PRl/S 40 CENT DE SOCIALE CONSEQUENTIE VAN HET BOLSJEWISTISCHE REGIME door Dr. Raymond Devrienl Van de tallooze studies, die over Rusland handelen, zijn er maar weinig, die, al is 't soms beknopt, niet over de sociale kwesties handelen; deze kwesties zijn in de mode, ondanks haar samengesteldheid, die pas goed aan den dag komt, zoodra men zich inspant, ze in wetenschapperen geest te behandelen. Ook, en dat gebeurt vaker, schept ieder zich zijn eigen kleine sociologie, die meestal niets meer is dan de reflexie van zijn eigen gevoelens, gegrond op argumenten, die ontleend zijn aan de groote massa sociale feiten, te goeder trouw, ongetwijfeld, maar zonder veel onderscheidingsvermogen, bij wijze van instemming met den schrijver. Zoodra net gaat over Sovjet-Rusland is de rol van de sentimenten des te grooter, naarmate hij die schrijft of spreekt een zaak meer te verdedigen heeft. De voorstanders van het Bolsjewisme, wier taak zwaar is, zijn verplicht sommige feiten te maskeer en, andere te stellen in een valsch, maar meer behaaglijk licht, of zelfs, vat ook gezien is, ze geheel en al te verzinnen. De tegenstanders hebben evengoed zeer veel moeite, om hun sentiment het zwijgen op te leggen. Hoe zal men neutraal blijven tegenover de verschrikkingen van het Bolsjewisme? Hoe kan men zich ongevoelig toonen voor de ruïneering Brochure No. 50. Uitgave Ma de Chr. Mannenvereeniging „Gij zijl allen Broeden" Eere-voorzitter Dr. F. ]. Krop Ie Pijnackersiraat 102-106 - Rotterdam van een gansch land en voor het gevaar, dat de kliek van Moskou over de geheele wereld brengt? Een wetenschappelijke studie van de sociale gevolgen van het Bolsjewistisch regime zou Objectief moeten blijven, zonder te trachten iemand, wien ook, te overtuigen. Zij zou zich tevreden moeten stellen met het onderzoek der feiten, met de classificeering daarvan, met den Samenhang daarvan te laten zien en zou zich moeten onthouden van iedere conclusie. Zij zou moeten afzien van elk waardeerings-oordeel, van iedere beschouwing over wat goed of slecht is. Deze begrippen hebben niets wetenschappelijks, ze zijn geheel relatief, en wat den een goed toeschijnt zal door een ander slecht genoemd worden. Maar er is een andere methode om de relativiteit der waardeerings-oordeelen te verhelpen en iedere nuttelooze discussie te vermijden; die welke bij voorbaat duidelijk zegt met betrekking waartoe men acht dat een zaak goed of slecht is. Naar deze methode willen wij thans Spreken. Inderdaad, in de sociale structuur van het land, waarin wij leven, zijn er zekere elementen, die wü als noodzakelijk beschouwen, instellingen waaraan wij sterk gehecht zijn, die wij gehandhaafd willen hebben en die wij niet willen opofferen aan vage of valsche hersenschimmen. Als zoodanig beschouwen de integriteit (ongeschonden blijven) van het gezin, den eerbied voor den privaten eigendom, de persoonlijke veiligheid, een minimum van vrijheid van persoon en gedachte, een minimum van economischen welstand. Wij stellen dus voorop, dat al deze elementen goed zijn en hun handhaving wenschenjk en met betrekking tot deze grondprincipes gaan we enkele sociale gevolgen van de Russische revolutie beschouwen. Om 't kort te definieeren: de beginselen en instellingen, die daar tegenover staan, zjjn beslist slecht en hijgevolg verwerpelijk. De sociale toestand, waartoe het Bolsjewistisch regime heeft geleid, is des te meer belangrijk, omdat de revolutie heeft plaats gehad op sociaal terrein. Het is juist een sociale revolutie die de apostelen van 't Marxistisch Evangelie gepredikt hebben; het is juist een beteren socialen toestand, dien Lenin en zijn medestanders hebben voorgespiegeld na een lange voorbereiding in 't buitenland, terwijl ze in het land zelf den onontbeerlijken steun vonden en nog voort gaan hun coup d'état te rechtvaardigen. Zoo ontmoeten we de Bolsjewieken op hun eigen terrein. De nieuwe sociale toestand moet niet alleen in Rusland worden ingesteld. De Bolsjewieken hebben veel ruimere vergezichten en zij houden niet op dit alle dagen op hoogen toon te herhalen. De meesters van het Kremlin willen de meesters van de wereld zijn en de Russische revolutie is slechts het voorspel van de wereldrevolutie. Zoo zqn we vrij om, mits logisch en de billijkheid betrachtende, den socialen toestand te onderzoeken, waartoe het Bolsjewisme heeft geleid met betrekking tot het Tsaristische Rusland en vooral met betrekking tot den socialen toestand in Zwitserland en andere landen met gelijkvormig regime. Maar men zal ons tegenwerpen, dat 't wel vermetel is, een oordeel te gronden op een vergelijking met het tegenwoordige regime in Rusland. Men bakt nu eenmaal geen omeletten zonder eieren stuk te slaan en de inrichting van een nieuwen socialen toestand geschiedt niet zonder slachtoffers. De tegenwoordige periode moet worden beschouwd als voorbijgaand, en van haar moet de definitieve toestand uitgaan, dien men als den beteren kwalificeert. Om rekening te houden met deze tegenwerping zullen we dus moeten te werk gaan als volgt: le. Zien wat de resultaten zijn van 14 jaar Bolsjewisme, d.w.z. wat de tegenwoordige sociale toestand is. 2e. Onderzoeken wat het regime zal zijn na de periode van overgang, te weten wat het Bolsjewisme belooft voor de toekomst. 3e. Ons afvragen eensdeels of deze beloften verwezenlijkt kunnen worden en anderdeels of met betrekking tot hetgeen wij als goed hebben genoemd, zij wenschelijk zijn. 4e. De balans opmaken tusschen de slachtoffers die de overgangsperiode vraagt en de voordeelen die de toekomst in uitzicht stelt. Wij zullen dan zien of die opofferingen zich zelf rechtvaardigen. Het vervolg en inzonderheid onze conclusies zullen moeten antwoorden op die verschillende vragen. Alvorens verder te gaan zou ik twee omstandigheden willen noemen, waarmee men rekening moet houden bij de bestudeering van den socialen toestand van Rusland. Allereerst die halo van geheimzinnigheid die het land altijd heeft omringd. Zeldzaam waren de menschen, die het goed kenden en de anderen vormden zich een denkbeeld naar de onvolledige inlichtingen, die zij hier en daar opdiepten. Daarom is het van groot belang, wanneer men over Bolsjewisme spreekt, zich af te vragen op ieder gebied, wat er vroeger bestond. De tweede omstandigheid die wij wilden noemen is de moeilijkheid van een keus te doen uit de gegevens, die wij hebben omtrent SovjetRusland. Zeker, de directe getuigenissen zijn interessant en zijn een welkome bron om uit te putten, maar vooraf moet men zich verzekeren of ze wel geloofwaardig zijn. Een andere bron, die men niet kan verdenken van partijdigheid tegen 't Bolsjewistisch systeem is die, welke wij hebben in de geschriften van de meesters in Rusland en in 't bijzonder in hun pers. Deze bron verschaft boven alles kostelijke documenten. Algemeene sociale structuur. Laat ons nu zien in groote trekken, wat de sociale structuur is, waartoe het Bolsjewisme is gekomen. Wij moeten daartoe twee zaken onderzoeken: le. Wat is in waarheid het tegenwoordige regime, dat wil zeggen, de theorie van het Bolsjewisme ter zijde latende, wat is de structuur van het Rusland van tegenwoordig? 