VERVOLG-VERSLAG VAN DE ALCOHOLBESTRIJDINGS-COMMISSIE (UITGEBRACHT 22 JUNI 1922). Landsdrukkerij — Weltkvredén 1922. VERVOLG-VERSLAG VAN DE ALCOHOLBESTRIJDINGS-COMMISSIE (UITGEBRACHT 22 JUNI 1922). Landsdrukkerij — Weltevreden 1922. Bijlage L VERSLAG der Alcoholbestrijdingscommissie uitgebracht in voldoening aan de opdracht vervat in het gouvernements schrijven van 7 Februari 1922 no. 343/111 C aangaande: le. een ontwerp van drankordonnantie samengesteld door de heeren Mr. F. M. C. van Walsem en Dr. H. Bervoets en 2e. een rapport van den heer Mr. van Walsem inzake de toepassing en de resultaten van het absoluut-alcohol verbod in de Vereenigde Staten van Amerika. (Vervolg van het verslag der Commissie ddo. 12 October 1921). § 1. Algemeene opmerkingen. Voorop meent de Commissie te moeten stellen, dat de kennisneming van het rapport van den heer Van Walsem geen wijziging gébracht heeft in de conclusies waartoe zij' reeds eerder was gekomen en welke te vinden zijn in de §§ 10 en 11 van haar op 12 October 1921 ingediende verslag. In de inleiding van eerstgenoemd rapport wordt, nadat de wijze van totstandkoming en het stelsel der wet behandeld zijn, naast de eigen bevindingen van den rapporteur in hoofdzaak vermeld hetgeen hij. tijdens zijn verblijf in de Vereenigde Staten van autoriteiten op het . gebied van maatschappelijke toestanden aldaar in woord of geschrift vernomen heeft. Uit een en ander is de rapporteur tot de conclusie gekomen, „dat de prohibition law over het algemeen vrijwel wordt toegepast" en „dat het openbare leven in Amerika, ondanks een toepassing (van die wet), die hier en. daar zeer langs lijnen van geleidelijkheid gaat, toch meer en meer wordt drooggelegd". Over de juistheid van deze conclusie meent de Commissie niet bevoegd te zijn om een oordeel uit te spreken. Zij meent het uitspreken van een oordeel te gereeder te mogen nalaten, waar de factoren welke in Amerika op de naleving van een absoluut drankverbod van invloed zijn, in aard geheel verschillen van de omstandigheden, welke de mogelijkheid van een getrouwe naleving van zulk een verbod h. t. 1. zullen bepalen. Met het uitsluitende doel Uwe Excellentie in staat te stellen de vraag, hoe in Amerika het drankverbod nageleefd wordt, ook van andere zijde tej?ezien, veroorlooft de Commissie zich echter onder Haar hooge aandacht te brengen het als bijlage hiernevens gaand «itikel uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant (Mail-Editie) van 14 Februari 1922, getiteld: Hoe droog is AmerikaT De schrijver komt daarin tot de conclusie (blz. 22, le kolom), dat „vrijwel evenveel gedronken wordt als voorheen, alleen met dit verschil, dat de Regeering of liever gezegd de schatkist er uitsluitend onkosten aan heeft en de reusachtige verdiensten vloeien in de zakken van smokkelaars en andere wetsovertreders". In de verdere hoofdstukken van het rapport-Van-Walsem wordt aan de hand van verschillende statistieken aangegeven welke invloed het alcoholverbod heeft uitgeoefend op toestanden van politioneelen en justitieelen aard (§2 en 3) en op de volksgezondheid en -welvaart (§ 3 en 4). De kennisneming hiervan heeft de Commissie niet gebracht tot de erkenning van de noodzakelijkheid, dat § 2. Opmerkingen naar aanleiding van de artikelen van het ontwerp Van Walsem—Bervoets. thans reeds in de te ontwerpen drankordonnantie een systeem moet worden vastgelegd, tengevolge waarvan na een aantal jaren de drooglegging feitelijk zou tot stand zijn gekomen. In het ontwerp-Van Walsem—Bervoets wordt inderdaad zulk een stelsel vastgelegd (art. 14). Daar wordt, nadat het bij de invoering der wet aanwezig aantal vergunningen als maximum voor de eerst volgende vijf jaren is aangenomen, imperatief voorgeschreven, dat telkens om de vijf jaren het aantal verleende vergunningen met 20% wordt verminderd en het op die wijze verkregen aantal aangenomen als maximum voor de volgende vijfjarigen perioden in dier voege, dat indien het aantal vergunningen in een in de regeling aangegeven bestuurseenheid tot beneden de 10 daalt, de overige automatisch vervallen. De Commissie meent dat in deze de ontwerpers afgeweken zijn van de door haar aangenomen grondgedachte, dat, indien als gevolg van de door haar voor te stellen wettelijke maatregelen — deze werden nader geformuleerd in § 10 van haar verslag — het alcoholgebruik zou verminderen, daarmede de weg zou zijn gebaand om na verloop van een aantal jaren, zoo dit noodig en mogelijk mocht blijken, tot een algeheele droogmaking van Indië over te gaan (vgl. blz. 36 van. het verslag). De bedoeling der Commissie was derhalve slechts deze : maatregelen in het leven te roepen waardoor na verloop van tijd een wettelijk alcohol-verbod praktisch uitvoerbaar zou zijn. Zij wenschte niet dadelijk in de drankregeling te zien vastgelegd imperatieve geboden, waardoor na een bepaalden tijd een absoluut alcoholverbod daadwerkelijk tot stand zou zijn gekomen. Hieronder zal de Commissie daarom voor artikel 14 een nieuwe redactie voorstellen waardoor haar bedoeling beter tot haar recht zal komen. Artikel 1. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem— Zooals voorgesteld door de Commissie. Bervoets. Onder verkoop van alcoholhoudende dranken in het Onder verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein verstaat deze ordonnantie verkoop van meer dan klein wordt verstaan verkoop van meer dan procent één procent alcoholhoudende dranken bij hoeveelheden alcoholhoudende dranken bij hoeveelheden van minder van minder dan 50 liter. dan tien liter. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. Tegen de voorgestelde redactie heeft de Commissie tweeërlei bezwaar. Het eerste is er een van praktischen aard en gelegen in de overweging, dat door opvolging van het voorschrift, dat voor den verkoop van alcoholhoudende dranken bij hoeveelheden van minder dan 50 (vijftig) Liter een vergunning vereischt wordt, iedere importeur of iedere tokohouder die, om een voorbeeld te noemen, een kist van 24 flesschen bier verkoopt, een vergunning zou behoeven. En waar art. 14 lid 1 wil bepalen, dat bij de inwerking treding der ordonnantie het aantal óp 1 Januari van het jaar van inwerkingtreden van de ordonnantie verleende vergunningen als maximum moet worden beschouwd zou op deze wijze een groot aantal importeurs en toko-houders zich plotseling in de uitoefening van een gedeelte van hun bedrijf zien belemmerd. Laat men de gedachte los, dat het aantal op 1 Januari van bovenbedoeld jaar verleende verguiiningen als maximum moet worden beschouwd, dan zal, zou men art. 1 onverkort handhaven, het aantal vergunningen ten tijde van de invoering der ordonnantie aanzienlijk toenemen, wat de naleving der ordonnantie niet ten goede zou komen. N. h. v. zal daarom het kwantum van 50 L. terug gebracht moeten worden tot bv. 10 L. d.i. de hoeveelheid, welke in de Nederlandsche Drankwet wordt genoemd. Het tweede bezwaar is, dat alle dranken, welke meer dan 1% alcohol bevatten, over één kam worden geschoren. Een zoodanige regeling wijkt af van die in de Nederlandsche drankwet, welke onderscheid maakt tnsschen den verkoop van sterken drank — d. i. gedistilleerd — en die van andere alcoholhoudende dranken dan sterken drank. Een zoodanig onderscheid zou de Commissie echter niet willen overnemen; zij acht het niet rationeel, wijl er gegiste dranken zijn, welke nagenoeg evenveel alcohol bevatten als gedistilleerde. Evenwel acht de Commissie groot verschil in het gebruik van weinig alcoholhoudende dranken als lichte bieren en wijnen en zware alcoholische dranken. Voor verfrissching hebben vele personen aan deze eerste behoefte en naar het inzien der Commissi kan in het gebruik ervan geen maatschappelijk euvel worden gezien. Haars inziens verdient het dan ook aanbeveling, dat door den wetgever met dat verschil wordt rekening gehouden. Het eenvoudigste kan dit geschieden door het in het ontwerp voorgestelde procent van één te verhoogen. Van het aangeven van een bepaald procent meent de Commissie zich te moeten onthouden; het ware in overleg met den Burgerlijk Geneeskundigen Dienst vast te stellen. Artikel 2. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Zooals voorgesteld door de Commissie. Bervoets. 1. Het is aan een ieder verboden alcoholhoudende 1. Geen wijziging, dranken in het klein te verkoopen, zonder daartoe vooraf vergunning te hebben verkregen. 2. Het verzoek om vergunning hetwelk wordt gedaan door tusschenkomst van het betrokken Hoofd van plaatselijk Bestuur aan het betrokken Hoofd van het gewest, of indien er in het betrokken gewest, een gewestelijke Raad is ingesteld, aan den Voorzitter van dien Raad, bij gezegeld request, houdt in den naam, voornamen, ambten, beroepen, bedrijven, en de woonplaats van den verzoeker, een nauwkeurige aanduiding van de lokaliteit of lokaliteiten, benevens van de aanhoorigheden, waar men de alcoholhoudende dranken wenscht te verkoppen, met vermelding van oppervlakte. 2. Het verzoekschrift om vergunning wordt, door tusschenkomst van het hoofd van plaatselijk bestuur van het ressort binnen hetwelke gelegen is de plaats alwaar de verzoeker alcohol in het klein wenscht te verkoopen, gericht tot het hoofd van het gewest waartoe dat ressort behoort, of indien het behoort tot een gebiedsdeel, waarvoor een gewestelijke dan wel plaatselijke raad is ingesteld, tot den Voorzitter van dien raad en bevat een nauwkeurige aanduiding met vermelding van de oppervlakte van de loealiteit of van de kwaliteiten, benevens de aanhoorigheden, waar de verkoop bedoeld in artikel 1 zal plaats hebben en vermeldt tevens den naam en z.v.n. de voornamen, alsook de ambten, beroepen, bedrijven en woonplaats van den verzoeker. 3. In gemeenten, waar een gemeenteraad is ingesteld, wordt het verzoek, bedoeld in het vorig lid, gericht tot den voorzitter van dezen Raad. 3. Wordt gevraagd een vergunning uit te oefenen binnen een gemeente, dan wordt het in het vorig lid bedoelde verzoek rechtstreeks gericht tot den voorzitter van den raad dier gemeente. 2 4. Bij het verzoekschrift om vergunning tot verkoop van alcoholhoudende dranken door eene vereeniging worden overgelegd een afschrift of afdruk van de statuten, van liet huishoudelijk reglement en van de ordonnantie of het besluit, waarbij zij als rechtspersoon is erkend. Het Hoofd van het gewest, of de Voorzitter van den gewestelijken Baad of van den Gemeenteraad kan opgave vorderen van de namen en voornamen der leden. 