ONTWERP-DRANKORDONNANTIE (samgesteld door de leden der alcoholbestrijdingscommissie, mi. vanwalsem EN Dp. BERVOETS) HOUDENDE WETTELIJKE BEPALINGEN, TOT REGELING EN BEPERKING A. VAN DEN KLEINHANDEL VAN MEER DAN EEN PROCENT ALCOHOL BEVATTENDE DRANKEN; B. TOT HET UITOEFENEN VAN TOEZICHT OP DE BINNEN HET GEBIED VAN NEDERLANDSCH-INDIE INGEVOERDE QF ALDAAR VERVAARDIGDE MEER DAN EEN PROCENT ALCOHOL BEVATTENDE DRANKEN. . Landsdrukkerij—weltevreden ONTWERP-DRANKORDONNANTIE (samengesteld door de leden der Alcoholbestrijdingscommissie, MR. F. VAN WALSEM en DR. H. BERVOETS) houdende wettelijke bepalingen, tot regeling en beperking in Nederlandsch-lndië: a. van den kleinhandel van meer dan één procent alcohol bevattende dranken. b. tot het uitoefenen van toezicht op de binnen het gebied van Nederlandschlndië ingevoerde of aldaar vervaardigde meer dan één procent alcohol bevattende dranken. Artikel 1. Onder verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein verstaat deze ordonnantie verkoop van meer dan één procent alcoholhoudende dranken hij hoeveelheden van minder dan 50 liter. Artikel 2. 1. Het is aan een ieder verboden alcoholhoudende dranken in het klein te verkoopen, zonder daartoe vooraf vergunning te hebben verkregen. 2. Het verzoek om vergunning hetwelk wordt gedaan door tüsschenkomst van het betrokken Hoofd van plaatselijk Bestuur aan het betrokken Hoofd van het gewest, of indien 'er in het betrokken gewest, een gewestelijke Raad is ingesteld, aan den Voorzitter van dien Raad, bij gezegeld request, houdt in den naam, voornamen, ambten, beroepen, bedrijven, en de woonplaats van den verzoeker, een nauwkeurige aanduiding van de lokaliteit of lokaliteiten, benevens van de aanhoorigheden, waar men de alcoholhoudende dranken wenscht te verkoopen, met vermelding van oppervlakte. 3. In gemeenten, waar een gemeenteraad is ingesteld, wordt het verzoek bedoeld in het vorig lid, gericht tot den Voorzitter van dezen Raad. 4. Bij het verzoekschrift om vergunning tot verkoop van alcoholhoudende dranken door eene vereeniging worden overgelegd een afschrift of afdruk van de statuten, van het huishoudelijk reglement en van de ordonnantie of het besluit, waarbij zij als rechtspersoon is erkend. Het Hoofd van het gewest, of de Voorzitter van den gewestelijken Raad of van den Gemeenteraad kan opgave vorderen van de namen en voornamen der leden. 5. Bij het verzoekschrift om vergunning tot verkoop van alcoholhoudende dranken door een naamlooze vennootschap worden overgelegd een afschrift van de acte van oprichting en van het besluit van de daarop verleende bewilliging. 6. Van een aan het Hoofd van het gewest of aan den Voorzitter van den gewestelijken Raad of van den Gemeenteraad gericht verzoek om vergunning wordt door of vanwege het gewestelijk Hoofd of den Voorzitter aan den verzoeker op aanvrage een bewijs van ontvangst uitgereikt, vermeldende den dag waarop het verzoek is ingekomen. 7. Het verzoek om vergunning wordt binnen een week, nadat het is binnengekomen door het betrokken Hoofd van plaatselijk Bestuur dat het request in ontvangst heeft genomen op de in zijne afdeeling gebruikelijke wijze of door den Voorzitter van den Gemeenteraad op de in zijne gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht. 8. Binnen vier weken nadat de bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleenen der vergunningen schriftelijk bezwaren bij het Hoofd van het gewest, den Voorzitter van den gewestelijken Raad of van den Gemeenteraad inbrengen; in het eerste en tweede geval nitsluitend door tusschenkomst van het betrokken Hoofd van plaatselijk bestuur. 