Men plaatst zittend aan de linkerzijde der tegenpartij de rechterknie onder zijn borst, linkerbeen zijwaarts uitgezet; daarna legt men de Balans (begin). Zie einde Ceinture Embrasse (staande grepen). linkerhand in zijn nek, den rechterarm over den rug heen om zijn middel. Door nu met den rechterarm hem op te lichten, drukt men met de linkerhand het hoofd neer, totdat hij op de schouders ligt 9. Molenslag. Hetzelfde resultaat van greep n°. 8 (liggend) kan bereikt worden, door inplaats van den rechter- Molenslag (begin). arm over den rug heen, deze in ondergreep onderdoor, om het middel te leggen. Ook nu weer met den rechterarm het lichaam der tegenpartij opheffen en met de linkerhand het hoofd omlaag drukken, zoodat zijn lichaam geheel overslaat en hij *op de schouders neerkomt. N.B. In deze afbeelding ziet men tevens het belangrijk voordeel van de brug, waarvan een voorbeeld hier achter is aangegeven. 10. De Schroef. Aan de linkerzijde der tegenpartij in knielende Schroef (begin). houding op de rechterknie zittende, het linkerbeen zijwaarts uitgezet, grijpt men met beide handen, onder door langs zijn borst zijn rechter-bovenarm, trek dien arm onderuit, begeef u tevens vooruit en breng uw tegenstander op beide schouders. Schroef (einde). 11. Hefboom. Met de rechterknie op den grond, de linker voorwaarts rechts uitzetten, grijpt men zijn tegenstander met den rechterarm voor om de borst, den linker over den rug om het ceintuur, zoodat de handen elkaar raken. Draai tevens het lichaam zoodanig dat de rechter-bovenarm tegen dien der tegenpartij rust, drukt hem daarna schuinsrechts achterover en leg hem op de schouders. Hefboom (begin). 12. De Brug. Het doel van de brug is genoegzaam in enkele voorgaande afbeeldingen aangetoond, zoodat eene beschrijving vrijwel overbodig is. 13. Eenige vingerwijzingen. Bij elke partij worstelen moet men er steeds om denken, dat men den tegenstander nimmer Hefboom (einde). bij de beenen mag vastgrijpen, moet men altijd boven de heupen de grepen toepassen. Ook is verboden te stompen of te slaan, het bij de keel grijpen, noch de keel door den arm in te sluiten, wat collier forcé genoemd wordt. Dan moet men steeds zorg dragen geen ringen met scherpe kanten of lange nagels aan de vingers te hebben en ook geen voorwerpen aan het De Brug. lichaam, die gevaar opleveren tot verwondingen, dan is de worstelsport een der mooiste sporten die bestaat. De Schrijver. PRflCTTSCHE BIBLIOTHEEK GEÏLLUSTREERD. No. £ schreber, Longen-Gymnastiek. — Tweede Druk. . . «1 nmi ,. 2. bock. Eerste Hulp bij Ongelukken. - Tweede Druk . : ' ' sn „ 3. van de ven. Amateur Fotograaf. - Derde Druk . . . ™ » „ 4. toepoel, Physical Cülture. Uchaamsversterking. ,. 3J . . , V. ' C I 90 " paul, Licht-, Lucht- en Zonnebaden v. i.wi.i..-., iMcino oncittiBimr. — uerae urUK . . 7<ï 7. REICHELL, Levensmagnetisme. — Tweede Druk . . ' ' >*> " 8. ANTON, Mijn Terrarium , , » 9. ANTON, Mijn Aquarium. — Tweede Druk. m " 10. HILDEBRAND. Luchtscheepvaart, popul. beschouwinit ijj » H. KOSTERS, Automobiel en behandeling. — Tweede Drukr Vm 12. TESSELHOFF, Eenvoudige Boekhouding. — Derde Drukm r>nt 13. VOSMAER, Radium en Röntgenstralen. . ....... ' \ "«.