KflRDINftj|^^ER^fRTVilUGHfl]^r rtflRTSBfSSCkÓP VHN WESTMINSTER GEBEDEN, GEDACHTEN * * I i t Wie is de H. Jozef? DOOR Kardinaal HERBERT VAUGHAN, Aartsbisschop van Westminster. Gebeden, Gedachten en Voorbeelden. Uitgegeven ten bate van de Missie der Zusters v. h. Gezelschap J. M. J. „Mariënburg" 's-Hertogenbosch. 121/2 ct. Druk C. N.Teulings, 's-Hertogenbos'ch-Amsterdam-'s-Gravenhage. 1918. INHOUD. BLZ. Wie is de H. Jozef? 3 Gedachten en voorbeelden voor eiken dag der maand 9 Gebeden ter eere van den H. Jozef . 33 Driedaagsche Oefening 35 Memorare . , . 37 Oefening ter eere der Zeven Smarten en Zeven Vreugden van den H. Jozef 37 Litanie van den H. Jozef 42 Akte van toewijding 45 Wie is de H. Jozef? Jozef, de zoon van den Aartsvader Jacob, was de voorafbeelding van den H. Jozef, den zoon van een anderen Jacob: „Jacob gewon Jozef, den man van Maria, uit wie werd geboren Jezus, die genoemd wordt Christus". (Mt. I.) Wat met recht werd gezegd van den eersten Jozef, aangaande zijne toekomst, en ook aangaande zijne goedheid, zijne zuiverheid, zijn geduld, zijne wijsheid, zijnen invloed bij den koning, zijne macht over het volk en zijne liefde voor zijne broeders, is op eene meer volmaakte wijze verwezenlijkt in den tweeden Jozef. Eertijds werd tot het behoeftige en lijdende volk van het Koninkrijk Egypte gezegd: .,Ga tot Jozef, en doe alles, wat hij u zeggen zal". (Gen. XLI.) Hetzelfde wordt nu gezegd door den Opperherder aan al het behoeftige en lijdende volk in het Koninkrijk der Kerk: „Ga tot Jozef'. Als gij voor uw dagelijksch brood werkt; als gij eene huishouding hebt te onderhouden; als gij ontbering en lijden verduurt; als uw hart door inwendige beproevingen wordt bezocht; als gij door eene of andere lastige bekoring wordt aangevallen; als uw geloof op de proef wordt gesteld en uwe hoop in duisternis en teleurstelling schijnt verloren; als gij nog moet leeren, hoe Jezus en Maria te beminnen en te dienen, gelijk het betaamt, dan is Jozef het Hoofd van het gezin, de Man van Maria, de Voedstervader van Jezus, uw voorbeeld, uw leeraar en uw vader. Waarlijk, de H. Jozef is in alle opzichten de Vriend des Volks. Doch nog eens luidt de vraag: Wie is de H. Jozef? Hij is de aangenomen vader van den Godmensen. H. Lukas. Hij is de meest getrouwe medehelper in de Menschwording. H. Bernardus. Hij is iemand, wiens ambt tot de hypostatische vereeniging behoort. Suarez. Hij is de Heer en meester van de H. Familie. H. Bernardinus. Hij is de eenige, waardig bevonden onder de menschen, om de Bruidegom van Maria te zijn. H. Gregorius. Hij is de Vertrooster van Maria in hare zorgen en beproevingen. H. Bernardus. Hij is de Redder van het leven van het Kindje Jezus. H. Mattheus. Hij is de Redder der eer van Maria: H. Hieronymus. Hij is de Man, die dertig jaren met Jezus en Maria leefde. Hij is de man, meer bemind door Jezus en Maria, dan ieder ander schepsel. H. Isidorus. Hij is de derde persoon der heilige drievuldigheid op aarde. Gerson. Hij is het beeld en voorbeeld van apostolische mannen. H. Hilarius. Hij is meer een engel dan een man in zijn gedrag, a Lapide. Hij is het voorbeeld van priesters en oversten. Alb. Magnus. Hij is de leeraar des gebeds en van het inwendig leven. H. Theresia. Hij is de behoeder der zuiverheid en de eer der Maagdelijkheid. H. Augustinus. Hij is het die vooraan gaat in de lange rij der beproefden. Avila. Hij is de patroon van den huwelijken staat. Paul. de Pal. - Hij is de zaakwaarnemer van Gods Kerk. Off. St. Jos. Hij is de patroon van eenen zaligen dood. H. Alphonsus. Hij is de Patroon der Katholieke Kerk. Besluit S. C. R. Wie is de H. Jozef? De H. Theresia zal het ons zeggen, luister naar hare woorden; zij spreekt volgens haar eigen ervaring. „Tot mijn Patroon en Heer nam ik den glorierijken H. Jozef, en beval hem mij zelve dringend aan. Ik zag duidelijk in, dat deze mijn Vader en Heer mij uit deze en andere moeilijkheden hielp — moeilijkheden, die mijne ziel en eer in gevaar brachten. Hij bewees mij grooter diensten, dan ik wist te vragen. Ik kan mij niet herinneren, dat ik ooit iets gevraagd heb, zonder het te hebben verkregen, en ik sta verbaasd, wanneer ik de groote gunsten beschouw, die God mij door dezen gezegenden Heilige heeft verleend, en de gevaren, waarvan hij mij heeft bevrijd, gevaren naar de ziel en naar het lichaam. „Aan andere Heiligen, schijnt O. L. Heer de genade te hebben gegeven, van de menschen in eene bijzondere noodwendigheid bij te staan, doch aan dezen glorierijken Heilige, ik weet het bij ondervinding, heeft Hij het voorrecht geschonken, ons in alles te helpen. O. L. Heer wil ons hiermede te kennen geven, dat, gelijk Hij op aarde aan Jozef onderdanig was, (de H. Jozef die zijn Voedstervader en Beschermer was, kon Hem bevelen), Hij ook nu al diens verzoeken in den hemel inwilligt. „Anderen heb ik gevraagd, dat zij zich aan den H. Jozef zouden aanbevelen, en zij hebben dezelfde ondervinding opgedaan. Het was mijne gewoonte, zijn feest met alle mogelijke plechtigheid te vieren. „Ik wenschte, dat ik alle menschen kon overreden, eene groote vereering jegens dezen glorievollen Heilige te hebben, want ik weetdoor langdurige ondervinding, welke zegeningen hij van God kan verkrijgen. „Ik heb nog nooit iemand gekend, die wezenlijk devotie jegens hem had en die hem mei bijzondere diensten eerde, en niet zichtbaar in deugd toenam, want hij helpt vooral diegenen, die zich hem aanbevelen. Sedert eenige jaren heb ik op zijn feest om eene gunst gevraagd en altijd ben ik verhoord geworden. Als hel verzoek niet geheel volgens God was, dan regelde hij het voor mijn grooter goed. „Als ik iemand was, die eenig gezag in schrijven had, dan zou het mij genoegen doen uit te weiden over de genaden, welke deze glorierijke Heilige voor mij en voor anderer verkregen heeft. Doch ter liefde Gods vraag ik, dat hij, die geen geloof slaat aan mijne woorden, er de proef van neme, opdat hij, bi eigen ervaring, kan ontdekken het groote goed dat er voortspruit uit de aanbeveling van zich zelf aan dezen glorierijken Aartsvader en dc godsvrucht tot hem. „Vooral zij, die zich op het gebed toeleggen behooren op eene bijzondere wijze den H.Joze te vereeren; want ik weet niet, hoe iemand aar de Koningin der Engelen kan denken, terwij zij zooveel leed met het Kindje Jezus, zonde; den