CATALOGUS DER SCHILDERIJEN PASTELS— MINIATUREN - AQUARELLEN TENTOONGESTELD IN HET. pltfË AM§TEF*D/ftö AMSTERDAM 1834 GEDRUKT VOOR HET RIJKSMUSEUM door Drukkerij m Ülth'cycrij j. h. de BUSSY CATALOGUS Auteursrecht voorbehouden CATALOGUS DER SCHILDERIJEN PASTELS - MINIATUREN - AQUARELLEN TENTOONGESTELD IN HET RIJKSMUSEUM TE AMSTERDAM AMSTERDAM 1934 OEDRUKT VOOR HET RIJKSMUSEUM door Drukkerij en Uitgeverij J. H. de BUSSY HOOFDVERDIEPING. — KUNST DER XVe, XVIe EN XVII6 EEUW. 212. Voorhal met Mozesput van Claus Sluter. 215—220. Noord- en Zuid-Nederlandsche Primitieven en vroege Romanisten. 221a—221C. Noord- en Zuid-Nederlandsche Meesters, 2e helft XVIe eeuw (Ant. Moro). 214, 222. Italiaansche en Oostersche Kunst. 225. Hollandsche School, begin XVIIe eeuw (Cornelis Ketel en Haagsche Meesters). 226. Vroeg-Amsterdamsche School (Thomas de Keyser). 227. Vroeg-Haarlemsche School (Frans Hals). 228. Utrechtsche School (Moreelse). 229. Zilver-Kabinet (Van Vianen en Lutma). 235a. Leidsche School (Rembrandt in Leiden). 235b. Vroege Rembrandt-School (Rembrandt in Amsterdam). 235c. Het Kabinet-Van de Poll. 236—237. Nederlandsche Beeldhouwwerken, XVIIe eeuw (Hendrick de Keyser). 243. Rembrandt's Schuttersoptocht. 244—247. Decoratieve Schilderkunst, Meubelen der XVIIe eeuw en Delftsch Aardewerk (Collectie Loudon). 248, 249. Terra-cotta's (Quellinus en Verhulst). 255a. Scholen van Den Haag en Dordt (Potter en Cuyp). 255b. Rembrandt en de late Rembrandt-School (Anatomische les en Verloochening van Petrus). 255c. Scholen van Den Haag en Rotterdam (Jan Steen en Beeldemaker). 260. Italianiseerende Hollanders. 261. Laat-Haarlemsche School (Frans Hals en Ruisdael). 262. Rembrandt's Staalmeesters, benevens de beste Hollandsche landschapskunst. 263. Zeestukken en Stadsgezichten door Amsterdammers (Van de Velde en Van der Heyden). 265a. Rembrandt's Bruidspaar. 268a. Verzameling Glaswerk en Stillevens. 268b. Schóól van Deventer (Terborch en Netscher). 268c. Leidsche fijn-schilders (Dou). 268d. Kerkinterieurs (Delftsche School met De Witte). 270, 271. Delftsche School (Vermeer en De Hooch). 272. Late Kabinetstukjes (Haarlemsche School). 273. Academische richtingen (De Lairesse en Van der Werff). 274. Bloemstukken en nieuwe aanwinsten. 269. Vlaamsche School (Rubens, Van Dyck) en Spaansche School (Goya, Greco). BENEDENVERDIEPING LINKS Zaal 146. Ingang. 147. Begin van den 80-jarigen oorlog. 148. Eerste reizen naar Indië. 149. Slag bij Gibraltar. 150. Zilvervloot. Slag op het Slaak. 151—156. Zaal der Oost-Indische Compagnie. Relieken uit Nova Zembla. 157. Einde van den 80-jarigen oorlog. Eerste Engelsche oorlog. Inmenging van de Republiek in den oorlog tegen Zweden. 158, 161, 162. Relieken Admiraal de Ruyter. Tweede Engelsche oorlog. 163, 164. Derde Engelsche oorlog. 165. Noordsche en West-Indische Compagnieën. Kaapkolonie. Bezoek van Czaar Peter den Groote. Doortocht van Karei II. 166, 167. Hollandsche havens. Schepen en Scheepsbedrijf. 168. Kaartenkamer. 171—175. Modellenzaal. 176. Opstand der Belgen. Reliefplan Hellevoetsluis. 19e Eeuwsche scheepsmodellen. Actie tegen Japan. 211. Binnenplaats met Geschiedenis te Land. BENEDENVERDIEPING RECHTS EN MODERNE AFDEELING Zaal 203. Sculptuur en Kunstnijverheid der Middeleeuwen en der vroege Renaissance. 199—197. Meubels, Leer- en Textielwerk (het Poppenhuis). 189. Meubels der 18e eeuw. 188. Muziekinstrumenten. 209. Bouwfragmenten en Tegels. 340. Hollandsch Porselein. 341, 342. Hollandsche Schilderijen der 18e en begin 19e eeuw (Hodges en De Lelie). 344, 345. Schilderijen van Troost, benevens Chineesche en Japansche ceramiek. 343, 362, 363. Pastels, Aquarellen en Miniaturen der 18e eeuw( Liotard). 364. Koepel met Chineesch Porselein (Zwarte K'ang Hsi vazen, verzameling Drucker-Fraser). 365. Engelsche Meesters (Whistier, Tadema, Swan, verzameling DruckerFraser) . 372. Haagsche School (Jacob Maris en Mauve, verzameling DruckerFraser). 371. Jozef en Isaac Israëls (verzameling Drucker-Fraser). 370. Haagsche School (Jacob en Willem Maris, verzameling DruckerFraser). 369. Bfeitner en Bauer (verzameling Drucker-Fraser). 368. Haagsche School (Matthijs Maris). 367. Fransche Meesters der Barbizon-School. 366. Voorloopers en vroege Meesters der Haagsche School. 35i- Voorhal. 352. Trappenhuis met blauw Chineesch Porselein en Zilver (verzameling Drucker-Fraser). 353. 354- Fransche Impressionisten (bruikleenen). 355—357- Nederlandsche Schilderijen der 19e en 20e eeuw. 358, 359. Aquarellen en Teekeningen (verzameling Drucker-Fraser). 373- Aquarellen der Haagsche School (Bosboom) en Sheraton-meubels (verzameling Drucker-Fraser). 374- Aquarellen der Haagsche School (Weissenbruch) en Chippendalemeubels (verzameling Drucker-Fraser). 375- Kostuums en Kant. 376. Rijtuigen en Sleden. 361. Kant. LINKER RECHTER HOOFDINGANG HOOFDINGANG INHOUD. Blz. ALGEMEENE BEPALINGEN VI 'HET KARAKTER DER SCHILDERIJ EN-VERZAMELING IN HET RIJKSMUSEUM VII INLEIDING XVII GESCHIEDKUNDIG OVERZICHT DER VERZAMELINGEN XIX „ „ VAN DE GEBOUWEN XXXI TOELICHTING EN VERKLARING DER VERKORTINGEN XXXV SCHILDERIJEN I MINIATUREN 329 EMAUX EN DIVERSE TECHNIEKEN 343 PASTELS EN TEEKENINGEN 348 WAPEN-SCHILDERIJEN 37O NAAMLIJST DER PORTRETTEN 371 TOPOGRAPHISCHE LIJST 386 LIJST VAN AFBEELDINGEN 390 ALGEMEENE BEPALINGEN. Het Museum is te bezichtigen tegen betaling van 10 cent op Woensdag, Zaterdag en Zondag; op de overige dagen bedraagt het entree-geld 25 cent per persoon. Het is geopend op alle werkdagen: van 1 November tot 15 Februari van 10—3 uur; „ 16 Februari tot 31 Maart van 10—4 uur; 1 April tot 30 September van 10—5 uur; ,, 1 October tot 31 October van 10—4 uur. Op Zon- en feestdagen is de tijd van opening te 1 uur; die van'sluiting als op de werkdagen. Het Museum is gesloten op Nieuwjaarsdag. * * * Krijt- en potloodschetsen staande te vervaardigen is geoorloofd. Voor kopieën, waarbij het gebruik van toestellen noodig is, moet het verlof van den Hoofd-Directeur verkregen worden, na aanvrage bij den Intendant. * * * Van alle schilderijen en voorwerpen zijn reproducties verkrijgbaar bij den photo-verkoop in de boven-voorhal van het Museum. * Het is aan het pubüek verboden fooien te geven en de aandacht van het bewakend personeel door gesprekken af te leiden. HET KARAKTER DER SCHILDERIJENVERZAMELING IN HET RIJKSMUSEUM. Op de vraag naar Holland's aandeel in de algemeene beschaving luidt het korte antwoord: Holland's schilderkunst. Een aangeboren gave van geest, oog en hand moet den wonderlijken bloei gedurende de XVIIe eeuw verklaren — de nog steeds groeiende invloed van het bereikte heeft ons een plaats van hooge beteekenis doen innemen. Reden waarom onze grootste openbare verzameling, het Rijksmuseum, in hoofdzaak volstaan kan met nadruk te leggen op het eigene. Een mogelijkheid van trotsche beperking zooals eveneens Italië, Spanje en België die kennen. De voornaamste musea der andere nationaliteiten — men denke aan Engeland, Duitschland en de Vereenigde Staten — vinden hun roeping in de verscheidenheid van een internationaal overzicht. Waar een overvloed achter bleef van uit den volksbodem gegroeide en geslachten-lang vertrouwelijk begrepen kunst, daar zal allicht een nationale verzameling ontstaan. Bij de wordingsgeschiedenis der musea speelt dan ook het toeval een weinig ingrijpende rol. Toen tegen het einde der XVIIIe eeuw de behoefte aan publieke collecties zich overal in Europa voelen deed, viel deze strooming samen met staatkundige veranderingen, waardoor veel oud bezit los kwam en plotseling beschikbaar werd. Meestal deed zulk een in den schoot gevallen voorraad als uitgangspunt dienst en bepaalde het voorloopig karakter der nieuwe mstelling. Nog heden ten dage herkennen wij al naar hun afkomst — geconfiskeerde vorstelijke collectie, kunst samengebracht uit kerkelijke of uit burgerlijke gebouwen — musea van in oorsprong onderscheiden aard. De XlXe eeuw neemt vervolgens de taak op zich leemten dier even haastig als gretig naar binnen gehaalde kunst-massa's aan te vullen. Zoo begint er een proces van afronding, waarmede in het eerste kwartaal der XXe eeuw een proces van schifting gepaard zal gaan. In vele opzichten en ook voor de musea, was de XI Xe eeuw een tijdperk van proefnemingen, echter op een proefveld bezaaid met vooropgezette ideeën. Bouw-ontwerpen volgden eerst nadat het benutten van leegstaande paleizen was voorafgegaan. Merkwaardig dat het XlXe eeuwsche museumtype in de eerste plaats den bezoeker moest overweldigen. Men kreeg den kunstminnaar klein door een pompeuze gevel-ontwikkeling, door bovenmenschelijke trapportalen en door zalen-perspectieven zonder eind. Heden ten dage, nu de behuizing der openbare verzamelingen, haar presentatie en haar roeping, bijna een kwart eeuw lang een onderwerp is geweest van internationale studie, tracht een nieuw georiënteerde museumbouw het publiek vriendelijk in te leiden, zijn aandacht te sparen en alle afsctoildring te voorkomen. ' Ook het tegenwoordige Rijksmuseum heeft de hoofdpunten dezer ontwikkeling gevolgd. Het was Gogel, de Agent van Financiën der Bataafsche Republiek, door wiens zorg in 1798 en 1799 schilderstukken uit de stadhouderlijke paleizen werden bijeengegaard in het Huis ten Bosch. Aldaar kon, na restauratie van het gevondene, de Nationale Kunst-Gallery geopend worden op 31 Mei 1800, tegen een entrée van zes stuivers de persoon. Een snel resultaat, te danken, behalve aan Gogel, ook aan den Inspecteur der KunstGallery, C. S. Roos en aan den Inspecteur der Nationale Gebouwen, E. Temminck. Aan het aldus bijeengebrachte, een kleine 200 schilderijen, ontbrak als moment van prestige en als waardige vertegenwoordiging . der Hollandsche kunst het Kabinet van Prins Willem V, dat reeds in 1795 naar Parijs was weggevoerd. Eerst in 1815 zou de Stadhouderlijke verzameling terugkeeren, om als zelfstandig museum van zeer eigen karakter in het princelijke Mauritshuis te herleven. Als aanvangskern onzer nationale verzameling diende hetgeen onttrokken was, onder meer aan het Loo, Soestdijk en het Amsterdamsche Prinsenhof, een verwarrend mengelmoes, doeken deels historisch van inhoud, deels decoratief van aard en waarvan vele als dessus de porte of als schoorsteenstukken benut waren ge- weest. Deze troebele samenvoeging heeft wel een eeuw lang de helderheid van het tentoongestelde geschaad. Zulk een sober begin noopte reeds onmiddellijk na de opening tot aankoop: als eerst verworven schilderij voor onze Rijksverzameling verschijnt de levensgroote Vechtende Zwaan van Asselijn, toen nog beschouwd als een historische allegorie op Johan de Witt en daarmede bij uitstek passend in het tweeslachtig karakter van het nieuwe museum. Ook volgende aankoopen zouden zich gaarne richten op afbeeldingen van historische personen of gebeurtenissen. Het eerste vaderlandsche museum met zijn zeven kamers moet dan ook in hoofdzaak historische indrukken hebben nagelaten. De nationale kunst in haar beste openbaringen kwam er minder gunstig af: in 1801 werd er onderhandeld over Rembrandt's Staalmeesters. Roos echter schreef aan Gogel dat hij geen spijt moest hebben dat het mislukt was: het stuk zou een vreesdij ke plaats beslaan en het zou op den duur niet bevallen. De vestiging van Raadpensionaris Rutger Jan Schimmel penninck op het Huis ten Bosch, verdreef de Kunst Gallery naar het Buitenhof, in het gebouw waar Willem V zijn kabinet eertijds had opgesteld. Van groote consequentie echter zou de belangstelling zijn van Koning Lodewijk Napoleon, die bij decreet van April 1808 de schilderijen naar Amsterdam deed overbrengen en wel naar het tot Koninkhjk Paleis bestemde Raadhuis, terwijl onmiddellijk op schitterende wijze voor vermeerdering werd gezorgd. De aankoop in hetzelfde jaar van het beste uit de veiling Van der Pot van Groeneveld en het overnemen in het jaar daarop van het geheele Kabinet Van Heteren, beide XVIIIe eeuwsche verzamelingen van hooge kwaliteit, bracht een vergoeding voor het ontbreken van de stadhouderlijke verzameling. Wel had de Koning geaarzeld over het al of niet verwerven van de collectie van Lucien Bonaparte, rijk aan buitenlandsche meesters, maar ten slotte kwamen er slechts uitbreidingen tot stand, die het nationale element versterkten en die de schaal van de historie naar de kunst deden overslaan. De verplaatsing naar Amsterdam had voor het karakter der verzameling nog een tweede belangrijk gevolg: met het tentoon- gestelde werden nu vereenigd enkele schilderijen uit stedelijk bezit waaronder de Schuttersoptocht en de Staalmeesters, stukken die sindsdien de Rijks-collectie niet meer zouden verlaten. Daarmede besloeg Rembrandt op eens de hem toekomende eerste plaats. Op den kortstondigen bloei van Lodewijk Napoleon's Koninklijk Museum van Holland volgde de inzinking tijdens de opheffing van ons staats-bestaan door het Fransche Keizerrijk. Gedurende enkele jaren zelfs kreeg Amsterdam de kosten van het beheer toegeschoven, waarvoor de plaatselijke belasting met 10 % verhoogd werd, totdat in 1815 de stad de verzamelingen inkwartierde in het Trippenhuis, waar de Regeering opnieuw de zorg overnam voor wat voortaan zou heeten: 's Rijks-Museum te Amsterdam. Op een vleug van grooter belangstelling volgde al spoedig de terugslag van den economischen nood, die de Belgische opstand na zich sleepte. Het museum verzonk in een jarenreeks van gedwongen vergetelheid, waaruit eerst omstreeks 1870 een ontwaken zou volgen. Tot dusver hadden de verzamelingen slechts toevallige behuizingen gekend en de schromelijk onvoldoende ruimte in het Trippenhuis was een openlijke aanklacht. Het ware wellicht bij bittere uitingen gebleven, zonder de instelling, door Minister J. Heemskerk Azn., van de afdeeling Kunsten en Wetenschappen aan Binnenlandsche Zaken en zonder de stuwkracht van dien ontzaglijken Referendaris, Jhr. Victor de Stuers. Na jarenlang geharrewar nam de Staat den bouw van een museum op zich als een plicht. Het in 1885 tot stand gekomen Rijksmuseumgebouw, schepping van Dr. Cuypers, die voortreffelijk met De Stuers samenwerkte, heeft — wij behoeven dit niet weg te moffelen — aan scherpe critiek in binnen- en buitenland bloot gestaan. Zonder twijfel was het gebouw, ondanks het sterk persoonlijke dat het bracht, geboren uit den aard van den tijd waarin het ontstond, een uiting van kleurige romantiek die juist zou gaan kenteren. Men zocht naar stemming in schemerige kamers, waar het licht opzettelijk was gedempt; men hield van het oproepen van het verleden door ingetimmerde interieurs, die niet aansloten bij de eigenlijke architectuur. Het gegeven was grootsch en zelden is een architect voor een probleem geplaatst dat aan de verbeeldingskracht zulke lastige eischen stelde: het indenken van ruimte waarin de glorie van onze schilderkunst tot haar recht zou komen. De ergste gevaren van een museumbouw tusschen 1875 en 1885 waren kleinheid en bekrompenheid en daar heeft Dr. Cuypers ons voor behoed. Wie zien wil wat er zonder Dr. Cuypers van het Rijksmuseum zou zijn terecht gekomen, beschouwe de ontwerpen van Eberson, den architect des Konings, die Cuypers' concurrent was. Deze ontwerpen zijn voor het huidige gebouw het beste compUment. Slechts op één punt had men het ontwerp weidscher kunnen wenschen: een plan van uitbreiding ontbrak. Dit gemis deed zich bij het broksgewijs optrekken der zoogenaamde fragmentengebouwen onaangenaam gevoelen en het leidde ten slotte tot het bederven van den achtergevel. Al spoedig bespeurt men, de bezwaren vergelijkend die van 1885 tot 1924 tegen het Rijksmuseum zijn geuit, dat de opmerkingen zich richten tot verzameling en gebouw als een éénheid: onrust in de zalen, verwarring in het tentoongestelde. Veel van wat aan het gebouw verweten wordt, kwam neer op omstandigheden die buiten den wil van den bouwmeester lagen. Zoo was de stad Amsterdam gesteld op den hinderlijken onderdoorgang met storend verkeer, die de benedenverdieping in tweeën deelt en die een dubbelen ingang en een dubbelen toegangsdienst veroorzaakt. Het Rijk meende een deel der lokalen voor het kunstonderwijs te kunnen afzonderen en benauwde daarmede de circulatie. De tijd tot een rustig opstellen der collecties had ontbroken. De Stuers had de gebreken van zijn deugden en de inrichting der zalen en de verdeeling der kunstwerken was te snel en onder te hoogen druk uitgevoerd, dan dat het probleem het gebouw en zijn inhoud tot een eenheid te versmelten, grondig kon worden bestudeerd. Een schepping, waaraan zooveel idealisme deel had, werd ten slotte smalend aangeduid als museum-pakhuis. Teekenend is het, nu de collecties overzichtelijker geordend zijn, dat de klachten over de architectuur gaandeweg hebben opgehouden. Bracht de overtuiging en de inspanning waaruit het Rijksmuseum ontstond een keerpunt in de onverschilligheid van het groote publiek, voor het karakter der verzamelingen was de overeenkomst tusschen Rijk en Gemeente Amsterdam, waarop de stichting gebaseerd was, in nog hoogere mate belangrijk. Deze overeenkomst, waarbij tegenover den bruikleenafstand der Amsterdamsche kunstschatten, de Regeering bouw en onderhoud van het museum, de kosten van het beheer en de uitbreiding der verzameling stelde, is het gelukkig statuut gebleken, dat zoowel aan Rijk als aan Gemeente veroorloofde de nieuwe schepping te beschouwen als een gemeenschappelijk symbool van hun verleden, het verleden van hun kunst en van hun geschiedenis. Amsterdam, dat op ieder gebied het hart der republiek was geweest, zou voortaan in het Rijksmuseum de haar toekomende plaats innemen. De toevoeging van Schutter- en Regentenstukken versterkte niet alleen het Amsterdamsche element, maar veranderde ten eenenmale het uiterlijk van de schilderijen-massa. Tusschen de tallooze tafereelen van klein formaat brachten die groote doeken hun voordeelige en decoratieve afwisseling. Ook de bouw van het museum heeft zich naar deze omvangrijke composities gericht en de afmetingen der zalen werden er gunstig door beïnvloed. Dit zeldzame samengaan van staat en stad, die buiten het aesthetisch gebied zooveel punten van wrijving hebben, had ook overigens gelukkige gevolgen. Na den bouw van het Stedelijk Museum kon de Gemeente de handen vrijhouden voor een opwekkende bemoeiing ten aanzien der hedendaagsche kunstenaars. Te Amsterdam vervullen thans Rijksmuseum en Stedelijk Museum elk in zijn afzonderlijken werkkring, de functies verdeeld tusschen Louvre en Luxembourg te Parijs. > Als gevolg dezer regeling ging de Gemeente slechts bij hooge uitzondering over tot uitgaven om haar oud bezit in het Rijksmuseum te vermeerderen. Het was van de Vereeniging Rembrandt, opgericht kort voor de opening van het Rijksmuseum, dat het Rijk bij de uitbreiding der verzamelingen aanzienlijken steun zou ondervinden. Het gelukte haar belangrijke bestanddeelen van hoog gehalte uit oud-vaderlandsch bezit te behouden en menig hinderlijk gemis door gelukkige aanwinsten op te heffen. De Vereeniging trok zich eveneens het lot aan van die afdeelingen buitenlandsche kunst in het Rijksmuseum, met name de Italiaansche en Spaansche, die te schraal vertegenwoordigd waren. De Vereeniging verplichtte aldus de velen, die niet steeds in het familie-album willen bladeren, door het aanbieden eener mogelijkheid hun blik verder te laten gaan. Ook aan particulier initiatief, aan persoonlijke belangstelling dankt het museum verrijkingen van hooge beteekenis. Wij dertken, om slechts een greep te doen Uit vele namen, aan Drucker, aan Deterding en aan het anonyme echtpaar dat Rembrandt's portret van zijn bruid Saskia, onder beding van vruchtgebruik, aan het Rijk. afstond. De veiTuiming van den uitbouw ten behoeve van de in 1919 belangrijk uitgebreide Verzameling Drucker, waarin zich de ontwikkeling der XlXe eeuwsche Hollandsche kunst afspiegelde tot aan Van Gogh toe, opende tevens de mogeüjkheid om tot een nieuwe verdeeling der verzamelingen volgens tijdsorde te kunnen overgaan. Het gelukte namelijk om in het vrijgekomen fragmentengebouw te plaatsen de geheele schilderijen-erfenis der XVIIIe eeuw, met Regenten-stukken incluis, die tot dusver over het hoofdgebouw was verspreid. Na deze opschuiving in 1923, kon geleidelijk in de daarop volgende jaren, de schilderkunst der XVe, XVIe en XVIIe eeuw volgens tijdsorde en schoolverband gerangschikt worden. De aldus mogelijk geworden chronologische rondgang, die nadruk legde op saamhoorigheid en op ontwikkeling, versterkte in de verzameling het didactisch element, terwijl daarnaast, door een voorzichtig uitgevoerde schifting, het ongestoord genot van het beste bevorderd werd. De plaatsing onderstreepte, opvallender dan vroeger, het onderscheid tusschen het aesthetisch belangrijke en het kunsthistorisch merkwaardige. Leidde dit alles tot een aanmerkelijke verandering van den indruk der verzamelingen als geheel, de stichting van het Nederlandsen Museum voor Geschiedenis, in den linker benedenvleugel, hief de oude verwarring op tusschen schilderijen tentoongesteld uit historisch oogpunt en schilderijen waarvan het kunstgehalte het criterium voor den bezoeker is. Het nieuwe museum, onderverdeeld in Geschiedenis te Land en Geschiedenis ter Zee, gaf gelegenheid al de geschiedkundige voorstellingen voor zich zelf te laten spreken. Betrof de schifting, zooals van zelf spreekt, in de eerste plaats dubbelen of werken van onbeduidenden aard, daarnaast werd afgewogen of datgene wat in hoofdzaak van locaal belang was, wel paste in het algemeen karakter van het geheel. Op deze wijze konden tal van musea in den lande — uit de lange reeks stippen wij bier slechts aan Haarlem, Leiden en Utrecht — geholpen worden aan bruikleenen op langen termijn, werken die in de omgeving van oorsprong ten zeerste welkom bleken. Soms geschiedde deze transactie in den vorm van een ruil, terwijl in andere gevallen stukken in vroeger jaren uit rijksbezit geleend, werden teruggevraagd. Toen in 1926 de Waag te Amsterdam, op zich zelf een stuk stedelijke geschiedenis, op instigatie van den Directeur van het Gemeente-Museum, den Heer C. W. H. Baard, ingericht zou worden als herinnering aan Amsterdam's locaal verleden, ging het Rijk tot ruime medewerking over. Onder de ter beschikking gestelde 36 schilderijen, grootendeels afgezonderd uit het gemeentelijk bruikleen, zij de aandacht gevestigd op de stukken van het Chirurgijns-gild, die aldus naar hun oord van herkomst, het oude theatrum anatomicum, terugkeerden. De plaats van het naar de Waag overgebrachte werd ingenomen onder meer door de twee groote Schutterstukken van Backer en Elias, beschikbaar geworden uit het gemeentelijk eigendom bij de hernieuwing van de raadzaal, zoodat het mogelijk werd, rondom Rembrandt's Schuttersoptocht, het historisch geheel der schilderijen uit de Groote Zaal van den Cloveniers-doelen op nieuw saam te voegen. De laatste uitbreiding, die aan de statige reeks der Hollandsche School een ontbrekende noot zou toevoegen, was de door de Vereeniging Rembrandt tot stand gekomen aanwinst van Rembrandt's Verloochening van Petrus en zijn Titus in monniksdracht. Bij deze wisselingen in het permanent tentoongestelde zij ook herinnerd aan de vele bruikleenen en tijdelijke exposities, waardoor het bezoek wordt geprikkeld en de verstarring van het al te bekende, gebroken wordt. Mogen we zeggen, aan den vooravond van het vijftigjarig bestaan van het Rijksmuseum, dat de thans bijna voltooide her-groepeering der verzameling het karakter der af deelingen scherper laat uitkomen, dat gebouw en collecties na hun lange vereeniging het oud antagonisme zijn vergeten en dat de taal die het geheel spreekt tot het groote publiek, helderder is en overtuigender? Van het Rijksmuseum van Schilderijen, in de tegenwoordige samenstelling, geeft de nieuw bewerkte catalogus, welke hierbij aan het publiek wordt voorgelegd, een beknopt en volledig overzicht. Vermeld zijn alle tentoongestelde schilderijen, ook die welke zijn opgenomen, wegens hun historische bet eekenis, in de af deelingen Geschiedenis ter Zee en Geschiedenis te Land, en die welke, om hun decoratieve functie, toegevoegd zijn aan de afdeelingen Bouwfragmenten en Kunstnijverheid. Evenals de rijkdom van ons openbaar kunstbezit steunt op hetgeen door de voorgangers is samengebracht, zoo steunt ook deze catalogus grootendeels op den voorafgaanden arbeid van Jhr. B. W. F. van Riemsdijk. Met opzet, om den indruk der continuïteit niet te verbreken, werd het uiterlijk van deze onontbeerlijke publicatie onveranderd gelaten; ruim dertig jaar is het thans geleden dat een eerste druk in dezen vorm verscheen. De inhoud — dat wil zeggen het ^biografische en het iconografische, de toeschrijvingen en de herkomsten — werd herzien en aangevuld, een omvangrijk ondernemen, uitgevoerd door den Conservator der afdeeling Schilderijen, Jhr. D. C. Röell, hierin op enkele punten door leden van den museumstaf ter zijde gestaan. Veel hulp is bij deze geduldige correctie ontvangen van particuliere studie-genoot en; onze dank zij hier gebracht aan den Heer J. F. L. de Balbian Verster en aan Mr. H. F. Wijnman, en aan anderen, die in den tekst worden vermeld. Gehandhaafd bleef veel van het vertrouwd gewordene, formaat en druk en pagina-verdeeling en tevens, op twee na, de bekende inleidingen, wel hier en daar eenigszins bekort, maar tegelijk voortgezet met overzichten sedert 1920. Veranderd werden keus en volgorde der illustraties, die thans, evenals de schilderijen in de zalen, chronologisch en in school-verband op elkaar volgen. Een rondgang door het Rijksmuseum bestrijkt bijna vijf eeuwen aan schilders-uitingen. Om den catalogus bruikbaar te houden tegenover zulk een veelheid, moest bij beschrijving der voorstellingen en samenvatting der schilderslevens volstrekte soberheid betracht worden. Deze catalogus treedt niet in de rol van den uitleggenden Gids, die voorzichtig het kunstgenot poogt te bereiden. Wat geboden wordt is niet meer dan het begeerde handboek, dienstig om de weetgierigheid van den belangstellende door zakelijke inlichtingen nader te oriënteeren. In dezen geest moge het verrichte werk tot nut strekken van talloos velen. F. Schmidt-Degener. INLEIDING VAN DEN EERSTEN DRUK Bij de samenstelling van dezen catalogus is mij van groot nut geweest hetgeen mijn ambtsvoorganger, de heer F. D. O. Obreen, bijeen had gebracht en hetgeen de heer C. G. 't Hooft, Onder-directeur van 's Rijks Museum van Schilderijen van 16 Februari 1897 tot 1 Maart 1898, daaraan had toegevoegd; niet weinig heb ik geput uit den catalogus door Dr. A. Bredius in 1885 vervaardigd en die tot 1897 vijf oplagen heeft beleefd. Een woord van dank is hier op zijn plaats aan allen, die mij behulpzaam geweest zijn bij het samenstellen van dezen catalogus; in het bizonder aan den Onder-directeur bij 's Rijks Museum van Schilderijen, den heer W. J. Steenhoff, die hem met mij bewerkte, aan den heer J. Ph. van der Kellen, die mij de graveurs en etsers onder de circa 900 meesters opnoemde en bovendien menige nuttige aanwijzing deed, en vooral aan den heer E. W. Moes, die tal van aanwijzingen en gegevens verschafte over de schilders, de reproducties naar en de herkomst van de schilderijen; verder aan de heeren Prof. Jhr. Dr. J. Six, J. Ph. van der Kellen Dzn. en Jhr. Mr. J. F. Backer die mij op velerlei wijze behulpzaam waren en aan de heeren A. Pit en Jan Kalf voor hunne hulp, waar het de schilderijen van het Nederlandsen Museum gold. Menig gegeven dank ik aan wijlen den heer J. H. Maschhaupt, aan Professor Aug. Allebé, Jhr. Mr. V. de Stuers, den heer C. J. Gonnet, den Algemeenen Rijks-Archivaris, den heer Joh. E. Elias en den heer Joh. F. Hulk; aan de heeren Dr. A. Bredius, Henri Hymans te Brussel, Dr. Corrado Ricci te Milaan, Dr. Max Friedlander te Berlijn, Dr. George C. Williamson te Guildford, A. Boppe, Consul-Generaal der Fransche Republiek te Jeruzalem, Zijne Exc H. Missak Effendi te 's-Gravenhage, Olof Granberg te Stockholm, de heeren Archivarissen: Mr. S. Muller Fzn., Mr. J. A. Feith, Mr. J. L. Berns, J. L. van Dalen, Mr. W. R. Veder, Dr. H. T. Colenbrander, J. H. W. Unger, den Secretaris van den Hoogen Raad van Adel Jhr. D. Rutgers van Rozenburg, Kol. F. de Bas, G. Murray Bakker, C. W. Bruinvis, P. D. de Vos, P. Haverkorn van Rijsewijk, Mr. S. van Gijn, E. C. U. Baron Calkoen, Prof. Dr. W. Martin, E. van Bieha en zoo vele anderen. Bij de bewerking van den catalogus werd gebruik gemaakt van de aanteekeningen in Oud-Holland gepubliceerd door Dr. C. Hofstede de Groot over enkele schilderijen in 's Rijks-Museum en van den heer G. Murray Bakker over de portretten afkomstig van het huis Honselaarsdijk. Met behulp van den heer J. A. Boland heb ik de handteekemngen en inscripties op de schilderijen van vóór 1800 nauwkeurig nagegaan; eerstgenoemde heeft die gecalqueerd. Bij dat onderzoek, dat enkele malen tot verrassende resultaten leidde, is gebleken, dat vele der facsimile's der handteekeningen voorkomende in den officieelen catalogus van 1881 niet juist waien weergegeven. Met Prof. Jhr. Dr. Six werden de Amsterdamsche schuttersstukken nagegaan en in overleg met hem zijn in den catalogus zijne toeschrijvingen overgenomen die binnenkort in Oud-Holland zullen worden gepubliceerd. Amsterdam 1903. B. W. F. van Riemsdijk. GESCHIEDKUNDIG OVERZICHT DER VERZAMELINGEN. De stichting van het Museum van schilderijen te Amsterdam dagteekent van het jaar 1808 toen Koning Lodewijk Napoleon zijne residentie van Utrecht naar Amsterdam verplaatste en tegelijk de hoofdstad des Rijks tot middelpunt van kunsten en wetenschappen wenschte te maken. Bij decreet van 21 April van dat jaar beval hij de oprichting van een Groot Koninklijk Museum, dat strekken zou tot „eene verzamelplaats van schilderijen, teekeningen, verschillende werken „van Beeldhouwkunst en Ciselure, gesneden steenen, oudheden, kunst,,zaken en zeldzaamheden van allerlei soort." Dit Museum werd geïnstaüeerd in één groote en twee kleine zalen benevens twee kabinetten van het tot Koninklijk Paleis geworden stadhuis van Amsterdam; bij decreet van 25 Augustus 1808 werd tot Directeur aangesteld de heer C. Apostool. Tot de vonning van dit Museum strekten in hoofdzaak: i°. 65 schilderijen op de veiling Van der Pot van Groeneveld op den 6 Juni 1808 te Rotterdam aangekocht voor ongeveer ƒ 100,000. 20. 225 schüderijen in den loop van het jaar 1808 toegezonden uit 's-Gravenhage, afkomstig van het in 1798 aldaar opgerichte Nationaal Museum en hoofdzakelijk bevattende de schilderijen afkomstig van het kabinet van Prins Willem V voor zooverre die niet naar Frankrijk waren weggevoerd, vermeerderd met eenige stukken uit openbare gebouwen en enkele nieuw aangekochte. Aan die bezendingen waren beeldhouwwerken in marmer en brons en eenige oudheden en rariteiten toegevoegd. 3°. 7 schilderijen door de stad Amsterdam afgestaan, t. w. de Nachtwacht door Rembrandt, de Schuttersmaaltijd door B. van der Helst, de Staalmeesters door Rembrandt, de Doelheeren door B. van der Helst, het Schuttersfeest bij het sluiten van den vrede van Munster door Govert Flinck, het IJ voor Amsterdam door W. van der Velde den Jonge en de Regenten van het Spinhuis door Karel Dujardin. In 1809 werd aan de verzameling toegevoegd het schUderijen-kabinet Van Heteren voor één ton gouds aangekocht van diens erfgenaam, den heer A. L. Gevers, waardoor de verzameling met 137 meerendeels uitnemende schilderijen verrijkt werd. Daarenboven werden in datzelfde jaar nog zeven schilderijen aangekocht op de verkooping van Mevr. Bicker. In het begin van 1810 werd het Penningkabinet van Den Haag naar Amsterdam overgebracht en ook onder directie van C. Apostool gesteld. In datzelfde jaar eindigde deze eerste, periode van bloei met de abdicatie van Koning Lodewijk op 1 Juli 1810. Wel bleef het museum na de inlijving met Frankrijk onder de benaming van Hollandsch Museum in wezen, maar gelden werden voor de instandhouding niet meer toegestaan. Tijdelijk werd de stad Amsterdam met de zorg er van belast en geautoriseerd daarvoor de plaatselijke belastingen met 10 % te verhoogen. Het denkbeeld van het Stedelijk Bestuur om het Museum naar de Trippenhuizen over te brengen werd eerst in 1815 verwezenlijkt. De Souvereine Vorst nam al terstond na zijne troonsbestijging de belangen der kunst ter harte; het Rijksbestuur over het Museum werd geregeld en tegelijk eene aanzienlijke som beschikbaar gesteld voor den aankoop van schilderijen op de veilingen van mevrouw Boreel en op die van WessEls Reyers. De naam Hollandsch Museum veranderde eerst in 's Lands Museum van schilderijen en penningen en in September 1815 in Rijks Museum van schilderijen en penningen. Nadat in het volgend jaar de penningen naar de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage en in de plaats daarvan het Prentenkabinet van daar naar de Trippenhuizen waren overgebracht, ondergingen de verzamelingen geene noemenswaardige verandering vóór 1825, toen op enkele beeldwerken na, de oudheden en rariteiten deels naar Den Haag deels naar Leiden werden opgezonden. Wel is waar werd in 1823 het legaat aanvaard van mevrouw de wed. Balguerie geb. van Rijswijk b:staande uit 22 portretten, maar deze werden van te weinig waarde geacht om te worden tentoongesteld. Eerst later kwam men tot de ontdekking dat daaronder zeer belangrijke portretten zich bevonden, die thans tot sieraad der verzameling strekken. • In 1825 had een ruil van schilderijen met het Koninkhjk Kabinet van schilderijen te 's-Gravenhage plaats, waardoor tegen 6 schilderijen uit het Rijks-Museum, de Romeinsche Ouderliefde van Rubens, het portret van Nicolaes van der Borcht door Anth. van Dyck en de Berenjacht door Paulus Potter in het Trippenhuis eene plaats vonden. Eene verkooping van 25, naar het rapport meldt, middelmatige schilderijen en van enkele waarvan de meesters reeds voldoende vertegenwoordigd waren, werd 5 en 6 Augustus 1828 gehouden, deels" om .ruimte te maken voor het tentoonstellen van moderne schilderijen, deels omdat men de opbrengst wenschte te bestemmen voor aankoop van schilderijen door meesters met wier werk men in het Museum geen kennis kon maken. De voor die dagen hooge opbrengst van ƒ22,700 bewijst dat toen zeer belangrijke stukken verkocht werden. Er was een Wouwerman onder die ƒ4000 opbracht, en een stuk van Aert de Gelder. De vrijgekomen gelden werden gedeeltelijk besteed tot afbetaling van eenige schilderijen die gekocht waren op de veilingen Brentano en G. Muller. Ook te Parijs en elders werden eenige stukken aangekocht; in 14 jaren werd ruim ƒ50,000 besteed, alleen aan schilderijen van oude meesters. Met het jaar 1830, dat van den Belgischen opstand, sloot deze periode, die hoewel geenszins van grooten bloei getuigende, toch nog gelukkig te noemen is in vergelijking van die erop volgde. Er ving nu een lange tijd van volslagen stilstand aan, welhaast een halve eeuw! Voor aankoopen waren nagenoeg geene gelden te bekomen, zoodat slechts een enkel stuk kon worden verworven, terwijl voor het eenvoudige onderhoud van het Museum uiterst schrale sommen werden verstrekt. De verzameling onderging intusschen gedurende dit lange tijdsverloop eenige ingrijpende veranderingen. In 1838 werden er bijna alle moderne schilderijen uit verwijderd. Koning Willem I had namelijk in 1828 bepaald dat het Paviljoen „Welgelegen" te Haarlem tot eene Kunstgalerij der werken van Levende Nederlandsche Meesters zou worden ingericht en dat daarheen zouden worden overgebracht de stukken welke zich in de Rijks-Musea te Amsterdam en te 's-Gravenhage bevonden. De staatkundige gebeurtenissen waren echter oorzaak, dat aan dat Besluit eerst op 9 Augustus 1838 volledig uitvoering kon worden gegeven. Zestig moderne schilderijen verhuisden toen van Amsterdam en 143 van 's-Gravenhage naar Haarlem. In 1848 ging nogmaals eene bezending deswaarts. De gecombineerde verzameling werd onder het beheer gesteld van de directeuren der Rijks-Musea te Amsterdam en te 's-Gravenhage terwijl het dagelijksch toezicht aan een opzichter werd opgedragen. Aanvankelijk gold de bepaling dat 5 jaar na het overlijden van een kunstenaar, wiens werk in het Paviljoen geplaatst was, dit aan het Museum zou worden teruggezonden waarvan het afkomstig was. Aan deze bepaling werd echter om allerlei redenen slechts voor korten tijd de hand gehouden. In 1860 werden 65 schilderijen, wier kunstwaarde gering of wier makers door betere stukken in het Paviljoen vertegenwoordigd waren, publiek verkocht. De opbrengst was zeer gering. Gemis aan tentoonstellingsruimte schijnt ook hier den doorslag tot dien verkoop te hebben gegeven. In datzelfde jaar werd een tweetal schilderijen op eene tentoonstelling verworven, daarna nog een enkele maal in 1861 en 1862. Te beginnen met 1866 werden vrij geregeld schilderijen van levende meesters op tentoonstellingen aangekocht, ook nadat de verzameling in 1885 naar het Rijks-Museum was overgebracht; dit duurde tot 1889. Op 30 April 1878 werden 74 schilderijen van moderne meesters in 't openbaar geveild. In hetzelfde jaar werd een aanvang gemaakt met het in bruikleen afstaan van schilderijen aan openbare mstellingen. Al mocht door aankoop van Rijkswege gedurende de lange periode van 1830—1875 de verzameling oude schilderijen in 's Rijks Museum nagenoeg niet zijn uitgebreid, door geschenken en legaten werden hoogst belangrijke aanwinsten verkregen, waaronder als voornaamste het in 1870 ontvangen legaat van den Heer Dupper Wz. bestaande uit 64 schilderijen van voortreffelijke meesters. De kern dezer verzameling was het kabinet Rombouts waaraan de erflater hoogst belangrijke stukken toevoegde. In 1873 kwam door eene erflating van Mej. M. A. Liotard het Rijks-Museum in het bezit van 15 pastels door den bekenden Geneefschen schilder J. E. Liotard, welke verzameling in 1885 nog werd vermeerderd met 6 pastels door denzelfden, geschonken door Prof. Dr. J. W. R. Tilanus namens zijne echtgenoote, Mevr. Tilanus, geb. Liotard. In 1885 werden van het Mauritshuis ontvangen 29 schilderstukken waaronder decoratieve schilderijen en 3 bustes. De toestand van verwaarloozing duurde omstreeks 45 jaren en eerst nadat de heilzame invloed van de door Minister Geertsema in 1874 ingestelde Commissie van Rijks-Adviseurs en van de door den Minister Heemskerk in 1875 opgerichte afdeeling Kunsten en Wetenschappen onder haar bekwamen en doortastenden chef Jhr. Mr. V. E. L. de Stuers, die ook de ziel dier Commissie was, zich had doen gevoelen, kan gezegd worden, dat een nieuwe periode van bloei is ingetreden. Nadien werden van Rijkswege regelmatig jaarlijks aankoopen gedaan en breidde zich het Museum meer en meer uit. Tegelijk werd de stoot gegeven aan de stichting van een nieuw museumgebouw waarmede in 1877 een aanvang kon gemaakt worden. De eerste aankoopen van beteekenis waren die in 1879 en 1880 van „de Kermis te Ryswyk" door Adriaen van de Venne voor 17000 francs, „de Oude Vrouw in Overpeinzing" van Gabriël Metsu voor ƒ6170 en „de Aanbidding der Driekoningen" door Jan Mostaert. Daarbij ondervond de Regeering den krachtigen steun der in 1883, op aanstichting van Jhr. de Stuers, opgerichte Vereeniging Rembrandt, welke met groote vrijgevigheid gelden voorschoot en zelfs somtijds schonk. Het goede voorbeeld der Regeering wekte tal van belangstellenden op tot het geven van geschenken. In 1880 kwam de belangrijke verzameling aan het Rijk gelegateerd door Jhr. J. S. H. van de Poll, bestaande uit 52 schilderijen, meest alle van voortreffeüjke meesters zooals Rembrandt, Paulus Potter en T. de Keijser; in het volgend jaar de verzameling van 44 famüieportretten, nagelaten door Mevrouw de Douairière Van Winter geb. Bicker aan de Gemeente Amsterdam, in het Rijks-Museum; in 1884 werden ten 'geschenke ontvangen 26 famüieportretten van Jhr. Mr. J. H. F. R. van Swinderen. De verzameling in de Trippenhuizen nam dus ontzachlijk toe, zoodat reikhalzend werd uitgezien naar het oogenblik waarop de nieuwe RijksMuseumgebouwen in gebruik konden worden genomen. Dit had eindelijk in 1885 plaats en in het begin van dat jaar opende het nieuwe Museum zijne deuren voor de navolgende collecties: i°. De verzameling in het Trippenhuis: 888 Schilderijen. 2°. 's Rijks Verzameling van Kunstwerken van Moderne Meesters uit het Paviljoen „Welgelegen" te Haarlem: 190 Schilderijen. 3°. De verzameling bijeengebracht door de Vereeniging tot het vormen eener openbare verzameling van Moderne Kunst te Amsterdam: 47 Schilderijen welk getal in de 10 daarop volgende jaren aangroeide tot 81. In 1895 werd deze verzameling overgebracht naar het Stedelijk Museum. 4°. 115 Schilderijen van de Gemeente Amsterdam, afkomstig uit het Raadhuis en andere openbare gebouwen: zijnde voor 't groote meerendeel Regenten- en Schutterstukken, benevens eenige andere schilderijen en de zoogenaamde Anatomie-Schilderijen afkomstig van het Chirurgijnsgild. 5°. Het Museum van der Hoop bestaande uit 224 Schilderijen door den Heer A. van der Hoop bijeengebracht en in 1854 aan de Gemeente Amsterdam vermaakt. Dit Museum was sedert dat jaar in de Oumanhuispoort tentoongesteld geweest. 6°. 35 Farnüieportretten geschonken door Jhr. J. S. R. van de Poll te Arnhem, waaronder portretten van Frans Hals en Barth. van der Helst. 7°. 34 Schilderijen van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, die in bruikleen werden gegeven en plaatsing vonden deels in de galerij deels in de vertrekken afgestaan uitsluitend tot tentoonstel- . ling van voorwerpen het Genootschap toebehoorende. 8°. 41 Schilderijen afgezonden uit het Magazijn van het Koninklijk Kabinet van Schilderijen te 's-Gravenhage. 9°. 122 Schilderijen uit het Nederlandsen Museum waaronder 25 farnüieportretten nagelaten door Jhr. Mr. de Witte van Citters. Niet al deze stukken konden onmiddellijk tentoongesteld worden; vele in de beide laatste bezendingen bevonden zich in slechten staat of bleken te weinig kunstwaarde te bezitten om in de eigenlijke galerij te worden opgehangen; ze bleven dus voorloopig opgeborgen. Bij de installatie was de Directie er reeds dadelijk op bedacht de historische schilderijen en portretten afzonderlijk bijeen te voegen en ook de moderne schilderijen voor zoover dit mogelijk was. De plechtige opening van het nieuwe Museumgebouw had plaats op 13 Juli 1885. De verzameling,'nu zij tot haar recht kwam, wekte meer en meer de belangstelling op en het getal der aanwinsten bleef stijgende. Onder de aankoopen verdienen vermelding: Portretten van Santvoort en Elias op de auctie D. M. Alewijn in 1886 aangekocht, „De Architect en zijn gezin" door Bernhard Fabritius in datzelfde jaar verworven, „de Brief" van Joh. Vermeer verkregen in 1893 met geldelijken steun van de Vereeniging Rembrandt en Mr. J. van Lennep, „de Schimmel" van Ph. Wouwerman en „de Oude Kerk te Delft" door Gerrit Houckgeest in datzelfde jaar, beide afkomstig van de Verzameling Messchert van Vollenhoven; een kleine triptiek door J. Wellens de Cocq, aangekocht op de veiling Spitzer in 1893, „de vroolijke Drinker" door Judith Leyster en „de KerkprediMng" door Lucas van Leyden in 1897, „Afscheid van Maria" door Corn. Engelbrechtsz. in 1898; een veertigtal schilderijen, waaronder Avercamp's groote Wintergezicht, uit de verz. G. de Clercq in datzelfde jaar. Bizondere vermelding verdient „de Steenen Brug" van Rembrandt aangekocht met geldelijken steun van de vereeniging „Rembrandt" en van Dr. A. Bredius, in 1900. In datzelfde jaar werden nog verworven: „Vroolijk Gezelschap" van Ant. Palamedesz, in 1901 „Afscheid van een Krijgsoverste" door P. van Anraadt, in 1902, „De Calvariënberg" door Jac. Corn. van Oostsanen, in 1903 een „Vergezicht" van Van Goyen, in 1904, „een Aanbidding der Wijzen" door Geertgen tot Sint Jans, in 1905, „de Wapensmid" van Gebr. Metsu en twee portretten door Abraham van den Tempel. Eindelijk, in Jan. 1908, kwam het Rijks-Museum door aankoop in het bezit van 40 schilderijen uit de Collectie Six, belangrijk gesteund door de vereeniging Rembrandt en door een geldelijk legaat, dat daarvoor eertijds door den heer D. Franken Dzn. was beschikbaar gesteld. Buiten eenige merkwaardige stukken van eerste meesters, werd de Rijksverzameling vooral aanzienlijk verrijkt door het beroemde schilderij van Joh. Vermeer: de Keukenmeid. In 1886, 1887 en 1889 werden van levende meesters "aangekocht: „Artillerie" door G. H. Breitner, „Stadsgezicht" door Jacob Maris en „In de maand Juli" door P. J. C. Gabriël. Niet minder werd het Museum door belangrijke geschenken, legaten en bruikleenen verrijkt. Zoo schonk Dr. Abr. Bredius tusschen de jaren 1883 en 1895 42 schilderijen en in 1902 de heer Willink van Bennebroek een groot familie-tafereel van Abraham van den Tempel. In bruikleen ontving het Museum van de Gemeente Amsterdam nog 54 schilderijen: t. w. enkele schutters- en regentenstukken, de schilderijen van de ontbonden Maatschappij Felix Meritis, waaronder van Nk. Maes „de Oude Vrouw in Gebed"; twee portretten van Frans Hals aan de Gemeente geschonken door de heeren P. de Clercq en P. van Eeghen in 1892, „Een Binnenhuis" door Gabriël Metsu, „Bloemen en Vruchten" het meesterstuk van Jan van Huysum de Zandweg" door J. van Ruisdael en „het Haringvrouwtje" door A* var» Ostade, afkomstig van- Mevrouw Messchert van Vollenhoven geb van Lennep; in 1893 het portret van Louis Jacques Veltman, door Jozef Israëls en, afkomstig van Mr. J. F. van Lennep, „de Dam te Amsterdam" door Jan van der Heyden; in 1895 een stilleven van Abrah Mignon en „de Hoenderhof" door Melch. d'Hondecoeter, geschenk van de kinderen van den heer C. P. van Eeghen. De famüie Van Weede schonk in bruikleen in 1897 een damesportret door Rembrandt en een door Casp. Netscher; de heer J. C. J Drucker 36 schilderijen en 31 waterverf-teekeningen van de grootmeesters der Haagsche school; Mr. C. Hoogendijk in 1907 eene verzameling van 86 schilderijen bestaande uit werken der primitieve Nederlandsche en Duitsche scholen, vele goede werken uit de XVIIe eeuw van Hollandsche en Vlaamsche meesters, — bovendien nog verscheidene moderne schilderijen van Hollandsche en vooral Fransche meestersMr. J. L. Luyken Glashorst twee belangrijke portretjes van Gerard ter Borch uit 1656; een kunstliefhebber, eene Madonna met Kind van Bart. Montagna. De heer D. Franken Dzn. legateerde in 1898, 49 schilderijen, waaronder 10 van Adriaen van de Venne en R. Baron van Lynden in 1899 39 moderne en 4 oude schilderijen. Zijne echtgenoote Mevrouw de douairière van Lynden geb. van Pallandt schonk het jaar daarop 45 schilderijen van de eerste Fransche en Hollandsche moderne meesters door Baron van Lynden bijeengebracht, een der meest belangrijke schenkingen bij het leven aan het Museum gedaan. De lijst van aanwinsten door legaat zet zich intusschen voort In 1903 het legaat van Mevrouw Insinger geb. van Loon, bestaande uit 4 schilderijen; dat van den heer A. A. des Tombe, bestaande uit 23 zoo oude als moderne schilderijen, terwijl in datzelfde jaar aan de verzameling werd toegevoegd het tweede gedeelte van het legaat De Witte van Citters, bestaande uit 23 portretten; in 1905 dat van Mejuffr M E van den Brink, afstammelinge van den zeeschilder Ludolf Bakhuysen eenige zelfportretten en portretten van famüieleden, zoowel door genoemden voorvader als door P. Dubordieu, P. Hennequin en anderen geschilderd; van Mr. Salomon Rendorp, twee fraaie portretjes van Gerard ter Borch; in 1907 van den heer J. B. Westerwoudt eene verzameling van omstreeks 80 moderne schilderijen en teekeningen waarvan in de verzameling thans 40 stuks en twee aquarellen zijn opgenomen. In 1912 werd, na het sterven van den heer Hoogendijk door de erfgenamen het bruikleen ingetrokken, maar uit de collectie zes en dertig van de belangrijkste schüderijen aan het Museum geschonken waaronder werken van Geertgen tot Sint Jans, Jan Provoost, Barth! Bruyn, Jan Steen, S. Ruysdael, Adr. v. Ostade, H. van Vliet, M. Sweerts C. Troost en nog eenige anonieme primitieven van aanzienlijke beteekenis in 't bijzonder te noemen zijn. Van de moderne schilderijen werd het belangrijkste deel teruggenomen — o.a. de werken van V. v. Gogh, P. Cézanne, — maar tegelijk verwierf het Rijks-Museum uit dezelfde collectie in schenking een schilderij van Daumier. Twee legaten, een van Mevr. de Wed. J. A. H. Netscher en een ander van R. Th. Baron van Pallandt van Eerde, vermeerderden de collectie oud-hollandsche kunst. De heer M. P. Voüte verrijkte in 1913 op aanzienlijke wijze de verzameling met de „Koning David" van Aert van Gelder, aangekocht op de veiling Steengracht. Een kostbare schenking werd aan het RijksMuseum gedaan door de dames A. J. Broedelet en S. B. Büchli Fest uit de bekende verzameling Van Randwijk. Deze schenking omvatte 13 schilderijen, grootendeels van de voornaamste moderne hollandsche schilders .waaronder het Amsterdamsche stadsgezicht van Matthijs Maris en enkele werken van eerste Fransche meesters.. Van de laatste schenkingen zijn te vermelden een damesportret van Josselin de Jong door den heer J. R. H. Neervoort van de Poll en een kapitaal schilderij van Jacob Maris, „Bomschuit op het strand" door Mevrouw de Weduwe Prof. Mr. H. L. Drucker—de Koning en hare kinderen. Door de gestadige vermeerdering der verzameling deed zich gaandeweg gemis aan ruimte gevoelen, vooral na de ontvangst in de jaren 1898 en 1900, van de collectie's Franken en Van Lynden. Gelukkig kwam juist in dien tijd de aanbouw van den Zuid westelij ken vleugel, het zoogenaamde Fragmentengebouw, gereed, hetwelk in 1900 betrokken werd. De moderne schilderijen werden aldaar grootendeels ondergebracht, benevens de oude stukken die meer van kunsthistorisch belang zijn of die betrekking hebben op zeden en gewoonten en op het costuum. Van een schenking, die in waarde alle welke ooit gedaan werden, overtreft, valt in 't bijzonder gewag te maken. De Heer en Mevrouw Drucker—Fraser uit Londen, gaven namelijk in 1909 gevolg aan hun besluit, om van de glansrijke en uitgebreide collectie moderne Hollandsche kunst, aanvankelijk in bruikleen gegeven, geheel afstand te doen ten voordèele van den Staat der Nederlanden. Hiermede gewon het Rijks-Museum een overvloedige vertegenwoordiging van de allervoornaamste meesters der moderne Hollandsche kunst met uitzondering van Jozef Israëls, van wien de heer Drucker echter in 1911 een twintigtal schilderijen en aquarellen in bruikleen, en in 1912 bij gelegenheid van een bezoek van Hare Majesteit de Koningin ten geschenke gaf. Bij de collectie van Hollandsche kunstwerken was ook gevoegd een omvangrijk schilderij van den bekenden Engelschen dierschilder Macallan Swan. . Bij de aanvaarding der verzameling Drucker werd bedongen dat nieuwe lokalen uitsluitend voor moderne kunst zouden worden toe- gevoegd om, behalve aan deze verzameling, ook aan die van baron Van Lynden eene betere plaatsing te kunnen geven. De daarop ondernomen nieuwe aanbouw, die in het jaar 1909 gereed kwam, bood bovendien ruimte tot plaatsing van de verzameling Westerwoudt en van een aantal moderne werken, zoowel van binnen- als buitenlandsche schilders, door verschillende eigenaars in bruikleen afgestaan. Van het Kon. Kabinet van Zeldzaamheden stamt de collectie miniaturen en emaux, in 1876 overgebracht naar het Nederlandsen Museum. Bijna alle hebben deel uitgemaakt van de Stadhouderlijke verzameling, hetgeen verklaart dat daaronder zoovele portretten voorkomen van leden van het Engelsche Vorstenhuis, waaraan de Oranje's door aanhuwelijking nauw verwant waren. Ook de portretten van leden der Vorstelijke familie zijn goed in deze verzameling vertegenwoordigd. Als de meest vermeldenswaardige aankoopen der laatste jaren zijn te noemen: Strandgezicht door Jacob Esselens; Orestes en Pylades door Lastman; een Stilleven van Jan Jzn. van de Velde; de Liereman door David Vinckeboons; een Landschap van Knibbergen; Judith en Holofernes ■ door Jan de Bray; de Reede van Batavia door Albert Cuyp (gekocht met hulp van den heer E. Deen te 's-Gravenhage); het Laatste Avondmaal door Gerb. van den Eeckhout; een Wintergezicht door Adam Van Breen; een Vischmarkt door Em. de Witte; het portret van Sir John Burroughs door Jan Anth. van Ravesteyn; een schüdering óp glas door Jan van der Heyden; een kapitaal marinestuk van Ludolf Bakhuyzen voorstellende „de Koning William" voor Rotterdam; met hulp van vele kunstvrienden en vereerders van ons zeewezen, het groote familieschilderij van den Adrniraal de Ruyter door Jurriaen Jacobson; eene Verkondiging van Adriaen van de Velde en eene Promotie aan de Leidsche Universiteit door Hendrick van der Burght. In het bizonder vermeldenswaard zijn twee door de Vereeniging „Rembrandt" voor het Museum aangekochte schilderijen: een stilleven van Torrentius en een zeer fraai mansportretje door Frans Hals. Sinds de toenmalige Hoofddirecteur Jhr. B. W. F. van Riemsdijk bovenstaand overzicht schreef, genoot hij de voldoening, nog vóór zijn afscheid van het Rijksmuseum op 31 Dec. 1921, getuige te mogen zijn van een aanzienlijke verrijking van 's-lands kunstbezit, welke te danken was aan de offervaardigheid van den Heer en Mevrouw J. C. J. DruckerFraser en van den Heer H. W. A. Deterding. De Heer en Mevrouw Drucker-Fraser voegden in 1919 aan hun onovertroffen collectie der Haagsche School het bruikleen toe van een uitgelezen serie aquareUen, terwijl zij tevens op gelukkige wijze eenige voelbare leemtes aanvulden met uitgezochte schilderijen en gewasschen teekeningen van Weissenbruch, Breitner, Bauer en Isaac Israëls. In 1921 volgde het vorstelijk geschenk van den Heer Deterding, toen hij het „Straatje" van Vermeer, dat naar het buitenland dreigde te worden verkocht, voor het museum verwierf. * Reeds in 1922 werd het peil van de afdeeling kunst der XlXe eeuw opnieuw belangrijk opgevoerd door het legaat van den Heer A. van Wezel in den vorm van een uitgebreide verzameling schilderijen en aquarellen, waarin de Hollandsche School vooral door Breitner en Karsen, de Fransche door Corot en Daubigny uitnemend vertegenwoordigd waren. In 1927 en 1928 voegden de Heer en Mevrouw Drucker aan hun verzameling wederom twee kunstwerken toe van zeer bizondere schilderskwaUteit, n.1. de „Morgenrit langs het Strand" door Mauve (bruikleen) en de „Klompjes" door Breitner (geschenk). Een jaar later verrijkten zij het Museum met het kapitale portretstuk van den Raadpensionaris R. J. Schimmelpennick met vrouw en kinderen door P. P. Prud'hon. De Vereeniging Rembrandt, die zoo actief aan de vergrooting der verzamelingen had medegewerkt, vierde in 1923 haar veertigjarig bestaan. Op de toen in het Rijksmuseum gehouden tentoonstelling van door haar bemiddeling verworven kunstwerken prijkte voor het eerst een kostbare serie Italiaansche schilderijen, afkomstig uit het museum van den Groothertog van Oldenburg. Dank zij den steun van velên en in het bizonder van den voorzitter en den vice-voorzitter, de Heeren M. P. Voüte en E. Heldring, had de Vereeniging op dit vijftiental hoogst representatieve werken uit de verschillende Italiaansche Scholen tijdig de hand weten te leggen. Sedert lang had zich het gemis aan schilderijen van buitenlandsche scholen doen gevoelen en er gingen steeds meer stemmen op, die de aanvulling dezer leemte bepleitten. In 1922 had de Vereeniging Rembrandt reeds een eersten stap in deze richting gedaan door de schenking van een viertal hoogst belangrijke werken van buitenlandsche meesters: het senatorenportret door Tintoretto, de „Telemachus en Mentor" door Tiepolo, de „Bodegone" uit de School van Sevilla en het mansportret door Goya. Hierbij aansluitende riep de gelukkige aankoop van de verzameling Oldenburg in het volgende jaar een Italiaansche afdeeling in het leven. Een deel dezer schilderijen kwam aanvankelijk als bruikleen in het museum; door geldelijke bijdragen van rijk en particulieren gingen zij geleidelijk in eigendom over. Op dezelfde wijze werden nog twee Hollandsche meesterwerken uit de Oldenburgsche collectie verworven: Rembrandt's Moeder als Profetes Hanna door Rembrandt en het „Meisje in blauw" door Verspronck. Het museum dankt deze beide schilderijen aan de vrijgevigheid van den Heer M. P. Voute, die reeds vroeger Aert de Gelder's „Koning David", drie decoratieve doeken van Barent Fabritius en een mansportretje door Corneille de Lyon ten geschenke had gegeven. De lange rij van aanwinsten, waarbij de Vereeniging Rembrandt haar bemiddeling verleende of waarvoor zij aanzienlijke bijdragen afstond, werd in de volgende jaren gestadig vergroot. In 1928 werd op de veiling Huldschinsky te Berlijn Metsu's „Zieke Kind", een der hoogtepunten uit de verz. Steengracht, verworven; in 1930 kwam de „Gevangenneming van Christus" door den zeldzamen Hier. Bosch een plaats onder de primitieven innemen; een jaar later volgde de eerste aankoop uit de Ermitage te Leningrad: de prachtige portretten van het echtpaar Gresham door Antonio Moro. Deze daad bracht een gewichtige versterking van de afdeeling vroege portretten en werd nog in hetzelfde jaar gevolgd door den aankoop uit rijksmiddelen van Ketel's beeltenissen van den bekenden Oost-Indië-vaarder Jacob van Neck en echtgenoote. De viering van het vijftigjarig bestaan der Vereeniging Rembrandt in 1933 ontleende grooten luister aan den belangrijksten aankoop, ooit door haar bemiddeling tot stand gekomen: de verwerving van twee meesterwerken uit Rembrandt's laten tijd: de „Verloochening van Petrus" en „Titus in monniksdracht", beide uit Rusland afkomstig. Het kleine aantal Rembrandt's in het Rijksmuseum werd hiermede tot elf gebracht. Het stemt tot nadenken, dat daarvan niet minder dan drie opvraagbare bruikleenen zijn: de „Pauwen" van den Heer J. J. M. Chabot, het „Portret eener jonge Vrouw" uit de Familie van WeedeStichting en Rembrandt's laatste zelfportret, eigendom van den Heer Rathenau. Intusschen had ook de Commissie tot Verkoop van Photographiëen niet stil gezeten. Deze commissie, die den verkoop van reproducties naar kunstwerken in rijksbezit op commercieele wijze exploiteert," heeft in de afgeloopen 12% jaar de daarbij behaalde winsten besteed voor den aankoop van tal van kunstwerken, die reeds thans een indrukwekkende reeks vormen. Wij noemen slechts: twee der paneelen van de „Zeven werken van Barmhartigheid" door den z.g. Meester der Barmhartigheden, de „Mars en Venus" door Cornelis van Haerlem, de buiten-scène door Willem Buytewech, de „Dobbelaars" door Matthieu Lenain, Bacchiacca's Florentijnsche straat-tooneel, het binnenhuis van Vrel en een der beide prachtige boschgezichten door Gerard David. De reorganisatie der Historische afdeeling wekte nieuwe belangstelling voor onze geschiedenis ter zee en te land, welke zich uitte in een tweetal geschenken: Dr. Ir. J. W. IJzerman te Wassenaar gaf een zeestuk met Oost-Indië-vaarders door Vroom en de Heer J. de Bruyn te Spiez een grisaille door Willem van de Velde den Oude. Uit het vele, dat verder nog door particulieren werd geschonken, kan slechts een kleine greep gedaan worden. Zoo noemen wij het portret van Alexandro de Medici door Pontormo, geschenk van Mr. M. M. van Valkenburg te Laren (Geld.), het kleurig rotslandschap van Joos de Momper, dat de Heer P. de Boer, en de twee buitengewone landschappen van P. G. van Os, die de Heer F. G. Waller aanbood, terwijl van Mevrouw B. Hoyer—Wierdsma te Hilversum een fraai landschap van Mauve werd ontvangen. Toen in Juli 1933 Dr. F. Schmidt-Degener zijn 25-jarige museumloopbaan herdacht, gaf dit aanleiding tot een welkome verrijking der verzameling. De Heer J. H. van Heek te Lonneker schonk de, ook kunsthistorisch, zoo-belangrijke triptiek van den Meester van Delft, de Heer D. G. vakTBeuningen te Rotterdam de aangrijpende „Kruisiging" door Greco. D. C. Röell. GESCHIEDKUNDIG OVERZICHT DER GEBOUWEN. De Rij ksverzameling van schilderijen is gehuisvest geweest in drie gebouwen alvorens in de nieuwe Rijksmuseum-gebouwen te zijn ondergebracht, namelijk in het Koninklijk Petleis en het Trippenhuis te Amsterdam en wat de schilderijen van moderne meesters betreft, in het Paviljoen Welgelegen te Haarlem. In 1808 werd het voormalig Stadhuis van Amsterdam in een Koninklijk Paleis herdoopt en tegelijk daarin het Groot Koninklijk Museum geïnstalleerd. Dit voormalig Stadhuis was door den Magistraat naar de plannen van Jacob van Campen en onder de leiding van Daniël Stalpert in zeven jaar tijds opgetrokken. De eerste paal werd 20 Januari 1648 ingeheid en op 23 April 1655 nam de Magistraat op plechtige wijze voor het eerst zitting. De lokalen voor het Museum bestemd, waren de Groote Krijgsraadkamer met de aangrenzende vertrekken (waaronder de Kleine Krijgsraadkamer), benevens twee Kabinetten aan de westzijde van het gebouw op de derde verdieping gelegen en waarin reeds sedert vele jaren schutterstukken, afkomstig van de Doelens, waren opgehangen. Aldaar hingen o.a. de Nachtwacht van Rembrandt in de Kleine Krijgsraadkamer, de Schuttersmaaltijd van B. van der Hélst en het schutterstuk ter eere van den Vrede van Munster door Govert Flinck in de Groote Krijgsraadkamer. Deze drie schilderijen benevens de „Doelheeren" van B. van der Helst, elders in het Stadhuis opgehangen, bleven in het Paleis om aan het Museum toegevoegd te worden en vormden er het grootste sieraad van. De andere schutterstukken vonden eene berging in het nieuwe ingerichte stadhuis aan de Oude Zijds Voorburgwal, het voormalige Prinsenhof. In 1815 werd het Schilderijenmuseum overgebracht naar het Trippenhuis, staande op de Kloveniersburgwal. Het Trippenhuis, de grootsche stichting der geschutgieters en handelaars in geschut Louis en Hendrik Trip, verrees naar de plannen van Justus Vingboons tusschen de jaren 1660 en 1662. Het gebouw bevatte twee woningen, (vandaar de veelal gebezigde benaming Trippenhuizen) die gescheiden waren, maar met één gemeenschappelijke zaal, de noordelijke bewoond door Hendrik, de zuidelijke door Louis Trip. Na vele wisselvalligheden kwam de noordelijke helft voor het grootste gedeelte in 1801 en 1802 in handen van den heer C. S. Roos, die er eene kunstgalerij opende en aan jonge kunstenaars tot studeeren gelegenheid gaf; een gedeelte werd verhuurd voor het houden van vergaderingen van het Koninklijk Instituut. Ten behoeve der vergaderingen van het Wetgevend Lichaam en van het Instituut kocht de Staat in 1808 dit noorderpand. Het zuiderpand bleef lange jaren aan de familie Trip, die het verhuurde o. a. in 1750 aan den bekenden kunstverzamelaar Gerrit Braamcamp, die er zijne schilderijen in tentoonstelde. In 1771 vermaakte de heer Louis Trip de Marez dit gedeelte aan de stad Amsterdam onder verband van vruchtgebruik voor de nakomelingen zijner familie; de Weeskamer voerde er het beheer over en verhuurde het achtereenvolgens aan verschillende personen. In 1811 gelaste keizer Napoleon, dat het Instituut naar dit gedeelte zou worden overgebracht, waardoor de stad gedwongen werd de huurpenningen aan de Weeskamer uit te betalen, tegelijk zou het Noorderpand tot Museum worden ingericht, waartoe de stad, aan wie de zorg der Schilderijen was opgedragen geworden, schoorvoetend door haar architect A. van der Hart een plan van verbouwing liet ontwerpen. De Souvereine Vorst bij zijn optreden het Rijksbestuur over het Museum regelende, nam het besluit dat de verzameling zou wprden overgebracht naar het Noorderpand. Onmiddellijk werd aan de plannen van vertimmering uitvoering gegeven; de beide voorzalen werden tot één geheel hereenigd, de diensttrappen weggebroken evenals de fraaie schoorsteenen. Toen in 1851 het Instituut veranderde in de Koninklijke Academie van Wetenschappen en nu in de plaats van eenmaal 's jaars iedere maand bijeenkwam en te beginnen met 1855 om de 14 dagen, werd de toestand onhoudbaar, omdat die vergaderingen gehouden werden in de groote voorzaal waarin de meesterstukken der verzameling hingen. In 1858 werd dan ook de groote zaal weder in tweeën verdeeld. Bij de toenemende uitbreiding der Verzameling kon dan ook het Trippenhuis niet meer aan de redelijk te stellen eischen voldoen. Reeds in 1834 werd door den Directeur over gebrek aan ruimte en onvoldoend licht geklaagd: die klachten namen steeds toe, vooral na de hierboven genoemde halveering der groote voorzaal en toen men ging beseffen aan welke gevaren de verzameling was blootgesteld in een niet brandvrij gebouw, gelegen in de nabijheid van pakhuizen waarin licht ontvlambare stoffen waren opgeborgen. In 1862 sloegen dan ook eenige kunstminnaars te Amsterdam de handen in elkaar. Zij vereenigden zich tot eene Kommissie ter voorbereiding der stichting van een Kunslmuzeum en in de Tweede Kamer van datzelfde jaar het Minister Thorbecke van zijne instemming met het door deze Commissie voorgestane plan blijken, waarna deze Commissie zich in 1863 constitueerde als die voor de stichting van het Museum Willem I, in de verwachting dat de stichting met de herdenking van het 50-jarig bestaan van het Koningschap kon worden ter hand genomen. De Commissie, rekenende op grooten finantieelen steun van het Rijk, schreef een wedstrijd uit voor het Museum Willem I. Van de 21 ontwerpen den 6 Febr. 1864 ingezonden, bleek geen aan de gestelde eischen te voldoen. Wel werd een eersten prijs toegekend aan het ontwerp van de heeren Ludwig en Emil Lange te München en een tweede aan dat van den heer P. J. H. Cuypers te Roermond, maar . tot de aanneming van een dezer ontwerpen kon de meerderheid van den jury niet besluiten. Toen werd aan een der juryleden, den heer A. N. Godefroy, opgedragen een nieuw ontwerp te vervaardigen, maar weldra verklaarde hij dat de beschikbaar gestelde som te gering was, waarop de Commissie den heer L. H. Eberson het maken van ontwerpen opdroeg. Deze ontwerpen werden door den Minister van Binnenlandsché Zaken in handen gesteld van de heeren J. J. Metzelaar en E. Gugel, waarop 's Ministers afkeuring volgde. De ontwerpen werden daarna vereenvoudigd en er werd getracht aan de gemaakte bezwaren tegemoet te komen. Hoewel de stad Amsterdam een terrein had toegezegd, het de financiëele steun der Regeering op zich wachten, totdat in de atting van de Tweede Kamer van 4 December 1872 Mr. S. van Houten een amendement op de Staatsbegrooting voorstelde, waarvan de strekking was duidelijk uit te spreken dat de stichting van een Museum de taak der Regeering was en dat gebroken moest worden met het stelsel om die taak afhankelijk te stellen van het particulier initiatief of van dat der Gemeente Amsterdam. Dit amendement werd met algemeene stemmen, op één na, aangenomen. Daarop verbond zich Amsterdam een terrein benevens ƒ 100.000 te geven en de haar toebehoorende schilderijen in bruikleen af te staan. Tengevolge van de oprichting, op initiatief van Minister M. C. C. Geertsema, van het College van Rijks Adviseurs voor de Monumenten van Geschiedenis en Kunst in 1874 en van de Afdeeling Kunsten en Wetenschappen aan het Departement van Binnenlandsché Zaken, door Minister Mr. J. Heemskerk Az. in 1875, werd de zaak krachtig ter hand genomen. De Architecten P. J. H. Cuypers, L. H. Eberson en H. P. Vogel werden uitgenoodigd ieder een ontwerp te leveren volgens een ontwerp door de Rijks Adviseurs opgemaakt. Met nagenoeg eenparige stemmen van den Jury verwierf het ontwerp van den heer Cuypers de voorkeur, waarop deze bouwmeester bij Kon. Besluit van 12 Juli 1876 tot Architect der Rijksmuseum-gebouwen werd benoemd. De bouw werd spoedig daaxop aangevangen en met kracht voortgezet. 13 Juli 1885 had de plechtige opening door Minister Heemskerk in tegenwoordigheid van Z. D. H. den Prins von Wied en van Zijne gemalin H. K. H. Prinses Marie der Nederlanden plaats. In 1898 werden door den aanbouw van het zoogenaamde Fragmentengebouw de lokalen aanmerkelijk uitgebreid; ook verrees in den tuin van het Rijksmuseum een gebouw ten behoeve van de Rijks Normaalschool voor Teekenonderwijzers, waarin de gewelfschildering uit het koor van de kerk te Warmenhuizen, geschilderd door Jan van Scorel, werd opgesteld, In 1909 kwam een nieuwe uitbreiding, zich aansluitende met het Fragmentengebouw tot stand. Deze nieuwe vleugel aan het gebouw, met ingang aan de Hobbemastraat, is bestemd voor de collectie Drucker en moderne kunst. In 1916 werd de nieuwe vleugel nog uitgebreid, voornamelijk met het uitzicht op een vermeerdering der Drucker-collectie. Hiermee kwamen zes nieuwe zalen voor schilderijen en teekeningen, benevens een lokaal voor oude voertuigen en ijzerwerk in gebruik. * * De reorganisatie der verzamelingen sedert 1922 bracht mede de betonneering der twee binnenplaatsen, die op hooger niveau werden gebracht, waardoor tevens een nuttige kelderruimte ontstond. De brandbluschvoorzieningen vereischten door het aanbrengen van ijzeren schermen en deuren, vele ingrijpende veranderingen. Door het wegnemen van ingebouwde vertrekken hernamen vele zalen hun oorspronkelijk aspect. Voor het modern ingerichte schilderijendepot werd een geheel nieuwe ruimte aangewezen. TOELICHTING EN VERKLARING DER VERKORTINGEN. De maten zijn genomen naar het beschilderde gedeelte van doek of paneel, dus niet binnen de lijst. Ze zijn uitgedrukt in centimeters. De hoogte- en breedtematen zijn van elkander gescheiden door een X teeken, de hoogtemaat staat voorop. Met rechts en links worden bedoeld rechterzijde en linkerzijde van den beschouwer. geb. is geboren. gest. „ gestorven. gem. ,, gemerkt. E. ,, paneel van eikenhout. M. ,, ,, ,, mahoniehout. D. „ doek. K. ,, koper. O. ,, ovaal. Past. ,, pastel. pap. ,, papier. cart. ,, carton. em. ,, email. De hoofdletters in cursief achter de korte biographie van den schilder duiden aan dat hij ook gegraveerd, geëtst of op steen geteekend heeft. De beteekenis dier letters is: B is graveur „au Burin". ZK „ graveur in Zwarte Kunst. AT „ graveur in Aquatint. H ,, Houtgraveur. E ,, Etser. L ,, Lithograaf. De lettercombinatie B-AT beteekent dat de kunstenaar de gravure „au Burin" en de gravure in „Aquatint" beoefend heeft. SCHILDERIJEN. ADRIAENSEN (Alexander), geb. Antwerpen 1587, gest. aldaar 1661. Leerling van A. van Laeck. 3. Vischstuk; aangesneden visch, oesters en een kreeft. op 'de XtoSffi A.LEXAN-DtR ADR JAENCCEN fESJT. Verk. F. Kayser, Amsterdam 1888. JfidO. ALKEN (Hieronymus van), zie op Bosch bl. 55. AELST (Willem van), geb. Delft 1626, gest. Amsterdam (?) na 1683. Leerling van zijn oom Evert van Aelst te Delft en van Otto Marseus van Schrieck te Florence. Werkzaam in Frankrijk en Italië van 1645—1656. 4. Dood Gevo- S) — haan en een i hen, een snip \ /P -r KStL/ 'T' ! en een specht, üZUlS • CLt . ___ __—«= j\ aan de pooten opgehangen. rff\*JOf8 ':Sr^\ D. 96 x 79, gem. onder rechts: *ï»>f) ^0 [_ Gekocht te Londen, 1895. AERTS (Hendrick), architectuur-schilder, werkzaam in de manier van Hans Vredeman de Vries, waarschijnlijk te Amsterdam, omstreeks 1600. 4a. Feestmaal in een paleis in renaissance-stijl; links een fontein en een prieel; op den voorgrond rechts een dichter, die de luit bespeelt. D. 93 x 127,5, gem. rechts /T f ~} Gek. in Zweden met steun fl\ f/y-fjf W/| ft*. i 6 OX,. vandeVer.Rembrandt.1910. qJ m AERTSZ. gen. Lange Pier, (Pieter), geb. waarschijnhjk Amsterdam 1508, gest. aldaar 1575; leerling van Allaert Claesz. te Amsterdam. Van omstreeks 1535 tot 1556 werkzaam te Antwerpen, daarna te Amsterdam. 5. De Eierdans; een jonkman voert den dans uit in een binnenhuis; verschillende personen als toeschouwers. E. 84 x 172, gejaarm. 1557- Gek. van Kolonel von Schepeler, Aken 1839. 6. Aanbidding der Herders; fragment van een altaarstuk. E. 90 x 60. Gered uit den brand van het stadhuis te Amsterdam, 1632. Vermoedelijk een overblijfsel van de Kerstnacht, door Pieter Aertsz. geschilderd voor de Nieuwe Kerk, en die bij den Beeldenstorm grootendeels vernield werd. Vroeger in de Weeskamer van het Oude Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 7. Opdracht van Jezus in den Tempel (voorzijde). Aanbidding der Wijzen (achterzijde). E. 188 x ft. Vleugel van een altaarstuk, vermoedelijk uit de Nieuwe Kerk te Delft. Verk. in het Huis met de Hoofden te Amsterdam 24 April 1860, met andere schilderijen, eveneens afkomstig uit het Raadhuis te Delft. Geschenk van Jhr. Dr. J. Six en Jhr. W. Six, Amsterdam 1900. ALLEBÉ (Augustus), geb. Amsterdam 1838, gest. aldaar 1927. Directeur der Rijks-Academie van Beeldende Kunsten (1880—1906). Leerling van P. F. Greive. L. 10. Vroeg ter Kerke; eenige kerkbezoekers te halven lijve voorgesteld, zittend in godsdienstige aandacht. D. 43 X 34, gemerkt onder rechts met monogram en 61. Legaat Reinhard Baron van Lynden, 1899. 11. Nadagen; een oud vrouwtje uit een kelderwoning naar buiten tredend, met een vuurtest in de hand. M. 29 X 22, gem. boven rechts met monogram en 63. Legaat D. Franken Dz., 1898. 12. Jonge Dame; schets. M. 35,S X 23,5, gem. onder rechts: Allebé 1863. Legaat D. Franken Dz., 1898. 13. Het welbewaakte Kind; een boerendeel, waarin een koe en eenige kippen; op den achtergrond een kind in de wieg, door een zonnestraal gekoesterd. D. 50,5 X 40, gem. onder rechts met monogram en 67. Bruikleen van den heer J. B. Westerwoudt, 1902. Gelegateerd in 1907. 14. Stilleven. Indische muilen, pijp en andere zaken op een wit laken. D. 36 X 43, gem. onder rechts: Allebé 73. Legaat D. Franken Dz., 1898. ANGELICO (Giovanni da Fiesole, gen. Fra), geb. Vicchio di Mugello 1387, gest. Rome 1455. Werkzaam te Fiesole, Rome en Florence. 17a. Madonna met het kind, tronend op een lagen zetel tegen een gordijn van goudbrokaat. Zij houdt in de rechterhand een witte leüe en steunt met de linker het kind, dat zijn arm om haar hals legt. Een licht-rose onderkleed wordt bedekt door een nümen licht -blauwen, met geel gevoerden mantel; een wit sluiertje valt over het goud-blonde haar. Gouden achtergrond. C. 74 x 52, van boven afgerond. Volgens Dr. R. van Marle een van 's meesters laatste werken, misschien bijgestaan door Benozzo Gozzoli. Afkomstig uit het Augusteum te Oldenburg, waarvoor in 1869 gekocht uit de verz. von Quandt, Dresden. Geschenk van de Vereeniging Rembrandt, 1923. ANONYMEN DER DUITSCHE SCHOOL. XVIe Eeuw (eerste helft). 21. Een Jonkman, met baret en pelsmantel. Groene achtergrond. [Door Dr. A. Bredius terecht aangeduid als werk van den Meister des Todes Mariae (Joos van Cleve 1485—1540)]. E. 58,5 x 43,5. Uit het Nationaal Museum 's Gravenhage, 1808. XVIIIe Eeuw (midden). 26. Frederik H (de Groote), Koning van Pruisen (1713—1786). K. 8,4 x 7. Uit de verz. miniaturen, vroeger in het Mauritshuis. 27. Portret van een Vorst (?) omstreeks 1750, in harnas met het blauwe lint en de ster van de orde van den H. Geest. K. O. 3,7 x 3. Uit de verz. miniaturen, vroeger in het Mauritshuis. ANONYMEN DER FRANSCHE SCHOOL. XVIe Eeuw. 27a. Engelbert H, Graaf van Nassau (1451—1504). Op de linkerhand houdt hij een gekapte valk, de rechterhand rust op den rand van de lijst, die één geheel vormt met het paneel. Om den hals de keten van de Orde van het Gulden Vlies. [Door den z.g. Meester der Vorstenportretten, Noord-Fransche (?) School, omstreeks 1485/1490]. E. 25,5 X 16; met lijst 33,5 X 24. Onder op de lijst het opschrift: Engelbert conté de Nassau. Waarschijnlijk identiek met het portret, dat zich in 1618 m het hof van Nassau te Brussel bevond. Verk. Magniac, Londen 1892; verz. Wickham Flower; part. verz. in Berlijn; verk. Fred. Muller & Co Mei 1914; verk. Onnes van Nyenrode, Amsterdam 1933. Geschenk van Dr. H. W. C. Tietje te Amsterdam, 1933. 28a. De Heilige Dionysius de Areopagiet. Te halven lijve, naar links gewend, de handen in gebed gevouwen, een nimbus om het hoofd. Achter den Heilige boekenplanken en een zandlooper. Rechts boven, op een stuk perkament: DIVUS DIONYSIUS PARISIOR EPISCOPUS THEOLOGUS ARIOPAGITA. Links, eveneens op perkament: MAGNUM MYSTERIUM ET MIRABILE SACRAMENTUM. Zuid-Fransche School (Avignon?), ± 1505. p- 49 X 35. Verz. Monseigneur Klönne, Amsterdam. Aangekocht 1930. 29. Philips H, Koning van Spanje (1527—1598), op ongeveer 25-jarigen leeftijd. E. 16,5 x 14. Verkooping Amsterdam, 1825. 30. Keizer Karei V (1500—1558), op ongeveer 50-jarigen leeftijd. E. rond diam. 17,5. Gekocht in 1884. 32. Hendrikiv, MnrichS-ê- -O G-R.ea-Francorum Koning van _ . Frankrijk £f NaUWT* /ÉfatlS ' SUff 4 0 (1553-1610). 5 9 D. 98 x 72. ' ' ' In den achtergrond het Fransche wapen en het opschrift. In hetzelfde jaar is dit portret gegraveerd door Goltzius. Mariette teekent hierbij aan, dat het origineel geschilderd is door Jacob Bund (Blois 1558—1614 Parijs). Een dergelijk portret gedateerd 1693, bevindt zich in de verz. Lestapis, chateau du Lac (Basses Pyrenées). Mededeeling van den Heer E. Mïchel. Uit het Mauritshuis. XVIIe Eeuw (laatste helft). 33. Boomrijk landschap in een bergstreek; eenige dames en heeren vermaken zich bij een fontein. • D. 88 X 107. Uit de voormalige stadsapotheek in den Laan te *s-Gravenhage. Legaat A. A. des Tombe 1903. ANONYMEN DER HOLLANDSCHE SCHOOL. A. VOTIBPSCHILDBRUBN. XlVe Beuw (tweede helft). 37. Tafereel ter gedachtenis aan vier Heeren van Montfoort, gesneuveld in den Tocht tegen de Friezen (1345). Jan, heer en burggraaf van Montfoort, zijn oudoom Roelof de Rover, heer van Heulestein, zijn oom Willem de Rover tot Montfoort en Hendrik de Rover, zoon tot Heulestein, zijn in eene rij achter elkander geknield voor de Moeder Gods, die op een troon is gezeten. Sint Joris staat achter den laatsten ridder. E. met lijmgrond 69 X 142, met het onderschrift: int iaer 1 venhage in 1881. 146. René van Chalons, prins van Oranje (c 1519—1544). Perenhout, rond midd. 15, in de oorspronkelijke notenhouten lijst waarop: RENÉ DE CHALON PRINCE DORENGES, COMTE DE NASSOV EC AIGE DE XXIII ANS 1542. Uit de verzameling van het Nederl. Museum. 148. Maria van Oostenrijk, (1503—1558)- Landvoogdes der Nederlanden, zuster van Keizer Karei V. Omstreeks 1550. Notenhout rond, midd. 9. Aan de achterzijde staat: Hlarie nar Ia grace be biet» rOJJtte be hongtte be hol...n. Soeur de l'empereur Charles 5 qui fut Gouvernante des Pays-Bas. Gekocht te Utrecht. ■ 149. David Jorisz. (1501-1556). Glasschilder en wederdooper. Buste, een weinig naar links gewend (Copie). E. 36 x 28. Het origineel, een kniestuk met een landschap tot achtergrond, toegeschreven aan Jan van Scorel, bevindt zich in het Museum te Bazel. Verk. Borger Toosten, Amsterdam 1882. V ■V- O* XVIe Beuw (tweede helft). 151. Willem van Lockhorst (1514—1564). Te halven lijve; met rossigen baard. [Door Dr. M. J. Friedlander toegeschreven aan Jan van Scorel, zie blz. 263]. E. 64 x 49, in den achtergrond: AN° 1554 ETATIS 40. Van achteren een oude lakafdruk met het wapen van het geslacht Van Wassenaar. Dit portret werd vroeger gehouden voor dat van Andnes bastaard van Wassenaer, overeenkomstig de beschrijving van den vorigen bezitter Prof. J. A. Alberdingk Thijm. Een bijna identiek portret, toegeschreven aan Maerten van Heemskerck, bevindt zich op het Slot Herdringen in Westfalen in het bezit van Graaf Fürstenberg. Gekocht verk. Fr. Muller & Co., 1900. 152. Familietafereel van Pierre de Moucheron (1508—1568) en Isabeau de Gerbier (1518—1568) met 20 kinderen, aan den disch gezeten. [Thans toegeschreven aan Cornelius de Zeeuw, zie blz. 327]. E. 108 x 246. Boven ieder is de CTAT II € 0 C\/1E 0 < 4! 0 leeftijd aangegeven iu * ^ ft J iy> en boven de ouders: Gekocht te Haar- E TAT I S ' S V E '4 5 lem, 1890. 152b. Ritmeester Pieck; staande, in de rechterhand zijn handschoenen; met de linker omvat hij het gevest van zijn degen, E. 46,2 X 35>7- Links boven het wapen met helmteeken, rechts Aetatis 15JI. Bruikleen van R. A. Baron van Hardenbroek van Hardenbroek, 's Gravenhage 1933. 153. Kenau Simonsdr. Hasselaer (1526—1589), in volle krijgsrusting. Door het venster ziet men de St. Bavokerk te Haarlem. E. van bóven afgerond, een geheel vormende met de lijst, 44 x 34,5. Met opschrift: K. H. Siet hier een vrou, genamt Kenou Vroom als een man, die talder tyt Vromelyck bestryt, den Spaensen tiran. Aetatis 47. 1573. Uit het Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. 155. Guilliam Courten (1540—), gehuwd met Margariete Cassier, zie No. 206. E. 46 x 34. Met opschrift: AETA . 35 . 1575 en zijn hier afgebeeld monogram. Van achteren zijn wapen en: „Den 2 Mare ij in f717 meenen 1567 dacht ducdalue (de Hertog van Alval r.hnilliamp \ W // Courten te berouen syn leven. Maer godt heeft den 20 Marcii i*6? Wv door syn huysvroüe Marghueriete Cassier: Victorie ghegheven". Ter gedachtenis zijner ontvluchting uit den kerker werden 4 drinkschalen gemaakt, waarvan één in het Riiksmiiseiim fzip Nn -?fi Cat. Zilverwerk 1902), een tweede in de verz. A. O. van Kerkwijk IrJ] te 's-Gravenhage en een derde bij Mevr. de Wed. Loten van Doelen 11 ü iirome te boestaijk. .Legaat Jnr. Mr. de Witte van Citters, 1875. 157. Mr. Pieter Bleker (1497—1567)- Schepen van Amsterdam. Zeepzieder en brouwer. XVIIe eeuwsche copie. D. 74 X 61. In den grond zijn wapen en het opschrift: „Mr. Pieter Bycker aetatis LXIII, 1560". Zie bij No. 162. 158. Anna Codde, (1504—), echtgenoote van den voorgaande. XVIIe eeuwsche copie. D. 74 x 61. In den grond haar wapen en het opschrift: Out LVI iaer An. 1560. Zie bij No. 162. 159. Pieter Pietersz. Bleker (1522—1614). Zoon van No. 157. Brouwer te Amsterdam. D. 74 x 61. In den grond zijn wapen en het opschrift: „Pieter Bycker Aetatis suae 41, 1573. Zie bij No. 162. 160. Gerrit Pietersz. Bicker(i554—1604), Burgemeester van Amsterdam, eerste inschrijver op de negotiatie der O. I. Cie. Copie 17e eeuw. D. 74 x 61. In den grond zijn wapen en het opschrift: 1583, Aeta 29. Zie bij No. 162. 161. Alyda Boelens (1557—1630), echtgenoote van den vorige. Copie. D. 74 x 61. In den grond haar wapen en het opschrift:i583 Aeta 25. Zie bij No. 162. 162. Jacob Pietersz. Bicker (1555—1587). Koper, midd. 4. De Nos. 157—162 behooren tot het legaat Bicker, in bruikleen van Amsterdam sedert 1881. 163. Portret van een aanzienlijk Man (omstreeks 1580). Koper ovaal 4,6 x 3,4, in zilveren kast. Uit de collectie miniaturen, vroeger in het Mauritshuis. 164. Maria Stuart, Koningin van Schotland (1542—1587)- Koper ovaal 4,45 x 3,3, in een zilveren kast met twee beugels. Herkomst als No. 163. 165. Petrus Canisius (1521—1597). Roomsch geestelijke en vermaard schrijver uit Nijmegen. Koper ovaal 13,6 x 10,4. Op het voetstuk van het als een buste behandelde portret staat: Petrus Canisius. Herkomst als .No. 163. 166a. Prins Willem I (1533—1584). Geschilderd in 1583, na den aanslag van Jean Jaureguy. [Thans toegeschreven aan Dirck Barentsz, zie blz. 39]. E. 49 X 33. Een herhaling van dit portret, gedagteekend 1583 en met het opschrift: GVILL. A NASS. AVRA. PRINCEPS A° 1583, bevindt zich in het Sted. Museum te Alkmaar. Aangekocht te Florence in 1905. 169. Bartholomeus van der Wiere (1534—1603), Pensionaris van Amsterdam in 1578. Kniestuk. E. 107 x 82; een blad papier op tafel bevat het opschrift: Eersamen zeer dis creten .... ius Tot Amsterdam Actum 1593. In den achtergrond: AETATIS : SVAE 59 : 1593. Aangekocht te Parijs in 1902 met volgend No. 170. Lijsbeth Hen- * driksdr., echtge- Ag' iTlVT^'ï />* f/C* ff noote van den /V-fi/Vi. JI5 O \/T^33 voorgaande (1538 X~ —na 1603). Kniestuk. F # 9 ^ E. 107 x 82. Als opschrift: J S S Herkomst als No. 169. 174. Dirck Baltus. Buste, een weinig naar rechts gewend. In zwart kostuum. E. 64 x 48. Hing vroeger in het Rijpenhofje te Amsterdam; in bruikleen van Diakenen der Vereenigde Doopsgezinde Gemeenten aldaar, 1899. XVIIe Beuw (eerste helft,. 177. Johan (de oude) Graaf van Nassau (1535—1606), oudste broeder van Willem I. Opschrift: Graaf Johan van Nassau, Aetatis 71 obijt op Dillenburgh. Ao. 1606. Zie bij No. 185. 178. Lodewijk Graaf van Nassau (1538—1574), broeder van Willem I. Opschrift: Graef Lodewijck van Nassau, Aetatis 36 gebleven bij Moock Ao. 1574. Zie bij No. 185. 179. Adolf Graaf van Nassau (1540—1568), broeder van Willem I. Opschrift: Graaf Adolph van Nassau, Aetatis 28 gebleven bii Hevligerlee Ao 1568. Zie bij No. 185. 180. Hendrik Graaf van Nassau (1550—1574), broeder van Willem I. Opschrift: Graaf Hendrik van Nassau, Aetatis 24 gebleven bij Moock Ao IS74 Zie bij No. 185. . 181. Philips Graaf van Nassau (1566—1595), zoon van Jan den Oude. Opschrift: Graef Philips van Nassau, Aetatis 29 gebleven bij den Riin. Ao lias Zie bij No. 185. 3' 182. George Frederik Graaf van Nassau (1606—1674), kleinzoon van Jan den Oude. Links boven het jaartal: T f\ r\ Achterop staat: GORG FRIGVN.KE. Zie bii *■ ^ D ^ " No. 185. ff§ 183. Lodewijk Hendrik Graaf van Nassau (1594—1661), kleinzoon van Jan den Oude. Achterop staat: LVDOVIC Z . N . KE. Zie bij No. 185. 184. Francois de la Noue, bijgenaamd Bras de Fer. Fransen edelman als Veldmaarschalk in dienst van de Staten. Opschrift: Monsr de la Noue. Zie bij No. 185. 185. Mansportret. De nummers 177—185 (E. 30 x 25) zijn afkomstig van het Huis Honselaarsdijk. Uit het Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. Zie No. 2008. 589a. Hier. Bosch. 186. Kommandant Charles de Héraugières (1530?—1601), veroveraar voor Prins Maurits van het kasteel en de stad Breda (1590). Gouverneur van Breda. E. 69,5 x 58,5. In den achtergrond: BREDA A SERVITVTE HISPANA VINDICATA 4. MART. 1590. Uit het Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. 188. Prins Frederik Hendrik (1584—1647). Stadhouder van Holland, Zeeland enz. Koper, rond, midd. 3,2. Aangekocht in 1896. 195. Pieter Willemsz. Verhoeff, Zeekapitein, onderscheidde zich in den slag bij Gibraltar, 1607; doodgemarteld op Banda-Neira, 1609 (Copie). D. 56 x 48. Links zijn wapen tusschen de letters P en W. Gekocht in 1888. 196. Willem Usselincx (1567—1647), Stichter der West-Indische Compagnie. E. 17,5 x 14. Opschrift: W. WSSELINX : AVTEVR . VAN . WEST-INDISE COMPANGI. AE SVAE 69 Ao 1637. Gek. Fr. Muller & Co., 1896. 197. Justinus van Nassau (1559—1631), Zoon van Prins Willem I en Eva Elinx. Kniestuk. Hij draagt een donkere pruik. Zie ook No's 1978 en 1985. E. 109 x 76. Vroeger in de verz. als het portret van een onbekenden admiraal. Als Justinus van Nassau herkend door den Heer J. L. van Dalen. Archivaris te Dordrecht. Verk. Fr. Muller & Co., Amsterdam 1882. 203. Portret eener Vrouw op middelbaren leeftijd, omstreeks 1620. Koper, ov. 9,5 X 7,2. Legaat D. Franken Dzn., 1898. 204. Portret van een Jongeling, 1614. K. O. 8,6 x 6,3. Gejaarm. Ao. 1614. Legaat A. A. des Tombe, 1903. 205a. Frederik de Houtman, Gouverneur van Amboina (1571— 1627). Kniestuk gewend naar rechts, staande aan een tafel, waarop een wereldglobe. Zie ook No. 83. D. 129 x 95. Geschenk van den heer J. W. IJzerman, 's-Gravenhage 1915. 206. Margarita Cassier, in 1563 gehuwd met Guilliam Courten, zie No. 155. E. 131 x 96, gejaarm. Ao. 1616. Legaat Jhr. Mr. Jacob de Witte van Citters 1875. 210. Mansportret, 1627. Borstbeeld. E. 13 X 10, gem. Aetat. 35 . 1627. Herkomst als No. 206. 211. Nicolaes de Witte, (1603—1629), sneuvelde bij het beleg van 's-Hertogenbosch. D. 72 X 54. Links nevenstaand wapen. Herkomst als No. 206. /—") _ 213. Vrouwsportret, 1645. Borstbeeld. E. 13 x 10, gem.: Aetat. 50 . 1645. Herkomst als No. 206. ^""^ 217. Portret van een bejaard Man, steunende met de hand op een boek. E. 18,5 x 15. Nat. Museum, 's-Gravenhage 1808. 2 218. Portret van eene jonge Vrouw. Koper 6,8 x 5,4. Uit de verzameling Jhr. van Heemskerck van Beest. 220. Portret van een Jongeling, in rijke kleederdracht; ie helft 17e Eeuw. K. ovaal, 11,8 x 9,1. Uit de collectie rniniaturen, vroeger in het Mauritshuis. 221. Dirck Hendriksz. van Swieten. D. 73,5 x 58, gem. rechts boven: AETATIS . SVAE . 67 . anno . 1626. Links familiewapen. In bruikleen van het Kon. Oudheidk. Genootschap, 1889. 221a. Cornelis Haga (1578—1654). Gezant der Ver. Nederlanden te Stockholm (1610) en Constantinopel (1611—1639), President van den Hoogen Raad (1645—1654). E. ov. 62 X 46,5. Geschenk van Mevr. de Wed. A. J. S. Dibbets geb. Kaas, namens haar overleden zoon Pr. J. E. Dibbets, aan het Kon. Kabinet van Schilderijen (Mauritshuis) te 's-Gravenhage, 1873. Cat. No. 496. In bruikleen 1933. 225. Het gezin van den Vice-Admiraal Joos van Trappen gez. Banckers, f 1647, bestaand uit vader, moeder en vijf kinderen, benevens een negerjongen. Omstreeks 1635. Zie ook No. 1343. E. 57 x 72. Stond op naam van Th. de Keyser en heette het gezin van den luit. admiraal Piet Hein. Wellicht is Pieter Codde de schilder. Gek. in 1866. 228. Mr. Jan Bernd Schaep (1633—1666). Raad ter Adrnirahteit in het Noorderkwartier. Zilver, O. 10,5 x 8,5. Legaat Bicker. In bruikleen van Amsterdam, 1881. 229. Portret van een Echtpaar; ie helft der 17e Eeuw. Geschilderd in den bodem en tegen het deksel van een zilveren doos. O. 6 x 4,8. Uit de verzameling miniaturen afkomstig van het Mauritshuis. XVIIe Beaw (tweede helft). 234a. Mr. Jacob de Vogelaer (1625—1697), Secretaris van Amsterdam, in zijn werkvertrek. Een klerk overhandigt hem een brief. D. 64,5 X 54. Gedateerd 1635. In bruikleen van Amsterdam, 1925. 