No. 65 PRIJS 20 CENT WELKE TOESTANDEN HET VIJFJARENPLAN IN SOWJET-RUSLAND SCHIEP XXIVSTE RADIOTOESPRAAK VAN Dr. F. J. KROP UITGAVE „GELOOF EN VRIJHEID" Ie PIJNACKERSTRAAT 102-106 - ROTTERDAM BROCHURES overrde R,0**i,che Ge>ooJ»TetTolUiDjeii en het Communisme, uitgegeven door de Chr. Mannenvereen. Gd zijt allen Broeder,". Ie Pijnackerstraat 102-106, Rotterdam. (Gebouw „Geloof en Vrijheid"). "°- TITEL. Pr" — ?r\IF-„J- ?r°P> 0n« beginsel en ons streven f n 25 — ?/ j VoornoeTe< Bolschewisme en Christendom o'3» ~~ Xi,a»! odt en bewerters der Wereldrevolutie o'lS — Th. Aubert, De groote Protestmeeting in Albert-Hall, te Londen " o!l5 — tL° . i "rt»chT. Rede op de meeting vta 5 Maart 1930 0.15 — n' t •^odygensky, De huidige geloofsvervolging in Rusland 0 30 ~ in -n G"""*' De vervolging van het Christendom door de Sovjets .. „ 0.20 — DonUlet, De werkelijke toestand in Sovjet-Rusland „ 0.30 ~ 5r' V i' .^"P' Een en ander over het Communisme " 0.50 — Dr. O. Schabert, Slachtoffers van het Bolsjewisme 0 65 — Ir. Max Henkart, Sovjetbeloften en werkelijkheid 0 25 — Rob. de Tr«i, Verontwaardiging over de laksheid der Christenheid".'.'!!.' " 0.15 11 Ue heerschappij der Communisten van 1917—1930 0.35 12 Dr. Karl Nötzel, Oorsprong, wezen en beteekenis van het bolsjewisme'!! " 0.20 13 K. von Koscnütski, Herinneringen aan Rusland 0.25 !* Prat N. von Arseniew, Godsdienst in Sovjet-Rusland ....!!..!!.' " o!l5 5r'i' R' CaUenb"cl1 eI> «nderen, Toespraken over de Russ. Geloofsvervoïg'. 0.50 16 C. Shevitsch, De gevolgen van de buitenlandsche protestbeweging op den godsdienstigen toestand in Rusland 0 15 17 M. Mischailoff, De Russ. Orth. Kerk onder het Sovjet-Regime "!!!!!!!! " 0.35 18 Dr. W. Kfinhaupt, Het Bolschewisme — zijn ideeën, bedoelingen en ondergang n.20 5f «ooodienstvervolgingen in Rusland (uit het Russische blad „Dni") .. „ 0.20 2? !^at 'I bet Bolschewisme en hoe ziet het er in Rusland uit? 0.15 21 Tma Schmidt, Mijn reis in Rusland 015 22 Dr. G. Lodygensky, Rusland in 1930 .'.'.'.'!.'.'.'.'.".'040 23 Boris Eliachelf, De Sowjet Dumping " 0.15 24 Dr. F. J. Krop, Het Bolsjewisme in de praktijk en wat wij' uit die wereldactie kunnen leeren 0 20 25 Dr. O. Schabert, De Baltische arbeid voor Rusland .'.'!.'..'." 0.25 26 Dr. F. J. Krop, Pinksterevangelie en Bolsjewisme „ 0.20 27 Frédéric Eccard, De dwangarbeid in Sovjet-Rusland 0.20 28 ?r' .J' K^op, De treuri£e toestand der arbeiders in Sowjet-Rusland en de Kerken 0.20 29 G.Z.A.B.-Bestuurslid, De Russ. arbeider onder communistische "heerschappij 0.20 30 De intern. Samenkomst der Kerken te Genève, 10 Sept. 1931, en de roeping van den Volkenbond inzake de Russ. geloofsvervolgingen ƒ 0.15 31 Dr. F. J. Krop, De gunstige berichten van reizigers, die de Sowjet-repu- bliek hebben bezocht, en de werkelijkheid ,, 0.15 32 Dr. F. J. Krop, Nog eens: De gunstige berichten van reizigers, 'die "de Sowjet-republiek hebben bezocht, en de werkelijkheid 0.20 33 Ds. J. de Saussure e.a., Intern. Kerkelijke samenkomst te Genève, om de aandacht van den Volkenbond op de godsdienstvervolgingen in Sowjet-Rusland te vestigen , 0.40 34 Dr. F. J, Krop, De Kerstcampagne en de geloofsvervolgingen „ 0.20 35 Dr. F. J. Krop, Dwangarbeid, terreur. Een adres aan de Ontwapeningsconferentie 0.20 36 Geweld en Terreur in Sowjet-Rusland 0.25 37 Staat men in Rusland aan felle vervolging bloot, alleen om het feit, dat men geloovig is? .'.....„„...„„ „0.20 38 Mijn ervaringen in de Russische gevangenissen en hoe ik uit de klauwen der G.P.Oe ontkwam « t 0.25 39 Gawroesfa Boerja, Onder het juk der Sovjets „ 0.25 40 Dr. F. J. Krop, Mijn reis naar de Russische grens, of wat ik zag van het werk van Dr. O. Schabert e.a „ 0.30 41 Dr. F. J. Krop, De Lappo-Beweging ,', 0.15 42 Een Handleiding over Gewapenden Opstand 0.25 43 Dr. F. J. Krop, De Lappo-Beweging 1932 0.20 44 Th. Aubert, Het Leven der Arbeiders in Sowjet-Rusland 0.30 45 Pierre Maury, Gedachten over het Communisme f. „ 0.25 46 Dr. F. J. Krop, Wat het bolsjewisme feitelijk is en bedoelt 0.20 WELKE TOESTANDEN HET VIJFJARENPLAN IN SOWJET-RUSLAND SCHIEP XXIVste RADIOTOESPRAAK VAN Dr. F. J. KROP UITGAVE „GELOOF EN VRIJHEID" 1e PIJNACKERSTRAAT 102-106 - ROTTERDAM i WELKE TOESTANDEN HET VIJFJARENPLAN IN SOWJET-RUSLAND SCHIEP. XXIVde Radiotoespraak van Dr. F. J. Krop. Onder de vele brieven, die ik weder mocht ontvangen naar aanleiding van mijn laatste radiotoespraak, is er één dien