f|| Hifl Mm 90 m 11 il jAFC| 569 PRAKTIJK EN THEORIE DER TITELBESCHRIJVING AANTEEKENINGEN BIJ DE „REGELS VOOR DE TITELBESCHRIJVING. VASTGESTELD DOOR DE RIJKSCOMMISSIE VAN ADVIES INZAKE HET BIBLIOTHEEKWEZEN. 1924" DOOR DR H. E. GREVE directeur der openbare leeszaal. en bibliotheek te s-gravenhage BIJ J. B. WOLTERS' UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ n.v. GRONINGEN - DEN HAAG ~ 1930 BOEKDRUKKERIJ VAN J. B. WOLTERS VOORWOORD Oorspronkelijk lag het in mijn voornemen, voor elk van de paragrafen der „Regels voor de titelbeschrijving" eenige titels bijeen te zoeken, die de toepassing van de voorschriften voor aanstaand bibliotheekpersoneel zouden toelichten. Dit voornemen is, althans voorloopig, prijs gegeven. Bij het aangroeien van het materiaal en het schrijven van de toelichtingen bleek telkens duidelijker, dat een systematische behandeling der „Regels" aan zulk een „modellen-atlas" vooraf behoorde te gaan. Als aanvulling daarop zou het oefenmateriaal eventueel nog kunnen volgen. De beginselen, waarop het titelbeschrijven berust, uit de menigte van gevallen en voorschriften los te maken en te beredeneeren heeft ook niet het onaantrekkelijkste deel van dezen arbeid uitgemaakt. Als beginsel der titelbeschrijving heb ik de niet-getrouwe overneming van het titelblad voorop gesteld. Als tweede beginsel: de noodwendige zekerheid bij de aanwijzing van het hoofdwoord. Als doelstelling: den opbouw van den „alfabetischen schrijvers-", juister: den „aljabetischen hoofdwoordencatalogus" Om deze drie groepeeren zich alle voorschriften der „Regels". Een derde beginsel ligt grootendeels buiten de „Regels": de vrijheid in de aanvulling van de voorschriften naar eigen inzicht. „Al-regelend" zijn de „Regels" allerminst bedoeld. De bruikbaarheid der „Regels" wordt door deze vrijlating zeker niet verminderd. Een enkel woord over de „Voorbeelden". Deze zijn, op hoogst enkele uitzonderingen na, ontleend aan bestaande titelbladen. In deze voorbeelden geven deelstreepen de verdeeling der regels aan. Dit ter onderscheiding van de voorbeelden van uitgewerkte titelbeschrijvingen. Wat deze laatsten betreft: alleen dür, waar de uitwerking twijfelachtig kon zijn, is de titelbeschrijving uitgewerkt; anders is volstaan met het zetten uit vette letters van datgene waarop de aandacht gevestigd moest worden. De praktijk der titelbeschrijving volgt verschillende wijzen van ordonnantie en redactie, b.v. in de zetwijze van het hoofdwoord, het gebruik van letterteekens, enz. Daar per slot een keuze moest worden gedaan, is deze gevallen op de wijze van titelredactie, in gebruik aan de Openbare Leeszaal en Bibliotheek te 's-Gravenhage. Dat de gelegenheid aangegrepen is, op enkele details dieper in te gaan, — b.v. de radicale uitlichting en omzetting van het hoofdwoord, de typische uitbreiding van het begrip „schrijver", de selectie onder de pseudoniemen, de onstandvastigheid van titelblad en auteurschap, — is door den opzet van deze handleiding verklaard. Evenzoo, dat andere details minder uitvoerig of niet besproken zijn. Lacunes en omissies zijn echter ook het gevolg van de omstandigheid, dat de ervaring van één persoon, — ook al vond hij dankbaar belangstelling en steun bij anderen, — wegens den onuitputtelijken „gevallen"-rijkdom der titelbeschrijving bij voorbaat ontoereikend is. Het zal anderen gegaan zijn als mij: men komt tot de boutade: dat er geen normale boeken met normale titelbladen bestaan. Is het met iemand zóóver gekomen, dan is het beter, onder het onvolmaakte resoluut een streep te zetten. „Onder de streep" is de plaats voor een persoonlijk woord van groote erkentelijkheid tot hen, die zich dit boekje in het bizonder hebben aangetrokken: Dr. P. C. Molhuysen met zijn steun en aanmoediging, Mej. E. de Clercq en Psof. Dr. J. S. Theissen met hunne nauwgezette proeven-lezing, en de ambtenaren der Haagsche O. L. B. met hunnen bijstand, op menigerlei wijze verleend. G. INHOUD Bli. Voorwoord ...... ....... 3 HOOFDSTUK I: DE HERSCHEPPING VAN HET TITELBEELD 7 1. Geen woordgetrouwe overneming. A. Wat ongewijzigd wordt overgenomen . 9 2. Ongewijzigde overneming van schrijfwijzen. — 3. Ongewijzigde overneming van getallen. B. Wat gewijzigd wordt overgenomen. . 12 4. Afkortingen. — 5. Weglatingen. — 6. Het weglatingsteeken. — 7. Toevoegingen. — 8. Toevoegingen uit het boek zelf. — 9. Weglating en toevoeging van leesteekens. — 10. Ronde haakjes. — 11. Typografische wijzigingen. — 12. Bekorting door aanhaling. — 13. Uitlichten en naar voren brengen. — 14. De omzetting in den schrijversnaam. HOOFDSTUK II: DE STABILISEERING VAN HET HOOFDWOORD 30 15. Hoofdwoord en alfabetische catalogus. A. Uitbreiding van het begrip „schrijver" 32 16. Het geestelijk vaderschap. — 17. Bloemlezingen. — 18. Uittreksels. — 19. Liederboeken. — 20. Bewerkingen. — 21. Redacteur-samenstellers. — 22. Sprekers. — 23. Dissertaties. — 24. Handelscatalogi. — 25. Kunstwerken. — 26. Tekstboekjes. — 27. Verwijzingen. — 28. Verboden hoofdwoorden. B. Meervoudig auteurschap 49 29. De bedoeling van § 33. — 30. Wanneer „meervoudig", wanneer niet. — 31. Samenwerking zonder verlies van zelfstandigheid. — 32. Briefwisselingen. Blz. C. Het verborgen auteurschap 56 33. Soorten van verborgenheid. — 34. Individueele-, soortelijke- en figuurlijke pseudoniemen. —35. Omzetting binnen het pseudoniem. — 36. Pseudo-pseudoniemen. — 37. Het eerste substantief-in-dennominatief. D. Het kunstmatig gevormde hoofdwoord 67 38. Hoofdwoord of trefwoord? HOOFDSTUK III: AAN GENE ZIJDE DER „REGELS" 69 39. Norm en stijl. A. Wat en waar is het titelblad? 70 40. Titelblad = titelbladzijde. — 41. Titel en siertitel. — 42. Bij ontstentenis van een titelblad. — 43. Meertalige titelbladen. — 44. Heeft een „Aanhangsel" een eigen titelblad? B. Het onbestendige titelblad 76 45. Eén boek, twee titels. — 46. Veranderingen in tijdschriftenen serietitels. — 47. Verschillend getitelde deelen. C. De onbestendige schrijver 85 48. Auteurenschemering. — 49. Anoniem, tevens niet-anoniem. — 50. Pseudoniem, tevens niet-pseudoniem. — 51. Varianten in naamspelling. — 52. Verhaspelde schrijversnamen. D. Stijl en afwerking 94 53. Hoofdwoord en grafisch accent. — 54. De annotatie. — 55. „Volledige" en „verkorte" titelbeschrijvingen. — 56. Titelbeschrijving, catalografie en bibliografie. REGISTERS Synoptisch register van Paragrafen der „Regels" en Aanteekeningen. 101 Onderwerpenregister 102 HOOFDSTUK I DE HERSCHEPPING VAN HET TITELBEELD Aant. 1. — Geen woordgetrouwe overneming [§§ 1—2; 4—8; 10 al. 2; 11 al. 2; 35 al. 1; 38 al. 2]. (a) De eerste en voornaamste opgave der titelbeschrijving bestaat in: weglaten, toevoegen, wijzigen, afkorten en omzetten, — kortom: herscheppen van het titelbeeld volgens een constante, op een bepaald doel gerichte praktijk. Het titelblad dient wel is waar als grondslag voor de titelbeschrijving, maar de overneming is volstrekt geen beeld- en woordgetrouwe. Al deze, vaak ingrijpende, veranderingen in het titelbeeld behoeven ook slechts ten deele verantwoording. Titelblad en titelbeschrijving zijn nimmer identiek. Zij behoeven dat niet te zijn en kunnen dat ook niet zijn. Wanneer immers § 1 en § 2 weglatingen en toevoegingen toelaten wordt eenerzijds een nuttige zuivering van overtollige titelbestanddeelen beoogd; anderzijds een aanvulling met onontbeerlijke —, maar door defecte titelredactie vaak ontbrekende gegevens. Zoo bevorderen de §§ 4, 5 en 6 door normaliseerende wijzigingen van typografischen aard de eenheid en de handelbaarheid der titelbeschrijvingen. Eenheid in vereenvoudiging, uitwinning van arbeid en plaatsruimte door afkorting brengen § 7 en § 8. De radicale uitlichting, voorgeschreven in § 10 al. 2 en § 35 al. 1, — in zekeren zin ook die van § 38 al. 2, — en de omzetting in § 11 al. 2 verschaffen titelbeschrijvingen, die direct bruikbaar zijn voor den opbouw van catalogi, en wel in het bizonder van alfabetischecatalogi. (Zie Aant. 15). Inderdaad is het eerste axioma der titelbeschrijving, dat herschepping en niet getrouwe overneming van het oorspronkelijk titelbeeld wordt verlangd; en dat het doel dezer herschepping titelbeschrijvingen zijn, die onmiddellijk bruikbaar zijn voor de catalografie. (b) Nemen wij als voorbeeld een titelblad, dat in beeld- en woordgetrouwe nabootsing er aldus uitziet: HERFSTTIJ DER MIDDELEEUWEN STUDIE OVER LEVENS- EN GEDACHTENVORMEN DER VEERTIENDE EN VIJFTIENDE EEUW IN FRANKRIJK EN DE NEDERLANDEN DOOR J. HUIZINGA HAARLEM - H. D. TJEENK WILLINK 6 ZOON - 1919 Nergens is voorgeschreven en niemand zal er ook aan denken, b.v. de regelverdeeling en de zetting uit kapitalen aan te geven; of de woorden in de volgorde van het titelblad over te nemen. De titelbeschrijver gaat aan het herscheppen. Hij brengt den eigennaam van den schrijver naar voren, plaatst daarachter den voorletter en vult deze, onder gebruikmaking van [], aan tot den volledigen voornaam, scheidt beide door een niet op het titelblad voorkomende komma. Hij herhaalt den schrijversnaam straks niet en verantwoordt deze weglating ook niet. Titel en ondertitel scheidt hij door een leesteeken toe te voegen. Is "zijn bedoeling een verkorte titelbeschrijving te maken, dan laat hij den ondertitel zonder eenige verantwoording weg. Het woord „door" verdwijnt spoorloos. In het impressum valt de uitgeversnaam zonder meer weg. Plaatsnaam en jaartal worden door een toegevoegde komma gescheiden. Een collatie „XI, 568 blz. 8°" wordt zonder waarschuwende [] toegevoegd. Een eventueele annotatie besluit de herscheppende kunstbewerking. Dit is een voorbeeld van een volkomen normaal verloop van titel- beschrijving, welke aan een beginneling kan worden opgedragen en waar de titelbeschrijver in de praktijk de eigenlijke beteekenis niet meer van voelt. Toch is zijn, deels door de „Regels", deels door zijn ervaring geleid streven geweest, het oorspronkelijk titelbeeld onherkenbaar te herscheppen en bruikbaar te maken voor den catalogusopbouw. De gebruiker van den catalogus is met de herschepping beter gediend dan met een woordgetrouwe overneming. Maar, valt er een titelbeeld te herscheppen, gecompliceerder dan het gegeven voorbeeld, met overtollige bestanddeelen eenerzijds, ontbrekende gegevens anderzijds, met ongewone lettertypen, met allerlei bijkomstige nooden, waarvoor soms wel, soms geen baat bij de „Regels" te vinden is: dan begint eerst recht de arbeid van snoeien en bijwerken voor den titelbeschrijver; met als eindresultaat een titelbeschrijving, waaruit het oorspronkelijke titelbeeld wel is waar niet meer is op te maken, maar die den catalogusgebruiker alle de voor hem praktisch gewenschte gegevens biedt. A WAT ONGEWIJZIGD WORDT OVERGENOMEN Aant. 2. — Ongewijzigde overneming van schrijfwijzen [§ 2 al. 1]. (a) Bij het „overnemen van het titelblad" wordt de daar aangetroffen schrijfwijze der woorden in het algemeen ongewijzigd overgenomen. Voor transscriptie van russisch, zie § 4. Voor transscriptie van vreemde letterteekens, zie § 5. Voor het gebruik van hoofdletters, zie § 6. Voor toe te passen afkortingen van gebruikelijke bibliografische aanduidingen, zie § 7. Voor transscriptie van schrijversnamen als hoofdwoord, zie § 18 en 19. (b) Ongewone schrijfwijzen en taalfouten worden ongewijzigd overgenomen. Minder goed herkenbare fouten worden met wijzigingen tusschen [] bijgewerkt. Acht men het noodig te laten uitkomen, dat de afwijking of fout inderdaad ook op het titelblad voorkomt, dan kan dit geschieden door achter het ongewoon of foutief geschreven woord „[sic]" of „[!]" te plaatsen. VOORBEELDEN. Ons huis / Higiëne en gerieflijkheid / door / L. Zwiers /... / Haarlem. Hans / Betge / De chineesche fluit. Deze, door Hélène Swarth vertaalde bundel verzen is in 1921 bij J. M. Meulenhoff te Amsterdam verschenen. De verkeerd gespelde auteursnaam wordt verbeterd: Bet[h]ge. (Zie verder Aant. 52). Uren met / Flaubert / Inleiding met fragmenten uit Flau- / berts brieven, en vertalingen uit / zijne werken, door Mr. D. Spanjaard / ... / Baarn in het jaar MXMXVIII. Men schrijve: [1918]. Aant. 3. — Ongewijzigde overneming van getallen [§ 2 al. 1; 45 al. 1]. Getallen in het hoofdwoord en in den boektitel neme men, onverschillig of deze in letters dan wel in arabische of romeinsche cijfers zijn geschreven, steeds over zooals zij op het titelblad voorkomen; men gebruike overal elders (druk, jaartal, deel, enz.) de arabische cijferteekens. VOORBEELDEN. Vijftig jaren uit / onze geschiedenis / 1868—1918 / door Mr. Dr. J. A. A. H. de Beaufort / ... / 1928 / Amsterdam / ... / 50 eeuwen / costuum / door Jo de Jong/.../Amsterdam 1927/.../ Five hundred / household / hints / by / 500 / housewives / London / ... / XII / oude liederen / met V prentjes versierd / door / P. H. van Moerkerken Jr. / Amsterdam / ... / Emil Ludwig / Juli 14 / Berlin 1929 / ... / Juli veertien / door / Emil Ludwig / Geautoriseerde vertaling van / Titia Jelgersma / ... / MCMXXIX. D. Meresjkowsky / De veertiende / December / Uit het russisch door / J. de Kruyff / 1923. Bernard Kellermann / De 9de November / Vertaald door J. Lourens Czn. / ... / Amsterdam MCMXXII. Life and work in / medieval Europe / (Fifth to fifteenth century) / by / P. Boissonnade / ... / London / ... /1927. R. A. Armstrong / Makers van de 19e eeuw / Vertaald I... j door / H. Bakels / ... / 's-Gravenhage / 1910. Paul Lacroix / (Bibliophile Jacob) / XVIIIme siècle / Lettres / sciences et arts / France / 1700—1789 / ... / Paris / ... / 1878. 1812 / Historische roman / van / L. Rellstab. / Uit het hoogduitsch / door / J. J. A. Goeverneur / ««. / Schoonhoven I ... I 1889. Album studiosorum / Academiae Lugduno-Batavae / MDCCCLXXVMCMXXV / Bijeengebracht door / Dr. J. E. Kroon / ... / Thoukudides' Navorschingen / De peloponesische oorlog / van 431 tot 411 voor C. in acht boeken / Vertaald ... door / Mej. H. M. Boissevain en Dr. H. J. Boeken / ... / 1914. Titi Livii / Ab urbe condita / Libri XXIII, XXIV, XXV / Texte latin / publié / ... / par / O. Riemann / ... / et E. Benoist / ... / Paris / ... / 1916. Willem Schürmann. / Veertig / Tooneelspel in vier bedrijven / ... / 25 / Being a young man's candid recollections / of bis elders and betters / by / Beverley Nichols / London / ... / Internationale / revue / i 10. De XXe eeuw / Maandschrift / voor letteren, kunst, / wetenschap en politiek. De / man zonder lijf / De klucht der dubbelgangers / Spel in drie bedrijven / door / Herman Teirlinck I ... I Arnhem MCMXXV. Nico van Suchtelen. / De tuin der / droomen / Comedie der liefde in 5 bedrijven. Willem de Eerste / Prins van Oranje / door / Prof. Dr. P. J. Blok / ... / Amsterdam / ... / MCMXIX. Het leven van / Prins Willem II / (1626—1650) / door / Mr. Dr. J. Eysten I ... I Amsterdam I ... I MCMXVI. J.-B. de la Faille / L'oeuvre / de / Vincent van Gogh / Catalogue raisonné / Supplément / aux / tomes I et II / Tableaux / Paris et Bruxelles / ... / 1928. Het voorspel / van den / eersten engelschen / oorlog / door / Johan E. Elias / Eerste deel [schrijf: le deeQ. Het britsch-nederlandsche antagonisme / in Europa / 's-Gravenhage / 1920. N.B. In het eerste voorbeeld behoort „Supplément aux tomes I et II: Tableaux" als ondertitel tot dén boektitel; in het tweede voorbeeld heeft men met een aanduiding te doen, die niet tot den boektitel behoort. Willem IV / en Engeland / tot 1748 (Vrede van Aken) / door / Dr. P. Geyl I ... I Met twaalf [schrijve: 12] afbeeldingen / 's-Gravenhage / ... / 1924. Een strijd om Rome. / Historische roman / door / Felix Dahn. / Uit het duitsch vertaald door / G. T. B. / Derde [schrijve: 3e] druk I.. • I Arnhem-Nijmegen / ... / De la méthode / dans les sciences / Deuxième [schrijve: 2me] série /... / 1911. Kryptogamen-Flora / von Deutschland, Deutsch-Österreich / und der Schweiz / in Anschluss an Thomé's Flora von Deutschland / bearbeitet / von / Prof. Dr. W. Migula. / Band III. Pilze. 4. Teil. 1. Abteilung. / Fungi / imperfecti: / Sphaeropsidales, Melanconiales. / Berlin I ... I 1921. Van het groote standaardwerk van Thomé „Flora von Deutschland" maakt de „Kryptogamen-Flora" Band XI, Abteilung I uit. Wanneer men (vgl. § 51) de serietitel als noot met het deelnummer vermeldt, kan het overweging verdienen, —■ terwille van de duidelijkheid, — voor zulke gecompliceerde deel- en onderdeel-aanduidingen de romeinsche cijfers niet in arabische cijfers om te zetten, maar deze onveranderd over te nemen. Men oordeele: Flora von Deutschland. Bd. XI, Abt. 1: Kryptogamen-Flora, Bd. III Pilze: 4. Tl. 1. Abt. Flora von Deutschland. Bd. 11, Abt. 1: Kryptogamen-Flora, Bd. 3 Pilze: 4. Tl. 1. Abt. B WAT GEWIJZIGD WORDT OVERGENOMEN Aant. 4. — Afkortingen [§ 7]. (a) Er bestaat geen bezwaar tegen, stelselmatig bepaalde woorden niet over te nemen zooals deze op het titelblad vermeld staan, maar deze af te korten; in het bizonder wanneer het veelvuldig in vereenigingsnamen terugkeerende woorden betreft. VOORBEELDEN. Handleiding / tot de / schrijfkunst, / naar vaste regelen, / met / aanwijzing / van de meest in het oogvallende / afwijkingen. / Uitgegeven door de Maatschappij [> Mij] tot nut van 't algemeen / Te Leyden / ... / MDCCCXXX. Midden-Celebes-expeditie. / Geologische en geographische / doorkruisingen van / Midden-Celebes / (1909—1910) / Door / E. C. Abendanon, m. i. / ... / Met medewerking van het Ministerie van Koloniën uitgegeven door het / Koninklijk [> Kon.] Nederlandsch [> ned.] Aardrijkskundig Genootschap [> gen.sch.] / ... / Leiden. 1915. Leeszaaljaarboekje / 1926 / Uitgegeven door de Centrale [> Centr.] Vereeniging [> ver.] voor / Openbare leeszalen / en bibliotheken / 's-Gravenhage, Juni 1927. (b) Komen afkortingen op het titelblad zelf voor, dan is in elk afzonderlijk geval te beoordeelen, of de afkorting overgenomen —, dan wel aangevuld moet worden. De mate van verstaanbaarheid der afkorting en de oogelij kheid spreken hier een woord mee. VOORBEELDEN. I. N. R. I. / De blijde boodschap van een armen zondaar / Door / Peter Rosegger / Vertaling van Dr. J. Herderschee / Amsterdam /... / De S. D. A. P. / en / Indonesië / Door / Daan van der Zee / 1929 / ... / Amsterdam. Het zendend / radio-amateurisme / in Nederland. / De amateur / en de N[ed.] V[er. voor] I[internat.] R[adioamateurisme] / Door / W. Keeman. / ... / Internationale] sociaaldemocratische / koloniale politiek / Lezingen / bijeengebracht door den Bond / van sociaal democratische / studentenclubs in Nederland I ... I Zwolle 1929. (c) Het afkortingsteeken ,,&", — tenzij in een firmanaam voorkomend, — schrijve men voluit in de taal, waarin de titel is gesteld. (Vgl. Aant. 29). VOORBEELDEN. Herinneringen / aan de eerste radiotelefoongesprekken / tusschen Nederland & [schrijf: en] Nederlandsch-Indië / in MCMXXVIII / 1928. The dictionary / of / english furniture / from the middle ages to the late Georgian period / by Percy Macquoid & [schrijf: and] Ralph Edwards / ... / London. Gedenkschrift / van de firma / R. Mees & Zoonen / ter gelegenheid van haar tweehonderdjarig bestaan / 1720—1920 / samengesteld / door / Mr. R. Mees / ... / Moordius & Co. / Door / William J.Locke / Rotterdam. MCMXXV. Aant. 5. — Weglatingen [§ 2 al. 2]. Niet alle weglatingen worden met „..." aangegeven. De „Regels" geven zelf voorbeelden hiervan in §§ 8, 10, 19, 30 en 44. Zonder weglatingsteeken „..." plegen in de titelbeschrijving voorts weggelaten te worden: (a) Motto's op het titelblad. VOORBEELDEN. Pierre Benoit / Erromango / Roman / Et maintenant, pendant que j'écris, il me / revient, comme une lueur, que je n'ai jamais / su le nom de familie de celle qui fut mon / amie .. • / Edgar Poe. / Paris. (b) Inhoudsopgaven op het titelblad. VOORBEELDEN. La / poésie du moyen age / Lecons et lectures / par / Gaston Paris / Première série / La poésie du moyen age / Les origines de la littérature franchise / La chanson de Roland / Le pèlerinage de Charlemagné / L'ange et 1'ermite / L'art d'aimer / Paulin Paris et la littérature du moyen age / Troisièmeédition./Paris/ ... / 1895. Handboek / der wapenkunde; / bevattende: / I. De geschiedenis der wapenkunde; — II. De practijk der / wapenkunde; — III. Registers der wapens van den thans / bloeijenden nederlandschen adel; en van de staatslieden / en veldheeren van Napoleon I; van beroemde per- / sonen uit vroeger en later tijd; enz. / door / J. B. Rietstap. / ... / Gouda / ... / 1857. (c) Aan den auteursnaam toegevoegde aanduidingen. VOORBEELDEN. De kretische / kunst / door / Dr. G. van Hoorn / Lector in de archaeologie / Haarlem / ... / 1925. Trilby / A novel / by / George du Maurier / Author of „Peter Ibbetson" / ... / London / ... / MDCCCXCV. Geschiedenis / van het / herstel der hiërarchie / in de Nederlanden / Door / P. Albers S.J. / ... / Met inleiding / van / Z. D. H. Mgr. H. van de Wetering, / / Nijmegen / ... / 1903. (d) Mededeelingen omtrent voorwaarden of wijze van uitgave. VOORBEELDEN. Uit een vreemde wereld / of / het leven en streven der / inlanders op de Kei-eilanden / door / H. Geurtjens, M. C. S. / Uitgegeven met subsidie / van het Koninklijk aard- / rijkskundig genootschap /... / 's-Hertogenbosch / 1921. De hof van Eden / Roman van het eiland Ceylon / van / Dr. Edward Stilgebauer / Met autorisatie vertaald / door / Mevr. J. P. Wesselink— Van Rossum / ... / Amsterdam. (e) De genitief-constructies en accusatief-constructies van den auteursnaam. (Vgl. Aant. 13b en c). VOORBEELDEN. Das / Geschichtwerk des Herodotus von Halikarnassus /übertragen / von Theodor Braun / ... / Leipzig / MCMXXVII. Theodor Körner's / sammtliche Werke / ... / Berlin I ... I 1884. Verzamelde gedichten / van / Albert Verwey. / Amsterdam /... / 1889. Verzen / door / Herman Gorter. / Amsterdam / ... / (f) Het bepalend lidwoord en het bezittelijk voornaamwoord van den derden persoon waarmede de titel van verzamelde werken aanvangt. VOORBEELDEN. De dichtwerken / van / W. J. van Zeggelen. / Volledige uitgave. / Tiende druk / Amsterdam I ... I 1908. Het werk van / Prosper van / Langendonck / Voor het Van Langendonck-/ comité uitgegeven door / de Maatschappij voor / goede en goedkoope / lectuur / 1926. N.B. Het lidwoord niet vervangen door b.v. „[Zijn]". Dus niet: Zeggelen, W. J. van. [Zijn] dichtwerken... enz. Jean-Louis-Ernest / Meissonier / Ses souvenirs-Ses entretiens / Précédés d'une étude / sur sa vie et son oeuvre / par / M. O. Gréard / ... / Paris / ... 1897. N.B. „Ses" vervalt, „sa" et „son" te behouden. Daarentegen blijft het bepalend lidwoord behouden als het niet het eerste woord van den titel is. Uit de / verspreide geschriften / van / Allard Pierson / Feuilletons / verschenen in / 1858—1889 / 's-Gravenhage / ... / 1906. Uit / P. L. Muller's / verspreide geschriften / Uitgegeven / door / Dr. P. J. Blok / en Mr. S. Muller Fzn. / ... / Leiden / ... / 1906 wordt echter juist aangevuld tot: Muller, P. L. Uit [de] verspreide geschriften ... Al de werken / van / Flavius Josephus / Bewerkt door / Dr. W. A. Terwogt. / Met een aanbevelend woord / van / Dr. J. J. van Oosterzee /... / Dordrecht ... / MDCCCLXXIII. Aant. 6. — Het weglatingsteeken [§ 2 al. 2]. Het zou overweging verdienen het bibliografische weglatingsteeken „...", ter onderscheiding van niet zoo heel zeldzaam reeds in den titel voorkomende drie punten, „[...]" te gaan schrijven. VOORBEELDEN. Dat moet geboet / worden ... / Door / Martin Andersen Nexö / Naar het deensch door / Claudine Bienfait / Amsterdam. ... maar het schip / gaat verder / Naar het noorsch van Nordahl Grieg / door / Annie Romein-Verschoor / ... / Amsterdam. Paul Valéry / Lettre / a Madame C ... I Paris. Die / farbigen, bunten und verzierten Glaser. / Eine umfassende Anleitung / zur / Darstellung aller Arten farbiger und yerzierter / Glaser, der vielfarbigen irisierenden und metallisch / schimmernden Mode- und Luxusglaser. Ferner / der Schmückung der Glaser durch Metalle, Emaille / und Bemalung, sowie duren Atzen, Sandblase- / arbeit, Gravieren und Schleifen. / Von / Paul Randau / ... / Wien und Leipzig / ... / 1905. Randau, Paul. Die farbigen, bunten und verzierten Glaser. [.♦.]