HET NEDERLANDSCH JEUGDLEIDERS INSTITUUT INLICHTINGENBOEKJE OCTOBER 1930 BETEEKENIS VAN ONS VIGNET (als signet op de titel* pagina afgedrukt). De Jeugdbeweging, voorgesteld door een blij uitziend meisjeskopje en de Jeugdzorg, voorgesteld door een peinzenden jongen, worden geholpen door een centrale krachtbron, n.1. de Federatie van Nederlandsche Jeugdvereem* gingen (het N.J.I.). , . ,, De spreuk: Nos Jungit Juventus beteekent: Ons verbindt de Jeugd. Typografische verzorging en druk: N.V. De Arbeiderspers. Afd. Handelsdrukkerijen. Amsterdam. Ontwerp omslag en rubriekhoofdjes van Mej. Fré Cohen. HET lijkt ons niet overbodig enkele woorden te zeggen over het doel van dit boekje. Zooals uit den omslag blijkt, is het een inlichtingenboekje, in zekeren zin dus tevens een propagandageschrift je. Het wil echter iets meer zijn. Gezien de. veranderingen in werkwijze, die in den loop van zijn bestaan hebben plaats gehad, maar vooral na de groote reorganisatie van Januari 1930 leek het ons noodig, hier tevens een kort overzicht te geven van de verschil* lende soorten van werk, die het N.J.I. sinds December 1921 heeft verricht. Vandaar dat in dit geschriftje enkele bladzijden gewijd zijn aan arbeid, die niet meer op ons pro* gramma voorkomt. De Secretaris: INHOUD Blz. 3 Voorwoord De Grondslag van ons werk De Wetten voor ons werk ' 9 a. Statuten b Huishoudelijk Reglement 16 i 22 De Organisatie van werk i 25 " De Praktijk van ons werk 1. Jeugdleidersconferenties 25 2. Voorlichting „ 28 a. Cursussen b. Archief 31 31 c. De Jeugdleider d. Jaarboekje der Vrije Jeugdvorming 32 (Wj 33 e. Uitgaven 38 f. Tentoonstellingen 3. Studiecommissies 41 43 4. Finantieele steun 5. Andere dan finantieele steun 6. Organisaties tot stand gekomen met hulp van het N.J.I. 51 DEGRONDS Het Nederlandsch Jeugdleiders Instituut (N.J.I), opgericht 22 December 1921, is een werkcentrale van Nederlandsche Jeugdvereenigingen van vers schillende richting, die zich tot het in stand hou* den daarvan verbonden hebben. Uitgesproken wensch van de oprichters was, dat alle landelijke Nederlandsche jeugdvereeni? gingen van welke technische, politieke of ethische richting ook, zich bij die centrale zouden kunnen aansluiten. Hieruit volgde dat het N.J.I. op den volgenden grondslag moest rusten: Ie. Het N.J.I. kan en mag nooit de bewegings* vrijheid van een aangesloten vereeniging be* perken. 2e. Het Secretariaat, belast met de uitvoering van het werk, ontvangt opdracht daartoe van of namens de gezamenlijke aangesloten vereenü gingen. 3e. De leden van het N.J.I. kunnen door de leden* vergadering alleen gebonden worden in aan* gelegenheden, die de interne huishouding van het N.J.I. raken. De Reichsausschusz der deutschen Jugendver* bande, de groote federatie der Duitsche Jeugdvers eenigingen, heeft haar grondslag (waaraan de onze analoog is) meer uitvoerig omschreven in de vier volgende stellingen: Stelling I. Het lidmaatschap van den Reichsaus* schusz beperkt op geen enkele wijze de innerlijke zelfstandigheid en uiterlijke bewegingsvrijheid der aangesloten organisaties. Daaruit volgt: Geen organisatie wordt in den Reichsausschusz tot een besluit gedwongen of tot de doorvoering verplicht van een besluit, waarvoor zij haar toestemming niet heeft gegeven. In den