1 DE INCUNABELEN EN DE NEDERLANDSCHE UITGAVEN TOT 1540 IN DE BIBLIOTHEEK DER UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM BESCHREVEN DOOR C. P. BURGER JR. TWEEDE DEEL MET EEN AANHANGSEL: DE AMSTERDAMSCHE UITGAVEN TOT 1578 MET FACSIMILES 's-GRAVENHAGE MARTINUS NIJHOFF 1923 INHOUD. I. INCUNABELEN. Hebreeuwsche boeken te Lissabon gedrukt . . No. 120 121 Hebreeuwsche boeken in Italië gedrukt .... u 122 142 Grieksche boeken n 143—150 Latijnsche boeken in Italië gedrukt „ 151—245 Italiaansche boeken „ 246 260 Latgnsche boeken in Frankrijk gedrukt .... „ 261—284 Een Fransch boekje 285 Latijnsche boeken in Duitschland gedrukt ... „ 286—345 Uitgaven in Duitsche taal „, 346 355 Overzicht naar plaatsen, drukkers en boekver- koopers Bh. 58 Register. gg II. NEDERLANDSCHE UITGAVEN TOT 1540 EN AMSTERDAMSCHE DRUKKEN EN UITGAVEN TOT 1578. Latijnsche boeken in Gothischen druk Verschillende drukplaatsen, tot 1520 ...... No. 210 225 Deventersche drukken t 226 266 Gothische drukken na 1520 267—271 Nederlandsche boeken 272—322 Latijnsche boeken in Romeinschen en cursieven druk „ 323—365 Fransch, Italiaansch, Spaansch, Engelsch .... „ 366—372 Grieksch . r 373—374 Amsterdamsche drukken en uitgaven 1541—1578. „ 375—425 Overzicht naar plaatsen, drukkers en boekver- koopers Blz. 141 Register. i§[ I INCUNABELEN x J?^^*®1?^?8 van de incunabelen in de Amsterdamsche universiteitsbibliotheek in 1919 verschenen, gaf voor het eerst een overzicht van de in onze oude Stedelijke Bibliotheek bewaarde en de later min of meer toevallig verkregen 15e-eeuwsche boeken. De beschreven verzameling was van kleinen omvang, maar bevatte verscheidene werken van waarde en van beteekenis, en vormde een niet gering te schatten materiaal voor studie. De volgende jaren boden eene zoo ruime gelegenheid om zonder al te hooge uitgaven de collectie uit te breiden, dat een vervoJg op den catalogus dringend noodig is geworden. Evenals vroeger is eene scheiding gemaakt tusschen de in de Nederlanden, en de daarbuiten gedrukte boeken. Voorde Nederlandsche groep loopt de beschrijving over de eeuwgrens heen, voor de incunabelen uit andere landen, waarvan de catalogus hier allereerst volgt is deze grens in beginsel gehandhaafd. Niet alles wat hier beschreven wordt is nieuw, niet alles is door aankoop verkregen. Opgenomen zijn eenige werken, die vroeger over Het hoofd gezien waren, of die om goede redenen waren weggelaten, zooals de Hebreeuwsche incunabelen in de Bibliotheca Rosenthaliana De verzamelmg-Fontein, aan de Doopsgezinde Gemeente behoorende en voor enkele jaren door bruikleen-contract in de Universiteitsbibliotheek gekomen, bracht verscheidene belangrijke incunabelen"). Verreweg de meeste hier beschreven incunabelen zijn echter nieuw verworven Daarbij is voornamelijk gestreefd naar nog grootere veelzijdigheid: naast de groote standaardwerken uit de Middeleeuwen en den Renaissance-tijd zal men nu tal van kleinere werken van verschillend karakter vinden-' naast de christelijke auteurs komen de classieken in veel grootere volledigheid. Het aantal drukplaatsen, en vooral het aantal drukkers hier vertegenwoordigd, is sterk uitgebreid. | De indeeling en de wijze van beschrijving van onzen catalogus zijn in t algemeen gehandhaafd. De opvatting van de incunabulisten, die elke incunabelbeschrijving geknipt willen zien naar het door hen voorgeteekende patroon, wijst m.i. voor een bibliotheekcatalogus niet den juisten weg Eenvoudige catalogiseering, zich aansluitende bij die van de geheele bibhotheek, is hier noodig; volledige beschrijving van titel, imtium en colophon enz. met aanwijzing van de regelindeeling zou onpractisch zim. Over de drukletter behoeft slechts weinig te worden meegedeeld; nummering van de typen naar de kunstige stelsels van de incunabulisten heeft voor den gewonen gebruiker van den catalogus geen nut. En zoo kon ook aan eene rangschikking naar die systemen met gedacht worden. Een overzicht naar drukplaatsen en drukkers wordt beter in beknopten vorm aan den catalogus toegevoegd. Nog minder gewenscht scheen eene alfabetische schikking, die voor incunabelen *) Zie de nummers 148—146, 147—160, 176, 211, 219, 263—266. niet uitvoerbaar is zonder opneming van tal van verwijzingen tusschen de titels, en die niet overzichtelijk bijeen brengt wat in aard bijeen past. Het voordeel dat zulk een schikking zou geven, wordt door een alfabetisch registertje veel beter gebracht. Voor de hand ligt daarentegen eene indeeling naar de landen en naar de talen. De Hebreeuwsche en de Grieksche boeken vormen èn uit wetenschappelijk èn uit typographiBch oogpunt zulke sprekende eigen groepen, dat slechts eene koppige systeem-doordrijverij een catalogusmaker kan bewegen, ze tusschen de groote massa Latijnsche boeken in te voegen. Ook voor de boeken in de landstalen is bijeengroepeering ten zeerste gewenscht. Zij lag hier des te meer voor de hand, omdat bij de uitbreiding der verzameling juist aan de verwerving van Italiaansche en Duitsche boeken eenige zorg gewijd is. Ook is het mij gelukt, ten minste een enkel Fransch boekje te verkrijgen. Hoewel het, om tot afronding en druk van den catalogus te komen, noodig was, in 't algemeen de voor incunabelen aangenomen eeuwgrens in acht te nemen, heb ik mij toch niet al te streng aan die grens gehouden. Verscheidene ongedateerde boeken van omstreeks 1500 zijn opgenomen, die bij nader Onderzoek wel tot de 16e eeuw kunnen behooren. Zelfs is, om een bundeltje van zulke boekjes niet te splitsen, een gedateerd boekje van na 1500 mee gecatalogiseerd. De beschrijving begint met de Hebreeuwsche incunabelen. De reeds rijke verzameling van de Bibliotheca Rosenthaliana, in 1919 in een eigen catalogusje beschreven, is nog eenigzins uitgebreid. Zij telt nu 23 nummers; een eerbiedwaardig getal, wanneer men opmerkt, dat de Thesaurus typographiae Hebraicae saec. MD in het geheel ongeveer 120 Hebreeuwsche incunabelen zal beschrijven. Voorop gaan twee in Lissabon gedrukte boeken; daarop volgt de beschrijving van wat Italië op dit gebied heeft voortgebracht. De titels zijn door de goede zorg van de heeren J. M. Hillesum en L. Hirschel nieuw geredigeerd in overeenstemming met die van de andere incunabelen, dus, in afwijking van de beschrijving van 1919, met den auteursnaam voorop. De verzameling der Doopsgezinde gemeente bracht een zevental Grieksche incunabelen; maar eenige ervan doubleeren slechts de reeds vroeger beschrevene, zoodat de wezenlijke aanwinst niet zoo groot is. Toch is zij belangrijk; naast de Florentijnsche en de Aldus-drukken hebben we nu belangrijke werken van drie andere drukkerijen met eigen Grieksche typen. In vele Latijnsche boeken zijn ook hier en daar Grieksche letters gebruikt, wat in de noten veelal is aangegeven; voor den werkelijken Griekschen druk heeft dit sporadische gebruik geene groote beteekenis. De verzameling Latijnsche boeken, in Italië gedrukt, is zeer sterk uitgebreid. Van de oudste Duitsche drukkers te Rome, Sweynheim en Pannartz hebben we nu een paar specimina; van den Augsburgschen drukker Erhard Ratdolt, die 't eerst te Venetië zijn fraai versierde en rijk geïllustreerde boeken over meetkunde en cosmographie in 't licht gaf, is hier een reeksje uitgaven. Pierre Maufer, een Fransche drukker die in Italië op verschillende plaatsen werkte, is met een belangrijk boek, te Verona gedrukt, vertegenwoordigd. Van Nederlandsche drukkers hebben we een Boiogneeschen druk van Hendrik van Haerlem, een Romeinschen van Maarten van Amsterdam en een Trevisaanschen van Gerardus de Flandria. In 1919 beschreven we Italiaansche uitgaven van 27 verschillende drukkers in 11 plaatsen; nu is het getal der drukplaatsen tot 18, dat der drukkers tot 87 aangegroeid. Van dezen werkten er 33 te Venetië; de vroegere beschrijving had 15 Venetiaansche drukkers. Slechts vier classieke Romeinsche dichters waren te vinden in onze incunabelverzameling, van de prozaschrijvers alleen Caesar, Suetonius en Gellhis, en een vertaling van Plato. Nu zijn o.a. Plautus, Terentius en Horatius er bij gekomen, van Cicero drie verschillende werken; voorts tal van andere prozaschrijvers, zoodat we in 't geheel een vijftigtal Italiaansche uitgaven van classieken uit de 15e eeuw bezitten. Daarnaast zijn ook de latere latinisten vertegenwoordigd; we hebben werken van de pausen Pius II en Sixtus IV, en kleinere geschriften en redevoeringen van geestelijke schrijvers over staatkundige en kerkelijke onderwerpen. Een aardige groep vormen de 15 boeken in de Italiaansche taal. Onze oude verzameling had slechts Dante en de Hypnerotomachia. Nu hebben we verscheidene belangrijke godgeleerde boeken en geschiedwerken, en, van bijzonder belang, de Summa van Luca Pacioli, dat merkwaardige oude Italiaansche handboek over arithmetica, meetkunde, handelsrekening en boekhouding. Daarnaast ook weer kleine geschriften, waaronder drie werkjes van Savonarola. De afdeeling der Fransche incunabelen is meer dan verdrievoudigd. Verscheidene Lyonsche drukkers zijn er bij gekomen, maar vooral zijn nu de elegante uitgaven van de Parijsche drukkers van omstreeks 1500 beter vertegenwoordigd. Onder hunne uitgaven zijn eenige werkjes van de renaissance-dichters Publius Faustus Andrelinus, Baptista Mantuanus, Antonius Mancinellus. Den aangroei van de Duitsche afdeeling zou men bijna met dezelfde woorden kunnen schetsen als dien van de Italiaansche. De classieken zijn hier uit den aard minder talrijk, maar ontbreken toch niet. Ook hier naast de degelijke studiewerken kleinere specimina van de brochure-literatuur van omstreeks 1500. Tot besluit volgt eene reeks van 9 uitgaven in de Duitsche taal, waaronder twee plano-drukken. Van bijzonder belang zijn het rechtsboek van Eyke von Repgow, te Augsburg gedrukt, een Duitsche uitgaaf van de kroniek van Hartmann Schedel, en de Keulsche Kroniek. De laatste wel is waar in beschadigden staat, maar met de beschouwing over de uitvinding der drukkunst ongeschonden. Deze wordt bij den titel in een noot weergegeven, zooals ook andere uitingen over de kunst en de uitvinding veelal zijn meegedeeld. In 't algemeen is bij de toevoeging van noten niet angstvallig naar eenvormigheid gestreefd, maar vrjj meegedeeld wat aardig of belangrijk scheen. We besluiten met een aardigen Facetus, die wellicht bij strenge afgrenzing niet meer tot de incunabelen zou mogen worden gerekend. Het Overzicht naar plaatsen, uitgevers en drukkers, en het Register hebben betrekking op de geheele verzameling. Met het oog daarop begint de nummering van dit stuk met 120, in aansluiting bij die van de vroeger beschreven collectie. C. P. Burger Jr. Het in 1919 gegeven overzicht van incunabelbeschrijvingen en catalogi eischt twee toevoegingen. Aangehaalde beschrijvingen van de Hebreeuwsche incunabelen. Rossi(J.B. ob), Annales Hebraeo-Typographici sec. XV. Parma 1795. 4°. Steinschneider (M.), Catalogus librorum Hebraeorum in Bibliotheca Bodleiana. 2 vol. Berolini 1852—60. 4°. Roest Hz. (M.), Catalogus der Hebraica und Judaica aus der L. Rosen- thal'schen Bibliothek, 2 Bde. Amst. 1875. 8°. Schwab (M.), Les incunables orientaux. Paris 1883. 8°. Haebler (C), Bibliografia Iberica del Siglo XV. 2 vol. Leipzig—Ia Haya 1903, 17. 8°. Jacobs (j.), Incunabula (in: Jewish Encyclopedia). 1904. Freimann (A.), Die Hebraeischen Incunabeln der Stadtbibhothek zu Frankfurt a. M. 1920. 4°. Nederlandsche incunabel-catalogen, sedert 1919 verschenen. Burger Sr. (C. P.), De incunabelen en de Nederlandsche uitgaven tot 1540 in de Bibliotheek der universiteit van Amsterdam. Met facs. 's-Grav. Mart. Nijhof f 1919.8°. — Ook achter den „Gids voor de Bibl. der Univ. van Amst., voorjaar 1919". Bom (Emm. de) en H. Pottmeyer, De incunabelen van de Hoofdbibliotheek der stad Antwerpen. 's-Grav. Mart. Nijhof f 1919. 8°. —Overdruk uit Het Boek. Catalogus van de Incunabelen [in het] Museum Meermanno Westreenianiim II, Nederland, België, Duitschland, Duitsch-Zwitserland, Oostenrijk. [Door mej. R. Pennink] 's-Grav. 1920. 8°. — Verschenen als Bijlage bij de Verslagen omtr. 's Rijks verzamelingen v. gesch. en kunst. Alblas (J.) en J. F. vak Someren, Incunabelen [in de] Bibliotheek der Rijksuniversiteit te Utrecht. Met aant. pl. en facs. Utrecht 1922. gr. 8°. Stainier (L.), De nieuwe verzameling incunabelen van de Universiteitsbibliotheek te Leuven, 's Grav. 1923. 8°. — Overdruk uit Het Boek 1923 blz. 244 e.v. Hebreeuwsche boeken tb Lissabon gedrukt. 120. Mozes ben Nachman (Nachmanides), Chiddoesjei ha-Thora.Pentateuchcommentaar. Lissabon, Eliëzer Toledano, Juli 1489. f°. 301 bladen, bl. la wit; de tekst van bL 16 ia door een f raaien rand omgeven; bl. 1526 wit. De laatste 5 bladen, die als aanhangsel tot den commentaar een gebed voor Jeruzalem en een brief van den schrijver aan diens zoon bevatten, ontbreken. Spaansch-rabbijnsche letter; de opschriften in quadraatletter. 2 kolommen. Watermerk: hand met ster. — Haebler, 458; de Rossi p. 64; St. p. 1960/61; Schwab 54; Jacobs 59; Fr. 49. Tweede editie; de ed. princeps verscheen te Rome vóór 1480. Het eerste in Lissabon gedrukte Hebreeuwsche boek. Zeer correcte tekstuitgave. Vgl. Maarsen (I.) Tiféreth le-Hosjé Amst. 1918, p. 17. 121. Abudarham(DAviD ben Jozef), Gebedenrituaal. Lissabon, Eliëzer Toledano, 25 November 1489. f°. 170 bladen. Het eerste blad, aan één zijde bedrukt en met fraaie omlijsting, ontbreekt. Spaansch-rabbijnsche letter, de opschriften in quadraatletter. 2 kol. Watermerk: hand met ster.— Haebler 1; de Rossi p. 67; St. p. 856; Roest p. 296; Schwab 55; Jacobs 63;Fr. 17. Editio princeps. — Bijgevoegd een photogr. aib. van het ontbrekende blad. Hebreeuwsche boeken in Italië gedrukt. 122. Juda ben Jechiël (Messer Leon), Nofeth Tsoefiem. De rhetorica volgens Aristoteles, Cicero en Quintinanus, toegepast op de Heilige Schrift. Mantua, Abraham ben Salomo Conat [vóór 1480]. kl. 4°. 176 bladen. Italiaansch-rabbijnsche letter; de hoofden in quadraatletter. Zonder pagineering, custos en signatuur, de Rossi p. 113; St. p. 1382; Roest p. 610; Schwab 10; Jacobs 9; Fr. 28. Abraham Conat was de stichter der eerste Hebr. drukkerij in Mantua. Dit werk, dat het eerste Hebr. boek is, dat tijdens het leven van den auteur gedrukt werd, veroorzaakte een heftigen strijd tusschen den schrijver en den rabbijn Jozef Kolon, tengevolge waarvan beiden door den hertog Lodovico Gonzaga II uit Mantua verbannen werden. De Rosenthaliana bezit een tweede exemplaar, afkomstig uit de veiling Lehren (1899) n°. 179, waaraan 4 bladen in fraai Hebreeuwsch handschrift voorafgaan: een titelblad vervaardigd door David Franco Mendes met autograaf van Joseph Hirsch de Liema; bibliografische aanteekeningen van R. Salomo Dubno en van Dr. S. I. Mulder. Ook met Hebreeuwsche en Latijnsche randteekeningen in handschrift. Aanvangsblad van Chiddoesjei ha-Thora. No. 130. 123. Mozes ben Maimon (Maimonides), Moré Nebochiem: Wegwijzer voor de verdoolden. Philosophisch werk uit het Arabisch in het Hebreeuwsch vertaald door Samuel ben Juda ibn Tibbon. Z. pl. en j. (waarschijnlijk Rome, vóór 1480). kl. f°. 164 bladen. Quadraatletter (2 grootten) zonder pagineering, sign. en onstos. — de Rossi p. 121; St. p. 1894; Schwab 8; Jacobs 24; Fr. 47. Aan het slot de handteekening van den censor: „Camillo Jaghel 1619", die op enkele plaatsen de sporen van zijn critiek heeft achtergelaten. Cf. bl. 61 verso en bl. 85verso. Vooraf gaat een titelblad in 1805 geschreven door Sander zoon van Salomo Salman Kats uit Rotterdam. 124. Salomo ben Izak (Rasjie), Peiroesj'al ha-Thora. Pentateuchcom- mentaar [Rome vóór 1480]. f°. 212 bladen + 1 blanco blad, waarvan ons exemplaar er slechts 167 heeft. Quadraatletter (2 grootten), zonder pagineering, custos en signatuur. — de Rossi p. 124; St. p. 2342; Schwab 2; Jacobs 12; Fr. 84. Tweede ed.; de ed. princeps verscheen te Reggio vóór 1475. — Zes bladen van een latere uitgaaf zijn vóór het ex. gebonden. Houtsnede uit Nebieiem Risjoniem. n°. 127. 125. Ibn Gabirol (Salomo ben Juda), Mibchar ha-Penieniem. Ethische spreuken uit het Arabisch in het Hebreeuwsch vert. door Juda ben Saul ibn Tibbon met anoniemen commentaar. Soncino, Jozua Salomo ben Israël Nathan Soncino, 14 Januari 1484. kl. 4°. 60 bladen (het eerste, wit, ontbreekt). Quadraatletter; de commentaar in Rasjieletter. — de Rossi p. 35; St. p. 2319; Roest p. 1002; Schwab 27; Jacobs 31; Fr. 53. Het colophon van den oorrector Salomo ben Perets Bonf oi Sarphati. — Editio princeps. 126. Bedarsjie ( Jedaja ben Abraham), Becbienath ha-'Olam. Wereld¬ bespiegeling. Met anoniemen commentaar. Soncino, Jozua Salomo ben Israël Nathan Soncino, 12 December 1484. kl. 4°. 20 bladen. Quadraatletter; de commentaar in Rasjieletter. — de Rossi p. 38; St. p. 1284; Roest p. 534; Schwab 28; Jacobs 32; Fr. 27. Tweede uitgave; de eerste was omtreeks 1477 door Estellina, echtgenoote van Abraham Conat, in bet licht gezonden. 127. Nebieiem Risjoniem. De eerste profeten, bevattende de boeken Jozua, Richteren, Samuel I en II, Koningen I en II met den commentaar van David Kimchi. Soncino, Jozua Salomo ben Israël Nathan Soncino, 15 October 1485. f°. 166 bladen. Quadraatletter (zonder vocalen); commentaar in Rasjieletter. Watermerk: stierekop. — de Rossi p. 40; St. p. 1; Roest p 192 ■ Schwab 31; Jacobs 37; Fr. 11. ' Met fraaie houtsneden aan het begin van elk boek, zie de afbeelding. Editio princeps. De eerste, door „de Soncino's" gedrukte bijbelsche tekst. De variae lectiones dezer uitgave zijn nog heden voorde tekstcritiek van beteekenis. 128. Albo (Jozef), 'Ikkariem. De grondstellingen van het Joodsche geloof. Soncino, Josua Salomo ben Israël Nathan Soncino, 29 December 1485. f°. 108 bladen. De drie bladen met sign. 8S tot 8' bevattende caput 25 en 26, waarin de anti-christelijke plaatsen voorkomen, ontbreken. Blz. la en 1086 wit. Rasjieletter afgewisseld door quadraatletter in 2 grootten. 2 Houtsnee vignetten. Watermerk: stierekop. —de Rossi p. 44; St. p. 1443; Schwab 32; Jacobs 38; Fr. 30. Het boek eindigt met een slotwoord van een der drukkers, die zóó vol bewondering is voor hetgeen door zjjn patroons te Soncino voor de verspreiding der Heilige Leer is tot stand gebraoht, dat hij besluit met de woorden uit Jesaia II. 8: „want van Tsion gaat de Leer uit en het woord des Eeuwigen uit Jerusalem", aldus te parodiëeren: want van Tsion gaat de Leer uit en het woord des Eeuwigen uit Soncino. Editio princeps 129. Mozes ben Maimon [MAiMONinEs], Misjné Thora of Jad ha-Chasaka. Systematisch geordende verzameling van wetten, gebruiken en voorschriften, hoofdzakelijk ontleend aan den Talmoed, in 14 boeken. Soncino, Gerson ben Mozes Soncino, 23 Maart 1490. f°. 380 bladen. BL 1—24, 30, 293, 360—61 (gedeeltelijk) en 362—380 ontbreken. Quadraatletter. Sierletters aan het begin van elk boek. 2 kolommen. — de Rossi p. 70; St. p. 1870; Schwab 58; Jacobs 71: Fr. 45. Tweede editie. De ed. princeps verscheen in Italië vóór 1480. 130. Immanuel ben Salomo, Machberoth. Poëtische navolging van Alcharisi's Makamen. Brescia, Gerson ben Mozes Soncino, 30 October 1491. 4°. 160 bladen (het eerste blanco blad ontbr.). Rasjieletter afgewisseld door quadraatletter in 3 grootten; het eerste woord in sierletters. — de Rossi p. 84; St. p. 1067; Roest. p. 468; Schwab 68; Jacobs 80; Pr. 29. Het eerste door Gerson ben Mozes Soncino in Brescia gedrukte Hebreeuwsche boek. Editio princeps. 131. Misjlei. Spreuken van Koning Salomo met den Commentaar van Immanuel ben Salomo. Napels, Chajjiem ben Izak ha-Levie Aschkenazie, 1486. kl. f°. 104 bladen (BL 86, 91 en 98 ontbr., bL 86 in handschrift aangevuld). Quadraatletter met vocalen, de tekst van bl. 36 en 37 met grootere qnadraatletter tonder vocalen; de commentaar in Rasjieletter. Het eerste tekstwoord door sierlijken rand omlijst. — de Rossi p. 58; St. p. 162; Roest p. 206; Schwab 36; Jacobs 39; Fr. 15. 132. Ibn Esra (Abraham ben Meïr), Peiroesj ha-Thora. Pentateuchcommentaar. Napels, Jozef [Günzenhauser] Aschkenazie en zoon, 2 Mei 1488. f°. 98 bladen. Rasjieletter; hoofden in quadraatletter. Titel op bl. 16 evenals de eerste woorden van ieder boek door fraaien rand omlijst. 2 kolommen. — de Rosai p. 58; St. p. 680; Schwab 46; Jacobs 53; Fr. 1. Het colophon vermeldt als corrector voor deze uitgave Mozes ben Sjem Tob ibn Chabib uit Lissabon. — Ed. princeps. Met aanteekeningen in handschrift, gedeeltelijk tot herstel van gecensureerde plaatsen. 133. Makrei Dardekei. Onderwijzer der jeugd. Hebreeuwsch-Italiaansch-Arabisch woordenboek, hoofdzakelijk met verwijzing naar den commentaar van Rasjie en R. David Kimchi's woordenboek: Seifer ha-Sjarasjiem, Napels, 8 Augustus 1488. f°. 78 bladen. Titel (bl.1 verso) door fraaien rand omlijst. Rasjieletter; titel en „vooea" in quadraatletter. Ook de Italiaansche en Arabische woorden zijn in Hebreeuwsche karakters weergegeven. Watermerk: Hand met ster — de Rossi p. 60; St. p. 622; Roest p. 532; Schwab 44; Jacobs 54. Volgens A. Neubauer in: Revue des Études juives IX p. 316 ia Perets Trévot de schrijver van dit woordenboek. „Le premier lexique polyglotte que 1'on dit imprimé" (Brunet I. 301). „II se recommande specialement a 1'attentiondes romanistes par ses gloses en vieux francais" (Schwab). Vele Hebreeuwsche aanteekeningen in handschrift. 134. Ibn Pakoeda (B ach ja ben Jozef), Choboth ha-Lebaboth. Ethisch en philosophisch werk, uit het Arabisch in het Hebr. vertaald door Juda ben Saul ibn Tibbon. [Napels] Jozef [Günzenhauser] Aschkenazie, Nov. 1489. 4°. 152 bladen, la, 1516 en 152 wit. Bl. 88—103 en het blancoblad ontbreken. Rasjieletter; het eerste woord en de hoofden in groote quadraatletter. — de Rossi p. 78; St. p. 780; Roest p. 130; Schwab 53; Jacobs 62; Fr. 4. Editio princeps. In het colophon vertelt Jozef Aschkenazie, dat „R. Salomo ben Perets, „wiens naam in de geheele wereld bekend ia" als corrector zijn medewerking verleend heeft. 135. Kalonymos ben Kalonymos, Eben Bochan. Een satire op de toestanden van zijn tijd. Napels, Jozef [Günzenhauser] Aschkenazie, Augustus 1489. 4°. 50 bladen. Rasjieletter, titel en eerste woord van het colophon in groote quadraatletter. — de Rossi p. 66; St. p. 1578; Schwab 52; Jacobs 61. Hetcolophonis van den corrector Jomtob ben Perets Bonfoi Sarphati. Editio princeps. 136. Mozes ben Nachman [Nachmanides], Sjaar ha-Gemoel. Over straf en belooning. Napels, Jozef Günzenhauser Aschkenazie, 23 Januari 1490. kl. 4°. 34 bladen. Rasjieletter; titel en colophon in groote quadraatletter.. — de Rossi p. 69; St. p. 1962; Schwab 57; Jacobs 70. Enkele plaatsen gecensureerd. Editio princeps. 137. Mozes ben Nachman [Nachmanides], Pentateuchcommentaar onder den titel: Peiroesj ha-Thora. [Napels], 2 Juli 1490. f°. 240 bladen. Rasjieletter. Het beginwoord van elke perioope in groote quadraatletter. De titel en het eerste woord van Genesis door fraaien houtsneerand omlijst. Watermerk: hand met ster. — de Rossi p. 71 • St. p. 1961; Schwab 59; Jacobs 72; Fr. 50. 3de uitgave. Zie de 2e editie o. d. t. Chiddoesjei ha-Thora: n°. 120. Minder correcte editie, ofschoon volgens het colophon geleerden uit Messina en een Spaansch geleerde als correctoren hun dienst bij de uitgave hebben verleend. Naar deze editie zijn de meeBte der latere uitgaven bewerkt. In het colophon getuigt de uitgever omtrent de boekdrukkunst: „Vele dochters zgn funk, maar gij overtreft hen allen. Mijn hart gaat uit naar de drukkers in Israël (vgl. Rechteren V. 9), die zich vrijwillig onder het volk aanboden des schrijvers griffel voerend. Het is een voorrecht der drukkers om de Thora en de wijsheid onder Israël te verspreiden, opdat de aarde van kennis vervuld worde. Zg, die onwaarheden van dit vak vertellen, zullen hun zonde dragen; die den drukker steun verleenen, handelen voortreffelijk. Men behoort alle door den druk vervaardigde boeken te prijzen en te roemen". Achter het colophon de visum-verklaring in handschrift van de censoren: „Laurentius Franguellus 1675" en „Camillo Jaghel 1611 in lngo", die ook de sporen van hun critiek hier en daar hebben achtergelaten. 138. Kol bo. Verzameling van ritueele voorschriften en ceremoniën. Zonder pl. en j. [Napels (?) 1490).] kl. f°. 179 bladen (5 bladen waaronder het register ontbr.; de twee laatste bladen beschadigd). Quadraatletter (2 grootten). 2 kolommen. Watermerk: hand met ster. —St. p. 555; Schwab 63; Jacobs 69; Fr: 32. VgL: Roest in Catalog Beth ha-Seifer (Almanzi) p. 62 met St. 1.0. Editio Princeps. 139. Kimctü (David ben Jozef), Seifer ha-Sjarasjiem. Hebreeuwsch woordenboek. Napels [Izak ben Juda ibn Gatorzo], 11 Febr. 1491. f°. 168 bladen. (bL 1 ontbr. en is in hs. aangevuld). Quadraatletter in 2 grootten. 2 kolommen. — de Rossi p. 80; St. p, 873; Roest p. 298; Schwab 61; Jacobs 78; Fr. 19. BL 168 bevat als aanhangsel de onder letter „dalet" uitgevallen woorden. Derde uitgave; de tweede was slechts eenige maanden vroeger in Aug.-Sept. 1490 bij Jozef Günzenhauser Aschkenazie te Napels verschenen (de ed. princeps s. 1. e. a. vóór 1480). 140. Avicenna, Ha-Kanon ha-gadol. Encyclopedie der geneeskunde. Uit het Arabisch in het Hebreeuwsch vert. door Jozef Lorei en Nathan Hahathi. 5 part. 3 vol. Napels, Asriël ben Jozef Günzenhauser Aschkenazie, 1491—92. f°. 469 bladen. Quadraatletter (2 grootten) 2 kolommen. Watermerk: 2 gekruiste sleutels in een cirkel. — de Rossi p. 86; St. p, 767; Roest p. 466; Schwab 69; Jacobs 81; Fr. 2. Aan het einde van voL II wordt als zetter vermeld: Abraham ben Jacob Landan. Ieder vol. draagt in hs. den naam van den vertaler „Jozef Lorki". 141. Bachja ben Ascher, Bioer 'al ha-Thora. Pentateuchcommentaar. Napels, Asriel ben Jozef Günzenhauser Aschkenazie, 3 Juli 1492. f°. 286 bladen. Quadraatletter (2 grootten). De eerste bladzijde van Genesis, Exodus en Leviticus door fraaien houtsneerand omlijst. Vier houtsneevignetten. 2 kolommen. Watermerk: hand met ster.— St. p.777; Koest p. 130; Schwab 76; Jacobs 87; Fr. 3. Pag. 2846—286a gedicht en colophon van den corrector Salomo ben Perets Bonfoi Sarphati. Hierin wordt dank gebracht aan de maecenaten Abraham en Jacob Pakts van het eiland Sicilië, die den uitgever Asriel ben Jozef Aschkenazie — een man die op het gebied der boekdrukkunst reeds lang zijn sporen verdiend heeft —inde gelegenheid hebben gesteld om dit werk uittegeven; aan diens zwager den bekwamen houtsnijder Mozes ben Izak; den zetters Arjei Juda Leon, Nikiel....(?) en den geleerden Abraham ben Jaoob Landau; voorts aan zijn mede-corrector Samuel ben Chiskija ha-Levie. Tenslotte vraagt hij den lezer excuus, omdat in den tekst eenige leemten voorkomen -.„daar zulks gewoonlijk het geval is met afschriften, welke uit het Oosten afkomstig zijn". Het door Roest beschreven exemplaar, waaraan twee bladen ontbraken, was een tijdlang het eenige bekende exemplaar van deze eerste uitgave. Dit exemplaar is in 1912 gecompleteerd. 142. Misjna. R. Juda ha-Nasie's verzameling der „mondelinge leer" met den uit het Arabisch in het Hebreeuwsch vertaalden commentaar van Mozes ben Maimon (Maimowides). 6 part. 1 vol. Napels, Jozua Salomo ben Israël Nathan Soncino, 10 Mei 1492. f°. 256 bladen. Bl. 1—173 en het laatste blad ontbreken. Quadraatletter; commentaar in Rasjieletter. Initialen in houtsnede. 2 kolommen. — de Rossi p. 90; St. p. 280; Schwab 73; Jacobs 86; Fr. 40. Daar het zesde deel vóór het vijfde gedrukt was, bevindt zich het colophon achter het 5e deel (op p. 2706). Hierin Vermeldt de drukker, dat hij tot de uitgave van dit kostbare werk in staat is gesteld door den geldelijken steun van zijn compagnon Jozef ibn Piso en van den geleerde Abraham, beiden Sefardiem. Editio princeps. Verschillende plaatsen uit de tractaten Sanhedrin en 'Aboda Zara, die in latere uitgaven werden weggelaten, zijn in deze uitgave opgenomen. De variae lectiones zijn van groot belang. Vgl. Rabbinovicz (R.) Variae lectiones in Mischnam et in Talmud Babylonicum p. 74 en v. Ons exemplaar bevat eenige aanteekeningen in hs. Grieksche boeken. 143. Theodorus [Gaza], Introductivae grammatices libri quatuor. Eius- dem de Mensibus opusculum. Apollonii grammatici de constructione libri quatuor. Herodianus de numeris. [Impr. Venetiis in aed. Aldi Romani 1495.] f°. — Met houtsnee-ornam. en initialen. 198 bladen, waarvan de laatste 2 (Herodianus de numeris) ontbreken, Grieksche letter (titel en prooem. Rom. letter) Hain-Cop. 7500. Proctor 5548. Latere perkam. band. — Eigendom van de Vereen. Doopsgezinde gemeente. Een vroeger beschreven ex. (Ine. n° 3) mist de beide werken van Theodorus, maar heeft met Apollonius ook Herodianus de num. compleet. 144. Thesaurus Cornucopiae. Venetiis in domo Aldi 1496. f°. Zie de beschrijving onder n°. 4. Dit ex. in modernen lederen band behoort aan de Doopsgez. gem. 145. Aristoteles, Opera, torn. IV: Theophrastus xegi ói xal 6e£iótt)xi Zaxagïov KaXXiégyov rov Kgtjtós 1499. gr. f°. 224 bladen in 2 kolommen, Gr. letter. Hain-Cop. 6691, Prootor 6644. De aanvangsbladzijden van elke letter van het alphabet zijn versierd met in hont gesneden en-tetes met arabesken en initialen, in rood gedrukt. Ook opschriften en beginletters in rood. Op bL 1 twee Grieksche gedichtjes van Marcus Musurus en Joannes Gregoropulus, en eene proza-inleiding van Marcus Musurus. Aan het slot fraaie rood gedrukte merken van Nicolaos Blastos en Zacharias Callierges. Ex. in 17e-eeuwschen perkamentband, eigendom v. d. Vereen. Doopsgez. gemeente. Latijnsche boeken in Italië gedrukt. 151. Cicero (M. Tul.), [Opera omnia in philosophia. Rome, Conradus Sweynheym et Arnoldus Pannartz 1471.]. f°. Twee fragmenten in een z wijnslederen stempelband: In dialogum de na- turadeorum ad M. Brutum Prefatio, foL 1—8 ( = voL I 2 9); en De finibus bonorum et malorum foL 9—66 ( = toL II 76 132). 65 bl. Bom. letter. Hain 6231. Proct. 3320. Cat. Br. Mus. IV p. 13,14. Fraai specimen van den druk van de oudste drukkerij te Rome. Zwijnslederen stempelband. 152. Seneca (L. Aeheus), Epistolae. Roma in domo Petri de maximis, per Arnoldum Pannartz Alamanum 1475. gr. 4°. 180 bladen, waarvan er in dit ex. 4 ontbreken. Rom. letter (enkele woorden Grieksch) Hain-Cop. 14601. Proct. 3525. Br. Mus. IV p. 61. Slechts enkele Grieksche woorden zijn in Grieksche letter weergegeven; verscheidene heel gebrekkig in de Romeinsche letter; voor eene aanhaling van enkele regels is de ruimte open gelaten. Zie Cat. Br. Mus. 1. c. en Prootor, The printing of Greek in the XVth century p. 29. 153. Dictys Cretensis, Ephimeris belKTroiani. Impr. Mediolani 1477.4°. Druk door Prootor toegeschr. aan PhiL de Lavagna, door Pellechet aan Christ. Valdarfer. 64 bl. Rom. letter. Hain-Cop. 6166. Proct. 5867. Peil. 4240. Opdrachtbrief van Masellus Beneventanus. Aan het einde twee gedichtjes, Reg. en colophon. Beschadigd ex. 154. JosephnsfFLAVfos], De bello Iudaico. De antiquitate Iudaeorum contra Appionem. Impr. Veronae per Petrum Maufer Gallicum 1480. f°. 213 bladen. Rom. letter. Hain-Cop. 9452. Ptoct. 6918. Brief van Ludovicus Cendrata, en 3 gedichtjes (2 bL). Bell. Iud. (a 1— y 6). De Antiq. Iud. (A—D 6); ooL en reg. Plaats voor initialen open. Pierre Maufer drukte achtereenvolgens te Padua, Verona, Venetië, Modena en Cremona. De Josephus is de eenige belangrijke Veroneesohe druk dien we van hem kennen. Wie de uitgaaf bekostigd heeft wordt in verzen meegedeeld: Post haec noscere forsitan requiris Qua impensa niteo novis lituris. Hoe transibo neque: Innocens Ziletus auro Exhausit simul assibus crumenam. 155. Vincentius de Bandelis (frater) de Castro novo, Tractatus de singu- lari puritate et prerogativa conceptionis salvatoris nostri iesu christi. Impr. Bonon. per Ugonem de rugeriis de Regio 1481. 4°. 117 in den benedenhoek genummerde bladen (vooraan ontbreekt denkelijk een blanco blad). Gotische letter. PelL 1767. Opdrachtbrief aan Hercules Estensis (bl. 1—4). Na het Tractaat (4— 118 recto) enkele korte gedichten en een brief van S. Bernardus tegen de onbevlekte ontvangenis van Maria. Daarna tabula, reg. en colophon. — Beginletters enz. in rood. 156. Phalaris tyraruius Agrigentinus, Epistolae. E graeco in lat. traduc- tae a Francisco Arhetino. Venetiis 1481. 4°. Druk van Antonio della Paglia, met Bartolommeo da Fosaombrone en Marchesino di Savioni. 20 bL Bom. letter. Hain-Cop. 12895. Proct. 4599. Proetor vermeldt slechts 3 drukken van deze pers. Initialen in rood; de eerste vergald. 157. Blondus Flavius Forlivensis, Roma instaurata. De gestis Veneto- rum. Italia ilhistrata. Veronae, per Boninum de Boninis de Ragusia 1481,1482. f°. 4 (in pL v. 6) + 54+94 bln. Goth. letter. Hain 3243, 3247. Proct. 6920, Peil. 2425, 2423. Een blanco blad en een bl. met gedicht en opdrachtbrief ontbr. Op de eerste tekstbladz. een initiaal in blauw en paars; verder de plaats voorde beginletters open. — Lederen band op hout, met blindstempels, zeer beschadigd. 158. Mella [Mela] (Pomponius), Geographia: Prisciani quoque ezdio- nysio Thessalonicensi de situ orbis interpretatie Erhardus Ratdolt Augustensis impressit Venetiis 1482. 4 — Met houtsneekaart en initialen. 48 bladen, Gothische letter. Hain-Cop. 11019. Proctor 4385. Op het eerste blad verso een wereldkaart in houtsnede, op bL A2 de titel als bovenschrift in rood. Fraaie houtsnee-initialen. Op bL D6 verso het gedicht van Priscianus dat eindigt op de voorzijde van het laatste blad; eronder het colophon. Het ex. heeft blijkens inscripties behoord aan Vincentius Vincentinus, en aan het klooster van S. Michael. 159. Joannes de Sacrobusto, Sphaericum opusculum. Contraque cremo- nensia inplanetarum theoricas delyramenta Joannis de monte regio disputationes. Necnon Georgii Purbachii in eorundem motus planetarum accuratiss. theoricae. Impr. [Venetiis] mira arte et diligentia Erhardi Ratdolt Augustensis 1482. 4°.— Met houtsneden. 60 bladen, Goth. letter. Hain-Cop. 14110. Proetor 4384. Op de keerzijde van het eerste blad een Sphaera mundi in houtsn.; op het 2e bl. in rood de titel als opschrift, beginnende: Noviciis adolescentibus. Fraaie initialen en tal van mathematisch-astionomiscbe houtsneden, gedeeltelijk in kleuren. Op bL o 2 verso de Disp. van Io. de monte regio; op bLe recto de Theoricae van Ge. Purbachius. Op den kant aanteekeningen van een lezer; aangehaalde Ptolemaeusteksten rood onderstreept. 160. Ensebius [Pamphili] Caesariensis Episcopus, Chronicon id est tem* porum breviarium: quem Hieronymus lat. facere cur. et usque in Valentem Caesarem adj. Quem et Prosper deinde Matheus Palmerius qui ea quae consecuta sunt adiicere curavere eidem postpositi subsequuntur. Erhardus Ratdolt Augustensis impr. Venetiis 1483. 4*. 180 bl. Gothische letter. Zwart en rood gedrukt, met fraaie houtsneeinitialen. Op bL n 3verso op het jaar 1457 vermelding van de uitvinding der drukkunst: „Quantum litterarum studiosi Germanis debeantnullo satis dicendi genere exprimi posset. Namque a Joanne Gutenberg Zumiungen equiti Maguntiae rheni solerti ingenio librorum Imprimendorum ratio 1440 inventa: hoe tempore in omnes fere orbis partes propagatur: qua omnis antiquitas parvo aere comparata: posterioribuB infinitis voluminibus legitur". 161. Fasciculus temporum [auct. Werner Rolevinck]. Erhardus Ratdolt Augustensis impressioni paravit. Venetiis 1484. f°. 8 + 66 bL, Goth. letter, grootendeels in 2 en meer col. Hain 6934. Proct. 4396. Geen titel; op de keerzijde van het eerste bL opdracht aan Nicolaus Mocenious; tabula 7 bl. in 3 koL Tekst op de genummerde bladen met tal van houtsneden, voornamelijk afbeeldingen van landen en steden, waaronder karakteristieke afb. van Venetië op bL 37verso. Colophon op bl. 65recto. Houtsnee-initialen, waarvan enkele met kleuren bewerkt; rubriceering in rood en blauw tot op bl. 15. In de opdracht deelt Ratdolt mede, dat hij het werk driemaal gedrukt heeft. GUenetiaram ciuita»; 162. Joannes de Sacro busto, Sphaericum opusculum GEORGiique Par- bachii in motus planetarum accuratiss. theoricae. Necnon contra cremonensia in eorundem planetarum theoricas deliramenta Ioannis de monte REGio disputationes. Impr. [Venetiis] mira arte et diligentia Erhardi Ratdolt Augustensis 1485. 4°.—Met houtsneden. 58 bladen (het eerste ontbr.), Rom. letter. Hain-Cop. 14111. Proct. 4402. Deze uitgaaf verschilt van die van 1482 door het Rom lettertype, het grootere aantal houtsneofiguren, en de volgorde van de stukken. Het eerste werk begint op bl. 2 met opschrift in gewonen zwarten druk, „Noviciis adolescentibus", de theoricae van Qe. Purbachius op bL 3, 2verso, de Disp. van Io. de monte regio op bL 6, örecto. 163. Alchabitius — Libellus ysagogicus Abdilasi id est servi gloriosi Dei, qui dicitur Alchabitius ad magisterium iuditiorum astrorum: mterpretatus a Ioanne Hispalensi, scriptumque in eundem a Johanne Saxonie editum [a° 1331]. Correctum per Bartholomeum de Alten de Nusia. Impr. arte et diligentia Erhardi Ratdolt de Augusta, imper. Johanne MocenicoVenetiarum duce. Venetiis 1485. 4°. — Met houtsn. 98 bladen, Rom. en Goth. letter. Hain 617. Proctor 4400. Op de keerzijde van het eerste blad een spheer in houtsn. Tal van houtsnee-initialen en nog een enkele houtsneefiguur. De tekst, in Rom. letter, begint met bovenschrift in kapitalen op het 2e blad; het commentaar van Joh. de Saxonia, in Goth. letter, op bL ee4. 164. Alexander Cortesius, Oratio, quam habuit in aede divi Petri fre- quenti R. Car. Senatu vin. ïdus ianuarii in Epiphania. [Roma 1483]. 4°. Druk van Steph. Planck te Rome. 8 bladen ^et laatste blank); Goth. letter. Hain-Cop. 5773. Proct, 3636. Beginletters niet ingevuld; in den tekst open ruimte voor enkele Grieksche woorden. Opdrachtbrief aan Sixtus UIL Op bl. 7 brief aan den bisschop van Signia met antwoord van dezen, gedat. vin kal. Febr. 83. 165. Lucanus (M. Anneus), Pharsalia. Parmae per Deiphoebum de Oli- veriis 1483. f°. 110 bladen (bl. 1, blanco, en 8 ontbreken). Rom. letter. flain-Cop. 10236. Proct. 6862. Initialen niet ingevuld. Na het colophon een 12 regelig gedicht van den drukker: Pharsalicas acies cognataque praelia quisquis Nosse cupit: ohartas perlegat ille meas. Aurea nunc tandem me impressit parma: vacavit Docta manus: sumptus nee periere graves. Non igitur loculis parcas leoture precamur: Impleat aere suas bibliopola manus. At mini ut alba trahant faerales pensa puellae Posce diu: impressi qui fera bella . Vale. Daarna: leven van Lucanus, testimonia van Tacitus en Martialis, Reg. 166. Johannes Capreolus tholosanus, Liber quartus defensionum theo¬ logie divi doctoris Thome de aquino in quarto sententiarum [ed. a° 1432]. Impr. Venetiis per Ootavianum Scotum 1484. f°. — Met drukkersmerk in rood. 267 bladen, Goth. letter, in 2 kol. Hain 4410 (v. IV). Tabula huius quarti libri 3 bL 1 bl. blanco; dan de tekst, loopende van a2 tot 116; op het laatste blad drukkersmerk en regiatrum. 167. Nycholaus de Dorbellis, Compendiosa et optima expositio duode- cim librorum metaphysice Aristotelis secundum viam Scoti. Impr. Bononie imp. Henrici de Haerlem et Mathei Crescentini bononiensis sociorum 1485.4°. 95 bladen, waarvan behalve een blanco aanvangs blad, er 5 (L 3—7) ontbreken. Goth. letter, 2 koL Hain 12049. De corrector Petrus Almadianus van Viterbo prijst in een epigram het boekje aan, en zegt van den drukker: Adde quod Henricus preclarus in arte, volumen Pressit, et est studio menda repulsa meo. Hendrik van Haarlem drukte volgens Proctor te Bologna, Siena, Venezia, Lucca en Nozzano, afwisselend geassocieerd met Johann Walbeek en Hendrik van Keulen. Van associatie met Math. Crescentinus vermeldt hij niets. 168. Bartholomeus Scala, Oratio ad summum Pontificem Innocentium octavum. S. 1. et a. [Roma Steph. Plannck, na 15 Dec. 1484]. 4°. 6 bladen, Goth. Ietter. Hain-Cop. 14601. Proct. 3653. Br. Mus. IV p. 84. Initiaal oningevuld. — Onafgesneden ex. 169. Salustius (Grispus), Opus. Impr. Venetiis per Benardinum Bena- lium et soc. 1485. f°. 46 bl., waarvan het eerste (blanco) ontbreekt. Rom. letter. Hain 14216. Proct. 4867. VeCahhna begint zonder opschrift op bl. 2 met een houtsnee-initiaal. Verder de beginletters niet ingevuld. Op bl c ii verso Jugurtha ook zonder opschrift. Daarna (g üü verso) vita en invectivae, colophon, drukkersmerk en reg.; de laatste bladz. blank. 170. Horatius Flaccus (Q.). Chistophorus Landinus in Qu. Horatii Flacci libros omnes interpretationes. Impr. Venetiis per Bernardinum de Tridino ex Monteferrato 1486. f°. 178 bladen. Rom. letter in twee grootten (text en daaromheen gedrukte commentaar). Hain-Cop. 8884. Proct. 4827. Geen titel. Op de keerzijde van het eerste blad Ode van Ang. Politianus op Horatius, die nu eerst in behoorlijken druk verschijnt: O quam nuper eras nubilus: et malo Obductus senio: quam nitidos ades Nune vultus referens docta fragrantibus Cinctus tempora floribus Talem te choreis reddidit et lyrae Landinus veterum laudibus emulus Qualis tu solitus tibur ad uvidum Blandam tendere barbiton. De plaats voor de beginletters is opengelaten. — Voorin twee stempels van de üniv.-bibl. te Breslau. 171. Jacobns Philippus Bergomensis, Supplementum Cronicarum. Impr. Venetiis per Berna[r]dinum de benaliis 1486. f°. — Met houtsneden. 