Prijs f 5*50 LITERATUURLIJST VOOR HET ADATRECHT VAN INDONESIË UITGEGEVEN DOOR DE ADATRECHTSTICHTING TE LEIDEN TWEEDE DRUK 'S-GRAVENHAGE, MARTI NUS N IJ H O FF, 1927 LITERATUURLIJST VOOR HET ADATRECHT VAN INDONESIË UITGEGEVEN DOOR DE ADATRECHTSTICHTING TE LEIDEN TWEEDE DRUK 'S-GRAVENHAGE, MARTIN US N IJ H O FF, 1927 A list of books and articles on the customary law of Indonesia; — published by the Adat Law Foundation of Leyden Liste de la littérature concernant Ie droit coutumier de l'lndonésie: — publiée par la Fondation pour Ie droit indonésien a Leyde VOORBERICHT De hier volgende Literatuurlijst bestrijkt, voor de studie van het Indonesisch adatrecht: Formosa (Indonesisch deel der bevolking), de Philippijnen, Nederlandsch-Indië, de nM**Nederlandsche gedeelten van Nieuw-Guinee en Timor en Borneo, het Maleische schiereiland, de Tjams, zoomede Madagaskar. Hoewel de bewoners van NieuwGuinee stellig, en die van den Ternate-archipel waarschijnlijk, voor een deel niet tot de Indonesiërs behooren, is het nochtans ondoenlijk en ook niet practisch geacht voor deze opgaaf een schifting te maken. Opgenomen zijn alle boeken en artikelen, die hetzij aan onderwerpen van adatrecht opzettelijk zijn gewijd, hetzij over adatrecht nogal wat belangrijks bevatten. Alleen dan, wanneer een omvangrijk geschrift niet meer dan een paar losse, toevallige mededeelingen over adatrecht inhield — mededeelingen, die dan vroeger of later in een Adatrechtbundel worden herdrukt —, is zulk een geschrift uit de Literatuurlijst weggelaten. In grensgevallen is besloten tot opneming. De Literatuurlijst bevat uiteraard rijp en groen. Van een aanvankelijk voornemen om op consequente wijze aan te geven, welke boeken en artikelen betrouwbaar en goed, welke middelmatig, welke onbetrouwbaar zijn, moest al spoedig worden afgezien; slechts op enkele geschriften trouwens zou één ondubbelzinnige qualificatie hebben gepast. Van de groote meerderheid der opgenomen boeken en artikelen bevindt zich een exemplaar in de boekerij der Adatrechtstichting te Leiden. De verzameling en ordening voor den eersten druk was op verzoek en onder verantwoordelijkheid van het bestuur der Adatrechtstichting verricht door den toenmaligen archivaris der stichting, mr. W. J. Muller. De lijst is thans herzien en bijgewerkt door den heer J. A. Quist. Leiden, December 1927. PREFATORY NOTE The following list covers the literature for the-study of Indonesian customary law in the countries of Formosa (Indonesian part of the inhabitants), the Philippines, Dutch Indies, the non-Dutch parts of New Guinea and Timor and Borneo, the Malay Peninsula, the Chams as well as Madagascar. Although the inhabitants of New Guinea in part do not belong to the Indonesians, nor probably those of the Ternate Archipelago, it is as yet impossible to sift the literature in these cases, nor was it considered advisable to do so. In this list are included all books and articles which are either specially devoted to subjects of Indonesian law, or which contain something important on the subject. Only in such cases where a bulky volume contained only a few disconnected casual Communications about Indonesian law — which sooner or later are sure to be reprinted in the volumes on Adat Law published by the Dutch committee for these studies — such a volume has been omitted from the list. In doubtful cases they have been included. The list includes, in the nature of things, good, bad and indifferent. The original intention of indicating in a systematic way which books and articles were reliable and good, which were middling and which unreliable, we were soon obliged to abandon; there are, moreover, only a few writings to which an undivided qualification could be applied. Most of the book* mentioned are to be found at Leyden, in the library of the Foundation. The collection and arrangement for the first edition had been undertaken at the request and üpoii the responsibility of the Adat Law Foundation by the archivist of the Foundation, Dr. W. J. Muller. This time the list has been revised and brought up to date by Mr. J. A. Quist Leyden, December, 1927. AVERTISSEMENT La Hste qui suit comprend, pour 1'étude du droit coutumier de 1'Indonésie: Forniose (la partie indonésienne de la population), les iles Philippines, les Indes Néerlandaises, les parties non-Néerlandaises de la Nouvelle Guinee et de Timor et de Bornéo, la péninsule malaise, les Chams, ainsi que Madagascar. Bien qu' une partie des habitants de la Nouvelle Guinee n'appartienne pas a la race indonésienne et qu'une partie dps habitants de 1'archipel de Ternate n'y appartienne pas probablement, on a jugé tant impraticable que peu pratique d'en- faire un triage pour le but de cette liste. La liste comprend tous les livres et tous les articles importants sur le droit coutumier de 1'Indonésie, soit qu'ils soient particulièrement voués a cette matière, soit qu'ils renferment des données assez remarquables. Au cas seulement oü un écrit compréhensif ne contient que quelques renseignements épars et fortuits au sujet du droit coutumier, la liste 1'a négligé; en bon temps la commission néerlandaise pour le droit indonésien reproduira ces renseignements dans la série de volumes qu'elle publie. En cas de doute, les écrits ont été mentionnés. II va sans dire que la liste comprend la balie a cöté du bon grain. D'abord on s'était proposé de faire ressortir d'une faqon uniforme lesquels des livres et des articles sont excellents et dignes de foi, lesquels parmi eux sont médiocres, lesquels sont dangereux. Pourtant, il a paru nécessaire d'abandonner ce projet; encore n'y aurait-il eu que peu de livres a même d'être qualifiés d'une faQon péremptoire. De la plupart des écrits mentionnés un exemplaire se trouve a L.eyde. dans la bibliothèque de la Fondation. La liste a été rédigée pour la première édition par 1'archiviste de la Fondation pour le droit indonésien, M. le docteur W. J. Muller, sous la responsabilité du conseil de la Fondation qui a sollicité son concours. Pour la présente édition elle a été révisée et complétée par M. J. A. Quist. Leyde, Décembre 1927. INHOUD Blz. Alphabetisch gedeelte 1 Systematisch gedeelte 216 L Adatrecht-politiek 216 II. Inheemsch recht 223 A. Indonesië in het algemeen 223 B. Bepaalde rechtskringen 242 0. Formosa 242 b. De Philippijnen 246 c. Geheel Sumatra 256 d. Atjèh 257 e. Gajö, Alas- en Bataklanden 260 ƒ. Het Minangkabausche gebied 268 g. Zuid-Sumatra 280 h. Het Maleische gebied 292 1. Bangka en Belitoeng 306 j, Borneo 308 k. De Minahasa 327 /. De Gorontalosche kring 332 m. Het Toradja-gebied 334 n. Zuid-Selebes 339 o. De Ternate-archipel 347 p. De Ambonsche Molukken 351 q. Nieuw-Guinee 361 r. De Timorsche kring 369 s. Bali en Lombok 375 t. Geheel Java 384 u. Middel- en Oost-Java met Madoera 394 v. De Vorstenlanden 407 w. West-Java 414 x. Verspreide eilanden 420 a. Nias 420 /J. Mentawai-eilanden 422 y. Enggano 423 d. Sangi- en Talaud-dlanden 424 e. Zuidwestereilanden 426 y. De Tjams 427 g. Madagaskar 428 III. Chineezenrecht 436 IV. Godsdienstig recht 442 1. Hindoerecht 442 2. Mohammedaansch recht 443 3. Christelijk recht 449 Aanvulling en Wijziging 453 ALPHABETISCH GÈDEELTË. Alphabetic section. — Partie alphabétique. A. De exploitatie van gronden en bevolking in de kedjawen-desa's der Vorstenlanden; Indische Gids, (1893) II. Aanschrijving van den resident der Lampongsche districten (1869); Adatrechtbundel XX, blz. 1—3. Aanschrijvingen, zie besluiten. Aansprakelijkheid van rechtsgemeenschappen in Djambi (1911); Adatrechtbundel VI, blz. 385—409. Aanstellingsakte [Vorstenlanden] (1900); Adatrechtbundel VIII, blz. 254—257. Aanteekening over grondenrecht in de Minahasa (1914); Adatrechtbundel IX, blz. 146—147. Aanteekening over pandrecht; (zfc 1915) [Het Minangkabausche gebied]; Adatrechtbundel XX, blz. 135. Aanteekeningen betreffende den rechtstoestand van de inlandsche bevolking ter hoofdplaats Teriiate (1902) [verzameld door mr. J. H. Carpentier Alting] ; Adatrechtbundel VII, blz. 193—206. Aanteekeningen (Eenige) betreffende de landschappen Korintji, Serampas en Soengei Tenang (Batavia, 1903). Aanteekeningen (Eenige) betreffende Lombok ('s Gravenhage, 1894). Aanteekeningen (Eenige) omtrent heksenmoorden in Midden-Celehes; Mededeelingen Encyclopaediseh Bureau, afl. 3 (1914). Aanteekeningen (Losse) over grondenrecht [op Bali en Lombok] uit regeeringsrapporten (1905—1909); Adatrechtbundel I, blz. 184—188. Aanteekeningen omtrent Midden-Sumatra, aan officieele bescheiden ontleend; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 39 (1880). Aanteekeningen over Atjehneesche aangelegenheden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1874 II. Aanteekeningen over huwelijksrecht [op Middel-Java] (1902); Adatrechtbundel X, blz. 42. Aanteekeningen over zweren (erdoehoem) bij de Bataks; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 40 (1896). Aanvullingsnota van toelichting betreffende het landschap Asahan; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 53 (1911). Aanvullingsnota van toelichting betreffende het rijk van Langkat; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 53 (1911). J. R. Abegg. Kort overzigt betreffende de wetten en instellingen benevens de inrigting van het inlandsen bestuur in de af deeling Seloema (medegedeeld door Mr. H. D. Levysohn Norman); Bijdragen Koninklijk Instituut, 8 (1861). J. R. Abegg. Kompendium over de afdeeling Manna (medegedeeld door Mr. H. D. Levysohn Norman); Bijdragen Koninklijk Instituut, 8 (1861). J. R. Abegg. Overzigt der zeden en gewoonten en instellingen in de afdeeling Laïs in gebruik (medegedeeld door Mr. H. D. Levysohn Norman); Bijdragen Koninklijk Instituut, 8 (1861). J. R. Abegg. Kort overzigt van de inrigting des binnenlandschen bestuurs en van de wetten, gewoonten en instellingen in de afdeeling Kroë (medegedeeld door Mr. H. D. Levysohn Norman) ; Bijdragen Koninklijk Instituut, 8 (1861). J. R. Abegg. Nota van toelichting nopens instellingen onder de bevolking in de afdeeling Kauer (medegedeeld door Mr. H. D. Levysohn Norman) Bijdragen Koninklijk Instituut, 8 (1861). J. R. Abegg. Kort overzigt van de inrigting des binnenfetndschen bestuurs en van de wetten, gewoonten en instellingen in de afdeeling Ommelanden van Benkoelen (medegedeeld door Mr. H. D. Lewsohn Norman); Bijdragen Koninklijk Instituut, 8 (1861). Mr. J. H. Abendanon. De rechtstoestand van den Inlander in Algerië vergeleken met de beginselen te dien aanzien in Ned.-Indië geldende. (Batavia, 1887). Mr. J. H. Abendanon. Strafwetboek der Filipijnsche eilanden; Récht Nederlandsch-Indië, 51 (1888). Mr. J. H. Abendanon. Nogmaals de particuliere landerijen bewesten de Tjimanoek, in verband met de uit ontginning van woeste of verlaten gronden voortvloeiende rechten; Indisch Weekblad van het Recht, 1889, No. 1356. Mr. J. H. Abendanon. Enkele opmerkingen betreffende de erkenning van uit Inlandsche moeders geboren natuurlijke kinderen door Europeanen en de rechtsgevolgen daarvan, in verband met het Koninklijk Besluit in Stbl. 1896, No. 106; Recht NederlandschIndië, 69 (1897). Account of the North-West coast of Borneo; Asiatic Journal, No. 150, June 1828. R. Achmad. De polygamie in de Javaansche maatschappij ; Weekblad voor Indië, 10 (1913—1914). Acte van verband voor Poespo Negara, Regent van het district Brebes, omtrent het doen van heerendiensten en de verpligte leverantie van producten; Eindresumé III, bijlage F. L. Adam. [Regeeringsrapport uit Kediri] (± 1916); Adatrechtbundel XIX, blz. 177—207. L. A(dam). Hoe bakoels aan bedrijfskapitaal komen; Koloniaal Tijdsschrift; 5 (1916), — Overgenomen in Adatrechtbundel XIX, blz. 321—325. L. Adam. Het Indonesisch grondenrecht ; Koloniaal > Tijdschrift, 9 (1920). L. Adam. De autonomie van het Indonesisch dorp. (Amersfoort, 1924.) L. Adam.' Uit en over de Minahasa (Bestuur, zeden en gewoonten en het daarmede samenhangende adatrecht van het Minahasische volk); Bijdragen Koninklijk Instituut, 81 (1925). Adat Batak. (Medan; 1922). Adat (De) rechtsbron der solidaire aansprakelijkheid in Ned.-Ijidië; Vragen van den Dag, 17 (1902). Adat lembaga (over huwelijks- en erfrecht) in Benkoelen (1910— 1911); Adatrechtbundel XI, blz. 242—376. Adat pelok op Madura; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1029 (1883). Adat tanggoeng menanggoeng in Benkoelen (1918); Adatrechtbundel XVIII, blz. 256—259. Adatbeslissingen [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel VIII, blz. 261— 266; XXII, blz. 263—265. Adathoofden in de Lampongsche districten {1915); Adatrejahtbundel XII, blz. 98—107. Adathoofden (Losse mededeeling, over) (1912) [Het Minangkabausche gebied]; Adatrechtbundel VI, blz. 272. — Ontleend aan de Sumatra-Bode van 4 November 1912. Adatinkomsten der dorpshoofden op Ambon (1917—1919); Adat* rechtbundel XVI, blz. 14; XXI, blz. 50-^51. Adatinkomsten der dorpshoofden (1918) [Gorontalo]; Adatrechtbundel XXII, blz. 376. Adatinkomsten der gemeentehoofden (1018) [Minahassa}; Adatrechtbundel XXII, blz. 373. Adatinkomsten der marga- en zelfstandige pasarhoof den in het gewest Benkoekn (1909) ; Adatrechtbundel XII, blz. 61—83. Adatinkomsten der volkshoofden (1917—1918) [Gajo-, Afes>- en Bataklanden] ; Adatrechroandel XX, blz. 116—122. Adatinkomsten der volkshoofden (1917WÜ916)- [Zuid-Sumatml.} Adatrechtbundel XX, blz. 202—220. Adatinkomsten der wijkmeesters te Benkoelen vroeger en thans (1912); Adatrechtbundel VI, blz. 360—362. Adatinkomsten van desabestuursleden in Soerakarta (1917); Adatbundel XIX, blz. 360. Adatinkomsten ■van dorpsbestuurders in Riau (1919); Adatrechtbundel XX, blz. 288—291. Adatinkomsten van dorpshoofden in Indragiri (1919), [Het Minangkabausche gebied] ; Adatrechtbundel XX, blz. 147—150. Adatinkomsten van dorpshoofden op Nias (1917); Adatrechtbundel XXII, blz. 422. Adat-inkomsten van leden van desa-besturen'(in Soerabaja en Pekalongan] (190E), ontleend aan C. J. Hasselman. Eindverslag over het onderzoek naar den druk der dessadiensten op Java en Madoera, 1905; Adatrechtbundel XIV, blz. 192—196. Adatinkomsten van leden van desa-besturen (1917) [West-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 17—35. Adatinkomsten van volkshoofden (1917—1919) [Timor enz.]; Adatrechtbundel XXI, blz. 320—325. Adatrecht (Christelijke beginselen en) (1924—1925); Adatrechtbundel XXV, blz. 454—491. — Zie van de Wetering en Huèting. Adatrecht (Groei van het) (1924); Adatrechtbundel XXV, blz. 19—21. Adatrecht (Handhaving van) bij de Tinggalan's (1922) [Borneo]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 426. Adatrecht (Het) van Nederlandsch-Indië door Mr. C. van Vollenhoven; Bataviaasch Nieuwsblad, 24 December 1906. Adatrecht van Christen-Bataks (1913—1914); Adatrechtbundel XI, blz. 3^-30. Adatrechtbundels, bezorgd door de commissie voor het adatrecht, deel I—XXVI ('s-Gravenhage, 1910—1926). — Eerste drie bundels herdrukt in 1911. Adatpolitiek (Engelsche) in Bengkoeloe, (1768—1823); Adatrechtbundel XXV, blz. 217—226. Adatproces in Jogjakarta (1918); Adatrechtbundel XIX, blz. 343. Adatprocesrecht (1925) [Zuid-Celebes] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 348. Adatrechtpolitiek van het Britsche tusschenbewind (1811); Adatrechtbundel XXV, blz. 18. Adatrechtsbronnen (Prijsvraag over geschreven) (1847—1849); Adatrechtbundel XXV, blz. 15—17. Adatrechtspraak (De) bij de rapats in Palembang (1911); Adatrechtbundel XI, blz. 189—230. — Ook afzonderlijk verschenen bij de Industrieele Maatschappij Palembang. Adatrechtstermen (Bantensch-Javaansche); Adatrechtbundel XIX, blz. 1—7. — Zie ook M. Mangoen di Karia. Adatrechtstermen (Bataksche), zie Adatrechtstermen (Gajösche). Adatrechtstermen (Boegineesche); Adatrechtbundel XVII, blz. 219 —343. Adatrechtstermen (Dajaksche); Adatrechtbundel XIII, blz. 8—61. — Zie ook Hardeland. Adatrechtstermen (Gajösche en Bataksche); Adatrechtbundel VI, blz. 21—147. Adatrechtstermen (Indonesisch Formosa); Adatrechtbundel XVIII, blz. 342—355. Adatrechtstermen (Javaansche); Adatrechtbundel XXIII, blz. 67— 114. — Zie ook Gericke, Roorda, Vreede, Gunning. Adatrechtstermen (Ken ja Dajaksche); Adatrechtbundel XXVI, blz. 474—477. — Zie ook van Genderen Stort. Adatrechtstermen (Lampongsche); Adatrechtbundel XII, blz. 108— 140; XXV, blz. 191—192. — Zie ook Helfrich. Adatrechtstermen (Midden-Maleische); Adatrechtbundel XII, blz. 141—197; XXV, blz. 192—217. — Zie ook Helfrich. Adatrechtstermen (Madoereesche); Adatrechtbundel XIV, bl. 205 —274. Adatrechtstermen (Makassaarsche); Adatrechtbundel IX, blz. 241— 340. — Zie ook Matthes. Adatrechtstermen (Rottineesche); Adatrechtbundel XVI, blz.-^SS—163. Adatrechtstermen (Soendasche); Adatrechtbundel VIII, blz. 52—229. Adatrechtstermen (Ternataansche); Adatrechtbundel VII, blz. 166 —192. Adatrechtstermen (Tjerbonsch-Javaansche); Adatrechtbundel XIX, blz. 7—11. — Zie ook Groneman. Adatrechtstermen (Tontêmboansche); Adatrechtbundel IX, blz. 103 —145. Adatrechtstudie (1860); Adatrechtbundel XIX, blz. 329--330 [Middel-Java] ; XX, blz. 137 [Het Minangkabausche gebied]; XXII, blz. 439 [Godsdienstig recht en godsdienstige rechtspraak]. Adatregelen voor dorpen in het binnenland van Banka (opgeteekend 1910) ; Adatrechtbundel X, blz. 260—262. Adatregelingen voor en van christen-Bataks; Adatrechtbundel VII, blz. 44—50; XI, blz. 3—30; XX, blz. 88—114. Adatregeling op Halmahei ra (1911); Mededeelingen Nederlandsen Zendelinggenootschap, 56 (1912). — Overgenomen in Adatrechtbundel VII, blz. 157—161. Adatregeling voor Christeninlanders op Noord-Nieuw-Guinea (± 1914); Adatrechtbundel X, blz. 288—299. — Zie ook Van Hasselt. Adatregeling voor het district Langoan (1901); Adatrechtbundel III, blz. 177—185. Adatregelingen in de Inlandsche kri stengemeenten op Java (Batavia, 1911) . [Verslagen Welvaartscommissie]. Adatregelingen van christen-inlanders (1911); Adatrechtbundel VII, blz. 36—37; X, blz. 13 (1914). Adatregelingen voor en van Christeninlanders op Halmaheira (1905 —1911); Adatrechtbundel VII, blz. 121—156. Adats van Mokko-Mokko. Strafwetboek in werking bij de marga- en doessoenhoofden in die afdeeling; Koloniaal Verslag 1865. Adatrechtbundel VI, blz. 322—352. Adatspreuken (1921) [Het Minangkabausche gebied]; Adatrechtbundel XXII, blz. 307—309. Adatsystematiek (Inlandsche) (1912); Adatrechtbundel VII, blz. 3—12. — Zie ook Snouck Hurgronje. Adatvonnissen [Ambon enz.] ; Adatrechtbundel XXI, blz. 65—319; XXIV, blz. 114—119; blz. 119—125; blz. 125—131. Adatvonnissen [Atjèh] ; Adatrechtbundel VII, blz. 39—42; XXII, blz. 293—296. Adatvonnissen [Bali en Lombok]; Adatrechtbundel XV, blz. 97— 131; XVITI, blz. 340—342; XXIII, blz. 291—378. Adatvonnissen [Banka en Billiton]; Adatrechtbundel VII, blz. 65—69. Adatvonnissen [Borneo] ; Adatrechtbundel XIII, blz. 339—342; XXII, blz. 358—363; XXVI, blz. 430. Adatvonnissen [ZÜd-Celebes] ; Adatrechtbundel XVII, blz. 345 —350, Adatvonnissen [Chineezen] ; Adatrechtbundel VII, blz. 263—269; XXII. blz. 424—436. Adatvonnissen [Gajo-, Alas- en Bataklanden] ; Adatrechtbundel VI, blz. 150—152: XX, blz. 11—14; XXII, blz. 299—306; XXV, blz. 174—184. Adatvonnissen [ Middel-Java] ; Adatrechtbundel II, blz. 191—202; IV, blz. 547—5S4; XIV. blz. 66—80; XVIII, blz. 75—82; XIX, blz. 256—264; XXII, blz. 27—35; XXV, blz. 56—58. Adatvonnissen [Oost-Java met Madoera] ; Adatrechtbundel IV, blz. 598—610; VIII, blz. 270—281: XIV, blz. 184—190; XIX, blz. 456—479; XXII, blz. 279—281. Adatvonnissen [West-Java] ; Adatrechtbundel IV, blz. 529—546; XIX, blz. 11—17. Adatvonnissen [Minahassa] ; Adatrechtbundel III, blz. 114—152; IX, blz. 84—96; blz. 148—160. Adatvonnissen [Minangkabausch gebied] ; Adatrechtbundel VI, blz. 252—272; XX, blz. 143—147; XXV, blz. 187—190. Adatvonnissen [Zuid-Sumatra] ; Adatrechtbundel VI, blz. 410—446; XVIII, blz. 259—277; XX, blz. 221—223; XXII, blz. 350. Adatvönhissen [Ternate-archipel]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 5—9. Adatvonnissen [Vorstenlanden]; Adatréchtbundel IV, blz. 574—576; XIV, blz. 127—134; XVIII, blz. 87—90. AdatWijzer; Ad&trééhtbundel I, blz. 16—20, en X, blz. 4—12. Adi-Agama. Oud Balisch Wetboek. In het Hoog-B&Hsch vertaald, 2 dln. (Batavia, 1909). Ds. L. Adriaanse. De Koninklijke boodschap omtrent wijziging van het Indisch Regeeringsreglettl*nt en rechtstoestand der Inlandsche christenen. ("Utrecht, 1903). DfVN. Adriani. Mededeelingen omtrent de Toradja's van MiddenCelebes;'Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 44 (1901). Dr. N. Adriani. Dr. A. W. Nieuwenhuis, Quer durch Bofiteö; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1907. Dr. N. Adriani. De Toradja's van Midden-Celebes, wat zij zijn en wat -zij küttnen worden; Indisch Genootschap, 7 Januari 1908. Dr. N. Adriani. Land en volk van Midden-Celebes (verslag algem. verg.); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 25 (1908), I. Dr. N. Adriani. De Zending in Midden-Celebes; Onze Eeüw, Sept. 1908. — 3e herdruk, Oegstgeest, 1917. Dr. N. Adriani. Dr. B. F. Matthes als taalbeoefenaar; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 51 (1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXII. blz. 395 en 396. Dr. N. Adriani. De landbouw in het heidendom der Indonesische volken; Mededeelingen -Nederlandsch Zendelinggenootschap, 53 (1909) . Dr. N. Adriani. De titel „kapala balak" der vroegere Minahassische districtshoofden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 52 (1910) . — Overgenomen in Adatrechtbundel XVII, blz. 1—4: De Minahasische stam of walak. Dr. N. Adriani. Het animistisch heidendom als godsdienst. (Den Haag, z. j.). Dr. N. Adriani, [Over adat en adatrecht Yan Christeninlanders] (1912). Overzicht van de veertiende zending-conferentie, gehouden te Buitenzorg van 17—25 Augustus 1912. (Batavia 1913). — Zie ook Adatrechtbundel XII, blz. 7—15. Dr. N. Adriani. Verhaal der ontdekkingsreis van Jhr. J. C. W. D. A. van der Wijck naar het Posso»Meer, 16—22 Óctober, 1865; Indische Gids, 1913, II. Dr. N. Adriani. De reis van den heer W. J. M. Michielsen naar het Posso-Meer, 12—17 Juli 1869; Indische Gids, 1913, II. Dr. N. Adriani. Maatschappelijke, speciaal economische, verandering der bevolking van Midden-Celebes, sedert de invoering van het Nederlandsch gezag aldaar; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1915. Dr. N. Adriani. Over het karakter der Toradja's en hunne rechtspraak ; voordracht in de 25e algemeene vergadering der. Maatschappij ter bevordering van het natuurkundig onderzoek der Nederl. Koloniën op 12 Juni 1915. Dr. N. Adriani. De hoofden der Toradja's van Midden-Celebes; Indisch Genootschap, 16 Februari 1916. Dr. N. Adriani. Toradjasche karaktertrekken; Onze Eeuw, 1916. Dr. N. Adriani. De Toradja'sche vrouw als priesteres; Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afdeeling Letterkunde, 5e reeks, dl. II (1917). Dr. N. Adriani. De schoone slaapster in het bosch, en een gelijkluidend verhaal in Midden-Celebes; Verslagen en Mededeelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afd. Letterkunde, 5e Reeks, dl. II (1917). Dr. N. Adriani. Posso (Midden-Celebes). ('s>Gravenhage, 1919). Dr. N. Adriani. Onderwijs, geneeskunde, bestuur en godsdienstprediking onder een animistisch volk in Nederlandsch-Iridië; Koloniaal Tijdschrift 8 (1919). Dr. N. Adriani. Korte schets van het Toradja-volk in MiddenCelebes (Oegstgeest, 1920). Dr. N. Adriani. De Bewoners m Midden-Celebes. [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl. II, Amsterdam, 1921]. Dr. N. Adriani en Alb. C. Kruyt. Van Posso naar Parigi; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 42 (1898). Dr. N. Adriani en Alb. C. Kruyt. Van Posso naar Todjo; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 43 (1899). Dr. N. Adriani en [Dr.] Alb. C. Kruyt. De Bare'e-sprekende Toradja's van Midden-Celebes, 3 dln (Batavia, 1912—1914). — Uittreksels uit deel III in Adatrechtbundel XVII, blz. 123—128, en uit deel II in Adatrechtbundel XXII, blz. 396. Dr. N. Adriani, zie F. J. Fokkema, Mededeeling Vorstenbestuur en Rechtszaken. D. Aduarte. Historia de la Provincia del Sancto Rosario de la Orden de Predicadores en Philippinas, Iapon y China (1640). Gedeeltelijk opgenomen in Blair and Robertson. The Philippine islands, dl 30 en 31. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Adviezen over codificatie van adatrecht en bewijs van adatrecht (1893—1894): A. Advies dr. Snouck Hurgronje; \ B. Advies directeur van justitie; fin Adatrechtbundel I, C. Advies Raad van Indiê; i blz. 21—47. D. Missive gouvernementssecretaris; ) Adviezen over codificatie van het inlandsen adatrecht der Minahasa (1897); Adatrechtbundel V, blz. 12—19. Adviezen over inheemsche rechtspraak en adatrecht op-Zuid-Sumatra. (1912—1913); Adatrechtbundel XXV, blz. 21—32. J. A. Aeckerlin. De hakim ketjil (Raad van kleine zaken te Benkoelen) ; Notulen Bataviaasch Genootschap, 23 (1885), blz. 7—10. J. A. Ackerlin. De „pangkat papadon" in de Lampongsche districten; Indische Gids, 1894, II. W. Aernout. Een woordenlijstje der Tidoengsche taal; Indische Gids 1885, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Afschaffing van de djoedjoer in Palembang; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1852, I. Agama. Oud-Balisch wetboek. In het Hoog-Balisch vertaald (Batavia, 1909). 2e druk 1918. Agama, zie Adi-Agama; Koetara Agama; Poerwa Agama. A. H. B. Agerbeek. Enkele gebruiken van de Dajaksche bevolking der Pinoehlanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 51 (1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. G. K. B. Agerbeek. Gebruiken en gewoonten in de afdeeling Zuid- Bali. De Baliër van zijn geboorte tot aan zijn dood; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 57 (1916). Agrarisch stelsel (Hervorming van het) in de Vorstenlanden op Java. Herdruk van enkele belangrijke stukken. (Soerabaja, 1912). Agrarisch stelsel van het rijk Soerakarta fit. 1920); Adatrechtbundel XIX, blz. 361—371. Agrarische wetgeving (Herziening van de); Koloniale Studiën, 3 (1919), II. Agrarischen toestand (De oud-resident Spaan over den) in de Vorstenlanden; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1505 (1892). A. Ph. van Aken. Nota betreffende de afdeeling Koerintji; Mede¬ deelingen Encyclopaedisch Bureau, 8 (1915). Alabaster. Notes and commentaries on Chinese criminal law. (1899). Alfoersche adat(eed); Indisch Weekblad van het Regt, No. 837 (1879). [J. Algué.] Report of the Philippine commission, vol. III (1901). Paper No. VII, Ethnography. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. B. Alkema. De Soendaneezen [in De Volken van Nederlandsch- Indië, dl II, Amsterdam, 1921]. Alor en Pantar (De eilanden); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1914. J. J. van Alphen. Soemba en de Soembaneezen; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1884, I. Jhr. R. M. C. van Alphen. Landbezit in de Vorstenlanden; Indische Gids, 4 (1882), II. Mr. J. H. Carpentier Alting. De Alfoersche eed in de Minahassa; Recht Nederlandsch-Indië, 69 (1897). Mr. J. H. Carpentier Alting. Het gewoonterecht ïn de Minahassa; Indische Gids. 1901, I. Mr. J. H. Carpentier Alting. Regeling van het privaatrecht voor de inlandsche bevolking in de Minahassa-districten der residentie Menado, 4 st. (Batavia, 1902—1903). Mr. J. H. Carpentier Alting. Indisch strafrecht (Leiden, 1907). Mr. J. H. Carpentier Alting. Rechtszekerheid versus rechtseenheid; Indische Gids, 1908, I. Mr. J. H. Carpentier Alting. Rechter en zaakwaarnemer bij de rechtspraak over Inlanders; Verhandelingen Indisch Genootschap, 12 Januari 1909. Mr. J. H. Carpentier Alting. De uitvoering van het nieuwe artikel 75 van het Regeeringsreglement voor Nederlandsch-Indië ten aanzien van het privaatrecht der inlandsche bevolking; Vereeniging Moederland en Koloniën, 17 Maart 1909. Mr. J. H. Carpentier Alting. Belangstelling in volksrecht; JubileumUitgave Indologenblad, 1816—1916. Mr. J. H. Carpentier Alting. Het rassencriterium; Verhandelingen Indisch Genootschap, 1921. Mr. J. H. Carpentier Alting. Grondslagen der rechtsbedeeling. ('s-Gravenhage, 1926). Mr. J. H. Carpentier Alting, zie Aanteekeningen; Dorpsihrichting; Soepit. T. Altona. Over den oorsprong der Kalangs; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). José M. Alvarez. The aboriginal inhabitants of Formosa; Anthropos, 22 (1927). [Mohammed Amin.] Adatrdcht der Soehaid-Dajaks en der Sebroeang-Dajaks (1924); Adatrechtbundel XXV, blz. 253—267. Anckeveen, zie De Waal van Anckeveen. W. F. van Andel. Nota over het verloren gaan van individueel bezit en het ontstaan van het gemeentelijk! bezit in het district Poerworedjo; Eindresumé II, bijlage M. W. J. D. van Andel, zie Bestuursinrichting Gorontalo, J. Anderson. Politica! and commercial considerations «lative to the Malayan Peninsula, and the British Settlements in the Straits of Malacca. (Prince of Wales Island, 1824, 2 dln.). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 127—128. J. Anderson. Mission to the East Coast of Sumatra in 1823. (London, 1826). R. Andree. Eine Monographie der Insel Nias; Glóbus, 58 (1890). N. Annandale. Customs of the Malayo-Siamese [in Fasciculi Malayenses: Anthropology, part II a, London, 1903—1904]. N. Annandale and H. C. Robinson. Some preliminary results of an expeditton to the Malay Peninsula; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 32 (1902). — "Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 127. Annexaties in Centraal-Sumatra; Tijdschrift Nederiand#ehLIndië, '1880, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 11. H. Hijmans van Anrooy. Nota omtrent het rijk vari Siak; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, '30 (1885). — Zie Kehding. Antwoorden op een rondschrij'ven betref fende adatrecht [van Bali en Lombok, als beschreven door Mr. C. van Vollenhoven in Het Adatrecht van Nederlandsch-Indië, dl I] van G. F. de Bruyn Kops, J. C. van Eerde, dr. H. H. Juyhboll, F. A. Liefrinck, C. Schultz, dr. J. Ph. Vogel en G. A. W. C. dé Haze Wmkelman (1915-4916); Adatrechtbundel XV, blz. 1—13. Ardant du Picq. Une peuplade malgache. Les Tanala de 1'Ikongo; Le Tour du Monde, 1905. Arminius. Iets over huwelijk en echtscheiding bij de inlanders op Java, de daaruit voortvloeiende inkomsten: der Mbhammedaansche geestelijkheid en de administratie der moskeefondsen; Indische Gids, 1889, II. J. H. Arnold. The peoples of Formosa; Smithsondan Miscellatieous collections, quarterly issue, dl 5 (1909). — Uittreksels in Adat«rechtbundel XVHI. J. H. Arnold. The ascent of Mt. Morrison (Niitaka Yama); Journal NoMn-China Branch Royal Asiatic Society, 40 (1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVHI. Artikel uit de Oetoesan Malajoe (1912), meb vertaling van A. J. Hamerster; Adatrechtbundel XI, blz. 155—161. Wirjo Asmoro. Iets over de adat der Madoereezen; [Oosfr*Java- en Madoera-Nummer van] Djawa, 6 (1926), No. 4, 5 emè. R. Moehamad Aspi. (Advies over schenking'tusschen ■ inlandsche echtgenooten]; Indisch Tijdschrift van het Recht, 106 (1916). A. Asselbergs. Makassaren en Boegineezen; Katholieke Missiën, 19 (1894—1895). A. Asselbergs. Godsdienstig leven der Makassaren en Boegineezen; Katholieke Missiën, 19 "(1894—1895). E. van Assen. Schets van het maatschappelijk bestaan der Dajaks in de Doesonlanden, meer in het bijzonder die van de districten Midden- en Boven-Doeson, van de residentie Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo; Koloniaal Weekblad, 1909. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Atjeh en Onderhoorigheden; Mededeelingen Encvclopaedisch Bureau, dl II. afl. 2 (1917). F. W. Atkinson. The Philippine Islands. (Boston enz., 1905). P. A. Soeria Atmadja. [Advies over schenking tusschen inlandsche echtgenooten]; Indisch Tijdschrift van het Recht, 106 (1916). Atschin (Das Sultanat). Ethnografische Skizze; Ausland, 45 (1873). R. Attuly. Le droit péna! de Madagascar. {'Paris, 1924). J. Audebert. Beitrage zur Kenntnis MadagaskarsJ I Madagaskar und das Hovarekh. (Berlin, 1883). L. Aujas. Histoire et coutumes des Betsimisaraka j Bulletin de 1'Académie Malgache, 4 (1905—1906) I. L. Aujas. Dé 1'institution de zazalava en droit malgache; Bulletin de l'Académie Malgache, 5 (1907). L. Aujas. Esquisse d'une Téforme de la législation coutumière malgache des successions dévolues ab intestat; Bulletin de l'Académie Malgache, 5 (1907). L. Aujas. Essai sur 1'histoire et les coutumes des Betsimisaraka; Revue de Madagascar, 9 (1907), II. L. Aujas. Etude sur les dommages-intérêts en droit malgache; Bulletin de rAcadémie Malgache, 7 (1909). L. Aujas. De quelques coutumes en usage a. Mayotte et a Anjouan. II. Du marrlage; Bulletin de l'Académie Malgache, 10 (1912), blz. 194—197. L. Aujas. La trlbu des Betsimisaraka; Conférences publiques sur Madagascar, 1913—1914. L. Aujas. Les rites du sacrifice a Madagascar; Mémoires dé l'Académie Malgache, fascicule II, 1927. E. Aymonier. Les Tchames et leurs religions v (Paris, 1891). E. Aymonier et A. Cabaton. Dictionnaire Cam-Francais {Paris, 1906). C. B. Nog iets over bet erfregt der Maleijers ter Sumatra's West¬ kust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1864, II. D. B. Het eiland Timor; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1852, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. blz. 52—54. B. van Baak. Nota over het eigendomsrecht op den woesten grond op Java (1867); Eindresumé III, bijlage N. — Uittreksel m Adatrechtbundel XVII, blz. 112. B. van Baak. Over de heerendiensten in Djokjokarta en de daar- omtrent in 1886 tot stand gekomen regeling; Eindresumé III, bijlage C". M. J. van Baarda. Woordenlijst Galelareesch-Hollandsch. Met ethno- logische aanteekeningen ('s-Gravenhage, 1895). M. J. van Baarda. Fabelen, verhalen en overleveringen der Galé- lareezen enz.; Bijdragen Koninklijk Instituut, 45 (1895). Babad kediri (uitgave Van den Broek, 1902); zie Adatrechtbundels X, blz. 42, en XIV, blz. 80. N. B. Baboneau. A Murut vocabulary; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 86 (1922). L. de Backer. L'Archipel Indien (Paris, 1874). A. Bagchus. Een en ander uit de praktijk der heffingen en diensten op de particuliere landerijen in de afdeeling Buitenzorg; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), II, 6 (1917), I. J. S. Bailey, The Sru Dyaks; Sarawak Gazette, 1901. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Bakhuizen, zie Brink (Van den). H. P. A. Bakker. Het rijk Sanggau; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 39 (1884). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. A. Bakkers. De afdeeling Sandjai (Celebes); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 11 (1862). J. A. Bakkers. De eilanden Bonérate en Kalaoe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 11 (1862). J. A. Bakkers, Tanette en Barroe (Celebes); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 12 (1862). J. A. Bakkers. Het leenvorstendom Boni; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 15 (1866). J. A. Bakkers. Nota betreffende het partikulier landbezit op Celebes; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 16 (1867). J. A. Bakkers. Iets over de Wadjoreezen, Soembaneezen en Bimaneezen; (medegedeeld door J. A. Vink uit nagelaten bescheiden van....); Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1901. J. A. van Balen. Windèsische. verhalen, met vertaling en woordenlijst; Bijdragen Koninklijk Instituut, 70 (1915). J. Ballot. Het Inlandsen Bestuur in de onderaf deeling Loeboe Sikaping en Rau, afdeeling Loeboe Sikaping, residentie Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 28 (1905). J. Ballot. Ontwerp agrarische regeling voor Sumatra's Westkust. Padang, 1911). J. Ballot. De nieuwe politiek ten opzichte van de zelfbesturen in de Bezittingen buiten Java en Madoera; Vereeniging Moederland en Koloniën, 25 October 1911. — Overdruk Berichten en Mededeelingen Vereeniging Ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur, 16 (1911). J. Ballot en H. L. Bense. Verslag betreffende een dienstreis naar de landschappen Moeara Soengei Lolo VI Kota Kampar en Mapat Toenggoel (Silajang, Loeboeq Gedang en Moeara Tahis); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 47 (1904). Dr. L. Balner. Land, volk en geneeswijze bij de Dajakstammen van de Apokajanstreek; Handelingen 2e Nederlandsch-Indisch Natuurwetenschappelijk Congres te Bandoeng 11—14 Mei 1922. — Overgenomen in Groot Bandoeng, 3 (1923), No. 2. Bampfylde, zie Baring Gould. C. Bangert. Verslag der reis in de binnenwaarts gelegene streken van Doesoen Uir; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 9 (1860). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. L. Baréty. La politique indigène de la France; Conférences organi- sées par la Société des Anciens Elèves et Elèves de 1'Ecole libre des sciences politiques. (Paris, 1924). J. M. Baretta. Halmahera en Morotai; Mededeelingen Encyclopae- disch Bureau, 13 (1917) — Uittreksels in Adatrechtbundel XXI, blz. 4—12. Baring Gould & Bampfylde. A history of Sarawak under its two white Rajahs (London, 1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Th. Barnes. Account of a journey from Moco Moco to Pengkalan Jambi (1818); Malayan Miscellanies, No. 6 (1822). R. Baron (translater). The Bara; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 5 (1881). C. E. Barre. Het rassenvraagstuk in de rechtsvorming in de gouver¬ nementssfeer op Java; Indische Gids, 1917, I. D. P. Barrows. Census of the Philippine islands: 1903, vol. I, Population, tweede druk. (Washington, 1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Dr. M. Bartels. Ueber europaische und malayische Verbotszeichen; Zeitschrift des Vereins für Volkskunde in Berlin, 1910. Dr. M. Bartels. Zie Stevens. J. P. J. Barth. Overzicht der afdeeling Soekadana; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 50 (1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. P. J. Barth. De landschappen aan de Boven-Pinoh; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 39 (1897). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. P. J. Barth. Boesangsch-Nederlandsch woordenboek (Batavia, 1910). — Uittreksels in Adatrechtfiundel XIII. Bartholomé. Le régime de la propriété f oncière a Madagascar; Notes, Reconnaissances et Explorations, 1899. R. F. Barton. The harvest feast of the Kiangan Ifugao; Philippine Journal of Science VI, D (1911). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. [Zie ook Beyer.] R. F. Barton. Ifugao Law; University of California Publications in American Archeology and Ethnology dl XV, No. 1 (1919). R. F. Barton. Ifugao Economics; University of California PubKcations in American Archeology and Ethnology dl. XV, No. 5 (1922). W. H. Senn van Basel. Een Dajaksch dorp op Borneo's westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1874, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. W. H. Senn van Basel. Het Maleische Vorstenhuis op Borneo's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië; 1874, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. W. H. Senn van Basel. De bloedprijs (harga njawa) der Dajaks op Borneo's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1874, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. W. H. Senn van Basel. De Maleiers van Borneo's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1874, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. W. H. Senn van Basel. Het pandelingschip op Borneo's westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1875, I. W. H. Senn van Basel. De onbebouwde gronden op Bbrneo's Westkust; Tijdschrift Nederlandsfch^Indië, 1880, I. — Uittreksels in Adatrechtbündd'XIII. A. Bastian. Der Papua des dunkeln Inselnreichs im Lichte psychologischer Förschung (Bfcrlin, 1885). A. Bastian. Indonésien oder die Insein des Malayischen Archipel: I Die Molukkent II Timor und umliegende Insein; III Sumatra und Nachbarschaft; IV Borneo und Cefcbes; V Java. (Bèriin, 1884—1894). Bataklanden (De Islam in de). (Vragenlijst met gedeeltelijke beantwoording). (Leiden, 1909). Baraks- (De Bosehgeest bij de) (1917); Adatrechtbundel XX, blz. 124—125. Batjan; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, I (1911, Batavia); — Uittreksel Sn Adatrechtbundel XXI, blz. 3. Baud [over adatrechtstudie] (1851); Adatrechtbundel XVIIJ, blz. 6—7. Ontleend aan de door T. C. Baud gestelde en namens hem voorgedragen „aanspraak tot opening van < de eerste algemeenc vergadering van het Koninklijk Instituut voor de Taal-, Landen Volkenkunde van Neêrlandsch-Indië", 4 Juni 1851. [F. L. Baumgarten.j Sila Sila Datoh Tomungong of Muar (with translation); Tournal Indian Archipelago, 5 (1851). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 222. Bawon (De term) (1920) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XiX, tflz. 479. E. Baxter-Riley. Among Papuan hèad-hunters. (London^ 1925). Ei Beardmore. On the natives' of Mowat,1 Daudai, New Guinea; Journal Royal Anthropological Institute óf Great Britain and Ireland, 19 (1890). Ollivier- Beauregard. Aux Philippinés [in En Oriënt. Etudes ethnologiques et linguistique&J (Paris, 1889). ; W. N. Beaver. A description of the Girara District, Western Papua; Geographical Journal, 43 (1914)i" W. N. Beaver. Unexplored New-Guinea. (London, 1920); O. Beecari. Ntfllé foreste di Borneo (Firenzev 1903)/— Engelsche uitgave in 1904 door Dr. E. H. Gigliagli en F. H. Guillemard: Wanderings in thé great forests of Borneo. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. W. J. Bede Een Bataksch huwelijk; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 48 (1915). W. f. Beek. Een en ander over grondbezit in Angkola; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 49 (1915). W. J. Beek. De bestuursreorganisatie in Tapanoefie; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 52 (1917). W. J. Beek. Mapaloes; Koloniale ■Studiën, 6 (1922), dl I. W. J. Beek. Verbetering van gegevens voor Chineezenrecht in den Riau-archipel (1925)'? Adatrechtbundel XXVj blz. 423—425. J. F. Becker. Reis van Poeloepetak naar de binnenlanden van Borneo langs de Kapoeasrivier; Indisch-Archief, 1849, I. —Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. F. Becker. Het district Poelopétak; Z. en O. kust van Borneo; Indisch Archief, 1849, L — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. D. H. Beckering. Beschrijving der eilanden Adonara en Lorablem, behoorende tot de Solorgroef)?. Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1911. J. D. H. Beckering. De Bevolking van de Timer-groep [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl II, Amsterdam, 1921]. M. W. H. Beech. The Tidang dialects of .Borneo (Oxford, 1908). Uittreksels in Adatrechtbundel XIII, XXVI.; M. W. H. Beech. Some customs of the Sagai of Borneo ; Man, 1910. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. D. Beeckman. A voyage.to and from the Island of Borneo (London, 1718). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. K. Th. Beets. Kaste ver laging .en. kastever menging op Bali; Koloniale Studiën, 8 (1924), II. K. Th. Beets. Een stem uit het Balische volk; Koloniaal Tijdsdirift, 14 (1925). K. Th. Beets. Adatschetsnit Bali; Koloniaal T^dsohrift, 15 (1926). H. Beeuwkes. De wettelijke regeling der Inlandsche gemeente ter Stunatoa's Westkust en haar bestaan als rechtspersoon; Koloniaal Tijdschrift. 5 (1916), I. — Me* naschrift van D. G. Stibbe. P. J. Begbie. The Malayan Peninsula (1834). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 128—133. G. Beker, [Mededeeling over MiddeWl«te»if4(#ïdragen Koninklijk Instituut, 67 (1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XII, blz. 259—260. [Belastingen in Bagelën in den Javaanschen tijd;] Eindresumé II, bijlage O. [Belastingen in Banjoemas in den Javaanschen tijd;] Eindresumé II, bijlage K. [Belastingen, die op Madoera uit de in apanage afgestane desa's aan den Vorst moesten worden opgebracht;] Eindresumé II, bijlage HH. [Belastingen in den Javaanschen tijd in Rembang, Madioen en Soerabaja;] Eindresumé II, bijlagen P, Q en S. Belastingdruk in den Javaanschen tijd (1895) [ Middel-Java]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 33. — Zie Roo de la Faille. H. Conway Belfield. Handbook of the Federated Malay States; (second édition, London, 1904). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 140. L. W. Benedict. A study of Bagobo ceremonial, magie and myth; Annals New-York Academy of Sciences, 25 (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXI, blz. 391—401. Bénévent. Etude sur les Bauéni; Notes, Reconnaissances et Explorations, 1 en 2 (1897). J. M. van Berckel. Iets over de Dajaks van Melintam en Njawan; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 26 (1881). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. C. C. Berg. Kidung Sunda; Bijdragen Koninklijk Instituut, 83 (1927). H. H. van den Berg. Nederlandsch-Indisch en Bntsch-Indisch strafrecht. (Amsterdam, 1901). Mr. L. W. C. van den Berg. Verslag van een verzameling Maleische, Arabische, Javaansche en andere handschriften, door de Regeering van Nederl.-Indië aan het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen ter bewaring afgestaan. (Batavia, 's-Gravenhage, 1877). Mr. L. W. C. van den Berg. De Mohammedaansche geestelijkheid en de geestelijke goederen op Java en Madoera; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882). Mr. L. W. C. van den Berg. Mohammedaansch recht en adat (Toelichting op den 3n druk der „Beginselen van het Mohammedaansch recht. 's-Gravenhage, 1883"); Recht Nederlandsch-Indië, 43 (1884). Mr. L. W. C. van den Berg. Le Hadhramout et les colonies arabes dans 1'archipel indien. (Batavia, 1886). Mr. L. W. C. van den Berg. De inlandsche rangen en titels op Java en Madoera (Batavia, 1887, 2e druk, 's-Gravenhage, 1902). Mr. L. W. C. van den Berg. Voldoet de wetgeving betreffende huwelijken tusschen personen behoorénde tot de beide staatkundige categoriën der Nederlandsch Indische bevolking (die der Europeanen en met hen, en die der Inlanders en met hen gelijk gestelden) aan de maatschappelijke behoefte ? Zoo neen, welke wijzigingen zijn noodig ?; Handelingen Nederlandsch Indische Juristen-Vereeniging, 3 (1887). Mr. L. W. C. van den Berg. Het Kruis tegenover de Halve Maan; De Gids, 1890, IV. Mr. L. W. C. van den Berg. Het misdrijf van verkrachting in verband met het Mohammedaansch huwelijksrecht; T. v. Strafrecht, 1891. Mr. L. W. C. van den Berg. Het eigendomsrecht van den Staat op den grond op Java en Madoera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 40 (1891). Mr. L. W. C. van den Berg. De afwijkingen van het Mohammedaansche familie- en erfrecht op Java en Madoera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 41 (1892). Mr. L. W. C. van den Berg. Eigenaardigheden van het koopcontract op Java en Madoera; Feestbundel Veth, Leiden, 1894. Mr. L. W. C. van den Berg.Nalezing; Bijdragen Koninklijk Instituut, 45 (1895). — Overgenomen in Recht Nederlandsch-Indië, 65 (1895). Mr. L. W. C. van den Berg. De afwijkingen van het Mohammedaansche vermogensrecht op Java en Madoera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 47 (1897). Mr. L. W. C. van den Berg. De rechtstoestand der Inlandsche Christenen in Ned. Indië en de bezwaren daaruit voor de zending voortvloeiende; Orgaan Nederlandsche Zendingsvereeniging, 1899. Mr. L. W. C. van den Berg. Het inlandsche gemeentewezen op Java en Madoera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 52 (1901). Mr. L. W. C. van den Berg. De Mohammedaansche vorsten in Nederlandsch-Indië; Bijdragen Koninklijk Instituut, 53 (1901). Mr. L. W. C. van den Berg. Een dubbele rectificatie; Recht Nederlandsch-Indië, 92 (1909). Mr. L. W. C. van den Berg. De Nederlandsch-Indische inboorlingenpolitiek; De Gids, 1909, III. Mr. L. W. C. van den Berg. Afzonderlijk advies naar aanleiding van het ontwerp van een nieuw Burgerlijk Wetboek voor Nederlandsch-Indië. ('s-Gravenhage, 1913). Mr. L. W. C. van den Berg, zie Oendang-oendang Djambi, Lembaga en Simboer Tjahaja van Benkoelen en Palembang. Jhr. Mr. A. J. van den Bergh. Misbruik van vertrouwen. Verkoop van z.g. contractsapis; Recht Nederlandsch-Indië, 71 (1898). Jhr. Mr. van den Bergh. Inlandsche rechtspraak; Recht Nederlandsch-Indië, 78 (1902). Mr. J. H. Bergsma. Het tegen losgeld terugbrengen van gestolen goed; Regt Nederlandsch-Indië, 38 (1882). Mr. W. B. Bergsma. Extract uit de beantwoording der vraag, of het behoud van het gemeen bezit wenschelijk is in het belang van de openbare rust en orde, met betrekking tot de regentschappen Soerabaja, Sidoardjo en Modjokerto; Eindresumé IL Wjlage W. Mr. W. B. Bergsma. De conversie van communaal in erfelijk individueel bezit op Midden Java, getoetst aan het inlandsen grondrecht (Leiden, 1881). Mr. W. B. Bergsma. Mohammedaansche wet of adat; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), band III, Kleine Bijdragen. Mr. W. B. Bergsma, zie Eindresumé van het onderzoek naar de rechten op den grond enz. 2 Berichten en besluiten over staatsinstellingen der Kongsi Lanfong [Borneo] (1857—1888); Adatrechtbundel VII, blz. 240—262. Berigten (Eenige) omtrent Indragiri op de oostkust van Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1842, I. D. A. Berkhout. Eenige aanteekeningen over de rechten welke in de gouvernementslanden op Celebes op de onbebouwde en bebouwde gronden alsmede het water worden uitgeoefend; Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (Utrecht), 14 (1898). L. Berkhout. Bijdrage tot de kennis van de Majo-inwijdingsfeesten bij de Marindineezen in Zuid-Nieuw-Guinea; Bijdragen Koninklijk Instituut, 75 (1919). H. Berkusky. Die sexuelle moral der primitiven Stamme Indonesiens; Sexual-Probleme, Zeitschrift für Sexualwissenschaft und Sexualpolitik, 8 jhrg., Heft 11 (1912). H. Berkusky. Das Bodenrecht der primitiven Stamme Indonesiens; Zeitschrift für vergleichende Rechtswissenschaft, 29 (1913). Bernelot Moens, zie Moens. Berthier. Rapport ethnographique sur les races de Madagascar; Notes, Reconnaissances et Explorations, 1898. H. Berthier. La femme a Madagascar; Revue de Madagascar, 13 (1911). Mr. C. Th. Bertling. Huwelijken op Tanimbar (1924); Adatrechtbundel XXIV, blz. 463—472. Mr. C. Th. Bertling. Rechtszaken te Samarinda (1924); Adatrechtbundel XXVI, blz. 429. Mr. C. Th. Bertling. Huwelijksgoederenrecht in Koetai (1924); Adatrechtbundel XXVI, blz. 431—437. Mr. C. Th. Bertling. De Chineezen op de Oostkust van Borneo; Koloniale Studiën, 1925, L Mr. C. Th. Bertling. Onopgeloste oplossing; Koloniale Studiën, 10 (1926), L M. 'Bertout. Division par races de la Province de Fort-Dauphin; Revue de Madagascar, 9 (1907), I. Beschikkingsrecht over den grond (1834); Adatrechtbundel XVIII, blz. 11 en 32. — Ontleend aan Jean Chrétien Baud, geschetst door mr. P. Myer, 1878, blz. 443. Beschikkingsrecht over den grond (1866) [West-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 7. Beschikkingsrecht (Indonesisch) (1872); Adatrechtbundel XXII, blz. 446. Beschrijving (Indonesische) van het adatproces en van het godsdienstig procesrecht (± 1860) [Het Minangkabausch gebied]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 221—236. Beschrijving (Korte) van het landschap Bila; Bijdragen Koninklijk Instituut, 56 (1904). Beschrijving van het bijzondere adatrecht der Inlandsche Christenen in Midden-Java v,i.v. behoorende tot de gemeenten der Gereformeerde zending op Midden-Java. [Djokja, z. j.]. . Beschrijving van het bijzondere adatrecht der Inhéemsche Christenen in de Bataklanden (waarschijnlijk 1914); Adatrechtbundel XI blz. 14—30. Beschrijving van het bijzondere adatrecht der Inlandsche Christenen in de afdeeling Nias, met uitzondering van de onderafdeeling Zuid-Nias, van de residentie Tapanoeli (1914); Adatrechtbundel XII, blz. 263—280. Beschrijving van het landschap Pasir, zie Nüsselein. Beslissingen van den Gouverneur der Molukken (1818—1821) • Adatrechtbundel XXIV, blz. 174—177. Besluit nopens invoering van een burgerlijken stand voor christeninlanders in Tapanoeli (1912); Adatrechtbundel XI, blz. 31—32. Besluit van den gouverneur-generaal, gedagteekend Batavia 19 Augustus 1851, No. 18 over de Mohammedaansche rechtspraak op Zuid-Celebes; Adatrechtbundel I, blz. 235—236. Besluiten (Legislatieve) van den resident (1920—1923) [Bali en Lombok] ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 386—400. Besluiten, rapporten en aanschrijvingen betreffende moskeekassen en Mohammedaansche huwelijken (1892—1908): Adatrechtbundel VII, blz. 297—331. Besluiten van den resident van Bali en Lombok, gedagteekend Singaradja 12 Februari 1901, No. 586/34 en 11 Mei 1903, No. 1817/34; Adatrechtbundel I, blz. 170—173. O. P. Besseling. Iets over de verboden graden bij huwelijken in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 27 (1904). O. P. Besseling. De hoofdelijke belastingen in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 28 (1905). O. P. Besseling. Rapport van den controleur van Boven-Kampar [over afstand van oelajatgrond] (1907); Adatrechtbundel X, blz. 102—103. O. P. Besseling. Het inlandsch credietwezen en de rentelooze voorschotten in Boven-Kampar; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 42 (1912). O. P. Besselh%. De oprichting van volkscredietbanken op de buitenbezittingen ; f|dschrift Binnenlandsch Bestuur, 48 (1915). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Besson. Etude ethnologique sur les Betsiléos; Notes, Reconriaissances et Explorations, 2 (1897). Bestanddeélen van het adatrecht; Adatrechtbundel XII, blz. 3—6, ontleend aan Mr. C. van Vollenhoven in (Nederlandsch) Weekblad van het Recht, No. 9820 (1915); Adatrechtbundel XVIII, blz. 8, ontleend aan een voordracht van Prof. I. Goldziher over „Katholische Tendenz und Partikularismus im Islam" (1913). Bestuur (De ontwikkeling van het Inlandsch) in de buitenbezittingen; [in Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, dk-&i afl. 1, z. j.] Bestuur (Het) en rechtspleging (de) in het gouvernement van Atjeh en Onderhoorigheden; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 5 (1881). Bestuur (Het Inlandsch) ter Westkust van Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1839, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 168—170. Bestuur van het rijk Gorontalo (1867); Adatrechtbundel XVII, blz. 112. Bestuursinrichting en grondenrecht in de afdeeling Gorontalo (1917) (opgesteld door W. J. D. van Andel en M. A. Monsjou); Adatrechtbundel XVII, blz. 114—122. Bestuursinrichting in Boven-Djambi (1903); Adatrechtbundel XX, blz. 194—202. Bevelschrift van den rijksbestuurder van Jogjakarta (1918); Adatrechtbundel XIX, blz. 341—343. W. F. Engelbert van Bevervoorde. Nota over het rechtswezen in de residentie Jogjakarta. (Djocja, 1903). Bevolking (De) in Djailolo (1917); Adatrechtbundel XVI. Ontleend aan een artikel van J. Fortgens in Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). Bewijsstukken (Agrarische) in Zuid-Bali (1915); Adatrechtbundel XV, blz. 69—76. H. O. Beyer and R. F. Barton. An Ifugao burial ceremony; Philippine Journal of Science VI, D (1911). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. H. O. Beyer. A revised estimate of the population of the Philippine lslands in 1916; Philippine Review II, Manila (1917). T. J. Bezemer. Van vrijen en trouwen in den Indischen Archipel; Tijdspiegel, 1903, II. — Overdruk, 's-Gravenhage, 1903. T. J. Bezemer. Is het communaal grondbezit op Java van Voor- Indischen oorsprong?; Indische Gids, 34 (1912), II. T. J. Bezemer. De inlandsche dorpsgemeenschap op Java (Baarn, 1916). T. J. Bezemer. Verwantschaps- en huwelijksrecht op Ceram (1917); Adatrechtbundel XVI, blz. 18—20. T. J. Bezemer. De binnenlandsche stammen van Borneo [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl. I, Amsterdam, 1920]. A. S. Bickmore. Travels in the East Indian Archipelago. (London, 1868. — Vertaald en van Aanteekeningen voorzien door Dr. J. J. de Hollander, Schiedam, 1873). H. [C. H.] de Bie. De arèn-palm in de Preanger; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 6 (1892). H. C. H. de Bie. Beantwoording van de bij de Missive van den len Gouvernements-Secretaris, d.d. 3 Maart 1903, No. 731 gestelde vraagpunten nopens het landbouwcrediet, voor zoover de residentie Preanger Regentschappen betreft; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 25 (1903). H. [C. H.] de Bie, zie Uittreksel. Ph. Bieger. Eerste indrukken en ervaringen op Savoe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 33 (1889). Bijdrage tot de kennis der oorspronkelijke instellingen van Palembang; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1853, II. Bijdrage tot de kennis van de desainrigtingen in Cheribon; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 23 (1861), II. Bijdrage tot de kennis van de Hindoe-adat op Bali (met betrekking tot het huwelijk); Recht Nederlandsch-Indië, 82 (1904). Bijdrage tot de kennis van het eiland Soemba of Sandelhout (uit verslagen van Sluyter en van Maldeghem); Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 15 (1853), I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 168. Bijdrage tot de kennis van het grondbezit op Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 14 (1852), I. Bijdragen tot de kennis van den Soeloeschen Archipel; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1850, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 243. Bijdragen tot de kennis van het eiland Timor en onderhoorigheden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1849, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 51—52. H. T. Bijlmer. Met de Centraal Nieuw-Guinea-Expeditie naar een onbekenden volksstam in het hooggebergte; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1922. Bijzonderheden uit het volksleven der Temiangers; Adatrechtbundel VI, blz. 2—7. Mr. A. J. E. A. Bik. F. C. Hekmeijer. De rechtstoestand der inlandsche Christenen in Ned.-Indië; Themis, 54 (1893). A. Billiard. Étude sur la condition politique et juridique a assigner aux indigènes des colonies; Mémoires soumis au Congrès international de sociologie coloniale, tenu a Paris du 6 au 11 aoüt 1900. Billiton. Gedenkboek 1852—1927. Dl. II. ('s-Gravenhage, 1927.) E. W. Birch. Constitution of Negri Sembilan; Journal Straits B ranch Royal Asiatic Society, 46 (1906). I. L. Bird (Mrs. Bishop). The golden chersonese and the way thither (Lóndon, 1883). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 173—176. E. Birkeli. Folklore Sakalava; Bulletin de l'Académie Malgache, nouvelle série, 6 (1922—1923). Bisoe's of heidenpriesters en -priesteressen (1909—1912); Adatrechtbundel XXII, blz. 395—397. — Zie ook Adriani [en Kruyt] en Matthes. J. de Blaauw. Overzicht van den inhoud van de Kitab Toehpah (Amsterdam, 1862). C. O. Blagden. Memorandum on the aborigines in the Jasin-district of Malacca (1892); Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 77 (1917). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 257. C. O. Blagden. Notes on the Folk-lore and popular religion of the Malays; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 29 (1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 243—244. C. O. Blagden. An account of cultivation of rice in Malacca; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 30 (1897). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 245. Ch. O. Blagden, zie W. W. Skeat. E. H. Blair and J. A. Robertson. The Philippine islands, Explorations by early navigators, descriptions of the islands and their peoples, etc, as related in contemporaneous books and manuscripts, 1493 —1898, 55 dln (Cleveland, Ohio, 1903—1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. R. N. Bland. Negri Sembilan currency; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 18 (1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 238. R. N. Bland. Aturan Sungei Ujong; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 28 (1895). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 242. Blanken, zie Uittreksel. J. M. van Blankenberghe. Oude begraafplaatsen in de Minahassa; Buiten, 1920. P. Bleeker. Reis door de Minahassa en den Molukschen Archipel. (Batavia, 1856, 2 dln). Blik op de Lampongsche districten en hun bevolking; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 24 (1862), I. Dr. H. Blink. De Javaansche desa en de Germaansche marke; Vragen van den Dag, 33 (1918). A. H. G. Blokzeyl. Zie Dewa-Donda. Mr. P. A. F. Blom. Kentrekken van het verwantschaps-, familie- en erfrecht bij de volken van Indonesië ('s-Gravenhage, 1914). J. Th. Petrus Blumberger. De Javanen der Vorstenlanden [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl. II, Amsterdam, 1921]. C. L. Blume. Toelichtingen aangaande de nasporingen op Borneo van G. Müller; Indische Bij 1843. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. S. Blüme. Iets over den rechtstoestand der Chineezen; Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 4 (1916). F. Blumentritt. Die Bewohner des Suluh-Archipels; Globus, 37 (1880). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Der Ahnencultus und die religiösen Anschauungen der Malaien des Philippinen-Archipels; Mittheilungen der K. und K. Geographischen Gesellschaft in Wien, 25 (1882). F. Blumentritt. Die Baluga-Negritos der Provinz Pampanga (Luzon) ; Globus, 41 (1882). F. Blumentritt. Die Bagobos; Globus, 42 (1882). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Versuch einer Ethnographie der Philippinen; Erganzungsband XV, No. 67 (1882) zu Petermann's Mittheilungen. F. Blumentritt. Die Mandayas; Globus, 43 (1883). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Begleitworte zu meiner Karte der Insel Mindanao; Zeitschrift Gesellschaft Erdkunde Berlin, 19 (1884). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Mittheilungen über die Negritös und die Kopf jagerstamme des nördlichen Luzon; Globus, 45 (1884). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Igorroten und andere wilde Stamme der Philippinen; Verhandlungen in Zeitschrift für Ethnologie, 16 (1884). F. Blumentritt. Die Negritös von Baler; Mitteilungen Geographisch Gesellschaft, Wien, 27 (1884). F. Blumentritt. Gaddanen, Uongoten, Ibilaos und Negrito's des Valle de Cagyan (Luzon); Mitteilungen der Anthropologischen Gesellschaft in Wien, 14 (1884). F. Blumentritt. Die Insel Basilan; (Philippinen), Globus, 46 (1884). F. Blumentritt. Die Insein Mindoro und Marinduque; Petermann's Mitteilungen, 30 (1884). F. Blumentritt. Die Eingebornen Luzons (Philippinen); Deutsche Rundschau für Geographie und Statistik, 6 (1884). F. Blumentritt. Die Eingebornen'der Insel Palawan; Deutsche Rundschau für Geographie und Statistik, 6 (1884). F. Blumentritt. Festbrauche der Ilocanen (Luzon); Ausland, b8 (1885) . F. Blumentritt. Die Negritös der Philippinen; Globus, 48 (1885). F. Blumentritt. Sitten und Brauche der Tagalen (Luzon); Ausland, 58 (1885), 59 (1886). F. Blumentritt. Sitten und Brauche der Ilocanen (Luzon); Globus, 48 (1885) en 51 (1887). F. Blumentritt. Die Eingebornen der Insel Mindanao; Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 29 (1886). F. Blumentritt. Hochzeitsbrüuche der Zambalen (Luzon); Globus, 49 (1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Guinanen der Provinz Abra (Luzon); Globus, 49 (1886) . — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Manguianen der Insel Mindoro (Philippinen); Globus, 50 (1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Uongoten; Globus, 50 (1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Tinguianen (Luzon); Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 30 (1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Bergstamme der Insel Negros (Philippinen); Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 32 (1889). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Beitrage zur Kenntniss der Mandayas (Mindanao); Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 33 (1890). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Tiruray der Insel Mindanao; Globus, 58 (1890). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Subanos (Mindanao); Ausland, 63 (1890). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Ueber die Eingeborenen der Insel Palawan und der Inselgruppe der Calamianen; Globus, 59 (1891). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Maguindanaos; Ausland, 64 (1891). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Calingas; Ausland, 64 (1891). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Kianganen (Luzon); Ausland, 64 (1891). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Eingeborne der Philippinen; Verhandlungen der Berliner Gesellschaft für Anthropologie, Ethnologie und Urgeschichte, 23 (1891). F. Blumentritt. Das Stromgebiet des Rio Grande de Mindanao; Petermann's Mitteilungen, 1891. F. Blumentritt. Yakanen und Samal-laut der Insel Basilan (Philippinen); Ausland, 65 (1892). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Beitrage zur Kenntniss der Negritös; Zeitschrift Gesellschaft Erdkunde Berlin, 27 (1892). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Negritös am Oberlaufe des Rio Grande de Cagavan; Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 36 (1893'). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die tagalische Familie; Oesterreichische Monatschrift f. d. Oriënt, 18 (1892). F. Blumentritt. Die Uongoten (Luzon), Globus, 64 (1893). F. Blumentritt. Die Bungianen; Ausland, 66 (1893). F. Blumentritt. Ueber die Mandayas; Globus, 70 (1896). F. Blumentritt. Neue Nachrichten über die Subanon; Zeitschrift Gesellschaft Erdkunde Berlin, 31 (1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Ueber die Negritös von Mindanao oder die Mamanuas; International Archiv für Ethnographie, 9 (1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Der Batan-Archipel und die Babuyanen-Inseln; Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 41 (1898). F. Blumentritt. Die Igorroten von Pangasinan; Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 43 (1900). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. C. Bock. The head-hunters of Borneo (1882). — Uittreksel in Adatrechtbundel XXVI, blz. 419. C. Bock. Reis in Oost- en Zuid-Borneo ('s-Gravenhage, 1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Mr. O. van Bockel. De zuiver inlandsche vereeniging (1920) f Mid- del-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 264—284. Mr. O. van Bockel. Uit den strijd van den Indonesiër om zijn grond; Koloniaal Tijdschrift 10 (1921). L. Bodaan. Karoosch adatproces; Adatrechtbundel XVIII, blz. 204 —208. Ontleend aan Mededeelingen Nederlandsch ZendelingGenootschap, 61 (1917). Dr. J. H. Boeke. Inlandsche coöperatie en hare wettelijke regeling; Koloniale Studiën, 1 (1916—1917), I. Dr. J. H. Boeke. De begrippen dualisme, unificatie en associatie in de koloniale politiek; Koloniale Studiën, 1923, II. Mr. W. Boekhoudt. De zaakwaarnemerij; Recht Nederlandsch-Indië, 80 (1903). Mr. W. Boekhoudt. Het personenrecht voor de Inlanders op Java en Madoera. Proeve van Codificatie door Mr. W. Ph. Scheuer. (Amsterdam, 1904); Indische Gids, 1904, I. (Met naschrift van J. E. d. M.). Mr. W. Boekhoudt over reorganisatie van het politiewezen (1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 65—70. A. Enda Boemi. Het grondenrecht in de Bataklanden (Leiden, 1925). D. W. N. de Boer. De Toba-Bataksche grondrechtsbegrippen; Tijd¬ schrift Binnenlandsch Bestuur, 46 (1914). D. W. N. de Boer. Haradjaon-beschouwingen; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 49 (1915). D. W. N. de Boer. Dorp en dorpenbond in Toba (1920); Adatrechtbundel XX, blz. 122—124. D. W. N. de Boer. Het huwelijksrecht bij de Toba-Bataks; Koloniaal Tijdschrift 10 (1921). D. W. N. de Boer. Een en ander over de herkomst en de uitzwerming der Bataks; Koloniaal Tijdschrift, 11 (1922). Boerhanoeddin. Het een en ander omtrent het erfrecht in Tapanoeli; Koloniale Studiën, 1921, dl II. Boerhanoeddin. Huwelijksrecht en huwelijksgebruiken in Mandailing (Tapanoeli); Koloniale Studiën, (1922), II. Boeroe (Verscheidenheden van) (1919—1922); Adatrechtbundel XXIV, blz. 424. J. W. Boers. De Koeboes; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1838, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 233—234. J. W. Boers. Iets over de Passumah-Landen op het eiland Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1839, II. A. G. Boes. De Bewoners der Zuidelijke Molukken [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl II, Amsterdam, 1921]. Djoeragan Boewang. Het eiland Enggano; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 2 (1854). J. A. du Bois. De Lampongsche districten op het eiland Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 14 (1852), I. [J. A. du Bois]. De I^ampong's; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1856, II en 1857, I. V. G. A. Boll. Eenige mededeelingen omtrent het eiland Moena; Indische Gids, 1913, II. V. G. A. Boll. De nieuwe bestuursregeling op Moena; Koloniaal Tijdschrift, 2 (1913), II. T. C. Boogaardt. Moko-Moko in 1840; Bijdragen Koninklijk Instituut, 6 (1859). S. R. Boomgaard. De rechtstoestand van de getrouwde vrouw volgens het adatrecht van Nederlandsch-Indië. (Leiden, 1926). J. Boot. Korte schets der noordkust van Ceram; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1893. R. C. van den Bor. Aanteekeningen betreffende bestuursvorm en rechtspraak in de Boven-Tembesi tijdens het Sultanaat van Djambi; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 30 (1906). R. C. van den Bor. Een en ander betreffende het ressort van den controleur te Sarolangoen, onderafdeeling Boven Tembesi, der afdeeling Djambi; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 30 (1906). R. C. van den Bor. Aanteekeningen betreffende het grondbezit in de Boven-Tembesi (Djambi); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 30 (1906). R. C. van den Bor. Adatrechtspraak; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 38 (1910). H. Borel. Opmerkingen over de ontworpen nieuwe regeling van den privaatrechtelijken toestand der Chineezen; Indische Gids, 1898, II. — Overgenomen in Indisch Weekblad van het Recht, No. 1835 (1898). H. Borel. Advies over afstamming en erfrecht [Chineesch recht]; Recht Nederlandsch-Indië, 73 (1899), blz. 473—479 H. Borel. Chineesche vereenigingen; Orgaan Moederland en Koloniën, 1913. Borie. Notice sur les Mantras, tribu sauvage de la péninsule Malaise; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 10 (1861). — Gedeeltelijk vertaald in Transactions of the Ethnological Society of London, new series, 3; geheel vertaald in Miscellaneous Papers relating to Indo-China and Indian Archipelago, second series, vol. I (1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 151 —154. H. D. H. Bosboom. Bouwstoffen voor de geschiedenis der Preangerlanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 53 (1911). Dr. F. D. K. Bosch. [Gegevens over Hindoerecht] (1920); Adatrechtbundel XXII, blz. 442- 444. — Ontleend aan Oudheidkundig Verslag 1918, bijlage O, blz. 156—163. Dr. F. D. K. Bosch. De oorkonde van Kembang Aroem; Oudheidkundig Verslag 1925, le en 2e kwartaal. J van den Bosch. Verslag mijner verrigtingen in Indië, gedurende de jaren 1830, 1831, 1832 en 1833; Bijdragen Koninklijk Instituut, Nieuwe volgreeks, 7 (1863). C. [F.] Bosscher en P. A. Matthijsen. Schetsen van de rijken van Tomboekoe en Banggaai, op de Oostkust van Celebes; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 2 (1854). C. [F.] Bosscher. Statistiek der Zuid-Westereilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 2 (1854). C. {F.] Bosscher. Statistieke aanteekeningen omtrent de Aroeeilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 2 (1854). C. [F.] Bosscher. Bijdrage tot de kennis van de Keij-«landen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). C. [F.] Bosscher. Bijdragen tot de kennis van het oostelijk gedeelte van Ceram en omliggende eilanden;,Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). C. F. Bosscher. Het landbezit in het zuidelijk gedeelte van den Molukschen Archipel; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 7 (1858). C. [F.] Bosscher. De Minahassa-quaestie; Indische Gids, 1879, II. Mr. J. van Bosse. Europeaan en Maleijer ter Sumatra's Westkust. (Batavia, 1890). — Overdruk „Bat. Handelsblad". Mr. J. van Bosse. Eenige beschouwingen omtrent de oorzaken van den achteruitgang van de koffiecultuur ter Sumatra's Westkust benevens eenige opmerkingen omtrent de economische en politieke toestanden aldaar ('s-Gravenhage, 1895). A. Boudillon. Notes sur le droit éminent du souverain a Madagascar; Bulletin trimestriel de l'Académie Malgache, 3 (1904), No. f. D. C. Boulger. Life of Sir Stamford Raffles (1897). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXV, blz. 17 en 54; XXVI blz. 60—98. [M.] A. Bouman. De pekain ki het Sintangsche; Mededeelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afdeeling Letterkunde 58, serie B No. 7 (1924). M. A. Bouman. De Marga-autonomie in Bengkoeloe; Koloniaal Tijdschrift, 13 (1924). M. A. Bouman. Ethnografische aanteekeningen omtrent de Gouvernementslanden in de boven-Kapoeas (Westerafdeeling van Borneo); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 64 (1924). M. A. Bouman. Dr. L. Adam. De autonomie van het Indonesisch dorp; Koloniaal Weekblad, 27 November 1924. M. A. Bouman. Toeharlanti. De Bimaneesche sultansverheffing; Koloniaal Tijdschrift, 14 (1925). M. A. Bouman. De beteekenis van „soekoe"; Koloniaal Tijdschrift 15 (1926). A. J. Bourdariat. Forêts. Leur mise en valeur; Compte Rendu des travaux du Congrès de 1'Afrique Oriëntale, tenu a Paris, du 9 au 14 octobre 1911. R. Bousquet de F[illiettaz]. Korte beschrijving van de Javaansche regtbanken in de landen der Javasche vorsten, benevens uittreksels uit de wetboeken bij die regtbanken gevolgd wordende; Nederlandsche Jaarboeken voor Regtsgeleerdheid en Wetgeving, dl V (1843). D. C. A. Bout. De zegepraal van het kruis in Nieuw-Guinea op z'n smalst; Lichtstralen op den Akker der Wereld, 25 (1919). D. C. A. Bout. Pioniersarbeid in het gebied van de Orinradja's op West-Nieuw-Guinea; Lichtstralen op den Akker der Wereld, 26 (1920). G. Bove. Note di un viaggio a Borneo; Cosmos, 3 (1875—1876). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. Bowring. A visit to the Philippine Islands (London, 1859). (Nederlandsche vertaling, 1861, 's-Gravenhage; Spaansche vertaling, 1877, Manila). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Boyle. Adventures among the Dyaks of Borneo (London, 1865). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. L. J. A. Braakenburg. Van den adeldom bij de Boegineezen en Makassaren; De Nederlandsche Leeuw (1887), overgenomen in Indische Gids, 1887, II. D. F. van Braam Morris. Zie Morris. R. St. John Braddel. Chinese marriages as regarded by the Suprème Court of the Straits Settlements; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 83 (1921). T. Braddell. Abstract of the Sijara Malayu or Malayan Annals, with notes; Journal Indian Archipelago, 5 (1851). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 222. T. Braddell. Notes on Naning, with a brief notice of the Naning war; Journal Indian Archipelago, new series, 1 (1856). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 223—225. Dr. J. [L. A.] Brandes. Een jayapattra of acte van eene rechterlijke uitspraak van Caka 849; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32 (1889). Dr. J. [L. A.] Brandes. Javaansche piagëms; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32, 34, 35, 37, 42, 43 en 45 (1889—1902). Dr. J. [L. A.] Brandes. Pararaten (Ken Arok) of het boek der Koningen van Tumapël en van Majapahit; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 49 (1897). Dr. J. [L. A.] Brandes. Beschrijving der Javaansche, Balineesche en Sasaksche handschriften aangetroffen in de nalatenschap van Dr. H. N. van der Tuuk. (Batavia, 1901, 1903, 1915, 3 dln). Dr. J. [L. A.] Brandes. Nagarakrëtagama; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 54 (1902—1904). Dr. J. L. A. Brandes. Zie Oorkonden en H. N. van der Tuuk. E. H. B. Brascamp. Boschreserveering door Inlandsche Vorsten; Tectona, 11 (1918). E. Brascamp. Agrarisch recht of onrecht; Tectona, 14 (1921). Brau de Saint-Pol Lias. Pérak et les Orangs-Sakèys. (Paris, 1883). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 99. Brau de Saint-Pol Lias. Atché; Wetenschappelijke voordrachten gehouden te Amstedam in 1883, ter gelegenheid der Koloniale Tentoonstelling (Leiden, 1884). Brau de Saint-Pol Lias. Les orangs-Atché; Nouvelle Revue, juillet 1890. D. A. F. Brautigam. Nota betreffende het zelfbesturend landschap Tanette; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 56 (1914). J. von Brenner. Besuch bei den Kannibalen Sumatras (Wtirzburg, 1894). J. Breukink. Een burgerlijke stand voor Inlanders; Koloniaal Tijdschrift, 2 (1913), II. Brief van den civiel-gezaghebber van Habinsaran (H. J. Kohier) aan de commissie van bijstand voor het adatrecht te Weltevreden, gedagteekend Parsoboeran 2 Juni 1911 No. 81/26; Adatrechtbundel VI, blz. 15—20. B. J. A. W. B(rilma)n. Korte aanstippingen nopens de afdeeling Benkoelen; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1 (1838), II. Ch. R. Bakhuizen van den Brink. De inlandsche burgers in de Molukken (1880); Bijdragen Koninklijk Instituut, 70 (1915). P. W. van den Broek en R. Tirtokoesoemo. Het dadalrecht (onteigeningsrecht van dessagronden) in de Districten Probolingo, Remameh en Menoreh van het regentschap Magelang; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 20 (1901). Palmer van den Broek. Nota omtrent de middelen van bestaan der bevolking in Kota Besar en onderhoorige landschappen en de Batanghari-districten; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 49 (1907). Ch. L. G. Palmer van den Broek. Nota over de onafhankelijke Batanghari-districten; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 49 (1907). Ch. L. G. Palmer van den Broek. Nota over Kota-Basar en onderhoorige landschappen met uitzonderingen van Soengei Koemit en Talao; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 49 (1907). Dr. R. Broersma. De roman der Lampongs; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 51 (1916). Dr. R. Broersma. De Lampongsche districten (Batavia, 1916). C. Brooke. Ten years in Sarawak (London, 1866), 2 dln. — Uit¬ treksels in Adatrechtbundel XIII. J. Brooke. A letter from Borneo. (London, 1842). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. Brooke Low, zie Low. Mr. P. Brooshooft. [Landverhuur in de Vorstenlanden] ; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1334 (1889). — Ontleend aan de Locomotief. A. Bruch. Der Battak, wie er leibt und lebt, von seiner Geburt an bis zu seinem Tode; Rheinische Missions-Traktate, Nr. 69. (Barmen, 1895). Bruidschat (1862) [Timor enz.]; Adatrechtbundel XXII, blz. 412. — Ontleend aan Bijblad No. 1328. J. K. Bruijnis, zie Twee landschappen op Timor. A. G. de Bruin. De Chineezen ter Oostkust van Sumatra. (Leiden, 1918). J. F. G. Brumund. Aanteekeningen gehouden op eene reis in het oostelijke gedeelte van den Indischen Archipel; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 7e jg., II (1845). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. F. G. Brumund. Het landbezit op Java; Tijdschrift NederlandschIndië, 1859, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz. 13; blz. 81—87; blz. 136—138. [W. K. H. Feuilletau de Bruyn]. De Schouten-eilanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 51 (1916). W. K. H. Feuilletau de Bruyn. Schouten en Padaido-eilanden; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 21 (1920). G. F. de Bruyn Kops. Schets van den Riouw-Lingga-Archipel; Natuurkundig Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 4 (1853). G. F. de Bruyn Kops. Over Bali en zijn bevolking. (Baarn, 1918). G. F. de Bruyn Kops. De Maleiers [in De Volken van NederlandschIndië, dl. I, Amsterdam, 1920]. G. F. de Bruyn Kops. De Zuid-Soematraansche Maleiers [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl I, Amsterdam, 1920]. G. F. de Bruyn Kops, zie Antwoorden en Overzicht Zuid-Sumatra. G. T. Mac Bryan. Additions to a vocabulary of Brunei-Malay; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 86 (1922). Dr. S. A. Buddingh. Neêrlandsch-Oost-Indië, 3 dln. (Rotterdam, 1859—1861). T. L. Bullock. Formosan dialects and their connection with the Malay; China Review 3 (1874—1875). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. F. W. Burbidge. The gardens of the sun (London, 1880). — Uittreksels in Adatrechtbundels XIII en XVI. A. A. Burgdorffer. Over de maatschappelijke positie der inlandsche vrouw in de residentie Palembang; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 21 (1901). Dr. F. Burger. Sitten und Gebrauche der Kei-Insulaner; Korr. BI. der Deutschen Gesellschaft für Anthropologie und Urgeschichte, Jhrg. 43 (1912). Dr. F. Burger. Land und Leute auf den sSdöstlichen Molukken, den Bismarck-archipel und den Salomo-Inseln. (Berlin, 193). Burgerlijke stand en godsdienst in Mohammedaansche dorpen op Haroekoe (1920) [Ambon enz.] ; Adatrechtbundel XXI, blz. 60—65. O. A. Burnaby Lautier. Extract uit de beantwoording van de vraag, of het behoud van het gemeen bezit wenschelijk is in het belang der maatschappelijke rust en orde, met betrekking tot de regentschappen Grissee, Lamongan en Sidajoe; Eindresumé, II, bijlage Z. R. Burns. The Kayans of the North-West of Borneo; Journal Indian Archipelago, 3 (1849). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. R. Burns. A vocabulary of the Kayan language of the North-West of Borneo; Journal Indian Archipelago, 3 (1849). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. R. Burton. Proofs of cannibalism among the Battas; Malayan Mis- cellanies, No. 10 (1822). J. Barlagen Bussemaker. Iets over het landbezit van den inlander in Nederlandsch-Indië. (Leiden, 1887). J. Büttikofer. Mededeelingen over de Dajaks aan de Sibaurivier in Midden-Börneo; Handelingen 5e Natuurkundig en Geneeskundig Congres (1895). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Mr. L. A. P. F. Buyn. Grondeigendom op Java. (Breda, 1865). J. Vernier de Byans. Condition juridique et politique des indigènes dans les possessions coloniales. (Paris, 1906). C. De nieuwe regeling van den privaatrechtelijken toestand en van den burgerlijken stand der Chineezen; Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 7 (1919). A. Cabaton. French Indo-China. The Chams, Cambodians and Anna- mese. [in Customs of the World, vol. I]. A. Cabaton. The Dutch East Indies [in Customs of the World, vol. II]. A. Cabaton. Nou vel les recherches sur les Chams (Paris, 1901). A. Cabaton. Notes sur lTslam dans lTndo-Chine franqaise; Revue du monde musuiman, 1 en 2 (1907). A. Cabaton, zie Aymonier. A. Cahuzac. Essai sur les institutions et le droit malgaches, I (Paris, 1900). A. Caldecott. Jelebu, its history and constitution. (Kuala Lumpur, 1912). A. Caldecott. Jelebu customary songs and sayings; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 78 (1918). P. V. van Stein Callenfels. Oude oorkonde over grondenrecht (1025) [Bali en Lombok] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 413—415. P. V. van Stein Callenfels Losse gegevens over Bali (1922); Adatrechtbundel XXII, blz. 415—416. Dr. P. V. van Stein Callenfels. Epigraphia Balica I; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 66 (1926), 3e stuk. Callet. Dictionnaire malgache-f rangais (inachevé); Bulletin trimestriel de 1 Académie Malgache, 1 (1902), No. 3 en 4; 2 (1903); 3 (1904). Callet. •Tantaran'ny Andriana (herdrukt in 1908 te Tananarive) A. W. Kinder de Camarecq. Bijdrage tot de kennis der volksinstellingen in de oostelijke Soendalanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 10 (1861). J. P. C. Cambier. Rapport over Tidoreesch-Halmahera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 3e Volgreeks VII, 1872. J. Cameron. Our tropical possessions in Malayan India. (London, 1865). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 99—100. J. Cameron. On the early inhabitants of Madagascar; Antananariyó Annual and Madagascar Magazine, 3 (1877). W. Campbell. Formosa under the Dutch. (London 1903). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVHI. W. Campbell. Sketches from Formosa (London, 1915). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. C. F. H. Campen. Godsdienstige begrippen der Halmaherasche Alfoeren; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882), 28 (1883), 30 (1885). C F H. Campen. Het eiland Halemahera; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882), 28 (1883) en 30 (1885). C. F. H. Campen. De Alfoeren van Halmahera; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1883, I. C. F. H. Campen. Eenige mededeelingen over de Alfoeren van Hale-ma-hèra; Bijdragen Koninklijk Instituut, 32 (1884). C. F. H. Campen. Beschrijving van het district Kau; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1884. C. F. H. Campen. Beschrijving van het landschap Toebaroe of Gammiëe; Bijdragen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks, X (1885).- Candidius, zie Grothe. F Canga—Argüelles y Villalba. La isla de la Paragua; Boletin Sociedad Geografica Madrid, 23 (1887) en 24 (1888). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. H. D. Canne. Bijdrage tot de geschiedenis der Lampongs; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 11 (1862). J. Carol. Chez les Hova. (Paris, 1898). L. J. J. Caron. Het gouvernementsrecht in Ned.-lndië; Kolomaal Tijdschrift, 4 (1915), I. Carpentier Alting, zie Alting. '• Cartas de los padres de la Compania de Jesus de la mision de Fihpinas. Manila (1877—1891). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine Islands, 43. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. R. Soetan Casajangan. Indische toestanden gezien door een inlander (Baarn, 1912). .. _ Cassianus. Het adatrecht der Kantoek-Dajaks; Onze Missiën, / (1924—1925). I. Cassuto. Het adatstrafrecht in den Nederlandsch-Indischen Archipel (Semarang enz., z. j.). J. Castafio. Breve noticia acerca del origen, religión, creencias y supersticiones de los antiguos indios del Bicol; Archivo del bibltófik) filipino, dl I (Madrid, 1895). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. . A de Castro. Résumé historique de l'établissement Portugais a limor, des us et des coutumes de ses habitants; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 11 (1862). . A. de Castro. Timor et les Timoriens; Revue Maritime et Colomale, 33 (1872). W. C. ten Cate. De doodenpalen in de onderafdeeling Melawi der afdeeling Sintang van de residentie Westerafdeeling van Borneo; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 61 (1922). — Tijdschrift Vereeniging Gediplomeerd Gezaghebbers, 3 (1922). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 411—413. D. Cator. Everyday life among the headhunters. (London, 1905.) A. de la Cavada y Mendez de Vigo. Historia, geograf ica, geológica y estadistica de Filipinas, 2 dln. (Manila, 1876). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. G. B. Cerruti. The Sakais of Batang Padang Perak; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 41 (1904). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 245—246. G. B. Cerruti. My friends the savages. (Translated from the Italian, Como, 1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 133—139. J. Chalmers. Toaripi; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 27 (1898). W. Chalmers. Vocabulary of English and Sarawak Dayaks (Canterbury, 1861). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. S. Chapus. Quatre-vingts années d'influences européennes en Imerina; Bulletin de l'Académie Malgache, nouvelle série, 8 (1925). L. N. H. A. Chatelin. Godsdienst en bijgeloof der Niassers; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 26 (1881). K. P. Chattopadhyay. Levirate and kinship in India; Man, 22 (1922). Cheribonsch Wetboek (Papakkum); Regt Nederlandsch-Indië, 3 (1850). Chineesch recht. Het huwelijk tusschen lieden met denzelfden familienaam. (Nota van het kantoor voor Chineesche zaken te Batavia); Indisch Tijdschrift van het Recht, 110 (1918). Chineesche districten in West-Borneo (1853); Adatrechtbundel XXV, blz. 443. Chineezen (Christen-) op Nieuw-Guinea (1912); Adatrechtbundel XXII, blz. 436—438. — Ontleend aan Berichten Utrechtsche Zendingsvereeniging 1913. E. F. Pearson Chiimery. Unknown New Guinea; United Empire, 10 (1919). P. Chirino. Relacion de las islas Filipinas.... (Roma, 1604). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 12 en 13. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. E. B. Christie. The Subanuns of Sindangan Bay (Manila, 1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. E. B. Christie. Notes on the irrigation and coöperative irrigation societies in Ilocos Norte; Philippine Journal of Science, IX D (1914). — Overgenomen in Adatrechtbundel XVI. J. Christie. Zie Donleben. W. Churchill. The Subanu: part II. Discussion of the linguistic material (Washington, 1913). Circulaire van den Regeringscommissaris betreffende de reorgani- 3 satie va» het regtswezeö in Gelëbes'en Onderhoorigheden enz.; Regt Nederlandsch-Indië, 39 (1882). Circulaire van den Regeringscommissaris tot toelichting op het ■reglement op het ïéÖitswezen in de residentie Wester-af deeling van IBorneo; Recht Nederlandsch-Indië, 41 (1883). Circulaire van den resident van 'Timor (1909); Adatrechtbundel I «fe.*8—$0; V, »b. 11. M.-3D. Clark. The 'Zanakarttiha tribe: lts origin and peculiarities; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, ?2öf''(1896). Hyde Clarke. The Tight Of "property in trees on the land of antrther, as an ancient hTStrtüëön; Journal Royal Anthropological Infctitute of Great Britain and Ireland, 19 (1890). *P.C Gterdc. tpRapport betreffende de huishoudelijke inrichting der Javanen, de 'erfopvolging en het eigendomsregt der velden vóór het invoeren van het landelijk stelsel in Samarang] (1831); Tijdséhrrft 'Neaerlandsch-Indie, 5862 I. Overgenomen ni Adatrechtbundel XIV, blz. 196—110. F. "S. A. de'CSercq. Aanteekeningen op het „Verhaal eener Tcis naar Bolaang Mongondou door N. P. Wilken en J. A. Schwarz"; Mededeelingen Neëerlaridsch ^Zendelinggenootschap, 12 (1868). tF.^S. A. de Clercq. T)e overzijde der Ranojapo; Tijdschrift Bataviaasch JGeneötschap, '19 (1870). F. S. A. de Clercq. Iets over het bijgeloof in de Minahassa ; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1870, II. F. S. A. de Clereq. Over eenige maatschappelijke instellingen in de Minahasa; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1871, I. 1F. *S. A. de!C4ercq. Over eenige maatschappelijke instellingen bij de inlandsche Christenen in de Minahassa; 'Tijdsentffft "ïlederlandsch-Indië. '105*8, H. E. S. A. ne^CHercq. Het pêla'(bondgenootschap) der Amboneezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 20 (1873). F. S. "A. de Clereq. Eenige aanteekeningen over de Airibonsche eilanden; tPijdschrift Aardrijkskundig'fGeneotschap, I (1876). F. S. A. de Clercq. Schets van het landschap Bolaang Mongondow; "^tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 7 (1883). F. S. A. de Clercq. Dodadi ma-taoe of zielenhuisjes in het district Tobélo op Noord-Halmahera; Internationales Archiv -für (Ethnographie, 2 (1889). F. S. A. de Clercq. Meet WiéöW^Gumea een tweede Atjeh worden ?; Indisêhe'Giös, 12 (1890), II. F. S. A. de Clercq. Bijdragen tot de kennis der residentie Ternate. (Leiden, 1890). F. S. A. de Clercq. De West- en Noordkust van NederlandschNieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1893 I en II. *F. 'S. • A. de Clercq. Bijdrage tot de geschiedenis van het eiland Bangka (naar een Maleisch handschrift); Bijdragen Koninklijk ^stituut/ée'volgreeks I (1895). H. Clitfard. Couftiimd kampong (London, 1897). — Uittrekselsyjn Adatrechtbundel XXVI, blz. Jjft&rr-Wt7. H. Clifford. A journey through the jMaJay States of Trengganu and Kelantan; Geographical JouijnaJ IX (1897). -r- Uittrskjsöls 'ja .4d^^tbun4el XXVI, blz. 154—159. A. L. M. Clignett. Enkele opmerkingen over adat en.gouvernaments- (jechtspraak; Kokwüaal Tijdschrift 1912. Code (A) of BugisjBjajrjÖnae Jaws, .with a transactiën and,xoad)ulary, giving the pronunciation and meaning of each wor I (Edited by Th. Thpmsen, Singapore, 1832, 2 dln). Code (The maritime) of the Malays. — Zie Raffles. GpdetfHPtde langs de Katipganscijfier-^eldwde adat. (1920) ffcBx>rneo»]; .^atrechtbundel XXVI, ;blz. 353—376. Codificatie en herziening van adatrecht (Raf fles over) (1810-^1811); (&e ook Boulger); Adjtti^chtbun&l XXV, blz. 17. Codificatie van de hadatijn.het Gouvernement SumatraJsivWestkust; Regt Nederlandsch-Indië, 35 (1880). Codificatie van Adatregelingen voor de 'Inlandsche /Christenen van den Sumatra-wal der Residentie Tapanoeli (1913); Adatrechtbundel XI, blz. 3—13, zie ook blz. 31 vgg. iS. Cohen. Jets .over de eedzwering bij de Javanen; Tijdschrift Bataviaasch (Genootschap, 40 (1897). R. S. Codrington. Resemblances between Malagasy words and eustoms and those of Westerni EoLynesia; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 6 (1882). F.C. Cole. The Tinguian; Philippine Journal of Science, III A (1808). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. C. Cole. The Bagobos of ®avao Gulf; Philippine Journal of Science, VI D (1911). F. C. Cole. The wild tribes pf. Davao -district, j^indarjap (öhjeago, 1913); Field. Museum, dl XII. — Uittreksels in ^flatrecht- bundel XVI. F. C. Cole. Traditions of the ffijjiguiftn. A study in Philippine folkJore; iField Museufli of Natural History, publication 180. — An^hsfipolpgical series, vol. 14, No. 1 (Chicago, ;1915.). iF«>a.... (Madrid,;1663). 26 April 1898; Tijdschrift Bataviaasch' Genootschap, 43 (1901). Dagverhaal van een reis van den resident van Bali en Lombok naar Tabanan en Badoeng, van 17 JuH t/m. 5 Augustus 1899; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 43» (1901). Dajaks-Maleiers-grondenrecht (1916—1948) [Borneo]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 465—469. Dajak's van Middel-Borneo (1920); Adatrechtbundel XXVI, blz. 477^189. — Zie Lumholtz. A-. Dalrymple. Essay towards an account of Sooloo; Orienta"? Reportory, I (London, 1793). — Uittreksels in AdWrahtfcundel XVI. A. Dalrymple. A plan for extendkig the commexce of this kingdom and of the East-Injia-Company (London, 1760JJ. — Uittreksels in Adatrechtbundel XFIÏ. S. E. Dalrymple. The Tawaran and Putatan rivers, North Borneo; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society,, 13 (188tf^. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. Dalton. Memoir on the residency. of the North-Westcoast of, Borneo (1827),; bij Moor, Notices on the Indian Archipelago (Singapore, 1837). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. Dalton. Borneo- proper; bij Moor, Notices on the Indian Archipelago (Singapore, 1837). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. Dalton. Papers on Borneo; hij, Meer, Notices on the Indian Archipelago (Singapore, 1837). — Uittreksels ia Adatrechtbundel XIII. D. D. Daly. Explorations, in British North Borneo; Proceedtngs Royal Geographical Society, 1888. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIIL Damaroedrijf in Batjan. (1916); Adatrechtbundel XVI, blz. 8—9. — Ontleend aan eet» artikel van V. E. Kom in Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 51 (1916). W. Dampier. [Account of the PhiMppines, 1729:) Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 39. — Uittreksels ia Adatrechtbundel XVI. H. T. Damsté. Schadelijke regelingen op. Zuid-Celebes inzake ju*titie, politie en heerendiensten,; Indische Gids, 1905, II. H. T. Damsté. Het landschap Loeboe' Oelang Aling aan de Batang Hari in 1897: Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 31 (1906). H. T. Damsté. Het inlandsch bestuur in de onderaf deeling Ophirdistricten, afdeeling Loeboeq Sikaping, residentie Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 30 (1906). H. T. Damsté. Een „Reglement voor de regeling van de Mohammedaansche kerkelijke zaken in de residentie Palembang'' uit 1832; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 34 (1908). — Zie ook Adatrechtbundel XII, blz. 198—203. H. T. Damsté. Samentrekkingen van inlandsche bestuursressorten; Indische Gids, 1910, II. H. T. Damsté. Schetsen uit Atjeh. Tjö' Reunjeun. Een Atjèhsche adat-straf; Indische Gids, 1911, I. H. T. Damsté. Simaloer; Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917), II. H. T. Damsté. Mohammedaansche vrouwenbescherming; Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917), II. H. T. Damsté. Instelling van een tweede Sidang djoemas at; Koloniaal Tijdschrift 6 (1917), II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 311—313. H. T. Damsté. Landsverordeningen van inlandsche vorsten op Bali; Koloniaal Tijdschrift, 7 (1918), I. H. T. Damsté. Het volk van Atjèh [in De Volken van Nederlandsch-Indië. dl. I, Amsterdam, 1920]. H. T. Damsté. Balische bestuursproblemen; Verhandelingen Indisch Genootschap, 19 October 1923. H. T. Damsté. Baliana en Balische splinters; Koloniaal Tijdschrift, 13 (1924), 14 (1925). H. T. Damsté. Land en volk van Bali; Indische Gids, 48 (1926), II. H. T. Damsté. Zie van Ronkel. A. Dandouau. Le Fatidra (Serment du sang); Bulletin de l'Académie Malgache, 6 (1908). A. Dandouau. Coutumes funéraires dans le Nord-Ouest de Madagascar; Bulletin de l'Académie Malgache, 9 (1911). J. W. van Dapperen. De „Maragang"; Bulletin Koloniaal Museum Haarlem, No. 12. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Bhupendranath Datta. Das Indische Kastensystem; Anthropos, 22 (1927). Dati's (Afschaffing van de instelling van) en omzetting van datidoesoens in poesakadoesoens (1923) [Ambon enz.] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 404-^109. Dati's en dati-grondenrecht (Indonesische nota over) (1911) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 390—395. Dati's (Verscheidenheden omtrent) (1922) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 372—390. Mr. J. van Davelaar. [Installatie van den nieuw benoemden President van het H. G. Hoff; Recht Nederlandsch-Indië, 98 (1911). Mr. W. A. J. van Davelaar. Middenpersonen tusschen de districtsbeambten en desa-hoofden op Java; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 34 (1891), overgenomen in Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 6 (1891). Dr. A. Davidson. Tanala customs, superstitions, and belief s; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 2 (1876). Dr. A. Davidson. The Madagascar prison ordeal of „Tangina"; ' Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 14 (1890). J. W. Davidson. Formosa [in Customs of the World, vol. I]. J. W. Davidson. The island of Formosa (London, 1903). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Clive Day. The policy and administration of the Dutch in Java (NewYork—London, 1904), bl. 366—381. Mr. W. K. baron van Dedem.De agrarische kwestie op Java; Indische Gids, 12 (1890), II. A. G. Deelman. Een Atjehsch kadaster; Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926). Deelwinning van vee (1920) [Atjèh] Adatrechtbundel XXV, blz. 168—169; [Het Maleische gebied] XXVI, blz. 1—3; [Borneo] XXVI, blz. 443—446; [Gorontalo] XXV, blz. 271; [Ambon enz.] XXIV, blz. 234; [Timor enz.] XXIV, blz. 486; [Soerakarta] XXIII. blz. 275—277. H. K. J. van Deinse. De toestand in de Vorstenlanden (Leiden, 1887). E. van Delden. De particuliere landerijen op Java. (Leiden, 1911). E. Th. van Delden. Dagverhaal van een reis naar Gloegoer VIKota [en] toestand van dat landschap; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882). C. F. van Delden Laërne. Iets over den oorsprong van het communaal landbezit op Java; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 22 (1875). Delictenrecht in Djembrana (1866), zie Lier (Van). N. Denison. Journal of a trip from Sarawak to Meri, 1872; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 10 (1882). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. N. Denison. Jottings made during a tour amongst the Land Dyaks of Upper-Sarawak (Singapore, 1879). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. N. B. Dennys. A descriptive dictionary of British Malaya. (London, 1894). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 176—183. Mr. I. J. Dermout. Iets over zaakwaarnemers in verband met de verbetering der rechtspleging voor Inlanders; Recht Nederlandsch-Indië, 91 (1908). Desa-akten uit Blora (1910—1914) [met vertaling van de commissie voor het adatrecht]; Adatrechtbundel XII, blz. 22—32. Dësa-akten uit Kedoe (1915—1919) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 51—56. Dësa-akten uit Toeloengagoeng (1900—1908) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 56—59. Dësa-akten uit Semarang (1920—1923) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXV, bl. 64—67. Desa-autonomie; De Bestuursgids, 1 (1925—1926). Desabeslissingen uit het gewest Kedoe (1910—1922) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz.41—51. Dësabeslissingen uit Semarang (1922—1924) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXV, blz. 58—64. Desa-oorlogen (1825) [Vorstenlanden] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 124. Désa-regeling (De) van Modjowangi, afd. Djombang, residentie Soerabaia, met eenige aanteekeningen van den controleur H. E. B. Schmalhausen; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 1 (1887). Mr. C. Th. van Deventer. Levenden Arbeid van...., door Dr. H. T. Colenbrander en J. E. Stokvis ('s Gsavenhage-Semarang, 1916), dl. II en III Mr. C. Th. van Deventer. De ontwikkeling der inlandsche rechtspraak ; Verhandelingen Indisch Genootschap,, 2 Februari 1902, gedeeltelijk in Leven en Arbeid, dl III, blz. 91—94 Mr. C. Th. van Deventer. Rechtshervosming in Indië; De Gids, 1905, 1, herdrukt ia Leven en Arbeid, dl. II, blz. 169—208. Mr. C. Th. van Deventer. Een koloniaal belang; Sociaal Weekblad, 2, 9 en 16 Juni 1906.-. gedeeltelijk in Leven en Arbeid» dl. III, blz. 140—147. Mr. C. Th. van Deventer. Gelijkmaking of aanpassing; Land en. Volk, 9,10 en .11 November 1909, gedeeltefljk in Leven en Arbeid, dl. m, blz. 276—279. Mr. C. Th. van Deventer. Bespreking van Mr. F. D. E. van Ossenbruggen, De Regeling van het Desabeheer en die van het Credfetverband getoetst aan de eischen van het Inlandsen Credietwezen. (Magelang, z. j.); Rechtsgeleerd Magazijn, 1910; overgenomen in Leven en Arbeid, dl. Hl, Mz. 279—284. Mr. C: Tft. van Deventer. Handelingen Tweede Kamer 1906—J907, bfe. 33—37; blz. 69; blz. 81; 1313—1914, bh. 3©t^-3(»; Handelingen Eerste Kamer 1911—1912, bte. 107; gedeeltelijk in teven en Arbeid dl. 111, blz. 149—160; 373—376; 32Dt: Mr. C. Th. van Deventer, zie Hasselman, en Gegevens. S. van Deventer, J. S. z. Bijdragen tot de kennis va» het landelijk stelsel op Java, op last van Zijne Excellentie den Minister van koloniën J. D. Fransen van de Putte bijeenverzameld; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1864—186& Vermeerderde overdruk in 3 dln, Zalt-Bomnaei, 1865—1866. S. van Deventer. Eene Javaansche plegtigheid, 1868. — Uittreksel in Adatrechtbundel XIV, bte. 80. A. T. Dew. The f ishing industry of Krian and Knratt, Perak; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society,. 23 (1891^ — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 239—240. Dewa-Donda. Kawi-wetboek, vertaald door A. H. G. Blokzeijl; Tijdsschrift Bataviaasch Genootschap, 18 (1868—1872). H. von Dfewall. Beknopt overzicht van het rijk Koetei op Borneo; Indisch Archief, 1 (1849), I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. von DewalT. Vervolg van het extract uit de dagelijksche aanteekeningen van den civielen gezaghebber van Koetei en de Oostkust van Borne»; Indisch Archief, 2 (1850), III. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. von Dfewall. Aanteekeningen omtrent de Noordoostkust v^a Borneo; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. von Dewall. Matan, Simpang, Soekadana, de Karimata-eilanden en Koeboe (Westeraf deeling vanBorneo)*, 'WiSischriff Bataviaasch Genootschap, 11 (1862). — Uittreksefe in Adatrechtbundel' XIII. C. DeWitt Wfllcox. The head hunters of Northern Luzon (Kansas City, 1912). Diacohilos. De waterrechten in de Vorstenlanden (volgens de adat en andere wettelijke bepalingen); Archief Landbouw Nederlandseh-Indië, 5 (1901). C. Diaz. Conquftstas de las islas Filipinas. Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The PH%pine islands, 37. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Diensten (De persoonlijke) en uitvoering van die diensten m betaalden arbeid [in Jogjakarta] (19085; Adatrechtbundel II, blz. 208—212. P. A. L. E, van Dijjc Rapport over de Loeboe-bevolking in de onderaf deeling Groot-Mandheling en Batang Natal; Bijdragen Koninklijk Instituut, 32 (1884). P. A. L. E. van Dijk. Rapport betreffende de Si Baloengoensche landschappen Tandjoeng Kasan, Tanah Djawa en Si Antar; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 37 (1894)k P. A. L. E. van Dijk. Eenige aanteekeningen omtrent de verschillende stammen (margas) en de stamverdeeling bij de Battaks; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 38 (1895). P. A. L. E. van Dijk. Een tochtje per prauw lang Zuid-Samosir van Nainggolan tot Lottoeng, en eene korte beschrijving van den OostelijJlM* oever van het Tobameer van Si- Regar tot Pberba; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1896. H. van Dijken. Almaheira: (Koophuwdijfc hij de Alfoeren „Idja"); Berichten Utrechtsche Zèndingsvereeniging, 20 (1879). H. van Dijken. Almaheirav Iets uit het volksleven dér AKoeren; Berichten Utrechtsche Zèndingsvereeniging, 25 (1884). H. Dijkstra. Rechtsbepalingen op Nïas; Macedoniër, 49 (19BE6). — Zie Wegnex. L. F. Dingemans. Gegevens over Djokjakarta. (Magelang, 1926). B. C. A. J. van Dwter. Eenige geographische en ethnographische aanteekeningen betreffende het eiland Siaoe; Tijdschrift Bata»- viaasch Genootschap, 41 (1899). Dj Sanggoeno' Diradjo. Kitab peratoeran hoekoem sadat Minang- kabau. (Fort de Koek, 1924). Mr. N. Dirkzwager, zie Dorpsinrichting. J. S. A. van Dissel. Eenige Balineesche brieven, processtukken enz.; Aanhangsel (1885). J. S. A. van Dissel. Landreis van Fakfak naar Sekar; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 21 (1904), I. J. S. A. van Dissel. Beschrijving van een tocht naar het landschap Bahaam; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 21 (1904), II. J. S. A. van Dissel. Reis van Ati-Ati Onin over Patipi en Degén naar Kajoni (Nieuw-Guinea); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 21 (1904), II. Van Dissel. Rapport omtrent de partikuliere landerijen beoosten de rivier Tjimanoek; Tijdschrift Nijverheid en Landbouw in Nederlandsch-Indië, 22 (1878). R. Hassan Djajadiningrat. Schets eener bestuursinrichting voor Nederlandsch-Indië; Koloniale Studiën, 4 (1920), II. Dr. H. Djajadiningrat. Iets over Banten en de Banteners (1921); Adatrechtbundel XXIII, blz. 10—12; ontleend aan Handelingen van het Eerste Congres voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Java (Solo, December 1919), 1921. Dr. H. Djajadiningrat. De namen Prangwadono en Mangkoenagoro; Mangkoe Nagoro-nummer van Djawa, 4 September 1924. Dr. H. Djajadiningrat. De Mohammedaansche wet en het geestesleven der Indonesische Mohammedanen. (Weltevreden, 1925). Dr. H. Djajadiningrat. Een verzoek om een Mohammedaansch wetgeleerd oordeel over de Javaansche ganagini-adat; Djawa, 7 (1927), No. 2. Djeloetoengzaken op Borneo. Het goed recht van de concessies; Indische Gids, 1913, t Djoedjoer (1862) [Zuid-Sumatra]; ontleend aan Bijblad No. 1328; Adatrechtbundel XXII, blz. 351—352. J. Dodd. A few ideas on the probable origin of the Hill tribes of Formosa; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 9 en 10 (1882). J. Dodd. A-glimpse at the manners and customs of the Hill tribes of North-Formosa; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 15 (1885). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. J. Dodd. Formosa; Scottish Geographical Magazine, 11 (1895). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. H. Doeff. Nieuw leven; Koloniaal Tijdschrift, 2 (1913), I. Doesoen-, Badjau- en Ulanoen-Dajaks (1922); Adatrechtbundel XXVI, blz. 489—502. — Zie Evans. Doesoen-Dajaks (1922); Adatrechtbundel XXVI, blz. 502—513. — Zie Rutter. H. J. Domis. Het eiland Nias; De Oosterling, 1835, H. H. J. Domis. De residentie Passoeroeang op het eiland Java ('s-Gravenhage, 1836). G. J. van Dongen. Bijdrage tot de kennis van de Ridan-Koeboes; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 30 (1906). G. J. van Dongen. De Koeboes in de onderafdeeling Koeboestreken der residentie Palembang; Bijdragen Koninklijk Instituut, 63 (1910). G. J. van Dongen. Nog een en ander over de Koeboes; Bijdragen Koninklijk Instituut, 67 (1913). L. F. Donleben en J. Christie. Bijdragen tot de kennis van het eiland Nias; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1848, I. [J. J. Donner.] De persoonlijke diensten tijdens het Vorstenbestuur in de afdeeling Madoera (Bangkalan); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 4 (1890). — Overgenomen in Eindresumé III, bijlage D°. W. M. Donselaar. Aanteekeningen over het eiland Saleijer; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 1 (1856). W. M. Donselaar. Aanteekeningen'over het eiland Savoe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 16 (1872). Dr. C. L. van Doorn. De credietbehoefte van den Indonesischen landbouwer. (Apeldoorn, 1922). Dr. C. L. van Doorn. Schets van de economische ontwikkeling der afdeeling Poerworedjo (residentie Kedoe). (Weltevreden, 1926). Dr. C. L. van Doorn. De „mahapaloes wang" vereenigingen en credietinstellingen in de Minahassa; Blaadje Volkscredietwezen, 14 (1926), No. 7. J. B. J. van Doren. 1. De Alfoeren van het eiland Ceram. 2. Rouwplechtigheden en onthaal bij de Alfoeren. 3. Aanteekeningen over de Goram- en de Arroö-eilanden [in Fragmenten uit de reizen in den Indischen Archipel, dl I. Amsterdam, 1854]. J. B. J. van Doren. Schetsen van de Minahassa Alfoeren [in Fragmenten uit de reizen in den Indischen Archipel, dl II. Amsterdam, 1856]. J. B. J. van Doren. Beknopte beschrijving van Wahaai, op de noordoostkust van het eiland Ceram; Bijdragen Koninklijk Instituut, 4 (1856). J. B. J. van Doren. De Key-eilanden; Bijdragen Koninklijk Instituut, 10 (1863). Dorpsakte (Indonesische) (1918) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 244. Dorpsbestuur en grondbezit ter Sumatra's Westkust (1894); Adatrechtbundel XI, blz. 58—62. Dorpsgeschil op Enggano (1883); Adatrechtbundel XXII, blz. 418 —*22. Dorpsinrichting (1915) [Minangkabausch gebied]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 242—253. Dorpsinrichting en grondenrecht [in de Minahasa] naar rapporten van P. A. Moorrees, mr. J. H. Carpentier Alting, mr. N. Dirkzwager, mr. J. C. Kielstra, Tellings en Zieck (1900—1910); Adatrechtbuhdel IX, blz. 16—40. Dorpsinrichting en grondenrecht in Tjerbon (1919) [West-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 36—40. Dorpsinrichting (Hedendaagsche) (1919) [Middel-Java] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 286—291. — Zie Meijer Ranneft. Dorpsinrichting in Pasoeroean (1919) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XXII, blz. 284. Dorpsinrichting, verdere volksordening en grondenrecht (1909—-1920) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXI, blz. 13—28. Dorpsrechtspraak en tuchtrecht (1922) [Borneo]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 456-^59. Dorpsrechtspraak (Gegevens over) (1919^tQ20>) [Ambon enz.]; Ada^e^hwaójel XXIV, blz. 247—252. Dorpsrechtspraak op Saparoea (1922) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 324~r326. Dorpsregelingen in zake huwelijk (1916) [Minangkabau]; Adatrechtbundel XX, blz. 140—143. Dorpsvorming op Belitoeng (1868—1869); Adatrechtbundel XXV, blz. 238—241. Dorpswezen en grondenrecht in Rembang (1924) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXV, blz. 51—53. R. S. Douglas. An expedition to the Bah country of Central Borneo; Sarawak Museum Journal, 1 (1911—1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. R. S. Douglas. A comparative vocabulary of the Kayan, Kenyah and Kalabit languages; Sarawak Museum Journal, 1 (1911—1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. P. Drabbe. De jacht op Tanimbar; Almanak Missiehuis TjJburg, 33 (1923). P. Drabbe. Het heidenseh huwehjk op T^uumbar; Bijdragen Koninklijk Instituut, 79 (1923). P. Drabbe. Wat een naam is op Tanimbar; Annalen ^Missiehuis filburg, 42 (1924). P. Drabbe. Dood en begrafenis en spiritisme op Tanimbar; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1925. P. Drabbe. Waardigheden of ambten in de Tanimbareesahe maatschappij ; Bijdragen Koninklijk Instituut, 83 (1927). J. H. van Dranen. Het agrarisch reglement voor Sumatra's Westkust en het volkscredietwezen; «Blaadje Centrale Kas, 9 (1921), No. 2. [Th. J. H.] van Driessehe. Rapport [over afstand van oelajatgrond] (1907); Adatrechtbundel X, blz. 90—102. Th. J. H, van Driessehe. Nota omtrent de vraag, of de .J^echtiog van geschillen over huwelijk en boedelscheidingen niet «tot de bevoegdheid behoort van de priesters of .hoofden, bedoeld röij art. 3 Rechterlijke organisatie [ter Sun#tra."s AWfiStkust] (1894 of .1895); Adatrechtbundel XI, blz. ^63—73. Drooggekomen meeroevers. Adat in Menado; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine .Bedragen. H Dubois. Essai de Dictionaaire Betsileo; Bulletin de rAcadémie Malgache, 7 (1909), 8 (1910), 9 (1911), .12 (1913), II et supplément au tome I. — Nouvelle série, (1914). H. Dubois. La morale chez les Malgachès; £emaine, internationale d'Ethnologie Religieuse, IVe.Session, Milan, 17—25 Sept, 1925. ©ubreuil. 'L'aönuWibration malgache avant la conquête; Revue de Madagascar, 1904. A. Duchesne. L'organisation Judiciaire; Revue de Madagascar, 2 (1900), I. IDulaurïer. Recherches sur la législation malaye; Nouv. Ann -des Voyages, 88 (18430E. Dukurier. ïnstitutioHS anaritimes de 1'Archipel dAsie, traduites en franqais. Textes Malay et Bougui. (Paris, 1845). Ch. F. H. Dumont. Huwelijksgebruiken op Java; Nederlandsch-Indië Uud en Nieuw, 1 (iyi&—1917). Van den Dungen tfatronovius, zie Gronovius. W. Dunnebier. De zending in Bolaang-Mongondou in 1908; Mededeelingen Alederlandsch Zendelinggenootschap, 53 (1909). E. Durand. L'Islam dans 1'Indochine franqaise; Semaine d'Ethnologie religieuse, CompteKRendu analjrtiaue de la Iilme session, tenue a 3jou*ain, 27 aoüt—4 septembre 1913. S. F. DuuRvorart. ^Rechtspersonen in de Nederlandsche koloniën; ("Leiden, 1916). Duverge. Madagascar (Paris, j1S87). J. J. L. Duyvendak. De zending op het teiland Nias.; iNederlands«h -Zendingstijdschriït, 8 (1896). J. Ph. Duyvendak. Het kakean-genootschap van Seran. (Almelo, 1926). G. W. Earl. The native races «rf the Indian •Awmipelago. -Papuans (London, 1853). — Uittreksels in Adatreahthundel jSVI. Early Notices of Madagascar from the dld woyagers, JSïart II: Extracts f rom Kerr's „Voyages and Travals" XI; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 14 (2890). •Bdhtscheiding volgens de Chintadie wetten; Jlegt NederlandschIndië, 11 (1859). — Overgenomen uit Journal ilndian Archipelago. R. van Eek. Het lot der vrouw op Bali; Tijfcgchifit Bataviaasch Genootschap, 18 (1868—1872). R. van Eek. Beknopte handleiding bij Indië ; Indische .Gids, j1879—1884. R. van Eek. Het eiland Blitong; Indische Gids, 1883, I. R. van iEck en F. A.Liefrinck. Kerta-sima of gemeente- en waterschapswetten np )Bali; Tijdsdmft Bataviaasch Genootschap, 23 (1876). A. C. J. Edeling, zie Memorie. Economische verhaudingen op ede Philippijnen (1920); Adatrechtibandel XXI, ihb. 358—388. — Zie H. H. Miller. Eed -(Iets over den Javaanseh-Mohammedaanschen); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 3 (1889). Eed in de moskee (1920) (met aanteekening van mr. dr. Th. W. Juynboll); Adatrechtbundel XX, blz. 302—305. Eed (Oud-Javaansche) (1922) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXII, blz. 35. — Ontleend aan R. Ng. Poerbatjaraka. De inscriptie van het Mahaksobhyabeeld; Bijdragen Koninklijk Instituut, 78 (1922). Eed op de Tengger (1924) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XXV, blz. 129. Eedsaflegging (wijzen van), in gebruik bij de Chinezen; Regt Nederlandsch-Indië, 15 (1858). Mr. R. A. Eekhout. Het erf regt der Chinezen in Nederlandsch-Indie en zijn onzekerheid; Regt Nederlandsch-Indië, 19 (1862). J C van Eerde. De adat volgens Menangkabausche bronnen; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), band III, Kleine Bijdragen. Overgenomen in Adatrechtbundel XX, blz. 151—160. J. C. van Eerde. Een huwelijk bij de Minangkabausche Maleiers. Zeden en gesprekken; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 44 (1901). , _ ! ■: J. C. van Eerde. Aanteekeningen over de Bodhas van Lombok; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 43 (1901). J. C. van Eerde. Het grondbezit op Lombok; Verhandelingen Indisch Genootschap, 27 December 1904. T C van Eerde. Onze gespannen verhouding tot Badoeng; Het Vaderland, No. 123—125, 127, 128, 131 en 133 (1905). J C van Eerde. Directe belastingen ter Sumatra's Westkust; Het Vaderland, No. 198, 199, 201 en 202 (1905). J. C. van Eerde. Lombok onder het Nederlandsch Bestuur; De Gids, 1905, IV. !- . J. C. van Eerde. Agama en Adi-Agama, Oud-Balische wetboeken enz.; Indische Gids, 1909, II. J C van Eerde. Ethnographische gegevens van de exploratiedetachementen op Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1911. J. C. van Eerde. Over de verwanten van de Indonesiërs. (Amster- J C^n Eerde. De naam der Alfoeren in Indonesië (1919); Adatrechtbundel XXI, blz. 410—412.