Reichsausschusz worden slechts besluiten met eenparigheid van stemmen aangenomen (uitgezonderd die betreffende huis* houdelijke zaken). Stelling II. De Centrale vertegenwoordigt niet de afzonderlijke vereenigingen en beoordeelt niet haar bemoeiingen en oogmerken, maar zij vertegen* woordigt wat zij allen gemeen hebben en als gemeenschappelijk goed erkennen. Zij is de ver* tegenwoordigster van de geheele Duitsche jeugd en haar belangen; niet van afzonderlijke vereeni* gingen of richtingen. Tegenover deze stelt zij zich niet op een bepaald standpunt en beoordeelt ze niet. Stelling Hl De Centrale streeft oprecht en be* wust als haar hoofddoel na het elkaar verstaan in wat men gemeenschappelijk bezit, echter niet door overreden van de eene vereeniging en toegeven van {Bnirii}fflljfteT4nifeiiu5fdimnötrl!niffdim1upitenljüt!Sr- IPifasrtangtajubrfStanra^^^ ffbirinnnrSSSblhmbifli^ finWtaffl'ÏWiÉjbfBora^ HDrchmb art ira'ïinrtisflusfÉulj jUBnansBrSJifii§#!migt*tr?it "CnrjtBfttr (S&un&for? ■RrSRfHftsüusto&lierbafticfimïiic^iüiTfrtJnnöt ufttnirriirtrtosf ansWÏMmbE fflib tnrrtrt mdit örnnTOttimimni imu "2'itir frtfmbnsoltaiinnnnfoiM^ ttWte!ftrmiunfl!i(riBrfam!fint6frbBitfrtffl1ü(fflbiini)iifrmsBrianflr. Tiicht rcnjdtifr^rrbonbr obEtWtiunjmlJitfm ffrjm. übfr rammt tr Wnr Strl lunjffl tói unb teint tr tancTOrtfurtnlf. OOR ON^ WrW De hiervoor genoemde grondslag geeft de sfeer weer, van waaruit de volgende reglementen dienen te worden beoordeeld. STATUTEN van de Vereeniging Het Nederlandsch Jeugdleiders Instituut, gevestigd te Amsterdam. (Zooals deze het laatst gewijzigd zijn d.d. 17 April 1929.) NAAM, ZETEL, DUUR. Art. 1. De vereeniging draagt den naam: Het Neder* landsch Jeugdleiders Instituut, en is gevestigd te Amsterdam. Zij is aangegaan voor den tijd van 29 jaren en 11 maanden, te rekenen van den dag harer oprichting, 22 December 1921. DOEL. Art. 2. De vereeniging beoogt een federatieven band te leggen tusschen de vereenigingen, die zich bewegen op het gebied der vrije jeugdvorming. Zij stelt zich daarbij ten doel den arbeid der aan* gesloten vereenigingen te steunen, met behoud van der* zeiver volkomen zelfstandigheid. MIDDELEN. Art. 3. Zij tracht dit doel te bereiken langs wettigen weg en wel door: het bevorderen van de opleiding van jeugdleiders; b. het beschikbaar stellen van hulpmiddelen voor de praktijk van den jeugdarbeid; c. het verleenen van materieelen steun aan de aan* gesloten vereenigingen in het bijzonder, aan de Nederlandsche Vereenigingen op het gebied der Vrije Jeugdvorming in het algemeen; d. het verzamelen van gegevens betreffende vrije jeugdvorming; e. het behartigen van de belangen der jeugdleiders en jeugdigen, binnen de perken van het federatief verband; f. het doen van voorstellen aan de Overheid betref* fende door haar te nemen maatregelen, welke strekken kunnen tot bevordering van de vrije jeugd* vorming; g. alle andere wettige middelen, die aan het jeugdwerk bevorderlijk kunnen zijn. LEDEN. Art. 4. A. Stemgerechtigde leden zijn rechtsper* soonlijkheid bezittende vereenigingen, die zich op het gebied der vrije jeugdvorming (als omschreven in de stellingen van den centralen jeugdraad) bewegen, en die als zoodanig door het bestuur zijn toegelaten. Zij moeten voornamelijk door