ik van bijzonder belang acht. De schrijver is een geneesheer van algemeene bekendheid, een intellectueel derhalve, een man tot oordeelen bevoegd. Maar zie, het oordeel wordt hem, volgens zijn eigen bekentenis, zoo buitengewoon moeilijk gemaakt door de tegenstrijdige berichten, die hem bereiken. Boeken, bladen, interviews van vooraanstaande mannen, zij laten soms zoo'n geheel ander geluid hooren dan de klanken van mijn bazuin, zoodat de vraag onwillekeurig oprijst: Wat is nu toch waarheid in dezen? Als antwoord, allereerst een algemeene opmerking. Men kan knap, zelfs buiten gewoon knap en geleerd zijn en toch geen begrip hebben van de misleidende propaganda, die van uit Moskou wordt gevoerd, noch van de wijze waarop argelooze reizigers worden beetgenomen. Ik zeg: argelooze reizigers, want er zijn ook anderen. Er zijn mannen, die vooruit weten dat het resultaat van hun z.g. onderzoek gunstig zal zijn, omdat zij zulks noodig hebben voor hun maatschappelijke of staatkundige actie. Ik heb daar meermalen op gewezen en kom daar niet op terug. Men leze wat ik vroeger daarover schreef. *) *) Dr. F. J. Krop: De gunstige berichten van reizigers, die de Sowjet-Republiek hebben bezocht en de werkelijkheid. Nog eens: De gunstige berichten van reizigers, die de Sowjet-Republiek hebben bezocht en de werkelijkheid. M. M. J. Douillet et Dr. F. J. Krop: La réalité en Russie soviétique. Maar wat voor belang zouden mijn berichtgevers, wier namen en adressen ik gaarne wil geven aan ieder onpartijdig onderzoeker, bij een opzettelijke misleiding hebben? Wat voor belang zou ik er zelf bij hebben? Ik weet het antwoord op die vraag van een bepaalde zijde: „Uw Kerk, Uw positie, staan op het spel en daarom maakt ge U zoo warm", zoo wordt ons met snijdend sarcasme voor de voeten geworpen. Maar dergelijke beleedigende en grove opmerkingen leggen mijn berichtgevers en ikzelf rustig naast ons neer. Wie niet anders dan lage motieven bij anderen weet te veronderstellen staat zelf niet hoog, en wie slechts egoïsme ziet, heeft het aan zichzelf te wijten, dat men zijn eigen onbaatzuchtigheid in twijfel trekt. Niet om de Kerk gaat het in de eerste plaats; ook niet om de positie van haar voorgangers. Maar om het geloof in den levenden Christus, dat Moskou met wortel en tak zou willen uitroeien, om het geloof als zoodanig waaraan het bolsjewisme, met een cynisme zonder weerga, den dood heeft gezworen. Dat met het religieuze probleem ook allerlei economische en staatkundige vraagstukken verbonden zijn, spreekt van zelf. Men kan hier wel onderscheiden, doch niet scheiden. En niemand zal het ons kwalijk nemen, dat wij van ons standpunt, als geloovigen, ook de andere vraagstukken bezien, al zullen wij ons er wel voor wachten ons uit te geven voor deskundigen op een terrein, dat wij slechts schoorvoetend betreden en waar wij toch nog alle dingen louter van de religieuze en moreele zijde wenschen te bezien. Wie mijn laatste drie radiotoespraken heeft gevolgd, begrijpt mijn bedoeling. En ik blijf geheel in de lijn, wanneer ik voor mijn causerie van hedenavond het resultaat van *)• Karl Marx, de Apostel van den haat Het Marxisme als economisch en sociaal systeem. Het Marxisme in Sowjet-Rusland toegepast. de vorige tot uitgangspunt neem, en bij den aanvang constateer: dat de consequente toepassing, der bolsjewistische beginselen het arme Sowjet-Rusland, al wordt het door het staatkundig egoïsme van andere staten nog zooveel mogelijk -op de been gehouden, in een ware debacle heeft gestort. Mag ik het wóórd geven aan enkele mannen, die overal te goeder naam en faam bekend staan; mannen uit de meest verschillende kringen en van allerlei nationaliteit? De Russische hoogleer aar M. Markof f, schrijver van het pas verschenen werk „De landbouw-crisis in Rusland", *) heeft bij een lezing die hij hield in Parijs, een officieel nietRussisch document voorgelezen, waarvoor hq volkomen instond, en dat een tastbaar bewijs leverde voor den catastrophalen toestand der boeren in Sowjet-Rusland. De schrijver heeft Stravropol, armavir (Noord-Kaukasië) en Jekaterinodar bezocht. Hij resumeert zijn indrukken aldus: „Vanaf den herfst van 1932 is de levensmiddelentoestand van het gansche gebied catastrophaal. De bevolking vermindert door wegvoeringen en talrijke sterfgevallen ten gevolge van den honger. De dorpen zijn ontvolkt. Politiek zijn de Kozakken „geliquideerd". Gevallen van