heerschen en 't ging in de richting van den hongersnood. Vóór het einde van het plan moest men de levensmiddelen-kaarten weer invoeren en voor iedere categorie van burgers de rantsoenen vaststellen. Hoe ingewikkeld dat systeem is, en hoé slecht het loopt, is algemeen bekend. Nu eens is er heelemaal geen vleesch; dan weer komt er zooveel tegelijk, dat men niet weet hoe spoedig het op te maken, zal bederf worden voorkomen. In 't algemeen moet men uren in de rij staan voor de coöperatieve winkels, teneinde een bespottelijk rantsoen van middelmatige levensmiddelen te bemachtigen. In den laatsten tijd is de voedselvoorziening zóó slecht, dat men niet eens meer zeker is van de toch al geringe hoeveelheid die op de kaart staat aangegeven. Voeg daarbij dat de ellende de bevolking voortdurend opjaagt, in haar verlangen naar minder onhoudbare toestanden, en men krijgt eenig denkbeeld van het „geluk" van den Sowjet-burger. En kon die „burger" zich nog maar verplaatsen, naar wil en keus! Doch hij is aan de plaats, waar men hem aan het werk gezet heeft, door strenge wetten of bepalingen gebonden; op zijn paspoort houdt de G.P.Oe. zorgvuldig aanteekening van al zijn reizen en trekken, zoodat hij feitelijk in alles, altijd en overal, gebonden is aan de vreeselijke macht der geheime Staatspolitie, die elk restant van persoonlijke vrijheid tot een ij del woord heeft gemaakt! Ik sprak van het „geluk van den Sowjetburger". Is dat geen bittere ironie? Een SowjetRus sprak eens van een „kleine bevoorrechte groep" (de Communistische partij) die de zweep hanteert, gelijk in de dagen der Farao's, en van 160.000.000 slaven. En van die slaven zijn de geloovigen er het ergst aan toe. Kort geleden is, in enkele onzer dagbladen de vraag gesteld, of het er in Rusland wel zoo treurig uitzag als door sommigen werd beweerd, en men meende die vraag in ontkennenden zin te kunnen beantwoorden. Ik acht het daarom van belang het volgende schrijven van Dr. O. Schabert ook langs dezen weg ter algemeene kennis te brengen. „De Russische dagbladen, zoo schreef mij deze vriend, zijn verontwaardigd over de hulpactie, waartoe het buitenland wordt opgeroepen om den grooten nood in Rusland te helpen lenigen; een nood, waarvan zij het bestaan brutaalweg loochenen. Ze beweren, dat de ingezamelde gelden blijkbaar moeten dienen voor een ander doel; immers bij gebrek aan hongerlijders kunnen ze onmogelijk dezen te goede komen. Het doel is die sommen te besteden voor steunverleening aan een offensief van de Witte Gardisten! Ondanks deze loochening is het absoluut zeker, dat in Rusland hongersnood heerscht en wel het hevigst in de Oekraïne, de Wolga-Republiek, Noord-Kaukasië en Kasakistan, waar de heer Herriot blijkbaar niet is geweest. Al worden er ook handteekeningen „verzameld", die moeten verklaren, dat er geen hongersnood is, de honger woedt in Rusland op vreeselijke wijze. Allen lijden gebrek, behalve de communisten, de soldaten van het Roode Leger en andere bevoorrechten. Het moeilijkst hebben 't de Christenen, want zij behoorèn voor het meerendeel tot de „recht loozen", die geen ,broodkaart" bezitten. De „Baltische arbeid voor Rusland" van den Internationalen Bond voor Inwendige Zending en diaconie beschikt over een zoo verpletterend brievenmateriaal, dat het voor een ieder, die lezen kan, aan geen twijfel onderhevig is, dat in alle deelen van Rusland honger geleden wordt. Van eenige schriftvervalsching kan onmogelijk sprake zijn. Immers, de Rus loochent denhongersnood, en zal derhalve in 't geheel niet gedoogen, dat er duizenden brieven met de meest hartverscheurende noodkreten het land uitgaan, brieven, die de zwaarste aanklachten behelzen tegen het wanbeheer van de Sowjetregeering. In den grond der zaak is dit wan- bestuur de oorzaak van den hongertoestand. Over het weer met betrekking tot den oogst .valt meestal niet te klagen. Dat is gewoonlijk schitterend. Maar het doordrijven van het Vijfjarenplan is de grootste belemmering. De gedachte van Stalin om van het landbouwbedrijf een „broodfabriek'' te maken, is even grootsch als fantastisch. De reusachtige collectieve landbouwbedrijven, zooals de „Gigant", beslaan een oppervlakte als die van kleine Europeesche Staten. Dergelijke bedrijven kunnen onmogelijk door één hoofdcommissaris bestuurd worden. Tusschen ondernemingen waarvoor zonneschijn een eerste vereischte is en die, welke ook in tijden van regenval voortgang kunnen hebben, bestaat een groot verschil. En hierin schuilt de oorzaak, dat naar die onderscheiden gebieden, vaak zoo ver uiteenliggend, geen bevelen uit één centrum met succes gegeven kunnen worden. Zou b.v. het bevel luiden, dat hooi moeten binnengehaald worden, dan zou men daaraan moeten gehoorzamen ook