No. 72 PRIJS 20 CENT HOE DE HEER HARRY LANG RUSLAND ZAG NAJAAR 1933 met een inleiding van Dr. F. J. KROP UITGAVE „GELOOF EN VRIJHEID" Ie PIJNACKERSTRAAT 102-106 - ROTTERDAM HOE DE HEER HARRY LANG RUSLAND ZAG, NAJAAR 1933 Het verhaal dat hier volgt is van meer dan gewone beteekenis en om meer dan één reden. De heer Harry Lang, een welbekend Amerikaansch journalist, heeft met zijn vrouw in de Sowjet-Republiek vertoefd gedurende de maanden September en October van het jaar 1933. Het was het einde van een lange reis door Palestina, Klein-Azië en Europa, ondernomen met de bedoeling om zich duidelijk rekenschap te geven van den toestand der Joden in de verschillende landen, die op het program stonden. Ten einde zich vrijer te kunnen bewegen, hebben de reizigers zich niet als journalisten aangediend, doch eenvoudig als toeristen, natuurlijk met de noodige aanbevelingen en introducties. Zonder „geleide" hebben zij Petrograd, Moskou, Karchov, Kiev, Minsk, enz. bezocht, en vandaar uit, met hun auto, uitstapjes gemaakt in allerlei richting, diep het land in. Het echtpaar Lang maakte deze reis voor het Joodsche blad „Voorwaarts" te New York; bovendien bekleedt het een voorname plaats in de Amerikaansche arbeidersbeweging. Van Russischen oorsprong, zijn beiden thans Amerikaansche burgers sinds verscheidene jaren vóór den oorlog. Zij verheten Rusland nog tamelijk jong, maar zijn de taal genoegzaam meester om zich overal met gemak te kunnen bewegen. Bovendien, daar zij vooral met Joodsche kringen in aanraking kwamen, spraken zij meestal Jiddisch. Hun indrukken zullen binnenkort verschijnen in de Amerikaansche „Voorwaarts", en in nog een ander blad, dat nauwe connecties heeft met de Arbeidsfederatie van Amerika. Op hun doortocht 4e Parijs gaven zij een reisverhaal, dat de heer Cyrille Zaïtzeff resumeerde, zooals men verder lezen kan. INLEIDING REISVERHAAL VAN DEN HEER LANG Wat ons in Rusland allereerst heeft getroffen, is minder nog de hongersnood en de ellende dan het algemeene verval, waarvan de teekenen in allerlei zaken worden opgemerkt: in voedsel zoowel als in kleeding, in 't volksleven even goed als in 't familieleven, in den zedelijken toestand der bevolking evenzeer als in den physieken. Wij hebben bovendien duidelijk den indruk gekregen, ons te bevinden als in een kamp van militairen of juister: in een gevangenenkamp. Er bestaat geen werkloosheid in Rusland, zeggen de Bolsjewieken. Waarheid is, dat in iedere familie iedereen werkt: vader en grootvader, kinderen en klein-kinderen. Maar men werkt onder dezelfde omstandigheden als in de concentratie-kampen. Gedurende de twee eerste dagen na onze aankomst in Rusland, te Petersburg, waren wij onder den indruk van een zekere bedriegehjke ensceneering, door de Bolsjewieken voor buitenlandsche toeristen op touw gezet, en waarvan de Sovjet-gidsen, naar hun opdracht, een handig gebruik weten te maken. Wij moeten bekennen, dat de indruk van deze kunstgrepen der Sovjetsche vertooning van dien aard was, dat wij tot onszelf zeiden: „Ja, waarlijk, er gebeuren in dit land dingen, die van hoog belang zijn " Maar het duurde niet lang, of deze indruk verdween voor goed. Wat zoudt ge wel zeggen van een land, waarvan de bewoners, voor hun voeding, genoodzaakt zijn aan een korst brood te knabbelen? En niets dan brood! Ge ziet de menschen niet, rustig aan tafel gezeten, die en die spijzen eten; ge ziet niemand, in het voorbijgaan, de een of andere snoeperij oppeuzelen, zooals in de straten der steden van Europa en Amerika. Al wat ge in Rusland zien kunt, is: menschen, die ter sluiks een stuk brood inslikken; en ge krijgt den indruk, dat deze uitgehongerde, uitgeputte menschen den grootsten haast hebben bij het eten, om het op te hebben vóór zij thuis komen, daar zij anders hun korst met de andere huisgenqoten zouden moeten deelen. Dit schouwspel ziet ge alle dagen, in alle steden, op het gansche Russische grondgebied. Zoodra wij dat opgemerkt hadden, zeiden we tot onszelf: „Neen, zonder twijfel, de zaken gaan slecht in dit land." Trouwens, er is gebrek aan alles. Zelfs in de hoofdstad en in de grootste steden is het dikwijls onmogelijk een liter petroleum te krijgen. Dit vreesehjke gebrek aan alle mogelijke dingen wordt veroorzaakt doordat alle middelen van vervoer gebruikt worden voor de korentransporten. Kunt gij begrijpen, hoe pijnlijk dit voortdurend gebrek aan de allernoodzakelijkste dingen is? Wat met name de petroleum betreft, het is bekend, dat in Rusland bijna iedereen op petroleum kookt en geen petroleum beteekent eenvoudig: geen warm eten. Men is vaak genoodzaakt kleine stukjes hout te verzamelen, waarvan