— Ontleend aan Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1919. J. C. van Eerde e.a. De Volken van Nederlandsch-Indie. (Amsterdam, 1920—1921, 2 dln). J C van Eerde. Indonesische en Melanesische beschavingsgebieden op Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1921 en 1922. . J. C. van Eerde.A review of the ethnological investigations in the Dutch Indian Archipelago. (Amsterdam, 1923). J. C. van Eerde. Koloniale Volkenkunde. (Amsterdam, 1926, 4e druk). J. C. van Eerde. Zie Antwoorden en Rapport over de regeling der agrarische toestanden in West-Lombok. A. J. A. F. Eerdmans-. Het landschap Gowa; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 50 (1895—1897). Eheschlieszung bei den Alfuren auf Halmaheira; Ausland, 1884. Eigendoms-verkrijging door ontginning; Indisch Weekblad van het Regt, No. 475 (1872). Eindresumé van het bij gouvernementsbesluit d.d. 10 Juni 1867, No. 2 bevolen onderzoek naar de rechten van den inlander op den grond op Java en Madoera, zamengesteld door den chef der afdeeling statistiek ter Algemeene Secretarie, 3 dkiPfCI, 1876; II, 1880; III, 1896). Eindresumé, zie Fokkens. [A. van Ekris?] Iets over Ceram en de Alfoeren; Bijdragen Koninklijk Instituut, 5 (1856/7). A. van Ekris. Het Ceramsche kakianverbond; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 9 (1865). A. van Ekris. Iets over het Ceramsche kakian-verbond; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 16 (1867). Dr. J. Elbert. Die Sunda-Expedition. 2 dln. (Frankfurt a. M., 1911— 1912). G. J. Ellen. Woordenlijst van het Pagoe op Noord-Halmahera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 72 (1916). G. J. Ellen. Woordenlijst van het Modöle op Noord-Halmahera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 72 (1916). Mr. A. Ellerman—Mr. I. A. Nederburgh. Priesterraad; Recht Nederlandsch-Indië, 74 (1900). Ch. B. Elliot. The Philippines. (Indianapolis, 1916). Dr. J. M. Elshout. De Kënja-Dajaks uit het Apo-Kajangebied. ('s-Gravenhage, 1926). Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië. (Leiden—'s-Gravenhage, 1917 1921; tweede druk), 15 afleveringen Aanvullingen en Wijzigingen (1922—1927). L. van der Ende. Die Baduwis auf Java; Mitteilungen der Anthropologischen Gesellschaft in Wien, 19 (1889). — Zie ook 22(1892). J. Engbers. Troonsopvolging in het rijk van Sika (Flores); Berichten St.-Claverbond, 1898. A. J. N. Engelenberg. Bespreking van het bestuursbeleid in Nederlandsch-Oost-Indië, toegelicht in verband met beschouwingen over de behoeften van de verschillende deelen van Indië en meer speciaal van Midden-Celebes; Verhandelingen Indisch Genootschap, 11 October 1904. A. J. N. Engelenberg. Over Midden-Celebes en zijn bevolking (in 124ste Alg. Verg.); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 22, (1905), II. A. J. N. Engelenberg. Opmerkingen over en naar aanleiding van ons bestuur in Djambi; Verhandelingen Indiscfi Genootschap, 7 December 1911. H. E. D. Engelhard. Mededeelingen over het eiland Saléijer; Bijdra¬ gen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks, 8 (1884). 4 H. E. D. Engelhard. De staatkundige en economische toestand van het eiland Saleijer; Indische Gids 1884, I en II. H. E. D. Engelhard. Aanteekeningen betreffende de Kindjin Dajaks in het landschap Baloengan; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 39 (1897). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. E. D. Engelhard. Bijdragen tot de kennis van het grondbezit in de Chineesche districten der Residentie Westerafdeeling van Borneo; Bijdragen Koninklijk Instituut, 51 (1900). H. E. D. Engelhard. De af deeling Doessonlanden (Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo); Bijdragen Koninklijk Instituut, 52 (1901). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. J. K. Enthoven. De topografische opneming der Westerafdeeling van Borneo; Album der Natuur, 1892. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. J. K. Enthoven. Bijdragen tot de geographie van Borneo's Westerafdeeling (Leiden, 1903). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Mr. K. L. J. Enthoven. Het adatrecht der inlanders in de jurisprudentie (Leiden, 1912). , Mr. K. L. J. Enthoven. Recht en rechtspraak; Gedenkboek voor Nederlandsch-Indië, 1898—1923. (Batavia enz., 1923). F. Epp. Die Battas auf Sumatra; Ausland, 1860. M. J. Erdweg. Die Bewohner der Insein Tumleo, Berlinhafen, Deutsch Neu-Guinea; Mitteilungen der Anthropologischen Gesellschaft in Wien, 32 (1902). Erfrecht (Boegineesch en Makassaarsch) (1924) [Zuid-Selebes]; Adatrechtbundel XXV, blz. 335—348. Erfrecht in Poerbalingga (1922) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 64—66. Erfrecht (Moderniseering van het) ten gunste van de vrouw en verruiming van de sentana-keuze (1918—1922) [Bali en Lombok]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 378—381. B. Erkelens. Geschiedenis van het rijk Gowa; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 50 (1895—1897). M. A. Espina. Apuntes para hacer un libro sobre Joló (Manila, 1888). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Esser. Aanteekeningen over Soemba; Tijdschrift NederlandschIndië, 1877, II. B. J. Esser. Huwelijk en echtscheiding onzer Inlandsche Christenen; De Macedoniër, 28 (1924). Etac. Verouderde adat; De Banier, 26 Mei 1927. I. H. N. Evans. Notes on the religious beliefs, superstitions, cere¬ monies and tabus of the Dusuns of the Tuaran and Tempassuk districts, British North Borneo; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 42 (1912). I. H. N. Evans. Notes on the Besisi of Tamboh, Kuala Langat, Selangor; Journal Federated Malay States Museum, 5 (1913). I. H. N. Evans. Notes on the aborigines of Lenggong and Kuala Kenering, Upper Perak; Journal Federated Malay States Museum, 5 (1913). I. H. N. Evans. Notes on the aborigines of the Ulu Langat and Kenaboi districts of Selangor and Jelebu; Journal Federated Malay States Museum, 5 (1913). I. H. N. Evans. Notes on the aboriginal inhabitants of Ijok in the district of Selama, Perak; Journal Federated Malay States Museum, 5 (1913). I. H. N. Evans. Notes on some aboriginal tribes of Pahang; Journal Federated Malay States Museum, 5 (1913). I. H. N. Evans. North Borneo markets; Man, 1915. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. I. H. N. Evans. Notes on some beliefs and customs of the „Orang Dusun" of British North Borneo; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 47 (1917). h H. N. Evans. The orang dusun of British North Borneo; British North Borneo Herald, 1917. I. H. N. Evans. Some Sakai beliefs and customs; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 48 (1918). I. H. N. Evans. Among primitive peoples in Borneo (Londen, 1922). Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 489—502. I. H. N. Evans. Studies in religion, folk-lore, custom in British North-Borneo and the Malay Peninsula. (Cambridge, 1923). Executie van poesaka-goederen ter Sumatra's Westkust; SumatraBode, 5 Juni en 5 Juli 1905. — Overgenomen in Adatrechtbundel VI, blz. 172—183. — Zie Smits. Exposición de Filipinas; Colección de articulos publicados en El Globo (Madrid, 1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Extracten uit de verbalen van de residentie Bagelen, waarin mededeelingen voorkomen omtrent het belastingwezen onder het Vorstenbestuur; Eindresumé III, bijlage A. Extracten uit de antwoorden van de Residenten op de vraag, hun gesteld bij circulaire van den lsten Gouvernements Secretaris d.d. 29 Januari 1861, No. 23 [betreffende heerendienstplkhtigen] ; Eindresumé III, bijlage K". H. C. van Eybergen. Aanteekeningen op een reis naar de Zuidwester-eilanden; Bijdragen Koninklijk Instituut, 12 (1864). H. C. van Eybergen. Aanteekeningen gehouden op eene reis naar de Zuid-Wester-eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 13 (1864). H. C. van Eybergen. Verslag eener reis naar de Aroe- en Keyeilanden (in 1862 en 1864); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 15 (1866). H. E. K. Ezerman. Het een en ander over het inlandsch bestuur in de residentie Benkoelen; Indische Gids, 1909, II. H. E. K. Ezerman. Wanneer en op welke wijze de Serawaier de hulp zijner voorvaderen inroept; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 36 (1909). J. L. J. F. Ezerman. Twee Chineesche rechtskwesties; Recht Nederlandsch-Indië, 95 (1910). J. L. J. F. Ezerman. Advies in zake Chineesch erfrecht; Indisch Tijdschrift van het Recht, 111 (1918). G. von Faber. Het familie- en erfrecht der Chineezen in Neder¬ landsch-Indië (Leiden, 1895). M. von Faber. Montrado in 1861; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 13 (1864). J. Faes. Het rijk Pelalawan; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882). Familiegrond in de meerdistricten [van de Minahasa] (1900); Adatrechtbundel III, blz. 173—176. Familie-grondbezit in de Minahassa; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. P. Favre. An account of the wild tribes inhabiting the Malayan Peninsula, Sumatra, and a few neighbouring Islands; Journal Indian Archipelago 2 (1848). P. Favre. An account of the wild tribes inhabiting the Malayan Peninsula, Sumatra and a few neighbouring islands. (Paris, 1865). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 185—188. Fehr. Der Niasser im Leben und Sterben. (Barmen, 1901). E. Feige. Schetsen uit Borneo. Het familieleven der inlanders, in het bijzonder der Olon-Maanjan (vertaald door Duyvendak); Nederlandsch Zendingstijdschrift, 6 (1894). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Jhr. Mr. W. W. Feith. Erfrecht in Madioen (± 1910) [MiddelJava] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 55. H. G. Ferguson. Contributions to the physiography of the Philippine islands: II, The Batanes Islands; Philippine Journal of Science dl III A 1908, blz. 1—24. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 399. G. Ferrand. Les Musulmans a Madagascar. (Paris, 1891—1902, 3 dln. G. Ferrand. Les tribus musulmanes du Sud-Est de Madagascar; Revue de Madagascar, 5 (1903), I en II. Mr. P. W. Filet. De verhouding der vorsten op Java tot de Ned. Indische regeering. ('s Gravenhage, 1895). J. P. Finley. The Subanu: part I. Ethnographical and geographical sketch of land and people (Washington, 1913). A. Fischer. Streifzüge durch Formosa (Berlin, 1900). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Fischer en Gramberg. Tochten naar Boven-Boeloengan en de Apo Kajan; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1910. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. De Flacourt. Histoire de la grande isle de Madagascar. (Paris, 1658). Mr. J. W. Flieringa. Een Bataksch bruiloftsmaal; Nederlandsche Zendingsbode, 1918, blz. 218—220 en blz. 236—237. Dr. F. J. Fokkema. Het feestelijk schoonmaken der graven in Posso; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 59 (1915). — Uittreksel in Adatrechtbundel XII, blz. 230. Dr. F. J. Fokkema. Verboden huwelijken in Posso; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 59 (1915); met naschrift van Dr. N. Adriani. — Overgenomen in Adatrechtbundel XII, blz. 222—229. F. Fokkens Jr. Vrije desa's op Java en Madoera; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 31 (1886). F. Fokkens. Eindresumé van het bij besluit van den GouverneurGeneraal van Ned.-Indië van 24 Juli 1888, No. 8, bevolen onderzoek naar de verplichte diensten der inlandsche bevolking op Java en Madoera (Gouvernementslanden), 3 dln (Batavia, 1901— 1903). — Uittreksels in Adatrechtbundel IV, blz. 513—528. A. A. Fokker. Korte aanteekeningen over het Béhé-Dajaksch; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 4 (1890). — Uittreksel* in Adatrechtbundel XIII. „Fokon' olona" (Réorganisation du); Revue de Madagascar, 2 (1900) I, blz. 317—318. F. E. Forbes. Five years in China (London, 1848). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. O. Forbes. On the ethnology of Timor-Laut; Journal Anthropo- logical Institute Great Britain, 13 (1884). H. O. Forbes. On some of the tribes of the island of Timor; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 13 (1884). H. O. Forbes. On the Kubus of Sumatra; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 14 (1885). H. O. Forbes. A naturalist's wanderings in the Eastern Archipelago (London, 1885). J. Foreman. The Philippine islands, 3e druk (London, 1906). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Th. Forrest. A voyage to New Guinea and the Moluccas (London, 1779). — Uittreksels in Adatrechtbundels XIII, XVI en XXII. J. Fortgens. Vier weken onder de Tobaru en Waiwoli van Noordwest-Halmaheira; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 49 (1905). J. Fortgens. Bijdragen tot de kennis van de naamgeving onder de Tobelo van Halemahera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 65 (1911). J. Fortgens. De talen van Halmahei ra in verband met de Evangelieverkondiging; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 56 (1912). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 22—24. J. Fortgens. Het Saoe'sche doodenoffer en de maskerade; Bijdragen Koninklijk Instituut, 68 (1913). — Uittreksels' in Adatrechtbundel XXIV, blz. 24—32. J. Fortgens. [Vrouw, bruidschat, huwèlijk en huwelijksontbinding op de Soela-eilanden] (1915); Adatrechtbundel XXIV, blz. 52 —54. — Ontleend aan Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 59 (1915). J. Fortgens. Het adathuwelijk onder den Tabaroe-stam met daarvan afwijkende gebruiken onder de Saoe- en Waiolistammen (N.W. kust van Halmahera); Bijdragen Komriklijk Instituut, 71 (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 32—49. J. Fortgens. Zending en bestuur in de Onder-af deeling Djailolo; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). — Uittreksels fai Adatrechtbundel XVI. J. Fortgens. Bijdragen tot de kennis van het Sobojo (eiland Taliabo, Soela-groep). ('s-Gravenhage, 1921). Fragmenten eener beschrijving van Sumatra's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1851, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 170—172. E. A. Francis. Timor in 1831; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1838, I en II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. E. A. Francis. Korte beschrijving van het Nederlandsch grondgebied ter Westkust van Sumatra, 1837; Tijdschrift NederlandschIndië, 1839, I. E. A. Francis. Bengkoelen in 1833; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 4 (1842), I. E. A. Francis. Westkust van Borneo in 1832; Tijdschrift Neder- landschrlndië, 1842, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. E. A. Francis. Herinneringen uit den levensloop van een Indisch ambtenaar van 1815—1851 [Met aanhangsels: De Lampongs en Palembang] 3 dln. (Batavia 1856—1860). E. Francis. Beschouwingen over het ontwerp cultuur-wet. (Delft, 1865). Mr. W. Francis. Is het noodig, dat er in Nederlandsch-Indië een afzonderlijk strafwetboek voor Europeanen en een afzonderlijk strafwetboek voor Inlanders bestaat?; Indische Gids, 12 (1890), I. J. J. C. Francken. Koop-, huur- en hypotheek-bepalingen bij de Chinezen; Regt Nederlandsch-Indië, 20 (1862). J. J. Fraser. De inheemsche rechtspraak op Bali; Indische Gids, 1910, II. J. P. Freyss. Mangarai en Lombok in 1854—1856; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 9 (1860). J. Ph. Freyss. Zie Agrarische regelingen. C. W. Frickenschmidt. Land- en volkenkunde van de Batoe-eilanden; Getuigenissen en berichten uit de Luthersche kerk, 28 (1910— 1911). Dr. R. Friederich. De Oesana Bali; Tijdschrift Nederlandsch-Indie, 9 (1847), III. Dr. R. Friederich. The language and literature of the island of Bah; Journal Indian Archipelago, 3 (1849). Dr. R. Friederich. Voorloopig verslag van het eiland Bali; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 22 (1849), 23 (1850). — Vertaling in Journal Royal Asiatic Society, new Series, 8 (1876), 9 (1877), 10 (1878). — Overgenomen in Miscellaneous Papers relating to Indo-Chdna and the Indian Archipelago, 2d series, London, 1887, vol. II. Dr. K. J. Friedrich. Strafrechtsgewohnheiten der Eingeborenen in deutschen Schutzgebieten; Zeitschrift für Kolonialpolitik, Kolo- nialrecht und Kolonialwirtschaft, 13 (1911). E. Fries*. Das „Koppensnellen" auf Nias; Allgemeine Missions- Zeitschrift, 1908. E. Frieswijk. Aanteekeningen betreffende den geografischen en ethnografischen toestand van het eiland Tagoelandang (afd. Sangi- en Talaut-eilanden); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 22 (1902). W. Frijling. Aanteekeningen [over adathoofden in de Lampongsche districten] (1915); Adatrechtbundel XII, blz. 104—107. — Overgenomen uit Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 48 (1915). Mr. P. H. Fromberg. Verspreide Geschriften, verzameld door Chung Hwa Hui. (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. Mag een Chinees bij uitersten wil over zijn vermogen onbeperkt beschikken?; Recht Nederlandsch-Indië, 66 (1896) (cf. hierover Young in Recht Nederlandsch-Indië, 67 (1896). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. Nieuwe regeling van den privaatrechtelijken toestand der Chineezen (Batavia, 1897). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. De nieuwe faillissementswet en de Vreemde Oosterlingen; Indisch Weekblad Recht, No. 1870 (1899). — Verspreide Geschriften. (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. Rapport over de Chineezenwetgeving (Batavia, 1903). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). [Mr. P. H. Fromberg e.a.]. Verandering van staat door onvolkomen adoptie (volgens Chineesch of Indo-Chineesch recht); Recht Nederlandsch-Indië, 81 (1903). Mr. P. H. Fromberg. De Chineesche beweging op Java (Amsterdam, 1911). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. De waardigheid van den staat en het privaatrecht der Chineezen; Het Vaderland, 25 Februari 1912. — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. De Chineesche beweging op Java; Verhandelingen Indisch Genootschap, 19 November 1912. — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. Voorheen en thans; Lezing voor „Tjoeng Wah Whee" op 28 December, 1912. — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. De Indo-Chineesche familie en de wetgeving; Lezing voor Chung Hwa Hui op 15 April 1916. — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. Nieuw recht voor de Indo-Chineezen; De Amsterdammer, 12 Augustus, 1916. — Verspreide Geschriften Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. Chineesche boekhouding en de groothandel in Ned. Indië; Chung Hwa Hui Tsa Chih, 2 (1918). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. Omgekeerd?; Indisch Tijdschrift van het Recht, 111 (1918). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. De unificatie van de rechtspraak; Indisch Tijdschrift van het Recht, 114 (1920). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. De bevolkingsgroepen in Indonesië en art. 109 Reg. Rglt; Voordrachten voor de Ind. Univ.-Vereeniging te Batavia, 1922). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. Wat beteekent „executoir verklaring in artikel 3 recht. org. ?; Indisch Tijdschrift van het Recht, 119 (1922). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. De nieuwe Chineezenwetgeving (Transitoir recht en het „wettig nevenhuwelijk"); Indisch Tijdschrift van het Recht, 117 (1923). — Overgenomen in Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 11 (1923). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Fromberg-nummer van Chung Hwa Hui Tsa Chih, Februari 1925. Fruin. Een en ander over de tabakscultuur voor de Inlandsche markt in de regentschappen Bandjarnegara, Wonosobo, Temanggoeng en Magelang; Blaadje Volkscredietwezen, 11 (1923) No. 9. Fruin. Woeker in en buiten het volkscredietwezen; Blaadje Volkscredietwezen, 14 (1926) No. 4. M R. Funke. Beitrage zur Kenntniss der Inlandstamme von Borneo; Archiv für Anthropologie, Neue Folge, Bd XI 1912. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 521. W. H. Furness. Folklore in Borneo (Wallingford, Pens., 1899). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. W. H. Furness. The home-life of Borneo head-hunters, its festivals and folklore. (Philadelphia, 1902). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. G. Bijdrage tot de kennis der Maleiers ter Westkust van Borneo; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1853, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Von Gaffron, zie Pijnappel. Mr. A. A. Galestin. Huwelijksrecht en huwelijksgebruiken in den Timoreeschen Archipel; Indische Gids, 1908, I. Mr. A. A. Galestin. Het gade-(pand)-contract op West-Java; Indische Gids, 1909, I. J. G. A. Gallois. Korte aanteekeningen gehouden gedurende eene reis langs de Oostkust van Borneo in 1850; Bijdragen Koninklijk Instituut, 4 (1856). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII, Gallois, zie Rapport-Gallois. Gambircultuur (De) in de Buitenbezittingen; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, VII (1914); zie Rechtsverhoudingen. A. Gamon. Le code de Ranavalona I" (1828); Bulletin de l'Académie Malgache, 5 (1907). A. Gamon. Traité de la justice indigène a Madagascar. (Tananarive, 1910). A. Garin y Sociats. Mémoire sur 1'archipel de Joló, traduit de respagnol; Bulletin Société Académique Indo-Chinoise de France, 2e série I (1881). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Mr. A. L. E. Gastman. Een kwestie van staat onder Inlanders; Recht Nederlandsch-Indië, 71 (1898). Gauthier. Notes d'histoire malgache; Notes, Reconnaissances et Explorations, 3 (1898). Gegevens (Agrarische) (1921) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXII, blz. 277. — Ontleend aan Sociaal Leven, 25 April 1921. Gegevens (Agrarische) over Soerakarta (1863); Adatrechtbundel XXV, blz. 121. Gegevens betreffende bestuur en rechtspraak in het prinsdom Mang- koenegaran (1867—1913) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXV, blz. 70—105. Gegevens betreffende Boeroe (1917); Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan Joh. A. F. Schut in Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). Gegevens betreffende Ceram; Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1845, II, en 1846, IV. Gegevens betreffende de rechtspraak der Pasowan Mangoe van Jogjakarta uit de jaren 1878—1891 en eenige vonnissen uit dien tijd; Adatrechtbundel XXIII, blz. 207—220. Gegevens betreffende de zelfstandige rijkjes op Bali. (Batavia, 1906). Gegevens betreffende Halmaheira; Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1856, II. Gegevens betreffende Halmaheira en .Morotai (1917) [Ternate- Archipel]; Adatrechtbundel XXI, blz. 4—13. — Zie Baretta. Gegevens betreffende het opvolgingsrecht der hoofden in de Djam- bische Bovenlanden (1906—1908); Adatrechtbundel XII, blz. 84—97. Gegevens betreffende het adatrecht in vreemde koloniën: Fransche koloniën (1911); Adatrechtbundel V, blz. 22—24; Amerikaansche koloniën (1911—1918); Adatrechtbundel VII, blz. 33 (zie ook Snouck Hurgronje); XVI, blz. 1—2; XXI, blz. 1—3; Japansche koloniën (1918); Adatrechtbundel XVIII, blz. 9—10. Gegevens betreffende het sultanaat Batjan (1911) [Ternate-Archipel]; Adatrechtbundel XXI, blz. 3. — Ontleend aan Batjan; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 1 (1911). — Zie ook Coolhaas. Gegevens betreffende Soela-eilanden (1918) [Ternate-Archipel]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 54—97. — Zie van Hulstijn. Gegevens (Ethnographische); Adatrechtbundel XIV, blz. 121. — Ontleend aan dr. H. H. Juynboll. Catalogus van 's Rijks Ethnographisch Museum, dl. XI, Java, tweede gedeelte, 1916. Gegevens (Ethnographische) betreffende de inboorlingen in het stroomgebied van de Mamberamo-rivier (Nieuw-Guinea); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1915. Gegevens (Ethnographische) [betreffende Zuid-Celebes]; Adatrechtbundel XVII, blz. 212—215. — Ontleend aan J. Tideman. Catalogus van voorwerpen van Makassaarschen oorsprong (Leiden, 1909). Gegeven (Ethnologisch) (1894) [Vorstenlanden] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 125. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1894, L Gegevens (Gemengde) uit regeeringsrapporten [over Bali] (1905— 1909); Adatrechtbundel I, blz. 189—195. Gegevens (Gemengde) uit regeeringsrapporten [over de Vorstenlanden] (1908); Adatrechtbundel II, blz. 216—223. Gegevens (Gemengde) uit regeeringsrapporten [over Rembang, Banjoemas. Kedoe, Madioen] (1907); Adatrechtbundel II, blz. 188—190. Gegevens (Gemengde) van den topographischen dienst [op Bali] ■■ (1912—1915); Adatrechtbundel XV, blz. 19—26. Gegevens (Inlandsche) betreffende de afdeeling Bondowoso (1911), naar aanteekeningen van Nitiadiredjo; Adatrechtbundel VIII, blz. 268—269. Gegevens (Inlandsche) betreffende het adatrecht der inheemsche bevolking van Soerakarta (1913), bewerkt naar nota's van K. R. A. Sasradiningrat; Adatrechtbundel VIII, blz. 258—260. Gegevens (Inlandsche) betreffende het district Wonosari der afdeeling Bondowoso (1911); Adatrechtbundel IV» blz. 611—615. Gegevens (Inlandsche) over bestuur en grondenrecht [in de Minahasa]; Adatrechtbundel XVII, blz. 98—100. — Ontleend aan de Pangkal Kemadjoean, van 15 October 1917. Gegevens (Inlandsche) over meervrouwendom (1912) [vragenlijst van mr. C. Th. van Deventer, beantwoord door de te Semarang gevestigde vereeniging Mangoenhardjo]; Adatrechtbundel VIII, blz. 233—236. Gegevens (Losse) (1920—1924) [Ternate-Archipel]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 99—100. — Zie Schut en Tip. Gegevens (Losse) over Dajaks (1848—1916); Adatrechtbundel XXVI, blz. 513—523. Gegevens (Nadere) uit zendingsberichten (1890—1916) [Timor enz.]; Adatrechrbundel XXV, blz. 384—399. — Ontleend aan Berichten uit Nederlandsch-Oost-Indië voor de leden van den St. Claverbond. Gegevens (Nieuwere) over Soemba; Adatrechtbundel XVI. — Ont- leend aan artikelen van D. K. Wielenga in De Macedoniër, 1909—1917. Gegevens nopens de Bahau-, Ken ja- en Poenan Da j aks en de gebieden Poedjoengan, Lepo Maoet, Tidoeng en Boeloengan; Adatrechtbundel XXVI, blz. 378—390. — Zie Jongejans. Gegevens nopens de rechtspraak over vorstenverwanten en hooge ambtenaren te Jogjakarta (1903—1919); Adatrechtbundel XXIII, blz. 247—251. Gegevens omtrent het adatrecht in de onderafdeeling Wahaai op Ceram (1920) [Ambon, enz.] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 438—446. Gegevens omtrent het erfrecht bij enkele Alfoeren-stammen op Ceram (1918) [Ambon enz.] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 458-^163. Gegevens omtrent het grondenrecht op Ceram (1918—1920) [Ambon, enz.] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 446—458. Gegevens omtrent Hitoe (1923) [Ambon, enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 354—359. — Uit De Aarde en haar Volken, 59 (1923). Gegevens (Oude) (1838—1870) [Minangkabausch gebied]; Adatrechtbundel XX, blz. 160—193. Gegevens (Oude) betreffende Ternate enz. (1519, 1609, 1774); Adatrechtbundel XVI. Gegevens (Oude) betreffende de Koeboe's [Zuid-Sumatra] (1838); Adatrechtbundel XX, blz. 233—234. Gegevens (Oude) over de Bataks (1839—1862); Adatrechtbundel XVIII, blz. 213—217. Gegevens (Oude) over de Loeboes (1864) [Gajo-, Alas- en Bataklanden] ; Adatrechtbundel XVIII, blz. 218—220. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1864, I. Gegevens (Oude) over de Minahasa; Adatrechtbundel XVII. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1840—1856. Gegevens (Oude) over Halmahëra (1883—1884) [Ternate-Archipel] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 11—17. Gegevens (Oude) over Oost-Sumatra (1880—1886) [Het Maleische gebied] ; Adatrechtbundel XXVI, blz. 10—12. Gegevens (Oude) over Saparoea, Haroekoe, Noesa Laut, Banda (1843—1856) [Ambon enz.] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 326 —332. — Zie ook Van Schmid. Gegevens (Oude) over Ternate en Tidore (1845—1856); Adatrechtbundel XXIV, blz. 9—11. Gegevens (Oude) over West-Java (1849—1871); Adatrechtbundel XXIII, blz. 13—17. Gegevens (Oude) over Zuid-Celebes; Adatrechtbundel XVII. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1840—1854. Gegevens (Oudere) over Bima (1852—1859); Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1852, I; 1855, II, en 1859, II. Gegevens (Oudere) over Soemba; Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1853, I, en 1855, I. Gegevens over adoptie (1921) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXII, blz. 224—226. Gegevens over adoptie en over erfrecht [in Banjoemas] (1916); Adatrechtbundel XIV, blz. 124—125. Gegevens over ambtssieraden (1809) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XVHI, blz. 74. Gegevens over bakoels (1916) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 321—325. — Zie Adam. Gegevens over Banka (1918—1919); Adatrechtbundel XVIII, blz. 337. Gegevens over Bantam (1838—1859); Adatrechtbundel XIV, blz. 12—16. — Uit Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1838—1859. Gegevens over Banten (1896) [West-Java]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 18. Gegevens over bestuur en rechtspraak in de onderafdeeling Karolanden der residentie Oostkust van Sumatra (1914); Adatrechtbundel XI, blz. 50—52. Gegevens over beurtbevloeiing [op Bali] (1916); Adatrechtbundel XV, blz. 17—18. — Ontleend aan een artikel van P. L. E. Happé, in Archief Suikerindustrie Nederlandsch-Indië, November 1916, aflevering 45. Gegevens over boeboehan of familieband (1904) [Borneo]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 459—465. Gegevens over Boeroe (1917); Adatrechtbundel XXIV, blz. 409— 414. — Zie Schut. Gegevens over Boeroe, Ceram en Kei (1876—1910); Adatrechtbundel X, blz. 283—286. Gegevens over Cheribon; Adatrechtbundel XIV. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1853—1867. Gegevens over de Ami van Formosa (1886—-1910); Adatrechtbundel XVIII, blz. 389—393. Gegevens over de Aroe-eilanden; Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1845, II. Gegevens over de Bagobo's van Mindanao (1916); Adatrechtbundel XXI, blz. 391—401. — Zie Benedict. Gegevens over de Banda-groep (1913) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 353. Gegevens over de Bataks van Palawan (1908); Adatrechtbundel XXI, blz. 388—391. — Zie Venturello. Gegevens over de Bunun van Formosa (1873—1910); Adatrechtbundel XVIII, blz. 398—401. Gegevens over de heidensche stammen van Mindanao (Philippijnen, 1667—1913); Adatrechtbundel XVI. Gegevens over de heidensche stammen van Noord-Luzon (Philippijnen) met uitzondering van de Negrito's (1582—1910); Adatrechtbundel XVI. Gegevens over de Kei-eilanden; Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan H. Geurtjens. Le cérémonial des voyages aux Hes Keij: Anthropos, 5 (1910). Gegevens over de krapjakgronden in het rijk Soerakarta (1910— 1913); Adatrechtbundel XIV, blz. 142—148. Gegevens over de Mangyanen van Mindoro (Philippijnen, 1886— 1912); Adatrechtbundel XVI. Gegevens over de Moro's (Philippijnen, 1400—1906); Adatrechtbundel XVI. Gegevens over de Negrito's der Philippijnen (1575—1910)- Adatrechtbundel XVI. Gegevens over de Paiwan van Formosa (1877—1915); Adatrechtbundel XVHI, blz. 377—383. Gegevens over de Peipohuan van Formosa (1650—1903)- Adatrechtbundel XVIII, blz. 369—377. Gegevens over de Piyma van Formosa (1886—1910); Adatrechtbundel XVIII, blz. 385—389. Gegevens over de reorganisatie van de afdeeling Goenoengkidoel, residentie Jogjakarta (1912); Adatrechtbundel XXIII, blz. 254 —265. Gegevens over de Sangi-eilanden (1917); Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan een opstel in de Pangkal Kemadjoean, 30 October 1917 en aan een mededeeling van mr. V. G. T. Steller te Manganitoe. Gegevens over de Tagalogs, Bicolanen, Pampanganen, Ilocanen en Cagayans van Luzon (Philippijnen, 1572—1914); Adatrechtbundel XVI. Gegevens over de Tagbanoea's van Palawan en van de Calamianen (Philippijnen, 1886—1917); Adatrechtbundel XVI. Gegevens over de Taiyal van Formosa (1868—1911); Adatrechtbundel XVIII, blz. 401—411. Gegevens over de Talaut-eilanden (1917); Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan een artikel van B. Roep in Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 53 (1917). Gegevens over de Tanimbar-eilanden; Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan H. Geurtjens, Reisin^fukken van de Tenimbereilanden; Java-Post, jg. 14 (1916). Gegevens over de Tsarisen van Formosa (1903—1915); Adatrechtbundel XVIII, blz. 383—385. Gegevens over de Tsuou van Formosa (1897—1910); Adatrechtbundel XVIII, blz. 393—398. Gegevens over de Visaya's en hun koloniën (Philippijnen, 1519— 1898); Adatrechtbundel XVI. Gegevens over de Zuidwestereilanden; Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan Tijdscnrift Nederlandsch-Indië, 1846,1, en 1855,1. Gegevens over den Tengger (1910—1920) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XIX, blz. 480. Gegevens over dienstplichtigheid [op Middel-Java] (1831); Adat- rechtbundel XIV. — Ontleend aan Tijdschrift NederlandschIndië, 1862, I. Gegevens over familie- en grondenrecht (1915) [Het Minangkabausche gebied]; Adatrechtbundel XX, blz. 138—140. — Ontleend aan Agrarisch reglement voor de residentie Sumatra's Westkust, met toelichting. (Batavia, 1916). Gegevens over familieleven en familierecht (1891—1892) [WestJava]; Adatrechtbundel XIX, blz. 40—43. — Zie ook Dr. C. Snouck Hurgronje. Gegevens over familieleven, familierecht enz. (1891—1892) [MiddelJava] : Adatrechtbundel XIX, blz. 291—317. — Zie ook Dr. C. Snouck Hurgronje. Gegevens over famiüerecht (1923) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XXV, blz. 155. Gegevens over familierecht en erfrecht bij de Dajaks (1780—1915); Adatrechtbundel XIII, blz. 159—226. Gegevens over grondenrecht, getrokken uit regeeringsrapporten [over Banten en Tjirebon] (1906—1907); Adatrechtbundel II, blz. 83-^84. Gegevens over grondenrecht in het district Tjiawi (1871); Adatrechtbundel VIII, blz. 47—49. Gegevens over grondenrecht in het door Toba-Bataks bewoonde gedeelte van de afdeeling Bataklanden der residentie Tapanoeli (1912); Adatrechtbundel XI, blz. 33—37. Gegevens over grondenrecht, inlandsche hoofden, adatinkomsten en adatrechtspraak in de onderafdeeling Baroes der residentie Tapanoeli (1914); Adatrechtbundel XI, blz. 46—49. Gegevens over het gewest Batavia; Adatrechtbundel XIV, blz. 17. Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1842. Gegevens over het landschap Soembawa (1923); Adatrechtbundel XXV, blz. 399-^404. Gegevens over het regentschap Modjokerto (1919) [Oost-Java met Madoera] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 134—149. Gegevens over Jogjakarta en Soerakarta; Adatrechtbundel XIV, blz. 134 141 — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indie, 1843—1859. ,„TT ^ 1t1 Gegevens over Kedoe (1831—1858); Adatrechtbundel XIV, blz 111 118. Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1858, II Gegevens^ver Kendari en de Badjo's; Adatrechtbundel XVII, blz. 132 144. Ontleend aan J. N. Vosmaer in Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 17 (1839). Gegevens over Kei-eilanden (1913); Adatrechtbundel XXV, blz. 356 —367. — Zie Geurtjens. Gegevens over landbezit [op Middel-Java]; Adatrechtbundel XIV, blz. 81—86. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indie, 1859. Gegevens over Lombok (1904—1907); Adatrechtbundel XV, blz. 297—300. Gegevens over Madioen en Kediri (1849—1855); Adatrechtbundel XIV, blz. 119—120. — Ontleend aan Tijdschrift NederlandschIndië, 1849, II; 1855, II. Gegevens over Madoera (1919); Adatrechtbundel XXV, blz. 131— 134. — Zie Sosrodaroekoesoemo. Gegevens over Midden-Doesoen (1917) [Borneo]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 413—418. — Zie Scholte. Gegevens over Nias (1908—1911); Adatrechtbundel X, blz. 305. Gegevens over Oost-Java; Adatrechtbundel XIV, blz. 197—201. Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1850—1853. Gegevens over Oost-Lombok (1919—1921); Adatrechtbundel XXV, blz. 413. Gegevens over Pekalongan en Semarang (1831—1867); Adatrechtbundel XIV, blz. 105—110. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië 1862, I; 1867, I. Gegevens over Roti; Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1838, I en II; 1843, II, en 1858, I. Gegevens over Sambas en Poentianak (1837—1912); Adatrechtbundel XIII, blz. 1—8. Gegevens over Tidore en Batjan (1922) [Ternate-Archipel]; Adatrechtbundel XXII, blz. 397. Gegevens over Timor; Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1838—1855. Gegevens over volksordening (staatsinstellingen) bij de Dajaks (1706 —1915); Adatrechtbundel XIII, blz. 61—159. Gegevens over voormalig bestuur, ambtelijke inkomsten, heffingen en grondenrecht in de Preanger, getrokken uit districtsmonographieën (1893—1896); Adatrechthiindel VIII, blz. 2—46. Gegevens over wijken, wijkgebouwen en wijktempels te Tjakranegara, op Lombok; Adatrechtbundel XV, blz. 261—265. Gegevens over Zuid-Bali [ontleend aan regeeringsrapporten] (1909— 1912); Adatrechtbundel XV, blz. 54—68. Gegevens uit Besoeki (1911); Adatrechtbundel XIV, blz. 202—203. Gegevens uit De Roo de la Faille (1895) [West-Java]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 13—18. — Zie De Roo de la Faille. Gegevens uit Dr. Julius Jacobs. Eenigen tijd onder de Baliërs (1883); Adatrechtbundel XV, blz. 14—16. Gegevens uit een regeeringsrapport over grondenrecht in Pekalongan (1902); Adatrechtbundel II, blz. 180—187, en X, blz. 38—39. Gegevens uit het „Eindresumé van het onderzoek naar de verplichte diensten der inlandsche bevolking op Java en Madoera" van F. Fokkens (1903); Adatrechtbundel IV, blz. 513—528. Gegevens uit het rapport-De Wolf van Westerrode betreffdade het landbouwkredietonderzoek in de Preanger (1904) • Adatrechtbundel II, blz. 57—82. Gegevens uit Imagiri (1921) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXII, blz. 222—224; (zie verbetering XXIII, blz. 277). Gegevens uit Kamerstukken (1865—1866) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XIX» blz. 236—242. — Zie Handelingen. Gegevens uit Kedoe (1920) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 284—286. Gegevens uit Pandëgeulang over grondverpanding en visscherij (1914); Adatrechtbundel XII, blz. 16—20; zie Nieuwenhuys. Gegevens uit regeeringsrapporten [over het Maleische gebied] (1905 —1908); Adatrechtbundel X, blz. 250—252. Gegevens uit Sumatra's Oostkust (1916—1917) [Maleische gebied]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 278—283. Gegevens uit verslagen der Welvaart-commissie (1905—1909); [over West-Java] Adatrechtbundel II, blz. 1—56; IV, blz. 1—512; [over Middel-Java] Adatrechtbundel II, blz. 85—179; XIX, blz. 44—158; [over Oost-Java met Madoera] Adatrechtbundel II, blz. 224—270; XIX, blz. 385—438. Gegevens uit Zuid-Bantoel (1921) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXII. blz. 226—251; zie verbetering XXIII, blz. 277. Gegevens van doesoens aan de Teloeti- en Elpapoetihbaaien op Ceram (± 1923) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 436—438. Gegevens van inlandsche zijde [over de Minahasa]; Adatrechtbundel XVII, blz. 96—97. — Ontleend aan een opstel van Ger. S. S. J. Ratu Langie; Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917). Gegevens van Merkus (1834) [Middel-Java]; Adatrechtbundel > XVIII, blz. 19—32. — Ontleend aan de anoniem verschenen brochure „Blik op het Bestuur van Nederlandsch Indië onder... Van den Bosch", Kampen, 1835. Gegevens (Verspreide) over het Maleische schiereiland (1894 en later); Adatrechtbundel XXVI, blz. 98—341. Geissler. Zie Ottow. Mr. W. de Gelder. Opmerkingen omtrent het leerstuk der Legitime bij de Vreemde Oosterlingen volgens het besluit van 1855 Stbl., No. 79); Regt Nederlandsch-Indië, 17 (1859). Mr. W. de Gelder. De regtsbegrippen der Inlandsche bevolking op Java; Indisch Weekblad van het Regt, No. 451 (1872). Mr. W. de Gelder. Het grondbezit op Java; Tijdschrift NederlandschIndië, 1873, I. Mr. W. de Gelder. [Over adatgrondenrecht en adaterfrecht (1886)] ; Adatrechtbundel XIV, blz. 89—105. — Ontleend aan Mr. W. de Gelder. Het strafrecht in Nederlandsch-Indië, 1886, Dl II, blz. 343—366. Dr. J. H. F. Sollewijn Gelpke. De verdeeling der gemeente- of dessagronden op Java; Indische Gids, 1879, II. Dr. J. H. F. Sollewijn Gelpke. Naar aanleiding van Staatsblad 1878, No. 110, I. Eene bijdrage tot de land- eh volkenkunde van Java, II. De opbrengst en de verbouwingskosten van droge gewassen. III. De opbrengst der erven en nevenbedrijven, 3 dln (Batavia 1879—1880; herdruk 1901). Dr. J. H. F. Sollewijn Gelpke. Gegevens voor een nieuwe landrenteregeling. Eindresumé der onderzoekingen bevolen bij Gouvts. 1 ' :, besluit van 23 October 1879, No. 3 (Batavia, 1885). Gemeenteordonnantie (Voorbereiding van eene) in de MinahasaAdatrechtbundel IX, blz. 16—28. P. van Genderen Stort. Nederlandsch-Kënja Dajaksche woordehiihjafa; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 59 (1912)', III. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 474 477.' p- van Genderen Stort. Nederlandsch-, Tidoengsch-, Tinggalan-, Dajaksche woordenlijst. Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 61, aflev. 5 (1916). —Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. A. van Gennep. Tabou et totémisme a Madagascar (Paris, 1904). Mr. A. van Gennep. De absolute testeervrijheid van Chineezen volgens de jongste jurisprudentie der Raden van Justitie van Soerabaja en Semarang; Het Recht in Nederlandsch-Indië, 87 (1906). Mr. A. van Gennep. Verplichte rechtsbijstand in civiele zaken bij de landraden en residentiegerechten op Java en Madoera iri verband met de unificatie van recht; Verhandelingen Indisch Ge^nootschap, 27 December 1910. Mr. A. van Gennep. Het Inlandsche rechtsleven op Java en Madoera' .Indische Gids, 1911, I. Mr. A. van Gennep. Het inlandsch rechtsleven op Java; Recht Nederlandsch-Indië, 96 (1911). Mr. A. van Gennep. Inlandsch recht en Inlandsche ChristenenIndische Gids, 1912, I. Mr. A. van Gennep. Aanteekeningen op de begrooting van Nederl.***ê voor het dienstjaar 1913. — Justitie (Afdeeling II); Orgaan Moederland en Koloniën, 12 (1912). Mr. A. van Gennep. Inlandsch recht <\Kkavenhage, 1912). — Overdruk „De Nieuwe Courant". ' Mr. A. van Gennep. Overdracht van Inlandsche gebruiksrechten op grond aan met-Inlanders. Overdruk Soerabaiasch Handelsblad; (Soerabaja, 1913). J. L. van Gennep. De Madoereezen; Indische Gids, 17 (1895), I. J. L van Gennep. De Madoereezen [ih De Volken van Nederlandsch-Indië. dl II, Amsterdam, 1921 ]. J. L. van Gennep. Zie Smulders. L. F. van Gent Belastinghervorming in de residentie Zuider- en Ooster-af deeling van Borneo; Jaarverslag Topograf ischen dienst in Nederlandsch-Indië over 1919, dl 15 (Ï920), II. L. F. van Gent.' Een inlandsch kadaster. (Batavia, 1923). Gericke-Roorda-Vreede-Gunnihg. Javaansch-Nederlandsch Handwoordenboek (Amsterdam, Leiden, 1901, 2 dln). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIII, blz. 67—113. L. W. C. Gerlach. Reis naar het meergebied van den Kapoeas in 5 Borneo's Westerafdeeling; Bijdragen Koninklijk Instituut, 29 (1881). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Mr. F. H. Gerritzen Sr. De legitieme portie der Chineezen; Recht Nederlandsch-Indië, 81 (1903). G. J. Gersen. Topographische schets van de Berg-regentschappen in de Noorder-districten van Celebes; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 16 (1867). [G. J. Gersen.) Oendang-oendang of verzameling van voorschriften in de Lematang-Oeloe en Ilir en de Pasemah-landen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 20 (1873). G. J. Gersen, zie Resumé Z.O.-Borneo en Resumé Celebes. Gerstmeyer. Ueber das Ergebnis der vom Reichs-Kolonialamte ver- anstalteten Umfrage zur Feststellung des Eingeborenen-Rechts in den Deutschen Koloniën; Verhandlungen der ersten Hauptversammlung der Internationalen Veieiniging für vergleichende Rechtswissenschaft und Volkswirtschaftslehre in Berlin zu Heidelberg vom 3. bis 9. September 1911. (Berlin, 1912). A. Gertis. Enkele aanteekeningen omtrent Noesa Penide; Jaarverslag Topografischen Dienst Nederlandsch-'Indië voor 1924, dl 20 (1925). Geschiedenis van de commissies voor het adatrecht; Adatrechtbundel I, blz. 1—15; V, blz. 1—2; VII, blz. 1—2; X, blz. 1—3; XII, blz. 1; XVIII, blz. 1—2; XXII» blz. 1—3. Geschiedenis van de adatrechtstichting; Adatrechtbundel XVIII, blz. 3—5; XXII, blz. 3—6; XXV, blz. 1—7. Geschiedenis van het wetboek van strafrecht voor NederlandschIndië. Volledige verzameling der ontwerpen met toelichting en de ter zake uitgebrachte adviezen, op last van Zijne Excellentie den minister van koloniën bijeengebracht en gerangschikt door de bijzondere commissie uit de staatscommissie voor de herziening van het Indisch privaat- en strafrecht (Amsterdam, 1918). Gesteldheid van de inheemsche rechtspraak; Adatrechtbundels I, blz. 244—248 (1910); V, blz. 459—466 (1913); VII, blz, 389—391 (1913); XII, blz. 319—325 (1916); XVHI, blz, 427—434 (1919). S. J. van Geuns. Aard en wezen van het inlandsch,«elfbestuur in het landschap Miomaffo op Timor; Koloniaal Tijdschrift, 16 (1927). H. Geurtjens, Le cérémonial des voyages aux Hes Keij; Anthropos, 5 (1910). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. H. Geurtjens. Mijn en dijn op de Kei [Ambon enz.] ; Annalen va» O. L. Vrouw v. h. H. Hart (1913). — UiMreksels in Adatrechtbundel XXV, blz. 356—367. H. Geurtjens. Reisindrukken van de Tenimber-eilanden; Java-Post, jg 14 (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. H. Geurtjens. Keieesche namen; Annalen Missiehuis Tilburg, 34 (1946). H. Geurtjens. Over animisme op de Keij-eilanden; Onze Missiën, 1 (1917—1918),. H. Geurtjens. Uit een vreemde wereld of het leven en streven der Inlanders op de Kei-eilanden ('s-Hertogenbosch, 1921). H. Geurtjens. Woordenlijst der Keieesche taal; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 63 (1921), 3e stuk H. Geurtjens. De godsdienst der Keieezen; De Beiaard, 6 (1921), II. H. Geurtjens. Keieesche legenden; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 65 (1924), le stuk. Mr. Phoa Liong Gie. Verbetering van gegevens voor Chineezenrecht, vooral op Java (1924); Adatrechtbundel XXV, blz. 425—435. Mr. Phoa Liong Gie. Het recht der werkelijkheid; Gedenkboek Chung Hwa Hui, 15 April 1911—1926. W. H. F. Giel. Het binnenland van West-Ceram en zijn bewoners ; Verhandelingen Indisch Genootschap, 23 October 1916. J. M. van Gils. [Oude rechtspraak m Tjerbon]; Jaarverslag Topo- grafischen Dienst in Nederlandsch-Indië over 1918, dl 14 (1919), blz. 152. — Adatrechtbundel XIX, blz. 35. J. D. Gimlette. Some superstitious beliefs occurring in the theory and practice of Malay medicine; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 65 (1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 247. F. Giordano. Una esplorazione a Borneo; Bollettino societa geografica italiana, 11 (1874). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. A Girault. Condition des indigènes au point de vue de la législation civile et criminelle et de la distribution de la justice; Rapports et procès-verbaux des séances du Congrès international de sociologie coloniale, tenu a Paris du 6 au 11 aoót 1900. — Zie Rapport. P. de la Gironière. Vingt années aux Philippines (Paris, 1853), K. Gjellerup. De Saweh-stam der Papoea's in Noord-Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 29 (1912). A. P. Godon. De assistent-residentie Mandaheling en Ankola op Sum. Westkust van 1847 tot 1857; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1862, I. A. P. Godon. Bijdrage tot de kennis der Loeboes op Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1864, I. — Uittreksel*, m Adatrechtbundel XVIII, blz. 218—219. Godsdienstambtenaren en -beambten (Mohammedaansche) in Palembang (1832); Adatrechtbundel XII, Mz. 198—202, Godsdienstambtenaren in Minangkaban (1897); Adatrechtbundel XX blz. 311—313. — Zie H. T. Damsté. Godsdienstambtenaren in Painan (± 1890); Adatrechtbundel XX, blz. 305—311. Godsdienstambtenaar op Simaloer (1854); Adatrechtbundel XXIf, Hz. 440—442. Godsdienstige rechtspraak (1920—1923) [Atjèh] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 157—165. O. H. Goedhart Drie landschappen in Celebes (Banggaai, Boengkoe en Mori); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 50 (1908). [O. H.] Goedhart. Rapport betreffende het onderzoek naar de rechten, welke door de inlandsche bevolking worden uitgeoefend op de onbebouwde gronden in de zelf besturende landschappen behoorende tot de tijdelijke afdeelingen Boni en Parê-Parë (1910); Adatrechtbundel IX, blz. 189—231; zie Nota. O. H. Goedhart. Nota van toelichting betreffende het zelfbesturend landschap Barroe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 55 (1913). Jhr. W. C. F. Goldman. Togt door eenige gedeelten van de residentie Ternate; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 7 (1858). Jhr. W. C. F. Goldman. Aanteekeningen gehouden op een reis naar Dorei (noord-oostkust van Guineë) in de maanden Juni, Julij, Augustus en September 1863; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 15 (1866), 16 (1867). Dr. I. Goldziher. Muhammedanisches Recht in Theorie und Wirklichkeit; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissenschaft, 8 (1889). Dr. I. Goldziher. Das muslimische Recht und seine Stellung in der Gegenwart; Pester Lloyd, 31 October 1916. Dr. I. Goldziher. Zie Bestanddeelen. E. H. Gomes. The Sea-Dyaks of Borneo. (Westminster, 1907). E. H. Gomes; Séventeen years among the Sea-Dyaks of Borneo. (London, 1911). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. E. H. Gomes. Notes on the Sea-Dyaks of Borneo; The National Geographical Magazine, 22 (1911). Góndokoesoemo. Vernietiging van dorpsbesluiten in Indië. ('s-Gravenhage, 1922). G. F. E. Gonggrijp. Gorontalo; Koloniaal Tijdschrift, 1915, II. G. L. Gonggrijp. De Karimon Djawa-eilanden; Koloniaal Tijdschrift, 1915, I. G. L. Gonggrijp Sr. Beschikkingsrecht (± 1882); Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917), L — Uittreksels in Adatrechtbundel XXII, blz. 281—284. G. Gonggrijp. Van Vollenhoven over de voorgenomen wijziging van ' art. 62 Regeeringsreglement; Koloniaal Tijdschrift, 9 (1920). G. Gonggrijp. Indonesisch grondenrecht; Tweede Koloniale Vacantie- cursus voor Geografen, te Amsterdam 27—29 December 1921. G. Gonggrijp. Het crediet in de Indische volkshuishouding; Koloniaal Tijdschrift, 11 (1922} : G. G. [onggrijp]. Verslag van de coöperatiè-commissie; Koloniaal Tijdschrift, 11 (1922). A. J. Gooszen. Land en volk van Zuid-Niéuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1909. A. J. Gooszen. De Bewoners van Nederlandsch Nieuw-Guinee [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl II, Aihsterdam, 1921]. H. Ch. Gooszen. Het een en ander betreffende de erfpacht ter Sumatra's Westkust; Indische Gids, 1912, I. A. Goudswaard. De Papoea's vin de Geelvtnkbaai. (Schiedam, I863)i Goudswaard. Siwadienst in Zuid-Celebes; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 9 (1865). J. Gouweloos. Mo'dkoi; Orgaan Nederlandsche Zèndingsvereeniging, 1923. J. B. M. Mac Govern. Among the headhunters of Formosa. (London, 1922). J. de Graaff, zie Uittreksel. S. de Graaff. Hervormingsplan voor de Javaansche Vorstenlanden (Batavia, 1909). A. C. H. Graafland. Iets over strafwetgeving en strafrechtelijke begrippen in den Nederlandsch-'Indischen Archipel (Amsterdam, 1893). A. F. P. Graafland. Schetsen uit Indragiri (Batavia, 1889). A. F. P. Graafland. De verbreiding van het matriarchaat in het landschap Indragiri; Bijdragen Koninklijk Instftuüt, 39 (téDO)."'N. Graafland. De Minahassa. Haar verleden en haar tegenwoordige toestand, (le druk, Rotterdam 1867 ; 2e druk, 2 dln, Haarlem 1898). N. Graafland. De vrouwen in de Minahasa; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 25 (1881). N. Graafland. Eenige aanteekeningen op het ethnografisch gebied ten aanzien van het eiland Rote (vuig. Rotti); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 33 (1889). F. Grabowsky. Reisebriefe aus dem südlichen Borneo; Globus 42 (1882). — Uittreksel in Adatrechtbundel XXVI. F. Grabowsky. Dajakische Sitten und religiöse Gebrauche; Globus 42 (1882). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 513 —517. F. Grabowsky. Ueber seine Reisen iri Südost-Borneo; Verhandlungen Gesellschaft Erdkunde, Berlin 11 (1884). F. Grabowsky. Der Distrikt Dusson Timor; Ausland, 1884. F. Grabowsky. Die „Orang Bukit" oder Bergmenschen von Mindai in Südosï-Borheo; Ausland, 1885. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 518—519. F. Grabowsky. Dié „Olon Lowangan" in Südost-Borneo; Ausland, 1888. — Uittreksel in Adatrechtbundel XXVI, blz. 519—520. F. Grabowsky. Der Tod, das Begrabnis, das Tiwah oder Todtenfest bei den Dajaken; Internationaks Archiv für Ethnographie, 2 (1889). F. Grabowsky. Familie, Verwandtschaft und Fiéundschaft bei den Oio Ngadju in S. O. Borneo; Bijdragen Koninklijk Instituut, 38 (1889). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. F. Grabowsky. Der Reisbau bei den Dajaken Südóst-Borneos; Globus 93 (1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 517 —518. W. A. Graham, Kelantan (Glasgow, 1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 172—173. J. S. G. Gramberg. De inlijving van het landschap Pasoemah (Batavia, 1865). J. S. G. Gramberg. Schets van Kesam, Semendo, Makakauw en Blalauw (Palembang); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 15 (1866), overgenomen in Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1866, II. J. S. G, Gramberg. Het grondbezit en het landrentestelsel in Palembang; Verhandelingen Indisch Genootschap, 24 Maart 1868. J. S. G. Gramberg. Mededeeling omtrent het landbezit in het rijk van Palembang onder het voormalig Sultansbestuur; Tijdschrift Nijverheid en Landbouw, 13 (1868). J. S. G. Gramberg. Een maand in de binnenlanden van Timor; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 36 (1872). Gramberg, zie Fischer. A. Grandidier. La constftution sociale de Madagascar; La Réforme sociale (Buil. Soc. Econ. Soc), 2 (1881). A, Grandidier. Les Vazimba; Mém. Centen. Société Philomatique de Paris, 1888. —- Engelsche vertaling in Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 18 (1894). A. Grandidier. La fortune des Malgaches; Bulletin du Comité de Madagascar, 1896. — Engelsche vertaling in Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 22 (1898). A. Grandidier. Note sur les Vazimba de Madagascar; Revue de Madagascar, 5 (1903). II. A. Grandidier, zie Histoire. G. Grandidier. Moeurs des Mahafaly; Revue de Madagascar, 1 (1899). G. Grandidier. Bibliographie de Madagascar (Paris, 1906, 2 dln). G. Grandidier. Madagascar [in Customs of the World, vol. II]. Grant. A tour amongst the Dyaks of Sarawak; Sarawak Gazette, 1885—1887. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. G. Gravier. Madagascar (Paris, 1904). Grensgeschillen op Haroekoe (1810) [Ambon enz.); Adatrechtbundel XXII, bi*. 399-404. Grenzen der vroegere vorstenrijken op Bali (1922); Adatrechtbundel XXIII, blz. 385. A. P. C. Griffin. A list of books on the Philippine Islands. (Washington, 1903). H. J. Grijzen. Mededeelingen omtrent Beloe of Midden-Timor; Ver¬ handelingen Bataviaasch Genootschap, 54 (1902—1904). H. J. Grijzen. Nota omtrent de IX Kota en Padang Tarap, (MiddenSumatra); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 50 (1908). H. J. Grijzen. Onze Dajak-politiek in Noord-Oost-Borneo; Koloniaal Tijdschrift, 14 (1925). H. van der Grinten. Borneo, een bezoek op dat eiland in 1862. (Eindhoven). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. P. Grobbee. De panghoeloe als adviseur in strafzaken. ('s-Gravenhage, 1884). W. P. Groeneveldt. Catalogus der archeologische verzameling van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Met aanteekeningen van Dr. J. L. A. Brandes (Batavia, 1887). W. P. Groeneveldt. Notes on the Malay Archipelago and Malacca; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 39 (1880). Overgenomen in Miscellaneous Papers relating to Indo-China and Indian Archipelago, second series, vol. I (1887). — Uittreksel in Adatrechtbundel XXVI, blz. 118. W. P. Groeneveldt. Advies over de ontworpen nieuwe regeling van den privaat-rechtelijken toestand der Chineezen; Indische Gids, 1898, I. Overgenomen in Indisch Weekblad van het Recht, No. 1823 (1898). W. P. Groeneveldt. Advies over afstamming en erfrecht [Chineesch recht]; Recht Nederlandsch-Indië, 73 (1899), blz. 468—473. J. Groll, zie Van Lijnden. Grondbezit (De registratie van het inlandsch); Jaarboek Topogra- fischen Dienst, 1923, 1924. Grondbezit op Lombok (1907); Adatrechtbundel L blz. 182—183. Grondbezit op Malaka; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1857, II. Grondbezit van Arabieren op Borneo (1920); Adatrechtbundel XXV% bk. 444—448. Grondenrecht; Encyclopaedie Nederlandsch-Indië, I, 2e druk, 1918. Grondenrecht (1921) [Minahassa]; Adatrechtbundel XXII, blz. 371—372. Grondenrecht (Adat-) op Ambon (1913—1920); Adatrechtbundel XXIV, blz. 395-^04. Grondenrecht (Adatregeling over) (1901) [Gorontalo enz.]; Adatrechtbdriel XXV, blz. 273—27S. Grondenrecht en massaprotest in Silindoeng (1919) [Gajo-, Alas- en Bataklanden] ; Adatrechtbundel XX, blz. 126. Grondenrecht in Besoeki (1917); [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 181—185. Grondenrecht in Boeleleng (1920) [Bali en Lombok] ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 381—385. Grondenrecht in Boni en Parë-Parë (1910—1911); Adatrechtbundel IX, blz. 189—236. Grondenrecht in Brebes (1915); Adatrechtbundel XII, blz. 44—45. Grondenrecht in de afdeeling Bataklanden der residentie Tapanoeli (1912—1913); Adatrechtbundel XI, blz. 33—44. Grondenrecht [in het Maleische gebied] (1907); Adatrechtbundel VII, blz. 54—61. Grondenrecht in Kediri (1920) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 36. Grondenrecht in Kloengkoeng (1916) [Bali en Lombok]; Adatrechtbundel XV, blz. 374. Grondenrecht in Madioen en Kediri [Middel-Java] (1920); Adatrechtbundel XIX, blz. 335—339. Grondenrecht in Maleische landschappen (1873); Adatrechtbundel X, blz. 220—249. Grondenrecht in Pekalongan (1907); Adatrechtbundel X, blz. 38—39; zie Adatrechtbundel II, blz. 180—187. Grondenrecht (Inleiding tot het) Ontginningsordonnantie. Handleiding ten dienste van de Inlandsche Bestuursambtenaren op Java en Madoera (Batavia, 1918). Grondhuur (Riausche akte van) (± 1912); Adatrechtbundel XXVI, blz. 44—50. Grondoverdracht iri dësavergaderingen in de afdeeling Koeion Praga van Jogjakarta, 1917—1919, benevens een regeling op vererving van grond in Adikarta (Koeion Praga) 1913; Adatrechtbundel XXIII, blz. 265—269. J. Groneman. Javaansche rangen en pajoengs; Tijdschrift Indisch Aardrijkskundig Genootschap, I (1883) afl. 4. J. Groneman. Een en ander over den Javaanschen adel; Indische Gids, 1886, II. Dr. J. Groneman. Javaanseh dialekt van Dërmajoe (Indramajoe); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 36 (1893). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIX, blz. 7—11. Dr. J. Groneman. Co-operatieve vereenigingen van Javanen; JavaBode, 16 Augustus 1904. D. J. van den Dungen Gronovius. Bijdrage tot de kennis der binnenlandsche rijken van het westelijk gedeelte van Borneo; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1849, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. [D; J. van den Dungen Gronovius]. Beschrijving'van het eiland Soemba of Sandelhout; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1855, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 168—169; XXVI, blz. 485. Dr. J. J. M. de Groot. Eenige aanteekeningen omtrent "Chinëeschè gerechtelijke eeden in de koloniën (Batavia, 1883). Dr. J. J. M. de Groot. Het' kongsiwezen van Borneo ('S-Gravenh.', 1885). Dr. J. J. M. de Groot. Over het belang der kennis van China voor onze koloniën (Leiden, 1891). Dr. J. J. M. de Groot. De rechtstoestand van den Quneeschen emigrant ; Indische Tolk van het Nieuws van den Dag, 20 Januari 1891. Dr. J. J. M. de Gróót. De nieuwe regeling van het privaat-recht der Chineezen in onze koloniën; Indische Gids", 1898, I en II. — Overgenomen in Indisch Weekblad van het Recht, No. 1822 (1898). A. D. Cornets'de Groot. Bijdragen tot de kennis der zeden en gewoonten der Javanen; Tijdschrift Nederlandsch-Indië,' 14 (1852) II. A. D. Cornets de Groot. Extract uit het verslag aangaande de "residentie GriSsee,. van den resident ...., waarin'de lasten, die de gemeene man onder de Compagnie te dragen had, worden • ■ vermeld (1823) ; Tijdschrift Néderlandscfcïndië, 1853, I; Eindresumé III, bijlage G. H. F. W. Cornets de Groot. Nota over de slavernij en het pandelingschap in de resident» Lampongsche districten; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882). Ir. A. Groothoff. Studie over het inlandsche waterschapswezen (soebakwezen) op Bali eri Lombok (1917); Adatrechtbundel XV, blz. 308—373. TJ. A. Grothe.] Archief voor de geschiedenis der Oude Hollandsche Zending, dl III en IV, Formosa (Utrecht, 1886—1887). —1 Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. A. Grubauer. Negritös. (Ein Besuch bei den Ureinwohnern Innermalakkas); Petermann's Mitteilungen, Band 51 (1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 159^—160. A. Grubauer. Unter Kopfjagern in Central-Celebes (Leipzig, 1913). A. Grubauer. Celebes. Ethnologische Streifzüge in Südost- und Zentral-Celebes (Hagen i.W. und Darmstadt, 1923). J. L. Grunzel. Das Famihenrecht der Chinesen; Globus, 58 (1890). L. W. W. Gudgèon. British North Borneo. (Lóndon, 1913). M. Guérin. Vocabulaire du dialecte Tayal ou aborigène de 11'ile 'Fdrmose; Bulletin Société Géographique [de Paris], 5e série, 16 (1868). — Uitreksels in Adatrechtbundel XVIII. M. Guérin et M. Bernard. Les abbrigènes de 1'ile de Formose; Bulletin Société Géographique [de Paris], 5e série, 15 (1868). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. R. E. Guise. On the tribes inhabiting the mouth of the Wanigela River, New Guinea; Journal of the Anthropological Institute of Great-Britain and Ireland, 28 (1899), I. H. C. J. Gunning en A. J. van der Heyden. Het petjatoe- en ambtsveHenprobleem in Zuid-Bali; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, (1926). [Dr.] J. W. Gunning. Eenige opmerkingen naar aanleiding van den rechtstoestand der Inlandsche christenen; Nederlandsch Zendingstijdschrift, 11 (1900). [Dr.] J. W. Gunning. Eenige opmerkingen naar aanleiding van de voorgestelde wijzigingen in het Regeeringsreglement; Indische Gids, 1905, I. [Dr.] J. Gunning. De jongste wijziging van het regeeringsreglement voor Nederlandsch-Indië, Onze Eeuw, 1907. [Dr.] J. W. Gunning. De beteekenis der Christelijke zending; Tijdspiegel, 1908, III. [Dr.] J. W. Gunning. De invloed der zending op maatschappelijke toestanden. (Baarn, z. j.). [Dr.] J. W. Gunning. De inlandsche Christenen. (Baarn, z. j.)... Th. O. B. Günther. Ethnographische causerieën; Indologenblad, 12 (1920—1921). Th. O. B. Günther. De marga-raden in Palembang; Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926). — Zie ook 16 (1927), blz. 42—47 en 47—52. Th. O. B. Günther. De visschcrij en de daarmee verband houdende rechten in de Ogan-Komeringstreek (Palembangsche beneden- landen); Koloniaal Tijdschrift, 16 (1927). V. B. van Gutem. Tjina Mindering. Eenige aanteekeningen over het Chineesche geldschieterswezen op Java; Koloniale Studiën, 3 (1919), L H. Enkele opmerkingen omtrent het „djoedjoer"-huwelijk der Lampongers; Tijdschrift Vereeniging Gediplomeerd Gezaghebbers, 3 (1922). A. Th. H. De rechtstoestand der niet Europeesche Christenen; Regt Nederlandsch-Indië, 29 (1877). — Overgenomen uit het Bataviaasch Handelsblad. v. H. Mogen Chinezen, welke tot denzelfden stam behooren, met elkander een huwelijk aangaan?; Regt Nederlandsch-Indië, 11 (1855). C. de Haan. Reis in de Bataklanden; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 38 (1875). Dr. F. de Haan. Priangan. De Preanger-Regentschappen onder het Nederlandsch bestuur tot 1811, 4 dln (Batavia-'s-Gravenhage, 1910). J. G. de Haan. Een en ander over Bantfli; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 51 (1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel XII, blz. 218—220. Mr. B. ter Haar. Het adatproces der inlanders (Amsterdam, 1915). Mr. B. ter Haar. Verspreide gegevens uit Banjoemas (1917); Nadere gegevens over adoptie (1917), en Rechtspraak van het districts- en van het regentschapsgerecht van Poerwakerta, gewest Banjoemas (1912—1916); Adatrechtbundel XVIII, blz. 40—56. Mr. B. ter Haar. Jurisprudentie van de balëmangoe te Jogjakarta (1913—1918); Adatrechtbundel XXII, blz. 231—263. — (Zie verbetering XXIII, blz. 277). Mr. B. ter Haar. Burgerlijke rechtspraak van regentschapsgerechten (1918) [Middel-Java] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 158—177. Mr. B. ter Haar Bzn. Hindoerecht in Indonesië door Mr. T. C. Lekkerkerker; Locomotief, 21 en 22 Augustus 1918. Mr. B. ter Haar Bzn. Levend recht; De Taak, 2 (1918—1919), No. 3. — Zie Maistre Jehan. Mr. B. ter Haar. Verhandeling aan de hand van eenige vonnissen; Indisch Tijdschrift van het Recht, 113 (1919). — Zie ook Thieme. Mr. B. ter Haar. De balëmangoe van Jogjakarta (1920); Adatrechtbundel XXIII, blz. 191—207. Mr. B. ter Haar. De hedendaagsche inheemsche rechtspraak in Nederlandsch-Indië en haar regeling door A. Mieremet; Indisch Tijdschrift van het Recht, 112 (1920). Mr. B. ter Haar. Losse aanteekeningen over adatrecht (1921) [Vorstenlanden] ; Adatrechtbundel XXII, Hz. 219—222. Mr. B. ter Haar. De rechtstoestand van den grond ter hoofdplaats Jogjakarta (1921); Adatrechtbundel XXII, blz. 197—219. — (Zie ook XXIII, blz. 277 en blz. 145—191). Mr. B. ter Haar Bzn. De zoutwinning te Koewoe; Mangkoe Na- goro-nummer van Djawa, 4 September 1924. Mr. B. ter Haar. Het grondenrecht in de Bataklanden door A. Enda Boemi; Indisch Tijdschrift van het Recht, 122 (1925). Mr. B. ter Haar Bzn. Inheemsche rechtsbedeeling op Java; De Be- stuursgids, 1 (1925—1926). Mr. B. ter Haar. Bevoegdheid in erf rechtsgeschillen nopens grond; Indisch Tijdschrift van het Recht, 123 (1926). Mr. B. ter Haar. Indonesische Sawah-verpanding door Soebroto; Indisch Tijdschrift van het Recht, 123 (1926). Mr. B. ter Haar en Dr. J. H. A. Logemann. Het beschikkingsrecht der Indonesische rechtsgemeenschappen; Indisch Tijdschrift van het Recht, 125 (1927). Mr. W. F. Haase. Het „wang teboesan" systeem; Wet en Adat, le en 2e jg. (1896—1898), Band III, kleine Bijdragen. D. Habbema. Schetsen uit Tanah Boemboe; Indische Gids, 30 (1908), I. D. Habbema. Een en ander over Apo Kajan; Indische Gids, 1917, L A. C. Haddon. Head-hunters, black, white, and brown (London 1901). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Hadieningrat. Knevelarij van desahoofden; Regt Nederlandsch-Indië, 27 (1876). K. P. Hadiwidjojo. De rijkssieraden van het Mangkoenagaransche vorstenhuis; Mangkoe Nagoro-nummer van Djawa, 4 September 1924. A. Haga. De Mardijkers van Timor, met bronnen en aanteekeningen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882). B. J. Haga. De beteekenis der visscherij industrie van Bagan Api Api en hare toekomst ; Economist, 1917. B. J. Haga. Gegevens uit Siak (1917) [Het Maleische gebied]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 283—315. B. J. Haga. De garnalenvisscherij van Bagan Api-api; Koloniale Studiën, 3 (1919), I. B. J. Haga. De klappercultuur en coprahandel in de Poelau Toedjoeh (Riouw); Koloniale Studiën, 4 (1920), II. B. J. Haga. Aanteekeningen betreffende het adatrecht der afdeeling Poelau Toedjoeh (1920) [Het Maleische gebied]; Adatrechtbundel XX, blz. 249—274. B. J. Haga. De inheemsche rechtspraak in de afdeeling Poelau Toedjoeh (1920) [Het Maleische gebied]; Adatrechtbtmdel XX, blz. 274—281. B. J. Haga. Tigasana, pengatji, pengöod, oeroenan en ajahan Soebak, in Kloengkoeng, Gianjar en Bangli (1921)5nfBali en Lombok] ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 429—435. B. J: Haga. De dam Pedjeng in Gianjar (1921) [Bali en Lombok]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 435—438. B. J. Haga. Bali Aga (1921); Adafeechtbundel XXIII, blz. 453— 470. B. J. Haga, Adatproces op Noesa Penida (1922) [Bali en Lombok]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 400—404. B. J. Haga. Aanteekeningen over grondenrecht op Zuid-Bali (1922); Adatrechtbundel XXIII, blz. 404—411. B. J. Haga. Aanteekeningen betreffende soebakwezen en soebak• rechtspraak op Zuid-Bali (1922); Adatrechtbundel XXIII, blz. 411—420. B. J. Haga. Bestuur, petjatoeveldeh en pengajah-kedalam en boektigronden, in Gianjar, Kloenkoeng en Bangli (1922) [Bali en ' Lombok] ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 420—429. B. J. Haga. Indonesische en Indische democratie (Den Haag, 1924). Dr. B. J. Haga. De uitvoering der Bestuurshérvormingswet in de Buitengewesten, in het bijzonder voor Sumatra; Koloniale Studiën, 11 (1927). J. Hageman JCzn. Aanteekeningen omtrent een gedeelte der Oostkust van Borneo; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). '— Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Dr. B. Hagen. Unter den Papua's in Deutsch Neu Guinea (Wiea. • badèn, 1899). Dr. B. Hagen. Die Gajo-Lander auf Sumatra; Jahresbericht Frankfurter Vereins für Geographie und Statistik, 66/67 (1901— 1903). Dr. B. Hagen, zie Kroon. Dr. Hahl. Ueber die Reehtsanschauungen der Eingeborenen eines Teiles der Blanchebucht und des Innern der Gazelle-Halbinsel; Nachrichten über Kaiser Wilhélmsland und den BismarckArchipd, 1897. J. H.; -Haile. Malagasy village lif e: Pen and ink sketches of the people of Western Imerina; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 17 (1893). J. H. Haile. Betsileo home-life; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 23 (1899). J. H. Haile. Some Betsileo Ideas; Antananarivo Annual and Mada' 'gascar Magazine. 24 (1900). [P.] Haksteen. Chineesch regt, 1761; Regt Nederlandsch-Indië, 2 (1850). A. Hale. On mines and miners in Kinta, Pêrak; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 16 (1885). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 236—237. A. Hale. On the Sakais; Journal Anthrbpological'Institute, 15 (1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI. A. Hale. Folk-lore and the Menangkabau code in the Negri Sembilan; Journal Straitö Branch Royal Asiatic Society, 31 (1898). — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz. 271—284. M. H. .Halewijn. Iets over de Daijakkers (Beajous) van Banjermassing; Verhandelingen. Bataviaasch Genootschap, 13 (1832). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. M. H. Halewjjn. Borneo (1824); Tijdschr. Ned. Indië» 1838—1839, dl I en II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. C. den Hamer. Proeve eener vergelijkende woordenlijst van zes in de Z. O. Afd. van Borneo voorkomende taaltakken; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32 (1889). — Uittreksels'in Adatrechtbundel XIII. A. J. Hamerster. De Minangkabausche Staten op het Maleische Schiereiland; Koloniaal Tijdschrift, 1914, II. — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz. 188—215. A. J. Hamerster, zie Artikel en Rapport. M. Hamerster. Een kijkje in de Minahasa; Aarde en haar Volken, 1916. M. Hamerster. Bijdrage tot de kennis van de afdeeling Asahan (Amsterdam, 1926). Dr. E. T. Hamy. Les Négritos a Formose et dans 1'archipel Japonais; Bulletins Société d'Anthropologie de Paris, 2e série, 7 (1872). Handelingen van de Regering en der Staten-Generaal over het ontwerp van wet tot' vaststelling der grondslagen waarop, ondernemingen van landbouw en nijverheid in Nederlandsch-Indie kunnen worden gevestigd ('s-Gravenhage, 1866). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIX, blz. 236—242. H. Hangelbroek, Soemba. Land en Volk (Assen, 1910). Hangger Sepoeloeh. Uit i het Javaansch vertaald door C. F. Philips (Soerakarta, 1877). J. F. K. Hansen. De groep Noord- en Zuid-Pageh van de Mentatyéieilanden. Ethnografische beschrijving; Bijdragen Koninklijk Instituut, 70 (1915). J. F. K. Hansen. De eerste kerstening der Mentaweiers; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 52 (1917). G. Happart. Woord-boek der Favorlangsche taal; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 18 (1842). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 342—348. P. L. E. Happé. Rijstcultuur op Zuid-Bali; De WaterstaatsIngenieur, 1915; Adatrechtbundel XV, blz. 40—53. P. L. E. Happé [Gegevens over Beurtbevloeiïng op Bali,] Archief Suikerindustrie Nederlandsch-Indië, aflevering 45 (1916); Adatrechtbundel XV, blz. 17—18. P. L. E. Happé. Een .beschouwing over het Zuid-Balische soebak' wezen en zijn verwording in verband met de voorgenomen vorming van waterschappen in Ned.-Indië; Indische Gids, 1919, B A. Hardeland. Dajaksch-Deutsches Wörterbuch (Amsterdam, 1859). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. G. J. Harrebomée. Een ornamentenfeest van Gantarang (Zuid- Celebes), tot bezwering der cholera; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 19 (1875). G. J. Harrebomée. Een bijdrage over den feitelijken toestand der bevolking in de Lampongsche districten; Bijdragen Koninklijk Instituut, 34 (1885). G. J. Harrebomée. Ethnographische bijzonderheden betreffende de onderaf deeling VIII Kota en VII Loerah; Indische Gids, 1887, L A. van der Hart. Het grondbezit in de Residentie Tapanoeli; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 6 (1857). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. C. van der Hart. Reize rondom het eiland Celebes en naar eenige der Moluksche eilanden, gedaan in den jare 1850, door Z. M. schepen van oorlog Argo en Bromo ('s-Gravenhage, 1853). S. E. Harthoorn. De Bantamsche staat en handel; Indische Gids, 12 (1890), II. F. J. Hartman. Beschrijving van eenen togt (1790) naar de bovenlanden van Banjermassing; Kroniek Historisch Genootschap Utrecht, 20e jg. (1864). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. C. J. Hasselman. De perdikan-dessa's in het district Tjahijana, afd. Poerbolinggo, residentie Banjoemas; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, I (1887). C. J. Hasselman. De vrije keuze der dessahoofden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 5 (1891). C. J. Hasselman. Het palladium. Een koloniaal-historische dwaling. (Het kiesrecht der inlandsche gemeenten op Java en Madoera); De Gids, 1901 IV, overgenomen in Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 22 (1902). C. J. Hasselman. Palladium-beschouwingen van Inlandsche hoofden; Tijdschrift Binnenlands* Bestuur, 24 (1903). C. J. Hasselman. Eindverslag over het onderzoek naar den druk der desadiensten (Batavia, 1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, bis. 192—196; XVIII, blz. 57—65; XIX, blz. 17—35. C. J. Hasselman. De tooverformule der desa-autonomie; Onze Eeuw 1911 (hierover mr. C. Th. van Deventer in Gids, 1911, I). C. J. Hasselman. Algemeen overzicht van de uitkomsten van het welvaartonderzoek ('s-Gravenhage, 1914). C. J. Hasselman. Indonesische grondrechten en Nederlandsche juristen; De Gids, 84 (1920), L A L. van Hasselt. Volksbeschrijving van Midden-Sumatra (Leiden, 1882). A. L. van Hasselt. De Pidatö bij de feesten der ManangkaboMaleiers; Bijdragen ter gelegenheid van het 6e Oriëntalisten congres (1883), afd. Taal- en Letterkunde. A. L. van Hasselt en H. J. E. F. Schwartz. De Poelau Toedjah (residentie Riouw en Onderhoorigheden) in het zuidelijk gedeelte van de Chineesche zee; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1898. F. J. F. van Hasselt. De mrwelijksregeling voor de Papoesche Christenen op Noord-Nieuw-Guinea; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 58 (1914), blz. 209—224. — Overgenomen in Adatrechtbundel X, blz. 288—299, onder den titel Adatregeling voor Christeninlanders op Noord-NieuwGuinea (±: 1914). F. J. F. van Hasselt. Iets over de Roem Seram en over Nanggi; i Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 60 (1921). F. J. F. van Hasselt. Papoesche adat; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 66 (1922). F. J. F. van Hasselt. In het land der Papoea's (Utrecht, 1926). J. C. van Hasselt. De onderafdeeling Bangkafet; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 4 (1880). J. L. van Hasselt. Die Noeforezen; Zeitschrift für Ethnologie, 8 (1876). J. L. van Hasselt. Eenige aanteekeningen aangaande de bewoners der N. Westkust van Nieuw Guinea, meer bepaaldelijk den stam der Noefoorezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 31 (1886), en 32 (1889). J. L. van Hasselt. Gedenkboek van een vijfentwintig-jarig zendelingsleven op Nieuw-Guinea (1862—1887) (Utrecht, 1888). F. Hatton. North Borneo (London, 1885). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. S. Haynes. A list of Brunie-Malay words; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, No. 34 (1900). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Dr. G. A. J. Hazeu. Kleine Bijdragen tot de ethnographie en de folklore van Java; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 46 (1903). Dr. G. A. J. Hazeu. Tjeribonsch Wetboek (Pëpakèm Tjërbon) van het jaar 1768, in tekst en vertaling; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 55 (1905). Dr. G. A. J. Hazeu. Gajosch-Nederlandsch woordenboek (Batavia, 1907). — Uittreksels ia Adatrechtbwadel VI. Dr. G. A. J. Hazeu. [Over ta'liq-adat) (1907); Adatrechtbundel X, blz. 315—316. Dr. G. A. J. Hazeu. Oud en Nieuw uit de Javaansche letterkunde (Leiden, 1921). — Uittreksel in Adatrechtbundel XXV, blz. 53. C. H. Hazevoet. Djoelo2 of Hwe; Indische Gids» 1923, II . J. E. Heeres. Ambon in 1647; Bijdragen Koninklijk Instituut, 47 (1897). J. E. Heeres. Corpus Diplomaticum Neerlando-Indicum, dl I; Bijdragen Koninklijk Instituut, 57 (1907). Heersma. Het een en ander over het Sultansgebied op het eiland Ternate in den aanvang van het jaar 1915; Tijdschrift Vereeniging Gediplomeerd Gezaghebbers, 3 (1922). Heersma. Korte mededeelingen betreffende den Adatgodsdienst (heidendom) der Timoreezen van Midden-Timór •enz!; Tijdschrift Vereeniging Gediplomeerd Gezaghebbers, 3 (1922). Mr. A. J. R. Heinsius. Domeinverklaring van het water, bestemd voor industrieele doeleinden en bevloeiïng; Koloniale Studiën, 10 (1926), I. Heiratsgebrauche und Feste in Rau an der Westküatfc Sumatra's; Ausland, 1884. F. C. Hekmeijer. De rechtstoestand der Inlandsche Christenen in Nederlandsch-Indië (Utrecht, 1892). Mr. F. C. Hekmeijer. De rechtstoestand der inlandsche christengemeenten in Nederlandsch-Indië; Wet en Adat, le en 2e jg-, (1896—1898),. Band II. Mr. F. C. Hekmeijer. Bouwstoffen voor een regeling van het huwelijksrecht en voor de invoering van den burgerlijken stand onder de inlandsche christenen op Java; Indische Gids, 1898, II. Mr. F. C. Hekmeijer. De ontwerpen tot regeling van het privaatrecht voor de inlandsche bevolking in de Minahassa, samengesteld door Mr. J. H. Carpentier Alting; Indische Gids, 1904, II. Mr. F. C. Hekmeijer. De taak van den adviseur bedoeld bij art. 7 van het Regl. op de Rechterl. Organisatie; Indische Gids, 1909, I. Mr. F. C. Hekmeijer. Goed recht voor den inlander; Indische Gids, 1909, II. Mr. F. O. Hekmeijer. Adatoverschattingen; Indische Gids, 1909, II. Mr. F. C. Hekmeijer. Matriarchale volksinstellingen; Themis, 70 (1909). Mr. F. C. Hekmeijer. Een nieuw artikel 75 Reg.-Regl.; Recht Nederlandsch-Indië, 102 (1914). Mr. F. C. Hekmeijer. Unificatie van de reglementen op het rechtswezen in de Buitenbezittingen; Indische Gids, 1915, I. Mr. F. C. Hekmeijer. Zie Verordeningen. W. D. Helderman, zie Mededeelingen. O. G. Heldring. Drie jaren in Nieuw-Guinea; Bulletin Koloniaal Museum Haarlem, No. 50 (1912). O. L. Helfrich. Proeve van een Lampongsch-Hollandsche woordenlijst, bepaaldelijk voor het dialect van Kroë; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 45 (1885—1891). — Uittreksels in Adatrechtbundel XII, blz. 108—140. O. L. Helfrich. De eilandengroep Engano; Tijdschrijft Aardrijkskundig Genootschap, 1888. O. L. Helfrich. Bijdrage tot de geographische, geologische en ethnographische kennis der afdeeling Kroë; Bijdragen Koninklijk Instituut, 38 (1889) en 39 (1890). O. L. Helfrich. Serawajsche en Besemahsche spreekwoorden, spreekwijzen en raadsels; Bijdragen Koninklijk Instituut, 6e volgreeks 1 (1895). O. L. Helfrich. De adel van Bengkoelen en Djambi (1892—1901); Adatrechtbundel XXII, blz. 309—341. O. L. Helfrich. Nota omtrent het stroomgebied der Boelian Djeba en Djangga; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 45 (1902). O. L. Helfrich. Nota omtrent enkele landschappen aan de Boven Tembesi; Extra-bijvoegsel der Tavasche Courant van 4 Februari 1902. O. L. Helfrich. Bijdragen tot de kennis van het Midden Maleisch (Bësèmahsch en Sërawajsch dialect); Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 53 (1904). — Uittreksels in Adatrechtbundel XII, blz. 141—197. O. L. Helfrich. Bijdragen tot de kennis van Boven-Djambi; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 21 (1904) II, 22 (1905) I. O. L. Helfrich. Nadere aanvullingen en verbeteringen op de Bijdragen tot de kennis van het Midden Maleisch (Besemahsch en Serewajsch dialect); Verhandelingen Bataviaasch Genootschap 61 (1914—1917). O. L. Helfrich, Supplement op de in deel LXI, 3e en 4e stuk, der Verhandelingen gepubliceerde nadere aanvullingen en verbeteringen op de bijdragen tot de kennis van het Midden Maleisch (Bësèmahsch en Sërawajsch dialect); Verhandelingen Bataviaaschs Genootschap, 63 (1921), le stuk. O. L. Helfrich. Aanvullingen en verbeteringen op de Lampoengsche en Midden-Maleische adatrechtstermen van Adatrechtbundel XII; Adatrechtbundel XXV, blz. 191—217. O. L. Helfrich. Nadere bijdragen tot de kennis van het MiddenMaleisch (Bësèmahsch en Sërawajsch dialect); Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 68 (1927), 3e stuk. O. L. Helfricbi Zie Wellan. C. C. van Helsdingen. Artikel 75 en 109 Regeeringsreglement; Indisch .Tijdschrift van het Recht, 114 (1920). Dr. A. Hellwig. Nachtrage zum Asylrecht in Ozeanien; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissenschaft, 19 (1906). Hendrich. Mission auf Borneo; Berichte der Rheinischen MissionsGesellschaft, 1894. A. Hendriks. Een tocht naar den Grooten Daijak; Militaire Spectator, 6e jg (1838). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. Hendriks. De heidensche bevolking op het eiland Boeroe. Geschetst naar het type van den Alfoer van Masarété, Zuidwestelijk! deel des lands; Nederlandsch Zendingstijdschrift.. 6 (1895). H. Hendriks. Het Burusch van Masarete ('s-Gravenhage, 1897). Van Hengst, zie Rooy (De). G. F. H. Henny. [Over slavernij in Zuid-Celebes]; Indisch Weekblad van het Regt, No. 21 (1863). Mr. W. A. Henny. Reis naar Si Gompoelon en Si Lindong; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 17 (1869). A. M. Hens. Het grondbezit in Zuid-Sumatra; Berichten en Mededeelingen Vereeniging Ambtenaren B.B. Nederlandsch-Indië, No. 5 (1909). 6 Hertrouw vóór het tiwahfeest voor de(n) overleden echtgenoot(e) gehouden is (1921) [Borneo}; Adatrechtbundel XXVI, blz. 376—378. D. F. A. Hervey. The Endau and its tributaries; Journal' Straits Branch Royal Asiatic Society, 8 (1881). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 231. D. F. A. Hervey. Rembau; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 13 (1884). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 232—234. M. Herz, zie Lier (Van), E. Hesling. La criminalité en Imerina et les Hova devant les juri- dictioas criminelles; Revue de Madagascar, 6 (1904), II. J. H. Heslinga. Het inlandsch bestuur en zijn reorganisatie in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1920). Mr. J. H. Heslinga. Irrigatie en wetgeving op Java; Waterstaatsingenieur, 11 (1923). Mr. J. H. Heslinga, Schets van de agrarische wetgeving in. de Javaansche Vorstenlanden,; Indische Gids, 48 (1926), I. J B. van Heutz. Mededeelingen over Pidië (1916) [Atjeh] ; Adatrechtbundel XVIII, blz. 198—199. L Hewitt. Tabu customs of the warpath amongst the Sea Dayaks of Sarawak; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 52 (1909). Hewitt, zie Hose. A. I. van der Heyden. Het waterschapswezen in de voormalige ZuidBalische rijkjes Badoeng en Mengwi; Koloniale Studiën, 1924, dl II; 1925, dl II. H. Heyden. Marriages among the poor classes of Chinese, ki Sarawak; Sarawak Museum Journal, 1 (1911—1913). s J. H. Heyl. De pepercultuur in Atjeh en Onderhoorigheden. (Koeta Radje, 1913). W. Heyman. Primitieve vormen van huwelijk bij de volken van, den Indischen Archipel; Indologenblad, 1 (1909—1910). G. Heymering, Zeden en gewoonten op het eiland Rotti; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1843 II en 1844 I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 165—167. G. Heymering. Zeden en gewoonten op het eiland Timor; Tijdschrift Nederlandschrlndië, 1845, III. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 50—51. F. C. Heynen. Het rijk Larantoeka op het eiland Flores in Nederlandsch-Indië; Studiën op godsdienstig, wetenschappelijk en letterkundig gebied, 1876. Th. A. L. Heyting. Beschrijving der onderafdeeling Groot-Mandeling en Batang-Natal; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1897. Dr. S. J. Hickson. Notes on the Sengiret»? Journal Royal Anthro- pological Institute of Great Britain and Ireland, 16 (1887). Dr. S. J. Hickson A naturalist in North Celebes (IX*den, 1889). Tjoa Sien Hiè. Regeling der erfopvolging bij versterf onder Chineezen en der adoptie vertaald in het Maleisch' en Nederlandsch uit het Chineesche wetboek Tav TjftÉng Loet IM fSoerabaia 1900). H. Hijmans van Anrooy, zie Anrooy (Van). J. W. van Hille. Reizen in West-Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 22 (1905), I. Dr. Hiller. The Tuojungs; Sarawak Gezette, 1898. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Hindoe's en Chetties; Indische Gids, 45 (1923), I. — Overgenomen uit de Java-Bode. P. A.. M. Hinlopen en P. Severijn. Verslag van een onderzoek der Poggi-eilanden in 1852; Tijdschrift Bataviaasch' Genootschap, 3 (1855). Mr. S. J. Hirsch. Getuigenbevrijs in civiele zaken naar Inlandsch «eèht; Recht Nederlandsch-Indië, 71 (1898). — Met naschrift der redactie. J. H. Hissink. Het papadonwezen en zijne attributen in verband met de oude staatldmdigp iödeefihg in marga's en het huwelijksen erfrecht in de afdeeling Têelang-Bawang der Lampongsche districten; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 47 (1904). Histoire physique, naturelle et politSque de Madagascar, puBliée par A. Grandidier, dl IV, Ethnographie de Madagascar, par A. Grandidier et G. Grandidier (Paris, 1908—1917), trois tniheS; quatre votumes. P. Hoang. Le mariage chinöis au point de vue légal. (Shanghai, 1908). L. F. Hoeke. [Rapport over de vraag, welke als dë inlandsche gemeenschap in de afdeeling Gorontalo moet worden- beschouwd] (1910); Adatrechtbundëli IX, blz. 162!—«54, Hoelayat of grondontginning in Ned.-Indië en de regten daardoor geboren: (Groningen, 1866); G. W. W. C. baron van Hoëvelli Ambon en meer bepaaldelijk de Oeliasers, geographisch) ethnographisch, politiseh en historisch geschetist (Donrecht, 1875). G. W. W. C. baron van; Höévell. Iets over de vijif voornaamste dialecten der' Ambonsche landtaal (bahasa tanah); Bijdragen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks, 1 (1877). G W. W. C. baron van Hoëvell. Iets over het oorlogvoeren der Bataks; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1878, II. G. W. W. C. baron van Hoëvell. Bijdrage tot de ethnographie van den Indischen ArtBipel; Intternationales Archiv für Ethnographie, 3 (1890). G. W. W. C. baron van Hoëvell. Over den eed der Maleiers ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap,' 26 (4881). G. W. W. C. baron van Hoëvell. De Indische strafwetgever moet rekening houden met bestaande toestanden ; Indische Gids 1881, m G W W. C. baron van Hoëvell. Vragen en mededeelingen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 30 (1885). — Uittreksels in Adatrechtbundel X, blz. 271. G. W. W. C. baron van Hoëvell. De Kei-eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 33 (1890). G. W. W. C. baron van Hoëvell. Tanimbar en Timorlaoet-eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genoootschap, 33 (1890). G. W. W. C. baron van Hoëvell. Leti-eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 33 (1890). G. W. W. C. baron van Hoëvell. De afdeeling Babar; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 33 (1890). G. W. W. C. baron van Hoëvell. De Aroe-eilanden, geographisch, ethnographisch en commerciëel; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 33 (1890). G. W. W. C. baron van Hoëvell. De assistent-residentie Gorontalo voor zoover die onder rechtstreeksch beheer is gebracht; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1891. G. W. W. C. baron van Hoëvell. Korte beschrijving van het rijkje Mooetan (Bocht van Tomini); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1892. G. W. W. C. baron van Hoëvell. Todjo, Posso en Saoesoe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 35 (1893). G. W. W. C. baron van Hoëvell. Bijschrift bij de kaarten van Seran (vulgo Ceram); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1896. G. W. W. C. baron van Hoëvell, zie Resumé Amboina. Dr. W. R. (baron) van Hoëvell. Bijdrage tot de kennis der Badoeinen in het zuiden der residentie Bantam; Tijdschrift NederlandschIndië, 1845 IV, 1846 I. — Uittreksels in Adatnéthtbundel XIV, blz. 14—16. Dr. W. R. [baron] van Hoëvell. Reis over Java, Madura en Bali, in het midden van 1847, 3 dln (Amsterdam, 1849—1854). A. Pruys van der Hoeven. Een woord over Sumatra I Benkoelen, II Sumatra's Westkust en Palembang. (Rotterdam, 1864). A. Pruys van der Hoeven. Iets over den bruidschat bij eenige volken in den Indischen Archipel; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 16 (1867). A. Pruys van der Hoeven. Verslag van een dienstreis naar het eiland Enggano; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 19 (1870). Ph. H. C. Hofman. Een vredesconferentie te Posso; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 50 (1906). Ph. H. C. Hofman. De zending in Posso gedurende 1905; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 50 (1906). A Hofmann. Aus Formosa; Mitteilungen Geographische Gesellschaft Wien, 55 (1912). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. 'I ' A. Hoffmann. Mittheilungen über die Anschauungen und Gewohnheiten der Eingeborenen im Dorfe Bogadjim bei Stephansort in Bezug auf Besitz und Erbschaft; Naoarichten über Kaiser Wilhelmsland und den Bismarck-Archipd,: 1898. A. Hoffmann. Sprache und Sitten der Papua-Stamme an der Astrolabe-Bai; Verhandlungen des Deutschen Kolonialkongresses, 1905. Dr. J. Hoffmann. Het Hemel-Aardeverbond, een geheim genootschap in China en onder de Chinezen in Indië; Bijdragen Koninklijk Instituut, 1 (1853).' Dr. J. Hoffmann. Bijdragen tot de kennis der geheime genootschappen van de Chinezen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 2 (1854). H. Edler v. Hoffmann. Die Verordnung des Gouverneurs von Deütsch-Neu-Guinea, betreffend das Eherecht unter den Eingeborenen; Zeitschrift für Kolonialpolifik, Kolonialrecht und Kolonialwirtschaft, 7 (1905). D. van Hogendorp. Schets of proeve over den tegenwoordigén staat van Java, en ontwerp tot verbetering van dies bestier (± 1799); Eindresumé II, bijlage L L. Mr. W. van Hogendorp. Beschrijving van het eiland Timor; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 1 (1779), 2 (1780). J. Holland. Comparative vocabulary of the dialects of some óf the wild tribes inhabiting the Malayan Peninsula, Borneo etc ; Journal Straks Branch Royal Asiatic Society, 5 (1880). — Uittreksels in Adatrecthbundel XIII. Dr. J. J. de Hollander. Handleiding bij de beoefening der land- en volkenkunde van Nederlandsch-Oost-Indië (Breda, 1895—1898, 2 dln). Dr. J. J. de Hollander. Zie Bickmore. K. F. Holle. Piagem van den vorst van Mataram; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 13 (1864). K. F. Holle. Bijdragen tot de geschiedenis der Preanger-Regent- schappen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 17 (1869). Zie hierbij deel 32 (1889), blz. 363 vlg. K. F. Holle. De zending van twee Minahassasche hoofden naar Java; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 11 (1895). G. du Rij van Beest Holle. De landschappen VI Kota Pangkalan en XII Kota Kampar; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 24 (1877). Mr. F. D. Holleman. Gegevens uit Kediri (1918); Adatrechtbundel XVIII, blz. 90—179. Mr. F. D. Hólleman. Nadere gegevens uit Kediri (1918) [MiddelJava] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 207—215. Mr. F. D. Holleman. Losse gegevens uit Kediri (1918) [MiddelJava] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 215—234. Mr. F. D. Holleman. Adatrecht van de afdeeling Toeloengagoeng; Indisch Tijdschrift van het Recht, 110 (1918), 112 (1920). Mr. F. D. Holleman. Grondbezit en gebruiken in de Molukken (1920); Adatrechtbundel XXI, blz. 39—50. — Zie ook Soerabaiasch Handelsblad, 28 Januari en 17 Maart 1920. Mr. F. D. Holleman. Het adat-grondenrecht van Ambon en de Oeliassers (Delft, 1923). Mr. F. D. Holleman. De verkoop van gronden op Midden-Java en In verband daarmede, pogingen tot bevordering der rechtszekerheid van Inlandsch grondbezit; Koloniale Studiën, 8 (1924), dl L Mr. F. D. Holleman. Het grondenrecht in de Bataklanden. Proefschrift van A. Enda Boemi; Koloniale Studiën, 9 (1925) II. M. Hollrung. Kaiser Wilhelmsland und seine Bewohner; Verhandhingen der Gesellschaft für Erdkunde zu Berlin, 15 (1888). A. W. P. Holwerda. Eenige Madoereesche spreekwoorden en uitdrukkingen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). S. Honda. Eine Besteigung des Mount Morrison auf der Insel Formosa; Mitteilungen der Deutschen Gesellschaft für Natur- und Völkerkunde Ostasiens, Heft 60 (1897). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Hoofden en godsdienstambtenaren (Verkiezing van) (1919—1921) [Zuid-Celebes] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 383—395. Hoofden, landbouw en inlandsche burgers op het eiland Ambon (1895_1920); Adatrechtbundel XXI, blz. 53—60. W. C. Hoogkamer, zie Rapport, en Rooy (De). Hoorweg. Nota bevattende eenige gegevens betreffende het landschap Mamoedjoe (1909); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 53 (1911). A. A. Hoos. Bali en Lombok; Verhandelingen Indisch Genootschap, 11 December 1894. A. A. Hoos. Hindoe-strafrecht op Lombok; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1896, I. P. M. Hooykaas. Het kinderhuwelijk en bini-moeda stelsel in de Lampongsche districten; Berichten en Mededeelingen Vereeniging Ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur, No. 38 (1924). E. Washburn Hopkins. The growth of law and legal institütions; The Cambridge History of India, vol. I (1922). W. T. Hornaday. Two years in the jungle (London, 1885). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. L. Horner. Batoe-eilanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, jg 3, dl I (1840). [Dr.] D. W. Horst. Uit de Lampongs; Indische Gids, 1880, I. Dr. D. W. Horst. Rapport van een reis naar de Noord-kust van Nieuw-Guinea; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32 (1889). Dr. D. W. Horst. De eed der Chineezen; Indische Gids, 12 (1890), II. Dr. D. W. Horst. De Rum-Serams op Nieuw-Guinea (Leiden, 1893). J. Th. Horstink. Schetsen uit Z.-O. Borneo; Indische Gids, 1924, II. J. Th. Horstink. Enkele agrarische aanteekeningen omtrent het eiland Lombok; Jaarverslag Topografischen Dienst NederlandschIndië over 1924, dl 20 (1925). C. Hose. A journey up the Baram river to Mount-Dulit and the highlands of Borneo; Geographical Journal, I (1893). — Uit- treksels in Adatrechtbundel XIII. C. Hose. Borneo [in Customs of the World, vol. I]. C. Hose. The Philippine islands [in Customs of the World, vol. II]. C Hose. Natural Man. A record from Borneo (London, 1926). C. Hose. The natives of Borneo; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 23 (1894). C. Hose én J. Hewitt. On rally sticks and strings from Borneo; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 49 (1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. C. Hose en W. Mac Dougall. The pagan tribes of Borneo (London, 1912, 2 dln). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. A. Houlder. Proverbial illüstrations of Malagasy life and cha- ractfer; Antananarivo Annual arid Madagascar Magazine, 8 (1884). W. Hoven. Eenige bijzonderheden over pandelingschap en slavernij bij de Pasemahers: Koloniaal Tijdschrift 13 (1924). W. Howell. The Sea-Dyaks; Sarawak Gazette, 1898. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. W. Howell. Dyak ceremonies in pregnancy and childbirth; Journal Straits Branch Rdyal Asiatic Society, 46 (1906). — Uittreksels in Adatrèchtbündel XIII. W. Howell. The Sea-Dyak; Sarawak Gazette, 1908—1910. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. W. Howell. A. Sea-Dyak dirgej Sarawak Museum Journal, I (1911— —1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Mr. U. J. Huber. Verloving in den Indischen Atfchipel (1913); Adatrechtbundël X, blz. 357—363. Mr. U. J. Huber. Korte aanteekeningéii; Indisch Tijdschrift van het Recht 110 (1918). A. Hueting. Het district Tobelo op de Oostkust van Halmahera; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1905. A. Hueting. De zending en de landbouw; Mededeelingëh Nederlandsch Zendelinggenootschap, 50 (1906). — Uittreksels ih Adatrechtbundel XXIV, blz. 17—22. A. Hueting. Tobèloreesch-Hollandsch woordenboek ('s Gravehhage, 1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel VII, blz. 166—192. A. Hueting. Verordeningen aangaande de adat der inlandsche christenen op het eiland Halmahera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 63 (1910). A. Hueting. Over den bruidsschat (op Halmaheira); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 57 (1913). A. Hueting. [Djailolo, sangadji's en andil op Halmahera] (1917); Adatrechtbundel XXIV, blz. 49—52. — Ontleend aan: Het vijftigjarig bestaan der Halmahera Zending in Berichten Utrechtsche Zèndingsvereeniging; 1917. A. Hueting. Het verband tusschen godsdienst en regeering bij Inlanders op Boeroe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 62 (1918). A. Hueting. De Tobeloreezen in hun denken en doen; 'Bijdragen Koninklijk Instituut, 77 (1921) en 78 (1922). A. Hueting. Het huwelijk der Inlandsche christenen in de Molukkeh; Adatrechtbundel XXV, blz. 482—491. — Ontleend aan De Opwekker, 70 (1925). Huidenhandel op Madoera (1919); Adatrechtbundel XIX, blz. 450. — Ontleend aan Indisch Tijdschrift van het Recht, 113 (1920). H. B. Hulbert. Korean and Formosan; Korea Review, 3 (1903). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Dr. D. J. Hulshoff Pol Sr. Het communistische gevaar in Nederlandsch-Indië en de Adathoofden; Indische Gids, 49 (1927), I. P. van Hulstijn. De Soela-eilanden; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 15 (1918). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 54—97. H. C. Humme. Communaal en individueel grondbezit in Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap, 24 November 1876. H. C. Humme. Conversie in den vorm van het landbezit op Java; Verhandelingen Indisch Genootschap, 2 November 1880. H. C. Humme. Javaansche inscripties: Bijdragen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks 8 (1884) en 10 (1885). J. L. Humphreys. A collection of Malay proverbs; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 67 (1914). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 247—251. J. L. Humphreys. A Naning weddingspeech; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 72 (1916). — Overgenomen in Adatrechtbüddej XXVI, blz. 251—257. J. L. Humphreys. A Naning recital; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 83 {1921). Dr. F. W. T. Hunger. De sëkëhë semal op Bali (1920—1923); Adatrechtbundel XXIII, blz. 470—475. Dr. F. W. T. Hunger. Verbodsteekens in de klapper-aanplantingen op Nederl. Zuid-Nieuw-Guinea; Nederlandsch-Indië, Oud en Nieuv#,:9 (1924—1925). J. D. Hunger. Javaansche wetten, verordeningen, regelingen, besluiten, bevelschriften en andere bepalingen op agrarisch gebied geldig in Jogjakarta. Verzameld, vertaald en van aanteekeningen voorzien, 3 dln (Semarang—Soerabaja—'s-Gravenhage, 1910 —1911). J. D. Hunger. Waterrechten in Jogjakarta (1914); Adatrechtbundel XIX, blz. 344—346. J. Hunt. Some particulars relating to Sulo, in the Archipelago of Felicia (1814), in J. H. Moor, Notices Malayan Archipelago, Appendix, dl I, Singapore, 1837. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Hunt. Sketch of Borneo, bij Moor, Notices Indian Archipelago l'td (Singapore, 1837). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. P. A. Huonder. Die Verdienste der philippinischen Mönche um die Wissenschaft; Anthropos, 1 (1906). C. Hupé. A collection of forty-three words in use in twenty-four different districts, bij Ling Roth, dl 2, blz. XCIX—CII. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. C. Hupé. Korte verhandeling over de godsdienst, zeden enz. der Dajakkers; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1846, III. — Uittreksels in Adatréchtbündel XIII. C. Hunter. The adventures of a naval officer. (London, 1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Huwelijk; Encyclopaedie Nederlandsch-Indië, II, 2e druk, 1918. Huwelijk en echtscheiding in de Minahasa; Adatrechtbundel XII, blz. 215—217. — Ontleend aan Tijdachrift Nederlandsch-Indië, jg 7, IV (1845). Huwelijk (Savoeneesch) op Soemba; Adatrechtbundel XVI. — Ontleend aan een artikel van D. K. Wielenga in De Macedoniër, 15 (1911). Huwelijk van Mohammedaan en Christen (1921) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXII, blz. 38--W. Huwelijk (Verboden) (1925) [Gajo-, Alas- en Bataklanden]; AdatjvWtfrtbundél XXV, blz. 184—186. — Ontleend aan Banier van 12 Juni 1925. Huwelijken op jongen leeftijd (1917) [Middel-Java]; Adatrechtburidel XIX, blz. 317—321. — Ontleend aan Indische Gids, 1917, blz. 1210—1213. Huwelijken van Christen-Minders (1921) [Oost-Java met Ma> dOera] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 288—292. Huwelijken (Heidensche) op den Tengger (1921) [Oost-Java met ' Madoera] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 128. Huwelijksdocumenten (Chineesche) (1925); Adatrechtbundel XXV, blz. 440-^143. Huwelijksgebruiken op het Maleische schiereiland; Indische Gids, 19 (1897), I. — Overgenomen uit Selangor Journal van 15 Mei i896. Huwelijksgeschenken bezuiden het meer Tempë (1908); Adatrechtbundel XVII, blz. 211. — Ontleend aan M. C. Kooy-Vah Zeggelen, De gouden kris, 1908. Huwelijksrecht in Palembang (1920); Adatréchtbündel XX, blz. 220. Huwelijksrecht in Posso (1915); Adatrechtbundel XII, blz. 230. — Ontleend aan dr. F. J. Fokkema in Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 59 (1915). Huwelijksrecht (Nadeelig) in de Sindangstreken (1913); Adatrechtbundel XI, blz. 377—379. Huwelijksrecht op Boeroe (1917); Adatrechtbundel XVI, blz. 26—39. — Ontleend aan Joh. A. F. Schujfciin Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). Huwelijks- en erfrecht (Savoeneesch) (1916); Adatrechtbundel XVI, blz. 193—196; — Ontleend aan een artikel van J. F. Colenbrander in Tijdschrift Binnenlandsch Bestour, 50 (1916). N. I. Het Koninklijk besluit van 11 Augustus 1891 No. 20, af ge- kondigd bij staatsblad 1891 Nb. 230, houdende afschaffing van adviseurs in zaken tegen Christen-Inlanders; Recht Nederlandsch-Indië, 61 (1893). P. Ibis. Auf Formosa; Gtobüs, 31 (1877). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Mr. H. A. Idema. Het burgerlijk bewijsrecht in het bijzonder in zake grondenrecht; Indische Gids, 1917, II. Mr. H. A. Idema. Het burgerlijk bewijsrecht, in het bijzonder in zake grohdenrecht; Indisch Tijdschrift van het Recht, 109 (1917). Mr. H. A. Idema. Adat en adatrecht der veehouding op Madoera; Indisch Tijdschrift van het Recht, 113 (1919). Mr. H. A. Idema. Onregelmatige gerechtskosten; Indisch Tijdschrift van het Recht, 112 (1920). Mr. H. A. Idema. Het adat-grondenrecht van Ambon en de Oeliassers door Mr. F. D. Holleman; Indisch Tijdschrift van het Recht, 119 (1922). Mr. H. A. Idema. De inheemsche rechtspraak in het gewest Amboina; Indisch Tijdschrift vah het Recht, 117 (1923). Mr. H. A. Idema. Een Inlandsch kadaster; Koloniale Studiën, 7 (1923), II. Iets betreffende de verhouding der Pasemah-lattden tot de sultans van Palembang; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). Iets over den oorsprong van het Atjehsche volk en den toestand onder het voormalig Sultanaat in Atjeh'; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32 (f889). A. ITsseklijk. Missie te Kotting (Florés, 1890); Berichten Sint- Claverbond, 1890. — Uittreksels in Adatrechtbundel VII, blz. 225—226. W. K. van IJsseldijk. Extract uit de bedenkingen ovfet deti staat vart Tava's huishouding en de verbeteringen of veranderingen, die daarin misschien met een gewenscht gevolg zouden kunnen en dienen gemaakt te worden (1800); Eindresumé II, bijlage MM. J. W. IJzerman e.a. Dwars door Sumatra. Tocht van Padang naar Siak (Haarlem-Batavia, 1895). C. Imbault-Huart. L'ile Formose (Paris, 1893). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Mr. A. J. Intmink. De rechtspleging voor de rechtbanken in Ned. Indië (Batavia 1889, 2 dln). Inggris. De Kalang"s in Bagelen; Djawa, 1 (1921). Inggris. Taboe-woorden en verbodsbepalingen in Bagelen; Djawa, 1 (1921). . _ , . Itlhoud (Korte) der Javaansche wetboeken Hangger-Sapoeloeh, Hanggêr-Hagêng, en Hanggêr- of Nawölö-Pradótó, en beschrijving der Javaansche gebruiken en instellingen; Regt Nederlandsch-Indië, 1 (1849). Inkomsten uit inheemsche rechtspraak (1914); Adatrechtbundel X, blz. 364—365. — Ontleend aan Mededeelingen Bureau Bestuurszaken Buitenbezittingen, afl. 4 (1914). Inkomsten van de gemeentehoofden (1917—1919) [Borneo); Adatrechtbundel XXVI. blz. 341—353. Inkomsten van dêsabestuursleden (1917) [West-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 17—35. Inkomsten van desahoofden en andere desaheHfingen (1912—1917) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XVIII, Hz. 57—65. Inkomsten van dorpsbestuurders in Riau-Lingga (1917) [Het Maleische gebied]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 50—52. Inlandsche begrippen en Nederlandsche rechters; Indische Gids, 21 (1899), II. Inlandsche Burgers (1923) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 209^-234. Inlandsche gemeenten op Bangka (1920); Adatrechtbundel XXV, blz. 227—238. Inlandsche gemeenten op Belitoeng (1922); Adatrechtbundel XXV, blz. 241—253. Inlandsche goudgravingen (1845—1899) [Gorontalo enz.]; Adatrechtbundel XXV, blz. 272. Inlandsch recht en Inlandsche Christenen; Recht Nederlandsch-Indië, 84 (1905). — Overgenomen uit Nieuwe Rotterdamsche Courant van 2 December 1904, eerste blad C. Sh. Ishii. The silent war in Formosa; Asiatic Quarterly Re view, new series, dl II (1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Sh. Ishii. The island of Formosa and its primitive inhabitants; Transactions and Proceedings of the Japan Society, Londen, dl XIV (1915/1916). Sh. Ishii. The life of the mountain people in Formosa; Folklore, 28 (1917). The Island of Mindoro; Journal Indian Archipelago, 3 (1849). — Ontleend aan Diario de Manila, Aug.-Sept, 1848. J. Priester en adatrechtspraak; De Taak, 2 (1918—1919), No. 50. S. Jaarsma. Bewijsmiddelen van recht op grond in NederlandschIndië (Leiden, 1918). Herdruk in 1923. A. Jackstein. Bijzonderheden omtrent den toestand der bevolking van het eiland Rotti; Koloniale Jaarboeken, 4 (1864). Jackstein. Eenige Notizen over Rotti en Rottineezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 20 (1873). Jackson. Course of the Tulang Bawang River; Malayan Miscellanies No. 4 (1822). Dr. J. Jacobs. Eenigen tijd onder de Baliërs (Batavia, 1883). — Uittreksels in Adatrechtbundel XV, blz. 14—16. Dr. J. Jacobs. Het familie- en kampongleven op Groot-Atjèh, 2 dln (Leiden, 1894). Dr. J. Jacobs en J. J. Meijer. De Badoej's ('s-Gravenhage, 1891). Jacquier. Les fonctions d'administrateur colonial en Imerina. Les rouages de 1'administration indigène; Conférences publiques sur Madagascar, 1911—1912. F. Jagor. Reisen in den Philippinen (Berlin, 1873). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. K. A. James. De Nagari-Kota Gedang; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 49 (1915). K. A. James. Verbetering van misstanden bij huwelijk en echtscheiding, alsmede bij het godsdienstonderwijs in de afdeeling Agam (Sumatra's Westkust); Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917). K. A. James. De pepercultuur ter Oostkust van Atjeh; Koloniale Studiën, 6 (1922), II. A. H. Jansen. Mededeeling over de Soela-eilanden (1914); Adatrechtbundel X, blz. 282. — Ontleend aan Berichten Utrechtsche Zèndingsvereeniging, 1914. A. J. F. Jansen. Aanteekeningen omtrent Sollok en de Solloksche zeeroovers; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 7 (1858. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. J. F. Jansen. De landbouw in de Minahassa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 10 (1861). G. fansen. Grantrechten in Deli. (Amsterdam, 1925). G. Jansen. Kadastrale vraagstukken in Nederlandsch-Indië; Koloniale Studiën, 9 (1925), II. Dr. C. W. Janssen. Die hollandische Kolonialwirthschaft in den Batta-landern; Abhandlungen aus derri Staatsswissenschaf tlichen Seminar zu Strassburg i. E., 3 (1886). P. Jansz. Wat van de regeering te wenschën is ten behoeve van de Christèn-Inlanders op Java en elders; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. J. E. Jasper. Een tocht naar Tosarie, den Bromo en Nongkodjadjar; Eigen Haard, 1902. J. E. Jasper. Het eiland Bawean en zijn bewoners; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 31 (1906). J. E. Jasper. Het eiland Soembawa en zijn bevolking; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 34 (1908). J. E. Jasper. Het een en ander over de Padangsche Bovenlanden; Indische Gids, 1908, 1 en II. J. E. Jasper. De Bantiks; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 37 (1909). J E Tasper. Een reis door de Bataklanden;'Indische Gids, 1910, I. J E. Jasper. Een reis in Zuid-Celebes; Orgaan Moederland en Koloniën, 12 (1912). , : .f _. J. E. Jasper. Het eiland Bali en zijn bewoners; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 45 (1913). J. E. Jasper. Eenige onderwerpen betrekking hebbende op de Minahassa* Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, "45 (1913). J E Jasper. [Visscherij in Toeban] (1917); Adatrechtbundel XIX, blz. 325—329. — Ontleend aan Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 52 (1917). J H. B. Jaspers. Zeden en gebruiken bij de Makassaren; Nederlandsch-Indië, Oud en Nieuw, 10 (1925—1926). Javaansche "akten van Madoera (1863—1888); Adatrechtbundel XIX, blz. 446-^50. Javaansche kolonies op Borneo (1718—1915); Adatrechtbundel XIII, blz. 326—336. Mr. L. J. P. J. Jeékel. Wet en recht; De Beweging, 18 Januari 1919. Mr. L. J. P. J. Jeekel. De grondrechten van den Indiër nu, en hoe zij behoorden te zijn; De Beweging, 26 April, 3 en 10 Mei 1919. E. J. Jellesma. De Minahasa en eenige andere streken der residentie Menado (Amsterdam, 1903). — Uittreksels in Adatrechtbundel III, blz. 186—193. A. E. Jenks. The Bontoc Igorot (Manila, 1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. L. W. Jennissen, Mededeeling uit Benkoelen; Adatrechtbundel VI, blz. 353—358. — Ontleend aan Berichten Sint-Claverbond, 1904. Fr. Joh. Jens. Het Insos- en het K'Bor-feest op Biak en Soepiori; Bijdragen Koninklijk Instituut, 72 (1916). O. Jensenius. Dictionnaire bara-hova; Bulletin de l'Académie Malgache, 7 (1909). Mr. E. E. G. Joakim. Voogdij bij het Inlandsch recht; Recht Nederlandsch-Indië, 99 (1912). C. A. Jochems. Conversie van communalen grond; Archief Suikerindustrie Nederlandsch-Indië, 31 (1923), I. A. M. Joekes. De wet van Sultan Adam van Bandjarmasin van 1835; Indische Gids, 1881, II. — Herdrukt in Adatrechtbundel XIII, blz. 343—373 als Oendang-Oendang Soeltan Adam. W. Joest. Beitrage zur Kenntniss der Eingebornen der Insein Formosa und Ceram; Verhandlungen Berliner Gesellschaft für Anthropologie etc, jg 1882. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVHI. Dr. W, Joest. Zie Waszmer. J. H. Johan. Een en ander omtrent de vrije desa's en de wenschelijkheid harer opheffing; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), I. Spencer St. John. Life in the forests of the far East (London, 1862, 2 dln). — Uittreksels in Adatrechtbundels XIII en XVI en Ausland 1862. P. B. St. John. The trial by Caiman: A story of the „tangem-roay" or crocodile ordeal of the Taimoro; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 12 (1888). Dr. J. Jolly. Ueber die Systematik des Indischen Rechts; Zeitschrift Vergleichende Rèch'tswissenschaft, 1 (1878). Dr, J. Jolly. Recht und Sitte. (Strassburg, 1896). Dr. J. Jolly. Eine neue Indische Rechtsquelle; Zeitschrift Vergleichende ReChtswissenschaft, 37 (1919). P. W. Joncquière. Lahdbouwcrediet in de Javaansche desa [MiddelJava] ; Adatrechtbundel XVIII, blz. 71—74. — Ontleend aan Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 30 (1906). P. W. Joncquière. Javaansche wetten, verordeningen en regelingen beheerschende de agrarische verhoudingen in het Rijk van den Soesoehoenan van Soerakarta. (Soerakarta, 1912,-2 dln). P. W. Jtaneqtrière. Grepen uit de Vorstenlandsche historie van vroegere en later jaren; Koloniaal Tijdschrift, 7 (1948), I. J. Jongejans. Een en ander over Semangka; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 58 (1919). J. Jongejans. Ons mooi Indië. Uit Dajakland. Kijkjes in het leven van den koppensneller en zijn omgeving (Amsterdam*, 1922). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 378—39®i Mr. D. J. Jongeneel. Het eigen strafstelsel der desa; Reent Nederlandsch-Indië, 96 (1911). Mr. D. J. Jongeneel. Nadere jurisprudentie over het adatrecht der inlanders (1882—1916); Adatrechtbundel XII, blz. 410—431. Mr. D. J. Jongeneel. Over de vordering der sepoeloeh satoe van boschproducten, ingezameld door gouvemementsonderhoorigen in zelf besturende landschappen; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 46 (1914). D. de Jongh. Eenige gegevens betreffende het Boven-Karamagebied (Celebes); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 40 (1923). G. J. J. de Jongh. De oostkust van Noord-Halmaheka ;• Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1909. G. J. J. de Jongh. Morotai; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1909. [Mr. dr.] J. C. G. Jonker. Over Javaansch strafrecht (Amsterdam, 1882). [Mr. dr.] J. C. G. Jonker. Een oud-Javaansch Wetboek vergeleken met Indische rechtsbronnen (Leiden, 1885). Mï: dr. J. C. G. Jonker. Rottineesch-ïlollandsch Woordenboek (Leiden, 1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 55 —163. L. Jore. Les lois hova et le kabary prononcé par Ranavalona II pour leur proclamation; Bulletin de la Société des Etudes Cöloniales et Maritimes, 6 (1882), 7 (1883). S» E. Jorgensen. Notes on the tribes of Madagascar; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 9 (1885). M. Joustra. Het leven, de zeden en de gewoonten der Bataks; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 46 (1902). M. Joustra. Litteratuuroverzicht dèr Bataklanden (Leiden, 1907). M. Joustra. Karo-Bataksch woordenboek (Leiden, 1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel VI. M. Joustra. Hygiënische misstanden in het Karoland (Leiden, 1909). M. Joustra. De Bataks. Wie zij waren en wat wij naar de opgedane ervaringen van hen mogen verwachten (Leiden, 1912). M. Joustra. Van Medan naar Padang en terug (Leiden, 1915). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 217. M. Joustra. Verschillende verbodsbepalingen, eertijds bij de heidensche Bataks der Töbasche landen van kracht. Uit het Tobaasch vertaald; Bijdragen Koninklijk Instituut, 73 (1917). M. Joustra. De toestanden in Tapanoeli en de regeeringscommissie (Amsterdam, 1917). M. Joustra. De Bataks [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl I, Amsterdam, 1920]. M. Joustra. De Minangkabausche Maleiers [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl I, Amsterdam, 1920]. M. Joustra. Minangkabau. Overzicht van land, geschiedenis en volk (2e druk, 's-Gravenhage, 1923). M. Joustra. Het kannibalisme der Bataks; Indië, 7 (1923—1924). M. Joustra. Overzicht der litteratuur betreffende Minangkabau (Leiden, 1924). M. Joustra. Batakspiegel (Leiden, 1926, 2e vermeerderde druk). W. G. Joustra. Indonesisch waterrecht (Leiden, 1922). Jucundus. Over de Dajaks; Katholieke Missiën, 47, 48, 49 (1921— 1924). J. H. Juda. Verzoening na moord in Benkoelen (1914); Adatrechtbundel X, bie. 211—213. J. H. Juda. Ngawak en stamindeeling in Benkoelen (1914); Adatrechtbundel X, blz. 214. J. H. Juda. Soempah-ngawak; Bijdragen KoninkKjVlnstituut, 7© (1915). G. Julien. L'Institutiön des Sakaizambohitra ou amis des villages en 1878; Notes, Reconnaissances et Explorations, 1899. G. Julien. Recueil de lois Malgaches; Notes, Reconnaissances et Explorations, 1900, G. Julien. Comment les indigènes choisissenfc teurs noms et comment ite en changent; NoteSj Reconnaissances et Explorations, 6 (1900). G. Julien. Les réformes de 1889: L'autonomie du fokonolona et les règlements; des Gouverneurs de 1'Imerina; Bulletin trimestriel de rAcadémie Malgache, 1 (1902), No. 1. G. Julien. La vie intime du peuple malgache; Revue de Madagascar, 9 (1907), I. G. Julien. Lnstitutions politiques et sociales de Madagascar, 2 dln (Paris, 1910). G. Julien. Le Sud-Ouest de Madagascar; Conférences publiques sur Madagascar, 1911—1912. G. Julien. Fate-dra ou fraternisation. par le sang chez- les Malgaches du Sud-Ouest; Revue d'Ethnographie et des Traditions popu- laires, No. 5 (1921). G. Julien. Le mariage, la familie et Fenfance a Madagascar; La Fresse Médicale, 13 Juin, 5 Septembre, 3 Octobre 1923. G. Julien. Ibotoala. (Paris, 1923). G. Julien. Notes et observations sur les peuplades (tribus) sudoccidentales de Madagascar; Revue d'Ethnographie et des Traditions populaires, No. 22, 23, 24 (1925>, 25, (1926). G. Julien. [Observations d'ordre linquistique et historique sur un manuscrit arabico-malgache du XVe siècle] ; Revue d'Ethnographie et des Traditions populaires, 1925, blz. 228 e.v. A. Jully. Les lettres de Chapelier (1803—1805); Bulletin de l'Académie Malgache, 4 (1905—1906), I. A. Jully. La politique des races a Madagascar; Revue de Madagascar, 9 (1907), I. F, Junghühn. Die Battalander auf Sumatra, 2 dln (Berlin, 1847). Jurisprudentie van de Babar- en de Zuidwester-eilanden (1923); Adatrechtbundel XXIV, blz. 487-^92. Jurisprudentie van de inheemsche rechtspraak (1924) [NieuwGuinea] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 374—382. Jurisprudentie van de inheemsche rechtspraak op de Kei-, Aroe- en Tanimbar-eilanden (1919—1924) [Ambon, enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 149—174. Jurisprudentie van de Zuidwestereilanden (1923); Adatrechtbundel XXV, blz. 415—422. Jurist. De nieuwe regeling van den privaatrechtelijken toestand der Chineezen; Indische Gids, 39 (1917), II. — Overgenomen uit Soerab. Handelsblad. Mr. Justus. Wettelijke regeling van den rechtstoestand der Inlandsche christenen als hoofdzaak en omkeering van den rechtstoestand van alle andere ingezetenen van Nederlandsch-Indië als bijzaak; Java-Bode, 1905; herdruk, Batavia, 1905. Dr. A. W. T. Juynboll. Kleine bijdragen over den Islam op Java [en Bijvoegsel tot ] ; Bijdragen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks, dl 6 (1882). Dr. H. H. Juynboll. De letterkunde van Bali; Bijdragen Koninklijk Instituut, 71 (1916). Dr. H. H. Juynboll. Catalogus van 's rijks ethnographisch museum, dl XI. Java (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz. 121. Dr. H. H. Juyhboll. Zie Antwoorden. Mr. Dr. Th. W. Juynboll. De hoofdregelen der Sjafiltische leer van het pandrecht, met een onderzoek naar haar ontstaan en naar haren invloed in Ned. Indië (loeiden, 1893). Mr. Th. W. Juynboll. Over het historische verhand tusschen de Mohammedaansche bruidsgave en het rechtskarakter van het oud-Arabische huwelijk (Leiden, 1894). [Mr.] Dr. Th. W. Juynboll. Iets over den meest wenschelijken vorm eener hulp- en spaarbank ten behoeve van inlanders; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1902. Mr. Dr. Th. W. Juynboll. Het compendium van Mohammedaansch erfrecht in Staatsblad 1828, No. 55; Adatrechtbundel VII, blz. 275—278. Mr. Dr. Th. W. Juynboll. Aanteekeningen op eenige vonnissen betreffende Mohammedaansch recht; Adatrechtbundel VII, blz. 279—296; X, blz. 355. Mr. Dr. Th. W. Juynboll. Eigendomsrecht van den vorst op den grond; Adatrechtbundel X, blz. 355. Mr. Dr. Th. W. Juynboll. De Islam en de Islam-politiek der Ned. Ind. Regeering; Onze Eeuw, 1912 I. Mr. Dr. Th. W. Juynboll. De regeling der priesterraadsrechtspraak in Nederlandsch-Indië; Verslagen en Mededeelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, Se reeks, dl. 4 (1920). Mr. Dr. Th. W. Juynboll. Handleiding tot de kennis van de Mohammedaansche wet (Leiden, 1903). — Duitsche uitgave (1910) — 3e druk (Leiden, 1925). Mr. Dr. Th. W. Juynboll. Zie Eed in de moskee. C. E. v. K. De Javaansche eed; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 2 (1888). H. E. K. Het huwelijk in de Minahassa; Tijdschrift Nederlandsch- Indië, 1894 I. Overgenomen uit Nieuwe Rotterdamsche Courant. J. D. K. Beschrijving van Timor; De Oosterling, 1835 II. W. A. K. Kawin tjara Bawéan; Tjahaja Timoer, 10 September 1919. — Overgenomen in Notulen Bataviaasch Genootschap, 59 (1921) afl. 4, bijlage IX. I. Kakyo. Die wilden Stamme von Formosa; Zeitschrift der Gesell¬ schaft für Erdkunde, Berlin, 34 (1899). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. H. Th. Kal. Het idjon- en voorschottenstelsel en accapareeren van gronden der bevolking (Preanger); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 27 (1904). Kalangs (1921) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 66. Zie Rouffaer. Kalangs, Pinggirs en Gadjahmatti's (1860) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XIX, blz. 382—384. S. Kalff. Javaansche poesaka; Djawa, 4 (1923—1924). Mr. J. van Kan. Djoeal en bailler (1917); Adatrechtbundel XVIII, blz. 423—424. Mr. J. van Kan. Uit de geschiedenis onzer codificatie (BataWaV 1927). — Verschenen in Indisch Tijdschrift van het Recht, 123 en 124 (1926). Kastenrecht en kastenrechtspraak bij de Hindoes (1911); Adatrechtbundel XV, blz. 378—390. — Overgedrukt uit Census of India, 1911, dl. I, blz. 387 vg. (Calcutta, 1913). P. de Kat Angelino. De adoptie volgens de Balische adat; Koloniale Studiën, 2 (1918). P. de Kat Angelino. Het Balische huwelijksrecht; Koloniale Studiën, 4 (1920) I. P. de Kat Angelino. De robans en parekans op Bali; Koloniaal Tijdschrift 10 (1921). P. de Kat Angelino. De ambtsVelden en de petjatoe-pengajah in Gianjar; Koloniaal Tijdschrift 10 (1921). P. de Kat Angelino. De kèpèng op Bali; Koloniale Studiën, 5 (1921) I. P. de Kat Angelino. Over de smeden en eenige andere ambachts- 7 lieden op Bali; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 60 (1921), 61 (1922). Dr. H. F. C. ten Kate. Verslag eener reis in de Timorgroep en Polynesië; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1894. H. Pauw ten Kate. Rapport van de marga Semindo Darat, afd. Kommering, Ogan-Oeloe en Enim, residentie Palembang; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 17 (1869). C. Kater. De Dajaks van Sidin; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 16 (1867). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. C. Kater. Aanteekeningen op Prof. Veth's „Westerafdeeling van Borneo", 5e bk. dl. 2. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. C. Kater. Iets over het pandelingschap in de Westerafdeeling van Borneo; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1871 II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 418—419. C. Kater, zie Resumé West-Borneo. St. Kdeir. Oendang-oendang peratoeran bimbang radja-radja dan radén-radén jtng terpakei dalem residensi Benkoelen; Notulen Bataviaasch Genootschap, 13 (1875), bijlage C. F. Kehding. Extracts from Nótes on the Sultanate of Siak by H. A. Hymans van Anroy; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 17 (1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 10. Mr. G. J. Keiser. Het regtswezen in de Molukkos, sedert de herstelling van het Nederlandsch gezag tot op heden; Regt Nederlandsch-Indië, 30 (1878). Keiler van Hoorn, zie Uittreksel. H. J. Kelsall. Zie Lake. P. H. van der Kemp. Mr. C. van Vollenhoven's toewijding aan het adatrecht van Nederlandsch-Indië; Koloniaal Tijdschrift, 7 (1918>L , P. H. van der Kemp. Mr. C. van Vollenhoven s crttiek over de landrenteregelingen van Raf fles en Commissie-Generaal; Koloniaal Weekblad, 4 December 1919. — Overgenomen in Koloniaal Tijdschrift, 9 (1920). J. C. J. Kempees. De tocht van overste Van Daalen door de Gajo-, Alas- en Bataklanden; 8 Februari tot 23 Juli 1904. (Amsterdam, 1905). Brest van Kempen. [Verplichte diensten en leveringen in Jogjakarta] (1863); Adatrechtbundel XXV, blz. 123. — Ontleend aan Bijlagen Tweede Kamer, 1862—1863, blz. 735—736. H. Keppel. The expedition to Borneo of H. M.'s Dido (London, 1846). 2 dln. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. Keppel. A visit to the Indian Archipelago in H. M. ship Meander. (London, 1853, 2 dln.). Ch. E. P. van Kerckhoff. Eenige mededeelingen en opmerkingen betreffende de slavernij in Nederlandsch-Indië en hare afschaffing; Indische Gids, 1891, I. Ch. E. P. van Kerckhoff. Rechtspraak volgens de adat (zie ook Een rectificatie); Indische Gids, 1891, I. Dr. H. Kern. Oud-Javaansche eedformulieren, op Bali gebruikelijk; ^Bijdragen Koninklijk Instituut, 20 (1873), 21 (1874). — Verspreide Geschriften, dl VI. Dr. H. Kern. Over een Oudjavaansche oorkonde (gevonden te Gëdangan, Surabaya) van Caka 782 (of 872); Verslagen en Mededeelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, 2e reeks, dl X, 1881. — Verspreide Geschriften, dl VII. Dr. H. Kern. Uit Oost en West. Verklaring van eenige uithéemsche woorden, door Dr. P. J. Veth (Arnhem, 1889); Indische Gids, 11 (1889), II. — Verspreide Geschriften, dl XIII (1927). Dr. H. Kern. De gewoonten der Tagelogs op de Filippijnen volgens Pater Plasencia; Bijdragen Koninklijk Instituut, 42 (1893). — Verspreide Geschriften, dl XI. Dr. H. Kern. Een belangrijk boek over de Filippijnen. J. M. de Zufiiga, Estadismo de las Islas Filipinas; Indische Gids, 16 (1894), II. — Verspreide Geschriften, dl XI. Dr. H. Kern. Een Spaansch schrijver over den godsdienst der heidensche Bikollers; Bijdragen Koninklijk Instituut, 47 (1897). — Verspreide Geschriften, dl XI. Dr. H. Kern. De Nagarakrtagama; Bijdragen Koninklijk Instituut, 58 (1905), 61 (1908), 63 (1910), 65 (1911), 66 (1912), 67 (1913), 68 (1913), 69 (1914). — Verspreide Geschriften, dl VII en VIII. Dr. H. Kern. Mededeeling in de Koninklijke Akademie van Wetenschappen op 9 September 1907 over recht van privaateigendom op den grond op Java in de Middeleeuwen; Adatrechtbundel I, blz. 198—200. Dr. H. Kern. Een Oudjavaansche oorkonde gevonden op de helling van den Kawi (Oost-Java; ± 850 Caka); Bijdragen Koninklijk Instituut, 60 (1908). — Verspreide Geschriften, dl VII. Dr. H. Kern. Nota over 's vorsten recht op den grond volgens de rechtsboeken (1910); Adatrechtbundel I, blz. 197—198. Dr. H. Kern. Het woord poesaka (1916); Adatrechtbundel XXII, blz. 445. Dr. H. Kern en Dr. N. J. Krom. Het oud-javaansche lofdicht Nagara-Kertagama van Prapantja (Weltevreden, 1922). P. W. K. Kern. [Landrente-monografie van het district Tjitjalengka]. — Zie Adatrechtbundel VIII, blz. 27 vgg. R: A. Kern. Prijangansche toestanden. Groot grondbezit; Indische Gids, 1904, II. R. A. Kern. Een merkwaardig adatgeval in zake grondbezit [in Patjitan]; Recht Nederlandsch-Indië, 87 (1906). R. A. Kern. Het landelijk stelsel in het Bantënsche rijk; Indische Gids, 1906, I. R. A. Kern. De inlandsche gemeente-ordonnantie; Indische Gids, 28 (1906), II. R. A. Kern. Ontwikkeling van 't pandrecht; Indische Gids, 1912, I. R. A. Kern. Aanteekeningen over Patjitan (1912); Adatrechtbundel VIII, blz. 250—252. R. A. Kern. Hervorming van het inlandsch grondbezit op Java; Verhandelingen Indisch Genootschap, 18 Maart 1913. R. Kern. Verkiezing van dorpshoofden in Soerabaja in vroeger tijd; Koloniaal Tijdschrift, 10 (1921). R. Kern. Losse gegevens over het Alasland; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). R. A. Kern. Over 't Lampongsche volk; Verhandelingen Indisch Genootschap, 1923. R. A. Kern. Wali poehoen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 64 (1924). R. A. Kern, zie Uittreksel. Kerta-sima of gemeente- en waterschapswetten op Bali. Vertaald en uitgegeven door R. van Eek en F. A. Liefrinck; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 23 (1876). O. von Kessel. Statistieke aanteekeningen omtrent het stroomgebied der rivier Kapoeas, Indisch Archief, 1 (1850), TL — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. O. von Kessel. Reis in de nog onafhankelijke Bataklanden van Klein-Toba, op Sumatra in 1844 (vertaald uit Das Ausland, 1854); Bijdragen Koninklijk Instituut, 4 (1856). O. von Kessel. Ueber die Volksstamme Borneo's; Zeitschrift für allgemeine Erdkunde, neue Folge, 3er Bd (1857). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. C. E. van Kesteren. De „.vriendschap" der Indische regeering voor de bevolking der afdeeling Minahassa; Indische Gids, 1879, I. E. Ketjen. De Kalangers; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 24 (1877). W. H. Keuchenius. Beknopte nota over de afdeeling Djambi; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 43 (1912). Keur voor Sumatra's Westkust (1880); Adatrechtbundel VI, blz. 154—155. Keur voor Tapanoeli (1907); Adatrechtbundel VI, blz. 148—149. Mr. S. Keyzer. Opmerkingen, naar aanleiding van art. 71 van het ontwerp van wet, vaststelling van het reglement op het beleid van de regering in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1854). Mr. S. Keyzer. Nadere toelichting van de Opmerkingen, naar aanleiding van art. 71 (art. 78 nieuw) van het reglement op het beleid van de regering in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1854). [Mr.] S. Keyzer. De codificatie van het Inlandsch regt op Java (Delft, 1855). [Mr.] S. Keyzer. Het Mohammedaansch strafrecht naar Arabische, Javaansche en Maleische bronnen ('s-Gravenhage, 1857). [Mr.] S. Keyzer. De hulpmiddelen tot beoefening van het recht der inlander» in den Archipel; Bijdragen Koninklijk Instituut, 6 (1859). Mr. S. Keyzer. Kitab Toehpah. Javaansch-Mohammedaansch wetboek ('s-Gravenhage, 1853). — Uittreksels in Bijdragen Koninklijk Instituut, Nieuwe volgreeks 4 (1861). [Mr.] S. Keyzer. Aanmerkingen op de beschouwingen van den Heer Duymaer van Twist over grondeigendom en landbezit op Java; Delftsche Courant van 24 en 28 Mei 1867. Dr. S. Keyzer. Beschouwingen over het landbezit op Java (voor Dr. W. R. van Hoëvell ('s-Gravenhage, 1858). Dr. E. B. Kielstra. Sumatra's Westkust; Bijdragen Koninklijk Instituut, 38 (1889), e.v. Mr. J. C. Kielstra. De rechtspraak over de Inlandsche bevolking in het Gouvernement Celebes en Onderhöorigheden en de residentie Timor; Indische Gids, 1907, I en II. Mr. J. C. Kielstra. Adatrechtspraak; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 42 (1912). Mr. J. C. Kielstra. Rechtsstudie en recht voor Inlanders; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 46 (1914). Mr. J. C. Kielstra. Systematiek voor het adatrecht in Indië; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 47 (1914). Mr. J. C. Kielstra. Het rechtswezen in Nederlandsch-Indië; Onze Eeuw, 1915, I. Mr. J. C. Kielstra. Volksontwikkeling en rechtsontwikkeling in Nederlandsch-Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap, 13 Maart 1917. Mr. J. C. Kielstra. De Bewoners van Noord-Celebes [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl II, Amsterdam, 1921}. Mr. J. C. Kielstra. Adatrechtelijke studie; Algemeen Groningsch Studentenweekblad, 13 December 1924. Mr. J. C. Kielstra. Zie Dorpsinrichting. H. N. Kiliaan. Madoereesch-Nederlandsch Woordenboek (Leiden, 1904—1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz. 205 —274. Mr. T. H. der Kinderen. Wetboek van strafregt voor Inlanders in Nederlandsch-Indië gevolgd door een toelichtende memorie (Batavia, 1872). Mr. T. H. der Kinderen. De algemeene verordeningen tot regeling van het regtswezen, in het Gouv. Sumatra's Westkust, toegelicht uit officieele bescheiden, 2 dln (Batavia, 1875). A. Kirchhof f. Die Bewohner der Insel Formosa; Globus, 66 (1894). A. Kirchhof f. Die Insel Formosa; Petermann's Mitteilungen, 41 (1895). Kitab menerangkan perda-awalan ija itoe daa'wa dan djawab (Batavia, 1861). Kitab oendang-oendang mendirikan imam dan chatib (Batavia, 1861). — Zie Van Ronkel in Adatrechtbundel XX, blz. 313 e.v. Kitab tjoerai paparan adat limbago Alam Menangkabau (1920). Kitab Toehpah. Javaansch-Mohammedaansch wetboek door T. Roorda, 3e uitgave (Leiden, 1895). Mr. H. M. Kits van Heyningen. Het straf- en wraakrecht in den Indischen Archipel (Leiden, 1916). Mr. Ph. Kleintjes. M. de Muinck. Onteigening in de Nederlandsche koloniën; Rechtsgeleerd Magazijn, 31 (1912). Dr. Ph. Kleintjes. Le régime des terres aux Indes néerlandaises; Institut Colonial International. Session de La Haye de 1927. Rapports préliminaires. IhV|Ph. Kleintjes. Du partage du pouvoir législatif entre 1'État protecteur et 1'État protégé aux Indes néerlandaises; Institut Colonial International. Session de La Haye de 1927. Rapports préliminaires. Mr. Ph. Kleintjes, zie Regelingen. E. S. de Klerck. De Java-oorlog van 1825—1830. Dl VI (Batavia, 's-Gravenhage, 1909). E. S. de Klerck. De Atjèh-oorlog. Dl I ('s-Gravenhage, 1912). E. A. Klerks. Geographisch en ethnographisch opstel over de landschappen Korintji, Serampas en Soengai Tenang; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 39 (1897). Mr. R. H. Kleyn. Meerderjarigheid van den Inlander en de Staatsbladen van 1819 No. 60 en 1839 No. 22; Recht NederlandschIndië, 66 (1896). Mr. R. H. Kleyn. Meerderjarigheid van den Inlander; Recht Nederlandsch-Indië, 68 (1897). Mr. R. H. Kleyn. Djoewal akad en-gadé; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III Kleine Bijdragen (Met naschrift van Mr. I. A. Nederburgh). Mr. R. H. Kjeyn. Beli-djoewal. (Overeenkomsten van koop en verkoop tusschen inlanders in de Preanger Regentschappen); Recht Nederlandsch-Indië, 75 (1900). H. van der Klift. Het huwelijk bij de bewoners van Mekongga (Kolaka) op Z.-O. Celebes; Orgaan Nederlandsche Zèndingsvereeniging, 60 (1920). H. van der Klift. Het monahoe ndao; Mededeelingen Zendingswetenschap, 66 (1922). A. K. H. Klokke, zie Resumé Banka. C. Boden Kloss. Some ethnological notes; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 50 (1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 246—247. J. M. Kluppell. De Solor-eilanden; tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 20 (1873). S. C. Knappert. Beschrijving van de onderaf deeling Koetei; Bijdragen Koninklijk Instituut, 58 (1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. Knebel. Voordeden van het desa-hoofd en de leden van het desa- bestuur in de residentie Tegal; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 38 (1895). J. Knebel. Varia Javanica; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 44 (1901). F. W. Knocker. The aborigines of Sungei Ujong; Journal Anthropological Institute, 37 (1907). — Uittreksel in Adatrechtbundel XXVI. F. W. Knocker. Notes on the wild tribes of the Ulu Plus, Perak; Journal Anthropological Institute 39 (1909). — Uittreksel in Adatrechtbundel XXVI, blz. 140. W. Ködding. Die Batakker auf Sumatra; Globus, 53 (1888). Koesoemah Atmadja. De Mohammedaansche vrome stichtingen in Indië ('s-Gravenhage, 1922). R. M. A. A. Koesomooetoyo. De Javaansche dessa (prae-advies voor Boedi-Oetomo); De Bestuursgids, 20 April 1926. Koetara Agama (Wetboek). In het Hoog-Balisch en Maleisch vertaald (Batavia, 1918). J. Kögel. Schutzmittel gegen Diebstahle auf einigen molukkischen Insein; Ausland, 1861. Dr. J. H. F. Kohlbrugge. Naamgeving in Insulinde; Bijdragen Koninklijk Instituut, 52 (1901). Dr. J. H. F. Kohlbrugge. Die Tenggeresen, ein alter Javanischer Volksstamm; Bijdragen Koninklijk Instituut, 53 (1901). Dr. J. H. F. Kohlbrugge. Psychologische koloniale politiek; Orgaan Moederland en Koloniën, 1907—1908. Dr. J. H. F. Kohlbrugge. Primitieve denkwijze; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1920. H. J. Kohier. Habinsaran (Zutphen, 1926). Dr. J. Kohier. Indisches Obligationen- und Pfandrecht; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 3 (1882). Dr. J. Kohier. Indisches Ehe- und Familierecht; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 3 (1882). Dr. J. Kohier. Studiën über die Ordalien der Naturvölker; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 5 (1884). Dr. J. Kohier. Zur Geschichte der islamitischen Rechtssysteme; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 5 (1884). Dr. J. Kohier. Studiën über Frauengemeinschaft, Frauenraub und Frauenkauf; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 5 (1884). Dr. J. Kohier. Zum Studium des islamitischen Recht; Rechtsgeleerd Magazijn, 5 (1886). Dr. J. Kohier. Islamitisches Obligationen- und Pfandrecht; Zeitschrift für vergleichende Rechtswissënschaft, 6 (1886). Dr. J. Kohier. Aus dem chinesischen Civilredit; Zeitschrift «für vergleichende Rechtswissënschaft, 6 (1886). Dr. J. Kohier. Die Ehe mit und ohne Mundiutti; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft. 6 (1886). Dr. J. Kohier. Rechtsverhaltnisse aus dem ostindischen Archipel und den westlichen Karolinen; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 6 (1886). Dr. J. Kohier. Pfandrecht auf den Philippinen; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 6 (1886). Dr. J. Kohier. Zur ethnologischen Jurisprudenz. Recensionsabhandlungen. [Besprechung von A. Bastian's „Allgemeine Grundzüge der Ethnologie" und 7 Studiën von G. A. Wilken] ; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 6 (1886). Dr. J. Kohier. Das Chinesische Strafrecht (Würzburg, 1886). Dr. J. Kohier. Das Handels- und Seerecht von Celebes; Goldschmidts Zeitschrift Gesammte Handelsrecht, 32 (1886). — Zie Indisch Weekblad van het Regt, No. 1272 (1887). Dr. J. Kohier. Ueber das Recht der Papuas auf Neu-Guinea; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 7 (1887). Dr. J. Kohier. Ehe und Ehescheidung bei den Buginesen und Makassaren; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 8 (1888), blz. 87. Dr. J. Kohier. Geldgeschafte und Pfandlingschaft der Buginesen in Kutei; Zeitschrift für das Gesammte Handelsrecht, 35 (1889). Dr. J. Kohier. Die Wirklichkeit und Unwirklichkeit des islamitischen Rechts; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 8 (1889). Dr. J. Kohier. Rechtsvergleichende Studiën über islamitisches Recht, das Recht der Berbern, das chinesische Recht und das Recht auf Ceylon (Berlin, 1889). Dr. J. Kohier. Altindisches Prozessrecht (Stuttgart, 1891). Dr. J. Kohier. Ueber das Mutterrecht und Vaterrecht bei Malaiischen Stammen (Sumatra); Ausland, 1893. Dr. J. Kohier. Neue Beitrage zum Islamrecht; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 12 (1897). Dr. J. Kohier. Das Recht der Papuas; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 14 (1900). Dr. J. Kohier. Aus dem malayischen Recht; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 17 (1905). Dr. J. Kohier. Zum Islamrecht; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 17 (1905). Dr. J. Kohier. Zum Rechte der Timoresen; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 17 (1905). Dr. J. Kohier. Zum Rechte der Papuas; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 19 (1906). Dr. J. Kohier (Moote). Das chinesische Strafgesetzbuch; Zeitschrift Vergleicnende Rechtswissënschaft, 18 (-1905), 20 (1907). Dr. J. Kohier. Ueber das Recht der Urstamme von Malakka; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 21 (1908). Dr. J. Kohier .Das Recht der Dajaks in Borneo; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 22 (1909). Dr. J. Kohier. Ueber das Recht der Minangkabau auf-Sumatra; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 23 (1910). Dr. J. Kohier. Zum Totemismus der Papuas und der Melanesier; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 23 (1910). Dr. J. Kohier. Ueber die Rechte melanesischer Stamme auf Neu- guinea; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft,. 25 (1911). Dr. J. Kohier. Das Adatrecht auf Java; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 27 (1912). Dr. J. Kohier und L. Wenger. Allgemeine Rechtsgeschichte. Erste Halfte. Orientalisches Recht [und Recht der Griechen und Römer.] (Leipzig—Berlin, 1914). Dr. J. Kohier. Ueber die malaiischen Adats; Zeitschrift für vergleichende Rechtswissënschaft, 36 (1919). H. J. Kohier. Grondrechten in Habinsaran (1913); Adatrechtbundel XI, blz. 37—44. H. J. Kohier. Enkele opmerkingen in verband met de reorganisatie van het Inlandsch Bestuur in de Bataklanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 48 (1915). H. J. Kohier, zie Brief. J. C. Kohier. Verslag eener reis in de Lampongsche districten; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 3 (1855), 5 (1856). J. E. H. Kohier. Bijdrage tot de kennis der geschiedenis van de Lampongs; Tijdschrift Nederlandsch-Indiê, 1874, II. Ong Liang Kok. Verbetering van gegevens voor Chineezenrecht, vooral op Java (1925); Adatrechtbundel XXV, blz. 435—440. H. van Kol. Dans quelle mesure et dans quelles conditions y a-t-il Hen de maintenir les organismes administratifs indigènes?; Rapports et procès-verbaux des séances du Congrès international de sociologie coloniale, tenu a Paris du 6 au 11 aoüt 1900. — Vertaling in Nieuwe Tijd, 1900. H. van Kol. De reorganisatie der Vorstenlanden; Locomotief van 12 Augustus 1911 t/m 29 Augustus-1911. D. H. Kolf f. Reize door den weinig bekenden zuidelijken' Molukschen Archipel enz. (1825—1826). (Amsterdam, 1828). G. H. van de Kolff. Bevolkingsrietcultuur in Nederlandsch-Indië (Nijmegen, z.j.). J. van de Kolk. Over het koppensnellen op Nieuw-Guinea; Annalen Missiehuis Tilburg, 30 (1912). J. van de Kolk. Bij de oermenscheo van Ned. Zuid-Nieuw-Guinea (Sittard—Tilburg, 1919). Jos. van der Kolk Gegevens over Kei en Tanimbar (1923); Adatrechtbundel XXIV, blz. 472—485. J. van de Kolk. Hoe de heidensche Keiees zijn God laat oordeelen; Het Missiewerk, 5 (1923—1924). J. van der Kolk. Leeftijdsklassen op de Tanimbar-eilanden; Bijdragen Koninklijk Instituut, 80 (1924). J. van der Kolk. Marindineesche verwantschapsbetrekkingen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 82 (1926). J. van der Kolk en P. Vertenten. Marindineesch woordenboek, dl I, Nederlandsch-Marindineesch (Weltevreden, 1922). M. H. J. Kollman. Bagelèn onder het bestuur van Soerakarta en Djokjokarta; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 14 (1864). W. Koner. Der Suluh-Archipel; Zeitschrift Gesellschaft Erdkunde, Berlin, 2 (1867). D. A. P. Koning. Eenige gegevens omtrent land en volk der NoordOostkust van Ned. Nieuw-Guinfea, genaamd Papoea Telandjang; Bijdragen Koninklijk Instituut, 7e volgreeks, 1 (1903). M. de Koning. De adat der Tanimbareezen; De Zendingsbode, 1 (1926—1927). M. de Koning. Hoe maakt men op Tanimbar een huwelijkszaak aanhangig?; De Zendingsbode, 2 (1927—1928). P. J. Kooreman. De feitelijke toestand in het gouvernementsgebied van Celebes en Onderhoorigheden; Indische Gids, 1883, I en II. P. J. Kooreman. Aanteekeningen.... betreffende de afdeeling Painan, in het bijzonder betreffende de onderafdeeling Indrapoera (1892); Adatrechtbundel XI, blz. 130—149. P. J. Kooreman. Aanteekeningen betreffende de Korintjische adat; Bijdragen Koninklijk Instituut, 42 (1893). P. J. Kooreman. De gouvernementskoffiecultuur ter Sumatra's Westkust, het Maleische belastingstelsel en de adat; Indische Gids, 1900, I. P. J. Kooreman. Delische toestanden; Verhandelingen Indisch Genootschap, 8 Januari 1901. P. J. Kooreman. Gedacbtenwisseling over het ontwerp der Indische Begrooting voor 1902 in de Openbare Algemeene Vergaderingen van 17 en 31 October 1901; Orgaan Moederland en Koloniën, 190i__i903, blz. 15—18 [Sumatra's Westkust]. P. J. Kooreman. De adat en haar beteekenis voor het bestuur in Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap, 3 December 1901. P. J. Kooreman. Rechtspraak in burgerlijke zaken van de Maleiers ter Sumatra's Westkust, voorheen en thans; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1902. P. J. Kooreman. Het recht van de inlandsche bevolking der buitenbezittingen om boschproducten in te zamelen; Indische Gids, 1914, I. M. P. Koorevaar. Een vastere vorm van grondbezit voor de Inlanders op Java, zonder conversie in erfelijk individueel bezit; Indische Gids, 13 (1891), II. R. J. Koppenol. Mededeeling over eenige gebruiken als overblijfselen van aloude instellingen thans nog in zwang in de binnenlanden van Banka (1913); Adatrechtbundel X, blz. 263—266. Koppensnellen (1911) [Borneo]; Adatrechtbundel VII, blz. 106. Korintjische adat vergeleken met de Menangkabausche; Notulen Bataviaasch Genootschap, 30 (1893), 31 (1894). Korintjische adatgebruiken (1920); Adatrechtbundel XX, blz. 225. Ontleend aan Bat. Nieuwsblad van 16 Januari 1920. V. E. Korn. Adatrechtelijke verwarring; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 49 (1915). V. E. Kom. [Gegevens uit Parë-Parëen Soppëng] (1915); Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XII, blz. 249—253. V. E. Korn. Het nieuwe Inlandsche bestuursstelsel in de Buitenbezittingen; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 50 (1916). V. E. Kom. Iets over het benoemen van Inlandsche functionnarissen als verbindingsschakel tusschen Europeesch bestuur en adathoofden (met naschrift der Redactie); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 50 (1916). V. E. Korn. Het damarbedrijf in het sultanaat van Batjan; Tijdr schrift Binn. Best., 51 (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 8—9. V. E. Korn. De belasting op de bedrijfs- en andere inkomsten in verband met de heffing der landelijke inkomsten op Bali en Lombok; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 53 (1917). V. E. Kom. Lepra en kastenverschil op Bali; Indische Gids, 1922, I. V. E. Kom. De beteekenis der adoptie in de Balische samenleving; Indische Gids, 1922, I. V. E. Kom. Balische overeenkomsten. (Den Haag, 1922). V. E. Kom. Hoe er nieuw licht werd geworpen op het Balische soebakwezen; Koloniaal Tijdschrift, 12 (1923). Dr. V. E. Korn. Het adatrecht van Bali. (Leiden, 1924). Dr. V. E. Kom. Balische decentralisatie; Koloniale Studiën, 10 (1926) , I. Dr. V. E. Kom. Balische bevloeiingstunneJs; Koloniale Studiën, 11 (1927) , I. J. Kraanen. De vrouw in de Keieesche maatschappij; Onze .Missiën, 5 (Mtël—1922). Dr. H. Kraemer. Mededeelingen over den Islam op Ambon en Haroekoe; Djawa, 7 (1927), No. 2. Dr. A. Kramer. West-Indonesien. Sumatra—Java—Borneo. (Stuttgart 1927). J. W. H. Kramer. Een en ander over de Minangkabausche adat en Minangkabausche hoofden; Jaarverslag Topografischen Dienst Nederlandsch-Indië over 1924, dl. 20 (1925). Dr. G. Krause. Bali (Hagen i. W., 1920, 2 dln). H. Krayer. [Ceram]; Nieuwe Rotterdamsche Courant 22 Maart 1905 eerste blad, A. — Uittreksels in Adatrechtbundel X, blz. 285 —286. J. Kreemer. Aanteekeningen omtrent het Minangkabau-Maleische familiebezit; Indische Gids, 1909, I. J. Kreemer. De Loeboe's in Mandailing; Bijdragen Koninklijk Instituut, 66 (1912). J. Kreemer. Mededeeling over het Alasland (1917); Adatrechtbundel XVIII, blz. 202—204. J. Kreemer. De rijstcultuur in het gewest Atjeh en Onderhoorig- heden; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1918. Jj'ïtreemer. Een en ander aangaande den Atjèhschen volksgeest; Lezingen eerste Koloniale Vacantieciirsus voor Geografen te Amsterdam, 27—29 December 1920. J. Kreemer. De inkomsten van het landschapsbestuur in het gewest Atjeh en Onderhoorigheden; Indische Gids, 1920, I. J. J. Kreemer. Atjèh. (Leiden, 1922—1923, 2 dln). J. Kreemer. De bewoners van de Gajo- en Alaslanden [in De Volkert van Nederlandsch-Indië, dl I, Amsterdam, 1920]. D. J. C. Kriebel. Grond- en waterrechten in de onderafdeeling Saleier (Celebes); Koloniaal Tijdschrift, 1919. D. J. C. Kriebel. Het eiland Bonerate; Bijdragen Koninklijk Instituut, 76 (1920). Dr. M. Krieger. Neu-Guinea. (Berlin, 1899). E. Kriele. Das Evangelium bei den Dajak auf Borneo. (Barmen, 1915). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. A. L. Kroeber. Peoples,of the Philippines. (New-York, 1919). Th. A. L. Kroesen. Het inlandsch bestuur ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1873, II. Th. A. L. Kroesen. Het grondbezit ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1874, II. J. A. Kroesen. Een reis door de landschappen Tandjoeng Kassau, Siantar en Tanah Djawa, res. Oostkust van Sumatra; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 39 (1897). J. A. Kroesen. Nota omtrent de Bataklanden (speciaal Simeloengoen); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 41 (1899). J. A. Kroesen. Rapport betreffende de aanvaarding van de onderwerping aan het Nederlandsch oppergezag van het landschap Tanah Djawa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 41 (1899). R. C. Kroesen! De Anambas-, Natoena- en Tambilan-eüanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 21 (1875). R. H. Kroesen, zie Mededeelingen. W. E. Kroesen en F. H. van Vlissingen. Cultuur- en industrieondernemingen op Borneo (Amsterdam 1858). — Uittreksel in Adatrechtbundel XIII. Dr. N. J. Krom. Hindoerecht in Indonesië door Mr. T. C. Lekkerkerker; Indische Mercuur, 24 Mei 1918. Dr. N. J. Krom. De samenstelling van de Pararaten; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 60 (1921). Dr. N. J. Krom. Hindoe-Javaansche geschiedenis. Cs-Gravenhage, 1926). Dr. N. J. Krom. Zie Dr. H. Kern. R. Kromo Adi Redjo. Iets naar aanleiding van de primbon; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898) Band III, kleine Bijdragen. R. A. A. Kromodjoio Adi Negoro. Oud-Javaansche oorkonden op steen uit de afdeeling Modjokerto. (Modjokerto, 1921, 3 dln). W. J. Kroon. Beitrag zur Kenntnis der Orang Sekka (Sakai) oder Orang Laut, sowie der Orang Lom oder Mapor, zwder nicht-muhamedanischer Volksstamme auf der Insel Banka. Nach dem holland. Ms. d. Kontrolleurs Kroon übers. von B. Hagen; Abhandlungen Anthropologie, Ethnologie, Urgeschichte, FeStschrift, 1908. W. J. Kroon. Een bijdrage tot de kennis van Sumatra's Westkust inzonderheid van de Minangkabausche inzettingen; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 36 (1909). W. J. Kroon. De rechtstoestand van de geoccupeerde gronden in het gouvernement Sumatra's Westkust: Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 41 (1911). W. J. Kroon. De heerschende begrippen van het landbezit bij het Minangkabausche volk en onze agrarische wetgeving; Java-Bode, April 1911. W. J. Kroon. Een en ander omtrent adat. Weekblad voor Indië, 9 (1912—1913). W. J. Kroon. De invoering van belastingen op Sumatra's Westkust; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 51 (1916), 52 (1917). W. J. Kroon. De rechtstoestand op de woeste gronden op Sumatra's, Westkust; Koloniale Studiën, 5 (1921), dl II. J. Krueger—Kelmar. Beitrage zur vergleichenden Ethnologie und Anthropologie der Neuhollander, Polynesiër und Melanesier. (Göttingen, 1905). H. J. Krugers. Peureula. Bestuur en landschapskas; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, afl. 3 (1914). C. A. Kruseman. Enkele dagen onder de Badoewi's; Indische Gids, 1889, I. J. J. G. Kruseman. Eenige opmerkingen omtrent den Eeredienst, het Inlandsch onderwijs en hetTnlandsch bestuur op de Oelias- sers; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), II. J. W. G. Kruseman. Beschouwingen over het Ontwerp-Wetboek van Strafrecht voor Inlanders in Ned.-Indië (Haarlem, 1902). Mr. J. W. G. Kruseman. Het ontwerp-wetboek van strafrecht voor de Inlanders in Nederlandsch-Indië; Tijdschrift voor Strafrecht, 15 (1903). Mr. J. W. G. Kruseman. Balineesche eed; Recht NederlandschIndië, 86 (1906). A. Kruyt. Verslag aangaande den werkkring Madjawarna over het jaar 1902; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 47 (1903). A. Kruyt. De plaats, die de Javaansche vrouw inneemt in de samenleving en in de Christengemeente; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 52 (1908). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Een en ander aangaande het geestelijk en maatschappelijk leven van den Poso-Alfoer; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 40 (1896), 41 (1897). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Van Palopo naar Posso; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 42 (1898). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De adoptie in verband met het matriarchaat bij de Toradja's van Midden-Celebes; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 41 (1899). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Het koppensnellen der Toradja's van MiddenCelebes en zijne bèteekenis; Verslagen en Mededeelingen Koninklijke. Akademie van Wetenschappen, afdeeling Letterkunde, 4e reeks, deel 3 (1899). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Eenige ethnografische aanteekeningen omtrent de Toboengkoe en de Tomori; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 44 (1900). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Het rijk Mori; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 17 (1900). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Beobachtungen am Leben und Tod, Ehe und Familie in Zentral-Celebes; Zeitschrift für Sozialwissenschaft, 6 (1903). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Gegevens voor het bevolkingsvraagstuk van een gedeelte van Midden-Celebes; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 20 (1903), I. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De eed in Midden-Celebes. Album-Kern, Leiden 1903. — Eenigszins verkorte overdruk in Indische Gids, 1903, II. [Dr.] Alb. C. Kruyt. Wat de slavernij der Toradja's voor de zending beteekent; Haagsche Zendingsbode, 7 (1904). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De inlandsche staat en de zending; Verhandelingen Indisch Genootschap, 23 October 1906. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De inlander en de zending (Amsterdam, 1907). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Rechtsbegrippen bij de Toradja's van Midden— Celebes; Nederlandsche Zendingsbode, 1907. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De berglandschappen Napoe en Besoa m Midden-Celebes; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 25 (1908), II. [Dr.] Alb. C. Kruyt. Het landschap Bada in Midden-Celebes; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 26 (1909), L [Dr] A C. Kruyt. Papa I Woente; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 54 (1910). — Uittreksels in Adatrechtbundel IX, blz. 171—172. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De slavernij in Posso (Midden-Celebes); Onze Eeuw, 1911. Dr. Alb. C. Kruyt. Ta Lasa. Een tegenhanger van Papa I Woente (Den Haag, z. j.). . Dr. Alb. C. Kruyt. Indonesians; Hastings' Encyclopaedia of Rehgion and Ethics, vol. 7 (1914). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Measa, een bijdrage tot het dynamisme der Bare'e-sprekende Toradja's en enkele omwonende volken; Bijdragen Koninklijk Instituut, 74 (1918), 75 (1919), 76 (1920). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De To Seko in Midden-Celebes; Bijdragen Koninklijk Instituut, 76 (1920). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De To Rongkong in Midden-Celebes; Bijdragen Koninklijk Instituut, 76 (1920). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De Roteneezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 60 (1921). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Verslag van een reis over het eiland Soemba; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 38 (1921), 39 (1922). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Een en ander over de To Laki van Mekrongga (Zuid-Oost-Celebes); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 61 (1922) . [Dr.] Alb. C. Kruyt. De Soembaneezen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 78 (1922). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De Mentawaiers; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De Toradja's van de Sa'dan-, Masoepoe- en Mamasarivieren; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 63 (1923) . [Dr.] Alb. C. Kruyt. Koopen in Midden-Celebes; Mededeelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afdeeling Letterkunde, 56, serie B, No. 5 (1923). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De Timoreejtea; Bijdragen Koninklijk Instituut, 79 (1923), 80 (1924). Dr. Alb. C. Kruyt. De slaaf in de Evangeheprediking in Posso (Midden Celebes); Stemmen voor Waarheid en Vrede, 61 (1924). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De rechtspraak der Possoërs onder het Indisch Gouvernement; Koloniale Studiën, 8 (1924), I. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De beteekenis van den natten rijstbouw voor de Possoërs; Koloniale Studiën, 8 (1924), dl II. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De hoofden in Midden-Celebes onder het Nederlandsch-Indisch Gouvernement; Koloniaal Tijdschrift, 13 (1924) . [Dr.] Alb. C. Kruyt. Het huwelijksrecht in Posso en zijn ontwikkeling; Koloniaal Tijdschrift 13 (1924). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Het stelen in Midden-Celebes; Vragen van den Dag, 39 (1924). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Een bezoek aan de Mentawei-eilanden; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 41 (1924). Dr. Alb. C. Kruyt. Van heiden tot christen. V. Het zondebesef bij de Toradja's; Mededeelingen Tijdschrift Zendingswetenschap, 69 (1925). Dr. Alb. C. Kruyt. Pakawa, een landstreek in de Onderafdeeling Paloe (Midden-Celebes); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap. 1926. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De zending en het indonesische huwelijk; Opwekker, 1926. — Overgenomen uit Christendom en Cultuur. [Dr.] Alb C. Kruyt, zie Adriani. [Dr.] Alb. C. Kruyt en J. Kruyt. Een reis door het Westelijk deel van Midden-Celebes; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 64 (1920). Dr. Alb. C. Kruyt en J. Kruyt. Verslag van een reis naar Kolaka (Z.-0. Celebes); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1921. Dr. Alb. C. Kruyt en J. Kruyt. Verslag van een reis naar het land- schap Napoe in de onderaf deeling Posso (Celebes); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1921. [Dr.] Alb. C. Kruyt en J. Kruyt. Een reis onder de Toradja's van Sa'dan en Mamasa (Celebes); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 39 (1921). J. Kruyt. De Moriërs van Tinompo (Oostelijk Midden-Celebes); Bijdragen Koninklijk Instituut, 80 (1924). J. A. Kruyt. Atjeh en de Atjehers (Leiden, 1877). H. Kühn. Mein Auf enthalt in Neu-Guinea; Festschrif t zur Jubelf eier des 25 jahrigen Bestehens des Vereins für Erdkunde zu Dresden, 1888. E. L. M. Kühr. Schetsen uit Borneo's Westerafdeeling; Bijdragen Koninklijk Instituut, 46 (1896) en 47 (1897). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. J. Kuiper. Kaarteeringen ter registratie van het Inlandsch grondbezit; Indische Gids, 1925, II [met slotwoord van J. van Roon]. W. Kükenthal. Im Malayischen Archipel. (Frankfurt a/M. 1896). — Uittreksel in Adatrechtbundel XIII. C. L. Executie van poesaka-goederen voor belastingschuld ter Su¬ matra's Westkust; Java-Bode, 5 Juli 1905. M. L. Pantang Larang of Negri Sembilan; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 23 (1891). N. D. L. Een tocht door het rijk Mempawa; Tijdschrift Nederlandsch Indië. 1855, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. v. L. Een beschouwing over de schaking bij de Boegineezen; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 38 (1910). D. R. Labih. De hoofdindeeling van de Minangkabausche adat (vóór 1892); Adatrechtbundel VII, blz. 4—6. A. Labussière. Rapport sur les Chams et les Malais de l'arrondissement de Chaudoc; Excursions et Reconnaissances, 6 (1880). F. A. C. Laceulle. De zgn. communale bouwvelden in Midden-Java; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916). Terrien 4e Lacouperie. Formosa, Notes on Mss., Races and Languages; Journal Royal Asiatic Society, 19 (1887). Lajang pranata, Madjawarna (Weltevreden, 1906). H. Lake. Johore; Geographical Journal, 3 (1894). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 98. H. W. Lake and H. J. Kelsall. The Camphor tree and Camphor language of Johore; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 26 (1894). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 241—242. P. J. Lambooy. Sporen van oudere bevolking op Soemba; De Macedoniër, 31 (1927). J. C. Lamster. Een inlandsch kadaster; Javabode, 5 November 1923. J. C. Lamster. Kaarteeringen ter registratie van het Inlandsch grondbezit; Indische Gids, 47 (1925), I. J. C. Lamster. Beschavingsgebieden op Nieuw-Guinee; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1925. La'ndbe»!) «(Onderzoek naar het) op Java (1863) [Wefekjava] • Adatrechtbundel XXII, blz. 24. Landbouwkrediet en adatrecht (1906) [Middel-Java]; Adatrecht- Jnmdel XVIII, blz. 71—74. — Zie ook Jonquière. A. H. Savage Landor. The gems of the East (New York, London, 1904). Landschappen (De zelf besturende) Tahoelandang, Siaoe, Taboekan, Kandhar-Taroena en Manganitoe (afdeeling Sangi- en Talaudeilanden, residentie Menado); Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, II (1912). Landschappen (De zelfbesturende) van de residentie Menado, gelegen op den vasten wal van Celebes; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, II (1912). Landschap (Het) Amarassi op Timor; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 7 (1894). Landschap (Het) Donggala of Banawa; Bijdragen Koninklijk Instituut, 58 (1905). Landschappen (Twee) op Timor (1 Amarassi; 2 Zuid-Beloe door J. K. Bruynis); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1919. Landsverordeningen van Bali (1896—1910); Adatrqctftbundel XV, blz. 88—96. — Zie ook Liefrinck. Landsverordeningen van Lombok. — Zie Liefrinck. G. Landtman. The magie of the Kiwai Papuans in warfare; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 46 (1916). F. de Lange. Hoe men trouwt in Melaka (Zuid-Timor); Katholieke Missiën, 49 (1923—1924). H. G. Langen. Die Keij oder Kü-Inseln des O.-I. Archipelago (Wien, 1902). K. F. H. van Langen. Bijdrage tot de kennis der Gajoe-landen; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap 5 (1881). K. F. H. van Langen. Reis naar Poeloe Si Maloer in 1881; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882). K. F. H. van Langen. Het eiland Si Maloer; Tijdschrift Indisch Aardrijkskundig Genootschap, I, afl. 3 (z. j.). K. F. H. vari Langen. De inrichting van het Atjehsohe staatsbestuur onder het sultanaat; Bijdragen Koninklijk Instituut, 37 (1888) K. F. H. van Langen. Atjeh's Westkust; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1888 en 1889. K. F. H. van Langen. Woordenboek der Atjehsche taal ('s-Gravenhage, 1889). Lartgenhoff. Borneo ; Congrès international des Orientalistes, Paris, 1873. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. M. M. Langevoort.-r'Een en ander over mijn arbeidsveld; Nederlandsch Zendingstijdschrift, 2 (1890). G. S. S. J. Ratu Langie. — Zie Gegevens. J. J. Lans. — Zie Nota Indragiri. 8 W. J. Larive. Reis naar de bovenstreken van Kota-Pinang; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 18 (1868—1872). Dr. R. Lasch. Der Eid (Stuttgart, 1908). H. Lasschuit. De Bewoners der Noordelijke Molukken [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl II, Amsterdam, 1921]. J. T. Last. Notes on Western Madagascar and the Antinosi country; Geographical Journal, 1895, II. J. T. Last. Salutations and other customs among the Malagasy; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 23 (1899). S. M. Latif. De Menangkabauer en zijn grond; Indisch Vrijzinnig Weekblad, 21 Juli 1927. G. Lauts. Het eiland Balie en de Balienezen (Amsterdam, 1848). Lavenir. De Vorstenlanden (Samarang, 1869). C. Le Barbier. Notes sur le pays des Bara-Imamono; Bulletin de l'Académie Malgache, nouvelle série, 3 (1916—1917). G. Le Bon. De 1'influence de 1'éducation et des institutions européennes sur les population* indigènes des colonies; Congrès Colonial International de Paris, 1889. G. J. H. J. B. Le Gentil de la Galaisière. Voyage dans les mers de 1'Inde. 5 dln. (Suisse, 1781). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. M.—A. Leblond. L'ame malgache: la familie, les fêtes et les moeurs; Revue des deux Mondes, 15 Mars 1907. M. A. Leblond. La grande ile de Madagascar (Paris, 1907). M. Leclerc. Les peuplades de Madagascar; Revue d'Ethnographie, 1886 en 1887. H. W. C. Leech. About Kmta; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 4 (1879). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 229. C. J. Leendertz. Godsoordeelen en eeden; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1888. C. J. Leendertz. Bali en de Balineezen. Een en ander over land en volk. (Leiden, 1895). Legende van de afkomst der Sumatranen en van hunne instellingen; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1859, I. F. W. Leggatt. Life among the Dyaks; Mission Field, 1901. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. C. Lekkerkerker. Land en Volk van Sumatra (Leiden, 1916). C. Lekkerkerker. Padanda's op Bali; Indië, 1 (1917—1918). C. Lekkerkerker. De Baliërs van Batavia; Indische Gids, 40 (1918), I. C. Lekkerkerker. Oud-Hindoeisme en jong nationalisme; De Gids, 1918, III. C. Lekkerkerker. Bali en Lombok. Overzicht der Literatuur omtrent deze eilanden tot einde 1919. (Rijswijk, 1920). C. Lekkerkerker. Over het stamwezen in Oost-Indië; Indië, 4 (1920— 1921). C. Lekkerkerker. De Baliërs [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl II, Amsterdam, 1921]. C. Lekkerkerker. De tegenwoordige economische toestand van het gewest Bali en Lombok; Kolonaal Tijdschrift, 12 (1923). C. Lekkerkerker. De kastenmaatschappij in Britsch-Indië èn op Bali; Mensch en Maatschappij, 2 (1926). Mr. T. C. Lekkerkerker. Hindoe-recht in Indonesië'{(Amsterdam, 1918). Mr. T. C. Lekkerkerker. Grondenrecht in Salatiga (± 1924) [Middel-Java] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 67. C. Lepreux. Les impóts indigènes et le budget de Madagascar; Revue de Madagascar, 4 (1902), I. A. Lett. 'Im Dienst des Kvangeliums auf der Westküste von Nias. (Barmen, 1901). A. Lett. Die Mentawei-Inseln; Berichte der Rheinischen Missions Gesellschaft, 1901. J. H. Letteboer. Een bezoek op Dammer I^Zuidwestereilanden); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 51 (1907). P. A. Leupe. Wetboek voor zeevarenden van het koninkrijk Makassar en Boegie; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1849, I. P. A. Leupe. Verschillende eedsformulieren (Maleische en Portugeesche Christenen, Baliërs en Alfoeren); Bijdragen Koninklijk Instituut, 26 (1878). I j G. Lévy. Les Malgaches devant la justice; Conférences publiques sur Madagascar, 1913—1914. H. R. Lewis. [Engelsche opteekening van adatrecht ter hoofdplaats Benkoelen (± 1807);] Adatrechtbundel VI, blz. 281— 321. H. R. Lewis. A code of laws as established by the Pangeran's court at Fort Marlborough, 1817. (Oendang-oendang adat lembaga melajoe, jang dipakaj olih radja dan panghoeloe dalam negri Bangkahoeloe.) (London, 1821). — Vertaald in Regt Nederlandsch-Indië, I (1849). Dr. J. Leyden. Sketch of Borneo; Asiatic Journal, 2 (1816), 3 (1817). — Herdrukt in Moor, Notices on the Indian Archipelago. (Singapore, 1837). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Dr. J. Leyden. Zie Malay Annals. W. J. Leyds Jzn. Larassen in Minangkabau; Koloniale Studiën, 10 (1926), L F. A. Liefrinck. Geschriften van.... Bali en Lombok (Amsterdam, 1927). F. A. Liefrinck. Nota betreffende den ekonomischen toestand van het rijk Bangli (Bali); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 24 (1877). F. A. Liefrinck. De rijstcultuur op Bali; Indische Gids, 1886, II en 1887, I. — Geschriften van.... (Amsterdam, 1927). F. A. Liefrinck. Bijdrage tot de kennis van het eiland Bali (1889); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 33 (1890). — Geschriften van.... (Amsterdam. 1927). F. A. Liefrinck. Een proef op de som; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 4 (1890), 5 (1891). — Geschriften van (Amsterdam, 1927). F. A. Liefrinck. Slavernij op Lombok; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 42 (1900). — Geschriften van.... (Amsterdam, 1927). F. A. Liefrinck. Een staatsstuk van den vorst van Lombok; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 42 (1900). — Geschriften van.... (Amsterdam, 1927). F. A. Liefrinck. De residentie Bali en Lombok na het jaar 1894; Verhandelingen Indisch Genootschap, 30 December 1902. — Geschriften van .... (Amsterdam, 1927). F. A. Liefrinck. Landrenteregeling in Nederlandsch-Indië; Indische Gids, 1904, I. F. A. Liefrinck. De landsverordeningen der Balische vorsten van Lombok, 2 dln ('s-Gravenhage, 1915). F. A. Liefrinck. Landsverordeningen van Inlandsche vorsten op Bali ('s-Gravenhage, 1917). F. A. Liefrinck. Prof. van Vollenhoven en het adatrecht; Koloniaal Tijdschrift, 7 (1918), II. F. A. Liefrinck. Nog eenige verordeningen en overeenkomsten van Balische vorsten ('s-Gravenhage, 1921). F. A. Liefrinck, zie Antwoorden, Eek (Van), en Resumé Bali. E. R. van Lier en M. Herz. Iets omtrent het grondbezit in de afdeeling Koeto-Ardjo (Bagelen); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 19 (1900)- H. F. van Lier. Aanteekeningen omtrent het rijk Djembrana; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 15 (1866). — Uittreksels in Adatrechtbundel XV, blz. 87. J. de Ligny. Legendarische herkomst der Kamfer Baroes; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 63 (1923). A. Ligtvoet. Aanteekeningen betreffende den economischen toestand en de ethnographie van het rijk van Soembawa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 23 (1876). A. Ligtvoet. Beschrijving en geschiedenis van Boeton; Bijdragen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks, 2 (1878). D. W. C. baron van Lijnden. Bijdragen tot de kennis van Solor, Allor, Roti, Savoe en omliggende eilanden; Natuurkundig Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 2 (1851). D. W. C. baron van Lijnden en J. Groll. Aanteekeningen over de landen van het stroomgebied der Kapoeas; Natuurkundig Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1851. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. M. Lillo de Gracia. Filipinas, Distrito de Lepanto (Manila, 1877). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. W. Linchan. Reinstatement of an Orang Hulur; Journal Malayan Branch Royal Asiatic Society, 4 (1926). A. A. C. Linck. De agrarisch-economische hervormingen in Oost- Cheribon; Koloniaal Tijdschrift, 12 (1923). A. Lind. A chapter of the Chinese penal code (Leiden, 1887). J. van der Linden. Het inlandsch bestuur in het Gouvernement van Sumatra's Westkust; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). M. L. M. van der Linden. De grondverhuring door inlanders aan met-inlanders op Java en Madoera (Rotterdam, 1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel II, blz. 286—292. M. L. M. van der Linden. De adatrechtelijke huwelijksgemeenschap op Java en Madoera; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 41 (1911). M. L. M. van der Linden. Een kadaster voor 't Inlandsche grondrecht; Recht Nederlandsch-Indië, 96 (1911). M. L. M. van der Linden. De adatscontracten en verbintenissen; Recht Nederlandsch-Indië, 98 (1911). M. L. M. van der Linden. Het waterrecht in Nederlandsch-Indië; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 42 (1912). M. L. M. van der Linden. Het erfrecht der Inlanders op Java en Madoera; Indische Gids, 1912, I. M. L. M. van der Linden. De reorganisatie in de Vorstenlanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 42 (1912). M. L. M. van der Linden. Het inlandsch recht; Indische Gids, 1913, II. M. L. M. van der Linden. Een kadaster voor het Inlandsch grondrecht; Indische Gids, 1913, II. M. Lindenborn. De rechtstoestand der inlandsche Christenen; Stemmen des Tijds, 4 (1915). M. Lister. The Negri Sembilan. Their origin and constitution; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 19 (1887). — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz. 258—271. M. Lister. Malay law in Negri Sembilan; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 22 (1890). — Adatrechtbundel XXVI, blz. 312—327. M. Lister. Pantang Larang of Negri Sembilan; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 23 (1891). — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz. 240—241. A. Liston. Blyth. Notes on native customs in the Baniara district (N. E. D.), Papua; Journal Royal Anthropological Institute, 53 (1923). Literatuuroverzicht van Borneo; Adatrechtbundel XIII. Literatuuroverzicht van de Philippijnen; Adatrechtbundel XVI, blz. 501—504; XXI, blz. 412. Literatuuroverzicht van Formosa; Adatrechtbundel XVIII. Literatuuroverzicht van Zuid-Sumatra, door J. W. J. Wellan en O. L. Helfrich. Dl I (tót einde 1915). ('s-Gravenhage, 1923). Mr. P. A. van der Lith. De koloniale wetgever tegenover Europeesche en inlandsche rechtsbegrippen; Gids, 1882, III. Mr. P. A. van der Lith. Les rapports entre les lois des Européens et le droit des indigènes dans les dif f érentes colonies; Exposition internationale coloniale et d'exportation générale, Amsterdam, 1883, Ve section. Congrès internationaux. Rapport sur les congrès par J. Jitta. He partie. Questions colomatós;" L' Mr. P. A. van der Lith. Beschouwingen over verschil van rechtstoestanden in Nederlandsch-Indië (Leiden, 1895). Mr. P. A. van der Lith. Rechtsverhaltnisse in Niederlandisch-Indien; Jahrbuch der internationalen Vereinigung für vergleichende Rechtswissënschaft und Volkswirtschaftslehre zu Berlin, 4 (1898). R. M. Little. Report of a journey from Tuaran to Kiau and ascent of Kinabalu mountain; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 19 (1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. M. de Loarca. Relación de Filipinas. (1582). — Geheel opgenomen bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 5. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Ch. S. Lobingier. The primitive Malay marriage law; American Anthropologist, 12 (1910). Ch. S. Lobingier. The early Malays and their neighbors; Journal North-China Branch Royal Asiatic Society, 50 (1919). [W. Lobscheid]. Formosa (Hongkong, 1866). H. J. Loemanauw. Contracten omtrent gronden in Tondano (1902); Adatrechtbundel III, blz. 169—174. — Vertaling in Adatrechtbundel IX, blz. 12—15. J. R. Logan. The orang Binua of Johore; Journal Indian Archipelago, 1 (1847). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 215—219. J. R. Logan. The orang Sabimba of the extremity of the Malay Peninsula; Journal Indian Archipelago, 1 (1847). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 216—217. J. R. Logan. The orang Biduanda Kallang of the river Pulai in johore; Journal Indian Archipelago, 1 (1847). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 217. J. R. Logan. The superstitions of the Mintira, with some additional remarks on their customs ; Journal Indian Archipelago, 1 (1847). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 217 en blz. 221. J R. Logan. The ethnology of the Johore Archipelago; Journal Indian Archipelago. 1 (1847). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 220. J. R. Logan. The laws of the Indian Archipelago and Eastern Asia; Journal Indian Archipelago, 1 (1847). J. R. Logan. Memoirs of Malays I Che Soliman's Narration; Jour. nal Indian Archipelago, 2 (1848). J. R. Logan. Five days in Naning; Journal Indian Archipelago, 3 (1849). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 221. J. R. Logan. Memorandum on the various tribes inhabiting Penang and province Wellesley; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 7 (1881). J. R. Logan. Plan for a volunteer police in Muda districts, Province Wellesley; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 16 (1885). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 236. J. R. Logan. Journal of an excursion from Singapur to Malacca and Pinang; Journal Royal Geographical Society, dl 16. — Overgenomen in Miscellaneous Papers relating to Indo-China and Indian Archipelago, second series, vol. I (1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 117—118. J. H. A. Logemann. Verbetering van gegevens voor < Soerakarta (1920); Adatrechtbundel XIX, blz. 371—382. Dr. J. H. A. Logemann. De beteekenis der Indonesische getuigen (1923); Adatrechtbundel XXIII, blz. 114—134. J. H. A. Logemann. Zie Ter Haar, Pranaton Pertelon. A. A. van Loosdrecht. Onder de Toradja's van Rante Pao (met aanteekeningen van Dr. H. van der Veen); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 65 (1921). Thos. Lord. Jottings of a journey to the south-east of Madagascar; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 16 (1892). C. L. Loriaux en Dr. C. L. van Doorn. Economische beschrijving van de desa Wiroen (regentschap Koeto-Ardjo) in betrekking tot de credietverhoudingen onder de bewoners; Blaadje Volkscredietwezen, 11 (1923), No. 12, 12 (1924), No. 1. Mr. J. de Louter. De wijziging van het Regeerings-Reglement van Nederlandsch-Indië; Gids, 1907, tl J. Louwerier. Het huwelijk der inlandsche Christenen in de Minahassa; Nederlandsch Zendingstijdschrift, 2 (1890). J. Louwerier. Matakao (een beschermmiddel voor aanplantingen en vischvijvers); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 56 (1912). H. Low. Sarawak (London, 1848). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. Brooke Low. Sea-Dyak, Malay and English vocabulary, bij Ling Roth, dl 2, blz. I—XLVI. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. Brooke Low. A collection of vocabularies, bij Ling Roth, dl 2, blz. XLVII—XCIII. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. Brooke Low. — Zie Ling Roth. J. Low. A dissertation on the soil and agriculture of the British Settlement of Penang or Prince of Wales Island, in the Straits of Malacca etc. (Singapore, 1836). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 144—145. J. Low. The Semang and Sakai tribes of the Malay Peninsula; Journal Indian Archipelago, 4 (1850). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 221—222. E. W. A. Ludeking. Schets van de residentie Amboina; Bijdragen Koninklijk Instituut, 15 (1868). H. L. E. Luering. Vocabulary of the Dusun language; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 30 (1897). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. S. Luinënburg. Iets over de ila-ila bij de Javanen; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 51 (1907). C. Lulofs. Eigen rechtspraak of gouvernementeele rechtsbedeeling ?; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 44 (1913). C. Lulofs. Djeloetoengconcessie's op Borneo; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 44 (1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. C. Lulofs. Het Inlandsch Bestuur en de negerikassen in de Zuideren Oosterafdeeling van Borneo; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 44 (1913). C. Lulofs. Een overwinning voor de adatrechtspraak. En: Nogmaals adatrechtspraak; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 49 (1915). C. Lumholtz. Through Central Borneo. 2 dln (New York, 1920). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 477—489. A. Luytjes. Eenige beschouwingen aangaande de begrippen pantjang-alas, vastrecht, cijns, pachtschat en daarmede samenhangende kwesties in het gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden; met een Bijlage: Beschikkingsrecht over het houtgewas op landbouwconcessies; Tectona, 16 (1923). A. P. Lyons. Hariha or punishment by substitute; Man, 21 (1921). A. P. Lyons. Paternity belief s and customs in Western Papua; Man, 24 (1924). A. P. Lyons. The significance of the parental state among Muruans; Man, 25 (1925). A. P. Lyons. Notes on the Gogodara tribe of Western Papua; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 56 (1926). A. P. M. Landbezit in het district Bantik; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 48 (1915). C. M. Account of some of the customs peculiar to the Dayaks who inhabit the country to the westward of the Banjermassin river (1816); Malayan Miscellanies, No. 9 (1822). G. Maan. Hoe brengen wij onzen Christenen eenig begrip bij van het heilsfeit der verzoening ?; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 56 (1912). A. Maass. Ueber meine Reise nach den Mentawei-Inseln; Verhandlungen Gesellschaft Erdkunde Berlin, 25 (1898). A. Maass. Bei liebenswürdigen Wilden. Ein Beitrag zur Kenntnis der Mentawai-Insulaner (Berlin, 1902). A. Maass. Durch Zentral-Sumatra; Zeitschrift für Ethnologie, 41 (1909). A. Maass. Durch Zentral-Sumatra (Berlin, 1910, Bd I, 2e druk 1917). MacDougall, zie Hose. G. L. Mackay. From far Formosa. 3e druk (Edinburgh, 1900). K. P. Mackay. The food and fady of the Sihanaka; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 15 (1891). Madoereesche akten (1889—1918); Adatrechtbundel XIX, blz. 438 —446. Magersari (1922) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XXII, blz. 285—287. — Zie Visser. E. O. Mc Mahon. The Sakalava and their customs; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 16 (1892). R. E. P. Maier. West-Bali; Jaarverslag Topografischen Dienst in Nederlandsch-Indië over 1918, jg. 14 (1919). L. Th. Maijer. De Javaan, als mensch en als lid van het Javaansche huisgezin (Batavia—Solo, 1894). L. Th. Maijer. Een blik in het Javaansche volksleven, 2 dln (Leiden, 1897). L. Th. M[aijer]. Iets over „pangonans" of weidegronden op Java; Tijdschrift Nijverheid en Landbouw Nederlandsch-Indië, 68 (1904). L. Th. Maijer. Eigenaardige feestkleeding (bij huwelijken in de Lampongs); Het Daghet (Bandoeng), 1 (1905—1906). L. Th. Maijer. Verloving en huwelijk op Bawean; Het Daghet (Bandoeng), 1 (1905—1906). De Mailla. Notes on Formosa, in W. Campbell. Formosa under the Dutch. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Maistre-Jehan. Levend recht; De Taak, 1 (1917—1918), blz. 600; 2 (1918—1919), No. 3. — Zie B. ter Haar Bzn. H. G. Maks. Reis langs de Kahajan; Tijdschrift Bataviaasch Ge¬ nootschap, 6 (1857). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Malay Annals, translated by Dr. J. Leyden (London, 1821). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 149—150. Malayan Miscellanies (Bencoolen, 1821—1822). — Zie Barnes, Burton, Jackson, C. M.. Nias, Patullo, Presgrave, Undangundang. G. A. Malcolm. The government of the Philippine Islands (Rochester N. Y., 1916). Maleische kolonies op Borneo (1779—1916); Adatrechtbundel XIII, blz. 279—326. Maleische streken van Siam (1922) [Het Maleische gebied] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 354. J. Mallat. Les Phihppines, 2 dln (Paris, 1846). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Jb. Mallinckrodt. Rechten op grond en water in de onderafdeeling Beneden-Dajak; Koloniaal Tijdschrift, 11 (1922). Jb. Mallinckrodt. De dorpsofferplaats bij de Dajaks van Kota Waringin; Koloniaal Tijdschrift, 12 (1923). J. Mallinckrodt. Djoeal akat (1924) [Borneo]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 427—429. J. Mallinckrodt. Over den ladangbouw bij de Maleiers van Kota Waringin; Koloniaal Tijdschrift, 13 (1924). J. Mallinckrodt. De adatgemeenschappen in Zuid-Borneo; Koloniale Studiën, 8 (1924), II. J. Mallinckrodt. Ethnografische mededeelingen over de Dajaks in de afdeeling Koealakapoeas (residentie Zuider- en Oosterafdee- ling van Borneo); Bijdragen Koninklijk Instituut, 80 (1924), 81 (1925). J. Mallinckrodt. De hoofdenrechtspraak in de onderafdeeling Boentok; Koloniale Studiën, 9 (1925) dl I. J. Mallinckrodt. Een en ander over de gebruiken aan het Kota Waringinsche hof; Koloniaal Tijdschrift, 14 (1925). J. Mallinckrodt. Het prièsterwezen bij de Dajaks van Kota Waringin ; Indische Gids, 1925, II. J. Mallinckrodt. De Njoeli-beweging onder de Lawangan-Dajaks van de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo; Koloniale Studiën, 9 (1925), II. J. Mallinckrodt. Grond- en waterrechten in de onderafdeeling Boentok; Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926). J. Mallinckrodt. Het huwelijksrecht bij de Dajaks in de onderafdeeling Boentok; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 66 (1926). V. Malzac. Philologie comparée du malgache; Bulletin de l'Académie Malgache, 8 (1910), 9 (1911). P. A. Mandagi. Landbezit in Bantik (1902); Adatrechtbundel III, blz. 164—169. P. A. Mandagi. Over het huwelijk, de verwantschap en het erfrecht bij de Bantiks (1902); Adatrechtbundel IX, blz. 53—83. Mangoenhardjo, zie Gegevens. M. Mangoen di Karia. Dialect Djawa Banten. Dengan pendahoeloean oleh R. Dr. Hoesein Djajadiningrat (Batavia, 1914). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIX, blz. 1—7. G. Mansveld. Namen en galars onder de Maleijers in de Padangsche Bovenlanden; bepaaldelijk in Noordelijk Agam; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 23 (1876). Mapaloes en tuchtrecht (1922) [Minahassa]; Adatrechtbundel XXV, blz. 267—270. Mapalus-vereenigingen (De) in de Minahassa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 13 (1864). Mr. H. Marcella. Algemeene Bepalingen van Wetgeving voor Nederlandsch-Indië. ('s-Gravenhage, 1913). Marchand. Les habitants de la Province de Farafangana II Us et coutumes; Revue de Madagascar, 3 (1901), II. A. Marche. Lucon et Palaouan (Paris. 1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. van der Marei. Schets van den aard en omvang der rechten welke in de residentie Kedoe door de inlandsche bevolking op de gebruiksaandeelen in den gemeentelijken grond worden uitgeoefend en beteekenis, welke aldaar thans nog aan de rechten der inlandsche gemeente op deze gronden kan worden toegekend; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 41 (1911). Mr. Ch. W. Margadant. Moslimsch en inlandsch recht. I. Strafrecht. II. Strafprocedure en bewijsmiddelen; Recht NederlandschIndië, 51 (1888) en 52 (1889). Mr. Ch. W. Margadant. Art. 109 van het Regeerings-Reglement voor Nederlandsch-Indië, 56 (1891). Mr. Ch. W. Margadant. Verkrachting in kinderhuwelijk; Recht Nederlandsch-Indië, 57 (1891). Margadant. Zie Snouck Hurgronje. Marga-kassen in Palembang (1921); Adatrechtbundel XXII, blz. 346—348. W. Markby. An introduction to Hindu and Mahommedan law. (Oxford, 1906). W. Markby. Indian Law; Encyclopaedia Britannica, vol. 14, blz. 434_446. (1910). H. W. van Marle. Beschrijving eener kaloerahan in het Noorden van Tjiandjoer; Bijdragen Koninklijk Instituut, 8 (1862). V. J. van Marle. Beschrijving van het rijk Gowa (Celebes); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 18 (1901), II, 19 (1902), I en II. Maro (Het woord) (1916) [Middel-Java] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 234—235. — Zie ook Nolst Trenité. A. Marre. Code des successions et du mariage en usage a Java (Paris, 1874). A. Marre. Code malais des successions et du mariage. Texte malais - publié, transcrit en caractères latins, traduit et annoté par (Paris, 1889, 3 deeltjes). W. Marsden. The history of Sumatra. (London, 1784, 2d édition). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXI, blz. 401—403. — (Third édition, London, 1811). K. B. Marshall. A vocabulary of Brunei Malay; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 83 (1921). — Met aanvullingen en noten van J. C. Moulton. K. Martin. Reisen in den Molukken, in Ambon, den Uliassern, Seran (Ceram) und Buru (loeiden, 1894). Dr. R. Martin. Die Inlandstamme der malayischen Halbinsel (Jena, 1905). J. Martinez de Zuniga. Historia de las Islas Philipinas. 1803. Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 43. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Martinez de'Zuniga. Estadismo de las islas Filipinas, ed. W. E. Retana, Madrid, 1893. Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 43. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. E. de Martonne. Fianarantsoa et le Betsileo central. Chapitre IV. Ethnographie; Revue de Madagascar, 8 (1906), I. [S. de Mas.] Informe sobre el estado de las islas Filipinas en 1842. (Madrid, 1843). Massaklacht voor den Sultan van Jogjakarta (1873); Adatrechtbundel XXIII, blz. 251—254. H. Massink. Bijdrage tot de kennis van het vroeger en tegenwoordig bestuur; op het eiland Madoera (Arnhem, 1888). E. B. Masthof f. Aanteekeningen omtrent de onderafdeeling Tabalong Kloewa vari de Z. en O. afd. van Borneo; Indische Gids, 1888, X. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Dr. B. F. Matthes. Makassaarsch-Hollandsch Woordenboek ('s-Gravenhage, le druk 1859, 2e druk 1885) met ethnologischen atlas. — Uittreksels in Adatrechtbundel IX, blz. 241—340. Dr. B. F. Matthes. Makassaarsche Chrestomathie (Amsterdam, 1860; 2e uitgave, Amsterdam, 1883). Dr. B. F. Matthes. Boeginesche Chrestomathie (Makassar, 1864; 2e uitgave, Amsterdam, 1872). Dr. B. F. Matthes. Verslag van een uitstapje naar de Ooster-distrikten van Celebes, alsmede van verschillende togten in die afdeeling ondernomen, van 25 September tot 22 December 1864; Jaarboekje Celebes, 1865 (Makassar). Dr. B. F. Matthes. Over de Wadjorezen met hun handels- en scheepswetboek (Makassar, 1869). Dr. B. F. Matthes. Over de Bissoe's of heidensche priesters en priesteressen der Boeginezen; Verhandelingen Koninkl. Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, dl 7 (1872). — Zie Adatrechtbundel XXII, blz. 395—396. Dr. B. F. Matthes. Boegineesch-Hollandsch woordenboek met ethnographischen atlas. ('s-Gravenhage—Amsterdam, 1874). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII, blz. 219—343. Dr. B. F. Matthes. Bijdragen tot de ethnologie van Zuid-Celebes ('s-Gravenhage, 1875). Dr. B. F. Matthes. Einige Eigenthümlichkeiten in den Festen und Gewohnheiten der Makassaren und Buginesen; Actes 6e congrès international des Orientalistes, 4e partie, section V (1883). Dr. B. F. Matthes. Over de ada's of gewoonten der Makassaren en Boegineezen; Verslagen en Mededeelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afdeeling Letterkunde, 3e reeks, 2 (1885). Dr. B. F. Matthes. Oud contract eener vorstin van het Boegineesche rijk Pamana met de Rijksgrooten van dat land [in Etudes archéoiogiques, linguistiques et historiques, dédiées a Mr. le Dr. C. Leemans a 1'occasion du cinquantième anniversaire de sa nomination aux fonctions de Directeur du Musée archéologique des Pays-Bas, Leide, 1885]. W. E. Maxwell. Malay proverbs, part III; Journal ■ Straits Branch Royal Asiatic Society. 3 (1879). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 229—230. W. E. Maxwell. Journey on foot to the Patani frontier in 1876; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 3 (1882). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI. blz. 231—232. W. E. Maxwell. The history of Perak from native sources; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 9 (1882), 14 (1884). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 235—236. W. E. Maxwell. The law and customs of the Malays with reference to the tenure of land; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 13 (1884). W. E. Maxwell. Ganju; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 14 (1884), Notes and Queries. — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz. 235. W. E. Maxwell. Titles and offices of the officers of the state of Perak; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 14 (1884), Notes and Queries. — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz. 234—235. W. E. Maxwell. The Menangkabau code; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 15 (1885), Notes and Queries II. W. E. Maxwell. Malay titles in Ulu Perak; Journal Straits .Branch Royal Asiatic Society, 16 (1885), Notes and Queries. — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz. 237. W. E. Maxwell. Birth ceremonies in Perak; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 16 (1885), Notes and Queries. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 237—238. W. E. Maxwell. Panjat; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 17 (1886), Notes and Queries. — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz. 238—239. W. E. Maxwell. Pulau Langkawi; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 19 (1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 239. W. E. Maxwell. The law relating to slavery among the Malays with extracts from the Perak Code of laws relating to slavery and extracts from Malayan laws of Johore hearing on slavery; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 22 (1890). — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz! 284—312. [N. Mayeur]. Voyage dans le Nord de Madagascar, au cap d'Ambre et a quelques isles du Nord-Ouest (novembre 1774—janvier 1775); Bulletin de l'Académie Malgache, 10 (1912). [N. Mayeur]. Voyage dans le Sud et dans 1'intérieur des terres et particulièrement au pays d'Hancove (janvier 1777); Bulletin de l'Académie Malgache, 12 (1913). I. [N. Mayeur]. Voyage au pays d'Ancove (1785); Bulletin de l'Académie Malgache, 12 (1913), II. J. D. Mayne. Hindu law and usage (Madras, 1922, 9e druk). G. W. Mazee. Over heksenmoord en de berechting daarvan (in Posso); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 41 (1911). Mededeelingen aangaande de Benkoeleesche adat; Recht en Wet, I (1882). Mededeelingen betreffende de Kwantandistricten; Bijdragen Koninklijk Instituut, 63 (1910). Mededeelingen betreffende de landschappen Soreang, Batjoe Kiki, Bodjo, Palanro en Nepo (Malloese Tasie); Bijdragen Koninklijk Instituut, 61 (1908). Mededeelingen betreffende de negriën Soengei Koemit en Talao (Midden-Sumatra): Bijdragen Koninklijk Instituut, 63 (1910). Mededeeling betreffende de Tapoengs, Siak (1914); Adatrechtbundel X, blz. 259. Mededeelingen betreffende de zes Karo-landschappen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 63 (1910). Mededeelingen betreffende [eenige] Atjehsche Onderhoorigheden; Bijdragen Koninklijk Instituut, 55 (1903), 56 (1904), 61 (1908), 63 (1910), 66 (1912), 67 1913), 69 (1914). Mededeelingen betreffende eenige Mandharsche landschappen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 62 .(1909). Mededeelingen betreffende het landschap Panei en het Rajahgebied (van R. H. Kroesen en W. D. Helderman); Bijdragen Koninklijk Instituut, 56 (1906). Mededeelingen (Eenige) betreffende Rote, door een inlandschen schoolmeester; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882). Mededeelingen omtrent de Indonesiërs van Formosa in het algemeen (1864—1912) ; Adatrechtbundel XVIII, blz. 355—369. Mededeeling over adatheffingen [op Borneo]; Adatrechtbundel X, blz. 276. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 4 (1914). Mededeeling over adatheffingen, dorpskassen en waterschapskassen [op Bali] (1914); Adatrechtbundel X, blz. 303. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 4 (1914). Mededeeling over beschikkingsrecht in Palembang (1912); Adatrechtbundel XII, blz. 203. Mededeeling over de Koeboe's (1920); Adatrechtbundel XX, blz. 235 238. — Ontleend aan Koloniaal Weekblad van 29 Juli 1920. Mededeeling over de rechtspraak op de Sangi- en Talaud-eilanden (1911); Adatrechtbundel X, blz. 306. Mededeeling over districtskassen [in de Minahasa] (1914); Adatrechtbundel X, blz. 278. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 4 (1914). Mededeeling over dorpskassen [op Amboina en de Oeliassers] (1914); Adatrechtbundel X, blz. 287. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 4 (1914). Mededeeling over grondenrecht (1918) [Het Maleische gebied]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 335. Mededeeling over grondenrecht in Patjitan (1911); Adatrechtbundel X, blz. " 40-^1. Mededeeling over inlandsche rechtsgemeenschappen [in het Minangkabausche gebied] ; Adatrechtbundel XI, blz. 54—57. Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 4 (1914). Mededeeling over inlandsche rechtsgemeenschappen [in Tapanoeli] (1914); Adatrechtbundel XI, blz. 45. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 4 (1914). Mededeeling over inlandsche rechtsgemeenschappen en adatheffingen [in Zuid-Sumatra] (1914); Adatrechtbundel XI, blz. 163—185. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 4 (1914). Mededeeling over schuldenrecht [op Java's Oosthoek] (1879); Adatrechtbundel X, blz. 52. Mededeeling over verkoop en verpanding (± 1890) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 180 . Zie ook van der Zwaan. Mededeeling over vonnissen van de inheemsche rechtspraak op Madoera (1910); Adatrechtbundel IV, blz. 610. Mededeeling uit Blora over djoeal enz. (1913); Adatrechtbundel VIII, blz. 237—242. Mededeeling uit de Lampongs (1914); Adatrechtbundel XI, blz. 380. — Ontleend aan een artikel van mr. A. J. C. M. Nelissen, Indisch Tijdschrift Recht, 104 (1914). Mededeeling uit de Preanger over schuldenrecht (1914); Adatrechtbundel X, blz. 37, XII, blz. 21. Mededeelingen uit het gewest Rembang (1915); Adatrechtbundel XII, blz. 33—43. Mededeeling uit Kedoe en Banjoemas (1919) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 255. — Ontleend aan Jaarverslag Topografischen Dienst in Ned.-Indië over 1918, dl 14 (1919), blz. 75. Mededeeling van dr. Adriani over vorstenbestuur [op Zuid-Celebes] (1917); Adatrechtbundel XVII, blz. 130—131. J. W. Meerburg. Proeve eener beschrijving van land en volk van Midden-Manggarai (West-Flores), afdeeling Bima, Gouvernement Celebes en Onderhoorigheden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 34 (1891). J. H. Meerwaldt. Wijzen de tegenwoordige zeden en gewoonten der Bataks nog sporen aan van een oorspronkelijk matriarchaat ?; Bijdragen Koninklijk Instituut, 41 (1892). J. H. Meerwaldt. Aanteekeningen betreffende de Bataklanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 37 (1894). J. H. Meerwaldt. Handleiding tot de beoefening der Bataksche taal (Leiden, 1904). — Uittreksels in Adatrechtbundel VI. J. H. Meerwaldt. Gebruiken der Bataks in het maatschappelijk leven; Mededeelingen' Nederlandsch Zendelinggenootschap, 48 (1904), 49 (1905), 50 (1906), 51 (1907). Meerwaldt, zie Ruhut. Mr. dr. R. Tj. Mees. Indische anomalieën; Indische Gids, 1909, II. Mr. dr. R. Tj. Mees. Het recht en de politie bij de inlandsche bevolking op Tava en Madoera; Orgaan Moederland en Koloniën, 1910. Mr. dr. R. Tj. Mees. Unificatie van rechtspraak; Orgaan Moederland en Koloniën, 13 (1913). P. Meeter. De regtstoestarid der Chinesche vrouw; Recht Nederlandsch-Indië, 32 (1879). P. Meeter. De rechtstoestand der Chineesche vrouw; Soerabaiasch Handelsblad, October 1882. — Overgenomen in Recht en Wet, 1882. (Met naschrift). Mr. E. M. Meijers. Bestaat er in het adatrecht onderscheid tusscheri zakelijke en persoonlijke rechten?; Indisch Tijdschrift van het Recht, 122 (1925). — Zie André de la Porte en van Vollenhoven. Mémoires soumis au Congrès international de sociologie coloniale, tenu a Paris du 6 au 11 aoüt 1900. — Zie Billiard, Piepers, Pinto en Rapports. Memorie omtrent de Minahasa, uitgebracht door A. C. J. Edeling (1875); Adatrechtbundel XVII, blz. 5—95. Memorie van toelichting, bijlage C, No. 7 c der begrooting van N. I. voor het dienstjaar 1908. — Overgenomen in Recht Nederlandsch-Indië, 92 (1909). Memorie van Toelichting der agrarische wet, Maart 1869. Bijlagen Tweede Kamer, 1868—1869, No. 126, stuk 7. Regeeringsonderzoek naar het landbezit op Java (1863); Adatrechtbundel XXIII, blz. 1—7; blz. 17—36; blz. 278—282; XXV, blz. 127 . R. J. M. Menopo. Menambahi deri kaoel dan perdjandjian diboeat pengakoewan dan di bertegoehken segala hal-hal diantara; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 35 (1893). P. Merkus. Blik op het bestuur van Nederlandsch-Indië onder Van den Bosch" (Kampen, 1835). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 19—32. M. L. Merritt. The forests of Mindoro (Manila, 1908). H. A. Mess. Bijdrage tot de kennis der Mentawei-eilanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1870, I. — Tijdschrift BataviaaschGenootschap, 26 (1881). J. G. Metz. Wat Nederlandsch-Nieuw-Guinea bezit en behoeft; Nederlandsch Zendingstijdschrift, 7 (1895). J. Metz. Een huwelijksaanzoek en zijn gevolgen; Berichten Utrechtsche Zèndingsvereeniging, 1910. E. Metzger. Die Timorlaut-Inseln; Ausland, 1884. Mr. J. C. van der Meulen. Het adatrecht der Inlanders in de jurisprudentie, 1912—1923 (Leiden, 1924). [W. C. van der Meulen]. Aanteekeningen betreffende de bestuursinrichting in de onderafdeeling Tebö en de daarmede samenhangende volksinstellingen en gebruiken; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 41 (1911). R. Meumann. Die Mission auf den Sangi-Inseln; Evangelisches Missions-Magazin, 41 (1897), No. 7. J. P. N. van Meurs. Pesemah Oeloe Manna op het eiland Sumatra; Studiën op godsdienstig, wetenschappelijk en letterkundig gebied, 23 (1891), dl 36. — (Overdruk, Utrecht, 1891). Dr. A. B. Meyer. Notizen über Glauben und Sitten der Papuas des Mafoor'schen Stammes auf Neu-Guinea; Mittheilungen der Gesellschaft für Erdkunde zu Dresden, 12 (1875). Dr. A. B. Meyer. Die Minahassa auf Celebes (Berlin, 1876). Dr. A. B. Meyer en A. Schadenberg. Die PhiÜppinen II Negritös; Publicationen Ethnographisch Museum Dresden, 9 (1893). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. D. H. Meyer. De pseudo inheemsche rechtspraak; Koloniale Studiën, 8 (1924), dl ft Dr. F. Meyer. Die Erforschung und Kodifikation des Eingebornenrechts; Zeitschrift für Kolonialpolitik, Kolonialrecht und Kolonialwirtschaft, 9 (1907). Dr. F. Meyer. Reform des Eingeborenenrechtes; Verhandlungen des Deutschen Kolonialkongresses, 1910. H. Meyer. Die Igorrotes von Luzon (Philippinen); Verhandlungen in Zeitschrift Ethnologie, 15 (1883). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. J. Meyer. Nota over de pandjer (1913) [Java]; Adatrechtbundel VIII, blz. 230—231. Ir. Ch. E. J. Meyll. De waterschappen in de Vorstenlanden; Waterstaatsingenieur, 10 (1922)t: Michel's Predigtreise auf dem oberen Kahajan; Berichte der Rheinischen Missions-Gesellschaft, 1888. Mkhel. Erlebnisse auf einer Predigtreise in Borneo; Berichte der Rheinischen Missions-Gesellschaft, 1889. W. J. M. Michielsen. Verslag eener reis door de bovendistrikten der Sampit en Katinganrivieren in 1880; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 28 (1883). — Uittrêksels in Adatrechtbundel XIII. R. Mac Micking. Recollections of Manilla and the PMippines during 1848—1850 (London, 1852). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. N. von Miktacho-Maclay. Ethnologische Bemerkungen ueber die Papuas der Maclay-Küste in Neu-Guinea; Natuurkundig Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 35 (1875). N. von Miklucho-Maclay. Ethnologische Excursiönen in der Malayischen Halbinsel; Natuurkundig Tijdschrift van NederlandschIndië, 36 (1876). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 150—151. N. von Miklucho-Maclay. Ethnological excursions in the Malay Peninsula (1874—1875); Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 2 (1878). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 228—229. W. Middendorp. Het recht van den sterkste op de onafhankelijke Karo-Hoogvlakte; Verhandelingen Indisch Genootschap, 5 November 1920. W. Middendorp. Het inwerken van Westersche krachten op een Indonesisch volk (de Karo-Bataks); Socialistische Gids, 7 (1922), I. 9 Midden-Oost-Borneo expeditie 1925 (Weltevreden, 1927). Mr. A. Mieremet. De hedendaagsche inheemsche rechtspraak in Nederlandsch-Indië en haar regeling (Utrecht, 1919). J. H. -W. van der Miesen. Een en ander over Boeroe, inzonderheid wat betreft het district Waisama gelegen aan de Z. O.-kust; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 46 (1902). J. H. W. van der Miesen. Een tocht langs de noordoostkust van Boeroe; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1908 en 1909. [ J. H. W. van der Miesen]. Het eiland Ambelaoe en zijne bewoners; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1911. E. Y. Miller. The Bataks of Palawan (Manila, 1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. H. H. Miller. Economie conditions in the Philippines (Boston, ± 1920). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXI, blz. 358—388. M. L. Miller. The non-christian people of Ambos Camarines; Philippine Journal of Science, Vl, D (1911). M. L. Miller. The Mangyans of Mindoro; Philippine Journal of Science, VII D (1912). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. L. A. Mills. British Malaya, 1824—1867; Journal Malayan Branch Royal Asiatk Society, 3 (1925). Minak-Anam. Hadatsovertredingen in de Lampongsche districten, sedert 1 Juli 1879 niet strafbaar meer; Indisch Weekblad van het Recht, 18 (1880), No. 879. — Overgenomen in Indische Gids, 2 (1880), II. Mr. C. J. F. Mirandolle. Iets over den zoogenaamden landverhuur in de Vorstenlanden op Java; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1867, II. Missive van 10 Mei 1911 van de commissie tot herziening en codificatie van de op de gouvernementslanden van Java en Madoera geldende voorschriften van agrarischen aard, ingesteld bij ministerieele beschikking van 18 April 1907, afd. A* (Eerste Bureau) No. 13, aan zijn Excellentie den minister van koloniën ('s-Gravenhage, 1911). Missive, zie Adviezen. E. Modigliani. Un viaggio a Nias (Milano, 1890). E. Modigliani. L'isola delle donne. Viaggio ad Engano (Milano, 1894). H. J. Bernelot Moens. Inheemsen bestuur in Koerintji (1911); Adatrechtbundel XI, blz. 150—154. Hadji Hasan Moestapa. Bab adat-adat oerang Priangan djeung oerang Soenda lian ti eta (Batavia, 1913). Dr. O. Mohnike. Bangka und Palembang nebst Mittheilungen über Sumatra in Allgemeinen (Munster, 1874). J. C. Mollema. De ontwikkeling van het eiland Billiton en van de Billiton-Maatschappij ('s-Gravenhage, 1922, 2e druk). P. G. von Möllendorff. Das Chinesische Familierecht (Shanghai, 1895). G. Mondain. Etude srir la condition sociale de Ia femme Hova; Bulletin de 1'Académie Malgache, 4 (1905—1906), Ü G. Mondain. Notes sur le róle religieux de la femme hova d'autrefois; Bulletin de l'Académie Malgache, 5 (1907). G. Mondain. De quelques exemples relatifs aux tabous du chef ;n "Öfés des „Tamara ny Andriana"; Bulletin de 1'Acadëmie Malgache, 7 (1909). M. A. Monsjou, zie Bestuursinrichting. J. Montano. La rivière Sagaliud et les Bouli Doupis; Bulletin Société Géographie,-6e série, 20 (1880). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. Montano. Une mission aux iles malaises (Bornéo, Soulou, Mindanao); Bulletin de la Société de Géographie, 1881. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. Montano. Voyage aux Philippines et en Malaisie (Paris, 1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Montero y Vidal. El Archipiélago Filipino (Madrid, 1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. P. A. J. Moojen. Bali (Batavia, 1920). P. A. J. Moojen. Bali (Den Haag, 1926). H. J. van Mook. Koeta Gedé; Koloniaal T^dschrift, 15 (ISBf). H. J. van Mook. Nieuw Koeta Gedé; Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926)1 H. J. van Mook. De hervorming van het landhuurstelsel in de Vorstenlanden; Verhandelingen Indisch Genootschap, 12 November 1926. H. J. van Mook. Historisch realisme; Koloniaal'IJKdschrif t, 16 (1927). H. J. van Mook. Nogmaals: het wilde Westen [in Kroniek]; Koloniaal tijdschrift, 16 (1927). P. E. Moolenburgh. Enkele ethnografische bijzonderheden van de Arfoe's op Noord-Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 19 (1902), I. P. E. Moolenburgh. Reis door het smalste gedeelte van Nederlandsch Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 20 (1903), I. P. E. Moolenburgh. Een curieus vonnis; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 37 0909). J. H. Moor. Notices on the Indian Archipelago (Singapore, 1837). — Uittrtksels in Adatreditbundels XIII en XVI. P. A. Moorrees, zie Dorpsinrichting. A. de Morga. The Philippine Islands, Moluccas, Siam, Cambodia, • Japan, and China, at the close of the sixteenth century. Translated from the Spanish by H. E. J. Stanley (London, 1868). A. de Morga. Sucesos de las Islas Philipinas • (1609). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 16. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. L. H. Morgan. Systems of consanguinity and affinity of the human family; Smithsonian Contributions to Knowledge, 17 (18311).* D. F. van Braam Morris. Het landschap Loehoe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32 (1889). D. F. van Braam Morris. Nota van toelichting behoorende bij het contract gesloten met het landschap Bima op den 20sten October 1886; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 34 (1891). D. F. van Braam Morris. Geschiedenis van het bondgenootschap Masenrempoeloe of Masenre-Boeloe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 36 (1893). D. F. van Braam Morris. Nota van toelichting op [de] contract [en] gesloten met de landschap [pen] Maiwa, Doerie, Kassa, Batoelappa (Masenrempoeloe), Alietta, Soeppa en Sawietto (Adjatapparang); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 36 (1893). M. Moszkowski. Die Völkerschaften von Ost- und Zentral-Sumatra; Zeitschrift für Ethnologie, 40 (1908). M. Moszkowski. Sitten und Gebrauche in Ost- und West-Sumatra; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 21 (1908). M. Moszkowski. Auf neuen Wegen durch Sumatra (Berlin, 1909). M. Moszkowski. Mittelalterlicher Feudalismus in Inner-Sumatra; Globus, 96 (1909). M. Moszkowski. Vom Wirtschaftsleben der primitiven Völker (Unter besonderer Berücksichtigung der Papua von Neuguinea und der Sakai von Sumatra); Probleme der Weltwirtschaft, V (1911). J. C. Moulton. Some words in use among the natives met on the journey to Batu Lawi; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 63 (1912). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. C. Moulton. An expedition to Mount Batu Lawi; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 63 (1912). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 521—522. D. L. Mounier. Het boek der Nawolo-Pradhoto met Aanteekeningen en Bijvoegselen betreffende de staathuishouddijke inrigting der Javanen te Soerakarta; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1844, I. — Afzonderlijk verschenen te Batavia, 1844. A. Mozo. Noticia histórico natural de los gloriosos triumphos y felices adelantamientos conseguidos en el presente siglo por los religiosos del orden de N. P. S. Agustin en las misiones que tienen a su cargo en las Islas Philipinas (1763). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 48. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Mühlenfeld. — Zie Huwelijken op jongen leeftijd. M. de Muinck. Onteigening in de Nederlandsche koloniën (Groningen, 1911). Radhakamal Mukerjee Local government in ancient India (Oxford, 1919). D. Mulder. De terugbrenging der particuliere landerijen tot het staatsdomein (Weltevreden, 1917). J. W. Muilemeister. Nota betreffende de rechten, welke door den inlander op den grond in de afdeeling Soemenep worden uitgeoefend (1886); Eindresumé III, bijlage Di>. J. Mullens. On the origin and progress of the people of Madagascar; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 5 (1876). Gr-MüHer. Proeve eener geschiedenis van een gedeelte van de Westkust van Borneo; Indische Bij, 1843. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. S. Muller. Reizen en onderzoekingen in den Indischen Archipel (Nieuwe uitgave van Verhandelingen over de natuurlijke geschiedenis der Nederlandsche overzeesche bezittingen, afdeeling Land- en Volkenkunde, Leiden, 1839-—1844). — (Amsterdam, 1857). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. S. MüUer. Bijdragen tot de kennis van Sumatra, bijzonder in geschiedkundig en ethnographisch opzigt (loeiden, 1846). W. Muller Ueber die Wildenstamme der Insel Formosa; Zeitschrift Ethnologie, 42 (1910). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. R. Mundy. Narrative of events in Borneo, 2 dln (London, 1848). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. De Munnick, zie Rooy (De). J. H. P. Murray. Papua or British New Guinea (London—Leipsic, 1912). Dr. M. A. Muusses. Bijdragen tot de Nagarakrtagama-studie; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 61 (1922). E. v. N[aerssen?]. Gegevens over irrigatie en waterverdeeling [op Bali]; Indisch Bouwkundig Tijdschrift, 1916. — Uittreksels in Adatrechtbundel XV, blz. 27—39. Nagari-kwesie in het Soelikische (1917) [Het Minangkabausche gebied] ; Adatrechtbundel XVIII, blz. 236—239. — Zie ook van Ronkel. Mr. H. G. [Baron] Nahuys [van Burgst]. Schets van Benkoelen; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 10 (1825). [Mr. H. G. Baron|iNahuys [van Burgst]. Brieven over Bencoolen, Padang, het rijk van Menangkabau, Rhiouw, Sincapoera en Poelo Pinang (Breda, 1827). J. van Hecht Muntingh Napjus. Aanteekeningen betreffende het eiland Ceram of Seran; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 29 (1912). Natadiradja, zie Rosemeier. Nawawi en J. L. O'Brien. De Sumatranen; Gedenkboek voor Nederlandsch-Indië, 1898—1923 (Batavia enz. 1923). F. Mac Nair. Perak and the Malays-: „Sarong" and „kris" (London, 1878). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 141—144. J. de Nateris. Toestanden en gebruiken op Oost-Flores; Berichten Sint-Claverbond, 1913. J. E. Naman and R. O. Winstedt. Johol, Inas, Ulu Muar, Jempul, Gunong Pasir and Terachi, their history and constitution (Cal- cutta, 1920). C. B. Nederburgh. Bijdrage tot de interpretatie der art. 78 al. 2 en 83 van het reg. reglement van Nederl.-ïndië in verband, met art. 3 van het reglement op de recht. org. in N. I. (Leiden, 1880). Mr. H. G. Nederburgh. De rechtspraak over den Inlander ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift voor Strafrecht, 17 (1905). Mr. H". G. Nederburgh. Hoofdelijke belasting en poesakagrond; Sumatra-Bode 28 Januari 1905. — Overgenomen in Adatrechtbundel VI, blz. 164—172. I. A. Nederburgh. Het staatsdomein op Java (Leiden, 1882). Mr. I. A. Nederburgh. Pandelingschap; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1419/1420 (1890). Mr. I. A. Nederburgh. [Over Makassaarsche adat] ; Indisch Weekblad van het Regt,' No. 1440 (1891). Mr. I. A. Nederburgh. Over de priesterraden speciaal op ZuidCelebes; Indisch Weekblad van het Recht, No. 1478—1483 en No. 1544. Mr. I. A. Nederburgh. Nog eens over priesterraden; Recht Nederlandsch-Indië, 61 (1893). Mr. I. A. Nederburgh. Wet en Adat; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band I. Mr. I. A. Nederburgh. De klassen der bevolking van NederlandschIndië; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band I. Mr. I. A. Nederburgh. Het privaatrecht der inlandsche Christenen; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band I. Mr. I. A. Nederburgh. Het Indisch Chineezen-recht der toekomst; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band I. Mr. I. A. Nederburgh. Priestërrechtspraak in Nederlandsch-Indië; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band II. Mr. I. A. Nederburgh. Priesterraden; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Mr. I. A. Nederburgh. De studie der adat; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Mr. I. A. Nederburgh. Aard van het communaal bezit; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Mr. I. A. Nederburgh. Koop met recht van wederinkoop volgens inlandsch -recht te Soekaboemi; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Mr. I. A. Nederburgh. Uit den goeden ouden tijd. Oude rechtsbeslissingen van Celebes; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896— 1898), Band III, Kleine Bijdragen. Mr. I. A. Nederburgh. De verjaring in het Mohammedaansche recht; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Mr. I. A. Nederburgh. Priesterrechtspraak te Batavia; Recht Nederlandsch-Indië, 72 (1899). Mr. I. A. Nederburgh. Priesterrechtspraak; Recht NederlandschIndië, 73 (1899). Mr. I. A. Nederburgh. Wetgeving voor Nederlandsch-Indië. Officiëele bescheiden, met eenige aanteekeningen (Batavia, 1899, 1902, 2 dln). Mr. I. A. Nederburgh. Eenheid of meerheid van recht; Recht Nederlandsch-Indië, 79 (1902) en 80 (1903). Mr. I. A. Nederburgh. Ontworpen privaatrecht voor de Minahassa; Overzicht van een door Mr. J. H. Carpentier Alting ontworpen regeling; Recht Nederlandsch-Indië, 81 (1903). Mr. I. A. Nederburgh. Het rapport over de chineezenwetgeving van Mr. P. H. Fromberg; Recht Nederlandsch-Indië, 81 (1903). Mr. I. A. Nederburgh. Privaatrecht voor Inlanders. Het ontwerp Scheuer; Recht Nederlandsch-Indië, 83 (1904). Mr. I. A. Nederburgh. Zuiver Chineesch en Mohammedaansch recht contra IndcHChineesche en inlandsche adat in het begin der 19e eeuw (Toelichting van eenige resoluties van 1804 en 1805); Recht Nederlandsch-Indië, 83 (1904). Mr. I. A. Nederburgh. Literatuur over de aanhangige wetsontwerpen tot wijziging van art. 75 en 109 Regeeringsreglement; Recht Nederlandschrlndië, 84 (1905). Mr. I. A. Nederburgh. Losse aanteekeningen bij de ontwerpen tot wijziging van het Nederlandsch-Indisch regeeringsreglement (art. 75 en 109); Recht Nederlandsch-Indië, 84 (1905). Mr. I. A. Nederburgh. Rechtshervorming in Indië; Gids, 1905, I. Mr. I. A. Nederburgh. Nogmaals: Rechtshervorming in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1905). Mr. I. A. Nederburgh. Rechtshervorming in Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap, 2 December 1905. Mr. I. A. Nederburgh. De nieuwe artikelen 75 en 109 van het Ned.Indische Regeeringsreglement en wat er uit groeien zal; Indische Gids, 1907, II; 1908, I. Mr. I. A. Nederburgh. Het adatrecht van Nederlandsch-Indië door Mr. C. van Vollenhoven; Rechtsgeleerd Magazijn, 1907 en 1908. Mr. I. A. Nederburgh. Een adatwetboekje voor heel Indië, door Prof. Mr. C. van Vollenhoven; Rechtsgeleerd Magazijn, 29 (1910). Mr. I. A. Nederburgh. Onze Chineezenpolitiek in Indië in verband met de waardigheid van den Staat en de belangen der inheemsche bevolking; Indische Gids, 1912, I. Mr. I. A. Nederburgh. De nieuwe regeling der vrijwillige onderwerping aan het Europeesche recht (Stsbl. 1913, No. 515); Indische Gids, 1914, I. Mr. I. A. Nederburgh. Afschaffing van de wettelijke onderscheiding der bevolking van Ned. Indië naar rassen en klassen; Orgaan Moederland en Koloniën, 17 (1918). Dr. (Mr.) I. A. Nederburgh. Eenige hoofdlijnen van het Ned. Indische staatsrecht ('s-Gravenhage, 1923). Dr. (mr.) I. A. Nederburgh. Tegenstellingen en samenwerking in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1925). Mr. I. A. Nederburgh. Zie Ellerman en Verzameling van inlandsche wetten. Mr. S. N. Nederburgh. Consideratiën over de Jacatrasche en Préanger-regentschappen, onder Batavia sorteerende en of daaruit meerder voordeelen dan thans voor de Compagnie te halen zijn; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 3 (1855). Mr. A. J. C. M. Nelissen [.Mededeeling uit de Lampongs]; Ind. Tijdschrift Recht, 104 (1914). — Uittreksels in Adatrechtbundel XI. Mr. A. J. C. M. Nelissen. Huwelijksgoederenrecht en erfrecht in de Lampongs (1914); Adatrechtbundel XII, blz. 204—207. E. Netscher. Verzameling van overleveringen van het rijk van Manangkabou; Indisch Archief, 2 (1850), III. E. Netscher. Beschrijving van een gedeelte der residentie Riouw; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 2 (1854). E. Netscher Tochtjes in Riouw en Onderhoorigheden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 12 (1862), en 14 (1864). A. van der Gon Netscher. [Over grondenrecht in Pekalongan], (medegedeeld door Mr. S. Keyzer); Delftsche Courant 11 Juni 1867. — Overgenomen in Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1867, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz. 105—106. R. Neuhauss. Deutsch Neu-Guinea, 3 dln (Berlin, 1911). J. B. Neumanri. Schets der afdeeling Laboean-batoe (Sumatra's Oostkust); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 26 (1881). J. B. Neumann. Reis naar de onafhankelijke landschappen Mapat •Toenggoel en Moeara Soengei Lolo VI Kota; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 29 (1884). J. B. Neumann. Nota betreffende de onafhankelijke landschappen Mapat Toenggoel en Moeara Soengei Lolo VI Kota; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 29 (1884). J. B. Neumann. Het Pane en Bila stroomgebied op het eiland Sumatra; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1885, 1886 en 1887. J. B. Neumann. Halima (Amsterdam, j.). J. B. Neumann. Silama (Amsterdam, z. j.). J. E. Neumann. Kemali, pantang en reboe bij de Karo-Bataks; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 48 (1906). J. H. Neumann. Bijdrage tot de geschiedenis der Karo-Batakstammen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 82 (1926), 83 (1927). T. J. Newbold. Political and statistical account of the British Settlements in the Straits of Malacca, viz. Pinang, Malacca, and Singapore; with a history of the Malayan States on the Peninsula of Malacca (London. 1839, 2 dln). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI. blz. 327—341. Nias (Short notice concerning the island of Pulo); Malayan Miscellanies, No. 8 (1822). Nias (Twee togten naar) en een blik op den slavenhandel en den uitvoer van pandelingen; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1854,1. Dr. H. J. Nieboer. Slavery as an industrial system. Ethnological researches (The Hague, 1900). [Dr.] G. K. Niemann. Geschiedenis van Tanette ('s-Gravenhage, 1883). [Dr.] G. K. Niemann. Bataksche oorlogsverklaring; Bijdragen ter gelegenheid van het 6e Oriëntalisten congres (1883), afd. Taaien Letterkunde. Dr» G. K. Niemann. De Latowa; Bijdragen Koninklijk Instituut, 32 (1884). Dr. G. K. Niemann. De Boeginezen en Makassaren; Bijdragen Koninklijk Instituut, 38 (1889). Dr. G. K. Niemann. Ethnographische mededeelingen omtrent de Tjams en eenige andere volksstammen van Achter-Indië"; Bijdragen Koninklijk Instituut, 45 (1895). J. F. Niermeijer. Het ontstaan van akkergemeenschappen (met name in Siberië en op Java) en Van Vollenhoven's opvatting van het beschikkingsrecht; Verhandelingen Utrechtsen Genootschap Kunsten en Wetenschappen, 1918. J. F. Niermeger. De ontwikkeling der Javaansche dorpsgemeenschap in den modernen tijd; Verhandelingen Indisch Genootschap, 16 Januari 1920. J. Nieto Aguilar. Mindanao (Madrid, 1894). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Dr. A. W. Nieuwenhuis. In Centraal Borneo, 2 dln (Leiden, 1900). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Dr. A. W. Nieuwenhuis. Een schets van de bevolking in CentraalBorneo; Tijdschrift Geschiedenis, Land- en Volkenkunde, 1902. Dr. A. W. Nieuwenhuis. De uitbreiding van den invloed van Nederland in Borneo; Gids, 1902, III. Dr. A. W. Nieuwenhuis. Sociale toestanden op Borneo; Verhandelingen Indisch Genootschap, 20 Januari 1903. Dr. A. W. Nieuwenhuis. De godsdienst op Java in zijn «economische en politieke beteekenis; Verhandelingen Indisch Genootschap, 27 Maart 1906. Dr. A. W.. Nieuwenhuis. De woning der Dajaks; Het Huis Oud en Nieuw, 1907. Dr. A. W. Nieuwenhuis. Quer durch Borneo, 2 dln (Leiden, 1904— 1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Dr. A. W. Nieuwenhuis. Huwelijksgebruiken in Indië; Indië, 5 (1921—1922). J. H. Nieuwenhuys. Nota over de verpanding van klapperboomen als middel tot crediet-verkrijging in de afdeeling Pandeglang; Publicaties van het bestuur der centrale kas voor het volkskredietwezen te Batavia, October 1914. — Overgenomen in Adatrechtbundel XII, blz. 16—18. J. H. Nieuwenhuys. Kort bericht omtrent de zeevisscherij in de afdeeling Pandeglang (Bantam); Publicaties van het bestuur der centrale kas voor het volkskredietwezen te Batavia, Januari 1915. — Overgenomen in Adatrechtbundel XII, blz. 18*-20. J. T. Nieuwenhuisen en C. B. H. von Rosenberg. Nias en zijn bej woners; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 30 (1863). F. A. Nieuwenhuizen. Eedsformulier van de Alfoeren op GrootCeram; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 23 (1876). F. N. Nieuwenhuyzen. Het rijk Siak Sri Indrapoera; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 7 1858). W. C. Nieuwenhuyzen. Adat en hare beteekenis voor het bestuur in Indië; Vragen van den Dag, 16 (1901). W. C. Nieuwenhuyzen. Adat-oorlog; Indische Gids, 1903, I. Nieuwenhuyzen. [Agrarische gegevens over Soerakarta] (1863); Adatrechtbundel XXV, blz. 121—123. Ontleend aan Bijlagen Tweede Kamer, 1862—1863, blz. 736—738. W. O. J. Nieuwenkamp. Het kostuum van een méö of koppensneller op Timor; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1920. Nieuw-Guinea. Ethnographisch en natuurkundig (1858); Bijdragen Koninklijk Instituut, nieuwe volgreeks, dl 5 (1862). I. van Nieuwkuyk. Exploitatie door Nederlanders van de N. O. kust van Borneo; Tijdschrift Nederlandsch-ïndië, 1882, II en 1883, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Nova Guinea. Uitkomsten der Nederlandsche Nieuw-Guinea-Expeditiefs] in 1903 [en] in 1907 en 1909, Vol. III: Ethnography and anthropology by G. A. J. van der Sande (Leyden, 1907— 1913). _ Zie. ook Wirz. S. Nijdam. De woelingen ter Sumatra's Westkust; Berfchten en Mededeelingen der Vereeniging van Ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur in Nederlandsch-Indië, No. 42 (Den Haag, 1927). J. F. Niks. Het eiland Rotti (Rote); Nederlandsch Zendingstijdschrift, 3 (1891). J. F. Niks. Eene verzameling van strafbepalingen, die in het regentschap Set» (Savoe) worden toegepast; Nederlandsch Zendingstijdschrift, 5 (1893). Nitiadiredjo, zie Gegevens (Inlandsche). E. A. J. Nobele. Memorie van overgave betreffende de onderafdeeling Makale; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 66 (1926). Mr. H. D. Levysohn Norman, zie Abegg. Nota behoorende bij de ontwerpen tot uitvoering van de artikelen 75 en 109 van het Reglement op het beleid der Regeering van Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1913). Nota betreffende Bantiksche aangelegenheden. Familie- en erfrecht; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 48 (1915). Nota betreffende het landschap Toli-Toli; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 54 (1912). Nota betreffende het soeltanaat Indragiri (samengesteld door den Assistent-Resident J. T. Lans; gewijzigd en aangevuld door het Encyclopaedisch Bureau); Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, aflevering 3 (1914). Nota's betreffende zelfbesturende landschappen der Westerafdeeling van Borneo; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1912, 1913 en 1914. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Nota de regten betreffendc welke in de residentie Amboina op onbebouwde gronden worden uitgeoefend (uitgebracht door G. W. W. C. baron van Hoëvell) (Batavia, 1875). Nota [En: Vervolg der Nota] over de ontginning van grond door Inlanders op Java en Madoera (Batavia, 1896, 1906, 2 dln). Nota [En: Vervolg der Nota] over het recht van den Staat op den grond op Java en Madoera (Batavia, 1902, 1906, 2 dln). Nota (Historische) over de dessabesturen op Java (1870); Eindresumé III, bijlage P. Nota (Inlandsche) over de onderlinge verhouding en de rechten en verplichtingen van maniak en kamanakan in de onderafdeeling Poear Datar (1887); Adatrechtbundel XI, blz. 127—129. Nota omtrent het bouwrecht in Jogjakarta (1883); Adatrechtbundel II, blz. 203—207. Nota over Chineesch recht (Het huwelijk tusschen lieden met denzelfden familienaam); Indisch Tijdschrift van het Recht, 110 (1918). Nota over de conversie van communaal in erfelijk individueel grondbezit op Java en Madoera (Batavia, 1902). Nota over de legitieme portie voor de Chineezen in N.-Indië; Recht Nederlandsch-Indië, 80 (1903). — Ontleend aan Soerabaiasch Handelsblad, 21 Maart 1903. — Indisch Weekblad van het Recht, No. 2072, Nota over het ambtelijk landbezit van Inlandsche ambtenaren in de gouvernementskuiden op Java en Madoera (Batavia, 1904). Nota van toelichting betreffende de Simeloengoensche landschappen Siantar, Panei, Tanah Djawa en Raja; Tijdschrift Bataviaasch Gencotschapi 51 (1909). Nota van toelichting, betreffende de zelfbesturende landschappen Paloe. Dolo, Sigi en Berornaroe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 54 (1912). Nota van toelichting betreffende het landschap Balangnipa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 54 (1912). Nota van toelichting bij de korte verklaring geteekend en beëedigd door den Adatoewang en de hadatsleden van het landschap Sawito op 27 Mei 1908; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 52 (1910). Nota van toelichting omtrent de federatie Döeri of Talloe-BatoePapan, bestaande uit de landschappen Maloewa, Allah en Boentoe Batoe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 54 (1912). Nota van toelichting over de berglandschappen boven het Paloedal; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 54 (1912). Nota van 4 Januari 1911 van den inspecteur voor agrarische zaken [aangaande het rapport-Goedhart] ; Adatrechtbundel IX, blz. 231—236. Nota's betreffende de Atjehsche landschappen Tripa, Triëng Gadeng en Meureudoe; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 1 (1911). Notes on the Hukum Menyilam and the Hukum Ber-chelor; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 74 (1916). — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz. 251. Notes, Reconnaissances et Explorations, 1897—1900 (passim). J. Nunez. Present beliefs and superstitions in Luzón. El Renacimiento, 9 December 1905. — Overgenomen in Blair and Robertson. The Philippine islands, 48. [A. H. F. J. Nüsselein]. Beschrijving van het landschap Pasir; Bijdragen Koninklijk Instituut, 58 (1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Leo Nyuak. Religioüs rites and customs of the Iban or Dyaks of Sarawak; Anthropos, 1 (1906). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. A. O'Brien. Jelebu; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 14 (1884). J. L. O'Brien. Rapport omtrent de Kampar-Kiri-landen; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 23 (1906, 24 (1907). J. L. O'Brien. — Zie Nawawi. A. van Odijk. Ethnographische gegevens over de Manobo's van Mindanao (PhiKppijnen); Anthropos, 20 (1925). A. van Oefele. Het plantagevraagstuk in de Bataklanden; Koloniale Studiën, 3 (1919), I. Oendang-oendang Moko-Moko (1862); Strafwetboek bij de marga- en doessoenhoofden in die afdeeling; Koloniaal Verslag 1865; Adatrechtbundel VI, blz. 322—352. Oendang-oendang (Europeesche) [op Zuid-Sumatra] (1862—1869); Adatrechtbundel VI, blz. 274—280. Oendang-oendang Simboer tjaija, verzameling van adats uit de residentie Palembang; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1876, T. Oendang-oendang Simboer Tjahaja van Benkoelen (vertaald door mr. L. W. C. van den Berg); Bijdragen Koninklijk Instituut, 43 (1894). Oendang-oendang Simboer Tjahaja van Palembang (vertaald door mr. L. W. C. van den Berg); Bijdragen Koninklijk Instituut, 43 (1894). Oendang-oendang van Djambi (vertaald door mr. L. W. C. van den Berg); Bijdragen Koninklijk Instituut, 43 (1894). Oendang-oendang Lembaga (vertaald door mr. L. W. C. van den Berg); Bijdragen Koninklijk Instituut, 43 (1894). Oendang-oendang Simboer Tjahaja. Landrecht in zwang in de Pa- lembangsche Bovenlanden door Mr. L. W. C. van den Berg (Batavia, 1897). Oendang-oendang Djambi (Palembang, 1906). — Zie Adatrechtbundel V, blz. 150—305. Oendang-oendang Soeltan Adam. — Zie Joekes. Oetoesan Malajoe (Artikelen uit de) (1911); Adatrechtbundel VI, blz. 221—243. Santaro Okamatsu. Provisional report on investigations of laws and —customs in the island of Formosa (Kyoto, 1900). S. P. Oliver. Madagascar, 2 dln (London, 1886). Mr. A. van Olst. Vraag over vermoeden van overlijden; Recht Nederlandsch-Indiè, 102 (1914). — Aanteekening hierop in Adatrechtbundel XVIII, blz. 38—39. Ontwerp algemeene bepalingen van wetgeving voor NederlandschIndië met toelichting ('s-Gravenhage, 1913). Ontwerp verordening betreffende rechtsconflicten en de regelen, volgens welke door den rechter moet worden beslist tot welke categorie van personen iemand behoort, met toelichting ('s-Gravenhage, 1913). Ontwerp verordening omtrent den overgang tot en den afval van het christendom, met toelichting ('s-Gravenhage, 1913). Ontwerp verordening op de vrijwillige onderwerping aan het burgerlijk recht en het handelsrecht der Europeanen met toelichting ('s-Gravenhage, 1913). Ontwerp verordening tot regeling van den rechtstoestand der Inlandsche Christenen en der Vreemde Oosterlingen, die het Christendom belijden, met toelichting ('s-Gravenhage, 1913). Ontwerp voor een op alle bevolkingsgroepen toepasselijk burgerlijk wetboek voor Nederlandsch-Indië, met toelichting (Weltevreden, 1923, 2 dln). Oorkonden (Oud-Javaansche). Nagelaten transscripties van J. L. A. Brandes. Uitgegeven door N. J. Krom, 2 stukken; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 60 (1913). Oorsprong (Iets over den) van het Atjèhsche volk en den toestand onder het voormalig Sultanaat in Atjèh; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32 (1889). J. F. N. Oosterzee. Schetsen van een desabestuur in de bergdistricten van het regentschap Cheribon; Indische Gids, 4 (1882), II. Oostkust van Sumatra; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, dl II, afl. 3, twee stukken (1918—1919). Opgave van adat-inkomsten, thans genoten door de wijkmeesters ter hoofdplaats Benkoelen in vergelijking met hetgeen vroeger werd genoten (1912); Adatrechtbundel VI, blz. 360—361. Opgave van alle diensten, die van rijkswege verrigt werden in het regentschap Bangil, van 1825 tot 1843; Bijdragen Koninklijk Instituut, nieuwe volgreeks, 6 (1862). Mr. A. H. van Ophuijsen. De huwelijksordonnantie (Leiden, 1907). — Zie Adatrechtbundel X, blz. 310. C. A. van Ophuysen. De Loeboe's; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 29 (1884). C. A. van Ophuysen. Eenige opmerkingen naar aanleiding van de door Prof. Mr. L. W. C. van den Berg bezorgde uitgave van de oendang-oendang Djambi; Bijdragen Koninklijk Instituut, 6e volgreeks, 2 (1896). C. A. van Ophuysen. Eenige dagen in de Bataklanden; Bulletin Koloniaal Museum Haarlem, No. 40 (1908). C. A. van Ophuysen. Kijkjes in het huiselijk leven der Bataks (Leiden, 1910). J. A. W. van Ophuysen. Over het grondbezit en de onderscheiding der gronden in de XII Kota's (Sumatra's Westkust); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 3 (1855). J. A. W. van Ophuysen. Iets over het ontstaan van eenige regentschappen in de adsistent-residentie Benkoelen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 11 (1862). Opmerkingen (Enkele) nopens ons nationaal recht; Indonesia Merdeka, 2 (1924). Opstel (Een) over het landbezit door den Wedana van het distrikt Bantjar, residentie Rembang; Bijdragen Koninklijk Instituut, 10 (1863). Opteekening (Engelsche) van adatrecht ter hoofdplaats Benkoelen (omstreeks 1807); Adatrechtbundel VI, blz. 281—321. Orang Laoet (1921) [Banka en Billiton] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 355. — Zie Rouffaer. Orang-Lom (De) of Belom op Banka; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 11 (1862). Ornamentsvelden en heerendiehsten (1919) [Zuid-Celebes]; Adatrechtbundel XXII, blz. 381—382. Ch. S. Osborn. Madagascar (New-York, 1924). Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Oorsprong en eerste ontwikkeling van het testeer- en voogdijrecht, beschouwd in Verband met de ontwikkeling van het familie- en erfrecht ('s-Gravenhage, 1902). Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Ethnotogisch-juridische beschouwingen over Chineesch erfrecht; Indische Gids, 1904, I. Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Over het primitief begrip van grondeigendom, getoetst aan de hieromtrent heerschende begrippen bij de Chineezen, Inlanders en eenige andere volken en volksstammen; Indische Gids, 1905, I. Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Mr. G. D. WilKnek over wijlen Prof. Dr. G. A. Wilken (Den Haag, 1911). Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. De Regeling van het Desabeheer en die van het Credietverband getoetst aan de eischen van het Inlandsch Credietwezen (Magelang, z. j.). Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Het primitieve denken zooals dit zich uit voornamelijk in pokkengebruiken op Java en elders; Bijdragen Koninklijk Instituut. 71 (1916). Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. De oorsprong van het Javaansche begrip Monta-pat, in verband met primitieve classificaties; Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, 5e Reeks, 3 (1917). Mr. F.*V. E. van Ossenbruggen. Bespreking van de dissertatie van ' R. Soebroto „Indonesische sawahverpanding"; Koloniaal Weekblad, 12 November 1925. Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Het magisch denken van den —Inlander; Indische Gids, 1926, I. Ottow en Geissler. Kort overzigt van het land en de bewoners der kust van Noord-Oostelijk Guinea ; Bijblad Christelijke Stemmen, dl VI, No. 6. Oude toestanden en verhoudingen bezien in het jicht van een nieuwen tijd [Bataklanden] ; Jong-Sumatra, 2 (1919), No. 4. Dr. A. C. Oudemans. Engano, zijne geschiedenis, bewoners en voortbrengselen; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1889. G. J. Oudemans. Javaansche wetten, en andere bepalingen, geldig in Jogjakarta ten dienste van landhuurders, beheerders en geëmployeerden van ondernemingen en van de Javaansche ambtenaren in dat gewest. Vertaald, verzameld en bewerkt door G. J. Oudemans, 3 dln (Jogjakarta, 1897, 1895, 1896). Mr. A. A. van O [ven]. Chineesch of Indo-Chineesch recht?; Indisch Weekblad Recht. No. 1925 (1900). H. Overbeck. Malay customs and beliefs as recorded in Malay litera- ture and folklore, part III. Betrothal and marriage; Journal Malayan Branch Royal Asiatic Society, 3 (1925). H. Overbeck. Malay naanuscripts in Germany; Journal Malayan Branch Royal Asiatic Society, 4 (1926). Overzicht van Zuid-Sumatra. door G. F. de Bruyn Kops (Amsterdam, 1919). M. P. Een leemte in de Chineezenwet; Indisch Tijdschrift van het Recht, 116 (1922). Padmasoesastra.. Serat tatatjara (1893; herdrukt 1907 en 1914). Padt-brugge. Beschrijving der zeden en gewoonten van de bewoners der Minahassa; Bijdragen Koninklijk Instituut, 3e volgreeks, 1 (1866). Mr. A. Paets tot Gansoyen. Eenige opmerkingen over het ontwerp eener nieuwe regeling van den privaatrechtelijken toestand der Chineezen in Nederlandsch-Indië (Soerabaja, 1897). L. Pain. De 1'institution du fokon'olona a Madagascar (Poitiers, 1910). Palembang (Descriptive account of); Asiatic Journal, 17 (1824). Pandecten van het adatrecht: dl I. Het beschikkingsrecht over grond en water (1914); dl II. Het voorkeurrecht op grond en het genotrecht van grond (1915); dl III. Het inlandsÖf bezitrecht van grond en het bewerkingsrecht van grond (1916); dl IV. De overige rechten op grond en water (1918); dl V. Het erfrecht (1920); dl VI. Het recht om te huwen en het recht inzake verloving (1921); dl VII. Het recht inzake huwelijkssluiting (1924); dl VIII. Het recht inzake gezinsleven en huwelijksontbinding (1926) (Amsterdam). Panghoeloeverhef fing [in het Minangkabausche gebied. — Ontleend aan regeeringsrapporten] (1888—1889); Adatrechtbundel XI, blz. 91—114. Pantar, zie Alor. Papers on Malay subjects. — Zie Caldecott, Nathan and Winstedt, Rigby, Wilkinson. Dr. G. W. Parker, lo. On the people and language of Madagascar; 2o. On the new code of laws for the Hova Kingdom of Madagascar ; 3o. On systems of Land-tenure in Madagascar; Journal Anthropological Institute, 1883. Papakkum of Wetboek van Cheribon, geëxtraheerd en samengesteld uyt diverse Papakkums, als met namen: Radja Nistjaja, Oendang-oendang Mataram, Djaja Lankara, Kontara Manawa en Adilloela; Regt Nederlandsch-Indië, 3 (1850). R. Parkinson. Die Berlinhafen-Section, Kaiser-Wilhelmsland; Internationales Archiv für Ethnographie, 13 (1900). E. Parnell. The tributes paid in f ormer days to the Sultan of Brunei by the dependent provinces of Sarawak; Sarawak Museum Journal, 1 (1911—1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. C. W. C. Parr and W. H. Mackray. Rembau, one of the nine states. lts history, constitution and customs; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 56 (1910). P. A. Paterno. Los Itas (Madrid, 1890). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. P. A. Paterno. La familia tagalog en la Historia universal (Madrid, 1892). Patik Dohot Uhum ni Halak Batak [„Wetten en bepalingen der Bataks"] (Singapore, 1899). J. PatuUo, Account of a journey to the lake of Ranow, in the interior of Kroee (1820); Malayan Miscellanies, No. 5 (1822). M. J. van der Pauwert. Een tweetal desavereenigingen tot onderling hulpbetoon; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 16 (1899). M. J. van der Pauwert. Beantwoording van de bij M. G. S. 3 Maart 1903, No. 731 gestelde vraagpunten nopens het landbouwcrediet voor de afdeeling Bangil (res.nPasoeroean); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuw, 27 (1904). P. G. Peake. The Bezanozano, or Bush People; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 4 (1878). J. Pearse. Women in Madagascar: their social position, employments and influence; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 23 (1899). Pela-liederen (1921) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXII, blz. 404—408. A. A. Pennings. De Badoewi's in verband met enkele oudheden in de residentie Bantam; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 45 (1902). Mr. M. M. W. Pennink. Het stelsel van deskundige rechtsbedeeling onder de inlanders in Nederlandsch-Indiê; Indische Gids, 6 (1884), II. Pepercultuur (De) in de buitenbezittingen; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, V, 1913. — Zie Rechtsverhoudingen. E. Perelaer. Agrarische aangelegenheden in de residentie Lampongsche districten; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 33 (1907). E. Perelaer. De adatrechtspraak in de residentie}1 Palembang; Kolo¬ niaal Tijdschrift. 3 (1914), I. M. T. H. Perelaer. Ethnographische beschrijving der Dajaks (ZaltBommel, 1870). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. A. Perez. Igorrotes (Manila, 1902). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. P. Perez. Relation of the Zambals, 1680. Opgenomen bij Blair and Robertson. The Philippine islands 47. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Perham. Sea-Dyak religion: Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 8, 10 en 14 (1882—1884). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. Perham. The Sea-Dyak language; Sarawak Gazette, No. 136 (1877). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Pernataan desa uit Sidoardjo (± 1909); Adatrechtbundel II, blz. 271—285; vertaling in IV, blz. 576—597. F. van Peski. Beschrijving eener exploratie van het eiland Misool (met woordenlijst). (Deventer, 1914). C. F. Philips. — Zie Hangger Sepoeloeh. Phitzinger. Regten en verplichtingen van den grondbezitter, de volkshoofden en den souverein in Cheribon; Tijdschrift NederlandschIndië, 1863, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz. 18—20. Piagem (Een Palembangsche); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 25 (1879). Piagëm in Maart 1857 door den Fekih van Bantam ter hand gesteld aan zekeren Abdoellah, daarbij belast met de regeling en inning van de dzakat in het district Sérang; Eindresumé III, bijlage S. Picauly. Een bijdrage tot de kennis der Alfoeren van het eiland Boeroe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 3 (1859). R. Piek. Das Gajoland und seine Bewohner; Mitteilungen der K. K. Geographischen Gesellschaft in Wien, 50 (1907). Piehler. Die Ajitas (Aëtas) der Philippinen; Globus, 96 (1909). Mr. M. C. Piepers. Nog iets over den javaanschen diefstal om losgeld; Regt Nederlandsch-Indië, 38 (1882). Mr. M. C. Piepers. Inlandsch recht. Definitie van onroerend goed; Recht Nederlandsch-Indië, 47 (1886). Mr. M. C. Piepers. De competentie van den priesterraad op Java; Indisch Weekblad van het Recht, No. 1265, 1266, 1267. Mr. M. C. Piepers. De priesterrechtspraak in Z. W. Celebes ; Recht Nederlandsch-Indië. 60 (1893). 10 Mr. M. C. Piepers. Le droit civil et pénal des Indes Orientales Néerlandaises; Mémoires soumis au Congrès international de sociologie coloniale, tenu a Paris du 6 au 11 aoüt 1900. Mr. D. F. W. Pietermaat en De Vriese. Statistieke aanteekeningen over de residentie Menado; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1840, L — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII. J. H. Pieters. De Meer-streek in het binnenland van Boeroe; Nederlandsch Zendingsblad V (1922). — Uittreksel in Adatrechtbundel XXIV, blz. 424. F. A. Pigafetta. [The first voyage round the world by Magellan (1519—1522)]. — Opgenomen bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 33 en 34. — Afzonderlijk uitgegeven als: Magellan's voyage around the World by A. Pigafetta (Cleveland, 1906). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI en XXIV. Dr. Th. Pigeaud. Zie Stutterheim. J. Pijnappel Gzn. Eenige bijzonderheden betreffende de Papoea's van de Geelvinkbaai; Bijdragen Koninklijk Instituut, 2 (1854). J. Pijnappel Gzn. Beschrijving van het westelijk gedeelte van de Zuid- en Oosterafdeeling van Borneo (naar rapporten van Von Gaffron); Bijdragen Koninklijk Instituut, 7 (1860). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Mr. J. D. Pijper. Een enkele opmerking over adatrechtspraak in het gewest Riouw en onderhoorigheden; Indisch Tijdschrift van het Recht, 110 (1918). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 336. Pillias. L'administration indigène en Imerina et dans la Betsiléo; Revue de Madagascar, 13 (1911). C. Pinto. Les indigènes de 1'Inde portugaise; Mémoires soumis au Congrès international de sociologie coloniale, tenu a Paris du 6 au 11 aoüt 1900. J. B. Piolet. Madagascar et les Hovas (Paris, 1895). A. W. P. Verkerk Pistorius. Ontginning van woeste gronden (en landbezit) in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1867, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 179—183. A. W. P. Verkerk Pistorius. Het inlandsch bestuur in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1868, I. A. W. P. Verkerk Pistorius. Het Maleische gezin en het erfrecht in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1869, II. A. W. P. Verkerk Pistorius. Het Maleische dorp; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1869, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 185—186. A. W. P. Verkerk Pistorius. De arbeid in de Padangsche Bovenlanden ; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1869, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 189. A. W. P. Verkerk Pistorius. Studiën over de inlandsche huishouding in de Padangsche Bovenlanden (Zalt-Bommel, 1871). — Zie de Waal [van Anckeveen]. A. W. P. Verkerk Pistorius. Palembangsche schetsen. Een dag bij de wilden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1874, I. A. W. P. Verkerk Pistorius. Een wandeling over Ambon; Gids, 1883, II. Plakkaten (Riausche) (1899); Adatrechtbundel XXVI, Hz. 27-^4. C. O. van der Plas. Gegevens over grondenrecht (1919) [Oost-Java met Madoera] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 149—155. C. O. van der Plas. De visscherij en de vischhandel in den Kangean- en Sapoedi-archipel; Koloniaal Tijdschrift, 9 (1920). S. van der Plas. Nota betreffende het landschap Kota Pinang; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 2 (1912). J. de Plasencia. Customs of the Tagalogs (1589). — Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 7; Zeitschrift für Ethnologie, 25 (1893); Bijdragen Koninklijk Instituut, 1893. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. de Plasencia. Instructions regarding the customs which the natives of Pampanga formerly observed in their lawsuhs. Opgenomen bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 16. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. L. M. F. Plate. Bijdrage tot de kennis der gebruiken bij verloving en huwelijk in de onderafdeeling Ampat Lawang; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 48 (1905). L. M. F. Plate. De bestuurstaak in Zuid-Nieuw-Guinea; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), I. L. M. F. Plate. Het binnenlandsch bestuur en de koppensnellers van Zuid-Nieuw-Guinea: Orgaan Moederland en Koloniën, 16 (1916). H. Plaut. Beitrage zur Kenntniss der Insel Formosa; Mittheilungen des Seminars für Orientalische Sprachen, Berlin, jg VI (1903); Abt. Ostasiatische Studiën. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. C. M. Pleyte. De geographische verbreiding van het koppensnellen in den Oost-Indischen Archipel; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1891. C. M. Pleyte. Plechtigheden en gebruiken uit den cyclus van het familieleven der volken van den Indischen archipel; Bijdragen Koninklijk Instituut, 41 (1892). C. M. Pleyte Wzn. Ethnographische beschrijving der Kei-eilanden; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1893. C. M. Pleyte. Die Mentawet-Inseln und ihre Bewohner; Globus, 79 (1901). C. M. Pleyte. Singa Mangaradja, de heilige koning der Bataks. Zijn afkomst en de openbaring der eerste wetten enz.; Bijdragen Koninklijk Instituut, 55 (1903). C. M. Pleyte. De inlandsche nijverheid in West-Java als sociaalethnologisch verschijnsel, 1ste en 4e stuk (Batavia, 1911—1913). C. M. Pleyte. Badoejsche geesteskinderen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 54 (1912). C. Poensen. Iets over Javaansche naamgeving en eigennamen; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 14 (1870). C. Poensen. Dadoeng-kapoentir (Vereering der overgeleverde „ilöiló" of uitspraken der ouden); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 31 (1887). C. Poensen. Iets over het Javaansche gezin; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 31 (1887). C. Poensen. Iets over de Javaansche desa; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 37 (1893), 38 (1894). C. Poensen. Javaansche wetten; Bijdragen Koninklijk Instituut, 49 (1898). R. Ng. Poerbatjaraka. Gegevens over poesaka's, ambtssieraden enz. (1921); Adatrechtbundel XXII, blz. 266—268. R. Ng. Poerbatjaraka. Aanteekeningen op de Nagarakrëtagama; Bijdragen Koninklijk Instituut, 80 (1924). Poerwa Agama (Wetboek). In het Hoog-Balisch en Maleisch vertaald (Batavia, 1918). J. D. Poetiray. De bewoners van Ambon en de Oeliassers (± 1922); Adatrechtbundel XXIV, blz. 332—353. D. Pol. Beschrijving van het bijzonder adatrecht der Inlandsche christenen in Midden-Java enz.; Macedoniër, 30 (1926). L. C. F. Polderman. Het kadaster in Nederlandsch-Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap, 23 Januari 1925. Mr. A. J. G. Maclaine Pont. Indisch grondrecht en de stadsuitbreiding; Koloniale Studiën, 6 (1922), II. Mr. A. J. G. Maclaine Pont. De gemeenten en het agrarisch recht; Koloniale Studiën, 7 (1923), I. M(aclaine) P(ont). Indonesische rechtstaal door C. van Vollenhoven (bespreking); Indisch Tijdschrift van het Recht, 117 (1923). Mr. P. Maclaine Pont. Een Maleisch belang; Indisch Weekblad van het Regt, No. 792, 794 (1878). Mr. P. Maclaine Pont. [Pandrecht]; Indisch Weekblad voor het Recht No. 813, vgl. ook 817 en 825 (1879). • Mr. P. Maclaine Pont. De eed in Mandaïling, Angkola en Toba; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1877, II. Mr. P. Maclaine Pont. Over den eed in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1877, II. Mr. G. André de la Porte. Kan een Europeaan bezit hebben van de gebruiksrechten die door Inlanders worden uitgeoefend op het staatsdomein?; Recht Nederlandsch-Indië, 89 (1907). Mr. G. André de la Porte. Beschouwingen over quasi-internationaal privaatrecht; Recht Nederlandsch-Indië, 91 (1908). Mr. G. André de la Porte. Levering van onroerende goederen volgens Nederlandsch en Ned.-Indisch recht; Recht Nederlandsch-Indië, 97 (1911). Mr. G. André de la Porte. Over codificatie van materieel privaat- recht, in het bizonder van Nederlandsch-Indisch adatrecht (Leiden, 1918). Mr. G. André de la Porte. Bestaat er in het adatrecht onderscheid tusschen zakelijke en persoonlijke rechten?; Indisch Tijdschrift van het Recht, 122 (1925). — Zie ook Meijers en van Vollenhoven. Mr. G. André de la Porte. Recht en rechtsbedeeling in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1926). W. Pos. Soembaneesche woordenlijst; Bijdragen Koninklijk Instituut, 53 (1901). Dr. A. H. Post. Die Geschlechtsgenossenschaft der Urzeit und die Entstehung der Ehe (Oldenburg, 1875)1 11 Dr. A. H. Post. Die Anfange des Staats- und Rechtslebens (Oldenburg, 1878). Dr. A. H. Post. Bausteine für eine allgemeine Rechtswissënschaft auf vergleichend-ethnologischer Basis (Oldenburg, 1880—1881, 2 dln). Dr. A. H. Post. Die Grundlagen des Rechts und die Grundzüge seiner Entwicklungsgeschichte (Oldenburg, 1884). Dr. A. H. Post. Studiën zur Entwicklungsgeschichte des Familienrechts (Oldenburg—Leipzig, 1889). Dr. A. H. Post. Ueber -die Aufgaben einer allgemeinen Rechts-? wissenschaft (Oldenburg—Leipzig, 1891). Dr. A. H. Post. Ueber Gottesurteil und Eid; Ausland, 64 (1891). Dr. A. H. Post. Grundriss der ethnologischen Jurisprudenz (Oldenburg—-Leipzig, 1894, 2 dln). H. W. C. Potthasti Bijdrage tot de kennis van de afdeeling GrooteDajak; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 14 (1865). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Praetorius. Eenige bijzonderheden omtrent Palembang; Indische Bij, I (1843). Pranatan Patoeh. Jogjasche wet van 1863, houdende bepalingen omtrent de rechten en verplichtingen der Prijaji's, die gronden in apanage hebben, in het rijk van Jogjokarta; Eindresumé III, bijlage C. R. Hassan Soema di Pradja. Een en ander over gebruiken bij den Soendanees; Djawa, 1 (1921—1922). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXV, blz. 32—34. Pranaton Pertelon (De) (Zelfbestuursverordening op getiërceerde aansprakelijkheid) van Soerakarta (1869—1921) met inleiding en noten van J. H. A. Logemann; Adatrechtbundel XXII, blz. 41—108. Karsono Prawirosoebroto. De rietopkoop en de gevolgen daarvan; Blaadje Volkscredietwezen, 12 (1924), No. 4. — Overgenomen uit Algemeen Landbouwweekblad voor Ned.-Indië. A. E. Pratt. Two years among New-Guinea cannibals (London, 1906). R. C. van Prehn. Aanteekeningen betreffende Borneo's Westkust; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 7 (1858). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. R. C. van Prehn. Aanteekeningen omtrent de Westerafdeeling van Borneo; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 10 (1861). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. Prenger. The Dusuns of Borneo and their riddles; Actes 10e congrès intern, des Orientalistes, 4e partie, sect. V (1894). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. E. Presgrave. Account of a journey from Manna to Pasummah Lebar and the ascent of Gunung Dempo in the interior of Sumatra.... ; Malayan Miscellanies, No. 2 (1821). Priesterraden op Borneo (1923—1924); Adatrechtbundel XXV, blz. 449—451. Priesterrechtspraak; Indisch Tijdschrift van het Recht, 115 (1920), 117 (1923). M. Pringga Atmadja en H. Th. J. Uytterbroeck. Huwelijksgebruiken op het eiland Bawejan; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 34 (1891). H. E. Prins. Uittreksel uit een .... nota omtrent grondbezit ter Sumatra's Westkust (1894); Adatrechtbundel XI, blz. 60—62. H. E. Prins. Matriarchaal erfrecht in het voormalige rijk van Menang-Kabau (Sumatra); Koloniaal Weekblad, Februari 1902. Proceedings of the Agricultural Society established in Sumatra in 1820 (Bencoolen, 1821). — Zie Regulations en Report. Procesbundel, behoorende bij het vonnis van de pradata dalem te Jogjakarta van 27 Mei 1895; Adatrechtbundel XXIII, blz. 220 —230. Dr. L. Prochnik. Skizzen aus Niederlandisch-Ostindien. Amboina und Ceram; Mitteilungen der K. K. Geographischen Gesellschaft in Wien, 35 (1892). Proeve van beschreven désa-adats (van kracht in de afdeeling Sidhoardjo, residentie Soerabaia); Indische Gids, 1891, II. Pro-nota, behelzende eenige vragen betreffende de verplichtingen waaraan de bevolking was onderworpen, beantwoord voor het regentschap Demak (1796); Eindresumé II, bijlage KK. W. B. Pryer. Notes on North-Eastern-Borneo and the Sulu Islands; Proceedings Royal Geographical Society, 1883. —. Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. F. Quak. Het eiland Noesa Laoet en zijn bewoners (Oeliassers); Nederlandsch Zendingstijdschrift, 8 (1896). W. de Quant. Aanteekeningen betreffende het zuidwestelijk schiereiland van Celebes; Jaarverslag Topografischen Dienst Nederlandsch-Indië over 1919, dl 15 (1920), II. H. C. E. Quast. Verslag nopens den politieken toestand in de Rokanstaatjes; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 48 (1906). A. de Quatrefages. Les Pygmées (Paris, 1887). v. R. Het erfrecht van Vreemde Oosterlingen; Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 5 (1917). v. R. Exogamie gepaard met patriarchaat en matriarchaat; Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 5 (1917). Raad igama in Oost-Lombok (1919—1921); Adatrechtbundel XXV, blz. 451—453. J. C. M. Radermacher. Beschrijving van het eiland Borneo; Ver. handelingen Bataviaasch Genootschap, 2 (1780). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Mr. J. C. M. Radermacher. Beschrijving van het eiland Sumatra; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 3 (1781). Dr. Radjiman. De maatschappelijke loop van de Javaansche (Indonesische) bevolking; Verhandelingen Indisch Genootschap, 27 Februari 1920. Dr. Radjiman. Een bijdrage tot het reconstructie-idee van de Javaansche maatschappij (Praeadvies voor XlIIe Congres van BoediOetomo, 24—26 December 1921) (Djokja, z.j.). H. J. A. Raedt van Oldenbarnevelt. Tochten in het stroomgebied der Beneden Ketaun en een vierdaagsch uitstapje in de Lebong; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1888, II. H. J. A. Raedt van Oldenbarnevelt. De residentie Ambon; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 49 (1915). J. H. Raeven. Een inlandsch kadaster; Tijdschrift Kadaster in Nederlandsch-Indië, 5 (1923), 6 (1924). J. H. Raeven. Kadastrale vraagstukken in Nederlandsch-Indië; Koloniale Studiën, 9 (1925), II. Th. Stamford Raf fles. Substance of a Minute on the introduction of an improved system of internal management and the esta■ blishment of a landrental for the island of Java. (London, 1814). Th. Stamford Raf fles. A Discourse, delivered on the lith September 1815; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 8 (1816). — Asiatic Journal, 1 (1816). Th. Stamford Raf fles. On the Malayu nation, with a translation of its maritime institutions; Asiatick Researches, 12 (1816). — In Journal Straits Branch Royal Asiatic Society 3 en 4 (1879) herdrukt als The maritime code of the Malays. — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz. 61—96. Th. Stamford Raf fles. The history of Java, 2 vols (London, 1817; 2e druk, 1830). A. Raf f ray. Reise durch die Molukken und an der Nordküste von Neu-Guinea, 1876 bis 1877; Globus, 36 (1879). J. Rajal y Larré. Exploración del territorio de Davao (Filipinas) (Madrid, 1891). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. H. Rajohnson. Etude sur'les Antanosy et les Antandroy; Bulletin de 1'Académie Malgache, 6 (1908). J. W. Meyer Ranneft. Grondslagen en voorwaarden voor de her- vorming van de desa; Koloniale Studiën, 3 (1919). — Uittrek* seis in Adatrechtbundel XIX, blz. 286—291. Rapporten betreffende [grondenrechtin] bet landschap Koetei (1906, 1910 en 1911); Adatrechtbundel VII, blz. 83—89, 93—103, 103—105. Rapporten en besluit over de Mohammedaansche rechtspraak te Pontianak (1876); Adatrechtbundel X, blz. 319—338. Rapporten over afstand van oelajatgrond (1907); Adatrechtbundel X, blz. 90—104; zie Besseling, en Driessehe (Van). Rapporten over de Mohammedaansche rechtspraak op Zuid-Celebes (1907—1908); Adatrechtbundel I, blz. 236—243. Rapporten Welvaartscommissie, zie Gegevens. Rapporten, zie Besluiten, Gegevens, en Regeeringsrapport. A. B. Rathborne. Camping and tramping in Malaya (London, 1898). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 113—115. J. Rauws. Nieuw-Guinea (Den Haag, z. j.). E. G. Ravenstein. Formosa; Geographical Magazine, 1874. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. S. H. Ray. The languages of Borneo; Sarawak Museum Journal, 1 (1911—1913). — Uittreksels in Adatrechtfcandel XIII. S. H. Ray. The languages of the western division of Papua; Journal Royal Anthropological Institute Great Britain and Ireland, 53 (1923). Recht (liet) van den staat op den grond in de rechtstreeks bestuurde Buitenbezittingen van Nederlandsch-Indië (1912). — Zie Agrarisch Reglement voor de residentie Sumatra's Westkust (Batavia, 1916). Recht (Het nationale); Gedenkboek Indonesische Vereeniging, 1908 Recht (Oud-Makasaarsch) (1755—1889); Adatrechtbundel XVII, blz. 150—210. — Ontleend aan Regt Nederbndsch-Indiê, 8 (1853), en Indisch Weekblad voor het Recht, No. 1292—1294, 1296 en 1302 (1888). Rechten van de bevolking op den grond [in Jogjakarta] (1908); Adatrechtbundel II, blz. 212—215. Rechtsdocumenten (Inlandsche) uit Blora (1877—1913); Adatrechtbundel VIII, blz. 243—249. Rechtsdocumenten pnlandsche) [van Bali] (1874 en eerder); Adatrechtbundel XV, blz. 77—86. Rechtskringen op de Philippijnen (1918); Adatrechtbundel XVI, blz. 219. Rechtspleging en economische verhoudingen op de Sangi- en Talauteilanden; Nederlandsche Zendingsbode, 1905. Rechtspraak (Godsdienstige) in Ternate (1916—1922); Adatrechtbundel XXI, blz. 404—409. Rechtspraak (Inheemsche) in de zelfbesturen der Kwantan-districten (1918—1919) [Het Maleische gebied] ; Adatrechtbundel XXVI, blz. 52—60. Rechtspraak (Inheemsche), zie Gesteldheid, en Regelingen. Rechtspraak (Mohammedaansche) op Borneo (1914—1915); Adatrechtbundel XIII, blz. 405—410. Rechtspraak (Mohammedaansche). — Zie Regeeringsrapporten. Rechtspraak onder de Dajakkers; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1048 (1883). — Ontleend aan Perelaer: Borneo van Zuid tot Noord. Rechtspraak (Oude) in Tjerbon (1919) [West-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 35. — Zie van Gils. Rechtspraaktoestanden in Boven- en Beneden-Dajak (1912—1918); Adatrechtbundel XXVI, blz. 446-^.56. Rechtsstudie (Internationale samenwerking inzake Indonesische) (1919—1925); Adatrechtbundel XXV, blz. 7—15. Rechtstermen (1855) [Timor] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 485. — Zie van den Dungen Gronovius. Rechtstoestand van de kamanakan di bawah loetoet of afstammelingen van vroegere slaven (1903—1904); Adatrechtbundel XI, blz. 74—90. Rechtsverhoudingen bij de gambircultuur (1914) [in Tapanoeli] Adatrechtbundel XII, blz. 48; [in Het Minangkabausche! ge» bied] blz. 50—57; [in Zuid-Sumatra] blz. 58—60; [in het Maleische gebied] blz. 208—212; [in Banka] blz. 213; [bij de Chineezen] blz. 281—283; [in Borneo] Adatrechtbundel XIII, blz. 336—339. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 7 (1914). Rechtsverhoudingen bij de pepercultuur (1913) [in Atjèh] Adat¬rechtbundel X, blz. 53—69; [op Zuid-Sumatra] X, blz. 215— 218; [in het Maleische gebied] X, blz. 253—258; [op Banka] X, blz. 267—270; [op Billiton] X, blz. 270; [op Borneo! X, blz. 272—275. — Ontleend aan: De pepercultuur in de buitenbezittingen; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 5 (1913). Rechtsverhoudingen bij de sago (1921) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 235—244. — Zie Ruinen. Rechtswezen (Het) in het gouvernement Sumatra's Westkust; De Locomotief, 30 Juli, 8, 14, 17, 22 en 28 Augustus, 4, 17, 18, 26 en 28 September, 3 October en 4 November 1878. Rechtszaken in Banjoemas (1911—1916); Adatrechtbundel XIV, blz. 122—123. Rechtszaken in Pasoeroean (1914); Adatrechtbundel XIV, blz. 191. Rechtszaken op Madoera (1915); Adatrechtbundel XVIII, blz. 188 —197. Rechtszaken (Inheemsche beschrijvingen van) (± 1920?) [Toradjagebied] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 275—334. — Met aanteekeningen van dr. N. Adriani. Rechtszaken ter Sumatra's Westkust (1921) [Minangkabausch gebied] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 306. W. A. Reed. Negritös of Zambales (Manila, 1904). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. C. Reep. Het eiland Bengkalis; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 32 (1907). O. van Rees. Overzicht van de geschiedenis der Preanger-Regentschappen; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 39 (1880). [O.] van Rees; [Rapport omtrent de Preanger-Regentschappen.] Adatrechtbundel VIII, blz. 27 vgg. W. A. van Rees. De annexatie der Redjang (Rotterdam, 1860). W. A. van Rees. De krijgstocht op Ceram in 1860; Koloniale Jaarboeken, 3 (1863). W. A. van Rees. De Bandjermasinsche krijg van 1859—1863, 2 dln (Arnhem, 1865). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. W. A. van Rees. Ethnographische aanteekeningen van Nias [in De Pioniers der Beschaving in Neerlands Indië. Arnhem, 1866]. W. A. van Rees. Het Kakihan-verbond [in De Pioniers der Beschaving in Neerlands Indie. Arnhem, 1866]. W. A. van Rees. De Bandjermasinsche krijg van 1859—1863. Nader toegelicht (Arnhem, 1867). — Uittteksds in Adatrechtbundel XIII. Regeeringsonderzoek naar de rechten op onontgonnen gronden [op Java] (1867); Bijlagen Tweede Kamer 1867—1868, tweede zitting No. 49; Adatrechtbundel XIV, blz. 1—11 [West-Java] ; 24—64 [Middel-Java]; 149—183 [Oost-Java]. Regeeringsrapport betreffende de standen en de rechtspraak in de Bataksche maatschappij in de onderaf deeling Sipirok (1882); Adatrechtbundel VI, blz. 9—14. Regeeringsrapport nopens de toestanden in de onderafdeeling Boalëmo der afdeeling Gorontalo (1912); Adatrechtbundel IX, blz. 167—170. Regeeringsrapport over adatbestuur in de Kwantandistricten (1911); Adatrechtbundel VI, blz. 244—245. Regeeringsrapport over de onderafdeeling Paloe (1910); Adatrechtbundel I, blz. 130—144. Regeeringsrapport over familiegoed en belastingschuld (1909) [Het Minangkabausche gebied] ; Adatrechtbundel VI, blz. 204—206. Regeeringsrapport (Uit een) [betreffende het Toradja-gebied] (1906); Adatrechtbundel IX, blz. 176. Regeeringsrapport (Uit een) betreffende inlandsche goudgraverijen in de zelf besturende landschappen van de toenmalige onderafdeeling Tominibocht in verband met de Indische Mijnwet van 1899 (1900); Adatrechtbundel IX, blz. 173—175. Regeeringsrapport (Uit een) betreffende Palembang (1906); Adatrechtbundel VI, blz. 362—365. Regeeringsrapport (Uit een) [betreffende Zuid-Celebes] (1910); Adatrechtbundel IX, blz. 237—240. Regeeringsrapport (Uit een) [over Batjan]; Adatrechtbundel X, blz. 281. Regeeringsrapport (Uit een) [over het Minangkabausche gebied] (1908); Adatrechtbundel X, blz. 210. Regeeringsrapport (Uit een) van 1908 [over Nias]; Adatrechtbundel X, blz. 305. Regeeringsrapport. — Zie Aanteekeningen, Bijzonderheden, Diensten, Gegevens, Nota, Rechten, Regeling. Regeeringsrapporten over de Mohammedaansche rechtspraak op de buitenbezittingen; Adatrechtbundels I, blz. 225—234; X, blz. 317—338; XII, blz. 286. Regeeringsrapporten over grondbezit [op Ambon en Onderhoorig- heden] (1908—1909); Adatrechtbundel VII, blz. 215—222. Regeeringsrapporten (Uit) [betreffende den Ternate-archipel] (1909 —1910); Adatrechtbundel VII, blz. 162—165. Regeeringsrapporten (Uit) over Billiton (1907—1912); Adatrechtbundel VII, blz. 63—64. Regeeringsrapporten (Uit de) betreffende Benkoelen (1906—1909); Adatrechtbundel VI, blz. 359. Regeling door den regent te Padang van de moskeeambten aldaar (1876), vertaald door dr, Ph. S. van Ronkel; Adatrechtbundel X, blz. 339—354. Regeling ter vaststelling van de adatrechtsbedeeling onder de Doesoen-Bataks van het rijk Deli (1890 of 1891); Adatrechtbundel X, blz. 71—88. Regeling van de wakap-gelden te Benkoelen; Adatrechtbundel XX, blz. 345—354. Regelingen in de desa's waar de dienstplichtigen, in groepen verdeeld, alle of eenige diensten presteeren; Eindresumé III, bijlage L. Regelingen (Gewestelijke) nopens Mohammedaansche huwelijken op Java en Madoera (1894—1915); Adatrechtbundel XIV, blz. 275—349. Regelingen (Gewestelijke) nopens Mohammedaansche huwelijken op de Buitenbezittingen (1832—1915): A. Atjèh en onderhoorigheden; Adatrechtbundel XII, blz. 287—289; B. Tapanoeli; Adatrechtbundel XII, blz. 289—292; C. Sumatra's Westkust; Adatrechtbundel XII, blz. 292—298; E. Lampongsche Districten; Adatrechtbundel XII, blz. 298 —300; F. Palembang; Adatrechtbundel XII, blz. 300—301; G. Djambi; Adatrechtbundel XII, blz. 301; H. Oostkust van Sumatra; Adatrechtbundels XII, blz. 302; XX, blz. 354; J. Banka en Onderhoorigheden; Adatrechtbundel XII, blz. 303—305; K. Billiton; Adatrechtbundel XII, blz. 305—306; L. Westerafdeeling van Borneo; Adatrechtbundel XII, blz. 306—309; M. Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo; Adatrechtbundel XII, blz. 309—311; N. Menado; Adatrechtbundel XII, blz. 311—314; P. Ternate en Onderhoorigheden; Adatrechtbundel XII, blz. 314; Q. Amboina; Adatrechtbundel XII, blz. 315—316; R. Timor en Onderhoorigheden; Adatrechtbundel XII, blz. 316; S. Bali en Lombok; Adatrechtbundel XII, blz. 316—318. Regelingen (Gewestelijke) en gegevens [uit regeeringsrapporten] nopens de inheemsche rechtspraak: 1. Soerakarta; Adatréchtbündel I, blz. 244; V, blz. 46 en 462; XII, blz. 319 en 404; XVHI, blz. 427; 2. Jogjakarta; Adatrechtbundel I, blz. 244; V, blz. 47—53 en 462; X, blz. 49—51; XII, blz. 319 en 404—405; XVIII, blz. 427; 3. Atjèh en Onderhoorigheden; Adatrechtbundel I, blz. 244— 245; V, blz. 54—55 en 462; XII, blz. 319—320 en 405; XVIII, blz. 427—428; XX, blz. 5—10 en 356; XXV, 170 —173; 4. Tapanoeli; Adatrechtbundel I, blz. 245; V, blz. 61—83 en 462; VII, blz. 389; XII, blz. 320 en 406; XVHI, blz. 428; XX, blz. 356—357. 5. Gajo-, Alas- en Bataklanden; Adatrechtbundel I, blz. 245; V, blz. 55—61 en 462: XII, blz. 320 en 405; XVIII, blz. 428; XX, blz. 114—116; 6. Sumatra's Westkust; Adatrechtbundel I, blz. 245; V, blz. 84—100 en 463; VII, blz. 389; XII, blz. 320 en 406; XVIII, blz. 428; 7. Benkoelen; Adatrechtbundel I, blz. 245; V, blz. 101—127 en 463; VII, blz. 389; XI, blz. 241; XII, blz. 320 en 406; XVIII, blz. 428; 8. Palembang; Adatrechtbundel I, blz. 245—246; V, blz. 128 —149 en 463 ; XI, blz. 189—241; XII, blz. 320, 326—331 en 407; XVIII, blz. 428; XX, blz. 227—233 en 357—358. 9. Djambi; Adatrechtbundel I, blz. 246; V, blz. 150—305 en 463; XI, blz. 186—189; XII, blz. 321 en 407; XVIII, blz. 429; X%, blz. 226—227; 10. Oostkust van Sumatra; Adatrechtbundel I, blz. 246; V, blz. 306—351 en 463; X, blz. 71—88; XII, blz. 321; 331—373 en 407; XVIII, blz. 429; XX, blz. 358; 11. Riouw en Onderhoorigheden; Adatrechtbundel I, blz. 246; V, blz. 352—373 en 463; VII, blz. 389; XII, blz. 321 en 407; XVIII, blz. 429; XX, blz. 281—282 en 358; 12. Westerafdeeling van Borneo; Adatrechtbundel I, blz. 246; V, blz. 464; VII, blz. 389—391; XII, blz. 321—323 en 408'; XVHI, blz. 429—431; XXVI, blz. 437; 13. Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo; Adatrechtbundel I, blz. 246;'V, blz. 464; VII, blz. 391; XII, blz. 323 en 408; XVIII, blz. 431; XXVI, blz. 437-^143; 14. Menado; Adatrechtbundel I, blz. 247; V, blz. 374 en 464; J. F. A. de Rooy. Pandrecht-nota (± 1902) [Minangkabausch gebied] ; Adatrechtbundel XX, blz. 128—135. J. F. A. de Rooy. Oewang-adat-nota (1902) [met rapporten van Stibbe, Van Hengst, Hoogkamer, De Munnick en Sieburgh]; Adatrechtbundel X. blz. 105—143. H. A. Rose. I^gitimisation and adoption in Hindu law; Man, 22 (1922). Rose. — Zie Vishwanath. C. A. Rosemeier. De toestand in de Vorstenlanden door den Heer R. Wijnen beoordeeld (Jogjakarta, 1887). C. A. Rosemeier en Natadiradja. De Javaansche wetten benevens andere bepalingen ten dienste van landhuurders, beheerders en geëmployeerden van de ondernemingen in de beide Vorstenlanden. Vertaald, verzameld en bewerkt (Djokdjakarta, 1886). C. B. H. von Rosenberg. De Mentawei-eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 1 (1853). C. B. H. von Rosenberg. Enggano en zijne bewoners; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 3 (1855). C. B. H. von Rosenberg. Geografische en ethnografische beschrijving van het district Singkel, de landen liggende langs de Simpang Kanan en de Banjak-eilanden, benevens eenige korte aanteekeningen nopens de Simpang-Kiri; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 3 (1855). C. B. H. von Rosenberg. Reistogten in de afdeeling Gorontalo (Amsterdam, 1865). C. B. H. von Rosenberg. Reis naar de Zuidooster-eilanden ('s-Gravenhage, 1867). C. B. H. von Rosenberg. Beschrijving van eenige gedeelten van Ceram; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap-, 16 (1867). C. B. H. von Rosenberg. Reistochten naar de Geelvinkbaai op NieuwGuinea ('s-Gravenhage, 1875). C. B. H. von Rosenberg. Der malayische Archipel (Leipzig, 1878). C. B. H. von Rosenberg. Les iles Kei; Annales de 1'Extrème Oriënt et de 1'Afrique, 2 (1879—1880). C. B. H. von Rosenberg. — Zie J. T. Nieuwenhuisen. Roskott. Van schaken en huwen; Nederlandsche Zendingsbode, 1910. E. A. Ross. Soziologische Beobachtungen in Indien; Jahrbuch für Soziologie, 3 (1927). H. Ling Roth. The natives of Borneo (edited from the papers of the late Brooke Low); Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 21 (1892), 22 (1893). H. Ling Roth. The natives of Sarawak and British North Borneo, 2 dln (London, 1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. F. T- von Rothenbühler. Extract uit eene missive over den staat en toestand van het comptoir Pekalongan (1798); Eindresumé II, bijlage II. F. J. von Rothenbühler. Extract uit het rapport van over de rijstcultuur in Java's Oosthoek, geteekend 19 April 1806; zie Bijdragen Koninklijk « . Instituut, 2 (1854). — Opgenomen in Eindresumé III, bijlage H. F. J. von Rothenbühler. Extract uit het rapport van.... over den staat en de gesteldheid van het landschap Soerabaja, opgemaakt in 1812; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 41 (1881). — Uittreksels in Eindresumé III, bijlage I. F. J. von Rothenbühler. Extract uit de beantwoording van een aantal vragen betreffende den staat van het regentschap Grissee (1813); Eindresumé II, bijlage NN. G. P. Rouffaer. Een brutaal plagiaat; Bijdragen Koninklijk Insti¬ tuut, 50 (1899). G. P. Rouffaer. Voorwoord en Noten bij J. W. Winter's Beschrijving van 1824 (zie Winter); Bijdragen Koninklijk Instituut, 54 (1902). G. P. Rouffaer. Vorstenlanden; Encyclopaedie van NederlandschIndië, IV (1905), le druk. G. P. Rouffaer. De agrarische rechtstoestand der inlandsche bevolking op Java en Madoera (Rapport uitgebracht aan Mr. C. Th. van Deventer op 16 April 1904); Bijdragen Koninklijk Instituut, 74 (1918). G. P. Rouffaer. Was Malaka emporium voor 1400... ?; Bijdragen Koninklijk ïnïtituut, 77 (1921). — Uittreksels in Adatrechtbundels XX, blz. 291; XXII, blz. 268—277 en blz. 355; XXIII, blz. 66. Rousseau. Le cercle-annex de Mandritsara; Revue de Madagascar, 2 (1900), II. Rouw- en begrafenisgebroiken (Heidensche) in Zuid-Beloe (Timor); Katholieke Missiën, 52 (1926—1927). C. C. F. M. Le Roux. [Bevolkingsverhoudingen in het bergland van Middel-Bali en het hoogland van Tjatoer]; Jaarverslag Topographischen Dienst, 8e jg (1913). — Uittreksels m Adatrechtbundel XV, blz. 20. Ch. le Roux. Expeditie naar het Nassaugebergte in Centraal Noord Nieuw Guinee; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 66 (1926). Jhr. J. de Rovere van Breugel. Beschrijving van Bantam en de Lampongs ; Bijdragen Koninklijk Instituut, Nieuwe volgreeks, 1 (1856). W. R. Rowland. Bemerkungen über einen kleinen Stamm von Orang Bukit u.s.w.; Mitteilungen Geographischen Gesellschaft in Wien, 41 (1898). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 98—99. J. J. de Roy. Hachelijke reijstogt na Borneo en Atchin (Leyden, 1706). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. W. van Royen. Eenige opmerkingen over het medegedeelde betreffende Zuid-Sumatra, in de achtste bundel „Pandecten van het Adatrecht"; Koloniaal Tijdschrift, 16 (1927). J. W. van Royen. Vorming van adatrecht; Koloniaal Tijdschrift, 16 (1927). J. J. G. E. Rückert. Indisch grondrecht en de stadsuitbreiding; Koloniale Studiën, 7 (1923), I. Ruhut Parsaoran di Habatahon. [„Het sociale leven in de Bataklanden"] (Singapore, 1898); Vertaald door J. H. Meerwaldt in Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 48—51 (1904—1907). W. Ruinen. Sagopalmen en hun beteekenis voor de Molukken; Indische Gids, 1921. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 235—244.. W. Ruinen. Poenèn op de Mentawei-eilanden; Verslagen Ethnolo- genbijeenkomsteh te Amsterdam (1921—1924). J. M. Ch. E. le Rütte. Mokko-Mokko ('s-Gravenhage, 1870). Mr. J. M. Ch. E. Le Rütte. Is gelijkstelling van den Christen-Inlander met den Europeaan wenschelijk ?; Recht Nederlandsch-Indië, 72 (1899). Mr. J. M. Ch. E. Le Rütte. De schaking bij den Makassaar; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 41 (1899). Mr. J. M. Ch. E. Le Rütte. De strafbare schaking bij den Makassaar. Artt. 270, 271 en 272 van het Wetboek van Strafrecht voor Inlandèïs; Recht Nederlandsch-Indië, 72 (1899). Mr. J. M. Ch. E. Le Rütte. Het afsnijden van het hoofdhaar eener vrouw. Proeve eener crimineel-anthropologische studie; Recht Nederlandsch-Indië, 75 (1900). L. Rutten. Reisherinneringen uit Zuid-Oost Boelongan; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1916. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. O. Rutter. British North Borneo (London, 1922). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 502—513 H. C. G. Ruttink. Het Islamietisch huwelijk in de Preanger; Orgaan Nederlandsche Zèndingsvereeniging, 47 (1907). S. The Barram river; Journal Indian Archipelago, 5 (1851). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. S. Over de wijziging van het erfregt bij de Maleijers ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1864, I. C. S. Minangkabau. Overzicht van land, geschiedenis en volk, door M. Joustra; Koloniaal Tijdschrift, 13 (1924). C. E. S. 't Verwaerloosde Formosa (Amsterdam, 1675). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. F. J. P. Sachse. Het eiland Seran en zijne bewoners (Leiden, 1907). F. J. P. Sachse. Noord Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1912. F. J. P. Sachse. Gegevens uit de nota betreffende de onderafdeeling West-Ceram, samengesteld door.... (Encyclopaedisch Bureau, 1919). N. M. Saleeby. Studies in Moro history, law, and religion (Manila, 1905). N. M. Saleeby. The history of Sulu (Manila, 1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Samenvatting (Korte) welke de resultaten zijn van de onderzoekingen naar de rechten door de inlandsche bevolking op den grond uitgeoefend, voor zoover thans (1906) mede die onderzoekingen in de onderafdeelingen Oost-Lombok en Midden-Lombok als voldoende beëindigd kunnen worden beschouwd; Adatrechtbundel I, blz. 173—179. Samenvoeging van marga's [op Zuid-Sumatra] (1907—1910); Adatrechtbundel VI, blz. 366—368. A. L. Samson. Enkele aanteekeningen naar aanleiding van Mr. Nolst Trenité's Inleiding tot de agrarische wetgeving van het rechtstreeksch bestuurd gebied in Nederlandsch-Indië; Koloniale Studiën, 5 (1921), I. A. L. Samson. De Inlandsche rechtsgemeenschap en crediet; Koloniale Studiën, 5 (1921), II. Gaspar de San Agustin. Conquistas de las Islas Philipinas (Madrid, 1698). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 40. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. G. A. J. van der Sande. De Papua's Van Ned. Nieuw-Guinea; Bulletin Koloniaal Museum Haarlem, No. 34 (1906). G. A. J. van der Sande, zie Nova Guinea. Sanders. De adat toenggoe tebang in Benkoelen (1917); Adatrechtbundel XVIII, blz. 254—256. Sangir-eilanden (De) in 1825, met aanhangsel: De Talautsche eilanden; Indisch Magazijn, 1844. H. de Santy. Schets van de „Adat Koeboe"; Koloniaal Tijdschrift, 14 (1925). H. de Santy. Iets over den rijstbouw in de onderafdeeling Banjoeasin en Koeboestreken der residentie Palembang; Koloniaal Tijdschrift, 14 (1925). P. und F. Sarasin'. Ueber die Toala von Süd-Celebes; Globus, 83 (1903). P. und Fr. Sarasin. Reisen in Celebes, 1893—1896 und 1902—1903. (Wiesbaden, 1905, 2 dln). Mr. W. H. A. Sarolea. Minangkabausch adatrecht; Indisch Tijdschrift Recht, 112 (1920). Sasradiningrat, zie Inlandsche gegevens betreffende het adatrecht der inheemsche bevolking van Soerakarta. W. J. V. Saville. In unknown New Guinea (London, 1926). Sawah-bezit (Het) en de verpligte koffij-kultuur in de Preanger- regentschappen; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1861, II. Sawah kehormatan (1902—1921) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 37—41. F. H. Sawyer. The inhabitants of the Philippines (London, 1900). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. S. H. Schaank. De Chineesche stammen in Deli; Indische Gids, 7 (1885), II. S. H. Schaank. De kongsi's van Montrado. Bijdragen tot de geschiedenis en de kennis van het wezen der Chineesche ver- eenigingen op de Westkust van Borneo; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 35 (1893) en 36 (1893). G. Schaap. Uittreksels uit de Memorie van overgave van het bestuur over de residentie Oostkust van Sumatra; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1907. M. C. Schadee. Bijdrage tot de kennis van de ethnographie der Westerafdeeling van Borneo; Internationales Archiv für Ethnographie, 9 (1896). M. C. Schadee. Bijdrage tot de kennis van den godsdienst der Dajaks van Landak en Tajan; Bijdragen Koninklijk Instituut, 55 (1903), 56 (1904), 58 (1905), 59 (1906), 60 (1908). M. C. Schadee(?). Dati-grond in Christendorpen op de Ambonsche eilanden (± 1907); Adatrechtbundel XXI, blz. 28—39. M. C. Schadee. Het familieleven en familierecht der Dajaks van Landak en Tajan; Bijdragen Koninklijk Instituut, 63 (1910). M. C. Schadee. Het strafrecht der Dajaks van Tajan en Landak; Bijdragen Koninklijk Instituut, 66 (1912). M. C. Schadee. Heirats- und andere Gebrauche bei den Mansela und Nusawele Alf uren in der Unterabteilung Wahaai der Insel Seram (Ceram); Internationales Archiv Ethnographie, 22 (1915). A. Schadenberg. Ueber die Negritös der Philippinen; Zeitschrift für Ethnologie, 12 (1880). — Uittreksels in Adatreefttbundel XVI. A. Schadenberg. Leben, Sitten' und Gewohnheiten der wilden Stamme des Distriktes Prinzipe auf Luzon; Ausland, 56 (1883). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Schadenberg. Die Bewohner von Süd-Mindanao und der Insel Samal; Zeitschrift für Ethnologie, 17 (1885). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Schadenberg. Beitrage zur Kenntniss der Banao-Leute und der Guinanen, Gran Cordillera Central, Insel Luzon, Philippinen; Verhandlungen in Zeitschrift für Ethnologie, 19 (1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Schadenberg. Beitrage zur Ethnographie von Nord-Luzon (Filipinen); Mitteilungen Anthropologisch Gesellschaft Wien, 18 (1888). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Schadenberg. Beitrage zur Kentniss der im Innern Nordluzons lebenden Stamme; Verhandlungen in Zeitschrift für Ethnologie, 20 (1888) en 21 (1889). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Schadenberg, zie Meyer, Schaken van vrouwen; Indisch Weekblad van het Regt, No. 556 (1874). P. Schebesta. The Semangs of Patalung; Man, 25 (1925). P. Schebesta. La conscience de la culpabilité chez les priimtifs de la Malasie; Semaine Internationale d'Ethnologie Religieuse, IVe Session, Milan, 17—25 Sept. 1925. P. Schebesta. Bei den Urwaldzwergen von Malaya (Leipzig, 1927). L. de Scheemaker. Nota betreffende het landschap Batoebarah; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 17 (1869). W. B. J. A. Scheepens. Nota Van toelichting omtrent het landschap Geumpang; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, afl. 3 (1914). O. Scheerer. Zur Ethnologie der Inselkette zwischen Luzon und Formosa; Mitteilungen Deutsche Gesellschaft für Natur- und Völkerkunde Ostasiens, tij Teil 1 (1906). O. Scheerer. Ein ethnographischer Bericht über die Insel Botel Tobago (naar R. Toriis. Kötösho Dozoku Chöza Hökoku), Mitteilungen der Deutschen Gesellschaft für Natur- und Völkerkunde Ostasiens 11, Teil 2 (1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. O. Scheerer. Kalinga texts from the Balbalasang-Güiaang group; Philippine Journal of Science, 19 (1921). Dr. O. Schellohg. Ueber Familienleben und Gebrauche der Papuas der Umgebung von Finschhaf en (Kaiser Wilhelms-Land); Zeitschrift für Ethnologie, 21 (1889). Schenkingen tusschen echtgenooten staande huwelijk volgens inlandsch recht (Madoera); Wet en Adat, le en 2e jg., (1896— 1898), Band III, Kleine Bijdragen. L. Schepern. Aanteekeningen omtrent de bevolking van Billiton; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 9 (1860). Mr. W. T. D. IJssel de Schepper. Extracten uit de missives.... omtrent het vaststellen van een reglement op de heerendiensten, bedoeld bij art. 57 van het Regeeringsreglement; Eindresumé III, bijlage K'. Mr. W. T. D. IJssel de Schepper. — Zie Resumé Bantam. R. Scherius. Korte aanteekeningen van een reis over het gebergte van Ceram, van de Zuid- naar de Noordkust, of van de negorij Makarikie naar den post Wahaay; Tijdschrift NederlandschIndië, 6 (1846), IV. Schetsen van Palembang; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1846, III. Schetsen van het Noordelijk gedeelte van Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1847, IV. Mr. H. J. Scheuer. Hervormingen in de Indische rechtsbedeelirig; Onze Eeuw, 1910. W. Ph. Scheuer. Het grondbezit in de Germaansche mark • en de Javaansche desa (Rotterdam, 1885). Mr. W. Ph. Scheuer. Nog eens de losprijsordonnantie; Recht Nederlandsch-Indië, 77 (1901). Mr. W. Ph. Scheuer. Het personenrecht voor de Inlanders op Java en Madoera. Proeve van codificatie (Amsterdam, 1904). Schippers. — Zie Huwelijken op jongen leeftijd. G. Schlegel. Wettelijke bepalingen omtrent de huwelijken in China en beschrijving der daartoe gebruikelijke plegtigheden; Regt Nederlandsch-Indië, 20 (1862). G. Schlegel. Iets over Chinesche testamenten, donatiën en erfopvolging ; Regt Nederlandsch-Indië, 20 (1862). G. Schlegel. De Chinesche eed; Regt Nederlandsch-Indië, 21 (1865). G. Schlegel. La femme chinoise; Actes 10e congrès international des Orientalistes, 4e partie, section V (1894). H. E. B. Schmalhausen. Extract uit het ingevolge Gouvernements¬ besluit van 4 Augustus 1888 No. 1 uitgegeven voorstel tot afschaffing der heerendiensten enz. van ....; Eindresumé III, bijlage O. — Uittreksels in Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1889 I en II. — Afzonderlijk verschenen, Soerabaja, 1889. H. E. B. Schmalhausen, zie Désa-regeling Modjowangi. Dr. J. D. E. Schmeltz. Die Stamme an der Südküste von Niederl. Neu-Guinea; Internationales Archiv für Ethnographie, 16 (1904). Van Schmid. Aanteekeningen nopens de zeden, gewoonten en gebruiken, benevens de vooroordeelen en bijgeloovigheden der bevolking van de eilanden Saparoea, Haroekoe, Noessa Laut, en van een gedeelte van de Zuid-Kust van Ceram, in vroegeren en lateren tijd; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1843 II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 326—330. Van Schmid. Het kakihansch verbond op het eiland Ceram; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 5 (1843), II. J. Schmidt. Die Ethnographie der Nor-Papua (Murik-Kaup-Karam) bei Dallmannhaufen, Neu-Guinea; Anthropos, 18/19 (1923— 1924), 21 (1926). P. W. Schmidt. Ethnographisches von Berlinhafen, Deutsch NeuGuinea; Mitteilungen der Anthropologischen Gesellschaft in Wien, 29 (1899). Zie ook: Erganzungen und Berichtigungen zu Ethnographisches u.s.w., 29 (1899). Dr. Schnee. Einiges über Sitten und Gebrauche der Eingebornen Neu-Guineas; Verhandlungen Zeitschrift für Ethnologie, 32 (1900). E. E. Schneider. Notes on the Mangyan language; Philippine Jour¬ nal of Science VII D (1912). G. Schneider. Orang Mamma, ein bisher unbekannter Volksstamm iltt Innern Sumatras; Illustrirte Zeitung, 29 Marz 1900. W. C. R. Schnepper. Beteekenis van het bosch in de Minangkabausche samenleving; Tectona, 15 (1922). W. C. R. Schnepper. Kap- en zamelrechten in Minangkabouw; Tectona, 15 (1922). W. C. R. Schnepper. Wildhoutexploitatie in eigen beheer ter Sumatra's Westkust; Tectona, 16 (1923). C. A. Schnitzler. Desa-financiën en nog wat; Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917). F. C. A. Scholte. Beschouwingen over de afdeeling Midden-Doesoen in de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1917. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 413—418. S. J. Schoorl. De Chetti en zijn bedrijf; Koloniale Studiën, 10 (1926), I. J. G. Schot. De Batam-Archipel; Indische Gids, 1882, II, en 1883, I. J. G. Schot. Het stroomgebied der Kateman. Bijdrage tot de kennis G. Schultz, zie Antwoorden. L. Schultze. Ueber Ceram und seine Bewohner; Verhandlungen Berliner Gesellschaft für Anthropologie, Ethnologie und Urgeschichte, 9 (1877). R. Schumacher. Eine Reise zu den Tschin-huan in Formosa; Globus, 76 (1899). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Mr. dr. W. M. G. Schumann. Mededeeling over schuldenrecht [in West-Java] (1915); Adatrechtbundel XII, blz. 21. Mr. dr. W. M. G. Schumann [Advies over schenking tusschen inlandsche echtgenooten]; Indisch Tijdschrift van het Recht, 106 (1916). — Overgenomen in Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 4 (1916). S. L. F. van Schuppen. Extract uit de missive van 23 Mei 1825 No. 17 van den assistent resident van Toeban, belast met eene commissie op het eiland Bavian (Bawéan); Eindresumé II, bijlage AA. J. A. F. Schut. Iets over de Boegi's van Z. Selebes; Haagsche Zendingsbode, 8 (1905). J. A. F. Schut. Tweemaal naar Moro (Morotai); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1906. Joh. A. F. Schut. [Huwelijksrecht op Boeroe] ; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Joh. A. F. Schut. Het zendingswerk op Boeroe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. A. F. Schut. Zelf onderhoud der gemeenten op Boeroe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 409-^114. Joh. A. F. Schut. Het huwelijk bij de Gèb'emliar op Boeroe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 62 (1918). J. A. F. Schut. Uit de praktijk ; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 63 (1919). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 99 en 424. Joh. A. F. Schut. Een Tijl Uilenspiegel verhaal m de Boeroetaal; Bijdragen Koninklijk Instituut, 75 (1919). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 418-^124. Joh. A. F. Schut. Empah' fatan; „kloppen van een lijk'' op Boeroe; Bijdragen Koninklijk Instituut, 76 (1920). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 414—418. Joh. A. F. Schut. De Makassaren en Boegineezen [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl I, Amsterdam, 1920]. J. A. F. Schut. Nöro en Fèna op Boeroe; Bijdragen Koninklijk Instituut, 77 (1921). J. A. F. Schut. Het eten van de eerstelingen van den gierstoogst op Boeroe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 67 (1923). [Schütz]. Boengabondar op Sumatra; Rijnsehe Zending, 4 (1873). C. M. Schwaner. Historische, geographische en statistieke aanteekeningen betreffende Tanah Boemboe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 1 (1853). C. A. L. M. Schwaner. Borneo (Beschrijving van het stroomgebied van den Barito en reizen langs eenige voorname rivieren van het Z. O. gedeelte van dat eiland), 2 dln (Leiden, 1853—1854). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Schwaner-Croockewit. Aanteekeningen betreffende eenige maatschappelijke instellingen en gebruiken der Dajaks van Doesson, Moeroeng en Siang; Tijdschrift BataviaaBch Genootschap, 1 (1853). H. J. E. F. Schwartz. Nota over den politieken en economischen toestand van het landschap Kwantan; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 36 (1893). H. J. E. F. Schwartz. Aanteekeningen omtrent het landschap Gianjar, eiland Bali (Beschrijving en bestuursinrichting)^'tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 19 (1900). H. J. E. F. Schwartz. Zie Rapport. J. A. F. Schwarz. Tontemboansch-Nederiandsch woordenboek (Leiden, 1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel IX, blz. 103—145. Dr. C. W. Seidenadel. The first grammar of the language spoken by the Bontoc-Igorot, with a vocabulary and texts, mythology, folklore, historical episodes, songs (Chicago-London, 1909). C. G. Seligmann. The Melanesians of British New-Guinea (Cambridge, 1910). Semang and Sakei tribes of the districts of Kedah and Perak bordering on province Wellesley; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 1 (1878). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 228. C. Semper. Die Philippinen und ihre Bewohner (Würzburg, 1869). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Senn van Basel, zie Basel (Van). Seran (bewerkt naar gegevens van F. J. P. Sachse); Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 29 (1922). J. J. van Sevenhoven. Beschrijving van de hoofdplaats Palembang; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 9 (1823). Severijn, zie Hinlopen, en Straaten (Van der). G. A. Shaw. Notes on Ikongo and its people; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 1 (1875). G. A. Shaw. The Betsileo, country and people ; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 3 (1877). G. A. Shaw. The Betsileo: religious and social customs; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 4 (1878). G. A. Shaw. The Arab element in South-East Madagascar: as seen in the customs and traditions of the Taimoro tribe; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 17 (1893), 18 (1894). R. W. C. Shelford. A naturalist in Borneo (London, 1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 522-423. J. Sibree. A Malagasy ordeal; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 2 (1876). J. Sibree. Relationships and the names used for them among the peoples of Madagascar, chief ly the Hovas; together with observations upon marriage customs and morals among the Malagasy; Journal Anthropological Institute, 1880. J. Sibree. Curiosities of words connected with royalty and chief tainship among the Hova and other Malagasy tribes; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 11 (1887). J. Sibree. A quarter-century of change and progress: Antananarivo and Madagascar twentyrlive years ago; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 12 (1888). J. Sibree. Curious words and customs connected with chieftainship and royalty among the Malagasy; Journal Anthropological Institute, 1892. J. Sibree. An Imerina village; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 17 (1893). J. Sibree. Madagascar before the conquest: the island, the country and the people (London, 1896). J. Sibree. The manners and customs, superstitions and dialect of the Betsimisaraka; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 21 (1897). J. Sibree. The Malagasy custom of Brotherhood by blood'; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 21 (1897). J. Sibree (translater). Remarkable ceremonial at the decease and burial of a Betsileo prince; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 22 (1898). Sieburgh, zie Rooy (De). Simaloer (Simeuloeë); Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 20 (1920). A. Simon. Het agrarische stelsel in de Javaansche Vorstenlanden en de reorganisatie; Koloniaal Tijdschrift, 7 (1918), I en II. W. W. Skeat. A vocabulary of the Besisi dialect; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 29 (1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI. W. W. Skeat. Wild tribes of the Malay Peninsula; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 32 (1902). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 126. W. W. Skeat. The wild tribes of the Malay Peninsula; Annual Report of the Smithsonian Institution for the year ending June 30, 1902 (Washington, 1903). W. W. Skeat. Malay magie, being an introduction to the folklore and popular religion of the Malay Peninsula (London-New-York 1906). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 100—112. W. W. Skeat. The Malay Peninsula [in Customs of the World, vol. []. W. W. Skeat and H. N. Ridley. The Orang Laut of Singapore; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 33 (1900). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 245. W. W. Skeat and Ch. O. Blagden. Pagan races of the Malay Peninsula (London-New-York, 1906). E. F. Skertchly. Cagayan Sulu; Journal Asiatic Society Bengal, 65 (1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Slavernij en pandelingschap (1871—1882) [Borneo] ; Adatrechtbundel XXVI, blz. 418—420. — Zie Bock en Kater. Slavernij op de Philippijnen (1913); Adatrechtbundel XXI, blz. 356 —358. — Ontleend aan D. C. Worcester. Slavery and peonage in the Philippine Islands (Manila, 1913). Slavenrecht op Lombok (1920); Adatrechtbundel XXII, blz. 417. Mr. J. Slingenberg. Wang teboesan; Tijdschrift voor Strafrecht, 13 (1900). A. van Sluys. Over verkiezing van districtshoofden in de Minahassa; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 24 (1903). Mr. M. G. Smalt. Minderjarigheid van den Inlander; Recht Nederlandsch-Indië, 67 (1896). Mr. M. G. Smalt. Getuigenbewijs voor Inlandsche rechtbanken; Recht Nederlandsch-Indië, 71 (1898). W. D. Smith. An account of a human sacrifice held by the Bagobos, district of Davao, Mindanao; Philippine Journal of Science, III A (1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Mr. J. J. Smits. De positie van de Maleische familie'(op Sumatra's Westkust) in het proces, en de Maleische „Harta Poesaka" (ontleend aan de Sumatra-Bode van 26 Februari en 7 April 1903); Recht Nederlandsch-Indië, 80 (1903). Mr. J. J. Smits. Executie van poesaka-goederen ter Sumatra's Westkust; Java-Bode, 10 Augustus 1905. — Overgenomen in Sumatra-Bode, 16 Augustus 1905, en in Adatrechtbundel VI, blz. 189—196. Mr. J. J. Smits. Verkoop van de vaste goederen van wijlen Radja Boerhan Oedin; Sumatra-Bode 10 Mei 1906. — Overgenomen in Adatrechtbundel VI, blz. 196—199. Mr. J. J. Smits. Zorg voor sterfboedels van inlanders en zorg voor onmondige inlanders (1907); Adatrechtbundel X, blz. 14—19. Mr. J. J. Smits. De heer X over het matriarchaat in de Padangsche Bovenlanden; Sumatra-Bode 13 Januari 1908. — Overgenomen in Adatrechtbundel VI, blz. 199^-203. P. Smits. Schetsen uit de Keieesche geschiedenis; Almanak Missiehuis Tilburg, 32 (1922). Th. A. Smulders. Bijdrage tot de kennis van den Kangéan-Archipel (medegedeeld door J. L. van Gennep); Bijdragen Koninklijk Instituut, 46 (1896). A. Snackey. Iets over eenige instellingen van het Minangkerbausch recht; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1123 (1885). L. A. Snell. Eenige gegevens betreffende de kennis der zeden, gewoonten en taal der Pesechem van Centraal Nieuw-Guinea; Bul- 12 Dr. C. Snouck Hurgronje; [Nota over het Bolaang-Mongondausche wetboek] ; Notulen Bataviaasch Genootschap, 33 (1895). Dr. C. Snoück Hurgronje. Iets over verjaring in het Mohammedaansche recht; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 39 (1897). — Overgenomen in Recht Nederlandsch-Indië, 68 (1897). — Verspreide Geschriften, dl II. Dr. C. Snouck Hurgronje. Rechtstoestand van kinderen, buiten huwelijk geboren uit Inlandsche vrouwen, die den Mohammedaanschen godsdienst belijden. Met twee toelichtingen; Recht Nederlandsch-Indië, 69 (1897), 70 (1898). — Verspreide Geschriften, dl II. Dr. C. Snouck Hurgronje. Le droit musuiman; Revue de 1'Histoire des Religions, 19e jg., dl 37 (1898). — Verspreide Geschriften, dl II. Dr. C. Snouck Hurgronje. E. Sachau, Muhammedanisch.es Recht nach schafiitischer Lehre; Zeitschrift der Deutschen Morgenlandischen Gesellschaft, 53 (1899). — Verspreide Geschriften, dl II. Dr. C. Snouck Hurgronje. Een onbezonnen vraag; Java-Bode van 23 en 24 November 1899. — Verspreide Geschriften, dl IV'. Dr. C. Snouck Hurgronje. Zwagerschap volgens de godsdienstige wetten op Java (1896); Recht Nederlandsch-Indië, 72 (1899). — Verspreide Geschriften, dl IV'. Dr. C. Snouck Hurgronje. Islam und Phonograph; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 42 (1900). — Verspreide Geschriften, dl II. Dr. C. Snouck Hurgronje. Nota van wenken die bij de aanrakingen met hoofden en bevolking van het Gajoland te behartigen zullen zijn (1902). — Verspreide Geschriften, dl IV2. Dr. C. Snouck Hurgronje. Het Gajöland en zijne bewoners (Batavia, 1903). Dr. C. Snouck Hurgronje. L'interdit séculier (rifgèh) en H'Adramót; Revue Africaine, No. 256 (Ier trimestre, 1905). — Verspreide Geschriften, dl III. Dr. C. Snouck Hurgronje. Kusejr'Amra und das Bilderverbot; Zeitschrift der Deutschen Morgenlandischen Gesellschaft, 61 (1907). — Verspreide Geschriften, dl II. Dr. C. Snouck Hurgronje. Arafoië en Oost-Indië (Leiden, 1907). — Revue de 1'histoire des religions, 29e année, tome 57 (1908). — Verspreide Geschriften, dl IV2. Dr. C. Snouck Hurgronje. Nederland en de Islam (Leiden, 1911. 2e vermeerderde druk, Leiden, 1915). — Collection de la Revue du monde musuiman, 14 (1911). — Verspreide Geschriften, dl IV2. Dr. C. Snouck Hurgronje. Inlandsche adatsystematiek (1912); Adatrechtbundel VII, blz. 3. — Verspreide Geschriften, dl IV2. Dr. C. Snouck Hurgronje. De Islam in Nederlandsch-Indië (Baarn, 1913). — Verspreide Geschriften, dl IV2. Dr. C. Snouck Hurgronje. Een monument voor Wilken; De Gids, 1913, I. Dr. C. Snouck Hurgronje. Gegevens betreffende het adatrecht in vreemde koloniën (Amerikaansche koloniën) (1913); Adatrechtbundel VII, blz. 33. — Verspreide Geschriften, dl IV2. Dr. C. Snouck Hurgronje. "Adat isti'adat (1918); Adatrechtbundel XVIII, blz, 230. — Verspreide Geschriften, dl IV2. Dr. C. Snouck Hurgronje. Der Islam; Lehrbuch der Religionsgeschichte, Bd I, No. 8 (1924). Dr. C. Snouck Hurgronje. Echtscheiding in den Islam; De Telegraaf, 29 Juni 1926, Avondblad, 2e blad. Dr. C. Snouck . Hurgronje-Margadant [Over voogdij] ; Indisch Weekblad van het Recht, No. 1616 (1894). Mangaradja Soangkoepon. Bataksche adat; Koloniale Studiën, 7 (1923), dl II. Soebroto. Indonesische sawahverpanding ('s-Gravenhage, 1925). Tjokorde Gde Rake Soekawati. Legende over den oorsprong van de rijst en godsdienstige gebruiken bij den rijstbouw onder de Baliërs; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 66 (1922). Soekoebestuur (De vrije arbeid en het) op Sumatra's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1855, II. Soekoebestuur (Berigten van een staatsgevangene over het) ter Westkust van Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1861, ÏÏ. A. H. Soepit. Adoptie en erkenning van buitenechtelijke kinderen in de Toloërdistricten (1898) [beantwoording van een vragenlijst van mr. J. H. Carpentier Alting]; Adatrechtbundel IX, blz. 97—102. Soepomo. De reorganisatie van het agrarisch stelsel in het gewest Soerakarta ('s-Gravenhage, 1927). Soerat piagëm door den hoofdpanghoeloe van Tjandjoer den 20 Juni 1867 uitgereikt aan den naib van Goenoengparang; Eindresumé III, bijlage R. P. A. Soerjadiningrat. Toeüchting bij den plattegrond van de Kraton te Jogjakarta; Djawa, 5 (1925). Soerjo Alam; Bijdragen Koninklijk Instituut, Nieuwe Volgreeks, dl VI (1862). R. M. Noto Soeroto. Beknopt geschiedkundig overzicht van het sultanaat Jogjokarto (Amsterdam, 1920). R. M. Noto Soeroto. De Javanen [in De Volken van NederlandschIndië, dl II, Amsterdam, 1921]. E. Sonne. Die Bewohner Britiidi^Nord-Borneos mit besonderer Berücksichtigung der Badjohs, Tumboneas und Sundajaks; Mitteilungen der Anthropologischen Gesellschaft in Wien, 23 (1893). L. Sorg. Introduction k 1'étude du droit hindou (Paris, 1895). L. Sorg. Traité théorique et pratique du droit hindou (Pondkhéry, . 1897). R. Sosrodanoekoesoemo. De Madoereesche taal en letterkunde; Handelingen van het eerste congres voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Java (Weltevreden, 1921). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXV, blz. 131—134. R. M. A. Sosro Ningrat. Het huwelijk bij de Kodja's; Bijdragen Koninklijk Instituut, 50 (1899). R. Sosrowidjojo. Serat poerwotjarito Bali (Batavia, 1875). Soury-Laverque. Tranches d'histoire: Andrianampoinimerina et les sept années de paix; Bulletin de l'Académie Malgache, 10 (1912). Soury-Laverque. Un chapitre du Tantara, par le P. Callet; Bulletin de l'Académie Malgache, nouvelle série, 4 (1918—1919). A. H. Spaan. Een landreis van Berouw naar Samarinda; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1901. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. A. H. Spaan. Reis van Berouw naar Boelongan; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1902. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. A. H. Spaan. Naar de Boven-Kelei (Sambalioeng). Een reis in de binnenlanden van Borneo; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 20 (1903), I. A. J. Spaan. Nota over den landbouw in Zuid-Bantam (1868); Eindresumé II, bijlage B. A. J. Spaan en Mr. F. C. Valck. Extract uit het Rapport omtrent de apanagevelden der inlandsche hoofden en omtrent de rechten, door de bevolking op de sawah negara of kedaleman in de residentie Bantam uitgeoefend (1869); Eindresumé II, bijlage A. Spanoghe. De Heidenen of Badoewinen van Bantam; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1838, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz. 14. C. Spat. Over privaat- en publiekrecht bij de volken van den Indischen Archipel (Breda, 1905). Ci Spat. De plaats van het matriarchaat in de sociale cultuur; Tijdschrift voor Geschiedenis, Land- en Volkenkunde, 28 (1913). C. Spat. Adat en sjari°at in Alam Minangkabau; Vragen van den Dag, 32 (1917). C. Spat. De rijkssieraden van Loewoe; Nederlandsch-Indië Oud en Nieuw, 3 (1918—1919). H. Speyer. Le droit pénal anglo-indien; Revue de 1'Université de Bruxelles, 5 (1899—1900). Dr. J. S. Speyer. De kasten van Britsch-Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap, 10 December 1912. Dr. J. S. Speyer. De kasten van Britsch-Indië; Indische Gids, 35 (1913), II. O. Spies. Islamisches Nachbarrecht nach schafiitjscher Lehre; Zeitschrift für vergleichende Rechtswissënschaft, 42 (1926). A. S. L. Spoor. De inheemsche rechtsgemeenschappen in Z.-W. Celebes; Berichten en Mededeelingen der Vereeniging van Ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur in Nederlandsch-Indië, No. 42 (Den Haag, 1927). A. F. van Spreeuwenberg. Een blik op de Minahassa; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1844, IV; 1846, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII. J. Staal. De levensloop van een Doesoen; Annalen Missiehuis Roosendaal, 28 (1917—1918). J. Staal. The Dusuns of North-Borneo; Anthropos, 18/19 (1923— 1924), 20 (1925). J. Staal. De Doesoens op Noord-Borneo; Annalen Missiehuis Roosendaal, 37 (1926—1927). J. Staal. Het familieleven der Doesoens; Annalen Missiehuis Roosendaal, 37 (1926—1927). M. C. E. Stakman. De af deelingen Lintau en Boea (Pad. Bovenlanden) en Toelang Bawang (Lampongsche districten); Indische Gids, 7 (1885), I en II. Stam (De Minahasische) of walak (1910); Adatrechtbundel XVII, blz. 1—4. — Zie Adriani. Stammengeschillen (Dajaksche) (1894); Adatrechtbundel VII, blz. 70—82. H. E. Standing. Malagasy „fady"; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 7 (1883). H. E. Standing. The tribal divisions of the Hova Malagasy; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 11 (1887). H. E. Standing. Les „Fady malgaches" (traduit par A. Jully); Bulletin trimestriel de l'Académie Malgache, 3 (1904), No. 2 en 3. C. Staniland Wake. Notes on the origin of the Malagasy; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 6 (1882). H. E. J. Stanley. Zie A. de Morga. H. W. Stap. Vallen de panghoeloe's soekoe en andere adat-hoofden in het Gouvernement Sumatra's Westkust onder art. 392 van het Inlandsch Strafwetboek?; Koloniaal Tijdschrift, 1915, II. H. W. Stap. Adatheffingen ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 51 (1916). H. W. Stap. Een statistiek in de onder-afdeeling Oud-Agam, afd. Agam, Sumatra's Westkust; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 52 (1917). H. W. Stap. De nagari-ordonnantie ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 53 (1917). Stapel. Het Manggeraïsche volk (West-Flores); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 56 (1914). • G. Th. Staunton. Ta Tsing Leu Lee; being the Fundamental Laws, and a selection from the supplementary statutes, of the Penal Code of China (translated from the Chinese). (London, 1814). J. A. van Staveren. De Rokka's van Midden-Flores; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 57 (1916). F. G. Steek. Extract uit de reisbeschrijving naar Lebong; Bijdragen Koninklijk Instituut, 8 (1861). F. G. Steek. Topographische en geographische beschrijving der Lampongsche distrikten; Bijdragen Koninklijk Instituut, 8 (1861). J. B. Steere. Formosa; Journal American Geographical Society, 6 (1876). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. W. Steinbuch. Eenige opmerkingen betreffende het Inlandsche gemeentewezen ter Sumatra's Westkust; Koloniaal Tijdschrift, 11 (1922). Dr-r S. R. Steinmetz. Ethnologische Studiën zur ersten Entwicklung der Strafe (Leiden, 1892). Dr. S. R. SteiUmetz e. a. Rechtsverhaltnisse von eingeborenen Vólkern in Afrika und Ozeanien. (Berlin, 1903). — Zie Walter. E. Steller. De Sangi-archipel. (Amsterdam, 1866). Mr. V. G. T. Steller, zie Gegevens. G. J. D. C. Stempels. De Indonesiër en zijn grond; Het Vaderland, 1, 3 en 4 November 1919. Dr. Th. Sternberg. Der Geist des chinesischen Vermogensrecht; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 26 (1911). H. Vaughan Stevens. Materalien zur Kenntnis der wilden Stamme auf der Halbinsel Malaka; Veröffentlichungen aus dem K. Museum für Völkerkunde (Berlin), Bnd II (1892), Bnd III (1894). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 160—167. H. Vaughan Stevens. Notizen aus den Reisen des.... in Malaka; Ethnologisches Notizblatt, 1 (1896), Heft 3. H. Vaughan Stevens. Mittheilungen aus dem Frauenleben der Orang Belendas, der Orang Djakun (Jakoon) und der Orang Laut (bearbeitet von Dr. M. Bartels); Zeitschrift für Ethnologie, 28 (1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 119—126. H. Vaughan Stevens. Namengebung und Heirat bei den Orang Temia auf der Halbinsel Malaka (herausgegeben von H. Stöhner); Globus, 82 (1902). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 145—149. J. H. Stewart-Lockart. — Zie Colquhoun. D. G. Stibbe. De adateed bij de Menangkabausche Maleiers; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. D. G- Stibbe. Beschrijving der onderafdeeling Alahan Pandjang; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 21 (1901) en 22 (1902). D. G. Stibbe. Maatschappelijke geledingen in Britsch-Indië; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), II. D. G. Stibbe. Westersche rechtsbedeeling in de kampong; Koloniaal Tijdschrift, 7 (1918), II. D. G. Stibbe. Zie Beeuwkes en de Rooy. S. Stibbe. Het soekoe-bestuur in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 18,69, I. W. G. Stirling. A Chinese wedding in the reform style; Journal Malayan Branch Royal Asiatic Society, 3 (1925). N. P. van der Stok. Het eiland Saleijer; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 15 (1866). H. J. Stokking. Over het oud-Talaoetsche huwelijk; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). H. J. Stokking. Gebruiken bij den rijstbouw op Talaoet; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 66 (1922). H. J. Stokking. Gebruiken der Talaoereezen bij de zeevaart; Mededeelingen Zendingswetenschap, 66 (1922). J. J. Stolk. Opsporing van den zwervenden stam der PenjaboengPoenan's op de waterscheiding der Barito • met de Mahakam en Kapoeas; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1907. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. O. C. Stone. Description of the country and natives of Port Moresby and neighbourhood, New Guinea; Geographical Journal, 1876. K. Th. Stöpel. Eine Reise in das Innere der Insel Formosa, und die erste Besteigung des Niitakayama (Buenos Aires, 1905). J. W. de Stoppelaar. Een paar aanteekeningen over Banjoewangi; Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926). J. van der Straaten en P. Severijn. Verslag van een in 1854 bewerkstelligd onderzoek op het eiland Enggano; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 3 (1855). Th. Strange. Hindu law (London, 1830, 2 dln). L. B. van Straten. De Indonesische bruidschat (Gorinchem, 1927). Dr. E. Streseman. Religiöse Gebrauche auf Seran; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). H. N. Stuart. Over verdeeling van het familiegoed en stamvoortzetting bij de Chineezen; Recht Nederlandsch-Indië, 75 (1900). H. N. Stuart. Adoption posthume chez les Chinois; Hommage aux congrès des orientalistes de Hanoi de la part du Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, 1902. H. N. Stuart. Chineesch voogdijrecht; Recht Nederlandsch-Indië, 86 (1906). Mr. J. W. T. Cohen Stuart. Codificatie van het Inlandsch recht; Recht en Wet, 1882. Mr. T- W. T. Cohen Stuart. De nieuwe wetgeving voor Chineezen; Recht en Wet, 1882. Mr. J. W. T. Cohen Stuart. Priesterraden; Recht en Wet, 1882. Mr. J. W. T. Cohen Stuart. Overwalsche Inlanders; Recht en Wet, 1882. Mr. J. W. T. Cohen Stuart. Het Chineesch familierecht in onze wetgeving; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1257 (1887). Mr. J. W. T. Cohen Stuart. Erkenning van natuurlijke kinderen door personen, die niet aan de Europeesche wetgeving zijn onderworpen; Recht Nederlandsch-Indië, 69 (1897). Mr. J. W. T. Cohen Stuart. De erkenning van natuurlijke kinderen volgens Mohammedaansch recht; Recht Nederlandsch-Indië, W (1898). Stukken betreffende het onderzoek der (bij besluit van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, van 8 December 1853, No. 10) benoemde commissie voor de opname der verschillende suikerfabrieken op Java (z. p., z. j.). W. L. de Sturler. Proeve eener beschrijving van het gebied van Palembang (Groningen, 1843). W. L. de Sturler, Bijdrage tot de kennis en rigtige beoordeeling van den zedelijken, maatschappelijken en staatkundigen toestand van het Palembangsche gebied (Groningen, 1855). Dr. W. F. Stutterheim. Transscriptie van twee . Jayapattra's; Oudheidkundig Verslag, 1925, le en 2e kwartaal. Dr. W. F. Stutterheim. Een oorkonde op koper uit het Singasarische; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 65 (1925). Dr. W. F. Stutterheim en Dr. Th. Pigeaud. Een Javaansche oorkonde uit den bloeitijd van Madjapahit; [Oost-Java- en Madoera-nummer van] Djawa, 6 (1926), No. 4, 5 en 6. Successieregt bij de Chinezen. Regeling omtrent de erfenissen en besterfehissen volgens het boek Tay Tjing Loet; Regt Nederlandsch-Indië, 17 (1859). Succession au tróne chez les Séclaves; Extrait d'une lettre de M. Mayeur du 18 juillet 1806; Bulletin de l'Académie Malgache, 10 (1912), blz. 90—91. Jhr. B. C. C M. M. van Suchtelen. Endeh (Flores); Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 26 (1921). S. Suhari. De Gajahmati te Solo; Djawa, 2 (1922). Sumatra's Westkust. Een beschouwing van den tegenwoordigen toestand aldaar door een ambtenaar bij het Binnenlandsch Bestuur; Indische Gids, 8 (1886), II. H. Sundermann. Die Insel Nias; Allgemeine Missions-Zeitschrift, 11 (1884). H. Sundermann. Neue Beitrage zur Ethnographie von Nias; Ausland, 1892. H. Sundermann. Verderbliche Volkssitten auf Nias; Allgemeine Missions-Zeitschrift, 25 (1898). — Vertaling in Rijnsche Zending, 1898. H. Sundermann. Die Insel Nias und die Mission daselbst (Barmen, 1905). H. Sundermann. Borneo voorheen en thans (Toestanden in ZuidBorneo); Verhandelingen Indisch Genootschap, 23 Februari 1914. H. Sundermann. Rèligiöse Vorstellungen und darauf sich grondende Sitten und Gebrauche der heidnischen Dajak auf Borneo; Bijdragen Koninklijk Instituut, 76 (1920). J. L. M. Swaab. Beschrijving der onderafdeeling Redjang (1913); Bijdragen Koninklijk. Instituut, 72 (1916). J. L. M. Swaab. Inlandsche rechtsgemeenschappen in Zuid-Sumatra; Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917), II. F. A. Swettenham. Slavery in the Malay States. Report van 1875, opgenomen in Bird, Golden Chersonese. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 183—185. F. A. Swettenham. Comparative vocabulary of the dialects of some of the wild tribes inhabiting the Malayan Peninsula, Borneo ; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 5 (1880). — Uittreksels in Adatrechtbundels XIII en XXVI. F. A. Swettenham. Some account of the independent native states of the Malay Peninsula. Part I (Singapore, 1880). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 170—172. F. A. Swettenham. Some account of the independent native states of the Malay Peninsula; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 6 (1880). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 230—231. F. A. Swettenham. Journal kept during a journey across the Malay ; Peninsula; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 15 (1885). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 236. F. A. Swettenham. On the native races of the Straits Settlements and Malay States; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 16 (1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 185. F.'A. Swettenham. Note on the Jacoons; Journal of the Anthropological Institute of Great-Britain and Ireland, 23 (1894). F. A. Swettenham. The Real Malay (London-New-York, 1900). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 113. F. A. Swettenham. Malay Sketches. 3e druk (London-New-York, 1903). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 112. Th. van* Swieten. Het huwelijk te Larantoeka; Berichten SintClaverbond, 1897. — Overgenomen in Adatrechtbundel VII, blz. 226—233. R. Swinhoe. Notes on the island of Formosa; Journal Royal Geographical Society, 34 (1864). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. R. Swinhoe. Notes on the ethnology of Formosa, bij W. Canypbell. Formosa under the Dutch. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. M. T. Over trouwpartijen te Sikka (Zuid-Flores); Javapost, 1915. Tagalogs en Negrito's (Marsden over) (1784); Adatrechtbundel XXI, blz. 401—403. — Zie Marsden. E.' C. Taintor. The aborigines of Northern-Formosa; Journal NorthChina Branch Royal Asiatic Society, 9 (1875). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Y. Takekoshi. Japanese rule in Formosa (London, 1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. TaTiq-formules (± 1890—1907); Adatrechtbundel X, blz. 310—316. K. Tamai. Die Erforschung des Tschinw.an Gebietes auf Formosa durch die Japaner; Globus, 70 (1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Tani [De ngidjo-praktijk] (1920); Nieuwe Soerabajasche Courant. — Overgenomen in Algemeen Landbouw Weekblad voor Ned.Indië, 3 September 1920 en in Adatrechtbundel XIX, blz. 331 —335. O. D. Tauern. [Ceram]; Zeitschrift für Ethnologie, 45 (1913). O. D. Tauern. Patasiwa und Patalima (Leipzig, 1918). G. Taylor. Aborigines of Formosa; China Review, 14 (1885—1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. G. Taylor. Savage priestesses in Formosa; China Review, 14 (1885 —1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Cw^Taylor. A ramble through Southern Formosa; China Review, 16 (1887—1888). — Uittreksels in Adatréchtbündel XVIII. G. Taylor. Formosa; Proceedings Royal Geographical Society, 11 (1889). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. M. M. Taylor. Bei den Kannibalen von Papua (Leipzig, 1925). M. Tef f er. De Savoe-eilanden; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 19 (1875). M. Tef f er. Iets omtrent de Savoeneezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 23 (1876). J. E. Tehupéiory. Onder de Dajaks in Centraal Borneo (BataviaLeiden, 1906). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Tellings, zie Dorpsinrichting. Tendeloo. De toestand der vrouw in de Minahassa; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 17 (1873). J. Tenorio (a) Sigayan. Costumbres de los Indios Tirurayes (Manila, 1892). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Termen (Door de Moro's van Tidore gebezigde) (1519—1522) [Ternate-archipel] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 97. — Ontleend aan Pigafetta bij Blair and Robertson, dl 34, blz. 74—102. Termen (Juridische) in inlandsche talen; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Termen (Inlandsche rechts-) voorkomende in de adatrechtbundels; Adatrechtbundel V, blz. 467—491; VI, blz. 446—454; VII, blz. 392—398; VIII, blz. 287—292; IX, blz. 341—345; X, blz. 366—407; XI, blz. 381—391; XII, blz. 432—439; XIII, blz. 419—431; XIV, blz. 350—357; XV, blz. 391^103; XVI, blz. 505—512; XVII, blz. 350—354; XVIII, blz. 435—448; XIX, blz. 482-^98; XX, blz. 359—481; XXI, blz. 413—422; XXII, blz. 449—465; XXIII, blz. 483—488; XXIV, blz. 494-^198; XXV, blz. 493—503; XXVI, blz. 527—538. — Zie ook Adatrechtstermen en rechtstermen. Tertius. Djambi-commentaren; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 223—225. Testamenten (Twee) van inwoners der kampong Makasar te Ternate (1894 en 1896); Adatrechtbundel VII, blz. 207—213. Mr. J. S. Thieme. Over rechtsbedeeling in Solo; Indisch Tijdschrift van het Recht, 109 (1917). Mr. J. S. Thieme. Over priesterraadrechtspraak in verband met Mr. B. ter Haar's verhandeling (Zie ter Haar); Indisch Tijdschrift van het Recht, 113 (1919). J. W. Thomas. Sitten und Aberglauben auf Nias; Globus, 39. J. W. Thomas. De jacht op het eiland Nias; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 26 (1881). J. W. Thomas. Drei Jahre in Süd-Nias (Barmen, 1892). Thomas' und Fehrs Reisen im südlichen Nias; Mitteilungen der Geo- graphischen Gesellschaft zu Jena, 1 (1882). Th. Thomsen. — Zie Code. J. Thomson. Notes of a journey in Southern Formosa; Journal Royal Geographical Society 43 (1873). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. J. T. Thomson. Remarks on the Sleter and Sabimba tribes; Journal Indian Archipelago, 1 (1847). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 221. J. T. Thomson. Some glimpses into life in the Far East. 2nd édition (London, 1865). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 169—170. Dr. 'R. Thurnwald. Drei Jahre im Innern von Neu-Guinea, 1913— 1915; Jahrbuch des stadtischen Museums für Völkerkunde zu Leipzig, 7 (1915—1917). Dr. R. Thurnwald. Politische Gebilde bei Naturvölkern; Zeitschrift für vergleichende Rechtswissënschaft, 37 (1919). Dr. R. Thurnwald. Die Gemeinde der Banaro. Ehe, Verwahdschaft und Gesellschaftsbaü eines Stammes im Innern von NeuGuinea. Aus den Ergebnissen einer Forschungsreise, 1913—1915. Ein Beitrag zur Entstehungsgeschichte von Familie und Staat; Zeitschrift für vergleichende Rechtswissënschaft, 38 (1920), 39 (1921). Afzonderlijk uitgegeven, Stuttgart, 1921. G. L. Tichelman. Rechterlijke tusschenkomst in het ontwikkelingsproces van het adatrecht [met naschrift van J. C. V.]; Koloniaal Tijdschrift, 10 (1921): G. L. Tichelman. Aanteekeningen betreffende Ceramsche Alfoereneeden; Koloniaal Tijdschrift, 11 (1922). [G. L. Tichelman.] De onderafdeeling Aniahei, Zuid-Ceram (1923); Adatrechtbundel XXIV, blz. 425—436. G. L. Tichelman. De onderafdeeling Amahei, Seran; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 42 (1925). J. Tideman. Het landschap Laikang; Bijdragen Koninklijk Instituut, 59 (1906). J. Tideman. De loemboeng-desa op Zuid-Celebes; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 32 (1907). J. Tideman. De schaking bij de Makassaren; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 33 (1907). J. Tideman. Catalogus van voorwerpen van Makassaarschen oorsprong (Leiden, 1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII, blz. 212—215. J. Tideman. De Makassaren (Haarlem, 1909). J. Tideman. Zuid-Celebes voorheen en thans; Verhandelingen Indisch Genootschap, 18 Januari 1910. J. Tideman. Schetsen uit het volksleven op Zuid-Celebes; Bulletin Koloniaal Museum Haarlem, No. 48 (1911). J. Tideman. Simeloengoen (Leiden, 1922). J. Tideman. — Zie Ethnographische gegevens. K. W. Tiedtke. Woordenlijst der Sampitsche en Katingansche taal (Batavia, 1872). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Van der Tillaard. De Orang Pesoekoe der Anambaseilanden (1913) • Adatrechtbundel XX, blz. 239—249. M. Timmers. Iets over de slavernij; Berichten Sint-Claverbond, 1902. M. Timmers. Sikkaneesche verscheidenheden; Berichten SintClaverbond, 1913. L. Tip. Communistische woelingen. Een stuk geschiedenis van de residentie Ternate; Koloniaal Tijdschrift, 13 (1924). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 100. Tirtokoesoemo. — Zie Broek (Van den). Titel (De 2de) van het zg. Compendium (1760); Plakaatboek dl 7, blz. 393—407. — Overgenomen in Adatrechtbundel VII, blz. 270—274. R. Tjintaka. Eigenaardige verlovingsgebruiken in Tjidjoelang; Djawa, 7 (1927). Tjitjoprodjo. Javaansche boevenloopjes; Wet en Adat, le en 2e jg (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. A. C. Tobi. Gegevens over Selokaton (1925) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXV, blz. 35—43. A. C. Tobi. Verbetering van gegevens voor Selokaton (1925) [Middel-Java] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 43—51. Dr. A. C. Tobi. De vrijwillige onderwerping aan het Europeesche privaatrecht (Leiden, Batavia, 1927). J. H. Tobias. Borneo; Hermes, 3e jg (1828). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. J. H. Tobias. De Lampong; Hermes, 5 (1830), I. Toelichting op het ontwerp burgerlijk wetboek voor NederlandschIndië ('s-Gravenhage, 1913). Toelichting op het ontwerp Wetboek van Strafrecht voor Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1913). Toestanden (Agrarische) [in de Minahasa]; Koloniaal verslag 1903, blz. 176—178. — Overgenomen in Adatrechtbundel IX, blz. 5—11. G. P. Tolson.- Acheh, commonly called Acheen; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 5 (1880). J. L. van den Toorn. Aanteekeningen uit het familieleven bij den Maleier in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 26 (1881). A. Tralboux. Etude sur les Tsimibety; Revue de Madaeascar 5 (1903), I. W. H. Treacher. British Borneo; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 20 (1889) en 21 (1890). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. F. Treffers. Het landschap Laiwoei in Zuidoost-Celebes en zijn bevolking; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 31 (1914). Trëngganoe en Këlantan (De Maleische staatjes); Indische Gids, 1897, II. Mr. G. J. Nolst Trenité. Een bedenkelijk landraad-vonnis (in zake het desa-beschikkingsrecht op gronden); Indisch Tijdschrift van het Recht, 107 (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIX, blz. 234. Mr. G. J. Nolst Trenité. Welke is de aard van het zoogenaamd agrarisch eigendomsrecht en van het Inlandsch bezitrecht op grond en welke is de verhouding dezer rechten tot het domeinrecht van den Lande? In hoeverre bestaat er behoefte aan wijziging van onze agrarische wetgeving ten einde den aard en de onderlinge verhouding dezer rechten zuiver te doen uitkomen?; Handelingen Nederlandsch Indische Juristen-Vereeniging, 1917. Mr. G. J. Nolst Trenité. Inleiding tot de agrarische wetgeving van het rechtstreeksch bestuurd gebied van Ned. Indië. (Weltevreden, 1920). Mr. G. J. Nolst Trenité. Van Vollenhoven's jongste agrarisch geschrift; Koloniale studiën, 4 (1920), I. Mr. G. J. Nolst Trenité. Indisch waterrecht; Vragen des Tijds, 1923, I. Mr. G. J. Nolst Trenité. Uit Indië terug; Vragen des Tijds, 1923, I. Mr. G. J. Nolst Trenité. Het Indonesisch dorpsgebied; Koloniaal Tijdschrift, 12 (1923). Mr. G. J. Nolst Trenité. Een Leidsche dissertatie. De autonomie van het Indonesisch dorp door L. Adam; Koloniaal Tijdschrift, 14 (1925). Mr. G. J. Nolst Trenité. Een agrarisch curiosum; Koloniaal Tijdschrift, 14 (1925). Mr. G. J. Nolst Trenité. De bevolkingsrubbercultuur en de agrarische wetgeving in Nederlandsch-Indië; Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926). Mr. G. J. Nolst Trenité. Een kort wederwoord; Koloniaal Tijdschrift, 16 (1927). Mr. G. J. Nolst Trenité. Het goed recht der domeinverklaring; Berichten en Mededeelingen der Vereeniging van Ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur in Nederlandsch-Indië, No. 42 (Den Haag, 1927). Mr. G. J. Nolst Trenité. Bevolkingsrubber en restrictie; Nieuwe Rotterdamsche Courant, 8 Augustus 1927, Avondbald C. R. Tresna. Een eigenaardige instelling; Djawa, 5 (1925). B. van Tricht. De Badoejs; Nederlandsch-Indië Oud en Nieuw, 3 (1918—1919). Mr. J. Sibenius Trip. De ordonnancie van 8 December 1855, Staatsblad No. 79, met bijlage; Regt Nederlandsch-Indië, 27 (1876). Mr. J. Sibenius Trip. Moet de regter bij de toepassing van de chineesche wetten, instellingen en gebruiken, volgen de in China vigerende godsdienstige wetten, instellingen en gebruiken, dan wel het gewoonteregt bij de Chinezen in Nederlandsch-Indië in gebruik?; Regt Nederlandsch-Indië, 28 (1877). Mr. J. Sibenius Trip. Is het den regter, bij de toepassing der chineesche godsdienstige wetten, volksinstellingen en gebruiken, veroorloofd deskundigen te benoemen om zich door dezen ten aanzien van het regtspunt te doen voorlichten?: Reet Nederlandsch-Indië, 28 (1877). Mr. J. Sibenius Trip. De executoirverklaring van priesterraadvonnissen; Regt Nederlandsch-Indië, 28 (1877). Mr. J. Sibenius Trip. Een merkwaardig vonnis; Recht NederlandschIndië, 72 (1899). Mr. J. Sibenius Trip. Staatsblad 1835 No. 58, art. 3 R. O., art. 78 Reg. Regl. en het Kon. Besl. in Stbl. 1882 No. 152- Recht Nederlandsch-Indië, 72 (1899). Mr. J. Sibenius Trip. Nog eens Staatsblad 1835 No. 58- Recht Nederlandsch-Indië, 73 (1899). Mr. J. Sibenius Trip. Heeft de wetgever in art. 75 al. 3 en 4 van het Regeerings Reglement, voor zoover het Chineezen betreft, bedoeld, dat de rechter in die zaken waarin zij niet onderworpen zijn aan. het Europeesch recht of zich niet vrijwillig daaraan hebben onderworpen, recht zal spreken volgens de godsdienstige wetten, instellingen en gebruiken zooals die in China vigeeren, dan wel naar die in Indië onder hen bestaande ?; Recht Nederlandsch-Indië, 74 (1900). Tripangvangst-contracten (Makassaarsche) (1851 en 1856); Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. — Overgenomen in Adatrechtbundel XVII, blz. 145 149. J. C. E. Tromp. De Rambai en Sebroeang Dajaks; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 25 (1879). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. S. W. Tromp. Eenige mededeelingen omtrent de Boegineezen van Koetei; Bijdragen Koninklijk Instituut, 36 (1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 403—411. S. W. Tromp. Uit de Salasila van Koetei; Bijdragen Koninklijk Instituut, 37 (1888). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. S. W. Tromp. Een reis naar de bovenlanden van Koetei in 1885; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32 (1889). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. S. W. Tromp. Herinneringen van een Oost-Indisch ambtenaar. Uit het Lampongsche volksleven; Eigen Haard, 1890, No. 21. S. W. Tromp. Herinneringen van een Oost-Indisch ambtenaar- Eigen Haard, 1890. S. W. Tromp. Een Dajaksch feest; Bijdragen Koninklijk Instituut, 5e volgreeks, 5 (1890). T'Schoffen. L'organisation administrative et judiciaire des colonies; Compte Rendu du Congrès international colonial, XlVme sec- tion (1897). Dr. H. N. van der Tuuk. Bataksch-Nederduitsch-woordenboek. (Amsterdam, 1861). — Uittreksels in Adatrechtbundel VI, Dr. H. N. van der Tuuk. Brieven betreffende het Lampongsch; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 19 (1870). Dr. H. N. van der Tuuk. Lampongsche pijagems; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 29 (1884). Dr. H. N. van der Tuuk en Dr. J. L. A. Brandes. Transcriptie van vier oud Javaansche oorkonden op koper, gevonden op het eiland Bali; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 30 (1885). Tweegevecht onder de inlanders (Antwoorden van de Hoofden van Gewestelijk bestuur enz. op eene Regeeringscirculaire van 10 Januari 1900, No. 101); Ontwerp Wetboek Strafrecht voor Inlanders in Nederlandsch-Indië, 1901, bijlage C. F. Twiss. Eenige aanteekeningen omtrent land en volk der beoosten de onderafdeeling Kotta VII gelegen onafhankelijke landen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 44 (1901), 45 (1902). H. J. Tydeman. Was het grondbezit op Java oorspronkelijk communaal of individueel? (Arnhem, 1872). Uitbesteding van vee (18%) [West-Java]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 12; [Middel-Java] XVIII, blz. 37. Uiteenzetting (1906) van den agrarischen rechtstoestand op Lombok tijdens het voormalige Balineesche vorstenbestuur; Adatrechtbundel I, blz. 179—182. Uitspraken van geamurritteerde ambtenaren voor Ceram, Ceramlaut, Goram, Aroe- en Kei-eilanden (1853—1857) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 177—209. Uitspraken en gegevens over Aroe- en Kei-eilanden (1868) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXV, blz. 367—374. — Ontleend aan een reisverslag van Jhr. W. C. F. Goldman. Uittreksels uit „De grondvefhuring door Inlanders aan niet-inlanders op Java en Madoera" door M. L. M. van der Linden (Rotterdam, 1907); Adatrechtbundel II, blz. 286—292. Uittreksels uit „De Minahasa en eenige andere streken der residentie Menado" door E. J. Jellesma (Amsterdam, 1903); Adatrechtbundel III, blz. 186—193. Uittreksel uit de monographie van het district Oedjoengbroeng koeion regentschap Bandoeng (1893) [samengesteld door den coatrojleur Keiler van Hoorn en den adspirant-controleur Blanken] door R. A. Kern; Adatrechtbundel VII, blz. 27^2. Uittreksels uit de monographie van het district Tandjoengsari, regentschap Soemedang (1896) [samengesteld door den controleur J. de Graaff] ; Adatrechtbundel VIII, blz. 42—46. Uittreksel uit de monographie van het district Tjikondang, regentschap Tjiandjoer (1893; stellers waren de controleur H. de Bie en de adspirant-controleur J. de Vogel); Adatrechtbundel VIII, blz. 2—27. ; „ Uittreksel uit een brief van den resident der Padangsche Bovenlanden aan den gouverneur van Sumatra's Westkust van 15 November 1894 [over dorpsbestuur]; Adatrechtbundel XI blz 58—59. Uittreksels uit het rapport-Gallois (1892) [Minahasa]; Adatrechtbundel IX, blz. 3—4. L. Ullman, zie Wetten. Undang-undang of Moco Moco (Translation of the); Malayan Mis- cellanies, No. 13 (1822). B. Ustariz. Relación de los sucesos y progresos de la mision de Santa Cruz de Paniqui, y Ituy, medias entre las de Pangasihan, Ca- gayan y Pampanga (1745). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 48. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Uytterbroeck, zie Pringga Atmadja. G. de V. Een poging tot koppensnellen en hoe men deze voor de „Compenie" trachtte geheim te houden; Indische Gids, 1923, II. Vacher. Etudes ethnographiques; Revue de Madagascar, 5 (1903) II, 6 (1904), I en II, 7 (1905), I. Vaderlijke magt onder de Chinezen (Begrip van); Regt NederlandschIndië, 1 (1850), II. Mr. F. C. Valek, zie Spaan. A. G. Valette. Schetsen uit de Binnenlanden der residentie Palembang. Een en ander over de Koeboe-bevolking en een bezoek aan de Koeboes der Batang Leka; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 1 (1888). J. W. Roelofs Valk. Het huwelijksvermogensrecht der Chineezen na 1 Mei 1919; Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 7 (1919). Vallier. Etude ethrtologique sur les Bezanozanas; Notes, Reconnaissances et Explorations, 3 (1898). M. Vanoverbergh. Negritös of Northern Luzon; Anthropos 20 (1925). ^ J. D. Vaughan. Notes on the Malays of Pinang and province Wellesley; Journal Indian Archipelago, new series, 2 (1858). — Uittreksels in AdatredMfcundel XXVI, blz. 225—228. A. C. Veenhuyzen. Aanteekeningen omtrent Bolaang-Mongondo, met naschrift der. redactie; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap. 20 (1903), I. Veepacht en uitbesteding van vee (1919—1920) [Oost-Java met Madoera] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 451—456. Veepacht en uitbesteding van vee in de Preanger (1920); Adatrechtbundel XXIII, blz. 8—10. Veepacht en uitbesteding van vee (1920) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 59—64. Veepacht en uitbesteding van vee (1920) [Oost-Java met Madoera] ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 282—289. Veepacht op Madoera (1920); Adatrechtbundel XXV, blz. 130. Veeweiding (Marga-overeenkomst over) (1898) [Zuid-Sumatra]; Adatrechtbundel XXII, blz. 341—346. 13 C. van de Velde. Nota betreffende het landschap Loeboeq Ramo; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 23 (1906). S. D. van de Velde van Cappellen. Verslag eener bezoekreis naar de Sangi-eilanden; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 1 (1857). A. F. Velders. • Eenige aanteekeningen omtrent het grondbezit in de Preanger; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 37 (1909). P. Vellema. Aanteekeningen omtrent de regeling van het rechtswezen voor de Chineezen op Java en Madoera; Indische Gids, 16 (1894), I. T. J. Veltman. Nota over de geschiedenis van het landschap Pidië; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 58 (1919). A. van der Ven. Aanteekeningen omtrent het rijk Bandjermasin; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 9 (1860). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. M. H. Venturello. Manners and customs of the Tagbanuas and other tribes of the Island of Palawan, translated by Mrs. E. Y. Miller (Washington, 1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. M. H. Venturello. The Batacs of the island of Palawan; Internationales Archiv für Ethnographie 18 (1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXI, blz. 388—391. Verbodsteekenen; [Atjèh] Adatrechtbundel XXII, blz. 296—298 en blz. 447; [Het Maleische gebied] XXII, blz. 447, XXVI blz. 3—10; [Banka en Billiton] XXII, blz. 356; [Borneo] XXII, blz. 363—368; [Minahasa] XXII, blz. 374-^3J5; [Gorontalo] XXII, blz. 377 en blz. 447; [Toradja-gebied] XXII, blz. 378— 381 en blz. 447; [Ternate-Archipel] XXII, blz. 398 en blz. 447; XXIV blz. 98 (zie ook Coolhaas); [Nieuw-Guinea] XXV, blz. 382; iTimor] XXII, blz. 411 en blz. 447; [Bali] XXIII, blz. 475_481; [Middel-Java] XXII, blz. 36—38; [Vorstenlanden] XXII, blz. 265. Vergadering (vijfde) der Javaansche voorgangers in de Oost-Java Missie, 10—11 Januari 1906; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 50 (1906). — Zie ook 48 (1904). W. G. Vergouw. Een en ander oVer het z.g. „Gadé Tanah" in Midden-Java (Djokjakarta, z. j.). J. C. Vergouwen. Geldschieten in het district Kloea (1913); Adatrechtbundel XXII, blz. 368—371. J. C. Vergouwen. De onwettige titel; Koloniale Studiën, 2 (1918), II. J. C. Vergouwen. De Marabahansche soengei-kWestie (1920); Adatrechtbundel XXVI, blz. 421-^126. J. C. Vergouwen. Agrarisch recht of onrecht?; De Gids, 1920, II. J. C. Vergouwen. Tatah- en soengei rechten; Koloniaal Tijdschrift, 10 (1921). J. C. Vergouwen. Losse gegevens (1923) [Borneo]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 469—473. Verhandelingen over de natuurlijke geschiedenis der Nederlandsche Overzeesche Bezittingen, afd. Land- en Volkenkunde, Lefiden 1839—1844, zie Muller. ' Verheffing (De) van een Bwoolsch Vorst tot Madika; De Taak 1918. J. Verhoeven. J3et sluiten van huwelijken onder de Soendaneesche Christenen; Orgaan Nederlandsche ZendingsvereenipW 43 (1903). 8 S' J. Verhoeven. Beknopte geschiedenis van den „rechtstitel" verleend aan de Soendaneesche Christen-gemeente te Tjiderès; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 65 (1921). Verjaring [in Gorontalo enz.] (1901); Adatrechtbundel IX. blz. 165—166. Verkiezing van hoofden op de buitenbezittingen; Adatrechtbundel VII, blz. 332—388, en X, blz. 356. Dr. R. Verneau. Les races humaines de Madagascar; Conférences puhliques sur Madagascar, 1911—1912. F. Vernier. Hova et Maoris. Etude comparée de philologie et d'ethno- graphie; Bulletin trimestriel de l'Académie Malgache, 1 (1902) Verordening van Soerakarta nopens grondenrecht (1912); Adatrechtbundel X, blz. 46—49. Verordening van Soerakarta nopens het aantal lagere hoofden (1912 —1913); Adatrechtbundel X, blz. 43—45. Verordeningen voor Mohammedanen. Verzameling van bepalingen betref fende de Mohammedaansche geestelijkheid, priesterraden, huwelijken en verstootingen onder Mohammedanen, zakat en pitrah, Mohammedaansche bedehuizen en godsdienstonderwijs, bedevaartgangers en Mekkapassen. Bewerkt door Mr. F. C. Hekmeijer (Batavia, 1915). Verordeningen Inlandsch grondbezit. Bewerkt door Mr. F. C. Hekmeijer (Batavia, 1917). Verordeningen Inlandsch privaatrecht, verzameld onder toezicht van mr. C. van Vollenhoven (Zwolle, 1926, 2e druk). Verslag (Koloniaal) 1865, bijlage B, 1868, blz. €31, 760—767. — Zie Adats van Mokko-Mokko. Verslag (Koloniaal) 1891, bijlage FFF. Verslag (Koloniaal) 1903, kolom 167 en 175—178. — Zie Agrarische toestanden [in de Minahasa]; Adatrechtbundel IX, bk. 511. Verslag over de burgerlijke openbare werken in Nederlandsch-Indië over het jaar 1913. Vijfde gedeelte. Verslag nopens een ingesteld irrigatie-onderzoek op Sumatra (Batavia, 1916). Verslag over de burgerlijke openbare werken in Nederlandsch-Indië over het jaar 1913. Vijfde gedeelte. Verslag nopens een ingesteld irrigatie-onderzoek op Celebes (Batavia, 1916). Verslag van de Commissie tot herziening van de staatsinrichting van Nederlandsch-Indië (Weltevreden, 1920). Verslag van de commissie van advies nopens de voorgenomen herziening van de priesterraad-rechtspraak (Weltevreden, 1926). Verslag van de coöperatie-commissie (Weltevreden, 1921). Verslag van de militaire exploratie van Nederlandsch-Nieuw-Guinea, 1907—1915 (Weltevreden, 1920). Verslag van een reis in het land der Bataks in het binnenland van Sumatra, ondernomen door de heeren Button en Ward, zendelingen der Baptisten in het jaar 1824; Bijdragen Koninklijk Instituut, nieuwe volgreeks, dl 1 (1856). — Vertaald uit Transactions of the Royal Asiatic Society, dl 1. Verslag van een reis van den controleur van Baros naar de beoosten Baros gelegen onafhankelijke landschappen in het jaar 1883; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 52 (1917). Verslag van een vergadering over herziening van het adatrecht te Fort de Koek (1911); Adatrechtbundel VI, blz. 207—220. Verslag van het verhandelde tot regeling der betrekkingen tusschen de Maleische en Boegineesche nederzettingen aan de Koetei-rivier onder den vorigen sultan van Koetei; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 24 (1877). Verslag van een onderzoek [van controleur Riem] naar.de door de bevolking van Morotai en eenige streken van Halmaheira uitgeoefende rechten .op damarbösschen (1909); Adatrechtbundel VII, blz. 110—120. Verslag (Uit het kort) van Tapanoeli over December 1911 [betreffende Nias]; Adatrechtbundel X, blz. 305. Verslagen Welvaartscommissie, zie Gegevens. Ch. M. G. A. M. Ecoma Verstege. Bijzonderheden over de Sekah-bevolking van Billiton; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 24 (1877). Ch. M. G. A. M. Ecoma Verstege, zie Resumé Billiton. Vertaling van Lomboksche Lontar-afschriften, betrekking hebbende op het domein, op grondverkoop, grondverpanding, pelais, geld- leening (1866—1907); Adatrechtbundel XV, blz. 301—307. P. Vertenten. Het koppensnellen in Zuid-Nieuw-Guinea; Bijdragen Koninklijk Instituut, 79 (1923). — Afzonderlijk verschenen te Tilburg, 1923. Vervorming van het inlandsch bezitrecht op grond (1912) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XXII, blz. 287. — Zie Van Vollenhoven. Sprongen in de ontwikkeling van het gewoonterecht. Vervorming van het erfrecht (1912) [Het Minangkabausche gebied]; Adatrechtbundel XX, blz. 150. — Zie Van Vollenhoven. Sprongen in de ontwikkeling van het gewoonterecht. Vervorming van het landbezit (1912) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 252—255. — Zie Van Vollenhoven. Sprongen in de ontwikkeling van het gewoonterecht. Mr. A. W. C. Verwey. Iets over het contractueel pandelingschap; Bijdragen Koninklijk Instituut, 42 (1893). J. Verwijk. De gagabouw vóór de afkondiging van de ontginnings- ordonnantie; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 1 (1888). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 34—36. J. J. Verwijk. Een bijdrage tot de kennis van het grondbezit op Java en Bawean; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 17 (1899). Verzameling van vragen de regten betreffende welke in de Gouvernementslanden op Billiton op de onbebouwde gronden worden uitgeoefend (door Ch. M. G. A. M. Ecoma Verstege) (Batavia 1876). Verzameling van vragen de regten betreffende welke in de Gouvernementslanden der residentie Menado op de onbebouwde gronden worden uitgeoefend (door P. van der Crab) (Batavia, 1876). Verzameling van inlandsche wetten vertaald door mr. I. A. Nederburgh; Indisch Weekblad voor het recht; No. 1292—1294 en 1296 (1888). — Overgenomen in Adatrechtbundel XVII. P. J. Veth. Borneo's westerafdeeling, 2 dln (Zaltbommel, 1854— 1856). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. P. J. Veth. Het eiland Timor; Gids, 1855, I en II. P. J. Veth. De oorsprong van het woord hoelajat; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1867, I. P. J. Veth. De verpanding van akkers op Java; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1869, II. P. J. Veth. Vrouwenregeeringen in den Indischen Archipel; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1870, II. P. J. Veth. Nieuwe bijdragen tot de kennis van Bali; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1870, II. P. J. Veth. De volksinstellingen der Padangsche Bovenlanden; De Gids, 1871, IV. P. J. Veth. Het landschap Aboeng en de Aboengers; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 2 (1877). P. J. Veth. Java, geographisch, ethnologisch, historisch, 3 dln (Haarlem, 1875—1884 ; 2e druk, 1896—1903). P. J. Veth. Uit Oost en West. Verklaring van eenige uitheemsche woorden (Arnhem, 1889). K. Vetter. Ueber papuanische Rechtsverhaltnisse, wie solche namentlich bei den Jabim beobachtet wurden; Nachrichten über Kaiser Wilhelmsland und den Bismarck-Archipel, 1897. J. Viegen. De Marindineezen van Ned. Nieuw-Guinea. Ethnographische studie over namen van rivieren, plaatsen en stammen; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1911. J. Viegen. Les sociétés secrètes des Marind; Semaine d'Ethnologie religieuse, Compte-Rendu arialytique de la Hle session, tenue a Tilboürg, 6—14 septembre 1922. Vierentwintig ontwerpen over Indisch recht (artt. 75, 109 en 124 regeeringsreglement, met uitwerking) door J. H. Carpentier Alting, Ph. Kleintjes, C. van Vollenhoven en W. A. P. F L. Winckel (Leiden, 1909). J. C. F. Vigelius. Memorie van overgave van het bestuur over de afdeeling Panei en Bila; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 17 (1869). L. Vignon. Les sociétés indigènes; Revue Scientifique, 1898. J. Vilïaverde. The Ifugaos of Quiangan and vicinity, translated by Dean C. Worcester; Philippine Journal of Science, IV A (1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. G. J. Vink. Schetsen van den inlandschen landbouw in Zuid-Dj om- bang; Landbouw, 1 (1925—1926). Vischrecht (1922) [Borneo]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 473. Vishwanath—Rose. Ancient royal Hindu marriage customs; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 47 (1917). C. M. Visser. De landbouw in de residentie Amboina in het jaar 1853; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 8 (1859). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 245—247. J. Visser [Magersari] (1922); Indisch Tijdschrift van het Recht. 115 (1920). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXII, blz. 285—287. J. H. W. B. Visser. Eenige opmerkingen over eeden in den Nederlandsch Indischen Archipel (Leiden, 1893). J. L. Vleming. Het Chineesche zakenleven in Nederlandsch-Indië (Weltevreden, 1926). H. van Vleuten. In welke staatkundige verhouding hebben eertijds nl. in de 17e en volgende eeuw de I^ampoengs tot Bantën gestaan?; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 50 (1916). [ T. M.] van Vleuten. Een en ander omtrent het landbezit op Bawean; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1872, I. J. M. van Vleuten. Het grondbezit in het regentschap Pamëkassan, residentie Madoera (Rotterdam, 1873). C. J. van der Vlis. Formosaansche woordenlijst volgens een Utrechtsch handschrift; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 18 (1842). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. E. A. van Vloten. De Rarau-districten in de residentie Palembang; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1873, II. Dr. A. Voeltzkow. West-Madagaskar auf Grund eigener Anschauung; Verhandlungen Gesellschaft für Erdkunde zu Berlin, 1896. H. A. Voet. Beantwoording der vraagpunten betreffende inlandsch landbouwcrediet voor de afdeeling Soemedang (Preanger Regentschappen) ; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 23 (1902). Dr. ƒ. Ph. Vogel, zie Antwoorden. W. Vogel. Die historischen Grundlagen des chinesischen Strafrechts; Zeitschrift für vergleichende Rechtswissënschaft, 40 (1923). H. de Vogel Hzn. Belasting-invoering ter Sumatra's Westkust (met uitzondering der residentie Tapanoeli). (Padang, 1905). H. de Vogel Hzn. Mededeelingen betreffende Sidenreng, Rappang en Soepa; Bijdragen Koninklijk Instituut, 60 (1908). J. de Vogel, zie Uittreksel. A. W. L. Vogelesang. Mededeelingen over Lombok (1921); Adatrechtbundel XXV, blz. 404-413. A. W. L. Vogelesang. Gegevens betreffende den Tambelan- en den Watas-archipel (1921) [Het Maleische gebied] ; Adatqëchtbundel XXVI, blz. 12—22. A. W. L. Vogelesang. Eenige aanteekeningen betreffende de Sasaks op Lombok; Koloniaal Tijdschrift, 11 (1922). ; W. Vogelesang. Gegevens uit Riau (1919) [Chineezen]; Adatrechtbundel XX, blz. 293—300. W. Vogelesang. Gegevens over Riau (1921); Adatrechtbundel XX, blz. 283—288. Mr. T. Volker. Adatrecht op Hitoe (1920) [Ambon enz.] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 359—372. Mr. T. Volker. Het recht van sasi in de Molukken (1921); Adatrechtbundel XXIV, blz. 293—314. Volkshoofden en oelajat-recht. te Padang (± 1610); Adatrechtbundel XX, blz. 136. — Zie van Ronkel. Volkshoofden in Solok (1913—1914) [Minangkabausch gebied] ; Adatrechtbundel XVIII, blz. 239—242. Mr. C. van Vollenhoven. Exacte rechtswetenschap (Leiden, 1901). Mr. C. van Vollenhoven. Geen juristenrecht voor den inlander; De XXe Eeuw, 11 (1905). Mr. C. van Vollenhoven. Het adatrecht van Nederlandsch-Indië. Dl I (Leiden, 1906—1918. — Onveranderde herdruk in 1925). Dl II, afl. 1 t/m 4 (Leiden, 1924—1926). Mr. C. van Vollenhoven. De inheemsche rechtspraak in Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap, 27 October 1908. Mr. C. van Vollenhoven. Miskenningen van het adatrecht (Leiden, 1909. — Onveranderde herdruk in 1926). Mr. C. van Vollerthoven. Een adatwetboekje voor heel Indië (Leiden 1910. — Onveranderde herdruk in 1925). Mr. C. van Vollenhoven. Sprongen in de ontwikkeling van het gewoonterecht; Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, 4e Reeks, dl 11 (1912). — Uittreksels in Adatrechtbundels. XIX, blz. 252—255; XX, blz. 150; XXII, blz. 287. Mr. C. van Vollenhoven. De strijd om het adatrecht; Gids, 1914, II. Mr. C. van Vollenhoven. De novelle ....; Weekblad van het Recht, 9820 (1915). — Overgenomen in Adatrechtbundel XII, blz. 3—6. Mr. C. van Vollenhoven. Afschaffing van de inheemsche rechtspraak in Jogjakarta; Weekblad van het Recht, 10163 (1917). Mr. C. van Vollenhoven. Het onbaatzuchtige in recht en staat (Leiden, 8 Februari 1917). Mr. C. van Vollenhoven. Antirouffaer (Naschrift op het rapport van 16 April 1904 over den agrarischen rechtstoestand der inlandsche bevolking op Java en Madoera); Bijdragen Koninklijk Instituut, 74 (1918). Mr. C. van Vollenhoven. The study of Indonesian customary law; Illinois Law Review, dl XIII (feestbundel voor prof. John H. Wigmore, 1918). — Overgedrukt in Philippine Law Review, 5 (1919) en in Adatrechtbundel XXII, blz. 6—10. Mr. C. van Vollenhoven. De Indonesiër en zijn grond. (Leiden, 1919. Onveranderde herdruk, 1925). Mr. C. van Vollenhoven. De ontvoogding van Indië; samenhang der maatregelen en plannen; Verhandelingen Indisch Genootschap, 24 October 1919. Mr. C. van Vollenhoven. Bevolkingsrechten op den grond in Indië; De Gids, 83 (1919), IV. Mr. C. van Vollenhoven. Mr. C. van Vollenhoven over de landrenteheffing sinds Raf fles en commissarissen-generaal; Koloniaal Weekblad, 11 December 1919. — Overgenomen in Koloniaal Tijdschrift, 9 (1920). Mr. C. van Vollenhoven. Bevolkingsrechten op den grond in Indië; De Gids, 84 (1920), II. Mr. C. van Vollenhoven. Taalfamiliën en rechtsfamiliën; Jaarboek Koninklijke Akademie van Wetenschappen, 1920. Illinois Law Review, 15 (1921). — Overgenomen in Adatrechtbundel XXII, blz. 11—24. Mr. C. van Vollenhoven. Een accident in de Indische rechtshervorming; De Gids, 85 (1921), I. Mr. C. van Vollenhoven. La politique coloniale par rapport aux us et coutumes indigènes (Empire de 1'Inde, Indes Néerlandaises, Indochine francaise, Hes Philippines, Madagascar); Compte Rendu de la session de 1'Institut Colonial International, tenue a Paris, 17—19 Mai, 1921. Mr. C. van Vollenhoven. Het adatrecht van Madagaskar; Mededeelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afdeeling Letterkunde, deel 54, serie B (1922). Mr. C. van Vollenhoven. Indonesische rechtstaal; Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afdeeling Letterkunde, deel 54, serie B (1922). Mr. C. van Vollenhoven. Bevolkingsrechten op grond en water in Indië; De Gids, 87 (1923), I. Mr. C. van Vollenhoven. Javaansch adatrecht. (Overgedrukt uit Het Adatrecht van Ned.