wanneer op het bepaalde tijdstip regenbuien in een of ander verwijderd gebied het hooi doornat maakten. En zoo gaat het met alles! Nu eens is het gewas niet op tijd op de plaats der bestemming, dan weer zijn de tractors, die hersteld moesten worden, niet afgeleverd, en& Juist op het terrein van den arbeid hapert het. Het is geenszins te verwonderen, dat zelfs de vruchtbare- zwarte aarde in de Oekraïne tengevolge van het wanbeheer misoogsten meldt. Zeer begrijpelijk is het van het standpunt der Sowjet-Russen gezien, dat zij dezen toestand willen verhelen. Immers zou door erkenning daarvan het bankroet van het Vijfjarenplan duidelijk aan het licht komen, en daarmee staat of valt de Sowjetmacht! Ontkennen heeft echter geen nut, want ondanks de maatregelen, door de censuur toegepast, worden in alle deelen der "wereld dë wanhoopskreten gehoord van hen, die in dezen nood dreigen om te komen. Van den morgen tot den avond wordt het somber gelui van de doodsklok vernomen en bij den ingang van vele dorpen hangen aan staken zwarte lappen ten teeken, dat alle inwoners gestorven en gedeeltelijk onbegraven zijn, zoodat het met het oog op besmettelijke ziekten gevaarlijk is, het dorp te naderen. Honger kent geen hygiëne meer! Niet alleen wordt het vleesch van gestorven dieren gegeten, maar men snijdt ook het vleesch af van de beenderen der lijken en óp de markt wordt menschenvleesch als dat der varkens verkocht. In een brief schrijft een moeder, dat ze haar kinderen angstvallig moet bewaken, om te voorkomen, dat ze worden gedood; want de waanzin van den honger deinst voor niets terug. In een naburig dorp had een zoon zijn vader vermoord en opgegeten. Tot straf hing men den moordenaar het hoofd zijns vaders om den hals en leidde hem het dorp rond. Maar waanzin laat zich niet bang maken. Altijd weer herleeft het kannibalisme, indien er hongersnood ontstaat. Tot op heden zijn alle pogingen, die het Internationale Roode Kruis, welks voordeelen ook de Russen genieten, maar ten opzichte waarvan zij in geen geval verplichting op zich nemen, tot leniging van den nood zouden willen aanwenden, vergeefsch geweest. Het is niet eens gelukt toestemming te verkrijgen tot invoer van geneesmiddelen, want de Sowjetregeering moet om haar eigen behoud steeds blijven beweren, dat bij haar alles in orde is, en dat er in dit paradijs geen honger wordt geleden. Zoolang de Europeesche Staten elkaar de handelsvoordeelen misgunnen, die ze door een nauwere betrekking met Rusland aan te knoopen, kunnen verwerven, zullen ze zich niet tot een algemeene actie tegen de Sowj et-Republiek verbinden. Tegenwoordig hebben idiëele beweegredenen in de politiek geen kans meer zich te doen gelden en een rol van beteekenis te spelen. Daar is het eenige, wat verricht kan worden, een beroep te doen op de naastenliefde en dat geschiedt door het instituut: „Baltische arbeid ten behoeve van Rusland". Uit 20 landen ontvangt het liefdegaven, waarmee getracht wordt zooveel mogelijk hulp te verleenen. Met blijdschap mogen we melden, dat er nu ook op verschilende plaatsen centra -van steunverleening ontstaan. Het spreekt vanzelf, dat alle zendingen nog niet anders zijn dan een druppel op een gloeiende plaat. Maar toch is het waar, dat daardoor vele waardevolle menschenlevens worden behouden en elk der gezonden pakketten ook geestelijke beteekenis heeft. Telkenmale wordt dat openbaar in de brieven vol dankbetuigingen voor den ontvangen steun, waarbij dan tevens vermeld wordt, hoe elke gave den moed versterkt om vol te houden, de hoop op bevrijding verlevendigt en voor vertwijfeling bewaart. Elke zending is het bewijs, dat het groote lijden daarginds niet onopgemerkt gebleven is en dat er nog velen zijn, die liefdadigheid betrachten. De liefde is vindingrijk. Ze zal dus ook wel middelen uitdenken, om de dagen der ellende te bekorten. In dezen nood komt echter nog iets grooters aan het licht. Hij loutert het geloof! Indien een Christen, temidden van den vreeselijksten nood, door den honger ontstaan, niet vertwijfelt en niet mort, maar in gelatenheid zijn zwaar kruis torst, dan is dit het bewijs van een imponeerend Christendom, dat productieve kracht bezit. Dan is het een martelaren-Christendom, d.w.z. een getuigend Christendom. Een dergelijk Christendom treedt op eenvoudige, treffende wijze aan den dag in de brieven dergenen, die daar ginds aan honger en gebrek ten prooi zijn. En door dat getuigenis kan ook ons Christendom worden verdiept. Eens vernam ik in Zwitserland dit gezegde: „Zwitserland leeft van zijn weldaden, die het gedurende den oorlogstijd aan tallooze ellendigen heeft bewezen." Inderdaad ligt er waarheid in het oude gezegde, door de ervaring gestaafd: „Wie goed doet, goed ontmoet!" Dat