kannibalisme zyn talrijk. In Temichbek is de bevolking gedaald van 15000 tot 7000 zielen. De dorpen Kamennobradskaïa, Lagovskaya en Sredné-legorlytkaya zijn geheel ontvolkt. In sommige plaatsen sterven 20 a 30 personen per dag. Men ziet geheel verlaten huizen. De moestuinen, zelfs van bewoonde huizen, zijn niet bebouwd. Men ziet bijna geen katten en honden, ze zijn alle opgegeten. Men heeft geen brood, geen koren op de markten. Deze eetwaren zijn zeldzaam geworden, zelfs in de „Torgsin"-(staatswinkels). Men bespeurt bij de bevolking geen haat, maar een gevoel van diepen nood. Men kan veilig het land doorreizen. Alle geest van verzet is uitgebluscht. Het aantal sterfgevallen zal tegen den herfst nog wel toenemen. Niemand komt de bevolking ') Zie zijn Famine in U.S.S.R, uitgegeven door het Russian commercial Institute in Parijs. te hulp; de autoriteiten interesseeren er zich in 't geheel niet voor. De honger is nog heviger dan in 1921, toen 4 millioen personen van uitputting stierven. Men zou al de uitgehongerden kunnen redden, als zij zich maar konden voeden met de graan¬ gewassen, die het Sowjet-gouvernement naar 't buitenland heeft uitgevoerd. Overal bespeurt men de meest absolute lusteloosheid; van den honger zijn de lichamen der menschen opgezwollen. In Jekaterinodar lag op klaarlichten dag een lijk op straat, zonder dat iemand er naar omkeek. Men begraaft de lijken bij 't eigen huis. Men heeft te Jekaterinodar lijken gevon- den, waarvan men stukken afgesneden had om ze op te eten. Wie kan onder zulke omstandigheden den nieuwen oogst inhalen? Daarvoor zou een nieuwe bevolking, noodig zijn. De tegenwoordige crisis kan niet anders uitloopen dan op den dood van de meerderheid der bevolking". Na Prof. Markoff, Dr. Adolf Ehrt, directeur van het Informatiebureau van het „Evangelische Presseverband für Deutschland (BerlinSteglitz)". Deze uitnemende kenner van Rusland heeft pas een brochure uitgegeven, geïllustreerd met foto's, waarin allerlei brieven voorkomen van uitgehongerde kolonisten, die om hulp smeeken, en gericht aan het bureau „Brüder in Not". De arbeiders vallen overal van uitputting op straat neer. lederen dag worden honderden van honger gestorvenen, in gemeenschappelijke kuilen begraven; de helft der dorpsbewoners sterven; de huizen staan leeg, omdat vader, moeder en kinderen zijn overleden aan de pest. Dat alles en nog veel meer vertellen de brieven uit verschillende streken van Rusland, die alle overeenstemmen in de beschrijving van den vreesehjken hongersnood, die daar heerscht in het land. Na den Rus en den Duitscher, de TchecoSlowaak. Ingenieur X is pas uit Rusland gekomen, na er 28 jaar te hebben gewoond. Tegen het eind van de N.E.P. ontnam men hem al zijn bezittingen en hij werd gedwongen te werken als specialist. In 1929 vroeg hij verlof om naar Tsjecho-Slowakye terug te keeren. Bij wijze van antwoord werd hij gevangen genomen en veroordeeld tot tien jaar tuchthuisstraf. De eerste twee jaren werd hij gevangen gehouden; vervolgens werd hij weer gedwongen als specialist te werken, terwijl hij in de gevangenis moest bhjven slapen. Het vierde jaar werd hij bevrijd en ontving 100 roebel per maand voor zijn werk in een lucifersfabriek. Hieronder volgen de indrukken van dezen ingenieur. „Onder de gevangenen in Sowjet-Rusland zijn veel communisten en soldaten van 't roode leger boven de 30 jaar. Hun misdrijven waren meestal onbeduidend; vaak niets dan een onvoorzichtig woord over de autoriteiten. De communistische gelederen worden langzamerhand kleiner, deels door de herhaalde zuiveringen, deels doordat de menschen uit de partij treden. Tegenwoordig is ongeveer 20 °/o der bevolking communist of staat in betrekking tot de communistische partij. Gedurende het gansche jaar, dat ik in vrijheid geleefd heb, heb ik geen stukje vleesch gezien. Het rantsoen van een arbeider (ook het mijne) bestond uit 500 gram brood per dag en een soort nat met eenige gekookte kroten er in. Het brood leek wel mest. Vroeger woog ik 105 K.G. tegenwoordig nog maar 50. Op de markt kan men sommige groenten vinden en zonnebloemen tegen den prijs van 35 roebel per pond. Kort vóór mijn vertrek deed het „handelsbrood" zijn intocht tegen den prijs van 6.5 goud-roebel per 16 K.G. De goud-roebels zijn niets anders dan het wezenlijke goud (d.w.z. kruisen, sloten, kettinkjes, enz.). De Staat eischt betaling in goud, in de hoop daardoor