2e. Wat is het doel, dat het tegenwoordige regime zich voorstelt en hoe tracht men het te verwezenlijken. Hier komen ter sprake de theorieën van het Bolsjewisme, die ons zullen uitleggen het waarom van zekele feiten, die men kan constateeren en die ons Zullen in staat stellen onder deze op te merken, welke van die zullen bestemd zijn om te blijven bestaan. Het tegenwoordige regime is dat van de dictatuur. Herinneren we ons kort, dat in theorie de souvereiniteit berust bij de Sovjets of raden van arbeiders, boeren en soldaten. De Sovjets vormen een machtige pyramide, de een uit den ander voortkomende en loopende van den dorpssovjet tot het Pan-Russische congres der Sovjets, die 't gebouw bekroont. Maar het Pan-Russische congres vergadert slechts eens per jaar en zijn taak beperkt zich tot applaudiseeren op redevoeringen. Het uitvoerend Comité, door het congres benoemd, wordt slechts om de drie maanden geconvoceerd, en de daaraan verantwoordelijke commissarissen des volks zijn streng onderworpen aan de leiding en de formeele orders van het Centrale Comité der partij. In de vergaderingen stemt men door opsteken der handen. Bij benoemingen worden de candidaten van te voren aangewezen en men bepaalt zich tot het stellen van de vraag: „Wie is tegen?" Niemand durft zich aanmelden. Hier ziet men duidelijk de dictatuur van de Communistische partij. Wat de Bolsjewisten noemen: „de dictatuur van het proletariaat." lieer dan dat, daar het Centraal comité van de communistische partij op zijn beurt bestuurd wordt door het algemeene secretariaat der partij, is het een feit, dat de secretaris-generaal, tegenwoordig Stalin, de dictator van het land is. Evenals alle dictaturen is ook deze geïnstalleerd door een machtsgreep. Zij heeft als steunpunt gesteld de massa's der arbeiders en de soldaten van 't leger, dat de revolutionnaire practijken in korten tijd ontbonden hebben. De dictaturen, die geboren zijn door een geweldsdaad moeten zich ook altijd daardoor op de been houden, zoolang het regime van de daad niet is omgezet in een regime van het recht. De periode van steunen op de macht duurt korter of langer. Het is hier de plaats om voor SovjetRusland het beeld van zijn dictatuur te teekenen. Terwijl andere dictaturen, die de geschiedenis ons doet kennen, zich hebben toegelegd om te bouwen, heeft het Bolsjewisme, naar zijn eigen zeggen, zich als eerste taak gesteld de groote afbraak. Het heeft met forsche hand gegrepen in het hart der godsdiensten, der gebruiken, der instellingen, waaraan het volk sinds eeuwen gehecht was. Afbreken eerst en op alle terreinen en dan opbouwen, dat is het wachtwoord. Het verwoestingswerk is duidelijk zichtbaar terwijl we van opbouwen nog slechts een poging zien op economisch gebied; het vijfjaren-plan, dat tegenwoordig erg ziek is. Ziehier naar waarheid het Bolsjewistisch regime. Laat ons nu de theorie beschouwen, die ons moet verklaren, waarom men de verwoesting (afbraak) wil, hoe het regime georganiseerd moet zqn om die afbraak te bewerken en welken terugslag dit regime uitoefent op de sociale structuur van het land. Sommigen zeggen, dat 't geen nut heeft op die theorieën acht te slaan, want die dienen nergens anders voor dan om de manoeuvres van enkele egoïsten te rechtvaardigen, die tuk zijn op macht. Ik ben het met hem niet eens en het doet er weinig toe of de leiders der Sovjet-Republiek misschien dwepers zijn, laat het zijn overtuigde dwepers, of de slechtsten van alle misdadigers. Feit is, dat zij theorieën hebben geschapen, volgens welke zij beweren te handelen en wij moeten dit feit bestudeeren. Het wezenlijke van deze theorieën, dat men bij Lenin vindt geformuleerd is het volgende: Het Bolsjewistische communisme is in wezen revolutionnair, ontwikkeling uit het tegenwoordige regime is onmogelijk. Het stelt zich integendeel voor met geweld te verwoesten, wat bestaat. De macht moet weer komen aan 't proletariaat, dat den klassenstrijd predikende, alle vroeger bestaande klassen zal gelijkmaken, terwijl het aan de individuen geen andere keus laat dan te verdwijnen of op hun beurt proletariërs te worden. Het doel, dat bereikt moet worden, is de meest absolute nivelleering, waarnaar de staat zich richten moet en waarop al wat ondernomen wordt, moet uitloopen. Privaat bezit is afgeschaft en de Staat neemt de productiemiddelen in handen en de zorg voor ieders welzijn. Alles moet aan den revolutionnairen staat geofferd worden ter verwezenlijking van dit doel. Het regime kent aan het individu geen enkel recht op zekerheid toe, daar immers de bedoelingen van het proletarische gouvernement de hoogste wet zijn; zoo zelfs, dat de rechters niet gebonden zijn door den tekst der wet, zoodra zij achten, dat deze bedoelingen het eischen, evengoed als wanneer de Bolsjewistische wetgeving het uitdrukkelijk voorschrijft. Bovendien, het Bolsjewisme, dat voortkomt uit het Marxistische materialisme, proclameert de onmiddellijke voldoening aan de stoffelijke begeerten. Het ontkent zekere geestelijke waarden en wil de vernietiging van de instellingen, die ze (de geestelijke waarden) propageeren: dus den godsdienst, het huwelijk, het gezin. Dat zijn de burgerlijke uitvindingen, domme gewetenszaken, die hinderpalen vormen voor de verwerkelijking van het materieele geluk, het eenige dat waard is bereikt te worden. Deze weinige woorden over de theorie zijn zeer onvolledig. Maar de theorie is voldoende bekend om er lang bij stil te staan, 't Was alleen van belang om er aan te herinneren, om te komen tot deze formule: verwoesten en tot den wortel, al wat nog is van 't oude regime, om te komen tot den gouden tijd van absolute gelijkmaking en van de almacht van den voorzienigen Staat. We hebben nu gezien, wat in waarheid het Bolsjewistische regime is, tot welk doel het leidt, en door welke middelen het dit doel wil bereiken. Uit dit alles volgen zekere consequenties over de sociale structuur van het land. In 't begin is de toevlucht tot geweld onvermijdelijk om de verwoesting te bewerkstelligen, terwijl het gezag gehandhaafd blijft. Afgezien van troebelen nu en dan, handhaaft de Staat zich normaal door zijn moreele autoriteit. De wettelijke sanctie voor wie een aanval doet op de sociale structuur van den Staat, bestaat, zij is geregeld in de wet, maar haar toepassing is gemakkelijk, omdat ze weinig voorkomt. Daarom ig een kleine politiemacht voldoende evenzoo een beperkt rechterlijk toestel, em de orde te handhaven. De moreele autoriteit van den Staat is een gevolg van gevestigde gewoonten en instellingen, die daarmee overeenkomen. Nu, het Bolsjewisme beijvert Zich em te verwoesten alles, waarop zich de zedelijke autoriteit grondt. Deze verdwijnt en de toepassing van de sanctie begint de voornaamste rel te spelen. Zoo heeft het Bolsjewisme de terreur in systeem gebracht Daarbij komt, "dat, terwijl naar onze opvattingen de moraal de terreur veroordeelt, het communisme er een deugd van maakt, zich er niet voor schaamt, integendeel de terreur hoog verheft. Om door het geweld te kunnen regeeren, ia het Bolsjewisme verplicht een machtig politiecorps op den been te houden, de gevreesde Tcheka of GPoe. Bovendien, om te kunnen verwoesten moet men mannen hebben op wie men rekenen kan. Daarvoor is noodig, dat men ze aan zich verbindt en dat doet men door hun allerlei voordeden en voorrechten toe te staan. Er is dus een bevoorrechte klasse en het Bolsjewisme blijft absoluut logisch, als het dit doet. Inderdaad, de bevoorrechten zijn de leden van •de communistische partij; deze vertegenwoordigt het proletariaat, dat de dictatuur in handen heeft en haar taak is te strijden tegen de Andere klassen. Wij komen dus tot de conclusie, dat het Bolsjewistische regime heeft geleid tot ae vorming van drie geheel onderscheiden klassen: le. De communistische partij, die al de privilegies verleent en bezit. 2e. Het niet in de partij opgenomen proletariaat, dat de reserve vormt voor de le klasse en zoo zekere gunsten geniet .. 