zal ook gelden voor de uitoefening van barmhartigheid ten opzichte van de ellendigen in Rusland. Hun dank, de verdieping van hun Christendom, zal de bron zijn, waaruit het levenswater stroomt voor degenen, die hen met liefdegaven verkwikken." Tot zoover Dr. O. Schabert. Herinnert men zich ook nog Rector E. Steinwand, uit Dorpat, die hem op zijn reis naar Holland in de maand Juni vergezelde? Welnu, deze vriend ontving van een zijner bloedverwanten — wiens naam natuurlijk niet genoemd kan worden — het volgende schrijven: „Als ik U alles eens vertellen kon!" Ik zou treuren als de struisen en klagen als de jakhalzen en beweenen de verhongerden (verslagenen) van mijn volk." Het verschrikkelijkst is de angst, dat een van onze kleinen opgegeten zal worden. Kinderen verdwijnen vaak; dat beteekent, dat zij gestolen worden, ook uit goede kringen, zelfs bewaakte kinderen, die er gezond of dik uitzien. Op de markt worden personen gegrepen, die menschenvleesch verkoopen. Op een der laatste gerechtszittingen verklaarde een echtpaar, dat zelf kinderen hier op school beeft, dat zü hun slachtoffer geheel niet gemarteld hadden; zij hadden alleen tegen het ontvoerde kind gezegd, dat het een zekere deur met een metalen klink mdest openen en het kind bleef op de plaats dood. Daarna hadden zij het lichaampje verder bewerkt en er koteletten van gemaakt. In Kiev moeten veel van dergelijke processen plaats vinden. In onze stad is het vreeselijk. W. en ik kunnen niet anders dan met be- zorgdheid onze kinderen aanzien. O, het is een moeilijk leven geworden. Dikke menschen zijn zeldzaam, zq worden op de straten met jaloerschheid aangezien. In kleine stadjes is net voor hen levensgevaarlijk, daar zij gevangen worden om te worden gebruikt bij de bereiding van zeep Als u eens wist wat de bedelaarsplaag is. Al die gezwollen, vreesehjke gedaanten! Hoe zij sterven op de hoéken der straten en dikwijls lang daar blijven liggen. In de ziekenhuizen worden 's nachts naakte lijken bij vrachten weggebracht in massagraven geworpen, en na een paar dagen wordt ditzelfde graf nog eens aangevuld en weer eens aangevuld. Kort geleden gingen kennissen van ons naar het ziekenhuis. Een vriend van hen, 'n leeraar, had den 24sten een bericht ontvangen, dat zijn moeder den 21sten gestorven was. Toen zij nog leefde, mocht hg haar niet bezoeken. Nu stuurde men hem met zijn kennissen in het lijkenhuis; daar mocht hij zijn moeder tusschen de hjken uitzoeken. Zij kwamen in twee gesloten kamers. Op den vloer lagen veel naakte, vuile lijken. Net als de bedelaars! Als geraamten! Slechts vel en beenderen. Daar neergegooid in verschillende lichaamshoudingen, net zooals zij gestorven waren. Onze kennis kreeg een toeval van ontzetting. De moeder van den leeraar was er echter niet bij, dus reeds in een massa-graf. Een anderen leeraar gelukte het z'n doode zuster uit het massa-graf te halen. Bij andere kennisen kwam op zekeren dag in den namiddag een naakt geraamte aanwandelen Hij vertelde, dat hij bijna verhongerd was en dat hij, ontwakende tuschen een hoop lijken, zich had weten vrij te maken en weggegaan was. Zij gaven hem te eten. Dadelijk daarop stierf hij. Voor sommige Russische dorpen hangen zwarte vlaggen, omdat allen daar dood zijn. In W. en in R. zijn velen verhongerd. In X. doet een vrouw, die afgezet is als onderwijzeres omdat zij kerkelijk was, doodgraverswerk. In het collectief leeft men alleen van grassoep. Dat schrijft ook onze kennis uit den. Kaukasus. Zelfs in.Y. zijn er velen verhongerd, waar het toch in het hongerjaar 1921 nog tamelijk goed was. Het kerkelijk leven is aan het wegsterven. De meeste dooden worden door eigen familie begraven. De „Koelakken" hebben n.1. geen recht op een graf. Het akkerwerk wordt met koeien gedaan. Hier zijn de paarden opgegeten of doodgegaan. Neen, U kunt zich geen voorstelling maken van de armoede en de neerslachtigheid, die hier heerscht. Ieder sleept een last. De menschen zien er geheel verslagen of vaak toornig uit. Er zijn veel gevallen van krankzinnigheid. In de Russische dorpen heerscht kannibalistische menscheneterij. In zeker dorp heeft een zoon zijn vader opgegeten; men hing hem zijn vaders hoofd om den hals en liet hem zoo door het dorp wandelen tot afschrik...." • * Zou ik nog meer brieven, zooals er duizenden tot m\jn beschikking staan, moeten aanhalen? Ik acht het overbodig en eindig met een dubbele opwekking: Vooreerst, om tóch vooral te letten op de gevolgen van een systeem, dat, consequent doorgevoerd, tot moreelen en stoffelrjken ondergang leidt. Vervolgens om niet te vertragen in de hulpverleening aan de arme slachtoffers van het bolsjewisme, die moeten ondervinden dat onze belijdenis geen lippentaal, doch een zaak des harten