235. Dr. Jan Bicker Gerritsz. (1594—1653), Burgem. van Amsterdam. D. 72 X 58,5. Met den tegenhanger No. 236 van de verk. de Graeff van Polsbroek te Ilpendam, 1872, als door Jan de Bray. Vermoedelijk een copie naar Jan Lïevens. Legaat Bicker. Bruikleen van Amsterdam, 1881. 236. Agneta de Graeff (1603—1656), gehuwd met den vorige. D. 71 x 59. Herkomst en toeschrijving als vorig nummer. 236b. Johan Maurits, Graaf van Nassau—Siegen (1604—1679), Gouverneur van Brazilië. D. 82 x 60. Door ruil verworven, 1922. 239. Cornelis Bicker, Heer van Swieten (1593—1654). Burgemeester van Amsterdam. D. 74 x 61. Opschrift: „Corn. Bicker H. V. Swieten 1654". Legaat Bicker. In bruikleen van Amsterdam, 1881. 242. Witte Cornelisz. de With (1599—1658), Vice-admiraal. Te halven lijve; de commando-staf in de rechterhand. D. 93 x 78,5. Achterop zijn wapen en „Witte Cornelisz. de With, vice-admiraal van Holland en West-Friesland. Gesneuveld 1658. Aetatis 57. Ao. 1657". Uit het Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. 244a. Johan Anthonisz. van Riebeeck (1618—1677). Eerste Commandeur van de Kaapkolonie. Zijn wapen in linkerbovenhoek. D. 91 x 61. Naar het kostuum te oordeelen is dit portret na 1660 geschilderd. Het kan dus niet Johan's vader voorstellen, zooals de inscriptie achter op het doek aangeeft; deze overleed in 1639. Schenking van Jhr. Mr. J. H. F. K. van Swinderen, 1884. 247. Mansportret. Buste. K. ovaal 7,5 x 6. Legaat A. A. des Tombe, 1903. 247a. Portret van een jongeling van goeden huize, de luit bespelende. K. Ov. 6,3 x 5,1. Legaat Mej. M. E. van den Brink te Velp, 1905. 248. Portret van een jongeling. Buste. K. ovaal 10,5 x 8, achterop met nieuwe letter: Admiraal Melchior v. d. Kerckhove. Legaat A. A. des Tombe, 1903. 250. Mr. Johan de Witt (1625—1672). Raadspensionaris. Copie. D- 32,5 x 29. Verz. van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 252. Jan Boudaen Courten (1635—1716), Raad der stad Middelburg en Bewindvoerder der O. I. C. [Rechts boven is de signatuur Cornelius Janson van Ceulen filius fecit 1668 voor den dag gekomen. Corn. Janson van Ceulen de Jonge werd te Londen geboren na 1622 en stierf te Utrecht na 1698. Leerling van zijn vader Cornelis]. D. n6x 94. Herkomst als No. 251. 253. Portret van een aanzienlijke jonge Vrouw. D. 34 x 26,5. Legaat van den Heer J. H. Schellwald, Zwolle 1900. 255. Carel Rabenhaupt (1602—1675), Luitenant-Generaal. Verdediger van Groningen en innemer van Coevorden (1672). D- 7i x 55. Gekocht te Groningen 1887. 257. Portret van een Hollandschen Vlootvoogd van omstreeks 1675; in harnas; een slag tusschen Hollandsche en Engelsche schepen in den achtergrond. D- 135 x no. In rijk gesneden lijst met krijgsattributen en zijn wapen. Afkomstig uit Alkmaar. Gekocht in 1895. 257b. Willem IH, Koning van Engeland, in groot ornaat. Te halven lijve, het hoofd naar links gewend. Blik ov. 9,4 x 7,5. Verz. Baron van Brakell. 257c. Maria Stuart, gemalin van den vorige, in rijk gewaad met ontblooten hals. Te halven lijve, het hoofd naar links gewend. Blik ov. 9,4 x 7,5- Verz. Baron van Brakell. 260. Margaretha Le Gouche (1636—1727), echtgenoote van Nicolaas Klopper, drinkende uit een fontein. D. 50 x 39,5. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. 261. Gerard de Rijp, staande in zijn hof. D. 82 X 100. Vroeger in het Rijpenhofje te Amsterdam. Bruikleen van Diakenen der Ver. Doopsgezinde Gemeenten, Amsterdam 1899. 262. Diederik van Hogendorp (gest. 1702), Raad en Rekenmeester der Domeinen van den Stadhouder Prins Willem III. D. 86 x 68. Geschenk van Jhr. Mr. J. H. F. K. van Swinderen, 1884. 263. Petronella Kettingh (gest. 1702), echtgenoote van den voorgaande. D. 86 X 68. Herkomst als No. 262. XVIUe Beuw, 269. Elisabeth van Riebeek (1693—1723). dochter van den GouverneurGeneraal Abraham van Riebeek, echtgenoote van Gerard van Oosten. E. 74 x 60. Geschenk van Jhr. Mr. J. H. F. K. van Swinderen, 1884. 270. Hendrik Lijnslager (1693—1768), Kapt. ter zee bij de Admiraliteit te Amsterdam, 1720 (oud 27 jaar). Zie ook op Spinny No. 2222. D. 55 x 44. In bruikleen van het Kon. Oudheidk. Genootschap, 1889. 270a. Portret eener bejaarde dame, te halven lijve. K. Ov. 8 x 5,8. Legaat Mej. M. E. van den Brink te Velp, 1905- 271. Portret van eene aanzienlijke Vrouw, uit de familie Balguerie. D. O. 73 X 60. Legaat van Mevr. de Wed. Mr. D. Balguerie geboren van Rijswijk, 1823. 275. Jacoba Magtelda Rijswijk, dochter van Theod. Rijswijk en Elisabeth Hollaer. D. O. 73 X 64. Herkomst als No. 271. 279. Willem van Hogendorp (1656 of 1657—1733), burgemeester van Rotterdam, bewindvoerder der Oost-Indische Compagnie, Kamer van Rotterdam, 1692. Zie bij No. 281. 280. Mr. Engelbert van Berckel, bew. O.-I. C. 1715- Zie bij No. 281. 281. Mr. Hendrik Braats, bew. O.-I. C. 1734- De nummers 279, 280 en 281 behooren tot eene serie portretten op doek (ov. 82 x 68) afkomstig van het kantoor der O.-I. Compagnie te Rotterdam. Zie hierover No. 2666. 282. Adrianus van Royen (1704—*779), Hoogleeraar te Leiden. K O. 11 x 9. Van achteren staat: A. van Royen 1747- Behoort bij Amoud van Haltris Panpoëticon Batavum. Zie blz. 107. 283. Maria Louisa van Hessen-Cassel (1688-1763), gen. MarijkenMeu. Weduwe van Johan Willem Friso, Stadhouder van Friesland, verdronken in 1711. D. 84 x 68. Uit het Mauritshuis, 1867. 284. Anna van Brunswijk (1705)—1759), Koninklijke Prinses van Engeland. Gemalin van Prins Willem IV. Parelmoer, O. 6,7 X 4,8. Uit de collectie rniniaturen, vroeger in het Mauritshuis. 290. Magdalena van Citters (gest. 1738), echtgenoote van Mr. Adriaen Isaac Hurgronje. D. 57.5 x 44. Legaat Jhr. Mr. Jacob de Witte van Citters, 1875. 291. Johanna Sara Pels (1702—1791), echtgen. van Jan Bernd Bicker. D. 89 x 66. Legaat Bicker 1881. In bruikleen van Amsterdam. 293a. Portret van een jongeling van goeden huize, te halven lijve. K. Ov. 6,5 x 5. Herkomst als No. 270a. 293b. Portret eener jonge vrouw van goeden huize, te halven lijve. K. rond midd. 5,9. Herkomst als No. 270a. 294. Koning Willem I (1772—1843), als kind. D. 46 x 39. Geschenk van E. Baron van Lynden van de Cannenburgh, 1888. 295. Willem George Frederik, Prins van Oranje Nassau (1774— 1799), als kind. D. 46 x 39. Herkomst als No. 294. XlXe Beuw. 296. Willem I, als Souverein Vorst der Vereenigde Nederlanden (2 December 1813—16 Maart 1815). D. 69 x 55. Verk. van Goethem—De Soere, Amsterdam 1890. Kunstenaars. 299. Paulus van Vianen (geb. Utrecht omstreeks 1550, gest. Praag IO*3), goudsmid en kunstdrijver, een bronzen beeldje van Venus in de hand houdende. [Thans toegeschreven aan Cornelis Ketel, zie blz. 151]. D. 56 x 50. Verkooping Mr. M. C. van Hall, 1858. 300. Portret van een Schilder, (omstreeks 1610); op den achtergrond het wapen van St. Lucas, omgeven door schildersattributen. Koper, aan de achterzijde waarvan een oude gravure; ovaal 6,1 x 5,1. Uit de collectie van Jhr. van Heemskerck van Beest. 303. Mansportret, waarschijnlijk een fragment van een zelfportret van Pieter de Hooch, zie blz. 135. E. 43 X 34. Gemerkt rechts onder: Aetatis 19 P D H (het monogram van Pieter de Hooch). Verk. Amsterdam, 1834. 303a. Jean Etienne Liotard, in Turksch gewaad en met een rooden fez op het hoofd; hij draagt een langen baard. Waarschijnhjk een zelfportret. D. op E. 24 X 20. Geschenk van den Heer H. G. C. Leendertz te Apeldoorn, 1913. 303b. Portret van een bejaard schilder; te halven lijve en zittende in een leunstoel. In den achtergrond rechts een schildersezel. Omstreeks 1750. D. 79,5 X 63,5. Afkomstig uit de nalatenschap van den Heer P. W. Scholten, die door huwelijk verwant was aan de familie van den prentkunstenaar Cornelis Ploos van Amstel. Zie nos. 667 en 2890. Gekocht te Amsterdam, 1913. 304. Een Kunstenaar met zijn Echtgenoote en twee Dochters. Uit het midden.der XVIIIe Eeuw.. D. 37 X 3°* Geschenk van den heer. Jos. de Knijper, 1892. Gouverneurs Generaal van Nederl.-Indlë. 306. Pieter Both, 1610—1614. No. 1. ^§5* Java teakhout 33 x 25. Onderschrift: PIETER BOTH GOUV. GENER. VAN INDIA. Zie bij No. 328. 307. Pieter Reynst, 1614—1615. No. 2. Java teakhout 33 x 25. Onderschrift: GERRIT REIJNST GOUV. GENER. VAN INDIA. Zie bij No. 328. 308. Laurens Reael, 1615—1619. No. 3. Java teakhout 33 x 25. Onderschrift LAURENS REAAL GOUV. GENER. VAN INDIA. Zie bij No. 328. 309. Jan Pietersz. Coen, 1619—1623 en 1627—1629. No. 4. Java teakhout 33 x 25. Onderschrift: JAN PIETERSZOON COEN GOUV. GENER. VAN INDIA, waartusschen het wapen. Zie bij No. 328. 310. Pieter Carpentier, 1623—1627. No. 5. Java teakhout 33 x 25. Onderschrift: PIETER DE CARPENTIER GOUV. GENER. VAN INDIA. Zie bij No. 328. 311. Jacques Spex, 1629—1632. No. 6. Java teakhout 33 x 25. Onderschrift: JAQUES SPECKS GOUV. GENER, VAN INDIA. Zie bij No. 328. 312. Hendrick Brouwer, 1632—1636. No. 7. Java teakhout 33 x 25. Onderachrift: HENDRIK BROUWER GOUV. GENER. VAN INDIA. Zie bij No. 328. 313. Antonie van Diemen, 1636—1645. No. 8. Java teakhout 33 x 25. Onderschrift: ANTONIO VAN DIMEN GOUV. GENER. VAN INDIA, waartusschen zijn wapen. Zie bij No. 328. 314. Cornelis van der Lyn, 1645—1650. No. 9. Java teakhout 33 x 25. Onderschrift: CORNELIS VAN DER LIJN GOUV. GENER. VAN INDIA. Zie bij No. 328. 315. Karei Reyniersz., 1650—1653. No. 10. Java teakhout 33 x 25. Onderschrift: CAREL REYNIERSZ. GOUV. GENER. VAN INDIA, waartusschen zijn wapen. Zie bij No. 328. 316. Joan Maetsuyker, 1653—1678. No. 11. Java teakhout 33 x 25. Onderschrift: JOAN MAATSUIJKER GOUV. GENER. VAN INDIA waartusschen zijn wapen. Zie bij No. 328. 317. Ryclof van Goens, 1678—1681. No. 12. Java teakhout 33 x 25. Onderschrift: RIJKLOF VAN GOENS GOUV. GENER. VAN INDIA, waartusschen zijn wapen. Zie bij No. 328. 318. Cornelis Speelman, 1681—1684. No. 13. Java teakhout 33 x 25. Onderschrift: CORNELIS SPEELMAN GOUV. GENER. VAN INDIA, waartusschen zijn wapen. Zie bij No. 328. 319. Johannes Camphuys, 1684—1691. No. 14. Doek op teakhouten raam 33 x 25. Onderschrift: JOHANNES CAMPHUIJS GOUV. GENER. VAN INDIA, waartusschen zijn wapen. Zie bij No. 328. Air. Willem van Outshoorn, 1691—1704. No. 15. Zie op David van der Plaes. No. 1886. 320. Abraham van Riebeek, 1709—1713. No. 17. "Koper 34,5 x 27. Onderschrift: De Hr ABRAHAM VAN RIEBEEK GOUVERN. GENERAEL oud 58 jaren Ao. 1711, waartusschen zijn wapen. Zie bij No. 328. 321. Christoffel van Zwol, 1713—1718. No. 18. Doek op raam van teakhout 35 x 26,5. Onderschrift: D. Hr. CHRISTOFFEL VAN SWOL GOUVERN. GENERAEL oud 53 jaeren Ao. 1715, waartusschen zijn wapen. Zie bij No. 328. 322. Hendrik Swaerdekroon, 1718—1725. No. 19. Koper 33,5 x 26. In den linker bovenhoek zijn wapen. Rechts op een schild, door twee leeuwen gedragen, 3 wapens: het eene dat van Batavia, het tweede het monogram der Compagnie, het derde niet te ontcijferen (schijnt eén anker) daaronder het opschrift: INDIA BELGARUM DULCE DECUS BATAVIS. Zie bij No. 328. 323. Mattheus de Haan, 1725—1729. No. 20. Geelkoper 33 x 25. Onderschrift: MATTHEUS DE HAAN GOUVERN. GENER. VAN INDIA VAN DEN 7 AUG. Ao. 1725 TOT. . . Waartusschen zijn wapen. Achterop staat: den 14 October Ao. 1726; Aetatis 63 Jaaren. Zie bij No. 328. Diederik van Durven, 1729—1730. No. 21. Zie op Hendrik van den Bosch, No. 586. 324. Dirk van Cloon, 1730—1735. No. 22. Koper 33,5 x 26,5. Onderschrift: Mr. DIRK VAN CLOON, BAT. IND., waartusschen zijn wapen. Zie bij No. 328. Abraham Patras, 1735—1737. No. 23. Zie op Theodorus Justinus Rheen, No. 2028. 325. Adriaan Valckenier, 1737—1741. No. 24. Koper 34 x 26,5. Links 3 wapens (Batavia, Holland en een met zeilend schip) rechts zijn wapen. Onderschrift: Adriaan Valckenier van Amsterd. Gouverneur Generaal van Nederlands India 1737. Zie bij No. 328. Johannes Thedens, 1741—1743. No. 25. Zie op Jac. Oliphant No. 1786. Gustaaf Willem Baron van Imhoff, 1743—1750. No. 26. Zie op Jan Maurits Quinkhard No. 1941. 326. Jacob Mossel, 1750—1761. No. 27. Koper 33,5 x 26,5. Onderschrift: „Jacob Mossel, Generaal over dTnfanterye van den Staat en Gouverneur Generaal van Nederlands India". Zijn wapen in een liggende cartouche. Zie bij No. 328. 327. Petrus Albertus van de Parra, 1761—1775- No. 28. Koper 35 x 27. Onderschrift: P. A. van der Parre, Gouverneur Generael van Nederlands Indien. Zijn wapen in den linker bovenhoek. Zie bij No. 328. 328. Reinier de Klerk, 1777—1780. No. 30. Koper 35 x 27. Onderschrift: „Reinier de Klerk Gouv. Gener. van India". Gemerkt rechts: Feicit, 1779- De serie Nos. 306—328 werd ontvangen van het Departement van Koloniën in 1876 en is vermoedelijk afkomstig van de O. I. Compagnie. Het zijn meest verkleinde copieën naar de origineelen te Weltevreden (Batavia). ANONYMEN DER ITALIAANSCHE SCHOOL. 330. Allegorie. Johannes de Dooper het kind Jezus liefkoozende op den schoot zijner moeder; de heilige Catharina, Joseph en de engel Gabriël' zien toe. De kindermoord van Bethlehem en demarteldood der H. Catharina in het verschiet. [Thans toegeschreven aan Polidoro da Lanciano, geb. omstreeks 1515, gest. te Venetië 1565; navolger van Titiaan]. D. 136,5 X 179. Verz. Hertog de Trias, Madrid; Hertog di San Pietro, Bari; in 1809 verk. aan S. Lasalle, van wien door Van der Hoop als Titiaan gekocht in 1841. Verz. van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 331. Het Huwelijk van de Heilige Maagd, gesloten door een Hoogepriester, in den Tempel. School van Ferrara. D. 49,5 X 58,5. Nat. Museum 's-Gravenhage, 1808. 332. Johannes de Dooper; borstbeeld in profiel. [Thans toegeschreven aan Matthias Stomer, die omstreeks 1615 te Rome leerling was van Gerard van Honthorst; door Dr. A. von Schneider toegeschreven aan Caesar van Everdingen, zie blz. 97]. D. 73 x 60. Uit het Nat. Museum, 's-Gravenhage 1808, als van Lanfranco. ANONYMEN DER SPAANSCHE SCHOOL. XVIIe Eeuw (eerste beltt). 333. St. Sebastiaan, met pijlen doorboord, gebonden aan een boom; figuur te halven lijve. [Thans toegeschreven aan Alonso Cano, geb. Granada 1601, gest. aldaar 1667]. D. 76 X 64. Geschenk van den heer A. Willet, Amsterdam 1887. 334a. Bodegone of keukenstuk. De vroolijk lachende keukenmeester houdt van achter een tafel, waarop een groote verscheidenheid van eetwaren is uitgestald, met beide handen een kom rooden wijn in de hoogte. School van Sevilla ± 1620. Het schilderij is verwant aan de aan Velazquez toegeschreven Bodegones. D. 100 x 122. Verz. Sir Charles Robinson, Londen; verk. bij Lepke, Berlijn 1914. Geschenk van een groep leden der Vereeniging Rembrandt, 1922. 335. Karei Balthasar (1629—1646), zoon van Philips IV, Koning van Spanje, als klein kind. [Thans toegeschreven aan J. B. del Mazo, geb. Prov. Cuenca omstr. 1612, gest. Madrid 1067, leerling en navolger van Velazquez]. D. 32 X 25. Verkooping Amsterdam, 1828. 336. Portret van een Man te paard; een jongeling loopt naast het steigerend ros. [Welhcht het portret van Luis de Benavides y Carillo, Marqués de Caracena, Stadhouder der Nederlanden (1659—1664), door Luigi Gentile, (geb. Brussel 1606, werkzaam te Rome en Brussel,, gest. aldaar 1667)]. D. 306 x 196,5. Verz. Mr. J. C. van der Hoop, Amsterdam; Röell—Hodshon, Amsterdam, door A. van der Hoop gekocht in 1835. Verz. van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam 1885. 337. Zinnebeeldige Voorstelling van de Vergankelijkheid; een oude man die rook voor zich uitblaast. [Thans toegeschreven aan Jusepe de Ribera, gen. Lo Spagnoletto* geb. bij Valencia 1589, gest. Napels 1652]. D. 128,5 X 101. Uit het Nat. Museum, 's-Gravenhage 1808. ANONYMEN DER VLAAMSCHE SCHOOL. XVe Beuw (laatste helft). 340. Christus van het Kruis genomen; figuren te halven lijveCompositie naar Rogier van der Weyden. [Thans toegeschreven aan Colijn de Coter, werkzaam te Brussel in de 2e helft der 15e eeuw]. E- 35,5 x 43. Gekocht te 's-Gravenhage, 1875. 340b. Madonna met het Kind aan de borst. Zij is te halven lijveafgebeeld, gezeten voor een draperie van goud fluweel. Navolging, van eene bekende compositie van Rogier van der Weyden. E. 37 x 28,5. Schenking Hoogendijk, 1912. 342. De Afgodendienst van Koning Salomo. De koning is neergeknield op den drempel van een kapelletje, waarin aan het gouden afgodsbeeld door offeraars en bazuinblazers hulde wordt gebrachtEenige hovelingen staan achter hem. In het geschilderde ven- van Antwerpen. [Door Dr. M. J. Friedlander toegeschreven aan den Vlaamschen Meester der Barbara-legende, ± 1485]; anderen merkten op dat de tegenhanger van dit paneel, de Ware Godsdienst, zich bevindt in het Louvre als Meester van St. Gudule. E. 97 x 69. In 1823 door Mr. C. Lambrechtsen van Ritthem nagelaten aan. de Middelb urgsche Academie. Veiling Fr. Muller & Co. 1902. ster 4 wapens; het 3e is waarschijnlijk dat 342a. Het Heilig Avondmaal. In den achtergrond Christus op den Olijfberg; links de Voetwassching. [Door Dr. M. J. Friedlander toegeschreven aan den Noord-Nederlandschen Meester van de Amsterdamsche „Dood van Maria", ± 1490, aldus genoemd naar het schilderij in het Hofje „De zeven Keurvorsten"]. E. 51,5 x 63,5. Verz. Della Faille de Waerloos. Verk. Fr. Muller &Cie, 1903. 342b. Christus opstanding; bij de geopende tombe eenige krijgslieden. Links Christus in het voorgeborchte, verderop Zijn Hemelvaart. E- 53 x 65,5. Herkomst en toeschrijving als No. 342a. 345. Vastenavondfeest, voorstellende den triomf van de 40-daagsche vasten. Van latere hand is het opschrift: Dit is den dans van Luther met syn nonne. E. 74 x 238. Vrije herhaling, van een grisaille, toegeschreven aan Hieronymus Bosch, die zich bevindt in de verzameling van Schloss Rohoncz. Een andere herhaling in het Museum Mayer van den Bergh te Antwerpen- Gekocht te Parijs, 1896. 346c. Stilleven. Verschillende boeken, geopend en dichtgeslagen, daarnaast een spanen houten doos, liggen op een plank in een gothische nis. [Thans toegeschreven aan den Meester der Verkondiging te Aix ± 1440. Fragment van een zijluik met den profret Jesaja in de verzameling van Sir Herbert Cook te Richmond. Het middentafereel bevindt zich in de kerk der Ste Madeleine te Aix-enPro vence; het andere zijluik met een dergelijk stilleven in het Museum te Brussel]. Dennenh. 30 (25) x 56. Gekocht op een veiling van Fr. Muller & Co., 1909. 346d. Madonna met het Kind. Maria geeft het kind, dat op een kussen zit en het hoofd tegen haar borst vleit, een paar kersen. E. 19 x 24. Verk. Alphonse Ridder de Stuers, Amsterdam 1932. [Door den z.g. Meester van de vrouwelijke Halffiguren, werkzaam omstreeks 1320 in de Zuidelijke Nederlanden]. 346e. De zelfmoord van Cleopatra, tegen een zwarten achtergrond. [Door den z.g. Meester met den Papegaai, eerste helft der 16e eeuw]. E. 41,5 X 32,5. Geschenk van Dr. Raimond van Marie, S. Marco-Perugia, 1934. XVIe Beuw (midden). 347. Mattheus XXI. Christus gezeten in een Gothische kerk in twistgesprek met de overpriesters en ouderlingen wier gelaatstrekken gelijken op die van bekende kerkhervormers en Roomsche geestelijken. Kleine kinderen worden verhinderd om tot Jezus te komen. In het hoogkoor wordt dienst gedaan. E. 59 x 93. Op het basement van de meest links staande kolom staat: MATHEUS . IN . tl'. (CAP). Gekocht in 1902. XVIe Beuw (tweede helft). 347a. Twee vleugels van een drieluik met de portretten van Julien de Brouckere (gest. 1603) en Elisabeth Canneel uit Brugge, beiden geknield; een heuvelachtig landschap als achtergrond. [Thans toegeschreven aan Pieter Pourbus (1510—1584), zie blz. 330]. E. 83 x 25,3. Aan de achterzijde op iedere deur het gecombineerde wapen der beide echtelieden en het jaartal 1584. Vroeger in de Lieve-Vrouwekerk te Brugge. Het middenpaneel was een „Aanbidding der Koningen". Gekocht met steun der Vereeniging Rembrandt, 1894. 347b. Zie supplement. 348. Tarquinius en Lucretia. [Thans toegeschreven aan de School van Fontainebleau, ± 1570]. Populierenhout 104,5 x 160. Verk. Mr. P. Ver Loren van Themaat, Amsterdam 1885 met volgend No. 349. Joseph en Potiphar's huisvrouw. [Thans toegeschreven aan de School van Fontainebleau, ± 1570]. Populierenhout 104,5 X 160. Afkomstig als vorig No. 350. Het Laatste Oordeel en de Zeven Hoofdzonden; vooretelling van de verdoemden door duivels in den afgrond der hel gesleurd. [Door J. Q. van Regteren Altena toegeschreven aan Jacob de Gheyn, ± 1605. Zie blz. 108]. E. 28 X 88. Gekocht te Doetinchem, 1881. 351. Allegorie op de wereldlijke en geestelijke misbruiken, omstreeks 1580. [Door Dr. P. Wescher toegeschreven aan Gilles Mostaert, gest. Antwerpen 1598]. E. 116 x 203. Gekocht in 1883. XVIIe Beuw (begin). 353. Philips UI, Koning van Spanje (1578—1621). K. 28,5 x 22,5. Gekocht 1829. 354. Margaretha van Oostenrijk (1584—1611), gemalin van den voorgaande. K. 28,5 x 22,5. Gekocht 1829. 355. Albertus, Aartshertog van Oostenrijk (1559—1621). K. 28,5 x 22,5. Gekocht 1829. 356. Isabella Clara Eugenia (1566—1633), gemalin van den vorige. K. 28,5 x 22,5. Gekocht 1829. 357. Lusthof met verscheidene minnende Paren (Jardin d'Amour). In de manier van Frans Francken den Jonge. E. 54,5 X 74- Verk. Fred. Muller & Co., 1901. ANONYMEN ONBESTEMDE SCHOOL. XVe Beuw (eerste helft). 359a. Christus aan het kruis, aan zijne rechterhand Maria met de Heilige Vrouwen en Johannes, aan zijn linker schreeuwende en tierende soldaten en schriftgeleerden. Ter weerszijden van de compositie staat een Heilige aanmerkelijk grooter dan de andere figuren: links St. Cosmiaan en rechts St. Damiaan. Als onderschrift onder den linker staat: &. (Boeuie. Bergachtig verschiet. Omstreeks 1440. [Thans toegeschreven aan het atelier van den Hamburgschen Meister Franke, die omstreeks 1425 werkte]. E. 157,5 x 157.5- Schenking Hoogendijk, 1912. XVIIe Beuw (tweede helft). 359c. De Emmaüsgangers, in een prieel gezeten ter weerszij van een tafel; tusschen hen in staat op den voorgrond een knaap, op den rug gezien, die uit een aarden kan schenkt. Achter de tafel verschijnt de donkere schim van Jezus. D. 148 x 202,5. De heer J. O. Kronig schrijft het stuk toe aan Joannes Cordua, een schilder waarschijnlijk van Brusselsche afkomst, die te Weenen werkzaam was en aldaar in 1702 stierf. Verz. Fred. E. Iintz, 's-Gravenhage. Gekocht Fr. Muller & Co., Amsterdam 1909. ANRAADT (Pieter van), geb. Utrecht, huwt te Deventer 1663, gest. aldaar 1678. Woonde reeds 1660 te Deventer. Van 1672—1675 te Amsterdam. 362. Zes Regenten met den Binnenvader van het Oude-ZijdsHuiszitten-huis te Amsterdam, 1675. De regenten, ten voeten uit afgebeeld, zijn gezeten aan een tafel die met een Turksch kleed bedekt is. De voorgestelden zijn: Aarnout Schuyt, Casparus Commelijn (tweede van links), Jan van Beuningen, Anthony Hoevenaer, Arnout van de Cruijs en Ferdinand Bol, met den binnenvader Symon Leeman. De laatste (geheel links) zou, volgens de overlevering, zelf zijn portret in dit stuk geschilderd hebben. D. 237 x 425- Gem. onder - f 7\ * I ) rechts: lOf Q(Ct07*' V . /F1 pen en losse bloemen op een wit * QtOTIOlf 'tl^t « tafelkleed. s~ E. 40 x 70, gem. links: ' ** 0 en rechts: B. van der Ast fe. 1621. Aangekocht veiling Fr. Muller & Cie, door tusschenkomst der Vereeniging Rembrandt, 1904. AUGUSTINI (Jacobus Luberti), geb. Haarlem 1748, gest. aldaar 1822. Zoon en leerling van Jan Augustihi. Ging later in den boekhandel. E. 388a. Vier Regenten van het Leprozenhuis, R. J. van den Broeke, D. Nolthenius, J. Veening en M. van Son, de secretaris H. van Veen en de binnenvader H. Linteloo. De Regenten zijn aan een tafel gezeten. D. 172 X 208. Vroeger in de Regentenkamer van het Leprozenhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1896. AVED (Jacques André Joseph), geb. Douai 1702, gest. Parijs 1766. en van A. S. Belle te Parijs. Werkte eenigen tijd samen met Chardin. 389. Prins Willem IV (1711—1751). 1 . v. 107,5 X 07,5, gem. op voorgr. rechts: f » / Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. ' <^ f 390. Prins Willem IV (1711—1751), Stadhouder. D. 225 x 173, gem. rechts onder: J. Aved ƒ. Z75r. Nationaal Museum, 'CV*. kV 's Gravenhage 1808. Uit het Koninkl. Kabinet van Schilderijen, 's-Gravenhage 1876. AVERCAMP (Hendrick) gezegd de Stomme van Kampen, geb. Amsterdam 1585, gest. Kampen 1634, waar hij sedert omstreeks 1625 woonde. Te voren te Amsterdam. Leerling van Pieter Isaacsz. 392. Winter; een bevroren wetering met talriike figuren, in de nabijheid van enkele boeren- J TaJ hofsteden; een kerk en een kasteel in den L""lEA/IV achtergrond. E. 77,5 X 132, gem. rechts od een deur Uit de verz. G. de Clercq, Amsterdam. Gek. met medewerking der Vereeniging Rembrandt, 1897. BABUREN (Dirck of Theodoor van*, sreb. Utrecht en gest. na 1623. Was omstreeks 1611 leerling van Paulus Moreelse te Utrecht; vormde zich daarna in Italië naar Caravaggio. In 1617 te Rome; in 1623 wederom te Utrecht. E. 394. De Koppelaarster; groep van drie figuren. D. 100 x 96. Is waarschijnlijk vroeger het eigendom geweest van den schilder Joh. Vermeer, daar het met geringe afwijkingen voorkomt op twee zijner schilderijen: het „Concert" in het Gardner-Museum te Boston en de „Jonge dame aan het spinet" in de National GaUery te Londen. Geschenk van den heer G. de Clercq aan Amsterdam, 1898. In bruikleen van de Gemeente, 1898. BACCHIACCA (Francesco Ubertini gen.), geb. Florence 1494, gest. aldaar 1557. Leerling van Pietro Perugino. 394a. Het herbergen der reizigers, een der zeven werken van barmhartigheid. Te Florence, op het kruispunt waar de Via della Spada en ue via aeiie Dene JJonne samenkomen, wandelen reizigers met hun reisgoed op het hoofd. Perenhout (?) 85 x 71,5- Mogelijk een opdracht van de Compagnia Nuova della Misericordia te Florence. Volgens Dr. Tancred Borenius door Jacopo da Pontormo (zie blz. 226). Verz. Lord Belper. Geschenk van de Commissie tot verkoop van Photographieën, 1930. BACKER (Adriaen), geb. Amsterdam omstreeks 1636, gest. aldaar 1684. Is misschien leerling geweest van zijn oom Jacob Adriaensz. Backer. Werkzaam te Amsterdam en geruimen tijd te Rome. 3 396. De Inspecteurs van het Collegium Medicum te Amsterdam, 1683. Het gezelschap, vereenigd aan een tafel, ontvangt bericht van den gildeknecht, Sieuwert van Duynen. Figuren ten voeten uit. Voorgesteld zijn de Doctoren Egbertus Veen, Bonaventura van Dortmont en Joan Verwout en de apothekers Johannes de Vriest, zijn zoon en Jacobus Danckertsz. de Ry. D. 261 X 378, gem. onder rechts. Afkomstig van de vergaderkamer van het Geneeskundig Toevoorzifiht. In bruikleen van Amsterdam 1885. 398. De Oppercommissarissen der Walen, 1674. Ze zijn gezeten aan een tafel; achter hen de kapitein der waalredders en de havenmeesters. In den achtergrond masten van schepen. Voorgesteld zijn: Dirck Claesz. van Leeck, Jan Vlasblom, Wessel Smits en Hendrik Lijnslager (Toegeschreven). D. 196 X 288, gejaarmerkt 1674. Uit de vergaderkamer in den Schreierstoren. In bruikleen van Amsterdam 1885. BACKER (Jacob Adriaensz.), geb. Harlingen 1608, gest. Amsterdam 1651. Leerling van Lambert Jacobsz. te Leeuwarden, later omstreeks 1632 van Rembrandt te Amsterdam. Korten tijd werkzaam te Vhssingen, daarna weer te Amsterdam. E. 399. De Regenten van het Nieuwezijds Huiszittenhuis omstr. 1650, Lucas Pietersz. Conyn, Johan Steur, Rombout Kemp, Claes van Lith, Cornelis Metsue en Isaac Commelyn. Met uitzondering van één hunner, die staande een boodschap overneemt van den knecht, zijn ze gezeten ^^SSffiUSgfo aan een tafel, en I f rechter benedenhoek. Een voorstudie voor dit schilderij bevindt zich in 's Rijks Prentenkabinet te Amsterdam. Uit het N. Z. Huiszittenhuis. In bruikleen van Amsterdam 1885. 399a. Officieren en Manschappen van de Compagnie van kapitein Cornelis de Graeff en luitenant Hendrick Lauwrensz., 1642. D. 367 x 499. Gedateerd op de leuning: 1642. Vroeger in de Groote Schutteiszaal van den Kloveniersdoelen. In bruikleen van Amsterdam, 1925. BAEN (Jan de), geb. Haarlem 1633, gest. 's Gravenhage 1702. Leerhng van Jacob Adriaensz. Backer te Amsterdam. Sinds 1660 te 's-Gra» venhage Hofschilder van het Oranje-Huis; werkte ook voor Karei II van Engeland en voor den Grooten Keurvorst, ZK. ten voeten uit afgebeeld. D. 272 X 312, gem. 401. De Raadspensionaris Johan de Witt (1625—1672). In den achtergrond de tribunes van de zittingszaal der Generale Staten. D. 125 x 98. Nationaal Museum 1808. Gekocht in 1806. 402. Cornelis de Witt, Burgemeester van Dordrecht, Ruwaard van Putten (1623—1672). In den achtergrond oorlogsschepen. D. 124 x 97. Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. Gekocht in 1806. 403. De Gezant Hieronymus van Beverningk, Heer van Teylingen ^10x4—1090;. »jmg in 1070 als Buitengewoon Gezant 11a.cn jjxcuuiu, waar mj een j£ f / I a 7"~ defensief verbond met e/jX^T» J—^OLCTL-/CCCt Spanje tot stand bracht. • fT ' Tegenh. .van volgend No. S V/ D. 156 x 121,5, gem. op de draperie links in het midden. Verk. Douair. Baronesse van Utenhove van Heemstede, Utrecht 1880. 404. Joanna le Gillon (1635—1706), echtgenoote van den voorgaande. D. 156,5 x 121,5. Afkomst zie vorig No. 406. Verheerlijking van Corn. de Witt, met den tocht naar Chatham in het verschiet. Repliek van het groote schilderij in het Stadhuis te Dordrecht, in 1672 bij een volksoploop vernield. D. 75,5 X 102, in rijk-gebeeldhouwde lijst. Het origineel geëtst door Romein de Hooghe en daarnaar door S. Fokke gegraveerd. Verk. 20 Aug. 1806, 's-Gravenhage. Aangekocht te 's-Gravenhage 1875. 406a. Willem Joseph Baron van Ghent (gesneuveld bij Solebay, 7 Juni 1672). Luitenant-Admiraal. Als achtergrond een zeeslag. D. in x 92,5. Behoorde tot de verz. familieportretten op het Kasteel Hardenbroek bij Driebergen. Een repliek bevindt zich in de verz. van den Hertog van Portland op Welbeck Abbey. Aangekocht 1931. BAILLY (David), geb. Leiden 1584, gest. aldaar 1657. Leerling van zijn vader Pieter Bailly en van Jacques de Gheyn te Leiden en van Cornelis van der Voort te Amsterdam. Vestigde zich, na Italië bezocht te hebben, te Leiden. 407. Maria van Reigersbergh (1580—1653), echtgen. v. Hugo de Groot. gem. onder links: Gek. in 1806. Uit het Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 408. Jonkmansportret. Buste. (Toegeschreven). E. 35 x 27. Verz. van Heemskerck van Beest, welke in 1877 werd aangekocht. BAKHUYSEN (Ludolf), geb. Embden 1631, gest. Amsterdam 1708. Leerling van Allaert van Everdingen en van Hendrick Dubbels te Amsterdam, waar hij werkzaam bleef. E.—ZK. SlüfyJ^ en rechts: ^f,^. 408a. Het oorlogsschip „Koning William" op de Maas vóór Rotterdam, met volle zeilen en met den achtersteven naar den toeschouwer gekeerd. Het schip, gehuld in een wolkschaduw, komt krachtig tegen den verlichten hemel uit. Rechts een jacht der O. I. Compagnie en twee sloepen; een dezer, met de Hollandsche vlag, heeft eenige hooge personaadjes aan boord. Op den voorgrond visschers. In den achtergrond een gezicht op het Nieuwe Hoofd en een gedeelte > gejaarmerkt op een der Stad. ^Aïflbr drijvend hout: D. 130 x 197, gem. links op I J*V«». \s een schuit: • J s^S^/'^ Vroeger in het huis van den bankier Hope (Paviljoen Welgelegen te Haarlem) en tot 1910 in hét huis „Deepdene" bij Londen, bewoond door de familie Hope. Aangekocht 1911/'12. 409a. De Schilder zelf. Zittend, gezien te halven lijve. E. 18,4 x 14,4. Legaat Mej. M. E. van den Brink te Velp, 1905- 409b. Anna de Hooghe (1645—1717), echtgenoote van den voorgaande. Zittend, gezien te halven lijve. E. 18,4 x 14,4. Herkomst als No. 409a. 409d. Johannes Bakhuysen (1683—1731), zoon van den zeeschilder. Hij houdt het miniatuurportretje zijns vaders in de hand. D. Ov. 65 X 55. Herkomst als No. 409a. 409f. De families Bakhuysen en de Hooghe aan den disch op den Mosselsteiger aan het Y. hl°'L1 ^ UJBAKH: £ aUS out 72jaar a«jjê2 Ludolph Bakhuizen, konstschilder met zijn vrouw eh de Familie van de Hooghe aant Ey. Legaat van Mej. M. E. van den Brink te Velp, 1905. 410. Het aan boord gaan der zeesoldaten op de reede van Texel, 1671. ^—^r ~)SP D. 92 x 140, gem. onder rechts. Het ^-jQiP f /£l f *\ onderwerp van dit schilderij staat niet /\J_) /°j /ijc/j)'\ ®7 ^' ) vast. Nationaal Museum 's-Gravenhage, l a/^AA \ \ J 1808. Gek. van C. Josi in 1805. t-/ C 411. Het IJ voor Amsterdam van den Mosselsteiger gezien; bij kalm I Ö 7 ^ weer; in den achtergrond liggen / schepen voor anker. 1 73 ƒ-///#/ D. 81 x 67, gem. op een kist: / , £j C££.'K '0't* W Verk. G. van der Pot van Groenevelt, S Rotterdam 1808. 412. Woelende zee met zeilende schepen; op den voorgrond rechts een hoekje van de kust met figuren. D- 53>5 x 69. gem. rechts op een ton: Verz. Van den Enden. Verk. P. L. de Neufville, Amsterdam 19 Juni 1765; verz. J. de Neufville, in 1782 door Van der Pot verworven. Verk. G. v. d. Pot v. Groenevelt, Rotterdam 1808. 413a. Woelend water. Een tjalk en iets verder een driemaster zeilend op een woelige zee. Dichterbij een bootje met twee visschers. D. 31,5 x 39, gem. op het bootje: Verk. M. van Coehoorn, Amsterdam, 19 Oct. 1801. L B Verz. van Winter. Verz. Six. Aangekocht 1907/1908. 413b. Stil water. Op den voorgrond een man gaande door het water om zijn schuitje te ankeren. Verderop een zeilende tjalk; in 't verschiet rechts is de kust zichtbaar. D. 31,5 x 38,5, gem. op het roer: Verk. M. van Coehoorn,'Amsterdam, 19 Oct. 1801. Verz. van Winter. Verz. Six. Aangekocht 1907/1908. 414. Het Haarlemmer Meer; in de nabijheid een zeilende tjalk, in het verschiet dorpen met torens en molens. D. 43,5 x 62, gem. onder links. Verk. J. M. de Boer 1840. ƒ D 11 Door Van der Hoop gekocht van A. Brondgeest. Verz. O (3 CK h. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 415. Het IJ voor Amsterdam; verschillende schepen zeilen over zwaar bewogen golven. D. 61 x 75,5 gem. op een ton. Gek. van W. Esser 1828. ij IQ) Kabinet J. Rombouts 1850. Legaat L. Dupper Wz. 1870. 416. Het IJ voor Amsterdam; op den voorgrond het schip „de Ploeg' cu recnrs een steiger met verschillende figuren. D. 68 x 81, gem. rechts onder: Verz. Michael Zachary, Londen, 1835. Door Van der Hoop gekocht van A. Brondgeest, 1836. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 417. De Scheepstimmerwerf der Admiraliteit te Amsterdam. E. Penteekening 38 x 69, gem. op een plank onderaan: r n t r *» Van een verk. te Amsterdam, 1887. ~L13aMuJltn.n-- 417a. Een visschersdorp, Egmond aan Zee, met de zee in 't verschiet. E. 24 x 31,5. Gem. bij het midden links: Legaat Mej. M. E. van den Brink te Velp, 1905. L B. 417b. De werf van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie te Amsterdam. Op den achtergrond het pakhuis, dat de Compagnie in 1660 bouwde op het eiland Oostenburg. D. 130x 140. Gem. op een anker rechts: L. Bakhuiz en links gedateerd: 1696. Waarschijnlijk geschilderd voor de Compagnie. Hing in het begin der 19e eeuw in het Ministerie van Koloniën te 's-Gravenhage en werd in 1842 - geplaatst in het Mauritshuis. Cat. No. 8. Bruikleen van het Kon. Kabinet van Schilderijen (Mauritshuis) te 's-Gravenhage, 1932. BAKHUYSEN (Ludolf) en HELST (Barth. v. d.). Zie no s 1146, 1147 en 1148. BAKHUYSEN DE JONGE (Ludolf), geb. Amsterdam 1717, gest. Rotterdam 1782, kleinzoon van den zeeschilder. Ging als vrijwilliger bij de ruiterij in Staatschen dienst en maakte in 1743 een veldtocht in Duitschland mede. Leerling van Quinkhard. 418b. Portret van den Schilder zelf} toegeschreven. Pap. op E. 21 x 15. Herkomst als No. 417a. BAKHUIJZEN (Julius Jacobus van de Sande), geb. 's Gravenhage 1835, gest. aldaar 1925. Leerling van zijn vader Hendricus v. d. Sande Bakhuijzen. E. 422a. Landschap. Boerenwoning, met plaggen gedekt, uitkomend tegen donker geboomte. Daarbij eenige figuurtjes. Naar den voorgrond wandelen een man en een meisje. M. 24 x 32, gem. onder rechts: J. v. d. S. Bakhuyzen. Legaat J. B. A. M.. Westerwoudt, Haarlem 1908. BAKKER KORFF (Alexander Hugo), geb. 's-Gravenhage 1824, gest. Leiden 1882, waar hij sedert 1856 woonde. Leerling van Cornelis Kruseman. 423. Onder de Palmen; twee oude dames in een rijk vertrek in bewonderende aanschouwing van een hooge palmplant. M. 17,5 x 14, gem. rechts bij een stoel: A. H. Bakker Korff 1880. Gek. tentoonstelling 's-Gravenhage, 1881. 423a. Twee oude dames zijn bij de theetafel ijverig aan 't naaien. (Schets). M. 24 x 20. Blijkens aanteekening aan de achterzijde, aangekocht uit de nalatenschap van den schilder in 1882. Legaat J. B. Westerwoudt, 1907. BALEN I. (Hendrick van), geb. Antwerpen 1575, gest, aldaar 1632. Leerling van Adam van Noort. 424. Hulde van Bacchus aan Diana; in een landschap. E. 39,5 x 52. Kabinet van Heteren, ■ 1809. BALTEN ook BALTHASAR (Pieter) of Pieter de Coster of Custodis. Komt 1540 voor in het St. Lucasgild te Antwerpen, gest. vermoedelijk aldaar omstreeks 1598. Navolger van Pieter Bruegel den Oude. B.—E. 425a. Boerenkermis op een dorpsplein, van uit de hoogte gezien; in het midden staat een tent waaromheen de feestvierenden zich verdringen; eenige deftige burgers staan erbij. Opgevoerd wordt „een Cluyte van Playerwater". Links is eene processie te zien. E. ii2 X 157. Schenking Hoogendijk, 1912. ^JS''!; BAN (Gerbrandt), geb. Haarlem 1613, werkzaam tot na 1652 te Amsterdam en wellicht te Enkhuizen. Hij was ook kunsthandelaar. 426. Jonkmansportret. (jBA^ K. Ov. 23 x 17,5, gem. links: Veiling J. H. Cremer, Amsterdam 15 Juni 1886. | o J 0 BARENTSZ (Dirck), geb. Amsterdam 1534, gest. aldaar 1592. Leerling van zijn vader Barent Dircksz. gen. Doove Barent. Ging in 1555 naar Italië; te Venetië was hij werkzaam bij Titiaan. Na 1562 te Amsterdam. 428. Schuttersstuk met veertien Beelden, 1562. Zeven zijn er gezeten om een tafel aan den maaltijd, terwijl de overigen daarachter op een rij staan; figuren te halven lijve. E. 143 x / enrechtsals hnk*sbg:vm; v-Anno q Chrifo nafo is6% ■ ^Lt™ O Een der voorgestelden houdt een briefje in de *r T" hand waarop: \T\ \|YY\C\ Uit den Voetboogsdoelen. Vroeger in de gang * * ^ van de kleine Krijgsraadkamer van het oude 10Y"VT rs f* Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam 1885. V V V \ V Cv«5 • 429. De Pos-eters, 1566; Schuttersmaaltijd, met achttien schutters. De schutters, afgebeeld te halven üjve, zijn vereenigd om een tafel, zich vergastend aan brood en pos. Een vrouw brengt een schotel met pos aan. _, E. 120 x 205, gem. rechts boven / a waarin L de letter van het Rot is: Jtt 'irü'l'Tl (fi\ 1 ^> Uit den Kloveniersdoelen; voorheen in het portaal van de Kleine Krijgsraadkamer van het oude Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 430. Corporaalschap van kapitein Reynst Pietersz., vaandrig Claes Claesz. Cruys, 1585. De 32 figuren in twee lange reeksen boven elkaar geplaatst, de vaandrig in het midden. Te halven lijve. De figuren zijn volgens onderstaand schema gerangschikt; de nummers 4, 10, 13, 32 zijn door overschildering verloren gegaan. 67 n 3 5 8 9 2 12 14 15 17 19 21 23 24 26 28 30 16 18 20 22 1 25 27 29 31 No. i. Reynst Pietersz, kapitein; 2. Claes Claesz. Cruys, vaandrig; 3. Claes Engelen; tl. Jan Banningh; 15. Sybrant Bam; 16. Willem Bitter; 17. Pieter Martsz. Kodde; 18. Wm. van Kampen; 19. Pieter Claesz. Boer; 28. Heindr. van Marken; 21. Gerrit Jacobs Verwer; 22. Frederik Frederiksz. Serwonters; 23. Laurens Jacobsz. Reael; 24. Cornelis Pietersz. Hooft; 25. Dirck Thymansz; 26. Hans van Nes; 27. Cornelis Symonsz. Joncheyn; 29. Jan de Bisschop; 31. Heindr. Laurensz. Spiegel; 32. Heereman, de bode. E. 160 x 363. Hing vroeger vóór de Kunstkamer van het oude Stadhuis. In WÊÊ bruikleen van Amsterdam, 1885. 431. Schuttersstuk met vijf en twintig Beelden. De figuren zijn, te halven lijve, in drie rijen boven elkander opgesteld. E. 155 x 230. Bij de restauratie verdwenen rechts boven het jaartal en de letter A van het Rot. Uit den Voetboogsdoelen. Vroeger in het portaal van de Kleine Krijgsraadkamer van het oude Stadhuis. Ih bruikleen van Amsterdam, 1885. BASSANO (Leandro da Ponte), geb. Bassano 1557, gest. aldaar 1622. Leerling van zijn vader Jacopo. Werkzaam te Bassano en te Venetië. 434a. Morosina Morosini, echtgenoote van den Doge Marino Grimani. Zij is gehuld in een ruimen mantel van goudbrokaat, met rose gevoerd; het ondergewaad is van dezelfde kleur. Een doorschijnend sluiertje bedekt het hoofd. D. 114 X 97,5. Een ander portret van Morosina Morosini door Leandró Bassano bevindt zich met het portret van haar echtgenoot in het Museum te Dresden (No. 282). Verz. H. W. Tischbein, in 1804 aangekocht voor het Augusteum te Oldenburg. Geschenk van een groep leden der Vereeniging Rembrandt, 1923. BASSEN (Bartholomeus van), geb. omstr. 1590, gest. 's Gravenhage 1652. Werkzaam sedert 1613 te Delft en sedert 1622 te 's Gravenhage, waar hij in 1639 stads-architect werd. 435. Deftig Binnenvertrek uit het begin der 17e eeuw, met vele figuren, waarschijnlijk van Esaias van de Velde. E. 72 x 100, gemerkt onder rechts: Gekocht in 1876. Een repliek, met geringe afwijkingen, in het Landesmuseum te Darmstadt. 436. Gezelschapsstuk. Eenige dames van verschillenden leeftijd, vermoedelijk tot één huisgezin behoorende, zijn in een rijk gemeubeld vertrek bijeen. (Toegeschreven). E. 95 x 140. Uit het Nederlandsch Museum. BAUER (Marius Alexandër Jacques), geb. 'sGravenhage 1864, gest. Amsterdam 18 Juli 1932. Leerling der Haagsche Academie en van S. van Witsen. In 1885 ging hij naar Constantinopel, bezocht later Egypte, Spanje, Hindoestan en Ned.-Indië. Werkzaam te Aerdenhout en te Amsterdam. E.-—L. 438b. Berglandschap in Egypte. In de verte verheft zich een ommuurde stad op een berg. D. 41 x 61, gem. onder rechts Af. Bauer. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. 438c. Oostersche Straat. Door een nauwe straat rijdt in de felle zon, dicht langs de hooge huizen, een roode figuur op een schimmel. Op den voorgrond volgt een voetganger. Iemand ziet toe uit een venster. M. 81 X 19,5, gem. rechts onder: Af. Bauer. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 438d. Karavaan. In de avondschemering komen door een woest rotslandschap kameelruiters aangereden. D. 50 x 70, gem. links onder: Af. Bauer. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 438e. Brug bij Toledo. Tusschen de steenachtige oevers van de Taag staat op hooge peilers de steenen brug, waarachter in de verte stadsmuur en daken van Toledo uitsteken. Op den voorgrond nadert een kleurige ruiterstoet. M. 40 x 70, gem. rechts onder: M. Bauer. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 438f. In Spanje. Langs hooge rotsen trekt een postkoets, bespannen met vier witte paarden, door een dal. M. 30 x 47, gem. links onder: Af. Bauer. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 438g. Indische Stadsmuur. Onder de hooge, verweerde stadsmuur met rondeelen klimmen twee ruiters door een steenachtig terrein naar de stadspoort. D. 50 x 69, gem. links onder: Af. Bauer. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 438h. Oostersche Bruiloft. De feestelijke stoet, uit een donkeren poort gekomen, trekt langs een zonnige huismuur. De bruidegom berijdt een kameel, omringd door kinderen en muzikanten. Een pijpende voorrijder wendt zich wachtend naar de stoet. D. 180 x 277, gem. rechts onder: Af. Bauer zgn. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. BAUR (Nicolaas), geb. Harlingen 1767, gest. aldaar 1820. Leerling van zijn vader Johan Anthonisz. Baur. E. 439. Stil Water; 's Lands oorlogsfregat „Rotterdam" ligt in de Maas vóór Rotterdam op stroom voor anker. D. 80 x ro6, gem. op een drijvend vat: N. Baur x8oy. Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. Uit het Mauritshuis overgebracht naar het Paviljoen te Haarlem, vanwaar in 1885 naar Amsterdam.. 440. Woelend Water; 's Lands oorlogsschip „Amsterdam" ligt voor de Westerlaag op het IJ voor anker. Tegenhanger van No. 439. D. 82 x 103. Herkomst als vorig No. 441. Aankomst der Vereenigde Engelsch-Hollandsche Vloot in de Baai van Algiers, 1816. M. 55 x 76, gem. links onder: N. Baur 1818. Uit het Mauritshuis in 1848 overgebracht naar het Paviljoen te Haarlem, vanwaar in 1885 naar Amsterdam. 442. Het verbranden der Algerijnsche schepen, 1816. E. 55 x 76, gem. onder links: N. Baur X816. Herkomst als No. 441. 443. Bombardement van Algiers, 27 Augustus 1816. M. 54 X 75, gem. onder links: N. Baur 1818. Herkomst als No. 441. 444. Hulp der Sloepen aan de „Queen Charlotte" van Lord Exmouth, 26 Augustus 1816. M. 55 x 76, gem. onder links: N. Baur 1818. Herkomst als No. 441. BEECKMAN (Andries); hij wordt in eene akte van 24 Aug. 1651 „Schilder tot Deventer" genoemd en heeft waarschijnlijk in Ned. Indië gewerkt. 445. Het Kasteel van Batavia, gezien van Kalibesar West, omstreeks 1656. s\ D. in x 154, gem. 1/ onder rechts: f// J V «r' . poTitif^k^; M^ycex^^^ f] J * onder: ff In bruikleen van de Erven van Vrouwe P. M. N. van Holthe tot Echten te Assen, 1885. BEERSTRATEN (Anthonie); terzelfder tijd als Jan en Abraham Beerstraten in Amsterdam werkzaam; waarschijnlijk hun broeder. 451. De Dam met het nieuwe Raadhuis in Aanbouw. (Toeschrijving van Dr. A. Bredius; misschien het werk van Joh. Lingelbach, zie blz. 168). D. 81 x 100. Geschenk van N. N. door tusschenkomst van Dr. A. Bredius en van den kunsthandelaar F. Kleinberger, Parijs 1900. BEERSTRATEN (Jan Abrahamsz.), geb. Amsterdam 1622, gest. aldaar 1666. Werkzaam te Amsterdam. 452. De Puinhoopen van het oude Stadhuis te Amsterdam, na den Brand van 7 Juli 1652. Links de Stadswaag. D. 110 x 144, gem. linksonder: Van een verkooping te Am- \ .^CS^Vr^^v^^^r^SL^^^"sterdam, 1818. 453. Het Paalhuis en de Nieuwe Brug aan den IJkant te Amsterdam, gezien van het Damrak; met sneeuw. D. 84 x 100, gem. links _ onder: I "g R&«$TR AT E** . Verk. S. Hoevenaer, 1796 m* en G. v. d. Pot, Rotterdam 1808. 453b. Het Paalhuis en de Nieuwe Brug te Amsterdam, gezien van den Ykant, bij winter. Links het Zeerecht. Op den achtergrond het Damrak. In de verte de toren van de Oude Kerk. D. 62,5 x 88,5, gem. onder links: F. Joannes Beerstraaten 1663. In bruikleen van Amsterdam, 1925. 454. Gezicht op Ouderkerk; schaatsenrijders op den Amstel nabij de kerk. Wellicht geschilderd door een anderen Johannes Beerstraten. D. 95 x 132,5 gem. rechts onder: Door den Heer A. E. d'Ailly aangeduid als Gezicht op Ouderkerk. Verk. Meijnders 1838. Verz. van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam 1885. 455. Zeeslag bij Ter Heyde, 10 Augustus 1653. D. 176 X 281,5, gem. links onder, op een drijvend hout: Verk. G. van der Pot, Rotterdam 1808. BEEST (Sijbrand van), geb. omstreeks 1610, gest. Amsterdam 1674. Leerling van Pieter van Veen te 's Gravenhage. Lid van het Haagsche St. Lucas Gilde en medeoprichter en hoofdman van het Schildersgenootschap „Pictura" aldaar. Vestigde zich later te Amsterdam. 457. Gezantschap van den Czaar van Moscoviën op weg naar de Statenvergadering, 4 November 1631. E. 47,5 X 80,5. Verk. Wed. Storm v. d. Chijs, Delft 1895. BEGA (Cornelis Pietersz.), geb. Haarlem 1620, gest. aldaar 1664. Leerling van Adriaen van Ostade. Vertoefde waarschijnlijk te Rome en reisde in 1653 door Duitschland en Zwitserland. Werkzaam te Haarlem. E. 460. Gebed vóór den Maaltijd; een oude man en een jonge vrouw tegenover elkaar aan tafel gezeten. D. 37,5 X 30, gem. onder rechts: - /,x £/1 Gek. van J. Smith & Sons 1834. Verz. Van der C <&&9 C'^'y noop. in DruiKieen van Auisieruam, ioo; BERCHEM (Claes Pietersz.), geb. Haarlem 1620, gest. Amsterdam 1683. Leerling o.a. van zijn vader Pieter Claesz, van Claes Moeyaert, Pieter de Grebber en Jan Wils (zijn schoonvader). Bezocht met J. B. Weenix Italië. Werkzaam te Haarlem van 1642—1677, daarna te Amsterdam. E. 465. IJsgezicht nabij een Stad; óp een bevroren vestinggracht staan, bij een wit paard dat voor een slede gespannen is, twee mannen met elkaar in gesprek. E. 39,5 x 48,5. Links op een stuk hout de moeilijk leesbare handteekening. Verk. Mevr. Bicker, Amsterdam 1809. 466. De Ossendrift; herders drijven hunne ossen in een waterplas, die den geheelen ^—^y voorgrond beslaat. f T\ >J f J f f\ e. 38 x 62,5, gem. O l ^i^rrhe/ni -r" J0^~0 onder rechts: L—tv' *-V I Verkooping Mevr. van / Heemskerk, 's-Graven- ^ hage 1770. Kabinet van Heteren 1809. 467. De drie Kudden; Italiaansch landschap bij avondzon; op den achtergrond een berg. . E. 44 x 66,5, gem. onderaan rechts: {\\ /—■ f> Verk. Marquis de Ménars, Parijs > / D/Ml J l) 5" 0 1782; Door G. v. d. Pot in 1784 van Q^tM^C r,""* P. Fouquet Jr. gekocht. Verk. G. van S der Pot, Rotterdam 1808. 468. Italiaansch Landschap; tusschen bergen door stroomt een rivier, die over eenige rotsblokken, dicht bij den ^ voorgrond, een kleinen waterval vormt; /^f\. _J op den voorgrond herderinnen met vee. f jrj f D. 88,5 x 70, gem. onder rechts: VÖ(I^Cl). Verz. de Presle; verk. Robit, Parijs 1801; verk. a C"*^; ' George Hibbert, Londen 1829; verz. George Townley, Londen 1834; verk. Brook Grevüle, _ Londen 1836. Door Van der Hoop gekocht ƒ"* f van A. Brondgeest, 1836. Verz. Van der Hoop. lO/ V In bruikleen van Amsterdam 1885. 469. Italiaansche Bouwval; in een plas op den , voorgrond nabij hooge bouwvallige muren J 6^ 3 staan eenige dieren met hunne begeleiders. E. 51,5 x 41,5, gem. onder rechts: Verk. H. Muilman, Amsterdam i8i3;-verz. Mogge Muil- f7\ ( man, Amsterdam 1834. Legaat Jhr. J. S. H. van l-lBr>t- ƒ? r* 711 de Poll, 1880. _ƒ_)"' < " 471. Italiaansch Landschap; op den voorgrond eenige koeien en geiten die door twee meisjes gemolken worden. . '\ e- 30,5 x 37,5, gem. op den voorgrond links: (T) f Verk. P. de Smeth van Alphen, Amsterdam 1810. IttjCTCjf ÏJL~ Verk. H. Croese Ezn., Amsterdam 1811. Verk. G. Muller e.a., Amsterdam 1827. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 473. Italiaansch Landschap; langs de oevers van een door rotsen begrensd meer drijven herders hun vee voort. K. 14 x 17, gem. onder rechts: Cfr^~ /-/('{/ <)C In bruikleen van Amsterdam 1885. C-^ c^c. BERCKHEYDE (Job of Hiob Adriaensz.), geb. Haarlem 1630, gest. aldaar 1693. Leerling van Jacob Willemsz. de Wet. Vestigde zich na een reis door Duitschland in 1654 te Haarlem. Oudere broeder van Gerrit Berckheyde. 485. De Amsterdamsche Beurs van binnen, na de verbouwing van 1668. De beurs werd van 1608—1611 door Hendrick de Keyser gebouwd. . / ■— D. 89 x 116, gem. onderrechts: f /J /7") />//-U /?vt ft i> Verz. Van der Hoop. In bruik- / Q~h tjj^fC/\jl C 7 " C leen van Amsterdam, 1885. / —' / 486. De Sint Bavo-Kerk te Haarlem van binnen. Gezicht in den zuidelijken beuk naar den kooromgang. Enkele figuren. J-&erckHty1)f D. 52 x 67,5. Gem. onder links: Ao Verz. Prof. Kemper, Leiden, verk. 1833. Verz. Van der /* '0/yHoop. In bruikleen van Amsterdam. BERCKMAN (Hendrick), geb. Klundert 1629, gest. Middelburg 1679. Leerling van Ph. Wouwerman te Haarlem, van Thomas Willeboirts Bosschaert en van Jacob Jordaens te Antwerpen. Opgenomen in het Leidsche Gilde in 1654; in het Gilde te Middelburg in 1655. 489. Adriaen Banckert (± 1620—1684), Luitenant-Admiraal. D. 114 x 84, gem. onderrechts: Het opschrift aet 46.1648 is jT^ Jt « & f later aangebracht; het portret J~£j(^C/\fflCtfl « T'• is 4j 1670 geschilderd. Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. 490. Adriaen Banckert (± 1620—1684), Luitenant-Admiraal. D. 110 x 83,5, gem. onder rechts: Verzame- ~* /"* aaïgeUr1' 111 1895 JftrcfawHl J V> 2> 492. Michiel Adriaensz. de Ruyter (1607—1676), op jeugdigen leeftijd als Vice-Admiraal. E. 66 x 54. Aangekocht in 1893. BERESTEYN (Claes van), geb. omstreeks 1627, gest. Haarlem 1684. In 1644 vermeld als leerling van Salomon de Bray te Haarlem. E. 493. Duinweg, met geboomte; namiddaglicht. E. 33 x 34,5 gem. valsch: Ruysdad. Verkooping Douairière Nahuys—Hod- hon, 1883. BERGEN (Dirck van den), geb. Haarlem 1645 (?), aldaar werkzaam tot 1690; tijdelijk in Londen. Leerling van Adr. van de Velde. 498. Landschap; op den achtergrond een mausoleum onder boomen; op den voorgrond wordt, tusschen eenig ander vee, een geit door édüBERGHo! Verk. F. A. van Idde- kinge, 1838. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. BEVEREN (Charles van), geb. Mechelen 1809, gest. Amsterdam 1850. Leerling der Mechelsche en der Antwerpsche Academie. Werkzaam te Amsterdam. 501, Het Afscheid van den Soldaat; binnenhuis. E. 45 x 55,5, gem. op een kist: C. van Beveren f. 1828. Gekocht in 1889. BEYEREN (Abraham Hendricksz. van), geb. 's-Gravenhage 1620 of 1621, gest. Overschie 1690. Wellicht leerling van zijn zwager Pieter de Putter. Werkzaam ook te Leiden, daarna 1639—1657 te 's-Gravenhage, vervolgens tot 1661 te Delft, dan weder te 's-Gravenhage en eindelijk te Alkmaar. 504. Stilleven van Visschen; gekorven schelvisch en een moot zalm in een mand; daarnaast eenige botten * C/\ en mosselen; er achter een vat en /\ /J l , een bruine kan. f 1 Ij JL» D. 74 x 87, gem. rechts onderaan: W g l/JJ J Verkooping G. v. d. Pot, Rotterdam 1808. *- ,jf ' w/ 506. Bloemstuk; een ruiker van verschillen- ^ de bloemen in een waterkaraf, staande A / ) ( op een tafel; er naast ligt een uurwerk. | l \ IJ , D. 64 x 46, gem. boven rechts: %) Verkooping Mr. M. C. van Hall, 1858. 506a. Stilleven; op een steenen tafel kostbaar vaatwerk en velerlei vruchten; in het midden een roode kreeft naast een gedreven zilveren schotel. D. 102 x' 120,5, gem. rechts op den tafelrand met het monogram. Bruikleen van den Heer J. J. M. Chabot, 1923. 506b. Bloemstuk; op een steenen blad een glazen flesch met rose rozen en witte lelies. Donkere achtergrond. (Toeschrijving). E. 68,4 x 53,3. Volgens Dr. H. Schneider een werk van Adriaen v. d. Velde. Bruikleen van Mevr. B. Nathusius, Amsterdam 1928. BILDERS (Albert Gerard), geb. Utrecht 1838, gest. Amsterdam 1865. Zoon van den schilder Johannes Warnardas Bilders. E. 509. Zwitserland; in een boschstreek rusten twee herders met geiten. E. 24,5 X 34, gem. onder rechts: Gerard Bilders 1860. Bruikleen van den heer J. B. Westerwoudt, 1902. Gelegateerd in 1907. 510. Oosterbeek. Op den voorgrond, in het lommer van wilgen en • struiken, liggen eenige kalveren. D. 39 x 55, gem. onder rechts: A. G. Bilders 1860. Herkomst als No. 309. 510b. Koeien bij een plas nabij wilgenboomen, verderop twee spelende kinderen. Zonnig weder. M. 27 x 35, gem. links beneden: Gerard Bilders. Legaat J. B. Westerwoudt, 1907. 510c. Koeien in de weide. Een hoog-oploopende weide met vee. Rechts boomgroepen, links een plas. Op den voorgrond eenige liggende koebeesten. D. 47 x 70, gem. in den linkerbenedenh.: Gerard Bilders. Herk. als No. 510b. BISSCHOP of BUSSCHOP (Cornelis), geb. Dordrecht 1630, gest. aldaar 1674. LeerUng van Ferdinand Bol. 514. De Appelschilster, gezeten in een portaal, uitzicht gevende op eenige achter elkaar gelegen woonvertrekken en op een lusthof. Gem^V eln £ • BVSSCHOP '. FECIT '. ) 66 7 ■ trede: Afkomstig verz. Viscount Hartford. Gekocht te Parijs, 1903. 515. Allegorie op den Tocht naar Chatham in 1667, met het portret van Cornelis de Witt. D.104X 153,5, . rhts:onder C iïuschop Fcat /ÓÓG Verk. H. de Kat (Dordrecht), Parijs 1866. Gekocht in 1887. BISSOLO (Francesco), voor het eerst vermeld te Venetië in 1492, gest. aldaar 1554. Leerling van Giovanni Bellini; later onder invloed van Palma Vecchio. 517a. Madonna met het Kind en Heiligen. De heilige Antonius, Petrus en de kleine Johannes omringen de Madonna, die het Kind op schoot houdt. Johannes speelt met een lammetje. Als achtergrond een vergezicht en een donker begroeide rots. Cederhout 69 X 85,5. Door Dr. Tancred Borenius toegeschreven aan Marco Basaiti, werkzaam te Venetië in het eerste kwart der 16e eeuw. Afkomstig uit het Augusteum te Oldenburg. Geschenk van een lid der Vereeniging Rembrandt, 1924. 4 BLAADEREN (Gerrit Willem van), geb. te Nieuwer-Amstel 1873; leerling van de Antwerpsche Academie. Een verblijf in Parijs oefende grooten invloed uit op zijn ontwikkeling in de luministische richting. Maakte studiereizen naar Italië en Engeland; is tegenwoordig werkzaam te Bergen. 518. Het dorp Sannois in Frankrijk; gezicht van uit de hoogte over een heuvelachtige landstreek met wijngaarden. Het dorp, op eenigen afstand, ligt in een kronkeling der Seine, die het landschap doorsnijdt. D. 84 X 104, gem. o. 1.: G. W. van Blaaderen. Geschenk van den schilder in 1914. BLES (David Joseph), geb. 's-Gravenhage 1821, gest. aldaar 1809. Leerling van Corn. Kruseman. E.—L. 521. De Conversatie; in een salon zijn twee dames met elkaar in gesprek. M. 26 x 34, gem. onder rechts: David Bles ft. Hen herhaling in waterverf in de verz. van wijlen H. M .de Koningin-Moeder te 's-Gravenhage. Legaat Reinhard Baron van Lynden, 1899. BLES (Herri met de) gezegd Civetta, geb. Bouvignes bij Dinant 1480, gest. vermoedelijk te Luik omstreeks 1550. Vertoefde 1521 te Mechelen. Zijn werk toont den invloed van Patinier. 522. Het Paradijs. Adam en Eva's verblijf in het Paradijs, beginnende met de Schepping tot na de Verdrijving, voorgesteld in verschillende tafereelen. Rand met de teekenen van den dierenriem. De figuren zijn ontleend aan houtsneden uit de „Kleine Passion" van Albrecht Dürer. E. rond midd. 47. Verkooping H. G. van Otterbeek Bastiaans, Amsterdam 1882. BLOEMAERT (Abraham), geb. Gorinchem 1564, gest. Utrecht 1651. Leerling van zijn vader Cornelis en van Joos de Beer te Utrecht; daarna te Parijs o.a. van Hieronymus Francken. Sinds omstreeks 1583 werkzaam te Utrecht; van 1591—1593 te Amsterdam H.—E. 525. Rust op de Vlucht naar Egypte. De Heilige Familie heeft onderkomen gevonden in een ruime boeren- ffl f f Aangekocht in 1902. J (75*2. BLOEMAERT (Hendrick), geb. Utrecht omstr. 1601, gest. aldaar 1672. Leerling van zijn vader Abraham. Bezocht Italië. Werkzaam te Utrecht. 527. De Eierenkoopvrouw, afgebeeld te halven lijve in zittende houding. - oua^unis:58' gem- ' HB lotmaczt .iwi. Verz. Boelen van ' Jf Hensbroek. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. BLOMMERS (Bemardus Johannes), geb. 's-Gravenhage 1845, gest. Scheveningen 1914. Leerling van de Haagsche Academie. Woonde te Scheveningen. E. 531. De Kinderen van den Visscher; een meisje en een jonger knaapje in een visschersbinnenhuis. E. 41.5 x 36, gem. onder links: B. J. Blommers „f" 68. Bruikleen van den heer J. B. Westerwoudt, 1902. Gelegateerd 1907. 532. Het Breistertje; gezeten in het duin. D. 51 x 40,5, gem. Blommers. Aangekocht tentoonstelling Amsterdam, 1886. BLOOT (Pieter Pietersz. de), geb. Rotterdam 1601, gest. aldaar 1658. Onderging den invloed van Adriaen Brouwer. Werkzaam te Rotterdam. 535a. De maaltijd. Een boerin, zittende aan eene tafel in een armoedig vertrek, is bezig drie kinderen pap te voeren. Zij blaast op den gevulden paplepel. E. 20,5 x 29, gem. op een bankje: L? Schenking Hoogendijk, 1912. *-J BOCK (Théophile Emile Achille de), geb. 's-Gravenhage 1851, gest. Haarlem 1904. Leerling van J. W. van Borselen en van J. H. Weissenbruch. Studeerde ook te Parijs en te Barbizon. E. 537b. Landschap met wolkeffect in een duinstreek; op den voorgrond links, de uithoek van een vaart waarin een zeilschuitje ligt; op den oever enkele verwaaide boompjes. D. 46 x 79,5, gem. onder rechts: Th. de Bock. Geschenk van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser te Londen, 1909. 537c. Zandweg, in het verkort gezien en verloopend tusschen wat geboomte en kreupelhout. Links een stapeltje gekapt hout. Doek op paneel 32 x 51, gem. onder links: Th. de Bock. Herkomst als vorig No. 537d. Ondergaande zon; een groep dichte boomen, staande aan den kant van een water op den voorgrond en als één schaduwpartij uitkomend tegen een helle avondlucht. D. 32 x 45,5. Herkomst als No. 537b. 537e. Najaarsdag. Een zandweg onder een buiige lucht. E. 32 X 24, gem. links onder: Th. de Bock. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 537f. Landweg. Op een zonnigen berkenweg een vrouwtje met blauwe rok, rood jak en witte muts. E. 43 x 36, gem. links onder: Th. de Bock. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. BOIS (Guilliam du), geb. vermoedelijk te Haarlem omstreeks 1610, gest. aldaar 1680. In 1646 lid van het Haarlemsche St. Lucas gilde. In 1652 te Keulen; in 1653 weer te Haarlem. 537h. Berglandschap. Een breede kloof met hooge sparren wordt rechts begrensd door steile bergen. Op den voorgrond links een man met vrouw, kind en hond. E. 36 X 32, gem. midden onder G. de Bois 1640. Geschenk van de Commissie tot verkoop van Photographieën, 1930. BOL (Ferdinand), geb. Dordrecht 1616, gest. Amsterdam 1680. Reeds vóór 1640 te Amsterdam. Leerling van Rembrandt. e. 539. De Schilder zelf. Zie ook No. 362 op Pieter van Anraadt. D. 128 x 104. De oorspronkelijke lijst is versierd met Bol's embleem, de Zonnebloem. Legaat A. Brondgeest, die het als familieportret bezat, 1849. 540. Zes Regenten met den Bode van het Nieuwe-Zijds Huiszittenhuis, 1657, afgebeeld te halven lijve rondom een tafel waaraan de meesten zijn gezeten. Voorgesteld zijn: Comelus Metsue, Jan Appelman, Abraham M Ernst van Bassen, Joachim Jansz. n 1 y .) f Scheepmaker, Jan van Halewijn #•/( ü ƒ O J y ' _ A en Tyman Veeneman. JL^J ' D. 143 x 192, gem. in het midden f£J / boven op een pilaster. Uit het Werkhuis. I / ^.(J/ j * Geschilderd voor het Huiszittenhuis. \y *—' In bruikleen van Amsterdam, 1885. 543. Roelof Meulenaer (1619— . /J D. 118 x 96,5, gem. onder links en , Pi f\ I '^ff, gejaarm. J650. / /y 1/ /. * / * * Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll _J S 1880. 544. Maria Rey (1614—1703), j\. Ê /l echtgenoote van Roelof / I) f r Meulenaer. J» • K tl / I P D. op paneel 118 x 96,5, gem. J Jl 11/ * \ ' onder rechts en gejaarm. 1630. I tfj J Legaat Jhr. J. S. H. van de / Ir Poll, 1880. «—' 545. Artus Quellinus (1609—1668), beeld- S houwer. Je—jC^S,YXl D. 124 x 100, gem. onder links: CS>*L5c-jf (Jz *» Verkoopingen Warner Wreesman, 1816 en Huis ƒ met de Hoofden, 16 Juli 1819. Gekocht in 1821 als l(\n*Z. t- portret van Jacob van Campen. *^ 4? 546. Het Onderwijs; allegorische voorstelling. D. 208 x 179, gem. in het midden op de trede: F Bol. 1663.. Geschilderd als schoorsteenstuk voor het Trippen- huis. 547. Een Moeder met twee Kinderen en een Hondje; vermoedehjk een portretstuk van de familie Trip. D. 169 x 154, gem. in het midden onderaan: F. Bol. fecit. Geschilderd als schoorsteenstuk voor het Trippenhuis. 548. Portret van een zeeoverste, waarschijnhjk van den Vice-Admiraal Aert van Nes (i62fj— « 1693). Zie ook No. 1146. ytZX /f /"V D. 116,5 x 93,5, gem. onder f TZJ /~\'f Jr\ r\ **~7 rechts: At/ky) C/Z V JU U / * Verz. Prof. Kemper, Leiden, C_N-—i y/ door Van der Hoop gekocht in 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 549. Michiel Adr. de Ruyter (1607—1676). In 't verschiet de „Zeven Provinciën". ^~yC^ /? D. 157 x 138, gem. op J\ f [/ 1/ / de balustrade rechts: » /'*S/>/ "T^Clr- • " U/ Herhalingen o.a. in het y ' I Mauritshuis te 's-Graven- y hage en in de verz. van den Hertog van Portland op Welbeck Abbey. Afkomstig van de Admiraliteit van Zeeland te Middelburg. Geschenk van den Departementalen Raad van Zeeland, 1808. 550. Naaman de Syriër en de profeet Elisa; de profeet weigert de kostbaarheden, hem door v den hoofdman aangeboden (2 Koningen 5). /-4 ZT/ ' D. 151 x 248,5, gem. onder rechts _—JLt wfJJ . I/\ A op de trede: CSZ> ^ ^-Im* JÜÜ J In bruikleen van Amsterdam, 1899. 552a. Vier regenten van het Leprozenhuis, vereenigd om een tafel. De binnenvader brengt een jongetje met een zeer hoofd binnen. De voorgestelde personen zijn Augustijn Uytenbogaert, Dr. Joan van Hartogveld, Jacob Willemsz Hooft en Pieter Cleutrijn. D. 224 x 310. Gem. op een boek: F. Bol fee. 1640. In bruikleen van Amsterdam 1925. BOLLONGIER, Bollangier of Boulengier (Hans), geb. Haarlem omstreeks 1600, in 1623 ingeschreven in het St. Lucasgilde te Haarlem; werkzaam aldaar tot na 1644. 554. Bloemstuk; tulpen en andere bloemen f_ ' /) j y/ E. 68 X 54,5, gem. onder links: l / f / Verk. DouairièreNahuys- V. s?_ Hodshon, 1883. ' U 5 7 in een vaas. E. 68 x 54,5, gem. onder links: Verk. Douairière NahuysHodshon, 1883. BOLOMEY (Benjamin Samuel), geb. Lausanne 1739, gest. aldaar 1819; werkzaam te 's-Gravenhage 1763—1791. Was hofschilder van den Prins van Oranje. AT. 555. Frederica Sophia Wühelmina van Pruisen, Prinses Douairière van Prins Willem V, (1751—1820), omgeven door de Drie Gratiën en andere allegorische figuren. E. 44,5 x 31. Aan de achterzijde een gedicht met aanwijzing dat Benjamin Bolomey de schilder is. Gekocht van den heer Botgortschek te 's-Gravenhage, 1880. 556. Willem V Prins van Oranje (1748— . 1806); ten voeten uit. *Ö/> //?*///O /1 D. 223 x 103, gem. rechts: O lUf'I Cl Ontvangen in 1878 van Gedeputeerde Staten van Zeeland; afkomstig uit het huis van den /*>^*tn vertegenwoordiger des Prinsen in de Staten van * f jf *J Zeeland van 1768 tot 1778, J. A. van de Perre. 557. Frederika Sophia Wilhelmina, Prinses van Pruisen (1751— 1820), gemalin van Prins Willem V; ten voeten uit. D. 207 x 103. Herkomst zie vorig No. BONVIN (Francois), geb. Vaugirard 1817, gest. Samt-Germain-enLaye 1887. E. 559. Stilleven; een tinnen beker bij een mandje met aardbeziën. D. 45,5 x 36, gem.: iSyi F. Bonvin London. Geschenk van Mevr. de Douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. BOONEN (Arnold), geb. Dordrecht 1669, gest. Amsterdam 1729. Leerling van Arnold Verbuijs te Dordrecht en daarna van Godfried Schalcken. Werkte in Duitschland en vestigde zich in 1696 te Amsterdam. 562. Zes Regenten van het O.I. Huiszittenhuis, 1705. De Regenten, tot aan de knieën gezien, zijn bezig aan tafel met schrijfwerk en geld tellen. D. 175 X 375, gem. onder links: A. Boonen Pinx.1705. Uit het Huiszittenhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885 566. Mr. Jan van de Poll (1666—1735) met zijn zoontje Harmen Hendrick (1697—1772). D. 48,5 X 39,5. gem. in het midden /fd /Ti* Geschenk van Jhr. J. S. R. van \^/t> CX) Q>"t?#7Z-£/7'Lde Poll 1885. 566a. Brechje Hooft (1640—1721), echtgenoote van Mr. Harmen van de Poll. D. 50 X 41. Geschenk van Jhr. J. S. R. van de Poll, 1885. 566b. Portret van een Heer; naar rechts gewend, zittende aan een tafel. D. 50 x 42.5, Legaat van den Heer J. H. Schellwald, Zwolle 1900. 566c. Portret van een Dame; naar links gewend, zittende aan een tafel. D. 50 x 42,5. Herkomst als No. 566b. BOR (Paulus), geb. Omstreeks 1600, gest. Amersfoort 1669. Vertoefde te Rome. 567. De Vinding van Mozes; halfnaakte vrouwen, in het water staande, dragen het kind den oever op waar de dochter van Pharao staat toe te zien. D. 132,5 X 115,5. Afkomstig uit het „Huygenshuis" te 's-Gravenhage. BORCH (Gerard ter), geb. Zwolle 1617, gest. Deventer 1681. Leerling van zijn vader Gerard ter Borch te Zwolle en van Pieter Molyn te Haarlem. Na lange reizen door Engeland, Duitschland, Italië, Spanje en Frankrijk, hoofdzakelijk werkzaam te Deventer. Van 1650—!Ö54 werkzaam te Zwolle. 568. Mansportret, vroeger als zelfportret aangezien. rTT-^ K. 35,5 X 29,5, gem. in den achtergrond onder rechts: V. 1) Gekocht te 's-Gravenhage, 1868. Legaat L. Dupper Wz. 1870. 569. Damesportret. Tegenhanger van No. 568. /T\ K. 35,5 x 29,5, gem. in achtergrond onder links: ITK Gekocht met vorig No. Legaat L. Dupper Wz., 1870. VI/ 570. De vaderlijke Raadgeving. Een dame, in wit satijn gekleed en van achteren gezien, staande op den voorgrond, wordt toegesproken door een officier, die op een stoel gezeten is naast eene dame die uit een glas drinkt. Rechts staat een hond. D. 71 x 73. Herhalingen zonder hond in het Museum te Berlijn en in Bridgewater-House te Londen. Op het laatste schilderij, dat misschien niet eigenhandig is, staat het bed rechts. Verk. W. Lormier, 's-Gravenhage 1763. Kabinet van Heteren 1809. 571. Ds. Hendrick van der Schalcke of Schalckenius, predikant te Uitgeest, Edam en Hoorn van 1638—1676. E. O. 29,5 X 23,5, gem. onder rechts: f T\j . /* Gekocht in 1898 met volgende twee Nos. v 11 1 0 4 j 572. De Vrouw van Ds. Hendrick van der Schalcke. E. O. 29,5 x 23,5. Afkomstig zie No. 571. 573. Helena van der Schalcke als klein kind, dochter van de beide voorgaanden. Zij is later gehuwd met Nic. Eichelberg. E. 34 x 28,5. Afkomst zie No. 571. 573a. Francois de Vicq (1646—1707), later o.m. Burgemeester van Amsterdam, in deftig gewaad, gewend naar rechts. Hij staat nabij PPT1 +af»l pn hrmrlt in de linkerhand een wandelstok. D. 38,5 x 31, gem. in den achtergrond: Op de achterzijde stond hetzelfde in wit geschilderd over den naam: „Nicolaas Pancras". Legaat Salomon Rendorp, Amsterdam 1903/1910. /OATIS 24 W 573b. Aletta Pancras (1649—1707), echtgenoote van den voorgaande, in rijk gewaad; kniestuk gewend naar links. Ze staat naast een tafel, waarop een zijden kap. D. 38,5 x 31, gem. links: Aetatis Suae 21, 1670 en met het monogram. Op de achterzijde stond: AETATIS. 21. 1670, geschilderd over den naam: „Petronella de Waart". Herkomst als vorig No. De namen Nicolaas Pancras en Petronella de Waart zijn blijkbaar foutief aangegeven, aangezien deze personen in 1670 respectievelijk 48 en 42 jaren oud waren. 574. Portret van een heer; staande ten voeten uit en recht van voren gezien; zijn hoed houdt hij in de linkerhand. D. 60,5 x 44, gem. onder links met het monogram, verder in den achtergrond AETATIS 34 en 1636. In bruikleen van Mr. W. L. Luijken Glashorst, 1911 en van diens erven sinds 1932. 575. Portret van een aanzienlijke vrouw; staande ten voeten uit, en recht van voren gezien. In de handen houdt zij een waaier. Tegenhanger van het vorige schilderij. D. 60,5 x 44, gem. met het monogram en AETATIS 33,1656. Herkomst als vorig No. 576. Beëediging van den Vrede van Munster, 15 Mei 1648. De schilder zelf aan de uiterste linkerzijde. De voorgestelde Nederlanders zijn: Willem Ripperda; Frans von Dohna; Godard van Rheede van Nederhorst; Adriaen Pauw; Jan van Mathenesse; Barthold van Gent. Copie naar het origineel in de National Gallery te Londen. Een tweede, vrije copie, waarschijnlijk door Gerrit Lundens, in het Raadhuis te Munster. K. 46 x 60. Verk. A. C. Putnam, Amsterdam 1803. Nat. Museum 's-Gravenhage, 1808. BORCH (Moses ter), geb. Zwolle 1645, gesneuveld op de vloot bij Harwich 1667. Jongste broeder en leerling van Gerard ter Borch. 578a. Jan Fabus. (Studiekop). Papier 8x7. Verk. Zebinden, Zwolle 1886. 578b. Portret eener oude vrouw met een witte muts op. Gezien bijna recht van voren tot aan den hals. Studie. D. 24 x 19. Uit de verzameling, aangekocht uit de nalatenschap van den heer L. F. Zebinden te Zwolle in 1887 en thans in 's Rijks Prentenkabinet alhier. Overgenomen in 1907. 578c. Portret van een jongeling gezien tot aan den hals,, het hoofd naar links gewend. D. 28 x 19. Herkomst als vorig nummer. BORGOGNONE (Ambrogio da Fossano gen. II), geb. Milaan (?) omstreeks 1450, gest. aldaar (?) 1523. Beïnvloed doorVincenzo Foppa. Werkzaam te Pavia en Milaan. 579a. Madonna met het Kind. Zij is gekleed in een rood, hooggegord gewaad en groenblauwen mantel; over het hoofd een grijze doek. Het kind draagt een tuniekje en heeft sandaaltjes aan de voeten. Links een vensteropening met een uitzicht op een smal grachtje. P. 50 x 42. Aangekocht voor het Augusteum te Oldenburg uit de verz. du Blaisel, Parijs 1870. Verworven met steun der Vereeniging Rembrandt, 1923. BORSSUM (Anthony van), geb. Amsterdam 1629 of 1630, gest. aldaar 1677. 583. Amphibieën, Insecten en Planten. D. 62 X 49, gem. onder links: A. Borssom. f. Geschenk van Dr. A. Bredius, 1890. BOSBOOM (Johannes), geb. 's-Gravenhage 1817, gest. aldaar 1891. Leerling van Bartholomeus Johannes van Hove. E—L. 584. De Lieve-Vrouwekerk te Breda, met het grafmonument van Engelbert II van Nassau op den voorgrond. M. 87 x 69, gem. onder rechts: ƒ. Bosboom 1843. Aangekocht in 1843. 584a. Kerk te Maasland, gezien naar het transept; eenige figuurtjes zijn gegroepeerd nabij een preekstoel. M. 10,3 x 12,5, gem. onder rechts: Bosboom. Legaat J. B. A. M. Westerwoudt, Haarlem 1908. 584b. Kerk te Trier; gezicht in een der zijbeuken; een enkele zonüchtstraal valt hoog uit een raam links, op den transept-muur en een gedeelte van den vloer. Op den voorgrond loopt een geestelijke in koorhemd. M. 40 x 30, gem. o. r.: Bosboom. Verz. W. J. van Randwijk en schenking van de Erven, 's-Gravenhage 1914. 584c. Kerkinterieur (schets), op den voorgrond een vrouwefiguurtje. M. 25 x 14, gem. onder rechts: J. Bosboom. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. 584d. Consistoriekamer te Nijmegen. In een gothische ruimte eenige mannen in 17e eeuwsch costuum. Witgekalkte wanden met schilderstukken; in het midden een koperen kaarsenkroon. E. 47 x 36,5, gem. links onder: J. Bosboom. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. BOSCH (Hendrik van den), Hollandsch schilder, iste helft der 18e eeuw. 586. Diederik van Durven, Gouv.-Gen. van N. L 1729—1730. K. 33,5 x 26. Met opschrift: Mr. DIDERIK DURVEN, GOUV. GENER. VAN INDIA, waartusschen zijn wapen. Gem. rechts beneden: , Herkomst zie No. 328. HenériAzwn den BoscA ^yetlit.rrióy. BOSCH (Hieronymus van Aeken, gezegd Jeroen), geb. verm. te 's-Hertogenbosch omstreeks 1450, gest. aldaar 1516. Werkzaam te 's-Hertogenbosch. 588. De Verzoeking van den heiligen Antonius; de heilige omringd van vele gedrochten; in den achtergrond een brandende stad. [Copie uit den tijd, wellicht door Joachim de Patinier]. E. 69 x 87. Overeenkomstige werken o.m. in de Musea van Brussel, Bonn en Antwerpen, vermoedelijk alle copieên naar het origineel te Lissabon. Aangekocht van Fr. Muller & Co., 1899. 589a. De gevangenneming van Christus. Bij het licht van een toorts wordt Christus gevangen genomen. Rechts Petrus met breede tonsuur en in roode pij, zijn zwaard zwaaiende boven Malchus, die hem bijt en met een lantaarn afweert. Naast het lijdzame gelaat van Christus een weerzinwekkende Judaskop. Links trekt een man, die in een bruinen mantel gehuld is, zijn zwaard. E. 51 x 81,5. Op het zwaard, dat Petrus zwaait, het merk B of Af, wellicht het fabricage-teeken. Dezelfde compositie, maar van mindere kwaliteit, 1931 in den kunsthandel. Aangekocht met steun van de Vereeniging Rembrandt, 1930. BOSSCHAERT (Ambrosius), geb. Antwerpen omstreeks 1570, gest. 's-Gravenhage 16.21 (op een reis); werkzaam te Antwerpen, Middelburg (1593—1613), Utrecht en Breda. 590. Bloemstuk; tulpen, rozen en anjers in een vaasje. ■■, . K. 31 x 22,5, gem. onder links: / L5\ ♦ 1'Ó'I 9 Geschenk van Dr. A. Bredius, 1890. BOTH (Andries), geb. Utrecht omstreeks 1608, verdronken Venetië 1641. Leerling van zijn vader, den glasschilder Dirck Both, en van Abraham Bloemaert. Broeder van den landschapschilder Jan Both, met wien hij zich te Rome ophield. E. 590a. De kaartspelers. Drie Italiaansche figuren die buiten vóór een schuur rond een tafel aan 't spelen zijn. Een koopman met eieren, eene vrouw en nog een man staan er bij. s/- ■ E. 32 x 44. Gem. links bij het midden op het tafelschot: jfi 1)1h Schenking Hoogendijk, 1912. / V J BOTH (Johannes), geb. Utrecht omstreeks 1618, gest. aldaar 1652. Leerling van zijn vader, den glasschilder Dirck Both, en van Abraham Bloemaert te Utrecht; kwam in Italië, vanwaar hij in 1641 naar Utrecht terugkeerde, onder den invloed van Claude Lorrain. E. 591. De naar de Natuur studeerende Schilders; ze zijn gezeten in een Italiaansch landschap met rotsmassa's op den voorgrond, die begroeid zijn met struikgewas, /^~~ s*S~*> hooge planten en boomen; in het /yJ // midden een kleine bergstroom. l / )/)-rrt D. 187 x 240, gem. rechts op Vi der hoogte T op een rotsblok: V/ Verk. Quirijn van Biesum, Amsterdam 1719; ^r"^ Pickfatt, Rotterdam 1736; Thomas Hamlet, Londen 1833 en 1834. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 592. Italiaansch Landschap. Over een weg, loopende door een heuvelachtig terrein met enkele boomgroepen, drijft een man op een muilezel gezeten twee beladen muilezels voort. Twee ruiters met hun gids komen hem —. ,7/ tegemoet. In het verschiet bergen en de zee. \^T) JLL. E. 80,5 X 102,5, gem. links op een rots: t J j Qjj fF Verk. Dr. J. Bleuland, Utrecht 1839. Kab. J. Rom- ^-^^ \__ bouts, 1850. Legaat L. Dupper Wz., 1870. 594. Italiaansch Landschap; links beginnende kronkelt zich een weg door begroeide heuvelachtige terreinen; in den achtergrond bergen; op den weg een ezeldrijver en een boer met kar. E. 37,5 x 50,5, gem. onder rechts op een rots. Verkoopingen / Destouches 1794, Talleyrand 1817, Pourtalès 1826; en J)j07fl eene te Bath, 1828. Door Van der Hoop te Londen gekocht in 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van V.^^ Amsterdam, 1885. 597. Volksleven te Rome; nabij zware bouwvallen een groep handeldrijvende figuren; op den achtergrond het Colosseum. f~ï\ 11 D. 67 x 83,5, gem. onder rechts: M"S (YTlX * Uit de verzameling De Clercq, 1898. Overgenomen f>J J van de Vereeniging Rembrandt in 1901. BOURDON (Sébastien), geb. Montpelher 1616, gest. Parijs 1671. Te Rome onder invloed van Nic. Poussin en Claude Lorrain. Mede-oprichter van de Kon. Academie te Parijs, 1648; hofschilder van Koningin Christina van Zweden. E. 599. De geestelijke Echt van de Heilige Catharina, voorgesteld in een bergachtig landschap met een stad. D. 86,5 X 103,5. Kabinet van Heteren, 1809. BOURSSE (Esaias), geb. Amsterdam 1631, gest. als adelborst op reis naar Indië 1672. Bezocht Italië. Werkzaam te Amsterdam. 601. Vrouw aan het Spinnewiel; ze is in gezelschap van een man gezeten nabij den schoorsteen in een vertrek met rooden tegelvloer. f K. f D. 60 x 49, gem. onder links: {j I Verkooping W. Gruyter, Amsterdam 1882. ' BRAECKELEER (Ferdinand de), geb. Antwerpen 1792, gest. aldaar 1883. Leerling van de Antwerpsche Academie en van Philippe Jacques van Bree. E. 604. De Citadel van Antwerpen na het Beleg, December 1832. D. 132 X 197, gem. onder links: Antwerpen 1831 (sic) F. de Braekeleer. Verk. Viruly, Amsterdam 1881. BRAKENBURGH (Richard), geb. Haarlem 1650, gest. aldaar 1702. Leerling van Adriaen van Ostade en van Hendrick Mommers. Navolger van Jan Steen. Woonde van 1671—1687 te Leeuwarden en vestigde zich daarna te Haarlem. 606. Boerenherberg; verscheidene landlieden zijn aan het rooken en drinken. . / | K35 * 28-5, «T- onderrechts: & < Braking- Kabinet van Heteren 1809. ' V *— BRAMER (Leonard), geb. Delft 1596, gest. aldaar 1674. Bezocht Italië, waar hij den invloed van Adam Elsheimer onderging. Vanaf 1629 werkzaam te Delft. E. 607. Onbekende Voorstelling; personen in geestelijk gewaad, gezeten aan een tafel, zien toe naar twee vechtende mannen, als geestelijken gekleed. In een nis een beeld van Jupiter. E. 47 X 62,5, gem. onder rechts: , ÜtQniov Gek. bij Fr. Muller & Co., 31 Dec. 1884. cr 608. De Verloochening van Petrus; f 7% op den voorgrond twee kaart- Z^^TY/i ~)°Cl TTLC/V spelende krijgslieden; achter hen, f ' J onder meer personen. Petrus door { ^ de dienstmaagd bespot. \ V ) O ' BREENBERGH (Bartholomeus), geb. Deventer 1599, gest. Amsterdam vóór 1659; vertoefde zeven jaar in Italië waar hij de leerling was van Paulus Bril en den invloed van Adam Elsheimer onderging. Sedert 1633 in Amsterdam. E. 620. Jacob's Worsteling met den Engel, voorgesteld ia een bergachtig land- '}Jl\ / A 6*6"/ S. H. v. d. Poll, 1880. 627. Een Moeder met haar Kind, dat uit een pannetje pap te eten krijgt. E. achthoekig 30,5 x 25,5. Verz. Prof. Kemper, Leiden, verkocht 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 628. De Kleermakers werkplaats; de meester en zijn gezellen zitten te werken op een tafel; daarbij staat een vrouw met een visch- emmer aan den arm. D. 66 x 53, gem. op een stoel. Verk. de Vos, 1833. Verz. Van der Hoop. bruikleen van Amsterdam, 1885. 629. Binnenhuis met twee oude mannen: een hunner aan een /Tn /? / spinnewiel gezeten, de ander ¥ü J\ ^ / ï^yP (l^'J van de vischvangst weerkee- * * V rende. f E. 59 x 46, gem. op de deur. Verk. J (j V ~\ G. v. d. Pot, Rotterdam 1808. 630. Het Hoekje van den Haard; twee oude mannen zitten bij elkaar, de een te rooken, de ander te drinken. E. 61 X 47, gem. onder rechts. Verk. G. v. d. Pot, Rotterdam 1808. BRETON (Emile Adélard), geb. Courrières 1831, gest. aldaar 1902. Leerling van zijn broeder Jules. 631. Branding; bij stormachtig weer. D. 48 x 70,5, gem. onder rechts: Emile Breton 74. Geschenk van Mevr. de Douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. BREUGEL. Zie Brueghel. BRIL (Paulus), geb. Antwerpen 1554, gèst. Rome 1626, waar hij sedert 1574 woonde. Leerling van Damiaen Ortelmans te Antwerpen. Onderging in Italië den invloed van Adam Elsheimer en van de gebroeders Caracci. E. 633. Bouwvallen; over het heuvelachtig terrein, begrensd door bouwvallen, bewegen zich talrijke figuren. K. 41,5 x 57, gem. op een hek in-den voorgrond: p- Qpil . Kabinet Van Heteren, 1809. BRONCKHORST (Jan Gerritsz van), geb. Utrecht omstreeks 1603, gest. Amsterdam 1661. Vermoedelijk leerling van de glasschilders Jan Verburg en Peter Matthijsz. Omstreeks 1626 te Utrecht op het atelier van Corn. Poelenburgh. Sedert 1650 gevestigd te Amsterdam. E. 640. Allegorie op de Uitdeeling van Levensmiddelen. D. 187 x 153. Geschilderd voor het Oude-Zijds Huiszittenhuis. Afkomstig van het Werkhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. BROUWER (Adriaen), geb. Oudenaarde 1605 of 1606, gest. Antwerpen 1638. Van 1625—1626 te Amsterdam, daarna te Haarlem. Sedert 1631 te Antwerpen. E. 641= Boerendrinkpartij; een gezelschap mannen en vrouwen om een tafel in een boerendeel. Vroeg werk van den meester. E. 19,5 x 26,5, vroeger valsch gem. links op een ton: /e\ Kabinet van Heteren, 1809. 4a. Hendrick Aerts. 642. Boerenvechtpartij, bij den ingang van een woning. Vroeg werk van den meester. E. 25,5 x 34, sporen eener handteekening rechts op een stuk hout. /*& Kabinet van Heteren, 1809. BRUCKMAN (Willem Lodewijk), geb. 's-Gravenhage 1866, gest. Laren 1928. Aanvankelijk opgeleid voor architect, leerling der Haagsche Academie. Werkzaam in Frankrijk, Engeland (1896— 1922) en Holland. 642a. Gezicht op Nantes. Aan de overzijde van de Loire verrijzen boven een stuk stadsmuur de Kathedraal St. Pierre en het Kasteel. Geheel links op de kade eenige huizen. Op den voorsten oever links een wasscherij. Grijze stemming. D. 90,5 x in, gem. rechts onder: W. L. Bruckman. Geschenk van Mevr. I van den Heuvell, Zeist 1929. BRUEGHEL (Jan) „de Fluweelen Brueghel", geb. Brussel 1568, gest. Antwerpen 1625. Zoon van Pieter Bruegel den Oude (den Boeren-Bruegel). Leerling van Peter Goetkint te Antwerpen. Bezocht Italië; sedert 1597 in Antwerpen. 644. Dorpsgezicht aan een Rivier, gestoffeerd met enkele schuitjes. K. 14,5 X 20,5, gem. in den linker benedenhoek: srvcethoVerk. G. van der Pot, 1808. , waar hij sedert 1515 gevestigd was. 656a. Aanzienlijke jonge vrouw, ten halve lijve gezien en naar links gewend, gezeten achter een tafel waarop hare linkerhand rust. In de rechter houdt zij een bloem. Donkergroene achtergrond. Het paneel is van boven half cirkelvormig afgerond. E. 31,5 x 24, van boven afgerond. Aan de achterzijde een geschilderd wapen, waarop een huismerk. In het Museum te Brunswijk is een bijna gelijksoortig portret. Schenking Hoogendijk, 1912. BUECKELAER (Joachim), geb. Antwerpen omstreeks 1533, gest. aldaar .1573. Leerling van zijn oom Pieter Aertsz. gen. Lange Pier. 657. De welvoorziene Keuken; dienstmaagden zijn bezig met het toe¬ bereiden van gevogelte; op den achtergrond Jezus met Maria en Martha. E. 171 x 250, gem. boven op een balk. Verkooping S. B. Bos, Amsterdam 1888. 658. Ecce Homo; een marktplein waarop een menigte kooplieden met hun koopwaar, en allerlei marktbezoekers; op den achtergrond in het midden Jezus den volke voorgesteld; terzijde andere tafereelen uit de Passie. (Richting Joachim Bueckelaer). E. 126,5 x 182. Verkooping H. F. ten Kate, Amsterdam 1889. BUNDEL (Willem van den) geb. Brussel omstreeks 1577, gest. Delft 1655, waar hij vanaf 1623 in het St. Lucasgilde voorkomt; van 1600 tot ongeveer 1620 woonachtig te Amsterdam. 658a. Boomrijk landschap, nabij een dorp, op den voorgrond een man te paard, die wordt aangesproken door E. 39,5 x 52. Gem. onder rechts: Volgens Dr. Bredius is het aan twijfel onderhevig, of dit landschap door den vader, dan wel door den zoon Willem (gest. Amsterdam 1623) is geschilderd. Gekocht te Amsterdam, 1920. BURGH (Hendrick van der), werd 1649 lid van het St. Lucas-gilde te Delft, vanwaar hij in 1654 verhuisde, waarschijnlijk naar Leiden, waar hij in 1658 vermeld wordt en tot 1659 bleef. In 1663 weer te Leiden, in 1664 te Delft. Misschien identiek met den in 1614 te Frankenthal geboren schilder en graveur Hendrik van der Borcht den J. Zie ook No. 1648c. 660a. Gezicht op den Dam te Amsterdam, waarbij een toren voor de Nieuwe Kerk, die in teekening heeft bestaan, als reeds uitgevoerd is voorgesteld. Rechts de Waag. (Toeschrijving). D. nox 133. Vroeger valsch gesigneerd: J. Steen. Legaat van Mevr. M. A. Domela Nieuwenhuis—Meyer aan het Kon. Oudh. Genootschap, van hetwelk in bruikleen 1926. BURGH (Pieter Daniël van der), geb. 's-Gravenhage 1805. Zoon van den landschapschilder Hendrik van der Burgh. 663. De Gevangenpoort en de Plaats te 's-Gravenhage. E. 47 x 58,5, gem. onder links: P. D. van der Burgh. Uit het Paviljoen te Haarlem. BUIJS (Jacobus), geb. Amsterdam 1724, gest. aldaar 1801. Leerling ■van Corn. Pronk en van Corn. Troost. E—ZK. 667. Cornelis Ploos van Amstel (1726—1798), kunstverzamelaar en plaatdrukker te Amsterdam. 7» y_m _ - E. 25,5 x 23, gem. links onder: »yj U/Uïf . ~J. JjTOO • Gesch. van Jhr. J. Ploos van Amstel ^— aan het Kon. Oudh. Genootschap, van hetwelk in bruikleen. 668a. Nachtelijke Straatscène, slotbedrijf uit een blijspel. E. 57 x 44,5, gem. onder rechts: /. Buijs F. 1761. Geschenk van de Commissie tot Verkoop van Photographieën, 1922. BUYTEWECH (Willem Pietersz.), geb. Rotterdam 1591 of 1592, gest. aldaar 1624. Was sedert 1613 een tijdlang werkzaam te Haarlem. Keerde voor 1617 te Rotterdam terug. E. 668b. Musiceerend gezelschap; drie personen, van wie één een opengeslagen boek voor zich heeft en een ander op de viool speelt, zitten om een tafel en zingen. Door de half geopende deur komen nog twee personen binnen. (Toeschrijving). E. 39 x 26. Geschenk van den Heer J. Goudstikker te Amsterdam, 1924. twee marktgangers. 668c. Voorname vrijages. Voor een grijzen buitenmuur, waartegen een fontein is aangebracht en een klimroos groeit, houden twee elegant gekleede paren een klaarbüjkeüjk amoureuze conversatie. De zittende vrouw schijnt door de keus te laten tusschen twee rozenknoppen hare bedoelingen aan te duiden. D. 56 x 70. Volgens mededeeling van den heer W. J. J. C. Bijleveld is het links aangebrachte wapen waarschijnüjk dat van het geslacht van Duvelandt-van Rhoon en zouden zijn afgebeeld twee zusters van dien naam, die in 1608 te Haarlem huwden met Dirc van der Nath en Johan de Bruyn van Buytewech. Geschenk van de Commissie tot verkoop van Photographieën, 1926. BYLERT (Jan van), geb. Utrecht 1603, gest. aldaar 1671, Leerling van Abr. Bloemaert, daarna eenige jaren in Rome. Werkzaam te Utrecht. 669. De Luitspeler. Ten halve lijve, naar links gewend. E. 18 x 18, gem. boven rechts: J. bijkrt. fee. Verkoopingen B. Lans, Amsterdam 1878 en J. H. Cremer, Amsterdam 1886. CABEL, zie op Arent Arentsz. blz. 30. CALRAET (Abraham van), geb. Dordrecht 1642, gest. aldaar 1722. Navolger van Albert Cuyp. Was ook beeldhouwer. Zie Nos. 743 en 746. CAMERARIUS (Adam), werkzaam tusschen 1644 en 1665 te. Naarden, Amsterdam en Groningen. Beïnvloed door Rembrandt. 676. Christus en de Hoofdman over Honderd. D. 172,5 X 226,5 gem. onderrechts: Verk. Viruly van Vuren en Dalem, CAMPHUYSEN (Govert Dircksz.), geb. Dokkum 1623 of 1624, gest. Amsterdam 1672. Zoon van den dichter Dirck Rafael Camphuysen. Werkzaam te Amsterdam en tusschen 1652 en 1665 hofschilder te Stockholm. E. 679. Koestal met figuren; een man wil een boerenmeid, die aan een tafel zit, met haar stoel achterover trekken. E. 33 X 37, gem., waaroverheen valsch P. Potter. Legaat van Mevr. Messchert van Vollenhoven aan Amsterdam, 1892. In bruik¬ leen van de gemeente. CAMPHUYSEN (Raphael), geb. Gorkum 1598, gest. Amsterdam 1657. Werkzaam te Gorcum en te Amsterdam. C ifjJi ij/''" 680. Landschap tegen Zonsondergang, nabij een dorp. ^rv j , S* E. 46 x 63,5, gem. linker benedenhoek. t=« cWf _ Antl\lW'fl Gek. met de collectie Gijsbert de Clercq, J \^ V.I(«lul<,yll 1899. Overgenomen van de Ver. Rem- J brandt. CAPPELLE (Johannes van de), geb. Amsterdam 1624 of 1625, gest. aldaar 1679. Ontwikkelde zich onder invloed van Simon de Vlieger. Dreef een lakenververij. E. 681. Begroeting van de Regeeringssloep door de binnenvloot; kalme zee met eene menigte zeilschepen; op den voorgrond een sloep met talrijke figuren. y E. 64 x 92,5, gem. onder links: ƒ de oude handteekening vroeger *1 X / ff **\tt~^ f f vervormd in ie Vlieger. Volgens \J V & (g \, Jf i '•»* 'f 3 den Heer C. G. 't Hooft zouden > in de sloep Frederik Hendrik a^ en de latere Willem II te herkennen zijn. Het onderwerp staat niet vast. Uit het Nat. Mus. te 's-Gravenhage, 1808 als: Het bijeenverzamelen van de Expeditie op Chatham door Capelle. CHALLE (Noël), Fransch schilder werkzaam, wellicht te Amsterdam, omstreeks het midden der 18e eeuw. / 688a. Sandrina van den _ / I [ f Broecke, echtgenoote J\ Q ^ C/?(lJJ,g_ van George Lodewijk - Matthes. \y(>AD. 81 x 68, gem. links: Geschenk van Mr. H. Lepeltak Kieft te Brammen, 1903. CHAMPAIGNE (Philippe de), geb. Brussel 1602, gest. Parijs 1674. In Brussel leerling van Jean Bouillon, Michel de Bordeaux en Jacques Fouquières, sedert 1621 in Parijs van Georges Lallemand. In 1628 hofschilder te Parijs. Een der eerste leden van de in 1648 opgerichte Academie. Stond in verbinding met Port-Royal. 