DE ADMINISTRATIE DER VRIJWILLIGE BURGERWACHT HANDLEIDING TEN DIENSTE VAN DE ADMINISTRATIËN EN BESTUREN VAN BURGERWACHTEN IN NEDERLAND, VOORNAMELIJK VAN DIE DER PLATTELANDS-GEMEENTEN DOOR BERN. J. F. MEIJER, ALGEMEEN SECRETARIS VAN DE VEREENIGING „ONSTWEDDER BURGERWACHT" STADSKANAAL VAN EEN VOORWOORD VOORZIEN DOOR DEN NEDERLANDSCHEN BOND VAN VRIJWILLIGE BURGERWACHTEN AMSTERDAM ALPHEN A. D. RIJN N. SAMSOM 1921 DE ADMINISTRATIE DER VRIJWILLIGE BURGERWACHT VOORWOORD Gaarne voldoe ik aan het verzoek van den schrijver van dit boekje om het met een enkel woord bij U in te leiden. Niet alleen in den aanvang, doch ook thans nog bereiken mij herhaaldelijk vragen om inlichtingen betreffende administratie en organisatie eener Burgerwacht. Hierin is het bewijs gelegen, dat poen behoefte heeft aan een duidelijke uiteenzetting en rangschikking van de verschillende bepalingen en voorschriften, die met het groeien van het Instituut der Burgerwachten, nu reeds een vrij omvangrijk materiaal vormen. Losse circidaires raadplegen is niet gemakkelijk, vooral als die niet systematisch zijn gerangschikt; een en ander is^nu in dit boekje op verdienstelijke wijze gedaan, waarom ik dan ook hoop, dat het in veler handen moge komen, niet alleen om het werk te vergemakkelijken voor hen die zich met Burgerwachtzaken inlaten, maar niet minder om hen in staat te stellen bij eene eventueele oproeping der Burgerwacht dit snel en zonder noodelooze moeilijkheden te doen plaats hebben. Nederlandsche Bond van Vrijwillige Burgerwachten, De Voorzitter K. VAN LENNEP. INHOUD Blz. Voorwoord . V , , •,. V», VIII Inleiding . , Oprichting P3urgerwacht ~~ De wijze van administreeren | ^ De financieele administratie • ' De bewapening Oplegging wapenen en patronen - I Uitreiking van wapenen, ledergoed enz ' ^ Stam- en vendelkaarten %h Beschikbaarstelling van rij-, voer- en vaartuigen • • ■ 3b Inventaris magazijngoederen > m ■ 38—41 Oefeningen. . . • • ■ ■ • y ■ Verordeningen Burgerwacht r ^ Commissioneering als politie-beambte 47 Aanwijzing en benoeming van bevelvoerenden . . J^F' • • 4/ Vrijstelling van opkomst onder de wapenen .jf 48 T ... 49 Inspectiën -,. Topografische kaarten (stafkaarten) ^ Alarm- en passagekaarten •'*,". ^ RegeeringSteiegrammen S 53—56 Aanleg van scfeaetbanen . De Nederlandsche Bond van Vrijwillige Burgerwachten te ^ Amsterdam. • ■ • • • • • ■ " ',,.* ' , ,- Alphabetisch register INLEIDING Degene,, die- zich bekst zag met het organkeeren eener vereeniging, heeft ongetwijfeld de heilzame ondervinding opgedaan, dat de organisatie zich niet naar behooren kan ontplooien, wanneer het de goede kern mist. Bij elke organisatie, waar de kern bestaat uit gevoel voor saamhoorigheid en het streven naar voortdurende verbetering in de vereeniging, is een der grondslagen, waarop het geheele vereenigingswezen rust — de administratie. Gegevens, welke men zich omtrent de organisatie moet verschaffen, kunnen slechts uit een accurate administratie worden verkregen. Dagelijks wordt in elke vereeniging de behoefte aan een goede administratie gevoeld en ten slotte is zij, op den keper beschouwd, een tijdbezuinigster. Waar het goed administratief beheer voor een naar behooren te organiseeren vereeniging een noodzakelijkheid is, heb ik mij bij de samenstelling van dit boekje als doel voor oogen gesteld vnl. datgene te behandelen, wat meer onmiddellijk aan de administrateurs of secretarissen der Burgerwachten is opgedragen; men zou daarom de behandelde stof het administratief gedeelte van de taak der Burgerwachten kunnen noemen. Wèl heb ik eenige technische zaken aangestipt, welke met de burgerwacht-administratie in nauw verband staan, doch overigens