memorieIvan toelichting OP HET DOOR DE LEDEN DER ALCOHOLBESTRIJDINGSCOMMISSIE, DE HEEREN W. F. VAN WALSEM EN DR. H BERVOETS SAMENGESTELD ONTWERP EENER DRANK ORDONNANTIE, HOUDENDE WETTELIJKE BEPALINGEN TOT REGELING EN BEPERKING VAN HET DRANKGEBRUIK IN NEDERLANDSCIMNDIË LAN DSDRUKKERIJ—WELTEVREDEN 1922. MEMORIE VAN TOELICHTING op het door de leden der Alcoholbestrijdingscommissie, de heeren MR. F. VAN WALSEM en DR. H. BERVOETS samengesteld ontwerp eener drank-ordonnantie houdende wettelijke bepalingen tot regeling en beperking in Nederlandsch-Indië: a. van den kleinhandel van meer dan één procent alcohol bevattende dranken ; b. tot het uitoefenen van toezicht op de binnen het gebied van Nederlandsch-Indië ingevoerde of aldaar vervaardigde, meer dan één procent alcohol bevattende dranken. Aan dit ontwerp liggen in hoofdzaak ten grondslag de denkbeelden, die door het lid der alcoholbestrijding-commissie, Mr. F. van Walsem bij de bespreking van de vraag, welke maatregelen moeten genomen worden om tot een bestrijding van het drankgebruik in Nederlandsch-Indië te komen, zijn uiteen gezet in de vergadering der commissie van 28 Maart 1920. Van deze denkbeelden waren de voornaamste: 1. Algemeene doorvoering van bepalingen, als op voorstel van Dr. Bervoets voor het gewest Semarang zijn tot stand gekomen en die ten. doel hebben alcoholhoudende dranken zooveel mogelijk buiten het bereik van de inheemsche bevolking te houden. 2. Strenge keuring op de in Nederlandsch-Indië ingevoerde en aldaar vervaardigde alcoholhoudende dranken. 3. De verkoop en aanmaak van alcoholhoudende dranken moet worden verbonden aan een vergunningstelsel. 4. Geleidelijke afschaffing van het aantal verleende vergunningen. Door het neerleggen van bovenaangeduide beginselen in een voor geheel Nederlandsch-Indië geldende wettelijke regeling zal het mogelijk zijn eenerzijds het dreigende gevaar, dat in de Inlandsche Maatschappij het alcohol-gebruik zal worden ingeburgerd, nog bijtijds af te wenden, anderzijds aan het thans vrijwel zonder eenig toezicht vervaardigen van alcoholhoudende dranken en aan den invoer daarvan een einde te maken, terwijl tevens de weg wordt geopend om zoowel door een geleidelijke intrekking der verleende vergunningen als door het opnemen van het stelsel van plaatselijke keuze het alcohol-gebruik op den duur uit het openbare leven in Nederlandsch-Indië te doen verdwijnen. De mogelijkheid wordt niet ontkend dat de doorvoering van een regeling als neergelegd in bijgaand ontwerp, aanvankelijk op eenig verzet bij de Europeesche bevolking dezer gewesten zal stuiten, maar wanneer men werkelijk de Inlandsche Maatschappij wil behoeden voor een alcoholgebruik zooals dit in de Europeesche samenleving bestaat, zal de in Nederlandsch-Indië wonende Europeaan zich opofferingen hebben te getroosten juist in het belang der Inlandsche bevolking, te midden waarvan hij leeft. Waar het nu vaststaat dat het alcoholgebruik in de Inlandsche wereld als regel nog niet bestaat, maar dat het gevaar dreigt dat dit op den duur zal veranderen ten gevolge van het meer een meer nauwer wordende contact tusschen Europeanen en Inlanders, ziet men geen anderen weg om dit gevaar af te wenden dan door een regeling, die zich als einddoel stelt het gebruik van alcohol uit het openbare indische leven voor goed te doen verdwijnen. Artikel 1. De verkoop van alle dranken, bevattende meer dan een procent alcohol, valt onder dit ontwerp. Dit is gedaan om de controle zooveel mogelijk over de gansche linie van het alcohol-gebruik uit te strekken en het toezicht op de binnen het gebied van deze gewesten ingevoerde of vervaardigde alcoholhoudende dranken zoo volledig mogelijk te maken. Op deze wijze kunnen zoo goed als alle als „obat" geadverteerde en ter verkoop aangeboden alcoholhoudende dranken worden onderzocht en de verkoop daarvan aan een vergunning worden verbonden. Voorts geeft dit artikel aan, wat onder kleinhandel moet worden verstaan. Het stelt de maximum hoeveelheid niet te laag voornamelijk in verband met het beginsel van dit ontwerp om onder alcoholhoudende dranken te verstaan alle dranken, die meer dan één procent alcohol bevatten. Waar derhalve ook bier met meer dan één procent alcohol-gehalte onder deze regeling valt en het verkoopen van dezen drank in Indië meestal in vrij groote hoeveelheid geschiedt, daar moest voor Indië het maximum vrij hoog worden gesteld om het doel te bereiken. Artikel 2. Dit artikel gaat uit van de gedachte: geen drankverkoop in 't klein is geoorloofd zonder voorafgaande vergunning, terwijl het tevens aangeeft, wanneer zulk een vergunning kan worden geweigerd. In dit geval is een verschillende regeling getroffen voor gewesten met- en zonder een gewestelijken raad. Is zulk een college ingesteld dan zal de weigering alleen door dit lichaam kunnen geschieden. Is daarentegen het gewest nog niet zoo ontwikkeld dat het een zelfstandige vertegenwoordiging heeft, dan kan aan den resident zooveel