderworpen aan de bestaande of in te voeren algemeene belastingen. (A.B. art. 131). b. Verponding wordt niet geheven gedurende het jaar, waarin de gronden zijn afgestaan en de tien volgende jaren (A. B. art. 13), behoudens de gevallen, waarin van dezen regel is afgeweken op grond van het bepaalde bij artikel 16a van het Agrarisch besluit. VEEPLICHTING TOT BETALING VAN DE PACHTSOM. a. De verplichting tot betaling van de pachtsom gaat in met het zesde jaar na dat, waarin de inschrijving van het erfpachtsrecht in de daarvoor bestemde openbare registers heeft plaats gehad, behoudens de gevallen, waarin van dezen regel is afgeweken op grond van artikel 16a van het art. 10*. Agrarisch besluit. b. De verplichting is onsplitsbaar, blijvende ieder gedeelte van den in erfpacht uitgegeven grond voor de geheele pacht aansprakelijk (art. 728 B.W.). c. De erfpachter is persoonlijk aansprakelijk voor de betaling: I. van de tijdens den duur van zijn recht verschuldigd geworden pachtpenningen. n. van de wegens wanbetaling daarvan verbeurde boeten, welke aansprakelijkheid blijft bestaan na overdracht, vervallenverklaring of art. 11 prijsgeving van zijn recht. Ingeval van overdracht van het erfpachtsrecht is de nieuwe erfpachter mede persoonlijk KEWADJIBAN MEMBAJAB PADJAK JANG DITENTOEKAN BAGI HAL-FAT, ITOE. a. Tanah-tanah jang diberikan bagi pak-toeroentemoeroen dan roemah-roemah jang diatasnja serta perboewatan-perboewatan jang diboewat di tanab itoe, demikijan djoega hasil tanah atau tempat-tempat keradjinan di tanah itoe, semoewanja ta'loek kepada padjak-padjak jang telah ada atau diadakan bagi itoe (F. H. T. pasal 131). b. Perponding (Padjak-harta-tetap) ta' dikenakan atas tanah-tanah itoe pada tahoen pemberian tanah itoe dan sepoeloeh tahoen jang berikoet, (F. H. T. pasal 13), ketjoewali dalam hal-hal jang melaini peratoeran ini, menoeroet jang terseboet pada pasal 16a dari firman-Hoekoem-Tanah.. KEWADJIBAN MEMBAJAB BIJA-PAK. a. Kewadjiban membajar bija-pak moelaï dari tahoen keenam, terhitoeng dari tahoen hak paktoeroen-temoeroen itoe tertoelis dalam register 'oemoem, ketjoewali dalam hal-hal jang melaini peratoeran ini, menoeroet pasal 16a dari firmanpasal 10». Hoekoem-Tanah. b. Kewadjiban ini ta' boléh dipetjah-petjah; ja'itoe tijap-tijap bagian dari tanah pak-toeroen-temoeroen itoe menanggoeng membajar bija-pak bagi tanah itoe semoewa. (pasal 728 B. H. B.). c. Si pemegang pak-toeroen-temoeroen ditanggoengkan sendiri akan membajar: I. bija-pak jang wadjib dibajar selama ija memegang hak itoe. LT. denda-denda jang dikenakan atasnja lantaran mengalpakan membajar bija-pak itoe; tanggoengan itoe tinggal djoega, meskipoen hak itoe telah didjoewal, telah dibatalkan atau lasal li1. dilespaskan. Bilamana hak pak-toeroen-temoeroen diserahkan kepada orang lain, maka si pemegang baroe No. 7/B.B. 4 aansprakelijk voor de volledige betaling van de tot op net tijdstip van de overdracht verschuldigde pachtpenningen en boeten, met dien verstande, dat betaling door den gewezen erfpachter den nieuwen erfpachter bevrijdt tot art. 11*. liet bedrag, dat voldaan is. d. De erfpachter kan geenerlei vrijstelling van betaling der pacht vorderen, noch nit hoofde van vermindering noch van het geheel ophouden des genots. Zoo niettemin de erfpachter gedurende vijf achtereenvolgende jaren van het geheel genot is beroofd geweest, zal hem kwijtschelding verschuldigd zijn voor den tijd van zijn gemis. (art. 729. B.W.). BOETEN. a. Door den erfpachter, vallende onder de bepalingen van Staatsblad 1913 No. 699, wordt eene boete van vijf ten honderd van het onaangezuiverd gebleven canonbedrag verbeurd, wanneer de pachtpenningen niet binnen véértien dagen na afloop van het jaar, waarover zij verschuldigd zijn, in 's Lands kas zijn gestort, zonder verdere ingebrekestelling doch enkel wegens het onbenut verstrijken van dien termijn. b. Een gelijke boete wordt verbeurd voor eiken vollen termijn van vier maanden verder verzuim, met dien verstande, dat de boeten nimmer meer zullen beloopen dan vijf en twintig ten honderd van het art. 4'. evenbedoeld bedrag. c. De boete gaat in op den vijftienden dag na dien, waarop de pachtschat of de vorderbaar geworden gedeelten daarvan in 's Lands kas zouden moeten zijn gestort ingeval voor de voldoening van den pachtschat uitstel is verleend of afbetaling bij payementen is toegestaan en de canonschuld niet art. 42- ti;>dig is afgedaan. , djoega diwadjibkan akan membajar bija-pak tanah itoe sampai waktoe ija menerima hak tadi, begitoepoen djoega denda-dendanja; akan ' tetapi bilamana si pemegang lama itoe telah È^>'ifl membajar bija-pak itoe, maka si pemegang baroe tijada oesah membajar bagian jang dipasal 11J. bajar itoe lagi. d. Si pemegang pak-toeroen-temoeroen tijada mendapat kebébasan atas pembajaran bija-pak, meskipoen goena tanah itoe berkoerang-koerang atan tijada bergoena sama sekali lagi baginja. Akan tetapi bilamana si pemegang pak-toeroentemoeroen dalam lima tahoen bertoeroet-toeroet tijada mendapat goena daripada tanah itoe, maka ija akan mendapat kebébasan dari membajar oewang-pak selama waktoe itoe (pasal 729 B. H. R.). DENDA. a. Maka si pemegang pak-toeroen-temoeroen jang terkena oléh peratoeran Staatsblad 1913 No. 699, didenda dalam seratoes lima bagian, dihitoeng dari bija-pak jang beloem dibajar, bilamana bijapak itoe dalam empat belas hari sehabisnja tahoen pembajarannja tijada dibajar di Kas-Negeri, dengan tijada ditegor lebih dahoeloe dengan perantaraan hakim, hanjalah sebab waktoe pembajaran dialpakan sadja. b. Denda jang sebesar itoe dikenakan djoega atas kelalaian boewat tijap-tijap empat boelan selandjoetnja, dengan mengingati, bahwa denda-denda itoe ta' boléh lebih dari % daripada banjak pasal 41. oewang jang didenda itoe. c. Denda itoe terhitoeng dari hari jang kelima-belas dari waktoe bija-pak atau bagian jang boléh dipoengoet, haroes telah dibajar kedalam Kas-Negeri, bilamana meloenaskan bija-pak itoe ditanggoehkan atau boléh dibajar dengan diangsoer (ditjitjil) dan oetang bija-pak ta' dibajar dalam waktoe jang dimestikan. d. Geen boete is verschuldigd over den tijd, verloopen voor de verleening van dit uitstel of van die vergunning tot afbetaling van den pachtschat in payementen, indien deze vergunning- of dat uitstel eerst is verleend na afloop van den in het art. 4*. eerste lid van dit artikel bedoelden termijn. De door den erfpachter gedane betalingen strekken steeds tot kwijting van de schuld, welke het eerst opvorderbaar is geworden. OVERGANG VAN HET ERFPACHTSRECHT; OPDRACHT VAN HET BEHEER AAN EEN GEMACHTIGDE. a. De erfpachter is bevoegd om zijn recht te vervreemden, met hypotheek te belasten en den grond, in erfpacht uitgegeven, met erfdienstbaarheden te belasten, voor het tijdvak van zijn genot. (art. 724 B. W.). b. Hij moet op straffe van eene geldboete van ten hoogste f 100.— (ee honderd gulden) van iederen overgang van het erfpachtsrecht alsmede van de opdracht van het beheer der onderneming aan een gemachtigde, binnen één maand kennis geven aan het Hoofd van het gewest, binnen hetwelk de gronden gelegen zijn, waarop het erfpachtsrecht wordt uitgeoefend. c. Voor de geldigheid van de overdracht van het erfpachtsrecht wordt de vergunning vereischt van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur Behalve: I. als de verplichting tot betaling van den pachtschat nog niet is ingegaan, of II. als aan de overdracht voorafgaat voldoening van hetgeen den Lande toekomt aan pachtschat, berekend tot het einde van het jaar, waarin de overdracht geschiedt d. Tijada diwadjibkan membajar denda boewat waktoe jang bergoena akan memberi tanggoeh atau izin oentoek membajar bija-pak dengan ditjitjil, djikalau izin atau pertanggoehan itoe diberikan setelah waktoe terseboet pada ajat perpasal 41. tama dari pasal ini, laloe. Bajaran-bajaran, jang dibajar oléh ai pemegang pak-toeroen-temoeroen, selamanja dipakai lebih dahoeloe akan meloenaskan oetang jang terlama. MEMBERIKAN HAK PAK-TOEROEN-TEMOEROEN KEPADA ORANG LAIN; MENJERAHKAN PEMEGANGAN KEPADA SEORANG JANG D1KOEWASAKAN. a. Si pemegang pak-toeroen-temoeroen mempoenjaï koewasa akan mendjoewal haknja, memberati hak itoe dengan gadai (hypotheek), dan menaroeh atas tanah itoe tanggoengan-atas-pekarangan (erfdienstbaarheid) dalam waktoe ija boléh mengambil paédah dari tanah itoe (pasal 724 B. H. R). b. Dengan diantjam denda paling banjak f 100.— (seratoes roepijah) sijapapoen jang mengalpakan memberi-tahoe dalam satoe boelan kepada Kepala-kerésidénan, tempat terletak tanah pak-toeroen-temoeroen itoe, tentang memberikan tanahtanah itoe atau menjerahkan pemegangan peroe- pasal 13, sahaan kepada seorang jang dikoewasakan. c. Oentoek sahnja hak pak-toeroen-temoeroen kepada orang lain perloe izin dari Direktoer Pemerintahan-dalam-Negeri Ketjoewali: h bilamana kewadjiban membajar bija-pak beloem moelaï, atau, ÏL bilamana sebeloem menjerahkan hak itoe, telah ditjoekoepi apa jang mesti dibajar kepada Negeri, ja'itoe bija-pak, terhitoeng sampai penghabisan tahoen penjerahan itoe dan djoega denda-denda sebab tijada mem- en aan eventueel verbeurde boeten wegens I 'art. '5. wanbetaling van den pachtschat. d. Terzake van eiken overgang van het erfpachtsrecht of van verdeeling eener gemeenschap ijl geen buitengewone uitkeering daarvoor verschuldigd, (art. 730 B. W.). PRIJSGEVING VAN HET ERFPACHTSRECHT. a. Het erfpachtsrecht kan niet dan met toestemming; van den Gouverneur-Generaal of van de doorj Hem daartoe bevoegd verklaarde autoriteit worart. 61. den prijsgegeven. b. Die prijsgeving geschiedt bij eene ten overstaan van een notaris afgelegde verklaring overeenkomstig door den Gouverneur-Generaal vastgeart. 6\ steld model. (Bijblad No. 7110). c. Zii heeft geen rechtsgevolg alvorens de inhoud der betrekkelijke notarieele acte gerechtelijk is! beteekend aan het Hoofd van het gewest, binneij hetwelk de grond is gelegen, waarop het ertart. 