men een brandstapeltje maakt, om warm eten te krijgen. En wederom hebben wij tot elkaar gezegd: „Het gaat slecht in dit land." Eten, eten! Alles draait in Rusland om dat probleem. Allen in dat land zijn zwijgzaam, norsch; men krijgt den indruk, dat men niemand kan vertrouwen; en toch men behoeft iemand maar het allergeringste van zijn maaltijd aan te bieden om hem onmiddellijk mededeelzaam en toegankelijk voor zich te maken. Toen wij ons rekenschap gaven van deze houding, konden wij niet nalaten te denken: „Wat 'n toestanden toch, dat de eerste de beste dien ge wat eten geeft, zich dadelijk bereid toont, om u alles te zeggen! Hier speelt zich een drama af. Het gansche land werkt onverpoosd en zonder staking. Ieder is opgenomen in het rader- werk van een reusachtig mechanisme, waaraan hij niet ontsnappen kan. En toch, alles wat men fabriceert, deugt nergens toe. 't Is rommel, anders niet Rommel is 'als 't ware het symbool van 't tegenwoordige Rusland. Hoe is toch deze staat van zaken te verklaren? Men moet vooreerst niet uit 't oog verhezen, dat er bijna geen vaklui onder de arbeiders zijn. Meestentijds wordt het personeel van een fabriek maar op goed geluk gerecruteerd: het is samengesteld uit menschen, die geheel vreemd staan tegenover wat daar gebeurt. Zij werken vandaag hier, morgen elders. Onophoudelijk wisselen zij van plaats, op zoek naar minder slechte levensomstandigheden. Maar nog erger: het Sovjet-gouvernement zelf heeft geen belang bij stabiliteit van 't personeel der ondernemingen, want een stabiel personeel, samengesteld uit menschen, die er verstand van hebben, zou eerder er toe komen om een gemeenschappelijke actie te gaan voeren, ten einde hun eigen belangen te verdedigen. Deze levensomstandigheden der arbeiders zijn bovendien niet geschikt om de productie te bevorderen. De Sovjet-arbeider is steeds ondervoed. Zijn slaaptijd is niet voldoende. Bovendien, de organisatie van den arbeid zelf loopt uit op uitputting van den arbeider tot de uiterste grens. Niet alleen, omdat in de Sovjetrepubliek het stelsel van stukwerk heerscht, dat door de Amerikaansche arbeiders zoo energiek bestreden is; maar er is nog meer, nj. de toepassing van de minimum-taken voor iederen werkman. Deze taken zijn zeer zwaar, want ze zijn berekend naar de prestaties van de beste arbeiders, waaraan premies verbonden zgn in den vorm van kaarten voor de schouwburg of voor bijzondere levensmiddelen. Daar de werktaken gebaseerd zijn op het totaal aantal werkuren, verkeert iedere arbeider voortdurend in lichamelijke en geestelijke spanning. De arbeider, die zijn taak niet klaar krijgen kan, krijgt eerst boete en na de tweede boete, wordt bij ontslagen. En een ontslagen werkman verkeert niet alleen in de onmogelijkheid om zijn brood te verdienen, maar wordt ook uit zgn woning gezet en zijn kinderen van school verwijderd. Naast de minimale werktaken, gebruikt men ook minimale loonstaten. Gevolg daarvan is, dat geen enkele arbeider, welke pogingen hij ook aanwendt, meer dan een middelmatig loon kan verdienen. Daar komt nog bij, dat hij alle mogelijke pogingen moet aanwenden om het aldus verdiende geld te krijgen. Iedere onderneming is verplicht zijn budget van uitgaven te houden binnen de grens van een bepaalde som die haar is toegezegd; nu gebeurt het dikwijls, dat men, na den aankoop van de eerstnoodige grondstoffen, de transportkosten enz. tot de ontdekking komt, dat het fonds, waaruit de loonen betaald moeten worden, gevoelig is aangesproken. Wat doet men dan? Men betaalt eenvoudig geen loonen uit. En wat kan de Sovjet-arbeider dan nog krijgen voor het loon, dat hij met zooveel moeite verdient? Een bespottelijk kleine hoeveelheid in de ,,Toigsm',-winkels of op de vrije markt. Trouwens, „vrije markt" is een uitdrukking, die volstrekt niet aan de werkelijkheid beantwoordt. Verbeeld u enkele menschen, die een kan melk of wat eieren in hun handen houden en die aan de kijkers te koop aanbieden. Ziedaar de „vrije markt'*. Wie wat kippen of twee varkens bezit, is een koelak en ten prooi aan allerlei vervolgingen. De prijzen zijn eenvoudig verschrikkelijk, even goed op de vrije markt als in de „Torgsin", als men met papieren geld betaalt. Arbeidersgezinnen kunnen het buiten dergelijke inkoopen niet stellen, want wat men in de coöperaties en in de arbeiders-restauraties ontvangt, is absoluut onvoldoende. En om dat te bemachtigen, moet men nog uren en uren in de rij staan. Als men een beetje laat is, is alles al op; men ontvangt niets meer. Geen kwestie van om in huis ook maar den minsten voorraad te hebben van de allernoodigste levensbehoeften. En de