is. VERVOLG BROCHURELIJST 47 Hel leven en lijden van de vrouw in Sowjet-Rusland „ 0.39 48 Dr» F, J. Krop, -Plicht en Roeping der Christenen ten opzichte van de vervolgden in Sowjet-Rusland „ 0.20 49 Grepen uit Finland's verleden (met een inleidend woord van Dr. Krop] ,, 0.20 50 Dr. Raymond Devrient, De sociale consequentie van het Bolsjewistische regime „ 0.40 51. Dr. A. Ehrt en Dr. J. Schweickert, De bolsjeviseering van Duitschland „ 0.35 52 Dr. F. J. Krop, De beteekenis van Finland in den huidigen cultuurstrijd „ 0.35 53 Dr. F. J. Krop, Waarom maakt gij U toch zoo druk over Rusland? , 0.30 54 Dr. F. J. Krop, Ons parool in den strijd tegen het bolsjewisme: Godsdienst, Gezin, Gezag : ,0.20 55 Prof. A. Leceri, Het recht van weerstand in de H. Schrift en meer bepaald in het Evangelie 0.15 56 Godsdienst, Gezin, Gezag „ 0.40 57 Dr. F. J. Krop, „Het communisme is het Koninkrijk Gods" 0.20 Wat te denken van deze stelling? 58 Dr. J. R. CaUenbach en Dr. F. J. Krop. Enkele opmerkingen naar aanleiding van de Jodenvervolgingen in Duitschland 0.25 59 Dr. F. J. Krop. Karl Marx, de apostel van den haat „ 0.25 60 Henri Glass, Beschouwingen over de moderne Bolsjewistische Revoluties „ 0.20 61 Dr. F. J. Krop, Het Marxisme als economisch en sociaal systeem 0.20 62 Dr. F. J. Krop, Is one in Russia exposed to severe persecution merely on the ground that one is a believer? j „ 0.15 63 De G.P.Oe. of de gruwelen der Russische geheime Staatspolitie , 0.20 VLUGSCHRIFTEN. over de Russische Geloofsvervolgingen en het Communisme, uitgegeven door de Chr. Mannenvereen. „GIJ zljt allen Broeders", le Pfjnackerstraat 102-106, Rotterdam. (Gebouw „Geloof en Vrijhei^" ) No. TITEL. Pnjs — Dr. F. J. Krop, Radiotoespraak over de geloofsvervolgingen ƒ 0 05 — Arbeiderstoestanden in het Sovjet-Paradijs 0.05 — Laatste overdenkingen van een door de Gepeoe ter dood veroordeelde 0.05 — Wat ik in Rusland gezien heb in 1929—1930 0.10 12 Teleurgesteld terug uit Sovjet-Rusland 0.05 14 De vernieuwde actie der Godloozen 0.05 15 De Russ. geloofsvervolgingen en'de plicht der Christenheld .. 0.!U 17 Een en ander over de handelstaktiek van Sovjet-Rusland en wat daarmee samenhangt 0 15 18 Hoe ze andersdenkenden deu dood Injagen 0 " 0 19 Het bestaan van Communistisch gevaar ln de koloniën 0.03 20 Dr. O. Schabert, Godsdienstvervolging of Godsdienstvernietiging? 0.05 25 Prof. Dr. L. Hjin, Het gezin in gevaar 0.06 26 Prof. Dr. Auhagen, De waarheid omtrent den godsdienstigen toestand ln Sovjet-Rusland 0 10 27 De Russische Kerk en de Sovjet-Begeering 0.06 28 P. Jankowski-Junosze, Russische kerken ln Sovjet-Rusland en daarbuiten 0.15 29 Prof. Dr. Korenchewsky, Eendracht maakt macht 0 08 30 Dr. F. J. Krop, De Paaschcampagne der Godloozen en wat zy ons te zeggen heeft 0.12 31 Tschegolev (naar), Het antl-godsdlenstlge werk onder de kinderen ln Rusland 0.08 32 N. A. Klépinine, De godsdienst en de nieuwe comm. cultuur „ 0.12 33 Annie Wieck, Een beeld uit Sowjet-Rusland 0.08 34 De gruwelen der concentratiekampen van de Sowjet-Unle ,, 0.05 35 Prof. Dr. Iwan Hjin, Hoort de signalen! 0.08 36 O. Hausdorf, De Joden en het Bolsjewisme 0.08 37 Berichten over den toestand der Orthodox-Russische kerK bulten Rusland, enz 0.08 38 Rev. E. A. VValsh, Voornaamste stellingen v. de Sowjetsche propaganda tegen de Protestbeweging en de weerlegging ervan 0.08 No- 64 PRIJS 20 CENT HET MARXISME IN SOWJET-RUSLAND TOEGEPAST. DRIE EN TWINTIGSTE RADIOTOESPRAAK VAN Dr. F. J. KROP UITGAVE „GELOOF EN VRIJHEID" 1e PIJNACKERSTRAAT 102-106 - ROTTERDAM BROCHURES over de Russische Geloofsvervolgingen en het Communisme, uitgegeven door de Chr. Mannenvereen. ,,Gij zijt allen Broeden", le Piinackerstraat 102-106, Rotterdam. (Gebouw „Geloof en Vrijheid"). N°- TITEL. Prijs — Dr. F. J. Krop, Ons beginsel en ons streven. ' ƒ 0.25 — J. N. Voorhoeve, Bolschewisme en Christendom '.. , 0.30 — Vijanden Gods en bewerkers der Wereldrevolutie 0.15 — Th, Aubert, De groote Protestmeeting in Albert-Hall, te Londen 0.15 — Prol. A, V. Kartachov, Rede op de meeting vsm 5 Maart 1930 „ 0.15 — Dr. G. Lodygensky, De huidige geloofsvervolging in Rusland 0.30 — Dr. L. H. Grondijs, De vervolging van het Christendom door de Sovjets .. „ 0.20 — J. Douillet, De werkelijke toestand in Sovjet-Rusland 0.30 — Dr. F. J. Krop, Een en ander over het Communisme 0.50 — Dr. O. Schabert, Slachtoffers van het Bolsjewisme 0.65 — Ir. Max Henkart, Sovjetbeloften en werkelijkheid 0.25 — Rob. de Traz, Verontwaardiging over de laksheid der Christenheid 0.15 11 De heerschappij der Communisten van 1917—1930 0.35 12 Dr. Karl Nötzel, Oorsprong, wezen en beteekenis van het bolsjewisme .. „ 0.20 13 R. von Koschütski, Herinneringen aan Rusland , 0.25 14 Prof. N. von Arseniew, Godsdienst