-Indië) (Leiden, 1923). Mr. C. van Vollenhoven. Juridisch confectiewerk (eenheidsprivaatrecht voor Indië); Koloniale Studiën, 9 (1925), dl I. Mr. C. van Vollenhoven. Bestaat er in het adatrecht onderscheid tusschen zakelijke en persoonlijke rechten?; Indisch Tijdschrift van het Recht, 122 (1925). — Zie ook Meyers en André de la Porte. Mr. C. van Vollenhoven. Uit den strijd om het adatrecht in EngelschIndië; Gedenkschrift 75-jarig bestaan van het Koninklijk Instituut ('s-Gravenhage, 1926). Mr. C. van Vollenhoven. Aspects of the controversy on customary law in India; Asiatic Review, 23 (1927), No. 73. Mr. C. van Vollenhoven, zie Verordeningen inlandsch privaatrecht. J. van Vollenhoven. Madagascar. Organisation administrative, économique et sociale; Verhandelingen Indisch Genootschap, 16 Januari 1906. Th. Volmering. Het koppensnellen bij de volken in den Oost-Indischen Archipel; Koloniaal Tijdschrift, 1914, II. Dr. W. Volz. Die Bevölkerung Sumatras; Globus, 95 (1909). Dr. W. Volz. Beitrage zur Anthropologie und Ethnographie von Indonésien. III. Zur Kenntnis der Kubus in Süd-Sumatra; Archiv für Anthropologie, 35 (1909). Dr. W. Volz. Nord-Sumatra I. Die Bataklander. II. Die Gajo- lander. 2 dln (Berlin, 1909). L. M. Vonck. Slavernij en pandelingschap; Berichten en Mededeelingen Vereeniging Ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur, No. 8 (1910). Voorstel tot reorganisatie van het bestuur en de bestuursmiddelen in het gouvernement Sumatra's Westkust (Batavia, 1906). Voorstellen betreffende de invoering van directe belastingen in het gouvernement Sumatra's Westkust (Batavia, 1905). P. Fr. Vormann. Zur Psychologie, Religion, Soziologie und Ge- schichte der Monumbo-Papua (Deutsch Neueuinea): Anthropos, 5 (1910). Vonnis van de pradata dalem van Jogjakarta van 16 Januari 1896 met procesverbaal der beëediging van gedaagde; Adatrechtbundel XXIII, blz. 230—235. Vonnis van den raad van justitie te Padang van 13 October 1892, en arrest van het hooggerechtshof van 3 Augustus 1893; Adatrechtbundel V, blz. 3—10. Vonnissen, gewezen door den rijksbestuurder van Soerakarta in grondzaken (1914—1915); Adatrechtbundel XXIII, blz. 269 —275. Vonnissen (Proatin-) (1886—1910); Recht Nederlandsch-Indië, 47 (1886), 74 (1900), 94 (1910), 98 (1911), 104 (1915). — Weekblad van het Recht, 41 (1903), No. 2082, 2083 ; 47 (1909—1910) No. 2392, 2407. Vonnissen van de pradata dalem te Jogjakarta (1897—1915); Adatrechtbundel XXIII, blz. 235—238. Vonnissen van de pradata en de soerambi van het prinsdom Mangkoenegaran (1859—1878); Adatrechtbundel XXV, blz. 105—121. Vonnis van de rechtbank Kadanoeredjan te Jogjakarta (1902); Adatrechtbundel XXIII, blz. 244—247. Vonnissen van de soerambi te Togjakarta (1897—1919); Adatrechtbundel XXIII, blz. 238—244. Vonnissen van de inheemsche rechtspraak [in de Vorstenlanden! (1867—1868); Adatrechtbundel IV, blz. 554—573. Vonnissen van de inheemsche rechtspraak op Madoera (1882); Adatrechtbundel VIII, blz. 281—286. Vonnissen van de inheemsche en van de gouvernementsrechtspraak in de residenties Benkoelen, Djambi en Lampongsche districten (1906—1912); Adatrechtbundel VI, blz. 410—445. Vonnissen, zie Mededeeling. Vorstenlanden; Encyclopaedie, 2e druk, dl IV (1921). Vorstentelgen in Djambi (1916); Adatrechtbundel XX, blz. 223— 225. — Zie Tertius: J. N. Vosmaer, zie Gegevens Kendari. M. Voute. Het grondbezit der inlanders in Rembang en Krawang; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1868, I. A. C. Vreede. Handleiding tot de beoefening der Madoereesche taal, 3 dln (Leiden, 1874). De Vries. Kerkelijk rapport over Ceram; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 22 (1875). J. de Vroom. Aanteekeningen uit eene Balische adversaria; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 18 (1868—1872). J. de Vroom. Balineesche lontarbrieven met vertaling en aanteekeningen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 18 (1868—1872), •21 (1875). L. van Vuuren. Eerste maatregelen in pas geannexeerd gebied. Met beschrijving der Pak Pak Landen (Dairilanden). (Zalt-Bommel, 1910). L. van Vuuren. De prauwvaart van Celebes ; Koloniale Studiën, 1 (1916—1917) I en II. v. W. Het recht hier te lande; De Taak, 2 (1918—1919), No. 8. H. L. E. de Waal. De invloed der kolonisatie op het inlandsch recht in Nederl. Oost-Indië (Haarlem, 1880). Mr. L. A. de Waal. Het uitstel van de invoering van de nieuwe coöperatiewetgeving (ontwerp-Boeke) en de gevolgen, dk daarvan voor de coöperatieve beweging in Nederlandsch-Indië zijn te verwachten; Verhandelingen Indisch Genootschap, 26 Februari 1926. G. de Waal [van Anckeveen]. Aanteekeningen betreffende de rijstcultuur op sawah's in de onderafdeeling Limapoeloeh Kota der residentie Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 30 (1885). G. de Waal [van Anckeveen]. Aanteekeningen betreffende de rijstcultuur op boschgronden in de onderafdeeling Pangkalan Kota Baharoe en XII Kota Kampar der residentie Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 30 (1885). G de Waal [van Anckeveen]. Aanteekeningen betreffende het adatbestuur in de onderafdeeling Solok; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 3 (1889). G. de Waal (van Anckeveen]. Eenige aanteekeningen op „Studiën over de Inlandsche huishouding in de Padangsche Bovenlanden door A. W. P. Verkerk Pistorius"; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 3 (1889). [G. de Waal van Anckeveen]. Ethnographische bijzonderheden be- treffende de onderafdeeling VIII Kota en VII Loerah; Indische Gids, 1895, I, 1896, I en II. G. de Waal van Anckeveen. Geen legende; Sumatra-Bode, 10 Augustus 1905. — Overgenomen in Adatrechtbundel VI, blz. 184—189. G. de Waal van Anckeveen. Jurisprudentie van den raad van justitie te Padang in zake Maleische poesakagoederen; SumatraBode, 11 September 1905. — Overgenomen in Adatrechtbundel I, blz. 80—85. G. de Waal van Anckeveen. Ondeelbaarheid der Maleische harta poesaka ter Sumatra's Westkust; Sumatra-Bode, 25 September 1905. — Overgenomen in Adatrechtbundel I, blz. 85—89. G. de Waal van Anckeveen. De positie van den mamaq volgens minangkabau-maleisch recht; Sumatra-Bode. 2 October 1905. — Overgenomen in Adatrechtbundel I, blz. 89—98. G. de Waal van Anckeveen. Boewang en oendang oendang nan doewapoeloeh; Sumatra-Bode, 20 Augustus 1906. — Overgenomen in Adatrechtbundel I, blz. 98—107. G. de Waal van Anckeveen. Fantaisie en werkelijkheid; SumatraBode, 8 September 1906. — Overgenomen in Adatrechtbundel I, blz. 107—113. G. de Waal van Anckeveen. Maleische democratie en padangsche toestanden; Sumatra-Bode, 27 en 28 Maart 1907. — Overgenomen in Adatrechtbundel I, blz. 114—128. G. de Waal van Anckeveen. Mededeeling [over Minangkabausche adatsystematiek] (1912); Adatrechtbundel VII, blz. 6—10. F. G. van Bloemen Waanders. Moet Nederlandsch-Indië conservatief of liberaal geregeerd worden? ('s-Gravenhage, 1879). F. G. van Bloemen Waanders. De overgang van communaal in individueel grondbezit ('s-Gravenhage, 1879). P. L. van Bloemen Waanders. Aanteekeningen omtrent zeden en gebruiken der Balineezen, inzonderheid die van Boeleleng; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 8 (1859). — Zie ook 5 (1856), en 7 (1858). P. L. van Bloemen Waanders. Dagverhaal eener reis over Bali in , Juni en Juli 1856; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1870, I en II. Dr. Th. Waitz. Anthropologie der Naturvölker. Zweiter Theil. Die Negervölker und ihre Verwandten (Leipzig, 1860). Dr. Th. Waitz. Anthropologie der Naturvölker. Die Malaien (Leipzig, 1865, dl 5, afl. 1). C. W. Walbeehm Sr. Lijst van de voornaamste Inlandsche ambtsbenamingen, met korte aanduiding der aan de betrekking verbonden werkzaamheden en voorregten enz.; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 16 (1867). E. W. F. van Walchren. Eene reis naar de bovenstreken van Boelongan; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1907. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. A. Walen. The Sakalava*; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 6 (1882), 7 (1883), 8 (1884). A. Walen. — Zie Roestvig. A. F. von de Wall. Beknopte geschiedenis van het vorstenhuis en de rijksinstellingen van Lingga en Riau; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 6 (1891). J. Walland. Het eiland Enggano; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 14 (1864). P. Walter. Das Recht der Hova, Makoi u. s w. auf Nossi-Bé, bei Madagaskar [in Rechtsverhaltnisse von eingeborenen Vólkern in Afrika und Ozeanien, bearbeitet von Dr. S. R. Steinmetz] (Berlin, 1903). Waringins van regenten [op Middel-Java] (1868); Adatrechtbundel XIV, blz. 80. Joh. Warueck. Das Eherecht bei den Toba-Batak; Bijdragen Koninklijk Instituut, 53 (1902). J. Warneck. Tobabataksch-Deutsches Wörterbuch (Batavia, 1906). — Uittreksels in Adatrechtbundel VI. J. Warneck. Das Opfer bei den Tobabatak in Sumatra; Archiv für Religionswissenschaft, 18 (1915). J. A. Wasterval. Zwangerschap, geboorte en kindermoord bij de Papoeas in en om de Humboldtsbaai; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 57 (1916). J. A. Wasterval. Gegevens betreffende de Humboldtsbaai (1918); Adatrechtbundel XXII, blz. 409. J. A. Wasterval. Zwangerschap, geboorte, kindermoord en huwelijk bij de Papoeas in en om de Tanah Merahbaai; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 58 (1919). G. A. J. Waszmer. Ethnographisches aus Seram (herausgegeben von Dr. W. Joest); Globus, 49 (1886). Wat de Javaansche maatschappij al niet verdragen kan; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1861, Ö/\ Water- en vischrechten in het Bandjarsche (1906); Adatrechtbundel VIII, blz. 50—51. Mr. W. A. J. M. Waterschoot van der Gracht. Eenige bijzonderheden omtrent de oorspronkelijke Orang Koeboe in de omgeving van het Doewabelas-gebergte van Djambi; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1915. E. W. J. Wawo Roentoe. Invoering van den Burgerlijken Stand voor Inlanders in de Minahassa. Advies aan den resident van Menado; Indische Gids, 1902, I. A. L. Wawo-Runtu. De agrarische kwestie in de Minahassa (Semarang, 1920). L. Weber. Aanteekeningen betreffende Habinsaran; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 3 (1914). L. Weber. De grensstreken tusschen Loewoe en Mamoedjoe in Centraal-Celebes; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 31 (1914). P. te Wechel. Enimerungen aus dem Ost- und West-Dusun Landern (Borneo); Intern. Archiv für Ethnographie, 22 (1915). Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. P. te Wechel. Een korte aanteekening over de Doesoen-vrouw; Indië, 3 (1919—1920). P. te Wechel Amiroë. Beelden uit het Dajaksche volksleven (Amsterdam, z. j.). Weddik. Opmerkingen en aanteekeningen gehouden op eene reis op de rivier van Bandjermasin; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1851, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Wegner. Die neuen Rechtsbestimmungen für die inlandischen Christen auf Nias; Berichte der Rheinischen Missionsgesellschaft, 72 (1915). Vertaling in Rijnsche Zending, 1915 en 1916 A W. P. Weitzel. De Lampongs in 1856 (Gorinchem, 1862). J. W. J. Wellan. Scheepvaartwetten van Malakka; Nederlandsch Zeewezen, 19 (1920). J. W. J. Wellan en O. L. Helfrich. Zuid-Sumatra. Overzicht van de literatuur der gewesten Bengkoelen, Djambi, de Lampongsche distneten en Palembang. Dl I (loopende tot het einde van 1915) s-Gravenhage, 1923). Dr. M. E. van de Werk. Zur Geschichte des javanischen Grundbesitzes (Freiburg i. B., 1899). L. F. Wesly. De onderafdeeling Rawas; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 3 (1889). C. J. Westenberg. Nota over de onafhankelijke Bataklanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 34 (1891). C. J Westenberg. Verslag eener reis naar de onafhankelijke Bataklanden ten Noorden van het Tobameer; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1897. C. J. Westenberg. Twee Batakstammen; Eigen Haard, 1900 No 31, 32 en 33. C. J. Westenberg. Nota over de Bataksche rijkjes Dolok en Poerba; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 22 (1905), II. C. J. Westenberg. Adatrechtspraak en adatrechtspleging'der KaroBataks; Bijdragen Koninklijk Instituut, 69 (1914). L. C. Westenenk. De Moealang en Sekadau Dajaks'; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 39 (1897). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. L. C. Westenenk. Bijdragen tot de kennis der folklore van WestBomeo; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 41 (1899), en 43 (1901). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. L. C. Westenenk. Simaloer; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 21 (1904), I. s L" c- Westenenk. [Minangkabausche adatsystematiek]; Koloniaal Tijdschrift, 1912, II. — Overgenomen in Adatrechtbundel VII. blz. 11—12. L. C. Westenenk. De inlandsche bestuurshoofden ter Sumatra's Westkust; Koloniaal Tijdschrift, 1913, I en II. L. C. Westenenk. Het matriarchaat bij de Minangkabauers; De Vrouw, 7 Juni 1913. L. C. Westenenk. De Minangkabausche nagari (Padang, 1913). 2e druk = Mededeelingen Encyclopaedisch bureau, VIII (1915); 3e druk — Mededeelingen Encyclopaedisch bureau, XVII (1918). L. C. Westenenk. De Chetti; Koloniale Studiën, 6 (1922), II. L. C. Westenenk. Memorie van overgave van den aftredenden resident van Benkoelen (1920); Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 28 (1923). Wetboek van Bolaang Mongondou; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 35 (1893). Wetboek (Bonesch); Adatrechtbundel XII, blz. 231—248. Wetboeken Koetara Agama en Poerwa Agama. In het Hoog-Balisch en Maleisch vertaald (Batavia, 1918). F. H. van de Wetering. Het Roteneesche huis; Tijdschrift .Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). F. H. van de Wetering. De naamgeving op het eiland Rote; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 63 (1923). F. H. van de Wetering. Onze verhouding tot het heidendom (1924); Adatrechtbundel XXV, blz. 454—482. — Ontleend aan de Timor-bode, waarin overgenomen uit het Algemeen Protestantenblad. F. H. van de Wetering. Het huwelijk op Rote; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 65 (1925). F. H. van de Wetering. De Savoeneezen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 82 (1926). Wetten (Eenige) in gebruik bij de Maleiers op de Westkust van Borneo, medegedeeld door L. Ullman; Regt Nederlandsch-Indië, 2 (1850). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 390 -403. Wetten (Inlandsche) bij de hoven Bonie en Goa van aloude tijden in gebruik tot 1759; Regt Nederlandsch-Indië, 8 (1852—1853). Wetten (Javaansche) ten dienste van landhuurders, beheerders enz. in de Vorstenlanden; vertaald door C. A. Rosemeier en Natadiradja (Diokdjokarta, 1886). B. A. J. van Wettum. Het familie- en erfrecht in het nieuw ontworpen Chineesche burgerlijk wetboek; Recht NederlandschIndië. 102 (1914). J. Whitehead. Exploration of Mount Kina Balu, North Borneo (London, 1893). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. W. A. C. Whitlau. Boschreserves; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), II. D. K. Wielenga. [Nieuwere gegevens over Soemba]; Adatrechtbundel XVI, blz. 170—179. — Ontleend aan De Macedoniër, 1909—1917. D. K. Wielenga. Soemba, Marapoe, Karanggoe, Watoe; De Macedoniër, 1911. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. D. K. Wielenga. Het Savoeneesche huwelijk; De Macedoniër, 1911. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. D. K. Wielenga. Soemba voorheen en thans; Verhandelingen Indisch Genootschap, 18 Februari 1913. D. K. Wielenga. Schuldbesef bij den Animist; De Macedoniër, 1913. D. K. Wielenga. Doodencultus op Soemba; De Macedoniër, 27 (1923). D. K. Wielenga. Zending en polygamie; De Macedoniër, 30 (1926). D. K. Wielenga. De zending en het huwelijk; De Macedoniër 30 (1926). D. K. Wielenga. Soemba ('s-Gravenhage, z. j.). Mr. C. A. Wienecke. Minangkabausch adatrecht; De Banier, 21 Jüni 1912. — Overgenomen in Adatrechtbundel VI, blz. 246 —251. Mr. C. A. Wienecke. Gegevens over familierecht en oelajatgrond [in het Minangkabausche gebied] (1913); Adatrechtbundel XI, blz. 115—126. Mr. C. A. Wienecke. Iets over dé starheid van onze wetten en van het adatrecht; De Banier, 13 (1921), blz. 481 en 493. J. N. Wiersrna. Ervaringen gedurende mijn twaalfjarig zendiiursleven (Rotterdam, 1876). Dr. J. Wiese. Wirtschaftliches und Ethnographisches aus KaiserWilhelmsland; Zeitschrift für Kolonialpolitik, Kolonialrecht und Kolonialwirtschaft, 14 (1912). H. D. Wiggers. Gewone eed der Timoreezen en Rottineezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 36 (1893). H. D. Wiggers. Schets van het regentschap Kadjang (Celebes en Onderhoorigheden)? Tijdschrift Bataviaasch Genootschap. 36 (1893). v H. Wijboet. Ad lett. O. van art. i I Staatsblad 1855, No. 79; Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 4 (1916). J. K. Wijngaarden. Iets over naamgeving bij de Karau-Bataks; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 38 (1894).' J. K. Wijngaarden. Savoeneesche straffen; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 38 (1894). Mr. A. Neytzel de Wilde. De rechtstoestand der opgezetenen van de Particuliere landerijen beoosten de Tjimanoek: Koloniale Studiën, 1 (1946—1917), H. [Dr.] G. A. Wilken. Verspreide Geschriften, 4 dln (SemarangSoerabaja-"s-Gravenhage, 1912). Dr. G. A. Wilken. Essays on kinship and the laws of marriage among Malayan peoples and on matriarchy in Sumatra (transkited by G. Hunt, with an introduction by C. O. Blagden) (Kuala Lumpur, 1921). [Dr.] G. A. Wilken. Opstellen over adatrecht (Semarang, Soerabaja, Bandoeng, 's-Gravenhage, 1926). [Dr.] G. A. Wilken. Het landbezit in de Minahasa; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 17 (1873). — Verspreide Geschriften (1912), dl II. — Opstellen over Adatrecht (1926). [Dr.] G. A. Wilken. LandVerkoop in de Minahasa; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 18 (1874). — Verspreide Geschriften (1912), dl II. — Opstellen over Adatrecht (1926). [Dr.] G. A. Wilken. Bijdrage tot de kennis der Alfoeren van het eiland Boeroe; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 38 (1875). — Verspreide Geschriften, (1912), dl I. [Dr.] G. A. Wilken. Iets over naamgeving en eigennamen bij dé Alfoeren van de Minahasa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 22 (1875). — Verspreide Geschriften (1912), dl I. [Dr.] G. A. Wilken. Over de primitieve vormen van het huwelijk en den oorsprong van het gezin; Indische Gids, 1880, II, en 1881, II. — Verspreide Geschriften (1912), dl I. [Dr.] G. A. Wilken. Rechtstoestanden en rechtsgebruiken; Catalogus der afdeeling Nederlandsche Koloniën van de internationale koloniale en uitvoerhandeltentoonstelling van 1 Mei tot ultimo October 1883 te Amsterdam, groep II. — Verspreide Geschriften (1912), dl II. [Dr.] G. A. Wilken. Over de verwantschap en het huwelijks- en erfrecht bij de volken van het Maleische ras; Indische Gids, (1883), I. — Verspreide Geschriften (1912), dl I. — Essays on kinship and the laws of marriage among Malayan peoples and on matriarchy in Sumatra (1921). — Opstellen over Adatrecht (1926). [Dr.] G. A. Wilken. Over de verwantschap en het huwelijks- en erfrecht bij de volken van den Indischen Archipel, beschouwd uit het oogpunt van de nieuwere leerstellingen op het gebied der maatschappelijke ontwikkelingsgeschiedenis (Leiden, 1883). — Wetenschappelijke voordrachten gehouden te Amsterdam in 1883, ter gelegenheid der Koloniale tentoonstelling (Leiden, 1884). — Verspreide Geschriften (1912), dl I. [Dr.] G. A. Wilken. Het erfrecht op Nias; Indische Gids (1883), L — Verspreide Geschriften (1912), dl I. — Essays on kinship and the laws of marriage among Malayan peoples and on matriarchy in Sumatra (1921). — Opstellen over Adatrecht (1926). [Dr.] G. A. Wilken. Het strafrecht bij de volken van het Maleische ras; Bijdragen ter gelegenheid van het zesde internationale congres der Oriëntalisten te Leiden, 1883, afd. I-and en Volkenkunde. — Verspreide Geschriften (1912), dl II. — Opstellen over Adatrecht (1926). [Dr.] G. A. Wilken. Het animisme bij de volken.van den Indischen Archipel; Indische Gids, 1884, I en II, 1885, I. — Verspreide Geschriften (1912), dl III. [Dr.] G. A. Wilken. De vrucht van de beoefening der ethnologie voor de vergelijkende rechtswetenschap (Leiden, 1885). — Verspreide Geschriften (1912), dl II. — Opstellen over Adatrecht (1926). Dr. G. A. Wilken. Plechtigheden en gebruiken bij verlovingen en huwelijken bij de volken van den Indischen Archipel; Bijdragen Koninklijk Instituut, 35 (1886) en 38 (1889). — Verspreide Geschriften (1912), dl h — Opstellen over Adatrecht (1926). Dr. O.. A. Wilken. De verbreiding van het matriarchaat op Sumatra: Bijdragen Koninklijk Instituut, 37 (1888). — Verspreide Geschriften (1912), dl II. — Essays on kinship and the laws of ~ ?SE7?gC am°ng Mala^n peoples and on matriarchy in Sumatra (1921). — Opstellen over Adatrecht (1926). Dr. G. A Wilken. Het pandrecht bij de volken van den Indischen Archipel; Bijdragen Koninklijk Instituut, 37 (1888) — Verspreide Geschriften (1912), dl II. - Opstellen over Adatrecht (ïyzo). Dr. GA Wilken. Oostersche en Westersche rechtsbegrippen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 37 (1888). — Versoreide Geschriften, 1912, dl II. Dr. G. A. Wilken. De couvade bij de volken van den Indischen Archipel; Bijdragen Koninklijk Instituut, 38 (1889) — Verspreide Geschriften, 1912, dl II. Dr. G A. Wilken. Huwelijken tusschen bloedverwanten; De Gids 54 (1890). - Vertaling in Globus, 59 (1891). - Verspreide Geschriften, 1912, dl II. Dr. G. A. Wilken. Vrouwelijke successie; Nieuwe Rotterdamsche Courant, 19 December 1890. — Verspreide Geschriften 1912 dl II. Dr. G. A WAen. Over het huwelijks- en erfrecht bij de volken van Zuid-Sumatra; Bijdragen Koninklijk Instituut 40 (1891) - Verspreide Geschriften (1912), dl II. - Essays on kinship and the laws of marriage among Malayan peoples and on matrmrchy in Sumatra (1921). - Opstellen over Adatrecht (iyZ6). Dr. G. A Wilken. Verkrachting in kinderhuwelijk; Tijdschrift voor Strafrecht, 5 (1891). — Indisch Weekblad van het Regt No 1459 (1891). — Verspreide Geschriften, 1912, dl I. Dr. G. A Wilken. Handleiding tot de vergelijkende volkenkunde van Nederlandsch-Indië. Naar diens dictaat en aanteekeningen uitgegeven door C. M. Pleyte Wzn (Leiden, 1893). N. P. Wilken. Bijdragen tot de kennis van de zeden en gewoonten der Alfoeren in de Minahassa; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 7 (1863). [N. P Wilken en G. K. Niemann] Bijdragen tot de kennis der Alfoersche taal in de Minahassa. Uitgegeven door het bestuur xt tT?,™ NederIandsch Zendelinggenootschap (Rotterdam, 1866). ™ Cn J- A' Schwarz- Verhaal eener reis naar Bolaang Mongondou; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 11 (1867). — Zie ook de Clercq. N. P^ Wilken en J. A. Schwarz. Allerlei over het land en volk van Bolaang Mongondou; Mededeelingen Nederlandsch Zehdeling- . genootschap, 11 (1867). [Wilkens.] De godsdienst en godsdienstplegtigheden der Alfoeren 14 in de Menahassa op het eiland Celebes (medegedeeld door W. R. van Hoëvell); Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1849, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII. Ch. Wilkes. Narrative of the United States «ploring expedition during the years 1838-1842 (Philadelphia, 1844), dl V. Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 43. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. H. P. Wilkinson. The family in classical China (Shanghai, 1926). R. J. Wilkinson. Notes on Perak history (Kuala Lumpur, 1908). R. J. Wilkinson. Papers on Malay subjects. Law I. Introductory sketch (Kuala Lumpur, 1908). R. J. Wilkinson. The aboriginaLtribes (Kuala Lumpur, 1910). R. J. Wilkinson. Notes on the Negri Sembilan (Kuala Lumpur, 1911). R. J. Wilkinson. Sri Menanti (Kuala Lumpur, 1914). R. J. Wilkinson. A vocabulary of central Sakai (Kuala Lumpur, 1915). R. J. Wilkinson. A history of the Peninsular Malays, with chapters on Perak and Selangor (Singapore, 1920, revised édition). R. J. Wilkinson. The incidents of Malay life (Singapore, 1920, revised edition/V; R. J. Wilkinson. Sungai Ujong; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 83 (1921). T. J. Willer. Verzameling der Battahsche wetten en instellingen in Mandhéling en Pertibie, gevolgd van een overzigt van land en volk in die streken; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 8e jg, II (1846). — Afzonderlijk uitgegeven (Batavia, 1846). T. J. Willer. Aanteekeningen omtrent het noorder-schiereiland van het eiland Halmahéra; Indisch Archief, 1 (1849), I. T. J. Willer. Beschrijving van het eiland Boeroe; Indisch Archief 1849. In 1859 uitgegeven onder den titel-; „Het eiland Boeroe, rijn exploitatie en Alfoersche instellingen* door T. J. Wfller; met bijdragen en toeliditingen in verband tot Europeesche kolonisatie in Nederlandsch-Indië, door Jhr. J. P. Cornets de Groot". T. J. Willer. Aanteekeningen omtrent de instellingen der Halfoeren van het landschap Waai-Rama, behoorende tot het regentschap Hatililing, afdeeling Wahaai, eiland Ceram; Indisch Archief, 1 (1850), II. . j J T. J. Willer. Iets over de Loeboe's en Oeloe's in de binnenlanden van Sumatra; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). T. J. Willer. Eerste proeve eener kronijk van Mampawa en Pontianak; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 3 (1855), en 6 (1857). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. F. E. Williams. Plant- emblems among the Orokaiva; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 55 (1925). R. W. Williamson. The Mafulu Mountain People of British New Guinea (London, 1912). R. W. Williamson. Some unrecorded customs óf the Mekeo People of British New Guinea; Journal Roval Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 43 (1913). Jhr. J. F. W. van der Willige von Schmidt auf Altenstadt. Nota over het individueel grondbezit in het district Kedoeng-Tawon van de afdeeling Keboemèn, Residentie Bagelèn; Eindresumé II, bijlage N. Jhr. J. F. W. van der Willige von Schmidt auf Altenstadt. Procesverbalen van verklaringen betreffende den overgang van sawah's die in asli of poesoko-bezit waren geweest, in communaal bezit in de residentie Madioen, bij de invoering van ons gezag aldaar in 1830, ten einde zekerheid van baten en lasten te verkrijgen • Eindresumé III, bijlage J. ' Mr. G. D. Willinck. De grondrechten bij de volken van den OostIndischen Archipel ('s-Gravenhage, 1891). Mr. G. D. Willinck. Getuigenbewijs in civilibus voor landradenIndisch Weekblad Recht, No. 1857 (1899). Mr. G. D. Willinck.. Executie van poesaka-goederen ter Sumatra's Westkust; Bijvoegsel Java-Bode, 29 Mei 1905. Mr. G. D. Willinck. Het rechtsleven bij de Minangkabausche Maleiërs (Leiden. 1909). Mr. G. D. Willinck. Non tali auxilio, of wijlen Prof. Dr. G. A Wilken zoomede Mr. F. D. E. van Ossenbruggen en beider arbeid op vergelijkend rechtswetenschappelijk gebied (Zutfen, C. P. K. Winekel. Essai sur les principes régissant 1'administration de la justice aux IndeS Orientales hollandaises, surtout dans les ïles de Java et de Madoura et leur application (Samarang-Amsterdam, 1880). 8 Mr. W. A. F. L. Winekel. De beslissing van burgerlijke geschillen door priesters; Recht Nederlandsch-Indië, 90 (1908). Mr. W. A. F. L. Winekel. Een hartstochtelijk kampioen voor een Westersch wetboekenrecht ten behoeve van de Inlandsche bevolking van Nederlandsch-Indië; Recht Nederlandsch-Indië 93 (1909). Mr. W. A. F. L. Winekel. De beslissing van burgerlijke geschillen door priesters; Recht Nederlandsch-Indië, 93 (1909). P. Wink. Dorpsuiterlijk in Redjang (1922); Adatrechtbundel XXII blz. 348—350. P. Wink. De bronnen van Marsden's adatbeschrijving van Sumatra; Bijdragen Koninklijk Instituut, 80 (1924). P. Wink. De onderafdeeling Lais in de residentie Bengkoeloe; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 66 (1926), 2e stuk. G. A. W. C. de Haze Winkelman. — Zie Antwoorden. Dr. Johan Winkler. Bericht über die Untersuchungsreise nach der Insel Enggano; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 46 (1903) en 50 (1907). R. O. Winstedt. The Hindu element in Malay marriage ceremony; Journal Strak* Branch Royal Asiatic Society, 79 (1918). — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz. 257—258. R. O. Winstedt. Misa Mëlayu (Singapore, 1919). R. O. Winstedt. Hindu survivals in Malay custom; Journal Federated Maky States Museums, 9 (1920). R. O. Winstedt. Family relationships in Negri Sembilan; Journal Federated Malay States Museums, 9 (1920). R. O. Winstedt. Election of a tribal chief in Negri Sembilan; Journal Federated Malay States Museums, 9 (1920). R. O. Winstedt. Malaya. The Straits Settlements and the federated and unfederated Malay States (London, enz. 1923). R. O. Winstedt. A Brunei code; Journal Malayan Branch Royal Asiatic Society, 1 (1923). R. O. Winstedt. Shaman, Saiva and Sufi: A study of the evolution of Malay magie (London, 1925). R. O. Winstedt. — Zie J. E. Nathan. C. F. Winter. Instellingen, gewoonten en gebruiken der Javanen te Soerakarta; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1843, I. C. F. Winter. Regtspleging over de onderdanen van Z. H. den Soesoehoenan van Soerakarta; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 6 (1844), I. C. F. Winter. Titels der Javaansche grooten te Soerakarta; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 2 (1854). J. W. Winter. Beknopte beschrijving van het Hof Soerakarta in 1824; Bijdragen Koninklijk Instituut, 54 (1902). — Zie Rouffaer. M. N. Wirapoestaka. — Zie Padmasoesastra. Dr. P. Wirz. Die Marind-anim von Hoüandisch-Süd-Neu-Guinea; Abhandlungen aus dem Gebiete der Auslandskunde, Hamburgische Universiteit, Bd 10 (1922), 16 (1925). Dr. P. Wirz. WÖrTÉtverzeichniss der Sprache des Stammes Mansibabër (Von koHandisch Nord-Neu-Guinea); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). Dr. P. Wirz. Dies und jenes über die Sentanier und die Geheimkulte im Norden von Neu-Guinea; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 63 (1923). Dr. P. Wirz. Anthropologische und ethnologische Ergebnisse der Central-Neu-Guinea-Expedition, 1921—1922. [Nova Guinea, vol. XVI, livraison 1] (Leiden, 1924). — Zie ook Nova Guinea. Dr. P. Wirz. Vooroudervereering en voorouderbeelden van Nederlandsch-Nieuw-Guinea; Nederlandsch-Indië Oud en Nieuw, 9 (1924—1925). J. A. B. Wiselius. Geschiedkundige en maatschappelijke beschrijving van het eiland Bawean; Tijdschrift Nederlandsch-Indiê, 1874, I. J. A. B. Wiselius. Een bezoek aan Manila en omstreken ('s-Gravenhage, 1876). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Augusta de Wit. Natuur en Menschen (Amsterdam, 1914). Mr. J. K. de Wit. — Zie Resumé Timor. H. Witkamp. Een verkenningstocht over het eiland Soemba; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1912 en 1913. H. Witkamp. Reisindrukken uit Kerintji; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1923. H. Wittmaack. Die Rechte der Eingeborenen auf den Philippinen an ihren Landereien nach dem nord-amerikanischen Recht; Niemeyer's Zeitschrift für Internationales Recht, 20 (1910). Wolff. Das Recht am Grund und Boden im Schutzgebiet von Deutsch-Neu-Guinea; Zeitschrift für Kolonialpolitik, Kolonialrecht und Kolonialwirtschaft, 8 (1906). W. P. D. de Wolf f van Westerrode. Rapport omtrent de perdikandesa's in de afdeeling Poerwokerto, residentie Banjoemas; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 21 (1901). De Wolff van Westerrode. — Zie Gegevens. Woltzen. Individueel grondbezit; Nieuw Bat. Handelsblad, editie voor Nederland 30 April 1869. Wong asin (1921) [Het Maleische gebied]; Adatrechtbundel XX, blz. 291. — Zie Rouffaer. Woonerven (Kradjan-poelisi-) in Jogjakarta (1904—1916); Adatrechtbundel XIX, blz. 351—360. Woonerven (Over) ter hoofdplaats Jogjakarta (1910); Adatrechtbundel XIX, blz. 346—351. D. C. Worcester. The Philippine Islands and their people (NewYork. 1898). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. D. C. Worcester. The Non-Christian tribes of Northern Luzon; Philippine Journal of Science, 1 (1906). — Uittreksefe in Adatrechtbundel XVI. D. C. Worcester. Slavery and peonage in the PhiHppine Islands (Manila, 1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXI, blz. 356 —358. Mr. C. W. Wormser. De heilige gong (Amsterdam, z. j.). J. A. Worotikan. Landbezit in de Minahasa (1901); Adatrechtbundel III, blz. 152—163. A. Wright and Th. H. Reid. The Malay Peninsula (London, 1912). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 167—169. X. Sumatrasche toestanden [over grondenrecht] ; De Locomotief, 12, 15 en 18 Juni 1878. J. Xior. La justice indigène a Madagascar; Questions diplomatiques et coloniales, 1901. N. Yamasaki. Ein Besuch in den Kopfjagerdörfern auf Formosa; Mitteilungen Anthropologischen Gesellschaft, Wien, 31 (1901). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. A. You. Madagascar (Paris—Nancy, 1905). A. Young. Kannibalisme in de bovenlanden van het sultanaat Asahan; Koloniaal Tijdschrift, 12 (1923). J. W. Young. Het testament bij de Chineezen; Recht NederlandschIndië; 43 (1884). J. W. Young. Het huwelijk bij de Chineezen te Padang; Indische Gids, 1885, II. J. W. Young. Versterfrecht, adoptie en pleegkinderen bij'de Chineezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 31 (1886). J. W. Young. Het huwelijk en de wetgeving dienaangaande in China; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 38 (1895). J. W. Young. Bijdrage tot de geschiedenis van Borneo's Westerafdeeling; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 38 (1895). J. W. Young. Aanteekeningen naar aanleiding van de verhandelingen van Mr. P. H. Fromberg ten aanzien van de vraag: Mag een Chinees bij uitersten wil over zijn vermogen onbeperkt beschikken?; Recht Nederlandsch-Indië, 67 (1896). W. K. H. Ypes. Nota omtrent Singkel en de Pak-pak-lande«; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 49 (1907). Yule [over grondenrecht van Banten] in Raffles' Substance van 1814. Zaborowski. Populations de 1'Indo-Chine. Les Tsiams. Origine et caractères (Revue Rose [Revue Scientifique], Série IV, tome III). Zelfbestuursverordening op den woeker en op de beperkte aansprakelijkheid van ambtenaren te Jogjakarta (1898); Adatrechtbundel XXIII, blz. 137—145. Zelfbestuursverordening van Siak (1915) [Het Maleische gebied] ; Adatrechtbundel XVIII, blz. 316—335. Zelfbestuursverordening van Soerakarta op de toepasselijkheid van de pranaton pratelon (1889); Adatrechtbundel XXII, blz. 195 —197. Zelfbestuursverordeningen betreffende schuldzaken (1905—1916) [Vorstenlanden]. Met aanteekeningen van J. H. A. Logemann; Adatrechtbundel XXII, blz. 108—114. Zelfbestuursverordening(en) [in de Vorstenlanden]; (1912—1913) in Adatrechtbundel X, blz. 43—51; (1869) in Adatrechtbundel XVIII, blz. 82—86. Zelfbestuursverordeningen van Soerakarta op de bereddering van nalatenschappen (1891—1921). Met toelichting van J. H. A. Logemann; Adatrechtbundel XXII, blz. 114—171. Zelfbestuursverordeningen van Soerakarta betreffende godsdienstambtenaren (1892—1913); Adatrechtbundel XXII, blz. 171 —195. Zelfbestuursverordeningen van Asahan nopens inheemsche rechtspraak (1899—1918) [Het Maleische gebied]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 22—27. M. C. Kooy-van Zeggelen. De gouden kris (Amsterdam, 1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII, blz. 211. Zieck. — Zie Dorpsinrichting. G. Zimmer. Schetsen uit Borneo (voor de jeugd) (Amsterdam, 1870). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. G. Zimmer. Zeden en gewoonten der Daijakkers; Rhijnsche Zen- ding 1878, en 1879, I en II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. H. Zöller. Deutsch-Neu-Guinea und meine Ersteigung des Finisterre-Gebirges (Stuttgart, u. s. w., 1891). H. Zollinger. De Lampongsche districten en hun tegenwoordige toestand; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1847, L — Vertaling in Journal Indian Archipelago, 5 (1851). H. Zollinger. Het eiland Lombok; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1847, II. — Vertaling in Journal Indian Archipelago, 5 (1851). H. Zollinger. Verslag van een reis naar Bima en Soembawa en eenige plaatsen op Célébes, Saleijer en Floris, gedurende de maanden Mei tot December 1847; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 23 (1850). — Vertaling in Journal Indian Archipelago, new series, 1 (1856). H. Zondervan. Timor en de Timoreezen; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1888. H. Zondervan. Die Bewohner der Kei-Insein; Deutsche Geographische Blatter, 16 (1893). H. Zondervan. Bangka en zijne bewoners; Indische Gids, 1894, II, en 1895, I en II, H. Zondervan. Bijdrage tot de kennis der eilanden Bangka en Bli- tong; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 17 (1900). Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. Vorstellungen über den Diebstahl bei den Eingeboretien des Indischen Archipels; International Archiv für Ethnographie, 22 (1915). Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. Beschouwingen omtrent den zelfmoord bij de Inlanders van den Indischen Archipel; Indische Gids, 1915, II. Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. De verhouding tot de aangetrouwde familie in den Indischen archipel; Bijdragen Koninklijk Instituut, 74 (1918). Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. De eilanden langs de Westkust van Soematra [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl I, Amsterdam, 19201. Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. On the use of the human skull against and in case of theft in the Indian Archipelago and neighbouring regions; Internationales Archiv für Ethnographie, 1923, blz. 58. Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. Kindermoord in den Indischen Archipel; Mensch en Maatschappij, 1 (1925), afl. 1. Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. Het eiland Nias en zijn bewoners; Nederlandsch-Indië Oud en Nieuw, 11 (1926—1927). Mr. B. H. P. van der Zwaan. Mededeeling over verkoop en verpanding (dt 1890) [Oost-Java met Madoera] ; Adatrechtbundel XVIII, blz. 180. J. Zwager. Het rijk van Koetei op de Oostkust van Borneo; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1866, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. SYSTEMATISCH GEDEELTE. Systematic section. — Partie par ordre des matières. I. Adatrecht-politiek. Customary law policy. — L'attitude des gouvernements a 1'égard du droit coutumier. Engelsche adatpolitiek in Bengkoeloe (1768—1823); Adatrechtbundel XXV, blz. 217—226. Kaf fles over codificatie en herziening van adatrecht (1810—1811). — (Zie ook Boulger); Adatrechtbundel XXV, blz. 17. Adatrechtpolitiek van het Britsche tusschenbewind (1811); Adatrechtbundel XXV, blz. 18. Aanschrijving van den resident der Lampongsche districten (1869); Adatrechtbundel XX, blz. 1—3. Mr. J. W. T. Cohen Stuart. Codificatie van het Inlandsch recht; Recht en Wet, 1882. Mr. J. W. T. Cohen Stuart. Overwalsche Inlanders; Recht en Wet, 1882. P. A. van der Lith. De koloniale wetgever tegenover Europeesche en inlandsche rechtsbegrippen; Gids, 1882, III. Mr. P. A. van der Lith. Les rapports entre les lois des Européens et le droit des indigènes dans les dif f érentes colonies; Exposition internationale coloniale et d'exportation générale, Amsterdam, 1883. Ve section. Congrès internationaux. Rapport sur les congrès par J. Jitta, He partie. Questions coloniales. Mr. L. W. C. van den Berg. Voldoet de wetgeving betreffende huwelijken tusschen personen behoorende tot dé beide staatkundige categorién der Nederlandsch-Indische bevolking (die der Europeanen en met hen, en die der Inlanders en met hen gelijkgestelden) aan de maatschappelijke behoefte? Zoo neen, welke wijzigingen zijn noodig ?; Handelingen Nederlandsch-Indische Juristen-Vereeniging, 3 (1887). G. Le Bon. De 1'influence de 1'éducation et des institutions europé- erfnes sur les populations indigènes des colonies; Congrès Colonial International de Paris, 1889. Mr. W. Francis.' Is het noodig, dat er in Nederlandsch-Indië een afzonderlijk strafwetboek voor Europeanen en een afzonderlijk strafwetboek voor Inlanders bestaat?; Indische Gids, 12 (1890), I. Mr. Ch. W. Margadant. Art. 109 van het Regeerings-Reglement voor Nederlandsch-Indië; Recht Nederlandsch-Indië, 56 (1891). N. I. Het koninklijk besluit van 11 Augustus 1891, No. 20 afgekondigd bij staatsblad 1891, No. 230, houdende afschaffing van adviseurs in zaken tegen Christen-Inlanders; Recht Nederlandsch-Indië, 61 (1893). Adv iezen over codificatie van adatrecht en bewijs van adatrecht (1893—1894): A. Advies dr. Snouck Hurgronje; (Verspreide Geschriften, dl IV). B. Advies directeur van justitie; C. Advies Raad van Indië; D. Missive Gouvernementssecretaris; Adatrechtbundel I, blz. 21—47. Mr. I. A. Nederburgh. Wet en Adat; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band I. Mr. I. A. Nederburgh. De studie der adat; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. T'Schoffen. L'organisation administratieve et judiciaire des colonies; ^Compte Rendu du Congrès international colonial, XlVme Section (1897). L. Vignon. Les sociétés indigènes; Revue Scientifique, 1898. Mr. J. M. Ch. E. Le Rütte. Is gelijksteffing van den ChristenInlander met den Europeaan wenschelijk ?; Recht NederlandschIndië, 72 (1899). A. Girault. Condition des indigènes au point de vue de la législation civile et criminelle et de la distribution de la justice; Rapports et procès-verbaux des séances du Congrès international de sociologie coloniale, tenu a Paris du 6 au 11 aoüt 1900. Discussion du rapport de M. Girault; Rapports et procèsrjrerbaux des séances du Congrès international de sociologie coloniale, tenu a Paris du 6 au 11 aoüt 1900. H. H. van Kol. Dans quelle mesure et dans quelles conditions y a-t-il lieu de maintenir les organismes administratifs indigènes?; Rapports et procès-verbaux des séances du Congrès international dé sociologie coloniale, tenura Paris du 6 au 11 aoüt 1900. — Vertaling in Nieuwe Tijd, 1900. Discussion du rapport de M. van Kol; Rapports et procès-verbaux des séances du Congrès international de sociologie coloniale, tenu a Paris du 6 au 11 aoüt 1900. A. Billiard. Étude sur la condition politique et juridique a assigner aux indigènes des colonies; Mémoires soumis au congrès inter- national de sociologie coloniale, tenu a Paris du 6 au 11 aoüt 1900. P. J. Kooreman. De adat en haar beteekenis voor het bestuur in Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap, 3 December 1901. Mr. C. Th. van Deventer. De ontwikkeling der inlandsche rechtspraak; Verhandelingen Indisch Genootschap, 2 Februari 1902, gedeeltelijk in Leven en Arbeid, dl III, blz. 91—94. Jhr. Mr. van den Bergh. Inlandsche rechtspraak; Recht Nederlandsch-Indië, 78 (1902). De adat rechtsbron der solidaire aansprakelijkheid in Ned.-Indië; Vragen van den Dag, 17 (1902). Ds.' L. Adriaanse. De Koninklijke boodschap omtrent wijziging van het Indisch Regeeringsreglement in zake de rechtsbedeeling en rechtstoestand der Inlandsche Christenen (Utrecht, 1903). Mr. I. A. Nederburgh. Eenheid of meerheid van recht voor Nederlandsch-Indië?; Recht Nederlandsch-Indië, 79 en 80 (1903). Mr. W. Ph. Scheuer. Het personenrecht voor de Inlanders op Java en Madoera. Proeve van codificatie (Amsterdam, 1904). Mr. I A. Nederburgh. Privaatrecht voor Inlanders. Het ontwerp Scheuer; Recht Nederlandsch-Indië, 83 (1904). Mr. W. Boekhoudt. Het personenrecht voor de Inlanders op Java en Madoera. Proeve van Codificatie door Mr. W. Ph. Scheuer (Amsterdam, 1904); Indische Gids, 1904, I (Met naschrift van J. E. d. M.). Inlandsch recht en Inlandsche Christenen; Recht Nederlandsch-Indië, 84 (1905). — Overgenomen uit Nieuwe Rotterdamsche Courant van 2 December 1904, eerste blad C. Mr. C. van Vollenhoven. Geen juristenrecht voor den inlander; De XXe Eeuw, 11 (1905). Mr. Justus. Wettelijke regeling van den rechtstoestand der inlandsche christenen als hoofdzaak en omkeering van den rechtstoestand van alle andere ingezetenen van Nederlandsch-Indië als bijzaak; Java-Bode, 1905; herdruk, Batavia, 1905. Mr. I. A. Nederburgh. Losse aanteekeningen bij de ontwerpen tot wijziging van het Nederlandsen-Indisch regeeringsreglement art. 75 en 109); Recht Nederlandsch-Indië, 84 (1905). Mr. I. A. Nederburgh. Literatuur over de aanhangige wetsontwerpen tot wijziging van art. 75 en 109 Regeeringsreglement; Recht Nederlandsch-Indië, 84 (1905). Mr. C. Th. van Deventer. Rechtshervorming in Indië; De Gids, 1905, ti herdrukt in Leven en Arbeid, dl II, blz. 169—208. Mr. I. A. Nederburgh. Rechtshervorming in Indië; Gids, 1905, I. Mr. I. A. Nederburgh. Rechtshervorming in Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap, 2 December 1905. Mr. I. A. Nederburgh. Nogmaals: Rechtshervorming in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1905). Dr. J. W. Gunning. Eenige opmerkingen naar aanleiding van de voorgestelde wijzigingen in het Regeeringsreglement; Indische Gids, 1905, I. J. Verniers de Byans. Condition juridique et politique des indigènes dans les possessions coloniales (Paris, 1906). Mr. C. Th. van Deventer. Een koloniaal belang; Sociaal Weekblad, 2, 9 en 16 Juni 1906; gedeeltelijk in Leven en Arbeid, dl III, blz. 140—147. Mr. C. Th. van Deventer. Handelingen Tweede Kamer 1906—1907, blz. 33—37; blz. 69; blz. 81; 1913—1914, blz. 301—303. Handelingen Eerste Kamer 1911—1912, blz. 107; gedeeltelijk in Leven en Arbeid, dl III, blz. 149—160 ; 373—376 ; 320. Von Schreiber. Zur Kodifikation des Eingeborenen-Rechts; Zeitschrift für Kolonialpolitik, Kolonialrecht und KcJonialwirtschaft, 9 (1907). Dr. F. Meyer. Die Erforschung und Kodifikation des Eingebornenrechts; Zeitschrift für Kolonialpolitik, Kolonialrecht und Kolonialwirtschaft, 9 (1907). [Dr.] J. W. Gunning. De jongste wijziging van het regeeringsreglement voor Nederlandsch-Indië; Onze Eeuw, 1907. Mr. J. de Louter. De wijziging van het Regeerings-Reglement van Nederlandsch-Indië; Gids, 1907, I. Mr. I. A. Nederburgh. De nieuwe artikelen 75 en 109 van het Ned.Indische. Regeeringsreglement en wat er uit groeien zal; Indische Gids, 1907, II, 1908, I. Mr. J. H. Carpentier Alting. Rechtszekerheid versus rechtseenheid; Indische Gids, 1908, I. Mr. C. van Vollenhoven. De inheemsche rechtspraak in Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap, 27 October 1908. Dr. J. W. Gunning. De beteekenis der christelijke zending; Tijdspiegel, 1908, III. Memorie van toelichting; bijlage C, No. 7c der begrooting van N. I. voor het dienstjaar 1908. — Overgenomen in Recht Nederlandsch-Indië, 92 (1909). Mr. J. H. Carpentier Alting. De uitvoering van het nieuwe artikel 75 van het Regeeringsreglement voor Nederlandsch-Indië ten aanzien van het privaatrecht der inlandsche bevolking; Moederland en Koloniën, 17 Maart 1909. Mr. F. C. Hekmeijer. Goed recht voor den inlander; Indische Gids. 1909, TL Mr. F. C. Hekmeijer. Adatoverschattingen; Indische Gids, 1909, II. Vierentwintig ontwerpen over Indisch recht (artt. 75, 109 en 124. regeeringsreglement, met uitwerking) door J. H. Carpentier • Alting, Ph. Kleintjes, C. van Vollenhoven en W. A. P. F. L. Winekel (Leiden, i909). „^-^ Mr. dr. R. Tj. Mees. Indische anomalieën; Indische Gids, 1909, II. Mr. W. A. F. L. Winekel. Een hartstochtelijk kampioen voor een Westersch wetboekenrecht ten behoeve van de Inlandsche be- volking van Nederlandsch-Indië; Recht Nederlandsch-Indië, 93 (1909). Mr. L. W. C. van den Berg. De Nederlandsch-Indische inboorlingenpolitiek; De Gids, 1909, III. Mr. C. Th. van Deventer. Gelijkmaking of aanpassing; Land en Volk, 9, 10 en 11 November 1909, gedeeltelijk in Leven en Arbeid, dl III, blz. 276—279. Mr. C. van Vollenhoven. Miskenningen van het adatrecht (Leiden, 1909. — Onveranderde herdruk in 1926). Dr. F. Meyer. Reform des Eingeborenenrechtes; Verhandlungen des Deutschen Kolonialkongresses, 1910. H. Colijn. De inlandsche Christenen en de jongste poging tot rechtshervorming in Indië (wetten van 31 Dec. 1906); Verslag vier en twintigste Algemeene Zendingsconferentie, 1910. H. T. Damsté. Samentrekkingen van inlandsche bestuursressorten; Indische Gids, 1910, II. Mr. A. van Gennep. Verplichte rechtsbijstand in civiele zaken bij de landraden en residentiegerechten op Java en Madoera in verband met de unificatie van recht; Verhandelingen Indisch Genootschap, 27 December 1910. Mr. H. J. Scheuer. Hervormingen in de Indische rechtsbedeeling; Onze Eeuw, 1910. Mr. C. van Vollenhoven. Een adatwetboekje voor heel Indië (Leiden, 1910. — Onveranderde herdruk in 1925). Mr. J. van Davelaar [Installatie van den nieuw benoemden President van het H. G. Hof]; Recht Nederlandsch-Indië, 98 (1911). J. Ballot. De nieuwe politiek ten opzichte van de zelfbesturen 2n de Bezittingen buiten Java en Madoera; Vereeniging Moederland en Koloniën, 25 October 1911. — Berichten en Mededeelingen Vereeniging Ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur, 16 (1911). Adatregelingen van christen-inlanders (1911); Adatrechtbundel VII, blz. 36—37; (1914) X, blz. 13. Mr. A. van Gennep. Inlandsch recht ('s-Gravenhage, 1912). — Overdrukken „De Nieuwe Courant". A. L. M. Clignett. Enkele opmerkingen over adat en gouvernementsrechtspraak; Koloniaal Tijdschrift, 1912. Mr. A. van Gennep. Inlandsch recht en Inlandsche Christenen; Indische Gids, 1912, I. Mr. A. van Gennep. Aanteekeningen op de begrooting van Nederl.Indiê voor het dienstjaar 1913. Justitie (Afdeeling II); Orgaan Moederland en Koloniën, 12 (1912). R. Soetan Casajangan. Indische toestanden gezien door een inlander (Baarn, 1912). [Dr.] J. W. Gunning. De inlandsche Christenen (Baarn, z. j.): W. J. Kroon. Een en ander omtrent adat; Weekblad voor Indië, 9 (1912—1913). Mr. dr. R. Tj. Mees. Unificatie van rechtspraak; Orgaan Moederland en Koloniën, 13 (1913). Mr. L. W. C. van den Berg. Afzonderlijk advies naar aanleiding van het ontwerp van een nieuw Burgerlijk Wetboek voor Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1913). J. Breukink. Een burgerlijke stand voor Inlanders; Koloniaal Tijdschrift, 2 (1913), II. Dr. N. Adriani. [Over adat en adatrecht van Christeninlanders.] Overzicht van de veertiende zendingsconferentie, Buitenzorg, Augustus 1912 (Batavia, 1913). — Overgenomen in Adatrechtbundel XII, blz. 7—15. C. Lulofs. Eigen rechtspraak of gouvernementeele rechtsbedeeling ? ; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 44 (1913). Mr. F. C. Hekmeijer. Een nieuw artikel 75 Reg. Regl.; Recht Nederlandsch-Indië, 102 (1914). Mr. J. C. Kielstra. Rechtsstudie en recht voor Inlanders; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 46 (1914). Mr. J. C. Kielstra. Systematiek voor het adatrecht in Indië; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 47 (1914). Mr. I. A. Nederburgh. De nieuwe regeling der vrijwillige onderwerping aan het Europeesche recht (Stsbl. 1913, No. 515); Indische Gids, 1914, I. Mr. C. van Vollenhovën. De strijd om het adatrecht; Gids, 1914, II. Mr. J. C. Kielstra. Het rechtswezen in Nederlandsch-Indië; Onze Eeuw, 1915, I. L. J. J. Caron. Het gouvernementsrecht in Ned.-Indië j Koloniaal Tijdschrift, 4 (1915), I. Mr. F. C. Hekmeijer. Unificatie van de reglementen op het rechtswezen in de Buitenbezittingen ; Indische Gids, 1915, I. M. Lindenbern. De rechtstoestand der inlandsche Christenen j Stemmen des Tijds, 4 (1915). C. Lulofs. Een overwinning voor de adatrechtspraak. En: Nogmaals Adatrechtspraak; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 49 (1915). V. E. Korn. Adatrechtelijke verwarring; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 49 (1915). Dr. J. H. Boeke. Inlandsche coöperatie en hare wettelijke regeling; Koloniale Studiën, 1 (1916—1917), I. C. E. Barre. Het rassenvraagstuk in de rechtsvorming in de gouvernementssfèer op Java; Indische Gids, 1917, I. Mr. J. C. Kielstra. Volksontwikkeling en rechtsontwikkeling in Nederlandsch-Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap 13 Maart 1917. Mr. G. J. Nolst Trenité. Welke is de aard van het zoogenaamd agrarisch eigendomsrecht en van het Inlandsch bezitrecht op grond en welke is de verhouding dezer rechten tot het domeinrecht van den Lande ? In hoeverre bestaat er behoefte aan wijziging van onze agrarische wetgeving ten einde den aard en de onderlinge verhouding dezer rechten zuiver te doen uitkomen? Handelingen Nederlandsch Indische Juristen-Vereeniging, 1917. Mr. I. A. Nederburgh. Afschaffing van de wettelijke onderscheiding der bevolking van Ned. Indië naar rassen en klassen; Orgaan Moederland en Koloniën, 17 (1918). Mr. G. André de la Porte. Over codificatie van materieel privaatrecht, in het bizonder van Nederlandsch-Indiscti' adatrecht. (Leiden, 1918). Mr. L. J. P. J. Jeekel. Wet en recht; De Beweging, 18 Januari 1919. Mr. L. J. P. J. Jeekel. De grondrechten van den Indiër nu, en hoe zij behoorden te zijn; De Beweging, 26 April, 3 en 10 Mei 1919. Mr. C. van Vollenhoven. De Indonesiër en zijn grond. (Leiden, 1919. Onveranderde herdruk, 1925). Mr. C. van Vollenhoven. De ontvoogding van .Indië; samenhang der maatregelen en plannen; Verhandelingen Indisch Genootschap, 24 October 1919. G. J. D. C. Stempels. De Indonesiër en zijn grond; Het Vaderland, 1, 3 en 4 November 1919. Mr. C. van Vollenhoven. Bevolkingsrechten op den grond in Indië; De Gids, 83 (1919), IV. C. J. Hasselman. Indonesische grondrechten en Nederlandsche juristen; De Gids, 84 (1920), I. Mr. G. J. Nolst Trenité. Van Vollenhoven's jongste agrarisch geschrift ; Koloniale Studiën, 4 (1920), I. G. Gonggrijp. Van Vollenhoven over de voorgenomen wijziging van art. 62 Regeeringsreglement; Koloniaal Tijdschrift, 9 (1920). L. Adam. Het Indonesisch grondenrecht; Koloniaal Tijdschrift, 9 (1920). J. C. Vergouwen. Agrarisch recht of onrecht ?; De Gids, 84 (1920), II. Mr. C. van Vollenhoven. Bevolkingsrechten op den grond in Indië; De Gids, 84 (1920), II. J. W. Meyer Ranneft. Unificatie of dualisme in grondpolitiek; Koloniale Studiën, 4 (1920), II. Mr. P. H. Fromberg. De unificatie van de rechtspraak; Indisch Tijdschrift van het Recht, 114 (1920). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). C. C. van Helsdingen. Artikel 75 en 109 Regeeringsreglement; Indisch Tijdschrift van het Recht, 114 (1920). E. Brascamp. Agrarisch recht of onrecht ?; Tectona, 14 (1921). Mr. O. van Bockel. Uit den strijd van den Indonesiër om zijn grond; Koloniaal Tijdschrift, 10 (1921). Mr. C. van Vollenhoven. Een accident in de Indische rechtshervorming; De Gids, 85 (1921), I. Mr. C. van Vollenhoven. La politique coloniale par rapport aux us et coutumes indigènes (Empire de lTnde, Indes Néerlandaises. Indochine francaise, lies Philippines, Madagascar); Compte Rendu de la session de 1'Institut Colonial International tenue a •Raris, 17—19 Mai, 1921. Mr. J. H. Carpentier Alting. Het rassencriterium; Verhandelingen Indisch Genootschap, 1921. Mr. A. J. G. Maclaine Pont. Indisch grondrecht en de stadsuitbreiding; Koloniale Studiën, 6 (1922), II. Mr. P. H. Fromberg. De bevolkingsgroepen in Indonesië en art. 109 Reg. Rglt; Voordrachten voor de Ind. Univ. Vereeniging te Batavia, 1922. — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. G. J. Nolst Trenité. Indisch waterrecht; Vragen des Tiids, 1923, I. Mr. G. J. Nolst Trenité. Uit Indië terug; Vragen des Tijds, 1923, I. J. J. G. E. Rückert. Indisch grondrecht en de stadsuitbreiding; Koloniale Studiën, 7 (1923), I. Dr. J. H. Boeke. De begrippen dualisme, unificatie en associatie in de koloniale politiek; Koloniale Studiën 1923, II. L. Baréty, La politique indigène de la France; Conférences orga- niséés par la Société des Anciens Elèves et Elèves de 1'Ecole libre des sciences politiques (Paris, 1924). Mr. C. van Vollenhoven. Juridisch confectiewerk (eenheidsprivaatrecht voor Indië); Koloniale Studiën, 9 (1925), I. Dr. (mr.) I. A. Nederburgh. Tegenstellingen en samenwerking in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1925). Mr. C. T. Bertling. Onopgeloste oplossing; Koloniale Studiën, 10 (1926), I. Mr. L. A. de Waal. Het uitstel van de invoering van de nieuwe coöperatiewetgeving (ontwerp-Boeke) en de gevolgen,, die daarvan voor de coöperatieve beweging in Nederlandsch-Indië zijn te verwachten; Verhandelingen Indisch Genootschap, 26 Februari 1926. Dr. D. J. Hulshoff Pol Sr. Het communistische gevaar in Nederlandsch-Indië en de Adathoofden; ,Ip|ische Gids, 49 (1927), L Dr. B. J. Haga. De uitvoering der Bestuurshervormingswet in de Buitengewesten, in het bijzonder voor Sumatra; Koloniale Studiën, 11 (1927). Mr. G. J. Nolst Trenité. Bevolkingsrubber en restrictie; Nieuwe Rotterdamsche Courant, 8 Augustus 1927, Avondblad C. Mr. F. J. H. Cowan. Grondslagen der rechtsbedeeling in Nederlandsch-Indië door Prof. Mr. J. H. Carpentier AltihW; Rechtsgeleerd Magazijn, 46 (1927), afl. 3/4. II. Inheemsch recht. Native customs. — Les coutumes indigènes. A. Indonesië in het algemeen (recht van meer dan één rechtskring). — Indonesia generally (the customs of more than one law district). L'Indonesië, apercu général (les coutumes de plusieurs cercles de droit). 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Th. Stamford Raf fles. A Discourse, delivered on the 1 lth September 1815; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 8 (1816). — Asiatic Journal, 1 (1816). J. Crawfurd. History of the Indian Archipelago, 3 dln (Edinburg, 1820). — Nederlandsche uitgave in 1823—1825 door P. de Haan Pz. De Indische Archipel, 3 dln (Haarlem). Prijsvraag over geschreven adatrechtsbronnen (1847—1849); Adatrechtbundel XXV, blz. 15—17. Baud [over adatrechtstudie] (1851); Adatrechtbundel XVIII, blz. 6—7; Ontleend aan de door J. C. Baud gestelde en namens hem voorgedragen aanspraak tot opening van de eerste algemeene vergadering van het Koninklijk Instituut voor de Taal- Land en Volkenkunde van Neerlandsch-Indië, 4 Juni 1851. J. Crawfurd. A descripüve Dictionary of the Indian Islands and adjacent countries (London, 1856). Mr. S. Keyzer. Opmerkingen, naar aanleiding van art. 71 van het ontwerp van wet, vaststelling van het reglement op het beleid van de regering in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1854). Mr. S. Keyzer. Nadere toelichting van de Opmerkingen, naar aanleiding van art. 71 (art. 78 nieuw) van het reglement op het beleid van de regering in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1854). Dr. S. A. Buddingh. Neerlandsch-Oost-Indië, 3 dln (Rotterdam, 1859—1861). J. van den Bosch. Verslag mijner verrigtingen in Indië, gedurende de jaren 1830, 1831, 1832, 1833; Bijdragen Komnkhjkjlu^stituut, Nieuwe volgreeks, 7 (1863). Dr. Th. Waitz. Anthropologie der Naturvölker. Die Malaien (Leipzig, 1865, dl 5, afl. 1). A. S. Bickmore. Travels in the East Indian Archipelago (London, 1868. Vertaald en van Aanteekeningen voorzien door Dr. J. J. de Hollander, Schiedam, 1873). L. de Backer. L'Archipel Indien (Paris, 1874). Mr. L. W. C. van den Berg. Verslag van een verzameling Maleische, Arabische, Javaansche en andere handschriften, door de Regering van Nederl.-Indië aan het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen ter bewaring afgestaan (Batavia, 's-Gravenhage, 1877). A. Th. H. De rechtstoestand der niet Europeesche ChristenenRegt Nederlandsch-Indië, 29 (1877). - Overgenomen uit' het Bataviaasch Handelsblad. Dr. A. H. Post. Die Anfange des Staats- und Rechtslebens (Oldenburg, 1878). C. B. H. von Rosenberg. Der malayische Archipel (Leipzig, 1878) b. G. van Bloemen Waanders. Moet Nederlandsch Indië conservatief of liberaal geregeerd worden ? ('s-Gravenhage, 1879). P- K- Winekel. Essai sur les principetHrégissant 1'admiliistration de la jusuce aux Indes Orientales hollandaises, surtout dans les iles de Java et de Madoura et leur application (Samarang-Am- sterdam, 1880). H. L. E. de Waal. De invloed der kolonisatie op het inlandsche recht in Nederl. Oost-Indië (Haarlem, 1880). Dr. A H. Post. Bausteine für eine allgemeine Rechtswissënschaft auf vergleichend-ethnologischer Basis (Oldenburg, 1880—1881 2 dln). R. van Eek. Schetsen uit het volksleven in Nederl. Oost-Indië, XII. Ras- en stamverdeeling der Inlandsche bevolking van N O Indië; Indische Gids, 4 (1882), I. Mr. D. J. Jongeneel. Nadere jurisprudentie over het adatrecht der inlanders (1882—1916); Adatrechtbundel XII, blz. 410—431. R. van Eek. Schetsen uit het volksleven van Nederl. Oost-Indië XV Bijzondere maatschappelijke instellingen, bij enkele stammen van Nederl. Indië; Indische Gids, 5 (1883), I, 6 (1884). [Dr.] G. A. Wilken. Rechtstoestanden en rechtsgebruiken- Catalogus der afdeeling Nederlandsche Koloniën van de internationale koloniale en uitvoerhandeltentoonstelling van 1 Mei tot ultimo October 1883 te Amsterdam, groep II. — Verspreide Geschriften, 1912, dl II. [Dr.] A. H. Post. Die Grundlagen des Rechts und die Grundzüge seiner Entwicklungsgeschichte (Oldenburg, 1884). [Dr.] G. A. Wilken. Het animisme bij de volken van den Indischen Archipel; Indische Gids, 1884, I en II, 1885, I. — Verspreide Geschriften, 1912, dl III. A. Bastian. Indonésien oder die Insein des Malayischen Archipel: I Die Molukken; II. Timor und umliegende Insein; III. Sumatra und Nachbarschaft; IV. Bórneo und Celebes: V. Tava (Berlin 1884—1894). J (Dernn, [Dr. G. A. Wilken]. De vrucht van de beoefening der ethnologie voor de vergelijkende rechtswetenschap (Leiden, 1885) — Verspreide Geschriften (1912), dl II. — Opstellen over Adatrecht (1926). Dr. J. Kohier. Rechtsverhaknisse aus dem ostindischen Archipel und den westlichen Karolinen; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 6 (1886). 15 Dr. J. Kohier. Zur ethnologischen Jurisprudenz. Recensionsabhandhingen [Besprechung von A. Bastian's „Allgemeine Grundzüge der Ethnologie" und 7 Studiën von G. A. Wilken]; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 6 (1886). Mr. J. H. Abendanon. De rechtstoestand van den Inlander in Algerië vergeleken met de beginselen te dien aanzien in Ned.-Indië geldende (Batavia, 1887). Dr. C. Snouck Hurgronje. De rechtstoestand van den Inlander in Algerië vergeleken met de beginselen te dien aanzien in Nederlandsch-Indië geldende, door Mr. J. H. Abendanon; Indisch . Weekblad van het Regt, No. 1273 (1887). W. P. Groeneveldt. Catalogus der archeologische verzameling van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Met aanteekeningen van Dr. J. L. A. Brandes (Batavia, 1887). Dr G A Wilken. Oostersche en Westersche rechtsbegrippen; Bij' dragen Koninklijk Instituut, 37 (1888). — Verspreide Geschriften, 1912, dl II. ; Dr. G. A. Wilken. De couvade bij de volken van den Indischen Archipel; Bijdragen Koninklijk Instituut, 38 (1889). — Verspreide Geschriften, 1912, dl II. P. ]. Veth. Uit Oost en West. Verklaring van eenige uitheemsche woorden (Arnhem, 1889). Dr H Kern. Uit Oost en West. Verklaring van eenige uitheemsche ' woorden, door Dr. P. J. Veth (Arnhem, 1889); Indische Gids, 11 (1889), II. Verspreide Geschriften, dl XIII (1927). Mr. A. J. Immink. De rechtspleging voor de rechtbanken in Ned. Indië (Batavia, 1889, 2 dln). Dr. A. H. Post. Studiën zur Entwicklungsgeschichte des Familien- rechts (Oldenburg-Leipzig, 1889). Dr G A Wilken. Vrouwelijke successie; Nieuwe Rotterdamsche ' Courant, 19 December 1890. — Verspreide Geschriften, 1912, dl H- . TT , . Mr L. W. C. van den Berg. Het Kruis tegenover de Halve Maan, De Gids, 1890, IV. if Dr. A. H. Post. Ueber die Aufgaben einer allgemeinen Rechtswissënschaft (Oldenburg-Leipzig, 1891). F. C. Hekmeijer. De rechtstoestand der Inlandsche Christenen in Nederlandsch-Indië (Utrecht, 1892). Mr A J. E. A. Bik. F. C. Hekmeijer. De rechtstoestand der ' inlandsche Christenen in Ned.-Indië; Themis, 54 (1893) Dr G A Wilken. Handleiding tot de vergelijkende volkenkunde ' van Nederlandsch-Indië. Naar diens dictaat en aanteekeningen uitgegeven door C. M. Pleyte Wzn. (Leiden, 1893). Dr. A. H. Post. Grundriss der ethnologischen Jurisprudenz (Oldenburg-Leipzig, 1894, 2 dln). Mr. P. A. van der Lith. Beschouwingen over verschil van rechtstoestanden in Nederlandsch-Indië (Leiden, 1895). Dr. J. J. de Hollander. Handleiding bij de beoefening der land- en volkeiuoinde van Nederlandsch-Oost-Indië (Breda, 1895-1898 2 dln). Mr. I. A. Nederburgh. De klassen der bevolking van NederlandschIndië; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896-1898), Band ï. Mr. F. C. Hekmeijer. De rechtstoestand der inlandsche christengemeenten in Nederlandsch-Indië; Wet en Adat, le en 2e ie (1896—1898), Band II. P. Jansz. Wat van de regeering te wenschen is ten behoeve van de Christen-Inlanders op Java en elders; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896-1898), Band III. Kleine Bijdragen. Mr. P. A. van der Lith. Rechtsverhaltnisse in NiederlandischIndien; Jahrbuch der internationalen Vereinigung für vergleichende Rechtswissënschaft und Volkswirtschaftslehre zu Berlin, 4 (1898). Mr. L. W. C. van den Berg. De rechtstoestand der Inlandsche Christenen in Ned. Indië en de bezwaren daaruit voor de zending voortvloeiende; Orgaan Nederlandsche Zendinesvereenigine 1899. Inlandsche begrippen en Nederlandsche rechters; Indische Gids 21 (1899), II. Mr. t A. Nederburgh. Wetgeving voor Nederlandsch-Indië. Officieele bescheiden, met eenige aanteekeningen (Batavia, 1899 1902, 2 dln). Mr. M. C. Piepers. Le droit civil et pénal des Indes Orientales Néerlandaises; Mémoires soumis au Congrès international de sociologie coloniale, tenu a Paris du 6 au 11 aoüt 1900. Dr. J. W. Gunning. Eenige opmerkingen naar aanleiding van den rechtstoestand der Inlandsche Christenen; Nederlandsch Zendingstijdschrift, 11 (1900). Mr. C. van Vollenhoven. Exacte rechtswetenschap (Leiden, 1901). W. C. Nieuwenhuyzen. Adat en hare beteekenis voor het bestuur in Indië; Vragen van den Dag, 16 (1901). Dr. Th. W. Juynboll. Iets over den meest wenschelijken vorm eener hulp- en spaarbank ten behoeve van inlanders; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1902. Geschiedenis van de commissies voor het adatrecht; Adatrechtbundel I, blz. 1—15; V, blz. 1—2; VII, blz. 1—2; X, blz. 1—3 ; XII blz. 1; XVIII, blz. 1—2; XXII, blz. 1—3. C. Spat. Over privaat- en publiekrecht bij de volken van den Indischen Archipel (Breda, 1905). Dr. J. Kohier. Aus dem malayischen Recht; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 17 (1905). Mr. C. van Vollenhoven. Het adatrecht van Nederlandsch-Indië. Dl I (Leiden, 1906—1918. — Onveranderde herdruk in 1925). — Dl II, afl. 1 t/m 4 (Leiden, 1924—1926). Het adatrecht van Nederlandsch-Indië door Mr. C. van Vollenhoven; Bataviaasch Nieuwsblad, 24 December 1906. Dr. J. H. F. Kohlbrugge. Psychologische koloniale politiek; Orgaan Moederland en Koloniën, 1907—1908. Mr. L A. Nederburgh. Het adatrecht van Nederlandsch-Indië door Mr. C. van Vollenhoven; Rechtsgeleerd Magazijn, 1907 en 1908. Dr. Ph. S. van Ronkel. Catalogus der Maleische handschriften van het Koninklijk Instituut voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië; Bijdragen Koninklijk Instituut, 60 (1908) . Mr. G. André de la Porte. Beschouwingen over quasi-internationaal privaatrecht; Recht Nederlandsch-Indië, 91 (1908). Dr. Ph. S. van Ronkel. Catalogus der Maleische handschriften in het Museum van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen; Verhandelingen. Bataviaasch Genootschap, 57 (1909) . Mr. C. van Vollenhoven. Miskenningen van het adatrecht (Leiden 1909. — Onveranderde herdruk in 1926). Adatrechtbundels, bezorgd door de commissie voor het adatrecht, deel I—XXVI ('s-Gravenhage, 1910—1926); eerste drie bundels herdrukt in 1911. Mr. C. van Vollenhoven. Een adatwetboekje voor heel Indië (Leiden, 1910. — Onveranderde herdruk in 1925). Mr. I. A. Nederburgh. Een adatwetboekje voor heel Indië, door Prof. Mr. C. van Vollenhoven; Rechtsgeleerd Magazijn, 29 (1910) . Dr. C. Snouck Hurgronje. Inlandsche adatsystematiek (1912); Adatrechtbundel VII, blz. 3. — Verspreide Geschriften, dl IV2. G. Maan. Hoe brengen wij onzen Christenen eenig begrip bij van het heilsfeit der verzoening? Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 56 (1912). Adatwijzer; Adatrechtbundels I, blz. 16—20; X, blz. 4—12. Dr. G. A. Wilken. Verspreide Geschriften, 4 dln (Semarang-Soerabaja-'s-Gravenhage, 1912). Mr. K. L. J. Enthoven. Het adatrecht der inlanders in de jurisprudentie (Leiden, 1912). Inlandsche rechtstermen voorkomende in de adatrechtbundels; Adatrechtbundel V, blz. 467—491; VI, blz. 446—454; VII, blz. 392 —398; VIII, blz. 287—292; IX, blz. 341—345; X, blz. 366 407; XI, blz. 381—391; XII, blz. 432-^139; XIII, blz. 419__431; XIV, blz. 350—357; XV, blz. 391—403; XVI, blz. 505—512; XVII, blz. 350—354; XVIII, blz. 435—448; XIX, Uz 482—498; XX, blz. 359—481; XXI, blz. 413—422; XXII, biz. 449—465; XXIII, blz. 483—488; XXIV, blz. 494—498; XXV, blz. 493—503; XXVI, blz. 527—538. — Zie ook Adatrechtstermen, rechtstermen en termen. Dr. T. W. Gunning. De invloed der zending op maatschappelijke toestanden (Baarn, z. j.). Mr. C. van Vollenhoven. Sprongen in de ontwikkeling van het gewoonterecht; Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, 4e reeks, deel 11 (1912). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIX, blz. 252 —255; XX, blz. 150; XXII, blz. 287. Ontwerp verordening tot regeling van den rechtstoestand der Inlandsche christenen en der Vreemde Oosterlingen, die het Christendom belijden, met toelichting ('s-Gravenhage, 1913). Ontwerp verordening op de vrijwillige onderwerping aan het burgerlijk recht en het handelsrecht der Europeanen met toelichting ('s-Gravenhage, 1913). Ontwerp algemeene bepalingen van wetgeving voor NederlandschIndië met toelichting ('s-Gravenhage. 1913). Ontwerp verordening omtrent den overgang tot en den afval van het Christendom, met toelichting ('s-Gravenhage, 1913). Ontwerp verordening betreffende rechtsconflicten en de regelen, volgens welke door den rechter moet worden beslist tot welke categorie van personen iemand behoort, met toelichting ('s-Gravenhage, 1913). Nota behoorende bij de ontwerpen tot uitvoering van de artikelen 75 en 109 van het Reglement op het beleid der Regeering van Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1913). Dr. C. Snouck Hurgronje. Een monument voor Wilken; De Gids, 1913, I. Toelichting op het ontwerp burgerlijk wetboek voor NederlandschIndië ('s-Gravenhage, 1913). Mr. H. Marcella. Algemeene Bepalingen van Wetgeving voor Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1913). Bestanddeelen van het adatrecht; Adatrechtbundel XII, blz. 3—6, ontleend aan mr. C. van Vollenhoven in (Nederlandsch) Weekblad van het Recht, No. 9820 (1915); Adatrechtbundel XVIII, blz. 8, ontleend aan een voordracht van Prof. I. Goldziher over „Katholische Tendenz und Partikularismus im Islam" (1913). Dr. Alb. C. Kruyt. Indonesians; Hastings' Encyclopaedia of Religion and Ethics, vol. 7 (1914). Customs of the World (London, z. j. 2 dln). — Zie Cabaton, Davidson, Grandidier, Hose, Skeat. A. Cabaton. The Dutch East Indies [in Customs of the World, vol II]. Dr. J. Kohier und L. Wenger. Allgemeine Rechtsgeschichte. Erste Halfte. Orientalisches Recht [und Recht der Griechen und Römer] (Leipzig-Berlin, 1914). Mr. C. van Vollenhoven. De novelle ....; Weekblad van het Recht 9820 (1915). — Overgenomen in Adatrechtbundel XII, blz. 3—6. Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Het primitieve denken zooals dit zich uit voornamelijk in pokkengebruiken op Java en elders; Bijdragen Koninklijk Instituut, 71 (1916). Mr. J. H. Carpentier Alting. Belangstelling in volksrecht; JubileumUitgave Indologenblad, 1816—1916. S. F. Duurvoort. Rechtspersonen in de Nederlandsche koloniën (Leiden, 1916). Mr. C. van Vollenhoven. Het onbaatzuchtige in recht en staat (Leiden, 8 Februari 1917). Encyclopaedie van Nederlaindsch-Indië (Leiden-'s-Gravenhage, 1917 —1921, tweede druk), 15 afleveringen Aanvullingen en Wijzigingen (1922—1927). J. C. van Eerde. Over de verwanten van de Indonesiërs (Amsterdam, 1917). Maistre-Jehan. Levend recht; De Taak, 1 (19Ï7—1918), blz. 600, 2 (1918—1919), No. 3. — Zie B. ter Haar Bzn. P. H. van der Kemp. Mr. C. van Vollenhoven's toewijding aan het adatrecht van Nederlandsch-Indië; Koloniaal Tijdschrift, 7 (1918) , I. F. A. Liefrinck. Prof. van Vollenhoven en het adatrecht; Koloniaal Tijdschrift, 7 (1918), II. Mr. C. van Vollenhoven. The study of Indonesian customary law; Illinois Law Review dl XIII, (feestbundel voor prof. John H. Wigmore, 1918). — Overgedrukt in Philippine Law Review, 5 (1919) en in Adatrechtbundel XXII, blz. 6—10. v. W. Het recht hier te lande; De Taak, 2 (1918—1919), No. 8. B. ter Haar Bzn. Levend recht; De Taak, 2 (1918—1919), No. 3. — Zie Maistre-Jehan. Geschiedenis van de adatrechtstichting; Adatrechtbundel XVIII, blz. 3—5; XXII, blz. 3—6; XX v, blz. 1—7. Internationale samenwerking in zake Indonesische rechtsstudie (1919 —1925); Adatrechtbundel XXV, blz. 7—15. Dr. J. Kohier. Ueber die malaiischen Adats; Zeitschrift für vergleichende Rechtswissënschaft, 36 (1919). J. C. van Eerde. De naam der Alfoeren in Indonesië (1919); Adatrechtbundel XXI, blz. 410—412. — Ontleend aan Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1919. Mr. C. van Vollenhoven. Taalfamiliën en rechtsfamiliën; Jaarboek Koninklijke Akademie van Wetenschappen, 1920. — Illinois Law Review, 15 (1921). — Overgenomen in Adatrechtbundel XXII, blz. 11—24. J. C. van Eerde e.a. De Volken van Nederlandsch-Indië (Amsterdam, 1920—1921, 2 dln). Dr. J. H. F. Kohlbrugge. Primitieve denkwijze; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1920. C. Lekkerkerker. Over het stamwezen in Oost-Indië; Indië, 4 (1920 —1921). Verslag van de Commissie tot herziening van de staatsinrichting van Nederlandsch-Indië (Weltevreden, 1920). Verslag van de coöperatie-commissie (W^tevreden, 1921). A. L. Samson. De Inlandsche rechtsgemeenschap en crediet; Koloniale Studiën, 5 (1921), II. Dr. G. A. Wilken. Essays on kinship and the laws of marriage among Malayan peoples and on matriarchy in Sumatra (translated by G. Hunt, with an introduction by C O. Blagden) (Kuala Lumpur, 1921). G. G[onggrijp]. Verslag van de coöperatie-commissie; Koloniaal Tijdschrift 11 (1922). G. Gonggrijp. Het crediet in de Indische Volkshuishouding; Koloniaal Tijdschrift, 11 (1922). Dr. C. L. van Doorn. De credietbehoefte van den Indonesischen landbouwer (Apeldoorn, 1922). Mr. C. van Vollenhoven. Indonesische rechtstaal; Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afdeeling Letterkunde, deel 54, serie B (1922). M(aclaine) P(ont). Indonesische rechtstaal door C. van Vollenhoven (bespreking); Indisch Tijdschrift van het Recht, 117 (1923). Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. On the use of the human skull against and in case of theft in the Indian Archipelago and neighbouring regions; Internationales Archiv für Ethnographie, 1923, bl*. 58. Dr. (Mr.) I. A. Nederburgh. Eenige hoofdlijnen van het Ned. Indische staatsrecht ('s-Gravenhage, 1923). Dr. C. Snouck Hurgronje. Verspreide Geschriften (Bonn-Leipzig, 1923—1925, 5 dln). Het nationale recht; Gedenkboek Indonesische Vereeniging, 1908— 1923. J. C. van Eerde. A review of the ethnological investigations in the Dutch Indian Archipelago (Amsterdam, 1923). Ontwerp voor een op alle bevolkingsgroepen toepasselijk burgerlijk wetboek voor Nederlandsch-Indië, met toelichting (Weltevreden, 1923, 2 dln). Mr. C. W. Wormser. De heilige gong (Amsterdam, z. j.). Christelijke beginselen en adatrecht (1924—1925); Adatrechtbundel XXV, blz. 454—491. — Zie van de Wetering en Hueting. B. J. Haga. Indonesische en Indische democratie (Den Haag, 1924). Groei van het adatrtcht (1924); Adatrechtbundel XXV, blz. 19—21. Mr. J. C. van der Meulen. Het adatrecht der Inlanders in de jurisprudentie, 1912—1923 (Leiden, 1924). Mr. J. C. Kielstra. Adatrechtèlijke studie; Algemeen Groningsch Studentenweekblad, 13 December 1924. Enkele opmerkingen nopens ons nationaal recht; Indonesia Merdeka, 2 (1924). Mr. E. M. Meyers. — Mr. G. André de la Porte — Mr. C. van Vollenhoven. Bestaat er in het adatrecht onderscheid tusschen zakelijke en persoonlijke rechten ?; Indisch Tijdschrift van het Recht, 122 (1925). Dr. R. A. Hoesein Djajadiningrat. De Mohammedaansche wet en het geestesleven der Indonesische Mohammedanen (Weltevreden, 1925). [Dr.] G. A. Wilken. Opstellen over adatrecht (Semarang, Soerabaja, Bandoeng, 's-Gravenhage, 1926). Mr. G. André de la Porte. Recht en rechtsbedeeling in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1926). Verordeningen Inlandsch privaatrecht, verzameld onder toezicht van mr. C. van Vollenhoven (Zwolle, 1926, 2e druk). Mr. C. van Vollenhoven. Uit den strijd om het adatrecht in EngelschIndië; Gedenkschrift 75-jarig bestaan van het Koninklijk Instituut ('s-Gravenhage, 1926). Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Het magisch denken van den Inlander; Indische Gids, 1926, I. J. C. van Eerde. Koloniale Volkenkunde (Amsterdam, 1926, 4e druk). Mr. J. van Kan. Uit de geschiedenis onzer codificatie (Batavia, 1927). — Verschenen in Indisch Tijdschrift van het Recht, 123 en 124 (1926). M. A. Bouman. De beteekenis van „soekoe"; Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926). Mr. J. H. Carpentier Alting. Grondslagen der Rechtsbedeeling ('s-Gravenhage, 1926). Dr. A. C. Tobi. De vrijwillige onderwerping aan- het Europeesche privaatrecht (Leiden, Batavia, 1927). Mr. C. van Vollenhoven. Aspects of the controversy on customary law in India; Asiatic Review, 23 (1927), No. 73. Dr. A. Kramer. West-Indonesien. Sumatra-Tava-Borneo (Stuttgart, 1927). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Les institutions politiques. C. W. Walbeehm Sr. Lijst van de voornaamste Inlandsche ambtsbenamingen, met korte aanduiding der aan de betrekking verbonden werkzaamheden en voorregteh enz.; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 16 (1867). P. J. Veth. Vrouwenregeeringen in den Indischen Archipel; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1870, II. P. A. Leupe. Verschillende eedformulieren (Maleische en Portugeesche Christenen — Baliërs—Alfoeren); Bijdragen Koninklijk Instituut, 26 (1878). R. van Eek. Schetsen uit het volksleven in Nederl. Oost-Indië, V Eeden en godsoordeelen; Indische Gids, 2 (1880), I. R. van Eek. Schetsen uit het volksleven in Nederl. Oost-Indië, VI. De rechtspleging; Indische Gids, 2 (1880), I. Dr. J. Kohier. Studiën über die Ordalien der Naturvölker; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 5 (1884). Mr. M. M. W. Pennink. Het stelsel van deskundige rechtsbedeeling onder de inlanders in Nederlandsch-Indië; Indische Gids, 6 (1884), II. C. J. Leendertz. Godsoordeelen en eeden; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 18S8. C. M. Pleyte. De geographische verbreiding van het koppensnellen in den Oost-Indischen Archipel; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1891. Dr. A. H. Post. Ueber Gottesurteil und Eid; Ausland, 64 (1891). J. H. W. B. Visser. Eenige opmerkingen over eeden in den Neder- landsch-Indischen archipel (Leiden, 1893). Mr. M. G. Smalt. Getuigenbewijs voor Inlandsche rechtbanken; Recht Nederlandsch-Indië, 71 (1898). Mr. S. J. Hirsch. Getuigenbewijs in civiele zaken naar Inlandsch recht; Recht Nederlandsch-Indië, 71 (1898). — Met naschrift der redactie. Mr. G. D. Willinck. Getuigenbewijs in civilibus voor landraden; Indisch Weekblad Recht, No. 1857 (1899). Dr. H. J. Nieboer. Slavery as an industrial system. Ethnological Researches. (The Hague, 1900). Tweegevecht onder de inlanders (Antwoorden van de Hoofden van Gewestelijk Bestuur enz. op een Regeeringscirculaire van 10 Januari 1900, No. 101); Ontwerp Wetboek strafrecht voor Inlanders in Nederlandsch-Indië 1901, bijlage C. Mr. L. W. C. van den Berg. De Mohammedaansche vorsten in Nederlandsch-Indië; Bijdragen Koninklijk Instituut, 53 (1901). Mr. W. Boekhoudt. De zaakwaarnemerij; Recht Nederlandsch-Indië 80 (1903). J. E. Heeres. Corpus Diplomaticum Neerlando-Indicum, dl I; Bijdragen Koninklijk Instituut, 57 (1907). Mr. I. J. Dermout. Iets over zaakwaarnemers in verband met de verbetering der rechtspleging voor Inlanders; Recht NederlandschIndië, 91 (1908). Dr. R. Lasch. Der Eid. (Stuttgart, 1908). Mr. J. H. Carpentier Alting. Rechter en zaakwaarnemer bij de rechtspraak over Inlanders; Verhandelingen Indisch Genootschap 12 Januari 1909. L. M. Vonck. Slavernij en pandelingschap; Berichten en Mededeelingen Vereeniging Ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur No. 8 (1910). Gesteldheid van de inheemsche rechtspraak; Adatrechtbundels I blz 244—248 (1910); V, blz. 459—466 (1913); VII, blz. 389—391 (1913); XII, blz. 319—325 (1916); XVIII, blz. 427—434 (1919). Mr. J. C. Kielstra. Adatrechtspraak; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 42 (1912). Inkomsten uit inheemsche rechtspraak (1914); Adatrechtbundel X, blz. 364—365. — Ontleend aan Mededeelingen Bureau Bestuurszaken Buitenbezittingen, afl. 4 (1914). Th. Volmering. Het koppensnellen bij de volken in den Oost-Indischen Archipel; Koloniaal Tijdschrift, 3 (1914). Mr. B. ter Haar. Het adatproces der inlanders (Amsterdam, 1915). Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. Beschouwingen omtrent den zelfmoord bij de Inlanders van den Indischen Archipel; Indische Gids, 1915, II. . . [ . . De ontwikkeling van het Inlandsch bestuur in de buitenbezittingen; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, dl II, afl. 1, z. j. V. E. Korn. Iets over het benoemen van Inlandsche functionnarissen als verbindingsschakel tusschen Europeesch bestuur en adathoofden (met naschrift der Redactie); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 50 (1916). . V. E. Korn. Het nieuwe Inlandsche bestuursstelsel in de Buitenbezittingen; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 50 (1916). Mr. A. Mieremet. De hedendaagsche inheemsche rechtspraak in Ned.Indië en haar regeling (Utrecht, 1919). J. H. Heslinga. Het inlandsch bestuur en zijn reorganisatie in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1920). Mr H A. Idema. Onregelmatige gerechtskosten; Indisch Tijdschrift van het Recht, 112 (1920). R. Hassan Djajadiningrat. Schets eener bestuursmnchting voor Ned.Indië ; Koloniale Studiën, 4 (1920), II. P. H. van der Kemp. Mr. C. van Vollenhoven's critiek over de landrenteregelingen van Raf fles en Commissie-Generaal; Koloniaal Weekblad, 4 December 1919. — Overgenomen in Koloniaal Tijdschrift, 9 (1920). Mr. C. van Vollenhoven. Mr. C. van Vollenhoven over de landrenteheffing sinds Raf fles en commissarissen-generaal; Koloniaal Weekblad, 11 December 1919. — Overgenomen in Koloniaal Tijdschrift, 9 (1920). Mr. T. J. Schrieke. De lagere Inlandsche rechtsgemeenschappen in Nederlandsch-Indië (Weltevreden, 1921). _ Gondokoesoemo. Vernietiging van dorpsbesluiten in Indië. ('s-Gravenhage, 1922). Dr. J. H. A. Logemann. De beteekenis der Indonesische getuigen (1923); Adatrechtbundel XXIII, blz. 114—134. Mr K. L. J. Enthoven. Recht en rechtspraak; Gedenkboek voor Ne' derlandsch-Indië, 1898—1923. (Batavia enz., 1923). D. H. Meyer. De pseudo inheemsche rechtspraak; Koloniale Studiën, 8 (1924), II. L. Adam. De autonomie van het Indonesisch dorp (Amersfoort, 1924)- 1_ T J u M. A. Bouman. Dr. L. Adam. De autonomie van het Indonesisch dorp; Koloniaal Weekblad, 27 November 1924. Mr. G. J. Nolst Trenité. Een Leidsche dissertatie. De autonomie van het Indonesisch dorp, door L. Adam; Koloniaal Tijdschrift, 14 (1925). • „_ Dr. Ph. Kleintjes. Du partage du pouvoir législatif entre 1 Ê-tat protecteur et 1'Etat protégé aux Indes néerlandaises; Institut Colonial International. Session de La Haye de 1927. Rapports préliminaires. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of ef fects. — La familie; les successions. A. Pruys van der Hoeven. Iets over den bruidschat bij eenige volken in den Indischen Archipel; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 16 (1867). L. H. Morgan. Systems of consanguinity and affinity of the human family; Smithsonian Contributions to Knowledge, 17 (1871). Dr. A. H. Post. Die Geschlechtsgenossenschaft der Urzeit und die Entstehung der Ehe (Oldenburg, 1875). R. van Eek. Schetsen uit het volksleven in Nederl. Oost-Indië, II. Het Huwelijk; Indische Gids, 1 (1879), I en II. [Dr.] G. A. Wilken. Over de primitieve vormen van het huwelijk en den oorspring van het gezin; Indische Gids, 1880, II en 1881, II. — Verspreide Geschriften, 1912, dl I. [Dr.] G. A. Wilken. Over de verwantschap en het huwelijks- en erfrecht bij de volken van het Maleische ras; Indische Gids (1883) , I. — Verspreide Geschriften (1912), dl I. — Essays on kinship and the laws of marriage among Malayan peoples and on matriarchy in Sumatra (1921). — Opstellen over Adatrecht (1926). [Dr.] G. A. Wilken. Over de verwantschap en het huwelijks- en erfrecht bij de volken van den Indischen Archipel, beschouwd uit het oogpunt van de nieuwere leerstellingen op het gebied der maatschappelijke ontwikkelingsgeschiedenis (Leiden, 1883). — Wetenschappelijke voordrachten gehouden te Amsterdam in 1883, ter gelegenheid der koloniale tentoonstelling (Leiden, 1884). — Verspreide geschriften (1912), dl I. Dr. J. Kohier. Studiën über Frauengemeinschaft, Frauenfaub und Frauenkauf; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 5 (1884) . Dr. J. Kohier. Die Ehe mit und ohne Mundium; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 6 (1886). Dr. G. A. Wilken. Plechtigheden en gebruiken bij verlovingen en huwelijken bij de volken van den Indischen Archipel; Bijdragen Koninklijk Instituut, 35 (1886) en 38 (1889). — Verspreide Geschriften (1912), dl I. — Opstellen over Adatrecht (1926). Dr. G. A. Wilken. Huwelijken tusschen bloedverwanten; De Gids, 54 (1890). — Vertaling in Globus, 59 (1891). — Verspreide Geschriften, 1912, dl II. Dr. G. A. Wilken. Verkrachting in kinderhuwelijk; Tijdschrift voor Strafrecht, 5 (1891). — Indisch Weekblad van het Regt, No. 1459 (1891). — Verspreide Geschriften, 1912, dl I. Mr. Ch. W. Margadant. Verkrachting in kinderhuwelijk; Recht Nederlandsch-Indië, 57 (1891). C. M. Pleyte. Plechtigheden en gebruiken uit den cyclus van het familieleven der volken van den Indischen archipel; Bijdragen Koninklijk Instituut, 41 (1892). Mr. M. G. Smalt. Minderjarigheid van den Inlander; Recht Nederlandsch-Indië, 67 (1896). Mr. R. H. Kleyn. Meerderjarigheid van den Inlander en de Staatsbladen van 1819 No. 60 en 1839 No. 22; Recht NederlandschIndië, 66 (1896). Mr. J. H. Abendanon. Enkele opmerkingen betreffende de erkenning van uit Inlandsche moeders geboren natuurlijke kinderen door Europeanen en de rechtsgevolgen daarvan, in verband met het Koninklijk Besluit in Stbl. 1896 No. 106; Recht Nederlandsch-Indië, 69 (1897). Mr. R. H. Kleyn. Meerderjarigheid van den Inlander; Recht Nederlandsch-Indië, 68 (1897). Dr. J. H. F. Kohlbrugge. Naamgeving in Insulinde; Bijdragen Koninklijk Instituut, 52 (1901). Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Oorsprong en eerste ontwikkeling van het testeer en voogdijrecht, beschouwd in verband met de ontwikkeling van het familie- en erfrecht ('s-Gravenhage, 1902). T. J. Bezemer. Van vrijen en trouwen in den Indischen Archipel; Tijdspiegel, 1903, II. — Overdruk, 's-Gravenhage, 1903. Mr. A. H. van Ophuysen. De huwelijksordonnantie (Leiden, 1907). — Zie Adatrechtbundel X, blz. 310. W. Heyman. Primitieve vormen van huwelijk bij de volken van den Indischen Archipel; Indologenblad, 1 (1909—1910). Mr. E. E. G. Joakim. Voogdij bij het Inlandsche recht; Recht Nederlandsch-Indië, 99 (1912). H. Berkusky. Die sexueüe Moral der primitiven Stamme Indonesiens; Sexual-Probleme, Zeitschrift für Sexualwissenschaft und Sexualpolitik, 8 jhrg., Heft 11 (1912). Mr. U. J. Huber. Verloving in den Indischen Archipel (1913); Adatrechtbundel X, blz. 357—363. Mr. P. A. F. Blom. Kentrekken van het verwantschaps-, familie- en erfrecht bij de volken van Indonesië ('s-Gravenhage, 1914). Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. De verhouding tot de aangetrouwde familie in den Indischen archipel; Bijdragen Koninklijk Instituut, 74 (1918) . Huwelijk: in Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië, dl II, 2e druk, 1918. Pandecten van het adatrecht: dl V, Het erfrecht (1920); dl VI, Het recht om te huwen en het recht in zake verloving (1921); dl VII, Het recht in zake huwelijkssluiting (1924); dl VIII, Het recht in zake gezinsleven en huwelijksontbinding (1926) (Amsterdam). Dr. A. W. Nieuwenhuis. Huwelijksgebruiken in Indië; Indië, 5 (1921—1922). B. J. Esser. Huwelijk en echtscheiding onzer Inlandsche Christenen; De Macedoniër, 28 (1924). D. K. Wielenga. De zending en het huwelijk; De Macedoniër, 30 (1926). D. K. Wielenga. Zending en polygamie; De Macedoniër, 30 (1926). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De zending en het indonesische huwelijk; Opwekker, 1926. — Overgenomen uit Christendom en Cultuur. S. R. Boomgaard. De rechtstoestand van de getrouwde vrouw volgens het adatrecht van Nederlandsch-Indië (Leiden, 1926). L. B. van Straten. De Indonesische bruidschat (Gorinchem, 1927). 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. Hoelayat of grondontginning in Ned.-Indië en de regten daardoor geboren (Groningen, 1866). Handelingen van de Regeering en der Staten-Géneraal over het ontwerp van wet tot vaststelling der grondslagen waarop ondernemingen van landbouw en nijverheid in Ned.-Indië kunnen worden gevestigd ('s-Gravenhage, 1866). — Uittreksels; in Adatrechtbundel XIX, blz. 236—242. Indonesisch oeschikkingsrecht (1872); Adatrechtbundel XXII, blz. 446. Eigendoms-verkrijging door ontginning; Indisch Weekblad van het Regt, No. 475 (1872). H. C. Humme. Communaal en individueel grondbezit in Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap, 24 November 1876. Mr. M. C. Piepers. Inlandsch recht. Definitie van onroerend goed; Recht Nederlandsch-Indië, 47 (1886). J. Barlagen Bussemaker. Iets over het landbezit van den inlander in Nederlandsch-Indië (Leiden, 1887). [Dr.] J. G. F. Riedel. Les idéés spécifiques du droit de propriété fonciëfê chez les Indonésiens; T'oung Pao, 1 (1891). Mr. G. D. Willinck. De grondrechten bij de volken van den OostIndischen Archipel ('s-Gravenhage, 1891). Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Over het primitief begrip van grondeigendom, getoetst aan de hieromtrent heerschende begrippen bij de Chineezen, Inlanders en eenige andere volken en volksstammen; Indische Gids, 1905, I. Mr. G. André de la Porte. Kan een Europeaan bezit hebben van de gebruiksrechten die door Inlanders worden uitgeoefend op het staatsdomein?; Recht Nederlandsch-Indië, 89 (1907). Mr. G. André de la Porte. Levering van onroerende goederen volgens Nederlandsch en Ned.-Indisch recht; Recht Nederlandsch-Indië, 97 (1911). M. de Muinck. Onteigening in de Nederlandsche koloniën (Groningen, 1911). Mr. Ph. Kleintjes. M. de Muinck. Onteigening in de Nederlandsche koloniën; Rechtsgeleerd Magazijn, 31 (1912). M. L. M. van der Linden. Het waterrecht in Nederlandsch-Indië; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 42 (1912). Mr. A. van Gennep. Overdracht van Inlandsche gebruiksrechten op grond aan niet-Inlanders. — Overdruk Soerabaiasch Handelsblad (Soerabaja, 1913). H. Berkusky. Das Bodenrecht der primitiven Stamme Indonesiens; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 29 (1913). P. J. Kooreman. Het recht van de inlandsche bevolking der buitenbezittingen om boschproducten in te zamelen; Indische Gids, 1914, I. Mr. D. J. Jongeneel. Over de vordering der sepoeloeh satoe van boschproducten, ingezameld door gouvernements-onderhoorigen in zelf besturende landschappen; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 46 (1914). Pandecten van het adatrecht: dl I. Het beschikkingsrecht over grond en water (Amsterdam, 1914); dl Tl. Het voorkeurrecht op grond en het genotrecht van grond (Amsterdam, 1915); dl III. Het inlandsch bezitrecht van grond en het bewerkingsrecht van grond (Amsterdam, 1916); dl IV. De overige rechten op grond en water (Amsterdam, 1918). Mr. H. A. Idema. Het burgerlijk bewijsrecht, in het bijzonder in zake grondenrecht; Indische Gids, 1917, II. Mr. H. A. Idema. Het burgerlijk bewijsrecht, in het bijzonder inzake grondenrecht; Indisch Tijdschrift van het Recht, 109 (1917). Mr. G. J. Nolst Trenité. Welke is de aard van het zoogenaamd agrarisch eigendomsrecht en van het Inlandsch bezitrecht op grond en welke is de verhouding dezer rechten tot het domeinrecht van den Lande ? In hoeverre bestaat er behoefte aan wijziging van onze agrarische wetgeving ten einde den aard en de onderlinge verhouding dezer rechten zuiver te doen uitkomen?; Handelingen Nederlandsch Indische Juristen-Vereeniging 1917. Verordeningen Inlandsch grondbezit. Bewerkt door Mr. F. C. Hekmeijer. (Batavia, 1917). Grondenrecht; Encyclopaedie Nederlandsch-Indië, 1, 2e druk, 1918. Inleiding tot het grondenrecht. Ontginningsordonnantie. Handleiding ten dienste van de Inlandsche Bestuursambtenaren op Java en Madoera. (Batavia, 1918). J. C. Vergouwen. De onwettige titel; Koloniale Studiën, 2 (1918), II. Mr. L. J. P. J. Jeekel. De grondrechten van den Indiër nu, en hoe zij behoorden te zijn; De Beweging, 26 April, 3 en 10 Mei 1919. Herziening van de agrarische wetgeving; Koloniale Studiën, 3 (1919), II. Mr. C. van Vollenhoven. De Indonesiër en zijn grond. (Leiden, 1919. Onveranderde herdruk, 1925). G. J. D. C Stempels. De Indonesiër en zijn grond; Het Vaderland, 1, 3 en 4 November 1919. Mr. C. van Vollenhoven. Bevolkingsrechten op den grond in Indië; De Gids, 83 (1919), IV. G. Gonggrijp;7Van Vollenhoven over de voorgenomen wijziging van art. 62 Regeeringsreglement; Koloniaal Tijdschrift, 9 (1920). L. Adam. Het Indonesisch grondenrecht; Koloniaal Tijdschrift, 9 (1920). Mr. G. J. Nolst Trenité. Van Vollenhoven's jongste agrarisch geschrift; Koloniale Studiën, 4 (1920), I. C. J. Hasselman. Indonesische grondrechten en Nederlandsche juristen ; De Gids, 84 (1920), I. Mr. G. J. Nolst Trenité. Inleiding tot de agrarische wetgeving van het rechtstreeksch bestuurd gebied van Ned. Indië (Weltevreden, 1920). Mr. C. van Vollenhoven. Bevolkingsrechten op den grond in Indië; De Gids, 84 (19M), II. J. C. Vergouwen. Agrarisch recht of onrecht?; De Gids, 1920, II. J. W. Meyer Ranneft. Unificatie of dualisme in grondpolitJek; Koloniale Studiën, 4 (1920), II. Mr. O. van Bockel. Uit den strijd van den Indonesiër om zijn grond; Koloniaal Tijdschrift, 10 (1921). E. Brascamp. Agrarisch recht of onrecht?; Tectona, 14 (1921). A. L. Samson. Enkele aanteekeningen naar aanleiding van Mr. Nolst Trenité's Inleiding tot de agrarische wetgeving van het rechtstreeksch bestuurd gebied in Nederlandsch-Indië; Koloniale Studiën, 5 (1921), I. G. Gonggrijp. Indonesisch grondenrecht; Tweede Koloniale Vacantiecursus voor Geografen, te Amsterdam, 27—29 December 1921. Mr. A. J. G. Maclaine Pont. Indisch grondrecht en de stadsuitbreiding; Koloniale Studiën, 6 (1922), II. W. G. Joustra. Indonesisch waterrecht. (Leiden, 1922). J. J. G. E. Rückert. Indisch grondrecht en de stadsuitbreiding; Koloniale Studiën, 7 (1923),' I. Mr. G. J. Nolst Trenité. Indisch waterrecht; Vragen des Tijds, 1923, I. Mr. G. J. Nolst Trenité. Uit Indië terug; Vragen des Tijds, 1923, I. Mr. C. van Vollenhoven. Bevolkingsrechten op grond en water in Indië; De Gids, 87 (1923), I. Mr. G. J. Nolst Trenité. Het Indonesisch dorpsgebied; Koloniaal Tijdschrift, 12 (1923). Mr. H. A. Idema. Een Inlandsch kadaster; Koloniale Studiën, 7 (1923), II. G. H. van der Kolff. Bevolkingsrietcultuur in Nederlandsch-Tndië. (Nijmegen, z. j.). J. C. Lamster. Een inlandsch kadaster; Javabode, 5 November 1923. L. F. van Gent. Een inlandsch kadaster (Batavia, 1923). J. H. Raeven. Een inlandsch kadaster; Tijdschrift Kadaster in Nederlandsch-Indië, 5 (1923), 6 (1924). De registratie van het inlandsch grondbezit; Jaarboek Topografischen Dienst 1923, 1924. L. C. F. Polderman. Het kadaster in Nederlandsch-Indië; Verhan■, delingen Indisch Genootschap, 23 Januari 1925. J. C. Lamster. Kaarteeringen ter registratie van het Inlandsch grondbezit ; Indische Gids, 47 (1925), I. J. van Roon. Proeven in verband met de mogelijke instelling van een kadaster van inlandsch bezitrecht op den grond; Indische Gids, 1925, I. H. J. Kuiper. Kaarteeringen ter registratie van het Inlandsch grondbezit ; Indische Gids, 1925, II [met slotwoord van J. van Roon]. J. H. Raeven. Kadastrale vraagstukken in Nederlandsch-Indië; Koloniale Studiën, 9 (1925), It Mr. A. J. R. Heinsius. Domeinverklaring van het water bestemd voor industrieele doeleinden en bevloeiïng; Koloniale Studiën, 10 (1926), I. Mr. G. J. Nolst Trenité. De bevollringsrubbercultuur en de agrarische wetgeving in Nederlandsch-Indië; Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926). H. J, van Mook. Historisch realisme; Koloniaal Tijdschrift, 16 (1927). Mr. G. J. Nolst Trenité. Een kort wederwoord; Koloniaal Tijdschrift, 16 (1927). Mr. G. J. Nolst Trenité. Het goed recht der domeinverklaring; Be1 richten en Mededeelingen der Vereeniging van Ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur in Nederlandsch-Indië, No. 42. (Den Haag, 1927). Mr. G. J. Nokt Trenité. Bevolkingsrubber en restrictie; Nieuwe Rotterdamsche Courant, 8 Augustus 1927, Avondblad C. Mr. B. ter Haar en Dr. J. H. A. Logemann. Het beschikkingsrecht der Indonesische rechtsgemeenschappen; Indisch Tijdschrift van het Recht, 125 (1927). Dr. Ph. Kleintjes. Le régime des terres aux Indes néerlandaises; Institut Colonial International. Session de La Haye de 1927. Rapports préliminaires. Y> 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. Mr. T. H. der Kinderen. Wetboek van strafregt voor Inlanders in Nederlandsch-Indië, gevolgd door een toelichtende memorie. (Batavia, 1872). G. W. W. C. baron van Hoëvell. De Indische strafwetgever moet rekening houden met bestaande toestanden; Indische Gids, 1881, II. [Dr.] G. A. Wilken. Het strafrecht bij de volken van het Maleische ras; Bijdragen ter gelegenheid van het zesde internationale"congres der Oriëntalisten te Leiden, 1883, afd. Land- en Volkenkunde. — Verspreide Geschriften (1912), dl II. — Opstellen ovef Adatrecht (1926). Dr. G. A. Wilken. Het pandrecht bij de volken van den Indischen Archipel; Bijdragen Koninklijk Instituut, 37 (1888). — Verspreide Geschriften (1912), dl II. — Opstellen over Adatrecht (1926). Mr. Ch. W. Margadant. Moslimsch en inlandsch recht. I. Strafrecht. II. Strafprocedure en bewijsmiddelen; Recht NederlandschIndië, 51 (1888) en 52 (1889). Dr. S. R. Steinmetz. Ethnologische Studiën zur ersten Entwicklung der Strafe (Leiden, 1892). Mr. A. W. C. Verwey. Iets over het contractueel pandelingschap; Bijdragen Koninklijk Instituut, 42 (1893). Mr. A. C. H. Graafland. Iets over-strafwetgeving en strafrechtehjke begrippen in den Nederlandsch-Indischen Archipel. (Amsterdam 1893). Mr. J. M. Ch. E. Le Rütte. Het afsnijden van het hoofdhaar eener vrouw. Proeve eener crimineel-anthropologische studie; Recht Nederlandsch-Indië, 75 (1900). H. H. van den Berg. Nederlandsch-Indisch en Britsch-Indisch straf¬ recht. (Amsterdam, 1901). Mr. W. Ph. Scheuer. Nog eens de losprijsordonnantie; Recht Nederlandsch-Indië, 77 (1901). J. W. G. Kruseman. Beschouwingen over het Ontwerp-Wetboek van Strafrecht voor Inlanders in Ned.-Indië. (Haarlem, 1902). Mr. J. W. G. Kruseman. Het ontwerp-wetboek van strafrecht voor de Inlanders in Nederlandsch-Indië; Tijdschrift voor Strafrecht 15 (1903). Mr. J. H. Carpentier Alting. Indisch strafrecht. (Leiden, 1907). Toelichting op het Ontwerp Wetboek voor Strafrecht voor Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1913). Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. Vorstellungen über den Diebstahl bei den Eingeborenen des Indischen Archipels; Internationales Archiv für Ethnographie, 22 (1915). Mr. H. M. Kits van Heijningen. Het straf- en wraakrecht in den Indischen Archipel (Leiden, 1916). Geschiedenis van het wetboek van strafrecht voor NederlandschIndië. Volledige verzameling der ontwerpen met toelichting en de ter zake uitgebrachte adviezen, op last van zijne Excellentie den minister van koloniën bijeengebracht en gerangschikt door de bijzondere commissie uit de staatscommissie voor de herziening van het Indisch privaat- en strafrecht (Amsterdam, 1918). I. Cassuto. Het adatstrafrecht in den Nederlandsch-Indischen Archipel (Semarang enz. z. j.). 16 Dr. j. P. Kleiweg de Zwaan. Kindermoord in den Indischen Archipel; Mensch en Maatschappij, 1 (1925), afl. 1. Soebroto. Indonesische sawah-verpanding ('s-Gravenhage, 1925). Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Bespreking van de dissertatie van R. Soebroto: Indonesische sawahverpanding; Koloniaal Weekblad, 12 November 1925. Mr. B. ter Haar. Indonesische Sawahverpanding door Soebroto; Indisch Tijdschrift van het Recht, 123 (1926). B. Bepaalde rechtskringen. Law circles. — Cercles de droit spéciaux. a. Formosa. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. C. E. S. 't Verwaerloosde Formosa (Amsterdam, 1675). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. G. Happart. Woord-boek der Favorlangsché taal; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 18 (1842). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVnt, blz. 342—348. C. J. van der Vlis. Formosaansche woordenlijst volgens een Utrechtsch handschrift; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 18 (1842). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. [J. A. Grothe.j Archief voor de geschiedenis der Oude Hollandsche Zending, dl III—IV, Formosa (Utrecht, 1886—1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. De Mailla. Notes on Formosa, in W. Campbell. Formosa under the Dutch. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. R. Swinhoe. Notes on the island of Formosa; Journal Royal Geographical Society, 34 (1864). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. R. Swinhoe. Notes on the ethnology of Formosa, bij W. Campbell. Formosa under the Dutch, (blz. 551 vg). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. [W. Lobscheid]. Formosa (Hongkong, 1866). M. Guérin. Vocabulaire du dialecte Tayal ou aborigène de 1'ile Formose; Bulletin Société Géographique [de Paris], 5e série, 16 (1868). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. M. Guérin et M. Bernard. Les aborigènes de 1'ile de Formose; Bulletin Société Géographique [de Paris], 5e série, 15 (1868). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVHI. C. Collingwood. Rambles of a naturalist on the shores and waters of the China sea (London, 1868). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Dr. E. T. Hamy. Les négritos a Formose et dafiÜ I'archipel Japonais; Bulletins de la Société d'Anthropologie de Paris, 1872. J. Thomson. Notes of a journey in Sonthern Formosa; Journal Royal Geographical Society, 43 (1873). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. E. G. Ravenstein. Formosa; Geographical Magazine, 1874. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. J. B. Steere. Formosa; Journal American Geographical Society, 6 (1876). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. E. C. Taintor. The aborigines of Northern-Formosa; Journal NorthChina Branch Royal Asiatic Society, 9 (1875). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. T. L. Bullock. Formosan dialects and their connection with the Malay; China Review 3 (1874—1875). — Uittreksels m Adatrechtbundel XVIII. P. Ibis. Auf Formosa; Globus, 31 (1877). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. J. Dodd. A few ideas on the probable origin of the Hill tribes of Formosa; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society 9 en 10 (1882). W. Joest. Beitrage zur Kenntniss der Eingebornen der Insein Formosa und Ceram; Verhandlungen Berliner Gesellschaft für Anthropologie etc, jg 1882. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. A. R. Colquhoun and J. H. Stewart-Lockhart. A sketch of Formosa; China Review, 13 (1884—1885). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. J. Dodd. A glimpse at the manners and customs of the Hill tribes of North-Formosa; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 15 (1885). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. G. Taylor. Aborigines of Formosa; China Review, 14 (1885—1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. G. Taylor. Savage priestesses in Formosa; China Review, 14 (1885 —1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Terrien de Lacouperie. Formosa, Notes on MSS, Races and Languages; Journal Royal Asiatic Society, 19 (1887). G. Taylor. A ramble through Southern Formosa; China Review, 16 (1887—1888). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. . G. Taylor. Formosa; Proceedings Royal Geographical Society, 11 (1889). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. C. Imbault-Huart. L'ile Formose (Paris, 1893). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. A. Kirchhof f. Die Bewohner der Insel Formosa; Globus, 66 (1894). A. Kirchhof f. Die Insel Formosa; Petermann's Mirteiluneen 41 (1895). J. Dodd. Formosa; Scottish Geographical Magazine, 11 (1895). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. K. Tamai. Die Erforschung des Tschinwan Gebietes auf Formosa durch die Japaner; Globus, 70 (1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. S. Honda. Eine Besteigung des Mount Morrison auf der Insel Formosa; Mitteilungen der Deutschen Gesellschaft für Natur- und Völkerkunde Ostasiens, Heft 60 (1897). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. I. Kakyo. Die wilden Stamme von Formosa; Zeitschrift der Gesellschaft für Erdkunde, Berlin, 34 (1899). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. R. Schumacher. Eine Reise zu den Tschin-huan in Formosa; Globus, 76 (1899). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. A. Fischer. Streifzüge durch Formosa (Berlin, 1900). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. G. L. Mackay. From far Formosa. 3e druk (Edinburgh, 1900). Santaro Okamatsu. Provisional report on investigations of laws and customs in the island of Formosa (Kyoto, 1900). N. Yamasaki. Ein Besuch in den Kopfjagerdörfern auf Formosa; Mitteilungen Anthropplogischen Gesellschaft, Wien, 31 (1901). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. W. Campbell. Formosa under the Dutch (London, 1903). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. J. W. Davidson. The island of Formosa (London, 1903). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. H. Plaut. Beitrage zur Kenntniss der Insel Formosa; Mittheilungen des Seminars für Orientalische Sprachen, Berlin, jg VI (1903), Abt. Ostasiatische Studiën. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. . H. B. Hulbert. Korean and Formosan; Korea Review, 3 (1903). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. K. Th. Stöpel. Eine Reise in das Innere der Insel Formosa, und die erste Besteigung des Niitakayama (Buenos Aires, 1905). O. Scheerer. Zur Ethnologie der Inselkette zwischen Luzon und Formosa; Mitteilungen Deutsche Gesellschaft für Natur- und Völkerkunde Ostasiens, 11, Teil 1 (1906). Y. Takekoshi. Japanese rule in Formosa (London, 1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. O. Scheerer. Ein ethnographischer Bericht über die Insel Botel Tobago (naar R. Toriis, Kötösho Dozoku Chöza Hökoku); Mitteilungen der Deutschen Gesellschaft für Natur- und Völkerkunde Ostasiens, dl 11. Teil 2 (1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. j h Arnold. The peoples of Formosa; Smithsonian Miscellaneous collections, Quarterly Issue, 5 (1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. J. H. Arnold. The ascent of Mt Morrison (Niitaka Yama); Journal North-China Branch Royal Asiatic Society, 40 (1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. W. Muller. Ueber die Wildenstamme der Insel Formosa; Zeitschrift für Ethnologie, 42 (1910). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. J. W. Davidson. Formosa [in Customs of the World, vol. I]. Report on the control of the aborigines in Formosa (Taihoku, Formosa, 1911). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. A. Hofmann. Aus Formosa; Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 55 (1912). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Sh. Ishii. The silent war in Formosa; Asiatic Quarterly Review, new series, 2 (1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. W. Campbell. Sketches from Formosa (London, 1915). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Sh. Ishii. The island of Formosa and its primitive inhabitants; Transactions and Proceedings of the Japan Society, London, 14 (1915—1916). Sh. Ishii. The life of the mountain people in Formosa; Folklore, 28 (1917). Gegevens betreffende het adatrecht in Japansche koloniën (1918); Adatrechtbundel XVIII, blz. 9—10. Adatrechtstermen van Indonesisch Formosa; Adatrechtbundel XVIII, blz. 342—355. J. B. M. Mac Govern. Among the headhunters of Formosa (London, 1922). José M. Alvarez. The aboriginal inhabitants of Formosa; Anthropos, 22 (1927). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Les institutions politiques. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution-of effects. — La familie et les successions. 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. b. De P h i 1 i ppij nen. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. E. H. Blair and J. A. Robertson. The Philippine Islands, Explora¬ tions by early navigators, descriptions of the islands and their peoples, etc, as related in contemporaneous books and manuscripts, 1493—1898, 55 dln (Cleveland, Ohio, 1903—1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. A. Pigafetta. [The first voyage round the world by Magellan (1519—1522)]. — Opgenomen bij Blair and Robertson, The Philippine islands, 33 en 34. — Afzonderlijk uitgegeven als: Magellan's Voyage around the World by A. Pigafetta (Cleveland, 1906). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI en XXIV. M. de Loarca. Relación de Filipinas (1582). Geheel opgenomen bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 5. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. de Plasencia. Customs of the Tagalogs (1589). — Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 7; Zeitschrift für Ethnologie, 25 (1893); Bijdragen Koninklijk Instituut, 1893. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. de Plasencia. Instructions regarding the customs which the natives of Pampanga formerly observed in their lawsuits, 1589. Opgenomen in Blair and Robertson. The Philippine islands, 16. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. P. Chirino. Relacion de las islas Filipinas.... (Roma, 1604). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 12 en 13. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. de Morga. Sucesos de las Islas Philipinas (1609). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 16. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. D. Aduarte. Historia de la Provincia del Sancto Rosario de la Orden de Predicadores en Philippinas, Iapon y China (1640). Gedeeltelijk opgenomen in Blair en Robertson. The Philippine islands, dl 30 en 31. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Colin. Labor evangélica .... (Madrid, 1663). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 40. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Combes. Historia de las Islas de Mindanao, lolo, y sus Adyacentes (1667); uitgave van W. E. Retana (Madrid, 1897). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 40. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. P. Perez. Relation of the Zambals (1680). Opgenomen bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 47. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Gaspar de San Agustin. Conquistas de las Islas Philipinas (Madrid, 1698). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine Islands 40. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. W. Dampier. [Account of the Philippines, 1729]. Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 39. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. C. Diaz. Conquistas de las islas Filipinas. Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 37. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. B. Ustariz. Relación de los suceSos y progresos de la mision de Santa Cruz de Paniqui, y Ituy, medias entre las de Pangasinan, Cagayan y Pampanga (1745). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 48. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Mozo. Noticia histórico natural de los gloriosos triumphos y felices adelantamientos conseguidos en el presente siglo por los religiosos del orden de N. P. S. Agustin en las misiones que tienen a su cargo en las Islas Philipinas .... (1763). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 48. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Th. Forrest. A voyage to New-Guinea and the Moluccas (London, 1779), — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. G. J. H. J. B. Le Gentil de la Galaisière. Voyage dans les mers de 1'Inde, 5 dln. (Suisse, 1781). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. W. Marsden. The history of Sumatra (London, 1784, 2 d édition). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXI, blz. 401—403. — (Third édition, London, 1811). A. Dalrymple. Essay towards and account of Sooloo; Oriental Re- pertory, I (London, 1793). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Martinez de Züfiiga. Historia de las Islas Philipinas (1803). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands 43. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Martinez de Zuniga. Estadismo de las islas Filipinas, ed. W. E. Retana (Madrid, 1893). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 43. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Hunt. Some particulars relating to Sulo, in the Archipelago of Felicia (1814), in J. H. Moor, Notices Malayan Archipelago, Appendix, dl I. (Singapore, 1837). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Crawfurd. History of the Indian Archipelago, 3 dln (Edinburg, 1820). — Nederlandsche uitgave in 1823—1825 door P. de Haan Pz.: De Indische Archipel, 3 dln (Haarlem). M. G. L. Domeny de Rienzi. Océanie ou cinquième partie du monde. Revue géographique et ethnographique de la Malaisie, de la Micronésie, de la Polynésie et de la Mélanésie, 3 dln (Paris, 1836—1837). J. H. Moor. Notices on the Indian Archipelago (Singapore, 1837). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Ch. Wilkes. Narrative of the United States exploring expedition during the years 1838—1842, dl 5 (Philadelphia, 1844). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 43. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI; [S. de Mas.] Informe sobro el estado de las islas Filipinas en 1842 (Madrid, 1843). J. Mallat. Les Philippines, 2 dln (Paris, 1846). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Island (The) of Mindoro; Journal Indian Archipelago, 3 (1849). — Ontleend aan Diario de Manila, Aug.—Sept., 1848. Bijdragen tot de kennis van den Soeloeschen Archipel; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1850, II. — Uittreksel in Adatrechtbundel XVI, blz. 243. R. Mac Micking. Recollections of Manilla and the Philippines during 1848—1850 (London, 1852). — Uittreksel in Adatrechtbundel XVI. P. de la Gironière. Vingt années aux Philippines (Paris, 1853). G. W. Earl. The native races of the Indian Archipelago. Papuans (London, 1853). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. C. Cuarteron. Spiegazione e traduzione dei XIV quadri relativi alle isole di Mindanao.... Sulu.... (Roma, 1855). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Crawfurd. A descriptive Dictionary of the Indian Islands and adjacent countries (London, 1856). A. J. F. Jansen. Aanteekeningen omtrent Sollok en de Solloksche zeeroovers; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 7 (1858). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Bowring. A visit to the Philippine Islands (London, 1859) (Nederlandsche vertaling, 1861, 's-Gravenhage; Spaansche vertaling, 1877, Manila). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Spencer St. John. Life in the forests of the far East, 2 dln (London, 1862). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. W. Koner. Der Suluh-Archipel; Zeitschrift Gesellschaft Erdkunde Berlin, 2 (1867). A. de Morga. The Philippine Islands, Moluccas, Siam, Cambodia, Japan, and China, at the close of the sixteenth century. Translated from the Spanish by H. E. J. Stanley (London, 1868). C. Semper. Die Philippinen und ihre Bewohner (Würzburg, 1869). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Jagor. Reisen in den Philippinen (Berlin, 1873). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. de la Cavada y Mendez de Vigo. Historia, geograf ica, geológica y estadistica de Filipinas, 2 dln (Manila, 1876). — Uittreksels iri Adatrechtbundel XVI. J. A. B. Wiselius. Een bezoek aan Manila en omstreken ('s-Gravenhage, 1876). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. M. Lillo de Gracia. Filipinas Distrito de Lepante- (Manila, 1877). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Cartas de los padres de la Compania de Jesus de la mision de . Filipinas. (Manila 1877—1891). Gedeeltelijk bij Blair and Robertson. The Philippine islands, 43. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. W. Burbidge. The gardens of the sun (London, 1880). —'Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Bewohner des Suluh-Archipels; Globus, 37 (1880). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Schadenberg. Ueber die Negritös der Philippinen; Zeitschrift für Ethnologie, 12 (1880). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Garin y Sociats. Mémoire sur 1'archipel de Joló, traduit de 1'espagnol; Bulletin Société Académique Indo-Chinoise de France, 2e série, dl 1 (1881). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Versuch einer Ethnographie der Philippinen; Erganzungsband XV, No. 67 (1882) zu Petermann's Mittheilungen. F. Blumentritt. Die Baluga-Negritos der Provinz Pampanga (Luzon); Globus 41 (1882). F. Blumentritt. Der Ahnehcultus und die religiösen Anschauungen der Malaien des Philippinen-Archipels; Mittheilungen der K. und K. Geographischen Gesellschaft in Wien, 25 (1882). F. Blumentritt. Die Bagobos; Globus, 42 (1882). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Mandayas; Globus, 43 (1883). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. H. Meyer. Die Igorrotes von Luzon (Philippinen); Verhandlungen in Zeitschrift für Ethnologie, 15 (1883). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Schadenberg. Leben, Sitten und Gewohnheiten der wilden 'Stamme des Distriktes Prinzipe auf Luzon; Ausland, 56 (1883). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Begleitworte zu meiner Karte der Insel Mindanao; Zeitschrift Gesellschaft Erdkunde Berlin, 19 (1884). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Eingebornen Luzons (Philippinen); Deutsche Rundschau für Geographie und Statistik, 6 (1884). F. Blumentritt. Die Eingebornen der Insel Palawan; Deutsche Rundschau für Geographie und Statistik, 6 (1884), F. Blumentritt. Igorroten und andere wildé Stamme der Philippinen; Verhandlungen in Zeitschrift für Ethnologie, 16 (1884). F. Blumentritt. Die Negritös von Baler; Mitteilungen Geographisch Gesellschaft, Wien, 27 (1884). F. Blumentritt. Die Insein Mindoro und Marinduque; Petermann's Mitteilungen, 30 (1884). F. Blumentritt. Gaddanen, Uongoten, Ibilaos und Negrito's des Valle de Cagyan (Luzon); Mitteilungen der Anthropologischen Gesellschaft in Wien, 14 (1884). F. Blumentritt. Mittheilungen über die Negritös und die Kopf jagerstamme des nördlichen Luzon; Globus, 45 (1884). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Insel Basilan (Philippinen); Globus 46 (1884). F. Blumentritt. Festbrauche der Ilocanen (Luzon); Ausland, 58 (1885). A. Schadenberg. Die Bewohner von Süd-Mindanao und der Insel Samal; Zeitschrift für Ethnologie, 17 (1885). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Negritös der Philippinen; Globus, 48 (1885). F. Blumentritt. Sitten und Brauche der Tagalen (Luzon); Ausland, 58 (1885) en 59 (1886). F. Blumentritt Sitten und Brauche der Ilocanen (Luzon); Globus, 48 (1885) en 51 (1887). J. Montero y Vidal. El Archipiélago Filipino (Madrid, 1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Montano. Voyage aux Philippines et en Malaisie (Paris, 1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Guinanen der Provinz Abra (Luzon); Globus, 49 (1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Uongoten; Globus, 50 (1886). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Manguianen der Insel Mindoro (Philippinen); Globus, 50 (1886)/— Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Eingebornen der Insel Mindanao; Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 29 (1886). Dr. J. Kohier. Pfandrecht auf den Philippinen; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 6 (1886). A. de Quatrefages. Les Pygmées (Paris, 1887). A. Marche. Lucon et Palaouan (Paris, 1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Exposición de Filipinas; Colección de articulos publicados en El Globo (Madrid, 1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Tinguianen (Luzon); Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien. 30 (1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Schadenberg. Beitrage zur Kenntniss der Banao-Leute und der Guinanen, Gran Cordillera Central, Insel Luron, Philippinen; Verhandlungen in Zeitschrift für Ethnologie, 19 (1887). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F Canga-Argüelles y Villalba. La isla de la Paragua; Boletin Sociedad Geografica Madrid, 23 (1887) en 24 (1888). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Mr. J. H. Abendanon. Strafwetboek der Filipijnsche eilanden; Recht Nederlandsch-Indië, 51 (1888). M. A. Espina. Apuntes para hacer un libro sobre Joló (Manila, 1888). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Schadenberg. Beitrage zur Ethnographie von Nord-Luzon (Filipinen); Mitteilungen Anthropológisch Gesellschaft Wien, 18 (1888). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Schadenberg. Beitrage zur Kenntniss der im Innern Nordluzons lebenden Stamme; Verhandlungen in Zeitschrift für Ethnologie, 20 (1888), en 21 (1889). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Ollivier-Beauregard. Aux Philippines [in En Oriënt. Etudes ethnologiques et linguistiques.] (Paris, 1889). I. de los Reyes y Florentino. Las islas Visayas en la época de la conquista, 2e druk. (Manila, 1889). F. Blumentritt. Die Bergstamme der Insel Negros (Philippinen); Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 32 (1889). Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. P. A. Paterno. Los Itas (Madrid, 1890). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. I. de los Reyes y Florentino. Historia de Ilocos, 2 dln, 2e druk. (Madrid, 1890). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Beitrage zur Kenntniss der Mandayas (Mindanao): Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 33 (1890). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Subanos (Mindanao); Ausland, 63 (1890). Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Tiruray der Insel Mindanao; Globus, 58 (1890). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Das Stromgebiet des Rio Grande de Mindanao; Petermann's Mitteilungen, 1891. F. Blumentritt. Eingeborne der Philippinen; Verhandlungen der Berliner Gesellschaft für Anthropologie, Ethnologie und Urgeschichte, 23 (1891). J. Rajal y Larré. Exploración del territorio de Davao (Filipinas) (Madrid, 1891). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Calingas; Ausland, 64 (1891). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Kianganen (Luzon) ; Ausland, 64 (1891). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Maguindanaos; Ausland, 64 (1891). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blunaèftritt. Ueber die Eingeborenen der Insel Palawan und der Inselgruppe der Calamianen; Globus, 59 (1891). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. P. A. Paterno. La familia tagalog en la Historia universal. (Madrid 1892). F. Blumentritt. Die tagalische Familie; Oesterreichische Monatschrift f. d. Oriënt, 18 (1892). J. Tenorio (a) Sigayan. Costumbres de los Indios Tirurayes (Manila, 1892). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Beitrage zur Kenntniss der Negritös; Zeitschrift Gesellschaft Erdkunde Berlin, 27 (1892). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Yakanen und Samal-laut der Insel Basilan (Philippinen); Ausland, 65 (1892). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Die Bungianen; Ausland, 66 (1893). A. B. Meyer en A. Schadenberg. Die Philippinen II Negritös; Publicationen Ethnographisch Museum Dresden, 9 (1893). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Dr. H. Kern. De gewoonten der Tagalogs op de Filippijnen volgens Pater Plasencia; Bijdragen Koninklijk Instituut, 42 (1893). — Verspreide Geschriften, dl. XI. F. Blumentritt. Die Uongoten (Luzon); Globus, 64 (1893). F. Blumentritt. Die Negritös am Oberlaufe des Rio Grande de Cagayan; Mitteilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 36 (1893) . — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Nieto Aguilar. Mindanao (Madrid, 1894). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Dr. H. Kern. Een belangrijk boek over de Filippijnen. J. M. de Zuniga, Estadismo de las Islas Filipinas; Indische Gids, 16 (1894) , II. — Verspreide Geschriften, dl XI. J. Castafio. Breve noticia acerca del origen, religión, creencias y supersticiones de los antiguos indios del Bicol; Archivo del bibliófilo filipino, dl I (Madrid, 1895). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Ueber die Mandayas; Globus, 70 (1896). F. Blumentritt. Ueber die Negritös von Mindanao oder die Mamanuas; International Archiv für Ethnographie, 9 (1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Neue Nachrichten über die Subanon; Zeitschrift Gesellschaft Erdkunde Berlin, 31 (1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. E. F. Skertchly. Cagayan Sulu; Journal Asiatic Society Bengal, 65 (1896). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Dr. H. Kern. Een Spaansch schrijver over den godsdienst der heidensche Bikollers; Bijdragen Koninklijk Instituut, 47 (1897). — Verspreide Geschriften, dl XI. D. C. Worcester. The Philippine Islands and their people (NewYork, 1898). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. Blumentritt. Der Batan-Archipel und die Babuyanen-Inseln; Mit¬ teilungen Geographisch Gesellschaft Wien, 41 (1898). F. H. Sawyer. The inhabitants of the Philippines (London, 1900). — Uittreksels in Adatrechtüundel XVI. Report of the Philippine Commission to the President for 1900, dl III. F. Blumentritt. Die Igorroten von Pangasinari; Mitteilungen Geo- graphisch Gesellschaft Wien, 43 (1900). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. [J. Algué]. Report of the Philippine commission, vol. III (1901). Paper No. VII, Ethnography. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. Perez. Igorrotes (Manila, 1902). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. P. C. Griffin. A list of books on the Philippine Islands (Washington, 1903). D. P. Barrows. Census of the Philippine islands: 1903, vol. I, Popu¬ lation, tweede druk (Washington, 19Q5). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. W. A. Reed. Negritös of Zambales (Manila, 1904). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Relaciones Agustinianas (Manila, 1904). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. A. H. Savage Landor. The gems of the East (New-York, London, 1904) . N. M. Saleeby. Studies in Moro history, law and religion (Manila, 1905) . A. E. Jenks. The Bontoc Igorot (Manila, 1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. E. Y. Miller. The Bataks of Palawan (Manila, 1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. W. Atlcinson. The Philippine Islands (Boston enz., 1905). J. Nufiez. Present beliefs and superstitions in Luzón. El Renacimiento, 9 December 1905. — Overgenomen in Blair and Robertson. The Philippine islands, 48. J. Foreman. The Philippine islands, 3e druk (London, 1906). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. O. Scheerer. Zur Ethnologie der Inselkette zwischen Luzon und Formosa; Mitteilungen Deutsche Gesellschaft für Natur- und Völkerkunde Ostasiens, 11, Teil 1 (1906). D. C. Worcester. The Non-Quistian tribes of Northern Luzon; Philippine Journal of Science, 1 (1906). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. P. A. Huonder. Die Verdienste der philippinischen Mönche um die Wissenschaft; Anthropos, 1 (1906). M. H. Venturello. Manners and customs of the Tagbanuas and other tribes of the Island of Palawan, translated by Mrs. E. Y. Miller (Washington, 1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. M. H. Venturello. The Batacs of the island of Palawan; Internationales Archiv für Ethnographie, 18 (1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXI, blz. 388—391. H. G. Ferguson. Contributions to the physiography of the Philippine Islands II. The Batanes Islands; Philippine Journal of Science, dl III, A 1908, blz. 1—24. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 399. F. C. Cole. The Tinguian; Philippine Journal of Science, III A (1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. M. L. Merritt. The forests of Mindoro (Manila, 1908). N. M. Saleeby. The history of Sulu (Manila, 1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. W. D. Smith. An account of a human sacrifice held by the Bagobos, district of Davao, Mindanao; Philippine Journal of Science, III A (1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. E. B. Christie. The Subanuns of Sindangan Bay (Manila, 1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. Villaverde. The Ifugaos of Quiangan and vicinity, translated by Dean C. Worcester; Philippine Journal of Science, IV A (1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Piehler. Die Ajitas (Aëtas) der Philippinen; Globus, 96 (1909). Dr. C. W. Seidenadel. The first grammar of the language spoken by the Bontoc-Igorot, with a vocabulary and texts, mythology, folklore, historical episodes, songs (Chicago-London, 1909). R. F. Barton. The harvest feast of the Kiangan Ifugao; Philippine Journal of Science, VI D (1911). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. H. O. Bever and R. F. Barton. An Ifugao burial ceremony; Philippine Journal of Science, VI D (1911). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. F. C. Cole. The Bagobos of Davao Gulf; Philippine Journal of Science, VI D f1911). M. L. Miller. The non-christian people of Ambos Camarines; Philippine Journal of Science, VI D (1911). Gegevens betreffende het adatrecht in Amerikaansche koloniën (1911—1918); Adatrechtbundel VII, blz. 33 (zie ook Snouck Hurgronje); XVI, blz. 1—2; XXI, blz. 1—3. E. E. Schneider. Notes on the Mangyan language; PWHppine Journal of Science, VII D (1912). M. L. Miller. The Mangyans of Mindoro; Philippine Journal of Science, VII D (1912). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. C. De Witt Wilcox. The Head Hunters of Northern Luzon (Kansas City, 1912). F. C. Cole. The wild tribes of Davao district, Mindanao (Chicago, 1913); Field Museum, dl XII. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. J. P. Finley. The Subanu: part I. Ethnographical and geographical sketch of land and people (Washington, D. C, 1913). W. Churchill. The Subanu: part II. Discussion of the linguistic material (Washington, D. C, 1913). D. C. Worcester. Slavery and peonage in the Philippine Islands (Manila, 1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXI. blz. 356—358. J. A. Robertson. The Igorots of Lepanto; Philippine Journal of Science, IX D (1914). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. N. Romualdez. A rough survey of the Pre-Historic legislation of the Philippines; Philippine Law Journal. 1 (1914). — Overgenomen in Adatrechtbundel XXI, blz. 325—356. C. Hose. The Philippine islands [in Customs of the World, vol. II]. Ch. B. Elliot. The Philippines (Indianapolis, 1916). F. C. Cole. Traditions of the Tinguian. A study in Philippine folk¬ lore; Field Museum of Natural History, publication 180. Anthropological series, vol. 14, No. 1 (Chicago, 1915). G. A. Malcolm. The government of the Philippine Islands (Ro- chester, N. Y., 1916). L. W. Benedict. A study of Bagobo ceremonial, magie and myth; Annals New-York Academy of Sciences, 25 (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXI, blz. 391—401. J. A. Robertson. The social structure of, and ideas of law among early Philippine peoples; and a recently-discovered Pre-Hispanic criminal code of the Philippine Islands. — Opgenomen in: H. Morse Stephens and Herbert E. Bolton. The Pacific Ocean in history (New-York, 1917). H. O. Beyer. A revised estimate of the population of the Philippine Islands in 1916; Philippine Review, II, Manila, 1917. R. F. Barton. Ifugao Law; University of California Publications in American Archeology and Ethnology, dl XV, No. 1 (1919). A. L. Kroeber. Peoples of the Philippines (New-York, 1919). Ch. S. Lobingier. The early Malays and their neighbors; Journal North-China Branch Royal Asiatic Society, 50 (1919). R. F. Barton. Ifugao Economics; University of California Publications in American Archeology and Ethnology, dl XV No 5 (1922). O. Scheerer. Kalinga texts from the Balbalasang-Ginaang group; Philippine Journal of Science, 19 (1921). F. C. Cole. The Tinguian. Social, religious, and economie life of a Philippine tribe; Field Museum of Natural History, publication 209. Anthropological series, vol 14, No. 2 (Chicago, 1922). M. Vanoverbergh. Negritös of Northern Luzon; Anthropos, 20 (1925). A. van Odijk. Ethnographische gegevens over de Manobo's van Mindanao (Philippijnen); Anthropos, 20 (1925). Literatuuroverzicht van de Philippijnen; Adatrechtbundel XVI, blz. 501—504; XXI, blz. 412. 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Les institutions politiques. E. B. Christie. Notes on the irrigation and coöperative irrigation societes in Ilocos Norte; Philippine Journal of Science, IX D (1914). — Overgenomen in Adatrechtbundel XVI. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of ef fects. — La familie et les successions. F. Blumentritt. Hochzeitsbrauche der Zambalen (Luzon); Globus, 49 (1886). — Uittreksel in Adatrechtbundel XVI. Ch. S. Lobingier. The primitive Malay marriage law; American Anthropologist, 12 (1910). 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. H. Wittmaack. Die Rechte der jSingeboreneh auf den Philippinen an ihren Landereien nach dem nordamerikanischeri Recht; Niemeyer's Zeitschrift für Internationales Recht, 20 (1910). H. H. Miller. Economie conditions in the Philippines (Boston ± 1920). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXI, blz. 358—388. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. c. Geheel Sumatra. Sumatra as a whole. — L'ensemble de 1'ile de Sumatra. E Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Mr. J. C. M. Radermacher. Beschrijving van het eiland Sumatra; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 3 (1781). W. Marsden. The history of Sumatra (London, 1784, 2d édition). Dr. G. A. Wilken. De verbreiding van het matriarchaat op Sumatra; Bijdragen Koninklijk Instituut, 37 (1888). — Verspreide Geschriften (1912), dl II. — Essays on kinship and the laws of marriage among Malayan peoples and on matriarchy in Sumatra (1921). — Opstellen over Adatrecht (1926). J. Kohier. Ueber das Mutterrecht und Vaterrecht bei Malaiischen Stammen (Sumatra); Ausland, 1893. C. Lekkerkerker. Land en Volk van Sumatra (Leiden, 1916). Verslag over de burgerlijke openbare werken in Nederlandsch-Indië over het jaar 1913. Vijfde gedeelte. Verslag nopens een ingesteld irrigatie-onderzoek op Sumatra (Batavia. 1916). O. J. A. Collet. Le régime des clans et le matriarchat a Sumatra; Revue de 1'Institut de Sociologie, 3 (1922—1923), II. O. J. A. Collet. Terres et peuples de Sumatra (Amsterdam, 1925). Dr. B. Schrieke. Prolegomena tot een sociologische studie over de volken van Sumatra, I; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 65 (1925). d. A t j è h. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. J. J. de Roy. Hachelijke reijstogt na Borneo en Atchin (Leyden, 1706). W. L. Ritter. Korte aanteekeningen over het rijk van Atjin enz. in 1837; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1838, II, en 1839, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII. Schetsen van het Noordelijk gedeelte van Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1847, IV. C. B. H. von Rosenberg. Geografische en ethnografische beschrijving van het distrikt Singkel, de landen liggende langs de SimpangKanan en de Banjak-eilanden, benevens eenige korte aanteekeningen nopens de Simpang-Kiri; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 3 (1855). Das Sultanat Atschin. Ethnographische Skizze; Ausland, 45 (1873). Aanteekeningen over Atjehneesche aangelegenheden \ Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1874, II. J. A. Kruyt. Atjeh en de Atjehers (Leiden, 1877). G. P. Tolson. Acheh, commonly called Acheen; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 5 (1880). K. F. H. van Langen. Het eiland Si Maloer; Tijdschrift Indisch Aardrijkskundig Genootschap, I, afl. 3 (z. j.). K. F. H. van Langen. Reis naar Poeloe Si Maloer in 1881; Tijdschrift Bataviaasch G^ootschap, 27 (1882). Brau de Saint-Pol Lias. Atché; Wetenschappelijke voordachten gehouden te Amsterdam in 1883, ter gelegenheid der Koloniale Tentoonstelling (Leiden, 1884). K. F. H. van Langen. Atjèh's Westkust; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1888 en 1889. Iets over den oorsprong van het Atjèhsche volk en den toestand 17 onder het voormalig Sultanaat in Atjèh; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32 (1889). • K. F. H. van Langen. Woordenboek der Atjehsche taal ('s-Gravenhage, 1889). Brau de Saint-Pol Lias. Les orangs-Atché; Nouvelle Revue, juillet 1890. Dr. C. Snouck Hurgronje. De Atjèhers, 2 dln (Batavia-Leiden, 1893—1894). Engelsche uitgave: The Achehnese, 2 dln (Leiden, 1906). Dr. J. Jacobs. Het familie- en kampongleven op Groot-Atjèh, 2 dln (Leiden, 1894). Mededeelingen betreffende [eenige] Atjehsche Onderhoorigheden; Bijdragen Koninklijk Instituut, 55 (1903), 56 (1904), 61 (1908), 63 (1910), 66 (1912), 67 (1913), 69 (1914). L. C. Westenenk. Simaloer; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 21 (1904), I. W. K. H. Ypes. Nota omtrent Singkel en de Pak-Pak-landen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 49 (1907). Nota's betreffende de Atjehsche landschappen Tripa, Triëng Gadeng en Meureudoe; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 1 (1911). E. S. de Klerck. De Atjèh-oorlog. Dl I ('s-Gravenhage, 1912). J. H. Heyl. De pepercultuur in Atjeh en Onderhoorigheden (Koeta Radja, 1913). W. B. J. A. Scheepens. Nota van toelichting omtrent het landschap Geumpang; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, afl. 3 (1914). H. J. Krugers. Peureula. Bestuur en landschapskas; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, afl. 3 (1914). Atjeh en Onderhoorigheden; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, dl II, afl. 2 (1917). H. T. Damsté. Simaloer; Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917), II. J. Kreemer. De rijstcultuur in het gewest Atjeh en Onderhoorigheden; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1918. T. J. Veltman. Nota over de geschiedenis van het landschap Pidië; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 58 (1919). H. T. Damsté. Het volk van Atjèh [in De Volken van NederlandschIndië, dl I, Amsterdam, 1920]. Simaloer (Simeuloeë); Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 20 (1920). J. Kreemer. Een en( ander aangaande den Atjèhschen volksgeest; Lezingen eerste Koloniale Vacantiecursus voor Geografen te Amsterdam, 27—29 December 1920. K. A. James. De pepercultuur ter Oostkust van Atjeh; Koloniale Studiën, 6 (1922), II. J. J. Kreemer. Atjèh (Leiden, 1922—1923, 2 dln). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Les institutions politiques. Godsdienstambtenaar op Simaloer (1854)'; Adatrechtbundel XXII blz. 440—442. Het bestuur en de rechtspleging in het gouvernement van Atjeh en Onderhoorigheden; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap 5 (1881). H' K. F. H. van Langen. De inrichting van het Atjehsche staatsbestuur onder het sultanaat; Bijdragen Koninklijk Instituut, 37 (1888). Dr. C. Snouck Hurgronje. Een onbezonnen vraag; Java-Bode van 23 en 24 November 1899. — Verspreide Geschriften, dl IV1. Rechtsverhoudingen bij de pepercultuur (1913) [in Atjèh]; Adatrechtbundel X, blz. 53—69. J. B. van Heutsz. Mededeeling over Pidië (1916); Adatrechtbundel XVIII, blz. 198—199. J. Kreemer. De inkomsten van het landschapsbestuur in het gewest Atjeh en Onderhoorigheden; Indische Gids, 1920, I. Godsdienstige rechtspraak (1920—1923) [Atjèh]; Adatrechtbundel XXV, blz. 157—165. Adatvonnissen (1921) [Atjeh]; Adatrechtbundel XXII, blz 293 —296. Verbodsteekenen (1921) [Atjèh]; Adatrechtbundel XXII, blz. 296 —298; blz. 447. Rapat orang toea-toea (1924) [Atjèh]; Adatrechtbundel XXV, blz. 165—168. Gewestelijke regelingen en gegevens [uit regeeringsrapporten] nopens de inheemsche rechtspraak: Atjèh en Onderhoorigheden; Adatrechtbundels I, blz. 244—245; V, blz. 54—55 en blz 462 ■ XII blz. 319—320 en blz. 405; XVIII. blz. 427—428; XX blz 5—lÓ en blz. 356; XXV, blz. 170—173. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of effects. — La familie et les successions. Bijzonderheden uit het volksleven der Temiangers; Adatrechtbundel VI, blz. 2—7. 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. Agrarisch résumé Groot-Atjèh (1909); Adatrechtbundel I, blz 52 —78. A. Luytjes. Eenige beschouwingen aangaande de begrippen pantjangalas, vastrecht, cijns, pachtschat en daarmede samenhangende kwesties in het gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden; met een Bijlage: Beschikkingsrecht over het houtgewas op landbouwconcessies; Tectona, 16 (1923). . A. G. Deelman. Een Atjehsch kadaster; Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926). 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. H. T. Damsté. Schetsen uit Atjeh. f jo? Reunjeun. Een Atjèhsche adatstraf; Indische Gids, 1911, I. Adatvonnissen (1912) [Atjèh]; Adatrechtbundel VII, blz. 39—42. Deelwinning van vee (1920) [Atjèh] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 168—169. e. Gajö-, Alas- en Bataklanden. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Oude gegevens over de Bataks (1839—1862); Adatrechtbundel XVIII, blz. 213—217. T. J. Willer. Verzameling der Battahsche wetten en instellingen in Mandhéling en Pertibie, gevolgd van een overzigt van land en volk in die streken; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 8 (1846), II; afzonderlijk uitgegeven, Batavia, 1846. F Junghuhn. Die Battalander auf Sumatra, 2 dln (Berlin, 1847). Schetsen van het Noordelijk gedeelte van Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1847, IV.. P. Th. Couperus. De residentie Tapanoeli in 1852; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). T. T. Willer. Iets over de Loeboe's en Oeloe's in de binnenlanden van Sumatra; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). O von Kessel. Reis in de nog onafhankelijke Bataklanden van KleinToba, op Sumatra in 1844 (Vertaald uit Das Ausland, 1854); Bijdragen Koninklijk Instituut, 4 (1856). Verslag van een reis in het land der Bataks in het binnenland van Sumatra, ondernomen door de heeren Burton en Ward, zendelingen der Baptisten in het jaar 1824; Bijdragen Koninklijk Instituut, nieuwe volgreeks, dl 1 (1856). — Vertaald uit Transactions of the Royal Asiatic Society, dl 1. F. Epp. Die Battas auf Sumatra; Ausland, 1860. Dr. H. N. van der Tuuk. Bataksch-Nederduitsch woordenboek (Amsterdam, 1861). — Uittreksels in Adatrechtbundel VI. A. P. Godon. De assistent-residentie Mandaheling en Ankola op Sumatraasch Westkust van 1847 tot 1857; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1862, I. A. P. Godon. Bijdrage tot de kennis der Loeboes op Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1864, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 218—219. Mr. W. A. Henny. Reis naar Si Gompoelon en Si Lindong; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 17 (1869). [Schützj*. Boengabondar op Sumatra; Rijnsche Zending, 4 (1873). Dr. A. Schreiber. Die Battas in ihrem Verhahniss zu den Malaien von Sumatra (Bannen, 1874). C. de Haan. Reis in de Bataklanden; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 38 (1875). Dr. A. Schreiber. Die Batta's auf Sumatra. Ihre Mohamedanisirung und Christianisirung; Allgemeine Missions-Zeitschrift, 1876. — Vertaling in Rijnsche Zending, 8 (1877). G. W. W. C. baron van Hoëvell. Iets over het oorlogvoeren der Batta's; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1878, II. . Annexaties in Centraal-Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1880, I. K. F. H. van Tangen. Bijdrage tot de kennis der Gajoe-landen; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 5 (1881). J. B. Neumann. Schets der afdeeling Laboeahbatoe (Sumatra's Oostkust); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 26 (1881). [Dr.] G. K. Niemann. Bataksche oorlogsverklaring; Bijdragen ter gelegenheid van het 6e Oriëntalisten-congres (1883), afd. Taal en Letterkunde. C. A. van Ophuysen. De Loeboe's; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 29 (1884). J. B. Neumann. Het Pane en Bila stroomgebied op het eiland Sumatra; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1885, 1886 en 1887. Dr. C. W. Janssen. Die hollandische Kolonialwirthschaf t in den Batta- landern; Abhandlungen aus dem Staatswissenschafthchen Seminar zu Strassburg i. E., 3 (1886). W. Ködding. Batakker auf Sumatra; Globus, 53 (1888). Regeling ter vastelling van de adatrechtsbedeeling onder de Doesoeh- Bataks van het rijk Deli (1890 of 1891); Adatrechtbundel X, blz. 71—88. C. J. Westenberg. Nota over de onafhankelijke Bataklanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 34 (1891). Adatregelingen voor en van Christen-Bataks; Adatrechtbundel VII, blz. 44—50; XI. blz. 3—30; XX, blz. 88—114. J. von Brenner. Besuch bei den Kannibalen Sumatras (Würzburg, 1894). P. A. L. E. van Dijk. Rapport betreffende de Si Baloengoensche landschappen Tandjoeng Kasau, Tanah Djawa en Si Antar; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 37 (1894). J. H. Meerwaldt. Aanteekeningen betreffende de Bataklanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 37 (1894). A. Bruch. Der Battak, wie er leibt und lebt, von seiner Geburt an bis zu seinem Tode; Rheinische Missions-Traktate, Nr. 69 (Bannen, 1895). P. A. L. E. van Dijk. Een tochtje per prauw langs Zuid-Samosir van Nainggolan tot Lottoeng, en een korte beschrijving van den ' Oostelijken oever van het Tobameer van Si Regar tot Poerba; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1896. H. Ris. De onderafdeeling Klein Mandailing Oeloe en Pahantan en hare bevolking met uitzondering van de Oeloe's; Bijdragen Koninklijk Instituut, 46 (1896). Th. A. L. Hevting. Beschrijving der onderafdeeling Groot-Mandeling en Batang-Natal; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1897. C. J. Westenberg. Verslag eener reis naar de onafhankelijke Bataklanden ten Noorden van het Tobameer; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1897. Ruhut Parsaoron di Habatahon [„Het sociale leven in de Bataklanden"]. (Singapore, 1898). — Vertaald door J. H. Meerwaldt in Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 48—51 (1904_1907). Patik Dohot Uhum ni Halak Batak [„Wetten en bepalingen der Bataks"] (Singapore, 1899). J. A. Kroesen. Rapport betreffende de aanvaarding van de onderwerping aan het Nederlandsch oppergezag van het landschap Tanah Djawa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 41 (1899). J. A. Kroesen. Nota omtrent de Bataklanden (speciaal Simeloengoen); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 41 (1899). C. J. Westenberg. Twee Batakstammen; Eigen Haard, 1900, No. 31, 32 en 33. P. J. Kooreman. Delische toestanden; Verhandelingen Indisch Genootschap, 8 Januari 1901. Dr. B. Hagen. Die Gajo-lander auf Sumatra; Jahresbericht Frankfurter Vereins für Geographie und Statistik, 66/67 (1901— 1903). Dr. C. Snouck Hurgronje. Nota van wenken die bij de aanrakingen met hoofden en bevolking van het Gajo-land te behartigen zullen zijn (1902). Verspreide Geschriften, dl IV2. M. Joustra. Het leven, de zeden en de gewoonten der Bataks; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 46 (1902). Dr. C. Snouck Hurgronje. Het Gajöland en zijne bewoners (Batavia, 1903). C. M. Pleyte. Singa Mangaradja, de heilige koning der Bataks. Zijn afkomst en de openbaring der eerste wetten enz.; Bijdragen Koninküjk Instituut, 55 (1903). J. H. Meerwaldt. Handleiding tot de beoefening der Bataksche taal (Leiden, 1904). — Uittreksels in Adatrechtbundel VI. J. H. Meerwaldt. Gebruiken der Bataks in het maatschappelijk leven; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 48 (1904), 49 (1905), 50 (1906), 51 (1907). C. J. Westenberg. Nota over de Bataksche rijkjes Dolok en Poerba; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 22 (1905), II. J. C. J. Kempees. De tocht van overste Van Daalen door de Gajö-, Alas- en Bataklanden; 8 Februari tot 23 Juli 1904 (Amsterdam, 1905). Mededeelingen betreffende het landschap Panei en het Rajahgebied (van R. H. Kroesen en W. D. Helderman); Bijdragen Koninklijk Instituut, 56 (1906). J. Warneck. Tobabataksch-Deutsches Wörterbtteh (Batavia, 1906). — Uittreksels in Adatrechtbundel VI. J. E. Neumann. Kemali, pantang en reboe bij de Karo-Bataks; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 48 (1906). G. C. E. van Daalen. Nota over het Alasland; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1907. W. K. H. Ypes. Nota omtrent Singkel en de Pak-Pak-landén; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 49 (1907). M. Joustra. Literatuuroverzicht der Bataklanden (Leiden, 1907). M. Joustra. Karo-Bataksch woordenboek (Leiden, 1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel VI. Dr. G. A. J. Hazeu. Gajösch-Nederlandsch Woordenboek (Batavia, 1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel VI. R. Piek. Das Gajoland und seine Bewohner; Mitteilungen der K. K. Geographischen Gesellschaft in Wien, 50 (1907). C. A. van Ophuysen. Eenige dagen in de Bataklanden; Bulletin Koloniaal Museum Haarlem, No. 40 (1908). Dr. R. Römer. Bijdragen tot de geneeskunst der Karo-Batak's; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 50 (1908). De Islam in de Bataklanden (Vragenlijst met gedeeltelijke beantwoording) (Leiden, 1909). M. Joustra. Hygiënische misstanden in het Karoland (Leiden, 1909). Dr. W. Volz. Nord-Sumatra I. Die Bataklander. II. Die Gajolander, 2 dln (Berlin, 1909). Nota van toelichting betreffende de Simeloengoensche landschappen Siantar, Panei, Tanah Djawa en Raja; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 51 (1909). J. E. Jasper. Een reis door de Bataklanden; Indische Gids, 1910, I. Mededeelingen betreffende de zes Karo-landschappen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 63 (1910). C. A. van Ophuysen. Kijkjes in het huiselijk leven der Bataks (Leiden, 1910). L. van Vuuren. Eerste maatregelen in pas geannexeerd gebied. Met beschrijving der Pak Pak Landen (Daïrilanden) (Zalt-Bommel, 1910). Brief van den civiel-gezaghebber van Habinsaran (H. J. Kohier) aan de commissie van bijstand voor het adatrecht te Weltevreden, gedagteekend Parsoboeran, 2 Juni 1911, No. 81/26; Adatrechtbundel VI, blz. 15—20. M. Joustra. De Bataks. Wie zij waren en wat wij naar de opgedane ervaringen van hen mogen verwachten (Leiden, 1912). J. Kreemer. De Loeboe's in Mandailing; Bijdragen Koninklijk Instituut, 66 (1912). Gajösche en Bataksche adatrechtstermen; Adatrechtbundel VI, blz. 21—147. L. Weber. Aanteekeningen betreffende Habinsaran; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 3 (1914). Gegevens uit een regeeringsrapport over grondenrecht, inlandsche hoofden, adatinkomsten en adatrechtspraak in de onderafdeeling Baroes der residentie Tapanoeli (1914); Adatrechtbundel XI, blz. 46-49. M. Joustra. Van Medan naar Padang en terug (Leiden, 1915). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 217. J. Warneck. Das Opfer bei den Tobabatak in Sumatra; Archiv für Religionswissenschaft, 18 (1915). Verslag van een reis van den controleur van Baros naar de beoosten Baros gelegen onafhankelijke landschappen in het jaar 1883; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 52 (1917). M. Joustra. Verschillende verbodsbepalingen, eertijds bij de heidensche Bataks der Tobasche landen van kracht. Uit het Tobaasch vertaald; Bijdragen Koninklijk Instituut, 73 (1917). J. Kreemer. [Mededeeling over het Alasland] ; Adatrechtbundel XVIII, blz. 202—203. — Ontleend aan Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1917. Oostkust van Sumatra; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, dl II, afl. 3, twee stukken (1918—1919). A. van Oefele. Het plantagevraagstuk in de Bataklanden; Koloniale Studiën, 3 (1919), I. Oude toestanden en verhoudingen bezien in het licht van een nieuwen tijd; Jong-Sumatra, 2 (1919), No. 4. J. Kreemer. De bewoners van de Gajo- en Alaslanden [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl I,' Amsterdam, 1920]. M. Joustra. De Bataks [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl f, Amsterdam, 1920]. W. Middendorp. Het recht van den sterkste op de onafhankelijke Karo-Hoogvlakte; Verhandelingen Indisch Genootschap, 5 November 1920. W. Middendorp. Het inwerken van Westersche krachten op een Indonesisch volk (de Karo-Bataks); Socialistische Gids, 7 (1922), I. D. W. N. de Boer. Een en ander over de herkomst en de uitzwerming der Bataks; Koloniaal Tijdschrift, 11 (1922). Adat Batak (Medan, 1922). J. Tideman. Simeloengoen (Leiden, 1922). J. Kreemer. Atjèh (Leiden, 1922—1923, 2 dln). R. Kern. Losse gegevens over het Alasland; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). Mangaradja Soangkoepon. Bataksche adat; Koloniale Studiën, 7 (1923), II. M. Joustra. Batakspiegel (Leiden, 1926, 2e vermeerderde druk). H. J. Kohier. Habinsaran (Zutphen, 1926). J. H. Neumann. Bijdrage tot de geschiedenis der Karo-Batakstammen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 82 (1926), 83 (1927). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. Het rechtswezen in het gouvernement Sumatra's Westkust; De Locomotief, 14 Augustus 1878. Verkiezing van hoofden {in Tapanoeli] (1871—1880—1912); Adatrechtbundel VII, blz. 332—338. Mr. P. Maclaine Pont. De eed in Mandaïling, Angkola en Toba; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1877, II. Regeeringsrapport betreffende de standen en de rechtspraak in de Bataksche maatschappij in de onderafdeeling Sipirok (1882); Adatrechtbundel VI, blz. 9—14. Ch. E. P. van Kerckhoff. Eenige mededeelingen en opmerkingen betreffende de slavernij in Nederlandsch-Indië en hare afschaffing; Indische Gids, 1891, I. P. A. L. E. van Dijk. Eenige aanteekeningen omtrent de verschillende stammen (margas) en de stamverdeeling bij de Battaks; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 38 (1895). Aanteekeningen over zweren (erdoehoem) bij de Bataks; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 40 (1896). Mededeeling over inlandsche rechtsgemeenschappen [in Tapanoeli] (1914); Adatrechtbundel XI, blz. 45. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 4 (1914). Gegevens over bestuur en rechtspraak in de onderafdeeling Karolanden der residentie Oostkust van Sumatra (uit een regeeringsrapport van 1914); Adatrechtbundel XI, blz. 50—52. C. J. Westenberg. Adatrechtspraak en adatrechtspleging der Karo- Bataks; Bijdragen Koninklijk Instituut, 69 (1914). Rechtsverhoudingen bij de gambircultuur [in Tapanoeli] (1914); Adatrechtbundel XII, blz. 48. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, afl. 7 (1914). H. J. Kohier. Enkele opmerkingen in verband met de reorganisatie van het Inlandsch bestuur in de Bataklanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 48 (1915). D. W. N. de Boer. Haradjaon-beschouwingen; Tijdschrift Binnen¬ landsch Bestuur, 49 (1915). L. Bodaan. Karoosch adatproces; Adatrechtbundel XVIII, blz. 204 —208. — Ontleend aan Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). W. J. Beek. De bestuursreorganisatie in Tapanoelie; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 52 (1917). M. Joustra. De toestanden in Tapanoeli en de regeeringscommissie (Amsterdam, 1917). Adatinkomsten der volkshoofden (1917—1918) [Gajo-, Alas- en Bataklanden]; Adatrechtbundel XX, blz. 116—122. D. G. Stibbe. Westersche rechtsbedeeling in de kampong; Koloniaal Tijdschrift, 7 (1918), II. E. E. W. G. Schröder. Bataksche volksordening (1920); Adatrecht¬ bundel XX, blz. 14—47. D. W. N. de Boer. Dorp en dorpenbond in Toba (1920); Adatrechtbundel XX, blz. 122—124. Adatvonnissen [Gajo-, Alas- en Bataklanden]; Adatrechtbundel XX, blz. 11—14; XXII, blz. 299—306; XXV, 174—184. Gewestelijke regelingen en gegevens [uit regeeringsrapporten] nopens de inheemsche rechtspraak: Gajo-, Alas- en Bataklanden; Adatrechtbundels I, blz. 245; V, blz. 55—61; blz. 462; XII, blz. 320 en blz. 405; XVIII, blz. 428; XX, blz. 114—116. Gewestelijke regelingen en gegevens [uit regeeringsrapporten] nopens de inheemsche rechtspraak: Tapanoeli; Adatrechtbundels I, blz. 245; V, blz. 61—83 en blz. 462; Vit Wz. 389; XII, blz. 320 en blz. 406; XVHI, blz. 428; XX, blz. 356—357. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of effects. — La familie et les successions. P. A. L. E. van Dijk. Rapport over de Loeboebevolking in de onderafdeeling Groot-Mandheling en Batang Natal; Bijdragen Koninklijk Instituut, 32 (1884). J. H. Meerwaldt. Wijzen de tegenwoordige zeden en gewoonten der Bataks nog sporen aan van een oorspronkelijk matriarchaat ?; Bijdragen Koninklijk Instituut, 41 (1892). J. K. Wijngaarden. Iets over naamgeving bij de Karau-Bataks; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 38 (1894). Joh. Warneck. Das Eherecht bei den Toba-Batak; Bijdragen Koninklijk Instituut, 53 (1902). Adatvonnis (1905) [Gajo-, Alas- en Bataklanden]; Adatrechtbundel VI, blz. 150—152. Besluit nopens invoering van een burgerlijken stand voor Christeninlanders in Tapanoeli (1912) ; Adatrechtbundel XI, blz. 31—32. W. J. Beek. Een Bataksch huwelijk; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 48 (1915). Mr. J. W. Flieringa. Een Bataksch bruiloftsmaal; Nederlandsche Zendingsbode. 1918, blz. 218—220 en blz. 236—237. D. W. N. de Boer. Het huwelijksrecht bij de Toba-Bataks; Koloniaal Tijdschrift, 10 (1921)j ; Boerhanoeddin. Het een en ander omtrent het erfrecht in Tapanoeli; Koloniale Studiën, 5 (1921), II. Boerhanoeddin. Huwelijksrecht en huwelijksgebruiken in Mandailing (Tapanoeli); Koloniale Studiën, 6 (1922), II. Verboden huwelijk (1925) [Gajo-, Alas- en Bataklanden]; Adatrechtbundel XXV, blz. 184—186. — Ontleend aan De Banier van 12 Juni 1925. 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. Bijdrage tot de kennis van het grondbezit op Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 14 (1852), I. A. van der Harst. Het grondbezit in de Residentie Tapanoeli; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap 6 (1857). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 209—212. Gegevens uit een regeeringsrapport over grondenrecht in het door Toba-Bataks bewoonde gedeelte van de afdeeling Bataklanden der residentie Tapanoeli (1912); Adatrechtbundel XI, blz. 33 —37. H. J. Kohier. [Grondrechten in Habinsaran] (1913); Adatrechtbundel XI, blz. 37—44. D. W. N. de Boer. De Toba-Bataksche grondrechtsbegrippen; Tijd¬ schrift Binnenlandsch Bestuur, 46 (1914). W. J. Beek. Een en ander over grondbezit in Angkola; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 49 (1915). De boschgeest bij de Bataks (1917); Adatrechtbundel XX, blz. 124—125. Grondenrecht en massaprotest in Silindoeng (1919) [Gajo-, Aksen Bataklanden]; Adatrechtbundel XX, blz. 126. E. E. W. G. Schröder. Bataksch grondenrecht (1920); Adatrecht¬ bundel XX, blz. 47—88. A. Enda Boemi. Het grondenrecht in de Bataklanden (Leiden, 1925). Mr. B. ter Haar. Het grondenrecht in de Bataklanden door A. Enda Boemi; Indisch Tijdschrift van het Recht, 122 (1925). Mr. F. D. Holleman. Het grondenrecht in de Bataklanden. Proefschrift van A. Enda Boemi; Koloniale Studiën, 9 (1925), II. 5. Schuldenrecht en delicten recht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. R. Burton. Proofs of cannibalism among the Battas; Malayan Miscebanies, No. 10 (1822). Keur voor Tapanoeli (1907); Adatrechtbundel VI, blz. 148—149. A. Young. Kannibalisme in de bovenlanden van het sultanaat Asahan; Koloniaal Tijdschrift, 12 (1923). M. Joustra. Het kannibalisme der Bataks; Indië, 7 (1923—1924). ƒ. Het Minangkabausche gebied. li Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. E. A. Francis. Korte beschrijving van het Nederlandsche.grondgebied ter Westkust van Sumatra, 1837; Tijdschrift NederlandschIndië, 1839, I. Oude gegevens (1838—1870) [Minangkabausch gebied]; Adatrechtbundel XX, blz. 160—193. S. Müller. Bijdragen tot de kennis van Sumatra, bijzonder in geschiedkundig en ethnografisch opzigt (Leiden, 1846). E. Netscher. Verzameling van overleveringen van het rijk van Manangkabou; Indisch Archief, 2 (1850), III. Fragmenten eener beschrijving van Sumatra's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1851, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 170—172. P. Th. Couperus. De instellingen der Maleijers in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). Legende van de afkomst der Sumatranen en van hunne instellingen; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1859, I. Adatrechtstudie (1860) [Het Minangkabausche gebied]; Adatrechtbundel XX, blz. 137. Kitab menerangkan perda-awalan ija itoe daa'wa dan djawab (Batavia, 1861). Mr. A. E. Croockewit. Twee maanden in de Padangsche boven- en benedenlanden; Gids, 1866, IV. A. W. P. Verkerk Pistorius. Het Maleische dorp; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1869, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 185—186. A. W. P. Verkerk Pistorius. De arbeid in de Padangsche Bovenlanden ; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1869, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 189. A. W. P. Verkerk Pistorius. Studiën over de inlandsche huishouding in de Padangsche Bovenlanden (Zalt-Bommel, 1871). — Zie de Waal [van Anckeveen]. P. J. Veth. De volksinstellingen der Padangsche Bovenlanden; De Gids, 1871, IV. Mr. T. H. der Kinderen. De algemeene verordeningen tot regeling van het regtswezen in het Gouv. Sumatra's Westkust, toegelicht uit of f ideële bescheiden, 2 dln (Batavia, 1875). G. du Rij van' Beest Holle. De landschappen VI Kota Pangkalan en XII Kota Kampar; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 24 (1877). Mr. P. Maclaine Pont. Een Maleisch belang; Indisch Weekblad van het Regt, No. 792, 794 (1878). Codificatie van de hadat in het Gouvernement Sumatra's Westkust ; Regt Nederlandsch-Indië, 35 (1880). Aanteekeningen omtrent Midden-Sumatra, aan officieele bescheiden ontleend; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 39 (1880). A. L. van Hasselt. Volksbeschrijving van Midden-Sumatra (Leiden, 1882). F. E. Couperus. Het rechtswezen op Sumatra's Westkust (Leiden, 1882). A. L. van Hasselt. De Pidatö bij de feesten der ManangkaboMaleiers; Bijdragen ter gelegenheid van het 6e Oriëntalistencongres (1883), afd. Taal- en Letterkunde. Dr. C. Snouck Hurgronje. Een en ander over het inlandsch onderwijs in de Padangsche Bovenlanden; Bijdragen ter gelegenheid van het 6e Orientalistencongres (1883), afd. Land- en Volkenkunde. — Verspreide Geschriften, dl IV1. J. B. Neumann. Nota betreffende de onafhankelijke landschappen Mapat Toenggoel en Moeara Soengei Lolo VI Kota; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 29 (1884). J. B. Neumann. Reis naar de onafhankelijke landschappen Mapat Toenggoel en Moeara Soengei Lolo VI Kota; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 29 (1884). M. C. E. Stakman. De afdeelingen Lintau en Boea (Pad. Bovenlanden) en Toelang Bawang (Lampongsche districten); Indische Gids, 7 (1885), I en II. A. Snackey. Iets over eenige instellingen van het Minangkerbausch recht; Indisch Weekblad van-het Regt, No. 1123 (1885). Sumatra's Westkust. Een beschouwing van den tegenwoordigen toestand aldaar door een ambtenaar bij het Binnenlandsch Bestuur ; Indische Gids, .8 (1886), II. G- J- Harrebomée. Ethnographische bijzonderheden betreffende de onderafdeeling VIII Kota en VII Loerah; Indische Gids, 1887, I. G. de Waal [van Anckeveen]. Eenige aanteekeningen op „Studiën over de Inlandsche huishouding in de Padangsche Bovenlanden door A. W. P. Verkerk:'Pistorius"; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 3 (1889). E. B. Kielstra. Sumatra's Westkust; Bijdragen Koninklijk Instituut, 38 (1889) e.v. Mr.J. van Bosse. Europeaan en Maleijer ter Sumatra's Westküst (Batavia, 1890). — Overdruk „Bat. Handelsblad". J. G. Schot. Iets over oude rechtsgewoonten in de XX Kota; Indische Tolk, 1891 en 1892. J. G. Schot. Eenige oude rechtsgewoonUBTin de XX Kota's (Suma- tra) in verband tot de hedendaagsche rechtspraak; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 7 (1892). P. J. Kooreman. Aanteekeningen betreffende de afdeeling Painan, in het bijzonder betreffende de onderafdeeling Indrapoera (1892); AdatrechflSundel XI, blz. 130—149. Dr. C. Snouck Hurgronje. Advies over codificatie van adatrecht (1893); Adatrechtbundel l, blz. 21—39. — Verspreide Geschriften, dl IV1. H. J. E. F. Schwartz. Nota over den politieken en economischen toestand van het landschap Kwantan; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 36 (1893). Mr. J. van Bosse. Eenige beschouwingen omtrent de oorzaken van den achteruitgang van de koffiecultuur ter Sumatra's Westkust benevens eenige opmerkingen omtrent de economische en politieke toestanden aldaar ('s-Gravenhage, 1895). J. W. IJzerman e.a. Dwars door Sumatra. Tocht van Padang naar Siak (Haarlem-Batavia, 1895). [G. de Waal van Anckeveen]. Ethnographische bijzonderheden betreffende de onderafdeeling VIII Kota en VII Loerah; Indische Gids, 1895, I, 1896, I en II. J. C. van Eerde. De adat volgens Menangkabausche bronnen; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), band III, Kleine Bijdragen. — Overgenomen in Adatrechtbundel XX, blz. 151—160. H. T. Damsté. Het landschap Loeboe' Oelang Aling aan de Batang Hari in 1897; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 31 (1906). P. J. Kooreman. De gouvernementskoffiecultuur ter Sumatra's Westkust, het Maleische belastingstelsel en de adat; Indische Gids, 1900, I. D. G. Stibbe. Beschrijving der onderafdeeling Alahan Pandjang; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 21 (1901), 22 (1902). F. Twiss. Eenige aanteekeningen omtrent land en volk der beoosten de onderafdeeling Kotta VII gelegen onafhankelijke landen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 44 (1901), 45 (1902). W. C. Nieuwenhuyzen. Adat-oorlog; Indische Gids, 1903, IJ Palmer van den Broek. Nota omtrent de middelen van bestaan der bevolking in Kota Besar en onderhoorige landschappen en de Batanghari-districten; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 49 (1907). Ch. L. G. Palmer van den Broek. Nota over Kota-Basar en onderhoorige landschappen met uitzondering van Soengei Koemit en Talao; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 49 (1907). M. Moszkowski. Sitten und Gebrauche in Ost- und West-Sumatra; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 21 (1908). H. J. Grijzen. Nota omtrent de IX Kota en Padang Tarap, (MiddenSumatra); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 50 (1908). J. E. Jasper. Het een en ander over de Padangsche Bovenlanden; Indische Gids, 1908, I en II. Mr. G. D. Willinck. Het rechtsleven bij de Minangkabausche Maleiers (Leiden, 1909). W. J. Kroon. Een bijdrage tot de kennis van Sumatra's Westkust inzonderheid van de Minangkabausche inzettingen; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 36 (1909). Dr. W. Volz. Die Bevölkerung Sumatras; Globus, 95 (1909). A. Maass. Durch Zentral-Sumatra; Zeitschrift für Ethnologie, 41 (1909). M. Moszkowski. Auf neuen Wegen durch Sumatra (Berlin, 1909). M, Moszkowski. Mittelalterlicher Feudalismus in Inner-Sumatra; Globus, 96 (1909). Dr. J. Kohier. Ueber das Recht der Minangkabau auf Sumatra; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 23 (1910). Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Mr. G. D. Willinck" over wijlen Prof. Dr. G. A. Wilken (Den Haag, 1911). Mr. G. D. Willinck. Non tali auxilio of wijlen Prof. Dr. G. A. Wilken zoomede Mr. F. D. E. van Ossenbruggen en beider arbeid op vergelijkend rechtswetenschappelijk gebied (Zutfen, 1911). Verslag van een vergadering over herziening van het adatrecht te Fort de Koek (1911); Adatrechtbundel VI, blz. 207—220. L. C. Westenenk. [Minangkabausche adatsystematiek]; Koloniaal Tijdschrift, 1912. — Overgenomen in Adatrechtbundel VII, blz. 11—12. G. de Waal van Anckeveen. Mededeeling [over Minangkabausche adatsystematiek] (1912); Adatrechtbundel VII, blz. 6—10. Artikel uit de Oetoesan Malajoe (1912) — met vertaling van A. J. Hamerster; Adatrechtbundel XI, blz. 155—161. Mr. C. A. Wienecke. Minangkabausch Adatrecht; De Banier, 21 Juni 1912. — Overgenomen in Adatrechtbundel VI, blz. 246 —251. L. C. Westenenk. De Minangkabausche nagari (Padang, 1913); 2e druk = Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, VIII (1915); 3e druk = Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, XVII (1918). A. J. Hamerster. De Minangkabausche staten op het Maleische schiereiland; Koloniaal Tijdschrift, 1914, II. — Overgenomen in Adatrechtbundel XXVI, blz. 188—215. Dr. Ph. S. van Ronkel. In en om de adat van Sumatra's Westkust; Indologenblad, 7 (1915—1916). (Overzicht eener lezing van door A. L. v. A.). Dr. Ph. S. van Ronkel. Rapport betreffende de godsdienstige verschijnselen ter Sumatra's Westkust (Batavia, 1916). Dr. Ph. S. van Ronkel. De twee moskeeën en de adat; Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917). — Met naschrift van H. T. Damsté. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 236—239. H. W. Stap. Een statistiek in de onderafdeeling Oud-Agam, afd. Agam, Sumatra's Westkust; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 52 (1917). C. Spat. Adat en sjari'at in Alam Minangkabau; Vragen van den Dag, 32 (1917). A. Maass. Durch Zentral-Sumatra (Berlin, 1910; Bd I, 2e druk 191fa< Dr. C. Snouck Hurgronje. "Adat isticadat (1918); Adatrechtbundel XVIII, blz. 220. — Verspreide Geschriften, dl IV2. Dr. Ph. S. van Ronkel. Risalat hoekoem kanoen jaitoe oendangoendang Melaka (Leiden, 1919). Dr. B. Schrieke. Bijdrage tot de Bibliografie van de huidige godsdienstige beweging ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 59 (1919—1921). M. Joustra. De Minangkabausche Maleiers [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl I, Amsterdam, 1920]. Mr. W. H. A. Sarolea. Minangkabausch adatrecht; Indisch Tijdschrift Recht, 112 (1920). Kitab tjoerai paparan adat limbago Alam Menangkabau (1920). Mr. C. A. Wienecke. Iets over de starheid van onze wetten en van het adatrecht; De Banier, 13 (1921), blz. 481 en 493. Dr. Ph. S. van Ronkel. Supplement catalogus der Maleische en Minangkabausche handschriften in de Leidsche Universiteitsbibliotheek (Leiden, 1921). — Zie Adatrechtbundel XX, blz. 136. Adatspreuken (1921) [Het Minangkabausch gebied] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 307—309. M. Joustra. Minangkabau. Overzicht van land, geschiedenis en volk (2e druk, 's-Gravenhage, 1923). Nawawi-en J. L. O'Brien. De Sumatranen; Gedenkboek voor Neder. landsch-Indië, 1898—1923 (Batavia enz. 1923). C. S. Minangkabau. Overzicht van land, geschiedenis en volk, door M. Joustra; Koloniaal Tijdschrift, 13 (1924). D. Sanggoeno Diredjo. Kitab peratoeran hoekoem 'adat Minangkabau (Fort de Koek, 1924). M. Joustra. Overzicht der litteratuur betreffende Minangkabau (Leiden, 1924). H. J. van Mook. Nogmaals: het wilde Westen [in Kroniek] ; Koloniaal Tijdschrift, 16 (1927). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. Volkshoofden en oelajat-recht te Padang (± 1610); Adatrechtbundel XX, blz. 136. — Zie van Ronkel. Het Inlandsch bestuur ter Westkust van Sumatra; Tijdschrift Neder- laadsch-Indië, 1839, L — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 168—170. De vrije arbeid en het soekoebestuur op Sumatra's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1855, II. J. van der Linden. Het inlandsch bestuur in het Gouvernement van Sumatra's Westkust; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). Indonesische beschrijving van het adatproces en van het godsdienstig procesrecht (± 1860) [Het Minangkabausch gebied] ; Adatrechtbundel XVIII, blz. 221—236. Dr. Ph. S. van Ronkel. Indonesische opteekening over aanstelling van godsdienstambtenaren (± 1860); Adatrechtbundel XX, blz. 313—345. Berigten van een staatsgevangene over het soekoebestuur ter Westkust van Sumatra; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1861, II. Kitab oendang-oendang mendirikan imam dan chatib (Batavia, 1861). — Zie van Ronkel in Adatrechtbundel XX, blz. 313 e.v. A. W. P. Verkerk Pistorius. Het inlandsch bestuur in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1868, I. S. Stibbe. Het soekoe-bestuur in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1869, I. Th. A. L. Kroesen. Het inlandsch bestuur ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1873, II. Mr. P. Maclaine Pont. Over den eed in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1877, II. Het rechtswezen in het gouvernement Sumatra's Westkust; De Locomotief, 30 Juli, 8, 14, 17, 22 en 28 Augustus, 4, 17, 18, 26 en 28 September, 3 October en 4 November 1878. Verkiezing van hoofden [ter Sumatra's Westkust] (1879-—1886); Adatrechtbundel VII, blz. 338—345. G. W. W. C. baron van Hoëvell. Over den eed der Maleiers ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 26 (1881). Panghoeloeverheffing [in het Minangkabausche gebied, ontleend aan regeeringsrapporten] (1888—1889): Adatrechtbundel XI, blz. 91—114. G. de Waal [van Anckeveen]. Aanteekeningen betreffende het adatbestuur in de onderafdeeling Solok; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 3 (1889). Godsdienstambtenaren in Painan (± 1890); Adatrechtbundel XX, blz. 305—311. Rapport van den assistent-resident van Tanah Datar (W. C. Hoogkamer) omtrent de panghoeloe-verheffing in de onderafdeeling Fort van der Capellen (1890); Adatrechtbundel VI, blz. 156— 163; Aanteekeningen hierop van A. J. Hamerster in Adatrechtbundel XII, blz. 49. J. F. A. de Rooy. De positie der volkshoofden in een gedeelte der Padangsche Bovenlanden; Indische Gids, 1890, I. 18 Ch. E. P. van Kerckhoff. Rechtspraak volgens de adat (zie ook Een rectificatie); Indische Gids, 1891, I. D. R. Labih. De hoofdindeeling van de Minangkabausche adat (vóór 1892); Adatrechtbundel VII, blz. 4—6. J. F. A. de Rooy. Algemeen rapport van het onderzoek naar de persoonlijke diensten in de Padangsche Bovenlanden (1892); Adatrechtbundel X, blz. 144—209. Uittreksel uit een brief van den resident der Padangsche Bovenlanden aan den Gouverneur van Sumatra's Westkust van 15 November 1894 [over dorpsbestuur] ; Adatrechtbundel XI, blz. 58—59. Dorpsbestuur en grondbezit ter Sumatra's Westkust (1894); Adatrechtbundel XI, blz. 58—62. D. G. Stibbe. De adateed bij de Menangkabausche Maleiers; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Godsdienstambtenaren in Minangkabau (1897); Adatrechtbundel XX, blz. 311—313. — Zie H. T. Damsté. P. J. Kooreman. Gedachtenwisseling over het ontwerp der Indische Begrooting voor 1902 in de Openbare Algemeene Vergaderingen van 17 en 31 October 1901; Orgaan Moederland en Koloniën, 1901—1903, blz. 15—18. P. J. Kooreman. Rechtspraak in burgelijke zaken van de Maleiers ter Sumatra's Westkust, voorheen en thans; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1902. Rechtstoestand van de kamanakan di bawah loetoet of afstammelingen van vroegere slaven (1903—1904); Adatrechtbundel XI, blz. 74—90. J. Ballot en H. L. Bense. Verslag betreffende een dienstreis naar de landschappen Moeara Soengei Lolo VI Kota Kampar en Mapat Toenggoel (Silajang, Loeboeq Gedang en Moeara Tahis); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 47 (1904). Executie van poesaka-goederen ter Sumatra's Westkust; SumatraBode, 5 Juni en 5 Juli 1905. — Overgenomen in Adatrechtbundel VI, blz. 172—183. Mr. H. G. Nederburgh. De rechtspraak over den Inlander ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift voor Strafrecht, 17 (1905). J. C. van Eerde. Directe belastingen ter Sumatra's Westkust; Het Vaderland, No. 198, 199, 201 en 202 (1905). H. de Vogel. Belasting-invoering ter Sumatra's Westkust, (met uitzondering der residentie Tapanoeli) (Padang, 1905). Voorstellen betreffende de invoering van directe belastingen in het Gouvernement Sumatra's Westkust (Batavia, 4905). J. Ballot. Het Inlandsch bestuur in de onderafdeeling Loeboe Sikaping en Rau, afdeeling Loeboe Sikaping, residentie Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 28 (1905). O. P. Besseling. De hoofdelijke belastingen in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 28 (1905). Voorstel tot reorganisatie van het bestuur en de bestuursmiddelen in het gouvernement Sumatra's Westkust (Batavia, 1906). G. de Waal van Anckeveen. Boewang en oendang-oendang nan doewapoeloeh; Sumatra-Bode, 20 Augustus 1906. — Overgenomen in Adatrechtbundel I, blz. 98—107. H. T. Damsté. Het inlandsch bestuur in de onderafdeeling Ophir- districten, afdeeling Loeboeq Sikaping, residentie Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 30 (1906). Ch. L. G. Palmer van den Broek. Nota over de onafhankelijke Batanghari-districten; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 49 (1907). Uit een regeeringsrapport [over het Minangkabausche gebied] (1908); Adatrechtbundel X, blz. 210. Mededeelingen betreffende de negriën Soengei Koemit en Talao (Midden-Sumatra); Bijdragen Koninklijk Instituut, 63 (1910). C. Schultz. De positie der mindere Inlandsche hoofden in de Buitenbezittingen; Berichten en Mededeelingen Vereeniging Ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur, No. 11 (1911). Regeeringsrapport over adatbcstuur in de Kwantandistricten (1911); Adatrechtbundel VI, blz. 244—245. O. P. Besseling. Het inlandsch credietwezen en de rentelooze voorschotten in Boven-Kampar; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 42 (1912). Losse mededeeling over adathoofden (1912) [Het Minangkabausche gebied]; Adatrechtbundel VI, blz. 272. — Ontleend aan de Sumatra-Bode van 4 November 1912. L. C. Westenenk. De inlandsche bestuurshoofden ter Sumatra's Westkust; Koloniaal Tijdschrift, 1913, I en II. Volkshoofden in Solok (1913—1914) [Minangkabausch gebied]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 239—242. Mededeeling over inlandsche rechtsgemeenschappen [in het Minangkabausche gebied]; Adatrechtbundel XI, blz. 54—57. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 4 (1914). Dr. Ph. S. van Ronkel. De invoering van ons strafwetboek ter Sumatra's Westkust, naar aanteekeningen in een Maleisch handschrift; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 46 (1914). Rechtsverhoudingen bij de gambircultuur [in het Minangkabausche gebied] (1914); Adatrechtbundel XII, blz. 50—57. — Ontleend aan: Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, afl. 7 (1914). H. W. Stap. Vallen de panghoeloe's soekoe en andere adat-hoofden in het Gouvernement Sumatra's Westkust onder art. 392 van het Inlandsch Strafwetboek?; Koloniaal Tijdschrift, 1915, II. Dorpsinrichting (1915) [Minangkabausch gebied] ; Adatrechtbundel XVIII, blz. 242—253. H. Beeuwkes. De wettelijke regeling der Inlandsche gemeente ter Sumatra's Westkust en haar bestaan • als rechtspersoon; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), I. Met naschrift van D. G. Stibbe. H. W. Stap. Adatheffingen ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 51 (1916). W. J. Kroon. De invoering van belastingen op Sumatra's Westkust; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 51 (1916), 52 (1917). H. W. Stap. De nagari-ordonnantie ter Sumatra's Westkust ; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 53 (1917). Adatinkomsten van dorpshoofden in Indragiri (1919) [Het Minangkabausch gebied]; Adatrechtbundel XX, blz. 147—150. Rechtszaken ter Sumatra's Westkust (1921) [Minangkabausch gebied] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 306. W. Steinbuch. Eenige opmerkingen betreffende het Inlandsch gemeentewezen ter Sumatra's Westkust; Koloniaal Tijdschrift, 11 (1922). J. W. H. Kramer. Een en ander over de Minangkabausche adat en Minangkabausche hoofden; Jaarverslag Topógrafischen Dienst Ned. Indië over 1924, dl 20 (1925). W. J. Leyds Jzn. Larassen in Minangkabau; Koloniale Studiën, 10 (1926), I. Dr. B. Schrieke; Het probleem der .bestuursorganisatie ter Sumatra s Westkust; Koloniale Studiën, 11 (1927), I. S. Nijdam. De woelingen ter Sumatra's Wetkust; Berichten en Mededeelingen der Vereeniging van Ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur in Nederlandsch-Indië, No. 42 (Den Haag, 1927). Gewestelijke regelingen en gegevens [uit regeeringsrapporten] nopens de inheemsche rechtspraak: Sumatra's Westkust; Adatrechtbundels I, blz. 245; V, blz. 84—100 en blz. 463; VII, blz. 389; XII, blz. 320 en blz. 406; XVIII, blz. 428. Adatvonnissen IHet Minangkabausche gebied] ; Adatrechtbundel VI, blz. 252—272; XX, blz. 143—147; XXV, blz. 187—190. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of ef fects. — La familie et les successions. S. Over de wijziging van het erfregt bij de Maleijers ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1864, I. C. B. Nog iets over het erfregt der Maleijers ter Sumatra's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1864, II. A. W. P. Verkerk Pistorius. Het Maleische gezin en het erfrecht in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië 1869, II. « G. Mansveld. Namen en galars onder de Maleyers in de Padangsche Bovenlanden; bepaaldelijk in Noordelijk Agam; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 23 (1876). J. L. van der Toorn. Aanteekeningen uit het familieleven bij den Maleier in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 26 (1881). Heiratsgebrauche und Feste in Rau an der Westküste Sumatra's; Ausland, 1884. Inlandsche nota over de onderlinge verhouding en de rechten en — verplichtingen van mamak en kamanakan in de onderafdeeling Poear Datar (1887); Adatrechtbundel XI, blz. 127—129. Vonnis van den raad van justitie te Padang van 13 October 1892, en arrest van het hooggerechtshof van 3 Augustus 1893; Adatrechtbundel V, bbj. 3—10. Th. J. H. van Driessehe. Nota omtrent de vraag of de berechting van geschillen over huwelijk en boedelscheidingen niet tot de bevoegdheid behoort van de priesters of hoofden, bedoeld bij art. 3 Rechterlijke Organisatie (1894 of 1895); Adatrechtbundel XI, blz. 63—73. J. C. van Eerde. Een huwelijk bij de Minangkabausche Maleiers. Zeden en gesprekken; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 44 (1901). H. E. Prins. Matriarchaal erfrecht in het voormalige rijk van Menangkabau (Sumatra); Koloniaal Weekblad, Februari 1902. Mr. J. J. Smits. De positie van de Maleische familie (op Sumatra's Westkust) in het proces, en de Maleische „Harta Poesaka" (ontleend aan de Sumatra-Bode van 26 Februari en 7 April 1903); Recht Nederlandsch-Indië, 80 (1903). O. P. Besseling. Iets over de verboden graden bij huwelijken in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 27 (1904). Mr. G. D. Willinck. Executie van poesaka-goederen ter Sumatra's Westkust; Bijvoegsel Java-Bode, 29 Mei 1905. C. L. Executie van poesaka-goederen voor belastingschuld ter Sumatra's Westkust; Java-Bode, 5 Juli 1905. Mr. J. J. Smits. Executie van poesaka-goederen ter Sumatra's Westkust; Java-Bode, 10 Augustus 1905. — Overgenomen in Sumatra-Bode, 16 Augustus 1905, en in Adatrechtbundel VI, blz. 189—1%. G. de Waal van Anckeveen. Geen legende; Sumatra-Bode, 10 Augustus 1905. — Overgenomen in Adatrechtbundel VI, blz. 184 —189. G. de Waal van Anckeveen. Jurisprudentie van den raad van justitie te Padang in zake maleische poesakagoederen; Sumatra-Bode, 11 September 1905. — Overgenomen in Adatrechtbundel I, blz. 80—85. G. de Waal van Anckeveen. Ondeelbaarheid der maleische harta poesaka ter Sumatra's Westkust; Sumatra-Bode, 25 September 1905. — Overgenomen in Adatrechtbundel I, blz. 85—89. G. de Waal van Anckeveen. De positie van den mamaq volgens minangkabau-maleisch recht; Sumètra-Bode, 2 October 1905. — Overgenomen in Adatrechtbundel I. blz. 89—98. Mr. J. J. Smits Verkoop van de vaste goederen van wijlen Radja Boerhan Oedin; Sumatra-Bode, 10 Mei 1906. — Overgenomen in Adatrechtbundel VI, blz. 196—199. G. de Waal van Anckeveen. Fantaisie en werkelijkheid; SumatraBode, 8 September 1906. — Overgenomen in Adatrechtbundel I, blz. 107—113. Mr. J. J. Smits. Zorg voor sterfboedels van inlanders en zorg voor onmondige inlanders (1907); Adatrechtbundel X, blz. 14—19. G. de Waal van Anckeveen. Maleische democratie en padangsche toestanden; Sumatra-Bode, 27 en 28 Maart 1907. — Overgenomen in Adatrechtbundel I, blz. 114—128. Mr. T. J. Smits. De heer X over het matriarchaat in de Padangsche Bovenlanden; Sumatra-Bode, 13 Januari 1908. — Overgenomen in Adatrechtbundel VI, blz. 199—203. Mr. F. C. Hekmeijer. Matriarchale volksinstellingen; Themis, 70 (1909). J. Kreemer. Aanteekeningen omtrent het Minangkabau-Maleische familiebezit; Indische Gids, 1909, I. Regeeringsrapport over familiegoed en belastingschuld (1909) [Het Minangkabausche gebied]; Adatrechtbundel VI, blz. 204—206. Vervorming van het erfrecht (1912) [Het Minangkabausche gebied] ; Adatrechtbundel XX, blz. 150. — Zie van Vollenhoven. Sprongen in de ontwikkeling van het gewoonterecht. C. Spat. De plaats van het matriarchaat in de sociale cultuur; Tijdschrift voor Geschiedenis Land- en Volkenkunde, 28 (1913). L. C. Westenenk. Het matriarchaat bij de Minangkabauers; De Vrouw, 7 Juni 1913. Mr. C. A. Wienecke. Gegevens over familierecht en oelajatgrond [in het Minangkabausche gebied] (1913) ; Adatrechtbundel XI, blz. 115—126. K. A. Tames. De Nagari Kota Gedang; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 49 (1915). Dorpsregelingen in zake huwelijk (1916) [Minangkabau]; Adatrechtbundel XX, blz. 140—143. K. A. James. Verbetering van misstanden bij huwelijk en echtscheiding, alsmede bij het godsdienstonderwijs in de afdeeling Agam (Sumatra's Westkust); Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917). v. R. Exogamie gepaard met patriarchaat en matriarchaat; Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 5 (1917). 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. J. A. W. van Ophuysen. Over het grondbezit en de onderscheiding der gronden in de XII Kota's (Sumatra's Westkust); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 3 (1855). A. W. P. Verkerk Pistorius. Ontginning van woeste gronden (en landbezit) in de Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1867, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 179—183. P. J. Veth. De oorsprong van het woord hoelajat; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1867, I. Résumé Sumatra: Resumé's van het onderzoek naar de regten, welke in de Gouvernementslanden op Sumatra op de onbebouwde gronden worden uitgeoefend (Batavia, 1872 ; 2e druk, 1896). Th. A. L. Kroesen. Het grondbezit ter Sumatra's Westkuit; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1874, II. X. Sumatrasche toestanden; De Locomotief, 12, 15 en 18 Juni 1878. G. de Waal [van Anckeveen]. Aanteekeningen betreffende de rijstcultuur op boschgronden in de onderafdeeling Pangkalan Kota Baharoe en XII Kota Kampar der residentie Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootsdiap, 30 (1885). G. de Waal [van Anckeveen]. Aanteekeningen betreffende de rijst¬ cultuur op sawah's in de onderafdeeling Limapoeloeh Kota der residentie Padangsche Bovenlanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap. 30 (1885). H. E. Prins. Uittreksels uit een.... nota omtrent grondbezit ter Sumatra's Westkust (1894); Adatrechtbundel XI, blz. 60—62. J. F. A. de Rooy. Oewang-adat-nota (1902) [met rapporten van Stibbe, Van Hengst, Hoogkamer, De Munnick en Sieburgh] Adatrechtbundel X. blz. 105—143. Mr. H. G. Nederburgh. Hoofdelijke belasting en poesakagrond; Sumatra-Bode, 28 Januari 1905. — Overgenomen in Adatrechtbundel VI, blz.' 164—172. Rapport [over afstand van oelajatgrond] (1907), van den wnd. assistent-resident der L. Kota, Van Driessehe; Adatrechtbundel X, blz. 90—102.' O. P. Besseling. Rapport van den controleur van Boven-Kampar [over afstand van oelajatgrond] (1907); Adatrechtbundel X, blz. 102—103. Rapport van den controleur van Sidjoendjoeng [over afstand van oelajatgrond] (1907); Adatrechtbundel X, blz. 103—104. J. Ballot. Ontwerp agrarische regeling voor Sumatra's Westkust (Padang, 1911). W. J. Kroon. De heerschende begrippen van het landbezit bij het Minangkabausche volk en onze agrarische wetgeving; JavaBode, April 1911. W. J. Kroon. De rechtstoestand van de geoccupeerde gronden in het gouvernement Sumatra's Westkust; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 41 (1911). H. Ch. Gooszen. Het een en ander betreffende de erfpacht ter Sumatra's Westkust; Indische Gids, 1912, I. Mr. C. A. Wienecke. Gegevens over familierecht en oelajatgrond [in het Minangkabausche gebied] (1913); Adatrechtbundel XI, blz. 115—126. Agrarisch reglement voor de residentie Sumatra's Westkust, met toelichting (Batavia, 1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XX, blz. 138—140. W. A. C. Whitlau. Boschreserves; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), II. J. II. van Dranen. Het agrarisch reglement voor Sumatra's Westkust en het volkscredietwezen; Blaadje Centrale Kas, 9 (1921), No. 2. W. J. Kroon. De rechtstoestand op de woeste gronden op Sumatra's Westkust; Koloniale Studiën, 5 (1921), dl II. W. C. R. Schnepper. Beteekenis van het bosch in de Minangkabausche samenleving; Tectona, 15 (1922). W. C. R. Schnepper. Kap- en zamelrechten in Minangkabouw (Sumatra); Tectona, 15 (1922). W. C. R. Schnepper.-Wildhoutexploitatie in eigen beheer ter Sumatra's Westkust; Tectona, 16 (1923). S. M. Latif. De Menangkabauer en zijn grond; Indisch Vrijzinnig Weekblad, 21 Juli 1927. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. Mr. P. Maclaine Pont [Pandrecht]; Indisch Weekblad voor het Recht. No. 813, vgl. ook 817 en 825 (1879). Keur voor Sumatra's Westkust (1880); Adatrechtbundel VI, blz. 154—155. J. F. A. de Rooy. Pandrecht-nota (± 1902) [Minangkabausch gebied] ; Adatrechtbundel XX, blz. 128—135. Artikelen uit de Oetoesan Malajoe (1911); Adatrechtbundel VI, blz. 221—243. Aanteekening over pandrecht (± 1915); [Het Minangkabausche gebied]; Adatrechtbundel XX, blz. 135. g. Zuid-Sumatra. £ Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Engelsche adatpolitiek in Bengkoeloe (1768—1823); Adatrechtbundel XXV, blz. 217—226. Engelsche opteekening van adatrecht ter hoofdplaats Benkoelen (omstreeks 1807); Adatrechtbundel VI, blz. 281—321. Substance of a report On the condition of society among the native population of Bencoolen and its immediate subordinates on the West coast of Sumatra, October 1919; Proceedings Agricultural Society Sumatra. 1821. First report of the Agricultural Society established in Sumatra in 1820; Proceedings Agrici|ltural Society Sumatra, 1821. Report on the population.... of the district of Lumba Selapan (1820); Proceedings Agricultural Society Sumatra, 1821. Report on the population.... of the town and suburbs of Marlborough (1820); Proceedings Agricultural Society Sumatra, 1821. Report on the population.... of the district of Dua-Blas (1820); Proceedings Agricultural Society Sumatra, 1821. E. Presgrave. Account of a journey from Manna to Pasummah Lebar and the ascent of Gunung Dempo in the interior of Sumatra. ... ; Malayan Miscellanies, No. 2 (1821). Jackson. Course of the TuTang Bawang River; Malayan Miscellanies, No. 4 (1822). J. Patullo. Account of a journey to the lake of Ranow, in the interior of Kroee (1820); Malayan Miscellanies, No. 5 (1822). Th..Barnes. Accoünt of a journey from Moco Moco to Pengkalan Jambi (1818); Malayan Miscellanies, No. 6 (1822). Translation of the undang-undang of Moco Moco; Malayan Miscellanies, No. 13 (1822). J. J. van Sevenhoven. Beschrijving van de hoofdplaats Palembang; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 9 (1823). Descriptive account of Palembang; Asiatic Journal, 17 (1824). Mr. H. G. [Baron] Nahuys [van Burgst]. Schets van Benkoelen; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 10 (1825). [Mr. H. G. Baron] Nahuys [van Burgst]. Brieven over Bencoolen, Padang, het rijk van Menangkabau, Rhiouw, Sincapoera en Poelo Pinang. (Breda, 1827). J. H. Tobias. De Lampong; Hermes, 5 (1830), I. E. A. Francis. Bengkoelen in 1833; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 4 (1842), I. B. J. A. W. B(rilma)n. Korte aanstippingen nopens de afdeeling Benkoelen-;: J. Staal. Het famiüeleven der Doesoens; Annalen Missiehuis Roosendaal, 37 (1926—1927). 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. Resumé van het onderzoek naar de regten welke in de Westerafdeeling van Borneo door den Inlander op de onbebouwde gronden worden uitgeoefend (samengesteld door C. Kater) (Batavia, 1876). Resumé der van de verschillende besturende ambtenaren in de residentie Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo ontvangen antwoorden op de verzameling van vragen, de regten betreffende welke in de onder direkt Gouverneoientsgezag staande landen dier residentie door de bevolking op de onbebouwde gronden worden uitgeoefend (samengesteld door G. J. Gersen) (Batavia, 1876). W. H. Senn van Basel. De onbebouwde gronden op Borneo's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1880, L — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Hyde Clarke. The right of property in trees on the land of another, as an ancient institution; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 19 (1890). H. E. D. Engelhard. Bijdragen tot de kennis van het grondbezit in de Chineesche districten der Residentie Westerafdeeling van Borneo; Bijdragen Koninklijk Instituut, 51 (1900). Rapporten betreffende [grondenrecht in] het landschap Koetei (1906, 1910 en 1911); Adatrechtbundel VII, blz. 83—89; blz. 93—103; blz. 103—105. Rapport van 1910 betreffende [grondenrecht in] het landschap Boelongan; Adatrechtbundel VII, blz. 89—93. Dajaks-Maleiers-grondenrecht (1916—1918) [Borneo]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 465—469. J. C. Vergouwen. De Marabahausche soengei-kwestie (1920); Adatrechtbundel XXVI, blz. 421^26. Grondbezit van Arabieren op Borneo (1920); Adatrechtbundel XXV, blz. 444—448. Verbodsteekenen (1921) [Borneo]; Adatrechtbundel XXII, blz. 363—368. J. C. Vergouwen. Tatah- en soengei-rechten; Koloniaal Tijdschrift, 10 (1921). Vischrecht (1922) [Borneo]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 473. Jb. Mallinckrodt. Rechten op grond en water in de onderafdeeling Beneden-Da jak; Koloniaal Tijdschrift, 11 (1922). J. Mallinckrodt. Over den ladangbouw bij de Maleiers van Kota Waringin; Koloniaal Tijdschrift, 13 (1924). J. Mallinckrodt. Grond- en waterrechten in de onderafdeeling Boentok; Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926). 5. Schuldenrecht en dehctenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. C. Kater. Iets over het pandelingschap in de Westerafdeeling van Borneo; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1871, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXVI, blz. 418—419. W. H. Senn van Basel. Het pandelingschap op Borneo's Westkust; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1875, .1. Dr. J. Kohier. Geldgeschafte und Pfandlingschaft der Boeginesen in Kutei; Zeitschrift fjir das Gesammte Handelsrecht, 35 (1889). C. Hose en J. Hewitt. On tally stkks and strings from Borneo; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 49 (1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Koppensnellen (1911) [Borneo] ; Adatrechtbundel VII, blz. 106. M. C. Schadee: Het strafrecht der Dajaks van Tajan en Landak; Bijdragen Koninklijk Instituut, 66 (1912). J. C. Vergouwen. Geldschieten in het district Kloea (1913); Adatrechtbundel XXII, blz. 368—371. I. H. N. Evans. North Borneo markets; Man, 1915. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIII. Adatvonnissen (1916) [Borneo]; Adatrechtbundel XIII, blz. 339 —342. Deelwinning van vee (1920) [Borneo]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 443_446. J. Mallinckrodt. Djoeal akat (1924) [Borneo]; Adatrechtbundel XXVI, blz. 427—429. k. De Minahasa. i. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. R. Padt-brugge. Beschrijving der zeden en gewoonten van de bewoners der Minahassa (1679); Bijdragen Koninklijk Instituut, 3e volgreeks, 1 (1866). J. G. F. Riedel. De Minahasa in 1825; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 18 (1868—1872). Mr. D. F. W. Pietermaat en De Vrieze. Statistieke aanteekeningen over de residentie Menado; Tijdschrift Nedérlandsch-Indië, 1840, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII, blz. 101—110. A. F. van Spreeuwenberg. Een blik op de Minahasa; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1844, IV, 1846, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII. [Wilkens]. De godsdienst en godsdienstplegtigheden der Alfoeren in de Menahassa op het eiland Celebes (medegedeeld door W. R. van Hoëvell); Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1849, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII, blz. 105—108. J. B. J. van Doren. Schetsen van de Minahassa Alfoeren [in Fragmenten uit de reizen in den Indischen Archipel, dl II. Amsterdam, 1856]. P. Bleeker. Reis door de Minahassa en den Molukschen Archipel (Batavia, 1856, 2 dln). N. P. Wilken. Bijdragen tot de kennis van de zeden en gewoonten der Alfoeren in de Minahassa; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 7 (1863). I [N. P. Wilken en G. K. Niemann]. Bijdragen tot de kennis der Alfoersche taal in de Minahassa. Uitgegeven door het bestuur van het Nederlandsch Zendelinggenootschap (Rotterdam, 1866). N. Graafland. De Minahassa. Haar verleden en haar tegenwoordige toestand (le druk, Rotterdam, 1867 ; 2e druk, 2 dln, Haarlem, 1898). Dr. J. G. F. Riedel. De vroegere rechten en verplichtingen der vrije Alifoeroe's van Noord-Selebes; Tijdschrift Bataviaa9ch Genootschap, 18 (1868—1872). Dr. J. G. F. Riedel. Het landschap Boeooi; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 18 (1868—1872). F. S. A. de Clercq. De overzijde der Ranoiapo; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 19 (1870). F. S. A. de Clercq. Iets over het bijgeloof in de Minahassa; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1870, II. F. S. A. de Clercq. Over eenige maatschappelijke instellingen in de Minahasa; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1871, L F. S. A. de Clercq; Over eenige maatschappelijke instellingen bij de inlandsche Christenen in de Minahassa; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1872, II. Memorie omtrent de Minahasa, uitgebracht door A. C. J. Edeling (1875); Adatrechtbundel XVII, blz. 5—95. J. N. Wiersma. Ervaringen gedurende mijn twaalfjarig zendingsleven (Rotterdam, 1876). Dr. A. B. Meyer. Die Minahassa auf Celebes (Berlin, 1876).. C. E. van Kesteren. De „vriendschap" der Indische regeering voor de bevolking der afdeeling Minahassa; Indische Gids, 1879, I. C. Bosscher. De Minahassa-quaestie; Indische Gids, 1879, II. R. van Eek. Schetsen uit het volksleven in Nederl. Oost-Indië, XIII De Alfoeren in de Minahassa van Menado; Indische Gids, 4 (1882), II. Dr. S. J. Hickson. A naturalist in North Celebes (London, 1889). Rapport-Gallois; Javasche Courant, 29 Juli 1892. — Uittreksels in Adatrechtbundel IX, blz. 3—4. Rapport over de 'adat kebiasaan, uitgebracht door een inlandsche commissie (1896); Adatrechtbundel III, blz. 1—113. — Zie Adatrechtbundel IX, blz. 1—2 en 41—52. Adviezen over codificatie van het inlandsch adatrecht der Minahasa (1897); Adatrechtbundel V, blz. 12—19. Mr. j. H. Carpentier Alting. Het gewoonterecht in de Minahassa; Indische Gids, 1901, l. Mr. J. H. Carpentier Alting. Regeling van het privaatrecht voor de inlandsche bevolking in de Minahassa-districten der residentie Menado, 4 st. (Batavia, 1902—1903). E. J. Jellesma. De Minahasa en eenige andere streken der residentie Menado (Amsterdam, 1903). — Uittreksels in Adatrechtbundel-jHI, blz. 186—193. Mr. I. A. Nederburgh. Ontworpen privaatrecht voor de Minahassa; overzicht van een door Mr. J. H. Carpentier Alting ontworpen regeling; Recht Nederlandsch-Indië, 81 (1903). Mr. F. C. Hekmeijer. De ontwerpen tot regeling van het privaatrecht voor de inlandsche bevolking in de Minahassa, samen- gesteld door Mr. J. H. Carpentier Alting; Indische Gids, 1904, II. Het landschap Donggala of Banawa; Bijdragen Koninklijk Instituut, 58 (1905). Dorpsinrichting en grondenrecht [in de Minahasa] (1906—1910); naar rapporten van P. A. Moorrees, mr. J. H. Carpentier Alting, mr. N. Dirkzwager, mr. J. C. Kielstra, Tellings en Zieck; Adatrechtbundel IX, blz. 16—40. J. G. de Haan. Een en ander over Bantik; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 51 (1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel XII, blz. 218—220. J. A. F. Schwarz. Tontemboansch-Nederlandsch woordenboek (Leiden, 1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel IX, blz. 103 —145. J. E. Jasper. De Bantiks; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 37 (1909). J. Louwerier. Matakao (een beschermmiddel voor aanplantingen en vischvijvers; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 56 (1912). J. E. Jasper. Eenige onderwerpen betrekking hebbende op de Minahassa; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 45 (1913). M. Hamerster. Een kijkje in de Minahassa; Aarde én haar Volken, 1916. Gegevens van inlandsche zijde [over de Minahasa] ; Adatrechtbundel XVII, blz. 96—97. — Ontieend aan een opstel van Ger. S. S. J. Ratu Langie in Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917). Inlandsche gegevens over bestuur en grondenrecht [in de Minahasa]; Adatrechtbundel XVII. blz. 98—100. — Ontleend aan de Pangkal Kemadjoean van 15 October 1917. J. M. van Blankenberghe. Oude begraafplaatsen in de Minahassa; Buiten, 1920. Mr. J. C. Kielstra. De Bewoners van Noord-Celebes [in De Volken van Nederlandsch-Indië. dl II, Amsterdam, 1921]. L. Adam. Uit en over de Minahassa. Bestuur, zeden en gewoonten en het daarmede samenhangende adatrecht van het Minahasische volk; Bijdragen Koninklijk Instituut, 81 (1925). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. Dr. J. G. F. Riedel. De eedaflegging bij de Tooe-Oen-Boeloe in de Minahassa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 14 (1864). Dr. J. G. F. Riedel. Een Tooe-Oen-Boeloesch ordalium; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 14 (1864). Dr. J. G. F. Riedel. Die Eidesleistung bei den Tou-un-bulu in - Minahasa; Ausland, 1865. Tendeloo. De toestand der vrouw in de Minahassa; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 17 (1873). N. Graafland. De vrouwen in de Minahasa; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 25 (1881). Mr. T. H. Carpentier Alting. De Alfoersche eed in de Minahasa; Recht Nederlandsch-Indië, 69 (1897). Verkiezing van hoofden '[in de residentie Menado] (1898—1904) ; Adatrechtbundel VII, blz. 359—363. A. van Sluys. Over verkiezing van districtshoofden in de Minahassa; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 24 (1903). Voorbereiding van eene inlandsche gemeente-ordonnantie voor de Minahasa (1906—1910); Adatrechtbundel IX, blz. 16—28. Dr. N. Adriani. De titel „Kapala balak" der vroegere Minahassische districtshoofden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 52 (1910). — Overgenomen in Adatrechtbundel XVII, blz. 1—4: De Minahasische stam of walak. Mededeeling over districtskassen [in de Minahasa] (1914); Adatrechtbundel X, blz. 278. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 4 (1914). Adatinkomsten der gemeentehoofden (1918) [Minahassa]; Adatrechtbundel XXII, blz. 373. Gewestelijke regelingen en gegevens {uit regeeringsrapporten] nopens de inheemsche rechtspraak: Menado; Adatrechtbundels, I, blz. 247; V, blz. 374 en blz. 464; XII, blz. 323 en blz. 408; XVHI, blz. 431. Adatvonnissen [Minahassa] ; Adatrechtbundel III, blz. 114—152; ,,I|L.blz. 84—96. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of ef fects. — La familie et les successions. Huwelijk en echtscheiding in de Minahasa; Adatrechtbundel XII, blz. 215—217. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 7 (1845), IV. : [Dr.] G. A. Wilkën. Iets over naamgeving en eigennamen bij de Alfoeren van de Minahasa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 22 (1875). — Verspreide Geschriften, 1912, dl I. J. Louwerier. Het huwelijk der inlandsche Christenen in de Minahassa; Nederlandsch Zendingstijdschrift, 2 (1890). H. E. K. Het huwelijk in de Minahassa; Tijdschrift NederlandschIndië, 1894 I. — Overgenomen uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Dr. J. G. F. Riedel. Alte Gebrauche bei Heirathen, Geburt, und Sterbefallen bei dem Toumbuluh-Stamm in der Minahassa (Nord-Selebes); Internationales Archiv Ethnographie, 8 (1895). A. H. Soepit. Adoptie en erkenning van buitenechtelijke kinderen in de Toloërdistricten (1898) [Beantwoording van een vragen- lijst van Mr. J. H. Carpentier Alting]; Adatrechtbundel IX, blz. 97—102. Adatregeling voor het district-Langoan (1901); Adatrechtbundel III, blz. 177—185. P. A. Mandagi. Over het huwelijk, de verwantschap en het erfrecht bij de Bantiks (1902); Adatrechtbundel IX, blz. 53—83. E. W. J. Wawo Roentoe. Invoering van den burgerlijken stand voor Inlanders in de Minahassa. Advies aan den resident van Menado ; Indische Gids, 1902, I. Adatvonnissen (1914) [Minahassa]; Adatrechtbundel IX, blz. 148—160. Nota betreffende Bantiksche aangelegenheden. Familie- en erfrecht; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 48 (1915). 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. A. J. F. Jansen. De landbouw in de Minahassa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 10 (1861). Dr. J. G. F. Riedel. Iets over landbezit in de Minahasa; Tijdschrift Nijverheid en Landbouw Nederlandsch-Indië, 14 (1869). [Dr.] G. A. Wilken. Het landbezit in de Minahasa; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 17 (1873). — Verspreide ^■G««iHften (1912), dl II. — Opstellen over Adatrecht (1926). [Dr.] G. A. Wilken. Landverkoop in de Minahasa; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 18 (1874). — Verspreide ^^Cfe^ftttften (1912), dl II. — Opstellen over Adatrecht (1926). Verzameling van vragen de regten betreffende welke in de Gouvernementslanden der residentie Menado op de onbebouwde gronden worden uitgeoefend (samengesteld door P. van der Crab) (Batavia, 1876). K. F. Holle. De zending van twee Minahassasche hoofden naar Java; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 11 (1895). Drooggekomen meeroevers. Adat in Menado; Wet van Adat, le en 2e jg. (1896—1898), Band III, kleine Bijdragen. Familie-grondbezit in de Minahassa; Wet en Adat, le en 2e jg. (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Familiegrond in de meerdistriet,t/{1900) [van de Minahassa]; Adatrechtbundel III, blz. 173—176. Voorbereiding van een agrarisch reglement voor Menado (1900— 1910); Adatrechtbundel IX, blz. 28—40. J. A. Worotikan. Landbezit in de Minahasa (1901); Adatrechtbundel III, blz. 152—163. P. A. Mandagi. Landbezit in Bantik (1902); Adatrechtbundel III, blz. 164—169. H. J. Loemanauw. Contracten omtrent gronden in Tondano (1902); Adatrechtbundel III, blz. 169—-174. — Vertaling in Adatrechtbundel IX, blz. 12—15. Agrarische toestanden [in de Minahasa] ; Koloniaal Verslag 1903, blz. 176—178. — Overgenomen in Adatrechtbundel IX, blz. 5—11. Aanteekening over grondenrecht in de Minahasa (1914); Adatrechtbundel IX, blz. 146—147. A. P. M. Landbezit in het district Bantik; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 48 (1915). Agrarisch reglement voor het gewest Menado. Met toelichting (Batavia, 1918). A. L. Wawo-Runtu. De agrarische kwestie'in de Minahassa (Semarang, 1920). Verbodsteekenen (1921) [Minahasa]; Adatrechtbundel XXII, blz. 374—375. Grondenrecht (1921) [Minahassa]; Adatrechtbundel XXII, blz. 371—372. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. De mapalus-vereenigingen in de Minahassa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 13 (1864). W. J. Beek. Mapaloes; Koloniale Studiën, 1922, I. Mapaloes en tuchtrecht (1922) [Minahassa]; Adatrechtbundel XXV, blz. 267—270. Dr. C. L. van Doorn. De „mahapaloes wang" vereenigingen en de credietinstellingen in de Minahassa; Blaadje Volkscredietwezen, 14 (1926), No. 7. I. De Gorontalosche kring. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier, Inlandsche goudgravingen (1845—1899) [Gorontalo enz.]; Adatrechtbundel XXV, blz. 272. Dr. J. G. F. Riedel. Het landschap Bolaang-Mongondouw; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 13 (1864). C. B. H. von Rosenberg. Reistogten in de afdeeling Gorontalo (Amsterdam, 1865). N. P. Wilken en J. A. Schwarz. Verhaal eener reis naar Bolaang Mongondou; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 11 (1867). N. P. Wilken en J. A. Schwarz. Allerlei over het land en volk van Bolaang-Mongondou; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 11 (1867). F. S. A. de Clercq. Aanteekeningen op het „Verhaal eener reis naar Bolaang Mongondou door N. P. Wilken en J. A. Schwarz"; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 12 (1868). Dr. J. G. F. Riedel. De landschappen Holontalo, Limoeto, Boné, Boalémó en Kattinggola of Andagilé: Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 19 (1870). — Vertaling in Zeitschrift für Ethnologie, 3 (1871). F. S. A. de Clercq. Schets van het landschap Bolaang Mongondow; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 7 (1883). G. W. W. C. baron van Hoëvell., De assistent-residentie Gorontalo voor zoover die onder rechtstreeksch beheer is gebracht; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1891. G. W. W. C. baron van Hoëvell. Korte beschrijving van het rijkje Mooetan (Bocht van Tonrini); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1892. Wetboek van Bolaang Mongondou; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 35 (1893). Dr. C. Snouck Hurgronje. [Nota over het Bolaang-Mongondausche wetboek]; Notulen Bataviaasch Genootschap, 33 (1895). A. C. Veenhuyzen. Aanteekeningen omtrent Bolaang-Mongondo, met naschrift der redactie; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 20 (1903), L W. Dunnebier. De zending in Bolaang-Mongondou in 1908; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 53 (1909). Nota betreffende het landschap Toli-Toli; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 54 (1912). De zelfbesturende landschappen van de residentie Menado, gelegen op den vasten wal van Celebes; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, afl. 2 (1912). G. F. E. Gonggrijp. Gorontalo; Koloniaal Tijdschrift, 1915, II. 2. Vólksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. Bestuur van het rijk Gorontalo (1867); Adatrechtbundel XVII, blz. 112. L. F. Hoeke. [Rapport over de vraag, welke als de inlandsche gemeenschap in de afdeeling Gorontalo moet worden beschouwd] (1910); Adatrechtbundel IX, blz. 162—164. Regeeringsrapport nopens de toestanden in de onderafdeeling Boalëmo der afdeeling Gorontalo (1912); Adatrechtbundel IX, blz. 167—170. Bestuursinrichting en grondenrecht in de afdeeling Gorontalo (1917), door W. J. D. van Andel en M. A. Monsjou; Adatrechtbundel XVII, blz. 114—122. De verheffing van een Bwoolsch Vorst tot Madika; De Taak, 1918. Adatinkomsten der dorpshoofden (1918) [Gorontalo] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 376. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of effects. — La familie et les successions. 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. Adatregeling over grondenrecht (1901) [Gorontalo enz.]; Adatrechtbundel XXV, blz. 273—275. Verjaring [in Gorontalo enz.] (1901); Adatrechtbundel IX, blz. 165—166. Bestuursinrichting en grondenrecht in de afdeeling Gorontalo (1917), door W. J. D. van Andel en M. A. Monsjou; Adatreclrtbuntie! XVII, blz. 114—122. Verbodsteekenen (1921) [Gorontalo]; Adatrechtbundel XXII, blz. 377 en blz. 447. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. Deelwinning van vee in Gorontalo (1920); Adatrechtbundel XXV, blz. 271. m. Het Toradja-gebied. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Dr. N. Adriani. Verhaal der ontdekkingsreis van Jhr. J. C. W. D. A. van der Wijck naar het Posso-Meer, 16—22 October, 1865; Indische Gids, 1913, II. Dr. N. Adriani. De reis van den heer W. J. M. Michielsen naar het • Posso-Meer, 12—17 Juli 1869; Indische Gids, 1913, II. Dr. J. G. F. Riedel. De Töfegntunuasu of oorspronkelijke volksstammen van Centraal-Celebes; Bijdragen Koninklijk Instituut, 35 (1886). G. W. W. C. baron van Hoëvell. ïodjo, Posso en Saoesoe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 35 (1893). P. und Fr. Sarasin. Reisen in Celebes, 1893—1896 und 1902—1903 (Wiesbaden, 1905, 2 dln). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Een en ander aangaande het geestelijk en maatschappelijk leven van den Poso-Alfoer; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 40 (1896), 41 (1897). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Van Palopo naar Posso; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 42 (1898). Dr. N. Adriani en Alb. C. Kruyt. Van Posso naar Parigi; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 42 (1898). Dr. N. Adriani en Alb. C. Kruyt. Van Posso naar Todjo; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 43 (1899). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Het rijk Mori; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 17 (1900). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Eenige ethnografische aanteekeningen omtrent de Toboengkoe en de Tomori; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 44 (1900). Uit een regeeririgsratpport betreffende inlandsche goudgraverijen in de zelfbesturende landschappen van de toenmalige onderafdeeling Tominibocht in verband met de Indische Mijnwet van 1899 (1900); Adatrechtbundel IX, blz. 173—175. Dr. N. Adriani. Mededeelingen omtrent de Toradja's van MiddenCelebes; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 44 (1901). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Gegevens voor het bevolkingsvraagstuk van een gedeelte van Midden-Celebes; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 20 (1903), I. A. J. N. Engelenberg. Bespreking van het bestuursbeleid in Nederlandsch-Oost-Indië, toegelicht in verband met beschouwingen over de behoeften van de verschillende deelen van Indië en meer speciaal van Midden-Celebes; Verhandelingen Indisch Genootschap, 11 October 1904. A. J. N. Engelenberg. Over Midden-Celebes en zijn bevolking (in 124ste Alg. Verg.); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 22 (1905), II. Ph. H. C. Hofman. De zending in Posso gedurende 1905; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 50 (1906). Ph. H. C. Hofman. Een vredesconferentie te Posso; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 50 (1906). Uit een regeeringsrapport [betreffende het Toradja-gebied] (1906) ; Adatrechtbundel IX, blz. 176. Dr. Alb. C. Kruyt. De inlandsche staat en de zending; Indisch Genootschap, 23 October 1906. Dr. Alb. C. Kruyt. De inlander en de zending (Amsterdam, 1907). Dr. N. Adriani. Land en volk van Midden-Celebes (verslag alg. verg.); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 25 (1908), I. Dr. N. Adriani. De Toradja's van Midden-Celebes, wat zij zijn en wat zij kunnen worden; Indisch Genootschap, 7 Januari" 1908. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De berglandschappen Napoe en Besoa in Midden-Celebes; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 25 (1908) , II. Dr. N. Adriani. De zending in Midden-Celebes; Onze Eeuw, September 1908. — 3e herdruk, Oegstgeest, 1917. Dr. N. Adriani. De landbouw in het heidendom der Indonesische volken; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 53 (1909) . Dr. Alb. C. Kruyt. Ta Lasa. Een tegenhanger van Papa I Woente (Den Haag, z. j.). Dr. N. Adriani. Het animistisch heidendom als godsdienst (Den Haag, z. j.). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Het landschap Bada in Midden-Celebes; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 26 (1909), I. Regeeringsrapport over de onderafdeeling Paloe (1910); Adatrechtbundel I, blz. 130—144. Nota van toelichting betreffende de zelf besturende landschappen Paloe, Dolo, Sigi en Beromaroe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 54 (1912). Nota van toelichting over de berglandschappen boven het Paloedal; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 54 (1912). Dr. N. Adriani en [Dr.] Alb. C. Kruyt. De Bare'e-sprekende Toradja's van Midden-Celebes, 3 dln (Batavia, 1912—1914). — yjfceksels uitdeel III in Adatrechtbundel XVII, blz. 123—128, en uit deel II in Adatrechtbundel XXII, blz. 396. A. Grubauer. Unter Kopf jagern in Central-Celebes (Leipzig, 1913). Dr. N. Adriani. Maatschappelijke, speciaal economische verandering der bevolking van Midden-Celebes, sedert de invoering van het Nederlandsch gezag aldaar; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1915. Dr. N. Adriani. Toradjasche karaktertrekken; Onze Eeuw, 1916. Dr. N. Adriani. De schoone slaapster in het bosch, en een gelijkluidend verhaal in Midden-Celebes; Verslagen en Mededeelingen ' Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afd. Letterkunde, 5ereeki,dl II (1917). [Dr.] Alb. C. Kruyfc, Measa, een bijdrage tot het dynamisme der Bare'e-sprekende Toradja's en enkele omwonende volken; Bijdragen Koninklijk Instituut, 74 (1918), 75 (1919), 76 (1920). Dr. N. AdriatB. Onderwijs, geneeskunde, bestuur en godsdienstprediking onder een animistisch volk in Nederlandsch-Indië; Koloniaal Tijdschrift, 8 (1919). Dr. N. Adriani. Posso (Midden-Celebes) ('s-Gravenhage, 1919). [Dr.] Alb. C. Kruyt en J. Kruyt. Een reis door het Westelijk deel van Midden-Celebes; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 64 (1920). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De To Rongkong ih Midden-Celebes; Bijdragen Koninklijk Instituut, 76 (1920). [Dr.] Alb. C. Krayt. De To Seko in Midden-Celebes.; Bij'dragen Koninklijk Instituut, 76 (1920). Dr. N. Adriani. Korte schets van het Toradja-volk in MiddenCelebes (OegStgeest, 1920). Dr. N. Adriani. De Bewonefs van Midden Celebes [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl II, Amsterdam, 1921]. [Dr.] Alb. C. Kruyt en J. Kruyt. Een reis onder de Toradja's van Sa'dan en Mamasa (Celebes); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 39 (1921). Dr. Alb. C. Kruyt en J. Kruyt. Verslag van een reis naar het landschap Napoe in de onderafdeeling Posso (Celebes); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1921. A. A. van LoosdrecSt. Onder de Toradja's van Rante Pao (met aanteekeningen van Dr. H. van der Veen); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 65 (1921). J. Gouweloos. Mo'dkoi; Orgaan Nederlandsche Zèndingsvereeniging, 1923. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De Toradja's van de Sa'dan-,liMasoepoe- en Mamasarivieren; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 63 (1923). [Dr.] Alb C. Kruyt. Het stelen in Midden-Celebes; Vragen van den Dag, 39 (1924). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Koopen in Midden-Celebes; Mededeelingen ! -Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afdeeling Letter- kundé, 56, serie B, No. 5 (1923). J. Kruyt. De Moriërs van Tinompo (Oostelijk Midden-Celebes); Bijdragen Koninklijk Instituut, 80 (1924). Dr. Alb. C. Kruyt. Van heiden tot christen. V. Het zondebesef bij de Toradja's; Mededeelingen Tijdschrift Zendingswetenschap, 69 (1925). Dr. Alb. C. Kruyt. Pakawa, een landschap in de onderafdeeling Paloe (Midden-Celebes); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1926. 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De eed in Midden-Celebes; Album-Kern, Leiden, 1903. — Eenigszins verkorte overdruk in Indische Gids, 1903, II. Alb. C. Kruyt. Wat de slavernij der Toradja's voor de zending beteekent; Haagsche Zendingsbode, 7 (1904). Dr. Alb. C. Kruyt. Rechtsbegrippen bij de Toradja's van MiddenCelebes ; Nederlandsche Zendingsbode, 1907. Gewestelijke regelingen en gegevens uit regeeringsrapporten, nopens . de inheemsche rechtspraak.... Het Toradja-gebied (1907^ Adatrechtbundel IX, blz. 177—188. 22 Alb. C. Kruyt. De slavernij in Posso (Midden-Celebes); Onze Eeuw, 1911. G. W. Mazee. Over heksen-moord en de berechting daarvan (in Posso); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur,*41 (1911). Eenige aanteekeningen omtrent heksenmoorden in Midden-Celebes; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, afl. 3 (1914). Dr. N. Adriani. Over het karakter der Toradja's en hunne rechtspraak. Voordracht in de 25e algemeene vergadering der maatschappij ter bevordering van het natuurkundig onderzoek der Nederlandsche Koloniën op 12 Juni 1915. Dr. N. Adriani. De hoofden der Toradja's van Midden-Celebes; Indisch Genootschap, 16 Februari 1916. Dr. N. Adriani. De Toradja'sche vrouw als priesteres; Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afdeeling Letterkunde, 5e rks 2 (1917). Inheemsche beschrijvingen van rechtszaken (± 1920?) [Toradjagebied]; Adatrechtbundel XXV, blz. 275—334. — Met aanteekeningen van dr. N. Adriani. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De hoofden in Midden-Celebes onder het Nederlandsch-Indisch Gouvernement; Koloniaal Tijdschrift, 13 (1924). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De rechtspraak der Possoërs onder het Indisch Gouvernement; Koloniale Studiën, 8 (1924), I. Dr. Alb. C. Kruyt. De slaaf in dé Evangelieprediking in Posso (Midden Celebes) ; Stemmen voor Waarheid en Vrede, 61 (1924). 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of effects. — La familie et les successions. Alb. C. Kruyt. De adoptie in verband met het matriarchaat bij de Toradja's van Midden-Celebes; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 41 (1899). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Beobachtungen am Leben und Tod, Ehe und Familie in Zentral-Celebes; Zeitschrift für Sozialwissenschaft, 6 (1903). A. C. Kruyt. Papa I Woente; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 54 (1910). — Uittreksels in Adatrechtbundel IX, blz. 171—172. Dr. F. J. Fokkema. Verboden huwelijken in Posso (met naschrift van dr. N. Adriani); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 59 (1915). — Overgenomen in Adatrechtbundel XII, blz. 222—229. Dr. F. J. Fokkema. Het feestelijk schoonmaken der graven in Posso; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 59 (1915). — Uittreksels in Adatrechtbundel XII, blz. 230. [Dr.] Alb. C. Kruyt. Het huwelijksrecht in Posso en zijn ontwikkeling; Koloniaal Tijdschrift, 13 (1924). 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. Verbodsteekenen (1921) f Toradja-gebied]; Adatrechtbundel XXII, blz. 378—381; blz. 447. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De beteekenis van den natten rij'stbouw voor de Possoërs; Koloniale Studiën, 8 (1924), II. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. Dr. Alb. C. Kruyt. Het koppensnellen der Toradj'a's van Midden: Celebes en zijne beteekenis; Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afdeeling Letterkunde, 4e reeks, 3 (1899). «. Zuid-Selebes. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole, — L'ensemble du droit coutumier. Bonesch Wetboek; Adatrechtbundel XII, blz. 231—248. Compagniesverzameling uit 1755 en bijbehoorende instructie en Compagniesresolutie uit 1759; Regt Ned. Indië, 8 (1853). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII, blz. 150—152. A code of Bugis maritime laws, with a transaction and vocabulary, giving the pronunciation and meaning of each word (Edited by Th. Thomsen, Singapore, 1832, 2 dln). J. N. Vosmaer. [Gegevens over Kendari en de Badjo's]; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 17 (1839). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII, blz. 132—144. Oude gegevens over ZuM-Celebes, ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1840—1854; Adatrechtbundel XVII, blz. 216 —218. E. Dulaurier. Institutions maritimes de 1'Archipel d'Asie, traduites en francais. Textes Malay et Bougui (Paris, 1845). P. A. Leupe. Wetboèk voor zeevarenden van het Koninkrijk Makassar en Boegie; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1849, I. C. van der Hart. Reize rondom het eiland Celebes en naar eenige der Moluksche eilanden, gedaan in den jare 1850, door Z. M. schepen van oorlog Argo en Bromo ('s-Gravenhage, 1853). C. [F.] Bosscher en P. A. Matthijsen. Schetsen van de rijken van Tomboekoe en Banggaai, op de Oostkust van Celebes; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 2 (1854). W. M. Donselaar. Aanteekeningen over het eiland Saleijer; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 1 (1856). Dr. B. F. Matthes. Makassaarsch-Hollandsch Woordenboek ('s-Gravenhage, le druk 1859, 2e druk, 1885) met ethnologischen atlas. — Uittreksels in Adatrechtbundel IX, blz. 241—340. Dr. B. F. Matthes. Makassaarsche Chrestomathie (Amsterdam, 1860; 2e uitgave, 1883). J. A. Bakkers. De afdeeling Sandjai (Celebes); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 11 (1862). J. A. Bakkers. De eilanden Bonérate en Kalaoe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 11 (1862). J. A. Bakkers. Tanette en Barroe (Celebes) ; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 12 (1862). Dr. B. F. Matthes. Verslag van een uitstapje naar de (Jbster-distrikten van Celebes, alsmede van verschillende togten in die afdeeling ondernomen, van 25 September tot 22 December 1864; Jaarboekje Celebes, 1865 (Makassar). Dr. B. F. Matthes. Boeginesche Chrestomathie (Makassar, 1864; 2e uitgave, Amsterdam, 1872). Goudswaard. Siwadienst in Zuid-Celebes; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 9 (1865). J. A. Bakkers. Het leenvorstendom Boni; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 15 (1866). . N. P. van der Stok. Het eiland Saleijer; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 15 (1866). G. J. Gersen. Topographische schets van de Berg-regentschappen in de Noorder-districten van Celebes; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 16 (1867). Dr. B. F. Matthes. Over de Wadjorezen met hun handels- en scheepswetboek (Makassar, 1869). Dr. B. F. Matthes. Over de Bissoe's of heidensche priesters en priesteressen der Boeginezen; Verhandelingen Koninkl. Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, dl 7 (1872). — Zie Adatrechtbundel XXII, blz. 395—396. Dr. B. F. Matthes. Boegineesch-Hollandsch woordenboek met ethnographischen atlas ('s-Gravenhage-Amsterdam, 1874). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII, blz. 219—343. Dr. B. F. Matthes. Bijdragen tot de ethnologie van Zuid-Celebes ('s-Gravenhage, 1875). , J. C. van Hasselt. De onderafdeeling Bangkala; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 4 (1880). R. van Eek. Schetsen uit het volksleven in Nederl. Oost-Indie, XI. De Mangkasaren en Boegineezen; Indische Gids, 3 (1881), II, 4 (1882), I. , Circulaire van den Regeringscommissaris betreffende de reorgam- satie van het regtswezen in Celebes en Onderhoorigheden enz.; Regt Nederlandsch-Indië. 39 (1882). P. J. Kooreman. De feitelijke toestand in het gouverneraentsgebied van Celebes en Onderhoorigheden; Indische Gids, 1883, I en II. G. K. Niemann. Geschiedenis van Tanette ('s-Gravenhage, 1883). H. E. D. Engelhard. De staatkundige en economische toestand van het eiland Saleijer; Indische Gids, 1884, I en II. Dr. G. K. Niemann. De Latowa; Bijdragen Koninklijk Instituut, 32 (1884). Dr. B. F. Matthes. Over de ada's of gewoonten der Makassaren en Boegineezen; Verslagen en Mededeelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, 3e reeks, 2 (1885). Dr. J. Kohier. Das Handels- und Seerecht von Celebes; Goldschmidts Zeitschrift Gesammte Handelsrecht, 32 (1886). — Zie Indisch Weekblad van het Regt, No. 1272 (1887). Verzameling van inlandsche wetten, vertaald door mr. I. A. Nederburgh; Indisch Weekblad voor het recht, No. 1292—1294 en 1296 (1888). (Zie ook No. 1302). — Overgenomen in Adatrechtbundel XVII, blz. 152—210. G. K. Niemann. De Boeginezen en Makassaren; Bijdragen Koninklijk Instituut, 38 (1889). D. F. van Braam Morris. Het landschap Loeboe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32 (1889). Mr. I. A. Nederburgh. [Over Makassaarsche adat]; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1440 (1891). D. F. van Braam Morris. Geschiedenis van het bondgenootschap Masenrempoeloe of Masenre-Boeloe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 36 (1893). D. F. van Braam Morris. Nota van toelichting op [de] contract [en] gesloten met [de] landschap [pen] Maiwa, Doerie, Kassa, Batoelappa (Masenrempoeloe), Aliette, Soeppa en Sawietto (Adjatapparang); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 36 (1893). H. D. Wiggers. Schets van het regentschap Kadjang (Celebes en Onderhoorigheden); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 36 (1893). P. und Fr. Sarasin. Reisen in Celebes, 1893—1896 und 1902—1903 (Wiesbaden, 1905, 2 dln). A. Asselbergs. Godsdienstig leven der Makassaren en Boegineezen; Katholieke Missiën, 19 (1894—1895). A. Asselbergs. Makassaren en Boegineezen; Katholieke Missiën, 19 (1894—1895). B. Erkelens. Geschiedenis van het rijk Gowa; Verhandelingen Bata¬ viaasch Genootschap, 50 (1895—1897). A. J. A. F. Eerdmans. Het landschap Gowa; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 50 (1895—1897). J. A. Bakkers. Iets over Wadjoreezen, Soembaneezen en Bimaneezen (medegedeeld door J. A. Vink uit nagelaten bescheiden van ...) ; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1901. V. J. van Marle. Beschrijving van het rijk Gowa (Celebes); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 18 (1901), II, 19 (1902), I en II. P. und F. Sarasin. Ueber die Toala von Süd-Celebes; Globus, 83 (1903). J. A. F. Schut. Iets over de Boegi's van Z. Selebes; Haagsche Zendingsbode, 8 (1905). J. Tideman. Het landschap Laikang; Bijdragen Koninklijk Instituut, 59 (1906). Mr. J. C. Kielstra. De rechtspraak over de Inlandsche bevolking in het Gouvernement Celebés en Onderhoorigheden en de residentie Timor; Indische Gids, 1907, I en II. H. de Vogel Hzn. Mededeelingen betreffende Sidenreng, Rapparig en Soepa; Bijdragen Koninklijk Instituut, 60 (1908). Nota van toelichting bij de korte verklaring geteekend en beëedigd door den Adatoewang en de hadatsleden van het landschap Sawito op 27 Mei 1908; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 52 (1910). O. H. Goedhart. Drie landschappen in Celebes (Banggaai, Boengkoe en Mori); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 50 (1908). M. C. Kooy-Van Zeggelen. De gouden kris (Amsterdam, 1908). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII, blz. 211. J. Tideman. Catalogus van voorwerpen van Makassaarschen oorsprong (Leiden, 1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVII, blz. 212—215. Mededeelingen betreffende eenige Mandharsche landschappen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 62 (1909). J. Tideman. De Makassaren (Haarlem, 1909). Dr. N. Adriani. Dr. B. F. Matthes als taalbeoefenaar;'Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 51 (1909). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXII, blz. 395 en 396. Hoorweg. Nota bevattende eenige gegevens betreffende het landschap Mamoedjoe (1909); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 53 (1911). Bisoe's of heidenpriesters en -priesteressen (1909—1912); Adatrechtbundel XXII, blz. 395—397. Zie ook Adriani [en Kruyt] en Matthes. J. Tideman. Zuid-Celebes voorheen en thans; Verhandelingen Indisch Genootschap, 18 Januari 1910. Uit een regeeringsrapport [betreffende Zuid-Celebes] (1910) ; Adatrechtbundel IX, blz. 237—240. J. Tideman. Schetsen uit het volksleven op Zuid-Celebes; Bulletin Koloniaal Museum. Haarlem, No. 48 (1911). [J. W. H. van der Miesen]. Het eiland Ambelaoe eri zijne bewoners; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap. 1911. Dr. J. Elbert. Die Sunda-Expedition. 2 dln (Frankfurt a, M., 1911— 1912). Nota van toelichting omtrent de federatie Doeri of Talloe-Batoe- Papan, bestaande uit de landschappen Maloewa, Allah en Boentoe Batoe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 54 (1912). Nota van toelichting betreffende het landschap Balangnipa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 54 (1912). J. E. Jasper. Een reis in Zuid-Celebes; Orgaan Moederland en Koloniën, 12 (1912). V. G. A. Boll. Eenige mededeelingen omtrent het eiland Moena; Indische Gids, 1913, II. F. Treffers. Het landschap Laiwoei in Zuidoost-Celebes en zijn bevolking; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 31 (1914). L. Weber. De grensstreken tusschen Loewoe en Mamoedjoe in Centraal-Celebes; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 31 (1914). V. E. Korn. Gegevens uit Parë-Parë en Soppëng (1915); Adatrechtbundel XII, blz. 249—253. — Ontleend aan Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916). L. van Vuuren. De prauwvaart van Celebes; Koloniale Studiën, 1 (1916—1917), I en II. C. Spat. De rijkssieraden van Loewoe; Nederlandsch Indië Oud en Nieuw, 3 (1918—1919).. Joh. A. F. Schut. De Makassaren en Boegineezen [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl I, Amsterdam, 1920]. D. J. C. Kriebel. Het eiland Bonerate; Bijdragen Koninklijk Insti¬ tuut, 76 (1920). W. de Quant. Aanteekeningen betreffende het zuidwestelijk schiereiland van Celebes; Jaarverslag Topografischen Dienst in Nederlandsch-Indië over 1919, dl 15 (1920), II. Dr. Alb. C. Kruyt en J. Kruyt. Verslag van een reis naar Kolaka (Z.O. Celebes); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1921. [Dr.] Alb. C. Kruyt. Een en ander over de To Laki van Mekrongga (Zuid-Oost-Celebes); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 61 (1922). H. van der Klift. Het monahoe ndao; Mededeelingen Zendingswetenschap, 66 (1922). A. Grubauer. Celebes; Ethnologische Streifzüge in Südost- und Zentral-Celebes (Hagen i. W. und Darmstadt, 1923). D. de Jongh. Eenige gegevens betreffende het Boven-Karamagebied (Celebes); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 40 (1923). H. R. Rookmaker. Oude en nieuwe toestanden in het voormalige Vorstendom Bone; Indische Gids, 1924, I. J. H. B. Jaspers. Zeden en gebruiken bij de Makassaren; Neer- landsch Indië Ouden Nieuw, 10 (1925—1926).V E. A. J. Nobele. Memorie van overgave betreffende de onder-afdee- ling Makale; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 66 (1926). 