9. Binnen vier weken na afloop van den termijn, verleent het Hoofd van het gewest of de Voorzitter de gevraagde vergunning schriftelijk, indien na ingewonnen advies bij den betrokken afdeelingschef of — in gemeenten met een gemeenteraad: bij de hoogste plaatselijke politie-autoriteit — het verleenen der vergunning niet in strijd wordt geacht met de openbare orde of het algemeen belang. Is zulks naar de meening van het Hoofd van het gewest wel het geval, dan wordt de vergunning met vermelding van de redenen niet verleend. In gewesten waar een gewestelijke Raad is ingesteld of in gemeenten met een gemeenteraad, brengt de Voorzitter, indien hij van meening is, dat het verleenen der vergunning in strijd wordt geacht met de openbare orde of het algemeen belang, het verzoek binnen vier weken na afloop van den in alinea 8 van dit artikel genoemden termijn, vergezeld van een gemotiveerd schriftelijk advies ter kennis van den gewestelijken Raad of van den gemeenteraad, die öp het verzoek zoo spoedig mogelijk beslist. 10. Aan den verzoeker wordt desgewenscht ten minste vier dagen voor de vergadering van den Raad, waarin de aanvrage zal worden behandeld, inzage van het advies verleend. Artikel 3. De vergunning wordt steeds verleend voor ten hoogste vijf jaar (met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 14 en 15). Artikel 4. Vergunning tot verkoop van alcoholhoudende dranken in 't klein wordt nimmer verleend in de onderstaande gevallen : 1. voor warongs; 2. voor een lokaliteit of lokaliteiten, gelegen aan een weggedeelte, loopende langs een passar dan wel gelegen binnen het terrein van een passar; 3. voor een lokaliteit, die voor den openbaren dienst wordt gebruikt, of die met zoodanige lokaliteit binnen 's huis gemeenschap heeft; 4. voor een lokaliteit, die dienen moet als wachtkamer voor het met een openbaar middel van vervoer reizend publiek; 5. voor een openbaar middel van vervoer; 6. aan een verzoeker, die tot het plegen van ontucht gelegenheid biedt of ook in ander opzicht van bekend slecht levensgedrag is; de vergunning wordt eveneens niet verleend wanneer de verzoeker lid is van een gezin waarvan het hoofd in zijn woning gelegenheid biedt tot het plegen van ontucht of ook in ander opzicht van bekend slecht levensgedrag is. Artikel 5. De in artikel 2 bedoelde vergunningen zijn persoonlijk en niet voor overdracht vatbaar, terwijl zij alleen betrekking hebben op de lokaliteit of lokaliteiten, met de aanhoorigheden, waarvoor zij verleend zijn. Artikel %. Ter Secretarie van het residentiekantoor of van den gewestelijken Baad «f van den Gemeenteraad wordt aangehouden een register, waarin de in artikel 3 bedoelde vergunningen worden geregistreerd en hetwelk cp de kantooruren voor een ieder ter inzage ligt. Artikel 7. Indien de vergunning wordt verleend, wordt in het besluit een omschrijving opgenomen van de lokaliteit of de lokaliteiten en de aanhoorigheden, waarvoor zij is verleend met vermelding van de oppervlakte van elke lokaliteit en aanhoorigheid. Artikel 8. In geva 1 hij, aan wien de vergunning verleend is, komt te overlijden, zijn zijn erfgenamen of degeen, die namens hen optreedt, bevoegd den verkoop van alcoholhoudende dranken met inachtneming van het bepaalde' in artikel 3, alsnog krachtens de aan den overledene verleende vergunning gedurende drie maanden, gerekend van den dag van overlijden, voort te zetten, na welken tijd de verleende vergunning vervalt. Artikel 9. In de vermelding van de lokaliteit en van de aanhoorigheden in het besluit van vergunning kan op schriftelijk verzoek wijziging worden gebracht. Dit verzoek wordt op dezelfde wijze behandeld als een verzoek om vergunning. Artikel 10. 1. De vergunning wordt door het Hoofd van het gewest, de verzoeker gehoord, of door den gewestelijken Baad of den Gemeenteraad ingetrokken, wanneer zich omstandigheden voordoen tengevolge waarvan het voortzetten der vergunning in strijd is met de openbare orde, het algemeen belang of met het bepaalde in artikel 4 sub 1, 2, 3, 4, 5 en 6. 