de laatste reserves der bevolking in handen te krijgen. Dat alles geschiedt stelselmatig. Kort vóór mijn vertrek bracht men in onze fabriek een groep Kozakken van Koubau, die veroordeeld waren tot dwangarbeid. Het waren jonge menschen van 20 tot 30 jaar. Zij konden niet werken, want zij hadden als voedsel niets anders ontvangen dan 500 gram brood per dag. Het waren levende lijken, die den dood verwachtten als een bevrijding. De dood, dat is het eenige „leit-motiv" van het tegenwoordige Rusland. De menschen sterven op straat; niemand slaat er acht op. De typhus velt duizenden en duizenden slachtoffers. Gedurende mijn reis door 't geheele land, heb ik opgemerkt, dat nauwelijks 1/3 van de akkers bebouwd is. De rest ligt braak en wordt overdekt met allerlei onkruid. Ik heb slechts twee groepen koeien gezien, ieder van 5 a 6 stuks. De koeien leken wel geraamten. Men ziet bijna geen arbeiders op de akkers en die men nog; ziet, zijn niet veel meer dan schaduwen, welke moeizaam de wagens en eggen voortsleepen." Thans komt een Engelschman aan het woord (M. Malcolm Muggeridge): Al het vree- selijke van de communistische terreur wordt gezien op 't platteland. Daar hebben de Bolsjewisten een der gruwelijkste misdaden bedreven, die de geschiedenis ooit heeft gekend. Deze misdaad is zóó laaghartig, dat men later niet zal kunnen gelooven, dat zoo. iets kon plaats vinden. Gaat naar de Oekraïne of naar NoordKaukasië. Vroeger waren dat de rijkste en vruchtbaarste streken van heel Rusland. Nu ziet ge er slechts een woestijn. De velden zijn bedekt met onkruid; nergens paarden noch vee. De menschen, die nog overgebleven zijn, zijn opgezwollen van honger en zullen tenslotte omkomen. Als gij hen ondervraagt, zullen zij U antwoorden, dat zij in geen drie maanden brood hebben gezien. Zij voeden zich met aardappelen en surrogaat-voedsel van allerlei soort. Zij zullen U zeggen, hoe velen reeds van honger gestorven zijn en nog iederen dag sterven. Zij zullen U ook zeggen, dat duizenden menschen gefusilleerd zijn door het Sowjet-bewind en dat andere honderdduizenden verbannen zijn alleen op de enkele beschuldiging van wat levensmiddelen verborgen te hebben gehouden. Ik heb met mijn eigen oogen den toestand in de Oekraïne en in Noord-Kaukasië aanschouwd. Ik heb uit verschillende bronnen, Russische, buitenlandsche en zelfs communistische, vernomen, dat deze toestand in 't gansche Russische platteland overal dezelfde is. Ik voel me onbekwaam om al de gruwelen te schilderen, die ik gezien heb. Het gezicht van de verwoeste velden is verschrikkelijk. Men krijgt den indruk, dat de Booze zelf op deze aarde verschenen is. Het lijkt wel, alsof voortaan niets meer op deze aarde groeien zal." Een Amerikaan, die in Juni 1933 Rusland verliet, laat al geen ander geluid hooren: „De honger nijpt overal in Rusland, maar vooral in de Oekraïne. Er is bijna geen middel om aan brood te komen. Het is gebeurd op mijn reizen, dat ik meer dan 200 roebel moest geven voor een stuk brood. Terwijl ik in Gomel in 't park wandelde, ontdekte ik onder de struiken het hjk van een man, die door een revolverschot gedood was. Verscheidene tanden ontbraken. Het doel van de misdaad was duidelijk: de vermoorde had gouden tanden. Men kan in een „Torgsin"(staatswinkel) alleen levensmiddelen krijgen, als men met goud betaalt. In Kharhoff is totaal gebrek aan vleesch. Ik heb gehoord, dat men op de markt menschenvleesch verkoopt. Men weet het, maar de menschen koopen het toch. Ondanks verscheidene arrestaties duurt deze handel nog voort." Wil men nu enkele uittreksels uit brieven rechtstreeks uit Rusland ontvangen? Luistert. Een mijnwerker uit het Donet-gebied schrijft: „Helpt ons! Wij komen om! Men heeft mij alles ontnomen: levensmiddelen, brood en zelfs mijn meubelen. Ik woon in een absoluut leeg huis. In «een maand heb ik geen brood gehad. De kinderen zwellen op. Als gjj ons niet helpt, zijn wij ten doode opgeschreven." In Orenburg is het al niet beter. Vandaar roept een arbeider (die werk heeft en betaald wordt): „ Ik wil eten! Bijna iederen dag heb ik honger, mijn lieve, mijn eenige dochter Lelia! ik wil eten, ik wil brood! Dat zijn de eerste woorden, die mij vanzelf uit den mond vloeien; ik weet dat mijn woorden U verdriet zullen doen, maar ik kan niet meer zwijgen. Ik ben bezig alles te verkoopen, wat ik bezit, maar thans wil niemand iets anders koopen dan eten. Heel vaak heb