in Sovjet-Rusland 0.15 15 Dr. J. R. Callenbach en anderen, Toespraken over de Russ. Geloofsvervolg. ,, 0.50 16 C. Shevitsch, De gevolgen van de buitenlandsche protestbeweging op den godsdienstigen toestand in Rusland 0.15 17 M. Mischailolf, De Russ. Orth. Kerk onder het Sovjet-Regime , 0.35 18 Dr. W. Künhaupt, Het Bolschewisme — zijn ideeën, bedoelingen en ondergang 0.20 19 De godsdienstvervolgingen in Rusland (uit het Russische blad „Dni") .. „ 0.20 20 Wat is het Bolschewisme en hoe ziet het er in Rusland uit? , 0.15 21 Tina Schmidt, Mijn reis in Rusland 0.15 22 Dr. G. Lodygensky, Rusland in 1930 0.40 23 Boris Eliacheff, De Sowjet Dumping 0.15 24 Dr. F. J. Krop, Het Bolsjewisme in de praktijk en wat wij uit die wereldactie kunnen leeren 0.20 25 Dr. O. Schabert, De Baltische arbeid voor Rusland 0.25 26 Dr. F. J. Krop, Pinksterevangelie en Bolsjewisme 0.20 27 Frédéric Eccard, De dwangarbeid in Sovjet-Rusland ,, 0.20 28 Dr. F. J. Krop, De treurige toestand der arbeiders in Sowjet-Rusland en de Kerken 0.20 29 G.Z.A.B.-Bestuurslid, De Russ. arbeider onder communistische heerschappij 0.20 30 De intern. Samenkomst der Kerken te Genève, 10 Sept. 1931, en de roeping van den Volkenbond inzake de Russ. geloofsvervolgingen / 0.15 31 Dr. F. J. Krop, De gunstige berichten van reizigers, die de Sowjet-repu- bliek hebben bezocht, en de werkelijkheid 0.15 32 Dr. F. J. Krop, Nog eens: De gunstige berichten van reizigers, die de Sowjet-republiek hebben bezocht, en de werkelijkheid , 0.20 33 Ds. J. de Saussure e.a., Intern. Kerkelijke samenkomst te Genève, om de aandacht van den Volkenbond op de godsdienstvervolgingen in Sowjet-Rusland te vestigen 0.40 34 Dr. F. J. Krop, De Kerstcampagne en de geloofsvervolgingen 0.20 35 Dr. F. J. Krop, Dwangarbeid, terreur. Een adres aan de Ontwapeningsconferentie ,, 0.20 36 Geweld en Terreur in Sowjet-Rusland 0.25 37 Staat men in Rusland aan felle vervolging bloot, alleen om het feit, dat men geloovig is? - „ 0.20 38 Mijn ervaringen in de Russische gevangenissen en hoe ik uit de klauwen der G.P.Oe ontkwam „ 0.25 39 Gawroesja Boerja, Onder het juk der Sovjets , 0.25 40 Dr. F. J. Krop, Mijn reis naar de Russische grens, of wat ik zag van het werk van Dr. O. Schabert e.a. 0.30 41 Dr. F. J. Krop, De Lappo-Beweging „ 0.15 42 Een Handleiding over Gewapenden Opstand „0.25 43 Dr. F. J. Krop, De Lappo-Beweging 1932 0.20 44 Th. Aubert, Het Leven der Arbeiders in Sowjet-Rusland „ 0.30 45 Pierre Manry, Gedachten over het Communisme 0.25 46 Dr. F. J. Krop, Wat het bolsjewisme^JaUglijk is en bedoelt 0.20 HET MARXISME IN SOWJET-RUSLAND TOEGEPAST. Een brief over en een brief uit Rusland. In onze beide voorafgaande radiotoespraken1) hebben wij gezien, dat het Marxisme een zuiver materialistisch stelsel is; een stelsel, dat alle geestelijke waarden ontkent, en een beslist vijandige houding aanneemt, ja, moet aannemen, tegenover elke religie, vooral ook. tegenover hét Christendom. Zijn meest edele vertegenwoordigers, aan wier goede bedoeling wij geen oogenblik twijfelen, erkennen het openhartig, en betreuren het steeds meer, maar zjj kunnen de klok niet terugzetten, noch tegen den stroom oproeien.*) Voorts is het buiten kijf, dat het Marxisme zijn meest consequente uitwerking in het Communisme vindt, zoodat wij voor de praktische gevolgen steeds het oog naar Moskou hebben te wenden. Doch ook hier moeten wij billijk zjjn, en zelfs van onze felste tegenstanders willen leeren. Al wordt elk „idealisme" in Sowjet-Rusland *) Karl Marx, de apostel van den haat en Het Marxisme als economisch en sociaal systeem. *) „Men behoeft het zich niet te ontveinzen: wat tot op heden heel zwak was in het socialisme, zóó zwak dat het nagenoeg tot niets was gereduceerd, dat is de zedeleer Heeft het socialisme ooit een andere wijsbegeerte gehad, dan die van het genot?" Ed. Berth. Aangehaald door R. Gillouin. Nos Fils par Wautier d'Augalliers, p. 196 een „burgerlijke dwaasheid" geacht, wij erkennen volmondig dat er zeer nobele motieven zijn te ontdekken bij een groot aantal verdedigers van een levens- en wereldbeschouwing, die wij verderfelijk achten, en dat vooral de jeugd in onze Westersche landen door die ideeële zijde van zulk een schrikkelijke dwaalleer wordt aangetrokken. „Het Communisme, schreef kort geleden een bekend jeugdleider, is feitelijk een religie.. De grondslag van dat alles is de hoop, de zekerheid, dat men bezig is zelf een aardsch paradijs te scheppen. Het loont de moeite honger te lijden en pijn te doorstaan voor de verwezenlijking yan dat ideaal.1) Maar komt men het doel in den weg van het Marxisme eenigszins naderbij? Is er waarlijk eenige vooruitgang, eenige verbetering te bespeuren, daar waar Moskou den schepter zwaait? Op