heb ik daaromtrent weinig opgenomen. Zij, die meer omtrent technische zaken wenschen te worden ingelicht, moet ik daarom verwijzen naar het werkje van den heer G. J. H. Pelt. Met het oog op de omstandigheid, dat deze leidraad vnl. is geschreven ten behoeve van Burgerwachten in plattelandsgemeenten, heb ik het noodig geacht zoo beknopt mogelijk eenige leiding te geven. Getracht heb ik, zooveel als in mijn vermogen lag, het boekje in eenvoudigen en duidelijken trant samen te stellen. Of mij zulks is mogen gelukken, Iaat ik volgaarne aan anderen over. Op- en aanmerkingen zullen mij steeds welkom zijn. Als aanhangsel heb ik achter dit boekje gevoegd eenige adressen, welke voor de Burgerwachten van belang zijn te achten, terwijl een alphabetisch registertje mijn bescheiden arbeid sluit. Ik meen nog openlijk mijnen dank te moeten betuigen aan den heer C. G. Daniels te Amsfeidam, den kundigen revisor., die dit boekje nog met eene bijdrage heeft willen verrijken, terwijl ook de eminente Bondsvoorzitter hierbij mijnen dank moge ontvangen, voor het voorwoord, dat het werkje opent. Dat dit boekske de administratie der Burgerwachten een veilige handwijzer moge zijn en er iets toe mag bijdragen, dat elke administratie zoo accuraat mogelijk wordt opgezet en bijgehouden, is de innige wensch van den Schrijver. Maart 1921. Oprichting Burgerwacht. Voor de oprichting eener vereeniging is geen vergunninj noodig. Dit sluit natuurlijk niet in, dat alle vereenigingen geoorloofd zijn; vereenigingen strijdig met de openbare orde zijn dar ook bij de wet verboden. Eene vereeniging is in strijd met d< openbare orde, wanneer zij ten doel heeft a. ongehoorzaamheic aan de wet of wettelijke verordening of overtreding van wet o: wettelijke verordening, b. aanranding of bederf der goede zeden c. stoornis in de uitoefening der rechten. De deelneming aan de bij de wet verboden vereenigingen u strafbaar gesteld bij het Wetboek van Strafrecht. (Art. 140). Eene vereeniging, welke niet door een wet is ingesteld, treedt niet eerder als rechtspersoon op dan na door een wet of dooi de Kroon (bij Koninklijk Besluit) te zijn erkend. Een als rechtspersoon erkende vereeniging zal evenals een natuurlijk persoon de bevoegdheid bezitten burgerlijke handelingen aan te gaan; zij kan als zoodanig contracten sluiten, eigendommen bezitten, tegenover derden handelend optreden enz. De leden der vereeniging blijven tevens niet persoonlijk aansprakelijk voor de door de vereeniging aangegane geldelijke verplichtingen wat wel het geval is zoolang de vereeniging niet is erkend. De rechtspersoonlijkheid wordt verkregen door erkenning bij een wet, voor zooveel het betreft eene vereeniging, welke voor onbepaalden tijd of voor langer dan 30 jaren is aangegaan, terwijl de voor minder dan 30 jaren aangegane vereenigingen hare erkenning erlangen bij Koninklijk Besluit. De erkenning als rechtspersoon geschiedt door goedkeuring der statuten of reglementen, aangevende het doel, de grondslagen, den werkkring en de overige regelen der vereeniging. De erkenning is voor de Burgerwacht een gebiedende eisch. Zonder de goedkeuring der statuten zal zij niet in het bezit kunnen geraken van wapenen, kan zij niet beschikken over militair personeel als hulp bij oefeningen enz., terwijl bij onderhandelingen met de Regeering en de namens haar optredende autoriteiten het niet bezitten van rechtspersoonlijkheid velerlei bezwaren en moeilijkheden oplevert. Adm. Burgerw. . ; De oprichting van vereenigingen. I V". Illlll Erkenning als rechtspersoon. //////""•" als soon. De aanvrage om goedkeuring der statuten wordt gericht tot de Koningin, bij een door alle best^rsleden onderteekend verzoekschrift,1) dat ongezegeld kan zijn. Bij het verzoekschrift moeten worden gevoegd: 2 exemplaren van de statuten,*) onderteekend door alle bestuurs- leden; . . 