NIET UITLEENEN 1 ftl DE GEMEENTEWET ■ VOORHEEN EN THANS VERGELIJKENDE TEKST IN ROOD EN ZWART UITGAVE N. SAMSOM ALPHEN A.D.RIJN-1931 EEN WAARDEVOLLE UITGAAF! PARLEMENTAIRE GESCHIEDENIS VAN DE WET TOT HERZIENING VAN DE GEMEENTEWET DOOR D. KOOIMAN lid van gedeputeerde staten der provincie Noordholland MET INLEIDING DOOR Mr. J. B. KAN oud-minister van binnen* landsche zaken en landbouw Wil men een juist inzicht verkrijgen in de beteekenis van de nieuwe en gewijzigde bepalingen der gemeentewet, wil men daartoe de beweegredenen leeren kennen, die tot herziening hebben geleid, dan raadplege men bovengenoemde uitgaaf. Zij bevat na een uitvoerig en duideliik overzicht van den inhoud der wijzigingswet al datgene uit de memorie van toelichting en uit de mondelinge en schriftelijke behandeling in de beide kamers der staten-generaal, wat met betrekking tot deze herziening van belang is te achten. De stof is systematisch gerangschikt en van marginale aanteekeningen voorzien. Naast de oude nummering der arti¬ kelen is de nieuwe vermeld. — Dit boek zal bij de praktische toepassing van de herziene gemeentewet van groote waarde blijken te zijn. — Prijs ƒ 7,25. N. SAMSOM — UITGEVER — ALPHEN AAN DEN RIJN DE GEMEENTEWET VOORHEEN EN THANS é DE GEMEENTEWET VOORHEEN EN THANS VERGELIJKENDE TEKST IN ROOD EN ZWART VAN DE WET VAN 29 JUNI 1851 (STAATSBLAD No. 85), REGELENDE DE SAMENSTELLING, INRICHTING EN BEVOEGDHEID DER GEMEENTEBESTUREN, ZOOALS DIE LUIDT NA DE DAARIN LAATSTELIJK BIJ DE WET VAN 31 JANUARI 1931 (STAATSBLAD No. 41) GEBRACHTE WIJZIGINGEN EN AANVULLINGEN VOORZIEN VAN LIJSTEN DER NIEUWE EN OUDE, DER OUDE EN NIEUWE NUMMERING VAN DE ARTIKELEN EN DER BIJ DE WIJZIGINGSWET VAN 1931 VERNUMMERDE OF TOEGEVOEGDE ARTIKELEN EN ALPHABETISCH REGISTER UITGAAF APRIL 1931 ALPHEN AAN DEN RIJN N. SAMSOM 1931 i INHOUD Blz. Nieuwe en oude nummering van de artikelen der gemeentewet . vii ix Oude en nieuwe nummering van de artikelen der gemeentewet • x xii Bij de wijzigingswet van 1931 vernummerde of toegevoegde artikelen xiii Tekst der wet I '13 Eerste afdeeling Van de samenstelling en inrichting der gemeentebesturen .... 1—45 Titel I. Algemeene bepalingen 1—2 Titel II. Van den raad 2—26 Eerste hoofdstuk. Van de leden van den raad 2—12 § 1. Van hun getal 2 § 2. Van de benoeming der leden van den raad 3—7 § 3. Van de vereischten voor het lidmaatschap van den raad en van de hiermede onvereenigbare betrekkingen 7—11 § 4. Van den tijd van zitting der leden van den raad 12 Tweede hoofdstuk. Van de vergadering van den raad 12—26 § 1. Van het onderzoek der geloofsbrieven en het zitting nemen der nieuw inkomende leden 12—17 § 2. Van het houden en de orde der vergadering 17—26 Titel III. Van den burgemeester 26—33 Titel IV. Van de wethouders 38 - Titel V. Van den secretaris 38—41 Titel VI. Van den ontvanger 41—-45 Tweede afdeeling Van de bevoegdheid der gemeentebesturen 45—109 Titel I. Algemeene bepalingen 45—65 Blz. Titel II. Van de regeling en het bestuur van de huishouding der gemeente 65—86 Eerste hoofdstuk. Algemeene bepalingen 65—70 Tweede hoofdstuk. Van het schorsen en vernietigen van de besluiten van den raad en van burgemeester en wethouders . . 70—71 Tweede hoofdstuk A. Van de plaatselijke verordeningen . . . 72—75 § 1. Van de plaatselijke verordeningen in het algemeen .... 72 § 2. Van de plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, in het bijzonder 72—75 Derde hoofdstuk. Van het dagelijksch bestuur der gemeente . 75—86 § 1. Van het dagelijksch bestuur in het algemeen 75—81 § 2. Van de handhaving der openbare orde in het bijzonder . ■ 81—86 Titel III. Van de besluiten der gemeentebesturen, aan de goedkeuring der Gedeputeerde Staten te onderwerpen . . . 