die vraag zouden wij hedenavond, heel kort, het antwoord willen geven. En dat antwoord luidt beslist ontkennend. Vooreerst een opmerking, die aan niemands aandacht kan ontgaan, n.1. deze, dat tot op heden nergens elders dan in Sowjet-Rusland het Marxisme zich vrij heeft kunnen ontplooien; en dat alleen het brute geweld, de onverzoenlijke dictatuur, dat stelsel ingang kon doen vinden. Het was een voortdurende worsteling tuschen een volk, dat snakte naar vrijheid van beweging, en de' beginselvaste leiders, die, om de leiding niet geheel aan hun handen te zien ontglippen, zich toch telkens tot retireeren en laveeren genoodzaakt zagen. De eerste proefneming, die met de OctoberRevolutie een aanvang nam, werd ingeluid door een reeks decreten, waarvan Lenin de grootste verwachtingen had. Het eigendomsrecht werd afgeschaft, algemeene arbeidsdwang afgekondigd, en in de plaats van den vrijen handel een- s) Visser 't Hooft: Les étudiants en quête d'une foL Le Semeur Nos Fils, p. 261. systeem van distributie ingevoerd, dat een einde moest maken aan alle maatschappelijke ongelijkheid. Nader omschreven kunnen de richtlijnen van het nieuwe regiem aldus worden saamgevat: le Nationalisatie van alle gronden. De boerengemeenschappen mochten deze gronden onder haar leden verdeelen; met dien verstande, dat zij er alleen voorloopig het genot van zouden hebben. Van betaalden arbeid mocht niemand gebruik maken. Verpachting was verboden. 2e. Nationalisatie van alle industriëele ondernemingen, tot de kleinste werkplaatsen toe. 3e. In de steden nationalisatie van alle gehouwen, lokalen en woonhuizen. 4e. Sluiting of nationalisatie van alle banken, beurzen en handelsondernemingen. Op» heffing van alle verplichtingen ten gevolge van binnen- of buitenlandsche leeningen. Dat was, volgens het Marxistisch program, de nationalisatie van alle productiemiddelen, z.g. om de burgers te verhinderen hun naasten te exploiteeren. De regeering nationaliseerde zelfs de kleeren, het linnengoed, het vaatwerk en de meubels; alles wat, volgens de Heeren, aan het overbodige grensde, werd gerequireerd. Ieder had slechts recht op één mantel, één costuum, één paar schoenen, op de meest onmisbare meubels en gereedschappen. Hoe deze nationale economie werkte? Het zou ons te ver voeren, dat hier uitvoerig uiteen te zetten1); maar het resultaat was allertreurigst. Wel verre van de cirsis en de ellende der „kapitalistische" wereld te vermijden, verviel de Sowjet-Unie in den grootsten nood. Van het begin af verzetten de boeren zich tegen de socialisatie van het land. Zij hadden de revolutie gesteund om het vrije bezit van den grond en men had hun dien ook beloofd. Nu het bleek, dat daar in de praktijk niets, van 0 Zie daarvoor „Geloof en Vrijheid", Sept. '33. terecht kwam, weigerden zij vrijwillig en gratis voor den Staat te werken; deze kreeg geen koren en geen vee dan door den sterken arm. Ondanks de bolsjewistische belofte, dat alle arbeid „een vreugde" zou worden, zagen de boeren zich veroordeeld te werken onder bedreiging der bajonetten. Een soort chronische burgeroorlog was er het gevolg van: men saboteerde, waar het maar eenigszins kon, de bevelen der Regeering en der Communistische partij. Zoo ontnam de praktijk der Marxistische beginselen aan de boerenbevolking., alle belang bij, en allen lust tot, den arbeid; het land verarmde steeds meer, met, als gevolg, de wreede hongersnood van 1921—'22. De opbrengst van de industrie verminderde eveneens bij den dag. Daar het loon door vastgestelde porties levensmiddelen was vervangen, voelden de goede arbeiders zich steeds, minder geroepen tot flink en degelijk werk; hun billijkheidsgevoel werd voortdurend gekwetst door een noodlottige gelijkstelling met luie of onbekwame „kameraden". De onzinnige wijze, waarop de industrie werd geleid, voltooide haar algeheele desorganisatie. In theorie scheen het gecentraliseerd beheer der goederen, naar de Marxistische beginselen, uiterst voordeelig en rechtvaardig; maar in de praktijk werd de meest ergerlijke bureaucratie er door begunstigd en de gecompliceerde maatschappelijke machine functionneerde niet meer, of zóó slecht, dat er geen naam voor was te vinden. Tegen 1922 was het nationale economische leven den dood nabij; de bevolking verhongerde allerwegen, want de officiëele organen konden haar niet van voedsel voorzien, en de vrije handel was verboden. Het land bevond zich aan den rand van den afgrond. Zoo eindigde de eerste poging, om met één slag het Marxistisch systeem te verwezenlijken, als een volledige mislukking. Lenin zag het gevaar; begreep dat zijn dictatuur op het spel stond en gooide plotseling het roer om. Zoo ontstond de Nieuwe Economische Politiek (N.E.P.) Meer dan eens tracht de