ik geen brood. Een nieuwe ramp is mij overkomen, men heeft mij twee costuums en mijn eenige paar schoenen ontstolen, zoodat ik nu op pantoffels moet loopen, het is hier heel koud, men zou zeggen dat het herfst is, als we niet pas de lente gehad hadden." Dan geeft de schrijver schrikbarende prijzen voor allerlei etenswaar en vervolgt: „Al deze prijzen zijn die van de bevoorrechte stad Moskou. Op 't platteland is 't veel slechter, daar is het leven gruwehjk. De groote muurkranten verbieden het spreken over roof en moord, al komen die nog zoo dikwijls voor. Er zijn bovendien epidemieën en geen medicijnen. De sterfte is enorm, de zelfmoorden zijn zelfs talrijk. Alleen de soldaten zijn goed gekleed en gevoed. Moskou is een militaire stad geworden. De vliegdienst houdt dagelijks oefeningen boven de stad. De honger is inderdaad vreesehjk; de kinderen hebben een grauwe en ongezonde tint; niemand lacht meer. Talrijk zijn de werkstakingen, maar het is verboden er over te spreken. Behalve de officiëele personen, spreekt niemand iets goeds meer van het Communistische regime." Tot in de „bevoorrechte" kringen toe is de ellende doorgedrongen. Een roode oud-officier van 30 jaar, die boer geweest is, hangt in een brief die te Parijs werd ontvangen, een vreesehjk tafereel op van den hongersnood. Ik zal U niet vermoeien met de prijzen, die hij noemt voor de meest onmisbare artikelen, doch volsta met deze aanhaling: „Vreesehjke dingen gebeuren bij ons. Heele dorpen sterven van honger; de lijken liggen verscheidene dagen in de huizen, want er is niemand om ze weg te brengen. Men begraaft ze zonder kist in een gemeenschappelijk graf. Men ziet soms in donkere hoeken of steegjes, dat honden de lijken verslinden. Bijna alle honden en katten zijn opgegeten, paardenvleesch wordt als lekkernij beschouwd en wordt vlot verkocht. Ook menschenvleesch wordt gegeten; dikwijls ontdekt men op de markt cóteletten of worst van menschenvleesch. Het gebeurt vaak in de dorpen, dat de moeders haar kinderen en haar echtgenoot dooden om ze op te eten; dat zijn heusch geen sprookjes. Een dergelijk geval is in Ouss gebeurd: de vrouw heeft den blinden Bissatcha gedood om hem op te eten; Mara zal hem wel kennen. Op de markt halen de uitgehongerden levensmiddelen en geld weg. Men moet zijn koopwaar met beide handen vasthouden. De autoriteiten doen niets om daarin verandering te brengen. Zij doen niets dan meel en brood in beslag nemen, omdat de handel daarin verboden is. In Moskou en Petrograd zijn de toestanden anders: daar worden de levensmiddelen vrq verkocht en de rantsoenen zijn er grooter." Over de ellende van de paspoorten schrijft hij als volgt: „De Commissie, die de paspoorten afgeeft, kan ze U weigeren, zelfs al woont gij sedert lang op die plaats; in dat geval zijt ge gedwongen om binnen 24 uur de plaats te verlaten. Maar als gij U elders vestigt, kan dezelfde maatregel nog eens op U worden toegepast. De volgende gevallen kunnen zich ook voordoen: de man ontvangt een paspoort voor twee jaar, de vrouw slechts voor zes maanden, waarna zij de plaats moet verlaten en zich van haar gezin afscheiden. Onze dagbladen bevatten slechts een samenraapsel van leugens en de lectuur daarvan doet U walgen. Men schrijft er b.v. in.. „In 't buitenland heerscht honger, ellende, werkloosheid, algemeen faillissement, voortdurende zelfmoorden, terwijl bij ons is vreugde, enthousiasme, 't gelukken der plannen, het aardsche paradijs. „Dat alles is gelogen: ook in Sowjet-Rusland is werkloosheid, vergezeld van narigheden, zooals men diein 't buitenland niet kent; men neemt de levensmiddelen-kaarten af, men zet de werkloozen uit hun huizen; iedereen is verontwaardigd, iedereen gromt en vervloekt zijn bestaan; de menschen werpen zich onder de treinen; wij kennen geen vreugde, wij hebben het lachen verleerd; iedereen is zedelijk gesloopt, zenuwachtig, prikkelbaar en vervuld met vrees voor zijn leven. De menschen zijn erger dan de honden geworden en slechter dan de slechtste schurken. Wij zijn omringd door spionnen; iedereen zoekt zijn buurman aan te brengen, het vertrouwen ontbreekt absoluut. De zeden zijn grof geworden. Wij gaan niet in de richting van beschaving, maar van den natuurstaat. Ieder zoekt zijn geluk te bouwen op 't ongeluk van anderen. De communisten zijn daarin meesters geworden. Moet ik zoo doorgaan? Wie er lust in heeft, kan tientallen dergelijke brieven