1 uittreksel (extract) uit de notulen s) der vergadering, in welke tot het aanvragen der Koninklijke goedkeuring is besloten. Het extract wordt door den Secretaris of, bij diens afwezigheid, door een der andere bestuursleden „voor extract" geteekend. De over te leggen stukken zijn vrij van zegel. De goedgekeurde statuten, en de daarin aangebrachte wijzigingen of veranderingen, worden in de Staatscourant bekend gemaakt. , ,. ■ Men late bij het op schrift brengen der statuten aan de linkerzijde der pagina eenige ruimte open. zoodat daarin eventueele door het Ministerie verlangde veranderingen kunnen worden aangebracht. Verzuimt men zulks, dan moeten later op omslachtiger wijze de vereischte veranderingen worden aangebracht. De gezamenlijke stukken worden geadresseerd „Aan Hare Majesteit de Koningin" en ongefrankeerd per post verzonden. Wanneer op- of aanmerkingen worden ontvangen van het Departement van Justitie en de stukken moeten worden teruggezonden, geschiedt die verzending ongefrankeerd geadresseerd Aan Zijne Excellentie den Minister van Justitie te's-Gravenhage . " Gewoonlijk worden op- of aanmerkingen ontvangen door tusschenkomst van den Burgemeester der gemeente, waarbinnen de vereeniging is gevestigd. Ook wijziging der statuten is aan de Koninklijke goedkeuring onderworpen. De formaliteiten bij verandering der statuten wijken in hoofdlijnen niet af van die. welke voor verkrijging van goedkeuring op de oorspronkelijke statuten zijn aangegeven. De in te dienen stukken zullen er alleen iets anders uitzien. Bij het verzoek4) om goedkeuring van wijzigingen in de statuten wordt overgelegd een uittreksel uit de notulen6) en de i) Verzoek om erkenning als rechtspersoon (N. S. no. 3008). *) Statuten Burgerwacht (N. S. no. 58790. ») Uittreksel uit de notulen (N. S. no 3009). «) Verzoek om goedkeuring van vnjzMpng m statuten (N. S no. AIIU). ») Uittreksel uit notulen bij wijziging in statuten IN. &. no. XJ\\). Uitgaande stukken. Het nummeren der ingekomen stukken kan gescnieaen aoor het aanbrengen van een stempelafdruk I boven den aanhef. Wordt stempeling INGEKOMEN niet verkozen, dan worde aan de bo- , venzijde van het stuk geschreven: No. „Nummer I Voor een goede redactie van brieven is een zuivere woordenkeus onontbeerlijk. Een slordige redactie werkt mede tot het niet begrijpen en geeft daardoor aanleiding tot overbodige correspondentie. De duidelijkheid in het mededeelen van gedachten is ten deele gelegen in een goede keuze van uitdrukkingen, en in eene goede schikking en ontwikkeling van die gedachten in bevattelijken samenhang. Een goede samenhang van gedachten en overwegingen van omstandigheden en details zullen er ongetwijfeld toe medewerken, dat het schrijven een goed aaneengesloten geheel vormt. Ontvangen brieven beantwoorde men spoedig. Daardoor wordt niet alleen opeenhooping van werk voorkomen, doch tevens wordt daardoor de indruk gevestigd van nauwgezetheid in zaken. Men denke aan het spreekwoord: „Van uitstel komt afstel". Vóór de beantwoording is het gewenscht, het betrekkelijk ingekomen stuk aandachtig na te lezen. Zal het antwoord eenigszins ingewikkeld moeten zijn, dan verdient het natuurlijk aanbeveling het eerst in klad op te stellen. Van uitgaande stukken beware men in ieder geval afschrift. Bij het typen maakt men gebruik van cop.