H. Jozef te bedanken voor de diensten die hij beiden bewees. Hij, die niemand kan vinden om hem U leeren bidden, laat hij dezen glorierijken Heilige tot zijn Meester nemen, en hij zal niet van der weg afdwalen. (Leven der H. Theresia, Hfst. VI. „Ga dan tot Jozef, en doe alles, wat hij u zeggen zal. Ga tot Jozef, en gehoorzaam hem, zooals Jezus en Maria hem gehoorzaamden. Ga tot Jozef, en spreek met hem, gelijk Zij met hem spraken. Ga tot Jozef, en raadpleeg hem, gelijk Zij tot hem gingen om raad. Ga tot Jozef, en eer hem, gelijk Zij hem eerden. Ga tot Jozef en wees hem dankbaar, gelijk Zij hem dankbaar waren. Ga tot Jozef, en bemin hem, gelijk Zij hem beminden, en hem nog beminnen. Hoe zeer gij ook Jozef bemint, uwe liefde zal niet de liefde evenaren, die Jezus en Maria hem toedroegen. Van den anderen kant brengt de liefde tot Jozef ons tot Jezus en Maria. Hij was de eerste Christen, tot wien gezegd werd: „Neem het Kind en Zijne Moeder". Dit bracht een kerkvader er toe, te zeggen: „Gij zult immer Jezus vinden met Maria en Jozef," t Herbert, Bisschop van Salford. Gedachten en voorbeelden voor eiken dag der maand. EERSTE DAG. „De eerbiedwaardige Bisschoppen der geheele Katholieke wereld smeekten den H. Vader nederig in hun eigen naam en dien hunner kudden, zich te gewaardigen, den H. Jozef tot Patroon der Katholieke Kerk te verklaren. De Bisschoppen in het Algemeen Vatikaansch Concilie hernieuwden deze smeekingen met verhoogden aandrang Daarom heeftde H.Vader hem tot Patroon der Katholieke Kerk uitgeroepen." (Congr. der Riten 8 Dec. 1870). Voorbeeld. — De Katholieken van Engeland hebben steeds eene groote godsvrucht tot den H. Jozef getoond. Gedurende het Vatikaansch Concilie werd van Engeland uit een smeekschrift gezonden naar den H. Stoel, onderteekend door ongeveer 200.000 personen, met de bede, dat de Behoeder van Jezus en Maria op een plechtige wijze, tot Patroon der geheele Kerk mocht verklaard worden. Ook de Katholieken van Nederland zijn steeds groote vereerders van den H. Jozef geweest, getuige de talrijke kerken en kapellen, te zijner eer opgericht, getuige ook de menigvuldige broederschappen en vereenigingen, onder zijne machtige hoede en voorbede gesteld. TWEEDE DAG. De H. Theresia zegt in hare levensbeschrijving: „Ik wenschte, dat ik eenieder kon overreden, godsvrucht jegens den H. Jozef te hebben, wegens de groote ondervinding die ik heb aangaande de gunsten, welke hij voor ons van God verkrijgt. Nooit heb ik iemand gekend, die inderdaad godvruchtig was jegens hem, en hem op bijzondere wijze diende, die niet grooten voortgang maakte op den weg der deugd, want hij helpt op een wondervolle wijze de zielen, die aan hem zich aanbevelen." (Leven v. d. H. Theresia, Hfdst. VI.) Voorbeeld. — De H. Theresia schreef aangaande haar zelve: „Reeds vele jaren heb ik steeds op zijnen feestdag iets gevraagd, en mijn gebed wordt altijd verhoord, en als ik iets vroeg, wat mij minder voordeelig was, regelde de H. Jozef het tot mijn grooter heil. Was ik een schrijfster van gezag, gaarne zou ik in bijzonderheden de gunsten vermelden, welke deze glorierijke Heilige, niet alleen aan mij, maar ook aan andere personen heeft bewezen". DERDE DAG. De H. Jozef heeft de grootste machten voor de zaligheid der zielen. Hij, die eene ware godsvrucht tot den H. Jozef bezit, verzekert daardoor zijne zaligheid. De H. Kerk zingt, in den lofzang van zijn feest, dat God hem aan ons gaf, om de dienaar van onze zaligheid te zijn. (Brev. 19 Maart.) En op het feest zijner bescherming verklaart zij, dat God, om zoo te spreken, Jozef maakte tot den Vader des Konings, en den Meester van geheel zijn huis, en dat Hij hem verheven heeft, om tot zaligheid van velen te strekken". (Brev in Patr. S. Jos.) Voorbeeld. — De H. Isidorus verhaalt dat een eerbiedwaardig priester hem had verteld van een edelman, die gewoon was, eiken dag een kort gebed te storten voor eene afbeelding van den H. Jozef, tegen den muur eener kerk geschilderd. Na vele jaren werd hij ziek. Op zekeren dag, terwijl hij volkomen-wakker was en zijn geest geheel helder, zag hij den H. Jozef zijne kamer binnentreden, juist gelijk hij op die schildering was afgebeeld. De heilige deed, door weinige woorden, in zijne ziel eene bron van berouw opwellen over zijne zonden; de zieke liet aanstonds een priester roepen, beleed zijne zonden en stierf in volkomen gerustheid. VIERDE DAG. De eerbiedwaardige Suarez, één der grootste godgeleerden der Kerk, spreekt aldus aangaande den H. Jozef: „Ik ben van gevoelen, dat de meening, dat deze Heilige na Maria alle Heiligen in genade en zaligheid overtreft, niet voorbarig of onwaarschijnlijk is, doch integendeel godvruchtig. De bediening van den H. Jozef is meer volmaakt in haar soort, dan die van het apostolaat, omdat zij tot de orde van de hypostatische vereeniging behoort". (Suarez p. 3 q. 29, sect. 8.) Hoe machtig moet hij zijn, om ons in alle moeilijkheden te helpen! Voorbeeld. — De H. Johanna Francisca van Chantal was gewoon een klein prentje van de H. Familie op hare borst te dragen, en, wanneer zij zich in moeilijkheden bevond, was zij gewoon, het tegen haar hart te drukken. „Het is goed," placht zij te zeggen, „onze vrienden bij ons te dragen". Zij zag niet gaarne de drie personen der „drievuldigheid op aarde" gescheiden. Het was haar innig vermaak, de drie personen op één prentje gedrukt te zien: wanneer er slechts het afbeeldsel van één gedrukt was, dan wenschte zij de twee andere er bij te voegen. VIJFDE DAG. „Het hart van St. Jozef was vervuld van een buitengewonen eerbied voor het Kindje Jezus. De Moeder legde Het in de kribbe; Jozef, over Hem heengebogen, was in godvruchtige beschouwing verzonken, zijn hart was vol vreugde bij Zijne geboorte, doch hij durfde het Heilig Kind niet aanraken." (St.Joannes Chrysostomus) Voorbeeld. — Toen de beroemde Pater Balthazar Alvarez op zekeren dag neergeknield lag in gebed in het heilig huis van Loreto, werd hem door de H. Maagd aanbevolen, eene groote godsvrucht te koesteren tot den H. Jozef, haren allerzuiversten Bruidegom. Zij gaf hem te verstaan, dat de H. Jozef hem zou helpen op den weg der volmaaktheid. ZESDE DAG. . „O welke innige vereeniging bestond er tusschen O. L. Vrouw en den glorierijken H. Jozef. Door deze vereeniging behoorde O. L. H. zoowel aan Jozef als aan Maria, niet overeenkomstig de natuur, doch volgens de genade, want deze vereeniging gaf aan Jozef een aandeel in alles, wat aan zijne dierbare Bruid toebehoorde. Maria was gelijk een spiegel, die volkomen de stralen der Eeuwige Zon der Gerechtigheid in hare ziel opneemt. De ziel van den H. Jozef was gelijk een anderen spiegel tegenover den eersten geplaatst, in zijne ziel de teruggeworpen stralen weerkaatsend."