cld F EB Openbare Arbeidsbemiddeling Handboek door C. J. VERSLUYS en A. F. J. PRINCEN, leider van en ambtenaar bij de afdeeling arbeidsbemiddeling van den Gemeentelijken dienst der arbeidsbemiddeling, werkloosheidsverzekering en sociale aangelegenheden, tevens Districtsarbeidsbeurs te Dordrecht. Met een woord vooraf van Ir. R. A. VERWEY, Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling te 's-Gravenhage. DEEL II - 1935 UITGAVE: VERMANDE ZONEN IJMUIDEN - HOORN INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK I. blz. 1 Loonen . • 8 1 Loonen in 110 grootere gemeenten (Staat A) en 691 ' kleinere gemeenten (Staat B) in de beroepen m: a. het typografie- en rasterdiepdrukbednjf ; b. de bouwbedrijven; c. het loodgietersbedrijf ; d. het steenhouwersbedrijf; e. het steen- en houtgranietbedrijf, f. het transportbedrijf ; g. het meubileeringsbedrijf; h. de kleedingindustrie ; i. het boekbindersbedrijf. Opmerkingen bij de loonen in staatvorm . ^ Staat A 20 Staat B . • ; • ; 58 § 2. Loonen in het lithografisch bedriji 8 3 Loonen in het chemigrafisch bedrijf s 4. Loonen in de straatmakersbedrijven ' 66 § 5. Loonen in het stukadoorsbedrijf • ^ § 6. Loonen in het mijnbedrijf „2 8 7. Loonen in de metaalindustrie • gQ 8 8. Loonen in het bakkersbedrijf gg 8 9. Loonen in de slagersbedrijven ^ 8 10. Loonen in de landbouwbedrijven ■ • • 8 11. Loonen in het bloembollenbedrijf ■ gg 8 12. Loonen in het baggerbedrijf . • 1 13. Loonen in het binnenbeurtvaartbedrijf ■ • | 14. Loonen in de geregelde lijnvaart ter koopvaardij^^ 8 15 Arbeidsvoorwaarden bij uitvoering en on § van werken onder het beheer van het Departement ^ van Waterstaat . HOOFDSTUK II. b[z .113 Bijlagen • j Lijst van organen der openbare arbeidsbemiddeling 113 § la. Lijst van telefoonnummers van gemeentelijke ar- ^ beidsbeurzen § 2. Lijst van ingevolge het Werkloosheidsbesluit 191/ gesubsidieerde vereenigingen met nationale werk- ^ loozenkas 194 I. Bouwvakken ^ II. Diamantnijverheid III. Fabrieksnijverheid IV. Grafische vakken ^ V. Handels- en Kantoorpersoneel . . • VI. Hötelbedrijf VII. Houtbewerking VIII. Kapperspersoneel IX. Kleedingindustrie X. Land- en Tuinbouw XI. Metaalnijverheid ^ XII. Mijnbouw XIII. Opzichthoudend personeel e.d. . - XIV. Tabaksindustrie ^ XV. Textielnijverheid " XVI. Toonkunstenaars ; XVII. Transportbedrijf, visscherij en scheepvaart 2U» XVIII. Voedings- en genotmiddelenfabricage . XIX. Vereenigingen, niet behoorende tot een der groepen I tot en met XVIII . 8 2a. Lijst van ingevolge het Werkloosheidsbesluit 1917 gesubsidieerde vereenigingen met plaatselijke wer - ^ loozenkas . • • • * " ' oir S 3. Lijst van postadressen van gemeentebesturen . . § 4. Lijst van z.g. verboden vereenigingen . . ■ ^ S 5. Klasse-indeeling van de gemeenten (B.B.R. 193 ) . § 6. Lijst van bedrijf skiassen en bedrijfsgroepen . . § 7. Beroepsklapper . • , 437 S 8 Literatuurlijst voor beroepskunde § 9'. Gegevens omtrent landen waarheen emigratie moge- ^ liik is • • • * * * Wenken voor het afsluiten van arbeidsovereen- komsten voor arbeid in den vreemde . blz. a. Internationaal-Europeesche migratie : 451 Duitschland 459 Frankrijk 465 Luxemburg • .470 .Portugal • 471 Sow jet-Rusland • ,476 Spanje ••••'. 477 Zwitserland b. Intercontinentale migratie . 482 Argentinië . . 489 Australië ' . 490 Brazilië . 504 Canada . . 508 Chili * _ 512 Egypte . _ 516 Ned.-Indië 524 Nieuw-Guinea • 534 Palestina • 541 Suriname • 555 Zuid-Afrika hoofdstuk ni. 568 Statistische gegevens hoofdstuk i. LO O N EN § 1 LOONEN IN 110 GROOTERE GEMEENTEN (STAAT A) EN 691 KLEINERE GEMEENTEN (STAAT B). De i» dit " Co!l«S In staatvorm (blz. ^^^^g^ldJ minimum-weekloonen van ^bÏ2^tTber?i0en geldend in 110 grootere gemeenten en een 26 tal beroepen geldend in 691 kleinere gemeenten. i i 7nn verkregen door het minimum-uurloon te De weekloonen zijn ve ^ enten (zooals vaCantiebonnen) vermenigvuldigen met . „platen Is achter een plaats- zijn geheel buiten dan ka" naam geen weekloon voor gemeente worden beschouwd als normaal weekloon voor die gemeente ^ ^ aan. het loon, dat achter een den naam van iedere gemeente SfhTS ta— genoemd om een vergelijking mogelijk te Sfaa°ndach. word, erop ST*- niet de ter plaatse In lijstvorm (blz. 58 lH) ^ in staatvorm te wor- bedrijfsgroepen, welke zich met leenen om den samengevat. 1 Opmerkingen bij de loonen in staatvorm. 1. handzetters, bewerkers van het toetsenbord der Monotypemachine, opmakers bij dagbladen, drukkers aan de cylinderen degelpersen en aan de hiermede gelijkgestelde machines, expediteurs en drukkerij-binders van 24 jaar en ouder. Partijen bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst in de Typografie en het Rasterdiepdrukbedrijf in Nederland zijn de Ned. Bond van Boekdrukkerijen, R.-K. Ver. v. Drukkerspatroons, Bond van Chr. Drukkerspatroons in Ned. en de Alg. Ned. Typografenbond, Ned. Kath. Grafische Bond, Ned. Chr. Grafische Bond en de Ned. Litho-, Foto- en Chemigrafenbond. De overeenkomst is aangegaan 5 November 1933 en geldt tot Zaterdag 4 April 1936. Tenminste zes maanden vóór het einde van deze overeenkomst zullen de hoofdbesturen van contractanten of hun gemachtigden met elkander in overleg treden over eventueele verlenging dezer overeenkomst. Op grond van dit overleg kunnen de hoofdbesturen bepalen, dat deze overeenkomst voor den termijn van één jaar wordt verlengd. Tenminste zes maanden vóór het einde dezer verlengde overeenkomst zal gelijk overleg worden gehouden als in het voorgaande bedoeld en hebben de hoofdbesturen ten aanzien van een tweede verlenging voor den termijn van één jaar, gelijke bevoegdheid als bij de eerste verlenging. En zoo vervolgens, telkens voor den termijn van één jaar. 2. machinezetters, onder wie niet worden gerekend de bewerkers van de Monotype-machine. Zie verder opm. 1. 3. lettergieters a.; monotype-, ludlow- en andere lettergieters (één gietmachine). Gezellen van 24 jaar en ouder, die minstens gedurende een jaar als zoodanig zijn werkzaam geweest. Zie verder opm. 1. 4. lettergieters b.; monotype-, ludlow- en andere lettergieters (twee gietmachines). Zie ook opm. 1 en 3. 5. rotatiepersdrukkers A, drukkers aan de rotatie-persen en aan de hiermede gelijkgestelde machines ; Courant-Rotatiepersdrukkers A. Zie ook opm. 1. 6. rotatiepersdrukkers B, drukkers aan de rotatie-persen en aan de hiermede gelijkgestelde machines: Courant-Rotatiepersdrukkers B. Zie ook opm. 2. 7. galvaniseurs (clicheurs) en stereotypeurs. Zie ook opm. 1. 8. hulpvakarbeiders A, de werknemers die den leeftijd van 24 jaar hebben bereikt en waaraan de volgende werkzaamheden kunnen worden opgedragen: het pakken, slaan, pragen der matrijzen; het gereedmaken, zagen, facetteeren, fraisen, hobelen en gieten der platen. Zie ook opm. 1. 9. hulpvakarbeiders B, de werknemers bij cylinderpersen en de hiermede gelijkgestelde machines en bij de machinezetterij, drukkerij, stereotypie, binderij, aan de courant-rotatiepers en de hiermede gelijkgestelde machines, die minstens een half jaar in het vak werkzaam zijn geweest. Zie ook opm. 1. 10. steenhouwers. Partijen bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Steenhouwersbedrijf in Nederland zijn de Bond van Steenhouwerspatroons in Nederland en de Ned. R.-K. Bond van Werkgevers in het Natuursteenbedrijf ter eener zijde en de Algem. Ned. Bouwarbeidersbond, de Ned. R.K. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph", de Ned. Chr. Bouwarbeidersbond en de Chr. Nationale Bouwarbeidersbond in Nederland ter andere zijde. De overeenkomst is gesloten voor den tijd van 9 maanden, aan te vangen 1 Juni 1935 en dus eindigende op 1 Maart 1936. Indien partijen deze overeenkomst na haar eindiging niet ongewijzigd mochten wenschen voort te zetten, zijn zij gehouden eventueele voorstellen tot wijziging uiterlijk 2 maanden voor het eindigen der overeenkomst aan de wederpartij te doen toekomen. Bij gebreke hiervan zal zij geacht worden telkens voor den tijd van één jaar op dezelfde voorwaarden te zijn vernieuwd. Het uurloon van vakbekwame polijsters bedraagt 90% van dat der steenhouwers in dezelfde gemeente. 11. loodgieters. Partijen bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Loodgietersbedrijf zijn de Bond van Loodgieters- en fitterspatroons in Nederland en de Alg. Ned. Metaalbewerkersbond, R.-K. Metaalbewerkersbond „St. Eloy", Chr. Metaalbewerkersbond. Zij is aangegaan voor den tijd van 1 Maart 1925 tot en met 29 Februari 1936. Opzegging moet minstens 3 maanden voor afloop te kennen worden gegeven. Wanneer zij niet is opgezegd, wordt zij geacht onveranderd te zijn vernieuwd telkens voor den duur van één jaar. 12. schilders, van 23 jaar en ouder. Werknemers die op 1 November 1933 den leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, ontvangen als overgangsmaatregel een loon van 23-jarigen en ouderen. Partijen bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst regelend de Arbeidsvoorwaarden in het Schildersbedrijf in Nederland zijn de Bond van Ned. Schilderspatroons, Ned. R.-K. Bond van Schilderspatroons, Ned. Bond van Chr. Schilderspatroons en de Ned. Schildersgezellenbond, R.-K. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph , en de Ned. Chr. Bouwarbeidersbond. Deze overeenkomst is in werking getreden op 1 November 1933 en zou geëindigd zijn op 31 December 1934. Zij kan door elk der gecontracteerde partijen worden opgezegd, mits deze een termijn van drie maanden in acht nemen. Geschiedt dit niet, dan wordt zij geacht voor een jaar te zijn verlengd en zoo telken jare. Vóór 30 September 1934 is zij niet opgezegd en kan dus stilzwijgend worden geacht te zijn verlengd tot 31 December 1935. Vóór 30 September 1935 zal zij moeten worden opgezegd, anders geldt zij vanaf 1 Januari 1936 weer tot 31 December 1936, enz. 13. timmerlieden, geschoolde bouwarbeiders. Onder geschoolden worden verstaan beoefenaars van vakken, die een langen leer- en oefentijd eischen. Werknemers, die wonen in bebouwde gedeelten van gemeenten, die onmiddellijk grenzen aan de bebouwde gedeelten van een gemeente, waar een hooger loon wordt betaald, ontvangen dat hoogere loon. Partijen bij de Landeüjke Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Bouwbedrijven zijn de Ned. R.-K. Bond van Bouwpatroons en de Ned. Chr. Aannemers- en Bouwpatroons ter eener en de Alg. Ned. Bouwarbeidersbond, de Ned. R.-K. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph", de Ned. Chr Bouwarbeidersbond en de Chr. Nationale Bouwvakarbeidersbond ter andere zijde. Deze overeenkomst is aangevangen op 1 Maart 1935 en eindigt 29 Februari 1936. Voorstellen tot wijziging moeten worden ter kennis gebracht en'of opzegging moet worden gedaan uiterlijk 1 November 1935. Worden vóór 1 November 1935 geen wijzigingen ingediend, noch opzegging gedaan, dan wordt zij geacht te zijn vernieuw voor den tijd van één jaar. 14. metselaars, als opm. 13. 15. voegers, als opm. 13. 16. betonwerkers, als opm. 13. 17. vlechters (betonijzervlechters), als opm. 13. 18. opperlieden, geoefende bouwarbeiders. Onder geoefenden worden verstaan beoefenaars van vakken, die hoofdzakelijk oefening of routine eischen. Verder als opm. 13. 19. grondwerkers, als opm. 13 en 18. 20. betonw.-opperlieden, als opm. 13 en 18. 21. ongeschoolde bouwarbeiders. Onder ongeschoolden worden verstaan beoefenaars van vakken, waarvoor geen opleiding noodzakelijk is. Verder als opm. 13. 22 kleermakers, die op uur- of weekloon werken, met uitzondering van uitsluitend reparateurs. Partijen bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst in het Heerenkieeding-maat- (annex confectie-) bedrijf zijn de Ned. Ver. v. Werkgevers m het Heerenkleedingbedrijf in Ned. en de Ned. Chr. Bond van Arbeiders en Arbeidsters in de Kleedingindustrie en aan verwante vakken, Ned. Bond van Mannelijke en Vrouwelijke Arbeiders in de Kleedingindustrie en aanverwante vakken, Ned. R.-K. Naaisters- en Kleermakersbond ,.St. Gerardus Majella",Federatieve Bond van Arbeiders(sters) in de Kleedingindustrie en aanverwante vakken. Deze overeenkomst geldt van 15 Februari 1935 tot 16 Februari 1936. 23. kleermakers (atelier-werkers), die op stukloon en of een door partijen goedgekeurd tarief werken. Verder als opm. 22. 24 kleermakers (overigen), die op stukloon en/of een door partijen goedgekeurd tarief werken. Verder als opm. 22. 25. atelierwerkers, uitsluitend reparateurs, als opm. 22. 26. overige atelierwerkers, uitsluitend reparateurs, als opm. 22. 27. bestellers bij de N.V. Expeditie-Onderneming van Gend en Loos, gevestigd te Utrecht; vermeld is het volle loon na 6 dienstjaren. Partijen ter anderer zijde zijn de Centrale Bond van Transportarbeiders te Rotterdam en de Ned. R.-K. Bond van Transportarbeiders „St. Bonifacius" te Amsterdam. Deze C.A.O. geldt van 1 Juli 1935 tot en met 30 Juni 1936. Indien géén der partijen tenminste drie maanden voor den afloopdatum tot opzegging overgaat, wordt deze overeenkomst telkens voor drie maanden verlengd. 28. koetsiers, als opm. 27. 29. vakarbeiders in het Boekbindersbedrijf van 24 jaar en ouder. Partijen bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Boekbindersbedrijf in Nederland zijn de Ned. Bond van Boekbinderspatroons en de Alg. Ned. Typografenbond, de Ned. Kath. Grafische Bond, de Ned. Chr. Grafische Bond, de Nederl. Grafische Bond. Deze overeenkomst is in werking getreden op 29 April 1934 en eindigt op 28 Maart 1936. Wanneer niet uiterlijk op 15 Januari 1936 deze C.A.O. is op- gezegd, wordt zij geacht stilzwijgend voor een jaar te zijn verlengd en zoo vervolgens. 30. mannelijke hulp vakarbeiders, van 24 jaar en ouder, als opm. 29. 31. vrouwelijke hulpvakarbeiders, van 24 jaar en ouder, als opm. 29. 32. beeldhouwers, ornamentisten en polychromeurs van 25 jaar en ouder. Partijen bij de C.A.O. in het Meubileeringsbedrijf zijn de Bond van Meubelfabrikanten in Nederland, de Ned. R.-K. Hanzebond „St. Reinoldus", Vereeniging van Werkgevers in het Meubelmakers-, Behangers-, Stoffeerders- en Beddenmakersbedrijf en aanverwante vakken ten behoeve van zijn leden en van de firma Vroom en Dreesman en de Alg. Ned. Bond van Meubelmakers, Behangers, Houtbewerkers en aanverwante vakgenooten, de Ned. R.-K. Bond van Houtbewerkers, Meubelmakers, Behangers en aanverwante vakgenooten „St. Antonius van Padua". Deze overeenkomst is aangegaan voor den tijd van elf maanden, ingaande 1 April 1935 en eindigende 29 Februari 1936. Indien partijen deze overeenkomst na hare beëindiging niet of niet ongewijzigd mochten willen voortzetten, zijn zij gehouden uiterlijk drie maanden voor het beëindigen daarvan aan de wederpartij van haar voornemen kennis te geven. Indien echter geen der partijen drie maanden van te voren aan de wederpartij kennis heeft gegeven, dat zij de overeenkomst niet langer of niet ongewijzigd willen zien bestendigd, zal de overeenkomst stilzwijgend worden geacht telkens met één jaar te zijn vernieuwd. 33. figuristen en figuurschilders, als opm. 32. 34. aankomende figuristen, als opm. 32. 35. overige hout- en steenbewerkers in het kerkwerkbedrijf, als opm. 32. 36. meubelmakers, machinale houtbewerkers, lijmers, stoelenmakers, houtdraaiers, stoffeerders, pianokasten-, orgelkastenen biljartmakers, als opm. 32. 37. behangers en beddenmakers, als opm. 32. 38. politoerders, beitsers en meubelschilders, als opm. 32. 39. behangers- en stoffeerdersnaaisters van 22 jaar en ouder, als opm. 32. 40. vloerleggers, volslagen arbeiders. Partijen bij de C.A.O. in het Steen- en Houtgranietbedrijf in Nederland zijn de Ned. Bond van Patroons in het Steen-, Houtgraniet- en Kunststeenbedrijf in Nederland en den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond, R.-K. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph" en de Ned. Chr. Bouwarbeidersbond. Zij geldt vanaf 1 April 1935 en eindigt op 29 Februari 1936. Wanneer drie maanden voor afloop de C.A.O. niet is opgezegd, wordt zij geacht onveranderd te zijn vernieuwd telkens voor den duur van één jaar. Uit de C.A.O.: „Het is den werkgever niet geoorloofd arbeid in aangenomen werk, stukwerk, tariefwerk, accoordwerk of volgens soortgelijk systeem te laten verrichten. Overtredingen daarvan kunnen worden beboet met een bedrag van ten hoogste honderd gulden." Voor gemeenten in de provincie Noord-Brabant is het weekloon van vloerleggers ƒ 27,84 en van schuurders en chauffeurs in het granitobedrijf ƒ 24, . 41. schuurders, volslagen arbeiders, als opm. 40.. 42. chauffeurs, in hoofdzaak werkende voor het granitobedrijf, als opm. 40. Gemeenten: TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF Aantal inw. per 1 Jan. 1935 «) M handzetters, enz. machineM zetters lettergieters A. ^ lettergieters B. rotatiepers drukkers A. rotatiepersdrukkers B. galvaniseuis enz. hulpvakarb. 00 A. ALKMAAR 30199 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 ALMELO 33976 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 ALPHEN A/D RIJN .. 18444 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 AMERSFOORT 44282 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 AMSTERDAM 781660 3163 3552 3360 3552 3600 3168 3360 2736 APELDOORN 67080 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 ARNHEM 83999 2784 3168 3024 3188 3216 2784 3024 2400 ASSEN 18941 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 ASSENDELFT 5339 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 BAARN 13086 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 BERGEN OP ZOOM .. 23555 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 BILT DE 13367 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 ROLSWARD 6785 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 ROXTEL 10957 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 BREDA 48850 2784 3168 3024 3168 3216 2734 3024 2400 BUSSUM 27483 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 COEVORDEN 7081 2496 2880 2736 2830 2928 2496 2736 2160 CULEMBORG 9546 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 DELFT ' 52809 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 DEVENTER 38432 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 DIEREN 262161) 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 DOESBURG 4966 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 DOETINCHEM 15937 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 DORDRECHT 59823 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 DRIEBERGEN 8200 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 EDAM 8731 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 EINDHOVEN 100458 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 ENKHUIZEN 9571 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 ENSCHEDE 86767 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 FRANEKER 8458 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 GELDERMALSEN .... 4626 — — — — — — GENNEP 3253 — — GOEs 9542 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 GORINCHEM 14160 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 GORREDIJK 199821) 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 GOUDA 31035 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 GRAVE 2320 — — — — — *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek, i) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. BOUWBEDRIJVEN ^ hulpvakarb. B. steen0 houwers ^ loodgieters G schilders ^timmerlieden £ metselaars M voegers cn betonm werkers vlechters g opperlieden M grond50 werkers betonen werkers opperlieden ^ ongeschoolde M bouwarb. 2208 2928 2928 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2208 2688 2616 2352 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2208 2928 — 2352 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 2208 2976 2568 2736 2496 2498 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2544 3312 3360 3120 3216 3216 3216 3216 3216 2976 2976 2976 — 2208 2688 2664 2448 2640 2640 2640 2640 2640 2208 2208 2208 1872 2208 2832 2928 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2208 2736 2520 2352 2400 2400 2400 2400 2400 1968 1968 1968 1728 2112 — — 2160 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2208 3024 2928 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2112 2688 — 2160 — — — — — — — — — 2208 — 2832 2736 2688 2688 2688 2688 2688 2256 2256 2256 1920 2016 — — — 2304 2304 2304 2304 2304 1824 1824 1824 1680 2208 2688 — 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2352 3024 2976 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2016 — — 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 2016 — — 2160 — — — — — — 2352 3312 2928 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2208 2688 2544 2448 2496 2498 2496 2496 2496 2064 2084 2064 1776 2112 — 2256 2256 — — — — — — — — — 2112 — — 2160 — — — — — — — — — 2112 2688 2256 2160 — — — — — — — 2208 2976 2928 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2112 — 2568 2448 — — — — — — — — — 2208 — — 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 2208 2688 — 2448 2640 2640 2640 2640 2640 2208 2208 2208 1872 2112 2736 2568 2352 2496 2498 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2208 2688 2616 2352 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2016 2688 — — — — — — — — — — — — — — 1968 — — — — — — — — — 2112 — — 2160 — — — — — — — — — 2112 2688 — — — — — — — — — — — 2016 — — — — — — — — — — — — 2208 2880 2568 2352 2496 2498 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 LOONEN. Gemeenten : KLEEDINGINDUSTRIE I B°EK Aantal inw. per 1 Jan. 1935 «) kleermakers kleermakers watelier-werk. kleermakers ^ (overigen) M reparateurs '"atelier-werk. M overige m reparateurs bestellers So koetsiers vakarbeiders ALKMAAR 30199 2880 2784 2736 2640 2592 2250 2180 2784 ALMELO 33976 2880 2784 2736 2640 2592 2420 2350 2784 AT PHEN A/D RIJN 18444 — — — — — — — 2784 AMERSFOORT 44282 3024 2928 2880 2736 2688 2420 2350 2784 AMSTERDAM 781660 3216 3120 3072 2928 2880 2775 2775 3168 APELDOORN 67080 2880 2784 2736 2640 2592 2250 2180 2640 ARNHEM 83999 3024 2928 2880 2736 2688 2420 2350 2784 ASSEN 18941 2688 2592 2544 2496 2448 2250 2180 2784 ASSENDELFT 5339 — — — — — — - — BAARN 13086 — — — — — 2250 2180 2784 BERGEN OP ZOOM .. 23555 2880 2784 2736 2640 2592 2250 2180 2640 BILT, DE 13367 — — — — — — — — BOLSWARD .... 6785 2880 2784 2736 2640 2592 — — — BOXTEL 10957 ----- 1955 1885 2640 BREDA 48850 3024 2928 2880 2736 2688 2420 2350 2784 BUSSUM 27483 3024 2928 2880 2736 2688 2250 2180 2928 COEVORDEN 7081 2688 2592 2544 2496 2448 — — — CULEMBORG 9546 2688 2592 2544 2496 2448 — — — DELFT 52809 3024 2928 2880 2736 2688 2420 2350 2928 DEVENTER 38432 3024 2928 2880 2736 2688 2420 2350 2784 DIEREN 262161) — — — — — 1955 1885 — DOESBURG 4966 2688 2592 2544 2496 2448 — — — DOETINCHEM 15937 — — — — — 1955 1885 2640 DORDRECHT 59823 3024 2928 2880 2736 2688 2420 2350 2784 DRIEBERGEN 8200 — — — — — — — 2640 EINDHOVEN 100458 3024 2928 2880 2736 2688 2595 2525 2784 ENKHUIZEN 9571 2880 2784 2736 2640 2592 2250 2180 ENSCHEDE 86767 2880 2784 2736 2640 2592 2420 2350 2784 FRANEKER 8458 — — — — — — — — GELDERMALSEN .... 4626 — — — — — 1955 — GENNEP 3253 _ — — — — — — — GOES 9542 2880 2784 2736 2640 2592 2420 2350 2640 GORINCHEM 14160 2880 2784 2736 2640 2592 1955 1885 — GORREDIJK 199821) 2688 2592 2544 2496 2448 — — — GOUDA 31035 2880 2784 2736 2640 2592 2420 2350 2784 GRAVE 2320 2688 2592 2544 2496 2448 — — — *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. i) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. S' MEUBILEERINGSBEDRIJF I CO CO .CO tn S Q.J-" ,SH W ' QJ 5 Ö Ü fi ft CÖ 3 ,«CÖ (1) WiLWo; ft tn x 3rö^rö 3 v .4» Vs!co £ rö ft a> ft W) £ o ■*J il |s ia 11 z||^s|g §s ££3 $ g £2 cï ^ 5-1 TJ o 3 D 2 d 3 c* _ci ^ £5 ""ö ft ^ ts d i! sj-3 1 I *§ II Si li I I s l I II g g >| j ^ ^ ts £ e i^-0 ■=« > 15a | 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 2496 1534 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 2976 2493 2496 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2880 2400 2400 2496 1584 — — — — — — 3120 2688 2688 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 3120 2688 2688 2880 1728 3168 3840 3408 2688 3072 2976 2880 1776 3216 2832 2832 2352 1536 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2784 2400 2400 2496 1584 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 2976 2496 2496 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2688 2352 2352 — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 3120 2688 2688 2496 1584 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 3120 2688 2688 2352 1536 — — — — — — — — — 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 3120 2688 2688 — — 2736 3312 2976 2160 2640 2592 2496 1536 — — — 2352 1536 — — — — — — — 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — 2640 1632 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 3120 2688 2688 — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — 2640 1632 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 3120 2688 2688 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2880 2400 2400 — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2976 2496 2496 2352 1536 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2976 2496 2496 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 3120 2688 2688 2352 1536 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 3120 2688 2688 — — 2736 3312 2976 2160 2640 2592 2496 1536 2976 2496 2496 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — — 2976 2496 2496 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2880 2400 2400 — — 2736 3312 2976 2160 2640 2592 2496 1536 — — — — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2976 2496 2496 2352 1536 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — _ _ _ _ ______ _ 3120 2688 2688 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2976 2496 2496 *) Voor gemeenten in de provincie Noord-Brabant is het weekloon voor vloerleggers ƒ 27.84, schuurders ƒ 24.—chauffeurs ƒ 24.—. Gemeenten: Aantal inw. per 1 Jan. 1935 *) handzetters, enz. machine zetters w lettergieters A. ^ lettergieters B. rotatiepers01 drukkers A rotatiepers05 drukkers B. galvaniseurs enz. hulpvakarb. 00 A. TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF 's-GRAVENHAGE .. 477472 3072 3456 3264 3456 3504 3072 3264 2592 GRONINGEN 112938 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2493 HAARLEM 129127 3072 3456 3264 3456 3504 3072 3264 2592 HARLINGEN 11027 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 HEERENVEEN 21462 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 HEERLEN 50149 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 HELDER DEN ... 34394 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 HELMOND 26813 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 HENGELO (O.) 35720 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 's-HERTOGENBOSCH .. 45420 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 HEUSDEN 1735 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 HILVERSUM 66627 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 HOOGEVEEN 16381 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 HOOGEZAND 11743 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 HOORN 12524 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 HULST 4101 •— — — — — — JOURE 98681) 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 KAMPEN 20055 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 KOOG AAN DE ZAAN 5288 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 KROMMENIE 5750 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 LEEUWARDEN .... 51623 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 LEIDEN 72776 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 MAASTRICHT 65485 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 MEPPEL 13011 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 MIDDELBURG 18363 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 MONTFOORT 2068 — — — — — — NIEUW-AMSTERDAM.. 450521) 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 NIEUWE-PEKELA 5602 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 NIJKERK 10373 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 NIJMEGEN 89533 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 OLDENZAAL':: 10281 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 OOSTERBEEK 20321 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 OOSTERHOUT . 15973 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 PURMEREND 6114 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 RHENEN 8151 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 ROERMOND 17158 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. !) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. loonen in 110 grootere gemeenten (staat a). ^ hulpvakarb. b. steen0 houwers P loodgieters K schilders t-ttimmerlieden m metselaars g voegers M beton09 werkers i-i vlechters -■3 g opperlieden grondto werkers M betonw.0 opperlieden M ongeschoolde M bouwarb. bouwbedrijven 9448 -«12 3360 3120 3216 3216 3216 3216 3216 297b Zil/b m !