jeugdige, niet meer leerplichtige personen al of niet onder leiding van vol* wassenen worden gevormd en voldoen aan de voor* waarden, die in het huishoudelijk reglement zijn genoemd. B. Adviseerende leden zijn: a. zij, die de vereeniging hebben opgericht; b. personen en rechtspersoonlijkheid bezittende ver* eenigingen, die door de ledenvergadering als zoo* danig worden toegelaten. Art. 5. Het lidmaatschap eindigt voor de leden door: a. schriftelijke opzegging; b. overlijden van een natuurlijk persoon en ontbinding van of verlies van rechtspersoonlijkheid door een lid* vereeniging. Het bestuur heeft het recht, iemand van zijn lid* maatschap vervallen te verklaren. BESTUUR. Art. 6. Aan het hoofd der vereeniging staat een bestuur van ten minste 5 leden, uit de leden en door de afgevaardigden der stemgerechtigde leden te kiezen. De voorzitter wordt door de ledenvergadering in functie gekozen. De overige bestuursfuncties worden onderling verdeeld. De bestuursleden treden elk jaar af; bij toerbeurt is één van hen niet terstond her* kiesbaar. In het bestuur zal, zoo mogelijk, één bepaalde rich* ting in het jeugdwerk niet door meer dan één lid vertegenwoordigd zijn. Tusschentijds gekozen bestuursleden treden af op den tijd van aftreden van hun voorganger. Desgewenscht kan de algemeene ledenvergadering, op voorstel van het bestuur, overgaan tot het benoemen van een bezol* digden secretaris. Deze heeft dan zitting in het bestuur met adviseerende stem. Art. 7. De voorzitter en de secretaris vertegenwoor* digen de vereeniging in en buiten rechten. De secretaris heeft de administratieve leiding der vereeniging. De penningmeester is belast met de finan* cieele leiding der vereeniging. Het werk van den secre* taris en van den penningmeester zal geschieden volgens regelen, die bij huishoudelijk reglement worden bepaald. Het bestuur is belast met het toezicht op de dage* lijksche werkzaamheden van den secretaris en den penningmeester, het bereidt de ledenvergaderingen voor. Art. 8. Het bestuur heeft de bevoegdheid commis* sies uit zijn midden met een deel van zijn functies te belasten en de taak dezer commissies te regelen. VERGADERINGEN. ^4rf. 9. Ten minste ééns in het jaar wordt een ledenvergadering gehouden. In deze vergadering wordt door het bestuur uitgebracht een verslag over den gang van zaken en den toestand der vereeniging. Een stem* hebbend lid brengt 1 stem uit als de vereeniging min* der dan 5000 jeugdige contribuanten heeft boven den leeftijd van 12 jaar, en 2 stemmen als dit aantal meer dan 5000 bedraagt. Op de ledenvergadering doen de leden hun stem door één persoon uitbrengen. ^4rt. 10. Overigens worden vergaderingen gehouden zoo vaak het bestuur dit noodig oordeelt of 5 leden hun verlangen daartoe aan het bestuur schriftelijk, met opgaaf van redenen, te kennen hebben gegeven. In het laatste geval zal het bestuur de vergadering beleg* gen tegen een dag, vallende uiterlijk 30 dagen na de indiening van het verzoek, bij gebreke waarvan de aanvragers zelf gerechtigd zijn de vergadering bijeen te roepen, onder aanhaling van dit artikel in den oproepingsbrief. Een aldus bijeengeroepen vergadering kiest haar eigen voorzitter. Indien blijkt dat geen gegronde redenen bestaan voor deze vergadering, zullen de kosten