63. nachtsrecht werd uitgeoefend. Van de krachtens het vorige lid gedane beteekening wordt door het Hoofd van gewestelijk bestuur, onder overlegging van het ontvaneen afschrift van het exploit, ten spoedigste kennis gegeven aan den met de bewaring vam de minuten der gerechtelijke acten belasten! ambtenaar, en tevens mededeeling gedaan aanj art. 6*. den Directeur van Binnenlandsch .bestuur, d. Ingeval de afstand van het erfpachtsrecht tenJ doel heeft: I. Verbetering van den titel van aankomst van een bestaand recht van dien aard, of II. Wegneming van aan dien titel klevende ge¬ breken, zullen, ten aanzien van het nieuwjj recht, van toepassing blijven de bepalinge^j voorkomende in de ordonnantiën, welke bij de verleening van het bestaande recht varJ art. 12. kracht waren. bajar bija-pak, ja'ni djika ada denda itoe pasal 5. jang mesti dibajar. d. Pada tijap-tijap penjerahari hak pak-toeroen-temoeroen atau pada membagi-bagi soewatoe hak itoe tijada perloe dibajar bija lagi lebih dari kemestiannja (pasal 730 B. H.E.). MELEPASKAN HAK PAK-TOEBOEN-TEMOEEOEN a. Maka hak-pak-toeroen-temoeroen itoe ta' boléh dilepaskan, melainkan dengan izin Toewan-Besar Goebernoer-Djenderal atau pembesar jang ditoen- pasal 61. djoekkan oléh Goebernoer-Djenderal. b. Maka meiepaskan hak itoe haroes ditetapkan dengan soerat, terboewat dihadapan notaris menoeroet tjontoh jang ditetapkan oléh Toewan- pasal 62. Besar Goebernoer-Djenderal (Bijblad No. 7110). c. Kelepasan hak itoe ta' akan mengoebah keadaan hoekoemnja sebeloemnja isi soerat-akte-notaris itoe diberi-tahoekan dengan djalan hakim kepada Kepala-kerésidénan, tempat pak-toeroen-temoe- pasal 6'. roen itoe terletak. Tentang pemberi-taboean menoeroet ajat tadi maka Kepala-kerésidénan memberi-tahoe dengan segera kepada pegawai jang dwadjibkan menjimpan soerat-soerat-akte-hakim dengan mengoendjoekkan toeroenan soerat pemberi-tahoean itoe kepada pegawai terseboet; djoega dibericahoekannja bal itoe kepada Direktoer Peme- pasal 64. rintahan-dalam-Negeri. d. Bilamana pemberian hak« pak-toeroen-temoeroen ada bermaksoed: I. memperbaiki keadaan hak jang telah ada tentang hal itoe, atau n. Dalam hal menghilangkan tjatjat-tjatjat keadaan hak itoe, maka tentang hak baroe itoe akan ditetapkan djoega peratoeran-peratoeran, jang terseboet pada ordonansi, jang ditetapkan atas hal itoe waktoe ménerima pasal 12. hak tadi. VERVALLENVERKLARING VAN HET ERFPACHTSRECHT. c. De erfpachter kan van zijn recht vervallen worden verklaard ter zake van werkelijke aan het goed toegebrachte schade of van het grovelijk misbruiken daarvan, onverminderd de rechtsvordering tot vergoeding van kosten, schaden en intressen. (art. 7331. B.W.). De erfpachter zal de vervallenverklaring uithoofde van aan het goed toegebrachte schade of misbruik van genot kunnen verhinderen, wanneer hij de zaken in haren vorigen staat herstelt en voor het vervolg voldoende zekerheid geeft. (art. 734 B.W.). b. De vervallenverklaring kan ook worden uitgesproken ter zake van wanbetaling der erfpacht, gedurende vijf op elkander volgende jaren en nadat de erfpachter vruchteloos tot de betaling bij behoorlijk exploit zal zijn aangemaand, ten minste zes weken vóór het aanvangen der rechtsvordering (art. 7332. B.W.). c. Vervallenverklaring van het erfpachtsrecht kan, onverminderd het bepaalde in artikel 733 van het Burgerlijk Wetboek voor Nederlandsch-Indië, geschieden door den Gouverneur-Generaal: I. wanneer de pachtschat over drie jaren niet is voldaan. II. ingeval het erfpachtsrecht was afgestaan onder de voorwaarde, dat binnen den daarbij vermelden termijn een bepaald deel van den grond in cultuur moet zijn gebracht, bij nietvoldoening aan dat beding, ter uitsluitende beoordeeling van den Gouverneur-Generaal en wel op het geheel of een deel dier gronden. In het laatste geval wordt ten verzoeke en art. 7'. art. 8», MEMBATALKAN HAK PAK-TOEEOEN-TEMOEEOEN. o. Maka hak si pemegang pak-toeroen-temoeroen boléh dibatalkan lantaran ija meroesakkan tanah itoe atau tijada mempergoenakan dengan sepatoetnja, dan ija boléh didakwa akan mengganti sekalijan ongkos, keroegian dan boenga-oewang (pasal 7331 B. H. B.). Maka si pemegang tanah itoe boléh menolak pembatalan karena keroesakan atau tijada mempergoenakan dengan sepatoetnja itoe, djikalau ija dapat memperbaiki keadaan tanah itoe lagi seperti dahoeloe, dan dapat menanggoeng seteroesnja bahwa hal itoe tidak akan terdjadi lagi (pasal 734 B.H.E.). b. Pembatalan itoe boléh didjatoehkan djoega lantaran tijada membajar bija-pak dalam lima tahoen bertoeroet-toeroet, dan setelah si pemegang tanah itoe diberi-tahoe sepatoetnja dengan soerat-djoeroe-pintoe akan membajar, tetapi sijasija sadja, dan soerat itoe disampaikan kepadanja sesedikit-sedikitnja enam pekan (minggoe) sebeloem moelaï dakwaan itoe (pasal 733* B. H. E.). c. Pembatalan hak pak-toeroen-temoeroen boléh didjatoehkan djoega oléh Toewan-Besar Goebernoer-Djenderal, dengan tijada mengoerangi segala hal jang terseboet pada pasal 733 dari BoekoeHoekoem-Ea'ijat oentoek tanah Hindia-Belandar I. bilamana bija-pak selama tiga tahoen, tijada pasal 7'. dibajar. H. bilamana hak pak-toeroen-temoeroen diberikan dengan perdjandjian, bahwa dalam témpoh jang ditentoekan sebagian dari tanah itoe mesti telah ditanami; dan perdjandjian itoe tijada ditjoekoepi sebagian atau semoewanja dari tanah itoe menoeroet poetoesan Toewan-Besar Goebernoerpasal 8'. Djenderal. Bilamana kedjadian hal jang kesoedahan ini> na raadpleging van den erfpachter van de toepassing van dien maatregel uitgezonderd, een ter keuze van den Gouverneur-Generaal zooveel mogelijk met de in cultuur gebrachte terreinen in gezamenlijke grootte ongeveer overeenstemmende uitgestrektheid grond, waaronder zooveel doenlijk te begrijpen die gedeelten, welke met het oog op de instandhouding van den bestaanden aanplant of uit anderen hoofde voor de uitoefening van zijn bedrijf voor den erfart. S2. . * pachter inzonderheid noodig zijn. d. vindt niet plaats dan nadat aan den erfpachter of diens rechtverkrijgenden, zoomede aan de hypotheekhouders, door of vanwege den Gouverneur-Generaal het voornemen daartoe, vergezeld van eene uitnoodiging om het verschuldigde te voldoen, is beteekend bij gerechtelijk acte, waarin een termijn van drie maanden wordt gesteld om alsnog de achterstallige pachtpenningen en boeten art. 7\ te voldoen. e. geschiedt bij een aan den erfpachter of diens rechtverkrijgenden gerechtelijk te beteekenen en art. met redenen omkleed besluit. 1. De gewezen erfpachter of diens rechtverkrijgenden zijn gehouden om binnen acht dagen na de beteekening van het besluit, het perceel te ontruimen en ter vrije beschikking van de Regeering te stèUèn, waartoe zij met behulp van den sterken arm en op hunne kosart. 92. ten kunnen worden genoodzaakt. 2. De in de artikelen 6, 7 en 9 bedoelde beteekeningen geschieden met inachtneming van het Reglement op de Burgerlijke Rechtsart. 10. vordering. EINDE VAN HET ERFPACHTSRECHT. a. Wanneer het erfpachtsrecht door het verloop des tijds is geëindigd, wordt hetzelve niet stilzwij- maka atas permintaan dan moepakatnja si pemegang pak-toeroen-temoeroen, diketjoewalikan daripada itoe sebagian tanah itoe kira-kira sama loewasnja dengan bagian tanah jang telah ditanaminja, seboléh-boléhnja dengan mengingat keperloean bagian-bagian tanah jang telah ditanami itoe atau jang perloe sekali oentoek pekerdjaan si pemegang pak-toeroenpasal 82. temoeroen itoe. d. ta' akan dilakoekan, sebeloemnja kehendak itoe diberi-tahoekan dengan soerat-akte-hakim kepada si pemegang pak-toeroen-temoeroen atau jang dikoewasakannja, djoega kepada jang memegang gadai (hypotheek) atas tanah-tanah itoe, oléh atau atas nama Toewan-Besar Goebernoer-Djenderal, dan dalam soerat-akte itoe diseboetkan djoega soepaja ketinggalan pembajaran ja'itoe bija-pak dan denda-denda ditjoekoepi dalam tiga pasal 7\ boelan. e. ditetapkan dengan soewatoe beslit jang diberi-tahoekan kepada si pemegang pak-toeroen-temoeroen atau jang dikoewasakannja dengan djalan pasal 9'. hakim dan dengan diseboetkan sebab-sebabnja. 1. Maka bekas pemegang pak-toeroen-temoeroen itoe atau jang dikoewasakannja haroes me- i ninggalkan tanah persil itoe dalam delapan hari setelah menerima beslit itoe, laloe menjerahkan lagi tanah itoe kepada Pemerintah. Dan bilamana tanah itoe tijada diserahkannja, maka boléhlah ija dipaksa dengan perbantoean polisi dan ongkos-ongkosnja atas- tanggoengan jang memegang tanah itoe. 2. Pemberi-tahoean terseboet pada pasalpasal 6, 7 dan 9 didjalankannja dengan meng- pasal 10. ingati Eeglemèn Penoentoetan-Hoekoem. PENGHABISAN HAK PAK-TOEROEN-TEMOEROEN. a. Bilamana pak-toeroen-temoeroen telah laloe, maka hak itoe ta' boléh dianggap hidoep teroes gend vernieuwd, doch kan het hij voortduring blijven bestaan tot wederopzegging toe. (art. 732. B.W.). d. Bij het eindigen van zijn recht, kan hij, (de erfpachter), wegnemen alle zoodanige door hem gestelde gebouwen of gemaakte beplantingen, waartoe hij, uit kracht der overeenkomst, niet gehouden was; doch hij is verplicht de schade te vergoeden welke door dit wegnemen aan den grond mocht veroorzaakt zijn. Niettemin heeft de grondeigenaar recht van terughouding op die voorwerpen, totdat de erfpachter hem het verschuldigde volledig voldaan heeft. (art. 725. B. W.). c. De erfpachter is onbevoegd om van den grondeigenaar te vorderen, dat hij de waarde betale van de gebouwen, werken, betimmeringen en beplantingen, hoegenaamd, welke eerstgemelde heeft gemaakt en die zich bij het eindigen der erfpacht op den grond bevinden, (art. 720. B. W.). d. Bij het eindigen van het erfpachtsrecht heeft de eigenaar tegen den erfpachter eene personeele rechtsvordering tot vergoeding der kosten, schaden en interessen, veroorzaakt door nalatigheid en gebrek van onderhoud van het erf en voor de rechten, die de erfpachter door zijn schuld mocht hebben laten verjaren, (art. 731. B. W.). TE NIET GAAN VAN HET EBFPACHTBECHT. Erfpachtsrecht gaat op dezèlfde wijze te niet als bij artikelen 718 en 719 opzichtelijk het recht van opstal is bepaald (art. 736. B. W.). d.i. 1. door vermenging; 2. door het te niet gaan van den grond; dengan didijamkan sahadja, akan tetapi boléh dilandjoetkan dengan permintaan baroe. (pasal 732 B. H. E.). b. Pada penghabisan hak, maka ija boléh mengambil sekalijan perboewatan-perboewatan atau tanam-tanaman, jang tijada diwadjibkan ditanamnja menoeroet perdjandjian; akan tetapi ija diwadjibkan mengganti keroegian atas keroesakan jang dilakoekannja di tanah itoe lantaran pengambilan tadi. Akan tetapi jang mempoenjaï tanah boléh menahan barang-barang itoe, sampai si pemegang paktoeroen-temoeroen itoe telah meloenaskah oetangoetahgnja kepadanja (pasal 725 B. H. R.). e. Si pemegang pak-toeroen-temoeroen sama sekali tijada mempoenjaï kekoewasaan boewat meminta ganti dari jang mempoenjaï tanah, soepaja dibajarnja harga roemah-roemah, perboewatan-perboewatan, ketoekangan dan tanam-tanaman, jang telah diboewat oléh si pemegang itoe dan pada penghabisan pak-toeroen-temoeroen itoe masih ada di tanah itoe. (pasal 720 B. H. R.). d. Pada penghabisan hak pak-toeroen-temoeroen maka jang mempoenjaï tanah berkoewasa meminta dari si pemegang pak itoe soepaja digantinja ongkos, keroegian dan boenga, jang terdjadi lantaran kealpaan dan koerang pemeliharaan tanah itoe dan bagi hak-hak jang telah laloe djandjinja lantaran kealpaan si pemegang itoe (pasal 731 B. H. R.). HTLANGNJA HAK PAK-TOEROEN-TEMOEROEN. Hilangnja hak pak-toeroen-temoeroen ini seperti hilang hak-penjéwaan-pekarangan djoega seperti terseboet pada pasal 718 dan 719 B. H.R. (pasal 736 B. H. R.). ja'itoe: 1. lantaran bertjampoer; 2. lantaran hilangnja tanah itoe; 3. door de verjaring van 30 jaren; 4. na verloop van den tijd, bij de vestiging bedongen of bepaald, (art. 718 B.W.). Indien geene bijzondere bedingen of bepalingen omtrent het eindigen vin het recht van opstal gemaakt zijn, zal de eigenaar van den grond hetzelve kunnen doen ophouden, doch niet vroeger dan na verloop van dertig jaren, mits ten minste een jaar te voren aan dengene, die het recht van opstal heeft, bij behoorlijk exploit aanzegging doende, (art. 719 B.W.). 