4. Geen wijziging, behoudens, dat voor „gemeenteraad" ware te lezen „plaatselijke raad". j). Bij Jt*t verzoekschrift om vergunning tot verkoop van alcoholhoudende dranken door een naamlooze vennootschap worden ovcrgclgd een afschrift van de acte van oprichting en yan het besluit van de daarop verleende bewilliging. 5. Geen wijziging. 6. Van een aan het Hoofd van het gewest of aan den Voorzitter van den gewesteKjken Raad of van den Gemeenteraad gericht verzoek om vergunning wordt door of vanwege het gewestelijk Hoofd of den Voorzitter aan den verzoeker op aanvrage een bewijs van ontvangst uitgereikt, vermeldende den dag waarop het verzoek is ingekomen. 6. de woorden „Gemeenteraad" en „het gewestelijk hoofd of den voorzitter" onderscheidenlijk te vervangen door „plaatselijke raad" en „deze gezaghebbenden". 7. Het verzoek om yergnnning wordt binnen een week, nadat het is binnengekomen dopr het betrokken Hoofd van plaatselijk Bestuur dat het request in ontvangst heeft genomen op de in zijne afdeel ing gebruikelijke wijze of door de# Voorzitter van den Gemeenteraad op de in zijne gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht. 7. Het verzoekschrift om vergunning wordt, binnen een week nadat het is ontvangen, door de voor die ontvangst in lid 2 en 3 van dit artikel aangewezen gezaghebbenden op de plaatselijk gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht. 8. Binnen vier weken nadat de bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleenen der vergunningen schriftelijk bezwaren bij het Hoofd van het gewest, den Voorzitter van den gewestelijken Raad of van den Gemeenteraad inbrengen; in het eerste en tweede geval uitsluitend door tusschenkomst van het betrokken Hoofd van plaatselijk bestuur. 8. Binnen vier weken nadat de bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleenen van de vergunningen schriftelijk bezwaren bij het hoofd van het gewest, den voorzitter van den gewestelijken of van den plaatselijken raad inbrengen. Indien de plaatselijke raad is een gemeenteraad worden de bezwaren rechtstreeks ingediend bij den voorzitter ervan; in de andere in dit andere in dit lid bedoelde gevallen geschiedt de indiening door tusschenkomst van het hoofd van plaatselijk bestuur. 9. Binnen vier weken na afloop van den termijn, verleent het Hoofd van het gewest of de Voorzitter de gevraagde vergunning schriftelijk, indien na ingewonnen advies bij den betrokken afdeelingschef of — in gemeenten met een gemeenteraad — bij de hoogste plaatselijke politie-autoriteit, het verleenen der vergunning niet in strijd wordt geacht met de openbare orde of het algemeen belang. Is zulks naar de meening van het Hoofd van het gewest wel het geval, dan wordt de vergunning met vermelding van de redenen niet verleend. In gewesten waar een gewestelijke Raad is ingesteld of in gemeenten met een gemeenteraad, brengt de voorzitter, indien hij van meening is, dat het verleenen der vergunning in strijd wordt geacht met de openbare orde of het algemeen belang, het verzoek binnen vier weken na afloop van den in alinea 8 van dit artikel genoemden termijn, vergezeld van een gemotiveerd schriftelijk advies ter kennis van den gewestelijken Raad of van den gemeenteraad; die op het verzoek zoo spoedig mogelijk beslist. 9. Na verstrijking van het in het vorig lid bedoelde tijdvak, verleenen de in lid 2 en 3 van dit artikel genoemde gezaghebbenden de gevraagde vergunning schriftelijk, tenzij het verleenen van de vergunning in strijd zou zijn met de bepalingen dezer ordonnantie dan wel, na ingewonnen advies van het kt lid 2 bedoeld hoofd van plaatselijk bestuur, op grond van bepaalde feiten en omstandigheden zou zijn gebleken, dat de vergunning schadelijk- zou zijn voor de openbare orde of het algemeen belang. In de gebiedsdeelen waarvoor een locale raad is ingesteld brengt de voorzitter daarvan, indien hij van oordeel is, dat het verleenen van de vergunning in strijd is met deze ordonnantie, de openbare orde of het algemeen belang, het verzoek binnen vier weken na verstrijking van het in lid 8 van dit artikel bedoelde tijdvak vergezeld van een schriftelijk, advies ter kennis van den raad, welke gehouden is in zijn eerstvolgende vergadering het verzoek te behandelen en in hoogste instantie beslist. 10. Aan den verzoeker wordt desgewenscht ten minste 10. Aan den verzoeker wordt desgeAveïiseht ten nihiTier dagen voor de vergadering van den Raad, waarin de ste veertien dagen voor die vergadering inzage verleend aanvrage zal worden behandeld, inzage van het advies van het laatst bedoeld advies, "verleend. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. Behoudens het ondervolgende zijn de Voorgestelde afwijkingen slechts redactieveranderingen, welke .strekken de bedoeling van de ontwerpers beter tot haar recht te laten komen. De Nederlandsche drankwet huldigt het stelsel dat de gevraagde vergunning wordt geweigerd in de gevallen in de wet genoemd (art. 8). f***f'j De ontwerpers wensehen het mogelijk te maken -dat een vergunning wordt geweigerd wanneer het verleenen in strijd zou zijn met de openbare orde of het algemeen belang. Hoewel het begrip „in strijd met de openbare orde of het algemeen belang" voor meer dan een opvatting vatbaat is, ziet de commissie er geen bezwaar in, aan de in het artikel vermelde autoriteiten of colleges de ruime bevoegdheid toe te kennen om een vergunning te weigeren als zij strijdig wordt geacht met de openbare orde of het algemeen belang. Het komt echter gewenscht voor te bepalen dat deze strijdigheid tot grond moet hebben bepaalde feiten en omstandigheden. Artikel 3. Zooals voorgesteld door voets. de ht Van Walsem en Ber- Zooals voorgesteld door de Commissie. De vergunning wordt steeds verleend voor ten hoogste vijf jaren (met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 14 en 15). 3. De vergunning wordt verleend tot de ommekomst van de vijfjarige tijdvakken bedoeld in lid 2 van artikel 14 van deze ordonnantie. 2. In de gebieden met eigen geldmiddelen kan door de daarvoor ingestelde raden vergunningsrecht worden geheven. Alsdan heeft de vergunning geen kracht vóór het vergunningsrecht voldaan is. 3. De wijze waarop het in het vorig lid bedoelde vergunningsrecht wordt vastgesteld en voldaan is overgelaten aan de zorg van de in dat lid genoemde raden. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. De redactie wijziging van lid 1 strekt om de bepaling beter te doen aansluiten met die in lid 2 van artikel 14. In verband met het vergunningsrecht, dat in de meeste gebiedsdeeïen met eigen geldmiddelen geheven wordt komen aanvullingen als neergelegd in lid 2 en 3 der Commissie noodig voor. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Ber voets. Artikel 4. Zooals voorgesteld door de Commissie. Vergunning tot verkoop van alcoholhoudende dranken in ;t klein wordt nimmer verleend in de onderstaande gevallen: 1. voor warongs: 2. voor een lokaliteit of lokaliteiten, gelegen aan een weggedeelte, loopende langs een passar dan wel gelegen binnen het terrein van een passar; Cfm het hiernevens staande behoudens, dat lid 5 en 6 ware te schrappen en het artikel verder ware aan te vullen met: 5. Wanneer de verzoeker tot een gevangenisstraf van een jaar of tot een zwaardere straf onherroepelijk is veroordeeld en er nog niet vijf jaren zijn verloopen nadat hij de straf heeft ondergaan. 3. voor een lokaliteit, die voor den openbaren dienst wordt gebruikt of die met zoodanige lokaliteit binnen 'sliuis gemeenschap heeft; 4. voor een lokaliteit, die dienen moet als wachtkamer voor het met een openbaar middel van vervoer reizend publiek; 5. voor f-en openbaar middel van vervoer; 6. aan een verzoeker, die tot het plegen van ontucht gelegenheid biedt of ook in ander opzicht van bekend slecht levensgedrag is; de vergunning wordt eveneens niet verleend wanneer de verzoeker lid is van een gezin, waarvan het hoofd in zijn woning gelegenheid biedt tot het plegen van ontucht of ook in ander opzicht van bekend slecht levensgedrag is. 6. Wanneer de verzoeker van een of meer rechten, vermeld in artikel 35 van het wetboek van strafrecht bij rechterlijke uitspraak is ontzet, zoolang het gemis van dat recht ten gevolge van die ontzetting duurt. 7. Wanneer de verzoeker binnen de laatste vijf jaren tweemaal onherroepelijk veroordeeld is wegens een der feiten bedoeld in de artikelen 2, lid 1, 11 lid 2, 13, 16 en 25. Met onherroepelijke veroordeeling wordt gelijkgesteld de betaling van de opgelegde geldboete. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. Opvolging van het in lid 5 van het ontwerp neergelegd voorschrift hetwelk ertoe zou leiden, dat de verkoop van alcoholhoudende dranken aan (boord van schepen verboden zou zijn, komt der Commissie niet gewenscht voor. Primo ziet zij daarvoor geen voldoende reden en secundo wordt daarmede niet veel bereikt, daar het verbod niet meer van toepassing is zoodra de schepen zich buiten de territoriale wateren bevinden. Het verbieden van den verkoop vanalcoholhoudende dranken in spoortreinen — zulks komt de Commissie gewenscht voor — kan door administratieve voorschriften afdoende worden bereikt. Lid 6 acht de Commissie niet juist. Waar artikel 296 van het wetboek van strafrecht het bevorderen van ontucht door anderen als beroep of gewoonte strafbaar stelt, kan n. h. v. in de wet moeilijk worden aangenomen, dat er verzoekers zijn die in hun inrichting gelegenheden tot het plegen van ontucht bieden. De door de Commissie in de nieuwe leden 5 t/m 7 ontworpen bepalingen hebben de strekking personen, welke om maatschappelijke redenen daarvoor niet in aanmerking komen of zich bij herhaling aan overtreding van deze ordonnantie hebben schuldig gemaakt, het verkrijgen van een vergunning onmogelijk te maken. Artikel 5. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Bervoets. De in artikel 2 bedoelde vergunningen zijn persoonlijk en niet voor overdracht vatbaar, terwijl zij alleen betrekking hebben op de lokaliteit of lokaliteiten, met de aanhoorigheden, waarvoor zij verleend zijn. Zooals voorgesteld door de Commissie. 1. De vergunning geldt uitsluitend voor de in de vergunningsakte vermelde localiteit of localiteiten alsmede voor de open aanhoorigheden daarvan. Zij is behouden» de uitzonderingen, in het tweede en derde lid van dit artikel genoemd, persoonlijk en niet voor overdracht vatbaar. 