■ • • £j eo . . 90 ,. 15. BKTTS, Zweedsche Gymnastiek. Vrlle oefeninmn _ tu',od^'« 'j.'..,.' li iï liernÜK Voët^ Tweede druk 35 „18. anton, Do you spaak English? — Tweede Druk '. '. ! .' ! ! 50 „20. ANI.on, Paria Italiano ? 1. . . ... . . . . V m " „21. ANTON, Parolas Esperante . ou „ „22. ANTON. Sprechen Sie Deutsch? .....' ' ' " '2X " „ 23. ANTON. Habla u steel Espanoi? ...... ... • ...... ou „ „24. VAN DER boom Wereld-Hulptaal. Systeem „Ido". — Tweeda drük' ' " ik " „25. LURASCO, De Vlinderverzameling . . . .'. ? Tweede druk. . . 75 „ „26. YVONNE, Fröbelwerkjes ......... ^ " „ 29. VISSER, Volksnamen Geneesmiddelen. — Tweede Druk' f'\ 25 ' fiVh* ' t i'75 „30. tofpoel, Knotszwaaien en Balstooten WHHao uruK ' l e>- üeö- • „ 31. OTT, Rijwiel, inrichting. - Derde Druk j" „32. b. p. SCOUT, Padvinders. Handleiding. - Tweede Druk °" „33 .ANTON, De Hengelsport. - Tweede Druk . ........ 4> „ „ 33a. B. p. scout, Boschleven voor Padvinder*. . . 1 '''''' Ti " „34. ACKERMAN, Duiventeelt. - Tweede Druk . . ' " ° ' ' ! \ ' £! " „35. ACKERMAN, Konijnenfokken. — Tweede Druk . '. '.m " „36. LURASCO, Het Zeewater-Aquarium .... ' ' ' ' ' m " „37. ANTON, Ring-, Brug-en Standoefeningen ; V. ' ' ' ' ' ' m „38. YVONNE, Het Boek der Etiquette. - Tweede druk ! * ' ' èo " „ 39. SCHURICHT, Motorrijwiel en zijne Behandeling. — Tweede ör'uk' ° ' r Pot „ 40. LURASCO, Siervlsschen en AmphiblSn. ™ . * weeaa "™* . . r\ 25 „41. WALTHER, Samenstelling van Vliegmachines S „ 41a. YVONNE, Nieuw Kookboek. 250 Recepten . . • ' ' ' ' m " „42. BARTELS, Kanarieteelt. — Tweede Druk . , . "•• • • Jï a „43. RKMLOFj Hoenderteelt. — Tweede Druk . • . ' ' • • • ■ • • • j" „ „44. BARTELS, De Octrooiwet. Handleiding voor den uitvinder' ' ' i ' >l ' 75 „ 4ta.YVONNE, Handelscorrespondentie in 4 Talen . .■'" "". ' '■' '.' 59 " REMLOP. Groenteteelt. — Tweede Druk 90 „ 47. PREISS, Handleiding voor Postzegelverzamelaars ' ' " * • ï „48. orn1thophilos. Exotische Siervögeis . ... ......... ~ „ „40. lurasco, Handleiding voor Herbarium . . . ' ' S " „50. Hoe kan Ik mijn brood verdienen?. .... "'."■■'*•■'?„ " „51. osmtoph1los, Inheemsche Zangvogels . . . . ' ' 'Si " " i]?-Vïï!£& Epgelsche Taal met Uitspraak. - Tweede Druk' m " „52. anton Hondenverzorging ; "' ' bo -"7 ■ ,-,63. van DE waal, Machinesch rijven ...... . . ' ' ' ' 45 " " «• o9.i' Zskhandboek y. d. Machinist-Bankwerker. - Tweede Druk .' .' / f25 ., 55. bos. Motor-Machinist. — Tweede Druk . ' rs " Ü?- TXf??.N.-E'.JB2rHidjng verschillende Dranken. Amerlc'. Dri'nc's '. 1 '. 1 '. 60'fcent „57. abraas, Padvinders Seinboek . . . .... 35 „ 68 de regt, Nederlandsch voor Vreemdelingen ! ! " ' ' ' ' ' ' "m wiS^t»fbHiSn?,eïlng Ja">».aeleien, Compote-a en Vla's'. '. '. 50 " " S?' WpuwSp,JKat.m0.St me-n weten voor men laat bouwen f 1.25 " 25w,L2& g jenteelt op beperkte ruimte . ... . -. . . . . .. ; . 