afschuwelijke jacht naar levensmiddelen moet iederen dag opnieuw beginnen. De rijen vóór de coöperaties groeien steeds aan van 's morgens drie uur af, hoewel de distributie eerst om acht uur begint. Vooral hoofden van gezinnen nemen de eerste plaats in in deze rijen; vervolgens, tegen het uur, waarop zij naar kantoor of fabriek moeten gaan, worden zij vervangen door andere leden van 't gezin. Wie niet met eigen oogen de situatie heeft gezien van het dagelijksch leven in Rusland, zou zich zelfs niet kunnen voorstellen, hoeveel energie en kracht men verspilt dag aan dag ten einde zich de kans te verschaffen, om niet van honger te sterven. Hoe vindt men tijd, om te rusten? En waar kan men rusten? De woningtoestanden zijn verschrikkelijk. Eén kamer wordt altijd bewoond door verscheiden huurders. Het gebeurt meermalen dat verschillende personen om beurten hetzelfde bed gebruiken. Men begrijpt de geestes-gesteldheid van deze menschen, die voortdurend verzwakken door hun zwaren arbeid, door voortdurende zorgen en door kwellingen zonder eind. Voeg bij dit alles nog de vrees voor gerechtelijke onderzoekingen en voor arrestaties. Wanneer de Sovjet-burger naar bed gaat, legt hij een stuk zwart brood naast zich neer, om het bij de hand te hebben in geval van gevangenneming, want die hebben meestal in den nacht plaats en nooit is iemand zeker, van zoo'n nachtelijk bezoek van de Tcheka verschoond te blijven. Welke misdaden kunnen de bliksems der Tcheka tot zich trekken? Alles, onverschillig welk woord, welk gebaar. Ieder kan op elk oogenblik in gebreke zijn in de oogen van 't Sovjet-bewind; en er bestaat geen enkel middel om zich tegen deze booze gebeurlijkheid te beschermen. Onbeteekenende dingen kunnen voor den Sovjet-burger ontzettende gevolgen hebben. Vooral in zijn werkkring is hij omringd door gevaren. Neem aan, dat er wat aan een machine mankeert of dat een Sovjet-autoriteit het werk van zoo'n werkplaats onvoldoende vindt. Iemand moet aansprakelijk worden gesteld, iemand moet schuldig zijn. En om den schuldige te ontdekken, deinzen de organen der justitie niet terug voor marteling, een heel gewoon middel om zijn doel te bereiken in 't Rusland van heden. Veronderstel, dat 't iemand niet gelukt zijn ontevredenheid of opstandigheid te verbergen: dadelijk wordt hij in bewaking genomen en de wraak blijft niet uit: een voorwendsel te verzinnen is een heel gemakkelijke zaak. Om zich daarvan rekenschap te geven, moet men bedenken, dat heel de handel in geld, die wordt gedreven rondom de Torgsin-winkels in den letterlijken zin der wet ongeoorloofd is. Men kan inderdaad niet koopen in die winkels dan tegen goud of buitenlandsche deviezen en de aankoop van buitenlandsch geld geschiedt openlijk, hetzij in de Torgsins zelf, hetzij in de onmiddellijke nabijheid, tegen den koers van 75 roebel voor een dollar. Wij verschaften ons zelf ook op die manier de Sovjet-roebels, die wij voor de dagelijksche uitgaven noodig hadden. Nu, eigenhjk zijn al deze geldelijke handelingen verboden en aan strenge straffen onderworpen; ieder Sovjet-burger kan dus zoo beschuldigd worden, dat hij verboden handel in buitenlandsche deviezen heeft gedreven. En het verklikken! Ieder kan er elk oogenblik 't slachtoffer van worden. De praktijk van verklikken is een van de pijnlijkste aanwijzingen van die moreele degeneratie, die van zelf direct volgt uit de vrees en de ontzettende ellende, waarin de meerderheid der bevolking gedompeld is. Het gebeurt overigens dikwijls, dat iemand door folteringen tot 't aanbrengen van een ander gedwongen wordt, totdat alle kracht tot weerstand van 't menschelijk organisme is uitgeput. De gevallen zijn niet zeldzaam in Rusland, dat iemand, die op die manier een ander verklikt heeft, zich haast om de persoon, die hij aanbracht, te gaan waarschuwen. Wij kennen een geval van een meisje, dat haar moeder had verklikt, en haar 's nachts kwam bezoeken, om haar misdaad te bekennen. Is het wonder, dat onder deze omstandigheden het resultaat van den arbeid der Sovjetbevolking niet beantwoordt aan de moeite, die er aan wordt besteed? De hoeveelheid der geproduceerde voorwerpen komt de eischen van het plan zeer nabij, maar, wat kwaliteit betreft, zijn ze vaak onbruikbaar. Wij hebben over deze zaak gesproken met tal van menschen en met leiders van de Sovjet-industrie: zij waren unaniem van meening, dat dit eenvoudig onvermijdelijk was, een verschijnsel, waarvoor men zelfs aan geen geneesmiddel dacht. Het is inderdaad een fatale smet op de Sovjet-productie. Wat de landbouw-huishouding betreft Wij hebben de gansche Oekraïne doorkruist onder omstandigheden, die