12 -f 262 bladen (numm. 31—295), Goth. letter. Hain-Cop. 2807. Prootor 4868. * 11 bl. tabula, 1 bL prologus, 262 genumm. tekstbladen met tal van houtsneden: 3 groote hontsn. voorstellende schepping, zondeval, Kaïn en Abel; tal van initialen; ong. 20 stadsgezichten die zich vaak herhalen, naast één karakteristieke afb. van Venetië (f. 182), omgekeerde oopie van die van Ratdolt; zie onder n°. 161. Op bl. 282verso deze mededeeling over de boekdrukkunst: Ars imprimendllibros his temporibus in germania primum inventa est: quamaln repertam asseruntGutenbergo argentino.Alii a quodam alio nomine Fusto. Qua oerte nulla in mundo dignior, nulla laudabilior aut utilior, sive divinior aut sanctior esse potuit. In ouius quidem laude quidam ex nostris hos cecinit versus dioens: O felix nostris memoranda impressio seclis Inventore nitet utraque lingua tuo. Desierat quasi totum, quod fundis in orbem Nune parvo dootus quilibet esse potest, Omnes te summis igitur nune laudibus ornent Te duce quando ars heo mira reperta fuit. 172. Eneas Silvius Picolomineus, Epistola: iuveni non esse negandum amorem. Eiusdem epistola amatoria. Epistola Enee Silvii s. Pu pape secundi de amoris remedio. S. 1. et a. 4°. 4 bL Goth. letter. Hain 180. Cop. II 2 blz. 136. Proot. 6827. Peil. 116. Hain schrijft den druk toe aan Matth. Cerdonis de Windischgrecz te Padua, die werkzaam was van 1482 tot 1487. Prootor neemt de toeschrijving over, hoewel de letter van dezen drukker overeenkomt met typen te Antwerpen door Gerard Leen, te Venetië en te Modena gebruikt. Alleen zou de Paduaansehe drukker een afwijkende S gebruiken, eigenlijk een paragraafteeken. Deze S zie ik echter in dit boekje niet. Pellechet drukt twijfel uit, of het een italiaansche druk is. De brief van Aeneas SUvius is een antwoord aan Sigismund \ an Oostenrijk die hem een model voor een minnebrief gevraagd had. Dit model volgt op het schrijven, dat gedateerd is „ex gretz die XIII dec. 1443. De brief „de amoris re medio" (bl. S—4) is gedateerd „ex Bienna 11° kal. Jan. 1443. 173. Angelus de Clavasio, Summa angelica de casibus consciëntie. Impr. Clavassii, Jacobinus de Suigo de sancto Germano 1486. 4°. 384 bL Goth. letter. 2 koL Hain-Cop. 5382. Proetor 7323. Brief van f, Hieronymus Tornielus met antw. van f. Angelus over den druk van het werk, Prologus en Tabula 4 bl. Tekst met initiaal in kleuren en goud, verder kleine beginletters enz, in rood en blauw. Aan het einde gedichtje van Jacobinus de Suigo en colophon (bL z6 recto); op de keerz. reg. Daarna op 10 bladen rubrice iuris civilis et oanonici. Het door Copinger (add, voL II 2 p. 265) beschreven ex. heeft daarna nog 16 bladen, die hier ontbreken. 174. Cicero, De verborum copia. Bartholomkus Fatius, De elegantia. Ed. PaulüsAlexius Sülpitianus. Impr. Romae per Eucharium Silber, alias Franck 1487.4°. 42 bladen. Rom. letter. Hain 5354. Initialen oningevuld. Inleidend briefje: Cicero Veturio suo salutem. Fol. 24: Bartholomeus Fatius Ioanni Iacobo. Aan het eind deelt Paulus Alexius aan den lezer mede, dat het eerste werkje misschien toch wel werkelijk van Cicero kan zijn. 175. Nestor Dionisius Novariensis, [Vocabularium]. [Venetiis], impr. Guiglielmo de Tridino de Monte F era 1488. f °. 185 bladen, Rom. letter. Hain Cop. 6263. Proctor 6110. Op de keerz. van het eerste blad opdracht in hexameters aan Lud.Sforza. Op bL 2 groote houtsnee-initiaal A; verder voor de initialen opengelaten vakken. Op het laatste ongen. bl. Reg. en colophon. Ex. van de Vereen. Doopsgez. gem., vroeger eigendom van Petrus Burmannus en Petrus Burmannus Jr. 176. Meditationes — Devotissime — super sacratissimam passionem domini nostri iesu christi. Z. pl. en j. 8°. — Met houtsneeinitiaaltjes. Gedrukt voor Leonhard Pachel te Milaan, o, 1488. 60 bL Goth. letter, 2 kol. Hain-Cop. 10989. Proet. 5979. Op de eerste bladz. (aanhef v. h. proheminm") een beginletter in goud en kleuren met bloemversiering langs de marge. —In perkamenten bandje met 3 andere werkjes van denzelfden drukker: Joannes Gerson, De imitatione Christi en twee pausel. bullen. n°. 177—178. 177. Joannes Gerson [of Thomas a Kempis], Liber de imitatione christi et de contemptu omnium vanitatum mundi. Una cum tractatu de meditatione cordis. Impr. Mediolani imp. Leonardi Pachel de Alamania. 1488.8°. 76 bln. Goth. letter, 2 koL Hain-Cop. 9096. Proct. 6978. Opschrift en beginletter op bl. a 1 in rood gedrukt. De tabule capitulorum achteraan met sign. k ü. Gebonden achter Meditationes s. passionem, en gevolgd door 2 pausel. bullen; alle drie z. j.; de vier boeken, waarsch. vandenz. drukker, in een perkamentbandje met ex-libris M. A. Principis BurghesiL 178. Sixtus [IV] Episcopus servus servorum dei ...., Literae dat. pri- die Cal. Sept. 1474. S. L et a. 8°. Herhaling, bevestiging en uitbreiding van Uitere van Eugenius en Cle- mens, over de ordo frate. min.Type overeenkomende met de imitatione Christi gedr. voor Leon. Pachel te Milaan in 1488 (n° 177) waarmede het boekje saamgebonden is. 16 bladen. Goth. letter, inhoudsopgaven in margine. 179. Sixtus HEI, Literae dat. Rome anno 1479 septimo cal. Auir. S. L eta. 8°. Het stuk wordt ingeleid en medegedeeld door Joannes, pape Capellanu8_ etc. Het betreft de „sacri praedicatorum et minorum fratrum ordines". Type overeenkomende met de imitatione Christi gedr. voor Leon. Pachel te Milaan 1488; waarmede het, als vierde en laatste stuk in het perk.-bandje is saamgebonden. — 4 bln. Goth. letter. 180. Alexander Scrmoneta, In consequentias Strodi commentariohun, cum dubiis rev. mag. Pauli Pergulensis necnon Gaetani de Thienis quibusdam declarativis. Consequentie mag. Rodulphi Strodi, per fr. Mattheum Campagnam de cherio correctae. Venetiis impr. 1488. 4°. Prootor schrijft den druk, met twijfel, toe aan Hannibal Foxius, die gelijksoortige paragraaf-typen gebruikt. 106 bL Goth. letter, 2 kol. Hain-Cop. 15096. Proct. 5666. Initiaaltjes niet ingevuld. De titel vermeldt alleen de commentaren: Alexander Sermoneta a2 d3; Paulus Pergulensis d 4—k4: Gayetanus de Tienis k4 verso—m 3. Op bL m 4 beginnen de Consequentiae. 181. Bolandinus, Flos testamentorum cum additionibus Petri de Vnc- zola et Bap. de Guarinis. Joannes Haman dictus Hertczog Venetiis impr. 1489. 4°. 42 bladen, Goth. letter. Hain 1297. Op de keerzgde van bl. 1 brief van Baptista Guarinus. Op bL 2 begint de tekst met deze versregels aan den lezer: Hunc avide florem spiranten» thuris odorem Si carpis dextra, flagrabis intus et extra. Na het colophon een overzicht van de rubrieken op 3 bladz. 182. Thomas Aquinas sacri ordinis predicatorum, Commentaria in li- bros perihermenias Aristotens. Supplementum Gratiauei esculani in Hbrum secundum peri herm. Thome aquinatis commentaria in libros posteriorum Aristotens. Opusculum fallaciarum (quod ad sophisticas argumentationes dissolvendas plurimum suffragatur). Impr. Venetiis per Gulielmum tridinensem de monteferato 1489. f°. 28 + 63 bln. (het eerste blad, waarop eenige versregels, ontbr.) Goth. letter in twee grootten, 2 koL Hain 1493a (dl I p. 591). PeU. 1077. 183. Vitae Cacsarum. [Scriptores historiae Augustae]. Aelii Spar- tiani de vita Hadriani. Etc. Venetiis impr. per Ioannem Rubeum de Vercellis 1490. f°. 106 bln. Bom. letter. Hain-Cop. 14563. Proct. 6127. In ouden band, achter Orosius 1499 (n°. 233). 184. Plinius Secundus (C), Epistolarum liber I—VIII. S. L et a. 4°. Druk wellicht van Joh. Bubeus te Venetië omstr. 1490. 68 bl. sign. a ii —i 6) Bom. letter, hier en daar ook Gr. Cop. II2 n° 4776. De tekst is volledig bewaard; de ontbrekende bladen (a 1 en i 6—8) waren wellicht blank; ook het bij Cop. zeer kort beschreven ex. had die bladen niet. — Initialen niet ingevuld. 185. Euclides, Liber elementorum, in artem Geometrie. In id quoque Campani commentationes. Impr. Vincentiae per Leonardum de Basilea et Gulielmum de Papia Socios. 1491. f°. — Met houtsneeomlijsting v. d. titel, initialen en mathematische figuren. 138 bln. (het eerste en het laatste, beide blank, ontbreken). Bom, letter in twee grootten. Hain-Cop. 6694. Proct. 7180. Peil. 4631. 186. Salustius (C. Grispus), Romae per Pomponium emend. Venetiis impr. per Theodorum de Regazonibus de Asula 1492. f°. 46 bl., Bom. letter in twee gr. (tekst en eomm.) Hain-Cop. 14223. Opbl. 1 inhoudopgaaf, op de keerzijde brief van Pomponius Laetus. Op bL e ij Portii Latronis declamatio. Aan het slot (hij verso): Salustii vita, en Invectiva in Ciceronem met antwoord. De plaats voor de initialen is opengelaten. 187. Tullius [Cicero], De Officiis cum commentariis Petri Marsi eius- que recognitione. Cuius epistolas quaeso perlegas et in principio et in calce operis editas. Insunt praeterea paradoxa: de amicitia: de senectute: cum interpretibus suis. Impr. Venetiis per Bernardinum de Choris de Cremona 1492. f°. — Mét drukkersmerk. 170 bladen (foutieve nummering loopende tot 169). Bom. letter, grootere voor den tekst, kleinere voor den commentaar, om den tekst gedrukt. Grieksche letter (zeer gebrekkig) voor de stellingen van de paradoxa. Hain-Cop. 5278. 188. Macrobius Aurelius Theodosius, In Somnium Scipionis expositio. Saturnalia. Impr. Venetiis 1492. f°. — Met houtsneefig. waaronder een wereldkaartje (f°. xxn). Druk van Johannes Rubens. 91 bln. (gen. i—lxxxix; ongen. het eerste blanco-blad en een ingevoegd blad tusschen inxm en xxxxnrx). Bom. en Grieksche letter. Hain-Cop. 10429. Proct. 5131. De initialen niet ingevuld. De Grieksche teksten in de Saturnalia zijn gedeeltelijk gedrukt; vaak is de ruimte er voor open gelaten; 'tzij omdat de lettervoorraad ontoereikend was, of omdat een uitgaaf nagedrukt werd, die deze open ruimten reeds had. 189. Petrus Haedus Sacerdos Portusnaensis, De amoris generibus, s. Anteroticorum libri tres. Impr. Tarvisii per Gerardum de Flandria 1492. 4°. 6 -f- 98 bL (het laatste blank). Rom. letter. Hain-Cop. 8343. Proct. 6507. Het voorwerk bestaat uit: titel „de amoris generibus", tabula 9 blz., en een gedicht van Quintius Aemylianus Cimbriacus in hendecasyllaben. Op de 97 genummerde bladen: proemium, tekst in dialoogvorm; aan het slot nog een gedicht van Aemylianus, en colophon. Initialen niet ingevuld. Gerardus Lisa (Van der Leye) uit Harlebeke bij Kortrijk, drukte reeds in 1471 te Treviso, daarna op verschillende andere plaatsen, en weer te Treviso van 1492 tot 1495. Het hier gebruikte type, zijn vierde volgens Proctor, is een heel bijzondere, kleine letter. 190. Paulus Venetus, Quadratura [s. Dubia]. Impr. Venetiis per Bone- tum Locatellum Bergomensem iussu et exp. Octaviani Scoti 1493. f°. — Met houtsnee-initialen en drukkersmerk. 82 bladen. Goth. letter. Hain 12621. Bl. 1 titel; op de keerz. tabula primi dubü. Op bL 81 (foutief gen. 91) verso expl. met mededeeling van bewerkers en datum, op bl. 82 reg., col. en merk. 191. Petrus Gravina Panhonnitanus, Oratio de Christi ad coelos ascen- su: habita apud Alex. vi Pont. Max. xvi Maii M.cccc. xciii. s. 1. et a. 4°. Druk van Steph. Plannck te Rome. 4 bladen, Rom. letter, een houtsnee-initiaal. Hain-Cop. 7925. Proct. 3714. Br. Mus. IV p. 98. Aan het eind een Epigramma van Leonardus Corvinus. 192. Herodianus, Libri octo de imperio post Marcum: vel de suis tem- poribus: Angelo Politiano interprete. Romae impr. 1493. f°. 54 bl. Rom. letter. Hain-Cop. 8466. Proct. 3976. Br. Mus. IV p. 187. De drukker wordt als „drukker van Herodianus" aangeduid. Men kent van hem overigens alleen Dio's leven van Nerva en Trajanus, gewoonlijk met Herod. saamgebonden(zie n°. 193). Hain beschrijft alleen Herodianus. Copinger geeft een verwarde beschrijving van de beide boeken, en in zijn 2e deel een betere van Dio. Prootor vermeldt alleen Herod., de cat. Br Mus. beschrijft beide boeken. Initialen enz. in rood. 193. Dio [Cassius] — Nervae Cocceii Ulpiique Traiani vita ex Dionis reliquiis [Lat. redd.] Boniphatius Bembus Brixianus. S. L et a. [Romae 1493]. f°. 8 bL Rom. letter. Cop. II1985. Br. Mus. IV p. 138. Op de keerz. van fol. 1 afdruk van eenige inscripties, en eene mededeeling gedat. Romae die VII Ang. 1493. Op foL 2 praefatio van Bembus; vervolgens de tekst, doorloopend tot onderaan f. 8 verso. Dit werk is hier, als veelal, verbonden met Herodianus (zie n° 192). Initialen enz. in rood. 194. Cicero (M. T.), Epistolae ad Brutum, ad Q. fratrem, ad Octavium, ad T. Pom. Atticum. T. P. Attici vita per Cornelium Nepotem. s. 1. et a. f°. Druk van Philippus Pincius te Venetië c. 1494. 182 bladen, Rom. en Grieksche letter. Op bl a ii opschriften en initialen in rood gedrukt. Hain 5212. Proct. 5305. Voorin: brief van Bartholomasus Salicbtus en Ltjdovious Rbgius, achterin een brief van den laatstgen. aan Augustinus Mapheus. Van dezen een 10 regelig gedichtje op het voorlaatste blad achter Attici vita; het begin luidt: Quaeque erat altiloqui Ciceronis Epistola bruto Missa aut ad Quinton: attice sive tibi, Fraude vel Aetatis vitio corrupta iacebat, Vixque una poterat parte resumpta legi. Providit postquam Latiae costadia linguae, Volvendum tanto vindice surgit opus. Een aantal fraaie houtsnee-initialen; verder opengelaten plaatsen. Voor de Grieksche woorden deels open ruimte, deels een Grieksche letter zonder accenten. 195. Jason Maynus, Ad Serenissimum Maximilianum invict. Romano- rum regem: in auspicatissimis eius et Auguste Blanchemarie nuptiis. Epithalamion. Actum Inspruch die xvi Martii 1494. 4°. Toegeschr. aan Steph. Plannck te Rome. 8 bL Goth. letter. De redevoering eindigt bl.8reoto. Op de keerzijde brief van Raymondus Card. Curcensis, die den redenaar lof toebrengt en om een afschrift Yarzoekt, ged. Bononie 8 Sept. 1494. 196. Jason de Slayno, Oratio habita in funere exc. iurisconsulti Hyero- nimi Torti. Habita Papiae in eccl. fratrum minorum anno 1484. S. 1.4°. 6 bl. Goth. letter. Hain 10974. Initialen niet ingevuld. Opdracht aan Ludovicus Sfortia. De tekst begint bl. 1 verso. 197. Ludovicus Imolensis, In funere R. dom. Petri Ferrici tituli Sixti presbiteri Gard. et episcopi Tirasonensis oratio. S. 1. et a. 4°. Druk van Steph. Plannck te Rome. 4 bL Goth. letter. Hain-Cop. 9159. Op de redevoering volgt (bl. 4 recto) eene herdenking van de hand van Paüxus de Cbottis Cremonensis. Petrus Ferricus overleed in 1478. 198. Ausonius Peonius, Epigrammata. Venetiis impr. per Ioannem de Cereto al. Tacuinum de Tridino 1494. f°. — Met drukkersmerk. 42 bladen, Rom. en Gr. letter. Hain-Cop. 2178. Proct. 5434. Peil. 1647. BL 1 titel; op de keerz. inl. van Julius Aemylius Ferrarius aan Ambrosius Varisius Rosatus, verder leven van Ausonius en tab. De tekst begint met vel B, en eindigt op de keerz. van het voorlaatste blad. Onder het col. een vierregelig gedicht, half Gr. half Lat. Op het laatste blad reg. en drukkersmerk. 199. Statius, Sylvae cum Domitii comment. Thebais cum Lactantii comm. Achilleis cum Maturantii comm. Domitii elucubratio in quaedam Propertii loca. Per Bartholameum de Zanis de Portesio Venetiis impr. 1494. f°. — Met houtsnee-initialen. 203 bladen. Rom. letter in 2 grootten (tekst en comm.) met kantteek. Hain-Cop. 14979. Proct. 5331. Op de keerz. v. d. t. brief v. Domitius Calderinus aan Augustinus Mafeus met gedicht in hendecasyllaben. Aan het slot v. d. Sylvae dateering cal. Sext. 1475. Op de laatste bladz. Domitius ad lectorem Sic mihi perpetuae contingant murmura laudis Bt bona post funus hora superstes eat, Ut nostros cupio multis prodesse libellos Famaque nonnullo tincta eraore placet. Me legat invitus nemo. non scripsimus illi Huie scripta est, si quem pagina nostra iuvat. Daaronder colophon, Papinii vita, en reg. 200. Strabo Amasinus, De situ orbis. Joannes [Rubeus] Vercellensis propria impensa imprimi curavit [Venetiis] 1494. f°. 16 + 150 bl., Rom. letter, met kantteek. Hain-Cop. 15090. Proct. 5135. Tabula 29 blzn. met brief van Ant. Maneinellus. Op de 150 gen. bladen de tekst met twee prohemia van den vertaler Guarinus Veronensis. 201. Lactantius Firmianus, De divinis institutionibus libri septem. Eiusdem de Ira dei ad Donatum. De opificio dei et formatione hominis ad Demetrianum. Carmina. Nephitomon. Tertulliani Apologeticus. Impr. Venetiis cura et exp. Octaviani Scoti 1494, per Bonetum Locatellum. f°. — Met houtsnee-beginletters en drukkersmerk. 90 bladen. Rom. letter. Hain 9817. Proct. 5056. In één band met Terentius e. a. zie n° 207, 208, 209. 202. Justinus, In Trogi Pompeii historias. Lucius Florus, Gestorum Romanorum epithoma. S. 1. et a. f°. Druk van Johannes Rubeua te Venetië c. 1494. 54 bl. Rom. letter. Hain-Cop. 9653. Proct. 5138. VóórFlori epit. (f. 38) brief van Pbilippus Beroaldus, aan het einde brief van M. Antonius Sabellicus. Daarboven deze versregels: Aurea Iustini Lucique epithomata Flori Aere tibi modico candide lector eme. Contrahit iste Titi numerosa volumina Livi. Pompeii historias colligit ille Trogi. Quam bene coniuncti: namque hic ubi desinit: ille Incipit: atque unum pene videtur opus. Rite recognovit quos Iustinianus ad unguem Romanus. Felix lector amice Vale. 203. Ap[p]ianus Alexandrinus, De bellis civilibus. Traductio P. Can- didi. Impr. Regii per Franciscum de Mazalibus 1494. f°. 136 bln, (het laatste blank). Rom. letter. Inhoudsaanwijzingen in marg. Initialen niet ingevuld. Hain 1309. Proct. 7254. Als tweede deel sluit zich aan, geheel in denzelfden druk: Appiani Ro- mana historia, Scandiani, Peregrinus Pasqualia 1495. (n° 204). 204. Appianus, Romana historia. P. Canmdus transtulit. Scandiani Peregrinus Pasqualus impr. anno m.cccclcxv (lees 1495). f°. 79 bln. Rom. letter. Hain 1310. Proctor 7326. Inhoudsopgaven in marg. Initialen niet ingevuld. Sluit zich in inhoud en druk geheel aan bij de bell. et'»., Regii 1494. (n° 203). 205. Campanus [Joannes Antonius], Opera. Michaelis Ferni cura, correctione et impensa. Impr. Romae per Eucharium Silber alias Franck 1495. f°. — Met houtsneden. 304 bladen (waarvan er één ontbr.). Romeinsche letter, eenige bladen Gothisch, sommige deelen (gedichten, indices) in twee of meer coL Hain-Cop. 4286. Proct. 3879. Br. Mus. IV p. 117. Als titel een klok in houtsnede, met spreuken, inhoudsopgaaf, gedichten enz. er op en er omheen: ook het monogram H A E (Eucharius Argenteus Herbipolensis). De afzonderlijke stukken met eigen signaturen en indices. Tal van sierlijke houtsnee-initialen. Op bl. 302 verso groote houtsnede (drukkersmerk); daarna: corruptorum recognitio, met bovenschrift „vis ex stulto demens, idemque ex demente insanus fieri, libros primus Romae imprime". Aan het einde (304verao) dichtregels, opwekking om te koopen, en colophon. Band met zwijnslederen rug en hoeken. 206. Baptista Trovamala, Summa Rosella. Impr. cura et studio Georgi Arrivabeni Mantuani Venetiis 1495.12 . 16 + 552 bladen. Goth. letter, 2 kol. Hain-Cop. 14183. Proct. 4927. Op de keerzijde van den titel en volg. 3 bladz. een lijst van de onderwerpen in de alfabetische orde van het werk. Daarna een alfab. lijst van de doctores sacre theologie et utriusque iuris, 3 bis. Dan op 24 blz. de Rubrice iuris civilis et canonici. De tekst op 551 genummerde bladen, de rechtsstof is hier niet per libros aut rubricas sed per materias distincta, d. w. z. alfabetisch op de hoofdwoorden. Daarom heet het boek Rosella.Initialen in rood; op bL 1 een versierde initiaal in kleuren. Op het laatste bl. 2 gedichtjes en op de keerzijde drukkersmerk. Het tweede van de gedichtjes get. Ad Impressorem prijst den drukker die even goed drukt als vroeger alleen de „gens barbara". Hactenus ingenio valuit gens barbara: namque Impressit plumbo quicquid ubique legis. Mantua quem genuit: nune est tua palma Georgi. Quilibet ingenio cedit: et arte tibi. 207. Terentius cum duobus commentis [se] Aelii Donati necnon Joan- nis Calphurnii. Impr. Venetiis per Simonem dictum Bevilaqua m.cccc.lxxxv. [lees 1495?]. f°. — Met titelhoutsnede en drukkersmerk. 120 bl. Rom. letter in twee grootten: tekst en daaromheen of ernaast gedrukte commentaar. Hain 15420. Op de titelhoutsnede Terentius tusschen de twee schrijvende commentatoren. Op het laatste blad reg. en drukkersmerk. Voorin geschreven: Cartusiae in Buxheim. Op bl. a ii stempel: Bibl. Buxheim. In ouden zwijnslederen band met blindstempels en koperen sloten, waarin nog drie ine.: Lactantius, Philelphus en Valla. Zie n° 201,208, 209. 208. Franciscus Philelphus, Epistolae familiares. Venetiis impr. per Matth. Capcasam Parmensem iussu et exp. Octaviam Scoti 1495. f°. — Met houtsnee-beginletters en drukkersmerk. 88 bladen, waarvan er twee (o 2 en 7) ontbreken. Rom. letter; hier en daar Grieksch. Hain-Cop. 12944. Proct. 5000. In één band met Terentius, Lactantius en Valla. Zie n° 207, 201,209. 209. Laurentius Vallensis, Elegantiae de lingua latina. De pronomine sui ad Io. Tortehum. Lima quaedam per Antonium Mancinelhun. Impr. Venetiis per Cristoferum de pensis 1496. P. — Met houtsnee-beginletters. 90 bladen. Rom. letter. Hain 15820. Proct. 5237. —Op bl n 6 verso het gedichtje van Calphurnius Zie n° 15. In zwijnslederen band achter: Terentius e. a. Zie n° 207, 201, 208. 210. Cicero (Marcus Tullius) Tusculanae quaestiones. Philippi Be- roaldi Commentarii in Quaestiones Tusculanas. Impr. Benedictus Hectoris Bononiae 1496. f°. 8 + 128 + 1 bln. (twee bladen voorwerk ontbr.; 8 ongen. bl. met eene Tabula vocabulorum in 4 kol. gaan vooraf). Rom. letter in twee grootten. Hier en daar Grieksche letter. Hain-Cop. 2947 en 5323. Prootor 6632. Peil. 3784. Initialen niet ingevuld. 211. Papias, Vocabulista. Impr. Venetiis per Philippum de Pincis Man- tuanum 1496. f°. — Met houtsnee-initialen. 192 bladen (het laatste blank), Rom. letter (enkele woorden Grieksch) Hain-Cop. 12381. Prootor 5310. Op de keerz. v. d. t. gedicht van Boninus Mombritius. Op bl. a2 inleiding van Papias aan zijn zoons, waarbij de tekst aansluit. Bij de letters X Y en Z zijn geene initialen gedrukt, maar uit de hand in rood en blauw aangebracht. Aan het eind een korte narede, waarin de schrijver evenals in de inleiding te midden van zijn proza in versregels vervalt. Daaronder het colophon. Eigendom van de Vereen. Doopsgezinde gemeente. 212. Antonius de Bitonto, Sermones de observantia super epistolas dominicales per totum annum. Et super epistolas quadragesimales. Iussu et imp. Nicolai de Franckfordia impr. Venetiis per Joannem Hertzog 1496. 8°. 166 gen. bladen en 4 ongen. tusschen 64 en 65. Goth. letter, druk in 2 kol., plaats voor initialen open gelaten. Hain-Cop. 3224. Op de vier ongenummerde bladen titel en tabula van de Serm. quadrag. en de Questio prima sermonis xxv, waarnaar op foL 114 door een in rood gedrukten regel wordt verwezen. Aanvangsbladzijde van Plutarchus, Ven. 1496. n° 215. 213. Nonius Mareellus, De proprietate sermonum. Festus Pompeius. M. Vab.ro, De lingua latina. Impr. Venetiis per Philippum de Pinzis 1496. f°. — Met houtsnee-initiaaltj es. 101 bL, Rom. letter (enkele woorden Grieksch). Nonius en Festus in twee kolommen. Varro doorloopend en met kantteek. Hier en daar plaatsen voor initialen opengelaten. Hain 11907. Proct. 5311. 214. Plynius Secundus (Caius), Naturalis historia. Impr. Venetiis per Bartolameum de Zannis de Portesio 1496. f°. — Met houtsneeinitialen. 239 bln. (het eerste, de titel, ontbr.) Hain-Cop. 13100. Proct. 5336. 215. Plutarchus, Vitae. Virorum illustrium vitae ex Plutarcho Graeco in latinum versae solertique cura emendatae. Venetiis impr. per Bartolameum de Portesio 1496. f°. — Met houtsnede enz. 1 + 145 + 144 bladen; Rom. letter. Hain-Cop. 13130. Proct. 5335. Titel en tab. 1 blad; op f ol. aii (genummerd 1) houtsnede: Theseus en de minotaurus, het geheele blad in houtsnee-omlijsting; op bL 145verso reg. voor het geheele werk; daarna het 2e deel met houtsnee-initiaal. 216. Diodorus Sieulus, De antiquorum gestis fabulosis, a Pogio florentino in Latinum traductus. Venetiis impr. per Ioannem de Cereto de Tridino alias Tacuinum 1496. f°. — Met houtsnee-initialen. 78 bladen, Rom. letter. Hain 6191. Proct. 5441. BL 1 de auteursnaam als titel. Bl. 2 (gen. I) opdrachtbrief van Pogius Florentinus aan paus Nicolaus V. Op de keerzijde begint de tekst met aant. op den kant, die doorloopt tot het eind van het voorlaatste blad Op het laatste blad reg. en drukkersmerk. 217. Euseblus Pamphili, De euangelica praeparatione, a Georgio Tra- pezuntio e graeco in latinum traductus. Bernardinus Benalius impr. Venetiis anno 1497. f. 107 bladen (108 ontbreekt). Rom letter. Hain-Cop. 6706. Proct. 4893. Voorwerk: titel en priv., gedichtje van Hieronimus Bononius Tarvisanus, index. 3 bl. Opdracht aan paus Nicolaus V. Aan het slot mededeeling van Hieronymus Bonon. aan Albertus Vonicus, eenige dichtregels, en colophon. Het ontbrekende blad bevat volg. Hain reg. en drukkersmerk, volg. Copinger is het blank. Beginletters enz. in rood.; aan 't begin van elk boek versierde initiaal. 218. Valerius Maximus cum commento Oliuerii Arzign anensis Vi- centini Impr. Venetiis per Bartolameum de Zanis: de Portesio 1497. f°. — Met houtsnee-initialen. 3 + 206 bladen; Rom. letter in twee grootten. Hain 15795. Proct. 5337. Voorwerk 3 bL: na den titel brieven van Petrus Brutus en Oliverius Arzignanensis, opgaaf van bronnen, leven van Val. Max. en rubricae libri. De commentaar is in kleine letter om den tekst gedrukt, vele beginletters in houtsnede, maar meestal de plaats opengelaten. 219. Iamblichus, De mysteriis Aegyptiorum, Chaldaeorum, Assyrio- rum. Proclus in Platonicum alcibiadem de anima, atque daemone. Proclus de sacrificio et magia. Porphtrius de divinis atque daemonibus. Synesius Platonicus de sommis. Psellus de daemonibus. Expositio Prisciani et Marsilii in Theophrastum de sensu,phantasia et intellectu. Alcinoi liber de doctrina Platonis. Speusippi liber de Platonis difinitionibus. Pythagorae aurea verba. Symbola Pithagorae. Xenocratis liber de morte. Marsilii Ficini liber de voluptate. Venetiis in aed. Aldi 1497. (°. 186 bl. (het laatste blank). Bom. letter. Hain-Cop. 9358. Proct. 5559. Op de keerzijde v. d. titel inleidende brief van Marsilius Ficinus aan Card. Ioannes Mediot Op bl. L 1 vóór Synesius brieven van denz. aan Laurentius en Petrus Medici, de laatste gedat. xr apr. 1489. Behoort tot de bibl. der Doopsgez. gemeente. 220. Lucianus, De veris narrationibus. De asino. Pbilosophorum vitae. Scipio. Tyranus. Schaphidium. Palinurus. Charon. Diogenes! Terpsion. Hercules. Virtus Dea. In amorem. Timon. [Sermo de calumma. Laus muscae.] Impr. Mediolani per Mag. Vldericum Scincenzeler 1497. 4°. 78 bladen. Rom. letter. Houtsnee-initialen. Hain-Cop. 10262. De tekst loopt van bL 2 recto tot 78 recto. Op de laatste pag. reg. en drukkersmerk. Hain vermeldt in zijne korte titelbeschr. het drukkersmerk, Copinger beschrijft een ex. met blanco-bladz. aan het einde. 221. Cleomedes, De contemplatione orbium excelsorum disputatie Aristides et Dio, De concordia orationes. Plutarchus, Praecepta connubialia. Eiusdemque de virtutibus morum. Carolo Valgulio Brixiano interprete. Impr. Brixiae per Bernardinum Misintam sumpt. Angeli Britannici 1497. 4°. 72 bln. Rom. letter. Hain 6480. Proct. 7040. Initialen niet ingevuld. 222. Baptista Mantuanus, De patientia aurei libri tres. Impr. Brixiae per Bernardinum Misintam Papiensem 1497. 4°. 116 bladen. Rom. letter (de titel Gothisch, het woord zaJLoo Grieksch). Ham 2404. Proct. 7041. Na den titel brief van Helias Capreolus Brixianus aan Io. Taberius; Indices librorum; opdrachtbrief aan Franciscus Pantucius. Op de voorlaatste blz. het colophon, op de keerzijde gedicht van Io. Taberius Brixianus aan Helias Capreolus. Overblijfsel van ouden houten band met lederen rug. 223. Baptista Mantuanus, Adolescentia in Aeglogas divisa. Ad Paridem Ceresanum. Mantuae impr. per Vincentium Berthocum Regiensem 1498. 4°. 40 bladen. Rom. letter. Hain-Cop. 2401. ^\}% b'ank; °P de keera- proaa-opdracht aan Paris Ceresarius. Op M. 2—39 de 10 Aeglogae in hexameters, en het colophon. Op het laatste bl. errores, keerzijde blank. — Perkament-omslag. 224. Aemyuus Probus [Nepos], De vita exceltentium imperatorum. Im¬ pr. Iacobus Bntannicus. Brixiae 1498. f°. — Met houtsnee-init. 26 bln. (het eerste blank). Rom. letter. Hain-Cop 6736. Prooi. 7006. 225. Solinus (C. Iulius), De Mirabilibus Mundi. Brixiae per Iacobum Bntanicum unpr. 1498. F. 6 + 34 bL Rom. letter. Hain-Cop. 14883. proct. 7007. Titel 1 bL Tab. in 3 kol. Opdrachtbrief van Bartolinus Atrienei» en inleidende bnef van Solinus 4 bl. De tekst op de 34 genumm. bladen. Uroote houtsnee-initiaal; de kleinere beginletters niet ingevuld. 226. Samuel Cassinensis, Reseratio atque clarificatio falsarum solutio- num ad argumenta Samuelis Cassinensis: que facta fuerunt in falsam prophetiam Hieronymi Ferrariensis. Opusculum compositum Aquis 1497. Impr. Mediolani 1498. 4°. Druk van Ulricus Scinzenzeler. 12 bL Goth. letter. Peil. 3345. Initialen niet ingevuld. 227. Dionisius, De situ orbis. Impr. Venetiis per Chistoferum de Pensis dictum Mandello 1498. 4°. 31 bladen, Rom. letter, aant. op den kant, enkele initiaaltjes, meest opengelaten plaatsen. Hain-Cop. 6229. Proct. 5246. Op bL 1 alleen de titel, op bL 2—3 prooemium v. d. vertaler Antonius Becharia, waarbij de tekst aansluit. Op bL h verso het colophon, en daarna een overzicht v. d- werelddeelen en landen (4 blz.) en het Reg. 228. Statius, Sylvae cum Domitii Commentariis, et Ayancii sui Emen- dationibus. Thebais cumLACTANTiiCommentariis. Achilleis cum Maturantii Commentariis. Per Ioannem Petrum de Quarengis Bergomensem Venetiis impr. 1499,1498. f°. 204 bl. (het laatste blank). Rom. letter in twee grootten, de commentaren om den tekst gedrukt. Hain-Cop. 14980. Op de keerz. v. d. titel brief van Domitius Calderinus, gevolgd door een gedicht in hendecasyllaben: „Nuper non fueras in urbe notus" Op bL 2 verso brief van Hieronymus Avancius. Aan het eind van de Sylvae (bL LX v.) colophon met jaartal 1499. Geheel aan het einde (ccm v.) versregels: Domitius ad lectorem, colophon met jaart. 1498, Papinii vita per Domitium, en Reg. 229. Plautus — Plautinae viginti comediae emendatissimae cum accu- ratissima ac luculentissima interpraetatione doet. vir. Petri Vallae placentini et Bernardi Saracehi Veneti. Impr. Venetiis per Simonem Papiensem dictum Biuilaqua 1499. f°. 348 bladen. Rom. letter in twee grootten. Hain-Cop. 13082. Proct. 5412. Opde keerzijde v.d. titel brief van Petrus Valla aan Scaramuza Trivultius. Daarna (sign. A-m, 73 bladen) Petri Vallae commentationes „Impr. Venetiis aere et imp. Marei Firmani". Vervolgens brief van Bernardus Saracenus aan Franciscus Marcellus, Bern. Saraceni emendationes (in 3 kol.), en de tekst van Plautus met comm. van Bernardus in kleinere letter er omheen. Op de laatste twee bladen colophon, gedichten, merk van Simon Bivilaqua, registrnm, en errata. 230. Egidius Romanus [Aegidius Columna], Expositio super libros Priorum Analeticorum Aristotelis cum textu ehisdem. Venetiis impr. (imp. Andree Torresani de Asula) per Simonem de Luere 1499. f°. 86 bln. (het laatste blank). Goth. letter in 2 gr. Hain 133. Proct. 5624. Opden titel een dialogus in vijf distichen: het boek geeft deze inlichting: Sordebam: emersi e tenebris: Scotio duce: per quem In tenebris virtus nulla iacere potest. Op de keerz. opdracht v. Joaskes Axtoxius Scotius Parthenopaeus. 231. Valerius Probus grammaticus, De interpretandis Romanorum lit- teris opusculum. Romanorum civium nomina.... Alie abreviature ex Valerio Probo excepte. Littere singulares in iure ci"vili. De ponderibus. De numeris. Lex ex tabellis divum de re futuaria. Sacra lex. Ut quemadmodum sibilla in aren Romae sculpi fecit viginti litteras quae per Bedam declarate fuerunt. Epitaphium. Etc Impr. Venetiis per Ioannem de Tridino al. Tacuinum m.cccc.igviiii (lees 1499). 4°. —Met houtsnede. 20 bL Rom. letter. De tabellen in 2 koL Hain-Cop. 13378. Proct. 5458. Op bl. d ii verso groote houtsnede: de sybille in boog met opschrift. 232. Boccatius, Fabula Tancredi in latinum versa a Philippo Bero- aldo. S. L et a. 4°. Druktoegeschr. aan Hugo de Rogeriis die, met tusschenpoozen, te Bologna drukte van 1474 tot 1499. — 6 bL Goth. letter. Hain-Cop 3347. (Proctor verwijst onjuist naar n° 3088). Opdrachtgedicht in 18 verzen aan Anibal Bentivolus; daaronder begint de Fabula, die eindigt op bl. 6 recto. 233. Orosius (Paulus), Historiae. Impr. Venetiis per Christoforum de Pensis de Mandello, opera et imp. Octaviani Scoti 1499. f°. — Met houtsnee-initialen. 72 bln. Rom. letter. Hain 12103. Proct. 5249. Oude band, zwijnsleder op hout, blind gestempeld, met koperen sloten. Daarin behalve Orosius: de Scriptores hist. Aug. Ven. 1490- Appianus en Macrobius, beide Ven. 1500. Vroegere eigenaars: Ioan. üdal Zender; Joannes Georgius Brandenburg. 1629, 1633; Bibl. Buxheim Zie n° 183, 234, 235. 234. Ap[p]ianus Alexandrinus. De bellis civilibus. Romana historia. Traductio P. Candidi. Impr. Venetiis per Christoferum de Pensis 1500. f°. 179 bln. Rom. letter. Hain-Cop. 1312. Proct. 5253. Achter Orosius 1499. Script, hist. Aug. 1490 in ouden band (zie n° 233). 235. Macrobius Aurelius Theodosius, In Sonmium Scipioms expositie Saturnalia. Impr. Venetiis a Philippo Pincio Mantuano 1500. f°. — Met houtsneefig., waaronder een wereldkaartje (fol. xxx). 36 + 86 bln. (het eerste, met opschrift Macrobius, ontbreekt) Rom en Gr. letter. Hain-Cop. 10430. Proct. 6326. Initialen niet ingevuld. Voor een deel van de Grieksche teksten in de Saturnalia is de ruimte open gelaten; juist als in de uitg. van 1492. (n° 188). In ouden band achter Orosius 1499, Script, hist. Aug. 1490, Appianus 1500 (zie n° 233). 236. Virgilius cum commentariis quinque, videlicet Servii, Landini Anto. Mancikblli, Donati, Domitii. Annotationes item in Servium suis locis positae. Venetiis a Lucantonio [Junta] florentmo. 1500. f°. — Houtsnee-initialen. 6 + 360 bladen (de genumm. bL 1, 5, 51—64, 339, 340 ontbreken). Kom letter in twee groottan; in den comm. ook Gr. Copinger 6080 Opdrachtbrief van Antonius Mancinellus. Beschadigd ex. in perk. omslag. Stempels van dott. Leonardo TirabeUa. 237. Nicolaus de lira, Postilla seu expositio htteralis et moralis super epistolas et euangelia quadragesimalia: cum quaestionibus fratns Antonn Betontini. Iussu et imp. Bernardini Stagnini de Tridino. Arte Joannis Tacuini de Tridino impr. Venetiis 1500. 8 . — Met titelhoutsnee, initialen en drukkersmerk. 144 bladen, Goth. letter in 2 grootten, druk in 2 kol.: de tekst omgeven door den comm. in zeer kleine letter. De titel boven en onder de houtsn. in rood. Op de laatste bladz. het drukkersmerk met de letters Z. T. Hain 10393. 238. Laurentius Valla, Dialecticae libri tres. Seu Reconcinnatio totius dialecticae: et fundamentorum universalis philosophiae: ubi multa adversus Aristotelem: Boetium: Porphyrium; aliosque recentiores philosophos acutissime disputantur. Logica Beati Augustini. Euisdem Praedicamenta. Eiusdem Topica. Eiusdem Penhermenias. S. 1. et a. (Venetiae (?) c. 1500]. 4°. Dit ex. bevat alleen de Dialectica, niet de vier in den titel genoemde werken van Augustinus. 3 116 bl. Bom. letter, ook Grieksch. Hain 15828. Houtsnee-initialen; hier en daar open ruimte voor initiaal. Aan het einde (C 4 recto) telos Hain geeft op teXaa (sic.) De laatste bladzijde blank. 239. Antonius Mancinellus, Carmen de floribus. S. 1. et a. 4°. Druk v. Eucharius Silber te Rome. 52 bL (het eerste blank). Hain 10616. De Latijnsche woordenschat en spraakkunst in vers. Ziellier de verklaring van eenige woorden, aanvangend met Vi: Annis coniugio sexu probitate Vir esto. Illa Virago tarnen faciet quae facta virorum. Virgula virga brevis: Virguncula parva puella. Virtus est vitium fugere: ut dixit Venusinus. Vis possibilitas: violentia: et impetus esto. Vita fo vet corpus: constringit Vitta capillos. 240. Tabula Christiane religionis valde utilis et necessaria cuilibet chris- tiano: quam omnes scire tenentur. S. I. et a. 8°. Druk toegeschreven aan Euch. Silber te Rome, c. 1500. 16 bladen (laatste blank), Goth. letter. Een houtsnee-initiaaltje. De aanhef geeft den inhoud nader aldus aan: ültima enim Bunt hec: que unusquisque scire tenetur scilicet. Articuli fidei. Oratio dominica. Duo precepta legis nature. Decem precepta legis scripte. Duo precepta legis gratie. Decem precepta legis canonice. Septem sacramenta ecclesie. Op bl. 13 verso eindigt de Tabula en volgen „versus continentes decem precepta legis", 5 bladzijden kreupele hexameters. 241. Coniuratio malignorum spirituum in corporibus bominum existen- tium prout in sancto Petro. S. 1. et a. 8°. Druk toegeschreven aan Euch. Silber te Rome, c. 1500. 8 bl. Goth. letter. Een houtsnee-initiaaltje. 242. Conjuratio malignorum spirituum in corporibus hominum existen- tium prout in sancto Petro. S. 1. et a.kl. 8°. Gedr. te Rome door Martinus de Amsterdam en Jo. Besicken o. 1500. 8 bL Goth. letter. Proctor vermeldt van deze drukkers acht uitgaven alle van klein formaat, waarvan vier het jaartal 1500 dragen, de andere geene dateering hebben. 243. Ioannes Antonius Campanus Ep. Aprut., Oratio in conventu Ra- tisponensi ad exhortandos principes Germanorum contra Turcos et de laudibus eorum. M.cccc.lxxj. S. 1. et a. 4°. Druk van Stephan Plannck te Rome. 12 bln. Goth. lett. Hain 4290. Proct. 3732. Beginletter en verdere rubriceering in rood. 244. Missa — De utilitate misse eam dicentium necnon profectu eam audientium deque periculis eam negligentium. S. 1. et a. 4°. Romeinsche druk. c. 1500(7). 4 bl., Rom letter. Houtsnee-initiaaL 245. Andrelinus (Publius Faustus), Amorum libri quattuor. Impr. Venetiis per Bernardinum Venetum de Vitalibus 1501 (1502). 4°. — Met houtsnee-wapen en initialen. 47 bL Op den titel wapen, adelaar met letters F.D. Brief van Bartholameus Megalutius Austricus, die het boekje heeft laten drukken, aan Franciscus ex clara Bulgarorum stirpe, gedateerd „Patavi Cal. Jan. M.CCCCC.II. Op de keerzijde van het voorlaatste blad: colophon met dateering van Jan. 1501. Daarna brief van Io. Cordiger aan de Univ. van Parijs (zie no. 263), en mededeeling aan den lezer, dat hij dit goddelijke werk te danken heeft aan Brunorus bulgarus. Italiaansche boeken. 246. Hieronymo( Sancto),Levite di sancti padri per diversi eloquentissi- mi doctori vulgarizate. S. 1. et a. f . Druk toegeschreven aan Panlns Butzbach te Mantua o. 1475. 260 bL De tabula (8 of 10 bl. ?) ontbr. Goth. letter, 2 koL Cop. II 2968. Initialen niet ingevuld, de kapitaaltjes met een geel vlekje, signatuur en aansluiting van de quaterns in hs. in rood; de nummering loopt van 3 (bL 10) tot 27 (bL 250); de meeste quaterns hebben 10 bL, de eerste slechts 9, no. 11 heeft er 8, no. 14 twaalf, no. 27 elf. 247. Petrarca (Francesco), Le vite de pontefici et imperadori Romani. Impr. Florentiae apud Sanctum Iacobum de Ripoli 1478. 4°. 103 bL Hain-Cop. 12809(ook Cop. II2, p. 280), Proct. 6102. De drukkerij ap. S. Jacobum, van fr. Dominicus de Pistoia en fr. Petrus de Pisis is een van de oudste te Florence; nonnen verrichtten het zetwerk Twee registerbL; Proemio en tekst, bl. a 1—r 7. Ontbr. 1 blanco bl. Beginletters in blauw. Onder de tavola eenige italiaansche dichtregels in hs. over het uitleenen van boeken. 248. Antonio(Frate)[ANTONiNus] Arciveschovo Fiorentino, Uno trao- tato chiamto (sic) Interrogatorio [Defecerunt vulgare]. Impr. in Firenze per Francescho di Dino. S. a. [c. 1481]. 4°. 166 bln. (4 bln. voorwerk ontbr.; bL a i blank). Rom. letter. Hain-Cop. 1210. Proct. 6137. Prootor vermeldt 4 boeken met hetz. type door Francesoo di Dino gedrukt, waarvan 3 ged. op 1481—1483. Beginletters in rood en blauw. 249. Augustino (Sancto), II libro de la citè di dio. S. 1. et a. f°. Druk van Antonio Miscomini te Florence 1483. 232 bladen (waarvan L 5 en 6 ontbr.). Rom. letter, 2 kol. Hain-Cop. 2071. Proctor 6145. Open plaats voor de beginletters. 250. Iacopo di Messer Poggio, Sopra el Triompho della fama di M. Fran- ceshco Petrarcha. Impr. in Firenze per ser Francesco Bonacoorsi, a petitione di Alexandro di Francesco Varrochi 1485.4°. 124 bladen (aan 't begin en 't eind ontbr. een blanco blad). Rom. letter. Hain-Cop. 13168. — Ex-libris Jac. Manzoni. Ex-libris Leo S. Olschki. 251. Antonius Archiepiscopus Florentie ordinis predicatorum [Anto- ninus], Confessionale in vulgari sermone efltitum. [Omnis mortalium cura]. Impr. Venetiis per Antonium de Strata de Cremona 1486. 4°. 48 bladen. Goth. letter, 2 koL Proct. 4590. Het eerste blad — misschien niet het oorspronkelijke — blank. De tekst begint (bl. a ii) met vierregelig Latijnsch Incipit in rood gedrukt. Aan het einde Tabula, reg. en col. 252. Gregorio (Sancto) papa, Dyalogo. Impr. in Venesia per Andrea di Toresani de Asola 1487. 4°. 102 bL (het eerste en het laatste blank), Goth. letter, 2 koL Hain-Corj 7977. Proct. 4712. p' Op bL A 2 „Incomineia il prologo del vulgarizatore del Dyalogo de miser sancto Gregorio papa". Op de keerzijde begint de tekst die eindigt op bL M 8 verso; daaronder het colophon. Op N 1—6 la vita di S. Gregorio papa. Initialen oningevuld. 