2. Bij overlijden van den vergunninghouder kan het bedrijf zonder nadere vergunning worden voortgezet door zijn weduwe, of, bij ontstentenis van deze, of indien deze van haar bevoegdheid niet binnen twee weken gebruik maakt, door de rechtverkrijgenden. Bij tijdelijke onbevoegdheid of verhindering van den vergunninghouder kan het bedrijf gedurende het loopende vergunningsjaar zonder nadere vergunning worden voortgezet door zijn inwonende echtgenoote of door hen, die, krachten» opdracht van den gerechtigde bevoegd zijn. 3. Bij voortdurende onbevoegdheid of verhindering van den vergunninghouder kan zijn inwonende echtgenoote de vergunning te zijnen name voortzetten, zoolang die onbevoegdheid of verhindering duurt. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. De regelingen in de leden 2 en 3 hebben de strekking van overeenkomstige bepalingen in de Nederlandsehè drankwet. De Commissie acht de voorgeslagen regelingen billijker dan die, neergelegd in artikel 8 van het ontwerp. Artikel 6. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Bervoets. Zooals voorgesteld door de Commissie. Ter Secretarie van het residentiekantoor of van den gewestelijken Raad of van den Gemeenteraad wordt aangehouden een register, waarin de in artikel 3 bedoelde vergunningen worden geregistreerd en hetwelk op de kantooruren voor een ieder ter inzage ligt. Cfm. behoudens, dat in verband met de omstandigheid dat er ook andere plaatselijke raden dan gemeenteraden zijn, het aanbeveling verdient gemeenteraad door plaatselijken raad te vervangen. Artikel 7. Indien de vergunning wordt verleend, wordt in het besluit een omschrijving opgenomen van de lokaliteit of de lokaliteiten en de aanhoorigheden, waarvoor zij is verleend met vermelding van de oppervlakte van elke lokaliteit en aanhoorigheid. Geen wijzigingen. Artikel 8. In geval hij, aan wien de vergunning verleend is, komt te overlijden, zijn zijn erfgenamen of degeen, die namens hen optreedt, bevoegd den verkoop van alcoholhoudende dranken met inachtneming van het bepaalde in artikel 3, alsnog krachtens de aan den overledene verleende vergunning gedurende drie maanden, gerekend van den dag van overlijden, voort te zetten, na welken tijd de verleende vergunning vervalt. Is vervangen door lid 2 en 3 van artikel 5. Artikel 9. Zooals voorgesteld door de Bervoets. ïeeren Van Walsem en Zooals voorgesteld door de Commissie. In de vermelding van de lokaliteit en van de aanhoorigheden in het besluit van vergunning kan op schriftelijk verzoek wijziging worden gebracht. Dit verzoek wordt op dezelfde wijze behandeld als een verzoek om vergunning. Geen wijziging. Artikel 10. Zooals voorgesteld door de Bervoets. heeren Van Walsem en Zooals voorgesteld door de Commissie. 1. De vergunning wordt door het Hoofd van het 1. De vergunning wordt, de vergunninghouder gehoord gewest, de verzoeker gehoord, of door den gewestelijken zijnde, ingetrokken door het hoofd van gewestelijk beRaad of den Gemeenteraad ingetrokken, wanneer zich stuur, indien de vergunning wordt uitgeoefend op een 3 omstandigheden voordoen tengevolge waarvan het voortzetten der vergunning in strijd is met de openbare orde, het algemeen belang of met het bepaalde in artikel 4, sub 1, 2, 3, 4, 5 en 6. 2. De vergunninghouder wordt in de gelegenheid gesteld tenminste vier dagen voor de vergadering van den gewestelijken Raad of van den Gemeenteraad, waarin het voorstel tot intrekking zijner vergunning wordt behandeld, inzage van het advies te nemen. plaats niet gelegen binnen het ressort van een loealen raad, en door den voorzitter van een gewestelijken, dan wel van een plaatselijken raad indien de vergunning binnen het gebied van zulk een raad wordt uitgeoefend, in de volgende gevallen: o. wanneer zich omstandigheden voordoen op grond waarvan, waren ze op het tijdstip dat de vergunning gevraagd werd aanwezig of bekend geweest, deze krachtens de bepalingen van artikel 4 zou zijn geweigerd; b. wanneer zich bepaalde feiten en omstandigheden voordoen waaruit blijkt, dat voortduring der vergunning gevaar zou opleveren voor de goede orde of in strijd zou zijn met het algemeen belang. 2. Tegen de intrekking der vergunning kan de belanghebbende, op een nader bij besluit te bepalen wijze in hooger beroep komen: a. bij den Gouverneur-Generaal indien de vergunning op voet van het bepaalde in lid 1 is ingetrokken door het Hoofd van gewestelijk bestuur; b. bij den gewestelijken dan wel plaatselijken raad indien de vergunning is ingetrokken door den Voorzitter van dien raad. 3. In spoedeischende gevallen is de Vooritter van den gewestelijken Raad en die van den Gemeenteraad bevoegd in afwachting van bovenbedoeld raadsbesluit den verkoop van alcoholhoudende dranken onmiddellijk te doen staken. 3. Het besluit tot intrekking zoomede de v. z. n. in hooger beroep daarop genomen beslissing zijn met redenen omkleed. 4. Van het nemen van een dergelijk besluit geeft hij in de eerstvolgende Raadvergadering aan den gewestelijken Raad of aan den Gemeenteraad kennis, welke een beslissing neemt. 4. De in lid 1 genoemde gezaghebbenden bevoegd tot de intrekking van een vergunning zijn mede bevoegd te bepalen, dat hangende het in lid 2 bedoelde hooger beroep, de bevoegdheid tot den verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein wordt gesehorst. 5. Indien bij hooger beroep het besluit tot intrekking van de vergunning is vernietigd en een schorsing als bedoeld in het vorig lid heeft plaats gehad, wordt den belanghebbende v. z. v. voor hem uit deze schorsing nadeel is ontstaan schadevergoeding verleend. TOELICHTING VAN DE VOORGESTELDE AFWIJKING. Het kwam de Commissie gewenscht voor met betrekking tot het recht om vergunningen in te trekken eenige waarborgen tegen onjuiste toepassing ervan in het leven te roepen. Artikel 11. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Bervoets. Zooals voorgesteld door de Commissie. 1. Het Hoofd van het gewest, de Voorzitter van den gewestelijken Raad of van den Gemeenteraad, alsmede de betrokken hoofden van plaatselijk bestuur, zijn bevoegd op dagen, waarop misbruik van alcoholhoudende dranken te vreezen is, te bepalen dat in het gewest of bepaalde gedeelten daarvan of in de gemeente, alle voor het publiek toegankelijke lokaliteiten met vergunning tot verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein, voor dien verkoop op bedoelde dagen gesloten moeten zijn, hetzij gedurende den geheelen dag, hetzij gedurende bepaalde uren. 1. Bij verordening van den plaatselijken raad, dan wel waar deze ontbreekt, bij verordening van den gewestelijken raad of keur van het hoofd van gewestelijk bestuur, kunnen uren bepaald worden gedurende welke voor het publiek toegankelijke localiteiten waarvoor vergunning is verleend, gesloten moeten zijn. 2. De betrokken vergunninghouders ontvangen van een bepaling als bedoeld in het eerste lid van dit artikel schriftelijk kennis en het is hun verboden gedurende den tijd, daarin genoemd, hun lokaliteit voor den verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein geopend te hebben. 2. Het hoofd van het gewest, dan wel in spoedeischende gevallen het hoofd van plaatselijk bestuur onder nadere goedkeuring van het hoofd van gewestelijk bestuur, is bevoegd op dagen waarop misbruik van alcoholhoudende dranken te vreezen is, te bepalen dat in het gewest of bepaalde gedeelten daarvan of in de gemeente, alle voor het publiek toegankelijke localiteiten met vergunning tot verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein, voor dien verkoop op bedoelde dagen gesloten moeten zijn, hetzij gedurende den geheelen dag, hetzij gedurende bepaalde uren. 3. Indien de afdeelingschefs van de bevoegdheid in dat eerste lid van dit artikel gebruik maken, geven zij hiervan onmiddellijk kennis aan het Hoofd van het gewest of aan den Voorzitter van den gewestelijken Baad. 4. Van de besluiten in lid 1 bedoeld wordt door den Voorzitter van den gewestelijken- of van den Gemeenteraad schriftelijk aan deze colleges mededeeling gedaan. 3. De betrokken vergunninghouders ontvangen van een bepaling als bedoeld in het tweede lid van dit artikel schriftelijk kennis en het is bun verboden gedurende den tijd, daarin genoemd, hun locoliteit voor den verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein geopend te hebben. TOELICHTING VAN DE VOORGESTELDE AFWIJKING. De in lid 1 bedoelde bevoegdheid is er een van politioneelen aard; het kwam derhalve der Commissie minder juist voor deze te verleenen aan voorzitters van locale raden, die als zoodanig geen politioneele bevoegdheid hebben. In het nieuwe lid 2 is daarom naar een redactie gezocht, welke dat bezwaar ondervangt. In verband daarmede kunnen ook de leden 3 en 4 van het concept vervallen. Voorts achtte de Commissie het gewenscht, dat bij locale verordening of keur reglementaire sluitingsuren kunnen worden vastgesteld. Lid 1 is daartoe strekkende. Artikel 12. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem Zooals voorgesteld door de Commissie, en Bervoets. In elke inrichting, waar krachtens vergunning alcoholhoudende dranken worden verkocht, moet een door den gewestelijken secrertaris of door den Secretaris van den gewestelijken- of van den Gemeenteraad gewaarmerkt afschrift van het vergunningsbesluit alsmede een gedrukt exemplaar dezer ordonnantie in de Nederlandsche en Maleische taal beide duidelijk leesbaar, niet hoogr dan 2 Meter boven den vloer zijn opgehangen. Tevens moet boven aan den ingang, die toegang geeft tot de inrichting, op duidelijk zichtbare wijze zijn aangebracht het woord „vergunning" in letters minstens tien eentimeter lang en 1 cM. breed, en daaronder de naam van den vergunninghouder. 2. In geval van het vervallen of intrekken der vergunning wordt binnen acht dagen het in het eerste lid van ■dit artikel bedoelde afschrift aan het Hoofd van het gewest of den Voorzitter van den gewestelijken Raad of Gemeenteraad teruggezonden, en het woord „vergunning" weggenomen. 3. Indien dat woord niet binnen dien termijn is weggenomen doet het Hoofd van het gewest of de Voorzitter het wegnemen ten koste van den nalatige. Cfm. het hiernevens staande waarin in lid 1 en 2 het woord „gemeenteraad" zal moeten worden vervangen door „plaatselijke raad" en in lid 3 „doet het Hoofd van het gewest of de Voorzitter het wegnemen" door „wordt het weggenomen". Artikel 13. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Bervoets. 