3e. De rest van de bevolking, boeren, intellectueelen, de vroegere bourgeoisie, die geen rechten hebben en overgeleverd zijn aan de 'willekeur der leiders. Wij willen nu onderzoeken den werkeÜjken toestand van werklieden en boeren onder het tegenwoordige regime. Wij zullen dus het lot -zien van hen, die tot de 2e en 3e klasse behooren. Vooraf nog een paar woorden. De communistische partij zoekt volstrekt niet tot eiken prijs het getal aanhangers te vermeerderen. Het is haar van meer belang een sterke minderheid te vormen, omdat die beantwoordt aan zekere eischen van betrouwbaarheid. Talrijk zijn de candidaten, niet uit overtuiging, maar om de voordeelen, die het lidmaatschap der communistische partij biedt Maar de voorwaarden van toelating zijn streng en van tijd tot tijd houdt men een zuivering, die vaak uitloopt op de uitsluiting van een belangrijk percentage aanhangers. Naar Bolsjewistische gegevens telde de partij op 1 April 1930 1.852.090 leden. Dat vertegenwoordigt slechts 1,2 % van de totale bevolking, die 156 miljoen bedraagt. Met betrekking tot de bevolking boven de 18 jaar is het percentage slechts 2,1%. Op 1000 zielen telt de partij slechts 12 aanhangers en 21 als men alleen de bevolking boven de 18 jaar meetelt. Juist andersom als men zou gelooven is de eigenlijk gezegde arbeider zeldzaam in de partij en zij die men onder dezen titel ingeschreven heeft, zijn in groote meerderheid oud-arbeiders, die kleine ambtenaren van den Staat geworden zijn. Wat den boer betreft, die is nog zeldzamer. Ziehier de cijfers van een Bolsjewistische statistiek op 1 April 1930. Wat zijn wij nog ver van de totale nivelleering en gelijkheid en welken lijdensweg zal men nu nog moeten doorloopen eer die bereikt zijn. De bevoorrechte klasse telt nauwelijks 2 miljoen, de tusschen-klasse is ongeveer 15 miljoen sterk en de massa van hen, die het juk dragen bereikte het indrukwekkende cijfer van 140 miljoen. Ik eindig dus mijn eerste deel, dat ons heeft getoond hoe in groote lijnen de sociale structuur van het tegenwoordige Rusland is. Wij gaan nu meer in bijzonderheden onderzoeker! den feitelijken toestand van twee klassen der bevolking, n.1. die der arbeiders en die der boeren, die samen de meerderheid der bevolking uitmaken en wier lot dus inzonderheid belangstelling waard is. Vooraf zou ik nog willen aanwijzen wat' er van het gezin geworden is en tot welke consequenties voor het individu en vooral voor de vrouw de ontbindende pogingen van het Bolsjewisme geleid hebben. Werklieden Boeren Ambtenaren en anderen 68,9 % 18,7 % 12,4% 100% Toestand van het gezin. Als ik zoo groote waarde hecht aan het gezin, dan is dat omdat het gezin het primordiale element is in de structuur onzer maatschappij. Het is hier niet de plaats noch de tijd om een lange uitweiding te houden over de geschiedenis van het gezin in onze beschaving of over de tegenwoordige beschouwingen over het gezin in de westelijke landen van Europa. Stellen we ons tevreden met op te merken, dat in het gezin zich handhaven twee voorname instincten van den mensch; die der voortbrenging en dat van het behouden. Het eerste door de vereeniging van man en vrouw, die het gezin stichten, het tweede dat meer duurzaamheid aan den mensch geeft die zich eensdeels ziet losgemaakt van zijn ouders en anderdeels ziet voortduren in zijn kinderen. Goed verstaan, de vormen van de gezinsinstitueering zijn veranderlijk. Het huwelijk kan meer of minder onoplosbaar zijn, monogame of polygame, de kinderen kunnen meer of minder streng van het gezin worden losgemaakt en het gezin meer of minder door de wet beschermd, 't Blijft ten minste zoo, dat onder een of anderen vorm onze maatschappij regelt de openbare handelingen van het instinct van voorbrenging en van 't instinct van behoud. Natuurlijk kan men zich een maatschappij denken, die afstand doet van dezen regel en die zich inricht alsof er geen gezinnen bestaan. Wij kennen er geen practisch voorbeeld van in onze landen, of liever wij kenden er geen vóór de instelling van het Bolsjewisme. Op het eerste gezicht kan men zeggen, dat de gevoelens van de overgroote meerderheid van ons zich verzetten tegen de afschaffing van het gezin. Maar dat zijn slechts gevoelens en omdat wij een voorbeeld hebben, laat ons zien tot welke consequenties de vernietiging van het gezin leidt. Laat ons maar in eens zeggen, dat het Bolsjewisme alleen neiging heeft om het gezin af te schaffen, maar deze instellingen zoo vast ver- ankerd in 't menschelijk hart, laten zich niet in een paar jaar verwoesten door decreten of krachtige maatregelen. Wij kunnen dus slechts de eerste pogingen van 't Bolsjewisme daartoe beschouwen. Om een weinig methodisch te werk te gaan zullen we na elkander onderzoeken: Het huwelijk onder het Sovjet-regime en meer in 't algemeen de betrekkingen tusschen de verschillende sexen; vervolgens, wat werkelijk de toestand der vrouw is, en eindelijk de toestand der kinderen en de betrekking tusschen ouders en kinderen. De groote vergadering van den Komintern heeft den 16en November 1924 geproclameerd: De revolutie is machteloos, zoolang het begrip gezin en de familie-relaties blijven bestaan. Het Bolsjewisme is dus vast besloten het gezin te vernietigen „dat bijzonder levendige overblijfsel van het vervloekte oude regime" en het is begonnen een wetgeving op het huwelijk uit te vaardigen. Een Sovjet-jurist, professor Goichbargs heeft de volgende definitie van huwelijk gegeven. Het huwelijk is een instelling, bestemd om toe te staan een meer gemakkelijke en minder gevaarlijke voldoening aan de sexueele behoeften. De wet van 1 Januari 1927 onderscheidt tusschen het ingeschreven en het werkelijke huwelijk. Het verschil bestaat slechts in de rechterlijke bescherming der echtgenooten, terwijl de kinderen onder hetzelfde regime staan, wat ook de verbinding moge zijn, waaruit zij zijn gesproten. Zekere voorwaarden moeten vervuld worden voor een „ingeschreven" huwelijk: meerderjarigheid der echtgenooten (18 jaar), een geschreven verklaring van dezen, overlegging van zekere documenten van den Staat of van anderen, enz. Daarentegen wordt geen enkele voorwaarde geischt voor het werkelijke huwehjk. Dus ook het huwelijk in bloedschande is geoorloofd en wordt door het Sovjet- recht als zoodanig erkend. Het bestaan van een werkelijk huwelijk moet door de rechtbank geconstateerd worden, die zich daarbij grondt op de klaarblijkelijke teekenen van de werkelijke levenswijze. Is dit gebeurd, dan wordt dit huwelijk beschermd evengoed als het andere. De scheiding ia niet zoo moeilijk als het huwelijk en daarvoor is voldoende de verklaring van een der partijen zelfs zonder medeweten van de andere. Omdat geen bepaald tijdperk voor den duur van het huwelijk is voorgeschreven, kunnen de sluiting en de ontbinding er van zeer goed op denzelfden dag plaats hebben, waarvan de sovjetlitteratuur dan ook voorbeelden geeft Wat betreft de verzorging der kinderen, iedere zwangere vrouw is bevoegd aan den rechter een verklaring van vaderschap te vragen, daarbij aanwijzende wie zij acht de vader te zijn. Deze, indien lnj niet daartegen protesteert, is dan verplicht hij te dragen in de kosten van de bevalling, in 't onderhoud der vrouw gedurende zes maanden na de bevalling en in 't onderhoud van het kind. Als de rechtbank constateert, dat de vrouw in het tijdvak der ontvangenis betrekkingen onderhield met meerdere mannen, beslist zij, wie de vader is en wie er de lasten van dragen moet. Vóór 1927 eischte de wet dat de onderhoudskosten zouden worden verdeeld over de verschillende mannen en het kind werd hun gemeenschappelijk kind. Maar er zijn wetsbepalingen gemaakt, die zeggen dat een naamlooze vennootschap den vader moet vervangen en dat het kind zal worden de zoon van „Kameraad Ivanow & Cie". Men ziet de consequenties van dit regime, de veelwijverij en de veelmannerij zijn heel normaal. En men kan een „ingeschreven" huwelijk sluiten en daarna een „feitelijk" huwelijk zonder gescheiden te zijn en volgens de gebruiken, heeft het tweede huwelijk den voorrang boven het eerste. De echtscheidingen vermenigvuldigen zich sterk. Zoo constateert men, volgens sovjetbronnen, dat er in Petersburg in het eerste half- jaar van 1926, vóór de nieuwe wetgeving dus, op de 100 huwelijken 26 echtscheidingen voorkwamen. In dezelfde periode van" 1927 heeft men 75 echtscheidingen genoteerd op de 100 huwelijken. De duur van het huwelijk is zeer kort en in Petersburg waren van 1535 huwelijken, die in December 1928 en Januari 1929 gesloten waren, reeds 980 ontbonden door echtscheiding op 1 Febr. 1929. Dit alles is overigens geheel in overeenstemming met het doel van 't comimunisme: het gezin vernietigen. Maar er is ook nog een tamelijk groot