(H. Franc van Sales, Verhandeling XIX.) Als wij godsvrucht hebben jegens den H. Jozef, dan zullen wij aan Maria toebehooren. Voorbeeld. — Pater Gauchon, priester der Congregatie der Maristen, gaf bijna al zijn tijd en geld aan de verspreiding van de godsvrucht tot den H. Jozef. Hij placht te zeggen; „Deze groote Aartsvader nam den Zoon Gods onder zijne zorg, hij zal dus wel goed weten, hoe voor ons te zorgen." Bovendien was hij gewoon te zeggen: „Door godsvrucht tot den H. Jozef, heb ik godsvrucht tot Maria verkregen." Hij stierf met diens beeltenis in zijne handen. ZEVENDE DAG. Wij mogen als zeker aannemen, dat Jezus Christus, die zijn Voedstervader gedurende zijn leven tot zoo hooge waardigheid verhief en hem alle genegenheid en onderscheiding bewees, welke een zoon voor zijn vader kan gevoelen, aan hem dezelfde blijken van teederheid en onderscheiding heeft gegeven in den hemel, ja, dat Hij ze nog vermeerderd en volkomener gemaakt heeft. (H. Bernardinus van Siena). Laten wij gaan tot den man, door God bijzonder uitverkoren. Voorbeeld. — Met verlof van den Apostolischen Stoel voerde de ^H. Bernardinus eene hervorming in, in de orde der Franciskanen. In een algemeen Kapittel stelde hij alle hervormde huizen onder de zorg van den H. Jozef en hij legde den religieuzen op, eene bijzondere devotie tot den Voedstervader van Jezus te koesteren. Aan de nieuwe provincie gaf hij, als zegel, waarmede alle documenten gestem- peld moesten worden, den H. Jozef, het Kindje Jezus op zijn armen dragende. ACHTSTE DAG. De H. Jozef is de patroon en het voorbeeld van apostolische mannen. Hij geleidde het Kind en Zijne Moeder door de wereld, en werd van plaats tot plaats gedreven, terwijl een Engel hem altijd bestuurde. „Zijn leven was zinnebeeldig. Hij was gelijk de Apostelen (Apostolorum habet speciem) aan wier zorgen Christus was toevertrouwd, om over de wereld gedragen te worden". (H. Hilarius in Mattheus Hfdst. II.) O priesters van God, volgt den H. Jozef na! Voorbeeld. — De H. Vincentius van Paula was gewoon, zijnen priesters den H. Jozef als voorbeeld te stellen. Hij maakte hem tot patroon van zijne Seminariën. Hij eischte dat al zijne missionarissen zich zelve en hunnen arbeid onder de bescherming van den H. Jozef zouden stellen en zoowel de godsvrucht tot hem als die tot de H. Maagd, zouden verspreiden. NEGENDE DAG. Wij moeten allen sterven. Laten wij ons herinneren, dat de H. Jozef de patroon is van een zaligen dood. „Wij moeten godvruchtig gelooven, dat zijne heilige Bruid en haar welbeminde Zoon bij den dood van den H. Jozef tegenwoordig waren. Welke woorden van aanmoediging, welk eene vertroosting, welk licht, welk kennis der eeuwige en hemelsche waarheden ontving niet Jozef, terwijl hij op zijn uiterste lag, van zijne allerheiligste Bruid en vooral van Jezus, den allerzoetsten Zoon van God". (H. Bernardinus van Siena Sermo de S. Jos, Hst. XI.) Sta mij bij in mijnen doodstrijd. Voorbeeld. — Gelijk de H. Joannes, de beminde leerling, zijn hoofd op het H. Hart van Jezus legde, bij gelegenheid van het laatste Avondmaal, zoo legde ook ten laatste de H. Jozef, de welbeminde Voedstervader van Jezus, hij, die voor zoovele jaren Jezus op zijn hart had gedragen, zijn grijs hoofd op het H. Hart van Jezus, en stierf met Maria aan zijne zijde. TIENDE DAG. Na de waardigheid van Moeder Gods, volgt die van Voedstervader van God. Na Maria komt Jozef. „Als hij, die een kind aanneemt, terecht vader wordt genoemd, met hoeveel te meer reden wordt dan Jozef de Voedstervader genoemd van Jezus Christus, die inderdaad, door de kracht van den H. Geest, uit zijne allerzuiverste Bruid geboren was! Om welke reden noemt het Evangelie Jozef den Voedstervader van Christus, tenzij, omdat hij de ware Bruidegom van de Moeder van Christus was." (H. Augustinus, de Consens, Evang. 1. 2. Hfst. I). Vraag hem, een vader voor u te zijn. Voorbeeld. — De H. Theresia placht altijd van den H. Jozef, als van haren vader, te spreken. Hij waakte over haar in ziekte, en toen zij verlamd was, en de geneesheeren, gedurende drie en een half jaar, alles hadden beproefd, om haar te genezen, verscheen haar de H. Jozef, en genas haar, Hij waakte over al haar tijdelijke belangen, en vond geld voor haar, wanneer niemand anders het kon vinden. Hij waakte over haar geestelijk leven, en leerde haar bidden. Vele anderen hebben den H. Jozef eveneens als hunnen Vader beschouwd. Waarom zoudt gij niet hetzelfde doen? ELFDE DAG. „Als de vorsten der aarde de grootste zorg besteden in het kiezen van een opvoeder voor hunnen zoon, alle moeite aanwendend, ten einde den meest bekwamen te vinden; denkt gij dan, dat God, in wiens handen de vorming van alle menschen is, niet van al zijne schepselen den man koos, die het meest geschikt was, de bewaarder van zijn eeuwigen Zoon, den Heer van hemel en aarde, te zijn?! (H. Franciscus van Sales, Verhandeling XIX). Voorbeeld. — De H.'Franciscus van Sales was vol liefde tot den grooten Aartsvader, den H. Jozef. Hij wijdde zijne geschriften aan hem toe, hij hield slechts één prentje in zijn brevier, dat van den H. Jozef; hij sprak altijd van hem, als van zijn vader; hij kon niets weigeren, in zijnen naam gevraagd. En eens « zeide hij tot iemand: „Weet gij niet, dat ik geheel en al den H. Jozef toebehoor." Gelukkig gij, indien gij hetzelfde kunt zeggen. TWAALFDE DAG. „Jozef hield in zijne armen en omhelsde den Zoon Gods in de menschelijke gedaante van een klein kind; hij bewees Hem duizend diensten, wel wetend, dat dit Kind God was. Wie zeide hij, heeft mij de eer aangedaan, dat de Zoon des Allerhoogsten, mijn Zoon zou zijn? De kroon van David is mij teruggegeven, nu de Heer der Koningen „in mijne armen is komen rusten." (St. Ephrem. Serm. in Nat. Dom.) Bemin Jezus en Jezus zal met u blijven. Voorbeeld. — De meest toegewijde persoon, dien de H. Jozef ooit had en zal hebben, is Hij, Die