1. Het is verboden in de lokaliteit in het vorige artikel bedoeld of in hare aanhoorigheden aan jongelieden, die den leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, of van wie redelijkerwijze moet vermoed worden dat zij dien leeftijd nog niet hebben bereikt, alcoholhoudende dranken te verstrekken voor geld of om niet. 2. Het is verboden in die lokaliteiten of in een lokaliteit, die daarmede binnen 'shuis gemeenschap heeft, of in hare aanhoorigheden arbeidsloonen uit te betalen of toe te laten dat arbeidsloonen in zoodanige lokaliteit of hare aanhoorigheden uitbetaald worden. Onder arbeidsloonen worden niet verstaan loonen, verschuldigd voor werkzaamheden, die zijn verricht in de lokaliteiten of hare aanhoorigheden, of ter zake van het bedrijf, dat daarin wordt uitgeoefend. 3. Het is verboden in die lokaliteiten of in de aanhoorigheden van zoodanige lokaliteiten muziek, vertooningen of andere verrichtingen ter vermake van het publiek toe te laten zonder verlof van den betrokken afdeelingschef 'of van den Voorzitter van den Gemeenteraad. Artikel Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Bervoets. i. Bij het mwerkingtreden van deze ordonnantie geldt het aantal vergunningen, dat op 1 Januari 1922 in Nederlandsch-Indië was verleend, als het maximum der te verleenen vergunningen. 2. Telkens om de 5 jaren voor het eerst op 1 Januari 1925 wordt het aantal verleende vergunningen met 20% verminderd tot een naar beneden toe afgerond geheel getal. Het op deze wijze verkregen aantal vergunningen geldt als het maximum der te verleenen vergunningen voor de dan volgende periode van 5 jaar. 3. Bij een voor 't publiek toegankelijke ten overstaan van het Hoofd vanjbtét gewest, van den Voorzitter van den gewestelijken Baad of van dien van den Gemeenteraad gehouden loting — het een en ander afhankelijk van de omstandigheid door wie de vergunningen zijn verleend geworden — wordt telkens 6 maanden voor het verstrijken van de in het eerste lid van dit artikel vastgestelden termijn aangewezen, welke vergunningen zullen worden ingetrokken. Zooals voorgesteld door de Commissie. Cfm. het hiernevensstaande waarin in lid 3 de woorden „betrokken afdeelingschef of van den voorzitter van den gemeenteraad" zijn te vervangen door „de hoogste plaatselijken politie autoriteit". De leeftijd van 18 jaren in lid 1 komt de commissie voor te hoog te zijn. In aansluiting aan het bepaalde in art. 538 van het wetboek van strafrecht schijnt het haar renscht toe deze leeftijdsgrens op 16 jaren te stellen, 14. Zooals voorgesteld door de Commissie. 1. Bij de inwerkingtreding van deze ordonnantie geldt het aantal verleende vergunningen binnen het ressort van iederen plaatselijken raad en voor zoover betreft gebieden daarbuiten gelegen, het in ieder gewest verder bestaande aantal vergunningen onderscheidenlijk als het maximum van de voor het plaatselijke ressort dan wel van de voor het gewestelijk daarbuiten gelegen gebied te verleenen vergunningen. 2. Telkens om de vijf jaren, voor het eerst vijf jaren na de inwerking treding van deze ordonnantie worden door den plaatselijken raad voorzoover betreft zijn eigen ressort en den gewestelijken raad, of bij gebreke daarvan het gewestelijk bestuurshoofd, voor zoover betreft het gebied gelegen buiten dat waarvoor een plaatselijke Baad is ingesteld, voorstellen gedaan strekkende tot geleidelijke vermindering van de in lid 1 bedoelde aantallen vergunningen. 3. De Gouverneur-Generaal is bevoegd op voorstel van het hoofd van Gewestelijk bestuur of indien de in dit lid bedoelde vergunning wordt gevraagd voor een plaats gelegen in het gebied van een gewestelijken dan wel plaatselijken raad op voorstel van dien raad, voor zooveel de laatste betreft, het hoofd van gewestelijk bestuur gehoord, voor een localiteit, welke deel uitmaakt van een buitengewone inrichting voor maatschappelijk verkeer een vergunning boven het in het vorig lid bedoeld maximum te verleenen. 4. Indien het aantal vergunningen in een bepaald ressort op de in het tweede lid van dit artikel aangegeven wijze is gedaald tot beneden de 10, vervallen de dan nog resteerende vergunningen op het einde van de volgende 5 jarige periode. TOELICHTING OP DÉ AFWIJKINGEN. Dat en waarom de Commissie zich principieel niet kan aansluiten bij de leden 2 en 3 van dit artikel is hiervoren — § 1 — uitvoerig betoogd. Met de strekking van het eerste lid om het ten tijde van de uivoering bestaand aantal vergunningen als maximum te beschouwen kan zij zich geheel vereenigen. Het komt haar echter meer gewenscht voor instede van het totaal van de in geheel Nederlandsch-Indië bestaande vergunningen als één maximum te beschouwen, maxima aan te nemen voor de verschillende bestuurseenheden. De wenschelijkheid om deze maxima te verminderen kan dan plaatselijk en daardoor op juistere wijze telkens om de vijf jaren onder de oogen worden gezien. Het stellen van maxima voor verschillende gebieden heeft nog een ander voordeel t. w. ten aanzien van het verleenen van nieuwe vergunningen, hetwelk mogelijk is als in eenige vijfjarige periode het aantal vergunningen beneden het voor dat tijdstip vastgestelde maximum aantal vérgunningen daalt. De door de Commissie gedachte regeling maakt het niet mogelijk — de door de voorstellers ontwerpen formule en n. h. v. ten gevolge van onvolledige redactie —, dat b. v. doordien in Bandjermasin een vergunning vervalt, in Bandoeng een vergunning boven het bij den aanvang van een vijfjarige periode reeds bestaande aantal verleend wordt. Dat telken male om de vijf jaren door de daartoe aangewezen bestuursorganen de vraag onder de oogen wordt gezien, in hoeverre en op welke wijze het bestaand aantal vergunningen verminderd kan worden, acht de Commissie gewenscht. Bij de thans bestaande maatschappelijke toestanden acht de Commissie het gewenscht, dat de mogelijkheid bestaat om boven het bestaande wettelijke maximum ten behoeve van buitengewone inrichtingen voor maatschappelijk verkeer een vergunning te verleenen. Wat als een buitengewone inrichting voor maatschappelijk verkeer zal zijn te beschouwen is een quaestio facti. Een schouwburg valt daaronder; een berghotel als Tosari of Ngamplang eveneens. Het gestelde criterium brengt allereerst mede, dat de inrichting niet den verkoop van alcoholic tot hoofddoel heeft. De quastio facti zal steeds op grond van de omstandigheden moeten worden uitgemaakt. Ten einde een éénvormige toepassing te bevorderen is onderwerpelijk het recht om vergunning te verleenen bij uitsluiting het centraal gezag toegekend. Artikel 15. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem— Bervoets. Zooals voorgesteld door de Commissie. Tot het Hoofd van het gewest of tot den Voorzitter van den gewestelijken Raad of tot den Voorzitter van den Gemeenteraad, kan schriftelijk het verzoek worden De Commissie stelt voor dit artikel geheel te doen vervallen. 4 gericht om door een volksstemming te doen beslissen of reeds dadelijk tot het intrekken van een zeker aantal, dan wel van alle bestaande vergunningen en het niet meer verleenen van nieuwe in het desbetreffende ressort moet worden overgegaan. Dit verzoek moet worden gedaan: a. in af deelingen of gemeenten met meer dan 50 000 zielen door tenminste een 250ste deel der bevolking voldoende aan de sub 3 van dit artikel omschreven eischen; 6. in af deelingen of gemeenten met meer dan 20 000 en ten hoogste 50 000 zielen door minstens een 200ste deel der bevolking voldoende aan de sub 3 van dit artikel omschreven eisehen; c. in afdeelingen of gemeenten met meer dan 10 000 en ten hoogste 20 000 zielen ten minste door een 150ste deel der bevolking voldoende aan de sub 3 van dit artikel omschreven eischen; d. in de overige afdeelingen of gemeenten door ten minste een 100ste deel der bevolking voldoende aan de sub 3 van dit artikel omschreven eischen. Indien het verzoek tot het Hoofd van het gewest of tot den Voorzitter van den gewestelijken Raad wordt gericht, geschiedt dit door tusschenkomst van den betrokken afdeelingschef. 2. Indien uit de gehouden volksstemming is gebleken dat % der aan de stemming deelgenomen hebbende stemgerechtigden hebben gestemd voor geheele of gedeeltelijke intrekking der bestaande vergunningen of het niet meer verleenen van nieuwe in het desbetreffende ressort, moeten door het Hoofd van het gewest of door den Voorzitter van den gewestelijken of Gemeenteraad uiterlijk één jaar na het houden der stemming de verleende vergunningen zijn ingetrokken, terwijl geen nieuwe vergunningen in dat ressort mogen worden verleend nadat de uitslag van bovenbedoelde stemming bekend is gemaakt in de Javasche Courant. 3. Om aan de in dit artikel bedoelde volksstemming te kunnen deelnemen moet men voldoen aan dezelfde eischen als die welke gelden voor de uitoefening van het stemrecht voor de locale raden. 4. De wijze, waarop de in dit artikel bedoelde volksstemming moet worden gehouden, wordt nader in een afzonderlijke ordonnantie geregeld. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. Op blz. 33 van haar verslag deelde de Commissie mede, dat zij geen praktische voordeden verwacht van het stelsel van zg. plaatselijke keuze ook reeds omdat h. t. 1. nog niet geacht kunnen worden aanwezig te zijn de publiekrechterlijke organisaties welke elders dit instituut mogelijk maken. De door de voorstellers ontworpen regeling voor een stelsel van plaatselijke keuze sterkt de Commissie in haar hiervoren weergegeven zienswijze. Deze regeling acht zij zeer onvolledig. Eerstelijk worden daarin gemist voorschriften omtrent de wijze waarop de „volksstemming'' gehouden zal moeten worden. Wel bepaalt lid 4, dat een nadere ordonnantie die wijze zal regelen, maar de Commissie veroorlooft zieh de opmerking, welke, naar zij meent zal worden beaamd door nagenoeg een ieder, die wel eens de hier te lande bestaande wijzen van verkiezen tot een onderwerp van gedachte heeft gemaakt, dat de samenstelling van zulk een ordonnantie, welke een praktische en bruikbare regeling zal moeten geven, verre van eenvoudig zal zijn. Om aan een volksstemming te kunnen deelnemen zal men volgens het ontwerp moeten voldoen aan de eischen, „welke gelden voor de uitoefening van het kiesrecht voor de locale raden". De Commissie meent, dat dit criterium niet kan worden gesteld, aangezien de regeling van het kiesrecht voor locale radeen niet uniform is. Voor de gemeenteraden is het anders dan bv. voor (onder)afdeelingsraden in de buitengewesten (vgl. st. 1919 No. 65). Dit tweedens. Verder moge worden opgemerkt, dat indien men de vereischte om aan een volksstemming deel te nemen afhankelijk stelt van het kiezerschap voor een gemeenteraad, tengevolge van de tamelijk hooge eischen, welke de kiesordonnantie stelt, van een „volksstemming" nauwelijks sprake is. Ten slotte teekent de Commissie nog aan, dat het initiatief voorstel van het lid der Tweede Kamer den heer V. H. Rutgers tot wijziging van de drankwet, ten einde het instituut van plaatselijke keuze mogelijk te maken, door de Eerste Kamer der Staten Generaal 17 Februari 1922 verworpen werd. Artikel 16. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem— Zooals voorgesteld door de Commissie. Bervoets. 1. Het is verboden alcoholhoudende dranken die on- lid 1. cfm. deugdelijk van samenstelling zijn in Nederlandsch-Indië in te voeren of aldaar te fabriceeren, te verkoopen, of te leveren of in een lokaliteit, waarvoor vergunning voor verkoop van alcoholhoudende dranken is verleend, aanwezig te hebben. 2. Hij die alcoholhoudende dranken invoert, fabriceert, verkoopt, aflevert of in een lokaliteit als bedoeld in de eerste alinea van dit artikel, in voorraad heeft, is verplicht deze op verzoek aan de personen in artikel 19 en 20 genoemd te vertoonen, en toe te laten dat deze dranken, met de voorwerpen waarin zij zich bevinden, op ernstig vermoeden dat zij verkeeren in den toestand in de vorige alinea genoemd, door hen ter keuring wórdenmedegenomen, alsook dat monsters van alcoholhoudende dranken door hen met dat doel worden genomen. 3. Dranken, die ter keuring zijn medegenomen, worden, wanneer zij niet worden afgekeurd, met de voorwerpen, waarin zij zich bevinden, aan den belanghebbende teruggegeven. lid 2. cfm behoudens: a. voor „de personen in artikel 19 en 20 genoemd" ware te lezen: „de met de naleving dezer ordonnantie belaste gezaghebbenden"; i. de woorden „door hen" te laten vervallen alsook hetgeen volgt na „medegenomen" lid 3 en 4 te doenvervangen door 3. De keuring van dranken geschiedt op een nader door den GouverneurGeneraal vast te stellen wijze. 4. Wanneer alcoholhoudende dranken ter keuring worden medegenomen, heeft hij, van wien die dranken worden medegenomen de bevoegdheid de voorwerpen, waarin de dranken zich bevinden, te verzegelen en van ^ijn naam te voorzien. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. De wijziging in lid 2 is een uitvloeisel van die welke ten aanzien van de artikelen 19 eii 20 zal worden voorgesteld. Die in de leden 3 en 4 vindt zijn grond in de wenschelijkheid om datgene, wat gerekend kan worden te behooren tot de uitvoeringsvoorschriften van deze ordonnantie, bij besluit te regelen. Indien in de practijk blijkt dat deze voorschriften verandering behoeven is wijziging eenvoudiger. Artikel 17. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Zooals voorgesteld door de Commissie. « Eervoets. De medegenomen dranken, bedoeld in het vorig artikel De Commissie stelt voor om de evenvermelde reden dit worden onderzocht door een door den Gouverneur-Generaal artikel te doen vervallen, aan te wijzen deskundige of deskundig bureau. Artikel 18. ti Deze deskundige of de leider van de in het vorig artikel bedoelde deskundig bureau legt in handen van het hoofd van het gewest, alwaar hij woonachtig is, persoonlijk een verklaring onder eede of belofte af, dat hij het onderzoek naar beste weten en zonder aanzien des persoons zal verrichten. Om de zelfde reden meent zjj dat ook voor dit artikel in de ordonnantie geen plaats is. 2. De deskundige en de leider van het deskundig bureau zijn bevoegd de zegels bedoeld in de laatste alinea van het vorige artikel, te verbreken, na maatregelen te hebben genomen welke verwarring der monsters met andere voorkomen. Artikel 19. Zoolas voorgesteld door de heeren Van Walsem en Zooals voorgesteld door de Commissie. Bervoets. 1. Behalve aan de ambtenaren en beambten der politie en aan de in het volgend artikel genoemde ambtenaren, zijn de fabrikant, de importeur van alcoholhoudende dranken of de beheerder van een inrichting, waarvoor vergunning tot verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein is verleend, gehouden den vrijen toegang tot de fabriek, opslagplaats of inrichting te verleenen aan het Hoofd van het gewest, den Voorzitter van den gewestelijken Baad of dien van den Gemeenteraad of aan de door laatstgenoemde drie autoriteiten aangewezen personen. 2. Zij zijn verplicht aan die personen alle in verband met de handhaving dezer ordonnantie door hen gevraagde hulp te verleenen en alle inlichtingen te dien opzichte te verstrekken. 1. De fabrikant of de importeur van alcoholhoudende dranken alsook de beheerder van een inrichting waarvoor vergunning tot verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein is verleend zijn gehouden aan de gezaghebbenden, welke bij besluit met het toezicht op de naleving van deze ordonnantie zullen worden belast, vrijen toegang te verleenen tot de fabriek, opslagplaatsen of inrichting. sfm. het hiernevens vermelde. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. De wijziging in lid 1, houdt verband met het voorstel om artikel 20 te doen vervallen. Artikel 20. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Ber- Zooals voorgesteld door de Commissie, voets. Het toezicht op den invoer in Nederlandsch-Indië of op De Commissie stelt voor dit artikel te doen vervallen, het aldaar vervaardigen van alcoholhoudende dranken wordt mede opgedragén aan inspecteurs of adjunct-inspecteurs die door den Gouverneur-Generaal worden benoemd en wier werkkring en bevoegdheden bij Gouvernementsbesluit worden geregeld. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. De Commissie gelooft niet, dat er noodzaak bestaat de instelling van inspecteurs en adjunct-inspecteurs imperatief in de wet vast te leggen. Blijkt indienststelling van deze functionarissen noodzakelijk dan kan dit alsnog in verband met het gewijzigde eerste lid van het vorige artikel zonder wetswijziging geschieden. Opgemerkt moge worden dat artikel 48 der Nederlandsche drankwet, hetwelk de naleving van die wet mede opdroeg aan inspecteurs of adjunct-inspecteurs, vervallen is. Hun taak is overgenomen door inspecteurs óf adjunct-inspecteurs bij den dienst der volksgezondheid. Artikel 21. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem-Bervoets. Zooals voorgesteld door de Commissie. L Voor niet-nakoming der voorschriften vervat in de artikelen 1 en 11 tweede lid, 12 eerste en tweede lid, 13, 16 eerste en tweede lid èn 19 dezer ordonnantie, is aansprakelijk de beheerder van eene bij het artikel 19 bedoelde inrichting, terwijl in geval de beheerder der inrichting en de houder der vergunning verschillende personen zijn en de laatste de overtreding heeft doen plegen, de houder aansprakelijk zal zijn. Voor de niet naleving van de voorschriften vervat in artikel 2, lid 1, 11, lid 2, 12, lid 1 en 2, 13, 16 en 19 dezer ordonnantie is aansprakelijk de beheerder van de in artikel 19 genoemde inrichting. 2. Indien de houder der vergunning is een naamlooze vennootschap of eene vereeniging, zijn de leden van het bestuur strafbaar, tenzij zij bewijzen dat de last tot het plegen der overtreding in de vorige alinea bedoeld, buiten hun toedoen is gegeven. 2. cfm. het hiernevensstaande. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. Waar het zg. middellijke daderschap in het Wetboek van Strafrecht is geregeld, gelooft de Commissie dat de twee laatste zinsneden in lid 1 kunnen worden gemist. Artikel 22. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem-Bervoets. 1. Behalve de ambtenaren en beambten der politie en de in artikel 20 genoemde inspecteurs of adjunct-inspecteurs is het hoofd van het gewest, de Voorzitter van den gewestelijken Raad of die van den Gemeenteraad belast met de opsporing van overtredingen dezer ordonnantie. 2. Door hen wordt zoo spoedig mogelijk proces-verbaal opgemaakt wegens alle overtredingen dezer ordonnantie welke te hunner kennis komen. 3. De aldus opgemaakte processen-verbaal gelden als wettig bewijsmiddel der daarin geconstateerde overtredingen, mits zij voldoen aan artikel 381 van het Reglement op de strafvordering of aan artikel 295 van het „Inlandscke Reglement". Zooals voorgesteld door de Commissie. 1. Behalve de op den voet van artikel 19, lid 1. met het toezicht op de naleving van deze ordonnantie te belasten personen, zijn belast met de opsporing van overtredingen van deze ordonnantie de gezaghebbenden, welke ingevolge algemeene verordeningen voor het opsporen van misdrijven en overtredingen zijn aangewezen. 2. Cfm. het hiernevenstaande lid 2. 3. Kan n.h.v. vervallen. 5 TOELICHTING VAN HE AFWIJKING. Lid 1. Waar de voorzitters van locale raden als zoodanig in het algemeen geen politioneele bevoegdheden bezitten, gelooft de Commissie niet dat het gewenscht is mede aan hen de opsporing van overtredingen van deze ordonnantie op te dragen. Lid 3. N.h.v. kan op grond van de bepalingen van die reglementen op de strafvordering en het zg. Inlandsen reglement deze bepaling worden gemist (zie art. 4 en 381 S.v.). Artikel 23. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Bervoets. Zooals voorgesteld door de Commissie. 1. Door den Gouverneur-Generaal kunnen voor een gewest of voor een gemeente waarin een gemeenteraad is ingesteld, op voorstel van het Hoofd van het gewest of van den Voorzitter van den Gemeenteraad of van vereenigingen wier doel is bestrijden van het gebruik van alcoholhoudende dranken, een of meer commissies van meerderjarige ingezetenen worden ingesteld. Indien in een gewest of een gemeente meer dan één commissie wordt ingesteld, bepalen het Hoofd van het gewest of de Voorzitter van den Gemeenteraad over welk deel van het gewest of der gemeente de bemoeiingen van iedere commissie zich uitstrekken. 1. De Gouverneur-Generaal kan hetzij voor een gewest voor zoover mogelijk gehoord den gewestelijken raad, hetzij voor een gebied waarvoor een plaatselijke raad is ingesteld, gehoord den plaatselijken raad, een of meer commissies van meerderjarige ingezetenen instellen. Indien meer dan een commissie wordt ingesteld, wordt daarbij bepaald over welk deel der hiervoren genoemde gebieden de bemoeiingen van iedere commissie zich uitstrekt. 2. Die commissies dienen de Regeering van raad zoowel desgevraagd als uit eigen beweging, omtrent alles, wat, hetzij rechtstreeks, hetzij zijdelings met het doel dezer ordonnantie samenhangt. 