86—89 Titel IV. Van de begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente en de daartoe betrekkelijke rekening en verantwoording 89—98 Eerste hoofdstuk. Van de begrooting 89—95 Tweede hoofdstuk. Van de rekening en verantwoording .... 95—98 Titel V. Van de gemeente-eigendommen, werken en inrichtingen 98 Titel VI. Van plaatselijke belastingen 99—109 Eerste hoofdstuk. Algemeene bepalingen 99—100 Tweede hoofdstuk. Van de bijzondere soorten van plaatselijke belastingen 100—104 Derde hoofdstuk. Van de invordering der plaatselijke belastingen 105—109 Overgangsbepalingen 109—110 Slotbepaling 111 Overgangs- en slotbepalingen van de wet van 31 Januari 1931 (Staatsblad no. 41) 111—113 Alphabetisch register 115—118 NIEUWE EN OUDE NUMMERING VAN DE ARTIKELEN DER GEMEENTEWET Nieuwe Oude Nieuwe Oude Nieuwe Oude nummering nummering nummering nummering nummering nummering ' 1 36 36 71 65 2 37 37 72 66 3 3 38 38 73 67 4 3 a 39 38a 74 68 5 4 40 386 75 69 6 5 41 38c 76 70 7 7 42 38c bis 77 71 8 9 43 38t/ 78 71a 9 10 44 38e 79 72 10 10a 45 39 80 73 11 10è 46 40 81 74 '2 10c 47 41 82 75 '3 10 met deze uitzondering, dat in eene gemeente van met meer dan 5000 zielen een onderwijzer voor het lager of middelbaar onderwijs tevens ambtenaar van den burgerlijken stand kan zijn; *) Het bepaalde in artikel 2, derde lid, vindt overeenkomstige toepassing. 2°. met de betrekking van secretaris in gemeenten van meer dan 20000 zielen, en met die van ontvanger in gemeenten van meer dan 5000 zielen, met dien verstande, dat onder „secretaris" en „ontvanger" niet worden begrepen zij, die onderscheidenlijk krachtens artikel 112 105 of artikel 127119 den secretaris of den ontvanger vervangen; 3°. met de betrekking van ambtenaar van het openbaar ministerie. De tot ambtenaar van den burgerlijken stand benoemde houdt van rechtswege op dit te zijn, zoodra hij een der voor de benoembaarheid gestelde vereischten verliest, of eene betrekking aanvaardt, die met de zijne onvereenigbaar is. Alvorens zijne betrekking te aanvaarden legt de ambtenaar van den burgerlijken stand voor de arrondissementsrechtbank, tot wier ressort de gemeente behoort, den navolgenden eed (of belofte) af: „Ik zweer (beloof), dat ik de betrekking van ambtenaar „van den burgerlijken stand in de gemeente „eerlijk en vlijtig zal vervullen, en dat ik de wettelijke „voorschriften, den burgerlijken stand betreffende, met de „meeste nauwgezetheid zal opvolgen. „Zoo waarlijk helpe mij God almachtig! („Dat be„loof ik!") Hij wordt hiertoe niet toegelaten dan na, mede voor bedoelde arrondissementsrechtbank, gelijken eed (verklaring en belofte) van zuivering te hebben afgelegd, als in artikel 45 39 voor de leden van den raad is voorgeschreven, met dien verstande, dat in de plaats van „lid van den raad , worde gelezen: ambtenaar van den burgerlijken stand. De bezoldiging van ambtenaren van den burgerlijken stand wordt door Gedeputeerde Staten, nadat de raad is gehoord, onder Onze goedkeuring geregeld. De gemeente verschaft aan de ambtenaren van den burgerlijken stand eene voor zooveel noodig verwarmde en verlichte localiteit voor hunne ambtsverrichtingen, benevens bureaubehoeften, en bezoldigt voor zooveel noodig personeel om hen bij te staan. Dit personeel wordt, de ambtenaren van den burgerlijken stand gehoord, door burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen. Het ontvangt van den ambtenaar x) TWEEDE HOOFDSTUK. VAN HET SCHORSEN EN VERNIETIGEN VAN DE BESLUITEN VAN DEN RAAD EN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. 