253. Domenico Chavalcha, Pungi lingua. Tractato contra el peccato del- la lingua. Impr. in Firenze appr. a S. Maria maggiore per Lorenzo di Matblo cherico fiorentino: et per Giovanni di Piero thedesco da Maganza 1490. f°. 72 bL (waarvan het laatste, met Reg., ontbr.). Rom. letter. 2 kol. HainCop. 4774 Proct. 6349. Peil. 3446. Op bl. 1 alleen de twee titelwoorden; bL 2 prologho, capitoli en begin v. d. tekst; blz. 71 (k 5) verso „finis. Laus Deo" en colophon. 254. Lionardo Aretino [Leonardus Brunus], Le Historie Fiorentine. Historia del Popoio Fiorentino, trad. in lingua thoscana da Donato Acciaiuoli adi xxvn dagosto M.cccclxxiii. Poooio [Bracciolini], Historia fiorentina, trad. dilingua latina in lingua thoscana da Iacopo suo figliolo. Impr. in Firenze per Bartolomeo. p. fiorentino 1492. f0, 338 bl. Rom. letter. Hain 1563 en 13173. Proct. 6197 en 6198. Tavola delle Historie fior. di messer Lionardo darezo. 4 bL — Le historie Fiorentine; Titel, prohemio di Donato Acciaiuoli, proh. comp. da Lionardo Aretino, en 10 boeken tekst. 218 bl. sign. a-bb. — Tavola della hist. fior. di messer Poggio. 2 bL — Prohemio en 8 boeken tekst. 114 bln. sign. A-O. — Initialen niet ingevuld. 255. Iosepho Ebreo, II libro della historia della guerra hebbono i Giudei co Romani. Impr. in Firenze per Bartholomeo P. 1493. f°. 206 bladen. Rom. letter. Hain-Cop. 9460. Proct. 6199. Volgens de beschrijving van Hain ontbreekt vóór blad a 1 nog een enkel blad, met blanco voorzijde en op de keerzijde een „proemio in laude della historia, e dell' opera.. di Jos."; volgens Copinger zou de laatste quatern twee bladen meer moeten hebben. Dit ex. heeft den volledigen tekst, met colophon, op 25 quaterns van 8 en één van 6 bladen. 256. Lucas de Burgo [Pacioli], Summa de Arithmetica Geometria Pro- portioni et Proportionalita. Gon spesa e diligentia e opifitio di Paganino de Paganini da Brescia, nella cita de Vinegia 1494. f°. 8 -f 224 -f 76 bladen, Gothische letter. Hain 4105. Proct. 6168. Op den titel inhoudsoverzicht; op de keen. brief aan Marco Sanuto, twee gedichten (Lat. en It.) en reg. Verder opdrachtbrief aan den Hertog van Urbino in ItaL en Lat., Summario en Tavola. Het eerste tekstblad met fraaie omlijsting; tal van houtsnee-initialen, en ülustreerende houtsneden; in de breede marge toelichtende berekeningen en geometrische figuren (toegeschreven aan Lionardo da Vinei). Het eerste groote werk over arithmetica, algebra en geometrie met inbegrip van het handelsrekenen en boekhouden. 257. Thebaldeo (At (tonio), Opere. Impr. in Modena per Dominico Ro- cociolo 1498. 4°. 174 bladen, Rom. letter. Hain 15450 (ongezien; beschreven o. d. t. Sonetti Capitole e Rime chiamate Opere d'Amore). bL 1 blank; bl. S brief van Jacobns de Thebaldis neef van den dichter. Het bL 3 beginnen de gedichten in sonetvorm, opgedragen aan Isabella Estensis March. Mantuae. Aan het einde volgens den brief nieuw toegevoegd „alcunisonettiecapitulicompostiin la morte de una altra sua amica." Op het laatste blad een Latijnsch epigram van Franciscus Rocociolus; op de keerzijde drukkersmerk. 258. Hieronymo da Ferrara [Savonarola], Expositione o vero compo- ritione sopra il psalmo XXX. In te domine speravi etc. Quando era in pngione del mese di Magio Mcccclxxxxviii, tradocta in volgare. Impr. Bononiae per Benedictum Hectoris Bononiensis 1499. 4°. 16 bladen (bL 15 beschadigd), Rom. letter. Initiaaltje niet ingevuld. Perkament-omslag. Niet vermeld bij Hain en Cop. Ook niet bij Proetor, die ruim 80 werken van Savonarola vermeldt, te Florence verschenen. De schrijver voelt zich van iedereen verlaten: „La Tristitia mha posto lassedio.. Gliamici miei sono nel campo suo et sonmi diventati inimici". Hij wendt zich tot de „cose invisibili", tot de Speranza, waarvan ps. 30 de dichterlijke uiting is. 259. Hieronymo da Ferrara [Savonarola], Operette. Regola a tutti ere- ligiosi. Tractato del sacramento et de mysterii delle messa. Regola del ben vivere. S. 1. et a. 4°. — Met titelhoutsnede. Gedr. door Bartolommeo di libri te Florence, omstr. 1500. 4 bladen. Rom. letter. Hain 14355. Proct. 6304. Bovenaan kort afgesneden. 260. Corteggiano — II novo — de vita cauta et morale. S. 1. et a. 4°. 68 bladen (waarvan eréén Qi ontbreekt), Rom. letter, Houtsnee-omlijsting en houtsnee-initiaal. Hain-Cop. 14472. Het werk ia toegeschreven aan Savouakola. Het was in het Br. Mus. vroeger beschreven als Florentijnsche druk van 1500; sedert, als 16e-eeuwsch niet in den incunabelcatalogus opgenomen. Latijnsche boeken in Frankrijk gedrukt. 261. Compendium sacre theologie [Albertüs Magnos, Compendium theologice veritatis]. S. 1. et a. 4°. — Met drukkersmerk. Aan het eind het merk van Guil. Balsarin te Lyon. Dateering bij Pelleehet op 1490. 182 bln. (het laatste blank.) Goth. letter. Cop. II 161 Peil. 284. Proct. 8681. Beginletters oningevuld. 262. Panormitanus [Nicolaus de Tudeschis], Processus iudiciarius S. L et a. 4°. Druk door Holtrop en Copinger toegesohr. aan Math. Huss te Lyon, doorProctor aan Johann Reinhard van Grüningen te Straatsburg omstr. 1490. 71 bL Goth. letter. Hain-Cop. 12360. Holtrop II 785 Proct. 500. Br. Mus. p. 107. De aanhef in 2 versregels: Incipit eximius hic iudiciarius ordo. Panormitanus quem tradidit aquila iuris. Aan het slot de mededeeling: Presens domini Panormitani practica de modo procedendi in iudicio tam summarieet de plano quam mere et cum strepitu iudiciali in omnibus ferme onrüs observari consueta. 263. Andrelinus (Pdblius Faustds), Livia [b. Amorum üh. I—TVj. In alma universitate Parisiensi impr. 1490. 4°. Op den titel drukkersmerk van Guiot marchant imprimeur .78 bladen Goth. letter. Hain 1086. PelL 747. Aan het einde (bL 77v° en 78r°) brief van fr. Joannes cordiger alemanus aan de univ. v. Parijs; daaronder opgaaf van fouten en colophon. In een modernen prachtband met vier andere boekjes, Latijnsche gedichten van denzelfden dichter: Ad Carolum francorum regem (n°. 264); Elegie impr. Gand. per Petr. Caesarem 1520 (Ned. uitg. n°. 225); De obitu Caroli vm etc. (n° 265); de sciolorum arrogantia, impr. Badius 1616. Eigendom van de Vereen. Doopsgez. gemeente. 264. Andrelinus (Pdblids Faustds), Ad serenissimum Carolum Francorum regem carmen. In alma universitate parisiensi impr. 7 bladen, Goth. letter. PelL 724. Gebonden achter: Andrelinus, Livia (n°. 263). 265. Andrelinus (Publius Faustds), De obitu Caroli octavi deploratio. Etc. S. 1. et a. 4°. — Drukkersm. v. Rob. Gourmont op den titel. 10 bladen (het laatste blank), Rom. letter. PelL 749. Gebonden achter: Andrelinus, Livia (n°. 263) enz. 266. Andrelinus (Publius Faostus), Elegie. Impr. Parisius per Feli- cem Balligault z. j. 4°. — Met drukkersmerk. 00 bladen. Goth. letter. PelL 727. Titel: Elegie Fausti; daaronder drukkersmerk in lijst van 4 verkeerd aan elkaar gelegde blokjes, met insor.: felix, en onderschrift: Felix quem faciunt aliena pericula cautum. Felici monumenta die felicia felix Pressit et hec vicii dant retinentve niohiL Inleidende brief „ad litteratissimnm Thomam custodiam serenissimi Anglici regis oratorem bene merentem". Opdrachten van lib. I en II aan GuiL Rupifortis emin. Francie cancellarius, van lib. III aan den reeds genoemden Thomas. Daarop volgt nog een Tumultuarium opusculum met brief en opdracht aan Carolus Burreus. De brieven, opschriften en argumenten met een kleinere, de tekst met interlignes gedrukt met een grootere Gothische letter. 267. Pius II pontifex maximus [Aeneas Sylvius Picolominius], Epis- tole et varii tractatus: ad di versos in quadruplici vite eius statu transmisse: noviter impresse. Yenundantur Lugduni ab Stephano Gueynard [1496]. 4°. 192 bl., Gothische letter, houtsnee-initialen. Niet bij Hain, Copinger, Prootor en Pelleehet. Voorwerk van 6 bladen: Titel in rood en zwart, de keerzijde blank; Numerus et ordo epistolarum 9 blz.; meded. van Ambbosixts Abchintus patricius Mediolanensis aan den lezer. De schrijver ergerde zich dat de werken van den voortreffelijken auteur zoo slecht waren uitgegeven, „quod ab horrida Germania oorrupte imprimeretur", zoodat men wel twijfelde of de drukkunst nuttig of nadeelig was voor de menschheid: „non ab re in ter Iiteratos sepe disceptatum est profueritne humane societati impressoria hec ars vel potius obfuerit". Zelf wil hij voor fouten niet verantwoordelijk zijn, daar hij op den druk het oog niet kan houden. Deze voorrede is gedateerd van 1496. Zjj wordt vermeld in de beschrijvingen van Hain (157: uitg. Milaan 1496 PelL 96), Copinger (II 37: Lyon 1497). Proctor vermeldt drie uitgaven van 8. Gueynard, gedr. bij Jean de Vingle en Nic. Wolf in 1498 en 1500/1601. 268. Aristoteles Stagyrita, Ethicorum ad Nicomachum lib. I—X, in¬ terpre te Leonardo Aretino. In alma Parhisiorum Academia 1496. f°. 36 bladen, Gothische letter. Initialen niet ingevuld. 269. Augustinus (Divus), Opus questionum. Impr. Lugduni opera et imp. M. Ioannis Trechsel alemanni 1497. f\ 285 bladen, Goth. letter, 2 kol. Hain-Cop. 1966. Proct. 8613. Peil. 1480. Gerubriceerd in rood. Oude lederen band met blindstempels (ruitpatroon met rosetten ene); resten van sloten. 270. Ovidius, Metamorphosis cum commento familiari Raphaelis Regii et eiusdem annotationibus in tabulam collectis. Lugduni impr. per Jacobum Mallieti 1497. 4°. 6 + 217 bladen. Goth. letter in twee grootten. Hain-Cop. 12175. Op de 6 ongen. bladen: titel met groote houtsnee-initiaal O. Publii OvidHNasonis vita. Praefatio van Raphael Regius aan Franciscus Gonzaga, Index. Twee blanco bladzijden. Houtsnee: de sfeeren. Op de genummerde bladen de tekst met commentaar er omheen, met houtsnee-initiaaltjea. 271. Antonius Maneinellus, Carmen de floribus. Carmen de figuris. Die poëtica virtute. Vitae carmen. Impr. Parisius in campo Gaillardo per mag. Guidonem Mercatoris. Pour Claude Jaumar. 1497. 4° — Met drukkersmerk. 68 bl Goth. letter. Cop. 3799. De beschrijving van Copinger geeft niet de toevoeging Pour Claude Jaumar. Deze woorden in grootere letter onder het colophon schijnen in ons exemplaar later bijgedrukt te zijn. 272. Juyenalis sine commento. Venales inveniuntur [Par. ap. Jehan Pe¬ tit] in vico sancti Jacobi apud Leonem argenteum. Parrhisiis impr. opera mag. Georgii Wolf Thielmannique Kerver. 1498. 4°. 86 bl. Rom. lettor. Hain-Cop. 9671. Proct. 8379. Op den titel het drukkersmerk van Jehan Petit, op de laatste bladz. dat van Ge. Wolf Aant. in hs. op de schutbladen, tusschen de regels en op den kant. 273. Johannes Caron Marchyanensis, Ad Erhardum Bertotum Opus- culum tumultuarium. [Paris, Felix Balligault] s. a. 4°. — Met drukkersmerk op den titel. 12 bladen, Goth. letter. Het drukkersmerk „Felix" met de versregels: Felix quem faciunt aliena pericula cautum. Est felix faustus cui sit fortuna secunda. in omlijsting van aaneengelegde randen. Op de keerzijde brief van fr. Johannes Caron „ad suum veterem et spectatissimum praeceptorem Erhardum Bertotum". Daarna (a 2 verso) elegisch gedicht aan denz., gevolgd door andere gedichten, epigrammen enz. in hetzelfde metrum; eindigend op bL 12 recto; de keerzijde blank. 274 Lavacrum consciëntie. Parisius Noviter impr. pro Dyonisio Roce. s. a. [c. 1500]. 8°. — Met uitgeversmerk op den titel. 112 bladen, Goth. letter. Cop. TI 3518. In één bandje met 2 andere ongedateerde Parijsche boekjes met merk van J. Petit. De drie boekjes komen in druk, formaat en rubriceering geheel overeen. Van beide uitgevers verschenen omstr. 1600 vele uitgaven m klein formaat, bij verschillende drukkers gedrukt, meest ongedateerd, zoodat het niet is uit te maken of zij nog tot de incunabelen behooren. 275. Mundicia — De — .continentia, et castitate sacerdotum. [Parisiis], Jean Petit s. a. [c. 1500]. 8°. — Met uitgeversmerk op den titel 40 bladen, het laatste blank; Gothische letter. Gebonden achter: Lavacrum consciëntie (n°274), z. a. 276. Thomas de Aquino, Confessionale seu libellus peroptimus de modo confitendi et de puritate consciëntie cuiuslibet confessori et confiteri volenti perutilis et necessarius. Impr. Parisii per mag. Petrum Le Dra pro Johanne Parvo s. a. [c. 1500]. 8°. — Met merk van Jehan Petit op den titel. 27 bladen, Goth. letter. Cop. TI 535. Gebonden achter: Lavacrum consciëntie, en: De mundicia etc. sacerdotum. Zie n°. 274 en 276. Proctor vermeldt 7 drukken van Pierre le Dru, waarvan 2 voor J. Petit, van 1499—1600. 277. Bonaventura (Sotus Johannes), Stimulus divini amoris devotissi- mus. Ultimate emendatus et correctus per mag. Johanneh Quentin. Parisius impr. expensis Dyonish Rosse s. a. [c. 1500].' 8 . — Merk van Denis Roce op den titel. 99 bladen, Goth. letter. Beginletters niet ingevuld. 278. Diodorus Siculus, De antiquorum gestis fabulosis. A Pogio Fiorentino in latinum traductus. Venduntur [Parisiis] in vico sancti Iacobi sub Leone Argenteo s. a. [c. 1500]. 4°. — Met drukkersmerk van Jehan Petit. 123 + 6 bL Rom. letter. Peil. 4265 (van fol. IX af afwijkende regelindeeling; de tekst eindigt op foL CXXIII verso). ♦lEHA-NPETIT 279. Baptista Mantuanus, Parthenice Mariana, ab Ionoco B ad io Ascbn- sio familiariter explanata. Eiusdemque apologeticon et carmen votitium ad divam virginem cum suis elucidatiunculis. Vennndatur parrhisiis sub leone argenteo s. a. (c. 1500]. 4°. —Met drukkersmerk van Jehan Petit. 8 +8 + 158 bladen, Rom. letter in twee gr., ook Grieksche. PelL 178S. Opdrachtbrief van Jodocus Badius Ascensius gedat. Ex gymnasio Parrhisiensi ad idus Oct. 1499; fr. Baptistae Mant. vita et opera; Tabula etVocabulorum declaratio; epistola commendativa (8 bladen). Apologeticon fol. I—VIII. Tekst met commentaar foL I—CLVI recto. Ad divam virginem votnm(4bladzijden); laatste bladz. blank. In denzelfden band volgen, in geheel gelijke uitgaaf, de andere werken van Baptista Mant.: Aureum contra impudice scribentes opusculum; Parthenice Catharinaria; De oalamitatibus temporum 1502. 280. Baptista Mantuanus, Aureum contra impudice scribentes opuscu¬ lum : familiariter explicatum. s. 1. et a. [c. 1500]. 4°. — Met drukkersmerk van Jehan Petit. 20 bladen, Rom. letter in twee grootten. Op den titel staat: Quod ubi venundetur finis indicat; het laatste blad is echter geschonden, het colophon ontbreekt. In één band met: Parthenice Mariana e. a. werken van Baptista Mant. 281. Baptista Mantuanus, Parthenice Catharinaria, ab Ascensio famihanter exposita. Venditur Parisiis [Jehan Petit c. 15001 4° — Met drukkersmerk. 4 + 106 bladen, Rom. letter in twee grootten, ook Grieksche. PelLI778 Iwee brieven van Jodocus Badins Ascensius, aan Henricus Valhrphinus gedat. 1499, en aan Bernardus Bembns; argumentnm, index en inleiding van Ascensius (4 bl.). Tekst met comm., bl I—CVI In denz. band met: Parthenice Mariana, en: Aureum opusculum - gevolgd door: De calamitatibus temporum. 282. Baptista Mantuanus, De calamitatibus temporum: seu contra pec- catorum monstra aureum poema, famüiariter ac succincte declaratum. Venumdant [Parisiis] Joannes Parvus.... et Ioannes Confluentinus 1502. 4°. — Met drukkersmerk: Jehan Petit. t f \52 ,Dl*den- Rom- tetter in twee grootten, ook Qrieksche. Inleidende brief van Jodocus Badius Ascensius gedat. 1499- tabulaJodoci Badii Ascensii praenotamenta (4 bladen). Tekst met commentaar foL I—CLI recto; daaronder colophon: „Impressum autem est solerti opera ïpsius Ascensii; impensis bibliopolarum quos id venale nabere diximus.a. M.D.IL more parrhisiano ad ld. Mart. Lausdeo". Upi dl CLI verso en CLLT recto twee gedichtjes van Pranciscus Ceretus Parmensis en Bibacius Thiletanus. De laatste bladz. blank. 283. Alphabetum saeerdotum. [Par.] Jehan Petit s. a. 8°. — Met druk¬ kersmerk op den titel. 12 bL Goth. letter. 284. Cassiodorus, Hystoria tripertita de regimine ecclesie primitive Venaks habetur in edibus Francisci Regnault TJniversitatis Parrnisiorum librarii s. a. 8°. — Met drukkersmerk. 176 bL Goth. letter, 2 koL Copinger II 1476. Titel in rood en zwart, met merk van Francois Regnault tusschen 6 houtsneeranden. Houtsnee-initiaaltjes. Een Fransch boekje. 285. Dialogue — Le—de consolation entre lame et raison. fait et compose par ung religieux de la reformation de lordre de fontevrault [Franc, le Rot], et nouvellement imprime pour Symon Vostre hbrarre demourant en la rue neufVe de nostre dame de Paris a lymaige Sainct Jehan levangeliste 1499.8°. Drnk toegeschr. aan PhiL Pigouchet. 152 bL (het laatste blank). Fransch-goth. letter. Hain 6108. Proct. 8207. Copinger beschrijft onder het n°. 6108 een anderen druk dan dezen. Op den titel een klein, op de laatste bedrukte bladz. een groot drukkersmerk van Simon Vostre. Groen lederen bandje met goudst-, verguld op snede (Chambolle-Duru). Latijnsche boeken in Duitschland gedrukt. 286. Johannes Nider, Manuale confessorum. Dispositorium moriendi. S. 1. et a. 4°. Druk van Ulrioh Zeil te Keulen o. 1470; Goth. letter, zijn oudste type met de later daarin opgenomen h. met staart, 104 bladen (het laatste blank). Hain-Cop. 11835 en 11828. Proct. 846. Br. Mus. Ip. 186. VoulL 860. In ouden lederen blindstempelband met Joh. Nider, De morali lepra, en Jeronimus, Exposicio Symboli. Initialen in rood en verdere rubriceering doorloopend over de drie werken. De twee boeken van Nider hebben eene doorloopende signatuur in zeer fijn schrift geheel onderaan rechts. Als schutblad een hs.-blad met muzieknotatie. 287. Johannes Nider, Tractatus de morali lepra. S. 1. et a. 4°. Druk van Ulrich Zeil te Keulen c. 1470 (zelfde type als Manuale confessorum). 104 bladen (de laatste twee blank). Hain-Cop. 11814. Proct. 846. Br. Mus. I p. 185. Voull. 866. Gebonden achter: Manuale oonfessorum; gevolgd door Jeronimus, Expositio Symboli. Doorloopende rubriceering en sign.; zie n°. 286. 288. Jeronimus, Exposicio symboli. Contra Jouinianum hereticum. S. 1. et a. 4°. Druk van Ulrioh Zeil te Keulen o. 1470. 30 bladen (het laatste blank). Goth. letter (oudste type met staart-h). Hain-Cop. 8578. Voull. 1057. Voull. geeft het werk op naam van Rufinus Aquileiensis. Initialen enz. in rood. In ouden blindstempelband achter twee boeken van Joh. Nider. Rubriceering enz. van de drie werken van ééne hand. 289. Leonardus de Utino, Sermones aurei de sanctis per totum an- num. S. 1. 1474. f°. Druk van het klooster van SS. Ulrioh en Af ra te Augsburg. 430 bladen, Rom. letter. Hain 16130. Proct. 1632. Cat. Br. Mus. p. 839. Tabula 1 bl. Op het eerste tekstblad een initiaal in kleuren en goud. Verder beginletters enz. in rood. Geene signaturen. Hs.-nummering der bladen tot 100. Voorin geschreven: Conventus S. Crucis Viennae. De laatste vijf bladen ernstig beschadigd. 290. Murachismus [Johannes MarchesinusI, Mammetractus. S. 1. 1476. f°. Druk van Conrad Winters te Keulen. 206 bladen, waarvan het eerste en het laatste (beide blank) ontbreken. Bl. 76 (vóór den Prol. in Ysayam) blank. 2 kolommen. Goth. letter. Hain-Cop. 10556. Proot. 1162. Voull. 781. Br. Mus. p. 245. Beginletters enz. in rood; op bl. 1 een blauwe initiaal met rijkere versiering in rood. Op bL 186 (190) verso een beginletter J omgekeerd geplaatst. Folieering in hs., onnauwkeurig, 1—(200). Grammatische commentaar op den Bijbel, de psalmen, de heiligenlegenden enz. De schrijver stelt zich tot taak „partium difficilium Big- nificantias et aecentus et genera insinuare lectori pauperculo". Op v ■}'' "ExPuclt mammetraetns super bibliam". BL 198 verso - Ex- OnrfflL ket^ctus; daama Prefatio' inhoudsopgaaf en colophon. Uude lederen band met resten van sloten. 291. Johannes de Tambaeo, Liber de consolatione theologie. S. 1. et a. f°. 6 Mn^8nbMde484G°a' Hain-Cop. 15236. Proct 338. Cat Br." Het colophon luidt: Explicit liber de consolatione theologie per fratrem Iohannem de Tambaco ordinis predieatorum proumciaetheuthonie sacre theologie professorem consummatus. Anno domini M" ccc lxvj. In die Ambrosij». Dit jaartal wijst aan, wanneer het werk geschreven is; de auteur, geboortig van Dambach was dominicaan te Straatsburg, werd in 1347 professor te Praag en stierf in 1372. De druk is door Proetor toegeschreven aan den onbekenden „drukker van Henncus Anminensis" te Straatsburg, in den cataL v. h Br Mus aanvankelnk (dl. I blz. 76) verwezen naar de niet te defmieeren drukken, daarna gebracht onder Georgius de Spira [Georg Revser'1 te öpiers c. 14/8. ' 1 Initialen (gedeeltelik met ornament) enz. in rood. Lederen band met ruitpatroon en stempeltjes. Dubbel van de Cniv.-bibL te Utrecht aangekocht 1921. 292. Petrus 4e Harentab, Expositio super librum psalmorum regü pro- piiete: ex diversis sanctorum codicibus, videücet Augustino Hieronuno Gregono Cassiodoro Remigio Hugone de sancto victore Nicoiao de lyra et ceteris industriose collecte. Impr. fColoniae] per Gonradum de Homborch 1480. f°. 370 bladen, waarvan het eerste, blanco, ontbr. Gothische letter, 2 koL Hain-Cop. 8364. Proct. 1167. Cat Br. Mus. I bis. 248 Initialen enz. in rood, die op het eerste blad (aij) met kleur- en margeversiering. ö Oude lederen band met ruitstempel-patroon, zeer beschadigd: latere rug, sloten verloren. Op het schutblad: „Liber conuentus fratrum Sancte Crucis opidiTraiec- ta super mosam leodiensis dyoc" Don biet van de Univ.-bibL te Utrecht, gekocht in 1921. 293. Destructorium ritiorum. Per Henricum Quentell coloniensem incc- lam 1480. gr. f°. 358 blade^n, waarvan er 27 ontbreken, o.a. bL 33 met houtsnede. Goth. o^r; ^pJ^te™ enz. in blauw en rood. Hain-Cop. 649. Proct. 1242. VoulL 367. Br. Mus. p. 262. Oude band leder op hout, moderne rug. Doublet van de Univ.-bibL te Utrecht, aangekocht in 1920. De auteur is niet bekend; men noemt Auxudeb Asoiacns. 294. Nicolaus de Lira, [Postilla super bibha. Cum repliek Mathie Do- , 1stna lmPensisque Antonü Koburger Xurnbergensis 1481L VoL I. gr. f°. — Met houtsneden. 432 bladen, waarvan er enkele ontbreken, en vele beschadigd zfin. t-SP . letter' 2 koL Hain-Cop. 10369. Proct 1998. Br. Mus. blz. 419 Initialen enz. m rood en blauw, enkele met rijkere versiering -?*.ant?lbladen (°ng-4°)mden commentaar op de psalmen is gewelddadig doorstoken en gesehonden; een inscriptie op den kant bericht hierover het volgende: „Hic liber perfossus et transfixus est in obsidione V lennensium a Tureis per quendam temerarium, inanem, temulentum et male feriatum nebulonem et militem pro custodia civitatis designatum 1529". Voorin inscripties van eigenaars: „Ex libris Pauli Raphaelis NïtsehCanonici Viennensis" en „P. P. Capucinorum Neostadii in Anstria." 295. Johannes Naunis Viterbiensis, Glosa super Apocalipsim de statu ecclesie ab a° praesenti 1481 usque ad finem mundi. Et de praeclaro et gloriosissimo triumpho christianorum in Turcos et Maumethos. Impr. Lipczk 1481. 4°. 48 bladen. Goth. letter. Hain 1127. Proct. 2862. Het oudste te Leipzig gedrukte boek, op grond van de typen toegewezen aan Marcus Brandis, wiens gedateerde drukken eerst 1484 beginnen. Signaturen van vel a en b gedrukt, verder geschreven. Het werk is 31 Maart 1480 te Genua voltooid. 296. Jacobus Januensis [de Voragine], Legenda sanctorum que Iongobar- dica nominator hystoria. Per mandata Antbonij rCoburger Nuremberge impr. 1482. f°. 183 bladen (het voorafgaande blad met tab. ontbreekt), Goth. letter, 2 kol. Cop. 6429. Proct. 2025. Initialen in rood. 297. Johannes Herolt, Sermones discipuli de tempore et de sanctis una cum promptuario exemplorum. Impr. Argentine 1484. f°« 440 bladen. Goth. letter. 2 kolommen. Initialen ene in rood. Hain 8489. De sermones de sanctis volgen hier onmiddellijk op de Sermones de tempore; er na komen de Sermones communes en het Promptuarium. Lederen band op hout; ruitpatroon met kleine stempeltjes: leeuwen, zwanen enz.; resten van sloten. Rug gebroken. 298. Martinus [Polonus], Margarita decreti seu tabula martiniana. S. L et a. gr. f°. Druk toegeschreven aan Peter Drach te Spiers, omstr. 1485. 54 bladen, Goth. letter, 3 kolommen. Beginletters in rood en blauw. Hain-Cop. 10838. Proct. 2358. Br. Mus. p. 494. 299. Thomas (S.), Tractatus de ente et essentia seu de quidditatibus re- rum. S. 1. et a. f°. Druk van Joh. Guldenschaiff te Keulen o. 1485. 10 bL Goth. letter, 2 koL Hain 1500. Voull. Keulen 1169. 300. Tractatus brevis et utilis pro infirmis visitandis et confessionem eorum audiendis (sic), s. 1. et a. 4°. Druk toegeschr. aan Conrad Zeninger te Neurenberg (1480—1486). 6 bl. Goth. letter. Beginletters enz. in rood. 301. Johannes de Turrecremata cardinalis, Questiones euangeliorum tam de tempore quam de sanctis. [Straatsburg c. 1487]. f°. Druk van den „drukker van Jordanus de Quedlinburg". Fragment, bestaande uit 132 bladen (het complete werk heeft er 292), Gothische letter, 2 kolommen. Hain 15713. Proct. 634. Br. Mus. I p. 136. BL 1 titel. bL 2—21 v. Tabula thematum de tempore. bL 21v. — 38r. Tabula alphabetica. 38 r. env. Tabula materie applicabilis sive floris theologie. bL 39—132. Materia aurea enucleata ex originalibus virtutum et viciorum, flos theologie nuncupata. Initialen in rood en blauw; de aanvangsletter op bl. 39 eenigszins versierd. Exlibris Raimond v. Marle. 302. Johannes Angeli, Astrolabium planum in tabulis Ascendens. con- tinens qualibet hora atque minuto. Equationes domorum celi. Moram nati in vtero matris cum quodam traotatu natiuitatum vtih ac ornato. Necnoa horas inecraales pro quolibet climate mundi. Auguste vindelicorum, Erhardus Ratdolt 1488. 4°. Met houtsneden. 176 bladen (waarvan de laatste twee, blanco, ontbr.), Goth. letter Hain-Cop. 1100. Proot. 1876. PelL 759. Opgedragen aan hertog Albert van Beieren door den drukker Erhardus Ratdolt, die in het oolophon meedeelt dat hij „nuper Venetiis, nune Auguste" uitmunt in de beoefening der drukkunst. Het werk bestaat uit drie deelen, het tweede geeft in 12 reeksen van 30 houtsneden aanwijzingen over het karakter van den mensch naar zijne geboorte. Ook verder illustreerende houtsneden, mathematische figuren en fraaie initialen. 303. Gerardus Zutphanie, Tractatus de spiritualibus ascensionibus. Impr. Colonie apud Lijskyrchen. s. a. 16°. Druk van Ulrioh ZeU, o. 1488.120 bL (het laatste, blanco, ontbr.), Goth. letter in twee grootten. Hain 2995. Voull. Keulen 2466. Cat. Br. Mus. 1 blz. 199. Hoewel een zelfstandig oompleet boekje, behoort het achter Beetholdus, Horologium devotionis, zie Voulliéme 1. o. Beginletters enz. in rood en blauw. De eerste initiaal (bl. aa ij) met marge-versiering. 304. Heinricus de Saxonia, Tractatus de secretis mulierum. Impr. Au¬ guste per Anthon. Sorg 1489. 4°. 76 bladen, Goth. letter in 2 grooten, Hain-Cop. 8434, Proot. 1711. Br. Mus. p. 354. 305. Alphabetum divini amoris de elevatione mentis in deum. Ed. auc¬ tor tractatus de ymitatione cristi, vocatus Thomas prepositus canonicorum regularium in Koczen. Impr. Memmingen Alb. Kunne de Duderstat 1489. 4°. 34 bL (het laatste blank). Goth. letter. Proot. 2787. Br. Mus. p. 606 (s. n. Gerson). — Beginletters ene in rood. 306. Johannes Gerson, Opera. Inventarium et Pars I. S. 1.1489. 4°. — s' .*. Met houtsnede. Druk toegesohr. aan Georg. Stuohs te Neurenberg. 52 en 240 M. (ai en u 4,5 vanp. I ontbr.), Goth. letter, 2 koL Hain-Cop. 7623. PelL 5126. Op de keerzijde van den titel v. h. Inventarium een groote houten.: \ pelgrim. Beginletters ene in rood. Van Pars I ontbreekt het titelblad. Doublet van de Universiteits-bibL te Utrecht. 307. Ropertus Holgot [Holkot], Super libros Sapientie. Impr. a Johanne Otmar in Reutlingen 1489. f°. 290 bladen in 2 kolommen (het laatste blad blank); Goth. letter. HainCop. 8760. Proot. 2716. Initialen enz. in rood en blauw. Oude band, leder op hont, blindstempel-ornament; de koperen sloten en knoppen ontbreken. Voorin: Liber Capituli Nissensis; gedrukt etiket: Aus der Bibliothek des Doms zu Breslau; het laatste woord gecorrigeerd in Neisse. 308. ('onrad us Celtes, Ars versificandi qt carminum. S. 1. et a. 4°. Druk van Georg Stuohs te Neurenberg c. 1490. 20 bladen., Goth. letter. Hain-Cop. 4845. Proot. 2266. Br. Mus. II 469. Op den titel twee stempels v. d. Univ.-bibL te Breslau. 309. Fridericus MeckenlockerdeWendelstein, Casus in terminis libri sexti decretalium. Impr. Argentine per Martinum Flach 1490. f°. 69 bl., Goth. letter. 2 kol. Hain-Cop. 10983. Proot. 689. Br. Mus. p. 151. 310. Sermones Thesauri novi de tempore. Sermones Thesauri novi de sanctis. Impr. Argentine per Martinum Flach 1490, 91. f°. 316 + 255 bladen. Goth. letter, 2 kol. Proet. 693. Br. Mus. p. 151. Initialen enz. in blauw en rood. Het begin Tan den tekst der beide deelen met versierde initiaal in twee kleuren. 311. Robertus Carazolus de Litio, Sermones de laudibus Sanctorum. Per Nicolaum Kesler Basilee impr. 1490. f°. — Met drukkersmerk. 189 bladen, Goth. letter, 2 kol. Hain 4485. Proot 7678. Cat Br. Mus. III blz. 769. Initialen (met eenig ornament) enz. in rood. Lederen band. Doublet van de Univ. bibL te Utrecht, gekocht van de fa. Beijers 1921. 312. Cassiodorus, In Psalterium expositio. Impr. per mag. Ioannem de Amerbach Basiliensis urbis civem 1491. f°. 340 bl. Goth. letter, enkele woorden Grieksch. 2 kol. met aant. op den kant. Hain-Cop. 4574. Proot 7591. Op de keerzijde van den titel brief van fr. Joannes de Lapide aan Jo. de Amerbach. Verder: tab. 20 bl. Prologus 5 bl. De tekst van de expositio loopt van a 5 verso tot Y 8 recto. Daaronder colophon, de keerz. blank. De plaats voor initialen open. Band met koperen hoeken en knoppen. 313* Ludolfus [de Saxonia] carthusiensis, Expositio in Psalterium. S. L 1491. f*. Druk van Peter Drach te Spiers. 224 bl. (waarvan 3 ontbr.), Goth. letter, 2 kol. Hain-Cop. 10304. Proot 2381. Br. Mus. II blz. 497. Op de keerzijde van den titel inleidende brief van Jacobus Wimpfelingus „Ex Spiris Kal. Jan. 1491". Aan het slot (op het laatste bewaarde blad) colophon; daaronder, ter begeleiding van het boek: Perge ludolfe foras: variasque feraris in urbes. Doctorum placido suscipiare sinu. Ingrediare domos arcas penetralia cellas Multa det hospicium bybliotheca tibi. De laatste drie bladen met „Francisci Petrarche Psalmi penitentialee" ontbreken. — Initialen enz. in rood. Doublet van de Univ.-bibL te Utrecht, gekocht in 1921. 314. Biblia integra, summata, distinota, superemendata, utriusque testamenti concordantiis illustrata. Basilee per Johannem Froben de Hammelburck 1491.8°. 455 bladen (het volledige werk heeft er 494; hier ontbreekt 1 blanco blad a 1, en de Interpretationes enz. aan het einde, 38 bL). Goth. letter, 2 kol. Hain-Cop. 3107. Proct 7765. Br. H. III 789. Peil. 2329. Titel, exhortatio met geheugenversjes, Summarium Biblie(4 bl.). Opbl. a ii en v.: prologus van Hieronymns, en de complete tekst: O. T. met profeten en apocryphen, en N. T. Alles in zeer fijnen Gothischen druk in 2 kolommen met tekst-aant op den kant. Beginletters enz. in rood en blauw. Voorin een initiaal met versiering langs de marge. Aan het slot eenige versregels:. Pontibus ex grecis hebreorum quoque libris Emendata satis et decorata simul Biblia sum praesens, In Proctor's Index is dit boek vermeld als de oudste gedateerde druk van Froben. 315. Matheus de Krachkovia, Tractatus de eo utrum expediat et deceat sacerdotes missas continuare vel laycos frequenter communicare. Impr. in Memmingen per Albertum Kunne de Duderstat 1491. 4°. 11 bladen, Goth. letter. Hain 5809. Proot. 2791. — Beginletters in rood. 316. Johannes de Lapide, Resolutorium dubiorum circa celebrationem missarum occurrentium. Per Joh. Froben de Hammelburg Basilee impr. 1492. 8°. 36 bl. Goth. letter. Hain-Cop. 9906. Proot. 7766. Br. Mus. III p 790 Een van do oudste drukken van den bekenden Baselschen drukker 317. [Novissima — Quattuor — cum multis exemplis pulcherrimis. Door Ger. v. Vliederhoven]. Impr. in sancta Colonia per me Henricum Quentell 1492. 4°. 42 bladen waarvan het eerste met titel en houtsnede en het laatste (blank?)ontbreken. (De aangehaalde beschrijvingen geven 39 of 40 bladen aan; in dit ex. heeft elke quatern, ook g, 6 bladen). Goth. letter. Hain-Cop. 5707. Proct. 1313. (i. v. Cordiale) Voull. 454. Brit. Mus. I p. 277. op den naam Gerardus de VI. Initialen enz. in rood. Dit boekje is het eerste van een bundel van acht theologische tractaten, vereenigd in een late ren lederen band met rugtitel: Augustini Sermon: ad eremitas. De titels van de zeven volgende stukken zijn: Oratio querulosa [door Jao. Wimphelingiüs, Deventer Jao. de Breda c. 1499]. Zie bij de Nederlandsche incunabelen n°. 246. Attgüstini Sermones ad heremitas. Straatsburg c. 1490. Zie n°. 319 en de vroeger gegeven beschr. onder n°. 76. Dialogus inter olericum et nulitem [door Gal. de Ockam] Keulen, Heinr. Quentell o. 1494. n°. 320. De septem horis canonicis [Spiers, Conr. His. c. 1496]. n°. 332. Joh. Tritemius, De vanitate. Mag. Petr. Friedberg 1495. n°. 328. Speculum artis bene moriendi [door Domin. Capbanica. Keulen Quentell c. 1495]. Zie n°. 329. 8. Gbegorius, Pastorale. Argent. 1496. Zie n". 331. 318. Paulus Xiavis, Judicium Jovis in valle amenitatis habitum ad quod mortalis homo a terra tractus propter montifodinas in monte Niveo aliisque multis perfectas ac demum parricidii accusatus. S. 1. et a. 4 . — Met houtsnede. Druk door Hain toegeschr. aan Conr. Kaohelofen, door Proctor aan Martin Landsberg te Leipzig (c. 1492). 16 bl. Goth. letter. Hain 11743. Proct. 2970. Br. Mus. dl. IJl p. 640. Op de keerz. van den titel eene voorstelling van de zitting: Jupiter als rechter, de Aarde als aanklaagster, de Mensch als beschuldigde, bijgestaan door zijne penaten. Op den achtergrond de heremiet die het visioen heeft gehad. Op bl. Aij opdracht van Paulus Niavis aan Steffanus Gulden plebaan in Zwickaw: het verhaal van het visioen van den heremiet in het Bohemerwoud was hem gebracht door Rupertus horennaw de gossengrun; het was geschreven in de volkstaal; Rupertus zag tegen de taak van het vertalen op en verzocht dat aan Paulus Niavis. — Initialen niet ingevuld. 319. Augustinus (Sanctus), Sermones ad heremitas. S. I. et a. 4°. Zie de beschr. onder n°. 76; het getal der bladen te oorrigeeren in: 108. Dit exemplaar maakt evenals het vroeger beschrevene deel uit van een bundel tractaten. Zie de inhoudsopgaaf onder n°. $17. 320. Dialogus inter clericum et militem super dignitate papali et regia. De nativitate et moribus Antichristi. Impr. Colonie per Henricum Quentell. [c. 1494]. 4°. — Met titelhoutsn. 4 10 bladen (het laatste blank). Goth. letter. Hain 6116. Proct. 1416 (toeschrijving a. Gul. de Ockam). Br. Mos. I p. 282 i. v. Disputatio. Op den titel de leermeester met bijschrift Accipies enz. en twee leerlingen. De bontsnee verschilt zeer weinig van die afgeb. bij n°. 85. Dit boekje is het vierde in den bundel beschreven onder n°. 317. 321. Jaeobus [de Closa], De valore et utüitate missarum pro defunctis celebratarum. Johannes de Mechilinia, Utrum perfecta dei opera possint impediri demonis malicia. S. 1. 1493. 4°. — Met houtsnee-initialen. De auteur van het eerste stuk noemt zich „sacre theologie professorem Jacobum ordinis cartusiensis." De drukker is Heinrich Knoblochtzer te Heidelberg. 19 bladen, Goth. letter. Hain 9341. Proct. 3141. Br. Mus. III 671. Dit ex. komt overeen met dat van Hain; in dat van het Br. Mus. heeft de titel een andere regelindeeling. 322. Balthasar, Conclusiones contra quorundam Bohemorum errores eorumque perfidiam, communionis fidefium non celebrantium veritatem, catholice probantes cum multis aliis pro sancte romane ecclesie defensione utüiter et fructuose subservientibus. S. L 1494. 4°. — Initiaal en drukkersmerk in houtsnede. Druk van Gregorius Böttiger te Leipzig. 60 bladen, foutief genummerd; Goth. letter. Hain-Cop 2349. Proct. 3016. Br. Mus. UT 647. De auteur noemt zich Licentiatum Balthasar, fratrum collegii sancti Bemhardi Liptzick provisoren». Op den titel houtsnee-initiaal C (omgekeerde D). Op de keerz. initiaal in rood, verder doorloopende rubriceering; ook het drukkersmerk, twee wapenschilden met uil en jaartal, met rood afgezet. Op den titel stempel „Ex Hereditate steinwehriana." 323. Thomas de Eempis, Opera et libri vite. Nuremberge per Caspar Hochfeder 1494. f°. 184 bladen (4 ongen. 180 foutief gen. i—CLXxvm). Goth. letter. 2 kol. Beginletters enz. in rood, enkele iets rijker van teekening. HainCop. 9769. Proct. 2291. Op de keerz. v. d. t. een lijst van de werken. Daarna brief van Georgius Pirckamer met antwoord van Petrus Danhausser, Register van de 4 boeken v. d. Imitatio Christi. Dit werk begint op foL I met meedeeling, dat het „falso apud vulgares Gersoni parisiensi cancellario impingitur." 324. Augustinus (drvus Aurelius), Plura ac diversa Sermonum Opera. Basileae per Johannem de Amerbach 1494. f°. — Met hout sn. Van de onder den titel opgenoemde werken ontbreken aan dit ex. da Sermones de tempore et de Sanctis. 248 bL (waarvan een paar blanco bladen ontbr.) Goth. letter. 2 koL Hain 2008. Proct. 7605. Op de keerz. v. d. t. een groote houtsnede: Augustinus preekende te midden van een talrijke schare, geestelijken en leeken, in fraaie architectonische omlijsting, met opschrift: Salve gemma confessorum: Augustine lux doetorum. In het voorwerk o.a. Latijnsch lofdicht van Seb. Brant; Hymnus de fide christi „alternis versibus Ambrosio edente priorem et Angustino subsequentem" ...: Te deum laudamus. Ex libris Raimond van Marle. 325. Albertus de Ejb, Margarita poëtica. Impr. Basileae per Io. de Amerbach 1495. F. 20 + 224 bladen, Rom. letter. Hain-Cop. 6825. Proct. 7606. Principalium materiarum summaria annotatio 20 bln. sign. A—C, 2 kol. Daarna het werk zelf met sign. a—z, A—I (de quaterns, in afwijking van Copinger, van 8 en 6 bladen); titelblad, annot. mat. op 2 bL; praefatio aan Ioannes Bissch. v. Munster en Hertog v. Beieren 1 bl*.* op de keerz. begint de tekst: initiaal in kleuren en gond; verder rubriceering enz. in rood en blauw. 326. Privilegia et indulgentie fratrum minorum ordinis Sancti francisci. Impr. Liptzk per Cunradum Kachelofen 1495. 4°. — Met titelhoutsnede. 20 bladen. Goth. letter. Aant. op den kant. Hain 13372. Gebonden achter een bundel Statuten enz. van de franciscanen-orde in hs. uit de 16e eeuw, in halllederen ouden band. Zie Cat. der hss. II 608, en Kruitwagen in: Arehivum francisc. histor. I 108. III 98. — Afkomstig uit de verzameling-Moll. 327. Thesaurus Magistri sententiarum [Pbtri Lombardi] cum plenis sententiis in ordinem alphabeticum redactus. S. L 1495.4 . Druk van Peter Draoh te Spiers. 141 bladen, Goth. letter. Hain-CoD. 10201. Proct. 2393. Br. Mus. II p. 499. Initiaal op bl. aij in blauw, verder beginletters enz. in rood. 328. Johannes Tritemius abbas spanhemensis, De vanitate et miseria humane vite. Impr. in nobili civitate Moguntina per Petrum Friedbergensem 1495. 4°. 22 bladen (het laatste blank). Goth. letter. Hain 16636. Proot. 182. Br. Mus. I p. 48. Het zesde stuk in den bundek ond. n°. 317 beschr. 329. Speculum artis bene moriendi de temptationibus, penis infernali- bus, interrogationibus agonisantium, et variis orationibus pro Ulorum salute faciendis. [Door Dominicus Capranica]. S. L et a. 4°. — Met titelhoutsnede. Druk van Heinr. Quentell te Keulen o. 1496. 16 bladen (waarvan er 4, vel B, ontbreken). Goth. letter. Hain-Cop. 14911. Proct. 1425. Cat. Br. Mus. I p. 294. De titelhoutsnede is dezelfde als in no. 320, weinig verschillend van die, in n° 85, vroeger afgebeeld (bhs. 28). De beginletters zijn door een latere hand slordig met inkt ingevuld. Het boekje is het zevende in den onder n°. 317 beschreven bundel. 330. Columella (L. Juntus Modkratus), De oultu hortorum liber XI. quem P. Virgilius Maro in georgicis posteris edendum reliquit. S. 1. et a. 4°. Druk van Arnold van Keulen te Leipzig omstr. 1496. 12 bladen. Goth. letter. Hain 5499. De geheele tekst, voor schoolgebruik, met interlignes gedrukt. 331. Gregorius (Sanctus) Papa, Pastorale. Liber regule pastoralis ad Johannem archiepiscopum Ravennensem. Impr. Argentine 1496. 4°. Van den „drukker van Jordanus de Quedlinburg". 78 bladen (n°. 1, 2 en 6, het laatste blank, ontbr.). Goth. letter. Hain-Cop. 7987. Proct. 642. Br. Mus. I p. 145. De plaats voor de beginletters open — afgezien van latere slordige inschrijving met inkt. Het boek is het achtste en laatste van den bundel beginnende met de Quatuor novissima van 1492 (n° 317). 332. Horae — De septem horis Canonicis reverenter et fructuose in ecclesia legendis ant decantandis. S. 1. et a. 4°. Druk van Conrad Hist te Spiers o. 1496. 6 bladen. Goth. letter. Hain 8825. Proot. 2442. Br. Mus. II p. 607. De initiaal op de keerzijde v. d. titel niet ingevuld. Het 5e stuk in den bundel beschr. onder n°. 317. 333. Anselmus (Beatus) archiepiscopus Gantuariensis ordinis sancti Benedicti, Opuscula. S. 1. et a. 4°. Druk toegeschr. aan Johannes v. Amorbach te Basel 1497. 208 bL Goth. letter. Twee kol. Hoofdletters enz. in rood, versierde initialen in blauw en rood. Hain-Cop. 1136. Proct. 7648. Br. Mus. III 759. Gebonden achter: Vita S. Ancelmi, hs. v. 1499. Zie oat. der hss. II 592. Dit de verz. W. MolL 334. Juvenalis. Cum tribus commenti». Nurnberge impr. per Antonium Koberger 1497. f°. 190 bladen. Rom. letter in twee grootten; de commentaren in kleine letter boven, naast en onder den tekst, met aanwijzingen op den kant Hain-Cop. 9711. Proct. 