688b. Jacobus Govaerts. De jonge geestelijke houdt in de rechterhand de priesterstaf, waarop een zilveren Madonna-beeldje, in de andere hand een handschoen en een bonnet. Links op de tafel een boek met opschrift: M. Episcop. Links op een kolom: Aet. Suae: 29: A": 1665. D. 135 x 108. Door Koning Willem I in 1823 voor het Mauritshuis gekocht van Generaal Rottiers. In bruikleen van het Kon. Kabinet van Schilderijen (Mauritshuis) te 's-Gravenhage, 1927. CIMA DA CONEGLIANO (Giovanni-Battista), geb. Conegliano omstr. 1459, gest. aldaar 1517 of 1518. Leerling van Giov. Bellini (?). 690. De Heilige Maagd met het Christuskind aan de borst, gezeten in een bergachtig landschap. Van paneel op doek overgebracht, 83 x 68. Verz. Graaf Rossi da Conegliano. Verz. M. Reghellini de Schio, Brussel 1826. Aangek. 1831. Uit het Mauritshuis 1885. CLAESZ. (Allaert), werkzaam omtrent het midden der 16e eeuw te Amsterdam; was aldaar de eerste leermeester van Pieter Aertsz. 691. Schuttersstuk met achttien beelden, 1534. Figuren te halven lijve, alle met het gelaat naar den «. toeschouwer gewend. Twee in het A^^»-iJx^k midden dragen de keten en den ^^«r*» ^iSk m [Deze toeschrijving van Prof. Six aan ^s^S^tessa Allaert Claesz. wordt bestreden; jg t ^ ^ ^<3L^ welhcht door Corn. Anthonissen, * ral I J M f I zie blz. 29. —• ..aas»k**!*J £. 125 x 223, gejaarm.: Vroeger in de Kleine Krijgsraadkamer van het oude Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. CLAESZ. (Pieter), geb. Burg-Steinfurt 1597/8, gest. Haarlem 1661, waar hij reeds in 1617 werkzaam was. Vader van Claes Berchem. 693. Stilleven. Op een gedeeltelijk gedekte tafel liggen r»T& % op tinnen schotels een bokking, een broodje en een \3 half geschilde citroen; daarbij staat een tinnen zout- JL vat en nog een groote half gevulde bokaal, waarachter tt^ een wijngaardtak. E. 64 x 82, gem. onder rechts A° 1647 en: Aangekocht te Groningen, 1900. Jf| 693a. Stilleven. Twee haringen, een half gevulde roemer, brood, een pijp, een mes, een komfoor etc. E. 40 x 52. Onder gemonogrammeerd en gedateerd: 1624. Verz. Mr. A. L. E. Ridder de Stuers, Parijs. Bruikleen 1932. CLAEU (Jacques Grief gen. de), geb. Dordrecht, werkzaam omstreeks 1642—1676 aldaar, te 's-Gravenhage en Leiden; schoonzoon van Jan van Goyen en zwager van Jan Steen. 694. „Vanitas"; stilleven, samengesteld uit verschillende voorwerpen als een half overdekte globe, doodshoofd, kruisbeeld, viool, glas op een gezegeld be- * . schreven papier, inktkoker jL/~i~r r « 1 f*-'s~' 1 en bloemen £jf /rtC ' & E. 54 x 71, gem. rechts: Geschenk van Dr. A. Bredius, 1888. CLERCK (Hendrick de), geb. Brussel 1570, gest. aldaar 1629. Leerling van Maerten de Vos te Antwerpen. 695. Wedstrijd tusschen Appollo en Marsyas, in een bergachtig landschap. K. 43 x 62. Reeds als van De Clerck vermeld in de lijst, opgemaakt bij den aankoop van het kabinet van Heteren in 1808. COCLERS (Louis Bernard), geb. Luik 1740, gest. aldaar 1817. Leerling van zijn vader Jan-Baptist Coclers. Bezocht Rome; achtereenvolgens werkzaam te Maastricht, Nijmegen, Dordrecht, Parijs, Amsterdam en Luik. E. 697. Mr. Jan Bernd Bicker (1746—1812). Koopman en bankier. M. 44,5 x 36, gemerkt: Legaat Bicker 1881. In bruikleen van Amsterdam, 1881. 698. Catharina Six (1752—1793); echtgenoote van den vorige. M. 44 X 36,5, gem. j Herkomst als vorig nummer. — 699. Een Moeder met haar Kind; zij zit aan een tafel en drinkt uit een glas, haar kind bij zich houdend. M. 36 X 30,5, gem. op de achterzijde: L. B. Coclers. Van een tentoonstelling in 1809 of i8io(?). CODDE (Pieter), geb. Amsterdam 1599, gest. aldaar 1678; werkzaam te Amsterdam en waarschijnlijk ook te Haarlem en Leiden. Onderging den invloed van Frans Hals. Corporaalschap van kapitein Reynier Reael en luitenant Cornelis Michielsz. Blaeuw („de Magere Compagnie"), door Frans Hals begonnen en door Pieter Codde voltooid. Zie No. 1085. 700a. Familiegroep; binnenshuis. Aan de tafel zit de huisvader, gekleed in het zwart; hij is in gesprek met zijn vrouw, die bij hem staat. Drie knapen vormen een groep ter linkerzijde. Achter de tafel, die met een Smyrna'sch kleed bedekt is en waarop een globe, staat de oudste zoon. Cederhout 45 X 74, gem. op een boek en gedagteekend 1642 / /J boven de deur. Verz. S. H. Fraser, John Howard Galton en IJ Hadzor. Gekocht op een veiling van Fred. Muller, Amster- v* dam 1920. .*»—* 701. Mansportret (Toegeschreven). o *~ K. O. 14,5 x Ï2, gem. rechts: ji • \ 0 Z- 7. Gekocht met volgend No. op de veiling Josephus Jitta, Amsterdam 1898, met steun van de Ver. Rem- h * J_ _ _ teandt. 0 vVt" . «• O • 702. Vrouwsportret (Toegeschreven). K. O. 14,5 x 12,5, gem.: A°. 162a out 38. Afk. zie vorig No. COMPE (Jan ten), geb. Amsterdam 1713, gest. aldaar 1761. Leerling van Dirk Dalens III. 710. De Ruïne van het Huis Berkenrode te Heemstede, afgebrand tijdens de illuminatie ter eere van de uitroeping van Prins Willem IV tot Stadhouder, 1747; het huis is daarna door den eigenaar, Mattheus Lestevenon, weer opgebouwd. E. 39 X 52, gem. onder rechts: ƒ. T. Compe /. Zie volgend No. 711. De Ruïne van hetzelfde Huis, van een andere zijde gezien. E. 39 X 82, gem. bij het midden: J. T. Compe f. 1747. Dit en het vorig No. geschonken door den Heer L. M. Beels van Heemstede aan het Kon. Oudh. Genootschap, van hetwelk in bruikleen ontvangen. CONFLANS (Adriaen de), werkzaam te Amsterdam tusschen 1580 en 1607. Hij huwde 1570 te Weenen. Stierf te Amsterdam vóór of in 1607. 711a. Het Cor por aalschap van Kapitein Dirck Thymansz. Brouwer en Luitenant Rijckert Ouwerol in 1595. De 26 figuren te halven lijve en geschaard in twee rijen. E. 138 x 261. Een gedeelte ontbreekt,- daar vroeger 35 schutters afgebeeld waren. Het paneel is vroeger in drie deelen verzaagd, die gedurende langen tijd als afzonderlijke schilderijen dienst deden. Met eene teekening in het Britsch Museum waarop het oorspronkelijke schilderij is voorgesteld, als leiddraad werden de drie deelen weder samengebracht. Behalve de kapitein en de luitenant zijn nog voorgesteld: Pieter Bas, de Vaandrig, Gillis Stokman, Reinier Klaas Reiniersz., Cornelis Krijnen, Claes Thymansz. Visscher, Jacob Smit, Tobias Martsz., Claes Garbransz en Jacob Cornelisz, Hing vroeger in den Handboogdoelen. In bruikleen van Amsterdam, 1905. COOL (Jan Daemen), geb. Rotterdam 1589, gest. aldaar 1660. In 1614 opgenomen in het St. Lucas-Gilde te Delft. Vestigde zich omstreeks 1618 te Rotterdam. 716. Pieter Pietersz. Heyn (1578—1629). Luit-Admiraal van Holland. E. 65 x 50, gejaarm. links: A°. 1629. Aangekocht Fr. Muller & Cie, 8 Nov. 1898. COORTE (S. Adriaen), stillevenschilder, die in 1695 te Middelburg •woonde. Het van hem bekende werk is gedateerd van 1685 tot 1723. 717. Een bosje Asperges, ^m*. . ^ ^ SfïT.ti p4» Cocde *3o& gem. rechts. Legaat A. \^tW A. des Tombe, 1903. ^^^^ CORNEILLE de Lyon of de la Haye, geb. 's-Gravenhage omstreeks 1510, gest. Lyon 1574; aldaar vermeld in 1534. Hofschilder van Hendrik II, Frans II en Karei IX. Misschien een kleinzoon van Corn. Engelbrechtsz. 717a. Mansportret; donker krullend hoofdhaar en een korte volle baard omlijsten het gelaat. Hij draagt een leeren wambuis met crevé's over de blauwe onderkleeding. Kopergroene achtergrond. E. 15,5 x 13. Verkooping Onnes v. Nijenrode, 1923. Geschenk van den Heer M. P. Voüte, 1926. CORNELISZ. VAN HAERLEM (Cornelis), geb. Haarlem 1562, gest. aldaar 1638. Leerling van Pieter Pietersz. te Haarlem en van Gilles Coingnet te Antwerpen. Bezocht in 1579 Frankrijk. Stond onder Italiaanschen invloed. Was ook architect. 718. De Kindermoord van Bethlehem. Compositie met talrijke naaktfiguren. D. 245 x 358, gem. op een steenklomp: QCorniCy. • j^ci* ^— Uit het Nationaal Museum te 's-Gravenhage, 1808. 719. Adam en Eva in het Paradijs, _ staande onder den boom der Kennis. Q _ _ D. 273 x 220, gem. onder links: y\ •» s ó X* Waarschijnlijk het stuk dat de Haarlem- —»^ sche regeering ten geschenke gaf aan Prins Maurits ten behoeve van het Prinsenhof j f r> te Haarlem en dat daar in 1663 boven den | » f . / f* schoorsteen hing. Het werd met nog andere fi f **^^" schilderijen in 1804 door de Stad Haarlem gl J aan de Bataafsche Republiek gecedeerd. 720. Dirck Volckertsz. Coornhert (1522—1590). Dichter, wijsgeer en graveur. Was o.m. notaris te Haarlem en secretaris dier stad. E. 42 X 32,5. Eén uit meer replieken van het portret in het Frans Hals-Museum te Haarlem. In 1804 overgenomen van de Remonstrantische Gemeente te 's-Gravenhage voor het Nationaal Museum, 's-Gravenhage. 720a. Mars en Venus; links twee kinderen, die met de wapenrusting spelen. Naaktfiguren. De schilder heeft zichzelf als Mars en zijn vrouw als Venus afgebeeld. E. ovaal 42 X 31,5. Gem. in het midden rechts met het monogram en gedateerd 1623. Verz. W. Palte, Rotterdam. Geschenk van de Commissie tot Verkoop van Photographieën, 1924. CORNELISZ. VAN OOSTSANEN of van Amsterdam (Jacob) geb. Oostzaan vóór 1470, gest. Amsterdam 1533. Werkzaam te Amsterdam. B—H. 721. Zelfportret, buste, naar links gewend. E. 38 x 30, gem. links. Een dergelijke beeltenis van den kunstenaar, maar met palet in de hand en zittend voor een ezel waarop het portret van zijn vrouw, bevindt zich in de verzameling van den Duke of New-Castle te Clumber Park. Een derde zelfportret, op jongeren leeftijd, hangt in de Pitti te Florence. Gekocht te Londen, 1887. 722. Saul bij de Heks van Endor. Op den voorgrond is de heks, omgeven door haar helpsters, bezig met tooverkunsten; links Saul, Hip mpi- TÏin cnvtrnlfT —j~ O o — _ TV een poort wil binnentreden. Op den achtergrond stort hij zich in zijn zwaard. E. 87,5 x 125, gem. in het midden onderaan: Links boven banderollen met teksten Valenciennes 1879. uit 1 Samuël 28. Verk. Beauvois, 723. Calvariënberg; compositie van talrijke figuren waarvan vele te paard; in het midden de gekruisigde Christus. Op de verschillende plans van een oploopend terrein worden andere tafereelen uit de Passie voorgesteld. Enkele dezer zijn door den meester zelf in hout gesneden. E. 104 X 88. Aangekocht veiling Heeswijk, 1902. 723a. Fragment van een altaarstuk; de Schenkers: Korsgen Elbertzen, zijn zoons: Dirck en Albert Korsgen, Schepenen, zijn schoonzoon: Heijman Jacobsz. van der Ouder-Amstel, Burgemeester van Amsterdam, allen in knielende houding. Achter het hoofd van den schenker een stuk blauwe mantel, waarschijnlijk van zijn beschermheilige; de beneden rechterhoek is gevuld met den sleep van het gewaad der Madonna, die midden op het tafereel was voorgesteld. E. 90 X 57. Ook de toeschrijving aan Jan van Hout wordt verdedigd. Het altaarstuk was afkomstig uit de Agnietenkapel te Amsterdam, waaruit het, althans ten deele, gered werd bij de alteratie van 1578. Het kwam later in de verz. van Burgemeester Nicölaes Witsen (f 1717) en werd door de erven verkocht aan Jacobus Marcus. Verworven door ruil met het Kaiser-FriedrichMuseum te Berlijn, waarvoor het in Engeland gekocht was. De zeer beschadigde rechterhelft met Schenksters is, met een copie naar dit fragment, weer in de Agnieten-kapel geplaatst. In bruikleen van Amsterdam, 1923. COROT (Jean-Baptiste Camille), geb. Parijs 1796, gest. aldaar 1875. Leerling van A. E. Michallon en van Victor Bertin. Reisde in Italië en woonde hoofdzakelijk te Parijs en te Ville-d'Avray. E—L. 726. Boschvijver, omsloten links door dicht en donker geboomte, rechts door struikgewas. Notenh. 32 x 52, gem. onder links: Corot. Geschenk van Mevrouw de Douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. 726a.' Landschap met knotwilgen; rechts een vrouw met een geitje. M. 40 x 30,5. Gem. onder links: Corot. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. 726b.. Meisjesfiguur in landschap; zij zit, met een dieren vel onder haar uitgespreid, in een heuvelachtig, blond landschap. D. 41 x 60. Gem. onder links: Corot. Herkomst als n°. 726a. COSTA (Lorenzo), geb. Ferrara 1460, gest. Mantua 1535. Leerling van Cosimo Tura. Werkzaam te Bologna en na 1507 te Mantua als hofschilder der Gonzaga's. 726c. Heilige Familie. Maria zit op een gebeeldhouwde bank, voor een bleek, rood gordijn; het roode onderkleed is even zichtbaar onder den blauwen mantel. Achter haar staat Jozef. P. 50 x 40. Afkomstig uit het Augusteum te Oldenburg, waarvoor in 1868 aangekocht uit de verz. Conté Lochis alle Crozetta bij Bergamo. Verworven met steun van de Vereeniging Rembrandt, 1925. COTER (Colijn de), zie no. 340. COURBET (Gustave), geb. Omans 1819, gest. La Tour de Peiltz bij Vevey 1877. Leerling van Baron Steuben en van Aug. Hesse. E—L. 729. Appelen; donker landschap tot achtergrond. D. 59 x 48, gem. onder links: 72 G. Courbet, onder rechts: St. Pélagie (de Parijsche gevangenis, waarin Courbet wegens deelname aan de Commune werd opgesloten). Herkomst als No. 726. COUTURE (Thomas), geb. Senlis 1815, gest. VUlers-le-Bel 1897. Leerling van A. J. Gros en van Paul Delaroche. 731. De Gouddorst („L'amour de Por"); jonge vrouwen verlokken een ouden man, die gezeten is aan een tafel, bedekt met kostbaarheden, waarin zijn handen grijpen; achter den grijsaard Mephisto. D. 35 x 45, gem. midden- rechts: T. C. Schets voor het groote schilderij in het museum te Toulouse. Verk. Barbedienne, Parijs 1892. Geschenk van Mevrouw de Douairière R. Baron van Lynden, geb. Baronesse van Pallandt, 1900. CRAEY (Dirck), geb. Amsterdam, gest. 's-Gravenhage tusschen 1662 en 1666. Bewaarder der schilderijen van den Prins van Oranje. In 1648 opgenomen in het St. Lucas-Gilde te 's-Gravenhage; in 1656 medeoprichter van de schilderskamer Pictura aldaar. f 4- 8 erv 734. Johan Anthonisz. van Riebeeck (1618—1677), eerste Commandeur van de Kaap de Goede Hoop. Zie ook No. 244a. E. 74 x 54. Geschenk van Jhr. Mr. J. H. F. K. van Swinderen, 1884. CRANACH DE OUDE (Lucas), geb. Kronach in Oberfranken 1472, gest. Weimar 1553. Hoofdzakelijk werkzaam te Wittenberg, waar hij in 1505 voor het eerst als hofschilder genoemd wordt. Daarvóór in Zuid-Duitschland en Weenen; in 1508 in de Nederlanden. E—H. 735a. Mansportret te halven lijve, naar rechts gewend. Blozend gelaat ' met rooden haardos en baard. Hij houdt de handen vóór zich ineen. Licht-blauwe achtergrond. [Thans toegeschreven aan L. Cranach de Jongere, Wittenberg 1515—1586 Weimar]. Lindenhout 64 x 48, gem. in linker bovenhoek. Schenking Hoogendijk, 1912. 735b. Philipp Melanchton (1497—1560), bekend kerkhervormer. Ten halve lijve, naar links gewend. In de linkerhand een opgerold papier. Lichtblauwe achtergrond. Beukenhout 36 x 23, gem. in den achtergrond links: Van dit portret bestaan talrijke exemplaren. Schenking v I Hoos-endlik, ion. L CRAYER (Caspar de), geb. Antwerpen 1584, gest. Gent 1669. Leerling van Raphael Cocxie te Brussel en navolger van Rubens. E. 737. De Afneming van het Kruis. D. 309 x 224,5. Gekocht te 's-Gravenhage, 1818. CREDI (Lorenzo di), geb. Florence 1459, gest. aldaar 1537. Leerling van Andrea Verrocchio. Werkzaam te Pistoja en in hoofdzaak te Florence. 737a. Madonna met het Kind en Johannes. Zij is gezeten op een bank tusschen twee vensters, die uitzicht geven op een heuvelachtig landschap. Haar donkerblauwe, geel gevoerde mantel valt over een fijn-geplooid grijs ondergewaad. De kleine Johannes kijkt op naar het Christuskind, dat met een zwaluw speelt. P, middellijn 77. Afkomstig uit het Augusteum te Oldenburg, waarvoor in 1872 aangekocht uit de verz. Lippmann. Geschenk van de Vereeniging Rembrandt, 1923. CUYLENBURG (Cornelis van), geb. Utrecht 1758, gest. 's-Gravenhage 1827. Tot na 1783 werkzaam te Utrecht; ging daarna naar Antwerpen en woonde sedert 1817 te 's-Gravenhage. E. 739. Willem Crul (1721—1781). Schout-bij-Nacht. Kniestuk. D. 113 x 88. Copie uit 1801 naar het origineel van J. J. Heinsius van 1763. Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 740. Jhr. Theodorus Frederik van Capellen (1762—1824). ViceAdmiraal. Kniestuk. D. 145 X in, gem: C. van Cuylenburgh ad vivum 18 iy. Uit het Paviljoen Welgelegen te Haarlem, 1877. 741. Jan Arnold Zoutman (1724—1793). Vice-Admiraal. Kniestuk. D. 113 X 86, gem.: C. van Cuylenburg fecit A" 1801. Uit het Paviljoen Welgelegen te Haarlem, 1877. CUYP (Aelbert), geb. Dordrecht 1620, gest. aldaar 1691. Leerling van zijn vader Jacob Gerritsz. Cuyp. E. 743. Ruitergevecht, in een landschap met boomen en bergen. [Thans toegeschreven aan Abr. van Calraet, zie blz. 67]. E. 50 x 65,5. Verkooping van Slingeland, Dordrecht 1785. Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 744. Bergachtig Landschap; op den voorgrond twee ruiters; daarachter drijft in het gouden licht van een verren namiddag een herder zijn vee op tegen de helling van een heuvel, waarop een ruïne staat. Vroeg werk van den meester. —» E. 66,5 x 91, gem. onderaan links: 44 fUlJA!} Gekocht van A. de Lelie, 1810. Kabinet J. Rom- UW/lr bouts, 1850. ƒ / Legaat L. Dupper Wz., 1870. 745. Landschap met Herder en Vee; avondzonlicht achtige streek, met reizende landlieden - en eenige koeien. D. 105 x 103, gem. onder links: Heeft gediend als vakvulling boven een deur in het huis van den Heer Onderwater te Dordrecht; gekocht door G. v. d. Pot, 1796. Verk. G. v. d. Pot, Rotterdam 1808. 746. Veestuk; in de nabijheid van een hofstede eenig vee; op den voorgrond staat een rood-bonte os, van ter zijde gezien. [Thans toegeschreven aan Abr. van Calraet, zie blz. 6fl. E. 39,5 X 55,5, gem. op den schoorsteen: C Verz. M. van Coehoorn 1801; A. W. C. Baron van Nagell van Ampsen, 's-Gravenhage, 1851. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 746a. De retourvloot der Oost-Indische Compagnie op de reede van Batavia, op het punt van vertrek naar Europa. Op den voorgrond links een Opperkoopman der Compagnie met zijne vrouw aan de hand en een Indische jongen, die een pajong boven hen houdt. D. 138 x 208. Verk. Lord Northwick, 1859; J. Hargreaves, 1873; R. Kirkman Hodgson, 1907. Gek. van Fr. Muller & Cie met steun van den heer E. Deen te 's-Gravenhage, 1907/1908. 748. Jonkman, met gevederde baret op en vuurroer in de hand. E. Ov. 82 x 70. Gekocht van A. Brondgeest, 1839. Herkomst als No. 746. 750. Vechtende Vogels; op een verheven terrein zijn een haan en een kalkoen aan het vechten, terwijl een kip verschrikt wegijlt. [Thans toegeschreven aan de Vlaamsche School, omstreeks 1650]. D. 127 x 158. Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808 (?) CUYP (Benjamin Gerritsz.), geb. Dordrecht 1612, gest. aldaar 1652. Halve broeder en leerling van Jacob Gerritsz. Cuyp. Beïnvloed door Rembrandt. 752. Joseph in de Gevangenis; hij legt aan den schenker en aan den bakker hun droomen uit. E. 73>5 x 62, gem. op het kozijn: Verkooping Jhr.W. Gockinga, Amsterdam 1883. 752a. De Graflegging. Het lijk van Christus wordt binnen een in het gebergte gelegen spelonk gedragen. Op den rotsachtigen voorgrond eenige mannen en vrouwen en achter deze groep rijzen enkele figuren hoog tegen een stormachtige lucht uit. D. 75 x 60. Gem. rechts onder op de rots: B. Cuyp. Geschenk van de Commissie tot verkoop van Photographieên, 1921. CUYP (Jacob Gerritsz.), geb. Dordrecht 1594, gest. aldaar 1651 of 1652. Leerling van Abraham Bloemaert te Utrecht. Werd in 1617 in het Dordtsche St. Lucas-gilde opgenomen. 754. Margaretha de Geer (1585—1672), echtgenoote van Jacob Jacobsz. Trip (1575—1661). ff ^ . . >- E. 74 x 59, gem. flrtat 0 (TL ~ , f ^ ' J ï-r-js-h* Jp-c lW .Kcix musea te Aix-en-Provence ^/ \ 1 en Groningen. Misschien is dezelfde vrouw tweemaal door Rembrandt. afgebeeld (National Gallery en verz. Lord Crawford, Londen) en nog eens door Nic. Maes (Museum te Budapest). Verk. G. van der Voort, Amsterdam 1877. 755. De Buitenparty; man, vrouw en drie kinderen benevens twee knechts, waarvan er een- het afgespannen paard bij den teugel houdt. (Toegeschreven). E. 85,5 x 114,5. Gekocht 1849. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam 1885. DAIWABLE (Jean Augustin), geb. Keulen 1786, gest. Rotterdam 1850. Leerling van Adriaen de Lelie te Amsterdam, waar hij sinds 1788 woonde en in 1820 Directeur der Academie werd. L—E. 757. Pieter Barbiers Pietersz. (1748—1842), schilder, zittend, met een palet in de hand. D. 79 x 62,5. Geschenk Van Mevr. de Wed. Krook van Harpen-de Burlett aan het Kon. Oudh. Gen., 1884, waarvan in bruikleen 1889. 758. Jan Blanken Jr. (1755—1838), Inspecteur van den Waterstaat. D. 79 x 66. Geschenk van den heer Joh. A. Matthes, Amsterdam 1899. Wi Cu-yi* DANCKERTS DE RIJ (Pieter), geb. Amsterdam 1605, gest. Rudnik 1661. Hofschilder van den Koning van Polen. Was ook architect. 761. Portret van een Jonkman r. uornc D. 110 X 88, gem. onderaan links AETATI. SVI 23 AN° 1635 en: Gekocht in 1892. DAUBIGNY (Charles Francois), geb. Parijs 1817, gest. aldaar 1878. Leerling van zijn vader Edmé Francois Daubigny en van Paul Delaroche. E. 765. Strand; kalme zee bij eb. M. 35 X 56, gem. onder rechts: Daubigny. Geschenk van Mevrouw de Douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. 766. October; het veldbranden over een uitgestrekte vlakte. D. 87,5 x 160,5, gem. met den veilingstempel in rood: Vente Herkomst als voorgaand No. Daubigny. 766a. Zeegezicht; golvende zee onder betrokken lucht. D. 100 x 200,5, gem. onder links: Daubigny 1876. Legaat van den Heer A. van Wezel 1922. 766b. Boomgaard; in den vroegen ochtendstond. D. 55 x 107,5, gem. onder links: Daubigny. Herkomst als n°. 766a. 766c. Landschap; hchtelijk geaccidenteerde streek met enkele verspreide huisjes, en een molen in de verte. E. 24,5 X 54,5, gem. onder rechts: Daubigny. Herkomst als n°. 766a. DAUMIER (Honoré), geb. Marseille 1808 of 1810, gest. Valmondois 1879. Heeft veel op steen geteekend. Was ook beeldhouwer. L. 767. Christus en zijn Jongeren; de groep is gezeten in een dorre rotsachtige streek. D. 65 x 81, gem. onder rechts: h. D. Geschenk van Mevrouw de Douairière R. Baron van Lynden, geb. Baronesse van Pallandt, 1900. 767a. De Zangers. Een jong meisje en een jongeling, beiden naar links gewend, zingen van een blad muziek, dat het meisje in de handen houdt. De figuren zijn te halven lijve afgebeeld. Schildering in grauw en bruin. D. 37 X 28,5, gem. in linker benedenhoek: h. D. Een dergelijke compositie bevindt zich in de verz. Baron Ad. Kohner, Budapest. Schenking Hoogendijk, 1912. DAVID (Gerard), geb. Oudewater omstreeks 1460, gest. Brugge 1523. In 1484 opgenomen in het Gilde te Brugge; in 1515 vermeld te Antwerpen. 767b. Boschgezicht. Tusschen hooge, met klimop begroeide beukenboomen staat een waterpoort. In het mos ligt een ezeltje. 767c. Boschgezicht. Onder hooge beukenboomen een plas, waarin twee ossen waden, een bruine en een witte. E. elk 90 X 30,5; de beschilderde oppervlakte 88 X 29. Achterzijden van de vleugels Van een triptiek, thans in het bezit van den Heer Jules S. Bache te New-York. Het middentafereel stelt voor de „Aanbidding der Herders"; op de zijvleugels zijn afgebeeld de donator en donatrix met de Heiligen Hieronymus en Vincentius. De triptiek in haar geheel bevond zich tot omstreeks 1920 in de verz. Ramon F. Urrutia te Madrid. In 1932 verworven te Parijs, no. 767b als geschenk van de Commissie tot verkoop van Photographieën. DE CAMP S (Alexandre Gabriël), geb. Parijs 1803, gest. Fontainebleau 1860. leerling van Abel de Pujol. Bezocht het Oosten. L.—E. 768. De Truffelzoeker; op den voorgrond, onder een boom, een landman, die zijn varken truffels laat zoeken; landschap bij zonsondergang. D. 98,5 x 132,5 gem. onder rechts: D. C. Geschenk van Mevrouw de Douairière R. Baron van Lynden, geb. Baronesse van Pallandt, 1900. DELACROIX (Ferdinand Victor Eugène), geb. Charenton-SaintMaurice 1798, gest. Parijs 1863. Leerling van Pierre Guérin. L.—E. 769. Christus in Gethsemané; Christus ligt lang uitgestrekt op den grond. D. 34 X 42, gem. onder naar het midden: Eug. Delacroix 1861. Dezelfde compositie bevindt zich in de verz. Strölin te Parijs. Geschenk van Mevrouw de Douairière R. Baron van Lynden, geb. Baronesse van Pallandt, 1900. DELEN (Dirck van), geb. Heusden 1605, gest. Arnemuiden 1671, waar hij burgemeester was. Vermoedelijk leerling van den architektuurschilder Hendrick Aerts. Te Middelburg was hij in 1639 bij het gilde ingeschreven. Hij schilderde hoofdzakehjk gebouwen in- en uitwendig. 769c. Het praalgraf van Prins Willem I in de Nieuwe Kerk te Delft, van terzijde gezien. Op den voorgrond rechts eene familie bestaande uit man, vrouw en twee zoontjes. De obelisken die het monument op de vier hoeken versieren, komen op het schilderij niet voor. Het inwendige van het koor is niet overeenkomstig de werkelijkheid. E. 74 x no, gem. op het plint in 't midden van het monument: Verk. Lepke, Berlijn 16 Nov. 1897; Ch. Sedelmeyer, Parijs 1907. Gek. van Fr. Muller & Cie, 1908. C^/t^VtlO J 6 éS . DELFF (Jacob I Willemsz.), geb. Gouda omstreeks 1550, gest. Delft 1601, waar hij sinds 1582 werkzaam was. 925. Govert Flinck. 772. Paulus Cornelisz. van Beresteyn (1548—1625), burgemeester van Delft. tTV,^ /, riV O E. 115 x 83,5, in den achtergrond rechts het ff»*** * I/' 'JtuL O gem. boven links: OjiW/f Verk. Jhr. van Beresteyn te Vucht, 1884. 773. Jongetje, staande met een mandje fruit in de eene en een koek in de andere hand, terwijl een hondje tegen haar opspringt. jp^d na "35 rif/* . j f g j E. 61,5 x 47,5 met het opschrift: • /TT* . ■ Veiling Heeswijk, 1900. f&tiê §tl(e z. DELFF (Jacob H WUlemsz.), geb. Delft 1619, gest. aldaar 1661. Leerling van zijn vader, den plaatsnijder Willem Jacobsz. Delff, en van ivucn. jansz. van Mierevelt. 774. Portret van een jongen Man. E. 69,5 x 57,5 gem. onder rechts: Aetatis 27 A° 1643 en: Gekocht 1884. DELFT (Meester van), werkzaam van ± 1490 tot ± 1520; schilderde omstreeks 1510 een triptiek voor den Delftschen burgemeester Van Beest. Verwant aan den Meester der Virgo inter Virgines (zie ook No. 43a). 774a. Drieluik. Op het middenpaneel Maria met het Kind in den omheinden hof van een kasteel, omgeven door de Heilige Vrouwen, Engelen en Jozef. In het verschiet een bergachtig landschap en huizen aan een rivier. Rechts in de lucht een voorstelling van de St. Gregorius-mis. Op de zijluiken de portretten van den schenker en zijn vrouw met hun Beschermheiligen. De Heilige in bisschopsgewaad op het knkerluik draagt, zooals Dr. Enklaar heeft bewezen, de trekken van Bisschop David van Bourgondiê (f 1496). Op de keerzijden, die afzonderlijk tentoongesteld zijn, de Verkondiging. E. middenpaneel 84,5 x 68; zijpaneelen 84,5 x 30. Verkooping verz. Kneppelhout uit Oosterbeek, 1919; verk. Onnes van Nijenrode 19*3- In bruikleen van den Heer J. H. van Heek, 1926, geschonken in 1933 ter gelegenheid der viering van de 25-jarige museum-loopbaan van Dr F Schmidt—Degener. DIAZ DE LA PENA (Narcisso Virgilio), geb. Bordeaux 1808, gest. Mentone 1876. leerling van Souchon. E. 778. Idylle. Op een eilandje in een boschvijver rusten drie jonge, gedeeltelijk ontkleede vrouwen uit van het baden. Notenh. 38 x 55, gem. onder rechts: N. Diaz 53. Verk. Laurent Richard, Parijs 1878. Geschenk van Mevrouw de Douairière K. Baron van Lynden, geb. Baronesse van Pallandt, 1900. 6 778a. Bosch van Fontainebleau; een dicht begroeid gedeelte waar zware eikenboomen staan; in de nabijheid een donkere vijver. Het zonlicht dringt door op een boom op den voorgrond en belicht een sprokkelend vrouwtje. D. 50,5 x 65,5, gem. o. 1.: N. Diaz yi. Verz. W. J. van Randwijk. Geschenk van de erven, 's-Gravenhage 1914. 778b. Na het bad; in een boschomgeving zit een naakte jonge vrouw, achter haar een oude dienares* M. 24,5 x 18,5. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. 779. Bloemen. Ruiker van witte en roode rozen, aangevuld met bruine herfstbladeren. M. 27,5 x 22, gem. onder links: N. Diaz. Herkomst als voorgaand No. DBELAERT (Ch. van), Hollandsche schilder uit de tweede helft der XVIIe eeuw. 779a. Stilleven; op een gebeeldhouwde tafel, waarover een kleurig tapijt ligt, is uitgestald verschillend edel fruit en kostbaar vaatwerk. Het tafereel wordt gedeeltelijk afgesloten door een opgenomen zwaar gordijn op den voorgrond. D. 135 X 115, gem. op pilaster in den achterhoek: Geschenk van den Heer L. Nardus te Parijs, 1908. DBEST (Jeronimus van), geb. waarschijnhjk 1631 te 's-Gravenhage, waar hij vermeld wordt als een der overheden van het schildersgilde in 1671. Vermoedelijk stierf hij in 1673. 780a. Riviergezicht, met een zeilschip in het midden en uitkomend tegen een helderen hemel. De oevers der rivier zijn boschachtig. — E. 31,5 x 37, gem. onder links: V V JU Geschenk van den heer Henry J. Pfungst, Londen 1910. ' 780b. Het Opbrengen van de „Royal Charles", Juni 1667. Dit Engelsche admiraalschip werd bij de Expeditie naar Chatham door de Hollanders veroverd. D. 68 x 103,5 gem. in de Oranjevlag op den boegspriet: W-O Onderaan links als op een stuk papier een Latijnsch opschrift. Aangekocht van den heer Hoog, Noordwijkerhout 1880. DOES (Simon van der), geb. Amsterdam 1653/4, gest. Antwerpen na 1718. I^rling van zijn vader Jacob van der Does. Woonde hoofdzakelijk te 's-Gravenhage; tijdelijk in Engeland en te Brussel. 785. De Herderin, gezeten met een kind op den schoot ; in haar nabijheid enkele schapen en een koe. r> %/ nf)^ E. 32,5 x 41, gem. naar het midden onderaan: Ö 6 ' Gekocht te Londen, 1910. DUBOIS (Simon), geb. Antwerpen 1632, gest. Londen 1708. Leerling van Nic. Berchem en Phil. Wouwerman te Haarlem. Bezocht Italië en vestigde zich omstreeks 1680 te Londen. 8I5. Anna van Citters (1664—1694). Dochter van Mr. Aernout van Citters, Ambassadeur der Ver. Nederlanden te Londen. D. 37 x 32. Legaat Jhr. Mr. Jacob de Witte van Citters, 1875. 8I7. Josina Clara van Citters (1671—1753). Zuster van de voorgaande. Zie ook No. 2145. D. 37 x 32, gem. onder rechts: S. du Bois fee. 1693. Herkomst als vorig No. DUBORDIEU (Pieter), geb. Lille-Bouchard in Touraine 1609 of 1610, huwde 1633 te Leiden; werkzaam aldaar en te Amsterdam. In 1678 nog in leven. 818c. Mansportret. E. 76,5x61,5, gem. in rechter bovenhoek: Legaat Mej. M. E. van den Brink te Velp, 1905. 818d. Vrouwsportret. Tegenhanger van vorig nummer. E. 76,5 x 61,5, gem. in linker bovenhoek als vorig nummer. Legaat Mej. M. E. van den Brink te Velp, 1905. DTJCK (Jacob), geb. Utrecht (?) omstreeks 1600, gest. aldaar 1667. Leerling van J. C. Droochsloot. Kwam 1621 in het Utrechtsche gilde. Wordt tusschen 1656 en 1660 te 's-Gravenhage vermeld. E. 822. De Wijnproevers; in een wijnkelder zit op den voorgrond een krijgsman, die een gevuMen roemer omhoog houdt; op den achtergrond een heer, een dame en nog twee figuren. E. 44 x 72, gem. links beneden: . Afkomstig van de collectie Gijsbert de Clercq, 1899. j • C K. Overgenomen van de Vereeniging Rembrandt, 1901. DUGHET (Gaspard) genaamd Gaspard Poussin, geb. Rome 1615, uit Fransche ouders, gest. aldaar 1675. Leerling van zijn lateren zwager Nicolas Poussin. 824. Italiaansch Landschap aan een rivier, gestoffeerd met mythologische figuren. D. 68,5 X 95- Gekocht te Parijs door Koning Willem I, 1823. 825. Landschap; een vallei met een bergstroom; een zware boom rechts op den voorgrond. D. 74 X 99. Herkomst als voorgaand No. DUJARDIN gen. Bokbaart, (Karei), geb. Amsterdam 1622, gest. Venetië 1678. I^rling van Nic. Berchem. Werkzaam in den Haag en te Amsterdam. Bezocht tweemaal Italië. M. 827. De Schilder zelf, 1662. 0 K. 28,5 x 22, gem. boven links: . V . ou . |aK dim • j* Verk. Rotterdam, 3 Aug. 1811; Gerrit Muller Amsterdam, 1827. ƒ 0 0 1. 828. De Regenten van het Spinhuis te Amsterdam, 1669. Ze zijn vereenigd aan een tafel en met uitzondering van een enkele, die in het midden en het meest op den voorgrond zich omgewend heeft naar den toeschouwer, met elkaar in gesprek. Figuren ten voeten uit. De namen der voorgestelden zijn: Barend Pietersz. Elias, Michiel Tielehsz, Joris Croock, Hendrik Becker, Joannes Commelin en Willem Muilman de Jonge. D. 225 X 390, gem. in achter- /[ SÏÏÏÏw ^ WKO 1 (Tffo ger in de Regen- S tenkamer van het Inbr^uldeen van KARE L » D U < ' AK. DIM'. /^C Amsterdam, 15 j Aug. 1808. 829. Joan Reynst (1636—1695). Reisgenoot van den schilder in Italië. : r D. 131 x 106, gem. onder links: m If . —»y , j/^R.DjV'l • Jc Gekocht in 1815. *^ 830. Mansportret; een heer leunende met den linkerarm op een rots, waarop een doode haas; , . een hazewindhond in fj | >- zijn nabijheid. D. 130,5 X 106, gem. onder J rechts: /~ Van een verkooping in 1845. ) I * Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 831. Een Landman op zijn Hoeve; hij is aan het werk bij zijne hofstede die verscholen is onder dicht geboomte; op den voorgrond eenige varkens en een paar ezels. D. 35,5 x 46, gem. in den ! . j? jSffaJÉj linker benedenhoek: l/. . IA n Dl H '7^ iQ" ' Verk. B. da Costa, 's-Graven- • ' x ~ hage 1764. Kabinet van Heteren, 1809. 832. Muilezeldrijvers, gezeten aan een tafeltje op de binnenplaats van een Italiaansche herberg; op den voorgrond zwaar beladen muilezels. K. 34 x 43,5, gem. rechts onderaan, en >• op het hoofdstel van den bruinen muil- . 1/ < y. £ A.T>1H * y ezel . DV . IAR . Dl. Kabinet van Hete- J ren, 1809. 833. Trompetter te Paard, op de binnenplaats van een Italiaansche herberg, drinkende uit een tinnen kan, hem door de waardin gebracht. D. 44 x 35, gem. onder rechts: i AlLIÏ i l/l Jt • Verk. Jan Smees, Amsterdam K» "v' ' ^ w' v*— "p 1729. Kabinet van Heteren, 1809. ' 834. Landschap; drijvers voeren hunne muilezels door een plas; tevens waadt daardoor een kleine kudde schapen. D. 51 x 47, gem. onderaan in het mid- den. Een teekening naar dit schilderij . 1/, pv • TA'fVOJVt' r % bevindt zich in het Album van L. Bra- "✓V 'yJ ^—' J mer in 's Rijks Prentenkabinet. Verk. Hertogin de Berry, 1837. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 835. Italiaansch Landschap met Vee; een meid bezig een geit te melken, praat met een boer, die bij haar staat en een gevulde melkkan in de handen houdt; achter hem een rustend paard. E. 37 x 50, gem. onder links: Verk. N. Nieuhoff, Amsterdam 1777 '• 1 j 1 J. J. de Bruyn, Amsterdam 1798; 1/ DU . A R ni 1/1 £r H. Muilman, Amsterdam 1813; G. 'v " ^ n-u 1 Vl V- ' Muller, Amsterdam 1827. Kabinet Rombouts, 1850. Legaat L. Dupper Wz., 1870. DUMESNIL (Louis-Michel), geb. 1680, werkzaam te Parijs tot na 1746. Was „peintre ordinaire de 1'hótel de ville de Paris". 837. Ontvangst van Cornelis Hop (1685—1762) als Gezant der Staten- Generaal aan het Hof van Lodewijk XV, 24 Juli 1719. Links van den troonzetel: .^.M.OVWÊSW/t;^ De Hertog van Bourbon; rechts: De Maar- oTGW.5 PLI//7. schalk van Villeroi. De schrijvende figuur flfcjHO l\ op den voorgrond is de Secretaris' Ruysch. *W D. 102 x 161, gem. rechts: Geschenk van Jhr. Mr. J. M. van Pabst van Binger- den aan het Kon. Oudh. Genootschap. In bruikleen sedert 1889. DUPRÉ (Jules), geb. Nantes 1811, gest. 1'Isle-Adam 1889. Studeerde op het atelier Diébolt te Parijs;, werkte veel te ITsle-Adam. E. 838. De breede Weg; impressie van een heideweg onder donkeren hemel. D. 91 x 118, gem. onder links: Dupré. Geschenk van Mevrouw de Douairière R. Baron van Lynden, geb. Baronesse van Pallandt, 1900. 839. Boschgezicht; aan den zoom van een woud, nabij een wilgeboom, een koe en een menschenfiguurtje. D. 34 x 24,5, gem. onder links: Jules Dupré. Herkomst als vorig No. 839a. Dorpsgezicht bij nacht; zwaarbewolkte lucht met eenig maanlicht. D. 57 x 47. Gem. onder links: Jules Dupré. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. DUPRÉ (Léon Victor), geb. Limoges 1816, gest. Parijs 1879. Broeder en leerling van den voorgaande. 840. Landschap; een heidestreek met op den tweeden grond een kleinen vijver. M. 32 x 41,5, gem. onder links: Victor Dupré 1869. Geschenk van Mevrouw de Douairière R. Baron van Lynden, geb. Baronesse van Pallandt 1900. DUSART (Cornelis), geb. Haarlem 1660, gest. aldaar 1704. Leerling en navolger van Adriaen van Ostade. ZK—E. 844. Vischmarkt, in een dorp of provinciestad. Op den voorgrond twee hallen; in de eene, het meest naar voren, maakt een koopvrouw visch schoon, voor de andere verdringen zich verscheidene koopers. D. 68,5 x 90,5, gem. op de voorste f*—4~^t 1 - —i f . /oo hai: v {jèrywisctrt fw J oarj. Verk. G. v. d. Pot, Rotterd. 1808. C^S 845. Boerenkermis. Vóór den ingang van een boerenhuis, waar enkele bewoners over de onderdeur hangen en een kind buiten op een bank is gezeten, bespeelt een vrouw een draailier, begeleid door een jongetje; verschillende dorpelingen in ae straat als omstanders. C7r E- 37X 33,5, gem. onder rechts: %J>£jr*ul «■ n-auinet J. KomDouts, 1850. .Legaat L. Dupper Wz., 1870. 847. Moedervreugd; een vrouw met ontblooten boezem, gezeten nabij een wieg, houdt een kind op haar schoot; een knaap kijkt door het geopende venster naar binnen. so^nc* L •B V <™>m nn f\f ctnnf' W-^ " > Verk. H. Muilman, Amsterdam 1813. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. DUYLL—SCHWARTZE (Thèrèse van). Zie blz. Jé}** DUYSTER (Willem Cornelisz.), geb. Amsterdam 1599, gest. aldaar 1635. Mogelijk leerling van P. Codde. 850. De Triktrakspelers; drie krijgslieden spelen aan een met een Turksch kleed bedekte tafel; op den achtergrond maakt een vierde muziek. . _ . f D. ov. 30,5 x 40, gem. op het tafelkleed: "'OGC DVyST* Geschenk van Dr. A. Bredius, 1887. 851. Een bruiloftsfeest; vroeger genaamd de Bruilóft van Adriaen Ploos van Amstel en Agnes van Byler, 1616. In een ruim vertrek zijn de vele gasten bijeen. De kleederdracht wijst op een later tijdperk dan 1616, op 1630 ongeveer, en het onderwerp is dus twijfelachtig.' E. 76 x 106,5. Door sommigen toegeschreven aan Jan van Bijlert. In bruikleen van het Kon. Oudh. Genootschap 1889, waaraan het door Jhr. J. Ploos van Amstel gelegateerd werd. DYCK (Anthonie van), geb. Antwerpen 1599, gest. Londen 1641. Leerling van Hendrick van Balen en van Peter Paulus Rubens. Werkzaam te Antwerpen, in Italië en te Londen. E. 853. De Boetvaardige Magdalena, bijna naakt, met ten hemel gerichte, uitgeschreide oogen; achter haar een engeltje met zalfbus iri de handen. Vroeg werk van den meester. D. 169 x 148,5. Een tweede, ietwat kleiner exemplaar in particulier bezit in Duitschland. In het Museum te Philadelpbia uit de verz. Johnson een eenigszins gewijzigde herhaling ten halve lijve. Uit het Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. 854. Francois (?) van der Borght, ten voeten uit. Staande naast een tafel, die met een rood kleed bedekt is. Op het gordijn hetzelfde wapen als op No. 856. In den achtergrond links een zeeslag aan de kust bij Dover (?). Geschilderd omstreeks 1628. D. 205 x 136. Verk. H. Muilman, Amsterdam 1813. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. 855. Johannes Baptista Franck; Ten halve lijve. D. 75 x 59, gem. langs den bovenkant: IOHANNES BAPta FRANCK, AETATIS. SVAE. XXXII. Afkomstig uit de Galerij Lucien Bonaparte, 1812. Door Van der Hoop te Londen gekocht van J. Smith, 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 856. Nicolaes van der Borght, koopman te Antwerpen, ten voeten uit. Zijn wapen op een gordijn. Links een gezicht op de reede van Duinkerken. D. 201 x 141. Verk. H. J. Stier d'Aertselaer, Antwerpen 1822. 857. Prins Willem II (1626—1650) en zijne jonge gemalin Prinses Maria Stuart (1631—1660), dochter van Karei I, Koning van Engeland; ten voeten uit. Laatste werk van den meester, waarschijnlijk voltooid door Adriaen Hanneman (zie blz. 119), aan wien de kop van den jongen prins wordt toegeschreven. D. 182,5 x 142. Een copie bevindt zich in Northwick House bij Evesham. Nationaal Museum 's Gravenhage, 1808. 857b. Jan Caspar Gevaerts (1593—1666), rechtsgeleerde en geschiedschrijver. Borstbeeld naar rechts gewend; de linkerhand steunt op een boek. (In grauw). E. 25,5 x 20. Een geteekende schets in het Britsch Museum. Veiling W Wreesman 1816. Verz. Six. Aangek. 1907/1908. DYCK (Floris van), geb. Haarlem (?) i575, gest. aldaar 1651. Vertoefde in Italië. Werd in 1610 in het Haarlemsche St. Lucas-gilde opgenomen. 865. Stilleven van vruchten en groenten. In een keuken op een toonbank allerlei vruchten, waarachter eene vrouw; een tweede is bij den haard aan het werk; op den achtergrond Christus en de Emmaüsgangers aan den maaltijd. (Toeschrijving). [Volgens Dr. C. Hofstede de Groot van de hand van den monogrammist F. V. S.]. D. 113 x 200. Gekocht te Vogelenzang, 1903. DIJK (Philip van), geb. Amsterdam 1680, gest. 's-Gravenhage 1753. Leerling van Arnold Boonen. Werkzaam te Middelburg, 's-Gravenhage en Kassei. 868. Maria van Citters (1684—1752), echtgenoote van Caspar Adriaen Earduyn, baljuw van Middelburg. D. 55 X 45, gem. in den linker benedenhoek: P. van Dijk. Legaat de Witte van Citters, 1875. 872. Justina Johanna Ramskrammer, echtgenoote van Isaac Parker D. 50 X 42. Behoort bij de verz. de Ruyter, aangekocht in 1895 873. Isaak Parker, zijn echtgenoote Justina Johanna Ramskrammer en hun dochtertje. M. 51,5 X 43, gem. bovenaan P. van Dijk. Herkomst als- voorgaand No. 876. Berend van Iddekinge, zijn echtgenoote Johanna Maria Sichterman en hun zoontje Jan Al bert. D. 152 x 119, gem.: P. van Dijk. Legaat Ds. F. Z. Reneman,Haarlem 1S98. DIJSSELHOF (Gerrit Willem), geb. Zwollerkerspel 1866, gest. Bloemendaal 1924. Leerling van Jhr. van Heemskerck van Beest. Bezocht de Haagsche Academie en de Rijksnormaalschool en de School voor Kunstnijverheid te Amsterdam. Werkzaam te Amsterdam en Aerdenhout. E. 876a. Visschen; aquarium met goud- en zilvervischjes. D. 32,5 x 46. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. 876b. Snoeken en baarzen, in een aquarium, met links een rotswand en rechts licht-groene planten. D. 100 x 100, gem. linies onder met monogram. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1920. 876c. Najaarsdag. Door het kale kreupelhout nadert een jager met hond. Rechts op den voorgrond een berk. Boven dit landschap drijft in de blauwe lucht een witte wolk. M. 19 x 23. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 876d. Weidelandschap. Onder een üchtbewolkten hemel een weidelandschap, waarin een breed water met eenig geboomte langs den kant. In de verte een molen. M. 17,5 x 29. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. EECKHOUT (Gerbrandt van den), geb. Amsterdam 1621, gest. aldaar 1674. Leerling van Rembrandt (1635—1640). E. 877. De Overspelige Vrouw. Christus, omringd door vele priesters en farizeën; de beschuldigde vrouw in knielende houding. D. 66 X 82. Verkoopingen Jan Walram Sandra, Middelburg 1713 en D. Mansveld, Amsterdam, 1806. Gek. van C. Josi te Londen, 1828. 877a. Het laatste Avondmaal. Jezus met zijn discipelen gezeten aan een lange tafel in een ruime zaal. Hij breekt het brood, terwijl het Paaschlam op een schotel voor hem staat. Op den voorgrond staat Judas, die als een donkere gedaante uitkomt tegen de levendig verlichte middengroep. D. 100 x 142, gem. onder in het midden: C C.Q). Eec£Qrui. fi J/JbbA . Gekocht te Londen, 1910. 878. Rustende jager, gezeten op een zandhelling in een dicht woud; twee honden in zijn _ nabijheid. —. / / ■ '( ' D. 36 x 45,gem.onderrechte: ~ (?,( jj, Jt, CCJ\jOUTv f , Gekocht 1832. Verz. Van der ( J l J Hoop. In bruikleen van Am- ^— sterdam, 1885. 879. Badende Mannen; tot achtergrond ~ een hooge rotswand. * r~ Li Ji E. 45,5 x 33, gem. links van onderen: fj * ^- ^ ^f\^uO UV" ( Gekocht te Londen, 1894. EELKEMA (Eelke Jelles), geb. Leeuwarden 1788, gest. aldaar 1839. Leerling van Gerard de San. 883. Bloem- en Fruitstuk; terzijde staat een wijnglas. L>. 90,5 X 76, gem. E. J. Eelkema. Verk. Amsterdam, 1841. Verz. Van den Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. EKELS DE OUDE (Jan), geb. Amsterdam 1724, gest. aldaar 1781. Leerling van Dirk Dalens den Jonge. 886. Gezicht op den Dam te Amsterdam. E. 48 x 62,5 gem. links onder. Verkooping H. Muil- r -ty t [rj man, 1813. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. ' i * PJ-*'* EKELS DE JONGE (Jan), geb. Amsterdam 1759, gest. aldaar 1793. Leerling van zijn vader Jan Ekels en van de Amsterdamsche teekenakademie; leertijd te Parijs. 887. Een Schrijver, van achteren gezien, zittende tegenover een spiegel waarin zijn gelaat weer- | ■ £ t E L$ • F kaatst wordt. E. 27,5 x 23,5, gem. rechts boven: A*° ))8^ Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. ELIASZ PICKENOY (Nicolaes), geb. Amsterdam i59i(?), gest. aldaar tusschen 1654 en 1656. Werkzaam te Amsterdam. 889. Vier Regenten en de Boekhouder van het Spinhuis, 1628. De regenten, waaronder Gerbrant Brouwer en Hendrick Boelisz., zijn bezig aan een tafel met geld tellen. Figuren bijna ten voeten uit. D. 178 x 233, gem. links op den stijl eener R F*"** T~J /I* Q /f eTr^vermoede- ^ X CM U * ƒ Q X Ujk: A° 1628. Uit het Werkhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 890. Corporaalschap van kapitein Dr. Matthys Willemsz. Raephorst en luitenant Hendrick Lauwrensz., 1630 (25 figuren). De schutters zijn opgesteld in twee lange rijen; de bovenste figuren, achter een balustrade, komen vrij hoog boven de onderste uit; beelden tot aan de knieën. D. 263 x 478, is van boven ongeveer 80 cm. grooter geweest. Afkomstig uit den Voetboogdoelen. Vroeger in de Groote Krijgsraadkamer van het Oude Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 891. Schuttersmaaltijd van kapitein Jacob Backer en luitenant Jacob Rogh, 1632 (24 figuren). De schutters, vereenigd aan een lange eettafel, zijn afgebeeld tot aan de knieën; velen zijn opgestaan en omringen de nog aanzittenden; aan het uiteinde links de kapitein in rustende houding. Voor de tafel staat de Vaandrig Roelof Bicker, voor de deur Willem Backer (1595—1652). D. 198 X 531. Afkomstig uit den Voetboogdoelen. Vroeger in de kamer der Schepenen Extra-ordinaris van het Oude Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 892. Corporaalschap van kapitein Dirck Theulingh en luitenant Adriaen Pietersz. Raep, 1639; eenigen zijn gezeten aan een tafel en bestudeeren een plattegrond ter verdediging der stad. D. 202 X 340,5. Van de 23 figuren, oorspronkelijk op dit schilderij aanwezig, zijn er 11 verloren gegaan. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 893. Corporaalschap van kapitein Jacob Rogh en luitenant Anthony de Lange, 1645 (17 figuren). De kapitein in het midden; rechts en links van hem de schutters in lange rij geschaard. Naast den kapitein de vaandrig, die zijn vaandel laat uitwaaien. Staande figuren ten voeten uit. Op den achtergrond rechts de huizen van den Oude-Zij ds-Achterburgwal en de Oude Kerk. D. 243 x 581. Afkomstig uit den Voetboogdoelen. Vroeger in de Groote Krijgsraadskamer van het Oude Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 894. Maerten Rey, kastelein in den S1 Doelen; in de rechterhand houdt ^ C^yjLtCL * ~3 ^f* hij een gevulden roemer. E. ov. 99 x 74, gem. boven rechts: * fa n -7 ♦ Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. ♦_/*-' I ' 895. Maria Joachimsdr. Swartenhont (1600—1631), echtgenoote van den vorige. E. ov. 99 x 74, gem. boven rechts: Aet. 24 1627. Herkomst als vorig No. 898. Tryntgen Tysdr. van Nooy (geb. 1607), echtgenoote van Gerard Ottsz. Hinlopen. Kniestuk, naar links gewend. E. 123 x 90, gem. boven rechts bij het familiewapen: Aetatis 24 A° 1631. Verk. D. M. Alewijn, Amsterdam i885. 0^^-^* 899. Reinier Ottsz. Hinlopen (geb. 1609). Knie- ^ stuk, naar links gewend. Jyt -* 0 jQiJ ~~ E. 123 x 91, gem. boven rechts bij het familiewapen: Verk. D. M. Alewijn, Amsterdam 1885. 900. Jochem Hendricksz Swartenhont (1566—1627), Luit.-Admiraal van Holland. Echtgenoot van *i ✓** Elisabeth Bas (zie No. 2023). / /«. /""_ E. 119X 90 gem, Q^ï, taiiS JyMt * o %• Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, f O S" 1880. . oAn * J 0 %7 * 900a. Officieren en Manschappen van de Compagnie van kapitein Jan van Vlooswijck en luitenant Gerrit Hudde. D. 340 x 527. Vroeger in de Groote Zaal van den Kloveniersdoelen. In bruikleen van Amsterdam, 1925. ELYAS (Isack), Hollandsch schilder, werkzaam in het begin der 17e eeuw. 901. Een feestvierend Gezelschap; dames en jongeüeden aan een gedekte tafel na den disch; een der aanzittenden tokkelt op de luit. E. 47 X 63, gem. LegaatreDhtSFranken 1 ftf ' C'W *5 f 1 6 X ° Dz., 1898. ELLIGER (Ottomar), geb. Göteborg 1633, gest. Berlijn 1679. Leerling van Daniël Seghers te Antwerpen. Werkzaam ook te Amsterdam en te Hamburg. Zie ook No. 120. 902. Bloemen; een veelkleurige ruiker van verschillende bloemen, eenige trossen druiven en insecten. E. 66 X 50, gem. - m^errplaaTet ÜÉ^ClA. &föc&K J^CC^ het jaartal A° 1671. Verk. Douairière Nahuys—Hodshon, Amsterdam 1883. ENGELBRECHTSZ. (Cornelis), geb. Leiden 1468, gest. aldaar 1533. Leermeester van Lucas van Leyden. 904a. Christus neemt afscheid van zijne Moeder, die vergezeld is van de vrouwen en andere discipelen. Op den achtergrond, daalt Christus den berg af. Bergachtig landschap met een kasteeL E. 55 x 43- Valsch gemerkt met het monogram van Albrecht Dürer. Gek. te Parijs met hulp der Ver. Rembrandt, 1897. 905. Christus aan het kruis. Aan den voet van het kruis Maria Magdalena; links Johannes met Maria, de Hl. Caecilia en de Hl. Barbara, rechts Petrus, de Hl. Franciscus en de Hl. Hieronymus. E. 25 x 32,5. Uit het klooster der Brigittinen te Utrecht. Gek. Uden, 1875. 905a. Christus leeraart in het huis van Lazarus; zijne moeder zit naast hem en Maria, Lazarus' zuster, is aan zijne voeten, terwijl Johannes met eene andere vrouw (wellicht Maria Magdalena) mede toeluisteren. In den achtergrond is Martha aan het koken in een vertrek, waarin eenige ouderen vereenigd zijn. Twee vensters geven uitzicht op een landschap. E. 54 x 44. Gekocht van den heer F. Kleinberger te Parijs, 1906. ESSELENS (Jacob), geb. Amsterdam 1626, gest. aldaar 1687. Hij was koopman, schijnt veel gereisd en ook Italië bezocht te hebben. E. 905c. Landschap. Een boschrijke bergachtige landstreek met op den voorgrond eenige jagers in arcadische kleederdracht, vergezeld van hunne honden. ///>' /ft D. 103 X 158, gem. . f / ~-~t S rechts naar het mid- f / A A^ te Amsterdam (als Glauber). Verz. Six. Gekocht 1907/1908. 905d. Strandgezicht. Op den voorgrond links een heer en dame bezig visch te koopen, verderop aan den duinvoet een huifkar met twee paarden bespannen en eenige figuren. D. 41,5 x 51. Gem. in den rechter / benedenhoek: fJ f r P lp I I C Tentoonstelling van oude meesters bij M J L 11 ' ' Fr. Muller & Co., Sept. 1906. Aangekocht van Fr. Muller & Co. in 1907. E VERDINGEN (Allaert van), geb. Alkmaar 1621, gest. Amsterdam 1675. Broeder van Caesar van Everdingen. Leerling van Roelant Savery (?) en van Pieter Molyn. Werkzaam in Zweden, te Haarlem (1645—1652), daarna te Amsterdam. E—ZK. 906. De Geschutgieterij te Julitabroeck in Södermanland in Zweden, vroeger eigendom der farnilie Trip; gezicht in vogelvlucht. D. 192 x 254,5. Afkomstig uit het zuiderpand der Trippenhuizen, 1890. 907. Zweedsch Landschap. Op den voorgrond water; daarachter, rechts, dicht geboomte en links een zeer hooge heuvel op welks helling een kapelletje. D. 121 x 106,5. Gekocht van J. Smith te Londen, 1837. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 908. Zweedsch Landschap; op den voorgrond rechts een verheven liggende weg, ter zijde, naar omlaag, rwrDIMMrn * een watermolen met blokhuisje. /V. L VJCKJJS i>5 VjC 11 D. 66 x 60, gem. onder links: . Verk. H. Muilman, Amsterdam 1813. / £ Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. 909. Zweedsch Landschap; nabij een boschrand een waterval tusschen zware rotsblokken; aan de oevers eenige houten huisjes. D. 105 x 89, gem. . ?*rt%. c. J. 149 X 121 Verkoopingen Amsterdam, 16 Mei !696 (?) en P Fououet VAfJ^IHZs ' d°°r Rembrandt NaÜOnaal MUS6Um' •-Grave^haSTs'. FANTTN-LATOUR (Henri), geb. Grenoble x836. gest. Buré (Orne) 1904. Leerhng van ajn vader. Bezocht te Parijs de Académie des Beaux-Arts en het atelier van Courbet. L. 921AnobkTmaSe ^ BerHOZ (SCbCtS V°°r ^ gr°°te Schüderij te Gre' A. vlXWezei:?9^aag ^ ™ * l*"* ^ ™ Heer 921B. Bloemstuk; veelkleurig bouquet van allerlei bloemen in een wijde flesch. D. 72 x 60. Gem. onder links: Fantin S7. Herkomst als n° 921A FERGUSON (William Gowe), geb. in Schotland 1633 of 1633 gest aldaar na 1605. Tusschen 1648 en 1651 komt hij voor te Utrecht' tusschen ,66c, en 1668 te 's-Gravenhage en in ,681 woont hij te Amsterdam. Bezocht Frankrijk en Italië. ZK. 922a. Doode vogels en jachtgerij. D. 64 x 54, gem. rechts van onderen: n , 0 /* Aangek, veiling Van der Burgh (Fr. /WPCT^-^'A l /•//)„ „ Muller &Cie), door tusschenkomst (?y J^m J% der Vereeniging Rembrandt, in 1904. £/ ' FERRARI (Gaudenzio), geb. Valduggia omstreeks !48o, gest. Milaan 1546. Beïnvloed door Luini. Werkzaam voornamelijk te Varallo en te Milaan. <"«uiu 922b. Madonna met het Kind; zij is gezeten voor een begroeide grot en gekleed in een met groen gevoerden, groenachtig blauwen mantel over een rood gewaad. Twee engelen houden een rood gordijn met gouden sterren als baldakijn boven haar op s du Biiisel5 ^ toe«eschreven «au Bernardino Lanino. Verz. burTVerïor^nZTÉm l87°/aDeekOCbt V0OT het Angusteum te OldenDurg. Verworven met steun van de Vereeniging Rembrandt,. 1923. FLINCK (Govert), geb. Kleef 1615, gest. Amsterdam 1660. Leerling van Lambert Jacobsz. te Leeuwarden en van Rembrandt te Amsterdam (± 1632—1635). Werkzaam te Amsterdam. 923. Vier Doelheeren of Overlieden der Kloveniers, 1642; gezeten aan een tafel wordt hun de gildebeker aangebracht door den kastelein. Deze beker bevindt zich in de vitrine onder het schilderij. Het zijn Albert Coenraedsz. Burch, Jan van Vlooswyck, Pieter Reael en Jacob Willekens. jZL^i D 203 x 278 gem. onder links, met eene overgehaalde handteekenmg: Cr. flmH fc 1642. Vroeger in de Groote Schutterszaal van den Kloveniersdoelen. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 924. Corporaalschap van kapitein Albert Bas en luitenant Lueas Conyn, 1645. De schutters, een trap afdalende, naderen den kapitein, die in gezelschap van een ander, , * gezeten is op den voorgrond rechts. Q TlihtLlK. f D. 341 x 244, gem. onder links: I * ' • Afkomstig uit den Kloveniersdoelen. Vroeger y0 in het Burgemeestersver trek van het oude Jl / . j%. Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. ' v ' ' 925. Schuttersfeest bij het sluiten van den Vrede van Munster, 1648. De schutters omgeven den kapitein Jan Huydecoper, die, op den voorgrond staande, tot hen een groetende beweging richt. Uit een gebouw links treden schutters naar buiten. Vreugdeschoten worden gelost en feestvuren branden. In den achtergrond het huis van Jan Huydecoper. Op een papier een gedicht van Jan Vos. De schutters zijn aldus geplaatst: 698 11 12 13 7 3 10 10 4 1 2 15 5 !4 No. 1. Jan Huydecoper van Maarseveen; 2. Frans Oetgens van Waveren, luitenant; 3. Nicolaes Oetgens van Waveren, vaandrig; 4. Jan Appelman; 5. Jacob van Campen; 6. Rogier Ramsden; 7. Heter Waterpas; 8. Aart Jan van Lier; 9. Joris de Wijze; 10. Pieter Meffert; 11. Nicolaas van Haag; 12. Jan Stuurman; 13. Johannes Doavenne; 14. Albert ten Brink; 15. Johannes van den Haag en 16. Govert Flinck, de schilder zelf. D. 265 X 513, gem. onder links: Afkomstig uit den Voetboogdoelen. Vroeger in de Groote Krijgsraadkamer van het Stadhuis op den Dam. In bruikleen van Amsterdam, 926. Jonas Jacob Leeuwen Dircksz, a ten voeten uit, in een landschap. /*/• l\ f D. 65 x 47,5, gem. onder rechts: Cl .Tl éV 9 C f\_ "l Hing vroeger in het Rijpenhofje te J / I Amsterdam; in bruikleen van Diakenen y S * der Vereenigde Doopsgezinde Gemeenten 8 J^*^ O * aldaar, 1899. / V» 926a. Gozen Centen, jongeman met grooten hoed op. E. 65,5 x 51. Hing vroeger in het Rijpenhofje te Amsterdam. In bruikleen van Diakenen der Ver. Doopsgezinde Gemeenten, 1900. 927. Isaac zegent Jacob; de oude Isaac in zijn bed zittende, omhangen met een rooden mantel, zegent Jacob, terwijl Rebecca er achter Rotterdam, 1808. v—' C/ 928. Joost van den Vondel (1587—1679). In ovaal geschilderd. E. 42,5 x 38. Verk. Six, 1702. Verk. Jer. de Bosch, Amst., 1812. Gek. 1815. 929. Amalia van Solms in rouwgewaad. Zinnebeeldige voorstelling van haar weduwstaat. D. 307 x 189, gem. rechts in den achtergrond: G. Flinck ft 1654. Afkomstig uit het Magazijn van het Mauritshuis, 1876. 930. Gerard Pietersz. Huift (1621—1656), Eerste Raad en DirecteurGeneraal van Indië, gesneuveld op Ceylon, tijdens het beleg van Colombo; medaillon-portret, waaromheen stilleven van boeken, wapens, meet-instrumenten, * . ond^an:I03'gem- ^ ^ ^ G.J)!nCK T. Legaat van Jonkvr. S.J. Huift Baro- ^/ J f A. J nesse Taets van Amerongen, Utrecht I [s J> der van Friesland, Gro- f K * ^£ o F ningen en Drenthe. <^ (( IJ E. 30 x 24,5, Als opschrift: (1 0 Graef Willem Frederick. Gem. 11 /" boven links: ff f ft '~p Herkomst als No. 956. J J ^ <&La o 958. Johann Conrad Wild- en Rijngraaf A (1590—?). /I 0 E. 30 x 24,5. Gejaarm. en als opschrift D. Rvn- H I C\ "5 0 gref. Herkomst als No. 956. J I • I \J JL . 959. Ernst Casimir, Graaf van Nassau, \f~^ f enz. Zie No. 954. gfy jft~* / E- 67 x 59,5, gemerkt boven links, A° ^Mjl 11 1633, en: II 0 Nat. Museum 's-Gravenhage, 1808. J Jf 960. Sophia Hedwig van Brunswijk (1592-1642), gemalin van den voorgaande. oninfct5 X-58' Tt«enllan8er van v°rig No. Volgens Mr. A. Staring zou dit N0.U9. ' POTtret Amalia ™ Solms voorstellen. Herkomst als 964. Portret van een kleinen jongen, ten voeten uit. Hij houdt een bal in de eene en een kolfstok in * de andere hand. fl • /" verLiyjwijk^gr1-bovenlinks- Jtrmo / 6 31 GELDER (Aert dè), geb. Dordrecht 1645, gest. aldaar 1727. leerling van Samuel van Hoogstraten en (± 1661) van Rembrandt, wiens trant hij tot in de 18e eeuw voortzette. 965c. Koning David; figuur te halven hjve en gewend naar links. Hij is gezeten aan een tafel, waarop een perkament met hebreeuwsche letters, dat zijn rechterhand gedeeltelijk ontrold houdt. Beide handen maken een gebarende beweging. Vermoedelijk een fragment van een grooter schilderij, waarop Bathseba den ouden koning vraagt de kroon van Israël aan haar zoon Salomo te schenken. D. 109,5 X H4>5- Verz. Barones van Leyden van Warmond, geb. gravin de Thoms (veiling Warmond 1816). Verz. Steengracht, 's-Gravenhage, geveild te Parijs 1913. Geschenk van den heer M. P. Voute, Amsterdam 1913. 965d. Jezus uit Gethsemané gevankelijk weggevoerd. Omringd door gewapenden en door een grooten stoet gevolgd, wordt Christus uit den hof geleid. Op den voorgrond, geheel in de schaduw, staan twee groote figuren. In den donkeren achter¬ grond boven een muur personen die toezien. D. 73 x 59, gem. beneden links: Dit schilderij en het volgende behooren tot een serie van 22 tafe¬ reelen uit het lijden van Christus, door Aert de Gelder omstreeks 1715 geschilderd, waarvan er zich 10 in de Verzameling te Aschaffenbuig bevinden. Aangekocht te Bronswijk, Mei 1908. 965e. Jezus vóór het Sanhedrin. Vijf breede treden voeren naar eene hooggewelfde ruimte waarin het Sanhedrin achter eene borstwering gezeten is. Cajaphas, staande onder een troonhemel, spreekt Christus toe, die door twee krijgsknechten bewaakt in kalme \ gelatenheid toeluistert. In den achtergrond, op verschillende hoog' ten, zitten vele toeschouwers. De groep, waarvan Cajaphas de hoofdpersoon is, wordt sterk verlicht. D. 73 X 59, gem. benedenhoek links: - Herkomst enz., zie No. gösd. 965f. Ernst van Beveren (geb. 1659), Burgemeester van Donirecht; kniestuk. De linkerhand is in een stil gebaar opgeheven uit den omslag van den mantel. - D. 163,5 x 126,5. Gem. onder links: A. De Gelder f 1685. Bruikleen van den Heer J. J. M. Chabot, 1923. 965g. Portretgroep van den Medicus Hermanus Boerhave (1668— 1738), zijn vrouw Maria Drolenvaux (1686—1746) en zijn dochtertje Johanna Maria, later Gravin de Thoms (1712—1791) Geschilderd in 1722. D. 104,5 X m, gem. middeu boven: A. de Gelder f. Door erflating uit de families de Thoms, van Leyden en van Rhemen aan de familie Schimmelpennmek van der Oye overgegaan. In bruikleen van W. A. A. T Baron Schimmelpennmck van der Oye, Voorschoten 1932. 966. Czaar Peter de Groote (1672—1725). Kniestuk. [De oude toesclirijving aan Aert de Gelder is onjuist; waarschijnhjk door een Poolschen meester geschilderd]. D. iiox 91. Van een verkooping te Amsterdam, 1821. GELDER (Nicolaes van), geb. Leiden waarschijnhjk omstreeks 1636 gest. tusschen 1675 en 1677. In 1661 werkzaam te Stockholm' dan weer te Leiden en later te Amsterdam. 967. Stilleven, samengesteld uit velerlei fruit, blauw kannetje, gouden beker, half gevulden roemer, een takje rozen, alles op een tafel, die met een versierd kleed is bedekt. D. 110,5 x 88, gem. onderrechts: Gekocht te Alkmaar, 1890. wcLuuKf (liortzius), geb. Leuven 1553, gest. Keulen 1616 of 1618. —^xxxx6 »a.ix i'nus xrancicen 1 en van Jfrans Pourbus den Oude te Antwerpen. Na 1579 werkzaam te Keulen. H. 968. Gualtero del Prado (1535—)- Staande naast een tafel. T-» * « t T Pen en met latere hand: An° XS97, Aetatis 62. Legaat Jhr. Mr. Jacob de Witte van Citters, 1875. 970. Hortensia del Prado (—1627), echtgenoote i van Jean -^^xxxCUUla .zie na. 971; en 2» van Pieter Courten. E. 96 x 71, gem. in achtergrond rechts: AN» G. G. F. Herkomst als No. 068. 971. Jean Fourmenois, echtgenoot van de vorige. ». yo a 72, gem. in imker bovenhoek: AN" i59o. Herkomst als No. 968. GERARD (Francois Baron), geb. Rome 1770, gest. Parijs 1837 Leerling van Louis David. 979A. Napoleon I, in kroningsgewaad. Copie naar het origineel in het Museum te Dresden. D. 226,5 x 146. Bruikleen van het Museum Boymans te Rotterdam, 1922. GHEYN (Jacob de), geb. Antwerpen uit Utrechtsche ouders 1565, gest. 's-Gravenhage 1629. I^rling van zijn vader Jacob de Gheyn; was eerst evenals deze glasschilder, werkte daarna bij Hendrick Goltzius te Haarlem. Woonde 1591 in Amsterdam en sedert omstreeks 1594 te 's-Gravenhage, waar hij in het St. Lucas Gilde werd opgenomen. Omstreeks 1597 woonde hij te Leiden, daarna voorgoed te 's-Gravenhage. B. 980. Witte Spaansche Strijdhengst, op den Aartshertog Albertus van Oostenrijk door Lodewijk Gunther van Nassau in den SSTSTSt } GHEYN TE Maurits vereerd. D. 228 x 269, gem. van boven. f /*k £j ^» Het opschrift luidt: / ^ ^ hVnc dedIt aVstrIaCo teLLVs hIspana CreatrIX VICtorIqVe dedIt fLandrIa MaVrItIo, hetwelk vertaald luidt: Spanje waar dit paard geboren werd, gaf het aan den Oostenrijker, Vlaanderen bezorgde het aan den zegevierenden Maurits. Geschenk van Jhr. W. L. B. van Panhuys in 1880. 981b. Venus en Amor. Venus in gehurkte houding; in de omhoog geheven linkerhand een brandend hart. Amor schiet een pijl op haar af. E. 132 x 112. Aan de achterzijde, ingebrand, het merk van Prins Willem III van Oranje, Koning van Engeland. Gemerkt onder links: Aangekocht te 's-Gravenhage, 1909. GLAUBER gen. Polidoro (Johannes), geb. Utrecht 1646, gest. Schoonhoven omstreeks 1726. Leerling van Nic. Berchem en van Adr. van der Gabel te Lyon. Bezocht Itahë. Werkzaam in Hamburg, Amsterdam en 's-Gravenhage. ZK—E. 983. Mercurius en de in een koe veranderde Io; bergachtig landschap met een hoogen populier. D. 124 x 90. Uit het Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. 984. Diana in het Bad; bergachtig landschap. D. 124 x 97. Herkomst als No. 983. GOES (Hugo van der), geb. verin, te Gent omstreeks 1440, gest. in Roode Clooster bij Brussel 1482. In 1467 en 1474 vermeld in het Gilde te Gent. Sinds 1475 in het Roode Clooster. 984a. De Graflegging. Joseph van Arimathea, Nicodemus, Maria en Maria Magdalena omgeven het lijk van Christus. Figuren te halven hjve. (Oude copie?). E. 87 x 106. Hef oorspronkelijke schilderij is verloren gegaan. Er bestaan talrijke copieën, o.a. in de musea te Napels en Lissabon. Afkomstig uit de verz. van den schilder Johannes Bosboom. Uit het Nederlandsch Museum. GOGH (Vincent van), geb. Zundert 1853, gest. Auvers-sur-Oise 1890. Aanvankelijk in den kunsthandel, daarna onderwijzer en zendeling. Omstreeks 1880 wijdde hij zich aan de kunst; grootendeels vormde hij zich zelf. Werkzaam eerst in* Holland (Brabant en den Haag), daarna te Parijs, Arles, St. Remy en eindelijk te Auvers-sur-Oise. L.—E. 984h. Vrouwekop; studie van een Brabantsche boerin met witte hoofdkap. Hollandsche tijd. D. 41 x 34,5, gem. boven links: Vincent. Bruikleen van N. N. 1917. 984i. Bloemen; in een aarden kan tegen donkeren achtergrond. Hollandsche tijd. D. 61 x 49. Herkomst als vorig No. 984k. Najaarslandschap; op den voorgrond langs een zandweg en aan een greppel staan enkele geknotte beukenboomen, nog volop in het bruine blad. Laat-Hollandsche tijd. D. 64 x 89. Herkomst als No. 984b. 9841. L'Arlésienne. Een vrouwtje op gevorderden leeftijd zit aan een tafel, waarop boeken liggen (Kerstvertellingen van Dickens), voor zich uit te staren, steunend met het hoofd op de rechterhand. Arles-tijd; Van Gogh heeft meermalen de „Arlésienne" geschilderd. D. 60 x 50. Herkomst als No. 984b. GOLTZIUS (Hendrick), geb. Mühlbrecht bij Venlo 1558, gest. Haarlem 1 . 1 . 1617. Als plaatsnijder leerling van Dirck Volckertsz. Coornhert te Xanten; volgde dezen in 1577 naar Haarlem. Bezocht Duitschland en Italië. Begon eerst in 1600 te schilderen. Werkzaam te Haarlem. B—H—E. 985. Stervende Adonis, languit liggende, gezien in het verkort. D. 76,5 x 76,5, ruitvormig, gem. rechts op den boomstam: Vermoedelijk verk. B. de Man te Delft, 1644, als „Een Abel in 't vercort." Verk. Mr. P. Ver Loren van Themaat, 1885. I GORTZTUS (Gualdrop of Geldrop), zie Geldorp blz. 107. 985a. Vertumnus in de gedaante eener oude vrouw en Pomona. D. 90 X 149,5, gem. rechts op een steen: Gek. van F. Muller & Cie, 1906. GOSSAERT (Jan gen. Jan van Mabuse), zie Mabuse, blz. 170. GOVAERTS (Antonie Constantijn), geb. te Antwerpen, gest. aldaar i835- 988. De Zoetelaarster; zij schenkt bier voor soldaten. M. 57 x 7o,5> Gekocht tentoonstelling 's-Gravenhage, 1827. GOYA Y LUCEENTES (Francisco José de), geb. Fuendetodos bij Saragossa 1746, gest. Bordeaux 1828. Ontwikkelde zich onder invloed van Tiepolo en Velazquez. Werkzaam voornamelijk te Madrid. 988a. Don Ramon Satue, Alcalde de Corte (d.'i. rechter in de paleiswijk te Madrid). Een opstandige persoonlijkheid in onverschillige houding, gekleed in een zwart kostuum met bleekrood vest en witten jabot. Levensgroot kniestuk. D. 100 X 83, gem. onder links: D. Ramon Satue, Alcalde d''Corte. Py Goya 1823. De afgebeelde, een politieke geestverwant van den schilder, was een neef van Don José Duaso y Latre, in wiens huis Goya in 1823 de vlucht nam, toen de monarchale contra-revolutie uitbarstte. Verk. Benito Garriga, Parijs 1890. Verz. Dr. J. Carvallo bij Tours. Aangekocht met steun van leden der Vereeniging Rembrandt, 1922. ... ,_«aJ«lt. GO YEN (Jan van), geb. Leiden 1596, gest. 's-Gravenhage 1656. Leerling o.a. van Esaias van de Velde. Bezocht Frankrijk. Werkzaam te Leiden en sedert 1634 te 's-Gravenhage. E. 989. Riviergezicht voor Dordrecht; over het breede riviervlak verschillende vaartuigen; op het voorplan zegenvisschers in een schuitje. E- 55,5 X 72. Verk. J. van der Marck 1773 en J. J. de Bruyn 1798, Amsterdam; A. van der Werff van Zuidland 1811 en Adr. Lacoste 1832, Dordrecht. Kab. J. Rombouts 1850. Legaat L. Dupper Wz. 1870. 989a. Vergezicht; hooge bewolkte lucht, waaronder zich begroeide uiterwaarden uitstrekken tot aan een breede, met den gezichtseinder evenwijdig loopende rivier. Verheven liggende voorgrond. E. 32 x 44,5. Gem. links. Verz. T. Humphrey Ward, Londen. Gekocht met steun der Vereeniging Rembrandt, / C 4j 990. Landschap. Op den voorgrond twee zware geknotte eiken op een verhevenheid. 1903. D. 88,5 x 110,5, gem. in het midden onderaan. Verk. Adr. Lacoste, Dordrecht 1832; verz. J. Rombouts, Dordrecht 1850. Legaat Dupper 1870. 991. Het Valkhof te Nijmegen, gezien van de rivierzijde; op den voorgrond een pont met veel passagiers. D. 92 x 130, gem. op de pont: ><" . . Verz. George,'s-Gravenhage, \ ,(~~ f \ v P KÏ $ O 4 f aangekocht 1805/1806. v v( u ' *— ' v | f ' 992. Riviergezicht, nabij een dorp (Overschie?); woelend water met vaartuigen. ij0 j " ~" Verk. Rotterdam, Juli 1793. Verk. G. van der Pot, Rotterdam 1808. 993. Gezicht op Dordrecht; links de Merwede. [Thans is de signatuur van Wouter Knyff (zie blz. 156) voor den dag gekomen]. D. 98,5 x 132, gem. onder links: W. Knyff 1643. Vroeger valsch gemerkt J. van Goyen. Uit het Werkhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. GRAAT (Barent), geb. Amsterdam 1628, gest. aldaar 1709. Leerling van zijn oom Hans Bodt. E. 996. De Verloren Zoon, f * feestvierende met / y vrouwen op het bin- / f nenplein van een /7J\ f / / I Italiaansch gebouw. / / rirr~ vJt D. 80 x 67, gem. onder y^y\) /^J\\^yl^Cl (Vl- • JH^links. Verk. Bierens, Am- tf^-— ^--y' % , ' / sterdam 1881. /Cv' GREBBER (Pieter de), geb. Haarlem omstreeks 1600, gest. aldaar 165* of 1653. Leerling van Hendrick Goltzius en van zijn vader Frans Pietersz. de Grebber. Vervaardigde ook cartons voor tapisserieën. E. 1001. Christus, door de Heilige Vrouwen beweend. t~k> D. 164 x 174, gem. onder links: /_/ JIJ - Geschenk van de familie van Mr. A. D. de Vries Az. i-i^-' aan het Kon. Oudheidk. Genootschap 1884, van hetwelk in bruikleen, 1889. ^4^-?^^O GRECO (Domenico Theotocopoulos, gen. El), geb. Candia op Creta'r54T. gest. Toledo 1614. Leerling van Titiaan; onderging den invloed van Paolo Veronese, Tintoretto en Bassano. Werkzaam voornamelijk te Venetië en na 1576 te Toledo. lOOld. Christus aan het Kruis. Tegen een onheilspellende lucht en een spookachtig verlicht Jeruzalem, staat, over de volle lengte van het schilderij, op den voorgrond het kruis. Rechts eenige kleine ruiterfiguren; links boomen. D. 46,5 x 32,5. Bruikleen van den Heer D. G. van Beuningen te Rotterdam, 1930; geschonken in 1933 ter gelegenheid der viering van de 25-jarige: museum-loopbaan van Dr. F. Schmidt—Degener. HAAG (Tethart Pbilipp Christian) geb. Cassel 1737, gest. 's-Gravenhage 1812. Directeur van het Schilderijen-Kabinet van Prins Willem V. E—AT. 1008. Frederica Sophia Wilhelmina van Pruisen ■ ^ ■»« f f (1751—1820), gemalin van Prins Willem V, ^yJ^^J^^V . te paard gezeten. D. 86 x 69, gem. onder het paard: Ki\ C>^^ (fragment) B. van der Helst. 1027. Bergachtig Landschap; op den voorgrond een gevelde boom; naar den achtergrond een kasteel achter dicht geboomte. Volgens Mr. J. K. van der Haagen te 's-Gravenhage waarschijnhjk de St. Pietersberg met het kasteel Lichtenberg. D. 174 x 232, gem. onderaan rechts; In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1028. Landschap. Op den voorgrond, onder een zwaren boom, een reizende marskramer; daarachter een visscher die zijn net uit de rivier ophaalt. D. 48 x 55,5. Waarschijnhjk verk. H. A. Bauer e.a., Amsterdam 1820. Verk. J. de Vos, Amsterdam 1833, als Verboom. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1029. Landschap bij Kleef; op den voorgrond enkele zware eiken; in het verschiet, op een verhevenheid, links van de rivier, het slot te Kleef. D. 109 X 120, gem. onderaan rechts: Verk. H. Reydon e.a., Amsterdam 1827; J. F. Sigault e.a., Amsterdam 1833; verk. Amsterdam, 18 Oct. 1849. Herkomst als No. 1028. HALEN (Arnoud van, bijgen. Aquila), geb. Amsterdam 1673, gest. aldaar 1732. Was behalve schilder en dichter, ook boetseerder en tevens werkzaam als ivoorsnijder en als graveur van zwarte kunstprenten. Hij is de grondlegger van het Panpoëticon Batavum, eene verzameling van 328 portretjes van Nederlandsche dichters, op een enkele na, in grauw geschilderd. Van Halen had er vóór het jaar 1719, 200 bijeengebracht, die hij meest alle gecopieerd had naar bekende prenten. Door de volgende eigenaars Michiel de Roode (1685—1771), Arnoud de Jongh en het Genootschap „Kunst wordt door Arbeid verkregen" te Leiden, werd deze verzameling uitgebreid. Op de veiling van 9 April 1818 bij C. S. Roos, in het Huis met de Hoofden te Amsterdam, werd de verzameling van ruim 350 stuks portretten voor ƒ 605 verkocht aan Anthonie Kluijtenaar en daarna 16 October 1849 wederom verkocht op de veiling van den inboedel van Anthonia Kluijtenaar, geb. Raidt, weduwe van Anth. Kluijtenaar. De collectie werd toen verstrooid. Aan Mr. A. J. Enschedé gelukte het te Venetië, ten behoeve van het Nederlandsch Museum, in het jaar 1880 de hand te leggen op 74 dier portretjes, welk getal door latere aankoopen tot 77 aangroeide, terwijl in 1898 de heer D. Franken Dzn. het portret van Arn. van Halen, door hem zelf geschilderd, legateerde. De verzameling in het Rijksmuseum bestaat thans uit 51 stuks geschilderd door Arn. van Halen, 22 stuks door Jan Maurits Quinckhardt (zie op hem No. 1947 tot 1968), 3 stuks door Dionys van Nijmegen (zie op dezen No. 1773 tot 1775), een door Nicolaas Reyers (zie op dezen No. 2027) en een, dat van A. van Royen, door een onbekende (zie No. 282). De 77 portretjes waren, toen zij werden aangekocht, geplaatst op 7 paneelen elk met 11 stuks. Aan de achterzijde dier paneelen is een lakafdruk van de Akademie van Schoone Kunsten te Venetië. 1031. De Schilder zelf; in den achtergrond het inwendige van een tempel, in welks midden de kast welke het Panpoëticon Bat. bevat. K. O. 14,5 x 12,5. Van achteren staat: Arnoud van Halen Fecit Pan Poeticon Batavum. Verk. Kluytenaar, Amsterdam 1849. Legaat D. Franken Dzn., 1898. 8 Panpoëticon Batavum. 50 portretjes van Nederlandsche dichters in 't grauw geschilderd, zie No. 1032—1080. Blik ov. 11 x 9,5. 1032. Johannes Polyander a Kerckhoven (1568—1646), Hoogleeraar in de godgeleerdheid te Leiden. Nat 6g Aan de achterzijde staat: Joannes Poliander ——— Naar de prent van Willem Jz. Delff. 0bt- l64°- 1033. Dominicus Baudius (1561—1613), Buitengewoon hoogleeraar in de welsprekendheid te Leiden. Ngf is6l Aan de achterzijde staat: Dominicus Baudius ——— Naar de prent van Jac. Matham. f' 1034. P. Bertius (1565—1629), Hoogleeraar te Leiden. Nat. 1565. Aan de achterzijde staat: P. Berttus Naar de prent van Willem Swanenburch. 1°29- 1035. Theodorus Rodenburgh (c. 1578—1644), Tooneeldichter. Aan de achterzijde staat: T. Rodenburg A° 1566. Naar de prent van Lucas Kilian. 1036. Johan van der Does de Jonge (1571—1596), Biblioth. te Leiden. Aan de achterzijde staat: Janus Dousa a Filius —I^10' OU. 1596. Naar de prent van Willem Swanenburch. '597. 1037. Theodorus Vellus, (1572—1630), Schrijver van de „Chroniek van Hoorn. a° 1572 — Aan de achterzijde staat: Th. Velius Natus — — OW. 1630 -i Naar de prent van Theod. Matham. 23 1038. Theodorus Schrevelius, (1572—1643). Rector te Leiden. Aan de achterzijde staat: Theod. Schrevelius 1572. Naar de prent van Jonas Suyderhoef. 1039. Jacob van den Eynde (1575—1614). Gouverneur v. Woerden. Nat. Aan de achterzijde staat: Jacobus Eyndius OM. 1614. 1040. Jan van der Rosleren (1581—). Aan de achterzijde staat: Joannes van Rosieren circa 1565. - Naar de prent van Pieter Nolpe. 1041. Piërius Winsemius (1586—1641). Hoogleeraar in de welsprekendheid en geschiedenis te Franeker. Koper. Aan de achterzijde staat: Pierius Winsemius a° 1586. Verk. v. Pappelendam & Schouten, Amsterdam 1889 met No. 1051. Naar de prent van Jonas Suyderhoef. 1042. Adriaen Pietersz. van de Venne (1589—1662). Schilder en Dichter. Aan de achterzijde staat: Adriaan van Venne a° 1589. Naar de prent van Daniël van Bremden. 1043. David Lingelbach. (1593—). Eigenaar van het Oude Doolhof te Amsterdam. Aan de achterzijde: Daniël Lingelbach circa 162$. Naar de prent van Crisp. de Fasse. 1044. Samuel Ampsing (c. 1591—1632). Predikant te Haarlem. Aan de achterzijde staat: Samuel Ampzing circa 1594. Naar de prent van Jonas Suyderhoef. 1045. Florentius Schoonhoven (1594—1648). Burgemeester v. Gouda. Aan de achterzijde staat: Florentius Schoonhovius A° 1594. Naar eene anonieme prent. 1046. Jan Janszoon Starter (1593 of 1594—1626). Dichter. Aan de achterzijde staat: Jan Jam. Starter 1594. Naar de prent van Jan van de Velde. 1047. Petrus Baardt (c. 1595—) geneesheer te Leeuwarden. Aan de achterzijde staat: Petrus Baard, circa 1600. 1048. Jan van der Veen. iste helft 17e Eeuw. Apotheker, drogist en letterkundige te Haarlem. Aan de achterzijde staat: N. van der Veen circa 1595. 1049. Dirk Graswinckel (1600—1666). Griffier der Staten-Gen., Delft. Aan de achterzijde staat: Theodorus Graswinkel A° 1600. Naar de prent van Theod. Matham. 1050. Marcus Zuerius Boxhorn (1612—1653). Historicus en Hoogleeraar te Leiden. Aan de achterzijde staat: Marcus Zweri Boxhornius 1612. Naar de prent van Jonas Suyderhoef. 1051. Jeremias de Decker (1609 of 1610—1666). Dichter. Aan de achterzijde staat: Jerem. de Dekker circa 1609. Naar zijn eigen prent. Verk. van Pappelendam en Schouten, Amsterdam 1889 met No. 1041. 1052. Joannes Cools (1611—), Rechtsgeleerde, geschiedschrijver en Latijnsch dichter te Hoorn. Aan de achterzijde staat: Joh.: Cools. R. Z. Hr. van Tetterode circa 1615. Naar de prent van Pieter Holsteyn. 1053. Franciscus Planté (—1690). Predikant te Zevenbergen. Aan de achterzijde staat: Franciscus Planté circa 1610. Naar de prent van Jonas Suyderhoef. 1054. Mattbijs Gansneb gen. Tengnagel, (1613—1655). Dichter. Aan de achterzijde staat: M. Tengnagel 1613. 1055. Willem van Heemskerk (1613, leefde nog in Nov. 1689). Teekende met diamant op glas. Aan de achterzijde staat: Wilh. Heemskerk 1613. Naar de prent van Abr. Blooteling. 1056. Bonaventura Peters (1614—1652). Schilder te Antwerpen. Aan de achterzijde staat: B. Peters 1614. Naar de prent van Wenzel Hollar. 1057. Alexander Morus (1616 te Castres—1670 te Parijs). Hoogleeraar te Amsterdam. Aan de achterzijde staat: Alexander Morus 1616. Naar de prent van Lamb. Visscher. 1058. Hendrik Bruno (1617—1664)- Conrector te Hoorn. Aan de achterzijde staat: Hendrik Bruno circa 161S'. Naar de prent van R. van Persijn. 1059. Joan Six (1617—1700). Dichter en Burgemeester van Amsterdam. Aan de achterzijde staat: Jan Six, Burgemeester 1618. Naar de ets van Rembrandt. 1060. Jan Vos (1615—1667). Tooneeldichter. Aan de achterzijde staat: Jan Vos, circa 1620. Naar de prent van Karei Dujardin. 1061. Anthonis Janszen (1621—1696). Dichter. Aan de achterzijde staat: Antoni Jansze 1621. 1062. Johan van Neyenburg (1620—± 1670). Dichter te Groningen. Aan de achterzijde staat: Johan van Neyenburg 1621. Naar eene anonieme prent. 1063. Guilelmus Ogier (—1689). Tooneeldichter. Aan de achterzijde staat: G. Ogier, circa 1620. Naar de prent van Gasp. Bouttats. 1064. Caspar van Kinschot, (1622—1659). Dichter. Aan de achterzijde staat: Casper Kingschot 1621. Naar de prent'van Wenzel Hollar. 1065. Sibylla van Griethuysen, (c. 1620—na 1662) .Dichteres. Aan de achterzijde staat: Sibylla van Grieihuyse circa 1620. Naar de prent van J. v. Meurs. 1066. Everard Meyster, (± 1617—). Dichter te Utrecht en Amersfoort. Aan de achterzijde staat: R. Meis Naar dc prent van Corn. van Dalen. 1067. Jacob Heyblocq, (1623—1690). Rector te Amsterdam. Aan de achterzijde staat: Jacobus Hyblok, circa 1630. Naar de prent van Wallerant Vaillant. 1068. Matthys van de Merwede, heer van Clootwijck (omstreeks 1625— na 1677). Dichter. Aan de achterzijde staat: M: V: Merwede H? van Clooswijk circa 1615. Naar de prent van Jan Gerritz van Bronchorst. 1069. Jan van Paffenrode, vrijheer van Cassigny; geb. 1618, gesneuveld 1673. Tooneeldichter. Aan de achterzijde staat: J. vryheer van Paffenrode circa 1622. Naar de prent van Jan van Haensbergen. 1070. Simon Abbes Gabbema (1628—1688). Historieschrijver van de Staten van Friesland te Leeuwarden, Hoogleeraar te Franeker. Aan de achterzijde staat: Simon Abbes Gabbema circa 161$. 1071. Johannes Vollenhoven (1631—1708). Predikant te's-Gravenhage. Aan de achterzijde staat: Joannes Vottenhoven 1631. Naar de prent van A. de Blois. 1072. Andries Pels (—1683). Tooneeldichter. Aan de achterzijde staat: Andries Pels, circa 1632. 1073. Christoffel Pierson (1631—1714). Schilder en dichter te Gouda. 1631 Aan de achterzijde staat: Christ. Pierson 1714 1074. Frans van Hoogstraten (1632—1696). Boekhandelaar te Rot- ■ terdam. ^ ^ Aan de achterzijde staat: Frans van Hoogstraten 1696 1075. Pieter Verhoek (1633—1702). Schilder en dichter te Bodegraven. 1633 Aan de achterzijde staat: Pieter Verhoek 1702 1076. Karei Verloove, (1633—). Dichter en aanspreker. Aan de achterzijde staat: Carel Verlove 1633. 1077. Balthasar Bekker (1634—1698). Predikant te Amsterdam. Aan de achterzijde staat: Balth. Bekker 1634. Naar de prent van Pieter van Gunst. 1078. Goverd Bidloo (1649—1713). Hoogleeraar Geneeskunde te Leiden. Aan de achterzijde staat: Govert Bidlo 1649. Naar de prent van Abr. Blooteling. 1079. Tobias Gutberleth (1675—1703). Letterkundige te Leeuwarden. Aan de achterzijde staat: Tobias Gutberlet circa 1630. Naar eene anonieme prent. 1080. Abraham de Haen (1707—1748). Teekenaar, etser en dichter te Amsterdam. Aan de achterzijde staat: Abm de Haen. Naar de prent van C. F. Fritsch. 1081. Frans Greenwood, geb. Rotterdam 1680, gest. Dordrecht 1761 of 1762. Hollandsch miniatuurschilder, teekenaar met diamant op glas en dichter. A § Op de achterzijde staat: 1680 Aangekocht veiling Roos & Cie. 1902 4 HALS (Dirck), geb. Haarlem 1591, gest. aldaar 1656. Leerling van zijn broeder Frans Hals. 1082. De Buitenpartij. In een park met een landhuis op den achtergrond is een festijn aangericht voor een talrijk gezelschap dames en heeren. E. 78 x 137, gem. op een baluster links: iö^lL^klLS Behoort tot eene serie, bekend als „de Vier Jaargetijden". De vrouwsfiguur geheel rechts en de hond links zijn ontleend aan Willem Buytewech, zie No. 668c. Was bij den heer Strater te Rheine in het begin der 19e eeuw. Gekocht Delft, 1899. 1083. Een feestvierend Gezelschap buiten. E. 18,5 X 21,5. Veiling Brakke Grond, 1897. HALS (Frans), geb. Mechelen of Antwerpen 1580 of 1581, gest. 1666 te Haarlem, alwaar hij zich vóór 1604 gevestigd had. Leerling van Karei van Mander. Werkzaam te Haarlem. 1084. Een Echtpaar ten voeten uit, gezeten in het park van een buitenverbhjf. Naast den man een distelstruik, aan de voeten van de vrouw klimop. D. 140 x 166,5. Heette vroeger: Frans Hals en zijne vrouw, ook wel Dirck Hals en zijne vrouw. Dezelfde man (wellicht Isaac Massa) is door Frans Hals omstreeks 1626 herhaaldelijk afgebeeld. Verkoopingen Jan Six, Amsterdam, 1702, en Six van Hillegom, Amsterdam, 25 Nov. 1851. In de verzameling opgenomen Maart 1852. 1085. Corporaalschap van kapitein Reynier Reael en luitenant Cornelis Michielsz. Blaeuw, 1637. (De zoogenaamde Magere Compagnie.) Behalve de Kapitein en de Luitenant, die zitten, zijn alle schutters in staande houding ten voeten uit afgebeeld, op éénzelfde grondplan en met verscheidenheid van beweging. De Vaandrig staat aan de uiterste linkerzijde. De uitvoering van de rechterhelft van het schilderij is van de hand « Q ƒ van Pieter Codde. li n • / <-^=?? D. 209x 429, gejaarm. rechts \\ % 1) II te halver hoogte: /ü\ j ^ // Afkomstig uit den Voetboog- If \\ ff ^ " doelen. In bruikleen van J/ i/ O Amsterdam, 1885. 1086. Lucas de Clercq (geb. na 1592). Kniestuk. D. 126,5 X 93- Geschenk van de heeren P. de Clercq en P. van Eeghen en hunne echtgenooten aan Amsterdam 1891, waarvan in hetzelfde jaar in bruikleen. 1087. Feyntje van Steen- kiste (geb. 1604), echt- /^""F/VT S V/^ 5 } genoote van den voor- gaande. Kniestuk. Q ~< fC. D. 123 x 93, gem.: A.N TOT 5 Herkomst als No. 1086. 1088. Maritge Voogt Claesdr. (1577—1644), echtgenoote van Pieter Jacobsz. Olycan. Zittend in een leunstoel. D. 128 x 94,5. In den achtergrond het familiewapen waaronder: AETATIS SVAE 62 AN° 1639. Verkooping 24 Nov. 1834, Amsterdam. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1089. Nicolaes Hasselaer (1593—1635), Majoor der stad Amsterdam. D. 79,5 x 66,5. Geschenk van Jhr. J. S. R. van de Poll, 1885. 1090. Sara Wolphaerts van Diemen (1594—1667), tweede echtgenoote van den voorgaande. D. 79,5 X 66,5\ Herkomst als No. 1089. 1090a. Mansportret; een man op middelbaren leeftijd, waarschijnlijk een predikant, gezien te halven hjve, even naar rechts gewend, terwijl hij den toeschouwer aanziet. Hij is in het zwart gekleed, met platten witten kraag en draagt een zwart calotje. De over elkaar geslagen handen houdt hij voor zich. E. 37 x 29,8, gem. in den achtergrond rechts: Gekocht met steun der Vereen. Rembrandt, 1916. 1091. De vroolijke Drinker; te halven hjve. In de linker hand een halfvol wijnglas. In den gordel een me daillon met het portret van Prins Maurits. D. 81 X 66,5, gem. rechts in achtergrond: Verk. Baronesse van Leyden, Warmond 1816. 1092. Zoogenaamd portret van John Barclay (1582—1621). [Wellicht een voorstudie door J. de Ribera (1589—1652) voor den Diogenes in het museum te Dresden]. D. 47 x 37- Aan de achterzijde staat: Iohannes Barclaivs, gente Caledonivs, Gallvs naialibvs hic est, Romam Romano qvi docet ore loqvi Barclaivs Argenis avctor. Waarschijnlijk verk. Jan Six, Amsterdam 1702. Door Gerard van Papenbroek in 1743 aan het Athenaeum Illustre geschonken. Afkomstig van de Universiteit te Amsterdam. In bruikleen van Amsterdam, 1889. 1093. De Nar; een potsenmaker in bonte kleederdracht bespeelt een luit. [Atelier van Frans Hals; waarschijnhjk door Judith Leyster, zie blz. 166]. D. 67 x 60. Verk. J. A. Brentano, Amsterdam 1822. Kabinet J. Rombouts, 1853. Legaat L. Dupper Wz., 1870. Het origineel is in het bezit van Baron Robert de Rothschild te Parijs. HANNEMAN (Adriaen), geb. 's-Gravenhage omstreeks 1601, gest. aldaar 1671. Leerling van Anthony van Ravesteyn en van Dan. Mytens Sr. Werkzaam te Londen, sinds 1640 in den Haag. Navolger van Anthonie van Dyck. Zie ook No. S57. • 1103. De Schilder zelf. 1 ,„ , 1. . . , D. 8r,5 X 64, gem. op ^tfJ.'^J^.^t ZZJTJ Gekocht te Londen, 1894. •** 1104. Cornelis van Aerssen (1602—1662), heer van Sommelsdijk, Kolonel bij de ruiterij. D. 124 X 99. Links boven zijn wapen. - /f 0. x~ ^rs Gem. links onder op , V " ^ U het voetstuk :A°i6s8, / s^y Verk. 's-Gravenhage, C^L^ •' (VYl (f'. 14 Deo. 1874. . Tijdelijk in het Mauritshuis. Verk. Wed. van Dam van Brakel geb. Ditmars van IJsselveere, Amsterdam 1895. HARI (Johannes), geb. 's-Gravenhage 1772, gest. aldaar 1849. Leerling van Jean George Teissier. E. 1109. Nachtkwartier te Molodetschno, 3—4 December 1812; episode uit den veldtocht in Rusland. E. 49 x 64,5. Legaat van den heer W. P. d'Auzon de Boisminart, 1870. HARINGH (Daniël), geb. Loosduinen of 's-Gravenhage omstreeks 1636, gest. 's-Gravenhage tusschen 1711 en 1719. I^rling van Arn. van Ravesteyn en van Casp. Netscher. 1111. Mr. Johan van Bochoven, Raadsheer in het Hof van Vlaanderen. D, 61 x 50, gem. op den voet van een nis: D. Haringh F. Behoort tot de verzameling de Ruyter, gekocht in 1895. 1112. Catharina Pottey (1651—1718). Echtgenoote van den voorgaande. D. 60 X 49, gem. onder rechts: D. Haringh Fe. Herkomst als No. 1111. HAUCK (August Christian), geb. Mannheim 1742, gest. Rotterdam 1801. Zoon en leerling van Jacob Hauck. Woonde te Leiden, later te Rotterdam. 1114. Johan Arnold Zoutman (1724—1793), Vice-Admiraal. D. 83 x 68, op de lijst het gebeeldhouwde wapen van Zoutman. Geschenk van J. Zoutman, 15 Juli 1803. Uit het Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. 1115. Adriana Johanna van Heusden, echtgenoote van den voorgaande, k D.84,5x 68,5,gem.onderrechts: [J[. Q M/JüUl/fV\ fiVty-' 1J70 Op de lijst de gebeeldhouwde ^* f wapens van Zoutman en Van Heusden. Afkomstig als No. 1114. HAWKSLEY (Arthur), geb. Nottingham 1842, gest. Laleham, Streat ham, 1915. • 1116. De eenzame Baai, bij somber weer. D. 36 x 54. Geschenk van Mevr. de douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. HECK (Claes Jansz. van der), geb. 1571, gest. Alkmaar 1652. Volgens Van Mander is hij leerling geweest van Jan Nagel. Werd in 1631 in het gild te Alkmaar ingeschreven. 1117. Gezicht op het Kasteel Egmond. Rechts Alkmaar. E. 32.5 x 72,5. Verk. van der Straeten-Moens—van Lerius, Antwerpen 1885. 1118. Gezicht op de Abdij Egmond. A°. 1638. CHfcK E. 32,5 X 72,5, gem. onder links: , . Afkomstig als No. 1117. j'" ■ **T 8 HECKEN (Abraham van den), geb. Antwerpen, werkzaam omstreeks de jaren 1635—1656, afwisselend te 's-Gravenhage en te Amsterdam. Daarna te Londen. Zwager van Gerrit Lundens. 1120. Cornelis Meyer, (± 1640—± 1700), Hollandsch waterbouwkundige, die in Pauselijken dienst o.m. trachtte de Pontij nsche moerassen droog te leggen. Hij is gezeten aan een tafel met een Turksch kleed overdekt. D. 81 x 64, gem. rechts onderaan: Verk. J. H. Cremer, Amsterdam 1887. HEDA (Willem Claesz.), geb. Haarlem 1594, gest. tusschen 1680 en 1682. Werkzaam te Haarlem. 1120a. Stilleven; verschillende drinkvaten en een omliggende zilveren drinkschaal, waarbij een aangeschikte citroen op een tinnen bord en eenige noten. ° JtHTDA " E. 44,5 x 62, valsch gemerkt: « . Kabinet van Heteren, 1809. 1121. Stilleven; een omvergeworpen schaal en een half gevulde roemer. E. 58,5 x 67,5, gemerkt op het tafelplint: Heda 1642. Geschenk van den heer Gijsb. de Clercq aan Amsterdam, waarvan in bruikleen 1898. HEDA (Gerrit Willemsz.), gest. vóór 1702; zoon en sinds 1642 leerling van Willem Claesz Heda. 1122. Stilleven; een omvergeworpen tinnen schenkkan en ander vaatwerk, benevens een aangesneden citroen op een wit tafellaken. ,r _ . _» ««•«j .» £.. 