2) besluiten van den raad en van burgemeester en wethouders 3) besluiten van den raad en van burgemeester en wethouders van den burgerlijken stand, onder wiens leiding het arbeidt, zijne instructie en is aan hem of den ambtenaar, die hem vervangt, onmiddellijk ondergeschikt. De verdeeling van de werkzaamheden tusschen de verschillende ambtenaren van den burgerlijken stand wordt, die ambtenaren gehoord, op voordracht van burgemeester en wethouders, door den raad geregeld. De raad bepaalt tevens de uren, waarop elk bureau van den burgerlijken stand dagelijks voor het publiek geopend zal zijn. Daarbij wordt voor den Zondag en daarmede gelijkgestelde dagen eene afzonderlijke regeling getroffen, ten einde de werkzaamheden van de ambtenaren van den burgerlijken stand op die dagen zooveel mogelijk te beperken. Met den Zondag worden ten deze gelijkgesteld de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paasch- en Pinksterdagen, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag en de verjaardag des Konings. Van de besluiten van den raad, in de twee voorgaande alinea's bedoeld, geschiedt onverwijld openbare kennisgeving, en wordt tegelijkertijd mededeeling gedaan aan den officier van justitie. *) TWEEDE HOOFDSTUK. VAN DE PLAATSELIJKE VERORDENINGEN. § 1. Van de plaatselijke verordeningen in het algemeen. *) De artikelen 152—160 149/, 14%, 14% en 149i. Artikel 184. 152. *) De 2) plaatselijke verordeningen worden terstond aan Gedeputeerde Staten, wanneer deze daartoe aanvraag doen, medegedeeld. Artikel 185. 153. *) De 3) plaatselijke verordeningen kunnen, zoover zij met de wetten of het algemeen belang strijden, door Ons worden geschorst of vernietigd. Artikel 186. 154. *) De schorsing of vernietiging wordt door Ons bevolen werden bij de wijzigingswet 1931 genummerd 149a 149/j, 149c, 149 c/, 149e, *) een afgekondigd besluit 2) besluiten 3) van een besluit bij een met redenen omkleed, in het Staatsblad te plaatsen besluit, dat, in geval van schorsing, den duur hiervan bepaalt. Artikel 187. 155.*) Schorsing stuit onmiddellijk de werking der geschorste bepalingen. Zij kan niet langer duren dan een jaar. Artikel 188. 156.*) Is binnen den voor de schorsing bepaalden tijd de vernietiging der bepalingen door Ons niet uitgesproken, dan worden deze geacht geldig te zijn. Hiervan geschiedt zoover het J) eene afgekondigde verordening betreft, openbare kennisgeving. Artikel 189. 157.*) Bepalingen, die geschorst zijn geweest, kunnen niet opnieuw worden geschorst. Artikel 190. 158.*) Vernietiging vanwege strijd met de wet brengt mede vernietiging van alle de gevolgen der vernietigde bepalingen, zoover die nog voor vernietiging vatbaar zijn. Bij vernietiging vanwege strijd met het algemeen belang, kunnen de niet met dat belang strijdige gevolgen in stand blijven. Artikel 191. 159.*) De raad of burgemeester en wethouders zorgen, in geval van geheele of gedeeltelijke schorsing of vernietiging hunner a) verordeningen, dat aan artikel 187 155 of artikel 190 158 worde voldaan en opnieuw in hetgeen de geschorste of vernietigde bepalingen regelden, voor zooveel noodig is, voorzien. Artikel 192. 160.*) Gedeeltelijke schorsing of vernietiging 3) eener verordening heeft op de geldigheid der in het besluit tot schorsing of vernietiging niet genoemde bepalingen geen invloed. *) Zie noot op vorige pag. *) TWEEDE !) HOOFDSTUK A. Van de plaatselijke verordeningen. § I. Van de plaatselijke verordeningen in het algemeen. 2) of eene verordening van eene commissie of een orgaan, bedoeld in artikel 130, 3) twee maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd 4) , en openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak Artikel 193. 150. De plaatselijke verordeningen, waaronder alle voorschriften en beschikkingen van den Raad en van Burgemeester en Wethouders worden verstaan, treden niet in hetgeen van algemeen Rijks- of provinciaal belang is. Bij twijfel, of eene verordening dit deed, verbindt zij, totdat artikel 185 153 is toegepast. Artikel 194. 