*> — noco 2880 2928 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2448 3312 3360 3120 3216 3216 3216 3216 3216 2976 2976 2976 - 2016 2688 — — — — — — 2016 2688 — 2352 — — — — — 2208 2736 2928 254i') 2640 2640 2640 2640 2640 2208 2208 2208 1872 2x12 2688 - 2352 2352 2352 2352 2352 2352 1872 1872 1872 1728 2208 2688 2616 2352 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2208 26882) — 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2352 3024 2976 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2016 — 2544 2— 2400 2400 2400 2400 2400 1968 1968 1968 1728 2112 2880 2568 2352 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 _ — — 1968 — — — — — — — 2016 — — — — — — — — — — 2112 2688 — 2352 — — — — — — — npAQ 3120 2208 — — 2736 2976 2976 2976 2976 2976 2736 2736 2736 — 2208 2688 2760 — 2640 2640 2640 2640 2640 2208 2208 2208 1872 2208 2928 2928 2640 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2208 2688 — 2352 — — — — — — — — 2112 2688 — 2256 — — — — — — — — 2112 — 2498 2256 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 _ _ _ 1968 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 2016 — 2280 2352 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 2112 — — 2160 — — — — — — — — — 2208 2688 2664 2640 2640 2640 2640 2640 2640 2208 2208 2208 1872 2208 2688 — 2352 2400 2400 2400 2400 2400 1968 1968 1968 1728 2112 2784 2568 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2112 2688 — 2352 — — — — — — — — ~ „ 2112 2880 — 2640 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2016 — — — 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2112 2688 — 2256 — — — — — — — — — 1) Voor hen die op 1 Nov. 1933 den leeftijd hebben bereikt van 21 jaar en ouderen. 2) Van 1 Juni 1935—1 October 1935 ƒ 28.32, daarna ƒ 26.88. KLEEDINGINDUSTRIE "B^RIJF B°EK Gemeenten: Aantal inw. per 1 Jan. 1935 «) co kleermakers M kleermakers w (atel.-werk.) M kleermakers (overigen) n> reparateurs01 atelier-werk N5 overige 01 r reparateurs £§ bestellers oo koetsiers £§ Vakarbeiders 's-GRAVENHAGE .... 477472 3216 3120 3072 2928 2880 2775 2775 3072 GRONINGEN 112938 3024 2928 2880 2736 2688 2595 2625 2928 HAARLEM 129127 3216 3120 3072 2928 2880 2595 2625 3072 HARLINGEN 11027 2880 2784 2736 2640 2592 2420 2350 — HEERENVEEN 21462 2880 2784 2736 2640 2592 1955 1885 2496 HEERLEN 50149 2880 2784 2736 2640 2592 2595 2525 — HELDER, DEN 34394 2880 2784 2736 2640 2592 2250 2180 — HELMOND 26813 2880 2784 2736 2640 2592 2250 2180 2640 HENGELO (O.) 35720 2880 2784 2736 2640 2592 2420 2350 2784 's-HERTOGENBOSCH .. 45420 3024 2928 2880 2736 2688 2420 2350 2784 HEUSDEN 1735 _______ 2496 HILVERSUM 66627 3024 2928 2880 2736 2688 2420 2350 2928 HOOGEVEEN 16381 2688 2592 2544 2496 2448 — — — HOOGEZAND 11743 — 2496 HOORN 12524 2880 2784 2736 2640 2592 2250 2180 — HULST 4101 2688 2592 2544 2496 2448 — — — JOURE 98681) — _ — — — — — KAMPEN 20055 2880 2784 2736 2640 2592 2250 2180 — KOOG AAN DE ZAAN 5288 — _ — _ — — KROMMENIE 5750 ________ LEEUWARDEN 51623 3024 2928 2880 2736 2688 2420 2350 2784 LEIDEN 72776 3216 3120 3072 2928 2880 2420 2350 2784 LEMMER 73151) 2688 2592 2544 2496 2448 — — _ MAASTRICHT 65485 2688 2592 2544 2496 2448 2420 2350 2784 MEPPEL 13011 _____ 2250 2180 — MIDDELBURG 18363 2880 2784 2736 2640 2592 2420 2350 2640 MONTFOORT 2068 — NIEUW-AMSTERDAM.. 450521) _ — — _ — — _ 2496 NIEUWE-PEKELA .... 5602 ________ NIJKERK 10373 _______ 2640 NIJMEGEN 89533 3024 2928 2880 2736 2688 2420 2350 2784 OLDENZAAL 10281 _____ 2250 2180 2640 OOSTERBEEK 20321 ________ OOSTERHOUT 15973 2688 2592 2544 2496 2448 — _ _ PURMEREND 6114 2880 2784 2736 2640 2592 — — — RHENEN 8151 ________ ROERMOND 17158 2688 2592 2544 2496 2448 2250 2180 2640 *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek, i) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. ■ LOONEN IN 110 GROOTERE GEMEENTEN (STAAT A). , Steen- en hout- BINDERS- MEUBILEERINGSBEDRIJF granietbedrijf *) BEDRIJF I -— H umann. hulp° vakarbeiders w vr. hulp*-* vakarbeiders w beeldhouw. M enz. figuristen w enz. aank. " figuristen w hout- en 01 steenbewerk. meubelmak., gmach. houtb. enz. w behangers en beddenmak. w politoerders enz. behangers^en stoffeerd.naaisters ° vloerleggers jfe schuurders ^ chauffeurs in 10 granitobedr. 2784 1680 3168 3840 3408 2688 3072 2976 2880 1776 3120 2688 2688 2640 1632 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 2688 2352 2352 2784 1680 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 3120 2688 2688 2208 1488 — — - — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — _ 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2976 2496 2496 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2880 2400 2400 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — ppno 14QQ 2640 1632 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 3120 2688 2688 P?n8 1488 — — - 2688 2352 2352 _ - 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2976 2496 2496 — — 2736 3312 2976 2160 2640 2592 2496 1536 — — — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2784 2400 2400 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 3120 2688 2688 — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 3120 2688 2688 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — 2496 1584 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 3120 2688 2o38 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2840 1632 — — — — — 2736 3312 2976 2160 2640 2592 2496 1536 — — — 2352 1536 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — — 2736 3312 2976 2160 2640 2592 2496 1536 3120 2688 2688 OOAQ 1 4QQ — - 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2688 2352 2352 2352 1536 — — — — — — — — 3120 2688 2688 2496 1584 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 2976 2496 2496 2352 1536 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2880 2400 2400 _ — 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 — — — Z _ — — — — 2976 2496 2496 — — 2736 3312 2976 2160 2640 2592 2496 1536 3120 2688 2688 2352 1536 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2976 2496 2496 Voor gemeenten in ae pruvinuie numu-uia^i^ " vloerleggers ƒ 27.84, schuurders ƒ 24.—, chauffeurs ƒ 24.—. Gemeenten : Aantal inw. per 1 Jan. 1935 *) handzetters, enz. machineM zetters lettergieters " A. lettergieters B. rotatiepersf drukkers A rotatiepers03 drukkers B. galvaniseurs enz. hulpvakarb. A. TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF ROOSENDAAL 23847 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 ROTTERDAM 594951 3072 3456 3264 3456 3504 3072 3264 2592 SCHIEDAM 61038 3072 3456 3264 3456 3504 3072 3264 2592 SITTARD 15641 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 SLOTEN 781660!) — — — — — — — — SNEEK 15854 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 STADSKANAAL 102341) 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 STEENWIJK 7674 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 TIEL 12647 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 TILBURG 87297 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 UITGEEST 4036 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 UTRECHT 160808 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 VEENDAM 13659 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 VEENENDAAL 9808 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 VELP (Geld.) 262161) 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 VENLO 26303 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 VLAARDINGEN 29329 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 VLISSINGEN 21729 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 VUGHT 12544 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 WAALWIJK 10697 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 WADDINXVEEN 7713 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 WAGENINGEN 14001 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 WEERT 15453 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 WEESP 7207 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 WILDERVANK 10234 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 WINSCHOTEN 13886 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 WINTERSWIJK 18820 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 WOERDEN 8270 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 IJSSELSTEIN 5038 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 ZAANDAM 35340 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 ZAANDIJK 3340 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 ZALTBOMMEL 4078 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 ZEIST 28509 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 ZIERIKZEE 6921 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 ZUTPHEN 20652 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 ZWOLLE 42842 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 *) Uit een publicatie van. het Centraal Bureau voor de Statistiek. ') Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. BOUWBEDRIJVEN ïulpvakarb. B. steenhouwers loodgieters schilders immerlieden metselaars voegers betonwerkers vlechters opperlieden grondwerkers betonw.opperlieden ongeschoolde bouwarb. 9 | 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 2112 2688 — 2160 2352 2352 2352 2352 2352 1872 1872 1872 1728 2448 3312 3360 3120 3216 3216 3216 3216 3216 2976 2976 2976 — 2448 3312 3120 3120 2976 2976 2976 2976 2976 2736 2736 2736 — 2112 2688 — — — — — — — — — — — - 2640 — — — — — — — — — 2112 2688 — — 2400 2400 2400 2400 2400 1968 1968 1968 1728 2016 — — 2352 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 2016 — — 2160 — — — — — — — — — 2112 2688 — 2160 — — — — — — — — — 2208 2688 — 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2H2 — — 2352 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2352 3216 3120 3120 3072 3072 3072 3072 3072 2832 2832 2832 — 2016 2736 2520 2352 2400 2400 2400 2400 2400 1968 1968 1968 1728 2016 — — 2448 — — — — — — • — — — 2112 2784 — 25441) — — — — — — — — — 2112 2688 — 2352 — — — — — — — — — 2208 3312 2928 2640 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2112 — 2496 2256 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 2112 — — 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2112 — — 2352 2400 2400 2400 2400 2400 1920 1920 1920 1728 2112 — — 2160 — — — — — — — — — 2112 2688 2568 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2112 — — 1968 — — — — — — — — — 2352 — — 2352 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2016 2736 2520 2352 2400 2400 2400 2400 2400 1968 1968 1968 1728 2112 2736 2568 — 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2016 — 2016 2160 — — — — — — — — — 2016 — — 2352 2256 2256" 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 2352 3312 3120 3120 2976 2976 2976 2976 2976 2736 2736 2736 — 2208 — — 3120 — — — — — — — — — 2112 — — 2160 — — — — — — — — — 2208 2928 2880 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2016 — — 1968 _ — _ — — — — — — 2208 2688 2448 2352 2352 2352 2352 2352 2352 1968 1963 1988 1680 2208 2688 2664 2448 2640 2640 2640 2640 2640 2208 2208 2208 1872 !) Voor hen die op 1 Nov. 1933 den leeftijd hebben bereikt van 21 jaar en ouderen. 2 Gemeenten: Aantal inw. per 1 Jan. 1935 *) tg kleermakers kleermakers "atelier-werk. kleermakers ^ (overigen) reparateurs tn atelier-werk. overige m reparateurs Ej bestellers §o koetsiers g vakarbeiders KLEEDINGINDUSTRIE I ^DRIJF I B°EK ROOSENDAAL 23847 2688 2592 2544 2496 2448 2420 2350 2640 ROTTERDAM 594951 3216 3120 3072 2928 2880 2775 2775 3072 SCHIEDAM . ■ ■ 61038 2880 2784 2736 2640 2592 2595 2525 3072 SITTARD 15641 2688 2592 2544 2496 2448 2250 2180 — SLOTEN 7816601) _____ — — 3168 SNEEK 15854 3024 2928 2880 2736 2688 1955 1885 — STADSKANAAL 102341) 2880 2784 2736 2640 2592 STEENWIJK 7674 _ — — — — 1955 1885 — TiEL 12647 2688 2592 2544 2496 2448 1955 1885 2640 TILBURG 87297 2880 2784 2736 2640 2592 2595 2525 2784 UITGEEST 4036 _ — — — — — — UTRECHT 160808 3024 2928 2880 2736 2688 2595 2525 2928 VEENDAM 13659 2880 2784 2736 2640 2592 — — — VEENENDAAL 9808 2688 2592 2544 2496 2448 1955 1885 — VELP (Geld.) 262161) — — — — — 2420 2350 2640 VENLO 26303 2880 2784 2736 2640 2592 2250 2180 2640 VLAARDINGEN 29329 _ _ — — — 2420 2350 — VLISSINGEN 21729 2880 2784 2736 2640 2592 2420 2350 2640 VUGHT 12544 — — — — — — — — WAALWIJK 10697 2880 2784 2736 2640 2592 2250 2180 — WADDINXVEEN 7713 — — — — — — WAGENINGEN 14001 2688 2592 2544 2496 2448 1955 1885 2640 WEERT 15453 2496 2400 2352 2352 2304 2250 2180 2640 WEESP 7207 2880 2784 2736 2640 2592 — — — WILDERVANK 10234 — — — — — — — — WINSCHOTEN 13886 2880 2784 2736 2640 2592 2420 2350 — WINTERSWIJK 18820 — — — — — 1955 1885 2496 WOERDEN 8270 2688 2592 2544 2496 2448 2250 2180 — IJSSELSTEIN 5038 — — — — — ZAANDAM 35340 3024 2928 2880 2736 2688 2595 2525 2928 ZAANDIJK 3340 — — — — — — — 2784 [ ZALTBOMMEL 4078 — — — — — 1955 1885 2640 | ZEIST 28509 3024 2928 2880 2736 2688 2420 2350 2784 I ZIERIKZEE 6921 — — — — — — — 2496 I ZUTPHEN 20652 2880 2784. 2736 2640 2592 2420 2350 2784 ZWOLLE 42842 3024 2928 2880 2736 2688 2420 2350 2784 i *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek, i) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. ■ ™t 'meubiZeeringsbedrijf I i~ P S io .S H' |4 ^ 5 S . £ §| §1 E I -3 . g&g & | S| X'1 5 jl J S is ij I ' J I ^ c & g g 3 g>:£ a « 3 .2 2 e'S ■£ 9 2 ^ S ra ^ 3'§-2j--(US-§ ■§a'«5'«fe 3 "9 'S §S J 1! Sb * 2> | g g -g i -o ^ -g^is I i i ii J « « -«I Ig J|ü & ü gd > * Ife 30 31 32 33 34 35 b6 37 38 39 40 41 42 2352 1536 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — 2784 1680 3168 3840 3408 2688 3072 2976 2880 1776 3120 2688 2688 2784 1680 3168 3840 3408 2688 3072 2976 2880 1776 3120 2688 2688 2880 1728 — — — — — — — — — — — — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — 2352 1536 — — — — — — — — — — — 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2976 2496 2496 2640 1632 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 3120 2688 2688 — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2688 2352 2352 _ _ _ _ — — _ 2976 2496 2496 2352 1536 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 — — — 2352 1536 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2976 2496 2496 — — 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 2976 2496 2496 2352 1536 — — — — — — — — — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 — — — — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2976 2496 2496 2352 1536 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2976 2496 2496 2352 1536 — — — — — — — — 2976 2496 2496 _ _ _ — — 3120 2688 2688 — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2688 2352 2352 — — 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2688 2352 2352 2208 1488 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2880 2400 2400 — — — — — 3120 2688 2688 — — 2736 3312 2976 2160 2640 2592 2496 1536 3120 2688 2688 2640 1632 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 3120 2688 2688 2496 1584 3024 3648 3312 2544 2976 2880 2736 1728 3120 2688 2688 2352 1536 — — — — — — — — — 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 3120 2688 2688 2208 1488 — — — — — — — — — — — 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2880 2400 2400 2496 1584 2928 3408 3120 2352 2832 2736 2640 1632 2784 2400 2400 *) Voor gemeenten in de provincie Noord-Brabant is het weekloon voor vloerleggers ƒ 27.84, schuurders ƒ 24.—, chauffeurs ƒ 24.—. ■ 20 TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF i d ö' ■ % § ïï ^ ® 3 "§ "§ m 5 is | I. ie is JU |.!. i! Gemeenten: | | f g«j ?fffl ■S Jj ■ 2 Ji gg |< ° S ü "u 3 33 -a •ö 3 ë ™ oïSë ï feï ï s, » o ï o giSa 8 1 I S > > I ■* ■* I S |6 n 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 27 28 40 41 42 _____ 3120 2688 2688 — — — — — 2880 2400 2400 _ 2160 — — — — 3120 2688 2688 — — — — — _______ 3120 2688 2688 — — — ~~Z___ — — 3120 2688 2688 ______ 3120 2688 2688 — — — — — 3120 2688 2688 ~~Z_ — — — — — — — — _ 3120 2688 2688 I I 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 1632 1536 - - 2688 2352 2352 2256 — 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 1632 1536 — — 2688 2352 2352 „cn __ — — — — — 2976 2496 2496 — 21b0 — — 3120 2688 2688 ________ 3120 2688 2688 — 2160 — — — — — — — ~ — — Z Z Z Z — 1968 — — — — — — — — — ________ 2976 2496 2496 _ _ _ — 3120 2688 2688 _ — 2976 2496 2496 — 3^° Z ~ Z Z Z Z Z 2976 2496 2496 ________ 2976 2496 2496 ~~ — — — — — — 3120 2688 2688 Z____ — — — — — — — — 2688 2352 2352 Z Z ZZZ__ — — — 2976 2496 2496 2544 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2688 2352 2352 ZZZZZZ---- 2976 2496 2496 Z 1968 - — — ZZZZZ — — — 2976 2496 2496 — 2160 — — — — — — — — — — — — — — — 1968 — — — — — — — —' — Z_ ZZZ__ — _ — — 2976 2496 2496 _ _ _ _ — — — 2688 2352 2352 !) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF 11 r s s E -S 2 SmSw| « S , E a ^ C.Sg.aj J , ftü &B SN ■« . -ï . (!S Gemeenten: - _ w | m<; wpq .a * .2 ji eg £» < g CQ g | £ "g | & <ï £ | 3 3 tSj "Si tdC -£ "S O 2 O 2 J 3 2 <; ft JS Ji n-3 n-g S M J3 123456789 10 BALGOY 24841) — — — — — — BARENDRECHT 5413 __________ BARNEVELD 14676 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — BARSINGERHORN .. 2163 — BARWOUDSWAARDER 781 — BATHMEN 1985 — _ — — — _ BEDUM 6050 ______ _ ___ BEEGDEN 800 — — — — — — — — — — BEEK (Geld.) 54061) __________ BEEK (L.) 5875 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — BEEMSTER 5361 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — BEERTA * 3939 — _ — — — — BEESEL 4645 — _ — — — BEETS 446 — — — — — — — — — — BEILEN 8707 — — — — — — — BELFELD 2093 — — — — — BELLINGWOLDE .... 6299 — — BEMMEL 7447 — BENNEBROEK 2529 _ — — — — — — — _ — BENNEKOM 328921) — — — — — — — BENSCHOP 1929 — BENTHUIZEN 1042 — BERGAMBACHT .... 3795 - — _ — — _ — — — — BERGEN (N.-H.) .... 6388 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — BERGEN (L.) 7173 — BERGH 11214 — — — — — — — BERGSCHENHOEK .. 2792 — — — — — — BERKEL en RODENRIJS 4678 — — — _ — — — BERKENWOUDE .... 901 — BERKHOUT 2876 — — — — — — — BEUNINGEN 3408 — — — — — — BEVERWIJK 10280 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 3312 BIERUM 4531 — BILTHOVEN 129661) 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 — BLARICUM 3260 — — — — — — *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Transp.- Steen-en houtBOU W BEDRIJVEN bedrijf granietbedrijf w S t2 rrt 1/5 ^ w 1 il ^ ^ Ih 2 Sr» V 2 lü & E -g % SS "H S "§ .2 -S =3 % -ë i II II I ! S 26 ! I 6S J§ §J J J | i 11 owgfa o °o > O ^ n 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 27 28 40 41 42 ______ 2976 2496 2496 — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — 2160 — — — 2784 2400 2400 — 2160 — — — — 2976 2496 2496 — — — — — _ — — — — 2976 2496 2496 ______ 2880 2400 2400 I I 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 1632 1536 - - 2688 2352 2352 — 2448 — — — — — — — — ~ ~ ~ ~ " I — 1968 — — — _ — — — _ 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 _ - 2976 2496 2496 2064 - 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 1632 1536 - - 2688 2352 2352 — — — — ~~Z_ — — — — — 2976 2496 2496 — 1968 — — — — — — — — — — — — ~~ ~ ________ 2976 2496 2496 2064 1968 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 .1632 1536 - - 2688 2352 2352 — 3120 2688 2688 — 2352 — — — — — — — — — — — — — — ______ 2976 2496 2496 — — ~ ~~ — _ — — — — 3120 2688 2688 — — ~ ~ 2976 2496 2496 2928 2640 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 - - 2976 2496 2496 ______ 2976 2496 2496 — — — ~ — _ — — — — 3120 2688 2688 — — — ~ — 3120 2688 2688 — 1968 — — — ________ 2976 2496 2496 ________ 2976 2496 2496 _ — 2976 2496 2496 3120 2640 2976 2976 2976 2976 2976 2738 2736 2736 — — — 2976 2496 2496 — 1968 2064 2064 2064 2064 2081 1632 1632 1632 1536 — — 2688 2352 2352 2832 — 2688 2688 2688 2688 2688 2256 2256 2256 1920 _ — — — — 2976 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 — — 3120 2688 2688 Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF 5e e «, " £ isi ™ ^ 5 ! IT « S E -S - S M S M 2 « S ,2 ^ Tj C 5-1 O O n • n ^ 1 V f O Gemeenten: ^ ü 3 c.s 1 sS| £ «■* «■* | & f ■3 8. J3 S 2 5 S| 8| i 5 5 ! 123456789 10 BLEISWIJK 2341 __________ BLERICK 146781) 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — BLESKENSGRAAF .. 1138 __________ BLOEMENDAAL .... 15739 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 2352 — BLOKKER 2338 _ — — BODEGRAVEN 6500 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — BOER, TEN 5331 — — — _ — BORCULO 5602 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — BORGER 10232 __________ BORGHAREN 1153 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 — BORN (L.) 2947 — — — — — — BORNE 9955 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — BOSKOOP 7850 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 _ BOVENKARSPEL .... 3036 — — — _ — — _ — BOXMEER 3694 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — BRANDWIJK 884 — — — — — — — — — — BREUKELEN 3171 — BRIELLE 3587 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — BROEKHUIZEN 971 — — — — — — — — — — BROEK IN WATERL. 1576 — — — — — — BROEK OP LANGEND. 2337 __________ BROUWERSHAVEN .. 3245 __________ BRUINISSE 2426 — BRUMMEN 9714 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — BRUNSSUM 15925 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — BUGGENUM 782 — — — — — — — — — — I BUNDE 1602 — — _ — — BUNNTK 1833 — _j| BUNSCHOTEN 5282 — _ — — — BURG, DEN 79061) 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — BUSSUM 27483 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 2352 _ CALLANTSOOG 1055 — _ — — CAPELLE (N.B.) .... 5031 — — — — — — CAPELLE A. D. IJSSEL 9141 — — — — — _ — — CASTRICUM 6274 — — — — — — — Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. f- Transp.-Steen-en hout - BOUWBEDRIJVEN bedrijf granietbedrijf G Ö £ rr< W *5 2 *23 2 w w ^ OT'rS<'r:!rQ2t/,^a;t'ar?1 s g "i § 2 ■ s s i 2 gg •§ öü .1 -8 ~ -s S g| 2 ~ g g =2 -S s * 3 £ S £ S üfi ~ a> S8S°oo»5Jm a> ^ 'c -§ •§ i i s Ü! ■! g fe^a I i ^ | e«gS ?o ° g "?«■§& n 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 27 28 40 41 42 _ _ _ — 3120 2688 2688 — 2352 3120 2688 2688 3360 3120 3216 3216 3216 3216 3216 2976 2976 2976 - — - 3120 2688 2688 — — 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 — 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 - — 3120 2688 2688 2?ro Z Z Z ZZ_ — — — — — 2880 2400 2400 _ 1968 — — — __ — — — — — — 2688 2352 2352 2616 2352 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 2880 2400 2400 — — 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 _ ________ — — — — — — 2976 2496 2496 _________ _ _ 1955 1885 — — — _ 3120 2688 2688 _ 91K0 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 _ _ — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — — — — — — 2976 2496 2496 — — — — — — — 2976 2496 2496 — — 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 — 2160 — — — — — — — — — — ~~ Z Z Z 2160 ZZZ — 1955 1885 2880 2400 2400 — 2160 — — — — — — — — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 2160 Z Z Z ZZ — — — — — — 3120 2688 2688 _ 1968 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 2250 2180 3120 2688 2688 _____________ _ 2976 2496 2496 Z 19!8 ZZZZZZZ 3120 2688 2688 — 2640 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 2976 2496 2496 i) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. _ TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF £ C g" 1 ï- ^ w ^ I/ï W ~ P fi«r » ÏÏÏ ® -2 S m S M 3 s 3 , S2 S .S S » « . aS S," . c« Gemeenten: - w J -g S g>C 'a J £< > « §j | ï.3 1 SS | ij S-% I -f -I «| |a ! s 2 I 21 g| % s i ■* 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 f COLIJNSPLAAT 1881 COTHEN 924 — — — — — — — — — — CUYK A. D. MAAS .. 4202 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — DALFSEN 7775 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — DEDEMSVAART 9873*) 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — DELDEN, STAD 2972 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — DELDEN, AMBT .... 3977 — — — — — — — DELFZIJL 9690 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — DENEKAMP 6888 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — DIDAM 6790 — — — — — — DIEMEN 5235 3168 3552 3360 3552 3600 3168 3360 2736 2544 — DIEPENHEIM 1812 — — — — — — — — — — DIEPENVEEN 7297 — — — — — — — — — — DINXPERLO 3760 — — — — — — — — — — DODEWAARD 2133 — — — — — — — — — — DOKKUM 5060 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — DOMBURG 1317 — — — — — — — — — — DONGEN 9417 — — — — — — — — — — DOORN 4438 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — DOORNSPIJK 4506 — — — — — — — — — — DOORWERTH 203211) — — — — — — — — — — DRACHTEN 161201) 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 2688 DREISCHOR 1073 — — — — — — — — — — DREUMEL 2511 — — — — — — — — — — DRIEL en HETEREN.. 4098 — — — — — — — — — — DRUNEN 3596 — — — — — — — — — — DRUTEN 6219 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — DUBBELDAM 4946 — — — — — — — — — — DUIVEN 4014 — — — — — — — — — — ECHT 10431 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — EDE 32892 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 KKI.DK 3629 — — — — — — — — — — EEMNES 1907 — — — — — — — — — — EENRUM 2582 — — — — — — — — — — EGMOND BINNEN .. 2495 — — — — — — — — — — *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. - Transp.- Steen-en noui- BOUWBEDRIJVEN bedrijf granietbedrijf m Ü ïï w S toiS^jjSSinuS'm'ë w TJ irt W , S2 ^ T3 1 " O'S flJ u bOr^J-,a> 3 -8 3 -S S) g| £ 3 g-g g? -g | 3 3 I s £3 •ss i i l 3 £ J« s.!g$s,|gi § g i 11 § 1 | S > ** > | * -«i f* ■« * | 8 |i u 12 5 14 15 16 17 18 19 20 21 27 28 40 41 42 1968 ZZZZZZ — — — — — 3120 2688 2688 19^8 ZZZZ — — — — — — — 2784 2400 2400 1Qfi0 _ — 2880 2400 2400 — — — — — 1955 1885 — — — 2568 2160 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 2688 2352 2352 — — — — 2880 2400 2400 _ _ _ — 2976 2496 2496 qion _ — — — — — — — — — — 3216 2832 2832 _ _ _ — — — — — — — — — — 2880 2400 2400 _ — — — — — — — — 2880 2400 2400 _ _ — — — — — — — — 2880 2400 2400 — — — — — 2976 2496 2496 — 2160 — — — — — — — ~ ~ ~ ~ Z liw ~~ Z Z ZZZZ — — — 3120 2688 2688 Z _ — — — — — — — — — — — 2784 2400 2400 — — — — — — 2976 2496 2496 — 2160 — — — — — — — — — — — ZZ Z 1Ü8 Z Z Z ZZZ — — — — — 2976 2496 2496 — 1968 — — — — — — — — — — — ZZZ Z iqfis ZZZ — — — — — — 3120 2688 2688 — — — — — _ — — — 2976 2496 2496 — _ — — — — — 2976 2496 2496 — 2352 — — — — — — — — — 1955 1885 2976 2496 2496 _ 1968 — — — — — — — — — — — 2688 2352 2352 — — 2498 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — — — — — — — — — — 2688 2352 2352 _ 2352 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 i) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. _| TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF r t l is l 1. u M ,|. 4 Gemeenten. g .g | ffn .«; * .2* -a g | < g pq SS g C c g " ü ü «■* £•* > 3 3 «2 3 o. 2 ^ "S o £2gi'3 2 2 43 <) g>« -2 £ | g 2 « Si | 1 ö 2 § ê" s ë -§11 3 'f ^ o. s^g & jg .§ 123456789 10 's-GRAVENZANDE .. 7522 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 — GROENLO 4500 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — GROESBEEK 8385 — — — — — — — — — — GROOT-AMMERS .... 1543 __________ GROOTEBROEK .... 4341 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — GROOTEGAST 7691 — — GRUBBENVORST .... 2775 __________ GRIJPSKERK 3535 — - ________ GULPEN 3151 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — HAAKSBERGEN .... 9174 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — HAARLEMMERLIEDE 3167 __________ HAARLEMMERMEER 29618 — HAARZUILENS 466 — - — — — — — — — — HAASTRECHT 2272 — HAELEN 1323 — HALSTEREN 6143 __________ HAM, DEN 7023 __________ HANSWEERT 40071) __________ HARDENBERG 13880 — — — — — — — — — — HARDERWIJK 9062 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 _ HARDINXVELD 6932 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — HAREN 8317 — — — — — HARENKARSPEL .... 3313 __________ HARMELEN 2316 __________ HASSELT 2210 __________ HATTEM 4721 — HAZERSWOUDE .... 4928 — _ — — — — HEEL en PANHEEL .. 2180 — — — — _ — — HEEMSKERK 4635 — — — — — — — — — — HEEMSTEDE 17097 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 — HEENVLIET 1196 — _ — _ — — _ HEER 5091 __________ HEERDE 9264 __________ 's-HEERENBERG .... 112401) — — — — — — — ~ — _ 's-HEERENHOEK .... 13381) — ^ — — — — — — — — *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek, i) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. Transp.- Steen-en hout- BOUWBEDRIJVEN bedrijf granietbedrijf g e S t , e b I . e il H-g 8 b & 1 i^ * 5 -2 « O d» i « Is ts 2« s .2 S) 12 3-S ■a a -s 3 f Is i i 11 li in i | Ml I 1 ! I > ** i ! »> j| 1*2 A | 1 || II 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 27 38 40 41 42 2160 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2880 2400 2400 ig68 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 __ — — — — — — 2976 2496 2496 — 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 — — — — — 2688 2352 2352 — — — — — — 2976 2496 2496 _ — — _ — — — 2688 2352 2352 _ 2160 — — — — — — — — — — — 2880 2400 2400 _ 2640 —— — — — — — — — — — 3120 2688 2688 2928 2640 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 — — 3120 2688 2688 — — — — — — 3120 2688 2688 2280 1968 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 _____ — — — — — — — 2976 2496 2496 _ 2160 — — — — — — — — — — — 2880 2400 2400 — 2160 — — ^ ________ 2880 2400 2400 2256 2160 — — — — — — — — — — — 2784 2400 2400 _ 2160 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 2928 23521 27842 27842 27842 2784-' 2784- 24002 21122 24002 21602 — — 2688 2352 2352 — — — — — 2976 2496 2496 _ _ 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 3120 2688 2688 — — — — — — 2784 2400 2400 _ 2160 — — — — — — — — — — — 2784 2400 2400 _ 2160 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — — — — — — 2976 2496 2496 — 1968 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 — — 2976 2496 2496 3360 3120 3216 3216 3216 3216 3216 2976 2976 2976 — — — 3120 2688 2688 — — — — — — 3120 2688 2688 — 1968 — — — — — — — — — — — — — — _ 2160 — — — — — — — — — — — 2784 2400 2400 — 2160 — — — — — — — — — — — — — — — 1968 — — — — — — — — — — — — — — 1) Voor gedeelte vanaf gemeente Groningen tot aan de kom der gemeente Haren ƒ 24.48. 