2116. Op den titel de verkorte namen der commentatoren: Anto[nhts] MancaCsBiiijs], DoMiciusfCALDERiNUS-], Geob[giüs] Val[i,a], en de argumenta in hexameters van den eerstgenoemde. Daarna 7 bladz. inleiding, en 8 bladz. index. Beginletters enz. in rood. 335. Captivi christiani — De captivis christianis. S. 1.1498. 4°. — Met titelhoutsnee: Christuskind met wereldbol en eiketak. Druk van Joh. Froschauer te Augsburg. 10 bladen (het laatste blank), Goth. letter. Hain 4984. Proct. 1826. 336. Iurare et blasphemare — De —. De sabbati sanctificatione. De parentum et honoratione et inhonoratione. De honoris detractione. De magno mendacii vicio. Ac de peccatorum gravitate libellulus egregius fructiferusque ac salubris. Impr. in civ. Augusta per Joh. Froschauer 1499. 4°. 8 bladen, Goth. letter. Hain 9475. Proot. 1831. 337. TriumpU — De futuris christianorum triumphis in thurcos et sar- racenos. Impr. in civ. Augusta per Joh. Froschauer 1499. 4°. 22 bladen, Goth. letter. Hain-Cop. 15643. Proot. 1842. Br. Mus. II398. Aan het begin v. d. tekst hetz. Christus-houtsneetje als op n°. 335. 338. Guilhelmus de Gouda, Expositio mysteriorum misse et verus mo¬ dusrite celebrandi. Impr. Colonie per Henricum Quentell s. a.4°. 18 bladen, Goth. letter. Hain 7827. Proct. 1442. Br. Mus. I p. 296. 339. Modus legendi abbreviaturas in utroque iure, sive processus iuris. [Etc] — Liber plurimorum tractatuum iuris. Impr. Argentine 1499. f°. 126 bL in 2 koL Goth. letter. Hain-Cop. 11488. Proct. 778. Br. Mus. 1172. Prootor schrijft den druk, met twijfel, toe aan Wilhelm Schaffener. De titel geeft slechts het eerste van de reeks tractaten aan. Verder o.a.: Johannes de Urbach, Processus iudiciarius (d 4 verso); Summa mag. Dominici de civ. Visentina, qualiter notarii archiepiscoporum et episcoporum debeant notarie officium exercere (k 2 verso); Tractatus prescriptionum comp. per D. Dtntjm de Mugilo (t2 verso); de arbitris et arbitratoribus D. Petei Jacobi de Monte Pesselano (t 5 verso); Differentie legum et canonum d. Galnani de Bononia (v. 1); Tract. de tabellionibus per d. Bar. compilatus (v 3). 340. Paulus Wann, Sermones de Tempore. Expensis Johannis Ryn- man revisi et impr. Hagenaw per Henricum Gran 1499. f°. 266 bladen (waarvan 2 registerbl. en 3 tekstbl. aan dit ex. ontbreken). Goth. letter. 2 kol. Beginletters enz. in rood. Hain 16146. Proot. 3201. Br. Mus. III 687. In één band met: Michael Loch mair, Sermones de sanctis. — Doublet v. d. Univ.-bibl. te Utrecht. 341. Michael Loch mair, Sermones de Sanctis, cum XXIII sermonibus Pauli Wann annexis. Exp. Johannis Rynmanimpr. Hagenaw per Henricum Gran 1500. f°. 261 bladen. Goth. letter, 2 kol. Beginletters enz. in rood. Hain-Cop. 10174. In één band met: Paulus Wann, Sermones de tempore. — Zie n°. 340. 342. Rosarium sermonem' predicabilium, ad faciliorem predicantium commoditatem novissime compilatum[a fratre Bernardino de Busti de Mediolano ord. min.]. Pars prima. Impr. et diligenter revisain imp. oppido Hagenaw per Heinricum Gran, impensis Johannis Rynman 1500. f°. 26 + 223 bl. Goth. letter. 2 kol. Hain 4164. Proct. 3206. Na den titel opdracht aan Bernardinus card., en 4 pulcra carmina in commendationem huius operis. 343. Johannes Baptista Gratia Dei, Liber de confutatione hebraice secte. Ex off. Martini Flach civis ^Argentinensis 1500. 4°. 142 bladen, waarvan het laatste blank (Po. CVI en CVII ontbr.), Goth. letter. Hain-Cop. 7879. Proot. 719. Br. Mus. I. p. 167. Initialen enz.In rood. 344. Therencius [Terentius] poeta cum comento Donati grammatici. S. 1. et a. 4°. Druk van Johann Prüss te Straatsburg. 296 bl. (het laatste blank) Goth. letter in twee grootten. Hain-Cop. 16389. Proot. 567. Het boek bevat de Vita Terenti en de blijspelen met daaromheen gedrukten commentaar, zonder opdracht, praefatio en colophon. Plaats voor initialen open. In den tekst van het leven en den comm. zijn open ruimten gelaten voor de Grieksche woorden. Boek in ouden perkamentomslag, met op den titel verschillende eigendomsinscripties, en het versje: Ve tibi qui rapida librum f urabere palma, Nam videt altisonans omnia furta deus. Op de keerzijde een geschreven schuldbekentenis in het Fransch. 345. Defensio — Immunitatis et libertatis ecclesiastice statusque sa- cerdotalis —. S. I. et a. 4°. Druk van Joh. Winterburger te Weenen (1492—1519; zie Ant. Mayer, Buohdruck und Buchhandel in Wien von 1482 bis 1522 p. 6 en v.). 8 bladen, Goth. letter. Hain 6080. Proct. 9488. Br. Mus. Hl p. 813. Uitgaven in Duitsche taal. 346. Zeichen — Die — der falschen guldin, ym nyderland gemacht und seind Ettliche minczer zu Göttingen yn sachssen, und yn andern stetten verbrant und auf vier thunnen von yn geminczet. Ulm o. J. Plano. —Met houtsnee-afb. Druk van Joh. Zainer omstr. 1482. Goth. letter. Zie K. Haebler, Falsche-Gulden-Blatter in Zeiteehr. f. Bücherfr. XI (1907/8) p. 223. Veröff. d. Ges. f. Typenkunde VI (1912) Taf. 481. Beschadigd ex.; een facsimile is er bij gevoegd. 347. Valerius Maximus, Die geschicht der Römer. [Commentar von Dionysius de Burgo] hab ich Heinrich von Muglein die selben Sprüche und Cronicken betücht in teüttscher zun- gen tausent jar dreü hundertt jar und in dem 69sten jar. Getruckt in Augsburg von Anthonio Sorg 1489. f°. 142 bL Goth. letter. 2 koL Hain 4104 (L v. Burgo) en 11632 (L v. Muglein). Proct. 1709. Br. Mus. II p. 353. De titelwoorden in houtsnede. Houtsnee-initialen, tot op bL 38 met rood bewerkt. Typen met tal van letterverbindingen. 348. Uslegunge der hymbs nach der zitt des gantzen iares, mit ieren herclerungen, und ezponierungen, vast nützliche vOn latin zu tütsch. S. L 1494. 4°. Druk toegeschreven aan Conrad Hist te Spiers, maar in den eat. Br. Mus. onder de niet te bepalen drukken beschreven. 80 bladen (de nummering is foutief, het voorlaatste blad is gen. LXXVII). Goth. letter (ook voor de latijnsche tekstwoorden der hymnen). Hain 2145. Proot. 2426. Cat. Br. Mus. III blz. 710. Voorin geschreven: „das buchlein ist der S. vrsula klöblin" en met een latere hand „Cenobium Altomunster 1570". Ex-libris „comités ab Falkenhayn". 349. Melberius (Joannes) Geroltzhoffiensis, Vocabularius Predican- tium. Vocabularius dictus Variloquus, qui verbum polisemon ac aequivocum lingua Germanica multifariam exponit, praedicantibus utilissimus [Strassburg] Knoblouchus o. J. 4°. Proctor zet de drukkerij van Joh. Knoblouch als 23e pers te Straatsburg op het jaar 1497, en wijst hem twijfelend enkele uitgaven van 1499 en 1500 toe. Hier maakt de drukker zich bekend in vers: Hune nnper librum Knoblouchus rite premebat Cuius apud Tribonos calchographia viget. 164 bladen, Goth. letter (ook voor de Latijnsche woorden die verklaard worden). Bom. letter in bovenschrift op bl. aij en de twee gedichtjes, op den titel en aan het slot. Cop. II 3967. Op den titel een Latijnsch „Hexastichon ad lec(torem]". Enkele beginletters in rood; de verdere niet ingevuld. Eigendomsinscripties van Johannes Hasser en Daniël Wochner. Oude houten band met zwijnsleeren rug en slot; defect. Roode strookjes wijzen het begin van elke nieuwe letter aan. 350. Maxinnlian Rdmischer Künig, Küniglicher Brief [an alle] Curfür- sten Fürsten gaistlichen vnnd weltlichen Prelaten Graven Freien hem Rittern knechten usw. Geben zu vnnsnruEK? 19 Nov. 1499.1 blad. Plano. yuuBpngg w Mandaat tegen Eberhart Hertzog zu Wirtemberg. Gothiaohe letter. 351. Eek von Repchau [Eyke von Repoow], Remissorium mit sambt dem weichbilde und lehenrecht. Gedr. zu Augspure von Hansen Schönsperger 1499. f°. 106 + 122 + 121 bl., 2 koL Goth. letter. Hain-Cop. 13868. Proot. 1801 De auteur noemt zich in den berijmden aanhef (fol. II): Got geb seiner sele rat, der disz buoch getichte hat. Eek von Repchau sein pflege unser f rau Das der seins lones warte in des hymels garte... Daarop volgt een „Cronica de tempore relationis mundi: Von der welt begynne bisz an die wasserflüsse, das Noe die arohen bauwete " Deze croniek loopt tot keyser Wilhalm (graf Wühalm von HollantV op fol. V begint de tekst van het Weichbild, die met een register eindigt op fol. 106. Dan volgen elk met eigen titel en pagineerine het lehenrecht en het remissorium. Een blanoo-bl. aan het einde ontbr Groed specimen van de fraaie Duitsche boeken van de pers van Hans bcnonsperger, in modernen band met sloten. Voorin een stempel ■ Bibliothek der Carlsburg. 352. Cronica — Die — van der lulliger Stat Coellen. Sancta Colonia diceris. quia sanguine tincta Sanctorum. meritis quorum stas undique cincta Ind nait gedruckt mit groissem ernst ind vlijss Johan Koelhoff Burger in Coellen [1499]. f°. — Met vele houtsneden. 354 bL (onvolledig gen.), en 12 registerbL Van den tekst ontbr. 5 bladen waaronder het slot met colophon (D 4, q5, mm 1, nn 3, 4: ook m 3 gedeeltelijk).De titel is bewaard en hier beschreven. Aan het register ontbr. 4 bladen, waaronder een eigen titelblad, dat veelal geheel vooraan geplaatst is, en als hoofdtitel pleegt te worden beschreven. Hier zijn de beschadigde registerbladen achteraan geplaatst. Goth. letter. Hain-Cop. 4989. Proot. 1464. Voull. Köln 324 Br. Mus. I p. 299. Beginletters enz. in rood. Ook vele houtsnee-beginletters. Onder de "lustreerende houtsneden verdienen bijzondere aandacht de karaktenstieke afbeeldingen van Keulen op bL XXX en XLIX. Op bl. CCCXI en COOXII het hoofdstuk „Van der boychdruoker kunst. Wanne, Wae, ind duroh wen is vonden dye vnvyssprechlich nutze kunst boioher tzo drucke". Daarin lezen we: Item dese hoichwyrdige kunst vnrsz is vonden aller eyrst in Duytsohlant tzo Mentz am Rijne. Ind dat is der duytschscher nacion eyn groisse eirlicheit dat sulohe synrijche mynschen syn dae tzo vynden. ind dat is geschiet by den iairen vns heren, anno dni Mocoe-d. ind van der zijtan bis men schreue. 1. wart vndersoicht die kunst ind wat dair tzo gehoirt. Ind in den iairen vns heren do men sohreyff. Mccccl. do was eyn gulden iair, do began men tzo drucken ind was dat eyrste boich dat men druckde die Bybel zo latijn, ind wart gedruckt mit eynregrouer schrifft. as is die schrifft dae men nu Mysseboicher mit aruckt. Item wiewail die kunst is vonden tzo Mentz, als vursz vp die wijse, als dan nu gemeynlich gebruioht wirt, so is dooh die eyrste vnrbyldung vonden in Hollant vyss den Donaten die dae selffst vur der tzijt gedruckt syn. Ind van ind vyss den is genommen dat begynne der vursz kunst, ind is vill meysterlicher ind subtüicher vonden dan die selue manier was, vnd ye lenger ye mere kunstlioher wnrden. Mer der eyrste vynder der druckerye is gewest eyn Burger tzo Mentz. ind was geboren van Straiszburch, ind hiesch jonoker Johan Gudenburch. Item van Mentz is die vursz kunst komen alre eyrst tzo Coelen. Dairnae tzo Straisburch, ind dairnae tzo Venedige. Dat begynne ind vortganck der vursz kunst hait myr muntlich vertzelt der Eirsame man Meyster Vlrich tzell van Hanauwe. boiohdruoker co Coellen noch zertzijt.anno Mccccxcnc durch den die kunst vnrsz ia zo Coellen komen. 353. Buoch — Das — der Croniken vnnd gescbiohten mit figuren vnd pildnussen von Anbeginn der welt bisz auff dise unsere Zeijt: [von Hartmann Schedel]. Durch Georgium Alt ausz dem latein in das teütsch gebracht 1493. Gedr. in der kayserlichen Statt Auspurg durch Hansen Schönsperger 1500. f°. — Met houtsneden. 317 + 13 bL Hain-Cop. 14512. De Duitsche uitgaaf verscheen te Neurenberg nog in hetzelfde jaar als de Latijnsche (n°. 107); de Augsburgsche nadruk verscheen het eerst m 1496; deze herdruk heeft denzelfden houtsneetitel, en al de houtsneden, naar die van Michael Wohlgemut en Wilhelm Pleydenwurff. De tekst op de genummerde bladen 1—317. Aan het slot van de eigenlijke croröek (fol. 295 verso) een niet bij Hain vermeld colophon, waarin de naam van den vertaler. Daarna nog eene reeks landen- en stedenbeschrijvingen (f. 295—317), kaart van Germanie (dubbel blad met ééne bladz. tekst op de voorzijde), Register met houtsneetitel (11 ongen. bladen). 354. Brunn des radts — Disz ist der — Usz wehchem einn bekümerter oder ein betrüpter mensen trost radt vnnd wyszheit Ouch sunderliche beriohtunng entpfahet. O. O. u. J. [Straszburg, J. Groninger, omstr. 1500.] 4° — Met titelhoutsn. 15 bl. waarvan er 4 (vel b) ontbreken. Goth. letter. Hain 11047 L v.: Melibee. De titelprent stelt een geval van mishandeling voor, overkomen aan Melibeo und Prndencia syner huszfrowen, waaraan zich de raadgevingen vastknoopen. Vroegere bezitters: Ds. Schotel en J. L Doedes. 355. Facetus morosus [Reinerius Alemannus], Liber Faceti docens mores hominum, praecipue iuuenum in supplementum illorum qui a moralissimoCathone erant omissi: iuuenibus perutiles Vnacum cum materna lingua Rigmatice impressus. Gedr. in Coellen vp dem Alden mart. Tzo dem wyllden man, by hermannum bungart. z. j. 4°. — Met drukkersmerk. 16 bladen. Goth. letter in verschillende typen voor den Latijnschen en den Duitschen tekst. De schrijver was volgens de inleiding „quidam regens Parisius qui ut dicitur nominabatur Facetus"; enkele regels verder: „dicitur Facetus per ethimologiam quasi fauens cetui, id est placens tam in dictis quam in factis populo." Hain beschrijft van het boek 13 uitgaven, Voulliéme vermeldt zes Keulsche drukken, maar dezen niet. Ook niet het drukkersmerk dat op de laatste bladzijde staat met het colophon, en een titel, afwijkende van dien op het voorste blad (zie de afbeelding). Onder den voorsten titel deze versregels: Moribus ut placeas morosi dogma Faceti Perlege. et in cunctis inde facetus eris Huc iuuenis propera post disthica sacra Cathonis Ne tibi rusticitas quantulacunque siet. Op de keerzijde, onder de inleiding deze Duitsche vertaling: Wilck iunck man rynghen wil na eren Ind gude seden leren Die sal Cathonem volgen na Doch en sy eme niet versma Wat Facetus in der schryfft Leret van seden da he sprycht. ttmmmlonuoöam^uiitttt#j(!c0lorula kitetUnealu tqnunu Vwacu vufaati nofho yïeomatcaccutatcfaue. Jntacptetdtum.Vt iituenum ammfe ntwe «Uaftpofftr, ©e&mckttnCodlcnvp öem §ll> fcn mart. tjo öem itmUöé" martini tycvmaiw büaatt Hs*&ic meret era UbOtae^m Laatste bladz. van: Liber Faceti, Gedr. in Coellen. n°. 366. OVERZICHT NAAR PLAATSEN, DRUKKERS EN UITGEVERS. *) Augsburg. 8. Ulrious en Af ra 1473. Leonardus de Utino, Sermones 1474 9bq Anton Sorg 1475. w Johannes de Turrecremata, De effieacia aque bened. o. 1477 . . 66 Valerius Maximus, Comm. in 't Duitseh 1489 .' 347 Heinricus de Saxonia, Traet. de secretis mulierum 1489 ' ' 304 Hans Schönsperger 1481. ' Eike von Repgow, Remissorium 1499 351 Hartmann Schedel, Buch der Croniken 1500 . . " 350, Joh. Froschauer 1481. De captivis christianis 1498 335 De iurare et blasphemare 1499 .' .* ,' .' .' 336 De futuris christianorum triumphis 1499 . . . 1 337 Erhart Ratdolt 1486 (zie ook Venetië). Boetius, Arithmetica 1488 74 Johannes Angeli, Astrolabium 1488 .....'.'!!!! ° ! | | 302 Basel. Bernhardus Richel 1475. Fasciculus temporum 1482 . t in» Ioannes de Amerbach 1478. Jacobus de Voragine, Legenda aurea 1490 . , 106 Cassiodorus, In Psalterium 1491 \ 312 8. Ambrosius, Opera 1492 .!!!!!.'!! 83 Augustinus, Plura ac div. sermonum opera 1494 324 Albertus de Eyb, Margarita poëtica 1495 [ 325 Petrarca, Libri 1496 Jfj q4 Marsilius Ficinus, De triplici vita 0.1497 ............ 95 Joannes Cassianus, De institutis coenobiorum 1497 ...... 97 Anselmus, Opuscula 1497 .... , " 333 Nicolaus Kesler 1486. Robertus de Litio, Sermones de laudibus Sanctomm 1490 311 Bernardus Clarevallensis, Opus epistolarum 1494 90 Bernardus Clarevallensis, Opus sermonum 1495 .... 88 Michael Furter 1489. Thomas de Aquino, Comment. in epistulas Pauli 1495 , . 91 sTohannes Froben 1491. Biblia 1491 314 ^^JohannesdeLapide, Resolutorinm 1492 316 Johann Bergmann 1494. Lupoldus Bebenburgensis, Qermanorum principum zelus 1497 . . 109 Bologna. ügo de Rugeriis 1474. Vincentius de Bandelis, Tractatus 1481 166 Boccatius, Fabula Tancredi \ 232 Henricus de Haerlem et Math. Crescentinus socii 1482. Nycholaus de Dorbellis, Expos. Metaphys. Aristotelis 1485 .... 167 *) De qjfers 1—119 verwijzen naar den in 1919 verschenen catalogus. Plato de Benedictis 1487. Moyses [Maimonides], Aphorismi 1489 ......... «3 Johannes Baverius de Baveriis, Consilia 1489 29 Matth. Bossus, Sennoin J. Chr. passione 1495. . . * ' 22 Benedictus Hectoris 1493. Cicero, Tusculanae quaestiones 1496 210 Hieronymo da Ferrara [SavonaroU], Bxpoaitione sips. 30!l499 I * 258 Brescia. Boninus de Boninis 1483. Aulus Gellius, Noctes Atticae 1485 .... 13 Jaoobus Britanicus, 1483. Aemylius Probus [Nepos] 1498 224 Solinus, De Mirabilibus mundi 1498 om Gerson ben Mozes Soncino 1491. * Immanuel Machberoth 1491 ,qn Bernardinus Misinta 1492. Cleomedes. Aristides et Dio. Plutarchus 1497 .»..„. «21 Baptista Manhuanus, De patientia 1497 . . . . . ' . '. '. \ ' 222 Chivasso. Jacobinus de Suigo de S. Germano. Angelus de Clavasio, Summa angelica 1486 . . .......... . . , 173 Cremona. Carolus Darlerius. Silvester Prierianus, Opus In Joh. Capreolum 1497 25 Florence. Apud S. Iacobum de Ripoli 1477. Petrarca, Le vite dei pontefici et imperadori 1478 . 9ai Francesco di Dino 1481. Antonio, [Defecerunt vulgare] Interrogatorio 0.1481 . 2a8 Antomo Miscomini 1481. Angnstino(S.),IllibrodelaoitadiDiol483 ... 2aq Bartolommeo di Libri 1482. Homerus 1488 1 Lionardo Aretino. Poggio, Historia 1492 . '. 254 Josepho, Historia della guerra 1493 . . oKK Orpheus 1600 ... «5 Hieronymo da Ferrara [Savonarola], Operette0.1500 250 Francesco Bonaccorsi 1485. ' r- t JaooP.°di messer Poggio, Sopra el Triompho della lama 1485 . 250 Lorenzo di Matthio en Giov. di Piero. Domenico Cavalea, Pungi lingua 1490 . om Zonder naam. ** H oorteggiano s. a 260 Hagenau. Heinrich Gran 1489. Sermones Dormi secure 1493 87 Paulus Wann, Sermones de tempore 1499 340 Michael Lochmair, Sermones de sanctis 1500 . I141 Rosarium sermonum 1500 349 Heidelberg. Drukker van „Lindelbaoh, Praecepta lat." 1485. Bartholomaeus AngUcus, Proprietates rerum 1488 .. 7» Hemnch Knoblochtzer 1489. Jaoobus de Clusa, De valore et utilitate missarum 1493 ....... 321 Keulen. Ulrich Zeil 1466. Aristoteles, De moribus ad Eudemium c. 1470 52 Joh. Nider, Manuale confessornm c. 1470 286 !• - Tractatus de morali lepra 1470 "... 287 Jeronimus, Exposicio symboli e. 1470 288 Aïbertus Magnus, De laudibus Mariae c. 1473 53 Gerardus Zutphanie, Tractatus c. 1488 * [ 303 Gerardus Harderwieensis, Comment. in libros logicae 1494 ... 88 Johann Koelhoff 1472. Cyrillus, Quadripartitus apologeticus c. 1476 58 Jac. de Voragine, Die Sermonen op die evangeliën 1482 118 Thomas de Aquino, Quodlibet 1486 53 Conrad Winters v. Homburg 1476. Vïncentius Bellovacensis, Speculum morale 1476. 67 Murachismns, Mam mot rac tas 1476 290 Gregorins Magnus, Moralia in Job c. 1477 59 Petrus de Harentals, Expositio super pe. 1480 292 Johannes Andreae, Hieronvmianus 1482 63 Joh. Guldenschaiff 1477. Albertus Magnus, Postilla in evang. Johannis c 1477 60, 61 S. Thomas v. Ag., Tractatus de ente et essentia c. 1485 .... 299 Henricus Quentell 1479. Destructorium vitiorum 1480 293 Bijbel (Nedeiduitach)*. 1480 115, 116, 117 Johannes Molitoris, Tabula s. Summam Anthonini 1484 66 Modus confitendi c. 1485 66 Pormula vivendi canonicorum c. 1486 77 Quattuor novissima 1492 317 Boetius, De consolatione philosophiae 1483 85 Steil» clericorum c 1484 86 Dialogus inter clericum et militem c. 1494. 320 Speculum artis bene moriendi c. 1495 329 Guilhelmus de Gouda, Expositio mysteriornm misse s.a. ..... 338 Theodoricus Molner en Conrad Welker v. Boppard c 1486. Lambertus de Monte, Questiones c. libr. de Anima Aristotelis 1486 . 69 Johannes Versor, Questiones sup. Metaphysicam Aristotelis. ... 70 Lambertus de Monte, Circa octo libros Phvsicorum Aristotelis ... 71 Joh. Koelhoff de jongere 1493. Cronica 1499 352 Herm. Bungart 1498. Liber Faceti s.}. . . 355 Leipzig. Marcus Brandis 1481. Johannes Nannis, Glosa super Apocalipsin 1481 295 Cnnradus Kachelofen 1485. Privilegia et indulgentie fratrum min. 1495 326 Martin Landsberg 1492. Paulus Niavis, Judicium Jovis c. 1492 318 Matheolus Perusinus, Tractatulus de praeceptis artif. c. 1492 . . . 110 Cicero, Paradoxa 1492 84 Arnold v. Keulen 1492. Colnmella, Da cultu hortorum c 1496 330 Gregorius Böttiger 1492. Balthazar, Conclusiones 1494 322 Melchior Lotter 1495. Johannes Peyligk, Philisophiae naturalis compendium 1499 . . . . 102 Wolfgang (Stöckel) v. München 1495. Joannitius, Isagoge in iegni Galieni prim. lib. medicinae 1497 ... 113 Lissabon. Eliëzer Toledano 1489. Mozes ben Nachman, Chiddoesjei ha-Thora 1489 120 Abudarham 1489 _ 121 Lübeck. Steffen Arndes 1487. De Biblie 1494 119 Lyon. Johann Siber 1481. Guillelmus Durantus, Speculum judiciale 46 Math. Huss 1482. Panormitanus, Processus iudiciarius o. 1490 . . . 262 GuiL Balsarin 1487. Compendium sacre theologie 1490 261 Io. Trechsel. Guilhelmus de Ockam, Super IV libros sententiarum 1495 .... 47 Johannes Ganivetus, Amicus medioorum 1496 48 Augustinus, Opus quaestionum 1497 269 Avicenna, Canon de medicina 1498 51 Jac. Mallietus 1489. Ovidius, Metamorphosis 1497 i 270 Steph. Gueynard. Pius II, Epistole et traot. 1496 287 Mainz. Petrus Priedbergensis 1493. Joh. Tritemius, De vanitate 1495 328 Joh. Tritemius, Catalogus UIustrium virorum 1495 \ 108 Mantua. Paulus Butzbach 1472. S. Hieronymo, Le rite di sancti padri c. 1475 246 Abraham ben Salomo Conat 1476. Juda ben Jechiël, Nofeth Tsoefiem, vóór 1480 122 Vincentius Berthocus 1498. Baptista Mantuanus, Adolescentia 1498 . < 223 Memmingen. Aibertus Kunne de Duderstat 1479. Alphabetum divini amoris, ed. Thomas 1489 '. 306 Matheus de Krachkovia, Tractatus 1491 315 Tractatus descriptionum morborum [sor. Arn.de Villanova] 1496 . 111 Milaan. PhiL de Lavagna 1472, of Chr. Valdarfer ? Diotys Cretensis, Ephimeris 1477 153 Leonhard Pachel 1478. Meditationes super passionem o. 1488 176 Jo. Gerson [Thomas a Kempis], Liber de imitatione Christi 1488 '. * 177 Sixtus IV, Literae 0. 1488 (bis) 178 179 Suetonius, De vita XII caesarum 1494 ' 21 Ulricus Scinzenzeler. Lucianus, De veris narrationibus etc. 1497 220 Samuel Cassinensis, Reseratio 1498 .'!''*' 226 Demetrius Chalcondylus Io. Bissolus Bened. Mangius 1499. ' Suidas, Lexicon graecum 1499 I49 Modena. Johannes Vurster 1474. Matheus Silvaticus ninico Rocociolo 14j Anfc Thebaldeo, Opere 1498 m 257 Matheus Silvaticus. Liber nanHect.ariiTn morliniTioo iava „n Napels. Chajjiem ben Izak ha-Levie Aschkenazie 1486. Misjlei 1486 ... Jozef Aschkenazie 1487—90. Abraham ibn Ezra, Peiroesj ha-Thora 1488 ij» Makrei Dardekei 1488 133 Bachja ibn Pakoeda, Choboth ha-Lebaboth 1489 ........ 184 Kalonymos ben Kalonymos, Eben Bochan 1489 135 Mozes ben Nachman, SjaSr ha-Gemoel 1490 136 Mozes ben Nachman, Peiroesj ha-Thora 1490 .... Kol Bo 1490? , . . ' ' 1M Izak ibn Catorzo 1491. David Kimohi, Seifer ha-Sjarasjiem 1491 .... 139 Asriel ben Jozef Aschkenazie 1491. Avicenna, Ha-Kanon ha-Gadol 1491/2 140 Bachja ben Ascher, Bioer al ha-Thora 1492 1 ' " ' 141 Jozua Salomo ben Israël Nathan Soncino 1490. Misjna 1492 . . . -ija Neurenberg. Antonius Koburger 1471. Boetius, De consolatione philosophie 1476 ........ 56 Nicolaus de Lira, Postüla 1481 294 Henricus Herp, Speculum aurenm preceptorum 1481 ...!!! 62 Jacobus Januensis, Legenda sanctorum 1482 ....... '. 296 Vincentius Bellovacensis, Speculum historiale 1483 1 '. '. '. '. '. 104 Anthoninus, Summa theologica 1486—1487 , 72 Bonaventura,PerlustratioinIetIILSententiarnml491 . . . . . 82 Hartmannus Schedel, Liber oronicarum 1493 . 107 Boetius, De consolatione philosophie 1495 ........ * * 93 Biblia, cum postilüs Nicolai de Lyra 1497 98 Juvenalis 1497. J 334 Conrad Zeninger 1480. Tractatus brevis et perutilis pro infirmis visitandis 300 Georg. Stuchs 1484. Joh. Gerson, Opera 1489 306 Conradus Celtes, Ars versificandi c. 1490 . . . 308 Peter Wagner 1490. Dionysius, Specula omnis status humane vite 1495 ... 92 Casp. Hochfeder 1491. Thomas de Kempis, Opera 1494 . 333 Padua. Laurentius Canozius 1472. Bartholomaeus de Montagnana, Consilia medica 28 Matth. Cerdonis de Windischgrecz 1482 ? Eneas Silvius, de amore z.j.. , 172 Parma. Deiphobus de Oliveriis 1483. Lucanus, Pharsalia 1483 166 Parijs. Guiot Marchant, in alma Par. aoad. 1483. Publ. Faustus Andrelinus, Livia, 1490 263 „ „ Carmen 1490 ' 264 Aristoteles, Ethica 1496 ' • • • *j» Ant. Mancinellus, Carmen de floribus etc. 1497 271 Joannes Higmanus et Volgangus Hopilius 1488. Jordanus Nemorarius, Elementa arithmetica 1496 4Q PhiL Pigouchet 1489. *" Le dialogue de consolation 1499 . . . bok Simon Vostre 1492. Le dialogue de consolation 1499 .... oor Andreas Bocard 1491. » .. I'?b*rtn» Gaguinus, De origine et gestis Francorum 1497 . . 50 Pehx Balligault 1493. .... au Publ. Faustus Andrelinus, Elegie 266 Johannes Caron, Ad Erh. Bertotum . . . '970 Jehan Petit 1496. * Juvenalis 1498 072 De mundicia sacerdotum 0.1600 275 Thomas de Aquino, Confessionale 0.1600 276 Diodorus Sioulus 0.1600 278 Baptista Mantmanus, Parthenice Mariana e. 1608 279 >» a Anreum opusculum 0.1600 280 „ Parthenice Catharinaria c 1600 ..].** 281 » „ De calamitatibus temporum 1502 ... ' 282 Alphabetum sacerdotum c. 1600 " ooó Ge. Wolf en Thielman Kerver 1497. Juvenalis 1498 979 Dyonisius Roce 1497. * Lavacrum consciëntie o. 1600 274 Bonaventura, Stimulus divini amoris c. 1500 . - r «77 Claude Jaumar 1497. Ant. Mancinellus, Carmen de floribus 1497 971 Rob. Gourmont 1498. Publ. Faustus Andrelinus, De obitu Car. VILT . 2fiK Francois Regnault 1500. Cassiodorus, Hystoria tripertita c. 1500 284 Paria. Antonius Carchanus 1476. Christophorus Barzizrus, Introductorium ad medicinam 1494 ... 30 Reggio. Pranciseus de Mazalibus. Appianus, De bellis civilibus 1494 203 Reutlingen. Joh. Otmar. Ropertus Holgot, Super libro? Sapientie 1489 307 Rome. Conradus Sweynheym et Arn. Pannartz 1487. Cicero, Opera 1471 lK1 Georg Lauer 1470. Thomas de Aquino, Quodlibeta c. 1470 . 7 Arnoldus Pannartz 1474. Seneca Epistolae 1475 lfio (Hebreeuwsche drukkerij) voor 1480. Mozes ben Maimon, Moré Nebochiem ... 103 Salomo ben Izak, Peiroesj'al ha-Thora ..."* ' " ' 124 Stephan Planck 1479. Alexander Cortesius, Oratio 1483 164 Bartholomaeus Scala, Oratio 1484 168 Ludovicus Imolensis, Oratio s.a I97. Petrus Gravina, Oratio 1493 191 Jason Maynus, Epithalamion 1494 ) 195 Jo. Ant. Campanus, Oratio s.a 243 Albertus Magnus, Liber aggregationis s. a. . '. 31 Eucharius Silber al. Franck 1480. Cicero, De verborum copia 1487 . 174 Benedictus de Nursia, De conservatione sanitatis, vóór 1492 . . '. 32 Campanus, Opera 1495 205 Conjuratio malignorum spirituum s. a 241 Tabula christianae religionis s. a 240 Antonius Mancinellus, Carmen de floribus s. a 239 Drukker van Herodianus 1493. Herodianus 1493 . 102 Dio, Nervae et Traiani vita 1493 193 Martinus de Amsterdam en Io. Besicken 1500. Conjuratio malignorum spirituum 1500 242 Zonder naam. De utilitate missae _ 244 Scandianö. Peregrinus Pasqualus. Appianus, Romana historia 1495 204 Soncino. Jozua Salomo ben Israël Nathan Soncino 1483. Salomo ibn Gabirol, Mibchar ha-Penieniem 1484 125 Jedaja Bedarschi, Bechienath ha-'Olam 1484 126 Nebieiem Risjoniem 1485 127 Albo, 'Ikkariem 1485 . . . . ; 128 Gerson ben Mozes Soncino 1488. Mozes ben Maimon, Misjné Thora 1490 129 Spiers. Georgius de Spira. Joh. de Tambaco, Liber de consolatione theol. c. 1478 291 Peter Drach 1477. Martinus (Polonus), Margarita decreti 1485 298 Ludolfus Carthusiensis, Expositio in Psalterium 1491 313 Thesaurus Magistri sententiarum 1495 327 Conr. Hist 1483. Uslegunge der hymbs 1494 348 De septem horis canonicis o. 1496 332 Straatsburg. De R-drukker o. 1464. Vincentius Bellovaeensis, Speculum historiale 105 Heinrich Eggestein 0. 1466. Chynus de Pistorio, Lectura super Codice 114 Drukker van Henricus Ariminensis 1472. Joh. de Tambaco, Liber de consolatione theol. o. 1478 291 Georg Husner 1473. Discipulus (Johannes Herolt), De eruditione Christifidelium ... 54 Joh. Reinhard Grüningen 1483. Mammotrectus 1489 78 Panormitanus, Processus iudiciarius o. 1490 262 Hervicus de Amsterdamis, Oratio funebris 1498 99 Brunn des radts z. j 354 Johann Prüa 1483. Johannes de Gerson, Opera 1488 75 Augustinus, Sermones ad heremitas s.a 76 319 Ortus sanitatis • •■» 110 Martyrologium 1499 . 100 Terentius s. a , \ 344. Drukker van Jordanus de Quedlinburg. Guilhelmus Durantus, Rationale divinorum officiorum 64 Johannes de Turreeremata, Glosa psalterii 1486 67 Johannes de Tnrrecremata, Questiones evangeliorum 1487 . . '. '. 301 Petrus de Ailliaco, Tractatus et sermones 1490 80 Michael de Ungaria, Sermones 1490 .' 81 Gregorius Papa, Pastorale 1496 ' 331 Mart. Flach 1487. ■ • • . Bonaventura, Tractatus et libri 1489 79 Prid. Meokenlocher, Casus 1490 !!!!!!! 309 Sermones thesauri novi 1490,91 [ [ 310 Bernardus, Sermones super Cantica canticorum 1497 [ 96 Johannes Herolt, Sermones discipuli 1499 101 Joh. Bapt. Gratia Dei, Liber de conf utatione hebraice secte 1500 . . 343 Joh. Knoblouch 1497. Jo. Melberius, Vocabularius Predicantium .... 349 Wilhelm Schaffener 1498. Modus legendi abbreviaturas 1499 339 Z. n. Joha nnes Herolt, Sermones de tempore 1484 297 Toulouse. Heinrich Mayer 1484. Guiüerinus Gorris, Scotus pauperum 45 Treviso. Michael Manzolinus 1476. Caesar, De bello gallico 1480 10 Gerardus de Flandria. Petrus Haedus, De amoris generibus 1492 189 Ulm. 1 Joh. Zainer. Die Zeichen der falschen Gulden c. 1482 346 Venetië. Franciscus Hailbrun 1471. Robertus de Litio, Opus quadragesimale de penitentia 1472. ... 8 Johannes de Colonia et Johannes Manthen 1474. Tibullus. Catullus. Propertius 1475 9 Erhardus Ratdolt 1476. Mela, Geographia 1482 158 Jo. de Sacro Busto, Sphaerioum opusculum 1482 159 Eusebius, Chronicon 1483 160 Fasciculus temporum 1484 [ 161 Jo. de Sacro Busto, Sphaerioum opusculum 1485 162 Alchabitius, Liber ysagogious Abdilasi 1485 163 Joannes et Gregorius de Gregoriis 1482. Boetius, Opera 1491,1492 18 Antonius Gazius, Florida corona medicinae 1491 35 Petrarca, Epistolae 1492 j, , 19 Joannes de Ketham, Fasciculus medicinae 1495 39 Postilla super psalterium 1496 [ \ 24 Ootavianus Scotus 1480. Dante Alighieri, Cantica overo Comedia 1484 43 Johannes Capreolus, Liber IV defensionum 1484 '. 166 Almansor, Liber nonus 1490 34 Paulus Venetus, Quadratura 1493 190 Ptolemaeus, Liber quadripartitus 1493 20 5 Lactantius, De divini? institutionibus 1494 201 Pranciscus Philelphus, Epistolae 1496 , \ 208 Orosius, Historiae 1499 '. '. . 233 Antonius de Strata de Cremona. Antonius, Confessionale in vulgari sermone 1486 261 Antonio della Paglia e. a. 1480. Phalaris, Epistolae 1481 166 Baptista de Tortis 1481. Ovidius, Fasti 1482 H Corpus juris civilis 1494—96 , 40 Corpus juris eivilis 1499—1601 41 Johannes Herbort de Selgenstat 1481. Biblia Latina 1484 12 Antonius Pasqualinus de S. Germano. Laurentius Vallensis 1487 16 Andrea di Toresani de Asola 1481. S. Gregorius papa, Dyalogo. 1487 262 Bernardinus de Tridino 1483. Horatius 1486 170 Bernardus Benalius et socii 1488. Salustius 1485 . 169 Jaoobus Phil. Bergomensis, Supplementum cronicarum 1486 ... 171 Eusebius Pamphüi, Deevangeliea praeparatione 1497 217 Georgius Arrivabenus 1483. Baptista Trovamala, Summa Rosella 1496 206 Mattheus Capcasa 1486. Franc. Philelphus, Epistolae 1495 208 Hannibal Foxius( ?) 1485. Alexander Sermoneta. Rodulphus Strodus 1488 , « 180 Bonetus Locatellus 1486. Almansor, Liber nonus 34 Paulus Venetus, Quadratura 1493 190 Ptolemaeus, Liber quadripartitus 1493 ............ 20 Lactantius, De divinis institutionibus 1494 201 Nicolaus Battibovis 1486. Lucanus, Pharsalia 1486 14 Guiglielmo de Monte Fera (Gulielmus Tridinensis de Monteferato) 1486. Nestor Dionisius Novariensis, Vocabularium 1488 ........ 175 Thomas Aquinas, Commentaria in Aristot. 1489 ......... 182 Ioannes Rubeus 1486. Vitae Caesarum (Script, hist. Aug.) 1490 183 Plinius, Epistolae c. 1490 184 Macrobius, In somn. Soipionis. Saturnalia 1492 . ........ 188 Strabo, De situ orbis 1494 200 Justinus. Plorus c. 1494 202 Bartholomaeus de Zanis de Portesio 1486. Statius 1494 , 199 Plinius Secundus, Naturalis Historia 1496 214 Plutarchus, Vitae 1496 , . . 215 Valerius Maximus 1497 218 Paganino de Paganini 1487. Lucas de Burgo [Pacioli], Summa de arithm. 1494 . 266 Ioannes Haman dictus Hertzog 1487. Rolandinus, Flos testamentorum 1489. 181 Joannes de Monte regio, Epitoma in almag. Ptolemaei 1496 .... 23 Antonius de Bitonto, Sermones 1496 1 212 Bernardinus de Choris de Cremona 1488. Plato 1491 17 Cicero, De officiis 1492 187 Christophorus de Pensis 1488. Gabriel Zerbus, De cautelis medicorum 1495 38 Laurentius Valla, Elegantiae 1496 209 Dionisius, De situ orbis 1498 227 Orosius, Historiae 1499 283 Appianus, De bellis civ. Romana hist. 1600 234 Polydorus Vergilius, Proverbiorum libellus 1500 26 Theodorus de Regazonibua de Asula 1488. Salustius 1492 186 Lucantonius [Junta] 1489. Virgilius 1500 236 Philippus Pincius 1490. Articella 1491 36 Virgilius 1491 16 Cicero, Epistolae c. 1494 194 Papias, Vocabulista 1496 211 Nonius Marcellus. Festus. Varro 1496 213 Macrobius 1500 235 Simon Bevilaqua 1492. Terentius 1495( t) 207 Plautus 1499 229 Joannes de Cereto al. Taeuinus de Tridino 1492. Ausonius, Epigrammata 1494 198 Diodorus Sicuïus 1496 . . : 216 Valerius Probus 1499 231 Nicolaus de Lyra, Postilla 1500 237 Nannis, Questiones super mutuo iudaico et civili «. . . 42 Ioannes Petrus de Quarengis 1492. Statius 1498/99 228 Bernardinus de Vitalibus 1494. Egidius, Carmina de urinarum indiciis 1494 37 Publ. Faustus Andrelinus, Amores 1501 (1502) 245 Aldus Manutius 1495. Theodorus Gaza en Apollonius grammaticus gr. 1495 3, 143 Thesaurus cornucopiae gr. 1496 4, 144 Aristoteles, Opera t. IV gr. 1497 5, 145 Urbanus, Institutiones gr. et kit. 1497 146 Jamblichus. Proclus. Porphyrius al. 1497 219 Epistolae gr. 1499 . . 6, 147 Hypnerotomachia 1499 44 Simon de Luere 1497. Egidius Bomanus, Expositio super Aristot. 1499 230 Barth. Justinopolitanus Gabr. Brasicheü. Jo. Bissolus Ben. Mangius 1498. Phalaris, Epistolae gr. 1498 148 Zacharias Calliergos 1499. Etymologicon magnum gr. 1499 150 Z. n. Laurentius Valla, Dialectica c. 1500 238 Verona. Petrus Maufer 1480 Josephus, De bello Judaico 1480 ...... Boninus de Boninis 1481. Blondus Flavius, Roma instaurata etc. 1481, 82 Vicenza. Leonardus de Basilea et Gulielmus de Papia 1491. Buclides, Liber elementorum 1491 185 Weenen. Joh. Winterburger 1492. Immunitatis.... def ensio .................. 345 Zonder plaats. Jason de Mayno, Oratio in funere Hieronymi Torti 1484 196 Maximilian, Künigl. Brief. Innsbr. 1499 350 164 157 REGISTER.1) Abdilazi 163. Abraham aben Ezra 48. Abraham ben Melribn Ezra 132. Abudarham 121. Acciaiuoli (Don.) 264. Aegidius Romanna [Columna] 230. Aelius Dionysius 4. Aemilius Pro bus 224. Aeneas Sylvius Piccolomini 172, 267. Ailliaco (Petrus de) 80. Albertns de Eyb 326. Albertus Magnus 31,63,60, 61,261. Albo (Jozef) 128. Alchabitius 163. Alcinous 219. Alexander de Ales 24. Alexander Aphrodisiensis 5. Alexander Cortesius 164. Alexander Sermoneta 180. Almansor 20, 34. Alphabetum divini amoris 306. Alphabetum sacerdotum 283. Alt (Gregorius) 363. Ambrosius (S.) 83. Andreae (Joannes) 46, 63. Andrelinus (Publ. Faustus) 245, 263. 264, 265, 266. Angelus de Clavasio 173. Angelus Politianus 192. Annius (Joan.) 42. Anselmus 333. Antoninus 72,261. Antonio (frate) 248. Antonio Thebaldeo 257. Antonius de Bitonto 212. Antonius Mancinellus 236, 239,271. Apollonius, 3, 143. Appianus 203, 204, 234. Aquinas (Thomas) 7, 56, 68, 85, 91, 93, 182, 276, 299. Are tin us (Franc) 166. Aretinus (Leonardus) 52, 254, 268. Aristides 221. Aristoteles 5, 52,145,230, 268. Arnoldus de Villa nova 111. Articella 36. Arzignanensis (Oliverius) 218. Ascensius (Jod. Badius) 279,281. *) De cijfers 1—119 verwijzen naar d Augustinus 76,249,269, 319,324. Ausonius Peonius 198. Avancius 228. Avioenna 51,140. Bachja ben Ascher 141. Bachja ben Jozef ibn Pakoeda 134. Badius (Jod.) 279, 281. Baldus 46. Balthasar 322. Bandelis (Vine. de) 165. Baptista de Guarinis 181. Baptista Mantuanus 222, 279, 280, 281, 282. Baptista Trovamala 206, 228. Barsinus (Joan. Anton.) 30. Bartholomaeus de Alten 163. Bartholomaeus Anglicus 73. Bartholomaeus Fatius 174. Bartholomaeus de Montagnana 28. Bartholomaeus Scala 168. Barzizius (Cristof.) 30. Basilius Magnus 6, 147. Baverius (Joh.) de Baveriis 29. Bebenburgensis (Lupoldus) 109. Bechienat ha Olam 126. Bekenhaub (Joh.) 82. Benedictus de Nursia 32. Bergomensis (Jao. Phfl.) 171. Bernardinus de Busti 342. Bernardus Clarevallensis 89, 90, 96. Bernardus Saracenus 229. Beroaldus (Phil.) 21, 210,232. Bethem 20. Biblia 12, 98, 314. Bioer al ha Thora 141. Bitonto (Antonius de) 212. Blondus Flavins 157. Boccacius 232. Boetius 18, 56, 74, 85, 93. Bonaventura 79, 82, 277. Bossus (Matth.) 22. Brunn des radts 354. Brunus (Leon.) 254. Buch der Croniken 353. Burgo (Dion. de) 347. Burgo (Lucas de) 256. Busti (Bernardino de) 342. i in 1919 verschenen catalogus. Buzius (Petr.) 30. Bijbel, 115—117, 119. Caesar 10. Calderinus (Dom.) 16. Calphurnius (Io.) 207. Campanus (Io. Ant.) 185, 205, 243. Candidus 203, 204, 234. Capranica (Domin.) 329. Capreolus (Joh.) 166.' Captivi christiani 335. Cararia (Joan. Jac.) 39. Carazolus (Bob.) 311. Caro (Hugo de 8.) 24. Carolus Valgulius 221. Caron (Johannes) 273. Cassianus (Joan.) 97. Cassinensis (Samuel) 226. Cassiodorus 284, 312. Cassius Dio 193. Catullus 9. Cavaloa (Domenico) 253. Celtes (Conradus) 308. Chaboth ha Lebaboth 134. Chalcondylas (Demetr.) 1. Chiddoesjei ha Thora 120. Christophorus Landinus 170. Chynus de Pistorio 114. Cicero 151, 187, 194, 210. Cicero (ps.), De verborum copia 174. Clarius (Hier.) 40. Clavasio (Angelus de) 173. Cleomedes 221. Clusa (Jacobus de) 321. Columella 330. Oolumna (Aegidius) 230. Columna (Franc.) 44. Comestor (Petrus) 53. Compendium saore theol. 261. Conjuratio 241, 242. Conradus Celtes 308. Corpus juris 40, 41. Corteggiano 260. Cortesius (Alexander) 164. Cronica v. Coellen 352. Cyrillus 58. Damascenu3 (Joan). 33. Dante 43. David ben Jozef Kimchi 139. Defensio immunitatis ecoL 346. Demetrius Chalcondylas 1. Desparts (Jac.) 51. Destructorium vitiorum 293. Dialogue de consolation 285. Dialogus int. clericum et mil. 820. Dictys Cretensis 153. Dio, De concordia 221. Dio Cassius 193. Diodorus Siculus 216, 278. Dionysius (Aelius) 4. Dionysius de Burgo 347. Dionysius Cartusiensis 92. Dionysius (Nestor) 175. Dionysius, De situ orbis 227. Discipulus 54, 101. Domenico Cavalca 253. Dominicus Capranica 329. Domitius 199, 228, 236. Donato Acciaiuoli 264. Donatus 16, 207, 236, 344. Dorbellis (Nicolaus de) 167. Dorinck (Matth.) 98, 294 Durantus (Guil.) 46, 64. Eben Bochan 135. Eek von Repchau 351. Egidius Corboliensis 37. Egidius Romanus 230. Epistolae 6, 19, 147. Etymologicon magnum 160. Euclides 185. Eusebius Pamphili 160, 217. Eustathius 4. Eyb (Albertus de) 326. Faber (Joan.) 49. Facetus 355. Fasciculus temporum 103,161. Fatius (Bartholom.) 174. Faustus Andrelinus (Publ.) 245, 263, 264, 265, 266. Festus Pompeius 213. Ficinus (Marsilius) 17. Flavius(Blondus) 157. Florus 202. Formula vivendi 77. Franciscus Aretinus 156. Franc, le Boy 285. Franciscus Philelphus 208. Frascaria (Ant.) 39. Fridericus Meckenlocher 309. Fulgineo (Gent. de) 36,37. Gaguinus (Rob.) 60. Galenus 36. Ganivetus (Joh.) 48. Gaza (Theodorus) 143. Gazius (Ant.) 35. Gellius 13. Gentilis de Pulgineo 36, 37. Georgius Alt 353. Georgius Purbaohius 159, 162. Georgius Trapezuntius 217. Gerardus Cremonensis 51. Gerardus Harderwicensis 88. Gerardus van Vliederhoven 317. Gerardus Zutphanie 303. Gerson (Joh.) 75,177, 306. Gilbertus 96. Gorris (Guillerinus) 46. Gouda (Guilhelmus de) 338. Gratia Dei (Joh. Bapt.) 182,343. Gravina (Petrus) 191. Gregorius (8.) 59,252, 331. Guarinis (Bapt. de) 181. Guillelmus Durantus 46, 64. Guillerinus Gorris 45. Guilhelmus de Gouda 338. Guilhelmus de Ookam 47. Eaedus (Petrus) 189. Ha Kanon ha gadol 140. Harentals (Petrus de) 292. Hartmann Schedel 107, 363. Heinrich van Muglein 347. Heinricus de Saxonia 304. Hermes 20. Herodianus 3, 192. Herolt (Joh.) 54,101, 297. Herp (Henr.) 62. Hervicus de Amsterdammis 99. Hieronymus Clarius 40. Hieronymo (S.) 160, 246. Hieronymo da Ferrara 258, 269. Hippocrates 36. Hirtius (A.) 10. Hispalensis (Io.) 163. Holgot [Holoot] 307. Homerus 1. Horae canonicae 332. Horatius 170. Hortus Sanitatis 112. Hugo de S. Caro 24. Hypnerotomachia 44. Ikkariem 128. Immanuel ben Salomo 130,131. Imolensis (Ludovicus) 197. Jacobus de Clusa 321. Jacobus Januensis 296. Jacobus de Partibus 51. Jaoobus Philippus Bergomensis 171. Jacobus de Voragine 106, 118,296. Jacopo di Messer Poggio 250. Jamblichus 219. Jason de Mayno 196,196. Jedaja ben Abraham Bedarschi 126. Jeronimus 288. Joannes Andreae 46, 63. Joannes Ant. Campanus 205,243. Joannes Calphurnius 207. Joannes Cassianus 97. Joannes Damascenus 33. Joannes Faber Stapulensis 49. Joannes Gabriel Senensis 84. Joannes Gerson 177. Joannes Hispalensis 163. Joannes de Ketham 39. Joannes Melberius 349. Joannes de Monteregio 23, 159, 162. Joannes a Sacro busto 159,162. Joannitius 36, 113. Jodocus Badius Ascensius 279, 281. Johannes Angeli 302. Johannes Baptista Gratia Dei 182, 343. Johannes Bekenhaup 82. Johannes Bonaventura 79, 82,277. Johannes Capreolus 166. Johannes Caron 273. Johannes Ganivetus 48. Johannes Genuensis 78. Johannes de Gerson 75, 306. Johannes Herolt 54,101, 297. Johannes de Lapide 316. Johannes Marchesinus 78, 290. Johannes Molitoris 65, 72. Johannes Nannis 295. Johannes Nider 286, 287. Johannes Peyligk 102. Johannes Quentin 277. Johannes Rynman 340, 34L Johannes Saxonie 163. Johannes de Tambaco 291. Johannes Tritemius 108, 328. Johannes de Turre oremata 55, 61, 67, 301. Johannes de Verdena 87. Johannes Versor 70. Jordanus Nemorarius 49. Josepho Ebreo 256. Josephus (Flavius) 154. Juda ben Jechiel 122. Juda ha Nasie 142. Juda ben Saul 125. Jurare et blasphemare 336, Justinus 202. Juvenalis 272, 334. Kalonymos 135. Kempis (Thomas a) 177, 323. Ketham (Joan. de) 39. Kitzscher (Frid. de) 84. Kol bo 138. Kraehkovia (Math. de) 315. Lactantius Firmianus 199,201,228. Lambertus de Monte 69, 71. Landinus (Christoph.) 