3. lantaran laloenja djandji jang 30 tahoen; 4. setelah laloenja waktoe jang didjandjikan ditentoekan pada permoelaan djandji (718). Bilamana tijada perdjandjian atau peratoeran teristiméwa tentang berhenitinja hak penjéwaan pekarangan, maka jang mempoenjaï tanah boléh memperhentikan hak. itoe, akan tetapi tijada boléh sebeloem laloe tiga poeloeh tahoen, ja'ni bila satoe tahoen sebeloem habisnja waktoe itoe diberi-tahoekan pemberhentian itoe kepada jang mempoenjaï hak-penjéwaanpekarangan itoe dengan soerat-djoeroe-pintoe (719). HOOFDSTUK III. DE BEPALINGEN. b. Kleine landbouw. Staatsblad 1904 Ifo. 326, zooals dat is gewijzigd en aangevuld bij Staatsblad 1905 No. ■ 153 en 1908 No. 263. AGRARISCHE AANGELEGENHEDEN. LAND. BOUW. TUINBOUW. ERFPACHT. Regelen omtrent den afstand van grond en de verschaffing van geldelijken bijstand van Staatswege tot uitoefening van den kiemen land- of tuinbouw door minvermogende Europeanen en met dezen gelijkgestelden. Eerstelijk: Voor zooveel noodig onder nadere Koninklijke goedkeuring, met intrekking der ordonnantie van 20 Mei 1902 (Staatsblad No. 208), te bepalen: Artikel 1. Vaststelling (1) uitoefening van het „kleine-landbouw-" van de ma-of „tuinbouwbedrijf" worden aan minvermogende ximum-nitge-Europeanen of met dezen gelijkgestelden, ingezetenen strektheid zijnde van Nederlandsch-Indië, tot eene uitgestrekterfpackt'uit^6^ van ten hoogste tien bouws van 500 vierkante te geven voorBijnlandsche roeden in erfpacht uitgegeven gronden, kleinen land-ingevolge de bestaande voorschriften van afstand bouw. met (ijen titel niet uitgesloten, waaronder begrepen BAB IJl. KETENTOEAN. b. Pertania n-k e t j i 1. Staatsblad 1904 Ufo. 326, dioebah dan ditambali pada Staatsblad 1905 No. 153 dan 1908 No. 263. PERKARA-PERKARA JANG BERHOEBOENGAN DENGAN HOEKOEM-TANAH. PERTANIAN-KETJIL ATAU PEROESAHAAN-KEBOEN. PAK-TOEROENTEMOEROEN. Peratoeran tentang memberikaïr^Éanah, dan perbantoean oewang 'oléh. Negeri oentoek memperoesahakan pertania-ketjil atau peroesahaan-keboen oléh orang bansa Éropah dan sesamanja jang tijada mampoe. Pertama: Dengan seperloenja akan ditetapkan oléh firman-Radja dan dengan mentjaboet ordonansi dari 20 Mei 1902 (Staatsblad No. 208), akan ditetapkan poela: Pasal 1. Ketetapan (1) Oentoek mendjalankan „pertanian-ketjil" berapa seloe-atau „peroesahaan-keboen" maka boléhlah diberikan WiHa' tanah" ^eP a oranS bangsa Éropah dan sesamanja jang boléh dibeii-^a<^a mamPoe> dan mendjadi pendoedoek Hindia^ kan bagi pak-Belanda, tanah-tanah jang loewasnja tijada lebih dari toeroen-te- sepoeloeh baoe dari 500 toembak (oebin = Rijnlandmoeroen sche roe) bagi pak-toeroen-temoeroen, menoeroet pesnjD* j?4»f" ratoeran-peratoeran jang ada tentang pemberian ta- No. 7/B.B. 5 gronden, door Inlanders ontgonnen of als gemeene weide of uit anderen hoofde tot de dorpen behoorend, mits de Inlandsche rechthebbenden met prijsgeving hunner rechten den grond vrijwillig hebben verlaten. De slot-woorden van deze alinea maken het derhalve mogelijk, dat in tegenstelling met de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van gronden voor den „grooten landbouw", ook ontgonnen gronden, in erfpacht kunnen worden uitgegeven, mits de rechthebbenden van hun rechten afstand hebben gedaan. Idem (2) Voor hetzelfde doeleinde worden aan als voor hleinenrechtspersoon erkende, in Nederlandsch-Indië gela°,lbouw» vestigde philantropische vereenigingen tot eene uitrechtsper- gestrektheid van ten hoogste vijfhonderd bouws, soon erkendein erfpacht uitgegeven gronden, als bedoeld bij de nlantropi- vorige alinea, in dit geval behoudens inachtneming sche vereeni-van het bepaalde onder lett. b der Koninklijke be^"oefenen slissmg, van welke aanteekening is gehouden bij artikel 1 van het besluit van 4 Augustus 1875 No. 47 (Bijblad No. 3020). Bedoelde Koninklijke Beslissing luidt: „dat bij uitgifte van gronden in erfpacht of in huur door de Regeering moet worden in het oog gehouden, dat slechts woeste gronden — d.i. gronden niet door Inlanders ontgonnen, noch als gemeene weide of uit eenigen anderen hoofde tot de dorpen behoorende — mogen worden afgestaan voor landbouwondernemingen of buitenverblijven, en dat alleen dan, wanneer in een perceel woeste gronden, 'twelk de Regeering in erfpacht of huur wenscht af te staan een of ander stukje bebouwde grond geënclave«1',d mocht liggen, dat stukje grond, krachtenb artikel 9a van het Koninklijk besluit, houdende nadere regeling van eenige agrarische aangelegenheden (Indisch Staatsblad 1870 No. 118 en 1872 No. 116) in den afstand kan begrepen worden, nah dengan hak itoe, dengan tijada mengetjoewalikan tanah-tanah, jang diboeka oléh Boemipoetera atau masoek kepoenjaan désa lantaran mendjadi pangonan 'oemoem atau lantaran sebab-sehab lain, djikalau orang Boemipoetera jang mempoenjaï hak atas tanah itoe telah meninggalkan tanah itoe dengan kemaoeannja sendiri serta meiepaskan haknja atas tanah itoe. Djadi menoeroet perkataan jang achir dari ajat ini, tanah jang telah dioesahakan boléh djoega diberikan bagi pak-toeroen-temoeroen, bilamana jang mempoenjaï hak atas tanah itoe telah meiepaskan haknja. Hal ini berlainan dengan peratoeran tentang memberikan tanah oentoek „pertanian-besar" BemoekCr (,2) J.?°eWat maksoed 3anS seperti" itoe djoega koempodu m dlbenkanlah kepada perkoempoelan-kedermaan .kedermaan 3an& telah diakoe sah dan adanja di tanah Hindiaioewat men-Betenda, tanah paling banjak lima ratoes baoe oendjalankan toek pak-toeroen-temoeroen, menoeroet ajat tadi; ^kétHT °' dalam hal ini haroes diinSati ianS terseboet pada • hoeroef b dari firman-Radja, jang ditetapkan pada pasal 1 dari firman 4 Augustus 1875 No. 47 (Bijblad No. "3020). Maka firman-Eadja itoe boenjinja: „bahwa dalam memberikan tanah bagi paktoeroen-temoeroen atau bagi diséwa bijasa haroes diingati oléh Pemerintah, bahwa hanjalah tanah-lepas jang boléh diberikan goena peroesahaan pertanian atau roemah-roemah taman ja'ni tanah jang tijada diboeka oléh Boemipoetera atau mendjadi kepoenjaan désa lantaran boewat pangonan 'oemoem atau lantaran sebab-sebab lain; maka tanah, jang telah ditanami dan jang terletak di tengah tanahtanah-lepas jang akan diberikan bagi paktoeroen-temoeroen atau diséwakan bijasa oléh Pemerintah, hanjalah diberikan, bilamana menoeroet pasal 9a dari firman-Radja tentang peratoeran-peratoeran Hoekoem-Tanah (Staatsblad Hindia 1870 No. 118 dan 1872 No. 116) jang mempoenjaï hak atas tanah itoe maoe meiepaskan haknja itoe. wanneer de rechthebbende genegen is om va zijn recht af te zien". Oversein ij- (3) Wanneer zulks, ter beoordeeling van del ding van Gouverneur-Generaal, in het belang van de voorgj 'eerste lid* nomen oprichting eener landbouw- of tuinbouv «esteld maxi-üoeve uoodig of wenschelijk blijkt, kan de in c mumismoge-eerste alinea van dit artikel gestelde maximum-ui lijk. gestrektheid van tien bouws worden overschredil tot ten hoogste vijf en twintig bouws van 500 vial kante Rijnlandsche roeden (St. 1908 : 263). Bijvoeging gegrond op het kabinets-rescri van 19 November 1907 No. 20 (Bijbli No. 6787). Artikel 2. Verschaffing Overeenkomstig door den Gouverneur-General van Staats- Vast te stellen beginselen kan van Staatswege geldj n^BhWi'k^Mi bijstand worden verschaft aan personen, al 'steun aan bedoeld bij de eerste alinea van het vorig artika klein-land- ten behoeve van de oprichting van „1 a n d b o u w-l bouwers of „t uinb o u wh o e ven". Deze beginselen zijn neergelegd in de bij hl Gouvernements-beslnit van 5 Augustus 194 No. 34 (Bijblad No. 6050 jo. No. 6677) val gestelde voorschriften tot uitvoering der ordol nantie in Staatsblad 1904. No. 326. Zie hierachter. Artikel 3. Voorschrif- De bij artikel 1 bedoelde afstand in erfpacht g ten betref- schiedt overeenkomstig de nopens de uitgifte op aai fende het vraag van domeingrond met dien rechtstitel h van^d^in staande en de nader ter zake uit te vaardige art. 1 bepalingen, met dien verstande dat: bedoelde erfpachts-aaavragen. Batas jang (3) Bilamana menoeroet timbangan Toewan-Besar Pa,il,9 loewasGoebernoer-Dj enderal boewat mendirikan pertanian iaiiw* terse- [boet pada a^ai1 Peroesabaan keboen jang termaksoed, njata perjtjat pertama l°e, maka batas paling loewas jang ditentoekan seI tadi bo'éh poeloeb baoe terseboet pada ajat pertama dari pasal I djoega di- boléh diléwati sampai doewa poeloeh lima baoe lewati. dari 500 toembak perSegi (St. 1908 : 263). Tambahan ini menoeroet firman-Radja dari 19 November 1907 No. 20 (Bijblad No. 6787). Pasal 2. Pemberian Menoeroet alasan-alasan jang akan ditetapkan pertolongaiiolék Toewan-Besar Goebernoer-Djenderal maka PePemerintah menn*an boléh memberi pertolongan oewang kepada bagi pem- orang-orang jang terseboet pada ajat pertama dari Nutoe orang-pasal tadi, goena mendirikan „tanah-pertanian" orang tani- atau „tanah-peroesahaan-keboen". I ketjll. Maka alasan-alasan itoe diatoer pada pera- toeran-peratoeran oentoek mendjalankan ordonansi dalam Staatsblad 1904 No. 326 dan ditetapkan pada firman-Goebernemén dari 5 Augustus 1904 No. 34 (Bijblad No. 6050 jo. No. 6677). Iihatlah dibelakang ini. Pasal 3. Peratoeran Pemberian tanah oentoek pak-toeroen-temoeroen tentang pe- menoeroet pasal 1 didjalankan seperti pemberian atas' 'permo- atas Perm°bonan tanah-Negeri oentoek hak itoe dan honan oen- menoeroet ketentoean jang akan ditetapkan tentang ftoek pak- bal itoe dengan mengingati: jtoeroen-teinoeroen se>erti termaksoed dalam I pasal ini. Maximum- a. het maximum van den .jaarlijks te vorderen pachtschat. pachtschat één gulden per bouw bedraagt; Daar van b. de afstand geschiedt voor niet langer dan v ij f en twintig jaren, met dien verstande, dat het erfpachtsrecht telkens voor ten hoogste dat tijdsverloop en met vordering van geen hoogeren canon dan sub a bepaald, wordt vernieuwd indien de grond ten genoegen der Regeering voor het beoogd doel is gebezigd. (St. 1908 : 263). zoo noodig vrijstelling wordt verleend van de betaling der kosten van opmeting en kaarteering van den grond en van het zegelrecht voor de minuut en de aan belanghebbende uit te reiken grosse der akte van inschrijving van het erfpachtsrecht, zoomede van legesgelden voor de opmaking van het bewijs van erfpacht. De Koninklijke goedkeuring hierop werd verleend bij kabinets-reseript van 11 October 1905 No. 36 (Staatsblad 1905 No. 586). Voor het onderzoek raadplege men afdeeling A. van deze aflevering. De bepaling van den pachtschat geschiedt met inachtneming van alle daartoe geschikte factoren: ligging van het perceel; aard en vruchtbaarheid der gronden; afstand tot markten, spoor- of tramhalten, groote plaatsen enz. Voor het verleenen van de vrijstellingen sub c bedoeld, dienen de plaatselijke ambtenaren de