2) Midlaren, Noordlaren en Onnen worden niet tot Haren gerekend. Gemeenten : & ri c n ; —« r-j C ^ r CO £ < a T3 § J3 1 TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF -2 c: -M t & X> rj < 5fCQ 0) Oi •^S ^ CO M n Q 0 '5 •* « M o 2 i- t3 01 . w n 2 e § ~3 M 7 M > < "3 .0 ■ J& 3 & HEERHUGOWAARD .. 5091 HEERJANSDAM 1338 — — — — — — — — — — HEESCH 3313 — — — — — — — — — — HEEZE 3379 — — — — — — — — — — HEILIGERLEE 71441) — — — — — — — — — — HEILO 6557 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — HEINKENSZAND .... 1879 — — — — — — — — — — HEINO 2951 — — — — — — — — — — HEKELINGEN 1006 — — — — — — — — — — HELDEN 6677 _ — _ — _ — — — — — HELLENDOORN 14550 — — — — — — — — — — HELLEVOETSLUIS .. 1462 — — — — — — — — — — HELVOET (NIEUW-) .. 2202 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — H. I. AMBACHT 5014 — — — — — — — — — — HENGELO (Gld.) .... 5124 — — — — — — — — — — HENSBROEK 944 HERTEN 1497 HERVELD 68171) HERWEN en AERDT.. 5861 HEUMEN 3118 HEIJNENOORD 1957 — — — — — — — — — — HEIJTHUIZEN 2830 — — — — — — — — — — HILLEGERSBERG .... 20701 3072 3456 3264 3456 3504 3072 3264 2592 2448 — HILLEGOM 11208 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — HOEK V. HOLLAND 5949511) 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 2352 — HOENDERLOO 670801) 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — HOENKOOP 636 — — — — — — — — — — HOENSBROEK 14028 — — — — — — — — — — HOEVELAKEN 1388 — — — — — — — HOEVEN 4117 — — — — — — — — — — HOLTEN 4367 HOOG-BLOKLAND .. 826 HOOG-KARSPEL .... 2243 HOOGKERK 4324 HOOGLAND 3974 *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. _ _ Transp.- Steen-en hout- BOUWBEDRIJVEN bedrijf granietbedrijf Sm £ 9 "S 2 p> -S k* Ö 2-f S S2iS2^,2^-wo^S!™S)|2'? ■3 S .2 co £ è S .2 = 2! Sj T? 3 .o .2 2 ■£ S S g| 2 Ï Sï 'SM $ Jï 3^3 $ 2 | | I 1 g Js feb|-£^Sg "g g t 5 "3 § 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 27 23 40 41 °42 — 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 _ — — — — — — — — 3120 2688 2688 — 1968 — — — — — — — — — — — — — — — — 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — — — — — 2352 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 — — 2976 2496 2496 Z _ Z _ _ — — — — — — — — 2880 2400 2400 — — — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — — — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 _ 2160 — — — — — — — — — — — 2880 2400 2400 _ 2160 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — — — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — — —— — — — — — — — — — 3120 2688 2688 _ _ _ _ _ — — — — — — — — 2880 2400 2400 — — — — — — — 2976 2496 2496 — — — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 — 1968 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 _ _ _ _ _ — — — — — — — — 2976 2496 2496 — — — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 _ — — — — — — — 2976 2496 2496 _ 3120 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 2568 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 2595 2525 3120 2688 2688 _ _ — — — — — — — — — 2976 2496 2496 — 2352 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — 1968 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — 2880 2400 2400 — — — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 _ 2160 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 2568 2160 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 2976 2496 2496 _ 1968 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 ') Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. 3 TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF i c 2 . g S h* È« § "§ i .air a | 1 N. J8 i | (jemeenten: ^ lo o> > 43 'Sb "wjcd 5 ™ ^ ^ -J3 ^ *43 £ o > ^ >w £3 C^iHCcNij £ 3 -»f 3 ^ T3 ^ rC fSo 2 . -Si m 0) 2 m 01 .S M » oil°m ? ! i ! §> §| i li! !i ü ! I 5 1 li ! 1 I I I i% ! 1» s ï! |! I i 1 1 Jf omgE ' o og > » •§ a 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 27 28 40 41 42 IQ68 _ — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 _ - 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 _ _ _ — — — — — — — — — 3120 2688 2688 _ — — — — — 2976 2496 2496 ; 1968 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 — 3120 2688 2688 1QKR _ — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 " 2736 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — 2160 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 _ _ _ — — _ — — — — 2976 2496 2496 ?qr9 ZZZZZZ — — — — — 3120 2688 2688 _ _ — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 _ _ — — — — — — 3120 2688 2688 1968 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 — 2256 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 3120 2688 2688 __________ — — — 2250 2180 — — — Z 1968 ZZZ ZZ_ — — — — — 2784 2400 2400 _ — — _ — — — — 2688 2352 2352 — — _ — — — 2976 2496 2496 — 2448 2640 2640 2640 2640 2640 2208 2208 2208 1872 — — 3120 2688 2688 — 1968 — — — — — — — — — — — — — — 9ifin — — — — — — — — — 2420 2350 — — — Z _ — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 _ — 2400 2400 2400 2400 2400 1968 1968 1968 1728 — — — — — — 1968 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 3120 2688 2688 — — — 3120 2688 2688 _ _ _ — — — — — — — — 2688 2352 2352 — 1968 — — — — — — — — ~~ZZZZZ Z ZZ Z ZZZ — — — — — 2976 2496 2496 i) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF £ c a . B S M*®! «a § ■€ -S | a S ï | S, 2 S. S I • J J c<3 Gemeenten: - « | | | '&<; Mpq .g jj | § «< f ffl' Jj | J& i S I 5 8| 2| 1 i i ■* 123456789 10 KOOTEN 157621) ___ _ ______ KORTENHOEF 1779 __________ KOUDEKERK 1834 __________ KRIMPEN A/D LEK .. 3059 __________ KRIMPEN A/D IJSSEL 5386 __________ KWADIJK 426 — — — — — — — — — — LANDSMEER 3779 __________ LANGERAK 898 — — — — — — — — — — LANGERUIGEWEIDE ..722 __________ LAREN (N.H.) 7766 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 2352 — LAREN (Gld.) 5800 __________ LEEK, DE 8126 _______ ___ LEENDE 2025 __________ LEENS 3851 __________ LEERDAM 9041 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — LEERSUM 2190 __________ LEIDERDORP 2904 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 _ LEIDSCHENDAM .... 55041) __________ LEIMUIDEN 2085 _ — — — — LEKKERKERK 4427 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 _ LEUSDEN 2398 ____ ______ LICHTENVOORDE .. 8108 _______ _ __ LIER, DE 2928 — _ — — — LIMMEN 2282 ________ __ LINNE 1766 — LISSE 8912 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 2928 LOBITH 58611) __________ LOCHEM 5668 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — LOENEN 1398 __________ LONNEKER 867671) 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 — LOOSDRECHT 3526 — LOOSDUINEN 4774721) 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 2352 — LOPIK 1733 __________ LOPPERSUM 3476 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 _ LOSSER 15600 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Transp.- Steen-en hout- BOUWBEDRIJVEN bedrijf granietbedrijf Ö C C -S i2 TP >3 C/3 O Y\ 72 Q) '_DL W V h «TJ 3 ïu <" §1 at i ï i I |i I I i 1 li o^Pö o °o > M •§ 5 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 27 1>8 40 41 42 ~~ 9?Kn Z Z Z ZZZ — — — 3120 2688 2688 9ici _ _ _ — — — — — — — — 3120 2688 2688 _ __ _ — — 3120 2688 2688 Z 2352 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — 2976 2496 2496 _ — _ — — — — — 3120 2688 2688 — 2976 2496 2496 _ _ — _ — — — — — 2976 2496 2496 2976 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 — — 3120 2688 2688 9i«n _ _ — — — — — — — — — 2880 2400 2400 _ 1968 — — — — — — — — — — — 2688 2352 2352 2160 ~ Z Z ZZ__ — — — — 2688 2352 2352 _ _ _ — — 3120 2688 2688 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2084 2064 1776 — — 3120 2688 2688 9?ko Z Z Z ZZZ__ — — — 3120 2688 2688 _ 2160 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 _ _ _ — — — — — — 3120 2688 2688 _ 2160 2256 2256 2256 2256 2258 1776 1776 1776 1632 - - 2880 2400 2400 — — — 3120 2688 2boo — — 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 2976 2496 2496 _ _ _ — — — 2976 2496 2496 — 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 3120 2688 2688 2256 2256 Z Z Z — — — — — 1955 1885 2880 2400 2400 2352 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 2880 2400 2400 qï?0 ZZZZZ — — — — — — 3120 2688 2688 _ _ _ _ _ — — — — — — 2976 2496 2496 1968 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 1632 1536 — — 2688 2352 2352 2472 2352 2352 2352 2352 2352 2352 1872 1872 1872 1728 — — 2880 2400 2400 i) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF Gemeenten : |~§ | f | f< f f J fj f I f« j« j | ^ | Ë * S> Q Y> " "g S II 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 27 28 40 41 42 — 1968 — — — ~ / ~ T 2i6 2^6 2256 2256 2^ 1» II» 17» 1B2 - - -g ^ — 2160 ^ _ _____ — — — 3120 2688 2688 — 3120 2688 2688 _____ — — — 2976 2496 2496 ~~ 1Q(.o _ _ — — — — — 2976 2496 2496 ~ _____ — — — — — — — 3120 2688 2688 _ _______ — — 2976 2496 2496 ________ 2976 2496 2496 __________ 2976 2496 2496 — 2160 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 _ _ 2256 2256 2256 2256 22M 1776 1776 1776 1632 - - ^ ^ ^ _ — 2688 2352 2352 2280 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 - - 2976 2496 2496 2280 - 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 - - 2688 2352 2352 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — — 1968 - — — ~ " — 1968 — — — Z Z Z _ — — — — 2976 2496 2496 _ — 2976 2496 2496 — 2256 — — — — — — — — — — — — — — Z Z Z Z _ — — — — 2976 2496 2496 — 2160 2064 2064 2064 2084 2064 1632 1632 1632 1536 — — 2688 2352 2352 _ - 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 1632 1536 — — 2688 2352 2352 ________ 2976 2496 2496 — 2976 2496 2496 _ — 3120 2688 2688 I 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 - - 2976 2496 2496 — 2160 — — i) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF Sc ïïi P M ö co o o> ,f, ^ ** *-< 3 ^ sh w ,H h * •*-> Cs2"fn "tï» ^ W ^ c/3 <1> $ ^ I *"• Gemeenten : „ J J S ■& , ^ § § ï 5 -3 g f j Ü S ? ii 5 | S< 5" 1| || I8!-* J."-3§ js J ! I I ïjS|J 3 J " 123456789 10 MONTFORT 2068 ___ _ _ _ MOOK (L.) 1986 — — — — — — _____ MOORDRECHT 2900 — — — — — — MUIDEN 2907 — — — — — MUNTENDAM 3717 _ — — __ MUSSELKANAAL .... 192771) 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — MIJDRECHT 4668 — — — _ — MIJNSHEERENLAND 1709 — — — _ — — NAALD V/IJK 12776 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 - NAARDEN 7187 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 — NEDERHORST D. BERG 2217 — — — — — — — NEDERWEERT 7270 — — — — — NEEDE 6117 — _ — — _ — NEER 2045 — — — — — — NEERBOSCH 89533') 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 — NEERITTER 613 — — — — — — _ _ _ — NIBBIXW OUD 1509 _ — — _ — _ — NIEUW-BEIJERLAND 1655 — — — — — — — — NIEUW-LEKKERLAND 3737 — — NIEUWE-NIEDORP .. 1733 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — NIEUWE-SCHANS .... 2034 _ _ ________ NIEUWER-AMSTEL .. 14312 — — — — NIEUWERKERK A/DIJ. 3905 — — — _ — NIEUWKOOP 3391 __________ NIEUWLEUSEN 3970 __________ NIEUWPOORT 803 — — _ _ — — — _ — — NIEUWVEEN 1687 — — — NIEUWWOLDA 1942 __________ NIGTEVECHT 661 — — — — — — — — — _ NOORD-SCHARWOUDE 2053 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — NOORDBROEK 2015 __________ NOORDDIJK 2480 __________ NOORDELOOS 1203 __________ NOORDGOUWE 855 — — — — — — _ _ — — NOORDWIJK 11249 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 — *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. _ bedrijf Steen-en houtBOUWBEDRIJVEN Transp- granietbedrijf 8 2 I § e , e S $ ' 2 ill-s S b I I lij •1 I I -S I { 3 I II gg|E j I I 1 II f 2 § i °J13 ^ 1 § | 8 i B > * * > | | f-8 i * | 1 | S 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 27 28 40 41 42 — — — — — 2976 2496 2496 — — — — — — — — 2976 2496 2496 _ 1968 — — — — — — — 2976 2496 2496 — 2160 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 — — 3120 2688 2688 — 2160 2400 2400 2400 2400 2400 1968 1968 1968 1728 — — 2688 2352 2352 2280 2352 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — — — — — 2160 — ^ _ — — _ — — — _ 3120 2688 2688 _ 2160 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 2976 2736 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 — — 3120 2688 2688 „ 2160 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — — — — — — 2976 2496 2496 — — — — — 2880 2400 2400 — 2976 2496 2496 — _ — — — — — — — — — 2976 2496 2496 . _ ________ 2976 2496 2496 — — — — — 3120 2688 2688 _ _ — 3120 2688 2688 — — — — — — 2976 2496 2496 — — 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2688 2352 2352 — 2352 — — — — — — — — — — — 3216 2832 2832 — — — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 _ _ _ _ _ _ — — _ — — — _ 3120 2688 2688 — — — — — — — 2784 2400 2400 — — — — — — — 2976 2496 2496 — — — — — — — 3120 2688 2688 2064 — 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 1632 1536 — — 2688 2352 2352 _ 2160 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — — 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 — — 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 1632 1536 — — 2688 2352 2352 ___ _ _ - - - 2688 2352 2352 — 1968 — — — — — — — — — — — — — — — 1968 — — — — — — — — — — — — — — — 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2084 2064 1776 — — 3120 2688 2688 1) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF i § ~ i i S 8 h ém' I -s -s I IS -s . S ss £2 «a-1 . | . i | Gemeenten: ~ .h £ g .g £ ^ |Jj .{8 1 J £< g M S5 | C^S'2 18 2j .2 -2 C0j 3 ü 3 i 'Ti XI J3 ft 2 ^ O) o 2 ^ P ^ ts 2 3 < -H r-< *H ^ rtf ^ A *G 123456789 10 NOORDWIJKERHOUT 6792 __________ NOOTDORP 1548 __________ NORG 5016 _ NUMANSDORP 4238 __________ NUNHEM 347 — — — — — — — — — — NUNSPEET 159481) — NUTH 4116 — NIJVERDAL 14550!) 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — OBERGUM 27611) — — — _ — — — ODOORN 12716 _ — — _ — ODIJK 493 — — — — — — — — — — OEGSTGEEST 8319 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — OENKERK 84351) — — — — — — — — — — OHE en LAAK 604 — — — — — — — — — — OISTERWIJK 6863 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — OLDEBROEK 9302 — OLDEHOVE 2453 — — — — — — — OLDEKERK 1800 — — — — — OLST 6040 — — — — — — OMMEN 8591 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — ONSTWEDDE 19277 — — — — — — — OOLTGENSPLAAT .. 3348 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — OOSTERLAND 1934 — — — — — — OOSTHUIZEN 893 — — — — — — — — — — OOSTVOORNE 3575 — — — — — — — — OOSTZAAN 4020 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — OOTMARSUM 1670 — — — — — — — OPDAM 1874 — — — _ — — OPMEER 601 — — — — — — — — — — OPPERDOES 1117 _ — _ — — — — — — — OSS 15727 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 2688 OTERLEEK 795 — — — — — — — — — — OTTERSUM 2564 — — — — _ — - — OTTOLAND 611 — - • — — — — — — — — OUD-BEYERLAND .. 6335 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Transp.- Steen-en houtBOUWBEDRIJVEN bedrijf granietbedrijf C Ü ö rrl & Vl .& ü -Si 2 ... C/3 D —' ,£2 w ^ fl) w "1? Jrt w T3 M , £ s-. -73 iMNi'ÖO'tiflj ^ bJD ^ <1> -h «3 .S « <3 i ö JJ 0)-a _£ £ "& ^ I |6Maiii5 5 J -s 11 om££ o og •> » ■ga 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 27 28 40 41 42 — 2352 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 3120 2688 2688 _ — — — — — — 3120 2688 2688 — — — — — — — 2688 2352 2352 _ _ _ _ _ ___ _____ 3120 2688 2688 — — — — — 2976 2496 2496 — 2160 — — — — — — — — — — — — — — ■ - 2160 — — — — — — — — — — — — — — — 2160 — — — — — — — — — — — — — — — 1968 — — — — — — — — — — — — — — — 1968 — — — — — — — — — — — 2688 2352 2352 _ _ _ _ _ _ — 3120 2688 2688 2928 2640 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 — — 3120 2688 2688 Z 19^8 Z Z Z Z_ — — — — — — 2976 2496 2496 — 2352 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1728 1955 1885 — — — _ iqes — — — — — — — — — — — 2784 2400 2400 Iqrh _ _ _ — — — — — — — — 2688 2352 2352 - 2688 2352 2352 — — _ — — — 2880 2400 2400 — 1968 — — — — — — — — — — — 2880 2400 2400 — 2352 — — — — — — — — — — — 2688 2352 2352 Z 1968 Z Z Z ZZZZ — — .— — 2976 2496 2496 _ 2160 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 _ _ _ _ _ _ — — _ _ — — — 3120 2688 2688 _ 2160 — — — — — — — — — — — 2880 2400 2400 — — 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 — — 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 — _ — — — — — 2976 2496 2496 _ 2352 — — — — — — — — — 1955 1885 — — — — 2976 2496 2496 — — — — — 2976 2496 2496 _ _ _ _ — — — 2976 2496 2496 _ _ _ _ _ — 3120 2688 2688 1) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. OUD-GASTEL 6368 — — — — _ — OUDE-NIEDORP .... 1374 _ _ ________ OUDE-PEKELA 7589 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — OUDER-AMSTEL .... 4429 — — OUDENBOSCH 5736 — — _ — — OUDENDIJK 465 — — — — — — — — — — OUDENHOORN 915 — _ — _ — — OUDENRIJN 1018 — _ — — — OUDERKERK a. d. IJ. 3834 — — — — — — — — — — OUDEWATER 3087 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — OUDKARSPEL 1784 — — — — — — — — — — OUDORP 1808 — — — — — OUDSHOORN 184441) — — — — — — — — — — OVERASSELT 2484 — — — — — — — — — OVERSCHIE 9151 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — OVERVEEN 129127x) 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2496 2352 — OVEZANDE 1329 — — — — — — — — — — PANNERDEN 1614 — _ — — — PAPEKOP ...» 441 — — — — — — — — — — PAPENDRECHT 5114 — — — — — — — PEIZE 2583 — — — — PERNIS 5949511) _ _ _ _ PEURSUM 369 PIERSHIL 909 — — — — POLSBROEK 900 — — — — POORTUGAAL 3245 — — — — — - — — — POSTERHOLT 2113 — — — — — — — — — PRINCENHAGE 12079 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 PUIFLIJK 62191) — — — — — — — — — PUTTEN 8279 — — — — — — — — — PUTTERSHOEK 2310 PIJNACKER 6394 RAALTE 10375 RAAMSDONK 7137 REEUWIJK 4599 *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. il Transp.- Steen-en hout- BOUWBEDRIJVEN bedrijf granietbedrijf S2 " ™ w w " w ' Ü ^ .0 ö " - 2 ö .2 is s i» ^ S ■»! tS S« a .2 w 5 H 3 g li 1 i 111111 { ! 5 § II I 1 I ! 6 I I "M§|i i S | I || II 12 13 14 15 16 17 18 19 20 °21 27 28 40 41 42 I 1968 Z Z Z — 2976 2496 2496 2280 2352 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2688 2352 2352 2352 — — — — — 3216 2832 2832 _ 1968 — — — — — 1955 1885 — — — _ _ — 2976 2496 2496 _ _ _ — 3120 2688 2688 _ _ _ — 3120 2688 2688 — 2352 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 _ 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 _ _ _ _ _ — _ — — — — — 2976 2496 2496 — 1968 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 2976 2496 2496 — — — 3120 2688 2688 ___ _ — _ — — — — — 2976 2496 2496 — 3120 — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — 2352 — — — — — — — — — ~ZZZZ 1968 Z Z Z ZZZZ — — — — 2976 2496 2496 ____ — — — — — — 2976 2496 2496 _ logs — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 _____ — _ — — — — 2688 2352 2352 2352 - — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 _ _ _ _ _ _____ — — — — 3120 2688 2688 __ _ _ — 3120 2688 2688 _ __ _ _ — — 2976 2496 2496 _ _ _ _ 3120 2688 2688 ___ _ _ — — — — — — — — 2976 2496 2496 — 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — — — — Z 1968 Z Z Z — 2784 2400 2400 — — — — — 3120 2688 2688 — 2160 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — _ — — — 1955 1885 2880 2400 2400 — 2160 — — — — — — — — — — — — — — 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 i) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. TYPOGRAFIE en KASTERDIEPDRUKBEDRIJF ferj El s U M w <3 m 5 « ra i" •H1-9 » Jj C h 0) 0J o, " a " ï m' M Ö 4 Gemeenten: „ | 'ï< $ < t W 3 § cjS ^ SS | £ 3^ £* > f f «j «ft _gS ^ ^ °£ « 3 3 123456789 10 SCHIEBROEK 6067 —— — — — — — — — — — SCHIPLUIDEN 3914 — SCHOONHOVEN .... 4492 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — SCHOORL 2346 — — — — — — — — — — SCHOTEN-Stad 129127l) 2928 3312 3120 3312 3360 2928 3120 2498 2352 — SCHOTEN-Dorp .... 1291271) 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — SEROOSKERKE 1678 - - SEVENUM 3164 — — — — — — — — — — SILVOLDE 110761) — — — — — — — — — — SINT JANSTEEN .... 3529 — — — — — — — — — — SINT MAARTEN .... 1300 — — — — — — — — — — SINT ODILIENBERG .. 1221 — — — — — — — — — — SINT PANCRAS 1499 — — — — — — — — — — SLIEDRECHT 13747 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — SLIKKERVEER 5949511) — — — — — — — — — — SLOCHTEREN 13701 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — SLOTERDIJK 7816601) 3168 3552 3360 3552 3600 3168 3360 2736 2544 — SNELREWAARD 608 — — — — — — — — — — SOEST 16194 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — SOMMELSDIJK 3548 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — SOUBURG O. en W. .. 4872 — — — — — — — — — — SPANBROEK 1802 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — SPIJKENISSE 2457 — — — — — — — — — — STAMPROOY 1740 — — — — — — — — — — STANDAARDBUITEN 1894 — STAVENISSE 1843 — — — — — — — — — — STEDUM 2302 — — — — — — — — — — STEEG, DE 262161) — — — — — — — — — — STEENBERGEN 94151) — — — — — — — — — — STEENDEREN 3752 — — — — — — — — — — STEENWIJKERWOLD 6914 — STEIN 4393 — — — — — — — — — — STEVENSWEERT .... 1122 — — — — — — — — — — STOLWIJK 2692 — — — — — — STOMPWIJK 5504 — — — — — — — — — — *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek, l) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. Transp.- Steen-en hout- BOUWBEDRIJVEN bedrijf granietbedrijf « S2 I & » , f» g I I 2 1-e S 2 & ! I'S .1 I | -s a èü | I II ll II | I I 1 II •B 3 Ö " □ "S a! jjSu-Suma-s "5 [j 3 "aj X S r-i O U r* 3 C § S I 11 12 14 15 16 17 18 19 20 21 27 28 40 41 42 . 312o ___ _______ 3120 2688 2688 _ _ _ .. _ — 3120 2688 2688 _ 1968 — — — — — — — — — 2976 2496 2496 — 2160 2496 2498 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 2976 2496 2496 — 2160 — — — — — — — — — — — — — — _ _ _ _ _ — — — — — — — — 2976 2496 2496 — 2160 — — — — — — — — — — — — — — — 1968 — — — — — — — — — — — — — — _ _ _ _ _ ________ 2976 2496 2496 — — — — — — 2976 2496 2496 — — 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 _ 2160 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — 2160 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 1632 1536 — — 2688 2352 2352 Z Z _ _ _ — — — — — — — 2976 2496 2496 2588 2640 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 3120 2688 2688 — 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — — — — — 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 — — — — — —— — — — — — — 3120 2688 2688 — — — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 — 2160 — — — — — — — — — — — — — — _ — — — — — — — — — 2688 2352 2352 — 1968 — — — — — — — — — — — — — — — 2160 — — — — — — — — — — — 2880 2400 2400 — 1968 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 — — — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 — 2160 29761 2976' 2976' 29761 29761 2736' 27361 2736' — — — 3120 2688 2688 1) Alleen gedeelte tusschen Veur, De Drie Molens en Molenvaart. TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF £ è Bi !? ? S -S -S «r s s» ^ - swsw3 s S ,s ~ —< »-5 * C ^ £ |"g | || $< || || |S |,< 123456789 10 STOUTENBURG 1541 — STREEFKERK 1815 __ — — _ — — — — — STRIJEN 4681 — — — — — — — — — — SWALMEN 4618 — — — — — — — — — — TEGELEN 11639 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — TEN BOER 5331 — — — — — — — — — — TER-AAR 4035 — — — — — — — — — — TER-APEL 14618') — — — — — — — — — — TERBORG 110761) — — — — TERHEYDEN 4506 — — — — — — — — — — TERNEUZEN 11112 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — TERMUNTEN 4106 — — — — — — — — — — TERWOLDE 146171) — — — — — — — — — — TETERINGEN 3027 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — TEXEL 7905 — — — — — — — — — — THOLEN 2992 — — — — — — — — — — THORN 1705 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — TIENHOVEN 341 — — — — — — — — — — TUBBERGEN 10306 — — — — — — — — — — TWISK 725 — — — — — — — — — — UBBERGEN 5406 — — — — — — — — — — UDENHOUT 4338 — — — — — — — — — — UITHOORN 3999 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — UITHUIZEN 4473 — — — — — — — — — — UITHUIZERMEENDEN 5001 — — — — — — — — — — ^ ULESTRATEN 1113 — — — — — — — — — — ULRUM 3761 — — — — — — — — — — URSUM 1430 — — — _ — _ — — — _ USQUERT 1810 — — — — — — — — — — VAALS 8341 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 — VALBURG 6817 — — — — — — — — — — VALKENBURG 2208 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — VALKENSWAARD .. 10061 — — — — — — — — — — VEGHEL 8125 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 2688 VELDHOVEN 7600 — — — — — — — — — — *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Transp- Steen-en hout - BOUWBEDRIJVEN bedrijf granietbedrijf 2 ™ wM§IO ' J T| .a 2 »> ï 5 I S 1 s S h s I 1 H 551 st | I §8 $ g| •S 2 "3 1 ^ | ^ 'ïg g'S 'Sn ^ JS 3 £ S ! 1 i i > * * *> !101 -1P * -S i i 11 II 12 "l3 14 15 16 17 18 19 20 °21 27 28 40 41 42 _ 1968 - — — __ — — — — — — 3120 2688 2688 — _ — — — — — — — 2976 2496 2496 _ _ _ _ _ — 3120 2688 2688 — — — — — 2976 2496 2496 _ 2352 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 — _ — — _ — — 2688 2352 2352 — — — — — 3120 2688 2688 2280 — 2256 2256 2258 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — — — — 2256 2160 — — — — — — — — — 1955 1885 — — — — 2160 — — — — — — — — — — — — — — 2160 — — — — — 2250 2180 — — — — 1968 2064 2064 2084 2064 2064 1632 1632 1632 1536 — — 2688 2352 2352 — 1968 — — — — — — — — — — — — — — — 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — — — — _ 1968 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 — 2160 — — — — — — — — — — — — — — _ _ — — — — — — — 2976 2496 2496 — — — _ — — — — — 3120 2688 2688 _ — — — — — — — 2880 2400 2400 __ _ _ — 2976 2496 2496 _ 2448 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 — 1968 — — — — — — — — — — — — — — _ 2160 -- — — — — — — — — 3120 2688 2688 — 1968 — — — — — — — — — — — 2688 2352 2352 _ — — — — — — — — — — 2688 2352 2352 — 1968 — — — — — — — — — — — — — — _ 1968 — — — — — — — — — — — 2688 2352 2352 — — —— — — — — — — — — — 2976 2496 2496 _____ — 2688 2352 2352 — — — — — — — 2976 2496 2496 ___ __ ______ 2250 2180 _ — — —■ 2160 — — — — — — — — — 1955 1885 — — — — 1968 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 _____ ') Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF £ d s» i 2 8 w < i ffl' 8 .£ 4 „ •S^r I |g .2 . g.s &e Ü 511 .1 . Gemeenten: ^ ^ Ef< Sf PP 33 ^ gg >< >« Sg ïtS 1 «S « « > ft js? tS g 5a;" c d N tj ij -m 3 -m T ^ ti ^ js 3 ft 2 Ë u u g' gg ï P P ^ t—i •—< *"• rö *"• T3 b£) 123456789 10 VELDHUIZEN 666 — — — — — — — — — — VELSEN 2) 44923 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 — VENHUIZEN 2933 — — — — — — — — — — VENRAY 13379 — — — — — VEUR 3796 — _ — — — — — — VIANEN 3714 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — VIERLINGSBEEK .... 1808 — — — — — — — — — — VIERPOLDERS 888 — — — — — — — — — — VINKEVEEN 4429 — — — — — — — — — — VLAARDINGERAMB. 3463 — — — — — — — — — — VLAGTWEDDE 14618 - - VLEUTEN 3149 — — — — — — — — — — VLIST 456 — — — — — — — — — — VLODROP 1673 — — — — — — — — — — VOGELENZANG .... 1291271) — — — — — — — — — — VOLENDAM 87311) — — — — — — — — — — VOORBURG 23880 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 — VOORHOUT 3475 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 — VOORSCHOTEN 6266 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 3312 VOORST 14617 — — — — — — — VORDEN 4536 — — — — — — — — — — VREESWIJK 3478 — — — — — VRIES 5621 — — — — — — — — — — VRIEZENVEEN 9325 — — — — — — — — — — VRIJENBAN 528091) — WAALRé 4723 — — — — — — — — — — WAARDER 944 — — — — — — — — — — WADWAAY 21771) — — — — — — — — — — WAMEL 6046 — — — — ——— — — — — WANSSUM 979 — — — — — — — — — — WARDER 478 — — — — — — — — — — WARFFUM 2257 — — — — — — — — — — WARMENHUIZEN .... 2348 — — — — — — — — — — WARMOND 2972 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — WARNSFELD 4483 — — — — — — — — — — *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek. 2) Zie ook IJmuiden. Transp.- Steen-en hout- BOUWBEDRIJVEN bedrijf granietbedrijf I g I 1 g . g | i ig *J 11 I g 1 | |1 f2 I I § « S & Ö, g £ & 55 § f ë gij-S 8 8 I | I 1 IS II 12 'l3 14 15 16 17 IS 19 20 °21 27 28 40 41 42 ________ — — — — — — 3120 2688 2688 3120 3120 2976 2976 2976 2976 2976 2736 2736 2736 — — — 3120 2688 2688 — 2160 — — — — — _ - 2976 2496 2496 _ X968 — — — — — — — — — — — 2976 2496 2496 — 1968 2976 2976 2976 2976 2976 2736 2736 2736 — — — 3120 2688 2688 — 2352 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — — — — — — — 2976 2496 2496 — _ — — — — — — — 3120 2688 2688 — 2160 ~ZZ_ — — — — — — — 2976 2496 2496 — — 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 1632 1536 — — 2688 2352 2352 — 2160 2498 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 3120 2688 2688 — — — — — — 2976 2496 2496 ________ — — — — — — 2976 2496 2496 — 2640 2496 2496 2496 2495 2496 2064 2064 2064 1776 — — — — — — 2160 — — — — — — — — — — — — — — 3360 3120 2976 2976 2976 2976 2976 2736 2736 2736 — — — — — — ___________ _ _ 3120 2688 2688 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2084 2064 1776 2250 2180 3120 2688 268S — 2160 — — — — — — — — — — — 2880 2400 2400 — 2160 — — — — — — — — — — — 2880 2400 2400 _ 2352 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 2160 — — — — — — — — — 2688 2352 2352 — — — — — — — 2880 2400 2400 — — — — — 3120 2688 2688 — 1968 — — — ________ 2976 2496 2496 — — 2256 2256 2256 2256 2258 1776 1776 1776 1632 — — — — — Z 1968 Z Z _ — — — — — — — — 2976 2496 2496 ________ — — — — — — 2976 2496 2496 ___________ _ _ 2688 2352 2352 — _ — _ — — — 2976 2496 2496 — 2448 2496 2496 2496 2496 2496 2064 2064 2064 1776 — — 3120 2688 2688 _ 2160 — — — — — — — — — — — 2880 2400 2400 !) Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. TYPOGRAFIE en RASTERDIEPDRUKBEDRIJF i § ~ i i « « è^ è® s i | , s Gemeenten: 8 -g £ m*. SfPQ.S^.S^'cg £< g | e ^ S e 2 n -ü ü ro^rajcg p. 3 t» o .-C w—t r-t »"Ö txb 123456789 10 WASPIK 3407 - - - - - WASSENAAR 15665 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 3312 WATERINGEN 4891 — _ — — _ — — WEDDE 3835 — WEERSELO 6870 _ — — — WEESPERCARSPEL .. 3565 — _ — — — — WEHL 3266 — WERKHOVEN 1040 — — _ — _ — WERVERSHOOF 3617 ___ _______ WESSEM 1123 — WESTBROEK 1157 __________ WESTERVOORT 2275 __________ WESTMAAS 931 — — — — — — — — — — WESTWOUD 1260 ___ _______ WESTZAAN 2911 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — WIERDEN 11827 — — _ WIERINGEN 6271 __________ WILLESKOP 935 — — — — — — — — — — WILLIGE LANGERAK 927 __________ WILNIS 2446 __________ WILSUM 822 — — — — — — — — — — WINKEL 1817 — — — — — WINSUM 2761 ________ __ WISCH 11076 — WISSEKERKE 3578 __________ WOGNUM 2177 __________ WOLVEGA 187331) 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — WORKUM 3837 2496 2880 2736 2880 2928 2496 2736 2160 2016 — WORMER 4698 2640 3024 2880 3024 3072 2640 2880 2304 2112 — WORMERVEER 9138 2784 3168 3024 3168 3216 2784 3024 2400 2208 3312 WOUBRUGGE 2595 — — — — — — — — — — WOUDENBERG 3381 — — — — — — — — WOUW 5034 ________ _ _ WIJCHEN 6544 — WIJDE 52241) — — — — — — — — — — *) Uit een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek, i) Voor zoover betreft fabrieksgedeelte. Transp.- Steen-en houtBOUWBEDRIJVEN bedrijf granietbedrijf S2 Jj 2 m m ^ w ' Ji ,Q 2 £ ^a!s*2 B g "S Ï i ï ^ . 8 i sl ■2 2 =2 s 8) O•* I r, g-a §-a -s È S * -S 2 al ^ JJ 0) "fl) flJ m Qj tH <ü -*-> O W B c/3 Ijl 2 :3 C ■g -s I I g ü I | | & * i g I j ü I JlJs ,2 M H £ O O g > M -g fij 11 12 *13 14 15 16 17 18 19 20 21 27 23 40 41 42 3360 3120 2976 2976 2976 2976 2976 2736 2736 2736 - - - 3120 2688 2688 _ 2160 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 1632 1536 — — 2688 2352 2352 — 1968 — — — - 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 - - 3120 2688 2688 — — — " ~ Z ~ — — — — — 3120 2688 2688 — — — 2976 2496 2496 _ _ — 2976 2496 2496 _ _ _ — — 3120 2688 2688 _ — 2976 2496 2496 _ _ __ — 3120 2688 2688 _ - 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 - - 2976 2496 2496 204Q — — — — ol^U ^böö OrS & O ^ rj ^5 O ë|g>^-Q^g o, W J .* O O « 2 ^ 'Ü ° O > 03 Q Dfl II 12 13 14 15 16 17 IS 19 20 21 27 28 40 41 42 — — — — — — — 2976 2496 2496 _ — — — — 2880 2400 2400 — — 2784 2784 2784 2784 2784 2400 2400 2400 2160 — — 2976 2496 2496 _ 1968 _ _ — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — — — — — — 3120 2688 2688 _ 3120 — — — _____ 2595 2525 — — — _ 1968 — — — — 3120 2688 2688 _ 2160 — — — — — — — — — — — 2784 2400 2400 — — — — — — 2784 2400 2400 _ 1968 — — — — — — — 2688 2352 2352 — 3120 2976 2976 2976 2976 2976 2736 2736 2736 — — — 3120 2688 2688 _ _ _ __ — — — — — — — — 3120 2688 2688 _ 2160 — — — — — — — — — — — 2880 2400 2400 _____ __ _ __________ 1955 1885 2976 2496 2496 _ 1968 — — — — — — — — — 1955 1885 — — — — 1968 — — — — — — — — — — — — — — _ _ _ _ _ — 3120 2688 2688 _ _ _ _ _ — — 2976 2496 2496 _ 1968 — _ — ___________ 3120 2688 2688 — 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 3120 2688 2688 — 1968 — — — — — — — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — 2160 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 — — 2064 2064 2064 2064 2064 1632 1632 1632 1536 — — 2688 2352 2352 — — 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2688 2352 2352 — — — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 _ 2160 — — — — — — — — — — — 2688 2352 2352 _ 2640 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — — 2256 2256 2256 2256 2256 1776 1776 1776 1632 — — 2976 2496 2496 _ 2160 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 — — — — — — — — 3120 2688 2688 I — 1968 — — — — — — — — — — — 2784 2400 2400 _ 2160 — — — _ — _ — — — — — 2784 2400 2400 _ 2448 — — — — — — — — — — — 3120 2688 2688 _ _ _ _ — — — — — — — — — 2976 2496 2496 ') Aantal inwoners der gemeente waartoe deze plaats behoort. § 2. LOONEN IN HET LITHOGRAFISCH BEDRIJF. Bij collectieve arbeidsovereenkomst zijn de volgende minimumweekloonen vastgesteld voor volwassen gezellen: Ïf. M°rS S.16AÜÏ S 2 JStlSX Groep A. . • ƒ 38,- ƒ36,- f •• ;; S- " n ' ' ' " 29 - „ 27 - „ 27,- ;; E.' : : ,: 21,50 „ 21,50 „21,5» Onder groep A worden begrepen: gezellen in a. het lithografisch bedrijf: lithografen, ontwerpers, muziekgravuers, fotografen, foto-lithograf en ; b. het lichtdruk bedrijf : preparateurs. Voor s de overige werklieden indien zij het kleurendruk uitvoeren. Onder groep B worden begrepen: offsetdrukkers, met uitzondering van hen die een baby-offsetmachine bedienen. Onder groep C worden begrepen : gezellen in a. het lithografisch bedrijf: copieïsten, handpersdrukkers, snelpersdrukkers, ro tiedrukkers, papiersnijders of -binders; b. in het lichtdrukbedrj . fotografen, retoucheurs, drukkers. .. , Onder groep D worden begrepen: gezellen in a het lithografisch bedrijf: de hulpvakarbeiders, waaronder worden verstaan slijpers, verfwrijvers, stansers, gommers en vernissers Onder groep E worden begrepen: alle hulpvakarbeiders, me uitzondering van die in de blikdrukkerij. Het weekloon der leerlingen bedraagt: Oude loonschaal Vanaf 6 Mei'35 Vanaf (tot 4 Mei'35) t/m. 31 Aug. '35 2Sept. o5 Gedurende het eerste halfjaar ƒ 2, ƒ 2, ƒ > „ tweede „ „ 3,- „ 3,- „ 2,75 » d6rdf " " t- " 4 75 4^50 » vierde » » f' " r'L 595 » v«fde " " " KJ " 6- " zesde^ " " fT " 7 50 " i- „ zevende „ „ 8,— „ 7, » rj ^ » achtSte, " " io'I " 9 75 9,25 » +nege?de » " !°2' " il_ 10,50 .. tiende „ » — » ' Deze contractueele verhoogingen worden steeds verleend op den eersten betaaldag over de eerste volle week in Januari en op den eersten betaaldag over de eerste volle week in Juli, tenzij zij reeds eerder zijn verleend. Indien een leerling niet tot tevredenheid van den werkgever gewerkt heeft, kan de werkgever, na den leermeester van den leerling hierover te hebben gehoord, het bedrag der loonsverhooging den leerling geheel of gedeeltelijk onthouden. De minimum-loonen der halfwassen in groep A zijn als volgt vastgesteld: Oude loonschaal Vanaf 6 Mei '35 V anaf (tot 4 Mei '35) t/m. 31 Aug. '35 2 Sept. '35 Gedurende het eerste halfjaar ƒ 14,50 ƒ 13,50 ƒ 13,— „ „ tweede „ „ 16,50 „ 15,50 „ 14,75 „ „ derde „ „ 18,50 „ 17,25 „ 16,75 „ „ vierde „ „ 20,50 „ 19,25 „ 18,50 ,, „ vijfde „ „ 23,— „ 21,50 „ 21, „ „ zesde „ „ 25,— „ 23,50 „ 22,75 „ „ zevende „ ,, 27,50 „ 26, „ 25, „ „ achtste „ „ 30,— „ 28,25 „ 27,50 „ „ negende „ „ 32,— „ 30,25 „ 29,25 n „ tiende „ ,, 34,50 „ 32,50 „ 31,75 „ „ elfde „ „ 36,50 „ 34,50 „ 33,50 daarna het minimum-loon . „ 38,— „ 36, „ 35, Indien een halfwas niet tot tevredenheid van zijn werkgever gewerkt heeft, kan de werkgever, na de betrokken afdeelingschef of de volslagen collega's van den halfwas hierover te hebben gehoord, hem het bedrag der loonsverhooging geheel of gedeeltelijk onthouden. Behoudens het bepaalde in den vorigen zin stijgt, gedurende de jaren dat de werknemer als halfwas wordt beschouwd, zijn minimum-loon tot het minimum voor volslagen gezel en wel bij halfjaarlijksche verhoogingen, tenzij zij reeds eerder zijn verleend op den eersten betaaldag over de eerste volle week in Januari en op den eersten betaaldag over de eerste volle week in Juli, tenzij zij reeds eerder zijn verleend. De minimum-loonen der halfwassen in groep B zijn als volgt vastgesteld: Oude loonschaal Vanaf 6 Mei '35 Vanaf (tot 4 Mei '35) t/m. 31 Aug. '35 2 Sept. '35 Gedurende het eerste halfjaar ƒ 14,— ƒ 13,— ƒ 12,50 ,, „ tweede „ „ 16,— „ 15,— „ 14,25 ,, „ derde „ „ 18,— „ 16,75 „ 16,25 „ „ vierde „ „ 19,50 „ 18,25 „ 17,50 „ „ vijfde „ „ 22,— „ 20,50 „ 20,— „ „ zesde „ „ 24,— „ 22,50 „ 21,75 „ „ zevende „ „ 26,50 „ 25,— „ 24,— ,, „ achtste „ „ 29,— „ 27,25 „ 26,50 „ „ negende „ „ 31,— „ 29,25 „ 28,25 ,, ,, tiende „ „ 33,50 ,, 31,50 „ 30,75 „ „ elfde „ „ 35,— „ 33,— „ 32, daarna het minimum-loon . „ 37,— „ 35,— „ 34, Zie ook opmerking onder minimum-loonen der halfwassen in groep A. De minimum-loonen der halfwassen in groep C zijn als volgt vastgesteld: Oude loonschaal Vanaf 6 Mei'35 Vanaf (tot 4 Mei '35) t/m. 31 Aug. '35 2 Sept. '35 Gedurende het eerste halfjaar ƒ 14,— ƒ 13,— ƒ 12,50 ,, „ tweede „ „ 16,— „ 15,— „ 14,25 „ „ derde „ „ 18,— „ 16,75 „ 16,25 „ „ vierde „ „ 20,— „ 18,75 „ 18, „ „ vijfde „ „ 21,50 „ 20,— „ 19,50 ,, ,, zesde ,, „ 23,50 „ 22,— „ 21,25 „ „ zevende „ „ 25,50 „ 24,— „ 23, „ „ achtste „ „ 27,50 „ 25,75 „ 25, „ „ negende „ „ 29,50 „ 27,75 „ 26,75 ,, „ tiende „ „ 30,50 ,, 28,50 „ 27,75 „ „ elfde „ „ 32,— „ 30, „ 29, daarna het minimum-loon . „ 34,— „ 32,— „ 31, Zie ook de opmerking onder minimum-loonen der halfwassen in groep A. De minimum-loonen der halfwassen in groep D zijn als volgt vastgesteld: Oude loonschaal Vanaf (tot 4 Mei '35) 6 Mei '35 . ƒ14,- ƒ 13- . „ 15,50 „ 14,50 • „ 17,- „ 15,75 . „ 18,50 „ 17,25 . „ 20,— „ 18,50 . „ 21,— „ 19,50 . „ 22,50 „ 21,- » 24,— „ 22,25 . „ 25,50 „ 23,75 . „ 26,50 „ 24,50 . „ 27,50 „ 25,50 . „ 29,— „ 27,— Gedurende het eerste halfjaar „ „ tweede „ „ derde „ vierde „ vijfde „ „ zesde „ „ „ zevende „ „ „ achtste „ „ „ negende „ „ „ tiende „ » elfde daarna het minimum-loon . Zie ook de opmerking onder minimum-loonen der halfwassen in groep A. Volledigheidshalve zij vermeld dat bij loongroep D per September 1935 geen nieuwe loonsverlaging plaats heeft en dat het loon van loongroep E, waartoe alle hulparbeiders behoor en, bij de jongste contractsherziening niet werd verlaagd, maar op ƒ 21,50 gehandhaafd bleef. Partijen bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Lithografisch Bedrijf in Nederland zijn de Nederlandsche Bond van Steendrukkerijen ter eenre en de Nederlandsche Litho-, Foto- en Chemigrafenbond, de Nederlandsche Katholieke Grafische Bond en de Nederlandsche Christelijke Grafische Bond ter andere zijde. De C.A.O. is aangegaan voor den tijd van twee jaren en is van kracht geworden den 6den Mei 1935. § 3. LOONEN IN HET CHEMIGRAFISCH BEDRIJF. Het weekloon voor leerlingen in het chemigrafisch bedrijf bedraagt gedurende het eerste halfjaar ƒ 2,— tweede „ „ 3,— derde „ „ 3,75 vierde „ „ 4,75 vijfde „ „ 5,50 zesde „ „ 6,50 zevende „ „ 7,50 achtste „ „ 8,25 negende „ „ 9,75 tiende „ „ 11,—, Deze contractueele verhoogingen worden steeds verleend op den eersten betaaldag over de eerste volle week in April en op den eersten betaaldag over de eerste volle week in October. Indien een leerling niet tot tevredenheid van den werkgever gewerkt heeft, kan de werkgever, na den leermeester van den leerling hierover te hebben gehoord, het bedrag der loonsverhooging den leerling geheel of gedeeltelijk onthouden. Het aanvangsloon van een halfwassen-gezel bedraagt ƒ 12,—, f 13— of ƒ 14,—, volgens hetgeen de Opleidings-Commissie in de Chemigrafie naar aanleiding van den uitslag van het examen van den betrokken werknemer, hieromtrent beslist. Indien de Opleidings-Commissie besluit een aanvangsloon van ƒ 12,— toe te kennen, zal de betrokken werknemer bij de e.v. periodieke verhoogingen op het normale aanvangsloon voor halfwassen-gezellen worden gebracht. Besluit de Opleidings-Commissie een aanvangsloon van ƒ 14,— toe te kennen, dan zal de betrokken werknemer bij de e.v. periodieke verhooging op het loon voor het tweede halfwas halfjaar worden gebracht. Het normale aanvangsloon voor halfwassen gezellen bedraagt voor alle branches ƒ 13,— per week. Gedurende de jaren, dat de werknemer als halfwas wordt beschouwd, stijgt zijn minimumloon tot het minimum voor volslagen gezel en wel bij halijaarlijksche verhoogingen. Indien een halfwas meer dan drie maanden achtereenvolgens heeft verzuimd, kan de halfwasperiode met den verzuimden tijd worden verlengd. Bedoelde contractueele verhoogmgen worden steeds verleend op den eersten betaaldag over de eerste volle week in April en op den eersten betaaldag over de eerste volle week in October. Indien een halfwas niet tot tevredenheid van zijn werkgever gewerkt heeft kan de werkgever, na den betrokken afdeelingschef of de volslagen collega's van den halfwas hierover te hebben gehoord, hem het bedrag der loonsverhooging geheel of gedeeltelijk onthouden. Een halfwas mag, wat zijn loonverbetering aangaat, gedurende den duur van zijn halfwasperiode niet meer dan in totaal twee halfjaren overspringen. De minimum-loonen der halfwassen zijn als volgt vastgesteld : Loongroep I ^ ^ gedurende het eerste halfjaar ƒ 13, ƒ 13, ƒ 13, „ tweede „ „ 15,50 „ 15,- „ 15,- „ derde „ „ 17,75 „ 16,75 „ 16,35 „ „ vierde „ „ 19,75 „ 18,75 „ 17,7 Loongroep I 11 111 gedurende het vijfde halfjaar ƒ 22, J 20, ./ „ zesde „ „ 24,- „ 22,- „ 20,50 „ zevende „ „ 26,50 „ 24, „ 22, „ „ achtste „ „ 28,75 „ 25,75 „ 23,75 „ negende „ „ 30,75 „ 27,75 „ 25,25 „ tiende „ „ 32,50 „ 28,50 „ 26,50 „ „ elfde „ „ 35,— ,, 30, „ daarna de minimum-loonen . „ 37,— „ 32, „ 29,5 Onder chemigrafische inrichtingen worden verstaan die werkplaatsen, waar cliché's ten behoeve van den hoogdruk langs fotomechanischen weg worden vervaardigd, positief-retouche of andere voorbereidende werkzaamheden daartoe worden verricht. De chemigrafische inrichtingen worden administratief verdeeld in de afdeelingen Retouche, Fotografie, Etserij en Montage. Tot de afdeeling Retouche worden gerekend te behooren de branches der Positief-Retoucheurs en Reproductie-Teekenaars. Tot de afdeeling Fotografie de branches der Auto- en Lijn-Fotografen, Kleur-Fotografen, Halftoon-Fotografen en de NegatiefRetoucheurs. Tot de afdeeling Etserij de branches der Copieïsten, MetaalRetoucheurs, Auto-etsers, Lijnetsers en de Kleur-etsers. Tot de afdeeling Montage de branches der Graveurs, Nasnijders, Proefdrukkers, Blokmakers en Fraisers. Ten opzichte van de bepaling van het minimum-loon worden deze branches verdeeld in 3 loongroepen. Tot de eerste loongroep behooren de Kleur-Fotografen, KleurEtsers, Graveurs. Tot de tweede loongroep behooren de Positief-Retoucheurs, Halftoon-Fotografen, Zwart-Fotografen, Metaal-Copieïsten, ZwartEtsers, Lijnetsers, Fraisers, Nasnijders, Drukkers. Tot de derde loongroep behooren de Reproductie-Teekenaars, Negatief-Retoucheurs, Metaal-Retoucheurs, Blokmakers, LijnFotografen. Het minimum-weekloon der volwassen gezellen bedraagt: voor de eerste loongroep ƒ 37,— „ „ tweede „ „ 32,— „ „ derde „ „ 29,50 Indien een werkgever van oordeel is, dat eenig gezel de noodige bekwaamheid mist om voor het hier genoemde minimum-loon in aanmerking te komen, behoeft hij den betrokkene dat niet uit te betalen. Gaat de werknemer en zijn organisatie hiermede accoord, dan blijft hij als halfwas in de verhouding meetellen, gaat de werknemer of zijn organisatie hier niet mede accoord, dan staat hem tegen deze beslissing beroep open bij het Centraal Comité in de Chemigrafie. De hulparbeiders worden, ongeacht den duur van hun dienstverband, volgens hun leeftijd beloond. Het minimum-weekloon bedraagt: In het algemeen zal een hulparbeider, te wien opzichte de werkgever de wetenschap heeft, dat voor hem als volwassen werknemer geen plaats in zijn inrichting is, op 18-jarigen leeftijd de dienstbetrekking worden opgezegd. Heeft op 18-jarigen leeftijd geen ontslag plaats, dan moet de vraag, of de betrokkene op den duur als volwas hulparbeider kan worden gehandhaafd, bij het bereiken van den 21-jarigen leeftijd opnieuw onder het oog worden gezien. Wordt die vraag ontkennend beantwoord, dan moet ontslag volgen, hetwelk dan zal worden verleend met inachtname van een opzegtermijn van zes weken, welke termijn eventueel tot drie maanden na het bereiken van den 21-jarigen leeftijd kan worden uitgebreid. Gedurende den opzegtermijn kan aan den 21-jarigen hulparbeider het loon van den 20-jarigen worden uitbetaald. De Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Chemigrafisch Bedrijf is aangegaan voor den tijd van tenminste één jaar, met ingang van 1 April 1935. Zij eindigt derhalve niet vroeger dan Zaterdag den 4den April 1936. Zij kan tegen het einde, mits met een termijn van zes weken, door elk der contractanten worden opgezegd, voor de eerste maal echter uiterlijk op den lsten Februari 1936. Geschiedt dit niet, dan wordt zij geacht stilzwijgend voor één jaar te zijn verlengd en zoo telken jare. Partijen zijn de Ver. v. Ned. Chemigrafische Inrichtingen ter eenre en den Ned. Lito-, Foto- en Chemigrafenbond, den Ned. Katholieken Grafischen Bond en den Ned. Chr. Grafische Bond ter andere. § 4. LOONEN IN DE STRAATMAKERSBEDRIJVEN. Voor deze bedrijven bestaat geen voor het geheele land geldende Collectieve Arbeidsovereenkomst. Wel zijn als richtsnoer ter bescherming van de loonen en tarieven in het straatmakers- 15 , 16 , 17 , 18 , 19 , 14 jaar ƒ 3„ 4,25 „ 5,50 „ 7- „ 8,25 „ 11- 20 jaar 21 „ 22 „ 23 „ 24 „ ƒ 13,75 „ 16 — „ 18,50 „ 20,75 „ 23,- bedrijf, volgens een d.d. 5 Juli 1933 door de Regeering met de vakbeweging getroffen regeling, bepaalde normen aangelegd. Dit was noodzakelijk om de werkloozen in dit bedrijf in de crisissteunregeling te doen opnemen. Voor de indeeling der gemeenten in klassen heeft men vastgehouden aan de terzake getroffen regeling in de „Landelijke Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Bouwbedrijven". Deze classificatie is bij de jongste vernieuwing van dit contract belangrijk gewijzigd. De klasse-indeeling der gemeenten heeft voor bovengenoemde regeling, volgens mededeeling van bevoegde zijde, voor het straatmakersbedrijf officieel geen wijziging ondergaan. Uurloon voor een Gemeenteklasse : Uurloon straatmaker : helperstamper: H (hoofdkl.) ƒ 0,86 f 0,70 1 „ 0,74 „ 0,68 2 „ 0,72 „ 0,66 3 „ 0,70 „ 0,64 3A „ 0,69 „ 0,63 4 „ 0,67 „ 0,61 5 „ 0,65 „ 0,59 Ingeval in tariefloon wordt gearbeid, zal geen werkstaking worden gevoerd ter verkrijging van tarieven, welke loonen tengevolge zouden hebben, die meer dan 25 °/o boven de vorengenoemde uurloonen uitgaan. Daar op enkele plaatsen tariefwerk voor het straatmakerspersoneel is verboden of niet wordt verlangd, doch een ander loonstelsel (premie, enz.) en waarborgen voor voldoende arbeidsprestatie bij behoorlijke kwaliteitsarbeid zijn vastgesteld, moet voor die plaatsen de geldende uur- of andere loonregeling als tariefloon worden beschouwd en dus daarvoor eveneens het bepaalde in de vorige alinea omtrent een verhooging der vastgestelde uurloonen met 25 °/o van kracht zijn. Krachtens deze regeling en voorwaarden zal de berekening van het loon en (of) de tarieven dus volgens onderstaande tabellen kunnen geschieden : Straatmakers Helpers-stampers Gemeenteklasse : Weekloon plus 25 % Weekloon plus 25 % H ƒ36,48 ƒ45,60 ƒ33,60 ƒ 42,— 1 „ 35,52 „ 44,40 „ 32,64 „ 40,80 2 „ 34,56 „ 43,20 „ 31,68 „ 39,60 3A „ 33,60 „ 42,— „ 30,72 „ 38,40 3 „ 33,12 „ 41,40 „ 30,24 „ 37,80 4 .... „ 32,16 „ 40,20 „ 29,28 „ 36,60 5 „ 31,20 „ 39,— „ 28,32 „ 35,40 Met nadruk zij er op gewezen, dat uit vorenstaande, met de Regeering getroffen regeling niet voortvloeit, dat de leden der betreffende organisaties niet mogen werken voor loonen en tarieven welke uitgaan boven de aangegeven normen, indien zij deze kunnen bedingen zonder staking of deze zijn vastgesteld. Deze regeling houdt slechts in, dat de bonden geen werkstaking zullen voeren voor loonen en tarieven, welke boven de aangegeven normen uitgaan. Voor enkele gemeenten zijn afwijkende loonregelingen, door middel van C.A.O., afgesloten o.a. te Eindhoven: uurloon van een straatmaker ƒ 0,72, stamper ƒ 0,57, helper ƒ 0,46 ; te 's-Gravenhage : uurloon van een straatmaker ƒ 0,72, van een helper ƒ 0,64. Er zijn bovendien in de practijk ook wel gevallen, waarin, zonder dat dit bij een afzonderlijke C.A.O. is vastgesteld, de werkelijk betaalde loonen aan straatmakerspersoneel afwijken van meergenoemde regeling, zoowel naar boven als naar beneden. Dit is vaak afhankelijk van verschillende omstandigheden, zoowel van plaatselijken aard als wel van den aard van het werk. Als regel echter wordt aan straatmakerspersoneel een hooger loon betaald, als aan gelijksoortige geschoolde bouwvakarbeiders. Door het permanent werken in tariefloon wordt bovendien het weekinkomen als regel beteekenend opgevoerd. § 5. LOONEN IN HET STUCADOORSBEDRIJF. Voor den volslagen vakman-arbeider bedraagt het uurloon, vastgesteld bij Landelijke Collectieve Arbeidsovereenkomsten, in Stukadoors. Opperlieden. Amsterdam en omstreken x) .' . 77 ct. 72 ct. Haarlem en omstreken .... 72 „ 68 „ Kennemerland ...... 72 „ 68 „ Purmerend, Edam, Monnikendam . . 72 „ 50 „ Zaandam en omstreken .... 72 „ 63 „ Gooi en Eemland 72 „ 54 „ Voor de rest van de provincie Noord- Holland ....... 68 „ 52 „ Den Haag en omstreken .... 77 „ 72 „ Rotterdam en omstreken .... 75 „ 72 „ Delft en omstreken 72 „ 54 „ Gouda en omstreken 72 „ 51 „ i) De betrokken werknemersorganisaties hebben het voorbehoud gemaakt, dat zij in deze gemeente niet onder alle omstandigheden de nakoming der verplichtingen, in deze collectieve arbeidsovereenkomst hun opgelegd, op zich kunnen nemen. Stukadoors. Opperlieden. Leiden en omstreken . . . . 72 ct. 68 ct. Voor de rest van de provincie Zuid-Holland, behoudens Den Haag en omstreken 2) ....... 68 „ 58 „ Utrecht en omstreken .... 72 „ 68 „ Amersfoort . . . . . . 70 „ 47 „ Zeist, Driebergen en Doorn ... 70 „ 54 „ Voor de rest van de provincie Utrecht, met uitzondering van het gedeelte, dat onder Gooi en Eemland valt . . 70 „ 47 „ Provincie Friesland 64 „ 46 „ Groningen en omstreken .... 68 „ 54 „ Hoogezand-Sappemeer . . . . 68 „ 45 „ Veendam 68 „ 45 „ Voor de rest van de provincie Groningen 64 „ 47 ,, Provincie Drente ..... 64 ,, 54 „ Enschede ....... 64 ,, 50 „ Almelo 64 „ 50 „ Hengelo ....... 64 „ 50 „ Deventer ....... 64 „ 48 „ Oldenzaal 64 „ 50 „ Voor de rest van de provincie Overijsel . 60 „ 48 „ Arnhem en omstreken .... 66 „ 53 „ Velp 66 „ 53 „ Voor de rest van de provincie Gelderland 64 „ 47 „ Provincies Noord-Brabant en Limburg boven Roermond ..... 62 „ 47 „ Als omstreken worden beschouwd : Amsterdam:. Aalsmeer, Nieuwer Amstel, Sloterdijk, Sloten, Ouderkerk, Duivendrecht, Abcoude, Diemerbrug, Diemen, Burgerdam, Schellingwoude, Ransdorp, Nieuwendam en Buiksloot. Haarlem:. Bennebroek, Heemstede, Zandvoort, Bloemendaal, Overveen, Halfweg, Santpoort en Hillegom. Zaandam: Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer, Krommenie, Assendelft, Westzaan, Kalf, Hardenbroek, Wormer en Oostzaan. Den Haag: Wassenaar, Veur, Leidschendam, Voorburg, Voor- 2) Voor Den Haag en omstreken kan gezien de verhoudingen ter plaatse door partijen na overleg een plaatstelijke overeenkomst worden aangegaan. schoten, Rijswijk en het Westland, uitgezonderd Hoek van Holland. Rotterdam»: Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, VlaardingerAmbacht, Hoek van Holland, Kralingsche Veer. Terbregge, Hillegersberg, Barendrecht, IJsselmonde, Overschie en Ketel. Gouda: Nieuwerkerk, Moordrecht, Gouderak, Krimpen a. d. IJssel, Kapelle a. d. IJssel, Waddinxveen, Boskoop, Reeuwijk, Bodegraven, Zwammerdam, Woerden, Stolwijk, Berkewoude, Lekkerkerk, Berg Ambacht, Schoonhoven, Ammerstol, Montfoort, Oudewater, Haastrecht, Zoetermeer en Zegwaard. Leiden: Oegstgeest, Rijnsburg, Valkenburg, Katwijk, Noordwijk, Leiderdorp, Zoeterwoudej, Hazerswoude, Alphen, Oude Wetering, Nieuwe Wetering, Leimuiden, Warmond, Voorhout, Lisse en Sassenheim. Utrecht: Maarssen, Zuilen, Maartensdijk, De Bilt, Bunnik, Houten, Vreeswijk, Jutphaas, IJsselstein, De Meern, Oudenrijn en Breukelen. Groningen: Haren, Harendermolen, Glimmen, De Punt, Onnen, Noorlaren, Paterswolde, Eelde, Oosterhogebrug, Noorderhogebrug en Hoogkerk. Arnhem: Oosterbeek, Heelsum, Renkum, Elden, Eist en Schaardenburg. Delft: Pijnacker, Nootdorp en Schipluiden. In de gemeenten Amsterdam, Delft, Dordrecht, Den Haag en Groningen en de bij deze gemeenten behoorende omstreken, waaronder te verstaan de voor deze gemeenten in onderling overleg getrokken grenzen, zal in woning- en scholenbouw als regel in tarief gewerkt worden. Indien op een bouwwerk stukadoorswerk wordt verricht zal, al naar gelang de werkgever in uurloon of in tariefloon laat werken, al het voor dat bouwwerk te verrichten stukadoorswerk óf wel in uurloon, óf wel in tariefloon worden verricht, zocdat het uitgesloten is, dat de eene werkman in tariefloon en een andere in uurloon stukadoorsarbeid verricht. Als in aangenomen werk wordt gearbeid, ontvangt de gezel wekelijks een loon, gelijkstaande met hetgeen hij in hetzelfde tijdsverloop in uur- of daggeld zou hebben verdiend. Maar komt de gezel in tarief- of stukloon niet aan zijn uurloon door eigen schuld of onkunde, dan zal hij geen recht op uurloon kunnen doen gelden. Als hij door nalatigheid of onkunde zoowel in tarief- als in daggeldwerk niet aan zijn uurloon kan komen, dan zal de patroon gerechtigd zijn hem zooveel te betalen, als het tarief aangeeft. Wanneer in tarief gewerkt wordt, zal behoorlijk werk gemaakt moeten worden. In plaatsen, waar de tarieven voor aangenomen werk niet geregeld zijn, zullen de landelijke tarieven gelden, echter met inachtneming, dat wanneer in tarief wordt gewerkt, het totaal in tarief verdiende loon met 5 ct. wordt verminderd. In bijzondere gevallen, ter beoordeeling van den werkgever, is de werknemer gehouden langer te werken dan de in het Collectief Contract gestelde werktijd. Daarvoor moeten hem de navolgende verhoogingen van en boven het uurloon worden uitbetaald : 1. Voor het werk na het eindigen van de gewone werktijd voor het eerste, tweede en derde uur 25%. 2. Voor de volgende uren tot het uur, waarop de gewone werk¬ tijd begint 50 °/o. 3. Voor het verrichten van werk op Zondag 100 °/o. Met Zon- dagsarbeid wordt gelijkgesteld het werk, verricht op algemeen erkende christelijke feestdagen, te weten tweede Paaschdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, de Kerstdagen en Nieuwjaarsdag. De werknemersorganisaties hebben zich gebonden te bevorderen dat door haar leden alleen zal worden gewerkt bij degenen, die door schriftelijke onderteekening van een verklaring zich bereid hebben verklaard de collectieve overeenkomst in al haar onderdeelen na te leven. Deze overeenkomst vangt aan 8 April 1935 en eindigt 31 Maart 1936. Voorstellen tot wijziging moeten vóór 31 December 1935 ter kennis van de wederpartij worden gebracht. Zoo spoedig mogelijk na den 31sten December zijn partijen verplicht in onderhandeling te treden over eventueel ingediende voorstellen tot wijziging of vernieuwing der overeenkomst. Worden voor 31 December 1935 geen wijzigingen ingediend, noch opzegging gedaan, dan wordt deze overeenkomst geacht te zijn hernieuwd voor den tijd van één jaar. Partijen bij de Landelijke Arbeidsovereenkomst voor het Stukadoorsbedrijf zijn de Nederlandsche Stukadoorspatroonsbond, de Nederlandsche R.-K. Bond van Stukadoorspatroons „St. Anthonius van Padua" Jer eener zijde en de Roomsch-Katholieke Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph", de Nederlandsche Christelijke Bouwarbeidersbond ter andere zijde. § 6. LOONEN IN HET MIJNBEDRIJF. Het gemiddelde loon der houwers op iedere mijn bedraagt vanaf 1 Augustus 1934 ten minste ƒ 5,— per dienst. Het minimum-uurloon van de bovengrondsche arbeiders die den leeftijd van 23 jaar hebben bereikt bedraagt voor de eerste vakgroep 47 cent de tweede vakgroep 43 cent de derde vakgroep . . . . . 39 cent. Het minimum-uurloon van de bovengrondsche arbeiders beneden 23 jaar bedraagt voor arbeiders van 14 jaar . . 12 cent „ „ 15 . . 14 „ „16 . . 16 „ „17 . . 18 „ „18 • • 21 „ „19 . . 24 „ „ „ 20 . . 26 „ zonder vakopleiding 30 „ met „ „ „21 . 30 „ zonder „ 35 „ met „ „ „ 22 . . 34 „ zonder „ 39 „ met „ Deze minimum-loonen gelden niet voor rentetrekkers. Voor elk bij den arbeider inwonend wettig of gewettigd eigen kind beneden 14 jaar wordt een toeslag van ƒ 4,— per maand verleend. Het aantal kinderen, dat voor toeslag in aanmerking komt, wordt bepaald volgens den toestand op den eersten dag der maand. Vakgroepen. Alle in het bovengrondsch bedrijf voorkomende vakken worden ingedeeld in een der volgende groepen: a. eerste vakgroep (hiertoe behooren de vakken, die een langeren leer- en oefentijd vereischen) ; b. tweede vakgroep (hiertoe behooren de vakken, die een korteren leer- en oefentijd vereischen) ; c. derde vakgroep (hiertoe behooren de vakken, die geen opleiding vereischen). 1. Tot der eerste vakgroep behooren: electriciens, ophaalmachinisten zelfstandig werkzaam aan de hoofdophaalmachines, treinmachinisten, machinisten, bankwerkers, draaiers le fraisers, le fitters, instrumentmakers, autogeenlasschers, koperslagers, kopergieters, loodgieters, metselaars, schilders, stucadoors, smeden, hoefsmeden, timmerlieden, zadelmakers, ketelsmeden, modelmakers, vormers, assistent-ladingmeesters, rangeermeesters, leemvormers, (hulp)-briketmeesters, seinwerkers, stationsassistenten, chauffeurs-mecaniciens, cokesmeesters, ovenmetselaars, loodbranders, le destillateurs, constructie-bankwerkers, le magazijnknechts, ploegbazen van weg en werken, schakelbordwachters, le schavers en tuinlieden. 2. Tot de tweede vakgroep behooren: fitters, tuinwerkers, constructiewerkers, stokers, betonwerkers, kraandrijvers, seinhuiswachters, blokwachters, treinsmeden, schavers, chauffeurs, conducteurs, kabelsplitsers, hulpmachinisten, hulpophaalmachinisten, rangeermachinisten, boorders, kernmakers, ketelbikkers, wasschers, smelters, afbramers, isoleerders, mijnwagenherstellers, spoorleggers, wagencontroleurs, hulpambachtslieden, lampenisten, magazijnknechts, wegers, portiers, veldwachters, verdeelers, kolendrogers, kolenbazen, seingevers, telefoonpostwachters, perslieden, ploegbazen, rangeerders, koetsiers, destillateurs, drukmachinisten, fraisers, houtzagers, hulpschakelbordwachters, vervoerregelaars en zoutkokers. 