82 X 60, gem. op een messenheft: T Gekocht in 1891. 1122a. Stilleven van boeken, zandlooper en doodshoofd op een tafel met een groen kleed. Toegeschreven. E. 9,3 x 12. Legaat Mej. M. E. van den Brink te Velp, 1905. HEEM (Cornelis de), geb. Leiden 1631, gest. Antwerpen 1695. In 1660 meester in het gild te Antwerpen. Van 1678 tot 1681 was hij in den Haag. Leerling van zijn vader Jan Davidsz. de Heem. 1122b. Stilleven. Een violoncel met nog andere muziekinstrumenten en een koelvat vóór een tafel, die overladen is met vruchten, zilveren drijfwerk, een kistje met kleinoodièn en een liggende schenkkan op een wit D. 153 x 166,5, gem. op een C^* ^TjF' (\~\ F" PT^l .-4r muziekblad: * ' V7 Schenking Hoogendijk, igi2. // HEEM (Jan Davidsz. de), geb. Utrecht 1606, gest. Antwerpen 1683 of 1684, waar hij sedert 1672 woonde. Leerling van zijn vader David de Heem en van B. van der Ast te Utrecht en van D. Bailly te Leiden. Woonde aldaar van 1626 tot 1632, dan te Antwerpen en van 1669 tot 1672 te Utrecht. 1123A. Portret van den schilder, in zittende houding en zijn pijp rookend; afgebeeld te halven hjve, /~\ gewend naar links. V\ Haam E. 24 X 19, gem. op een schilderij in den J ) J I ff / / / t achtergrond: /* / / Gekocht te Parijs in 1909. 1123a. Stilleven van boeken, door elkander liggend op een tafel, en een luit, die tegen een witten muur steunt. Op een neerhangend blad papier c^w staan eenige letters. Vroeg werk van / jiCQ^ • den meester. E. 26,5 X 41,5, gem. links beneden in den f II achtergrond. Schenking Hoogendijk, 1912. v-/ HEEMSKERCK VAN BEEST (Jhr. Jacob Eduard van), geb. Kampen 1828, gest. 's-Gravenhage 1894. Leerling van Dirk van Lokhorst. L. 1125a. Z. M. Stoomschip „Medusa" de straat van Simoneseki forceerend, 11 Juli 1863. D. 68 X 107, gem. o. r.: E. v. Heemskerck v. Beest f. Geschenk van de Erven van den vice-admiraal Jhr. F. de Casembroot, 1916. 1125b. De Nederlandsche, Engelsche, Fransche en Amerikaansche Eskaders in de Japansche wateren, 1864. D. 68 X 107, gem. o. L: E. v. Heemskerck v. Beest f. 1864. Herkomst als vorig No. HEEMSKERCK (Maerten van), geb. Heemskerk 1498, gest. Haarlem 1574. Leerling van Jan van Scorel te Haarlem. Bezocht Italië van 1532—1536; aldaar beïnvloed door Michelangelo. Werkzaam te Haarlem. E—H. 1127. De Sibylla Erythraea; op de achterzijde Matelief Dammasz. met zijn bescherm- s- _ heilige Paulus; op het ^^BTYNVS \AN tafelkleed zijn naam en y r~ ' u wapen. JKEEMSI<£P^ i \nvcnto>^ E. (triptiekdeur) 126 x 76,5, gem. op de voorzijde onder f links. Door de stad Delft in 1860 verkocht aan Jhr. Dr. t>A_ * ) %J ^\ J. P. Six, van wien sedert 1885 in bruikleen. Geschenk van Jhr. Dr. J. Six en Jhr. W. Six in 1900. 1128. Johannes Colmannus (1471—1538), Rector van het St. Agatha- zwatel cc i/cill. E. 77 x 60, op de lijst neven- OMNINO NE S1T staand opschrift: FATO COLMANV5 ADEMPTVS In den achtergrond links, wapen en ouderdom (67). MARTINI FECIT te Delft. Verkocht door de nTn£ ^ * 1860 aaU Jhr- ^ J' P" Six- In bruikleen van het Kon Oudheidk. Gen., 1889. 1129. De Verrijzenis van Christus; figuur tot aan de knieën. E. 99 x 78. Verk. D. M. Alewijn, Amsterdam 1885. HEEREMANS (Thomas), geb. omstreeks 1641, in 1664 in het Haarlemsche Lucasgild opgenomen; gedateerde werken tot 1699. 1130. Wintergezicht; een bevroren vaart bij een dorp met kerktoren. . D. 41 x 49, gem. onder links: ^HVJAYIS" Legaat D. Franken Dz., 1898. HEERSCHOP (Hendrick), geb. Haarlem 1620 of 1621, gest. na 1672 Leerling van Willem Claesz. Heda te Haarlem en waarschijnhjk van Rembrandt te Amsterdam. E. 1132. Erechthonius door de Dochters van f—f Cecrops gevonden. ' ' D. in x 122, gem. links onderaan: l—l„n v r U (\ n Verk. Jhr. W. Gockinga, Amsterdam 1883. / / CC f S**^fc-JiOli^": \ V 1 '2' \^ het Amsterdam- \ * T^LLi \ | O S / sche er slechts ' : - \ twee te zien zijn. De derde is overschilderd. Vroeger in de Groote Zaal van den Handboogdoelen. In bruikleen van Amsterdam, 15 Aug. 1808. 1138. De vier Overlieden van den Voetboogdoelen, 1656. De kastelein Poock komt de aan een tafel gezeten Doelheeren een inktkoker brengen; op den achtergrond een man, die den drinkbeker van Sint-Joris in de hand houdt. Aanwezig zijn: Hendrick Dircksz. Spieghel, Jan Huydecoper, Joris Backer en waarschijnhjk Frans Reael. _ ^ gem83 rlcnu ,êO • /VMtT» /icM • ) 6$ 6 onderaan: • ™ Afkomstig van den Voetboogdoelen. Vroeger in de Thesaurie Ordinaris van het oude Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1899. 1139. Andries Bicker (1586—1652). Burgemeester van Amsterdam. E- 93,5 x 70,5, gem. bovenaan _ De tegenhanger, voorstellende 2? /^CZtflu€fiK fjCï/S^1 zijne echtgenoote Catharina ' ' / Gansneb gen. Tengnagel, be- / V V 2> vindt zich in het Museum te /7 Dresden^ Verk. Amsterdam, - ^£^0*5 &6 1140. Gerard Bicker (1623—1666), Drost van Muiden, enz. Zoon van den voorgaande. E. 94 x 70,5. Van een verk. te Amsterdam, 10 Oct. 1848. 1141. Samuel van Lansbergen (—1669), Remonstrantsch predikant te Rotterdam. E. 68 x 58. Boven rechts sporen van een handteekening. Verz. Ds. Samuel Beyerman, Gouda, verk. 1778. Verk. G. v. d. Pot, Rotterdam 1808. 1142. Marie Pietersdr. de Leest Tj /\ /} * (—1652), echtgenoote van den -o, /^O/yi/U^T TlS/jtr* voorgaande. ( ^^**v*' E. 68 x 58, gem. bovenaan rechts: 1K / Herkomst als No. 1141. ' ** nf V 1143. Een Krijgsman; borstbeeld. P) ' \ X X. ach7Snd5,Sin -O. p>an oer /u/s/. Veiling 1853, Amster- I S dam. Verz. Van der ^—' j . Hoop. In bruikleen / {/ 4^ van Amsterdam 1885. 1144. Prinses Maria Henriëtte Staart (1631—1660). Weduwe van den Stadhouder . Prins Willem II, 7~) /o (~\ zittende enten /Z) Cl/^r/l ü /<^ltUS , O) Q71 OCf voeten uit. Op c^S /") /-) . (1 den achtergrond /»/ O de toren van de O 'SUS <-\/ St. Jacobskerk v"—^ te 's-Gravenhage. D. 199,5 x 170 gem. in den Imker bovenhoek: Nationaal Museum 's-Gravenhage, sinds 1800. 1145. Egbert Meeuwsz. Kortenaer (1600—1665). Luitenant-Adnuraal. In de linkerhand houdt hij zijn commandostaf. E. 68 x 59. Nationaal Museum, 's-Gravenhage, 1808. 1146. Aert van Nes (1626—1693). Luitenant-Admiraal. Als achtergrond een zeeslag door Ludolf Bakhuysen. D. 139 x 125, gem. rechts op de stoeUeuning: Ö *™N / S~f\ Gek. met No. 1147 te ^) . (VO/hCfff* • ffPlf-? . JO O i7 Rotterdam, 1800, van T. *^ — ^ Munnikhuizen voor het Nationaal Museum te 's-Gravenhage. 1147. Geertruida den Dubbelde (1647—1684), echtgenoote van Aert van Nes. Als achtergrond een haven met oorlogsschepen door Ludolf Bakhuysen. D. 139 X 125, gem. onder /) , /^\ //, /*" *■ s~ links: *-/ pjcwder AeUt^f , /jftf Herkomst zie No. 1146. \^ 1148. Johan de Liefde (—1673), Vi<»-Admiraal. De achtergrond door Ludolf Bakhuysen. s~\. fl /t / D. 139 x 122, gem. op het tafelkleed: AS fyA/YwOM nN^I Uit de verzameling van Loon te Amster- *^ " l\l WWI-UllOL. dam. Gek. van Baron Nathaniel von Roth- *■ schild te Londen, 1883. ) (j f) (V 1149. Jacobus Trip (1627 —1670). Kniestuk. M~y ' ~"\ // ft j i oDP zo££j£M & • nwnier • helft- f Geschenk van Jhr. J. S. I J R. van dé Poll, 1885. \V —' 1150. Andries Bicker. Copie van No. 1139 door Anthoni de Vries, (geb. Amsterdam 1841, gest. Haarlem 1872). D. 90 X 69. Legaat Bicker 1881. In bruikleen van Amsterdam 1881. 1151. Gerard Bicker. Copie van No. 1140 door Anthoni de Vries. D. 90 x 69. Herkomst als No. n 50. Andries Bicker; Copie in pastel van No. 1139. Zie No. 29701. Catharina Gansneb gen. Tengnagel. Copie in pastel naar het origineel in het Museum te Dresden. Zie No. 26702. HELST (Lodewyck van der), geb. Amsterdam 1642, gest. aldaar in of na 1684. Leerling van zijn vader yy Barth. van der Helst. SJ ^fi^QC' 1153. Augustus (Aucke) Stellingwerf. jL^/ 'C^ r\ f / In 1665 benoemd^ als Luitenant- L fi l&Xl Admiraal van de Staten van Fries- lv*w J land (gesneuveldbij Lowestof, 1665). 33* D. 103 X 136, gem. bovenaan rechts: ' Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. T 1154. Adriana Jacobusdr. Hinlopen, geb. 1647. J _ \f/ Echtgenoote van Jan Wybrands. D. 74 x 63, gem. boven rechts: CV* J Verk. Brakke Grond, Amsterdam 1875. 1154a. De Zeeschilder Willem van de Velde de Jonge (1633—1707), te halven hjve en den toeschouwer aanziende, wijzende op eene teekening die hij in de hand houdt; deze stelt een zeegevecht voor en is gemerkt op een drijvend plankje met het monogram van den zeeschilder. ^"^^pfTTx D. 103 x 91. Aangekocht 1906, afkomstig uit Engeland. ~J HELT (J. van der), Hollandsch landschapschilder, werkzaam omstreeks het midden der 17e Eeuw. 1154b. Italiaansch Landschap met Vee; melktijd. . 1. E. 27,5 x 32, gem. onder links: /tl^Y~\ILlX Gekocht veiling Raedt van Oldenbarneveldt, Amst. 1900. r' ' ' HEMERT (Jan van), Hollandsch schilder, werkzaam omstreeks het midden der 17e eeuw. 1155. Dirck Hendrick Meulenaer; ten f](viv 1? J-ie/m&fi halve hjve. Een zwarte hoed op het Y , hoofd- /e I iA <■ D. 88,s x 69.5, gem. onder links: c/ V*\S Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. HEMESSEN (Jan Sanders, genaamd van), geb. Hemessen bij Antwerpen omstreeks 1504, gest. na 1575; leerling van Hendrick van Cleef te Antwerpen. Werkzaam te Antwerpen en te Haarlem. Identiek met den z.g. Brunswijkschen Monogrammist. 1157. Ecce Homo. Op een marktplein, waar bouwlieden aan het werk zijn, wordt Christus aan de menigte vertoond. E. 55 x 89,5. Gek. Maastricht, 1893. 1158. Losbandig gezelschap, in een vertrek aan het feestvieren.. E. 33.5 X 47,5 gem. met het monogram van Lucas van Gassel, dat gebleken is valsch te zijn. Repliek van, of copie naar het schilderij in het Museum te Frankfort, dat in behandeling overeenstemt met een stuk in het Berlijnsche Museum. Verk. Amsterdam, Febr. 1892. HENDRIKS (Wybrand), geb. Amsterdam 1744, gest. Haarlem 1831. Leerling der Amsterdamsche Teekenacademie. Kastelein van Teyler's Fundatie en Bewaarder der Kunstverzameling. E. 1161. Notaris Köhne en zijn Klerk Jan Bosch; de notaris zit aan een tafel, de klerk staat aan de deur met een *~s. . / papier in de hand. ^-w <^C //^^Afï<& 7 Herkomst als No. 1172. " J cycJ 1174. De Dam te Amsterdam; gezicht op de Nieuwe Kerk, den linkervleugel van het Stadhuis en een gedeelte van de Waag. De figuren zijn van A. van de Vélde. E. 68 x 55, gem. op de luifel van de Waag: \J-il*[^f Het paneel is oorspronkelijk links en van boven grooter geweest. Verk. Lormier, 1763; Roos, 1820; De Haas, 1824; Nieuwenhuis, 1833. Legaat Mr. J. F. van Lennep, 1893. In bruikleen van Amsterdam, 1893. HILLIGAERT (Pauwels van), geb. Amsterdam 1595 of 1596, gest. aldaar 1640; werkzaam te Amsterdam. 1176. De Slag bij Nieuwpoort, 2 Juli 1600; Prins Maurits te paard op den voorgrond. E. 82,5 x 117,5, gem. in het midden f? / f ff onderaan: / aisyjtls >ct/H nilLiuat#t Verk. verz. Van Loon, Amsterdam 1878. 1177. De Afdanking van de Waardgelden te Utrecht, 31 Juli 1618. Op den voorgrond, in het zwart, Prins Maurits. D. 101x173,5, m|den^r!p^^ ^ ^/^vW • Een tweede signatuur: Pauwels van Hiltig. bevindt zich links boven een deur. Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 1178. Prins Frederik Hendrik en Graaf Ernst Casimir, beiden te paard, bij het beleg van 's-Hertogenbosch, 1629. E. 48 x 64. Herkomst onbekend. 9 1179. Prins Frederik Hendrik, te paard gezeten. E. 35,5 x 28,5. Verk. Mr. M. C. van Hall, Amsterdam 1858. 1180. Prins Maurits met zijn Hofstoet ter Jacht uitrijdende, in den achtergrond het Binnenhof te 's-Gravenhage. D. 86,5 x 118. Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 1181. De Belegering van 's-Hertogenbosch, 1629; gezicht in vogelvlucht; legerkamp en vele figuren op den voorgrond. D. 107 X 178. Gekocht te Brussel, 1885. 1182. Het Uittrekken van het Garnizoen na de Overgave van 's-Hertogenbosch, 17 September 1629; gezicht in vogelvlucht; langs den voorgrond de uittrekkende troepen. D. 111,5 X !75- Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. De Nos. 1.180, 1181 en 1182 werden door Dr. C. Hofstede de Groot op naam gebracht van Henry Pacx of Paix. 1183. De Prinsen Maurits en Frederik Hendrik te paard (Richting Paulus van Hilligaert). D. 87 x 114,5. Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. HILVERDENK (Eduard Alexander), geb. Amsterdam 1846, gest. aldaar 1891. Leerling van zijn vader Johannes. 1185. Het Huls van Rembrandt, in de Jodenbreestraat te Amsterdam, 'v waar de schilder van 1639 tot 1659 heeft gewoond. D. 65 X 55, gem, links onder: E. Alexander Hilverdink Johz., 1867. Geschenk van den Heer D. Franken Dzn. aan het Kon. Oudh. Genootschap, 1878, van hetwelk in bruikleen, 1889. HOBBEMA (Meindert), geb. Amsterdam 1638, gest. aldaar 1709. Leerling van J. van Ruisdael. Zijn werk slechts bekend tot 1669. 1187. Watermolen; de woning, waarachter dicht geboomte en struikgewas, is geheel van ter zijde gezien. E. 60,5 x 85, gem. onder links: >0 IOC? t M Gek. van G. J. van Hengel te 's-Graven- Uil 'I /"t>(? ü *• "TV* hage, 1834. Kabinet J. Rombouts, 1850. *- — Legaat L. Dupper Wz., 1870. 1188. Watermolen; achter de woning, die van ter zijde voor drie kwart in het verkort gezien is, dicht geboomte. E. 62 x 85,5, gem. onder links: (] Ql Verz. William Smith, Londen; Chevalier T7Ï • Ir^jJünÖM/WS^ Bonnemaison, Parijs, verk. 1822. Verkoo- (2 pingen Lafontaine, 1824 en Robin, 1831. Verk. AHan, Edinburgh 1835. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1189. Boerenwoning, met boomen aan den kant van een wetering. E. 31,5 x 44, gem. rechts onderaan: f)f}\ Verk. H. Verschuuring, 's-Gravenhage 1770; O ü U CVLtOV verm. verk. J. Pekstok, Amsterdam 1792. / * Verk. Goll van Franckenstein, 1833. *S Verz. Van der Hoop als vorig nummer. HODGES (Charles Howard), geb. Portsmouth of Londen 1764, gest. Amsterdam 1837. Waai^hijnhjk leerling van John Raphael Smith. Woonde sedert 1788 te Amsterdam en te 's-Gravenhage. ZK.—E. 1190. De Schilder zelf; te halven hjve. D. 72 X 60. Legaat van Mejuffrouw Emma Jane Hodges, 1868. 1191. Koning Willem I (1772—1843). Naar het leven geschilderd. Schets. D. 34,5 x 26. Gek. van den heer P. C. C. Hansen, Amsterdam 1903. 1192. Lodewijk Napoleon, Koning van Holland, 1806—1810, Stichter van het Museum; ten voeten uit. D. 223 X 147, gem. onder links: C. H. Hodges fect. iSog. Herkomst niet bekend, vermoedelijk sedert 1810 in de verzameling. 1193. Emma Jane Hodges, dochter van den schilder. D. 77 X 62. Legaat van Mejuffrouw Emma Jane Hodges, 1868. 1194. Mr. Willem Bilderdijk (1756—1831), oud 53 jaar. D. 79 x 63, van achteren staat: door C. H. Hodges in 't Jaar MDCCCX. Gekocht van Fr. Muller & Co., 1887. 1196. Reinier Vinkeles (1741—1816), teekenaar en plaatsnijder te Amsterdam. D. 76 X 60. Gekocht te Amsterdam, 1892. 1198. Jacoba Vetter, echtgenoote van den boekhandelaar Pieter Meyer Warnars. Zie No. 1303. D. 73,5 x 60. Legaat van Mej. G. Meyer Warnars, 1878. 1201. Johan Fraser (1780—1843), zittend in een leunstoel. D. 72 x 60,5, gem. achter op het doek: C. H. Hodges pinxit 1S35. Geschenk uit de nalatenschap van Mevr. de Douairière Baronesse van Pallandt geb. Fraser, 1892. 1202. Maria Antoinette Charlotte Sanderson (1782—1859), echtgenoote van den voorgaande. D. 72 x 60,5, gem. op de achterzijde: C. H. Hodges pinxit 183$. Herkomst als No. 1201. 1203. C. Eduard Fraser (1812—1879), ie luitenant der Dragonders. D. 72 X 6r, gem. achter op het schilderij: C. H. Hodges pinxit 1834. Herkomst als No. 1201. 1203a. Portret van een heer, volgens eene aanteekening op het raam aan de achterzijde, den heer J. W. Beynen. Hij ja. te halven hjve afgebeeld en naar rechts gewend. D. 73 x 60. Legaat J. B. Westerwoudt, 1907. 1203b. Portret van een dame, tegenhanger van vorig nummer, dus vermoedelijk de echtgenoote van den heer J. W. Beynen. D. 73 X 60. Legaat J. B. Westerwoudt, 1907. 1203c. De Raadpensionaris Rutger Jan Scmmmelpenninck (1761— 1825), levensgroot, staande naast een tafel, waarop zijn steek en een boek met het rijkszegel. Copie door W. Stad, naar het origineel op het kasteel Nijenhuis te Diepenheim. D. 220 X 140,5. Geschenk van N. N., 1923. HOET (Gerard), geb. Zalt-Bommel 1648, gest. 's-Gravenhage 1733. Leerling van Warner van Rijsen. Stichtte 1696 een teekenacademie te Utrecht. Sinds 1715 te 's-Gravenhage. E.—ZK. 1208. Familieportret; een krijgsman met zijne vrouw en drie kinderen. K. O. 12 X 9,5, in gebeeldhouwd verguld lijstje, gem. rechts: , Verk. G. van der Pot, Rotterdam 1808. t,iwit HOGERS (Jacob), geb. Deventer 1614. Werkzaam aldaar. 1209. De ontmoeting tusschen Jacob en Esau; compositie van talrijke figuren en dieren in een bergachtig landschap. D. 160 X 229, gem. naar het midden ( onderaan: f f s~ Van een verkooping te Amsterdam . J ƒ /)/)C7*d / f) ?*n 1888. Geschenk van Mr. A. J. En- J fd * ft ff, Verk. H. Muilman, ~ Amsterdam 1813. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. 1226. Levende Vogels; een papegaai en een klokhen met kiekens op een balustrade langs den geheelen voorgrond. D. 51 X 163, gem. onder . . rt ^ mi*. Herkomst als No. 1225. * 1227. Gevogelte; op den voorgrond in een landschap, nabij zuilen basementen, een kalkoen; daarachter een witte hen met kiekens en twee pauwen. ^ f ■* een^tf gem °P J{ J ƒ/07)0^0^ Gekocht van H. Brond- geest 1834. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam 1885. 1228. Hoenderhof; in het midden een kraaiende haan, omringd door enkele kippen en kiekens. D. 92 X 109, gem. boven - >Tv . . v ^ _^ op den muur rechte: A/\ I) U Qllfr&CO&t Geschenk van de kinderen ' van den heer C. P. van Eeghen aan Amsterdam, waarvan in bruikleen 1895. 1228a. Pluimgedierte. Op den voorgrond links een kraaiende zwarte haan, achter welken, uitkomend tegen een begroeiden rotswand, een roode haan, een witte klokhen met kiekens, een neerstrijkende witte duif .en nog eenig ff^ t^S^Jn W MonèccêefCr doorkijk op een tuin met landhuis. // ^ gL^dê Oêi^ duif: Verz. van Winter. Verz. Six. Aangekocht 1907/1908. HONTHORST (Gerard van), geb. Utrecht 1590, gest. aldaar 1656. Leerling van Abraham Bloemaert te Utrecht; was werkzaam in Italië (1610—1622) onder invloed van Caravaggio; werd daar Gherardo della Notte genoemd. Woonde te Utrecht en van 1637 tot 1652 meestal in den Haag, waar hij veel voor het Hof werkte. E. 1233. De vroolijke Speelman; in kleurige kleederdracht, met een half gevuld glas in de eene en een viool in de andere hand. D. 108 X 89, ^ —> gem. in het raid- g ^ den op de borst- I / / ij /■ f • S wa^w n ^whcrtzr • ^ 6 * 3 JOhann Georg ~ J tJ Eimbke te Berlijn. Verk. M. E. Sluipwijk—Gravin van Moens, Amsterdam 1803. Verk. Huis met de Hoofden, 16 Juli 1819. Gek. van C. Josi Amsterdam 1824. 1234. Prins Willem II (?) (1626—1650). ^ w E. 74,5 x 60, gem. onder links: ff o n u Genummerd van achteren: 12. (nfWT Ijl OTSX Nat. Museum, 's-Gravenhage 1808. )/ 1235. Prins Frederik Hendrik met zijne ff (f$t gemalin Amalia van Solms en /JU jongste drie Dochters: Albertina Agnes (1634—1687), Henriëtte Catharina (1637—1708) en Maria (1642—1688); ten voeten uit. D. 270 x 354. Uit het Magazijn van het Mauritshuis, 1876. 1236. Frederik Willem, Keurvorst van Brandenburg (1620— 1688) en zijne gemalin Louise Henriëtte van Oranje-Nassau, (1627—1667), dochter van Frederik Hendrik, ten voeten uit. D. 302 x 194,5, —- gem. in den ach- g « I / f , Herko^No. 4l0lTf \\oTSt U J 6^ 7 1235. ' 1237. Prins Willem II (162(3—1650) en zijne f gemalin Maria Staart (1631—1660), ten LT [ 4 l 1 voeten uit. J *" HOTbT' D. 302 x 194, gem. in achtergrond links: j q ^4 Herkomst als No. 1235. * ' * 1238. Prins Frederik Hendrik (1584—1647), in harnas. D. 126X io3,5,gem. * onder rechts: C f I I 4* ÏSSÏÏi" Ticmt Korst. J 65° 1239. Amalia van Solms, (1602—1675), gemalin van den vorige. D. 126,5 X Io3,5, gem. onder rechts: G. Honthorst 1650. Herkomst als No. 1238. 1242. Prins Frederik Hendrik, (1584—1647), (Copie). E. 30 X 24,5, het opschrift luidt: Frederick Hendrick van Orangien, Aetatis 64. Obij in den Haagh A° 1647. Afkomstig uit het huis Honselaarsdijk. Zie No. 2008. Uit het Nationaal Museum, 's-Gravenhage, 1808. 1243. Prins Willem II, (1626—1650), (Copie). E. 30 X 24,5. Het opschrift luidt: Prins Wilhelm van Orangien, Aetatis 25 Obijt in den Haagh 1630. Herkomst als No. 1242. 1244. Prins Willem Dl van Oranje, (1650—1702), als kind. (Copie). E. 30 X 25. Het opschrift luidt: Prins Wilhelm Hendrick van Orangien, Natas in den Haagh 14 Novembris A° 1630. Herkomst als No. 1242. HONTHORST (Willem of Guilliam van), geb. Utrecht 1594. gest. aldaar 1666. Leerhng van Abr. Bloemaert en van zijn broeder Gerard. Werkzaam te Utrecht, 's-Gravenhage en van 1647—1664 als hofschilder te Berlijn. 1245. Prins Willem II ^ ~ ^imi-horst-jcj^/ onder rechts: »» ^ Zie No. 1237. Nationaal Museum 's-Gravenhage 1808. 1246. Willem I, Maurits, Frederik Hendrik, Willem n en Willem III, ten voeten uit. D. 229 x 193. Versierde nog in 1700 den schoorsteen in de noord-oostelijke benedenzaal van het Mauritshuis te 's-Gravenhage, en werd in de 18e eeuw met andere schilderijen verkocht. Verkooping Schitter van Bleiswijk, 's-Gravenhage 1875. HOOCH (Pieter de Hoogh of), geb. Rotterdam 1629, gest. Amsterdam, in of na 1683. Leerling van Berchem. Van 1653—1667 voornamelijk werkzaam te Delft en ook te 's-Gravenhage en Leiden; na 1667 te Amsterdam. (Zie ook No. 303, Zelfportret van Pieter de Hooch). 1248. De Kelderkamer; met de voorstelling van een vrouw die een klein meisje een kan toereikt. » r D. 65 x 60,5, gem. links onder: J_J '( \ • Verkoopingen: Pieter van der Lip, Amsterdam 1712; ' Is. Walraven, Amsterdam 1765; J. J. de Bruyn, Amsterdam 1798; P. deSmeth, Amsterdam 1810 en Mevr. Hogguer, Amsterdam 1817. 1249. Binnenhuis; in een voorhuis zit een jonge dame, met een hondje op den schoot; een bediende nadert haar met een brief in de hand; door de openstaande deur wordt een kind op de stoep gezien; daarachter de Kloveniersburgwal (?) in zonlicht. D. 68 X 59, gem. op den raamdorpel in het midden: Verk. J. Caudri, Amsterdam 1809. Ge¬ kocht door Dupré. Verz. Prof. Kemper, Leiden, verk. 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam 1885. 1250. Moedertaak. Een met roode tegels geplaveide binnenkamer, waar, voor een bedstede, een vrouw gezeten is, bezig haar kind het hoofd te reinigen. D. 52,5 X 61, rechts gem. op de kinderstoel: Verkoopingen: Braamcamp 1771; J. L. van der Dussen 1774 en J. J. de Faesch 1833 en Amsterdam, 24 April 1838. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam 1885. 1251. Buitenhuis. Vóór den ingang van een buisje zitten een heer en een dame aan een tafeltje; de dame perst een citroen uit in , een gevulden beker. Achter deze twee een vrouw met een glas bier in de hand. Meer naar den achtergrond nog een meisje, bezig met schuren. D. 61 x 47, gem. op de bank links: |_ f f _ 1 Door Chaplin naar Engeland gebracht. Verk. O'Neil 1832. P.D HOOG Herkomst als No. 1249. 1252. Moedervreugd; een moeder, zittend in het midden van een vertrek, met een kind op den schoot bij een wieg; een dienstmeisje veegt den steenen vloer. E. 36,5 X 42, gem. in den linkerbenedenhoek: P D HOOCH ' Verkoopingen Locquet 1783, Jurriaans 1817, G. Schim- melpenninck Gz. 1819 en Amsterdam, 14 Mei 1832. Herkomst als No. 1249. 1252a. Bij de linnenkast. Een moeder bergt het mangelgoed op, dat de dochter haar aangeeft uit de waschmand. Door de open deur,waarvoor een kind speelt, een doorkijk naar een zonnige gracht. D. 72 X 77,5 gem. tegen de trap P. D. Hoogh 1663. Verk. Baron Lockhorst, Rotterdam 1726; Joachim Rendorp, Amsterdam 16 Oct. 1793 en 9 Juli 1794. Verz. Smith; Stanley 1828; Six, verkocht 16 Oct. 1928. Aangekocht door de Vereeniging Rembrandt en door haar overgedaan aan de stad Amsterdam, 1928. Bruikleen van de stad Amsterdam. JP' pfioocfi j-j 6yo HOOGERHEYDEN (Engel) en SCHWARTZENBACH (Jacob). Engel Hoogerheyden, geb. Middelburg 1740, gest. aldaar 1809. Was eerst zeeman en wijdde zich daarna aan het schilderen. Jacob Schwartzenbach geb. Veere 1763, gest. aldaar 1805. Werkzaam te Veere. B.—E. 1252c. De bemanning van de vloot in de haven van Vlissingen, in 1804, toebereidselen makend om naar Ostende over te steken. In grauw geschilderd. E. 41,5 X 52,5, gemerkt ouder: Fecit E. Hoogerheyden & J. Schwartzenbach. Gekocht te Middelburg 1910. 1252d. De vloot die de haven verlaat; tegenhanger van vorig No. E. 41,5 X 53,5, gem. onder: Fecit E. Hoogerheyden & J. Schwartzenbach. Afkomstig als vorig No. HOOGSTRATEN (Samuel van), geb. Dordrecht 1627, gest. aldaar 1678. Leerling van zijn vader Dirck van Hoogstraten en van Rembrandt omstreeks 1642. Daarna te Dordrecht tot 1651, reisde naar Weenen en Italië en keerde, na in Londen en den Haag gewoond te hebben, in 1668 te Dordrecht terug. Schrijver over kunst. E. 1255. Mattheus van den Broucke (1620—1685), Raad van Indië. D. 142 X in, gem. op een balustrade /f554^ m rechts: V* « m \ \ Afkomstig van de familie Hoeufft. Gek. in *J ^V^^ 8 1 1857. Legaat L. Dupper Wz. 1870. ^ ▼ • * 4a. f 1256. De bleekzuchtige Dame; zij wordt bezocht door den dokter, die een flesch met vocht tegen het hcht houdt. D. 69,5 x 55, gem. onder, rechts: fsT*' Gek. veiling Faesch 1833. Verz. Van der Hoop. ^S5j "'^Z' In bruikleen van Amsterdam 1885. - V - a. HOUCKGEEST (Gerrit), geb. 's-Gravenhage omstr. 1600, gest. Bergen-op-Zoom 1661. Werkzaam te 's-Gravenhage en sinds 1635 te Delft, waar hij nog in 1653 vermeld wordt. E. 1260. De Oude Kerk te Delft, van binnen; vóór het tafereel is een opengeschoven groen gordijn. E. 49 x 41, gem. in het midden onderaan: t^i^i^^v • -v^ö^s Verk. Messchert van Vollenhoven, Amsterdam 1892. Overgenomen van de Vereeniging Rembrandt, Juni 1892. 1260a. De Graftombe van Piet Hein in de Oude Kerk te Delft; de door hem veroverde Spaansche vlaggen hangen in het koor der kerk. [Thans toegeschreven aan Hendrick van Vliet, zie blz. 289]. D. 68 X 56,5. Verkooping F. Muller & Co., Amsterdam 1902. HOYTEMA (Theo van), geb. 's-Gravenhage 1863; gest. aldaar 1917. leerling van de Haagsche Academie. 1262b. Twee Mantelgieren, tegen een lichtgrijzen muur. D. 164,5 X 106. Geschenk van Mevr. de AVed. X. van Hoytema—Hogervorst te Hilversum, 1924. HUCHTENBURGH (Johan van), geb. Haarlem 1647, gest. Amsterdam 1733. Leerling van Thomas Wyck te Haarlem en van A. F. van der Meulen te Parijs. Woonde afwisselend te Amsterdam en te 's-Gravenhage. Bezocht Italië. 1264. De Slag aan de Boyne, (Ierland), 11 Juli 1690. D. no X 169, gem. in het midden onderaan: J. v. Hugtenburgf. Nat. Museum, 's-Gravenhage 1808. 1264a. De Friesche Stadhouder Hendrik Casimir II (1657—1696) een veldslag aanvoerend. D. 121 X 165, gem. midden onder: Hughtenburgh f. 1692. Afkomstig van het Loo; sinds 1818 in het Kon. Kabinet van schilderijen te 's-Gravenhage, waarvan in bruikleen 1933. HULST (Frans de), geb. Haarlem begin 17e eeuw, gest. aldaar 1661. Sinds 1631 lid van het St. Lucasgilde te Haarlem. 1266. Gezicht op het Valkhof te Nijmegen; een pont zet reizigers over. E. 37 x 60, gem. links op de veerpont: _ Geschenk van Mr. S. J. Hingst aan het * • D .H KI ST • Kon. Oudheidk. Genootschap, van hetwelk in bruikleen 1889. HULST (Jan Baptist van der), geb. Leuven 1790, gest. 's-Gravenhage 1802. Leerling van J. G. Geedts. 1267. Willem I, Koning der Nederlanden (1772—1843). D. 75 x 62,5, gem. onder rechts: v. d. Hulst 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1268. Wilhelmina, Koningin der Nederlanden (1774—1837), Gemalin van Koning Willem I. D. 76x62, gem. onder links: v. d. Hulst 1833. Herkomst als No. 1267. 1269. Adam Francois Jules Armand, Graaf van der Duyn van Maasdam (1771—1848). Staande bij een tafel. D. 121 x 94, gem. links: J. B. van der Hulst ft 1839. Legaat van Mr. F. M. Baron van der Duyn van Maasdam, 1887. HULSWIT (Jan), geb. Nieuwer-Amstel 1766, gest. Amsterdam 1822. Leerling van Pieter Barbiers Pzn. E. 1270. Gooisch Landschap, met opkomende bui. E. 32 x 44,5, gem. links op den voorgrond: J. H. 1807. Gekocht op een tentoonstelling te Amsterdam, 1820. HUMBERT (Jean), geb. Amsterdam 1734, gest. aldaar 1794. Vader van David P. G. Humbert de Superville. Leerling van Jean Fournier, ging daarna naar Parijs, waar hij vermoedelijk leerling werd van J. M. Vien d. O. Werkzaam van 1762 tot 1794 in 's-Gravenhage. 1272. Mr. Adr. Du Bois, Bewindvoerder 11 1 f ., der O. I. Compagnie (Rotterdamsche jfl U Hl OGVl, J6 Cl l . Kamer) 1742. D. Ov. 82 x 68, gem. rechte: J *jrOQ • Afkomstig van het Kantoor der O. I. Com- ' ^^^^^_ pagnie te Rotterdam. Zie No. 2666. HUMBERT DE SUPERVHXE (David Pierre), geb. 's-Gravenhage 1770, gest. Leiden 1849. Zoon van den schilder Jean Humbert. Een der eerste steenteekenaars in Nederland en schrijver van werken over kunst. E—L. 1273. Johan Melchior Kemper (1776—1824), rechtsgeleerde en staatsman. Ten voeten uit. E. 38 x 29, gem. Nov. MDCCCXIII. Geschenk uit de nalatenschap van Jonk vrouwe Elisabeth Kemper, 1871. HUYSUM (Jan van), geb. Amsterdam 1682, gest. aldaar 1749. Leerling van zijn vader Justus van Huysum. 1274. Bloemen en Vruchten; een bloemruiker, bestaande uit lichte rozen, tulpen en andere bloemen, in een vaas waarop een basreliëf van kinderfiguren. Naast de vaas liggen perzikken en druiven. E. 81 x 61, gem. op het plint links: Afkomstig van Mevr. Messchert van Vollenhoven geb. Van Lennep te Amsterdam. In bruikleen van Amsterdam, 1892. 1275. Vruchten; een opengesneden meloen, witte druiven, een gespleten granaatappel, perzikken en pruimen. K. 50,5 x 42,5, gem. links op de plint: Verk. G. van der Pot, Rotterdam 1808. Gekocht van P. Fouquet 1793. 1276. Bloemen; eén weelderige ruiker in een bruin-aarden vaas, waarop in bas-relief de jeugd van Bacchus is voorgesteld; een vogelnestje met eieren en enkele bloemen liggen naast de vaas. E. 81 x 61, gem. onder links: Verk. Joh. vanSchuylenburg, 's-Gravenhage 1735. Verk. G. Bicker van Zwieten, 's-Gravenhage 1741. Kabinet van Heteren 1809. HYSING (Hans), geb. Stockholm 1678, gest. Londen 1752 of 1753. Leerling van David von Krafft te Stockholm. Vertrok in 1700 naar Engeland en werkte te Londen als leerling van Michaël Dahl. 1280a. Willem IV, Prins bij Oranje, kniestuk staande, met linkerhand op een voetstuk en in rechterhand den commandostaf. Een gelijksoortig portret, levensgroot, in het Stedehjk Museum te 's-Gravenhage. (Toegeschreven). D. 76,5 X 58,5. Aangekocht in Engeland 1909. ISAACSZ (Pieter), geb. uit Haarlemsche ouders te Elseneur 1569, gest. aldaar 1625. Leerling van Corn. Ketel te Amsterdam en van Hans van Aken te München. Bezocht Italië. Werkzaam afwisselend te Amsterdam en als hofschilder in Denemarken. 1282. Corporaalschap van kapitein Jacob Hoynck en luitenant Wybrand Appelman 1596. De 22 figuren zijn opgesteld in een lange rij, gezien tot aan de knieën. In den achtergrond een gebouw in renaissance-stijl. D. 171 x 302, gejaarm. op een pilaar onderaan: 1596. Afkomstig uit den Kloveniersdoelen. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1283. Corporaalschap van kapitein Gillis Jansz. Valckenier en luitenant Pieter Jacobsz. Bas, 1599. De 23 schutters zijn vereenigd aan den disch; enkelen zijn opgestaan en die op den voorgrond wenden zich om naar den toeschouwer. Figuren ten voeten uit. D. 218 x 526, gejaarm. op een pilaar onderaan: 1599. Afkomstig uit den Voetboogdoelen. In bruikleen van Amsterdam 1885. 1284. De Oploop der Romeinsche Vrouwen op het Kapitool; zij loopen te hoop wegens de mededeeling van den jongen Papirius, dat elke man voortaan twee vrouwen zou hebben. K. 41,5 x 62. Vermeid bij Van Mander. Een teekening voor dit schilderij bevond zich in de verz. Hoogendijk te 's-Gravenhage. Afkomstig van de verz. Gijsb. de Clercq. Gekocht van Fred. Muller & Co., 1898. ISRAELS (Isaac), geb. Amsterdam 1865, vormde zich onder leiding van zijn vader Jozef; was ook leerling der Haagsche Academie. Werkzaam beurtelings te Amsterdam en Parijs. Thans in Den Haag. E. 1284A. Twee meisjes in de sneeuw, gehuld in wollen omslagdoek, met kleurig jak en witte boezelaar. M. 65 X 36, gem. links onder: Isaac Israels. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 1284B. Etalage. Voor een helderverlicht kinderkleeding-magazijn staan een vader en moeder. Geheel rechts loopt een klein meisje. D. 59 X 64, gem. links onder: Isaac Israels. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 1284C. Bois-de-Boulogne. Een gezin zit op stoelen in het gras. Rechtsachter op den weg passeeren een rijtuig en eenige wandelaars. Op den achtergrond een vijver vóór een boschrand. D. 33 x 46, gem. rechts onder: Isaac Israels. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 1284D. Amsterdamsche dienstmeisjes. Twee dienstmeisjes met witte muts en schort staan op een gracht te praten. Zon-effect op de huizen. Cart. 41 x 56, gem. rechts onder: ïsaac Israels. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 1284E. Twee ezeltjes, gezadeld op het strand. Op den voorgrond links een rustende jongen. Cart. 46 x 61, gem. rechts onder: Isaac Israels. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 1284F. Jongen en meisje op ezeltjes. De ezel van het meisje wordt vastgehouden door een jongen in blauwen kiel. Op den achtergrond de zee. Blauwe lucht. Cart. 46 x 54, gem. rechts onder: Isaac Israels. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 1284G. Ezeltje rijden langs het strand. Drie kleine meisjes rijden op ezels; een jongen in blauwen kiel volgt hen. Zonnige zomerdag. D. 51 x 70, gem. rechts onder: Isaac Israels. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 1284b. De trommelslaagster; een jonge vrouw uit een kermistent zit op een trommel te slaan, die vóór haar op een stoel geplaatst is. D. 100 x 65, gem. onder rechts: Isaac Israels. In bruikleen van Th. Baron Collot d'Escury, 1910. 1284bb. Processie, voorafgegaan door een bejaard priester, het Allerheiligste dragend. M. 33 X 26,5, gem. onder rechts: Isaac Israels 1881. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. ISRAELS (Jozef), geb. Groningen 1824, gest. Scheveningen ion. Leerling van de Groningsche Teekenacademie en van J. A. Kruseman, daarna van de Haagsche Academie onder J. W. Pieneman; studeerde eenigen tijd te Parijs onder leiding van Fr. Ed. Picot. Werkzaam te 's-Gravenhage. E—L. 1284d. Kinderen der Zee. Een visschersknaap met een klein kind op dén rug en twee kleine zusjes, waden door het zeewater bij ebgetij, zich er mee vermakend een scheepje te laten drijven. In den achtergrond een kalme zee onder een zonnige, licht-bewolkte lucht. D. 48,5 x 93,5, gem. onder links: Jozef Israels 1872. Legaat J. B. A. M. Westerwoudt, Haarlem 1908. 1284f. Blik in de verte: een visschersvrouw met haar kind op schoot, zit op het duin, starend recht voor zich uit over de zee, die kalm golft onder een heldere kcht-bewolkte lucht in den laten namiddag. De figuur is volkomen van terzijde gezien, gewend naar links; de linkerarm steunt op den bodem. D. 121 x 86, gem. onder rechts: Jozef Israels. Geschenk van den Heer enMevrouw J. C. J. Drucker—Fraser te Londen, 1909. 1284g. Moederweelde; terwijl zij haar kind in den schoot houdt, zit een boerin aan een tafel wit goed te verstellen; aan haar knieën staat een jongetje, dat oplettend toeziet naar eenige over den vloer scharrelende kippen. In den achtergrond het venster, dat uitzicht geeft op weiland en wat dorpshuizen, bij flets weer. Geschilderd in i8go. D. 106 x 129, gem. onder links: Jozef Israels. Geschenk van den Heer en Mevr. J. C. J. Drucker—Fraser, Londen 1912. 1284h. Joodsche bruiloft; omgeven door enkele familieleden, staan, juist in het midden van het tafereel, bruidegom en bruid, omhangen met het huwelijkskleed. Hij steeks den ring aan haar vinger, 't Meest naar den voorgrond rechts staat een meisje met wat bloemen in de hand. Beelden tot aan de knieën. Geschilderd in 1903. D. 137 X 148, gem. onder links: Jozef Israels. Afkomstig als vorig No. 12841. Larensch tafereel; bij de wijd geopende deur, binnen de woning, zit een meisje op den vloer aardappelen te schillen en ziet uit naar buiten. Tegen den avond, met licht getinte wolkjes boven een huisje in den achtergrond. Geschilderd in 1905. D. 132 x 103, gem. onder links: Jozef Israels. Afkomst als vorig No. 1284k. De moeder; recht zittende op een stoel en met het kind op haar schoot, dat op zijn linkervuistje aan 't kluiven is, tast zij met een vork in den schotel aardappels, die voor haar op een tafeltje staat. Hierboven, aan den linkerkant van het schilderij, is even het venster zichtbaar met een weggeschoven groen gordijn. Geschilderd omstreeks 1890. D. 130 X 100, gem. onder links: Jozef Israels. Afkomst als vorig No. 12841. Langs velden en wegen; een oude vrouw trekt van rechts naar links voorbij met haar hondenkar over een eenzamen kalen landweg. In de verte nevelt het flauwe avondlicht uit een zwaar bewolkte lucht over de velden, die zich uitstrekken tot aan den horizon; de vrouw houdt in den linkerarm een mand en met den rechter steunt zij het karretje. D. 128 x 185, gem.- onder rechts: Joxef Israels. Afkomst als vorig No. 1284m. Adam en Eva; tegenover elkaar zittende, beiden in profiel gezien, aan den oever van een beek in een boschachtige omgeving, tegen den avond bij somber weer. Eva biedt Adam den appel aan; de slang schuifelt aan haar linkerzijde, vlak bij den voorgrond. Geschilderd in 1903. D. 84 x 116, gem. onder links: Joxef Israels. Afkomst als vorig No. 1284n. Het late uur; heide, gezien in den avondschemer met den maansikkel laag aan de lucht; op het wat slingerend pad nadert een vrouw met haar kind op den rechterarm, terwijl aan den linker een mand hangt. Aan den gezichtseinder eenige verspreide hutten. D. 92 x 168, gem. onder links: Joxef Israels. Verk. H. J. Wijsman e.a., Amsterdam 1896. Afkomst als vorig No. 1284o. Vrijerij; languit voorover liggende tegen een duinhelling, waarachter een kalme heldere zee, maakt een visscher onder 't rooken van zijn pijpje, het hof aan een visschersmeisje, dat een kous zit te breien. D. 68 x 95, gem. onder rechts: Joxef Israels. Afkomst als vorig No. 1284p. Oude Isaac; borstbeeld van een ouden jood, met grijzenden baard, gewend naar rechts; het gelaat, voor drievierde gezien, is gewend naar den toeschouwer. D. 56 x 37,5, gem. onder links: Joxef Israels. Afkomst als vorig No. 1284q. Melancholie; meisje in profiel gewend naar rechts, het hoofd even gekanteld steunend op de linkerhand. D- 57 x 45,5, gem. onder links: Joxef Israels. Afkomst als vorig No. 1284r. Buurpraatje; landschap in den avond met een licht gesluierde maan. Leunend over het houten hek om het erf van haar woning, houdt een vrouw een praatje met een voorbij gangster. Geschilderd in 1897. D. 40 x 62,5, gem. onder rechts: Joxef Israels. Afkomst als vorig No. 1284s. Het naaistertje; een jong boerinnetje zit met den rug naar het hcht, dat ter linkerzijde het vertrek binnenvalt, wit goed te verstellen; de figuur is in zuiver profiel gesteld. D. 75 x 61, gem. onder rechts: Joxef Israels. Afkomst als vorig No. 1284t. Modelstudie; meisjeskop met hoed op, in profiel en gewend naar rechts. Mah. 61 x 46, gem. onder links: Joxef Israels. Afkomst als vorig No. 1284a. Interieur; een oude boer zit met den rug naar het venster gekeerd op een stoel, zijn pijp stoppend en turend naar een poes, die op den vloer uit een pannetje eet. D. 60 x 72, gem. onder links: Joxef Israels. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. 1284v. Huiswaartskeeren; jonge boer en boerin loopen tegen den avond onder boomen langs een korenveld. D. 45 x 58, gem. onder links: Joxef Israels. Herkomst als n°. 128411. 1284w. Boerenjongen op een slagboom. Langs den weg eenige wilgen; daarachter een roggeveld met het grijze dak van een boerderij. M. 28 x 37, gem. links onder: J. I. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 19x9. 1284x. Overpeinzing. Vrouw, in het zwart gekleed, houdt peinzend de rechterhand tegen de kin. D. 50 X 61, gem. links onder: Joxef Israels. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 1285. Alleen op de waereld; in de woning van een armen visscher zit een oud vrouwtje te snikken bij de bedstede, waarop haar man dood neerligt. D. 90 x 139, gem. links op den voorgrond: Joxef Israels. Gekocht op de wereld tentoonstelling te Parijs, 1878. 1287. Louis Jacques Veltman (1818—1907); tooneelspeler. D. 82 x 62, gem.: Joxef Israels. In bruikleen van Amsterdam, 1893. JACOBSON (Juriaen), geb. Hamburg 1625 of 1626, gest. Leeuwarden 1685. Leerling van Frans Snijders te Antwerpen. Woonde van 1658—1668 te Amsterdam. In den laatsten tijd van zijn leven hofschilder van de Stadhouders van Friesland. 1287a. Luit. Admiraal Michiel Adriaensz. de Ruyter en zijn gezin. De Ruyter is naast zijne derde vrouw, Anna van Gelder, in een park gezeten. Engel de Ruyter staat naast hem, een valk op den vuist en twee jachthonden bij zich. Zijn stiefzoon Jan Pauwelsz van Gelder staat naast de echtgenoote. Rechts staan Cornelia de Ruyter en haar man Jan de Witte. In het midden Alida de Ruyter met een bloementuil in de handen; aan hare voeten hare twee jongste zusjes Margaretha en Anna; tusschen dezen de kleine Cornelis de Witte. D. 269 x 406, gem. in rechter benedenhoek: Gek. te Arnhem vaneender af komelingen van den Admiraal, door bemiddeling van de Vereeniging Rembrandt en met behulp van vele kunstvrienden in 1911/1912. JACOBSZ. (Dirck), geb. Amsterdam omstreeks 1497, gest. aldaar 1567. leerling, van zijn vader Jacob Cornelisz. van Oostsanen. 1288. Schuttersstuk in drie gedeelten. Het middenstuk met 17, de twee zijstukken ieder met 7 beelden. Figuren te halven lijve! alle met het gelaat naar den toeschouwer en vele met gebarenmakende handen. Middenstuk, E. 122 x 340, bestaande uit twee gedeelten, waarvan het bovenste het oudste is en gem.: ANO DNI J 5 9 De zijstukken E. 120 x 78, zijn uit eene derde periode van den schilder. Uit den Kloveniersdoelen. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1289. Schuttersstuk met 12 heel- F T) /a\ 1 den, 1563. Figuren te halven L hjve, alle met het gelaat naar VREIDE ' ELNDRATiCHEJÜI den toeschouwer; tot achter- BEHAECHT- CTODS grond een landschap. 92,5 x 179, gem.: De wederhelft van dit stuk is in het Museum te Leningrad. Herkomst als No. 1288. 1290. Schuttersmaaltijd met acht figuren, te halven hjve in twee rijen boven elkaar, in een landschap. [Door J. Q. v. Regteren Altena toegeschreven aan Barend Dircksx. gen. Doove Barend, vader van Dirck Barendsz.] E. 96 x 126. Twee der figuren op de achterste rij zijn van eene andere hand en misschien ook het landschap. Herkomst als No. 1288. 1291. Zestien Schutters behoorende tot Rot B, 1556. Ze zijn verdeeld in twee rijen van zes en tien figuren. Een der figuren is gedoodverfd. (Toegeschreven, waarschijnhjk van een andere hand). E. 125 x 184. Een der schutters heeft een "\ muziekblad in de hand waarop: 0\f,y*ktVi Stond vroe- 'TlTPA A \~\ EijlU li H±j± geropnaam J*■ <_/Ni ] l\V/r * van Jacob { ) Icf^V dot \M)J ^den 7S&Ï >55f5 l^gg? Kloveniers- ^"^^ doelen. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1292. Zeventien Schutters behoorende tot Rot F. 1557. Ze zijn verdeeld in twee groepen: de eene aan een tafel op den voorgrond, de andere, hooger gesteld, achter een borstwering. (Toegeschreven, waarschijnhjk van een andere hand). Hing in de Kleine Krijgsraadkamer van het Oude Stadhuis. Vroeger toegeschreven aan Corn. Anthonisz. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1293. Een en twintig Schutters behoorende tot Rot B, 1559. Figuren te halven hjve, m drie rijen boven elkaar. (Toegeschreven, waar¬ schijnlijk van een andere hand). E. 142 X 169, gejaarm.: Een der schutters houdt een blad papier in de hand, waarop het letter van het rot en: Vroeger toegeschreven aan Corn. Anthonisz. Hing in het portaal der Kleine Krijgsraadkamer van het Oude Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1293A. Een en twintig Schutters, behoorende tot Rot E, opgesteld in drie rijen. Rechts achter de bode met een uil op den schouder. In den achtergrond een Italiaansch landschap. Gedateerd 1554. E. 131,5 x 175,5. Afkomstig uit den St. Joris- of Voetboogsdoelen. In bruikleen van Amsterdam, 1925. JACOBSZ (Lambert), geb. Amsterdam omstreeks 1598, gest. Leeuwarden 1636; leerling van Rubens (?). Heeft in Italië gereisd. Omstreeks 1630 was hij leermeester van Govert Flinck en Jacob Backer. Abr. v. d. Tempel was zijn zoon. 1293a. Ontmoeting van den ouden profeet met den man Gods (1 Kon. 13 vers 11—14). D. 82,5 x in, gem. onder links: Verz. J. Blom, Haarlem. Gekocht op een veiling bij Fr. Muller & Co., 1918. JANSON of JONSON of JANSSENS VAN CEULEN (Cornelis), geb. uit Keulsche ouders te Londen 1593, gest. Utrecht 1661. Sinds 1618 hofschilder te Londen. Ging in 1643 naar Holland. Werkzaam te Middelburg, 's-Gravenhage, Amsterdam en Utrecht. . 1296. Johan Pietersz Reael (1625—1659). f * D D. 98 x 78, gem. onderaan rechts: Cof /(WS93*- " Aangekocht in 1900. , /• 1296b. Jan Cornelisz. Geelvinck (i579_l65I), -/T"^1 • Burgemeester van Amsterdam, koopman ff4 cP en reeder. Buste, naar rechts gewend. ^ ~S D. 85 x 71,5- Gem. links onder Cor"s Jonson Londen™ fecit 1646; link» boven: Anno Dom 1646, Aet. suae 67. In bruikleen van Amsterdam, 1925. JANSON (Johannes), geb. Ambon (Mohikken) 1729, gest. Leiden 1784. E. 1297. Het Huis te Heemstede; links de oprijlaan. D„' 69 8i'5' gem' rechts op ^"t^S: J- Janson f. z766. Gekocht in 1B03. Uit het Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. JANSON VAN CEULEN de Jonge (Cornelis), geb. verm. te Londen na 1622, gest. Utrecht na 1698. Leerling van zijn vader. Werkzaam voornamehjk te Utrecht. Zie No. 252. JARDIN (Karei du). Zie op Dujardin blz. 87. JELGERHUIS (Johannes), geb. Leeuwarden 1770, gest. Amsterdam 1836. I^rling van zijn vader Rienk Jelgerhuis en van Heter Barbiers Pz. Woonde eerst te Delft, daarna te Amsterdam. Sedert 1806 tevens acteur. E. 1301. Het Stoockhuys van A. d'Ailly in 1818, van binnen gezien. Vóór 1799 was dit stookhuis van den apotheker P. Schonk. D. 42 x 52, gem. op een balk der zoldering rechts: J. Jelgerhuis Rz. 1818. Geschonken door den heer A. J. Rijk, Amsterdam 1914. 1302. Het Stoockhuys van A. d'Ailly in 1818, gezien van binnen, uit een ander standpunt. D. 42 X 52, gem. op een zolderbalk: J. Jelgerhuis Rz. 1818. Tegenhanger van vorig No. Herkomst als No. 1301. - 1302a. Het Rapenburg te Lei- den, drie dagen na de ont- /f t ploffing van het buskruit- •^LctetêM, aam cUn schip I2 Januari X807. ^ 4 L>. Sb x 114, gem. links op een 4/ brugboog: ^ - / ter zijde staat: Het Raepenburg te ^y^TlJl^CU^m Leyden, 15 January 1807. S Gekocht te Londen, 1910. 7c£lt 1303. De Winkel van den Boekhandelaar Pieter Meyer Warnars op den Vijgendam te Amsterdam. S' ^'■■eem' bovenaan n" h- midden: /• Jelgerhuis Rz. 1820. Legaat van Mej. G. Meijer Warnars, 1878. JOHN (Augustus), geb. Tenby (Wales) 1879. Leerling van de Academie te Liverpool en van de Slade-School te Londen. Werkzaam te Londen. E.—L. 1307a. De met de pijp; portretstudie naar een ouden werk¬ man met stoppelbaard. D. 73 x 59,5. Geschenk van den Heer Frank Stoop te Londen, 1924. JONGH (Claude de), geb. Utrecht, gest. aldaar 1663. In 1626 opgenomen in het Utrechtsche St. Lucas-gilde. Werkte vóór 1630 eenigen tijd te Haarlem en schijnt herhaalde malen in Londen te zijn geweest. 1308b. Riviergezicht. Een gefantaseerde stad, door muren omgeven, ligt aan een rivier en is met een ophaalbrug verbonden met den anderen oever, waar aan een steiger een paar schepen liggen. [Ook de toeschrijving aan Dionys Verburcht wordt verdedigd]. D. 71,5 X 60,5. Geschenk van Dr. H. Schieffer, Amsterdam 1930. JONGH (Ludolf of Leuff de), geb. Rotterdam of Overschie 1616, gest. Hülegersberg 1679. Leerling van Corn. Saftleven te Rotter¬ dam, van Anth. Palamedesz te Delft en van Jan van Bylert te Utrecht. Van 1635 —1642 in Frankrijk. 1309. Jan van Nes (1631— ï6oV)),Vice-Admiraal. D. 111,5 X 38,5, gem. onder links: van T. Munnikhuizen te Rotterdam. Gek. in] 1800. Nat. Museum 's-Gravenhage 1808. 1310. Aletta van Ravensberg (1635—1677), echtgenoote van den voorgaande. D. 111,5 x 88,5, gem. onder links Aet.a. 33 en: Tegenhanger van No. 1309. Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. 1311. Huiselijk Tafereel; een moeder zit met een kind op haar schoot, dat speelt met een klein meisje, dat op den grond is gezeten; een heer die aan tafel zit, wil den kleine iets toereiken. D. 72,5 x 63,5, gem. onder rechts: Verk. J. M. de Boer, 1840, als M. v. Musscher. Verz. Van der Hoop. In bruikleen Amsterdam 1885. 1312. De Vossenjacht; een vos door verscheidene honden aangevallen; .v..^uiinoiuc jagers en een heer en dame te paard komen /s aanrennen. D. 51 x 71, gem. onder links: Het landschap is wellicht van Joris van der Hagen. Gekocht 1900. JONGKIND (Johan Barthold), geb. Latdorp bij Ootmarsum 1819 gest Cóte Saint André (Lsère) 1891. Leerling van de Haagsche Academie en van Andreas Schelfhout. Vestigde zich in 1845 te Parijs, waar hij aanvankelijk werkte bij Isabey. Van 1855—1860 weer m Holland. E. 1314. Molen aan een vaartje, donker uitkomende tegen een lichte avondlucht. D- 42,5 x 55, gem. onder rechts: Jongkind 1857 1*14 B™lk'!enJvan de" Heer J- B- Westerwoudt, 1902. Gelegateerd 1907. 1314a. Rotterdam bij maneschijn. Gezicht op een der havens. Een kerktoren op den achtergrond. De maan breekt door de wolken tJ- 34X 46, gem. onder links: Jongkindt 1881 Legaat J. B. Westerwoudt, 1907. 1314b. Maneschijn, aan een rivierbocht met hoogen toren WezeTig™' ^ ^ J°ngkind L<*aat van den Heer A. van JORDAENS (Jacob), geb. Antwerpen 1593, gest. aldaar 1678. Leerling van Adam van Noort. E. 1315. Een Sater; hij zit aan den voet van een boom op de fluit te spelen; een geit en schapen zijn in zijn nabijheid. Ü 135 X 176' Verk' S- J- Stinstra, Amsterdam 1822. 1316. Het vinden van den Stater in den Bek van den Visch. v™»«u. x/.^t;; nabij een oever een talrijk bevolkte schuit. op de trap van den steiger: Een dergelijke compositie met levensgroote figuren (281,5 X 468) bevindt zich in hot Museum te KoDenhaepn =fi-«mo+:~ v.* „, . _. h^werkhuis. Afkomstig van het 5^*0^3^^^ 1317' fpono88 d°°r ^ MUZeD mishandeld' na de« wedstrijd met JOSSEUN DE JONG (Pieter de), geb. St. Oedenrode l86i gest s-Gravenhage 1906. Leerling van de Academies te 's-Hertogen^ bosch en Antwerpen en gedurende korten tijd werkzaam te Parijs 5^1 v it ? Bf™"Art8 en °P ^t ateher van Alexandre Cabanel. Vestigde zich 1883 in Den Haag. E. ., —„ ,.„.illJ0. ucvunie scnuit. 3-lo/L- ft 1317c. Mevrouw Mr. A. J. Zubli geb. Maschhaupt. Kniestuk; zittend in een bekleeden armstoel en recht van voren gezien; de handen, over elkaar geslagen, rusten in den schoot. D. io8x 84, gem. in ach tergrond links: P. de Josselin de Jong 1887. Geschenk van den heer J. R. H. Neervoort van de Poll te Rijsenburg, 1916. KALFF (Willem), geb. Amsterdam 1622, gest. aldaar 1693. leerling van Hendrick Gerritsz Pot. Woonde ook te Parijs. 1320. Stilleven; een gedreven zilveren schenkkan, een wijnroemer en een porceleinen schotel waarop sinaasappelen en citroenen. D. 71,5 x 62. Verk. A. J. Brandt, 1821. Een kleine schets van dit werk was in het bézit van den heer J. Simon te Berlijn en een bijna gelijksoortig doch meer samengesteld stilleven, W. Kalff gemerkt, hing in het paleis Sanssouci bij Potsdam. KALRAET (Abraham van), zie op Calraet en Nos. 743 en 746. KARSEN (Eduard), geb. Amsterdam 1860. Leerling van zijn vader Kaspar en van de Amsterdamsche Academie. Werkzaam te Amsterdam. E. 1323a. Het Spui te Amsterdam in de ochtendschemering bij betrokken lucht. D. 40 x 54, gem. onder rechts: Ed. Karsen. Schenking Hoogendijk, 1912. 1323b. Dorpshuisjes in de schemering. D. 34 x 44, gem. onder rechts: Ed. Karsen. Herkomst als No. 1323a. 1323c. Grijze dag; dorpsgezicht bij een vaart. D. 36 X 45, gem. onder rechts: Ed. Karsen. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. 1323d. De Vinkenbuurt bij Amsterdam; sloot langs den achterkant van een oud achterbuurtje bij druilerig weer. D. 34 x 45, gem. onder rechts: Ed. Karsen. Herkomst als n". 1323c. 1323e. Enkhuizen; eenige gevels, waarop het jaartal 1591- D. 37 x 45, gem. onder rechts: Ed. Karsen. Herkomst als n°. 1323c. KARSEN (Kaspar), geb. Amsterdam 1810, gest. Biberich 1896. Leerling van zijn oom P. G. Westenberg en van H. G. ten Cate. Reisde in Westfalen en de Rijnstreek. L. 1324a. Gezicht op de stad Neuss, aan de rivierzijde. Rechts een groote kerk achter huizen. Op den voorgrond links een wal met afgeknotten toren. M. 40,5 x 50,5, gem. onder links: K. Karsen 1846. Geschenk van den heer H. Th. Karsen (zoon van den schilder), Amsterdam 1906. 1324b. Rijn-fantasie. Tegen den hellenden oever een ommuurde stad, waarboven een kasteel en een kathedraal hoog uitsteken. M. 37 X 48,5, gem. midden onder: K. Karsen. Geschenk van zijn zoon, den schilder Eduard Karsen, Amsterdam 1932. KESSEL (Jan van), geb. Antwerpen 1626, gest. aldaar 1679 of kort daarna. leerling van Simon de Vos en van Jan Brueghel II. 1327. Insecten en Vruchten. K. ii x 15,5, gem. onderaan: '.v.Khsel r Verk. Borger Joosten, Amsterdam 1882. KESSEL (Johan van), geb. Amsterdam 1641 of 1642, gest. aldaar 1680. Waarschijnlijk leerling van Jacob van Ruisdael. Onderging den invloed van M. Hobbema. 1328. Het Bosch; zware boompartijen nabij een zandweg rechts. u. 50X 73,5, gem. onaer links: Verk. E. M. Engelberts, Amsterdam 1817. Kabinet J. Rombouts, 1850. Leg. L. Dupper Wz., 1870. 1329. Waterval, met een afgebroken boomstam op een rotsblok; links, meer op den voorgrond, een kasteel. D. 94 x 74,5 gem. onder rechts: Verk. H. Muilman, Amsterdam 1813. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, li 1329a. De „Heylige-Weghs Poort", te Amsterdam op een winterdag met sneeuw. Up de bevroren gracht (de tegenwoordige Heeren- gracnt) schaatsenrijders. De lichtkleurige poort komt scherp uit tegen een zwaar bewolkte lucht. D. 77 x 122, gem. onder rechts: Veiling Fr. Muller & Co., 1908. Gekocht in 1910. KETEL (Cornelis), geb. Gouda 1548, gest. Amsterdam 1616. Leerling van Anthony Blocklandt te Delft. Bezocht Frankrijk en Londen; woonde sedert 1581 te Amsterdam. Zie ook No. 299. 1330. Corporaalschap van kapitein Dirck Jacobsz. Rosecrans en luitenant Pauw, 1588. De 13 schutters, afgebeeld ten voeten uit en in velerlei bewegelijkheid van houding, komen uit tegen het basement van een groot gebouw. Het schilderij is vroeger aanzienlijk grooter geweest. D. 208 x 410, gem. onderaan links: Waaruit te lezen is: (K)ETEL, (2)588. Afkomstig van den Voetboogdoelen. Vroeger in de Groote Krijgsraadkamer van het oude Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. Corporaalschap van kapitein Dirck Jacobsz. Rosecrans en luit. Ruysch, 1584. Groep van 26 beelden, te halven hjve. E. 124x237. Afkomstig uit den Kloveniersdoelen. In bruikleen van Amsterdam, 1885. F l S S 8 1 L 1331. 1332. Jacob Bas Claesz (1536—1589), Burgemeester van Amsterdam. [ThanS toegeschreven aan Adriaen Key, zie hier onder]. E. 48,5 x 35,5. In den linkerhoek zijn wapen. Legaat van Mevr. de Wed. Mr. D. Balguerie geb. van Rijswijk, 1823. 1333. Grietje Pietersdr. Codde (—1607), echtgen. van den voorgaande. [Thans toegeschreven aan Adriaen Key, zie hier onder]. E. 48,5 x 35,5. In den rechterhoek haar wapen. Herkomst als No. 1332. 1333a. Jacobus Cornelisz vanNeck (1564—1638). Admiraal, commandeerde de reizen naar Indië van 1598 en 1600. Burgemeester en Raad van Amsterdam. Ten halve hjve, staande, naar rechts gewend. P. 102 X 82. Rechts boven gem. C. K. ƒ. Aetatis 40, An 1605. Verz. Gevers van Marquétte. Aangekocht in 1931. 1333b. Griete Jacobsdr. van Rhijn (1585—1652), echtgenoote van den voorgaande. Ten halve hjve, zittende, naar links gewend. D. 102 X 82. Links boven gem. C. K. f. Aetatis 20, An 1605. Verz. Gevers van Marquette. Aangekocht in 1931. KEULTJES (Gerrit Laurens), geb. Utrecht 1786, gest. vermoedelijk te Utrecht na 1868. 1335. De Aanval van het vereenigd Engelsch-Nederlandsch Eskader op Algiers, 1816. D. 61 X 86, gem.: G. L. Heultjes i8ij. Uit het Mauritshuis in 1848 overgebracht naar het Paviljoen te Haarlem, vanwaar in 1885 naar Amsterdam. KEUN (Hendrik), geb. Haarlem 1738, gest. aldaar omstr. 1788. Werkte voornamelijk te Amsterdam. E. Zie ook No. 1651a. 1335a. Gezicht op de Heerengracht bij de Leidschestraat - te Amsterdam. Het meest opvallend is het huis Heerengracht, thans No. 436, waar de eigenaar en zijne vrouw op den stoep staan. — E. 54 x 72,5, gem. in het midden . „ _ _ onderaan:' 0^/% cmjmijK eene copie naar het ongineele portret in het bezit van den hertog van Alva te Madrid. E. 49 x 38 met opschrift: „Ferdinand Duc d'Alva", links staat N°. 20. Op de achterzijde het gekroonde naamcijfer van den Stadhouder Willem III en dus waarschijnhjk uit het Loo. Uit het Nat. Museum, 's-Gravenhage 1808. KEYSER (Thomas de), geb. Amsterdam 1596 of 1597, gest. aldaar 1667. Zoon van den architect en beeldhouwer Hendrick de Keyser. 1339. Anatomische Les van Dr. Sebastiaen Egbertsz. 1619. De dokter (1563—1621) demonstreert op een geraamte, dat in het midden van de toehoorders is geplaatst. Beelden tot aan de knieën. De toehoorders zijn: Sebald J. van Uyttenhof, Dirck Koolvelt, Lambert Jacobs, Gerrit Indies en Tan de Wees D. 135 X 186. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1340. Corporaalschap van kapitein Allart Cloeck en luitenant i~ucas jacobsz. Kotgans, 1632; 16 figuren. De kapitein met den Vaandrig en enkele anderen vormen een groep op een verhevenheid in het midden der scMlderij. Rechts en links, meer naar den achtergrond en op een lager plan, staan de overige schutters. Figuren ten voeten uit. Buiten den kapitein en den luitenant zijn nog afgebeeld: Claes Cloeck Nanningsz., Jan Vogelensang; Gerrit Pietersz. Schagen; Michiel Colijn; Hans Walsohaerfc; Jan Kuysten; Adolf Fortenbeeck; Aris Hendrick Hallewat; Hendrick Colijn; Hademan. vanLaer; Dirck Pietersz. Man. °p ciaenf ia. Spe J I 1 Pers; Frederick Schnleborch; Thomas Jacobsz. Hoyngh; Julias van den Bergen. fTTr^ D. 220 x 351, gem. boven links: iNf? f? Hl\ i) Een schets voor dit schilderij, met de jD!i> n )7 \y ïsJ-^b pen uitgevoerd, in de Albertina te Weenen. Afkomstig uit den Voetboogdoelen. Vroeger in de Groote Krijgsraadkamer van het oude Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1341. Corporaalschap van kapitein Jacob Symonsz. de Vries en luit. Dirck de Graeff, 1633; 21 figuren. Enkelen zitten, de anderen staan in een lange rij, gezien tot aan de knieën. D. 198 x 604, gem: 11 AïW© jJ§I3 . i—•J=> o c Afkomstig uit den Kloveniersdoelen. Herkomst als No. 1340. 1343. Joos van Trappen gez. Banckers, Vice-Admiraal, gest. 1647. Hij draagt den gouden keten met medaillon, na den slag bij Duins (1639) ontvangen van de Generale Staten. Toeschrijving. D. 60 x 46. Verk. Mr. M. C. van Hall, Amsterdam 1858. 1344. Mansportret. '""Ijs** f | E. 66 X 53, gem. rechts: ML o j Q ^ j _ Iflnttflïi/ Waarschijnlijk afkomstig van het ' IS Oude Mannen- en Vrouwen-Gasthuis £ te Amsterdam. JP "T* ■O D In bruikleen van Amsterdam, 1892. •*£» 1 • O WIL. ♦ J O ♦ 1345. Mansportret. E. 67 x 52. Hetzelfde portret, maar beter, in het Louvre-Museum te Parijs. Herkomst als No. 1344- 1348. Portretstuk van een Heer, Dame en vier Dochters, in een boomrijk landschap, met een kasteel op den achtergrond. [Thans toegeschreven aan David Vinckboons, zie blz. 302]. E. 51 x 46, gem. in den linker benedenhoek: Vroeger aangezien voor Rombout Hogerbeets met zijn gezin. ICl Het monogram is waarschijnlijk valsch. Of Gekocht 20 Juni 1803. Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 1349. De familie Meebeeck Cruywaghen, bestaande uit zes kinderen, ouders en grootmoeder; de groep, waarbij een zwart paard met wagentje, is geplaatst in de nabijheid van een hofstede. [Thans toegeschreven aan Jacob van Loo (1614 Sluis—Parijs 1670)]. D. 100 x 135. Gekocht te Amsterdam, 1827. 1350. Pieter Schout (1640—1669), te paard in een duinlandschap. K. 86 x 69,5, gem. op het zadel: -Ti p \G geschilderd zijn door Adr. v.d. Velde. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. 1350A. Moeder met twee kinderen; zij is gezeten in een leunstoel tegen een achtergrond van architectuur; de jongen en het meisje staan aan weerskanten. E. 67 X 50.5. Gem. rechts in het midden met het monogram en gedateerd 163$. Bruikleen van het Centraal Museum te Utrecht, 1924.' KIEFT (Jan), geb. de Rijp 1798, gest. omstreeks 1846 (?). Leerling van T. S. Bianchi. Werkzaam te Amsterdam en te Utrecht. 1350a. Gijsbertus Martinus Cort-Heyligers (1770—1849). Generaal der Infanterie. Te halven hjve en naar links gewend. Gekleed in generaais-uniform. D. 74,4 X 58, gem. links: J. Kieft Jr. 1S31. Legaat Mr. R. W. D. Heyligers, 1908. KLEYN (Pieter Rudolph), geb. Hooge Zwaluwe 1785, gewond bij Quatre-Bras, ten gevolge waarvan gest. 1816. I^rling van de Haagsche Academie, van Jacob en Abraham van Strij en van Louis David- te Parijs. Pensionnaire van Koning Lodewijk Napoleon. 1351. Landschap te Saint-Cloud. D. 99 x 130, gem. links onder: P. R. Kleyn 1800. Op de achterzijde de inscriptie: Fait pour le Roi de Hollande selon le règlement des pensionnaires, le 2 Octobre 1809. KNELLER (Sir Godfried), geb. Lubeck 1646, gest. Londen 1723. Leerling van Ferd. Bol te Amsterdam; vertoefde daarna in Italië. Werkzaam sedert 1675 te Londen, waar hij hofschilder werd. 1355. Cornelis de Bruyn (1652—1727), schilder en reiziger. L>- 7o,5 x 59. Verkooping Amsterdam, 5 Maart 1861. Geschenk van den heer A. Willet, 1885. 1356. Mr. Aernout van Ceters zich schrijvende van Citters (1633 —1696), Ambassadeur der Ver. Nederlanden te Londen. Copie door Ph. van Dijk. D- 45 X 35- Legaat Jhr. Mr. Jacob de Witte van Citters, 1875. KNIBBERGEN (Francois van), geb. 1597, was in 1629 lid van het Haagsche Lucasgilde. Vermoedelijk verbleef hij in 1614 in Italië in gezelschap van zijn leermeester M. van den Zande. 1356a. Panorama in het Kleefschland; van af den weg, die zich kromt in den rechterhoek van den voorgrond, een gezicht in vogelvlucht over een vlakke landstreek, die op vele plaatsen door- sneden is van waterstrooken, uitvloeiend van een breede rivier in den achtergrond zichtbaar. D. 97X 140, gem. onder rechts naar het midden: ■ r>r? r> Gekocht op de veiling Lemker-Muller, Kampen 1908. KNUPFER (Nicolaes), geb. Leipzig 1603, gest. vermoedelijk te Utrecht omstreeks 1660. Leerling van Emanuel Nyssen te Leipzig en omstreeks 1630 van Abraham Bloemaert te Utrecht. Leermeester van Jan Steen. 1359. Alexander de Groote bekleedt Abdolonymos met de koningswaardigheid van Sidon. Op de stadsmuur is het woord Sidon aangebracht. jt * E. 54,5 x 76, gem. onderaan links: S/lf? I tjJ /£*- } Maakte deel uit van een loterij van schilde- J I rijen, in 1649 door Jan de Bondt te Wijk- / bij-Duurstede gehouden. (Mededee'.ing vau Dr. Carl W. Naumann, die ook den juisten titel van het schilderij aangaf). Geschenk van Dr. A. Bredius, 1888. KNYFF (Wouter), gèb. Wesel r6o7, gest. Bergen-op-Zoom (?) na 1693. Werkzaam te Haarlem. Navolger van Jan van Goyen. Zie No. gg3. KOBELL (Hendrik), geb. Rotterdam 1751 en gest. aldaar 1779. Was gedurende twee jaren leerling van de Teekenacademie van Amsterdam; bezocht Engeland en Frankrijk. E. 1359a. De Schipbreuk. Schepen in nood nabij een rotsachtige kust. D. 92 x 134, gem. links van onderen: Van de verzameling van den Stadhouder Willem V. Uit het Mauritshuis 1883. Kobellfet I77S". ' KOBELL (Johannes Baptist), geb. Delfshaven 1778, gest. Amsterdam 1814. Zoon van Hendrik Kobell. Leerling van Rutgaart van der Wall te Utrecht. Van 1810—1812 te Parijs werkzaam. E. 1361. Geldersch Landschap; een landman drijft zijn ossen voort. D. 93 x 129,5, gem. rechts op den voorgrond: J. Kobell. Afkomstig uit het Paviljoen Welgelegen te Haarlem. 1363. Landschap met vee; een vlakke landstreek met eenige boomen, waarachter een huis verscholen ligt; een boerin reinigt emmers aan een vaart. M. 48 x 58, gem. onder rechts: J. Kobell 1804. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. KOEKKOEK (Barend Cornelis), geb. Middelburg 1803, gest. Kleef 1862. Leerling van zijn vader Jan Hermanus Koekkoek en van de Amsterdamsche Academie. Werkzaam te Beek bij Nijmegen en later te Kleef, waar hij een teekenacademie stichtte. L. 1366. Bergachtig landschap, met een rivier in de verte en op den voorgrond herders met eenige schapen. D. 56 X 72 Op een rotsblok in het midden staat: niets zonder moeite en op een steen onder rechts: hierna beter. Van de in 1889 ontbonden Maatschappij Felix Meritis. In bruikleen van Amsterdam, 1889. KONEVCK (Philips), geb. Amsterdam 1619, gest. aldaar 1688. Leerling van zijn broeder Jacob en van Rembrandt (1639—1641). Reisde veel. 1369. Landschap; gezicht in vogelvlucht over een eenigszins heuvelachtige landstreek; een rivier stroomt van uit de diepte tot aan den voorgrond, ter rechterzijde. S *v / « J voorgrond rechts: Verk. Baron van Nagell van Jt. Ampsen,'s-Gravenhage 1851. / U / \} Legaat L. Dupper Wz., 1873. / 1370. De Ingang van het Bosch. Tusschen een groep zwaar gebladerde boomen verliest zich een weg, waarop herders een kudde ossen voortdrijven; links een wijd verschiet. D. 138 x 166. Verk. G. van der Pot, Rotterdam 1808. 1373. Joost van den Vondel op 87-jarigen leeftijd. D. 62 X 54, aan den achterkant van het doek staat: OUT 87 in het jaer 1674. Vroeger eigendom van Prof. Dr. M. de Vries. Veiling Fr. Muller, & Co. 1901. KONLNCK (Salomon), geb. Amsterdam 1609, gest. aldaar 1656. Neef van Philips Koninck. Leerling o.a. van Claes Moeyaert. Sinds 1633 onder invloed van Rembrandt. E. 1375. De Geleerde. Een oude man peinzende in een hoog studeervertrek. E. 42 X 35. Gekocht als door Bega op de veiling G. v. d. Pot, Rotterdam 1808. 1375a. De afgoderij van Koning Salomo. De oude koning, omgeven door zijn vrouwen, knielt op de treden van het altaar op een scharlaken kleed; naast het altaar offerende priesters. D. 155 x 171,5, gem. aan den voet van het altaar: Geschilderd voor den Amsterdamschen kunstliefhebber Gerard Luiken. Aangek, in Londen door tusschenkomst der Vereeniging Rembrandt, 1905. KOOI (Willem Bartel van der), geb. Augustinusga 1768, gest. Leeuwarden 1836. In 1804 te Dusseldorp. I^rling o. a. van Hermanus Wouter Beekkerk te Leeuwarden. Werkzaam aldaar en te Franeker. L. 1377. De Minnebrief; een knaap overhandigt een jong meisje een brief. D. 131 X 108, achter op het doek staat: Tu veteres Caesar Revocas Artes, Horatius en W. B. van der Kooy pinxit 1808. Op de tentoonstelling te Amsterdam, 1808, bekroond met ƒ2000. Geschenk van Mr. H. van der Kooi, 1869. 1379. Het gestoorde Pianospel; een meisje van haar studie afgeleid door twee knaapjes. D. 147 x 121, achter op het doek staat: W. B. van der Kooi, invent. et pinxit 1813. Geschenk van Mr. H. v. d. Kooi, 1869. KORFF. Zie op Bakker Korff blz. 38. KRUSEMAN (Cornelis), geb. Amsterdam 1797, gest. Lisse 1857. Leerling van Charles Howard Hodges en van Jean Augustin Daiwaille. Vertoefde 1822—1825 en na 1841 in Italië. L—E. 1383a. Mevrouw Brak, geb. Haskenhoff, zittend, de handen op den schoot. D. 77 X 61,5, gemerkt beneden links: C. Kruseman, 1818. Geschenk van wijlen Mej. C. M. Bakker, Baarn 1904. 1387a. Graaf Jan van den Bosch (1780—1844). Generaal-Majoor en Gouverneur-Generaal van. Nederlandsch Indië (1830—1833). Van voren gezien, te halven hjve. D. 87 X 70, gen. onder links: C. Kruseman f. z8sg. Geschenk van Jonkvrouwe J. C. C. van den Bosch, Brussel 1905. 1387c. De slag bij Bautersum, 1831. Te midden van een groep officieren op den voorgrond staat de Prins van Oranje bij een steigerenden schimmel, die door een kurassier aan den teugel gehouden wordt. Schets voor het schilderij, dat Kruseman den Prins aanbood en dat geplaatst werd in het Museum van Moderne Kunst te Haarlem; thans in het Kon. Paleis te Amsterdam. D. 31 x 39. Gekocht te Amsterdam, 1919. KRUSEMAN (Jan Adam), geb. Haarlem 1804, gest. aldaar 1862. Leerling van zijn neef Corn. Kruseman en te Brussel van Louis David. Directeur der Kon. Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam van 1830 tot 1850. 1392. Koning Willem U (1792—1849); ten voeten uit. D. 109,5 X 86. Gekocht van den schilder, 1840. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1394. Catharina Annette Fraser; echtgenoote van den heer Cazaux van Staphorst, daarna van Cornelis Herman Baron van Pallandt. D. 73 X 62, gem. aan de achterzijde: J. Kruseman pinxit 1834. Geschenk uit de nalatenschap van Mevrouw de Douairière van Pallandt, geb. Fraser, 1892. 1395. Koning Willem I (1772—1843). D. 85 x 71; op de lijst staat: Willem I hersteller van den Koophandel, Zeevaart, Scheepsbouw en Nijverheid. Gekocht Amsterdam, 1894. 1396. Dr. Cornelis Hendrik & Roy (1751—). Geneeskundige en bibliograaf. D. 34 X 28. Verk. Van Zeggelen—Kuypers, Amsterdam 1894. 1397a. Regenten en Regentessen van het Leprozenhuis, vereenigd om een tafel. Voorgesteld zijn de regenten: L. H. Ameshoff, J. v. d. Meer de Wijs, M. A. van Peene, en de regentessen: S. M. J. Berg, wed. van den Heer J. v. d. Poorten van Vollenhoven. M. Hartsen, wed. van den Heer J. van Eiken en M. E. Hilkes, wed. van den Heer O. G. Gorter. D. 255 x 285. In bruikleen van Amsterdam, 1923. KUYL (Gysbert van der), geb. Gouda begin der 17e eeuw, gest. aldaar 1673. Leerling van Wouter Pietersz. Crabeth. . _ _ Woonde geruimen tijd in Frankrijk en Italië. IS 1399. Musiceerend Gezelschap, bestaande uit mannen \\|/ \w> en vrouwen, te halven hjve afgebeeld. D. 99 x 131, gem. links beneden: • / . * Geschenk van Dr. A. Bredius, 1884. A li f\ j LACHTROPIUS (Nicolaes), werkte in de tweede helft ' der 17e eeuw te Alfen a.d. Rijn als stilleven- en rijtuigschilder. 1400. Bloemstuk; een kleurige rui- . i. ^—y ker in een vaas. *J^=^ 1 f Sy^"^S D. 63 X 52, gemerkt in achtergrond fl / / —/^^ . \ rechts: VJ.^^ /.aCritWfl/l/UÓ I Verk. E.. Ruelens te Brussel, 1883. \~ (f^r\. y 6ó 7- J LAER gen. Bamboccio (Pieter ^^^—^^ van), geb. Haarlem 1582, gest. aldaar 1642. Woonde van 1623 tot 1639 te Rome. E. 1402. De wijnoogst; voor een hoeve worden de volle korven afgeladen en de eerste druiven geproefd. D. 62,5 x 80. Verk. J. H. Cremer, Amsterdam 1887. 1403. Herder en Waschvrouwen, in een heuvelachtig landschap. K. 29 x 43, gem. in het midden op een steen: Verz. Gijsbert de Clercq, 1899. Overgenomen van de 'V.L-A.C T . Vereeniging Rembrandt, 1901. LAETHEM (Jacob van), „Variet de chambre" van Philips den Schoone en Karei den Vijfde; in 1493 meester in het Antwerpsche gilde. In 1516 wordt hij genoemd „Schilder Ons Genadigen Heeren des Conincx van Castellien". In 1517 gaat hij met Karei V naar Spanje. Hij was nog werkzaam in 1522. 1403a. Philips de Schoone (1478—1506), met zwarte baret op het hoofd, donker bruin bont over geplooid wit hemd en mouwen van brokaat. Borstbeeld naar rechts; in rechter benedenhoek de handen. Toesclirijving. E. 32 x 21. Verz. Lord Taunton. Geschenk van de Commissie tot Verkoop van Photographieën, 1921. LAIRESSE (Gerard de), geb. Luik 1641, gest. Amsterdam 1711. Leerling van zijn vader Reinier de Lairesse en van Bertholet Flémal. Sedert 1667 werkzaam te Amsterdam; schreef een verhandeling over de schilderkunst. E—ZK. 1406. Seleucus doet afstand van Stratonice ten gunste van zijn zoon Antiochus. ^ ^ /j/j E. 31 x 47, gem. rechts: \j I (^f^Ut Vele herhalingen o.a. in de Musea te Karlsruhe . * // h en Schwerin (1673). Mij /ÉciT Verzameling van Heteren, 1809. / 1407. Antonius bij Cleopatra; het oogenbhk is voorgesteld, waarop zij zich van den kostbaren parel ontdoet. D. 74 X 9.5,5. _^ gem. rechts op Jf" Jt\ * \ ™T^^/L0imfê iitvJnt**- ling van Loon. Legaat van Mevr. Insinger geb. van Loon, Amsterdam 1903. 1409. Mars, Venus en Amor. Amor plaatst Venus een helm op het hoofd. D. 125,5 x 94- Uit het Nat. Mus. te 's-Gravenhage, 1808. 1410. Mars, Venus en Amor; Mercurius komt in de lucht aanzweven om de twee —. _ minnenden te waar- (f f//j schuwen. \J „ J /^0>-£j/yC^S J ■ D. 132 x 96, gem. in den \J ^5s_ /1 rechter benedenhoek: v/^/ Herkomst als No. 1409. ^*s5s=»' 1411. Allegorie op de Deugd. Een man, de slechte hartstochten afwerende, wordt door de deugd naar een tempel geleid. D. 134 x 195, gem. links op >-< ^. - de plint van de vaas: / f - ' 1 JA .± Uit het Werkhuis te Am- l J IfCll sterdam. In bruikleen van Amsterdam, 1885. en Anno 1670 1413. Mythologische Voorstelling; eene vrouw, een schelp in de hand houdende, is geknield bij een fontein; naast haar een man wiens wapentuig op den voorgrond ligt. Twee kindertjes spelen in hunne nabijheid. D. 122 x 147.' Herkomst onbekend. Een gesigneerde herhaling werd verkocht op de veiling Bruchmann (Magdeburg), 1904. 2025c. Rembrandt. 1417. ria5fUi,/eHdeeld * VakkCn met """«ori-che voorstellingen betreffende de verzorging van T*™™,»,, „„ ^ , 6 u. i8ox 135; 175X 160; 183X 260: 18* x a«- t™ v I9o;II7x ^.UithetLprozenhu^^^ LANDSBERGHS, Hollandsch schilder uit het begin der 18e eeuw 1421' D xT o n ,aan2i1enliik man» M van de familie Balguerie. .V- ,7.4,X 64' °P den achtergrond een gedeeld wapen rechts van Ral UTt Imto 0™ L,abay- ^ °P de ^hterzijde: Lanl^Cpinlt^t Legaat van Mevr. de Wed. Mr. D. Balguerie-van Rijswijk i823 7 9' ^^fo^w/8 V'KtT^> gCb- °mStreeks I586' Amsterdam 1625. Broeder en leerhng (?) van Pieter Pietersz. Lastman. En NffiULANDT (Adriaen van). Zie blz. 209. 1424. Kapitein Abraham Boom en zijn luitenant Ant. Oetgens met zeven Schutters van het Vendel, dat in 1622 tot verdediging van Zwolle was uitgetrokken, 23 September 1623. Allen in staande houding en ten voeten uit afgebeeld. De derde SC. ^ ^ " WÜlem BaCkCr 6n de Vaandri* J- J-Ï raad^l572' ^T**? mt den Voetboogdoelen. Vroeger in de groote Krijesraadkamer van het oude Stadhuis. In bruikleen van Imsterdanf m5 ^jSyteT Piet«r82->' 8eb" Amsterdam I583, gest. aldaar 1633. Leerhng van Gerrit Pietersz (Sweelinck). Hij vertoefde te Rome omstreeks 1604 en onderging den invloi van Adarn Elsheimer. Was te Amsterdam gedurende korten tijd de leermeester van Rembrandt. 1426. Christus en de Cananeesche vrouw; compositie met talrijke figuren, in een zuideüjk landschap LJ met grootsche bouwwerken. \ . E. 78 x 108, gem. onder links: ~' Remtmr"' d°0r tUSSchenkomst d- Vereeniging / £ ) J ^^J^ÏlT^ tUS8fhen °re8teS en ^t oogenbhk «voorgesteld waarop de twee vrienden elkaar trachten te overreden 2bii LeoffV0I ^ andCr Zal ter«=htgesteld worden. Ze staan nabij het offeraltaar, dat met bloemen versierd is. Meer op den voorfok !PneSteres IPW8">Ü. die haar broeder Örestes herkent dSi:6 &eaX'a m een he^omg landschap. In £ 8,^?° eT r°nd tempeltie en het van Diana. . * ö3 x 126, gem. op het altaar: Werd in 1657 door Joachim Oudaen bezongen. Verk. Reinier van der Wolf, 15 Mei 1676. Verk. burgemeester Jan Six, 6 April 1702. Aangekocht door diens zoon Jan. Verk. Taets van Amerongen (?) 3 Juli 1805; verz. consul MeyerPuhiera; verz. generaal von Bredow. De tegenhanger van dit schilderij is de „Paulus en Barnabas te Lystra" door P. Lastman in 1614 geschilderd en door Joost van den Vondel bezongen. De twee stukken bleven vermoedelijk bijeen tot de veiling Taets van Amerongen in 1805. Aangek, van Fritz Gerstel, Berlijn 1908. LAWRENCE (Sir Thomas), geb. Bristol 1769, gest. Londen 1830. Was korten tijd leerling van de Royal Academy School. Volgde in 1792 Sir Josuah Reynolds op als schilder van het Engelsche hof. 1428. Willem Ferdinand Mogge Muilman (geb. 1778). Buste. D. 76 X 64. Geschilderd in 1800 te Londen en aan den heer H. Muilman, vader van den voorgestelde, geschonken door den bankier J. J. Angerstein te Londen. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. LEEMANS (ANTHONDE), geb. 's-Gravenhage 1631, gest. Amsterdam vóór 1674. Werkzaam te 's-Gravenhage, Alkmaar, Amsterdam en Utrecht. 1429. Stilleven; een harnas, muziekinstrumenten, een muziekblad en een manifest van Maerten Harpertsz. Tromp, gedagteekend: Rotterdam 2 Juli 1639. LEEMANS (Johannes), geb. 1633 of 1634, gest. 1688, werkzaam te 's-Gravenhage. 1430. Stilleven; een vogelkooi en verschillend jachttuig, opgehangen tegen een witten muur. D. 62x76,5, ^s^S gem. op de r^TF*** J^*^ kooi: f êJ M Geschenk ^é^^"* S\ van Dr. A. J O \> (J * Bredius aan / het Koninkl. Oudh. Genootschap, 1880, van hetwelk in bruikleen, 1885. 1431. Jachtgerei, beves- /Tf a*. tigd aan een muur. Uj > D. 120 x 145, gem. op e/ CCJll ' V f* . de kooi: j ^ In bruikleen van het rf^ ^ X" /* Koninkl. Oudheidk. Ge- C/ ƒ , J f> O O • nootschap. — LELIE (Adriaan de), geb. Tilburg 1755, gest. Amsterdam 1820. Leerling van Adr. Bern. de Quertemont en van de Antwerpsche Academie. 1434. Inwijding van het Gebouw Felix Meritis, 31 October 1788, met een redevoering van J. H. van Swinden. D. 167,5 X 187. De voorgestelde personen zijn: f. J. H. van Swinden. i5. H. Heeremiet. 2g t r r:..;, J' ^"S1 ■ulrKSZ- 22. R. W. Linde v. Diik sfi T T w tt- r*!^ ■ 28-j-kuyper- j- c dd:h^-teekenaar. Jfa^ s^scssMaatschappii Feüx Meriüs te 143S' MerS1"112331 ^ Makt ModeI der Maatschappij Fclix D. xoox 131, gem. op een portefeuille: A. de Lelie. De voorgestelde personen zijn: 1. P. van Winter Nsz. 15. C. S. Roos ,s p„ l 2. Brentano. l6 Su^T Peereboom. f" 7 if • 23- Steven Goble. »4*», 36 T E G™™ T, £ JL- de gr wT R ^ RU-e" 8 O. vanXu^ x, J. Tersteeg^ " Jan Ekels.—" £ * l™*™ dde vos- »6. J. Kamphuyzen. 40 f X4. Jero. de Bosch. ,% Ch. du Bois. H^L^Ho. x434. 1436' D*^?1*?fa M^^PPiJ Felix Meritis, !807. 100 x «33. gem. op een zitbank: A. de Lelie. De voorgestelde personen zijn: 1. H. Heeremiet. 14. p. Doublet r t t t. P. Hibma. 5 J- PennT' * C Tweehlusen- - 3- J. Adami. l6. c. Covens (Pedel). £ W fïa. £ J- H- MODtenW 2 •' - ^Voort 6.' Fnn reyer- ï ' f £ J' D-M- * B" Bsz 7 A Buvn 9" f' ?oyman- 3i. H. H. Klijn. I: G. KoS' £ p" £ ^Üe' 32. Mr. J. F. Klinkhamer. 9. W Tv.' Troostwijk. ! H 5£Z £ p' f ^ 10. D du Pr«i C „uman- 34- P. J. Uylenbroek. xx E! vers?eegh £ r" R°~kel: 35- P. Heimbach JPsz. X2 T G Biben 4" » HaaiSt Az' 36. A. Bousquet. xs:M,GG.BrPalthe. 1 £ £«E~ £ f PrmT^ Herkomst als No. 1434. 3 J" Pnns> 1438. Zes Regenten van het Nieuwezijds Huiszitten-Aalmoese' niers-Armenhuis, 1799. De afgebeelden zijn: Mr. Joh. L. Ludov. Farjon, Dr. Petrus Jac. Noot, Carsten Petersen Jr, David de Mijn, Dan. Arbmann Daniels en Dirk van Bergen. Bijna ten voeten uit, aan een tafel gezeten. D. 181 X 219, gem. links onder: A. de Lelie. In bruikleen van Amsterdam, 1896. 1439. Vier Regenten van het Oudezijds Huiszitten-Aalmoeseniers-Armenhuis, 1806. De namen.zijn: B. de Bosch, J. H. Bus, A. Baart en P. J. le Jolle. Bijna ten voeten uit, aan een tafel gezeten. D. 177 x 200, gem. rechts op de stoelzitting: A. de Lelie ft. 1806. Herkomst als No. I438- 1440. Familietafereel van Jhr. Gijsbert Carel Rutger Reinier van Brienen van Ramerus (1771—1821), op zijn brutenplaats Crailo. D. 84,5x 71, gem. rechts op den voorgrond: A. de Lelie ft 1806. Geschenk van Jonkvr. A. M. van Brienen van Ramerus, 1887. 1441. De Koekenbakster; in een burgerlijk vertrek zit een bejaarde vrouw in gezelschap van haar man flensjes te bakken, terwijl een jonge bezoekster bmnentreeat. M <* s v A2 eem. boven een deur: A.de Lelie fee. Bruikleen van den Heer J. B. Westerwoudt, 1902. Gelegateerd 1907. 1443. Barend Klyn Barendsz. (1774—1829), dichter; in een leunstoel aan een tafel gezeten. D. 74,5 X 62, gem. onder rechts met gedeeltehjk uitgewischte handteekening en het jaartal 1813. Geschenk uit de nalatenschap van Mr. J. H. Molkenboer, 1891. 1443a. Generaal Daendels neemt te Maarssen afscheid van C. R. T. Kraijenhoff, die naar Amsterdam wordt afgezonden om eene omwenteling in het stadsbestuur te bewerkstelligen, 18 Januari 1795. Behalve dezen zijn afgebeeld: de kolonel van der Mühl en de officier van den staf Jan Nagel Jr. Geschilderd in samenwerking met Egbert van Drielst (1746 Groningen—Amsterdam 1818). E. 45 X 60. Gem. op het affuit van een mortier: Gek. van de familie Nagel in 1906. 1443b. Gerrit Verdooren (1757—1824). Vice-adrröraal, in uniform. D. 72,5 X 58,5. Copie of herhaling van het origineele portret in het Museum van het Zeeuwsen Genootschap te Middelburg. Legaat van den Gep. Majoor van het Ned. Ind. Leger Edouard Léon Guulaume Joseph Verdooren, 1906. X e/c J.e/ec- 'f 1443c Mevrouw Verdooren geb. Haack, vierde echtgenoote van den vice-admiraal Gerrit Verdooren. Ten halve hjve, gewend naar links. D. 72,5 x 58,5. Legaat van den Gep. Majoor van het Nederl. Ind. Leger Edouard Léon Guillaume Joseph Verdooren, 1906. 1443d. Jan Nieuwenhuizen (1724—1806). Stichter der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Borstbeeld bijna recht van voren, gem. in den achtergrond rechts: A. de Lelie/. D. 63 X 50,5. Aangekocht in 1921. I.F.I.ÏF.NBERGH (Cornelis), 1646 te 's-Gravenhage ingeschreven in het Sint-Lucas gilde, gest. na 1676. 1444. Dood Gevogelte; een doode papegaai hangt tegen den muur. eenige snippen liggen op een plint. E. 47 X 37,5, gem. rechts onderaan: Verk. Amsterdam, 1888. 1445. Dood Gevogelte; een doode specht hangt tegen den muur, enkele snippen liggen op een plint. E- 47 X 37,5, gem. links onderaan: Herkomst als No. 1444. 1446. Stilleven; tegen een witten muur hangt een doode zwarte haan; in een nis twee konijnen. D- 93,5 X 84, gem. onder rechts: C. Lelienbergh. f. JÖJ9. Verk. G. de Clercq, Amsterdam 1897, met medewerking der Vereeniging Rembrandt. 1447. Stilleven; een doode kip en haas benevens eenige groenten. D. 101 x 85, gem. rechts onder naar het midden: Legaat D. Franken Dz. 1898. LENAIN (Matthieu), geb. Laon 1607, gest. Parijs 1677. Werkte met zijn broeders Antoine en Louis eerst te Laon en vestigde zich daarna te Parijs, waar hij in 1633 „Peintre ordinaire de la Ville de Paris" werd. 1448a. De dobbelaars. Drie jonge heden dobbelen aan een ronde tafel. Een knaap ziet toe. Links een dienaar met geldzak; rechts op den voorgrond twee windhonden. D. 93 x 119,7. Verk. van 1' Hötel d'Aligre, 1776. Verz. Ch. Brunner, Parijs; Nienhuys, Bloemendaal. Geschenk van de Commissie tot verkoop van Photographieên, 1929. LEYDEN (Jan van), Holl. schilder werkzaam in het derde kwartaal der 17e eeuw. 1451. De Aanval der Hollandsche Vloot bij Chatham, 20 Juni 1667. \ \J t^. E. 93 x 156,5, gem. op een vlag: J I wt*\ Verk. A. G. de Visser, 's-Gravenhage 1878. LEYDEN (Lucas van), geb. Leiden 1494, gest. aldaar 1533. Leerling van zijn vader Huygh Jacobsz. en van Cornelis Engelbrechtsz. B—H—E. 1452. Kerkprediking, wellicht een prediking van St. Norbertus; op den voorgrond een groep personen in verschillende houding, waaronder de schilder zelf (de vijfde van rechts), al of niet luisterend naar den priester op den preekstoel. Buiten de kerk ziet men de hoofdpersoon van de hoofdgroep spijs uitdeelen aan behoeftigen. Het onderwerp van dit schilderij is nog onopgehelderd. De voorgestelden maakten misschien deel uit van de een of andere broederschap van weldadigheid. De . hoofdfiguur, in zijn aanzienlijke dracht, is wellicht een burggraaf van Leiden. IS E. 133 x 97, gem. onder rechts: TT Boven de deur van het gebouw op den achtergrond ■ onduidelijk gedateerd 1530. Verz. Bortniansky. Verk. Schum- Jl _ _ lamsky te Leipzig, Mei 1861. Gekocht van P. D. Colnaghi ^^S»T te Londen, 1897. LEYS (Jean Auguste Henri Baron), geb. Antwerpen 1815, gest. aldaar 1869. Leerling van de Antwerpsche Akademie, van zijn zwager Ferd. de Braekeleer en van G. Wappers. E. 1454. Binnenhuis in de XVIIe eeuw; twee figuren, een heer en een dame lezende. M. 62 x 50, gem.: J H A Leys (in een) 1838. Gekocht van H. Koning, 1839. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam 1885. LEYSTER (Judith), geb. Haarlem 1609, gest. Heemstede 1660. Misschien leerlinge van Hendrick ter Birugghen te Utrecht in 1628; in 1629 leerlinge van Frans Hals te Haarlem. Huwde 1636 den schilder Jan Miense Molenaer. Vermoedelijk woonde zij van omstreeks haar huwehjk tot 1648 te Amsterdam, daarna te Heemstede. Zie ook Nos. iog3 en 1635. / 1455. De vroolijke Drinker, den toeschouwer i |\ ^ W lachend aanziende en, de armen voor zich 8 ^» " uitgestrekt, een blauwen bierpot toonende. ^ D. 89 x 85, gem. in den achtergrond rechts: '•'/ Een bijna gelijksoortig schilderij van mindere quali- n < teit in het Museum te Berlijn. Verk. Mad. Veuve ^ —*—— Vicomte R. V., hotel Drouot, Parijs 23 April 1890, I 1 als Fr. Hals. Gekocht Parijs, 1897. \t~^S 1455a. De Serenade. Een jonge man, tot aan de knieën en bijna recht van voren gezien, tokkelt op de I (j >2- 0 luit. Het omhoog gerichte gelaat is van onderop belicht. Sy E. 45,5 X 35, gem. in den achtergrond rechts: . Verz. van Winter (als Frans Hals). Verz. Six. Aangek. \_Jf 1907/1908. LIEDTS (Abraham), portretschilder te Hoorn omstreeks het midden der 17de eeuw. 1456. Pieter Florisz. (1605—1658), Vice-admiraal. Oude copie. D. 119 x 92. Geschenk van Mr. A. J. Enschedé, 1874. LIEVENS (Jan), geb. Leiden 1607, gest. Amsterdam 1674. Leerhng van Joris van Schooten te Leiden en van Pieter Lastman te Amsterdam. Van 1635 tot 1643 te Antwerpen, vervolgens meestal te Amsterdam. H—E. 1458. Simson en Dalila (Richteren XVI vers 19); Simson ligt te slapen met het hoofd in den schoot van Delila, die een schaar toereikt aan den T | achter hen staanden Philistijn. I D. 131 x in, gem. boven links: I I Bovenaan rechts de onechte handteekening: Rem- I brandt f 1633. Gekocht te Bradfort, 1895. *• A 1 n * 1459. Verheerlijking van den Vrede; allegorische V voorstelling. \ o \ D. 220 x 204, gem. in het midden van den voor- ^ grond op een sabelschede: \ fT" Uit het Agentschap van het Ministerie van Financiën ^ JT^ ^ in de Spinhuissteeg te Amsterdam, 1877. 0 1460. Maerten Harpertsz. Tromp (1597—1653), Luit.-Admiraal. D. 134 x 101. Verk. Jhr. van Beresteyn, Vught 1884. /rj r \ 1461a. Jongenskopje; recht van voren gezien, het v an<" hoofd naar links gebogen. Het hchaam geheel Qp f t naar rechts gewend. Blijkens de inscriptie " relaeCfr rechts heeft Rembrandt dit portretje op- O > geschilderd (geretuceerd). U KJ\S . E. 27,5 x 20, gem. rechts beneden: -*» Aangekocht te München, 1909. ^ * LIEVENS (Jan Andries), geb. Antwerpen 1644, gest. Amsterdam 1680. Vestigde zich aldaar omstreeks 1668. Zoon van Jan Lievens. 1462. Engel de Ruyter (1649—1683), Vic*-Adrniraal, zoon van Michiel Adriaensz. de Ruyter. ^ D. 147 x 123. Behoort tot de verzameling T f\~T De Ruyter, aangekocht in 1895. Lr \J f 1463. Jan van Gelder (1647—1673), Kapi- N" tein ter zee, stiefzoon van De Ruyter. X- J — D. 147 x 124, gem. op den muur: —. Behoort tot de verzameling De Ruyter, aan- I f f a ÉF\ gekocht in 1895. I V3 \J LIMBORCH (Hendrick van), geb. 's-Gravenhage 1681, gest. aldaar 1759. Leerling van de Haagsche Teekenacademie onder Jan de Baen en in 1699 van Adriaen van der Werff te Rotterdam. E. 1467. Spelende Kinderen; naakte kindertjes spelen blindeman in een landschap. E. 27 x 34. Verzameling van Heteren, 1809. LINGELBACH (Johannes), geb. Frankfort a/M. 1622, gest. Amsterdam 1674. Na een verblijf te Parijs (1642—1644) en in Italië (1644—1650) gevestigd te Amsterdam, waar zijn ouders sinds 1637 woonden. Hij schilderde ook dikwijls de figuren op schilderijen van Beerstraeten, Hackaert, Wijnants, de Heusch, Hobbema, Jan van Kessel, Ph. Koninck e. a. 1468. De Tandmeester, te paard gezeten, trekt een boer een kies op het marktplein van een Italiaansche stad met veel volk, waaronder verschillende handeldrijvenden. D. 68,5 x 86, gem. in den linker benedenhoek: Verk. J. A. Brentano, Am- f J 0, syy - /Jq sterdam 1822. /•' CwMfUSOjCG; Lh JO f \. Kabinet J. Rombouts 1850. Q^/ (^S c/ Legaat L. Dupper Wz. 1807. 1469. Legerplaats; vóór een versierde legertent zitten krijgslieden aan een tafel, waarop een trompetter staat te blazen; in de nabijheid meerdere officieren en soldaten; verderop nog tenten en in het verschiet een stad. E. 44 x 63,5. Verk. P. de Smeth van Alphen, Amsterdam 1810. Herkomst als No. 1468. 1470. De Rijschool, in de buitenlucht; op den voorgrond verscheidene heeren en rijknechts, deels te paard, deels te voet. D. 68 x 82, gem. in den rechter benedenhoek: Nat. Museum, 's-Gravenhage 1808. 1471. Landschap met Figuren; op een hoogte in een heuvelachtig landschap vertoeven verschillende jagers met hun honden en D. 50 x 56, gem. in den rechter benedenhoek: Verk. H. Muilman, Amsterdam 1813. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. 1473. Zeeslag bij Livorno, 14 Maart 1653. Dezelfde compositie bevindt zich bij Dr. C. J. K. van Aalst te Hoevelaken. D. op E. 114 x 216. Rechts als op een blad papier eene beschrijving. Links op een monument zeven regels opschrift in het Italiaansch. Afkomstig van *s Rijks-Marinewerf te Rotterdam. In 1832 naar de Modelkamer van Marine te 's-Gravenhage overgebracht. 1473a. De Aanslag van Prins Willem H op Amsterdam (1 Aug. 1650). De opmarsen komt tot staan bij de hofstede Weina aan den Amstel. D. 58 X 100, gem. onder rechts: J. Lingelbach. Verk. Jonas Witsen, Amsterdam 1717; van Zwieten, 's-Gravenhage 1741. Op het Loo in 1763. Kabinet WiUern V, s-Gravenhage. Kon. Kabinet van Schilderijen (Mauritshuis) . s-Gravenhage. Cat. No. 88. In bruikleen 1933. 1473b. Het vertrek van Karei II, Koning van Engeland, uit Scheveningen (2 Juni 1660). Rechts neemt de Koning afscheid van de leden der Staten-Generaal. . D. 59 x 100, gem. onder links: J. Lingelbach. Cat. Mauritshuis No. 89. tegenhanger van vorig No. en zelfde herkomst. 