door de aan* vragers gedragen moeten worden. Art. 11. Alle besluiten worden genomen bij meer* derheid van stemmen, voor zoover in deze statuten niet anders bepaald is. Over zaken wordt mondeling, over personen bij geslo* ten, ongeteekende briefjes gestemd. Voor verkiezing van personen wordt bij de eerste stemming de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen geëischt. Is bij deze stemming de volstrekte meerderheid niet verkregen, dan heeft een tweede vrije stemming plaats; wordt ook daarbij geen volstrekte meerderheid verkregen, dan heeft de herstemming plaats tusschen de 2 personen, of, zoo het meerdere verkiezingen be= treft 2 maal zooveel personen als verkozen moeten worden, die bij de laatste stemming de meeste stem* men kregen. Komen door een gelijk aantal stemmen meerdere personen in aanmerking, dan heeft tusschen hen allen herstemming plaats. Bij herstemming wordt gekozen bij betrekkelijke meerderheid van stemmen, bij staken van stemmen over personen beslist het lot. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitge* bracht. GELDMIDDELEN. Art. 12. De geldmiddelen der vereeniging bestaan uit: a. contributies van leden; b. subsidies; c. legaten, schenkingen en renten van het kapitaal; d. bijdragen van donateurs; e. toevallige baten. Donateurs zijn zij, die door jaarlijksche bijdrage van ten minste ƒ25.—, of door een bedrag in eens van ten minste ƒ 100.— hun belangstelling in het doel der ver* eeniging laten blijken. HUISHOUDELIJK REGLEMENT. Art. 13. Het huishoudelijk reglement der vereeni* ging wordt vastgesteld, aangevuld en gewijzigd door het bestuur. Het mag geen bepalingen bevatten, die met deze statuten in strijd zijn. VERANDERINGEN. Art. 14. Deze statuten kunnen worden gewijzigd en aangevuld bij besluit, genomen met ten minste § der uitgebrachte stemmen, op een opzettelijk daartoe bij* eengeroepen vergadering, waarop ten minste de helft der leden aanwezig is. De vergadering kan alleen tot die verandering beslui* ten, waartoe voorstellen zijn geplaatst op den op* roepingsbrief, of, die het gevolg zijn van amendemen* ten gedurende de vergadering op die voorstellen in* gediend, voor zoover deze amendementen zich beperken tot die artikelen, tot welker verandering een voorstel op den oproepingsbrief stond. Als op de vergadering wel de meerderheid der op* gekomen leden zich vóór een verandering heeft ver* klaard, maar overigens niet is voldaan aan de in de eerste zinsnede gestelde eischen, wordt een tweede vergadering gehouden, waarop het desbetreffende voor* stel opnieuw aan de orde komt. Deze tweede vergade* ring kan daarover besluiten met gewone meerderheid van de opgekomen leden. De wijzigingen treden niet in werking, alvorens daarop de Koninklijke goedkeuring, indien deze door de wet verlangd wordt, is verkregen. ONTBINDING. Art. 15. De vereeniging kan worden ontbonden op voorstel van het bestuur of ten minste i der leden. Het besluit tot ontbinding wordt genomen op dezelfde wijze als in art. 14 ten aanzien van wijziging der statuten is bepaald. In geval van ontbinding is het bestuur belast met de vereffening. Bij ontbinding worden de eigen» dommen der vereeniging te gelde gemaakt en het batig saldo, met inachtneming van art. 1702 Burgerlijk Wet* boek, bestemd voor een