2. De in lid 1 bedoelde commissies dienen de overheid van raad zoowel desgevraagd als uit eigen beweging, omtrent alles, wat, hetzij rechtstreeks, hetzij zijdelings met het doel dezer ordonnantie samenhangt. 3. Het aantal leden dier commissies wordt door den Gouverneur-Generaal bepaald na overleg met het Hoofd van het gewest of van den Voorzitter van den Gemeenteraad. 3. N.h.v onnoodig. 4. De leden worden benoemd door den Gouverneur-Generaal. Ze treden volgens een op te maken rooster af met dien verstande, dat geen lid, behoudens herbenoeming langer dan drie jaar zitting heeft. 4. N.h.v. onnoodig. 5. De Gouverneur-Generaal stelt een instructie vast, waarin worden geregeld de verkiezing van een voorzitter en een secretaris, de vergaderingen en de werkwijze. 5. N.h.v. onnoodig. 6. Den secretaris van de commissie kan een vergoeding van bureaukosten van ten hoogste 50 gulden per maand worden toegekend. 6. Aan de Commissie kan uit 's Landskas ter bestrijding van bureaukosten een door den Gouverneur-Generaal vast te stellen vergoeding worden toegekend. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. Lid 1. Het komt niet noodig voor te bepalen dat het hoofd van het gewest den Gouverneur-Generaal voorstellen doet over zaken zijn gewest rakende. Zulk een bevoegdheid bezit hij uit hoofde van zijn ambt. Evenmin is het noodig te bepalen, dat vereenigingen, wier doel is het bestrijden van alcohol, voorstellen om de onderwerpelijke commissies in te stellen aan de Begeering kunnen doen. Dit wordt voldoende mogelijk gemaakt door het recht van petitie, dat in art. 112 R.R. in het algemeen toegekend is; voor vereenigingen voor zoover het betreft onderwerpen tot haar bepaalde werkzaamheden behoorende. Artikel 24. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Zooals voorgesteld dqor de Commissie. Bervoets. 1. Overtreding van de verbodsbepalingen en niet-nako- Cfm., behoudens, dat in lid 1 moet worden gelezen: ming van de verplichtingen gesteld of opgelegd bij de „artikel 12, eerste en „tweede lid", artikelen 2, eerste lid, 11 tweede lid, 2 eerste, tweede, en derde lid, 13. 16 eerste en tweede lid, 19 en 25 vierde lid dezer ordonnantie wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste 100 gulden of gevangenisstraf van ten hoogste acht dagen. 2. Bij veroordeeling wegens overtreding van artikel 16 wordt door den rechter de verbeurdverklaring uitgesproken van de in dat artikel bedoelde dranken, met de voorwerpen, waarin zij zich bevinden, een en ander voor zoover zij den veroordeelde in eigendom toebehooren. TOELICHTING OP DE AFWIJKING. Het derde lid van artikel 12 bevat geen bepaling op welker overtreding straf kan worden gesteld. Artikel 25. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Bervoets. ï. Alle voor het inwerkingtreden dezer ordonnantie verleende vergunningen tot verkoop van alcoholhoudende dranken zijn vervallen. 2. Houders van inrichtingen, waarin op den dag, dat deze ordonnantie in werking treedt, alcoholhoudende dranken worden verkocht krachtens een dergelijke vergunning, vragen, indien zij dat bedrijf wenschen voort te zetten, binnen een maand na dien dag, op de wijze voorgeschreven in artikel 2, de in dat artikel bedoelde vergunning. 3. In afwachting van een beschikking op. dat verzoek mag de door hen gehouden inrichting geopend blijven. 4. Wordt de vergunning geweigerd, dan moet, na ontvangen kennisgeving daarvan, de betreffende inrichting binnen vier weken na ontvangst der kennisgeving voor den verkoop van alcoholhoudende dranken worden gesloten, behoudens het recht van het Hoofd van het gewest, den Voorzitter van den gewestelijken Baad of van dien van den Gemeenteraad om in het geval bedoeld bij het derde lid van artikel 10 den verkoop van alcoholhoudende dranken onmiddellijk te doen staken. Zooals voorgesteld door de Commissie. 1. cfm. behoudens, dat voor „alcoholhoudende" „sterke" gelezen moet worden. (De bestaande wetgeving kent alleen vergunningen tot verkoop van sterken drank). 2. cfm. het terzijde vermelde lid 2. 3. cfm. het terzijde vermelde lid 3. Wordt de vergunning geweigerd, dan moet na ontvangen schriftelijke kennisgeving daarvan, de inrichting bedoeld in lid 2 van dit artikel binnen een maand na ontvangst der kennisgeving voor den verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein worden gesloten, behoudens de mogelijkheid van onmiddellijke sluiting op den voet van het bepaalde in artikel 10 lid 4. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. De voorgestelde wijzigingen zijn noodig in verband met de hiervoren aangegeven wijzigingen. Artikel 26. Zooals voorgesteld door de heeren Van Walsem en Zooals voorgesteld door de Commissie. Bervoets. Deze ordonnantie kan worden aangehaald onder den Cfm. naam van Drankordonnantie. Artikel 27. Deze ordonnantie treedt in werking op den dag har afkondiging. er 1. Deze ordonnantie geldt voor de gewesten op Java en Madoera en voor de door den Gouverneur-G-eneraal aan te wijzen gewesten of gedeelten daarvan, welke daar buiten zijn gelegen. Zij treedt in werking op door den Gouverneur-Generaal te bepalen tijdstippen. TOELICHTING VAN DE AFWIJKING. Het schijnt de Commissie gewenscht aan den Gouverneur-Generaal over te laten het tijdstip van inwerking treden van de ordonnantie te bepalen, aangezien nog uitvoeringsvoorschriften ontworpen moeten worden. De Commissie is niet zeker of deze ordonnantie zal behooren te worden ingevoerd in de gewesten, of gedeelten ervan, gelegen in het oostelijk deel van den Archipel, alwaar plaatselijke toestanden en geaardheid der bevolking bijzondere regelingen hebben noodig gemaakt (zie bl. 10 e.v. het verslag der Commissie). Den Gouverneur-Generaal is daarom de bevoegdheid toegekend om te bepalen voor welke buitengewesten of gedeelte daarvan de ordonnantie tevens zal gelden. NIEUW ARTIKEL. Het schijnt de Commissie gewenscht toe, dat in het ontwerp wordt opgenomen een artikel van de strekking van artikel 33 van de Nederlandsche drankwet. Dit artikel zou als volgt kunnen luiden: „Wanneer zonder de vereischte vergunning, of op andere wijze dan vergund is, alcoholhoudende drank in het klein wordt verkocht, verbiedt het hoofd van plaatselijk bestuur het voortzetten van dien verkoopen doet hij dien desnoods beletten." § 3. Slotopmerkingen. De Commissie wenscht nog aangeteekend te zien, dat het ontworpen stelsel van verleenen en intrekken van vergunningen en het bepalen van het maximum aantal slechts past in de huidige bestuursorganisatie. Wordt deze gewijzigd, waartoe het voornemen bestaat, dan zal in het ontworpen stelsel eenige veranderingen moeten worden aangebracht om het te doen aanpassen aan de nieuwe bestuursorganisatieWelke deze veranderingen zijn meent de Commissie niet te kunnen aangeven, wijl de bevoegdheden van de nieuwe colleges en bestuursautoriteiten nog niet vast staan. BIJLAGE I van het vervolg-verslag van de Alcoholbestrijdings Commissie. Hoe droog is Amerika? (Particuliere correspondentie). t Jokohama, 6 Januari. Ziedaar de vraag, die tegenwoordig algemeen gesteld . wordt aan een ieder, die uit de Ver. Staten komt. „Kan je daar nu werkelijk niets meer krijgen? geen bittertje zelfs?" en ongelóovig en medelijdend schudt de ondervrager het hoofd. Het antwoord zal echter meestal geruststellend luiden en hierop neerkomen dat het verkrijgen van spiritualiën met meer moeite gepaard gaat en heel wat kostbaarder is dan voorheen. Met andere woorden: de tijden, dat iedereen een bar kon binnenloopen en bestellen wat zijn hart of maag begeerde, zijn absoluut voorbij. De verkoop in het openbaar is af geloopen, maar in plaats daarvan is gekomen de sluikhandel met zijn uitgebreid net van vertakkingen door de geheele Vereenigde Staten. Onder al de duizenden Amerikanen die ik ontmoet heb, vond ik er echter nimmer een, die een aangeboden cocktail weigerd e, uitgezonderd natuurlijk de enkele „blauwe-knoopers", die men in elk land ter wereld aantreft. Het lijdt geen twijfel of de afschaffings-wet is algemeen impopulair. Dat is te zeggen, iedereen is het er over eens, dat de sluiting van kroegen en publieke lokalen een goed ding is. De drank was tè gemakkelijk verkrijgbaar, de arbeider verdeed er zijn loon en het werkmansgezin leed er onder en vele andere ach-vader-niet-meer-argumenten". Maar vraag denzelfden Amerikaan, die zoo gevoelig kan spreken over het leed, dat de drank gebracht heeft in vele huishoudens, of hij zelf een versnapering afslaat en hij zal'u vertellen, dat dit een geheel ander geval is en dat een cocktail-before-soda of een whiskey-andsoda in den avond hem persoonlijk absoluut geen kwaad zullen doen. Een ding is zeker en wel dat de „Volkstemming" (zooals de geheelonthoudingswet naar haren voorsteller in het Congres is genoemd) van een groot percentage der volwassen Amerikaansche bevolking wetovertreders heeft gemaakt en dat wel willens en wetens. Volgens de letter dezer wet mogen spiritualiën noch verkocht, noch vervoerd, noch weggeven worden. Wie koopt is even schuldig als wie verkoopt! En nu ken ik vele hoogstaande menschen, die geen alcohol over de grenzen zouden smokkelen en geen cent belasting trachten te ontduiken, die elk politieverbod scrupuleus zullen nakomen maar aan de geheel-ont- houdings-voorschriften lak en larie hebben. Dit komt de moraal van een geheel land niet ten goede en van huis uit is de Amerikaan een zéér lawobeying individu. Zoo herinner ik mij bijvoorbeeld toen in 1918 de influenza heerschte, dat de autoriteiten te San Prancisco voorschreven, dat niemand zich op straat mocht vertoonen zonder een masker, dat neus en mond geheel bedekte. We hebben dat gevalletje zes weken lang gehoorzaam gedragen, tot werd bekend gemaakt, dat op zekeren datum ten twaalf uur 'smiddags het verbod zoude worden ingetrokken. 