hem het beste kende, namelijk Jezus. Gedurende dertig jaren was Hij hem onderdanig; Hij gehoorzaamde Hem, Hij eerde en beminde Hem met al de gehechtheid van een kind tot zijn vader. Hij heeft ons een voorbeeld gegeven, opdat wij zijne voetstappen zouden drukken. DERTIENDE DAG. Welk een eer, welk een glorie, de man van Maria te zijn! Als er ooit een huwelijk in den hemel gesloten is, dan is het wel dit. God koos tot bruidegom der Koningin des Hemels iemand, die het meest geschikt was voor deze nauwe vereeniging; iemand, die het meest aan Haar gelijk was, niet alleen in tijdelijken rang en staat, doch tevens in alle geestelijke gaven en deugden. „De priesters waren door God geleid in het kiezen van Jozef tot bruidegom van Maria. (St. Greg. Nijss. Orat. in Nat. Dom.) Voorbeeld. Ontelbare goede Katholieken van beider geslacht stellen zich onder de bescherming van den H. Jozef, wanneer zij in twijfel verkeeren omtrent het kiezen van een levensstaat. De dagelijksche ondervinding bewijst, hoe goed de H. Jozef zijne hulp verleent te midden van de grootste bezwaren bij dezen beslissenden stap voor het leven. Hij is de patroon van den huwelijken staat. VEERTIENDE DAG. Door de genade Gods is elk goed Christen godvruchtig jegens den H. Jozef, doch het is zeker, dat zij, die zich dikwijls aan hem aanbevelen met het grootste vertrouwen in zijne macht en bescherming, de meeste genaden ontvangen. Laten wij genaden van hem afsmeeken, want het is zeker, dat hij ze voor ons zal verkrijgen, indien het voordeelig is voor onze zielen. (St. Alphonsus). Voorbeeld. — De H. Theresia is een volmaakt voorbeeld van godsvrucht tot den H. Jozef. In hare levensbeschrijving zegt zij: „Ik herinner mij niet, ooit iets aan hem gevraagd te hebben, zonder het verkregen te hebben! Het is wonderbaar, het getal der genaden, welke God mij door bemiddeling van dezen Heilige heeft geschonken, en de gevaren, waaruit hij mij gered heeft, — gevaren naar ziel en lichaam". VIJFTIENDE DAG. Dankbaarheid en liefde jegens Jezus en Maria, maken het ons ten plicht, den H. Jozef lief te hebben. „Ik weet niet, hoe iemand aan de Koningin der Engelen kan denken, gedurende den tijd, dat zij te zorgen had voor het Kindje Jezus, zonder den H. Jozef te bedanken voor de hulp, waarmede hij de Moeder en het Kind gedurende dien tijd bijstond".(H.Theresia, leven Hst. VI), Voorbeeld. — De eerste vereerders van den H. Jozef, zegt Gerson, waren Jezus en Maria. Zij moesten van hem voedsel, kleeding, beschutting en bescherming ontvangen. Jozef was de redder van Maria's eer voor het oog der wereld; hij was de Redder van zijns Redders leven. De liefde en zorg, die Jozef voor Jezus en Maria had, werd beloond door de schatten hunner liefde en toewijding. Wat voorbeelden, ons ter navolging gegeven! ZESTIENDE DAG. „Het huwelijk van Maria en Jozef was een waar huwelijk, aangegaan door Goddelijke ingeving; het was een huwelijk van twee zielen, vereenigd door de nauwste verbintenis. Kan iemand zich redelijkerwijze voorstellen, dat de H. Geest eene andere ziel zou hebben verbonden met de ziel van zulk eene Maagd, dan de ziel van iemand, die het meest op Maria geleek in alle deugden en goede werken?" (H. Bernardinus van Siena, Serm. St. Jos., Hfdst. I). Wat is de liefde van Maria tot Jozef groot! Voorbeeld. — De H. Theresia verhaalt in een harer geschriften, dat, op het feest van Maria Hemelvaart, zij zich zelve bekleed zag met een witten en glinsterenden mantel door de H. Maagd en den H. Jozef, als een teeken, dat hare zonden waren vergeven. Vervuld met geestelijke vreugde, gevoelde zij, dat zij de H. Maagd met de hand vasthield, die haar zeide, zeer voldaan te zijn over de vereering die zij bewees aan haar heiligen Bruidegom, en dat zij zou verkrijgen, wat zij voor de behoefte van haar klooster zou vragen. ZEVENTIENDE DAG. De genade, die alle genaden overtreft, is de liefde Gods. Nu, de H. Alphonsus, die groote leeraar der H. Kerk, zegt: „Houdt dit voor zeker, dat de meest bijzondere genade, welke de H. Jozef voor zijne beschermelingen verkrijgt, is eene teedere liefde tot het Menschgeworden Woord, door de teedere liefde, welke de heilige zelf Hem in deze wereld toedroeg." (Preek over den H. Jozef). Voorbeeld. — De H. Jozef is na Maria, het meest volmaakte voorbeeld van liefde tot Jezus. Het gebod des Engels: „Neem het Kind en Zijne Moeder", was op eene meer volmaakte wijze vervuld in het hart van Jozef, dan in eenig ander schepsel. Nooit waren zij uit zijn geest en zijn hart. Hij was geheel verdiept in hunne liefde en beschouwing. De H. Franciscus van Sales en andere geleerde schrijvers houden het ervoor, dat de scheiding van ziel en lichaam, bij den dood van den H. Jozef, werd veroorzaakt door een akte van de zoetste liefde, ACHTTIENDE DAG. „Welk een geluk voor den H. Jozef, roept de H. Bernardus uit, niet alleen Jezus Christus te zien, doch Hem tevens te hooren, op zijne armen te dragen, Hem van plaats tot plaats te leiden, Hem te omhelzen en te liefkoozen, te voeden en te kleeden en ingewijd te zijn in alle groote geheimen, die verborgen waren voor de grooten dezer wereld!" (Super Missüs). In de kleinste bijzonderheden dacht Jozef aan Jezus. Voorbeeld. — St. Jozefs arme mantel werd dikwijls gebruikt, om het Goddelijk Kindje tegen de koude te beschutten, nu in de kribbe, dan op den weg, en somtijds droeg de H. Jozef den kleinen Jezus onder zijnen mantel. Gij kunt dit voorbeeld navolgen, door een of ander uwer kleedingstukken weg te schenken aan de armen, en door Jezus met eenen zinnebeeldigen mantel, vervaardigd van liefde en andere deugden, te bedekken. NEGENTIENDE DAG. „O verbazende verheffing, o onvergelijkelijke waardigheid, dat de Moeder van God, de Koningin des Hemels u haar Heer zal noemen, dat God, zelf mensch-geworden, u Vader zal noemen en aan uwe bevelen gehoorzamen. O glorierijke drievuldigheid op aarde, Jezus, Maria, Jozef, hoe dierbaar zijt Gij aan de glorierijke Drievuldigheid in den Hemel, Vader, Zoon en H. Geest! Niets is er op aarde, zoo groot, zoo goed, zot verheven." (Gerson Serm. Nat.) Voorbeeld. — Vele godvruchtige zielen hebben den H. Jozef, als hoofd der H. Familie, gesmeekt, hen aan té nemen, als de geringste dienstknechten in zijne Familie, en hebben zelfs eene gelofte gedaan, Jezus, Maria en Jozef ieder en dag bijzonder