ons in staat stelden zeer veel zaken te zien. Een auto was tot onze beschikking en wij hadden alle vrijheid ons op te houden, waar we wilden. Wij hebben met eigen oogen gezien tientallen dorpen, waarin geen levende ziel was overgebleven; noch menschen, noch vee, noch vogels op 't boerenerf. Een deel der bevolking was bezweken van den honger, de rest had zich verspreid of was in massa weggevoerd door administratieve maatregelen. Dat er gevallen van menscheneterij voorkomen, zelfs gevallen dat men lijken at, staat zonder eenigen twijfel vast De akkers vertoonden een beklagenswaardig schouwspel; de oogst lag op 't veld in garven of op hoopen; het koren verrotte, de hoopen raakten in brand. Alles te zamen genomen, het was een tafereel van algeheele verlatenheid. Onze indrukken van Wit-Rusland zijn niet veel beter geweest. Terwijl wjj het land doorgingen, zagen wij het verlies van enorme hoeveelheden aardappelen. De wegen waren vol wagens, die onbruikbare aardappelen vervoerden en onmetelijke stukken land met bedorven aardappelen, troffen overal het oog. Wat in den grond bleef, was evengoed bedorven; en toch zagen we massa's boeren, die voortgingen den grond open te hakken met een houweel, want het „plan" moest stipt uitgevoerd worden en de voorgeschreven hoeveelheid aardappelen gerooid, al waren ze ook geheel en al bedorven. Volksopvoeding, publiek onderwijs? In Amerika heeft men ons het verhaal opgedischt van wonderbare overwinningen, die door de Sovjet-republiek op dit terrein behaald zouden zijn.. Het is waar, dat de cijfers die betrekking hebben op de „productie" van economisten en Sovjet-ingenieurs indrukwekkend genoeg zijn, maar het zou een onvergeeflijke dwaling wezen, de waarde van deze Sovjetspecialisten te meten naar den maatstaf van hun Europeesche en Amerikaansche collega's. Want het zijn ingenieurs, wier niveau van opleiding niet uitgaat boven dat van een" werkbaas, die bekwaam is om 't werk te controleeren. Zij worden overigens door de Russische arbeiders gehaat. Men heeft ons gezegd, dat de Sovjet-jeugd een levendig enthousiasme toonde voor 't Bolsjewisme. Van dit beweerde enthousiasme hebben we geen spoor ontdekt Hoe zou 't ook anders kunnen? Ieder burger van den Sovjet-staat ziet zich elk oogenblik omringd door gevaren van allerlei soort en de jeugd maakt in dit opzicht geen uitzondering. Men zou dit met tal van voorbeelden kunnen aantoonen. Een er van, waarmee we in Leningrad kennis maakten, volgt hier: Het betreft een Sovjet-student, die langen tijd gehuisvest was in 't Instituut voor studenten te Smolny. Volgens de methode der Sovjets worden de leerlingen na een korte en beknopte theoretische opleiding naar de fabrieken gezonden, om zich practisch te oefenen. De bedoelde student was na zijn proeftijd in de fabriek teruggekeerd in Leningrad en wenschte zijn studieën voort te zetten. Hij verzocht weer in 't instituut geplaatst te mogen worden. Zijn verzoek werd afgewezen en toen hij informeerde naar de reden van deze weigering, zeide men hem, dat zijn vader, een boer, in ongenade was gevallen bij de Sovjet-autoriteiten. Waardoor? In de kolkhose van het dorp, waar de vader van den student woonde, had men diefstal van koren geconstateerd. Gij zult ongetwijfeld denken, dat de vader van den student de schuldige was? Neen, zijn schuld was niet bewezen, maar het koren was begraven niet ver van zijn erf en deze omstandigheid was voldoende om hem voor 't gerecht te brengen. Merk daarbij op, dat de zoon vier jaar in de fabriek heeft doorgebracht, zonder eenige tijding van zijn vaderlijk huis. Zoo moest hij lijden voor de veronderstelde misdaad van zijn ouders. Soortgelijke gevallen zijn niet zeldzaam. Men heeft ons o.a. een geval meegedeeld geheel gelijk aan 't voorgaande, maar waarvan het slachtoffer een jong communistisch partijlid was. Men ziet, dat onder zulke omstandigheden niemand één oogenblik zeker is van den toestand van morgen. Ook de leden der partij hebben geen gerust leven. In den loop van een gesprek, dat wij met iemand hadden, vroegen wij, of hij lid der partij wenschte te worden en hij antwoordde: „Als ik niet tot de partij behoor, ben ik beroofd van alle burgerrechten; maar als ik lid der partij werd, zou ik gekweld worden door duizend orders en circulaires en het zou uit zijn met het weinigje rust, dat nüj nog overbhjft.".. „Rust" is er minder dan ooit bij de communisten, want men is bezig een zuivering te houden in de kaders der partij. Allen, die er lid van zijn, hebben al hun best gedaan, om onderling hun fouten te bekennen. Men moet weten, dat de positie van een oud-communist, die tengevolge van een