3. Tot de derde vakgroep behooren: nachtwakers, voorslagers, asch- en kolenrijders, smeerders, hulpstokers, remmers, stcrtrijders, voerlieden, badknechts, poetsers, handlangers en overwegwachters. Het gemiddelde loon der houwers zal bij afzonderlijke loonovereenkomst worden vastgesteld. Het gemiddelde loon der overige ondergrondsche arbeiders moet ten minste gelijk zijn aan de volgende percentages van het gemiddelde houwersloon: meester-houwers ..... HO pet. ploegbazen, schudgootmeesters en schiet- meesters 105 „ houwers dienstdoende als stutter . 95 „ stutters hulphouwers 85 90 sleepers op posten .... overige sleepers boven 21 jaar . overige sleepers van 18 tot 21 jaar . ambachtslieden ..... Ie seingevers ..... loc.machinisten ..... 2e seingevers ..... pompmachinisten .... stalknechts ..... overige arbeiders boven 21 jaar overige arbeiders van 18 tot 21 jaar overige arbeiders van 17 jaar overige arbeiders van 16 jaar 80 pet. 70 „ 60 „ 85 „ 85 „ 80 „ 75 „ 70 „ 65 „ 70 „ 60 „ 50 „ 40 „ Het garantieloon bedraagt 85 pet. van het voor de betrokken categorie geldende gemiddelde loon. § 7. LOONEN IN DE METAALINDUSTRIE. Een landelijke collectieve arbeidsovereenkomst in de Metaalnijverheid bestaat niet. De hierachter opgenomen loonregeling is dus niet ontleend aan een geldende collectieve arbeidsovereenkomst, maar aan een publictie (Mededeelingen Nr. 41, 1 Juli 1935) van het Normalisatie-Bureau voor Arbeidszaken in de Metaalnijverheid (N.A.M.) te Amsterdam. Tabel I geeft een overzicht van de gemiddelde uurloonen van geschoolde metaalbewerkers in een aantal gemeenten waar de bedrijven van de leden van den Metaalbond zijn gevestigd en van de gemiddelde uiirinkomens dezer werklieden. Deze gegevens zijn bewerkt naar de loonschriften van 90 leden van den Metaalbond en omvatten de looncijfers van 21335 werklieden per 1 Juli 1935. Bij de berekening van de gemiddelde uurinkomens is de omstandigheid dat vele werklieden thans minder dan normaal, d.w.z. 48, 47 of 46 uur per week, werken in aanmerking genomen. Aan de hand van deze uurinkomen-cijfers berekene men dus geen weekinkomen-cijfers. Op 1 Juli 1935 werkten 54 °/o der werklieden, werkzaam bij leden van den Metaalbond, de normale werkweek, 23 % van 45 tot 33 uur per week, 1 % van 32 tot 30 uur per week, 4 % minder dan 30 uur per week en 18 °/o, z.g. „tijdelijk ontslagenen", zoo afwisselend, dat hierover geen specificatie was op te maken. Tabel II geeft een overzicht van de gemiddelde uurloonen en van de gemiddelde uurinkomens van geoefende metaalbewerkers. Tabel III geeft een overzicht van de gemiddelde uurioonen en van de gemiddelde uurinkomens van ongeschoolde metaalbewerkers. £ CO ■"ö < < < O O 2 % ft < c a O O N ft o £ Q) CQ •8 0) fa PQ a> Q - B o Q O cO CO X T3 fi O M sS M C X w CS N O M iJ 'O 0) tH CU « J GEMIDDELD UURLOON 14 7757777777777777777 15 7787877878787788877 16 99 11 9999999999999999 17 10 10 13 10 12 10 10 12 10 12 10 12 10 10 12 12 12 10 10 18 12 12 17 12 15 12 12 15 12 15 12 15 12 12 15 15 15 12 12 19 14 14 21 14 18 14 14 18 14 18 14 18 14 14 18 18 18 14 14 20 18 18 24 18 22 18 18 22 18 22 18 22 18 18 22 22 22 18 18 21 22 22 28 22 26 22 22 26 22 26 22 26 22 22 26 26 26 22 22 22 24 24 32 24 29 24 24 29 24 29 24 23 24 24 29 29 29 24 24 23 29 29 35 29 33 29 29 33 29 33 29 33 29 29 33 33 33 29 29 24 31 31 39 31 36 31 31 36 31 36 31 36 31 31 36 36 36 31 31 25 37 37 41 37 41 37 37 41 37 41 37 41 37 37 41 41 41 37 37 26 40 40 45 40 44 40 40 44 40 44 40 44 40 40 44 44 44 40 40 27 41 41 49 41 47 41 41 47 41 47 41 47 41 41 47 47 47 41 41 28 44 44 50 44 49 44 44 49 44 49 44 49 44 44 49 49 49 44 44 29 46 46 52 46 50 46 46 50 46 50 46 50 46 46 50 50 50 46 46 30—65 51 51 57 51 54 51 51 54 51 54 51 54 51 51 54 54 54 51 51 GEMIDDELD UURINKOMEN 14 7757877878787788877 15 8888888888888888888 16 9 9 11 9 10 9 9 10 9 10 9 10 9 9 10 10 10 9 9 17 12 12 14 12 13 12 12 13 12 13 12 13 12 12 13 13 13 12 12 18 13 13 18 13 17 13 13 17 13 17 13 17 13 13 17 17 17 13 13 19 15 15 23 15 20 15 15 20 15 20 15 20 15 15 20 20 20 15 15 20 20 20 27 20 25 20 20 25 20 25 20 25 20 20 25 25 25 20 20 21 24 24 31 24 29 24 24 29 24 29 24 29 24 24 29 29 29 24 24 22 27 27 36 27 33 27 27 33 27 33 27 33 27 27 33 33 33 27 27 23 32 32 40 32 37 32 32 37 32 37 32 37 32 32 37 37 37 32 32 24 35 35 43 35 41 35 35 41 35 41 35 41 35 35 41 41 41 35 35 25 40 40 47 40 46 40 40 46 40 46 40 48 40 40 46 46 46 40 40 26 43 43 51 43 50 43 43 50 43 50 43 50 43 43 50 50 50 43 43 27 45 45 56 45 54 45 45 54 45 54 45 54 45 45 54 54 54 45 45 28 49 49 57 49 55 49 49 55 49 55 49 55 49 49 55 55 55 49 49 29 50 50 60 50 58 50 50 58 50 58 50 58 50 50 58 58 58 50 50 30—65 57 57 65 57 62 57 57 62 57 62 57 62 57 57 62 62 62 57 57 "3 "3 S a CO W ttf) ^ » i-C V ff! ^ ^ a> . fll° 15 Ö c 2 a> 3^0 0> 0»Sö QJ "7J rj 7! CJ M ^ ^ S ^ ï T3 XlCGa'S fi jü IsïisSll! II 5 illliill JSSSOOC^WK kw H ÏD>->^^i-HNIN GESCHOOLDE METAALBEWERKERS 77777777755777777777 77777777755777777777 87787778788788887787 99999999 9 11 11 9 9 9999999 12 10 10 12 10 10 10 12 10 13 13 10 12 12 12 12 10 10 12 10 15 12 12 15 12 12 12 15 12 17 17 12 15 15 15 15 12 12 15 12 18 14 14 18 14 14 14 18 14 21 21 14 18 18 18 18 14 14 18 14 22 18 18 22 18 18 18 22 18 24 24 18 22 22 22 22 18 18 22 18 26 22 22 26 22 22 22 26 22 28 28 22 26 26 26 26 22 22 26 22 29 24 24 29 24 24 24 29 24 32 32 24 29 29 29 29 24 24 29 24 33 29 29 33 29 29 29 33 29 35 35 29 33 33 33 33 29 29 33 29 36 31 31 36 31 31 31 36 31 39 39 31 36 36 36 36 31 31 36 31 41 37 37 41 37 37 37 41 37 41 41 37 41 41 41 41 37 37 41 37 44 40 40 44 40 40 40 44 40 45 45 40 44 44 44 44 40 40 44 40 47 41 41 47 41 41 41 47 41 49 49 41 47 47 47 47 41 41 47 41 49 44 44 49 44 44 44 49 44 50 50 44 49 49 49 49 44 44 49 44 50 46 46 50 46 46 46 50 46 52 52 46 50 50 50 50 46 46 50 46 54 51 51 54 51 51 51 54 51 57 57 51 54 54 54 54 51 51 54 51 GESCHOOLDE METAALBEWERKERS 87787778755788887787 88888888888888888888 10 9 9 10 9 9 9 10 9 11 11 9 10 10 10 10 9 9 10 9 13 12 12 13 12 12 12 13 12 14 14 12 13 13 13 13 12 12 13 12 17 13 13 17 13 13 13 17 13 18 18 13 17 17 17 17 13 13 17 13 20 15 15 20 15 15 15 20 15 23 23 15 20 20 20 20 15 15 20 15 25 20 20 25 20 20 20 25 20 27 27 20 25 25 25 25 20 20 25 20 29 24 24 29 24 24 24 29 24 31 31 24 29 29 29 29 24 24 29 24 33 27 27 33 27 27 27 33 27 36 36 27 33 33 33 33 27 27 33 27 37 32 32 37 32 32 32 37 32 40 40 32 37 37 37 37 32 32 37 32 41 35 35 41 35 35 35 41 35 43 43 35 41 41 41 41 35 35 41 35 46 40 40 46 40 40 40 46 40 47 47 40 46 46 46 46 40 40 46 40 50 43 43 50 43 43 43 50 43 51 51 43 50 50 50 50 43 43 50 43 54 45 45 54 45 45 45 54 45 56 56 45 54 54 54 54 45 45 54 45 55 49 49 55 49 49 49 55 49 57 57 49 55 55 55 55 49 49 55 49 58 50 50 58 50 50 50 58 50 60 60 50 58 58 58 58 50 50 58 50 62 57 57 62 57 57 57 62 57 65 65 57 62 62 62 62 57 57 62 57 * ° §3 q rS N Q '-•Sc o H oj ^ r\ , ca >-i i ui ijl. 11111 H ! 11 S SSm •S-SMT)4iS'ra-St!n3 SMgbcgjc W 3cc Qtiait.iDajoorocooiuSOfc.a) J T3 O T3 Ö o ft 03 d> u 0) T3 •73 2 O | CÜ T3 C/2 _ H P > ö W) 3 £ £ C ,3 3 SI •ï N ONGESCHOOLDE METAALBEWERKERS 78878887 8 10 10 8 7 7778878 89989998 9 11 11 9 8 8889989 11 10 10 11 10 10 10 11 10 13 13 10 11 11 11 11 10 10 11 10 13 14 14 13 14 14 14 13 14 14 14 14 13 13 13 13 14 14 13 14 16 15 15 16 15 15 15 16 15 17 17 15 16 16 16 16 15 15 16 15 19 16 16 19 16 16 16 19 16 19 19 16 19 19 19 19 16 16 19 16 22 18 18 22 18 18 18 22 18 23 23 18 22 22 22 22 18 18 22 18 26 23 23 26 23 23 23 26 23 26 26 23 26 26 26 26 23 23 26 23 29 25 25 29 25 25 25 29 25 30 30 25 29 29 29 29 25 25 29 25 32 29 29 32 29 29 29 32 29 32 32 29 32 32 32 32 29 29 32 29 32 29 29 32 29 29 29 32 29 36 36 29 32 32 32 32 29 29 32 29 38 36 36 38 36 36 36 38 36 38 38 36 38 38 38 38 36 36 38 36 45 39 39 45 39 39 39 45 39 46 46 39 45 45 45 45 39 39 45 39 ONGESCHOOLDE METAALBEWERKERS 79979997 9 12 12 9 7 7779979 9 11 11 9 11 11 11 9 11 12 12 11 9 9 9 9 11 11 9 11 12 11 11 12 11 11 11 12 11 15 15 11 12 12 12 12 11 11 12 11 14 17 17 14 17 17 17 14 17 16 16 17 14 14 14 14 17 17 14 17 18 17 17 18 17 17 17 18 17 19 19 17 18 18 18 18 17 17 18 17 21 19 19 21 19 19 19 21 19 22 22 19 21 21 21 21 19 19 21 19 24 21 21 24 21 21 21 24 21 26 26 21 24 24 24 24 21 21 24 21 28 29 29 28 29 29 29 28 29 29 29 29 28 28 28 28 29 29 28 29 32 28 28 32 28 28 28 32 28 34 34 28 32 32 32 32 28 28 32 28 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 37 32 32 37 32 32 32 37 32 41 41 32 37 37 37 37 32 32 37 32 42 41 41 42 41 41 41 42 41 44 44 41 42 42 42 42 41 41 42 41 50 43 43 50 43 43 43 50 43 53 53 43 50 50 50 50 43 43 50 43 § 8. LOONEN IN HET BAKKERSBEDRIJF. Een Landelijke Collectieve Arbeidsovereenkomst in het Bakkersbedrijf bestaat niet. Wel zijn meerdere plaatselijke contracten met een of meer werkgevers in het bakkersbedrijf door een of meer organisaties van werknemers in het bakkersbedrijf aangegaan. De voornaamste bepalingen t.a.v. loonen in eenige plaatselijke collectieve arbeidsovereenkomsten volgen hieronder. De voornaamste bepalingen uit de C.A.O. geldend van 17 Februari tot eind 1935 voor het Rotterdamsche bakkersbedrijf zijn: Wat de loonen betreft: meesterknechts over 5 of meer bakkersgezellen ten minste .......... ƒ 33,75 meesterknecht-ovenist over 4 of minder bakkersgezellen „ 32,50 ovenisten „32,50 deegmakers „ 31,50 voormannen .......... 31,— speciale (verantwoordelijke) luxe bakkers . . . ,, 31,— alleenwerkende gezellen 31,— bankmannen „ 30,— koek- en banketbakkers en roggebroodbakkers . . „ 30,— minimum-garantieloon voor broodbezorgers in volledi- gen dienst „ 30,— binnenpersoneel, waaronder onder meer te verstaan magazijn- en zolderknechts, blikkensmeerders en hulppersoneel aan kettingovens, zoomede chauffeurs „ 29,— Niet volslagen arbeiders: bakkersgezellen van 17 jaar ƒ 9,75 » » 18 „ ....... 13,25 „ 19 „ 16,50 „ 20 „ „ 19 — „ „ 21 „ ....... 22, „ 211/2 „ „ 23,75 „ 22 25,75 » 22V2 „ „ 27,50 Garantieloon van bezorgers in gedeeltelijken dienst: wijken tot 18 uur ........ f 10,— „ tot 20 uur 10,75 „ van 21 tot 25 uur 13,25 „ van 26 tot 30 uur 16,50 „ van 31 tot 35 uur „ 19,50 „ van 36 tot 40 uur 22,50 „ van 41 tot 43 uur 24,50 „ van 44 tot 47 uur ........ 28,— „ vanaf 48 uur en hooger . . . . . . „ 30,— Boven en behalve deze loonen wordt den gehuwden arbeiders een kinder-toeslag uitbetaald van ƒ 1,— per week en per kind beneden 14 jaar, ingaande bij het 4e kind. Art. 8 van de C.A.O. in het bakkersbedrijf te 's-Gravenhage: meesterknechts over 5 of meer bak¬ kerij-arbeiders ƒ 36,— ƒ 35,— ƒ 34,— meesterknecht-ovenist over 4 of minder arbeiders „ 35,— „ 34,— „ 33,— ovenisten 35,— „ 34,— „ 33,— deegmakers „ 34,— „ 33,— „ 32,— voormannen „ 33,— „ 32,— „ 31,— speciale (verantwoordelijke) luxe bakkers „ 33,— „ 32,— „ 31,— alleenwerkende gezellen . . . „ 33,— „ 32,— „ 31,— bankman of roggebroodbakkers . „ 32,— „ 31,— „ 30,— koek- en banketbakkers . . . „ 32,— „ 31,— „ 30,— bakkersbezorgers of broodbezorgers in volledigen dienst . . . . „ 32,— „ 31,— „ 30,— chauffers, tevens belast met bediening van particuliere klanten . . . „ 32,— „ 31,— „ 30,— chauffeurs-expediteurs . . . . „ 31,— „ 30,— „ 29,— binnenpersoneel, waaronder o.m. worden begrepen, magazijn- en zolderknechts, blikkensmeerders, hulppersoneel aan de kettingoven, wagenpoetsers en dgl „ 31,— „ 30,— „ 29,— 6 De in de eerste kolom genoemde weekloonen worden betaald met de loonbetaling van 5 Januari 1935 en daarna; in de tweede kolom met de loonbetaling van 4 Mei 1935 en daarna; in de derde kolom met de loonbetaling van 6 Juli 1935 en daarna. Niet volslagen (halfwassen) arbeiders: bakkerij-arbeiders van 17 jaar . . ƒ 10,10 ƒ 9,80 ƒ 9,40 „ 18 „ . . „ 13,75 „ 13,35 „ 12,90 „ 19 „ . . „ 17,45 „ 16,90 „ 16,30 „ 20 „ . . „ 21,15 „ 20,50 „ 19,75 „ 21 „ . . „ 24,85 „ 24,05 „ 23,15 „ 21V2 „ . . „ 26,70 „ 25,85 „ 24,90 „ 22 „ . . „ 28,50 „ 27,65 „ 26,60 „ 22V, „ • . „ 30,35 „ 29,40 „ 28,35 Voor broodbezorgers in gedeeltelijken dienst: wijken tot en met 19 uur . . . ƒ 11,— ƒ 11,— ƒ 10,65 „ van 20 en 21 „ . . . „ 11,75 „ 11,75 „ 11,40 „ 22 „ 23 „ . . . „ 13,— „ 13,— „ 12,75 „ 24 „ 25 „ . . . „ 14,25 „ 14,25 „ 13,80 „ 26 „ 27 „ . . . „ 15,50 „ 15,50 „ 15,05 „ 28 „29 „ . . . „ 17,25 „ 17,25 „ 16,75 „ 30 „ 35 „ . . . „ 20,— „ 20,— „ 19,40 „ 35 „ 40 „ . . . „ 22,80 „ 22,10 „ 21,25 „ 40 „ 43 „ . . . „ 26,10 „ 25,20 „ 24,15 „ 43 „ 48 „ . . . „ 29,60 „ 28,65 „ 27,60 „ „ 48 „ en hooger . . „ 32,— „ 31,— „ 30,— Het uurloon van een bankman in niet-volledigen dienst bedraagt ƒ 0,67 ƒ 0,65 ƒ 0,63 Het uurloon van een noodhulp bedraagt ƒ 0,72 ƒ 0,70 ƒ 0,68 De in de eerste kolom genoemde weekloonen worden betaald met de loonbetaling van 5 Januari 1935 en daarna ; in de tweede kolom met de loonbetaling van 4 Mei 1935 en daarna ; in de derde kolom met de loonbetaling van 6 Juli 1935 en daarna. Voor de gemeente Utrecht zijn bij C.A.O. de volgende minimumloonen vastgesteld: voor volslagen arbeiders : meesterknecht over 5 of meer bakkersgezellen . . ƒ 33,75 meesterknecht-ovenist over 4 of minder gezellen . . „ 32,59 ovenisten . „ 32,50 deegmakers ........... 31,50 voormannen . . . . . . ... . „ 31,— speciale (verantwoordelijke) luxe bakkers . . . „ 31,—• alleenwerkende gezellen ........ 31,— bankmannen ........... 30,— koek- en banketbakkers en roggebroodbakkers . . „ 30,— minimum-garantieloon voor bezorgers in volledigen dienst ............ 30,— binnenpersoneel, waaronder o.m. te verstaan magazijnen zolderknechts, blikkensmeerders en hulp-personeel voor de kettingovens alsmede chauffeurs . . . . „ 29,— voor niet-volslagen arbeiders: bakkersgezellen van 17 jaar ƒ 8,— „ „ 18 „ ....... 11,75 iq i k ,, „ 20 „ 18,— „ 21 „ 21,25 „ 21V2 „ „ 23,— „ 22 „ „ 25,50 „ 22V2 „ „ 27,50 garantieloon voor broodbezorgers in gedeeltelijken dienst: wijken tot 16 uur ......... f 6,75 „ ,, 18 „ . . . . . • • » 7,50 „ 20 8,50 „ 22 „ „ 10,— „ „ 24 „ . . . . . . . . 11,25 „ 26 12,60 „ 28 „ 13,90 „ ,, 30 „ . . . . . . . „ 15,25 „ van 31 tot 35 uur . . . . 4 „ 18,35 wijken van 36 tot 40 uur . . . . . . 21,— „ „ 41 „ 43 „ . . . . . . • „ 24, „ „ 44 „ 47 „ 27,50 „ „ 48 uur en hooger „ 30,— Uit de C.A.O. aangegaan met de R.-K. Coöperatie „De Voorzorg" te Zaandam ontleenen wij : de minimum-loonen zijn voor ovenisten . ƒ 36,— p. w. deegmakers . „ 35,— „ „ „ „ „ „ „ banketbakkers . „ 33,— „ „ „ „ „ „ „ bankmannen . „ 33,— „ „ bezorgers in vollen dienst . . „ 33,— „ „ Niet-volslagen arbeiders, van 17 tot 19 jaar, verdienen, indien zij ten minste twee jaren bij het bakkersvak zijn van ƒ 11,75 tot ƒ 18,75 per week, van 20 jaar ƒ 21,75 p. w. „ 2072 „ 22,50 „ „ „ 21 „ » 25 — » » „ 21V2 „ » 26'75 » » „ 22 „ 29,25 „ „ „ 22x/2 „ 31>— » » en op 23-jarigen leeftijd het loon, dat voor volwassen arbeiders is bepaald. De Coöperatieve Broodbakkerij „Vooruit" U.A. te Dordrecht betaalt aan deegmakers . . ƒ 38,— p. w., voor jonge krachten ƒ 36,— p. w. ovenisten . . „ 39,— p. w., „ „ „ >> 37, p. w. bankwerkers . . „ 36,— p. w., „ „ ,, » 34, p. w. Niet-volslagen arbeiders van 14—24 jaar ontvangen per week op 14-jarigen leeftijd ƒ 3, p. w. „ 15 „ 4~ » » „ 15V2 „ 5— » » „ 16 „ 6,50 » » „ 16V2 „ „ » 8'_ » » „ 17 9'50 " " „ 17V2 „ 11,— " " op 18-jarigen leeftijd ..... f 13,— p. w. „ 18V2 „ „ » 15 — » » „ 19 „ „ 17>~~ » » „ 19V2 „ „ » 19~ » » „ 20 „ „ 21, „ „ „ 20V2 „ „ 2^> » » „ 21 „ „ >» 25— „ „ „ 21V2 „ „ 27 — » » „ 22 „ „ 29' » » „ 221/2 „ „ 31 — „ „ „ 23 „ „ 33,— „ „ „ 24 ,, ,, 34, „ „ De plaatselijke Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Bakkersbedrijf te Dordrecht, aangegaan door den Nederlandschen Bakkersbond en de Dordrechtsche Bakkerspatroonsvereeniging „Onderling Belang" ter eenre en den Nederlandschen Centralen Bond van Christelijke Arbeiders (sters) in de Voedings- en Genotmiddelenbedrij ven en den Algemeenen Nederlandschen Bond van Arbeiders (sters) in het Bakkers-, Chocolade- en Suikerbewerkingsbedrijf ter andere zijde, schrijft de volgende loonen voor: ƒ 34,—• voor een meesterknecht of meesterknecht/ovenist; „ 33,— voor een ovenist; „ 32,— voor een deegmaker; „ 30,— voor een bankman; „ 0,65 per uur voor noodhulpen ; „ 30,— per week voor broodbezorgers in volledigen dienst (minimum); „ 0,60 per uur voor broodbezorgers in gedeeltelijken dienst. Voor jeugdige personen die tenminste twee jaar in het bedrijf werkzaam zijn gelden onderstaande loonen: ƒ 10,— op 17-jarigen leeftijd „ 13,— „ 18- „ „ 16, ,, 19- ,, ,, „ 20,— „ 20- „ „ 24, „ 21- „ „ „ 27,— „ 22- „ en op 23-jarigen leeftijd het loon, dat voor volwassen arbeiders is bepaald. Bakkers-bezorgers worden gerekend te zijn allen, die ten deele den een of anderen arbeid verrichten — zij behooren tot de categorie bankmannen. Voor degenen, die intern werkzaam zijn, is toegestaan, dat de helft van het loon voor kost en inwoning wordt berekend tot een maximum van ƒ 10,— per week. § 9. SLAGERSBEDRIJVEN. Een landelijke collectieve minimum-loonregeling bestaat in de slagersbedrijven niet. Wel zijn meerdere plaatselijke overeenkomsten en overeenkomsten met een bepaalden werkgever aangegaan. Teneinde eenigszins een inzicht te geven van thans bestaande loonen volgen hierna onder A loongegevens welke plaatselijk gelden, onder B loongegevens in eenige groote exportslachterijen. A. Amersfoort: *) ƒ 12,— tot ƒ 20,— voor gezellen van 18 tot 20 jaar ; ƒ 20,— tot ƒ 22,— voor gezellen tot 25 jaar; ƒ 22,— ontvangen 20 °/o der volwassen gezellen (25-jarigen en ouderen) ; ƒ27,- „ 60 % „ ƒ 32,- „ 13»/o „ meer dan ƒ 32,— ontvangen 7 % der volwassen gezellen. Breda: *) ƒ 22,50 tot ƒ 32,50 voor volwassen gezellen. Deventer: *) ƒ 22,— ontvangen 50 °/o der volwassen gezellen. ƒ 27,- „ 250/c „ ƒ 32,- „ 25o/„ „ Enschede: Uit de C.A.O. aangegaan tusschen de Twentsche Coöperatieve Productie- en Verbruiksvereeniging „Tot Steun in den Strijd" U.A. te Enschede ontleenen wij : ƒ 33,50 voor filiaalhouders en winkelchefs, waaronder verstaan worden zij, die onder verantwoordelijkheid van en aan den bedrijfsleider zelfstandig werkzaam zijn, alsmede de voorman in de vleeschwarenafdeeling ; ƒ 27,50 voor alle andere volwassen arbeiders van 26 jaar en ouder; ƒ 13,— voor arbeiders van 18 jaar, voor zoover zij minstens drie jaren in het slagersbedrijf werkzaam zijn , f 15,— idem van 19 jaar. ƒ17,- „ „ 20 „ ƒ 19,- „ „ 21 „ ƒ 21,- „ „ 22 „ ƒ 23,— „ „ 23 „ ƒ 27— „ „ 24 „ ƒ 27,50 „ „ 25 „ Voor cassieres bedraagt het weekloon: ƒ 16,— op 19-jarigen leeftijd. ƒ 17,— „ 20- „ ƒ18,— „ 21- „ ƒ19,— „ 22- „ ƒ 20,— „ 23- „ ƒ 21,— „ 24- „ ƒ 22,— „ 25- ,, » 's-Gravenhage: /'42,75 voor bedrijfsleider, filiaalhouder, meesterknecht, waaronder worden verstaan gezellen werkzaam als bedrijfsleider of filiaalhouder, alsmede meesterknechts in ondernemingen met 5 of meer gezellen; zij moeten in staat zijn het bedrijf volledig te leiden; f 36,15 voor eerste knecht en winkelknecht waaronder worden verstaan gezellen, die onder verantwoording van den werkgever of van onder eerstgenoemde groep begrepen personen, zelfstandig werkzaam zijn, zelfstandig alle voorkomende bestellingen kunnen klaarmaken en voor zoover dat noodig is diverse worstsoorten kunnen bereiden; ƒ 30,85 voor 2e knecht waaronder worden verstaan gezellen, die niet zelfstandig kunnen werken. Zij moeten in staat'zijn zoowel voor- als achtervoeten uit te beenen, rollades op te maken, halve varkens af te snijden, hammen en schouders kunnen afzwoeren en geschikt zijn voor het bedienen van een klantenwijk; ƒ 25,— voor 3e knecht, gezellen van 23 jaar of ouder, minstens 5 jaar in het bedrijf werkzaam en die niet voldoen aan de eischen die gesteld worden in de drie bovengenoemde groepen. Het loon voor noodhulpen bedraagt voor volslagen arbeiders •/ 6>-— per dag en ƒ 7,50 per Zaterdag; voor niet volslagen arbeiders f 4,— per dag en ƒ 6,— per Zaterdag. Bij het ter perse gaan van dit werk is het contract waarbij bovengenoemde loonen zijn vastgesteld, opgezegd en zal naar alle waarschijnlijkheid een nieuw contract worden afgesloten met een loonsvermindering van 15 °/o voor de twee eerstgenoemde groepen en van 10 % voor de twee laatst genoemde groepen. De ®rb"dstljden ziJn in overeenstemming met de bepalingen van de Arbeidswet 1919 en de daarbij behoorende Koninklijke Besluiten. Op erkend Christelijke feestdagen wordt geen arbeid verricht behoudens op den tweeden Pinksterdag. Voor het geval de Kerstdagen op Vrijdag en Zaterdag en Maandag en Dinsdag vallen, wordt op een dier dagen eveneens een halve dag gewerkt. Hilversum : *) ƒ22, ontvangen 35% der volwassen gezellen. ƒ27,- „ 40 % „ ƒ 32,- „ 25o/0 „ Leiden: *) Gezellen van 18 tot 20 jaar verdienen tot ƒ 12,— per week. tot 22 jaar „ ƒ20,— „ 5eZLugefVenS ontleend aan de cijfers waarover wij door het Hoofdbestuur van de leden van den Nederlandschen Bond van Arbeiderspers) in de Slagers- en aanverwante bedrijven beschikken. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat een enquête ter plaatse tot een resultaat zou leiden, hetwelk van deze gegevens afwiikt. Wij zijn echter van oordeel, dat ze voor het beoordeelen van de algemeene verhoudingen en als vergelijkend materiaal wel te gebruiken zijn *) ƒ 20,— ontvangen 12 °/o der volwassen gezellen. ƒ 27,- „ 65o/o „ ƒ 32- „ 12 °/o „ meer dan ƒ 32,— ontvangen 10 % der volwassen gezellen. Dordrecht: Gezellen van 14 jaar verdienen gemiddeld ƒ 2,87'/., per week. ji » ïj »» „ „ 4, „ ,, » ;> >> >> „ „ 4,25 ,, ,, » » h »» „ ,, 5,83 ,, ,, »ï » 1^ » n » „ 9, „ „ »ï 19 ,, ,, ,, 9,25 ,, ,, » t> 20 ,, ,, ,, ,, 11,83 ,, ,, >» » ïj ij „ 17, ,, ,, >> » 22 ,, ,, „ ,, 18, ,, „ » » 23 ,, „ „ „ 20, „ „ Het loon voor een aankomend gezel bedraagt gemiddeld ƒ 9,85 p.w. ,, ,, ,» ,» gevorderd „ „ „ „14,40 „ .» >» volslagen „ „ „ „25,— „ B. N.V. H. Hartog's Fabrieken te Oss: Voor arbeiders in vasten dienst bedraagt de gegarandeerde arbeidstijd bij toepassing van de 5-daagsche werkweek 42 uren, met een minimum van 7 en een maximum van 9 uren per dag. Aan arbeiders in lossen dienst worden de volgende minimum arbeidstijden gegarandeerd: 61/, uur per dag aan losse arbeiders, aangenomen voor gewone werkzaamheden in de slagerij en afdeeling darmbewerking ; 6V2 uur per dag, doch 5 uur op den dag waarop de ploeg waarin zij tewerkgesteld zijn den vrijen middag heeft, aan losse arbeiders, aangenomen voor aanvullende werkzaamheden in de slagerij en afdeeling darmbewerking ; 5 uur per dag aan losse arbeiders, aangenomen voor werkzaamheden in de overige afdeelingen. Voor alle mannelijke arbeiders van 21 jaar tot 60 jaar bedraagt het loon 48 cent per uur, terwijl voor het 43 t/m. 48e werkuur in een kalenderweek 50 cent per uur wordt betaald. Onder normaal uurloon wordt verstaan 48 cent per uur. Met valide mannelijke arbeiders van 21 tot 60 jaar worden gelijkgesteld : a. zij die op 1 Januari 1934 in dienst van den werkgever waren en op dien datum den leeftijd van 20 jaar bereikt hadden ; b. gehuwden die jonger dan 21 jaar zijn en voor of na den dag van hun huwelijk tenminste V2 jaar ononderbroken of in een tijdsbestek van één jaar tenminste 140 dagen in dienst van den werkgever zijn geweest. Voor alle andere arbeiders, beneden den leeftijd van 21 jaar gelden de navolgende uurloonen: 14 jaar . . ƒ 0,10 \ 14 jaar . . ƒ 0,08V2 \ » • » 0,14V21 v 15 „ . . „ 0,11V2 j v 16 „ . . „ 0,20 f £, g 16 „ . . „ 0,15 7 £ g 17 „ ■ • „ 0,25 } 1 | 17 „ . . „ 0,16V2> 1 2 18 „ • • „ 0,31 i || 18 „ en f § | 19 » ■ • » 0J371/21 ® ouder . „ O,!?1/,) > " 20 „ . . „ 0,45 ƒ ■ I Voor ieder wettig kind beneden den leeftijd van 14 jaar wordt door den werkgever op het loon een kindertoeslag gegeven van 30 cent per week voor vaste arbeiders en 5 cent per dag voor losse arbeiders. Deze arbeidsvoorwaarden zijn vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst en gelden tot 5 Februari 1936. N.V. Zwanenberg's Slachterijen en Fabrieken te Oss: Voor arbeiders in vasten dienst bedraagt de gegarandeerde wekelijksche arbeidstijd 48 uur, verdeeld over 6 dagen van 8 uur, voor de continu-arbeiders, en over vijf dagen van 81/2 uur en één dag van 51/., uur voor de niet continu-arbeiders. Aan arbeiders in lossen dienst worden de navolgende minimumarbeidstijden gegarandeerd, te weten: 6x/2 uur per dag aan de losse arbeiders, aangenomen voor gewone werkzaamheden in de slachterij en de afdeeling darmbereiding; 6V2 uur per dag, doch 5 uur op den dag, waarop de ploeg waarin zij tewerkgesteld zijn, den vrijen middag heeft, aan de losse arbeiders welke zijn aangenomen voor aanvul- lend werk in de slachterij en de afdeeling darmbewerking ; 5 uur per dag aan de losse arbeiders, aangenomen voor werkzaamheden in andere afdeelingen dan de bovengenoemde. Voor valide mannelijke arbeiders van 21 tot 60 jaar bedraagt het weekloon tenminste ƒ 22,08, berekend naar een wekelijkschen werktijd van 48 uur, dus 46 cent per uur. Met de arbeiders bedoeld in de vorige alinea worden ten aanzien van het loon gelijkgesteld : gehuwden, die jonger zijn dan 21 jaar, en vóór of na hun huwelijk tenminste een half jaar onafgebroken of in een tijdsbestek van één jaar tenminste een half jaar in totaal in dienst van den werkgever zijn geweest. Voor alle mannelijke arbeiders beneden den leeftijd van 21 jaar gelden de navolgende minimum-weekloonen: op 14-jarigen leeftijd ƒ 3,80 15 ff ff • • •••••>> „ 16 8,60 „ 17 H,04 „ 18 13,92 „ 19 „ „ 16,56 „ 20 „ 20,64 Het loon der vakkundige arbeiders wordt met een cent per uur meer uitbetaald. Op het loon wordt door den werkgever een kindertoeslag gegeven aan arbeiders, die lid zijn van den Ned. R.-K. Bond van Arbeiders (sters) in de Slagers en aanverwante bedrijven „St. Joris". Deze toeslag bedraagt voor ieder wettig kind beneden den leeftijd van 14 jaar: a. voor vaste arbeiders 30 cent per week ; b. voor losse arbeiders 5 cent per dag. Deze arbeidsvoorwaarden zijn vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst en gelden tot 1 Januari 1936. Gebr. Meewis, Exportslachterij te Weert: De basis van de werkweek is voor alle vaste arbeiders op 40 uren gesteld, volgens een 5-daagsche werkweek, met uitzonde- ring van den Zaterdag. De werktijd op de eerste 5 dagen der werkweek is gesteld op een gemiddelde van 8 uur. Een minimum van 6 uur en een maximum van 10 uur is toegestaan. Losse arbeiders genieten een garantie van 5 uren per dag. De loonbasis is: 30 cent per uur voor 18- tot 20-jarigen; 38 cent per uur voor ongehuwde ongeschoolde arbeiders van 21 jaar en ouder ; 42 cent per uur voor ongehuwde geschoolde arbeiders van 21 jaar en ouder; 45 cent per uur voor gehuwde geschoolde arbeiders van 21 jaar en ouder. De loonen die aan gehuwde geschoolde arbeiders op 1 Maart 1935 werden uitbetaald boven de 45 cent per uur blijven geldig tot 31 December 1935. De genoemde uurloonen gelden uitsluitend voor alle valide arbeiders van 18 jaar en ouder die op 1 Maart 1935 in dienst bij den werkgever waren. Aan gehuwde vaste arbeiders mits leden van den Ned. R.-K. Bond van Arbeiders (sters) in de Slagers- en aanverwante bedrijven „St. Joris", wordt voor ieder kind beneden den leeftijd van 14 jaar een kindertoeslag gegeven van 30 cent per week. Losse arbeiders ontvangen 5 cent per kind en per dag. § 10. LOONEN IN DE LANDBOUWBEDRIJVEN. Wat de loonen in den landbouw, enz. betreft, omtrent deze kan worden medegedeeld, dat in deze bedrijven zeer veel collectieve arbeidsovereenkomsten zijn afgesloten. Zij verschillen echter soms van plaats tot plaats en hoewel den samenstellers uitgebreid materiaal ten dienste staat is het niet mogelijk hiervan gebruik te maken, daar de wijze van berekening der loonen zóó zeer uiteenloopt, dat het bestek van dit werk niet toelaat, aan dit onderwerp een zoo groote ruimte af te staan. Teneinde echter eenigszins een denkbeeld te geven hoe deze contracten luiden en welk loonpeil hier en daar voorkomt, zijn hieronder eenige gegevens uit enkele contracten vermeld. De samenstellers zijn echter op verzoek gaarne bereid e.v.t. vragen, deze en andere loon- en arbeidsvoorwaarden betreffende, te beantwoorden. Tusschen de afdeeling Loosduinen van den R.-K. Diocesanen Land- en Tuinbouwbond te Loosduinen, partij ter eenre zijde en den Ned. R.