2. 'Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. G. F. H. Henny. [Over slavernij in Zuid-Celebes]; Indisch Weekblad van het Regt, No. 21 (1863). G. J. Harrebomée. Een ornamentenfeest van Gantarang (Zuid- Celebes), tot bezwering der cholera; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 19 (1875). A. Ligtvoet. Beschrijving en geschiedenis van Boeton; Bijdragen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks, 2 (1878). Dr. B. F. Matthes. Oud contract eener vorstin van het Boegineesche rijk Pamana met de Rijksgrooten van dat land [in Etudes archéologiques, linguistiques et historiques, dédiées a Mr. le Dr. C. Leemans a 1'occasion du cinquantième anniversaire de sa nomination aux fonctions de Directeur du Musée archéologique des Pays-Bas, Leide, 1885]. L. J. A. Braakenburg. Van den adeldom bij de Boegineezen en Makassaren; De Nederlandsche Leeuw (1887), overgenomen in Indische Gids 1887, II. Verkiezing van hoofden [in het gouvernement Celebes en Onderhoorigheden] (1894—1909); Adatrechtbundel VII, blz. 363 —371. Mr. I. A. Nederburgh. Over de priesterraden speciaal op ZuidCelebes; Indisch Weekblad van het Recht, No. 1478—1483 en No. 1544. Mr. M. C. Piepers. De priesterrechtspraak in Z. W. Celebes; Recht Nederlandsch-Indië, 60 (1893). Mr. I. A. Nederburgh. Uit den goeden ouden tijd. Oude rechtsbeslissingen van Celebes; Wet en Adat, le en 2e jg. (1896— • 1898), Band III, Kleine Bijdragen. H. T. Damsté. Schadelijke regelingen op Zuid-Celebes in zake justitie, politie en heerendiensten; Indische Gids, 1905, II. J. Tideman. De loemboeng-desa op Zuid-Celebes; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 32 (1907). Rapporten over de Mohammedaansche rechtspraak op Zuid-Celebes (1907_1908); Adatrechtbundel I, blz. 236—243. Mededeelingen betreffende de landschappen Soreang, Batjoe Kiki, Bodjo, Palanro en Nepo (Malloese Tasie); Bijdragen Koninklijk Instituut, 61 (1908). H. T. Damsté. Samentrekkingen van inlandsche bestüursréssorten: Indische Gids, 1910, II. O. H. Goedhart. Nota van toelichting betreffende het zelfbesturend landschap Barroe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 55 (1913). V. G. A. Boll. De nieuwe bestuursregeling op Moena; Koloniaal Tijdschrift, 2 (1913), II. D. A. F. Brautigam. Nota betreffende het zelf besturend landschap Tanette; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 56 (1914). Mededeeling van dr. Adriani over vorstenbestuut' [op Zuid-Celebes] (1917); Adatrechtbundel XVII, blz. 130—131. Verkiezing van hoofden en godsdienstambtenaren (1919—1921) [Zuid-Celebes] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 383—395. Adatprocesrecht (1925) [Zuid-Celebes] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 348. A. S. L. Spoor. De inheemsche rechtsgemeenschappen in Z.-W. Celebes; Berichten en Mededeelingen der Vereeniging van Ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur in NederlandschIndië, No. 42 (Den Haag, 1927). Gewestelijke regelingen en gegevens [uit regeeringsrapporten] nopens de inheemsche rechtspraak: Celebes en Onderhoorigheden; Adatrechtbundels I, blz. 247; V, blz. 375^140 en blz. 465; VII, blz. 391; XII, blz. 323 en blz. 408; XVIII, blz. 431. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distrfbution of effects. — La familie et les successions. Schaken van vrouwen; Indisch Weekblad van het Regt, No. 556 (1874). Dr. B. F. Matthes. Einige Eigenthümlichkeiten in den Festen und Gewohnheiten der Makassaren und Buginesen; Actes 6e congrès international des Orientalistes, 4e partie, section V (1883). Dr. J. Kohier. Ehe und Ebescheidung bei den Buginesen und Makassaren; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 8 (1888), blz. 87. Mr. J. M. Ch. E. Le Rütte. De strafbare schaking bij den Makassaar. Artt. 270, 271 en 272 van het Wetboek van Strafrecht voor Inlanders; Recht Nederlandsch-Indië, 72 (1899). Mr. J. M. Ch. E. Le Rütte. De schaking bij den Makassaar; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 41 (1899). J. Tideman. De schaking bij de Makassaren; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 33 (1907). v. L. Een beschouwing over de schaking bij de Boegineezen; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 38 (1910). H. van der Klift. Het huwelijk bij de bewoners van Mekpngga (Kolaka) op Z.-O. Celebes; Orgaan Nederlandsche Zèndingsvereeniging, 60 (1920). Boegineesch en Makassaarsch erfrecht (1924) [Zuid-Selebes] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 335—348. 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. J. A. Bakkers. Nota betreffende het parfikulieT landbezit op Celebes; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 16 (1867). Resumé der van de verschillende besturende ambtenaren in het Gouvernement Celebes en Onderhoorigheden ontvangen antwoorden Op de verzameling van vragen, de regten betreffende, welke in de Gouvernementslanden op Celebes door de bevolking op de onbebouwde gronden worden uitgeoefend (samengesteld door G. J. Gersen) (Batavia, 1875). D. A. Berkhout. Eenige aanteekeningen over de rechten welke in de gouvernementslanden op Celebes op de onbebouwde en bebouwde gTonden alsmede het water worden uitgeoefend; Tijdschrift Kadaster en Landmeetkunde (Utrecht), 14 (1898). [O. H.] Goedhart. Rapport betreffende het onderzoek naar de rechten, welke door de inlandsche bevolking worden uitgeoefend op de onbebouwde gronden in de zelf besturende landschappen behoorende tot de tijdelijke af deelingen Boni en Parë-Parë (1910); Adatrechtbundel IX, blz. 189—231. Nota van 4 Januari 1911 van den inspecteur voor agrarische zaken [aangaande het rapport-Goedhart]; Adatrechtbundel IX, blz. 231—236! Verslag over de burgerlijke openbare werken in Nederlandsch-Indië over het jaar 1913. Vijfde gedeelte.) Verslag nopens een ingesteld irrigatie-onderzoek op Celebes (Batavia, 1916). D. J. C. Kriebel. Grond- en waterrechten in de onderafdeeling Saleier (Celebes); Koloniaal Tijdschrift, 1919. Ornamentsveiden en heerendiensten (1919) [Zuid-Celebes]; Adatrechtbundel XXII, blz. 381—382. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. Mr. I. A. Nederburgh. Pandelingschap; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1419/1420 (1890). Makassaarsche tripangvangst-Contracten (1851 en 1856); Wet en Adat, le en 2e jg. (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. — Overgenomen in Adatrechtbundel XVII, blz. 145—149. Adatvonnissen (1£13—1916) [Zuid-Celebes]; Adatrechtbundel XVII, blz. 345—350. o. De Ternate-archipel. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Oude gegevens- betref fende Ternate enz. (1519, 1609, 1774); Adatrechtbundel XVI, blz. 3—4. Door de Moro's van Tidore gebezigde termen (1519—1522) [Ternate-Archipel] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 97. — Ontleend aan Pigafetta bij Blair and Robertson> dl 34, blz. 74—102. T. J. Willer. Aanteekeningen omtrent het noorder-schiereiland van het eiland Halmahera; Indisch Archief, 1 (1849), L Gegevens betreffende Halmaheira; Adatrechtbundel XVI, blz. 5—7. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1856, II. Dr. J. G. F. Riedel. Het oppergezag der vorsten van Bolaang over de Minahasa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 17 (1869). J. P. C. Cambier. Rapport over Tidoreesch-Halmahera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 3e volgreeks, VII (1872). C. F. H. van Campen. Godsdienstige begrippen der Halmaherasche Alfoeren; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882), 28 (1883)', 30 (1885). C. F. H. Campen. Het eiland Halemahera; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882), 28 (1883) en 30 (1885). C. F. H. Campen. De Alfoeren van Halmahera; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1883, I. C. F. H. Campen. Beschrijving van het district Kau; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1884. C. F. H. Campen. Eenige mededeelingen over de Alfoeren van Hale-ma-hèra; Bijdragen Koninklijk Instituut. 32 (1884). Dr. J. G. F. Riedel. Galela- und Tobeloresen; Zeitschrift für Ethnologie, 17 (1885). Dr. J. G. F. Riedel. De Sulaneezen, hunne gebruiken bij huwelijken, geboorten en bij het mutileeren des lichaams; Bijdragen Koninklijk Instituut, 34 (1885). C. F. H. Campen. Beschrijving van het landschap Toebaroe of Gammiëe; Bijdragen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks, X (1885). F. S. A. de Clercq. Dodadi ma-taoe of zielenhuisjes in het district Tobélo op Noord-Halmahera; Internationales Archiv für'Eth-nographië, 2 (1889). F. S. A. de Clercq. Bijdragen tot de kennis der residentie Ternate (Leiden. 1890). M. J. van Baarda. Woordenlijst Galelareesch-Hóllandsch. Met ethnologische aanteekeningen ('s-Gravenhage, 1895). M. J. van Baarda. Fabelen, verhalen en overleveringen der Galélareezen 'enz. ; Bijdragen Koninklijk Instituut, 45 (1895). Aanteekeningen betreffende den rechtstoestand van de inlandsche bevolking ter hoofdplaats Ternate (1902). [Verzameld door mr. J. H. Carpentier Alting]; Adatrechtbundel VII, blz. 193 —206. J. L. D. van der Roest. Iets over en van Halmahera; Haagsche Zendingsbode, 7 (1904). J. Fortgens. Vier weken onder de Tobaru en Waiwoli van Noordwest-Halmaheira; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 49 (1905). A. Hueting. Het district Tobelo op de Oostkust van Halmehera; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1905. J. L. D. van der Roest. Adat en zending; Verslag Negentiende Algemeene Zendingsconferentie, te Amsterdam, 27 October 1905. Adatregelingen voor en van Christeninlanders op Halmaheira (1905 —1911) ; Adatrechtbundel VII, vlz. 121—156. J. A. F. Schut. Tweemaal naar Moro (Morotai); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1906. A. Hueting. Tobèloreesch-Hollandsch woordenboek ('s-Gravenhage, 1908). _ Uittreksels in Adatrechtbundel VII, blz. 166—192. G. J. J. de Jongh. De Oostkust van Noord-Halmaheira; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1909. G. J. J. de Jongh. Morotai; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1909. A. Hueting. Verordeningen aangaande de adat der inlandsche Christenen Op het eiland Halmaheira; Bijdragen Konmkiijk Instituut, 63 (1910). Batjan; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau I (1911, Batavia). — Uittreksel in Adatrechtbundel XXI, blz. 3. J. Fortgens. De talen van Halmaheira in verband met de Evangelieverkondiging; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 56 (1912): — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 22—24. J. Fortgens. Het Saoe'sche doodenoffer en de maskerade; Bijdragen Koninklijk Instituut, 68 (1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 24—32. G. J. Ellen. Woordenlijst van het Pagoe op Noord-Halmahera; Bijdragen Koninklijk Instituut. 72 (1916). G. J. Ellen. Woordenlijst van het Modèle op Noord-Halmahera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 72 (1916). V. E. Korn. Het damarbedrijf in het sultanaat van Batjan: Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 51 (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 8—9. I J. Fortgens. Zending en bestuur in de Onderafdeeling Djailolo; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 10—12. A. Hueting [Djailolo, sangadji's en andil op Halmahera] (1917); Adatrechtbundel XXIV, blz. 49—52. — Ontleend aan: Het :.iwjftigjarig bestaan der Halmahera Zending in Berichten Utrechtsche Zèndingsvereeniging, 1917. J. M. Baretta. Halmahera en Morotai; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 13 (1917). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXI, blz. 4—12. P. van Hulstijn. De Soela-eilanden; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 15 (1918). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 54—97. Losse gegevens (1920—1924) [Ternate-Archipel]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 99—100. — Zie Schut en Tip. H. Lasschuit. De Bewoners der Noordelijke Molukken [in De Volken van Nederlandsch-Indië, ,dl II, Amsterdam, 1921]. J. Fortgens. Bijdragen tot dé kennis van het Sobojo (eiland Taliabo, Soela-groep) ('s-Gravenhage, 1921). A. Hueting. De Tobeloreezén ih hun denken en doen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 77 (1921), 78 (1922). Gegevens over Tidore en Batjan (1922) [Ternate-Archipel]; Adatrechtbundel XXII, blz. 397. Heersma. Het een en ander over het Sultansgebied op het eiland Ternate in den aanvang van het jaar 1915; Tijdschrift Vereeniging Gediplomeerd Gezaghebbers, 3 (1922). W. Ph. Coolhaas. Kroniek van het rijk Bat jan; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 63 (1923). L. Tip. Communistische woelingen. Een stuk geschiedenis van de residentie Ternate; Koloniaal Tijdschrift, 13 (1924). — Uktreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 100. W. Ph. Coolhaas. Mededeelingen betreffende de onderafdeeling Batjan; Bijdragen Koninklijk Instituut, 82 (1926). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. Oude gegevens over Ternate en Tidore (1845—1856); Adatrechtbundel XXIV, blz. 9—11. Jhr. W. C. F. Goldman. Togt door eenige gedeelten van de residentie Ternate; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 7 (1858). Uit een regeeringsrapport [over Batjan] (1909) ; Adatrechtbundel X, blz. 281. Uit regeeringsrapporten [betreffende den Ternate-archipel] (1909 —1910]; Adatrechtbundel VII, blz. 162—165. Verkiezing van hoofden [in Ternate en Onderhoorigheden]; Adatrechtbundel VII, blz. 371. Godsdienstige rechtspraak in Ternate (1916—1922); Adatrechtbundel XXI, blz. 404-^109. W. Ph. Coolhaas. Inlandsche gemeenten (1923) [Ternate-archipel]; Adatrechtbundel XXIV. blz. 1. W. Ph. Coolhaas. Aanvullende gegevens>betreffende het sultanaat Batjan (1923); Adétrechtbundel XXIV, blz. 2—5. Adatvonnissen (1923) [Termte-ardripel]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 5—9. W. Ph. Coolhaas. Godsdienstige rechtspraak in Ternate (1923); Adatrechtbundel XXIV, blz. 492. W. Ph. Coolhaas. Kampong-rechtspraak op Batjan (1925); Adatrechtbundel XXV, blz. 351—353. W. Ph. Coolhaas. Kampong-kassen op Batjan (1925); Adatrechtbundel XXV, blz. 353—356. Gewestelijke régelingen en gegevens [uit regeeringsrapporten] nopens de inheemsche rechtspraak: Ternate en Onderhoorigheden; Adatrechtbundels I, blz. 247: V, blz. 465; XII, blz. 323; blz. 374— 397 en blz. 408; XVIII, blz. 432. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of effects. — La familie et les successions. H. van Dijken. Almaheira (koophuwelijk bij de Alfoeren „Idja"); Berichten Utrechtsche Zèndingsvereeniging, 20 (1879). Oude gegevens over Halmahera, (1883—1884) [Ternate-Archipel]; Adatréchtbündel XXIV, blz. 11—17. FJléschlieszUng bei den Alfuren auf Halmaheira; Ausland, 1884. H. van Dijken. Almaheira. Iets uit het volksleven der Alfoeren; Berichten Utrechtsche Zèndingsvereeniging, 25 (1884). Twee testamenten van inwoners der kampong Makasar te Ternate (1894 en 1896); Adatrechtbundel VII, blz. 207—213. J. Fortgens. Bijdragen tot de kennis van de naamgeving onder de Tobelo van Halemahera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 65 (1911). Adatregeling op Halmahera (1911); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 56 (1912). — Overgenomen in Adatrechtbundel'VII, blz. 157—161. A. Hueting. Over den bruidschat (op Halmaheira); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 57 (1913). A. H. Jansen. Mededeeling over de Soela-eilanden (1914); Adatrechtbundel X, blz1.'282. — Ontleend aan Berichten Utrechtsche Zèndingsvereeniging,. 1914. J. Fortgens [Vrouw, bruidschat, huwelijk en huwelijksontbinding op de Soela-eilanden] (1915); Adatrechtbundel XXIV, blz. 52 54. — Ontleend aan Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 59 (1915). J. Fortgens. Het adathuwelijk onder den Tabaroe-stam met daarvan afwijkende gebruiken., onder de Saoe en Waiolistammen (N. W. kust van Halmaheira); Bijdragen Koninklijk Instituut, 71 (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXTV, blz. 32—49. 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. A. Hueting. De zending en de landbouw; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 50 (1906). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 17—22. Verslag van een onderzoek (van controleur Riem) naar de door de bevolking van Morotai en eenige streken van Halmaheira uitgeoefende rechten op damarbosschen (1909); Adatrechtbundd VII, blz. 110—120. Verbodsteekenen (1921) [Ternate-Archipel]; Adatrechtbundel XXII, blz. 398; blz. 447; XXIV, blz. 98. W. Ph. Coolhaas. Verbodsteekenen (1925) [Ternate-archipel]; Adatrechtbundel XXV, blz. 349—351. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. p. De Ambonsche Molukken. f. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Grensgeschillen op Haroekoe (1810) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXII, blz. 399-^104. Beslissingen van den Gouverneur der Molukken (1818—1821); Adatrechtbundel XXIV, blz. 174—177. Misstellingen in het reglement van 1824 [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XII, blz. 255. D. H. Kolff. Reize door den weinig bekenden zuidelijken Molukschen Archipel enz. (1825—1826) (Amsterdam, 1828). Van Schmid. Aanteekeningen nopens de zeden, gewoonten en gebruiken, benevens de voóroordeelen en bijgeloovigheden der bevolking van de eilanden Saparoea, Haroekoe, Noessa Laut, en van een gedeelte van de Zuid-kust van Ceram, in vroegeren en lateren tijd; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1843, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 326—330. Gegevens over de Aroe-eilanden; Adatrechtbundel XVI, blz. 42—43. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1845, II. Gegevens betreffende Ceram; Adatrechtbundel XVI, blz. 15—17. — — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1845, II, en 1846, IV. J. F. G. Brumund. Aanteekeningen gehouden op eene reis in het oostelijke gedeelte van den Indischen Archipel; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1845, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. R. Scherius. Korte aanteekeningen van een reis over het gebergte van Ceram, van de Zuid- naar de Noordkust, of van de negorij Makarikie naar den post Wahaay; Tijdschrift NederlandschIndië, 8 (1846), IV. T. J. Willer. Beschrijving van het eiland Boeroe; Indisch Archief, 1849. — In 1859 uitgegeven onder den titel: „Het eiland Boeroe, •. zijn exploitatie en Alfoersche instellingen, door T. J. Willer; met bijdragen en toelichtingen in verband tot Europeesche ko; Iwsatie in Nederlandsch-Indië, door Jhr. J. P. Cornets de Groot." T. J. Willer. Aanteekeningen omtrent de instellingen der Halfoeren van het landschap Waai-Rama, behoorende tot het regentschap Hatililing, afdeeling Wahaai, eiland Ceram; Indisch Archief, 1 (1850), II. C. vap den Hart. Reize rondom het eiland Celebes en naar eenige der Moluksche eilanden, gedaan in den jare 1850, door Z. M. schepen van oorlog Argo en Bromo ('s-Gravenhage, 1853). Uitspraken van gecommitteerde ambtenaren voor Ceram, Ceramlaut, Goram, Aroe- en Kei-eilanden (1853—1857) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 177—209. C. M. Visser. De landbouw in de residentie Amboina in het jaar 1853; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 8 (1859). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 245—247. C. [F.] Bosscher. Statistieke aanteekeningen omtrent de Aroe-eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 2 (1854). J. B. J. van "Doren. 1. De Alfoeren van het eiland Ceram. 2. Rouwplechtigheden en onthaal bij de Alfoeren. 3. Aanteekeningen over de Goram- en de Arroö-eilanden [in Fragmenten uit de < reizen in den Indischen Archipel, dl I, Amsterdam, 1854]. C. Bosscher. Bijdragen tot de kennis van het oostelijk gedeelte van Ceram en omliggende eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). C. Bosscher. Bijdrage tot de kennis van de Keij-eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 4 (1855). [A. van Ekris ?] Iets over Ceram en de Alfoeren; Bijdragen Koninklijk Instituut, 5 (1856—1857). J. B. J. van Doren. Beknopte beschrijving van Wahaai, op de noordoostkust van het eiland Ceram; Bijdragen Koninklijk Instituut, 4 (1856). Picauly. Een bijdrage tot de kennis der Alfoeren van het eiland Boeroe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 3 (1859). P. van der Crab. De Moluksche eilanden. Reis van Z. E. den Gouverneur-Generaal Ch. F. Pahud, door den Molukschen archipel (Batavia, 1862). W. A. van Rees. De krijgstocht op Ceram in 1860; Koloniale Jaarboeken, 3 (1863). J. Kögel. Schutzmittel gegen Diebstahle auf einigen molukkischen Insein; Ausland, 1861. H. C. van Eybergen. Verslag eener reis naar de Aroe- en Keyeilanden (in 1862 en 1864); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 15 (1866). J. B. T- van Doren. De Keij-eilanden; Bijdragen Koninklijk Instituut, 10 (1863). P. van der Crab. Reis naar Nieuw-Guinea, de Goram- en CeramLaut-eilanden en oostelijk Ceram; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 13 (1864). C. B. H. von Rosenberg. Beschrijving van eenige gedeelten van Ceram; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 16 (1867). C. B. H. von Rosenberg. Reis naar de Zuidooster-eilanden ('s-Gravenhage, 1867). Uitspraken en gegevens over Aroe- en Keieilanden (1868) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXV, blz. 367—374. — Ontleend aan een reisverslag van'Jhr. W. C. F. Goldman.' E. W. A. Ludeking. Schets van de residentie Amboina; Bijdragen Koninklijk Instituut, 15 (1868). G. W. W. C. baron van Hoëvell. Ambon en meer bepaaldelijk de Oeliasers, geographisch, ethnographisch, politisch en historisch geschetst (Dordrecht, 1875). [Dr.] G. A. Wilken. Bijdrage tot de kennis der Alfoeren van het eiland Boeroe; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 38 (1875). — Verspreide Geschriften, 1912, dl L De Vries. Kerkelijk rapport over Ceram; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 22 (1875). F. S. A. de Clercq. Eenige aanteekeningen over de Ambonsche eilanden; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1 (1876). Gegevens over Boeroe, Ceram en Kei (1876—1910); Adatrechtbundel X, blz. 283—286. G. W. W. C. baron van Hoëvell. Iets over de vijf voornaamste dialecten der Ambonsche landtaal (bahasa tanah); Bijdragen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks, 1 (1877). L. Schultze. Ueber Ceram und seine Bewohner; Verhandlungen Berliner Gesellschaft für Anthropologie, Ethnologie und Ur- geschichte, 9 (1877). C. B. H. von Rosenberg. Les iles Kei; Annales de 1'Extrème Oriënt et de 1'Afrique, 2 (1879—1880). A. W. P. Verkerk Pistorius. Een wandeling over Ambon; De Gids, 1883, II. Dr. J. G. F. Riedel. De Tenimber- en Timorlaut-eilanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1883, II. H. O. Forbes. On the ethnology of Timor-Laut; Journal Anthropo¬ logical Institute Great Britain, 13 (1884) . E. Metzger. Die Timorlaut-Inseln; Ausiand, 1884. 23 H. E. D. Engelhard. Mededeelingen over het eiland Saleijer; Bijdragen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks, 8 (1884). Dr. J. G. F. Riedel. Der Aaruarchipel und seine Bewohner; Verhandlungen der Gesellschaft für Erdkunde, Berlin, 12 (1885). Dr. J. G. F. Riedel. De sluik- en kroesharige rassen tusschen Selebes en Papua ('s-Gravenhage, 1886). G. A. J. Waszmer. Ethnographisches aus Seram (herausgegeben von Dr. W. Joest); Globus, 49 (1886). C. Ribbe. Die Aru-Inseln; Festschrift zur Jubelfeier des 25 jahrigen Bestehens des Vereins für Erdkunde zu Dresden, 1888. M. M. Langevoort. Een en ander over mijn arbeidsveld; Nederlandsch Zendingstijdschrift, 2 (1890). G. W. W. C. baron van Hoëvell. De Kei-eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 33 (1890). G. W. W. C. baron van Hoëvell. De Aroe-eilanden, geographisch, ethnographisch en commercieel; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 33 (1890). G. W. W. C. baron van Hoëvell. Tanimbar en Timorlaoeteilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 33 (1890). Dr. L. Prochnik. Skizzen aus Niederlandisch-Ostindien. Amboina und Ceram; Mitteilungen der K. K. Geographischen Gesellschaft in Wien, 35 (1892). C. Ribbe. Ein Auf enthalt auf Gross-Seram; XXI Ier Jahresbericht des Vereins für Erdkunde zu Dresden, 1892. J. Boot. Korte schets der noordkust van Ceram; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1893. C. M. Pleyte Wzn. Ethnographische beschrijving der Kei-eilanden; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 10 (1893). H. Zondervan. Die Bewohner der Kei-Insein; Deutsche Geographi- sche Blatter, 16 (1893). K. Martin. Reisen in den Molukken, in Ambon, den Uliasern, Seran (Ceram) und Buru (Leiden, 1894). H. Hendriks. De heidensche bevolking op het eiland Boeroe. Geschetst naar het type van den Alfoer van Masarété, Zuidwestelijk deel des lands; Nederlandsch Zendingstijdschrift, 6 (1895). Hoofden, landbouw en inlandsche burgers op het eiland Ambon (1895—1920); Adatrechtbundel XXI, blz. 53—60. F. Quak. Het eiland Noesa Laoet en zijn bewoners (Oeliassers); Nederlandsch Zendüigstijdschrift, 8 (1896). G. W. W. C. baron van Hoëvell. Bijschrift bij de kaarten van Seran (vulgo Ceram); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1896. H. Hendriks. Het Burusch van Masarete ('s-Gravenhage, 1897). J. E. Heeres. Ambon in 1647; Bijdragen Koninklijk Instituut, 47 (1897). H. G. Langen. Die Keij oder Kïi-Inseln des O.-I. Archipelago (Wien, 1902). J. H. W. van der Miesen. Een en ander over Boeroe, inzonderheid wat betreft het district Waisama gelegen aan de Z. O.-kust; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 46 (1902). F. J. P. Sachse. Het eiland Seran en zijne bewoners (Leiden, 1907). J. H. W. van der Miesen. Een tocht langs de noordoostkust van Boeroe; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1908 en 1909. Indonesische nota over dati's en dati-grondenrecht (1911) [Ambon, enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 390—395. J. van Hecht Muntingh Napjus. Aanteekeningen betreffende het eiland Ceram of Seran: Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 29 (1912). Burger. Sitten und Gebrauche der Kei-Insulaner; Korr. Bl. der Deutschen Gesellschaft für Anthropologie und Urgeschichté, Jhrg. 43 (1912). O. D. Tauern. [Ceram]; Zeitschrift für Ethnologie, 45 (1913). Dr. F. Bürger. Land und Leute auf den südöstlichen Molukken, den Bismarck-archipel und den Salomo-Inseln (Berlin, 1913). H. Geurtjens. Mijn en dijn op de Kei [Ambon, enz.] ; Annalen van O. L. Vrouw v. h. H. Hart (1913). — Uittreksels in Adatréchtbündel XXV, blz. 356—367. H. J. A. Raedt van Oldenbarnevelt. De residentie Ambon; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 49 (1915). H. Geurtjens. Reisindrukken van de Tenimber-eilanden; Java-Post, jg 14 (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 44—45. W. H. F. Giel. Het binnenland van West-Ceram en zijn bewoners; Verhandelingen Indisch Genootschap, 23 "October 1916. Joh. A. F. Schut. Het zendingswerk op Boeroe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 21—25. Gegevens over Boeroe (1917); Adatrechtbundel XXIV, blz. 409— 414. — Zie Schut. H. Geurtjens. Over animisme óp de Keij-eilanden; Onze Missffchj 1 (1917—1918). Indonesische dorpsakte (1918) [Ambon, enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 244. A. Hueting. Het verband tusschen godsdienst en regeering bij Inlanders op Boeroe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 62 (1918). O. D. Tauern. Patasiwa und Patalima (Leipzig, 1918). F. J. P. Sachse. Gegevens uit de nota betreffende de onderafdeeling West-Ceram, samengesteld door.... (Encyclopaedisch Bureau, 1919). Joh. A. F. Schut Een Tijl Uflénspiegel-verhaal in de Boeroetaal; Bijdragen Koninklijk Instituut, 75 (1919). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 418—424. J. A. F. Schut. Uit de praktijk; Mededeelingen Nederlandsch Zen- delinggenootschap, 63 (1919). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 424. Verscheidenheden van Boeroe (1919—1922); Adatrechtbundel XXIV, blz. 424. Burgerlijke stand en godsdienst in Mohammedaansche dorpen op Haroekoe (1920) [Ambon, enz.]; Adatrechtbundel XXI, blz. 60—65. Gegevens omtrent het adatrecht in de onderafdeeling Wahaai op Ceram (1920) [Ambon, enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 438—446. Joh. A. F. Schut. Empah' f atan; „Kloppen van een lijk" op Boeroe; Bijdragen Koninklijk Instituut, 76 (1920). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIV, blz. 414—418. Mr. T. Volker. Adatrecht op Hitoe (1920) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 359—372. Mr. T. Volker. Het recht van sasi in de Molukken (1921); Adatrechtbundel XXIV, blz. 293—314. G. L. Tichelman. Rechterlijke tusschenkomst in het ontwikkelings¬ proces van het adatrecht [Met naschrift van J. C. V.]; Koloniaal Tijdschrift, 10 (1921). J. A. F. Schut. Nöro en Fèna op Boeroe; Bijdragen Koninklijk Instituut, 77 (1921). A. G. Boes. De Bewoners der Zuidelijke Molukken [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl II, Amsterdam, 1921], H. Geurtjens. Uit een vreemde wereld of het leven en streven der Inlanders op de Kei-eilanden ('s-Hertogenbosch, 1921). H. Geurtjens. Woordenlijst der Keieesche taal; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 63 (1921), 3e stuk. H. Geurtjens. De godsdienst der Keieezen; De Beiaard, 6 (1921), II. J. Kraanen. De vrouw in de Keieesche maatschappij; Onze Missiën, 5 (1921—1922). Verscheidenheden omtrent dati's (1922) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 372—390. J. D. Poetiray. De bewoners van Ambon en de Oeliassers (± 1922) ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 332—353. J. H. Pieters. De Meer-streek in het binnenland van Boeroe; Nederlandsch Zendingsblad, 5 (1922). — Uittreksel in Adatrechtbundel XXTV, blz. 424. Seran (bewerkt naar gegevens van F. J. P. Sachse); Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 29 (1922). P. Smits. Schetsen uit de Keieesche geschiedenis; Almanak Missiehuis Tilburg, 32 (1922). Inlandsche burgers (1923) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, bl. 209—234. [G. L. Tichèhhan]. De onderafdeeling Amahei, Zuid-Ceram (1923); Adatrechtbundel XXIV, blz. 425—436. Dr. E. Streseman. Religiöse Gebrauche auf Seran; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). J. A. F. Schut. Het eten van de eerstelingen van den gierstoogst op Boeroe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 67 (1923). Gegevens van doesoens aan de Teloeti- en Elpapoetihbaaien op Ceram (± 1923) [Ambon, enz.] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 436—438. Gegevens omtrent Hitoe (1923) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 354—359. — Uit De Aarde en haar Volken, 59 (1923). Jos. van der Kolk. Gegevens over Kei en Tanimbar (1923); Adatréchtbündel XXIV, blz. 472—485. Afschaffing van de instelling van dati's en omzetting van datidoesoens in poesakadoesoens (1923) [Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 404—409. P. Drabbe. De jacht op Tanimbar; Almanak Missiehuis Tilburg, 33 (1923). H. Geurtjens. Keieesche legenden; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 65 (1924), le stuk. J. van der Kolk. Leeftijdsklassen op de Tanimbar-eilanden; Bijdragen Koninklijk Instituut, 80 (1924). G. L. Tichelman. De onderafdeeling Amahei, Seran; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 42 (1925). P. Drabbe. Dood en begrafenis en spiritisme op Tanimbar; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1925. J. Ph. Duyvendak. Het kakean-genootschap van Seran (Almelo, 1926). Dr. H. Kraemer. Mededeelingen over den Islam op Ambon en Haroekoe; Djawa, 7 (1927), No. 2. 2, Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Les institutions politiques. Van Schmid. Het kakihansch verbond op het eiland Ceram; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 5 (1843), II. Kewan-reglement van de negorij Erna (1863) '[Ambon enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 289—293. A. van Ekris. Het Ceramsche kakianverbond; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 9 (1865). W. A. van Rees. Het kakihan-verbond [in De Pioniers der Beschaving in Neerlands Indië. Arnhem, 1866]. A. van Ekris. Iets over het Ceramsche kakian-yerbond; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 16 (1867). Kewan-reglement van de negorij Porto, eiland Saparoea (1870) [Ambon enz.] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 252—289. F. S. A. de Clercq. Het pëla (bondgenootschap) der Amboneezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 20 (1873). F. A. Nieuwenhuizen. Eedsformulier van de Alfoeren op Groot - Ceram; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 23 (1876). Mr. G. J. Keiser. Het regtswezen in de Molukkos, sedert de herstelling van het Nederlandsch gezag tot op heden; Regt Nederlandsch-Indië, 30 (1878). Alfoersche adat (eed); Indisch Weekblad van het Regt, No. 837 (1879). Ch. R. Bakhuizen van den Brink. De inlandsche burgers in de Molukken (1880); Bijdragen Koninklijk Instituut, 70 (1915). Jurisprudentie van de inheemsche rechtspraak op Boeroe, Ceram, Aroe en Tenimbar (1883—1923) [Ambon, enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 131—149. Adatvonnissen (1886—1921) [Ambon, enz.] ; Adatrechtbundel XXI, blz. 65—319. G. W. W. C. baron van Hoëvell. Bijdrage tot de ethnographie van den Indischen Archipel; Internationales Archiv für Ethnographie, 3 (1890). Adatvonnissen van den landraad te Bandaneira (1898—1920) ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 114—119. H. Krayer. [Ceram]; Nieuwe Rotterdamsche Courant, 22 Maart 1905, eerste blad, A. — Uittreksels in Adatrechtbundel X, blz. 285—286. Adatvonnissen van de landraden te Amboina en te Saparoea (1909— 1917); Adatrechtbundel XXIV, blz. 125—131. Verkiezing van hoofden [in de residentie Amboina en Onderhoorigheden] (1909--1910); Adatrechtbundel VII, blz. 371—387. H. Geurtjens. Le cérémonial des voyages aux lies Keij; Anthropos, 5 (1910). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 40—41. Dorpsinrichting, verdere volksordening en grondenrecht (1909— 1920) [Ambon, enz.]; Adatrechtbundel XXI, blz. 13—28. Gegevens over de Banda-groep (1913) [Ambon, enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 353. Sasi-reglement te Paperoe (eiland Saparoea). Verbodsteekenen en dorpsrechtspraak (1913—1922) [Ambon, enz]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 314—324. Mededeeling over dorpskassen [op Amboina en de Oeliassers] (1914); Adatrechtbundel X, blz. 287. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 4 (1914). J. J. G. Kruseman. Eenige opmerkingen omtrent den Eeredienst, het Inlandsch onderwijs en het Inlandsch bestuur op de Oeliassers; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), II. Adatinkomsten der dorpshoofden op Ambon (1917—1919); Adatrechtbundel XVI, blz. 14; XXI, blz. 50—53. Gegevens over dorpsrechtspraak (1919—1920) [Ambon, enz]; Adatrechtbundel XXIV. blz. 247—252. Adatvonnissen van het residentiegerecht te Amboina (1920); Adatrechtbundel XXIV, blz. 119—125. Fda-liederen (1921) [Ambon, enz] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 404—408. W. Ruinen. [Rechtsverhoudingen bij de sago (1921), Ambon, enz.] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 235—244. — Ontkend aan Indische Gids, 1921. G. L. Tichelman. Aanteekeningen betreffende Ceramsche Alfoereneeden; Koloniaal Tijdschrift, 11 (1922). Dorpsrechtspraak op Saparoea (1922) (Ambon, enz.}; Adatrechtbundel XXIV, blz. 324—326. Mr. H. A. Idema. De inheemsche rechtspraak in het gewest Amboina; Indisch Tijdschrift van het Recht. 117 (1923). G. de V. Een poging tot koppensnellen en hoe men deze voor de „Compenie" trachtte geheim te houden; Indische Gids, 1923, II. J. van de Kolk. Hoe de heidensche Keiees zijn God laat oordeelen; Het Missiewerk, 5 (1923—1924). P. Drabbe. Waardigheden of ambten in de Tanimbareesche maatschappij; Bijdragen Koninklijk Instkuut, 83 (1927). Gewestelijke regelingen en gegevens [uit regeeringsrapporten] nopens de inheemsche rechtspraak: Amboina en Onderhoorigheden; Adatrechtbundels I, blz. 247; V, blz. 441—442 en blz. 465; XII, blz. 323—324; blz. 373—374 en blz. 409; XVIII, blz. 432. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of effects. — La familie et les successions. J. Metz. Een huwelijksaanzoek en zijn gevolgen; Berichten Utrechtsche Zèndingsvereeniging, 1910. Roskott. Van schaken en huwen; Nederlandsche Zendingsbode, 1910. M. C. Schadee. Heirats- und andere Gebrauche bei den Mansela und Nusawele Alfuren in der Unterabtdluhg Wahaai der Insel Seram (Ceram); Internationales Archiv Ethnographie, 22 (1915) . H. Geurtjens. Keieesche namen; Annalen Missiehuis Tilburg, 34 (1916) . T. J. Bezemer. Verwantschaps- en huwelijksrecht op Ceram (1917); Adatrechtbundel XVI, blz. 18—20. Joh, A. F. Schut. [Huwelijksrecht op Boeroe]; Mededeelingen Nederr landsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 26—39. Joh. A. F. Schut. Het huwelijk bij de Gèb'emliar op Boeroe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 62 (1918). Gegevens omtrent het erfrecht bij enkele Alfoeren-stammen op Ceram (1918) [Ambon, enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 458-^63. P. Drabbe. Het heidensch huwelijk op Tanimbar; Bijdragen Koninklijkinstituut, 79 (1923). P. Drabbe. Wat een naam is op Tanimbar; Annalen Missiehuis Tilburg, 42 (1924). Mr. C. Th. Bertling Huwelijken op Tanimbar (1924); Adatrechtbundel XXIV, blz. 463—472. A. Hueting. Het huwelijk der Inlandsche Christenen in de Molukken; Adatrechtbundel XXV, blz. 482—491. — Ontleend aan De Opwekker, 70 (1925). M. de Koning. De adat der Tanimbareezen; De Zendingsbode, 1 (1926—1927). Etac. Verouderde adat; De Banier, 26 Mei 1927. M. de Koning. Hoe maakt men op Tanimbar een huwelijkszaak aanhangig?; De Zendingsbode, 2 (1927—1928). 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. C. F. Bosscher. Het landbezit in het zuidelijk gedeelte van den Molukschen Archipel; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 7(1858). Nota de regten betreffende welke in de residentie Amboina op onbebouwde gronden worden uitgeoefend (uitgebracht door G. W. W. C. baron van Hoëvell) (Batavia, 1875). M. C. Schadee(?). Dati-grond in Christendorpen op de Ambonsche eilanden (± 1907); Adatrechtbundel XXI, blz. 28—39. Regeeringsrapporten over grondbezit [op Ambon en Onderhoorigheden] (1908—1909); Adatrechtbundel VII, blz. 215—222. Dorpsinrichting, verdere volksordening en grondenrecht (1909— 1920) [Ambon, enz.] ; Adatrechtbundel XXI, blz. 13—28. M. Bartels. Ueber europaische und malajnsche Verbotszeichen; Zeitschrift des Vereins für Volkskunde in Berlin, 1910. Adatgrondenrecht op Ambon (1913—1920) ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 395^104. Gegevens omtrent het grondenrecht op Ceram (1918—1920) [Ambon, enz.] ; Adatrechtbundel XXIV, blz. 446—458. Mr. F. D. Holleman. Grondbezit en gebruiken in de Molukken (1920); Adatrechtbundel XXI, blz. 39—50. — Zie ook Soerabaiasch Handelsblad, 28 Januari en 17 Maart 1920. Mr. F. D. Holleman. Het adat-grondenrecht van Ambon en de Oeliassers (Delft, 1923). Mr. H. A. Idema. Het adat-grondenrecht van Ambon en de Oeliassers door Mr. F. D. Holleman; Indisch Tijdschrift van het Recht, 119 (1922). 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. Deelwinning van vee (1920) [Ambon, enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 234. q. Nieuw-Guinee. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Th. Forrest. A voyage to New Guinea, and the Moluccas (London, 1779). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXII, blz. 410. J. Pijnappel Gzn. Eenige bijzonderheden betreffende de Papoea's van de Geelvinkbaai; Bijdragen Koninklijk Instituut, 2 (1854), Nieuw-Guinea. Ethnographisch en natuurkundig (1858); Bijdragen Koninklijk Instituut, nieuwe volgreeks, dl 5 (1862). J. L. van Hasselt. Gedenkboek van een vijfentwintig-jarig zendelingsleven op Nieuw-Guinea (1862—1887) (Utrecht, 1888). Jhr. W. C. F. Goldman. Aanteekeningen gehouden op een reis naar Dorei (noord-oostkust van Guinee) in de maanden Juni, Julij, Augustus en September 1863; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 15 (1866), 16 (1867). A. Goudswaard. De Papoea's van de Geelvinkbaai (Schiedam, 1863). Dr. A. B. Meyer. Notizen über Glauben und Sitten der Papuas des Mafoor'schen Stammes auf Neu-Guinea; Mittheilungen der Gesellschaft für Erdkunde zu Dresden, 12 (1875). N. von Micklucho-Macklay. Ethnologische Bemerkungen ueber die Papuas der Maclay-küste in Neu-Guinea; Natuurkundig Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 35 (1875). C. B. H. von Rosenberg. Reistochten naar de Geelvinkbaai op NieuwGuinea ('s-Gravenhage, 1875). J. L. van Hasselt. Die Noeforezen; Zeitschrift für Ethnologie, 8 (1876). O. C. Stone. Description of the country and natives of Port Moresby and neighbourhood, New Guinea; Geographical Journal, 1876. A. Raffrav.. Reise durch die Molukken und an der Nordküste von Neu-Guinea, 1876 bis 1877; Globus, 36 (1879). Ottow en Geissler. Kort overzigt van het land en de bewoners der kust van Noord-Oostelijk Guinea; Bijblad Christelijke Stemmen, dl VI. No. 6. R. van Eek. Schetsen uit het volksleven in Nederl. Oost-Indië, X. De Papoes; Indische Gids, 3 (1881), II. Coutts Trotter. New-Guinea: A summary of our present knowledge with regard of the Island; Proceedings of the Royal Geographical Society, 1884. A. Bastian. Der Papua des dunkeln Inselnreichs im Lichte psychologischer Forschung (Berlin, 1885). J. L. van Hasselt. Eenige aanteekeningen aangaande de bewoners der N. Westkust van Nieuw Guinea, meer bepaaldelijk den stam der Noefoorezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 31 (1886), en 32 (1889). Dr. J. Kohier. Ueber das Recht der Papuas auf Neu-Guinea; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 7 (1887). H. Kühn. Mein Auf enthalt in Neu-(Juinea; Festschrift zur Jubelfeier des 25 jahrigen Bestehens des Vereins für Erdkunde zu Dresden, 1888. M. Hollrung. Kaiser Wilhelmsland und seine Bewohner; Verhandlungen der Gesellschaft für Erdkunde zu Berlin, 15 (1888). Dr. O. Schellong. Ueber Familienleben und Gebrauche der Papuas der Umgebung von Finschhafen (Kaiser Wilhelms-Land); Zeitschrift für Ethnologie, 21 (1889). E. Beardmore. On the natives of Mowat, Daudai, New Guinea; Tournal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 19 (1890). F. S. A. de Clercq. Moet Nieuw-Guinea een tweede Atjeh worden?; Indische Gids, 12 (1890). II. H. Zöller. Deutsch-Neu-Guinea und meine Ersteigung des Finisterre- Gebirges (Stuttgart, u.s.w., 1891). F. S. A. de Clercq. De West- en Noordkust van Nederlandsch- Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1893, I en II. Dr. D. W. Horst. De Rum-Serams op Nieuw-Guinea (Leiden, 1893). J. G. Metz. Wat Nederlandsch-Nieuw-Guinea bezit en behoeft; Nederlandsch Zendingstijdschrift, 7 (1895). K. Vetter. Ueber papuanische Rechtsverhaltnisse, wie solche namentlich bei den Jabim beobachtet wurden; Nachrichten über Kaiser Wilhelmsland und den Bismarck-Archipel, 1897. Dr. Hahl Ueber die Rechtsanschauungen der Eingeborenen eines Teiles der Blanchebucht und des Innern der Gazelle-Halbihsel; Nachrichten über Kaiser Wilhelmsland und den BismarckArchipel, 1897. J. L. D. van der Roest. Uit het leven der bevolking van Windessi (Nederl. Nieuw-Guinea); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 40 (1898). A. Hoffmann. Mitteüungen über die Anschauungen und Gewohnheiten der Eingeborenen im Dorfe Bogadjim bei Stephansort in Bezug auf Besitz und Erbschaft; Nachrichten über Kaiser Wilhelmsland und den Bismarck-Archipel, 1898. J. Chalmers. Toaripi; Tournal Royal Anthropological Institute of Great Britain and'ireland, 27 (1898). R. E. Guise. On the tribes inhabiting the möuth of the Wanigela River, New Guinea; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 28' (1899). P. W. Schmidt. Ethnographisches von Berlinhafen, Deutsch NeuGuinea; Mitteilungen der Anthropologischen Gesellschaft in Wien, 29 (1899). — Zie ook: Erganzungen und Berichtigungen zu: Ethnographisches u.s.w., 29 (1899). Dr. M. Krieger. Neu-Guinea (Berlin, 1899). Dr. B. Hagen. Unter den Papua's in Deutsch Neu Guinea (Wiesbaden, 1899). R. Parkinson. Die Berlinhafen-Section, Kaiser-Wilhelmsland; Internationales Archiv für Ethnographie, 13 (1900). Dr. J. Kohier. Das ReCht der Papuas; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 14 (1900). P. E. Moolenburgh. Enkele ethnografische bijzonderheden van de Arfoe's op Noord-Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 19 (1902), I. M. J. Erdweg. Die Bewohner der Insein Tnmleo, Berlinhafen, Deutsch Neu-Guinea; Mitteilungen der Anthropologischen Gesellschaft in Wien, 32 (1902). P. E. Moolenburgh. Reis door het smalste gedeelte van Nederlandsch Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 20 (1903) , I. D. A. P. Koning. Eenige gegevens omtrent land en volk der N. O. kust van Ned. Nieuw-Guinea, genaamd Papoea Telandjang; Bijdragen Koninklijk Instituut, 7e volgreeks, 1 (1903). Nova Guinea. Uitkomsten der Nederlandsche Nieuw-Guinea-Expeditie[s] in 1903 [en] in 1907 en 1909, vol. III: Ethnography and anthropologv by G. A. J. van der Sande (Leyden, 1907— 1913). — Zie ook Wirz. J. S. A. van Dissel. Landreis van Fakfak naar Sekar; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 21 (1904), I. J. S. A. van Dissel. Reis van Ati-Ati Onin over Patipi en Dëgén naar Kajoni (Nieuw-Guinea); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 21 (1904), II. J. S. A. van Dissel. Beschrijving van een tocht naar het landschap Bahaam; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 21 (1904) , II. Dr. J. D. E. Schmeltz. Die Stamme an der Südküste von Niederl. Neu-Guinea; Internationales Archiv für Ethnographie, 16 (1904). J. W. van Hille. Reizen in West-Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 22 (1905), I. A. Hoffmann. Sprache und Sitten der Papua-Stamme an der Astrolabe-Bai; Verhandlungen des Deutschen Kolonialkongresses, 1905. L. A. Snell. Eenige gegevens betreffende de kennis der zeden, gewoonten en taal der Pesechem van Centraal Nieuw-Guinea; Bulletin No. 68 der Maatschappij ter bevordering van het Natuurkundig Onderzoek der Nederlandsche koloniën. J. Krueger-Kelmar. Beitrage zur vergleichenden Ethnologie und Anthropologie der Neuhollander, Polynesiër und Melanesier (Göttingen, 1905). Dr. J. Kohier. Zum Rechte der Papuas; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 19 (1906). G. A. J. van der Sande. De Papuas van Ned. Nieuw-Guinea; Bulletin Koloniaal Museum Haarlem, No. 34 (1906). Dr. A. Hellwig. Nachtrage zum Asylrecht in Ozeanien; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 19 (1906). A. E. Pratt. Two years among New Guinea cannibals (London, 1906). Verslag van de militaire exploratie van Nederlandsch-Nieuw-Guinee, 1907__i9i5 (Weltevreden, 1920). [A. J. Gooszen.] Land en volk van Zuid-Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1909. C. G. Sdigmann. The Melanesians of British New-Guinea (Cam- bridge, 1910). P. Fr. Vormann. Zur Psychologie, Religion, Soziologie und Geschichte der Monumbo-Papua, (Deutsch Neuguinea); Anthropos, 5 (1910). Dr. J. Kohier. Zum Totemismus der Papuas und der Melanesier; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 23 (1910). M. Moszkowski, Vom Wirtschaftsleben der primitiven Völker (Unter besonderer Berücksichtigung der Papua von Neuguinea und der Sakai von Sumatra); Probleme der Weltwirtschaft, V (1911). J. C. van Eerde. Ethnographische gegevens van de exploratie-detachementen op Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1911. Dr. J. Kohier. Ueber die Rechte melanesischer Stamme auf NeU* guinea; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 25 (1911). R. Neuhauss. Deutsch Neu-Guinea, 3 dln (Berlin, 1911). Gerstmeyer. Ueber das Ergebnis der vom Reichs-Kolonialamte veranstalteten Umfrage zur Feststellung des Eingeborenen-Rechts in den Deutschen Koloniën; Verhandlungen der ersten Hauptver* sammlung der Internationalen Vereinigung für vergleichende Rechtswissënschaft und Volkswirtschaftslehre in Berlin zu Heidelberg vom 3 bis 9 September 1911 (Berlin, 1912). J. Viegen. De Marindineezen van Ned. Nieuw-Guinea. Etfatographische studie over namen van rivieren, plaatsen en stammen; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1911. Dr. J. Wiese. Wirtschaftliches und Ethnographisches aus KaiserWilhelmsland? Zeitschrift für Kolonialpolitik, Kolonialrecht und Kolonialwirtschaft, 14 (1912). T. H. P. Murray. Papua or British New Guinea (London-Leipsic, 1912). F. J. P. Sachse. Noord Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1912. O. G. Heldring. Drie jaren in Nieuw-Guinea; Bulletin Koloniaal Museum Haarlem, No. 50 (1912). R. W. Williamson. The Mafulu Mountain People of British New Guinea (London, 1912). K. Gjdlerup. De Saweh-stam der Papoea's in Noord-Nieuw-Guinea; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 29 (1912). Christen-Chineezen op Nieuw-Guinea (1912); Adatrechtbundel XX, blz. 436—438. — Ontleend aan Berichten van de Utrechtsche Zèndingsvereeniging 1913. R. W. Williamson. Some unrecorded customs of the Mekeo People of British New Guinea; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 43 (1913). Dr. R. Thurnwald. Drei Jahre im Innern von Neu-Guinea, 1913— 1915; Jahrbuch des stadtischen Museums für Völkerkunde zu Leipzig, 7 (1915—1917). Dr. R. Thurnwald. Die Gemeinde der Banaro. Ehe, Verwandtschaft und Gesellschaf tsbau eines Stammes im Innern von Neu-Guinea. Aus den Ergebnissen einer Forschungsreise, 1913—1915. Ein Beitrag zur Entstehungsgeschichte von Familie und Staat; Zeitschrift für vergleichende Rechtswissënschaft, 38 (1920), 39 (1921). Afzonderlijk uitgegeven, Stuttgart, 1921. J. F. Snelleman. Het huis met de hagedissen op Jamna; Ned. Ind. Huis Oud en Nieuw, 1 (1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXII, blz. 410. W. N. Beaver. A description of the Girara District, Western Papua; Geographical Journal, 43 (1914). F. van Peski. Beschrijving eener exploratie van het eiland Misool (met woordenlijst) (Deventer, 1914). Augusta de Wit. Natuur en Menschen (Amsterdam, 1914). Adatregeling voor Christeninlanders op Noord-Nieuw-Guinea (± 1914); Adatrechtbundel X, blz. 288—299. J. A. van Balen. Windèsische verhalen, met vertaling en woordenlijst; Bijdragen Koninklijk Instituut, 70 (1915). Ethnographische gegevens betreffende de inboorlingen in hetstroomgebied van de Mamberamo-rivier (Nieuw-Guinea); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1915. [W. K. H. Feuilletau de Bruyn]. De Schouten-eilanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 51 (1916). G. Landtman. The magie of the Kiwai Papuans in warfare; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 46 (1916). L. M. F. Plate. De bestuurstaak in Zuid-Nieuw-Guinea; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), I. L. M. F. Plate. Het binnenlandsch bestuur en de koppensnellers van Zuid-Nieuw-Guinea; Orgaan Moederland en Koloniën, 16 (1916). J. A. Wasterval. Zwangerschap, geboorte en kindermoord bij de Papoeas in en om de Humboldtsbaai; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 57 (1916). J. A. Wasterval. Gegevens betreffende de Humboldtsbaai (1918); Adatrechtbundel XXII, blz. 409. L. Berkhout. Bijdrage tot de kennis van de Majo-imvijdingsfeesten bij de Marindineezen in Zuid-Nieuw-Guinea; Bijdragen Koninklijk Instituut, 75 (1919). J. van de Kolk. Bij de oermenschen van Ned. Zuid-Nieuw-Guinea (Sittard-Tilburg, 1919). J. A. Wasterval. Zwangerschap, geboorte, kindermoord en huwelijk bij de Papoeas in en om de Tanah Merah-baai; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 58 (1919). E. F. Pearson Chinnery. Unknown New Guinea; United Empire, 10 (1919). J. Rauws. Nieuw-Guinea (Den Haag, z. j.). D. C. A. Bout. De zegepraal van het kruis in Nieuw-Guinea op z'n smalst; Lichtstralen op den Akker der Wereld, 25 (1919). W. N. Beaver. Unexplored New-Guinea (London, 1920). W. K. H. Feuilletau de Bruyn. Schouten en Padaido-eilanden; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 21 (1920). D. C. A. Bout. Pionniersarbeid in het gebied van de Oninradja's op West-Nieuw-Guinea; Lichtstralen op den Akker der Wereld, 26 (1920). F. J. F. van Hasselt. Iets over de Roem Seram en over Nanggi; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 60 (1921). A. J. Gooszen. De Bewoners van Nederlandsch Nieuw-Guinee [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl II, Amsterdam, 1921]. J. C. van Eerde. Indonesische en Melanesische beschavingsgebieden op Nieuw-Guinee; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1921 en 1922. Dr. P. Wirz. Anthropologische und ethnologische Ergebnisse der Central-Neu-Guinea-Expedition, 1921—1922 [Nova Guinea, vol. XVI, Mvraison 1] (Leiden, 1924). J. van der Kolk en P. Vertenten. Marindineesch woordenboek, dl I, Nederlandsch-Marindineesch (Weltevreden, 1922). F. J. F. van Hasselt. Papoesche adat; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 66 (1922). H. J. T. Bijlmer. Met de Centraal Nieuw-Guinee Expeditie naar een onbekenden volksstam in het hooggebergte; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1922. Dr. P. Wirz. Die Marind-anim von Hollandisch-Süd-Neu-Guinea; Abhandlungen aus dem Gebiete der Auslandskunde, Hamburgische Universitat, bd 10 (1922), 16 (1925). Dr. P. Wirz. Wörterverzeichmss der Sprache des Stammes Mansibabër (Von hollandisch Nord-Neu-Guinea); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). A. Liston-Blyth. Notes on native customs in the Baniara district (N. E. D.), Papua; Journal Royal Anthropological Institute, 53 (1923). S. H. Ray. The languages of the western division of Papua; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 53 (1923). Dr. P. Wirz. Dies und jenes über che Sentanier und die Geheimkulte im Norden von Neu-Guinea; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 63 (1923). J. Schmidt. Die Ethnographie der Nor-Papua (Murik-Kaup-Karam) bei Dallmannhaufen, Neu-Guinea; Anthropos, 18/19 (1923— 1924), 21 (1926). Dr. P. Wirz. Vooroudervereering en voorouderbeelden van Neder- landsth-Nieuw-Guinea; Nederlandsch Indië Oud en Nieuw, 9 (1924—1925). J. C. Lamster. Beschavingsgebieden op Nieuw-Guinee; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1925. F. E. Williams. Plant- emblems among the Orokaiva; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 55 (1925). E. Baxter-Riley. Among Papuan headhunters (London, 1925). M. -M. Taylor. Bei den Kannibalen von Papua (Leipzig, 1925). Ch. le Roux. Expeditie naar het Nassaugebergte in Centraal Noord Nieuw Guinea; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 66 (1926). A. P. Lyons. Notes on the Gogodara tribe of Western Papua; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 56 (1926). F. J. F. van Hasselt. In het land der Papoea's (Utrecht, 1926). W. J. V. Saville. In unknown New Guinea (London, 1926). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. M. Timmers. Iets over de slavernij; Berichten Sint-Claverbond, 1902. R. Thurnwald. Politische Gebilde bei Naturvölkern; Zeitschrift für vergleichende Rechtswissënschaft, 37 (1919). J. Viegen. Les sociétés secrètes des Marind; Semaine d'Ethnologie religieuse, Compte-Rendu analytique de la IHe session, tenue a Tilbourg, 6—14 Sept. 1922. Jurisprudentie van de inheemsche rechtspraak (1924) [NieuwGuinea] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 374—382. Gewestelijke regelingen en gegevens [uit regeeringsrapporten] nopens de inheemsche rechtspraak: Zuid-Nieuw-Guinea; Adatrechtbundels I, blz. 247; V, blz. 443 en blz. 465; X, blz. 365; XII, blz. 324; XVIII, blz. 432. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of ef fects. — La familie et les successions. R. van Eek. Schetsen uit het volksleven in Nederl. Oost-Indië; IV. Huwelijken en begrafenissen bij de Papoes; Indische Gids, 1 (1879), II. Dr. D. W. Horst. Rapport van een reis naar de Noord-kust van Nieuw-Guinea; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32 (1889). Dr. Schnee. Einiges über Sitten und Gebrauche der Eingebornen Neu-Guineas; Verhandlungen Zeitschrift für Ethnologie, 32 (1900). H. Edler v. Hoffmann. Die Verordnung des Gouverneurs von Deutsch-Neu-Guinea, betreffend das EheTecht unter den Eingeborenen; Zeitschrift für Kolonialpolitik, Kolonialrecht und Kolonialwirtschaft, 7 (1905). F. J. F. van Hasselt. De huwelijksregeling voor de Papoesche Christenen op Noord-Nieuw-Guinea; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 58 (1914). — Overgenomen in Adatrechtbundel X, blz. 288—299, onder den titel: Adatregeling voor Christeninlanders op Noord-Nieuw-Guinea (± 1914). Fr. Joh. Jens. Het Insos- en het K'Borfeest op Biak en Soepiori; Bijdragen Koninklijk Instituut, 72 (1916). A. P. Lyons. Paternity beliefs and customs in Western Papua; Man, 24 (1924). A. P. Lyons. The significancc of the parental state among Muruans; Man, 25 (1925). J. van der Kolk. Marindiheesche verwantschapsbetrekkingen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 82 (1926). 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. Wolff. Das Recht am Grund und Boden im Schutzgebiet von Deutsch-Neu-Guinea; Zeitschrift für Kolonialpolitik, Kolonialrecht und Kolonialwirtschaft, 8 (1906). Verbodstéekenen (1924) [Nieuw-Guinee] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 382. Dr. F. W. T. Hunger. Verbodsteekens in de klapper-aanplantingen op Nederl. Zuid Nieuw-Guinea; Nederlandsch-Indië, Oud en Nieuw, 9 (1924—1925). 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. Dr. K. J. Friedrich. Strafrechtsgewohnheiten der Eingeborenen in deutschen Schutzgebieten; Zeitschrift für Kolonialpoütik, Kolonialrecht und Kolonialwirtschaft, 13 (1911). J. van de Kolk. Over het koppensnellen op Nieuw-Gktinea; Annalen Missiehuis Tilburg, 30 (1912). A. P. Lyons. Harina or punishment by substitute; Man, 21 (1921). P. Vertenten. Het koppensnellen in Zuid-NieuwrGuinea; Bijdragen Koninklijk Instituut, 79 (1923). — Afzonderlijk verschenen te Tilbütg, 1923. r. De Timorsche kring. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Mr. W. van Hogendorp. Beschrijving van het eiland Timor; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 1 (1779), 2 (1780). E. A. Francis. Timor in 1831; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1838 I en II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 49—50. J. D. K. Beschrijving van Timor; De Oosterling, 1835, II. Gegevens over Roti; Adatrechtbundel XVI, blz. 164—167. Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1838, I en II; 1843 II en 1858 I. Gegevens over Timor1 rNAdatrechtbundel XVI, blz. 49—54. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1838—1855. G. Heymering. Zeden en gewoonten op het eiland Rottie; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1843, II en 1844, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 165—167. G. Heymering. Zeden en gewoonten op het eiland Timor; Tijdschrift Nederlandscb*indië, 1845, III. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVaVblz. 50—51. J. R. Logan. Memoirs of Malays I Che Soliman's Narration; Journal Indian Archipelago, 2 (1848). Bijdragen tot de kennis van het eiland Timor en onderhoorigheden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1849, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 51—52. D. W. C. baron van Lijnden. Bijdragen tot de kennis van Solor, Allor, Roti, Savoe en omliggende eilanden; Natuurkundig Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 2 (1851). D. B. Het eiland Timor; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1852, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 52—54. Oudere gegevens over Bima (1852—1859); Adatrechtbundel XVI, blz. 197—198. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-IncH4j 1852, I; 1855, II en 1859, II. Oudere gegevens over Soemba; Adatrechtbundel XVI, blz. 168— 169. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1853, I en 1855, I. Bijdrage tot de kennis van het eiland Soemba of Sandelhout (uit verslagen van Sluyter en Maldeghem); Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 15 (1853), I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 168. J. P. Freyss. Mangarai en Lombok in 1854—1856; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 9 (1860). [D. J. van den Dungen GronoviusJ. Beschrijving van het eiland Soemba of Sandelhout; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1855, 24 L — Uittreksels ift Adatrechtbundel XVI, blz. 168—169; XXVI, blz. 485. P. J. Veth. Het eiland Timor; Gids, 1855, I en II. Rechtstermen (1855) [Timor]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 485. — Zie Van den Dungen Gronovius. H. Zollinger. Verslag van een reis naar Bima en Soembawa en eenige plaatsen op Célébes, Saleijer en Floris, gedurende de maanden Mei tot December 1847; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 23 (1850). — Vertaling in Journal Indian Archipelago, new series, 1 (1856). A. de Castro. Résumé historique de 1'établissement Portugais a Timor, des us et des coutumes de ses habitants; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 11 (1862). A. Jackstein. Bijzonderheden omtrent den toestand der bevolking van het eiland Rotti; Koloniale Jaarboeken, 4 (1864). S. Roos. Bijdrage tot de kennis van taal, land en volk op het eiland Soemba (met woordenlijst en samenspraken); Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 36 (1872). A. de Castro. Timor et les Timoriens; Revue Maritime et Coloniale, 33 (1872). J. S. G. Gramberg. Een maand in de binnenlanden van Timor; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 36 (1872). W. M. Donselaar. Aanteekeningen over het eiland Savoe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 16 (1872). J. M. Kluppell. De Solor-eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 20 (1873). Jackstein. Eenige Notizen over Rotti en de Rottineesen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 20 (1873). M. Tef f er. De Savoe-eilanden; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 19 (1875). M. Tef f er. Iets omtrent de Savoeneezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 23 (1876). F. C. Heynen. Het rijk Larantoeka op het eiland Flores in Nederlandsch-Indië; Studiën op godsdienstig, wetenschappelijk en letterkundig gebied, 1876. S. Roos. Iets over Endèh; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 24 (1877). J. Esser. Aanteekeningen over Soemba; Tijdschrift NederlandschIndië, 1877, II. Dr. J. G. F. Riedel. Timor en onderhoorigheden in 1878 en later; Indische Gids, 7 (1885), I. A. Haga. De Mardijkers van Timor, met bronnen en aanteekeningen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882). J. J. van Alphen. Soemba en de Soembaneezen; Tijdschrift van Nederlandsch-Indië, 1884, I. H. O. Forbes. On some of the tribes of the island of Timor; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 13 (1884). H. O. Forbes. A naturalist's wanderings in the Eastern Archipelago (London, 1885). Dr. J. G. F. Riedel. The Sawu- or Haawu-group; Revue coloniale internationale, 1885, I. Dr. J. G. F. Riedel. Die Landschaft Dawan oder West-Tirnor; Deutsche Geographische Blatter, 10 (1886). Dr. J. G. F. Riedel. The island of Flores or Pulau Bunga. The tribes between Sika and Mangaraai; Revue coloniale internationale, 1886, I. H. Zondervan. Timor en de Timoreezen; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1888. Dr. J. G. F. Riedel. Note sur-Hle Rote; IVe congrès international des sciences géographiques tenu a Paris en 1889, Compte Rendu, I. Ph. Bieger. Eerste -indrukken en ervaringen op Savoe; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 33 (1889). N. Graafland. Eenige aanteekeningen op het ethnografisch gebied ten aanzien van het eiland Rote (vuig. Rotti); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 33 (1889). Nadere gegevens uit zendingsberichten (1890—1916) [Timor enz.]; Adatrechtbundel XXV, blz. 384—399. — Ontleend aan Berichten uit Nederlandsch-OoSt-Indië voor de leden van den St. Claverbond. J. de Roo van Alderwerelt. Eenige mededeelingen over Soemba; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 33 (1890). J. W. Meerburg. Proeve eener beschrijving van land en volk van Midden-Manggarai (West-Flores), afdeeling Bima, Gouvernement Celebes en Onderhoorigheden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 34 (1891). D. F. van Braam Morris. Nota van toelichting behoorende bij het contract gesloten met het landschap Bima op den 20sten October 1886; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 34 (1891). J. de Roo van Alderwerelt. Soembaneesch-Hollandsche woordenlijst, met een schets eener grammatica; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 34 (1891). J. F. Niks. Het eiland Rotti (Rote); Nederlandsch Zendingstijdschrift, 3 (1891). Dr. H. F. C. ten Kate. Verslag eener reis in de Timorgroep en Polynesië; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1894. Het landschap Amarassi op Timor; Tijdschrift Binnenlandsch BeStuur, 7 (1894). Th. van Swieten. [Mededeeling over Timor]; Berichten Sidt^Claverbond, 1898, I. — Overgenomen in Adatrechtbundel VII, blz. 233—237. C. Pinto. Les indigènes de lTnde portugaise; Mémoires soumis au Congrès international de sociologie coloniale, tenu a Paris du 6 au 11 aoüt 1900. W. Pos. Soembaneesche woordenlijst; Bijdragen Koninklijk Instituut, 53 (1901). H. J. Grijzen. Mededeelingen omtrent Beloe of Midden-Timor; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 54 (1902—1904). J. de Roo van Alderwerelt. Historische aanteekeningen over Soemba (Residentie Timor en Onderhoorigheden); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 48 (1905). J. Kohier. Zum Rechte der Timoresen; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 17 (1905). J. E. Jasper. Het eiland Soembawa en zijn bevolking; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 34 (1908). Mr. dr. J. C. G. Jonker. Rottineesch-Hollandsch Woordenboek (Leiden, 1908). — Uittreksels in Adatfechtbundel XVI, blz. 55—163. A. J. L. Couvreur. Een dienstreis benoorden Larantoeka (OostFlores); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1908. Circulaire van den resident van Timor (1909); Adatrechtbundel I, blz. 48—50; V, blz. 11. D. K. Wielenga. [Nieuwere gegevens over Soemba]; Adatrechtbundel XVI, blz. 170—179. — Ontleend aan De Macedoniër, 1909—1917. H. Hangelbroek. Soemba. Land en Volk (Assen, 1910). D. K. Wielenga. Soemba, Marapoe, Karanggoe, Watoe; De Macedoniër, 1911. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI. Dr. J. Elbert. Die Sunda-Expedhaon, 2 dln (Frankfurt a.M., 1911— 1912). J. D. H. Beckering. Beschrijving der eilanden Adonara en Lomblem, behoorende tot de Solor-groep; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1911. H. Witkamp. Een verkenningstocht over het eiland Soemba; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1912 en 1913. D. K. Wielenga. Soemba voorheen en thans; Verlumdelingen Indisch Genootschap, 18 Februari 1913. D. K. Wielenga. Schuldbesef bij den animist; De Macedoniër, 1913. M. Timmers. Sikkaneesche verscheidenheden; Berichten Sint-Claverbond, 1913. J. de Nateris. Toestanden en gebruiken op Oost-Flores; Berichten Sint-Claverbond, 1913. C. H. van Rietschoten. Tocht over Timor; Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, afl. 3 (1914). De eilanden Alor en Pantar; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1914. Stapel. Het Manggeraïsche volk (West-Flores); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 56 (1914). J. A. van Staveren. De Rokka's van Midden-Flores; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 57 (1916). A. Couvreur. Aanteekeningen nopens de samenstelling van het zelf- bestuur van Bima; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 52 (1917). — Overgenomen in Adatrechtbundel XVI, blz. 199—213. A. Couvreur. Aard en wezen der Inlandsche zelfbesturen op bet eiland Soemba; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 52 (1917). — Overgenomen in Adatrechtbundel XVI, blz. 180—190. Twee landschappen op Timor (1. Amarassi; 2. Zuid-Beloe door J. K. Bruijnis); Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1919. W. O. J. Nieuwenkamp. Het kostüjnib van een méö of koppensneller op Timor; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1920. Jhr. B. C. C. M. M. van Suchtelen. Endeh (Flores); Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 26 (1921). J. D. H. Beckering. De Bevolking van de Timor-groep [in De Volken van Nedérlandsch-Indië, dl II, Amsterdam, 1921]. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De Roteneezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 60 (1921). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Verslag van een reis over het eiland Soemba; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 38 (1921), 39 (1922). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De Soembaneezen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 78 (1922). Heersma. Korte mededeelingen betreffende den Adatgodsdienst (heidendom) der Timoreezen van Midden-Timor enz., Tijdschrift Vereeniging Gediplomeerd Gezaghebbers, 3 (1922). Gegevens over het landschap Soembawa (1923); Adatrechtbundel XXV, blz. 399—404. F. H. van de Wetering. Het Roteneesche huis; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). D. K. Wielenga. Doodencultus op Soemba; De Macedoniër, 27 (1923). D. K. Wielenga. Soemba ('s-Gravenhage, z. j.). F. H. van de Wetering. Onze verhouding tot het heidendom (1924) ; Adatrechtbundel XXV, blz. 454—482. — Ontleend aan de Timorbode. waarin overgenomen uit het Algemeen Protestantenblad. [Dr.] Alb. C. Kruyt. De Timoreezen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 79 (1923), 80 (1924). F. H. van de Wetering. De Savoeneezen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 82 (1926). Heidensche rouw- en begrafenisgebruiken in Zuid-Beloe (Timor); Katholieke Missiën, 52 (1926—1927). P. J. Lambooy. Sporen van oudere bevolking op Soemba; De Macedoniër, 31 (1927). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. H. D. Wiggers. Gewone eed der Timoreezen en Rottineezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 36 (1893). J. Engbers. Troonsopvolging in het rijk van Sika (Flores) ; Berichten St.-Claverbond, 1898. Th. van Swieten. Timor. Iets over het rechtswezen dezer gewesten; Berichten St. Claverbond, 1898, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel VII, blz. 234—235. M. Timmers. Iets over de slavernij; Berichten Sint-Claverbond, 1902. Dr. J. G. F. Riedel. Prohibitieve teekenen en tatuagevormen op het eiland Timor; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 49 (1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel XII, blz. 257—258. Mr. J. C. Kielstra. De rechtspraak over de Inlandsche bevolking in het Gouvernement Celebes en Onderhoorigheden en de residentie Timor; Indische Gids, 1907, I en II. Verkiezing van hoofden [in Timor en Onderhoorigheden]; Adatrechtbundel VII, blz. 388. G. Beker. [Mededeeling over Middel-Flores].;1 Bijdragen Koninklijk Instituut, 67 (1913). — Uittreksflb in Adatrechtbundel XII, blz. 259—260. H. Doeff. Nieuw leven; Koloniaal Tijdadfatift, 2 (1913), Ê Adatinkomsten van volkshoofden (1917—1919) [Timor, enz.]; Adatrechtbundel XXI, blz. 320—325. Slavenrecht op Lombok (1920); Adatrechbundel XXII, blz. 417. M. A. Bouman. Toeharlanti. De Bimaneesche sultansverheffing; Koloniaal Tijdschrift, 14 (1925). S. J. van Geuns. Aard en wezen van het inlandsch zelfbestuur ih het landschap Miomaffo op Timor; Koloniaal Tijdschrift, 16 (1927). Gewestelijke regelingen en gegevens [uit regeeringsrapporten} nopens de inheemsche rechtspraak: Timor en Onderhoorigheden; Adatrechtbundels I, blz. 247; V, blz. 444—454 en blz. 465; XII, blz. 324; blz. 397—403 en blz. 409; XVIII, blz. 432; XXIV, blz. 493. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of effects. — La familie et les successions. Bruidschat (1862) [Timor, enz]; Adatrechtbundel XXII, blz. 412. — Ontieend aan Bijblad No. 1328. Eenige mededeelingen betreffende Rote, door een inlandschen schoolmeester; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882). A. IJsseldijk. Missie te Korting (Florës); Berichten Sint-Claverbond, 1890. — Uittreksels in Adatrechtbundel VII, blz. 225 —226. Th. van Swieten. Het huwelijk te I^arantoeka; Berichten Sint-Claverbond, 1897. — Overgenomen in Adatrechtbundel VII, blz. 226 —233. Mr. A. A. Galestin. Huwelijksrecht en huwelijksgebruiken in den Timoreeschen Ardiipel; Indische Gids, 1908, I. D. K. Wielenga. Het Savoeneesche huwelijk; De Macedoniër, 1911. — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 191—192. M. T. Over trouwpartijen te Sikka (Zuid-Flores); Javapost, 1915. J. F. Colenbrander. Iets over de Savoeneesche adat in betrekking tot huwelijk en erfrecht; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 50 (1916). — Overgenomen in Adatrechtbundel XVI, blz. 193 —196. F. H. van de Wetering. De naamgeving op het eiland Rote; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 63 (1923). F. de Lange. Hoe men trouwt in Melaka (Zuid-Timor); Katholieke Missiën, 49 (1923—1924). F. H. van de Wetering. Het huwelijk op Rote; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 65 (1925). 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime f oncier. Resumé van het onderzoek naar de regten welke in de residentie Timor door de inlandsche bevolking op de onbebouwde gronden worden uitgeoefend (samengesteld door mr. J. K. de Wit) (Batavia, 1877). Verbodsteekenen (1921) [Timor]; Adatrechtbundel XXII, blz. 411 en blz. 447. 5. Schuldenrecht en dëhctenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. J. F. Niks. Eene verzameling van strafbepalingen, die in het regentschap Seba (Savoe) worden toegepast; Nederlandsch Zendingstijdschrift, 5 (1893). J. K. Wijngaarden. Savoeneesche straffen; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 38 (1894). Deelwinning van vee (1920) [Timor enz.]; Adatrechtbundel XXIV, blz. 486. s. Bali en Lombok. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble dn droit coutumier. Dr. R. Friederich. De Oesana Bali; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 9 (1847), III. H. Zollinger. Het eiland Lombok; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1847, II. — Vertaling in Journal Indian Archipelago, 5 (1851). G. Lauts. Het eiland Balie en de Balienezen (Amsterdam, 1848). R. Friederich. The language and literature of the island of Bali ; Journal Indian Archipelago, 3 (1849). Dr. R. Friederich. Voorloopig verslag van het eiland Bali; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 22 (1849) en 23 (1850). — Vertaling in Journal Royal Asiatic Society, new Series, 8 (1876), 9 (1877), 10 (1878); overgenomen in Miscellaneous Papers relating to Indo-China and the Indian Archipelago, 2d series, London, 1887, vol. II. J. P. Freyss. Mangarai en Lombok in 1854—1856; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 9 (1860). P. L. van Bloemen Waanders. Dagverhaal eener reis over Bali in Juni en Juli 1856; Tijdschrift Nederlandsch-Indië)* 1870, I en II. P. L. van Bloemen Waanders. Aanteekeningen omtrent zeden en gebruiken der Balineezen,'inzonderheid die van Boeleleng; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 8 (1859) ; zie ook dl 5 (1856), en 7 (1858). Vertaling van Lomboksche lontar-afschriften, betrekking hebbende op het domein, op grondverkoop, grondverpanding, pelais, geldleening (1866—1907) ; Adatrechtbundel XV, blz. 301^307. J. de Vroom. Aanteekeningen uit eene Balische adversaria; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 18 (1868—1872). R. van Eek. Het lot der vrouw op Bali; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 18 (1868—1872). Dewa-Donda. Kawi-wetboek, vertaald door A. H. G. Blokzeijl; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 18 (1868—1872). P. J. Veth. Nieuwe bijdragen tot de kennis van Bali; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1870, II. R. van Eek. Beknopte handleiding bij de beoefening van de Balineesche taal (Utrecht, 1874; 2e druk 1876). — Uittreksels in Adatrechtbundel XV, blz. 77—86. J. de Vroom. Balineesche lontar-brieven met vertaling en aanteekeningen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 18 (1868—1872), 21 (1875). R. Sosrowidjojo. Serat poerwotjarito Bali (Batavia, 1875). R. van Eek. Schets van het eiland Lombok; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 22 (1875). Kerta-sima of Gemeente- en waterschapswetten op Bali. Vertaald en uitgegeven door R. van Eek en F. A. Liefrinck; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap. 23 (1876). A. Ligtvoet. Aanteekeningen betreffende den economischen toestand en de ethnographie van het rijk van Soembawa; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 23 (1876). F. A. Liefrinck. Nota betreffende den ekonomischen toestand van het rijk Bangli (Bali); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 24 (1877). R. van Eek. Schetsen van het eiland Bali; Tijdschrift NederlandschIndië. 1878, II, 1879, I en 1880, I en II. R. van Eek. Een en ander over Bali; Indische Gids, 2 (1880), II. Dr. J. Jacobs. Eenigen tijd onder de Baliërs (Batavia, 1883). — Uittreksels in Adatrechtbundel XV, blz. 14—16. F. A. Liefrinck. De rijstcultuur op Bali; Indische Gids, 1886, II en 1887, I. — Geschriften van (Amsterdam, 1927). F. A. Liefrinck. Bijdrage tot de kennis van het eiland Bali (1889); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 33 (1890). — Geschriften van .... (Amsterdam, 1927). F. A. Liefrinck. Een proef op de som; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 4 (1890), 5 (1891). — Geschriften van (Amsterdam, 1927). Eenige aanteekeningen betreffende Lombok ('s-Gravenhage, 18941. A. A. Hoos. Bali en Lombok; Verhandelingen Indisch Genootschap, 11 December 1894. F. A. Liefrinck. De residentie Bali en Lombok na het jaar 1894; Verhandelingen Indisch Genootschap, 30 December 1902. — Geschriften van .... (Amsterdam, 1927). C. J. Leendertz. Bali en de Balineezen. Een en ander over land en volk (Leiden, 1895). Dagverhaal van eene reis van den resident van Bali en Lombok .... naar Karangasem en Kloengkoeng van 11 t/m. 26 April 1898; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 43 (1901). Dagverhaal van eene reis van den resident van Bali ert Lotr-bok .... naar Tabanan en Badoeng, van 17 Juli t/m. 5 Augustus 1899; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 43 (1901). H. J. E. F. Schwartz. Aanteekeningen omtrent het landschap Gianjar, eil. Bali (Beschrijving en bestuursinrichting); Tijdschrift Bin• nenlandsch Bestuur, 19 (1900). Rapport van een reis van den Controleur voor de politieke aangelegenheden vergezeld door den Poenggawa van Soekasada Goesti Njoman Raka van 27 Januari t/m. 7 Februari 1900; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 43 (1901). F. A. Liefrinck. Een staatsstuk van den vorst van Lombok; Tijd' schrift Bataviaasch Genootschap, 42 (1900). — Geschriften van.... (Amsterdam, 1927). J. C. van Eerde. Aanteekeningen over de Bodha's van Lombok; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 43 (1901). Rapport van de reis van den Controleur Schwartz naar Bangli; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 43 (1901). F. A. Liefrinck. Landrenteregeling in NederlandsCh-Indië; Indische Gids, 1904, I. Gegevens over Lombok [ontleend aan regeeringsrapporten] (1904 —1907); Adatrechtbundel XV, blz. 297—300. Gemengde gegevens uit regeeringsrapporten [over Bali] (1905— —1909); Adatrechtbundel I, blz. 189—195. J. C. van Eerde. Onze gespannen verhouding tot Badoeng; Het Vaderland, No. 123—125, 127, 128, 131 en 133 (1905). J. C. van Eerde. Lombok onder het Nederlandsch Bestuur; De Gids, 1905, IV. Gegevens betreffende de zelfstandige rijkjes op Bali (Batavia, 1906). Adi-Agama. Oud Balisch Wetboek, in het Hoog-Balisch vertaald, 2 dln (Batavia, 1909). Agama. Oud-Balisch wetboek. In het Hoog-Balisch vertaald (Batavia, 1909), 2e druk, 1918. J. C. van Eerde. Agama en Adi-Aagama, Oud-Balische wetboeken enz.; Indische Gids, 1909, II. Gegevens over Zuid-Bali [ontleend aan regeeringsrapporten] (1909 —1912); Adatrechtbundel XV, blz. 54—68. Dr. J. Elbert. Die Sunda-Expedition, 2 dln (Frankfurt a. M., 1911 —1912). Gemengde gegevens van den topographischen dienst [op Bali] (1912 —1915); Adatrechtbundel XV, blz. 19—26. C. C. F. M. Le Roux. [Bevolkingsverhoudingen ié liet bergland van Middel-Bali en het hoogland van Tjatoer]; Jaarverslag Topographischen Dienst, 8e jg (1913). — Uittreksels in Adatrechtbundel XV, blz. 20. J. E. Jasper. Het eiland Bali en zijn bewoners; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 45 (1913). Antwoorden op een rondschrijven betreffende adatrecht [van Bali en Lombok, als beschreven door Mr. C. van Vollenhoven in Het Adatrecht van Nederlandsch-Indië, dl I] van G. F. de Bruyn Kops, J. C. van Eerde, dr. H. H. Juynboll, F. A. Liefrinck, C. Schultz, dr. J. Ph. Vogel en G. A. W. C. de Haze Winkelman (1915—1916); Adatrechtbundel XV, blz. 1—13. J. van Roon. Enkele aanteekeningen omtrent Bali; Jaarverslag Topographischen Dienst over 1915, 11e jg (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XV, blz. 21—26. P. de Roo de la Faille. Studie over Lomboksch adatrecht (1916); Adatrechtbundel XV, blz. 131—177. Dr. H. H. Juynboll. De letterkunde van Bali; Bijdragen Koninklijk Instituut, 71 (1916). Wetboeken Koetara Agama en Poerwa Agama. In het Hoog-Balisch en Maleisch vertaald (Batavia, 1918). C. Lekkerkerker. Oud-Hindoeisme en jong nationalisme; De Gids, 1918, m. G. F. de Bruyn Kops. Over Bali en zijn bevolking (Baarn, 1918). R. E. P. Maier. West-Bali; Jaarverslag Topografiscihen Dienst in Nederlandsch-IntHë over 1918, jg. 14 (1919). Gegevens over Oost-Lombok (1919—1921); Adatrechtbundel XXV, blz. 413. Legislatieve hesluiten van den resident (1920—1923) [Bali en Lombok] ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 386—400. Dr. G. Krause. Bali (Hagen i.W. 1920, 2 dm). P. A. J. Moojen. Bali (Batavia, 1920). C. Lekkerkerker. Bali en Lombok. Overzicht der Literatuur tot einde 1919 (Rijswijk, 1920). P. de Kat Angelino. De robans en parekans op Bali; Koloniaal Tijdschrift, 10 (1921). P. de Kat Angelino. De képèng op Bali; Koloniale Studiën, 5 (1921), I. B. J. Haga. Bali Aga (1921); Adatrechtbundel XXIII, blz. 453 —470. B. J. Haga. De dam Pedjeng in Gianjar (1921) [Bali en Lombok]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 435—438. A. W. L. Vogelesang. Mededeelingen over Lombok (1921); Adatrechtbundel XXV, blz. 404—413. C. Lekkerkerker. De Baliërs [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl II, Amsterdam, 1921]. P. de Kat Angelino. Over de smeden en eenige andere ambachtslieden op Bali; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 60 (1921), 61 (1922). Grenzen der vroegere vorstenrijken op BaK (1922) ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 385. A. W. L. Vogelesang. Eenige aanteekeningen betreffende de Sasaks op Lombok; KoloniaaI'Tijdschrift*/l 1 (1922). P. V. van Stein Callenfels. Losse gegevens over Bali (1922); Adatrechtbundel XXII, blz. 415—416. Tjokorde Gde Rake Soekawati. Legende over den oorsprong van de rijst en godsdienstige gebruiken bij den rijstbouw onder, de Baliërs; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 66 (1922). H. T. Damsté. Balische bestuursproblemen; Verhandelingen Indisch Genootschap, 19 October 1923. C. Lekkerkerker. De tegenwoordige economische toestand van het gewest Bali en Lombok; Koloniaal Tijdschrift, 12 (1923). Dr. V. E. Korn. Het adatrecht van Bali (Leiden, 1924). H. T. Damsté. Baliana en Balische splinters; Koloniaal Tijdschrift, 13 (1924), 14 (1925). P. A. J. Moojen. Bali (Den Haag, 1926). K. Th. Beets. Adatschets uit Bali; Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926). Dr. P. V. van Stein Callenfels. Epigraphica Balica I; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 66 (1926), 3e' stuk. H. T. Damsté. Land en volk van Bali; Indische Gids, 48 (1926), II. F. A. Liefrinck. Geschriften van.... Bali en Lombok (Amsterdam, 1927). Dr. V. E. Korn. Balische bevloeüngstunnels; Koloniale Studiën, 11 (1927), I. 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Les institutions politiques. Inlandsche rechtsdocumenten [van Bali] (1874 en eerder); Adatrechtbundel XV, blz. 77—86. R. van Eek en F. A. Liefrinck. Kerta-sima of gemeente- en waterschapswetten op Bali; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 23 (1876). J. S. A. van Dissel. Eenige Balineesche brieven, processtukken enz. Aanhangsel (1885). Gegevens over wijken, wijkgebouwen en wijktempels te Tjakranegara op Lombok; Adatrechtbundel XV, blz. 261—265. Reglement van de wijkvereeniging (sekaa bandjar) van de wijk Karang Bangbang, Tjakranegara, Lombok; Adatrechtbundel XV, blz. 266—23*." Reglement van dé'lrijkvereeniging van de wijk Karangasem, Tjakranegara, Lombok; Adatrechtbundel XV, blz. 278—286. Reglement van een wijkvereeniging van een niet genoemde wijk van Tjakranegara, Lombok; Adatrechtbundel XV, blz. 287—293. Reglement voor een tempelvereeniging (awig-awig pemaksa) te Tjakranegara, Lombok; Adatrechtbundel XV, blz. 294—296. P. de Roo de la Faille. Irrigatie en agrarische toestanden in WestLombok (1896—1897): Adatrechtbundel XV, blz. 178—260. Landsverordeningen van Bali (1896-^1910); Adatrechtbundel XV, blz. 88—96. F. A. Liefrinck. Slavernij op Lombok; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 42 (1900). — Geschriften van... (Amsterdam, 1927). Mr. J. W. G. Kruseman. Balineesche eed; Recht Nederlandsch-Indië, 86 (1906). J. J. Fraser. De inheemsche rechtspraak op Bali; Indische Gids, 1910, II. Verkiezing van hoofden [in Bali en Lombok]; Adatrechtbundel VII, blz. 388. Adatvonnissen (1913—1914) [Bali]; Adatreehthundel XV, blz. 97—131. Mededeeling over adatheffingen, dorpskassen en waterschapskassen [op Bali] (1914); Adatrechtbundel X, blz. 303. — Ontleend aan Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, 4 (1914). F. A. Liefrinck. De landsverordeningen der Balische vorsten van Lombok, 2 dln ('s-Gravenhage, 1915). P. L. E. Happé. Rijstcultuur op Zuid-Bali; De Waterstaats-Ingenieur, 1915. — Uittreksels in Adatrechtbundel XV, blz. 40—53. P. L. E. Happé. [Gegevens over beurtbevloeiing op Bali] ; Archief voor de suikerindustrie in Nederlandsch-Indië, afl. 45 (1916). — Uittreksels in Adatrechtbundel XV, blz. 17—18. E. van N [aerssen ?] Gegevens over irrigatie en waterverdeeling [op Bali]; Indisch Bouwkundig Tijdschrift, 1916. — Uittreksels in Adatrechtbundel XV, blz. 27—39. F. A. Liefrinck. Landsverordeningen van Inlandsche vorsten op Bali ('s-Gravenhage, 1917). Ir. A. Groothoff. Studie over het inlandsche waterschapswezen (soebakwezen) op Bali en Lombok (1917); Adatrechtbundel XV, blz. 308—373. V. E. Korn. De belasting op de bedrijfs- en andere inkomsten in verband met de heffing der landelijke inkomsten op Bali en Lombok; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 53 (1917). C. Lekkerkerker. Padanda's op Bali; Indië, 1 (1917—1918). Dr. F. W. T. Hunger. De sëkëhe semal op Bali (1920—1923); Adatrechtbundel XXIII, blz. 470—475. F. A. Liefrinck. Nog eenige verordeningen en overeenkomsten van Balische vorsten. ('s-Gravenhage, 1921). H. T. D(amsté). Landsverordeningen van inlandsche vorsten op Bali; Koloniaal Tijdschrift, 7 (1918), I. P. L. E. Happé. Een beschouwing over het Zuid-Balische soebakwezen en zijn verwording in verband met de voorgenomen vorming van waterschappen in Ned. Indië; Indische Gids, 1919, I. Raad igama in Oost-Lombok (1919—1921); Adatrechtbundel XXV, blz. 451—453. H. Craandijk. Padanda's; Indië, 4 (1920—1921). B. J. Haga. Aanteekeningen betreffende soebakwezen en soebak- rechtspraak op Zuid-Bali (1922); Adatrechtbundel XXIII, blz. 411—420. V. E. Korn. Lepra en kastenverschil op Bali; Indische Gids, 1922, I. V. E. Korn. Balische overeenkomsten (Den Haag, 1922). B. J. Haga. Adatproces op Noesa Penida (1922) [Bali en Lombok]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 400—404. V. E. Korn. Hoe er nieuw licht werd geworpen op het Balische soebakwezen; Koloniaal Tijdschrift, 12 (1923). K. Th. Beets. Kasteverlaging en kastevermenging op Bali; Koloniale Studiën, 1924, II. A. I. van der Heyden. Het waterschapswezen in de voormalige ZuidBalische rijkjes Badoeng en Mengwi; Koloniale Studiën, 1924, II, 1925, II. K. Th. Beets. Een stem uit het Balische volk; Koloniaal Tijdschrift, 14 (1925). C. Lekkerkerker. De kastenmaatschappij in Britsch-Indië en op Bali; Mensch en Maatschappij, 2 (1926). Dr. V. E. Korn. Balische decentralisatie; Koloniale Studiën, 10 (1926), I. Adatvonnissen [Bah- en Lombok]; Adatrechtbundel XV, blz; 376—378; XXIII, blz. 291—378. Gewestelijke regelingen en gegevens '{uit regeeringsrapporten] no- pens de inheemsche rechtspraak: Bali en Lombok; Adatrechtbjwdels I, blz. 247—248; V, blz. 455—458; blz. 465—466; X, blz. 301—303; XII, blz. 324—325 en blz. 409; XVHI, blz. 433—434. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of ef fects. — La familie et les successions. Regelingen in zake verwantschapsrecht, huwelijksrecht en delictenrecht [op Bali] (1900—1906); Adatrechtbundel X, blz. 301— 302. — Ontleend aan mr. Ph. Kleintjes. Het staatsrecht van Nederlandsch-Indië, 2de druk (1911—1912), dl II, blz. 162— 163. Bijdrage tot de kennis van de Hindoe-adat op Bali (Met betrekking tot het huwelijk); Recht Nederlandsch-Indië, 82 (1904). Adatvonnissen (1917) [Bali en Lombok]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 340—342. P. de Kat Angelino. De adoptie volgens de Balische adat; Koloniale Studiën, 2 (1918). G. K. B. Agerbeek. Gebruiken en gewoonten in de afdeeling ZuidBali. De Baliër van zijn geboorte tot aan zijn. dood; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 57 (1916). Moderniseering van het erfrecht ten gunste van de vrouw en de verruiming van de sentana-keuze (1918—1922) [Bali- en Lombok] ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 378—381. P. de Kat Angelino. Het Balische huwelijksrecht; Koloniale Studiën, 4 (1920), I. V. E. Korn. De beteekenis der adoptie in de Balische samenleving; Indische Gids, 1922, I. 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. P. V. van Stein Callenfels. Oude oorkonde over grondenrecht (1025) [Bali en Lombok]; Adatrechtbundel XXII, blz. 413—415. Resumé Bali. De onbebouwde gronden in de landschappen Boeleleng en Djembrana, eiland Bali (door F. A. Liefrinck) (Batavia, 1889). — Overdruk in Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 3 (1889). — Geschriften van F. A. Liefrinck: Bali en Lombok (Amsterdam, 1927). Besluiten van den resident van Bali en Lombok, gedagteekend Singaradja 12 Februari 1901 No. 586/34 en 11 Mei 1903 No. 1817/3#{ Adatrechtbundel I, blz. 170—173. J. C. van Eerde. Het grondbezit op Lombok; Verhandelingen Indisch Genootschap, 27 December 1904. ■Losse aanteekeningen over grondenrecht [op Bali en Lombok] uit regeeringsrapporten (1905—1909); Adatrechtbundel I, •blz. 184—188. Korte samenvatting welke de resultaten zijn van de onderzoekingen naar de rechten door de inlandsche bevolking op den grond uitgeoefend, voor zoover thans (1906) mede die onderzoekingen in de onderafdeelingen Oost-Lombok en Midden-Lombok als voldoende beëindigd kunnen worden beschouwd; Adatrechtbundel I, blz. 173—179. Uiteenzetting (1906) van den agrarischen rechtstoestand op Lombok •.: tijdens het voormalige Balineesche vorstenbestuur; Adatrechtbundel I, blz. 179—182. Grondbezit op Lombok (1907); Adatrechtbundel I, blz. 182—183. Agrarische bewijsstukken in Zuid-Bali (1915); Adatrechtbundel XV, blz. 69—76. Grondenrecht in Kloengkoeng (1916) [Bali en Lombok]; Adatrechtbundel XV, blz. 374. E. H. B. Brascamp. Boschreserveering door Inlandsche Vorsten; Tectona, 11 (1918). Grondenrecht in Boeleleng (1920) [Bali en Lombok]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 381—385. B. J. Haga. Tigasana, pengatji, pengoöd, oeroenan en ajahan soebak, in Kloengkoeng, Gianjar en Bangli (1921) [Bali en Lombok] ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 429—435. Rapport over de regeling der agrarische toestanden in West-Lombok; Javasche Courant van 11 December 1900; Koloniaal Verslag 1901 bijlage N; Indische Gids 1901, blz. 319—336; Tijdschrift Binn. Bestuur, 20 (1901); Adatrechtbundel I, blz. 146—170. P. de Kat Angelino. De ambtsvelden en de petjatoe-pengajah in Gianjar; Koloniaal Tijdschrift, 10 (1921). Verbodsteekenen op Bali (1931); Adatrechtbundel XXIII, blz. 475—481. B. J. Haga. Aanteekeningen over grondenrecht op Zuid-Bali (1922); Adatrechtbundel XXIII, blz. 404—411. B. J. Haga. Bestuur, pet jatoe velden en pen ga j ah kedalam en boektigronden in Gianjar, Kloengkoeng en Bangli (1922) [Bali en Lombok] ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 420—429. J. Th. Horstink. Enkele agrarische aanteekeningen omtrent het eiland Lombok; Jaarverslag Topografischen Dienst NederlandschIndië over 1924, dl 20 (1925). Mr. G. J. Nolst Trenité. Een agrarisch curiosum; Koloniaal Tijdschrift, 14 (1925). P. de Roo de la Faille. Javaansch grondenrecht in het licht van Lomboksche toestanden; Bijdragen Koninklijk Instituut, 81 (1925). H. C. J. Gunning en A. J. van der Heyden. Het petjatoe- en ambtsveldenprobleem in Zuid-Bali; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 66 (1926). 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. H. F. van Lier. Aanteekeningen omtrent het rijk Djembrana; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 15 (1866). — Uittreksels in Adatrechtbundel XV, blz. 87. A. A. Hoos. Hindoe-strafrecht op Lombok; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1896, I. Geld- en grondcontracten op Bali (1921); Adatrechtbundel XXIII, blz. 438—453. A. Gertis. Enkele aanteekeningen omtrent Noesa Penide; Jaarverslag Topografischen Dienst Nederlandsch-Indië voor 1924, dl 20 (1925). t. Geheel Java. Java as a whole. — L'ensemble de 1'ile de Java. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Compendium der voornaamste Javasche wetten, 1750; Plakaatboek VI, blz. 14—37. Resolutie van Reynier de Klerck gegeven in 't casteel Batavia 1778. — Opgenomen in Eindresumé III, bijlage E. D. van Hogendorp. Schets of proeve over den tegenwoordigen staat van Java, en ontwesp tot verbetering van dies bestier (± 1799); Eindresumé II, bijlage LL. W. K. van IJsseldijk. Extract uit de bedenkingen over den staat van Java's huishouding en de verbetern%en of veranderingen, die daarin misschien met een gewenscht gevolg zouden kunnen en dienen gemaakt te worden (1800); Eindresumé II, bijlage MM. Th. Stamford Raf fles. The history of Java, 2 dln (Londen, 1817; 2e druk, 1830). T. Roorda. Javaansche wetten; namelijk de Nawala-Pradata, de Anggër-Sadasa, de Anggër-Agëng, de Anggër-Goenoeng en de Anggër-Aroebiroe, uitgegeven door T. Roorda (Amsterdam, 1844). ; ; Dr. W. R. baron Van Hoëvell. Reis óver Java, Madura en Bali in het midden van 1847, 3 dln (Amsterdam, 1849, 1851, 1854). Mr. S. Keyzer. Kitab Toehpah. Javaansch Mohammedaansch wetboek ('s-Gravenhage, 1853). — Uittreksels in Bijdragen Koninklijk Instituut, Nieuwe volgreeks, 4 (1861). [Mr.] S. Keyzer. De codificatie van het Inlandsch regt op Java (Delft, 1855). Wat de Javaansche maatschappij al niet verdragen kan; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1861, II. S. van Deventer. Eene Javaansche plegtigheid, 1868. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz. 80. Mr. W. de Gelder. De regtsbegrippen der Inlandsche bevolking op Java; Indisch Weekblad van het Regt, No. 451 (1872). P. J. Veth. Java, geographisch, ethnologisch, historisch, 3 dln (Haarlem, 1875—1884 ; 2e druk, 1896—1903). Hadieningrat. Knevelarij van desahoofden; Regt NederlandschIndië, 27 (1876). F. G. van Bloemen Waanders. Moet Nederlandsch Indië conservatief of liberaal geregeerd worden ? — De Javaansche maatschappij ('s-Gravenhage, 1879). Dr. H. Kern. Over een Oudjavaansche oorkonde (gevonden te Gëdangan, Surabaya) van Caka 782 (of 872); Verslagen en Mededeelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, 2e reeks, dl X, 1881. — Verspreide Geschriften, dl VII. Dr. A. W. T. Juynboll. Kleine bijdragen over den Islam op Java [en Bijvoegsel tot....]; Bijdragen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks, dl 6 (1882). H. C. Humme. Javaansche inscripties; Bijdragen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks, 8 (1884), 10 (1885). Dr. H. N. van der Tuuk en Dr. J. L. A. Brandes. Transcriptie van vier oud-Javaansche oorkonden op koper, gevonden op het eiland Bali; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 30 (1885). [Mr. dr.] J. Chr. G. Jonker. Een oud-Javaansch wetboek vergeleken met Indische rechtsbronnen (Leiden, 1885). C. Poensen. Iets over het Javaansche gezin; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 31 (1887). Mr. M. C. Piepers. De competentie van den priesterraad op Java; Indisch Weekblad van het Recht, No. 1265, 1266 en 1267. A. Marre. Code des successions et du mariage, 3 deeltjes (Paris, 1889). A. Marre. Code malais des successions et du mariage. Texte malais, publié, transcrit en caractères latins, traduit et annoté par.... (Paris, 1889, 3 deeltjes). Dr. J. [L. A.] Brandes. Een jayapattra of acte van een rechterlijke uitspraak van Caka 849; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32 (1889). Dr. J. [L. A.] Brandes. [Javaansche piagëms]; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 32, 34, 35, 37 ,42 ,43 en 45 (1889—1902). Dr. C. Snouck Hurgronje. Brieven van een Wedono-pensioen; Lo- 25 comotief van 7 Januari 1891—22 December 1892. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIX, blz. 40-43 en blz. 291—317. — Verspreide Geschriften, dl IV1. K. Padmasoesastra. Serat tatatjara (1893; herdrukt 1907 en 1914). L. Th. Mayer. De Javaan, als mensch en als lid van het Javaansche huisgezin (Batavia-Solo, 1894). Mr. I. A. Nederburgh. Het privaatrecht der inlandsche Christenen; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band I. Dr. J. [L. A.] Brandes. Pararaten (Ken Arok) of het boek der Koningen van Tumapël en van Majapahit; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 49 (1897). L. Th. Mayer. Een blik in het Javaansche volksleven, 2 dln (Leiden, 1897). C. Poensen. Javaansche wetten; Bijdragen Koninklijk Instituut, 49 (1898). M. J. van der Pauwert. Een tweetal desavereenigingen tot onderling hulpbetoon; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 16 (1899). Dr. J. Brandes. Beschrijving der Javaansche, Balineesche en Sasak- sche handschriften aangetroffen in de nalatenschap van Dr. H. N. van der Tuuk (Batavia, 1901, 1903, 1915, 3 dln). J. Knebel. Varia Javanica; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 44 (1901). Dr. J. [L. A.] Brandes. Nagarakrëtagama; Verhandelingen Bataviaasch; Genootschap, 54 (1902—1904). Dr. G. A. J. Hazeu. Kleine Bijdragen tot de ethnographie en de folklore van Java; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 46 (1903). Clive Day. The policy and administration of the Dutch in Java (New- York—London, 1904), blz. 366—381. Dr. H. Kern. De Nagarakrtagama; Bijdragen Koninklijk Instituut, 58 (1905), 61 (1908)', 63 (1910), 65 (1911), 66 (1912), 67 (1913), 68 (1913), 69 (1914). — Verspreide Geschriften, dl VII en VIII. Dr. A. W. Nieuwenhuis. De godsdienst op Java in zijn oeconomische en politieke beteekenis; Verhandelingen Indisch Genootschap, 27 Maart 1906. S. Luinenburg. Iets over de ila-ila bij de Javanen; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 51 (1907). A. Kruyt. De plaats, die de Javaansche vrouw inneemt in de samenleving en in de Christengemeente; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 52 (1908). Mr. A. van Gennep. Het inlandsch rechtsleven op Java; Recht Nederlandsch-Indië, 96 (1911). Mr. A. van Gennep. Het Inlandsche rechtsleven op Java en Madoera; Indische Gids, 1911, I. Adatregelingen in de Inlandsche kristengemeenten op Java (Batavia, 1911) [Verslagen WelvaartscommissieJ. J. Kohier. Das Adatrecht auf Java; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 27 (1912). M. L. M. van der Linden. Het inlandsch recht; Indische Gids, 1913, Eg. Oud-Javaansche oorkonden. Nagelaten transscripties van J. L. A. Brandes. Uitgegeven door N. J. Krom, 2 stukken; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 60 (1913). Dr. H. Kern. Het woord poesaka (1916); Adatrechtbundel XXII, blz. 445. V. B. van Gutem. Tjina Mindering. Eenige aanteekeningen over het Chineesche geldschieterswezen op Java; Koloniale Studiën, 3 (1919), I. Dr. Radjiman. De maatschappelijke loop van de Javaansche (Indonesische) bevolking; Verhandelingen Indisch Genootschap, 27 Februari 1920. Dr. Radjiman. Een bijdrage tot het reconstructie-idee van de Javaansche maatschappij (Prae-advies voor XHIe Congres van BoediOetomo, 24—26 December 1921 (Djokja, z. j.). R. Ng. Poerbatjaraka. Gegevens over poesaka's, ambtssieraden enz. (1921); Adatrechtbundel XXII, blz. 266—268. Dr. N. J. Krom. De samenstelling van de Pararaten; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 60 (1921). Dr. M. A. Muusses. Bijdragen tot de Nagarakrtagama-studie; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 61 (1922). Dr. H. Kern en Dr. N. J. Krom. Het oud-javaansche lofdicht Nagarakertagama van Prapantja (Weltevreden, 1922). Mr. C. van Vollenhoven. Javaansch adatrecht (Overgedrukt uit Het Adatrecht van Ned.-Indië) (Leiden, 1923). S. Kalff. Javaansche poesaka; Djawa, 4 (1923—1924). R. Ng. Poerbatjaraka. Aanteekeningen op de Nagarakrëtagama; Bijdragen Koninklijk Instituut, 80 (1924). Dr. F. D. K. Bosch. De oorkonde van Kembang Aroem; Oudheidkundig Verslag, 1925, le en 2e kwartaal. Dr. W. F. Stutterheim. Transcriptie van twee Jayapattra's; Oudheidkundig Verslag, 1925, le en 2ë kwartaal. Dr. N. J. Krom. Hindoe-Tavaansche geschiedenis ('s-Gravenhage, 1926). Dr. H. Djajadiningrat. Een verzoek om een Mohammedaansch wetgeleerd oordeel over de Javaansche ganaginiadat; Djawa, 7 (1927), No. 2. 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Les institutions politiques. Th. Stamford Raffles. Substance of a Minute on the introduction of an improved system of internal management and the establishment of a landrental for the island of Java (London, 1814). Extracten uit de antwoorden van de Residenten op de vraag, hun gesteld bij circulaire van den lsten Gouvernements Secretaris dd. 29 Januari 1861, No. 23 [betreffende heerendienstplichtigen] ; Eindresumé III, bijlage K". Mr. W. T. D. Yssel de Schepper. Extracten uit de missives omtrent het vaststellen van een reglement op de heerendiensten, bedoeld bij art. 57 van het Regeeringsreglement; Eindresumé III, bijlage K'. Regelingen in de desa's waar de dienstplichtigen, in groepen verdeeld, alle of eenige diensten presteeren; Eindresumé III, bijlage L. Historische nota over de desabesturen op Java (1870); Eindresumé III, bijlage P. Dr. H. Kern. Oud-Javaansche eedformulieren, op Bali gebruikelijk; Bijdragen Koninklijk Instituut, 20 (1873), 21 (1874). — Verspreide Geschriften, dl VI. F. G. van Bloemen-Waanders. Moet Nederlandsch Indië conservatief of liberaal geregeerd worden ? — De algemeene inlandsche hoofden op Java ('s-Gravenhage, 1879). J. Groneman. Javaansche rangen en pajoengs; Tijdschrift Indisch Aardrijkskundig Genootschap, I (1883), afl. 4. Dr. J. H. F. Sollewijn Gelpke. Gegevens voor een nieuwe landrenteregeling. Eindresumé der onderzoekingen bevolen bij Gouvernementsbesluit van 23 Oct. 1879, No. 3 (Batavia, 1885). F. Fokkens Jr. Vrije desa's op Java en Madoera; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 31 (1886). J. Groneman. Een en ander over den Javaanschen adel; Indische Gids, 1886, II. Mr. L. W. C. van den Berg. De inlandsche rangen en titels op Java en Madoera (Batavia, 1887, 2e druk, 's-Gravenhage, 1902). C. E. v. K. De Javaansche eed; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 2 (1888). Mr. W. A. J. van Davelaar. Middenpersonen tusschen de districtsbeambten en desa-hoofden op Java; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 34 (1891), overgenomen in Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 6 (1891). C. J. Hasselman. De vrije keuze der dessahoofden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 5 (1891). .,' C. Poensen. Iets over de Javaansche desa; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 37 (1893), 38 (1894). S. Cohen. Iets over de eedzwering bij de Javanen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 40 (1897). Mr. L. W. C. van den Berg. Het inlandsche gemeentewezen op Java en Madoera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 52 (1901). F. Fokkens. Eindresumé van het bij besluit van den GouverneurGeneraal van Nederlandsch-Indië van 24 Juli 1888 No. 8 bevolen onderzoek naar de verplichte diensten der inlandsche bevolking op Java en Madoera (Gouvernementslanden), 3 dln (Batavia, 1901—1903). — Uittreksels in Adatrechtbundel IV, blz. 513—528. C. J. Hasselman. Hét palladium. Een koloniaal-historische dwaling (Het kiesrecht der inlandsche gemeenten op Java en Madoera); De Gids, 1901, IV, overgenomen in Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 22 (1902). C. J. Hasselman. Palladium-beschouwingen van Inlandsche hoofden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 24 (1903). F. A. Liefrinck. landrenteregeling in Nederlandsch-Indië; Indische Gids, 1904, L C. J. Hasselman. Eindverslag over het onderzoek naar den druk der desadiensten (Batavia, 1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz.'192—196; XVIII, blz. 57—65; XIX, blz. 17—35. G. D. Godsoordeel en eed op Java in de 18e eeuw; Java-Post, 4 (1906). R. A. Kern. De inlandsche gemeente-ordonnantie; Indische Gids, 28 (1906), II. Dr. H. Kern. Een Oudjavaansche oorkonde gevonden op de helling van den Kawi; Bijdragen Koninklijk Instituut, 60 (1908). Mr. dr. R. Tj. Mees. Het recht en de politie bij de inlandsche bevolking op Java en Madoera; Orgaan Moederlaind en Koloniën, 1910. Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. De Regeling van het Desabeheer en die van het Credietverband getoetst aan de eischen van het Inlandsche Credietwezen (Magelang. z. j.). Mr. C. Th. van Deventer. Bespreking van Mr. F. D. E. van Ossenbruggen, De Regeling van het Desabeheer en die van het Credietverband getoetst aan de eischen van het Inlandsch Credietwezen (Magelang, z. j.); Rechtsgeleerd Magazijn, 1910; overgenomen in Leven en Arbeid, dl III, blz. 279—284. C. J. Hasselman. De tooverf ormule der desa-autonomie; Onze Eeuw, 1911 (hierover mr. C. Th. van Deventer in De Gids, 1911, I). C. J. Hasselman. Algemeen overzicht van de uitkomsten van het welvaartonderzoek ('s-Gravenhage, 1914). T. J. Bezemer. De inlandsche dorpsgemeenschap op Java (Baarn, 1916). Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. De oorsprong van het Javaansche begrip Montja-pat, in verband met primitieve classificaties; Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, 5e reeks, dl 3 (1917). Dr. B. Schrieke. Iets over het perdikan-instituut; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 58 (1918). J. W. Meyer Ranneft. Grondslagen en voorwaarden voor de hervorming van de desa ; Koloniale Studiën, 3 (1919). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIX, blz. 286—291. Desa-autonomie; De Bestuursgids, 1 (1925—1926). R. M. A. A. Koesomooetoyo. De Javaansche dessa (prae-advies voor Boedi-Oetomo); De Bestuursgids, 20 April 1926. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of ef fects. — La familie et les successions. C. Poensen. Iets over Javaansche naamgeving en eigennamen; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 14 (1870). C. Poensen. Dadoeng-kapoentir (Vereering der overgeleverde „ilöiló" of uitspraken der ouden); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 31 (1887). Arminius. Iets over huwelijk en echtscheiding bij de inlanders op Java, de daaruit voortvloeiende inkomsten der Mohammedaansche geestelijkheid en de administratie der moskeefondsen; Indische Gids, 1889, II. Mr. L. W. C. van den Berg. De afwijkingen van het Mohammedaansche familie- en erfrecht op Java en Madoera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 41 (1892). Mr. L. W. C. van den Berg. Nalezing; Bijdragen Koninklijk Instituut, 45 (1895). — Overgenomen in Recht Nederlandsch-Indië, 65 (1895). Mr. F. C. Hekmeijer. Bouwstoffen voor een regeling van het huwelijksrecht en voor de invoering van den burgelijken stand onder de inlandsche christenen op Java; Indische Gids, 1898, II. Mr. W. Ph. Scheuer. Het personenrecht voor de Inlanders op Java en Madoera. Proeve van codificatie (Amsterdam, 1904). Mr. I. A. Nederburgh. Privaatrecht voor Inlanders. Het ontwerp Scheuer; Recht Nederlandsch-Indië, 83 (1904). Mr. W. Boekhoudt. Het personenrecht voor de Inlanders op Java en Madoera. Proeve van Codificatie door Mr. W. Ph. Scheuer (Amsterdam, 1904); Indische Gids, 1904, I (Met naschrift van J. E. d. M.). M. L. M. van der Linden. De adatrechtelijke huwelijksgemeenschap op Java en Madoera; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 41 (1911). M. L. M. van der Linden. Het erfrecht der Inlanders op Java en Madoera; Indische Gids, 1912, I. Achmad (Raden). De polygamie in de Javaansche maatschappij; Weekblad voor Indië, 10 (1913—1914). Ch. F. H. Dumont. Huwelijksgebruiken op Java; NederlandschIndië Oud en Nieuw, 1 (1916—1917). 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. Stukken betreffende het onderzoek der (bij besluit van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië, van 8 December 1853, No. 10) benoemde commissie voor de opname der verschillende suikerfabrieken op Java (z. p., z. j'.). Dr. S. Keyzer. Beschouwingen over het landbezit op Java (voor Dr. W. R. van Hoëvell) ('s-Gravenhage, 1858). J. F. G. Brumund. Het landbezit op Java; Tijdschrift NederlandschIndië, 1859, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz. 13; blz. 81—87; blz. 136—138. Regeeringsonderzoek naar het landbezit op Java (1863) [WestJava] ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 1—7; [Middel-Java] XXIII, blz. 17—36; [Oost-Java met Madoera] XXIII, blz. 278—282; XXV, blz. 127. — Zie Memorie van Toelichting. S. van Deventer J.Szn. Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java, op last van Z. Exc. den Min. van Koloniën, J. D. Fransen van de Putte, bijeenverzameld; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1864—1866. Vermeerderde overdruk in 3 dln, Zalt-Bommel, 1865—1866. E. Francis. Beschouwingen over het ontwerp cultuur-wet (Delft, 1865). Mr. L. A. P. F. Buyn. Grondeigendom op Java (Breda, 1865). [Mr.] S. Keyzer. Aanmerkingen op de beschouwingen van den Heer Duymaer van Twist over grondeigendom en landbezit op Java; Delftsche Courant van 24 en 28 Mei 1867. Regeeringsonderzoek naar de rechten op onontgonnen gronden [op Java] (1867); Bijlagen Tweede Kamer 1867—1868, tweede zitting No. 49; Adatrechtbundel XIV, blz. 1—11 [West-Java]; blz. 24—64 [Midden-Java]; blz. 149—183 [Oost-Java]. B. van Baak. Nota over het eigendomsrecht op den woesten grond op Java (1867); Eindresumé III, bijlage N. — Uittreksel in Adatrechtbundel XVII, blz. 112. Memorie van toelichting der agrarische wet, Maart 1869. Bijlagen Tweede Kamer, 1868—1869 No. 126, stuk 7. Regeeringsonderzoek naar het landbezit op Java (1863); Adatrechtbundel XXIII, blz. 1—7; blz. 17—36; blz. 278—282; XXV, blz. 127. Woltzen. Individueel grondbezit; Nieuw Bataviaasch Handelsblad, editie voor Nederland, 30 April 1869. P. J. Veth. De verpanding van akkers op Java; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1869, II. H. J. Tydeman. Was het grondbezit op Java oorspronkelijk communaal of individueel ? (Arnhem, 1872). Mr. W. de Gelder. Het grondbezit op Java; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1873, I. C. F. van Delden Laërne. Iets over den oorsprong van het com¬ munaal landbezit op Java; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 22 (1875). Rapport omtrent het irrigatiewezen op Java en Madoera (Batavia, 1875). Eindresumé van het bij gouvernementsbesluit d.d. 10 Juni 1867 No. 2 bevolen onderzoek naar de rechten van den inlander op den grond op Java en Madoera, zamengesteld door den chef der afdeeling statistiek ter Algemeene Secretarie, 3 dln (I, 1876; II, 1880; III, 1896). F. G. van Bloemen Waanders. Moet Nederlandsch Indië conservatief of liberaal geregeerd worden.? — Het grondbezit op Java ('s-Gravenhage, 1879), F. G. van Bloemen Waanders. De overgang van communaal in individueel grondbezit op Java ('s-Gravenhage, 1879). Dr. J. H. F. Sollewijn Gelpke. Naar aanleiding van Staatsblad 1878 No. 110, 3 dln I. Eene bijdrage tot de land- en volkenkunde van Java. II. De opbrengst en de verbouwingskosten van dróge gewassen. III. De opbrengst der erven en nevenbedrijven (Batavia, 1879—1880; herdruk, 1901). Dr. J. H. F. Sollewijn Gelpke. De verdeeling der gemeente- of dessagronden op Java; Indische Gids, 1879, II. H. C. Humme. Conversie in den vorm van het landbezit op Java; Verhandelingen Indisch Genootschap, 2 November 1880. I. A. Nederburgh. Het staatsdomein op Java (Leiden, 1882). W. Ph. Scheuer. Het grondbezit in de Germaansche mark en de Javaansche dessa (Rotterdam, 1885). Mr. de Gelder. [Over adatgrondenrecht en adaterfrecht (1886)] ; Adatrechtbundel XIV, blz. 89—105. — Ontleend aan Mr. W. de Gelder. Het strafrecht in Nederlandsch-Indië, 1886, dl II, blz. 343—366. J. Verwijk. De gagabouw vóór de afkondiging van de ontginningsordonnantie; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 1 (1888). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 34—36. Mr. W. K. baron van Dedem. De agrarische kwestie op Java; Indische Gids, 12 (1890), II. Mr. L. W. C. van den Berg. Het eigendomsrecht van den Staat op den grond op Java en Madoera; Bijdragen Koninklijk Instituut, 40 (1891). C. H. F. Riesz. Mr. L. W. C. van den Berg en het grondrecht op Java en Madoera; Recht Nederlandsch-Indië, 57 (1891). . M. P. Koorevaar. Een vastere vorm van grondbezit voor de Inlanders op Java, zonder conversie in erfelijk individueel bezit; Indische Gids, 13 (1891), Ih Nota [En: Vervolg der Nota] over de ontginning van grond door Inlanders op Java en Madoera (Batavia, 1896, 1906, 2 dln). J. J. Verwijk. Een bijdrage tot de kennis van het grondbezit op Java en Bawean; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 17 (1899). Dr. M. E. van de Werk. Zur Geschichte des javanischen Grundbesitzes (Freiburg i. B., 1899). Nota over de conversie van communaal in erfelijk individueel grondbezit op Java en Madoera (Batavia, 1902). Nota [En: Vervolg der Nota] over het recht van den Staat op den grond op Java en Madoera (Batavia, 1902, 1906, 2 dln). Nota over het ambtelijk landbezit van Inlandsche ambtenaren in de gouvernementslanden op Java en Madoera (Batavia, 1904). L. Th. M[ayer]. Iets over „pangonans" of weidegronden op Java; Tijdschrift Nijverheid Landbouw Nederlandsch-Indië, 68 (1904). Dr. H. Kern. Mededeeling in de Koninklijke Akademie van Wetenschappen op 9 September 1907 over recht van privaateigendom op den grond op Java in de Middeleeuwen; Adatrechtbundel I, blz. 198—200. M. L. M. van der Linden. De grondverhuring door inlanders aan niet-inlanders op Java en Madoera (Rotterdam, 1907). — Uittreksels in Adatrechtbundel II, blz. 286—292. M. L. M. van der Linden. Een kadaster voor 't Inlandsche grondrecht; Recht Nederlandsch-Indië, 96 (1911). Missive van 10 Mei 1911 van de commissie tot herziening en codificatie van de op de gouvernementslanden van Java en Madoera geldende voorschriften van agrarischen aard, ingesteld bij nrinisterieele beschikking van 18 April 1907, afd. A 3 (Eerste Bureau) No. 13, aan Zijn Excellentie den minister van koloniën ('s-Gravenhage, 1911). T. J. Bezemer. Is het communaal grondbezit op Java van VoorIndischen oorsprong ?; Indische Gids, 34 (1912), II. R. A. Kern. Hervorming van het inlandsch grondbezit op Java; Verhandelingen Indisch Genootschap, 18 Maart 1913. M. L. M. van der Linden. Een kadaster voor het Inlandsch grondrecht; Indische Gids, 1913, II. G. P. Rouffaer. De agrarische rechtstoestand der inlandsche bevolking op Java en Madoera (Rapport uitgebracht aan mr. C. Th. van Deventer op 16 April 1904); Bijdragen Koninklijk Instituut, 74 (1918). Mr. C. van Vollenhoven. Antirouffaer (Naschrift op het rapport van 16 April 1904 over den agrarischen rechtstoestand der inlandsche bevolking op Java en Madoera); Bijdragen Koninklijk Instituut, 74 (1918). J. F. Niermeijer. Het ontstaan van akkergemeenschappen (met name in Siberië en op Java) en Van Vollenhoven's opvatting van het beschikkingsrecht; Verhandelingen Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, 1918. Dr. B. Schrieke. Over vorstelijk eigendomsrecht; Indische Stemmen, 4 October 1919. P. de Roo de la Faille. Over het grondenrecht onder Javaansch Vorstenbestuur; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 59 (1919— 1921). Dr. B. Schrieke. Uit de geschiedenis van het adatgrondenrecht I; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 59 (1919—1921). J. F. Niermeyer. De ontwikkeling der Javaansche dorpsgemeenschap in den modernen tijd; Verhandelingen Indisch Genootschap, 16 Januari 1920. Mr. H. J. Heslinga. Irrigatie en wetgeving op Java; Waterstaatsingenieur, 11 (1923). Mr. A. J. G. Maclaine Pont. De gemeenten en het agrarisch recht; Koloniale Studiën, 7 (1923), I. P. de Roo de la Faille. Javaansch grondenrecht in het licht van Lomboksche toestanden; Bijdragen Koninklijk Instituut, 81 (1925). Mr. B. ter Haar. Bevoegdheid in erfrechtgeschillen nopens grond; Indisch Tijdschrift van het Recht, 123 (1926). 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. Mr. dr. J. C. G. Jonker. Over Javaansch strafrecht (Amsterdam, 1882). Mr. J. H. Bergsma. Het tegen losgeld terugbrengen van gestolen goed; Regt Nederlandsch-Indië, 38 (1882). Mr. M. C. Piepers. Nog iets over den javaanschen diefstal om losgeld; Regt Nederlandsch-Indië, 38 (1882). Mr. L. W. C. van den Berg. Eigenaardigheden van het koopcoptract op Java en Madoera; Feestbundel Veth, Leiden, 1894. Mr. L. W. C. van den Berg. De afwijkingen van het Mohammedaansche vermogensrecht op Java en Madoera; Bijdragen ' Koninklijk Instituut, 47 (1897). Mr. J. Slingenberg. Wang teboesan; Tijdschrift voor Strafrecht, 18 (1900). Mr. J. D. Jongeneel. Het eigen strafstelsel der desa; Recht Nederlandsch-Indië, 96 (1911). M. L. M. van der Linden. De adatscontracten- en verbintenissen; Recht Nederlandsch-Indië, 98 (1911). R. A. Kern. Ontwikkeling van 't pandrecht; Indische Gids, 1912, I. J. J. Meijer. Nota over de pandjer (1913); Adatrechtbundel VIII, blz. 230—231. Mr. J. van Kan. Djocal en bailler (1917); Adatrechtbundel XVIII, blz. 423—424. u. Middel- en Oost-Java met Madoera. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. F. J. von Rothenbühler. Extract uit eene missive over den staat en toestand van het comptoir Pekalongan (1798); Eindresumé II, bijlage II. F. J. von Rothenbühler. Extract uit het rapport van.... over den staat en de gesteldheid van het landschap Soerabaja, opgemaakt in 1812; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 41 (1881). — Uittreksel in Eindresumé III, bijlage I. P. C. Clerck. [Rapport betreffende de huishoudelijke inrichting der Javanen, de erfopvolging en het eigendomsregt der velden vóór het invoeren van het landelijk stelsel in Samarang] (1831); Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1862, I. — Overgenomen in Adatrechtbundel XIV, blz. 106—110. Gegevens over Kedoe (1831—1858); Adatrechtbundel XIV, blz. 111 —118. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1858, II en 1862, I. Gegevens over Pekalongan en Semarang (1831—1867); Adatrechtbundel XIV, blz. 105—110. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1862, I, 1867, I. P. Merkus. Blik op het bestuur van Nederlandsch-Indië onder.... Van den Bosch" (Kampen, 1835). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 19—32. H. J. Domis. De residentie Passoeroeang op het eiland Java ('s-Gravenhage, 1836). Gegevens over Madioen en Kediri (1849—1855); Adatrechtbundel XIV, blz. 119—120. — Ontleend aan Tijdschrift NederlandschIndië, 1849, II en 1855, II. Gegevens over Oost-Java; Adatrechtbundel XIV, blz. 197—201. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1850—1853. A. D. Cornets de Groot. Bijdragen tot de kennis der zeden en gewoonten der Tavanen; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 14 (1852), II. Adatrechtstudie (1860) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 329—330. M. H. J. Kollman. Bagelen onder het bestuur van Soerakarta en Djokjokarta; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 14 (1864). A. C. Vreede. Handleiding tot de beoefening der Madoereesche taal, 3 dln (Leiden, 1874). J. A. B. Wiselius. Geschiedkundige en maatschappelijke beschrijving van het eiland Bawean; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1874, I. E. Ketjen. De Kalangers; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 24 (1877). Inlandsche rechtsdocumenten uit Blora (1877—1913); Adatrechtbundel VIII, blz. 243—249. Madoereesche akten (1889—1918); Adatrechtbundel XIX, blz. 438 -^146. Proeve van beschreven desa-adats (van kracht in de afdeeling Sidhoardjo, residentie Soerabaja); Indische Gids, 1891, II. J. L. van Gennep. De Madoereezen; Indische Gids, 17 (1895), I. Th. A. Smulders. Bijdrage tot de kennis van den Kangéan-Archipel (medegedeeld door J. L. van Gennep); Bijdragen Koninklijk Instituut, 46 (1896). Juridische termen in inlandsche talen; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Dr. J. H. F. Kohlbrugge. Die Tenggeresen, ein alter Javanischer Volksstamm; Bijdragen Koninklijk Instituut, 53 (1901). Babad Kediri (uitg. Van den Broek, 1902). — Zie Adatrechtbundels X, blz. 42, en XIV, blz. 80. Gericke-Roorda-Vreede-Gunning. Javaansch-Nederlandsch-Hand- woordenboek (Amsterdam-Leiden, 1901, 2 dln). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXIII, blz. 67—113. J. E. Jasper. Een tocht naar Tosarie, den Bromo en Nongkodjadjar; Eigen Haard, 1902. A. Kruyt. Verslag aangaande den werkkring Madjawarna over het jaar 1902; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 47 (1903). M. J. van der Pauwert. Beantwoording van de bij M. G. S. 3 Maart 1903, No. 731 gestelde vraagpunten nopens het landbouwcrediet voor de afdeeling Bangil (res. Pasoeroean) ; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 27 (1904). H. N. Kiliaan. Madoereesch-Nederlandsch Woordenboek (Leiden, 1904—1905). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz. 205 —274. Madoereesche adatrechtstermen (1904—1905); Adatrechtbundel XIV, blz. 205—274. Beschrijving van het bijzondere adatrecht der Inlandsche Christenen in Midden-Java, v. z. v. behoorende tot de gemeenten der Gereformeerde zending op Midden-Java (Djokja, z. j.). Reglement van de gemeenten Madjawarna, Bongsaredja, Kertaredja en Ngara (z. p. en z. j.). Gegevens uit verslagen der welvaart-commissie (1905—1909) [over Middel-Java], Adatrechtbundel II, blz. 85—179; XIX, blz. 44 —158; [over Oost-Java met Madoera], Adatrechtbundel II, blz. 224—270; XIX, blz. 385—438. P. W. Joncquière. Landbouwcrediet in de Javaansche desa [Middel. Java]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 71—74. — Ontleend aan Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 30 (1906). Lajang pranata Madjawarna (Weltevreden, 1906). J. E. Jasper. Het eiland Bawean en zijn bewoners; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 31 (1906). Gemengde gegevens uit regeeringsrapporten [over Rembang, Banjoemas, Kedoe, Madioen] (1907); Adatrechtbundel II, blz. 188 —190. Dr. H. Kern. Een Oudjavaansche oorkonde gevonden op de helling van den Kawi (Oost-Java; ± 850 Caka); Bijdragen Koninklijk Instituut, 60 (1908). — Verspreide Geschriften, dl VII. Pernataan désa uit Sidoardio (± 1909); Adatrechtbundel II, blz. 271—285. — Vertaling in Adatrechtbundel IV, blz. 576—597. Mededeeling over vonnissen van de inheemsche rechtspraak op Madoera (1910); Adatrechtbundel IV, blz. 610. Desa-akten uit Blora (1910—1914) [met vertaling van de commissie voor het adatrecht]; Adatrechtbundel XII, blz. 22—32. Gegevens over den Tengger (1910—1920) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XIX, blz. 480. Inlandsche gegevens betreffende het district Wonosari der afdeeling Bondowoso (1911); Adatrechtbundel IV, blz. 611—615. Gegevens uit Besoeki (1911) j Adatrechtbundel XIV, blz. 202—203. G. L. Gonggrijp. De Karimon Djawa-eilanden; Koloniaal Tijdschrift, 1915, I. Mededeelingen uit het gewest Rembang (1915); Adatrechtbundel XII, blz. 33—43. Ethnographische gegevens; Adatrechtbundel XIV, blz. 121. — Ontleend aan dr. H. H. Juynboll. Catalogus van 's Rijks Ethnographisch Museum, dl XI, Java, tweede gedeelte, 1916. L. Adam. [Regeeringsrapport uit Kediri] (± 1916); Adatrechtbundel XIX, blz. 177—207. J. E. Jasper. [Visscherij in Toeban] (1917); Adatrechtbundel XIX, blz. 325—329. — Ontleend aan Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 52 (1917). L. A(dam). Hoe bakoels aan bedrijfskapitaal komen; Koloniaal Tijdschrift 5 (1916), overgenomen in Adatrechtbundel XIX, blz. 321 —325. Mr. B. ter Haar. Verspreide gegevens uit Banjoemas (1917); Adatrechtbundel XVIII, blz. 40—44. Mr. F. D. Holleman. Gegevens uit Kediri (1918); Adatrechtbundel XVIII, blz. 90—179. Mr. F. D. Holleman. Losse gegevens uit Kediri (1918) [MiddelJava] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 215—234. Mr. F. D. Holleman. Adatrecht van de afdeeling Toeloengagoeng ; Indisch Tijdschrift van het Recht, 110 (1918), 112 (1920). Mededeeling uit Kedoe en Banjoemas (1919) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 255. — Ontleend aan Jaarverslag Topografischen Dienst in Ned.-Indië over 1918, dl 14 (1919), blz. 75. Gegevens over het regentschap Modjokerto (1919) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XXV, blz. 134—149. Mr. H. A. Idema. Adat en adatrecht der veehouding op Madoera; Indisch Tijdschrift van het Recht, 113 (1919). Gegevens uit Kedoe (1920) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XLX, blz. 284—286. Tani. [De ngidjo-praktijk] (1920); Nieuwe Soerabajasche Courant. — Overgenomen in Algemeen Landbouw Weekblad voor Ned.Indië, 3 September 1920 en in Adatrechtbundel XIX, blz. 331 —335. J. Visser. [MagersariJ (1922); Indisch Tijdschrift van het Recht, 115 (1920). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXII, blz. 285—287. C. O. van der Plas. De visscherij en de vischhandel in den Kangeanen Sapoedi-archipel; Koloniaal Tijdschrift, 9 (1920). Dr. G. A. J. Hazeu. Oud en Nieuw uit de Javaansche letterkunde (Leiden, 1921). Uittreksels in Adatrechtbundel XXV, blz. 53. R. Sosrodanoekoesoemo. De Madoereesche taal en letterkunde; Handelingen van het eerste congres voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Java (Weltevreden, 1921). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXV. blz. 131—134. J. L. van Gennep. De Madoereezen [in De Volken van NederlandschIndië, dl II, Amsterdam, 1921]. R. M. Noto Soeroto. De Javanen [in De Volken van NederlandschIndië, dl II, Amsterdam, 1921]. Dr. B. Schrieke. Zwavelzoekers op de Walirang (1921) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 289. R. A. A. Kromodjoio Adi Negoro. Oud-Javaansche oorkonden op steen uit de afdeeling Modjokerto (Modjokerto, 1921, 3 dln). Inggris. Taboe-woorden en verbodsbepalingen in Bagelen; Djawa, 1 (1921). Kalangs (1921) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 66. — Zie Rouffaer. Fruin. Een en ander over de tabakscultuur voor de Inlandsche markt in de regentschappen Bandjarnegara, Wonosobo, Temanggoeng en Magelang; Blaadje Volkscredietwezen, 11 (1923), No. 9. A. W. P. Holwerda. Eenige Madoereesche spreekwoorden en uitdrukkingen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). T. Altona. Over den oorsprong der Kalangs; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). C. L. Loriaux en Dr. C. L. van Doorn. Economische beschrijving van de desa Wiroen (regentschap Koeto-Ardjo) in betrekking tot de credietverhoudingen onder de bewoners; Blaadje Volkscredietwezen, 11 (1923), No. 12, 12 (1924), No. 1. Karsono Praariro Soebroto. De rietopkoop en de gevolgen daarvan; Blaadje Volkscredietwezen, 12 (1924), No. 4. — Overgenomen uit Algemeen Landbouwweekblad voor Ned.-Indië. ' Mr. B. ter Haar Bzn. De zoutwinning te Koewoe; Mangkoe Nagoronummer van Djawa, 4 September 1924. Dr. B. Schrieke. Brama en Lawoe ; Mangkoe Nagoro-nummer van Djawa, 4 September 1924. A. C. Tobi. Verbetering van gegevens voor Selokaton (1925) [Middel-Java] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 43—51. Dr. W. F. Stutterheim. Een oorkonde op koper uit het Singasarische; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 65 (1925). J. W. de Stoppelaar. Een paar aanteekeningen over Banjoewangi; Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926). Wirjo Asmoro. Iets over de adat der Madoereezen [Oost-Java- en Madoeranummer van] Djawa, 6 (1926), No. 4, 5 en 6. Dr. W. F. Stutterheim en Dr. Th. Pigeaud. Een Javaansche oorkonde uit den bloeitijd van Madiapahit; [Oost-Java en Madoeranummer van] Djawa, 6 (1926), No. 4, 5 en 6. Dr. C. L. van Doorn. Schets van de economische ontwikkeling der afdeeling Poerworedjo (residentie Kedoe) (Weltevreden, 1926). Javaansche adatrechtstermen; Adatrechtbundel XXIII, blz. 67—114. — Zie ook Gericke-Roorda-Vreede-Gunning. 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. Pro-nota, behelzende eenige vragen betreffende de verplichtingen waaraan de bevolking was onderworpen, beantwoord voor het regentschap Demak (1796); Eindresumé II, bijlage KK. Gegevens over ambtssieraden (1809) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 74. Acte van verband voor Poespo Negara, Regent van het district Brebes, omtrent het doen van heerendiensten en de verpligte leverantie van producten; Eindresumé III, bijlage F. [Belastingen in Bagelèn in den Javaanschen tijd]; Eindresumé II, bijlage O. Extracten uit de verbalen van de residentie Bagelen, waarin medededingen voorkomen omtrent het belastingwezen onder het Vorstenbestuur; Eindresumé III, bijlage A. [Belastingen in Banjoemas in den Javaanschen tijd]; Eindresumé II, bijlage K. A. D. Cornets de Groot. Extract uit het verslag aangaande de residentie Grissee, van den resident...., waarin de lasten, die de gemeene man onder de Compagnie te dragen had, worden vermdd (1823); Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1853, I; Eindresumé III, bijlage G. [De belastingen, die op Madoera uit de in apanage afgestane desa's aan den Vorst moesten worden opgebracht] ; Eindresumé II, bijlage H H. [J. J. Donner]. De persoonlijke diensten tijdens het Vorstenbestuur in de afdeeling Madoera (Bangkalan) ; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 4 (1890). — Overgenomen in Eindresumé III, bijlage Dc. [Belastingen in den Javaanschen tijd in Rembang, Madioen en Soerabaja]; [Kindresumé II, bijlagen P, Q en S. Opgave van alle diensten, die van rijkswege verrigt werden in het regentschap Bangil, van 1825 tot 1843; Bijdragen Koninklijk Instituut, nieuwe volgreeks, 6 (1862). Gegevens over dienstplichtigheid [op Middd-Java] (1831), uit Tijdschrift Nederhndsch-Indië, 1862, I; Adatrechtbundd XIV, blz. 87—88. Tavaansche akten van Madoera (1863—1888); Adatrechtbundd XIX, blz. 446—450. Waringins van regenten [op Middel-Java] (1868); Adatrechtbundel XIV, blz. 80. J. F. N. Oosterzee. Schetsen van een desabestuur in de bergdistricten van het regentschap Cheribon; Indische Gids, 4 (1882), II. Vonnissen van de inheemsche rechtspraak op Madoera (1882) ; Adatrechtbundel VIII, blz. 281—286. C. J. Hasselman. De perdikan-dessa's in het district Tjahijana, afd. Poerbolinggo, residentie Banjoemas; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 1 (1887). De désa-regeling van Modjowangi, afd. Djombang, residentie Soerabaia, met eenige aanteekeningen van den controleur H. E. B. Schmalhausen; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 1 (1887). H. Massink. Bijdrage tot de kennis van het vroeger en tegenwoordig bestuur op het eiland Madoera (Arnhem, 1888). H. E. B. Schmalhausen. Extract uit het ingevolge Gouvernementsbesluit van 4 Augustus 1888, No. 1 uitgegeven voorstel tot afschaffing der heerendiensten enz. van ; Eindresumé III, bijlage O. — Uittreksels in Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1889, I en II. — Afzonderlijk verschenen, Soerabaja, 1889. Belastingdruk in den Javaanschen tijd (1895) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 33. — Zie Roo de la Faille. J. Knebel. Voordeden van het desa-hoofd en de leden van het desabestuur in de residentie Tegal; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 38 (1895). Adat-inkomsten van leden van desabesturen [in Soerabaja en Pekalongan] (1905); Adatrechtbundd XIV, blz. 192—196. — Ontleend aan: C. J. Hassdman. Eindverslag over het onderzoek naar den druk der dessadiensten op Java en Madoera, 1905. W. P. D. de Wolff van Westerrode. Rapport omtrent de perdikandesa's in de afdeding Poerwokerto, residentie Banjoemas; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 21 (1901). Mr. W. Boekhoudt over reorganisatie van het politiewezen (1908). ■— Uittreksels in Adatrechtbundd XVIII, blz. 65—70. Desabeslissingen uit het gewest Kedoe (1910—1922) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 41—51. Rechtszaken in Banjoemas (1911—1916); Adatrechtbundd XIV, blz. 122—123. Mr. B. ter Haar. Rechtspraak van het districts- en van het regentschapsgerecht van Poerwakerta, gewest Banjoemas (1912— 1916); Adatrechtbundel XVIII, blz. 48—56. Inkomsten van desahoofden en andere desaheffingen (1912—1917) [Middd-Java]; Adatrechtbundd XVIII, blz. 57—65. Rechtszaken in Pasoeroean (1914); Adatrechtbundd XIV, blz. 191. Rechtszaken op Madoera (1915); Adatrechtbundd XVIII, blz. 188 —197. J. H. Johan. Een en ander omtrent de vrije desa's en de wenschdijkheid harer opheffing; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), I. C. A. Schnitzler. Desa-finandën en nog wat; Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917). Dr. H. Blink. De Javaansche desa en de Germaansche marke; Vragen van den Dag, 33 (1918). Dr. B. Schrieke. Iets over het perdikan-instituut; Bataviaasch Nieuwsblad, 1918. — Overgenomen in Adatrechtbundel XIX, blz. 242—252. Mr. B. ter Haar. Burgerlijke rechtspraak van regentschapsgerechten (1918) [Middel-Java] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 158—177. Hedendaagsche dorpsinrichting (1919) [Middel-Java]; Adatrecht^ bundel XIX, blz. 286—291. — Zie Meyer Ranneft. Dorpsinrichting in Pasoeroean (1919) [Oost-Java met Madoera] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 284. R. Kern. Verkiezing van dorpshoofden in Soerabaja.in vroeger tijd; Koloniaal Tijdschrift, 10 (1921). Oud-Javaansche eed (1922) [Middel-Java] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 35. — Ontleend aan R. Ng. Poerbatjaraka. De inscriptie van het Mahaksobhyabeeld; Bijdragen Koninklijk Instituut, 78 (1922). Dësa-beslissingen uit Semarang (1922—1924) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXV, blz. 58—64. Eed op de Tengger (1924) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XXV, blz. 129. Dorpswezen en grondenrecht in Rembang (1924) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXV, blz. 51—53. Adatvonnissen [Middel-Java] ; Adatrechtbundel IV, blz. 547—554; XIV, blz. 66—80; XVIII, blz. 75—82; XIX, blz. 256—264; XXII, blz. 27—35. Adatvonnissen [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel VIII, blz. 270—281; XIV, blz. 184—190; XIX, blz. 456—479; XXII, blz. 279—281. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of effects. — La. familie et les successions. Adat pelok op Madura; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1029 (1883). M. Pringga Atmadja en H. Th. J. Uytterbroeck. Huwelijksgebruiken op het eiland Bawejan; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 34 (1891). Schenkingen tusschen echtgenooten staande huwelijk volgens inlandsch recht (Madoera); Wet en Adat, le en 2e jg., (1896— 1898), Band III, Kleine Bijdragen. Aanteekeningen over huwelijksrecht [op Middel-Java] (1902); Adatrechtbundel X, blz. 42. L. Th. Mayer. Verloving en huwelijk op Bawean; Het Daghet (Bandoeng), 1 (1905—1906). Vijfde vergadering der Javaansche voorgangers in de Oost-Java 26 Missie, 10—11 Januari 1906; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 50 (1906). — Zie ook 48 (1904). Jhr. mr. W. W. Feith. Erfrecht in Madioen (± 1910) [MiddelJava] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 55. Inlandsche gegevens betreffende de afdeeling Bondowoso (1911), naar aanteekeningen van Nitiadiredjo; Adatrechtbundel VIII, blz. 268—269. Inlandsche gegevens over meervrouwendom (1912) [Vragenlijst van Mr. C. Th. van Deventer, beantwoord door de te Semarang gevestigde vereeniging Mangoenhardjo]; Adatrechtbundel VIII, blz. 233—236. Mr. A. van Olst. Vraag over vermoeden van overlijden; Recht Nederlandsch-Indië, 102 (1914). — Aanteekeningen hierop in Adatrechtbundel XVIII, blz. 38—39. Gegevens over adoptie en over erfrecht [in Banjoemas] (1916); Adatredttbundel XIV, blz. 124—125. Mr. B. ter Haar. Nadere gegevens over adoptie [in Banjoemas] (1917); Adatrechtbundel XVIII, blz. 45—47. Huwelijken op jongen leeftijd (1917) [Middel Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 317—321. — Ontleend aan Indische Gids, 1917, blz. 1210—1213. Inggris. De Kalang's in Bagelen; Djawa, 1 (1921). Heidensche huwelijken op den Tengger (1921) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XXV, blz. 128. Huwelijken van Christen-Inlanders (1921) [Oost-Java met Madoera] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 288—292. Huwelijk van Mohammedaan en Christen (1921) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXII, blz. 38—40. W. A. K. Kawin tjara Bawéan; Tjahaja Timoer, 10 September 1919. — Overgenomen in Notulen Bataviaasch Genootschap, 59 (1921), afl. 4, bijlage IX. Erfrecht in Poerbalingga (1922) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 64—66. Gegevens over familierecht (1923 [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XXV, blz. 155. D. Pol. Beschrijving van het bijzonder adatrecht der Inlandsche christenen in Midden-Java enz.; De Macedoniër, 30 (1926). 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. F. J. von Rothenbühkr. Extract uit het rapport van over de rijstcultuur in Java's Oosthoek, geteekend 19 April 1806. — Zie Bijdragen Koninklijk Instituut, 2 (1854). Opgenomen in Eindresumé III, bijlage H. F. J. von Rothenbühler. Extract uit de beantwoording van een aantal vragen betreffende den staat van het regentschap Grissee (1813); Eindresumé II, bijlage N N. S. L. F. van Schuppen. Extract uit de missive van 23 Mei 1825 No. 17 van den assistent resident van Toeban, belast met eene commissie op het eiland Bavian (Bawéan); Eindresumé II, bijlage AA. Jhr. J. F. W. van der Willige von Schmidt auf Altenstadt. Procesverbalen van verkiatïngen betreffende den overgang van sawah's 'dié in asli of poesoko-bezit waren geweest, in communaal bezit in de Residentie Madioen, bij de invoering van ons gezag aldaar in 1830, ten einde gelijkheid van baten en lasten te verkrijgen ; Eindresumé III, bijlage J. Beschikkingsrecht over den grond (1834) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 32. — Ontleend aan Jean Chrétien Baud, geschetst door mr. P. Myer, 1878, blz. 443. Gegevens over landbezit [op Middel-Java], uit Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1859; Adatrechtbundel XIV, blz. 81—86. Een opstel over het landbezit door den Wëdana van het distrikt Bantjar, residentie Rëmbang; Bijdragen Koninklijk Instituut, 10 (1863). Regeeringsonderzoek naar het landbezit op Java (1863) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 278—282, XXV, blz. 127. — Zie Memorie van Toelichting. Regeeringsonderzoek naar het landbezit op Java (1863) [MiddelJava] ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 17—36. — Zie Memorie van Toelichting. A. van der Gon Netscher. [Over grondenrecht in Pekalongan], (medegedeeld door Mr. S. Keyzer); Delftsche Couraitt, 11 Juni 1867. — Overgenomen in Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1867, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz. 105-r-106. M. Voute. Het grondbezit der'inlanders in Rembang en Krawang: Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1868, I. De residentie Kadoe naar de uitkomsten der statistieke opname en andere officiële bescheiden (Batavia, 1871). [J. M.] van Vleuten. Een en ander omtrent het landbezit op Bawean; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1872, I. J. M. van Vleuten. Het grondbezit in het regentschap Pamëkassan, residentie Madoera (Rotterdam, 1873). Rapport omtrent de rechten, die in de -residentie Soerakarta op den grond worden uitgeoefend, opgemaakt ingevolge Gouvernementsbesluit d.d. 25 October 1875, No. 38; Eindresumé III, bijlage B. W. F. van Andel. Nota over het verloren gaan van het individuëel bezit en het ontstaan van het gemeentelijk bezit in het district Poerworedjo; Eindresumé II, bijlage M. Jhr. J. F. W. van der Willige von Schmidt auf Altenstadt. Nota over het individueel grondbezit in het district Kedoeng-Tawon van de afdeeling Keboemèn, Residentie Bagelen; Eindresumé II, bijlage N. Mr. W. B. Bergsma. Extract uit de beantwoording der vraag, of het behoud van het gemeen bezit wenschelijk is in het belang van de openbare rust en orde, met betrekking tot de regentschappen Soerabaja, Sidoardjo en Modjokerto; Eindresumé II, bijlage W. O. A. Burnaby Lautier. Extract uit de beantwoording van de vraag, of het behoud van het gemeen bezit wenschelijk is in het belang der maatschappelijke rust en orde, met betrekking tot de regentschappen Grissee, Lamongan en Sidajoe; Eindresumé II, bijlage Z. Résumé der antwoorden ingekomen op de vragen gesteld bij de missive van den len Gouvernements secretaris dd. 21 Februari 1876, No. 442, betreffende den overgang van bezitregten in de Preanger-Regentschappen; Eindresumé II, bijlage OO. Mr. W. B. Bergsma. De conversie van communaal in erfelijk individueel bezit op Midden Java, getoetst aan het inlandsch grondrecht (Leiden, 1881). G. L. Gonggrijp Sr. Beschikkingsrecht (+ 1882); Koloniaal Tijdschrift, 6 (1917), I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XXII, blz. 281—284. J. W. Mullemeister. Nota betreffende de rechten, welke door den inlander op den grond in de afdeeling Soemenep worden uitgeoefend (1886); Eindresumé III, bijlage Db. Mr. I. A. Nederburgh. Aard van het communaal bezit; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. E. R. van Lier en M. Herz. Iets omtrent het grondbezit in de afdeeling Koeto-Ardjo (Bagelen); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 19 (1900). P. W. van den Broek en Raden Tirtokoesoemo. Het dadalrecht (onteigeningsrecht van dessagronden) in de districten Probolingo, Remameh en Menoréh van het regentschap Magelang; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 20 (1901). Gegevens uit een regeeringsrapport over grondenrecht in Pekalongan (1902); Adatrechtbundels II, blz. 180—187; X, blz. 38—39. Sawah kehormatan (1902—1921) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, bl. 37—41. Adatvonnissen (1904—1910) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel IV, blz. 598—610. Adatvonnissen [Middel-Java]; Adatrechtbundel II, blz. 191—202; XXV, blz. 56—58. R. A. Kern. Een merkwaardig adatgeval in zake grondbezit [in Patjitan]; Recht Nederlandsch-Indië, 87 (1906). Grondenrecht in Pekalongan (1907); Adatrechtbundel X, blz. 38— 39. Zie Adatrechtbundel II, blz. 180—187. Mededeeling over grondenrecht in Patjitan (1911); Adatrechtbundel X, blz. 40—41. J. van der Marei. Schets Sflan den aard en omvang der rechten welke in de residentie Kedoe door de inlandsche bevolking op de gebruiksaandeelen in den gemeentelijken grond worden uitgeoefend en beteekenis, welke aldaar thans nog aan de rechten der inlandsche gemeente op deze gronden kan worden toegekend; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 41 (1911). R. A. Kern. Aanteekeningen over Patjitan (1912); Adatrechtbundel VIII, blz. 250—252. Vervorming van het landbezit (1912) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 252—255. — Zie van Vollenhoven. Sprongen in de ontwikkeling van het gewoonterecht. Vervorming van het inlandsch bezitrecht op grond (1912) [OostJava met Madoera]; Adatrechtbundel XXII, blz. 287. — Zie van Vollenhoven. Sprongen in de ontwikkeling van het gewoonterecht. Grondenrecht in Brebes (1915); Adatrechtbundel XII, blz. 44—45. F. A. E. Laceulle. De zgn. communale bouwvelden in Midden-Java; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916). Mr. G. J. Nolst Trenité. Een bedenkelijk landraad-vonnis (in zake het desabeschikkingsrecht op gronden); Indisch Tijdschrift van het Recht, 107 (1916). — Uittreksel in Adatrechtbundel XIX, blz. 234. Het woord maro (1916) [Middel-Java] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 234—235. — Zie ook Nolst Trenité. Grondenrecht in Besoeki (1917) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 181—185. Mr. F. D. Holleman. Nadere gegevens uit Kediri (1918) [MiddelJava] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 207—215. C. O. van der Plas. Gegevens over grondenrecht (1919) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XXV, blz. 149—155. De term bawon (1920) [Oost-Java met Madoera] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 479. Grondenrecht in Madioen en Kediri [Middel-Java] (1920); Adat- rechtbuadel XIX, blz. 335—339. Grondenrecht in Kediri (1920) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 36. Verbodsteekenen (1921) [Middel-Java] ; Adatrechtbundel XXII, . blz. 36—38. A. A. C. Linck. De agrarisch-economische hervormingen in OostCheribon; Koloniaal Tijdschrift, 12 (1923). C. A. Jochems. Conversie van communalen grond; Archief Suikerindustrie Nederlandsch-Indië, 31 (1923), I. W. G. Vergouw. Een en ander over het zg. „Gadé-Tanah" in MiddenJava (Djokjakarta, z. j.). Mr. F. D. Holleman. De verkoop van gronden op Midden-Java en in verband daarmede, pogingen tot bevordering der rechtszekerheid van Inlandsch grondbezit; Koloniale Studiën, 8 (1924), I. Dorpswezen en grondenrecht in Rembang (1924) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXV, blz. 51—53. Mr. T. C. Lekkerkerker. Grondenrecht in Salatiga (± 1924) [Middel-Java] ; Adatrechtbundel XXV, blz. 67. A. C. Tobi. Gegevens over Selokaton (1925) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXV, blz. 35—43. G. J. Vink. Schetsen van den inlandschen landbouw in Zuid-Djombang; Landbouw, 1 (1925—1926). 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. Mededeeüng over schuldenrecht [op Java's Oosthoek] (1879) ; Adatrechtbundel X, blz. 52. Mr. B. H. P. van der Zwaan. Mededeeling over verkoop en verpanding (± 1890) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundel XVHI, blz. 180. Uitbesteding van vee (1896) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 37. Eenige Madureesche contracten zooals die in de afdeeling Bondowoso plegen gesloten te worden; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896— 1898), Band III, Kleine Bijdragen. — Overgenomen in Adatrechtbundel XVIII, blz. 185—188. Mr. W. F. Haase. Het „wang teboesta" systeem; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898). Band III, Kleine Bijdragen. R. Kromo Adi Redjo. Iets naar aanleiding van de primbon; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Tjhjoprodjo. Javaansche boevenloopjes; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Jhr. Mr. A. J. van den Bergh. Misbruik van vertrouwen. Verkoop van z.g. contractsapis; Récht Nederlandsch-Indië. 71 (1898). Dësa-akten uit Todoengagoeng (1900—1908) [Middd-Java]; Adatrechtbundd XXIII, blz. 56—59. Mededeeling uit Blora over djoeal enz. (1913); Adatrechtbundel VIII, blz. 237—242. Dësa-akten uit Kedoe (1915—1919) CMiddd-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 51—56. Huidenhandel op Madoera (1919); Adatrechtbundel XIX, blz. 450. — Ontleend aan Indisch Tijdschrift van het Recht, 113 (1920). Veepacht en uitbesteding van vee (1919—1920) [Oost-Java met Madoera] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 451—456. Veepacht en uitbesteding van vee (1920) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXIII, blz. 59—64. Veepacht en uitbesteding van vee (1920) [Oost-Java met Madoera]; Adatrechtbundd XXIII, blz. 282—-289. Veepacht op Madoera (1920); Adatrechtbundel XXV, blz. 130. Mr. O. Tan Bockel. De zuiver inlandsche vereeniging (1920) [MiddelJava] ; Adatrechtlmndel XIX, blz. 264—284. Dësa-akfen uit Semarang (1920—1923) [Middel-Java]; Adatrechtbundel XXV, blz. 64—67. v. De Vorstenlanden. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. J. W. Winter. Beknopte beschrijving van het Hof Soerakarta in 1824; Bijdragen Koninklijk Instituut, 54 (1902). G. P. Rouffaer. Voorwoord en Noten bij J. W. Winter's Beschrijving van 1824; Bijdragen Koninklijk Instituut, 54 (1902). Desa-oorlogen (1825) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXV, blz. 124. E. S. de Klerck. De Java-oorlog van 1825—1830, dl VI (Batavia, 's-Gravenhage, 1909). R. Bousquef de F[illiettaz]. Korte beschrijving van de Javaansche regtbanken in de landen der Javasche vorsten, benevens uittreksels uit de wetboeken bij die regtbanken gevolgd wordende; Nederlandsche Jaarboeken voor Regtsgeleerdheid en Wetgeving, dl V (1843). C. F. Winter. Instellingen, gewoonten en gebruiken der Javanen te Soerakarta; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1843, I. Gegevens over Jogjakarta en Soerakarta, uit Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1843—1859; Adatrechtbundel XIV, blz. 134— 141. D. L. Mounier. Het boek der Nawolo-Pradhoto met Aanteekeningen en Bijvoegselen betreffende de staathuishoudelijke inrichting der Javanen te Soerakarta; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1844, I. — Afzonderlijk verschenen te Batavia, 1844. Korte inhoud der Javaansche wetboeken Hanggêr Sapoeloeh, Hanggêr-Hagêng, en Hanggêr- of Nawóló-Pradótö, en beschrijving der Javaansche gebruiken en instellingen; Regt NederlandschIndië, 1 (1849). Compendium der voornaamste Javaansche wetten, nauwkeurig getrokken uit het Mahomedaansche Wetboek Moghardar enz. ; Regt Nederlandsch-Indië, 3 (1850). Kalangs, Pinggirs en Gadjahmatti's (1860) (Vorstenlanden); Adatrechtburtdel XIX, blz. 382—384. Soerjo Alam; Bijdragen Koninklijk Instituut, Nieuwe volgreeks, dl VI (1862). Hanggêr Sepoeloeh. Uit het Javaansch vertaald door C. F. Philips (Soerakarta, 1877). , C. A. Rosemeier en Natadiradja. De Javaansche wetten- benevens andere bepalingen' ten dienste van landhuurders, beheerders en geëmplpijeerden van de ondernemingen in de beide Vorstenlanden. Vertaald, verzameld en bewerkt (Djokdjakarta, 1886). C. A. Rosemeier. De toestand in de Vorstenlanden door den Heer R. Wijnen beoordeeld (Jogjakarta,, 1887). H. K. J. van Deinse. De toestand in de Vorstenlanden (Leiden, 1887). Ethnologisch gegeven (1894) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXV, blz. 125. -4- Ontleerfdraan Tijdschrift NederlandschIndië, 1894, L, vy G. J. Oudemans. Javaansche wetten en andere bepalingen, geldig in Jogjakarta ten dienste van landhuurders^ beheerders en geëmployeerden van ondernemingen en van de Javaansche ambtenaren in dat gewest. Vertaald, verzameld en bewerkt door G. J. Oudemans, 3 dln (Jogjakarta, 1897, 1895, 1896). G. P. Rouffaer. Een brutaal plagiaat; Bijdragen Koninklijk Instituut, 50 (1899). Dr. J. Groneman. Co-operatieve vereenigingen van Javanen; Java- k Bode, 16 Augustus 1904. Kradjan-poelisi-woonerven in Jogjakarta (1904—1916); Adatrecht. bundel XIX, blz. 351—360. G. P. Rouffaer. Vorstenlanden; Encyclopaedie van Nederlandsch- Indië, IV (1905), le druk. Gemengde gegevens uit regeeringsrapporten [over de Vorstenlanden] (1908); Adatrechtbundel II, blz. 216—223. S. de Graaff. Hervormingsplan voor de Javaansche Vorstenlanden (Batavia, 1909). Over woonerven ter hoofdplaats Jogjakarta (1910); Adatrechtbundel XIX, blz. 346—351. H. van Kol. De reorganisatie der Vorstenlanden; Locomotief van 12 Augustus 1911 t/m. 29 Augustus 1911. Inlandsche gegevens betreffende het adatrecht der inheemsche be* volfcing van Soerakarta (1913), bewerkt naar nota's van Kangdjeng Radën Adipati. Sasradiningrat; Adatrechtbundel VIII, blz. 258—260. Noto Soeroto. Beknopt geschiedkundig overzicht van het Sultanaat Jogjokarto (Amsterdam, 1920). J. H. A. Logemann. Verbetering van gegevens voor Soerakarta (1920); Adatrechtbundel XIX, blz. 371—382. Vorstenlanden; Encyclopaedie, 2e druk, dl IV (1921). J. Th. Petrus Blumberger. De Javanen der Vorstenlanden [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl II, Amsterdam, 1921]. Mr. B. ter Haar. Losse aanteekeningen over adatrecht (1921) [Vorstenlanden] ; Adatrechtbundel XXII," blz. 219—222. Gegevens uit Imagiri (1921) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXII, blz. 222—224 (zie verbetering XXIII, blz. 277). S. Suhari. De Gajahmati te Solo; Djawa, 2 (1922). R. A. Dr. H. Djajadiningrat. De namen Prangwadono en Mangkoenagoro; Mangkoe Nagoro-nummer van Djawa, 4 September 1924. P. A. Soerjadiningrat. Toelichting bij den plattegrond van de Kraton te Jogjakarta; Djawa, 5 (1925). H. J. van Mook. Koeta Gedé; Koloniül Tijdschrift, 15 (1926). H. J. van Mook. Nieuw Koeta Gedé; ,|Koloniaal Tijdschrift, 15 (1926). L. F. Dingemans. Gegevens over Djokjakarta (Magelang, 1926). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. C. F. Winter. Regtspleging over de onderdanen van Z. H. den Soesoehoenan van Soerakarta; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 6 (1844), I. C. F. Winter. Titels der Javaansche gröoten te Soerakarta; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 2 (1854). Vonnissen van de pradata en de soerambi van het prinsdom Mangkoenegaran (1859—1878); Adatrechtbundel XXV, blz. 105—121. Brest van Kempen. [Verplichte diensten en leveringen in Jogjakarta] (1863); AdatrechtbuMdel XXV, blz. 123. — Ontleend aan Bijlagen Tweede Kamer, 1862—1863, blz. 735—736. Vonnissen van de inheemsche rechtspraak [in de Vorstenlanden] (1867—1868); Adatrechtbundel IV, blz. 554—573. Gegevens betreffende bestuur en rechtspraak in het prinsdom Mangkoenegaran (1867—1913) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXV, blz. 70—105. Zelfbestuursverordehing(en) [in de Vorstenlanden]; (1912—1913) in Adatrechtbundel X, blz. 43—51; (1869) in Adatrechtbundel XVIII, blz. 82—86. Massaklacht Voor den Sultan van Jogjakarta (1873); Adatrechtbundel XXIII, blz. 251—254. Gegevens betreffende de rechtspraak der Paso wan Mangoe van Jogjakarta uit de jaren 1878—1891 en eenige vonnissen uit dien tijd; Adatrechtbundel XXIII, blz. 207—220. B. van Baak. Over de heerendiensten in Djokjokarta en- de daaromtrent in 1886 tot stand gekomen regeling; Eindresumé III, bijlage C"1. Zélfbestüursverordening van Soerakarta op de toepasselijkheid vhd de pranaton pratelon (1889); Adatrechtbundel XXII, blz. 195—197. Zelfbestuurverordeningen van Soerakarta betreffende godsdienst"Unibtenaren (1892—1913); Adatrechtbundel XXII, blz". 171— 195. Mr. P. W. Filet. De verhouding der vorsten op Java tot de Ned. Indische regeering ('s-Gravenhage, 1895). Procesbundel, behoorende bij het vonnis van de pradata dalem te Jogjakarta van 27 Mei 1895; Adatrechtbundel XXIII, blz. 220—230. Vonnis van de pradata dalem van Jogjakarta van 16 Januari 1896 met proces-verbaal der beëediging van gedaagde; Adatrechtbundel XXIII, blz. 230—235. Vonnissen van de pradata dalem te Jogjakarta (1897—1915); Adatrechtbundel XXIII, bl. 235—238. ' Vonnissen van de soerambi te Jogjakarta (1897—1919); Adatrechtbundel XXIII, blz. 238—244. Aanstellingsakte [Vorstenlanden] (1900); Adatrechtbundel VIII, blz. 254—257. Vonnis van de rechtbank Kadanoeredjan te Jogjakarta (1902); Adatrechtbundel XXIII, blz. 244—247. W. F. Engelbert van Bevervoorde. Nota over het rechtswezen in de residentie Jogjakarta (Djocja, 1903). Gegevens nopens de rechtspraak over • vorstenverwanten en hooge ambtenaren te Jogjakarta (1903—1919); Adatrechtbundel XXIII, blz. 247—251. De persoonlijke diensten en uitvoering van die diensten in betaalden arbeid [in Jogjakarta] (1908); Adatrechtbundel II, blz. 208—212. Gegevens over de reorganisatie van de afdeeling Goenoeng Kidoel, residentie Jogjakarta (1912); Adatrechtbundel XXIII, blz. 254—265. Verordening van Soerakarta nopens het aantal lagere hoofden (1912—1913); Adatrechtbundel X, blz. 43—45. Mr. B. ter Haar. Jurisprudentie van de balëmangoe te Jogjakarta (1913—1918); Adatrechtbundel XXII, blz. 231—263. — (Zie verbetering XXIII, blz. 277). Adatbeslissingen [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel VIII, blz. 261 —266; XXII, blz. 263—265. Mr. C. van Vollenhoven. Afschaffing van de inheemsche rechtspraak in .... Jogjakarta; Weekblad v. h. Recht, 10163 (1917). Mr. J. S. Thieme. Over rechtsbedeeling in Solo; Indisch Tijdschrift van het Recht. 109 (1917). Adatinkomsten van desabestuursleden in Soerakarta (1917); Adatrechtbundel XIX, blz. 360. Bevelschrift van den rijksbestuurder van Jogjakarta (1918); Adatrechtbundel XIX, blz. 341—343. Adatproces in Jogjakarta (1918); Adatrechtbundel XIX, blz. 343. Mr. B. ter Haar. De balëmangoe van Jogjakarta (1920); Adatrechtbundel XXIII, blz. 191—207. Mr. B. ter Haar. De hedendaagsche inheemsche rechtspraak in Nederlandsch-Indië en haar regeling door A. Mieremet; Indisch Tijdschrift van het Recht, 112 (1920). Rijksornamenten (1921) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXII, hlz. 268—277. — Zie Rouffaer. K. P. Hadiwidjojo. De rijkssieraden van het Mangkoenagaransche vorstenhuis; Mangkoe Nagoro-nummer van Djawa, 4 September 1924. Mr. B. ter Haar Ban. Inheemsche rechtsbedeeling op Java; De Bestuursgids, 1 (1925—1926). Gewestelijke regelingen en gegevens [uit regeeringsrapporten] nopens de inheemsche rechtspraak: Soerakarta; Adatrechtbundels I, blz. 244; V, blz. 46 en blz. 462; XII, blr.iSH9 en blz. 404; XVIII, blz. 427. Gewestelijke regelingen en gegevens [uit regeeringsrapporten] nopens de inheemsche rechtspraak: Jogjakarta; Adatrechtbundels I, blz. 244; V, blz. 47—53 en blz. 462; X, blz. 49—51; XII, blz. 319 en blz. 404-405; XVIII, blz. 427. 3. Familierecht ett erfrecht. Domestic law; distribution of ef fects. — Ia familie et les successions. Zelfbestuursverordening van Soerakarta op de bereddering van nalatenschappen (1891—1921). — Met toelichting van J. H. A. Logemann; Adatrechtbundd XXII, blz. 114—171. Gegevens over adoptie (1921) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXII, blz. 224—226. 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime fonder. Rapport van Crawfurd, omtrent het grondbezit in de Vorstenlanden; Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java, dl I, blz. 177—193 (Amsterdam. 1865). Pranatan Patoeh. Jogjasche wet van 1863, houdende bepalingen omtrent de rechten en verplichtingen der Prijaji's, die gronden in apanage hebben, in het rijk van Jogjokarta; Eindresumé III, bijlage C. Nieuwenhuyzen. [Agrarische gegevens over Soerakarta] (1863); Adatrechtbundel XXV, blz. 121—123. — Ontleend aan Bijlagen Tweede Kamer, 1862—1863, blz. 736—738. Mr. C. J. F. Mirandolle. Iets over den zoogenaamden landverhuur in de Vorstenlanden op Java; Tijdschrift Nederlandsch-Indiê, 1867, II. Lavenir. De Vorstenlanden (Samarang, 1869). Jhr. R. M. C. van Alphen. Landbezit ih de Vorstenlanden; Indische Gids, 4 (1882), II. Nota omtrent het bouwrecht hVJogjakarta (1883); Adatrechtbundel II, blz. 203—207. Javaansche wetten ten dienste van landhuurders, beheerders enz. in de Vorstenlariden; vertaald door C. A. Rosemeier en Natadiradja (Djokdjokarta, 1886). Mr. P. Brooshooft. [lamdverhuur in de Vorstenlanden] ; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1334 (1889). — Ontleend aan de Locomotief. De oud-residem) Spaan over den agrarischen toestand in de Vorstenlanden; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1505 (1892). A. De exploitatie van gronden en bevolking in de kèdjawen-desa's der Vorstenlanden; Indische Gids, 1893, II. Diacohilos. De waterrechten in de Vorstenlanden (volgens de adat en andere wettelijke bepalingen); Archief* Landbouw Nederlandsch-Indië, 5 (1901). Adatvonnissen (1904) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel IV, blz. 574—576. " £ Adatvonnissen (1907) [Vonnissen]; Adatrechtbundel XIV, blz. 127—134. Rechten van de bevolking op den grond [in Jogjakarta] (1908); ' Adatrechtbundel II, blz. 212—215. J. D. Hunger. Javaansche wetten, verordeningen, regelingen, besluiten, bevelschriften en andere bepalingen op agrarisch gebied geldig in Jogjakarta. Verzameld, vertaald en van-aanteekeningen voorzien, 3 dln (Semarang-Soerabaja-'s-Gravenhage, 1910— —1911). Gegevens over de krapjakgronden in het rijk Soerakarta (1910— 1913); Adatrechtbundel XIV, blz. 142—148. Verordeningen van Soerakarta nopens grondenrecht (1912); Adatrechtbundel X, blz. 46—49. Hervorming van het agrarisch stelsel in de Vorstenlanden op Java. Herdruk van enkele belangrijke stukken (Soerabaja, 1812). M. L. M. van der Linden. De reorganisatie in de Vorstenlanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 42 (1912). P. W. Joncquière Javaansche wetten, verordeningen en regelingen beheerschende de agrarische verhoudingen in het Rijk van den Soesoehoenan van Soerakarta (Soerakarta, 1912, 2 dln). J. D. Hunger. Waterrechten in Jogjakarta (1914); Adatrechtbundel XIX, blz. 344—346. Grondoverdracht in dësavergaderingen in de afdeeling Koeion Praga van Jogjakarta, 1917—1919, benevens een regeling op vererving van grond in Adikarta (Koeion Praga), 1913; Adatrechtbundel XXIII, blz. 265—269. Vonnissen, gewezen door den rijksbestuurder van Soerakarta in grondzaken (1914—1915); Adatrechtbundel XXIII, blz. 269 —275. A. Simon. Het agrarische stelsel in de Javasche Vorstenlanden en de reorganisatie; Koloniaal Tijdschrift, 7 (1918). P. W. Joncquière. Grepen uit de Vorstenlandsche historie vari vroegere erilater jaren £ Koloniaal Tijdschrift, 7 (1918), I. Agrarisch stelsel van het rijk Soerakarta (± 1920); Adatrechtbundel XIX, blz. 361—371. Mr, B. ter Haar. De rechtstoestand van den grond ter hoofdplaats Jogjakarta (1921): Adatrechtbundel XXII, blz. 197—219. — (Zie ook XXIII, blz. 277 en blz. 145—191). Verbodsteekenen (1921) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXll, blz. 265. Agrarische gegevens (1921) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXII, blz. 277. — Ontleend aan Sociaal Leven, 25 April 1921. Ir. Ch. E. J. Meyll. De waterschappen in de Vorstenlanden; Waterstaatsingenieur, 10 (1922). P. de Roo de la Faille. Waarom de Vorstenlandsche agrarische toestanden dienden te worden hervormd; Lezingen Derde Koloniale Vacantiecursus voor Geografen, te Amsterdam, 27—29 December 1922. P. de Roo de la Faille. Waarom de Vorstenlandsche agrarische toestanden op Java dienden te worden hervormd; Tijdschrift voor economische Geografie, 14 (1923). Mr. J. H. Heslinga. Schets van de agrarische wetgeving in de Javaansche Vorstenlanden; Indische Gids, 48 (1926), I. H. J. van Mook. De hervorming van het landhuUirstelsel in de Vorstenlanden; Verhandelingen Indisch Genootschap, 12 November 1926. Soepomo. De reorganisatie van het agrarisch stelsel in het gewest Soerakarta ('s-Gravenhage, 1927). 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and terts. — Les dettes et les délits. De Praneton Pertelon (Zelfbestuursverordening op getiërceerde aansprakelijkheid) van Soerakarta (1869—1921), met inleiding en noten van J. H. A. Logemann; Adatrechtbundel XXII, blz. 41 —108. Zelfbestuursverordening op den woeker en op de beperkte aansprakelijkheid van ambtenaren te Jogjakarta (1898); Adatrechtbundel XXIII, blz. 137—145. Zelfbestuursverordeningen betreffende schuldzaken (1905—1916) [Vorstenlanden]. Met aanteekeningen van J. H. A. Logemann; Adatrechtbundel XXII, blz. 108—114. Adatvonnissen (1917) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 87—90. Deelwinning van vee in Soerakarta (1920) ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 275—277. Gegevens uit Zuid-Bantoel (1921) [Vorstenlanden]; Adatrechtbundel XXII, blz. 226—231. — (Zie verbetering XXIII, blz. 277). w. West-Java. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Spanoghe. De Heidenen of Badoewinen van Bantam; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1838, II. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz. 14. Gegevens over Bantam, uit Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1838— 1859; Adatrechtbundel XIV, blz. 12—16. Gegevens over het gewest Batavia, uit Tijdschrift NederlandschIndië, 1842; Adatrechtbundel XIV, blz. 17. Dr. W. R. (baron) van Hoëvell. Bijdrage tot de kennis der Badoeinen in het zuiden der residentie Bantam; Tijdschrift NederlandschIndië, 1845, IV en 1846, I. — Uittreksels in Adatrechtbundel XIV, blz. 14—16. Oude gegevens over West-Java (1849-—1871); Adatrechtbundel XXIII, blz. 13—17. Papakkum of Wetboek van Cheribon, geëxtraheerd en samengesteld uyt diverse Papakkums, als met namen: Radja Nistjaja, Oendang-Oendang Mataram, Djaja Lankara, Kontara Manawa en Adilloela; Regt Nederlandsch-Indië, 3 (1850). Gegevens over Cheribon, uit Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1853 —1867; Adatrechtbundel XIV, blz. 18—22. Mr. S. N. Nederburg. Consideratiën over de Jacatrasche en Préangerregentschappen, onder Batavia sorteerende en of daaruit meerdere voordeden dan thans voor de Compagnie te halen zijn; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 3 (1855). A. W.Kinder de Camarecq. Bijdrage tot de kennis der volksinstellin. gen in de oostelijke Soendalanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 10 (1861). H. W. van Marle. Beschrijving eener kaloerahan in het Noorden van Tjiandjoer; Bijdragen Koninklijk Instituut, 8 (1862). K. F. Holle. Piagem van den vorst van Mataram; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 13 (1864). K. F. Holle. Bijdragen tot de geschiedenis der Preanger-Regentschappen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 17 (1869). Vgl. hierbij dl 32 (1889), blz. 363 vgg. O. van Rees. Overzigt van de geschiedenis der Preanger-Regentschappen; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 39 (1880). S. Coolsma. West-Java (Rotterdam, 1881). C. A. Kruseman. Enkele dagen onder de Badoewi's; Indische Gids, 1889, %. L. van der Ende. Die Baduwis auf Java; Mitteilungen der Anthropologischen Gesellschaft in Wien, 19 (1889). Zie ook 22 (1892). S. E. Harthoorn. De Bantamsche staat en handel; Indische Gids,12 (1890), II. Dr. J. Jacobs en J. J. Meijer. De Badoej's ('s-Gravenhage, 1891). H. [C. H.] de Bie. De aren-palm in de Preanger; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 6 (1892). Dr. J. Groneman. Javaansch dialekt van Dërmajoe (Indramajoe); Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 36 (1893). — Uittreksels in Adatrechtbundel XIX, blz. 7—11. Tjerbonsch-Javaansche adatrechtstermen (1893); Adatrechtbundel XIX, blz. 7—11. — Zie ook Groneman. Gegevens over voormalig bestuur, ambtelijke inkomsten, heffingen en grondenrecht in de Preanger, getrokken uit districtsmonographieën (1893—1896); Adatrechtbundel VIII, blz. 2—46. Uittreksel uit de monographie van het district Oedjoengbroeng koeion regentschap Bandoeng (1893) [samengesteld door den controleur Keiler van Hoorn en den adspirant-controleur Blanken] door R. A. Kern; Adatrechtbundel VII, blz. 27—42. Uittreksel uit de monographie van het district Tjikondang, regentschap Tjiandjoer (1893) (stellers waren de controleur H. de Bie en de adspirant-controleur J. de Vogel); Adatrechtbundel VIII, blz. 2—27. P. de Roo de la Faille. Preanger-schetsen (Batavia, 1895). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVIII, blz. 13—18 en blz. 33. Uittreksel uit de monographie van het district Tandjoengsari, regentschap Soemedang (1896) (steller was de controleur J. de Graaff); Adatrechtbundel VIII, blz. 42—46. Gegevens over Banten (1896) [West-Java]; Adatrechtbundel XVIII, blz. 18. Mr. J. Sibenius Trip. Een merkwaardig vonnis; Recht Nederlandsch-Indië, 72 (1899). A. A. Pennings. De Badoewi's in verband met enkele oudheden in de residentie Bantam; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 45 (1902). H. A. Voet. Beantwoording der vraagpunten betreffende inlandsch landbouwcrediet voor de afdeeling Soemedang (Preanger Regentschappen) ; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 23 (1902). H. C. H. de Bie. Beantwoording van de bij de Missive van den len Gouvernements-Secretaris, dd. 3 Maart 1903, No. 731 gestelde vraagpunten nopens het landbouwcrediet, voor zoover de residentie Preanger Regentschappen betreft; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 25 (1903). Gegevens uit het rapport-De Wolf van Westerrode betreffende het landbouwkredietonderzoek in de Preanger (1904); Adatrechtbundel II, blz. 57—82. H.'Th. Kal. Het idjon- en voorschottenstelsel en accapareeren van gronden der bevolking (Preanger); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 27 (1904). Dr. G. A. J. Hazeu. Tjeribonsch Wetboek (Pëpakëm Tjërbon) van het jaar 1768, in tekst en vertaling; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 55 (1905). Gegevens uit verslagen der Welvaartcommissie (1905—1907) [over i West-Java] ; Adatrechtbundel II, blz. 1—56 en IV, blz. 1—512. Dr. F. de Haan. Priangan. De Preanger-Regentschappen onder het Nederlandsch bestuur tot 1811, 4 dln (Batavia-'s Gravenhage, '1910), H. D. H. Bosboom. Bouwstoffen voor de geschiedenis der Preanger- landen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 53 (1911). E. van Delden. De particuliere landerijen op Java (Leiden, 1911). C. M. Pleyte. De inlandsche nijverheid in West-Java als sociaal: ethnologisch verschijnsel, le en 4e stuk (Batavia, 1911—1913). C. M. Pleyte. Badoejsche geesteskinderen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 54 (1912). Hadji Hasan Moestapa. Bab adat-adat oerang Priangan djeung oerang Soenda lian ti eta (Batavia, 1913). M. Mangoen di Karia. Dialect Djawa Banten. Dengan pendahoe- loean olëh R. Dr. Hoesein Djajadiningrat (Batavia, 1914). — ■« Uittreksels in Adatrechtbundel XIX, blz. 1—7. J. H. Nieuwenhuyt. Kort bericht-omtrent de zeevisscherij in de afdeeling Pandeglang (Bantam); Publicaties Bestuur Centrale Kas Volkscredietwezen Batavia, Januari 1915. — Overgenomen in Adatrechtbundel XII, blz. 18—20. Soendasche adatrechtstennen; Adatrechtbundel VIII, blz. 52—229. Mr. A. Nëytzel de Wilde. De rechtstoestand der opgezetenen van de Particuliere landerijen beoosten de Tjimanoek; Koloniale Studiën, 1 (1916—1917), II. D. Mulder. De terugbrenging der particuliere landerijen tot het staatsdomein (Weltevreden), 1917). C. Lekkerkerker. De Baliërs van Batavia; Indische Gids, 40(1918),I. B. van Tricht. De Badoejs; Nederlandsch-Indië Oud en Nieuw, 3 (1918—1919). Dr. H. Djajadiningrat. Iets over Banten en de Banteners (1921); Adatrechtbundel XXIII, blz. 10—12. — Ontleend aan Handelingen van het Eerste Congres voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Java (Solo, December 1919), 1921. Hasan Soema di Pradja. Een en ander over gebruiken bij den Soendanees; Djawa, 1 (1921—1922). — Uittreksels in Adatrechtbundel XXV, blz. 32—34. J. Verhoeven. Beknopte geschiedenis van den „rechtstitel" verleend aan de Soendaneesche Christen-gemeente te Tjiderès; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 65 (1921). B. Alkema. 'De Soendaneezen [in De Volken van NederlandschIndië, dl II, Amsterdam, 1921]. R. A. Kern. Wali poehoen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 64 (1924). P. de Roo de la Faille. De Chineesche raad te Batavia en het door dit college beheerde fonds; Bijdragen Koninklijk Instituut, 80 (1924). C. C. Berg. Kidung Sunda; Bijdragen Koninklijk Instituut, 83 (1927). Bantensch-Javaansche adatrechtstermen; Adatrechtbundel XIX, blz. 1—7. — Zie ook M. Mangoen di Karia. 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. Piagëm in Maart 1857 door den Fekih van Bantam ter hand gesteld aan zekeren Abdoellah, daarbij belast met de regeling en inning van de dzakat in het district Sérang; Eindresumé III, bijlage S. Bijdrage tot de kennis van de desainrigtingen in Cheribon; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 23 (1861), II. Soerat piagëm door den hoofdpanghoeloe van Tjandjoer den 20sten Juni 1867 uitgereikt aan den naib van Goenoengparang; Eindresumé III, bijlage R. Mr. I. A. Nederburgh. Priesterrechtspraak te Batavia; Recht Nederlandsch-Indië, 72 (1899). Adatvonnissen (1905—1910) [West-Java]; Adatrechtbundel IV, blz. 529—546. P. K. W. Kern. [Landrente-monographie van het district Tjitja- lengka] ; Adatrechtbundel VIII, blz. 27 vgg. A. Bagchus. Een en ander uit de praktijk der heffingen en diensten op de particuliere landerijen in de afdeeling Buitenzorg; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), II, 6 (1917), I. Adatinkomsten van leden van desabesturen (1917) [West-Java] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 17—35. Dorpsinrichting en grondenrecht in Tjerbon (1919) [West-Java]; Adatrechtbundel XIX, blz. 36-40. J. M. van Gils. [Oude rechtspraak in Tjerbon]; Jaarverslag Topo- grafischen Dienst in Nederlandsch-Indië over 1918, dl 14 (1919), blz. 152. — Adatrechtbundel XIX, blz. 35. R. Tresna. Een eigenaardige instelling; Djawa, 5 (1925). 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of effects. — La familie et les successions. J. Verhoeven. Het sluiten van huwelijken onder de Soendaneesche Christenen ; Orgaan Nederlandsche Zèndingsvereeniging, 43 (1903). 27 H. C. G. Ruttink. Het Islamietisch huwelijk in de Preanger; Orgaan Nederlandsche Zèndingsvereeniging, 47 (1907). Mr. dr. W. M. G. Schunrann. [Advies over schenking tusschen inlandsche echtgenooten] ; Indisch Tijdschrift van het Recht, 106 (1916). — Overgenomen in Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 4- (1916). P. A. Soeria Atmadja. [Advies over schenking tusschen inlandsche echtgenooten] ; Indisch Tijdschrift van het Recht, 106 (1946);. R. Moehamad Aspi. [Advies over schenking tusschen inlandsche echtgenooten]; Indisch Tijdschrift van het Recht, 106 (1916). R. Tjintaka. Eigenaardige verlovingsgebruiken in Tjidjoelang; Djawa, 7 (1927). 4. Grondenrecht. Rights on land water. — Le régime foncier. Yulfe [over grondenrecht in Banten] in Raffles' Substance van 1814. Beschikkingsrecht over den grond (1834) [West-Java] ; Adatrechtbundel XVHI, blz. 11. — Ontleend' aan Jean Chrétien Baud, geschetst door mr. P. Myer, 1878, blz. 443. Het sawah-bezit en de verpligte kof f ij-kuituur in de Preangerregentschappen; Tijdschrift Nfederlandsch-Ihdië/, 1861, II. Phitzinger. Regten en verplichtingen van den grondbezitter, de volkshoofden en den souvereih in Cheribon; Tijdschrift Neder'landsch-Indië, 1863, I. — Uittreksels in Adatréchtbündel XIV, blz. 18—20. Onderzoek naar het landbezit op Java (1863) [West-Java] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 24*. Regeeringsonderzoek naar het landbezit op Java (1863)' fWcst-Java]; Adatr^htbundel XXIII, blz. 1—7. — Zie Memorie van Toelichting. ' Beschikkingsrecht over den grond (1866) [Wèst>-Java] ; Adatrechtbundel XXIII, blz. 7. A. J. Spaan. Nota over den landbouw in Zuid-Bantam (1868); Eindresumé II, bijlage B. A. J. Spaan en Mt. F. C. Valck. Extract uit het Rapport omtrent de apanagevelden der inlandsche hoofden en omtrent de rechten, door de bevolking op de sawah negara of kedaleman in de residentie Bantam uitgeoefend (1869); Eindresumé II, bijlage A. Resumé van het bij Gouvernementsbesluit van 10 Julij 1867 No. 2 bevolen onderzoek naar de regten va» den inlander op den grond in de residentie Bantam (samengesteld door mr. W. T. D. Yssel de Schepper) (Batavia, 1871). Gegevens uk een regeeringsrapport over grondenrecht in het district Tjawi (1871); Adatrechtbundel VIII, blz. 47-^19. Van Dissel. Rapport omtrent de partikuliere landerijen beoosten de rivier Tjimanoek; TijdscffriW Nijverheid en Landbouw m Nederlandsch-Indië, 22 (1878). C. H. F. Riesz. De Particuliere Landerijen van Westelijk Java (3 dln, Batavia, 1883—1890). Mr. J. H. Abendanon. Nogmaals de particuliere landerijen bewesten de Tjimanoek, in verband met de uit ontginning van woeste of verlaten gronden voortvloeiende rechten; Indisch Weekblad van het Recht, 1889, No. 1356. R. A. Kern. Prijangansche toestanden. Groot grondbezit; Indische Gids, 1904, It Water- en vischrechten in het Bandjarsche (1906); Adatrechtbundel VIII, blz. 50—51. R. A. Kern. Het landelijk stelsel in het Bantënsche rijk; Indische Gids, 1906, L Gegevens over grondenrecht, getrokken uit regeeringsrapporten [over Banten en Tjirebon] (1906—1907); Adatrechtbundel II, blz. 83—84. . A. F. Vdders. Eenige aanteekeningen omtrent het grondbezit in de Preanger; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 37 (1909). Mr. A. A. Galestitti Het gade-(pand) contract op West-Java; Indische Gids, 1909, I. Adatvonnissen (1913—1916) [West-Java] ; Adatrechtbundel XIX, blz. 11—17. Gegevens uit Pandêgeulang over grondverpanding en visscherij (1914); Adatrechtbundel XII, blz. 16—20. — Zie NieuweHttuys. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. Uitbesteding van vee (1896) [West-Java] ; Adatrechtbundel XVHI, blz. 12. Mr. R. H. Kleyn. Djoewal akad en- gadé; Wet en Adat, le en 2e jg. (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. (Met naschrift van Mr. I. A. Nederburgh). Mr. I. A. Nederburgh. Koop met recht van wederinkoop volgens inlandsch recht te Soekaboemi; Wet en Adat, le en 2e jg. (1896 —1898), Band III, Kleine Bijdragen. Mr. R. IT. Kleyn. Bëli-djoewal. (Overeenkomsten van koop en verkoop tUsschen inlanders in de Preanger Regentschappen); Recht Nederlandsch-Indië, 75 (1900). Mededeeling uit de Preanger over' schuldenrecht (1914); Adatrechtbundel X, blz. 37; XII, blz. 21. J. H. Nieuwenhuys. Nota over de verpanding van klapperboomen als middel tot crediet-verkrijging in de afdeeling Pandeglang; Publicaties'Bestuur Centrale Kas Volkscredietwezen Batavia, October 1914. — Overgenomen in Adatrechtbundel XII, blz. 16—18. Mr. dr. W. M. G. Schumann. Mededeeling over schuldenrecht [op West-Java] (1915); Adatrechtbundel XII, blz. 21. Veepacht en uitbesteding van vee in de Preanger (1920); Adatrechtbundel XXIII, blz. 8—10. x. Verspreide eilanden, cc. Nias. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Short notice concerning the island of Pulo Nias; Malayan Miscellanies, No. 8 (1822). H. J. Domis. Het eiland Nias; De Oosterling, 1835, II. L. Horner. Batoe-eilanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 3 (1840), I. L. F. Donleben en J. Christie. Bijdragen tot de kennis van het eiland Nias; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1848, I. Twee togten naar Nias en een blik op den slavenhandel en den uitvoer van pandelingen; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1854, I. J. T. Nieuwenhuisen en C. B. H. von Rosenberg. Nias en zijn bewoners; Verhandelingen Bataviaasch Genootschap, 30 (1863). W. A. van Rees. Ethnographische aanteekeningen van Nias [in De Pioniers der Beschaving in Neerlands Indië. Arnhem, 1866]. Schreiber. Die Insel Nias; Petermann's Mittheilungen, 24 (1878). J. W. Thomas. De jacht op het eiland Nias; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 26 (1881). J. W. Thomas. Sitten und Aberglauben auf Nias ; Globus, 39. L. N. H. A. Chatelin. Godsdienst en bijgeloof der Niassers; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 26 (1881). Thomas' und Fehrs Reisen im südlichen Nias; Mitteilungen der Geographischen Gesellschaft zu Jena, 1 (1882). H. Sundermann. Die Insel Nias; Allgemeine Missions-Zeftschrift, 11 (1884). E. Modigliani. Un viaggio a Nias (Milano, 1890). R. Andree. Eine Monographie der Insel Nias; Giobus, 58 (1890). H. Sundermann. Neue Beitrage zur Ethnographie von Nias; Ausland, 1892. J. W. Thomas. Drei Jahre auf Süd-Nias (Barmen, 1892). H. Lagemann. Das niassische Madchen von seiner Geburt bis zur seiner Verheiratung; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 36 (1893). J. J. L. Duyvendak. De zending op het eiland Nias; Nederlandsch Zendingstijdschrift, 8 (1896). Fehr. Der Niasser im Leben und Sterben (Barmen, 1901). A. Lett. Im Dienst des Evangeliums auf der Westküste von Nias (Barmen, 1901). H. Sundermann. Die Insel Nias und die Mission daselbst (Barmen, 1905). Uit een regeeringsrapport van 1908 [over Nias]; Adatrechtbundel X, blz. 305. Gegevens over Nias (1908—1911); Adatrechtbundel X, blz. 305. Th. C. Rappard. Het eiland Nias en zijne bewoners; Bijdragen Koninklijk Instituut, 62 (1909). C. W. Frickenschmidt. Land- en volkenkunde van de Batoe-eilanden; Getuigenissen en berichten uit de Luthersche Kerk, 28 (1910— 1911). Uit het kort verslag van Tapanoeli over December 1911 [betreffende Nias]; Adatrechtbundel X, blz. 305. Beschrijving van.het bijzondere adatrecht der Inlandsche Christenen in de afdeeling Nias, met uitzondering van de onderafdeeling Zuid-Nias van de residentie Tapanoeli (1914) ; Adatrechtbundel XII, blz. 263—280. Wegner. Die neuen Rechtsbestimmungen für die inlandischen Christen auf Nias; Berichte der Rhermschen Missionsgesell- schaft, 72 (1915). H. Dijkstra. Rechtsbepalingen op Nias; De Macedoniër 49 (1916). — Zie Wegner. E. E. W. G. Schröder. Nias, 2 dln (Leiden, 1917). Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. De eilanden langs de Westkust van Soematra [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl I, Amsterdam, 1920]. Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. Het eiland Nias en zijn bewoners; Nederlandsch-Indië Oud en Nieuw, 11 (1926—1927). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. Het rechtswezen in het gouvernement Sumatra's Westkust; De Locomotief, 14 Augustus 1878. Adatinkainsten van dorpshoofden op Nias (1917); Adatrechtbundel XXII, blz. 422. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of effects. — La familie et les successions. [Dr.] G. A. Wilken. Het erfrecht op Nias; Indische Gids (1883), I. — Verspreide Geschriften (1912), dl I. — Essays on kinship and the laws of marriage among Malayan peoples and on matriarchy in Sumatra (1921). — Opstellen over Adatrecht (1926). H. Sundermann. Verderbliche Volkssitten auf Nias; Allgemeine Missions-Zeitschrift, 25 (1898). — Vertaling in Rijnsche Zending, 1898. 4. Grondenrecht. Rights on land and water.— Le régime f onder. 5. .Schuldenrecht en ddictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. E. Friess. Das „Koppensndlen" auf Nias; Algemeine MissionsZeitschrift, 1908. 0. Mentawai-eilanden. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. J. Crisp. An account of the inhabitants of the Poggy Islands; Asia- tick Researches, 6 (1801). — Herdrukt in MiseeUaneous Papers relating to Indo China, 1886, I. P. A. M. Hinlopen en P. Severijn. Verslag van een onderzoek der Poggi-eilanden in 1852; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 3 (1855). C. B. H. von Rosenberg. De Mentawei-eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 1 (1853). H. E. Mess. Bijdrage tot de kennis der Mentawei-eilanden; Tijdschrift Nederlandsch-Indië, 1870, I. — Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 26 (1881). A. Maass. Ueber meine Reise nach den Mentawd-Inseln; Verhandlungen Gesellschaft Erdkunde Berlin, 25 (1898). C. M. Pleyte. Die Mentawei-Inseln und ihre Bewohner; Globus, 79 (1901). A. Lett. Die Mentawei-Inseln; Berichte der Rheinischen Missions Gesellschaft, 1901. A. Maass. Bei liebgpswürdigen Wilden, Ein Beitrag zur Kenntnis der MentawaiTnsulaner (Berlin, 1902). J. F. K Hansen. De groep Noord- en Zuid-Pageh van de Mentaweieilanden. Ethnografische beschrijving; Bijdragen Koninklijk Instituut, 70 (1915). J. F. K. Hansen. De eerste kerstening der MentaweiWs; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 52 (1917). Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. De eilanden langs de Westkust van Soernatra [in ©e Volken van Nederlandsch-Indië, dl I, Amsterdam, 1920]. > W. Ruinen. Pcenèn op de Mentawei- eilanden; Verslagen Ëthnologenbijeènkomsten'te Amsterdam (1921—1924). [Dr.] Alb. C. Kruyt. De Mentawaiers; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 62 (1923). [Dr.] Alb. C. Kruyt. Een bezoek aan de Mentawei-eilanden; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 41 (1924). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of ef fects. — La familie et les successions. 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime f oncier. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et Ifes délits. y. Enggano. 1. Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. J. van der Straaten en P. Severijn. Verslag van een in 1854 bewerkstelligd onderzoek op het eiland Enggano; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap; 3 (1855), Djoeragan Boewang. Het eiland Enggano; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 2 (1854). C. B. H. von Rosenbergi"Enggano en zijne bewoners; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 3 (1855). J. Walland. Het eiland Enggano; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 14 (1864). A. Pruys van der Hoeven. Verslag van een dienstreis naar het eiland Enggano; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 19 (1870). Dorpsgeschil op Enggano (1883); Adatrechtbundel XXII, blz. 418 —422. O. L. Helfrich. De eilandengroep Enggano; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1888. Dr. A. C. Oudemans. Engano, zijne geschiedenis, bewoners en voort- ;" brengselen; Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 1889. E. Modigliani. L'isola delle donne. Viaggio ad Engano (Milano, 1894). Dr. Johan Winkler. Bericht über die Untersuchungsreise nach der Insel Enggano; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 46 (1903) en 50 (1907). Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. De eilanden langs de Westkust van Soematra [in De Volken van Nederlandsch-Indië, dl I, Amsterdam, 1920]. 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of ef fects. — La familie et les successions. 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime f oncier. 5. „ y Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. d. De Sangi- en Talaud-eilanden. ;- $(f] 1. Het geheele adatrecht The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. De Sangir-eilanden in 1825, met aanhangsel: De Talautsche eilanden*; Indisch Magazijn, 1844, S. D. van de Velde van Cappellen. Verslag eener bezoekreis naar de Sangi-eilanden; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 1 (1857). E. Steller. De Sangi-archipel (Amsterdam, 1866). Dr. S. J. Hickson. Notes on the Sengirese; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 16 (1887). R. Meumann. Die Mission auf den Sangi-Inseln; Evangelisches Missions-Magazin, 41 (1897), No. 7. B. C. A. J. van Dinter. Eenige geographische en ethnographische aanteekeningen betreffende het eilartd Siaoe; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 41 (1899). E. Frieswijk. Aanteekeningen betreffende deU geografischen en ethnografischen toestand van het eiland Tagoelandang (afd. Sangi- en Talaut-eilanden); Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 22 (1902). De zelf besturende landschappen Tahoelandang, Siaoe, Taboekan, Kandhar-Taroena en Manganitoe (afdeeling Sangi- en Talaudeilanden, residentie Menado); Mededeelingen Encyclopaedisch Bureau, II (1912). B. Roep. Hygiënè op de Talaud-eilanden; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 53 (1917). — Uittreksels in Adatrechtbundel XVI, blz. 215—218. Gegevens over de Sangi-eilanden (1917); Adatrechtbundel XVI. Ontieend aan een opstel in de Pangkal Kemadjoean, 30 October 1917, en aan een mededeeling van mr. V. G. T. Steller te Manganitoe. H. J. Stokking. Gebruiken der- Talaoereezen. bij de zeevaart; Mededeelingen Zendingswetenschap, 66 (1922). H. J. Stokking. Gebruiken bij den rijstbouw op Talaoet; Mededeelingen Zendingswetenschap, 66 (1922). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. Rechtspleging en economische verhoudingen op de Sangi- en Talaut- Eilanden; Nederlandsche Zehdingsbode, 1905. Mededeeling over de rechtspraak op de Sangi- en Talaud-eilanden (1911); Adatrechtbundel X, blz. 306. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of ef fects. — La familie et les successions. H. J. Stokking. Over het oud-Talaoetsche huwelijk; Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 61 (1917). Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. e. De Zuidwestereilanden, li Het geheele adatrecht. The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. Gegevens over de Zuidwestereilanden; Adatrechtbundel XVI, blz. 46—47. — Ontleend aan Tijdschrift Nederlandsch-Indië 1846, I, en 1855, I. C. [F.] Bosscher. Statistiek der Zuidwestereilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 2 {1854). H. C. van Eybergen. Aanteekeningen gehouden op eene reis naar de Zuid-Wester-eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 13 (1864). H. C. van Eybergen. Aanteekeningen op een reis naar de Zuidwester-eilanden; Bedragen Koninklijk Instituut, 12 (1864). N. Rinnooy. Zeden en gebruiken op Kissir (Zuid-Wester-eilanden); Berichten Utrechtsche Zèndingsvereeniging, 1882. N. Rinnooy. L'ancienne sous-résidence de Kisser; Revue Coloniale Internationale, 1886, II. G. W. W. C. baron van Hoëvell. De afdeeling Babar; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 33 (1890). G. W. W. C. baron van Hoëvell. Leti-eilanden; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 33 (1890). N. Rinnooy. De voormalige assistent-residentie Kisser; Nederlandsch Zendingstijdschrift. 4 (1892). J. H. Letteboer. Een bezoek op Dammer (Zuid-Wester-eilanden); Mededeelingen Nederlandsch Zendelinggenootschap, 51 (1907). 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. Jurisprudentie van de Babar- en de Zuidwestereilanden (1923) ; Adatrechtbundel XXTV, blz. 487-492. Jurisprudentie van de Zuidwester-eilanden (1923); Adatrechtbundel XXV, blz. 415—422. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of effects. — La familie et les successions. 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le regime f oncier. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. ]i. De Tjams. jy Het geheele adatrecht. The cttstomary law as a whole. — L'ensemble dn droit coutumier. A. Labussière. Rapport sur les Chams et les Malais de 1'arrondissement de Chaudoc; Excursions et Reconnaissances, 6 (1.880). Zaborowski. Populations de FIndo-Cbine. Les Tsiams. Origine et caractères; Revue Rose (Revue Scientifique], serie IV, tome III. E. Aymonier. Les Tchames et leurs religions (Paris, 1891). Dr. G. K. Niemann. Ethnographische mededeelingen omtrent de Tjams en eenige andere volksstammen van Achter-Indië; Bijdragen Koninklijk Instituut, 45 (1895). A. Cabaton. Nouvelks recherches sur lès Chams (Paris, 1901). E. Aymonier et A. Cabaton. Dictionnaire Cam-Francais (Paris, 1906). A. Cabaton. Notes sur 1'Tslam dans 1'Indo-Chine francaise; Revue dn monde musuiman, I en II (1907). E. Durand. L'Islam dans rindo-Chine francaise; Semaine d'Ethno- logie religieuse, Compte-Rendu analytique de la Ilme session, tenue a Louvain, 27 aoüt—4 septembre 1913. A. Cabaton. French Indo-China. The Chams, Cambodians and Anna- mese fin Customs of the World, vol. IJ. 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of ef fects. — La familie et les successions. 4. ,;irl 5; Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and torts. — Les dettes et les délits. z. Madagaskar. Het geheele adatrecht The customary law as a whole. — L'ensemble du droit coutumier. De Flacourt. Histoire de la grande isle de Madagascar (Paris, 1658). [N. Mayeur]. Voyage dans le "Nord de Madagascar, au cap d'Ambre et a quelques isles du Nord-Ouest (novembre 1774—janvier 1775); Bulletin de l'Académie Malgache, 10 (1912). [N. Mayeur]. Voyage dans le Sud et dans Taïtérieur des terres et particulièrement au pays d'Hancove (janvier 1777); Bulletin de l'Académie Malgache, 12 (1913), I. [N. Mayeur]. Voyage au pays d'Ancove (1785); Bulletin de l'Académie Malgache, 12 (1913), II. A. Jully. Les lettres de Chapelier (1803—1805); Bulletin de l'Académie Malgache, 4 (1905—1906), I. S. Copland. A history of the island of Madagascar (London, 1822). W. E. Cousins. Madagascar in the year 1840; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 19 (1895). Dr. Th. Waitz. Anthropologie der Naturvölker. Zweiter Theil. Die Negervölker und ïhre Verwandten' (Leipzig, 1860). G. A. Shaw. Notes on Ikongo and its people; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 1 (1875). Dr. A. Davidson. Tanala customs, superstitions, and beliefs; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 2 (1876). J. Mullens. On the origin and progress of the people of Madagascar ; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 5 (1876). G. A. Shaw. The Betsileo, country' and people; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 3 (1877). J. Cameron. On the early inhabitants of Madagascar; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 3 (1877). P. G. Peake.'The Bezanozano, or Bush People; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 4 (1878). G. Julien. L'institution des Sakaizambohitra ou amis des villages en 1878; Notes, Reconnaissances et Explorations, 1899. G. A. Shaw. The Betsileo: religious and social customs; Antanana¬ rivo Annual and Madagascar Magazine, 4 (1878). A. Grandidier. La Constitution sociale de Madagascar; La Réforme sociale (Buil. Soc. Econ. Soc), 2 (1881). R. Baron (translater). The Bara; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 5 (1881). R. S. Codrington. Resemblances between Malagasy words and customs. and those of Western Polynesia; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 6 (1882). C. Staniland Wake. Notes on the origin of the Malagasy; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 6 (1882). L. Jore. Les lois hova et le kabary prononcé par Ranavalona II pour leur proclamation; Bulletin de la Société des Etudes Coloniales et Maritimes, 6 (1882), 7 (1883). A. Walen. The Sakalava; Antananarivo Annual and Madagascar ■ Magazine, 6 (1882), 7 (1883), 8 (1884). H. E. Standing. Malagasy „fady"; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 7 (1883). J. Audebert. Beitrage zur Kenntnis Madagaskars I Madagaskar und das Hovareich (Berlin, 1883). Dr. G. W. Parker, io. On the people and language of Madagascar; 2o. On the new code of laws for the Hova kingdom of Madagascar ; 3o. On systems of land-tenure in Madagascar; Journal Anthropological Institute, 1883. S. E. Jorgensen. Notes on the tribes of Madagascar; Antananarivo' Annual and Madagascar Magazine, 9 (1885). S. P. Öliver. Madagascar, 2 dln (London, 1886). Duverge. Madagascar (Paris, 1887). M. Leclerc. Les peuplades de Madagascar; Revue d'Ethnographie, 1886 en 1887. H. E. Standing. The tribal divisions of the Hova Malagasy; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 11 (1887). L. Roestvig en A. Walen. Das Volk der Süd-Sakalava; Mitteilungen der Geographischen Gesellschaft zu Jena, 5 (1887), 7 (1889). J. Sibree. A quarter-century of change and progress : Antananarivo and Madagascar twenty-five years ago; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 12 (1888). A. Grandidier. Les Vazimba; Mém. Centen, Société Philomatique de Paris, 1888. Engelsche vertaling in Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 18 (1894). Early Notices of Madagascar from the old voyagers, Part II: Extracts from Kerr's „Voyages and Travels" XI; Antananarivo Annual'and Madagascar Magazine* 14 (1890). K. P. Mackay. The food and fady of the Sihanaka; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 15 (1891). G. Ferrand. Les Musulmans a Madagascar (Paris, 1891—1902, 3 dln.). E. O. McMahon. The Sakalava and their customs; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 16 (1892). JL Sibree. An Imerina village; Antananarivo Annual- and Madagascar Magazine, 17 (1893). Jv H. Haile. Malagasy village life: Pen and ink sketches of the people of Western Imerina; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 17 (1893). G. A. Shaw. The Arab element in South-East Madagascar: as seen in the customs and traditions of the Taimero tribe; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 17 (1893), 18 (1894). J. B. Piolet. Madagascar et les Hovas (Paris, 1895). J. T. Last. Notes on Western Madagascar and the Antinosi country; Geographical Journal, 1895, II. Dr. A. Voeltzkow. West Madagaskar auf Grundeigener Anschauung; Verhandlungen Gesellschaft für Erdkunde, zu Berlin, 1896. H. E. Clark. The Zanakantitra tribe: its origin and peculiarities; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 20 (1896). J. Sibree. Madagascar bef ore the" conquest: the island, the country and the people (London, 1896). Notes, Reconnaissances et Explorations, 1897—1900 (passim). Bénévent. Etude sur' les Bauéni; Notes, Reconnaissances et Explorations, 1 en 2'(1897). J. Sibree. The Malagasy custom of Brotherhood by blood'; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 21 (1897). J. Sibree. The manners and customs, superstitions- and' dialect of the Betsimisaraka; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 21 (1897). Besson. Etude ethnologique sur les Betsiléos; Notes, Reconnaissances est Explorations, 2 (1897). Vallier. Etude ethnologique sur les Bezanozanas; Notes, Reconnaissances-et Explorations, 3 (1898). Gauthier. Notes d'histoire malgache! Notes, Reconnaissances et Explorations, 3 (1898). Berthier. Rapport ethnographique sur les races de Madagascar; Notes-, Reconnaissances et Explorations, 1898. J. Carol. ChezTes-Hbva (Paris, 1898). J. Sibree (Translater). Remarkable ceremonial at the decease and burial of a Betsileo; prince; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 22 (1898). A. Grandidier. La fortune des Malgaches; Bulletin du Comité de Madagascar, 1896. — Engelsche vertaling in Antananarivo Annual and Madagascar Magazine!} 22 (1898). C. Collins (Translater). The fandroana or annual festival of the Taimoro; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 22 (1898) . J. T. Last. Salutations and other customs among the Malagasy; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 23 (1899). C. Collins. A Tanala village; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 23 (1899). J. H. Haile. Betsileo home-life; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 23 (1899). J. Pearse. Women in Madagascar: their social position, employments and influence; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 23 (1899). G. Grandidier. Moeurs des Mahafaly; Revue de Madagascar, 1 (1899) . J. W. Haile. Some Betsileo Ideas; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 24 (1900). G. Juliem Recueil de lois Malgaches; Notes, Reconnaissances et Explorations, 1900. A. Cahuzac. Essai sur les institutions et le droit malgaches» T (Paris, 1900). Rousseau. Le cercle-annexe de Mandritsara; Revue de Madagascar, 2 (1900), II. Marchand. Les habitants de la Province de- Farafangana II Us et coutumes; Revue de Madagascar, 3 (1901), II. Callet. Dictionnaire malgache-franqais (inachevé); Bulletin: trimestriei de lAcadémie Malgache, 1 (1902) No. 3 en 4-; 2 (1908) • 3 (1904). F. Vernier. Hova et Maoris. Etude comparée de philologie et d'efhnographie; Bulletin trimestriel de r Académie Malgache, 1 (1902)} No. 2. G. Ferrand. Les tribus musulmanea du Sud-Esi de Madagascar; Revue de Madagascar, 5 (1903), I en II. P. Walter, Das, Recht der Hova, Makoi. u. s»w: auf Nossi-Bé, bei Madagaskar [in Reehtsverhaltnisse von eingeborenen Vólkern in Afrika und Ozeanien, bearbeitet von Dr. S. R. Steinmetz] (Berlij^l^OS). A. Tralboux. Etude sur les Tsimihety; Revue de Madagascar, 5 (1903), I. A. Grandidier. Note sur- les Vazimba de Madagascar; Revue de Madagascar, 5 (1903), II. Vacher. Etudes ethnographiques;: Revue de Madagascar, 5 (1903) II, 6 (1904) I en II, 7 (1905), I. DubrauiL L'administration malgache avant la conquête; Revue de Madagascar, 1904. G. Gravier. Madagascar (Paris;. 1904). A. van Gennep. Tabou et totémisme a Madagascar (Paris, 1904)i H. E. Standing. Les „Fady malgaches" (traduit par A. Jully); Bul¬ letin trimestrid-de-l'Académie Malgache, 3 (1904), No. 2 en 3. A. You. Madagascar (Paris, 1905). Ardant du Picq. Une peuplade malgache. Les Tanala de 1'Ikongo; Le Tour du Monde, 1905. L. Aujas. Histoire et coutumes des Betsimisaraka; Bulletin de l'Académie Malgache, 4 (1905—1906), I. G. Mondain. Etude sur la condition sociale de la femme Hova; Bulletin de l'Académie Malgache, 4 (1905—1906), I. J. van Vollenhoven. Madagascar. Organisation administrative, économique et sociale; Verhandelingen Indisch Genootschap, 16 Januari 1906. E. de Martonne. Fianarantsoa et le Betsiléo central. Chapitre IV. Ethnographie; Revue de Madagascar, 8 (1906), I. G. Grandidier. Bibliographie de Madagascar (Paris, 1906, 2 dln). M.—A. Leblond. L'ame malgache: la familie, les fêtes et les moeurs; Revue des deux Mondes, 15 Mars 1907. M. A. Leblond. La grande ile de Madagascar (Paris, 1907). G. Mondain. Notes sur le röle religieux de la femme hova d'entrefois; Bulletin de l'Académie Malgache, 5 (1907). A. Jully. La politique des races a Madagascar; Revue de Madagascar, 9 (1907), L M. Bertout. Division par races de la Province de Fort-Dauphin; Revue de Madagascar, 9 (1907), I. L. Aujas. Essai sur 1'histoire et les coutumes des Betsimisaraka; Revue de Madagascar, 9 (1907), II. H. Rajohnson. Etude sur les Antanosy et les Antandroy; Bulletin de l'Académie Malgache, 6 (1908). Callet. Tantararfny Andriana (herdrukt in 1908 te Tananarive). Histoire physique, naturelle et politique de Madagascar, publiée par A. Grandidier, dl IV, Ethnographie de Madagascar, par A. Grandidier et G. Grandidier (Paris, 1908—1917), trois tomes, quatre volumes. G. Mondain. De quelques exemples relatifs aux tabous du chef tirés des „Tantara ny Andriana"; Bulletin de l'Académie Malgache, 7 (1909). O. Jensenius. Dictionnaire bara-hova; Bulletin de l'Académie Malgache, 7 (1909). H Dubois. Essai de Dictionnaire Betsileo; Bulletin de TAcadémie Malgache, 7 (1909), 8 (1910), 9 (1911), 12 (1913), II, et supplément au tome I. Nouvelle série (1914). G. Julien. Institutions politiques et sodales de Madagascar, 2 dln (Paris, 1910). A. Gamon. Traité de la justieef indigène a Madagascar (Tananarive, (1910). Ch. Renel. La coutume des ancetres (Parisj z. j.). V. Malzac. Philologie comparée du malgache; Bulletin de l'Académie : Malgache, 8 (1910), 9 (1911). A. Dandouau. Coutumes funéraires dans le Nord-Ouest de Madagascar; Bulletin de l'Académie Malgache, 9 (1911). H. Berthier. La femme a Madagascar; Revue de Madagascar, 13 (1911). Gegevens betreffende het adatrecht in Fransche koloniën (1911); Adatrechtbundel V, blz. 22—24. Dr. R. Verneau. Les races humaines de Madagascar; Conférences publiques sur Madagascar, 1911—1912. G. Julien. Le Sud-Ouest de Madagascar; Conférences publiques sur Madagascar, 1911—1912. Soury-Lavergne. Tranches d'histoire: Andrianampoinimerina et les sept années de paix; Bulletin de TAcadémie Malgache, 10 (1912). H. Rey. Le folk-lore menabe (avril—mai 1912); Bulletin de 1'Aca- démie Malgache, 12 (1913), II. L. Aujas. La tribu des Betsimisaraka; Conférences publiques sur Madagascar, 1913—1914. G. Grandidier. Madagascar [in Customs of the World, vol. II]. C. Le Barbier. Notes sur le pays des Bara-Imamono; Bulletin de l'Académie Malgache, nouvelle série, 3 (1916—1917). Soury-Lavergne. Un chapitre du Tantara, par le P. Callet; Bulletin de TAcadémie Malgache nouvelle série, 4 (1918—1919). G. Julien. Fate-dra ou f raternisation par le sang chez les Malgaches du Sud-Ouest; Revue d'Ethnographie et des Traditions populaires, No. 5 (1921). Mr. C. van Vollenhoven. Het adatrecht van Madagaskar; Mededeelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afdeeling Letterkunde, deel 54, serie B (1922). E. Birkeli. Folklore Sakalava; Bulletin de l'Académie Malgache, nouvelle série, 6 (1922—1923). G. Julien. Ibotoala (Paris, 1923). Ch. S. Osborn. Madagascar (New-York, 1924). S. Chapsus. Quatre-vingt années d'influences européennes en Imerina; Bulletin de 1'Académie Malgache, nouvelle série, 8 (1925). H. Dubois. La morale chez les Malgaches; Semaine Internationale d'Ethnologie Religieuse, IVe session, Milan, 17—25 Sept. 1925. G. Julien. [Observations d'ordre linquistique et historique sur un manuscrit arabico-malgache du XVe siècle] ; Revue d'Ethnographie et des Traditions populaires, 1925, blz. 228 e.v. G. Julien. Notes et observations sur les peuplades (tribus) sudoccidentales de Madagascar; Revue d'Ethnographie et des Traditions populaires, No. 22, 23, 24 (1925), 25 (1926). L. Aujas. Les rites du sacrifice a Madagascar; Mémoires de l'Académie Malgache, fascicule II, 1927. 2. Volksordening (staatsinstellingen). Political institutions. — Institutions politiques. Succession au tróne chez les Séclaves; Extrait d'une lettre de M. 28 Mayeur du 18 juillet 1806; Bulletin de l'Académie Malgache, 10 (1912), blz. 90—91. J. Sibree. A Malagasy ordeal; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 2 (1876). Dr. J. Kohier. Studiën über die Ordalien der Naturvölker; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 5 (1884). J. Sibree. Curiosities of words connected with royalty and chief tain- ship among the Hova and other Malagasy tribes; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 11 (1887). P. B. St. John. The trial by Caiman: A story of the ctangem-roay' or crocodile ordeal of the Taimoro; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 12 (1888). Dr. A. Davidson. The Madagascar poison ordeal of „Tangina"; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 14 (1890). J. Sibree. Curious words and customs connected with chieftainship and royalty among the Malagasy; Journal Anthropological Institute, 1892. W. E. Cousins. The abolition of slavery in Madagascar, with some remarks on Malagasy slavery generally; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 20 (1896). H. H. Cousins. Tanghin, or the poison ordeal of Madagascar; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 20 (1896). A. Duchesne. L'organisation judiciaire; Revue de Madagascar, 2 (1900), L Réorganisation du „fokon'olona"; Revue de Madagascar, 2 (1900), I, bk. 317—318. J. Xior. La justice indigène a Madagascar; Questions diplomatiques et coloniales, 1901. G. Julien. Les réformes de 1889: L'autonomie du fokonolona et ks règlements des Gouverneurs de 1'Imerina; Bulletin trimestriel de l'Académie Malgache, 1 (1902), No. 1. C. Lepreux. Les impöts indigènes et le budget de Madagascar; Revue de Madagascar, 4 (1902), I. A. Gamon. Le code de Ranavalona I" (1828); Buiktin de l'Académie Malgache, 5 (1907). Une convention de f okon'olona a Tananarive (1884); Bulletin de l'Académie Malgache, 6 (1908). A. Dandouau. Le Fatidra (Serment du sang); Bulletin de l'Académie Malgache, 6 (1908). L. Pain. De 1'institution du fokon'olona a Madagascar (Poitiers, 1910). Pillias. L'administration indigène en Imerina et dans le Betsiléo; Revue de Madagascar, 13 (1911). Jacquier. Les fonctions d'administrateur colonial en Imerina. Les rouages de l'administration indigène; Conférences publiques sur Madagascar, 1911—1912. G. Lévy. Les Malgaches devant la Justice; Conférences publiques sur Madagascar, 1913—1914. 3. Familierecht en erfrecht. Domestic law; distribution of effects. — La familie et les successions. J. Sibree. Relationships and the names used for them among the peoples of Madagascar, chief ly the Hovas; together with 'observations upon marriage customs and morals among the Malagasy; Journal Anthropological Institute, 1880. J. A. Houlder. Proverbial illustrations of Malagasy life and character; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 8 (1884). Thos. Lord. Jottings of a journey to the south-east of Madagascar; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 16 (1892). G. Julien. Comment les indigènes choisissent leurs noms et comment ils en changent; Notes, Reconnaissances et Explorations, 6 (1900). W. E. Cousins (Translater). The marriage ceremony among the Hova; Antananarivo Annual and Madagascar Magazine, 24 (1900). G. Julien. La vie intime du peuple malgache; Revue de Madagascar, 9 (1907), É L. Aujas. De 1'institution de Zazalava en droit malgache; Bulletin de l'Académie Malgache, 5 (1907). L. Aujas. Esquisse d'une réforme de la législation coutumière malgache des successions dévolues ab intestat; Bulletin de l'Académie Malgache, 5 (1907). L. Aujas. De quelques coutumes en usage a Mayoite et a Anjouan II. Du mariage; Bulletin de l'Académie Malgache, 10 (1912), blz. 194—197. G. Julien. Le mariage, la familie et 1'enfance a Madagascar; La Presse Médicale, 13 Juin, 5 Septembre, 3 Octobre 1923. 4. Grondenrecht. Rights on land and water. — Le régime foncier. Bartholomé. Le régime de la propriété fonciére a Madagascar; Notes, Reconnaissances et Explorations, 1899. A. Boudillon. Notes sur le droit éminent du souverain a Madagascar; Bulletin trimestriel de l'Académie Malgache, 3 (1904), No. 1. A. J. Bourdariat. Forêts. Leur mise en valeur; Compte Rendu des travaux du Congrès de 1'Afrique Oriëntale, tenu a Paris, du 9 au 14 octobre 1911. 5. Schuldenrecht en delictenrecht. Debts and terts. — Les dettes et les délits. E. Hesling. La criminalité en Imerina et les Hova devant les juridictions criminelles; Revue de Madagascar, 6 (1904), II. L. Aujas. Etude sur les dommages-intérêts en droit malgache; Bulletin de lAcadémie Malgache, 7 (1909). R. Attuly. Le droit pénal de Madagascar (Paris, 1924). III. Chineezenrecht. Chinese law. — Le droit des Chinois. [P.] Haksteen. Chineesch regt, 1761; Regt Nederlandsch-Indië, 2 (1850). Mr. I. A. Nederburgh. Zuiver Chineesch en Mohammedaansch recht contra Indo-Chineesche en inlandsche adat in het begin der 19e eeuw (Toelichting van eenige resoluties van 1804 en 1805) ; Recht Nederlandsch-Indië, 83 (1904). G. Th. Staunton. Ta Tsing Leu Lee; being the Fundamental Laws, and a selection from the Supplementary Statutes, of the Penal Code of China (translated from the Chinese). (London, 1814). Begrip van vaderlijke magt onder de Chinezen; Regt Nederlandsch Indië, 1 (1850), II. Dr. J. Hoffmann. Het Hemel-Aarde-verbond, een geheim genootschap in China en onder de Chinezen in Indië; Bijdragen Koninklijk Instituut, 1 (1853). Dr. J. Hoffmann. Bijdragen tot de kennis der geheime genootschappen van de Chinezen; Bijdragen Koninklijk Instituut, 2 (1854). Echtscheiding volgens de Chinesche wetten; Regt NederlandschIndië, 11 (1855). — Overgenomen uit Journal Indian Archipelago. v. H. Mogen Chinezen, welke tot denzelfden stam behooren, met elkander een huwelijk aangaan?; Regt Nederlandsch-Indië, 11 (1855). Berichten en besluiten over staatsinstellingen der Kongsi Lanfong [Borneo] (1857—1888); Adatrechtbundel VII, blz. 240—262. Wijzen van eedsaflegging, in gebruik bij de Chinezen; Regt Nederlandsch-Indië, 15 (1858). Mr. W. de Gelder. Opmerkingen omtrent het leerstuk der Legitime bij de Vreemde Oosterlingen volgens het besluit van 1855 (staatsblad, No. 79); Regt Nederlandsch-Indië, 17 (1859). Successieregt bij de Chinezen. Regeling omtrent de erfenissen en besterfenissen volgens het boek Tay Tjing Loet; Regt Nederlandsch-Indië, 17 (1859). Mr. R. A. Eekhout. Het erfregt der Chinezen in Nederlandsch-Indië en zijn onzekerheid; Regt Nederlandsch-Indië, 19 (1862). G. Schlegel. Wettelijke bepalingen omtrent de huwelijken in China en beschrijving der daartoe gebruikelijke plegtigheden; Regt Nederlandsch-Indië, 20 (1862). J. J. C. Francken. Koop-, huur- en hypotheek-bepalingen bij de Chinezen; Regt Nederlandsch-Indië, 20 (1862). G. Schlegel. Iets over Chinesche testamenten, donatiën en erfopvolging; Regt Nederlandsch-Indië, 20 (1862). G. Schlegel. De Chinesche eed; Regt Nederlandsch-Indië, 21 (1865). Mr. J. Sibenius Trip. De ordonnancie van 8 December 1855, staatsblad No. 79, met bijlage: Regt Nederlandsch-Indië, 27 (1876). Mr. J. Sibenius Trip. Ts het den regter, bij de toepassing der chineesche godsdienstige wetten, volksinstellingen en gebruiken, veroorloofd deskundigen te benoemen om zich door dezen ten aanzien van het regtspunt te doen voorlichten?; Regt Nederlandsch-Indië, 28 (1877). Mr. J. Sibenius Trip. Moet de regter bij de toepassing van de chineesche wetten, instellingen en gebruiken, volgen de in China vigerende godsdienstige wetten, instellingen en gebruiken, dan wel het gewoonteregt bij de Chinezen in Nederlandsch-Indië in gebruik?; Regt Nederlandsch-Indië, 28 (1877). P. Meeter. De regtstoestand der Chinesche vrouw; Regt Nederlandsch-Indië, 32 (1879). Mr. J. W. T. Cohen Stuart. De nieuwe wetgeving voor Chineezen; Recht en Wet, 1882. P. Meeter. De rechtstoestand der Chineesche vrouw; Soerabaiasch Handelsblad, October 1882. — Overgenomen in Recht en Wet, 1882 (Met naschrift). Dr. J. J. M. de Groot. Eenige aanteekeningen omtrent Chineesche gerechtelijke eeden in de koloniën (Batavia, 1883). J. W. Young. Het testament bij de Chineezen; Recht NederlandschIndië. 43 (1884). J. W. Young. Het huwelijk bij de Chineezen te Padang; Indische Gids, 1885. II. Dr. J. J. M. de Groot. Het kongsiwezen van Borneo ('s-Gravenhaee, 1885). Dr. J. Kohier. Aus dem chinesischen Civilrecht; Zeitschrift für vergleichende Rechtswissënschaft, 6 (1886). Dr. J. Kohier. Das chinesische Strafrecht (Würzburg, 1886). J. W. Young. Versterfrecht, adoptie en pleegkinderen bij de Chineezen; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 31 (1886). Mr. J. W. T. Cohen Stuart. Het Chineesch familierecht in onze wetgeving; Indisch Weekblad van het Regt, No. 1257 (1887). J. W. C. Cordes. De privaatrechtelijke toestand der Vreemde Oosterlingen op Java en Madoera (Leiden, 1887). A. Lind. A chapter of the Chinese penal code (Leiden, 1887). J. L. Grunzel. Das Familienrecht der Chinesen; Globus, 58 (1890). Dr. D. W. Horst. De eed der Chineezen; Indische Gids, 12 (1890), II. Dr. J. J. M. de Groot. Over het belang der kennis van China voor onze koloniën (Leiden, 1891). Dr. J. J. M. de Groot. De rechtstoestand van den Chineeschen emigrant ; Indische Tolk van het Nieuws van den Dag, 20 Tanuari 1891. S. H. Schaank. De kongsi's van Montrado. Bijdragen tot de ge- schiedenis en de kennis van het wezen der Chineesche vereeni- gingen op de Westkust van Borneo; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 35 (1893), en 36 (1893). G. Schlegel. La femme chinoise; Actes 10e congrès international des Orientalistes, 4e partie, section V (1894). P. Vellema. Aanteekeningen omtrent de regeling van het rechtswezen voor de Chineezen op Java en Madoera; Indische Gids, 16 (1894), L J. W. Young. Het huwelijk en de wetgeving dienaangaande in China; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 38 (1895). G. von Faber. Het familie- en erfrecht der Chineezen in Neder¬ landsch-Indië (Leiden. 1895). J. W. Young. Bijdrage tot de geschiedenis van Borneo's Westerafdeeling; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 38 (1895). P. G. von Möllendorff. Das Chinesische Familierecht (Shanghai, 1895). Mr. P. H. Fromberg. Mag een Chinees bij uitersten wil over zijn vermogen onbeperkt beschikken?; Recht Nederlandsch-Indië, 66 (1896). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). J. W. Young. Aanteekeningen naar aanleiding van de verhandelingen van Mr. P. H. Fromberg ten aanzien van de vraag: Mag een Chinees bij uitersten wil over zijn vermogen onbeperkt be-. schikken?; Recht Nederlandsch-Indië, 67 (1896). Mr. P. H. Fromberg. Nieuwe regeling van den privaatrechtelijken toestand der Chineezen (Batavia, 1897). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. I. A. Nederburgh. Het Indisch Chineezen-recht der toekomst; Wet en Adat, le en 2e jg., (1896—1898), Band I. Mr. A. Paets tot Gansoyen. Eenige opmerkingen over het ontwerp eener nieuwe regeling van den privaatrechtelijken toestand der Chineezen in Nederlandsch-Indië (Soerabaja, 1897). W. P. Groeneveldt. Advies over de ontworpen nieuwe regeling van den privaat-rechtelijken toestand der Chineezen; Indische Gids, 1898, I. — Overgenomen in Indisch Weekblad van het Recht, No. 1823 (1898). Dr. J. J. M. de Groot. De nieuwe regeling van het privaatrecht der Chineezen in onze koloniën; Indische Gids, 1898, I en II. — Overgenomen in Indisch Weekblad van het Recht, No. 1822 (1898). H. Borel. Opmerkingen over de ontworpen nieuwe regeling van den privaatrechtelijken toestand der Chineezen; Indische Gids, 1898, II. — Overgenomen in Indisch Weekblad van het Recht, No. 1835 (1898). P. Hoang. Le mariage chinois au point de vue légal (Sjanghai, 1898). Mr. P. H. Fromberg. De nieuwe faillissementswet en de Vreemde Oosterlingen; Indisch Weekblad Recht, No. 1870 (1899). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). W. P. Groeneveldt. Advies over afstamming en erfrecht; Recht Nederlandsch-Indië, 73 (1899), blz. 468—473. H. Borel. Advies over afstamming en erfrecht; Recht NederlandschIndië. 73 (1899), blz. 473-479. Alabaster. Notes and commentaries on Chinese criminal law (1899). Mr. J. Sibenius Trip. Heeft de wetgever in art. 75 al. 3 en 4 van het Regeerings Reglement, voor zoover het Chineezen betreft, bedoeld, dat de rechter in die zaken waarin zij niet onderworpen zijn aan het Europeesch recht of zich niet vrijwillig daaraan hebben onderworpen, recht zal spreken volgens de godsdienstige wetten, instellingen en gebruiken, zooals die in China vigeeren, dan wel naar die in Indië onder hen bestaande ?; Recht Nederlandsch-Indië, 74 (1900). Mr. A. A. van O [ven]. Chineesch of Indo-Chineesch recht?; Indisch Weekblad Recht, No. 1925 (1900). Tjoa Sien Hie. Regeling der erfopvolging bij versterf onder Chineezen en der adoptie vertaald in het Maleisch en Nederlandsch uit het Chineesche wetboek Tay Tjhing Loet Lie (Soerabaja, 1900). H. N. Stuart. Over de verdeeling van het familiegoed en stamvoort- zetting bij de Chineezen; Recht Nederlandsch-Indië, 75 (1900). H. N. Stuart. Adoption posthume chez les Chinois; Hommage aux congrès des orientalistes de Hanoi de la part du Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, 1902. Mr. P. H. Fromberg. Rapport over de Chineezenwetgeving (Batavia, 1903). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. I. A. Nederburgh. Het rapport over de Chineezenwetgeving van Mr. P. H. Fromberg; Recht Nederlandsch-Indië, 81 (1903). [Mr. P. H. Fromberg e.a.]. Verandering van staat door onvolkomen adoptie (volgens Chineesch of Indo-Chineesch recht); Recht Nederlandsch-Indië, 81 (1903). Nota over de legitieme portie voor de Chineezen in N.-Indië; Recht Nederlandsch-Indië, 80 (1903). — Ontleend aan Soerabaiasch Handelsblad, 21 Maart 1903. — Indisch Weekblad van het Recht, No. 2072. Mr. F. H. Gerritzen Sr. De legitieme portie der Chineezen; Recht Nederlandsch-Indië, 81 (1903). Mr. F. D. E. van Ossenbruggen. Ethnologisch-juridische beschour wingen over Chineesch erfrecht; Indische Gids, 1904, I. Dr. J. Kohier (Mootz). Das chinesische Strafgesetzbuch; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 18 (1905), 20 (1907). H. N. Stuart. Chineesch voogdijrecht; Recht Nederlandsch-Indië, 86 (1906). Mr. A. van Gennep. De absolute testeervrijheid van Chineezen volgens de jongste jurisprudentie der Raden van Justitie van Soerabaja en Semarang; Recht Nederlandsch-Indië, 87 (1906). Adatvonnissen (1907—1912) [Chineezen]; Adatrechtbundel VII, blz. 263—269. J. L. J. F. Ezerman. Twee Chineesche rechtskwesties; Recht Nederlandsch-Indië, 95 (1910). Dr. Th. Sternberg. Der Geist des chinesischen Vermogensrecht; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 26 (1911). Mr. P. H. Fromberg. De Chineesche beweging op Java (Amsterdam, 1911). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. L A. Nederburgh. Onze Chineezenpolitiek in Indië in verband met de waardigheid van den Staat en de belangen der inheemsche bevolking; Indische Gids, 1912, I. Mr. P. H. Fromberg. De waardigheid van den staat en het privaatrecht der Chineezen; Het Vaderland, 25 Februari 1912. — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. De Chineesche beweging op Java; Verhandelingen Indisch Genootschap, 19 November 1912. — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. Voorheen en thans; Lezing voor „Tjoeng Wah Whee" op 28 December, 1912. — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). H. Borel. Chineesche vereenigingen; Orgaan Moederland en Koloniën, 1913. Rechtsverhoudingen bij de gambircultuur (1914) [bij de Chineezen]; Adatrechtbundel XII, blz. 281—283. J. W. C. Cordes. Ontwerp eener regeling van den privaatrechtelijken toestand der Chineezen in Nederlandsch-Indië (Weltevreden, 1914). B. A. J. van Wettum. Het familie- en erfrecht in het nieuw ontworpen Chineesche burgerlijk wetboek; Recht NederlandschIndië, 102 (1914). Mr. P. H. Fromberg. De Indo-Chineesche familie en de wetgeving; Lezing voor Chung Hwa Hui op 15 April 1916. — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Mr. P. H. Fromberg. Nieuw recht voor de Indo-Chineezen; De Amsterdammer, 12 Augustus, 1916. — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). S. Blüme. Iets over den rechtstoestand der Chineezen; Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 4 (1916). H. Wijboer. Ad. lett. O. van art. i I Staatsblad 1855', No. 79; Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 4 (1916). v. R. Het erfrecht van Vreemde Oosterlingen; Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 5 (1917). Jurist. De nieuwe regeling van den privaatrechtelijken toestand der Chineezen; Indische Gids, 39 (1917), II. — Overgenomen uit Soerab. Handelsblad. Mr. P. H. Fromberg. Chineesche boekhouding en de groothandel in Ned. Indië; Chung Hwa Hui Tsa Chih, 2 (1918). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). Nota over Chineesch recht (Het huwelijk tusschen lieden met denzelfden familienaam) ; Indisch Tijdschrift van het Recht, 110 (1918). J. L. J. F. Ezerman. Advies in zake Chineesch erfrecht; Indisch Tijdschrift van het Recht, 111 (1918). Mr. P. H. Fromberg. Omgekeerd ?; Indisch Tijdschrift van het Recht, 111 (1918). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). A. G. de Bruin. De Chineezen ter Oostkust van Sumatra (Leiden, 1918). V. B. van Gutem. Tjina Mindering. Eenige aanteekeningen over het Chineesche geldschieterswezen op Java; Koloniale Studiën, 3 (1919), I. W. Vogelesang. Gegevens uit Riau (1919) [Chineezen]; Adatrechtbundel XX, blz. 293—300. J. W. Roelofs Valk. Het huwelijksvermogensrecht der Chineezen na 1 Mei 1919; Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 7 (1919). B. J. Haga. De garnalenvisscherij van Bagan Api-api; Koloniale Studiën, 3 (1919), L C. De nieuwe regeling van den privaatrechtelijken toestand en van den burgerlijken stand der Chineezen; Tijdschrift Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 7 (1919). Adatvonnissen (1919—1921) [Chineezen] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 424—436. Mr. F. J. H. Cowan. De nieuwe regeling van den privaatrechtelijken toestand en van den burgerlijken stand der Chineezen; Indisch Tijdschrift van het Recht, 112 (1920). R. St. John Braddel. Chinese marriages as regarded by the Suprème Court of the Straft* Settlements; Journal Straits Branch Royal Asiatic Society, 83 (1921). M. P. Een leemte in de Chineezenwet; Indisch Tijdschrift van het Recht, 116 (1922). Mr. P. H. Fromberg. De nieuwe Chineezenwetgeving (Transitoir recht en het „wettig nevenhuwelijk"); Indisch Tijdschrift van het Recht, 117 (1923). — Overgenomen in Tijdschrift. Notarisambt, Venduwezen en Fiskaalrecht, 11 (1923). — Verspreide Geschriften (Leiden, 1926). C. H. Hazevoet. Djoelo2 of Hwe; Indische Gids, 1923, II. W. Vogel. Die historischen Grundlagen des chinesischen Strafrechts; Zeitschrift für vergleichende Rechtswissënschaft, 40 (1923). Mr. Phoa Liong Gie. Verbetering van gegevens voor Chineezenreeht, vooral op Java (1924); Adatrechtbundel XXV, blz. 425—435. Fromberg-nummer van Chung Hwa Hui Tsa Chih, Februari 1925. Mr. Ch. Th. Bertling. De Chineezen op de Oostkust van Borneo; Koloniale Studiën, 9 (1925), I. Ong Liang Kok. Verbetering van gegevens voor Chineezenrecht, vooral op Java (1925); Adatrechtbundel XXV, blz. 435—440. Chineesche huwelijksdocumenten (1925); Adatrechtbundel XXV blz. 440—443. W. J. Beek. Verbetering van gegevens voor Chineezenrecht in den Riau-archipel (1925); Adatrechtbundel XXV, blz. 423—425. H. P. Wilkinson. The family in classical China (Shanghai, 1926). Mr. P. H. Fromberg. Verspreide Geschriften, verzameld door Chung Hwa Hui (Leiden, 1926). J. L. Vleming. Het Chineesche zakenleven in Nederlandsch-Indië (Weltevreden, 1926). Mr. Phoa Liong Gie. Het recht der werkelijkheid," Gedenkboek Chung Hwa Hui, 15 April 1911—1926. IV. Godsdienstig recht. Religious law. — Le droit religieux. 1. Hindoerecht. Th. Strange. Hindu law (London, 1830, 2 dln). H. Cowell. The Hindu Law (Calcutta-Bombay-London, 1871). Dr. J. Jolly. Ueber die Systematik des Indischen Rechts; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 1 (1878). Dr. J. Kohier. Indisches Ehe- und Familierecht; .Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 3 (1882). Dr. J. Kohier. Indisches Obligationen- und Pfandrecht; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 3 (1882). Dr. J. Kohier. Altindisches Prozessrecht (Stuttgart, 1891). L. Sorg. Introduction a Tétude du droit hindou (Paris, 1895). H. Cowell. A short treatise on Hindu law as administered in the Courts of British India (Calcutta-London, 1895). J. Jolly. Recht und Sitte (Strassburg, 1896). L. Sorg. Traité théorique et pratique du droit hindou (Pondichéry, 1897). H. Speyer. Le droit pénal anglo-indien; Revue de 1'Université de Bruxelles, 5 (1899—1900). W. Markby. An introduction to Hindu and Mahommedan law (Oxford, 1906). W. Markby. Indian Law; Encyclopaedia Britannica, vol. 14 blz. 434_446 (1910). Kastenrecht en kastenrechtspraak bij de Hindoes (1911) ; Adatrechtbundel XV, blz. 378—390. — Overgedrukt uit Census of India, 1911, dl I, blz. 387 vg. (Calcutta, 1913). Dr. J. S. Speyer. De kasten van Britsch-Indië; Verhandelingen Indisch Genootschap, 10 December 1912. Dr. J. S. Speyer. De kasten van Britsch-Indië; Indische Gids, 35 (1913), II. D. G. Stibbe. Maatschappelijke geledingen in Britsch-Indië; Koloniaal Tijdschrift, 5 (1916), II. Vishwanath-Rose. Ancient royal Hindu marriage customs; Journal Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland, 47 (1917). Mr. T. C. Lekkerkerker. Hindoerecht in Indonesië (Amsterdam, 1918) . Dr. N. J. Krom. Hindoerecht in Indonesië door Mr. T. C. Lekkerkerker; Indische Mercuur, 24 Mei 1918. Mr. B. ter Haar Bzn. Hindoerecht in Indonesië door Mr. T. C. Lekkerkerker; Locomotief, 21 en 22 Augustus 1918. Dr. J. Jolly. Eine neue Indische Rechtsquelle; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 37 (1919). Radhakamal Mukerji. Local government in ancient India (Oxford, 1919) . B. Guru Rajah Rao. Ancient Hindu judicature (Madras, 1920). Dr. F. D. K. Bosch. [Gegevens over Hindoerecht] (1920); Adatrechtbundel XXII, blz. 442—444. — Ontleend aan Oudheidkundig Verslag 1918, bijlage O, blz. 156—163. J, D. Mayne. Hindu law and usage (Madras, 1922, 9e druk). E. Washburn Hopkins. The growth of law and legal institutions; The Cambridge History of India, vol. I (1922). H. A. Rose. Legitimisation and adoption in Hindu law; Man, 22 (1922). K. P. Chattopadhyay. Levirate and kinship in India; Man, 22 (1922). E. A. Ross. Soziologische Beobachtungen in Indien; Jahrbuch für Soziologie, 3 (1927). Bhupendranath Datta. Das Indische Kastensystem; Anthropos, 22 (1927). 2. Mohammedaansch recht. De 2de titel van het zg. Compendium (1760); Plakaatboek, dl 7, blz. 393—407. — Overgenomen in Adatrechtbundel VII, blz. 270—274. Mr. dr. Th. W. Juynboll. Het compendium van Mohammedaansch erfrecht in Staatsblad 1828 No. 55; Adatrechtbundel VII, blz. 275—278. Mohammedaansche godsdienstambtenaren en -beambten in Palembang (1832); Adatrechtbundel XII, blz. 198—202. Besluit van den gouverneur-generaal, gedagteekend Batavia, 19 Augustus 1851 No. 18 over de mohammedaansche rechtspraak op Zuid-Celebes; Adatrechtbundel I, blz. 235—236. [Mr.] S. Keyzer. Het Mohammedaansche strafrecht naar Arabische, Javaansche en Maleische bronnen ('s-Gravenhage, 1857).* [Mr.] S. Keyzer. De hulpmiddelen tot beoefening van het recht der inlanders in den Archipel; Bijdragen Koninklijk Instituut, 6 (1859). Kitab Toehpah. Javaansch-Mohammedaansch wetboek door T. Roorda, 3e uitgave (Leiden, 1895). Adatrechtstudie (1860) [Godsdienstig recht en godsdienstige rechtspraak] ; Adatrechtbundel XXII, blz. 439. Indonesische beschrijving van het adatproces en van het godsdienstig procesrecht (+.1860) [Het Minangkabausch gebied] ; Adatrechtbundel XVIII, blz. 221—236. Kitab oendang-oendang mendirikan imam dan chatib (Batavia, 1861). — Zie van Ronkel in Adatrechtbundel XX, blz. '313 e.v. J. de Blauw. Overzicht van den inhoud van de Kitab Toehpah (Amsterdam, 1862). A. Marre. Code des successions et du mariage en usage a Java. (Paris, 1874). Regeling door den regent te Padang van de moskeeambten aldaar ((1876), vertaald door dr. Ph. S. van Ronkel; Adatrechtbundel X, blz. 339—354. Regeling van de wakap-gelden te Benkoelen; Adatrechtbundel XX, blz. 345—354. Mr. J. Sibenius Trip. De executoirverklaring van priesterraadsvon- nissen; Regt Nederlandsch-Indië, 28 (1877). C. B. Nederburgh. Bijdrage tot de interpretatie der art. 78 al. 2 en 83 van het reg. reglement van Nederl.-Indië in verband met art. 3 van het reglement op de recht. org. in N.-I. (Leiden, 1880). Dr. A. W. T. Juynboll. Kleine bijdragen over den Islam op Java [en Bijvoegsel tot...]; Bijdragen Koninklijk Instituut, 4e volgreeks, dl 6 (1882). Mr. J. W. T. Cohen Stuart. Priesterraden; Recht en Wet, 1882. Mr. L. W. C. van den Berg. De Mohammedaansche geestelijkheid en de geestelijke goederen op Java en Madoera; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 27 (1882). Mr. L. W. C. van den Berg. Mohammedaansch recht en adat (Toelichting op den 3en druk der „Beginselen van het Mohammedaansch recht", 's-Gravenhage, 1883); Recht NederlandschIndië, 43 (1884). Dr. J. Kohier. Zur Geschichte der islamitischen Rechtssysteme; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 5 (1884). Dr. C. Snouck Hurgronje. Mr. L. W. C. van den Berg's beoefening van het mohammedaansche recht; Indische Gids, 6 (1884), I. — Verspreide Geschriften, dl II. H. P. Grobbee. De panghoeloe als adviseur in strafzaken ('s-Gravenhage, 1884). Mr. L. W. C. van den Berg. Le Hadhramout et les colonies arabes dans 1'archipel indien (Batavia, 1886). Dr. C. Snouck Hurgronje. Mohammedaansch recht en rechtswetenschap; Indische Gids, 1886, I. — Verspreide Geschriften, dl II. Dr. J. Kohier. Zum Studium des islamitischen Recht; Rechtsgeleerd Magazijn, 5 (1886). Dr. C. Snouck Hurgronje. De figh en de vergelijkende rechtswetenschap; Rechtsgeleerd Magazijn, 5 (1886). — Verspreide Geschriften, dl II. Dr. J. Kohier. Islamitisches Obligationen- und Pfandrecht; Zeitschrift Vergleichende Rechtwissenschaft, 6 (1886). Mr. M. C. Piepers. De competentie van den priesterraad op Java; Indisch Weekblad van het Recht, No. 1265, 1266 en 1267, Mr. I. A. Nederburgh. Over de priesterraden speciaal op ZuidCelebes; Indisch Weekblad van het Recht, No. 1478—1483 en No. 1544. A. Marre. Code malais des successions et du mariage. Texte malais publié, transcrit en caractères latins, traduit et annoté par (Paris, 1889, 3 deeltjes). Iets over den Javaansch-Mohammedaanschen eed; Tijdschrift Binnenlandsch Bestuur, 3 (1889). Dr. I. Goldziher. Muhammedanisches Recht in Theorie und Wirklichkeit; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 8 (1889). Dr. J. Kohier. Die Wirklichkeit und Unwirklichkeit des islamitischen Rechts; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 8 (1889). Dr. J. Kohier. Rechtsvergleichende Studiën über islamitisches Recht, das Recht der Berbern, das chinesische Recht und das Recht auf Ceylon (Berlin, 1889). Dr. C. Snouck Hurgronje. Rapport over de Mohammedaansche godsdienstige rechtspraak (1890); Adatrechtbundel I, blz. 201—224. — Verspreide Geschriften, dl IV1. Godsdienstambtenaren in Painan (± 1890); Adatrechtbundel XX, blz. 305—311. Mr. L. W. C. van den Berg. Het Kruis tegenover de Halve Maan; De Gids, 1890 IV. Taliq-formules (± 1890—1907); Adatrechtbundel X, blz. 310—316. Mr. L. W. C. van den Berg. Het misdrijf van verkrachting in verband met het Mohammedaansch huwelijksrecht; Tijdschrift Strafrecht, 1891. Dr. C. Snouck Hurgronje. Ein arabischer Beleg zum heutigen Skkvenhandel in Singapore; Zeitschrift der Deutschen Morgenlandischen Gesellschaft, 45 (1891). — Verspreide Geschriften, dl II. . Besluiten, rapporten en aanschrijvingen betreffende moskeekassen en Mohammedaansche huwelijken (1892—1908); Adatrechtbundel VII, blz. 297—331. Mr. Dr. Th. W. Juynboll. De hoofdregelen der Sjaficitische leer van het pandrecht, met een onderzoek naar haar ontstaan en naar haren invloed in Ned. Indië (Leiden, 1893). Mr. M. C. Piepers. De priesterrechtspraak in Z. W. Celebes; Recht Nederlandsch-Indië, 60 (1893). Mr. I. A. Nederburgh. Nog eens over priesterraden; Recht Neder. landsch-Indië, 61 (1893). Dr. C. Snouck Hurgronje-Margadant. [Over voogdij]; Indisch Weekblad van het Recht, No. 1616 (1894). Mr. Th. W. Juynboll. Over het historische verband tusschen de Mohammedaansche bfuidsgave en het rechtskarakter van het oud-Arabische huwelijk (Leiden, 1894). Dr. C. Snouck Hurgronje. Iets over priesterraden; Feestbundel Veth (Leiden, 1894). — Overgenomen in Recht Nederlandsch-Indië, 63 (1894). — Verspreide Geschriften, dl IV1. Dr. C. Snouck Hurgronje. Sajjid Oethman's gids voor de priesterraden ; Recht Nederlandsch-Indië, 63 (1894). — Verspreide Geschriften, dl IV1. Gewestelijke regelingen nopens Mohammedaansche huwelijken op Java en Madoera (1894—1915); Adatrechtbundel XIV, blz. 275—349. Th. J. H. van Driessehe. Nota omtrent de vraag of de berechting van geschillen over huwelijk en boedelscheidingen niet tot de bevoegdheid behoort van de priesters of hoofden, bedoeld bij art. 3 Rechterlijke Organisatie (1894 of 1895); Adatrechtbundel XI, blz. 63—73. Dr. C. Snouck Hurgronje. Zwagerschap volgens de godsdienstige wetten op Java (1896); Recht Nederlandsch-Indië, 72 (1899). — Verspreide Geschriften, dl IV1. Mr. I. A. Nederburgh. Priesterrechtspraak in Nederlandsch-Indië; Wet en Adat, le en 2e jg. (1896—1898), Band II. Mr. I. A. Nederburgh. De verjaring in het Mohammedaansche recht; Wet en Adat, le en 2e jg. (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Mr. I. A. Nederburgh. Priesterraden; Wet en Adat, le en 2e jg. (1896—1898), Band III, Kleine Bijdragen. Mr. W. B. Bergsma. Mohammedaansche wet of adat; Wet en Adat, le en 2e jg. (1896—1898), band III, Kleine Bijdragen. Dr. J. Kohier. Neue Beitrage zum Islamrecht; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 12 (1897). Dr. C. Snouck Hurgronje. Iets over verjaring in het Mohammedaansche recht; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 39 (1897). — Overgenomen in Recht Nederlandsch-Indië, 68 (1897). — Verspreide Geschriften, dl II. Mr. J. W. T. Cohen Stuart. Erkenning van natuurlijke kinderen door personen, die niet aan de Europeesche wetgeving zijn onderworpen; Recht Nederlandsch-Indië, 69 (1897). Godsdienstambtenaren in Minangkabau (1897); Adatrechtbundel XX, blz. 311—313. — Zie H. T. Damsté. Dr. C. Snouck Hurgronje. Rechtstoestand van kinderen, buiten huwelijk geboren uit Inlandsche vrouwen, die den Mohammedaanschen godsdienst belijden. Met twee toelichtingen; Recht Nederlandsch-Indië, 69 (1897), 70 (1898). — Verspreide Geschriften, dl II. Mr. J. W. T. Cohen Stuart. De erkenning van natuurlijke kinderen volgens Mohammedaansch recht; Recht Nederlandsch-Indië, 70 (1898). Dr. C. Snouck Hurgronje. Le droit musuiman; Revue de 1'Histoire des Religions, 19e jg. dl 37 (1898). — Verspreide Geschriften, dl n. Dr. C. Snouck Hurgronje. E. Sachau, Muhammedanisches Recht nach schafiitischer Lehre; Zeitschrift der Deutschen Morgenlandischen Gesellschaft, 53 (1899). — Verspreide Geschriften, dl II. Mr. J. Sibenius Trip. Staatsblad 1835 No. 58, art. 3 R. O., art. 78 Reg. Regl. en het Kon. Besl. in Stbl. 1882 No. 152; Recht Nederlandsch-Indië, 72 (1899). Mr. J. Sibenius Trip. Een merkwaardig vonnis; Recht NederlandschIndië, 72 (1899). Mr. I. A. Nederburgh. Priesterrechtspraak te Batavia; Recht Nederlandsch-Indië, 72 (1899). R. M. A. Sosro Ningrat. Het huwelijk bij de Kodja's; Bijdragen Koninklijk Instituut, 50 (1899). Mr. I. A. Nederburgh. Priesterrechtspraak; Recht NederlandschIndië, 73 (1899). Mr. J. Sibenius Trip. Nog eens Staatsblad N. 58; Recht Nederlandsch-Indië, 73 (1899). Mr. A. Ellerman — Mr.' I. A. Nederburgh. Priesterraad; Recht Nederlandsch-Indië, 74 (1900). Dr. C. Snouck Hurgronje. Islam und Phonograph; Tijdschrift Bataviaasch Genootschap, 42 (1900). — Verspreide Geschriften, dl II. Dr. Th. W. Juynboll. Handleiding tot de kennis van de Mohammedaansche wet (Leiden, 1903). — Duitsche uitgave (1910). 3e Hollandsche druk (Leiden, 1925). Dr. J. Kohier. Zum Islamrecht; Zeitschrift Vergleichende Rechtswissënschaft, 17 (1905). Dr. C. Snouck Hurgronje. L'interdit séculier (rifgèh) en H'Adhramót; Revue Africaine, No. 256 (Ier trimestre, 1905. — Verspreide Geschriften, dl III. Dr. A. W. Nieuwenhuis. De godsdienst op Java in zijn oeconomische eh politieke beteekenis; Verhandelingen Indisch Genootschap, 27 Maart 1906. Dr. C. Snouck Hurgronje. Kusejr°Amra und das Bilderverbot; Zeitschrift der Deutschen Morgenlandischen Gesellschaft', 61 (1907). — Verspreide Geschriften, dl II. Dr. C. Snou