2. De vergunninghouder wordt in de gelegenheid gesteld tenminste vier dagen voor de vergadering van den gewestelijken Baad of van den Gemeenteraad, waarin het voorstel tot intrekking zijner vergunning wordt behandeld, inzage van het advies te nemen. 3. In spoed eischende gevallen is de Voorzitter van den gewestelijken Baad en die van den Gemeenteraad bevoegd in afwachting van bovenbedoeld raadsbesluit den verkoop van alcoholhoudende dranken onmiddellijk te doen staken. 4. Van het nemen van een dergelijk besluit geeft hij in de eerstvolgende Raads-vergadering aan den gewestelijken Baad of aan den Gemeenteraad kennis, welke een beslissing neemt. Artikel 11. Het Hoofd van het gewest, de Voorzitter van den gewestelijken Baad of van den Gemeenteraad, alsmede de betrok- ken hoofden van plaatselijk bestuur, zijn bevoegd op dagen, waarop misbruik van alcoholhoudende dranken te vreezen is, te bepalen dat in het gewest of bepaalde gedeelten daarvan of in de gemeente, alle voor het publiek toegankelijke lokaiteiten met vergunning, tot verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein, voor dien verkoop op bedoelde dagen gesloten moeten zijn, hetzij gedurende den, geheelen dag, hetzij gedurened bepaalde uren. 2. De betrokken vergunninghouders ontvangen van een bepaling als bedoeld in het eerste lid van dit artikel schriftelijk kennis en het is hun verboden gedurende den tijd, daarin genoemd, hun lokaliteit voor den verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein geopend te hebben. 3. Indien de afdeelingschefs van de bevoegdheid in dat eerste lid van dit artikel gebruik maken, geven zij üervan onmiddellijk kennis aan het Hoofd van het gewest of aan den Voorzitter van den gewestelijken Raad. 4. Van de besluiten in lid 1 bedoeld wordt door den Voorzitter van den gewestelijken- of van den Gemeenteraad schriftelijk aan deze colleges mededeeling gedaan. . Artikel 12. In elke inrichting, waar krachtens 'vergunning alcoholhoudende dranken worden verkocht, moet een door den gewestelijken secretaris of door den secretaris van den géwestelijken- of van den Gemeenteraad gewaarmerkt afschrift van het vergunningsbesluit alsmede een gedrukt exemplaar dezer ordonnantie in de Nederlandsche en Maleische taal beide duidelijk leesbaar, niet- hooger dan 2 Meter boven den vloer zijn opgehangen. Tevens moet boven aan den ingang, die toegang geeft tot de inrichting, op duidelijk zichtbare wijze zijn aangebracht het woord „vergunning" in letters minstens tien centimeter lang en 1 c.M. breed, en daaronder de naam van den vergunninghouder. 2. In geval van het vervallen of intrekken der vergunning wordt binnen acht dagen het in het eerste lid van dit artikel bedoelde afschrift aan het Hoofd van het gewest of den Voorzitter van den gewestelijken Raad of Gemeenteraad teruggezonden, en het woord „vergunning" weggenomen. 3. Indien dat woord niet binnen dien termijn is weggenomen doet het Hoofd van het gewest of de Voorzitter het wegnemen ten koste van den nalatige. Artikel 13. 1. Het is verboden in de lokaliteit in het vorige artikel bedoeld of in hare aanhoorigheden aan jongelieden, die den leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt of van wie redelijkerwijze moet vermoed worden dat zij dien leeftijd nog niet hebben bereikt, alcoholhoudende dranken te verstrekken voor geld of om niet. 2. Het is verboden in die lokaliteiten of in een lokaliteit, die daarmede binnen 'shuis gemeenschap heeft, of in hare aanhoorigheden arbeidsloonen uit te betalen of toe te laten dat arbeidsloonen in zoodanige lokaliteit of hare aanhoorigheden uitbetaald worden. Onder arbeidsloonen worden niet verstaan loonen, verschuldigd voor werkzaamheden, die zijn verricht in de lokaliteiten of hare aanhoorigheden, of ter zake van het bedrijf, dat daarin wordt uitgeoefend. 