6 En het was eigenaardig om te zien, dat tot één minuut voor dat uur nog iedereen gemaskerd was en dat een minuut daarna de geheele straat wit zag van de met vreugde en opluchting weggeworpen respirateurs. Ik geloof dat in ons vaderland menigeen gezegd zoude hebben: „nou, hoor, als het om twaalf uur niet meer hoeft, dan kan ik het om negen of tien uur ook wel aflaten?" Maar het doorzetten van een zóó inpopulaire wet als het drankverbod blijkt haast onmogelijk. Ik heb bij mij aan tafel gehad den rechter en officier van justitie die dagelijks drankwet-overtreders tot gevangenisstraf en duizenden dollars boete veroordeelden, maar zelf met graagte een cocktail verschalkten zonder te vragen waar de ingrediënten vandaan kwamen. Het doel van mijn artikel is echter niet zoozeer, uiteen te zetten, hoe impopulair de wet is, maar meer te beschrijven hoe de drank verkregen wordt en waar hij vandaan komt. De „Volstead-Act" immers verbiedt het maken en invoeren van spiritualiën behalve voor medicinaal en commercieel gebruik, als bijvoorbeeld voor de vervaardiging van parfumerieën, haarwaters, etc. En toch, twee jaren nu na het afkondigen der wet, kan iedereen die er het geld voor over heeft, net zooveel krijgen als hij begeert, Maar duur is het, dat verzeker ik u. Voor een flesch Schotsche whiskey wordt betaald van $ 15 tot twintig dollars. En waar de smokkelaar die flesch in naburige landen als Canada en Mexico kan koopen voor anderhalven a twee dollar de flesch en bij verkoop dus duizend percent winst kan maken, is het van zelf sprekend dat dergelijke winstcijfers zeer aanlokkend zijn. Maar het staat vast dat het leeuwenaandeel van het drankverbruik niet afkomstig is van binnengesmokkelden of clandestien gemaakten alcohol, maar van den drankvoorraad die in de Vereenigde Staten aanwezig was, in de gouvernementspakhuizen voor accijns-waren, toen de wet van kracht werd. Deze hoeveelheid werd geschat op 270 millioen liter over de geheele Vereenigde Staten! De eigenaars dezer in entrepot opgeslagen spiritualiën konden uitsluitend tegen een geleibiljet hunne goederen uit het pakhuis halen en dit geleibiljet moet specifiek aantoonen voor welk doel zij gebruikt zullen worden; de wet geeft duidelijk aan voor welke doeleinden alcohol mag gebruikt worden en dit is uitsluitend voor medicinale, scheikundige of dergelijke commercieele bewerkingen. Want de dokters kunnen nog steeds alcoholische dranken voorschrijven aan hun patiënten, echter zijn zij gebonden aan een zeker matig gebruik ervan, bijvoorbeeld niet meer dan één flesch per patiënt per maand! Als u nu voor oogen houdt, dat de alcoholische dranken op het oogenblik nog in entrepot aan hunne eigenaars slechts het tiende gekost hebben van wat zij thans in den sluik- ^ handel waard zijn, dan begrijpt men dat elk middel aange- . grepen wordt om ze aan de entrepot-ambtenaren te onttrekken. Ik zeg elk middel en dat houdt in omkooping van ambtenaren en vervalsching van documenten, zegels en handteekeningen; afdreiging, chantage en machtsmisbruik 1 inbraak, geweld en moord. Er is zóóveel geld mede te ver-1 dienen, dat voor absoluut niets wordt teruggedeinsd. En iedereen doet mee. In 1920 werd te San Franciseo de Democratische conventie gehouden tot verkiezing van den partijcandidaat voor het presidentschap der Ver. Staten. Van overal in Amerika kwamen de deelnemersj Nu heeft San Franciseo altijd den naam gehad, een gast- vrije stad te zijn. Zouden nu al deze invloedrijke menschen gedurende die twee weken, dat de conventie duurde, op een droogje moeten zitten ? Nooit! zeiden burgemeester en wethouders; en den directeur van het stedelijk) ziekenhuis werd zijdelings gelast om honderden kisten met verschillende dranken uit het entrepot aan te koopen, zoogenaamd bestemd voor hospitaalgebruik. En zoo gaat het overal. En geloof geen oogenblik, dat deze sluikhandel gedreven wordt door den kleinen man. Het is een absoluut systematische organisatie met millioenen kapitaal en duizenden handlangers, wier werk, positie en salaris zuiver zijn vastgesteld. Er zijn millioenen te verdienen en de belooning voor ieder, die mede doet, is hoog en de risico betrekkelijk gering. Daarbij komt, dat in Amerika de tractementen van regeeringsambtenaren zeer laag zijn en dat men er géén pensioenregeling kent. Stel u nu eens voor een portier of bewaker van een entrepot-magazijn of een ambtenaar der in- en uitvoerrechten, die zijn ouden dag ziet naderen, nooit genoeg verdiend heeft om iets ter zijde te leggen en vandaag of morgen zonder pensioen ontslagen wordt. En hij behoeft zich alleen maar vast te laten binden en later te verklaren, dat zes mannen hem overweldigd hebben, om eenige duizenden als omkoopsöm te ontvangen! Het zijn al heel sterke karakters, die onder dergelijke verleiding getrouv? blijven. Ook zijn er vele gevallen, dat bij een onverwachte inspectie der entrepots honderden vaten öf leeg werden bevonden óf gevuld met water en niemand inlichtingen kon geven waar de inhoud gebleven was. Het aantal trucs is ontelbaar. Zoo kwam er kort geleden in San Franciseo een aardig gevonden staaltje aan het licht, De eigenaars van drank, opgeslagen in entrepot mogen dien in het buitenland verkoopen. Men kan dus een permissiebiljet krijgen om drank per zekere boot naar, bijvoorbeeld, Japan te vervoeren. Met dit biljet gewapend ging men dan naar het entrepot ; er werden twintig vaten whiskey op een wagen geladen en naar de boot gereden. Van tevoren was natuurlijk de vracht betaald aan de betrokken stoomvaartmaatschappij en waren de documenten in orde gemaakt. Bij aankomst aan het schip werden door den daar dienstdoenden beambte de zegels en merken gecontroleerd en als alles in orde bevonden was werden de vaten ingeladen in het ruim en stonden zij behoorlijk vermeld op het scheepsmanifest als „whiskey". Bij aankomst in Japan echter kwan niemand opdagen om het partijtje in ontvangst te nemen en werden de goederen aldus opgeslagen in entrepot. Tot men langzamerhand in Yokohama en Kbbe en Hongkong honderden vaten z.g. „whiskey" in entrepot had die maar steeds door niemand opgeëischt werden. Een nader onderzoek bracht aan het licht dat alle vaten met water gevuld waren. De heele truc was, dat de voerman die de vaten uit het entrepot haalde om ze naar het schip te brengen onderweg even een pakhuis binnen reed waar alles klaar was gemaakt om de vaten in een ommezien te ledigen en met water weder te vullen. Dan gingen ze het schip in en kon het niemand meer iets schelen wat er verder van de vaten terecht kwam. Wat beteekent de scheepsvracht van Caü-r fornia naar Japan, wanneer men duizend procent winst maakt? ' En "zoo zoude ik voorbeelden kunnen aanhalen bij dozijnen, ik zou er een heel boek van avonturen over kunnen schrijven. De groote moeielijkheid in de uitvoering der Volstead Act is dat, al is de kleinhandel in alcohol verboden, de groothandel echter geregeld doorgaat. Een tweede fout is. dat de eene groothandelaar aan een anderen collega weer verkoopen kan wat hij aan een entrepot onttrokken heeft. Laten we dus aannemen dat groothandelaar A. 50 vaten alcohol uit entrepot ontvangt tegen een permissiebiljet aantoonende dat hij ze aanvraagt voor „non-beverage purpose". Best, zijne boeken zullen later moeten aantoonen wat hij er mede gedaan heeft. Maar hij kan ze overdoen aan een anderen en-gros handelaar en deze kan dit ook weer doen, en tien vaten hier en vijf vaten daar verkoopen. Het wordt ten slotte voor de regeerings-inspecteurs vrijwel onmogelijk uit te maken waar de origineele vijftig vaten gebleven zijn, want aan het einde van de lange reeks van koopers en verkoopers is gewoonlijk één engrosman die zoogenaamd failliet is, óf zijn zaak heeft opgeheven óf niet meer te vinden is. Elke nieuwe wet heeft natuurlijk zijne leemten die bij het maken ervan niet voorzien werden, en die langzamerhand door nieuwe wetjes gecorrigeerd zullen moeten worden, maar voorloopig hebben de sluikhandelaars geld genoeg om de beste advocaten te betalen om die leemten en gaten in de mazen van het wettelijk net voor hen op te zoeken en hen te helpen er door te sluipen. En hoeveel alcohol is er niet uit de entrepots gehaald op permissie-biljetten die later bleken yervalscht te zijn. Elke permissie moet geteekend worden door een hoofdambtenaar van den accijnsdienst, den zoogenaamden prohibitiondirector. In 1919 bleek plotseling te San Franciseo dat dozijnen dezer per mits de vervalschte handteekening van dezen ambtenaar droegen. Den middag dat dit ontdekt werd ontving hij een telefonisch bericht, z.g. afkomstig van een familielid buiten de stad om direct daarheen te komen wegens ernstige familie-aangelegenheden. Hij begaf zich per automobiel op weg en intusschen werd op zijn kantoor ingebroken en werden alle permissiebiljetten — zoowel vervalschte als echte — gestolen uit het archief. Van den hoofdambtenaar hoorde niemand meer totdat zijn lijk en zijn automobiel gevonden werden in een ravijn een uur buiten San Franciseo! U ziet, ik overdrijf niet met te zeggen, dat men ook voor niets terugdeinst. Er werd een scherp onderzoek geopend natuurlijk en er werd niets ontdekt dat bewees dat er hier een moord gepleegd was, maar het was toch wel al een heel toevallige samenloop van omstandigheden, nietwaar ? II (Slot). Zooals ik reeds zeide, zijn er drie manieren om den op een slokje berusten Amerikaan van drank te voorzien, namelijk het bedriegelijk onttrekken van spiritualiën aan de gouvernements entrepot-pakhuizen, ten tweede het clandestien maken van alcohol en ten derde de smokkelhandel. Het tweede hier geciteerde middel is het geringst in omvang maar verreweg het gevaarlijkst. Ik bedoel voor de menschen die dit product koopen en drinken. Men moet altijd in het oog houden dat degeen die stiekem alcohol koopt evengoed de wet overtreedt als degeen, die het verkoopt en dat dus een bedrogen of vergiftigde kooper geen verhaal heeft op den man die hem het zaakje verkocht! Het zijn heel eenvoudig heler en steler. De alcohol die stiekem in Amerika vervaardigd wordt draagt den poëtischen naam van „moonshine". De afleiding van deze benaming is waarschijnlijk te danken aan het feit, dat de eenvoudige en ruwe distiller-toestellen dikwijls opgesteld worden in dichte wouden en behandeld worden bij het zachte licht van Vrouw Luna. Kan de meer gegoede Amerikaan zich de weelde veroorloven om tien dollar of meer per flesch voor zijn spiritualiën te betalen, voor de mindere klassen en den werkmansstand is dat echter onmogelijk en deze moeten zich met de zoogenaamde moonshine vergenoegen. En het is ongeloofelijk wat al vuiligheid onder dezen naam verkocht wordt, als het maar goed brandt in de keel en „a re al kick" heeft! Het wordt voornamelijk gestookt van mais en koren, om nog niet eens van houtgeest te spreken. Het aantal dooden en vergiftigden hieruit voortgekomen is legio, geen dag gaat voorbij of het gemengd nieuws der couranten brengt weer nieuwe gevallen. Het drinken van z.g. „wood-alcohol" sleept veelal blindheid na zich. En dit is een gevaar dat op