bij ontbindingsbesluit aan te wijzen doel, analoog met het art. 2 der statuten ge» noemde. SLOTBEPALING. Art. 16. In gevallen, waarin deze statuten niet voor» zien, beslist het bestuur. (Volgen de onderteekeningen.) Goedgekeurd bij Koninklijk besluit d.d. 17 April 1929 No. 19. Mij bekend, DE MINISTER VAN JUSTITIE. Namens den Minister: De Secretarisgeneraal VAN BLOM. HUISHOUDELIJK REGLEMENT LEDEN. Art. 1. Candidaatleden kunnen zich te allen tijde bij het Bestuur aanmelden. De stemgerechtigde leden moeten tenminste 5 plaatselijke afdeelingen hebben met tenminste in totaal 1000 jeugdige leden. Het Bestuur is bevoegd hierop uitzonderingen toe te laten. De leden=vereenigingen bedoeld bij artikel 4 der Statuten, betalen een contributie van ƒ50.— per ver* eenigingsjaar, hetwelk met het kalenderjaar samenvalt, zoo zij meer dan 1000 leden tellen. Vereenigingen, welke minder dan 1000 leden tellen, betalen een contributie van ƒ 25.— per jaar, indien zij meer dan 500 leden hebben en ƒ 15.— indien het ledental minder dan 500 bedraagt. De contributies worden in het voorjaar geïnd. Een nieuw lid betaalt voor het jaar waarin het lid wordt, de heele contributie, als de aanmelding geschiedt vóór 1 Juli; geschiedt de aanmelding na 1 Juli, dan betaalt dit lid voor het loopende kalenderjaar de helft der jaar» contributie. BESTUUR. Art. 2. Het Bestuur is samengesteld op de wijze als in art. 6 der Statuten aangegeven. Elke stemrechthebbende vereeniging wordt geacht een afzonderlijke richting te vertegenwoordigen, zoodat het Bestuur zal bestaan uit tenminste een aantal leden, over» eenkomende met het aantal stemrechthebbende vereeni* gingen. Art. 3. De algemeene leiding van den arbeid van het Nederlandsch Jeugdleiders Instituut berust bij het Bestuur, hetwelk zich daarbij richten zal naar de groote lijnen door de ledenvergadering aangegeven. Het bereidt de vergaderingen der leden voor. Het keurt de jaarlijks vóór de maand November door den Penningmeester op te maken begrooting goed en controleert door middel van een jaarlijksch door het bestuur aan te wijzen kas»commissie, het geldelijk be» heer van Secretaris en Penningmeester. Art. 4. De dagelijksche leiding is in handen van het Dagelijksch Bestuur, bestaande uit den door de ledenvergadering in functie gekozen Voorzitter, den Secretaris, deze met adviseerende stem, indien hij bezol» digd is, den Penningmeester en drie andere door het Bestuur uit zijn midden gekozen leden, welke laatst» genoemden voor één jaar gekozen worden en herkies» baar zijn. Het benoemt en ontslaat het personeel dat op het Secretariaat werkzaam is. Art. 5. De Voorzitter leidt de vergaderingen der leden en van het Bestuur. Art. 6. De Secretaris leidt den arbeid van het Secre» tariaat; hij draagt zorg voor het houden der notulen van Leden» en Bestuursvergaderingen, waaronder begre» pen het maken van korte notulen der Dagelijksche Bestuursvergaderingen, het oproepen tot die vergade» ringen, het voeren der briefwisseling, het opmaken van een jaarverslag, het bijhouden van het archief en voorts voor alle overige administratieve werkzaamheden, dit alles onder toezicht van het Bestuur. De Secretaris is vrij om binnen de perken der door het Bestuur vastgestelde gewone begrooting uitgaven voor het Nederlandsch Jeugdleiders Instituut te doen, en gelden te ontvangen, voorzoover de Penningmeester hem daartoe een algemeene of bijzondere machtiging heeft gegeven. 