3. Het is verboden in die lokaliteiten of in de aanhoorigheden van zoodanige lokaliteit muziek, vertooningen of andere verrichtingen ten vermake van het publiek toe te laten zonder verlof van den betrokken afdeelingschef of van den Voorzitter van den Gemeenteraad. Artikel 14. 1. Bij het inwerkingtreden van deze ordonnantie geldt het aantal vergunningen, dat op 1 Januari 1922 in Nederlandsch-lndië was verleend, als het maximum der te verleenen vergunningen. 2. Telkens om de 5 jaren voor het eerst op 1 Januari 1925 wordt het aantal 'verleende vergunningen met 20% verminderd tot een naar beneden toe afgerond geheel getal. Het op deze wijze verkregen aantal vergunningen geldt als het maximum der te verleenen vergunningen voor de dan volgende periode van 5 jaar. 3. Bij een voor 't publiek toegankelijke ten overstaan van het Hoofd van het gewest, van den Voorzitter van den gewestelijken Baad of van dien van den Gemeenteraad gehouden loting — het een en ander afhankelijk van de omstandigheid door wie de vergunningen zijn verleend geworden — wordt telkens 6 maanden voor het verstrijken van de in het eerste lid van dit artikel vastgestelden termijn aangewezen, welke vergunningen zullen worden ingetrokken. 4. Indien het aantal vergiinningen in een bepaald ressort op de in het tweede lid van dit artikel aangegeven wijze is gedaald tot beneden de 10. vervallen de dan nog resteerende vergunningen op het einde van de volgende 5 jarige periode. Artikel 15. Tot het Hoofd van het gewest of tot den Voorzitter van den gewestelijken Baad of tot den Voorzitter van den Gemeenteraad, kan schriftelijk het verzoek worden gericht om door een volksstemming te doen beslissen of reeds dadelijk tot het intrekken van een zeker aantal, dan wel van alle bestaande vergunningen' en het niet meer verleenen van nieuwe, in het desbetreffende ressort moet worden overgegaan. Dit verzoek moet worden gedaan: «. in afdeelingen of gemeenten met meer dan 50.000 zielen door tenminste een 250ste deel der bevolking voldoende aan de sub 3 van dit artikel omschreven eischen; b. in afdeelingen of gemeenten met meer dan 20 000 en ten hoogste 50 000 zielen door minstens een 200ste deel der bevolking voldoende aan de sub 3 van dit artikel omschreven eischen; c. in afdeelingen of gemeenten met meer dan 10 000 en ten hoogste 20 000 zielen ten minste door een 150ste deel der bevolking voldoende aan de sub 3 van dit artikel omschreven eischen; d. in de overige afdeelingen of gemeenten door ten minste een 100ste deel der bevolking voldoende aan de sub 3 van dit artikel omschreven eischen. Indien het verzoek tot het Hoofd van het gewest of tot den Voorzitter van den gewestelijken Baad wordt gericht, geschiedt dit door tusschenkomst van den betrokken afdeelingschef. 2. Indien uit de gehouden volksstemming is gebleken 2 dat % der aan de stemming deelgenomen hebbende stemgerechtigden hebben gestemd voor geheéle of gedeeltelijke intrekking der bestaande vergunningen of het niet meer verleenen van nieuwe in het desbetreffende ressort, moeten door het Hoofd van het gewest of door den Voorzitter van den gewestelijken of Gemeenteraad uiterlijk één jaar na het houden der stemming de verleende vergunningen zijn ingetrokken, terwijl geen nieuwe vergunningen in dat ressort mogen worden verleend nadat de uitslag van bovenbedoelde stemming bekend is gemaakt in de Javasche Courant. 3. Om aan de in dit artikel bedoelde volksstemming te kunnen deelnemen moet men voldoen aan dezelfde eischen als die welke gelden voor de uitoefening van het stemrecht voor de locale raden. 4. De wijze, waarop de in dit artikel bedoelde volksstemming moet worden gehouden, wordt nader in een afzonderlijke ordonnantie geregeld. Artikel 16. 