1474. Italiaansche Zeehaven; in het verschiet de zee, begrensd door heuvels en gebouwen; op den voorgrond, nabij een zware poort, o. m. twee dobbelende >o lazaroni. s)/} / D. 60 x 52,5, gem. onder links: LsCtéCjf Cf&ClCn Verzameling van Heteren, 1809. f~ / *^ 1475. Haven aan de Middellandsche Zee, nabij een stad met vestingwerken; op den voorgrond een koop- t man en verscheidene rustende werk- j. | • D. 78 x 66, gem. onder rechts op een steen: Verz. Jean de Neufville, Amsterdam 1783; ' Vi f\ Jl Verk. G. v. d. Pot, Rotterdam, 1808. V *f- 1475a. Terugkeer van de markt. Op den voorgrond, die hooger ligt dan het landschap in den achtergrond, worden rustende landheden aangesproken door eene vrouw die gezeten is op een ezel en begeleid wordt door een man, voortloopend langs een beladen muilezel. /lp- uta 0 D- 34,5 x 36,5, gem onder links: J' > Verz. van Winter. Verz. Six. Aangek. 1907/1908. LINGELBACH (Joh.) en WYNANTS (Jan). Zie ook Nos. 2733 en 2738a. 1476. Landweg; op den verheven liggenden voorgrond van een bergachtige streek, verschillende personen, paarden en honden; links een landweg waarop eenige buitenheden. Het landschap is van Jan Wijnants. D- 39 x 46, gem. in den linker benedenhoek: \ . Verk. Mevr. Heemskerk, 's-Gravenhage 1770. Kabinet van Heteren, 1809. LINGELBACH (Joh.) en HACKAERT (Jan), zie Hackaert No. 1022. LINTHORST (Jacobus), geb. Amsterdam 1745 (1755 ?), gest. aldaar 1815. 1478. Vruchten; verschillend fruit op een marmeren plint. M. 84 X 66, gem. midden op de plint: 1808. Uit het Paviljoen Welgelegen te Haarlem. LLPPI (Filippino), geb. Prat» omstreeks 1457, gest. Florence 1504. Leerling van zijn vader Fra Fihppo, van Fra Diamanti en van Botticelli. Werkzaam voornamelijk te Florence. 1478A. Portret van een jongeling. Donker krullend haar valt tot aan de schouders. De gelaatstint is tanig bruin, waarin het wit van de oogen sterk spreekt. De kleeding is bleekgroen en roestachtig bruin, de achtergrond iets warmer groen. Op het hoofd een zwart kapje. P. 40,5 X 30. (Door Dr. W. Bode toegeschreven aan Sandro Botticelli; door Dr. A. Bredius en Dr. R. van Marie aan Antonio Pollaiuolo; door B. Berenson aan Francesco Botticini). Verz. Robiano, Brussel; Bartels, Berlijn; in 1869 gekocht voor het Augusteum te Oldenburg. Verworven met steun der Vereeniging Rembrandt, 1935. LOEFF (Hillebrand Dirk), geb. 's-Gravenhage 1774, gest. aldaar 1845; leerling van Cornelis van Cuylenburgh. 1478b. Maria Adriana van der Sluys, geb. 1790, echtgenoote van Hermanus Martinus Eekhout. Borstbeeld naar rechts, het gelaat bijna recht van voren. D. 61,5 x 50, gem. in achtergrond rechts: Loeff fect. Legaat Mevr. de Wed. Elias Kraaij, geb. Eekhout, 1916. LOO (Jacob van), geb. Sluis 1614, gest. Parijs 1670, waar hij sedert 1661 woonde. Van 1642—1661 te Amsterdam. E. Zie ook No. 1349. 1482. Spijsuitdeeling aan de Armen; allegorie. D. 260 X 154, gem. onder rechts: Geschilderd voor het Oude-Zijds Huiszittenhuis. Afkomstig uit het Werkhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. LOTTO (Lorenzo), geb. Venetië tegen 1480, gest. Loreto 1556. Leerling van Giovanni Bellini(?). Werkzaam te Treviso, Rome, Bergamoen na 1528 voornamelijk te Venetië, waar hij den invloed onderging van Giorgione, Titiaan en Palma. 1483b. Portret van een geharnast Edelman, staande tegen een donkeren achtergrond, het hoofd omwendend om den toeschouwer aan te zien. Tusschen de onderdeden van het harnas is de groene wapenrok met goudborduursel zichtbaar; op het borststuk staan de letters U I E S. Ontstaan omstreeks 1525. D. 92,5 x 70. Door Dr. Tancred Borenlus toegeschreven aan Girolamo Romanino (1485—1566), door Dr. W. Suida aan Giov. Savoldo (1480—1550) Anderen verdedigen de toeschrijving aan Dosso Dossi (1479—1541) of aan een meester onder den onmiddellijken invloed van Giorgione. Afkomstig uit het Augusteum te Oldenburg, waarvoor in 1867 te Parijs als Titiaan gekocht op de veiling Schonborn—Pommersfelden. Verworven met steun der Vereeniging Rembrandt, 1925. LUBffiNffiTZKI (Chrlstofifel), geb. Stettin 1660 of 1661, gest. Amsterdam omstreeks 1729. Leerling van J. G. Stuhr te Hamburg en sinds 1675 van Adriaen Backer te Amsterdam. 1488. Arent van Buren (1670—1721), Kapitein-ter-Zee. D. 103 x 84,5, gem. onder rechts: C. Lubienietski 1721. Geschenk van den Heer J. Fabius, 1891. LUNDENS (Gerrit), geb. Amsterdam 1622, gest. aldaar kort na 1683. 1490. Portret van een Jongeling. <<•. Binnenzijde van een zilveren schroefdaalder (Doppelthaler van GustaatAdolf). Middellijn 48 m.m., gem.: Gekocht uit de verzameling D. v. d. Kellen Jr., 1873. 2 1491. Portret van eene bejaarde Vrouw. Tegenhanger van No. 1490. Binnenzijde van een zilveren gedenkpenning op den Slag bij Nieuwpoort. Midd. 4,8, gem.: QHerkomst al« Nn r.n« ^^«..l 1492. Galante Voorstelling, eene vrouw door een jonk¬ man verrast. Ovaal, hoorn; uitgehold, vermoedelijk het deksel van een doos, 95x65 Geschenk van N. N., door tusschenkomst van Dr. C. Hofstede de Groot aan net Nederlandsch Museum. LYON (Jacob), geb. Amsterdam omstreeks 1587, gest. aldaar tusschen 1648 en 1659. Werkte in den trant van Cornelis van der Voort. 1494. Prins Maurits (1567—1625). Copie naar M. J. van Miereveld K. II x 8,5. Legaat A. A. des Tombe, 1903. 1495. Prins Frederik Hendrik (1584—1647). CopienaarM. v. J.Miereveld. K. 11,5 x 8,5, van achteren ingekrast: Jacob Lyon. Tegenhanger van vorig No. Herkomst als No. 1494. MAAREL (Marius van der), geb. 's-Gravenhage 1857, gest. aldaar 1921. Leerhng der Haagsche Academie en van Willem Maris. Woonde te 's-Gravenhage. E. 1496. Visschersvrouw. (Studiekop). D. 40 x 30, gem. onder links: van der Maarel. Geschenk van Mevrouw de douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. '«Ti MABUSE (Jan Gossaert, gen. Jan van), geb. Wijk-bij-Duurstede of Maubeuge omstreeks 1478, gest. Middelburg tusschen 1533 en 1536. Werkzaam te Antwerpen, waar hij in 1503 in het St. Lucasgilde werd opgenomen, Middelburg en Utrecht. Omstreeks 1509 in Italië. B. 1498. Floris van Egmond van Buren-Yselstein (1469—1539), legeraanvoerder in dienst van het Bourgondische Hof. E 39 x 29 5. Vroeger ten onrechte beschouwd als een portret van Philips van Bourgóndië (1464—1524), Bisschop van Utrecht. Een ander portret van Floris van Egmond, waarop zijn monogram is aangebracht en dat eveneens door Gossaert is geschüderd, bevindt zich in de verz. Macquoid te Londen. Nationaal Museum, 'sGravenhage 1808. MAES (Nicolaes), geb. Dordrecht 1634, gest. Amsterdam 1693. In 1648 leerling van Rembrandt; 1653 terug te Dordrecht. Vertoefde omstreeks 1666 te Antwerpen. Woonde sedert 1673 te Amsterdam. 1500. Zes Overlieden van het Chirurgijnsgilde te Amsterdam, Mr. Jan Coenerding, Pieter Muyser, Isaac Hartman, Gerrit Verhul, Allardus Cyprianus en Goverd Bidloo. Ze zitten aan een tafel en hebben het gelaat gewend naar den toeschouwer; een hunner heeft zich opgericht. D. 130,5 x 195,5. Was vroeger aan Jacob Backer toegeschreven. Gekocht van A. Brondgeest, 1835. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1501. Oude Vrouw in Gebed, z.g. het Gebed zonder Einde; een bejaarde vrouw van voren gezien te halven hjve, in biddende houding gezeten achter een gedekte tafel. D. 134 x 113, gem. rechts op het tafellaken: N: M: S. Legaat van den Heer A. Lacoste te Dordrecht aan de Mij. Felix Meritis te Amsterdam, 1821 en bij haar ontbinding door de Maatschappij aan de stad overgedragen. In bruikleen van Amsterdam, 1889. 1502. De Peinzende; een jong meisje leunt in een vensternis, waar¬ van het opengezette luik rood is geverfd; daaromheen groeit een abrikozenboom. D. 123 x 96, gem. onder aan de nis: Uit de provincie Groningen. Gekocht 1829. 1503. De Spinster; een oude vrouw zit in voorovergebogen houding aan het sninnewiel een draad vast te hechten; een wit gekalkte muur, gedeeltelijk in schaduw, tot acntergrona. E. 41,5 x 33,5, gem. op een aarden pot: Verk. Jhr. Goll van Franckenstein, Amsterdam 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, iï vertrek bij een met een rood kleed overdekte tafel ijverig te spinnen. |\T r^/IV^, D. 63 x 55, gem. onder rechts: « X i • X | ^ * - 1 , Verk. P. Beelaerts van Blokland, Dord- ^~'T^~~Z: -. recht 1826. .^^^ Kabinet J. Rombouts, Dordrecht, 1850. /f |\V^ /r\ .7= \\ Legaat L. Dupper Wz., 1870. |j 1505. Marten Meulenaer. y- _ // D. 45 X 34, gem. onder links: JJ (h\ ^JC~ ^ Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. —* ff JJ 1506. Cornelis Evertsen (1642—1706), Luit.- /f**^S&^ /— >jf ^ Admiraal. | ^ x^jf |\J ( S) 0 D. 148 x 124, gem. onder V >. J ^LIL^ J) V> Q @ " links: Behoort bij de verzameling De Ruyter, aangekocht in 1895. 1507. Mr. Willem Pottey (1666—1694). D. 61 x 49, gem. onder links: ^5===^^ Behoort bij de verzameling de Ruyter, aan- Af gekocht in 1895. / IMip € \\ 1508. Sara Pottey (1651—1706), zuster van (/ v^\J==3 *J> JJ den voorgaande. v\ JJ D. 61 x 49, gem. onder links: ^a=». «==2^ Herkomst als No. 1507. 1512. Hendrick Wijnands. Tegenhanger van volgend No. D. 45 x 34. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. 1513. Aaltje Denys, echtgenoote van den voorgaande. D. 44,5 x 34. Herkomst als No. 1512. MAINARDI (Sebastiano di Bartolo), geb. S. Gimignano omstreeks 1460, gest. Florence 1513. Leerling van zijn zwager Domenico Ghirlandajo. Werkzaam te Florence en S. Gimignano. 1513A. Aanbidding van het Kind. Maria, in een blauwen mantel over een helder rood gewaad, knielt bij het Hnd; achter haar staat de jeugdige Johannes en naast haar zit Jozef, een gelen mantel over den schouder geslagen. (Toeschrijving). P. Middellijn 88. Door Dr. Tancred Borenius toegeschreven aan Piero di Cosimo, door Dr. R. van Marie aan Bartolommeo di Giovanni. Afkomstig uit het Augusteum te Oldenburg, waarvoor aangekocht in 1873. Geschenk van een groep leden der Vereeniging Rembrandt, 1923. 1504. De Spinster; eene oude vrouw zit in het midden van een ruim MAN (Cornelis de), geb. Delft 1621, gest. aldaar 1706; in 1642 opgenomen in het St. Lucasgilde te Delft. Werkte onder invloed van Pieter de Hooch en Joh. Vermeer. Bezocht Frankrijk en Italië. Zie ook No. 109. 1515a. De Hollandsche traankookerijen op Jan Mayen Eiland. Rechts de inrichtingen voor traanbereiding in volle werking; links wordt een gevangen walvisch stuk gesneden. In de baai ligt de vloot en in 't verschiet verheft zich de spitse Beerenberg aan welks voet een andere traankookerij. De toeschrijving aan dezen Cornelis de Man is niet geheel zeker, daar hij in 1639 nog slechts 18 jaar oud was. D. 106 x 205, gem. op een ton rechts: Verz. Hertog van Sutherland. Gekocht te Londen, 1908. MANCINI (Antonio), geb. Rome 1852, gest. aldaar 1930. Leerling te Napels van D. Morelli, studeerde te Parijs en Londen, leerling van H. W. Mesdag. 1516. Het arme Kind; een klein meisje staande in een armoedig vertrek. D. 148 X 81, gem. onder rechts: A. Mancini. Geschenk van Mevrouw de douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. MARIS (Jacobus Hendricus), geb. 's-Gravenhage 1837, gest. Karlsbad 1899. Leerling van Huib van Hove, J. Stroebei en Louis Meijer; werkte eenigen tijd aan de Antwerpsche Academie en te Parijs; was gevestigd te 's-Gravenhage. E. 1517. Stadsgezicht; de haven van een Hollandsche stad bij grijs weer. D. 86 x 126. Gekocht tentoonstelling 's-Gravenhage, 1887. 1517a. Tegen den avond. Een molen aan een vaart met schepen komt sterk tegen de verlichte wolken uit. E. 28 x 25, gem. onder rechts: J. Maris. Legaat J. B. Westerwoudt, 1907. 1517b. Dordrecht bij avond (schets). Kerk en toren verrijzen links, vlak bij de kade aan de met ijsschollen bedekte rivier. Links een groote schuit. De maan breekt even door de wolken. D- 45.5 X 47,5, gem. onder rechts: J. Maris. Legaat J. B. Westerwoudt, 1907. 1518. Havengezicht, met buitenwijken van een stad in de nabijheid; op den achtergrond rechts een steenen brug met bogen over de gracht. D. 48,5 x 77, gem. onder links: J. Maris. Geschenk van Mevrouw de douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. 1518a. Achterplaatsje. Een meisje staat in den deurpost te breien, terwijl de moeder achter in de gang aan 't vegen is. Links onder een afdak de pomp, waarvoor een stilleven van groenten. - E. 19,5 x 14, gem. onder rechts: J. H. Maris 1862. Legaat J. B. Westerwoudt, 1907. □WW 1518b. Kippetjes voeren. Een meisje is bezig in een tuintje kippen te voeren. Zij is van terzijde gezien en gewend naar links. Heuvelachtig terrein in 't verschiet. D. 33 x 2i, gem. onder rechts: J. Maris fc. 1866. Verk. Vincent van Gogh, 's-Gravenhage 1889. In bruikleen van den Heer en Mevr. J. C. J. Drucker-Fraser te Londen, 1907 en geschonken in 1909/10. 1518c. Een bleekveld; op een, van het daarachter gelegen bleekveld afgesloten binnenplaatsje, staat een vrouw aan een pomp. Op den achtergrond, in een diepen schaduwtoon gehouden, talrijke huisjes van een dorp of klein stadje, waarboven een kerkje hoog uitsteekt. D. 41 x 57, gem. onder links: J. Maris 1870. Verz. Sir John Day. Verz. W. J. van Randwijk. Schenking van de erven, 's-Gravenhage 1914. 1518d. De Schreijerstoren; gezicht over het water op de huizenrij aan den Buitenkant te Amsterdam, met den Schreijerstoren in het midden. Huizen en het kabbelend water, waarin eenige tjalken liggen, in gedempt licht; hooge, zwaar bewolkte lucht bij opklarend weer. D. 83 x in, gem. onder links J. Maris. Herkomst als No. 1518c. 1519. Riviergezicht; een breede rivier, met een nauwelijks zichtbare overzij, bij stormachtig weer; zwaar bewolkte lucht. D. 48 x 77,5 gem. onder rechts: J. Maris. Geschenk van Mevrouw de douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. 1519A. Havengezicht; op den voorgrond de watervlakte, waarin een steiger, rechts nog even een huisprofiel zichtbaar. D. 51 x 78, gem. onder rechts: J. Maris. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. 1519B. Dorpelingen; een vrouw met haar kind op den arm, steunende op een schutting, waarvoor een visschersmeisje met breikous. D. 41 x 25,5, gem. onder rechts: J. Maris F. 1872. Herkomst als No. 1519A. 1519C. Schepen in de haven; op den achtergrond de toren van Dordrecht. D. 21,5 x 37,5, gem. onder rechts: J. Maris. Herkomst als No. 1519A. 1519D. Jongenskopje; de jongen heeft een geel-fluweelen buisje aan en een wit-kanten kraag. Op het hoofd een zwarte baret met veeren. D. 19 x 17, gem. links van de kraag: J. Maris. In bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1920. 1519a. Biddende monnik, gezien in profiel en gewend naar links; hij ligt op zijn knieën voor een lezenaar. K. 21,5 x 15,5, gem. in het midden onder: J. H. Maris fc. 64. De nummers 1519a—1519V zijn in bruikleen afgestaan door den Heer en Mevr. J. C. J. Drucker-Fraser te Londen in 1904, en geschonken in 1909/1910. 1519c. Moe gewaakt. Rechts de geheel in schaduw gehouden figuur van een jonge moeder, die achterover liggend in haar stoel, in slaap is gezonken. Aan haar voeten ligt haar kind in de wieg, beschenen door flauw daglicht. Achter haar op een tafel brandt een kaars. D. 42,5 X 61, gem. links onder: J. Maris fc. 1869. Herkomst als No. 1519a. 1519d. De afgesneden molen; gezien vanaf den Noord-West-BinnenSingel te 's-Gravenhage. Aan de overzijde een kleiweg, waaraan eenige boerenwoningen liggen om den molen, die te halver hoogte door den bovenkant van het schilderij is afgesneden. Het geheel in krachtige tegenstelling met een oplichtende lucht nabij den horizon. D. 45 x 112,5, gem. onder rechts: J. Maris fc. 1872. Verk. N. A. Baron Steengracht van Moyland, Amsterdam 1895. Herkomst als No. 1519a. 1519e. De Schreijerstoren; gezicht langs de Prins Hendrikkade naar het Westen, op een grijzen dag; langs den wal hggen vaartuigen. D. 24,5 x 36,5, gem. boven rechts: /. Maris (geschilderd omstreeks 1874). Herkomst als No. 1519a. 1519g. Het houten bruggetje, geslagen over een vaartje, dat tusschen armoedige huisjes van een buitenwijk loopt. (Studie). M. 22 x 28, gem. onder links: J. Maris (geschilderd omstreeks 1878). Herkomst als No. 1519a. 1519h. De Schreijerstoren, gezien van ongeveer dezelfde plaats als bij No. 1519e. Impressie van opdrijvende zware witte wolken over dit stadsgedeelte. D. .27 x 35, gem. onder rechts: /. Maris (geschilderd omstreeks 1880). Herkomst als No. 1519a. 15191. Vaart bij maanlicht. Op den voorgrond rechts een brug, die leidt naar een huis, gelegen onder dicht geboomte. In den achtergrond weilanden tot aan een verschiet waar enkele lantaarnlichten D39 X «4,5 gem. onder rechts: J. Maris (geschüderd in 1882). Herkomst als No. 1519a. 1519k. Het oude huis, gedeeltelijk gezien op den voorgevel aan een gracht in een oud-hollandsch stadje. In het grachtje, dat overlangs gezien, den geheelen voorgrond inneemt, ligt een schuitje, waarop een man met een vrouw aan den waterkant staat te praten. Grijze namiddag. D. 46 x 32, gem. onder links: J. Mans (geschüderd in 1883). Herkomst als No. 1519a. 15191. Aankomst van de booten. Een man in een oliejas te paard gezeten, te midden van een aantal figuren op den voorgrond, allen uitziende naar de terugkeerende visschersvloot, die het strand nadert. D. 127 x 95, gem. onder links: J. Maris (geschilderd in 1884). Herkomst als No. 1519a. 1519m. Landschap met schuit. Een breede sloot tusschen de duinen, omzoomd met dicht struikgewas en knotwügen. Zomeravond met oplichtende wolkenlucht. P. 20 x 28, gem. onder links: /. Maris (geschüderd omstreeks 1886). Veiling Post. Herkomst als No. 1519a. 1519n. Schelpenvisschen. Boven een zee, gezien met lagen horizon, een hooge lucht, waarin de wolken zich tot zware witte koppen Rembrandt. hebben saamgepakt. Nabij het strand, in het water, staan twee met paarden bespannen karren en iets verder zijn twee mannen aan het visschen. D. 111,5 x 128, gem. onder rechts: J. Maris (geschilderd in 1885). Herkomst als No. 1519a. 1519o. Meisje aan de piano, gezien op den rug en ten voeten uit. (Schets). D- 5i,5 x 36. (Geschilderd omstreeks 1889). Herkomst als No. 1519a. 1519p. Zomer. In den uithoek van een vaart, waar een hofstede ligt tusschen zwaar geboomte, hebben mannen een schuit aan wal gelegd. De zware schaduwen in het landschap contrasteeren sterk met een hel lichtende avondlucht. D. 60 x 40,5, gem. onder rechts: J. Maris (geschüderd in 1889). Herkomst als No. 1519a. 1519q. Avondstrand. Een lucht met zware wolken even na zonsondergang, heeft de zee in de verte versomberd. De plassen op den voorgrond aan het gedeeltelijk ondergeloopen strand, weerkaatsen het schaarsche oranjeachtige licht. Op den tweeden grond een eenzame visscher en iets verder een schelpkar. D. 48,5 x 90,5, gem. onder links: J. Maris (geschüderd in 1890). Herkomst als No. 1519a. 1519r. Omstreken van den Haag. Een kleiweg in het verkort gezien en uitgaande van den voorgrond, met links een boerenwoning. Rechts, aan de overzijde van een vaartje, warmoezierstuinen; op den achtergrond een stadsbuurtje. Het middaghcht breekt door een bedekte lucht. D- 45 x 47,5, gem. onder rechts: J. Maris (geschüderd in 1891). Herkomst als No. 1519a. 1519s. Taaenad. uitloonend van Hen vnnrornnA v,. 35 X 32, gem. onder rechts: A. Mauve. Afkomst als vorig No. 15341. Visschersschepen aan het strand, onder een grauwe lucht. Vóór de schepen een donkere groep vrouwen. D. 37 X 50, gem. onder rechts: A. Mauve. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 1534m. Morgenrit langs het strand. Een dame en twee heeren te paard dalen het duin af; een eind vóór hen nog een ruiter. Zonnige middag. D. 45 X 70, gem. onder rechts: A. Mauve f. Bruikleen van den Heer en Mevr. J. C. J. Drucker—Fraser, 1927. 1534n. De Zandweg. Naast het wagenspoor loopt, op den rug gezien, een vrouwtje in het zwart met witte kap. D. 52 X 38, gem. onder rechts: A. Mauve. Geschenk van Mevrouw B. Hoyer—Wierdsma te Hilversum in 1933. MAY (Jan Willem), geb. Amsterdam 1798, gest. Hoorn 1826. Leerling van J. A. Daiwaille. 15341). Job Seaburne May, schout-bij-nacht; in een ovaal afgesloten borstbeeld, gewend naar links, het gelaat bijna recht van voren gezien. Een scheepswerf in 't verschiet. D. 61 X 51,5, gem. onder links: J. W. May f. 1823. Legaat van Jonkvr. H. M. C. baronesse Collot d'Escury, 's-Gravenhage 1910. 1534z. Mevrouw Anne May—Brander, echtgenoote van den voorgaande; in ovaal afgesloten borstbeeld, gewend naar rechts, bijna recht van voren gezien. D. 61 x 51,5, gem. onder rechts: J. W. May ƒ. 1823. Herkomst als vorig No. MEESTER der Amsterdamsche „Dood van Maria". Zie No. 342a, b. der Barbara-legende. Zie No. 342. der Barmhartigheden. Zie No.'s 45, 46, 46a, 48, 132—139. van Delft. Zie No. 774a. met den Papegaai, Zie No, 346e, van Rhenen. Zie No.'s 60, 2028a-c. van San-Miniato. Zie No. 2124. der Verkondiging te Aix, Zie No. 346c. der Virgo in ter Virgines. Zie No. 43. der Vorstenportretten, Zie No. 27a. der Vrouwelijke Halffiguren. Zie No. 346a, MELENDEZ (Luis), geb. Napels 1716, gest. Madrid 1780. Leerling van zijn vader Francesco Antonio en van Louis-Michel van Loo. 1538a. Stilleven; tusschen appelen en peren een wijnflesch, daarachter een hengselmand met brood en een servet. Op den achtergrond een vijftal borden en een kruik. D. 49,5 X 35,8. In bruikleen van den Heer P. Smidt van Gelder Jr., 1924. 1538b. Stilleven; om een wijnflesch liggen vijgen, een stuk kaas, brood en een mes. Daarachter een kurken tonnetje waaruit de hals van een kruik steekt. Tegenhanger van het vorige. D. 49,5 x 35,8. Gemerkt onder rechts op het plint: L. Mz. Herkomst als No. 1538a. MESDACH (Salomon), 1628 als deken ingeschreven in het St. Lucasgilde te Middelburg. 1540. Jacob Pergens, staande naast een tafel. Kniestuk. E. 96 x 70. In achtergrond links: AN° 1619. Legaat Jhr. 'Mr. Jacob de Witte van Citters, 1875. 1541. Anna Boudaen Courten (1559—1621), echtgenoote van den voorgaande. Staande naast een tafel. Kniestuk. E. 96 x 70. In achtergrond rechts: AN° 1619. Herkomst als No. 1540. 1542. Mansportret uit de familie Boudaen Courten. E. 105 x 73,5* In achtergrond rechts: A° 1620. Herkomst als No. 1540. 1544. Margarita Courten (1564—), echtgenoote van Matthias Boudaen en daarna van Jean de Money. E. 102,5 X 74- In achtergrond AN° 1625. Herkomst als No. 1540. 1545. Pieter Boudaen Courten (1594—1663). Bewindhebber der O. I. Compagnie te Middelburg. E. 105 X 74. In achtergrond links: AETATIS SVAE 25, A" 1619. Herkomst als No. 1540. 1546. Catharina Fourmenois (1598—1665), echtgenoote van den voorgaande. E. 104 x 73. In achtergrond rechts: AETATIS SVAE 21 A° 1619. Herkomst als No. 1540. MESDAG (Hendrik Willem), geb. Groningen 1831, gest. 's-Gravenhage 1915. Leerling van Buys en Egenberger te Groningen. Ging in 1866 naar Brussel, waar hij onder leiding van W. Roelofs en Alma Tadema werkte. Woonde sedert 1869 te 's-Gravenhage. E - L. 1548a. Pinken aan het strand. Op den voorgrond links in de nabijheid van een op het droge liggende pink, is veel visschersvolk, meest vrouwen, verzameld. Sommigen hebben manden met visch bij zich. Nabij de kust een vloot visschersvaartuigen, gereed om uit te zeilen. Er staat op de zee een sterke bries, bij een gedekte doch opklarende lucht. D. 90 x 181, gem. onder links: H. W. Mesdag. Verk. J. Wurfbain e. a., Amsterdam 1892. Legaat van Mejuffr. Anna Christina van Zegwaard, 's-Gravenhage 1913. 1549a. Strand. Verscheidene visschersvrouwen op het natte strand kijken uit naar vier Scheveningsche bommen die met neerhangende zeilen voor anker liggen. Kalme zee. D. 115,5 x 80, gem. onder rechts: H. W. Mesdag. In bruikleen van den Heer en Mevr. J. C. J. Drucker—Fraser, 1904. Geschonken 1909/10. 1549b. Vuurtoren in de branding, bij een donkere stormlucht (schets). M. 52 x 40, gem. onder rechts: H. W. M. Legaat J. B. Westerwoudt, 1907. 1549e. Strand, oploopend naar den' achtergrond waar visschersschuiten liggen, gedeeltelijk op het droge. Nabij den voorgrond eenige schelpenvisschers aan hun werk, terwijl hun karretjes met een paard bespannen in het water staan. Lichtende zee onder een opklarende ochtendlucht. M. 40 x 51, gem. onder rechts: H. W. Mesdag. Afkomst als vorig No. METSU (Gabriël), geb. Leiden 1629, gest. Amsterdam 1667. Waarschijnlijk leerling van Gerard Dou te Leiden. In 1648 lid van het St. Lucasgilde aldaar; sedert omstreeks 1657 werkzaam te Amsterdam. 1552a. De Wapensmid met zijn leerjongen, bezig bij de smidse het ijzer te smeden. . D. 101 x 85, gemerkt onder rechts: . • _ #_ Verk. J. R. Boelen e.a., Amsterdam 1856; Baron de CIJ^IiIm*) \ Beurnonville, Parijs 1881; Verz. C. von HoUitscher, l ^^'"^//1 Berlijn. Gekocht te Parijs met hulp van de Vereeniging / J Rembrandt, 1904. 1553. Het Ontbijt; een vrouw aan tafel gezeten houdt een glas in de eene. en een kannetje in de andere hand; meer naar achter zit een jonge man. D. op E. 35,5 x 29, gem. bovenaan: Verk. Mevr. Lormier, 's-Gravenhage 1763. Verz. van Heteren, 1809. 1554. De oude Drinker, gezeten bij een biervat; in de rechterhand houdt hij een pijp, in de linker een bierkan. E. 22 x 19,5. Verk. P. J. de Smeth, 1810, H. Croese, 1811 en Gerrit Muller, 1827, alle te Amsterdam. 1555. Oude Vrouw in Overdenking; zij heeft een groot boek op haar schoot en in de linkerhand houdt zij een bril. E. 27 X 23, gem. bovenaan: Een oude kopie bevindt zich in het Museum te Aix - en - Provence. Afkomstig van de familie Van der Feltz te Oosterbeek. Gekocht 1880. 1556. Het Geschenk van den Jager; aan een dame, gezeten in een deftig burgerlijk vertrek, wordt door een heer, die tegenover haar zit, een patrijs aangeboden; zijn hond is bij hem. een patrijs aangeboden; zijn hond is bij hem. y^v D. 51 x 48, gem. links op den muur: [^/ AAjjX^ Verk. Jhr. Goll. v. Franckenstein, Amsterdam 1833. / / Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. U 1556a. De Haringkoopvrouw. Een oude vrouw op krukken staande bij den ingang eener boerenwoning, betast een haring, haar door een jonge koopvrouw aangeboden. Figuren tot aan de knieën. E. 37 x 33, gem. op den muur links: Verk. G. Braamcamp, 1771; P. Locquet, 1783; P. de Smeth f~r./\„lr van Alphen, 1810; H. Croese, 1811, alle te Amsterdam; verz, LjlCfö/ f van Winter, Amsterdam, verz. Six. Aangekocht 1907/1908. 1557. Binnenhuis; een burgervrouw, gezeten in de keuken dicht bij de pomp, is bezig een haring te nuttigen; een kat wordt ook daarvan bedeeld. E. 33,5 x 27, gem. boven in het midden: (A * % A f) ff I I Verk. Jhr. Goll van Franckenstein, Amster- y . JvXxJl l ' dam 1833; verz. W. P. van Lennep, Amster- Q^/ dam. Legaat van Mevr. Messchert van Vollenhoven geb. van Lennep aan de Stad Amsterdam. In bruikleen van Amsterdam, 1892. 1557a. Het zieke kind. Bezorgd buigt de moeder zich over het kind, dat lusteloos op haar schoot zit. Tegen den muur een „Golgotha"! L>- 33,2 x 27,2, gem. boven de landkaart: G. Metsu. Verk. Goll van Franckenstein, Amsterdam 1833; Steengracht, Parijs 1913. Met behulp van particulieren en van de Ver. Rembrandt aangekocht op de verk. Huldschinsky, Berlijn 1928. METZELAAR (Coenraad), geb. Amsterdam 1846, gest. aldaar 1881. Leerhng van Kasparus Karsen en Petrus Franciscus Greive. Vestigde zich te Parijs. 1559a. Aan de Oise. Een boerenwoning staat op den hoogen boomrijken rivieroever waaronder een bootje, met een zeil overspannen. Zonnige middag. D. 45,5 x 27, gem. onder links: C. Metselaar i8yy. Legaat J. B. Westerwoudt 1907. MEULENER (Peeter), geb. Antwerpen 1602, gest. aldaar 1654. Waarschijnhjk leerhng van P. Snayers. 1563. Landschap met verscheidene personen, zoowel aanzienlijken als boeren; oorspronkelijk het deksel van een clavecimbel. E. 51 x 174, gem. onder links: sr* / /* Jt Gek. te Schoon- j°' jH E VL £ N £ R S / Ö 1" « hoven, 1883. MEYER (Jan de), geb. Rotterdam omstreeks 1681. Hoofdman van het St. Lucasgild aldaar in 1717, en als zoodanig nog genoemd in 1741. 1564. Mr. Dirck de Raet, Bewindvoerder der O. I. Compagnie en .Burgemeester van Rotterdam. D. O. 82 x 68, gem. rechts: C77) /fi/l C" X Afkomstig van het kantoor der O. I. Compagnie te Rotterdam. Zie hierover No. 2666. MEIJER (Hendrick de), werkzaam te Rotterdam tusschen 1641 en 1683. Beïnvloed door A. Cuyp. 1565. Het Overgaan van de stad Hulst, 5 Novem¬ ber 1645. E. 94 X 154.5. gem. als op een papier: Gekocht 1806. Nat. Museum, 's-Gravenhage, 1808. S 1566. Het Vertrek van Koning Karei H van Engeland uit Scheveningen, 2 Juni 1660. ^~ /*■ D. 52 x 75, gem. rechts: (ZH'Tfc G^fp +0fi-A Gekocht in 1803. NatMuseum Iv / ^"«^ M W^Ut J 's-Gravenhage 1808. - ^7 1567. De Uittocht der Spaansche Bezetting van Breda, 10 October 1637, na de overgave der Stad. E. 87 x 157. Verk. Alberdingk Thijm e.a. te Amsterdam, 1889. MEIJER (Jan Hendrik Louis), geb. Amsterdam 1809, gest. bij Utrecht 1866. Leerling van G. P. Westenberg en J. W. Pieneman. Behalve in Holland, werkzaam in Frankrijk en België; sedert 1855 te 's-Gravenhage. L—E. 1569. Storm in het Engelsche Kanaal. M. 65 x 88, gem. rechts in het water: Louis Meijer. Gekocht 1869. 1570. In volle Zee; op den voorgrond een zeilende tjalk, in het verschiet een driemaster. D. 83 x 115, gem. onder rechts: Louis Meijer 1839. Legaat Reinhard Baron van Lynden, 1899. 1571. Langs de Kust; op den achtergrond kustgebergte. M. 23,5 x 34, gem. onder rechts: L. Meijer. Legaat Reinhard Baron van Lynden, 1899. 1574. Vermeestering van Palembang door Luitenant-Generaal Baron de Koek, 14 Juni 1821. M. 75 X 98. Geschenk van de familie de Koek, 's-Gravenhage 1907. MIEREVELD (Michiel Jansz. van), geb. Delft 1567, gest. aldaar 1641. Leerling o.a. van Anthonie van Blockland te Utrecht. Sedert 1583 werkzaam te Delft. Was sedert 1625 tegekjkertijd ingeschreven in het St. Lucasgilde te 's-Gravenhage, waar hij werkte voor het Stadhouderlijk hof. 1579. Prins Willem I (1533—1584)- Kniestuk. D. 112,5 x 88,5, t j - - gem. in achter- \T(lCtem hlüUUt tiè firtnCLpcdC Comch grond rechts: •/- S~ r ^ i/t ^ *S- r*K hstgeenvertaald r^e QJcfscnor-, teC(tJVL. aJlUcTGVcTc . luidt: -/ Het gelaat van dezen maakte Af. van Miereveld naar het origineel van Cornelis de Visscher. « staat: 0J, ffZ^CC^ JZCtXCóV . hetgeen vertaald luidt: O Zeus laat hij u niet verborgen blijven die de oorzaak is van deze rampen. Uit het Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 1580. Philips Willem Prins van Oranje, (1554—1618), oudste zoon van Prins Willem I. Kniestuk. D. 122 x 106, gem. rechts op het voetstuk: M. MIEREVELD . Herkomst als No. 1579. 1581. Prins Maurits (1567—1625), in verguld harnas, ten voeten uit. E. 221,5 x 146, gem. onder Gek!' van C. J. Roos, 1800? iVl . jVilEREVEjtJJ . Herkomst als No. 1579. 1582. Prins Frederik Hendrik (1584—1647) in harnas, staande aan een tafel. Kniestuk. D. 113 x 88,5. Herkomst als No. 1579. 1583. Frederik V, Keurvorst van de Paltz, Koning van Bohemen (1596—1632). E. 24,5 x 18, met afgeschuinde hoeken. Verk. f Jii 'jt'/yf/P /S* /C* Lamberts, Amsterdam 1879. t^SZ-' ÖLLLAmS -OU, 1584. Jacob Cats (1577—1660), Raadpen- f j A sionaris en Dichter. E. 68,5 x 59,5, gem. in achtergrond links: ,f Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. Mttrir 1614. Heer en Dame; een deftige dame, gezeten in een rijke omgeving, wordt toegesproken door een heer die achter haar staat. E. 36 x 30, gem. boven rechts: Verz. Verstolk van Soelen, 's-Gravenhage. Door Van der Hoop gekocht van A. Brond¬ geest, 1834. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1615. De Briefwisseling; een rijk gekleede dame zit aan een tafel te schrijven; een bediende staat bij haar en een langharig hondje ligt op een gem45 £5 cfiiari jf(iwi/€C!iAnw Jlfèo boven: Achterop staat: Syrack 18 : 30. Verkoopingen: D. Grenier, Middelburg 1712; C. Reijgersbergen van Cauwerven, Leiden 1765; G. Braamcamp, Amsterdam 1771; Randon de Boisset, Parijs 1787; Destouches, Parijs 1794 en G. van der Pot, Rotterdam 1808. MIERIS (Jan van) geb. Leiden 1660, gest. Rome 1690. Leerhng van zijn vader Frans van Mieris den Oude en waarschijnlijk van Gerard de Lairesse. Werkte de laatste jaren van zijn leven in Italië. 1615a. Portret van een Jongeling, uitkomende tegen een achtergrond van gebladerte. E. ov. 14,3 X 10,7, gem. van achteren: Gekocht te Berlijn, 1903. MIERIS (Willem van), geb. Leiden 1662, gest. aldaar 1747. Leerhng van zijn vader Frans van Mieris den Oude, dien hij vaak copieerde. E. 1616. Diana en Mirtillo (uit Guarini's „II Pastor fido"). MirtUlo knielt voor Diana, die hem bekranst. E. 59 x 69,5, gem. op een rotsblok rechts: Gekocht te Londen, 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1617. Een Hoenderkoopman, achter een steenen toog waaronder een basreliëf; een meisje koopt dood wild van hem. E. 39 x 32,5, gem. in / den rechter bovenhoek: ryj ycw,/C//Ut^t3 <~?t Anno J733 Kabinet v. Heteren, 1809. V> ( MIERIS (Willem van) en SLINGELAND (Pieter van), zie No. 2205. MIERIS DE JONGE (Frans van), geb. Leiden 1689, gest. aldaar 1763. Leerhng van zijn vader Willem van Mieris. Tevens penning- en oudheidkundige. E. 1618. Apotheek; gezien door een steenen toog, biedt eene vrouw'den apotheker in zijn winkel een recept aan. E. 39.5 X 33,5. .m liakerbeneden^ '^'V. l4 hoek: r tl Verk. D. Teixeira Jr., 's-Gravenhage 1832. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1619. Kruidenierswinkel; achter een toog, waaronder een bas-rehef, is de winkelierster aan het rozijnen afwegen voor een knaapje, door een oudje vergezeld. ^ / / E. 39 X 33,5, gem. boven rechts: ffT «Jt ft/l ' Verk. D. Teixeira Jr., 's-Graven- * " ' *Jf ISlGf" 1$, hage 1832. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. (3"efA°/7l5 MIGNON (Abraham), geb. Frankfort a.M. 1640, gest. Utrecht 1679. Leerhng van Jacob MarreUus te Frankfort en van Jan Davidsz. de Heem te Utrecht, waar hij in 1669 in het St. Lucasgilde werd opgenomen. Sedert 1676 werkzaam te Frankfort en te Wetzlar. 1621. Stilleven; op een tafel een zilveren bord met een half geschilden citroen en een stuk granaatappel; daarbij witte en blauwe druiven, een gekookte kreeft, een roemer en een gouden sf A J beker; links een venster. _s^~Kr\ I l/J D. 78 x 67, gem. links boven /*V>/J> JJl I ~ s\ >v» O onder het venster. Verk. *—' 0A~ZQ7?Qf)f\ JLn Gildemeester, Amst.1800 en ^""""yf Cl "t^, G. v. d. Pot, Rotterdam 1808. C**S £y 1624. Bloemen; een ruiker van rozen, papavers, anemonen en irissen in een metalen kan; . * daarnaast een gouden /7 //I horloge- /7 ////. P. D. 75x60, gem. onderrechts: C^/*j O/li LCtTt-OH ' \ Kabinet van Gelder, 's-Her- > / U togenbosch. Verkooping Smit /C/ en Noordwijk, 1827. Kabinet J. Rombouts, 1850. Legaat L. Dupper Wz., 1870. 1625. Vruchten; op een marmeren tafel, gedeeltelijk bedekt met een groen kleed, een porceleinen schotel met druiven en ander ooft; daarbij een roemer Rijn- * /i j schen wijn en een gou- /I II/I i?^^, gem. ouder (£/*t qJ ' llm) 0 H • A, Gekocht van A. Brondgeest, (✓ 1836. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1625a. Stilleven. Op een steenen tafel een zilveren bord met oesters; daarbij onder ander fruit een granaatappel, verder een yf^>A A » porceleinen kom, een omge- fl \\/\ keerde roemer, en op een —/Lht I A I ' n m nn houten doos, druiven. QLst3> o 1? E. 38,5 x 29, gem. onder links: ' Werd vroeger aan Willem Pietersz. Buytewech toegeschreven. Aangekocht veiling Fr. Muller & Cie door tusschenkomst der Vereeniging Rembrandt, 1904. MONOGRAMMIST H. V. B.: Hendrik van den Burgh. Voor de levensbeschrijving, zie bh. 67. 1648c. Een promotie aan de Universiteit van Leiden, omstreeks 1650. Voorafgegaan door den pedel komt de jonge doctor tusschen twee professoren uit de poort van het Universiteitsgebouw. Op den voorgrond verschillende toeschouwers. D. 71,5 x 59, gem. in het midden op de borstwering: Gekocht te Voorhout 1915. Werd op de verk. P. van Romondt in 1835 verkocht als Joh. Vermeer. XVIIIe Beuw. 1651a. Gezicht op de Houtmarkt te Amsterdam, met rechts de Portugeesche, links de Hoogduitsche Synagoge. E. 39 x 51, gem. op een ton: 1 ff Een dergelijk gezicht, eenige jaren vroeger geschilderd, ^ is onder No. i335aa tentoongesteld. (Keun?) Legaat R. Th. Baron van Pallandt van Eerde, 1915. MONTAGNA (Bartolomeo), geb. Orzinuovi bij Brescia omstr. 1450, gest. Vicenza 1523. Waarschijnlijk leerhng van Alvise Vivarini; ontwikkelde zich onder invloed van de Venetiaansche school, in het bijzonder van Giovanni Bellini. Werkte te Venetië en korten tijd in Bassano, Padua en Verona. 1653a. Madonna met Kind; de moeder-maagd, ten halve hjve en recht van voren gezien, houdt het Kind, dat voor haar gezeten is, op een borstwering met de rechterhand omvat; in de linkerhand heeft zij een gebedenboek. Jezus speelt met een vogeltje. E. 64 x 48,5, gem. op de borstwering: )MRTÜU)MEVj*MON TAöN^ P- t>'ï\ -CU,» Een herhaling van dit schilderij, 1503 gedateerd, bevindt zich in het Museum te Modena. Bruikleen N. N., 1915. MONTICELLI (Adolphe), geb. Marseille 1824, gest. aldaar 1886. Leerling van Raymond Aubert te Marseille. Te Parijs onder invloed van Delacroix en Diaz. In 1870 weer terug te Marseille. 1654. Jezus als Kindervriend; Jezus, vergezeld van zijn discipelen, laat de kinderen, door hun moeders geleid, tot zich komen. M. 29,5 X 71,5, gem. onder links: Monticelli. Geschenk van Mevr. de douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. 1654a. Voorgebergte, uitstekend in het wijde watervlak van een kalme zee, bij sterken zonneschijn. E. 46 x 62, gem. onder rechts: Monticelli. Schenking Hoogendijk, 1912. 1654b. Feestvierend gezelschap buiten; vrouwelijke gecostumeerde figuren in een boschomgeving. M. 45,5 x 66,5, gem. onder links: Monticelli. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. 1654c. Landschap met bloeienden boomgaard. Op den weg een vrouw met kind. Notenhout 44,2 x 68,8, gem. onder rechts: A. Monticelli. Legaat van Mevr. J. B. A. M. Westerwoudt geb. A. M. L. Klinger, Haarlem 1929. MOOR (Karei de), geb. Leiden 1656, gest. Warmond 1738. Leerlingvan Gerard Dou en van Frans van Mieris te Leiden, van Abr. van den Tempel te Amsterdam en van Godfr. Schalcken te Dordrecht. e-zk. 1655. De Schilder zelf. .—y. j E. O. 21,5 x 17, gem. boven links: f sySfK. 0~0^f* Legaat D. Franken Dz., 1898. 1656. De Hengelaar; een jonge man zit te visschen; een jong meisje en een jonkman naast haar, zien toe. D. 62 X 75, gem. onder y| Kabinet van Heteren, (/ C(S7~. L//^Cv£?Z7"7 1809. MOREELSE (Paulus), geb. Utrecht 1571, gest. aldaar 1638. Leerling van Mich. Jansz. van Miereveld te Delft. Bezocht waarschijnlijk Italië. Werkzaam te Utrecht, ook als architect. 1657. De Schilder zelf. Borstbeeld. E. 52 x 47. Hetzelfde portret, meer volledig, in de Musea te 's-Gravenhage en te Hannover. Geschenk van Dr. A. Bredius, 1887. 1658. Corporaalschap van kapitein Jacob Hoynck en luitenant Nanning Cloeck, 1616; 14 figuren, gesplitst in twee groepen, waarvan negen, tot aan de knieën gezien, vóór, de andere achter een balustrade links: S Afkomstig uit den Kloveniersdoelen. In bruikleen van Amsterdam, 1899. 1659. Maria van Utrecht, £Tl S~ £ Q s *J (1553—1629), echtge- ^4Ltcc>. oXc An JoJ? noote van Mr. Johan / van Oldenbarneveldt. f~7)f f E. 110 x 81, gem. op een * 7y \ /) ^ // pilaster links: v—SfWy/v Gekocht 1803. Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 1660. Het „Prinsesje"; portret van een ongeveer zevenjarig meisje; zij is rijk gekleed en streelt met de rechterhand een wit en bruin gevlekt hondje. D. 79 x 62,5. Verk. Hilleveld, 1865. Ijt) 1661. De Schoone Herderin; haar gele kleed laat j/fsl den boezem ontbloot en het in krullen neer- T vallende haar is met rozen en bladeren versierd. —. D. 82 x 66, gem. boven rechts: / V -? Verk. Ocke, Leiden 1817. ^—' 1662. Anthonie van Utenhove (—1625), Kolonel, Gouverneur van Oostende, Emmerik, Doesburg en Zutphen. /*T\/i 1 E. 30 x 24,5, gem. in den rechter bovenhoek: ^ l\/l I Het opschrift luidt: Coronel Wyten Hoghe 1619. I ' \ I Afkomstig van het huis Honselaarsdijk. Zie No. 185. / Uit het Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. / 6 / 9 1663. Ursula van Solms (1594—1657), Gemalin s van Christoph, burggraaf van Dohna. (Toegeschreven). D. 123 x 107. Uit het Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 1664. Zeven Portretjes, vermoedelijk voorstellende zekeren Hartley (een Engelschman in Dordrecht woonachtig), zijne vrouw en vijf nog jonge kinderen. (Toeschrijving). K. O. elk 15 x 12. Legaat van den Heer D. Franken Dzn., 1898, van wien de toeschrijving is. 1665. Frederik V (1596—1632), Keurvorst van de Palts. (Toegeschreven). Koper 4,5 x 3,8, aan de achterzijde staat: Frederik Koning van Bohemen, overleden A° 1632 geschilderd door P. Moreelse. Uit het Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. MORITZ (Louis), geb. 's-Gravenhage 1773, gest. Amsterdam 1850. Leerhng van Dirk van der Aa te 's-Gravenhage. E. 1669. Legerplaats van Kozakken in 1813. D. 68 x 84,5, gem. midden op den voorgrond: L. Moritz. Uit het Paviljoen Welgelegen te Haarlem, 1885. 1671a. Hendrik Arend van den Brink (1783—1852), staande naast zijn vrouw Lucretia Johanna van de Poll (1790—1850). Zie ook No. 2700b. D. 104 X 84. Legaat Mej. M. E. van den Brink te Velp, 1905. MORO (Antonio), geb. Utrecht 1512, gest. Antwerpen kort vóór 1576. Leerhng van Jan van Scorel. Hij was ingeschreven te Utrecht als lid van het St. Lucasgilde in 1547. Daarna reisde hij naar Italië. Later kwam hij in dienst van Karei V en van Philips II. Zie ook No. 1919a. 1673a. Philips van Montmorency, Graaf van Hoorn (1518—1568). In rijk harnas en gewend naar rechts. Zijn helm op een tafel met een rood kleed gedekt. Kniestuk. (Copie naar Antonio Moro). E. 108,5 x 78. Gejaarmerkt: 1562. Gekocht van Fr. Muller & Co., Amsterdam 1913. 1673b. Sir Thomas Gresham (1519—1579). koopman en financieel agent der Engelsche kroon in de Nederlanden, stichter van de Londensche Beurs en van Gresham College. Naar rechts gewend en gezeten in een leunstoel. Kniestuk. E. 90 x 75,5. Verz. Sir Robert Walpole, Strawberry HUI; in 1779 door Catharina II voor de Hermitage te St. Petersburg aangekocht. Verworven met steun der Vereeniging Rembrandt, 1931- 1673c. Lady Gresham (Anne Ferneley), echtgenoote van Sir Thomas Gresham. Naar links gewend en gezeten in een leunstoel. Kniestuk. Van hout op doek overgebracht, 88 x 75,5. Herkomst als vorig No. MORONI (Giambattista), geb. Albino bij Bergamo 1525, gest. Bergamo 1578. Leerling van Moretto te Brescia. Werkzaam te Bergamo. 1673d. Portret van een jonge vrouw, staande tegen een groenachtig grijzen achtergrond; gekleed in een kostuum van helderrood atlas, dat zijden, met zwarte guipure versierde mouwen vrijlaat. Zij houdt een zwarten waaier in de linkerhand en is getooid met een overvloed van juweelen. D. 73,5 x 65. Afkomstig uit het Augusteum te Oldenburg, waarvoor aangekocht in 1804 uit de verz. van den schilder J. H. Tischbein, daarvóór verz. Duca del Grasso en Perelli te Napels. Verworven met steun der Vereeniging Rembrandt, 1925. MOSTAERT (Jan), geb. Haarlem omstreeks 1475, gest. aldaar 1555 of 1556. Leerling van Jacob Wülemsz. Hofschilder van de Landvoogdes Margaretha van Oostenrijk. Zie ook No. 145. 1674. De Aanbidding der Drie Koningen; Maria met het kind op den schoot en twee Wijzen naast haar geknield; achter hen een poort, voor de helft gezien; nog meer naar achteren de negerkoning, en in het heuvelachtig landschap op den achtergrond het gevolg der koningen. E. 49 X 35. Verk. Isendoorn a Blois, Amsterdam 1879. 1675. Drieluik, waarvan alleen de zijpaneelen zijn tentoongesteld. Miaaentatereel: De teraardelegging van Christus. Het lijk, met het hoofd rustende ih den schoot zijner geknielde moeder en liggende op een wit laken, is omringd van de heilige vrouwen, en van Johannes, Nicodemus en Joseph van Arimathea. In den achtergrond een berglandschap met gebouwen en het kruis. Linkerdeur binnenzijde: de schenker geknield en Petrus achter hem. Rechterdeur binnenzijde: zijne echtgenoote met Paulus achterhaar. Linkerdeur buitenzijde: het wapen van de familie Speyart van Woerden. Rechterdeur buitenzijde: nevenstaand wapen, zijnde links (heraldisch rechts) dat van Speyart van Woerden, rechts dat zijner vrouw. Onder de wapens staat: ANNO 1577. Waarschijnlijk zijn de wapens en jaartallen later aangebracht. E. rniddenpaneel 72,5 x 57,5; zijpaneel elk 72,5 x 21,5. Het middentafereel, dat zich in het depót bevindt, is een eenigszins gewijzigde copie naar het schilderij in het Museum te Weenen, dat Geertgen tot St. Jans voor de Sint Jansheeren te Haarlem schilderde. Gek. veiling Fiévez, Brussel 1903. MOUCHERON (Frederik de), geb. Emden 1633, gest. Amsterdam 1686. Leerling van Jan Asselyn te Amsterdam; ging in 1655 voor drie jaar naar Parijs en Italië. Werkzaam te Amsterdam. 1678. Italiaansch Landschap; op den voorgrond een trap die naar een natuurlijk gevormd terras voert; in de laagte zijn eenige rustende jagers met honden. Figuren van Adr. v. d. Velde. /") D. 39,5 x 32,5, gem. onder links: j\4 fUomTl Verkoopingen Joan van der Marck, Amster- ««é> ft/VVAJ».***' «*• dam 1773 en Mevr. Boreel, Amsterdam 1814. MOUCHERON (Isaac de), geb. Amsterdam 1670, gest. aldaar 1744. Leerling van zijn vader Frederik. Ging in 1694 naar Italië, waar hij tot ongeveer 1697 bleef. Vestigde zich daarna te Amsterdam. 1680. Een Park met Vijver en Fontein. D. 130 X 160, gem. onder links: Hing vroeger in den koepel van den Hortus Botanicus te Amsterdam. In bruikleen van Amsterdam, 1885. MULIER de OUDE (Pieter), geb. Haarlem tegen 1615 (?), gest. aldaar 1670. Reeds vóór 1640 in het Haarlemsche gilde vermeld. Waarschijnhjk leerhng van Salomon van Ruysdael. Hij was de vader van den in 1637 geboren Pieter Muiier den Jonge, bijgenaamd Tempesta. 1684a. De Bries. Visschersboot zeilende vóór den wind. Buiig weder. E. 38,5 x 60, gem. op het zwaard van de schuit: Gekocht veiling Fr. Muller & Co., Amsterdam, April 1908. MURILLO (Bartolomé Esteban), ged. Sevilla 1 Jan. 1618, gest. aldaar 1682. Leerling van Juan del Castillo. Werkzaam te Sevilla. e. 1688. De Verkondiging aan Maria. De Engel, met een palmtak in de hand, knielt voor de H. Maagd; in de lucht vele engeltjes. D. 98 x 100. In het hospitaal La Caridad te Sevilla een herhaling en in het Paleis Barberini te Rome een oude copie. Gekocht door Koning Willem I te Parijs in 1823. MUSSCHER (Michiel van), geb. Rotterdam 1645, gest. Amsterdam 1705. Leerling o.m. van Abr. van den Tempel (1661) en G. Metsu (1665) te Amsterdam en van Adriaen van Ostade te Haarlem. Omstreeks 1668 werkzaam te Rotterdam, daarna te Amsterdam (1688). zk - e. 1689a. Portret van een scheepsbevelhebber of reeder, gewend naar rechts, gezien tot aan de knieën, leunende / j% —) met den linkerarm /^/f^'*'*~^> J/f *~>./ // {_J j op een borstwering. UvLl2>:- 57 X 49. gem. links op het tafelkleed: nWriiiel u rrtaj-fthfr- pinirt. utt5so Geschenk van Jhr. C. Dedel aan het Kon. Oudh. Genootschap. In bruikleen van het Genootschap, 1889. 1691. Henrick Bicker (1649—1718), Burgemeester van Amsterdam. D. 57,5 x 51, gem. onder links: Legaat Bicker, 1881. In bruikleen van Amsterdam, 1881. 1692. Maria Schaep, ./ »f) s-j (1658-1725), echt- eT/f/f //t/7 f/ genoote van den J/flf / y,' JjftujAC V&T. voorgaande. /A onde/recht/: ' 8 ^/^^ ' ——^~ A \Z° f Q Herkomst als No. ^ J J fly( • ttT^"^' 1 0 ÓjL 1693. Johan Maurits van Nassau (1604—1697), Gouverneur van Brazilië.' K. 16,5 x 14. Verk. Jer. de Vries, Amsterdam 1853 en Amsterdam, 17 April 1894? Gekocht van Fr. Muller & Co., Amsterdam 1896. 1693a. .Thomas Hees, geb. 1635. Resident en Commissaris der StatenGeneraal bij de regeeringen te Algiers, Tunis en Tripolis, vergezeld van zijn beide neven en een bediende. D. 76 x 63, gem. op den rand van het tafelkleed: Michielv. Musscher Pinxit Anno MDCLXXXVII. Geschenk van Jhr. J. H. en Jhr. W. Hora Siccama aan het Kon. Kabinet van Schilderijen (Mauritshuis), 's-Gravenhage 1914. Cat. No. 748. In bruikleen 1932. MUYS (Nicolaes), geb. Rotterdam 1740, gest. aldaar 1808. Leerling van zijn vader Willem Muys en van Aert Schouman. Omstreeks 1762 werkzaam te 's-Gravenhage, daarna te Rotterdam. E. 1694. Robbert Muys en rijn echtgenoote Maria Nozeman. Robbert Muys (1742—1825) was plaatsnijder en broeder van den schilder. E. 62 x 47, gem. onder links: _ _ * en A° MDCCLXXVII. Verk. Baro- |\J • f&f f J, \FO I nesse Taets van Amerongen van J M • JL JL «ÜJ ■ * Natewisch geb. Hodshon, Amster- dam 1892. MIJN (Frans van der), geb. Dusseldorp 1719, gest. Londen 1783. Zoon en leerling van Herman van der Mijn. Werkzaam te Amsterdam, 's-Gravenhage en Londen. 1696. Damesportret; te halven hjve. D. 85 x 69, gem. links onder: F. van der Mijn 1748. Geschenk van Mevr. de Wed. Prof. Domela-Nieuwenhuys—Meyer aan het Kon. Oudh. Genootschap, van hetwelk in bruikleen, 1902. 1696a. Adrianus Swalmius (1689—1747). Raad en Pensionaris van Schiedam en Hoofdparticipant -bewindhebber van de West-Indische Compagnie ter kamer op de Maze, staande ten voe- ^mm* & ten uit in een vertrek met £7 At * ~"\ n/l" een neger achter zich. Door f* . ytX/fl J'lII fl een geopend venster een gezicht op 't fort Elmina. D. 210 x 154,5, gem. onder y f £j y rechts: ' ' ^* Verk Kuinders e.a., Amsterdam 1899. Aangekocht met den tegenhanger van Fr. Muller & Co., Amsterdam 1907. 1696b. Agatha Amelia Cocquius, echtgenoot van Mr. Adrianus Swal- mius. Zij is gezeten aan een tafel in een deftig vertrek en is bezig een kopje thee te drinken. D. 210 x 154,3, gem. onder links: Herkomst zie vorig No. 1696c. George van der Mijn (1723—1763), kunstschilder (zie hier onder). Alleen het hoofd, recht van voren gezien. D. ov. 34,5 x 29. Van achteren op een papier staat: Het Portrait van George van der Mijn. Geschilderd door Frans van der Mijn. — Dit afgeschreven door mij C. Kramm. Gek. verk. A. J. Nijland bij R. W. P. de Vries, Amsterdam 1909. 1697. Maria Henriëtte van de Poll (1707—1787), echtgenoote van Mr. Willem Sautijn. (Toegeschreven). D. 82 x 65. Geschenk van Jhr. J. R. S. van de Poll. 1697a. Prins Willem IV (1711—I75I), Erfstadhouder van de Vereenigde Nederlanden. (Toegeschreven). D. 82,5 x 70,5. Uit het Mauritshuis (?). MIJN (Georges van der), geb. Londen 1723, gest. Amsterdam 1763. Leerling van zijn vader Herman van der Mijn te Londen. Vestigde zich 1741 te Amsterdam. 1698. Pieter Cornelis Hasselaer met zijn gezin. Mr. P. C. Hasselaer (1720—1797) is o.m. Ordinaris Raad van Indië, Admiraal der Retourvloot (1772) en Burgemeester van Amsterdam geweest. Zeven personen ten -v ~. • , STx2U.i fyctmdtyrMijv.1763. op een stoel: \mA ' S/ Gekocht te Amsterdam, / CS 1887. u 1698a. Louis Metayer Phz., kunstverzamelaar te Amsterdam. D. 63,5 X 49, gemerkt links: Legaat Jean Bernard van IJssel- / dijk, 1904. 1698b. Antoinette Metayer, zuster van den voorgaande. D. 63 x 49, gemerkt rechts: G. Van de.... Herkomst als No. 1698a. MYTENS (Jan), geb. 's-Gravenhage omstreeks 1614, gest. aldaar 1670. Waarschijnhjk leerling van zijn oom Daniël Mytens den Oude. 1699. D. 134 x 105, gem. onder links: A" 1668 en: (L^S Daniël Mytens den Oude. ji ji Nationaal Museum 's-Gravenhage, J\nüte*is 7: 1701. Johan van Beaumont, Kolonel der HoU. gardes en Commandeur van aen tinei. D. 109 x 91, gem. op de balustrade rechts: Aet: 52 A" 1661 en: Afkomstig van het huis Ilpenstein. ™ii»iciutim, 3 jyecenmer 1072. t Gekocht in 1881 met volgend No. 1702. Maria de Witte Francoisdr., echtgenoote van den voorgaande. D. 110 x 90, gem. op boomstam rechts • boven: Aet: 45 A' 1661 en: A A w n-lr* klO ï"* Afkomst als vorig No. «/"VI I 1 -LlVfc). Jr « 1703. Jacob en Rachel; tegen een fontein Jacob in knielende houding voor Rachel, die van twee honden vergezeld, hem genaderd is. (De voorgestelden zijn portretten). D. 112 x 143,5, gem. onder rechts: Legaat van Mej. C. J. Amiabel, 's-Gravenhage 1900. 1703a. Mr. Jacob de Witte, Heer van Haamstede (1628—1679). Kniestuk naar rechts gewend. Hij leunt tegen een boom en houdt zijn linkerhand op den kop van een hazewind. D. 113 x 91, gem. boven links: J. A. Mijtens (ineen) A° 1660. Afkomstig uit het kasteel Haamstede (Schouwen). Door Mej. M. Muilman in 1853 geschonken aan Van der Hoop. Na diens dood gebleven op h. Spaarnberg te Santpoort. Geschenk uit de nalatenschap van Mevr. de Wed. J. R. Wüste, geb. Baronesse von Gotsch te Santpoort, 1924. 1703b. Jacoba van Orliens (1643 —1691), echtgenoote van den voorgaande. Kniestuk naar links gewend, tegen een rotsachtig landschap. Zij strekt haar linkerhand uit naar een bloeiende wilderozenstruik. D. 113 x 91, gem. onderrechts: J. A. Mijtens (ineen) F. Herkomst als No. 1703a. 1704. Krijgsoverste, in harnas, met een landschap tot achtergrond. D. 109 x 88. Uit het Mauritshuis, 1885. NACHENIUS (Jacob Jan), geb. 's-Gravenhage 1712, gest. in Nederlandsch-Indië. Leerling van Matth. Terwesten. Sedert 1741 te Amsterdam. 1706. Mr. Johan Willem Parker (1721—1780). D 42 x 36, gem. op een gordijn: J. J. Nachenius Fecit 1746. Behoort tot de verzameling De Ruyter. Gekocht in 1895. 1707. Jacoba Maria van Bueren, echtgenoote van den voorgaande. D. 41 X 36, gem. op een gordijn: J. J. Nachenius fecit 1746. Herkomst als No. 1706. NECK (Johan van), geb. Naarden 1635 of 1636, gest. Amsterdam 1714. Leerling van Jacob Backer te Amsterdam. Van omstreeks 1687 tot 1692 werkzaam te Enkhuizen. 1714. Cornelis Jacobsz. de Boer (—1673). Kapitein-ter-zee, gest. aan de wonden bekomen in den slag bij Schooneveld. D. 114,5 x 87,5, gem. onder rechts: Afgestaan door het Gemeentebestuur van Enkhuizen, 1902. NEEFFS DE OUDE (Pieter), geb. Antwerpen omstreeks 1578, gest. aldaar tusschen 1657 en 1661. Waarscmjnhjk leerling van Hendrick Steenwyck den Oude. 1715. De Predikheerenkerk te Antwerpen, van binnen gezien; in het middenschip beweegt zich een processie. . M E. 68 x 105,5, gem. op kolom rechts: r < PEET E R. Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. I.6.J.O. NETS. 1716. Een Kerk bij kaarslicht; een vijfhoekig Gothisch koor gezien uit het middenschip; verschillende figuren waaronder PETRVS enkele fakkeldragers. M. 49 x 81, gem. op den laatsten pijler rechts: "*• Herkomst als No. 1715. 1 6 3 C NEER (Aert van der), geb. Amsterdam 1603 of 1604, gest. aldaar 1677. Onderging te Gorcum den invloed der gebroeders Camphuysen. Reeds omstreeks 1630 woonachtig te Amsterdam, waar hij ook een herberg dreef (1658—1662). 1718. Landschap; een eenigszins heuvelachtige streek; op den tweeden grond, bij enkele boomen, een uitspanning. E. 30,5 x 43, gem. in het midden onderaan: . V OW. _/ef N. ,£} S Afkomstig van de verz. Gysbert de Clercq, 1899. Overgenomen van de Vereeniging Rembrandt, 1901. 1719. Winterlandschap; een bevroren rivier nabij de wallen van een stad; op het ijs drie paren zich vermakende met kolven en verderop nog enkele andere figuren. "vA/lyiT E. 53 x 67, gem. rechts beneden: Jwv4Jtt Verk. Mevr. Boreel, Amsterdam 1814. 1720. Riviergezicht bij winter; op het ijs van een breede rivier talrijke figuren, waaronder schaatsenrijders en kolfspelers; op den voorgrond rer.hts enkpip hnnmoti' noc- Vip<- n.r.^i.t' li„l,„ staa. D. 64 X 79, gem. op een boomstam links: Verz. Edward Gray, Harringhay. Gekocht van A. Brondgeest, 1839. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1721. Landschap; tusschen hooge boomen een stil water; rechts een kerk; op den voorgrond een jager. E. 38 x 58,5, gem. rechts beneden. Van boven is een strook VjC FSJ van 6,5 cm. aangezet. Gekocht van John Smith, Londen 1833. A/\ Jif» Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1721a. Maneschijn. De maan breekt door de wolken en beschijnt een vaart met begroeide .boorden. Eenige huizen en een kerktoren. E. 31 x 43, gem. in 't midden met monogram: Verzamelingen Baron de Beurnonville en Rothan(?). )v\f\J Gekocht te Brussel, 1904. NEER (Eglon Hendrik van der), geb. Amsterdam 1634, gest. Düssel. dorf 1703, waar hij hofschilder van den keurvorst van de Palts was. Leerling van zijn vader Aert van der Neer en van Jacob van Loo. Na een driejarig verblijf te Orange woonde hij te Rotterdam, Amsterdam, 's-Gravenhage en Brussel. Sinds 1690 te Düsseldorf. 1722. De jonge Tobias met den Engel. Het bergachtige landschap in den stijl van (Cu o Q/* f Adam Elsheimer. , J E. 16,5 x 24, gem. rechts op een rots: Oyw Kabinet van Heteren, 1809. NELLIUS (Martinus), gest. na 1706; in 1674 werkzaam te Leiden, van 1676—1680 te 's-Gravenhage. 1723. Vruchten; peren, mispels en een y*""? glas op een plint. f i/^/y^*^ E. 41,5 x 34,5, gem. onder links: f 's\\&J~-£ttt*S I C\ Afkomstig uit Groningen. V J /-^wy J Verkooping Meffre, Parijs 1863. ■ — Legaat D. Franken Dz., 1898. NETSCHER (Caspar), geb. Heidelberg 1639, gest. 's-Gravenhage 1684. Kwam al zeer jong naar Holland, werd te Arnhem leerhng van Hendrick Coster en omstreeks 1654 te Deventer van Gerard ter Borch. In 1659 vertoeft hij te Bordeaux; sedert 1662 woont hij te 's-Gravenhage. ZK. 1723a. Portret van den schilder, zittend in zijden kamerjapon met palet in de linker en een rol in de rechterhand, gewend naar rechts, de rechterarm steunend op een piëdestal, waarop een beeldje. E. 28 x 22. Legaat Mevr. de Wed. J. A. H. Netscher, geb. Jonkvr. Cornets de Groot, 's-Gravenhage 1913. 1723c. Theodoor Netscher (1661—1732), schilder. Oudste zoon van Caspar. Borstbeeld; het hoofd naar links gewend. D. 47 x 38,5. Herkomst als No. 1723a. 1723d. Twee kinderen van Caspar Netscher; het knaapje, waarschijnhjk de schilder Constantijn, legt zijn rechterhand op den rechterschouder van zijn zusje; beiden tot aan de schouders gezien. D. 36 x 45,5. Herkomst als No. 1723a. 1724. Moederzorg; een rijkgekleede dame, zittend in een slaapkamer, maakt het toilet van een aan haar schoot geknield knaapje. pHR E. 44,5 x 38, gem. onder rechts: Kabinet van Heteren, 1809. 1724a. De stroo-snijder, met een rood wambuis aan, staat in een schuur aan een kapbank stroo te snijden. Achter hem een knecht met een bos stroo onder den arm. (Toeschrijving). E. 29 x 24,5. Afwisselend aan Paulus en daarna aan Pieter Potter toegeschreven. De overeenkomst met een door Casp. Netscher vervaardigd schilderij in de verz. Johnson te Philadelphia is aanleiding tot de veranderde toeschrijving. Geschenk van Baron van Spaen van Biljoen 1808, als door Paulus Potter. 1725. Lady Philippina Staunton, echtgenoote van Roelof van Arkel, Heer van Burgst. Ten voeten uit. D. 86,5 X 68,5, gem. onder links: i r SJüfchc'r pc i£é>8 In bruikleen van de Familie van Weede-Stichting te Utrecht, 1897. 1726. Constantyn Huygens, Heer van Zuylichem (1596—1687), Secretaris van Frederik Hendrik, Willem II en Willem III. Bekend dichter. In ovaal geschilderd. E. 27 X 23, gem. onder- Gek. door Koning Willem I, - v ^ »uf P » 1825. 1727. Mr. Coenraad van Beuningen (1622—1693). Burgemeester van Amsterdam en bekend staatsman en diplomaat. D. 48 X 39,5, gem. in achtergrond rechts: Verz. Prof. Kemper, Leiden, verkocht 1833. VerZ\ Van der Hoop. In bruikleen f v / 5 van Amsterdam, 1885. / 1728. Helena Catharina de Witte, echtgenoote van Iman Mogge, Heer van Haemstede. Kniestuk. D. 49 x 40, gem. onder links: Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. 1729. Mansportret, waarschijnlijk voorstellende een lid van de familie van Citters. „ D. 49 x 39, gem. onder links: /JC T /Li Een repüek uit 1679 als George, ist Earl of SlyCtiCJl C /*" Berkeley (?) in de National Gallery te Londen. J S Een tweede repliek uit 1682 in het Museum J - f\ \— f) te Stuttgart. / U / Q Legaat Mr. A. J. W. Farncombe Sanders, 's-Gravenhage 1887. 1730. Damesportret, waarschijnlijk voorstellende een hd van de familie Van Citters. D. 49 x 39, gem. op schouderhoogte: C.lV««sefcw2r«:.. Herkomst als No. 1729. 1731. Cornelis Backer (1633—1681), Raad, Schepen en Kolonel der burgerij te Amsterdam. D. 50 x 42. Gekocht in Engeland, 1881. 1732. Willem DI (1650—1702), Prins-Stadhouder, staande in een landschap; ruitergevecht in den achter- f\ A D. 80,5 x 63, gem. onder links: Q, f\fcfj (tl C V, Verz. Prof. Kemper, Leiden, verkocht 1833. ' (/ Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1733. Maria Stuart (1662—1695), gemalin van den voorgaande. Tegenhanger van No. 1732. Een dergelijk portret bevindt zich in de Ermitage te Leningrad. D. 80,5 x 63,5. Herkomst als No. 1732. 1734. Willem Hl (1650—1702), Prins Stadhouder, ten voeten uit. Copie van No. 1732, misschien door Johan van Huchtenburg. D. 80 x 64. Verk. M. C. van Hall, 1858. 1735. Menno Baron van Coehoorn (1641—1704), Generaal der artillerie en beroemd vestingbouwkundige. Copie, waarschijnhjk naar het origineel in Rijksmuseum Twenthe. D. 96 X 79- Legaat M. D. Graaf van Limburg Stirum, 's-Gravenhage 1891. NETSCHER (Constantijn), geb. 's-Gravenhage 1668, gest. aldaar 1723. Leerling van zijn vader Caspar Netscher. 1740. Jacob Jan de Backer (1667—1718). Advocaat te Amsterdam. . Kniestuk.-. D. O. 52 X 42, gem. onder s~ /V. . a LÏaat Bicker, l88, In C 0 "ft■ > t* / 6$ <7 • bruikleen van Amsterdam, ^ y 1881. 1741. Agatha Bicker (1671—1706), echtgenoote van den voorgaande. Kniestuk. Herkomst \\*^i7™^' Co'^t JVe^MC ILr. J 6J> 4 . ii 22. G. Wz. Heda. NEUHUYS (Albert), geb. Utrecht 1844, gest. Locarno 1914. Leerhng van G. Craeyvanger te Utrecht en van de Antwerpsche Akademie Hoofdzakelijk werkzaam te Laren, Amsterdam en 's-Gravenhage. 1742a. Bij de Wieg zit een jonge vrouw appelen te schillen; een kindie staat naast haar. D. 78 x 90, gem. rechts: Albert Neuhuys f97 In bruikleen van den Heer en Mevr. J. C. J. Drucker-Fraser te Londen, 1003 en geschonken 1909/10. ' s 3 NEIJHUYS (Joseph Hendrik), geb. Utrecht 1841, gest. Warmond 1890 Leerhng van zijn broeder Albert en van de Antwerpsche Akademie. 1743. Boschachtig Landschap met opkomende Bui. k'„ !Üm£ 3«-^mL °? voorSrond rechts: Jozef Neuhuys. Verkregen van de krS^sV 01 d°°r haar g6tr0kken de verloting der Kunst! NEUMAN (Jan Hendrik), geb. Keulen 1819, gest. 's-Gravenhage 1898. Leerhng van de Amsterdamsche Academie, J A Kruseman en Nic. Pieneman. Woonde tot 1891 te Amsterdam. 1743aa. Air. Jan Heemskerk Azn. (1818-1897). Bevorderde als Munster van Binnenlandsché Zaken den bouw van het RijksMuseum en verrichtte de plechtige opening op 13 Juli l885. Ten halve hjve, zittend. D- 70,5 X 58, gem. links boven: J. H. Neuman f. iS96. NIBBRIG (Ferdinand Hart), geb. Amsterdam 1866, gest. Laren 1915 Leerling van de Quellinus-School en van de Rijks-Academie te Amsterdam. Studeerde te Parijs waar hij onder invloed der Fransche Neo-impressionnisten en van Vincent van Gogh geraakte Was gevestigd te Laren (Gooi). L. - E. 1743d. Het dorp Zoutelande op het eiland Walcheren, hoog van de duinen af gezien. In den zomer met vol zonlicht. D. 80 x 159,5, gem. onder rechts: Hart Nibbrig. Geschenk van den Heer B. Hart Nibbrig te Hilversum, i9X2. NffiULANDT (Adriaen van), geb. Antwerpen 1587, gest. Amsterdam !658. Leerhng van Pieter Isaacsz. en van Frans Badens te . Amsterdam. Is vermoedelijk in Italië geweest. 1748. Allegorie op den Vrede van Munster, 1648. Frederik Hendrik staat in een triomfwagen; Prins Willem II wordt door den Vredesengel een olijftak aangeboden. Rechts het portret van den schilder. D. 137 X 106, gem. op een trom: Veüing Fred. Muller & Cie., Amsterdam 1902. 1749. Amphitrite; allegorische voorstelling met Tritons en Najaden. D.156 X 2O0, gem. op een drijvend plankje: Adriaen van Nieuland f. 1651. Geschenk van Dr. A. Bredius, 1892. NOLPE (Pieter), geb. Amsterdam 1613 of 1614, gest. aldaar 1652 of 1653. Bij zijn huwelijk in 1637 woonde hij in Amsterdam en dreef er een kunsthandel en uitgeverszaak. Vooral bekend als plaatsnijder. E. 1752a. Het beleg voor 's-Hertogenbosch, 1629. De belegeraars zijn deels bezig verschansingen op te werpen, deels zich aan het verpoozen. Een ruiter ter linkerzijde. D. 77,5 x 114. Aangekocht veiling Fr. Muller & Cie., Nov. 1906 door tusschenkomst van de Vereeniging Rembrandt. NOOMS (Reinier) gezegd Zeeman, geb. Amsterdam omstreeks 1623, gest. aldaar kort vóór 1668. Voer waarschijnlijk ter zee. Vertoefde in 1650 in Frankrijk. Sedert 1652 werkzaam te Amsterdam. E. 1753. De Zeeslag bij Livorno, 12 Maart 1653. Overwinning der Hollandsche vloot onder Jan van Galen over de Engelsche vloot. D. 142 X 225, gem. op een groote vlag. Op een als in de lijst gestoken papier leest men een verklaring der voorstelling. Gekocht van C. J. Roos, 1800. Uit het Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 1754. Gezicht op het Bothuisje en het IJ te Amsterdam. D. 49 x 64, gem. op een vaartuig: 21 •»-/•/• Mn 11 ' Verk. W. Gruyter, Amsterdam 1883. ~ ■ ' ' '£-*'<■ 1755. Gezicht op Salee. D. 65,5 x 110, gem. op een berg in het midden: yP. Vlt.C*4l* Afkomstig van de Admiraliteit te Amsterdam. Later overgegaan naar de Modelkamer van het Dep. van Marine te 's-Gravenhage. 1756. Gezicht op Tripolis. D. 63 x 110, gem. in een vlag: R. Zeeman. Herkomst als No. 1755. 1757. Gezicht op Tunis. D. 63 x 110, gem. in een vlag: R. Zeeman. Herkomst als No. 1755. 1758. Gezicht op Algiers, met de Ruyter's schip „de Liefde" (1662). D. 63 x 110, gem. in een vlag: R. Zeeman. Herkomst als No. 1755. 1759. Het Verbranden der Engelsche Vloot op de Rivier bii Rochester, Juni 1667. [Wellicht is dit een werk van Willem Schellinks (geb. Amsterdam omstreeks 1627, gest. aldaar 1678)]. Amsterdam D. ii4 x 171. Als door W. v. d. Velde door het Dept. van Marine in 18» van J. P. Asmus gekocht voor de Modelkamer te 's-Gravenhage NOORDT (Joannes van), geb. Amsterdam (?) omstr. 1620 en aldaar werkzaam tot na 1676. Schilderde onder Vlaamschen invloed È 1760. Dionys Wynands,. hij staat links van een tafel, waarop zijn hoed en handschoenen liggen. F J Kniestuk. jf » / *"\ IJ. 124x 103,5, gem. in achter- grond rechts: An" 1664 en: /*"">» ff Legaat Jhr. J. S. H. van de ly Ji Poll, 1886. ~J 1761. Dionys Wynands. Staande, kniestuk. K- 20,5 x 16, gejaarmerkt in achtergrond rechts- i66a- aan Ao , t „. staat: Dionis Wynands. Herkomst alsNo 1760! achtemjde 1762' i?eonZttm0eldi?hei1d V™ Scipi0- V°°r SciPio' van zijn troon SjThanTnoifend^ * ^ ^ ^idegom en vergezeld van een /y~ talrijk gevolg. (V . """N. . -h^l^iPen0^ W^W/.' ïloOZOt Tn. fan^xlr^ I813- ^ M°gge Muflm- ^gaat Jhr. J. NOORT (Pieter Pietersz. van), geb. Leiden 1602, werkzaam aldaar van vóór 1626 tot 1648; later waarschijnhjk te Zwolle^ 1763. Visschen; op een tafel bij een emmer en een visch- ]~j ^ hengel, liggen een karper ^ en een zoodje baars. U. - 2s . j\tW)tO p£- 66 X 79, gem. onder links: Ct^/jT^ Verk. Jhr. W. Gockinga, Amsterdam 1883 met volgend No 1764' Ïrmanr? *" ™ ^ ^ UggCn een waarbij een mand en een visch- hengel. T">v 66 x 79,5, gem. in het mid- /—' _ —y^C/O» <£ den onderaan: / j\fC)C/rt Herkomst als No. 1763. I JS J NisJ-^ « *• NOUTS (Michiel Michielsz.), werkzaam waarschijnlijk te Delft waar hu m l6,? m de ondertrouwboeken ^ ^"^2, 1768. Vrouwsportret; een dame van middelbaren leeftijd, gezeten in een armstoel. D. 108 x 85,5, gem. fl/I P T t*> op den achtergrond II/I ' I ' f / 1 "aks: JVlichic L . Ivoars • Volgens Dr. Bredius J (Oud-Holland 1920, »j J f* . y, blz. 180 v.v.) zou zijn /IA f • f S neef Michiel Servaesz. J1/I f "tffl / ) 0 n " Nouts, geb. Delft *~ tl ' /l t U . / / 1628, gest. Amster- / dam 1693, de schilder zijn, hoewel deze in de documenten als muzikant en nergens als schilder vermeld staat. Afkomstig verzameling Gijsbert de Clercq, 1899. Overgenomen van de Vereeniging Rembrandt, 1900. NUMAN (Hermanus), geb. Ezinge bij Groningen 1744, gest. Amsterdam 1820. Leerling van Jan Augustini te Haarlem; ging naar Parijs waar hij werkte bij Lebas en vestigde zich te Amsterdam. 1768a. Mevrouw Rendorp geb. Anna Maria Dedel (1738—1795). zij zit in haar salon, bezig met handwerken; haar dochtertje staat bij haar. D. 80 x 64, gem. rechts onder op den wand: H. N. F. 1776. Legaat Salomon Rendorp, Amsterdam 1903/1910. NIJMEGEN (Dionys van), geb. Rotterdam 1705, gest. aldaar 1798. Leerling van zijn vader Elias en van Jacob de Wit. Werkzaam te Rotterdam. 1770. De Schilder zelf. Buste. K. O. 17 x 13. Op de achterzijde staat: „Dit is de afbeelding van Dionys van Nijmegen, Kunstschilder en door hemzelven geschüderd enz." Veiling Roos & Co., Amsterdam 1900 met volgend No. 1771. Sara Stiermans, echtgenoote van den voorgaande. Buste. K O 17 x 13. Op de achterzijde staat: „Dit is de Afbeelding van Vrouwe Sara van Nijmegen geb. Stiermans, Huisvrouw van Dionys van Nijmegen en door denzelfden geschilderd, enz. Herkomst als No. 1770. 1772. Dionys van Nijmegen Eliasz. Kleinzoon van den schilder als kind, ten voeten uit. D. 80 x 66, gem. op het voetstuk van een pilaster: DIONYS vak NIJMEGEN, eliaszook oud XI jaren geschildert door DIONYS van NYMEGEN eliaszoon oud 86 jaren, 1790. Verkooping J. Hollender, Brussel 1888. 1773. Frans de Haes (1708 — 1761). Dichter en taalgeleerde te Rotterdam. D-V: NVnnEGSM. K. Ov. 11 x 9. In grauw geschilderd, gem. links.: pi»»k. Aan de achterzijde staat: F. de Haas 1708. Behoort bij het Panpoëticon Batavum. Zie op Arn. van Halen, blz. 113. 1774. Cornelis van der Pot (1670—1719), Dichter te Rotterdam. Koper ov. 11 x 9. In grauw geschilderd, gem. links: Aan de achterzijde staat: Corn. van der Pot. lyoi. r\l-.Herkomst als No. 1773. LNvmE0EN 1775. Adriaan van der Vliet (1708—1777). Dichter te Rotterdam. Koper ov. n x 9. In grauw geschilderd. Aan de achterzijde staat: A. v. Vliet 1707. Herkomst als No. Vfjy. 1776. Mr. Adriaen Paets, Bewindvoerder der O. I. Compagnie, Kamer van Rotterdam, Anno 1734. D. ov. 82 x 68, gem. rechts: D. VAN NYMEGEN. Afkomstig van het voormalig kantoor der O. I. Compagnie te Rotterdam. Zie No. 2666. 1777. Hugo du Bols, Bewindvoerder der O. I. Compagnie, Kamer van Rotterdam, Anno 1734. D. ov. 82 X 68. Herkomst als No. 1776. OCHTERVELT (Jacob), geb. Rotterdam 1634 of 1635, gest. tusschen 1708 en 1710 te Amsterdam, waar hij sedert omstreeks 1674 gevestigd was. Leerling van Nic. Berchem. Onderging den invloed van Metsu, de Hooch en Terborch. 1781. Vier Regenten van het Leprozenhuis, de Binnenvader en een vrouw met twee kinderen, 1674. De regenten zijn Anthony de Haes, Gillis Hens, Dr. Bonaventura van Dortmont en Isaac rludae. .figu¬ ren ten voeten /'f _ peercTomTen (JcAtC/UeJ^ / tafel. / ' SI ^ gem. onder links: S / f D. 156 x 204, Vroeger in de f Regentenkamer van het Leprozenhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1782. De Speellieden; zij zijn een deftige kamer binnengetreden en spelen voor het hun toelachende dochtertje des huizes, dat staat tusschen moeder en dienstmaagd. D. 75 x 60, gem. onder links: Aangekocht op de verkooping van 28 Febr. 1878. Amster¬ dam. Legaat van Mevrouw de douairière M. H. Insinger geb. van Loon, 1903. OEVER (Hendrick ten), werkzaam tot na 1705 te Amsterdam en te Zwolle. Leerling in 1659 van Cornelis de Bie te Amsterdam. 1785. Familietafereel; het gezin bestaat uit vader, moeder, vier kinderen en een dienstmeisje. De ouders zijn gezeten. /"2V^V-7—^ *7\ D. 194 x 208, gem. op den Q~Sï '(JZ/n (É/G2>€/rZ Tg ƒ voorgrond rechts: \^) -*->- *"> _S Gekocht in 1873. ARJOOQ*^-^ 1785a. Stilleven van jachttuig en doode vogels (coracias garrula) op een plint. D. 60,5 x 71, gemerkt in het midden onder¬ aan: Aangekocht uit verz. Helmich, Zwolle, (bij Fr. Muller & Co.) Dec. 1908. OGGIONO (Marco ó?), geb. Oggionno bij Milaan omstreeks 1470, gest. Milaan omstreeks 1530. Leerling van Leonardo da Vinei. Werkzaam te Milaan. 1785c. Madonna met het Kind, staande tegen een donker groen gordijn; rechts een landschap. Het rossige haar valt neer over een helder blauwen, oranjekleurig gevoerden mantel, waaronder een rood gewaad. P. 67 x 54- Verz. Conté Lochis alla Crozetta bij Bergamo; in 1868 aangekocht voor het Augusteum te Oldenburg (aldaar toegeschreven aan Andrea Salaino). Verworven met steun van de Vereeniging Rembrandt, 1925, OLIPHANT (Jacobus), werkzaam in het mid- IntiamiM TheHens. Gouverneur Generaal 1QUs,?ï\D/nh' van Nederlandsch Indië, 1741—1743- / K. 35x24, gem. in den achtergrond rechts: Johannes Thedens, Gouv. Gen. van Nederland. Indie, etatis Suae 64, waaronder: Herkomst zie No. 328. ONNES (Menso Kamerlingh), geb. Brussel 1860, gest. Leiden 1925. Vormde in hoofdzaak zichzelf. Zwager van Floris Verster. 1788a. Gele rozen, in een glazen karaf. Daarachter een flesch. D. 46 x 34, Gem. onder rechts: M. Kamerlingh—Onnes '96. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. OOSTERHOUDT (Dirk van), geb. Tiel 1756, gest. aldaar 1830. Leerling van R. van Eynden en van L. Krahe te Düsseldorf. 1790a. Jacoba van Wessem (1801—1856), echtgenoote van den Heer Stumphius, Burgemeester van Beverwijk. D. 63.5 X 52, gem. links: D. van Oosterhoudt. Geschenk van Ds. C. Th. Scharten te Apeldoorn, 1932. ORLEY (Barend van), geb. Brussel omstreeks 1492, gest. aldaar 1542. Vermoedelijk leerling van zijn vader Valentijn, doch voornamelijk ontwikkeld onder invloed der Italianen. In 1518 hofschilder van de Landvoogdes Margaretha van Oostenrijk. Werkzaam te Brussel. 1793a. Madonna met het Kind, dat zich opheft om de moeder te kussen. E. 37,5 x 28. Schenking Hoogendijk, 1912. OS (Jan van), geb. Middelharnis 1744, gest. 's-Gravenhage 1808. Leerling van Aart Schouman. J74Z 1799. Bloemen, Vruchten en dood Gevogelte. M. 89 X 72, gem. op het marmeren plint: J. van Os. Fecit 1774. Vit het Paviljoen Welgelegen te Haarlem. OS (Pieter Gerhardus van), geb. 's-Gravenhage 1776, gest. aldaar 1839. Leerling van zijn vader Jan van Os. E. - L. 1805. Kozakkenvoorpost in 1813; vier kozakken bij een nachtvuur. E. 22 x 27, gem. op den voorgrond rechts: P. G. van Os. Geschenk van Jkvr Ploos van Amstel aan het Kon. Oudh. Genootschap, 1886, van hetwelk in bruikleen 1889. 1806. Het Door-ijzen van de Karnemelksloot bij Naarden in 1814. D. 99 x 131, gem. rechts op den voorgrond: P. G. van Os fecit. Uit het Paviljoen „Welgelegen" te Haarlem, 1885. 1807. Het Beschieten van Naarden in 1814. D. 60 x 80, gem. midden op den voorgrond: P. G. van Os fecit Herkomst als No. 1806. 1808. De Halve Maan voor Naarden bij het Beleg in 1814. D. 98 x 132, gem. rechts op een steen: P. G. van Os fecit. Herkomst als No. 1806. 1809. De Kazematten voor Naarden in 1814. D. 55 x 65, gem. op den voorgrond links: P. G. van Os f 1814. Herkomst als No. 1806. 1809a. Vergezicht over weiden. Op den voorgrond drijft een herder een kudde koeien voort. Aan den horizon een boschrand. Hooge lucht. D. in x 89,5, gem. rechts onder op de voorplecht van een schuit: P. G van Os f. 1617. Geschenk van den Heer F. G. Waller, Amsterdam 1934. ' 1809b. Aan de vaart. Tusschen het water en den weg een buitenhuis; aan den anderen oever een boerderij met vee. Hooge lucht. D. 111,5 x 89,5, gem. midden onder P.G.van Os f. 1818. Herkomst als vorig No.OSTADE (Adriaen van), geb. Haarlem 1610, gest. aldaar 1685. Leerling van Frans Hals. Onderging den invloed van A. Brouwer, die omstreeks 1627 te Haarlem vertoefde, en van Rembrandt! Werkzaam te Haarlem. E. 1813. Schilderswerkplaats; een ruim en hoog vertrek met invallend hcht door een klein venster met in lood gevatte ruitjes; op den voorgrond de schilder aan den arbeid. E. 36 x 35, gem. op een bankje links: A Q Een dergelijke compositie, met afwijkingen, bevindt zich in " het Museum te Dresden, No. 1397. Verk. Jacob van der Lely, Delft 1706 • G. van der Pot, Rotterdam 1808. y ' 1814. Kwakzalver in het dorp; hij staat achter een vat en biedt een "«^"Jc een Doer en een oude vrouw. E- 27,5 x 22, gem. onder rechts: Verk. Bicker en Wiikersloot. Am=t, dam 1809; D. Teengs, Amsterdam Verk. Bicker en Wijkersloot, Amster- /Lr. Oftt% ÓC J Kii JP dam 1809: D. Teen?s. AmsterHa™ . / / » " 1811. Kabinet T. Romhoiits .s f £~6 J dam 1742; Lormier,'s-Gravenhage 1763; k^s^' " Jullienne, Parijs 1767; Hertog van Choi- seul, Parijs 1772; Dubarry, Parijs 1777, Servad, Amsterdam 1778; Claude Tolozan, Parijs 1801 en Hertogin van Berry, Londen 1834. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1818. Rustende Reizigers; in den hof van een herberg zitten twee mannen te drinken en te praten, de waardin is achter hen; op den achtergrond meer . figuren- Hr Oii&^ÖC. S7* E. 36 x 30, gem. onder links: tV ' Kabinet van Heteren, 1809. 1819. Vertrouwelijk Onderhoud; een boer en boerin bij elkaar gezeten aan een tafel. » , E. 22 x 21,5, gem. op den tafelrand: _/W05<« U<2 1 0 7 *• Verkooping Jhr. Goll van Franckenstein, Amsterdam 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1821b. Het dansend paar. Op de maat van een viool doen een boer en een boerin een wilden dans in een schuur; de muzikant staat op een ton. Vijf boeren zien toe, praten en drinken. Vroeg werk van den meester. E. 38 X 52. Schenking Hoogendijk, 1912. 1821c, Kop van een lachenden boer; naar rechts gewend. E. 16 x 14, gem. A v Ostade (aaneen) 1646. Verk. F. Zschille, Keulen 1889. In bruikleen van het Museum Boymans te Rotterdam, 1924. OSTADE (Isack van), geb. Haarlem 1621, gest. aldaar 1649. Leerling van zijn broeder Adriaen van Ostade. Werkzaam te Haarlem. 1822. Boerenherberg, waarvoor een wit paard aan een krib wordt gevoederd; op den voorgrond eenige rustende reizigers en bedelaars; in het verschiet verschillende ^52x69, gem. in het midden fSMA^^iè onderaan: • £4 5 Kabinet van Heteren, 1809. .3 1823. Boerenherberg; een boer maakt het tuig in orde van een schimmel die voor een kar gespannen is. In het prieel van de bouwvallige herberg zitten rookende boeren, die door de waardin bediend worden. E. 56 X 47, gem. op den achtergrond rechts: f ^ Verk. Mevr. Boreel, Amsterdam 1814; door Van TSCur^^r^ der Hoop gekocht van A. Brondgeest, 1834. Xj ciilt/P )v Verz. Van der Hoop. LA> * In bruikleen van Amsterdam, 1885. OUWATER (Isaak), geb. Amsterdam 1750, gest. aldaar 1793. Werkzaam te Utrecht, Haarlem en Amsterdam. 1825. De onvoltooide Toren der Nieuwe Kerk te Amsterdam; een gedeelte van het Stadhuis op den Dam wordt tevens dam 1819. 1826. De St. Anthonieswaag te Amsterdam; gezicht op de NiéuwMarkt met een kraampje en eenige menschen. (//& A^l ff Her^ralfKo. ^ ^ KJ* C^W^. OVENS ( Jurriaen), geb. Tönning in Holstein 1623, gest. Friedrichstadt 1678. Leerling van Rembrandt. Was werkzaam te Amsterdam tusschen 1657 en 1663; werd later hofschilder van den hertog van Holstein. E. 1829. Een Echtpaar met hunne zes Kinderen. D. 113 x 173.5- Verk. van der Willigen als portret van Rycklof van Goens. door J. B. Weenix, Haarlem 1874. 1830. Allegorisch Portretstuk; een moeder met vier kinderen. D. 118 x 102. Geschenk van Jhr. J. S. R. van de Poll, 1885. 1831. Cornelis Nuyts (157+—1661); zittend aan een taf el, naar rechts gewend, den toeschouwer aanziend. D. 163 X 128. Hij houdt een papier in de hand met het volgende opschrift: Cornelis Nuyts gkeportraiteert in 1658 oud 84 jaaren: na het afbranden van syne Suycker-raffinaderije 't Amsterdam maeckt syne Famüye ghelukkig door ■ groote conquesten in Oost-Indien. Obiit in den ouderdom van 87 Jaaren den VII Juny. A° 1661. Gekocht te Parijs, 1896. 1831a. Jan Amos Comenius (Komenski), geb. Uhersky Brod (Moraviê) 1592, gest. Amsterdam 1670; vermaard paedagoog. Borstbeeld. D. 64 x 56. Veiling Fred. Muller & Co., Amsterdam 1905. 1832. Pieter Cornelisz. Hooft (1581—1647). Geschiedschrijver en . . dichter. Copie naar Joachim von Sandrart. Zie No. 2118. D. 109 X 83. Vroeger als door J. von Sandrart, daarna als door Leonard Bramer. Uit het Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. PAEPE (Joos de), geb. waarschijnhjk te Oudenaerde, gest. Rome 1646. Sinds 1633 werkzaam te Rome. Navolger van Rubens en Van Dyck. 1833a. Venus en Adonis; Venus, gehuld in een licht-rood kleed, is gezeten voor een kleurig landschap tegen een helder bruine rots. Adonis houdt zijn armen om haar middel geslagen, vol heimelijk verlangen om met zijn honden op de jacht te gaan. E. 114 x 104. Gem. rechts onder: Joos de Paepe 1629. Geschenk van een groep leden der Vereeniging Rembrandt, 1922. PALAMEDESZ. gen. STEVAERTS (Anthonie), geb. Delft 1601, gest. Amsterdam 1673. Beïnvloed door de Haarlemsche School. Woonde te Delft. 1834. Vroolijk Gezelschap; eenige dames en heeren vermaken zich in een vertrek waarin een buffet; enkelen musiceeren. E. 54,5 X optnsS yr. y^£am^v ^-^^^ ^\>^_ D. 200 X 200, gemerkt beneden rechts: r^v. 7^ <^'"^ en links gejaarmerkt 1611. wS»*^^^. ✓^'^^^sv's«_ Gekocht door het Dept. van Binnen- \ r—"s^^ landsche Zaken te Berlijn, 1911. PIETERSZ (Gerrit), geb. Amsterdam 1566, gest. vóór 1645. Broeder van den organist Jan Pietersz. Sweelinck en leerling o.a. van Cornelis Cornelisz. van Haarlem. E. 1881. Corporaalschap van kapt. Jan Jansz. Carel en luit. Thys Pietersz. Schryver, 1604. Van het gezelschap, bestaande uit 23 personen, zijn de meesten gezeten om den disch; enkelen staan daarachter; één houdt een papier in de hand, waarop te lezen staat: Jan Cuijper hanrathii. Beelden tot aan de knieën. De schutters zijn aldus geplaatst: c 8 10 12 6 13 25 17 18 21 26 9 II 24 14 IS 16 20 22 4 I T J 3 2 19 5 7 23 1. Jan Jansz. Carel, kapitein; 2. Thijs Pietersz. Schrijver, luitenant; 3. Lambert Jansz., vaandrig; 4. Jacob Egberts van Rijn; 5. Heindr. Pietersz. Schrijver; 6. Heindr. Heindrixz; 7. Harman Ysbrantsz. Hem; 8. Pieter Jansz. Hollesloot; 9. Wouter Heuversz.; 10. Ysbrant Hem; n.^Ysbrant Appelman; 12. Wouter Berestein; 13. Hans de Roy; 14. Lieve Pietersz.; 15. Jan Kornelisz. Vis; 16. Daniël Heindr. Schrijver; 17. Willem Jacobs van Rijn; 18. Jan Oolofsz; 19. Symon Jansz. Bout; 20. Jan Soop; 21. David Dammans; 22. Andries Harmansz. Bakker; 23. Pieter Andries Koorenbreek; 24. Jan Kuyper; 25. Jacob Karstensz. Wolf; 26. de trommelslager. E. 172 X 344. Uit den Handboogdoelen. Bruikleen van Amsterdam, 1897. PLAES (David van der), geb. Amsterdam 1647, gest. aldaar 1704. Was misschien korten tijd werkzaam te Londen. E. 1884. Casparus Commelin (1636—1693). Hoogleeraar in de kruidkunde en stedebeschrijver van ff Q Amsterdam. cA T)£(k Q/%. f D. 57,5 X 48,5, gem. links op het JJ . JS • /-/ / tafelkleed * Geschenk van den Heer L. M. Beels van Heemstede aan het Kon. Oudheidk. Genootschap, van hetwelk in bruikleen, 1889. 1886. Willem van Outshoorn (1635—1720), Gouv.-Generaal van Nederlandsch Indië. C\ -\ f D. 33,5 x 24,5, gem. rechts op de halve hoogte: *cJ Jyf Opschrift: „Wilk. van Outshoorn Gouv.-Generaal ^7*) /> van Indie".waartusschen zijn wapen. POS f zijn eenige inboorlingen. £T » D. 107,5 X 172,5, gem. in voorgrond links: / O M /, V<«-L- <~„ TT TT , .... >^ Verk. Copes van Hasselt, Haarlem (?) 1880. 1903. Gezicht in Brazilië, nabij een gehucht; onder een boomgroep ccmge uupiscne aieren. D. 66 X 88, gem. onder rechts: Verk. Habich, Cassel 1892. f .Post 1904. Gezicht op het Eiland Tamaraca. D- 63,5 x 89,5, gem. onder links: p# POS T« / Oïl Op een papier aan de achterzijde in oud ' schrift: Het eylant van Tamaraca gelyck hetselve int Zuyden verthoont de stadt legt boven op den Berg beneden is het fort Orangien hetzelfe leit inden mont van de zee op de la manier sitte de portugisen te peert. Gekocht te Parijs in 1879. 1904a. Braziliaansch landschap. Landweg onregelmatig verloopend naar eene ruime planterswoning; een palmboom links. E. 22,5 x 28, gem. onder rechts naar het midden: Verk. 25 Nov. 1851, Amsterdam. Verz. Six. C P Q ST Aangekocht 1907/1908. 1904b. Braziliaansch landschap. Heuvelachtig open terrein met • een palmboom rechts en bergen in het verschiet. no r T E. 22,5 x 28, gem. onder rechts: f' "^«$» * Verk. 25 Nov. 1851, Amsterdam. Verz. Six. Aangekocht 1907/1908. 1905. Landschap in Brazilië, met het uitzicht op een dorp; op den voorgrond negers. E. 40X 61, gem. op den voorgrond in het midden: Verk. F. Kayser, Amsterdam 1888. ï-¥OS~T-jbsS> 1905a. Gezicht in Brazilië. Tusschen palmen en cactussen een doorkijk naar een rivierlandschap. D. 282,5 X 210,5, van boven afgerond. Verz. Mr. A. G. N. Swart, Wassenaar Geschenk van de Commissie tot verkoop van Photographieên, 1933. 1906. Woning van een Hollandschen Kolonist in Brazilië. E. 16,5 x 25, gem.: Geschenk met het volgende No. van den Heer J. Ph. PT0ST van der Keilen aan het Nederlandsch Museum in 1879. 1907. Braziliaansch Dorp met Woning van een Hollandschen Kolonist. E. 20,5 x 26,5. Herkomst als No. 1906. POT (Hendrick Gerritsz.), geb. Haarlem vóór 1585, gest. Amsterdam 1657. Leerling van Karei van Mander te Haarlem. Werkzaam aldaar en kort na 1648 te Amsterdam. In 1632 te Londen. 1907a. Joost van den Vondel (?), in arcadisch costuum, T Tfr met lauwerkrans op het hoofd. «1L E. 34 x 26,5, gemerkt rechts. Gekocht te Parijs, 1904. POTHOVEN (Hendrik), geb. Amsterdam 1725, gest. 's-Gravenhage 1795. Leerling van Philip van Dijk. ZK. 1908. Harman Hendrik van de Poll (1697—1772), Burgemeester van Amsterdam. Tegenhanger van No. 1942. D. 50 X 39,5, gem. bij den linkerschouder: H. Pothoven en daaronder 1749. Geschenk van Jhr. J. S. R. van de Poll, 1885. POTTER (Paulus), geb. Enkhuizen 1625, gest. Amsterdam 1654. Leerling van zijn vader Pieter Potter te Amsterdam. Werkzaam van 1645 tot 1649 te Delft, van 1649 tot 1652 te 's-Gravenhage en daarna te Amsterdam. E. 1909. Herdershut, gedeeltelijk verscholen achter geboomte, waarbij * een herder neerzit, het hoofd steunende op de hand; op den voorgrond schapen en een kalf. E. 23 x Ut gem. op een steen links: iêifet '« S Verk. Jan van Loon, Delft I73°(?)- ' ' 0 Kabinet van Heteren, 1809. 1911. Paarden in de Weide; een donker-bruin en een wit paard staan bij een hek. ^eUt/ils^ E. 23,5 x 30, gem. op het hek: A U**- F Ü 19 Door den schilder zelf met eenige wijzigingen geëtst. i'CVrv-eJ Verk. Jhr. Goll van Franckenstein, Amsterdam 1833. Verz. v. d. Hoop. In bruikl. van Amsterdam, 1885. 1912. Orpheus de Dieren temmende; hij bespeelt zijn harp in een boomrijk landschap nabij een heuvel; om hem heen tal van tamme en wilde dieren. D. 67 X 89, gem. onder rechts: Een copie of repliek bevindt zich in de verz. van den Hertog van Bedford te Londen. Verkoopingen Jacques de Roofe, 's-Gravenhage 1747; Mevr Lormier, 's-Gravenhage 1763 en W. van Wouw, 's-Gravenhage 1764. Kabinet van Heteren, 1809. 1913. Koeien in de Weide, staande op den voorgrond. E. 25 X 30, gem. onder links: Sedert omstreeks 173° m het bezit der familie Clemens: door Van der Hoop ooVrx-ht in tR72> Herkomst als No. 2043. ROGHMAN (Roelant), geb. Amsterdam 1597, gest. aldaar 1686 of 1687. Vriend van Rembrandt. E. 2045. Landschap, in een bergachtige streek, met steile rotsen en boomen. D. 123 x 151. Verkooping W. Gruyter, Amsterdam 1882. 2045a. Boschlandschap; geheel op den voorgrond, langs den oever van een smal beekje, twee zware hooge boomen. Daarachter rechts, is dicht en donker geboomte van een woud, terwijl links een vrij uitzicht zich opent over de heuvelachtige streek. Tot stoflage een geitenhoedster. D. 116 x 97, gem. onder rechts: Gekocht op de veiling Lemker—Muller, Kampen 1908. 2045b. Boschlandschap; een houthakkerswoning verscholen onder hooge boomen aan den zoom van een woud. Op den voorgrond eenige aangezaagde boomstammen. Tot stoflage jagers. D. 116 x 97, gem. r\ op boomstam on- *7\ ly As der rechts: faJ IJ f f vÏÏmïLmker- CÉ 1 ' \ 00)1^ OM. ƒ. Muller, Kampen V-"^ V/ V_/ '— /""S ƒ 1908. KJ ROMEYN (Willem), geb. en werkzaam te Haarlem, gest. na 1693. In 1642 leerling van Nic. Berchem. Bezocht Italië. 2047. Kudde bij het Water; op den voorgrond drie ossen; aan de overzijde der rivier een man, een vrouw en twee ezels. E. 15 x 18,5, gem. van onderen bij het midden: ^iüOWVN Kabinet van Heteren, 1809. ^ » 2048. Rust bij de Fontein; vee en bepakte muildieren in de nabijheid van een fontein in een Italiaansch landschap. Tegenhanger van het vorig nummer. \V/5 E. 15 x 18,5, gem. rechts aan den kant: Herkomst als No. 2047. 2049. Rustende Kudde; ossen en eenige schapen in een Italiaansch landschap; bergen in het verschiet. E. 30,5 x 37,5, gem. onder links: ^OC^ 0 bJK E\//\ Verkooping Cremer, Rotterdam 1816. * 2051. Landschap met Vee; twee koeien, een staande en een hggende; op een heuvel in de nabijheid eenige schapen. E. 35,5 X 32,5, gem. onder links: t^Y^ Verkooping H. Muilman, Amsterdam 1813. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. ROOSENBOOM (Marguérite), geb. 1843, gest. Voorburg 1896. Leerling van haar vader Nicolaas Roosenboom. Geruimen tijd werkzaam in den Haag. In 1892 vestigde zij zich te Voorburg en huwde aldaar den schilder J. G. Vogel. 2056. Voorjaarsbloemen, in een koperen vaas. D. 53 x 43, gem. onder rechts: Marguérite Roosenboom. Gekocht tentoonstelling Amsterdam, 1880. 2056b. Rozen; een krans van witte rozen, een guitaar bedekkende die op den grond ligt. D. 60 x i2o, gem. onder links: Margt. Roosenboom. Legaat van den landschapschilder Johannes Gijsbert Vogel, 1915. ROTTUS (Jan Albertsz), geb. Medenblik 1624, gest. Hoorn 1666. Leerling van Pieter Lastman. 2057. Jan Cornelisz Meppel (1609—1669), Luitenant-Admiraal. D. 108 x 87,5, gem. onder rechts: Aetatis 52 1661, en daar- \ I Verk. Reus, Amsterdam 1835 f\VfV.0Ol't llS ——— en vermoedelijk 1869 bij de familie Berkhout te Hoorn. Verkooping Amsterdam, 1879. 