getal huwelijken, en dat zijn de beste elementen, die bij 't oude willen blijven. Berichten uit Sovjet-bron spreken er van. En dat is vooral te danken aan de vrouw, want eerder nog dan de man heeft rij genoeg van die absolute sexueele vrijheid, waarvan zij het eerste slachtoffer wordt. Dikwijls hoort men bij ons spreken van de bevrijding der vrouw onder het sovjet-regime en zij die den strijd voortzetten voor een feministisch ideaal herhalen graag, dat dit in de Sovjet-Republiek verwezenlijkt is. De werkelijkheid is heel anders en de verwoesting van het gezin heeft tot resultaat gehad, dat de vrouw, in rechten met den man gelijk gesteld, maar door de wet niet beschermd, vervallen is in een toestand van ellendige onderworpenheid. Het Bolsjewisme predikte de afschaffing van allen dwang in de sexueele verhoudingen en beschouwt de liefde naar onze opvattingen als een burgerlijk vooroordeel. Het gevolg is, een ongelooflijke grofheid in de betrekkingen tusschen de sexen en een algemeene verliederhjking. Men moet niet meenen, dat het Bolsjewisme deze situatie zonder reserve goedvindt. Tenminste algemeen bekende communistische vrouwen zijn er tegen opgekomen. Tegen allé logica in prijst naar 't schijnt, het Bolsjewisme de opheffing van allen band en alle tucht op dit terrein aan, maar veroordeelt toch tot op zekere hoogte, de wanorde die er het gevolg van is. De vrijheid in de sexueele verhoudingen brengt ook mee het recht om zich te onttrekken aan deze betrekkingen. En juist dat recht heeft de vrouw niet. Iedere communist acht dat de vrouw, die hij begeert, zich aan hem moet onderwerpen en zoo niet, dan geeft zij bewijs van een bourgeois-geest, wat voor haar funest kan zijn. Dat is de moraal van de meerderheid der communistische jeugd. Zeer zeldzaam zijn de vrouwen, vooral als zij zelf hun kost verdienen, die zich ongestraft aan de eischen van den man kunnen onttrekken. Wij onthouden er ons van om ontelbare feiten aan te halen, die kunnen bevestigen' wat we beweerden. Verkrachtingen zijn heel gewoon. Het lot van de vrouwen die op eenige manier van een man afhangen in de uitoefening van hun beroep, als ambtenares, werkster of onderwijzeres, is weinig benijdbaar en de prostitutie is algemeen verbreid. Om logisch voort te gaan met de verwoesting van het gezin, moet men nog de kinderen losmaken van hun ouders. Het kindervraagstuk is daarom van zooveel belang, omdat de jeugd van nu moet vormen de communisten van morgen en de Bolsjewisten hebben dan een goede gelegenheid om de jeugdige hersenen naar hun ideeën te vormen. De beste oplossing zou zeker zijn het kind aan de ouders te ontnemen en ze op te voeden door de zorgen van den Staat. Maar deze radicale oplossing zou nog te veel tegenstand ontmoeten en is alleen nog maar particulier gerealiseerd. Daarentegen, door de school en door de jeugdorganisatie, de Komsomol, zoekt men een jeugd te vormen, die een communistisch stempel draagt en die ze losmaakt van hun ouders. Echter de Komsomol is nog ver van de gansche jeugd te omvatten; men rekent integendeel, dat hij slechts nauwelijks 7 % er van vertegenwoordigt met een veel sterker percentage arbeiders dan boeren. Men kan niet zeggen, dat deze communistische jeugd een elite vormt. Het gewend zijn om als een bevoorrechte groep beschouwd te worden, het onophoudelijk instampen van de theorieën van absolute vrijheid op ieder gebied heeft onder hen een aanzienlijk getal deugnieten gevormd. Het enthousiasme van de Sovjet-pers bij het eerste optreden van de Komsomol-beweging is sterk verminderd door de klachten, die men er voortdurend leest over dronkenschap, liederlijkheid en luiheid, die heerschen onder de Komsomoltsi. De niet-aangesloten jeugd is zeker het meest interessante element. De invloed van hetgeen uit het huisgezin is overgebleven heeft op haar zedelijke vorming den gunstigsten invloed. Gemakkelijk tot uitersten gedreven, reageert deze jeugd spoedig en het weinige dat men door de Bolsjewisten zelf verneemt, (die natuurlijk zuinig zijn in hun mededeelingen op dit gebied) veroorlooft ons om te concludeeren tot het bestaan van neigingen, die geheel strijdig zijn met die van den Komsomol. Als we spreken over de jeugd van Sovjet-] Rusland, kunnen we niet stilzwijgend voorbijgaan de verlaten rondzwervende jeugd, die ellendige wondeplek, waarover ieder heeft hooren spreken. De vervallen toestand van het gezin is er een der oorzaken van, maar nog meer de burgeroorlog, de moorden, de knevelarijen, en de honger hebben het kind van zijn ouders gescheiden. Wij willen het lot van deze ongelukkigen niet in bijzonderheden beschrijven, men heeft er voldoende beschrijvingen van gelezen, om te weten, wat men er van denken moet. Herinneren we alleen, dat de gedwongen vervolging der duizenden koelakken, zooals dit op 't oogenblik plaats vindt, heele regimenten van verlaten kinderen heeft geschapen. We hebben nu een zeer beknopt tafereel gegegeven van de consequenties, waarop de verwoesting van het gezin is uitgeloopen. De ophef- fing van alle tucht in de handelingen dier instincten tot voortbrenging en behoud, heeft een vreeseUjke wanorde geschapen, gevolgd door een sleep van ellenden en ongelukkige toestanden. Wij weten niet, of het alleen de handelingen van een overgangstijd zijn of de lage hartstochten, die geen breidel voelen en nu voldoening zoeken. Wij weten niet, of zij eenmaal die voldoening zullen vinden en of in de toekomst, waarvan wij ons, om de waarheid te zeggen, geen voorstelling kunnen melken, 't gezin vervangen zal^zijn door een nieuwe orde van zaken. Het constateeren van hetgeen nu bestaat, zal ons eenig antwoord zijn op dit vraagteeken. Toestand van den arbeider. Men deelde mij juist dezer dagen mee deze woorden van een Zwitsersch industrieel, die Rusland had bezocht: „Geen Zwitsersch arbeider zou willen werken in de condities van den Russis chen arbeider en toch is dè Russische arbeider gelukkiger dan vóór den oorlog." Het is waar, dat de Zwitsersche industrieel slechts enkele weken in Sovjet-Rusland heeft doorgebracht, dat hg den Rus niet kent en dat hij niet op de hoogte was met het oude Rusland. Maar zijn bewering openbaart de meeningen, die in omloop zjjn om 't oude Rusland. Wij hebben het reeds gezegd, het groote publiek van WestEuropa zag in het oude Rusland een geheimzinnig en nog barbaarsch rijk; de revolutionnairen, die in den vreemde gevestigd zijn en de tegenwoordige Bolsjewistische propaganda zijn er voor een goed deel schuld aan. Daarom willen we eerst enkele woorden zeggen over de poging tot sociale verbetering, die de groote industrieele vlucht van Rusland heeft vergezeld in de laatste decenniën voor de revolutie. Wij zullen vervolgens den tegenwoordigen toestand der arbeiders bezien. Er zijn drie categorieën: de arbeider, verbonden aan de communistische partij, de bevoorrechten; de arbeider van de groote massa der rechtloozen; eindelijk de arbeider in de concentratiekampen. Wat deze laatste categorie betreft, zal men misschien zeggen, dat zij niet bij dit onderwerp behooren, want als men den toestand van den Zwitserschen arbeider bestudeert, moet men niet gaan spreken over het regime dat heerscht in de strafgevangenissen. Maar in Sovjet-Rusland heeft het systeem van de gevangenis-kampen zulke proporties aangenomen, dat men er wel een methode van het ten nutte maken van handwerk in moet zien. Laat ons beginnen met het Rusland van vóór de Revolutie. Het is juist, te herinneren dat het gouvernement en de patroons pogingen hebben aangewend om de bestaansvoorwaarden van den werkman te verbeteren. Talrijke speciale werken zijn geschapen en geldelijk gesteund, zooals scholen, ziekenhuizen, hospitalen, bewaarplaatsen voor kinderen, huisvestingen voor werklieden enz. Alexander IQ stelde met name een corps inspecteurs op den arbeid in, belast met het bewaken der fabrieken, het verdedigen van de belangen der werklieden en het verhinderen, dat zij geëxploiteerd werden. Nicolaas