noodige voorstellen in of verschaffen zij daartoe de noodige gegevens. het erfpachtsrecht. Vrijstelling c. van verschillende onkosten, aan de aanvrage verbonden, is mogelijk. Bija-pak a. jang sebanjak-banjaknja. Lamanja g hak pak-toeroen-temoeroen. Kebébasan c. belandjabelandja berin at jammal jam jang dihoeboeng- kan kepada permohonan boléh djoega diberikan. bahwa bija-pak oentoek satoe tahoen paling banjak satoe roepijah bagi satoe baoe: bahwa pemberian tanah itoe tijada lebih dari doewa poeloeh lima tahoen, dengan ditentoekan bahwa hak pak-toeroen-temoeroen itoe boléh dilandjoetkan tetapi tijap-tijap kali tijada boléh lebih dari 25 tahoen djoega, dan dengan bija-pak jang tijada lebih dari jang terseboet pada a, ja'ni bilamana tanah itoe telah dipergoenakan dengan sepatoetnja; segala sesoewatoenja menoeroet pertimbangan Pemerintah (St. 1908 : 263). bilamana perloe, boléh diberi kebébasan daripada membajar ongkos-ongkos mengoekoer dan menggambarkan tanah itoe dan daripada membajar oewang ségel oentoek memboewat soerat-asal-akte memasoekkan kedalam register pak-toeroen-temoeroen dan toeroenannja bagi si pemohon itoe; djoega dibébaskan daripada membajar oewang oepahan bagi memboewat soerat keterangan paktoeroen-temoeroen itoe. Maka izin Bad ja atas hal ini diberikan dengan firman-Badja pada 11 October 1905 No. 36 (Staatsblad 1905 No. 586). Tentang pemeriksaannja haroes dilihat bagian A dari djilid ini. Menentoekan bija-pak itoe haroes dengan mengingati djoega segala keadaan: terletaknja tanah persil itoe, roepa dan ke- Bsoeboeran tanah-tanah itoe; djaoehnja dari pasar-pasar, perhentian keréta-api atau trèm, negeri-negeri besar dan sebagainja. Bagi memberi kebébasan jang termaksoed pada e, maka pegawai-pegawai (prijaji-prijaji) di tempat-tempat itoe haroes mengoendjoekkan voorstel-voorstel jang perloe atau memberi keterangan tentang hal itoe. Artikel 4. Vervallen- (1) Onverminderd de eventueel in de erfpachtsverklaring acte omschreven bijzondere bedingen van dien aard, ^actat re*ht kan bet krachtens artikel 1 dezer ordonnantie ver^* , . leend erfpachtsrecht door den Gouverneur-Generaal worden vervallen verklaard ingeval van: a. overdracht van dat recht zonder vergunning van het betrokken Hoofd van gewestelijk bestuur; b. verkaveling of splitsing wegens versterf of andere redenen; c. niet-voldoening aan uit hoofde van verschaften geldelijken bijstand, als bedoeld bij artikel 2 hiervoren, op den erfpachter rustende verplichtingen. SL De gewezen erfpachter (of diens rechtverkrijgenden) mag binnen een maand (welke termijn door den Resident kan worden verlengd) na de gerechtelijke beteekening van de vervallenverklaring de door hem opgerichte opstallen van den grond verwijderen. 2. Heeft hij voor die oprichting bouwcrediet gehad en is dat nog niet geheel teruggestort dan mag hij niet tot het verwijderen dier opstallen overgaan, in verband met de t >y_ aan de crediet-verleening verbonden voorwaarde, dat die opstallen in bedoeld geval het eigendom van het Land zijn. 3. Na aanzuivering van al het verschuldigde, herkrijgt hij de hierboven bedoelde bevoegdheid tot het weghalen zijner gebouwen. 4. Opstallen, na ommekomst van den bovenbedoelden termijn nog niet weggehaald, zijn het eigendom van het Land. 5. Het vermelde onder Nos. 1, 2, 3 en 4 geldt eveneens bij weigering van verlenging van den erfpachtstennijn, indien de grond niet ten genoegen der Regeering voor het met den Pasal 4. Hembatalkan (1) Dengan tijada mengoerangi segala perdjankak pak-toe-djian-perdjandjian teristiméwa jang terseboet pada roen-lemoe- SOerat-akte pak-toeroen-temoeroen, maka menoeroet pasal 1 dari ordonansi ini Toewan-Besar GoebernoerDjenderal boléh membatalkan hak pak-toeroen-temoeroen jang telah diberikan, bilamana: a. hak itoe diserahkan kepada orang lain tijada dengan izin Kepala-kerésidénan. b. lantaran dibagi-bagi sebab jang pegang pak-toeroen-temoeroen meninggal doenija atan sebab lain-lain. c. tijada mentjoekoepi kewadjiban pemegang pak toeroen-temoeroen, sebab ija telah diberi bantoean beroepa oewang menoeroet pasal 2 jang terseboet. tadi. 1. Bekas pemegang pak-toeroen-temoeroen (atau jang djadi gantinja) boléh mengambil segala perboewatan di tanah itoe dalam seboelan sehabisnja soerat pembatalan hakim diberi-tahoekan kepadanja; maka Bésidén boléh memberi témpoh lebih dari seboelan itoe. 2. Bilamana oentoek mendirikan perboewatan itoe ija mendapat pemindjaman-pertanian, dan pemindjaman itoe beloem diloenaskan semoewanja, maka ta'boléhlah ija mengambil perboewatan (roemah-roemah, bangsal-bangsal dan sebagainja), jang diatas tanah itoe, berhoeboeng dengan perdjandjian jang ditentoekan waktoe memboewat pemindjaman itoe, ja'ni bahwa perboewatan-perboewatan itoe mendjadi kepoenjaan Negeri sebeloem diloenaskan pemindjaman itoe. 3. Setelah diloenaskannja oetang tadi maka diperoléhnja lagi kekoewasaan akan mengambil perboewatan-perboewatan itoe. 4. Perboewatan-perboewatan jang beloem diambil pada penghabisan témpoh pak, mendjadi kepoenjaan Negeri. 5. Apa jang terseboet pada No. 1, 2, 3 dan 4 didjalankan djoega, bilamana i«in melandjoetkan témpoh pak tijada diberikan, ja'ni djikalau tanah ta' dipergoenakan seperti kemaoean Pe- afstand bedoeld doeleinde is gebezigd, met dien verstande, dat de bij die bepalingen gestelde tijdsruimte van één maand alsdan een aanvang neemt op den dag na dien der expiratie van den pachttermijn (§ 7 van Bijblad No. 6050). Deze ge- (2) De vervallen verklaring geschiedt bij een, sckiedt bij aan den gewezen erfpachter of diens rechtverkrijgenrechteliike den ^ gerecntelijke akte te beteekenen, met redenen acte te betee- omkleed besluit, kenen be- Het betrekkelijk Gouvernements-besluit wordt gloit. bij deurwaarders-exploit aan den betrokkene beteekend d.w.z. het moet dezen door den deurwaarder of eenig ander tot het doen beteekenen van gerechtelijke acten bevoegd beambte in afschrift worden overgegeven, vata. welke verrichting bedoelde beambte een relaas opmaakt en dit zoo mogelijk door den betrokkene doet mede-ondertéekenen. Maatregelen, (3) Tot de vervallenverklaring wordt niet o verte nemen gegaan dan nadat aan den erfpachter of diens rechtvervtülen * verkr^Senden door of vanwege den Gouverneurverklarino- Generaal het voornemen daartoe bij gerechtelijke wordt over- akte is medegedeeld, zullende, ingeval van niet-nagegaan. koming der bij de eerste alinea sub c van dit artikel bedoelde verplichtingen, een termijn van minstens twee maanden worden gesteld om alsnog aan die verplichtingen, te voldoen. Omtrent de bovenbedoelde beteekening van de betrekkelijke akte, zie men de aanteekening bij het vorig lid. Verplichting; (4) Indien beteekening der vervallenverklaring tot ontrni- heeft plaats gehad, zijn de gewezen erfpachter of noods met °-^ens rechtverkrijgenden gehouden den grond te ontdwang. ruimen en kunnen zij hiertoe, zoo noodig, met behulp van den sterken arm worden genoodzaakt. Artikl 5. Instelling Waar, in verband met de plaatselijke omstandigvan de z g.n. heden en ontvangen aanvragen tot afstand van grond, kolonisatie- naar het oordeel van het Hoofd van gewestelijk becommtssie. s^uur (jaartoe termen bestaan, worden ter bevorde- merintah waktoe tanah itoe diberikannja; dengan ditentoekan, bahwa peratoeran tentang memberi témpoh satoe boelan didjalankan moelaï terhitoeng dari penghabisan témpoh pak (§ 7 dari Bijblad No. 6050). Foetoesan (2) Pembatalan pak-toeroen-temoeroen itoe di1 tSiif keFi" d;ialaiïkan denga» beslit jang diberi-tahoekan dengan dengan we-SOerat^e"hakim kePada pemegang pak-toeroenratbesI|tdantemoeroen itoe atau ianS mendjadi gantinja. dengan per- Maka beslit Goebernemén itoe diberi-tahoe- antaraan kan kepadanja dengan soerat djoeroe-pintoe, soerat-akte- ja'itoe toeroenan dari soerat pemberi-tahoean hakim. itoe haroes disampaikan kepadanja oléh djoe¬ roe-pintoe atau pegawai jang dikoewasakan dalam hal itoe; dan pegawai ini haroes memboewat soewatoe rentjana dari pemberi-tahoean itoe dan seboléh-boléh disoeroeh tanda tangani oléh jang diberi-tahoe itoe. Daja oepaja (3) Maka pembatalan itoe tijada didjalankan mesebeloem lainkan setelah pemegang pak atau jang mendjadi didSSn' gantinja olék atau atas nama Toewan-Besar Goeber' noer-Djenderal diberi-tahoe tentang kehendak itoe dengan soerat-akte-hakim dan bilamana apa, jang terseboet pada ajat pertama sub c dari pasal ini, tijada ditjoekoepi, boléhlah diberi témpoh doewa boelan lagi akan mentjoekoepi kewadjiban itoe. Tentang memberi-tahoekan dengan soeratakte terseboet, lihatlah tjatetan pada ajat tadi. Rewadjiban (4) Bilamana pembatalan telah diberi-tahoekan, meninggal- maka bekas pemegang pak atau iansr diadi frantinm. djika perio'e diwad^ibkan meninggalkan tanah itoe dan djika perdeiigan di- loe W061* boléh dipaksa dengan kekoewatan poelisi. paksa. Pasal 5. Mendirikan Berhoeboeng dengan keadaan tempat dan per„koemisi- mohonan-permohonan akan tanah, maka bilamana kolonisasi . menoeroet pertimbangan Kepala-kerésidénan perloe, boléh didirikannja „koemisi-kolonisasi" jang atoer- ring en ondersteuning van het onderwerpelijk bedrijf, zoomede tot uitoefening van een algemeen toezicht op het gebruik der ingevolge artikel 2 verstrekte gelden en de vervulling, der in verband daarmede op den erfpachter rustende verplichtingen, „kolonisatie-commissiën" ingesteld, welker, wijze van samenstelling, werkkring en bevoegdheid geregeld worden door den Gouverneur-Generaal. De samenstelling, werkkring en bevoegdheid dier commissiën zijn geregeld bij Gouvernements-besluit van 5 Augustus 1904 No. 34. De instelling, samenstelling en aanvulling dier commissiën heeft plaats door het Hoofd van gewestelijk bestuur, bij besluit, met omschrijving van het ressort en de standplaats dier colleges. Het Hoofd van plaatsebjk bestuur is ambtshalve lid en Voorzitter. Zooveel mogelijk dient te worden getracht in die colleges zitting te geven aan een of meer personen van beproefde ervaring op landbouwkundig gebied. Van bovenbedoelde besluiten wordt aan de Eegeering en aan den Directe» van Binnenlandsch Bestuur mededeeling gedaan. Het Hoofd van gewestelijk bestuur is bevoegd om de taak dier commissiën binnen de grenzen van de algemeene omschrijving van artikel 5 der ordonnantie nader te regelen. Het proces-verbaal der commissie van onderzoek wordt, indien tevens het verzoek om geldelijken steun gedaan is, in handen van de plaatselijke kolonisatife-conimissie gesteld om advies nopens de vraag, in hoever en onder welke voorwaarden dat verzoek zou kunnen worden ingewilligd. Bedoelde commissiën verschaffen voorts zooveel mogekjk steun en voorüchting aan de klein-landbouwers en de filantropische instellingen bedoeld in artikel 1 lid 2 der ordonnantie, nopens de regeling van het bedrijf, bereiding en afzet der verkregen producten enz. Voorts zien zij toe op de vervulling hunner verplichting door de klein-landbouwers, het gebruik en de terugbetaling der verleende