16, 43,170, 236. Lapide (Joh. de) 316. Laurentius Vallensis 15, 209,238. Lavacrum conscientiae 274. Leon 122. Leonardus Aretinus 52, 268. Leonardus Brunus 254. Leonhardus de Utino 289. Le Boy (Franc.) 286. Libanius 6. Lionardo Aretino 264. Lira (Nicolaus de) 98,119,237,294. Litio (Robertus de) 8, 311. Lochmair (Mich.) 341. Lombardus (Petrus) 327. Lucanus 14, 166. Lucas de Burgo 256. Lucianus 220. Ludolphus de Saxonia 313. Ludovicus Imolensis 197. Lupoldus Bebenburgensis 109. Lycius (Proclus) 2. Lyra (Nicolaus de) 98,119,237,294. Maohberoth 130. Maorobius 188, 236. Maimonides 33, 123,129. Makrei Dardekei 133. Mammotrectus 78. Mancinellus (Antonius) 236,239,271. Mantuanus (Baptista) 222, 223, 279, 280, 281, 282. Marchesinus (Joh.) 78, 200. Marlianus (Raym.) 10. Marsilius Fioinus 17, OS, 219. , Marsus (Petrus) 187. Marsus (Paulus) 11. Martinus Polonus 298. Martyrologium 106. Matheolus Perusinus 110. Matheus de Krachkovia 316. Mattheus Moretus 27. Mattheus Palmerius 160. Mattheus Silvaticus 27. Mathias Dorinok 98,294. Maturantius 199, 228. Maximilian Bom. K. 360. Mayno (Jason de) 195, 196. Meckenlocher (Frid.) 309. Meditationes 176. Mela (Pomponius) 158. Melberius (Joannes) 349. Messahallach 20. Mibchar ha Peniemiem 126. Michael Lochmair 341. Michael de Ungaria 81. Misjlei 131. Misjna 142. Misjné Thora 131. Missa 244. Modus eonfitendi 66. Modus legendi abbreviaturas 339. Molitoris (Joh.) 65, 72. Montagnana (Barth. de) 28. Monte (Lambertus de) 69, 71. Monteregio (Joan. de) 23,159,162. Moré Nabochiem 123. Moretus (Matth.) 27. Morsianus (Petr. Andr.) 39. Moyses (Raby) 33. Moses ben Maimon 123, 129. Mozes ben Naehman 120,136,137. Muglein (Heinr. von) 347. Mundicia sacerdotum 275. Mundinus 39. Murachismus 290. Nachmanides 120, 136, 137. Nannis (Job.) 42, 296. Nebieiem Risjoniem 127. Nemorarius (Jordanus) 49. Nepos 224. Nestor Dionysius 175. Niavis (Paulus) 318. Nicolaus de Dorbellis 167. Nicolaus de Lira 98,119, 237,294. Nicolaus de Tudeschis 262. Nider (Johannes) 286, 287. Nofath Tsoefiem 122. Nonius Marcellus 213. Novissima (Quatuor) 317. Ockam (Guilh. de) 47. Oliverius Arzignanensis 218. Oppius 10. Orosius 233. Orpheus 2. Ovidius 11,270. Pacioli 266. Palmerius (Matth.) 160. Panormitanus 262. Papias 211. Paulus Alexius Sulpicianus 174. Paulus Burgensis 98. Paulus Marsus 11. Paulus Niavis 318. Paulus Venetus 190. Paulus Wann 340, 341. Peiroesj ha Thora 124,132,187. Peonius (Ausonius) 198. Perusinus (Matheolus) 110. Petraroa (Fr.). 19,94,247. Petrus de Ailliaco 80. Petrus Comestor 53. Petrus Gravina 191. Petrus Haedus 189. Petrus de Harentals 292. Petrus Lombardus 327. Petrus Marsus 187. Petrus de Tusignano 34. Petrus de Vnozola 180. Petrus Valla 229. Peyligk (Joh.) 102. Phalaris 148, 156. Philaretus 36. Philelphus (Franc.) 208. Philippus Beroaldus 21,210,232. Piccolomini (Aeneas Silvius) 172. PiusII 172,267. Plato 17. Plautus 229. Plinius, Epistolae 184. Plinius, Nat. hist. 214. Plutarchus, Praecepta 221. Plutarchus, Vitae 215. Poggio 216, 250, 264. Politianus (Ang.) 192. Polonus (Mart.) 298. Polydorus Virgilius 26. Pomponius 186. Porphyrius 219. Postilla 24. Prierano (Silv. de) 25. Priscianus 158, 219. Privilegia et indulgentiae 326. Probus (Aemilius) 224. Probus (Valerius) 231. Proclus 2, 219. Propertius 9. Prosper 160. Psellus 210. Ptolemaeus 20. Purbaehius (Georg.) 159,162. Pythagoras 219. Quatuor novissima 317. Quentin (Joh.) 277. Raphael Regius 270. Rases 33. Raymundus Marlianus 10. Regius (Raphael) 270. Reinerius Alemannus 365. Repgow (Eyke von) 361. Robertus Gaguinus 50. Robertus de Litio 8, 311. Rolandinus 181. Rolevinck (Werner) 103 161. Ropertus Holkot 307. Rosarium sermonum 342. Rynman (Joh.) 340, 341. Sacro busto (Jo. a) 150, 162. Salomo ben Izak 124. Salomo ben Juda. ibn Gabirol 125. Salustius 169, 186. Samuel Cassinensis 226. Saracenus (Bernardus) 229. Savonarola 258, 259, 260. Scala (Barthol.) 168. Schedel (Hartmann) 107, 363. Scotus 45. Scriptores hist. Aug. 183. Seifer ha Sjarasjiem 139. Seneca (L. Ann.) 152. Sermones dormi secure 87. Sermones thesauri novi 310. Sermoneta (Alex.) 180. Servius Maurus Honoratus 16, 236. Silvaticus (Math.) 27. Silvester de Prierano 26. Sixtus IV 178, 179. Sjaar ha Gemoel 136. Solinus (C. Juk) 226. Spartianus (Aelius) 183. Speculum artis bene mor. 329. Speusippus 219. Statius 199, 228. Stella clericorum 86. Strabo 200. Suetonius 21. Suidas 149. Sulpicianus (Paulus Alessius) 174. Summa Rosella 206. Supplementum cronicarum 171. Synesius 219. Tabula christianae religionis 240. Tambaco (Job. de) 291. Terentius 207, 344. Tertullianus 201. Thebaldeo (Ant.) 267. Theodorus Gaza 143. Theophilus 36. Theophrastus 5, 145. Thesaurus cornucopiae, 4, 144. Thesaurus magistri sententiarum 327. Thomas Aquinas 7, 56, 68, 85, 91, 93, 182, 276, 299. Thomas a Kempis 177, 323. Tibullus 9. Tractatus descriptionum morborum 111. Tractatus pro infirmis visit. 300. Tractatus de urinis 112a. Trapezuntius (Georgius) 217. Tritemius (Joh.) 108, 328. Triumphi christianorum 337. Trovamala (Bapt.) 206. Tudeschis (Nic.de) 262. Turrecremata (Joh. de) 66, 61, 67, 301. Ungaria (Mich. de) 81. Unczola (Petr. de) 181. Urbanus 146. Uslegunge der Hymbs 348. Utino (Leonh. de) 289. Valerius Probus 231. Valerius Maximus 218, 347. Valgulius (Carolus) 221. Valla (Petrus) 229. Vallensis (Laurentius) 15,209,238. Varro (M.) 213. Venetus (Paulus) 190. Verdena (Joh. de) 87. Versor (Joh.) 70. Villa nova (Arn. de) 111. Vincentius de Bandelis 155. Vincentius Bellovacensis 67,104,106. Virgilius 16, 236. Virgilius (Polydorus) 26. Vitae Caesarum 183. Vliederhoven(Ger. v.) 317. Voragine (Jao. de) 106,118,296. Wann (Paulus) 340, 341. Werner Rolevinck 103, 161. Xenocrates 219. Zabel 20. Zeichen der falschen Gulden 346. Zerbus (Gabr.) 38. II NEDERLANDSCHE UITGAVEN TOT 1540 AMSTERDAMSCHE DRUKKEN EN UITGAVEN TOT 1578 De verzameling Nederlandsche uitgaven van de 15e en 16e eeuw in de Amsterdamsche Universiteitsbibliotheek is niet eene toevallig daar bneengekomen partij boeken. De oude stedelijke bibliotheek bezat op dit gebied niet veel; de boeken waren daar veelal bewaard met 't oog op hun inhoud, hun beteekenis als studieboeken. Bij de nieuwe inrichting, sedert 1876, bleek het, dat zelfs van het verzamelen en bewaren der te Amsterdam verschenen boeken nooit opzettelijk werk gemaakt was. De nieuwe bibliothecaris, dr. H. C. Rogge, begon dadelijk na de aanvaarding van zijn ambt dit ernstige verzuim in te halen. Naast de zeer omvattende werkzaamheid die het bijeenbrengen van de werken der nieuwere wetenschap, en van de steeds aangroeiende tijdschriftenliteratuur die nog nagenoeg geheel ontbrak, hem oplegde, wijdde hij ook zijn zorg aan het bijeen zoeken van de oude Amsterdamsche uitgaven. Het was toen nog mogelijk, verscheidene van de door Jacobus Koning beschreven 16e-eeuwsche Amsterdamsche boeken en boekjes te verwerven; in verband daarmede werd ook eene bibliographische beschrijving er van voorbereid. In den loop der jaren is deze werkzaamheid zonder verflauwing voortgezet, en zoo heeft de bibliotheek op dit gebied nu een groot deel van wat tot dusver aan het licht is gekomen, en aan de bibliografie is in De Amsterdamsche boekdrukkers en uitgevers in de 16e eeuw en in het Tijdschrift voor boek- en bibliotheekwezen en de voortzetting daarvan Het Boek onverpoosd gewerkt. Wezenlijk wetenschappelijk verzamelen, en wetenschappelijk beschrijven kan zich echter met beperken binnen enge willekeurig getrokken grenzen. Om de ontwikkeling van het boek in Amsterdam te bestudeeren moet men de blikken naar elders wenden, allermeest naar de andere Hollandsche steden, en naar Antwerpen, dat in wetenschappelijken zin de moederstad van Holland zou mogen heeten. Zoo vormde zien om de Amsterdamsche verzameling een veel grootere verzameling van Nederlandsche uitgaven, en zoo mocht ook het eerste te Amsterdam met jaartal gedrukte boek niet de aanvangsgrens blijven aangeven. Die oudste Amsterdamsche uitgaven behooren tot eene groote groep van devote boekjes, te Amsterdam in 1506 beginnende, maar reeds te voren te Antwerpen, Leiden, Schoonhoven en elders verschenen, alle met dezelfde Hollandsche Gothische letter gedrukt; daarnaast andere boeken, ook reeds vóór 1500, met datzelfde type. Voorts, om den omvang en de beteekenis van deze groep te doen zien, mochtook die andere belangrijke groep van Nederlandsche werken, de Deventersche Latijnsche schooluitgaven, niet uit het oog verloren worden, en ten slotte moest hetgeen daaraan vooraf gaat, de eigenlijke Nederlandsche incunabelen, het uitgangspunt vormen. Deze ontwikkelingsgang maakt duidelijk, dat onze schat van eigenlijke, oude Nederlandsche incunabelen maar klein is, maar dat de reeks, doorloopend in de zestiende eeuw, eene verzameling van grootere be- teekenis vormt En zoo kon bij de beschrijving geen sprake rijn van ^ ?*,19°k7an !cb:?ldl?g van incunabelen en postincunabelen; een goed inzicht m de ontwikkeling van het boek in de Nederlanden krijgt men eerst door deze scheiding te laten vervallen. JS Op den duur zal men nog verder moeten gaan, en ook niet blijven staan bij het jaar 1540. Eene werkelijke verandering van het Neder landsche boek ligt niet in dat jaar, maar ruim 30 jaren later, bS de groote r^n^o^ï?16^ eD 8taat-PmPractiscL redenen ishetfcSer nog niet mogelijk de uitgaven tusschen 1540 en 1572 (resp. 1578) eenigszins bevredigend te beschrijven. Het materiaal, dat ik voorstudie in deze richting sinds jaren bezig ben bijeen te brengen, moet ik, door een ver! rassend besluit dat een bibliothecaris wegens 65-jarigen leeftijd met slechts één jaar speling den dienst opzegt, laten verloren gaZ, iooalï ik ook veel ander belangrijk werk in den steek moet laten. Alleen voor Amsterdam hebben we het materiaal wel. Daar kennen we nu de uitgaven van de geheele 16e eeuw. Die tot 1578, het jaar van den overgang van onze stad, kon ik dus hier ook nog beschrijven aSLS.™ f g m0Cht na,tuFhJk 8«ene rekening gehouden worden met de prmcipebezwaren van de incunabulisten. Het komt er hier op aan, tnnZT lUë a**1 hSar » ^ aard' en naar ons ei?en inzicht te verik^fMnT ^ h&&i ^len bestudeeren en raadplegen. Daarbij heb ÏTf h *° eifnh-ïke incunabelen. Onze catalogus van 1919 begon met het oudste gedateerde boek, de historia scolastica, in 1473 te Utrecht l«SreniJ^r~r.^*lerIand8che boeken' met den oudsten Neder£ Hï 1477 te Delft gedrukt. Specimina van eenige andere mcunabel-drukkenjen sloten zich In de béide reeksen aan; in de Latijnsehe kwamen van zelf eenige uitgaven van de groote Deventersche verspreiders van Latijnsche schoolboeken op den voorgrond, die echter al v»n 3Zlg a,FakAer vertooneh. MoitzTet, of voelt, bij het doorkijken van zulk een reeks Deventersche uitgaven, dat men niet meer het individueele werk heeft van een incunabeldrukker, maar dat een uitgever naar vaste routine het eene boekje na het andere ter perse legt. Waarschijnlijk gebruikt hij ook niet meer een eigen drukletter, maar bestelt z jn materiaal bij een lettergieter. Of dit voor de Deventersche drukken SJm \ 18 vast^st,eld' 18 ^t bekend, maar wel vindt men telkens iïi™ n ♦ ^nn.erS °cVer de toeschrijving van ongedateerde boekiZZ a DeventeF' K?^ea> Straatsburg of een andere drukplaats; waarmede de zaak eigenlijk al uitgemaakt is. Het heeft dus ook geen zin meer, van type 3 van Richard Pafraet en type 2 van Jacobus van Breda te spreken. Het zal veeleer zaak rijn de over zoo ruim gebied verspreide letter m samenhang te bestudeeren. Onze nu vermeerderde verzameling biedt voor zulke studiën al een ruimer materiaal. We zien eerst enkele echte incunabelen van Utrecht, wS„ iT8'^'4' D?? ™*# 6611 reeksje drukken van den Antwerpschen drukker Govaert Bac, vóór en na 1500, die al op een nieuwere techniek sclmnen te wijzen. Daarna komt de nieuwe letter van Hendrik den Lettersnijder die we nu al met zekerheid kennen als een drukletter die op groote schaal verspreid werd. De Deventersche uitgaven, nu in veel grooter aantal beschreven, wat in overeenstemming is met de beteekenis daarvan in den humanistentijd, toonen ons van de beide oude drukkers een paar echte incunabelen maar daarna reeksen van de latere gewone boekjes, die tot in de 16e* eeuw doorloopen. Dan zetten twee jongere drukkers, Theodoricus van Borne en Albert Pafraed dezelfde traditie voort. Zn blijven reeksen schoolboeken uitgeven, met gelijke of gelijksoortige letter; zij blijven die Latijnsche boekjes met gothische typen drukken, terwijl in de zuidelijke gewesten daarvoor reeds een nieuwe, de ronde Romeinsche letter, en spoedig ook de cursieve in gebruik komt. Dit gebruik van Gothisch type voor Latijnschen druk eindigt met het jaar 1520; na dat jaar zien we de Gothische letter voor Latijnsche teksten alleen nog in enkele kerkboeken en elementaire leerboekjes, niet meer in werken van wetenschap en lectuur. De druk van boeken in Nederlandsche taal heeft vastgehouden aan de Gothische letter. Ook voor deze eindigt de eigenlij ke incunabeldruk vóór 1500; dan komt de algemeen verspreide nieuwe letter van Hendrik Lettersnijder in gebruik. Van de oudere boeken met deze letter hebben we nog enkele fraaie specimina aangewonnen. En ook uit de 16e eeuw kon ik verscheidene tot dusver niet beschreven boekjes en fragmenten aan de verzameling toevoegen. Belangrijk verrijkt is ook de tweede Latijnsche reeks, de druk met Romeinsche en cursieve typen, die hier al met 1502 begint, en zich voor de latere jaren sterk uitbreidt. Enkele Fransche drukken volgen — de vorige catalogus had slechts een klem Fransch boekje —-, we zien daar eerst een eigene Gothische letter, later een testamentje in Romeinschen druk. Een Italiaansch Antwerpsen boekje sluit zich aan, en ik heb de verzoeking niet kunnen weerstaan, een Spaansch en een Engelsch boekje te laten volgen die geen plaatsaanwijzing geven, maar misschien ook te Antwerpen gedrukt rijn Dan komen nog een paar Grieksche boeken. De grens van 1540 is bij deze beschrijving hier en daar overschreden door de opnemmg van verscheidene ongedateerde boekjes en fragmenten, die wel van wat lateren datum kunnen zijn, en van eenige boekjes met een later jaartal, soms verbonden met uitgaven van iets vroeger, zooals in het merkwaardige David-Jorisz-bundeltje. Onze laatste rubriek gaat geheel over de grens heen; rij beschrijft de Amsterdamsche uitgaven van 1541 tot 1578, met opneming van enkele elders verschenen boekjes, die ik van de Amsterdamsche niet wilde scheiden. Trouwens verscheidene uitgaven uit dit tijdvak rijn elders gedrukt. Dit geldt met name van de oudere kerstzangen der rectoren, uiterst zeldzame boekjes, waarvan ik er, deels door aankoop, deels uit de kostbare collectie-Sterck, een zestal aan de verzameling heb kunnen toevoegen. Het zyn de eemge Latijnsche uitgaven in de reeks. Deze boekj es werden dan ook jarenlang elders gedrukt, waar de drukkers aanLatijnsch drukwerk gewoon waren, en er de gebruikelijke Romeinsche of cursieve letter voor hadden. Alleen de kerstzangen van de laatste jaren, toen Amsterdam als nog Boomsche stad ingesloten lag in het afgevallen Holland, zijn in de stad zelve gedrukt, m de eenige drukkerij die daar toen bij den stilstand van zaken nog werkte, een er van vertoont dientengevolge het in dien tijd bij ons geheel ongewone verschijnsel van Latijnschen druk in Gothisch lettertype. Het loont de moeite, de reeks titels dezer Amsterdamsche uitgaven door te loopen. Zij is vol afwisseling, en wijkt in aard sterk af van die van de eerste tientallen van jaren der 16e eeuw. De devote boeken ontbreken wel niet, maar zijn niet talrijk meer, en daarnaast komt nog niet veel dat op literatuur gelijkt, maar er komen belangrijke uitgaven van practischen aard. Men voelt dat het de productie is van een stad waar weinig wordt gelezen, en waar de handel hoofdzaak is. Een zeekaartboekje en de meesterlijke afbeelding van Amsterdam door Cornelis Anthonisz. openen de rij, die aan het einde weer een beroemd kaartwerk, Noordholland van Joost Jansz. Bijlhamer, vertoont, en daartusschen handboekjes voor medicijnen, wetsteksten, enkele historiewerken, en eene groote reeks munthandboekjes. De verzameling is in één opzicht uit den aard der zaak eenzijdig; rij toont ons wat voor boeken te Amsterdam verschenen, maar geeft geen indruk van de prentenproductie die daarnaast zeer belangrijk geweest is. Behalve de twee kunstenaars die we al als cartografen noemden, zijn de drukkers zeiven voor een deel prentkunstenaars van beteekenis geweest: Cornelis Kareisen, Jan Ewoutsz en zijn zoon H armen Jansz. Muller toonen door de boeken alleen niet hun schitterendste werk. Niettemin geeft deze kleine reeks boeken een belangrijk stukje van onze beschavingsgeschiedenis, en vormt rij een kostbaar bezit van onze bibliotheek, dat zich waardig aansluit bij de Nederlandsche drukken van het voorafgaande tijdperk. * * i De beschrijving der Nederlandsche uitgaven in den catalogus van 1919 gaf 209 titels. In aansluiting daaraan begint deze met no. 210 en loopt tot 425, met nog eenige na vaststelling der nummering tusschengevoegde titels. Het Overzicht naar plaatsen, drukkers en boekverkoopers, en het Register verwijzen naar al de nummers in de beide deelen. Drie jaartal-foutjes in den vorigen catalogus moeten hier ter correctie worden aangewezen: de Spelen van Sinne (no. 132) rijn niet in 1535, maar in 1539 verschenen; de Index utriusque testamenti (no. 184) is. niet van 1524, maar van 1534; Lepleignius, De usu pharmac. (no. 198) is van 1539. Ernstigere verbeteringen brengen ons de studies van mej. M. E. Kronenberg, die in het onder no. 150 beschreven fragment een incunabel herkend heeft, waarvan ik de beschrijving nu op nieuw gegeven heb onder no. 275; en die ook heeft opgemerkt, dat twee boekjes van Ioachim Fortius Ringelbergius, door den auteur zelf uitgegeven (no. 170 en 171), geene Nederlandsche, maar waarschijnlijk Parijsche drukken rijn. Zn zijn nu als zoodanig aangewezen in het Overzicht hierachter. Aan de Lijst van aangehaalde werken behoort hier te worden toegevoegd de Nederlandsche Bibliographie van 1500 tot 1540, door Wouter Nijhoff en M. E. Kronenberg, waarvan in 1919 de eerste aflevering verscheen, en die nu voltooid voor mij ligt. Aanhaling van Nijhoffs feuilles provisoires is daardoor overbodig geworden. Men vindt nu bijna uitsluitend voor de oudere boeken Campbell, voor die na 1500 de Ned. Bibl. en de Art typoeraphique, voor de Amsterdamsche uitgaven de A mst. Boekdr. aangehaald,daarnaast natuurlijk verspreide studies in HetBoek, ook in de jaargangen 1919—1923, die op ditgebied nogtelkenswatnieuwsbrachten. De illustratie van dezen catalogus is grootendeels te danken aan den uitgever van de Art Typ. en van Het Boek, die de cliché'snit zijne verzameling met groote vrijgevigheid ter beschikking stelde. C. P. Burger Jr. Latijnsche boeken in Gothischen dhük. Verschillende drukplaatsen, tot 1520. 210. Defensorium fldel contra iudeos hereticos et sarracenos libros seu dyalogos septem continens. S. 1. et a. f°. Druk van Nio. Ketelaer en Ger. de Leempt te Utrecht e. 1473. 80 bl Goth. letter. Campb. 658. Het eerste blad blank. Op bL 2 Prologus en inhoudsopgaaf. De eerste dialoog begint op bl. 3, de zevende eindigt op bl. 73 verso. Dan volgen over hetz. onderwerp een tractaat van oard. de Turrecremata, en een ander, getrokken uit de Historia tripertita van Cassiodorus' Initiaal in blauw en rood, verder beginletters enz. in rood; de rubricator schreef den titel op het blanooblad vóóraan. Houten band met leder overtrokken, eenvoudig ruitpatroon, beschadigd. Ex libris William Horatio Crawford. Aangekocht voor de BiMiotheca Rosenthaliana. 211. Augustinus (B,) Ypponensis episcopus, De consensu quattuor euan- gehstarum. S. L et a. f°. Druk van Johannes de Westfalia te Leuven, omstr. 1481 1483. 84 bl. (de twee blanco bladen aan het begin en het eind ontbr.). Goth letter. Campb. 210. — Beginletters enz. in rood. 212. Speculum sermonum beate rnarie virginis super salutatione ange- hca [Mich. Francisci de Insulis], Impr. antwerpie per me Gerardum leeu 1487. 4°. 6Ö, b»„ (het laatste» m«* drukkersm. ontbr.) Goth. letter. Campb. 1576. r Titelhoutsnee: de salutatio. Houtsnee-initialen, geel gekleurd; rubriceering geel en rood. 213. Salicetus (Nicholaus), [Liber meditationum ac orationum devo- tarum qui anthidotarius anime dicitur]. Impr. in oppido Delfensi per me Christianum Snellaert 1495. 8°. 33 ongen. -f 135 onderaan gen. bL Goth. letter. Twee kolommen. Campb. 1498. Initialen enz. in rood. B1-l (titel) en de genumm. bl. 30 en 31 ontbreken. Voorin geschreven: Bibhotheca fratrum Minorum Tongrensium(!); stempel van de Utreohtsche bibliotheek, met „afgeschaft doublet". Aangekocht Beijers 1921. 214. Ars notariatus [Antwerpen Godefr. Bac c. 1495.] 4°. 6 bL Goth. letter. Campb. 184. Geen afzondert. titeL Op bl. 1 opschrift, tabula en begin v. d. tekst. Op de laatste blz. groot drukkersmerk van God. Bac. Beginletters enz. in rood. 215. Historia perpulchra de anna sanctissima. Miracula et prodigia anne matris. [Door Pieter Doorlant. Antwerpen, Govaert Bac. c. 1498.] 4°. — Met 2 houtsneden. 42 bL Goth. letter. Campb. 1607. L. Wüiems in Tijdachr. v. boek- e» bibl. VIII, bL 1 en v. Titel met fraaie houtsn. Op bL 2—20 het leven van S. Anna in 2 boeken. bL 21—36: liber miraculorum. Daarna kleinere stukken, waaronder (bL 38) brief van den auteur aan „Martinus Sclegers in deyst". Op bL 41 verso eene houtsn.: de mis van den H. Gregorius. — Beginletters enz. in rood. Ex-libris: wapen met de spreuk „reote faciendo securus"; C. Inglis M. D.; Oeorge Dunn. 18e-eeuwsche marocco-stempelband. Titelprent van Aristoteles, Quaestiones naturales, no. 217. 216. Johannes de Hese, Itinerarius, describens dispositiones terrarum insularum, montium et aquarum ac etiam mirabiha et pericula per diversas partes mundi contingentia lucidissime enarrans. Tractus de decem nationibus et sectis Thristianorum (sic). Epistola Johannis soldani ad Pium papam secundum. Epistola responsoria eiusdem Pii pape ad soldanum. Johannis presbyteri maximi Indorum et Ethiopum christianorum Imperatoris et Patriarche Epistola ad Emanuelem Rhome gubernat orem de rit u et moribus Indorum, dequeeius poten tiadivitiis excellentia.Tractatus pulcherrimus de situ et dispositione regionum et insula- rum totius Indie necnon de rerum mirabilium ac gentium diversitate. [Antwerpen, Godefr. Bac c. 1500]. 4°. 22 bl. (het laatste met drukkersm. ontbr.). Goth. letter. Campb. 1034. 217. Arestoteles, Questiones naturales. De variis corporum humanorum dispositionibus audientibus valde suaves. Impr. Antwerpie per me Godfridum Back [c. 1505]. 4°. — Met houtsn. 30 bL Goth. letter in 2 grootten. Ned. Bibl. 140 (var.). Art tvv. God. Bac. I 4, II 7. ^ Titel rood gedrukt; er onder houten.: landschap met 2 mannen en versch. dieren; op de keerz. houten.: een schrijver in zijn studeercel houdt knielend een boek voor aan een voornaam bezoeker. Aan het eind drukkersmerk in 3 randen. 218. Breviarium Canonicorum regularium secundum ordinarium Capi- tuli de windesim, cum Iectionibus longis et non abbreviatis. Per me Henricum Eckert de homberch impr. Delf civitate hollandie 1499. f°. 310 bl. Goth. letter. 2 kol. Campb. 371. Initialen in kleuren met marge-versiering; verdere beginletters enz. in rood en blauw. Achter het eerste gedeelte op de blanco bladzijden en 30 ingevoegde bladen uitvoerige toevoegselen in 16e-eeuwsch schrift, rood en zwart, met blauwe en roode beginletters en opschriften. In het volgende gedeelte is vel A niet, als in het door Campbell beschreven ex., vóór vel k, maar achter vel m gebonden; de tekst van dit vel A vermeerderd door hs.-bij voegingen (1 toegevoegd blad). 219. [Horarium]. Commendatio animarum. Impr. extra muros Scoen- hovie apud Regulares Inden Hem 1506. 8°. 28 bl. met sign. a-d. Goth. letter. Ned. Bibl. 1122. Blijkbaar afzonderlijk gedrukt, maar behoorende bij het Horarium, in de Kon. Bibl. bewaard. Daar gaan aan dit stuk 36 bL met sign. A—E vooraf, waarin de Hore de eterna sapientia enz. Daarvóór behoort waarsch. nog een Kalendarium. Inhoud: „Mox ut frater aut soror obierit, fiat commendatio a sacerdote ... Op bl. 14: „Libera me domine de morte eterna ..." gedrukt met ruimte boven eiken regel voor de muziek, in dit ex. ingevuld. Op bL 15 verso: „De sepultura fratrum aut sororum". Op de laatste bladz. houtsnede, afgeb. Art Typ. Regul. I 1. Initialen in rood en blauw, met versiering langs de marge, rubriceering. Muziek in hs. met vierlijnige balken. Hier en daar op den kant psalmteksten in oude hand in het Nederlandsch. 220. [H]orarium. Impr. iam quarto, extra muros Scoonhovenses, apud regulares inden Hem 1509. 8°. — Met 2 houtsneden. Fragment. 43 bl. sign. 1—q; n 1 ontbr. Goth. letter. Ned. Bibl. 1123 var. Het colophon geeft den inhoud aan: „Kalendarium. Hore sancte orucis. Hore beate Marie virginis. Septem psalmi penitentiales. Vigilie ïx lectjonum. Breuis oommendatio animarum. cum quibusdam exereitiis misse deuotissimis, et plerisque aliis perpulchris orationibus ac suf f ragiis de domina nostra et de sanctis". Het fragment bevat alleen de gebeden enz. beginnende: „Oratio de mane dicenda". Versierde initiaal en verdere beginletters enz. in blauw en rood; de beide houtsneden (1 4 verso en o 2 recto) gekleurd. 221. Hesiodus. — Liber Georgicorum Nicolai de Valle. Erga kae himerae. i. opera et dies georgicon liber per Nicolaum de Valle e greco conversus. Impr. Suolle [15]09. 4°. Druk van Peter Os van Breda. 16 bL Goth. letter. De titel luidt „Liber Georgicorum Nicolai de Valle". Daaronder houtsn. de H. Petrus. Op de keerz. opdracht-gedicht van Nic. de V. aan paus PiusII. Op bL 2 het opschrift: Hesiodi poete Erga kae himerae etc. Op de eerste 5 bladen hs.-aant. Rubriceering, ook van deze aant. tot bl. 5 recto. 6 221a. Mapheus Vegius, Vocabulorum difficiKorum elegans expositio, dialogum eius legentibus perutilis et necessaria. z. pL en i. 4° — Met titelhoutsn. r J Dr2108an Pet6r °8 Breda te ZwoUe" 5 bL öoth- tetter- Ned- BiblOp de keerzijde van den titel: „Tabula declaratiua quorundam terminorum de mstrumentornm qui bus alethia i. veritas se afflictam et propulsam mdicat vt in praecedenti dialogo notatur". Het ia dus geen zelfstandige uitgaaf, maar de 5 blaadjes met geene andere sign. dan III op het derde blaadje, behooren te zitten achter den Dialogus inter Alethiam et Philalethen" (Ned. Bibl. 2107). De" volgende rubrieken vermelden: Nautarum inatrnmenta, Rusticorum instrum., Quibus utuntur sacerdotes in templis, Negotiatorum quaedam nomina, Feminarum arma et ornamenta, enz. 222. Precatiuncule et deuotionis et feruoris cuiusque in diuinis missa- rum offJcüs excitatiue. [Door Gerrit v. d. Goude]. Latinas fecit fr. Franciscus Goudanus. Ex domo fratrum in gouda [151218°. — Met houtsneden. 46 bl. Goth. letter. Campb. 1438. Ned. Bibl 1756. Op den titel een Lat. distichon, op de keerzijde de Gregorius-mis in houtsn. Brief van fr. Franciscus met dateering en brieven van fr. Henricus en Mag. Reynerius Snoy. Bl. 5: Prologus en pauselijke indulgentie. BL 6: twee Maria-houtsneden en gebed. Op bl. 7 41 de 33 articuli elk met twee houtsneden; de reeks heeft in 1506 gediend voor het Hollandsche Boexken van der missen (Ned. Bibl. 982), de prentjes zijn smaller gemaakt door wegsnijding van een pilaster. Op bL 42—46 meditaties enz.; merk: engel met wapen (Art typogr. colL II 4). — Voorin gesehr.: J. F. vande Velde. 223. Hadrianus Florentius de Traiecto, Quaestiones quotlibeticae, rur- sus accuratissima diligentia recognitae. Ioannis BRiARDiAthensis questiones quotlibeticae cum aliis nonnullis eiusdem. Venundantur Lovanu, in aedibus Theodorici Martini Alustensis, qui exactissima diligentia ... denuo impressit 1518. f°. 133 + 25 blz. Goth. letter, 2 kol. De titel in Rom. letter. Ned. Bibl. 10. Art typogr. Theod. Mart. Alost. I 2 (drukkersmerk). Aan het eind van elk der beide deelen een uiting van verontwaardiging tegen de drukkers die theologische werken zooveel slechter drukken en verzorgen dan niet-kerkelijke schrijvers. Houtsnee-initialen. Oude stempelband (leder op hout), fileten met lelies en rosetten in de vakken; sloten en rug verloren. Op de binnenzijde handschrift-fragmenten op perk met muziek-notatie. Vóór in den band: Hadrianus Florentius, Quaestiones in quartum sententiarum, Par. Jod. Badius 1516. — Doorloopende rubriceering. 224. Godscalcus Rosemondus Endoviensis, Confessionale sive libellus modum confitendi pulcherrime complectens. Denuo ab eodem rucogn. et castig. anno Mil.ccccc.xix. Impr. Anduerpie per me Michaelem HUlenium Hoochstratanum 1519. 8°. 256 bl. Goth. letter. Ned. Bibl. 1821. Titel in rood en zwart, in Bom. letter; er onder, rood, rebus: „Rosemondt" in houtsn. Art typ. Mich. Hitten v. H. XIII, 48. Op de keerz. gedicht van Levinus Linius Gandavensis Hipodidascalus, ook in Rom. letter. De tekst in kleinen Goth. druk loopt tot fol. CCLI verso Dan 5 bL tabula, een paar gebedsformules en colophon. Oud lederen bandje met blindstempels; viermaal hetzelfde paneeltje met ranken en monsters, met omschrift „Hlumina ooulos meos ne unquam obdormiam in morte ne quando dicat inimicus meus praevalui adversus eum". AndreUnns [Publiüs Faustds). Elegie, Impr. Gandavi ante Capitohum per Petrum Cesarem 1520. 4°. 2SM. Goth. letter in twee grootten. Ned. Bibl. 931. Art typ. Pieter de Keyser II 7, 8. Op den titel en op de laatste blz. drukkersmerk de pers, met opschr „prelum cesareum", monogram rc en onderschrift fetrvs caesab gandaws; daaromheen houtsneeranden. Twee houtsnee-initialen Epistola ad hteratiss. Thomam custodiam Seren. anglici regis Lib I en II aan GuiL Rupifortis, lib. III aan Thomas. Daarna Epistola en lumultuanum opusculum aan Carolus Burreus Met vier andere werkjes van dezen diohter, Parijsche uitgaven, in een 18e-eeuwsch prachtbandje. Eigendom van de Doopsgez. gem. Zie Incun. no. 263. Elegie van Publ. Faustus Andrelinus, Gent 1520. n° 225. Deventersche drukken. 226. Guido de Colnmna. Historia destructionis Troie. S. 1. 1487. f°. Druk van Rich. Paffraet te Deventer. 102 bL (het eerste en het laatste blank; het eerste ontbr. aan dit ex.) Goth. letter. Campb. 873. Het colophon, door Campb. over 't hoofd gezien, luidt: „Pactum est presens opus Anno dominice incarnacionis Millesimo ducentesimo octuagesimo septimo eiusdem prime indictionis feliciter". — Beginletters enz. in rood. 227. Albertus magnus, Secreta de virtutibus herbarum, lapidum et quorundam animalium. Eiusdemque liber de mirabilibus mundi. S. I. et a. 4°. Druk van Rich. Paffraet te Deventer omstr. 1490. 24 bL Goth. letter. Campb. 82. — Hiitialen niet ingevuld. 228. Ritu — De—et moribus Indorum et de principe eorum presbytero Joanne. Commendatio Ladislai Regis Hungarie et Bohemie [Scr. Aeneas Sylvius]. De laude litterarum. S. 1. et a. 4°. Druk van Rich. Paffraet te Deventer omstr. 1490. 12 bL Goth. letter. Campb. 1477. — Plaats voor initialen niet ingevuld. 229. Dyalogus inter clericum et laycum super dignitate regia. De nati- uitate et moribus antichristi. [Daventriae Rich. Pafraet].|1491.4° 9 bL Goth. letter. Campb. 573. — Init. niet ingevuld. De titel boven den tekst luidt nauwkeuriger: Disputatio inter clericum et militem super potestate prelatis ecclesie atque principibus terrarum commisaa sub forma dyalogi. 230. Elegantie terminorum, exL aurentio Valla et quorundam aliorum secundum ordinem alphabeti breviter coll. Impr. Daventriae per me Richardum pairaet 1495. 4°. — Met titelhoutsn. 22 bL Goth. letter. Campb. 673. Beginletters niet ingevuld. Oude band, bruin kalfsleder op hout, blind gest., resten van slot. 231. Baptista Mantuanus, Opus insigne de mundi calamitatibus earum- que turn causis turn remediis. Aliud eiusdem contra poetas impudice loquentes opusculum perelegans. Impr. Daventrie opera et imp. Richardi pafroedt 1495. 4°. 64 bL Goth. letter. Campb. 228. Op de keerzijde van den titel gedichtjes van T. Clsenius en Petrus Bononius. Initiaal, rubriceering enz. als bij de Parthenice (235) en secunda Parthenice (233), waarop dit boekje in den band volgt. Commentaar van dezelfde hand, met dateering 1499. 5 nonas Julias. 232. Baptista Mantuanus, In preconium Roberti Severinatis panaegy- ricum Carmen. Cui Somnium romanum ad Andream comitem adhaeret. Aliud eiusdem epigrammatum opus elegantissimum ad Falconem. Daventriae impressa per me Richardum pafraet (496.4°. 44 bL (het laatste blank). Goth. letter. Campb. 239. Initiaal, rubriceering enz. als in de drie in denzelfden band voorafgaande werken van Baptista Mant. (Zie 235). Hier geen commentaar, maar alleen twee regels schrift boven den aanhef en een gedicht in hs. op de drie blanco bladzijden aan het eind. „Baptiste mantuani carmelite in laudem iohannis baptiste pro natali eius carmen." 233. Baptista Mantuanus, Divinum secunde Parthenices opus, sacro- sanctam divae virginis Catharinae passionem heroico carmine illustrans. Daventriae impr. 1496. 4°. Druk van Riohard Paffraet. 38 bl. Goth. letter. Campb. 242. Opdracht aan Bernardus Bembus. Initiaal, rubriceering ena. als in de „Parthenice" (236) waarbij dit boekje aansluit. Handschriftcommentaar van dezelfde hand, met dateering 1499. 4 idus martias. Aan het einde gedicht van Franciscus Ceretus; als alle lofdichters verbindt hij de beide Mantuaansche dichters Virgilius en Baptista: Nulla aetate tua o vates monimenta peribunt. Fatididicae Mantus: Virgiliique nepos. 234. Baptista Mantuanus, De contemnenda morte carmen. S. 1. et a. 4°. Deventersche druk, denkelijk van Rich. Paffraet omstr. 1496. 6 bladen. Goth. letter. Houtsneetje op den titel. Gedeeltelijk rubriceering. Hs.-aanteek. tusschen de regels en op den kant. 235. Baptista Mantuanus, Carmina de beata virgine Maria que et Parthenice dicuntur. Daventriae impr. per me Richardum Paffraet 1497. 4°. 62 bL (het laatste blank). Goth. letter. Campb. 224. — Versierde initiaal m rood en blauw, verder beginletters enz. in rood. Saamgebonden met nog vier uitgaven van denzelfden auteur (no. 233, 231, 232, 236). Doorloopende comm. in oud schrift, gedateerd 1499. 7 Kal. februarias. Behoort tot de boekerij der Doopsgezinde gemeente. 236. Baptista Mantuanus, De vita divi Ludovici morbioli Et ad magni- ficum Jasonem Castellum patriciurn Bononiensem de contemnenda morte. Eiusdem in divum Albertum Carmelitam. Et contra poetas impudice loquentes carmina. Impr. Daventriae per me Richardum pafraet 1497. 4°. 18 bl. Goth. letter. Campb. 234. Op de keerzjjde v. d. titel een gedicht van Judoous Badius Ascensius. Initiaal rubriceering enz. ah) in de vier in den band voorafgaande werken van Baptista Mantuanus. Zie ond. no. 236. 237. Virgilius (P.), Georgica, cum novo commentario Herhanni Tor- rentini. Impr. Daventriae per me Richardum Pafraet 1496.4°. 82 bl. (het laatste ontbr.). Goth. letter in twee grootten. Campb. 1742. Tekst en comment. eindigen met foL 78; colophon. Daarna 4 bladen Index vocum. 238. Juvencus presbyter immensam euangelicae legis maiestatem heroi- cis versibus concludens. [Daventriae Rich. Pafraet c. 15001. 4°. 62 bL Goth. letter. Ned. Bibl 1248. Op het laatste blad een gedicht van Herm. Busohius; eerste woord van den slotregel met drukfout Aduoluet. 239. Stephanus Fliscus de Sontino, Sententiarum variationes sive sinonima. Per me Jacobum de Breda. Impr. in opp. Davantriensi 1485. 4°. 106 bl. Goth. letter. — Gerubriceerd. Beginletter niet ingevuld. Opdracht en slot in den vorm van een brief aan Joannes Meliorantius. Nederlandsche uitdrukkingen met verschillende manieren om ze in 't Latijn weer te geven. 240. Boetius, De consolatione Philosophie liber cum optimo commento beati Thome. Per me Jacobum de Breda in Daventria 1490. 4°. 192 bladen. Goth. letter in twee soorten. Campb. 312.. Titel en tab. op 6 bladen. De tekst met een grootere letter vaak geheel omgeven door den commentaar in kleine letter. Initialen in kleuren met versiering in de marge. Hoofdletters enz. in rood. Fraaie stempelband (ruitpatroon); op den binnenkant perkamentbladen met oud hs. 241. Boetius, De disciplina scholarium cum notabili commento. In oppido Daventriensi impr. per me Jacobum de breda 1490. 4°. 60 bl. (het laatste blank). Goth. letter in twee grootten. Campb. 326. Druk met comm. om den tekst heen, geheel overeenkomende met Boetius, De consolatione phü. Beginletters in rood. 242. Facetus morosus [Reinerius Alemannus], Liber docens mores hominum, praecipue iuvenum in supplementum illorum qui 0 Cathone erant omissi iuvenibus Utiles. Cum notabili glosa. Impr. Daventrie per me Jacobum de Breda 1492. 4°. 17_ bL Goth. letter in twee grootten. Campb. 729. — Initialen niet ingevuld. 243. Marcus Antonius Sabellicus, In natalem diem dive virginis Marie. Impr. Daventrie iuxta scholas per Jacobum de breda Tc. 14921.4°. 1 18 bi. Goth. letter. Campb. 1488. De vier elegieën op de H. Maagd eindigen bl. 16 verso. Dan volgt een hymne van Gbegoritts Tiphernits en een Salutatio van Mapheiüs Vegius Laudensis. Handschrift-aanteekeningen op den kant en tusschen de regels 244. Franciscus Niger, Ars epistolandi. Daventrie Jao. de breyda 1494.4°. — Met Titelhoutsn. 42 bL Goth. letter. Campb. 1292. Init. niet ingevuld. 245. Boetius, De disciplina scholarium cum notabili commento. Impr. Daventrie per me Jacobum de Breda 1496.4°. — Titelhoutsn. 66 bl. (waarvan het laatste, blank, ontbr.). Goth. letter in twee grootten. Campb. 328. — Druk overeenkomende met de uitg. 1490. 246. Oratio querulosa contra Invasores Sacerdotum [a Jacobo Wim- phelingio]. S. 1. et a. 4°. Druk van Jac. de Breda te Deventer c. 1499. 8 bladen, waarvan het laatste, blank, ontbreekt. Goth. letter. Campb. le Suppl. 1333a. Op het eerste blad (volg. Campbell blank) de hier gegeven titel. Aan het slot een gedichtje tegen de bedrijvers der wreedheden. Impie tu latro Quod nunquam ausa fuit sub celo nacio, solus Tu germane facis, quid enim tibi testiculisque Sacrificum. quos dira novis tua machina penis Afficit. hac testes vinctus miser usque sacerdos Angitur ut properet quo iusseris inclite latro Turpia tu faciens. nos turpia scribere cogis Flereque tarthareis tortor stringende cathenis Heu tua mens stygia restat crucianda palude. Beginletter enz. in rood. — Dit tractaat is het tweede in een bundel, onder de Duitsche incunabelen (no. 317) uitvoeriger beschreven. 247. Franciscus Niger, Ars epistolandi. Opusculum de arte scribendi epistolas quam diligentissime emendatum. Daventrie. Imnr anno 1501. 4°. r Druk van Jao. de Breda? 36 bl. (het laatste blank). Goth. letter. Beginletters enz. in rood. In denz. band: Psalterium ex hebreo tralatum fratre Felice ord. herem. interprete. Ven. 1615. 248. Bartholomeus Coloniensis, Silua carminum. Jacobus Bredensis Daventriae impressit feliciter 1505. 4°. — Met titelhoutsn. 16 bL Goth. letter. Geïnterlinieerde druk Ned. Bibl. 242. De titel zelf geeft den inhoud aan: primo philosophia miris laudibus super aurum argentumque et lapides preciosos extollitur. Deinde becta diogenig cynici. Etc. Postremo ponuntur quaedam epyarammata de quodam egregio potatore. 249. Bartholomeus Coloniensis, Epistola Mythologica [cum interpretataone difficilium vocabulorum]. S. 1. et a. 4°. DrUHuan £aoobus de Breda to Deventer? 27 bL (waarvan het eerste ontbr.). Goth. Ietter in twee grootten. Initialen niet ingevuld. De titel ontbreekt; hij ia hierboven aangevuld naar een andere uitgaaf Ned. Bibl. 240. Het opschrift op bl. 2 omschrijft het werk uitvoeriger • Epistola Mythologica plerisque lepidis sententüs et ad communem sermonum usum accommodatissimis referta, et miris et prope adeo ndicuhs iocis cauillationibua salibusque et facetiis respersa: ad Pancratium. De tekst eindigt op bl. 15 verso; er onder twee zesregelige epigrammen van Bartholomaeus. De verklaring van moeilijke woorden vult acht bladen; daarna nog 8 bladz. gedichten en eene Invectiva in ebrietatem. 250. Cicero (M. Tullius) et C. Plinius Secundus, Quedam elegantissime et breviores epistole. Impr. Daventrie per me Jacobum de Breda [c. 1500]. 4 . 