2058. Portret van een Meisje, een bok vasthoudende. E. 116 x 87, gem. rechts op den voor- s-\ grond: Aetatis Suae 4. A° 1652 en: /y Verkooping Douairière Quarles van ffs" nnf^ Ufford, Amsterdam 24 Maart 1885. / & 2059. Stilleven van een Ontbijt, op een wit tafellaken. E. 58 x 81,5, gem. op het laken in het midden onderaan: 30 *JLê (tS Geschenk van den heer Gijsbr. de Clercq aan J\^'''lf^^ I ™, Amsterdam. In bruikleen van die gemeente, 1898. ROTTENHAMMER (Johann), geb. München 1564, gest. Augsburg 1623. Leerling van zijn vader Thomas en van Johannes Donauer te München. Werkte lang in Italië, daarna te München ^ en Augsburg. Was hofschilder van Keizer Rudolf II. >y U \ 2062. Maria met het Kind Jezus; de kleine Johannes 'f, "ij^J door St. Catharina geleid, biedt het kind Jezus een schotel met druiven aan. • ♦ I K. 35,5 X 28, gem. in den rechter benedenhoek: V Kabinet van Heteren, 1809. 2063. Mars en Venus; gezeten op een rustbed; Mars wordt door Cupido ontwapend; eenige figuren in de nabijheid. K. 29 x 38, gem. op een steen links te halver hoogte: Herkomst als No. 2062. t C 0 * ROUSSEAU (Pierre Etienne Théodore), geb. Parijs 1812, gest. Barbizon 1867. Leerling van J. Rémond en G. Léthière, maar vormde in hoofdzaak zichzelf. Woonde te Barbizon. E. 2064. „La Gorge aux Loups". Over een weg tusschen zwaar en donker geboomte drijft een herder een kudde schapen voort. D. 35 x 46, gem. onder links: TH. R. Geschenk van Douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. 2064a. Avondschemering; naar rechts, aan den kant van een plas op den voorgrond, staat, om een hofstede heen, een groep boomen, die als een krachtig schaduwbeeld uitkomt tegen een heldere lucht in den avondstond. D. 42 x 63. Verz. W. J. van Randwijk. Schenking van de Erven, 's-Gravenhage 1914. RUBENS (Petrus Paulus), geb. Siegen 1577, gest. Antwerpen 1640» Leerling van Tobias Verhaecht, van Adam van Noort en van Otto van Veen. Van 1600 tot 1608 in Italië, later gevestigd te Antwerpen, maar veelal op reis en o.a. te Parijs, Madrid en Londen werkzaam. E. 2065. Kruisdraging. Schets voor het groote schilderij in het Koninklijke Museum te Brussel, geschilderd voor de Abdij van Afflighem (1634—1637), met veel afwijkingen. E. .74 X 55. Een kleinere, vroegere en minder uitvoerige schets van dezelfde compositie bevindt zich in de Academie te Weenen; een vluchtige schets in het Museum te Kopenhagen. Verk.: Jac. Meyers, Rotterdam 1722; Jac. de Roore, 's-Gravenhage 1747; Thérèse van Halen, Antwerpen 1749; v. d. Marck,. Amst. 1773. Reynolds zag het stuk in 1781 bij van Heteren te 's-Gravenhage. Uit het Kabinet van Heteren 1809. 2066. Cimon en Pera (Romeinsche Ouderliefde); een jonge vrouwzoogt haar vader in den kerker. (Atelierwerk). D. 155 x 190. Was in 1781 in de verz. Peters te Antwerpen. Verk. Stier d'Aertselaer, Antwerpen 1822. Geruild tegen eenige schilderijen met het Kon. Kabinet, van Schilderijen te 's-Gravenhage, 1825. 2067. Helena Fourment (1614—1673), tweede vrouw van den schilder; te halven hjve. E. 75 x 56. Vrije herhaling van de buste in het portret ten voeten uit te München. Verk. du Tartre, Parijs 1804 en Lucien Bonaparte. Door Van der Hoop gekocht van John Smith te Londen, 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2087. Bloemstuk; rozen, tulpen, papavers en andere bloemen in een flesch, staande op een marmeren plint, waarover een slak kruipt. K. 54,5 X 36,5, gem. rechts op de plint: Door Van der Hoop gekocht van G. de Vries Jzn., 1849. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2088. Ruiker; velerlei bloemen waaronder anjers, rozen, tulpen en irissen, in een kristallen vaas. D. 65 X 53,5, gem. in linker benedenhoek: Verk. Mevr. Boreel, Amsterdam 1814. RY (Pieter Danckertsz. de), zie op Danckerts, blz. 74. RIJCK (Pieter Cornelisz. van), geb. Delft 1568, was in 1604 „buyten Haarlem tot de Siecken." Leerling o. a. van Jacob Willemsz. Delff; woonde 15 jaar lang in Italië. 2091. Keukenstuk; in een keuken, overvloedig van geslacht, gevogelte, visch en groenten voorzien, bevinden zich op den voorgrond twee dienstmeiden; in den achtergrond het tafereel van Lazarus en den Rijke. (Toegeschreven). D. 198 x 272. Gekocht 1876. RIJN (Rembrandt Harmensz. van), zie op Rembrandt, blz. 229. RIJSSELBERGHE (Theo van), geb. Gent 1862, gest. Saint-Clair (Var) 1926. Studeerde aan de Academie te Gent. In 1884 was hij onder de stichters van de Vereeniging der „Vingt"; omstreeks 86/87 sloot hij zich aan bij de richting der Neo-Impressionisten en ging hij pointüleeren. Werkte veel te Knokke-aan-Zee en maakte 1882/83 een reis naar Marokko. 2093a. Visschen en kreeften in een aquarium. D. 55 x .73,5, gem. onder rechts in vierkant: KI? en: 09. Bruikleen van N. N., 1917. SAENREDAM (Pieter Jansz.), geb. Assendelft 1597, gest. Haarlem 1665. Zoon van den plaatsnijder Jan Pietersz. Saenredam. Leerling van Frans Pietersz. de Grebber te Haarlem. Werkzaam te Haarlem; vertoefde herhaaldelijk te Utrecht. E. 2097. Het Inwendige der in 1813 gesloopte St. Mariakerk te Utrecht; gezicht in het transept bij het koor. E. 59 x 45, gem. boven links naar het midden: Ysamtd(Lni!J>\\^l Jriiio j 637 Gekocht te Cahors, 1875. 2098. De St. Mariakerk te Utrecht; gezicht in den zuidwesthoek, genomen uit den zuidelijken zijbeuk. E. 39 x 30. Verk. A. G. de Visser, 's-Gravenhage 1885. 2}00. De Kerk te Assendelft van binnen, met de grafzerk van des schilders vader. E. 50 X 76, gem. onder links: VllV JtttÉM RflfaVft» Mnterf 7(>«ft«M l5», DirltT [(ttnrfbftin^ft .gtfljilbrflint jarr ^Oa.au Gekocht van Jo. de Vries, 1848. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. SAFT LEVEN (Cornelis), geb. Gorinchem 1607, gest. Rotterdam 1681. Leerling van zijn vader Herman Saftleven den Oude. Werkzaam te Rotterdam en korten tijd te Antwerpen. Hij onderging den invloed van Brouwer en Teniers. e. 2101. Boerengezelschap; het gezelschap bevindt zich, aan _^ een houten tafel vereenigd, vóór de poort van een bouwval; in hun midden is een monnik, die met c ff enkele boeren kaart speelt. f E. 63 x 83,5, gem. onder links: j*>*^n Verk. H. Muilman, Amsterdam 1813, als Rijckaert. Legaat 1Ca ^ Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. 2102. Landschap met Dieren; op den voorgrond, bij een plas, ganzen en eenden; een herder, gezeten op een verhevenheid. speelt fluit. E. 46,5 x 59,5, gem. onder rechts: 2104. Trucidata innocentia; Johan van Olden- t barneveld en zijn rechters, de laatsten in q I verschillende dierengedaanten voorgesteld. L,jJ D. 63 x 86, gem. op een papier aan den wand: Was in 1704 bij Jhr. J. van Foreest en in 1891 bij Jhr. ^/t, lC(3 • J. Teding van Berkhout. Verk. Amsterdam 1892. Geschenk van den heer Gijsbert de Clercq, 1892 SAFTLEVEN DE JONGE (Herman), geb. Rotterdam 1609, gest. Utrecht 1685, waar hij sedert 1633 woonde. Leerling van zijn vader Herman Saftleven den Oude en waarschijnhjk van zijn ouderen broeder Cornelis en van Jan van Goyen. Bereisde Duitschland. E. 2111. Riviergezicht in een bergachtige streek; ter linkerzijde is een hooge weg, waar een man en een vrouw op ezels rijden. D. 67,5 x 91. Door Van der Hoop te Kassei gekocht van La Salie, 1834. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. SANDRART (Joachim von), geb. Frankfort a/M. 1606, gest. Neurenberg 1688. I^rling van Aegidius Sadeler te Praag (1622) en van Gerard van Honthorst te Utrecht. Hij woonde tijdelijk te Amsterdam, vestigde zich later te Augsburg en te Neurenberg. Vertoefde 8 jaar in Italië. Schrijver der bekende „Teutsche Akademie des edlen Bau-, Bild- und Mahlereikünste" (1675). E. 2117. Corporaalschap van kapitein Cornelis Bicker en luitenant Frederick van Banchem, gereed om Maria de Medicis, Koningin-weduwe van Frankrijk, in te halen; September 1638. De manschappen zijn om de marmeren buste der Koningin-Weduwe geschaard. Op een papier een vijfregelig vers van Vondel. D. 343 x 258. Geschilderd voor de Groote Zaal van den Kloveniersdoelen, later geplaatst in het Burgemeestersvertrek van het Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2118. Pieter Cornelisz Hooft, (1581—1647), gescMedschrij ver en dichter. Drost van Muiden. Zie No. 1832. E. 27 x 22,5. Waarschijnlijk een copie naar de prent van Persyn. Verk. Jer. de Bosch, Amsterdam 1812. Gekocht 1818, als door Th. de 2119. Hendrick Bicker (1615- /T O /y/^- „ A 1654), Kapitein der Burgerij *A' O-T^V C CC 7 t te Amsterdam. D. 139X 105, gem. op een stoelarm: Legaat Bicker, 1881. In bruikleen van Amsterdam. 2120. Eva Geelvinck (1619—1698), echtgenoote van den voorgaande. D. 139 x 105, gem. onder links: Herkomst als No. 2119. 2121. Jacob Bicker (1612—1676), Heer van Engelenburg, Kapt.Majoor van Amsterdam. E. 93,5 x 71, gem. rechts naar het midden : Herkomst als No. 2119. 2122. Alida Bicker (1620—1702), echtgenoote van den voorgaande. Herkomst als No. 2119. J Q ^ ƒ SAN-MLNIATO (Meester van), werkzaam te Florence in de omgeving van Filippino Lippi, omstreeks 1470. 2124. Madonna met het kind, staande tegen een hcht-getoond marmervlak, waarboven een zacht-blauwe hemel; het rood van het ondergewaad en van het kussen, dat het kind steunt, is even zichtbaar; een grijsachtig blauwe sluier, die in scherpe hoeken neervalt! bedekt het helder-blonde haar; de licht-bruine oogen staren droomerig over het kind heen, dat met een vogel speelt. P. 66,5 X 48. Afkomstig uit het Augusteum te Oldenburg, waarvoor gekocht in 1869. Geschenk van den Heer J. H. van Heek te Lonneker, 1923. SANT-ACKER (F ?), Hollandsche schilder van stillevens en gezelschapstukken, uit de tweede helft der 17e eeuw. 2125. Stilleven, samengesteld uit vruchten, gedreven zilveren vaatwerk, een nautilusbeker en eenig glaswerk op een marmeren tafel, die gedeeltelijk door een smyrnasch tapijt bedekt is. D. 66 X 56,5, gem. onder rechts: Verz. Barbiers, Nancy. Gekocht te Amsterdam, 1913. SANTVOORT (Dirck Dircksz.), geb. Amsterdam 1610, gest. aldaar 1680. Waarschijnhjk leerhng van zijn vader Dirck Pietersz. gen. Bontepaert. Door Rembrandt beïnvloed. Werkzaam te Amsterdam. 2127. Twee Regentessen en twee Binnenmoeders van het Spinhuis te Amsterdam, 1638. De regentessen, Lijsbert Hendricksdr. Haecken en Stijntie Thomas, zijn bij een tafel gezeten, waarop een geopend boek en een rood bakje met geldstukken, terwijl de moeders staan. D. 187,5 x 214, gem. links onder het venster: Uit het Werkhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 573- G. ter Borch. 1726. Caspar Netscher. 2129. Burgemeester Dr. Dirck Bas Jacobsz. (1569—1637) en zijn gezin (omstreeks 1634), bestaande uit zijne tweede vrouw Margriet Snoeck (1588—1645) en zijne kinderen Machteld (gest. 1681) met haar man Abraham de Visscher (1605—1667) en dochtertje, Dr. Jacob Bas Dircksz. (1609—1656), Agatha (1611—1658)' Claes (1616—1635) en Lysbeth (1619—1680), ten voeten uit afgebeeld. D. 136 x 251. Legaat Mevr. de Wed. Mr. J. Balguerie geb. van Rijswyck, 1823. 2130. Frederick Dircksz. Alewijn (1603-1665). Schepen TS - f van Amsterdam. U £j Sd/ltVOOrf ff E. 72x61, gem. bovenaan rechts: _ J Verk. D. D. Alewijn, Amster- loA rt dam 1885. 'V1W 2131. Agatha Geelvinck (1617—1638), echtgenoote van den vorige E. 72 x 61. Herkomst als No. 2130. 2132. Martinus Alewyn (1634—1684), voorgesteld als een jonge herder, ten voeten uit. Tegen¬ hanger van volgend No. ^ - op den voorgrond: Herkomst als No. 2130. 2133. Clara Alewijn (1635—1674), zuster van den voorgaande, voorgesteld als jonge herderin, ten voeten uit. Tegenhanger van No. 2132.. D. 123 x 91. Herkomst als No. 2130. SAVERY DE JONGE (Jacques), geb. Amsterdam omstreeks 1592, gest. na Oct. 1627. Leerling van zijn vader Jacques Saverv den Oude. E. 2134. Landschap, met korenvelden waarin eenige figuren. Toeschrijving. E. 28,5 x 42. Afkomstig van de verz. Gijsb. de Clercq, overgenomen van de Vereeniging Rembrandt, 1002. SAVERY (Roelandt), geb. Kortrijk 1576, gest. Utrecht 1639. Leerhng te Arasterdam van zijn broeder Jacques Savery den Oude en wellieht ook van Hans Bol; was eenige jaren te Praag hofschilder van Keizer Rudolf II, in wiens opdracht hij de Alpen bereisde; sedert 1619 woonde hij te Utrecht. E. 2134a. Keestal van binnen. Eene boerin is aan het melken. VoorsMling in rond, op een vierkant paneel. In iedere hoekvulling «en vliegende tooverheks. E. 30,5 x 30,5, gem. op de melkemmer: SAvfR' Gek. Keiling Roos & Co., October 1905. >G 'S 17 2135. Hertenjacht in een rotsachtig Landschap, n . met een burcht op den achtergrond. *^ E. 61,5 X 82, gem. rechte onder: SAw£ï\Y Uit het Huiszittenhuis. In bruikleen van Amsterdam, . 1885. 16 2. o 2137. Elia door de Raven gevoed, in een boschrijk _ottANO en heuvelachtig landschap. cav*bv ' rr K. 40 x 49, gem. op den voorgrond rechts: » 65 4 Gekocht te Leiden, 1885. 2138. De Fabel van het Hert tusschen de Koeien. . poft. AN OT E. 46,5 x 69,5, gem. onder links: . CAVffty. fj Gekocht te Nieuwer-Amstel, 1889. SAVERY ( ), een onder meerdere gehjknamige kunstenaars, die werkzaam waren in het begin der XVIIe eeuw. 2138b. Een potvisch, aangespoeld op het strand bH Noordwijk, 28 Dec. 1614. Aan den voet van duinen talrijke personen, die het monster omringen. Rechts visschersschuiten. —" - ~ ^ ' E. 53 x 85, gem. links op een wrakhout: l^OAYc IV Y Veiling Fr. Muller & Co., 1910. SCHAAP (Egbert Rubertus Derk), geb. Nigtevecht 1862, leerling van 's Rijks-Academie te Amsterdam. Woonde tot 1896 te Amsterdam, daarna te Ankeveen. E. - L. 2139a. Bloeiend grasveld; in den achtergrond en rechts begrensd door eenige jonge boompjes. Lentedag met zonnig weer. D. 58,5 x 92, gem. onder rechte: E. R. D. Schaap 1913- Geschenk van den Heer M. Brands, Amsterdam 1913. 2139b. Felsenmeer. Boschgezicht. Het zonlicht dringt door geboomte en sprankelt over rotssteenen op den voorgrond. D- 34,5 x 46. gem. onder rechte: E. R. D. Schaap 1912. Geschenk van den schilder, 1913. SCHALCKEN (Godfried), geb. Made 1643, gest. 's-Gravenhage 1706. Leerling van Samuel van Hoogstraten te Dordrecht en van Gerard Dou te Leiden. Werkzaam te Dordrecht en sinds 1691 te 's-Gravenhage, met korte tusschenpoozen in Engeland en te Dusseldorp. E. 2140. Willem Hl van Oranje, Koning van Engeland (1650—1702), borstbeeld bij kaarslicht. D. 76,5 x 65, gem. onder links: Verk. Page, Parijs 1786. Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 2143. Vuur en Licht; een meisje wil een brandende kaars plaatsen in een lantaarn; bij haar staat een jongeling een test met vuur aan te blazen. Kaarslicht. Tegenhanger van volgend No. D. 46 X 38. Kabinet van Heteren, 1809. 2144. De Tabaksrooker; hij zit aan een tafel waarachter een ander die zich een glas inschenkt. Kaarslicht. Tegenhanger van voorgaand No. D- 45,5 x 38. Herkomst als No. 2143. 2144a. De Citroen. Een jonge vrouw, leunend over een vensterbank, heeft vóór zich een tinnen schotel met een aangeschüden citroen.' geplaatst op een rood kussen. Met de rechterhand houdt zij opgeheven een citroenschijfje aan de punt van een mes. E. 23 x 18, gem. beneden in het midden: Verk. Blondel de Gagny, Parijs 15-76; Dulac, Parijs 1778: Q ,C L„Ll„ Abbé de Juvigny, Parijs 1779; Robit, Parijs 1801, de ƒ OCDOICRCnSmeth van Alphen, Amsterdam 1810. Verz. Six. Aangekocht 1907/1908. 2144b. De Haringkoopvrouw. Een vrouw heeft uit een ton aan hare linkerzijde een haring genomen. Het gelaat naar links afgewend. E- '9 x 15,5, gem. in den achtergrond links: Verk. van Wassenaar, Amsterdam 1769; Lambert ten Cï-Scfinlcke Kate, Amsterdam 1776. Verz. van Winter. Verz. Six. ' Aangekocht 1907/1908. 2145. Josina Clara van Citters (1671—1753), dochter van Mr. Aernout van Citters, Ambassadeur der Ver. Nederlanden te Londen. Zie ook No. 817. D. ov. 30 X 25, gem. links in den achtergrond: G. Schokken. Legaat Thr Mr. Jacob de Witte van Citters, 1875. ' 2146. Mejuffr. van Gooi, gezelschapsjuffrouw van Josina Clara van Citters. D. ov. 30 x 25, gem. rechts in den achtergrond: G. Schokken. Herkomst als No. 2145. SCHELFHOUT (Andreas), geb. 's-Gravenhage 1787, gest. aldaar 1870; leerhng van J. H. A. A. Breckenheymer. Werkzaam te s-Gravenhage. L. E. 2149. Winter. IJsgezicht; een breede vaart met eenige schaatsenrijders en sleedjes. E. 18,5 x 26,5, gem. onder rechts: A. Schelfhout 49. Legaat .Reinhard Baron van Lynden, 1899. 2150. Landschap, met de ruïne van het kasteel Brederode. M. 32,5 x 41,5, gem. in den rechter benedenhoek: A. Schelfhout f Gekocht 1851. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2152. De Maaskant bij Winter: een binnenvaart uitioopende op de Maas, met een aantal schaatsenrijders. D. 70 x 107, gem. links op het ijs: A. Schelfhout. Gekocht tentoonstelling Rotterdam, 1867. SCHEY (Philip), Vlaamsch (?) schilder uit de eerste helft der 17e eeuw. 2158. Feestmaal, aan den oever eener rivier; ge- -n-^. $CHt;v schilderd op de klep van een spinet. - Grootste hoogte 79.5. lengte 170, gem. rechts op een » \ \cf* van Dr. A. Bredius, 1892. ' STAP (Johan Woutersz.), zie onder Woutersz., blz. 322. STAVEREN (Johan Adriaensz. van), geb. Leiden omstreeks 1625, gest. aldaar kort na 1668. Is burgemeester geweest van zijn geboortestad. Navolger van Gerard Dou. 2229. Biddende Grijsaard; een kluizenaar in een grot met een dooden boomstam. /, E. 33 x 27, gem. onder links: CL Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. G&TAVEÏR £ f/ 2230. Kluizenaar, gezeten met een boek op de knieën in een vervallen gebouw, achter hem een doode boomstam. ^ E. 36,5 x 30,5, gem. onder rechts: 'qr Door Van der Hoop gekocht van W. Esser, 1836. JuTAVE: Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. REM STEEN (Jan), geb. Leiden verm. 1626, gest. aldaar 1679. I^rling van Nic. Knupfer en van zijn schoonvader Jan v. Goyen; werkzaam te Leiden, den Haag (1649—1654), Delft, waar hij een brouwerij huurde (1654—1656), Warmond (1656—1661), Haarlem (1661— 1669) en vervolgens wederom te Leiden, waar hij tot zijn dood bleef wonen en sinds 1672 een herberg dreef. 2232. De Schilder zelf. — D. 73 x 62, gem. op de borstwering Verk. J. van der Marck, Amsterdam 1773. (jfj ^tw^ * Gek. van C. H. Hodges, Amsterdam 1821. Cm»« f 2233. Bakker Oostwaard, komende uit zijn woning; aan een geopend venster vertoont zich zijn vrouw Catharina Keizerswaard en een der zoons ^ van den schilder, die op een hoorn LA blaast. jC J. C C E. 38 X 32, gem. onder links: /§ ƒ ri 4*] Verk. J. P. Wierman, Amsterdam 1762 en G. van \ " * ^ ' ' " der Pot, Rotterdam, 1808. 2234. Na de Drinkpartij; op den voorgrond een vrouw, losbandig achterover hggend en met het hoofd op de knie van een ouden beschonken man. Op een schot, waarachter muzikanten en een vrouw, die 's mans kleederen steelt, is een prent gehecht met het opschrift: „Wat boeter koers of Bril, als den Uil niet zien en wil." s E. 52,5 x 64, gem. onder links: fï Verk. H. Muilman, Amsterdam 1813. Verz. Noë, München. Ci . Door Van der Hoop gekocht van A. Brondgeest, 1833. Verz. / ff fft Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2235. Prinsjesdag; het vieren van den geboortedag van Prins Willem III (waarschijnhjk op 14 November 1660) in de ruime, I ; ~ I druk bezochte gelagkamer van 1 %^^é\ een boerenherberg. I I E. 46 x 62,5, op een stuk papier staat: I'lyaüsr Calii" I op de gesonheyt van het nasauss basie in I ,„ //„"y- j de eene kant het rapier in de andre kant 1 t ^ \ het glaesie. J. Steen. \. 0 ^ ?v Legaat L. Dupper Wz., 1870. —.—'**' 2236. Familietafereel; een talrijke familie vereenigd aan den disch, in een burgerlijk gemeubeld woonvertrek. E. 48,5 x 40, gem. onder links: ff j. l( Verk. Roothaan, Amsterdam 1826; Saportas, Amster- X Tl LÜ • dam 1832. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van IjT* Amsterdam 1885. 2237. Het St Nicolaasfeest; in een familiekring heeft de uitdeehng plaats gehad, enkele kinderen verheugen zich over de koek en het yf speelgoed, terwijl een jongen staat SI te huilen om de hem toebedeelde Y7^ gard- rH~p^n/t D. 82 X 70,5, gem. rechts beneden op den i ij V V * « • grond: \^Jr Verk. Seger Tierens, 's-Gravenhage 1743Kabinet van Heteren, 1809. 2238. Het vroolijke Huisgezin; in een burgerlijk woonvertrek, om en bij een tafel, is de familie onder uitbundige vroolijkheid bijeen. Z£ Op een papier tegen den schoorsteen: / V _ Soo d'oude songen, soo pypen de jonge, I \/J r~/ s~t~ï D. 110,5 x I41, gem. rechts op een bank: ^^f^ * L II Verk. Amsterdam 1712; J. H. v. Heems- J kerck, 's-Gravenhage 1770; verk. Amster- 1 (i/f fl dam 5 Dec. 1796. Verz. O'Neil 1828; f ' U(I Charles Brind 1833. Door Van der Hoop ' gekocht van John Smith, Londen 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2239. Het vroolijk Huiswaartskeeren; een boerengezelschap keert in een schuit naar huis terug; aan den wal staat een dronken boer afscheid te /f nemen. Q~ , c «, D. 68,5 x 99, gem. op den rand der schuit: Cfi r C f'tlr • Verk. Gerrit Braamcamp, Amsterdam 1771. / Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 2240. Boerenbruiloft; bruidegom en bruid met kroontjes op het hoofd, zitten, onder een van den zolder neerhangende feestkroon, aan den disch, te midden van een talrijk gezelschap; een jong paar J links, staat voor den dans gereed. C4\ f « E. 38,5 x 50, gem. in den linker be- [ iJ\ filiL * s nedenhoek: (yy i t L ' * l\ -~r ~\ Verk. I. Hoogenbergh, Amsterdam 1743. / V / Jacob Boreel, Amsterdam 1746. ' / Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 2241. De Kwakzalver, staande onder een zwaren boom, en aan een groep dorpelingen een kies vertoonend, die hij juist van een op een stoel vastgebonden man heeft getrokken. E. 37,5 x 52, gem. linies op een bank: Verk. 's-Gravenhage, 15 Juli 1749; Mevr. Lormier, C? -tr^e %H 's Gravenhage 1763. V&* ff f lil * Kabinet van den Stadhouder Willem V. Nationaal Kjr Museum 's-Gravenhage, reeds aanwezig 1800. 2242. De Schuur ster; een jonge meid schuurt een tinnen kan op een omgekeerde ton. E. 24,5 x 20, gem. in den rechter benedenhoek: /n» r t Verk. Groeninx van Zoelen, Rotterdam 1800. ly tjCCtfl G. van der Pot, Rotterdam 1808. 2243. Het drinkend Paar; een zittende vrouw drinkt uit een glas, terwijl een man met een kan in de hand ter zijde zich achter haar bevindt. E. 24,5 x St. Hooi Van der Hoop gekocht in 1832. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2244. De Dansles; om een tafel zijn eenige kinderen, die de kat leeren dansen; een bejaard man steekt het . hoofd door een venstertje op den achter- J grond. A E. 68,5 x 59, gem. in den linker benedenhoek: ti\J Een copie bevindt zich in het Museum te y~ (Sff A. C C- Mainz. Verk. Amsterdam 1782 en H. Muilman, / 1 l\ /J ff) Amsterdam 1813. Legaat Jhr. J. S. H van \^^Ls iCb/' * de Poll, 1880. 2245. De Papegaaiskooi; een jonge vrouw van achteren gezien, reikt iets toe aan den papegaai in zijn kooi, hoog gehangen in het midden van een vertrek; aan den haard een oude vrouw, die oesters bakt en op den achter- , jrf grond drie jonge heden aan 't triktrakspel. y h\ y (' E. 40 x 43, gem. op het roer van de boot: ^7 Waarschijnlijk verk. J. v. d. Marck Ezn., Amsterdam 1773. '"'■N. - Verz. van Winter. Verz. Six. Aangek. 1907/1908. PYNAS (Jacob Symonsz.), geb. Haarlem (?) omstr. 1585, gest. na 1648. Was in 1605 in Italië en werd in 1632 hd van het Delftsche St. Lucasgilde; later ook werkzaam te Amsterdam. Broeder van Jan Pynas. 1931. Paulus en Barnabas offeranden afwijzende te Lystre; op den voorgrond staat de y— kreupele, door Paulus ge- 'T' ^- Tl f~ TT ^ - r F- I Y™* /< E. 64 x 105, gem. rechts onder: l / / / J Geschenk van Dr. A. Bredius, f _ 1892. j 0 z

RAVESTEYN (Jan Anthonisz. van), geb. omstreeks 1572, gest. 's-Gravenhage 1657. Ontwikkelde zich onder invloed van M. van Miereveld en Jacob Delff d. O. Werkzaam eerst te Delft en na 1697 te 's-Gravenhage. 1975. Jan Doublet (?), Ontvanger- fi' „ , fi A Generaal der Generaliteit. cu^ " ° ' U $ * E. 67,5 x 57,5, gem. boven links: Af\ Gekocht van de firma F. Muller & Co. y^C1901. 1975A. Sir John Burroughs, veldoverste; ten voeten uit, in staande houding en gewend naar rechts; in de rechterhand houdt hij een lans; op een met een groen kleed bedekte tafel, rechts, zijn helm. Achter deze tafel een afhangend groen gordijn. De figuur is geheel in het zwart gekleed, ook de handschoenen zijn zwart. D. 212 x 107, onder links staat: Sr John Burroughs, capt. Van 1605 tot 1627 was er een kapitein John Burghe in Staatschen dienst. Afkomstig uit de verz. van den Markies van Townshend in Norfolk Verk Londen 1904. Gekocht met steun van de Vereeniging Rembrandt, 1911. 1976. Nicolaes Smelsinc (—1629), Kolonel, Luit-Gouv. van Overijssel. D. 109,5 x 85. Gelijke portretten bevinden zich in het Kon. Paleis op den Dam en in het Mauritshuis. Zie nog No. 2008. Uit het Nationaal Museum te 's-Gravenhage, 1808. 1977. Mansportret, naar rechts gewend. Buste. E- 67,5 x 53,5. Door Van der Hoop in 1828 gekocht als portret van Hugo de Groot. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 1978. Justinus van Nassau (?) (1559—1631), zoon van Prins WillemI en Eva Elinx. E. 64 x 48. Geschenk van den Heer en Mevrouw J. L. Trip geb. Gravin van Liraburg Strrum aan het Nationaal Museum, 1805. 1978a. Officier uit het leger van Prins Maurits. In wapenrusting met oranje sjerp. Op een tafel een ijzeren handschoen en een helm met oranje veren en pluim. Kniestuk, naar rechts gewend. D. 116,5 X 97, gem. onder links: A. 1611. Evenals de drie volgende No's waarschijnlijk op last van Prins Maurits geschilderd en met 19 andere dergelijke portretten afkomstig uit het Slot Honselaeradijk. Nationaal Museum, 1801—1809. Kon. Kabinet van Schilderijen (Mauritshuis) te 's-Gravenhage. Cat. No. 139. In bruikleen 1933. 1978b. Idem. In wapenrusting, met oranje strik om den linkerarm. Op een tafel een paar ijzeren handschoenen en een helm met oranje veren en pluim. Kniestuk, naar rechts gewend. D. 115 X 96,5, gem. onder links: A° 1615 en met monogram. Cat. Mauritshuis No. 417. Herkomst als No. 1978a. 1978c. Idem. In wapenrusting, met oranje sjerp. Op een tafel een helm met oranje-roode veren en witte pluim. Kniestuk, naar rechts gewend. D. 114,5 X 96,5, gem. onder links: A 1612. Cat. Mauritshuis No. 420. Herkomst als No. 1978a. 1978d. Idem. In wapenrusting, met oranje sjerp. Op de tafel een helm met oranje veren en witte pluim. Kniestuk, naar rechts gewend. D. 115 X 94,5 gem. onder links: An° 1612. Cat. Mauritshuis No. 421. Herkomst als No. 1978a. 1979. Prins Willem I van Oranje, (1533—1584)- Copie naar Af. Jz. van Miereveld. Het opschrift luidt: Prins Wilhelm van Orangien, de Oude, Aetatis 52 tot Delft vermoort 1584. Zie bij No. 2008. 1980. Johan Graaf van Nassau (i535—1606), bekend als Jan de Oude, broeder van Prins Willem I. Achterop staat: Johan Graf zv Nassau Catzenelb. Zie bij No. 2008. 1981. Adolf Graaf van Nassau (1540—1568), broeder van Prins Willem I. _ Het opschrift luidt: Graef Adolf van Nassau. Zie bij No. 2008. 1982. Philips Willem Prins van Oranje-Nassau (1554—1618), oudste zoon van Prins Willem f. Copie naar Af. Jz. van Miereveld. Het opschrift luidt: Prins Philips Wilhelm van Orangien, Aetatis 64 obijt A° 1617 te Brussell. Zie bij No. 2008. 1983. Maurits Prins van Oranje-Nassau (1567—1625). Copie naar Af. Jz. van Miereveld. Het opschrift luidt: Prins Mauriz van Orangien, Aetatis 58 obijt in den Haagh A° 1625. Zie bij No. 2008. 1984. Philips Graaf van Hohenlo (155°— Aj o 1 ' 1606), gemaal van Maria, oudste doch- )]/[.■ Kil HC ƒ rC] 11 ter van Prins Willem I. m _ Het opschrift luidt: Den ouden graef Philyps van Holack. Gemerkt rechts. Zie bij No. 2008. 1985. Justinus van Nassau (1559—1631). Zoon van Prins Willem I en Eva Elinx. Luit.-Admiraal. Het opschrift luidt: JUSTINUS NASSAU. Zie bij No. 2008. 1986. Johan Graaf van Nassau-Catzenelnbogen (1561—1623), of Johan de Middelste (zoon van Jan den Oude). Achterop staat: JOHAN GRAF ZV NASSAV CATZENLB. Zie bij No. 2008. 1987. Philips Graaf van Nassau-Catzenelnbogen (156(3—1595). Gouverneur van Nijmegen, zoon van Jan den Oude. Achterop staat: PILIP GRAF ZV NASSAU. C. A. Zie bij No. 2008. 1988. Ernst Casimir Graaf van Nassau (1573—1632). Stadhouder van Friesland. Het opschrift luidt: Graef Ernst Casimir van Nassav, Aetatis 59, gebleven voor Ruermondt A° 1632. Zie bij No. 2008. 1989. Lodewijk Gunther Graaf van Nassau (i575—1604), jongste zoon van Jan den Oude. Het opschrift luidt: Graef Lodewijch Gvnther van Nassau, Lieut-General van de Ruyterie, Aetatis 29, obijt A° 1604. Zie bij No. 2008. 1990. Philips Ernst Graaf van Hohenlo (1585—1629), zoon van Wolfgang van Hohenlo en Magdalena van Nassau, zuster van Prins Willem I. Het opschrift luidt: Graef Philips Ernst van Holack. Zie bij No. 2008. 1991. Johan Ernst Graaf van Nassau (1582—1617), oudste zoon van Jan den Middelste; ging later over in Venetiaanschen dienst. Het opschrift luidt: Graef Er nes van Nassau. Zie bij No. 2008. 1992. Johan Graaf van Nassau-Catzenelnbogen (1583—1638), zoon van Jan den Middelste, ging over in Spaanschen dienst. Achterop staat: JOHAN G. Z. N. Zie bij No. 2008. 1993. Adolf Graaf van Nassau—Catzenelnbogen (1584—1608), broeder van den voorgaande. Achterop staat: ADOLF GR ZW NASSAU KAZENELE. Zie bij No. 2008. 1994. Willem Graaf van Nassau-Catzenelnbogen (1592—1642), broeder der beide voorgaanden. E. 30 X 25. Zie bij No. 2008. 1995. Albert Graaf van Nassau-Dillenburg (1596—1626), zoon van Georg van Nassau-Dillenburg, jongeren broeder van Willem Lodewijk. Gem. 1622. Het opschrift luidt: Graef Albert van Nassau. Zie bij No. 2008. 1996. Gaspard de Coligny (1517—1572). Admiraal van Frankrijk. Het opschrift luidt: Caspar de Coligny Admiral de France. Zie bij No. 2008. 1997. Robert Dudley, Graaf van Leicester (1532—1588), gunsteling van Elisabeth van Engeland, Landvoogd der Nederlanden en Eerste Raadsman der Staten van Holland. Het opschrift luidt: Comte de Lysester. Zie bij No. 2008. 1998. Francisco de Mendoza, Amirant van Arragon (154(1—1623), Spaansch bevelhebber in de Nederlanden. yyj f{CLu4W. 82 x 68, gem. in den achtergrond onder de tafel: T. Regters Pinxit 1761 Gekocht van F. C. Roos, Amsterdam 1821. 2015a. Jan Casper Philips (1700—1765), graveur, gezeten aan zijn werktafel en zich wendend naar den toeschouwer. In de hand een prent met zijn onderteekening. Kniestuk. E. 35 X 30, gem. onder het raam links: T. Regters Pinxit 1747 Gekocht op een verk. bij Frederik Muller & Co., 1913. REMBRANDT HARMENSZ. VAN RIJN, geb. Leiden 1606. gest Amsterdam 1669. Leerhng van Jacob van Swanenburch te Leiden en omstr. 1623 gedurende zes maanden van Heter Lastman te Amsterdam. Woonde te Leiden en van 1631 tot aan zijn dood teAmsterdam. E. 2016. De Schuttersoptocht, zijnde het Corporaalschap van kapitein Frans Banningh Cocq en luitenant Willem van Ruytenburg, in den volksmond bekend onder de benaming „de Nachtwacht".. Aan het hoofd van den stoet, die uit een poort naar buiten treedt, en onmiddellijk op den voorgrond de Kapitein, die „aan zijn. Luitenant last geeft om zijne compagnie te doen marcheeren" De Kapitein is in het donker gekleed, de Luitenant in geel gewaad met om het middel een witte sjerp, schitterend in het volle licht.. Naast den Kapitein een meisje, hel verlicht; op den achtergrond zwenkt de vaandrig het vaandel. D. 359 x 438, gem. onder links naar het midden: Op een schild, aangebracht naast de poort, staan de namen der afgebeelde personen: Frans Banning Cocq, heer van Purmerland en Ilpendam, capiteyn; Willem van Ruytenburch van Vlaerding, heer van Vlaerdingen, lieutenant; Jan Visscher Cornelisen, vaendrich; Rombout Kemp, sergeant; Reynier Engelen, sergeant; Barent Harmansen; Jan Adriaensen Keyser; Elbert Willemsen; Jan Clasen Leydeckers; Jan Ockersen; Jan Pietersen Bronchorst; Harman Jacobsen Wormskerck; Jacob Dircksen de Roy; Jan van der Heede.... Schellingwou; Jan Brugman; Claes van Cruy .... (Cruysbergen, zie Oud HoU. 1885 p. 91); Schryv(er). In de Nat. Gallery te Londen hangt eene copie (E. 66 x 83,5) door Ger. Lundens, waarop links nog twee figuren, vallende buiten de tegenwoordige compositie. Een teekening in het album van Banningh Cocq zeiven, tentoongesteld in eene vitrine in de nabijheid van het schilderij, vertoont dezelfde bizonderheid. Vroeger in de Groote Zaal van den Kloveniersdoelen, in 1715 overgebracht naar de Kleine Krijgsraadkamer van het oude Stadhuis. In 1815 overgebracht naar het Trippenhuis. In bruikleen van Amsterdam, 15 Aug. 1808. 2017. Regentenstuk, bekend onder den naam van de Staalmeesters. Drie heeren zitten achter een tafel met een zwaar rood kleed bedekt en hebben inzage genomen van een opengeslagen boek, een vierde rijst van zijn zetel op en de vijfde is in den linkerhoek in een armstoel gezeten; allen met het gelaat naar den toeschouwer. Achter hen, uitkomende tegen de eikenhouten wandbetimmering, staat de knecht. D. 191,5 x 279, valsch gem. op de schouw: De echte handteekening staat gestippeld op het tafelkleed: Vroeger geplaatst in den Staalhof in de Staalstraat te Amsterdam. Geteekende voorstudies bevinden zich in het Rijksprentenkabinet (de zittende regent, geheel links) en bij den Heer F. Koenigs te Haarlem (de staande regent). Volgens Mr. A. Delcourt van Krimpen zouden hier de „Gouverneurs van de Lakenen" en niet de „Staalmeesters" afgebeeld zijn. Beide colleges hielden zitting in den Staalhof. In het eerste geval heeten de voorgestelden: Jan Bitter; Corn. Egbertsz. Corver; Willem van Renevelt; Servaes del Court (volgens zijn naamgenoot de zittende man links) en Jan Jansz. Arents(burg). In het tweede geval: Willem van Doyenburg; Volckert Jansz.; Jacob van Loon; Aernout van der Mye en Joachim de Neve. In bruikleen van Amsterdam, 15 Aug. 1808. 2018. Anatomische Les van Dr. Joan Deyman (1620—1666). Fragment van het schilderij, voor drie vierde verbrand op 8 November 1723 en in 1841 naar Engeland verkocht. Het hjk ligt geheel in het verkort met de voeten naar den toeschouwer. Tegen de donkere holte van den geopenden buik is een witte doek gelegd. Links staat de collegemeester Gysbrecht Matthysz. Calckoen, die de schedelpan in de hand houdt. Boven het hoofd van het Hjk de handen van Dr. Deyman. In den achtergrond is de hand van een derde persoon zichtbaar. Zie ook No. 2018a. D. 100 x 134, gem. links op den voorkant van de tafel: Vroeger geplaatst in de Snijkamer te Amsterdam. Tot 1841 eigendom van het Chirurgijnsweduwen-Fonds. Verk. Amsterdam, 20 Dec. 1841. Verz. Rev. E. Pryce Owen, Cheltenham. In 1882 op iniatief van Prof. Dr. J. Six door de stad Amsterdam met hulp van particulieren van den Heer Owen gekocht. In bruikleen van Amsterdam 1885. 2018a. Compositie-schets voor de Anatomische Les van Dr. Joan Deyman, boven vermeld. Het ontwerp geeft weer, hoe Rembrandt zich oorspronkelijk het schilderij had gedacht. Gegroepeerd om den professor en den coUegemeester ziet men nog zeven chirurgijns, leunende op de estrade van het amphitheater. Een lijst, die zien laat, hoe Rembrandt aarzelt de compositie van boven vlak of gebogen af te sluiten, is om de groep heen geteekend. Penteekening op papier, 10,9 x 13,2. Verk. Six, Amsterdam 1928. Gekocht door de stad Amsterdam met steun van particulieren. In bruikleen van de stad Amsterdam, 1928. 2019. Het Bruidspaar; een man van gevorderden leeftijd houdt een jonge vrouw, die in rijke kleederen gedoscht is, omvat. Figuren te halven hjve. Als achtergrond, vaag aangeduid, links een architectuur met fontein, rechts een bloemenvaas. Waarschijnlijk na 1665 geschilderd. De vermoedens dat hier Titus van Rijn en zijn bruid zijn voorgesteld, zijn niet aannemelijk. Daarentegen heeft de veronderstelhng, geuit door J. Zwartz, dat dit de afbeeldingen zijn 16 6iv""" J""J' (künlranut '°39 van den Joodschen dichter Miguel de Barrios en zijn vrouw Abigail de Pina, grooter waarschijnUjkheid. D. 121,5 x 166,5, gem. onder rechts met twee aanvangscijfers van een jaartal. Gekocht door J. Smith van den Heer Vaülant te Amsterdam, 1825. Verz. Van der Hoop sinds 1833. In bruikleen van Amsterdam 1885. 2020. De Steenen Brug; Hollandsch landschap gezien bij geconcentreerden lichtval uit zware wolken. Geschilderd omstreeks 1638. E. 29,5 x 42,5. Verk. Lapeyrière, Parijs 1817; verz. James Gray, Versailles 1863; Marquis of Lansdowne, Bowood 1883. Aangekocht op verk. James Reiss te Londen in 1900 met bijdragen van de Vereeniging Rembrandt en van Dr. A. Bredius. 2022. Portret van een aanzienlijke jonge Vrouw. Indisch hout 107 x 82, gem. links onder: Een uitvoerige penstudie voor dit schilderij bevindt zich in het British Museum. Verz. Van Weede van Dijkveld, Utrecht. In bruikl. van de „Familie van Weede-SüV&ting", 1897. 2023. Elisabeth Jacobsd. Bas (1571—1649), weduwe van den Adrriiraal Jochem Hendricksz Swartenhont. (Zie No. 900). [Door Dr. Bredius met groote waarschijnlijkheid toegeschreven aan Ferdinand Bol]. D. 118 x 91,5. Door erflating uit de families Rey, Meulenaer en Muilman aan de familie van de Poll overgegaan. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. 2024. Diana. Een jonge vrouw,'liggend aan den waterkant, kamt zich het haar; donkere rotswanden vormen den achtergrond; op een steenblok twee pauwen. Links komt een hond aanrennen. (School van Rembrandt). D. 88 x 69,5. Door Prof. Dr. W. Martin toegeschreven aan G. Flinck. Een tweede exemplaar, bijna identiek en eveneens uit de XVIIe eeuw, bevindt zich in het Museum te Moskou. Afkomstig uit de verz. van Hamilton-palace als „Narcis". Verk. Amsterdam, 1885. 2025. Studiekop, waarscmjnlijk Rembrandt's vader, Harmen Gerritsz. van Rijn. Oude copie. D. 62,5 x 47,5. Valsch gemerkt: Rembrandt f 1641. Het origineel, omstreeks 1630 geschilderd, bevindt zich bij den Heer W. B. Chamberlin te Brighton. Als het portret van Willem van der Marck, graaf van Lumey, uit het Nationaal Museum, 's-Graverihage 1808. 2025a. Rembrandt's Moeder, voorgesteld als de profetes Hanna. Gezeten op een gebeeldhouwd gestoelte, een verschoten purperen mantel over de schouders, leest zij uit een foliant en houdt met haar gerimpelde hand het opkrullend perkament tegen. E. 60 x 48, gem. onder links met het monogram R. H. L. en gedateerd 1631. Reeds in 1719 bij Graaf Schönborn te Pommersfelden; op de verk. Schönborn, I Parijs 1867, verworven voor het Augusteum te Oldenburg. Sinds 1922 in bruikleen van den Heer M. P. VoOte te Amsterdam; in 1929 overgenomen uit diens legaat aan de Vereeniging Rembrandt. 2025c. De Pauwen; stilleven van twee pauwen en een mand met appelen, uitgestald voor een venster. Over het kozijn leunt met beide armen een klein meisje. Ontstaan omstreeks 1639. D. 145 x 135,5, gem. rechts onder: Rembrandt. Een penstudie voor dit schilderij, met het meisje en de liggende pauw, bevindt zich in het Prentenkabinet te Berlijn. Verz. van den geschiedschrijver Tobias van Domselaer, Amsterdam 1685; verk. W. Six, Amsterdam 1734; verz. W. C. Cartwright, Aynhoe Park, Banbury; J. J. M. Chabot, Wassenaar. In bruikleen van den Heer J. J. M. Chabot, Clarens 1923. 2025d. De Verloochening van Petrus. In het voorhof van den hoogepriester staat Petrus, gehuld in een witten mantel, de linkerhand in weifelend gebaar en verlegen luisterend naar de dienstmaagd van Caiaphas. Zij heft beschuldigend de rechterhand omhoog, waarachter zij een brandende kaars houdt om het gelaat van Petrus te verlichten. Links twee krijgsknechten. In den achtergrond rechts keert Christus, die geboeid voor zijn rechter staat, zich om naar Petrus. De voorgrond wordt zwak verlicht door een vuur, dat van den bodem opstijgt. D. 154 X 169, gem. rechts onder: Rembrandt 1660. Een schetsteekening voor dit schilderij bevindt zich in de Ecole des Beaux-Arts te Parijs, geschonken door Léon Bonnat. Verz. Marquis de Voyer, Parijs; Comte de Vence, Parijs 1760; Comte de Baudouin, Parijs 1780. Door Catharina II aangekocht voor de Ermitage te St. Petersburg. Verworven met steun van de Ver. Rembrandt, 1933. 2025e. Titus in Monniksdracht, wellicht als St. Franciscus, zittend tegen een donkeren achtergrond met gebladerte, gehuld in een bruine pij met kap, de oogen neergeslagen, de nauwlijks zichtbare handen over elkaar gelegd. Titus van Rijn, de zoon van Rembrandt en Saskia, werd 22 Sept. 1641 te Amsterdam gedoopt en aldaar begraven 7 Sept. 1668. D. 79,5 X 67,7, gem. links naast den bovenarm: Rembrandt F. 1660. Verz. Graaf Sergei Stroganoff, St. Petersburg; Museum te Moskou. Verworven met steun van de Ver. Rembrandt, 1933. RHEEN (Theodorus Justinus), geb. waarschijnhjk Amsterdam, gest. in Oost-Indië. Vestigde zich, na Italië bezocht te hebben, in den Haag, daarna in Amsterdam en eindelijk in Oost-Indië. Werkzaam iste helft 18e eeuw. 2028. Abraham Patras (1671—1737), Gouvern.-Gener. van Ned.-Indië (I735—I737)- K. 34 x 27, gem. in linker benedenhoek: 'T^Z/P Jï Het opschrift luidt: Abraham Patras Gouverneur-Generaal J^/^fUt/l^^ van Nederlands-India A° 173$. Herkomst zie No. 328. RHENEN (Meester van), Noord-Nederlandsche schilder, werkzaam aan het eind van de 15e eeuw. Aldus genoemd naar het door hem geschilderde paneel, voorstellende de Belegering van Rhenen, No. 60 van den catalogus. Twee paneelen met voorstellingen uit het leven van de Heilige Elisabeth van Hongarije (1207—1231). 2028a. Linkerpaneel. Rechts op den voorgrond de verloving van de H. Elisabeth met Hertog Lodewijk van Thüringen en Hessen. Links het bruiloftsmaal op den Wartburg, waaraan ook Koning Andreas, de vader van Elisabeth, en de moeder van den bruidegom deelnemen. Op den voorgrond in het midden: Elisabeth, vergezeld van haar dienaressen Gutha en Isentrudis, belooft aan haar geestehjken leider Koenraad van Marburg gehoorzaamheid en na Lodewijk's dood onthouding. 2028b. Rechterpaneel. Links op den achtergrond: Lodewijk vertrouwt vóór zijn vertrek naar het Heilige Land Elisabeth toe aan zijn zwager. Links op den voorgrond: de H. Ehsabeth, na den dood van Lodewijk in 1227 uit den Wartburg verdreven, ontvangt in het door haar gestichte ziekenhuis te Marburg een gewonde en verpleegt zieken. Rechts de Heilige op haar sterfbed, bijgestaan door Meester Koenraad; op den achtergrond wordt zij door Franciskaner monniken begraven. E. elk 127 X 110. Herkomst zie volgend No. 2028c. De St. Elisabethsvloed (18—19 Nov! 1421), geschilderd op twee paneelen, vroeger de achterzijden van de No's 2028a en 2028b, thans in één lijst gevat. De twee paneelen, die aaneensluitend gedacht moeten worden, geven een gezicht in vogelvlucht op het terrein van den ramp. Op den voorgrond zijn boeren bezig met het in veiligheid brengen van vee en goederen. Op het linkerpaneel gezicht op de stad Dordrecht, met links de Vuilpoort. Hierachter het land tusschen 'Maas en Waal met doorgebroken dijken en het in- stroomende water. Bij het plaatsje Houwelinge staat de wieg met het kind, dat onder bescherming van de kat werd gered uit de vloedgolf. E. elk 127 X 110. Part. verz. te Brugge. Aangekocht met steun der Vereeniging Rembrandt, 1933. RIBOT (Augustin Théodule), geb. Breteuil (?) 1823, gest. Colombes 1891. Leerling van Aug. Barth. Glaize. E. 2029. De Naaister; een oud vrouwtje is bezig met verstelwerk. D. 46,5 x 38, gem. onder rechts: t. Ribot. Geschenk van Douairière R. Baron van Lynden, geb. Baronesse van Pallandt, 1900. 2030. Stilleven, bestaande uit enkele visschen en een kreeft. D. 60 x 74, gem. onder rechts: t. Ribot. Herkomst als No. 2029. 2068. Anna van Oostenrijk (1601—1666), gemalin van Kening Lodewijk XIII van Frankrijk. Zittend voor een rood gordijn. E. 105 x 74. Een tweede exemplaar van mindere kwaliteit bevindt zich in hèt Louvre te Parijs. In 1830 bij Mej. Hoofdman te Haarlem. Verk. Koning Willem II, 1850 en 1851. Herkomst als No. 2067. RUELLES (Pieter des), geb. omstreeks 1630, gest. Amsterdam 1658. Was ook dichter. 2070. Het St. Agnietenklooster te Utrecht, /# van buiten gezien. fjj v II E. 60 x 49, gem. onderaan rechts: r% t § ff \ \ (I 9 Verk. P. van Arnhem, Groningen 1868. J %,\,\r •l^dxh Geschenk van Dr. A. Bredius, 1892. RUISDAEL (Jacob Isaacksz. van), geb. Haarlem 1629, gest. aldaar 1682. Waarschijnhjk leerling van zijn oom Salomon van Ruysdael. Van omstreeks 1656 tot aan zijn dood woonde hij te Amsterdam. In 1676 promoveerde hij te Caen tot doctor in de medicijnen. E. 2071. Gezicht op Haarlem, gezien in vogelvlucht van de hoogten bij Overveen, over weilanden en bleekerijen. D. 43 x 38 gem. in den linker benedenhoek: *\&&ijbat£. Talrijke herhalingen van dit onderwerp in verschillende fj J verzamelingen. Verk. Baron van Nagell van Ampsen, 's-Gravenhage 1851. Legaat L. Dupper Wz., 1870. 2072. Boschgezicht; een zandweg flauw opwaarts loopend door een bosch met zwaar j ~4 O begroeide eikeboomen. M^^^frilJV^-"— E. 42 x 49, gem. onder links: / Verk. G. Schimmelpenninck, Amsterdam 1819. /~ a "7 Gekocht van J. de Lelie, Amsterdam. Kabinet J " j 0 J. Rombouts 1850. Legaat L. Dupper Wz., 1870. 2073. Zandweg in de duinstreek, oploopend langs kreupelhout. E. 32 x 42,5, gem. op den weg: ' n Verz. W. P. van Lennep, Amsterdam. Legaat van £-7 J v "J"^ (J Mevr. Messchert van Vollenhoven, geb. van Lennep, "\fvj {|&U ftCZ aan de stad Amsterdam. \J ^*>w In bruikleen van Amsterdam, 1892. 2073a. De Voorde. Op den voorgrond trekken twee ruiters en landlieden met een wagen door een bijna droog geloopen stroom ,die zich kronkelt langs een dicht geboomte links. Rechts waar het terrein eenigszins oploopt staan een paar eiken. In het verschiet een dorpstoren. Waarschijnhjk zijn niet alle figuren door Ruisdael geschilderd, maar enkele door Ph. Wouwerman. *D. 67,5 x 85, gem. rechts met een monogram ^ _ir>^~ \ « Jl7*7 van twijfelachtige echtheid: ^^i^/' Verk. Amsterdam, 9 April 1783. Verz. van Winter; _J verz. Six. Aangekocht 1907/1908. 2074. De Molen bij Wijk bij Duurstede; staande aan den rivieroever nabij den voorgrond; ver- ^->_ m a derop het bisschoppelijk kasteel. • A / D. 83 x 101, gem. onder rechts: ƒ>ƒ f) O f l Verk. J. Jurriaans, Amsterdam 1817, I J ■ / " daarna in Engeland. Door Van der Hoop I k gekocht in 1833. / Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2075. Landschap; een breede waterval op den voorgrond, waarachter een zwaar eikenbosch; in het heuvelachtig verschiet een toren en windmolens. 0~~\ >jf D. 142 x 195, gem. onder rechts op een steen: ~^\l)t/li%ï\rtétr Verz. Sir Charles Blount, 1836. Door Van der ^j'\^lJ0(LC/ Hoop gekocht van J. Smith, Londen 1837. yy I — Herkomst als No. 2074. ' 2076. De Waterval, in een boschrijke streek, waar zware eikeboomen staan; aan weerszijden van een vallei, /""^ verheffen zich kasteelen op rotstoppen. wv'^'X S D. ui x 99, gem. onder rechts: J \^/ÖHt/ Gekocht in 1818. KJ <-- 2077. Landschap; een huis met watermolen in een bosch. D. 63 x 79, gem. onder rechts: Verz. Le Brun, Parijs. Verk. Chev. /"""""V de Clesne, Parijs 1786; wellicht l / ƒ. v verk. P. Fouquet, Amsterdam 1801; \ f~*\ »-« " 1 /? verk. Wilkinson, Londen 1828. Door 1/ \« f)s\f]A g I' S Van der Hoop gekocht van A.Brond- (V ^\mïZy"l/ /// geest, 1838. Verz. Van der Hoop. ^^' V [) 1 In bruikleen van Amsterdam 1885. 2078. Rotsachtig Landschap, met een beek stroomende over steenblokken; een huis en eenige boomstammen op een verhevenheid. D. 108,5 x 135, gem. onder rechts': Afkomstig uit Rusland. Door Van der Hoop van J. Noë te YZf München gekocht, 1841. Verz. Van der Hoop. In bruikleen y\ van Amsterdam, 1885. (J 2079. Winterlandschap; een zware vierkante toren benevens eenige huizen in .een besneeuwd landschap; late avond met sombere lucht. D. 42 x 49,7, gem. onder rechts: I 1 Gekocht van F. J. Noordwijk, Rotterdam 1811. /T\ V. •/j\ « M Kabinet J. Rombouts, 1850. . >|VÏ^y^ Legaat L. Dupper Wz., 1870. '\J * 2080. Het Kasteel Bentheim; op den voorgrond een waterplas, die, uitloopemie over rotsblokken, nabij een omgevallen boomstam, een jf" \ » Nt A kleinen waterval vormt. \ * * j J\ 1/ D. 68 x 54, gem. rechts op een rotsblok: \ 1-^%.414/1 (l ft ê I Verkoopingen G. G. Baron Taets van Ame- »ï \v. fVl^V i rongen, 1805 en P. de Smeth van Alphen, ft/ "^ïw Amsterdam 1810. 2074. De Molen bij Wijk bij Duurstede; staande aan den rivier- 2081. De Overtoom, bij een dorp tusschen boomen aan een vaart gelegen. Afwisselend toegeschreven aan Jac. van Ruisdael, Joris van der Hagen en Joh. Vermeer van Haarlem. D. 120 x 168,5. Verk. G. van der Pot, Rotterdam 180S. bij een vliet. £. 61 x 85, gem. naar het midden RUYSDAEL, vroeger gen. de GOYER (Salomon Jacobsz. van), geb. Naarden omstreeks 1602, gest. Haarlem 1670. Werd in 1623 in het gilde aldaar opgenomen. Beïnvloed door Esaias van de Velde en Jan van Goyen. Oom van Jacob van Ruisdael. 2083. Pleisterplaats; vóór een uitspanning staan twee overhuifde wagens waarbij reizigers te paard; op den voorgrond eenige koeien onderaan. Verk. Dr. J. Bleuland, Utrecht 1839. Kabinet J. Rombouts 1850. f' if /* f Legaat J. Dupper Wz. 1870. * *f 2084. Dorpsherberg, waar ruiters vertoeven om de paarden te doen voederen; een reiswagen met twee paarden heeft even¬ eens stand gehouden; op den voorgrond een boer die zijn koeien voortdrijft. E. 56 X 84,5, gem. op den wagen: Verk. H. Muilman, Amsterdam 1813. 7 fj "t^ Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. V i r 2084a. Dorpsgezicht; rechts tusschen hooge boomen de kerktoren; op den beschaduwden weg staat een troep zigeuners en verderop aan den ingang van het dorp heeft een reiswagen, bespannen met vier schimmels, halt gehouden. Op den voorgrond onder de schaduw van een eik wordt een drift koeien in een plas geleid om te drinken. Links een vlonder waarover een man gaat. D. 105 x 150,5, gem. bij het midden: Schenking Hoogendijk, 1912. RUYSCH (Rachel), geb. Amsterdam 1664, gest. aldaar 1750. Leerlinge van Willem van Aelst; huwde 1693 den schilder Jurriaan Pool. Werkzaam in hoofdzaak te Amsterdam, van 1701—1708 te 's-Gravenhage, daarna tijdelijk te Dusseldorp als hofschilderes van den Keurvorst van de Palts. 2086. Bloemen; een ruiker, bestaande uit rozeu en andere bloemen, geplaatst in een glazen vaas. D. 65 x 51,5. Verk. Mr. M. C. van Hall, Amsterdam 1858. 2260. Jachtpartij; halte van jagers nabij een pleisterplaats in een heuvelachtig landschap. E. 43 x 6i, gem. ouder rechts: Verk. Dordrecht 1818. Kabinet J. Rombouts 1850. Legaat TT j L. Dupper wz., 1070. 2261a. Wandelaars in een boschachtige streek, een rijtuig in 't verschiet. E. 18 x 72,5. Vormt het deksel van een clavichord. Gekocht in 1892. Bevindt zich in de verzameling van muziek-instrumenten. STOOP (Maerten), geb. Rotterdam (?) omstreeks 1618, gest. aldaar 1647. Broeder van Dirck Stoop. Woonde ook te Utrecht. 2261b. Inkwartiering; een krijgsman, gedeeltelijk ontkleed, zit in een schuur op den rand van een krib zijn pijp te rcoken, terwijl een jongen hem de laarzen uittrekt. Een vrouw is bezig een kofier uit te pakken. E. 54 x 45. Schenking Hoogendijk, 1912. STORCK (Abraham), geb. Amsterdam omstreeks 1635, gest. aldaar omstreeks 1710 (?). E. 2263. De Dam te Amsterdam, met uitzicht naar den Nieuwendijk. D. 128 x 169, gem. onder , - > Safvs. der Hoop gekocht A , 5 t O F kï CC i t . van A. Brondgeest, 1835. Verz. Van der Hoop. In bruik- ) O ^ «5» leen van Amsterdam, 1885. 2264. Zeegezicht; een Nederlandsch eskader zeilt de haven van eene Italiaansche stad binnen. D. 71 x 85, gem. op een drijvend plankje: » . « . Door Van der Hoop gekocht van Mr. N. A-OtOl^r^ J. W. C. Heideloff, 's-Gravenhage 1834. Herkomst als No. 2263. 2265. Zeegezicht; tegenhanger van het vorig stuk; dezelfde schepen die nu de haven uitzeilen. - ( sjjj ^-r*> D. 71 x 85, op een drijvend plankje: f\ # QF Cl\ f Herkomst als No. 2263. 2266. De Reede van Enkhuizen, met zeilende schepen. D. 86 x 117,5, gem. op een sloep: - Geschenk uit de nalatenschap van Mr. H. J. /\ * C^-| ^yf £ ps. Baron van der Heim van Duivendijke, 1890. 2266a. Bezoek van het Moskovisch Gezantschap aan Amsterdam op 29 Aug. 1697. Op den achtergrond de Kloveniersdoelen en de toren Swyght Utrecht. A- Sto rt K D. op E. 33,5 x 42,8, gem. op den voet van het monument: F c c i"i Gek. veiling Fr. Muller & Cie, 1904. 2267. Het Eiland Onrust nabij Batavia. (Richting A. Storck). D. 77 X 110, gejaarmerkt: J699. Verk. Copes van Hasselt, Haarlem 1880. STRIJ (Abraham van), geb. Dordrecht 1753, gest. aldaar 1826. Leerling van Joris Ponse. E. 2272. De Teekenles; een jongeling teekent onder toezicht van den meester naar pleister. M. 25 x 20,5, gem. onder rechts: A. van Strij. Kabinet van Heteren, 1809. 2273. De Huisvrouw, gezeten bij de wieg van haar slapend kind. - M. 56,5 X 49. Verk. Brentano, Amsterdam 1822. Verz. van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. SWAN (John Macallan), geb. Old Brentford 1847, gest. Eiland Wight 1910. Bezocht de Lambeth Art School, ging naar Parijs en werkte onder Gerome, Bastien Lepage en Dagnan Bouveret voor de schilderkunst en onder Frémiet voor de beeldhouwkunst. Werkzaam te Londen. E. 2279a. Moederliefde. Een leeuwin lang uitgestrekt, zoogt hare drie welpen. D. 153 x 227, gem. John Af. Sara:». In bruikleen van den Heer en Mevrouw Drucker-Fraser te Londen, 1906 en geschonken 1909/10. 2279b. Ijsberen, in een zware branding een verlaten roeiboot beklimmend. D. 152 x 276. Bruikleen van den Heer en Mevrouw Drucker-Fraser, 1919. 2279c. Nymphen; badende en zittende meisjes aan den rotsachtigen oever van een blauw meer. In de verte een schip met witte zeilen. D. 67 X 56,5, gem. onder links: John Af. Swan. Bruikleen van den Heer en Mevrouw Drucker—Fraser, 1919. 2279d. Vluchtelinge; een meisje in rood en zwart, het reisgoed naast zich op den grond, rust uit op een boomstam in een weide. D- 34 x 52, gem. onder links: J. Af. Swan. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 2279e. Nemesis. Langs een dooden neger, zijn jachttuig naast zich, sluipt een leeuwin met haar welpen. Heldere sterrenhemel. D- 34 x 58, gem. onder links: John Af. Swan. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. 2279f. Twee drinkende panters. D. 54 x 183, gem. onder links: John Af. Swan 1896. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. SWANENBURGH, (Isaac Claesz. van), geb. Leiden vóór 1550, gest. aldaar 1614. Bekleedde in zijn geboortestad herhaaldelijk de burgermeesterlijke waardigheid. 2280. De Gelijkenis van het onkruid onder de tarwe. (Toeschrijving). E. 131 x 147, gem. onder links: Afo«*. XIII. Gekocht in 1883. SWEERTS (Michiel), geb. 1624. Bevond zich voorjaar 1646 te Rome en was daar nog in 1652. Werkzaam vermoedelijk te Amsterdam tot na 1656. E. 18 2281. Schildersatelier; eenige leerlingen studeeren naar pleisterfragmenten, waarvan er vele op een hoop op den voorgrond hggen; de meester zelf werkt naar naakt model. D. 71 x 74. Gekocht in 1901. 2282. Boerengezelschap; in de open lucht zijn eenige boeren aan het kaartspelen; een van hen wordt door een jongen den zak gerold en op den achtergrond zijn er twee aan het vechten. D. 71 x 74. Gekocht in 1901. 2282a. De damspelers. Vijf weelderig gekleede jongelieden zijn bijeen. Twee der oudsten, waarvan een zich naar den toeschouwer wendt, zijn aan 't spelen; een jongere ziet toe. Achter hen staat een der grooteren wien door een r--^ Schenking Hoogendijk, 1912. 2282b. Hongerigen spijzen. 2282c. Dorstigen laven. 2282d. Naakten kleeden. 2282e. Zieken bezoeken. Een viertal tafereelen, vermoedelijk uit een serie der zeven werken van barmhartigheid, waarvan de drie overigen onbekend zijn. De drie eersten stellen de mtoefening der Christelijke deugden voor in figurenrijke composities met den buitenkant van een Italiaansche stad tot omgeving. „Zieken bezoeken" is voorgesteld door een oude zieke vrouw in een stoel bij den haard gezeten, terwijl een man voor haar staat, wijzende naar den ingang der woning, waar nog andere personen binnen treden. D. respect. 75 x 99; 72 x 97,5; 74 X 99 ; 75 x 99- Afkomstig uit Engeland. Geschenk van de Commissie tot Verkoop van Photographieën, 1920. TADEMA (Sir Laurens Alma), geb. Dronrijp 1836, gest. Wiesbaden 1912. L^rling van Louis de Taeye en van Baron Leys. Woonde te Londen. E -L. 2283. Een jonge Vrouw; studiekop. M 31 X 35, gem. onder rechts: L. Alma Tadema 1854- Bruikleen van den Heer J. B. Westerwoudt, 1888. Gelegateerd 1907. 2283a. Egyptische Weduwe, treurende bij de lijkbaar van haren man, welke is opgesteld in de doodenkapel bij een tempel. Priesters verrichten zingend den doodendienst onder begeleiding van harpspel. M 75 x 99, gem. op een sarcophaag: L. Alma Tadema 1872. In bruikleen van den Heer en Mevr. J. C. J. Drucker-Fraser te Londen, 1903 en geschonken 1909/10. 2283b. De dood van den Eerstgeborene (Exodus XII), voorgesteld in een Egyptisch paleis, bij lamplicht. Ongeveer in het midden, op den voorgrond, zit de jeugdige Pharao, onbewegelijk en recht van voren gezien; het hjk van den eerstgeborene ligt op zijn knieën uitgestrekt. Terzijde de vrouw, die zich vertwijfelend over haar dooden zoon heenbuigt. In de omgeving en in den achtergrond weeklagers en muzikanten. Geheel op den achtergrond verschijnen in het maanlicht Mozes en Aaron. D. 57 x 124,5, gem. in de bovenste helft van het schilderij naar het midden: L. Alma Tadema. Geschilderd in 1872. Geschenk van de dochters van den schilder naar diens wensen, Londen 1913. TEMPEL (Abraham van den), geb. Leeuwarden 1622, gest. Amsterdam 1672. Leerling van zijn vader Lambert Jacobsz. te Leeuwarden en van Joris van Schooten te Leiden. Van 1648 tot 1660 werkzaam te Leiden, daarna te Amsterdam. 2287. Abraham de Visscher (1605—1667). Koopman en Bewindhebber der W. h Comp. Kniestuk. Zie ook No. 2129. D. 127 x ioo. Volgens Dr. Bredius zou F. Bol de schilder zijn van dit portret en van No. 2288. Met het volgende No. legaat van Mevr. de Wed.Mr. D. Balguerie van Rijswijk 1823. '' 2288. Machteld Bas (—1681), echtgenoote van Abraham de Visscher. Kniestuk. Onvoltcoid. D. 127 x 100. Achterop staat: Deeze Machtelt Bas is afgeschilde* naa Zij haar man Abraham de Visscher snagts dood naast haar tijde vondt. 2289. Familietafereel; op het bordes van een buitenverblijf zijn man, vrouw en vijf kinderen, van welke de oudsten muziek maken, bijeen. D. 190 x 200, gem. onder links: Geschenk van den Heer J. H. Willink van Bennebroek, 1902. 2290. Vrouwsportret. Copie naar een portret door Barth. van der Helst uit 1646, in het Museum Boymans te Rotterdam. D. 76 x 66, gem. boven rechts. Achterop staat: Aetatis 50 A : j . S\ Verk'. Saportas, Amsterdam 1833. fO M V, ^Z/MW) C L f" Verz. Van der Hoop. In bruik- * ' J W leen van Amsterdam i88s. 2290a. Pieter de la Court (1608—1685), bekend staathuishoudkundige w. vei. vrieiiu van —,. den Raadpensionaris Johan (f! J t de Wit. Kniestuk. H l/L l>. 133 x 106, gem. rechts: Q » . Aangekocht verk. De la Court, /? / /T/Cs^ (Fr. Muller & Cie) door tusschen- %A/J UK/S* komst van de Vereeniging Rembrandt, 1904. 2290b. Catharina van der Voort (1622—1674), .«ras*» ^_ / echtgenoote van den voorgaande. Kniestuk. (/gijlfjCL * D. 133x106, gem. links op een balustrade: J Herkomst als vorig No. ^- , TENGNAGEL (Jan), geb. Amsterdam 1584 of / U U ' 1585, gest. aldaar 1635. Wordt in 1608 vermeld te Rome, waar hij o.m. den invloed onderging van Elsheimer. Werkzaam te Amsterdam; werd in 1625 aangesteld tot substituut-schout. 2291. Schuttersmaaltijd van zeventien personen; kapitein Geurt Dircksz van Beuningen, luitenant Pieter Martsz. Hoefyzer, 1613. Op den voorgrond wordt de Vaandrig verwelkomd en uitgenoodigd plaats te nemen; figuren tot aan de knieën. De tweede van rechts met omgekeerd glas stelt den schilder voor. De schutters zijn aldus geplaatst: 8 9 10 11 " '3 !4 J5 3 276 17 5 16 1 I Geurt Dircksz. van Beuningen, kapitein; 2. Pieter Martsz. Hoefijzer, luitenant; 3. Klaas Bisschop, vaandrig; 4. Adriaen van Nieuwlandt; 5. Aert Keyser- 6. Heindryck Sybrantsz. Voet; 7- Laurens Jansz. van Lier; 8. Hans van der Voort; 9. Jan Cornelisz. Meulen; 10. Gerrit Martsz. Conynenburgh; II Willem Kik; 12. Heindr. Hogendorp; 13. Cornelis Gerritsz.; 14. Laurens Laurensz. van Baaien; 15. Cosmo de Moucheron; 16. Pierre de Nimay; 17. Jan Tengnagel, sergeant. q . * ry D. 155 x 264, gejaarmerkt: , /\ / (j J 3 ' Afkomstig uit den Handboogdoelen. >«—^ Vroeger toegeschreven aan Frans Badens. In bruikleen van Amsterdam, 1885. TENDERS DE JONGE (David), geb. Antwerpen 1610, gest. Brussel 1690. Leerling van zijn vader David Teniers den Oude en beïnvloed door Rubens en Brouwer. Van 1651 af te Brussel werkzaam als hofschilder van Aartshertog Leopold Wilhelm. E. 2292. De Wachtkamer; in een gewelfd lokaal verscheidene krijgslieden van wie ér enkelen kaart spelen; op den voorgrond harnassen en ander krijgsmanstuig. . gV. / /C & / . D. 61x94,5, gem. onder ƒ_) -/f/V/ERb / 7 ° ' rechts bij het midden: Vermoedelijk is het stuk oorspronkelijk niet grooter geweest dan 48 x bo. Verk. Mevr. Lormier, 's-Gravenhage 1763- Kabinet van, Heteren, 1809. 2293. Rustende Werklieden, een is er op een bankje gezeten, terwijl twee anderen bij hem staan; allen rooken. ; r- E. 33 x 29, gem. onder rechts: Js-lENlERo Herkomst als No. 2292. 2294. Boerenherberg; op den voorgrond is een bejaarde man, met een bierkan in de hand, aan een tafeltje gezeten. E. 35 X 32,5, gem. op den poot van de tafel: JTJ Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 2295. Verzoeking van den H. Antonius, die geknield ligt in zijn grot, orrrringd door vele gedrochtelijke wezens. E. 31 x 23, gem. onder rechts: D'TcNIERS • Verk. Gerrit Braamcamp, Amsterdam 1771 en Mevr. Bicker, Amsterdam 1809. 2296. Boerenkermis; vóór een dorpsherberg zijn twee gezelschappen aan tafels vereenigd; enkele paren dansen. D. 78 x 106,5, gem. op een blok op den voor- Z. grondrechts: T>.TPMirP«ï Tfc Verz. Mej. Hoofdman, Haarlem; verk. Koning *^ 5jï!'f^iAgj Wülem II, 1850. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam 1885. 2297. Boerenbedrijf; een boerengezin vóór den ingang van een woning. D. 65 X 94,5, gem. in den ^"defHoop gekocht Ï>* TEN^KS > ArC ' van A. Brondgeest, 1834. Herkomst als no. 2296. 2298. De dobbelaars; twee zijn gezeten aan een tafel, terwijl een derde staande de dobbelsteenen schudt; nog zijn enkele toeschouwers aanwezig. ^ E. 45 x 59, gem. onder links: ffV^/i' t"P O S^" Door Van der Hoop gekocht , *4~IVI£J\.0 . S van A. Brondgeest, 1835. Herkomst als No. 2296. 2298c. Boerenerf; in het midden staat een wagen, rechts loopen eenige varkens, links komt een man aangeloopen en in den achtergrond staat een vrouwtje bij den waterput. [Thans toegeschreven aan Charles de Hooch, gest. Utrecht 1638]. E. 32 x 45,5. Valsch gemerkt met het monogram van David Teniers. Schenking Hoogendijk, 1912. TERBORCH (Gerard). Zie op Borch, blz. 55. TEUNISSEN (Cornelis). Zie op Anthonissen, blz. 29. ' .i THOLEN (Willem Bastiaan), geb. Amsterdam 1860, gest. 's-Gravenhage 1931. Leerling van de Amsterdamsche Academie en van Gabriël. Hoofdzakehjk werkzaam te 's-Gravenhage. 2301a. Landingsplaats. Aan den steiger ligt een schip gemeerd. Kalme zee. D- 37 x 43, gem. onder rechts: W. B. Tholen, 99. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. TTEPOLO (Giovanni-Battista), geb. Venetië 1696, gest. Madrid 1770. Ontwikkelde zich onder invloed van Paolo Veronese en G.-B. Piazzetta. Werkzaam te Venetië en omstreken, Würzbure en Madrid. 2302a. Telemachus en Mentor. Telemachus, op weg om de vrijers te overvallen, torst den geweldigen pijlkoker van zijn vader Odysseus en aarzelt onder het voortgaan, terwijl Mentor hem moed inspreekt. D. no x 72. Verz. Henri Rochefort, Parijs; Théodore Duret, Parijs. Aangekocht met steun der Vereeniging Rembrandt, 1922. TTNTORETTO (Jacopo Robusti gen.), geb. Venetië 1518, gest. aldaar 1594. Leerling van Titiaan. 2302b. Portret van den Senator Vincenzo Zeno. Hij draagt een langen grijzen baard en is gekleed in een purperen mantel. Borstbeeld naar links gewend. D. 55 x 47. Verworven uit den Parijschetf kunsthandel. Geschenk van een groep leden der Vereeniging Rembrandt, 1922. TISCHBFJN (Johann Friedrich August), geb. Maastricht 1750, gest. Heidelberg 1812. Leerling van zijn vader Johann Valentin Tischbein en van zijn oom Johann Heinrich Tischbein te Kassei. Schil¬ derde veel aan buitenlandsche hoven. Was van 1800—1806 Direc¬ teur van de Academie te Leipzig. /r, 2303. De Schilder zelf. * _ D. 46 x 38, gem. onder rechts: «//T"V I r *Jttw i f & 2» Legaat A. A. des Tombe, 1903. / 2303a. Johannes Lublink de Jonge (1736—1816), Christen-wijsgeer, letterkundige en staatsman; schrijlings op een stoel gezeten met den rechterarm over de leuning geslagen. Kniestuk gewend naar rechts en uitkomend tegen een geopend venster. Doek 101 x 72. Legaat Mevrouw M. N. Th. Lublink-Weddik, Arnhem 1919. 2303b. Cornelia Reydenius, echtgenoote van den voorgaande; gezeten in een armstoel op een terras, uitzicht gevend op een toren. Zij houdt een brief in de linkerhand. Kniestuk gewend naar links. Doek 101 x 72. Herkomst als No. 2303a. 2304. Mr. Jan van de Poll (1721 J—mr* , —1801), Burgemeester van / ' /. /. , . jSl Amsterdam. Zie No. 1943. J ' SCI I IJ V* ' ' ' * D. 73 x 55, gem. bij den rechterschouder: Geschenk van Jhr. J. S. K. van / ^ de Poll, 1885. 2304d. Mr. Salomon Rendorp (1767—1824), brouwer; borstbeeld gewend naar rechts. D. ov. 68 x 53, gem. links: Tisckb. p. 1793Legaat Salomon Rendorp, Amsterdam 1903/1910. 2304e. Johanna Ferdinanda van Collen (1774—1833), echtgenoote van den voorgaande; borstbeeld gewend naar links. . D. ov. 68 x 53. Afkomst als vorig-No. TISCHBEIN (Johann Heinrich), geb. Kloster Haina 1722, gest. Kassei 1789. Oom van Johann Friedrich Tischbein. Leerling o.m. van Charles van Loo te Parijs en van Piazzetta te Venetië. Werkzaam te Kassei als hofschilder. 2305. Anna van Bronswijk (1709—1759), gemalin ^ „ van Prins Willem IV. J, fJ%Cr\ltin D. 48,5 x 38, gem. ouder links: ■* ^ ï Gekocht 1818. )7o&' TI SI (Benvenuto), zie Garofalo blz. 103. TOL (Dominicus van), geb. Bodegraven omstreeks 1635, gest. Leiden 1676. Leerling van zijn oom Gerard Dou. 2309. Officier der Leidsche Schutterij. E. 39 x 32, gem. op de Poort van den St. Joris Doelen: ) V 7 ^ Werd vroeger gehouden voor het portret van Burge- ' T i meester Hendrick Spieghel. Legaat Bicker, 1881. 'V 0 *■* In bruikleen van Amsterdam, i88r. TOORENVLB2T (Jacob), geb. Leiden 1635 of 1636, gest. aldaar 1719. I^rling van zijn vader, den glasschilder Abr. Toorenvhet. Werkzaam ook te Rome, Venetië en Weenen. Z K - E. 2311. Muziekles; een oude man geeft onderricht in het guitaarspel aan een jonge vrouw. E. 27 x 20, gem. op een zuil links: f ƒ Afkomstig verz. Gijsbert de Clercq, 1899. rf/jT® 0 **J7 J» lle { . J . ' Overgenomen van de Vereeniging Rem- ' brandt, 1902. 2311a. Carel Quina (1622—1689), Ridder. Gezeten voor een venster met eene kaart van de Middellandsche zee vóór zich. Hij houdt een passer in de hand. In het verschiet de St. Pieter te Rome. 4" 31, gem. links op de vensterbank: Verk. Mevr. Cock Blomhoff, geb. van de Poll te Amersfoort, 1907. TOOROP (Johannes Theodorus), geb. Poerworedjo (Java) 1858, gest. 's-Gravenhage 1928. Bezocht de Polytechiusche School te Delft; studeerde vervolgens aan de Rijksacademie te Amsterdam en te Brussel. Was korten tijd te Londen werkzaam; veranderde daarna herhaaldelijk van woonplaats en verbleef beurtelings in Brussel, Katwijk, Amsterdam, Nijmegen, Domburg en 's-Gravenhage. Stond eenigen tijd onder invloed der Fransche neo-impressionis- tische school. E. - L. 2311b. Zee; gezien van het strand met hoogen horizon bij helder weer; midden in zee enkele vaartuigen. Gepointilleerd. D. 45 x 50, gem. onder rechts: J.^Th. Toorop; links monogram en 1890. In bruikleen van N. N., 1917. 2311c. Vrouwen aan Zee; op het duin loopen twee vrouwen elk met een kind op den arm. Boven het blauwe water de avondhemel. Cart. 36 x 46, gem. onder links: Jan Toorop. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. TORRENTIUS (Jan Simonsz. van der Beeck, genaamd), geb. Amsterdam 1589, gest. aldaar 1644. Hij werkte hoofdzakelijk in Amsterdam, doch verbleef ook in Leiden en daarna in Haarlem, waar hij wegens zijne vrijzinnige denkbeelden (hij was Rozenkruiser) en slechte zeden met het gerecht in aanraking kwam en na foltering tot 20-jarige gevangenisstraf veroordeeld werd. Op voorspraak van Prins Frederik Hendrik en Koning Karei I werd hij vrijgelaten, ging toen naar Engeland en keerde 1641/1642 terug. 2311d. Stilleven, samengesteld uit een bokaal, geflankeerd door een roode kruik en een metalen schenkkan; daarboven een paardenbit. Onder het glas een neerhangend muziekblad, waarop: _ E. R. f Wat bu-ten maat bestaat ^ int on-maats q(w)aat ver-ghaat. E. ov. 52 x 50,5, gem. op het bit: S Op de keerzijde het ingebrande monogram van Karei I van «/jC» « Engeland, in wiens verzameling zich dit schilderij bevond. ffWD^ Gekocht te Enschede met steun der Vereeniging Rembrandt, 1915. TRECK (Jan Jansz.), geb. Amsterdam 1606, gest. aldaar einde 1652 of begin 1653. Waarschijnhjk leerling van zijn zwager, den stillevenschilder Jan Jansz. den Uyl tl Werkzaam te Amsterdam. ifT^s f V 2312a. Stilleven; op een tafel een grijs-aarden kruik Wfïffjp'l met tinnen deksel, een half gevuld glas, een St J / ^ 1 'V tinnen bordje, twee pijpjes en een lont. \JÓ4 7 1 E. 49,5 X 37, gemerkt op de kruik: / v Verzameling A. J. Nijland, Utrecht. Aangekocht veiling ^ Roos & Co., April 1906, Amsterdam. TROOST (Cornelis), geb. Amsterdam 1697, gest. aldaar 1750. Leerling van Arnold Boonen. Werkzaam te Amsterdam. E - ZK. 2314. De Schilder zelf. D. 87 x 70,5, gem. onderaan ' V R "=?7 5? Verk. Borger Joosten, 1883. ((5) j) Y§ © ^ • " Jl / * 2315. De Schilder zelf. ' K. O. 12,5 X 10. Verk. Jer. Tonneman, 1754; de Bruyn, Amsterdam 1798 en J. I. de Neufville Brants, 1829. 2316. De Inspecteurs van het Collegium Medicum, 1724, nl. de geneesheeren: Hendrik van Bronkhorst, Casparus Commelin en Daniël van Buuren met de apothekers Jeronimo de Bosch en Martinus Haesbaert, benevens de » gildeknecht Joost ter Pelkwijk; ^tm^m^^r de heeren zijn vereenigd aan een /O / f tafel met een zwaar kleed bedekt; f ' b/LSJYy~// figuren ten voeten uit. I ////l/f/ (S D. 245 x 315, gem. onder links: 1 J. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2317. De Inspecteurs van het Collegium Medicum te Amsterdam; 1724. Verkleinde repliek van het voorgaande schilderij. D. 40 x 49. Gekocht te Parijs, 1895. 2319. Regenten van het Aalmoezeniers-Weeshuis, 1729. Voorgesteld zijn: C. van Westerhoff, J. Lepeltak, Th. Rogge, L. de Bas, Mr. J. van Vliet, Dr. C. Commelin Jr., W. Swart, Ph. Schrijver, A. J. van den Bogaerde en J. Kapitein (boekhouder). Ze zijn gezeten in een rijk vertrek aan een tafel, staande op een verhevenheid als op een tooneel. Een havelooze jongen staat rechts op den voorgrond. Figu- Wjk ren ten voeten uit. / f/^ • £>. 414 x 417, gem. links op een stoel, V • JfOCKJfr. en het jaar j729. In het Prentenkabi- • / net te Leiden bevinden zich voorstudies l/IHSPriTO r~ f^- f ■/ in olieverf van de derde ren vierde / * figuur van rechts. (Mededeeling van Mr. A. Staring). Een derde schets is tentoongesteld onder No. 2320a. Vroeger in de Regentenkamer van het Aalmoezeniersweeshuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2320. Regenten van het Aalmoezeniersweeshuis; schets van het voorgaande schilderij. D. 92,5 x 114. Herkomst als No. 2318. 2320a. Jan Lepeltak, staande bij een stoel. Eveneens een schets voor de 1729 gedateerde „Regenten van het Aalmoezeniersweeshuis" (No. 2319)- Pap. op E. 58 x 43. Geschenk van den Heer H. Lepeltak Kieft, 1905. 2321. Drie Overlieden van het Chirurgijnsgilde, 1731, gezeten aan 2 een tafel, gezien tot de knieën. Hunne namen zijn: A. Verduyn, /* S. Hartmann en E. Huyzer. [/ 7*0v L D. 153 x 187, gem. onder links: en het jaar 1731. In bruikleen van / Amsterdam, 1885. / 2322. Isaac Sweers (1707 —1777), ^Sff Jfflf Hoofdschout van Amsterdam en -~ /ff . ^es^f^Wll Bew. der O. I. Comp. i (M/W ** d- 59 x 47, gem. onder links: [I g " " Legaat van Mej. H. A. van Heuke- o fl 1? lom, 1894. (/ ƒ 2323. Portret van een Heer, in rood- 1 fluweelen mantel. ^/ Duif3 * 5°' eem onder recnts °p voet" j/fOOff' Geschenk uit de nalatenschap van Mr. J. L. -» -5 de Bruyn Kops, 1888. f/^L 5 2323a. Een stadstuin, kunstig aangelegd met een prieel aan het einde. Op den voorgrond zit een dienstmaagd aan haar werk, naast haar een papegaai. De heer des huizes plukt druiven, die door hem worden gelegd in een schaal, die een kindje ophoudt. CrfrOOiC D. 66 X 56, gem. op den emmer: Schenking Hoogendijk, 1912. 2325. Maria Magdalena Stavenisse (1700—1783). Zittend aan een tafel; een papegaai op de rechterhand houdend. D. 56 X 45, gem. op de plint eener - kolom: C. Troost 1726. ~ Legaat Jhr. Mr. Jacob de Witte m van Citters, 1875. ff ^7 n^rf "7 ,f tmm~ 2325a. Hermanus Boerhave (1668 \^ | / ffjlsaJ i- —1738). Vermaard geneeskundige, hoogleeraar aan de Universiteit te Leiden. Borst- « &» ggi beeld. Zie ook No. 965 g. K W J X» D. 90 x 70, gem. links: f 1 J Verz. Six. Aangekocht 1907/1908. aw ^ 2325b. Mansportret; borstbeeld van een zwaarlijvig heer met witte D*7^5 X 58,5, gem. in het midden rechts: C. Troost Z725. In bruikleen van Jhr. B. W. F. van Riemsdijk, Amsterdam —- ■ 2326. Alexander de Groote in den slag bii JjX'^y* den Granikos. D. 110 x 132,5, gem. links op een steen: . ^ Verk. H. Muilman, Amsterdam 1813. I y *l ^7 Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. / / ^/ S TROOSTWIJK (Wouter Joannes van), geb. S Amsterdam 1782, gest. aldaar 1810. Leerling van Jurnaen Andriessen. E. 2329. Geldersch Landschap; dicht geboomte achter een grasveld, met een riviertje op den voorgrond. D. 52,5 x 63. Verk. van Troostwijk, Amsterdam 1875. 2331. Het Raampoortje te Amsterdam, bij winter. D 57 x 48, gem. rechts op den wal: W. J. van Troostwijk 1809. Geschenk van den Heer J. J. C. Biesman Simons aan het Kon. Oudh. Genootschap, waarvan in bruikleen ontvangen in 1902. TROYON (Constant), geb. Sèvres 1810, gest. Parijs 1865. Leerhng van Riocreux en Roqueplan. Werkzaam te Parijs en Barbizon. Bezocht in 1847 Holland. 2332. De Kaapstander, bij een berghelling, die uitloopt in breed water. E. 36 x 47, gem. onder links: C Troyon. Geschenk van Mevr. de douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. ULFT (Jacob van der), geb. Gorinchem 1627, gest. Noordwijk 1689. Bezocht Itahë en keerde vóór 1661 terug in zijn geboortestad, waar hij burgemeester en ontvanger werd. Moest later wegens fraude de stad verlaten. E. 2333. Italiaansch Stadsgezicht; gezicht op groote antieke gebouwen, waarachter zich een koepel verheft. E. 12,5 x 20, gem. rechts boven: (\ v ^(ffc Kabinet van Heteren, 1809. 1] J 2334. Italiaansch Havengezicht, met de ruïne van een Romeinschen tempel. Tegenhanger van het vorig No. f\ "'[LL E. 12,5 x 20, gem. rechts boven: rj V ^ t Herkomst als No. 2333. ^ 2335. Italiaansch Marktplein, waarop een portiek met Jonische zuilen en Romeinsche gebouwen; in het verschiet een haven. Oo P Vlft f*" D. 41 x 38, gem. onder rechts: ^ Verk. H. Muilman, Amsterdam 1813. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. UPPINK (Hs.), geb. Amsterdam omstreeks 1753, gest. aldaar 1798. 2336. Bloemstuk; een weelderige ruiker van rozen, tulpen en andere bloemen in een bruinen pot; een landschap tot achtergrond. D- 72,5 X 59,5, gem. onderaan op de plint: Hs. Uppink 1789. In bruikleen van den Heer J. B. Westerwoudt, Haarlem 1902. Gelegateerd in 1907. UPPINK (Willem), geb. Amsterdam 1767, gest. aldaar 1849. Lid van het sclüldersgild aldaar 1788. Stelt van 1836—1846 portretten en landschappen ten toon. Was ook behangselschilder. Data medegedeeld door den heer J. Knoef. . 2336a. Portret van een Schilder, (zelfportret?), zittend voor zijn ezel, naar links gewend. In den achtergrond een boekenkast. E. 25 X 20, gem. op een boek: Wm. Uppink 1788. Geschenk van den Heer W. Mumm te Bussum uit de nalatenschap van Mej. H. J. Uppink, 1927. 2336b. Portret van een Schilder, zittend voor zijn ezel, naar rechts gewend. In den achtergrond een open deur. E. 25,5 X 20. Herkomst als vorig No. 2336c. Portret van een Dame, zittend aan een tafel, naar linVs gewend, den toeschouwer aanziend. In haar handen een boek. E. 33 X 29, gem. rechts onder op een ladenkast: Wm. Uppink Z833. Herkomst als No. 2336a. UTRECHT (Adriaen van), geb. Antwerpen 1599, gest. aldaar 1652. Reisde in Frankrijk, Duitschland en Itahë. Leerling van Harmen de Neyt. 2337. Stilleven; een tafel beladen met spijzen op schotels en in manden, benevens bekers en tafelgerij; bij een stoel verschillende muziek- instrumenten en op den voorgrond, bij een koelvat, een hondje en een aap. Screen AÏÏr, «WW V< f? l muziekblad: ^ ^ / ^ ^ f "S Verz. P. G. (/ Westenberg, Haarlem. Door Van der Hoop gekocht in 1842. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. UYTENBROUCK (Moses van), zie op Wttenbrouck, blz. 325. VAILLANT (Bernard), geb. Rijssel verm. 1635, gest. Leiden 1698. In Amsterdam 1651 en 1670, in Rotterdam 1675. leerling van zijn broeder Wallerant Vaillant. Z K. 2338. Johannes Parker (1632-1695), Schepen f\ * 1/ i en Raad van Middelburg. ^|/itX"Cll\J\j D. 76 X 65, gem. onder links: Behoort tot de verzameling De Ruyter, aan- * gekocht in 1895. 3 I VAILLANT (WaUerant), geb. Rijssel 1623, gest. Amsterdam 1677. Leerhng van Erasmus Quellinus te .Antwerpen. Woonde eerst te Middelburg, later na een verblijf in het buitenland te Amsterdam. ZK-E. 2339. Pieter de Graeff (1638—1707), Vrijheer van Zuid-Polsbroek, Purmerland en Hpendam. Schepen van Amsterdam en Bewindhebber der O. I. Compagnie. Zwager van Johan de Witt. D. 72 X 60. Verk. De Graeff van Polsbroek te Hpendam 1872 met volgend No. Legaat Bicker, 1881. In bruikleen van Amsterdam 1881. •/f* / /"* 2340. Jacoba Bicker (1640—1695), echtgenoote 2sffl»(1™' 1C' van den voorgaande. . •/ D. 73 x 60, gem. onder rechts: I 0 VA Herkomst als No. 2339. ' ' I 2342. Portretstuk van eene Dame met drie Kinderen. D. 63 X 77. Geschenk van den Heer C. H. de Swart, Arnhem 1885. 2343. Portret van eene jonge Vrouw. D. 88 x 72. Geschenk van Jhr. J. S. R. van de Poll, 1885. VALCKENBORCH (Frederick van), geb. Antwerpen omstreeks 1570, gest. Neurenberg 1623 of 1625. Zoon van Martin van Valckenborch. 2345. Bergachtig Landschap; een bergstroom tusschen hooge rotsen; op den voorgrond kooplieden door roovers • overvallen. '4 " K. 27 x 35, gem. onder rechts: ' ,v> ** *" Gekocht te Berlijn, 1889. VALCKENBORCH (Lucas van), geb. Leuven vóór 1535, gest. Frankfort 1597. Werkzaam te Mechelen, Linz en Frankfort. 2346. Bergachtig Landschap, op den voorgrond steile rotsen. 15 8 2 E. 25 x 35,5, gem. onder rechts op een rots: \. Verk. C. L. C. Voskuil & Co., Amsterdam 10 April 1892. y y VALCKENBURG (Dirck), geb. Amsterdam 1675, gest. aldaar 1721, na een verblijf in Suriname. Werkzaam te Amsterdam, Augsburg en Weenen. Leerling o. a. van Jan Weenix. 2348. Dood wild; een haas en een paar patrijzen op een steenen phnt met beeldhouwwerk in een - boschachtige omgeving. f >^ / , D. 100 x 80, gem. in het { s—\ 1/ /r\. / ~ . midden op de plint: l( ) Cli^sCC 7l 0 U/cy. Prijkte vroeger als schoor- »^ t^*\ J7./7 steenstuk in een huis te Leiden. CV Legaat A. A. des Tombe, 1903. VALCKERT (Werner van), geb. tegen het einde der 16e eeuw waarschijnhjk te Amsterdam, gest. verm. aldaar omstreeks 1630. Leerling van Hendr. Goltzius te Haarlem. E-H. 2350. Vier Regenten en de Binnenvader van het Leprozenhuis, 1624, gezeten aan een tafel, en gezien tot aan de knieën. De Regenten zijn: Sieuwerd Sem, Hendrick van Bronckhorst, Ernst f f n j j/\ Roeters en Dirck Vlack. 1 / ^ ~~ 1 E. 137,5 x 209. Gejaarmerkt op een blad I ' papier: / Afkomstig uit het portaal van het Leprozenhuis. In bruikleen van Amsterdam 1885. 2351. Drie Regentessen en de Binnenmoeder van het Leprozenhuis, 1624. De Regentessen Tryntie ten Bergh, Anna Willekéns en Tryntie Weelinx, zijn gezeten aan een tafel, waarop een boek, geldbuidels en losse muntstukken; de binnenmoeder overhandigt een streng breikatoen. Op den achtergrond het tafereel van den feestvierenden Rijke en den armen Lazarus; figuren tot aan de knieën. . \ E. 134 x 192. Op een Urmen geldzakje staat: _ V\ In het boek de namen en het jaar 1624. \J ( Uit de Regentessenkamer van het Leprozenhuis. O» In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2352. Corporaalschap van kapitein Albert Coenraetsz. Burgh en luitenant Pieter Evertsz. Huift, 1625. Op den voorgrond zitten er enkelen om een tafel en bestudeeren een teekening van de Oude Waal; de andere schutters, met den vaandrig in 't midden, staan in een rij daarachter. opglans:70'86111- WCVrrtAT V .VflL\ J 2444a. De Rust. Bij een monument aan den voet van een begroeiden rotswand links, rusten een herder en zijn vrouw met het kind aan de borst; in hunne nabijheid lammeren; rechts op den voorgrond een grazende schimmel Tjftv^ en üggende koeien. / D. op E. 41,5 x 51,5, gem. te halver hoogte links: 0 (j [}A Verk. H. Verschuuring, 's-Gravenhage 1770; J. Rendorp, ' ' Amsterdam 1793; verz. van Winter; verz. Six. Aangekocht 1907/1908. 2445. Het Ponteveer; aan den oever van een rivier wachten eenige herders en herderinnen op een . met rundvee bevrachte, naderen- f^ <"^> 3^^*^^ ^ ^ D. 34 x 37,5. gem. onder rechts: j C£ Kabinet van Heteren, 1809. 2446. De Buitenpartij, volgens late opgave portretten van den kunstenaar en zijn gezin. Achter het familietafereel, dat verbeeld wordt door man, vrouw, twee kinderen en een dienstmaagd, is een boerenkar met paarden bespannen, waarbij een knecht de tuigage schijnt te ordenen. D. 148 x 170, gem. onder links: Verk. Lord Rendlesham, Londen 1806: J. van der Pais, Rotter¬ dam 1824. Door Van der Hoop gekocht van J. Nieuwenhuys, Londen 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2447. De Jachtpartij; buiten het geopend hek van een buitenplaats bevinden zich verschillende jagers, benevens paarden en honden. _ rv D. 59,5 x 73, gem. op de brug links: ^H-. .i/(cCty(*~' O Verz. Hoeufft van Velzen, Waterland, Velzen. • i Door Van der Hoop gekocht van A. Brond- 7 (j (j~J geest, 1838. Verz. Van der Hoop. In bruikleen J van Amsterdam, 1885. 2448. De Hut, nabij de begroeide helling van een heuvel; een vrouwtje zit voor den ingang; zij wordt toegesproken door een ruiter op een wit paard gezeten; op den voorgrond eenig vee. /f % Qn/WfjV"' JZ D. 76 x 65, gem. onder links: -J' • >• 0 v ' J Verk.: Mevr. Valckenier, Amster- ^ . dam 1796; J. A. Brentano, Amster- / \J y^ I dam 1822. 2449. Bergachtig Landschap met Vee; een roodbonte en een zwarte koe op den voorgrond, verder eenige schapen met twee herders. E. 31 x Door Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. lerders. » 36,5, gem. onder rechts: ji . > »«i ric tii it Legaat van Mevr. de Wed. Prof. Domela Nieuwenhuis geb. Meyer aan het Kon. Oudheidk. Genootschap, 1886. Sedert 1917 in bruikleen. 2451. De Buitenpartij; onder zwaar geboomte is een disch aan¬ gericht waaraan verscheidene heeren en dames hebben plaats genomen. . — E. 35 x 61, gem. onder links: ^-t» * ^v^NIDLN"• VE LOL • Verz. Mr. C. Vosmaer. Legaat D. . je~ . Franken Dz., 1898. 2452. Het Ponteveer; een pont met verscheidene figuren gaat nabij een dorp over de breede rivier aan wier oevers hooge boomen en huizen. E. 75.5 X 113, gem. rechts op de be- £. V' VELDE. I C 7. 2 schoeiing: Verk. Mr. P. VerLoren van Themaat, Amsterdam 1885. 2453. Duinlandschap; glooiend terrein met een enkelen wilgeboom en gestoffeerd met eenige figuurtjes. E. 18 x 22,5, gem. in het midden onder: Vv'.vixtit.tötp • Legaat D. Franken Dz., 1898. 2454. Ijsvermaak, buiten de muren van Haarlem; talrijke figuren op de bevroren singelgracht. (Toegeschreven). E. 48,5 x 87. Gekocht als van Willem Buytewech, Parijs 1884. 19 2454a. De oprijlaan, begrensd door hoogstammige boomen, is recht in het verkort gezien en geeft een doorkijk op het kasteel in den achtergrond, hetwelk omgeven is door een breede gracht. Links ter hoogte van het kasteel een boerenhofstede. Ter linkerzijde van de laan een sloot, begrenzende eene weide waarin vee en landlieden. De burchtheer en zijne vrouw, gevolgd door enkele personen, komen de laan afgewandeld. [Thans toegeschreven aan A. v. d. Venne, zie blz. 294; ook de toeschrijvingen aan David Vinckboons en Sebastiaen Vrancx worden verdedigd]. E. 26,5 x 34. Volgens Dr. J. Kalf is hier — in spiegelbeeld — het kasteel Heemskerk (tegenwoordig Marquette geheeten) afgebeeld. Indien dit juist is, zou het aan Adr. v. d. Venne toegeschreven schilderij in de KunsthaUe te Hamburg, dat het spiegelbeeld vormt van het Amsterdamsche exemplaar, de origineele compositie moeten zijn. 'Gekocht verk. Fred. Muller & Cie, Amsterdam 1914.. VELDE (Jan Jansz. van de), geb. Haarlem 1619 of 1620, gest. Amsterdam na 1660. Misschien zoon en leerling van den graveur Jan van de Velde. Trouwde 1642 in Amsterdam. 2455a. Stilleven. Op een tafel, waarvan ter rechterzijde in frommelige plooien een wit laken afhangt, een tinnen schotel waarop een sinaasappel, een halve citroen en een mes; ernaast een Chineesch bordje en leege oesterschelpen; daarachter een lang glas, een hggende tinnen kan, een half gevuld bierglas, enz. E. 64 x 59, gem. op de tafel: Gekocht op de veiling Lemker—Muller, Kampen 1908. VELDE DE OUDE (Willem van de), geb. Leiden 1611, gest. Londen 1693; vestigde zich 1635 te Amsterdam en 1673 te Londen, waar hij hofschilder van den Koning van Engeland werd. 2456. De Zeeslag bij Ter Heyde, 10 Augustus 1653. Penteekeningschilderij. fëftMi . „ n r r -7 D. ,70x289, gem. onder \)tj f \ D& < links: V' VCJ-CU, J De lijst versierd met het rO^ wapen van Maerten Har- rnoMpertsz. Tromp. Afkomstig ijP^OoV ^ van de familie Tromp. Verk. c) «ƒ* VJ van Kinschot 1788, gekocht door Caspar van Kinschot. In 1811 verkocht aan C. S. Roos, Amsterdam. Gekocht voor het Rijks-Archief, 1863 (?). Uit het Nederlandsch Museum, 1887. 2457. De Zeeslag bij Duinkerken, 18 Februari 1639. Penteekeningschilderij. D. 123 x 185, gem. rechts onder: /"*/" /" /~ De lijst versierd met het wapen van \A "[//*'IV(° J~ fO*-*Jy Maerten Harpertsz. Tromp. VLLLLv/'J Herkomst als No. 2456. *^ 2458. De Zeeslag bij Duins, 21 October 1639. Penteekenmg-schilderij. D. 124 X 190, gem. onder links: De lijst versierd met het wapen van \\/J 1 7 . , f f /} Maerten Harpertsz. Tromp. rr' / yClCULj'jL Herkomst als No. 2456. 2459. De Zeeslag bij Livorno, 14 Maart 1653. Penteekening-schilderij. E. 114 x 160, gem. onderrechts; y . De lijst versierd met het wapen van Maerten Harpertsz. Tromp. '. ■' Herkomst als No. 2456. VClOLG 2460. Het Prinsenjacht en het Statenjacht aan den Moerdijk, in afwachting van Karei II van Engeland en den Hertog van York, 1660. Penteekening- schilderij. /—\ oEP den gem-midden /W:V!): ^c/he Het onderwerp staat niet vast. Gekocht te 's-Gravenhage. Ontvangen van het Nederlandsch Museum, 1887, met No. 2463. 2461. De Zeeslag in de Sont tusschen Hollandsche en Zweedsche vloten, 8 November 1658. Penteekening-schilderij. E. 97,5 X 141, gem. onder linies: V-1 / / Ontvangen van het Nederlandsch Museum, 1887. vCLcl P 2462. De Zeeslag in de Sont tusschen Hollandsche en Zweedsche vloten, 8 November 1658. Penteeke- . ning-schilderij. . ij /* D. 106 x 155, gem. onder links: W.V. VclCl C J Verworven uit den Amsterdamschen Kunst- IK /Cf*- handel, 1902. ^ Q 2463. Mislukte Aanslag der Engelschen op de Retourkoopvaardijvloot te Bergen in Noorwegen; 12 Augustus 1665. Penteekening-schilderij. op den achtersteven van een schip: 4r waaronder onduidelijk: J669. Gekocht te 's-Gravenhage met No. 2460. 2463a. De krijgsraad vóór den Vierdaagschen Zeeslag aan boord van het Admiraalschip van Michiel Adriaensz. de Ruyter „de Zeven Provinciën" op 10 Juni 1666. De scheepsbevelhebbers begeven zich aan boord van het admiraalschip. Penteekeningschilderij. D. 117 x 175. Aangekocht door eenige kunstvrienden met steun van het Vorstenhuis en geschonken aan het Nederl. Museum, 1910. 2464. De Vierdaagsche Zeeslag 11—14 Juni 1666. Penteekeningschilderij. D. 119 X l82> eem- onder rechts: W-Wel.de/Jf6~j> Verkooping van Beresteyn te Vucht, 1884. 2466. Zeegezicht met de Hollandsche Oorlogschepen Drenthe, Frederik Hendrik, e. a. Penteekenmg-schilderij. E 70 x 90, gem. onder rechts op een plankje: jy, v • f / — Verk. C. F. Roos & Co., Amsterdam 1882. Ont- y, VCtCCC vangen van het Nederlandsch Museum, 1887. 2467. Het Prinsenjacht en het Statenjacht verlaten den Moerdijk 1660 met Karei II en den Hertog van York aan boord. Penteekening-schilderij. ƒ ƒ E. 61 x 80, gem. onder links: W.V.VCiClC Verk.Barones Taets van Amerongen geb. Hodshon, Amsterdam 1892. Geschenk van den Heer Gijsbert de Clercq, 1892. 2467a. Schepen na den slag. In den strijd gehavende Nederlandsche schepen en een Engelsche prijs worden in een haven (Hellevoetsluis?) gekalefaterd. Rechts de „Amalia". Penteekemngschilderij. , D. 81,5 x in, gem. onder links: W. V. Velde. Gekocht met steun van de Vereeniging Rembrandt en van den Heer I. de Bruyn, 1931- VELDE DE JONGE (Willem van de), geb. Leiden 1633, gest. Greenwich 1707. Leerling van zijn vader Willem van de Velde den Oude en van Simon de Vlieger. Hij vestigde zich 1673 te Londen, waar hij 1674 hofschilder van Koning Karei II werd. In 1686 vertoefde hij korten tijd te Amsterdam. 2469. Het IJ vóór Amsterdam; onder de vele schepen op het IJ ligt het adrniraalschip van Corn. Tromp, de Gouden Leeuw. D. 179,5 x 316, gem. op een _ „ _ *, // , rr 1 SJ> a' drijvend hout rechts bij het (^) Q9- 'T^#r CS_/ J 0 & 0 Sdin:i79.. in de Vergaderzaal van de Opper-Conunissarissen de.: Walen in aen Scnreierstoren. Een teekening voor dit schilderij bevmdt zich m het British Museum. In bruikleen van Amsterdam, 15 Aug. 1808. 