van mij krijgen, en wie de authenticiteit er van betwist, kan inlichtingen vragen aan adressen, die ik hem geven zal. Niemand der zake kundig, zal echter de, juistheid van dit woord ontkennen, waarmede een Russisch ingenieur de tragiek van het bolsjewistisch regiem teekende: „Ja, wij rijden, maar wij rijden in het donker heel hard met gedoofde lichten." Een doodenrit gelijk, concludeert Prof. Mr. P. A. Diepenhorst, i) Maar ik wil deze toespraak niet eindigen, zonder te hebben gewezen op hetgeen meerdere correspondenten mij schreven in belangstellende, gloedvolle brieven. Wie door den nood bewogen is als zij, en als zij, de behulpzame hand uitstrekt, mag wijzen op den geestelijken achtergrond aller dingen, mag spreken van verootmoediging en schuldbelijdenis. *) Het Vijfjarenplan in Rusland in Stemmen des tijds 1933 pp. 243—274. Zeker, wij hebben gezondigd, wij en onze Vaderen. Zeker, wij hebben onzen plicht verzuimd tegenover die kleinen en verdrukten, die men in den regel als „het proletariaat" aanduidt. Prof. Wautier d'Aygalliers zegt het zoo teekenend 1): „Als ge goed oplet, zal het U duidelijk worden en voor U zelfs in een tragisch daglicht komen te staan, dat de klachten van het proletariaat verre van ongerechtvaardigd zijn. En al zijn de ondeugden, de ruwheid en het materialisme van de arbeiderswereld nog zoo onloochenbaar; al moeten zij met niet minder moed dan de ondeugden en de zelfzucht der hoogere standen aan de kaak worden gesteld, het zal U niet kunnen ontgaan, dat die laagheid grootendeels verklaard wordt door het lot waartoe de moderne wereld de bewerkers van haar voorspoed heeft gedoemd, zoodat menig gebied der menschehjke waardigheid voor hen onherroepelijk gesloten blijft." Wij verootmoedigen ons en wij willen schuld belijden. Ook willen wij bidden om meer trouw en betere toepassing onzer heilige beginselen. Maar wij willen de oprechtheid van die gevoelens toonen niet alleen door meer kracht-' dadige hulp aan de slachtoffers van een duivelsch systeem, doch vooral grootere eensgezindheid in den strijd tegen de satanische machten, die soms vrij spel schijnen te hebben. Wij Villen daar staan, de lendenen omgord en brandende de lampen, werkende zoolang het dag is; rustend in de wetenschap dat God regeert en dat Hij het laatste woord zal hebben. 1) Nos grands fils p. 158. KOMEN DE PAKKETTEN WEL IN RUSLAND AAN ? De vraag is' echter gesteld, of de pakketten die verzonden worden wel aankomen. Daarop heeft Dr. Schabert reeds meer dan eens geantwoord, en gaarne willen wij hier zijn verzekering, dat schier alle zendingen haar doel bereiken, herhalen. Hij schrijft o.a. in Hilfen und heilen (zie mijn XVIIde radiotoespraak) : Hulp is inderdaad nog steeds mogelijk, want Rusland kan zich niet geheel afzonderen van de overige wereld. Het heeft de post noodig. Als het wil deelnemen aan het postverkeer, dan is het ook verplicht zich aan de internationale regelen der post te onderwerpen. Zoo kan het postverkeer in dienst der hulpverleening worden gesteld. Over elk pakket dat verloren ging en iedere mislukte zending kan beklag ingediend worden. Daardoor komt het, dat naar verhouding maar weinig zendingen terugkomen en wel ongeveer 5 %>. In dergelijke gevallen is öf de geadresseerde net uit zijn woning verjaagd, öf hij is gevangen gezet, of ook wel naar elders verplaatst, en dan klopt het adres niet meer. Het is mogelijk, dat de omstandigheden van den geadresseerde veranderd zijn, dat de Tsjeka argwaan tegen hem heeft opgevat en dan mag hij geen zendingen uit het buitenland meer in ontvangst nemen, want betrekkingen met het buitenland hebben reeds menigeen een zware straf doen oploopen. In hoofdzaak bestond en bestaat de hulpverleening hierin, dat levensmiddelen en eenige dollars voor het invoerrecht van het gezondene aan bekende adressen werden of worden gezonden. De liefde zal er echter ook op bedacht moeten zijn van de vastgestelde bepalingen betreffende inhoud, zendingen, invoerrechten enz. goed op de hoogte te zijn en er een zoodanig gebruik van te maken, dat, trots alle belemmeringen, hulp verleend kan worden. Want de willekeur is groot! Nu eens wordt, zonder eenige reden, de invoer van onverschillig welk voedingsmiddel, laat ons zeggen: boonen, verboden; en dan weer worden de invoerrechten geheven met afwijking van eiken regel of op onzinnige wijze verhoogd. Voor een K.G. schoenwerk o.a. moet 75 roebel, d.i. ± 