151. De bepalingen van plaatselijke verordeningen, in wier onderwerp door eene wet, een algemeenen maatregel van inwendig bestuur, of eene provinciale verordening 4) wordt voorzien, houden van rechtswege op te gelden. § 2. Van de plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, in het bijzonder. Artikel 195. 161. De raad kan op overtreding zijner verordeningen, voor zooveel daartegen niet bij eene wet, een algemeenen maatregel van inwendig bestuur of eene provinciale verordening is voorzien, hechtenis van ten hoogste 3) zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden stellen, alsmede verbeurdverklaring van de voorwerpen door middel van de overtreding verkregen of waarmede de overtreding is gepleegd, voor zoover zij den veroordeelde toebehooren 4). Artike 196. 162. Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen jaar is verloopen, sedert eene vroegere veroordeeling van den schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden of daarvoor vrijwillig de geldboete is betaald, kan de rechter de geldboete of hechtenis tot het dubbel van het voor elk gesteld maximum uitspreken. Artikel 197. 166. De verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, worden, zooveel mogelijk, ontworpen door eene vaste commissie uit den raad, waarvan de burgemeester voorzitter is. 1) Ook indien de x) burgemeester niet lid van den raad is, heeft hij in deze commissie stem. Artikel 198. 167. ) acht dagen Zij worden binnen 2) tweemaal vier en twintig uren, nadat zij door den raad zijn vastgesteld, in afschrift, door den Burgemeester en den secretaris te waarmerken, medegedeeld aan Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten geven aan den raad bericht van de ontvangst binnen veertien dagen, nadat hun het afschrift is geworden. Artikel 199. 168. Deze verordeningen verbinden niet, dan wanneer zij behoorlijk zijn afgekondigd. Artikel 200. 169. De afkondiging geschiedt binnen veertien dagen na de dagteekening van hel in artikel 198 167 bedoeld bericht, tenzij dit inhoude, dat Gedeputeerde Staten de schorsing of vernietiging der verordening aan Ons hebben gevraagd. Artikel 201. 170. De verordening, wier schorsing of vernietiging aan Ons is gevraagd, wordt afgekondigd, zoodra Wij hebben verklaard, dat voor schorsing of vernietiging geene redenen bestaan. Deze verklaring wordt geacht gegeven te zijn, indien, binnen twee maanden na de dagteekening van het in artikel 198 167 bedoeld bericht, geene andere beslissing door Ons is genomen. Artikel 202. 171. In spoedeischende gevallen kan de raad besluiten tot het doen afkondigen eener verordening, onmiddellijk nadat zij is vastgesteld. Hiervan wordt, bij het inzenden van het afschrift der verordening, aan Gedeputeerde Staten kennis gegeven. Artikel 203. 172. De afkondiging geschiedt op de wijze, te bepalen bij eene plaatselijke verordening, die tevens het noodige voorschrift, om van de gedane afkondiging te doen blijken, bevat. Artikel 204. 173. Het formulier van afkondiging luidt: „ De Burgemeester en wethouders van ....... doen te weten, dat door den raad dier gemeente in zijne vergadering van is vastgesteld de volgende verordening: (titel der verordening) (inhoud der verordening) „Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van volgens hun bericht van den in afschrift medegedeeld. „En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den" enz. In het geval, bedoeld bij artikel 202 171 , worden de woorden „volgens hun bericht van den" weggelaten en wordt tusschen de woorden „hiervan en „afkondiging het raadsbesluit tot bespoediging dezer laatste vermeld. Is de verordening, overeenkomstig artikel 129 121 , door twee of meer gemeentebesturen gemeenschappelijk vastgesteld, dan wordt dit en tevens de magtiging en goedkeuring hetzij van Ons, hetzij van Gedeputeerde Staten op het afgekondigde stuk vermeld. Artikel 205. 