- en carbonpapier; bij geschreven stukken houdt men afschrift in het brievenboek.1) Elk uitgaand stuk wordt van een doorloopend nommer voorzien, d. w. z. de brief krijgt het nommer waarop het in het register van uitgaande stukken wordt genoteerd. Ook op het afschrift in het brievenboek zal nummering dienen te geschieden. Bij vele administratiën is het gebruikelijk vóór het nommer van het uitgaand stuk te vermelden het nommer van het daarop betrekking hebbend ingekomen stuk. In het brievenboek heeft men dan verwijzing en verband in de behandeling. Brievenboek (N. S. no. Reg. IB). Bij beantwoording van een' schrijven hale men steeds datum en no. van dat schrijven aan. Als regel gebruike men voor brieven halve vellen op folioformaat,1) terwijl voor korte herinneringen of mededeelingen gebezigd kunnen worden z.g. memorandums.2) Dienstkaarten *) kunnen gebruikt worden wanneer een bij de Burgerwacht aangesloten persoon 'zich voor een of ander doeleinde moet vervoegen ten bureele van de Burgerwacht; v Bij Koninklijk besluit Van 11 Februari 1919 werd vrijstelling van briefport verleend voor briefwisseling over dienstzaken van de commandanten der vrijwillige Burgerwachten met de leden van hun korps, de Burgemeesters, de Commissarissen der Koningin en alle militaire autoriteiten. De enveloppen *) welke men voor verzending der brieven bezigt, moeten in den linkerbovenhoek vermelden het woord „DIENST", daaronder de woorden „Vrij van Port" K. B. 11 Febr. 1919, no. 47 of kortweg "DIENSJ- Hnkerbenedenportvrij . hoek bevat het contraseign „De Commandant der Burgerwacht te " In de vergadering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 8 December 1.1. werd bij de behandeling van de Postwet, de Pakketpostwé* ca. aangenomen het wetsontwerp, waardoor de portvrijdom in zijn «orspronkelijken vorm komt te vervallen. Aangenomen werd ojn. art. li/s van het ontwerp, luidende: „De frankeering van brieven den openbaren dienst betreffende „kan in de gevallen en op de voorwaarden door Ons (d. i. de „Kroon) te bepalen, mede bij abonnement geschieden". Waar amendeering in de Eerste Kamer ten eenenmale onmogelijk is, werd ook daar het ontwerp aangenomen. Aangezien het thans tot wet is verheven, zullen eerlang wel de betrekkelijke bepalingen aan de Burgerwachten worden bekend gemaakt. 5 befport. 'pmerlcing. l) Velin-schrijf (voor penschrift), half vel, bedrukt met No., onderwerp enz (Na. no. 3466). Velin-schrijf (voor de schrijfmachine), als voren (N. S. no. 3467). *) Memorandum (N. S.V. 3142). *) Dienstkaart (uirnoodiging tot aanmelding) (N. S. no. 6292). *) Envelop met adres .Aan den heer " (afm. 15% x 24 cA*V (N. S. no. 5881 Env.). Envelop als voren (sim. 12% x 15% cJvI. (N. S. no 5882 Env.). Voorlichting Bij kleinere Burgerwachten wordt vooral in den aanvang dikwijls de behoefte aan deskundige voorlichting gevoeld. In den regel toch is het bestuur bij het oprichten der vereeniging nog niet geheel bekend met de bepalingen, welke ten aanzien van de Burgerwachten zijn gesteld en mist het veelal de noodige kennis om de organisatie naar behooren op te voeren. Het is daarom, dat van Rijkswege de mogelijkheid is opengesteld de noodige voorlichting te ontvangen van militaire zijde, n.1. van officieren of militair personeel uit het Leger. De aanvrage om dat personeel kan door den Burgemeester worden gericht aan den betrokken toegevoegden Officier van den Inspecteur der Burgerwachten. Bij de aanvrage moet worden overgelegd eene verklaring, dat aan het beschikbaar gestelde personeel naar vastgestelde regelen eene vergoeding zal worden uitbetaald; dat de statuten der Vereeniging Koninklijk zijn goedgekeurd; dat de Burgemeester van de diensten der Burgerwacht gebruik zal maken wanneer de handhaving der openbare orde dergelijke bijzondere maatregelen noodig maakt, en dat de leden den leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.1) (Zie blz. 21.) Men kan zich ook te allen tijde om voorlichting wenden tot den Ned. Bond van Vrijwillige Burgerwachten, Singel 548, Amsterdam (zie blz. 59.) Het verdient in den regel aanbeveling, door middel van openbare bekendmakingen2) de inwoners aan te sporen tot toetreding bij de Burgerwacht. Bij sommige Burgerwachten geschiedt de werving op de volgende wijze: Ieder aangeslotene wordt door het Bestuur der Burgerwacht een bepaald ressort aangewezen, waarbinnen hij door middel van wervingskaarten nieuwe leden inschrijft. Ook huisbezoek door een in te stellen comité is aan te bevelen. Men wake met voorzichtigheid en passende maatregelen tegen toetreding van niet volkomen betrouwbare personen. Bij aanneming van leden behoort men de noodige maatregelen te treffen, omdat het royeeren van een niet betrouwbaar lid later moeite en bezwaren kan opleveren. Werving. <ök J) Aanvraag om militair personeel (N. S. no. 6703). VX Verklaring uitkeering vergoeding aan militair personeel (N. b. no. 6/U4J. wsJSk 2) Bekendmaking toetreding tot de Burgemacht (N. S. no. 5876). Ieder toegetredene zal onder eede of belofj^ moeten verklaren het wettig gezag te zullen stèanen bij de handhaving der openbare orde en in dienst zich onvoorwaardelijk te zullen onderwerpen aan de bevelen en aanwijzingen der bevelvoerenden. Het teekenen eener eenvoudige verklaring is voldoende en levert bovendien praktische voordeelen op. Het verdient aanbeveling de verklaringen1) in duplo te doen onderteekenen. Een der exemplaren wordt uitgereikt aan den betrokken persoon, terwijl het andere exemplaar onder berusting blijft van het bestuur der Burgerwacht. Men beware de geteekende verklaringen na alphabetische en lexicografische rangschikking daarvan zorgvuldig in een Iade of doos. Deze maatregel levert later zeer vele voordeelen op. Bij sommige Burgerwachtkorpsen worden de onder berusting van de leden zijnde legitimatiekaarten2) aan den achterkant voorzien van een portret, waardoor van gemeentewege den gemeentestempel wordt geplaatst. Deze maatregel is zeer aan te bevelen, omdat een legitimatiekaart, ingevuld en onderteekend, zonder meer, te weinig waarborgen biedt, dat de drager inderdaad Burgerwachtlid is. Behalve een legitimatiekaart verschaffe men den burgerwachtleden een herkenningsteeken, in den vorm van een armband (geen oranje) waarop het woord „Burgerwacht" en het wapen der gemeente. Aan de groepscommandanten, sectorcommandanten en hoplieden kunnen bijzondere insignes worden verstrekt. Wenschelijk ware het, dat de modellen der herkenningsteekenen voor Burgerwachten in een kring of federatie gelijk waren. Behalve hetgeen de statuten der vereeniging bevatten nopens de vergaderingen van het bestuur en omtrent de algemeene ledenvergaderingen, zal, meer speciaal voor de vergaderingen van het bestuur, het huishoudelijk reglement als richtsnoer dienen bij het beleggen en houden dier vergaderingen en zal het voorts de rechten en verplichtingen behelzen van den voorzitter, den secretaris en de bestuursleden. *) Verklaring van toetreding van militie-, landweer-, landstorm- of reserveplichten (N. S. no. 5871). Verklaring van toetreding van personen, op wie geenerlei dienstplicht rust \N. o. no. 5o77). 