. Wien enz., 1905. Aant. 7. — Toevoegingen [§ 2 al. 3]. (a) Niet verantwoord door omklemming met [ ] worden alle toevoegingen in de collatie en de annotatie. t Evenmin de vaste bibliografische aanduidingen „Z.pl." en „Z.j. . Overigens worden alle toevoegingen in het impressum verantwoord. Toevoegingen tot het hoofdwoord en den titel worden steeds ver- antwoord. Een uitzondering maken de toevoegingen tot het hoofdwoord, welke een weglating wegens verkorte schrijfwijze herstellen. (Zie Aant. 29). (b) Men kan drieërlei soort van toevoegingen onderscheiden: A. zulke, die onvolledige of defecte gegevens van het titelblad aanvullen; B. zulke, die voor het vloeiend lezen en gemakkelijk verstaan noodig zijn; C. zulke, die terwille der bibliografische informatie gewenscht zijn. VOORBEELDEN (A). Fables / de / La Fontaine / classées par ordre de difficulté I... I par / A. Gazier / ... / Paris / ... / 1896. Fontaine, LJean de] la. Fables. ... Schiffsbergung /... / Handbuch für Kapitane /... / von / E. Grundt. S. L Lavroff. K. Nechajew /.../ 1927 / ... / Berlin. Grundt, E., S. I. Lavroff [und] K. Nechajew. Schiffsbergung. ... Hans / Betge / De chineesche fluit. Bet[h]ge, Hans. De chineesche fluit; [vert. door Hélène Swarth. Amsterdam, 1921]. Wat wil het Clubhuis [voor jongens te 's-Gravenhage] en wat doet het Clubhuis? [Door D. Valkema. 's-Gravenhage, 1930]. VOORBEELDEN (B). Rapports [du] Xme congrès international des habitations a bon marché [tenu a] La Haye-Schéveningue, Septembre 1913. Rotterdam, [1913]. Verslag van de Staatscommissie, ingesteld bij Kon. Besluit van 11 Maart 1920 no. 56 [Socialisatierapport]. Z. pl. en j. Floericke, Kurt. Plagegeister; [Mücken, Fliegen. Wanzen, Lause, Flöhe, Milde]. Stuttgart, 1917. VOORBEELDEN (C). Victoria [Koningin van Engeland]. Letters; a selection from Her Majesty's correspondence between the years 1837 and 1861; published by Arthur Christopher Benson and Viscount Esher. London, 1907. 3 vol. Wilhelm II [Duitsch Keizer]. Erinnerungen an Korfu. Berlin— Leipzig, 1924. «reve, Praktijk en Theorie der Titelbeschrijving. 2 Wit, Augusta de. De avonturen van den muzikant; [2e verkorte uitg.] Amsterdam, 1928. Wendland, W. Peter Sukoff; Oper. in 3 Aufzügen von O. Wohlbrück. [Eerste opvoering 1921]. (c) Aanvullingen in de titelbeschrijving, andere dan die als „bibliografische aanduidingen" in de „Regels" zelf voorgeschreven zijn (zie de noot bij § 1), worden in de taal van den titel gesteld. (Zie § 1). VOORBEELDEN. Rapports [du] Xme congrès international des habitations a bon marché [tenu a] La Haye—Schéveningue, Septembre 1913. Rotterdam, [1913]. 1041 blz. Ulfers, S. Ostloorn; Dorfgeschichten; [aus dem Hollandischen übersetzt von K. Emrich]; 11. Aufl. Hagen, 1925. 319 blz. Walpole, Hugh. Fortitude; a romance; [new ed. repr.]. London, 1925. 306 blz. Helms, O. Danske Fugle ved Hus og i Have; med 14 farvetrykte Tavler af Ingeborg Frederiksen; [2. Oplag] Köbenhavn, 1924. Botke, J. Fen Fryslan's groun: geologyske sketsen; 2de printinge mei 81 figuren. [Snits], z. j. Aant. 8. — Toevoegingen uit het boek zelf [§ 2 al. 3]. (a) Aanvullende gegevens, door het boek zelf buiten het titelblad aan de hand gedaan, worden volgens de engelsche „Rules" tusschen (), volgens onze „Regels" echter tusschen [] geklemd. Enkele typische vindplaatsen van gegevens zijn hieronder tezamen gebracht. Omslag, band, rug. Ratificatie van het / Verdrag van Washington / betreffende den / arbeidstijd / Rotterdam / ... / De omslagtitel voegt daaraan toe: Rede / uitgesproken door Mr. A. Haex / ... / in de algemeene vergadering / van het / Verbond van nederlandsche / fabrikanten-vereenigingen / op Woensdag 9 November 1921. Jérome et Jean Tharaud / Mes années / chez Barrès / Paris / ... / De omslag vermeldt jaar en druk: MCMXXVIII — 25e mille. Wereldbibliotheek-uitgaven. De deelnummers vindt men alléén op den bandrug vermeld. Heiligen en hun / attributen / ... / Amsterdam. De naam van den schrijver is alleen op den rugtitel vermeld: E. A. Greene. Keerzijde titelblad. Edmond Pilon / L'Ile-de-France / ... / Grenoble I... I Op de keerzijde van het titelblad: De eet ouvrage, le vingttroisième de la Collection „Les beaux pays ..." enz. Captains all / by / W. W. Jacobs I ... I London. Op de keerzijde van het titelblad: First, second and third editions printed October 1905; fourth edition, November 1905; fifth edition, December 1905; sixth edition, November 1907; and the seventh edition 1911. Voorwoord. Oud Batavia / Gedenkboek / uitgegeven door het Bataviaasch / Genootschap van Kunsten en Weten- / schappen naar aanleiding van het / driehonderdjarig bestaan der stad / in 1919 / ... / Batavia 1922. In het Voorwoord wordt de auteur genoemd: Dr. F. de Haan. Eskimo folktales / collected by / Knud Rasmussen / Edited and rendered into english by / W. Worster / ... / London I... I 1921. Uit de onderteekening der Introduction blijkt de auteur nog een tweede W. als voorletter te bezitten: W. W. Worster. Custode. Gewijde verhalen / en legenden van Hindoes / en Boeddhisten / door / Dr. H. J. W. Prooye-Salomons / Vrij bewerkt naar / Myths of the Hindus and Buddhists by the sister / Nivedita (Margaret E. Noble) of Ramakrishna-/ Vivekananda and Ananda K. Coomaraswarny / ... / Zutphen / ... / Alleen uit de custoden: „Hindoesche mythen 2e druk" blijkt dat men met twee verschillende drukken te maken kan hebben. Colophon. Urbain van de Voorde / Per umbram vitae / . . ♦ / Santpoort, / . . . Antwerpen / MCMXXIX. In het colophon o.a.: „Dit boek, zijnde een keur uit „De haard der ziel" en „Diepere krachten". Tekst. Constant Mie. / La commedia dell'arte / ou le théatre des comédiens italiens / des XVIe, XVIIe & XVIIIesiècles /.../ Paris /MCMXXVII. Ergens in den tekst verwijst de schrijver naar de russische editie van ditzelfde boek en noemt daar zijn vollen naam: C. Miclachevsky. Inhoudsopgave. Clemens Brentanos / Frühlingskranz / aus Jugendbriefen / ihm geflochten, wie er / selbst schriftlich verlangte I • • • / 1921. Deze titel verdient aangevuld te worden met de vermelding van de bezorgers van dezen druk: Heinz Amelung en Paul Ernst, wier namen en arbeid men echter slechts uit de inhoudsopgave kan vernemen. (b) Wanneer uit titel en boek tegenstrijdige gegevens geput kunnen worden, hebben die van het titelblad steeds voorrang; die uit den tekst hebben voorrang boven die aan band of omslag ontleend. Verbeteringen worden eventueel tusschen [] geklemd toegevoegd. VOORBEELDEN. Louis Madelin / Les hommes / de / la Révolution / Conférences prononcées / a la „Société des conférences" / en 1928 /... / Paris /... / De bladzijde tegenover het titelblad vermeldt: Ce volume a été déposé a la Bibliothèque Nationale en 1928. De laatste bladzijde noemt eveneens het jaartal van uitgave 1928. Daarentegen de omslagtitel: MCMXXIX — 22e édition; en de laatste bladzijde van den omslag eveneens 1929. Aant. 9. — Weglating en toevoeging van leesteekens [§ 2 al. 3]. (a) De „Regels" geven, — behalve in § 11, — terecht geen voorschriften voor het gebruik van leesteekens. Zij vertrouwen op ieders gezond oordeel bij de beslissing, waar door toevoeging van leesteekens de duidelijkheid wordt gebaat; waar, door weglating van een op het titelblad voorkomend leesteeken, overbodigs kan vervallen. VOORBEELDEN. Love, the thief / By / Helen Mathers I ... I London I... I Iedereen zal begrijpen, waarom de komma hier niet gemist kan '4 worden. (b) Toch bevordert nauwgezetheid in het consequente gebruik van leesteekens het aangenamer lezen van titelbeschrijvingen. In het bizonder houde men vast aan een bepaald schema voor het gebruik van leesteekens in den titel. Met de „Regels" onderscheide men in de titelbeschrijving vijf perioden: hoofdwoord, titel, impressum, collatie, annotatie. Deze perioden worden elk met een punt besloten. De titel kan samengesteld zijn uit: een hoofdtitel; een onder- of een alternatieve titel; een vermelding van vertaler, bewerker of voorwoordschrijver; een aanwijzing van den druk. Hoewel het gebruik van scheidende leesteekens geheel vrijgelaten is, moge het volgende in overweging worden gegeven. Gebruik als scheidend leesteeken in den titel de komma-punt, en schrijf de op de komma-punt volgende letter klein. Gebruik geen komma-punt na een vraag- of een uitroepteeken en schrijf in dat geval de op dit teeken volgende letter kapitaal. In een alternatieven titel volge op het woord „of" een komma, en de volgende letter schrijve men kapitaal. VOORBEELDEN. Cnaffee, Allen. Tinteloog op de Dalhoeve; de avonturen van het zwarte beertje in gevangenschap Vos, M. W. Bloei; verzen. Zeggelen, Marie van. Boeddakind; indisch spel in vier bedrijven...... Campert, J. R. Th. Het verliefde lied; en andere verzen ..... Maar: Brouwer, P. A. van Limburg. „Een ezel", en, „Eenig speelgoed" Vondel, J. van den. Adam in ballingschap; of, Aller treurspelen treurspel Tafel, De gedekte, in vijf eeuwen; 20 Oct.—19 Nov. 1928 ..... Bergson, H. Inleiding tot de metaphysica; bew. door A. Vloemans..... Nansen, F. Door Armenië; uit het noorsch door J. Henzei ..... Bavinck, J. H. Persoonlijkheid en wereldbeschouwing; met een voorw. van A. W. F. Idenburg ..... Ossendowski, F. In de wildernissen van Azië; in samenwerking met L. S. Palen Leopold, J. H. Verzen; tweede bundel ..... Bouman, J., C. de Klerk en S. J. van de Vliet. Handelsrekenen; 19e dr. Meerum Terwogt, P. C. E. Wat is psychologie? Voordracht gehouden Oct. 1928 Wodehouse, P. G. Pstnith knapt het opl Uit het engelsen..... Aant. 10. — Ronde haakjes [§ 2 al. 4]. Van de transcriptie van op het titelblad voorkomende () en [] haakjes volgen hier enkele voorbeelden. VOORBEELDEN. Het biljartspel / Handleiding voor beginners / en gevorderden / Eene serie opstellen uit het maandblad / „Clubkroniek", belangrijk aangevuld en tot / een geheel verwerkt door den schrijver / W(enning) /... / Gouda. Daar de schrijver zijn voorletters elders in het boek bekend maakt, ziet het hoofdwoord er onvermijdelijk als volgt uit: W(enning), [H. C. L.]. De XXe eeuw / Maandschrift / voor letteren, kunst, / wetenschap en politiek. / [Nieuwe reeks van het Twee- / maandelijksch tijdschrift]. / Hoofdredacteur: L. van Deyssel. / ... / Amsterdam /.. - / Eeuw, De XXe; maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en . politiek. (Nieuwe reeks van het Tweemaandelijksch tijdschrift); Plutarchus' / Levensbeschrijvingen / van / Alexander [den Grooten] / en / Cajus [Julius] Caesar / Vertaald door / Dr. M. B. Mendes da Costa / 1925. Plutarchus. Levensbeschrijvingen van Alexander (den Grooten) en Cajus (Julius) Caesar; ..... Uitgaven van het Batak Instituut no. 11 / Van Medan naar Padang / en terug / [Reisindrukken en -ervaringen] / Door M. Joustra. / (Met illustraties en kaart) / ... / Leiden 1915. Joustra, M. Van Medan naar Padang en terug; (reisindrukken en ervaringen; met illustraties en kaart) Over het gebruik van () in het hoofdwoord, zie Aant. 14 sub a. Aant. 11. — Typografische wijzigingen [§ 4; 5; 6]. (a) Het karakter der bibliotheek en het ter zetterij al dan niet voorhanden zijn van andere dan de gewone lettertypen zal in hoofdzaak beslissen, hoever men zich niet aan § 4 zal houden. Een filologische bibliotheek zal dit zeer zeker prefereeren boven transcriptie. Tegen behoud van een enkele letter of van een enkel woord in een vreemd lettertype zal in den regel geen bezwaar bestaan. In bepaalde gevallen is dit zelfs noodzakelijk. VOORBEELDEN. Bijdrage tot de kennis der bicyclische sesquiterpenen eudesmol, machilol en selineen, gedeeltelijke synthese van (3-thujon. Academisch proefschrift van D. R. Koolhaas. Purmerend 1928. Actxvo|u. Semantische studie over den indo-germaanschen wortel deik-. Academisch proefschrift van J. Gonda. Amsterdam, 1929. In sommige gevallen moet noodgedrongen transcriptie of vertaling plaats hebben. VOORBEELDEN. Suzanne Roukhomorsky / Gastronomie / juive / Cuisine et patisserie / [koscher] / de Russie, d'Alsace, de Roumanie / et d'Orient /... / Is de titel deels uit vreemde letters, deels vertaald uit latijnsche letters gezet, dan late men het uit vreemde lettertypen gezette gedeelte weg. [Chineesche titel uit chineesche letters gezetl] Outlines / of / Chinese history / by / Li Ung Bing / Edited by / Professor Joseph Whiteside / ... / Shanghai / ... / 1914. (b) De beperking van het gebruik van hoofdletters beoogt voornamelijk een rustiger beeld van de titelbeschrijving te verkrijgen. Die beperking zal zich zonder bezwaar uitstrekken over vereenigingsnamen, over bijvoeglijke naamwoorden van geografische namen afgeleid, over aanvangsletters van ondertitels enz. (Zie Aant. 9b). Niet echter over afleidingen van persoonsnamen. In duitsche titels, waarin de zelfstandige naamwoorden met kleine 'letter gedrukt zijn, worden de kapitale letters hersteld. De mode in de moderne typografie van banning van hoofdletters worde in de titelbeschrijving genegeerd. VOORBEELDEN. Popma, T. Byron en het Byronisme in de nederlandsche letterkunde. Amsterdam, 1928. en syrie / par / j. kessel / kra, éditeur, 6, rue blanche, paris Kessel, J. En Syrie. Paris. Aant. 12. — Bekorting door aanhaling [§ 8]. (a) Latere drukken van eenzelfde werk beschrïjve men alleen dan „aanmerkelijk bekort" wanneer deze zich naar inhoud of uiterlijke verzorging niet essentieel van de overige drukken onderscheiden. Is dit wel het geval, dan make men een afzonderlijke volledige titelbeschrijving. VOORBEELDEN. Oud-Amsterdam / 100 stadsgezichten / door L. W. R. Wenckebach. Oud-Amsterdam / in het laatst van de 19de eeuw / Naar penteekeningen van / L. W. R. Wenckebach f Met een inleiding van / J. F. L. de Balbian Verster / G. H. de Bussy / Amsterdam Ao 1926. Oud-Amsterdam / Naar penteekeningen / van L. W. R. Wenckebach / Uitgave / H. D. Pfann I ... I Amsterdam. Dit zijn drie wèl te onderscheiden gebundelde herdrukken van de tusschen 1898 en 1907 in het Zondagsblad van het „Nieuws van den dag" verschenen teekeningen. — De eerste is de, in 1907 als reclameuitgave van dat dagblad verspreide druk met typografisch-historische bijschriften van J. F. Gebhard Jr. — De tweede, met een aanzienlijk grooter aantal reproducties (200 van de oorspronkelijke 232), doch Zonder Gebhard's bijschriften, onderscheidt zich door zijn typografische verzorging en grootere volledigheid. — De derde bevat alleen de 64 eerste reproducties uit 2 en heeft geen bizondere waarde dan misschien als curiositeit* Gedichten / van Jacques Perk / Met voorrede van Mr. C. Vosmaer / en inleiding van Willem Kloos. / 2de druk / Vercierd door T. Nieuwenhtüs. / 1897 / Uitgave van S. L. van Looy. Amsterdam. . Boefje. / Naar het leven verteld door / M. J. Brusse. / Op veertien steenen in prent gebracht en / verlucht met bladversieringen en beginletters door / Dirk Nijland. I ... I Met een voorrede / van Johan de Meester / Uitgegeven te Rotterdam bij W. L. & J. Brusse / in MCMVI. (b) Het aanhalingsteeken ,,—" wordt in de catalografie vaker gebruikt dan alleen in het door § 8 genoemde geval. Uitwinning van plaatsruimte in catalogi in boekvorm en besparing op de drukkosten is hiervan de begrijpelijke bedoeling. Ook al is daar uit praktische overwegingen veel voor te zeggen, zoo houde men toch het volgende in het oog. Alleen wanneer de schrijversnamen volkomen identiek zijn, mag het aanhalingsteeken het hoofdwoord van den opvolgenden titel vervangen. VOORBEELDEN. Vries, Hektor de. Vries, Hektor de. Vries, Hugo de. niet —, Hugode. Vries, Karei de. —, Karei de. Een eigennaam kan hoofdwoord zijn als schrijversnaam, maar ook als het eerste woord van een anoniem geschrift. Volgen twee zulke titelbeschrijvingen op elkaar, dan mag toch het aanhalingsteeken niet worden gebruikt. VOORBEELDEN. Kuyper, A. Maranata. . Kuyper, A. Maranata. Kuyper in de caricatuur. n — in de caricatuur. Bij meervoudige schrijvers dient het aanhalingsteeken ook voor den tweeden schrijversnaam te worden herhaald. VOORBEELDEN. Jansen, C., en B. Derksen. Boekhouden. —, en —. Handelsrekenen. —, — en Mulder. Accountancy. —, en A. Smolenaars. Balansen. Bij voorkeur gebruike men het aanhalingsteeken niet bij gelijkluidende hoofdwoorden van anonieme geschriften. VOORBEELDEN. Tijdschrift voor armenzorg. . Tijdschrift voor armenzorg. Tijdschrift voor paedagogie. 1 — voor paedagogie. Het aanhalingsteeken moet niet even lang genomen worden als het hoofdwoord, dat het vervangt. VOORBEELDEN. Eeden, F. van. De gebroeders. . Eeden, F. van. De gebroeders. —. Lioba. . Lioba. Aant. 13. — Uitlichten en naar voren brengen [§ 10 al. 2; 35 al. 1; 38 al. 2]. (a) Het radicale uitlichten en naar voren brengen van den schrijversnaam (§ 10 al. 2) of van het eerste-substantief-in-den-norninatief (§ 35 al. 1) is alleen gemotiveerd door de behoeften van de alfabetische rangschikking. Hierover uitvoeriger in Aant. 15 en 53. In deze kunstbewerking vindt de herschepping van het titelbeeld zijn bekroning. (b) Door het uitlichten en naar voren brengen vervallen de gebruikelijke maar overbodig geworden, op het titelblad regelmatig voorkomende woorden: „door", „van", „par", „von", „by" enz. Deze zouden behouden kunnen blijven als de schrijversnaam in den titel werd herhaald, maar deze omslachtige manier is ongebruikelijk, behalve in de pruisische „Instruktionen". VOORBEELDEN. Wanneer men titels te beschrijven heeft, als: Camera obscura van Hildebrand ..... De kleine Johannes door Frederik van Eeden voelt niemand eenig bezwaar tegen een titelbeschrijving als: Hildebrand [ps. van Nicolaas Beets]. Camera obscura ..... Eeden, Frederik van. De kleine Johannes en verlangt men in de praktijk niet naar titelbeschrijvingen als: Hildebrand. Camera obscura van Hildebrand [Nicolaas Beets]...... Eeden, Frederik van. De kleine Johannes door Frederik van Eeden. (c) Door het uitlichten en naar voren brengen gaan vanzelf ook de genitief-constructies van den auteursnaam teloor; en vervallen ook het bepalend lidwoord en het betrekkelijk voornaamwoord van den derden persoon waarmede de titel van verzamelde werken aanvangt. Hierop is reeds in Aant. 5 sub e en f gewezen. (d) Het is niet altijd mogelijk, zich aan het voorschrift van § 10 al. 2 in fine te houden. Men dient soms. terwille van de verstaanbaarheid en den goeden gang van den zin, den als hoofdwoord uitgelichten eigennaam te herhalen. VOORBEELDEN. De jeugd van Antoon / Der Kinderen / door hemzelf / beschreven / anno 1892 / ... / Bussum. 1927. De kudde van / Jef Vermeer / door / Jef Vermeer / ... / Zeist / MCMXXIV. Alle de werken van Jan van / Ruusbroec, den Wonderbare, / in nieuwere taal overge- / zet door Dr. H. W. E. Moller / ... / 1912 / ... / Bussum. (e) Het radicale uitlichten en naar voren brengen van den geheelen titel, in § 38 al. 2 voorgeschreven, is als de invoering van een kunstmatig gevormd hoofdwoord (Zie Aant. 38 sub d) te beschouwen. De „Regels" laten in twijfel, wat met het „enz." van „Verslagen, rapporten, enz." bedoeld wordt. De oplossing van dezen twijfel wordt vergemakkelijkt door aan te nemen, dat § 38 al. 1 en § 38 al. 2 twee zeer verschillende materies regelen. De eerste alinea bedoelt te bepalen, dat een verslag, rapport enz. niet beschreven wordt met den naam van de corporatie (het regeeringsbureau, de instelling enz.) van welke de uitgave uitgaat als hoofdwoord, zooals de amerikaanschc „Rules" dat wel kennen; noch met den naam van den verslaggever, rapporteur, enz. (Vgl. Aant. 33). De tweede alinea bedoelt de omzetting voor te schrijven bij alle soorten publicaties van corporaties, „enz." met een titelblad, waarop de naam dier corporatie aan het hoofd is geplaatst. VOORBEELDEN. Vrijzinnig-democratische bond / Gedenkboek / 17 Maart 1901—1926 / ... / 's-Gravenhage. Gedenkboek [van den] Vrijzinnig-democratischen bond; 17 Maart 1901—1926 Musée royal de La Haye / (Mauritshuis) / Catalogue raisonné / des / tableaux / et des / sculptures / ... / La Haye, 1914. Catalogue raisonné des tableaux et des sculptures [au] Musée royal de La Haye (Mauritshuis) ..... Ook in den titel zijn soms omzettingen tot recht begrip noodig. VOORBEELDEN. In Zusammenarbeit mit dem Studienausschuss des / Bundes deutscher Architekten für / zeitgemassiges Bauen herausgegeben von / Dr. Ing. Fritz Block /... / Probleme des Bauens /... / Potsdam MCMXXVIII. Block, Fritz. Probleme des Bauens; herausgegeben in Zusammenarbeit mit .... Aant. 14. —De omzetting in den schrijversnaam [§11 al. 2; 35 al. 1.] (a) In den uitgelichteh en naar voren gebrachten schrijversnaam heeft, volgens § 11 al. 2, omzetting plaats: voornamen enz. worden achter den familienaam geplaatst en daarvan door een komma gescheiden. Men houde in het oog, dat niet de „schrijversnaam", maar de „familienaam" hoofdwoord wordt. (Zie uitvoeriger Aant. 53). Een andere, vaak toegepaste wijze van aanduiding, dat omzetting heeft plaats gehad, is de omklemming van de voornamen enz. met (). Daar de „Regels" het gebruik van ronde haakjes met een andere bestemming heeft vastgelegd (zie § 2 al. 4 en Aant. 10), is deze oudere methode minder aan te bevelen. Bij meervoudige auteurs heeft de omzetting van voornamen enz. van den tweeden en derden schrijversnaam niet plaats (Vgl. Aant. 29), doch men verzuime niet de komma te plaatsen na den voornaam c.q. na het voorvoegsel van den eersten schrijversnaam. VOORBEELDEN. Alkemade, K. van, en P. van der Schelling. Nederlands displegtig- heden [...]. Rotterdam, 1732—35. 