zuivering uit de partij gezet wordt, waarlijk treurig is; hij is er erger aan toe dan de burger buiten de partij, want hij zal nergens een plaats onder de zon vinden Zelfs in den boezem der G.P.Oe. is men niet zeker van den dag van morgen. Men moet voortdurend op zijn hoede zijn. Maar de toekomstige Tchekisten hebben tenminste materieel een betrekkelijk goede positie. De leiders van de Tcheka en zij, die tot de hoogste rangen der partij behooren, vormen de eenige categorie van burgers, die den indruk maken, dat zij genoeg te eten krijgen. Men kan hetzelfde niet zeggen van het roode leger. Want in de gelederen der roode soldaten, die wij hebben kunnen waarnemen, hebben wij steeds deze sporen van vermoeidheid en uit- putting ontdekt, die het onderscheidingsteeken zijn van alle arbeiders in de Sovjet-Unie. Wat de kleeding der roode soldaten betreft, niet alleen getuigen ze niet van eenige elegance, maar ze zijn zelfs verre van eenig welvaren. Ellende, ellende en nog eens ellende! Wie deze ellende nog niet met eigen oogen gezien heeft, is absoluut niet in staat om er zich een juist beeld van te vormen. Eens hadden we inkoopen gedaan in een Torgsin-magazijn. Daar wn' ons niet behoefden te bekrimpen, vormden de voorraden, die wij hadden gekocht een tamelijk groot pak. Men had evenwel geen pakpapier en geen bindtouw. Papier is buitengewoon duur. Men kan dikwijls geen stukje vinden, om een kwitantie te schrijven. De Bolsjewieken zijn genoodzaakt geworden om de oplaag van hun dagbladen aanzienlijk te verminderen, zelfs van de meest belangrijke, zoodat het niet zeldzaam is rijen van menschen te zien staan, om een „Prawda" of een „Isvestia" te koopen. Maar meer nog dan door het gebrek aan papier werden wij getroffen door den indruk dien de „ongelooflijke" hoeveelheid van onze inkoopen maakte. Het gaf werkelijk sensatie. We moesten de hulp van de politie inroepen, om ons te escorteeren, terwijl we met. onze voorraden levensmiddelen naar ons hotel terugkeerden. Een ander incident heeft ons nog meer getroffen. De Joodsche traditie wil, dat de overledenen worden begraven in een lijkwade van wit linnen. De onmogelijkheid om aan dezen ritus te gehoorzamen, is steeds door de Joden als de grootste ramp beschouwd. En toch waren we op onze reis getuigen van de verontwaardiging van een Joodsche vrouw, die met heftigheid protesteerde tegen het gebruik van een hjkwade bij de begrafenis van haar eigen moeder; zij eischte luidruchtig, dat het linnen haar teruggegeven zou worden, ze wilde het gebruiken om er kleeren voor haar kinderen van te maken. Alleen de allergrootste ellende kan in dit Israëlitische milieu de feiten verklaren, die wij juist meedeelden. Ik voeg er tusschen haakjes bij, dat wij voor ons vertrek een som gelds voor een lijkkleed konden aanbieden aan sommigen van onze vrienden, oude Joden, die dus gerust hun laatste ure konden afwachten, om begraven te worden volgens den ritus van hun religie.... De algemeene ellende is zoo groot, dat men sinds lang gewoon is boter en suiker als geneesmiddelen te beschouwen; zij worden in Rusland bijna uitsluitend gebruikt voor zieken. Gewone stervelingen hebben in jaren niet hun genoegen gegeten. Als ooit de normale voedselvoorziening weer eens terugkeerde, zou men vooraf een tijd van overgang moeten vaststellen, om te verhinderen, dat zij ziek werden. De manier, waarop men eet, scheen ons heel wonderlijk. Toen we ons voor de eerste maal bevonden in een restauratie van de fabriek Poutilow, maakte het gezicht van hun middagmaal een sterken indruk op ons. De etende menschen waren arbeids-kameraden; wij hadden dus het recht een zekere amicale sfeer te verwachten, zooals gewoonlijk wordt aangetroffen in den rusttijd, als men gezamenlijk den maaltijd nuttigt. Niets daarvan; juist 't omgekeerde: gezeten in absolute stilte rondom de vuile tafels, zagen de arbeiders er zuur en norsch uit; ieder scheen met zijn armen zijn bord tegen zgn buren te beschermen. Deze menschehjke wezens leken wel dieren. Trouwens, het wantrouwen ten opzichte van den buurman heeft alle reden van bestaan in Rusland. Diefstallen komen er zoo vaak voor dat zij een onafscheidelijk deel vormen van het dagelijksch leven. Vóór we in Rusland aankwamen, had men ons aan het bureau van de Intourist te Berlijn geraden, tot onze groote verbazing, vooral niet te vergeten, ons van een slot met ketting te voorzien, om gemakkelijker onze bagage tegen de dieven te kunnen beschermen. En op onze reis hebben we het practisch belang van dezen raad op zijn waarde weten te schatten. Enkele dagen reizen waren voldoende, om ons te doen zien den afgrond van ellende, waarin