credieten enz. an soesoenannja, pekerdjaannja dan koewasanja diatoer oléh Toewan-Besar Goebernoer-Djenderal. Maka koemisi ini goenanja oentoek memadjoekan dan membantoe pentjaharian terseboet, dan mengamat-amati djalan memakai oewang, jang diberikan menoeroet pasal 2, dan hal mentjoekoepi kewadjiban jang dikenakan kepada pemegang paktoeroen-temoeroen itoe. Soesoenan pekerdjaan dan kekoewasaan koemisi itoe diatoer pada firman-Pemerintah pada 5 Augustus 1904 No. 34. Pendirian, soesoenan, dan mentjoekoepkan koemisi itoe ditetapkan oléh Kepala-kerésidénan dengan beslit serta diterangkan djadjahannja dan tempat kedoedoekannja koemisi itoe. Maka Kepala-negeri mendjadi anggota dan Kepala dari koemisi itoe, karena djabatannja. Seboléh-boléhn-ja dipilih akan anggotannja satoe atau beberapa orang jang telah banjak pendapatannj a tentang pertakian. Maka beslit-beslit tadi diberi-tahoekanlah kepada Pemerintah dan kepada Direktoer Pemerintahan-dalam-Negeri. Kepala-kerésidénan dikoewasakan akan mengatoer pekerdjaan koemisi itoe dalam djadjahannja seperti terseboet pada pasal 5 dari ordonansi itoe. Porsés-perbal koemisi pemeriksaan, bilamana ada permohonan meminta perbantoean oewang djoega, diserahkan kepada koemisi-kolonisasi itoe akan meminta pertimbangannja tentang. permohonan itoe, patoetkah atau tijada permohonan itoe diizinkan dan kalau patoet, dengan perdjandjian apa? Koemisi-koemisi itoe memberi seboléh-boléh perbantoean atau keterangan kepada orangorang tani-ketjil dan perkoempoelan kedermaan, terseboet pada pasal 1 ajat % dari ordonansi ini; djoega tentang peratoeran pentjaharian itoe, persedijaan dan pendjoewalan kehasilan jang didapati dan sebagainja. Djoega ija mengamat-amati tentang mentjoekoepi kewadjiban oléh orang-orang tani ketjil, djalannja memakai dan mengangsoer (menitjil) pemindjaman jang telah diperoléhnja dan sebagainja. Zij doen daartoe de noodige mededeelingen en voorstellen en ontvangen alle regelingen, beschikkingen en aanschrijvingen, waarvan de kennisneming voor een goede uitvoering harer taak noodzakelijk is, zullende voorts door die colleges jaarlijks, voor het einde des jaars, aan den Eesident een omstandig verslag worden uitgebracht omtrent hare werkzaamheden en den stand en de vooruitzichten van het klein-landbouwhedrijf in haar ressort (§§ 8 en 9 van Bijblad No. 6050). Overgangsbepaling: Gronden, welke bij het in werking treden van deze ordonnantie reeds in erfpacht zijn toegezegd op den voet van artikel 1 § 2 van het besluit van 20 Juni 1901 No. 10 (Bijblad No. 5611) kunnen op denzelfden voet met dat recht worden afgestaan. (St. 1905 : 153). Maka ijapoen melakoekan pemberi-tahoean dan memboewat voorstel-voorstel jang perloe* serta menerima segala peratoeran, kepoetoesan dan pemberi-ingat jang perloe oentoek mendjalankan pekerdjaan itoe dengan sebetoelnja; dan lagi tijap-tijap tahoen sebeloem penghabisan tahoen itoe hendaklah dioendjoekkan oléh koemisi itoe soewatoe pemberitaan kepada Eésidén tentang pekerdjaannja, keadaan dan peratoeran pentjaharian pertanian-ketjil dalam djadjahannja. 8 dan § 9 dari Bijblad No. 6050). Ketentoean peroebahan. Tanah-tanah, jang pada waktoe ordonansi ini moelaï berlakoe telah didjandjikan akan diberikan oentoek pak-toeroen-temoeroen menoeroet pasal 1 § 2 dari firman ddo. 20 Juni 1901 No. 10 (Bijblad No. 5611) boléh diberikan dengan hak itoe djoega menoeroet atoeran-atoeran itoe. (St. 1905 : 153). HOOFDSTUK IV. Omtrent het verleenen van Staatswege van geldelijken bijstand aan z. g. n. klein-landbouwers, bedoeld in artikel 2 van de ordonnantie, gelden de volgende voorschriften. (Bijblad No. 6050). grond- le. Men onderscheidt ten deze bouw- bedrijfs- crediet. 2e. Grondcrediet wordt verleend voor de oprichting \ van land- en tuinbouwhoeven tot een bedrag van % van de waarde van den grond, door Inlanders; daartoe met prijsgeving hunner rechten vrijwil- i lig verlaten indien: a. die hoeven den landbouwer een voldoend zelfstandig bestaan kunnen verschaffen; 0. de aanvragers geschikt zijn tot den land-j bouw-arbeid en door het bezit van de middelen voor eerste inrichting en uitoefening-, van het bedrijf, voldoende waarborgen tot; welslagen aanbieden. Het wordt verstrekt: voor zooveel benoodigd! tot of reeds besteed aan schadeloosstelling der Inlandsche bezitters voor het verlaten van den grond. Die verstrekking wordt in uitzicht ge-! steld bij of na de toezegging van den erfpachtstitel en kan geschieden vóór of na de inschrijving van den titel in de openbare registers. 3e. Bouwcrediet wordt alleen, voor zulke hoeven alsj onder 2a bedoeld, verleend tot oprichting der] onmisbare opstallen doch alleen aan personen! BAB IV. Tentang pemberian perbantoean oewang oléh Negeri kepada „orang-tani-ketjil'seperti terseboet pada pasal 2 dari ordonansi, maka berlakoelah peratoeran- peratoeran jang berikoet ini (Bijblad No 6050). le. Maka dalam hal ini dibédakanlah tiga matjajn | -tanah, pemindjaman: pemindjaman -pertanian, . I -pentjahaharian. 2e. Pemindjaman-tcmah diberikan oentoek mendirikan „tempat pertanian" dan „tempat perkeboenan", banjaknja sampai % dari harga tanahnja; tanah itoe hendaklah ditinggalkan dengan soeka sendiri oléh Boemipoetera dengan meiepaskan haknja, dan' bilamana: a. pertanian itoe boléh memberi penghidoepan jang tjoekoep oentoek herdiri atas diri sendiri bagi si tani itoe, b. si pemohon dianggap tjoekoep koewat oentoek pekerdjaan tani, serta mempoenjaï perkakas-perkakas jang tjoekoep oentoek pendirikan dan pehdjalankan pentjaharian itoe. Maka pemindjaman-tanah itoe diberikan: seberapa perloe akan atau soedah dipakai oentoek pengganti keroegian kepada Boemipoetera jang akan meninggalkan tanahnja. Maka pemberian pmdjaman itoe didjandjikan pada waktoe hak pak-toeroen-temoeroen itoe diberikan, atau sesoedahnja; dan boléh terdjadi sebeloem atau setelah hak itoe ditoelis dalam register. 3°. Pemindjamam-pertanian hanjalah diberikan oentoek pertanian jang terseboet pada 2a, oentoek mendirikan roemah, pondok d. 1.1. jang mesti di- No. 7/B.B. „ die aan de eischen bedoeld onder 2b voldoen en tot gëen hooger bedrag dan met betrachting der niterste spaarzaamheid vereischt wordt tot een passende inrichting van de hoeve. Bovenbedoelde opstallen blijven het eigendom van den Lande tot de algeheele aanzuivering van de hoofdsom en renten, onder verplichting van den erfpachter tot behoorlijk onderhoud en verzekering tegen brandschade, tilles ten genoegen van het Hoofd van gewestelijk bestuur. Het wordt verstrekt na de inschrijving van het erfpachtsrecht, geleidelijk, naar mate van de behoefte en den stand der werkzaamheden. . 4e. Bedrijfscrediet wordt bij gebleken noodzakelijkheid aan klein-landbouwers, voldoende aan de eischen van 2b, verleend tot aanvulling hunner middelen of verdere exgjfcojitatie der hoeven tot een bedrag niet hooger dan Vi van de waarde van den grond bedoeld in 2e. Het wordt verstrekt naar gelang van den aard der behoeften, ter voorziening waarin de geldverschaffing plaats vindt. 5*. a. Voor alle verleende credieten, zonder onderscheid, is aan den Lande verschuldigd eene rente van drie procent 'sjaars over de verstrekte kapitalen of van het nog aan te zuiveren gedeelte daarvan. b. De afbetaling heeft plaats voor bouw- of bedrijfscrediet: in jaarlijksche termijnen van zoodanig bedrag, dat uiterlijk bij het einde van den erfpachtstermijn de hoofdsom aangezuiverd is. c. Gedurende het eerste jaar wordt vrijstelling van de verplichting onder a en b genoten. bqewat, dan hanjalah. kepada orang-orang, jang [ • imentjoekoepi sjarat-sjarat jang termaksoed pada 26, dan tijada boléh lebih dari djoemlah oentoek mengadakan segala barang jang perloe oentoek pertanian itoe dan dengan mengingati bahwa öngkos-ongkos itoe mesti dikeloewarkan dengan hémat. Pondok, roemah d.1.1. jang terseboet diatas tinggal kepoenjaan Negeri sampai waktoe djoemlah pokok dan boenga diloenaskan; maka pemegang pak-toeroen-temoeroen itoe diwadjibkan dalam waktoe itoe akan memelihara roemah, pondok d.IiL itoe dengan sebetoelnja dengan menanggoeng soepaja kébalcaran djangan . terdjadi; segala sesoewatoe hal itoe hendaklah dengan disetoedjoei oléh Kepala-kerésidénan. Hal ini didjalankan setelah hak atas tanah itoe ditoelis dalam register, dengan lambat laoen, menoeroet keperloean dan keadaan pekerdjaan. 4e. Pemindjaman-pentjaharian, djika perloe, diberikan kepada tani-ketjil, jang mentjoekoepi kepada sjarat-sjarat jang terseboet pada 2b, ja'ni oentoek menambahi pendapatan atau oentoek meneroeskan pertanian itoe, banjaknja sampai tijada lebih dari seperempat harga tanah jang terseboet pada 2. Maka oewang itoe diberikan menoeroet keadaan keperloean memakai oewang. 5e. a. Sekalijan pemindjaman jang diberikan itoe haroes membajar boenga kepada Negeri banjaknja 3% dalam setahoen bagi modal jang diberikan atau bagi-bagian modal jang masih akan dibajar. b. Maka penitjilan dari pemindjaman-pertanian atau pentjaharian dibajar tijap-tijap tahoen dengan sekijan banjaknja, soepaja pada penghabisan témpoh pak-toeroen-temoeroen, modal telah diloenaskan. c. Dalam tahoen pertama dibébaskan kewadjiban terseboet pada a dan b itoe. d. De berekening van de bedragen, bedoeld onder b. geschiedt aldus: I. zijn de kapitalen ontvangen gedurende het eerste jaar van den erfpachtstermijn, dan nemen met de intrede van het tweede jaar beide verpliehtingen een aanvang en moet het bedrag aan rente en één jaar-termijn van de hoofdsom vóór het einde van dat jaar in 's Lands kas zijn gestort en zoo vervolgens. LT. zijn de kapitalen ontvangen na de intrede van het tweede jaar, dan moet bij het einde van het jaar, waarin zulks geschiedde, de rente over het aantal nog niet aangebroken maanden van dat jaar vergoed, alsmede een geheele jaarlijksche aflossingstermijn voldaan zijn. Voor den verderen duur van het erfpachtsrecht gelden de verplichtingen bedoeld aan het slot van d. I. Bij de berekening der jaarlijksche aflossing van hoofdsommen worden bedragen beneden 50 cents verwaarloosd, die van 50 cents en daarboven als een volle gulden berekend en de hierdoor ontstane verschillen verevend bij de laatste terugbetaling. d. Perhitoengan dari djoemlah jang termaksoed 'pada b, seperti dibawah ini: I: bilamana modal-modal diterima' dalam tahoen pertama dari témpoh pak-toeroentemoeroen, maka pada permoelaan tahoen kedoewa dihitoenglah djoemlah jang mesti dibajar ja'itoe boenga dan penitjilan pertama dari modal dan dibajar sebeloem penghabisan tahoen itoe kepada KasNegeri; demikijanlah selandjoetnja. II. bilamana modal-modal diterima dalam tahoen kedoewqr, maka pada penghabisan tahoen itoe haroes dibajar boenga dari boelan-boelan jang masih akan didjalankan dalam tahoen itoe dan penitjilan setahoen. Adapoen bagi témpoh séteroesnja dari hak pak-toeroen-temoeroen itoe ditetapkan kewadjiban jang termaksoed pada achir d. I. Pada perhitoengan penitjilan tahoenan dari modal maka oewang jang dibawah 50 sèn tijada