40 dollar worden betaald. Niettegenstaande deze moeilijkheden moet de Christenheid trachten, met vermijding van al te groote kosten, liefdegaven te zenden; want heerlijk is het, wanneer door daadwerkelijke liefde wegkwijnende levens kunnen behouden worden. Ieder pakket, dat naar Rusland gaat, is ook een geestelijke bemoediging voor de honderden die er van hooien. Hun volharding wordt er door aangemoedigd en ze ontvangen op deze wijze de tijding, dat het Christendom elders nog niet is uitgestorven, zooals maar steeds in de Russische dagbladen wordt bericht. De Kerk toont immers haar leven en medeleven: zegt dat niet genoeg? Ten slotte nog dit: De Baltische Rusland-arbeid geschiedt, gelijk men boven heeft kunnen lezen, in overleg met den Internationalen Bond voor Inwendige Zending en Diaconie, en het Comité dat in ons land zijn belangen behartigt is samengesteld als volgt: Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine, voorzitter; Prof. Dr. F. W. Grosheide, vicevoorzitter; Jhr. M. C. T. van Lennep, secretaris; G. J. K. Baron van Lynden van Horstwaerde, penningmeester; A. J. da Costa, Dr. A. de Graaf, Dr. W. G. Harrenstein, Ds. J. A. van Leeuwen, Dr. O. Norel, Prof. Dr. J. W. Pont, Prof. Dr. V. H. Rutgers, Dr. W. de Vlugt, Dr. B. Wielenga. Wie derhalve het schoone werk van Dr. O. Schabert, enz. wil gedenken, kan dus zijn gaven storten op rekening van den Centralen Bond voor Inwendige Zending en Chr. Philanthropische Inrichtingen. Toezendingen aan de Heeren Ds. J. Koning, St. Laurens (Zeel.), J. E. Lasterie, den Dolder en P. J. H. Pieron te Voorschoten komen aan hetzelfde adres terecht. En waar ondergeteekende, in verband met zijn strijd tegen het bolsjewisme, ook in geregeld contact staat met den Baltischen Rusland-arbeid, daar kan men zich tot hem wenden om inlichtingen en geschriften over dat werk, terwijl hij natuurlijk gaarne bereid is — gelijk voorheen — het hem voor dat doel toegezondene door te zenden. (Giro 70603). Dr. F. J. KROP, Ned. Herv. Predikant. Rotterdam, Willebrordusplein 19. VERVOLG BROCHURELUST 47 Het leven en lijden van de vrouw in Sowjet-Rusland „ 0.39 48 Dr. F. J. Krop, Plicht en Roeping der Christenen ten opzichte van de vervolgden in Sowjet-Rusland « 0.20 49 Grepen uit Finland's verleden (met een inleidend woord van Dr. Krop) „ 0.20 50 Dr. Raymond Devrient, De sociale consequentie van het Bolsjewistische regime ■ 0.40 51 Dr. A. Ehrt' en Dr. J. Schweickert, De bolsjeviseering van Duitschland „ 0.35 52 Dr. F. J. Krop, De beteekenis van Finland in den huidigen cultuurstrijd „ 0.35 53 Dr. F. J. Krop, Waarom maakt gij U toch zoo druk over Rusland? 0.30 54 Dr. F. J. Krop, Ons parool in den strijd tegen het bolsjewisme: Godsdienst, Gezin, Gezag •' „0.20 55 Pro!. A. Leceri, Het recht van weerstand in de H. Schrift en meer bepaald in het Evangelie , 0.15 56 Godsdienst, Gezin, Gezag „ 0.40 57 Dr. F. J. Krop, „Het communisme is het Koninkrijk Gods" 0.20 Wat te denken van deze stelling? 58 Dr. J. R. Callenbach en Dr. F. J. Krop. Enkele opmerkingen naar aanleiding van de Jodenvervolgingen in Duitschland 0.2S 59 Dr. F. J. Krop Karl Marx, de apostel van den haat 0.25 60 Henri Glass, Beschouwingen over de moderne Bolsjewistische Revoluties „ 0.20 61 Dr. F. J. Krop, Het Marxisme als economisch en sociaal systeem „ 0.20 62 Dr. F. J. Krop, Is one in Russia exposed to severe persecution merely on the ground that one is a believer? 0.15 63 De G.P.Oe. of de gruwelen der Russische geheime Staatspolitie 0.20 64 Dr. F. J. Krop, Het marxisme in Sowjet-Rusland toegepast ,, 0.20 65 Dr. F. J. Krop, Welke toestanden het vijfjarenplan in Sowjet-Rusland schiep i 0.2C 66 Aan den vooravond van de Hitleriaansche overwinning. De dreigende bolsjewistische revolutie , 0.30 VLUGSCHRIFTEN. over de Russische Geloofsvervolgingen en het Communisme, uitgegeven door de Chr. Mannen vereen. „Gij zljt allen Broeders", le Pijnackerstraat 102-106, Botterdam. (Gebouw „Geloof en Vrijheid".) No. TITEL. Prijs — Dr. F. J. Krop, Radiotoespraak over de geloofsvervolgingen ƒ 0.05 — Arbelderstoestanden in het Sovjet-Paradijs „ 0.05 — Laatste overdenkingen van een door de Gepeoe ter dood veroordeelde „ 0.05 — Wat ik in Rusland gezien heb in 1929—1930 0.10 12 Teleurgesteld terug uit Sovjet-Rusland , „ 0.05 14 De vernieuwde actie der Godloozen 0.05 15 De Russ. geloofsvervolgingen en de plicht der Christenheld „ 0.10 17 Een en ander over de handelstaktiek van Sovjet-Rusland en wat daarmee samenhangt 0.15 18 Hoe ze andersdenkenden den dood injagen , 0.10 19 Het bestaan van Communistisch gevaar in de koloniën 0.03 20 Dr. O. Schabert, Godsdienstvervolging of Godsdienstvernietiging? 