gansch Rusland is neergestort. Om ons een zeker comfort te verschaffen, hadden we vier kaartjes genomen voor twee personen. Op de spoorlijnen, die gewoonlijk niet als reisroute door de buitenlandsche touristen gebruikt worden, vonden wij de wagens in een beklagenswaardigen staat, deuren noch vensters sloten; er was geen verlichting en het was onmogelijk in den trein of aan de stations kaarsen te koopen. Men kon er eigenlijk niets koopen. Verscheiden malen gedurende de reis kwam de conducteur onze coupé door, om er ons aan te herinneren, dat we nauwkeurig op onze bagage moesten passen. Deze conducteur was een vrouw; toen Mevr. Lang haar een stuk brood met boter gaf, viel ze met tranen in de oogen aan haar voeten en kuste haar handen. Het verwondert ons niet, in deze omstandigheden, dat men overal in Rusland de teekenen van algemeene ontevredenheid kan waarnemen. Maar deze ontevredenheid is passief. Ieder is verzwakt, neergeslagen, gedemoraliseerd, zoodat men aan weerstand zelfs niet denkt. De eenige hoop, die overblijft, is oorlog. Men wacht er op en men droomt er van. Hij zou, meent men, van twee kanten kunnen komen: of van den kant van Duitschland of van den kant van Japan. Waarom droomt men daarvan? Stelt men zich voor dan een gunstig moment te kunnen aangrijpen, om het Sovjetjuk te kunnen afwerpen? Neen, dat is het niet. Maar men hoopt, dat met den oorlog zich mogelijkheden zullen opdoen, om op eene of andere manier te ontsnappen aan de communistische macht. Ontsnappen, hoe? Eenvoudig door te vluchten dwars door het oorlogsfront; of wel omdat men zich dan op een grondgebied zou kunnen bevinden, dat door den toekomstigen overwinnaar van de Sovjet-Unie zou veroverd zjjn. De bevolking van Rusland weet totaal niet, wat er gebeurt over de grenzen van haar land. De communistische propaganda lanceert door bladen, conferenties, radio, de meest fantastische inlichtingen, die ten slotte waarschijnlijk gaan lijken. Overal, in de geheele wereld, gaan de zaken zoo slecht mogelijk, zegt men aan de Sovjet-burgers. De voornaamste landen bevinden zich in een wanhopigen toestand. De menschen sterven in de straten. Al de vijanden der Sovjets zijn dood. Landverhuizing bestaat niet meer. Men heeft willen beweren, dat Trotzky ook was omgekomen, 'gelijk het lot is geweest van alle uitgewekenen. Levert de geestesgesteldheid van het volk bewijzen van inzinking, van algeheele krachteloosheid, de moraal van de leiders van 't regime is niet beter. Onze besprekingen met vertegenwoordigers van het Sovjet-regime schenen ons in dit opzicht van veel beteekenis. Niet alleen zagen zij geen uitweg uit de netelige positie van heden, maar zij zoeken er zelfs niet meer naar. Zij hebben geen hoop meer op een wereldrevolutie, die hun meer dan problematiek toeschijnt. De herinneringen aan den ouden tijd zijn voor hen, die hem hebben gekend, de eenige bron van troost. En ook de oude boeken. Men neemt ze weg, men vernietigt ze, maar de bevolking verbergt ze met des te meer zorg en men leest ze met des te meer genot. Men leest en herleest ook zonder eind de brieven, die uit den vreemde ontvangen zijn. De religieuse kwestie? De meeste kerken zijn gesloten, maar daar waar de diensten nog worden gehouden, komt veel volk; men ziet er evenveel jongen als ouden. Men vereenigt zich ook tot het gebed in de particuliere huizen, ondanks de gevaren, die de geloovigen bedreigen. Niet dat er openlijke vervolgingen plaats hebben, maar zij, die gedurig naar de kerk gaan, worden met bijzondere waakzaamheid nagegaan door de G.P.Oe, die steeds zoekt naar voorwendsels, om hen te vangen. Tijdens ons verblijf in Rusland, hoorden wij een geval van een jong mensch, die trachtte zich van 't leven te berooven, door in de rivier te springen. Wat was 't motief voor deze wanhoopsdaad? Hij had gemeend, dat Tchekisten zijn woning waren binnengegaan, en de gedachte aan arrestatie en onderzoek had hem zijn geestelijk evenwicht doen verliezen. Toch had hij zich niets te ver- wijten ten opzichte van het regime, dan alleen het ter kerk gaan. Men ziet daaruit in welk een zenuwachtige spanning de geloovigen leven. Hoe zqn we er in geslaagd om in bijzonderheden den toestand in Rusland te bestudeeren? Wij hebben er vier weken vertoefd. We hadden er langer kunnen blijven, want onze pas was geldig voor zes weken. Maar het leven in Rusland was voor onze zenuwen zulk een zware beproeving, dat wij zoo gauw mogelijk het land weer wenschten te verlaten. Wij reisden in Rusland, alsof wij eenvoudig vreemde touristen waren, die belang stelden in het land en van plan waren een bezoek te brengen aan hun verwanten. Wij