H stelde een arbeidswetgeving in „die men beschouwen moet als een der meest geavanceerde van die eeuw." Wat vinden we tegenover deze situatie, die van dag tot dag verbeterd werd, in de SovjetRepubliek nadat de revolutie een einde heeft gemaakt aan de pogingen van Gouvernement en patronaat? Allereerst de voornaamste klasse, die der werklieden die opgenomen zijn in de communistische partij. Hun toestand kan benijdenswaardig genoemd worden, zooals we straks reeds zeiden. Zij leven op een manier, die weelderig schijnt, niet in absoluten zin, maar in ver- gelijking met de paria's, die niet tot de partij behooren. Voedsel en kleeding zijn voldoende; hun woningtoestanden zijn beter, hoewel ook voor hen de woningruimte heel gering is en ze ook verplicht zijn tot een samenwonen met allerlei elementen, zooals dat ons ondragelijk toeschijnen zou. Hun lot is strikte gehoorzaamheid aan de partij, onderworpen instrument te .zijn in de handen van hun leiders, die te allen tijde hen kunnen bevelen van woonplaats en van beroep te veranderen en het vaak doen ook. Laat ons maar niet van hun werk spreken. Het zwaarste van de taak is niet Voor hen. Overigens neemt het politieke werk veel van hun tijd en laat hen zelfs niet vrij buiten de eigenlijke werkuren. De arbeider moet een massa vergaderingen bijwonen, waar men tot in het oneindige redeneert. Talrijk zijn de klachten, die men vindt in de Sovjet-bladen over die vergaderingen, waarvan de nutteloosheid menigen strijdlustige verveelt. Evenwel wegblijven van zoo'n vergadering beteekent binnenkort uit de partij gezet worden en dus teruggezet worden tot den rang van gewoon werkman. Is deze gewone werkman werkelijk zoo ongelukkig als men onophoudelijk beweert? Is het waar, dat zijn bestaansvoorwaarden zoo pijnlijk zijn? Is het waar, dat zijn voeding onvoldoende is, dat hij zich niet kleeden kan en ternauwernood behoorlijk wonen kan? Is het waar, dat zijn werkgever recht heeft om hem te zenden naar elke plaats, die hem goeddunkt, hem tegen zgn wil van zijn gezin te scheiden? Is het waar ten slotte, dat de Russische arbeider staat onder het regime van gedwongen arbeid? Op al deze vragen is men wel gedwongen te antwoorden: ja, het is waar. Het belangrijkste probleem is, zonder tegenspraak, dat van den gedwongen arbeid. Deze woorden wekken bij ons niet de idéé van een kastijding opgelegd alleen na tusschenkomst van den heelen rechterlijken toestel. Maar dat het regime van den gedwongen arbeid zou zijn het normale regime, waaronder de arbeiderswereld leeft, dat schijnt zóó te strijden met onze elementaire opvattingen van individueele vrijheid, dat herinnert zoodanig aan een barbaarschheid, die gelukkig al heel oud is en waarvan alleen de geschiedboeken spreken, dat men geneigd is het niet te gelooven. En spontaan komt de gedachte op, dat men de woorden verkeerd gebruikt; dat men zoo iets noemt, dat geheel verschillend is van wat men onder gedwongen arbeid verstaal Gaan we dus een beetje ernstiger te werk. Laat ons eens duidelijk vaststellen, wat we onder „vrije arbeid" verstaan. Bezien we vervolgens de Bolsjewistische wet en dan zullen we weten, welke beperkingen zij aan de vrijheid stelt, zoodat men kan spreken van gedwongen arbeid. We zullen dan weten, of er in Rusland gedwongen arbeid bestaat of niet Eén vraag zal zich dan nog opdoen voor hem, die wat al te voorzichtig is; wordt de wet uitgevoerd? Laat ons vooraf opmerken, dat de wettelijke voorschriften récent zijn, omdat ze dateeren van December 1930, na een Bolsjewistisch regime van 12 jaar. Nu zal natuurlijk geen enkel gouvernement besluiten om een wet uit te vaardigen als het er niet op rekent, die uit te voeren. Dit oordeel wordt gesteund door de feiten. De inlichtingen, die de Sovjet-pers zelf geeft, toonen dat de gedwongen arbeid wel werkelijk bsetaat en andere geloofwaardige getuigen spreken er ook van. ! De vrije arbeid wordt als volgt gekarakteriseerd: De arbeidsmarkt is vrij, d.w.z. dat de arbeider kan kiezen het soort werk en de fabriek, waaraan hij zich verbinden wil; hij kan spreken over het bedrag van zijn salaris, de arbeidsvoorwaarden; hetzij direct hetzij door bemiddeling van de vakvereenigingen; hij kiest vrij zjjn verblijfplaats en zijn woning; hij heeft recht op hulp tegen den werkgever bij de organen van den Staat en vooral voor de rechters. Het regime van den gedwongen arbeid bewerkt daarentegen een enorme mobilisatie der arbeidersmassa's, terwijl men geen enkele vrijheid aan het individu laat. De wettelijke regelingen dezer materie is gepubliceerd door de Internationale Entente tegen de Ille Internationale. Men moet niet vergeten, dat de werkgever de Staat is. Welnu, de Staat heeft de arbeiderssyndicaten in zijn macht, de hoogere organen stjn immers voor 100 % aanhangers van de communistische partij. Het zijn juist deze organen, die het recht hebben ih naam der arbeiders contracten te sluiten, die zelfs niet het recht van veto hebben. Het is dus, in laatste instantie, de patroon, dat is dan de Staat, die eenzijdig en zonder verhaal den loonstandaard en de arbeidsvoorwaarden vaststelt. Zoo is dus de gedwongen arbeid en het wettelijk regime in Sovjet-Rusland. Maar, zal men vragen, heeft de arbeider, hoewel beroofd van iedere vrijheid, tenminste nog een beetje verstand? Laat mij volstaan met twee recente documenten aan te halen: „Het leven der arbeiders in Sovjet-Rusland" en „Het lot der arbeiders in Sovjet-Rusland" (Katholisches Tat-verlag, Köln (Rh). De Bolsjewistische pers zelf bevat geregeld onthullende berichten. Laat ons kort zeggen, dat de arbeidsvoorwaarden beklagenswaardig zijn. Het voedsel, door de fabriekskeukens aan den arbeider verschaft, is meestal oneetbaar, en zijn mager loon is niet voldoende om kleeren te koopen in de „magazijnen van den Staat met vrije prijzen", die alleen bestaan voor de vreemdelingen en die pas ook opengesteld zijn voor inlandsche bevolking. Deze vrije prijzen, wel is waar lager dan de prijzen op de vrije markt, zijn nog buitengewoon hoog. De woningtoestanden zijn over 't algemeen ellendig en men hoort overal klachten over de onge- zondheid, de vuilheid van en het gebrek aan woningen, waarin de afgrijselijk opeengehoopte arbeiders moeten wonen. Als de toestand van den zoogenaamd vrijen arbeid zoo weinig benijdbaar is, hoe zal dan het lot zijn van de ongelukkigen, die opgesloten zijn in de concentratie-kampen? De Sovjet-pers is zuinig met zijn berichten over deze zaak, maar. wij hebben getuigenissen, onder eede afgelegd door de, wel zeldzame, gelukkigen, die ontsnapt zijn. De getuigenissen zijn zoo gelijkluidend, dat ze geen twijfel omtrent de waarheid overlaten. De concentratiekampen zijn strafinstellingen, die zoo'n hooge vlucht genomen hebben, dat men recht heeft om ze te beschouwen als een gemakkelijk middel om de post arbeidsloon niet meer te tellen bij de berekening van den kostprijs. Dikwijls voor een kleinigheid, nog vaker zonder eenige klaarblijkelijke reden, onder de vage beschuldiging van kwade contra-revolutionnaire praktijken zijn mannen, vróuwen en zelfs kinderen uit hun omgeving gerukt, wegevoerd en verplicht tot den zwaarsten arbeid, in een klimaat van buitengewone gestrengheid. Het meest bekende van deze kampen is dat van de eilanden Solovki, in de Witte Zee, maar het is lang het eenige niet Hun taak is boomen te vellen, ze schillen, zagen, vervoeren eh ze laden in Europeesche schepen, die ze goedkoop van de Sovjet koopen. Ieder veroordeelde heeft dagelijks een bepaalde taak af te maken, maar die is zoo zwaar, dat hij er niet mee klaar komt, zelfs niet met 14 uren werken. Het voedsel is vaak bedorven en onvoldoende. Ook brengen allerlei ziekten vaak groote verwoestingen aan in de gelederen van deze ongelukkigen. Zij worden bewaakt door tchékisten, die niet nalaten lichamelijke straffen en folteringen op hen toe te passen zonder vorm van proces. In den winter gebeurt het dat men ze bij wijze van straf blootstelt aan de kou