22 bl. Goth. letter. — Op den titel de houtsnee met ms en de symbolen der evangelisten. Initialen niet ingevuld. Aant. in handschrift. Campbell beschrijft twee drukken van Bichard Pafraet van 1499 en 1500 (no. 442, 443), de Ned. Bibl. twee latere van Theod. de Borne 1512 en Vorsterman. 251. Mapheus Vegius, Vita divi Antonii ad sanctissimum dominum Eugemum papam quartum. Una cum dialogo quodam de nativitate christi a magistro Sandero Hegio schole Daventriensis ohm rectore composito ac aedito. Impr. Daventriae per me Jacobum de Breda [c. 1500]. 4°. 18 bl. (het laatste blank). Goth. letter. Verschilt van Campb. 1712 en van Ned. Bibl 2109. Titelhoutsnee: naammerk IH8 met de symbolen der evangelisten. Initialen oningevuld. Aant. in hs. tusschen de regels en op den kantook op het blanco-blad aan het einde. 252. Mnrmellius (Ioannes), De divi Martini Turonensis ecclesie sanctissimi episcopi Traiectensis patroni tutorisque maximi vita. Carmen encomiasticon. De divi Antonii monachorum patris celeberrimi vita, Ode sapphica a doet. viro Hermanno Torrentino aedita. Exc. Daventrie ex off. Jacobi de Breda [15113. 4°. — Met titelhoutsnede. 8 bL Goth. letter. Bet Boek 19'l blz. 43. 253. Theophilus Brixianus, De vita soHtaria et civili, ad inuictissimnm principem Guidonem Ubaldum monferetrium Urbini ducem Carmen lepidum atque familiare. Impr. Daventrie per mellac de Breda 1513. 4°. 22 bL Goth. letter. Gelnterliniëerd. Ned. Bibl. 2004. 1. Op den titel gedicht van Jaoobus Montanus Spirensis. Op bl. 1 een Carmen erotematicon; daaronder (bl. 3 recto) inleidend briefje en begin van den dialoog tusschen Maurus eremita en Pyrrhus eques die doorloopt tot op bL 22 recto; colophon. f Jit «omtncTefu^ti'Sicmtifin^cia êjO» DataapoftoliaabJefBrcDcmpwM bumanigeaeria O «WnefterfJ ra in celi8.fanct ificemrnomi tu u aDu c nia t rari8 mater Deipjaj» Bobi8 pfccatoab'niMicenn b«a moma noftre Smen •J ©ymbolum apoftolo:«m. GjReöoin öeöpatrt onmtpere»tla)ler|o« Jnoe véruru a efl moicar< vutost mo:ru o«£ reoo tn fprö fanctu fanc tam tcddiamcarbolttani&jancte:» cornrrumoneml^cmulionépet cafo^rTi^aniiaufurrccrtonemairamctanaamcii •J^eccm p:aecepra legis anriquae •JïDentc&eum tota vcncrare^tiemper aooja 71 on lurcefhtrtra fancrifïïma numuia oiuum T)inc caueas feftie quicquamejrerccre excuus tluoö muum dt ffia gno pi'ue office bono:e parente» Oon fjominem occtoaeTluhquafn furarc fljahgnua 6cTe caue tefbeTIcc non bonus effiige leem m IC oncu rerc alrenu s.KOa 8 foeoare fugale's. Tien moöo neu lurpiede lege iu berie aoulrer Seon«nupraquiocmatt£TiH6tibiit:entfpetarur /Luncraaliena.bonü6quori8.eupqncfau«o 4J Uecquicuncp öecemfummipïeccpra SCooanrio *.b:ifticola.vröebet.feni8nrcarcero»8,8DceIife(iciatccMV«(sbft 3Lterue.et erern tjm canturus mo itcquiefcef fealwtarib fiIw:Hrn£u8c ao35e@rincrni Aldus Manutius, Institutiones grammaticae, no. 286. 254. Baptista Mantuanus, Carmen Bucolicum cum argumentis in singulas aeglogas et adnotamentis Ioannis Murmellii. Operae atque imp. Theodorici de Borne. Daventrie 1510. 4°. 38 bL Goth. letter. Interlignes. Ned. Bibl 174. Art typ. Th. de Borne II 7. Titelhoutsnede: de HH. Radbodus en Lebuinus. Op de keerz. argumenta op de Aeglogae, door Io. Murmellius. Op bl. 2 opdrachtbrief van Baptista Mant. aan Paris Ceresarius gedat. Cal. Sept. 1501; op de keerzijde begint de tekst van de gedichten; op bl. 37 recto het ooL Daarna nog een brief van Murmellius aan Paulus Ruremundensis. Vele aant. in hs. 255. Aldus Manutius Romanus, Institutionum grammaticarum libri tree. Opera Theodorici de Borne impr. Daventrie 1512. 4°. Fragment. Zes bladen voorwerk, en het laatste blad. Goth. letter. Op den titel twee gedichtjes van Servatius Aedicollius Agrippinus en Joannes Murmellius; op de keerzijde en volg. bladen inleidende brief aan de schoolmeesters ged. ez Venetiis mense Oot. 1507; Paternoster, Ave Maria, Credo, 10 geboden, teksten bij den misdienst gebruikt, gebeden, enz.; het alfabet, en tabellen met alle mogelijke letterverbindingen; slotwoord en dichtregels. — Van de drie boeken is alleen de laatste bladz. van het 3e boek bewaard, met Peroratio en oolophon. 256. Murmellius (Ioannes), Nuclei. Impr. Daventriae in off. Kteratoria Theodorici de Borne 1514. 4°. 28 bL Goth. letter. Ned. Bibl. 1561. Art typ. Theod. de B. III10, IV 14. Op den titel en op de laatste bladz. houtsneden met heiligen. De Nuclei eindigen bl. 27 recto; daarna een carmen van Murmellius, en ooL fturcmunoenfïo IibfIIuö:qiü Infiribiturpjctreptt» fUöpoctantL» um. Titel van na 261. 257. Dicta — Ceberrima — septem sapientissimorum e grecis. Elegans Institutum christiani hominis carmine pro iunioribus ab Erasho compositum. Lactantianuh carmen in dominicam passionem. S. 1. et a. 4°. — Twee houtsneetjes. 12 bl. Goth. letter. Gelnterliniëerde druk. Na het passiegedicht van Lactantius volgt nog een Carmen Sapphicum Aenee Sylvii al. Pii Pape in passionem Christi. 258. Perottus (Nicolaus), Grammatica, ab Ioanne Murmellio diligenter recognita et marginariis passim adnotamentis exornata. Insunt et aha quaedam scitu dignissima quae in vulgatis aeditionibus non habentur. Erasmi Roterdami utriusque lingue doctissimi de ratione studii, ac legendi interpretandique auctoris opusculum cum primis fructuosum. Exc. Daventrie in off. literaria Alberti Paffraet 1512. 4°. 98 bl. Goth. letter. Op den titel een epigram van Murmellius; op de keerz. gedicht van Io. Peringius; daarna aanhalingen van versch. schrijvers. De grammatica loopt van fol. 3 tot 90. Dan volgt het betoog van Erasmus met inleidenden brief aan GuiL Thaleius, en een paar gedichtjes van Erasmus. Op bl. 93—98 Index en col. Hier en daar, waar de plaats er voor open gelaten was, beginletters in rood, en verdere rubriceering. Vele aant. in hs. 259. Baptista Mantuanus, Georgius. Exc. in off. liter. Alberti Paefraet ciuis Dauentriensis 1513. 4°. 18 bl. Goth. letter. Ned. Bibl. 187. Op den titel een achtregelig gedicht van Servatius Aedicollius (in den eersten regel een woord uitgevallen). Opdracht aan Maarsch. Jacobus Trivultius; gedicht aan hem van P. Franciscus Tatius Corniger. 260. Aesopus, Tres et triginta fabulae sanequam lepidae et morales ab Laurentio Valla e graeco in latinum sermonem conversae. Aesopi vita in commentariis urbanis a Raphaele Volaterrano tradita. Exc. Daventriae in off. literatoria Alberti Pafraet 1514. 4°. 10 bl. Goth. letter. Ned. Bibl. 29. Op den titel vierregelig dichtje van Murmellius. De fabels op bl. 2—8; daaronder het leven, eindigend op bl. 10 recto; colophon. 261. MurmeIIius(IoANnes), Libellus qui inscribitur protrepticus poetantium. [Daventriae] Albertus Paffraed [1517]. 4°. 6 bl. (het laatste blank). Goth. letter. Ned. Bibl. 1570. Op den titel drukkersmerk. Inleidende woorden op bl. 2 gedat. Alcmarie nonis Mart. 1517. — Aant. in hs. 262. Murmellius (Ioannes), In artis componendorum versuum rudimenta minimp labore pueris ediscendae Tabulae. Exc. Daventriae in off. literatoria Alberti Paefraed 1518. 4°. 14 bl. Goth. letter. Ned. Bibl. 1574 var. Op den titel drukkersmerk (wapenschild), op de keerz. Index duodecim tabularum huius libelli. Aan het einde twee gedichtjes van Murmellius en col. De datum is in afwijking van de beschrijving in de Ned. Bibl.: Mense Maio. 263. Cicero (M. Tullius), De amicitia Dialogus. Daventriae. ex off literaria Alberti Paffradi 1519. 4°. 20 bl. Goth. letter. Op den titel drukkersmerk met wapenschild van Albertus Paffraed lekst met interlignes gedrukt. Onder het colophon: „Aocurata diligentia reuisum ac castigatum ad Aldinum exemplar". 264. Juvencus Hispanus presbyter immensam Euangelice legis maiestatem heroicis versibus concludens.Daventriae veneunt ab Alberto Paffrado 1519. 4°. 68 bl. Goth. letter. Ned. Bibl. 1260. Op den titel gedichtjes van Petrarea en Murmellius, op de keerz. commendationes in proza. 265. Murmellius (Ioannes), In artis componendorum versuum rudimenta minimo labore pueris ediscendae Tabulae. Daventrie ex off. literatoria Alberti Pafradi 1520. 4°. 14 bladen. Goth. letter. Op den titel drukkersmerk (wapenschild), op de keerz. inhoudsopgaaf zonder bovenschrift. De tabulae eindigen op bl. IZverso, daarna twee gedichtjes van Murmellius, en coL 265a. Erasmus Roterodamus, Ratio seu metodus compendio perueniendi ad veram theologiam. Dauentriae ex off. cnalcotvpa Alberti Paffradi 1520.4°. 38 bL Ooth. letter. JVed. Bibl. 862. Titelhoutsn. en initialen. 266. Seneca (Lucius Anneus), Hercules furens. S. 1. et a. 4°. Druk van Albert Pafraet te Deventer T 22 bL Ooth. letter. Titel met houtsnee-initiaal. Druk met interlignes. Op den titel epigram van Ioannes Murmellius. Aan het einde: Explicit Prima tragedia Senece Hercules furens. 266a. Virgilius Maro (P.), Carmina quaedam elegantissima, sententiis praeceptisque referta sane quam fructuosis. S. 1. et a. 4°. 14 bl. Ooth. letter. Op de laatste blz. groote wapenhoutan. Op den titel een vierregelig gedicht van Io. MukmelltüS: Ioannes Murmellius Ruremundensis poeticae artis studioso. Perlege divini iuuenilia carmina vatis In sacra Parnassi qui iuga carpis iter. His pecori quondam; segeti praelusit: et armis Ad maiora parant saepe minora viam. Verzameling apocryphe gedichtjes in verschillende maten: Hortulus. De vino et Venere. De livore. De fortuna. De se ipso. De aetatibus animalium. De ludo. De musarum inventie. Enz. Ook de bekende gedichten Copa en Moretum. Op de laatste bladz. in oud handschrift: Mantuanus Temperiem nunquam, nunquam mediocria curat. Vel te ardenter amat, vel te capitaliter odit. Gothische drukken na 1520. 267. Breviarium sacre Tornacensis Ecclesie adamussim denuo recoirnitum atque castigatum. Pars hyemalis. Venumdatur Antuerpie mxta portam Camere: sub intersignio pinguis gaJline 1524. 8°. %u, t ** f,.44 bL "eme öoth- letter> 2 kol., rood en zwart. Tï , kk^rsmf.rk. van Franciscus Birckman; Almanach loopende tot 1540; benedictiones; 8 bl. De tekst in drie deelen met eigen sign., net tweede genumm. Fo. 1 Fo. 84. 268. Abecedarium. Abc, Pater noster, Ave Maria, Credo etc. Ex Levdis per me Petrum Johannis s. a. kl. 8°. 8 bL op perkament gedrukt; Goth. letter, rood en zwart, met houtsneeinitiaal P in rood. Zie Het Boek 1923 blz. 150 en v Hierbij eene reeks fragmentjes van perkamentdrukken van gelijksoortige boekjes van de 17e en 18e eeuw. De vorm is dezelfde? maar het boekje is vertaald en gereformeerd; de fragmenten zijn van 11 verschillende drukkers, waarvan vier met drukkersnaam- A an mL?6'?^' Jan Andri<"«;- «>n 't Marctvelt int Gulden A.u.l,. [1594—1632). Hf Symon Cornelisz [Brekegeest, te Alkmaar 1644—1655] III. (photo). t'Alkmaer. Gedr. by Gerrit Welhem, boekdr. in de Lange- straat m de gekroonde Druk-pars [1695 1717]. ivtI™?* Hoorn' fiy Adriaen Beverwijck, in de Ker'ck-straat, int A.B.C. 1704. Voorts 2 fragm. van een soortgelijk Roomsch boekje, inhoudende de Henedictie en de Gratie. Zie C. P. Burger Jr. in Bel Boek 1. c. blz. 157 en v. 269. Partes orationis quot sunt. Fragment van een Donaat op perka¬ ment gedrukt. Bovendeel van een blad: op de voorzijde een regel muziek, een houtsnee-initiaal P in rood gedrukt, en zes regels tekst, op de keerzijde 10 regels, z. pl. en j. 4°. Goth. letter. Druk uit de eerste helft van de zestiende eeuw, misschien van Heter Janszoon te Leiden c. 1530. Zie Het Boek 1923 blz. 146. 270. Missale ad verum cathedrahs ecclesie Traiectensis ritum: vniuer- sis eiusdem dioceseos institutis ac nouis festisque compositis facinmo ïndice annotatie. Henricus Petri Middelburgensis exc. Antuerpie, sub intersignio Talpe. 1540. f°. — Met muziek en houtsneden. 14 + 123 + 15 + 8 + 74 + 14 + 62 bladen. Gothische letter, 2 kolommen, rood-en-zwart-druk. Ned. Bibl. 1531. Art typ. Hendr. Peetersen I 2, II 7, 8, III 9. Tijdschr. v. boek- en bibl. VI 26 27 Op den titel een houtsneetje, de H. Martinus, en een gedicht „Ad sacerdotes exhortatio". Het geheel in rood en zwart gedrukt in houtsneeomlijsting van 4 blokken met apostelen, evangelisten, de aanbidding te Bethlehem, en wapenschilden. Op de keerzijde „Ad presbyteros exhortatio". Kalender met ckuojanus en Lat. gedichtjes enz en gebeden ante et post communionem 7 bln. Cautele misse en Benedictio aque 6 bln. De daarna volgende genummerde bladen beginnen met „Dominica prima adventus*. FoL VII en VIH (In nocte nativiu-xlui ^et muzlek °P rood6 hjnen, zijn overplakt met hand?°i ,o, ' geschreven muziek op vijf lijnen en hs.-tekst. Op fol. U3verso en volgende 15 ongenummerde bladen gedrukte muziek met 4 roode lijnen. Op acht perkament-bladen de Canon in zeer grooten druk, met een groote hotsnede van Lucas van Leyden. Deu genummerde bladen 1—74 behandelen de heiligendagen; daarna 14 ongenummerde bladen met gedrukte muziek (4 roode lijnen): Benediotio candelarum, Benedictio palmarum etc. Eindelijk op bL 1—62: commune Apostolorum enz», en Tabula totius operis (3 kol.). Op de laatste blz. vignet: Fortuna. Exemplaar uit de boekerij van Jao. Buyck, in oorspr. lederen band (ruitpatroon) met sloten, waarvan één bewaard. Missale ecclesiae Traiectensis. Canon, op perk. gedr. no. 270.. 271. Psalterium Dauiticum, iam recens excusum, multo quam antea dilucidius atque correctius. S. 1. et a. 8°. 102 bL (bL 79 en 104 ontbr.). Goth. letter. Ned. Bibl. 387. Door Nijhoff-Kr. met twijfel toegeschr. aan Mioh. Hillen v. Hoochstr. Titel rood en zwart. Houtsn.: David en Goliath tusschen 3 randen. Op de keerz. Psalmus Primus met houtsnee-initiaal. Op bl.90: Canticum Esaie eto. Op bl. 98verso: Letanie. Verder eenige gebeden. Tabula beginnende bl. I02verso. Nederlandsche doeken. 272. Spiegel — Die — der volcomeiüieyt. Die exposicie of bedudenisse des heylighen dienst der missen [Door Simon van Venlo]. Die weerdighe bereydinghe om salichlijc dat heylighe sacrament dat is dat lichaem cristi te ontfanghen. [Antwerpen, Ger. Leeul [1488]. kl. 8°. — Met houtsn. J 192 bl. Goth. letter. Campb. 1577. Op den titel kleine houtsn. (Veroniea), op de keerz. houtsn. in omlijsting, eveneens op bl. H2 en h 8. Na het eerste tractaat een blanco blad. Op het laatste blad (defect) ooi. en drukkersmerk. 273. Bien boeck — Dit is der —. Een goet boeck dat ghehieten is een ghemeyn guet van der naturen der byen. [Door Thomas Cantipratensis]. ende wert ghedeylt in tween doelen Dat eerste deel is vanden prelaten, dat ander deel is vanden ondersaten. Bi mij Peter van Os prenter tot Swolle 1488. f °.—Met drukkersmerk. 188 bl. Goth. letter. 2 kol. Campb. 1668. Folieering onderaan de bladen. Op het laatste bewaarde blad colophon en drukkersmerk. Aan het ex. van de UniversiteitsbibL ontbr. 4 bl. voorwerk, een tekstblad en een blanco blad. Versierde initialen enz. in rood en blauw. Het ontbrekende Fol. CXXVI vervangen door een handschrift-blad, dat mede gerubriceerd is. De Maatsch. t. bev. d. gen. bezit een compleet exemplaar. 274. Psolter — Dits die duytsce — ende op elcken psalm sinen titel die verclarende is die craften ende die doechden des psalmes. Ghepr. to Zwolle bi mi Peter van Os 1491. kl. 8°. 231 bl. (het laatste ontbr. en is door een facs. vervangen). Goth. letter. Campb. 561. — Beginletters enz. in rood en blauw. Oud blindstempelbandje, leder op hout, rest van koperen slot. 275. [Gedinkenissen — Die — tot alle de xxx poenten der messen. Leuven, Jan van Westfalen c. 1490]. 8°. 32 bladen, waarvan er 10 (vel a en het eerste en laatste van vel o) ont-breken. Goth. letter. De titel is slechts uit den inhoud bij benadering op te maken. Het boekje is bewaard met „enen schonen spiegel der goeder menschen", eveneens defeot, en zonder plaatsnaam en jaar, maar gedrukt met de letter van Hendrik Lettersnijder (no. 84). Een ingehechte brief van J. W. Holtrop aan Fred. Muller, van 5 Jan. 1857 handelt over de beide boekjes, en dateert dit „tusschen 1600—1520" de letter was hem blijkbaar noch uit incunabelen, noch uit latere drukken bekend. Hl de Monuments typographiques (1868) geeft hij de letter wel; zij is door Joh. de Westfalia gebezigd in de enkele Nederlandsche boekjes door hem gedrukt, die in ons land niet te vinden zijn, en Holtrop zeker nog niet bekend waren, toen hij dien brief schreef. Zie M. E. Kronenberg in Het Boek 1921 blz. 209 en v. . Vader boeck — Dit boeck is ghenoemet dat —, dat in den latijne is ghehieten Vitaspatrum inhoudende die historiën ende legenden der heiligher vaderen die hare leuen in strengher penitentie ouerghebracnt hebben. Ouergeset in goeder verstandelre duytscher sprake. Ghedruct te delf in hollant Bi mi Henrick eckert van homberch 1498. f°. — Met titelhoutsn. en drukkersmerk. 4 + 140 bladen (bl. 5» ontbr.). Goth. letter, 2 kol. Campb. 939. Groote titelprent in 3 tafereelen; op de keerzijde begint „die tafele", 6 bladz. en een blanco keerzijde. De tekst op 139 genumm. bladen. Op de keerz. v. h. laatste blad drukkersmerk (eenhoorn) in rand. —Beginletters enz. in rood. Titel en bL xxiiirecJo zijn in druk weergegeven Ch. Enschedé, Fonderies de caractères blz. 14, 15. De schr. de nieuwe drukletter van Hendrik Lettersnijder besprekende, zegt van dit boek: „En 1498 c'est un nouvel imprimeur que nous trouvons a Delft, Henric Eckert van Homberch, qui s'était procuré la même lettre, et parmi les éditions duquel nous citerons tout d'abord un chef-d'ceuvre d'impression, dont nous offrons a nos lecteurs une page entière." C £ra rort gljebrt op al oefent poentra Der meOTen» OBiürr mtnltjrffe neere nVfuamtnio-ooerüjTe groote troump»Dif gl?p mi Dfrorfen lieten arn nfrafnonfprmenff^f liber natuerê Snuroergeboertr gn uroerBrfitf üenuTf gnt ofFprp Der Drie roningê 3n Der prrfentarten-tuflr^en fyme om bannen -3nt ooer otteDen-oa tjeroöee tot m egipten »2IntDifpa terêmettf Dortoren•tot urnen • #J« taren * 3}n ore oeomoetrtge onDer DanirL;rtf* iofrpa eiroeuroerüeuer moeDer • IJnt Doopfel Dat gbi omi finrr-oa>©m t ia bapttGf3nt oaflê DeroeertirrjDagf^nutDfrCïIeger Tekstblaadje van Jan van Westfalen, no. 275. Herp (Heynric), Dits die grote ende nieuwe spiegel der volcomenheyt. Ghepr. Tantwerpen, binnen die camerpoorte int huys van Delf. By mij Henrick Eckert van homberch 1502. kl. 8°. — Met titelhoutsnede. 228 bL Goth. letter. Ned. Bibl 1063. Art typ. Hendr. Bok. II6. 278. Leven ons liefs heeren [Door Ludolphus van Saxen], — Dit es dleuen ons liefs heeren ihesu Cristi anderwerven gheprintehe- corngeert ende merckelicke verbetert met addicien van schoo- nen moralen ende geesteliken leeringhen ende deuoten medita- cien. Enz. Anderweruen ghepr.in die seer vermaerde coopstadt van Antwerpen binnen die Camer poorte int huys van delft Bv mi Hennck Eckert van Homberch. 1503. f°. — Met houtsneden 8 + 328 bL (bl. 2 en 5 ontbr.; bl. 324 dubbel, met gekleurde en ongekl ^°rUT^nJ- °0th-letter- 2 koL Ned- Bibl 14»7- Art. typ. Hendriok Eek. Vlll 86. De titel heeft den bovenregel in houtsnede, en onderaan een houtsneeprent met twee zijstukken. Het voorwerk bestaat uit twee tafelen ui den titel genoemd, een van de capittelen des hoeks, een om te vinden de evangeliën van de zondagen en van de heiligen. De tekst is versierd met een groot aantal houtsneden, in dit ex. gekleurd, groote die ongeveer een geheele bladzijde innemen, breede ter grootte van een halve bladz., kleine ter breedte van de kolom, en samengestelde uit twee naast elkaar geplaatste blokken, of uit een prent met twee ornament-zijstukken (gothische arohiteotuur). Dezelfde prenten komen herhaaldelijk voor. Op de laatste bladz. groot drukkersmerk in 4j(randen. Initialen in rood en blauw. 279. Passionael twinterstuc Dat men biet die gulden legende [Door Jacobus de Voragine]. Ghepr. tot Antwerpen bi mi Henrick Eckert van Homberch 1505. f°. — Met houtsneden. 208 bl. (M. VI en een blanco bl. ontbr.). Goth. letter. 2 koL Ned. Bibl. 1193. Groote houtsnee-titelprent, afgeb. Art typogr. Hendr. Eckert IX naar de nitg. v. 1516, waar het blok middendoor gebarsten is. In den tekst vele houtsneden, heiligenfiguren, en voorstellingen uit het leven van Jezus, reeds gebruikt in het „Leven ons heren"; ook de twee gothische architectuurstukken, daar reeds naast de prenten geplaatst. Aan het einde het drukkersmerk (de eenhoorn) tusschen twee zulke . blokken. 280. Ghetüden — Die— van onser lieuer vrouwen ende vele schoone louen ende oracien. ende metten leuene ons heeren vuter biblen ghenomen ende in figuren ghesneden zijn gheprent te Parijs bij Thielman Keruer ... m sint Jacobstrate inden roester 1509. 8°. — Met houtsneden. 124 bL Goth. letter, rood-en-zwart-druk. Ned. Bibl. 998. Getijdenboek met buitengewoon rgke houtsneeversiering. Als titel drukkersmerk van Thielman Kerver, daaronder de titel in rood, het geheel in houtsnee-randen. Almanach op 26 bladzijden, begin van het evangelie van Johannes, gebeden. Met vel c beginnen Onser lieuer vrouwen ghetijden, met bl. g6 de seuen psalmen, gevolgd door de Litaniën. Op h 7 die mettenen voor die overledene, met doodendansyoorstellingen in de bordures. Alle bladzijden van het boek zijn gevat in rijke houtsnee-bordures met voorstellingen en teksten; de laatste deels rood gedrukt. Het boek heeft bovendien 14 groote houtsneden. Twee exemplaren, met verschillen in de verdeeling van rood en zwart en van de houtsneden der omlijstingen, beide behoorende tot de doodendansverzameling Reichelt; zie Catal. Doodendans n. 2. 281. Cronyke — Die alderexcellenste — van Brabant Hollant Seelant Vlaenderen int generael Met vele nyeuwe addicien die indye andere niet gheweest en zijn. Sine privilepo. Ghepr. Thantwerpen 1512. f°. — Met houtsn. Druk van Jan van Doesborch. 230 bl. (waarvan er 8 ontbreken). Goth. letter. 2 kol. Ned. Bibl. 652 (var.). De eerste drie woorden van den titel (2 regels) in houtsnede en rood; in den aanvangs-D een wapenschildje met de letters hAc. Groote wapenhoutsnede, en daaronder in druk, rood, de woorden „Sine privilegio". Het in de Ned. Bibl. beschreven ex. heeft in houtsn. de woorden „Cum privilegio". Op bl. 2 Tafele, met wapen van Brabant. Op bL 3 de „Prologus oft voorsprake" en nog eens de wapenhoutsnede van den öteL Met bl. 4 begint de tekst, waarin tal van houtsneden; op bl. 5 „dye banyerijen van Brabant" voorgesteld in een groote houtsnede als boom. Bjj de volgende hoofdstukken eene reeks houtsneeprentjes van maagden en heiligen. Op bl. Aöeerso groote houtsnede: Brabo verslaat den reus. Van quatern C, „boome oft linie der edelder hertoghen" zijn slechts 2 van de zes bladen bewaard. Verder vele voorstellingen van krijgsbedrijven, enz. in grootere en kleinere houtsn. BL T6 en Gg3 ontbreken. Aan het eind Een salighe leeringhe: Vijf vren suldi inden dach god eeren. Seuen vren suldi v werck hanteren Seuen vren muechdy slapen. Twee vren muechdy locht rapen. Drie vren muechdi eten. Aldus doende suldi den tjjt vergheten. Daaronder colophon en wapensohild. 282. Bonaventura (Sinte) — Dit boec is gheheten Stimulus diuini amo¬ ris. Twelc is ghetranslateert of ouergeset wten latijne in duytsche. Ende is ghecorrigeert door broeder Lucas vander Helt. Ghepr. in die vermaerde coop stat van Antwerpen. Binnen die Camerpoorte Int huys van Delft, bi mi Henrick eckert van Homberch 1519. 8°. 267 bl. Goth. letter. Ned. Bibl. 469. Titel in rood en zwart, met houtsnee-initiaal en kleine drieëenheidhoutsnee. Tafel 7 blz.. waarin de indeeling der drie boeken wordt aangegeven; het 3e boek „is gedruct met een ander boek dat geheten is: Soliloquium Augustini". Het derde boek begint op bL 173 met nieuwe signatuur A en met een uitvoerigere herhaling van den titel: „Bit boeck is gheheten inden latijn Stimulus diuini amoris. in duytsch dat prickel der minnen gods welc ghemaect heeft die heylighe doctoor sinte bonauentura ... Twelcke broeder Lucas hey ... ghecorrigeert heeft van woort tot woort wten latijn en duytsche. ende heeft somtijt een puntken dair aen gheset wt die sentencie der doctoren om die materie te bat te verstaen. ende dat is met een paragraphus onder teykent". Aan het eind wordt dat alles nog eens herhaald met dateering op 11 Maart 1508. 283. Copie vten mandamente aengaende den statuten. Onlancx ghe¬ maect. Eerst op die Leengoeden Erfgoeden Chijsen Eygengoeden Renten oft ander onberoerlike goeden, ghelegen in den landen van Brabant Lemborch Vlaendren Hollant Zeelant ende Overmaze etc. Ghepr. in die vermaerde Coopstadt van Antwerpen In onser lieuer Vrouwen Pant Bi mi Claes die graue 1520.4°. 8 bL Goth. letter. Titel met houtsnee-randen. Ned. Bibl. 610» 284. Vruchten — Dit is van der — des lidens, ende der passien ons liefs heeren Ihesu Cristi. Daer veel deuocie ende salicheyt den menschen in ghelegen is. Gepr. tot Leyden Bi mi Jan Seuersz. wonende op die hoygraft. z. j. 8°. — Met houtsneden. 144 bL Goth. letter. Ned. Bibl. 2186. Op den titel, op de keerz. en aan het einde een houtsneeletter O, waarin Jezus met de martelwerktuigen. Verder een houtsnee-initiaal D en eene reeks passieprentjes, alle gekleurd. Titel rood en zwart, beginletters enz. in rood. Voorin geschreven: „Dit boxken hoert toe int besloeten cloes[ter] te facons, ende hoert int ghemeyn. XX[X ?]". Facons is 't klooster Valken broek te Antwerpen. — Ex libris: wapen met de woorden „le candele". 285. [Johannes Cassianus], Dit is der ouder Vaders collasie. Die welcke .xxiiij. vaderen Collatie is een gheestelike leeringhe voor alle gheestehjcke menschen. Men vindtse te coope Tantwerpen By my Willem Vorsterman. Ghepr. Tantwerpen by mi Michiel Halen van Hoochstraten woenende bider Cammer poerte op die Lombaerde veste 1506 (met de hand gecorr. in 1520). f°. 147 bl. (waarvan het laatste, blanco, ontbr.). Goth. letter. 2 kol. Ned. Bibl. 527. AH typ. Mich. Hillen XV 66, 66. Titel met groote houtsnede; ook de bovenste 2 regels in houten.; rood en zwart. Initialen. Nieuwe titeluitg. van de uitgaaf van Mich. Hillen van 1506, die den auteursnaam Jok. Cassianus vermeldde, zie Ned. Bibl 626. Achterin 2 eigendomsinscripties; in rood: Dit boeck hoert toe int conuent van sinte maria magdalene suster anna krysts suster Jan Dericks dochter Utrecht. Daaronder: dit boeck hoert nu toe suster Katharijn goert krysts dochter int conuent van magdalenene. 286.' Onderwysinge — Een gulden — om te antwoorden op alle puncten die de vyanden der waerheyt by brenghen moghen, welck dye sesse prochianen te Nurenberch, doer begeerte eens Kuervorsten gemaect hebben. Niet alleen allen simpelen menschen dye gheerne die rechte waerheyt souden bekennen inden sake daer nv den twist omme is, maer oeck allen geleerden grotelick van node ende seer profitekck. Nurenberch 1525. 8°. Misschien gedrukt te Antwerpen bij Niclaes van Oldenborch. 170 bL (het laatste blank). Ooth. letter. Ned. Bibl 1623. Titel in houtsnee-omlijsting: Gothisch baldakijn, onderaan Geloof, liefde en hoop. — Voorin hs.-aant. en de mededeeling: dit ia herdrukt bij den selven drucker 1556. Ex libris Meulman en Doedes. 2>tttói»attïbeeDe ocd ocs 36 vbele/ert oacr fijn marmoten Bc(r nauoigbcnoe bocchen/ 3»fucy3oWcum/Kurb/BwtbdtthêBee Comngben/cS fctuiöp pfalmen' ant giopter rienrfttcber* vrtti* om EmytCdw otttrgtjetet tot rn« fl|tb«5«tlen/aHen ben Sm» pttf eonüsn menCtbê/' tfi tot toolcomE bet ttanöe *rr gonttftftft fcrt& nieren." ittaUtt fwtttura oaretanrbiisf. 287. Bybel—Dit is dat tweede deel des Bybels, ende daer sijn inghesloten dese nauolghende boecken, Josue, Judicum, Ruth, vier boecken der Coninghen, ende Davids Psalmen, met grooter neersticheyt wel inden Duytsche ouergheset enz. [Men vintse te coope int huys van Delft bi Peter Kaetz]. Gepr. tantwerpen bi mi'Hans van Romnndt [1525]. 16°. 340 bl. (laatste blad blank). Goth. letter. Bibl. Belg. B. 122. Ned. Bibl. 380. (Kleine verschillen.) Art typ. Hans v. R. I 2. Titel in houtsnee-omlijsting. Prologe v. Sint Hier. op bl. a ii; op de keerzijde begint „Jehosua", op bL I ii (258) het Psalterium. Bl. 339 heeft twee drukfouten: Den Cxlix Psalm boven pa. 148, en sign. T iiij in pl. v. T iij. DL I, III en IV noemen uitgever en jaartal. 288. Souter — Die — wel verduytscht wt die hevüge oft Hebreeusche sprake. Verclannghe des gheheelen psalters seer claer ende pro- fitehc door Johannem Bugenhaeg wt Pomeren, aen vele plaet- sen door hem seluen gebetert ende om nutticheyt der ghemeyn- ten in goeden verstandeliken duytsche ouer gheset. Een voorrede MARTiNiöüTZER,met vergaderinghe ende vierderley onderscheyt der psalmen. Item met Summarien. Wijser ofte TafeL Gedruct te Basel bi mi Adam Anonymus 1526. 4°. 12 J" ^?4,bL Goth- kttor m 2 grootten. Ned. Bibl. 508. Het Boek 1919 blz. 241 en v. De boeken met het adres van Adam Anonymus zijn gedrukt door Joh Hoogstraten te Antwerpen, zie M. E. Kronenberg in Het Boek' j^c- — -«tel in houtsnee-omlijsting; op de keerzijde voorrede van Mart. Hutzer, Vierderley onderscheyt der psalmen, Summarien Een ander prologhe. Daarna op de gepagineerde bladen: tekst met grootere en verclannghe met kleinere letter, beide van Duitsch-Gothisch karakter, houtsnee-initialen (zie Het Boek, blz. 244 en 246) De Duitsche vertaling van Bugenhagen's Latijnschen oommentaar 'door Mart. Hucer, met de psalm-vertaling van Luther, beide in 't Nederlandsch overgezet door een onbekende". Dit exemplaar heeft op den titel (regel 10) met de fout onderscheye(aic), aangeteekend in de beschrijving in de Ned. Bibl. ; er staat onderscheyt. In het ex. waarnaar de afbeelding genomen is, is op die plaats zichtbaar geknoeid. — Ex hbr. W. Jackson. 289. Buucx (Jan de), Genealogie ende clare afcomste der vaerlicker side ons natuerlic ende wel gheboren prince ende keizers van Home Karei de v. van dier name, coninc catholicke van al spaengien eersthertoghe van oostrijcke, prince van belgen etc. wtghestelt desen .xviij. augusti anno. m. v° .xxvij. [Brugge Hub de Croock 1527]. 4 . 12 bL, waarvan het laatste ontbr. Goth. letter, Ned. Bibl. 1839. — Titel met portret in vier houtsneeranden; op de onderste de naamletters van den drukker H C. Jan de Buucx is volgens den titel „presbiter geboren van Gend bemmder van cronijcken". Ex libris: een geleerd geestelijke in zijne bibL, met inschr. L. B. en onderschrift: In tali nunquam lassat venatio sylva. 290. Sack der Consten — Den —, wten Latine, Italiaensche, Fransche, duytsche ghecopuleert om te vermaken die beswaerde sinnen.' Ende voor hem dye gheerne wat nyeus hooren. [Antwerpen] bi Jacob van Liesvelt [15]28. 4°. — Met houtsneden. 12 bl. Goth. letter. Ned. Bibl. 1843. Titelhoutsnede: man die den zak der consten uitschudt. Ia den Prologhe op de keerz.: Hier bi quam mi in handen een boecxken in italien gheprmt, dwelo io in onser spraken geprent hebbe. Op bl. Sverso: „Hier na volghen sommige auctentijcke dingen geapprobeert bi de meesters als Arnoldus de villa noua, Mesue, ende nooh veel meer ander dier ghelijcken". Aan het einde „Een vriendelijcke medeeine voor die pijne der tanden" gheoordineert, ende wtghegheven bi meester Arnout vanderhaghen" ... zie Het Boek 1921, p. 188. Daaronder het colophon op rijm. Tis gedaen om drucs verslaen int iaer ons heeren Als nv van .xxviij. om vruechts vermeeren Bi Jacob van Liesuelt om consten te leeren Op de laatste bladz. groot drukkersmerk I L met spreuk „fortitudo mea deus" (Art typ. Jac. Liesvelt I 1). SS3 Titel van: Die Souter no. 288. 291. Licht — Dat — der Apotekers. Ende is anderwerf ghecorrigeert met. grooter neerstieheyt ende vermeerdert. [Door Ooiricus Hmjf^LT^-" Pf.-^fP611 m onser üeuer vrouwen pant i^?^1? ^aef la29- 4 • — Met titelhoutsn. P 102 bL Goth. letter. Ned. Bibl. 1778 Tit«kr,!,h°U!?nee (aP°th°ker aan een tafel) in vier randen;zoowel druk H^W . -ed^ r0°.den^Wart;titeI met tafele 4bl.,prologhe,rtekst ver,n H.n TT dlstln«tl?^7»n de eerste uitgaaf, 1515, heeft de Kon. Bibl. ï den Haag een defect ex.; van deze nieuwe uitg. is alleen dit ex bekend, afkomstig uit de bibl. Vergauwen, en door welwiCde hulp van een boekenvriend aangekocht voor de Maatsch. t. bev. d. gereeer»;2P deDttltel*e °nd« Scriptie „Le livre apartient a Francois Geeraerts maitre chirurgien et accoucheur". m AlS™ *nt eorte ~ Dit sijn de principale - der Keyserlicker ordonnancien ghenomen ende ghetrocken vuten mandemente gheordonneert by der K. Maiesteyt ende siinen Raet. Ghepubliert ende vutgheroupen te Brugghe ter halle den xv. dachin novembre anno xv.c.xxxi. Z. pl. en j. 4° * t™ï-t leïter- ^eer kort ^treksel uit ordonnancien over de meest bestemd6 nltZdte7erpe^ DenkeJ*k ^ toevoegsel bij iets anders verhef; im ï*6 van deze artikelen luidt: Item so ist scerpelic verboden te blasphemerene gode maria ende ander helighen of huerfa■ broodr°r!P Va\fn maent gteuanghen tsijn te water ende te broode Ende die de blasphemuese woorden tot god of zijn helighen spreken nwt versteender herten so salmense noch bouen dien Xhuertongh° 8tek?n openbaar. Ende die ander vileyne heeden so^derXTmulate^en ^ discretie vanden jugien 293. Maniere — Die — om te leeren cijfferen ende rekenen metter pene°d,e nïetteo penningen. Na die gherechte conste Algorismi. Int gheheele ende mt ghebroken. Ghepr. in ... Antwerpen buyten die camer poorte inden gulden Eenhoren bi mi Willem Vorsterman. z. j. 8°. — Met houtsneden. 52 bL Goth. letter. °Pn2eLtHtel£h°U<£nee ^^geven, hoe „metten penningen" getallen ^ehetle Ht . • rDDineeD m hout«nee, rood en zwart zooals de fen rekent; erJ.VOt.rlan.?s een houtsnee-rand. Opde keerz. houtsnede: Prnln^ T ^r.mu^n 061 »*n * werk' b3 maneschijn. Op bl. 2 Prologhe; de tekst begint op bL 3; op bl. 22 (c 6) de rekening int ghebroken^, daarna Die reghel van drien, Die reghel van den ghèselMeTbl «le,/lhtle V? den der gallen! Van den hafe enz. ttt„ - (.f ,1 begmt' met houtsnee-initiaal, de rekening , metten penninghen" met een aantal afbeeldingen, weer gevolld door sommighe exempelen", eindigende op het laatste blad; ér onder wanen i 7, °P w° keerzlJde drukkersmerk (adelaar met kroon en wapen. Art typ. Vorsterman VI, 15). m' ^S!8 (F^ciscus), Den schat des kersten gheloofs. Een scriftut rfif de«°te "oecxken getogen wt die heylige scrifture. Ghepr. Thantwerpen op die Lombaerde veste teeen « £u q=Il,h??t.ouer' bi Symon Gock (c. 1530 ?). 8°. tsTi 5 Or0th-: letter in twee grootten. Ned. Bibl. 2046 waarin hifn 1™*t^w"^"«tsneeranden. Prologe des aucteurs, Teboden InH "f*0*** „ binnen corte dagen" een boec „vanden X wee t" nfkT sacramenten dwelo noyt en is inde prente gev*n h ' * . °*K 5en 8Plegbel des kersten levens, van Thomas InL* T f ^"^derwerf geprint" bij Simon Cock in 1532. Den Schat des kersten gheloofs moet dus iets ouder zijn, al zou men het op het uiterlijk eer iets later dateeren. Na de Prologe volgt Die Tafel met rood gedrukt opschrift. De tekst op de genumm. bladen Fo. •i—l» / (lees 19o). 295. [Dierick van Munster], Die kersten Spiegel. Ghepr. tot Aemstelredam by my Jan Seuerzoon die Croepel z. j. [c. 1530]. kl. 8°. 56 bl., waarvan de titel, en nog twee bladen ontbreken. Goth. letter. Eet Boek 1922 blz. 90. Enkele houtsneetjes in den tekst. Drukkersmerk: de Heemskinderen, met de krukken van Jan Seversz. 296. [Lijden — Het — van Jesus]. Fragment, z. titel, pijen j. 16°. Een eenzijdig bedrukt blad. Misdruk. 8 bladz., waarvan 6 nagenoeg volledig bewaard. Druk en formaat wijzen op Jan Seversz die Creupel te Amsterdam als drukker. Zie Het Boek 1922, blz. 321 e. v. € ^ter epnïct ö te kaften £>pfe0t)d. C ^epttnt tot Htmüektbam/bp mp Jan £toter$oan bit £rocp cl tuonë OeaenöteouöeGDe/utöenfktj fel/in bpc uptt ^eema fatttDeretu e • • Colophon van no. 295. 297. Ghetjjden — Die — van onser lieuer vrouwen, ende vanden heyli- ghen cruce, ende vanden heylighen gheest met die seuen psalmen, ende met die mettenen voer die ouerledenne. Voert sijn hier vele schoone louen ende ghebeden oft oracien. Item voert vele schoone ende nieuwe beelden sijn hier inghesedt, die noyt ghesien en waren. Gbedr. te Parijs: by die weuwe van Thielman Keruer, in sint iacobs strate, inden eenhoren 1533. 8°. 136 bL Ooth. letter, rood- en zwartdruk. Rijke houtsneeversiering. Titel als in de uitgaaf van 1509, Almanach, begin van het ev. van Johannes, enz. Onser vrouwen ghetijden (C 1), die seuen psalmen (H 2), die mettenen voir die ouerledene, met doodsvoorstellingen (J 8). Ook hier elke bladzijde in houtsnee-omlijsting. 32 groote houtsneden. Doodendansverzameling Th. Reichelt; zie CataL Doodendans n. 3, waar een fout is ingeslopen in het jaartal. 298. Eusebius bisschop tot Cesarien, Die historie diemen heet Eccle- siastica, inhoudende tregiment vander Christenheyt, ende wonderhjcke geschiedenissen van vele heyhge Martelaren ende andersyns, beghinnende vander hemeluaert ons heeren Christi an, totten tyden des keysers Theodosii, dat is ontrent den Jaren Lhnsti cccxc. Eerst ghetranslateert wten Griexsche doer den priester Ruffinum, Ende nv ouerghesedt in onser duytscher spraken. Tantwerpen in onser lieuer vrouwen pant by mv Gouaert vander haghen 1534. f°. 6 + 153 bi (164, blanco, ontbreekt). Goth. letter, 2 koL Ned. Bibl. 883. litel rood en zwart in houtsneeomlijsting: 4 randblokken en 4 kleine prentjes, waarvan 3 evangelisten. Op het tweede Wad privilegie aan Govaert v d Haghen, gedat. 1633, en Aen den duechtsamen Leser. r, w J d61",*, ^e tekat °P de genumm. bladen 1—153; colophon. L»e Ned. Bibl. kent slechts deze ééne uitgaaf van Govaert v. d. Haghen. 299. Vvtlegghinghe des sesthienden Capittels van Sinte Jans Euangelie [Door M. Luther]. Ghepr. by Niclaes van Oldenborch 1534. 8° Van den drukker Niclaes van Oldenborch is weinig bekend. Hij drukte te Emden of te Antwerpen. 138 bL Goth. letter. Ned. Bibl. 1431 Geantidateerd, De preeken zijn van 1538, de Duitsche uitg. v. 1539 Exlibris J. F. v. d. Velde. 300. [Fonteyne des levens — Die —. Door J. W. van Zutlen va» Nyevelt]. Ghepr. Thantwerpen by mi Adriaen van Berghen int Gulden Missael 1535.kl. 8*. 40 bL waarvan de eerste twee en het laatste, misschien blank, ontbr Goth. letter. Het Boek 1922 blz. 94. Op bL Iverso een houtsn. 301. Leven ons heeren [Door Ludolphus van Saxen]. — Dit es dleuen ons heeren Jhesu cristi. Derdewerf gecorrigeert ende verbetert. Met schone moralizacien ende gheestelike leeringhen ende deuote meditacien. Enz. Ende is nu Iestwerf verbetert ende gheprent in die vermaerde coopstadt van Antwerpen, Binnen die camer poorte. In onser lieuer vrouwen Pant, bi mi Claes de Graue 1536. f°. — Met initialen en houtsneeprenten. 6 + 27,4 ÏMnumlnerm& foutief- — fol- 7 (Bi) ontbreekt). Goth. letter. 2 kol. Ned. Bibl. 1412 var. Titel rood en zwart; de twee bovenregels in houtsnee, onderaan twee houtsneeprentjes met randen. Twee tafelen op 11 blz. 302. ©nderwysinge — Eene — ofte raet, omme die gedachten in den toem tho brengen, ende synen mondt in wysheit voersienich tho maken, met meer andere heylsame inlopende leringhen, doer den Hilhgen Geist wt genaden ingegeuen. [Door David Jorisz]. Z. pl. Vth ghegeuen int iaer 1537. 8°. 12 bL Duitsch-Goth. letter. Het vierde boekje in den band no. 321. 303-: Basilius (Polytes) [Urbanus Regius], Dialogus, oft Tsamensprekinghe. Van de prekinghe die Christus den twee Discipelen dede, tot Emaus gaende op den Paesdach, wt Moyses ende alle den Propheten. Z. pl. Ghedr. bi Niclaes van Oldenborch 1538.8° 352 bl. Goth. letter. Ned. Bibl. 1789. Zie Sepp, Verboden lectuur 88, en Amst. Boekdr. II no. 453 en 470. De daar beschreven herdrukken van 1589 en 1596 hebben een opdracht met onderteekening: Urbanus Regius. — Ex libris W. Jackson. 304. Peerle — Die grote euangelische, — vol deuoter gebeden, god- lijcker oeffeninghen, ende geesteliker leeringhen, hoe wij dat hoochste goet (dat God is) in onser sielen sullen soecken ende vinden, ende wt alle onse crachten hef hebben, ende besitten. Nu eerstwerf in die druck gebracht door die Cathuser tot Guelen. Ghepr. Thantwerpen binnen die Camer poorte, inden Mol, by my Henrick Peetersen van Middelburch 1539. 8°. 244 bL Ooth. letter. Ned. Bibl. 1690. Titel, waarop nog een tekst, rood en zwart gedrukt, in 4 houtsneeranden. Broeder Dierick Loer, Vicarius van der Cathnyser oorden tot Cuelen, deelt aan den goetwilligen leser mede, waarom hg na Die Evangelische peerle, dat slechts een uittreksel was, nu nog deze Groote Evangelische Peerle, waarmee hij sedert heeft kennis gemaakt, in 't licht geeft. Deze mededeeling staat reeds in de uitg. van 1537/38, Ned. Bibl. 1689. 305. Tractaet — Eèn seer schoon — of onderwijs van menigerley aert der menschen vianden: haer listen ende beuechtingen te leeren kennen, om die (durch Gs. genade) te wederstaen ende onder te brengen: met andere inloopende heylsame onderwysingen, enz, [Door David Jorisz]. Z. pl. Wtgeghaen in Jaer xxxix [1539]. 8°. 36 bL (het laatste blank). Duitsch-Goth. letter. Het derde boekje in den onder no. 321 beschreven band. 306. [Bloetstortinghen — Die vijftien — ons heven heren Ihesu Cristi]. Ghepr. Tantwerpen binnen de Camerpoorte in den Mol by my Henrick Petersz van Middelburch [omstr. 1540]. 