dihitoeng, dan djoemlah dari 50 sèn atau lebih dianggap seroepijah dan kekoerangan atau • kelebihan dihitoeng pada pembajaran penghabisan. HOOFDSTUK V. DE BEPALINGEN. c. Landgoederen en buitenverblijven. Het Agrarisch besluit (Staatsblad 1870 No. 118) opent voor een derde doeleinde de gelegenheid grond in erfpacht te bekomen, nl. voor het aanleggen van een landgoed of voor het bouwen van een buitenverblijf met tuin. Artikel 18 van dat besluit luidt: „(1) Gronden, volgens artikel 9 niet uitgesloten A.B. Artikel 9. (3) In de erfpacht worden niet begrepen: a. gronden, waarop anderen recht hebben, indien zij ongenegen zijn zich van hun recht te ontdoen; 6. gronden, naar de inzettingen der Inlanders als gewijde beschouwd; c. e-ronden. voor openbare markten afgezon¬ derd of voor den openbare dienst bestemd; I d. djati- en andere houtbosschen, ae laatste voor zoover zij onder geregeld beheer zijn gebracht; kunnen aan personen, die aan artikel 11 (*) voldoen, op aanvraag in erfpacht worden afgestaan tot inrichting als kleine landgoederen of buitenverblijven, mits betalende een pachtsom gelijk aan het hoogste bedrag der landrente of der belasting die haar vervangt, met toepassing voorts der artikelen 13 en 14. A.B. Artikel 13. (1) De in erfpacht afgestane gronden, de daarop geplaatste gebouwen en opstallen en de voortbrengselen der gronden (i) Nl. Nederlandsche onderdanen of ingezetenen van Nederland of van Nederlandsch-lndië. BAB V. KETENTOEAN. c. T a m a n-p erdijaman. Roemah-taman. Maka firman-Hoekoem-Tanah (Staatsblad 1870 No. 118) mengatoer 'djoega djalan mendapat paktoeroen-temoeroen oentoek memboewat taman-perdijaman atau mendirikan roemah-taman. Pasal 18 dari firman itoe boenjinja: f, |J^«;.Tjanah-tanah jang menoeroet pasal 9 tijada diketjoewalikan, Pasal 9. (3) Tijada terhitoeng masoek paktoeroen-temoeroen : a. tanah-tanah jang haknja dilindoengi oléh hak orang lain, dan orang lain itoe tijada soeka meiepaskan haknja atas tanah itoe; ; b. tanah-tanah jang menoeroet 'adat Boemipoetera dianggap tanah keramat; c. tanah-tanah, jang disedijakan bagi pasar 'oemoem atau bagi pekerdjaan 'oemoem; d. hoetan-hoetan-djati dan kajoe-kajoe lain; adapoen hoetan kajoe-kajoe lain hanjalah jang telah dipelihara tetap; boléh diberikan kepada orang, jang mentjoekoepi pasal 11 (-) bagi pak-toeroen-temoeroen bagi memboewat tanfan perdijaman atau roemah-taman, asal membajar bija-pak sama dengan padjak-tanah jang paling tinggi atau sama dengan padjak jang menggantinja dengan menoeroet djoega pasal 13 dan 14. Firman-Hoekoem-Tanah. Pasal 13. (1) Tanah-tanah jang diberikan bagi pak-toeroen-temoeroen dan roemah-roemah jang didirikan (') Ja'itoe ra-ijat keradjaan Belanda atau pendoedoek tanah Belanda atau pendoedoek Hindia-Belanda. of der daarop gevestigde inrichtingen van nijverheid zijn onderworpen aan de bestaande of in te voeren algèmeene belastingen. (2) Verponding wordt niet geheven gedurende het jaar, waarin de gronden zijn afgestaan en de tien volgende jaren. A.B. Artikel 14. (Behelst vrijstelling van de op den erfpachtsgrond gevestigde Inlandsche werklieden en bedienden van heeren- en cultuurdiensten, een onderwerp, dat sedert nader is geregeld), . en onder de verdere voorwaarden door den Gouverneur-Generaal vast te stellen. (2) Elk dezer perceelen mag vijftig bouws niet overschrijden". Na al hetgeen tevoren is opgemerkt omtrent een aanvraag en wat daarmede in verband staat, onderzoek dier aanvrage, rechten en verplichtingen van de erfpachters, is het niet noodig daaromtrent hier in nadere bijzonderheden te treden, welke slechts herhalingen zouden zijn. Er moge dus naar de Hoofdstukken I en II verwezen worden. disitoe serta apa jang lain-lain jang ada diatasnja, djoega penghasilan tanah itoe atau X tempat-tempat bagi pentjaharian jang telah didirikan .disitoè, sekalijan ani haroes taloek kepada peratoeran padjak 'oemoem jang telah ada dan jang akan diadakan. (2) Perponding ta'akan diminta pada tahoen, tanah-tanah itoe diberikan, dan dalam sepoeloeh tahoen jang bertoeroet-toeroet dengan tahoen itoe. Firman-Hoekoem-Tanah. Pasal 14. (Mengatoer kebébasan Boemipoetera jang mendjadi koeli-koeli dan boedjang-boedjang di tanah itoe dari mendjalankan rodi djalan dan rodi tanaman- soewatoe hal, jang telah diatoer poela). dan dengan perdjandjian-perdjandjian jang ditetapkan oléh Toewan-Besar Goebernoer-Djenderal. (2) Tijap-tijap persil ini tijada boléh lebih dari lima poeloeh baoe". Dari sebab tadi telah diterangkan tentang permohonan dan segala hal-hal jang berhoeboeng dengan itoe, tentang pemeriksaan permohonan, hak dan kewadjiban pemegang pak-toeroen-temoeroen itoe, tijadalah perloe dioeraikan disini lagi perkara-perkara ketjil tentang peratoeran itoe, jang hanjalah mengoelangi. jang telah terseboet tadi sadja. Mendjadi tjoekoeplah diingatkan sadja kepada bab I dan LT. BIJLAGE. AANVRAAG .VAN GRONDEN IN ERFPACHT. MODEL PBOCES-VEEBAAL (-) van onderzoek naar de vatbaarheid tot afstand in erfpacht van een perceel woesten grond gelegen te ...........,., onder het gebied van de dessa ..... § ....". I in het district onder district afdeeling, der residentie aangevraagd voor beplanting met of door . .. bij request dd°. Op heden den .r,. L . controleur hefetoen wit ondergeteekenden =•—i— adspirant-controleur van en . patih ••• van wedono ons in commissie vereenigd, ten einde, ingevolge besluit van den Eesident van (j^o te onderzoeken en te constateeren of de in hoofde dezes bedoelde gronden met inachtneming der betrekkelijke bepalingen, vatbaar zijn om in erfpacht te worden uitgegeven; (") Het Proces-Verbaal behoort te halver blad in de Nederlandsche taal te worden geschreven. De Maleische of Javaansche tekst wordt daarnaast gesteld. Bij voldoende kennis echter van de Nederlandsche taal by de leden, gebruike men slechts deze iaal Rondschrijven v. d. Dir. B.B. ddo. 20 April 1913 no. 2529). LAMPIEAN. PERMINTAAN AKAN MEMPAK TANAH TOEROEN-TEMOEROEN. TJONTOH PORSÉS-PERBAL (*) pemeriksaan patoet atau tidaknja satoe persil tanah-lepas (woeste grond) diberikan sebagai paktoeroen-temoeroen; letaknja tanah itoe di masoek bilangan désa ..... dalam distrik .. .'. onderdistrik afdeling kerésidènan jang diminta oléh dengan rekestnja pada , ..... akan ditanami • • ■ * atau Pada hari ini ; adalah kami jang bertanda tangan dibawah ini kontrolir —s s—t dari aspiran-kontrohr dan Patih Wedana ''' bersatoe mendjadikan koemisi, dengan maksoed akan memeriksa dan menetapkan, patoet atau tidaknja tanah jang terseboet diatas ini diberikan sebagai pak-toeroen-temoeroen dengan mengingati ketentoean-ketentoean jang mengenaï hal itoe; adapoen ini kami lakoekan menoeroet beslit Résidèn pada {') Porsés-perbal ini haroes ditoeliskan pada seperdoewa moeka kertas dengan bahasa Belanda. Salinannja dalam bahasa Melajoe atau bahasa Djawa ditoeliskan pada seperdoewa moeka jang disebelahnja. Akau tetapi kalau lid-lid itoe tjoekoep tahoenja bahasa Belanda, hanjalah bahasa itoe dipakai (Soerat-édaran Dir. Pem. dal. Negeri tanggal 20 April 1913 no. 2529). En verklaren wij, na ons door den .-v gemachtigde Y£a£?' —— op liet terrein duidelijk te heb- van ...den aanvrager % /X 4 vn ben doen aanwijzen de gronden, die hij begeert, door hem zoodanig van merkteekeneU voorzien dat ze goed te herkennen zijn, te hebben bevonden: Toelichting. Het is noodig, dat de commissie den datum van liet request vermeldt om verwarring te voorkomen, wanneer een persoon verschillende perceelen aanvraagt,' zooals meermalen gebeurt en dat ze wanneer de requesten van een dag zijn, aan elk een nummer of letter geeft. De merkteekenen kunnen bestaan uit gemerkte boomen of gesteenten, gekapte voetpaden of wat, volgens de commissie, daartoe al verder in aanmerking komen kan, waar natuurlijke of duurzame begrenzingen, als wegen, rivieren, waterleidingen, ravijnen, enz. ontbreken. De aanvrager heeft te zorgen dat de commissie het perceel behoorlijk kan opnemen, waartoe de grenzen er van bereikbaar dienen te zijn. Stelt hij een gemachtigde voor de aanwijz i n g dan dient daarvan te blijken uit eene bij het request overgelegde of later der commissie aangeboden qualificatie. le. dat die gronden, naar gissing eene oppervlakte beslaan van bouws; zijn begrensd: ten Noorden door ten Oosten „ ten Zuiden „ ten Westen „ Adapoen tanah jang dingini itoe, jang diberi tanda dengan sepatoetnja sehingga dengan moedah ija dapat dikenal, telah kami soeroeh toendjoekkan kepada kami di tempatnja sendiri; jang menoen- ,. ,, . jang meminta , dioekkan itoe ia'itoe ~. .Z^ --->•• , ■ maka wakir'jang meminta pendapatan kami tentang tanah itoe sepert beri- koet: Ketercmgam. Soepaja djangan mendatangkan keliroe, apabila seorang-orang meminta beberapa persil, seperti bijasa terdjadi, maka hendaklah hari boelan tijap-tijap rekestnja diseboetkan oléh koemisi, dan kalau rekest-rekest itoe tertoelis pada hari jang sama, maka hendaklah tijap-tijap rekest itoe diberi nomor atau hoeroef. Jang boléh dipakai djadi tanda tanah itoe, ja'itoe pohon jang ditandaï atau batoe djalan ketjil atau apa-apa, jang patoet menoeroet timbangan koemisi itoe, ja'ni djika tidak ada batas-batas jang terdjadi sendiri atau batas-batas jang boléh tinggal lama, seperti djalan, soengai, sérokan, djoerang dan seb. Jang meminta haroes mendjaga, soepaja kon-nsi dapat menHik persil itoe dengan sepatoetnja; sebab itoe hendaklah batas-batasnja dapat didatangmja. Kalau jang meminta itoe mengirimkan wakilnja akan memoendjoekkan.' itoe, maka hendaklah hal mewakilkan itoe diterangkan dalam sepoetjoek soerat koewasa jang haroes dipesertakannja dengan rekest tadi atau jang haroes dikirimkannja kemoedijan kepada koemisi itoe. 1°. bawa tanah-tanah itoe, menoeroet taksiran, loewasnja baoe; berbatas: disebelah Oetara dengan disebelah Timoer dengan disebelah Selatan dengan | disebelah Barat dengan BjÜ zqpa^s nader is. aangeduid op het hiernevens overgelegd schatkaart je van het, perceel (Bijlage A) en de districtskaart (Bijlage B); zijn gelegen naar gissing, op een hoogte van boven de zee; zijn doorsneden door de rivieren, beken of waterleidingen en van de navolgende wegen of voetpaden zijn begroeid met terwijl op het perceel voorkomen .. . . < • • bronnen, die enz. l.,j»,.f' Toelichting. Het schetskaartje A geve een zoo voldoend mogelijk overzicht van de grenzen en c.q. van de voorkomende enclaves, als ontginningen, erven, enz. en van over of langs het perceel loopende wegen en paden. Uit de schetskaart moet beoordeeld kunnen worden of de enclaves enz. over het perceel verspreid dan wel aaneengesloten voorkomen, zijnde in het laatste geval, desgevorderd, uitmeting, gemakkelijk. De districtskaart B geve aan de grenzen van het district en eenige hoofdpunten als groote post- en binnenwegen, koffie-inkooppakhuizen, standplaatsen van de districts- en onderdistrictshoofden, reeds uitgegeven perceelen en het aangevraagde en eindelijk meer uitvoerig, hetgeen er binnen een