en wij hebben moeite om ons voor te stellen, hoe vreeselijk de kou is in die streken. Het getal gevangenen is moeilijk op te geven, want dat zqn natuurlijk statistische gegevens, die men niet publiceert. Toch heeft Molotov, president van den Raad van Commissarissen van 't volk op een vergadering van het tiende Congres der Sovjets (Maart 1931) verklaard, dat 1.134.000 personen toen tewerk gesteld waren in de wouden van 't Noorden (op 1 Febr. 1914 waren er in de Tsaristische gevangenissen 171.900 personen). En toch Europeesche schepen (Engelsche, Noorsche en andere) gaan steeds voort met Archangel aan te doen of de kust van Mourman om hout op te koopen, dat men hun wel leveren wil en wij zelf, wij kunnen in sommige var. onze winkels Russische lucifers koopen, die van dit hout gemaakt zijn. Toestand der boeren. Het leven van de boerenklasse verdient zeker de meeste aandacht en de leiders van het Bolsjewisme hebben dat wel begrepen. De boer is natuurlijk behoudend van aard; hij is gehecht aan den grond, dien hij bebouwt en zijn verlangens gaan er naar uit om dien grond in eigendom te bezitten. Het communisme, dat bij de arbeiders-masa's een vruchtbaren grond vindt, ontmoet een geweldigen tegenstand bij de boeren. Getrouw aan hun theorie van proletariërs-kweeking zijn de Bolsjewisten er op uit, om den boeren-eigendom weg te doen en een landbouwend proletariaat te vormen. Het slagen van hun plan kan hun een ongedachte kracht geven, terwijl een échec hun fataal kan worden. Toen het gouvernement het vijfjaren-plan vormde, heeft het aan het Russische volk niet verborgen, dat het een zeer buitengewone inspanning vroeg, maar de belooning moest op 't slagen van 't plan volgen en het vijfde jaar van het plan moest uitloopen op welvaart. Zelfs een realiseering, die slechts bij benadering het doel bereikt, is zeker veel gemakkelijker, of liever minder onmogelijk in de industrie dan in den landbouw. Overigens, vijf jaren zijn zelfs niet de uiterste grens, want men kent het ongelooflijke geduld van het Russische volk, zoodat men evengoed van het slagen van het plan spreken kan, zelfs wanneer de duur de voorgestelde vijf jaren overschrijdt. Maar als het Bolsjewisme een échec tegemoet gaat, dan is dat vooral op landbouwgebied, waar slechts een slechte oogst voldoende is, om al de opgezette plannen te verijdelen. Wij zijn slechte profeten. Laat ons tevreden ejjn met te zien, hoe het grondbeheer geweest is sedert de revolutie tot aan de pogingen voor het vijfjaren-plan en vervolgens hoe de verwezenlijking van dit plan afstuit op de landbouwers-klasse. Vooraf gaan een paar woorden over de boerenklasse vóór de revolutie, want ook op dit terrein zijn de meest verkeerde meeningen in omloop in de Westersche landen. Men verbeeldt zich hier gaarne, dat de Russische landbouw voor den oorlog geheel in handen was van de groote grondeigenaars, die de massa moujiks ringeloorden, alsof ze slechts slaven waren, hoewel de slavernij was afgeschaft De werkelijkheid is geheel anders. Zonder twijfel, er waren in Rusland groote grondbezitters en de Staat was de hoofdbezitter. Wat de bebouwbare gronden betreft, deze waren hoofdzakelijk verdeeld in kleine stukken en behoorden aan de boeren. Eten Sovjet-statistiek geeft duidelijke inlichtingen over de verdeeling der gronden in 1916 in 38 gouvernementen van Rusland. Tot opp. Opp. gr. gr.bez. Opp. beh. a. boeren Priv. bezit 139 23,4 of 169% 105,6 of 83,1% Bebouwb. gr. 71 9,5 of 13,3 % 61,5 of 86,7 % Bez. akkers 45 4 of 8,9% 41 of 91,1 % (De cijfers zijn gegeven in „deciatines"; 1 deciatine = 1,092 hectare, dus ongeveer 1 hectare). Het Tsaristisch bewind heeft altijd gepoogd den toestand van den boer te verbeteren door de ontwikkeling van den bóeren-eigendom te bevorderen en de verbetering der cultuur-methodes te propageeren. De steun van den Staat ten gunste van den boerenstand strekte zich uit over alle terreinen en zorgde door een bewonderenswaardige organisatie voor landbouwcrediet Men kent het systeem van de „Mir" een landbouw-gemeenschap die den grond bezit en ze geregeld onder de leden verdeelt. De hervorming van den grooten Russischen staatsman Stolypin had tot doel de geleidelijke verdwijning van de Mir ten voordeele van het particuliere boérenlandbezit. Krachtens een oukase van Nov. 1906 was ieder gezinshoofd, lid van de „Mir", gerechtigd de gronden, die hij in gebruik had, in vollen eigendom op te eischen. De gevolgen bleven niet uit en op 1 Jan. 1916 telde men bijna 6 miljoen boeren, die stappen gedaan hadden om uit de „Mir" uit te gaan. Het is niet twijfelachtig, dat als deze pogingen waren voortgezet, zij geleid zouden hebben tot een aanzienlijke verbetering van den socialen toestand van den Russischen boer. Maar de Revolutie is gekomen met haar in het tijdperk van „leuzen", om 't zoo te noemen, de kreet „het land aan de boeren". De boer heeft heel naïef geloofd, dat men hem in de mogelijkheid stelde om zijn verlangen om grondbezitter te worden te verwezenlijken door minder drukkende en meer soepele middelen dan vroeger. Zoo bedoelde het communisme het echter niet Het deed een eersten stap tot collectiveering van den landbouw: de boer moest niets behouden dan het strikt noodzakelijke voor zijn levensonderhoud, het andere moest naar de magazijnen van den Staat gaan. De tegenstand was algemeen. Nu eens mak dan weer heftig, maar altijd verbitterd. De beroofde boer weigerde producten te verbouwen. Zijn ellende werd ver- schrikkelijk en de honger, die het land teisterde, eischte miljoenen slachtoffers. Sedert 1921 erkende Lenin de onmogelijkheid om verder te strijden, in den brutalen vorm van 't eerste optreden tegen wat overeenkwam met de diepste, de innigste gevoelens van de boeren. De „Nouvelle politique économique" (Nep) kende weer zekere rechten aan de boeren toe, terwijl het hen vrijliet in het bebouwen van den grond en in het verhandelen der producten. De boer profiteerde daarvan zoo goed, ondanks de kwellingen, waaraan zij voortdurend blootstonden, dat in 1927 de bezaaide oppervlakte 90,5% bedroeg van die in 1913 en de oppervlakte met graangewassen 87,8 %. De productie, dat is waar, bleef beneden de 50%. Wat waren de resultaten geweest van deze periode van particulier initiatief, min of meer vrij, op den toestand van den boer? Zeker, deze toestand was in betrekking met den vooroorlogschen tijd niet verbeterd. Er waren de verwoestingen van de eersts jaren van het Bolsjewisme, die op de balans een pasief vormden, dat moeilijk te vereffenen was. Maar toch, een zekere verrijking van hen die het meest activiteit hadden getoond, het zich gevoelen. In 't begin van de radicale veranderingen, die het vijfjaren-plan in werking brachten, kon men de volgende structuur constateeren in den boerenstand: L Onder op de ladder het landbouw-proletariaat, veldarbeiders, verplicht tot harden arbeid tegen gering loon. Tot het getal van dezen rekent men ook hen, die werkzaam waren in de collectivistische exploitaties, die georganiseerd waren door den Staat, „Sovkhoses" genoemd. In 1927 was hun getal 6 miljoen ongeveer. 2. Arme boeren, bezitters van een brok grond, maar zoo verstoken van alles, wat onmisbaar is om dien grond te bebouwen, dat zij liever zich er van losmaakten. Hun getal wordt in 1927 geschat op 22'/2 miljoen. 3. De middenstand-boeren, die geen personeel in dienst hebben, maar nog het noodige bezitten, om hun grond te bebouwen. Zware belastingen plaatsten een bijna onoverkomelijk struikelblok op hun pogen om vooruit te komen. Zij vegeteerden op hun akkers. In 1927 telde men er van hen 76% miljoen. 