90 tent S3.' Sfc"L,?.Fi„BISemen,BBlt »P beperkte ruimte . . . ' Z '„64. ter haar, Eten om te leven . . . ■ •» • • ..... . . . . . au „ " Sn' ïvSÏÏÏÏ& Handleiding voor het inmaken van Groenten'. - Derde Druk' 60 Z " J5- I6*,?,biul11™ «i Hooikist. - Tweede Druk . . . . ■"■ 35 " „67. de regt, Hollandisch für Deuteche ..... .... ..... . o» „ „68. de regt, Dutoh for Englishmen so " „69. de regt, Hóllandais pour Francais. .... ' ' * ' ' ' 60 " „70. galesloot, Snoeien van Bloemneeeters . . . ' ' ' " ' ' ' ' ' oriirinr1i.cihn.ririho«lt 3 dl. in ten hand f 1.25 44a. Spelletjes voor Jonge Padvinders. — Tweede druk . . . . . .60 Cent .90 . 60 . 60 ^50 . 50 .90 . 50 .60 . 50 . 50 .50 .90 .90 .90 .50 ,75 . 46, » 46. „ 47. „ 48. n 49. „ 60. „ 51. „ 52. „ 63. „ 54. „ 55. „ 56. „ 57. „ 58. „ 59. „ 60. .„ 61. „ 62. „ 64. anton. Trainini? voor Roeien en Zwemmen — Tweede druk . ou ANTON, Paardensport, Wenken voor beginners. — Tweede druk . . 75 YVONNE, Hoe leer ik Dansen ? Tweede druk...... 60 DE COÜBERTIN, Praotlsehe Lichaamsoefening 90 LECUYER. Het Sabelschermen, met 15 Foto's 60 EVERTS, Techniek en Tactiek Hockey , 50 CHARLEMONT, Fransen Boksen. — Tweede druk . . 60 C. TURNER, Regels Badmintonspel. — Tweede druk. . . . ... .85 DISSE, Bijzondere Zwemoefeningen . ...... 50 JOLIZZA, Tien bekende Dansen ....... .60 MEA, Het Boek der Patlënces, 50 Patiênce-Spelen. — Derde druk . (5 STABENOW, Bridge, Een beknopte Handleiding. — Tweede druk . . 50 MERKESTEIJN, Het rjjden van Bok 60 VAN BOOVEN, Rugby Voetbalregels .... ... - 50 YVONNE, Sjoelbak en Triktak. Spelregels . . . . . . . '. . . . .35 LEEFSON, Nieuwste Dansen 76 VAN DER EEM, Spelen en Kunstjes 60 VAN SANTEN, Wandelsport en Training. ............ 50 YVONNE. Boston-Whist en Club-Whist 85 -liver Pandoersnel . do „ bil. Regels. . . *35 _ porten, Gebonden. . ƒ8.25 Igingssport. Gebonden. ........ f 3.25 an.7 . 7 . . . . . ". .... .... .91) Cent De Amateur Worstelaar GRIEKSCH-ROMEINSCHE METHODE MET 41 AFBEELDINGEN EN KORTE BESCHRIJVING DOOR J. E. TOL AMATEUR-KAM PIOEN-WORSTELAAR VIERDE DRUK MENS SANA IN CORPORE SANO 1919 BAARN. — J. F. VAN DE VEN. BOEK-, COURANT- EN STEENDRUKKERIJ O. J. THIEME, NIJMEGEN INLEIDING. Aangezien reeds lang eene groote behoefte zich doet gevoelen aan een eenvoudig en practisch werkje, de Grieksch-Romeinsche worstelsport behandelende, zoo ben ik er toe overgegaan een dusdanig boekje samen te stellen, om iederen leek op worstelgebied in staat te stelten, met dit werkje in de hand, zonder Instructeur zich in die sport te oefenen. Daar het echter niet doenlijk is om eiken greep te omschrijven in zijn geheel, kwam het mij het beste voor, van de voornaamste posities en grepen een korte beschrijving te geven en deze te photographeeren in begin en einde. In de hoop, dat dit werkje er toe moge bijdragen, de worstelsport tot ongekende hoogte op te voeren, is de wensch van den schrijver. EERSTE AFDEEL IiNG. Geschiedenis. Omtrent den oorsprong en den practischen vooruitgang diene het volgende: Reeds 708 jaar v. C. was deze sport al ingevoerd bij de Olympische spelen, zoodat veilig kan worden aangenomen, dat ze, zooal niet de oudste, toch een der oudste sporten is ter wereld. Het worstelen van toenmaals en heden is een enorm verschil. Was het vroeger het doel, om zijn tegenstander door alle ten dienste