-K. Landarbeidersbond „St. Deusdedit" te Haar- lem, den Ned. Chr. Landarbeidersbond te Utrecht en den Ned. Bond van Arbeiders in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf te Utrecht, partij ter andere zijde, is een collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan, waarbij is bepaald, dat het minimum-loon voor een volslagen arbeider zal bedragen : van 1 Februari tot 15 April ... ƒ 19,50 per week. „ 16 April „ 15 Juli „ 20,50 „ „ „ 16 Juli „ 31 October. . „ 19,50 „ „ „ 1 November „ 31 Januari. . „ 18,50 „ „ Deze loonen gelden voor vaste arbeiders, d.w.z. die arbeiders, welke voor den tijd van een geheel jaar in dienst genomen worden, alsmede voor hen, die vóór 1 Mei door hun patroon voor den verderen duur van het contract jaar in dienst genomen worden. Voor de los-vaste arbeiders, d.w.z. die arbeiders, welke hetzij voor bepaalden, hetzij voor onbepaalden tijd, doch voor meer dan één week en minder dan één jaar in dienst genomen worden gelden onderstaande loonen : van 1 Februari tot 15 April ... ƒ 20,50 per week. „ 16 April „ 15 Juli „ 22,50 „ „ „ 16 Juli „ 31 October. . . „ 20,50 „ „ „ 1 November „ 31 Januari. . . „ 18,50 „ „ Voor de losse arbeiders, d.w.z. arbeiders, welke voor één week of minder in dienst genomen worden, geldt het voor los-vaste arbeiders overeengekomen weekloon, verhoogd met ƒ 2,—. Voor arbeiders, die in een bedrijf als voorman, baasknecht optreden of voor bedrijven, waar voor arbeid in kassen of op zwaren kleigrond reeds een hooger loon wordt gegeven, kan van dit loon worden afgeweken. Voor overwerk moet betaald worden 50 cent per uur, voor noodzakelijke arbeid op Zondag, mits niet langer dan een uur moet 75 cent worden betaald en voorts 100 °/o boven het gewone loon. Voor noodzakelijke arbeid des Zaterdags na 4 uur bestaande uit luchtuithalen of dekken (van kassen) zal het tarief voor Zondagsarbeid gelden. De arbeidsdag is bij C.A.O. vanaf 16 April tot en met 15 Juli van des morgens 5 tot des avonds 61/2 uur. Van 16 Juli tot 1 December en van 16 Januari tot 15 April moet gearbeid worden zoodra en zoolang het daglicht zulks mogelijk maakt, doch niet langer dan van des morgens 6 tot des avonds 6 uur. Bij wijze van crisismaatregel is in het contractjaar 1934—1935 van 1 December tot 15 Januari eveneens van licht tot donker gewerkt. Voor zoover de patroon zulks noodig oordeelt, zijn de arbeiders verplicht in de tijdvakken van 1 April tot 15 April en van 16 Juli tot 1 Augustus tegen uitbetaling van het gewone overurengeld twee uren per dag over te werken, met dien verstande dat des morgens te 5 uur zal worden begonnen en des avonds te 7 uur geëindigd. Des Zaterdagsmiddags zal ook in dezen tijd om 4 uur het werk geëindigd worden. De duur van het middagschaft is bepaald op 1V2 uur, die van het voor- en namiddagschaft telkens op V2 uur. Gedurende de maanden November, December en Januari en op de Zaterdagen gedurende het geheele jaar is het namiddagschaft vervallen. Des Zaterdags eindigt de arbeid om 4 uur. Op algemeen erkende Christelijke Feestdagen, waaronder Nieuwjaar, 2en Paaschdag, 2en Pinksterdag en de beide Kerstdagen wordt, voor zoover deze dagen niet op Zondag vallen, het loon doorbetaald, doch moet de noodzakelijke arbeid worden verricht. Bovendien zijn de arbeiders verplicht op die dagen voor het morgenschaft arbeid te verrichten, welke echter uit niet anders mag bestaan dan in het klaarmaken van groenten. Door de R.-K. Patroons zal op R.-K. Feestdagen geen verzuim berekend mogen worden. Voor noodzakelijke arbeid op die dagen te verrichten, krijgt de arbeider geen extra vergoeding. De niet-Katholieke Patroons zijn verplicht hun R.-K. arbeiders op R.-K. Feestdagen in de gelegenheid te stellen een kerkbeurt te vervullen. Arbeiders, die op Goeden Vrijdag de kerkbeurt willen bijwonen, kunnen daarvoor des middags om 4 uur vrij krijgen. De dienstbetrekking kan worden beëindigd, voor zoover betreft de eerste 3 maanden na de indiensttreding van den arbeider met een opzegtermijn van 14 dagen. Is in de eerste 3 maanden na de indiensttreding van den arbeider noch door den patroon, noch door den arbeider van deze bevoegdheid gebruik gemaakt, dan zal de dienstbetrekking voortduren tot aan het einde van het contractjaar. Indien uitdrukkelijk 14 dagen voor het beëindigen van het contractjaar (31 Januari) noch door den patroon, noch door den arbeider de tusschen hun gesloten overeenkomst is opgezegd, zal dezelve geacht worden met een jaar te zijn verlengd en zullen de arbeidsvoorwaarden zooals die dan in het collectief contract geregeld zullen worden, geldig zijn. Voor het Tuinbouwbedrijf te Sint Pancras is door de R.-K. Tuinbouwvereeniging, de Zuid-afdeeling van den L. T. B., de Neutrale Patroonsvereeniging te St. Pancras en de afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond te St. Pancras eenerzijds en den Nederlandschen Bond van Arbeiders in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf, den R.-K. Landarbeidersbond „St. Deusdedit" en den Nederlandschen Christelijken Landarbeidersbond, anderzijds een Collectieve Arbeidsovereenkomst afgesloten, waarbij, wat betreft loon- en arbeidsvoorwaarden, het volgende is vastgesteld: het loon voor volslagen arbeiders zal zijn : voor vaste arbeiders ... ƒ 18,— per week. voor losse arbeiders . . . . „ 3,— per dag. Overuren moeten betaald worden met 40 cent per uur. Het baggeren wordt betaald met 75 cent per 3/4 praam en 50 cent voor halve pramen. Bij het rooien van aardappelen zal het loon nader tusschen werkgever en werknemer worden geregeld. De arbeidsdag zal zijn : van 1 Juni tot en met 16 Juni van 5,30 tot 6 uur, „ 18 Juni „ „ „ 28 Juli „ 5 tot 6 uur, „ 30 Juli „ „ „ 29 September „ 5,30 tot 6 uur, „ 1 October „ „ „ 2 Februari „ licht tot donker. Zaterdags wordt het werk om 5 uur geëindigd; in de koolschuur is de arbeidsdag van 6,30 tot 6 uur, 's Zaterdags tot 5 uur 's avonds. Tusschen de Commissie van Werkgevers uit Stad a. h. Haringvliet, partij ter eenre en den Nederlandschen Christelijken Landarbeidersbond, partij ter andere, is een Collectieve Arbeidsovereenkomst afgesloten, waarbij de volgende minimum-loonen zijn vastgesteld : van 1 September tot 22 November . . . ƒ 2,25 per dag. „ 22 November „ 30 „ ... „ 2,— „ „ „ 1 December „ 22 Maart . . . „ 1,50 „ „ Bij aardappelrapen achter de machine met 1 uur langer werken dan den gewonen dag wordt ƒ 2,70 per dag betaald. In September en October wordt voor mestladen ƒ 0,15 per dag boven het gewone loon betaald. Laarzengeld eveneens ƒ 0,15 per dag boven het gewone loon. Kunstmestzaaien ƒ 0,10 per baal boven het gewone loon. Voor de gemeenten in West-Noord-Brabant, t.w. Nieuw-Vosmeer, de Heen, Steenbergen, Kruisland, Halsteren, Dinteloord en Lepelstraat, zijn de volgende loonen vastgesteld : Het minimum-loon bedraagt van 1 Maart tot 15 Mei 25 ct. p. uur. „ 16 Mei „ 15 Nov. 26 „ „ „ „ 16 Nov. „ 28 Febr. 25 „ „ „ Voor het snijden van karwij en fijne zaden, waaronder ook maanzaad, het karwij tollen, alsmede voor het zaaien van kunstmest, waaronder ook kalizout, 5 cent boven het gewone uurloon. Indien een arbeider in den drukken tijd in uurloon werkt, wordt het uurloon in overeenstemming gebracht met het loon, hetwelk dan met aangenomen werk in dezelfde onderneming wordt verdiend. Voor opperknechts en daarmede gelijkgestelden bedraagt het loon: in de maanden Maart, April en Mei . . . /' 15, p. w. » » » Juni, Juli en Augustus . . „ 16,— „ „ » » ,, September, October en Nov. . „ 18,— „ „ »> .. December, Januari en Febr. . „ 13,— „ ,, Voor kunstmestzaaien, ook kalizout, wordt 5 cent per uur extra betaald. Het graan voor eigen gebruik benoodigd, wordt den arbeider tegen marktprijs verstrekt. Sommige werkzaamheden kunnen, wanneer zulks door werkgever en werknemer wordt verlangd, in accoordwerk worden verricht. De tarieven voor accoordwerk mogen nimmer zoo laag gesteld zijn, dat daarmede het minimum-loon niet bereikt kan worden; mocht zulks zich toch voordoen, dan behoudt de arbeider zijn recht op bedoeld loon. De arbeidsdag is als volgt: van 1 tot 15 Maart 9 uur. „ 15 Maart tot 1 October ..... 10 „ „ 1 October tot 15 October . . . . . 91/., „ „ 15 October tot 1 November ..... 9 „ 1 November tot 15 November .... 872 „ „ 15 November tot 1 Maart 8 „ Van 15 October tot 1 December verrichten de paardenknechts paardenwerk zoolang het daglicht het toelaat. Van 15 Maart tot 1 October vangt de arbeidsdag 's morgens om halfzes aan. Van 15 Maart tot 15 October moeten de knechts zorgen dat de paarden 's morgens om halfvijf buiten zijn en dat zij des avonds zes uur op de hofstede zijn. De opperknechts en daarmede gelijkgestelden moeten 's morgens één uur voor den aanvang van het werk op de hofstede paarden voeren. Aan de knechts die verder dan een kwartier van de hofstede wonen, wordt voor het paardenvoeren extra vergoeding gegeven, 's Zaterdags eindigt de arbeidsdag om 4 uur. Dit geldt ook voor de knechts voor zoover deze geen noodzakelijk paardenwerk moeten verrichten. Voor losse arbeiders geldt, dat indien hun woning meer dan een half uur van het werk verwijderd is, zij een half uur voor den aanvang van den arbeidsdag van hun woning moeten vertrekken, terwijl zij op het tijdstip van eindigen van den werktijd op het punt van uitgang aanwezig mogen zijn. Losse arbeiders, die van deze bepaling gebruik maken, moeten ;V4 uur minder schafttijd nemen dan de vaste arbeiders. Deze bepaling is echter niet van kracht, indien losse arbeiders bij het rijwerk behulpzaam moeten zijn. § 11. LOONEN IN HET BLOEMBOLLENBEDRIJF. Het minimum-loon voor volwassen arbeiders bedraagt: in het tijdvak van 15 Mei tot 18 November ƒ 21,25 per week ; in het overige gedeelte van het jaar ƒ 19,25 per week. Op algemeen erkende Christelijke Feestdagen, waaronder Nieuwjaar, Ie en 2e Kerst-, 2e Paasch- en 2e Pinksterdag wordt geen verzuim voor den arbeider berekend. De normale arbeidsdag is in de maanden Maart en April van des morgens 7 tot des avonds 7 uur ; de overige maanden van des morgens 6 tot des avonds 7 uur. Bij ontbreken van daglicht van „licht tot donker", met dien verstande, dat de arbeidsdag in de maand Februari des morgens niet voor 7 uur wordt begonnen en des avonds niet na 7 uur wordt beëindigd. Des Zaterdags eindigt de arbeidsdag te 1 uur, behalve in het tijdvak van 1 Juli tot 31 Augustus; alsdan eindigt de arbeidsdag te 4 uur. De schafttijden worden geregeld volgens plaatselijk gebruik, met dien verstande, dat de middagschaft niet korter is dan l1/2 uur. Leerplichtige kinderen mogen niet aan het werk gesteld worden. De patroon mag zich voor tuinwerkzaamheden niet van vrouwelijke arbeidskrachten voorzien, zoolang bruikbare mannelijke krachten beschikbaar zijn. Voor overwerk wordt 50 cent per uur betaald. In het tijdvak van 1 Juni tot October zijn de arbeiders gehouden overwerk te verrichten, indien de werkgever zulks in verband met het bedrijf noodig oordeelt. Deze bepalingen gelden voor de geheele bloembollenstreek. Ook daarbuiten worden ze, ofschoon niet steeds bij overeenkomst, maar toch vrij algemeen, als maatstaf aangehouden. Dit geldt echter niet voor nieuwe gebieden waar het bloembollenbedrijf wordt uitgeoefend, zooals Noord-Brabant, Zeeland, Groningen, e.d. 7 § 12. LOONEN IN HET BAGGERBEDRIJF. Bij collectieve arbeidsovereenkomst is overeengekomen, dat het loon voor arbeiders boven 21 jaar zal bedragen : a. ƒ 25,75 per week voor molenbaas, zuigerbaas, kapitein,machinist, e.d.; b. ƒ 21,50 per week voor dekknecht, stoker, e.d. ; c. ƒ21,— per week voor schipper op bakken boven 250 M3.; d. ƒ 19,50 per week voor schipper op andere bakken. Voor de onder a, b, c en d genoemde arbeiders beneden den leeftijd van 21 jaar kan 40 % tot 80 % van het loon worden betaald, al naar gelang leeftijd, bekwaamheid, aard der werkzaamheden, enz Het voornoemde weekloon is gebaseerd op een werkweek van 55 uur. Indien voor het doen van herstellingen door arbeiders, genoemd onder a, b, c en d langer dan 10 uur per dag of des Zondags langer dan 5 uren wordt gewerkt, zullen overuren moeten worden betaald. In geen geval zal de maximale werkdag meer dan 12 uren en de maximale werkweek meer dan 62 uren mogen bedragen. De werktijd valt binnen 10 opeenvolgende uren, indien het materieel onafgebroken dienst heeft; binnen 11 opeenvolgende uren, indien het materieel een uur voor schafttijd wordt stilgelegd en binnen 12 opeenvolgende uren, indien het materieel twee uren voor schafttijd wordt stilgelegd. De werktijd valt tusschen 6 en 18 uur, des Zaterdags tusschen 6 en 12 uur. Voor gevallen, waarin het vervoer van winplaats tot de plaats van verwerking meer dan twee uur vordert, kunnen de bedoelde tijden van 10, 11 en 12 uur voor de winplaats en voor de verwerkplaats ten aanzien van elkander worden verschoven, echter slechts zoo, dat niet vóór 5, noch na 21 uur mag worden gewerkt. Van een verschuiving van de tijden, waarbinnen wordt gewerkt moet tijdig aan de wederpartij bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Baggerbedrijf mededeeling worden gedaan. Voor getijdenwerk kunnen de tijdstippen van begin en einde van den werktijd aan de eischen, welke het getij aan het werk stelt, worden aangepast, echter zonder dat per dag langer dan 10 uur mag worden gewerkt. Overuren moeten worden betaald met ƒ 0,50 voor arbeiders, genoemd onder a, met ƒ 0,42 voor degenen, genoemd onder b, c en d. Indien buitengewone omstandigheden arbeid vereischen des Zondags, bedraagt het uurloon voor arbeiders genoemd onder a ƒ 0,90, voor degenen genoemd onder b, c en d ƒ 0,70 ; des Zaterdags tusschen 13 en 24 uur respectievelijk ƒ 0,70 en ƒ 0,55. De Zondag wordt geacht te zijn aangevangen des Zaterdagsnachts 24 en te eindigen des Maandagsmorgens 5 uur. Per werkdag valt met uitzondering van den Zaterdag minstens een ononderbroken schaftuur op behoorlijk vastgestelden tijd tusschen 11 uur en 14 uur. Laat de werkgever het materieel tijdens het middagschaftuur doordraaien, dan voorziet het personeel hierin door afwisselend schaften, in welk geval een toeslag zal moeten worden uitbetaald op het loon van ƒ 1,25 voor de arbeiders genoemd onder a en van ƒ 1,— voor alle andere arbeiders. Voor opstoken, afdekken der vuren en gereedmaken der machine wordt aan den daarmede belast zijnden arbeider een uur per dag vergoed tegen een uurloon voor arbeiders, genoemd onder a van ƒ 0,45 en voor degenen genoemd onder b van ƒ 0,40. Een arbeider, die belast wordt met wachthouden ontvangt een vergoeding van ƒ 3,20 per nachtwacht. Een arbeider, die belast wordt met wachthouden van Zaterdagmiddag tot Maandagmorgen ontvangt daarvoor een vergoeding van ƒ 4,50. Wordt de wacht verlengd, doordat feestdagen als Nieuwjaar, de tweede Paaschdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en de beide Kerstdagen voorafgaan of daarop volgen, dan wordt de vergoeding met ƒ 3,— per etmaal verhoogd. De wacht moet regelmatig afwisselend door het personeel van het werktuig worden verricht. Het personeel is overigens buiten den werktijd afwisselend verplicht voor de veiligheid van het mede door hen bevaren materieel zorg te dragen, zonder daarvoor betaling te kunnen vorderen, met dien verstande, dat op het werktuig steeds iemand boven den leeftijd van 21 jaar aanwezig is. Voor het afspuien en schoonmaken, vullen en weer opstoken der ketels moet worden betaald: voor een ketel tot 20 M2. verwarmend oppervlak . . ƒ 4,85 „ 40 „ „ „ . . „ 6,75 „ 60 „ „ „ ,, 8,35 „ 80 „ „ „ „ 9,50 „ 100 „ „ „ „ 10,85 „ 120 „ „ „ „ 12,20 „ 140 „ „ „ „ 13, -- voor elke 20 M2. boven 140 M2. V. O. meer . . . „ 0,80 Het ketel schoonmaken wordt alleen vergoed, indien het valt buiten den werktijd. Voor zoover werken worden uitgevoerd ten aanzien waarvan door de Regeering bepaalde arbeidsvoorwaarden worden vastgesteld, zal deze collectieve arbeidsovereenkomst niet van toepassing zijn. De overeenkomst geldt uitsluitend voor werken welke in Nederland worden uitgevoerd. De Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Baggerbedrijf is overeengekomen tusschen den Centralen Bond van Transportarbeiders ter eenre en de Vereeniging „Het Groot-Baggerbedrijf" te 's-Gravenhage, de afd. Gorinchem van den N.A.B., de N.V. A. Prins Th.zoon's Aann. Mij. te Sliedrecht, N.V. Baggermaatschappij Bos en Kalis te Sliedrecht, N.V. Het Nijmeegsch Bagger- en Aannemersbedrijf te Nijmegen, N.V. K. L. Kalis & Co.'s Aanneming Mij. te Sliedrecht, N.V. Mij. „Nederland" tot het aannemen van werken te Bussum, N.V. Ned. Uitvoerings-Mij. te Hoek van Holland, N.V. Baggerwerken De Vries & v. d. Bosch te 's-Gravenhage en de N.V. Aanneming Mij. v.h. Fa. E. J. Bakker & Co. te Gorinchem ter andere zijde en is aangegaan voor het tijdvak 21 Januari 1935 tot en met 31 December 1935. Zij wordt geacht telkens voor een jaar te zijn verlengd, indien geen der contractanten uiterlijk twee maanden voor het einde der geldigheidsduur de overeenkomst zal hebben opgezegd. § 13. LOONEN IN HET BINNENBEURTVAARTBEDRIJF. De Landelijke Regeling in de Binnenbeurtvaart bepaalt o.m. het volgende: Minimum-weekloonen varend personeel: kapiteins . ƒ 25,70 stuurlieden. . . ƒ 23,20 machinisten . . „ 24,90 matrozen . . . „ 22,30 schippers op niet-mechanisch voortbewogen vaartuigen . „ 24,— Minimum-weekloonen walpersoneel: le klasse: Amsterdam, 's-Gravenhage, Rotterdam. vaste walknechts ƒ 24,— voorlieden „ 25,75 2e klasse: Arnhem, Breda, Delft, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Gouda, Groningen, Haarlem, Leeuwarden, Leiden, Nijmegen en Tilburg. vaste walknechts ƒ 22,— voorlieden „ 23,75 3e klasse : de overige gemeenten. vaste walknechts ^1> voorlieden .....•••••» 22,75 Minimum-uurloon losse arbeiders : le klasse : Amsterdam, 's-Gravenhage, Rotterdam . . ƒ 0,50 2e en 3e klasse : op de bestaande uurloonen (niet in het vorige contract geregeld) kan een korting worden toegepast van 3 °/o. O verwerkuren: voor 6 uur of na 22 uur. vaste walarbeiders: le klasse ƒ 0,55 2e klasse ..•••» 0,53 3e klasse ...••» 0,50 losse arbeiders: le klasse 0,60 Diensttijd varend personeel: De normale diensttijd wordt vastgesteld op 60 uur per week. De diensttijd wordt per dienst c.q. per arbeider eventueel na bespreking met de werknemersbonden vastgesteld, met inachtneming van alle, daarvoor in aanmerking komende factoren, uitgaande van de stelling dat voor korte trajecten gestreefd wordt naar een diensttijd van 60 uur. Blijkt dat de normale diensttijd (het aantal uren dat als norm is aangegeven) regelmatig overschreden wordt, dan wordt boven het loon een vaste trajecttoeslag gegeven ten bedrage van ƒ 0,88 voor elke 2V2 uur (of gedeelte van 2V2 uur). Trajecttoeslagen worden slechts betaald, indien het betreffende traject door de betrokkenen gevaren wordt. Vergoeding voor extra pleiziervaarten op Zondag. Deze vergoeding bedraagt V4 van het vaste loon voor 12 uren diensttijd. Voor elke overschrijding van 2 uur of gedeelte van 2 uur wordt de vergoeding met ƒ 1,10 verhoogd. Walarbeiders in vasten dienst. De werktijd voor walknechts bedraagt 10 uur per dag voor de eerste vijf werkdagen per week. Des Zaterdags 5 uur. Deze werkuren worden vastgelegd en moeten dan per dienst en per seizoen op gewone werkdagen liggen tusschen hetzij 6 uur v.m. en 8 uur n.m. 7 uur v.m. en 9 uur n.m. 8 uur v.m. en 10 uur n.m. Des Zaterdags tusschen hetzij 6 uur v.m. en 12 uur n.m. 7 uur v.m. en 1 uur n.m. 8 uur v.m. en 2 uur n.m. Uren voor of na genoemde uren worden als overuren berekend. Per week en per arbeider zal niet meer dan 15 uur, te verdeelen over maximum 4 avonden, overwerk verricht worden, behoudens in een tijdsverloop van 14 dagen na begin van de vaart na gesloten water. Walarbeiders in lossen dienst: Losse arbeiders werken in denzelfden, voor de vaste arbeiders vastgestelden werktijd en worden ten minste voor 5 uur aangenomen, met dien verstande, dat, indien een dag door den hoofdschafttijd in twee ongelijke taken wordt verdeeld, aanneming voor één taak kan geschieden. Voor uren, waarop gewerkt en die vallen vóór 6 uur v.m. of na 10 uur n.m. wordt het uurloon met 25 % verhoogd. Gesloten water. Indien door ijsgang of gesloten water niet gevaren of gewerkt kan worden zal de navolgende regeling van kracht zijn : a. over de eerste periode van zes werkdagen (welke alleen door een Zondag of feestdag mogen worden onderbroken), wordt 65 °/o van het standaardloon betaald aan die arbeiders, die tengevolge van het stilliggen van het bedrijf of van een gedeelte van het bedrijf geen arbeid verrichten; b. in aansluiting aan deze eerste periode van zes werkdagen en voor zoolang bedoelde arbeiders in het bedrijf tengevolge van gesloten water niet weder te werk gesteld worden, wordt gedurende drie perioden van zes aaneengesloten werkdagen 15 % van het standaardloon uitgekeerd; c. indien voor het einde der in alinea a. bedoelde periode van zes aaneengesloten werkdagen, de arbeider wederom tewerkgesteld wordt, zal hem over de niet gewerkte dagen 70 %, inplaats van 65% van het standaardloon worden uitgekeerd. Zijn aanspraak op een uitkeering van 65 % van het standaardloon gedurende zes ononderbroken werkdagen bij een volgende periode van gesloten water blijft gehandhaafd ; d. heeft de uitkeering van 70% bedoeld in alinea c. over drie of meer dagen plaats gehad, dan wordt de in alinea b. genoemde uitkeering teruggebracht tot 10% gedurende maximaal twee perioden van zes aaneengesloten werkdagen. Dit contract geldt van 1 Juni 1935 af. § 14. LOONEN IN DE GEREGELDE LIJNVAART TER KOOPVAARDIJ. Tusschen den Bond van Werkgevers in de geregelde Lijnvaart ter Koopvaardij, gevestigd te 's-Gravenhage en den Centralen Bond van Transportarbeiders, gevestigd te Rotterdam is een C.A.O. aangegaan, waarbij t.a.v. loonen, arbeidstijden, enz. het volgende is vastgesteld : A. Scheepsgezellen, dienstdoende aan boord van schepen in de grocte vaart, metende meer dan 400 B. R. T. Onder „scheepsgezellen" worden verstaan alle schepelingen, behoorende tot dek- en machinekamer-personeel beneden den rang van stuurlieden en machinisten, met uitzondering van stuurmansleerlingen en assistent-machinisten. Onder „groote vaart" wordt verstaan de vaart op zeeschepen, behalve op die, welke worden gebruikt voor de kleine vaart. Onder „kleine vaart" wordt verstaan de vaart tusschen de havens van Groot-Brittanië en Ierland en West-Europeesche havens tusschen Brest en Holtenau (beide havens inbegrepen). Onder „etmaal" wordt verstaan een periode van middernacht tot den volgenden middernacht. Onder „Zondagen" worden mede begrepen de feestdagen : t.w. Nieuwjaarsdag, 2e Paaschdag, Hemelvaartsdag, 2e Pinksterdag en de Kerstdagen. Alle bepalingen betreffende beperking van arbeidsduur en diensttijden kunnen door den gezagvoerder buiten toepassing worden gesteld, wanneer de veiligheid van schip, lading en/of opvarenden dit naar zijn oordeel noodzakelijk maakt. Bij den dienst op zee is voor dekpersoneel, ingedeeld bij de zeewachten, de normale arbeidsduur 13x/2 of 10 V» uur, naar voortvloeit uit de volgende indeeling der zeewachten, die cm de ander moeten worden waargenomen: van 12 uur 's nachts tot 4 uur voormiddags ; van 4 uur voormiddags tot 8 uur voormiddags ; van 8 uur voormiddags tot 1 uur namiddags ; van 1 uur namiddags tot 7.30 uur namiddags ; van 7.30 uur namiddags tot 12 uur 's nachts. Bij den dienst op zee is voor dekpersoneel, ingedeeld bij den, dagdienst, de normale arbeidsduur 10 uur per etmaal, tusschen 6 uur v.m. en 6 uur n.m. (of op passagiersschepen tusschen 5 uur v.m. en 5 uur n.m.), onderbroken door ten minste een half uur en ten hoogste twee uur schafttijd. Bij den dienst op zee is voor machinekamer-personeel, ingedeeld bij de zeewachten, de normale arbeidsduur per etmaal: voor stokers en tremmers 8 uur (twee wachten van 4 opeenvolgende uren), vermeerderd met den tijd, benoodigd vóór of na de wacht (ter keuze van den eersten machinist) de asch te wippen van de voorafgaande of der eigen wacht; voor donkey- en of olielieden 8 uur (twee wachten van 4 opeenvolgende uren), vermeerderd met den tijd, benoodigd voor werkzaamheden, onmiddellijk vóór den aanvang of onmiddellijk na den afloop van hun wachtdienst, die de gezagvoerder of de eerste machinist noodzakelijk zal oordeelen tot ten hoogste twee achtereenvolgende uren per etmaal, met een maximum voor dergelijke noodzakelijke werkzaamheden van 6 uur per week. Tusschen twee door hetzelfde lid van het machinekamer-personeel waar te nemen wachten zal een rusttijd moeten vallen van 8 uur, verminderd met den tijd, benoodigd voor aschwippen of noodzakelijke werkzaamheden als in de vorige alinea's bedoeld. Op schepen met slechts één of twee tremmers, of waar slechts één of twee tremmers bij de zeewachten zijn ingedeeld, kan van de indeeling der wachten worden afgeweken. Bij dergelijke afwijking moet echter in acht worden genomen, dat de diensttijd per wacht voor tremmers niet langer mag zijn dan 4V2 uur, inclusief aschwippen als boven, de diensttijd per etmaal niet langer dan 9 uur en dat in den regel twee maal, doch ten minste eenmaal per etmaal tusschen de wachten 7V2 uur rust moet worden gegeven. Bij den dienst op zee is voor machinekamer-personeel ingedeeld bij den dagdienst, de normale arbeidsduur 9 uur per etmaal tusschen 6 uur v.m. en 6 uur n.m., onderbroken door ten minste een half uur en ten hoogste twee uur schafttijd. Bij den dienst in de haven of op de reede is voor machinekamerpersoneel, aangewezen voor het gaande houden van vriesmachines en dynamo's de normale arbeidsdag 8 uur per etmaal op werkdagen, behalve des Zaterdags, op welken dag die normale arbeidsduur 5 uur bedraagt. Bij den dienst in de haven of op de reede is voor hen, die worden aangewezen uitsluitend tot het doen van wachtdienst, ankerwacht inbegrepen, de normale diensttijd des Zaterdags van 12 uur 's nachts tot 6 uur v.m.; des Zondags van 8 uur v.m. tot 12 uur 's nachts en alle overige dagen van 12 uur 's nachts tot 6 uur v.m. en van 8 uur n.m. tot 12 uur 's nachts. Bij den dienst in de haven of op de reede is voor het overige dek- en machinekamer-personeel, niet genoemd in een der beide laatste alinea's, de normale arbeidsduur, behalve des Zaterdags en Zondags, 8 uur per etmaal, tusschen 6 uur v.m. en 6 uur n.m.. onderbroken door ten minste een half uur en ten hoogste twee uur schafttijd. Des Zaterdags is de normale arbeidsduur 5 uur per etmaal, tusschen 6 uur v.m. en 1 uur n.m. Bij den dienst in de etmalen, waarin aankomst of vertrek valt, is voor dekpersoneel de normale arbeidsduur 10 uur per etmaal, schafturen niet mede gerekend. Voor het machinekamer-personeel is de normale arbeidsduur dan 8 uur, vermeerderd met den tijd, benoodigd voor aschwippen als bedoeld onder hetgeen onder „machinekamer-personeel ingedeeld bij de zeewachten" is vermeld. Gages: ten minste vast De gage per maand bedraagt voor een : bootsman ten minste ƒ 92,—- timmerman ,, ,, „ 92,— benevens een vaste vergoeding van ƒ 4,50 per maand voor onder houd van gereedschap donkeyman . vriesmachinedr ij ver stoker-olieman stoker . matroos-lampenist matroos tremmers, die zes maanden als tremmer of stoker hebben gevaren overige tremmers .... matroos onder gage .... jongen De gage gaat in op den dag van aanvang der reis of zooveel eerder als partijen overeenkomen. Zij wordt berekend per kalendermaand, of, voorzoover betreft gedeelten van een kalendermaand, per dag, evenredig naar het totaal aantal dagen der betreffende kalendermaand, behoudens, dat voor de dagen na afmonstering tot den dag, waarop een nieuwe monsterrol ingaat, voor zoover op die dagen van den scheepsgezel diensten worden verlangd, de daggage wordt gesteld op 1/26 van de maandgage. ten minste ƒ 92,- „ 92,- „ 92- „ 84,- „ 84,- „ 80,- „ 68,- „ 60,- „ 40,- „ 20,- ï) Deze gage is dus ook toepasselijk van het tijdstip af, waarop gedurende de reis de vaartijd van zes maanden bereikt wordt. Voedinggeld wordt uitgekeerd a ƒ0,85 per dag, waarop de ncoirimaaltijd aan boord niet wordt verstrekt, doch dit uitsluitend zoolang een monsterrol ten aanzien van den scheepsgezel Joopende is of wanneer werkzaamheden van hem worden verlangd. Voor het verrichten van overwerk, behalve wachtdienst, wordt, behoudens het bepaalde in de volgende alinea, uitgekeerd aan matrozen onder de gage ƒ 0,25 per uur; aan de verdere scheepsgezellen, uitgezonderd jongens, ƒ0,50 per uur. Wanneer overwerk is verricht overeenkomstig de bepalingen van het reglement, dan worden, als zulks gevolg is van een of meer mede-scheepsgezellen, deze bedragen teruggebracht tot onderscheidenlijk ƒ 0,15 en ƒ0,30 per uur. Bestaat het overwerk in het doen van wachtdienst, dan bedraagt de uitkeering voor de scheepsgezellen ƒ 0,40 per uur. Ingeval een wachtsman gedurende zijn wachturen wordt aangewezen om hulp le verleenen bij het verhalen, ontvangt hij voor de uren, waarin hij daartoe werkzaam is ƒ 0,10 per uur extra. Voor het doen van wachtdienst in de haven van domicilie wordt uitgekeerd aan matrozen onder de gage ƒ 0,25 per uur, aan verdere scheepsgezellen ƒ 0,50 per uur. Het in voorgaande zin bepaalde is dan niet van toepassing. Kwartiermeesters, ingedeeld bij den dagdienst, die op Zaterdag 1 tot 6 uur n.m. of op Zondag tusschen 6 uur v.m. en 6 uur n.m. wachtdienst waarnemen, gedurende welke zij werkzaamheden verrichten bij wijze van kleine diensten, noodzakelijk ten behoeve der passagiers, ontvangen daarvoor ƒ 0,25 per uur. Voor het verwerken van lading en/of ballast, zoomede van kolen uit de laadruimte naar de bunkers of stookplaats wordt, onverminderd de eventueele belooning wegens overwerk, uitbetaald ƒ 0,25 per uur, zulks behoudens de volgende uitzonderingen. Deze extra belooning geldt niet: a. voor tremmers, die kolen uit de laadruimten naar de bunkers of stookplaats verwerken; b. voor het verwerken van lading en/of balast in eenzelfde ruim, of van de eene plaats aan dek naar de andere ; c. voor het behandelen van bagage en mail (hieronder niet begrepen het lossen van bagage en mail, maar wel het opbergen van bagage, mail en postpaketten) ; d. wanneer tusschen gezagvoerder en scheepsgezellen een bijzonder tarief voor bovenbedoeld werk mocht worden overeengekomen. De berekening der belooningen bij overwerk geschiedt bij het uur (waarbij een overblijvend gedeelte van een uur geldt voor een vol uur), behalve wanneer de werkzaamheden worden verricht in onmiddellijke aansluiting aan de diensttijden. In dit geval wordt de voortgezette arbeid berekend per half uur (waarbij een overblijvende periode van minder dan 30 minuten geldt voor een half uur). B. Scheepsgezellen, dienstdoende aan boord van schepen in de kleine vaart, metende meer dan 400 B. R. T. Onder „kleine vaart" wordt verstaan de vaart tusschen de havens van Groot-Brittanië en Ierland en de West-Europeesche havens tusschen Brest en Holtenau (beide havens inbegrepen). Al hetgeen onder A. voor de scheepsgezellen, dienstdoende aan boord van schepen in de groote vaart is bepaald, geldt eveneens voor scheepsgezellen, dienstdoende aan boord van schepen in de kleine vaart, met uitzondering van het bepaalde voor machinekamer-personeel, ingedeeld bij de zeewachten en bij den dagdienst. Bij den dienst op zee is voor machinekamer-personeel, ingedeeld bij de zeewachten, de normale arbeidsduur per etmaal: voor stokers op booten, kleiner dan 500 register ton of op booten, die in een vaart zijn met, onder normale omstandigheden, een gemiddelde reisduur van niet meer dan 30 uur, 12 uur (naar voortvloeit uit de indeeling der wachten in 6 uur op, 6 uur af), vermeerderd met den tijd, benoodigd om, onmiddellijk vóór of na de wacht (ter keuze van den eersten machinist) de asch te wippen van de voorafgaande of der eigen wacht; voor stokers op andere dan in de voorgaande alinea bedoelde booten, 8 uur (naar voortvloeit uit de indeeling der wachten in 4 uur op, 8 uur af), vermeerderd met den tijd, benoodigd om, onmiddellijk vóór of na de wacht (ter keuze van den eersten machinist), de asch te wippen van de voorafgaande of der eigen wacht; voor tremmers, donkey- en/of olielieden, 12 uur, naar voortvloeit uit de indeeling der wachten in 6 uur op, 6 uur af. Bij den dienst op zee is voor machinekamer-personeel, ingedeeld bij den dagdienst, de normale arbeidsduur 10 uur per etmaal tusschen 6 uur v.m. en 6 uur n.m., onderbroken door ten minste een half uur en ten hoogste twee uur schafttijd. Deze bepalingen gelden van 1 October 1934 tot 30 September 1935, indien de C.A.O. niet binnen één maand wordt opgezegd, wordt zij geacht telkens voor één jaar te zijn verlengd. § 15. ARBEIDSVOORWAARDEN BIJ UITVOERING EN ONDERHOUD VAN WERKEN ONDER BEHEER VAN HET DEPARTEMENT VAN WATERSTAAT. Voor allen arbeid, door arbeiders middellijk of onmiddellijk in dienst van den aannemer op het werk verricht, gelden onderstaande bepalingen: la. Aan iederen arbeider moet een per uur, dag of week vastgesteld loon zijn toegekend. lb. Aan de arbeiders mogen geen lagere uur-, dag- of weekloonen worden uitbetaald dan de in het bestek of de overeenkomst bepaalde minimum-loonen. Indien voor arbeiders in een vak geen minimum-loon in het bestek of de overeenkomst is genoemd, of indien voor jeugdige arbeiders in een vak geen ander minimum-loon dan voor volslagen arbeiders is genoemd, geldt voor hen het minimum-loon, dat door de Directie is vastgesteld. lc. Het aantal der arbeiders, die den leeftijd van 21 jaren nog niet bereikt hebben, mag niet meer dan 25 % uitmaken van alle werkkrachten, behoudens ontheffing in buitengewone omstandigheden door de Directie. ld. Voor arbeiders, die wegens invaliditeit, hoogen leeftijd of andere redenen niet als volle werkkrachten worden beschouwd en in bijzondere omstandigheden, kan de Directie afwijking van het bepaalde onder lb toestaan. Ie. Wanneer in stuk-, taak- of accoordloon wordt gewerkt, moet aan de betrokken arbeiders wekelijks ten minste het onder lb bepaalde loon in verhouding tot den tijd, gedurende welken door hen gewerkt is, met inbegrip van den onder lf bedoelden toeslag worden uitbetaald. lf. Wanneer de Directie om andere redenen dan die onder Werktijd, zie blz. 110, 2c, bedoeld, heeft gelast of vergund, dat langer dan 8 uur per etmaal gewerkt wordt, wordt aan den arbeider boven zijn uurloon voor het overwerk een toeslag betaald, die bedraagt voor het eerste uur 10 °/o, voor het tweede uur 20 %, voor het derde uur 30 °/o en voor elk volgend uur 50 % van zijn uurloon. Wanneer ingevolge vergunning of lastgeving van de Directie op Zon- en feestdagen (Nieuwjaar, 2den Paaschdag, Hemelvaartsdag, 2den Pinksterdag, lsten en 2den Kerstdag) door een arbeider wordt gewerkt wordt hem boven zijn uurloon een toeslag van 50 °/o van dat uurloon betaald. Voor over- werk op die dagen behoeft de in het vorige lid bedoelde toeslag niet worden betaald. Voor arbeiders, die in dag- of weekloon werken, wordt voor de berekening van den toeslag voor overwerk en werk op Zon- en feestdagen als uurloon aangenomen hun dag- of weekloon, gedeeld door het aantal uren, dat onder normale omstandigheden per dag of per week gewerkt wordt. lg. Geen kortingen wegens door den aannemer of anderen aan de arbeiders gedane verstrekkingen van levensmiddelen, brandstoffen, gereedschappen, onderkomen of wat ook, mogen op loonen plaats vinden. lh. Het loon moet wekelijks aan de arbeiders in persoon met in Nederland gangbare munt in gepast geld worden uitbetaald. In buitengewone omstandigheden kan de Directie echter toestaan, dat de uitbetaling niet geschiedt aan de arbeiders in persoon. In geval van tijdig aangezegd ontslag moet het loon bij het einde der dienstbetrekking worden uitbetaald. li. De aannemer is verplicht bij elke uitbetaling van loon voor de Directie beschikbaar te hebben een door hem gewaarmerkte loonlijst, conform het door de Directie te verstrekken model, volgens welke de uitbetaling zal geschieden. Na elke loonbetaling wordt deze lijst onmiddellijk aan de Directie toegezonden, ook al is deze daarbij tegenwoordig geweest. Ij. De betaling geschiedt onmiddellijk na afloop van den werktijd op het terrein van het werk of op een andere door de Directie goedgekeurde plaats, waar geen sterke drank in het klein wordt verkocht. De Directie is bevoegd deze betaling bij te wonen. Ik. Voor bewakingsdiensten gelden de bepaüngen onder lb en lf genoemd, alleen voor zoover betreft bewakingsdiensten op werkdagen, verricht door personen, die ook als arbeider op het werk werkzaam zijn en voor zoover de waaktijd valt buiten hun gewonen werktijd. In dat geval wordt voor de loonberekening de waaktijd als werktijd beschouwd. 2. Indien bij schriftelijk aangegane overeenkomst of bij reglement is afgeweken van de bepalingen van artikel 1638c, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, moet aan een arbeider, die tengevolge van ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, gedurende die verhindering, mits deze langer dan twee achtereenvolgende werkdagen duurt, ten minste 80 °/o van het voor hem geldende minimum-loon voor normalen arbeidstijd worden uitbetaald. Evenwel behoeft die betaling over geen langeren tijd te geschieden dan vier weken, doch ook niet langer dan tot den dag, waarop het onderdeel van het werk, waaraan hij werkzaam was, gereed komt, of waarop de ploeg waartoe hij behoorde eventueel met inachtneming van den wettigen opzeggingstermijn wordt ontslagen en ook over geen langeren tijd, dan hij middellijk of onmiddellijk in dienst van den aannemer was, vóórdat hij ziek werd. Wanneer de arbeider, op grond van zijn ziekte, van anderen dan zijn werkgever of den aannemer uitkeeringen ontvangt, behoeft hem over de dagen, waarop hij ingevolge de voorafgaande bepalingen aanspraak heeft op een deel van zijn loon, niet meer te worden betaald dan het verschil tusschen zijn normale loon en het totaal der uitkeeringen. 3. Indien bij schriftelijk aangegane overeenkomst of bij reglement is afgeweken van de bepalingen van artikel 1638c, derde en vierde lid van het Burgerlijk Wetboek, moet niettemin aan een arbeider het voor hem geldende minimum-loon worden betaald: a. gedurende het verzuim wegens landweer- of militieinspectie, doch over niet meer dan vijf uur ; b. gedurende het verzuim tot uitoefening der wettelijke kiesbevoegdheid, doch niet over meer dan 2 uur ; c. gedurende het verzuim wegens bevalling der echtgenoote of het overlijden van bloed- of aanverwanten in den eersten of tweeden graad, die geen huisgenooten zijn, doch over niet meer dan één dag; d. gedurende het verzuim wegens het overlijden van huisgenooten, doch over niet meer dan twee dagen. 4. Indien bij schriftelijk aangegane overeenkomst of bij reglement is afgeweken van de bepalingen van artikel 1638d van het Burgerlijk Wetboek, moet niettemin bij gedwongen verzuim door ongunstige weersgesteldheid of waterstanden, gebrek aan materialen of andere hulpmiddelen, dan wel door schuld van den werkgever, aan de arbeiders ten minste 80 °/o van het voor hen geldende minimum-loon voor normalen arbeidstijd worden uitbetaald. Evenwel behoeft die betaling over niet meer dan 15 dagen in een kalenderkwartaal en over niet meer dan 3 dagen achtereen te geschieden. 5. Voor een onder Werktijd, lid 1, blz. 110, bedoelden feestdag, die niet op Zondag valt, moet aan de arbeiders ten minste worden betaald het voor hen geldende minimum-loon over een normalen arbeidsdag. Indien een arbeider ingevolge vergunning of lastgeving van de Directie op zulk een feestdag werkt, doch korter dan normale omstandigheden per dag gewerkt wordt, dan ontvangt hij behalve zijn uurloon en den toeslag, onder lf, tweede lid, bedoeld, het voor hem geldende minimum-loon over zooveel uren als het verschil bedraagt tusschen den normalen dagelijkschen werktijd en den tijd, gedurende welken hij op den feestdag heeft gewerkt. 6. Ingeval van uitsluiting of staking van arbeiders is tijdens den duur daarvan geen loon aan de uitgeslotenen of stakers verschuldigd, behoudens, voor zoover betreft uitsluiting, het recht op loon voortvloeiende uit de wet, de overeenkomst of het arbeidsreglement. Werktijd. Het hierna bepaalde geldt voor allen arbeid, door arbeiders middellijk of onmiddellijk in dienst van den aannemer op het werk verricht, met uitzondering van bewakingsdiensten. Onder bewakingsdiensten worden niet begrepen de diensten van hen, van wie in hun geheelen diensttijd een voortdurende oplettendheid wordt gevorderd, of op wie in dien tijd de verantwoordelijkheid voor den goeden gang van werktuigen of voor het onderhouden van vuren rust. De tijd, gebruikt voor het opstoken van ketels, het herstellen en schoonmaken van materiaal, machines, enz. wordt als werktijd beschouwd. 1. Op Zondagen, op den Nieuwjaarsdag, 2den Paaschdag, Hemelvaartsdag, 2den Pinksterdag, en op beide Kerstdagen mag niet gewerkt worden, tenzij in bijzondere omstandigheden op lastgeving of met schriftelijke vergunning van de Directie. 2a. Er mag door dezelfde arbeiders niet langer dan 8 uur per etmaal gewerkt worden, de schafttijden niet als werktijd gerekend. 2b. In bijzondere omstandigheden kan de Directie schriftelijk afwijking van de bepaling onder 2a toestaan of gelasten. 2c. Indien het, naar het oordeel der Directie, in verband met de tijden van aankomst en vertrek der vervoermiddelen, waarvan arbeiders gebruik maken om zich naar en van het werk te begeven, of in verband met andere omstandigheden, in het belang van alle of een belangrijk deel der arbeiders is om langer dan 8 uur te werken, kan de Directie schriftelijk toestaan, dat ten hoogste 9 uur per dag gewerkt wordt. 3a. De werk- en rusttijden worden door den aannemer zoodanig geregeld, dat zooveel mogelijk alle arbeiders tegelijkertijd aanvangen en eindigen en omstreeks den middag een voldoenden schafttijd hebben, een en ander voor zooveel de aard van het werk, dit naar het oordeel van de Directie mogelijk maakt. 3b. Indien de werktijdregeling niet voor alle arbeiders hetzelfde is, moet de regeling aan de goedkeuring der Directie worden onderworpen en is de aannemer verplicht, volgens aanwijzing der Directie, werkroosters aan te houden en op het werk goed leesbaar opgehangen te houden, waarop voor iederen arbeider de werktijd duidelijk is te vinden. HOOFDSTUK II. BIJLAGEN. § 1. LIJST VAN ORGANEN DER OPENBARE ARBEIDSBEMIDDELING. Met vermelding van : naam der gemeente waarin het orgaan is gevestigd, eventueel naam van het dorp of gehucht met verwijzing naar de gemeente waarin het orgaan is gevestigd toe welks gebied het dorp of gehucht behoort, provincie, aantal inwoners op 1 Januari 1935, district waaronder het orgaan ressorteert, eventueel postadres van het gemeentebestuur, naam van den directeur of agent, hoofdberoep, woonplaats, waar te spreken, wanneer te spreken (openingsuren), of de agent tevens belast is met het toezicht op de uitvoering van het Werkloosheidsbesluit 1917 (aangeduid met de letters W.V.) en telefoonnummer (s). Verklaring der gebruikte afkortingen : a. agentschap der arbeidsbemiddeling adm. administrateur a.t.s. ambtenaar ter secretarie a.v.p. agent van politie b. burgemeester c.t.s. commies ter secretarie d.a.b. gemeentelijke tevens districts-arbeidsbeurs dir. directeur g.a.b. gemeentelijke arbeidsbeurs g.h. gemeentehuis g.o. gemeente-ontvanger g.opz. gemeente-opzichter g.s. gemeente-secretaris gem.s. gemeente-secretarie g.v. gemeente-veldwachter h.c.t.s. hoofdcommies ter secretarie k.t.s. klerk ter secretarie 8 p.a. s.a. v.t.s. z.b. post-adres gemeentebestuur sub-agentschap der arbeidsbemiddeling volontair ter secretarie zonder beroep. Aa Ter, zie Ruwiel en Loenersloot. Aagtekerke, Z, 743, a., Middelburg, S. Bosselaar Jzn., a.t.s., Aagtekerke, g.h. en aan huis, geh. dag. Aalburg, zie Wijk c.a. Aalsmeer, N.H., 9615, a., Amsterdam, G. G. Post, a.t.s., Aalsmeer, g.h, 87,—127, en 131/,—17, 53. Aalst, zie Poederoyen. Aalst, zie Waalre. Aalsum, zie Oostdongeradeel. Aalten, G., 11678, a, Zutphen, T. de Boer, a.t.s. Aalten, Oosterkerkstraat 366, g.h, 9—1272 en 14—17, W.V, 16. Aar Ter, zie Ter Aar. Aardenburg, Z, 2116, a, Terneuzen, G. P. H. Wijffels, g.o. Aardenburg, g.h, 10—12, W.V, 6. Aarlanderveen, zie Alphen a/d Rijn. Aarle-Rixtel, N.B, 2792, a. Helmond, J. C. Biemans, agent A.B. en W.V, Aarle-Rixtel, g.h, 9—12 en 14—1772, W.V, 13. Aartswoud, zie Hoogwoud. Abbekerk, N.H, 775, a. Hoorn, J. Zijp, a.t.s, Abbekerk A 82, aan huis, 8—9 en 13—14, 1. Abbenbroek, Z.H., 688, a, Rotterdam, W. van Rij, k.t.s, Abbenbroek, Gemeenlandschedijk 4, gem.s, 10—12, W.V, Tel. Station. Abcoude-Baambrugge, U, 1618, a, Amsterdam, p.a. Abcoude, G. J. Backer, g.o. van Abcoude-Proostdij, Abcoude Hoogstraat A 74, aan huis, 11—12. Abcoude-Proostdij, U, 1664, a, Amsterdam, p.a. Abcoude, G. J. Backer, g.o. Abcoude Hoogstraat A 74, aan huis, 11—12. Achlum, zie Franekeradeel. Achtkarspelen, F., 15763, Leeuwarden, p.a. Buitenpost, J. Roorda, contr, Surhuisterveen, aan huis, 10—11, W.V, Surhuisterveen 34. Achttienhoven, U., 794, a. Utrecht, K. van Vliet, a.t.s. Westbroek Vaartweg 144, g.h, 10—121/2, W.V, 3. Acquoy, zie Beesd. Adorp, Gr, 1481, a, Groningen, p.a. Sauwerd, G. W. Esselink, b, Sauwerd, g.h. te Sauwerd, 10—12, W.V., 2, Aduard, Gr, 2059, a, Groningen, J. Vennema, winkelier, Aduard A 3, aan huis, geen bep. uren. Aengwirden, zie Heerenveen. Afferden, zie Bergen L. Akersloot, N.H., 2072, a., Alkmaar, J. Slok, a.t.s., Velsen Wijkerstraatweg L 228, g.h., 9—12 beh. Za., W.V., 4. Akkerwoude, zie Dantumadeel. Akkrum, zie Utingeradeel. Akmarijp, zie Utingeradeel. Alblas Oud-, zie Oud-Alblas. Alblasserdam, Z.H., 6260, a., Dordrecht, G. C. Voorsluys, g.s., Kinderdijk, gem.s. te Kinderdijk dag. 9—12 en Raadhuis Alblaserdam Ma. 161/;,—17V2, W.V., Kinderdijk 3. Albrandswaard, zie Poortugaal. Alem c.a., N.B., 1275, a., 's-Hertogenbosch, B. van Andel, g.s., Andel B 42, g.h., M.W.V. 9—11V2 en 1372—15, W.V. Alkemade, Z.H., 6363, a., Leiden, p.a. Roelof arendsveen, W. A. v. Harteveld, g.s., Roelofarendsveen, g.h. te Roelofarendsveen, 9—12, W.V., Roelofarendsveen 33. Alkmaar, N.H., 30199, d.a.b., E. M. J. W. v. d. Heuvel, dir. d.a.b. Alkmaar, Arb.beurs Doelenstraat 30, 8V2—121/2 en 14—17V2 Za. 9—13 en M. Do. 19—20, W.V., 4359 (na kanturen woonh. dir. 1297). Almelo, O., 33976, a., Enschede, B. Radema, c.t.s., Almelo, g.h., 9—1272 en 14—17V2, 930. Almen, zie Gorssel. Almkerk, N.B., 3844, a., 's-Hertogenbosch, A. J. Pauli, gem.bodt^ Almkerk, aan huis, 13—14, W.V.,3. Alphen, G., zie Appeltern. Alphen c.a., N.B., 2735, a., Tilburg, F. v. d. Hout, gem.bode, Alphen N.B. Wijk A Nr. 138, g.h., 8V2—12, 1. Alphen a/d. Rijn, Z.H., 18444, a., Leiden, A. van Hoorn, bevolkingscontr., Alphen a/d. Rijn Concordiastraat 43, g.h. Kamer 3, 9—12, W.V., 53. Altforst, zie Appeltern. Ambt Delden, O., 3977, a., Enschede, H. C. M. Peeze Binkhorst, g.s. van Stad Delden, Stad Delden Hengeloschestraat 10, Dienstgebouw Oude Kloosterweg, 9—161/2, W.V., Delden 11 (na kant.uren 76). Ambt Hardenberg, O., 13880, a., Emmen, H. Boerrigter, g.o., Heemse Wijk A 34a., g.h. te Heemse, 9—13 en 14—17, W.V., 7. Ambt Vollenhove, O., 2617, a., Zwolle, D. Visser, g.s., St. Jansklooster, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., St. Jansklooster 1. Ambij, L., 2221, a., Maastricht, Chr. M. B. Lamkin, gem.ambt., Ambij, g.h., 9—12 en 14—17, 318. Ameide, Z.H., 1823, a., Utrecht, A. Langerak, a.t.s., Ameide, g.h., 9—12, W. V., 8. Ameland, F., 1990, a., Leeuwarden, p.a. Nes op Ameland, gem.s., 6. America, zie Horst. Amerongen, U., 2861, a., Utrecht, J. Meinesz, a.t.s., Amerongen Rijksstraatweg B 108, g.h., 9—121/2, W.V., 9. Amersfoort, U., 44282, d.a.b., Mej. H. Muller, dir. d.a.b., Amersfoort, Arb.beurs Achter Davidshof 2, 8V2—12/1, en 14—16'/., bovendien M en V. 1872—191/.,, W.V., 1244 en .1245, 's avonds 1244. Ammerstol, Z.H., 1024, a., Gouda, P. H. v. d. Berg, g.s., Ammerstol Nr. 180, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 14. Ammerzoden, G., 2687, a., Utrecht, J. H. de Rouw, Ammerzoden Hoogesteeg A 201, aan huis, 10—12, W.V. Amstelveen, zie Nieuwer-Amstel. Amstenrade, L., 1855, a., Heerlen, H. Leunissen, g.s., Amstenrade Poststraat 2, g.h., 9—12, W.V. 6. Amsterdam, N.H., 781660, d.a.b.,W. F. Detiger, dir. d.a.b., Amsterdam ; directie en administratie: Passeerdersgracht 30—32, 9—17; vakafdeelingen : Scheepvaart en Transportbedrijf, Ongeschoolden en Fabriekspersoneel, Kadijk 15—17, V—12 en 19—20 ; Bakkersbedrijf : Passeerdersgracht 30-32, 4—11 dag., V. 4—9 en 17—20, Za. 3—11; Handels-, Kantooren Winkelpersoneel, Opzichthoudend- en Technisch personeel : Passeerdersgracht 30—32, 9—11, 13—15 en 20—21; Hotel-, Café- en Restaurantbedrijf : Passeerdersgracht 30-32, 9—12 en 14V2—16 (voor vrouwen 141/.,—151 /..); Kleedingbedrijven en vrouwelijk Fabriekspersoneel: Passeerdersgracht 30—32, 9—13 en 19—20 ; Schildersbedrijf, Bouwbedrijven, Metaalbedrijven, Meubelmakers en behangers, Sigarenmakers en tabaksbewerkers: Passeerdersgracht 30—32, 8—13 en 19—20 ; Huiselijke diensten : Passeerdersgracht 30—32 (filiaal': gebouw Muiderpoort, 8—9), 8—9, 10V2—12, 14—16 en 20—21; Migratie en werkverschaffing: Passeerdersgracht 30—32, 8—10 ; Bijzondere bemiddeling : Passeerdersgracht 30—32, 13V..-15 ; Jongelieden : Tesselschadestraat 9, 9—13 en 19—20 ; sub agentschappen in de voormalige gemeenten Buiksloot, Nieuwendam, Ransdorp en Sloten; tel. v. alle bureaux 41793 (7 lijnen). Amsterdamsche Veld, zie Emmen. Andel, N.B., 1159, a., 's-Hertogenbosch, N. Versteeg, g.opz., Andel Boveneinde B 37, g.h., 9—12. Andel, Den, zie Baflo. Andelst, zie Valburg. Andijk, N.H., 4330, a., Hoorn, p.a. Andijk-West, G. Griffioen, a.t.s., Andijk KL Gouw 73, g.h., 9—12, Enkhuizenl916. Angeren, zie Bemmel Angerlo, G., 2771, a., Arnhem, W. H. Beekman, a.t.s., Lathum, _ g-h- te Bingerden, 9—161/2, Za. 9—12V2, W.V., Doesburg 84. Anjum, zie Oostdongeradeel en Menaldumadeel. Ankeveen, N.H., 695, a., Hilversum, A. Burggraaf, a.t.s., 's-Graveland, g.h. te 's-Graveland, 9—121/2, W.V., Hilversum 6316. Anlo, D., 5273, a., Assen, p.a. Annen ; zandged. : L. P. Bos, a.t.s., Annen, g.h., 9—12 en 14—16, Annen 1; veenged. : I. F. Westrup, a.t.s., Annen, g.h., 9—12 en 14—16, Annen 1. Annaland St., zie St. Annaland. Anna-Parochie St., zie Het Bildt. Anna-Paulowna, N.H., 5868, a., Den Helder, C. Wuys, Ewijcksvaartweg 8, gem.bode, aan huis. Anna ter Muiden St., zie Sluis. Annen, zie Anlo. Annerveen, zie Anlo. Anthonis St., zie Oploo. Anthonypolder St., zie Maasdam. Apeldoorn, G., 67080, d.a.b., S. van der Meulen, dir. d.a.b., Apeldoorn, Hoofdstraat 177, 9—12 en 13V2—151/,, Za. 9—13, 3545. Appelscha, zie Ooststellingwerf. Appeltern, G„ 3216, a., Nijmegen, p.a. Maasbommel, G. J. de Leeuw, g.s., g.h. te Maasbommel, 9—12, W.V., Maasbommel 2. Appingedam, G., 6579, a., Groningen, W. A. van der Ploeg, armmeester, Appingedam, g.h., 10—11. Arcen en Velden, L., 3576, a., Venlo, p.a. Arcen, H. A. J. Aerts, a.t.s., Arcen Kerkstraat, gem.s., 9—12, W.V., 8. Arkel, Z.H., 1174, a., Utrecht, J. W. Goes, g.o., Arkel 267, aan huis, 11—12. Arnemuiden, Z., 2365, a., Middelburg, A. Buys Jzn., g.o., Arnemuiden, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 5. Arnhem, G., 83999, d.a.b., J. Weber, dir. d.a.b., Velperplein 3, 81/.,—16 en 18—20, Za. 81/,—13, W.V., 22121 (afd. vrouwen: 26196). Arum, zie Wonseradeel. Asch, zie Buren. Asperen, Z.H., 1587. a., Utrecht, A. Meydam, g.o., Asperen A 133, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 3. Asselt, zie Swalmen. Assen, D., 18941, d.a.b., S. Graler, dir. d.a.b., Groningerstraat 57 v. mannen 9—12 en 13—16 Za. 9—13 bovendien Do. 18—20 ; v. vrouwen W. en V. 19—2072, W.V., 82. Assendelft, N.H., 5339, a., Zaandam, J. Koomen, timmerman, Assendelft Zuideinde 297, aan huis, dagel., W.V., 5. Asten, N.B., 6183, a., Helmond, G. J. P. Gloudemans, a.t.s., Asten, g.h., 9—12 en 14—16, 3. Augustinusga, zie Achtkarspelen. Austerlitz, zie Zeist Avenhorn, N.H., 1412., a., Hoorn, W. Schoenmaker, adm. GEB:, Grosthuizen G.W. 120, aan huis, geen bep. uren, 11. Avereerst, O., 9873, a., Zwolle, p.a. Dedemsvaart, F. Voerman, a.t.s., Dedemsvaart, g.h., 9—12, W.V., Dedemsvaart 6. Avezaath, zie Zoelen. Axel, Z., 6359, a., Ter Neuzen, A. de Visser, verz.agent, Axel Oudeweg I 36, g.h., 9—10, W.V., 14. Baard, zie Baarderadeel. Baarderadeel, F., 5062, a., Leeuwarden, p.a. Mantgum, J. Valk, concierge, Mantgum, g.h. te Mantgum, 8'/2—12 en 13—16l/2, Mantgum l. Baardwijk, zie Waalwijk. Baarland, Z., 776, a., Middelburg, p.a. Hoedekenskerke, Jacob Traas Kzn., havenmeester, Baarland, aan huis, geh. dag. Baarle-Nassau, N.B., 3461, a., Tilburg, H. F. v. Gompel, BaarleNassau, g.h., 9—-12, 3. Baarlo, zie Maasbree. Baarn, U., 13086, a., Hilversum, W. H. Bosscha, Baarn, g.h., 9—12 en 131/,—16V2. W.V., 12. Baarsdorp, zie 's Heer Abtskerke. Baexem, L., 1012, a., Roermond, P. H. Orbon, g.o., Baexem, g.h., Ma. 9—12, W.V., 1. Baflo, Gr„ 2625, a., Groningen, P. Sijbolts, a.t.s., Baflo, g.h., 9—12, W.V., 5. Bahr, zie Angerlo. Bajum, zie Hennaarderadeel. Bakel en Milheeze, N.B., 3443, a., Helmond, J. Cornelissen, g.o., Bakel, g.h., 9—12, W.V., 1. Bakhuizen, zie Gaasterland. Bakkeveen, zie Opsterland. Balgoy, zie Overasselt. Balk, zie Gaasterland. Ballum, zie Ameland. Barchem zie Laren. Barendrecht, Z.H., 5413, a., Rotterdam, P. M. v. d. Tholen. g.s., Barendrecht D 104, gem.s., 9—12 en 13V2—16V2, 3. Barger Compascum, zie Emmen. Barger Erfscheidenveen, zie Emmen. Barger Oosterveen, zie Emraen. Barneveld, G., 14676, a., Amersfoort, M. van den Broek, g.opz. Verlooplaan Barneveld, g.h., 9—12 uitgez. Za., W.V., 17. Barradeel, F., 7623, a., Leeuwarden; p.a. Sexbierum; Pietersbierum, Oosterbierum en Sexbierum : Dijkstra, a.t.s., Sexbierum, g.h. te Sexbierum, 81/2—12 en 13l/a—l^1/2i W.V., Sexbierum 1; Wijnaldum. J. Veersma, Wijnaldum, aan huis, 8—9 ; Tzummarum en Klooster-Lidlum : J. van Tuinen, armvader, Tzummarum, aan huis, 8—11 en 17—19 ; Minnertsga en Firdgum : M. Glazema, boekhandelaar, Minnertsga, aan huis, 10—14. Barsingerhorn, N.H., 2163, a., Den Helder, A. J. C. W. Vader, a.t.s., Barsingerhorn A 79, g.h., 9—12 en 13—15, W.\., 1. Barwoutswaarder, Z.H., 781, a., Gouda, K. van Baren, a.t.s., Nieuwerbrug a/d IJssel WL 42, 8V2—12en 14—17, Woerden 52. Batenburg, G., 521, a., Nijmegen, W. J. Zweers, g.s., Grootestraat 85, g.h., Di. V. 9—12. Bathmen, O., 1985, a., Deventer, J. H. Uilenreef, a.t.s., Bathmen, g.h., 10—12V,en 14—161/,, W.V., 7. Bedum, G., 6050, a., Groningen, F. Vermeulen, conc. g.h., Bedum, geen bep. uren, 14. Beegden, L., 800, a., Roermond, J. J. van Herten, g.s., Beegden, g.h., 10—11, W.V., Heel 11. Beek, G., zie Ubbergen. Beek, L., 5875, a., Sittard, J. W. Martens, secr. R.K. Werkliedenverb., Beek L. Scheeperstraat 8, op werkd. aan huis 18—19, Zo. in Patronaat 11—12, W.V. Beekbergen, zie Apeldoorn. Beek en Donk, N.B., 3279, Helmond, J. F. van Gestel, boekh., Beek en Donk, Heuvel A 79, g.h., 9—12, 36. Beemster, N.H., 5361, a., Alkmaar, p.a. Middenbeemster, R. Middelburg, c.t.s., Beemster, g.h. en 's av. aan huis, 9—12 V2 en 13V2—15 en 's avonds, W.V., Middenbeemster 3. Beers, F., zie Baarderadeel. Beers, N.B., 917, a., Nijmegen, G. van Lith, b., Kerkenhoek 135, g.h., 10—12, 5. Beerta, Gr., 3939, a., Winschoten, H. Timmer, gem.arch., Beerta, aan huis, 11-—131/2 en 17—19 en op andere uren indien aanwezig. Beesd, G., 2720, a., Utrecht, A. Pos, g.s., Beesd Voorstraat B 59, g.h., 9—12, W.V, 5. Beesel, L, 4645, a, Venlo, J. H. Schoenmakers, a.t.s, Beesel. BIJLAGEN. Markt 95, g.h. te Reuver 9—12 en woonhuis te Beesel 181/,— 19, g.h. 4 en woonhuis 6. Beetgum, zie Menaldumadeel. Beetgumermolen, zie Menaldumadeel. Beets, N.H., 446 a., Hoorn, p.a. Avenhorn, C. A. Steketee, g.s., Oudendijk, geh. dag, 8. Beets, F., zie Opsterland Beetsterzwaag, zie Opsterland. Beilen, D., 8707, a., Assen, J. W. Bouwman, agent arbeidsbem., Beilen, g.h., M. 9—12, Do. 16—18 en Za. 9—12, 1. Belfeld, L., 2093, a., Venlo, J. P.G. Timmermans, g.o., BelfeldZuid Rijksweg 4a, g.h., 9—12 en 14—17, W.V., 7. Bellingwolde, Gr., 6299, a., Winschoten, D. Prins, a.t.s., Bellingwolde, g.h., 9—12 en 14—17, W.V., 5. Bemelen, L., 266, a., Maastricht, p.a. Ambij, J. Vollers, g.h., 9—12 14—17. Bemmel, G., 7447, a., Nijmegen, J. W. F. Wieland, a.t.s., Bemmel A 73, g.h., 9—12 en 13V2—16, Nijmegen 2619. Beneden Leeuwen, zie Wamel. Bennebroek, N.H., 2529, a., Haarlem, C. Bregman, g.s., Bennebroek, g.h., 9—12, W.V., 1. Bennekom, zie Ede. Benningbroek, zie Sijbecarspel. Benschop, U., 1929, a., Utrecht, gem.s., 1. Benthuizen, Z.H., 1042, a., Delft, M. H. v. d. Vreede, g.o., Benthuizen, g.h., 9—12 en 14—17, W.V., 3. Bergambacht, Z.H., 3795, Gouda, C. Zijderlaan, a.t.s., Bergambacht C 36, g.h. en Za. aan huis, 16—17, W.V., 3 (aan huis 42). Bergen N.H., 6388, a., Alkmaar, P, N. Baltus, a.t.s., Bergen Karei de Grootelaan 52, g.h. en 's av. aan huis, 9—13 en na 17 uur, W.V., 27. Bergen, L., 7173, a., Venray, p.a. Heyen, Bergen (dorp) : M. v. Bommel, gem.opz., Bergen L., aan huis, 12—14 ; Afferden Heyen, Siebengewald : W. Janssen, secr. Boerenbond, Siebengewald, aan huis, 9—12 ; Well, Wellerlooi: J. H. Wijenberg, landb., Well, aan huis, 9—12. Berg en Dal, zie Ottersum. Bergen op Zoom, N.B., 23555, d.a.b., A. Schaeffer, dir. d.a.b., Bergen op Zoom, Lieve Vrouwestraat 47, 8V2—121/2 en 14—17, bovendien Vr. 19—20, W.V., 333 (na kant.uren 629). Berg en Terblijt, L., 2312, a., Maastricht, P. A. J. Muijters, g.s., Berg en Terblijt Rijksweg 29, g.h., 9—12, W.V. Bergentheim, zie Ambt Hardenberg. Bergeyk, N.B., 3298, a., Eindhoven, Th. J. van Grootel, g.s., Bergeyk, g.h., 9—12, 7. Bergh, G., 11214, a., Arnhem, p.a. 's Heerenberg, Th. W. Geurts, adm. Sociale Aangelegenheden, 's Heerenberg, g.h., 9—121 /.„ en 14—17, W.V., 's Heerenberg 3. Bergharen, G., 1679, a., Nijmegen, L. v. d. Heuvel, g.s., Bergharen A 175, g.h., Di. Do. 10—12.. Berghem, N.B., 2630, a., 's Hertogenbosch, gem.s. Bergschenhoek, Z.H., 2792, a., Rotterdam, gem.s., 9—12, 4. Bergum, zie Tietjerksteradeel. Bergumerheide, zie Tietjerksteradeel. Berkel en Rodenrijs, Z.H., 4678, a., Delft, J. J. 't Hart, g.o., Noordeinde 130 te B. en R., g.h., 9—12 en 14—16, 's av. aan huis, W.V., 6 (aan huis 21). Berkel-Enschot c.a., N. B., 2278, a., Tilburg, J. J den Otter, g.s., Berkel A 9., g.h., 9—12, W.V., 11 Berkenwoude, Z.H., 901, a., Gouda, C. de Krijger, gem.veldw., Berkenwoude B 58, g.h., 9—10, 5. Berkhout, N.H., 2876, a., Hoorn, W. Bakker Lzn., a.t.s., Bobeldijk D 41, g.h., 9—12, Hoorn3213. Berlicum, N.B., 3752, a., 's Hertogenbosch, J. v. d. Veerdonk, g.s., Berlicum, g.h., secr.uren, W.V., 6. Berlikum, zie Menaldumadeel. * Besoyen, zie Waalwijk. Best, N.