2470. De Vierdaagsche Zeeslag, 11-14 Juni 1666. Het «ogenblik is voorgesteld waarop het Engelsche Admiraalschip „the Royal Prince" veroverd wordt, 13 Juni 1666. Tegenhanger van volgend JNo. D 58,5 x 81, gem. rechts op een drijvend hout: Verk. J. P. Wierman, Amsterdam 1762; Neufville, Rotterdam vK^X-^ 1785 en G. van der Pot, Rotterdam 1808. 2471. De veroverde Prijzen van den Vierdaagschen Zeeslag (11— 14 Juni 1666), de Swiftsure, Seven Oaks, Loyal George en Convertine, worden het Goereesche Gat binnengebracht. Tegenhanger van vorig nummer. D. 58 x 81. Sporen eener handteekening op eene vlag. Herkomst als No. 2470. 2472. Windstilte; een rijk spiegeljacht ligt voor anker; verschillende vaartuigen in de omgeving. D. 36 x 43,5, gem. onder rechts op een drijvend hout: VC^N/'X/^ Verk. W. van Drielst, 1809. Kabinet J. Rombouts, 1850. ' Legaat L. Dupper Wz., 1870. 2473. Havengezicht; eenige vaartuigen liggen aan een havenhoofd; verderop een oorlogsschip. E. 34,5 x 30, gem. rechts op de schoeiing: ji/vv» Kabinet van Heteren, 1809. 2474. Aan de Kust; op den voorgrond twee marktschepen met slappe zeilen; verderop twee oorlogsschepen. E. 42 x 46. Herkomst als No. 2473. 2476. Stil Water; nabij een landtong op den voorgrond twee visschersschuiten, iets verder een oorlogsschip. E. 22,5 x 31, gem. onder links op een plankje: w.i/.K Verk. H. Muilman. Amsterdam 1813. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. 2477. Woelend Water; een marktschip zeilt bij den wind vóór een havenhoofd. E. 28,5 x 37, gem. onder links op een drijvend hout: f}j£\ry/ Verk. Joh. Verkolje, Amsterdam 1763; J. J. de Bruyn, Amsterdam 1798; H. Muilman, Amsterdam 1813. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. 2478. Het Kanonschot; een oorlogsschip bij windstilte met slappe zeilen, omhuld door den zwaren kruitdamp van het kanonschot. Tegenhanger van vol- j, gend No. 1X^78,3 X 67, gem. onder QJ>^ Qjjffl (f . Verk. Sir Philip Stephens, ^—' Lpnden 1810; Lord Ranelagh, Londen 1829; Nieuwenhuys, Londen 1833. Door Van der Hoop gekocht van A. Brondgeest, Amsterdam 1834. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2479. De Windstoot; een driemaster overvallen door een zware bui, heeft averij beloopen en houdt vóór den wind af; dikke lucht, hooge zee. Tegenhanger van vorig No. 1 1 Verk. Sir Pniüp Stephens, Londen 1810; Qfy' &).f}) iyi^.y Lord Ranelagh, Londen 1829; Nieuwenhuys, Londen 1833. Verz. Henry Bevan, 1835. Aangekocht te Parijs, 1900. 2480. Stil Water; voor anker ligt een oorlogsschip, dat de Generahteitsvlag voert; marktschepen in de omgeving. 1 D. 56,5 x 64, gem. op de vlag bij 't roer: $ Nagenoeg dezelfde composities bevonden zich in de verk. M. Rickoff, .1 Parijs 1907 en Von Schacky, Berlijn 1914; een derde exemplaar in de r verz. P. A. B. Widener te Philadelphia. Verz. George III', Koning van •/ Engeland (geruild); Zachary, Londen; door Van der Hoop gekocht van ** A. Brondgeest, 1835. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2481. Strandgezicht; aan het duinachtig strand bij een stille zee wordt een visscherspink ontladen. D. 36,5 x 46. Door Van der Hoop gekocht van A. Brondgeest, 1834. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2482. Woelend Water; eenige zeilende marktschepen; verderop een oorlogsschip. E. 51 x 47,5, gem. rechts op een drijvend hout: (_ w v 1/ Verz. Haldiman; Yates, Londen. Door Van der Hoop gekocht van J. Smith te Londen, 1834. 2483. De Zeeslag bij Solebay, 7 Juni 1672. D. 112 x 182, gem. /">. , ry / vendVut:6611 *J ^ tfV/^C^^ Verk. Fr. Muller & Co., 1897 door tusschenkomst der Ver. Rembrandt. 2483a. De Zeeslag bij Kijkduin, 21 Aug. 1673. Voorgesteld is het afzonderlijke gevecht van Corn. Tromp, bevelhebber van het derde eskader der Hollandsche vloot met Sir Edward Spragg, aanvoerder van het Engelsche eskader. D. 114 x 183. Afkomstig uit Engeland. Verk. Fr. Muller & Co., Amsterdam 27 April 1909. VENNE (Adriaen Pietersz. van de), geb. Delft 1589, gest. 's-Gravenhage 1662. Van 1614—1625 te Middelburg, daarna te 's-Gravenhage. Leerling van den goudsmid Simon de Valck te Leiden en van Jer. van Diest te 's-Gravenhage. Onderging, wellicht te Antwerpen, den invloed van den Fluweelen Breughel. E. 2486. De Zielenvisscherij. Allegorie op den ijverzucht der verschülende rehgies tijdens het Twaalf-jarig Bestand tusschen Spanje en de Repubhek. Rechts het Katholieke Zuiden met den Aartshertog Albrecht en Isabella; links de Protestanten en hun bondgenooten: Jacobusl van Engeland, Christiaan IV van Denemarken, de jeugdige Lodewijk XIII van Frankrijk, de Prinsen Maurits, Frederik Hendrik, enz.; de schilder zelf staat op den voorgrond links. ANNO E. 98 x 189, op een boek staat: 16 14 Behoorde 1689 aan Joan Fox, Amsterdam. Verk. Mauritius de Jeude, 1775. Afkomstig van het Loo. Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 2487. De Haven van Middelburg, waarin een Engelsch schip en 's Prinsen jacht schoten lossen. Vermoedehjk eene voorstelling van het bezoek van den uit Engeland overgekomen Paltsgraaf aan zijn oom Prins Maurits, 7 Mei 1613. E. 64 X 134. Legaat D. Franken Dzn., 1898. 2488. Prins Maurits op de Kermis te Rijswijk, midden in het feestvierend dorp met een menigte volks van allerlei slag. De Prinsen Maurits en Frederik Hendrik in een karos met zes schimmels bespannen.. E. 55,5 x 134,5, gem. op een plank bij de boomen rechts: • V£^Ê, ?T \ 6 l g . Verk. Mej. Drekman, Amsterdam 1857, -en Le Roy d'Etioles, Parijs 1861. Gekocht te Parijs, 1880. 2489. Prins Maurits, de Koning van Bohemen, Philips Willem, Frederik Hendrik, Willem Lodewijk en Ernst Casimir, Johan Ernst en Johan Lodewijk; allen te paard. D. 172 x 283. Een dergelijk schilderij bevindt zich in het museum te Darmstadt. Uit het Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 2490. De Prinsen Maurits en Frederik Hendrik, te halven lijve. Papier ovaal 12 x 9. Legaat D. Franken Dzn. 1898. 2491. Prins Maurits op zijn Paradebed, 1625; figuur te halven hjve. K. 7,5 x 12,5. Eene herhaling van dit schilderij, gem. Adr. V. Venne A" 162$ was bij den Heer De Maulde de la Claviere te Parijs. Dezelfde compositie in gouache bevindt zich in 's Rijks Prentenkabinet te Amsterdam. Uit het Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 2491a. Prins Maurits te paard. De prins, in volle wapenrusting, is gezeten op een witten hengst, geschenk van Lodewijk Gunter van Nassau, die het bij Nieuwpoort op den Aartshertog Albertus van Oostenrijk had buitgemaakt. In de verte het Staatsche leger in slagorde. (Ook toegeschreven aan Paulus van Hilligaert, zie blz. 129). E. 37 x 33,3. Verz. Kuhn te Brünn. Verk. Fred. Muller & Co., Amsterdam 4 Juni 1929. Aangekocht in 1931. 2492. De Ontmoeting (Lente); een van zijn paard gestegen edelman en een rijk gekleede dame worden aangesproken door een bedelaar. E. 15 x 37,5, gem. in den voorgrond: ^.'V.'^WJjttê Legaat D. Franken Dz. 1898. 2493. De Begroeting (Zomer); een ruiter op een steigerend paard, wendt zich naar een koets met vier schimmels; op den achtergrond de stad 's Gravenhage. E. 15 x 37,5, gem. rechts op den boomstam: V:r\ww\n.t . Herkomst als No. 2492. 2494. Het Gesprek (Herfst); een rijk gekleed heer met een bediende achter zich, spreekt met een jonge dame, nabij een breede vaart. E. 15 x 37,5, gem. op een wagen: 3ï)Ê-V;L«*i/*t«. Herkomst als No. 2492. ' .* 2495. Het Ijsvermaak (de Winter); rechts schaatsenrijders op een breede ijsvlakte; hnks op het land enkele figuren. E. 15 x 37,5, gem, links onder: ^&~:1>':"\ltnnAn* Herkomst als No. 2492. 2497. Een Boeren vastenavond, nabij een dorp; een troep potsierlijk uitgedoschte heden trekt over de brug van een bevroren vaart; op den voorgrond twee vechtende boeren. E. 73 x 92, onduidelijk gem. onder rechts, alleen te herkennen .... haag. Aangekocht in 1900, 2499. Frederik V van Bohemen (de Winterkoning) en zijne Gemalin Elisabeth Stuart te paard, met gevolg op jacht. In grauw. - , D. 154,5 x 191, gem. naar het JTr± ^QaB TXWM . I 6 2 midden onderaan: Geschenk van de gemeente Heusden, 1879. T^Ï3? 2500. Samenkomst van Boudewijn van Heusden met denEngelschen Gezant. In grauw. D. 190 x 284. Geschenk van de gemeente Heusden, 1879. 2501. Musiceerend Gezelschap, in een deftig vertrek bij een gedekte ijjlp' tafel. In grauw. E. 35 x 56. Legaat D. Franken Dz., 1898. 2502. „Ellenden-eind"; in een boerenvertrek zitten twee mannen en een vrouw en ligt een grijsaard uitgestrekt over wien zich een doodsgeraamte heenbuigt. f ^ 2. In grauw. #5) . y; {JesZOHAjl. E. 35,5 x 50, gem. rechts op de schouw: ' links de spreuk: (ËUrnbfH-CUtb. Legaat D. Franken Dz., 1898. 2503. „All-arm", havelooze kreupelen elkaar met de krukken bevechtende. In grauw. E. 37,5 x 30, gem. onder links: SJllxlJ-g ' ^"J- ' en de spreuk: All-arm. Door den Heer G. de Clercq in 1898 geschonken aan de gemeente Amsterdam, waarvan in bruikleen 1898. 2504. „Jammerlijck"; vechtende boeren worden door hunne vrouwen weerhouden. In grauw. - E. 37 x 30,5, gem. onderaan in ' • enTe spreuk: 3ammtrlgth. f^HJlty. \^}&UV7A-& Herkomst als No. 2503. * 2505. „Jammer-mall"; vechtende boeren. In grauw. E. 35,5 x 29, gem. onder links: j C en de spreuk: 3ammer-mall. Jfy; *}/; 1XM/VUI ■ Herkomst als No. 2503. 2506. Boerendans; boeren doen een rondedans op de muziek van een vedelaar. In grauw. —_ E. 36 x 29, gem. onder links: V: ' /)ni. Verk. Nic. Nieuhoff, 's-Gravenhage 1777. ^*s*J§! ê H. Muilman, Amsterdam 1813. Legaat Jhr. J. S. H. van de Poll, 1880. AJ • 2521. Anthonie van Leeuwenhoek (1632—1723), natuuronderzoeker. Zittend aan zijn schrijftafel, waarop de oorkonde ligt van zijn benoeming tot lid der Royal Society of Physieians te Londen door Karei II. D. 56 x 47,5. Verk. Kaathoven en Lamme, 1879. 2522. De Schilder zelf (?). Buste. K. O. 19 X 14. Geschenk van den Heer W. E. van Pappelendam, 1888. 2523. Portret van een Heer, staande in een landschap. Gold vroeger als het portret van Adr. Christiaensz. van Groene- wegen. K. 58 X 50 links: Verk. Amsterdam, Nov. 1875. Verk. T. H. Cremer, Amsterdam 2524. De Echtgenoote van den Voorgaande K. 58 x 50, gem. onder rechts: Herkomst als No. 2523. gem. onder] .\^^KOLjE. fitt remer, Amsterdam 1887. 1 den Voorgaande. 1 -VerkolJB ■ }6j)) 2524a. Margaretha Verkolje, echtgenoote van Reinier Couturier. Geschilderd in ovaal. E. 21 X 16,5. In den benedenhoek rechts staat: 1682. Legaat van Mej. M. E. van den Brink te Velp, 1905. VERKOLJE (Nicolaas), geb. Delft 1673, gest. Amsterdam 1746. Leerling van zijn vader Johannes Verkolje; vestigde zich 1700 te Amsterdam. Z K. 2525. Verheerlijking der Oost-In- A f 1 o / f dische Compagnie, Kamer van / \J /a^/y"/^ OL ff- Amsterdam; allegorische figuren. * y, . j J D. 59,5 x 85, gem. op voetstuk: J- f £ ƒ / Uit het Koloniaal Magazijn te Amster- j dam, 1857. VERMEER (Johannes), geb. Delft 1632, gest. aldaar 1675. Waarschijnhjk leerling van Carel Fabritius te Delft. Werkzaam aldaar. 2527. Het lezende Vrouwtje, in het blauw gekleed staande bij een tafel; een landkaart op een witten wand tot achtergrond. D. 46,5 x 39. Verkoopingen P. v. d. Lip, Amsterdam rytat?); H. ten Kate, Amsterdam 1801; Parijs 1809; Lapeyrière, Parijs 1825 en Sommariva, Parijs 1839. Door Van der Hoop gekocht van J. Smith, Londen 1839. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2528. De Brief; een dame, gezeten in een stoel, is in haar luitspel onderbroken door een dienstmaagd die haar een brief overhandigd heeft; het tafereel wordt ter rechterzijde afgesloten door een opgenomen tapijtgordijn in het voorvertrek. D. 44 x 38,5, gem. op den muur: «1 - Verz. J. F. van Lennep, Amsterdam: verk. Messchert 1 * »1 van Vollenhoven, Amsterdam 1892. Verworven met Steun der Vereeniging Rembrandt. 1801. 2528a. De Keukenmeid, staande achter een met een groen kleed gedekte tafel waarop een mand brood, een kan van Nassausch aardewerk en een steenen pan, waarin zij een'kan melk uitschenkt. De figuur is gezien bijna ten voeten uit, gekleed in citroen geel jak, roodbruinen onderrok, omgeslagen donker blauwen boezelaar en witten hoofddoek; ze komt uit tegen een witten muur. Het geheel verlicht door een venster links in den muur boven de tafel. D- 45,5 x 41. Verk. Amsterdam, 19 Mei 1696; Amsterdam, 20 April 1701; J. van Hoek, Amsterdam 1719; P. L. de Neufville, Amsterdam 1765; J. J. dé Bruin, Amsterdam 1798; H. Muilman, Amsterdam 1813. Verz. Six. Aangekocht 1907/1908. 2528b. Het Straatje. Gezicht recht van voren op de voorgevels van twee huizen, die van elkander gescheiden zijn door een slopje, een doorkijkje gevend op achter-gelegen huizen. In dit steegje een vrouwtje aan de waschtobbe; aan den ingang van het hoogste huis een vrouwtje aan 't handwerken, terwijl op de stoep twee kinderen spelen. D- 54,3 x 44, gem. onder op den muur van het huis links: J. v. Meer Verk. Amsterdam 19 Mei 1696; G. W. Oosten de Bruyn, Amsterdam 1800 yerz. van Winter, Amsterdam. Verz. Six tot 1921. Geschenk van den Heer H. W. A. Deterding, 1921. VERONESE (Paolo Caliari gen.), geb. Verona 1528, gest. Venetië 1588. Leerhng van Antonio Badile te Verona. Onderging den invloed van Titiaan en Tintoretto. Werkzaam hoofdzakelijk te Venetië. 2529a. Venus met Amor. De vluchtende Amor grijpt angstig den purperen rok van zijn moeder, terwijl zij half toornig, half lachend, naar den vervolger kijkt en met een achteloos gebaar het goudblonde haar naar achteren strijkt. D. 97 x 71. Verz. Comte d'Espagnac. Verworven voor het Augusteum te Oldenburg, 1868. Geschenk van de Vereeniging Rembrandt, 1923. VERSCHUIER (Lieve), geb. omstreeks 1630, waarschijnlijk te Rotterdam, gest. aldaar 1686. Zoon van den scheepsbeeldhouwer Pieter Cornelisz. Verschuier. Tijdelijk in Amsterdam, overigens in Rotterdam. Was ook beeldsnijder. 2530. Aankomst van Koning Karei II van Engeland te Rotterdam, 24 Mei 1660; gezicht in de haven met talrijke schepen; de Koning uevmut zien op net statenjacht. D. 124 x 225, gem. in den voorgrond links op drijvend hout: Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 2531. Het Kielhalen; strafoefening aan boord van een oorlogsschip, omringd door vele vaartuigen met nieuwsgierigen. Volgens de overlevering was de afgestrafte een chirurgijn op het schip van den Admiraal van Nes. ^ r'/# D. 106 x 159, gem. links beneden op een J> * W&ïjCft' ^ drijvende plank: Gekocht in 1800 te Rotterdam van T. Munnikhuizen te samen met portretten, •voorstellende leden der familie Van Nes (No's 1146, 1147, 1309, 1310). Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. 2532. Kabbelend Water; morgenstond op de reede; een groot schip wordt gekalefaterd. E. 37,5 x 49, gem. onder rechts op een hout: "Uegff/ivrefi Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. VERSCHUUR (Wouterus), geb. Amsterdam 1812, gest. Vorden 1874. Leerhng van P. G. van Os. L. 2535. Tafereel uit den Tiendaagschen Veldtocht, Augustus 1831; een transport Belgische krijgsgevangenen begeleid door Hollandsche kurassiers. D. 56 x 71. Afkomstig van de in 1889 ontbonden Maatschappij Felix Meritis. In bruikleen van Amsterdam, 1889. VERSPRONCK (Johannes Cornelisz.), geb. Haarlem 1597, gest. aldaar 1662. Leerhng van zijn vader Cornelis Engelsz. Verspronck en van Frans Hals. Werkzaam te Haarlem. 2536.- Pieter Jacobsz. Schout (—1645), Burgemeester van Haarlem. D. 78 x 65, gem. rechts in den achter- /7 n dam 1858. 2537. Portret van een bejaard Heer. M. 77 x 62,5, gem. rechts / g in den achtergrond: .t — f I / ^vAhr. j. s. J tf/ipron dl- (4y R. van de Poll, 1885. 2537a. Meisjesportret; in het hcht-blauw gekleed, met een wit-veerenwaaier in de hand, staat zij tegen een grijzen achtergrond. D. 82 x 66,5, gem. onder links: J. Verspronck An". 1641. Afkomstig uit het Augusteum te Oldenburg, waar het in 1805 reeds aanwezig was. In 1922 in bruikleen gegeven door den Heer M. P. Voute; in 1928 uit diens legaat-door de Vereeniging Rembrandt geschonken. VERSTER (Floris), geb. Leiden 1861, gest. aldaar 1927. Leerhng van de Haagsche Academie en van Breitner; teekende daarna eenigen tijd model op het ateher van Bourson te Brussel. Werkzaam te Leiden. 2540a. Bloemstuk. Oost-Indische kers in een groen gemberpotje; daarachter een ketel. D. 54 x 39, gem. onder links: Floris Verster 95. Bruikleen van N. N., 1917. 2540b. Groene gemberpot met bloemen. E. 24 x 19, gem. onder rechts: Floris Verster 10. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. VERWER (Abraham de), geb. Amsterdam vóór 1600, gest. aldaar 1650. Vertoefde in 1639 te Parijs. Werkzaam te Amsterdam. 2545. De slag op de Zuiderzee, 6 October 1573; de Noordhollandsche kust in het verschiet. D. 153 x 340, gem. in hetmid- . I /\+ den onderaan: M * D . \yn pv^l)|?^/,. M 'P 1 * Nationaal Museum, 's-Graven- VLJ ffV^' 1 J hage 1808. 2546. Amsterdamsche O.-I. vaarder van achteren gezien; in het verschiet een stad. (Toegeschreven). E. 43 X 30. Uit het Huiszittenhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1883. VERWILT (Francois), geb. Rotterdam omstreeks 1618, gest. aldaar 1691. Leerhng van Cornelis Poelenburgh te Utrecht. Werkzaam te Rotterdam en eenigen tijd te Middelburg. Z K. 2547. Jongensportret, bekend als het Zoontje van den Admiraal van Nes, Johan; ten voeten uit en bevallig neigende. D. 114 x 92,5, gem. onder links; Gekocht in 1800 te Rotterdam van T. Munnik- huizen, met andere portretten, voorstellende leden der familie Van Nes (No's 1146, 1147, 1309, 1310). Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. VETH (Dr. Jan Pieter), geb. Dordrecht 1864, gest. Amsterdam 1925. Leerling van de Rijks Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Schrijver over Kunst. Werkzaam te Bussum en Amsterdam. L-E. 2547a. Johan M. Messchaert (1857—1922). Toonkunstenaar. D. 82 x 72, gem. links beneden: J.V. (ineen), 1903. Geschenk van vrienden en vereerders van den Heer Messchaert, 1903. VETTE WINKEL (Hendrik Dzn.), geboren Amsterdam 1809, gest, aldaar 1878, 2548. Het Koopvaardijschip Flevo, uitzeilende. Aan den wal talrijke toeschouwers. D. 65,5 x 94,5, gem. links onder: H. Vettewinkel ft. 1837. Gekocht van den schilder in 1837. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. VICTOR (Jacomo), geb. 1640, gest. Amsterdam 1705. Vertoefde omstreeks 1663 te Venetië en vestigde zich daarna te Amsterdam, waar hij een beddewinkel had en na 1675 weinig meer schilderde. 2551. Gevogelte; een haan met kippen en duiven onder hoog geboomte. D. 128 x III, gem. op den voor¬ grond op een stuk hout: Verz. Jhr. A. van Riemsdijk van Gemert. Verk. Douairière Baronesse van Verschuer geb. van Riemsdijk, Amsterdam 1896. VICTORS (Johannes), geb. Amsterdam (?) omstreeks 1620, gest. Ned.-Indië 1676 of later. Werkzaam te Amsterdam tot 1673. Leerhng van Rembrandt omstreeks 1640. 2552. Jozef in de Gevangenis, de droomen uitleggende van den schenker en van den bakker. D. 120 X 134, gem. op den voorgrond links: Nat. Museum 's-Gravenhage, 1808. 2553. De Varkensslachter, wien onder zijn arbeid in de open lucht door een vrouw een glas bier gebracht wordt. Verschillende figuren in de omgeving. D. 79,5.x 99,5, gem. onder rechts op een papier: Door Van der ttoop geKocni van j. smim \s i«- •» » te Londen, 1833. Verz/ Van der Hoop. '\fw* \{j*Ttr In bruikleen van Amsterdam, 1885. » /*' | 2555. De Tandmeester, die vóór een boerenwoning een jongen boer een kies trekt. Eenige toeschouwers daaromheen. D. 76 x 94,5, gem. op de tafel: I M \))CTÖ01S fc-> Door Van der Hoop gekocht van J. Smith te Londen, 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. VINCKBOONS (David), geb. Mechelen 1576, gest. Amsterdam 1629, waar hij sedert 1591 woonde. Leerling van zijn vader Philips. E. Zie ook No. 1348. ""'''m.. 2556. Boerenverdriet; uitspattingen van krijgsvolk op het platte land. E. 26,5 x 42. Geschenk van Dr. A. Bredius, 1887. 2557. Boerenvreugd; de soldaten verjaagd door de boeren. E. 26,5 x 42. Herkomst als vorig No. 2557a. De Liereman. Met zijn poedel aan den ketting, trekt hij door een dorp, omringd door een joelende kindermenigte. Aan den ingang van een woning rechts, is een boer bezig een varken te keelen. E. 34 x 62,5. Gekocht te Parijs, 1909. 2558. Johannes de Dooper, predikend voor een menigte in een bosch. E. 28 X 43,5. Gekocht te Brussel, 1898. 2559. De Buitenpartij; in een sierlijk aangelegden tuin bij een deftig landhuis vieren aanzienlijke dames en heeren feest bij en om een rijk voorzienen disch; enkelen dansen, sommigen zitten in het groen. Toegeschreven. E. 28,5 x 44. Gek. veiling F. C. Roos & Co., Amsterdam 1903. VLIEGER (Simon de), geb. Rotterdam 1601, gest. Weesp 1653. Waarschijnhjk leerhng van Julius Porcellis; onderging ook den invloed van Rembrandt. Woonde van 1634—1638 te Delft, daarna te Amsterdam,-in 1642 te Rotterdam, dan wederom te Amsterdam en sinds 1649 te Weesp. E. 2560. De Slag op het Slaak tusschen de Nederlandsche en Spaansche vloten in den nacht van 12 op 13 September 1631. D. 104 x 179, gem. r j- y\ links op een stuk /") ' 0£'• \/JLIEG/ 6 Z T hout: Z> Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. 2561. De Tehuiskomst van den Valkenier, die door een raampje van een groot vervallen gebouw kijkt naar de honden die buiten aan het vechten zijn; bij een breede poort wordt een schimmel gedrenkt aan een waterbak. _ E. 71 x 95, gem. op den voorgrond links: ]Q£."\/Lil£G Verk. Thoré (Burger), Parijs 1892. 4. ./r 7 Afkomstig verz. Gijsbert de Clercq, 1899. O" 7' Overgenomen van de Vereeniging Rembrandt, 1902. 2562. Riviergezicht; een beneden rivier met zeilenden driemaster en marktschepen. E. 88 x 121, gem. op het zwaard van een schip: Afkomstig van de verz. Gijsbert de Clercq, 1899. Overgenomen van de Vereeniging Rembrandt, 1902. 2563. Rotsachtige kust; gezicht in een baai met enkele sterk bemande schepen; reizigers en paarden op den voorgrond. D. 83 X 144- Legaat A. A. des Tombe, 's-Gravenhage 1903. 2564. Storm op Zee; zeilschepen op woehge golven nabij een rotsachtige kust. D. in x 182, gejaarm. op eene vlag: J 6 4 « Afkomstig uit het Werkhuis; aldaar overgebracht uit het O. Zijds-Huiszittenhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1888. VLIET (Hendrick Cornelisz. van), geb. Delft 1611 of 1612, gest. aldaar 1675. Leerling van zijn oom Willem van Vliet en van M. van Miereveld. 2566. Gezicht in de Oude ^»^- ^ f\ Q f Kerk te Delft, genomen V ƒ f lfar\ %tf'c 6 f naar het koor. s ƒ E. 74 x 60, gem. rechts op / 0 J" 4 / de plint van de kolom: 7 Verz. Dirck van der Aa, 1802. Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. 2568. Portret van eene aanzienlijke Vrouw, een uurwerk in de hand houdende. D. 105,5 X 87, gem. onderaan links op de leuning der balustrade: Verk. J. H. Cremer, Amsterdam 1886. VLIET (Willem Willemsz. van of van der), geb. Delft omstreeks 1584, gest. aldaar 1642. Werkzaam te Delft eerst als historie-, later als portretschilder. E. 2568a. Kinderportret. Een anderhalf jarig meisje, ten voeten uit afgebeeld, staat onder een , boom bij een steenen bank f\ I 0 waarop een mandje met yCtOl J^Q^ff^^i? bloemen. Ze heeft een '2. ' j (j. rammelaar in de hand. ^j-Q lïbCA 1)(icl fcCll E. 93 X 76, gem. op de bank: 1) Schenking Hoogendijk, 1912. VOIS (Arie de), geb. Utrecht omstreeks 1632, gest. Leiden 1680. Leerling 1, van Nic. Knupfer te Utrecht en van Abr. van den Tempel te Leiden. 2572. De vroolijke Vischboer; hij houdt een glas bier in de rechterhand. CJ^lï/ïpQ l& D. 16 x 12, gem. van boven rechts: Kabinet van Heteren, 1809. 2573. De vroolijke Speelman, met een viool onder den linkerarm en een gevulden roemer in de opge- '"i heven rechterhand. /T~7Q ~~} / E. 26 x St, gem. van boven rechts: I'S &t&"^~l* Verk. Baronesse van Leyden van Warmond, V—/ ^—/ 1804. Nationaal Museum 's-Gravenhage 1808. 334a- School van Sevilla. oSSa. Goya. 2574. Een Dame reikt uit een korfje met druiven en perziken iets aan een papegaai, die op den tak van een eik gezeten is. E. 27 x 21, gem. in den linker benedenhoek: . Verkoopingen Adriaan Lacoste, Dordrecht 1832 /Q/mvm c3 f"^ en J. Rombouts 1850. JCS T Legaat L. Dupper Wz., 1870. 2575. Rookende Visscher, met een pijpje in den mond en de armen over elkaar geslagen. E. ov. 14 x 10,5, gem. rechts: (/SPois Door Van der Hoop gekocht van J° de Vries, 1841. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2575a. Mansportret, te halven hjve; gelaat voor drie vierde gezien en gewend naar rechts; beide handen zijn zichtbaar. In /g /j? • SWJ den achtergrond rechts s* ygyJ/f/*' C* r bergachtig landschap. ^"""^ (JU i D. 82 x 64, gem. onder rechts: fJ y Gekocht te Parijs, 1910. V— VOLLEVENS DE OUDE (Johannes), geb. Geertruidenberg 1649, gest. 's Gravenhage 1728. Leerhng van Nic. Maes te Dordrecht en van Jan de Baen te 's Gravenhage. 2577. Portret van een Krijgs- / 0f overste, in harnas. (J<1 fit* , V© J^l/C 72$ D. 124 x 97,5, gem. onder links: 0j Geschenk van den Heer W. E. van —!t» Pappelendam, 1886. %y 2577a. Caspar Fagel (1629—1688), Raadpensionaris. Misschien een copie. D. 67 x 54. Gekocht te 's-Gravenhage, 1863. VOLLEVENS DE JONGE (Johannes), geb. 's Gravenhage 1685, gest. aldaar 1758. Leerhng van zijn vader Johannes Vollevens den Oude. 2578. Gerard Callenburgh (1642—1722), Luit.-Admiraal van Holland en West-Friesland. . D. 121 x 95 gem. onder links: *rff f ( Geschenk van den Heer R. J. A. fy \* Pu KaUenberg van den Bosch; na diens Q^r £l/r\> * JJCtP^T^CftS overlijden door de familie aange- en jjjS. boden, 1895. VOLLON (Antoine), geb. Lyon 1833, gest. Parijs 1900. Leerling van de Ecole des Beaux-Arts te Lyon en van A. Th. Ribot. E. 2579. Havengezicht in Duinkerken; stormachtig weer. Notenh. 62 x 36, gem. onder rechts: A. Voüon. Geschenk van Mevr. de douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. 2580. Bloemen in een rood-aarden pot. D. 79,5 x 60, gem. onder rechts: A. Voüon. Bruikleen van den Heer J. B. Westerwoudt, 1902. Gelegateerd in 1907. 20 2580a. Parijs. Gezicht in vogelvlucht op de Eghse Notre Dame de Lorette en de rue Fléchier, die overgaat in de rue des Martyrs. D. 73,5 x 60; onder rechts het opschrift: „Esquisse a mon anti Albert Wolf", A. Vollon. Legaat van den Heer J. B. A. M. Westerwoudt, 1907, in vruchtgebruik bij Mevr. de Wed. Westerwoudt—Klinger. Na haar overlijden ontvangen, 1929. VONCK (Elias), geb. Amsterdam (?) 1605, gest. aldaar 1652. 2581. Dood Wild; een haas, een / / reiger en eenige kleine vogels. Cl. fJj^rrcJL D. 100 x 92, gem. op een punt N-f-"1' ^ rechts. Gekocht te Parijs, 1901. ' VONCK (Jan), geb. Amsterdam omstreeks 1630 en aldaar in 1660 nog werkzaam. Zoon en ( y leerling van Ehas f J f 2582. Doode Vogeltjes, (7 f ) M ml~ hggende op een hou- fnn' • ^ItQ 17("t\ Ij ten plint. ^ V E. 34 x 52, gem. rechts y ^y^L op een plint: m^ ^ Verk. J. H. Cremer, Amsterdam 1886. 2583. Vischstuk; behalve een schelvisch op een platte mand, eenige mosselen en een knorhaan. E. 54,5 x 48, gein. op den voet van de aanrechtbank: J. Vonck Fecit. Verk. F. Kayser, Amsterdam 1888. VOORHOUT (Johannes), geb. Uithoorn 1647, gest. 1723, vermoedelijk te Amsterdam. Leerling van Constantijn Verhout te Gouda en van Joan van Noort te Amsterdam. Verbleef eenige jaren in Duitschland. 2584A. Allegorie op den Vrede van Rijswijk. Naast den Vrede, door een vrouw voorgesteld, een bazuin-blazende engel; in den achtergrond een vluchtende krijgsman; op den voorgrond twee gevangenen en twee kinderen, die elkaar omhelzen. |3§p jYoorihovlF 4jty VOORT (Cornelis van der), geb. Antwerpen 1576, gest. Amsterdam 1624, waar hij steeds werkzaam was. Wellicht leerling van Cornelis Ketel. 2584a. Corporaalschap van Kapitein Jonas Cornelisz. Witsen en Luitenant Volckert Overlander, geschilderd vermoedelijk tusschen 1612 en 1614. De 15 schutters, gezien tot aan de knieën, zijn in twee rijen opgesteld. De kapitein en de vaandrig in het midden van de voorste rij; de schilder heeft zich zelf afgebeeld op de tweede rij geheel rechts. Voorgesteld zijn: Jonas Witsen, kapitein; Volckert Overlander, luitenant; Dirck Hasselaer, vaandrig; Pieter Hasselaer, sergeant; Jan van Vlooswyck, sergeant; Pieter Symonsz. van der Schellingh; Dirck Claesz. Schepel; Jacob Pietersz. Nachtglas; Hendrick Lens; Jan Beths Roodenburch; Huyg Jansz. Crayesteyn; Jan Heyckens; Cornelis Schellinger; Dirck Tholincx en Cornelis van der Voort. D. 172 x 338. Afkomstig van den Kloveniersdoelen. In bruikleen van Amsterdam, 1904. 2585. Corporaalschap van luitenant Pieter Pietersz. Hasselaer, 1623. De twaalf schutters zijn opgesteld in twee rijen; die op de achterste rij leunen over een balustrade. D. 184 x 259. De schutters zijn aldus geplaatst: 12 8 9 10 11 3 1 4 2 567 1. Pieter Hasselaer, luitenant; 2. Claes Hendrixz. Pot, sergeant; 3. Samuel Blommert; 4. Hendrik Lens; 5. Jacob Dirksz. Brouwer; 6. Heindrik Seulyns; 7. Jacob van Nieulandt; 8. Willem Adriaensz. Raep; 9. Jan Lucasz. Hooft; 10. Dirck Pietersz. Brugman; 11. Barent Willemsz. Prins; 12. Allard Garbrantsz. Schilt, provoost. Afkomstig uit den Handboogdoelen. In bruikleen van Amsterdam 1885. 2586. Schuttersstuk met elf personen; afgebeeld tot aan de knieën, zijn zij opgesteld in twee rijen; door een poort in den achtergrond het uitzicht op een toren en boomen. D. 172 x 233. Afkomstig uit den Kloveniersdoelen. In bruikleen van Amsterdam 1899. 2586a. Regenten van het Binnengasthuis. Aan een tafel, waarop twee opengeslagen boeken, zitten de drie oudsten; zij zijn bezig geld uit te tellen; de drie jongeren staan daarbij, tevens de knecht. In den achtergrond, door een portiek heen, is een schilderij in grauw zichtbaar, voorstellend Christus' genezing van een kranke, wien bevolen wordt zijn bed op te nemen. Links boven op een plank boeken met zegels en een zandlooper. In de boeken komen posten voor van Nov. 1617 en Jan. 1618. De Regenten uit dien tijd heeten: Corn. Jsz. Geelvink, Lambert Pietersz., IJsbrandt Harmensz., Pieter Egbertsz. Vink, Dirck Wuytiers en links Warnar Ernst van Bassen, die de functie van schrijver vervult. D. 197 x 239. Vroeger in het Gasthuis, later in de wachtkamer van de trouwkamer 2e kl. van het Raadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1918. 2587. De Regenten van het Oude Mannen- en Vrouwen Gasthuis, 1618. Voorgesteld rijn: Pelgram van Dronckelaer, Hendrik Hendricksz. en Hendrick Tholinx; ze zijn gegroepeerd, zittende of staande, om en nabij een tafel. Slechts één, op den voorgrond rechts, in rustende houding; de anderen in verschillende actie. Figuren tot aan de knieën. D. 152 x 20ot gem. links boven: 0.16*H. Cw°f Uit de Regentenkamer van het Oude Mannen- en Vrouwengasthuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2588. Vier Regenten en de Bode van het Rasphuis. Figuren te halven hjve. D. 153,5 x 192. Vroeger in het Rasphuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2589. Dirck Hasselaer (1581—1646), Majoor der Militie van Amsterdam. e. 116 x 84,5, gem. boven rechts: Aetatis Suae 33 Anno 1614. Geschenk van Jhr. J. s. R. van de Poll, 1885. 2590. Brechtje van Schoterbosch (1592—1618), echtgenoote van den voorgaande. e. 115 x 84,5, gem. boven links: Aetatis Suae 22 Anno 1614. Herkomst als No. 2589. 2591. Cornelis Pietersz. Hooft (1546—1626), Burgemeester van Amsterdam. _/ _ e. 124 x 90,5. Iu den achtergrond (^/fcfoiCiS ./CUZ - 7 6 rechts: Was 1760 bij de Wed. Corn. Huift yr • _ te Amsterdam. Verk. Franc. Nieuwen- C^/LiXÏ], . ) w 2 2 huis (Brussel), Parijs 1881, als door W. v. Vliet. Verk. Amsterdam, 10 Maart 1882. Verk. Amsterdam, 1887. 2592. Jacobus Rolandus (1562—1632), predikant te Amsterdam. Contra-remonstrant. Welhcht een copie naar de prent van Willem Jacobsz. DelfE naar Corn. van der Voort. e 23,5 x 15,5. Verk. A. G. de Visser, 's-Gravenhage 1878. VOS (Maerten de), geb. Antwerpen 1532, gest. aldaar 1603. Leerling van zijn vader Pieter de Vos, van Frans Floris te Antwerpen en van Tihtoretto te Venetië. Bezocht ook Rome en Florence. Terug in Antwerpen 1558. 2595. Gilles Hoffman en Margaretha van Nispen te halven hjve. Deze Gilles van Eichelenberg genaamd Hoffman (f 1581) was een zeer voornaam Antwerpsen reeder, die na 1566 naar Middelburg uitweek en o.a. schepen « „ _ , , ~ , , ,r Aecidio Hoffman.et naar Rusland zond. v, „ _ . „. tw makgamtaevan tji «spen e. 116 x 140,5, met het _ opschrift: e1v5 conivgi.Pingebat Boven den man staat -.Aetatis MART1NVS DE VOS ANTVER. suae XXXXVll, boven de PlAE MEN SE lVLIO ANN.A. W.Sr vrouw: Aetatis suae XXV. C\0 13 L X X • Verk. Amsterdam, 13 Mei 1890. Door tusschenkomst der Vereeniging Rembrandt gekocht op verk. Amsterdam, 1° Juni 1897. VRANCX (Sebastiaen), geb. Antwerpen 1573, gest. aldaar 1647. Leerling van Adam van Noort te Antwerpen. Bezocht Itahë 1597— 1600. Werkzaam te Antwerpen. 2596. De gestrafte Roover; op den weg tusschen St. Truyen en Thienen werd eene vrouw door een Spaanschen ruiter van hare kleederen tot op het hemd beroofd; van een gunstig oogenblik maakte zij gebruik om zijn paard te bestijgen en te ontvluchten. E. 45,5 x 65, gem. op een boomstam: Verk. C. F. Roos & Co., Amsterdam 1895. Geschenk van Jhr. Mr. Victor de Stuers, 1895. 2597. Marktdag in een Vlaamsche Stad; vóór het stadhuis een schavot, waarop iemand gegeeseld wordt. E. 42 x 55, gem. links op twee graanzakken: Geschenk van den Heer A. Willet aan het Kon. Oudh. Genootschap, waarvan in bruikleen 1889. 2598. Het Kranenhoofd te Antwerpen met gezicht op de bevroren Schelde waarop vele schaatsenrijders. E. 58,5 x 113, gem. in het midden onderaan: In 1628 in de verz. Corn. van der Geest, Antwerpen. Verz. P. M. Kesler. Gekocht te Vreeswijk, 1897. 2599. Ruitergevecht op de Vughterheide onder aanvoering van Pierre de Bréauté en Gerard Abrahamsz. Lekkerbeetje, 5 Febr. 1600. Copie. E. 74 x 108. Kan ook een copie zijn van de prenten van Joannes a Doetekum, CL Jsz. Visscher en Snijers naar Seb. Vrancx. Dr. C. Hofstede de Groot zag hierin een werk van Gerrit van Santen. Verk. J. H. Cremer, Amsterdam 1887. VREL (Jacob), werkzaam waarschijnhjk te Delft in het midden der 17e eeuw. 2599a. Vrouwtje bij de Schouw. Zij pookt het vuur op onder een koperen pot. E. 36 x 27,5. Verworven uit den Berlijnschen kunsthandel. Geschenk van de Commissie tot Verkoop van Photographieën, 1931. 2600. Achterbuurtje in een Hollandsche Stad. E. 36 x 28, gem. op een stoep: T -wei rf Verk. Thoré (Burger), Parijs 1892. I ■VREL Gekocht te 's-Gravenhage, 1892. VRIES (Abraham de), geb. Rotterdam omstreeks 1590, gest. waarschijnhjk te 's-Gravenhage omstreeks 1650. Werkzaam te Rotterdam (voor 1630 en na 1647), Amsterdam, Antwerpen, Parijs en 's-Gravenhage. 2600a. Portret van den Schilder zelf. Voor hem ligt een opengeslagen boek. Op de eene bladzijde leest men: DE SYMETRIA ET FLEXURIS PARTIUM HUMANI CORPORIS LIBRI, en op de andere: DE ARTE PICTURAE, eene ode van latijnsche D. 79 X 65, gemerkt f . a ftFfP*'-*- /tuiü °tC®miuS rechte in den achter- (XtfilTWm J <^ grond: ^ibi^c/' Ui pMrUVtiOn IsÓl'nftY Gekocht te Londen J f «o/ . -\ door tusschenkomst Ofnwfuit j\' ** VlW 3 ** van de Vereeniging i I " — Rembrandt, 1905. iWin© 2601. David de Moor. / E. 71,5 x 61, gem. onder rechte: A -1 "ïï ƒ• • en daaronder: Anno 164.0. «Tl • UQ \/f S @ Verk. Douair. Huydecoper—van den «>» Heuvel, Amsterdam 1880. l\Ql[ @V tl a tVl VRIES (Hans of Jan Vredeman de), geb. Leeuwarden 1527, gest. omstreeks 1606. Hij hield beurtelings verblijf in verechillende steden van Duitschland en te Mechelen, Antwerpen, Amsterdam en Den Haag. Was behalve schilder ook architect en vestingbouwkundige en gaf werken uit over perspectief. 2601a. Parkaanleg bij een paleis, op den voorgr. Lazarus met de honden. E. 42 x 66. Sporen der handteekening beneden links. Aangekocht veiling Fr. Muller & Co., April 1909. VROOM (Hendrick Cornelisz.), geb. Haarlem 1566, gest. aldaar 1640. Begon zijn loopbaan als faïence-schilder. Maakte ook ontwerpen voor wandtapijten. Bezocht Frankrijk, Engeland, Itahë en Spanje. Was gevestigd te Haarlem. 2604. Hollandsche Schepen, Spaansche galeien overzeilende onder de Vlaamsche kust, 3 Oct. 1602. D. 117,5 x 146, gem. op _ . Nationaal Museum'sGra- "*\J" ^ ^ ^S^s»\^iT? venhage, 1808. 2604a. Zeeslag bij Gibraltar, 25 April 1607. Het Spaansche admiraalschip vliegt in de lucht. D. 137,5 x 188. Vroeger in bezit van de familie van admiraal van Heemskerck, kwam daarna door erfenis in bezit van Jhr. H. Teding van Berkhout, uit wiens nalatenschap het in de veiling Fred. Muller & Cie., Amsterdam 1905, werd aangekocht. 2605. Gezicht op het IJ vóór Amsterdam. Omstreeks 1605. D. 81 x 218, gem. op de vlag van het eerste groote schip links: V R OOM Uit het Werkhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1885. I 2606. Oost-In dië-vaarders na hun terugreis voor de Hollandsche kust. Volgens de — waarschijnlijk onjuiste ■— overlevering de terugkeer van Cornelis en Frederik de Houtman van hun eersten tocht naar Indië, Augustus 1597. D. 144 x 279, gem. op de vlag van het eerste Uit het O. Ind. Huis, Amsterdam. Ontvangen "\f Q van het Nederlandsch Museum, 1887. 2606a. Een schip een rivier binnenvallende; rechts een driemaster, links een zeilende botter; aan den overkant van het water, dat den geheelen voorgrond beslaat, een hofstede. (Toegeschreven). E. 43,5 x 71. Verz. Barbier, Nancy. Gekocht te Amsterdam, 1913. 2606b. De blijde terugkomst in Amsterdam van de tweede expeditie naar Oost Indië, 19 Juli 1599; voorgesteld op het Y voor Amsterdam. De vier groote schepen, de Mauritius, de Overijssel, de Hollant en de Vrieslant, op de oude hjst genoemd, zijn omgeven door talrijke kleinere scheepjes en sloepen, die met feestvierenden bemand zijn. Doek 110 X 220. Verz. Kneppelhout, Oosterbeek; Beelaerts van Blokland, 's-Gravenhage. Aangekocht 1921. 2606bb. Gezicht op het Rondeel te Amsterdam; rechts de toren „Swyght Utrecht". In de verte de Zuiderkerk. (Toeschrijving; wellicht door Corn. Claesz. v. Wieringen, zie blz. 318). D. 74.5 x 116. Afkomstig van het Stadhuis. In bruikleen van Amsterdam, 1925. 2606c. Het uitzeilen van een aantal Oost-Indië-vaarders uit het Marsdiep (wellicht voor den tweeden tocht naar Indië onder bevel van Corn. de Houtman, Mei 1598). D. 103,5 x 198,5, gem. in het midden op een vlag: VROOM. Geschenk van Dr. Ir. J. W. IJzerman, Wassenaar 1930. 2607. Gevecht tusschen Hollandsche en Spaansche Schepen op het Haarlemmer Meer, 26 Mei 1573, bij de mislukte poging tot ontzet van Haarlem. De stad Haarlem in het verschiet. D. 190 x 268, gem. in een Hollandsche vlag, op het 2e schip van links: Werd in 1629 door den Haarlemschen magistraat besteld en hing op het Raadhuis te Haarlem, totdat het in 1804 met andere schilderijen aan de Bataafsche Republiek werd gecedeerd. Uit het Nationaal Museum te 's-Graven hage, 1808. WALSCAPELLE (Jacob), werkzaam omstr. 1667—1718 te Amsterdam. VfiOOAf f 2609a. Vruchtenstuk. Op een steenen tafel en gedeeltelijk in een mand, liggen blauwe en witte druiven, bessen, abrikozen en perziken. D. 68 x 63, gem. beneden links: Verz. van Winter. Verz. Six, 1907/1908. WASSENBERGH (Jan Abel), geb. Groningen 1689, gest. aldaar 1750. Leerling o.a. van Adr. van der Werff te Rotterdam. Werkzaam te Groningen. 2611. Louisa Christina Trip (—1733). echtgenoote van Gerard Sichterman. D. 171 X 141, gem. rechts beneden op de poort: J. A. Wassenbergh Fecit. Legaat Ds. F. Z. Reneman, Haarlem 1898. WEENTX (Jan), geb. Amsterdam 1640, gest. aldaar 1719. Leerling van zijn vader Jan Baptist Weenix en misschien van zijn oom Melchior d'Hondecoeter. Werkzaam van 1664 tot 1668 te Utrecht, daarna o.m. te Amsterdam en van 1702 tot 1712 op het Slot Bensberg bij Düsseldorf als hofschilder van den Keurvorst Johann Wilhelm van de Palts. E. 2613. Abraham van Bronckhorst, (1656—) ten voeten uit, vergezeld van een patrijshond. Achter hem een bediende met een . brief in de hand waarop staat: Mijnheer ...» (10. heer A. Bronckhorst C.sman tot Amsterdam. jA/jLs/,^' D. 87 x 73,5, gem. links boven: U ■ ' " Lt,/(|)(. Door Van der Hoop gekocht van de Wed. Prof. Kemper, . Leiden 1833. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van J\.\()S2 Amsterdam 1885. 2614. Dood Wild en Jachttuig; aan den tak van een boom in een park hangt een haas; eenig gevogelte en jachtgerij op den grond. D. 114,5 x 96, gem. op het voetstuk van de vaas in het midden: Verk. Herman ten Kate, Amsterdam 1801 en G. van der Pot, Rotterdam 1808. 2616. Dood Wild ook genoemd de Hofstede; op den achtergrond het buitenverblijf Ryxdorp bij Wassenaar; op den voorgrond, bij een groote vaas, eenig dood wild en een blaffend leeuwhondje. D. 172 x 160, gem. op het deksel van de vaas: Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 2617. Dood Wild en Vruchten; een pauw en een gans nabij eenig fruit; een. hondje blaft tegen opvliegende vogels en een papegaai, die op een balustrade zit. D. 139 X 170. Door Van der Hoop gekocht van A. Brondgeest, 1835. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. WEENDX (Jan Baptist), geb. Amsterdam 1621, gest. Doetinchem vóór eind 1663. Zoon van den bouwmeester Jan Weenix. Leerling o.a. van Abr. Bloemaert te Utrecht en van Nic. Moeyaert te Amsterdam. Bereisde van 1642 tot 1646 Itahë, woonde van 1647 tot 1649 te Amsterdam en vestigde zich daarna te Utrecht. E. 2619. Liggende zwart en wit gevlekte Bok. D. 84X 132,5, gem. rechts op den achtergrond: Verk. J. H. Cremer, Amsterdam 1887. 2620. Dood Wild; een opengesneden ree, afhangende aan een poot, de kop steunende op een plint; ter rechterzijde de kop van een snuffelenden hond, ter linkerzijde een kat. D. x8o X 162, gem. onder links voluit: Uit het Nationaal Museum te 's-Gravenhage, 1808. WEISSENBRUCH (Johannes), geb. 's-Gravenhage 1822, gest. aldaar 1880. Leerhng van S. L. Verveer. E - L. 2621. Stadspoort te Leerdam. D. 77 x 104, gem. links op den muur van een huis: Jan Weissenbntch ƒ. Gekocht tentoonstelling te Rotterdam, 1870. 2622. Gezicht op de Kerk van St. Denis te Luik. D. 95 X 77, gem. onder links: /. Weissenbruch f. Legaat Reinhard Baron van Lynden, 1899. 2623a. Een straatje in Oud-Batavia, met zonlicht. E. 22,5 x 30,5. Legaat Mevr. M. N. Th. Lublink—Weddik, Arnhem 1919. WEISSENBRUCH (Jan Hendrik), geb. 's-Gravenhage 1824, gest. aldaar 1903, neef van den voorgaande. Leerling van B. J. van Hove en van A. Schelfhout. E, L. 2624. Gezicht bij de Geestbrug; landschap met een vaart. M. 31 X 50, gemerkt onder rechts: J. Hendrik Weissenbruch f 68. Een grootere herhaling in het Gemeente Museum te 's-Gravenhage. In bruikleen van den Heer J. B. Westerwoudt, Haarlem 1888, gelegateerd 1908. 2625. In den omtrek van Barbizon; boschgezicht. D. 48,5 X 64, gem. onder links: BARBIZON en J. H. Weissenbruch f 1900. Gek. op een veiling ten bate der schildersvereeniging Pulchri Studio te 's-Gravenhage, 1900. 2625a. De Molen, waarlangs een vaart; een boer drijft eenige koeien over de brug. Bewolkte lucht. M. 41 X 30,5, gem. onder rechts: J. H. Weissenbruch f. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser te Londen, 1903. Geschonken 1909/10. 2625b. Landschap. Eenige boerenhuizen op den voorgrond; laag heuvelachtig terrein met molens in 't verschiet. Donker-blauwe lucht met witte wolkjes. E. 21 x 34, gem. onder rechts: J. H. Weissenbruch/. Herkomst als No. 2625a. 2625c. Landschap; langs een plas op den voorgrond rechts gaat een pad naar een boerenwoning, waaromheen enkele boomen staan. Een man leidt daar een koe voort. Links aan den overkant der plas nog eenig hout en knotwilgen, zoodat in het midden de horizon vrijkomt. Regenachtig weer in den namiddag. D. 46 X 67, gem. onder rechts: J. H. Weissenbruch. Verz. W. J. van Randwijk. Geschenk van de erven, 's-Gravenhage 19142625d. Stalinterieur. Leege stal in gedempt zonlicht. Tusschen het stroo kippen. Links tegen den muur paardentuig, een kruiwagen en een bezem, rechts ruiven. M. 32,5 X 43,5, gem. onder links: /. H. Weissenbruch '95. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 2625e. Kelderinterieur. Tegen den wand een rek met schotels, een ton en keukengerei. Door een deur naar de keuken ziet men een vrouw voor het venster. D. 39 x 51, gem.: J. H. Weissenbruch f 88. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 2625f. Boerenhuis aan een vaart. Voor het huis bukt zich een vrouw over de wasch. In de verte blinkt een plas. E. 17,5 X 24, gem. onder rechts: J. H. Weissenbruch f. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. WERFF (Adriaen van der), geb. Kralinger-Ambacht 1659, gest. Rotterdam 1722. Leerling van Corn. Picolet en van Eglon Hendrik van der Neer. Werd 1696 hofschilder van den Keurvorst Johann Wilhelm van de Palts, die hem in 1703 tot Ridder verhief. Was te Rotterdam ook als bouwmeester werkzaam. Z K. 2626. De Schilder zelf, in rijke kleederdracht en met het portret zijner vrouw in handen. D. op E. 81 x 65,5, gem. in den linker benedenhoek: Achter op het paneel staan vermeld de geboorte- en sterfjaren1 van hem, van zijn vrouw en dochter; nog twee lakafdrukken, de een met zijn wapen, de andere met zijn embleem. Herhaling van dit portret in de Uffizi te Florence. Verz. Adr. Brouwer, Dordrecht; Arnout Gevers, Rotterdam; verk. Abr. Gevers Arnoutsz., Rotterdam 1827. 2627. Portret van een Schilder. E. 17 x 12,5, gem. in het midden /. / -v n onderaan: K^Ji^Ja/naer : Vfe/rf- ; je C Verz. Charles Brind, Londen 1830. Gekocht met medewerking van de Vereeniging Rembrandt op de verk. Gijsbert de Clercq, 1897. 2628. Margaretha Rendorp (1673 —1730), echtgenoote van Mr. Jan van de Poll. D. 48 x 39 gem op de plint;. Jn j r rff fe£ /(f , Geschenk van Jhr. J. S. R. v. u d. Poll, 1885. 2629. Liefkozend Paar; een jongeling en een jonge vrouw omhelzen elkaar en worden door twee kinderen bespied. M. 37 X 30, gem. onder rechts: Odr" v.Werff. Jee Verz. van den Groothertog van Toskane. Door Van der Hoop gekocht van A. Brondgeest, 1838. Verz. A' Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2631. De Heilige Familie. Maria met het kind Jezus, dat met beide handen grijpt naar de kersen, die.Joseph in de hand houdt. E. 36 x 29, gem. Herh. in de Ermitage te Leningrad en in de Musea te Bayreuth en Kassei. Verk. Duc de Choiseul 1772; Randon de Boisset, 1777; Duc de Lavallière 1781; Leboeuf 1783; Destouches 1794, alle te Parijs. Verz. H. van Wal, Brussel. Verk. G. van der Pot, Rotterdam 1808. 2632. De Dansles; aan den voet van een Terminusbeeld, in een landschap, speelt een naakte man op de fluit; vóór hem danst eene naakte jonge vrouw. y*>; p E. 45 x 33 gem. onder rechts: ^ f&V V Door den schoonzoon van den kunstenaar, Adr. yp^^/j "fë ,f//$ Brouwer, verkocht aan Bicker van Swieten; verk. ' Bicker van Swieten, 'sGravenhage 1741 en Mevr. Lormier,'sGravenhage 1763. Kab. van Heteren 1809. 2632a. Vanitas. Een jonge vrouw achter een tafel,. is bezig zeepbellen te blazen; geheel op den voorgrond een zwaar neerhangend tapijt, een doodshoofd, viool en boeken. K. 15 x 11,5. Verk. Damen Ragans, Brussel 1775; F. Pauwels, Brussel 1803; P. de Smeth van Alphen, Amsterdam 1810. Verz. Six. Aangekocht 1907/1908. 2633. Bellen blazen; een vrouw, met een kind in de armen, kijkt naar een knaapje dat bellen blaast. M. 40,5 x 33. Door Van der Hoop gekocht van C. F. Roos, 1847. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam, 1885. 2634. Venus door Amor gekust. E. 25 x 35. Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. WERFF (Pieter van der), geb. Krahnger-Ambacht 1665, gest. Rotterdam 1722. Leerling en navolger van zijn ouderen broeder Adriaen van der Werff. 2636. De Versiering van Cupido; twee jonge meisjes omhangen een Cupidobeeldje met bloemen, -r^ y /"P /") Tegenhanger van volgend No. I • NK^ETTT-J£C tl ' Perenhout 38,5 x 29, gem. onder rechts: j-it IVt/n . —.- Kabinet van Heteren, 1809. -L> U ' I /13 • 2637. De Teekenles, een meisje zet zich aan het nateekenen van de Venus van Medici onder de leiding van rt r m een jonkman. Tegenhanger van vorig no. r:v wErff. fee t Perenhout 38,5 x 29, gem. onder rechts: XTVTVTA I -?\ A. Kabinet van Heteren, 1809. S 2639a. Portret van den heer Brust; borstbeeld, gewend naar rechts. D. ov. 80 X 68, gem: P. vr. Werff fecit. Anno 1710. Geschenk van den heer H. G. C. Leendertz te Apeldoorn, 1913. 2639b. Portret van Mevrouw Brust, geb. Batailby; borstbeeld, gewend naar links. D. ov. 80 x 68, gem. in den achtergrond rechts: P. 1?. Werff fecit. Anno ijio . Herkomst als vorig No. 2640. Johan van der Veecque, bewindvoerder der Oost-Indische Com. pagnie (Kamer van Rotterdam), 1602. 2641. Corn. Matelieff de Jonge (1570—1632), admiraal, bew. O.-I. C. 1602. In 1608 tastte Matelief een Portugeesche scheepsmacht voor Malacca aan en veroverde of verbrandde 9 vijandelijke schepen, onder welke dat des onderkonings, en joeg de overige op de vlucht. 2642. Ewoud Pietersz. van der Horst, bew. O.-I. C. 1618. 2643. Hendrick Nobel, bew. O.-I. C. 1625. 2644. Claes Maertensz. Thoveling, bew. O.-I. C. 2645. Joost van Coulster, bew. O.-I. C. 1630. 2646. Pieter Sonmans, bew. O.-I. C. 1631. 2647. Corn. Jansz. Hartigsvelt (—1641), bew. O.-I. C. 1639. 2648. Adriaen Besemer, bew. O.-I. C. 1642. 2649. Corn. de Koningh, bew. O.-I. C. 2650. Jan van der Burght, bew. O.-I. C. 1649. 2651. Paulus Verschuur, bew. O.-I. C. 1651. 2652. Gerard van Bergen, bew. O.-I. C. 1653. 2653. Jacob Sonmanus (Sonmans), bew. O.-I. C. 1657. 2654. Willem Hartigsvelt, bew. O.-I. C. 1657. 2655. Johan de Reus, bew. O.-I. C. 2656. Corn. van den Bergh, bew. O.-I. C. 2657. Johan Hennekin (Hennequin), bew. O.-I. C. 1664. 2658. Mr. Jan Kieviet, bew. O.-I. C. 2659. Mr. Johan de Vries, bew. O.-I. C. 1667. 2660. Corn. van Couwenhove, bew. O.-I. C. 1667.. 2661. Adriaen Paets, bew. O.-I. C. 1668. 2662. Matth. van den Brouck Jr., bew. O.-I. C. 1685. P. , / „fi* f -I Gem. rechts: C: V WE lTl tCCli 2663. Jacob Dane, bew. O.-I. C. PI V • WERir Jè C it, Gem. rechts: 2664. Dominicus Rosmale, bew. ANNO 1700 O.-I. C. 2665. Mr. Sebastiaen Schepers, bew. O.-I. C. 1702. Gem.: P: v^WErlT- ie 1 2666. Mr. Adriaen Paets, bew. O.-I. C. 1703. Bovenstaande 27 namen en de daarachter gevoegde jaartallen, voorkomende op de oorspronkelijke omlijstingen, stemmen niet geheel mét de werkelijkheid overeen. De nummers 2640—2666 zijn behalve 2663, 2664, 2665 en 2666 copieën door P. van der Werff vervaardigd; zij vormen een serie portretten (D. ov. 82 x 68) afkomstig van het kantoor der O.-I. Comp. te Rotterdam. Tot deze serie behooren nog de Nos. 279, 281 door onbekende schilders. No. 1272 door Jean Humbert, No. 1564 door Jan de Meyer, Nos. 1776 en 1777 door Dionys van Nymegen en No. 1939 door Jan Maurits Quinkhard. WET DE OUDE (Jacob Willemsz. de), geb. Haarlem omstreeks 1610, gest. aldaar na 1671. Leerling van Rembrandt tusschen 1630 en 1632. Werkzaam te Haarlem en korten tijd te Alkmaar. 2671. Christus zegent de Kinderen. Christus is gezeten nabij een groot, bouwvallig f * gebouw. I *\ \l>c£ J E. 55 x 45, gem. onder rechts: E • CJ , J^ïr L-» l> Geschenk van Dr. A. Bredius, 1890. ' WEIJERMAN (Jacob Campo), geb. Breda 1677, gest. 's-Gravenhage in de gevangenis 1747. Leerling o.a. van Ferd. van Kessel te Breda en van Thomas van der Wilt te Delft. Werkzaam o. m. te Delft, Amsterdam, Utrecht en Londen. Vooral bekend wegens zijne schotschriften en hekeldichten en zijn „Leven der Schilders". 2675. Bloemen, in een glazen vaas staande op een tafel. Geschenk van Jhr. Mr. Victor J*^J*^i A_2r de Stuers, 1886. JK*' WHISTLER (James Abbott Mac Neill), geb. Lowell (Massachusetts) 1 1834, gest. Londen 1903. Leerling van Charles Gleyre te Parijs en beïnvloed door Fantin Latour. Werkzaam te Londen. E. 2676. Effie Deans, ten voeten uit; in profiel naar rechts. D. 194 x 93, gem. rechts met het monogram, en links met: She sunk her head upon her hand and remained seemingly unconscious as a statue {The Heart of Mid-Lothian, Walter Scott). Geschenk van Mevr. de Douairière R. Baron van Lynden geb. Baronesse van Pallandt, 1900. WIERINGEN (Cornelis Claesz. van), geb. Haarlem omstreeks 1580, gest. aldaar 1633. Was ook zeeman en in 1628 nog lid van het Haarlemsche Schoonevaardersgilde. 2678. Spaansche Oorlogsschepen nabij de Amerikaansche Kust. D. 104 X 206, gem. op de verschansing van een schip: /F-%ff Afkomstig van C. M. E. G. Graaf van Bylandt te Londen. f~ „ \s%f Verk. Amsterdam 1895. WILDENS (Jan), geb. Antwerpen 1586, gest. aldaar 1653. Leerhng van Peter Verhulst te Antwerpen. Vertoefde in Itahë. 2679. Gezicht op Antwerpen van de landzijde; vele figuren gaande naar en komende van de stad. D. 197,5 x 367, gem. op een hek rechts: Dit doek werd met zijn tegenhanger, het gezicht op Antwerpen van de zeezijde, door de regeering dier stad besteld. Voor de twee ontving hij 23 Mei 1635/600. Verz. Van Winter en Six van Hillegom. Verk. 25 Nov. 1851, Amsterdam. . Geschenk van Jhr. Dr. J. P. Six van Hillegom, 1852. WILLAERTS (Abraham), geb. Utrecht omstreeks 1603, gest. aldaar 1669. Zoon en leerling van Adam Willaerts, leerling van Jan van Bylert te Utrecht en van Simon Vouet te Parijs. Ging 1637 met Johan Maurits van Nassau naar Brazilië. Vertoefde in 1659 te Rome, daarna te Utrecht. 2680. Jacob Baron van Wassenaer, Heer van Obdam (1616 —-1665), Luit.-Admiraal. Geschilderd naar de prent van Th. Matham. . e. 39,5 x 30,5, gem. onder rechts op de balustrade: /j \\) Verk. Mr. M. C. van Hall, Amsterdam 1858. \~sL * yy. 2681. Cornelis Tromp (1629—1691), Luit.-Admiraal, als krijgsman in Romeinsch costuum. e. 40 x 33, gem. in achtergrond links: jU -jaj. Verk. Heberle te Keulen, 1894. v—/* ■ WILLAERTS (Adam), geb. Antwerpen 1577, gest. Utrecht 1664. Reeds vóór 1611 te Utrecht gevestigd. Ook werkzaam te Antwerpen. 2682. De Zeeslag vóór Gibraltar, . 25 April 1607. i^ö m "V^lll AT fS D. 93 x 187, gem. rechts op voorgrond: — Verk. A. G. de Visser,'sGravenhage 1881. / '7 * 2682a. Admiraal van Heemskerck's overwinning op de Spaansche vloot bij Gibraltar, 25 April 1607. « TVT* D. 136 x 204,5, gem. van onderen rechts: t\ ' yVTT/TjA'r? T Vroeger in bezit der verwanten van den ***McXIVA O admiraal, later door erfenis in bezit van | /C" g\ Jhr. H. Teding van Berkhout. Aangek. zL~~ ' veiling Fr. Muller & Co., Amsterdam 1905. 2683. Bergachtige Kust; op den voorgrond drie Engelsche oorlogsschepen ; aan den wal verschei- nA den visschers; op de bergen "7~( /\S}ir4-r%, jC twee kasteelen. JT^.' WlilCC XCO ' J e. 62 x 122,5, gem. in het midden #/?«>• onderaan: / " ~ 9 Gekocht op de veiling Raedt van Oldenbameveldt, Amsterdam 1900. 2684. Strandgezicht; Hollandsche visschersvaartuigen en oorlogsschepen nabij de kust. e. 45 x 82, gem. onder rechts: V^V^O fen in het midden: . A .7" • Gekocht in l887. A« ^ iLLCir t S ' J\* *&) ) cj ^ % 2685. Storm op Zee. Een schip in nood bij een rotsachtige kust; een walvisch vertoont zich aan de oppervlakte van het water. e. ov. 65 x 86,5, gem. oj> /T*\ den rand van een sloep: , A ) . W/i/^^fp P I 6 "> 4 Het jaartal te lezen als w WILU 1 «6 J 1 1614. Veiling Raedt van Oldenbameveldt, 1901. W1LLEBOIRTS gen. Bosschaert (Thomas), geb. Bergen-op-Zoom 1614, gest. Antwerpen 1654. I^rling van Gerard Seghers te Antwerpen. E. 2686. Allegorie op den Oorlog. Mars wordt door Venus het zwaard aangegespt. Waarschijnhjk in 1644 voor Prins Frederik Hendrik geschilderd. D. 218,5 x 225, gem. rechts onder: T. Will. Een herhaling, op naam van A. van Dyck, in het slot Sans-Souci te Potsdam. Bruikleen van Amsterdam, 1885. WINGHE (Joos van), geb. Brussel 1544, gest. Frankfort a/M. 1603. Was hofschilder van den Hertog van Parma te Brussel en woonde vervolgens sedert 1584 te Frankfort a/M. 2687. Nachtbanket en Maskerade; een vroolijk gezelschap, waaronder gemaskerden, is in een door kaarsen verhchte zaal bijeen. E. 117,5 X 154,5- Gekocht van Kolonel von Schepeler, Aken 1839. WINTERHALTER (Frans Xavier), geb. St. Blasien in Baden, gest. Frankfort a/M. 1873. Leerling van Karei Joseph Stieler te München; studeerde te Parijs. Was als hofschilder aan tal van hoven werkzaam. 2690. Koningin Sophia Mathilda der Nederlanden, Prinses van Wurtemberg (1818—1877), echtgenoote van Koning Willem III. Borstbeeld. D. ov. 74 x 60, gem. links van onderen: F. Winterhalter. Dit portret werd met No. 1873 door Koning Willem III en Koningin Sophie vereerd aan Mr. F. L. M. Baron de Koek, Directeur van het Kabinet des Konings. Geschenk van de familie de Koek, 1897. WISSING (Willem), geb. Amsterdam omstreeks 1656, gest. Burleigh 1687. Omstreeks 1669 leerling van W. Doudijns en P. Lely te 's-Gravenhage. Werkzaam in Holland en in Engeland. 2691. Prins Willem III van Oranje, in harnas, een hond naast hem. D. 130 x 103. Afkomstig uit het magazijn van het Mauritshuis, 1876. WIT (Jacob de), geb. Amsterdam 1695, gest. aldaar 1754. Leerhng van Albert van Spiers te Amsterdam en van Jacob van Hal te Antwerpen, waar hij omstreeks 1711 veel naar Rubens copieerde. Werkzaam hoofdzakelijk te Amsterdam, h.. 2692. De Wetenschap. D. 295 x 105, gem. op eene portefeuille rechts: Vroeger in de Bestuurskamer der Academie van Beeldende Kunsten in het Oude-Mannenhuis te Amsterdam. Geschenk van Jhr. Mr. H. Six van Hillegom aan de Gemeente Amsterdam, waarvan in bruikleen 1885. 2693. Mozes verkiest de zeventig Oudsten. E. 32 x 73, gem. rechts beneden: Schets voor het groote schilderij in de Mozes- zaal in het voormalig Raadhuis te Amsterdam. Gekocht te Rotterdam, 1898. 2694. De Zeevaart; eene zittende vrouw, omgeven door attributen van de zeevaart; in de lucht engeltjes, de winden voorstellende. D. 113 x in, gem. onder in het midden: Uit het Koloniaal Magazijn te Amsterdam, 1831. 2695. Apollo tronend op de wolken met Minerva en de negen Muzen; plafondstuk. Cirkelvormig doek, middellijn 427. Volgens de overlevering afkomstig uit het Huis Marseille, Keizersgracht 401. Verz. Mr. Alphonse Ridder de Stuers; van 1898 tot 1923 in bruikleen. Verk. Gravin von Oberndorff—de Stuers, Amsterdam 1932. In bruikleen van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, 1932. 2695a. Drie Grisailles, voorstellende Zomer, Herfst en Winter. D., de twee eerste zeshoekig 109 x 110,5, gem. J. De Wit 1740; de derde rond, middellijn 88. Afkomstig uit het huis N. Doelenstraat 16. Legaat van Mej. M. C. C. Reynvaan, Elspeet 1934. WITHOOS (Matthias), geb. Amersfoort 1627, gest. Hoorn 1703. Leerling van Jacob van Campen te Amersfoort. Ging omstreeks 1648 met Otto Marseus van Schrieck naar Itahë; hij vestigde zich eerst te Amersfoort, daarna te Hoorn. 2696. Een Zuiderzeehaven, vermoedelijk Hoorn; allerlei visch op den voorgrond. D. 66 x 102,5, gem. onder rechts naar •/r/\iV)Si&'WQff i ()> ^* het midden: Gekocht op de veiling Raedt van Oldenbameveldt, Amsterdam 1900. WLTSEN (Willem), geb. Amsterdam 1860, gest. aldaar 1923. Leerhng van de Amsterdamsche Academie en korten tijd van de Antwerpsche. Woonde o.a. te Baarn, Londen, Ede en Amsterdam. E. 2696a. Stadsbeeld; pakhuizen aan een Amsterdamsche gracht. D. 52 x 42. Gem. onder links: Witsen. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. 2696b. Moestuin (studie). M. 27,5 x 35,5, gem. onder links: Witsen. Herkomst als No. 2696a. 2696c. Win tergezicht; een ruim veld onder sneeuw, met op den achtergrond dorpshuizen en boomen. D. 45 x 52, gem. onder rechts: Witsen. Herkomst als No. 2696a. 2696d. Buitenstudie van een braakliggend bouwveld. D. 33 X 66, gem. onder rechts: Witsen. Herkomst als No. 2696a. 21 WITTE (Emanuel de), geb. Alkmaar (?) 1617, gest. Amsterdam 1692. Leerling van Evert van Aelst te Delft. Woonde in 1636 te Alkmaar, in 1639 te Rotterdam, van 1642 tot vóór 1654 te Delft, daarna te Amsterdam. 2697. Gothische Kerk van binnen; doorzicht uit den kooromgang in den zuidelijken beuk; op den voorgrond een geopend graf waarbij een doodgraver sprekend met een heer; op den achtergrond ramen met geschilderd glas. De schilder heeft hier de Oude en de Nieuwe Kerk te Arasterdam gecombineerd; hij heeft zich gedacht inde Nieuwe Kerk; alleen de kolommen van het koor en het schotwerk daarin zijn aan de Oude Kerk ontleend. D. 122 X 104. Verk. Amsterdam, 13 Juli 1843. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam 1883. 2698. Gothische Kerk van binnen; tegen een kolom een klein orgel; op den voorgrond een dood- ^ C ^////r graver. ' ' E. 47,5 x 37, gem. onder links: Ji. / U / Verk. G. van der Pot, Rotterdam 1808. ' \ 2699. Het Koor der Nieuwe Kerk te Amsterdam, met het Praalgraf van de Ruyter. D. 123,5 x 105, * av a( gem. rechts op \L. -T> rt . \X/ VYCO/l \° © *J den voorgrond: *** VS' ' Geschilderd in 1683 op last van Baron Engel de Ruyter. Behoort bij de verzameling De Ruyter, aangekocht in 1895. 2699a. De vischmarkt. Op den voorgrond in de schaduw van een afdak zijn twee vischvrouwen aan 't handelen. Een aanzienlijk heer, die inkoopen doet, wordt op eerbiedige wijze door een ouden man aangesproken.. In den achtergrond gebouwen en de Haringpakkers toren (?) in sterk zonlicht. D. 52 X 62. Gek. veiling Fr. Muller & Co., Amsterdam 1911. WOLFF (Benjamin), geb. Dessau 1759, gest. Amsterdam 1825. Sedert 1814 Opzichter van 's Rijks Museum van Schilderijen. 2700a. Christine Sybille Charlotte Bakhuizen (1750—1810). D. 80 x 62,5, gem. links: B. Wolff, Fee. 1802. Legaat Mej. M. E. van den Brink te Velp, 1905. 2700b. Hendrik Arend van den Brink (1783—1852), oud 17 jaar. D. 46 x 37. Legaat Mej. M. E. van den Brink, Velp 1905. WOUTERSZ. STAP (Johan), werkzaam in de eerste helft der 17e eeuw. Vroeger ten onrechte beschouwd als een meester uit het midden der 16e eeuw. 2702. Het Kantoor van den Rentmeester; twee mannen en een vrouw — deze met een knaapje op schoot — zijn aan een tafel gezeten, en met elkaar in drukke onderhandeling; figuren te halven hjve. D. 76 x 107,5, gem. boven links: - a Crterf^ ■ WüVU tl | % dam 1886. 2702a. De Notaris in zijn kantoor; hij zit op een stoel en houdt een document in de hand; voor hem staat een oude man die hem een geldstuk voorhoudt; naast hem een knaapje met een haan in zijn armen. E. 83 x 68. Geschenk van den Heer Henry J. Pfungst, Londen 1910. WOUWERMANS (Pieter), geb. Haarlem 1623, gest. Amsterdam 1682. Leerling van zijn vader Paulus Joosten, van zijn ouderen broeder Philips en vermoedelijk van Roelant Roghman. Navolger van zrjn broeder .rniüps. 2704. Bestorming van Coevorden in 1672. onder aanvoering van Generaal Rabenhaupt. D. 65,5 x 80,5, gem. onder rechts: Nationaal Museum, 's-Gravenhage 1808. 2706. De Bezetting van Maastricht trekt (22 Aug. 1632) langs Frederik Hendrik en zijn staf heen (Richting P. Wouwermans). D. 138 x 201. Verz. van Praedt, Brugge. Gekocht 1899. WOUWERMANS (Philips), geb. Haarlem 1619, gest. aldaar 1668. Leerling van zijn vader Paulus Joosten Wouwerman, en wellicht ook van Pieter Cornelisz. Verbeecq; werkzaam te Haarlem. 2707. Boerengevecht, in een heuvelachtig landschap nabij boerenwoningen. f-S. D. 66 x 87, gem. onder links met monogram: v* Verk. G. van der Pot, Rotterdam, 1808. Ü 2709. Legerkamp; nabij tenten, rustend of zich vermakend krijgsvolk; een geharnast ruiter en een trompetter te paard. E. 36 x 42, gem. links beneden: Verz. J. B. P. Lebrun, Parijs 1792. Verk. Londen 1825. Gek. te Amsterdam 1856. Legaat L. Dupper Wz., 1870. 2710. De slaande Schimmel; het paard, bereden door een heer, slaat achteruit, waardoor een vrouw met een mand appelen omver wordt geworpen; in de omgeving nog andere ruiters en figuren. <7\ E. 37 x 49, gem. onder links: *J~~S)Jvv Verk. Mevrouw Boreel, Amsterdam 1814. 2711. Landschap; op een heuvel aan een rivier staat een boerenhuis met een seinpaal. 5> gem> onder unks: pS^' Nationaal Museum 's-Gravenhage, 1808. 2712. Hertenjacht; een hert, door een gezelschap opgejaagd, wordt aan den oever van een stroom door honden gegrepen en onder het bereik van een jager gebracht. (7j, K. 28 x 34, gem. in den linker benedenhoek: L/-2i^^vlv Verk. Jacob de Wit, Antwerpen 1741; Mevr. Lormier, •s-Gravenhage 1763 en Nic. Nieuhoff, 's-Gravenhage 1777- Kabinet van Heteren, 1809. 2713. De Rijschool; een manege nabij een buitenplaats; op den voorgrond een heer op een scliimmel gezeten; een vrouw met een kind op den arm ontwijkt een achteruitloopend paard. (7)1 D. 48 x 62, gem. in den rechter benedenhoek: Kabinet van Heteren, 1809. 2714. De Reigerjacht; een jachtgezelschap, bestaande uit heeren en dames te paard, in een landschap dat een ruim dal vertoont; aan een meer ligt een stad. ; K. 26 x 30, gem. onder rechts: C-Jti^ Verk.: Duc de Choiseul, Parijs 177*; Prince de Conti, J- \L . \ yy Parijs 1779; Destouches, Parijs 1794; Tolozan, Parijs JCL> V"V 1801 en G. van der Pot, Rotterdam, 1808. 2715. De Hoefsmid; in een hoefsmidswerkplaats in een bergachtig landschap wordt een paard beslagen; daarbij nog eenige paarden die van een vrachtwagen zijn afgespannen. CT\ D. 62 x 55, gem. in den rechter benedenhoek: /"Sk •\)0^ Verk. G. van der Pot, Rotterdam 1808. SÉi, VV ,2716. Het Paardenwed; nabij stadswallen, doet een ruiter het paard waarop hij gezeten is, drinken aan een breede rivier, terwijl hij nog een schimmel aan den toom houdt; in de omgeving nog andere figuren en paarden. -— E. 34 x 41, gem. in den linker benedenhoek: /CsrA Gekocht 1802 van K. Meurs iruyssenaer. iNauonaai Museum 's-Gravenhage, 1808. Teruggekocht op de verk. Amsterdam, 4 Aug. 1828. 2717. Het Paardenwed; op den voorgrond spoelen vrouwen goed aan een rivier en leiden ruiters hun paarden naar het wed. E. 46 x 64, gem. onder rechts: Verk. Servad, Amsterdam 1778; Montribloud, Parijs 1784; rj- de Calonne, Parijs 1788; B. West, Londen 1820; J. Barchard, Londen 1826; F. Bonnemaison, Parijs 1827; Nieuwenhuys, Londen 1833; door Van der Hoop gekocht van Nieuwenhuys, 1833. Verz. Van der. Hoop. In bruikleen van Amsterdam 1885. 2718. Het Kamp; ruiters en paarden nabij tenten waarvan vlaggen waaien, verderop eenige bagagewagens. E. 42 x 49. Verz. Lausperg, Frankfort a.M.; Graaf Razumowski, Weenen 1815. In 1837 door A. Brondgeest gekocht te Mannheim en overgedaan aan Van der Hoop. Verz. Van der Hoop. In bruikleen van Amsterdam 1885. 2719. Landschap, met een rivier waarover boomen hellen, die op een zandheuvel staan; langs den heuvelweg een hut en verschillende figuren. D. 62 x 80, gem. in den linker benedenhoek: /JA- v/ Door Van der Hoop gekocht op de tentoonstelling van de verz. jEDuchesse de Berry, Londen 1834. Herkomst als No. 2717. 2719a. De Stal. In een ruimen stal verschillende personen en paarden. Een schimmel wordt door een jongeling geleid naar eene dame; deze praat met een ruiter die in gebogen houding voor haar staande, zijn rijlaarzen in orde brengt. . E. 47 X 64,5, gem. beneden links: ld \ 1» Verk. Van Wassenaer-Obdam, 's-Gravenhage 1750; M. v. J ^ \v Coehoorn, Amsterdam 1801; A. v. d. Werff v. Zuidland, Dordrecht 1811; Jurriaans, Amsterdam 1817; verz. Van Winter; Six. Aangekocht 1907/1908. 2720. Het witte Paard, staande op een heuvel nabij een afgeknotten boom en door een knaap bij den toom gehouden. Ov ,w, E. 43,5 x 38, gem. op den voorgrond: Verk. Dirk Versteegh, Amsterdam 1823. Verz. W. F. van Lennep, Amsterdam. Verk. Messchert van Vollenhoven, Amsterdam 1892. Verkregen met hulp van de Vereeniging Rembrandt, 1894. WTTENBROECK (Moses van), geb. vóór 1590, gest. 's-Gravenhage 1648. Te Rome beïnvloed door A. Elsheimer. Werkzaam te 's-Gravenhage. E. 2721. Pan en Syrinx, in een Arcadisch landschap met zware boompartij. » m E. 59 x 51, gem. op den voorgrond rechts: ' • V. \)fy Verk. J. Hollender, Brussel 1888. 2722. Landschap, met de vooretelling van den barmhartigen Samaritaan onmiddellijk op den voorgrond. Iets verder, op een hchte verhevenheid een zware, tot nabij den bodem dichtbegroeide boom. In het verschiet een ronde toren. K. 21 x 27, onder links sporen van handteekening. Gekocht op de veiling van Fr. Muller & Co., Dec. 1912. WTEWAEL (Joachim), geb. Utrecht 1566, gest. aldaar 1638. Leerhng van zijn vader Anthonis en van Joos de Beer. Reisde in Itahë en Frankrijk. 2724. De ontmoeting van David en Abigail (i Samuel XXV vers 23—34); boschgezicht met talrijke figuren. D. 99 X 131, gem. onder rechts: ANo 159J en: J. Wtewael Fecit. Gekocht in 1885. WYCK (Thomas), geb. Beverwijk vermoedehjk 1616, gest. Haarlem 1677. In Itahë beïnvloed door P. van Laer en Jan Miel. Woonde reeds vóór 1642 te Haarlem. Vertoefde in Engeland. E. 2729. Lévantijnsche Haven; koopheden hebben hun waar onder een hooge poort uitgestald. D. 72,5 x 59,5, gem. links op een kist: Afkomstig uit de verzameling van Winter te Amsterdam. Legaat van Mevrouw Insinger-van Loon, Amsterdam 1903. WYLLEMS of WILLEMS (Winolt) uit Rinsumageest; vestigde zich in 1604 te Leeuwarden. 2731a. Portret van een jongeling, staande met >j^'jy\x~l$ den hoed in de hand. Bij hem een tafel met een veelkleurig kleed. E. 42 X 32,5, gem. op den voet van de tafel: Verz. S. H. Fraser te Chester-le-Street. Aangekocht door tusschenkomst der Vereeniging Rembrandt in 1904 WYNANTS (Jan), geb. Haarlem omstreeks 1632, gest. Amsterdam 1684. Beïnvloed door het jeugdwerk van Jacob v. Ruisdael. Werkzaam tot 1659 te Haarlem. Na dien tijd te Amsterdam. 2732. De Boerenwoning, met den voorgevel op den voorgrond, uit¬ komend tegen dicht geboomte. E. 30 X 37, gem. in den voorgrond en het midden: Verk. Servad, Amsterdam 1778; Mevr. Bicker, Amsterdam 1809. 2733. Landschap; heuvelachtige bpschstreek met langs een begroeid duintje enkele figuren en een ruiter die zijn paard uit een beek doet drinken. Figuren van Joh. Lingelbach. E. 23,5 x 30,5, gem. onder rechts: ^Ü&T- Ivoor rond, midd. 6,4. Herkomst als No. 2806. 2808. Vorstin met ster op de borst. Laatste helft der 18e eeuw. (Schets). Ivoor O 6,2 x 5,4. Herkomst als No. 2806. 2809. Portret van eene jonge Vrouw, in rijk gewaad met zwart masker in de hand. Wellicht eene tooneelspeelster. Begin 18e eeuw. Ivoor O. 9,2 x 7,7. Herkomst als No. 2806. 2810. Portret van een bejaard man, met oranjebandelier, vermoedelijk van de orde van den Zwarten Adelaar van Pruisen. Einde 18e eeuw. Cart. O. 4,5 x 3,8. Herkomst als No. 2806. 2811. Portret van een Oostenrijksch Officier. Einde 18e eeuw. Cart. O. 4,9 x 3,9. Uit de verz. Baron van Brakell. 2811a. Portret van een Indischen prins. Einde 18e eeuw. Ivoor O. 7,5 x 6,2. Geschenk van N. N., 1918. 2813. Maria als Koningin des Hemels, met het Kind Jezus op den schoot, zittende op de maansikkel. Ivoor O. 16,6 x 12,3. Uit het Mauritshuis. 2814. Studiekop van een Grijsaard met roode muts, 18e eeuw. Ivoor, rond midd. 6. Herkomst als No. 2813. 2815. Hertenjacht. 18e eeuw. O. I. inkt op Cart. 4,7 x 6,4. Herkomst als No. 2813. 2816. Een Krijgsman op het punt vrouw en kinderen te verlaten. , Midden 18e eeuw, in grauw. Perkament 7,2 x 5,2. Herkomst als No. 2813. 2816a. Ecce homo. Borstbeeld, de handen rustende op eene borstwering. Begin 19e eeuw. Iv. 10,5 x 9,3. Aan de achterzijde gemerkt met potlood Lz aaneen. Vermoedelijk gekocht op eene tentoonstelling in 1809. 2817. Studiekop van een Grijsaard. 18e eeuw. Perkament O. 6,9 x 4,9. Uit het Mauritshuis. 2818. Studiekop van een Grijsaard. 18e eeuw. Perkament O. 6,4 x 5. Herkomst als No. 2817. 2818a. Portret van een omstreeks 50-jarig heer, met korte grijze pruik; buste gewend naar rechts. Op achterzijde de letters J. L. Ivoor rond, middell. 6,1, in gouden rand. Uit onbeheerde boedels in de Kolonie Suriname, Paramaribo 1912. 2818b. Portret eener jonge Joodsche dame, in gele laag uitgesneden empire-japon, te halven hjve. Ivoor O. 7,6 x 5,7. (Op een los papier in oud schrift: in de nagelaten goederen van wijlen J. H. Schlarhorst). Herkomst als No. 2818a. 2818c. Portret eener jeugdige mulattin, in hooge witte empirejapon. Om den hals een gouden colher. Ivoor O. zonder rand 6,4 x 4,9. Gevat in gouden, blauw geëmailleerden rand bezet met pareltjes. Herkomst als No. 2818a. 2818d. Portret van een jong meisje, in witte empire-japon; draagt een wit hoedje met rood lint en een halssnoer met gouden kruis. Hierbij een geguillocheerd koperen medaillon met monogram in goud: L. M. W. Ivoor O. 5 x 3,4, in nieuw koperen rand. Herkomst als No. 2818a. 2818e. Portret van een jonge mulattin, in witte empire-japon. Gewend naar links. Ivoor rond 4,8 diam. in gouden rand. Herkomst als No. 2818a. 2818f. Portret van een jonge Duitsche (?) vrouw, bijna te halven hjve, gewend naar links. In de linkerhand houdt zij een parelsnoer. Uit omstreeks 1830. Perkament rechth. 6,4 x 4,8, in nieuw koperen rand. Herkomst als No. 2818a. 2818g. Portret van een jonge mulattin, in witte empire-japon en met grooten witten hoofddoek. Ivoor O. 5,7 x 4. Herkomst als No. 2818a. 2818h. Portret van een bejaard heer; met stropdas en jabot; gewend naar links. Ivoor O. 4,5 x 3,7 in nieuw koperen lijstje. Herkomst als No. 2818a. 2818L Portret van een dame; in witte empire-japon. Buste gewend naar links. Ivoor O. 7 X 5,5. Herkomst als No. 2818a. 2818k. Mevr. Titsingh geb. Weber, in empire-japon met een kanten muts op. Ivoor O. 5,5 x 4,5. Gekocht in 1913. ARLAUD (Benjamin), waarschijnhjk broeder van Jacques Antoine en Benolt Arlaud uit Genève en werkzaam te Londen en te Parijs. 2819. Deensche Prins (?). Carton O. 5,8 X 4,6. Van achteren gemerkt: Uit het Mauritshuis. BLARENBERGHE (Louis Nicholas van), geb. Rijssel 1716 of 1719, gest. Fontainebleau 1794. 2821. De Vier Jaargetijden. Vier landschappen (omstreken van Doornik) gestoffeerd met vele figuren, de meesten in rijke kleederdracht. Elk tafereel E. 21 x 28. Gemerkt zijn --75 ff . - de Zomer in den linker benedenhoek: ^?/ , / • ., nedenhoek: ? 2** <0'"»W< <* /*"»' De vier paneelen zijn in één lijst gevat. Deze landschappen kunnen ook het werk zijn van Henri Joseph van Blarenberghe (1741—1826), zoon van Louis Nicholas. Uit het Kon. Kabinet van Zeldzaamheden (Mauritshuis). M/ltLfru, r?. COLLINS (Richard), geb. Gosport bij Portsmouth 1755, gest. Londen 1831. Leerling van Jeremias Meyer, miniaturist en emailleur. Werkzaam te Londen. 2821a. Portret van een dame, in witte empire japon; links van het hoofd hangt een wit gazen sluier af; om den hals een blauw zijden strik. Aan de achterzijde staat: Rd. Collins pinxit. Principal Painter in Enamel to the King by his Majesty's special appointement. Ivoor O. 8,5 x 7,3, in origineel gouden kast. Uit onbeheerde boedels in de kolonie Suriname, Paramaribo 1912. COOPER (Alexander), geb. 1605 (?), waarschijnhjk te Londen, gest. Stockholm 1660. Werkzaam o.a. te Amsterdam (waarschijnhjk ook te 's-Gravenhage) en in Zweden, waar hij hofschilder van Koningin Christina werd. Leerling van zijn oom John Hoskins. 2822. Jacobus H, Koning van Engeland (1633—1701), als jongeling. Cart. O. 6,2 x 5,i, in verguld zilveren kast. Uit het Mauritshuis. COOPER (Samuel), geb. Londen 1609, gest. aldaar 1672. Leerling, met zijn ouderen broeder Alexander, van John Hoskins. Was ook geruimen tijd werkzaam in Frankrijk en Holland. 2824. Damesportret, uit den tijd van Karei I. r. Cart. O. 6,8 x 5,55, gem.: Sjjir*j In gouden kast met translucide email. Uit het Mauritshuis. 2825. Edelman, uit den tijd van Karei I. Cart. O. 5,6 X 4,6. Herkomst als No. 2824. 2826. Karei n, Koning van Engeland (1630—1685), in den ouderdom van 35 jaren; in koninklijk ornaat. . Cart. O. 17,2 x 13,4 gem.: 'Oify In rijk georneerden gouden filigrain rand. Herk. als No. 2824. iJl 2826a. Maria Stuart (1662—1695), dochter van Jacobus II en gemalin van Willem III, als kind. (Toeschrijving). Cart. O. 5,2 x 4,9 in gouden kast. Herkomst als No. 2824. 2827. Damesportret, uit den tijd van Karei II. Cart. O. 6,8 x 5,7, gem.: _ In gouden kast. Herkomst als No. 2824. 2827a. De hertogin van Richmond (bijgenaamd „la belle Stuart"), in mans-kostuum. Cart. O. 8,6 x 7, links het monogram. In vergulde omlijsting. Uit het Mauritshuis. CROSSE (Lawrence), Engelsen rniniatuurschilder, geb. omstreeks 1650, gest. 1724. Was misschien leerling van Samuel Cooper. Het meerendeel van zijn werk is gedagteekend van 1683—1690. 2828. Willem DI, Koning van Engeland, in koninklijk ornaat. Cart. O. 9,6 x 7,3, in gouden kast met ring en lint. Uit het Mauritshuis. DUCHATEL (Marie), Hollandsche rniniatuurschilderes, gest. 1697. Dochter van Francois Duchatel en echtgenoote van den schilder Eglon van der Neer. 2829. Henriëtte Amalia van Nassau-Dietz, geb. Prinses van Anhalt Dessau (1666—1726), gemalin van Hendrik Casimir II. Cart. O. 5,5 x 4,2, achterop staat: Amélie, Princesse de Nassau, née Princesse D'Ankalt facit par Mlle du Chatel & Bruxelles 1689. Uit het Mauritshuis. FLATMAN (Thomas), geb. Londen 1637, gest. aldaar 1688. Studeerde in de rechten te Oxford en wijdde zich sedert 1657 te Londen hoofdzakelijk aan de miniatuurschilderkunst. Was ook dichter. 2830. Frederik Hendrik, Prins van Oranje Nassau (1584—1647). Naar Mich. J. v. Miereveld. Tc^chrijving. Cart. O. 4,8 x 3,9. OnduideUjk gemerkt. Uit het Mauritshuis. 2831. Willem II, Prins van Oranje Nassau (1626—1650), in zwart harnas. Naar Gerard Honthorst. Toeschrijving. Cart. O. 4,6 x 4,15. Herkomst als No. 2830. FOCK (Hermanus), geb. Amsterdam 1766, gest. 1822. Werkzaam te Amsterdam en als teekenleeraar aan het Athenaeum te Franeker. E. 2832. De Schilder zelf, te halven hjve, met hoed op. Ivoor, rond, midd. 8,8. Uit 's Rijks Prentenkabinet, 1903. GRANGES (David des), geb. Londen 1611, gest. aldaar 1675. Was waarschijnhjk leerhng van Peter Oliver. Werd in Schotland rniniatuurschilder van den lateren koning Karei II. 2833. Maria Stuart (1631—1660), gemalin van Willem II. Toegeschreven. Cart. O. 4,5 x 3,9, in gouden filigrain lijstje. Uit het Mauritshuis. 2834. Albertina Agnes van Nassau (1634—1687), dochter van Frederik Hendrik, gemalin van Willem Frederik, stadhouder van Friesland. Toegeschreven. Cart. O. 4,7 X 3,7, in gouden filigrain lijst. Herkomst als No. 2833. GUERNIER (Louis du), geb. Parijs 1614, gest. aldaar 1659. Wellicht leerling van Jean Toutin. Leeraar aan de Académie des BeauxArts te Parijs, waarvan hij een der oprichters was. 2834c. Jacobus II, Koning van Engeland (1633—1701), op 23 jarigen leeftijd. Dit portret kan ook zijn het werk van Pierre du Guernier (1624—1674), een ^UiY-nlthF zoon van Louis. • Gemerkt aan de achterzijde: /lt71rXlt Cart. O. 7 X 5,8, in blauw geëmailleerde kast J , . met monogram, gevormd door L. en D. Uit het / v £ O Mauritshuis HAAG of HOOG (G.), werkzaam in Holland in het midden der i8e eeuw. 00 2835. Wfllem IV, Prins van Oranje (1711-175!). in harnas. Ivoor O. 4,7 x 3)8, gemerkt: Uit het Mauritshuis. t*-t ^£253: ^ ^ B^k-^eburg, Pruisisch veldIvoor O. 5,3 x 4,6, gem.: f*l Herkomst als No. 2833. HILUARD^(Nichofas), geb. Exeter (?) x547, gest. Londen l6lg. Wag mmiatuurschilder, goudsmid en juweher van Koningin Ehsabeth en van Jacobus I. Nam Holbein's werk tot voorbeeld. ÜSab6th 2S37' C^fx TTS"? VaniEngfaDd (I533-x6o3); in rijk gewaad, wrt. u. 4 x 3,2. In zilveren kast. Uit het Mauritshuis. 2838' coSumth' ***** ^ EngCland ^33-1603), in fantasie- cart. O. 5,3 x 4,1. In züveren kast. Herkomst als No. 2837. 2839'ST2Ïf?kWgTaad,1Uit dCn tijd Van Kooia^ Elisabeth. «-art. 5,2 x 4,5. Herkomst als No. 2837. HOADLEY (Peter), Engelsch miniatuurscliilder, zoon van de schilderes Sara Curtis, die gehuwd was met Dr. Hoadlev Bissrhor. van Winchester. Stierf jong, op reis in de buurt v^koorT ^ 2841. Willem m, Koning van Engeland (1650-1702) en zijne SSS^"* StU3rt ***** (T°^- d- S f. G Cart. O. 6,1 x 5,2, gem.: ,„ In züververgulde lijst. Uit het Mauritshuis. HOSKINS (John), Engelsch miniatuurschüder, gest. Londen 166,1 Aanvankelijk onder invloed van Nicholas Hühard en Isaac On^ Leermeester van Alexander en Samuel Cooper. 2842. HenriSHA \A ! A " " vau rranxriiK 1609—1669). Gemalin ^ van Karei I, Koning van Engeland. AR Cart. rond. midd. 17,8, gem. rechts: >Sji ït.'SïSL'Sfii "~ -engestrengeld i.H. 2843. Dezelfde. Cart. O. 6,2 x 5,3, gem.: * In blauw geëmailleerde kast. Herkomst als No. 2842. «y 2844. Karei I, Koning van Engeland (1600—1649) Cart. O. 8 x 6,4, gem.: W" . , In gouden kast. Herkomst als 2842. *' 2845. Elisabeth van Engeland (1596-1662), zuster van Karei I, Gemalin van Frederik V, Keurvorst van de Palts. Cart. O. 6,2 X 5»i» gem-: irt In gouden kast. Herkomst als No. 2842. 2847. Jacobus H, Koning van Engeland (1633—1701), als kind. Cart. O. 4,5 x 3,4. In gouden kast, geribd met email translucide. Herk. No. 2842- LAMPRECHT (Georg), gest. 1814 te Weenen, waar hij 1772 bij de porceleinfabriek was aangesteld. Tijdelijk in 1783 werkzaam bij de porceleinfabriek Chgnancourt bij Parijs, daarna eemge jaren te Sèvres. Was wel de belangrijkste porcelem-miniatuurschilder m die dagen te Weenen. 2848. Frederica Sophia Wilhelmina van Pruisen (1751—1820), gemalin van Willem V; in profiel met hoog kapsel. Ivoor O. 7,7 x 6,2, gem.: P. Lamprecht ad vivum pinxit. Herkomst als No. 2842. LE SAGE (P.), Fransch miniatuurschilder. Betaalt 27 Maart 1763 zijn meestergeld aan de Haagsche Confrérie; werkzaam te Amsterdam en in 1776 nog te 's-Gravenhage. 2849. Familiegroep van Prins Willem V met zijne Gemalin en drie Kinderen, Frederike Louise, Willem Frederik en Willem George Frederik; ten voeten uit. Ivoor 16,2 x n,6, gem.: rt^. Uit het Mauritshuis. MICHELIN (Jean), geb. Langres 1623, gest. op het eiland Jersey 1696. In 1660 lid van de Academie te Parijs; van 1668—1686 werkzaam voor het hof in Hannover. 2850. Georg Wilhelm, Hertog tot Bronswijk en Luneburg (1624 —1705). veldheer in Keizerlijken dienst in de oorlogen tegen Lodewijk XIV. Cart. O 4,2 x 3,7 gem. aan de achterzijde: Michelin fecit 1674. Uit het Mauritshuis. MONOGRAMMISTEN. 2851. Karei U, Koning van Engeland (1630—1685), als jonkman, in kuras. *v> Cart. O. 4,6 x 3,9, iu gouden kast gem.: Uit het Mauritshuis. 2852. Officier uit het begin der 19e Eeuw, met de orde van de Unie. Perkament O. 9 x 7, gem.: Aan de achterzijde een opdracht van J. Dommering aan A. Belle. Uit de verz. Baron van Brakell. 2853. Oude vrouw, zoogenaamd Rembrandt's moeder; copie naar hetschildenj van Rembrandt in het kasteel Windsor bekend als portret van Countess Desmond. 18e eeuw Perkament 11,9 x 9, gem.: schijnbaar z774. ^ Uit het Mauritshuis. CL 2854. Madonna in biddende Houding. Ivoor 11 x 9, gem.: tfF Herkomst als No. 2853. MVSSX^th- 1^ I713' ^ ^ Vestigde 2855. Prins Willem V (1748-1806), als kind van 3 jaar. Mussard ^ * J ans ^ ^ 2856. Dezelfde, als kind. Cart- 5.3 x 7,1. Herkomst als No 2855 Cart. 5,6 x 7,5, gem.: R. Mussard. Herkomst als No 2855 2858. Frederica Sophia Wilhelmina van Pruisen (1751-1820) Kemahn van Prins Willem V op 21 jarigen leeftijd * Cart. O. 3,3 x 2,7, gem. van achteren: Herkomst als No. 2855. OLTVER (Isaac), geb. Rouen in Normandiê 1556 of i557 gest Londen 1617. Leerling van Nicholas Hilhard g Cart. O. 5 x 4, in vergulden kast. Uit het Mauritshuis vTÏÏS bXH6i5)' dochter ~Charles ^broeder Cart. O. 7 x 5,6 gem.: In gouden lijst. Herkomst als No. 2859 '*' 2861' J^vÓrfg^x^^f (Toegeschreven), arrvonmg 5,2 x 4,7. in züveren kast. Herkomst als No. 2859. OUV^fn 2ÏnTad «^-«TJ"* '594. gest. Londen ,647. Leerhng van zijn vader Isaac Oliver. mi'S^d4 K'"Ü°g *t C*»-6«). op 2,-j,rig„ 2864. Henry Frederick, Prince of Wales °»dste zoon van Koning Jacob I. In Romeinsch costuum. Cart O 5 i X 4.i, in zilveren kast. Herkomst als No. 2862. 2865. Frederik V, Keurvorst van de Palts (1596-1632). Kontng van Bohemen. ^ Cart. O. 5,2 X 4,1, gemerkt: * In gouden kast. Herkomst als No. 2862. 2866. Henry Frederick, Prince of Wales (i594-*6«). oudste zoon S O^X Kü2EÏÏS?i-t Herkomst a, No. 2862. 1613. Herkomst als No. 2862. PHAFF. 2868. Frederica Sophia Wilhelmina van Pruisen (1747-1820), gemalin van Willem V. * »* Ivoor O. 10,6 x 7,8 gem.: /Grt/v-JT Herkomst als No. 2862. Duitschland en Oostenrijk. L. 2870. Wülem George Frederik, zoon van Willem V; O. t Inkt. met P^tTH^em,. P». - Hornes. Uit net Mauritshuis. mTFlMFDEY CEdme), geb. Ricey-le-Haut (Aube) 1756, gest. Parijs QUEN^EY Jdme), g ^ bekend door gegra. ve rdeTorSten met behmp van den physionotrace" vervaardigd Werkzaam in Brussel, Gent en Hamburg. B. Ivoor rond midd. 3.4. s«a. rechts: qumedey pt x7«7Uit de verz. Baron van Brakell. schilder Dionysius Rho en beïnvloed door Rosalba Camera. 2871. Jozef en Potiphar's Vrouw. 'fl5/ J5,2'„A^ de achterzijde staat: Opera Singularissima de famoso Padre Abate Ramelh fatio nel L'anno 2725. Uit het Mauritshuis. RICHTER (Christian), geb. in Zweden omstreeks 1682, gest 1732 vestigde zich 1702 te Londen. 2872. Anthonle van Dyck (1599—1641), schilder. Ivoor O. 9,3 x 7,3, gem. aan de achterzijde: C. Richter pinxit lyn Naar Anthome van Dyck. Uit het Mauritshuis. SADO" LIGD2 (de), Fransen miniatuurschilder, werkzaam omstreeks 1783 te 's-Gravenhage. 2873. Jonge Vrouw. Laatste helft der 18e eeuw. Ivoor rond midd. 5,8, gem.: „ Uit het Mauritshuis. iffUftC SAVERY DE OUDE (Jacques), geb. Kortrykomstreeks 1545 (?) gest Amsterdam 1602. Was volgens van Mander een leerling van Hans Bol en een oudere broeder van Roelant Savery. 2874. Jephta's dochter, haren vader tegemoet tredende voor de poort eener stad, gelegen aan een meer tusschen hooge bergen. E. 18,5 x 31, gem. boven rechts: Gek. veiling firma Roos & Co., Juni 1891. *AvïRlS'/i8 SCHUYLENBURGH (Maria Machteld van), geb. van Sypesteyn (1724—1774), gehuwd met Heter van Schuylenburch en met David van Lennep. 2875. Willem IV van Oranje Nassau (1711—I75i), in harnas. Ivoor O. 7,7 x 5,9, van achteren staat: Wilhelmus Carolus Henricus Friso Pnnceps Aurtact Nassovique Gubernator Summus Septem Unitarum Provincvsrum. Dehneatus est a M. M. Schuylenburch a Moermcnt Nata aSypesTeyn x7 — 4*. Uit het Mauritshuis. VANBLARENBERGHE. Zie op Blarenberghe, blz. 331. TEERLINC of BENING (Levina), dochter van den miniatuurschilder Simon Bening (i484( ?)—1561) van Brugge. Zij huwde George Teerhnc. Omstreeks 1545 stak zij over naar Engeland waar zij voor vt*f het hof werkte. gf' 2875a. Lady Hunsdon? Portret van eene bejaarde dame. J? % Cart. rond midd. 4,5 met randschrift: In zilveren kast. Uit het Mauritshuis. 6 WOLTERS (Hermanus), geb. Zwolle 1682, gest. Haarlem omstreeks 17*6 Leerling van Roelof Koets en Theodoor van Pee. Hij tronwde met de dochter van den laatste, Henriëtte, die een miniatuurschilderes van naam was. 2«7Sd De schilder zelf, gewend naar rechts. Ivoor ovaTs 5 xT°P ae achterzijde is te lezen: Herm. Wolters hem self hei eeZinMign^ul geschildert x7x7. Geboren 1682. Gekocht te Amsterdam, xoio. 2875e. Henrietta van Pee, vrouw van den voorgaande; gelaat naar JvoÏ fTi" op de achterzijde: Herman Wolters zijn vrouw in Mignatuur geschildert. Geboren 1719. Gestorven 1741Gekocht te Amsterdam, 1910. WOLTERS geb. VAN PEE (Henrietta), geb. Amsterdam 1692, gest aldaar 1741. Leerlinge van haar vader Theodoor en van Chnstoffel le Blon. Huwde in 1719 met Herman Wolters. 2875f. Hermanus Wolters, de echtgenoot der schüderes; 't gelaat naar SS oflTt' 5,5, op de achterzijde: Harm. Wolters Geboren den 9 Jannu 1682 en 'van Mijn Waarde Vrouw Henrietta van Pee geschildert 1726. Gekocht te Amsterdam, 1910. 2875e De schilderes zelf; recht van voren gezien. M *'JZ ovTs x 5,5, op de'achterzijde: fl^« ^ 1692. Haar Selven geschildert 1732. Gestorven den 3 Octob. 1741. Gekocht te Amsterdam, 1910. EMAUX EN VERSCHILLENDE TECHNIEKEN. EMAUX. ANONYMEN. 2876. Maria Stuart (1631-1660). Gemalin van Prins Willem II Uit het Mauritshuis. Em. K. (?) O. 3,2 x 2,7. In vergulde kast. Herkomst als No 2876 2879' FritwFïndherik V3n (1613-1664). Stadhouder van E^il J mCt kanten ™ veldheerstaf. l^ftSShS!- ^ -der Lijst 7 x 6)I met lijst 2880. ^gelsche Prinses, -ster van Koningin Louise van Denemarken. Jim. k.. u. 7,6 x 6. Uit het Mauritshuis. 2881. Dezelfde in profiel. Em. Goud (?) O. 4 x 3,3. Herkomst als No. 2880. 2882. Frederika Sophia Wilhelmina van Pruisen (?) (i75i_i82o) gemahn van Prins Willem V. Em. K. O. 3,9 x 3,2, in gouden rand. Herkomst als No. 2880 2883. Anna Koningin van Engeland (?) (i665-i7i4) tm. K. O. 2,6 x 2,1. In gouden kast. Herkomst als No 2880 2884. Frederik I, Koning van Pruisen, (?) (1657—1713)Em. K. O. 2,65 x 2,3. Herkomst als No. 2880. 2885. George DI, Koning van Engeland (1738—1820). Em. K. O. 5,5 x 4,8. Herkomst als No. 2880. 2886. Maria van Brunswijk (1723-1772), gemalin van Frederik, Landgraaf van Hessen Cassel, dochter van George II. Em K O 3 5 x 3,05. Achter op staat: Ldgr. de H. Cassel, fitte de George II. Roi de la gr. Br. agé de 48 ans 1770. Herkomst als No. 2880. 2887. Vrouwenportret, 1662. Em. K O 4 2 x 3,6 aan de achterzijde in email een monogram gevormd door L en D dooreen, omgeven door lauwertakken en een Engelsche Vorstenkroon. Herkomst als No. 2880. 2888. Mansportret met harnas. Midden der 17e eeuw. Em. K. O. 2,65 x 2,2. Herkomst als No. 2880. 2889. Mansportret met harnas. Laatste helft der 17e eeuw. Em. K. O. 3 x 2,4. In gouden kast. Herkomst als No. 2880. 2889a. Mansportret, uit het laatste kwart der 17e eeuw. Em. K. O. 3,15 x 2,8. Uit de collectie Baron van Brakell. 2889b. Mansportret, uit het laatste kwart der 17e eeuw. Em. K. O. 3,1 x 2,75. Herkomst als No. 2898. 2889c. Mansportret, uit het laatste kwart der 17e eeuw. Em. K. O. 3,25 x 2,8. Herkomst als No. 2898. 2890. Cornelis Ploos van Amstel Jac. Cornelisz. (1726—1798). Em K O. 4,2 x 3,5. Op een papier aan de binnenzijde van de zdverenkast: Dit'is het Portrait van Corns Ploos van Amstel geb. 4 January nstite Weesp. Geschenk van Jhr. J. en Jhr. J. A. G. Ploos van Amstel aan het Kon. Oudh. Genootschap, waarvan in bruikleen. 2891. George H, Koning van Engeland (1683—1760). Em. K. O. 8,9 x 7,15. Battersea reproductie eener gravure. Uit de verz. Baron van Brakell. 