staande middelen onschadelijk te maken, zoo niet thans. Kon en mocht men in vroeger tijden zijn tegenstander bewerken met de vuisten, armen, vingers en teenen verdraaien, ja zelfs de keel dichtnijpen, dit is nu verboden. Men heeft zich nu te houden aan voorschriften, die langzamerhand gelijk met de beschaving zijn ingevoerd. Het werd eene methode waarnaar men moest werken, die met den algemeenen titel van Grieksch- Romeinsche methode in geheel de wereld wordt toegepast. Lichamelijke voordeelen. Wat wordt door het worstelen bereikt? Het worstelen bevordert in hooge mate de ontwikkeling der spieren over geheel het lichaam. Het hardt het lichaam tegen vermoeienis. Het oefent de longen en maakt de borst ruim. Het geeft tegenwoordigheid van geest, zelfvertrouwen en koelbloedigheid. En bevordert tevens de kameraadschap, daar het Amateurs-worstelen altijd vriendschappelijk geschiedt. Iemand, met geringe lichaamskracht, die deze sport een tijd beoefent, zal verbaasd staan over de spoedige ontwikkeling zijner spieren. Het doel.' Het doel van het worstelen is zijn tegenstander in den kortst mogelijken tijd mét beide schouders op de matras te drukken. Om nu verdere noodelooze krachtverspilling te voorkomen, moet hij, die „is gelegd", ten bewijze hiervan de armen zijwaarts uitstrekken. Het Salut. Bij het begin, zoo ook bij het einde van eene partij worstelen, wordt vooraf salut gemaakt, hetgeen hierin bestaat: Salut. Begin. De worstelaars plaatsen zich bij den aanvang tegenover elkaar, op de twee over elkaar liggende hoeken der matras, en loopen op commando van den scheidsrechter op elkaar toe, zoodanig dat zij elkaar op het midden ontmoeten, passeeren elkaar en geven elkander in 't voorbijgaan de rechterhand, hierna draaien zij zich vlug naar links om en gaan direct over tot den aanval. Einde. . Bij het eindigen van den strijd wordt elkaar de rechterhand gereikt. Aanval. Zoodra men tot den aanval overgaat is het zaak zich zooveel mogelijk gedekt te houden, ten einde eene overrompeling te voorkomen en de tegenpartij dus te beletten op gemakkelijke manier een of anderen greep toe te passen. Men kan dit bereiken, door de armen zoodanig te buigen, dat beide handen, de eene iets hooger dan de andere, voor de borst worden gebracht. TWEEDE AFDEELING. De grepen. Men onderscheidt de grepen in twee soorten nl. staande en liggende grepen. Alle grepen, met een enkele uitzondering, zijn naar rechts uitgevoerd, doch kunnen natuurlijk ook naar links geschieden, 't Is dan ook zaak voor den Amateur-worstelaar deze naar beide kanten, zoowel links als rechts te beoefenen, daar, wanneer men op de matras een strijd voert, de tegenpartij zich zoowel links als rechts kan blootgeven. Staande grepen. 1. Heupzwaai. Breng de linkerhand aan de rechterpols der tegenpartij, de rechterhand in den nek, plaats het rechterbeen voorbij het rechterbeen der tegenpartij, gelijktijdig de rechterhand door laten gaan, tot deze in zijn rechteroksel rust. Heupzwaai (einde). Buig nu vlug links zijwaarts over, tot de tegenpartij op de schouders ligt. 2. Duitsche Heupzwaai. Plaats linkerhand en rechterbeen, zooals bij n°. 