2) Legitimatiekaart (N. S. no. 6300). Herkennings teekens. Vergaderingen. Het huishoudelijk reglementx) mag niet in strijd zijn met de statuten. Hetgeen de statuten ten aanzien van de vergaderingen voorschrijven, wordt veelal nader uitgewerkt in het huishoudelijk reglement. Afwijking van de statuten kan de vervallen-verklaring der vereeniging van haar hoedanigheid als rechtspersoon ten gevolge hebben. (Zie art. 10 der wet tot regeling en beperking der uitoefening van het recht van vereeniging en vergadering.) Het is bovendien een moreele steun, zich te allen tijde tegenover derden te kunnen beroepen op statuten of reglement, wanneer het bestuur of wie en op welke wijze ook zijn prijsgegeven aan aanvechtingen op het bestuursbeleid. Leeft men de statuten niet correct na, dan biedt men eiken „interpellant" den Achilleshiel, — de kwetsbare plaats — waarop men kan worden aangevallen zonder zich te kunnen verdedigen. Secretaris. De penvoerder in de vergaderingen is de secretaris. Hij verricht al hetgeen in verband staat met de administratieve zijde der vergaderingen, zooals o.a. het tijdig kennis geven van een te houden vergadering.2) Hij stelt de besluiten, maakt de notulen der vergadering en teekent met den voorzitter in den regel de stukken die van het bestuur uitgaan. Bij den aanvang der vergadering laat de secretaris een presentielijst 3) teekenen. Notulen. Voor het inschrijven der notulen make men gebruik van een notulenboek.4) Het op de volgende bladzijde geplaatste kan dienen als voorbeeld voor het inschrijven van notulen. 1) Hukhoudelijk reglement Bewijs van geoefendheid ati D ™ öewijzen van overname 3] yi Bonboekjes ' tg Burgerwacht (oprichting der —) . . . . ; . . . . ' . 'j Chef van Bewapening ( 29 30 Commissioneering als politiebeambte 45, 46 Declaratiën «wjsginö ^ 24 Defensie (Departement van —) ' 30 53 ^ • ; 11 Erkenning als rechtspersoon Factuurlijst 29 > Handhaving der openbare orde 42 Herkenningsteekens Herstellingen 24 27 Huishoudelijk reglement ' J2 Ingekomen stukken ^ g Inleiding ....... ^ • • • IX Bladz. Inleveringen 28, 29 Inspectiën 49 Inventarisatie '7 Kasboek 16- 17 Legitimatiekaart '' ... V7 Magazijn , Magazijnmeester ->u Militair personeel 21, 22, 27 Munitieboekje 26, 27. 28 Naamrol / Nederlandsche Bond van Vrijwillige Burgerwachten , 58—62 Nof* g Notulen . . «■ m*èi Oefeningen • y 38. 39. 40 Oefeningsgelden Officieren toegevoegd aan den Inspecteur Burgerwachten 10, 25 Ontvangst van goederen 29, 31, 33 Ontvangsten (geldelijke) Oorlog (Departement van —) Opberging van wapenen 31 «V Optreden der Burgerwacht 42, 46 Passagekaarten • • * Patronen 1» Penningmeester ^ Pensioneering Burgerwachtleden 44 efemngen. Qeine tech•itche wencen. l) Appèllijst. Buiten- en binnenvellen (N. S. no. 6749). *) Naamrol van de aangeslotenen bij de Burgerwacht (N. S. no. 5878). Administratieve wenken. elkaar moet worden genomen en in elkaar gezet. Hij leere hun tevens de hoofddeelen van het geweer. Aan de hand van de aan de leden uitgereikte instructie voor de behandeling en het onderhoud van wapenen (zie pag. 33) kunnen de leden op aangename en onderhoudende wijze vele nuttige wetenswaardigheden worden bijgebracht. Tenzij voor de schietoefeningen vaste dagen zijn aangewezen, in welk geval een schietrooster behoort te worden aangelegd, wordt aan de burgerwachtleden van een voorgenomen schietoefening kennis gegeven door middel van een „dienstkaart'1). De geschoten punten kunnen worden aangeteekend op een schiet" lijst, 2) terwijl tevens aanteekening kan geschieden op de aan de schutters uit te reiken schietkaart.3) De schietlijst kan vendelsgewijze dan wel naar verkiezing voor de geheele Burgerwacht worden aangelegd. De uitreiking van een schietkaart aan de leden, die de schietoefeningen volgen, is wenschelijk omdat de schutters zelf hunne vorderingen kunnen nagaan en kunnen vertoonen als bewijs dat de oefeningen worden gevolgd. Zijn de leden voldoende geoefend, dan stelle men hun in het bezit van een verklaring van geoefendheid. *) Als voorwaarden voor voldoende geoefendheid komen in de eerste plaats in