3 dln. Niet: Alkemade, K. van, en Schelling, P. van der Niet: Alkemade, K. van en P. van der Schelling Bij weglating van de komma achter „van" zou omzetting geschied zijn van zooiets als: „K. van en P. van der Schelling Alkemade". Men geve goed acht, dat, bij omzetting van den voornaam enz., deze op de juiste plaats terecht komt. VOORBEELDEN. Plemp van Duiveland, J. niet: Plemp, J., van Duiveland. Doch: Onderricht / in / het maken van patronen / volgens de leest. / Met eenige wenken over het klaarmaken der / leesten volgens den natuurr lijken voet, / door / B. Wetermans & Zoon, / ... / Leeuwarden. Wetermans, B., & Zoon. ..... niet: Wetermans & Zoon, B. (b) Wordt het kommateeken in § 11 al. 2 bij omzetting in schrijversnamen wèl voorgeschreven, men mist een dergelijk voorschrift bij het uitlichten van het eerste substantief-in-den-nominatief in § 35, al. 1. Eveneens ontbreekt een dergelijk voorschrift bij de behandeling van pseudoniemen. (Zie Aant. 35). Naar analogie wordt echter bij anonieme werken op soortgelijke wijze de uitlichting aangegeven. (Vgl. Aant. 37). Gaat aan het eerste substantief-in-den-noniinatief eenig woord vooraf, dan wordt dat woord (c.q. woorden) direct achter het hoofdwoord geplaatst, en niet aan het einde van den titel. Men lette evenwel op de weggelaten gedeelten van samengestelde woorden. VOORBEELDEN. Maandblad, Nederlandsen, voor philatelie ..... Niet: Maandblad voor philatelie, Nederlandsen Tooi, De, der getijden; nieuwe zwerftochten naar de bronnen van vreugde en schoonheid, [...] Laren, 1928. Niet: Tooi der getijden, De; ..... Doch: Import and export trader, Holland's ..... Niet: Import, Holland's, and export trader HOOFDSTUK II DE STABILISEERING VAN HET HOOFDWOORD Aant. 15. — Hoofdwoord en alfabetische catalogus [§ 10—41]. (a) Eerst wanneer men den „herscheppenden" arbeid van den titelbeschrijver als voorbereiding tot den „ordenenden" arbeid van den catalogisator ziet, heeft men de verklaring van de opvallende uitvoerigheid, waarmede de „Regels" zich tot in details bezig houden met het auteurschap, met den schrijversnaam en met den boektitel als leveranten van hoofdwoorden. Het hoofdwoord heeft immers bij de rangschikking van titelbeschrijvingen in alfabetische volgorde de leidende functie. (Vgl. „Regels voor de alfabetische rangschikking", § 1). Reeds is er in Aant. 13 sub a op gewezen, dat de uitlichting en plaatsing van het hoofdwoord vóórop in de titelbeschrijving, — als ook in Aant. 14 sub a, over de omzetting binnen den schrijversnaam —volstrekt geeischt worden door de praktijk der alfabetische rangschikking. (Vgl. Aant. 53). Met het oog op die rangschikking wordt eveneens absolute zekerheid gevorderd, welk woord in aanmerking komt om hoofdwoord te worden; èn omtrent spelling en vorm van het hoofdwoord. (b) „Trefwoorden" — en „systematische" catalogi hebben eveneens behoefte aan hoofdwoorden, die als rangwoorden kunnen optreden bij de ordening der titelbeschrijvingen. Niet dezelfde als de „alfabetische" catalogus, maar geheel andere. Als hoofd = rangwoorden verlangt de ,,trefwoorden"catalogus trefwoorden, de „systematische" catalogus rubriekaanduidingen. Dat voor beide niettemin gebruik gemaakt pleegt te worden van dezelfde titelbeschrijvingen als voor den „alfabetischen" catalogus (Vgl. § 10, al 1) is deels een kwestie van economie, deels van gewoonte. Stel evenwel, dat de „trefwoorden" — en de „systematische" catalogus elk eigen hoofd = rangwoorden hadden, dan zouden deze uiteraard het gemeenschappelijke in den inhoud der boeken opzoeken ten einde onder zich het naar den inhoud verwante in die catalogi bijeen te krijgen. Maar het hoofdwoord, dat de rangschikking voor den „alfabetischen" catalogus leidt, trekt zich van den inhoud der boeken niets aan, en het heeft ook niet de taak, boeken van denzelfden of verwanten inhoud samen te helpen brengen. Zóó dit hoofdwoord iets samenbrengt, dan zijn dat de afzonderlijk verschenen werken van eenzelfden schrijver. Dit hoofdwoord zoekt, in tegenstelling met de beide andere, juist hetgeen het eene boek het meest van het andere onderscheidt. (c) Wat onderscheidt, bibliografisch gesproken, boeken van verschillende schrijvers onderling het meest? De naam van den schrijver. Er bestaat dan ook in de „Regels" bij de aanwijzing van het hoofdwoord een onmiskenbare voorkeur voor den auteursnaam. Er is op het titelblad onder de menigte van woorden géén ander woord, dat meer opvallend individueel is; noch één dat, als hoofdwoord gebezigd, meer kansen biedt, elk boek van zijn medeboeken te isoleeren. Eerst wanneer het titelblad geen auteursnaam, — in engeren, noch in ruimeren zin, — oplevert, eerst dan wordt, noodgedrongen, een ander woord van het titelblad aangewezen als hoofdwoord, uitgelicht en naar voren gebracht. De aanwijzing van dat woord geschiedt, — sinds Panizzi's British Museum Rules, — algemeen automatisch en niet naar subjectieve waardeering van het „belangrijkste" woord in den titel. (d) Is elk boek door zijn hoofdwoord „geteekend" onderscheiden, dan eerst is een zuiver alfabetische rangschikking gemakkelijk te bewerkstelligen. Het rangschikken der titelbeschrijvingen en het straks opzoeken van titelbeschrijvingen in den „alfabetischen" catalogus wordt door het hoofdwoord aanzienlijk vereenvoudigd, immers „gemechaniseerd". Zij het dan ook, dat die rangschikking op haar beurt aan vaste voorschriften is gebonden. („Regels voor de alfabetische rangschikking"). Mechanisatie van de rangschikking der titelbeschrijvingen is het einddoel van het aanwijzen van hoofdwoorden. Doch, mechanisatie van de rangschikking der ruwe, weerbarstige materie, welke de uiterst anarchistische titelredactie door schrijvers, uitgevers en typografen ons „ter beschrijving" aanbiedt, vereischt bizondere uitvoerigheid en preciesheid in de voorschriften der „Regels" omtrent de „zekerheid", de „stabiliseering" van het hoofdwoord. (e) Deze uitvoerigheid en preciesheid der „Regels" ontslaat ons grootendeels van de verplichting, in te gaan op kwesties van spelling en vorm (§§ 18—32) van het hoofdwoord. Het meerendeel dezer voorschriften zijn klaar en duidelijk en gemakkelijk toe te passen. Enkele bespreken wij in Hoofdstuk III. Wij zullen ons alleen bezig houden met vier groepen van voorschriften, waaraan beginselkwesties vastzitten. Te weten: A: De uitbreiding van het begrip „schrijver" (§ 12—17). B: Het „meervoudig" auteurschap (§ 33). C: Het „verborgen" auteurschap (§ 34 40). D: Het „kunstmatig gevormde" hoofdwoord (§ 35 al. 3; 40). A UITBREIDING VAN HET BEGRIP „SCHRIJVER" Aant. 16. — Het „geestelijk vaderschap". [§ 12—17]. Naast den „schrijver" van een boek kennen de „Regels" een aantal „geestelijke vaders", wier naam als hoofdwoord wordt aangewezen, alhoewel hunne verhouding tot de publicatie een andere is dan die van den in § 11 genoemden „schrijver". Deze „erkenning van het geestelijk vaderschap" is in de nederlandsche praktijk der titelbeschrijving eerst met de „Regels" in den huidigen omvang ingevoerd, en de concessie der oudere opvattingen is slechts verkregen door de nadrukkelijk voorgeschreven verwijzing in de 2e alinea van § 13. Ook thans nog dient er rekening mede gehouden te worden, dat b.v. platenatlassen, bronnenuitgaven, tekst-uitgaven van wetten met toelichtingen, bewerkte teksten enz. vaak als anoniemen worden beschouwd en beschreven, en niet onder den naam van den „samensteller". Deze uitbreiding van het begrip „schrijver", welke zich ook uitstrekt over „artiesten" .(§• 16) en „componisten"1 (§^17), dient in het licht te wordett'bezien van den, in Aant. 15 sub c en d besproken tendenz tot „geteekend"" onderscheiden van elke titelbeschrijving ten behoeve van de rangschikking in alfabetische volgorde. De consequentie van dit beginsel leidt er toe> dat de uitbreiding van het begrip „schrijver" zich ook uitstrekt over nog andere dan in de „Regels" genoemde „geestelijke vaders": b.v. sprekers, fotografen, redacteuren, enz. Aant. 17. — Bloemlezingen [§ 12]. (a) Naar analogie van § 13 al. 1 wordt de naam van den enkelen schrijver, uit wiens werken een bloemlezing, een uittreksel, een „brevier" enz. wordt gemaakt, hoofdwoord; en niet de naam van den bloemlezer. VOORBEELDEN. Bilderdijk / Bloemlezing met inleiding / en opmerkingen / bij de gekozen gedichten / door / Willem Kloos / ... / Amsterdam. Uren met Montaigne / Een keur van stukken uit zijne / werken, vertaald en van een in- / leiding en aanteekeningen voorzien / door Jan van Nijlen / ... / Baarn MCMXVI. Aphorismen / uit / Vondel's werken / Saamgelezen / door / P. H. van Moerkerken / Utrecht ... / Eichendorff-Brevier / Gedanken / aus Eichendorffs Schriften / Gesammelt, herausgegeben / und eingeleitet / von Dr. Elias Zolkiewer / ... / München. Napoléon Bonaparte / Virilités / Maximes et pensées / Avec une introduction, par Jules Bertaut / Paris / ... / Thomas van Kempen / de schrijver der Navolging van Christus / Over / de Heilige Maagd / Door Joannes Mercator. Pr. / Met medewerking van P. Hilarion Thans O. F. M. / ... / Tilburg. / 1925. Uit de werken van Thomas a Kempis gekozen fragmenten, geschikt in den ring van het kerkelijk jaar. (b) De uitbreiding van het begrip „schrijver" strekt zich somtijds ook over vertalers uit, wanneer zij tevens bloemlezers zijn. (Vgl. Aant. 31 sub e en Aant. 48 sub e). greve, Praktijk en Theorie der Titelbeschrijving. 3 VOORBEELDEN: Poëzie in Europa / Vertaalde gedichten door / Albert Verwey / Shelley, George, Hofmannsthal, Wolfskehl, / Gundolf, Régnier, Dowson, Hölderlin, Frö- /' ding.'/ ... / Amsterdam ... 1920. Rainer Maria Rilke / Übertragungen / MCMXXVII /... / Leipzig. Hans Bethge. Die / chinesische Flöte / Leipzig / ... / 1920. Drie oud-indische / episoden / „Hariscandra" „Goudstad" „De slimme dier' / Uit het sanskrit vertaald / door / Dr. W. Caland / ... I Zutphen ... 1925. Nagelaten geschriften / van / Prof. Dr. J. J. Hartman / ... / Met een levensschets door / Dr. K. H. E. de Jong / ... / Leiden. Bevat Hartman's vertaling van Terenthis' „Phonnio" en van twee redevoeringen van Cicero. Heeft de vertaler-bloemlezer echter geput uit het werk van één enkelen schrijver, dan wordt de naam van dezen hoofdwoord. VOORBEELDEN. Eskimo folk-tales / Collected by / Knud Rasmussen / Edited and rendered into english by / W. Worster / With Ulustrations by native Eskimo artists / ... / London / Copenhagen Christiania / 1921. Aant. 18. — Uittreksels [§ 12]. Hetzelfde verschil in behandeling, waar Aant. 17a op wijst, valt op te merken voor uittreksels uit het werk van éénzelfden en van méér dan een schrijver. Jp VOORBEELDEN. Augustinus / Over het Godsrijk / Beschrijving van den inhoud / der twee en twintig boeken / Met / inleiding en aanteekeningen / door / H. T. Karsten / Haarlem / ... / 1914. Overzicht / van den inhoud van / Homerus' Ilias en Odyssee / en Virgilius' Aeneis / voor het onderwijs samengesteld door / J. C. Opstelten j ... I Vierde druk I ... I Zwolle, 1929. Aant. 19. — Liederboeken [§ 12]. (a) Als samensteller is ook de uitvoerende artiest te beschouwen, wiens repertoire in liederboeken gebundeld is, hetzij met, hetzij zonder noten uitgegeven. VOORBEELDEN. Sembrich-Album / 12 / Lieder und Gesange / aus ihrem Repertoir / ausgewahlt und herausgegeben / von / Marcelle Sembrich / ... / Berlin / ... / Ausgewahlte / Lieder / für eine Singstimme / mit Begleitung des Pianoforte / gesungen / von / Amalie Joachim. / (Translated into English by Mrs. Natalie Macfarren). I ... I Berlin. Chansons anciennes / recueillies / par Yvette Guilbert. (b) Ook wanneer bij de uitgave van een liederboek medewerking door een componist is verleend t. a. v. de begeleidingen, wordt de naam van den samensteller-bloemlezer hoofdwoord. VOORBEELDEN. Zing en speel / me maar / Oude kinderliedjes / en spelletjes / Verzameld door / S. M. Bouman van Tertholen / Pianobegeleidingen van / Theo van der Bijl / Illustraties van / Adri Alindo / ... Groningen. Aant. 20. — Bewerkingen [§ 13 al. 2]. Hoofdwoord wordt de naam van den „bewerker" wanneer de bewerking „sterk van den oertekst afwijkt", zeggen de „Regels" in § 13 al. 2 en laten hier een marge voor subjectieve opvattingen. Wij zullen beproeven moeten, die marge zoo klein mogelijk te maken. (a) Bij de beoordeeling of een „bewerking" inderdaad zóó „sterk van den oertekst afwijkt", dat de naam van den „bewerker" dien van den oorspronkelijken schrijver verdringt en hoofdwoord wordt (Vgl. Aant. 48), neme men als toetssteen, of al dan niet naar vorm, naar karakter, naar bestemming of naar inhoud een geheel nieuw werk ontstaan is; terwijl men in twijfelgevallen bij voorkeur geneigd zij, den naam van den oorspronkelijken schrijver als hoofdwoord te behouden. VOORBEELDEN (Schrijversnaam). Theodore Dreiser / Een amerikaansche tragedie / ... / 1928. De z.g.n. „vertaling" van J. W. F. Werumeus Buning is in werkelijkheid een zeer sterk bekorte „bewerking". Toch zal men daarom den „bewerker-vertaler" nog niet den „auteur" mogen laten verdringen. Reinaert de Vos / Aanpassing op heden ten dage van de / aloude handschriften naar de critische / uitgave van Prof. Dr. J. W. Muller / door Hubert Melis / (In den oorspronkelijken verstram) / ... / Utrecht MCMXXVI. Vervanging van oudere spelling en woordkeus door hedendaagsche doet nog geen geheel nieuw werk ontstaan. Peter Pan / in den wondertuin / Uit het Engelsch van / Sir / M. Barrie / door H. E. Homan-Vos / Met prenten van H. Verstijnen /... / Assen. Naar den inhoud sterk van het oorspronkelijke afwijkend, heeft de bewerking toch het origineele karakter trachten te behouden. VOORBEELDEN (Twijfelgevallen met voorkeur voor schrijversnaam). Naam taf els / Nederlandsche bewerking van C. A. Cutter, / Threefigure alfabetic-order table / Tweede herziene druk / Met toelichting en gebruiksaanwijzing / door / Dr. H. E. Greve /... / 1925 /... / 's-Gravenhage. Hoewel èn de op nederlandsche hamen omgewerkte Naamtafels, èn de toelichting op zich zelf oorspronkelijk werk zijn, blijft toch de naam Cutter hoofdwoord, omdat karakter en bestemming der Naamtafels in wezen niet gewijzigd zijn. Chopin / door / Wouter Hutschenruyter / Vrij bewerkt naar / Hugo Leichtentritt / ... / 's-Gravenhage. Het onkruid, / door / J. Staring, /... / Bewerkt naar Dr. C. J. Eisbein, Das Unkraut / ... / Groningen ... 1898. Gevallen als de bovengenoemde van „vrije bewerking" en „bewerking naar" zijn verre van zeldzaam op de nederlandsche boekenmarkt. Wanneer de origineele voorbeelden niet ter vergelijking bij de hand zijn en ook uit de bewerking zelf niet duidelijk blijkt wat het bewerkers-aandeel is, behoude men bij voorkeur den naam van den oorspronkelijken schrijver als hoofdwoord. VOORBEELDEN (Twijfelgevallen met voorkeur voor bewerkersnaam). De piano / en hare componisten / door / Rient van Santen / Gedeeltelijk vrij bewerkt / naar / Dr. Walter Niemann / — / 's-Gravenhage. De toevoeging van gegevens omtrent nederlandsche musici geeft aan dit boek zijn bizondere beteekenis. Gewijde verhalen en / legenden van Hindoes / en Boeddhisten / Door / Dr. H. J. W. van Prooye-Salomons / Vrij bewerkt naar / Myths of the Hindus and Buddhists by the Sister / Nivedata (Margaret E. Noble) of Ramakrishna - / Vivekananda and Ananda K. Coomaraswamy / Met introductie van / Prof. Dr. W. Caland / — / Zutphen / ... / . Uit de voorrede der bewerkster blijkt, dat de inleidingen tot de verhalen geheel nieuw geschreven en dat de verhalen zelf grootendeels uit het oorspronkelijk sanskrit opnieuw vertaald of aan de oorspronkelijke bronnen getoetst zijn. In beide bovenstaande gevallen blijkt uit het boek zelf, welk aandeel de bewerker gehad heeft en dat dit aandeel belangrijk genoeg is om zijn naam als hoofdwoord te kiezen. Reinaert de Vos / Naar de verschillende uit- / gaven van het middeleeuw- / sche epos herwrocht door / Stijn Streuvels / Derde druk ... / 1918. Reinaert, de jakhals / Door / J. P. Bot ha, B. A. /... /London /.../1910. In tegenstelling met den hierboven genoemden gemoderniseerden „Reinaert" hebben de bewerkers een geheel eigen-geaard werk geleverd en wordt dus hun naam hoofdwoord. VOORBEELDEN (Geheel zelfstandige bewerkingen). Verhalen uit / Shakespeare / Naverteld door Dr. Thomas Carter / Nederlandsch van Dr. Edw. B. Koster j ... I Zutphen I ... I Hoewel uiteraard de intrige van het Shakespeariaansche drama behouden werd, is de aard en de bestemming van het oorspronkelijke door de bewerking geheel verloren gegaan, en wordt de naam van Shakespeare dus verdrongen door dien van den bewerker. P. C. Boutens / Beatrijs / Met eene teekening van / Rie Cramer / Zesde druk / ... / Bussum MCMXI. De verliefde ezel / Door / Louis Couperus / Rotterdam j ... I MCMXVIII. (b) Bewerkingen van romans tot tooneelstukken, — en omgekeerd, — tot opera-libretto's (Vgl. Aant. 26) en film-scenario's door anderen dan den schrijver van den roman worden onder den naam van den bewerker beschreven. VOORBEELDEN. Kipp e veer. / Blijspel in vijf bedrijven / of / zes tafreeelen / door Cosinus. / Amsterdam I ... I 1889. Leontientje / Tooneelspel in 3 bedrijven / (10 tafereelen) / door / Felix Timmermans / en / Eduard Veterman / Amsterdam / ... / Eline Vere / Tooneelspel in vier bedrijven / Naar den roman van Louis Couperus / door / Elizabeth Couperus / Amsterdam / ... / Carmen / Opéra-comique en quatre acts / tiré de la nouvelle de / Prosper Merimée / par / Henry Meilhac et Ludovic Halévy / Musique de / George Bizet / ... / Paris / ... / 1891. Zie echter ook Aant. 26 over de beschrijving van tekstboekjes. Bruine suiker / Roman van Ruby M. Ayres / Vrij bewerkt / naar het tooneelstuk van dien naam / door / Lady Lever / Amsterdam / ... / (c) Een aparte groep vormen de bewerkingen van verhalen enz., bestemd voor kinderen. Daarbij gaat in den regel het oorspronkelijke karakter, de oorspronkelijke vorm en de oorspronkelijke bestemming geheel en al verloren. De naam van den bewerker zal dus dien van den oorspronkelijken schrijver in het hoofdwoord verdringen. VOORBEELDEN. Fabels van Aesopus. / Bewerkt door Hermanna. / Geïllustreerd door G. Wildschut / ... / Amsterdam 1920. Tyl Uilenspiegel. / Naverteld door Hermanna / Geïllustreerd door Jan Wiegman / ... / Amsterdam 1916. De sprookjes / van / Moeder de Gans / [berijmd] verteld door / Ant. L. de Rop / Geïllustreerd met 40 houtgravuren naar teekeningen van / Gustave Doré / ... / Amsterdam. / ... / De gelaarsde kat / Een sprookje / Met silhouetten van / Jan Wiegman. Versierd / door Matthieu Wiegman / Naverteld door S. Abrahamsz / ... / Amsterdam. Sprookjes van Grimm / Naverteld door / Netty Weetjen / Met acht plaatjes in drie kleuren. / Zalt-Bommel Gulliver's reis / naar Liliput / door / Otto Ernst / Bewerkt door / Stelk Mare / Met fraaie platen / Amsterdam ... MCMXII. Vertellingen. / Wilh. Hauff. / Naverteld door Hermanna. / Geïllustreerd door Jan Wiegman. / ... 1917. Dickens / voor de jeugd / Naar de engelsche uitgave van / S. L. Weedon / voor de nederlandsche jeugd bewerkt / door Christine Doorman / ... / Utrecht / ... / Amsterdam / ... / The Red Cross knight. / Adapted for children / from Spenser's „Faerie Queene" / Annotated by R. Meurer / Illustrated / ... / Utrecht. Kinderbijbel, / door / Dr. A. J. Oort, / ... / naar „De bijbel voor jongelieden", / met medewerking van / Dr. H. Oort, Dr. I. Hooykaas en Dr. A. Kuenen / ... / Tweede druk / 's-Gravenhage /... / 1887. (d) Hoewel overbodig, moge ten overvloede worden herinnerd aan de verplichting tegenover de oorspronkelijke schrijvers om van hunne namen te verwijzen naar die van de bewerkers. (e) Het verdringen van den auteursnaam door den naam van den bewerker van latere drukken wordt besproken in Aant. 48. Aant. 21. — Redacteur-samenstellers [§ 13 al. 2; 33; 39]. (a) Onder „redacteur-samenstellers" zijn te verstaan: zij, die bij de totstandkoming van een boek de opperleiding in handen hebben gehad: in de keuze van medewerkers, in de verdeeling en rangschikking van de stof, in de vaststelling der eindredactie: kortom dus zij, die tegenover medewerkers, uitgever en publiek „representant" zijn, en wier naam zeer vaak in het gebruik geciteerd pleegt te worden als waren zij in werkelijkheid de „schrijver". (Vgl. Aant. 31 sub c). Het is een voor discussie open vraag, of zulke werken anoniemen zijn in den zin van § 33 („meer dan drie schrijvers"), dan wel beschreven moeten worden onder den naam van den redacteur-samensteller, — cq. redacteur-samenstellers, — volgens § 12 en 13. Opgemerkt zij, dat de engelsch-amerikaansche praktijk de laatste opvatting huldigt, al voegt zij aan den naam in het hoofdwoord „ed." (editor) toe. Deze uitbreiding van het begrip „schrijver" is ten onzent niet algemeen aanvaard, maar zij is in den gedachtengang van § 12 en § 13 te verdedigen. (b) Men moet beginnen de „redacteuren" van periodieke geschriften, seriewerken en vervolgwerken, algemeene encyclopaedieën en van meerdeelige, deel voor deel zelfstandig door een ander geschreven werken, als niet „redacteur-samenstellers" uit te zonderen. VOORBEELDEN. La grammaire des styles / Collection de précis sur 1'histoire de 1'art / publiée sous la direction / de / Henry Martin / ... / Paris / ... / Handbuch / der / Ingenieurswissenschaften / in fünf Teilen / ... / Herausgegeben / von / L. von Willmann / ... / Leipzig / .. • / Künstler-Monographien / In Verbindung mit Andern herausgegeben / von / H. Knackfuss / ... / Leipzig / ... / Decorative art... / "The Studio" year-book / edited by C. Geoffrey Holme / and Shirley B. Wainwright / London / ... / Oosthoek's / geïllustreerde / encyclopaedie / Onder redactie van: / Dr. W. A. F. Bannier, T. J. Bezemer, Prof. Dr. Ernest Cohen / [enz.] Redacteur-secretaris Prof. Dr. A. A. Pulle / ... / Utrecht. Gabriel Hanotaux / ... / Histoire de la France. J ... I Paris / ... / (c) Is de redactioneele taak van „redacteur-samenstellers" echter (1) beperkt tot een uitgave over één bepaald onderwerp, (2) is dit onder opperleiding van één of meer personen door verschillende autoriteiten in zijn details behandeld, — een wijze van coöperatieven arbeid die hoe langer hoe vaker voorkomt, — (3) is de uitgave met één of enkele deelen afgesloten, (4) staat niet elk deel op zich zelf: dan is er zeer veel vóór, het schrijverschap uit te breiden óók over den redacteur-samensteller en daarmede het gebruik te volgen, dat zich reeds van dien naam bij citeeren meester maakt. VOORBEELDEN. The child: his nature / and his needs / A survey of presentday knowledge / concerning child nature and the / promotion of the wellbeing / and education of the young / Prepared under the editorial supervision of / M. V. O'Shea / ... / New York—Valparaiso— Chicago. A guide to the / english language / lts history, development, and use / Written by / Dendy Agate, / Henry Alexander, / [enz.] / under the editorship of / H. C. O'Neill / ... / London / ... / 1915. Illustrierte / Völkerkunde / in zwei Banden / Unter Mitwirkung von / Dr. A. Byhan, Dr. A. Haberlandt, / [enz.] / herausgegeben / von / Dr. Georg Buschan / ... / Stuttgart 1922 / ... / Das / deutsche Drama / In Verbindung mit Julius Bab, Albert Ludwig [enz.] herausgegeben von / Robert F. Arnold / ... / München / 1925. Astronomisches / Handbuch / Herausgegeben vom Bund der Stern- freunde durch R. Henseling / ... / Mit Beitragen von / Prof. Dr. P. V. Neugebauer, C. Hofmeister / [enz.] / ... / Stuttgart. Schaubuch / der deutschen Verkehrsausstellung / München 1925 / Schriftleitung: Hubert Franzelin / Erich Probst ... / München. Prof. Roessingh / herdacht / Samengesteld door / G. J. Heering / ... / Huis ter Heide / 1925. Christelijk / vrouwenboek / Onder redactie van / A. W. v. HoogstratenSchoch / en / G. H. J. v. d. Molen I ... j 's-Gravenhage. Het indische boek der zee / Samengesteld onder redactie / van / Dr. D. A. Rinkes, N. van Zalinge en J. W. de Roever / Met medewerking van vele deskundigen / ... / Weltevreden 1925. Bij ons, / in 't land der Saksers / Studies, schetsen en verzen / uit saksisch Nederland / door / Dr. A. v. Veldhuizen, W. H. Heuvel, F. C. Crone, / Jan Willem uut 't Gooi en anderen / bijeengebracht onder redactie van / Dr. J. Waterink. I ... j Utrecht. (d) Is de naam van den redacteur-uitgever niet bekend of niet op het titelblad vermeld, of bestaat de redactie uit meer dan drie personen, dan wordt het boek, overeenkomstig § 33, als anoniem behandeld. VOORBEELDEN. De / roep der velden / Zwerftochten / naar de bronnen van vreugde / en schoonheid / door / J. B. Bernink, Ds. A. L. Broer, J. Drijver, J. J. Hof, / Herman de Man [enz.] / ... / Laren / MCMXXVII. Aant. 22. — Sprekers [§ 13 al. 2). (a) Wanneer de authenticiteit van de uit mondelinge voordracht ontvangen gegevens vaststaat, — hetzij door de medewerking van den spreker zelf, hetzij, door het gehalte en den aard der publicatie, — dan wordt de spreker als schrijver beschouwd en diens naam hoofdwoord. VOORBEELDEN. Collegium logicum. / Stenographisch verslag van eenen cursus in zuivere rede, / gedurende het academisch studiejaar 1904—1905 / te Leiden gegeven / door / Prof. G. J. P. J. Bolland, / en uitgegeven door eenige leerlingen / ... / Gestenographeerd door H. J. van den Berg. / Leiden / ... / 1905. Vereeniging tot / het uitgeven van / beknopte handlei- / dingen bij het onder- / wijs aan de Techni- / sche Hoogeschool. / Onderdeelen van / bruggen (College bruggen) / Bewerkt naar het college van Prof. / S. G. Everts, door / N. C. Lambrechtsen, /... / Delft 1907. Geschiedenis der wijsbegeerte / Naar de dictaten van wijlen / Prof. C. B. Spruyt bewerkt d°°r / Dr- Ph. Kohnstamm met medewer- / king van Prof. J. D. van der Waals Jr. / en Dr. H. G. A. Leignes Bakhoven / en met een voorbericht van / Prof. I. J. de Bussy / Haarlem / ... / Wereld-rede / Uitgewerkte aanteekeningen naar / voordrachten van Dr. H. W. Ph. E. van / den Bergh van Eysinga aan de Inter- / nationale school voor wijsbegeerte / te Amersfoort gehouden, door C. / Veenstra-Sparnaay / ... / Baarn ... 1913. (b) Heeft daarentegen degeen, die de mondelinge gegevens opteekende, deze naar eigen inzicht verwerkt, aangekleed, geredigeerd, enz., dan wordt deze als de schrijver aangewezen. VOORBEELDEN. Gesprache mit Goethe / in den letzten Jahren seines Lebens. / Von / Johann Peter Eckermann. / ... / Stuttgart / ... / Essais et curiosités littéraires / Frédéric Lefèvre / Entretiens / avec / Paul Valéry / Précédés d'une préface de / Henri Bremond / ... / Paris MCMXXVI. Adventures of an / african slaver / Being a true account of the life of Captain Theodore Canot, trader / in gold, ivory & slaves on the Coast / of Guinea: His own story as told in / the year 1854 to Brantz Mayer & / now edited with an introduction by / Malcolm Cowley / ... 1928 New York / ... / Les mémoires / de / Joséphine / Baker / Recueillis et adaptés par / Marcel Sauvage / Avec 30 dessins inédits / de Paul Colin / ... Paris. De zonderlinge / avonturen van / „Zijne Excellentie / de generaal" / door / M. J. Brusse / Rotterdam MCMXV / ... / (c) Wordt om eenigerlei reden aan de authenticiteit getwijfeld, dan wordt als schrijver de meest waarschijnlijke auteur aangewezen. VOORBEELDEN. Brieven van generzijds / Uit het engelsch van Mrs. Elsa Barker / Geautoriseerde vertaling / Met een voorrede van / Dr. Frederik van Eeden / Amsterdam, MCMXV ... Johannes Clarisse / Sprekende nadat hij gestorven is / Een leesboek voor het christelijke huisgezin / Met portret / Arnhem ... 