1. Het is verboden alcoholhoudende dranken die ondeugdelijk van samenstelling zijn in Nederlandsch-lndië in te voeren of aldaar te fabriceeren, te verkoopen, of te leveren of in een lokaliteit, waarvoor vergunning voor verkoop van alcoholhoudende dranken is verleend, aanwezig te hebben. 2. Hij die alcoholhoudende dranken invoert, fabriceert, verkoopt, aflevert of in een lokaliteit als bedoeld in de eerste alinea van dit artikel, in voorraad heeft, is verplicht deze op verzoek aan de personen in artikel 19 en 20 genoemd te vertoonen, en toe te laten dat deze dranken met de voorwerpen waarin zij zich bevinden, op ernstig vermoeden dat zij verkeeren in den toestand in de vorige alinea genoemd, door hen ter keuring worden medegenomen, alsook dat monsters van alcoholhoudende dranken door hen met dat doel, worden genomen. 3. Dranken, die ter keuring zijn mede genomen, worden, wanneer zij niet worden afgekeurd, met de voorwerpen, waarin zij zich bevinden, aan den belanghebbende teruggegeven. 4. Wanneer alcoholhoudende dranken ter keuring worden medegenomen, heeft hij, van wien die dranken worden medegenomen de bevoegdheid de voorwerpen, waarin de dranken zich bevinden, te verzegelen en van zijn naam te voorzien. Artikel 17. De medegenomen dranken, bedoeld in het vorig artikel worden onderzocht door een door den Gouverneur-Generaal aan te wijzen deskundige of deskundig bureau. Artikel 18. 1. Deze deskundige of de leider van het in het vórig artikel bedoelde deskundig bureau legt in handen van het Hoofd van het gewest, alwaar hij woonachtig is, persoonlijk een verklaring onder eede of belofte af, dat hij het onderzoek naar beste weten en zonder aanzien des persoons zal verrichten. 2. De deskundige en de leider van het deskundig bureau zijn bevoegd de zegels bedoeld in de laatste alinea van het vorige artikel, te verbreken, na maatregelen te hebben genomen welke verwarring der monsters met andere voorkomen. Artikel 19. 1. Behalve aan de ambtenaren en beambten der politie en aan de in het volgend artikel genoemde ambtenaren, zijn de fabrikant, de importeur van alcoholhoudende dranken of de beheerder van een inrichting, waarvoor vergunning tot verkoop van alcoholhoudende dranken in het klein is verleend, gehouden den vrijen toegang tot de fabriek, opslagplaats of inrichting te verleenen aan het Hoofd van het gewest, den Voorzitter van den gewestelijken Raad of dien van den Gemeenteraad of aan de door laatstgenoemde drie autoriteiten aangewezen personen. 2. Zij zijn verplicht aan die personen alle in verband met de handhaving dezer ordonnantie door hen gevraagde hulp te verleenen en alle inlichtingen te dien opzichte te verstrekken. Artikel 20. Het toezicht op den invoer in Nederlandsch-lndië of op het aldaar vervaardigen van alcoholhoudende dranken wordt mede opgedragen aan inspecteurs of adjunct-inspecteurs die door den Gouverneur-Generaal worden benoemd en wier werkkring en bevoegdheden bij Gouvernementsbesluit worden geregeld. Artikel 21. 1. Voor niet-nakoming der voorschriften vervat in de artikelen 1 en 11 tweede Hd, 12 eerste en tweede lid, 13, 16 eerste en tweede lid en 19 dezer ordonnantie, is aansprakelijk dé beheerder van eene bij het artikel 19 bedoelde inrichting, terwijl in geval de beheerder der inrichting en de houder der vergunning verschillende personen zijn en de laatste de overtreding heeft doen plegen, de houder aansprakelijk zal zijn. 2. Indien de houder der vergunning is een naamlooze vennootschap of eene vereeniging, zijn de leden van het bestuur strafbaar, tenzij zij bewijzen dat de last tot het plegen der overtreding in de vorige alinea bedoeld, buiten hun toedoen is gegeven. Artikel 22. 