8°. Fragment van drie bladen, bevattende 5 strophen van een Maria-referein, colophon en drukkersmerk, het slot van het boekje, dat waarschijnlijk 16 bl. had. Goth. letter. Het Boek 1922, bl. 84 en 281. f^hcptent^tmtroetpen binnen öc er«o begint de opdrachtbrief tot het werk, aangeduid als Apologeticon tegen Aretinus, wiens brief wordt meegedeeld; op bl. 6verso begint de apologie zelve; de peroratio is gericht tot den bisschop van Kamerijk, en gedateerd Bruxelle 1500 pridie Cal. Nov. Beginletters niet ingevuld. In denz. band: Apud luUum II Pont. Max. pro rege Ludovico XII per Gulielmum Briconnetum apologetica oratio 1507, Par. Denis Roce. 324. Johannes Picus Mirandula, Auree epistole. Opus epistolarum accu- ratissime nuper recognitum sedulaque opera ünpressum a quo omnia menda que in prima impressione comperiebantur omnino abstersa sunt. S. I. Impr. 1509. 4°. Druk van Theodoricus Martinus Alostensis te Antwerpen. 34 bL (het laatste blank), Rom. letter. Ned. Bibl. 1723. Titelhoutsnee: twee geleerden onder een boom. De titel zelf rood gedrukt, keerzijde blank. De tekst van de brieven loopt van bL 2 tot 31reefo; verder een gedicht „Deprecatio ad deum" en twee brieven van Baptista Mantuanus. 325. Eligius Houcarius [Houckaert], Liuini seu Leuini archiepiscopi et martyris Gandauorumque tutelaris diui Vita, elego ca[r]mine conscripta. Ad eundem cum laudibus supplicatio. Bertulphi confessoris eorundemque protectoris vita brevissime elucidata. Ad eundem et commendatio et votum. In Colletam virginem longe venerabilem Paean elegiacus. Impr. in aedibus Ascensianis imp. Victoris Curuipontis vulgo crombrugghe et Gerardi Zweemere adldus Jan. 1511.4°.—Met drukkersm. en houtsneeinitialen. 4 + 24 bl. Rom. letter (een enkel opschrift Goth.). Op den titel het drukkersmerk „Prelum Aseensianum" met naammerk I[odocus] Bfadius]. Daaronder deze versregels: Haec tibi Gandaui venalis lector opella est Magna vbi Victoris bibliotheca patet. Op de keerzijde opdracht van Iodocus Badius Ascensius aan Antonius Claua, gedat. „Ex chalcographia nostra apud parrhisios Nonis Jan. MDXF . Verder opdracht van Eligius Houcarius aan denz. „Gandaui quinto cal. dec. 1510", acht gedichtjes van verschillende auteurs, en 2 bladzijden praenotamenta van Iodocus Badius. Op de genummerde bladen de in den titel aangegeven gedichten, gedrukt met interlignes, en inhoudsaanwijzingen op den kant. Aan het eind een lofdicht gericht aan Victor van Crombrugghe, bibliopola gandauensis. Colophon. Dit boek is het zesde in een band met Latijnsche 16e-eeuwsche gedichten, eigendom van de Doopsgezinde gemeente. Zie no. 326 en 327. 326. Eligius Houcarius [Houckaert], Tractatus de penitentia tersioribus versibus quam prius fuerat concinnatus. Etc. Venundantur Gandaui in off. Victoris van Crombrugghe iuxta aream diuae Pharaildis, et in off. Petri Caesaris pro rostris Gandauensium. Impr. Gandavi in Lynce 1513. 4°. 12 bL Rom. Ietter. Twee houtsnee-initialen. Geen titel. Inbond met colophon. Op de keerz. opdracht van Ioannes Lacteus Gandauus aan fr. Guido Croceus en fr. Dionisius Angianus. Vijfde stuk in den band met Lat. gedichten, behoorende aan de Doopsgez. gemeente (zie no. 325). 327. Ludovicus Blaviflos [Blaeubloemï], Super immaturo magistri Ioannis Dullardi Gandauensis obitu threnodia. Impr. Gandaui in Lynce 1513. 4°. Uitgaaf van Victor van Crombrugghe en Petrus Caesar (zie het dubbele adres bij no. 326). 4 bln. Rom. letter. Twee houtsnee-initialen. Geen titel. Opdracht aan Ioannes Campester, en op de keerzijde drie gedichtjes van Petrus Scoubecanus Gandauensis e. a. Dit boekje is het derde in een bundel Lat. gedichten in ouden lederen band, behoorende aan de Doopsgezinde Gemeente (zie no. 325 en 326). De Biographie Nationale (II 467), vermeldt dit boekje naar Panzer; het is „presque introuvable et ne figure dans auoun catalogue". 327a. Epistole beatiPauliApostoli gentium doctoris sanctissimi et sapientissimi. Necnon et beatissimorum Jacobi, Petri, Joannis et Judae Epistolae canonicae. Add. est ipsius b. Pauli epistola ad Laodicenses. Item eiusdem adSenecamsexetSenecaeadipsmn octo epistolae. Veneunt Louanii in aed. Theodorici Martini Alostensis e regione scolae iuris ciuilis, ubi impr. sunt. 1513.8°. 112 bl. Bom. letter. Ned. Bibl. 330. Op de keerz. v. d. titel: Judocus Clichtoueus piis lectoribus. Aan het eind onder het coL s Petrus Tonsor Attrebatensis recognoscebat. 328. Dorpius [Martinus], Dialogus, in quo Venus et Cupido omnes adhibent versutias, vt Herculem animi ancipitem in suam militiam inuita Virtute perpellant. Eiusdem Thomus Aululariae Plautinae adiectus cum prologis ahquot in Comediarum actiones, et pauculis carminibus. Chrysostomi Neapohtani epistola de situ Hollandiae viuendique Hollandorum institutis. Gerardi Noviomagi de Zelandia epistola consimilis. Prostant venales in ed. Theodorici Martini Alostensis Louanii e regione Scholae Iuris ciuilis qui et impressit. [1514]. 4°. 36 bl. Rom. letter. Ned. Bibl. 737. Brief aan Ioannes Neuius Hondiscotanus Lilianorum pedagogii gymnasiarcha (3 bladzijden), Prologus tot de toeschouwers (ruim 2 blz.); de dialoog loopt van bL A iiij tot Dijrecto. Daarna brief aan Hierony mus Buslidius. öp bL Diiirecto: Ad Louanienses inuitatiuncula ad spectandam Aululariam Plauti, completam a Dorpio quae acta est in Lilio per primarios discipulos Dorpii III Non. Sept. MDVIII. De Prologus op de Aulularia door Dorpius en het Complementum van D. op net stuk van Plautus (13 bladz.). Brieven van Ioannes Nevius, e. a. Prologus van Dorpius op den Miles van Plautus, enz. Inleiding van Dorpius op den brief van Chrysostomus; dan die van Gerardus Noviomagus, gedat. Louanii in Collegio Cruciferorum secundo kal. Mart. anno M.CCCC.XIIII(sic). Lijstje van Errata. 8 MARTINI DORPII SA erf Theologe ^fefioris Ora tio in prcdeciïoncm epi ftolarum Diui Pauli De laudibus Pauli,de litais facris edif' ccdiside doquêria,de pemiefcfophifti ces,de facrorö codtcum adgratcos calligaüoncÖL' linguarum peritia. EpiftoIaERASMI adDorpium. Ml Titel van: Mart. Dorpius, oratio in praelectionem epist. D. Pauli. no. 331. 329. Erasinus Roterodamus, Parabolarum, siue Similium liber, nuper ab eodem recognitus, et a mendis chalcographorum perpurgatus ac denuo formulis nitidissimis, tersiss. excusus. Gerardus Noviomagus emendabat. Venundatur Louanii e regione Scholae Iuris ciuilis. In aed. Theodorici Martini Alustensis 1515. 4°. 79 bl. Rom. letter. Ned. Bibl. 838. Titel rood en zwart. Opdrachtbrief aan Petrus Aegidius, gedat. Basileae Anno M.D.XIII. Id. Oct. Enkele houtsnee-initialen. 330. Andrelinus (P. Faustus), Epistolae prouerbiales et morales longe lepidissimae, nee minus sententiosae. [Lovanii] Ex aedibus Theodorici Martini Alustensis 1516. 4°. 14 bL Rom. letter. Groot drukkersmerk op den titel. Houtsnee-init. Aanteekeningen in hs. 331. Dorpius (Martinus), Oratio in praelectionem epistolarum Diui Pauli. De laudibus Pauli, de literis sacris ediscendis, de eloquentia, de pernicie sophistices, de sacrorum codicum ad graecos castigatione et linguarum peritia. Epistola Erasmi ad Dorpium. Michael Hillenius Antuerpiae imprimebat 1519. 4°. 18 bl. Rom. letter, ook Grieksche en in de kantteek. Gothische. Ned. Bibl. 739. AH typ. Mich. H. III 10 en XVI 65. Titel in houtsnee-omlijsting. 332. Murmellius (Ioannes), Tabularum opuscula tria, pueris multo vtilissima. Antuerpiae in aed. Mich. Hillenii Hoochstratani 1521. 4°. 28 bl. Rom. letter. Titel in houtsnee-omlijsting. Op den titel de inhoudsopgaaf van de drie Tabulae. In primis agitur De cognoscendis generibus nominum. In alteris De nominum declinationihus, De nominibus anomalis, De comparatione nominum. In eztremis De verborum praeteritis et supinis, De anomalis et defectivis verbis, De speciebus verborum. Op de keerz. brief van Io. Gymnicus, die voor een beteren druk van deze voortreffelijke Tabulae had gezorgd. Opdrachtbrief van Murmellius aan Herm. Stuuius Vechtensis, gedat. Alcmarie nonis Mart. 1517. 333. Ordinarius divini officii [pro ordine Canonicorum Regularium Capittuli sive Congregationis Wyndesemensis]. Daventriae ex off. Alberti Pafradi 1521. 4°. [4 + ]12 + 74 bl. Goth. en Rom. letter. Ned. Bibl. 1649. AH typ. Alb. Pafr. IV 16—18 Jac. de Br. I 2. De vier aanvangsbladen, titel en prologus, ontbreken, en zijn vervangen door een quatern van 4 bladen, waarop in handschrift de Prologus, Tabula declaratoria, Erratulorum brevis recognitio, De prima missa custodienda eto. Het hs. loopt door op de voorzijde van het blanco-beginblad van de volgende quatern; daarna op 11 bladen Kalender, gedrukt in Gothische letter in twee grootten. Op de genummerde bladen de Ordinarius, in Rom. letter, met houtsnee-initialen, gevolgd (fol. LXVII) door Tractatus de periculis missae. Op fol. LXXIIIrecto einde, daarnaForma absolutionis en colophon; 2 blanco bladz.; op de laatste bladz. Mariahoutsnee, Art typ. Jac. de Breda I 2. Dit deels geschreven, deels gedrukte boek maakt deel uit van een bundel Constitutiones capituli Windesemensis in twee fraaie rood-kalfslederen stempelbanden, uit de boekerij van W. Moll in de Universiteitsbibliotheek gekomen. Zie den Cat. der handschr. II no. 609. 334. Evangelium — Sanctum Iesu Christi —. Secundum Matthaeum. Secundum Marcum. Secundum Lucam. Secundum Ioannem. Acta apostolorum. Antwerpiae ap. Ioannem Thibault Gourneansem 1525. 16°. — Met houtsnee-initialen en drukkersm. 448 bl. (waarvan één, pp 8, ontbr.), ours. letter. Ned. Bibl. 341. Art tyv. Joh. Thib. III10—13. 335. Barlaudus (Adrianus), Rerum gestarum a Brabantiae ducibus historia, nune primum Latine conscripta, usque in ann. 1526 imperante Carolo V. Catalogus insignium oppidorum Germaniae inferioris. Hadrianus Tilianus et Io. Hoochstratanus Antuerpiae excud. 1526. 8°. 148 bl. Rom. letter. Ned. Bibl. 236. Titel in vier randen. Praefatio 2 bL Nomina ducum 1 bl. Cronica, met houtsnee-initiaal bl. ai—r4. Brief van Hadr. B. aan Hadrianus a Rivulo 1 bl. De Catalogus urbium r6—s7. Emendationes en ooL 336. Evangelium Sancti Lucae, iuxta exactissimam atque postremam Erasmi Roterodami recognitionem. Daventriae ex aed. Alberti Pafradi 1526. 4°. 36 bl. Bom. letter. Titel in hontsneeomlijsting, op de keerz. Vita S. Lncae, bL 2: Elenchus capitum. BL 3—36 tekst met aanwijzing van parallel-teksten op den kant. — Vele hs.-aanteekeningen. 337. Iason a Pratis, De pariente et partu, liber obstetricibus puerperis nutricibusque utilissimus. S. 1. 1527. 8°. Druk van Michiel Hillen van Hoochstraten ? 24 bL Curs. letter. Hout- snee-initiaaltjea. Titel in houtsneeomlijsting (4 blokjes); op de keerz. Index. Eigendom v. d. Maatsch. t. bev. d. geneesk. 338. Homerus, Cum Iliados, tum Odysseae libri XLVIII. Laurentio Vallen, et Raphaele Volaterrano interpr. His recens ace. Ausonii argumenta. Item flaigaxo/ivofiazla, id est Ranarum et murium pugna, Aldo Ma[nutio] Ro[mano] interprete. Item Deorum hymni XXXII Iodoco Velareo Verbrokano interpr. Item Homeri vita per Dionem Philosophum, eodem interprete. Ap. Io. Grapheum [Antverpiae] 1528. 8°. 268 + 224 bl. Cura. letter. Ned. Bibl. 1110. Art typ. Io. Graph. II 6. De Odyssea met eigen titel en folieering; Batracb. en Hymni met eigen titels, die bg de f olieering niet zijn meegeteld. Beide deelen met het drukkersm. Charitas aan het einde. Oud lederen stempelbandje, zeer versleten. B èrydm Tsavra. siyv. 339. Gauricus (Pomponius), De sculptura seu statuaria, libellus sane elegantissimus, pictoribus, sculptoribus, statuariis, architectis etc. mire utilis et lectu iucundus. Item Aeglogae lepidissimae duae. Antuerpiae ap. Io. Grapheum 1528. 8°. 64 bl. Cura., en Gr. letter. Ned. Bibl. 961. Art typ. Io. Graph. II 6, UI 9. Op de keerz. v. d. titel inhoudsopgaaf. Opdrachtbrief van Cornelius Grapheus aan Io. Carondeletus Aartsbisschop v. Palermo; de schrijver wijdt zich aan de taak, zijn broeder die een drukkerij ondernomen heeft, met alle kracht te helpen, door goede boeken voor de pers gereed te maken. Drukkersmerk charitas. 340. Bes gestee —Pro religione Christiana — in Comitiis Aueustae Vmdehcorum habitis a. D. M.D.XXX. [Scr. Levinus Panagathus]. Vaenund. Louanii a Bartbolomaeo Grauio sub sole aureo. 4 . 12 bl. Rom. letter. Ned. Bibl. 1672. Op de keerz. v. d. titel privfl. van Carolus V aan Levinus Panagathus voor het drukken van deze Res gestae. EX INDICE RAIMVNDI MAR.LIANI, VI» JU SVO TEMPORE ER.V DITtSSIMl, IN COM mcntaru CJulq Cadans* Burones populi inter Belgas, gente, nominc 8c n umeroGerman i ap pellati,Condrufis,Me» napf|S, Aduaticis, Tre ueris,quorü cl lentes C» rant, & fylua; Arducm na: fin itirni,nunc Leo» rlipnfpsHi?li_ anud Gal losLiege.Horum jnaxima pars inter Rhenum 6c Mofam,qui fcilicet Mofa fluuius COS alluir, hisSicambri,qui Gelrhenfes erant, Trafrhena» nifuntproximi.CiuitastuncEburonum igno» bilisatqj humilis proximi Oceano& fyluiSjCon tinentesqjpaludeshabebant.His duo regesprc erant,quo magis cófta: eos fines q latifTimosex tit ifl'e quibus coniectura efl dueat um Lu tz, ébur genfem & Lo thor ingenfem, ac I ul i acenfis pap té & Comitacura Namurcehfem, vrbpnen, A+ Tekstblad van no. 341. 341. Placentius (Ioannes), Catalogus omnium antistitum Tungarorum, Traiectensium, ac Leodiorum, et rerum domi bellique gestarum Compendium. Impr. Antuerpiae extra portam Camerae per me Guil. Vorsterman (c. 1530). 8°. 116 bl. Rom. (ook Grieksche en curs. letter). Ned. Bibl. 1726. Art typ, Vorsterm. XLT. 36—38. Houtsnee-initialen. Op den titel kardinaalswapen; het geheel in vier houtsneeranden. Bronnenlijstje, Grieksche en Lat. gedichtjes. Inleiding gedat. Lovanii XVlll Cal. Oct. 1529. Op bl. 8 aan weerszijden houtsn. in randen. De tekst op bL 9—111. Weer Lat. gedichten, Erratula, ooL en drukkersmerk. Houtsnee-initialen. . Jason Pratensis, Liber de arcenda sterilitate et progignendis liberis. Antverpiae ap. Michaelem Hilleniuni ba Rapo 1531. 4°. 48 bL Bom. letter. — Eigendom v. d. Maatsch. t. b. der geneesk. GEMMA PHRYJ SIVS DE PRIfcTCIPIlS ASTRONO mis & Cofmograpbia^Deqt vfu Globi ab codem cditi. Item die Orbis diuifionc, ÖC Infu» Iis>rebu%ii\jper4nuentis* Ver«o, beide in $633 weer geplaatst tm?\. , APlanus« Cosmographia. Charitasmerk, zie blz. 117. int boek is het tweede in den bundel beschreven onder no. 347. 346. Pictorius VilL, Theologia mythologica ex doctissunorum virorum promptuano m compendium congesta. Videlicet De nominum deorum gentihum ratione. De imaginibus, aut formis, insignibusque eorundem. Et omnium imaginum explanationes allegoncae. Antverpiae ap. Michaelem Hillenium m Rapa 1532. 8°. 64 bl. Curs. letter, enkele Grieksche woorden. Ned. Bibl. 1721. a u ï1 td Werregelig gedicht: Tyroni. Auctorum catalogus. Opdrachtbrief van Pictorius apud Friburgum Brisgoicum paedonomus gedat. Fnburgi 1532. Op de laatste bladz. drukkersm. tempvs. 347. Petrus Apianus (dictus Benewitz), Cosmographicus Uber, iam denuo mtegntati restitutus per Gemmam Phrysiüm. Item eiusdem Gemmae Ph»ysii Libellus de locorum describendorum ratione, et de eorum distantüs inveniendis, nunquam ante hac yisus. Vaeneunt in pingui Gallina per Arnoldum Birckman. loan. Grapheus typis excudebat Antuerpiae 1533. 4°. 66 bl. Rom. letter. Ned. Bibl. 122 (var.). AH typ. Io. Grapheus 11—3. Up den titel globe-houtsnede (zie no. 145); daaronder in afwijking van de beschrijving in de Ned. Bibl. het adres van Birckman. Tal van houtsn., waarbij beweegbare figuren; fol. V verso de sfeer in de AH typogr. afgebeeld. Aan het eind drukkersmerk van Grapheus (sohrflVende hand zie afb. Art. typ.) en uitgeversmerk van Birckman (niet dat van de Bonte, in de AH typ. afgebeeld). In ouden, sterk beschadigden blindstempelband gevolgd door: Gemma Phrysius, De princ. astr. etc. (zie no. 345). Daarachter: De situ ac moribus regnorum omnium, quae hac praesentis Europae, charta( ?) contmentur, quaeque sunt Europae contigua Epitome (zonder naam van auteur) Norimbergae impensis Christophori Zelle; Henricus Glareanus, De geographia liber, tertio recogn. Frib. 1533, exo. Io. Faber 348. Damus (Berthramus) Brunouicanus, Epistola D. Pauli ad Titum, carmine heroico paraphrastic0*W Homihn de invidia. Lo- uanh ex off. Rutgeri Rescii, sumpt. eiusdem ac Bartholomaei Grauii 1532.8°. 12 bL Grieksche letter (Lat. en cura. in titel en coL). Ned. Bibl. 249. 374. Lexicon graecolatinnm [a Johanne Servilio (Khapio)]. Ut om- mum quae hactenus extant vocibus copiosissimum, itaet sublatis mendis antehac a nemine animaduersis emendatissimum, omniumque nouissime excusum. Cum libellorum quorundam farragine. Antverpiae. Ex off. Ioannis Steelsii 1539. 4°. — Met titelomlijsting, initialen en drukkersm. 338 bL Grieksche en Rom. letter, 2 kol. Ned. Bibl. 1898. Titel in omlijsting van vier blokken met 9 tafereelen: schepping in 6 afb-, oud en nieuw verb., verrijzenis van Christus en verkondiging van Gods woord. Aan het einde merk van Io. Steelsius. Amsterdamsche drukke» en uitgaven 1541—1578. 375. Caerte vander zee — Dit is die — om Oost ende West te zeylen, ende is van die beste Pyloots ende wt die alderbeste caerten ghecorrigeert, diemen weet te vinden, ende elcke cust op tsijn gheset. Ghepr. bi mi Jan Jacobzoon van Amstelredam m dye vier Heems kinderen. Ende men salse te coop vinden op die oude Brugge 1541. 8°. 40 bl. Goth. letter. Drukkersmerken: wapensch. en heemskinderen. Moes, De Amst. Boekdr. I p, 183, Burger, Tijdschr. v. b. en b. VI 255. Het Boek LT 1913 p. 283—285. Dit boekje is een nieuwe uitgaaf van De kaert vander zee, Amst. Jan Zeversz. creupel 1532 (Moes 1. e. p. 118, Burger, Tijdachr. L e. p. 251 en v. Uitgeg. door Joh. Enudsen Kob. 1914). Het vormt een geheel met de Kaerte van dye Suyderzee, hier vroeger beschreven onder no. 151; door Cobnelis Anthonisz. Van beide boekjes bestaat een facsimile-herdruk, bezorgd door H. O. Rogge, Leiden 1885. 376. Coopstadt — Die vermaerde — van Amstelredam gheeonterfeyt met alle zijn wateren, brugghen, straeten, kercken, cloosteren, huysen, toornen, poorten, ende mueren, ende omlegghende situatie, ghemaeckt ter eeren der K. M. ende oock den Eersamen Raedt der selver Stadt, ende allen Liefhebberen der Consten, etc. Wt ghegheven by Cornelis Anthoniszoon Schilder, met octroye... ghedateert 1543. Amstelredam achter die nieuwe kerck by Cornelis Anthoniszoon Schilder inde Schrijvende hant 1544.12 bl. plano. Houtsnede in 12 bladen (105 X 108 cM.), meesterwerk van houtsneekunst en cartographie, onze hoofdbron voor de kennis van het oude Amsterdam. De titel, bovenaan op het tweede blad, is in boekdruk De afbeelding van de schrijvende hand met de woorden Daniël 5, Mane. Tekel. Phares is weggekrabt; zij is vermeld in eene beschrijving van een exemplaar, dat niet teruggevonden is. Zie E. W. Moes in De Amst. Boekdr. I 194, waar echter de titel niet juist is weergegeven; hij is ontleend aan een lateren herdruk. Aan dit ex. ontbreekt blad 3: Neptunus; de kaart zelve is compleet. Over Cornelis Anthonisz als cartograaf zie Het Boek II 1913, 273 en v. Ter Gouw gaf bfj zijne Geschiedenis van Amsterdam (dl. V, 1886) eene reproductie van dezen plattegrond in het licht, naar een gekleurd exemplaar van den herdruk. 9 377. Cronjjcke — Dye — van Hollant Zeelant ende Vrieslant van alle geschiedenisse int corte, met die Cronijcke vanden bisschopen van Wtrecht, ende hoe dat Hollant eerst begrepen is, geduerende totten Jare 1543. Ghepr. tot Antwerpen Bij mi Willem Vorsterman. Ende men salse mede te cope vinden tot Aemstelredamme inden gulden Bijbel ten huyse van Bartholomeus Jacopzoon 1543. 8°. 88 bL Goth. letter. Vier drukken van ditzelfde boekje waren reeds in de jaren 1538—1642 verschenen. Zie De Amst. Boekdr. I blz. 136, IV blz. 146. Het Boek 1912 blz. 366. Op den titel de Keizer in harnas te paard. De tekst is door eenige toevoegingen aangevuld. Aan het eind een Christus-houtsnede. 37& Johannes Carethani, Corte Instructie ende onderwij singhe Vanden Aderlaten, ende die beduydinghe des bloets. Met noch een Tractaet van den tanden te trecken, ende die onderhoudinghe van dien. Nuttehjck voor allen Chyrurgien. Wten Hoechduytsche ghetranslateert. Ghepr. toe Campen, in die broederstraet by my Steuen Joessen. Ende men salse te coep vijnden tot Amstelredam bi Cornelis Kareisen, woenende by sinte Olofs Poorte, int gulden Missael. Voortstaende aent Paelhuysken, op die Nieuwe Brugghe 1551.8°. 12 bl. Goth. letter. Amst. Boekdr. I 209 no. 148. Titelhoutsn.: aderlating, evenals de titel zelf rood en zwart. In den tekst een houtsnee: de mensch met de teekenen v. d. dierenriem. Eigendom v. d. Maatsch. t. bev. d. geneesk. 379. Franciscus Henrici, Den troest der crancker menschen. Inhoudende dye rechte cure ende genesinge van allen siecten, de den mensche van binnen aencoemen mogen. Altesamen met schonen consten ende wel geprobeerden recepten geciert, so dat hem een yegelick bier wt wel sal moegen in rechter gesontheit houden sonder groten oost der Medicijnen. [Ghepr. toe Campen in die broederstraet by mi Steuen Joessen. Voor Cornelis Kareisen tot Aemstelredam, by sinte Olifs Poorte, int gulden Missael, vortstaende aent Paelhuysken op dye Nyeuwe Brugghe] 1551.8°. 36 bL Goth. letter. Amst. Boekdr. I 211 no. 160. — Het laatste blaadje ontbr. 380. Symon Andriessen vanAemstelredam,VieruoudichTractaet Boeck. Inhoudende vier delen ofte tractaten, soemen in dye naeuolgende tijtlien van elck tractaet metten registeren van dien claerbjcken sien ende aenschouwen mach. Nv eensdeels wten nieuwen vergadert. Het eerste tracterende van allen wijnen. Het tweede van diuersche verwen. Het derde van allen incten ende secreten van schrijuen. Het vierde van allen confituren ende diuersche mixturen. Ghepr. toe Campen in dye Broederstraet, by my Steuen Joessen. Ende men salse te coep vijnden tot Aemstelredam by Cornelis Kareisen, gheadmiteert Boeckuercoeper woenende by sinte Olofs poorte int gulden Missael. Voortstaende ant Paelhuysken op dye Nyeuwe Brugghe 1552.8°. 64 bL (het laatste blank). Goth. letter. Amst. Boekdr. I 212 no. 151. Drukkersmerk aan het einde (valk met CK). 381. Cornelis Raucn, Een seer schoen deuoet boecxken gheheten der Minnengaerdt, daer ons in verclaert wert, die warachtighe duecht des Charitaets oft der Liefden, enz. Ghepr. tot Aemstelredam, aen die oude sijde in sinte Annen straet, by my Willem Jacobzoon, in Engelenburch 1548. 8°. 52 bl. Ooth. letter. Titel rood en zwart. Enkele houten. Naammerk van Willem Jacobsz. Amst. Boekdr. I 240 no. 167. 382. Cornelis Raucn, Een seer scoon deuoet boecxken geheten der Minnegaert, daer ons in verclaert wert die waerachtighe duecht des Charitaets oft der Liefden, enz. Ghepr. tot Aemstelredam, aen die oude side in Sinte Annen straet, by my Willem Jacobzoon, wonende in Enghelenburch. Z. j. 8°. 48 bl. Goth. letter. Titel in fraaie houtsneeomlijsting met drukkersnaam en stadswapen, rood en zwart. Teksthoutsneden. Drukkersmerk Enghelenburch. Amst. Boekdr. I 241 no. 168. 383. Costumen, vsantien, PoUitien, ende stijl van procederen, der Stadt Jurisdictie, ende vrijheyt van Vtrecht, gheapprobeert ende ghedecreteert, by de K. M. Onsen alre ghenadichste Heeren, als erfHeere der Stadt, Steden ende Landen van Vtrecht. In den Jare ons Heren 1550. Ghepr. tot Aemstelredam aen die oude side, in sint Annenstraet in Enghelenburch, by mi Willem Jacobzoon. Ende men salse te coop vynden binnen der stadt Vtrecht, ten huyse van Jan van Gelre. 4°. 18 (17) + 60 bl. Goth. letter. Amst. Boekdr. I 243 no. 169. Titel en colophon, beide met wapen van Utrecht, beide rood en zwart gedrukt, de titel in 4 houtsneeranden. PriviL van 5 Dec. 1550. Tafel 29 bladzjjden. Houtsneewapen en initialen. Op de laatste bladz. groot keizerl. wapen in 4 randen, waarin het wapen van Amsterdam, en de evangelisten. De in dit boek gebruikte houtsneden zijn afkomstig van Doen Pietersz., die vroeger in den „Engelenburch" drukte. Twee exemplaren, in het eene aohter het voorwerk een toegevoegd blad (sign. E) met aanwijzing der faulten. 384. Boecxken — Een seer deuoot — om een yeghelijck hem seluen inder Missen te oeffenen [Door Jacob Roecx]. Ghepr. tot Aemstelredam, aen die oude side in sinte Annenstrate, by my Willem Jacobzoon in Enghelenburch z. j. 8°. 28 bL Goth. letter. Op den titel Jezus met de lijdenswerkt. in 4 boekdrukranden; op de keerz. initiaal A met 8. Lucas. Aan het eind de Enghelenburch. Amst. Boekdr. I 258 no. 183. 385. Costumen vsancien ende stijl van procederen der Stadt vrijheyt, ende Jurisdictie van Mechelen met dye Additien, gheapprobeert ende gheauctorizeert by de Keyzerlijcke Maiesteyt, als Heere van Mechelen. Ghepr. Thantwerpen op die Lombaerde Veste in onse lieue Vrouwen Thoren hi mi Jan Roelants 1553.8°. 66 bl. Goth. letter. Op den titel het wapen van Mechelen in 3 randen. Dit is weer geplaatst bL Hiiij verso tot afsluiting van de Costumen en inleiding van de Additien van 29 Nov. 1541. Op het voorlaatste blad de dateering van de Coustumen: 21 Aug. 1535. Op het laatste blad Die Tafle, en colophon. Achter dit boekje is gebonden: Hantvesten van Dootslaghen, enz. met aan het eind de mededeeling „Gheprint by my Willem Jacobsoon, in Enghelenburch" (no. 386). Wellicht is dit ex. vroeger in het bezit geweest van J. Koning, eh bjj verkoop van zijne boekerij verkeerd gecatalogiseerd als: „Costumen.. .. van Mechelen ghepubliceert 29 Nov. 1541. Amsterdam by Willem Jacobszoon in Enghelenburch." Zie Moes in Amst. Boekdr. I 260 no. 186. Het ex. heeft toebehoord aan W. H. Suringar, en is nu eigendom van het Genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen. 386. Hantvesten van Dootslaghen, ghewelt, Lamme leden, Leemten, Kuerwonden, vredebreéokinge, ende van menigerhande articulen, aengaende Justitie, ende den zeeburch. Ghegeven van Hartoch AeTbrecht, den goeden luyden van Aemstellant ende Goylant. Tot Amsterdam. By Willem Jacobsoon Engelenborg eerst gedruct. Z. j. 8°. 26 bL Goth. Ietter. Amst. Boekdr. I 260 no. 187. — Op den titel een keizerportret, aan het eind een keizerl. adelaar. Twee ex., waarvan het eene, gebonden achter de Costumen van Mechelen, eigendom is v. d. Maatsch. t. zedeL verb. der gevangenen. 387. Artikelen — Dit zijn die hondert — vander Passien ons Heeren Jesu Christi. Ghepr. tot Aemstelredam, aen de oude side in sinte Annenstraet, by my Willem Jacobzoon, woenende in Enghelenburch. Oock te coop by Jan Peterssoen woenende int groene Vallicxken z. j. 8°. 24 bL Goth. letter. Titelhoutsn.: Gregoriusmis, en enkele kleinere houtsn. Hierachter twee andere devote boekjes (no. 388 en 389). Zie Het Boek 1922 blz. 325. 388. Jacob Roecx, Een seer deuoot boecxken om een yeghelijck hem seluen inder missen te oeffenen. Ghepr. Thantwerpen op die Lombaerde Veste inden witten Hasewint by my Jan van Ghelen 1569. 8°. — Met titelpr. en drukkersm. 28 bl. Goth. letter. Gebonden achter: Die 100 artikelen (no. 387). Zie Het Boek 1922 blz. 327; 1923 blz. 38. 389. Bloetstortinghen — Dit sijn die XV. — ons liefs Heeren Jesu Chris¬ ti. Z. pl. en j. 8°. — Met houtsn. 16 bl.( ?) waarvan er drie ontbreken. Zie Het Boek 1922 blz. 281. 390. Chronjjcke — De Nieuwe — van Brabandt oft tvervolch vande oude. Midtsgaders Vlaenderen Hollandt en Zeelant, verhalende int langhe alle gheschiedenissen, handelen, gesten, crijghen, ende oorloghen inde voorseyde ende ander omliggende landen gebeurt ... beghinnende An. xv. C. ende xvi. ende eyndende An. xv.C.Lxv. incluz. Ghepr. Thantwerpen inde Cammerstrate inde Cammerpoorte ofte gulden Voet by Jan Mollijns. Ende men vindtse oock te coope tot Bruessel by Peeter van Hasselt, ende tot Amstelredam by Hendrick Aelbrechts. 1565. f°. ■—Met houtsneden. 231 bL Goth. letter. 2 kol. Amst. Boekdr. I 220 no. 155. Op den titel groot portr. van Karei V; op de keerz. privilegie van 1564; verder opdracht a. d. magistraat van Antwerpen en mededeeling aan den leser, met berijmde nota met beginletters IAn MOLLYNS. Na blz. 408 een ongen. blad met ornament-houtsn. en twee approbaties (een ged. 1562). Op blz. 409 en v. voortzetting van de chroniek over 1561 en volg. jaren, allereerst de viering van de opening van het kanaal van Brussel naar de Schelde, met een lang gedicht, en een houtsneeafb. op vier bl. met berijmd 16regelig bijschrift in druk: Beminde Leser, hier moechdy aenmercken Dat nieuwe ghegraef vander Bruesselsche Schipvaert Van Tsuyde int Noorde met eonstighe wercken Met vier ghemetste Spuyen elek nae haeren aert, Enz. In den tekst enkele houtsneden. Op blz. 443 groote af b. van Antwerpen met ijsvermaak op de Schelde, op blz. 446 portr. van Philips II. Op blz. 447—457 beschrijvinghe van de Noordt Oost landen; blz. 458 Taefel. Dit boek is altijd saamgebonden met „die Afcoemste der Hertoghen van Brabandt", een uitg. van Jan Mollijns van hetzelfde jaar (no. 391). Twee ex.; in het eene is het portrettenwerk voor, in het andere achter de Chronijcke gebonden. Aan het eerste ontbr. bL 2. 391. Afcoemste — Dit is die — en de Genalogie der Hertoghen ende Hertoginnen van Brabandt, vande welcke de eerste was Saluius Brabon, met zyn huysvrouwe Swana lj. iaer voor Christus gheboorte tot op onsen alderdoorluchticbsten Key. Caro. de v. van dien name, ende met zynen sone Phihppus Coninck van Spaengien. Anno M.D.lxv. Ghepr. Thantwerpen op de Cammerpoort brugge, inden gulden Voet by Jan Mollijns. 1565. f°. 37 bl. Titel met korten inleidenden tekst over „Die ghelegentheyt van Brabandt ende oorsaecke des naems"; daarna 71 groote houtsneeportretten; onder elk een tekst van weinige regels in Gothischen druk, elk blad in een drukwerkomlijsting, ong. 29 X 16 cM.. Achteraan één bladz. tekst bij het portret van Philippus II, hetzelfde portret als in de Chronijcke van Brabandt van 1565. Deze beide werken komen steeds tezamen voor. Ook van dit werk was zeker Hendrik Albertsz te Amsterdam medeuitgever. Op de laatste bladz. het Privilegie, verleend 9 Dee. 1561. Twee ex., het eene compleet, maar in slechten staat; aan het andere ontbr. bl. E6 en Pl (4 portretten). 392. Oeffeninge — Dit is een seer schoone ende deuote — vander passien ons liefs heeren Jhesu Christi. Ghepr. tot Leyden By my Jan Matthijszoon wonende op S. Pancraes Kerckgraft. Ende men salse te coope vinden tot Amstelredam By my Heyndrick Aelbertzoon wonende inden Gulden Bybel z. j. 8 . 44 bl. Goth. letter. Titel in houtsneeranden, enkele hontsneetjes in den tekst, twee grootere (kruisiging en annunciatie) vóór en achteraan. 393. Christus — Hoe — ons leert bidden. Den Vader onse. Die xn. articulen des geloofs, ende die x. geboden. Duer die heihghe scriftuere opt cortste wtgeleyt, ende met schoone figueren verciert. Gedr. tot leyden by my Jan Mathijszoon woonende op S. Pancraes Kercgraft. Ende men salse te cope vinden tot Amsterdam bi Henrick Aelbertzoon wonende in die Waermoes strate inden Gulden Bybel. z. j. 8°. — Met houtsneden. 12 bl. Goth. letter. Titel in houtsneeomlijsting, waarin merk met letters HE. In den tekst kleine houtsneden in omlijstingen. Aan het einde groote Jezus-houtsnede. Approbatie van 1548. In hetzelfde bandje: een deuote ende innige vermaninghe van denz drukker (no. 394). 394 Vermaninghe — Dits een deuote ende innige — totten Christenen ende geloouende menschen alssi op haer verscheyden ligghen. Ghenomen wt die heylighe Scriftuere. Gedr. tot Leyden Bi my Jan Mathijszoon z. j. 8°. 12 bL Goth. letter. Titel rood en zwart. Titelprentje uit de reeks in: Hoe Christus ons leert bidden (no. 393), waarmede dit boekje is saamgebonden. 395. Rosegaert — Den — vanden beurachten vrouwen. Ghecorrigeert ende vermeerdert, wt dye boecken van dye alder experste schrijuers, dye van deser materiën (te weten van dye secreten ontfanghinghe, baringhe, ende conste der Vroevrouwen) int Latijn gheschreven hebben, als Albertus Magnus, Aristoteles, Plinius, Auicenna, Marcus Varro, ende meer andere. Ende cock wt Jason a Pratis ... [Door Eucharius Röslin]. Noch zijn hier by gheset veel schone Addicien. Ghedr. tot leyden By mi Jan Mathijszoon wonende op die hoygraft. Endë men salse te coepe vinden tot Amsterdam By Henrick aelbertszoon wonende inden Gulden Bijbel. 88 bl. Goth. letter. Amst. Boekdr. I 230 no. 165. CentralbL f. Bibl.wesen XVI, p. 117 sub 6. Titel rood en zwart. Behoort tot de boekerij v. d. Maatsch. t. bev. d. geneesk. 396. Adam Sasbout, Deuote ende seer gheestelijcke Sermonen inden Latijn eerstmael gehadt ende vercondicht voor den gheleerden ende studenten der vniuersiteyt van Loeuen. Ende nv ghetranslateert ende ouergheset in duytsche. Ghepr. tot Leyden by my Jan Mathijszoon, woonende op sinte Pancratius Kerckgraft. Ende men salse te coope vinden tot Amsterdam ten huyse van Henrick Aelbertszoon, wonende in die Warmoes straet, inden Gulden Bijbel 1569.8°. 8 + 256 bL (het laatste blank). Titel rood en zwart. Drukkersmerk aan het einde. 397. Ween — Dit sijn die seuen — van onser lieuer Vrouwen int lange. Ghepr. tot Leyden by mi Jan Bouwenszoon woonende op S. Pancratius kerckgraft. Ende men salse te coope vinden tot Amsterdam, ten huyse van Henrick Aelbertszoon, woonende inde Waermoesstrate, inden Gulden Bijbel 1571.8°. 48 bL Goth. letter. Amst Boekdr. I 228 no. 162. Titelhoutsnee (Maria met de 7 zwaarden) tusschen boekdrukranden, en enkele houtsn. in den tekst. EXPOSTVLATIO DE TEMPORVM CALA- MITATIBVS, AD DEVM OMNIPOTENTEM. ANTONIO DVBTO AVÏOB.E. PSALMVS. LXXIIIL Excudebat Theodoncus GerardiHorft fub Grue Aureo. 4»A N N 0 M. D. LXVII.Cêf Titel van Antonius Duetus, Expostulatio, no. 400. 398. Euangehen ende Epistelen alsoomen die doort ghantsche Jaere op alle Sondaghen ende ander Heylighe dagen inder heyligher Kercken hout. Met schone figueren op elcken Euangelie gestelt Ghepr. tot Leyden by my Jan Bouwenszoon woonende op sinte Pancratius kerckgraft. Ende men salse te coope vinden tot Amsterdam ten huyse van Henrick Aelbertszoon woonende in die Warmoesstraet in den gulden Bybel 1571. 12° 18 -f- 132 bl. Goth. letter. Amst. Boekdr. I 228 no 163 Titel rood en zwart gedrukt in 4 hontsneeranden. Almanaoh rood en houteneetjef genumm. bl. de Evang. en Epist. met tal van m ^^«s »uetus, Garmen nataütium. Antverpiae ap. Io. Latium WW. cursieve letter. Bet Boek 1920 blz. 33. Kerstzang voor de leerimgen van het Amsterdamsche gymnasium, Nieuwe zijde. 400. Antonius Duetus, Expostulatio de temporum calamitatibus, ad Deum omnipotentem. Item Psalmus LXXIIII. eodem inter1567e'8" eX°' Theodoricu8 G**8"" Horst sub Grue aureo 8 bl. cursieve letter. Het Boek 1920 blz. 36. Kerstzang voor de leerlingen v. h. Amsterdamsche gymn., Nieuwe zijde. Van belang is de beschrijving van de ziekte der weeskinderen in 1566. Zie hier enkele verzenUra madent spumis, oculi vertuntur in orbem, Membra solo collisa iacent, atrumque cruorem Et caput, et reliqui distillant oorporis artus. Intenus stimulis animos crudelibus urgent Orcicolae, et falsas adigunt per guttura voces Mittere, nune tumido distendunt viscera flatu, Nune varias rerum species, conamine longo, Ore vomunt, testas, et acus, et rudera, et uncos. 401. Spiegel — Den — van sassen van alle Keyserlike Rechten. Ge- translateert wten latijn in duytsch, by ... meester Eyke [v. Kepgow]. Ghepr. tot Aemstelredam aen die oude side in die Kerckstraet By my Jan Ewoutzoon, Figuersnijder woenende mden vergulden Passer 1550. 4°. 44 bl. Goth. letter. Amst. Boekdr. I 159 no. 116 Bovenste regel van den titel in houtsnede, rood gedrukt; daaronder ^ regels in druk, awart en rood, en een groote houtsnee, geharnaste ndder met wapen, in 3 randen. Aan het einde, na Tafel ei colophon het consent, geg. te Brussel 13 Sept. anno 47. 402. Erasmus van Rotterdam, Een wtlegginghe des Pater noster, op die seuen dagen vander weken. Ghepr. tot Aemstelredam aen die oude side in die kerestraet by my Jan Ewoutzoon Figuersnijder woenende inden vergulden Passer, z. j. 8°. —Met houtsn. f* bl. Goth. letter. Amst. Boekdr. I 160 no. WL Op den titel portret in 3 randjes; kleine houtsneden in den tekst. P^Tan,f®ree8t' [Prognosticatie ofte Almanach voor den Jare MÖ7J. Gedr. tot Aemstelredam By Jan Ewoutzoon Figuer snijder woenende inden vergulden Passer 4° Fragment van een half blad; in den tekst wordt'het jaartal vermeld; op de keerzijde de auteur en de drukker. Goth. letter. Amst. Boekdr. I ioz no. 119. 404. Ordonnantie statuyt, ende Permissie der K. M. vanden gouden ende situeren penninghen, cours ende ganck hebbende ouer alle zijne landen van herwaerts ouer. Ghepubliceert int JaerM.D achtenueertich Den XVII. Julij. Ghepr. tot Aemstelredam aen de oude side in die Kerckstraet, By my Jan Ewoutzoon Figuersnijder Ghesworen boeckprenter der K. M. wonende inden vergulden Passer 1557. 8°. — Met houtsneden. 40 bl. Goth. letter. Op den titel houtsneeportret Carolus Quintus Imperator met wapen en jaart. 1667, in randjes. Tal van muntafbeeldingen. Op de laatste bladz. col. en jaartal. Amst. Boekdr. I 164 no. 120. 405. Herdruk, met jaar 1558 op don titel. Overigens alleen spellingverschillen. Geen jaartal aan het einde. Amst. Boekdr. 1167 no. 123. 406. Herdruk, met jaartal 1560 op den titel. Inhoud dezelfde. Amst. Boekdr. I171 n. 130. — 2 ex. 407. Herdruk met jaartal 1566 op den titel. Inhoud dezelfde. Ook het col. hoewel Jan Ewoutz. reeds overleden was. Amst. Boekdr. I 176 n. 137. Dit boekje is altijd saamgebonden met twee andere muntboekjes: Die Valuwacye en Die ongheval. munte. 408. Ordonnantie ende Placcaete van dye Conincklijcke Mayesteyt Beroerende van den Gouden ende silueren munten, Ghepubliceert inden Jaere ons Heeren M.D.Lix. Gepr. tot Aemstelredam aen die oude side in die Kerckstraedt, By my Jan Ewoudtzoon Fighuersnijder, woenende inden vergulden Passer 1559. 8°. — Met houtsneden. 6 bL Goth. letter. Op den titel houtsneeportret van Philips II met wapen en jaartal, in randjes. Tekst met afb. van 14 munten. Twee drukken, behoudens spellingverschillen geheel overeenkomend. Amst. Boekdr. I 168 n. 124, 125. 409. Vermeerderde herdruk van hetzelfde jaar. 8 bL Goth. letter. Zelfde titelportr. Afb. van 16 munten. Aan het einde col. met drukkersmerk (passer). Ook hiervan twee drukken met geene andere dan spellingverschillen. Amst. Boekdr. I 168, 170 no. 126,127. Dit boekje is bijna altijd saamgebonden met Die Valuwacye en Die ongheval. munte. Somtijds zit het met de ordonn. van 1548 in hetzelfde bandje. 410. Valuwacye — Die — vanden Gouden ende silueren penningen nv nieuws ghemunt, cours ende ganck hébbende ouer des Conincklijcke Maiesteyts landen van herwerts ouer, met haren ghewichte ende waerde daer by. etc. Ghepr. tot Aemstelredam aen de oude side in die Kerckstraet, By my Jan Ewoutzoon Figuersnijder Ghesworen boeck prenter der C. M. wonende inden vergulden Passer 1557. 8°. — Met houtsneden. 4 bL Goth. letter. Op den titel houtsneeportr. van Philips II met wapen en jaartal, in randjes. Afb. van 11 munten in houtsn. Amst. Boekdr. 1165 n. 121. 411. Ghepr. tot Aemstelredam enz. 1559. 8°. 4 bL Goth. letter. Portret als in de vorige uitgaaf. Het aantal muntafb. met één vermeerderd. Amst. Boekdr. I 170 no. 128. 412. Mnnte — Die ongeualuweerde Ghouden ende sulueren—van dy- uerschen Coningrijcken, Hartichdommen, Graefschappen, Heerhjckheden Landen ende Steden. By consent vanden Houe 10 Maerte 1550. Ghepr. tot Aemstelredam aen die oude side in die Kerck straet By my Jan Ewoutzoon Figuer snijder Gheswoeren boeck prenter der K. M. woenende inden vergulden Passer [15571 8*. — Met houtsneden. 100 bl. Goth. letter. Amst. Boekdr. I 166 no. 122. Op den titel drukkersmerk (Satis quercus), nagebootst naar Joos Lambrecht te Gent. Honderden houtsnee-muntaf b. 413. Ghepr. tot Aemstelredam enz. 1559. 8°. 108 bl. Goth. letter. Amst. Boekdr. 1171 no. 129. Titel met houten, als in de uitg. van 1557. De muntafb. eenigszins vermeerderd. Aan het slot de spreuk Verbum domini manet in eternum (Lat; en Nederl) met drukkersmerk: engel met keizerlijk wapen en die van Holland en Amsterdam. 414. Ghepr. enz. 1560. 8°. 112 bL Goth. letter. Twee versch. drukken; in elk is het aantal afb weer iets vermeerderd. Amst. Boekdr. I 173 no. 133,134. 415. Ghepr. enz. 1565. 8°. 112 bl. Goth. letter. Onveranderd herdrukt naar den laatsten druk van 1560. Adres van Jan Ewoutsz, in der daad uitgaaf van zijn weduwe. A mst. Boekdr. I 176 no. 136. 416- ~~Z7 Gepr. ... By die naeghelaten weduwe van Jan Ewoutzoon Figuersnyder, Gesworen Boecprenter der K. M. wonende inden vergulden Passer. 1568.8°. 112 bL Goth. letter. Behoudens gewijzigd adres en jaartal onveranderde herdruk. Amst. Boekdr. I 177 no. 139. Bijna alle ex. saamgebonden met Ordonnantie en Valuioatie. 417. Oordonnanüen, ende Willekeuren nutter Clocke binnen der Steede van Aemstelredammen ghepubliceert, den derden dach Martii. Anno 1567. Ghepr. tot Aemstelredam by die Weduwe van Jan Ewoutzoon saeligher ghedachten, Gheswooren boeckdrucker der Con. May. woenende in den verghulden Passer. 4°. 4 bl. Goth. letter. Op den titel initiaal, twee wapens en krulornament in houten., op de laatste bladz. het passer-merk met wapen v. Amst en de letters J. E. 418. Nicolaus Petri f. Dauentriensis, Arithmetica. Practicque omme cortehjcken te leren chijpheren, nae allerleije Coophandelinghe, °P Amstelredamsche maete, munte ende gewichte geordonneert (Alle Coopluyden seer profijtelijck). Gheprent tot Aemstelredam, aen die oude sijde in die Kerckstraet, By die naghelaten Weduwe van Jan Euwoutzoon, saliger ghedachten wonende in die vergulden passer 1567. 8°. 