te vereeren en te dienen, om hunne hoedanigheid van dienaren der H. Familie te belijden. TWINTIGSTE DAG. „Menschen, die zich op het gebed toeleggen, behooren eene bijzondere liefde tot den H. Jozef te hebben. Laat hij, die geen meester gevonden heeft in de kunst des gebeds, dezen glorierijken Heilige tot zijn leeraar nemen en hij zal niet afdwalen." (H. Theresia, Leven Hfdst. VI). Wij allen verlangen mannen des gebeds te worden; doch uit ons zelve vermogen wij niets. Voorbeeld. — De groote meesters des gebeds en van het geestelijk leven, gelijk de H. Theresia, de H. Petrus van Alcantara, de H. Joannes van het Kruis, de H. Alphon sus, de H. Paulus* van het Kruis, de eerbiedwaardige Pater Lallemant, en geheele religieuze orden, zooals de Karmelieten, de Franciskanen, de Lazaristen, de Redemp- toristen en andere, eeren den H. Jozef als den bijzonderen Patroon van het gebed en het geestelijk leven. EENENTWINTIGSTE DAG. „De naam van Vader van den Zoon Gods werd nooit aan eenigen Engel gegeven; die naam werd geweigerd aan allen, behalve aan één — hem werd die vrijelijk geschonken, tevens met de gehechtheid en het gezag van een vader". — (St. Joannes Damascenus). Welk een buitengewoon voorrecht en eer voor een man, in betrekking te staan tot den Zoon Gods, door den titel van Voedstervader! Voorbeeld. — De H. Vincentius Ferr. verhaalt dat zeker man in Valencia elk jaar op Kerstdag gewoon was, gastvrijheid te verkenen aan eene arme vrouw met een kind en een bejaard man, ter eere der H. Familie, en dat, toen hij op het punt van sterven was, hem het heilig Drietal, Jezus, Maria en Jozef, verscheen en tot hem zeide: „Dikwijls hebt gij ons tot uw huis en tafel uitgenoodigd. Kom nu, goede en getrouwe dienstknecht, en wij zullen u binnenleiden in ons huis, in het Paradijs." TWEEËNTWINTIGSTE DAG. ,,Ik verklaar, dat Jozef altijd maagd is gebleven, zoowel als Maria, en dat in hun maagdelijk huwelijk een maagdelijke Zoon werd geboren. Jozef hield niet op, maagd te zijn in zijne vereeniging met Maria, en, door zijne maagdelijkheid, werd hij waardig, de Vader van den Heer te worden genoemd." (H. Hieron. Adv. Helvid n. 19). Door zijne maagdelijkheid is Jozef de bijzondere patroon der zuiverheid geworden. Voorbeeld. — De H. Margareta, de wondervolle boetelinge van Cortona, schreef hare bekeering en heiliging toe aan den grooten H. Jozef. Op zekeren dag verscheen haar Jezus en sprak: ,,Ik verlang van u, dat gij dagelijks een bijzonder teeken van godsvrucht en lof jegens mijn heiligen Voedstervader zult geven, want zalig zijn de zuiveren van harte, aangezien zij waardig zullen worden, God te zien." Zij placht dagelijks honderd Onze Vaders te bidden te zijner eer, en deed de grootste werken van boetvaardigheid. De H. Jozef stond haar bij, om de verschikkelijkste bekoringen van onzuiverheid te overwinnen, en hare gebeden en boetedoeningen waren zoodanig, dat Jezus haar verzekerde, dat hare zonden geheel en al vergeven waren en dat, in weerwil van al hare voorgaande zonden, Hij haar zou rangschiken onder de maagden voor hare zuiverheid. DRIEËNTWINTIGSTE DAG. „Gelijk Maria de Koningin der Engelen en Heiligen is, zoo is volgens recht de H. Jozef de Koning der Engelen en Heiligen. Als gij dikwiils de H. Maagd vereert, onder den titel van Koningin der Heiligen, Koningin der Engelen — bid voor ons, — zoo behoort gij ook op dezelfde wijze den H. Jozef te eeren, door te zeggen — Koning der Heiligen, Koning der Engelen — bid voor ons!" — (Gelukz. Leomard over St. Jozef.) Voorbeeld. — Hoevele Bisschoppen, Priesters en Geestelijke Zusters zijn er niet, die zich zelve en hunne ondernemingen toegewijd hebben aan dezen glorierijken Heilige. Hun werkdadige dagelijksche ondervinding bewijst boven allen twijfel, hetgeen er gezegd wordt van de wondervolle goedheid en bescherming aangaande den H. Jozef. Waarlijk de H. Jozef handelt ais een Koning jegens diegenen, die hem dienen. VIERENTWINTIGSTE DAG. „God heeft beschikt, dat Jozef de bijzondere voorspreker zou zijn van elke klas van personen, en de algemeene middelaar, zoodat alle klassen en personen hem mogen dank weten voor zijne bijzondere bescherming. Voorbeeld. — Cosmo, een der prinsen van Toskane, was zoo godvruchtig jegens den H. Jozef, en zoo overtuigd van de macht van diens voorspraak, dat hij, op zekeren keer, zijne kroon afnam en haar plaatste op het beeld van den H. Jozef, terwijl hij alle onderdanen toewijdde aan dezen grooten Aartsvader, zoodoende het geheele rijk onder de bijzondere bescherming van dezen Heilige stellend. VIJFENTWINTIGSTE DAG. De H. Kerk verklaart van den H. Jozef, dat God zelf hem tot Heer van zijn huis en tot Vorst van al zijne bezittingen heeft gesteld. (Brevier.) Dit ambt van den H. Jozef brengt hem in rechtstreeksche betrekking met elk waar Christen. Wat kan immers deze Heer en Vorst zoozeer verlangen, als de heiligmaking der zielen, welke deel uitmaken van Christus' Kerk en Zijne dierbaarste bezittingen zijn. Voorbeeld. — Keizer Leopold 1 koos den H. Jozef tot Patroon van het Oostenrijksche Huis. Hij richtte te zijner eere een standbeeld op van zuiver zilver en liet openbare processies houden gedurende acht achtereenvolgende dagen, om den H. Jozef te bewegen, een erfgenaam voor zijn troon te verkrijgen. Zijn gebed werd verhoord en hij noemde zijnen zoon Jozef. Tot dankbaarheid wenschte hij een tweede beeld op te richten ter eere van dezen Heilige, doch hij stierf, voordat hij het kon ten uitvoer brengen. Zijn zoon volbracht zijne belofte den 19en Maart 1709. ZESENTWINTIGSTE DAG. „Aan andere heiligen schijnt O. L. Heer de genade te hebben gegeven van de menschen in eene bijzondere noodwendigheid bij te staan, doch aan dezen glorierijken heilige, ik weet het bij ondervinding, heeft Hij het voorrecht geschonken ons in alles te helpen. O. L. Heer wil hiermede te kennen geven, dat, gelijk Hij op aarde aan Jozef onderdanig was (de H. Jozef, die Zijn Voedstervader en Beschermer was, kon Hem bevelen) Hij ook nu al diens verzoeken in den hemel inwilligt." Voorbeeld. — Wij lezen in het leven van den H. Petrus van Alcantara, dat een zekere adellijke familie om zijn voorbede vroeg, om van God een zoon en erfgenaam te verkrijgen. De'Heilige gaf hun den raad dat zij hun verlangen aan den H. Jozef zouden aanbevelen, zeggende, dat hij zelf