waren voorzien van een aanbeveling van senator Borah. De Sovjet-autoriteiten vermoedden zelfs niet, dat zij te doen hadden met medewerkers van de „Voorwaarts", een dagblad met een miljoen lezers, en dat wij bovendien verbonden waren aan een zoo machtige associatie als de „Amerikaansche Arbeiders-Partij". Dank zij deze heilzame onwetendheid der Bolsjewieken, zijn wij er in geslaagd om te ontsnappen aan de gewone gidsen, die het trouwens zoo druk hadden met de ontvangst der Fransche gasten, dat zij gaarne aan ons verzoek voldeden, om geen aandacht aan ons te schenken en ons maar te laten begaan. Deze voorbereidselen voor de ontvangst der Fransche reizigers hebben ons een even interessant als leerzaam schouwspel geboden en zij, die zich voorstellen naar Rusland te gaan, met 't doel om waardevolle persoonlijke indrukken op te doen en weer te geven, zullen rekening moeten houden met dit precedent. Zeker, wij bevonden ons op onze reis door Rusland in onze kwaliteit van vreemde touristen, steeds onder 't oog van de Sovjet-autoriteiten. Maar vrij hebben toch een betrekkelijke vrijheid kunnen genieten en aangezien we ons niet behoefden te beperken in onze uitgaven, konden wij de menschen, met wie wij in aanraking kwamen, nuttig en aangenaam zjjn. — Met andere woorden: voedsel aanbieden. Wat 'n vreesehjke dingen zjjn wij te weten gekomen door hen, die wij kenden en door hen, die wij niet kenden. Wij zijn zoo op de hoogte gekomen van al het tragische, dat het tegenwoordige leven in Rusland heeft en in 't bijzonder van 't leven der Joden. De positie der Joden is misschien nog erger dan die van welke andere categorie der bevolking ook. Talrijk zijn de redenen daarvoor. Wij merken allereerst op, dat de Joden tegenwoordig geworden zijn, zelfs ondanks henzelf, landbouwers en arbeiders, zonder ook maar eenigszins ingesteld te zijn op lichamehjken arbeid, dien hun voorvaderen sedert eeuwen niet kenden. Dit werk is dus buitengewoon zwaar voor hen; en anderzijds zijn ze blootgesteld aan de grief van niet „van afkomst proletariër te" zijn. Meer nog: veel Joden staan in voortdurende relatie met andere landen: 40 °/o van hen ontvangen geregeld pakken goederen uit 't buitenland door tusschenkomst van de Torgsin. Daaruit volgt, dat de Joden het voorwerp zijn van een buitengewoon strenge waakzaamheid van de zijde der Sovjet-autoriteiten, die hen willen afnemen al wat in buitenlandsche deviezen kan worden omgezet. Het gaat vooral om edele metalen, die de Bolsjewieken met alle mogelijke middelen trachten te krijgen, zelfs met allerlei bedreiging van de bezitters of van hen, van wie men meende, dat zij „helers" van goud of zilver waren. Men martelt den „heler" uren lang, om een zilveren lepel te krijgen Men trekt hem zijn gouden tanden uit. Men snijdt hem de vingers af. Men plaatst verscheiden tientallen van menschen in een kleine ruimte en men dwingt hun gedurende tien, twintig uren in 't rond te loopen, tot ze lichamelijk en geestelijk uitgeput zijn.... Welk een bovenmenschelijke wreedheden! De ijselijkste feiten waren niet altijd die, welke wij hoorden in den loop van onze gesprekken, maar die, welke wij zelf meemaakten, zonder dat ze echter voor ons bestemd waren. Een voorbeeld hiervan: Toen wij in een gehucht in West-Rusland aangekomen waren, brachten wij bezoeken aan verscheiden Joodsche families, aan wie wij brieven ai te geven hadden, die hun verwanten in Amerika ons hadden meegegeven. Natuurlijk wilden wij graag deze gelegenheid gebruiken om uitvoerige inlichtingen te verkrijgen over het leven van deze families, om die aan hun verwanten te kunnen overbrengen; wij stelden ons ook voor hen over den algemeenen toestand te ondervragen, maar wij konden dadelijk con stateeren, dat zij er in 't geheel niet op gesteld waren, zich in een serieuze en gedetailleerde conversatie te begeven met ons: zij waren bang zich in gevaar te brengen. Wij konden niets uit hen krijgen dan eenige woorden van dankbaarheid. Echter eens, na een lang bezoek, op 't oogenblik van afscheidnemen, het een der aanwezigen als bij ongeluk en met gedempte stem zich deze woorden ontvallen: „Morgen om drie uur, op 't Joodsche. kerkhof." Wij waren er op 't aangegeven uur. Tot onze groote verwondering vonden wij er verscheiden menschen, die hadden geweigerd zich met ons te onderhouden. Zij bogen zich over de graven van hun familieleden en prevelden gebeden. Wij luisterden. Het waren wel gebeden, die zij opzeiden, maar deze gebeden eindigden in klachten: „Die en die is gevangen genomen en in de gevangenis lang gemarteld, van uitputting gestorven.... Die en die is van honger gestorven.... Die