4. Eindelijk boven aan de ladder, de rijke boeren, de befaamde „Koulaks". Zij hadden landerijen in pacht, hadden arbeiders in dienst en slaagden er in een surplus te produceeren, dat op de markt zeer welkom was. Maar zij waren het mikpunt van de besturen, wier sociale aspiraties zij tegenwerkten. Ook ging men in hun kringen zeer ruw te werk en groot is 't getal koulaks, die de massa's weggevoerden naar de concentratie-kampen, vermeerderden of hun pogen met hun leven hebben moeten betalen. Ondanks dat alles, dank zij hun énergie en hun moed, handhaafden zij zich tot een getal van 5 miljoen ongeveer, en leverden bijna 28 % van het verhandelbare graan. Zoo was de toestand, toen het vijfjaren-plan in werking kwam. Deze invoering, die economische doeleinden nastreefde, moest wel een diepen socialen invloed hebben op den landbouw, omdat ze vergezeld ging van een nieuwe poging tot collectiviseering van de landbouw-productie. Ondanks de voordeelen die hun werkzaamheid opleverde, hadden de Koulaks achterdocht tegen het regime. Getrouw aan hun beginselen, wilden de Bolsjewieken de klasse der boeren „proletariseeren". De strijd tegen de Koulaks en ook tegen de middenstandsboeren, die nog een stukje grond te bebouwen hadden, werd met energie hervat. Hij vond zelfs een wettehjken grond in de nieuwe landbouw-wet, die uitgevaardigd werd in December 1928. Deze wet verbood nadrukkelijk iedere transactie van onroerende goederen, welke ook, en de overtreders werden van hun goed beroofd en streng gestraft. Deze bepaling gaf 't recht tot verbanning van allen, die iets bezaten en ze werd ijverig toegepast. Deze verbanning had niet tot doel het lot van de armeren te verbeteren, want het land van de verbannenen kwam niet aan hen. Het vijfjaren-plan heeft de ontwikkeling van den landbouw niet gericht op de individueele landbouwondernemingen, die beklagenswaardige overblijfsels van een kapitalistisch regime; maar wel op collectivistische groot-opgezette ondernemingen, de kolkhosen, en als kroonstuk moet de landelijke bevolking worden teruggebracht tot de rol van dienstbaren van deze collectivistische ondernemingen. Het is duidelijk, dat deze plannen het enthousiasme van den boer niet konden aanwakkeren. Maar het gouvernement bekreunde zich daar niet om en het zette zijn regime met geweld door. Zij, die zich 'verzetten, worden verbannen en uit vrees voor de gevangenis zegt men niets en onderwerpt zich. Zoo worden de kolkhosen opgericht; dat stemt zelfs de Sovjet-pers toe. Om slechts een enkele aan te halen, die van Samoylovka werd opgericht met dertien stemmen tegen vierhonderd onthoudingen. (Prawda, 20-3-1930). Om de collectiviseering te bevorderen, mobiliseert het regime zijn beste troepen. Een groep uit de communistische jeugd, arbeiders en soldaten vormt „stootbrigades", wier taak is mede te werken tot 't oprichten van kolkhosen en het voorbeeld te geven. Deze troepen, zonder twijfel vol animo voor hun werk, maar zonder eenige ervaring in landbouwzaken, werden zeer slecht ontvangen en hun onwetendheid en hun dwaasheid deden niets anders dan den boer verbitteren en zijn lijden verzwaren. Uit een sociaal oogpunt bezien, heeft de colIecÜveering tot resultaat gehad een verarming van den boerenstand. Te gelijker tijd zijn de boeren gebracht tot den rang van landarbeiders en hun situatie is daardoor niet verbeterd. Ze zijn verplicht tot een langen werkdag, onder een regime van kazerneering en strenge militaire discipline en daarbij slecht gevoed en slecht betaald. Merken we op, dat het proces van collectiveering nog verre van afgeloopen is. Maar overal waar men getracht heeft ze te verwezenlijken, heeft men ook een heftige oppositie bij de boeren ontmoet. De koulaks, die het konden doen, hebben hun bezittingen verkocht en zijn naar de steden verhuisd. Maar dat zijn er slechts weinigen. De anderen, die verwachten, dat de Kolkhosen, die hun van 't weinige, dat ze hebben, berooven zal, voor hun gereedschap en verder materiaal zal zorgen, eten op wat ze hebben, verkoopen tot lagen prijs, verwaarlooszen hun vee. Is het niet noodig geweest in 1930 om een artkel aan het strafwetboek toe te voegen, om „onverstandg" afslachten van vee te straffen? Wij komen dus tot deze conclusie dat, wat den boerenstand betreft, het sovjet-regime leidt tot de vorming van een landbouw-proletariaat door het voorval van alles wat den kleinen boerenstand op de been zou kunnen houden. Deze proletarisatie heeft niet tot tegenwicht een verbetering in 't economische welvaren, integendeel dit wordt steeds minder. Voor 't overige toont de „afwijking van den algemeenen regel* waartoe Stalin zelf zich nu pas genoodzaakt heeft gezien door den wanhopigen toestand in de voedselvoorziening, dat de strijd tusschen het Sovjet-bewind en de boeren neg lang niet geëindigd is. Conclusie, Wij hebben de wel onvolledige schildering ven enkele sociale gevolgen van het Bolsjewisme in Rusland ten einde gebracht. Ons blijft nu nog over te zien, waartoe ons deze studie geleid heeft. ' L Onze eerste vraag is: Wat zijn de resultaten van 14 jaar Bolsjewisme? a. De gave, ongeschonden toestand van het gezin. Terwijl bij ons het gezin door de wet beschermd wordt en het huwelijksrecht een constitutioneel recht is, beijvert het Bolsjewisme zich door wet en pracujk het te vernietigen; wij hebben voldoende aangetoond op welke consequenties deze verwoesting is uitgeloopen. b. De eerbied voor den privaat-eigendom. Het privaat bezit is afgeschaft, alleen de Staat moet als eigenaar beschouwd worden. Hetgeen bestaat heeft slechts den schijn van privaat-eigendom, maar is niets anders dan bezit. Niets verhindert, dat men om een of andere reden een eind maakt aan dat bezit. In een dergelijk geval kan men niet spreken van onteigening, want er bestaat geen eigendom en er is dus ook geen plaats voor een redelijke schadevergoeding, zooals bij ons door de wet geëischt wordt. c. Persoonlijke veiligheid. In de Sovjet-Republiek bestaat geen veiligheid noch in de practijk noch wettelijk. Het ontbreken van feitelijke veiligheid is een consequent gevolg van de dictatuur, die in stand gehouden wordt door de terreur. Niemand weet, zelfs als hij bewijs geeft van diepe gehoorzaamheid aan het regime, of Mj niet mishagen zal aan de leiders en of deze het niet nuttig zullen oordeelen, om zich van hem te ontdoen Terechtstelling zonder eenigen vorm van proces, gevangenneming, opzending naar de concentratie-kampen komen voortdurend voor. Een geldige reden om zoo te handelen is niet noodig, maar als men er op gesteld is, er een te hebben, is 't niet moeilijk er een te vinden. In alle gevallen is beschuldiging van contra-revolutionnaire handelingen heel gemakelijk. De rechterlijke veiligheid bestaat evenmin. Wij hebben met een paar woorden gesproken over de vrijheid, die aan de rechters gelaten is in de uitvoering der wetten. Laat ons er nog bijvoegen, dat de rechterlijke macht niet onpartijdig recht moet spreken, maar veel eer is het een orgaan te meer om de dictatuur te verdedigen. d. Minimum van vrijheid van persoon en gedachte. .. Er bestaat een gansch complex van verschillende vrijheden, die de rechters en de sociologen met onderscheiding behandelen en die door de vrijzinnige wetten gewaarborgd worden. Onze wetten b.v. gaan zeer ver op dat terrein. Als individueele vrijheid noemen wij het recht van vrije vestiging ergens (art 45) het recht om het land te verlaten, de vrijheid van handel en industrie (art. 31) het recht van vereeniging (art. 56) De vrijheid van denken omvat niet alleen de vrijheid van geweten, d.w.z. het recht om atheïst te zijn of zich weer te verbinden aan een godsdienst van zijn keuze en den eeredienst bij te wonen, maar ook het recht, om vrij te zeggen wat men denkt over ieder onderwerp, b.v. geschiedenis, philosophie, of kunst; de vrijheid van drukpers vloeit voort uit de vrijheid van denken. (Vrijheid van geweten art 49 CF; eeredienst art. 50 C.F.; drukpers nrt. 55 CF.). Wij hebben met opzet gesproken van een minimum van deze vrijheden. Ze zijn nooit absoluut, zelfs bij ons niet. Hoewel wij ze gaarne op ruime schaal zien toegestaan, stemmen we toe, dat men zich tevreden moet stellen met meer beperkte vrijheden. De regeeringsvorm en de trap van sociale ontwikkeling bepalen in werkelijkheid den omvang er van. In Rusland bestaan