2 De Secretaris teekent de uitgaande stukken namens het Bestuur, uitgezonderd in die gevallen, waarbij het belang der zaak tevens teekening door den Voorzitter vereischt in verband met het bepaalde in de Statuten omtrent de vertegenwoordiging der vereeniging in en buiten rechten. Art. 7. De Penningmeester voert het financieel beheer van het Instituut en is daarom verantwoorde* lijk; hij stelt jaarlijks de begrooting op vóór de maand November. Hij houdt toezicht op het geldelijk beheer van den Secretaris zooals dat boven is omschreven, door ten* minste twee maal per boekjaar een kascontrole uit te oefenen en hieromtrent te rapporteeren aan het Bestuur. De wijze waarop het kapitaal der Vereeniging zal worden belegd, zal worden overgelaten aan het Bestuur. De Penningmeester is verplicht de aan de Vereeni* ging in eigendom behoorende effecten en andere waar* den in bewaring te geven bij een der groote bankinstel* lingen te Amsterdam. Over de besteding van de inkomsten voortkomend uit het kapitaal, beslist het Bestuur. BESTUURSVERGADERING. Art. 8. Het Bestuur vergadert tenminste 2 maal per jaar en voorts zoo vaak het Dagelijksch Bestuur dit noodig acht. Het Dagelijksch Bestuur vergadert tenminste 1 maai per maand. Art. 9. Oproepingen voor Bestuursvergaderingen worden tenminste 14 dagen van te voren, onder opgave van de agenda, vergezeld van de notulen der vorige Bestuursvergadering toegezonden. In spoedeischende gevallen ter beoordeeling van Voorzitter en Secretaris kan hiervan worden afgeweken. Art. 10. Op de Bestuursvergaderingen worden alle besluiten bij meerderheid van stemmen genomen. Voor de wijze van stemmen geldt dezelfde regeling als in art. 11 der Statuten ten aanzien der ledenvergaderingen is bepaald. LEDENVERGADERINGEN. Art. 11. Voor de ledenvergaderingen geldt het be* paalde in de artikelen 9, 10 en 11 der Statuten. Art. 12. Oproeping en voor ledenvergaderingen wor* den tenminste 4 weken van te voren onder opgave van de agenda en notulen der vorige ledenvergadering aan de leden toegezonden. Voorstellen, uitgaande van de leden, zullen, om voor behandeling ter vergadering in aanmerking te komen, tenminste 14 dagen van te voren het Bestuur moeten bereikt hebben. Art. 13. Wijzigingen en aanvullingen in het Huis» houdelijk Reglement worden aangebracht door het Bestuur met inachtneming van het in art. 13 der Statuten bepaalde. Art. 14. In gevallen, waarin dit Reglement niet voor» ziet beslist het Bestuur. L "DE ORGANISATIE VAM nNawFDKi Op 1 Augustus 1930 waren de volgende jeugdvereenigingen als lid van het N.J.I. ingeschreven: A. STEMGERECHTIGDE LEDEN (tevens bestuursleden N.J.I.): Afgevaardigden: Arbeiders Jeugd Centrale \ J- Vorjink Amst. Christelijke Jeugd Centrale Jkvr J J. Baronesse Mackay Amst. Maatschappij voor Jonge Mannen Dr. J. fcykman Bond van Amst. Speeltuinvereenigingen J. du Bois Bond van Jongel. Ver. op Ger. Grondslag P. van Nes Centraal Bureau voor Chr. Jeugdorg. te Utrecht g. G. Paap Jeugdbond voor Onthouding H. yan der Vhst Ned. Bond van Abstinent Studeerenden L. de Wolff Ned. Chr. Studenten Vereeniging Mr. N. Stufkens