Sowjet-propaganda de mislukking van de eerste toepassing der Marxistische beginselen toe te schrijven aan de gevolgen van den wereldoorlog en van den burgeroorlog in Rusland; dat is echter niet juist. Lenin heeft het zelf toegestemd op het 4e congres van de Komintern: „Wij zijn genoodzaakt geworden de N.E.P. aan te nemen tengevolge van een geweldige inwendige crisis," zeide hij. Deze crisis toonde duidelijk de ontevredenheid der boeren niet alleen, maar ook van de arbeiders. Wat waren de oorzaken van dezen voor ons zoo onaangenamen toestand? Wij hadden onzen aanval te ver doorgevoerd zonder ons van een voldoende basis te verzekeren. Het volk heeft begrepen, wat wij niet wisten uit te drukken, maar wat wij nu ook ingezien hebben: de onmiddellijke overgang tot de nieuwe maatschappij, die wij voorstaan, gaat boven onze krachten. Als wij niet in staat waren om te retireeren, zouden wij met verdwijning bedreigd worden." Men ziet, dat hij geen enkele toespeling maakt op den wereldoorlog, noch spreekt van oorlogscommunisme. Een andere bolsjewistische leider, Larin, schreef nog openhartiger: „Men moet de N.E.P. beschouwen als het resultaat van onze fouten, als een concessie, en niet als een nieuwe overwinning. Het is een onvermijdelijke maatregel, maar die ons geen recht geeft ons te verheugen."1) Het retireeren der Bolsjewieken bestond hoofdzakelijk in het terugnemen van sommige bepalingen uit de periode van het oorlogscommunisme: 1) Verzameling economische artikelen. Uitgave van den Staat 1922. Ie. De vrqe handel werd hersteld. 2e. De boeren moesten belasting betalen, maar zij ontvingen de vrije beschikking over hun goederen en over hun oogsten. Het beginsel van de nationalisatie der gronden werd echter, in theorie, gehandhaafd. 3e. De kleine industriëele ondernemingen van particulieren mochten haar werkzaamheden hervaten. 4e. De vrije beroepen werden opnieuw toegelaten. 5e. Men herstelde de munt-circulatie, de belastingen, de banken van den Staat, de belooning in de diensten van den Staat. Het Gouvernement behield daarentegen het beheer der groote ondernemingen en der verkeerswegen; het crediet, en de buitenlandsche handel bleven in zijn hand, evenals de pers en de school. Het politieke regiem werd gehandhaafd in alle gestrengheid. Ondanks deze belangrijke beperkingen, had de N.E.P. een wonderbare uitwerking. Binnen énkele maanden waren de zoogenaamde „kapitalistische" vormen van werkzaamheid opnieuw in volle werking; het enorme verschijnsel eener Marxistische samenleving, waarvan de vestiging gedurende vijf jaren zooveel werk en het leven van zooveel slachtoffers gekost had, behoorde bijna tot het verleden. Men verbeeldde zich zelfs in Europa, dat Rusland op weg was naar een radicaal herstel. Men zag niet, dat de economische vooruitgang zich voltrok ten spijt van het Sowjet-regiem en dat zonder de genoemde beperkingen die vlucht in de goede richting nog veel sterker zou geweest zijn. De N.EP. verhoogde onmiddellijk het peil van het algemeen welzijn. Handelaars en ondernemers deden weer hun intrede in de steden, de harde werkers onder de boeren kwamen in goeden doen (koelakken). Ook een deel der stadsbevolking kon tot een zekeren welstand komen en minder afhankelijk worden van de Sowjet-macht. Die economische onafhankelijkheid was natuurlijk in strijd met de belangen der dictatuur en kweekte een geestesgesteldheid, die onvereenigbaar met de officieele theorieën was. De periode van de N.E.P. was kort: maar lang genoeg, om te bewijzen, dat de vrijheid van den arbeid, zelfs met groote beperkingen, leidt tot het scheppen van economische verhoudingen, die zeer veel overeenkomen met die van West-Europa en ver verwijderd zijn van de Marxistische beginselen. De Bolsjewieken constateerden dat en daarom ondernamen zij sinds het einde van 1926 een nieuw offensief tegen het particulier initiatief en de vrijheid van den handel. Deze nieuwe poging om de theorieën van Marx in praktijk te brengen, openbaarde zich in hetgeen men noemt: het „Vijfjarenplan". Toen zij dit beroemde (of beruchte) plan in elkander zetten, meenden de Sowjets dat zij nu sterk genoeg waren om heel de economische ontwikkeling van hun land te leiden en te besturen. Met cijfers en getallen werd alles pasklaar gemaakt. Maar de praktijk spotte met de tabellen en berekeningen. Ieder die eenigszins van de werkelijkheid op de hoogte is, weet, dat er geregeld nieuwe mislukkingen werden geboekt. En hij weet ook dat het streven om heel het economisch leven van uit Moskou te besturen, den dood van alle vrijheid, op schier elk gebied, beteekende en dat de ellende der bureaucratie steeds ondragelijker werd. In bijzonderheden kunnen wij hier moeilijk treden.1) Laat ons volstaan met te