1850. Ma vie / Récit dicté par / unc paysanne a / T. A. Kowzminskaia / Revu et corrigé par / Léon Tolstoi / Traduction, notes / et introduction de / Charles Salomon / Paris / ... / 1923. Hoogst waarschijnlijk is Tolstoi zelf de schrijver geweest, of heeft hij althans zelf het grootste aandeel in de redactie gehad. Heinrich Heine / Memoiren / Herausgegeben / von / Herbert Eulenberg / ... / Berlin-Zehlendorf. Ook al zegt Eulenberg, dat deze „Memoiren" van Heine „von Ihm höchstselber seinem lieben Landsmann Herbert Eulenberg in die Feder diktiert" zijn, toch blijkt onmiddellijk de speelsche mystificatie uit den tekst, waarin talrijke gegevens uit Heine's werken en briefwisseling verwerkt zijn. Een Don Juan / in de zeventiende eeuw / 1672—1673 / Gedeelten uit het dagboek van / Simon van der Tocht / gekozen en uitgegeven door / A. J. van der Tocht [ps. van J. Tersteeg] / ... / Leiden. Uiterlijk verzorgd als authentieke memoires is dit in werkelijkheid een met duidelijk herkenbare aanwijzingen gekruide mystificatie. Het achttiend'eeuwsche portret tegenover het titelblad is in werkelijkheid dat van den schilder-reiziger Corn. de Bruijn (f 1726), waarop de oorspronkelijke namen, ook van schilder, graveur en lofdichter, door gefingeerde zijn vervangen. John Ravenswood [ps. van J. Slauerhoff] / Oost-Azië / ... / MCMXXVIII. De dichter Slauerhoff wil in het voorbericht doen voorkomen, alsof een „John Ravenswood" werkelijk als de dichter bestaan heeft. Aant. 23. — Dissertaties [§ 14]. Het voorschrift omtrent den promotor als schrijver bezorgt den titelbeschrijver' wel soms moeilijkheden, maar is overigens duidelijk. Twee opmerkingen kunnen § 14 echter nog aanvullen,. (a) De naam van den promovendus wordt niet hoofdwoord wanneer zijn academisch proefschrift bestaat uit een gecommentarieerde uitgave of vertaling van een ouder werk of van het werk van een ouderen schrijver. (Vgl. Aant. 17 sub b en Aant. 48). VOORBEELDEN. De kluchten van / Gerbrand Adriaensz. Brederode / Met een inleiding, aanteekeningen en een / woordenlijst / Proefschrift ... / door / Andries Albert van Rijnbach / ... / Amsterdam MCMXXVI. Dat scaecspel. / Proefschrift / door Gertrude Henriette van Schaick Avelingh I ... I Leiden / ... 1912. Het leemen wagentje / Indisch tooneelspel / uit sanskrt en prakrt in het / nederlandsch vertaald. / Academisch proefschrift... / door / Jean Philippe Vogel, ... / Amsterdam ... MDCCCXCVII. (b) Vermelding in een noot van de universiteit, waar een dissertatie verdedigd is, geschiedt bij de titelbeschrijving van de, onder nieuw titelblad in den handel gebrachte exemplaren óf niet, óf met de toevoeging „Ook verschenen als proefschrift....". VOORBEELDEN. Macht en / economische wet / Een onderzoek naar de beteekenis / van economische macht voor de / inkomensvorming, in het bizonder / ten aanzien van het arbeidsloon / Door / Dr. J. van den Tempel / Haarlem ... 1927. Ook verschenen als proefschrift Rotterdam. De Joden in Overijssel / van hunne vestiging tot 1814 / Nagelaten dissertatie / van Helena Poppers /... / Utrecht—Amsterdam / 1926. Bedoeld als proefschrift Groningen. Aant. 24. — Handelscatalogi [§ 15 ]. Fonds-, veilings- en antiquariaatscatalogi worden bij voorkeur beschreven met den firmanaam als hoofdwoord. VOORBEELDEN. Katalog 604 / Bibliograpbie / Buch- und Schriftwesen / Ëuchhandel, Bibliothekswissenschaft / Geschichte der Universitaten / und Gelehrtengeschichte / Kairl W. Hiersemann. Leipzig / ... / 1930. Catalogue / d'une collection importante / de livres / provenant des bibliothèques de feu M. M. / ... / dont la vente publique aura lieu I... I dans la salie de vente de / Van Stockum 's Antiquariaat ... / La Haye / ... / Aant. 25. — Kunstwerken [§ 16]. (a) De redactie van § 16 leidt, met haar ietwat vaag aangeduide grens tusschen „bijzaak" (tekst) en „hoofdzaak" (afbeeldingen) in „kunstwerken", licht tot misverstand en neiging tot aanwijzing van den kunstenaarsnaam als hoofdwoord zoodra het boek ietwat rijker en over- vloëdiger met reproducties géïllustreérd is. Men kan dan wel eens de argumentatie te hooren krijgen, dat de kunstenaar met de reproducties naar zijn werken eigenlijk de „hoofdzaak" tot het boek bijdroeg. (Vgl, Aant. 28). De bedoeling van § 16 is evenwel geen andere, dan den kunstenaarsnaam als hoofdwoord aan te wijzen wanneer het boek óf uit origineel grafisch werk van één artiest bestaat, óf uitsluitend reproducties naar zijn werken bevat. Zoodra echter het boek een geïllustreerde studie over een beeldend-kunstenaar is, of reproducties naar uitgekozen specimina met een inleidende beschouwing over den kunstenaar bevat, — dus in verreweg de meeste gevallen, — wordt de naam van den schrijver van studie of inleiding hoofdwoord. VOORBEELDEN. Francisco de Goya / Tauromachie / Faksimiliausgabe, 43 Heliogravuren / Herausgegeben von / Dr. Heinrich Pallmann /.../... München MDCCCCXI. Americans / drawn by / Charles Dana Gibson / New York / ... / 1901. Schwind / Des Meistens Werke / in 1265 Abbildungen / herausgegeben / von / Otto Weigmann / Stuttgart und Leipzig / ... / 1906. [Klassiker der Kunst X]. Cassel's / Doré / gallery: / containing / two hundred and / fifty beautiful engravings, / selected from / the Doré Bible, Milton, Dante's Inferno, Dante's Purgatorio and Paradiso, / Atala, Fontaine, Fairy realm, Don Quixote, Baron / Munchausen, Croquemitaine / &c. &c. / With memoir of Doré, critical essay, and descriptive / letterpress, / by / Edmund Ollier. / ... / London, Paris & New York. De poppen / van / Harry van Tussenbroek / 56 afbeeldingen / met een inleiding / van / W. F. Gouwe / ... / Rotterdam 1929. Selections from / the work / of / P. A. de Laszlo / Represented by a selection of 64 of his portraits / in photogravure / to which isprefixed an essay / on Laszlo's art by Comte / Robert de Montesquiou / ... / Edited with descriptive notes by / Oakley Williams / London / ... / (b) Wanneer het geheele oeuvre van een artiest in een „catalogue raisonné" niet alleen geïnventariseerd —, maar ook in reproductie weer- gegeven, is, bepaalt de aard van den arbeid van den samensteller, of zijn naam, dan wel die van den artiest hoofdwoord wordt. VOORBEELDEN. J.-B. de la Faille / L'oeuvre / de / Vincent van Gogh / Catalogue raisonné / Ouvrage accompagné de la reproduction de plus de 1.600 tableaux, / dessins, aquarelles et gravures du maltre / ... / Paris et Bruxelles / ... / 1928. Doch: M. A. J. Bauer / Zijn etswerk / (His etched work) / Amsterdam / ... / (c) Als regel wordt de naam van den illustrator geen hoofdwoord. Het is nochtans niet uitgesloten, dat men aan zijn naam de voorkeur schenkt, n.1. wanneer de uitgave zéér duidelijk uit het illustratieve element haar oorsprong nam. VOORBEELDEN. Bijbel / dat is / de gansche Heilige Schrift / ... / Met honderd platen van Gustave Doré. / ... / Arnhem. / MDCCCLXXIII. Peter Pan / in / Kensington / Gardens / From The little white bird / by / J. M. Barrie / A new edition / illustrated by / Arthur Rackham / ... / London. Vieüles chansons / de France / Avec accompagnement de piano / de Willem Pijper / Illustrations en couleurs / de / Rie Cramer / ... / Utrecht. In Holland staat / een / huis. / Silhouetten van / Nelly Bodenheim. / ... / Amsterdam. (d) Men zal het begrip „artiest" ook soms moeten uitbreiden tot fotografen. Urformen der Kunst / Photographische Pflanzen-bilder / von Professor Karl Blossfeldt / Herausgegeben mit einer Einleitung / von Karl Nierendorf / 120 / Abbildungen / Berlin / ... / Borneo / Dr. Gregor Krause. Aant. 26. — Tekstboekjes [§ 17]. Hoewel de correcte titelbeschrijving van opera- en oratoriumtekstboekjes als hoofdwoord den naam van den librettist aanwijst, verdient het niettemin overweging, of niet beter de naam van den componist als hoofdwoord dienst zou doen. Terwijl' immers de naam van den componist „hoofdzaak", algemeen bekend en constant is, is die van den librettist in den regel volkomen „bijzaak", onbekend, onvermeld. Er zijn zelfs verschillende librettisten voor één en dezelfde compositie. (Vgl. Aant. 20 sub b). VOORBEELDEN. Der / Zigeunerbaron. / Komische Oper in 3 Acten. / Nach einer Grondidee M. Jokai's / von / J. Schnitzer. / Musik / von / Johann Strauss. Die Schöpfung / Oratorium / von / Joseph Haydn. De tekst is van Baron J. van Smeten, doch dit wordt in den regel in het libretto niet vermeld. De „correcte" titelbeschrijving zou het tekstboekje dan als anoniem behandelen. La damnation de Faust / Légende dramatique en / quatre pièces / par / Hector Berlioz. / ... Het libretto is deels afkomstig van de fransche vertaling van Goethe's „Faust" door Gérard de Nerval, deels van Gandonnière, en deels van Berlioz zelf. Het tekstboekje, dat een en ander op het titelblad vermeldt, zou dus een „meervoudig auteurschap" doen veronderstellen. Hernani, / grand opéra en quatre actes, / paroles francaises de / M. Louis D ou g 1 as/Musique de/G. Verdi/ ... /Bruxelles. /.. .1850. Ernani / Grand opéra en quatre actes, / d'après / Victor Hugo par / M. M. Escudier f r ères / Musique de G.Verdi /Nouvelleédition/ Paris / ... / 1881. Ernani. Groote opera in 4 bedrijven. / Van / F. M. P i a v e. / Muziek / van / Giuseppe Verdi. Aant. 27. — Verwijzingen. In de „Regels" is op verscheidene plaatsen het maken van verwijzingen voorgeschreven (§§ 3; 13 al. 2; 14 al. 1; 19 al 1, 3 en 4; 20 al. 2; 21 all. 2; 22; 23; 24; 28 al. 1; 32 al. 2; 34 al. 2 en 3; 36; 37; 41; 42subc). Het begrip „schrijver" wordt door deze voorschriften uitgebreid over verschillende personen, die zeer zeker geen „schrijvers" in den zin van § 11 al. 1 zijn. Hunne namen worden hoofdwoord, niet echter van „titelbeschrijvingen", maar van hoofdwoord-verwijzingen; en geheel behandeld als de namen van „schrijvers". „Hoofdwoord-verwijzingen" zijn nagenoeg uitsluitend „zie"-verwijzingen; „trefwoordverwijzingen" óf „zie"- óf „zie ook"-verwijzingen; „rubriek-verwijzingen" „zie ook" verwijzingen. Beide laatste categorieën verwijzingen beoogen een band te leggen tusschen, naar den inhoud verwante doch verspreid geordende boeken: een doel, dat aan hoofdwoordverwijzingen volkomen vreemd is. (Vgl. Aant. 15). Het is ook niet geheel overbodig te wijzen op het incorrecte, te spreken van „verwijzing" als bedoeld wordt „dubbele plaatsing". Een boek kan handelen over twee of meer onderwerpen, en in een systematischen of een trefwoorden catalogus op twee of meer plaatsen ondergebracht willen worden. Dit is „dubbele plaatsing", niet „verwijzing". Aant. 28. — Verboden hoofdwoorden. (a) Onder verwijzing naar „Bibliotheekleven" jg. 9 (1924) blz. 66-67, moge ook hier gewaarschuwd worden tegen het hier en daar ingeslopen gebruik, voor de titelbeschrijving van biografieën den naam van den beschrevene als hoofdwoord aan te wijzen. Bij welke verkeerde praktijk zich de opvatting, waartegen Aant. 25 stelling neemt, aansluit. Wanneer men den naam van den „beschrevene", c.q. van den „artiest", als hoofdwoord gebruikt inplaats van den naam van den „schrijver", komt men in strijd met § 11 al. 1. Men beschrijft het boek niet onder een hoofdwoord, maar onder een trefwoord. VOORBEELDEN. té&L Verwey, Albert. Het leven van E. J. Potgieter Niet: Potgieter, E. J. Het leven van E. J. Potgieter door Albert Verwey (b) Ook anoniem verschenen of als anoniem te behandelen biografieën kunnen licht aanleiding tot aanwijzing van een onjuist hoofdwoord geven. Onverschillig met welk woord, woorddeel of getal het titelblad van een anonieme biografie aanvangt, dient § 35 al. 1 toegepast —, en niet als hoofdwoord de naam van den beschrevene aangewezen te worden. Een verwijzing van den naam van den beschrevene naar het hoofdwoord te maken is zeer verleidelijk, doch incorrect. Men vervalt dan in het maken van trefwoorden, en laat den alfabetischen hoofdwoordcatalogus werk doen van den trefwoorden- of systematischen catalogus. VOORBEELDEN. Mr. Willem Bilderdijk; uitg. op machtiging der Büderdijkoommissie. Amsterdam enz., 1906. Willem A. van Konijnenburg; door H. de Boer, J. J. C. de Boer, A. M. W. J. Hammacher [e. a.]; met een inl. van H. E. van Gelder. Wassenaar, 1928. H. P. de Swart & Zoon, 's-Gravenhage 1804—1929. [Gedenkboek. 's-Gravenhage, 1929]. 1874—1924. W. O. J. Nieuwenkamp. [*s-Gravenhage, 1924]. (c) Ook wanneer het auteurschap van een klassiek werk uiteraard algemeen bekend is, maar de naam van den schrijver niet op het titelblad wordt vermeld, staat een correcte titelbeschrijving het aanwijzen van den schrijversnaam als hoofdwoord niet toe. Niettemin wordt in zulke gevallen aan een minder correcte titelbeschrijving, uit zuiver praktische overwegingen, de voorkeur gegeven, onder verwijzing van het eerste substantief naar het aangewezen hoofdwoord. (Vgl. Aant. 38 sub f). VOORBEELD. The / taming of the shrew / Cambridge / at the University Press / 1928. Maakt, blijkens den serietitel, deel uit van een editie der verzamelde werken van Shakespeare. [Shakespeare, W.] The taming of the shrew. Cambridge, 1928. Taming, The, of the shrew. Zie: Shakespeare, W. B MEERVOUDIG AUTEURSCHAP Aant. 29. — De bedoeling van § 33. De bedoeling van § 33 is, te bepalen, dat bij de titelbeschrijving van een, door samenwerking van meerdere, — doch hoogstens drie, — schrijvers ontstaan boek, de namen van al die schrijvers uitgelicht en naar voren gebracht worden; en dat de naam van den 't eerst op het titel- greve, Praktijk en Theorie der Titelbeschrijving» 4 blad vermelden schrijver hoofdwoord wordt, te behandelen overeenkomstig § 11, al. 2. (Vgl. Aant. 14a). Zijn er meer dan drie schrijvers, dan wordt het boek als anoniem beschreven. De namen van den eersten en den tweeden —, resp. van den tweeden en den derden schrijver worden door het voegwoord „en" of door het gelijkwaardige voegwoord in de taal, waarin de titel is gesteld, verbonden. Ontbreekt het voegwoord op het titelblad dan wordt dit tusschen [] toegevoegd. Het &-teeken wordt voluit geschreven zonder omklemming. (Zie Aant. 4 sub c). Bij gelijkluidendheid van den. familienaam der schrijvers herhale men den familienaam, ook al staat deze slechts één maal op het titelblad vermeld; in dit laatste geval zonder omklemming. VOORBEELDEN. Romans nationaux / par / Erckmann-Chatrian / Erckmann, [E., et A.] Chatrian. Romans nationaux ,v \ C. en M. Scharten-Antink / Een huis vol menschen / Verhaal uit het parijsche leven / Scharten, C, en M. Scharten-Antink. Een huis vol menschen; verhaal uit het parijsche leven Jérome et Jean Tharaud / L'ombre / de la croix / Tharaud, Jérome, et Jean Tharaud. L'ombre de la croix...... Aant. 30. — Wanneer „meervoudig"; wanneer niet [§ 33]. Meervoudig auteurschap is alleen daar aanwezig, waar 1° de arbeid van ieder der deelhebbende schrijvers in de samenwerking is opgegaan; 2° de arbeid van ieder hunner gelijkwaardig is geweest. Dit zijn dan in zuiveren zin de gevallen van „meervoudig auteurschap". Doch daarnaast staan de zeer talrijke gevallen van een slechts schijnbaar „meervoudig auteurschap", welke niet onder de bedoeling van § 33 vallen. (a) Het eenige geval van meervoudig auteurschap is dat, waarin de gelijkwaardige arbeid van ieder der deelhebbende schrijvers in de samenwerking is opgegaan. VOORBEELDEN. La littérature / a vol d'oiseau / Beknopt overziflfai van de geschiedenis / der fransche letterkunde / voor schoolgebruik / door / Dr. J. W. Marmelstein / en J. Smit I ... I Groningen, Den Haag, 1927. (b) De arbeid der deelhebbende schrijvers kan wel is waar in de samenwerking zijn opgegaan, zonder dat evenwel die arbeid gelijkwaardig is geweest. Men zal dit in den regel uit de terrriinologie van het titelblad kunnen opmaken. In zulke gevallen wordt alleen de naam van den als hoofdschrijver herkenden auteur hoofdwoord. VOORBEELDEN. Algebra / voor examens in / handelsrekenen / MO. K XII, accountancy en / staatspractijkexamens / door / P. Wijdenes / ... / In overleg met / A. A. D. Bouwhof en J. C. Lagerwerff /... / 1929. Groningen. Handleiding / tot de kennis der / beroepsziekten / door L. Heijermans, Arts I ... I Tweede geheel herziene en vermeerderde / druk in twee deelen in samenwerking met / H. W. Berinsohn, Arts / Rotterdam MCMXXVI / ... / Eén hoofdstuk werd geheel geschreven door Dr. M. R. Heynsius van den Berg, wiens naam wel in het boek bij de bijdrage zelve, doch niet op het titelblad is vermeld. Les bains / a travers les ages / par / Paul Négrier / ... / Avec la collaboration de / M. Pierre Calmettes /... / et / M. Marechalar / ... / Paris / ... / 1925. Aant. 31. — Samenwerking zonder verlies van zelfstandigheid [§ 33]. In een groote verscheidenheid van typen danken boeken hun bestaan aan den samenwerkenden arbeid van verschillende schrijvers zonder dat evenwel ieders aandeel in die samenwerking is opgegaan. Elk dier typen eischt een eigen behandeling bij de titelbeschrijving. (a) In hoofdzaak is het boek door één auteur geschreven. Eén of meer bijdragen zijn ter completeering van andere hand opgenomen. Er is feitelijk maar één hoofdauteur; zijn naam wordt hoofdwoord. VOORBEELDEN. De uitspraak van / het latijn / Volledig gedocumenteerde geschiedenis / van den strijd van 1925 / Een wegwijzer voor classici en niet-classici / door / Dr. F. C. Unger / Met speciale bijdragen van Mr. H. G. J. Maas / Geesteranus en Dr. H. Vroom / Amersfoort... MCMXXVII. (b) Het boek bestaat uit twee. of meer, zelfstandige gedeelten. Een gemeenschappelijke titel, die de beide gedeelten „dekt" (te noemen: „dektitel") ontbreekt. Hoofdwoord wordt de naam van den op het titelblad eerstvermelden schrijver. De naam van den anderen auteur wordt in de titelbeschrijving op de plaats waar en zooals deze voorkomt, — dus zonder uitlichting en omzetting, — opgenomen en typografisch eenigszins opgelicht. (Vgl. echter ook Aant. 42 c). VOORBEELDEN. Die Zeitungen / Von / Emil Dovifat / Das Nachrichtenwesen / von / .Wilhelm.Schwedler. / ... / 1925 / ... Gotha. Dovifat, Emil. Die Zeitungen. — Das Nachrichtenwesen; von Wilhelm Schwedler. Gotha, 1925. European hand firearms / of the sixteenth, seventeenth & / eighteenth centuries, by / Herbert J. Jackson, & with / 'a treatise on scottish hand fire- / arms by Charles E. Whitelaw, ... / MDCCCCXXII / ... / London. Jackson, Herbert J. European hand firearms of the sixteenth, seventeenth and eighteenth centuries; and with a treatise on scottish hand fire arms by Charles E. Whitelaw. London, [1923.] (c) Het boek bestaat uit twee, of meer, zelfstandige gedeelten, tezamen door een derden persoon, en zonder „dektitel" uitgegeven. Hoofdwoord wordt de naam van den uitgever-commentator, uitgeverbloemlezer, enz. (Vgl. Aant. 21). VOORBEELDEN. Toortse der zee-vaert / door / Dierick Ruiters / (1623) / Samuel Brun's / Schiffarten / (1624) / Uitgegeven door / P. S. L'Honoré Naber / Met een kaart / 's-Gravenhage / ... / 1913. Honoré Naber, S. P. L'. Toortse der zeevaert; door Dierick Ruiters. (1623). — Samuel Brun's Schiffarten (1624); met een kaart. 's-Gravenhage, 1913. (d) Het boek bestaat uit twee, of meer, zelfstandige gedeelten, waarvan het titelblad elks auteur en titel vermeldt. Daarenboven is er een „dektitel" aanwezig. Hoofdwoord wordt, als bij anoniernen, het eerste zelfstandig naamwoord in den dektitel. VOORBEELDEN. Een eeuw / ziekenhuis-geschiedenis / Het haagsche gemeenteziekenhuis / 1823—1923 / door / Dr. W. Moll / ... / Gevolgd door een / overzicht van den tegenwoordigen / toestand der gemeenteziekenhuizen / door / Dr. E. A. Koch / ... / 's-Gravenhage 1925. Principieele staatkunde / Katholicisme, socialisme, liberalisme / Drie voordrachten, gehouden door / Mr. Dr. Arn. Borret SJ. / Dr. Ir. Th. van der Waerden en / Prof. Dr. C. A. Verrijn Stuart / Met een lijst van data en gege- / vens op economisch en sociaal- / economisch gebied / Uitgegeven voor de Vereeniging voor staat- / kunde van de studenten der rotterdamsche / Handelshoogeschool ... / Rotterdam in MCMXXVII. Methodenlehre / der Geographie / Die Geographie als Wissenschaft / Von / ... Dr. Viktor Kraf t / ... / Die Geographie als Lernund / Lehrgebiet / Von / ... Dr. Felix Lampe / ... / Leipzig und Wien / ... / 1929. Contes / fantastiques / Le diable amoureux / Par Cazotte / Le démon marié /ParMachiavel / Merveilleuse histoire / dePierre Schlémihl / Par Adelbert de Chamisso / Paris / ... / The marble God / and other one-act plays / The house with the twisty windows / by Mary Pakington / The net by C. M. Nesbit / Incorrigible by A. J. Talbot / The marble god by Stephen Schofield / Oxford ... / 1926. (e) Het boek bestaat uit twee, of meer, zelfstandige gedeelten, waarvan het titelblad elks auteur en titel vermeldt. Een uitgever of uitgeververtaler is verantwoordelijk voor een gemeenschappelijken „dektitel". Naar analogie van Aant. 17b wordt de naam van dezen hoofdwoord. VOORBEELDEN. Dichters verdediging: / Shelley's A defence of poetry / en / Sidney's An apologie for poetrie; / vertaald door / Albert Verwey. / Amsterdam ... 