omtrek van =fc vier palen voorkomt aan dessa's of gehuchten, bestaande en afgeschreven koffietuinen, plekken voor de koffiecultuur, gereserveerden grond, enz. De plantbekleeding van het terrein behoort duidelijk, doch in korte trekken te worden beschreven. Het is dus voldoende, dat worde aangeteekend of ze seperti dinjajatakan lebih landjoet pada peta persil itoer jang dipesertakan dengan porsés-perbal ini (Lampiran A) dan pèta distrik (Lampiran B); menoeroet taksiran, letaknja tanah-tanah itoe diatas moeka laoet; dilaloei oléh soegai, anak soengai atau sérokan dan oléh djalan raja atau djalan ketjil jang'berikoet ini . ditoemboehi oléh . . .i tëyL.,i::: . i . diberikan tidak patoet sebagai pak-toeroen-temoeroen dengan padjak-pak f sebaoe dan dengan perdjandjian jang berikoet ini (oep) ? bahwa dari persil itoe haroes dikeloewarkan bahagian jang dibatasi oléh atau djalan dari ke ; bahwa pada peta dan dalam soerat-oekoeran njata, bahwa persil itoe terdjadi dari tanah-Negeri jang bébas sama sekali, djadi jang herhak atas tanah mentjil, pohon boewah-boewahan, tanam-tanaman (lihatlah lampiran C) telah diganti keroegiannja sampai senang hatinja; bahwa jang memegang pak itoe haroes memelihara bahagian atau djalan ketjil jang meneroesi persil itoe atau melaloei tepi persil itoe dari ke sampai pemerintah di tempat itoe menerima baik pemeliharaan djalan itoe; dan kalau kewadjiban itoe tidak dilakoekan, maka pemerintah di tempat itoe akan memelihara djalan itoe dan ongkosnja ditanggoeng oléh jang memegang pak itoe; bahwa dalam hal itoe jang memegang pak haroes membijarkan terboeka (menoeroet jang terbijasa No. 7/B.B. 8 gebruikelijke wijze, naar de bouwgronden (erven enz.) van (namen der bezitters), naar de begraafplaatsen N (namen of plaatsaanduiding) enz.; dat niet worde weggekapt het houtgewas vallende in de termen van artikel 2 der ordonnantie van 2 Juni 1890 (Staatsblad No. 115). En is hiervan opgemaakt dit proces-verbaal in simplo om te dienen waar zulks behoort. Aldus gedaan te , den 19.... De Commissie, Toelichting. Verklaart de Regeering zich genegen tot de uitgifte dan moet tegelijk met de indiening van kaart en meetbrief c.q. een proces-verbaal worden ingediend, constateerende dat de rechthebbenden op enclaves als anderszins naar genoegen zijn schadeloosgesteld en het toe te wijzen perceel dus vrij domein van den Staat is, alsmede dat geene andere gronden zijn opgemeten dan de bij het proces-verbaal van onderzoek beschrevene. Nog is door de Regeering bij het besluit van 26 December 1882 No. 12 (Javasche Courant van 2 Janu1883 No. 1) een vaste gedragslijn aangenomen ten opzichte van den afstand van tot erfpachts-perceelen behoorende strooken gronds voor den aanleg van voor het openbaar verkeer bestemde spoorwegen, tramways, rijwegen of voetpaden, alsmede ten opzichte van het onderhoud van het door die perceelen loopende gedeelte van die rijwegen of voetpaden. (Behoort bij de circulaire van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur van 4 Januari 1883 No. 53). sebeloem pak itoe diberikan) djalan-djalan ke tegah- an (pekarangan dan seb.) (nama jang poenja), ke koeboeran (namanja atau keterangan letaknja), dan seb. serta tanaman kajoe jang terseboet pada pasal 2 dari ordonansi pada 2 Juni 1890 (Staatsblad No. 115) tidak akan ditebang. Maka daripada segala sesoewatoe itoe diboewatlah porsés-perbal ini seboewah sadja (simplo) akan dipergoenakan dimana perloenja. Demikijanlah diboewat di pada 19 Koemisi jang terseboet, Keterangan. Djika Pemerintah maoe memberikan persil itoe, maka hendaklah dioendjoekkan bersamasama dengan peta dan soerat oekoeran, seboewah porsés-perbal, jang menerangkan bahwa jang berhak atas tanah mentjil dan lain-lain sebagainja telah beroléh ganti keroegian dengan senang hatinja sehingga tanah jang akan diberikan itoe tanah Negeri jang bébas sama sekali dan bahwa tidak ada tanah lam jang dioekoer, melainkan jang terseboet pada porses-perbal itoe sadja. Begitoe djoega telah ditetapkan oléh Pemerintah haloewannja tentang memberikan bahagian tanah, jang masoek tanah-tanah pak-toeroen-temoeroen, oentoek memboewat djalan keréta-api, serta tentang pemehharaan bahagian djalan raja atau djalan ketul jang meneroesi persil-persil itoe, ja'itoe dengan firman pada 26 December 1882 No. 12 (Javasche Courant pada 2 Januari 1883 No. 1). (Dilampirkan kepada soerat édaran Direktoer Pemerintahan dalam-Negeri pada 4 Januari 1883 No. 53). INHOUD. BLADZ. Inleiding * HOOFDSTUK I. De bepalingen. a. Groote Landbouw. Staatsblad 1904 No. 304, zooals dat is gewijzigd en aangevuld bij Staatsblad 1909 No. 311 en 1912 No. 349. | L (1) Verzoekschriften tot afstand van grond in erfpacht behooren te worden ingediend bij het betrokken Hoofd van gewestelijk bestuur. Verplichte bijlage dier verzoekschriften (2) Wijziging van die verplichting indien de aanvraag een eiland betreft § 2. Doorzending van het verzoekschrift met bijlage naar de commissie van onderzoek 16 § 3. (1) Bekendmaking van het verzoek in de betrokken desa's door het onderdistrictshoofd. Bevoegdheid van bestuurders en ingezetenen om bezwaren terzake in te dienen. Termijn en plaatsen van indiening dier bezwaren (2) Indiening door den Assistent-Wedana van een procesverbaal van zijn verrichtingen. Aanteekening daarop na een maand van de c.q. bij de commissie van onderzoek ingebrachte bezwaren 18 4. (1) Uitnoodiging der commissie van ondersoek aan den aanvrager om tegenwoordig te zijn bij de plaatselijke opneming der gronden. Voorafgaande afbakening der grenzen daarvan door dezen lf ISINJ A. Permoelaan-kata moeka. 4 BAB I. K et e n t o ea n. a. Pertanian-Besar. Staatsblad 1904 No. 304, dioebah dan ditambah dalam Staatsblad 1909 No. 311 dan 1912 No. 349. § 1. (1) Soerat-soerat permohonan tanah oentoek dipak toeroen-temoeroen haroes dioendjoekkan kepada Kepala-keréaidénan jang bersangkoetan dengan hal inil^mpiran-lampiran jang mesti disertakan pada soe- iiciiuouuiian itoe ... g feboe^p^* 2. Menprimkan teroes soerat permohonan beserta lampiran nja kepada koemisi pemeriksaan 13 17 17 Kekoe- § 3. (1) Menjijarkan permohonan itoe oléh kepala-onderdis tnk dalam désa-désn iann y.»™ , ^xoiiiiuu! uan pendoedoek désa akan mengoendjoekkan keberatannja. Waktoe dan tempat menjampaikan keberatan itoe .. 17 (2) Pengoendjoekan satoe porsés-perbal oléh ' Asist'énl Wedana tentang perboewatannja. Mentjateti diataspja keberatan jang ditoendjoekkan orang kepada koemisi-pemenksaan setelah laloe seboelan .. ... 19 § 4' (1) w^fkan oléh.1koemi8i «oepaja si pemohon haHr waktoe memeriksa tanah-tanah itoe. Kewadjiban si pemohon akan memboewat tanda-tanda batas, sebeloem memeriksa itoe 19 BLADZ. (2) Bevoegdheid der commissie van onderzoek om bij niet voldoening aan die uitnoodiging het onderzoek te staken. Bevoegdheid van den Resident om de aanvraag verder buiten behandeling te laten .... 18 § 5. (1) Gevallen waarin volstaan kan worden met voorstel tot afwijzing van de aanvraag, zonder voorafgaand plaatselijk onderzoek 20 (2) Gevallen waarin de commissie van onderzoek een proces-verbaal van opneming behoort op te maken. 23 (3) Indiening dier stukken aan het Hoofd van plaatselijk bestuur en doorzending met diens advies aan den Resident i 24 § 6. (1) Gevallen, waarin die stukken vervolgens in handen van den betrokken houtvester dienen gesteld .... 24 (2) Punten van advies terzake door den houtvester uit te brengen 26 (3) Plaatselijk onderzoek door den houtvester 26 (4) Overschrijding der termijnen voor het advies gesteld alleen bij gebleken noodzakelijkheid toegestaan .... 26 § 7. (1) Gevallen van andere adviezen welke de Resident heeft in te winnen. Indiening van alle stukken aan den Gouverneur-Generaal met voorstellen tot toe- of afwijzing. Verdere inhoud dier voorstellen. 28 (2) De indiening heeft plaats door tusschenkomst van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur. Geval van afwijking daarvan 30 § 8. Geval waarin is voorgeschreven een onderzoek naar de vervulling van bij den afstand in erfpacht gestelde voorwaarden 32 § 9. (1) Geval, waarin eene tweede plaatselijke ojmeming der aanvrage door de commissie van onderzoek is voorgeschreven 32 (2) Gelijktijdige opneming van de houtmassa door den houtvester ter bepaling der retributie 34 (3) Verdere voorschriften terzake 34 § 10. Spoedige indiening der verslagen van bovenbedoelde werkzaamheden aan den Resident. Doorzending daarvan aan den Directeur van Binnenlandsch Bestuur 36 MOEKA. (2) Kekoewasaan koemisi akan memperhentikan pemeriksaan, bila si pemohon tijada menoeroeti adjakan koemisi itoe. Kekoewasaan Bésidén akan membijarkan permohonan itoe sadja 19 § 5. (1) Dalam hal-hal mana permohonan itoe boléh ditolak sadja dengan tijada mendjalankan pemeriksaan di tempatnja lebih dahoeloe 21 (2) Dalam hal-hal mana koemisi haroes memboewat porsés-perbal pemeriksaan 23 (3) Pengoendjoekan soerat-soerat itoe kepada Kepalal negeri dan hal menjampaikan soerat-soerat itoe dengan pertimbangannja kepada Kepala-kerésidénan. 25 § 6. (1) Dalam hal-hal mana soerat-soerat ini haroes dise- rahkan kepada kontrolir-djati jang bersangkoetan. 25 (2) Hal-hal jang haroes ditimbang dan dioendjoekkan oléh kontrolir-djati (3) Pemeriksaan oléh kontrolir-djati pada tempatnja .. 27 (4) Meléwati batas waktoe akan mengoendjoekkan pertimbangan hanjalah boléh djika njata terpaksa 27 § 7. (1) Dalam hal-hal mana Bésidén perloe minta pertimbangan lain-lain. Mengoendjoekkan sekalijan soeratsoerat kepada Toewan-Besar Goebernoer-Djenderal dengan voorsteï-voorstel mengizinkan atau menolak. Isi voorstel-voorstel itoe lain daripada jang terseboet. 29 (2) Pengoendjoekan soerat-soerat itoe dengan perantaraan Direktoer Pemerintahan-dalam-Negeri. Halhal jang melaini 32 § 8. Dalam hal mana diwadjibkan pemeriksaan atas mentjoekoepi sjarat-sjarat jang ditentoekan waktoe memberikan pak-toeroen-temoeroen 33 § 9. (1) Dalam hal mana pemeriksaan jang kedoewa kali pada tempatnja sendiri diwadjibkan dilakoekan koemisi 03 (2) Memeriksa banjaknja kajoe bersama-sama oiéh komtroür-djati oentoek menentoekan ganti keroegian .. 35 (3) Peratoeran lain-lain tentang hal itoe 35 § 10. Mengoendjoekan dengan segera berita-berita dari pekerdjaan terseboet kepada Bésidén. Melandjoetkan soerat-soerat itoe kepada Direktoer Pemerintah-dalamNegeri 3? BLADZ. §11. (1) Gevallen, waarin de Eesident de stukken zonder die verslagen kan doorzenden 36 (2) Verpliehting van den aanvrager tot inschrijving van den verleenden rechtetM»! bij vaststelling der retributie na het Regeeringsbesluit van afstand in erfpacht 36 HOOFDSTUK II. Eechten en verplichtingen van den erfpachter. Algemeene voorwaarden van afstand in erfpacht 44 Verplichting tot betaling der opgelegde belastingen 48 Verplichting tot betaling van de pachtsom , 48 Boeten 50 Overgang van het erfpachtsrecht; opdracht van het beheer aan een gemachtigde 52 Prijsgeving van het erfpachtsrecht 84 Vervallenverklaring van het erfpachtsrecht 56 Einde van het erfpachtsrecht 58 Te niet gaan van het erfpachtsrecht 60 HOOFDSTUK III. De bepalingen. b. Kleine Landbouw. Staatsblad 1904 No. 326, zooals dat is gewijzigd en aangevuld bij Staatsblad 1905 No. 153 en 1908 No. 263. Artikel 1. 