bevoegdheid en vertrouwen worden toegekend om geheel zelfstandig in hoogste instantie een verzoek om vergunning te weigeren op grond van de overweging dat het verleenen moet geacht worden ia strijd te zijn met de openbare orde of met het algemeen belang. Artikel 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9. Deze artikelen houden in: a. een regeling aangaande den duur der verleende vergunningen ; b. een opsomming van de gevallen waarin geen vergunning tot verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein kan worden verleend; c. een bepaling dat de vergunning persoonlijk is en slechts geldt voor de lokalen, waarvoor zij uitdrukkelijk is verleend. De in artikel 4 vervatte regeling is uiteraard het meest ingrijpend en heeft ten doel reeds dadelijk zooveel mogelijk het gebruik van alcoholhoudende dranken in het openbaar verkeer der Inlandsche Maatschappij te voorkomen. Artikel 10. Hier worden regels gegeven voor de intrekking van vergunningen, indien blijkt dat na de toekenning der vergunning zich omstandigheden voordoen, op grond waarvan een vergunning niet zou zijn verleend, indien ze bestaan hadden op 't oogenblik, dat het verzoek daartoe werd ingediend Artikel 11. Opent de mogelijkheid om in bepaalde omstandigheden een verleende vergunning buiten werking te stellen. Artikel 12. Bevat een administratief voorschrift ter vergemakkelijking van een overzicht over de vergunningen die werden verleend. Artikel 13. Heeft ten doel te voorkomen dat jongelieden beneden den 18 jarigen leeftijd, in 't openbaar alcoholhoudende dranken kunnen verkrijgen terwijl de tweede alinea van dit artikel in bepaalde gevallen het gedwongen drankgebruik wil tegen gaan. Artikel 14. Houdt in de wijze, waarop het aantal verleende vergunningen zal worden verminderd. Hierbij is het lotingsysteem gevolgd, omdat alleen op deze manier een geleidelijke vermindering zal kunnen worden verkregen, waarbij tevens alle vergunningen als gelijkwaardig worden beschouwd en zonder onderscheid behandeld. Hier eenafzonderlijke regeling te maken voor de aan Europanen verleende vergunningen of voor die — waarvan . in hoofdzaak alleen de Europeesche bevolking ge¬ niet, was niet mogelijk omdat dit ontwerp uitgaat van de gedachten dat het drank-gebruik in Nederlandsch-Indië over de gansche linie moet worden tegengegaan en dit alleen bereikbaar zal zijn, wanneer ook ten opzichte dezer aangelegenheid geen rekening wordt gehouden met het rassenverschil. Artikel 15. Voert voor Nederlandsch-Indië in de z.g. plaatselijke keuze, ten doel hebbende de mogelijkheid te scheppen dat op verlangen van de gemeenschap in een bepaald ressort spoediger dan volgens de in artikel 14 neergelegde regeling tot een geheele of gedeeltelijke intrekking der bestaande vergunningen of het niet meer verleenen van nieuwe kan worden overgegaan. Het vereischte dat drie vierden van de aan de stemming deelgenomen hebbende stemgerechtigden zich ten gunste van zulk een beperking in het vergunningstelsel moet hebben verklaard, wil de beslissing als geldig worden erkend, geeft voldoende waarborg dat niet op lichtvaardige wijze zulk een ingrijpende wijziging kan worden ingevoerd. Artkel 16, 17, 18, 19 en 20. Eegelen het toezicht op de in Nederlandsch-Indië ingevoerde of aldaar vërvaardigde alcoholhoudende dranken. Zulk een toezicht is vooral in Indië, waar zooveel alcoholhoudende dranken van ondeugdelijke en voor de gezondheid bijzonder schadelijke samenstelling worden ingevoerd en vervaardigd, zeer noodig. Artikel 21. Noemt de personen op, die in bepaalde gevallen aansprakelijk moeten worden gesteld voor het niet nakomen van enkele in deze ordonnantie opgenomen voorschriften. Artikel 22. De bedoeling van deze commissie is een schakel te vormen tusschen door het particulier initiatief ter bestrijding van het drankgebruik wordt verricht en wat de Regeering op dit terrein doet. Artikel 24. Houdt in de z.g. strafbepalingen. Artikel 25. Verklaart alle op 't oogenblik van het inwerkingtreden dezer ordonnantie bestaande vergunningen voor vervallen, ten einde op deze wijze een toekenning van nieuwe vergunningen te verkrijgen, gebaseerd op de voorschriften van deze regeling. Zoolang echter deze vergunningen niet zijn verleend, kunnen de houders van inrichtingen, waarin alcoholhoudende dranken worden verkocht krachtens een vergunning, die op den dag van het inwerking treden dezer ordonnantiie is vervallen* met den verkoop van zulke dranken doorgaan. Waar vergunningen alleen mogen worden geweigerd wanneer het verleenen daarvan in strijd wordt geacht met de openbare orde of met het algemeen belang of in de gevallen opgenomen in artikel 4 dezer ordonnantie, daar is willekeurige beperking uitgesloten. Het overigens ingrijpende van dezen overgangsmaatgegel wordt voorts zeer verzacht door de omstandigheid dat in Indië de houders van vergunningen tot drankverkoop in 't klein hoogst zelden uitsluitend in den verkoop daarvan hun levensbestaan vinden.