1891. Verwey, Albert. Dichters verdediging: [PercyBusshe]Shelley's A defence of poetry; en, [Philip] Sidney's An apologie for poetrie; vertaald. Amsterdam, 1891. (f) Een, of meer, personen kunnen als „redacteur" optreden en de intellectueele verantwoordelijkheid der uitgave dragen. De namen der medewerkers kunnen, met de titels hunner bijdragen, al dan niet op het titelblad vermeld staan. Een „dektitel" is in den regel aanwezig, en is soms dezelfde als de verzameltitel. De naam van den „redacteur" of de naam van den eersten van hoogstens drie „redacteuren" wordt hoofdwoord. Dit is besproken in Aant. 21. (g) Gevallen van slechts oogenschijnlijk meervoudig auteurschap bij opkomen van bewerkers van latere drukken zijn behandeld in Aant. 48 d. Aant. 32. — Briefwisselingen. Te onderscheiden zijn: brieven en briefwisseling. (a) Brieven van een persoon kunnen gericht zijn aan één persoon, aan enkelen, en aan een onbepaald grooten kring. De naam van den briefschrijver wordt hoofdwoord. VOORBEELDEN. Wilhelm von Humboldt's / Briefe an eine Freundin / [Charlotte Hildebrand] / Ausgewahlt und herausgegeben von / Albert Leitz- mann / 1912 / ... Leipzig. Briefe / von / Felix Mendelssohn-Bartholdy / an / Ignaz und Charlotte Moscheles. / Herausgegeben / von / Felix Moscheles. / Mit dreizehn Illustrationen. / Leipzig, / ... / 1888. Gustav Mahler / Briefe / 1879—1911 / Herausgegeben von / Alma Maria Mahler / Mit vier Bildbeigaben / und einem Brieffaksimile / 1924 / ... / Berlin, Wien, Leipzig. (b) Briefwisseling kan tusschen twee bepaalde personen gevoerd zijn. De namen der correspondenten worden uitgelicht en naar voren gebracht. VOORBEELDEN. Briefwechscl / zwischen / Wagner und Liszt. / ... / Leipzig / . • • / 1887 Vader en dochter / Tolstoi's briefwisseling / met zijne dochter Marie / Met een inlading van / Paul Birukoff / Vertaald door / Süm Streuvels / ... Amsterdam. (c) Van de briefwisseling tusschen één persoon en vele anderen wordt de naam van den uitgever hoofdwoord. VOORBEELDEN. De briefwisseling / van / Constantijn Huygens / (1608—1687) / Uitgegeven door / Dr. J. A. Worp / ... / 's-Gravenhage /... /1911. Vom tatigen Leben / Goethes Briefe aus der zweiten Halfte semes Lebens/ Herausgegeben von Ernst Hartung /... / München 1924. Bevat brieven van en aan Goethe en over Goethe tusschen derden. Correspondentie / van / Willem III / en van / Hans Willem Bentmck, eersten Graaf van Portland, / uitgegeven door / Dr. N. Japikse /... / 's-Gravenhage / ... / 1927 ... Bevat méér dan de correspondentie tusschen de genoemden. (d) Wanneer een levensbeschrijving o. a. brieven van den beschrevene en van anderen bevat, wordt de naam van den biograaf hoofdwoord. VOORBEELDEN. Mr. W. Bilderdijk's / eerste huwelijk, / naar zijne briefwisseling / met / vrouw en dochter / (1784—1807), / medegedeeld door zijn / aangehuwden kleinzoon / J. C. ten Brummeler Andriesse, / ... / Leiden ... / 1873. (e) Fictieve brieven en romans in briefvorm worden uiteraard onder den naam van den schrijver beschreven. VOORBEELDEN. Biologische / Briefe an eine Dame / Von / J. von Uexküll / Berlin / ... / 1920. C HET VERBORGEN AUTEURSCHAP Aant. 33. — Soorten van verborgenheid [§ 15 al. 2; § 19 al. 2 en 3; § 22; § 24; § 25 al. 2; §§ 33—41]. Een boek kan nooit „auteurloos" zijn. Wèl kan een auteur schuil gaan, hetzij achter een pseudoniem, hetzij in anonimiteit. Pseudoniemen kunnen van verschillenden aard zijn: 1°. een pseudo-pseudoniem (Zie Aant. 36); 2°. een schuilnaam (§ 34); yr. een schuilletter, schuilteeken (§ 37); 4°. een schuilspreuk (§ 37); 5°. een soortnaam (§ 37); 6°. een auteursornschrijving (§ 37). In de beide eerste gevallen wordt het pseudoniem hoofdwoord; in alle andere gevallen het eerste substantief-in-den-nominatief van den titel. De werkelijke auteursnaam, indien deze bekend wordt, wordt in de sub 2°—6° genoemde gevallen, tusschen [] geklemd, toegevoegd; en wel: in het geval sub 2° aan het hoofdwoord; in alle andere gevallen in den titel. Anonimiteit kan ontstaan: 1°. doordien de auteur zijn naam niet bekend maakte; 2°. doordien de auteur zijn naam wel in het boek, maar niet op het titelblad bekend maakte; 3°. doordien de auteur een der hierboven sub 3°—-6° genoemde pseudoniemen gebruikte; 4°. doordien het auteurschap onder gaat: hetzij in een ambtelijke functie (§ 15 al. 2); hetzij in een collectieve samenwerking met andere auteurs (§ 33); hetzij in een rapporteurschap (§ 38 al. 1); hetzij in een redacteurschap (§ 39 al. 1). In alle deze gevallen wordt het eerste substantief-in-den-nominatief van den titel hoofdwoord; of er wordt, in bizonder e gevallen (Zie Aant. 38) kunstmatig een hoofdwoord gevormd. Wordt de anonimiteit sub 1° opgeheven, of is de anonimiteit sub 2° en 3° het gevolg van een tedmisch-bibliografische onvolkomenheid, dan wordt de auteursnaam, indien achteraf bekend, tusschen [] geklemd, in den titel toegevoegd. Aant. 34. — „Individueele", „soortelijke" en „figuurlijke" pseudoniemen [§ 34; 37]. (a) Een „pseudoniem" is, in ruimeren zin, elke aanduiding (letter, lettercombinatie; woord, woordcombinatie), waarachter een schrijver zijn auteurschap verbergt. Pseudoniemenlexica vatten het woord „pseudoniem" in dezen ruimeren zin op, en laten elk pseudoniem als hoofdwoord toe. Niet aldus de „Regels". Deze maken onderscheid tusschen pseudoniemen in engeren zin: zulke, die hoofdwoord der titelbeschrijving kunnen worden (§ 34); en zulke, die dat niet kunnen worden (§ 37). Waar dit onderscheid op berust, is uit de „Regels" zelf niet op te maken. Men zou tot de volgende redeneering kunnen komen. Het uiterlijk voorkomen. De groep pseudoniemen van § 34 verlangt een meer of minder geslaagde —, een meer of minder aannemelijke gelijkenis van het pseudoniem met werkelijke, bestaande of bestaanbare persoonsnamen: achternamen, voornamen of beide tezamen. Ook aanvaard worden pseudoniemen, waarin een persoonsnaam in combinatie met een ander woord, — bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord,— voorkomt. Dit verlangen is begrijpelijk, omdat zulk een pseudoniem zich zonder eenig, althans zonder aanmerkelijk bezwaar als een „echte" naam laat behandelen wanneer dit pseudoniem als hoofdwoord moet optreden. Pseudoniemen als b.v. „Samuel Falkland", „Hildebrand", „Creusesol", „Oom Jan", „Overste Bom", „Piet de Smeerpoets", „De oude heer Smits", laten zich op de wijze van „echte" namen gereeder aanvaarden en behandelen dan pseudoniemen als b.v. „L. E.", „Een leeraar bij de hervormden", „Quousque tandem", „De schrijfster van ....". Individualiteit. Toch bepaalt niet uitsluitend het uiterlijk voorkomen en de handelbaarheid over het al of niet behooren tot de groep van § 34. Om tot deze groep te worden gerekend moet het pseudoniem, evenals een ..echte" naam. ..individualiteit" bezitten, d. w. z. één enkelen onvervangbaren persoon suggereeren, die achter het pseudoniem staat. Die suggestie gaat het sterkst, maar niet uitsluitend van persoonsnamen uit. Er zijn fantasievormingen als b.v. „Adacee", „Ouïda", „Multatuli", „Compassione", „Mark Twain", waarvan een onmiskenbare subjectiveering uitgaat. Evenzoo van zelfstandige naamwoorden, als b.v. „Abonné 1001", „Morganaticus", „Rusticus Urbanus", „De Schoolmeester", „De oude Hagenaar", welke benamingen niet als „soortnaam", maar als iets eigens aandoen. Aan den anderen kant der scheidingslijn staan de pseudoniemen van § 37, die in het geheel niet-, of slechts uiterst vaag het bestaan van een onvervangbaren persoon, een „individu" vermogen te suggereeren: soortnamen, letterteekens, kenspreuken en auteursomschrijvingen. „Een Hollander", „Een predikant", „Geen ambtenaar", „Huismoeder" enz. representeeren een volkomen willekeurig exemplaar eener „soort". Pseudoniemen als b.v. „L. E.", „Abc", „**„,", „Quousque tandem" zijn „figuurlijke" naamsvervangingen, die op zichzelf hoegenaamd niets of iets anders beteekenen, niets of niemand representeeren of suggereeren. „De schrijfster van ...." is een auteursomschrijving, geen auteurs-vervanging. (b) Men zal opgemerkt hebben, dat in het bovenstaande het woord „kwalificatie", dat in § 37 wordt gebruikt, vermeden is. Daarvoor zijn in de plaats gesteld „soortnaam" en „auteursomschrijving". Eensdeels is dit geschied omdat het woord „kwalificatie" niet overmatig duidelijk en precies de bedoeling uitdrukt. Het is niet zoozeer de bedoeling den nadruk te leggen op de eigenschappen, de eigenaardigheden, de kwaliteiten van zekere groep personen, als wel op het volkomen willekeurige van elk exemplaar der groep, der „soort". Anderdeels heeft het woord „kwalificatie" geen ruimte voor auteursomschrijvingen. (c) Onder a is terloops reeds een lastig punt aangeroerd: wanneer is een zelfstandig naamwoord „soortnaam", wanneer een „individueele" schuilnaam? In de taal der titelbeschrijving: wanneer kan een als pseudoniem gebruikt substantief geen hoofdwoord worden, wanneer wèl? „Aanvoelen" alleen geeft geen bevredigende oplossing doordat dan de beslissing geheel aan ieders subjectieve meening wordt overgelaten. Om bij twijfel uit te maken, tot welke groep pseudoniemen een zelfstandig naamwoord behoort, kan als expediënt dienst doen, of men Zich vóór dat pseudoniem al dan niet de woorden „ik ben V geplaatst zou kunnen denken. ( Evenmin denkbaar als b.v. is: „Ik ben 'n Samuel Falkland , „n Hildebrand", ,,'n Agatha", ,,'n Oude heer Smits", „*n Multatuli", ,,'n Mark Twain", ,,'n Agacee", ,,'n Ouïda", — is denkbaar^ „Ik ben 'n Abonné 1001", ,,'n Morganaticus", ,,'n Rusticus Urbanus", ,,'n De Schoolmeester", ,,'n De oude Hagenaar", ,,'n Oom Jan", enz Wel denkbaar is echter: „Ik ben 'n Hollander", ,,'n Predikant", ,,'n Huismoeder", ,,'n Catholicus Romanus", ,,'n AJ.Ceër", ,,'n Abonné'', ,,'n Oude heer", ,,'n Boekenwurm", ,,'n Pater familias", ,,'n Practicus", ,,'n Balinees", ,,'n Sneeuwklokje", ,,'n Spion", ,,'n Oom", enz. Met dit, eenigszins huiselijke hulpmiddel laat zich bijna altijd uitmaken, of men met een „soort"naam, dan wel met een individueele schuilnaam te doen heeft. Aant. 35. — Omzetting binnen het pseudoniem [§ 34]. (a) De „Regels" bepalen er zich toe te vermelden, dat pseudoniemen in sommige gevallen den auteursnaam als hoofdwoord in de titelbeschrijving kunnen vervangen. Zij laten geheel in het midden, welk deel van het pseudoniem hoofdwoord wordt; m. a.w. wij missen een aan § 11 al. 2 analoog voorschrift, dat de omzetting binnen het hoofdwoord aan regels bindt. Wij rnissen ook een aan § 35 al. 1 en 2 analoge zekerheid, hoe het hoofdwoord te bepalen van de verwijzing van een niet als hoofdwoord te gebruiken pseudoniem naar het hoofdwoord van 'de titelbeschrijving waarin dat pseudoniem is opgenomen. (b) Wanneer alle „individueele" pseudoniemen gevormd waren als echte, werkelijke persoonsnamen, — eigennamen met voorletters of voornamen, — dan was zoo'n speciale aanwijzing inderdaad ook niet noodig. In werkelijkheid echter bestaat een zeer groote verscheidenheid in de vonning van de tot ..individueele" pseudoniemen te rekenen schuilnamen. Om enkele typen te noemen: I: 1. Volkomen gelijkend op werkelijke namen: „Ada Gerlo", „Geerten Gossaert", „G. Schrijver". 2. Doorzichtig kunstmatig gevormde volledige namen: „A. N. Tenne", „Pim Pernel", „Tjeerd Flappuith", „F. Anonym", „Jan fen e Gaestmer", j,Grocchius van Beertgen", „Mark Twain" (vakterm), „K. T. Nieulant" (letterkeer), „F. A. Buis". 3. Vertaalde namen: „Creusesol" (Graafland), „Crochet" (Haak). 4. Uit de voornamen samengesteld: „Joseph Conrad" (Korzeniowsky), „Georg Hermann" (Borchardt), „Pieter Jelles" (Troelstra). 5. Enkel uit één willekeurigen voornaam bestaande: „Hermanna", „Hildebrand". II: U Eigennamen met voorafgaand substantief: „Boerke Struyve", „Overste Bom", „Baresse Orczy". 2. Eigennamen met voorafgaand adjectief: „De oude Van den Berg". 3. Eigennamen met voorafgaand adjectief en substantief: „De oude heer Smits". 4. Voornamen met voorafgaand of volgend substantief: „Oom Jan", „Korporaal Achilles", „Broeder Alexis", „Dom Bernard", „Comtesse Diana", — „Piet de Smeerpoets", „John Bachelor", „Vosmeer de Spie". 5. Voornamen met voorafgaand adjectief: „Ware Jacob", ,,Little Billee". III: Voornamen met volgende initialen: „Louise B. B.", „Anneken N. J.". IV: 1. Fantasievormingen uit naamdeelen: „Ivans", (J. van Schevichaven), „Adacee" (Ada Citroen), „Ad Du (Ad. Duclos). 2. Fantasievormingen uit kenspreuken samengetrokken: „Multatuli". 3. Ontleeningen aan plaatsnamen: „Bali". 4. Willekeurige fantasievormingen: „Compassione", „Wilma", „Ouïda". 5. Willekeurig gekozen woorden: „Aldus", „Nooit", „Nu". V: Zelfstandige naamwoorden, die niet als soortnaam zijn te beschouwen: „Abonné 1001", „Pertinax", „Morganaticus", „Sapper", „De Schoolmeester", „De oude Hagenaar". (c) Daar in de „Regels", zooals gezegd, geen voorschriften voor de omzetting binnen het hoofdwoord worden gegeven, wordt hier het volgende voorgesteld: 1. Als een (fictieve) achternaam in het pseudoniem voorkomt, wordt deze steeds hoofdwoord: Gerlo, Ada; Jelles, Pieter; Struyve, Boerke; Bom, Overste; Orczy, Baresse; Berg, De oude Van den; Smits, De oude heer. 2. Als een voornaam in het pseudoniem voorkomt zonder achternaam, wordt deze steeds hoofdwoord; van twee of meer voornamen wordt de laatste hoofdwoord: Conrad, Joseph; Hermann, Georg; Agatha; Hermanna; Hildebrand; Jan, Oom; Achilles, Korporaal; Alexis, Broeder; Bernard, Dom; Diana, Comtesse; Piet de Smeerpoets; John Bachelor; Vosmeer de Spie; Jacob, Ware; Billee, Little; Louise B. B.; Anneken N. J. 3. Een kunstmatig gevormde naam wordt met een (fictieven) eigennaam gelijkgesteld, ongeacht de meerdere of mindere gelijkenis of waarschijnlijkheid: Tenne, A. N., Pernel, Pim; Flappuith, Tjeerd; Anonym, F.; Gaestmer, Jan fen e; Beertgen, Grocchius van; Twain, Mark; Nieulant, K. T.; Buis, F. A.; Creusesol; Crochet; Ivans; Adacee; Du, Ad.; Multatuli; Bali; Compassione; Wilma; Ouïda; Aldus; Nooit; Nu. 4. De omzetting binnen het hoofdwoord, gevormd door een zelfstandig naamwoord plus andere woorden, geschiedt overeenkomstig de voorschriften omtrent de behandeling van anoniemen. (Vgl. Aant. 37): Schoolmeester, De; Hagenaar, De oude. (d) Omzettingen in het hoofdwoord van verwijzingen van soortnamen, schuilteekens of -letters, schuilspreuken en auteursomschrijvingen naar het titelhoofdwoord geschieden als volgt: 1. Bestaat de soortnaam uit een zelfstandig naamwoord plus een ander woord, dan heeft omzetting plaats overeenkomstig de voorschriften omtrent de behandeling van anoniemen: Hagenaar, Een; Afschaffer, Geen; Aqua pinctura; Dominé, Een jonge; Bekeerde, Een niet geheel; Predikant, Een, bij de hervormden. 2. Is het schuilteeken een cijfer, dan wordt dit cijfer hoofdwoord. Is het schuilteeken een figuur of uit figuren samengesteld, dan wordt dit zoo goed mogelijk omschreven: 666. ] = (Vierkant]; **.,. = [Drie sterren]; § = [Paragraaf]; @ = [Tweelingteeken uit den Dierenriem]. 3. Van schuilletters wordt de eerste letter hoofdwoord: L. E.; P.***; A. van G....n; A. B. R. A. M. D. E. V. R. I.; B. C. J. Judaeus Batavus. 4. Van schuilspreukenj wordt, overeenkomstig Aant. 37d het eerste woord hoofdwoord: Behout het goede; Al tij t ree; Aanziet den tijd; Quousque tandem; „Het daghet in den Oosten". 5. Van auteursomschrijvingen wordt het eerste woord, mits geen lidwoord, hoofdwoord: Schrijfster, De, van „Elizabeth and her german garden". Aant. 36. — Pseudo-pseudoniemen [§ 19 al. 4; 22; 24; 25]. Toen in Aant. 33 de verschillende soorten pseudoniemen werden opgesomd, is volledigheidshalve gedoeld op het schuilgaan van den eigenlijken auteursnaam achter een aangenomen naam, te weten: algemeen in het gebruik doorgedrongen verlatijnschte namen (§ 19 al. 4), door huwelijk verdrongen meisjesnamen (§ 22), aangenomen pausnamen (§ 24), en aangenomen namen van heiligen, broeders en zusters eener geestelijke orde (§ 25). Daarbij zouden nog gevoegd kunnen worden de in het gebruik doorgedrongen bij- en toenamen als b.v. „Tintoretto", „Giorgione", „Voltaire", enz. Deze groep is hier samengevat onder den naam „pseudo-pseudoniemen". De oorspronkelijke eigennaam gaat zeer zeker ook hier verscholen, en men zou zich daarom geneigd kunnen voelen, ook hier een „verborgen auteurschap" te zoeken. (Vgl. Aant. 50b). Dat hier evenwel geen sprake is van echte pseudoniemen, ligt voor de hand. De wensen, zich achter een schuilnaam te verbergen, ontbreekt ten eenen male. Wanneer „Schwarzerd" zich in „Melanchthon" en „Huisman" zich in „Agricola" verdoopt, heeft hij daarvoor andere motieven dan wanneer „Graafland" zich in „Creusesol", „Haak" zich in „Crochet" vertaald. De automatische naamsverandering bij een huwelijk is iets anders dan wanneer „Mary Evans" haar meisjesnaam prijs geeft voor een manlijk pseudoniem „George Eliot". Wanneer „Enea Silvio Piccolomini" den naam „Pius II" als paus aanneemt, — een kloosterbroeder den naam „Pater Celestinus", gelden daarvoor andere redenen dan wanneer een willekeurig persoon zich „Janus Secundus" of „Dom Bernardus" als schuilnaam kiest. Opgemerkt moet evenwel worden, dat pseudoniemenlexica aangenomen kloosternamen wèl onder de „pseudoniemen" opnemen, b.v. „Anna Eugenia van den H. Bartholomaeus". Aant. 37.—„Het eerste-substantief-in-den-nominatief" [§35—39]. De „Regels" houden zich aan het overgeleverde gebruik, als hoofdwoord van een anoniem verschenen of anoniem verklaard boek, het eerste zelfstandig-naamwoord-in-den-eersten-naamval van het titelblad aan te wijzen, en niet, volgens de jongere amerikaansche praktijk, willekeurig het eerste woord van het titelblad, mits dit geen lidwoord is. De voor- en nadeelen van een overneming der amerikaansche praktijk blijven hier onbesproken. Wij bepalen ons tot de oplossingen, welke de „Regels" hebben moeten zoeken, en enkele oplossingen, welke zij niet geven, om aan de impasses, waarin de „Regels" den titelbeschrijver brengen, te ontkomen. (a) Wanneer een bijvoeglijk-naamwoord aan het eerste zelfstandig naamwoord voorafgaat en daarmede één onverbrekelijk begrip vormt, V wordt niet het zelfstandig naamwoord maar het bijvoeglijk naamwoord hoofdwoord der titelbeschrijving. (Vgl. § 41). VOORBEELDEN. Blauwe regen / en zonneschijn / Door de schrijfster van / „Elizabeth and her german garden" / Uit het engelsch vertaald door Dr. G. H. Mulder / Haarlem / ... / 1924. Doch: Die blauen Bücher. De Nederlandsche Bank. / Beschrijving / van haren werkkring. / Uitgave 1927. / Amsterdam. I ... I Nederlandsch Indië / onder het regentschap / van / Koningin Emma / 1890—1898 / .. . / Batavia / . . . / 1898 Doch: Neerlands Indië / Land en volk; Geschiedenis en / bestuur; Bedrijf en samenleving / Onder leiding van / H. Colijn / ... / Amsterdam / ... / 1922. (b) Samengestelde woorden worden als één geheel beschouwd. VOORBEELDEN. Verzamelde / hors d'oeuvres recepten / en / enkele recepten voor eenvoudige / gegarneerde koude schotels / van vleesch en visch / Door de Sociale vereeniging A. V. A. / ... / Culenborg. The Van Riebeeck Society for the publication öf south african historical documents. De J. P. Heye-stichting en de verzorging der achterlijke jeugd. (c) Wanneer in een tijds- of lengtebepaling een zelfstandig naamwoord voorkomt, moet men twee gevallen onderscheiden: óf dit zelfstandige naamwoord staat in den eersten-, óf het staat in den vierden naamval. Bijvoorbeeld: in den len naamval: Tien jaren uit den 80-jarigen oorlog. Tien jaren gasthuispraktijk, in den 4en naamval: Tien jaren op wacht in China. 1e..'^yt-- in den len naamval: 2000 mijlen in een vliegtuig. Wlr*m vï&'vuih 2000 mijlen woestijnreis. jj ItftJte*.' M den 4en naamval: 2000 mijlen van hier. Staat het betreffende zelfstandige naamwoord in den eersten naamval, dan wordt het, volgens § 35 al. 1, hoofdwoord; staat het in den vierden naamval, dan wordt de titel volgens § 35 al. 2 beschreven. VOORBEELDEN. Vijf-en-twintig jaren / sociale verzekering / Samengesteld door: J. R. Slotemaker de Bruine, H. W. Groeneveld / H. W. Nicolaï... [enz.] / Haarlem ... 1928. Nieuwe Amsterdamsche Courant / Algemeen Handelsblad / Een eeuw / journalistiek / 1828 / 5 Januari / 1928 / Jubileumnummer. Veertig jaar / Uit het archief der Kampioenredactie / ... / Vingt mille lieues sous les mers / ... / Paris. Fifty thousand miles of sun / ... / London. (d) De „Regels" voorzien in al. 2 van § 35 in de gevallen, waarin geen zelfstandig naamwoord-in-den-eersten-naamval op het titelblad te vinden is; en in al. 4 in de gevallen, waarin aanwijzing van het eerste substantief-in-den-nominatief als hoofdwoord en naar voren brenging daarvan in de titelbeschrijving tot buitengewoon malle titelbeschrijvingen zou leiden. Tegen de wijze van formuleering der noodoplossing der eerstgenoemde afwijking is niets in te brengen. Tegen de tweede echter wel. Zij is onvoldoende ruim om een analoge bevredigende oplossing te verkrijgen in de talrijke gevallen, waarin een titel niet met een vraagwoord of een gebiedende wijze begint, maar met een onbepaald voornaamwoord, een voegwoord, enz. enz. Het voorschrift van al. 4 ware derhalve beter minder beperkt geredigeerd, bijvoorbeeld aldus: „Wanneer de titel den vorm van een volledigen of een verkorten zin heeft, dan wordt het eerste woord van den zin, mits geen lidwoord, hoofdwoord". VOORBEELDEN. Als de dieren konden spreken; met beweegbare platen. Rotterdam, 1923. Als zijn vader. 's-Gravenhage, 1924. Als der Grossvater die Grossmutter nahm; ein Liederbuch für altmodische Leute. Leipzig, 1922. greve, Praktijk en Theorie der Titelbeschrijving. 5 Ce que j'ai appris a la guerre; par Maréchal Foch, Lord Allenby, Maréchal Diaz, [enz.] Paris. Hoe waterlelie zegevierde; een hindoesche liefdesgeschiedenis. Utrecht. 1919. Hij is onze vrede; een verhaal door M. v. O.; naar het duitsch; met teekeningen van J. H. Isings Jr. Amsterdam. 1924. Ik wou, dat ik de Koningin was. 's-Gravenhage, 1923. Indien er een God in den hemel was. 's-Gravenhage, 1918. Toch vleesch; samenspraak voor 5 personen, ten dienste der christelijke geheelonthoudersvereenigingen; 1910. Toe, moeder ga mee! 's-Gravenhage, 1923. Wat het belgische leger deed voor de verdediging van het land en de eerbiediging zijner onpartijdigheid; de oorlog van 1914; verslag van het opperbevel van het leger. 's-Gravenhage, 1916. Wat een pret. Amsterdam, 1925. Nog altijd: beschamende zuigelingen-sterfte; [uitg. door den] Nederlandschen bond tot bescherming van zuigelingen; (met een kaart). Z. pl. 1920. J'accuse! Von einem Deutschen. 1915. (e) Wanneer de initialen van den schrijver in een monogram verwerkt op het titelblad vermeld zijn, worden deze niet in de titelbeschrijving opgenomen. VOORBEELDEN. Emaux et / camées / [Monogram G. H. T. ]/ Paris /... / MCMXXVII. Emaux et camées; [par Théopbile Gautier]. Paris, 1927. (f) Wanneer een titel aanvangt met een, in genitief-constructie staanden eigennaam, — vaak dien van den uitgever-boekhandelaar, — dan wordt niet die naam als hoofdwoord, maar het eerste substantief-in-dennominatief uitgelicht en naar voren gebracht. (Dit geldt natuurlijk niet voor den in genitief-constructie staanden schrijversnaam. Men zie echter hiervoor ook Aant. 5e en 13b). VOORBEELDEN. Knaur's / Weltatlas / ... / Berlin / Th. Knaur Verlag. Elsevier's geïllustreerd maandschrift. Oosthoek's encyclopaedie. (g) Tenslotte moge hier nogmaals aandacht gevraagd worden voor de behandeling van anonieme levensbeschrijvingen, waarvan de titel aanvangt met een praedicaat, met een voornaam of voorletter of met een jaartal. VOORBEELDEN. Zie Aant. 28b. J' j-xT HET KUNSTMATIG GEVORMDE HOOFDWOORD IVj r4"r Aant. 38. — Hoofdwoord of trefwoord? [§ 35 al. 3; 38 al. 2; 40]. (a) Wèl bezien behoort het kunstmatig gevormde hoofdwoord niet thuis in het door de „Regels" gehuldigde systeem van titelbeschrijving. Wijkt de titelbeschrijver bij de aanwijzing van het hoofdwoord af van den stelregel, dat het titelblad de grondslag voor de titelbeschrijving is, dan schept hij voor zich zelf en voor den catalógusgebruiker onzekerheid, op welk hoofdwoord een boek te vinden is. Het kunstmatig gevormde hoofdwoord nadert in § 40 der „Regels" ook zéér dicht het trefwoord. Het brengt alle Bijbel-uitgaven, alle uitgaven van het Oude- en van het Nieuwe Testament bijeen. Dit bijeenbrengen ligt buiten de taak van den alfabetischen catalogus. In de praktijk worden méér van dergelijke hoofdwoord-trefwoorden aangetroffen, b.v. „Dissertaties", „Catalogi", „Verslagen", „Brochures". De wensch, het titeibeschrijven en het opzoeken in den catalogus te vergemakkelijken is hier verklaarbaar, maar daarom niet minder gevaarlijk met het oog op de consequenties. Verleidelijk is het, als eenmaal zulke verzamel-hoofdwoorden kunstmatig gevormd en ingeslopen zijn, op dezen weg voort te gaan. (b) Iets anders staat het met het in Aant. 35d en 42b aanbevolen kunstmatig gevormde hoofdwoord. Men staat hier voor de typografische onmogelijkheid een teekening, een figuur, een aan het alfabet vreemd teeken, te reproduceeren en als hoofdwoord aan te wijzen. De alfabetische rangschikking eischt, niet meer, niet minder, den noodmaatregel van omschrijving in een kunstmatig gevormd hoofdwoord. (c) Weer anders ligt de zaak in § 35 al. 3. Hier hebben bibliotheken, met een groot bezit aan latijnsche anoniemen, een begrijpelijken uitweg gezocht om te ontkomen aan een opeenhooping van titelbeschrijvingen, aanvangende met „liber", „tomus", „pars", „volumen", en derg. Voorts om te ontkomen aan monsterlijke omzettingen: een aan § 35 al. 4 analoog geval. (d) Over het motief der radicale omzetting in § 38 al. 2 is reeds het noodige gezegd in Aant. 13e. Het betreft hier niet zoo zeer de introductie van een kunstmatig gevormd hoofdwoord, als wel de keuze van een ander woord van het titelblad als hoofdwoord. (e) Aant. 42 sub c beveelt de vorming van een kunstmatig hoofdwoord aan in gevallen, waarin „bibliotheekbanden", „convoluten" aanwezig zijn: een hulpmiddel, dat voornamelijk op zijn plaats is in bibliotheken Zonder uitgesproken documenteerende taak. (f) Het in Aant. 28 sub c en Aant. 37 sub f gestelde alternatief wijst er reeds op, dat aan een correcte titelbeschrijving van toevallig anoniem uitgegeven werken van algemeen bekende auteurs de voorkeur dient te worden gegeven boven een kunstmatig gevormd hoofdwoord. (g) Tot de kunstmatig gevormde hoofdwoorden kan ook gerekend worden het hoofdwoord, dat volgens Aant. 48 sub d gevormd wordt door den naam van den oorspronkelijken schrijver en dien van den lateren bewerker, onderling door een koppelteeken te verbinden. i) Wl; Is tar zz*iW wooi-A v«*. dz*. fïhrl JUtn\ |K va* HOOFDSTUK III AAN GENE ZIJDE DER „REGELS" Aant. 39. — Norm cn stijl. Bij het „beschrijven" van boeken komt het niet uitsluitend aan op de juiste toepassing van een aantal gegeven voorschriften. Ervaring en intuïtie moeten vaak aanvullen wat de „Regels" niet regelen. De „Regels" zijn noch talrijk, noch al-regelend. Hoofdzaken zijn, 'terwille van uniformiteit en consequentie, daarin vastgelegd. Maar er is speling gelaten voor ontwikkeling van ieders persoonlijk initiatief. Men zou ook kunnen zeggen: voor «ieders persoonlijken stijl. Naast het normatieve der „Regels" staat het subjectieve inzicht van den titelbeschrijver. Het titelbeschrijven is geen louter mechanische arbeid. Wel