constateeren, dat de sterk doorgevoerde centralisatie den doodssteek gaf aan de industrie. Wel verre van ons een schoone en harmonieuse ontwikkeling, 1) Zie Septembernummer „Geloof en Vrijheid". een krachtige opleving te doen zien, gaf zij ons een voortdurenden crisistoestand te aanschouwen. Nergens werd de productie verhoogd; alleen de oorlogsindustrieën floreerden, om begrijpelijke redenen. Het spoorwezen, dat sinds 1914 niet verbeterd was, bleek in alle opzichten onvoldoende om het land van het noodige te voorzien en den arbeid mogelijk te maken. Overal verslechterden de toestanden, overal daalde het levenspeil der bevolking, en ondanks de leening van 80 milliard voor de verwezenlijking van het vijfjarenplan bestemd, zag de Regeering zich verplicht, om haar toevlucht tot inflatie te nemen. Met dit gevolg, dat het Sowjet-geld steeds dieper en dieper wegzonk en wegzinkt Maar vooral voor den landbouw was de vernieuwde campagne noodlottig. De maatregelen van Moskou, die het gemunt hadden op de zelfstandigheid van den boer, stuitten allerwegen op denzelfden onwil en hetzelfde verzet als vroeger. Doch ditmaal waren de Bolsjewieken vast besloten niet te wijken, zooals Lenin in 1921, en voor goed aan alle vrijheid op het platteland een einde te maken. Er ontstond in 1931—'32 een ware land-i bouw-revolutie; niet alleen nam men de gronden in beslag om ze aan de collectieve organisaties te geven maar men wilde, dat deze den landbouw in 't groot zouden gaan beoefenen, om de vrije boeren om te vormen in landbouwarbeiders. De landbouwers verloren toen alle persoonlijk belang bij hun arbeid; zij staakten hun oppositie niet, zelfs in de „Kolkhosen" zetten ze den tegenstand tegen de requisities voort. De „Sovkhosen", de reusachtige domeinen van den Staat, leverden ook weinig voordeel op, uit gebrek aan bekwame deskundigen en omdat nóch de directeuren, nóch het personeel belang haddien bij goed werken. Kortomj de socialisatie van den landbouw, onder_ het bestuur van een centrale bureaucratie, werd een onbetwistbaar échiec. Schaarschte begon te VERVOLG VLUGSCHRIFTEN LIJST 39 Het getuigenis van een Zwitser uit Rusland ƒ0.08 40 Eischen der godsdienstig gezinde Russische arbeiders , 0.08 41 Prof. Dr. H. R. Nielauhr, Heeft de godsdienst ln Rusland «en toekomst? 0.08 42 G. Pimenoff, Het dekreet van het Pan-Russlsch Centraal uitv. Comité en van den Raad van Voltecornmissarissen tot regeling van godsdienstige vereenlgingen ,. 0.08 43 Werkloosheid en werklust in Sowjet-Republiek „0.08 44 Dr. O. Schabert, Beulsdiensten door West-Europeanen aan Sowjet-Rusland verleend, tegen de West-Europ. beschaving „ 0.0S 45 Er wordt weer over de verwaarloosde kinderen gesproken .. „ 0.05 46 Brief uit Finland 0.05 47 Fotografisch bewijsmateriaal betreffende Sowjet-Rusland .. „0.05 48 Waarheden en leugens, verbreid door een nieuw soort propaganda ten gunste van Sowjet-Rusland 0.12 49 Het „Proletarisch Kaartspel' van de Bolsjewikl 0.05 50 Uit de maandberichten van Dr. O. Schabert 0.08 51 Vrouwenleven in den Sowjetstaat „ 0.08 52 Het Bolsjewisme als Wereldbeschouwing, door Seminar Dir. Lic. Th. Priegel te Breslau 0.15 53 De strijd tegen den godsdienst 0.08 54 Propaganda der Godloozen onder de jeugd ,0.05 55 Iets uit het A.B.C. van het Communisme, door P. Gaxotte „0.12 56 Godsdienstvervolgingen ln de Sowjet-Republiek. Uit de Maandberichten van Dr. O. Schabert 0.12 57 J. Jacoby. Hoe Sowjet-Rusland geregeerd wordt 0.08 58 Kreten uit de diepte „ 0.08 59 Beknopte geschiedenis van het Bolsjewisme 0.08 60 Prof. A. Lecerf. Calvinisme en kapitalisme 0.12 61 Tegen gezin en haardstede 0.05 62 Dr. O. Schabert, Het sterven van Bisschop Platon enz 0.08 63 Dr. O. Schabert, School en Kunst in Sowjet-Rusland 0.08 64 Dr. O. Schabert, Hoe het Communisme de Jeugd vergiftigt „ 0.05 65 Dr. O. Schabert, Verblinde Geloovlgen , 0.08 66 Dr. O. Schabert, Op weg naar de Oude School 0.08 67 Hoe staat de Sowjet-regeerlng officieel tegenover het geloof „ 0.05 68 Dr. F. J. Krop, Wat doet de Baltische Ruslandarbeld voor de vervolgden om des geloofswille 0.05 69 Dr. O. Schabert, Godsdienst in het leger der godloozen 0.05 70 Toelichting bij de tabel: „Organisaties voor den anti-godsdienstigen strijd in Sowjet-Rusland „ 0.05 71 Dr. O. Schabert, Strijd tegen den godsdienst en tegen de luilakken „ 0.08 72 Communistische jeugd en godsdienst „0.08 73 Het bolsjewisme in Nederland en de toepassing van het geweld „ 0.08 74 Drie revoluties. De vijftiende jaardag van het bolsjewisme 0.05 75 Hoe opstanden in de Koloniën door het Sowjet-bewind en de Komintern georganiseerd worden 0.12 76 Dankbetuiging van Dr. O. Schabert 0.08 77 M. Rigassi, Het dreigend Communisme „ 0.05 78 Dr. O. Schabert, Brieven uit Sowjet-Rusland 0.08