2892. Prins Karei Eduard Stuart (1720-1788), de „jonge pretendent" op den Engelsch-Schotschen troon, als vrouw vermomd. Em. K. O. 9,5 X 7. Battersea-reproductie van een gravure. Herkomst als vorig No. BOn (Charles), geb. uit Fransche ouders Stockholm 1663, gest. Parijs 1727. Werkte te London, Parijs en Dresden. De eerste emailwerker die den titel van „Enameller of the Crown" voerde. 2893. Anna Koningin van Engeland (1665—1714)- Em. K. O. 4,7 X 3,7, van achteren gemerkt: C. Boit Ptnx. In koperen kast. Uit het Mauritshuis. GRAHAM (Johan), geb. Londen omstr. 1705, gest. aldaar na 1775. Leerling van M. Terwesten te 's-Gravenhage en van Houbraken. Ging daarna naar Antwerpen, waar hij vermoedelijk leerling werd van Jacques Ignatius de Roore, bereisde Itahë, vertoefde vervolgens in Parijs en Londen om ^ m den vestigen, waar hij historie en plafondstukken schilderde In i77! ging hij weer naar Londen terug. 2893a. Portret van een heer, met witte pruik en in 'Haat paars-bruine jas. TV / £.m. K. u. 3,1 x 2,5, gem. op achterzijde: f v Gekocht München 1913. f '/.?> PETITOT CTean), geb. Geoève ,607 mt Fransche ouders, gest. Vev.v Em. K. O. 2,2 x 2. Uit het Mauritshuis. 2896' wS^v' ZT^1^ FrW,krijk (I66I-I7")> zoon vanLodep «• « Ct knns van de orde van den H. Geest Em. K. O. 2,7 x 2,3. Herkomst als No. 2895. 289?* veUhS"^' DUkC °f («*o~i7*a>. Engelsch Herko^?als°No528952:2 * ~*»***« gemeerd lijstje. TO™PaSsni6tg:fb- ^T^11 I614' ^ g°UdSmid geschreven al dTStvS, / 3 dC n°g l683' mi WOrdt beschouwd als de uitvmder der nieuwere methode van emaüschilderen 2901' vÏln'^Snd^ ***** °« ** Em. K. O. 6,5 x 5,5, in georneerden vergulden ^""> t>-*'<« 0v'>""'^, i^w^f1- raDd' m6t den rand gemeten; gem.: «'« Uit het Mauritshuis. lét, 6 2902. Frederik Hendrik, Prins van Oranje fi,8* rJL.*i 1. met ordehnt van den Kouseband (^84-1647). m harnas. Em. Goud 4,3 x 3,4. Herkomst als No. 2901. VERSCHILLENDE TECHNIEKEN. 2903' e^r? PrfnS VM ^ f»8^^ borstbeeld, met harnas. Gravure op ivoor. O. 7 x 5,5 Afkomstig uit de verzameling in het Trippenhuis 29°4- £Te J ™?te2957\6Pn f ad^Si°naris Van Holland- P ivoor, u. 0,9 x 5,5. Herkomst als No. 2903. 2905. Maurits, Prins van Oranje (1567—1625)- O met lijst 3,3 X 2,9, zonder lijst 2,2 X 1,9. Camée wit op paars. Met rand°cï£t: MAVRITVS' PR. AVR, Co. NASS. CAT. MARC. VER. ET. VLIS. AE 34. In gouden kast met a jour gewerkten rand, de bloemen geëmailleerd. Uit het Mauritshuis. 2906. Willem V, Prins van Oranje (1748—1806), met ordehnt. Basreliëf medaillon van porcelein. O. 2,6 x 1,9. In gouden lijstje. Herkomst als No. 2905. , , 2907 Dezelfde; met het lint en de ster van de orde van den Kouseband. * O 8 6 x 6,8. Wedgwood aardewerk, het reliëf wit op licht roodpaarsen grond. In ebbenlij'st met ivoor ingelegd. Herkomst als No. 2905. 2908. Frederica Sophia Wilhelmina van Pruisen (1751—1820). Gemalin van den voorgaande. O. 8,6 X 6,8. Wedgwood aardewerk. Pendant van voorgaand No. Herkomst als No. 2905. 2909. Willem V, Prins van Oranje (1748-1806), met ordehnt van den Kouseband. O. 5,6 X 4,7. Silhouette op ivoor in ivoren lijst achter glas. Herkomst als No. 2905. 2912. Alexander I, Czaar van Rusland (1777-1825), 111 profiel Rond-diameter 7. Züver, compositie tusschen kristal gegoten. Door Andneu: Fabriek „a rescalier de cristal a Paris". Herkomst als No. 2905. 2913A. Willem Frederik, Erfprins van Oranje (1772—1843). later Koning Willem I. O 6 X 4,3. Silhouette op papier. Herkomst als No. 2905. 2913B. Frederica Louisa Wilhelmina van Oranje (i77o-i8i9). gemalin van Carel George August van Brunswijk—Wolfenbuttel, dochter van Willem V, als kind. O 6 x 4,2. Silhouette op papier. Herkomst als No. 2905. 2913a. Silhouet van een dame, met rijk kapsel, naar links. pfp^ ii,7 x 9,3 m verguWÜjstje. Op de achterzijde staat: in den boedel Wed. Ringeling, geb. Maynard gevonden 25 Feb. 1831. Van onbeheerde boedels in de kolonie Suriname, Paramaribo, 1912. 2913b. Silhouet eener mulattin, met hoogen hoed op het kroeshaar; PerkLnenm 5 x 4,5, gem. op rechter mouw: H. W. C. Herkomst als No. 2913a. 2913c. Silhouet van een bejaard heer; naar rechts. Pap O 9 X 7 in oud koperen geforceerd lijstje. Herkomst als No. 2913a. 2913d. Silhouet van een jonge vrouw, in boerinnendracht, naar links. Tegenhanger van No. 2913c. Pap O 9 x 7 in oud koperen geforceerd lijstje. Herk. als No. 2913a. ' 2913e. Silhouet van een dame; met hoed op het hoofd, gewend naar rechts. Ivoor O. 5,4 X 4,5- Herkomst als No. 2913a. 2913f. Silhouet van een dame; naar links. Ivoor rechth. 2,5 x 1,5, gevat in gouden monture m den vorm van een doekspeld. Herkomst als No. 2913a. Schilderingen met olieverf tegen glas, (zoogenaamd Peinture soos verre). ANONYMUS. 2914. Mansportret. Een man staande bij een tafel en steunende op een boek. Rond middell. 9. Zijn wapen in den achtergrond, gemerkt: J59 ... Gekocht in 1896. CORNELISZ. VAN OOSTSANEN (Jacob). Zie blz. 74. 2915. Drieluik uit het begin der XVIe Eeuw. Middenpaneel. Het Heilig Avondmaal, in vergulden architectuurrand in Gothischen stijl. Linkerdeur. Adriana Oem, abdis van Terlee of Leeuwenhorst, geknield en beschermd door Sint Jacob. Op een schild de wapens van Oem, Wijngaerden en Roon. Rechterdeur. Een priester geknield, beschermd door Maria Magdalena. Op een wapenschild zijn huismerk. De buitenzijden der deuren vertoonen het wapen van Oem en het merk van den priester. In de manier van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. . Glas middenpaneel met lijst 45,2 x 39,2. Glas zijpaneelen met lijst 45,2 x 19,1. Afkomstig uit de verz. Dr. A. v. d. Willigen Pz. te Haarlem. Aangekocht veiling Spitzer te Parijs, 1893. HEIJDEN (Jan van der). Zie blz. 128. 2915a. Boschgezicht; een dicht begroeid heuvelachtig terrein met een beekje in het midden. Glas 34 x 42,5, gem. in het midden onderaan: jr r Aangekocht van Baron de Heusch, 1910. Èr~jf LEYDEN (Lucas van). Zie blz. 166. 2916. Salome met het hoofd van Johannes den Dooper. Herodes is aan een feestdisch gezeten. Het tooneel der onthoofding is in den rechter bovenhoek afgebeeld. Copie naar de prent van Lucas van Leyden met kleine wijzigingen. Glas 27 x 14. Aangekocht te Amsterdam, 1895. ZEUNER, werkzaam te Amsterdam op het einde der 18e eeuw. 2916a. Gezicht op den Jan Roodenpoorts Toren en het Singel te Amsterdam. Schildering in olieverf, züver en goud, achter glas. Glas 42 X 52, gem. links op den kaaimuur: Zeuner. In bruikleen van het Kon. Oudheidkundig Genootschap, 1904. 2916b. Een oude hut aan een rivier. Glas 20 x 26, gem. links: Zeuner fee. In bruikleen van het Kon. Oudheidk. Genootschap, 1904. PASTELS EN OMLIJSTE TEEKENINGEN ANONYMEN. 2918. Catharine Dulac, weduwe Cbarles Bernard, ten halve lijve, gezeten achter een tafel waarop een opengeslagen bijbel. [Door Mr. A. Staring toegeschreven aan George van der Mijn, zie pttó2op]papier 6Sl5X 53- Legaat van Jean Bernard van IJsseldijk 1904. Ontvangen 1908. . 2919. Jan Arnold Zoutman. Wellicht het werk van P. F. de la Crmx. Pastel op papier 53X 4*. Geschenk van Jhr. Mr. Victor de Stuers, 1887. 2922a. Frederica Louisa Wimelmina, Prinses van Oranje-Nassau (1770—1819). Dochter van Prins Willem V, echtgenoote van Karei George Augustus van Bronswijk—Wolfenbuttel. S op papL 36.5X 29,5, gem, ï. I. Dit portret er.het volgende No^fjn copieën naaiteekeiiingen door Joh. Christ. Aug Schvar, in.het paleis te Bronswijk. Verz. A. J. Nijland, Utrecht. Aangekocht m 1910. 2922b Carl Wilhelm Ferdinand, Hertog van Brunswijk (1735 —1806). Schoonvader van Louisa, Prinses van Oranje-Nassau (No 2922a). Borstbeeld gewend naar rechts. Pastel op papier 36,5X 29,5, gem.: I: I. Afkomst als vorig No. 2923. Jan Bernd Bicker (1746-18"). Buste naar links gewend Carel ov. i9X 15,5- Legaat Bicker 1881. In bruikleen van Amsterdam, 1881. Japansche school omstreeks 1850. 2924c. De baai van NangasaH, in vogelvlucht, in versierde Japansche gelakte üjst. ,„ . T p Met waterverf op zijde geschüderd 51X 76. Legaat Mevrouw de Wed. J.R. LaLegeb Hüter r92i. in nagedachtenis aan haar overleden echtgenoot, dTde taatotV packter9 van den Lmbanghandel is geweest, toen Japan nog slechts voor de Hollanders toegankelijk was. 2924d. Het eiland Decima; in vogelvlucht, in versierde Japansche gelakte lijst. , Met waterverf op zijde geschüderd 51X 76. Herkomst als vong nummer. ARNTZENIUS (Floris), geb. Soerabaja 1864, gest. 's-Gravenhage 1925. Leerling van de Amsterdamsche Academie onder Allebé en van de Antwerpsche onder Verlat. Werkzaam te 's-Gravenhage. 2924e. Markt met Vrachtenstalletjes te 's-Gravenhage (?). Op den achtergrond doorkijk in een straat. (Toegeschreven). Aquarel 40 X 52, gem. rechts onder (valsch): G. H. Breitner. Links onder resten van een andere signatuur. BAKKER KORFF (Alexander Hugo). Zie blz. 38. 2924f. „Ecureuse"; een dienstmeisje zit aan een tafel metaal te poetsen. Penteekening 20 X 15,5, gem. rechts onder: A. H. Bakker Korff fee. '7ren: Ecureuse. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. 2924g. „Intérieur paisible". Oude dame met muts zit te breien voor een chiffonnière. Penteekening 16 X 15,5, gem. rechts onder: A. H. Bakker Korff fee. '71; links onder: Intérieur paisible. Herkomst als vorig No. 2924h. „Lecture du Ma tin". Lezende oude dame met kanten muts, de linkerarm steunend op een tafel met theegoed, waarvóór een theestoof. Penteekening 20 X 15,5, gem. rechts onder: A. H. Bakker Korff fee. '71; links: Lecture du Matin. Herkomst als No. 29241. BASSEPORTE (Madeleine Francoise), geb. Parijs 1701, gest. aldaar 1780. Leerlinge van Robert de Seri en van Claude Aubriet. Teekende aanvankelijk planten en bloemen; schilderde vogels voor Mevr. de Pompadour en gaf les aan de dochters van Lodewijk XV. 2925a. Portret van een jonge Vrouw, buste naar rechts gewend. Past. papier 44,5 X 37- Op de achterzijde staat met potlood geschreven: Peint par Madelaine Basseporte 1727. Gekocht als door Rosalba Carriera, verk. C. F. Roos & Co., Amsterdam 30 April 1900. BASTERT (Nicolaas), geb. Maarsseveen 1854. Leerling van Marinus Heijl, van de Amsterdamsche Academie onder Allebé en van de Antwerpsche onder Verlat. Woont te Loenen a/d Vecht. 2925b. De Plas. Te midden van weiden hgt eenzaam een plas. Aquarel 43 x 86, gem. rechts onder: N. Bastert. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. BAUER (Marlus). Zie blz. 40. 2925c. Krijgslieden voor een Stad. Een bereden Oostersche oorlogstroep voor de bolwerken van een stadsmuur, waarboven zich een moskee verheft. Aquarel 47,5 X 38, gem. rechts onder: M. Bauer. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. 2925d. Slavenhandelaar. Aan een Oosterschen potentaat wordt een slavin vertoond. Aquarel 38 X 50, gem. links onder: Af. Bauer. Herkomst als vorig No. 2925e. Kathedraal te Toledo. Gezicht in het transept. Een zonnestraal valt rechts op een pijler. Links knielende figuren. Aquarel 85X 60, gem. rechts onder: Bauer. Herkomst als No. 2925c. 2925f. Het Kremlin. Gezicht van een terras op koepels en spitsen. Rechts een vrouwefiguur. Aquarel 58X 55, gem. rechts'onder: Af. Bauer. Herkomst als No. 2925c. 2925g. Kaïro. Binnenplein van een burcht. Aquarel 65 X 62, gem. links onder: Af. Bauer. Herkomst als No. 2925c. 2925h. Taj-Mahal in maanlicht. De helder-verlichte grafmoskee, door minaretten geflankeerd, wordt weerspiegeld in een vijver op den voorgrond. Aquarel 53X 61, gem. rechts onder: Af. Bauer. Herkomst als No. 2925c. 29251. Oostersche fantasie. In een hooge ruimte een groep oosterlingen in druk gesprek. Gewasschen O.T.-inktteekening 21,5 X 16, gem. rechts boven: Af. Bauer. Herkomst als No. 2925c 2925k. Binnenplaats van een Moskee. Boven rechts de spits van een minaret. Houtskoolteekening 78X 58, gem. rechts onder: Af. Bauer. Herkomst als No. 2925c. BISSCHOP (Christoffel), geb. Leeuwarden 1828, gest. Scheveningen 1904. Leerhng van W. H. Schmidt te Delft, daarna van Huib van Hove. Keerde na een korten leertijd te Parijs in 1853 terug, maakte o.a. studies te Hindeloopen en vestigde zich te Scheveningen. 29251. Hindeloopensch binnenhuis; door de gedeeltelijk geopende luiken valt een warm hcht op het tafelkleed. Een jonge vrouw staat bij het venster. Aquarel 75 X 49,5, gem. links onder: C. Bisschop. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. BOCK (Théophile Emile Achllle de). Zie blz. 512925m. Zandweg te Wijhe, onder een zware lucht. Teekening in zwart en gekleurd krijt 18,5 X 43,5, gem. links onder: Wxjhe. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. 2925n. Duinlandschap. Een beekje stroomt door de duinen; rechts op den voorgrond een bruggetje, eenige kale boomen en struikgewas. Teekening in gekleurd krijt 29X 42,5, gem. links onder: Th. de Bock (meen). Herkomst als vorig No. 2925o. Landschap bij Nijmegen; naast hooge peppels staat een sluis- gebouwtje. Links en rechts eenige schuiten aan den waterkant. Teekening in rood krijt 24X 44, gem. rechts onder: Th. de Bock (ineen); links onder: Nijmegen. Herkomst als No. 292501. 2925p. Herfstlandschap. Aan het water een rij bijna ontbladerde boomen; tegen den hchten avondhemel teekenen zich hoeven af. Teekening in gekleurd krijt 27X 40, gem. rechts onder: Th. de Bock; links onder: Winterswijk (?). Herkomst als No. 292501. BOSBOOM (Johannes). Zie blz. 57. 2925q. Visschersschepen op het Strand. Vóór een bom en eenige pinken staan twee figuren. Aquarel 26X 36,5, gem. links onder: J. Bosboom. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. 292Sr. Stadspleintje. Midden op het plein een overdekte pomp met waschbak. Verspreid vrouwefiguurtjes in 17e eeuwsche kleederdracht. Aquarel 19 x 27, gem. rechts onder: J. Bosboom. Herkomst als vorig No. 2925s. Boerendeel te Hilversum. In een ruime deel valt het hcht van links op een boerenmeisje met blauw schort. Aquarel 39x 57, gem. links onder: J. Bosboom; rechts onder: Hüversum. Herkomst als No. 2925q. 2925t. Raadhuiskamer te Loosdrecht. Achter een vierschaar zitten eenige i7e-eeuwsche magistraten. Op den voorgrond staat blootshoofds een man met een klein meisje. Aquarel 37,5 x 55, gem. links onder: J. Bosboom. Verk. Dr. Blom Coster s-Orravenhage 1904. Herkomst als No. 2925q. 2925u. De St. Janskerk te 's-Hertogenbosch. Gezicht op de dwarsbeuk en het oxaal. - Gewasschen koutskool-teekeriing 107 X 80. Herkomst als No. 2925q. 2925v. Kerkinterieur; onder het houten tongewelf van een Gothisch kerkgebouw zit vóór den dienst de gemeente om den preekstoel. Aquarel 46 X 68, gem. rechts onder: Bosboom. Herkomst als No. 2925q. 2925w. De St. Janskerk te 's-Hertogenboscb, Links het oxaal. Aquarel 13x 8,5, gem. rechts onder: Bosboom. Herkomst als No. 2g25q. 2925*.^Kerkinterieur. Doorkijk in de zijbeuken van een Gothische kerk. Rechts twee figuurtjes in i7e-eeuwsche kleedij. Aquarel I3x 8,5, gem. links onder: J. Bosboom. Herkomst als No. 2925^ 2925ij. Doelenpoort te Hoorn. Een vrouw en een jongetje in i7e- eeuwsch kostuum komen uit de poort, die een doorkijk geeft op een plein met door de zon beschenen gevels. Aqu^el 5o,5X 34, gem. links onder: J. Bosboom, daarboven: Hoorn. Verk. A. Poortman e. a., Amsterdam 1901. Herkomst als No. 2925q. 29252. Het Strand te Scheveningen, gezien van een duinafgang. Aquarel 35 X 55, gem. rechts onder: J. Bosboom. Verk. Dr. Blom Coster, s-Gravenhage 1904. Herkomst als No. 2925q. 2925aa. Kerkinterieur te Oosthuizen. Doorkijk op het middenschip, waarin de gemeente vóór den dienst bijeen is. Aquarel 26X 39, gem. links onder: Oosthuizen, rechts onder T B Herkomst als no. 2925q. 2925bb. Czaar Peter. De Czaar zit met een koevoet voor zich op een kist. Gewasschen teekening 69,5 X 60,5, gem. rechts onder: J. B Herkomst als No. 2925q. 2925cc. Trapportaal. Eenige treden leiden naar een bordes, waarop een man staat vóór een trap met ijzeren leuning, die rechts naar boven gaat. Aquarel 28X 21, gem. rechts onder: J. Bosboom. Herkomst als No. 2Q25q. 2925dd. Archief te Veere. Een man in i7e-eeuwsche kleederdracht staat bij een groenen lessenaar; links, naast de schouw, zit een tweede aan een schrijftafel. Aquarel 51X 42, gem. links onder: J. Bosboom; rechts onder: Archief Veere. Herkomst als No. 29250.. 2925ee. Binnenplaats van een Haagsch hofje, met lage trapgevels en roode daken; op een bleekveldje spreidt een oude vrouw de wasch uit. Aquarel 15,5X 26,5, gem. rechts onder: Bosboom. Herkomst als No. 2925q. 2925ff. Trap van het Prinsenhof te Delft, waar Prins Willem I werd vermoord. Waterverf en zwartkrijt 28X 17, gem. links onder: J. B. en Prinsen Hof, Delft. Herkomst als No. 2925q. 2925gg. Interieur van de Groote Kerk te 's-Gravenhage, gezien van den kooromgang in de Zuider-zijbeuk. Aquarel 51X 38, gem. rechts onder: /. Bosboom. Herkomst als No. 2925q. 2925hh. Kerkinterieur; kooromgang, met gezicht door het dwarsschip in een zijbeuk. Aquarel 13 X 8,5, gem. rechts onder: ƒ. Bosboom. Herkomst als No. 2925q. 2925Ü. Rococo-portaal met bovenlicht; aan het einde een doorkijk in een kerkruimte. Aquarel 20X 14, gem- rechts onder: J. Bosboom. Herkomst als No. 2925q. 2925kk. Kerkinterieur. Een Romaansch booggewelf geeft een doorkijk in een donkere ruimte met Gothisch venster. Aquarel 13 X 8,5, gem. rechts onder: J. Bosboom. Herkomst als No. 2g25q. BREITNER (George Hendrik). Zie blz. 62. 292511. Cavalerie in rust. Op een plein onder de boomen een afdeeling blauwe huzaren. Links een stadpoort. Aquarel 23 X 47, gem. links onder: G. H. Breitner. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. 2925mm. Paarden-studie. De koppen van twee span paarden, van dichtbij gezien. Links op den voorgrond een meisjeshoofd; daarachter een dienstmeisje. Aquarel 53X 75, gem. links onder: G. H. Breitner. Herkomst als vang No. 2925nn. De Dam te Amsterdam; links, ten deele zichtbaar, het Paleis, op den achtergrond de Nieuwe Kerk, rechts „Naatje". Op den voorgrond paardentrams. Aquarel 38 X 50. Herkomst als No. 2925II. i52o. W. Maris, COHEN GOSSCHALK (Johan), geb. Zwolle 1873, gest. Amsterdam 1912. Leerling van Dr. Jan Veth. Werkzaam te Bussum en te Amsterdam. E—L. 2925oo. Ferdinand Hart Nibbrig, kunstschilder, ten halve hjve, gewend naar links, het gelaat bijna in profiel. Zie blz. 209. Krijtteekening met dekwit opgehoogd, papier 41X 31, gem. links onder: J. Cohen Gosschalk. Geschenk van Mevrouw Hart Nibbrig geb. Moltzer te Laren, 1912. 2925pp. Larensch meisje; met de armen over elkaar gekruist, in de open lucht. Gekleurde teekening op pap. 62X 44, gem. links boven: Cohen Gosschalk. Geschenk van Mevr. J. Cohen Gosschalk geb. Bonger, 1913. DAUMIER (Honoré). Zie blz. 79. 2925qq. Lezende man in een leunstoel. Teekening, pen en O.-I. inkt ri,5X 15, gem. rechts onder: h. D. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. GABRIËL (Paul Joseph Constantin). Zie blz. 102. 2925rr. Plas met riet. Rechts tusschen de struiken en boomen is het dak van een boerderij zichtbaar. Zwartkrijt-teekening 32,5 X 58, gem. rechts onder: Gabriël. Herkomst als vorig No. GOGH (Vincent van). Zie blz. 109. 2926a. Korensnijden. Zwartkrijt-teekening 44 x 35,5- Geschenk van den Heer J. Hidde Nijland, Dordrecht 1906. 2926b. Weg achter den pastorietuin te Nuenen. Penteekening 39x 53, gem. beneden links: Vincent. Geschenk van Mevr. J. Cohen Gosschalk geb. Bonger, Amsterdam 1906. 2926c. Boerderij in Provence. Penteekening 38x 52,5, gem. beneden rechts: un mas de Provence en Vincent. Herkomst als No. 2926b. 2926d. Moestuin, door een schutting van de straat gescheiden; op den voorgrond een paar vruchtboomen. Tusschen de bedden een mansfiguur. Teekening in potlood, O.-I. inkt en waterverf 23 X 32, gem. links onder: Vincent. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. HODGES (Charles Howard). Zie blz. 130. 2926e. Jacob Carel Abbema (1749—1835)- Generaal-Maj oor en Staatsraad. Past. 2?x 22,5 (in ovaal). Gekocht te Rotterdam, 1912. 23 2926f. Isabeüa Maria Smissaert, weduwe van Willem Backer, tweede echtgenoote van den voorgaande, . Past. 27 X 22,5 (in ovaal). Herkomst als vorig No. ISRAELS (Isaac). Zie blz. 141. 2926g. Dienstmeisje met wit mutsje, staande ten voeten uit. Aquarel 67X 21, gem. rechts boven: Isaac Israels. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser. 2926h. In het Bois de Boulogne. Op een bank twee de courant lezende dames en een heer, die meeleest. Pastel 49X 36, gem. rechts onder: Isaac Israels. Herkomst als vorig No. 29261. Stormweer. Op een stadsplein worstelen voorbijgangers met een rukwind. Pastel 29 X 44, gem. rechts onder: Isaac Israels. Herkomst als No. 2g26g. 2926k. Kindermeisje. Zij duwt een kinderwagen langs de gracht. Aan de overzijde de donkere gevels der huizen. Aquarel 32X 46, gem. links onder: Isaac Israels. Herkomst als No. 2926g. 29261. Modisten-atelier. Twee jonge vrouwen in 't zwart, op tabou- retjes gezeten, bezig met naai-.en paswerk. Rechts het profiel van een derde vrouw. Pastel 62,5 X 47, gem. links onder: Isaac Israels. Herkomst als No. 2g26g. 2926m. De Kermis. Dichte drommen verdringen zich om een draaimolen. Pastel 51X 70,5, gem. links onder: Isaac Israels. Herkomst als No. 2g26g2926n. De Slijper. Voor een groot shjpwiel werkt een man in blauwen kiel. Aquarel 61X 42, gem. rechts onder: Isaac Israels. Herkomst als No. 2g26g. 29260. Vader met dochtertjes op een bank. De drie kinderen hebben poppen op schoot. Op den achtergrond een grasveld en huizenrijen. Aquarel 43X 28, gem. links onder: Isaac Israels. Herkomst als No. 2g26g. ISRAELS (Jozef). Zie blz. 142. 29261. Zoon van het oude volk; herhaling van het schilderij in het Stedehjk Museum te Amsterdam, doch met toevoeging aan de compositie van een klein meisje, dat de voddenkoopman tegen zich aangeleund houdt. Uit 1888. Aquarel 56X 43, gem. onder rechts: Jozef Israels. In bruikleen van den Heer en Mevr. J. C. J. Drucker-Fraser, Londen 1911. Geschonken 1912. 2926*. De Rabbi; bij een venster, links, zit hij in een leuningstoel te lezen uit een zwaar boek. Uit 1886. Aquarel 50X 34, gem. onder rechts: Jozef Israels. Herkomst als vorig No. 29263. Aan het strand; een meisje is gezeten op het strand, vlak bij de zee, turend in de verte; een zware mand hangt over haar schouders, steunend op het zand. Uit 1903. Aquarel 45x 70, gem. onder links: Jozef Israels. J. Israels sc Herkomst als No. 2926*. 2926*. Maaiers; twee mannen, in profiel gezien, loopen naast elkander voort over een breeden zandweg, die van de weiden in den achtergrond is afgescheiden door een houten hek. Aquarel 37x 57, gem. onder rechts: Jozef Israëls. Herkomst als No. 29261. 2926". De zieke buurman; de oude zieke hgt in half zittende houding in het bed, dat overlangs gezien is; op den voorgrond, in het midden, zit de bezoeker, tot aan de knieën afgebeeld; hij houdt een stok in de rechterhand. Achter hem de boerin, leunende over den rug van zijn stoel. Aquarel 58x 88, gem. onder links: Jozef Israëls. Herkomst als No. 29261. 2926°. Alleen op de wereld; herhaling van het schilderij onder No. 1285, met een geringe wijziging. Aquarel 32X 48,5, gem. onder links: Jozef Israëls. Herkomst als No. 29261. 2926'. Hengelaar; onder het dichte neerhangend gebladerte van een wilgenboom, staat een man te hengelen in een breeden sloot bij regenweer. Aquarel 73 x 59,5, gem. onder rechts: Jozef Israëls. Herkomst als No. 29261. 2926». Boerenbinnenhuis; in de diepte van een ruime langwerpige kamer zit aan het venster een oude boerin bezig met naaiwerk Aquarel 27x 33, gem. onder links: Jozef Israëls. Herkomst als No. 29261. 2926». De schoenmaker; een arbeider zit aan een tafel zijn maal te doen aan een pot met dampende aardappelen. Op den voorgrond zit op den vloer een kindje met zijn eetschotel op de knieën Aquarel 46,5 x 31, gem. onder links: Jozef Israëls. Afkomst als No. 29261. 292610. Het naaistertje; een visschersmeisje zit nabij het venster in den achtergrond van een boerenvertrek op een stoel te naaien Aquarel 39 x 27,5, gem. onder rechts: Jozef Israëls. Afkomst als No. 2926*. JONGKIND (Johan Barthold). Zie blz. 149. 2926". Gezicht bij Nevers. Wijdsch landschap, gezien van een zandweg; hnks een boomgroep, rechts een huisje. t^ft 23,5 X 4f5>5> ëem. rechts onder: Jongkind, meer naar links: Nevers 25 oeps. jz. * Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. JOSSELIN DE JONG (Pieter de). Zie blz. 149. 2926". Aren lezen. Een vrouw gaat voorovergebogen over een roggeveld. Pastel 35X 26,5. gem. rechts onder: de Josselin de Jong. Herkomst als vorig No. 2926". Ijzergieterij. Vijf mannen dragen een roodgloeiende gietpan. Op den achtergrond hoogovens. Pastel en zwartkrijt 75 X 112, gem. rechts onder: de JosseUng de Jong. Herkomst als No. 2926". LA FARGUE VAN NffiUWLAND (Isaac Lodewijk), geb. 's-Gravenhage 1733 of 1734; werkzaam aldaar. In 1764 ingeschreven als student te Leiden. 2927. Vier en twintig afbeeldingen van hofbeambten, bedienden * en lijfwachten van den Erfprins Stadhouder Willem V. Aquarellen. Afgebeeld zijn: Kamerheer, Edelman, Hoffourier, Kamerdienaar, Lakei Page, twee Mooren, Jager, Valkenier, Looper, Voorrijder Koetsier, Koetsier in wintertenue, Luit.-Generaal, Colonel van de Garde du Corps, Sous-Brigadier van de Garde du Corps, Garde du Corps, Officier der CentSuisses, Cent-Suisse, Pijper en Tamboer der Cent-Suisses, twee Helbaardiers. Uit het Nederlandsch Museum. LIOTARD (Jean Etienne), geb. Genève 1702, gest. aldaar 1789. Leerling Van Daniël Gardelle te Genève en van Jean Baptiste Massé te Parijs. Bezocht Itahë, Constantinopel, Weenen, Engeland . en omstreeks 1756 Nederland. E. 2928. Mej. Lavergne of „De Schoone Lezeres», nicht van den schilder. Pastel op papier 52 X 42, gem. rechts: Achterop staat: Mad^e Lavergne de Lion peint par Liotard. Een 1752 gedateerde herhaling te Weenen; een tweede, minder volledig, in het Museum te Dresden; een derde, eenigszins gewijzigd, in net Museum Bachofen-Burckhardt te Bazel. (Mededeeling van den Heer N. T—»♦ S. Trivas, aan wien wij meerdere gegevens over Liotard danken). Legaat Mej. M. A. Liotard, 1873. 2929. Keizerin Maria Theresia (1717—17*>). Geschilderd in 1762 Pastel op papier 59X 47,5- Achterop staat: Marie Therese d gemalin van Koning Willem I. Herhaling in het Mauritshuis. 2960. Willem George Frederik Prins van Oranje-Nassau, (1774 —1799), zoon van Prins Willem V. Gem.: Tischbein 1788. 2961. Frederica Louisa Wilhelmina Prinses van Oranje-Nassau, (1770—1819), gernalin van Carel George August van BrunswijkWolfenbuttel, dochter van Prins Willem V. 2962. Augusta Maria Carolina van Nassau-Weilburg (1764—1802), dochter van Prinses Carolina, de zuster van Prins Willem V, en van Christiaan van Nassau-Weilburg. 2963. Carl Georg August van Brunswijk-Wolfenbuttel, gemaal van Louise Prinses van Oranje-Nassau, (No. 2961). 2964. Isabella von Kirchberg, Vorstin van Nassau-Weilburg, schoondochter van Carolina Prinses van Oranje-Nassau, de zuster van Prins Willem V. TOOROP (Johannes Theodorus). Zie blz. 279. 2964a. Kermis te Katwijk bij schemeravond; op den voorgrond een man die een visschersmeid omhelst; ter zijde een vrouw met een klein meisje, dat een ballonnetje omhoog laat gaan. Aquarel 53 x 43,5, gem. links onder: Jan Toorop 89. Bruikleen van N. N., 1917. 2964b. Verleiding (Séduction); in een hof onder een zwaren boom buigt zich een tuinman over een fneisje en schijnt haar iets toe te fluisteren; links achter den haag van den tuin weiland en in het verschiet een toren. Het geheel als in nevels gezien. Teekening in zwartkrijt 62 X 73, gem. links onder: J. Th. Toorop. Afkomst als vorig No. 2964e. „Mauvais Salaire". Twee werklieden; de rechtsche heeft eenige geldstukken in zijn hand, de linksche kijkt daar bedrukt naar. Teekening in houtskool en zwartkrijt 167X 88, gem. rechts boven: Jan Toorop en fragment, links onder: Mauvais Salaire. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. TOZELLI (Francesco), werkzaam te Amsterdam omstreeks het einde der 18e eeuw. 2965. De Schilder zelf. Pastel op papier 61X 48, gem.: F. Tozelli F. A. 1794. Afkomstig van de maatschappij Felix Meritis, in bruikleen van Amsterdam, 1889. 2966. Dirk Versteegh (—1822), kunstbeschermer. Pastel op papier 30X 24. Herkomst als No. 2965. TROOST (Cornelis). Zie blz. 280. 2967. Eerste Episode getiteld „de Geveinsde Droefheid" uit het Blijspel, „de Ontdekte Schijndeugd". Pastel 66 X 53,5, gem. links onder: C. Troost 1743. Geschenk van de familie van wijlen den Heer S. W. Josephus Jitta, 1897. 2968. De Episode „de Bedrogen Gierigheid», uit het Blijspel „Hopman Ulrich". Pastel 62 X 50, gem. onder bij de open deur: C. Troost 1745Herkomst als No. 2967. 2968a. Portret van den Heer L. Bonman. Hij zit bij het vuur ui zijn bibliotheek aan een met een Turksch kleed bedekte tafel en bladert in een boek. „ „ . • Pastel od napier 6i,5X 48,5, gem. links op de schoorsteenplint: C. Troost 1739ÏÏalt van toj. Bonman in 1893 aan het Kon. Oudheidk. Genootschap, waarvan in bruikleen 1928. TROYON (Constant). Zie blz. 282. 2968c. Ossen. Bij een schuur loopt een man achter een span ossen. Teekening in zwartkrijt 14X 21,5, gem. rechts onder: C.T. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 1919. VAILLANT (Bernard). Zie blz. 284. 2969. Michiel Adriaensz. de Ruyter. Buste. Teekening in zwart en wit krijt 26X 21, gem. rechts: B. Vatllant f. Behoort bij de verzameling De Ruyter, verkregen in 1895. VERSTER (Floris). Zie blz. 300. 2970A. Geplukte kippen, hangende tegen een goud-gelen achtergrond. Aquarel 82X 48, gem. rechts onder: Floris Verster 90. Bruikleen van N. N., 1917- VETH (Jan). Zie blz. 301. 2970B. Jacob Maris. Portretstudie voor de litho. Zwartkrijt-teekening 32X 23,5, gem. rechts boven met monogram; op den passe-partout de handteekening van J. Mans. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker-Fraser, 19192970BB. Willem Maris. Portretstudie voor de htho. Zwartkrijt-teeknening 30X 23; op den passe-partout de handteekening van Willem Maris. Herkomst als vorig No. VOERMAN, geb. Kampen 1857. leerling der Amsterdamsche en voor kortoren tijd der Antwerpsche Academie onder Verlat. Sedert 1890 gevestigd te Hattem. 2970C. Grazende koeien, in regelmatigen gang over een ruim weiland; aan den horizon opstapeling van witte wolken. Teekening in honingverf 40 X 54- Schenking Hoogendijk, 1912. 2970D. Gezicht op Hattem; weide met het stadje in den achtergrond; dicht nabij den toeschouwer twee grazende koeien, gaande van rechts naar links. Teekening in honingverf 57,5X 77,5, gem. rechts onder: J. Voerman. Schenking Hoogendijk, 1912. XL VIT MINIATUREN 2844. John Hoskins. 2828. Laurence Crosse. PASTELS 2941. J. E. liotard. 2970E. Lichte rozen in een geslepen glazen kom, uitkomend tegen een gebloemd behang. Teekening in honingverf 35,5X 45, gem. rechts onder: J. V. Schenking Hoogendijk, 1912. 2970EE. Idylle, aan den ingang van een belommerde woning, waarop zonlicht speelt, een zittend meisje. Aquarel 29X 39, gem. rechts onder: J. V. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. WEISSENBRUCH (Jan Hendrik). Zie blz. 314. 2970a. Brug bij Noorden. Een breede vaart loopt naar den achtergrond. Een groote ophaalbrug over een dwarsvaart. Bewolkte lucht. Aquarel op behangselpapier 52X 71, gem. links onder: J. H. Weissenbruch /. In bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1903. Geschonken 1909/1910. 2970b. Schets. Een vaart voert langs een groot gebouw. Links een ophaalbrug. Twee schepen op den voorgrond. Aquarel 52,5 X 72, gem. rechts onder: J. H. Weissenbruch f. Herkomst als No. 2970a. 2970c. Aan de plassen, onder een zware, laaghangende wolkenlucht; in de verte een kerk. Aquarel 32 X 50, gem. rechts onder: J. H. Weissenbruch. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. 2970cc. Binnenplaats. Voor een smal huis zit een man in blauwen kiel op een hek. Links een openstaande deur, rechts een hooge muur. Aquarel 29X 42, gem. rechts onder: J. H. Weissenbruch. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. 2970d. Gezicht op een kade. Op den achtergrond eenige donkere gebouwen, boomgroepen en een torenspits tegen den hchtenden avondhemel. Gewasschen teekening in houtskool en zwartkrijt 24,5 X 39, gem. rechts onder: J. H. Weissenbruch. Herkomst als No. 2970CC. 2970dd. Hoek van een binnenplaats met in den achtergrond een openstaande deur en links een boom tegen een hoogen muur. Aquarel 47X 33, gem. rechts onder: J. H. Weissenruch. Herkomst als No. 29700c. WITSEN (Willem). Zie blz. 321. 2970e. Venetië; kanaal met gondel op den voorgrond. Aquarel 45,5 X 60, gem. rechts onder: Witsen. Legaat van den Heer A. van Wezel, 1922. 2970f. Venetië; langs den huizenkant, over het water, ligt een gondel. Aquarel 45X 59, gem. links onder: Witsen. Herkomst als No. 2970e. 2970g. De Kromboomsloot te Amsterdam. De bevroren gracht en de kade zijn met sneeuw bedekt. Aquarel 51X 63, gem. links onder: Witsen. Bruikleen van den Heer en Mevrouw J. C. J. Drucker—Fraser, 1919. WAPENSCHILDERIJEN COUSTALN (Pierre), werkzaam te Brugge en Brussel van omstreeks ■ 1453 tot 1487. Hofschilder van Philips den Goede en Karei den Stoute. 2971. Wapenbord van Eduard IV, Koning van Engeland, als Ridder van het Gulden Vlies. Toeschrijving. Olieverf E. 112 X 68. Hing volgens overlevering in het koor der Sint Janskerk te 's-Hertogenbosch, waar in i48r het Kapittel der Orde gehouden is. Veiling Jhr. van den Bogaerde van Moergestel, 's-Hertogenbosch 1896. 2972. Wapenbord van Jacob van Luxemburg, Heer van Fiennes, als Ridder van het Gulden Vlies. Toeschrijving. Olieverf E. 92 X 58. Herkomst als No. 2971. BECX DE JONGE (Jeronimus), werd in 1649 in het Middelburgsche St. Lucas-gilde opgenomen. 2988. De gekoppelde Wapens der Oost-Indische Compagnie. E. 63X 97, gem.: J. Becx de Jonge fecit 1631. Uit het Nederlandsch Museum. SUPPLEMENT 347b. Twee vleugels van een drieluik met den datum 1561. Links de schenker met zijn zoons, benevens Johannes de Evangelist; achterzijde in het grauw St. Petrus. Rechts de vrouw van den schenker met haar dochters, benevens de Madonna met het Kind; achterzijde in het grauw de heilige Maria Magdalena. E. 87 x 461/,. Vroeger willekeurig samengevoegd met No. 984 a, atelier van Van der Goes 1480, waarbij het geheel versierd was met een gebeeldhouwd fronton en onderstuk, thans in het Rijksmuseum voor Beeldhouwkunst en Kunstnijverheid. Afkomstig van den schilder Johannes Bosboom. Uit het Nederlandsch Museum. Vroeger onder No. 339. LIJST VAN DE PORTRETTEN IN DE VERZAMELINGEN VOORKOMENDE. De namen in hoofdletters zijn die van kunstenaars. no. Abbema, Jacob Carel 2g26ab Aberson, Luit.-Kol. 1862 Aberson, Kapt. 1862 Adami, J. 1436 Adriaensz., Joris 2352 Aeneae, H. 1434 Aerssen, Cornelis van (1602—1662) 1104 Aerssen, Cornelis van (—1688), 256 2513 1862 Aerssen, Francois van Alava, Luit.-Gen. Albinus, Agnes Margaretha 2319 Albrecht, Aartshertog 333, 2486 Alewijn, Clara 2133 Alewijn, Frederick Dircksz. 2130 Alewijn, Martinus 2132 Alexander I van Rusland, 1899, 2793, 2912 Algarotti, Graaf Francesco 2933 Alten, Gen. Graaf von 1862 Alva, Hertog van 1337a Amalia van Solms, 929, g6o(?), 1235, 1239, 1240, 2749 Ameshoff, L. H. 1397a Ampsing, Samuel 1044 Ampt, Majoor 1862 Anglesy (Marquis of) 1862 Anhalt-Dessau, Amalia van 2829 Anjou, Hertog van 351c Anna van Brunswijk, Gemalin van Willem IV, 284, 286, 2305, 2758, 2881 Anna van Engeland, 2781, 2782, 2883, 2893 Anna van Oostenrijk, 2068 Anraedt, Pieter van 363 Appelman, Jan 540, 925 Appelman, Wijbrand 1282 Appelman, IJsbrant 1881 Arents(burg), Jan Jansz. 2017 Aubigné, Francoise d' 2799 Aubremé, Gen.-Majoor d' 1862 Austenraat, Andries van 1135 Austenraat, Gerrit Pietersz. van 1135 Aylva, Hans Willem Baron van 2359 Aylva, Frouck van 2360 Baardt, Petrus Baart, At. Backer, Cornelis Backer, Jacob Backer, Jacob Jan de Backer, Joris Backer, Willem Baert, Willem Jacobsz. Bakhuysen, Familie Bakhuysen, Christine Bakhuysen, Johannes Bakhuysen, Ludolf no. 1047 1439 1731 891 1740 1138 89I, I424 911 4ogf 2700a 4ogd 409a, 4ogd Baaien, Laurens Laurensz. van 2291 Bakhuysen de Jonge, Ludolf 418b, 2014b Bakker, Andries Harmansz. 1881 Balen, Matthijs 1955 Balguerie, Dame uit de Familie 271 Balguerie, Heer uit de Familie 1421 Baltus, Dirck 174 Bam, Sijbrant 430 Banchem, Frederick van 2117 Banckers, Joos v. Trappen gez. 225, 1343 Banckert, Adriaen 489 Banning-Cocq, Frans 1136, 2016 Banningh, Jacob H35 Banningh, Jan 430 Barbiers, Pieter Pietersz. 757, 1435 Baring, Kol. 1862 Barrios, Miguel de 2019 Bas, Agatha 2129 Bas, Albert 924 Bas, Claes Dircksz. 2129 Bas, Dr. Dirck Jacobsz. 2129 Bas, Elisabeth Jacobsd. 2023 Bas, Jacob Claesz. 1332 Bas, Dr. Jacob Dircksz. 2129 Bas, Lijsbeth 2129 Bas, Machteld 2129, 2288 Bas, Pieter Jacobsz. 7na, 1283 Bas, L. de 2319, 2320 Bassen, Abraham Ernst van 540 Bassen, Warnar Ernst van 2586a Baudius, Dominicus 1033 Beaumont, Johan van 1701 no. no. Becker, Hendrick 828 Bitter, Jan 2017 Beieren, Jacoba van 130 Bitter, Willem 430 Bekker, Balthasar 1077 Blaeu, Jan Willemsz. n 36 Benavides y Carillo, Marqués de Blaeuw, Cornelis Michielsz. 1085 Caracena, Luis 336 Blaeuw, Jan Michielsz. 1134, 1631 Berckel, Mr. Engelbert van 280 Blancardus, Nicolaes 915 Beresteyn, Caecilia van 1590, 1836 Blanken Jr., Jan 758 Beresteyn, Paulus Cornelisz. van 772, 1588 Bleecker, Dr. 1434 Beresteyn, Wouter 1881 Bleiswijk, Pieter van (?) 2803 Berg, Wed. J. v. d. Poorten van Blocq, Reinier 2219 ' Vollenhoven, S. M. J. 1397a Blommert, Samuel 2585 Bergen, Dirk van 1438 Blücher, Vorst 1862 Bergen, Gerard van 2652 Bochoven, Mr. Johan van nu Bergen, Julius van den 1340 Boelens, Alyda 161 Bergh, Corn. van den 2656 Boelisz, Hendrick 889 Bergh, Tryntie ten 2351 Boer, Cornelis Jacobsz. de 1714 Berkeley, George van 1729 Boer, Pieter Claesz. 430 Berken, Claes Barentsz. van 2219 Boere, de Heer 2938 Bernard-Dnlac, Catharine 2918 Boere, Mevrouw 2939 Bernhards, Eilard 2219 Boerhave, Hermanus gösg, 2325a Berntz, J. W. 1436 Boerhave, Johanna Maria 965g Bertius, Petrus 1034 Bogaerde, A. J. van den 2319, 2320 Besborough, Earl of 2935 Bois, Mr. Adr. Du 1272 Besemer, Adriaen 2648 Bois, Ch. Du 1435 Bethune, Syrius de 1599 Bois, Hugo Du 1777 Beuningen, Mr. Coenraad van 1727 Boisot, Charles (?) 58 Beuningen, Geurt Dircksz. van 2291 Bol, Ferdinand 362, 539 Beuningen, Jan van 362 Bonn, Andreas 1434, 1435 Beverningk, Hieronymus van 403 Boom, Abraham 1424 Beveren, Ernst van 96sf Borch, Gerard ter 576 Beynen, J. W. 1203a Borght, Francois van der 1 854 Beynen, echtgenoote van J. W. 1203b Borght, Nicolaes van der 856 Biben, J. G. 1436 Boreel, Luit.-Kol. 1862 Bicker, Agatha 1471 Borselen, Franck van 131 Bicker, Alida 2122 Bos, Lambregt van den 1135 Bicker, Andries 1139, 1150 Bosch, Bern. de (1709—1786) 1945, 1965 'Bicker, Cornelis 239, 2117 Bosch-van Leuvening, Marg. de 1946 Bicker, Gerard 1140, 1151 Bosch, Bern. de (1742—1816) 1435, 1439 Bicker, Gerrit Pietersz. 160 Bosch, Graaf Jan van den 1387a Bicker, Hendrick (1615—1654) 2119 Bosch, Jan 1161 Bicker, Hendrick (1649—1718) 1691 Bosch, Jeronimo de (1724) 2316, 2317 Bicker, Hendrick (1722—1783) 2936 Bosch, Jeronimo de (1740-1811) 1435 Bicker, Jacob 2121 Both, Pieter 306 Bicker, Jacoba 2340 Boudaen Courten, Anna 1541 Bicker, Mr. Jan Bernd 697, 2804, 2923 Boudaen Courten, Jan 252 Bicker, Jan Gerritsz. 235 Boudaen Courten, Pieter 1545 Bicker, Jacob Pietersz. 162 Boudaen Courten 1542 Bicker, Pieter 157 Bouman, L. 2968a Bicker, Pieter Pietersz. ' 159 Bourbon, Hertog van 837 Bicker, Roelof 891, 1134 Bourgondië, David van 774» Bicker, Wendela 2512 Bousquet, A. 1436 'Bidloo, Goverd 1078, 1500 Bout, Symon Jansz. 1881 Bilderdijk, Mr. Willem "94 Boxhorn, Marcus Zuerius 1050 Bisschop, Jan de 430, 1876 Bozer, F. de 1436 Bisschop, Klaas 2291 Braats, Mr. Hendrik 281 no. no. Bracht, Tieleman van 1959 Calaber, Johannes 1135 Brak, Familie 2014a Calckoen, Gijsbrecht Matthysz. 2018 Brak-Haskenhoff, Mevr. 1383a Calkoen, Cornelis 2364 Bray, Dirck de 614 Callenburgh, Gerard 2578 Bray, Jan de 614, 614a Cambronne, Generaal 1862 Brederode, Reinout III van 2192 Cammingha, Tiete van 58 Brentano 1435 Campbell, Kolonel 1862 Brienen van Ramerus, van 1440 Campen, Jacob van 925 Brink, Albert ten 925 Camphuys, Johannes 319 Brink, Hendrik Arend v. d. 2700b Canisius, Petrus 165 Broecke, Sandrina v. d. 688a Canneel, Elisabeth 347a Broeke, R. J. v. d. 388a Canneman, Elias 1867 Brog, Wüliam 2004 Cants, Comelia 1631 Bronckhorst, Abraham van 2613 Capellen, Jhr. Theod. Fred. van 740 Bronckhorst, Hendrick van 2350 Caracena, Luis de Benavides Marqués Bronkhorst, Hendrik van 2316, 2317 de 336 Bronchorst, Jan Pietersen 2016 Carel, Jan Jansz. 1881 Brouck de Jonge, Matth. v. d. 2662 Carpentier, Pieter 310 Broucke, Mattheus van den 1255 Cartier, S. D. 1434 Brouckere, Julien de 347a Cassier, Margarita 206 Brouwer, Dirck Thymansz. 711a Casteleyn, Matheus de 1948 Brouwer, Gerbrant 889 Cats, Jacob 1584, 1585 Brouwer, Hendrick 312 Caylor, Kol.-Adj. Du 1862 Brouwer, Jacob Dircksz. 2585 Centen, Gozen 926a Bruggemeyer, W. J. 1436 Ceters, Aernout van 1356 Brugman, Dirck Pietersz. 2585 Chalons, René van 146 Brugman, Jan 2016 Chanu, Jan van 2352 Bruno, Hendrik 1058 Chassé, Gen. David Hendrik Bmnswijk, Anna van 284, 2305, 2758, 2881 baron 1862, 1864 Brunswijk, Carl Georg August van 2963 Chatillon, Gaspard de 2006 Brunswijk, Carl Wilhelm Ferdinand Christiaan IV van Denemarken 2486 van 2922b Christina van Zweden 2794 Brunswijk, Ferdinand van 2836 Churchill, Duke of Marlborough, Brunswijk, Georg Wilhelm van 2830 John 2897 Brunswijk, Maria van 2886 Citters, van 1729, 1730 Brunswijk, Sophia Hedwig van (?) 960 Citters, Aernout van 1356 Brust, de Heer 2639a Citters, Anna van 815 Brust-Batailhy, Mevr. 2639b Citters, Josina Clara 817, 2145 Bruyn, Cornelis de 1355 Citters, Magdalena van 290 Bruyn, Joannes de 1935 Citters, Maria van 868 Buckingham, George Villiers, hertog Claerhout, Jacques van 58 van 2863 Claessens, L. A. 1433 Bueren, Jacoba Maria van 1707 Clercq, Lucas de 1086 Bülow, Generaal von 1862 Cleutrijn, Pieter 552a Buren, Arent van 1488 Cloeck, Allart 1340 Burgh, Albert Coenraetsz. 923, 2352 Cloeck, Claes Nanningsz. 1340 Burght, Jan van der 2650 Cloeck, Nanning Florisz. 1658 Burroughs, Sir John 1975A Cloon, Dirk van 324 Bus, J. H. 1439 Cock, Dirck Aertsz. 1631 Buuren, Daniël van 2316, 2317 Cocq, Frans Banning 1136, 2016 Buyl, Arent van 2352 Cocquius, Agatha 1696b Buyn, A. 1436 Codde, Anna 158 Codde, Grietje Pietersdr. 1333 Calaber, Hendrick 1135 Codde, Pieter Martsz. 430 Calaber, Jacob 2219 Coehoorn, Menno baron van 1735 no. Coen, Jan Pietersz. 309 Coenerding, Jan 1500 Colborn, Kolonel 1862 Coligny (1517—1572), Gaspard de 1996 Coligny (1584—1646), Gaspard de 2006 Collen, Jeremias van 33a Collen, Johanna Ferdinanda van 2304e Colmannus, Johannes 1128 Colijn, Hendrik 1340 Colijn, Michiel 134° Comenius, Jan Amos (Komenski) 1831a Commelin, Casparus (1636—1693)362, 1884 Commelin, Casparus (1667—1731) 2316, 2317 Commelin jr., Dr. Casparus 2319, 2320 Commelin, Isaac 399 Commelin, Joannes 828 Congnard-Batailhy, Mevr. 2940 Constant Rebecque, Gen. J. V. baron de 1862 Constant Rebecque, Kap. de 1862 Conyn, Lucas 924 Conyn, Lucas Pietersz. 399 Conynenburgh, Gerrit Martsz. 2291 Cooke, Generaal-Maj. 1862 Cools, Joannes 1052 Coornhert, Dirck Volckertsz. 720 Cornelisz. van Haerlem, Corn. 720a Cornelisz. van Oostsanen, Jacob 721 Cornelisz., Jacob 7"a Cort-Heyligers, G. M. 1350a Corver, Cornelis Egbertsz. 2017 Coulster, Joost van 2645 Court, Pieter de la 2290a Court, Servaes del 2017 Courten, Guilliam 155 Courten, Margarita 1544 Courten, Anna Boudaen 1541 Courten, Jan Boudaen 252 Courten, Pieter Boudaen 1345 Couwenhove, Corn. van 2660 Covens, C. 1436 Coventry, Countess of 2941 Cras, H. C. 1434 Crayesteyn, Huyg Jansz. 2584a Croock, Joris 828 Croon, Jacob 2352 Croon, Pieter 2352 Croquenbourg, Luit.-Kol. 1862 Crul, Willem 739 Cruys, Arnout van de 362 Cruys, Claes Claesz. 430 Cruysbergeh, Nic. van 2016 Cruywaghen, Familie Meebeeck 1349 Cyprianus, Allardus 1500 no. Daendels, Generaal i443a Dammans, David 1881 Dammasz. Matelieff 1127 Danckertsz de Rij, Jacobus 396 Dane, Jacob 2663 Daniels, Daniël Arbmann 1438 Darnley, Hendrik Stuart, lord 2776 Deans, Effie 2676 Decker, Jeremias de 1051 Dedel, Anna Maria 1768a Dedel, Clara Magdalena 2937 Dehaen, J. C. 1434 Deiman, Mr. A. J. 1436 Denemarken, George Prins van 2780 Denemarken, Frederik IV, Koning van(?) 2795 Denys, Aaltje 1513 Desmond, Gravin 2853 Desnouettes, Lefebre 1862 Detmers, Kol. 1862 Devereux, Robert 2859 Deyman, Dr. Joan 2018 Diemen, Antonie van 313 Diemen, Jacob van 1135 Diemen, Sara Wolphaerts van 1090 Diepo Negoro 1874 Doavenne, Johannes 925 Does de jonge, Johan van der 1036 Dommer, Hendrick Jansz. 1134 Dommer, Hendrick Willemsz. 1135 Dohna, Frans von 576 Dortmont, Dr. Bonaventura van 362, 396, 1781 Dou, Gerard 79*, 794 Doublet, Jan 1975 Doublet, P. 1436 Doyenburg, Willem van 2017 Drolenvaux, Maria 965g Dronckelaer, Pelgram van 2587 Dubbelde, Geertruida den 1147 Du Caylor, Kol. 1862 Dudley, Graaf van Leices ter, Robert 1997 Dujardin, Karel 827 Dulac, Catharine 2918 Duquesnoy, Francois 2867 Durven, Diederik van 586 Dusseau, Dr. J. L. 2188c Duyn v. Maasdam, Graaf A. v. d. 1269 Duynen, Sieuwert van 396 Dyck, Anthonie van 2872 Dijk, R. W. Linde van 1434 Eduard VI van Engeland, 2771, 2772, 2773 Eenhoorn, Adriaen Jorisz. "34 Eenhoorn, Jan Jorisz. "34 no. Egbertsz., Dr. Sebastiaen 1339 Egmond van Buren-Yselstein, Floris van 1498 Egmond, Jan van 138 Egmond, Bisschop Joris van 2951 Eichelenberg, Gillis van 2595 Eiken-Hartsen, Wed. M. van 1397a Ekels, Jan 1435 Elbertzen, Albert 723a Elbertzen, Dirck 723a Elbertzen, Korsgen 723a Elias, Barend Pietersz. 828 Elisabeth van Engeland, 351c, 1919, 2837, 2838 Elisabeth Staart van de Pfalz, 2486, 2499» 2845 Elley, Kol. Sir John 1862 Engelbèrts, E. M. 1434 Engelen, Claes 430 Engelen, Reynier 2016 Ensse, van 58 Erasmus, Desiderius 1530 Erlon, Graaf d' 1862 Essex, Robert Devereux Earl of 2859 Eversdyck, Cornelis Fransz. 914 Eversdyck, Maria 916 Evertsen, Cornelis 1506 Eynde, Jacob van den 1039 Fabus, Jan 578a Fagel, Caspar 2577a Famars, Charles de I evin, Heer van 2002 Farjon, Mr. Joh. L. Ludov. 1438 Fauvarcq, J. G. 1434 Fauvarcq, J. T. N. 1434 Febre-Desnouettes, Le 1862 Ferdinand I 935 Ferneley, Anne 1673c Flinck, Govert 925 Flines, H. de 1436 Florisz, Pieter 1456 Fock, Hermanus 1435, 2832 Fortenbeeck, Adolf 1340 Fortuyn, Jan Jansz. 1424 Fonquet, Jr., P. 1435 Fourmenois, Catharina 1546 Fourmenois, Jean 971 Fourment, Helena 2067 Franck, Joh. Bapt. 855 Frans I van Oostenrijk, 2792 Fraser, Cath. Annette 1394 Fraser, C. Eduard 1203 Fraser, Johan 1201 Frederica Loirise W:'melmina van Pruisen 1268, 2959 no. Frederica Louise Wilhelmina van Oranje-Nassau 2765, 2766 Frederica Sophia Wilhelmina van Pruisen, 555, 557,1008, 2009, 2763, 2764, 2848, 2849, 2858, 2868, 2882, 2908, 2957 Frederike, Louise 2849, 2913B, 2922a, 2961 Frederik I van Pruisen 2884 Frederik II van Pruisen 26 Frederik V van de Palts 1583, 1665, 2486, 2489, 2499, 2865 Frederik Willem van Brandenburg 1236 Frederik Willem van Pruisen 1862 Frederik Hendrik van Oranje, 188, 1178, 1179, 1181, 1183, 1235, 1238, 1242, 1246, 1495, 1582, 1748, 2486, 2488, 2489, 2490, 2706, 2830, 2902 Frederik Lodewijk, Prins van Wales 2783 Freemantle, Luit-Kolonel 1862 Friso, Johan Willem 2753, 2754 Fuyck, Hendrick Jorisz. ir34 Gabbema, Simon Abbes 1070 Gael 48 Garbransz., Claes 711a Geel, Joost van 1961 Geelvinck, Agatha 2131 Geelvinck, Corn. Jansz. 1296b Geelvinck, Eva 2120 Geelvinck, Jan Cornelisz. 1296b Geer, Margaretha de 754 Geertgen tot St. Jans (?) 950 Gekeer, Joost Jonasz. 2219 Gelder, Anna van 1287a Gelder, Jan Pauwelsz. van 1287a, 1463 Gent, Barthold van 576 Gent, Willem Joseph Baron van 406a George II van Engeland 2891 George III van Engeland, 2784, 2885 Gerbier, Isabeau de 152 Gerritsz., Cornelis 2291 Gerritsz., Lubbert 1606 Gerven, Pieter van 2219 Gevaerts, Caspar 857b Ghent, Willem Joseph Baron van 406a Gildemeester 1435 Gillon, Joanna le 404 Goblé, Steven 1435 Godin, Franciscus 1957 Goens, Ryclof van 317 Gogel, Isaac Jan Alexander 618a Golingh, Jan 614 Goll van Franckenstein, J. r435 Gooi, Mej. van 2146 Gordon, Kol. 1862 no. Gorter Hilkes, Wed. M. E. >397a Gouche, Margaretha le 260 Govaerts, Jacobus 688b Graeff, Agneta de 236 Graeff, Cornelis de 399a Graeff, Dirck de 1341 Graeff, Pieter de 2339 Graswinckel, Dirk 1049 Grave, Jr., J. E. 1435 Greenwcod, Frans 1081 Gresham, Sir Thomas 1673b Gresham, Lady 1673c Griethuysen, Sibylla van 1065 Gronovius, Johannes Fredericus 1954 Groot, Hugo de 1604 Groot, Willem de 1951 Guardaluchesi (?) 47 Guise, Henri de Lorraine duc de 2789 Gunning, Mary 2941 Gustaaf Adolf van Zweden 1609 Gutberleth, Tobias 1079 Haag, Johannes van den 925 Haag, Nicolaas van 925 Haan, Mattheus de 323 Haarst, Az., G. van 1436 Haas, A. de 1434 Haecken, Lysbeth 2127 Haen, Abraham de 1080 Haes, Anthony de 1781 Haes, Frans de 1773 Haesbaert, Martinus 2316, 2317 Haga, Cornelis 221a Halen, Arnoud van 1031 Halewijn, Jan van 540 Halkett, Generaal 1862 Hall, Maurits Cornelis van 1435 Hallewat, Aris Hendrick 1340 Hanneman, Adriaen 1103 Harmensz, Barent 2016 Harmensz, Ysbrandt 2386a Haro, Don Louis de (?) 2796 Harris, Kolonel 1862 Hart-Nibbrig, Ferdinand 2925e Hartaing, Daniël de 2007 Hartigsvelt, Corn. Jansz. 2647 Hartigsvelt, Willem 2654 Hartley, Familie 1664 Hartman, Isaac 1500 Hartmann, S. 2321 Hartog, Thomas "35 Hartogveld, Dr. Joan van 552a Hartsen, Mevr. - 1870 Hartsen, Wed. J. van Eiken, M. 1397a Harvey, Kolonel 1862 no. Hasselaer, Aegje 1592 Hasselaer, Dirck 2584a, 2589 Hasselaer, Kenau Simonsdr. 153 Hasselaer, Nicolaes 1089 Hasselaer, Pieter 1879, 2584a Hasselaer, Luit. Pieter Dircksz. 2585 Hasselaer, Pieter Cornelis 1698 Hasselaer, Pieter Dircksz. 1879, 2358 Heede, Schellingwou, J. v. d. 2016 Heem, Jan Davidsz. de 1123A Heems, Wouter Lambertsz. 2219 Heemskerk, Coenraad van 2518 Heemskerk Azn., Mr. Jan i743aa Heemskerk, Willem van 1055 Heereman 430 Heeremiet, H. 1434, 1436 Hees, Maria van 614a Hees, Thomas 1693a Heimbach, J. Psz. P. 1436 Heinsius, Nicolaas 1958 Helm, Willem van der 919 Hem, Harman Ysbrantsz. 1881 Hemert, J. A. van 1434 Henderson of Tunnegask, Robert 2003 Hendricksdr., Lysbeth 170 Hendricksz., Hendrick 1881, 2587 Hendrik I van Lotharingen 2789 Hendrik II van Frankrijk 2788 Hendrik IV, van Frankrijk 32 Hendriks, Wybrand 1163 Hennekin, Johan 2657 Hennekyn, Paulus "35 Henriëtte Maria, Koningin van Engeland 2842, 2843 Henry Frederick van Wales 2864, 2866 Hens, Gillis 17S1 Héraugières, Charles de 186 Hervey, Kol. 1862 Hessen-Cassel, Maria Louisa van 283 Heurn, C. van 1435 Heusden, Adriana Johanna van 1115 Heusden, Boudewijn van 2500 Heuversz., Wouter 1881 Heyblocq, Jacob 1067 Heyckens, Jan 2584a Heyn, Pieter Pietersz. 716 Hibma, I. P. 1436 Hilkes, Wed. O. G. Gorter, M. E. 1397a HUI, Lord 1862 Hinlopen, Adriana H54 Hinlopen, Reinier Ottsz. 899 Hobein, Jacob 1863 Hochepied, de 119b Hodges, Charles Howard 1190 Hodges, Emma Jane 1193 NO. Hoefijzer, Pieter Martsz. 2291 Hoevenaer, Anthony 362 Hofdyck, Corvina van 1595 Hoffmann, Gilles 2595 Hogendorp, Diederik van 262 Hogendorp, Gijsbert Karei van 1867 Hogendorp, Heindrick 2291 Hogendorp, Willem van 279 Hohenlo, Philips Graaf van 1984 Hohenlo, Philips Ernst Graaf van 1990 Hollesloot, Pieter Jansz. 1881 Hooch, Pieter de 303 Hoof, N. W. Op den 1968 Hooff, Adjudant van 1862 Hooft, Brechje 566a Hooft, Corn. Pietersz. 430, 2591 Hooft, Henrick 1591 Hooft, Jan 1879 Hooft, Jan Lucasz. 2585 Hooft, Jacob Wülemsz. 552a Hoof t, Pieter Cornelisz. 1608, 1832, 2118 Hooghe, Anna de 409b Hooghe, Familie de 4ogf Hoogstraten, Frans van 1074 Hoop, Adriaan van der 1899 Hoop-Fontein, Mevr. van der 1899 Hoorn, Herman Cornelisz. van 2352 Hoorn, Pieter van 1135 Hoorn, Philips van Montmorency Graaf van 1673a Hop, Cornelis 837 Hornes van Kessel, Willem Adriaen Graaf van 2005 Horst, Ewoud Pietersz. van der 2642 Houtman, Frederik de 83, 203a Hoyman, J. S. 1434 Hoyman, R. 1436 Hoijnck, Jacob 1282, 1658 Hoyngh, Thomasz. Jacobsz. 1340 Hudde, Gerrit 900a Hudde, Isaac 1781 Hudde, Johannes 1690 Huift, Gerard Pietersz. 930 Huift, Jan 1134 Huift, Pieter 1134 Huift, Pieter Evertsz. 2352 Hulswit, Jan 1435 Hunsdon, Lady 2875a Huydecoper, Jan 925, 1138 Huygens, Constantin 1726, 1950 Huyzer, E. 2321 Iddekinge, Berend van 876 Iddekinge, Jan Albert van 876 Imhoff, Gustaaf Willem Baron van 1941 no. Indies, Gerrit 1339 Indischerave, Gerrit Jacobsz. 1134 Isabella van Oostenrijk 356, 2486 Jacoba van Beieren 130 Jacob I van Engeland 2486 Jacobs, Lambert 1339 Jacobsz., Lucas 2352 Jacobsz., Rombout 2352 Jacobus I van Engeland, 2486, 2861 Jacobus II van Engeland, 2822, 2834c, 2847 Jamin, D. C. 1434 Janssens, Jhr. Jan Willem 1871a Jansz., Lambert 1881 Jansz., Volckert 2017 Janszen, Anthonis 1061 Jaquinot, Generaal G. 1862 Jérome Napoleon 1862 Johann Conrad, Wild- en Rijngraaf 958 Jolle, P. J. le 1439 Joncheyn, Albert 125 Joncheyn, Cornelis Symonsz. 430 Jonge, de 1867 Jongh, Jan de 614 Jorisz., David 149 Joseph II van Oostenrijk 2930 Juan van Oostenrijk, Don 2791 Kaempff, A. C. H. 1434 Kampen, Willem van 430 Kamphuyzen, J. 1435 Kampoort, Jan van 2016 Kapel, Jan Hillebrantsz. 2219 Kapitein, J. 2319, 2320 Karei I van Engeland, 2844, 2862, 2901 Karei II van Engeland, 1473b, 2530, 2777, 2778, 2826, 2851 Karei V, Keizer 30, 935 Karei Balthasar van Spanje 335 Keizerswaard, Catharina 2233; Kemp, Rombout 399, 2016 Kemper, Johan Melchior 1273 Kerckhoven, Johannes Polyander a 1032 Kerkhoven, P. 1434 Kessel, Elisabeth 912 Ketel, Agatha 1163 Kettingh 219 Kettingh, Petronella 263 Keyser, Aert 229Ï Keyser, Jan Adriaensz. 2016 Kieviet, Mr. Jan 2658 Kik, Willem 2291 Kinschot, Caspar van 1064 Kirchberg, Isabella von 2964 no. Klerk, Reinier de 328 Klinkhamer, -Mr. J. F. 1436 Kluyter, Herman Theunisz. 1135 Klijn, Barendsz., Barend 1436, 1443 Klijn, Hendrik Harmen 1436, 1869 Knobbert, Volckera Claesdr. 1589 Knotter, Maria 794 Knotzer, Frederik 1874a Knijff, Wouter 614 Koek, Hend. Merkus Baron de 1874 Kodde, Pieter Martsz. 430 Köhne, Notaris 1161 Koek, G. 1436 Koningh, Corn. de 2649 Koolvelt, Dirck 1339 Koorenbreck, Pieter Andriesz. 1881 Kooij, M. 1436 Korsgen, Albert 723a Korsgen, Dirck 723a Korsgen, Elbertzen ■ 723a Kortenaer, Egbert Meeuwsz. 1145 Krayenhoff, C. R. T. 1443a Kroock, Abraham Pietersz. 1134, 2219 Kruys, Claes Claesz. 430 Krynen, Cornelis 71 ra Kuyper, Jacques 1434, 1435 Kuyper, Jan 1881 Kuysten, Jan 1340 taer, Hademan van 1340 Lancey, Kwartierm.-Gener. de 1862 Lange, Anthony de 893 Langhe, Dirck de 1134 Lansbergen, Samuel van 1141 Laurensz., Philip 1631 Lauwers, J. 1435 Lauwrensz., Hendrick 399a, 890 Lavergne, Mej. 2928 Leeck, Dirck Claesz. van 398 Leeman, Symon 362 Leer, C. 1434 Leest, Marie Pietersdr. de 1142 Leeuwen Jonas Jacob, Dirksz. 926 Leeuwenhoek,-Anthonie van 2521 Leices ter, Robert Dudley Graaf van 1997 Lelie, Adriaen de 1434, 1435, 1436 Lens, Hendrick 2584a, 2585 Lepeltak, Jan 2319, 2320, 2320a Lescaille, Jacob 1953 Leur, Kol. J. van de 1862 Leuvening, Margaretha van 1946 Levin, Charles de 2002 Leydeckers, Jan Clasen 2016 Leyden, Lucas van 1452 Leyster, Judith 1635 no. Liauckama, Schelte van 58 Liefde, Johan de 1148 Lier, Aert Jan van 925 Lier, Laurens Jansz. van 2291 Limburg-Stirum, Graaf van 1867 Lingelbach, David 1043 Linteloo, H. 388a Liotard, Jean Etienne 303a, 2949 Lith, Claes van 399 Lobau, Graaf 1862 Lockhorst, Willem van 151 Lodewijk XIII van Frankrijk 2486 Lodewijk XIV van Frankrijk 2895 Lodewijk XV van Frankrijk 837 Lodewijk XVI van Frankrijk 2790 Lodewijk Dauphin van Frankrijk 2896 Lodewijk Dauphin van Frankrijk (1729—1765) 2932 Lodewijk Napoleon, Koning 1192 Loon, Jacob van 2017 Lublink-Reydenius, C. 2303b Lublink de Jonge, J. 1434, 2303a Lugt, J. Dirksz. 1434 Lijn, Cornelis van der 314, Lijnslager, Hendrik Ao. 1674 398 Lijnslager, Hendrik (1693—1768) 270, 2222 Maes, Jan 1135 Maetsuyker, Joan 3*6 Maintenon, Marquise de 2799 Mancini, Hortense 2800 March, Lord 1862 Marck van der 1841 Marck, Willem van der 2025 Margaretha van Oostenrijk 354 Maria Josephina van Saksen 2934 Maria de Medicis van Frankrijk 2117, 2486 Maria van Oostenrijk 148 Maria Stuart, Koningin van Schotland 164, 2774, 2775 Maria Stuart, (Gemalin van Willem III van Engeland), 257c, 1733, 2826a, 2841, 2878 Maria Henriëtte Stuart, (Gemalin van Willem II), 857, 1144, 1237, 2833 2876 Maria Theresia, Keizerin 2929 Marken, Heindrick van 430 Marlborough, Countess of 2942 Marlborough, Lord 2897 Marquette, Daniël de Hartaing, Heer van 2007 Marselis, Jan Claesz. 614 Martsz., Tobias 711a Massa, Isaac (?) 1084 Matelieff Dammasz., 1127 no. Matelieff de Jonge, Cornelis 2641 Mathenesse, Jan van 576 Maurits, Prins van Oranje 619, "76, 1177, 1180, 1183, 1246, 1494, i58l> 1983, 2486, 2488, 2489, 2490, 2491, 2491a, 2903, 2905 Maximiliaan van Oostenrijk (1756— 1801) 2931 May, Job Seabume i534ij May-Brander, Anne I534z Medici, Alessandro de i896d Medici, Prinses uit het geslacht 1896c Medici, Maria de 2117, 2486 Meebeeck-Cruywaghen, Familie 1349 Meer-Cants, Cornelia van der 1631 Meer de Wijs, J. v. d. 1397a Meffert, Pieter 925 Melanchton, PhUipp 735b Mendoza, Francisco de 1998 Meppel, Jan Cornelisz. 2057 Merlen, Gen. van 1862 Merwede, Matthijs van de 1068 Messchaert, Johan M. 2547a Metayer, Antoinette 1698b Metayer, Catharine Elisabeth 295iA Metayer, Phz., Louis 1698a Metsue, Cornelis 399, 540 Meulen, Jan Cornelisz. 2291 Meulenaer, Dirck Hendrick 1155 Meulenaer, Marten 1505 Meulenaer, Roelof 543 Meures, Jan 2219 Meijer, Cornelis n 20 Meyster, Everard 1066 Michel, Generaal 1862 Molenaer, Ant. Heindricksz. 2219 Molenaer, Constantijn 1635 Molenaer, Helena 1635 Molkenboer, J. H. 1436 Moll, Jr., J. 1434 Monnikhoff, Willem 1935 Montfoort, Heeren van 37 Moor, David de 2601 Moor, Karei, de 1655 Moreelse, Paulus 1657 Morosini, Morosina 434a Morus, Alexander 1057 Mossel, Jacob 326 Moucheron, Cosmo de 2291 Moucheron, Pierre de (en Familie) 152 Moyaert, Jan Cornelisz. "34 Mühl, Kolonel van der 1443a Muilman, Willem Ferdinand Mogge 1428 Muilman de Jonge, Willem 828 Muiraet, Gerrit 614 no. Muller 1435 Muyen, Philips Willemsz. 2219 Muys, Robbert 1694 Muyser, Pieter 1500 My, Govert v. d. 1135 My, Jacob Gerritsz. van der 2167a Mye, Aernout van der 2017 Myn, David de 1438 Mijn, Georges van der 16960 Nachtglas, Jacob Pietersz. 2584a Naeldwijck, Heeren en Vrouwen van 132—137 Nagel, Jr., Jan 1443a Napoleon I 979A, 1862, 2036 Nassau, Adolf van 179, 1981 Nassau, Adolf van (1584—1608) 1993 Nassau, Albert van, -Dillenburg 1995 Nassau, Albertina Agnes van Oranje- 1235, 2834 Nassau, Amalia Henriëtte van 2829 Nassau, Carolina Wilhelmina van Oranje- 2760, 2857 Nassau, Engelbert II van 27a Nassau, Ernst Casimir van 954, 959, 1178, 1988, 2489 Nassau, Frederica Louise Wühelmina van 2765, 2766, 2849, 2913B, 2922a, 2961 Nassau, George Frederik van 182, 2913B Nassau, Hendrik van 180 Nassau, Hendrik Casimir I, van 955, 956 Nassau, Hendrik Casimir II, van 1264a, 2752 Nassau, Henriëtte Amalia van 2829 Nassau, Henriëtte Catharina van 1235 Nassau, Johan Ernst van 1991, 2489 Nassau, Johan de Oude van Catzenelnbogen 177, 1980 Nassau, Johan van Catzenelnbogen (1561—1623) 1986 Nassau, Catzenelnbogen, Johan v. 1992 Nassau, Catzenelnbogen, Willem van (1592—1642) 1994 Nassau, Johan van Siegen 1597 Nassau, Johan Lodewijk van 2489 Nassau, Johan Maurits van 236b, 1693 Nassau, Johan Willem Friso van 2753, 2754 Nassau, Justinus van 197, 1978, 1985 Nassau, Lodewijk van 178 Nassau, Lodewijk Gunther van 1989 Nassau, Lodewijk Hendrik van 183 Nassau, Louise Henriëtte van Oranje- 1236 Nassau, Louise Wilhelmina Frederika van 2765, 2766, 2849, 2913B Nassau, Maria van Oranje- 1235 no. no. Nassau, Philips van 181, 1987 Ommeren, Jan van 1135 Nassau, Philips Willem van 1580, Ompteda, Kol. 1862 1982, 2489, 2748 Oolofsz., Jan 1881 Nassau, Wilhelmina Carolina van Oostenrijk, Albert Aartshertog van 355,2486 Oranje- 2760, 2857 Oostenrijk, Anna van 2068 Nassau, Willem Frederik van 957, 2879 Oostenrijk, Isabella Clara Eugenia Nassau, Willem George Frederik van van 356, 2486 Oranje- 295, 2768,2769,2849,2870, 2960 Oostenrijk, Joseph II van 2930 Nassau, Willem Lodewijk van 1596, 2489 Oostenrijk, Don Juan van 2791 Nassau-Weilburg, Augusta Maria Oostenrijk, Margaretha van 354 Carolina von 2962 Oostenrijk, Maria van 148 Nassau-Weilburg, Isabella von Kirch- Opstenrijk, Maria Theresia van 2929 berg, vorstin von 2964 Oostenrijk, Maximiliaan van 2931 Neck, Jacobus Cornelis van 1333a Oostsanen, Jacob Cornelisz. van 721 Nederhorst, Godard van Rheede 576 Oostwaard, Bakker 2233 Nes, Aert van 548, 1146 Ooyens, Isaac 1135 Nes, Hans van 430 Op den Hoof, Nic. Willem 1968 Nes, Jan van. • x3°9 OPPY11» Wynant Arentsz. 1134 Nes, Johan van 2547 Oranje, zie op voornamen of Nassau Netscher, Caspar 1723a Orliens, Jacoba van 1703b Netscher, Theodoor 1723c Orsoy, Christiaan van 1164 Netscher, Kinderen van Caspar I723d Ostade, Adriaan van (?) 1813 Neve, Joachim de 2017 Ouder-Amstel, Heijman Jacobsz. van Ney, Maarschalk 1862 der 723a Neyen, Pater 2486 Outshoorn, Willem van 1886 Neyenburg, Johan van 1062 Ouwerol, Ryckert 711a Nieulandt, Adriaen van 1748, 2291 Overbeke, Aernout van 1962 Nieulandt, Jacob van 2585 Overlander, Luit. Volckert 2584a Nieuwenhuizen, Jan van i443d Nimay, Pierre de 2291 Pack, Gen. Maj. Sir Denis 1862 Nispen, Margaretha van 2595 Paets, Adriaen (1668) 2661 Nobel, Agatha Heronima 1843 Paets, Mr. Adriaen (1703) 2666 Nobel, Hendrick 2643 Paets, Mr. Adriaen (1734) 1776 Nobel-van der Marck, Mevr. 1841 Paffenrode, Jan van 1069 Nolthenius, D. 388a Pallandt-Merode, van 39 Noot, Dr. Petrus Jac. 1438 Palthe, Mr. G. J. 1436 Nooij, Trijntgen Tijsdr. van 898 Pancras, Aletta 573b Noue, Francois de la 184 Parker, Isaak 873 Nozeman, Maria 1694 Parker, Mr. Johan Willem 1706 Numan, H. 1435, 1436 Parker, Johannes 2338 Nuyts, Cornelis 1831 Parker, Mr. Pieter 1639 Nymegen, Dionys van 1770 Parra, Petrus Albertus van de 327 Nymegen, Dionys van Eliasz. 1772 Pater, Albert 1136 Pater, Lucas 1964 Ockersen, Jan 2016 Patras, Abraham 2028 Oem, Adriana 2915 Pauw, Adriaen 576 Oetgens van Waveren, Ant. 1424 Pauw, Luitenant 1330 Oetgens van Waveren, Frans 925 Pee, Henriëtte van 2875e, 2875g Oetgens van Waveren, Johan 1135 Peene, M. A. van 1397a Oetgens van Waveren, Nicolaes 925 Peereboom 1435 Offerman, E. P. 1436 Pelkwijk, Joost ter 2316, 2317 Ogier, Guilelmus 1063 Pels, Andries 1072 Oldenbarneveld, Johan van 97, 1587, 2104 Pels, Johanna Sara 291 Oldenbarneveld, gen. de Witte Tul- Permis, J. 1436 lingh, Kol. van 1867 Pergens, Jacob 1540 NO. no. Pers, Dirck Pietersz. 1340 Quellinus, Artus 545 Peter I de Groote van Rusland 966 Quina, Carel 2311a Peters, Bonaventura 1056 Quinkhard, Jan Maurits 1970 Petersen Jr., Carsten 1438 Philip II, van Spanje, 29, 351c, 935 Rabenhaupt, Carel 255 Philip III, van Spanje 353 Raep, Adriaensz. Pieter 892 Philips, Jan Caspar 2015a Raep, Willem Adriaensz. 2585 Philips de Schoone 1403a Raephorst, Matthijs Willemsz. 890 Pieck, Ritmeester 152b Raet, Mr. Dirck de 1564 Pierson, Christoffel 1073 Ramsden, Coenraet Rogiersz. 1134 Pieterse, Iz. P. 1436 Ramsden, Rogier 925 Pietersse, J. 1434 Ramskrammer, Justina Johanna 872, 873 Pietersz., Lambert 2586a Ravensberg, Aletta van 1310 Pietersz. Lieven 1881 Reael, Elisabeth 1631 Pietersz. Reynst 430 Reael, Frans (?) n'38 Pina, Abigail de 2019 Reael, Johan Pietersz. 1296 Planté, Franciscus 1053 Reael, Laurens 308 Ploos van Amstel, Cornelis 667, 1970, 2890 Reael, Laurens Jacobsz. 430 Poll, Gijsbert van de 2219 Reael, Pieter 923 Poll, Harmen van de 2219, 2221 Reael, Reynier 1085 Poll, Harmen Hendr. v. d. 566, 1908 Rebecque, Gen. de Constant 1862 Poll, Jan van de (1597—1678) 1136, Rebecque, Kapt. de Constant 1862 2219, 2220 Redinckhoven, Reynier 1134 Poll, Jan van de (1666—1735) 566 Reigersbergh, Maria van 407 Poll, Mr. Jan v. d. (1721—1801) Reiniersz., Reinier Klaas 711a 1943, 2304 Rembrandt 614 Poll, Margaretha Cornelia v. d. 934 Rendorp-Dedel, Anna Maria 1768a Poll-Trip, Margaretha v. d. 1942 Rendorp, Herman 2352 Poll, Maria Henriëtte van de 1697 Rendorp, Pzn. Joachin 2013a Pollis, Joannes 2219 Rendorp, Jochem 1134 Ponsonby, Kol. 1862 Rendorp, Margaretha 2628 Ponsonby, Sir William 2935 Rendorp, Pieter Nicolaes 2013c Poock, Christoffel "35, 1138 Rendorp, Salomon 2304d Poorten van Vollenhoven-Berg, Wed. Rendorp-van Collen, J. F. 2304e S. M, J. v. d. 1397a Rendorp-Schuyt, W. H. 2013b Pot, Claes Hendrixz. 2585 René van Chalons 146 Pot, Cornelis van der 1774 Renevelt, Willem van 2017 Potter, Abraham de 920 Reus, Johan de 2655 Pottey, Catharina 1112 Rey, Maerten 894 Pottey, Sara 1508 Rey, Maria 544 Pottey, Mr. Willem 1507 Reydenius, Cornelia 2303b Prado, Gualtero del 968 Reyniersz., Karei 315 Prado, Hortensia del 970 Reynst, Albertus 362 Pratensis, Jason 1947 Reynst, Joan 829 Pré, Daniël du 1435, 1436 Reynst, Pieter 307 Prins, Barent Willemsz. 2585 Reynst, Pietersz. 430 Prins, J. 1436 Rheede, Graaf van 1862 Pronck, Jan Cornelis 1134 Rheede van Nederhorst, Godard van 576 Pruisen, Frederica Louisa Wimelmina Rhijn, Grieté Jacobsdr. van 1333b van 1268, 2959 Richmond, Hertogin van 2827a Pruisen, Frederika Sophia Wimelmina Riebeeck, Johan Anthonisz. van 244a, 734 van 555, 557, 1008, 2009, 2763, Riebeek, Abraham van 320 2764, 2848,2849,2858,2868,2882, Riebeek, Elisabeth van 269 2908, 2957 Riebeek, Mr. Gerard Cornelis van 2516 Pruisen, Prins Friedrich Wilhelm van 1862 Rigail, J. R. 1434 no. Ripperda, Willem 576 Rodenburgh, Theodorus 1035 Röell, Prof. Willem 1935 Roepel, Br.-Maj. 1862 Roeters, Ernst 2350 Rogge, Th. 2319, 2320 Rogh, Jacob 891, 893 Rolandus, Jacobus 2592 Rombouts, Johannes ii34 Romswinckel, M. 1436 Roodenburch, Jan Beths 2584a Roos, Carel Sibylle 1434, 1435 Rosecrans, Dirk Jacobsz. 1330, 1331 Rosieren, Jan van der 1040 Rosmale, Dominicus 2664 Rotgans, Lucas Jacobsz. 1340 Rotterdam, Claes 1134 Rover tot Heulesteyn, Hendrik de 37 Rover van Heulesteyn, Roelof de 37 Rover van Montfoort, Jan de 1 j$g3ÏP* Rover tot Montfoort, Willem de 37 Roy, Dr. Cornelis Hendrik a 1396 Roy, Hans de 1881 Roy, Jacob Dircksen de 2016 Royen, Adrianus van 282 Royen, G. van 1435 Ruloffs, J. 1434 Ruysch, Luitenant 1331 Ruysch, Secretaris 837 Ruyssenaar, R. Meurs 1435 Ruytenburg, Willem van 2016 Ruyter, Alida de 1287a Ruyter, Anna de 1287a Ruyter, Cornelia de 1287a Ruyter, Engel de 1287a, 1462 Ruyter, Margaretha de 1287a Ruyter, Michiel Adriaensz. de 492, 549, 1287a, 2969 Rij, Jacobus Danckertsz. de 396 Rijn, Harmen Gerritsz. van 2025 Rijn, Jacob Egbertsz. 1881 Rijn, Rembrandt van 614 Rijn, Titus van 2025e Rijn, Willem Jacobsz. van 1881 Rijp, Gerard de 261 Rijskamp, Dirck Joosten 1134 Rijswijk, Jacoba Magtelda 275 Saksen, Maria Josephina van 2934 Saksen, Maurits van 2943 Sanderson, Maria Antoinette Char- lotte 1202 Satue, Don Ramon 988a Savoye, Eugenius van 2182 Savoye, Louise van 2787 no. Schaak, Petrus 1963 Schaeck, Benedictus H35 Schaep, Mr. Jan Bernd 228, 1828 Schaep, Maria 1692 Schagen, Gerrit Pietersz. 1340 Schalcke, Helena van der 573 Schalcke, Ds. Hendrick van der 571 Schalcke, Echtgen. van Ds. van der 572 Scheepmaker, Joachim Jansz. 540 Schellinger, Cornelis 2584a Schellingh, Pieter Sym. v. d. 2584a Schellingwouw, Jan v. d. Heede 2016 Schepel, Dirck Claesz. 2584a Schepers, Mr. Sebastiaen 2665 Schilt, Allard Garbrantsz. 2585 Scmmmelpeiminck, Rutger Jan 1203c, 1923c Schley, P. van der 1435 Schmidt, J. 1434 Scholten, Bochardus 1164 Scholten, Jan Petrus 1164 Schoonhoven, Agatha van 2189 Schoonhoven, Florentius 1045 Schoterbosch, Brechtje van 2590 Schouman, Aart 2176a Schout, Pieter 1350 Schout, Pieter Jacobsz. 2536 Schrevelius, Theodorus 1038 Schrijver 2016 Schrijver, Daniël Hendricksz. 1881 Schrijver, Heindrick Pietersz. 1881 Schrijver, Philips 2319, 2320 Schrijver, Thijs Pietersz. 1881 Schuleborg, Frederik 1340 Schuijt, Aarnout 362 Schuijt, Wimelmina Hillegonda 2013b Schwartze, Johann Georg 2186A Schwartze, Mevrouw van Duyl, geb. 2186B Schwartze, Georgine 2186C Schwartze, Ida 2186D Scotte, Jacobus 1949 Sem, Sieuwerd 2350 Senserf, Wal ter 1939 Serné, P. S. 1434 Serwouters, Frederik Frederiksz. 430 Seulyns, Heindrik 2585 Sévigné, Marie, Marquise de 2798 Sichterman, Johanna Maria 876 Simmeren, Maria von, geb. OranjeNassau 1235 Simonsz. Pieter 2352 Six, Catharina 698, 2805 Six, Joan 1059 Sluys, Maria Adriana v. d. 1478b no. no. Sluyter 1435 Stuart, Koningin van Bohemen, Elisa- Smelsinc, Nicolaes 1976, 2008 beth 2486, 2499, 2845 Smeth, de 1435 Stuart, Lord Damley, Hendrik 2776 Smies, Jacob 1435 Stuart, Hendrik Frederik, Prins van Smissaert, Isabella Maria 2926ac Wales 2864, 2866 Smissen, Maj. van der 1862 Stuart, Karei Eduard 2892 Smit, Jacob 71 ia Stuart, Maria, Zie op Maria Smits, Wessel 398 Stuart, genaamd de Schoone 2827a Snoeck, Jansdr., Margriet 2129 Stumphius-van Wessem, Jacoba 1790a Soete, Joost de 1999 Stuurman, Jan 925 Soete de Laeke, Willem de 2000 Swaerdekroon, Hendrik 322 Solms, Amalia van 929, 960 (?), Swalmius, Adrianus 1696a 1235, 1239, 2749 Swart, J. 1434 Solms, Ursula van 1663 Swart, W. 2319, 2320 Somerset, Generaal Lord Edward 1862 Swarth, G. 1436 Somersét, Luit.-Kol. Fitzroy 1862 Swartenhont, Jochem Hendricksz. 900 Son, M. van 388a Swartenhont, Maria Jochemsdr. 895 Sonmans, Jacob 2653 Swed, Cornelis van der 1935 Sonmans, Pieter 2646 Sweers, Isaac 2322 Soop, Jan 1881 Sweerts de Landas 1867 Sophia Mathilda van Wurtemberg, Swieten, Dirck Hendriksz. van 221 gemalin van Koning Willem III 2690 Swinden, J. H. van 1434 Soreau, Jean Prince de 1919a Swinden, P. H. van 1434 Sorgen, Clemens van n 34 Soutelande 48 Taddel, Ph. 1434 Sparwer, Adriaen Dirck 1135 Tassis, Jan Baptista 58 Speelman, Cornelis 318 Tempel, Olivier van den 2001 Speelman, Kol. 1862 Tengnagel, Jan 2291 Spex, Jacques 311 Tengnagel, Matthijs Gansneb gen. 1054 Speyart van Woerden 1675 Tersteeg, J. 1435 Speyk, Jan van 802, 803 Tersteeg, L. 1434 Spiegel, Heindrick Laurensz. 430 Testart, Pieter Cypriaan 1842 Spieghel, Hendrick Dircksz. 1138 Testart-Nobel, A. H. 1843 Spilbergen, Floris 2219 Thedens, Johannes 1786 Spinola, Ambrosius Markies de 1598, 2486 Theulingh, Dirck 892 Starter, Jan Jansz. 1046 Tholinck, Dirck 2584a Staunton, Lady Philippina 1725 Tholinx, Hendrick 2587 Steelink, Willem 2607a Thomas, Styntie 2127 Steen, Jan 2232 Thornhül, Majoor 1862 Steenbergen, H. 1434 Thoveling, Claes Maertensz. 2644 Steendam, Jacob Jacobsz. 1956 Thoveling, Dirck Claesz. "35 Steenkiste, Feyntje van 1087 Thijmansz., Dirck 430, 711a Steenwijck, Willem Jansz. "34 Tielen, Luit.-Kol. 1862 Steenwijk, Frans van 1967 Tielensz., Michiel 828 Stellingwerf, Augustus 1153 Tischbein, Joh. Fried. Aug. 2303 Steur, Johan 399 Titsingh, Abraham 1935 Steur, Pieter Jacobsz. 2219 Titsingh-Weber, Mevr. 28i8k Stiermans, Sara 1771 Tozelli, Francesco 2965 Stirum, Graaf van Limburg 1867 Trappen, gez. Banckers, Joos van Stokman, Gillis 711a 225, 1343 Strick van Linschoten, Charlotte Trappen, Gezin v. d. Vice-Admiraal Beatrix 2517 van 225 Strokkel, A. 1434 Trip, Jacobus 1149 Strijen, Nicolaes van 2352 Trip, Louisa Christina 2611 Stuart, Arabella 2860 Trip, Margaretha 1942 no. Trip v.Zoudtlandt, Jhr. A.D. Gen. 1862 Tromp, Cornelis 1699, 1887, 2681 Tromp, Maerten Harpertsz. 1460 Troost, Cornelis 2314, 2315 Troost, Jan Martensz. 1134 Troostwijk, W. J. van 1436 Tullingh, Oldenbarneveld gen. de Witte 1867 Tweehuisen, C. 1436 Tyrrell, Mevrouw 2944 Tijssens, Gijsbert 1966 Udemans, Cornelis Heyndriksz. 1952 Uffelen, Susanna van 363a Uppink, Willem (?) 2336a Usselinck, Willem 196 Utenhove, Anthonie van 1662 Utrecht, Maria van 1639 Uxbridge, Lord (Marquies of Anglesy) 1862 Uylenbroek, P. J. 1436 Uytenbogaert 2486 Uytenbogaert, Augustijn 552a Uytenbogaert, Johan (1557—1644) 1586 Uytenbogaert, Johan (1608—1680) 931 Uyttenhof, Sebald Jan van 1339 Valckenier, Adriaan 325 Valckenier, Gillis Jansz. 1283 Vathier de St. Alphonse 1862 Veecque, Johan van der 2640 Veen, Egbertus 396 Veen, H. van 388a Veen, Jan van der 1048 Veeneman, Tyman 540 Veening, J. 388a Velde, Adriaen van de (?) 2446 Velde de Jonge, Willek van de i 154a Velius, Theodorus 1037 Velthoen, Hendrick Gerritsz. 1134 Veltman, Louis Jacques 1287 Venne, Adriaen Pietersz. van de 1042, 2486 Venne, Isaac v. d. 1134 Verburg, Isaac 1938 Verdoes 431 Verdooren, Gerrit i443h Verdooren-Haack, Mevr. 1443c Verduyn, A. 2321 Vere, Sir Horatio 1600 Verhoeff, Pieter Willemsz. 195 Verhoek, Pieter 1075 Verhoesen, J. M. 1434 Verhul, Gerrit 1300 -Verkolje, Johannes (?) 2522 Verkolje, Margaretha 2524a no. Verlove, Karei 1076 Vermey, A. 1935 Vernède, Fred. Alex. 1164 Verreyken 2486 Verschuur, Paulus 2651 Versteegh, D. 1435, 1436 Verwer, Gerrit Jacobsz. 430 Verwout, Joan 396 Vetter, Jacoba 1198 Vianen, Paulus van 299 Vicq, Francois de 573a Vflleroi, Maarschalk van 837 Vinck, Pieter Egbertsz. 1876, 2586a Vinkeles, Reinier 1196, 1435 Vis, Jan Cornelis 1881 Visscher, Abraham de 2129, 2287 Visscher, Claes Thijmansz. 711a Visscher, Jan Cornelisz. 2016 Vlack, Dirck 2350 Vlak, Jaspar 2219 Vlasblom, Jan 398 Vliet, Adriaan van der 1775 Vliet, Cornelis 2219 Vliet, Mr. J. van 2319, 2320 Vlooswyck, Jan van 900a, 923, 2584a Voet, Heindryck Sybrantsz. 2291 Vogelaer, Mr. Jacob de 234a Vogelensang, Jan 1340 Vollenhoven, Johannes 1071 Vondel, Joost van den 928, 1371, i373> 1907a Voogt, Maritge Claesdr. 1088 Voort, Catharina van der 2290b Voort, Corn. van der 2584a Voort, G. van der 1436 Voort, Hans v. d. 2291 Voort, Willem Pietersz. "35 Vorstius 2486 Vos, Jan 1060 Vos, Jacob de "62, 1435 Vos Wz., J. de 1435 Vries, Abraham de 2600a Vries, Jacob Symonsz. de 1341 Vries, Mr. Johan de 2659 Vriest, Johannes de 396 Wagenaar, Jan 2015 Walbeeck, Paulus van "34 Walschaert, Hans 1340 Wassenaer van Obdam, Jacob Baron van 2680 Waterpas, Pieter 925 Weddik, T. I. 1434 Weelinx, Trijntie 2351 Weerdenberg, Magdalena van 139 no. Wees, Jan de 1339 Weits, C. E. 1434 Wellington, Hertog van 1862 Wendel, B. Weddik 1434 Werff, Adriaen van der 2626 Wesik, Wichard van 1935 Wessem, Jacoba van 1790a Westerhoff, C. van 2319, 2320 Westerwolt, Adm. Adam van 1595a Weydeman', J. L. 1436 Weyntjes, Willem 1631 Wiere, Bartholomeus v. d. 169 Wimelmina van Pruisen, gemalin van Willem I 1268, 2959 Wimelmina van Pruisen, (Gemalin van Stadhouder Willem V) 555, 557, 1008, 2009, 2763, 2764, 2848, 2849, 2858, 2868, 2882, 2908, 2957 Wilhelmina Carolina, Prinses van Oranje 2760, 2857 Wilkens, Cornelis 1134 Wilkens, Cornelis de Jonge 1134 Wülekens, Anna 2351 Willekens, Jacob 923 Willem I, Prins van Oranje 166a, 351c, 1246, 1336a, 1579, 1979 Willem II, Prins van Oranje 857, 1234, 1237, 1243, 1245, 1246, 1748, 2750, 2831 Willem III, Prins van Oranje 257b, 1244, 1246, 1732, 1734, 2140, 2691, 2751, 2828, 2841, 2877 Willem IV, Prins van Oranje 389, 390, 1280a, 1697a, 2755, 2756, 2757, 2759, 2835, 2875 Willem V, Prins van Oranje 556, 1855, 2743, 2744, 2761, 2762, 2849, 2855, 2856, 2906, 2907, 2909, 2959 Willem I, Koning der Nederlanden, 294, 296, 1191, 1267, 1395,2767, 2849, 2913A, 2958 Willem II, Koning der Nederlanden, 618, 1387c, 1392, 1862, 1862a, 2770 Willem III, Koning der Nederlanden 1873 Willemsen, Elbert 2016 Winsemius, Piërius 1041 Winter, Nsz., P. van 1435 With, Witte Cornelisz. de 242 Witsen, Cornelis Jansz. 1135 Witsen, Jonas 2584a Witt, Cornelis de 402, 406, 515 Witt, Johan de 250, 401, 1960, 2511, 2904 Witte-van Beresteyn, Caecilia de 1590, 1836 Witte, Cornelis de 1287a Witte, Jan de 1287a Witte, Heer van Haamstede, Mr. Jacob de 1703a Witte, Helena Catharina de 1728 Witte, Francoisdr. Maria de 1702 Witte, Nicolaes de 211 Witte, Pieter de 1835 Wittert van der Aa, Adriaen 794 Wittert van der Aa, Johan 792 Woldorff, F. L. 1434 Wolf, Jacob Karstensz. 1881 Wolters, Hermanus 2875d, 2875f Wood, Generaal 1862 Wormskerck, Harmen Jacobsz. 2016 Wttenbogaert, Johan 931 Wuytiers, Dirck 2586a Wynands, Dionys 1760, 1761 Wynands, Hendrick 1512 Wijs, J. v. d. Meer de 1397a Wyre, Joris de 925 Yver, Jan 1435 Zeno, Vincenzo 2302b Zoutman, Jan Arnold 741, 1114, 2919 Zubli-Maschhaupt, Mevr. A. J. 1317c Zuytbroeck, Neeltgen Willemsdr. van 791a, 2025a Zwol, Christoffel van 321 Zijl, Henricus van 579 25 TOPOGRAPHISCHE LIJST no. no. Abcoude. Gezicht bij 941, 942c, 942a Oude Kerk, van buiten 893 Algiers. Gezicht op de stad van de Oudezijds Achterburgwal 893 zeezijde 441, 443, 1335, 1758, 2179 Oudezijds Heerenlogement 479 Alkmaar. Gezicht op de stad 1117 Paalhuis en Nieuwe Brug 453, 453b Amboina in vogelvlucht 83 Prins Hendrikkade 1519U Amerika. Kust van 2678 Raampoortje 2331 Amersfoort(?) 1170 Regulierspoort 450 Amstel. Hofstede Weina a/d 1473a Rokin 622d Amsterdam. Sint-Anthonieswaag 1826 Rondeel 26o6bb Aalmoezeniersweeshuis 618 Scheepstimmerwerf 417, 417b De Beurs van binnen 485 Schreyerstoren I5i8d, 1519e, Bierbrouwerij de Haan 1134 1519I1, 2950A, 2950I Binnen-Amstel 2266a Singel met de brouwerij Het Lam 1135 Bloemmarkt 483 Singel met het huis van Huyde- Boekwinkel van Meyer Warnars coper 925 (Vijgendam) 1303 Singelbrug bij Paleisstraat 622e Bothuisje aan het IJ 1754 Spui 1323a Buitenkant I5i°bb, 1519e, 2950A Stadhuis (Oude) 452 De Dam 451, 477, 481, 482, 660a, Stadhuis, Zie ook op Dam 483, 1825 886, 1174, 2263, 29251U1 Stoockhuys van d'Ailly 1301, 1302 Damrak 622a Stroomarkt(?) I5i9bb Felix Meritis (gebouw) van binnen Synagoge. Hoogduitsche I335aa, 1651a 1434, 1435. 1436 Synagoge Portugeesche I335aa, 1651a Haringpakkerstoren( ?) 2699a Swijght Utrecht, toren 2266a, 26o6bb Heerengracht b/d Nieuwe Spiegel- Vinkenbuurt i323d straat 480 etc. Werf der Admiraliteit der O.-I. Heerengracht b/d Leidschestraat 1335a Compagnie 417, 417b Heyligeweghspoort 1329a IJ 409L 411,415,416,440,1754, Houtmarkt i335aa, 1651a 2469, 2605, 2606b Jan Roodenpoortstoren 2916a Antwerpen. Gezicht op de stad v. Joodenbreestraat 1185 d. landzijde 2679 Kloveniersburgwal?) 1249 Gezicht op de stad v.d. Schelde 2177 Kloveniersdoelen 2266a Kranenhoofd 2598 Kromboomsloot . 297og Citadel 604 Lastaadje 1134 Predikheerenkerk 1715 Martelaarsgracht 1171 Assendelft. De kerk van binnen 2100 Mosselsteiger 409f, 411 Nieuwe Kerk, van binnen 2697 Banda-Neira. Gezicht op 89 Nieuwe Kerk, koor met het praal- Barbizon. Bosch bij 2625 graf van de Ruyter 2699 Batavia. Gezicht op het eiland Nieuwe Kerk, met den onvol- Onrust bij 2267 tooiden toren 1825 Reede van 746a, 813a Nieuwe Kerk, zie op Dam. Straatje in 2623a Nieuwmarkt 1826 Kasteel 445 Noordermarkt 2669c Bautersum. Slag bij 1387c Oostenburg. Eiland 417b Bengalen. Oügeli in 2184 Oude Kerk, van binnen 2697 Plantage in 2185 no. no. . Bentheim. Kasteel 2080 Goen'ong Lawak, bij Matapoera 88 Bergen in Noorwegen 2463 's-Gravenhage. Binnenhof met de Berkenrode. Huis 710, 711 Loterijzaal 97, 457 Biesbosch. 2028c Binnenhof gezien van het Buiten- Boyne. Slag aan de 1264 hof 1180 Brazilië. Hollandsche nederzet- Trap in het Stadhouderlijk kwar- tingen 1902—1907 tier 108 Breda. Gezicht op de stad 1567 Gevangenpoort 663 Onze Lieve Vrouwekerk 584 Haagsche Bosch 295od Brederode. De bouwvallen 2150 Hofje 2925ee St. Jacobskerk (toren) 1144 Cananor Gezicht op de stad 85 st, jaCobskerk (van binnen) 2Q25gg Canton. Gezicht op de stad 90 Markt( ?) 2924e Chatham. Rivier bij 406,515, 1451, 1850 Omstreken van isigd, 1519^ Coevorden. Gezicht op de vesting 2704 1519", 2041 Constantinopel. Gezicht op de stad 2742 Vijverberg 619, 663' 1180 Couchin. Gezicht op de stad 86 Gulik. Vogelvlucht der vesting ' 2207 Crailo. Buitenplaats 1440 HKg ' —: Haarlem. Gezicht op de stad 2071, 2607 Decima. Eiland 2924d „ , , . .. „ tt ■ u u . . . St. Bavokerk van buiten 153 - Delfshaven. Havenhoofd met den _ . _ . . - ... - St. Bavokerk van binnen 486 ijsberg van 1565 77 „ . . . . „ -. _ „ %, . , J J , , " Groote Markt met Stadhuis 448 Delft. Puinhoopen van de bus- TT . _ ' 1 -i . , „. , „„ Het Spaarne 476 kruitontploffmg van 1654 1880 _ „. . „ „ , „„, 8 . . - .2 De Stadswallen 2454 Oude Kerk van binnen 1260, 2566 „ ,, ... ... . . ~; . . , . . Oudheidkamer op het Stadhuis X534h. Oude Kerk van binnen met praal- rI r • , , ra tt • , Haarlemmer Meer. 414, 2607 graf van Piet Hem 1260a 1 " ' „. „ , , , Hattem. 2070D Nieuwe Kerk met praalgraf van TT , , *' tt . ,»..„ t . Heemskerk. Kasteel 2454a Prins Willem I 769c TT ,. . , — ■ tt_; v 1 et Heemstede. Huis te 1297 Trap m Pnnsenhof 2925ff TT . _ , , . « . . . Huis Berkenrode te 710, 711 Doornik. Omstreken van 2821 IT _ „ t-. r , . , Helder. Den 813 Dordrecht. Gezicht op de stad van ... ^ ,. ... .. „ ^, Hellevoetsluis(?). 2160, 2467 de rivier uit 989, 993, 1517b, 1519c , TT ' . , . . t-, . . . , , ï 1 ■ l s-Hertogenbosch. Gezicht op de De stad in vogelvlucht 2028c . . „ „ „ r tt t-. j ,„ o stad 1178, 1181, 1182, 1752a, 2509 Dover. De reede van 368, 854a(?) _x . . , . .' ' /J ' D" ■ t^ . tt o c _ St. Janskerk van binnen 292511, 292ïw Duinkerken. Haven van 856, 2457, 2579 . , + . . t-, „ . , .. „ Hilversum. Boerendeel te 2925S Duins. Zeeslag bij 2458 IT _ , . „ Hoorn. Doelenpoort 29251] Egmond. Abdij 1118 Haven van 2696 Kasteel 62, 484, 1117 Houthalen. De Slag bij 1874a Egmond aan Zee. Gezicht op het Houwelinge. 2028c dorp 52 417a Hulst. Gezicht op de vestingwer- Egypte. Berglandschap in 438b ken van 1565 Elmina. Fort 1696a Enkhuizen. Gezicht in 1323e, 2226A JACATRA- 445 Reede van 2266 Jan Mayen Eiland (Beerenberg). 1515a Judea in Siam 87 ' Florence. Straten in 394a Julitabroeck in Zweden, met de Fontainebleau. Bosch van 778a geschutgieterij van Trip 906 Geestbrug bij Voorburg. 2624 Kaïro 2925g 't Gein. 2041a Katwijk-Binnen. Kennis te 2964a Gelderland. Landschap in 1361, 2329 Weeshuis van binnen 377 Genève. Omstreken van 2949 Kleef. Land van 1356a Gibraltar. Gezicht op 2604a, 2682, 2682a Slot te 1029 Goa. Baai van 366a Korteniioef. 942a no. no. Kremlin te Moskou 2925! Ouderkerk. Gezicht op 454 Kronenburg. Kasteel 2461, 2462 Oügely in Bengalen. Hoofdkan- Kijkduin. Zeeslag bij 2483a toor der O.-I. Compagnie 2184 Overschie(?). Riviergezicht bij 992 Laren. Heide te 1534a, 2950a Leerdam. Stadspoort te 2621 Palembang. De Reede 1574, 2180 Leeuwenhorst. Abdij 102 Parijs. Audiëntie-zaal in de Tuileriën 837 Leiden. Gebouw in Leiden(?) 919 Bois de Boulogne < 1284C, 2926I1 Blauwpoort 449 Notre Dame de Lorette 2580a Rapenburg 1302a Provence. Boerderij in 2926c St. Joris Doelen 2309 Universiteitsgebouw 1648c Quatre-Bras. Slag bij 1862a Lichtenberg bij Maastricht. Slot 1027 Raiebagh in het rijk Visiapoer. . 84 Livorno. Zeeslag bij i473, 1753, 2459 Rhenen. Gezicht binnen de stad en Loosdrecht. Raadhuiskamer 2925t . ^ . , 6o Luik. Kerk van St. Denis 2622 Rochester en de Medway. 1759, 1850 Rome. Colosseum ■ 597 Maas. Rivier de 408a, 439, 2152, 2215 Rapitool 1284 Maas en Waal. Land tusschen 2028c ^ Pieterskeik 2311a Maasland. Kerk te 584a Rotterdam. Maas vóór 408a, 439 Maarssen. 1443a Het Qude Hoofd 439, 2530 Maastricht. 2706 Havengezicht 1314a Mallorca. 979a, 979b RlJSWIJK 2488 Marsdiep. 410, 813, 2606c R 0Rp Hofstede bij Wassenaar 2616 Middelburg. Gezicht op de stad en de haven 2487 Saint-Cloud. Terras te 1351 Moerdijk. 2460, 2467 salee. Gezicht op 1755 Molodetschno. 1109 Sannois. Dorp 518 Monaco. Corniche van 1642 Schelde, De 1847 Moskou. Kremlin te 2925! Scheveningen. Gezicht op het dorp Munster. Raadzaal van binnen 576 van , n De Schuttersmaaltijd in den St. Joris- doelen XVI 1142 „ „ „ „ Marie Pietersdr. de Leest XVI 1161 Hendriks, W. Notaris Köhne en zijn Klerk Jan Bosch XLI 1171 Heyden, J. v. d. De Martelaarsgracht te Amsterdam XXIX 11.87 Hobbema, M. Watermolen XXXII 1228 Hondecoeter, M. d' Hoenderhof XXVII 1233 Honthorst, G. v. De vroolijke Speelman XVIII CAT. NO. BLZ. 1248 Hooch, P. rle De Kelderkamer XXXV 1251 ,, ,, ,, Buitenhuis XXXV i284d Israëls, J. Kinderen der Zee XLV I284n „ • „ Het late uur XLV 1309 Jongh, L. de Jan van Nes. XXIX 1314 Jongkind, J. B. Molen aan een vaartje XLVI 1315 Jordaens, J. Een Sater XXXVIII 1320 Kalff, W. Stilleven XXVII 1330 Ketel, C. Corporaalschap van kapitein Dirck Jacobsz. Rosecrans en luit. Pauw XII 1333a. ,, ,, Jacobus Cornelisz. van Neck X 1333b ,, ,, Griete Jacobsdr. van Rhyn X 1339 Keyser, Th. de Anatomische les van Dr. Sebastiaen Egbertsz. XIV 1350 ,, „ „ Pieter Schout XIV 1369 Koninck, Ph. Landschap XXXI 1452 Leyden, L. van Kerkprediking I 1455a Leyster, J. De Serenade XX 1478A Lippi, F. Portret van een jongeling V 1483b Lotto, L. Portret van een geharnast Edelman VII 1498 Mabuse, J. G. v. Floris van Egmond II 1501 Maes, N. Oude vrouw in gebed XXVI 1503 ,, ,, De Spinster XXVI 1517 Maris, J. H. Stadsgezicht XLVI 1518b ,, ,, ,, Kippetjes voeren XLIII 1518c „ „ „ Een bleekveld XHV rsigq „ ,, ,, Avondstrand XLV ijigbb Maris, M. Amsterdamsch stadsgezicht XLV 1520 Maris, W. Koeien aan een wetering XLVI 15201 ,, ,, Spiegelende koe XLIV 1529 Massys, Q. De H. Maagd met het Kind Jezus III 1532 Mast, H. v. d. Portret van een aanzienlijke vrouw X 1534b MauVe, A. Huisje aan den Zandweg XLIV 1549c Mesdag, H. W. Strand XLVI 1554 Metsu, G. De oude drinker XXXIV 1557a ,, „ Het zieke kind XXXIV 1626a Mület, J. Fr. De waterdraagster XLII 1632 Moeyaert, N. C. Drieërlei keuze XVIII 1635 Molenaer, J. M. De schilderes Judith Leyster XX 1653a Montagna, B. Madonna met kind VI 1660 Moreelse, P. Het „Prinsesje" XVIII 1661 ,, „ De schoone Herderin XVIII 1673b Moro, A. Sir Thomas Gresham IX 1673c ,, ,, Lady Gresham IX i673d Moroni, G. Portret van een jonge vrouw VIII 1674 Mostaert, J. De Aanbidding der drie Koningen I 1688 Murfllo, B. E. De Verkondiging aan Maria XXXIX 1721 Neer, A. v. d. Landschap XXXI 1726 Netscher, C. Constantijn Huygens XXXIII 1815 Ostade, A. v. De Bakker XXI 1818 „ „ „ Rustende reizigers XXI 1822 Ostade, I. v. Boerenherberg XXXI 1834 Palamedesz, A. Vroolijk- gezelschap XV 1896a Poggenbeek, G. J. H. Idylle XLV 1911 Potter, P. Paarden in de weide. XXI CAT. NO. BLZ- 1977 Ravesteyn, J. A. v. Mansportret XI 2016 Rembrandt De Schuttersoptocht XXIII 2017 „ Regentenstuk XXIV 2018 „ Anatomische les van Dr. Joan Deyman XXIII 2019 ,, Het Bruidspaar XXIV 2020 De steenen brug XXII 2022 „ Portret van.een aanzienlijke jonge vrouw XXII 2023 ,, Elisabeth Jacobsd. Bas XXV 2025a ,, Rembrandt's Moeder XXII 2025d ,, De Verloochening van Petrus XXIV 2025e Titus in monniksdracht XXII 2041 Roelofs, W. Landschap in de omstreken van 's-Gravenhage ,XLVI 2064a RousseaU) P. E. Th. Avondschemering XLII 2065 Rubens, P. P. Kruisdraging XXXVII 2067 ,, ,, ,, Helena Fourment XXXVIII 2074 Ruisdael, J. v. De Molen bij Wijk-bij-Duurstede XXXII 2079 ,, ,, ,, Winterlandschap XXXII 2083 Ruisdael, S. v. Pleisterplaats XXXII 2100 Saenredam, P. Jz. De Kerk te Assendelft van binnen XXXV 2124 San-Miniato, Meester v. Madonna met het Kind V 2127 Santvoort, D. D. Twee Regentessen en twee Binnenmoeders van het Spinhuis te Amsterdam XV 2189 Scorel, J. v. Maria Magdalena III 2209 Snyders, Fr. Wildstuk XXXVIII 2228 Stalpaert, P. Heuvelachtig landschap XI 2236 Steen, J. Familietafereel XXI 2243 ,, ,, Het drinkend paar XXI 2289 Tempel, A. v. d. * Familietafereel XVII 2298 Teniers de Jonge, D. De Dobbelaars XXXVIII ■ 2302a Tiepolo, G. B. Telemachus en Mentor VIII 2302b Tintoretto, J. R. Portret van den Senator Vincenzo Zeno VII 2323a Troost, C. Een stadstuin XLI 2325 ,, ,, Maria Magdalena Stavenisse XLI 2331 Troostwijk, W. J. v. Het Raampoortje te Amsterdam XLI 3251 Valckert, W. v. Drie Regentessen en de Binnenmoeder van het Leprozenhuis XIII 2452 Velde, E. v. d. Het Ponteveer XI 2455a Velde, J. J. v. d. Stilleven XXVII 2478 Velde, W. v. d. de Jonge Het Kanonschot XXVIII 2479 „ „ „ „ „ „ De Windstoot XXVIII 2486 Venne, A. P. v. d. De Zielenvisscherij XI 2488 „ „ ,, ,, ,, Prins Maurits op de Kermis te Rijswijk XX 2527 Vermeer, J. Het lezende vrouwtje XXXVI 2528 „ „ De Brief XXXVI 2528a „ „ De Keukenmeid XXXVI 2528b „ „ Het Straatje XXXVI . 2529a Veronese, P. C. Venus met Amor VII 2537a Verspronck, J. C. Meisjesportret XXI 2561 Vlieger, S. de De Tehuiskomst van den Valkenier XXV 2562 ,, ,, ,, Riviergezicht XXVIII 2587 Voort, C. v. d. De Regenten van het Oude Mannen- en Vrouwen Gasthuis XIII 2595 Vos, M. de Gilles Hoffman en Margaretha van Nispen IX CAT. NO. BLZ. 2616 Weenix, J. ; Dood Wild XXVII 2620 Weenix, J. B. Dood Wild- XXVII 2624 Weissenbruch, J. H. -Gezicht bij de Geestbrug XLIII 2625b „ „ „ . Landschap XLIII 2697 Witte, E. de Gothische Kerk van binnen XXXV 2720 Wouwermans, Ph. Het witte paard XXX 2732 Wynants, J. De Boerenwoning XXX 2741 Zaganelli da Cotignola, Fr. Christus door de Heilige Vrouwen beweend VI 2826 Ccoper, S. Karei II, Koning van Engeland XLVII 2828 Crosse, L. Willem III, Koning van Engeland XLVII 2837 HiUiard, N. Elisabeth, Koningin van Engeland XLVII 2842 Hoskins, J. Henriëtte, Maria van Frankrijk XLVII 2844 ,, ,, Karei I, Koning van Engeland XLVII 2860 Oliver, L Arabella Stuart XLVII 2861 ,, ,, Jacobus I, Koning van Engeland XLVII 2866 Oliver, P. Henry Frederick, Prince of Wales XLVII 2926* Israëls, J. De Rabbi XLIII 2926* „ „ Maaiers XLV 2928 Liotard, J. E. Mej. Lavergne of De schoon* Lezeres XLVIII 2941 ,, ,, „ Mary Gunning, Countess of Coventry XLVIII 2950c Mauve, A. Schapen in het bosch XLIV 2950X Millet, J. F. Herderin XLII 2950F Maris, J. H. De Molen in de sneeuw XLIII 295oyy Neuhuys, A. Noorsche Madonna XLIII 2958 Tischbein, J. Fr. A. Willem Frederik, Erfprins van Oranje XLVIII 2959 ,, ,, ,, ,, Frederica Louisa Wilhelmina van Pruisen XLVIII