vele gunsten van den allerzuiversteni Bruidegom van de allerheiligste Maagd had ontvangen. De Markiezin deed meer; zij voelde zich aangespoord, eene belofte te doen, een klooster te bouwen en dit den H. Jozef toe te wijden, indien haar gebed werd verhoord. Het gebed werd verhoord. Zij bracht een zoon ter wereld, en het klooster werd gebouwd; in verloop van tijd werden haar nog drie andere zonen geboren. ZEVENENTWINTIGSTE DAG. Terwijl de H. Jozef ter zijde van Simeon stond, hoorde en verstond hij de verschrikkelijke woorden der profetie: ,,Dit Kind zal tot een teeken zijn, dat zal worden tegengesproken en het hart van Zijne Moeder zal met een zwaard van droefheid worden doorstoken." Hij overwoog deze woorden gedurende geheel zijn leven, en leed eene dubbele smart door zijne omuitsprekelijk-teedere liefde voor Jezus en Maria. De H. Jozef is verheugd, wanneer wij zijne smarten, zoowel als zijne vreugde eeren. Voorbeeld. — Een schip, met een groot aantal passagiers aan boord, leed schipbreuk nabij de kust van Nederland. Twee Paters Franciskanen, die zich. gedurende twee dagen aan eene plank hadden vastgehouden, werden gered door een man met een eerbiedwaardig voorkomen, die hen op een wondervolle wijze op het strand bracht. Op hunne vraag, wie hij was, antwoordde hij: „Ik ben Jozef, en ik verlang van u, dat gij mijne zeven smarten en zeven vreugde vereert." Dit was de oorsprong van de devotie tot de Zeven Smarten en Vreugden van den H. Jozef, welke devotie met aflaten is verrijkt. ACHTENTWINTIGSTE DAG. „Jozef was de geheimzinnige sluier, die de maagdelijkheid van Maria en de heerlijkheid van den Zaligmaker der zielen bedekte. Hij zag Jezus en zweeg, hij raakte Hem aan en sprak geen woord; hij vervulde zijne roeping als dienaar en gezel van het „Verborgen Leven." (Bossuet, De St. Joseph.) Gelijk de zon soms voor een tijd schuil gaat achter de wolken, zoo lag het in de plannen van Gods Voorzienigheid, dat Jozef de geheimzinnige wolk zou zijn, waarachter de Zon der Gerechtigheid de stralen der Godheid een tijd lang aan de wereld zoude verborgen houden. Voorbeeld. — De H. Francisca van Rome werd begunstigd met een visioen van de H. Familie in Bethlehem. Zij aanschouwde den H. Jozef in den, stal, verdiept in stille overdenking over den Menschgeworden Zoon Gods. De H. Jozef sprak weinig woorden met zijn lippen, doch zijn geest en hart waren ijverig met Jezus en Maria bezig. Hij vereenigde op de volmaakste wijze het beschouwend met het werkend leven. NEGENENTWINTIGSTE DAG. „Hoe dierbaar zijt gij aan God, o onvergelijkelijke Jozef! sedert Hij aan u deze drie groote schatten, de maagdelijkheid van Maria, den Persoon van Zijnen eenigen Zoon en het geheim van het geheele mysterie der Menschwording toevertrouwde." (Bossuet, De St. Joseph.) O, dat ik toch van u mocht leeren, getrouwheid aan de genaden, die God mij aanbiedt voor mijne heiligmaking en zaligheid ! Voorbeeld. — De H. Franciscus van Borgia zeide, dat wij ernstig behooren te onderzoeken het leven van den H. Jozef en dat wij daarin een volmaakt voorbeeld van gehoorzaamheid aan, de heilige ingevingen zullen vinden, waarmede God onze ziel dagelijks bezoekt. DERTIGSTE DAG. „Wegens de groote waardigheid en rang, door God den H. Jozef geschonken, houdt de H. Kerk hem in de grootste eer en lof, na de H. Maagd en richt zij hare gebeden tot hem in hare noodwendigheden." Decreet 8 Dec, 1870. Voorbeeld. — Vele pausen hebben eene bijzondere godsvrucht jegens den H. Jozef gehad. Innocentius XI stelde hem tot patroon aan over de Missiën der Jezuïeten in China. Clemens X stelde te zijner eer den schoonen lofzang „Te Joseph" op. Clemens XI veranderde zijn officie. Benedictus XIII voegde zijn naam in de Litanie. Benedictus XIV stelde het Beschermfeest in. Pius IX verklaarde Hem tot Patroon der Katholieke Kerk en Leo XIII had de grootste gods- vrucht tot hem en wijst dikwijls op hem in Zijne Apostolische Brieven. EENENDERTIGSTE DAG. „Jozef is het voorbeeld van de Prelaten, die de Kerk besturen." (Albertus Magnus in I. Luc.) „Gij, Jozef, zult zijn gesteld over mijn huis, aan het bevel van uwen mond zal al het volk gehoorzamen.. Ga tot Jozef, en doe alles, wat hij u zeggen zal." (Gen. X LI.) Deze woorden, aangaande den eersten Jozef, zijn van volmaakte toepassing op den tweeden. Voorbeeld. — Bisschoppen en Prelaten nemen hunne toevlucht tot den H. Jozef, wanneer het er op aan komt, wetten te maken voor het bestuur of de verbetering der Kerk. De H. Petrus van Alcantara schreef aan de H. Theresia, dat hij zijne Provincie en zijne Hervorming onder dienzelfden grooten Heilige had geplaatst, want hij had groote hulp en vertroosting ondervonden in alles, wat hij gedaan had, en groote genaden tengevolge daarvan ontvangen. Gebeden ter eere van den H. Jozef. (Opgesteld door den eerbiedw. Olier.) H. Jozef, beeld van God den Vader; H. Jozef, Voedstervader van God den Zoon; H. Jozef, schatkamer van den H. Geest. H. Jozef, vreugde der H. Drievuldigheid. H. Jozef, zeer getrouwe medehelper bij de Menschwording. H. Jozef, allerwaardigste Bruidegom der Maagd Maria. H. Jozef, Vader aller geloovigen. H. Jozef, beschermer der H. Maagden. H. Jozef, grootste beminnaar der armoede. H. Jozef, voorbeeld van zachtzinnigheid en geduld. H. Jozef, spiegel van nederigheid en gehoorzaamheid. Zalig zijn uwe oogen, omdat zij hebben gezien de dingen, welke gij hebt gezien. Gezegend zijt gij boven alle mannen. Zalig zijn uwe ooren, omdat zij hebben gehoord de dingen, die gij hebt gehoord. Zalig zijn uwe handen, omdat zij hebben aangeraakt en gedragen het Vleeschgeworden Woord. Zalig zijn uwe armen, die hebben gedragen Hem, die alle dingen draagt. Zalig is uwe borst, waaraan de Zoon van God allerzachtst rustte. Zalig is uw hart, door brandende liefde ontvlamd. Gezegend zij de Eeuwige Vader, die u verkoos. Gezegend zij de Zoon, die u beminde. Gezegend zij de H. Geest, die u heiligde. Gezegend zij uwe bruid Maria, die u beminde als een bruidegom en een broeder. Gezegend zij de engel, die over u waakte. Gezegend voor alle eeuwigheid zijn zij, die u zegenen en beminnen. Amen. Driedaagsche Oefening tot het verkrijgen van eene bijzondere gunst. I. Allerbeminnelijkste Bruidegom van Maria, altijd Maagd, en mijn liefste voorspreker, H. Jozef , nederig neem ik mijne toevlucht tot u door