Ned. Jongelings Verbond H. Gordeau Jr. Ned. Luth. Jongelings Bond J- Schagen ct„„t„m„ Ned Meisjeseilde Mevr. N. Stolberg—Steenkamp Ons Huis! Amsterdam Mei. C P. v. Asperen v. d. Velde Joodsche Jeugdfederatie I- de Vries Fed. van Chr. Ver. van en voor Vrouwen en Meisjes Mej. M. W. Barger B. ADVISEERENDE LEDEN: Beis Jisroeil, te Amsterdam Mevr B. de Groot-Gazan Ernst, Nut en Ontspanning, te Den Haag Dr. H. Lambooy Hulp voor Onbehuisden, te Amsterdam G. H. Honing Vereeniging Jeugdwerk Delft A. H. Drooge Jong. Christ. Geheel Onth. Bond F. Sieverts Nederlandsche Kinderbond Mej. H. Rolandus Ned Meisjesgilde. Afd. Amsterdam Mevr. N. Stolberg-Steenkamp Ned. Padvinders Ver., Afd. Amsterdam Dr. C. P. Gunning Ned. Ver. ter Behartiging van de Belangen „ ,„„ der Jonge Meisjes Mevr. de Jong—Zeydner Orde voor het Lotuswerk Mej. J. M. Dutilh R.=K. School v. Maatsch. Werk, A'dam Mej. F. Haye Relnilda Stichting , JJej. A Huf Centr. Instituut v. Christ. Soc. Arbeid Mej. J. K. Bakker Ver. ter Bevordering van het Onderwijs „bh c„„jw« in Kinderverzorging en Opvoeding Mevr. M^^H.^andberg^^ Vrije Jeugdkerk, te Rotterdam Meytvi'. N.\Li"poUk- Ver. De Zwaluwnesten, te Amsterdam van Gelder Vjijz.=Dem. Jongeren Organisatie Mej. C. Hoogland C. PERSOONLIJKE LEDEN: Ds. A. M. van der Laar Krafft Mevr. J. C. C. Coops Broese van Groenou A. J. van Epenhuysen K. H. van Schagen Mr. J. Everts H. L. F. J. Deelen D. DAGELIJKSCH BESTUUR: Dr. C. P. Gunning, Voorz. H. L. F. J. Deelen, Secr. Ir. G. L. Tegelberg, Penningm. M. H. E. Nolthenius de Man Dr. C. P. Gunning, Bestuurslid Miss Eppendorf Mevr. A. M. Koek—Mulder W. A. Hamelberg A. Ariens Kappers Ir. G. L. Tegelberg, Bestuurslid Dr. J. Eijkman J. J. Vorrink Mevr. N. Stolberg—Steenkamp Sinds Mei 1930 waarnemend penningmeester: W. A. Hamelberg. Na 1 Juli 1930 hebben zich als leden aangemeld: le. De Ned. Luthersche Meisjesbond. 2e. De Gereformeerde Jongelingsbond. 3e. Bond van Gereformeerde Jeugdorganisaties. 4e. Bond van Meisjesvereenigingen op Gereformeerden Grondslag. De Jeugdleider, het maandblad van hef N.J.I. Eerste JeugdleiderstConferentie 28—29 Maart 1924, te Amsterdam. J>EPRAKTül mie voor Lichamelijke Opvoeding geopend. Het aantal ingeschrevenen en afgestudeerden bedroeg: jaar Ingeschrevenen le jaars 2e jaars 3e jaars 1925— 1926 .... 16 1926— 1927 .... 20 16 1927— 1928 .... 22 19 14 1928— 1929 .... 19 22 20 Het N.J.I. steunt de Academie daadwerkelijk door haar jaarlijks een deel der geluktelegrammen* opbrengst af te staan, terwijl gedurende eenige jaren het Roode Kruis het N.J.I. in staat stelde aan de Academie een bijdrage te schenken. Het N.J.I. steunde derhalve de Academie als volgt: T , „ ' Uit de opbrengst Van het Koode geluktelegr. Kruis 1925 . . ƒ 2.765.12 ƒ 5.000 — 1926 . . , 8.583.17 „ 5.000.— 1927 . . „ 8.394.83 „ 5.000.— 1928 9.767.50 „ 500.— 1929 • ■ » 10.811.91 1930 .... ,. 10-000-- ƒ 50.322.53 ƒ 15.500 — „ 15.500.— Totaal*generaal ƒ 65.822.53 VEBDEELINQ VAN bE 0PBCENQ5T DEQ (3ELUKTELEqQAMMEN QVEO DE VEQEENIQINQEN. — — \ SS OM.VtüZZmmtH. PQOT. gnB.VEBEENiqiNqEN, JOggnE50v^Et1- NEUTCALE VEDEENICjINQEN. i AANTAL ÜEUqDIQEN ONDEB 21 dAAQ DCD VEDKN^UvjqEN DIE MEE DEELEN L—IN DE 0PBQENQ5T DEP qELUkTTELEQQAMMEN . gjgL| D^.VEBEENiqmqEN. |roOT.gnP.VCacCNiq^^ VCBCCNiqiNqEN.I^ VCB. i