1. Vaststelling van de maximum-uitgestrektheid gronds in erfpacht uit te geven voor kleinen landbouw 64 2. Idem voor kleinen landbouw, door als rechtspersoon erkende filantropische vereenigingen uit te oefenen 66 3. Overschrijding van het in het eerste lid gesteld maximum is mogelijk 68 Artikel 2. Verschaffing van Staatswege van geldelijken steun aan kleinlandbouwers 68 MOEKA.. § 11. (1) Dalam hal mana Bésidén boléh mengoendjoekkan teroes soerat-soerat itoe, tijada dengan berita itoe .. 37 (2) Kewadjiban si pemohon memasoekkan ketetapanhak jang telah didapatnja pada waktoe mentetapkan ganti keroegian setelah ija menerima firman Pemerintah-Agoeng tentang memberikan pak-toeroentemoeroen 37 BAB II. Hak dan kewadjiban pemegang paktoeroen-temoeroen. Perdjandjian 'oemoem tentang memberikan pak-toeroen-te¬ moeroen 45 Kewadjiban membajar padjak jang ditentoekan bagi hal-hal itoe. 49 Kewadjiban membajar bija-pak 49 Denda , 51 Memberikan hak pak-toeroen-temoeroen kepada orang lain; menjerahkan pemegangan kepada seorang jang dikoewasakan. 53 Meiepaskan hak pak-toeroen-temoeroen 55 Membatalkan hak pak-toeroen-temoeroen 57 Penghabisan hak pak-toeroen-temoeroen 59 Hilangnja hak pak-toeroen-temoeroen 61 BAB III. Ketentoean. b. Pertanian-ketjil. Staatsblad 1904 No. 326, dioebah dan ditambah pada Staatsblad 1905 No. 153 dan 1908 No. 263. Pasal 1. 1. Ketetapan berapa seloewas-loewasnja tanah boléh dibe¬ rikan bagi pak-toeroen-temoeroen goena pertanian-ketjil. 65 2. Ketetapan oentoek perkoempoelan kedermaan boewat mendjalankan pertanian-ketjil 67 3. Batas jang paling loewas jang terseboet pada ajat pertama tadi boléh djoega diléwati 69 Pasal 2. Pemberian pertolongan oewang oléh Pemerintah bagi pembantoe orang-orang tani-ketjil 69 BLADZ. Artikel 3. Voorschriften betreffende het onderzoek van de in art. 1 bedoekte erfpachtaanvragen. Maximum pachtschat. Duur van het erfpachtsrecht. Vrijstelling van verschillende onkosten aan de aanvrage verbonden is mogelijk 68 Artikel 4. 1. Vervallenverklaring van het erfpachtsrecht 72 2. Deze geschiedt bij een bij gerechtelijke akte te beteekenen besluit 74 3. Maatregelen, te nemen vóór tot de vervallenverklaring wordt overgegaan 74 4. Verplichting tot ontruiming, desnoods met dwang .... 74 Artikel 5. Instelling van de z.g.n. kolonisatie-commissiën 74 Overgangsbepaling 78 HOOFDSTUK IV. Omtrent het verleenen van Staatswege van geldelijken bijstand * aan z.g.n. klein-landbouwers, bedoeld in artikel 2 van de ordonnantie, gelden de volgende voorschriften. (Bijblad No. 6050). 80 HOOFDSTUK V. De bepalingen. c. Landgoederen en buitenverblijven , • • • • 86 B ij 1 a g e. Model proces-verbaal 90 Pasal 3. mobkA.Peratoeran tentang pemeriksaan atas permohonan oentoek pak^ toeroen-temoeroen seperti termaksoed dalam ordonansi ini, Bija-pak jang sebanjak-banjaknja. Lamanja hak pak-toeroen-temoeroen. Kebébasan belandja-belandja bermatjammatjam, jang di hoeboengkan kepada permohonan boléh djoega diberikan , gg Pasal 4. | 1. Membatalkan hak pak-toeroen-temoeroen 73 2. Poetoesan itoe diberi-tahoekan dengan soerat beslit dan dengan perantaraan soerat-akte-hakim 74 3. Daja oepaja sebeloem pembatalan didjalankan .... 75 4. Kewadjiban meninggalkan tanah, djika perloe dengan dipaksa Pasal 5. Mendirikan „Koemisi-kolonisasi" 75 Ketentoean peroebahan «g BAB IV. Tentang pemberian perbantoean oewang oléh Negeri kepada „orang tani-ketjil", seperti terseboet pada pasal 2 dari ordo- . nansi, maka berlakoelah peratoeran jang berikoet ini CBiiblad No. 6050) v J gl BAB V. Ketentoean. e. Taman-perdijaman dan roemah-taman 87 Lampiran. Tjontoh porsés-perbal g„ RONDSCHRIJVEN. Aan den Lezer. W, Naar aanleiding van een opmerking, door een der Regenten van Midden-Java gemaakt omtrent de Maleische vertaling van de „Handleiding ten dienste van de Inlandsche Bestuursambtenaren op Java en Madoera", meen ik het volgende onder Uwe aandacht te mogen brengen. 2. Bedoelde Regent had nl. den wensch geuit, dat voortaan meer gebruik zou gemaakt worden van het z.g.n. dienst-Maleisch; dit draagt evenwel nergens een uniform karakter. 3. Bij de vertaling in het Maleisch moest echter rekening gehouden worden met het peil, waarop de kennis van het Maleisch op Java en Madoera over het algemeen staat; in verband met de bestemming van de onderwerpelijke leidraden kon evenwel géén rekening gehouden worden met plaatselijke afwijkingen in het gebruik dier taal, omdat die voor geheel Java van streek tot streek verschillen, terwijl de Handleiding voor het geheele eiland dienen moet. 4. Om die redenen werd en wordt dan ook voor de vertaling gebruik gemaakt, — als voortzetting van het Maleisch, zooals dat op de lagere Inlandsche scholen wordt geleerd en dus den Inlandschen bestuurs-ambtenaren bekend is, — van het meer algemeen Maleisch, dat tegenwoordig op vergaderingen, congressen en in de dagbladen wordt gebezigd, en nog iederen dag bezig is te groeien en zich te polijsten om de nieuwe begrippen, die de zich ontwikkelende Inlandsche maatschappij leert kennen, onder woorden te brengen en de zich vormende denkbeelden in de gewenschte schakeering te kunnen uitdrukken. 5. In het algemeen is het, gedeeltelijk onbewust, volksstreven daarbij gericht op het doel, om zooveel mogelijk beschaafd en zuiver Maleisch te bezigen, zonder in overdreven zuiverheid van taal te vervallen, en kan er dus geen bezwaar tegen begaan, die zich ontwikkelende taal te gebruiken en er zooveel mogelijk die woorden aan toe te voegen, welke reeds hier en daar in gebruik zijn en getoond hebben levensvatbaarheid te bezitten. 6. Uiteraard zal men bij het zoeken naar geschikte woorden voor deels abstracte of deels nog niet bekende Westersche begrippen en woorden, te rade gaan bij het zoogenaamd „dienstMaleisch", echter niet bij dat van een bepaalde streek, doch van geheel Java en zulke woorden daaruit kiezen, als reeds een zekere populariteit genieten. 7. De vertaling wordt, met inachtneming van het vorenstaande, bezorgd door de Commissie voor de Volkslectuur, die door haar samenstelling en werkzaamheden als de meest deskundige vertaalster kan worden aangemerkt. Aan de vertaling-zelve werken: a. een gewezen Javaansch ambtenaar, met eindexamen H. B. S., één jaar studie voor het grootambtenaars-examen en 12 jaren dienst op verschillende plaatsen op Java; b. een gestudeerd Maleier, jaren op Java werkzaam, die dus ook niet vreemd) staat tegenover het hier gebruikelijk Maleisch. De eerste bewerking wordt dan nagezien door een oud-Assistent-Resident en een AdjunctInspecteur van het Inlandsch-Onderwijs, die beiden ook goed op de hoogte van die taal zijn, terwijl het aldus gecorrigeerde werk nog eens en zorgvuldig door ondergeteekende wordt nagezien, zoodat op die wijze de best mogelijke Maleische vertaling van den Nederlandschen tekst gewaarborgd is. De Assistent-Resident ter beschikking van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur, NIEUWENHUYS. SOERAT ÉDARAN. Mendapatkan toewan-toewan pembatja! 1. Oléh sebab ada tegoeran dari seorang Boepati di Djawa-Tengah tentang salinan bahasa Melajoe boekoe „Pemimpin bagi Prijaji Boemipoetera di tanah Ujawa dan Madoera" ja'itoe boekoe jang telah toewan ketahoeei, maka baiklah kiranja saja perma'loemkan jang berikoet dibawah ini kepada toewan-toewan: 2 Regèn jang termaksoed itoe memoedjikan, soepaja moelaï dari sekarang lebih banjak kiranja dipakai bahasa Melajoe jang dinamaï Melajoe-dines (dienst-Maleisch), ja'ni bahasa jang tidak tetap bangoennja dan sifatnja. 3 Dalam hal menjalinkan pemimpin itoe kepada bahasa Melajoe tentoe sadja tijadalah boléh diloepakan oentoek sijapa boekoe-boekoe itoe dikarangkan dan haroes diingati pengetahoean kebanjakan orang tentang bahasa Melajoe di tanah Djawa dan Madoera; akan tetapi dalam itoe tentoe sadja tidak dapat diindahkan kelainan memakai bahasa Melajoe pada tijap-tijap tempat, sebab kelainan itoe berbéda-béda pada tijap-tijap daérah di tanah Djawa, sedang boekoe Pemimpin itoe haroes dipergoenakan di seloeroeh poelau ini. 4. Oléh sebab itoe bahasa Melajoe jang dipakai dalam minjalinkan pemimpin itoe ijalah bahasa Melajoe jang seolah-olah samboengan dari jang diadjarkan pada sekolah rendah Boemipoetera, ja'ni bahasa Melajoe jang bijasa terpakai sekarang dalam perkoempoelan, Congres dan dalam soerat-soerat kabar Melajoe. Bahasa itoe niasih selaloe bertambah kembang dan sempoerna tijap-tijap hari ija menerima dan mengambil kata-kata jang menggambarkan arti dan maksoed jang baharoe, jang terpakai sekarang oléh Boemipoetera jang terpeladjar, serta menjoesoen pengertian jang baharoe-baharoe itoe menoeroet sebagaimana patoetnja. 5 Dengan tijada selamanja diketahoei dan disengadja orang, maka rata-rata boléhlah dikatakan, bahwa haloewan ra'ijat roepa-roepan ja ijalah hendak memakai bahasa Melajoe jang sehaloes-haloesnja dan sebaik-baiknja, dengan tijada berlebih-lebihan dalam hal itoe. Sebab itoe tentoe sadja tida' ada keberatan akan memakai bahasa itoe serta menambahkan kepadanja katakata jang telah terpakai disana sini dan roepa-roepanja akan tinggal dalam bahasa itoe. 6 Tentoe sadja dalam mentjari kata-kata jang baik akan menggambarkan pengertian- dan perkataan Barat, jang setengahnja tijada berwoedjoed (abstract) dan setengahnja beloem diketahoei orang disini, atjap-kali dipakai kata-kata bahasa „Melajoe dines", akan tetapi boekannja jang terpakai pada satoe daérah sadja, melainkan jang diketahoei orang diseantéro tanah Djawa dan seboléh-boléhnja dipilih jang soedah 'oemoem. 7 Dengan mengingat jang terseboet diatas itoelah Pemimpin itoe disalinkan oléh Commissie voor de Volkslectuur; melihat soesoenannja dan pekerdjaannja, Commissie itoelah jang boléh dipandang terlebih patoet dan tjakap menjalinkan itoe. Jang toeroet menjalinkan itoe: a. seorang bekas prijaji Djawa jang mempoenjaï diploma H. B. S. dan satoe tahoen beladjar bagi oedjian „groot-ambtenaar" serta 12 tahoen dalam pekerdjaan Goebernemèn pada beberapa tempat di tanah Djawa; mn b. seorang-orang Melajoe jang terpeladjar, jang telah beberapa tahoen bekerdja di tanah Djawa, djadi soedah mengetahoei djoega bagaimana bahasa Melajoe jang terpakai di tanah Djawa ini. Salinan itoe diperiksa moela-moela oléh seorang bekas Asistèn-Bésidèn dan seorang Adjoeng Inspèktoer sekolah Boemipoetera, kedoewanja orang jang mengetahoei bahasa Melajoe soenggoeh-soenggoeh dan achirnja laloe diperiksa poela lagi dengan tjamnja dan saksamanja oléh jang bertanda-tangan dibawah ini, sehingga dengan djalan begitoe tertanggoenglah, bahwa salinan bahasa Melajoe dari „tekst" Belanda itoe sebaik-baiknja boléh adanja. Asistèn-Bésidèn jang dibantoekan kepada Direktoer Pemerintahan dalam Negeri, NIEUWENHUYS.