1 is omschreven, breng echter den rechterarm om het middel van den tegenpartij en handel voorts als bij den Heupzwaai n°. 1 is aangegeven. Duitsche heupzwaai (einde). 3. Armzwaai. Men plaatst de linkerhand en het rechterbeen zooals bij den heupzwaai is beschreven, de rechterhand echter wordt in bovengreep naast de Armzwaai (begin). linker gebracht; tevens sluit men met den rechterbovenarm die der tegenpartij in. Daarna links zijwaarts overbuigen, totdat de tegenpartij met de schouders op de matras ligt. Armzwaai (einde), 4. Reuzenzwaai. Men brengt de linkerhand in ondergreep aan den rechterpols der tegenpartij; de rechterhand aan den rechter-onderarm, draai vlug om naar links, zoodanig, dat de tegenpartij op uw rech- terschouder komt te rusten, buig het lichaam voorover, totdat de tegenpartij op de schouders neerkomt. Reuzenzwaai (einde). 5. Kopzwaai. Breng beide armen ter hoogte van uw borst, draai het lichaam plotseling om, zoodat de tegenpartij zich achter u bevindt, breng daarna de rechterhand om zijn hals, zoodanig, dat zijn hoofd Kopzwaai (begin). 2 in uw rechterarm zit opgesloten, leg de linkerop de rechterhand, buig voorover en breng tegenpartij op beide schouders. Kopzwaai (einde). 6. Staande halve Nelson. Neem met beide handen den rechterarm vast, en plaats u vlug achter de tegenpartij, terwijl de armen zoo geplaatst worden, dat de rechter onder den rechteroksel van de tegenpartij wordt gebracht, waarna die hand doorgaat en in den nek wordt geplaatst, terwijl de linkerarm om zijn middel wordt geslagen; daarna licht men hem Staande i Nelson (einde). op, buig uw lichaam links zijwaarts over, totdat hij op de schouders neerkomt. 7. Staande verkeerde Nelson. Druk met beide handen het hoofd der tegen- Staande verkeerde Nelson (begin). partij omlaag, duw de rechterhand onder zijn linkerarm door en plaats haar in den nek, breng Staande verkeerde Nelson (einde). de linkerhand over den schouder in de rechterokselholte, druk hem tegen u aan, buig daarna links zijwaarts achterover, zoodat de tegenpartij op de schouders neerkomt. Staande Koeling (begin). 8. Staande Koeling. Neem met de linker- in onder- en de rechterhand in bovengreep den linkerpols der tegenpartij vast. Sluit met uw rechterbovenarm den linkerarm van Liggende en staande Koeling (einde). den tegenstander in; tegelijkertijd het rechterbeen vlug achter het linkerbeen van de tegenpartij plaatsen, en door zijn lichaam achterwaarts over uw rechterheup naar omlaag te brengen hem op beide schouders leggen. Tour de force (begin). Tour de force (midden). Tour de force. N.B. Deze greep is in drie periodes in beeld gebracht ter verduidelijking. Tour de force (einde). Druk de tegenpartij voorwaarts omlaag, neem hem om het middel, til hem op en werp hem op uw rechterschouder, buig daarna door op een knie en leg hem alzoo op de schouders. CeinturelEmbrasse (begin). 