aanmerking die genoemd op pag. 19. Op het bewijs kan de houder worden vrijgesteld van het deelnemen aan de gewone oefeningen,' Ter aanmoediging tot het verkrijgen van een groote schietvaardigheid kan de burgerwachtcommandant ook de gelegenheid open stellen om in het bezit te geraken van een schietbrevet A (scherpschutter) of schietbrevet B (goed geoefend schutter). De voorwaarden ter bekoming van een brevet A of B kunnen door den commandant worden bepaald. Voor de Vereeniging „Onstwedder Burgerwacht" zijn die voorwaarden: Voor schietbrevet A: a. in een serie van 5 schoten niet minder dan 50 punten behalen. b. in één minuut snelvuur ten minste 15 treffers behalen met minstens 120 punten. (Deze bepaling zal echter weldra door een *) Oproeping voor een te houden oefening 94. S. no. 6706). 2) Schietlijst. Buiten- en binnenvellen (N. S. no. 6751). *) Schietkaart voor een bij de Burgerwacht aangesloten persoon (N. S. no. 6707). 4) Bewijs van geoefendheid (N. S. no. 6708). voor de Burgerwachten meer passend voorschrift worden vervangen.) Voor een schietbrevet B: a. in een serie van 5 schoten minstens 41 punten behalen. Als voorwaarden zouden beter kunnen worden gestéld die genoemd in het Schietreglement van de Nationale Schietwedstrijden van Vrijwillige Burgerwachten 1921, n.1. voor brevet A: zij die in hoogstens 50 seconden 85 punten behalen; voor brevet B: zij die in hoogstens 70 seconden 75 punten behalen. Verordeningen Burgerwacht. Zoolang de gemeente nog niet in staat van oorlog of van beleg is verklaard, is de burgemeester de aangewezen autoriteit om ingeval van storing der openbare orde handelend op te treden. Artikel 446 van het Wetboek van Strafrecht1) waarborgt den Burgerwachtleden straffeloosheid bij een gewapend optreden hunnerzijds. Aan dat wetsartikel kan echter de bevoegdheid van den burgemeester niet worden ontleend om van de Burgerwacht gebruik te maken. Wil hij zich derhalve niet bloot stellen aan de gevolgen van het door hem gevorderd hulpbetoon, dan zal hij zijn recht moeten vinden in een andere wet. Die wet nu is de Gemeentewet. Artikel 186 dier wet geeft den burgemeester de bevoegdheid alle bevelen uit te vaardigen, die hij ter handhaving der openbare orde noodig acht. De toepassing van dat wetsartikel bij vordering van de hulp der gewapende Burgerwacht, is echter m. i. minder wenscheüjk, omdat, waar de artt. 184, 185 en 186 der Gemeentewet met elkaar in nauw verband staan en derhalve geacht kunnen worden betrekking te hebben op de verhouding van den burgemeester tot het krijgsvolk, waartoe de Burgerwacht niet behoort, de burgemeester zijne machtsgrenzen zoude overtreden, wanneer hij op grond van art. 186 de Burgerwacht zou requireeren. De artt. 192 en 193 der Gemeentewet zullen de behulpzame hand moeten bieden. Art. 192 dier wet2) heeft het middel in de hand gegeven om vrijwillige hulp te vorderen. Een en ander moet echter worden geregeldïiij plaatselij keverorde- *) Art. 446 van het Wetboek van Strafrecht luidt: Hij die, bij het bestaan van gevaar voor de algemeene veiligheid van personen of goederen of bij ontdekking van een misdrijf op heeterdaad, het hulpbetoon weigert dat de openbare macht van hem vordert, en waartoe hij, zonder zich aan dadelijk gevaar bloot te stellen, in staat is, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. ') Art. 192 der Gemeentewet luidt: Ter handhaving der openbare orde, of in het algemeen belang, kunnen, wanneer de bijstand der plaatselijke beambten of vrijwillige hulp ongenoegzaam is en de plaatselijke middelen het betalen van hulp niet gedoogen, de inwoners der gemeente tijdelijk tot het doen van persoonlijke diensten' worden opgeroepen.