de zeven allerbitterste smarten, welke uw hart doorboorden gedurende uw levensloop, en met tranen in mijne oogen, beveel ik u deze zaak aan, die mij zoozeer ter harte gaat. Verkrijg voor mij, o groote Heilige, deze zoo zeer verlangde gunst, ter gedachtenis aan de liefderijke zorgen», welke Maria u toedroeg gedurende den doodstrijd, die uw kostbaren dood voorafging. Stel mij voor bij haren troon, en zeg tot Haar: „Heb medelijden, o Maria, met dit arme schepsel, ter wille van de liefde, die ik u toedroeg, als mijne beminde Bruid. Onze Vader Wees gegroet; Glorie zij den Vader. II. Allerliefste Voedstervader van Jezus, mijn Verlosser, ik vlucht tot u en smeek u,' bij de zeven vreugden, die uw hart overstroomden, en beveel u deze zaak, die al mijne gedachten bezig houdt, ernstig aan. Verkrijg voor mij, o groote Heilige deze zoo zeer gewenschte gunst, ter gedachtenis aan de wondervolle vertroosting, die Jezus u gaf gedurende de laatste uren van uw leven op aarde. Stel mij voor aan uwen beminnelijken Zoon en zeg tot Hem: „Heb medelijden, o Jezus, heb medelijden met dit arme schepsel, ter wille van de liefde, welke ik U toedroeg, als mijn dierbaar beminden Zoon". Onze Vader, enz. III. O allergetrouwste Beschermer der hemelsche schatten op aarde, mijn allerliefste Vader en Voorspreker, H. Jozef, godvruchtig neem ik mijne toevlucht tot u door de rijkdommen en den glans der hooge gaven en gunsten, die gij hebt ontvangen in den hemel. Met een betrouwvol hart beveel ik deze zaak bij u aan. Verkrijg voor mij, o groote Heilige en gezegende Vader, deze gunst, welke ik u afsmeek, ter gedachtenis aan de onuitsprekelijke glorie, waartoe gij door de H. Drievuldigheid werdt verheven, zoodra u de Hemel door Jezus geopend was. Stel mij voor bij den allergoedertierensten troon van God en zeg: „O, Allerheiligste Drievuldigheid, heb medelijden met dit arme schepsel, om de nederigen eerbied en de liefde, die ik U toedroeg op aarde, en om dezen allerhoogsten graad van glorie, waarmede het U behaagde mij in den hemel teeeren." Onze Vader, enz. Memorare van den H. Jozef. Gedenk o H. Jozef, allerzuiverste Bruidegom der Maagd Maria, mijn liefdevolle Beschermer, dat het nooit gehoord is, dat iemand uwe bescherming ingeroepen en uwe hulp gevraagd heeft, zonder troost te vinden. Door dit vertrouwen bemoedigd, verschijn ik voor uwe oogen en beveel mij met allen aandrang bij u aan. Ach! versmaad mijne bede niet, Voedstervader des Verlossers, maar neem ze genadig aan. Amen. 300 d. eens per dag. (Pius IX 26 Juni 1863.) De Zeven Smarten en Vreugden van den H. Jozef. I. O glorierijke H. Jozef, allerzuiverste Bruidegom der allerheiligste Maagd Maria, hoe groot was. de onrust en de benauwdheid uws harten bij de onzekerheid, of gij uwe onbevlekte Bruid zoudt verlaten; maar hoe onuitsprekelijk groot ook was uw vreugde, toen het verheven geheim der Menschwording U door een Engel werd geopenbaard. Door deze uwe smart en vreugd bidden wij u, onze ziel nu en te midden der smarten van ons sterfbed te vertroosten met de vreugde van een deugdzaam leven en van een heiligen dood, gelijk aan uwen dood, in tegenwoordigheid van Jezus en Maria. Onze Vader. — Wees gegroet. — Glorie. II. O glorierijke H. Jozef, overgelukkige Patriarch, uitverkoren tot de bediening van Voedstervader van het menschgeworden Woord, de smart, die gij hebt gevoeld, toen gij het goddelijk Kind Jezus iitis zoo groote armoede zaagt geboren worden, verkeerde plotseling in hemelsche blijdschap, toen gij het Engelenkoor hoordet, en de glorie aanschouwdet van dien zoo heerlijk schitterenden nacht. Door deze uwe smart en vreugde smeek ik u, voor ons te verkrijgen, dat wij, na de reis van dit leven mogen opgaan, om het loflied der Engelen te hooren en den glans der hemelsche glorie te genieten. Onze Vader. - Wees gegroet. — Glorie. III. O glorierijke H. Jozef, allergehoorzaamste Uitvoerder van Gods wetten/, het overkostbaar Bloed, dat het goddelijk Kind, onze Verlosser, in zijne Besnijdenis vergoot, doorwondde uw hart, maar door den Naam Jezus werd het wederom met leven en blijdschap vervuld. Door deze uwe smart en vreugde, verwerf ons, dat wij, na elke ondeugd in ons leven te hebben uitgeroeid, met den zoeten Naam Jezus in het hart en op de lippen, vol blijdschap mogen sterven. Onze Vader. — Wees gegroet. — Glorie. IV. O glorierijke H. Jozef, allergetrouwste Heilige, ingewijd in de geheimen onzer Verlossing, de voorzegging van Simeon omtrent hetgeen Jezus en Maria moesten lijden, berokkende u, weliswaar, doodelijke droefheid, maar vervulde u ook met zalige blijdschap, omdat hij tegelijkertijd voorspelde, dat daaruit de zaligheid en glorierijke verrijzenis van tallooze zielen moesten voortspruiten. Door deze uwe smart en vreugde verwerf ons, dat wij mogen behooren tot het getal van hen, die, door ole verdiensten van Jezus en de voorspraak der Moedermaagd met glorie zullen verrijzen. Onze Vader. — Wees gegroet. — Glorie. V. O glorierijke H. Jozef, allerwaakzaamste Beschermer en Boezemvriend van Gods menschgeworden Zoon, wat hebt gij veel moeite doorstaan, in den Zoon des Aller hoogsten te voeden en te dienen!, vooral op de vlucht naar Egypte; maar ook hoe groote vreugde hebt gij gesmaakt, wijl gij dienzelfden God voortdurend aan uwe zijde hadt en de Egyptische afgodsbeelden voor Hem ter aarde zaagt vallen. Door deze uwe smart en vreugde, verwerf ons, dat wij, vooral door het vluchten der gevaarlijke gelegenheden, den helschen dwingeland verre van ons mogen houden; dat wij eiken afgod van aardsche genegenheid in ons hart omverwerpen, en, geheel gewijd aan den dienst van Jezus en Maria, voor Hen alleen leven en een heiligen dood sterven. Onze Vader. - Wees gegroet. — Glorie. VI. O glorierijke H. Jozef, Engel der aarde, die vol heilige bewondering aanschouwdet, hoe de Koning des hemels aan uwe wenken gehoorzaamde, uwe blijdschap, Hem uit Egypte te mogen leiden werd verstoord door de vrees voor Archelaüs; maar, door een Engel gerustgesteld, hebt gij u vol vreugde met Jezus en Maria wederom te Nazaretb gevestigd. Door deze uwe smart en vreugde, verkrijg voor ons, dat wij alle schadelijke vrees uit ons hart verdrijven, den vrede van een goed geweten smaken, gerust leven in het gezelschap van Jezus en Maria, om ook in hun gezelschap te sterven. Onze Vader. Wees