in zeker opzicht een kunst, waarin ieder, die het vak beheerscht en de „Regels" weet te hanteeren, ruimte en vrijheid vindt voor handelen naar eigen inzicht. De kunst van den titelbeschrijver begint daar, waar de „Regels" ophouden. Het is zeer juist gezien, niet alles in regels te willen vastleggen. Het persoonlijk zoeken naar oplossingen, welke niet direct uit de „Regels" voortvloeien, is de voorwaarde voor het levend blijven van onze belangstelling in dit deel van ons vak. De bestaande „Regels" zijn niet voor de eeuwigheid vastgelegd „ne varientur". Zij behoeven bij voortduring toetsing aan de praktijk, aanvulling, verbetering. Alleen de vrijheid, deze te zoeken en toe te passen, voorkomt verstarring. Daarom is ook centrale titelbeschrijving, distributie van kant-en-klaar gemaakte titelbeschrijvingen of verhuur van titels in machinezetsel, — ook al ligt daarin een aantrekkelijke besparing op tijd en arbeid, — een gevaar voor de kunst der titelbeschrijving. Zij sluit zelfwerkzaamheid van velen uit; zij ontkent de waarde van een eigen stijl. Daarom ook is het goed, dat elké bibliotheek naast de „Regels" haar „huisregels" bezit. Die doen geen schade aan uniforme en consequente toepassing van hoofdzaken. Die staan geen enkelen ervaren titelbeschrijver in den weg, zich snel en vaardig aan te passen bij —, in te vallen in een afwijkende praktijk. Wanneer de volgende Aanteekeningen eenige gevallen, liggende „aan gene zijde der Regels", bespreken, dan zie men daarin geen poging het aantal „Regels" uit te breiden en ook deze voorschriften dwingend op te leggen. Het zijn voorbeelden van de wijze, waarop min of meer „lastige gevallen", — die altijd in elke bibliotheek voorkomen, — benaderd en misschien ook opgelost kunnen worden. A WAT EN WAAR IS HET TITELBLAD? Aant. 40. — Titelblad = Titelbladzijde [§ 2]. Het woord „titelblad" is op te vatten als een bibliografische vakterm, waarbij het taalkundig onderscheid tusschen „blad" (= zijde + keerzijde) en „bladzijde" wegvalt. „Titelblad" is dus „titelbladzijde". Mededeelingen op de keerzijde van het titelblad, waarvan bij de titelbeschrijving gebruik wordt gemaakt, worden tusschen [] geplaatst. VOORBEELDEN. De pinksterbloem / Een verzameling dansen zooals ze in / de A. J. C. gedanst en gezongen worden / Met prenten van Wim Oepts / Uitgave Arbeiders Jeugd Centrale / ... Amsterdam, 1926. Op de keerzijde van het titelblad staat: „Aan onze meisjes en jongens van Line Tiggers". Pinksterbloem, De; een verzameling dansen zooals ze in de A. J. C. gedanst en gezongen worden; [verz. door Line Tiggers]; met prenten van Wim Oepts. Amsterdam, 1926. Hunger fighters / by / Paul de Kruif / Author of Microbe hunters /... / London. Op de keerzijde van het titelblad staat: „First published MCMXXIX". Kruif, Paul de. Hunger fighters. London, [1929]. Aant. 41. — Titel en siertitel [§ 2]. Bij verschillen tusschen de opgaven van het titelblad en die van een siertitelblad wordt de redactie van het titelblad gevolgd, zoo noodig aangevuld met gegevens van het siertitelblad. VOORBEELDEN. (Siertitelblad) Oberon / Ein episches Gedicht / von / C. M. Wieland / Leipzig / .. • / 1841. (Titelblad) Oberon / Ein romantisches / Heldendicht / in zwölf Gesangen / von / C. M. Wieland / ... / 1841. Wieland, C. M. Oberon; ein romantisches Heldendicht in zwölf Gesangen. [Leipzig], 1841. Aant. 42. — Bij ontstentenis van een titelblad [§ 2]. (a) Ingeval er géén titelblad voorhanden is, dat „tot grondslag voor de titelbeschrijving'' kan dienen, dan gronde men de titelbeschrijving op gegevens, door het te beschrijven boek zelf daartoe aan de hand gedaan. VOORBEELDEN. Determineertabellen voor werkmieren / uit Nederland en omliggend gebied, / met inbegrip der in kassen zich voort- / plantende exoten. Bovenstaanden titel draagt een afzonderlijk in den handel gebrachte overdruk van een artikel in het tijdschrift „De levende natuur", onderteekend door A. Starke, en opgenomen in jaargang 31 (1926), blz. 97 e.v. De titelbeschrijving luidt: Starke, A. Determineertabellen voor werkmieren uit Nederland en omliggend gebied, met inbegrip der in kassen zich voortplantende exoten. — Overdruk uit „Levende natuur", jg. 31 (1926). Louwerijsz Janzn. Koster. Bovenstaande titel behoort bij een serie artikels, geknipt uit het „Nieuwsblad voor den boekhandel", 1922—1923, niet onderteekend, maar van de hand van P. Bausch, tezamen in één band geplakt: dus géén overdruk. De titelbeschrijving luidt: Louwerijsz Janzn. Koster; [Artikels uit Nieuwsblad voor den boekhandel, 1922—'23; door P. Bausch]. Nieuwe rotterdamsche courant / Avondblad A, gewijd aan de letterkunde. Dagbladen en bijvoegsels van dagbladen, als boven, hebben geen „titelblad". De koptitel vervangt hier het titelblad. Denkschrift / über / die stadtischen öffentlichen Volksbibliotheken / in Dresden / Dresden /. .. / 1904. Dergelijke kleine geschriften, brochures, vereenigingsstatuten enz. verschijnen vaak zonder titelblad of koptitel. In de meeste gevallen is er echter wel een omslagtitel voorhanden, die het titelblad vervangt. (b) Curiositeiten als de volgende losse men eveneens door vervanging zoo goed mogelijk op. E. K. Means / Is this a title? It is not. It is / the name of a writer of negro stories, / who has made himself so completely / the writer of negro stories that his / book needs no title. / . . . / New York and London / . . . / 1918. More E. K. Means / Is this a title? It is not. It is / the name of a writer of negro stories, /. .. / 1919. Means, E. K. [Negro stories]. New York enz. 1918. Means, E. K. [More negro stories]. New York enz. 1919. De / [afbeelding van een bezem] / Fascistisch weekblad voor Nederland .... [Bezem], De; fascistisch weekblad voor Nederland .... (c) Ingeval het te beschrijven boek, bij onstentenis van een titelblad, geen aanwijzing voor de titelbesclirffaing geelt, dan construeere men een titel. VOORBEELDEN. Dat een boek zonder eenigen titel, welken dan ook, werd uitgegeven, die tot substitueering voor het titelblad zou kunnen dienen, is een Zeldzaamheid. Omstreeks 1905 is een verzameling lichtdrukken naar schilderijen van Vincent van Gogh in den handel gebracht, zonder eenige b blio- grafische gegevens. Men zal in zoo'n geval een titel met een hoofdwoord construeeren, dat zoo dicht mogelijk aansluit bij een der paragrafen der ,,Regels": in dit geval bij § 16. Aldus: [Gogh, Vincent van. Veertig lichtdrukken naar schilderijen. Z. pl. c. 1905]. Minder zeldzaam zijn de gevallen van samenbinding van verschillende werken, de z.g.n. „bibliotheekbanden" of „convoluten", die uiteraard geen titelblad hebben. Tweeërlei typen van convoluten kan men onderscheiden. Zulke, waarin een gering aantal verwante werkjes (van één auteur, een polemiek, een gebeurtenis) bijeen zijn gebonden. En zulke, waarin een grooter aantal willekeurige of verwante werkjes zijn bijeengebonden. Er bestaat eenige aanleiding, die twee typen van convoluten op verschillende wijze te beschrijven. Bolland, G. J. P. J. Petrus en Rome. Leiden, 1899. 76 blz. — [Bijgebonden] H. J. A. M. Schaepman. Bolland en Petrus. Utrecht, 1899. 88 blz. — G. J. P. J. Bolland. Open brief aan den heer H. J. A. M. Schaepman. Leiden, 1899. 71 blz. 3 dln. 1 bd. Beter: elk werkje beschrijft men afzonderlijk, — als waren zij niet in één convoluut samengebonden, — en vermeldt bij elk de boeksignatuur plus het volgnummer van het werkje in het convoluut, b.v.: 243 B 441, 243 B 442, 243 B 44". Voor het tweede type convoluten wordt echter in den regel een titel en een hoofdwoord geconstrueerd. Voor alle dezé convoluten stelle men één en hetzelfde hoofdwoord vast, dat in alle voorkomende gevallen gebezigd wordt. Men kan het woord „Verzameling" kiezen, of „Bundel", of „Convoluut", of een ander dergelijk woord, dat het verzamelkarakter duidelijk uitdrukt: dus niet b.v. „Brochures", „Kaarten", „Platen" en derg. Bovendien neme het geconstrueerde hoofdwoord niet het karakter aan van een trefwoord. (Vgl. Aant. 38e). Is het gewenscht te laten uitkomen, wat elke „Verzameling" bevat, dan kan de inhoud bij wijze van een annotatie worden uitgeschreven. [Verzameling brochures over het nederlandsch-belgische verdrag]. Niet b.v. [Nederland-België. Brochures]. [Verzameling kaarten van Amsterdam]. Niet b.v. [Amsterdam. Kaarten]. Of: [Kaarten. Amsterdam]. (d) De titelbeschrijving van defecte exemplaren construeere men uit een betrouwbare bibliografie. Onnoodig is daarbij het gebruik van [], doch men voege aan de titelbeschrijving desgewenscht toe: [Titelblad ontbreekt]. (e) De constructie van titels en hoofdwoorden van incunabelen, planodrukken, muziekwerken en kaarten valt buiten deze beschouwing. Aant. 43. — Meertalige titelbladen [§ 2]. Titel of tekst, of beide, kunnen in verschillende talen gesteld zijn. (a) Wanneer uit den titel de meertaligheid van den tekst gemakkelijk is af te leiden, behoeft geen annotatie daarop te wijzen. VOORBEELDEN. Romantisch Amsterdam / Romantic Amsterdam / Amsterdam romantique / Das romantische Amsterdam / ... Blaricum 1928. (b) Wanneer de tekst in een andere taal is gesteld dan het titelblad Zou doen vermoeden, dient een annotatie daarop te wijzen. VOORBEELDEN. Cement / Voordrachten / gehouden voor den Betonbond / op 11 Maart 1927 te Amsterdam / door / Dr. H. Hagermann / Dr. A. Guttmann / Dr. R. Grün / ... Den Haag 1927. Tekst in de duitsche taal. H. Marsman / Paradise / regained / ... / Utrecht MCMXXVII. Tekst in de nederlandsche taal. Songs of Kalua / Albert Kuyle / Maastricht / ... / MCMXXVII. Tekst in de nederlandsche taal. (c) Wanneer zoowel de tekst als de titel in twee talen gesteld zijn, wordt de titelbeschrijving gemaakt naar den titel in die taal, waarin het boek het waarschijnlijkst geschreven werd. In een annotatie wordt vermeld, in welke talen de tekst geschreven is. VOORBEELDEN. Shinto / Der Weg der Götter in Japan / Der Shintoismus nach den gedruckten und ungedruckten / Berichten der japanischen Jesuitenmissionare / des 16. und 17. Jahrhunderts/Von/GeorgSchurhammer S. J. / ... / 1923 / Verlegt bei / Kurt Schroeder. Bonn und Leipzig. Shinto / The way of the gods in Japan / According to the printed and unprinted reports / of the japanese Jesuit missionaries / in the 16th and 17th centuries / By / George Schurhammer S.J. / ... / 1923 / Published by / Kurt Schroeder, Bonn and Leipzig. Daar de namen van schrijver en van uitgever en de plaatsnamen mogen dóen vermoeden, dat het werk oorspronkelijk in het duitsch werd geschreven, wordt de duitsche titel overgenomen en luidt de annotatie: Duitsche en engelsche tekst. Aant. 44, — Heeft een „Aanhangsel" een eigen titelblad? (a) Wanneer een „Aanhangsel" deel uitmaakt van een boek doch op het titelblad van het boek niet met schrijversnaam of titel is vermeld, handele men overeenkomstig het voorschrift van § 57, en make men in een annotatie er melding van. (b) Wanneer het „Aanhangsel" echter wèl op het titelblad is vermeld, wordt de titel van het „Aanhangsel" in de titelbeschrijving mede opgenomen. VOORBEELDEN. Die Oboe / und ihre verwandten Instrumente / nebst biographischen Skizzen der bedeutendsten / ihrer Meister / Eine musikgeschichtliche Betrachtung / von / Leo Bechler / ... / und / Bernardt Rahm I... I Anhang: Musikliteratur für Oboe / und Englisch Horn / Zusammengestellt von Dr. phil. Philipp Losch /... / Leipzig / 1914 (c) Wanneer bij het boek een los „Aanhangsel" behoort doch dit niet op het titelblad is vermeld, wordt het „Aanhangsel" in een annotatie zelfstandig beschreven. VOORBEELDEN. Robert Cudell / Das Buch vom Tabak / Coeln a. Rh. I ... I MCMXXVII. Los aanhangsel: Vom Tabaksblatt zur Zigarette; ein Anhang zum „Buch vom Tabak" von Rob. Cudell. Coeln a. Rh. 1927. Handschrift / und Charakter / Gemeinverstandlicher Abriss / der graphologischen Technik / Von / Ludwig Klages / Achte bis zehnte Auflage / mit 137 Figuren und 21 Tabellen / 1926 / Leipzig 77. Los aanhangsel: Handschriftenproben zu „Handschrift und Charakter" von Ludwig Klages; 8.-9. Aüfl. Leipzig, 1926. (d) Losse vraagstukkenverzamelingen bij leerboeken en losse oplossingen bij vraagstukken vormen geen „aanhangsels". Men kan deze ook afzonderlijk beschrijven, doch praktischer is het, ze direct achter de titelbeschrijving van het boek, waartoe ze behooren, met ingekorten titel te vermelden, ingeleid door b.v.: [Met]. VOORBEELDEN. Kregten, A. G. L. W. Theorie van het boekhouden en hare toepassingen; ten dienste van handelsscholen, handelscursussen en de praktijk. Nijmegen, 1917. Kregten, A. G. L. W. Uitwerkingen der opgaven, voorkomende in de Theorie van het boekhouden en hare toepassingen. Nijmegen, [1928]. Thijn, A. van. Leerboek der algebra. Groningen enz., 1927. — [Met:] Antwoorden op de vraagstukken. Groningen enz., 1927. B HET ONBESTENDIGE TITELBLAD Aant. 45. — Eén boek, twee titels [§ 3]. (a) De „Regels" houden op twee plaatsen rekening met veranderingen, welke de titel van een boek (§ 3) of van een tijdschrift (§ 39 al. 2) kan ondergaan. Er zit echter méér aan zulke onbestendige titels vast dan waarin de „Regels" voorzien. Allereerst deze restrictie: toegepast zullen deze voorschriften alleen dan (kunnen) worden, wanneer de exemplaren met verschillende titels van hetzelfde boek ter beschrijving ook inderdaad aanwezig zijn; anders heeft toevoeging en verwijzing over-en-weer geen zin, en zal het den titelbeschrijver ook in den regel ontgaan, dat éénzelfde boek onder twee of meer titels uitgegeven werd. Hetzelfde geldt voor tijdschriften, waarvan de naam verandert. (b) Zuivere gevallen van verschijnen onder twee titels, waarvoor § 3 het „[ook getiteld]"-vootscbsiit geeft, zijn zeldzaam. Men zoeke ze vooral onder de amerikaansche copyright editions. VOORBEELDEN. The card / A story of adventure in the Five Towns / by / Arnold Bennett l ... I Copyright edition / Leipzig / Tauchnitz / 1911. Denry the audacious / By / Arnold Bennett I ... I New York / E. P. Dutton & Company / ... / Histoire générale / du / théatre en France / I / Le théatre sérieux / du moyen-age / par / Eugène Lintilhac / ... / Paris I ... I Histoire générale / du / théatre en France / I / Introduction générale / Les / origines du théatre francais / Drame sacré. — Drame profane / par / Eugène Lintilhac / ... / Paris / ... / Ongelijkluidende titels voor gelijkluidenden tekst. Vaak is echter de titelverandering reeds op het titelblad van een lateren druk vermeld. Neemt men deze mededeeling in de titelbesclirijving over, dan is uiteraard de toevoeging „[ook getiteld]" overbodig. VOORBEELDEN. Englands / Weltherrschaft / von / Alfred Hettner / Vierte umgearbeitete Auflage des Werkes / Englands Welt her r schaf t / und der Krieg / ... / 1928 / Leipzig ... Wanneer een nieuwe druk onder een anderen titel verschijnt heeft men niet te doen met een, onder verschillende titels verschenen .boek De toevoeging zal hier dus luiden: „[2e dr. getiteld]". VOORBEELDEN. Handboek / voor den filmoperateur / Praktische handleiding / ten dienste van bioskoopoperateuren, exploi- / tanten en bezitters van bioskooptheaters, / van schoolbioskopen, alsmede voor ieder / belangstellende in de filmprojectie / Door / W. H. Idzerda / ... / Leiden / ... / Kinematografie / in de prakrijk / Handboek voor den / filmoperateur, amateur en vakman / Door W. H. Idzerda / ... / Tweede geheel herziene en vermeerderde druk. / ... / Leiden. Evenmin is een boek onder twee verschillende titels verschenen wanneer een onverkocht gedeelte der oplage later als „nieuwe titeluitgave" op de markt wordt gebracht. Hier zou men b.v. eerder toevoegen „[Nieuwe titeluitgave, getiteld]". VOORBEELDEN. De voorwaarden / tot herziening der / dramatische kunst / Een studie door / Henriette Roland Holst / Van der Schalk / Met 30 afbeeldingen en een register / Rotterdam MCMXXP7 I ... I Over / dramatische kunst / Een studie door / Henriette Roland Holst / Van der Schalk / Met 30 afbeeldingen / en een register / Nieuwe titeluitgaaf / Rotterdam MCMXXVIII / ... / Heeft men te doen met een, op de titels na, volmaakt gehjkluidenden herdruk, dan zal de toevoeging moeten zijn „[Herdruk getiteld]". VOORBEELDEN. Ths. Hardy / Tess van de d'Ubervilles / Uit het engelsch / 's-Gravenhage / Loman en Funke. Tess / Roman / Uit het engelsch door / Thomas Hardy / Scheltens & Giltay, Amsterdam. Wanneer een boek, door twee verschillende personen vertaald, onder twee verschillende titels uitkomt, blijkt uit de vertalersnamen voldoende, dat men met twee verschillende boeken te maken heeft, en behoeft uiteraard ook geen toevoeging te geschieden; in geen geval van „[Ook getiteld]". VOORBEELDEN. Leven en lotgevallen / van David Copperfield / Door / Charles Dickens / Vertaling van C. M. Mensing. Houtgravuren naar teekeningen van J. Barnard / Schiedam H. A. M. Roelants. David Copperfield / Door / Charles Dickens / Vertaald door J. Clant van der Mijll-Piepers / Met afbeeldingen naar de oorspronkelijke / engelsche platen en een titelplaat in / kleuren van Bas van der Veer / ... J. M. Meulenhoff / ... Amsterdam. Jeanne Schultz / Collette's novene / Uit het fransch / door Wilhelmine Seiffert. / ... / 's-Gravenhage / ... / 1913. Jeanne Schultz / Collette's avontuur / Vertaald door A. J. J. Ebeling / Met een voorrede van Dr. A. G. van Hamel / ... / Amsterdam /... / (c) De beschrijving volgens „den meest gebruikten titel" is niet altijd wel mogelijk. Beter luidde het voorschrift: bij exemplaren van denzelfden druk uit te gaan van den meest bekenden titel, en, bij nieuwe drukken, herdrukken, nieuwe titeluitgaven onder een nieuwen titel, enz., van den eersten, althans vroegeren druk. VOORBEELDEN. De held / Door / Marjorie Bowen / ... / 's-Gravenhage. Prins en / ketter / Door Marjorie Bowen / Vierde druk / 's-Gravenhage. Terry / de broeder van Jerry / Door / Jack London / Vertaling van / S. J. Barents-Schönberg / — / Amsterdam ... / Michael, / broeder van Jerry / Door / Jack London / Vertaald door / Mej. Dr. J. de Jongh / Amsterdam / ... / In beide bovenstaande voorbeelden staat de titel van den lateren druk dichter bij dien van het origineel, — n.1. „Prince and heretic" en „Michael", — dan de titel van den vroegeren druk. De origineele titels zullen wel „het meest gebruikt" zijn; doch in Nederland zijn weer de titels van de eerste vertalingen ,,,het meest gebruikt". De titelbeschrijving van het eerste voorbeeld zou, volgens het bovenstaande voorstel, luiden: . Bowen, Marjorie. [ps. van G. V. Long-Campbell]. De held. 's-Gravenhage, [1914]. Latere drukken onder den titel: Prins en ketter. —. 4e dr. [Onder den titel] Prins en ketter. 's-Gravenhage, [1923]. Aant. 46. — Veranderingen in tijdschrift- en serietitels [§ 39 al. 2]. (a) Ook al verandert de titel van een tijdschrift niet, dan kan nog wel verandering in de redactie plaats vinden. Het hangt van den graad van de gewenschte bibliografische nauwgezetheid af, of men hiervan in in de titelbeschrijving melding maakt. Ging de redactiewisseling gepaard met een ingrijpende verandering in den algemeenen inhoud of stand van het tijdschrift, dan zal die mededeeling in elk geval moeten geschieden. VOORBEELDEN. Een dergelijk geval deed zich voor bij de vervanging van den redacteur Frans Netscher door den redacteur Johan de Koning van de „Hollandsche revue" in 1920. Ook een verandering in den naam der uitgevende instelling of corporatie vereischt vermelding. (Vgl. § 38 al. 2). VOORBEELDEN. Phytopatholische dienst / Vlugschrift no. 1 / December 1919. Phytopatholische dienst / Wageningen / Vlugschrift no. 2 / Januari 1920. Plantenziektenkundige dienst / Wageningen / Vlugschrift no. 38 / Mei 1921. Vlugschriften]; uitg. door den Phytopathologischen [sinds 1921: Plantenziektenkundigen dienst, Wageningen]. [Wageningen], 1919 — (b) Heeft samensmelting van twee tijdschriften plaats, dan wordt daarvan in den titel —, bij ingewikkelde gevallen in een annotatie mededeeling gedaan. VOORBEELDEN. Arbeid, Vrije; maandblad voor kunst, wetenschap en handel; red. R. de Waard en S. K. de Waard In 1920 (jg. 6) is de uitgave tijdelijk gestaakt om in 1921 opnieuw te beginnen, totdat in 1926 (jg. 11) samensmelting plaats vindt met „Democratie", onder den titel „Democratie en Vrije arbeid", terwijl de nummering dan is: 2e serie, jg. 1 (jg. 8). In 1930 verschijnt „Democratie" wederom afzonderlijk en houdt „Vrije arbeid" op te bestaan. Democratie; orgaan der Democratische partij Jg. 4—7 (1926—'29) samengevoegd met „Vrije arbeid" onder den titel „Democratie en Vrije arbeid", terwijl jg. 8 (1930) wederom verschijnt onder den eersten titel „Democratie". (c) Wanneer de titel van een serie in den loop der jaren door een andere wordt vervangen, zonder dat de oorspronkelijke serietitel geheel verdwijnt, blijft de oorspronkelijke serie het hoofdwoord leveren, terwijl van den lateren serietitel naar den eerstgebruikten wordt verwezen. VOORBEELDEN. In 1917 verscheen het eerste deel eener serie, getiteld: De&tscher Sagenschatz, herausgegeben von Dr. Paul Zaunert". Onder dezen serietitel, — die in letters op den franschen titel gedrukt —, en op het titelblad zoowel als op den omslag in een vignet verwerkt voorkomt, — verschenen negen ongenummerde deelen. Het [9de] deel, in 1926 verschenen, vertoont voor het eerst echter niet meer het vignet met den serietitel op den omslag, doch een kaartje met het bijschrift: „Sachsische Stammeskunde (Deutscher Sagenschatz)". Het eerstvolgende, in 1927 verschenen deel, alsook de verdere deelen, vertoonen op den franschen titel den nieuwen serietitel „Stammeskunde deutscher Landschaften. Herausgegeben von Dr. Paul Zaunert"} en daaronder b.v. „Stammeskunde des Harzlandes {Deutscher Sagenschatz)". Dit komt ook nog voor op den omslag bij het kaartje van het Harzgebied. In het vignet op het titelblad blijft eveneens de oude serietitel „Deutscher Sagenschatz" verwerkt voorkomen. In omslagadvertenties der laatst verschenen deelen wordt de serie zelfs weer genoemd: „Deutsche Stammeskunde (Deutscher Sagenschatz)". (d) Wanneer een serietitel verandert terwijl onder den nieuwen serietitel herdrukken van oudere serieafleveringen verschijnen, verdient het aanbeveling, onder eiken serietitel te vermelden, welke druk der aflevering in elke serie verscheen; c.q. welke aflevering in een der series ontbreekt. (Vgl. § 9). VOORBEELDEN. Land und Leute; Monographien zur Erdkunde; herausg. von A. Schobel [und E. Ambrosius]. Bielefeld enz. 1899—1924. 31 Tle. Voortgezet en herdrukt onder den serietitel: Monographien zur Erdkunde. 4. M. Haushofer. Tirol und Vorarlberg; 2. Aufl. 1903. 206blz. greve. Praktijk en Theorie der Titelbeschrijving. 6 5. J. C. Heer. Die Schweiz; 2. Aufl. 1902. 196 blz. — 4. Aufl. von L. Wehrli. 1913. 22 blz. 6. [Zie: Monographien zur Erdkunde; no. 6]. N.B. Deze aflevering is verondersteld in de oude serie niet aanwezig te zijn. Monographien zur Erdkunde; herausg, von E. Ambrosius. Bielefeld enz., 1924— Voortzetting en herdruk van de serie: Land und Leute. 4. M. Ha us hof er. Tirol und Vorarlberg; 4. Aufl. bearb. von A. Steinitzer. 1924. 200 blz. 5. [Zie: Land und Leute, no. 5]. N.B. Deze aflevering is verondersteld in de nieuwe serie niet aanwezig te zijn. 6. M. Haushofer und A. Rothpletz. Bayerns Hochland und München; 4. Aufl. durchgesehen von L. Distel. 1924. 140 blz Wanneer een aflevering zoowel onder den ouden als den nieuwen serietitel aanwezig is en die aflevering ook op den schrijversnaam wordt beschreven, dienen beide exemplaren uit elkaar te worden gehouden. VOORBEELDEN. Haushofer, M. Tirol und Vorarlberg; 2. Aufl. Bielefeld enz., 1903. — Land und Leute; 4. —. 