10. Ceinture Embrasse. Neem in bovengreep beide polsen der tegen- Ceinture Embrasse (einde). partij, zwaai vlug zijn armen omhoog, sla beide armen om zijn middel, til hem van den grond op en leg hem door voorover te buigen op de schouders. Dubbele Nelson (begin). DERDE AFDEELING. De liggende grepen. Bij het grondworstelen (worstelen a terre) ligt de tegenpartij op handen en knieën, hetgeen wordt aangeduid, door den geijkten in de worstelwereld algemeen bekenden term van „zittende in de kikvorsch". Dubbele Nelson (einde). Ook is 't geoorloofd plat op den buik te liggen, zoodat niet altijd de verschillende grepen geschieden als de tegenpartij alleen in „de kikvorsch" zit, doch men kan ze ook toepassen als hij ligt. 1. Dubbele Nelson. Zittende aan de rechterzijde der tegenpartij plaatst men, de linkerknie op den grond, het rechterbeen zijwaarts uitzettend, beide handen onder tegenstanders armen door, zoodanig, dat ze in zijn nek komen te liggen, daarna links zijwaarts voorover werkend brengt men hem op de schouders. y"' Liggende t Nelson A (begin). 2. Liggende halve Nelson A. Beenen en rechterarm te plaatsen zooals voor de dubbele Nelson is voorgeschreven, doch de linkerarm onder het lichaam door aan den linkerbovenarm der tegenpartij brengen, waarna weder links voorover wordt gewerkt, tot hij met de schouders de matras raakt. Liggende i Nelson A (einde). 3. Liggende halve Nelson B. N.B. Ter verduidelijking is deze greep aan de linkerzijde der tegenpartij in beeld gebracht. Zittend aan de linkerzijde der tegenpartij brengt 3 men, met de rechterknie op den grond en de linker zijwaarts uitzettend, den rechterarm onder dien van den tegenstander door, neem zijn linker- Liggend i Nelson B (begin). pols vast met uw linkerhand, leg deze pp uw linkerdij met den onderarm, buig voorover, tevens zijn hoofd neerdrukken en breng hem alzoo op de schouders. 4. Liggende verkeerde Nelson A. N.B. Voor de afbeelding wordt verwezen naar n°. 8, staande grepen. In knielende houding voor de tegenpartij worden de armen geplaatst, zooals voor de staande verkeerde Nelson is aangegeven. Pirouette A (begin). Op dezelfde wijze wordt deze greep ook uitgewerkt. 5. Pirouette A. Neem, met den rechterarm onder het middel Pirouette A (einde). door en den linker er over heen, den tegenstander van den grond op, met het hoofd naar dat der tegenpartij gekeerd; door daarna links zijwaarts over te buigen, brengt men hem op de schouders. 6. Pirouette B. Men brengt rechts zijwaarts zittend met den rug naar het hoofd der tegenpartij gekeerd, de Pirouette B (begin). rechterknie onder zijn borst, den rechterarm over den rug om zijn middel, terwijl de linker achterwaarts wordt opgetrokken. Door hem nu op te heffen en u achterover te buigen, brengt men hem op de schouders, echter moet men er voor zorgen op den opgetrokken elleboog te komen rusten. Pirouette B (einde). 7. Liggende Koeling. N.B. Zie voor het einde van dezen greep de afbeelding van n°. 8. Staande Koeling einde. Met de rechterknie op den grond, en het linkerbeen zijwaarts uitgezet, plaatst men zich voor de tegenpartij. Verder past men dezen greep toe, zooals voor de Staande Koeling (n°. 8 staande grepen) is aangegeven. Liggende Koeling (begin). 8. Balans. N.B. Het einde van dezen greep is te eenvoudig voor afbeelding. Zie einde staande grepen. N°. 10. Ceinture Embrasse.