174. De verordeningen treden, indien zij geen ander tijdstip daartoe aanwijzen, in werking op den derden dag na dien, waarop zij zijn afgekondigd. Artikel 206. 175. De afgekondigde verordeningen worden, gedurende drie maanden, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing nedergelegd. Zij worden hetzij in druk, hetzij in afschrift, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld, en medegedeeld aan het kantongerecht, de arrondissements-rechtbank en het gerechtshof, waaronder de gemeente behoort, en aan het openbaar ministerie bij die colleges. . Het oorspronkelijke stuk wordt ter secretarie bewaard. L) besluiten 2) bij wettelijk voorschrift 3) besluiten, waarvan de afkondiging voor de wet of bij be¬ sluit van den raad is doorgeschreven 4) bij of krachtens de wet Artikel 176. Jaarlijks doen Gedeputeerde Staten in het provinciaal blad eene korte opgaaf plaatsen van de gedurende het vorige jaar door de gemeentebesturen hunner provincie afgekondigde verordeningen. Artikel 207. 177. Door de in artikel 197 |66 bedoelde commissie, of waar deze niet bestaat, door burgemeester en wethouders, wordt aanhoudend onderzocht, aan welke van de bepalingen der plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, voortdurende kracht is toe te kennen, en van de uitkomsten van dit onderzoek jaarlijks aan den raad verslag gedaan. Artikel 208. 178. Ten minste eenmaal in de vijf jaren verklaart de raad, ten gevolge eener algemeene herziening, welke dier verordeningen nog gelden. Dit geschiedt bij eene verordening, welke de titels der geldende verordeningen, of de geldende bepalingen der gedeeltelijk afgeschafte verordeningen vermeldt. Op die verordening zijn de artikelen 197—206 |66—175 van toepassing. DERDE HOOFDSTUK. Van het dagelijksch bestuur der gemeente. § 1. Van het dagelijksch bestuur in het algemeen. Artikel 209. 179. Tot het dagelijksch bestuur der gemeente, aan burgemeester en wethouders opgedragen, behoort: a. het uitvoeren der *) verordeningen van den raad; b. het beslissen der over die uitvoering gerezen geschillen, tenzij de beslissing 2) aan anderen opgedragen zij; c. het afkondigen der 3) in art. 166 bedoelde verordeningen ; d. het dienen, overeenkomstig artikel 149 124, van bericht en raad, tenzij dit bepaaldelijk van den raad verlangd worde; e. het beheeren der inkomsten en uitgaven van de gemeente, zoover dit niet 4) aan anderen is opgedragen; /. het opnemen of doen opnemen der boeken en kas van den ontvanger; g. het toezien op het beheer en onderhoud van alle plaatselijke werken en eigendommen; h. de zorg, zoover van hen afhangt, voor de instandhouding, bruikbaarheid, vrijheid en veiligheid der publieke wegen, bruggen, veren, wateren, vaarten, straten, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen, tot gemeenen dienst van allen bestemd; i. het vaststellen der plans en voorwaarden van aanbesteding der werken en leverantiën, ten behoeve der gemeente te doen, wier vaststelling de raad niet aan zich voorbehield; k■ de handhaving van de marktpolitie, en van die over de plaatselijke vervoermiddelen; /. het toezicht op den publieken gezondheidsdienst; m. het handhaven der politie over het begraven en de begraafplaatsen; *) n. de zorg voor *) n- het toezicht op de brandbluschmiddelen; de doeltreffende verdeehng en den goeden staat van voldoende brandbluschmiddelen, alsmede voor de deugdelijke voorbereiding van hun onmiddellijk gebruik in geval van brand, benevens het toezicht op al wat brandgevaar zou kunnen opleveren; 0 het benoemen en ontslaan der wijk-en brandmeesters; *) p. dat der ambtenaren en bedienden bij de plaatselijke secretarie;