4. Aufl. bearb. von A. Steinitzer. Bielefeld enz., 1924. — Monographien zur Erdkunde; 4. Aant. 47. — Verschillend getitelde deelen [§ 2], Meermalen komen Vervolgdeelen uit onder titels, die afwijken van den titel van het vóórgaande deel. Soms is het duidelijk, dat de schrijver oorspronkelijk niet voornemens is geweest, vervolgdeelen te laten verschijnen: eerst uit het tweede deel blijkt dan de saamhorigheid. Vaker is alleen slordigheid in het spel. De titelbeschrijving van dergelijke gevallen laat zich niet onder één algemeenen regel samenvatten. Elk geval dient op zich zelf te worden beschouwd. Wel zal men zooveel mogelijk het gemeenschappelijke in de titels moeten opzoeken; en voorts de bedoeling van den schrijver trachten uit te vinden uit voorwoorden, omslagtitels, enz. VOORBEELDEN. Algemeene geschiedenis / door / J. Kleijntjens S.J. / en •/ Dr. H. F. M. Huijbers. / Eerste deel. / Zestiende herziene druk / ... / Leiden. N.B. Omslagtitel: Tooneel der eeuwen. Tooneel der eeuwen / door / J. Kleijntjens S.J. en H. F. M. Huijbers / Deel II / Dertiende herziene druk / ... / Leiden. Als titel is aan te nemen: „Tooneel der eeuwen; Algemeene geschiedenis". Verslag betreffende / verkeerswaarnemingen in 1923 / op de rijkswegen in Nederland / 's-Gravenhage ... 1925. Verslag betreffende de / verkeerswaarnemingen / in 1926. / II. Wegen, geen rijkswegen zijnde. / 's-Gravenhage, ... 1928. Met voorbijzien van het ontbreken van „de" in den eersten titel, wordt de titelbeschrijving: Verslag betreffende [de] verkeerswaarnemingen. 's-Gravenhage, 1925— '28. 2 dln. 1. In 1923 op de rijkswegen in Nederland. 1925. 2. In 1926 [op de] wegen geen rijkswegen zijnde. 1928. Die Pilzkrankheiten / der Kulturgewachse / Handbuch für Pflanzenbauer und Studierende / von / Prof. Dr. Jakob Eriksson / ... / I. Teil I ... I Stuttgart. Omslagtitel en fransche titel: „Die Pilzkrankheiten der landwirtschaftlichen Kulturgewachse." Die Pilzkrankheiten / der Garten- und Parkgewachse / Von Prof. Dr. Jakob Eriksson / ... / 1928 I ... I. Stuttgart., Omslagtitel: „Die Pilzkrankheiten der landwirtschaftlichen Kulturgewachse; Handbuch für Pflanzenbauer und Studierende." Fransche titel: „Die Pilzkrankheiten der Kulturgewachse H. Teil." Voorwoord spreekt van 2e deel van „Die Pilzkrankheiten der Kulturgewachse." Met voorbijzien van het „landwirtschaftlichen" wordt de titelbeschrijving: Eriksson, Jakob. Die Pilzkrankheiten der Kulturgewachse; Handbuch für Pflanzenbauer und Studierende. Stuttgart, [1927—'28]. 2 Tle. I. DiePilzkrankheitenderlandwirtschaftlichenKulturgewachse[1923]. 2. Die Pilzkrankheiten der Garten- und Parkgewachse. 1928. C. Holland / (Jean de Metz) / België / Eerste deel / Vertaling van W. J. M. Linden / Verlucht met 174 afbeeldingen /... / Amsterdam, Ao. 1927. Henry Debraye / België / Tweede deel / Vertaling van W. J. M. Linden / Verlucht met 189 afbeeldingen /... / Amsterdam, Ao. 1928. De deeltitels zijn dezelfde, maar elk deel heeft een eigen auteur. Te behandelen als een geval van meervoudig auteurschap. Wonderlijke geschiedenissen / der stof / Door / Dr. W. van Bem- melen / [Batavia—Weltevreden, 1920]. Miraculeuze / verhalen / Wonderlijke geschiede- / nissen der stof / Door / Dr. W. van Bemmelen / Amsterdam /... / MCMXXIV. In het „Voorwoord" spreekt de schrijver van de voorgaande uitgave als van „een éérsten reeks". Phantasmen / Derde bundel van de / Wonderlijke geschiedenissen der stof / Door / Dr. W. van Bemmelen I... I Den Haag / 1929. Met voorbijzien van het verschil der benaming „reeks" en „bundel" wordt de titelbeschrijving: Bemmelen, W. van. Wonderlijke geschiedenissen der stof. [Batavia— Weltevreden enz.], [1920]—'29. 3 dln. [Bundel 1]. [Batavia—Weltevreden, 1920]. [Bundel 2]. Miraculeuze verhalen. Amsterdam, 1924. Bundel 3. Phantasmen. Den Haag, 1929. De / kleurduiven / Volledige beschrijving van alle rassen / Met uitvoerigen standaard / door / C. A. M. Spruijt /.../... Assen / 1926. Reuzen-, / kip-, wrat-, vleesch- en / zeldzame duivenrassen / Volledige beschrijving van alle rassen / Met uitvoerigen standaard / door / C. A. M. Spruijt /.../ II /.../... Assen / 1927. Voorwoord: hier blijkt, dat beide gedacht zijn als le en 2e deel bijeen te behooren. Er ontbreekt hier echter iets gemeenschappelijks in de deeltitels. Een oplossing ware: Spruijt, C. A. M. De kleurduiven; volledige beschrijving van alle rassen; met uitvoerigen standaard. Assen, 1926. Behoort als deel 1 bij: Spruijt, Reuzen-, kip-, wrat-, vleesch- en zeldzame duivenrassen. 1927. Spruijt, C. A. M. Reuzen-, kip-, wrat-, vleesch- en zeldzame duivenrassen; volledige beschrijving van alle rassen; met uitvoerigen standaard. Assen, 1927. Behoort als deel 2 bij: Spruijt, De kleurduiven, 1926. C DE ONBESTENDIGE SCHRIJVER Aant. 48. — Auteurenschemering. (a) Wanneer de schrijver van een boek overleden —, of om andere redenen niet meer in de gelegenheid is een nieuwen druk te bezorgen, wordt soms zijn taak door een opvolger overgenomen, wiens naam slechte als „bewerker" van den nieuwen druk in den titel wordt vermeld, terwijl de naam van den oorspronkelijken schrijver hoofdwoord blijft. VOORBEELDEN. Engelsche / handelsbrieven / (English commercial correspondence) / Een verzameling van ongeveer 300 brieven / ... / door / Servaas de Bruin / Tweede, verbeterde uitgave / der nieuwe bewerking / door ./ R. Volbeda / ... / Bruin, Servaas de. Engelsche handelsbrieven 2e verb. uitg. der nieuwe bewerking door R. Volbeda ..... (b) Leveren dergelijke titels weinig of bijna geen moeilijkheden op, niettemin zijn de gevallen niet zoo zeldzaam, waarin zich complicaties voordoen en waarbij men zich terdege rekenschap moet geven, of de naam van den oorspronkelijken schrijver nog als hoofdwoord aangewezen kan blijven; of de naam van den bewerker mede in het hoofdwoord moet worden opgenomen, of zelfs, den naam van den oorspronkehjken schrijver daaruit verdringt. VOORBEELDEN. Kleine Beschamgungsbücher / für Kinderstube und Kindergarten / Herausgegeben von Lüi Droescher / 4 / Geschenke von Kinderhand / von / Emma Humser / Vierte Auflage / ... / Leipzig und Berlin, 1922. Kleine Beschaftigungsbücher für Kinderstube und / Kindergarten. Herausgegeben von Lili Droescher / 4 / Geschenke von Kinderhand / Fflnfte Auflage / von / Else Schulze und Lore Heller / ... / 1929 / Leipzig und Berlin l ... I Men verneemt uit het Vorwort, dat de oorspronkelijke schrijfster door verandering van beroep niet meer in staat was den nieuwen druk in overeenstemming te brengen met nieuwe opvattingen en methoden der paedagogie k, welke tot algehe ele omwerking verplichtten. Men zal een exemplaar van den 4en druk beschrijven met den naam „Humser", en een exemplaar van den 5en druk met de namen „Schulze" en „Heller" als hoofdwoord. Zijn exemplaren van beide drukken aanwezig, dan wordt in een annotatie resp. vermeld: „5. Aufl. von E. Schulze und Lore Heller"; en: „4. Aufl. von Emma Humser". Bakteriologisches / Taschenbuch / Die wichtigsten technischen Vorschriften / zur / bakteriologischen Laboratoriumsarbeit / Bearbeitet von / Prof. Dr. Otto Olsen I ... I Achtundzwanzigste Auflage / Leipzig / ... / 1927. De eerste twee drukken (1889 en 1891) zijn van de hand van Dr. Hugo Bernheim; de 3e tot 25ste drukken (1894 tot 1922) van Prof. Dr. Rudolf Abel; de latere drukken van Prof. Dr. Otto Olsen. Echter verscheen pas de 28ste druk onder diens naam alléén. Ook wanneer men geen der vroegere drukken in de bibliotheek aantreft, zal toch in een annotatie de naam van de vroegere auteurs te vermelden zijn, al zou men in dit geciteerde geval volstaan kunnen met de vermelding: „Vroegere drukken verschenen onder den naam van R. Abel." Verwijzing van dezen naam en van dien van Bernheim is eveneens noodig. Die / Forstinsekten Mitteleuropas. / Ein Lehr- und Handbuch / von / E. Escherich / ... / Als Neuauflage von / Judeich-Nitsche, Lehrbuch der mitteleuropaischen Forstinsektenkunde / bearbeitet I ... I Berlin / ... / 1914. De auteur Escherich spreekt in zijn „Vorwort" van een „nahezu völlige Neubearbeitung" van het in 1895 verschenen Lehrbuch van Judeich-Nitsche. Elders van: „von Grund auf neu bearbeitet". Klaarblijkelijk wil Escherich zijn boek beschouwd zien als een volkomen nieuw en zelfstandig opgebouwd werk. De verhouding tot den oorspronkelijken schrijver lijkt meer afgesneden dan gezocht (Vgl. Voorbeelden sub d). De naam van Escherich verdringt dus den naam van Judeich-Nitsche, van welken echter verwezen dient te worden. Goethe's Gesprache / Begründet von / Woldemar Frhr. von Biedermann / Zweite, durchgesehene und / stark vermehrte Auflage / Leipzig / ... / 1909. Goethe's Gesprache / Gesamtausgabe / Neu herausgegeben von / Flodoard Frhr. von Biedermann / Unter Mitwirkung von / Max Morris, Hans Gerhard Graf / und Lconhard L. Mackall /Leipzig /1909. De titels staan links en rechts tegenover elkaar afgedrukt. Hoofdwoord wordt niet Goethe's naam, daar de verzameling bestaat uit uitlatingen van tijdgenooten over Goethe en aanhalingen door dezen van uitlatingen van Goethe. — Men heeft hier te doen met een geval „Begründung" door den eenen —, en totale omwerking door den anderen persoon. Hoofdwoord wordt in dit geval de naam van den zoon (Flodoard), terwijl de naam van den „Begründer" in de titelbeschrijving wordt ingelascht. (c) Niet altijd echter blijkt uit het boek, dat een ander de schrijver van den nieuwen druk is geworden. VOORBEELDEN. Het radioboek / voor den handel / amateur en luisteraar / Door / Ingenieur J. Schiere / ... / Bussum. Het radioboek / voor den handel / amateur en luisteraar / Door / Ir. M. H. Bouma. A. Dubois. Hugo de Groot / A. Helffer. Ir. A. G. ten Hoopen, J. W. Lebon / M. Leeuwin / ... [volgen nog 14 namen] / Belangrijk uitgebreide druk / ... Bussum. Van het eerstgenoemde verschenen twee drukken resp. in 1926 en in 1927. Het tweede verscheen in 1928, klaarblijkelijk bedoeld als de 3e druk van het eerstgenoemde. Vergelijkt men dezen 3en druk met de voorgaande drukken, dan blijkt men in alle opzichten met een geheel nieuw boek te doen te hebben, terwijl bovendien de band nog als titel vermeldt: „Het nieuwe radioboek voor den handel enz." De oorspronkelijke schrijversnaam „J. Schiere" is geheel verdwenen. Uit het voorwoord van den 3en druk verneemt men daarentegen dat dit boek een „nieuwe" druk is, bezorgd door „Martin Stute", wiens naam evenwel niet op het titelblad voorkomt. Bezit de bibliotheek alleen den laatsten druk, dan is nergens uit op te maken, dat de voorgaande drukken onder den naam J. „Schiere" zijn verschenen. Men zal licht den nieuwen druk beschrijven als een anoniem boek zonder eenige opmerking aangaande de beide eerste drukken. ïfèilmé. Is die verwantschap echter vastgesteld, dan zal men als hoofdwoord der beide eerste drukken den naam „J. Schiere" aanwijzen; als hoofdwoord van den laatsten druk: „Radioboek, [Het nieuwe]" nemen. Door middel van een annotatie is de verwantschap vast te leggen. (d) In een groote verscheidenheid van gevallen treedt de naam van den lateren bewerker-uitgever op naast den naam van den oorspronkelijken schrijver. Er bestaat gegrond bezwaar tegen behandeling als had men hier te doen met een „meervoudig" auteurschap. Van „samenwerking" is geen sprake geweest, en een titelbeschrijving, waarin beider namen, op de wijze als bij „meervoudig" auteurschap gebruikelijk is, naast elkaar zouden voorkomen, zou misleidend zijn. Wanneer, — in tegenstelling met de sub b en c behandelde gevallen, — bewerkers van latere drukken, alsook vaak de uitgevers van het boek, hetzij uit piëteitsoverwegingen, hetzij om commercieele redenen, op behoud van den naam van den oorspronkelijken schrijver prijs stellen en met eenigen nadruk dien naam op het titelblad vermelden, dan kan de titelbeschrijver zich het best aansluiten bij de, vooral in latere jaren opgekomen praktijk, de namen van den ouden en van den nieuwen schrijver in het hoofdwoord met een koppelteeken op te nemen. Het boek wordt vaak ook aldus geciteerd. Op te merken valt echter, dat het aldus gevormde hoofdwoord een bibliografisch dubieus karakter aanneemt. Het is niet geheel zuiver afkomstig van de schrijversnamen, èn het is ook niet altijd strikt afkomstig van het eerste substantief-in-den-nominatief van den titel. VOORBEELDEN. Andree-Heiderich-Sieger / Geographie des Welthandels / Eine wirtschaftsgeographische / Erdbeschreibung / Vierte Auflage /völlig neubearbeitet / und herausgegeben unter Mitwirkung von Fachleuten / von Franz Heiderich / Hermann Leiter—Robert Sieger / Erster Band / Europa / 1926 / ... Wien. De eerste druk verscheen in 1869-—1872 van de hand van Karl Andree. De tweede druk verscheen tusschen 1910 en 1921 onder redactie van F. Heiderich en R. Sieger met medewerking van vakgenooten. Tot de redactie van den laatsten druk trad H. Leiter toe; oude medewerkers vielen af, nieuwe traden toe. De naam van den oorspronkelijken schrijver bleef opzettelijk tot in de nieuwste bewerking op het titelblad behouden. Op te merken is, dat de naam van den huidigen redacteur, H. Leiter, niet in het hoofdwoord „Andree-Heiderich-Sieger" optreedt. Wanneer men (Zie Aant. 21a) de opvatting huldigt, dat men hier, wegens het medewerkerschap van velen, met een anoniem werk te doen heeft, zou de naam van den redacteur („H. Leiter") evenmin hoofdwoord kunnen worden. Wordt toch de combinatie „Andree, [K.]-[F.] Heiderich-[R.] Sieger" als hoofdwoord aangenomen, dan krijgt dat hoofdwoord sterk het karakter van een ,,eerste-substantief-m-den-nominatief". Niet steeds ligt het zóó voor de hand, het hoofdwoord samen te stellen uit de namen van den oorspronkelijken schrijver en den lateren bewerker, verbonden door een koppelteeken. Er kan echter daartoe aanleiding bestaan door analogiewerking. VOORBEELDEN. Die Unfalle beim / chemischen Arbeiten / Von / Dr. Karl Egli / ... / Stark vermehrt und umgearbeitet von / Dr. Ernst Rust / ... / Zürich / Leipzig und Stuttgart / 1925. De arbeid van Egli werd in 1902—'3 afgedrukt in het „Programm der Kantonschule Zürich", maar verscheen niet als boek in den handel. Na Egli's dood bezorgde Rüst een nieuwe uitgave in boekvorm; hij werkte eenige hoofdstukken om, besnoeide andere en breidde het geheel tot het dubbele uit. Men heeft inderdaad met een nieuwe schepping te doen. Bandtitel en custoden spreken, evenals het gebruik, van „Egli-Rüst". Het hoofdwoord zou dus worden: Egli, K,- E. Rüst. (e) Dat de naam van den „bewerker" in sommige gevallen dien van den oorspronkelijken schrijver in het hoofdwoord kan verdringen, is reeds ampel in Aant. 20a besproken. Toch is het type van deze soort „bewerkers" een ander dan de hierboven behandelde. De bewerker — „voor Nederland", — „voor het tooneel", — „voor kinderen" vertegenwoordigt een ander type dan de bewerker van een „nieuwen druk". Ook bij bewerkingen van het eerstgenoemde type treft men soms de koppelteeken-combinatie op het titelblad aan: dus, van den oorspronkelijken auteursnaam met den „voor Nederland"-bewerker. Die combinatie is echter, op grond van het in Aant. 20a aangevoerde, niet altijd ook in de titelbeschrijving te aanvaarden. (Vgl. ook Aant. 17b). VOORBEELDEN. Esmarch-Quanjcr. / Eerste hulp / bij ongelukken / Bewerkt door / N. J. Teljer / ... / Veertiende verbeterde en vermeerderde druk / ... / Den Haag ... / 1929. F. von Esmarch is de oorspronkelijke schrijver; A. A. J. Quanjer de oorspronkelijke bewerker der nederlandsche uitgave. Deze 14e druk is door N. J. Teljer opnieuw bewerkt. Op misleidende wijze zijn de namen van oorspronkelijken schrijver en oorspronkelijken bewerker op het titelblad aaneengekoppeld. Esmarch, [F. von]. Eerste hulp bij ongelukken; [voor Nederland bewerkt door A. A. J.] Quanjer; 14e verb. en verm. dr. [opnieuw] bewerkt door N. J. Teljer. Den Haag, 1929. (f) Volledigheidshalve wordt hier herinnerd aan de wijziging van den meisjesnaam bij huwelijk der vrouw (Zie § 22), welke men soms als waarschijnlijk moet aannemen. VOORBEELDEN. Mémoires / * / Au temps / des équipages / par / E. de Clermont- Tonnerre / Paris / ... / 1928. Mémoires / ** -/ Les maroniers / en fleurs / par / E. de Gramont / Paris / ... / Aant. 49. — Anoniem, tevens niet-anoniem. Wanneer de auteur zijn anonimiteit in een lateren druk opheft en van beide drukken exemplaren aanwezig zijn, worden beide afzonderlijk beschreven met toevoeging van een annotatie. VOORBEELDEN. Het A.B.C. / van den / amsterdamschen effectenhandel. / Amsterdam ... 1911. Het A.B.C. / van den / amsterdamschen effectenhandel / Met bijzonderheden der voornaamste / buitenlandsche effectenbeurzen / Handboek / voor hen die in het effectenvak werkzaam / zijn of zich hierin wenschen te bekwamen. / 3e herziene veel vermeerderde druk / door / J. Mendes da Costa / ... / Amsterdam Ao. 1929. A.B.C., Het, van den amsterdamschen effectenhandel; [door J. Mendes da Costa]. Amsterdam, 1911. Latere drukken onder den naam van den schrijver verschenen. Mendes da Costa, J. Het A.B.C. van den amsterdamschen effectenhandel; 3e herz. dr. Amsterdam, 1929. Eerste druk anoniem verschenen. Aant. 50. — Pseudoniem, tevens niet-pseudoniem. (a) Een pseudoniem kan zóóveel bekendheid hebben gekregen, dat de schrijver, wanneer hij een boek onder den werkelijken eigennaam uitgeeft, dezen vergezeld laat gaan van zijn schuilnaam. Soms wordt de eigennaam aan het pseudoniem toegevoegd, soms het pseudoniem aan den eigennaam. Men neme den eigennaam plus pseudoniem, of wel het pseudoniem plus den eigennaam, steeds — mèt de vaak voorkomende ronde haakjes, — over in de volgorde van het titelblad, onder verwijzing resp. van pseudoniem naar eigennaam, en van eigennaam naar pseudoniem. VOORBEELDEN. Op de / kentering / Een verzameling opstellen / over europeesche schrijvers / Door / Jan van Lumey / 1928 / ... Amsterdam. Italiaansche / impressies / van / Jan van Lumey / (Mr. J. J. Fock) /... / ... Den Haag. Fock, J. J. Zie: Lumey, Jan van. Radiotechniek / Das Reich der elektrischen Wellen / Von / Hanns Günther / (W. de Haas) / Mit 28 Abbildungen im Text / und einem farbigen Umschlagbild / Stuttgart / ... 1921. Haas, W. de. Zie: Günther, Hanns. Waldeszauber / Berglandische / Stimmungsbilder / aus dem Waldgebirg / Von Otto Hartmann / (Otto von Tegernsee) / Mit 645 Abbildungen und 23 / mehrf arbigen Kunstbeilagen / Regensburg... / Tegernsee, Otto von. Zie: Hartmann, Otto. (b) Hetzelfde geldt voor pseudo-pseudoniemen. (Vgl. Aant. 36). VOORBEELDEN. Das geistliche Lied / der / devotio moderna / Ein Spiegel niederlandisch-deutscher / Beziehungen / Academisch proefschrift ... [enz.] ... / Door / S[oeu]r Marie Josepha / (G. G. Wilbrink) / ... Nijmegen, 1930. Wilbrink, G. G. Zie: Marie Josepha, S[oeu]r. Lamennais avant sa défection / et la Néerlande catholique / Proefschrift ... / Groningen / ... door / Ferdinandus Josephus D STIJL EN AFWERKING Aant. 53. — Hoofdwoord en grafisch accent. (a) Reeds hebben Aant. 13—15 gewezen op de kunstbewerking van uitlichten, naar voren brengen en omzetten ten einde voor de alfabetische rangschikking duidelijk geteekende hoofdwoorden te verkrijgen, die in eerste instantie als rangwoorden kunnen worden gebruikt. Het hoofdwoord is, volgens § 11 al. 1, de familienaam, niet de schrijversnaam. Zelfs niet de familienaam, maar de familienaam ontdaan van voorvoegsels. Zelfs het tweede gedeelte van een dubbelen naam wordt geen hoofdwoord. In b.v. „A. de Savornin Lohman" is alléén „Savornin" hoofdwoord. Bij meervoudig auteurschap is alleen de familienaam van den eerstgenoemden schrijver hoofdwoord. Bij pseudoniemen, als b.v. „De oude heer Smits" is alléén „Smits" hoofdwoord; in: „Vosmeer de Spie" alléén „Vosmeer"; enz. Van anoniemen is, volgens § 35 al. 1, alleen het eerste-substantiefin-den-nominatief hoofdwoord. Hoofdwoord is niet het lidwoord of bijvoegelijke naamwoord, dat aan dat substantief voorafgaat. De uit het hoofdwoord gebannen deelen van den schrijversnaam en de buiten het hoofdwoord gehouden deelen van den boektitel krijgen eerst een functie bij het alfabetisch rangschikken der titelbeschrijvingen. (Zie § 12 van de „Regels voor de alfabetische rangschikking"). Gaat het hoofdwoord fungeeren als eeste rangwoord, dan treden de, niet tot het hoofdwoord gerekende, deelen van schrijversnaam of boektitel op als tweede-, als derde- enz. rangwoord. (b) Het is niet overbodig, den titelbeschrijver hieraan te herinneren. De grafische of typografische uitvoering van de titelbeschrijving immers doet licht anders vermoeden. Deze „uitvoering" pleegt mede een accent te leggen op het uitgelichte en naar voren gebrachte hoofdwoord: geheel in den lijn van de titel- geven van aanduidingen, die den catalogusgebruiker zeer welkom zullen zijn, maar die men niet in de titelbeschrijving zelve kan opnemen, wil deze niet overmatig belast, en daardoor onduidelijk worden. VOORBEELDEN. Diepenhorst, P. A. Voorlezingen over de economie; le— 3e dr. Utrecht—Zeist, 1912—['18]. 8°. 4 dln. 1. Geschiedenis; 2e dr. Utrecht, 1912. 360 blz. — 3e dr. 1920. 400 blz. 2. Theorie L Utrecht, 1914. 320 blz. — 3e dr. 1922. 411 blz. 3. Theorie II. Utrecht, 1915. 336 blz. — 3e dr. 1923. 444 blz. 4. Sociale politiek. Zeist, [1928]. 272 blz. Hutschenruyter, Wouter. De symphonieën van Beethoven, geanalyseerd en toegelicht. 's-Gravenhage, [1929], 8°. Eenigszins uitgebreide herdruk uit „Programma van den Beethovencyclus; April 1911." Bosman, J. M. H. De brief lezer; leesboek voor de beide hoogste klassen eener lagere school; verzameling van brieven enz. in verschillende schrijf handen. Nijmegen, 1859. 4°. Gelithografeerde tekst. Eeden, Frederik van. Wie Stürme segnen; Roman; Uebertragung aus dem Hollandischen von Else Otten; 2. verb. Aufl. Berlin enz., 1908. 8°. Van de koele meren des doods. 1900. De analytische annotatie heeft een andere bedoeling: korte karakteristiek van den inhoud van een boek. De kunst van het maken van analyses valt buiten de techniek der titelbeschrijving en verlangt een eigen behandeling. Aant. 55. — „Volledige" en „bekorte" titelbeschrijvingen. De „Regels" geven, ondanks toegelaten en Voorgeschreven bekortingen, weglatingen en wijzigingen, voorschriften voor „volledige" titelbeschrij- vingen: zulke, die alle bizonderheden bevatten omtrent schrijver, boektitel, verschijnen, uiterlijk en omvang, welke alle tezamen het boek volkomen indentificeeren. De titelbeschrijver, die aldus de „Regels" toepast, levert een afgewerkt product af, dat in eiken catalogus den gebruiker inlicht op de punten, die voor hem van belang zijn omtrent het boek te weten. Elke openbare bibliotheek van eenige beteekenis zal deze „volledige" titelbeschrijvingen dienen te bezitten. Daarnaast kunnen „bekorte" titelbeschrijvingen reden van bestaan hebben. In de eerste plaats kan de economie bij het uitgeven van gedrukte catalogi in boekvorm die bekorting dwingend opleggen. Dan ook kunnen bekorte titelbeschrijvingen voldoende zijn voor den opbouw van een speciaal type van catalogus: denkbaar is b.v. een trefwoordencatalogus naast den systematischen catalogus, samengesteld uit bekorte titelbeschrijvingen. Deze „bekorte" titelbeschrijvingen zullen afgeleid moeten worden uit de „volledige". D. w. z. essentieel aan dezelfde „Regels", zij het vereenvoudigd, onderworpen moeten zijn. Hoever de besnoeiing kan gaan, is overgalaten aan het persoonhjk inzicht van den titelbeschrijver en ligt ten eenen male „aan gene zijde der Regels". Aant. 56. — Titelbeschrijving, catalogus en bibliografie. (a) Eerst wanneer een aantal boeken aan de hand van gegevens, door het titelblad en door andere vindplaatsen verstrekt, „beschreven" zijn, kunnen de „titelbeschrijvingen" worden gebruikt voor den opbouw van catalogi of bilbiografieën. Dan volgt de arbeid van den „catalogisator" of van den „bibliograaf" den arbeid van den „titelbeschrijver" op. Zooals reeds in Aant. 15 sub b werd opgemerkt, maakt de catalogisator in den regel van één en dezelfde titelbeschrijvingen gebruik, ongeacht de wijze van rangschikking der titelbesdmjvingen. (Vgl. § 10 al. 1). Van de rangschikking hangt af, of een „alfabetische hoofdwoordencatalogus", een „trefwoordencatalogus", dan wel een „systematische catalogus" ontstaat. Waar de titelbeschrijvingen onmiddellijk met het oog op catalogi worden gemaakt, is het begrijpelijk, dat in het spraakgebruik voor „titel- 7* BEKENDE PAEDAGOGEN, onder redactie van Dr. J. H. Gunning Wzn., P. A. Hoogwerf en H. J. van Wijlen. P. L. van Eek Ir., JOHANN HEINRICH PESTALOZZI. Uit de werken, vertaald, en van 'n inleiding voorzien, geïllustreerd, gebonden f 2,90 J. M. Telders, FRÖBEL'S OPVOEDING VAN DEN MENSCH. Met een levensschets van Fröbel door de vertaalster en Fröbers grondgedachten als een inleiding tot de studie zijner Werken door Dr. }. H. Gunning Wzn., geïllustreerd, gebonden f 2,90 Dr. Tj. de Boer. SCHOOL EN MAATSCHAPPIJ door John Dewéy. vertaald en ingeleid, geïllustreerd f 2,50 J. H. F. Kohlbrugge, PRACTISCHE SOCIOLOGIE. Deel I. Sociale opvoeding (De mensch in dienst der maatschappij), gebonden 2e druA: f 4,50 Deel II. De zorg voor het normale kind, gebonden - 3,90 Deel III. De zorg voor het abnormale kind, gebonden ........ 