76 bL Cilivité-druk- Amst. Boekdr. I 177 no. 138, TH 1 n. 606. Titel in houtsnede. Privil. voor 6 jaar. 419. Bartholomaeus Sovvius, Introductio ad eruditionem. Leydae in aed. viduae Joh. Mathiae 1569. 8°. — Met drukkersmerk. 8 bl. curs. letter. Het Boek 1912 Ma. 51 en v. — Jaarzang v. d. Lat. school aan de Oude zijde te Amsterdam. 420. Bartholomaeus Sovvius, Carmen elegiacum de humanae vitae miseria et calamitate. Antuerpiae, ex off. Gul. Suvu 1571. ö . — Met drukkersmerk. 8 bL Cum. letter. Het Boei 1912 bl*. 61. Jaarzang v. d. Lat. school a. d. Oude zijde te Amsterdam. 421. Simon Sovvius, Carmen scholasticum. De disciplinae et consuetu- dinis efficacia. Amstelredami. Exc. Harmannus Joannis fi. 157X 8°. — Titelomlijsting in houtsnee. 8 bL Goth. letter. Het Boek 1912 blz. 61 en v. Jaarzang v. d. Lat. school a. d. Oude zijde te Amsterdam. 422. Simon Sovvius, Carmen elegiacum in natalem Christi, cum exhor- tatione ad pacem. Amstelredami. Exc. Harmannus Ioannis Muller 1576. 8°. — Met drukkersm. 8 bl. Rom. letter. Het Boek 1912 blz. 61 en v. Jaarzang v. d. Lat. school a. d. Oude zijde te Amsterdam. 423. Martinus Duncanus, Somniighe ghebeden in alle last ende noot van sienUjcke ende onsienlijcke vyanden. Ghepr. tot Aemstelredam aende oude side m die Kerckstraet By my Harmen Janszoon figuersmjder woonende in die vergulden Passer 1578 8° Inleiding en goedkeuring van Jac. Buyck. Gekocht in 1923. Zie Het Boek 19J3 blz. 127. 424. Caerte van noorthollant beghinende van Noortendt, zuijtwarts up tot om Lenden toe, voorts streckende Oostwaerts tot om Vtrecht, weder Noortwarts up inde Zuijder Zee, met alle snn steden, dorpen, dijcken, weghen, wateren ende vaerten, daer mne begrepen elcx na sijnen rechte gheleghentheyt. Wt ghe- ?^e* Z? myn joost iansz (b»lhamer) [Amsterdam] anno 1575. 6 bl. plano. De geheele kaart, ong. 93 x 71 cM. groot, is een meesterwerk van cartographie en gravure; zij vormt"den grondslag voor onze kennis van het oude noorderdeel van Holland. Zij is aan drie zijden gevat in een smallen ornamentrand; bovenaan behoorden waarschijnlijk nog twee breedere omlijstingbladen. Rechts eene uitvoerige versiering? met wapens, later toegevoegde opdracht van den uitgever Harman Allertsz. van Warmenhuyzen (c. 1600), titel, en verklaring van cijfers enteekens; daaronder een berijmde meedeeling over den maatstaf: Beminde eedele heeren tot dienste en baet van een ijgeliok, es dees caerte geordineert na matijrnatjjkaes conste, ons passer die staet op een gemeen myle, dit wel consijdereert esser ijet gemist off ontgaen ten besten dit keert. Verder dateering en adres, en onderaan het octrooi en de maatstaf met passer. Amst. Boekdr. IV 339 no. 700. 425. Haart — Vernieuwde — van Noordholland en Westfriesland, benevens het voornaamste gedeelte van Biiynland, en daar aan grenzende landen; met alle naauwkeurigheid gevolgd, naar de Caerte van Joost Jansz. Beeldsnyder a° 1575, door Jan van Jagen 1778. Uitgegeeven by Yntema en Tieboel te Amsterdam. A bl. plano. De oorspronkelijke kaart geheel nagegraveerd, met ornament en inschriften. Ook de opdracht van Harman Allertsz vanWarmenhuijsenhieraan is toegevoegd: „en, by vernieuwing, door my Joannes Le Franco, van Bebkhey A° 1778." In den rechter benedenhoek in hs. de naam J. Le Francq v. Berkhey OVERZICHT NAAR PLAATSEN, DRUKKERS EN BOEKVERKOOPERS.x) Amsterdam. Hugo Janszoon van Woerden 1506. Wandelinge der kersten menschen 1506 (2 drukken) 48, 49 Daer was een siele in groter pinen 50 Die gebenedide heilige vijf wonden (2 drukken) ........ 51, 52 Fieter Jans. Tyebaut 1517. D' instructie van der camere van den Hove 1516/17 77 Wilhelmus Hermannus, Olandie Gelrieque bellum o. 1517 . . . 158 D'instructie van den Hove van Hollant enz. 1522 (2 drukken) . 78, 79 Dionysius de Leuwis al. Rikel, Tractatus 157 Doen Pietersz. 1518. Die Epistolen en Evangeliën 1621 109 Dat liden ons heren 110 Hoemen den berch van calvarien opclimmen sal 111 Ootmoedige beclaginge 112 Passio Domini nostri J. O. 1523 160 Die Evangeliën 1523/24 113 Pronosticatie van Jasper Laet 1524 114 Evaluacie boecxken 1526 115 Die Evaluacien 1527 116 Bybel 1527 117 Meester Luyt, coster 1527 Io. Eckius, Een corte declaratie enz. 1527 87 Jan Zeverszoon Croepel 1526. Dieriok van Munster, Die kersten Spiegel o. 1530 296 Die coopie van den brief des K. M. 1536 134 [Lijden van Jezus.] fragment 296 Bartholomaeus Jacobsz. 1536. Sinte Augustijns eenlike sprake 124 Sinte Augustijns hantboecxken 316 Dierijck Loor, Der liefden oft der minnen regel 1537 137 Dat verduldich lijden 138 Die Cronijcke van Hollant.... int corte 1543 377 Jan Jacobszoon 1540. Die Kaerte van dye Suyderzee 1540 151 Die Caerte vander zee om Oost ende West te zeylen 1541 376 Cornelis Anthonisz. 1541. Die vermaerde Coopstadt van Amstelredam 1544 376 Cornelis Kareisen 1546. Johannes Carethani, Corte instructie vanden aderlaten 1551 . . . 378 Franciscus Henrici, Den troost der crancker menschen 1551. . . . 379 Symon Andriessen, Viervoudich Tractaet boeck 1552 380 J) De cijfers 1—209 verwijzen naar den in 1919 verschenen catalogus. Willem Jacobszoon 1547. Cornelis Raven, Der Minnengaardt 1548 38I » 1, *, „ z. j 382 Costumen, usantien.... van Utrecht e. 1550 [ ' 333 Boecxken om hem selven inder Missen te oeffenen z. j. 384 Costnmen, usancien van Mechelen 1553 \ 335 Hantvesten van Dootslaghen Qeg. van Hertog Albrecht z. j. '. 386 Die hondert artikelen vander passien z. j 337 Jan Peterszoon. Die hondert artikelen vander passien 0. 1550 . 307 Hendrick Aelbertsz. 1551. De nieuwe Chronijcke van Brabant 1666 390 Die afcoemste ende genealogie der Hertogen van Brab. 1565. '. '. '. 391 Oeffeninge van der passien [ 392 Hoe Christus ons leert bidden ° 393 Een devote ende innige vermaninghe [ 394 Den Rosegaert vanden bevruchten vrouwen '. 395 Adam Sasbout, Devote ende gheestel. sermonen. 396 Die seven weeën van o. L Vrouwen 1571 397 Evangeliën ende epistelen 1571 398 Antonius Duetus 1559. Ant. Duetus, Carmen natalitium 1560 399 n „ Expostulatio de temp. calamit. 1667 [ 400 Jan Ewoutzoon 1650. Den Spiegel van Sassen 1550 401 Erasmus, Een wtlegginghe des Pater noster ; y 402 Peter van Foreest, Prognosticatie voor 1667, fragment 403 Ordonnantie, Statuyt... vanden gouden ende silv. penninghen 1667 404 n „ „ „ 1668 405 » - n „ „ „ 1560 406 ~ » » „ „ „ 1666 407 Ordonnantie ende Placcaete v. munten 1559 (2 drukken) . . . 408 » » „ „ 1659 (verm. 2e dr.) . . 409 Die Valuwacie vanden gouden ende silv. penn. 1667 410 » » | „ 1569 411 Die ongevaluweerde ... munte 1667 412 » „ 1669 413 „ „ „ 1560 (2 drukken) 414 n n „ 1566 416 Weduwe van Jan Ewoutzoon 1564. Die ongevaluweerde ... munte 1568 416 Ordonnantiën ende Willek... v. Amstelredammen 1567 .... 417 Nicolaus Petri, Arithmetica 1567 418 Bartholomaeus en Simon Sovvius 1567, 1673. Barthol. Sovvius, Introdnctio ad eruditionem 1569 419 » 1, Carmen eleg. de humanae vitae miseria 1571. . 420 Simon Sovvius, Carmen schol, de disciplinae ... efficacia 1673 . . 421 a „ Carmen eleg. in natalem Christi 1676 422 Harmen Jansz. Muller 1566. Simon Sovvius, Carmen schol, de disciplinae ... efficacia 1573 . . 421 „ „ Carmen eleg. in natalem Christi 1576 422 Martinus Duncanus, Sommighe ghebeden 1578 423 Joost Jansz. Bijlhamer. Caerte van Noorthollant 1575 424 Harman Allertsz van Warmenhuysen. Caerte van Noorthollant o. 1600 424 Yntema en Tieboel. Vernieuwde kaart van Noordholland 1778 426 Antwerpen. Dirck Maertensz. van Aalst 1476. Petrus Hispanus, Summa experimentorum 1497 20 Jaoobus Middelburgensis, Elegans lib. de praecell. potest. imp. 1502 323 Johannes Picus Mirandula, Auree epistole 1509 324 Rodolphus Agricola, Opuscula 1511 161 Mathijs vander Goes 1480. Aristoteles, Secreta secretorum o. 1488 13 Gerard Leen 1484. Mieh. Franc, de Insulis, Speculum sermonum 1487 212 Spiegel der voloomenheyt 1488 272 Nicolaes Leeu 1487. Ludolphus van Saxen, Dat boeck van Jesus leven 1488 31 Godfried Bac 1490. Ars notariatus c. 1495 214 Pieter Doorlant, Historia de S. Anna c. 1498 215 Johannes de Hese, Itinerarius c. 1500 216 Aristoteles, Questiones naturales c. 1506. 217 Hendrick Eckert van Homberch 1499. Breviarium can. reg. Cap. de Windesim 1499 218 Heynric Herp, Die grote ende nieuwe spiegel der volc. 1602 . . . 277 Jan Bottelgier, Somme ruyrael 1503 54 Dat leven ons liefs Heeren 1503 278 Passionael twinterstno 1506 279 Guido de Cauliaco, Die Cyrurgie 1607 55 Die Vertroostinghe der gelatener menschen 1510 56 Die keizerlijke Crone ons heeren 1514 67 Seven suverlike cranskens 1515 68 Epistelen ende Evangeliën 1517 69 Godschalck Rosemondt, Boecxken van der biechten 1617 60 Thomas a Kempis, Qui sequitur me 1517 61 Die Vertroostinghe der gelatener menschen 1517 62 Den Wijngaert van 8. Franciscus 1518 63 Fasciculus mirre 1618 64 Joh. Gerson, De imitatione Christi 1518 159 Godschalck Rosemondt, Boecxken van der biechten 1519 .... 66 's Coninex Summe 1519 66 Bonaventura, Stimulus divini amoris, in duytsche 1519 282 Weduwe Roelants van den Dorpe 1501. Hendrik Herp, Die groote ende nieuwe Spiegel der volc. 1601... 63 Adriaen van Berghen 1601. Die Fonteyne des levens. Door J. W. v. Z. v. N. 1535 300 Jan van Doesborch 1504. Die alderexcellenste Cronycke van Brabant 1512 281 Die Cronycke van Hollandt Zeelandt enz. Met verv. 1630. .... 69a Willem Vorsterman 1504! Bethlem, Een devote meditacie 1518 92, 93 Thomas a Kempis, Qui sequitur me 94, 95 Devote oeffeninge tot eenen yegheliken choor der engelen 96 Van den vruchten des lidens. 97 Der ouder Vaders collasie 1520 286 Caroli V ediotum contra Lutherum 1621 162 Die Evangelische lanterne 1525 98 „ „ 1527 99 Den Bibel 1528 . . . , 100 De Bibel 1528, 31 101 Franc. Titelmannus, Collationes sup. Epist. ad Rom. 1529. . . . 163 Lanfranck van Meylanen, Chyrurgie 1529 102 Den Rosegaert van den bevruchten vrouwen 1530 103 Io. Placentius, Catalogus antistitum Tungarorum 341 Les ordonnances que ï'empereur ... 1531 162 Den Bibel 1533,34 104 Wijngaert — Een nieu ende seer suverlick boeksken 1537 106 Petrus Sylvius, Tfundament der medicinen 1540 106 Fasciculus myrre 107 Die Gracien ende aflaten van S. Franciscus drien ordenen 108 Die maniere om te leeren cijfferen enz 293 Die Cronijcke van Hollant ... int corte 1643 377 Michiel Hillen van Hoochstraten 1506. Der ouder vaders collasie 1606 285 Godscalcus Rosemondus, Confessionale 1619 224 Martinus Dorpius, Oratio in praelectionem epist. D. Pauli 1619 . 331 Erasmus, Brevissima ... epist. confic. formula 152L 164 Io. Murmellius, Tabularum opuscula tria 1521 332 Jao. Latomus, De primatu Romani pontificis 1526 166 Erasmus, Lingua 1526 X66 Jason Pratensis, De pariente et pareu 1527 337 Franc. Titelmannus, Elucidatio in epist. apostolicas 1628. .... 167 Adrianus Barlandus, Joeorum libri tres 1529 168 Den Roseghaert van den bevruchten vrouwen 1529 125 Joachimus Fortius Ringelbergius, Liber de homine 1529. .... 169 Ludolphus Nicolai, Die beduydinghe der missen 1530 126 Les ordonnances que Lempereur ... 1531 162 Jason Pratensis, Liber de arcenda sterilitate 1531 342 Syntaxis Brechtana 1531 . 1 343 Pictorius VUL, Theologia mythologica 1532. 346 Erasmus, De sarcienda ecclesiae concordia 1533 172 Nicol. Herborn, Enarrationes evangeliorum 1533/34 360 Coustumen, usantien ... van Mechelen 1636 127 QniL Gnapheus, Acolastus 1635 363 Cornelius Crocus, Colloquiorum puerilium formulae 1536 173 Georgius Maeropedius, Andrisca 1538 174 Jason Pratensis, De tuenda sanitate 1538 175 Ioannes Sartorius, Grammatica 1640 362 Die Keure van den lande van Zeelandt 128 Medecijn der sielen 129 Psalterium 271 Claes de Grave 1512. Fasciculus medicine 1512 88 Spieghel historiael 1515 89 Copie uten mandamente aeng. d. statuten 1520 283 Dat licht der Apothekers 1529 291 Johannes de Vigo, Dat chirurgijlick werk 1533 90 Institutiones Imperiales 1534 91 Leven ons Heeren 1536 301 Ioannes Thibault 1519. 8. Jesu Christi Evangelium 1525 334 Alardus Amstelredamus, Epitome assis Budaeici 201 Niclaes van Oldenborch 1520. Een gulden onderwijsinge 1525 286 Vvtlegginghe des 16en cap. v. 8. Jans Evangelie 1534 299 Polytes Basilius, Dialogus of Tsamensprekinghe 1538 303 Jacob van Liesvelt 1522. Dat oude ende dat nieuwe Testament 1626 119 Den Saok der Consten 1528 290 Instructie van den Hove van Hollant 1631 120 Die gulden letanien 121 Oordinantien, statuyten ... Karolus V 1540 ........ 145, 146 Jan van Ghelen 1523. Dat Nieuwe Testament 1526 122 Den Rosegaert van den bevruchten vrouwen 122 Sinte Augustijns eenlike sprake 124, Sinte Augustijns hantboeexken 316 Een schoon boecxken om te begheeren 314 Jacob Roecx, Een devoet boecxken om inder missen te oef. 1569 . 388 Franciscus Birckman 1524. Breviarium Tornacensis ecoL 1624 267 Hans van Ruremunde 1525. Dat heylich Evangelium 1626 118 Dat tweede deel des Bybels 1525 287 Peter Kaetz 1526. Dat tweede deel des Bybels 1525 287 Marten de Keyser 1525. Seneca, Flores 1528 177 La Saincte Bible 1530 366 Jan Thibault, Den tresoor v. d. preservative remedien 1531 . . . 130 Franc. Titelmannus, Elucidatio in psalmos 1531 178 Vita Servatoris nostri Jesu Christi 1532 179 Galeatius Capella, De rebus nuper in Italia gestis 1533. 180 Eusebe, L'hist. ecclesiastique 1533 . 368 La Saincte Bible 1534 867 AureL Prudentius Clemens, Opera 1636 (1537) 369 Weduwe Marten de Keyser 1536. Le Nouveau Testament 1538 369 Hadrianus Tilianus en Io. Hoochstratanus 1526. Adrianus Barlandus, Rerum gestarum a Brab. ducibus hist. 1526. 335 Johannes Hoochstraten (pa. Adam Anonymus te Bazel) 1626. Die Souter wel verduytseht door Jon. Bugenhaeg 1526 ..... 288 Symon Cock 1526. Franc. Titelmannus, Den schat des kersten gheloofs c. 1530. . . . 294 Den schat der godlijcker liefden 1540. 142 Souter liedekens 1540 143 Den Rosegaert van den bevruchten vrouwen 144 Bethleem, Devote meditacie op de passie 307 Berch van Calvarien 309 Palmsondach 310 Den spiegel der volcomenheyt 311 Den schat der godlijcker liefden, fragm 313 Nic. Brontius, Lib. de utilitate et harm. artium 1641 365d „ „ , Lib. compend. virtutis adip. rationem perd. 1641. . 365e Ioannes Grapheus 1527. Paulus Jovius, De romanis piscibus 1528 181 Homerus, Hiados et Odysseae libri XLVIII 1628 338 Pomponius Gauricus, De sculptura 1628 339 Jacobus Castricus, De sudore epidemiali 1529 182 Gemma Phrysius, De principiis astronomiae 1530 346 Petrus Apianus, Cosmographicus liber 1533 347 Cornelius Petrus, Annotatiunculae in Dioscoridem 1533 183 Zie verder onder Io. Steelsius. Gregorius Bontius 1530. Gemma Phrysius, De principiis astronomiae 1530 346 Henrick Peetersen van Middelburch 1530. Den Bibel 1536 131 Die grote evangelische peerle 1539 304 Missale cathedr. eecL Traiectensis 1540 270 Die vijftien bloetstortinghen. fragment 306 Zonder drukkersnaam. Agrippa ab Nettesheim, De incertitndine ... 1631 344 Arnoldus Birckman 1533. Petrus Apianus, Cosmographicus liber 1633 347 Govaert van der Haghen 1534. Eusebius, Die historie die men heet Ecclesiastica 1634 298 Ioannes Steelsius, veelal met Ia Grapheus 1684. Index utriusque Testament» 1634 184 Isidorus Hisp., De officiis ecclesiasticis 1534 351 Nicolaus Hanapus, Virtutum vitiorumque ex. 1536 186 Valerius Maximus, Dictorum factorumque mem. ex. 1536 186 Polyonimus Syngrapheus, Sehola Apitiana 1535 362 Io. Eckius, Enchiridion loc. adv. Lutherum 1535. 364 Aoh. P. Gassarus, Historiarum ... epit. 1636. 187 Beatus Rhenanus, Erasmi vita 1538 , 366 Cornelius Croous, Ecclesia ad confirm. fidem 1536 188 Algerus, De veritate corp. et sang. in Eucharistia 1536 . . . . 189, 356 Mare. Hier. Vida, Christiados libri VL 1536 867 Hub. Barlandus, Epistola mediea 1536 368 Io. Roffensis, S. sacerdotii defensio contra Luth. 1537 360 Cornelius Crocus, Comoedia Joseph 1538 190 H nuovo Testamento 1638 370 Paulus Jovius, Turcicarum rerum comment. 1538. 191 Lexicon graecolatinum 1539 374 10» Spelen van Sinne 1539. 132 Mare. Hierom. Vida, Christiados libri VI. 1540 192 Smaragdus, De ecclesiasticorum virtutibus 1540 198 Erasmus, Paraphrasis in omnes epistolas apostol. 1540 ...... 194 . Theodoritus, De evangelicae veritatis cognitione 1540 363 Erasmus, Epistolarum floridarum liber 1640 364 „ Paraphrasis in Novum Testamentum 1540/41 365 Plutarchus, Libelli tres 1540 365a Io. Cuspinianus, De Turcorum origine 1541 3656 P. Faustus Andrelinus, Epistolae proverbiales 1542 365ft Guilhelmus Spyridopoeus Junior 1536. Expositio de morte Thomae Mori 1536 195 Mathias Crom 1536. Hieremias Thriverus, In I Aphorismorum Hipp. L 1638. 196 Anrelius Cornelius Celsus, De sanitate tuenda 1639 197 Antonius Goynus 1637. Julianus AureL Lessigniensis, Comm. in Hor. 1641 365c Nic. Brontius, Carmen ad Car. V. 1541 365/ Hansken van Liesvelt 1638. Den Bijbel 1538 133 Guilielmus Montanus 1538. Theobaldus Lepleignius, De usu pharmaceutices 1539. 198 Otho Brunsfelsius, Epitome medices 1540 361 Io. Lod. vives, Famil. colloquiorum formulae 1542 365a Joannes Crinitus 1539. Christ. Massaeus, Chronicorum libri 1540 199 Septem linguarum dictionarius 1540 200 Martinus Meranus 1540. Erasmus, Paraphrasis in Novum Testamentum 1540/41 365 Jan Roelants. Costumen, usantien ... van Mechelen 1663 385 Jan Mollijns. De nieuwe Chronijcke van Brabant 1565 390 Die afcoemste ende genealogie der Hertogen van Brab. 1565. . . . 391 Joannes Latiua. Antonius Duetus, Carmen natalitium 1560 399 Brugge. Hubert de Croock 1526. Jan de Buucx, Genealogie v. Karei V (1527) 289 Brussel. Broeders des gemeenen levens 1476. Petrus de Aillyaco, Lectura sententiarum o. 1480 14 Marck Martens. Oordinantien, statuyten ... Karolus V 1540 (2 drukken). . . . 145, 146 Peeter van Hasselt. De nieuwe Chronijcke van Brab. 1565. . . K 390 Delft. Jacob Jaeobsz. en Maurits Yemantsz. v. Middelburg 1477. Bible 1477 21 Christiaen Snellaert 1486. Passionaal of gulden legende 1489 22 Spiegel der volcomenheyt 1490 23 Nicholaus Salicetus, Antidotarius anime 1495 313 Hendrick Lettersnider 1496. Commendacien die men voor den sieken leest 36 Copia noui mar. magni Sixti IV* 1608 166 Hendrick Eckert van Homberch 1498. Dat Vaderboeck 1498 276 Cornelis Hendricksz. Lettersnijder 1617. Oeffeninghe der passien 85 „ tot een yeghelick choor der engelen 86 Jo. Eckius, Een corte declaratie, enz. 1527 87 Deventer. Richard Paffraet 1476. Conrad v. Brundelsheim, Sermones socci o. 1477 2 Speculum exemplorum 1481 3 Guido de Columna, Historia destructionia Troje 1487 226 Albertus Magnus, Secreta o. 1490 227 De ritu et moribus Indorum o. 1490 228 Michael de Ungaria, Sermones 1491 * Dyalogus inter clericum et laycum 1491 229 Gerard van Vliederhoven, Quatuor novissima 1491 6 Elegantie terminorum, ex Laurentio Valla 1495 230 Baptista Mantuanus, De mundi calamitatibus 1496 . . 231 n In preconium Rob. Severinatis 1496. . . . 232 „ „ Secunda Parthenice 1496 233 „ De contemnenda morte 1496 234 _ „ Parthenice 1497 235 „ „ De vita divi Ludovici 1497 236 Virgilius, Georgica 1496 237 Juvencus Presbyter c. 1500 238 Gerard van Vliederhoven, Quatuor novissima 1502 6 Alexander Hegius, Dialogi 1503 « Tibullus, Propertius, Ovidius. SeL Io. Murmellius 1506 7a Jacobus van Breda 1483. Stephanus Fliscus, Sententiarum variationes 1485 239 Guilhelmus de Gouda, Tractatus de exp. missae 1490 8 Boetius, De consolatione philosophiae 1490 240 „ De disciplina scholarium 1490 241 Facetus morosus, Liber docens mores hom. 1492 242 Mare. Anton. Sabellicus, In natalem diem virg. Marie o. 1492 . . . 243 Gerard-v. Vliederhoven, Quatuor novissima 1494 9 Franciscus Niger, Ars epistolandi 1494 244 Boetius, De disciplina scholarium 1496 246 Baptista Mantuanus, Parthenices commend. c. 1498 10 Bonaventura, Tractatus de corpore Christi 1499. 11 Thomas de Aquino, Tractatulus de arte predicandi c. 1499 .... 12 Oratio queruL contra invasores sacerdotum c. 1499 246 Franciscus Niger, Ars epistolandi 1501 247 Bartholomeus Coloniensis, Silva carminum 1605 248 n n Epistola mythologica s. a 249 Cicero et Plinius, Quedam epistole s. a 250 Mapheus Vegius, Vita d. Antonii s. a 251 Io. Murmellius, De divi Martini Turonensis vita 1513 252 Theophilus Brixianus, De vita solitaria 1513 263 Theodericus de Borne 1609. Virgilius, Bucolicum carmen o. 1510 163 Baptista Mantuanus, Carmen bucolicum 1510 254 Aldus Manutius, Institutiones grammaticae 1512 255 Io. Murmellius, Nuclei 1514 256 Dicta septem sapientissimorum s. a 267 Albertus Pafraet 1512. Terentius, Andria 1512 154 Nicolaus Perottus, Grammatica 1512 258 Baptista Mantuanus, Georgius 1513 259 Aesopus, XXXIII fabulae 1514 260 Io. Murmellius, Nuclei 1515 155 ,, „ Protrepticus poetantium 1617 261 „ „ In art. componend. versuum 1518 262 Cicero, De amicitia 1519 263 Juvencus Hispanus, Evang. heroicis versibus 1519 264 Io. Murmellius, In art. componend. versuum 1520 265 Seneca, Hercules furens s. a 266 Vergilius, Carmina quaedam s. a 266a Ordinarius divini officii cap. Windes. 1521 333 Evangelium S. Lucae 1526 336 10 Gent. Arend de Keysere 1483. Boecius, De consolatione philosophiae 1485. on Victor van Crombrugghe en Gerard Zweemere 1511. Eligius Houcarius, Livini vita 1511 325 Victor van Crombrugghe en Pieter de Keysere 1513." Eligius Houcarius, Tractatus de penitentia, versibus conc 1513 326 Ludovicus Blaviflos, Super Io. Dullardi obitu 1513. . o27 Pieter de Keysere 1513 ..... P- Faustus Andrelinus, Elegie 1520 225 Gouda. Gerard Leeu 1477. Van den seven sacramenten 1484 25 Govert van Ghemen 1486. Die geestelijke minnenbrief 26 Collatie broeders 1506 Gerrit v. d. Goude, Precatiuncule 1512. 222 Haarlem. Jacob Bellaert 1483. Summe le roy 1484 97 Otto van Passau, Boec des gulden troons 1484 . . 28 Bartholomaeus Engelsman, Van den proprieteiten der dingen 1485. 28 's-Hertogenbosch. Geraert van der Hatart 1529. Dat paradijs der liefhebbender sielen 1535 .... 13» Jan van Turnhout c. 1540. Der sondaren troost «ja Kampen. Steven Joessen. Johannes Carethani, Corte instructie vanden aderlaten 1551. . . . 378 Franciscus Henrici, Den troest der crancker menschen 1551. . . . 379 Symon Andriessen, Viervoudich Tractaetboeck 1552 380 Leiden. Hugo Janszoon van Woerden 1494. Dat leven van Maria 1500 41 Onser lieuer Vrouwen souter 1500 !!.'!!.*!..'! 42 Vertroostinge der gelatener menschen 1502 43 Spiegel der volcomenheyt 1502 !!!!!!! 44 Miraculen van Onse lieve Vrouwe 1503 ...!!!!!!!!! 45 Onser liever Vrouwen mantel !!!!!! 46 Onser liever Vrouwen croon 47 Jan Seversz. 1503. Vitas patrum, dat Vader boeck 1511 57 Bonaventura, Stimulus divini amoris, in duytsche 1511. . . . ! ! 68 Cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslandt 1517 69 Die 100 articulen van der passien 1618 [ 70 Onser liever Vrouwen souter 71 Den geesteliken minnenbrief . 7» Sinte Franciscus souter * 73 Dat gulden gewichte * :' 74 Dat werc der apostelen 75 Bethlem, Devoet meditacie op die passie ...!!!!!!!! 76 Vruchten des lidens ende der passien ; *- " 284 Peter Janszoon 1526. Dierijck Loor, Der liefden oft der minnen regel 1637 137 Dat verduldich lijden 138 Abecedarium 268 Partes orationis quot sunt ? 269 Bartholomaeus Jacobsz. 1530. Den Rosegaert vanden bevruchten vrouwen 1530 103 Jan Hatthijszoon. Oeffeninge van der passien c. 1560 392 Hoe Christus ons leert bidden. 393 Een devote ende innige vermaninghe 394 Den Rosegaert vanden bevruchten vrouwen 396 Adam Sasbout, Devote en gheestel. sermonen 1569 396 Weduwe van Jan Matthijszoon. Bartholom. Sovvius, Introductio ad eruditionem 1569 ..... 419 „ „ Carmen eleg. de humanae vitae miseria 1571. 420 Jan Bouwenszoon. Die seven weeën van o. 1. Vrouwen 1571 397 Evangeliën ende epistelen 1571 398 Theodoricus Gerardi Horst. Antonius Duetus, Expostulatio de temp. calamit. 1567. 400 Leuven. Johannes de Westfalia 1474. Augustinus, De eonsensu quattuor euangelistarum o. 1481. . . . 211 Cicero, Laelius s. de amicitia 1483 16 „ Paradoxa c. 1483 16 Gasparinus Pergamensis [Epistolarum opus], c. 1483 17 Aeneas Silvius (Pius II), Familiares epistolae 1483. ....... 18 Boecius, De consolatione philosophiae 1484 19 Die gedinckenissen tot de XXX poenten der messen c. 1490. . . . 27S Dirck Maertensz. van Aalst 1512. Epistole Pauli Apostoli 1513 327a Martinus Dorpius, Dialogus 1514 328 Erasmus, Parabolae s. similia 1515 329 P. Faustus Andrelinus, Epistolae proverbiales 1516 . 330 Hadrianus Florentius de Trajecto, Quaestiones quodlib. 1518 . . 223 Rutgerus Rescius et Joh. Sturmius 1529. Jo. Chrysostomus, Quod... diff. sit episcopum agere (Gr.) 1529 . . 207 ,, „ Homilia(Gr.) 1530 208 Bartholom. Gravius, en Rutg. Rescius (afzonderlijk en samen) 1530. Res gestae in Comitiis Augustae Vind. 1530 (G.) 340 Basilius Magnus, Homilia de invidia (Gr.) 1532 (R., G.). 372 Berthramus Damus, Epistola Pauli ad Titum 1533 (G.) 348 Io. Driedo, De ecclesiasticis scripturis 1533 (G., B.) 349 „ „ De captivitate et redemptione 1534 (R.) 203 Theophilus, Institutiones (Gr.) 1536 (R.) 209 Alardus Aemstelredamus, De eucharistiae sacram. 1537 (R.) . . . 204 Io. Driedo, De concordia liberi arbitrii et praedest. 1537 (R.) . . • 205 „ „ De gratia et libero arbitrio 1537 (R.) 206 Servatius Zassenus 1530. Gemma Phrysius, De principiis astronomiae 1530 346 Hieremias Thriverus, De temporibus morborum 1535 202 Schoonhoven. Regulieren in den Hem buiten Schoonhoven 1495. Oefeninge van der passien 1497 36 Leven ons liefs Heeren 1499 37 Sermonen op die Evangeliën 1501 38 Devote materiën 1503 39 Johannes Gerson, Een suverlic boec 1504 40 Horarium 1506 219 Horarium 1509 220 Utrecht. Nicolaes Ketelaer en Gerard de Leempt 1473. Petrus Comestor, Scolastica historia super N. T. 1473 1 Defensorium fidei oontra iudeos etc. c. 1473 210 Jan Veldener 1478. Fasciculus temporum 1480 94 Jan Berntsz 1514. Jeronimus Bruynswijck, Dat hantwerck der cirurgien 1635 .... 135 Jan van Doesborch. Der vrouwen natuere ende complexie 81 Jan van Gelre. Costumen, usantien ... van Utrecht c. 1550 383 Zierikzee. Reynier Cornelisz. Die Aooordaten g0 Zwolle. Peter van Os van Breda 1479. Evangeliën en epistelen 1488 32 Der Bien boeck 1488 273 Vaderboeck 1490 , 33 Die duytsce Psolter 1491 274 Bernardus, Sermones in duytsche 1495 34 Hesiodus 1509 221 Uitgaven zonder plaats en naam. Commendatio die men leest voor een broeder 82 Evangelie van den sonnendach voor pinxteren 83 Spieghel der goeder menschen 84 Oeffeninghe van der passien 147 Lndotphus Nicolai, Oeffeninghe ende verclannghe 148 Een spiegel der voleomenheit ...doOr die Carthuyseren tot Coellen. 149 Die negen conden. fragment 308 Epistoledue ... Clementis VIT ... KaroliV 1527 . . . 176 Artikelen int corte der Keyserl. ordonnancien 1531 292 Menno Simons, Dat Fundament 1639 139 „ „ Voele goede leringen 140 m „ Een corte vermaninghe van die wedergeb 141 Adam Pastorie, Een boecxken, daerinne dat Pater noster. .... 317 Sebastianus Franck, Paradoxa 315 David Jorisz, Een onderwysinge ofte raet 1537 302 „ „ Een seer schoon tractaet 1539 306 » „ Een ... tract. van der liefden schoenheit 318 ■ „ Hoe sich die gelovighe ... draghen sullen 319 „ „ Van die Offerhande 320 „ „ Troost, raet, leere 1542 321 „ „ Een seer goede vermaninghe 1542/43 322 Die XV bloetstortinghen ons hefs heeren Jesu Chr. fragment. . . . 389 Buiten de Nederlanden gedrukt. Thielman Kerver te Parijs. Die Ghetijden van o. L Vrouwen 1509 280 Wed. v. Thielman Kerver. Die Ghetijden van o. L Vrouwen 1533 297 Joachim Fortius Ringelbergius (denkei. te Parijs). Joach. Fortius Ringelb., Dialectica 1530 170 » ., » Institutiones astron. 1530 171 Misschien in de Nederlanden gedrukt (Antwerpen). Libro Aureo de Marco Aurelio 371 Erasmus, An exhortacyon 372 EEGISTER.1) Abecedarium 268. Acciaolus (Zen.) 363. Acoordaten 80. Adam Pastoris 317. Adam Sasbout 396. Adrianus Barlandus 168, 335. Aegidius Aurifaber 3. Aelius Ant. Nebrissensis 359. Aeneas Silvius 18, 288. Aesopus 260. Afcomste der hertogen v. Brab. 391. Agricola (Rud.) 161. Agrippa ab Nettesheim 344. Aüliaco (Petrus de) 14. Alardus Amstelredamus 160, 201, 204. Albertus Magnus 227. Aldus Manutius 255, 338. Alexander Hegius 7. Algerus 189, 356. Amstelredam 376. Andrelinus (P.Faustus) 225, 330,365%. Andriessen (Simon) 380. Anthonisz. (Oom.) 151, 375, 376. Antonio Brucioli 370. Antonio de Guevara 371. Antonius Duetus 399, 400. Apianus (Petr.) 347. Aquino (Thomas de) 4, 12,19. Aristoteles 13, 217. Ars notariatus 214. Artikelen 292. Artikelen van der passien 70, 387. Augustinus 8, 124, 211, 316. Augustis (Quiricus de) 291. Aurelius (Cornelius) 69. Aurelius Lessign. (Julianus) 365c. Aurifaber (Aegidius) 3. Ausonius 338. Baerl (Jan van) 313. Baptista Mantuanus 10, 231—236, 264,269. Barlandus (Adr.) 168, 336. Barlandus (Hub.) 368. Bartholomaeus Coloniensis 248, 249. Bartholomaeus Engelsman 29. Bartholomaeus Sovvius 419, 420. Barzizius 17. Basilius Magnus 373. Basilius (Polytes) 303. Beatus Rhenanus 355. Beclaginge 112. Benewitz 347. Berch van Calvarien 111, 309. Berkhey (Jo. Le Franoq v.) 425. Bernardus 34. Berthramus Damus 348. Bethlem 76, 92, 93, 307. Bible 21, 366, 367. Biecht (Boekske van der) 60, 66. Bien boec 273. Blaviflos (Lud.) 327. Bloetstortingen 306, 389. Boec des gulden troons 28. Boec van Jesus leven 31. Boecxken om te begeeren den H. Geest 314. Boecxken om inder missen te oef. 384, Boecius 19, 30, 240, 241, 246. Bonaventura 11, 68, 282. Bottelgier (Jan) 54. Brederode (Jan van) 27, 66. Breviarium 218, 267. Briardus (Io.) 223. Brixianus (Theophilus) 263. Brontius (Nic ) 365d, e, /. Brucioli (Ant.) 370. Brundelsheim (Conrad v.) 2. Brunsfelsius (Otto) 361. Bruynswijck (Jer.) 135. Bugenhaeg (Joh.) 228. Butzer (Mart.) 288. Bijbel 21, 100, 101, 104, 117, 119, 131, 133, 287. Bijlhamer (Joost Jansz.) 424. Caerte 151, 375, 424, 425. Cantipratensis (Thomas) 273. Capella (Galeatius) 180. Carethani (Joh.) 378. Carolus V 162, 176. Cassianus (Johannes) 285. Castricus (Jacobus) 182. Cauliaco (Guido de) 55. Celsus 197. ') De cijfers 1 tot 209 verwijzen naar den in 1919 verschenen catalogus. i Eusebe 368. Eusebius 298. Evaluatie 115, 116. Evangelie vanden sonnendach 83. Evangeliën 113, 118. Evangeliën en epistelen 32, 398. Evangelium 118. 334, 336. Expositio de morte Thomae Mori 195. Eyke v. Bepgow 401. Facetus morosus 242. Fasciculus medicine 88. Fasciculus mirre 64, 107, Fasciculus temporum 24. Faustus Andrelinus (P.) 225,330, 365A. Fisher 360. Fliscus (Steph.) 239. Fonteine des levens 300. Foreest (Peter van) 403. Formula vivendi canonicorum 8. Fortius Ringelbergius (Joach.) 169, 170, 171. Franciscus (S.) Bonter 73. Franciscus Goudanus 222. Francisoua Henrici 379. Franciscus Niger 244, 247. Franciscus Titelmannus 163, 167. 178, 294. Franck (Sebast.) 315. Fridericus Nausea 356. Fundament der medicinen 106. Galeatius Capella 180. Gasparinus Pergamensis 17. Gassarus (Ach. P.) 187. Gauricus (Pomponius) 339. Gedinkenissen 276. Gelovige 319. Gemma Phrysius 345, 347. Georgius Macropedius 174. Gerardus Noviomagus, 328, 329. Gerard van Vliederhoven 6, 6, 9. Gerrit v. d. Gonde 222. Gerson (Johannes) 40, 159. Getijden 280, 297. Gewichte 74. Gilbertus Cognatus 356. Glanvilla (Bartholomaeus de) 29; Gnapheus (Guil.) 383. Godschalc Rosemondt 60, 66, 224. Gouda (Guilhelmus de) 8. Goudanus (Franciscus) 222. Goude (Gerrit v. d.) 222. Gracien ende aflaten 108. Guevara (Antonio de) 371. Guido de Cauliaoo 55. Guido de Columna 226. Guilhelmus de Gouda 8. Guilielmus Gnapheus 363. Gulden legende 22. Hadrianus Florentius de Traj. 223. Hanapus (Nicolaus) 186. Hantvesten 386. Hegius (Alexander) 7. Chirurgie 55, 90, 102, 136. Christus leert bidden 393. Chrysostomus (Io.) 207, 208. Chrysostomus Neapolitanus 328. Cicero 16, 16,260, 263. Claude de Seyssel 368. Clemens VEI 176. Coloniensis (Bartholomaeus) 248, 249. Columna (Guido de) 226. Comestor (Petrus) 1. Commendacien 35. Commendatio 82. Conincks summe 27, 66. Conrad v. Brundelsheim 2. Coopstadt Amstelredam 376. Copia 166. Copie 134, 283. Cornelis Anthonisz 151, 375, 376. Cornelis Raven 381, 382. Cornelius Aurelius 69. Cornelius Crocus 173, 188, 190. Cornelius Petrus 183. Couden (Die negen) 308. Coustumen 127, 383, 386. Cranskens 58. Crocus (Cornelius) 173, 188, 190. Crone ons heren 57. Cronycke 69, 281, 377, 390. Croon (O. L V.) 47. Cura clericalis 4. Cuspinianus (Joannes) 3656. Custos (Joannes) 343. Damus (Berthramus) 348. David Jorisz 302, 305, 318—322. Defensoriua fidei 210. Dialogus 229. Dicta septem sapientum 267. Dictionarius 200. Dio philosophus 338. Dionysius Cartusiensis 4. Dionysius Rikel 167. Dirck Loor 137, 304. Dirck van Munster 295. Donaat 269. Doorlant (Pieter) 215. Dordrecht (Mathijs van) 64. Dorpius (Mart.) 328, 331. Driedo (Io.) 203, 205, 206, 349. Dnetus (Ant.) 399, 400. Duncanus (Mart.) 423. Eckius (Ioannes) 87, 354. Edictum Caroli V 162. Elegantiae 230. Eligius Houcarius 325, 326. Eneas Silvius 18. Engelsman (Bartholomaeus) 29. Epistelen ende evangeliën 59, 109. Epistole Clem. VII et Kar. VI76. Epistole Pauli 327a. Erasmus 164, 166, 172, 194, 267, 268, 265a, 329, 331, 336, 352, 356, 364, 365, 372, 402. E ucharius BSalin 103,123,126,144,396. | REGISTER. Henrici (Franciscus) 379. Henricus de Hassia 12. Herborn (Nicolaus) 350. Hermannus (Wilhelmus) 158. Hermannus Torrentinus 237. Herp (Heynric) 82, 277. Hese (Joh. de) 216. Hesiodus 221. Hey (Lncas van der) 68, 282. Heynric Herp 53, 277. Hieremias Thriverns 196, 202. Hispanus (Juvencus) 264. Hispanus (Petrus) 20. Historia de Anna sanct. 215. Historia (Scolastica) super N. T. 1. Hoeckaert (El.) 326, 326. . Homerus 338. Horarium 219, 220. Houcarius (Eligius) 325, 326. Hubertus Barlandus 368. Index ntriusque Test. 184. Institutiones imperiales 91. Instructie van den hove 77, 78, 79, 120. Insulis (Mich. Fr. de) 212. Isidorus 361. Jacob Cornelisz 160. Jacob Roecx 384, 388. Jacobus Castricus 182. Jacobus Latomus 165. Jacobus Middelburgensis 323. Jacobus de Voragine 279. Jacobus Wimphelingius 246. Jagen (Jan v.) 426. Jan van Baerl 313. Jan Bottelgier 54. Jan Tan Brederode 27, 66. Jan van Jagen 425. Jan de Ruucx 289. Jan Thibault 130. Jason Pratensis 176, 337, 342. Jasper Laet 114. Jeronimus Bruynswijck 135. Joachimus Fortius Ringelb. 169, 170, 171. Joannes Briardus 223. J oannes Chrysostomus 207, 208. Joannes Cuspinianus 3656. Joannes Custos 343. Joannes Driedo 203, 205, 206, 349. Joannes Eckius 87, 354. Joannes Lacteus 326. Joannes Le Francq van Berkhey 425. Joannes Murmellius 155, 252, 254, 256, 258, 261, 262, 266, 332. Joannes Placentius 341. Joannes Roffensis 360. Joannes Sartorius 362. Joannes Sichardus 359. Joannes Lod. Vives 365a. Jodocus Velaraeus 338, 365a. Johannes Bugenhaeg 288. Johannes Carethani 378. Johannes Cassianus 285. Johannes Gerson 40, 159. Johannes de Hese 216. Johannes Lapidanus 17. Johannes Picus Mirandula 324. Johannes Servilius 374. Johannes de Vigo 90. Joost Jansz. Bijlhamer 424. Jorisz (David) 302, 305, 318—322. Jovius (Paulus) 181, 191. Julianus Aurelius Lessign. 365c. Juvencus Hispanus 264. Juvencus Presbyter 238. Kaart, Kaerte 151, 375, 424 426. Kempis (Thomas a) 61, 94, 96, 159. Kersten spiegel 296. Keure van Zeeland 128. Knapius 374. Lactantius 257. Lacteus (Io.) 326. Laet (Jasper) 114. Lanfranck van Meylanen 102. Lanterne (Evangelische) 98, 99. Lapidanus (Johannes) 17. Latomus (Jac.) 166. Laurent (fr.) 27. Laurentius Valla 230, 260, 338. Le Bron (Nic.) 366d, e, /. Le Franc v. Berkhey (Jo.) 425. Legende (Gulden) 22. Lepleignius (Theob.) 198. Letanien 121. Leven van Jezus 31, 37, 278, 301. Leven van Maria 41. Lexicon graecolat. 374. Libro aureo 371. Licht der apothekers 291. Liden ons heren 110. Loor (Dierijck) 137, 304. Lucanus 13. Lucas van der Hey 68, 282. Ludolphus Nicolai 126, 148. Ludolphus van Saxen 278, 301. Ludovicus Blaviflos 327. Lijden 138, 296. Macropedius (Georg.) 174. Maniere om te leeren cijfferen 293. Mantel (O. L V.1) 46. Mantuanus (Bapt.) 10, 231—236, 254, 269. Manutius (Aldus) 255, 338. Mapheus Vegius 221a, 261. Marco Aurelio 371. Marcus Ant. Sabellicus 243. Marcus Hieron. Vida 192, 367. Marsus (Petrus) 16. Martens (Roelof) 317. Martinus Butzer 288. Martinus Dorpius 328, 331. Martinus Duncanus 423. Massaeus (Christ.) 199. Materiën (Devote) 39. REGISTER. Mathijs van Dordrecht 64. Medecijn der sielen 129. Meditacie op die passie 76, 92, 93. Menno Simons 139, 140, 141. Michael de Insulis 212. Michael de TJngaria 4, 8. Middelburgensis (Jacobus) 323. Minnenbrief (Die geestelijke) 26, 72. Miraculen van 0.1. V. 46. Mirandula (Joh. Pions) 324. Missale 270. Munster (Dirck van) 296. Munte 412—416. Murmellius (Jo.) 7a, 155, 252, 254, 256, 268, 261,262, 265, 266,266a, 382. Nannius (Petr.) 209. Nausea (Frid.) 366. Navolginge Christi 61, 94, 95. Nebrissensis (Ael. Ant.) 359. Nettesheim (Agr. ab.) 344. Nicolai (Ludolphus) 126, 148. Nicolaus Brontius 365(2, e, f. Nicolaus Hanapus 185. Nicolaus Herborn 350. Nicolaus Perottus 258. Nicolaus Petri 418. Nicolaus Salicetus 213. Nicolaus de Valle 221. Niger (Franc) 244, 247. Noviomagus (Ger.) 328, 329. Novissima (Quatuor) 5, 6, 9. Nyevelt (v. Zuylen van) 300. Oefeninge — ohoor der engelen 86,96. Oefeninge vander passien 36, 86, 147, 392. Offerhande 320. Onderwijsinge 286, 302. Oratio contra invasores sacerdotum 246. Ordinantiën 145, 146. Ordinarius divini officii 333. Ordonnances 152. Ordonnantie v. d. munten 408—409. Ordonn. v. d. penningen 404—407. Ordonnantiën 417. Otto Brunsfelsius 361. Otto van Passau 28. Ovidius 7a. Palmsondach 310. Paradijs der liefh. sielen 136. Partes orationis 269. Passau (Otto van) 28. Passio domini 160. Passionael 22, 279. Pastoris (Adam) 317. Paulus Jovius 181, 191. Peerle 304. Pergamensis (Gaspar.) 17. Perottus (Nic.) 258. Peter van Foreest 403. Petri (Nicolaus) 418. Petrus de Ailliaco 14. Petrus Apianus 347. Petrus Comestor 1. Petrus Marsus 16. Petrus Nannius 209. Petrus Sylvius 106. Petrus Yspanus 20. Petrus (Cornelius) 183. Pictorius Vill. 346. Picus Mirandula (Joh.) 324. Pieter Doorlant 215. Pius II 18. Placentius (Ioannes) 341. Plinius Sec, Epistolae 250. Plutarchus 365a. Polyonimus Syngrapheus 352. Polytes Basilius 303. Pomponius Gauricus 339. Pratensis (Jason) 176, 337, 342. Precatiuncule 222. Pronosticatie 114, 403. Propertius 7a. Prudentius Clemens 359. Psalter 274. Psalterium 271. Quatuor novissima, 5, 6, 9. Qui sequitur me 61, 94, 95, 159. Quiricus de Augustis 291. Baphael Volaterranus 260, 338. Baven (Corn.) 381, 382. Regius (Urbanus) 303. Reinerius Alemannus 242. Res gestae 340. Rescius (Rutg.) 209. Rhenanus (Beatus) 355. Rikel(Dion.) 157. Ringelbergius (Joach.) 169, 170, 171. Ritu Indorum (De) 228. Rodolphus Agricola 161 Roecx (Jao.) 384, 388. Roelof Martens 317. Roeslin (Eucharius) 103, 123,126,144, 395. Roffensis (Io.) 360. Rosegaerdt van den bevr. vrouwen 103, 123, 125, 144, 395. Rosemondt (Godschalc) 60, 65, 224. Ruffinus 298. Rutgerus Rescius 209. Ruucx (Jan de) 289. Sabellicus (Mare. Ant.) 243. Sack der consten 290. Sacramenten 25. Salicetus (Nicolaus) 213. Sartorius (Io.) 362. Sasbout (Adam) 396. Saxen (Ludolphus van) 278, 301. Schat der godlijcker liefden 142, 313. Sebastianus Franck 315. Seneca 177, 266. Sermonen op die Evang. 38. Sermones socci 2. Servilius (Joh.) 374. Seyssel (Claude de) 368. Sichardus (Io.) 369. Siele in groter pinen 50. Silvius (Eneas) 18, 228. Simon Sovvius 421, 422. Simons (Menno) 139, 140, 141. Sixtus V 156. Smaragdus 193. Somme ruyrael 54. Souter 288. Souter (S. Franciscus) 73. Souter (O. L V.) 42, 71. Souter liedekens 143. Sovvius (Bartholomaeus) 419, 420. Sovvius (Simon) 421, 422. Speculum exemplorum 3. Speculum sermonum 212. Spelen van sinne 132. Spiegel der goeder menschen 84. Spiegel historiael 89. Spiegel (Kersten) 295. Spiegel van Sassen 401. Spiegel der volkomenheid 23, 44, 53, 149, 272, 277, 311. Stephanus Fliscus 239. Stimulus divini amoris 68. Summe le roy 27, 66. Sylvius (Petrus) 106. Symon Andriessen 380. Symon van Venlo 23, 272. Syngrapheu8 (Polyonimus) 362. Syntaxis Brechtana 343. Terentius 154. Testament 119, 122, 369. Testamento 370. Theobaldus Lepleignius 198. Theodoritus 363. Theophilus 209. Theophilus Brixianus 263. Thibault 130. Thomas de Aquino, 4, 12, 19. Thomas Cantipratensis 273. Thomas a Kempis 61, 94, 96, 159. Thriverus (Hierem.) 196, 202. Throen (Gulden) 28. Tibullus 7a. Titelmannus (Franc.) 163, 167. 178, 294. Torrentinus (Herm.) 237. Tractaat 306, 318. Troost, raat, leere 321. Troost der sondaren 312. Ungaria (Michael de) 4, 8. Urbanus Regius 303. Uutlegginge 299. Vader boeck 33, 67, 276. Vaders collasie (der ouder) 285. Valerius Maximus 186. Valla (Laur.) 230, 260, 338. Valle (Nic. de) 221. Valuwacie 410, 411. Vegius (Mapheus) 221 o, 251. Velaraeus (Jod.) 338, 365a. Venlo (Symon van) 23, 272. Vermaninge 322, 394. Vertroostinge 43, 56, 62. Vida (Mare. Hier.) 192, 367. Viglius 209. Vigo (Joh. de) 90. Virgilius 153, 237 266a. Vita Servatoris 179. Vitas patrum 33, 67, 276. Vives (Io. Lod.) 365a. Vliederhoven (Gerard van) 5, 6, 9. Volaterranus (Raph.) 260, 338. Voragine (Jac. de) 279. Vrouwen clage 310. Vrouwen natuere 81. Vruchten des lidens 97, 284. Wandelinge 48, 49. Weeën (zeven) 397. Werc der apostelen 75. Wilhelmus Hermannus 168. Wimphelingius (Jac.) 246. Wonden (Die h. vijf) 51,62. Wijngaert 105. Wijngaert van 8. Franciscus 63. Yspanus (Petrus) 20. Zenobius Acciaolus 363. Zuylen van Nyevelt 300. Drukkersmerk van de collatiebroeders te Gouda.