gegroet. — Glorie. VII. O glorierijke H. Jozef, Toonbeeld aller heiligheid, toen gij buiten uwe schuld het Kind Jezus hadt verloren, hebt Gij het drie dagen lang in de grootste smart gezocht, totdat gij de hoogste vreugde mocht smaken, van Jezus, uw Leven, in den Tempel onder de leeraars weder te vinden. Door deze uwe smart en vreugde smeeken wij u, met het hart op onze lippen, om uwe tusschenkomst, dat het ongeluk ons toch nooit treffe, van Jezus door zware zonden te ver- liezen; en, mocht dit helaas! ooit gebeuren, dat wij Hem dan onvermoeid door onze droefheid terugzoeken, zoolang tot wij Hem gunstig gestemd terugvinden, voornamelijk in ons stervensuur, om dan ten hemel in te gaan, waar wij Hem zullen mogen genieten en met u in eeuwigheid zijne goddelijke barmhartigheid verheerlijken. Onze Vader. — Wees gegroet. — Glorie. Ant. Jezus zelf was, toen Hij aanving, ongeveer dertig jaar, en werd gehouden voor den Zoon van Jozef. V. Bid voor ons H. Jozef. R. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden. Laten wij bidden. O God, die in uwe onuitsprekelijke Voorzienigheid, den H. Jozef hebt willen kiezen tot bruidegom uwer allerheiligste Moeder, geef, bidden wij, dat wij hem, dien wij als onzen Beschermer vereeren op aarde, als onzen Bemiddelaar mogen vinden in den hemel. Gij, die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen. Afl. 100 d. éénmaal daags; 300 d. op eiken Woensdag van het jaar en op eiken dag der novenen vóór 19 Maart en vóór het Beschermfeest (3e Zondag na Paschen). Vollen afl. 19 Maart en Beschermfeest (voorw. Biecht en Communie). Vollen afl. eens per maand, dag naar verkiezing, voor hen, die gedurende een maand alle dagen deze oefening bidden. (Pius VII, 9 Dec. 1819.) Litanie van den H. Jozef. Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons. God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontf. U onzer. God, Heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontf. U onzer. Heilige Maria,'bid voor ons. Heilige Jozef, Beroemde afstammeling van David, Licht der Patriarchen, Bruidegom van Gods Moeder, Kuische bewaarder der Maagd, Voedstervader van Gods Zoon, Vurige verdediger van Christus, cr Hoofd van het verheven Huisgezin, °* Zeer rechtvaardige Jozef, • § Zeer zuivere Jozef, 2 Zeer voorzichtige Jozef, o Zeer sterke Jozef, 5 Zeer gehoorzame Jozef, Zeer trouwe Jozef, Spiegel van geduld, Minnaar der armoede, Toonbeeld der werklieden, Sieraad van het huiselijk leven, Bewaarder der maagden, Steunpilaar der huisgezinnen, bid voor ons. Troost der bedroefden, bid voor ons. Hoop der zieken, bid voor ons. • Patroon der stervenden, bid voor ons. Vrees der duivelen, bid voor ons. Beschermer der Heilige Kerk, bid voor ons. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons, Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer. V. Hij heeft hem gesteld tot heer van zijn huis. R. En tot beheerder van zijn geheele bezitting. LAAT ONS BIDDEN. God, die door een ondoorgrondelijke voorzienigheid U hebtgewaardigd den zaligen Jozef tot bruidegom uwer Allerheiligste Moeder te kiezen: verleen, verzoeken wij, dat wij hem tot voorspreker in den hemel mogen hebben, dien wij als beschermer op aarde vereeren, Gij die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen. Den 18en Maart 1909 heeft Z. H. Paus Pius X bovenstaande Litanie goedgekeurd en vergunning verleend, haar in het openbaar te bidden en te zingen, terwijl Z. H. tevens aan de geloovigen, die haar bidden, 300 dagen aflaat verleend heeft, welke iederen dag ééns verdiend en aan de geloovige zielen in het vagevuur toegevoegd kan worden. Krachtig gebed om de zuiverheid te bekomen. O roemrijke H. Jozef, vader en beschermer der maagden, getrouwe bewaarder, aan wien God Jezus, de onschuld zelf, en Maria, de Maagd der maagden, toevertrouwde, ik smeek en bezweer U om dat dubbele onderpand, U zoo dierbaar, maak dat ik vrij van alle smet, met eenen onbevlekten geest, een zuiver hart en een rein lichaam, Jezus en Maria immer in een volmaakte zuiverheid diene. Amen. (100 dagen aflaat, eens per dag) verleend 4 Februari 1877. Akte van Toewijding aan den H. Jozef. O Glorierijke Aartsvader en Patroon der Katholieke Kerk, o Maagdelijke Bruidegom der Maagdelijke Moeder Gods, en Behoeder en Voedstervader van het Menschgeworden Woord, in de tegenwoordigheid van Jezus en Maria, kies ik u heden tot mijn Behoeder en Vader. O gij, dien God tot hoofd der H. Familie heeft aangesteld, neem mij aan, smeek ik u, ofschoon ik geheel onwaardig ben, om een arme, kleine dienaar in uw heilig huis te zijn. Stel mij voor aan uwe onbevlekte Bruid, vraag haar ook mij als haar dienaar en haar kind aan te nemen. Gij, die, in vereeniging met haar, de meester van het inwendig leven zijt, leer mij, hoe ik mij voortdurend met Jezus kan onderhouden, en hoe Hem in alles getrouw te dienen tot het einde mijns levens. Aan uwe bewaring was het Levend Brood des Hemels toevertrouwd, om uitgedeeld te worden aan uwe hongerige broeders. O, met Maria, help mij, den armen stal mijns harten op eene waardige wijze en dikwijls voor te bereiden, om het Brood mijner zaligheid te ontvangen. Laat het mij uit uwe handen en die van Maria ontvangen, zoo dikwijls als ik tot de H. Tafel nader. O mijn teedere en bezorgde Vader, ik wijd mij hierbij geheel aan u toe, en ik besluit vastelijk, u nooit te verlaten en nimmer iets tegen uwe eer te zeggen of te doen, of toe te laten, dat zulks door een mijner onderhoorigen geschiede. O gij, hoofd van Gods H. Huisgezin op aarde, in getrouwe navolging van Jezus en Maria, stel ik mij zelve en al mijne belangen onder uwe hoede en bescherming. Aan u, na Jezus en Maria, wijd ik mijn lichaam en mijne ziel, met al hunne vermogens, mijn geestelijken voortgang, mijn huisgezin en al mijne zaken en ondernemingen. Verlaat mij niet, maar neem mij aan als een dienstknecht en een kind der H. Familie. Waak over mij te allen tijde, doch vooral in dat laatste verschrikkelijk uur van mijn leven op aarde. Bezoek mij dan, vertroost en sterk mij met de tegenwoordigheid van Jezus en Maria, zoodat ik, in vereeniging met hen en u, de aanbiddelijke Drievuldigheid mag prijzen en aanbidden gedurende alle eeuwigheid. Amen. Nihil obstat M. F. Dekkers, Libr. Cens. Evulgetur J. Pompen, Vic. Gen. Buscoduci, 28 Martiï 1918. s-hertogenbq4cH pst