3,90 Deel IV. De zorg voor de jeugd, gebonden - 3,90 Deel V. Sociale nooden, I. De vrouw, hoogere standen, degeneratie, alcohol, gebonden f 3,90 Deel VI. Sociale nooden, II. Sexueele en geestelijke problemen, geb. - 3,90 In voorbereiding zijn: Deel VII. Sociale nooden, III, waarin de bestrijding der tuberculose, de gevaren van den ambtenarenstaat en de invloed van den rassenhaat op het sociale leven, erfelijkheid als sociale factor. Deel VIII. Eenige sociale wetten, door Mr. A. C. Josephus Jitta. Deel IX. Verhouding van werkgever en werknemer, door G. F. Evelein. Jan Ligthart, VERSPREIDE OPSTELLEN (Volksuitgave), met portret van den schrijver. Eerste bundel, gebonden, 3e druk f 1,50 Tweede bundel, gebonden 2e druA: - 1,50 Jan Ligthart, IN ZWEDEN (Volksuitgave), met portret van den schrijver, gebonden 3e druk f 1,50 Jan Ligthart, OVER OPVOEDING (Volksuitgave), m. portret v. d. schrijver. Eerste bundel, gebonden 6e druk f 1,50 Tweede bundel, gebonden 5e druk - 1,50 Jan Ligthart, JEUGDHERINNERINGEN (Volksuitgave), met portret van den schrijver, gebonden 9e druk f 1,50 UITGAVEN VAN J. B. WOLTERS — GRONINGEN, DEN HAAG Willem Gehrels. MUZIEK IN OPVOEDING EN ONDERWIJS. Een muziekpaedagogische studie, gebonden f 2 25 G. van Hees en J. G. van Herwaarden, LENTEZANGEN VOOR DE KLEINTJES. Nieuwe melodieën voor het voorbereidend onderwijs, de aanvangsen middelklassen der lagere school en het gezin, geïllustreerd door C. Jetses. ingenaaid f 1,50, gebonden 2e druk f 1,90 G. van Hees en J. G. van Herwaarden, LENTEZANGEN. Nieuwe melodieën voor het lager onderwijs en kinderzangkoren, ingenaaid f 1 90 9cbonden . . 3e druk i 2.50 G. van Hees en J. G. van Herwaarden, LENTEZANGEN. Uitgave met piano- of orgelbegeleiding, gebonden f 2 90 S. van Millig«n. ONTWIKKELINGSGANG DER MUZIEK VAN DE OUDHEID TOT ONZEN TIJD. Met vele illustraties betreffende de ontwikkeling der Instrumenten en van het notenschrift, benevens notenvoorbeelden, met medewerking van Sem Dresden, gebonden in heel linnen . . . f 12 90 gebonden in half leer 3e druk - H90 J. Worp, DE MELODIEËN DER PSALMEN EN LOF- EN BEDEZANGEN, vierstemmig gezet met voor- en tusschenspelen, voor orgel met of zonder pedaal, piano of gemengd koor, herzien door H. P. Steen huis 9cbonden . . . 16e druk f 5.50 J. Worp. DE MELODIEËN DER EVANGELISCHE GEZANGEN, bij de Nederlandsche Hervormde Kerk in gebruik, vierstemmig gezet met vooren tusschenspelen, voor orgel met of zonder pedaal, harmonium, piano of gemengd koor, herzien door H. P. Steenhuis, gebonden . . 12e druk f 5,50 J. Worp, DE MELODIEËN VAN DEN VERVOLGBUNDEL DER EVANGELISCHE GEZANGEN, bij de Nederlandsche Hervormde Kerk in gebruik, vierstemmig gezet met voor- en tusschenspelen, voor orgel met of zonder pedaal, harmonium, piano of gemengd koor, herzien door H. P. Steenhuis, gebonden 6e dmk { 4 5Q" UITGAVEN VAN J. B. WOLTERS - GRONINGEN. DEN HAAG Jacobus Vrijmoed (Pater Clcmentinus, O. F. M.) Paris, 1930. Clementinus, Pater. Zie: Vrijmoed, F. J. J. Christ and bis times / Adressed to the diocese of Canterbury / in his second visitation / by / Edward White / Archbishop / London / ... / and New York / 1890. Als aartsbischop deed de schrijver afstand van zijn familienaam „Benson", die echter op den rugtitel voorkomt. Hoofdwoord wordt „White", hoewel dit een voornaam is (Vgl. „George Hermann"). Van Benson wordt verwezen naar „White". Aant. 51. — Varianten in naamspelling [§ 18 al. 1], (a) Men raakt, zoo men zich strikt aan het voorschrift van § 18 al. 1 houdt en den schrijversnaam overneemt zooals deze op het titelblad vermeld staat, licht verward in de vaak zeer uiteenloopende spellingen van in west-europeesche talen overgezette schrijversnamen, inzonderheid van russische. Een keuze te doen tusschen die verschillende spellingen volgens § 18 al. 2, lukt vaak evenmin, daar niet altijd uit te maken valt, welke schrijfwijze „de meest gebruikelijke" is. Wanneer men gesteld is op uniformiteit in de spelling met het oog op de latere alfabetische rangschikking der titelbeschrijvingen, volge men het analoge voorschrift t. o. v. verlatijnschte grieksche namen (§ 19 al. 2), en transcribeere men alle nederlandsche, fransche, duitsche, engelsche enz. schrijfwijzen van denzelfden naam volgens de in § 4 genoemde transcriptieregels van Prof. Dr. N. van Wijk. VOORBEELDEN. Iwan Turgenjew. / Am Vorabend / Vater und Söhne / ... / München und Leipzig / ... / 1910. The plays of / Ivan S. Turgenev / Translated from the russian / by / M. S. Mandell / ... / London / ... / Iwan Tourguéniév / Théatre / ... / Traduit du russe avec une intro- duction / par / Denis Roche / ... / Paris / 1922. Asja / Uit het russisch / van / I. S. Toergjenjef / door / J. C. van Wageningen / ... / Amsterdam. Eene ongelukkige / Door / Iwan Turgenjeff / Bewerking van / E. J. v. T.) ... Amsterdam. Reeds alleen in de nederlandsche vertalingen komen nog een half dozijn andere spellingen voor. Deze, zoowel als die van vertalingen in andere talen, transcribeere men alle zooals men den naam van de oorspronkelijke russische uitgaven zou transcribeeren, n.1. met: Toergenew. Van de afwijkende spelling worde verwezen. (b) Daar het bij § 19 al. 1 gegeven voorbeeld aanleiding geeft tot misverstand, moge er op gewezen worden, dat de auteursnaam van latijnsche schrijvers voluit geschreven dient te worden. VOORBEELDEN. The complete / works of / Horace / Translated by / various hands / London & Toronto / — / New York / ... / Horatius Flaccus, Quintus. Complete works; translated by various hands Aant. 52. — Verhaspelde schrijversnamen. Wanneer de schrijversnaam op het titelblad verkeerd is gespeld of vergissingen hebben plaats gehad met de voorletters, dan worden de verbeteringen in het hoofdwoord aangebracht en tusschen [] geklemd. (Zie ook Aant. 2 sub b). Verwijzingen zijn hier steeds noodig. VOORBEELDEN. Bet[h]ge, Hans. De chineesche fluit; [vert. door Helène Swart]. [Amsterdam, 1921]. Tovate [= Tovote]. De laatste schrede. Utrecht, 1919. Arbuthnot, Charles [= John]. Tabulae antiquorum nummorum, mensurarum et ponderum, pretiique rerum venalium, variis disser;V-tationibus explicatae ...; ex anglica in linguam latinam conversae opera Dan. König. Trajecti ad Rhenum, 1756. 4°. Ten onrechte wordt als auteur op het titelblad Carolus Arbuthnotius vermeld. De uitgever is misleid doordat vóór in de, anoniem verschenen engelsche uitgave van 1727 een gedicht staat van Charles Arbuthnot. Setlzer [= Seltzer], Charles Alden. De wraak van Jefferson Sawne; naar het amerikaansch door Henri van de Weg. Gouda, z.j. beschrijving, welker doelstelling de alfabetische hoofdwoordencatalogus is. Grafisch pleegt evenwel niet het „hoofdwoord", — althans voor zoover het door een schrijversnaam is geleverd, — maar de geheele schrijversnaam dat accent te krijgen: de schrijversnaam, met voorletters en voorvoegsels en al —, of alle schrijversnamen bij meervoudig auteurschap —, of alle deelen van het samengestelde pseudoniem: dit alles pleegt hetzij door onderstreeping, uitvoering in roode inkt, enz., hetzij door zetten uit een opvallend lettertype te worden gereleveerd. Dit gebruik houdt bij voorbaat eveneens rekening met de behoeften der alfabetische rangschikking. Uit de ervaring toch is bekend, dat bij het alfabetisch rangschikken zéér spoedig het tweede en derde rangwoord actief worden. Men geeft dit derhalve bij voorbaat een grafisch accent mee. (c) Algemeen is wel is waar het hierboven besproken gebruik niet. Sommige titelbeschrijvers bepalen zich tot het leggen van het grafische accent op het hoofdwoord alléén. Wanneer echter b.v. de voorletters achter den familienaam niet vet gezet zijn, onstaat b.v. in biografieën licht verwarring met de, evenmin vet gezette voorletters van den naam van den beschrevene. Bij meervoudig auteurschap verdwijnen de namen der tweede en derde schrijvers in den volgenden boektitel. Een ander, soms aangetroffen gebruik, tracht de, in den regel elk grafisch accent missende tweede-, derde- enz. rangwoorden, van de overige woorden in den boektitel te onderscheiden door overbrenging naar het hoofdwoord en een accentueering door een eveneens vet lettertype. B.v.: [GEDENKBOEK, middenstandsvereeniging, Rotterdamsche]. Gedenkboek van de Rotterdamsche middenstandsvereeniging „Handel en Nijverheid" 1919—1929. Uitgegeven ter gelegenheid van haar 10-jarig bestaan. Rotterdam, 1929. XIV, 164 blz. 4°. (d) Men komt in de praktijk drie typen van grafische accentueering tegen. (1) Huizinga, J. Herfsttij der middeleeuwen; studie over levens- en gedachtenvormen der veertiende en vijftiende eeuw in Frankrijk en de Nederlanden. Haarlem, 1919. XI, 568 blz. 8°. (2) Huizinga, J. Herfsttij der middeleeuwen; studie over levens- en gedachtenvormen der veertiende en vijftiende eeuw in Frankrijk en de Nederlanden. Haarlem, 1919. XI, 568 blz. 8°. (3) Huizinga, J. Herfsttij der middeleeuwen; studie over levens- en gedachtenvormen der veertiende en vijftiende eeuw in Frankrijk en de Nederlanden. Haarlem, 1919. XI, 568 blz. 8°. De keuze tusschen deze drie typen zal in hoofdzaak bepaald worden door de mate waarin men het hoofdwoord geaccentueerd wil zien. Een bij-overweging kan de plaatsruimte zijn, welke de titelbeschrijving, — vooral in gedrukte catalogi in boekvorm, —inneemt. Zijn de gedrukte titelbeschrijvingen bestemd om uitgeknipt en op losse kaarten geplakt te worden, of wel, worden de titelbeschrijvingen op losse kaarten geschreven, dan verdient het derde type den voorkeur. (e) Hoe minder verschillende lettertypen in het hoofdwoord worden gebruikt, hoe rustiger ook het titelbeeld c.q. de bladspiegel wordt; hoe minder ook de catalogusgebruiker door, — in den grond niet zoo heel gewichtige, — typografische onderscheid-makingen wordt afgeleid. Enkele tegenstellingen als voorbeeld. Vliet, P. G. van den. Berekening van rentabiliteitswaarden, emissiekoersen en rendementen van obligatieleeningen. Purmerend, 1928. 8°. 50 blz. Vliet, P. G. van den. Berekening van rentabiliteitswaarden, emissiekoersen en rendementen van obligatieleeningen. Purmerend, 1928. 8°. 50 blz. Alkcmadc, K. van, en P. van der Schelling, Nederlands displegtigheden ... Rotterdam, 1732—'35. 8°. 3 dln. Alkemade, K. van, en P. van der Schelling. Nederlands displegtigheden... Rotterdam, 1732—'35. 8°. 3 dln. Lubeley, L [ps. van J. I. D. A. J. Engelberts]. In de provincie. Nijkerk, 1927. 8°. 239 blz. Lubeley, I. [ps. van J. I. D. A. J. Engelberts]. In de provincie. Nijkerk, 1927. 8°. 239 blz. (f) Wanneer in den titel of in de annotatie eigennamen voorkomen, die in aanmerking komen om op hun beurt hoofdwoord te worden in een verwijzing (vertalers, bewerkers van nieuwe drukken, opgeloste pseudoniemen, schrijvers van deelen van een seriewerk, enz.) ,f dan plegen deze eveneens typografisch te worden geaccentueerd, doch niet met vette letters. VOORBEELDEN. London, Jack. Michael, broeder van Jerry; vertaald door Mej. Dr. J. de Jongh. Amsterdam, z-j. Pinksterbloem, De; een verzameling dansen zooals ze in de A. J. C. gedanst en gezongen worden; [verz. door Line Tiggers]; met prenten van Wim Oepts. Amsterdam, 1926. 8°. Anna Maria de Sandra; door L. E[ngelberts]. Zeist, [1928]. 8°. 197 blz. Weten en kunnen. 8°. 156. _ Gink, C. S. Th. van. Natuurlijk broeden en fokken van kuikens [1929]. 47 blz. Aant. 54. — De annotatie [§§ 51—57]. Men onderscheide scherp twee soorten van annotaties: de bibliografische- (§ 51—55; 57) en de analytische annotatie (§ 56). De bibliografische annotatie biedt een welkome gelegenheid voor het greve, Praktijk en Theorie der Titelbeschrijving. ' beschrijven" het woord „catalogiseeren" in omloop is. Men komt zóó ook te spreken van „catalogusregels" inplaats van het correctere „Regels voorjde titelbeschrijving". Toch zijn „titelbeschrijven" en „catalogiseeren" twee verschillende soorten van arbeid; twee tempo's, die elkaar opvolgen maar niet identiek rijn. Voor het „catalogiseeren" kunnen op zich zelf regels gegeven worden: voor het systematisch catalogiseeren andere dan voor het catalogiseeren naar trefwoorden. Voor het „catalogiseeren" van den alfabetischen hoofdwoordencatalogus gelden de „Regels voor de alfabetische rangschikking", die gedeeltelijk ook van dienst zullen rijn wanneer men naar trefwoorden alfabetisch rangschikt. (b) Ook de „bibliograaf" maakt in den regel gebruik van één en dezelfde titelbeschrijvingen als de „catalograaf". Het onderscheid tusschen „catalogus" en „bibliografie" ligt hierin, dat de eerste een boekenlijst is van een bestaande verzameling boeken, hetzij permanent bestaand, hetzij tijdelijk bestaand; de tweede echter een lijst van een fictieve verzameling. Permanent bestaande boekenverzamelingen zijn in den regel bibliotheken, openbare of niet-openbare, eigendom van particulieren of van instellingen, officieele dan wel particuliere. Tijdelijk bestaande boekenverzamelingen zijn: in veiling gebrachte collecties, en door een uitgever, boekhandel of antiquariaat aangeboden boeken. Men spreekt dan van veilings-, fonds- of prijscatalogi. Bibliografieën daarentegen zijn boekenlijsten van niet bestaande, — althans niet noodzakelijk bestaande, — dus fictieve boekenverzamelingen. Onverschillig of inderdaad ergens zoo'n collectie boeken aanwezig is over een onderwerp, een persoon, een gebeurtenis, een stad, enz. kan daarvan een bibliografie worden samengesteld. „Bibliografie" in den zin van ,,boekbeschrijving" is nog iets anders dan „titelbeschrijving" in den zin van „titeloverneming". De Franschen verstaan daaronder vaak wat wij „boekbespreking" noemen. Vaak ook wordt „bibliografie" gebruik voort „documentatie"; „bibliograaf" voor „boekenkenner". Wij komen hiermede echter reeds te ver op het gebied der significa. SYNOPTISCH REGISTER van Paragrafen der „Regels" en Aanteekeningen II §§ aanteekeningen §§ aanteekeningen 1 1; 7c 25 33; 36; 50 2 1—3; 5—10; 40—43 ; 26 47; 52 27 3 45 28 4 11; 51 29 5 11 30 6 11 31 7 4 32 8 12 33 14a; 21; 29—32 ; 33; 9 46d 48d 10 13; 15b; 56 34 33—35 ; 49 11 14; 53 35 13; 14b; 28b; 33; 38; 12 17—19 49 13 20—22; 48 36 33 14 23 37 13c; 33; 34; 35c en f; 15 24; 33 37 16 25; 28 38 - 33; 37; 38; 46 17 26 39 21; 33; 37; 46 18—32 15e 40 33; 38 18 51 41 14b; 33; 37 19 33; 36; 51 42 20 43 13e 21 44 13e 22 33; 36 45 3; 13e 23 7b 46—53 54 24 33; 36 | ONDERWERPENREGISTER De cijfers verwijzen naar het volgnummer der Aanteekeningen Aanhalingsteekens. — 12. Aanhangsels. — 44. Afkortingen. — 4. Alfabetische rangschikking. — 15. Annotaties. — 54. Anonieme klassieken. — 28c. Anoniemen. — 37. Auteursnamen. — 48-52. Auteursomschrijvingen. — 33-35. Bekorte titelbeschrijving. — 55. Bewerkers van nieuwe drukken. — 48. Bewerkingen. — 20; 48. Bibliografie. — 56b. Bibliotheekbanden. — 38e; 42c. Bloemlezingen. — 17. Briefwisselingen. — 32. Bijbels. — 38a. Catalogues raisonnés. — 25b. Catalogus en bibliografie. — 56. Colophon. — 8a. Componisten. — 19b. Convoluten. — 38e; 42c. Corporaties als uitgevers. — 13é. Custoden. — 8a. Cijfers. — 3. Dagbladen. — 42a. Deeltitels. — 47. Dektitels. — 31b-f. Dissertaties. — 23. Drukfouten. — 2b; 52. Dubbele titels. — 45. &-teeken. — 4c. Fotografen. — 25d. Gebiedende wijs. — 37d. Genitief-constructies. — 5e; 13b en c; 37f. Getallen. — 3. Grafisch accent. — 53. Handelscatalogi. — 24. Hoofdletters. — 11b. Hoofdwoord en rangwoord. — 15. Hoofdwoorden grafisch geaccentueerd. — 53. Huisregels. — 39. Illustrators. — 25c. Inhoudsopgaven. — 5b. Initialen. — 33-35. Kenspreuken. — 33-35. Kinderboeken. — 20c Komma's als omzettihgsteeken. —«■ 14. Koppelteeken-auteurs. — 48e. Kunstmatig gevormde hoofdwoorden. — 38. Kunstwerken. — 25. Kwalificatie. — 34b. Latijnsche namen. — 51b. Leesteekens. — 9. Lengtebepalingen. — 37c Levensbeschrijvingen. — 28a en b; 37g. Liber. — 38c. Libretto's — 20b; 26. Liederboeken. — 19. Medewerkerschap. — 30b. Meertaligheid. — 43. Meervoudig auteurschap. — 29-32; 48d. Mémoires. — 22. Monogrammen. — 37e. Motto's. — 5a. Naamspellingsvarianten. — 51. Nieuwe drukken. — 48. Nieuwe titeluitgaven. — 45b. Omzettingen bij anoniemen. — 37d. — in pseudoniemen. — 35. — in den schrijversnaam. — 14. „Ook getiteld". — 45b. Opgeheven anonimiteit. — 49. — pseudonimiteit. — 50. ~~ Overdrukken. — 42a. Overneming van het titelblad. —1-14. Praedicaten. — 5c. Pseudoniemen. — 33-35. Pseudo-pseudoniemen. — 36; 50b. Redacteur-samenstellers. — 21; 31f. Redactie van den druk. — 53. Repertoires. — 19a. Ronde haakjes. — 10; 14a. Russische namen. — 51a. Samengestelde woorden. — 37b. Schrijfwijzen. — 2. Schuilnamen. — 33-35. Schuilspreuken. — 33-35. Schuilteekens. — 33-35; 38b. Serietitels. — 46. Siertitels. — 41. Soortnamen. — 34b en c. Sprekers. — 22. Stijl. — 39. Taalfouten. — 2b. Teekeningen in titels. — 42b. Tegenstrijdige gegevens. — 8b. Tekstboekjes. — 20b; 26. Testament, O. en N. — 38a. Titelblad ontbreekt. — 42. Tittlblad(zijde). — 40. Titeldruk. — 53. Toevoegingen tot den titel. — 7-8. Tooneelstukken. — 20b. Tijdsbepalingen. — 37c. Tijdschriftentitels. — 46. Typografische uitvoering. — 53. Uitbreiding van het begrip „schrijver". — 16-28. Uitlichting van het hoofdwoord. — 13. Uittreksels. — 18. Veranderingen in auteursnamen. — 48-52. — in titels. — 45-46. Verborgen auteurschap. — 33-37. Verschillende deeltitels. — 47. Verslagen en rapporten. — 13e. Vertaler-bloemlezers. — 17b. Verwijzingen. — 27. — van pseudoniemen. — 35d. Verzamelde werken. — 5f. Verzamelingen. — 38e; 42c. Vierkante haakjes. — 7. Voorwaarden van uitgave. — 5d. Vraagstukkenverzamelingen. — 44d. Vraagwoorden. — 37d. Vreemde lettertypen. — 11a. Vrouwennamen. — 22; 48f. Vrijheid van toepassing der „Regels". — 39. Weglatingen. — 5. Weglatingsteeken ,,...". — 6. Dr. W. J. AALDERS DE GROND DER ZEDELIJKHEID Prijs, gebonden f 7,50 MYSTIEK HAAR VORMEN, WEZEN, WAARDE Prijs, ingenaaid f 8,50, gebonden £ 10,00 En hiermede komen wij aan de groote positieve waarde van Aalders' studie. Men kan daarvan zeggen, dat zij goed geschreven, rijp en bezonnen, fijngevoelig en nog vele andere goede dingen meer is. Dat spreekt bij een boek van Aalders eigenlijk vanzelf. Maar men kan meer zeggen: het boek brengt een hoogst belangrijke bijdrage tot de wezensbepaling van de specifiek christelijke mystiek, zooals die tot nu toe. bij mijn weten, niet gegeven was; dat maakt het niet alleen tot een mooi. maar tot een belangrijk boek. Prof. Dr. G. v. d. Leeuw in Alg. Weekblad. J. H. F. KOHLBRUGGE SYSTEMATISCH EN BESCHRIJVEND LEERBOEK DER VOLKENKUNDE MET AFZ. ATLASJE MET KAARTEN EN AFBEELDINGEN Prijs, gebonden . . f 11,50 ... Ik wil al dadelijk de hoop uitspreken, dat dit boek, dat veel en veel meer is dan een leerboek, een plaats moge vinden in de bibliotheek van en gestadig nageslagen worden door een ieder, die rnimer inzicht zoekt te verwerven in de ontwikkeling van het menschdom in de breedste beteekenis van het woord .... Dit is een boek, dat niet binnen den kring der vakbeoefenaren mag blijven. Historici in de allereerste plaats, maar ook classici, folkloristen en theologen zullen wijs doen met het tot hun vraagbaak in tal van studiekwesties Universeele eruditie en breede mcnschelijkheid stempelen deze ethnologische synthese tot een arbeid van den allereersten rang, en geven den scherpzinnigen, fijn gecultiveerden onderzoeker en auteur het volste recht op aller dankbaarheid. H. E. Becht in Weekbl. v. Gymn. en Middelb. Onderw. K. J. PEN VAN KANT NAAR HEGEL EENIGE HOOFDLIJNEN IN DE ONTWIKKELING DER PHILOSOPHIE Prijs, gebonden f 2,90 UITGAVEN VAN J. B. WOLTERS - GRONINGEN, DEN HAAG Dr. Gerard Brom, BAROK EN ROMANTIEK. Een rede gehouden op het 10e Philologencongres, nader uitgewerkt en van aanteekeningen voorzien. Prijs, gebonden ' 2,50 Dr. Gerard Brom, ROMANTIEK EN KATHOLICISME IN NEDERLAND. Eerste deel: Kunst. Tweede deel: Wetenschap en Staatkunde. Gewone uitgave, in linnen. Prijs per deel - I 7,90 twee deelen te zamen , - 15,80 Luxe uitgave, met perkamenten rug, kop verguld, uitsluitend twee deelen te zamen . . f 19.80 Dr. G. Kalff. WESTEUROPEESCHE LETTERKUNDE DER 15e EN 16e EEUW, in 2 deelen, gebonden af 5,90 Dr. G. Kalff Jr., FREDERIK VAN EEDEN. Psychologie van den Tachtiger, met karikaturen en portretten, bandteekening van C. A. Lion Cachet, geb. f 4,90 M. A. P. C. Poelhekke. LYRIEK, met bandteekening van Johan Dijkstra, gebonden * 5,90 Dr. J. Prinsen J.Lzn., DE ROMAN IN DE 18e EEUW IN WESTEUROPA, gebonden f 4,90 W. L. M. E. van Leeuwen, EPIEK EN LYRIEK. Een leesboek voor de 3e (middel-) klasse van H. B. S., Gymnasium, Lyceum en Kweekscholen, met korte aanteekeningen over inhoud en vorm van woordkunst, met 8 buitentekstplaten, bandontwerp van Otto van Tussenbroek, ing. f 3,50, geb.. . . f 3,90 W. L. M. E. van Leeuwen, DE NEDERLANDSCHE DICHTKUNST SINDS 1880, ingenaaid f 3,50, gebonden f 3,90 W. L. M. E. van Leeuwen, NATUUR EN DICHTER. Een monographie ter afsluiting van het literatuuronderwijs, en voor zelfstudie, met bloemlezing, met 8 buitentekstplaten, ingenaaid f 3,90, gebonden f 4,50 Dr. A. J. van der Meulen en M. ten Bouwhuys, PLATEN-ATLAS VOOR DE VADERLANDSCHE GESCHIEDENIS, ten dienste van het Gymnasiaal en Middelbaar onderwijs. Kweekscholen en Normaallessen, bezorgd door Dr. N. B. Tenhaeff, gebonden 5e druk f 4,50 M. A. P. C. Poelhekke en Dr. C. G. N. de Vooys, PLATEN-ATLAS BIJ DE NEDERLANDSCHE LITERATUURGESCHIEDENIS, gecartonneerd f 4.50, gebonden 3e druk f 4.90 UITGAVEN VAN J. B. WOLTERS - GRONINGEN. DEN HAAG TEKST EN UITLEG PRAKTISCHE BIJBELVERKLARING DOOR Dr. F. M. TH. BÖHL EN Dr. A. VAN VELDHUIZEN L HET OUDE TESTAMENT Met medewerking van Dr. L. H. K. Bleeker, Dr. A. H. Edelkoort, Dr. A. van der Flier G.Jzn., Dr. B. Gemser, Ds. J. H. de Groot, Dr. Joh. de Groot, Dr. H. W. Obbink, Dr. Th. L. W. van Ravesteijn, Dr. G. Smit, Dr. A Troelstra, Dr. G. J. Thierry en Dr. W. J. de Wilde. Verschenen: Dr. F. M. Th. Böhl. Genesis. 2 deden — 2e druk. Dr. B. Gemser. Spreuken, deel I. Dr. F. M. Th. Böhl. Exodus. Dr. A. van der Flier G.Jzn.. Jesaja. 2 deelen. Dr. A. H. Edelkoort. Numeri. Dr. Th. L. W. van Ravesteijn. Jeremia. 2 deelen. Dr. G. Smit. Ruth, Ester en Klaagliederen. Dr. G. Smit Kleine Profeten, deel II (Habakuk-Maleachi). Dr. L. H. K. Bleeker. Job. In bewerking: Dr. W. J. de Wilde, Leviticus. Dr. F. M. Th. Böhl. Ezra en Nehemia. Dr. Th. L. W. van Ravesteijn. Deuteronomium. Dr. F. M. Th. Böhl. Psalmen.. Dr. Joh. de Groot, Jozua. Dr. B. Gemser. Spreuken, deel II. Prediker en Hooglied. Dr. G. J. Thierry. Richteren. Dr. A. Troelstra. Ezechiël. Dr. Joh. de Groot, I en II Samuël. Dr. H. W. Obbink, Daniël. Dr. G. J. Thierry. I' en II Koningen. Dr. L. H. K. Bleeker. Kleine Profeten, deel I (Hozca- Ds. J. H. de Groot, I en II Kronieken. Nahum). Prijs per deel, afzonderlijk besteld, gebonden f 2,90 Bij inteekening op de serie - 2,75 Bij inteekening op de serie voor inteekenaren N. T - 2,50 li HET NIEUWE TESTAMENT Met medewerking van Dr. J. A. C. van Leeuwen, Dr. H. M. van Nes, Dr. J. Th. Ubbink, Ds. J. Willemze en Dr. J. de Zwaan. Dr. J. A. C. van Leeuwen, Het Evangelie van Mattheus — 3e druk. Dr. A. van Veldhuizen. Het Evangelie van Mar- Dr. I. de Zwaan, Het Evangelie van Lucas — 2e druk. Dr. J. Th. Ubbink. Het Evangelie van Johannes — 2e druk. Dr. J. de Zwaan. De Handelingen der Apostelen. Dr. A. van Veldhuizen, Paulus en zijn Brief aan de Romeinen — 3e druk. Prijs per deel, afzonderlijk besteld, gebonden Bij bestelling van de serie • Dr. A. van Veldhuizen. Paulus' Brieven aan de Korinthiers — 2e druk. Dr. H. M. van Nes, Paulus' Brieven aan de Galatiërs. Eféziërs. Filippenzen, Kolossenzen, Thessalonicenzen (1 en 2). Timotheus (1 en 2), Titus en Filémon — 2e druk. Dr. H. M. van Nes, De Brief aan de Hebreen - De Brief van jakobus — De eerste Brief van Petrus. Ds. J. Willemze, De tweede Brief van Petrus - De Brieven van Johannes — De Brief van Judas — 2e druk. Ds. J. Willemze, De Openbaring van Johannes — 2e druk. f 2,90 - 2.50 HET NIEUWE TESTAMENT IS COMPLEET VERSCHENEN UITGAVE VAN J. B. WOLTERS — GRONINGEN, DEN HAAG