0.05 25 Prof. Dr. L. Dj in, Het gezin in gevaar , 0.06 26 Prof. Dr. Auhagen, De waarheid omtrent den godsdienstigen toestand in Sovjet-Rusland „ 0.10 27 De Russische Kerk en de Sovjet-Regeering , 0.06 28 P. Jankowski-Junosze, Russische kerken in Sovjet-Rusland en daarbuiten „ 0.15 29 Prof. Dr. Korenchewsky, Eendracht maakt macht 0.08 30 Dr. F. J. Krop, De Paaschcampagne der Godloozen en wat zy ons te zeggen heeft „0-12 31 Tschegolev (naar), Het anti-godsdienstige werk onder de kinderen in Rusland '. „ 0.08 32 N. A. Klépinine, De godsdienst en de nieuwe comm. cultuur „ 0.12 33 Annie Wieck, Een beeld uit Sowjet-Rusland , 0.08 34 De gruwelen der concentratiekampen van de Sowj et-Unie „ 0.05 35 Prof. Dr. ïwan Iljin, Hoort de signalen 1 0.08 36 O. Hausdorf, De Joden en het Bolsjewisme „ 0.08 37 Berichten over den toestand der Orthodox-Russische kerk buiten Rusland, enz 0.08 VERVOLG VLUGSCHRIFTENLIJST 38 Rev. E. A. Walsh, Voornaamste stellingen v. de Sowjetsche propaganda tegen de Protestbeweging en de weerlegging ^ 39 He?getuigenis 'van een Zwitser uit Rusland 0.08 40 Eischen der godsdienstig gezinde Russlsobe arbeiders ...... „0.08 41 Prof. Dr. H. R. Nielauhr, Heeft de godsdienst in Rusland aen toekomst? i,""Vv-V;« "tli-IÏ " 42 g. Pimenoff, Het dekreet van bet Pan-Russisoh Centraal uitv. Comité en van den Raad van Volkscommissarissen tot regeling van godsdienstige vereenigingen 0.08 43 Werkloosheid en werklust in SowJet-RepublieK , u.uh 44 Dr. O. Schabert, Beulsdlensten door West-Europeanen aan Sowjet-Rusland verleend, tegen de West-Europ. beschaving ., 0.05 45 Er wordt weer over de verwaarloosde kinderen gesproken .. ,. 0.05 46 Brief uit Finland ••••• •• 47 Fotografisch bewijsmateriaal betreffende Sowjet-Rusland .. „ u.i» 48 Waarheden en leugens, verbreid door een nieuw soort propaganda ten gunste van Sowjet-Rusland .. "-12 49 Het „Proletarisch Kaartspel' van de Bolsjewiki u-uo 50 Uit de maandberichten van Dr. O. Schabert o-"» 51 Vrouwenleven in den Sowjetstaat u," " 52 Het Bolsjewisme als Wereldbeschouwing, door Seminar Dlr. Lic. Th. Priegel te Breslau jj.15 53 De strijd tegen den godsdienst ■ • 54 Propaganda der Godloozen onder de Jeugd . ........... ••u-y? 55 Iets uit het A.B.C. van het Communisme, door P. Gaxotte „ v.u 56 Godsdienstvervolgingen in de Sowjet-Republiek. Uit de Maandberichten van Dr. O. Schabert • •>■" 57 J. Jacoby. Hoe Sowjet-Rusland geregeerd wordt o.vu 58 Kreten uit de diepte • • • • 59 Beknopte geschiedenis van het Bolsjewisme .. 60 Prof. A. Lecerf. Calvinisme en kapitalisme 61 Tegen gezin en haardstede • ■ "•"•} 62 Dr. O. Schabert, Het sterven van Bisschop Platon enz. u.ub 63 Dr. O. Schabert, School en Kunst ln Sowjet-Rusland .... „ 0.08 64 Dr. O. Schabert, Hoe het Communisme de Jeugd vergiftigt „ ü.ua 65 Dr. O. Schabert, Verblinde Geloovigen jj-j» 66 Dr. O. Schabert, Op weg naar de Oude School ,. o.u» 67 Hoe staat de Sowjet-regeering officieel tegenover het geloof „ 0.05 68 Dr. F. J. Krop, Wat doet de Baltlsche Ruslandarbeld voor de vervolgden om des geloofswille 0.05 69 Dr. O. Schabert, Godsdienst ln het leger der godloozen o.ua 70 Toelichting bij de tabel: „Organisaties voor den anti-godsdienstigen strijd in Sowjet-Rusland • „„! 71 Dr. O. Schabert, Strijd tegen den godsdienst en tegen de luilakken „ 0.08 72 Communistische jeugd en godsdienst •••• •- m 0.08 73 Het bolsjewisme in Nederland en de toepassing van het geweld „ 0.u8 74 Drie revoluties. De vijftiende jaardag van het bolsjewisme ...... „ 0.05 75 Hoe opstanden in de Koloniën door het Sowjet-bewind en de Komintern georganiseerd worden ..O." 76 Dankbetuiging van Dr. O. Schabert «■«» 77 M. Rigassi. Het dreigend Communisme 78 Dr. O. Schabert, Brieven uit Sowjet-Rusland ■■JLT-'X " 79 Twee brieven over den hongersnood in Rusland: één van Dr. U. Schabert en één rechtstreeks uit Rusland .. 80 Honger in Rusland. Steeds meer bewijzen 01» 81 De G.P.Oe.-Slavenhandelaar • ..0.05 82 Een getuigenis. Hongersnood en kannibalisme heerschen ook in Siberië ■ 0.05 83 Correspondentie met President Roosevelt ...................... „ «•>» 84 Het lijden om Christus' wil en de Roomsch-Katholieke Kerk .. „ 0.05