1. Behalve de ambtenaren en beambten der politie en de in artikel 20 genoemde inspecteurs of adjunct-inspecteurs is het Hoofd van het gewest, de Voorzitter van den gewestelijken Baad of die van den Geaaeenteraad belast met de opsporing van overtredingen dezer ordonnantie, 2. Door hen wordt zoo spoedig mogelijk proces-verbaal opgemaakt wegens alle overtredingen dezer ordonnantie welke te hunner kennis komen. 3. De aldus opgemaakte processen-verbaal gelden als wettig bewijsmiddel der daarin geconstateerde overtredingen, mits zij voldoen aan artikel 381 van het Reglement op de strafvordering of aan artikel 295 van het „Inlandschè Reglement". Artikel 23. 1. Door den Gouverneur-Generaal kunnen voor een gewest of voor een gemeente waarin een gemeenteraad is ingesteld, op voorstel van het Hoofd van het gewest of van den Voorzitter van den Gemeenteraad of van vereenigingen wier doel is bestrijden van het gebruik van alcoholhoudende dranken, een of meer commissies van meerderjarige ingezetenen worden ingesteld. Indien in een gewest of een gemeente meer dan één commissie wordt ingesteld, bepalen het Hoofd van het gewest of de Voorzitter van den Gemeenteraad over welk deel van het gewest of der gemeente de bemoeiingen van iedere commissie zich uitstrekken. 2. Die commissies dienen de Regeering van raad, zoowel desgevraagd als uit eigen beweging, omtrent alles, wat, hetzij rechtstreeks, hetzij zijdelings met het doel dezer ordonnantie samenhangt. 3. Het aantal leden dier commissies wordt door den Gouverneur-Generaal bepaald na overleg met het Hoofd van het gewest of van den Voorzitter van den Gemeenteraad. 4. De leden worden benoemd door den Gouverneur-Generaal. Ze treden volgens een op te maken rooster af met dien verstande, dat geen lid, behoudens herbenoeming langer dan drie jaar zitting heeft. 5. De Gouverneur-Generaal stelt een instructie vast, waarin worden geregeld de verkiezing van een voorzitter en een secretaris, de vergaderingen en de werkwijze. 6. Den secretaris van de commissies kan een vergoeding van bureaukosten van ten hoogste 50 gulden per maand worden toegekend. Artikel 24. 1. Overtreding van de verbodsbepalingen en niet-nakoming van de verplichtingen gesteld of opgelegd bij de artikelen 2, eerste lid, 11 tweede lid, 12 eerste, tweede en derde lid, 13, 16 eerste en tweede lid, 19 en 25 vierde lid dezer ordonnantie wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste 100 gulden of gevangenisstraf van ten hoogste acht dagen. 2. Bij veroordeeling wegens overtreding van artikel 16 wordt door den rechter de verbeurdverklaring uitgesproken van de in dat artikel bedoelde dranken, met de voorwerpen, waarin zij 'zich bevinden, een en ander voor zoover zij den veroordeelde in eigendom toebehooren. Artikel 25. 1. Alle voor het inwerking treden dezer ordonnantie verleende vergunningen tot verkoop van alcoholhoudende dranken zijn vervallen. 2. Houders van inrichtingen, waarin op den dag, dat deze ordonnantie in werking treedt, alcoholhoudende dranken worden verkocht krachtens een dergelijke vergunning, vragen, indien zij dat bedrijf wenschen voort te zetten, binnen een maand na dien dag, op de wijze voorgeschreven in artikel 2, de in dat artikel bedoelde vergunning. 3. In afwachting van een beschikking op dat verzoek mag de door hem gehouden inrichting geopend blijven. 4. Wordt de vergunning geweigerd, dan moet, na ont vangen kennisgeving daarvan, de betreffende inrichting binnen vier weken na ontvangst der kennisgeving voor den verkoop van alcoholhoudende dranken worden gesloten, behoudens het recht van het Hoofd van het gewest, den Voorzitter van den gewestelijken Baad of van dien van den Gemeenteraad om in het geval bedoeld bij het derde lid van artikel 10 den verkoop van alcoholhoudende dranken onmiddellijk te doen staken. Artikel 26. Deze ordonnantie kan worden aangehaald onder den naam van Drank-ordonnantie. Artikel 27. Deze ordonnantie treedt in werking op den dag harer afkondiging. , 3 r •