deze vrijheden niet. Bepalen we ons slechts tot de individueele vrij- heid; wat wij te voren gezegd hebben is voldoende om te illustreeren hoe het daarmee in de Sovjet-Republiek staat. Laat ons liever een paar woorden zeggen over de vrijheid van denken. Dat zal ons gelegenheid geven om op den toestand der intellectueelen te wijzen, waaraan wij bij gebrek aan tijd geen afzonderlijk hoofdstuk hebben gewijd. Het is duidelijk, dat een regime van dictatuur, gesteund door geweld, geen tegenspraak kan dulden. Vrijheid van politieke meeningen is dus uitgesloten, evenals vrijheid van drukpers. Maar het Bolsjewisme bestrijkt het gansche terrein des levens, overal wil het zijn dogma's in practijk brengen. Dus niet alleen in de politiek, maar op geen enkel terrein kan het tegenspraak dulden. Meer nog, zelfs neutraliteit is niet voldoende. Ieder middel is goed, om het regime te verdedigen en de hulp der intellectueelen is niet te verachten. Willen zij dus eenige activiteit aan den dag leggen, dan moet het zijn ten gunste van het regime. Men kan zich het lot der intellectueelen in Sovjet-Rusland voorstellen. Zonder van hun materieele ellende te spreken, die de ellende is van 't gansche volk, want de intellectueel heeft geen enkel voorrecht, integendeel, is de moreele ellende juist een hinderpaal om iets van eenige waarde voort te brengen. Treffend is de toestand in 't universitair onderwijs, dat geheel afhangt van de communistische partij. Op 71 universiteiten zijn 30 rectoren communist en 122 communisten lid van een directorium, tegen 133 die niet bij de partij zijn ingeschreven; en toch zijn er slechts 4,6 % van da professoren communist. Zelfs in de literatuur wordt geen spoor van onafhankelijkheid geduld; ook de litteratuur moet dienen om het regime in stand te houden. e. Minimum van economische welvaart. Er is geen plaats om lang bij dit punt stil te staan. Zonder twijfel kan men zich tevreden stellen met een economischen welstand, die veel minder is dan de onze, maar toch zijn we genoodzaakt te erkennen na hetgeen eerst gezegd is en na hetgeen we nu hebben aangegeven, dat het Bolsjewisme zelfs dit minimum niet gegeven heeft en dat het integendeel den levensstandaard van het volk aanzienlijk verlaagd heeft. n. Na de resultaten van 14 jaar Bolsjewisme onderzocht te hebben moeten we de tweede zaak bekijken: Aannemende dat we in een overgangsperiode zijn, wat is dan de toestand die de theorieën van het Bolsjewisme en de mogelijkheid van realisatie ons veroorloven in de toekomst te zien? Onder de sociale elementen, die wij als goed hebben gekwalificeerd, zijn er, die geheel strijdig zijn met de principes van het Bolsjewisme, terwijl andere niet bestaan in Sovjet-Rusland, om geheel andere dan principieele redenen. Absoluut strijdig met het communisme zijn de ongeschondenheid van het huisgezin en de eerbied voor den privaat-eigendom De communistische toekomst voorspelt de opheffing van het huisgezin. We hebben de wanorde gezien, die er het resultaat van is in de tegenwoordige periode. Aannemende zelfs, dat het Bolsjewisme er in slaagt, om de gedachte zelfs aan een huisgezin weg te doen, kan men dan hopen dat een nieuwe orde zal komen in de plaats van de wanorde? Niets, dat ons daarop hoop geeft. De privaat-eigendom, het begrip zelfs van eigendom moet uitgeroeid worden voor de gouden eeuw van het Bolsjewisme. Laat ons er goed op letten, dat het niet gaat om een halven maatregel, die sommige economische functies aan den Staat brengt, om een zoetsappig Staatssocialisme dat gemakkelijk de sympathie van zekere personen bij ons verwerft. De afschaffing van den privaten eigendom moet absoluut zqn. De persoonlijke veiligheid, de vrijheid van individu en gedachte zijn niet direct het tegengestelde van de beginselen van het Bolsjewisme. Ze zijn het tegenwoordig, nu het Bolsjewisme in voortdurenden strijd gewikkeld is om zich te handhaven, nu in systeem gebrachte gestrengheid voor het regime onmisbaar is, en nu alle zwakheid het noodlottig zou kunnen zijn. Maar men kan zich verbeelden een toekomststaat, waarin het Bolsjewisme zooveel vernietigd heeft rondom zich, dat het alleen of bijna alleen als overwinnaar overblijft. Dan misschien zou het kunnen gaan denken aan de persoonlijke veiligheid van het individu en hem eenige vrijheden toestaan. Het is waar, dat alles wat wij nu zien niet geschikt is om ons aan te moedigen tot geloof in die toekomst, zoo ver lijkt die. Het minimum economische welvaart, is wel het eenige van de door ons genoemde elementen, waarop het Bolsjewisme uitloopt. Op 't oogenblik volgt het echter niet den weg die daartoe leiden kan; het laat eerder de ellende van het volk maar voortbestaan. De pogingen, die het heeft aangewend: Nep, vijfjaren-plan zijn ver van overtuigend. Maar als we de dingen op z'n best uitleggen en we onderstellen, dat het eens gebeuren kan, dat de bevolking een beetje welvaart geniet, dan is 't van belang die welvaart te karakteriseeren. De Staat alleen zal die welvaart realiseeren, de Voorzienige Staat, die het werk distribueert en de economische goederen aan allen zal uitdeelen. Het particulier initiatief zal er geen rol in spelen. Het is duidelijk, dat daarom de Staat volkomen moet kunnen beschikken over het individu en daarom constateeren wij opnieuw, dat de vrijheden wel in gevaar gebracht zijn voor deze toekomst. Bovendien, dat als er zich economische moeilijkheden voordoen en de Staat zelf in gevaar is gebracht, het regime van dwang weer moet worden ingesteld om hem te handhaven. ra. Thans zijn we aan de derde vraag: Zal de toekomst de offers rechtvaardigen, die in den overgangstijd gebracht zijn? Laat ons vooreerst opmerken, dat de lichte gymnastiek, waaraan we ons overgegeven hebben om in die toekomst te zien, niet kan uitloopen op precies aangegeven resultaten. En ook wij hebben de zaak voor het Bolsjewisme op z'n gunstigst genomen, in de onderstelling, dat alles best zou loopen. In ieder geval de gouden eeuw van het Bolsjewisme hangt nog in de nevelen van een verre toekomst. Als zij werkelijkheid wordt, zal dat de ondergang van onze beschaving zijn, de verdwijning van de instellingen, die de steun van ons leven zijn. Alles is waarschijnlijk, zelfs zeker, niet volmaakt bij ons. Maar wij hebben de ondervinding der eeuwen, waarop wij door een langzame evolutie ons sociale huis hebben gebouwd. Wij zullen duizend middelen hebben om te werken aan zijn verbetering, terwijl we blijven in een socialen toestand, die ons eigen is en dien wij waardeeren. Bolsjewisme echter beteekent vernietiging van heel het verléden voor een vaag ideaal van de dictatuur van het proletariaat. Het antwoord op de derde vraag dringt zich op: De Bolsjewistische toekomst, zoo ver en zoo vaag, veroordeelt eerder de misdaden en de ellende, die men wil kwalificeeren als slachtoffers van een gewaande overgangsperiode, dan dat ze die zou rechtvaardigen. In de conclusies, die we daareven vaststellen hebben we geen melding meer gemaakt van Rusland. Men zal niet genoeg kunnen herhalen, dat het Bolsjewisme, dat proefnemingen in Rusland heeft gedaan, door den wil van zijn leiders bestemd is om zich uit breiden over de geheel e wereld, 't Is maar niet een Russische kwestie, maar wel een wereld-kwestie. Hte bedreigt ieder en zijn middelen zyn machtig. Een opmerking nog ten slotte. Men hoort dikwijls zeggen: niet alles in 't Bolsjewisme is te veroordeelen, het heeft ook goede zijden. Om de waarheid te zeggen: ik zie ze niet. Hoe 't ook zij: dis zulke redeneeringen houden en die dikwijls heel weinig worden verdacht, van het Bolsjewistisch regime te waardeeren, geven zich geen rekenschap, dat zij niet een deel kunnen aanemen zonder het geheel. Het Bolsjewisme is een geweldige en samengestelde machine, waarvan alle deelen nauw aan elkaar ver» hqnden zijn. Het Bolsjewisme wordt niet in het klem verkocht. Men moet het aannemen in zijn geheel of het verwerpen en bestrijden in al zijn handelingen-