het oogenblik iederéén in Amerika bedreigt die clandestien spiritualiën koopt. Ja, zelfs al betaalt men zijn $ 20 per flesch, want het vullen van origineele flesschen van bekende fabrikanten met „moonshine" en die daarna voorzien van nagemaakte etiquetten en vervalschte origineele capsules, schijnt meer en meer voor te komen. Een meer onschuldige phase van „moonshining" is het maken van zoogenaamde „home brew". Het woord verklaart zichzelf en bedoelt al wat thuis gebrouwen of gedistilleerd wordt. Van de tien Amerikanen, die men ontmoet, kunnen ten minste zeven u aan een recept helpen om thuis bier te maken. Echt bier met alcohol er in! Ik heb huisgezinnen gekend, waar in een week niemand de badkuip kon gebruiken, omdat er bier in gemaakt werd. Door toevoeging van gist en mout en hop wist men gisting teweeg te brengen en aldus een zeker alcohol-gehalte te verkrijgen. Er worden in de apotheek geneesmiddelen gekocht, die voor een groot deel uit alcohol bestaan en men heeft middeltjes om het eigenlijke medicijntje er weer aan te onttrekken. Dan wordt de zuivere alcohol aangemengd met sinaasappelsap of zoo iets en aldus gedronken. Want in de meeste kringen is een dinertje zonder cocktail nog steeds ondenkbaar. En zoo komen wij dan tot numero drie: de smokkelarij. Het is ongeloofelijk wanneer men de officieele cijfers ziet, welke afmetingen dit euvel heeft aangenomen. Waren het in het begin alleen maar de schepelingen der uit het buitenland komende schepen, die er aan deden, nu is het al een uiterst vertakte en keurig geregelde industrie geworden. Zonder den atlas voor den dag te halen kan iedereen zich wel eenigszins een voorstelling maken van de 3500 mijl lange grens tusschen de Ver. Staten en Canada, de duizend mijlen Noordelijke grens van Mexico en de uitgestrekte Westelijke en Oostelijke kustlijnen van de Unie. Dat het onmogelijk is, deze tienduizenden mijlen afdoende te bewaken spreekt van zelf. De invoering van de Volstead-wet onttrok aan de Amerikaansche schatkist duizend millioen dollar aan invoerrechten en het sprak haast vanzelf, dat het Congres daarom niet erg scheutig was met het toestaan van gelden ter handhaving van de wet. Vijf millioen dollars is het budget, uitgetrokken per jaar, en daaruit moeten alle ambtenaren en onkosten betaald worden. Voor een reusachtig land als de Vereenigde Staten is dat niet veel. Als voorbeeld diene, dat de stad New York, de derde haven ter wereld, slechts 112 prohibition-ambtenaren heeft. Men kan gerust aannemen, dat duizend nog niet voldoende zouden 7 zijn om alleen in die haven de reusachtige en vèr-verspreide ligplaatsen van schepen te bewaken. Wanneer men de avonturen leest van de moderne smokkelaars, dan komen ons al de romantische verhalen weer voor den geest uit den Napoleontischen tijd, die wij als jongens met zooveel graagte lazen. En, nietwaar, smokkelaars waren altijd romantisch en dapper en van-zessen klaar en onze jeugd-sympatieèn waren altijd aan hun zijde en zeker niet aan die der preventieve ambtenaren. Wel, die oude tijden zijn weer teruggekeerd met hunne geheimzinnige lichtsignalen en grotten en geheime landingplaatsen, die steeds varieeren. Met dit verschil echter, dat de moderne smokkelaars het veel makkelijker hebben dan de voormalige Napoleontische collega's. Want zij kunnen beschikken over pijlsnelle motorbooten met draadlooze installaties die hen op het laatste oogenblik melden, waar de kust veilig is om te landen, over nog veel snellere automobielen die gereed staan om na de welgelukte landing het aangebrachte onmiddellijk weg te voeren en te verspreiden. Ik weet verscheidene gevallen van beschaafde jonge mannen die er aan mee doen, niet in de eerste plaats om de winst, doch voornamelijk als sport. Het is een jacht voor hen, met risico's, met sluwheid tegen list, met vervolging en ontsnapping en glorieuze zelfvoldoening als het lukt. En als zij gesnapt worden? Wel, de boot wordt verbeurd verklaard en er staat een paar maanden gevangenisstraf op, maar niemand ziet neer op iemand die in de gevangenis heeft gezeten als dranksmokkelaar! Bijna iedereen loopt die risico toch op het oogenblik. De meeste drank komt binnen via Canada en via Mexico. De grens tusschen deze landen en de V. S. loopt over honderden mijlen door woestijnen of verlaten, onbewoonde oorden en de smokkelaars gaan in groepen van vijftig tot honderd met pakezels of automobielen over de grens. En zij zijn gewapend en wee den douanier die hun in den weg durft treden. En dan is er de geregelde drankroute van Florida op West-Indjë. Het is slechts 40 mijlen naar de Bahamaeilanden of tachtig naar Cuba. De Amerikaansche couranten drukten onlangs eenige I foto's af genomen langs de kust van Grand Bahama Island. Men zag er booten en schoeners geankerd liggen en tusschen de masten hingen groote zeilen met aanbevelingen in koeien van letters als: „AU kinds of Liquor" — „We will load it aboard for you" — Seoth whiskey $ 36.— per case" enzoovoorts. De Amerikaansche smokkelaar schiet met zijn snelle motorboot langszijde deze drijvende drankpakhuizen, laadt in een half uur een paar honderd kisten en is in een I paar uur weer terug op de afgesproken plek, zegge vijf [ uur voor de geheele trip. Matig gerekend is zijne winst I vijf en twintig dollar per kist van twaalf flesschen of I $ 5000 voor zijne geheele lading. En de geheele beman- I ning bestaat waarschijnljik uit den eigenaar en een vriend, I die als bediener van den motor fungeert. Kunt u begrij- 1 pen hoe verleidelijk het is om aan deze sport mede te doen? I Echter is in de laatste maanden een industrie ontstaan, I die nog veel grootere winsten maakt. Een oud spreek- I woord zegt „There is no honor amongst thie- I ves". Deze motorboot-smokkelaars worden niet alleen I beloerd door de weinige preventieve ambtenaren, maar nog I veel meer door georganiseerde benden van gewapende roovers. Bij zijn welgelukte landing loopt hij een groote kans tegenwoordig een half dozijn gewapende mannen te ontmoeten die hem het pistool op de borst zetten mét de woorden: „Je drank of je leven"! Dat is dus naast de opleving van den smakkelhahdel eveneens de herleving van, het oude piratendom! Het is diefje en diefjesmaat, iedereen in de „b o o z ebusiness" weet dat bij buiten de wet staat en is dus onmachtig om zijn aanvaller aan te klagen of te vervolgen. Maar dat er menige moord wordt gepleegd niet dóór den drank maar vóór den drank, staat buiten twijfel. Als wij dus, resumeerend, in aanmerking nemen welken geldprijs de Amerikaan tegenwoordig er voor betaalt, welke risico's hij loopt voor zijn gezondheid, en de straffen die eiken wetsovertreder bedreigen dan kan men gerust Heyermans' woorden omtrent de Hollandsche visch uit ,.Op Hoop van Zegen" omzetten in: „De drank wordt duur gekocht in Amerika". Wat het einde van dit alles zal zijn is nog niet te voorzien. Men weet dat het drankverbod ook is vastgelegd in de Grondwet en bekend staat als „e i g h 11 e e n t h amendement of the Constitution". Om de Grondwet te veranderen, hetzij voor een toevoeging (amendement) hetzij om een bestaande toevoeging weer te schrappen, is een tweederde meerderheid in beide Huizen van het Congres noodig en daarna nog een goedkeuring door drie kwart van de wetgevende lichamen der 48 staten die de Unie uitmaken. En dat is niet zoo eenvoudig. Wèl mogelijk is echter het eerst verslappen en daarna negeeren van een bestaande wet, die zoodoende een doode letter wordt. Hiervan zijn in Amerika wel voorbeelden aan te halen. Het is zeker dat de toestand van het oogenblik eenvoudig belachelijk is. In alle Amerikaansche hotels ett restauraties wordt 's avonds gedanst. En men kan het nu overal zien gebeuren — tot in de grootste hotels toe — dat een clubje heeren en dames binnen komt en zich aan een tafeltje zet. Men bestelt vier' fleschjes mineraal water en wanneer de kelner het bestelde gebracht heeft haalt een der heeren doodkalm een fleschje uit zijn zak en giet de gewenschte hoeveelheid whiskey in de ledige glazen vóór de kelner het mineraal water uitschenkt. Soms wordt de whiskey weer opgeborgen, doch heel dikwijls ook blijft ze kalm op tafel staan. Voor diners in de hotels en restauraties worden de cocktails en de tafelwijn medegebracht en openlijk geschonken en gedronken. Iedereen ziet het en niemand neemt er notitie van. En toch zegt de wet uitdrukkelijk dat vervoeren en weggeven van spiritualiën verboden is! In welk hotel u ook gaat, u zult altijd een kelner bereid vinden, u voor een flinke fooi net zooveel drank te bezorgen als u wenscht. Er wordt dus vrijwel evenveel gedronken als voorheen, alleen met dit verschil dat de regéering of liever gezegd de schatkist er uitsluitend onkosten aan heeft en de reusachtige verdiensten vloeien in de zakken van smokkelaars en andere wetsovertreders. Dan heeft Britsch-Columbië het beter geregeld. Ook daar zijn alle kroegen en dranklokalen (bars) afgeschaft, daarentegen heeft de regiering zelf den detailhandel in handen genomen en vele keurige drankwinkels geopend. Om daar iets te kunnen koopen moet men zich eerst voorzien van een permissiebiljet. Voor inwoners zijn die h tien dollars verkrijgbaar voor een heel jaar, doch zij kunnen ook tot evenredig lagere prijzen voor korteren duur aangekocht worden. Met dit biljet gewapend gaat men naar een regeeringsdrankwinkel en koopt. De hoeveelheid die men ineens koopen kan hangt af van het soort van permissiebiljet dat men heeft. Maar nu komt de truc: de regeering verkoopt Rchotsche whiskey en Engelsche gin, die zij in Engeland uit entrepot betrekt voor respectievelijk ten hoogste een heelen en een halven dollar per flesch en daarna met hare eigen schepen naar Canada brengt, voor zeven en vier dollar per flesch! Is dat niet een zoet winstje voor de diep-getroffen schatkist? Het regeeringsstandpunt is: „publiek, je hebt het niet noodig en dus is het een luxe. Maar als je het nu absohiut hebben moet, nu welaan, dan zal je er voor betalen ook P* De resultaten zijn het zelfde als in de Vereenigde Staten: men drinkt coüte que coüte. Echter heeft men in BritschColumbië niet de kans om vergiftigd te worden. Want tegen de z.g. „home-brewers" en „moonshiners'* en smokkelaars wordt in Britsch-Columbië uiterst streng opgetreden, niet zoozeer omdat zij wetsovertreders zijn, doch hun clandestiene handel maakt hen tot concurrenten van het staatsmonopolie in alcoholiën, en dat is onvergeeflijk, niet waar?