en die is gefusilleerd...." En zoo vervolgens. Al deze familiedrama's werden niet bij wijze van indiscrete mededeeling aan vreemde journalisten gedaan, maar als tot God gerichte smeekingen. Als het toeval wilde, dat één van deze journalisten in het voorbijgaan hen overviel, aan wie de schuld? Gaande van 't eene graf naar 't andere luisterden wij en noteerden deze klachten van het gefolterd gemoed onzer geloofsgenooten. Maar 't zijn niet alleen verhalen, die ons op de hoogte brachten van de ellende, die door 't Russische volk doorleefd wordt Alle dagen waren wij getuigen van aangrijpende dingen, die wij met eigen oogen zagen.. Bijvoorbeeld, daar passeerde ons een groep gevangenen, geëscorteerd door soldaten, die hen door de stra- ten leidden; niemand verwonderde zich daarover, niemand schonk er eenige aandacht aan, het was blijkbaar een gewoon, steeds voorkomend feit. Daar valt vlak voor ons een vrouw op het trottoir neer; zij zal sterven van uitputting; niemand blijft staan, niemand geeft eenige aandacht aan haar. Men raadt ons, om ons ook maar niet op te houden, als wij onaangenaamheden wilden voorkomen. Wij wachtten echter de komst van politie-agenten af. Zij heten mannen komen, die de vrouw wegvoerden: intusschen was zij gestorven. Men sleept het lijk weg als van een gestorven kat.. Men heeft ons gevraagd deze vraag te willen beantwoorden: „Kan men verwachten, dat de levensomstandigheden beter zullen worden na den nieuwen oogst, als die goed is?" Wij kunnen met zekerheid verklaren: „Neen." De slachtoffers van den hongersnood loopen in de duizenden, zonder dat hun aantal met juistheid vastgesteld kan worden, zelfs niet bij benadering. In sommige steden van de Oekraine en van Wit-Rusland gaf men ons op als cijfers voor de vermindering der bevolking in den tijd van één jaar: nu eens 40 % en dan weer 60°/o. Wat het platteland betreft, we hebben met eigen oogen zijn ontvolking geconstateerd. Gedurende den oogst heeft de bevolking van de steden een groot aandeel genomen in het akkerwerk. In sommige streken werd de stedelijke bevolking, kinderen inbegrepen, tot dit doel gemobiliseerd. Zoo is men er in geslaagd om de hoeveelheid koren bijeen te krijgen, die het gouvernement voor eigen gebruik meende noodig te hebben. Zal deze hoeveelheid voldoende zijn om de bevolking der steden van voedsel te voorzien? Dit hangt in de eerste plaats af van de hoeveelheid, die uitgevoerd zal worden. Men weet, dat de Sovjets hun export opdrijven tot de uiterste grenzen: zoowel van grondstoffen als van industrieele voortbrengselen, voor zoover hun kwaliteit goed genoeg is om ze op de buitenlandsche markt te plaatsen. Wanneer men in Rusland u wil •vertuigen van de goede kwaliteit van een product, dan zegt men: ,,'t Is een product, dat voor export bestemd is " Als het gouvernement besluit een aanzienlijke hoeveelheid koren te exporteeren, zal de stedelijke bevolking overgegeven zqn aan een nog wreederen hongersnood dan die dit jaar heerschte. Wat het platteland betreft, hebben wij den sterken indruk, dat zijn bronnen van voedselvoorziening in 't geheel niet voldoende zullen zijn tot onderhoud der bevolking gedurende de maanden van den winter en de lente. In 't algemeen vertoont de tegenwoordige toestand van 't platteland een vreemd en moeilijk te begrijpen beeld voor ons Westersch begrip. De houding van de boeren komt overeen met een soort massa-zelfmoord. Het koren verrot op de velden, maar de boeren denken er niet aan om het in te oogsten, want zij zijn er zeker van, dat de regeering de hand legt, zonder eenige barmhartigheid, ook op al wat de bevolking voor zichzelf heeft geoogst De wanhoop drijft er -de boeren toe om in massa naar de steden te gaan, hoewel hen daar niets beters wacht.... Wat kan men voorspellen van de naaste toekomst van Rusland? Het meest beangstigende is, dat men in allen ernst op deze vraag niets zou kunnen antwoorden dan: „Niets". Niets zal er in Rusland gebeuren. Alles zal er zijn gelijk in het verleden. Men zal ons misschien tegenwerpen: „maar een groot volk kan toch onder zulke omstandigheden niet leven"! Het leeft ook eigenlijk niet, het is bezig te sterven...." Voor het oogenblik is onze voornaamste bezorgdheid deze: „zou het mogelijk zijn, dat men geen geloof sloeg aan ons onpartijdig getuigenis over de hel, zooals Rusland tegenwoordig is"? Vóór we naar Rusland gingen, konden we ons niet de minste voorstelling maken van de verschrikkingen, die wij er hebben waargenomen. Wij houden het tegenwoordig voor een gebiedenden plicht om de stem te verheffen en met al de kracht onzer overtuiging de waarheid over Rusland te verkondigen.