É., 4667, a.,- Eindhoven, L. Jansen, a.t.s., Best, g.h., M.W.V. 17—18, W.V., 6. Beugen en Rijkevoort, N.B., 2383, a., Venray, p.a. Beugen, Chr. Daniels, a.t.s., Beugen, g.h., 10—12, W.V., 6. Beuningen, G., 3408, a., Nijmegen, N. M. Roelofs, gem.veldw., Beuningen Koningstraat 146, aan huis, 8—9, W.V. Beusichem, G., 1559, a., Utrecht, G. C. van Mourik, g.s., Beusichem, g.h., 9—12, 13. Beverwijk, N.H., 10280, g.a.b., Haarlem, N. H. Smit, g.o., Beverwijk, Arb.beurs Gasthuissteeg 7, 10—12 en 15—16, bovendien M. 19—20, W.V., 2315. Beyerland (Nieuw-, Oud-, Zuid-), zie Nieuw-Beyerland, OudBeyerland en Zuid-Beyerland. Biert, zie Geervliet. Bierum, Gr., 4531, a., Groningen, H. Drenth, g.s., Bierum, g.h., geh. dag, W.V., 1. Biervliet, Z., 2292, a., Ter Neuzen, M. A. Verplanke, v.t.s., Biervliet, g.h., 9—12 en 14—17, W.V., 6. Biezelinge, zie Kapelle. Biggekerke, Z., 917, a., Middelburg, J. A. de Moor, g.s., Biggekerke, aan huis en g.h., geh. dag, Di. V. 10—11. Bilderdam, zie Leimuiden. Bildt Het, zie Het Bildt. Bilt De, zie De Bilt. Bilthoven, zie De Bilt. Biiigelrade, L., 596, a., Heerlen, G. Beckers, b., Baath-Bingelrade, aan huis, geen bep. uren, 1. Bingerden, zie Angerlo. Binnenwijzend, zie Westwoud. Birdaard, zie Dantumadeel. Blaartem, zie Eindhoven. Bladel en Netersel, N.B., 2701, a., Eindhoven, P. J. Goossens, b., Bladel, g.h., 9—12, 8. Blankenburg, zie Rozenburg. Blankenham, O., 538, a., Zwolle, p.a. Kuinre, W. Fledderus, a.t.s., Kuinre, g.h. te Kuinre, dagel., Kuinre 5. Blaricum, N.H., 3260, a., Hilversum, H. van der Goot, Blaricum, g.h., 9—121/., en 13V2—17, W.V., Laren 336. Blauwkapel, zie Maartendijk. Bleiswijk, Z.H., 2341, a., Delft, gem.s., 17. Blerick, zie Maasbree. Blesdijke, zie Weststellingwerf. Bleskensgraaf c.a., Z.H., 1138, a., Dordrecht, p.a. Bleskensgraaf, J. v. Meeuwen, g.s. en g.o., Bleskensgraaf, 10—12, Bleskensgraaf, 2. Blessum, zie Menaldumadeel. Blitterswijk, zie Meerlo. Bloemendaal, N.H., 15739, a., Haarlem, A. Docter, ambt. Publ. Werken, Bloemendaal, Gebouw P.W. Bloemendaalscheweg 313, 10—12, W.V., Haarlem 10796. Blokker, N.H., 2338, a., Hoorn, J. Kieftenburg, a.t.s., Nibbixwoud, g.h., 8V2—17, Hoorn 2003. Blokzijl, O., "910, a., Zwolle, J, J. den Haan, boekhouder, Blokzijl, Breestraat Wijk II 215, aan huis, 13—13 V2 en na 18. Blija, zie Ferwerderadeel. Blijham, zie Wedde. Bocholtz, L., 3238, a., Heerlen, K. C. Herberichs, a.t.s., Bocholtz A 91, g.h., 9—12, 3. Bodegraven, Z.H., 6500, a., Gouda, Mej. J. M. Benten, a.t.s., Bodegraven Spoorstraat 46, g.h., 9—13, W.V., 4. Boekei, N.B., 3573, a., Helmond, A. H. J. van Eupen, a.t.s., Boekei, g.h., 9—12 en 14—17, W.V., 4. Boer, F., zie Franekeradeel. Boer Ten, zie Ten Boer. Bokhoven, zie Engelen. Bolnes, zie Ridderkerk. Bolsward, F., 6785, a., Leeuwarden, U. van der Zee, g.o., Bolsward Hid-Heroplantsoen, g.h., 9—13, W.V., 27. Bommel Den, zie Den Bommel. Boornbergum, zie Smallingerland. Borculo, G., 5602, a., Zutphen, K. Lammers, ambt. Gem. Waterl., Borculo, g.h., 9—12, 42. Borger, D., 10232, a., Emmen, Borger Zandgedeelte : C. Meyer, a.t.s., Borger, g.h., 9—12 en 14—171/,, 5 ; Borger Veengedeelte: H. ter Borch, Nieuw-Buinen P 86, aan huis, 9—12, W.V. Borgharen, L., 1153, Maastricht, p.a. Meerssen, gem.s. Borgsweer, zie Termunten. Borkel en Schaft, zie Valkenswaard. Born, L., 2947, a., Sittard, M. van Sloun, a.t.s., Holtum Martinusstraat 31, g.h. te Buchten, 10—12, W.V., 8. Borne, O., 9955, a., Enschede, J. J. Hendriks, a.t.s., Borne, 9—10V2, W.V., Hengelo O. 107. Borssele, Z., 1462, a., Middelburg, A. Nieuwenhuizen, v.t.s., g.h., 9—12, 13. Boschkapelle, Z., 1205, a., Ter Neuzen, D. de Bakker, grondw., Boschkapelle B, aan huis, 10—11, W.V. Bosheurne, zie Laren. Boskoop, Z.H., 7850, a., Gouda, Ch. J. Toebes, adj.c.t.s., Boskoop Goudsche Rijweg 80, g.h., 9-—13, W.V., 56. Bourtange, zie Vlagtwedde. Bovenkarspel, N.H., 3036, a., Hoorn, E. Tros, a.t.s., Hoorn, g.h., 9—12V2, Bovenk. Grootebroek 1004. Bovensmilde, zie Smilde. Boxmeer, N.B., 3694, a., Venray, J. van Beynen, g.s., Boxmeer Spoorstraat, g.h., 9—■121/2, W.V., 6. Boxtel, N.B., 10957, Tilburg, A. P. van Domburg, a.t.s., Boxtel, g.h., 9—12. en 14—17, W.V., 7. Boxum, zie Menaldumadeel. Boyl, zie Weststellingwerff. Bozum, zie Weststellingwerff. Brakel, G., 1734, a., Utrecht, g.h., 10—12 en 14—15, 5. Brandwijk, Z.H., 884, a., Dordrecht, A. H. Stemerding, g.s., Molenaarsgraaf, g.h. te Molenaarsgraaf, 9—12, Molenaarsgraaf 3. Breda, N.B., 48850, d.a.b., C. Snepvangers, dir. d.a.b., Arbeids- beurs Cingelstraat 2, 9—15, Za. 9—13, bovendien Do 19 V — 20, W.V., 2726. Breede, zie Warffum. Breedenbroek, zie Gendringen. Breedevoort, zie Aalten. Breskens, Z., 3246, a., Ter Neuzen, Dr. J. G. Ramaker, g.s., Breskens, g.h., 9—15, Za. 9—12V2, W.V., 31 (aan huis 66). Breugel, zie Son en Breugel. Breukelen-Nijenrode, U., 3171, a., Utrecht, W. K. Bloemhoff, a.t.s., Br. N. Rijksstraatweg 61, g.h., 9—13 en 14l/„—17, Breukelen 16. Breukelen-St. Pieters, U., 904, a., Utrecht, zie Breukelen— Nijenrode. Brielle, Z.H., 3587, a., Rotterdam, K. W. Mol, tijdel. a.t.s., Brielle, _ Voorstraat 69, g.h., 9—121/, en 1372—171/.,, W.V., 86. Brielsch Nieuwland, zie Vierpolders. Brigdamme, zie St. Laurens. Britsiun, zie Leeuwarderadeel. Britswerd, zie Baarderadeel. Broekhuizen, L., 971, a., Venray, P. J. Lichteveld, onderw., Broekhuizervorst, B. 144, 12—-13 7„ en 17—18. Broek in Waterland, N.H., 1576, a., Amsterdam, J. P. M. van Dieren, g.s., Broek in W., g.h., 9—12 en 137,—157,, Broek in W., 1. " Broek op Langedijfc, N.H., 2337, a., Alkmaar, H. Vinke, Pr. Hendrikkade 533B, aan huis, 8—20, W.V., 42. Broeksittard, L., 931, a., Sittard, N. J. Dieteren, Broeksittard, Dorpstraat 93, Secr. R.W. Werkl. Ver., aan huis, 17 18. Bronkhorst, zie Steenderen. Brouwershaven, Z., 1245, a., Rotterdam, A. v. d. Linde, Brouwershaven, Nieuwstraat 12, aan huis, 14—15., W.V. Bruchem, zie Kerkwijk. Bruinisse, Z., 2426, a., Rotterdam, B. J. van Oeveren, g.s., Bruinisse, A. 101, g.h., 10—13 en 14—17, W.V., g.h., 21. Brummen (beh. Eerbeek), G., 9714, a., Zutphen, G. C. van Deventer, boekhandelaar Brummen, Plein 46, aan huis 9—12 en 13—17, W.V., 80. Brummen (dorp Eerbeek), zie d.a.b. Apeldoorn. Brunssum, L., 15925, a., Heerlen, J. A. Velraets, a.t.s., Brunssum. g.h., 9—12, W.V., Heerlen 2015. Buchten, zie Born. Budel, N.B., 5197, a., Eindhoven, A. G. J. Ras, g.s., Budel, g.h., 9—12 en 14—17, 3. Buggenum, L., 782, a., Roermond, gem.s., Haelen 32. Buiksloot, N.H., s.a., gem. Amsterdam, F. Veenstra, z.b. Wijk B. 35 Buiksloot, aan huis, 81/.,-—10. Buitenpost, zie Achtkarspelen. Bunde, L., 1602, a., Maastricht, W. H. Dolmans, timmerman, Bunde, Stationsstraat, aan huis, 18.15—18.45. Bunnik, U., 1833, a., Utrecht, J. Balhuizen, a.t.s., Bunnik, Grootelaan 2, g.h., 9—12, W.V., 10. Bunschoten, U., 5282, a., Amersfoort, R. Wagter, g.s., Bunschoten, g.h., 9—10, Spakenburg 60. Buren, G., 1830, a., Utrecht, G, J. Reinold, gem. ambt., Buren, Roode Heldenstraat 42, g.h., 10-—12, 7. Burg den, zie Texel. Burgerbrug, zie Zijpe. Burgh, Z., 605, a., Rotterdam, L. v. d. Klooster, agent R. v. Arbeid, Burgh B. 124, aan huis, 18—19. Burgwerd, zie Wonseradeel. Burum, zie Kollumerland. Bussum, N.H., 27483, g.a.b., Hilversum, J. I. den Ouden, dir. g.a.b, Bussum, g.a.b., Laarderweg 18, Vrouwenafd. 81/.,—91/,, en 13V2—151/.,, bovendien Woensdag en Donderdag Ï91/2— 21; Mannenafd. 9—13 en 14Y„—17V2, bovendien Woensdag 18—20, Zaterdag 9—13, W.V.,~5215. Buurmalsen, G., 1921, a., Utrecht, B. Swets, g.s., Tricht, g.h. te Tricht, 10—12, Geldermalsen 62. Buurse, zie Haaksbergen. Cadier en Keer, L., 1305, a., Maastricht, J. Schoenmakers, gepens. a.v.p., Cadier en Keer Rijksweg 20, aan huis, geen bep. uren. Cadzand, Z., 957, a., Terneuzen, H. J. Mullie, klerk bij deurwaarder, Cadzand, aan huis, 18—20. Caliantsoog, N.H., 1055, a., Den Helder, A. C. Brussaard a t.s Callantsoog, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 1. Capelle. zie Sprang-Capelle. Capelle a d IJssel, Z.H., 9141, a., Rotterdam, J. Teeuwen, bedrijfsleider in de scheepsbouw, Capelle a/d IJssel Kerklaan 24, Kantoor Fa. A. Vuyk en Zn., 8—9, Rotterdam 53255. Casteren, zie Hoogeloon. Castricum, N.H., 6274, a., Alkmaar, W. J. Driessen, a.t.s., Cast- ricum Mient, g.h., 9—12, W.V., 10. Chaam, N.B., 2089, a., Tilburg, A. C. v. d. Broek, g.o., Chaam A. 226, aan huis, geen bep. uren. Charlois, zie Rotterdam. Cillaarshoek, zie Maasdam. Clinge, Z., 3696, a., Terneuzen, F. Blommaert, a.t.s., Clin^e B. 251a, g.h. en aan huis, 8—1,7, W.V., 2. BIJLAGEN. Cocksdorp de, zie Texel. Coevorden, D., 7081, a., Emmen, W. Jekel, Coevorden, g.h., 9—12 en 14—17, W.V., 56. Colmschate, zie Diepenveen. Colijnsplaat, Z., 1881, a., Middelburg, C. Schrier, gem. bode, Colijnsplaat, g.h., 9. Cornjum, zie Leeuwarderadeel. Cothen, U., 924, a., Utrecht, A. van Bemmel, veehouder, Cothen 16, aan huis, Dinsdag en Vrijdag, 18—20. Cubaard, zie Hennaarderadeel. Culemborg, G., 9546, a., Utrecht, A. R. van Beekum, g.s., Culern- borg Markt 31, g.h., 9—13, W.V., 34. Cuyk en St. Agatha, N.B., 4202, a., Nijmegen, M. W. A. Thijssen, Cuyk Hapscheweg A. 154, kantoor g.o., Grootestraat A. 110, Zaterdag 1—2. Daerle, zie Hellendoorn. Dalem, zie Vuren. Dalen, D., 4058, a., Emmen, H. Lubberink, le a.t.s., Dalen, g.h., 10—12, W.V., 3. Dalfsen, O., 7775, a., Zwolle, L. W. Seidel, a.t.s.. Dalfsen, g.h., dagelijks, 10. Dantumadeel, F., 13663, a., Leeuwarden, p.a. Murmerwoude, B. van Zanten, gepens. chef-veldwachter, Murmerwoude, aan huis, 9—12, W.V. Dantumadewoude, zie Dantumadeel. De Bilt, U., 12966, a.; Utrecht, p.a. Bilthoven, C. M. A. Koot, c.t.s., Bilthoven Julianalaan 191, g.h., 9—13, W.V., Utrecht 26594, 26593, 26592, na 18 uur Utrecht 26582. De Cocksdorp, zie Texel. Dedemsvaart, zie Avereest. Deersum, zie Rauwerderhem. De Haar, zie Haarzuilens. Deil, G., 2229, a., Utrecht, gem.s., 5. Deinum, zie Menaldumadeel. De Krim, zie Gramsbergen. Delden (Ambt-), zie Ambt Delden. Delden (Stad-), zie Stad Delden. Delfshaven, zie Rotterdam. Delft, Z.H., 52809, d.a.b., J. Th. Jansen, dir. d.a.b., Delft, voormalig O. L. schoolgebouw Rietveld 49, 9—121/2 en 14—17V2, Zaterdag 9—1272, 's avonds 8—9, 350. Delfzijl, Gr.,"9690, a., Groningen, G. Schutter, armmeester, Farmsum, kant. Buitensingel, Maandag, Dnsdag, Zaterdag 9—10, Woensdag, Donderdag, Vrijdag 9—10 en 14—15, W.V., 127. De Lier, Z.H., 2860, a., Delft, C. van Geest, g.o., Hoogweg B 1A, De Lier, g.h., 10—12, W.V., 6. Delwijnen, zie Kerkwijk. De Meern. zie Vleuten. Demen, zie Ravenstein. Den Andel, zie Baflo. Den Bommel, Z.H., 1964, a., Rotterdam, L. G. L. Lemkes, a.t.s., Den Bommel A 230, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 3. Den Burg, zie Texel. Den Dongen, N.B., 2084, a., 's-Hertogenbosch, P. Ockhuyzen, v.t.s., Den Dungen, g.h., 9—12, W.V., 3. Denekamp, O., 6888, a., Enschede, gem.s., 18. Den Ham, O., 6851, a., Zwolle, F. J. Teusink, a.t.s., Den Ham Brink, g.h., 9—12, W.V., 2. Den Helder, N.H., 33.940, d.a.b., L. Brandsma, dir. d.a.b., Den Helder, Kanaalweg 92—93, 9—121/2 en 14—19, Zaterdag 9—12, 313. Den lip, zie Ilpendam. Dennenburg, zie Ravenstein. Den Oever, zie Emmen. De Rijp, N.H., a., Zaandam, W. J. Klok, kantbed., De Rijp Oosteinde 124, g.h., 8—9, W.V., 7. De Steeg, zie Rheden. Deurne, N.B., 11663, a., Venray, F. C. A. v. d. Ven, a.t.s., Deurne Hoogeinde B. 215, g.h., 9—12 en 14—18, Zaterdag 9 12, W.V., 6. Deursen, zie Ravenstein. Deventer, O., 38432, d.a.b., Mr. J. H. Vermeulen, Deventer, Bagijnestraat 5, 81/2—181/2, Zaterdag 8'/2—13, 3827 ; afd. voor vrouwen, 872—181/,, Zaterdag 81/,—13, telefoon en adres als voren. De Werken en Sleeuwijk, Z.H., 3533, a., Dordrecht, p.a. Sleeuwijk, Mej. H. C. de Jong, typiste, Sleeuwijk, g.h. te Sleeuwijk 9—12 en 13V2—16, W.V., Sleeuwijk 1. De Wilp, zie Marum. De Wijk, D., 3519, a., Assen, D. J. M. C. Otterman, g.s., De Wijk, g.h, 9—12, W.V., 14. De Zweth, zie Overschie en Delft. Didam, G., 6790, a., Arnhem, H. W. Wenting, a.t.s., Didam B 97, g.h., 9—12, 14—17, Zaterdag 9—12, W.V., 8. Dieden, zie Ravestein. Diemen, N.H., 5235, a., Amsterdam p.a. Diemerbrug, W. H. L. Magrijn, g.o., Diemen, g.h., 11—12, W.V., Diemerbrug 6. Diepenheim, O., 1812, a., Enschede, J. K. Pranger, a.t.s., Diepenheim Stedeke 120, gem.s., 9—12V2 en 14—17, W.V., 7. Diepenveen, O., 7297, a., Deventer, p.a. Schalkhaar, G. Bax, a.t.s., Schalkhaar, g.h. te Schalkhaar, 9—121/,, W.V., Deventer 3027. Dieren, zie Rheden. Diessen, N.B., 1477, a., Tilburg, P. A. J. M. Hordijk, g.s. Diever, D., 2741, a., Assen, J. Boesjes, a.t.s., Diever, g.h., 9—12, 13—15, W.V., 4. Dinteloord en Prinsland, N.B., 4194, a., Bergen op Zoom, J. B. Sprong, g.s., Dinteloord, g.h., 9—121/2, 24. Dinther, N.B., 2040, a., 's-Hertogenbosch, N. J. M. Langemeyer, a.t.s., Dinther, g.h., 14—17, W.V., 8. Dinxperlo, G., 3760, a., Arnhem, Joh. A. Lenselink, g.s., Dinxperlo A. 194, g.h., 9—12V2, 14—17, W.V., 14. Dirkshorn, zie Harenkarspel. Dirksland. Z.H., 2736, a., Rotterdam, G. Goemaat, a.t.s., Dirksland Boezemweg 253, gem.s., 9—12 en 14—16, Middelharnis 123. Dodewaard, G., 2133, a., Nijmegen, D. Willemsen Jzn., a.t.s., Dodewaard Kerkstraat B. 60d, g.h., 9—12, 7. Doesburg, G., 4966, a., Arnhem, H. C. v. d. Bergh, a.t.s., Doesburg, g.h., 9—12, W.V., 15. Doetinchem, G., 15937, a., Arnhem, H. J. Eeltink, boekhouderkassier gem. bedrijven, Doetinchem Vijverberg O. 2a, Bureau gem. werken, 9—17, W.V., 97. Dokkum, F., 5060, a., Leeuwarden, E. J. Kooi, g.s., Dokkum, g.h., 9—13, 13. Domburg, Z., 1317, a., Middelburg, J. v. d. Hage, Domburg, aan huis, geh. dag. Dommelen, zie Valkenswaard. Dongen, N.B., 9417, a., Tilburg, A. F. Leenaerts, a.t.s., Dongen, g.h., na kantooruren Kruideniersstraat 17, 9--12 en 14—16, W.V., 23. Dongjum, zie Franekeradeel. Dcniawerstal, F., 5583, a. Leeuwarden, p.a. Langweer, J. Brinksma, a.t.s., g.h. te Langweer, 9—12 en 14—16, Zaterdag 9-—12, Langweer, 4. Donkerbroek, zie Ooststellingwerf. Doorn, U., 4438, a., Utrecht, H. Zwaan, a.t.s.. Doorn, g.h., 9—12V2f 59. Doornenburg, zie Bemmel. Doornik, zie Bemmel. Doornspijk, G., 4506, a., Zwolle, p.a. Elburg, J. A. Schoten, a.t.s., Doornspijk, g.h., 9—12V2 en 14—17, W.V., Elburg 44 Doorwerth, zie Renkum. Dordrecht, Z.H., 59823, d.a.b., A. A. Kleijn, wnd. dir., Dordrecht, Beverwijcksplein 3, 8—12 en 13—17, W.V., 4040; Afd, voor vrouwen: voor werkgevers als voren, voor werkzoekenden alle werkdagen beh. Zaterdag 13—15, telefoon en adres als voren. Vakafd. voor de binnenscheepvaart en het Havenbedrijf, leider A. A. Kleijn, Boomstraat 29 rd., 7—12 en 13—19V2, 6501 (bij geen gehoor 4754). Dorkwerd, zie Hoogkerk. Dragten, zie Smallingerland. Dreischor, Z., 1073, a., Rotterdam, p.a. Schuddebeurs, M. v. d. Velde, g.v., Dreischor Zuidstraat D. 172, g.h., 9—10 en 18— 19, 2 (L. Aarnoutse). Drempt, zie Hummelo. Dreumel, G., 2511, a., Nijmegen, P. Th. van Rooij, gem. bode, Dreumel, Rooyschestraat 292, aan huis, 9—10 en 17—18, 1. Driebergen-Rijsenburg, U., 8200, a., Utrecht, Bos, Driebergen, gebouw gem. werken, 11—12 en Vrijdag 19—20, W.V., 628. Driehuis-Westerveld, zie Velsen. Driel, G., 4098, a., Utrecht, p.a. Kerkdriel, J. C. van Campenhout, g.s., Driel—-Kerkdriel, g.h., 10—12, Kerkdriel 8. Driesum, zie Dantumadeel. Driewegen, Z., 601, a., Middelburg, p.a. Ovezande, N. Slaakweg, Driewegen, iederen werkdag, 19—20. Drimmelen, zie Made. Drogeham, zie Achtkarspelen. Drongelen en Meeuwen, N.B., , a., 's-Hertogenbosch, J. A. v. d. Schans, landb., Drongelen Nr. 68, aan huis, geen bepaalde uren. Dronrijp, zie Menaldumadeel. Drouwen, zie Borger. Drouwenermond, zie Borger. Drumpt, zie Wadenoyen. Drunen, N.B., 3596, a., 's-Hertogenbosch, C. Koks, boekh., Drunen B. 187, aan huis, 9—12, W.V. Druten, G., 6219, a., Nijmegen, H. D. F. van Loo, kantoorbed. P.T.T., Druten Korte Brouwerstraat C. 103b, aan huis, in de wintermaanden Volksbond, 13—14, W.V., 49. Dubbeldam, Z.H., 4946, a., Dordrecht, A. B. Pieren, bode-opz. der „Vier Polders", Dubbeldam Dubbeld.weg A. 518, aan huis 9—12. 9 Duiven, G., 4014, a., Arnhem, J. F. H. Otten, g.s., Duiven, g.h., _ 9—12, W.V., 6. Duivendijke, Z., 521, a., Rotterdam, G. Joppe, winkelier Duiven- dijke, aan huis, 9—10, W.V., tel. station. Duizel, zie Eersel. Dungen (den), zie Den Dungen. Durgerham, zie Amsterdam. Dussen c.a., N.B., 3849, a., 's-Hertogenbosch, J. A. Meyers, a.t.s., Dussen, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 3. Duurswoude, zie Opsterland. Dwingeloo, D., 3114, a., Assen, H. Henkei, g.s., Dwingeloo, g.h., 9—12, Maandag ook 1572—16V2, W.V., 3. Echt, L., 10431, a., Roermond, H. Delsing, gem; opz., Echt Doktersweg 1, g.h., 19—21, W.V., g.h., 12. Echteld, G., 3380, a., Nijmegen, p.a. Ochten, H. P. L. Verkerk, a.t.s., Ochten Achter Poststation, Dinsdag en Vrijdag 9—12, kantoor Ochten. Echten, zie Lemsterland. Eek en Wiel, zie Maurik. Edam, N.H., 8731, a., Amsterdam, S. Hansen, dir. v. d. Coöp. Vischafslag Volendam, Volendam, aan huis, 14—16, Zaterdag 10—12, 203 (kantoor vischafslag). Ede, G., 32892, g'.a.b., Arnhem, E. Stel, dir. g.a.b., Ede Stationsweg 49, Torenstraat 8, 9—13, 14—16, Zaterdag 9—13, W.V., 263. Edens, zie Hennaarderadeel. Ee, zie Oostdongeradeel. Eede, Z., 1107, a., Terneuzen, Frans Clement, Eede Wijk W. 20, aan huis, 9—10, Zaterdag niet. Eelde, D., 3629, a., Groningen, J. G. Schaafsma, g.s., Paterswolde, g.h., 9—12, W.V., 7. Eembrugge, zie Baarn. Eemnes, U., 1907, a., Hilversum, A. de Bruyn, g.o., Eemnes, Wakkerendijk 1, aan huis, 9—12 en 19—20, Zaterdag 14—16, W.V., Eemnes Buiten 4. Eenigenburg, zie St. Maarten. Eenrum, Gr., 2582, a., Groningen, E. Hekstra, Landarb., Pieter- buren, Pieterburen, geh. dag, Pieterburen 3. Eenum, zie 't Zandt. Eerbeek (Gem. Brammen), zie d.a.b. Apeldoorn. Eernenwoude, zie Tietjerksteradeel. Eersel, N.B., 3089, a., Eindhoven, H. L. -Goossens, a.t.s.. Eersel, g.h., 9—12V2, 4. Eestrum, zie Tietjerksteradeel. Eethen, N.B., 2408, a., 's-Hertogenbosch, p.a. Genderen gem.s. en g.o. Drongelen, E. Boll, telephoonkantoorhouder, Genderen B. 123, aan huis, geen bepaalde uren, telefoonkantoor. Eext, zie Anlo. Eexta, zie Scheemda. Egmond aan Zee, N.H., 2962, a., Alkmaar, J. Koopman, a.t.s., Egmond aan Zee, Voorstraat 54, g.h., 9—12, 13. Egmond Binnen, N.H, 2495, a., Alkmaar, D. Portegies, g.o., g.h., 9—11.30. Eibergen, G., 9835, a., Zutphen, G. G. S. Raateland, a.t.s., Eibergen, g.h., 9—12V2 behalve Zaterdag, W.V., 13. Eierland, zie Texel. Eindhoven, N.B., 100458, d.a.b., P. Lamey, dir., Eindhoven, St. Jorisstraat 64, 8 V2—121/., en 14—17'/,,, Zaterdag 81/,—121/,, 4843. Eis, zie Wittem. Elburg, G., 2555, a., Zwolle, F. R. Hengeveld, a.t.s., Elburg Doelenlaan 8, g.h., na 17 uur aan huis, 9—121/» en 14—17, W.V., 10. Elden, zie Eist. Eikerzee, Z., 571, a., Rotterdam, p.a. Noordwelle, J. v. d. Bont, g.o., Eikerzee 25, g.h., 14—15, W.V., 4. Ellecom, zie Rheden. Ellemeet, Z., 541, a., Rotterdam, D. P. Steenland, veldw. Ellemeet. Ellewoutsdijk, Z., 532, a., Middelburg, J. D. de Kam, a.t.s. Elle- woutsdijk Buys Ballotstraat B. 146, g.h., 9—16, 9. Elshout, zie Oudheusden. Elsloo, F., zie Ooststellingwerf. Elsloo, L., 2901, a., Sittard, J. Fredrix, tabaksbewerker. Elsloo Schoolstraat, aan huis, 18—19. Elspeet, zie Ermelo. Eist, G., 9107, a., Arnhem, T. G. v. d. Hof, a.t.s., g.h. te Eist, 10—15, W.V., Eist 12 en Nijmegen 1768. Eist (dorp Lent), G., a., Nijmegen, F. G. v. d. Hof, a.t.s., Nijmegen, g.h., 10—15, W.V., Eist (Gld.) 12. Eist, U ., zie Rhenen en Amerongen. Emmen, D., 45052, d.a.b., Ir. A. W. F. Bennik Jr., Emmen, dir. d.a.b., Arbeidsbeurs, 81/2—12 en 131/2—17, Zaterdag 81/2—121/„, bovendien Woensdag 181/2—20, W.V., 107 ; Emmen (dorp), Westenesch, Noordbarge, Zuidbarge, Wilhelmoord, Den Oever, B. Oosterveld, Angelsloo, Emmerschans, Weerdinge : zie d.a.b.; Emmer-Compascum, EmmerErfscheidenveen, Munstersche Veld, Barger Compascum (ged.), Klazienaveen (ged.): J. Muskee, controleur, EmmerCompascum, aan huis, 9—101/2 ; Erica, Oranjedorp (ged.), Barger—Oosterveen (ged.), Amsterdamsche veld (ged.): B. Krikken, controleur, Erica, aan huis, 9—10V2 ; Klazienaveen (ged.), Barger—Oosterveen (ged.), Amsterdamscheveld (ged.), Oranjedorp (ged.), Nieuw-Dordrecht, Barger-Compascum (ged.): J. H. Sibum, adm., Klazienaveen, aan huis, 9—10 V.,; Nieuw Amsterdam, Barger-Erfscheidenveen, Amsterdamscheveld (ged.): J Beukema, agent, Nw. Amsterdam, aan huis, 9—101/2 ; Nw. Weerdinge, Roswinkel, Maten : D. van Veen, commissionnair, Nw. Weerdinge, aan huis, 9—10Vo; Zwartemeer: F. Westen, handelsagent, Zwartemeer, aan huis, 9—10 V2. Emmer-Compascum, zie Emmen. Emmer-Erfscheidenveen, zie Emmen. Emmerschans, zie Emmen. Empel en Meerwijk, N.B., 748, a., 's-Hertogenbosch, J. J. A. Wagenmakers, g.s., Empel, g.h., 10—12, W.V., 1. Ernst, zie Epe. Engelbert, zie Noorddijk. Engelen, N.B., 1376, a., 's-Hertogenbosch, W. Th. Leyte, g,o., Engelen, aan huis, dagelijks. Engelum, zie Menaldumadeel. Engwierum, zie Oostdongeradeel. Enkhuizen, N.H., 9571, a., Hoorn, G. Alma, a.t.s., Enkhuizen, g.h., 9—13, 11. Enschede, O., 86767, d.a.b., B. H. Scholten, dir. d.a.b., Enschede, Langestraat, voor mannelijke werkzoekenden 81/.,—1272 en 17—181/,, Zaterdag 8—13 ; voor vrouwelijke werkzoekenden 81/.,—121 /,, en 14—18 ; voor werkgevers van 8V2—1272 en 14—181/,,, 4041. Enspijk zie Deil. Enter, zie Wierden. Epe, G., 14212, g.a.b., Apeldoorn, S. Kruis, dir. g.a.b., Epe, Arbeidsbeurs Marktplein Epe, 10—12, W.V., 95 (behalve Vaassen). Epen, zie Wittem. Eppenhuizen, zie Kantens. Erica, zie Emmen. Erichem, zie Buren. Erlikum, zie Ubbergen. Ermelo, G., 15948, a., Amersfoort, p.a. Nunspeet, E. M. van Marle, g.s., Nunspeet, g.h. te Nunspeet, 9—12 en 13—17, Nunspeet 25. Erp, N.B., 3161, a., Helmond, J. J. Hendriks, v.t.s., Veghel, g.h., 9—12, 3. Esbeek, zie Hilvarenbeek. Esch, N.B., 727, a., Tilburg, G. J. P. van Gorp, g.s., Esch, g.h., 9—12, W.V. Escharen, N.B., 1476, a., Nijmegen, p.a. Grave, M. J. G. M. Pee- ters, v.t.s., Escharen A. 138, g.h., 9—ll1/2. Est en Opijnen, G., 1011, a., Utrecht, p.a. Opijnen, K. H. C. v. Doveren, g.s., Opijnen A. 121, g.h., 9—12, 2 en 14. Etersheim, zie Oosthuizen. Etten (G.), zie Gendringen. Etten en Leur, N.B., 10106, a., Breda, p.a. Etten N.B., C. P. Nooijens, h.c.t.s., Etten Markt A. 157, g-h., 16—17, Zaterdag 11—12, W.V., 5. Everdingen, Z.H., 1038, a., Utrecht, W. Bovekerk, a.t.s., Ever- dingen, g.h., 9—12, 1. Ewijcksluis van, zie Anna Paulowna. Ewijk, G., 2968, a., Nijmegen, H. W. A. Nillesen, a.t.s., Ewijk gem. huis, g.h., 9—12, W.V., 2. Exloo, zie Odoorn. Exmorra, zie Wonseradeel. Eygelshoven, L., 3922, a., Heerlen, W. H. Colion, a.t.s., Ubach over Worms Broekhuizerstraat 27, g.h., geen vaste uren, W.V., 8. Eysden, L., 3768, a., Maastricht, C. H. A. Smeets, Eysden, g.h., 9—12 en 14—18, Zaterdag 9—12, W.V., 14. Ezinge, Gr., 1855, a., Groningen, D. Olinga, a.t.s., Ferwerd, g.h., 10—12, W.V., 6. Farmsum, zie Delfzijl. Ferwerd, zie Ezinge en Ferwerderadeel. Ferwerderadeel, F., 8435, a., Leeuwarden, p.a. Ferderd, E. Hiemstra, a.t.s., Ferderd, g.h. te Ferwerd, 9—12 en 13—17, Ferwerd 8 Feyencord, zie Rotterdam. Finkum, zie Leeuwarderadeel. Finsterwolde, Gr., 3261, a., Winschoten, H. Tuin Jr., g.s., Finster- wolde, g.h., 9—12 en 14—17, W.V., 5. Firdgum, zie Barradeel. Fochtelo, zie Ooststellingwerf. Fondgum, zie Westdongeradeel. Franeker, F., 8458, a., Leeuwarden, H. de Boer, agent-controleur, Franeker Westvliet 82, Koorndragershuisje en aan huis, 9—10 en 12—13 en 17—19 (behalve Zaterdag), W.V., 35. Franekeradeel, F., 4890, a., Leeuwarden, p.a. Franeker, J. F. de Haan, a.t.s., Franeker, g.h. te Franeker, 9—13 en 15—17, Zaterdag 9—13, W.V., Franeker 60. Fijnaart en Heiningen, N.B., 4651, a., Bergen op Zoom, p.a. Fijnaart, A. Bouman, a.t.s., Fijnaart, g.h., 9—12, 4. Gaast, zie Wonseradeel. Gaasterland, F., 5997, a., Leeuwarden, p.a. Balk, H. Beimin, armvoogd, Balk, Balk en Balkhuizen, V/2—9 en 16—20, W.V. Gaastmeer, zie Wijmbritseradeel. Gameren, G., 1944, a., Utrecht, A. de Hoop, g.s., Gameren B. 5, g.h, 10-11, 8. Gapinge, zie Vrouwenpolder. Garderen, zie Barneveld. Garmerwolde, zie Ten Boer. Garnwerd, zie Ezinge. Garrelsweer, zie Loppersum. Garsthuizen, zie Stedum. Garijp, zie Tietjerksteradeel." Gassel, N.B., 662, a., Nijmegen, p.a. Escharen, J. J. Walboomers, g.s., Gassel Kerkenhoek 32, g.h., 9—12 beh. Vrijd. Gassel, zie Maarheeze. Gasselte, D., 3686, a., Assen, p.a. Gasselternijveen. B. Voorintholt, kweeker, Gasselternijveenschemond, aan huis, 9—12, W.V. Gasselternijveen, zie Gasselte. Geersdijk, zie Wissekerke. Geertruid St., zie St. Geertruid. Geertruidenberg, N.B., 2838, a., Breda, G. de Bot, Geertruidenberg Markt 5, aan huis, 10—12 en 14—16, Za. 10—12. Geervliet, Z.H., 1024, a., Rotterdam, E. Rijkee, g.s., Geervliet Kerkstraat 116, gem.s., 9—12 en 14—16, W.V., 3. Geesteren, zie Borculo. Geffen, N.B., 2031, a., 's-Hertogenbosch, gem.s., 2. Geldermalsen, G., 4626, a., Utrecht, T. H. Werner, deurwaarder, Geldermalsen B 225, aan huis, Ma. Wo. Do. 8—9, 26. Geldrop, N.B., 9513, a., Eindhoven, Jos. Verleg, weefmeester, Geldrop Terborgstraat 3, Oude School Kerkstraat 16, Ma. Wo. Vrij. 18—20 overigens aan huis, W.V., 2. Geleen, L., 14380, g.a.b., Sittard, J. L. L. Marquet, dir. arbeidsbeurs, Geleen Eindstraat 15, g.h., 9—11, W.V., Lutterade 9. Gellicum, zie Deil. Gelselaar, zie Borculo. Gemert, N.B., 6711, a., Helmond, J. A. L. H. van den Broek, Nieuwstraat B 193, g.h., 9—12, 21. Genderen, zie Eethen. Gendringen, G, 10615, a, Arnhem, D. Bakker, ambt. v. Sociale Zaken. Gendringen, Anholtscheweg 17, g.h, 9—12V.,en 14— 17V2 Za. 9—12V2, W.V, 2. Genemuiden, O, 3398, a, Zwolle, S. Hammer, a.t.s, Genemuiden Langestraat A. 214, g.h, 9—12 en 14—18 Za. 9—12, W.V. 4. Gennep, L, 3253, a, Nijmegen, A. W. H. Kets, boekh. Gennep Spoorstraat 341, g.h. (achterzijde), 972—11, 35. Gent, G, 3500, a, Nijmegen, F. A. A. Smijers, g.s. Gent, A. 16, g.h, 9—10, W.V, 32. Gerkesklooster, zie Achtkarspelen. Gerwen, zie Nuenen. Gestel, zie Eindhoven. Geulle, L, 1546, a, Maastricht, A. H. J. Stijnen, g.o, Geulle, (Hulsen (Geulle) Nr. 161 g.h,), Ma Di Vrij. Za. 17—17, Do. 11—13, W.V. Giekerk, zie Tietjerksteradeel. Giesbeek, zie Angerlo. Giessen, N.B., 519, a, Dordrecht, G. Verhoeven, g.s, Giessen, g.h, Di. Do. Za. 9—12. Giessendam, Z.H., 4268, a, Dordrecht, J. M. van Merkerk, a.t.s, Giessendam B. 185, 10—11, W.V, Neder Hardinxveld 44. Giessen-Nieuwkerk, Z.H., 1053, a, Dordrecht, J. G. Diepenhorst, b, g.h„ 9-12, 11. Gieten, D, 3497, a. Assen, R. Koek, a.t.s. Gieten, g.h, 9—12 en 14—16 Za. 9—12, 9. Gieterveen, zie Gieten. Giethoorn, O.,. 2179, a, Zwolle, p.a. Giethoorn Zuid, H. W. Dijksma, a.t.s. Giethoorn, g.h, 10—12, Giethoorn Zuid 9... Gilze-Reijen, N.B., 8484, a, Tilburg, p.a. Gilze, J. J. Bezems, a.t.s, Gilze A. 416, g.h. te Gilze, 9—12, W.V, Gilze 10. Ginneken en Bavel, N.B, 14621, a, Breda, p.a. Ginneken, zie Breda. Godlinze, zie Bierum. Goedereede, Z.H, 1266, a, Rotterdam, G. Tanis, g.s. Goedereede Markt 145, gem.s, 9—12, W.V, 9. Gocnga, zie Wijmbritseradeel. Goes, Z, 9542, a. Middelburg, J. M. Meyler, a.t.s, Goes, g.h, 9—12, 521. Goirle, N.B, 5620, a, Tilburg, H. Legius, a.t.s, Goirle, g.h, 9—12. W.V, Tilburg 1753. Goor, O, 4086, a, Enschede, H. Fokkens, g.s. Goor Grootestraat 85, g.h, 8V2—121/,, W.V, 27. Gorinchem, Z.H, 1416Ö, a, Dordrecht, S. C. de Haan, secr. B.A, Gorinchem, "Korenbeurs Havendijk 46, 9—10.15 en 2—3.15 Za. 9—10.15, W.V., 423. Gorredijk, zie Opsterland. Gorssel, G., 8734, a., Deventer, J. de Boer, oud-postdirecteur, Gorssel (dorp), g.h., 9—13, 6. Gouda, Z.H., 31035, d.a.b., C. J. van As, dir., Gouda Nieuwe Markt 42, 9—141/, Za. 9—13 voor publ. bovendien Vrij. 19—20, 3046 (na kantooruren 2496 (dir.) en 3009 (ambt. A.B.). Gouderak, Z.H., 2020, a., Gouda, P. H. van der Meulen, a.t.s., Moordrecht Oosteinde P. 36a, g.h., Ma. II1/—127., en Do. 11V2—12V2, W.V., 1. Goudriaan, Z.H., 610, a., Dordrecht, A. K. v. d. Zanden, v.t.s., Ottoland, A. 30, g.h., 9.30—17, 1. Goy 't, zie Houten. Goutum, zie Leeuwarderadeel. Goudswaard, Z.H., 1493, a., Rotterdam, D. M. Vermet, g.s., Goudswaard A. 172a, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 10. Graauw en Langendam, Z., 1917, a., Terneuzen, C. A. B. M. Verhaegen, a.t.s., Graauw, g.h., 8—ll1/, en 1372—151/.,, 's zomers 9—12V2 en 147,—161/,, W.V., Graauw 3. Grafhorst, O., 762, a., Zwolle, J. Boeve, g.o., Kampen Vloeddijk 49, g.h. te Kampen, Ma. Wo. Za., Kampen 121. Graft, N.H., 1159, a., Zaandam, W. J. Klok, kant.bed., De Rijp Oosteinde 124, g.h. en aan huis, 8—9, W.V., De Rijp 7. Gramsbergen, O., 4476, a., Emmen, F. van Veen, a.t.s., Gramsbergen, g.h., 9—12, 5. Grathem, L., 1537, a., Roermond, L. Th. A. Schreur, g.s., Grathem C. 43a., g.h, 9—12, 5. Grave, N.B., 2320, a., Nijmegen, H. I. M. v. Kemenade, g.s., Grave Rogstraat 47, g.h., 9—1272, 15. 's-Graveland, N.H., 1599, a., Hilversum, A. Burggraaf, a.t.s. van Ankeveen, 's-Graveland, g.h., 9—1272, W.V., Hilversum 6316- 's-Gravendeel, Z.H., 4838, a., Dordrecht, M. Bogaerdt, a.t.s., Schenkeltje 49, g.h., 9—13 en 14—1672 ,('s winters tot ± 1872), W.V., 1. 's-Gravenhage, Z.H., 477472, d.a.b., J. Boezer, dir. d.a.b.; afd. administratie : 9—12 en 137,—17 Za. 9—1272, 330061 (dir. 330100); afd. vrouwelijke beroepen: 8—16 Za. 8—1272, Prinsegracht 63, 333834 en 333835; afd. voor Hotel-, Café en Restaurantbedrijf (mannen en vrouwen): 10—18 Za. 10—14 Zo. 8— 1272, 330049; afd. wachtgelders en personeelsreservie : 9—17 Za. 9—121/2, 330049 ; afd. jeugdbemiddeling : 9—12 en 14—18 Za. 9—1272, 337741; afd. bijzondere bemiddeling: Di. en Do. 18—20, 337741; al deze afd. Prinsegracht 65; afd. algem. bedrijven: 8—18 Za. 8—12V2, 330051, Lage Nieuwstraat 20; afd. bouwbedrijf en houtbewerking : 8—18 Za. 8—14, 330050, Lage Nieuwstraat 24 ; afd. metaalbewerking : 8—18 Za 8—14, Lage Nieuwstraat 24, 330050. 's-Gravenpolder, Z., 1176, a., Middelburg, vacature. 's-Gravenzande, Z.H., 7522, a., 's-Gravenhage, P. J. Kooyman, a.t.s., 's-Gravenzande, g.h. Grevenbicht, L, 1727, a., Sittard, L. H. Savelkoul, g.o., Grevenbicht Houtstraat 35, g.h., Di. en Vr. 121/2—161 ,/.2, W.V., 4. Groede, Z., 2304, a., Terneuzen, R. van Queckelberghe, a.t.s., Groede, g.h., 9—12, 10. Groenlo. G., 4500, a., Zutphen, Fr. Lagenhaar, Groenlo. Groesbeek, G., 8385, a., Nijmegen, J. P. v. d. Geyn, a.t.s., Groesbeek, g.h., 9—12V2 en 14—17V2, 3. Groet en Camp, zie Schoorl. Grollo, zie Rolde. Groningen, G., 112938, d.a.b., G. Pot, dir. d.a.b., Martinikerkhof 10; afd. alg. bedr., binnenscheepvaart en Hotelbedrijf: Ma. Wo. en V. 9—17 en 19—21, Di. en Do. 9—18, Za. 8—13,4244; afd. v. vrouwen: Ma. Wo. en V. 9—17 en 19—21, Di. en Do. 9—18, Za. 9—13, 4244. Gronsveld, L., 1720, a., Maastricht, G. H. Goessens, g.s., Gronsveld, g.h., 9—12. Groot-Ammers, Z.H., 1543, a., Dordrecht, p.a. Nieuwpoort, G. Lagendijk, drukker, Kerkstraat B 16, aan huis, 12V2—14, 22. Grootebroek, N.H., 4341, a., Hoorn, J. Bonkens, a.t.s., Grootebroek, g.h., 9—12, Enkhuizen 1110. Grootegast, Gr., 7691, a., Groningen, W. Visser, kweeker, Sebaldeburen, aan huis en g.h. resp. 9—-12 en Vrij. 14—15, 2. Groote Lindt en Heer Oudelands Ambacht, zie Zwijndrecht. Groot-Schermer, zie Zuid- en Noordschermer. . Grosthuizen, zie Avenhorn. Grouw, zie Idaarderadeel. Grubbenvorst, L., 2775, a., Venlo, H. van Hegelsom, secr. Landbouwbond, Grubbenvorst Kerkstraat 52, aan huis, onbepaald, 9. Grijpskerk, Gr., 3535, a., Groningen, Tj. de Boer, a.t.s., Grijpskerk, g.h., 9—12 en 13V2—17, W.V., 15. Grijpskerke, Z., 932, a., Middelburg, L. Jacobsen, Grijpskerke A. 66. Gulpen, L., 3151, a., Maastricht, Leclerq, g.s., Gulpen^ g.h., 9—12, 15. Haaften, G., 2490, a., Utrecht, J. van Arkel, g.s., Haaften A. 279, gh., 9—12 en 14—16, Za. 9—12, W.V., 3. Haaksbergen, O., 9174, a., Enschede, G. C. Lammers, kant.bed., Haaksbergen Blankenburgerstraat 70, aan huis, 10—12, W.V. Haamstede, Z., 1491, a., Rotterdam, L. C. v. d. Velde, g.s., Haamstede Weststraat 160 b., g.h., 9—12.30 en 14.30—17, W.V., 8. Haar De, zie Haarzuilens. Haaren, N.B., 2338, a., Tilburg, S. A. Hoefnagels, a.t.s., Haaren, g.h., 9—12, 7. Haarlem, N.H., 129127, d.a.b., J. Vader, dir., Haarlem Hoofmanstraat 17, voor werknemers 9—12 en 13l/2—15 bovendien Ma. Do. 19—20V2, Za. 9—12; voor werkgevers 81/.—17 en 19—20, Za. 9—12, 11170 en 13425. Haarlemmerliede en Spaarnwoude, N.H., 3167, a., Haarlem, p.a. Halfweg. G. H. J. Roelofsen, a.t.s., g.h. Halfweg, 9—17, Za. 9—13, Halfweg 9. t Haarlemmermeer, N.H.. 29618, g.a.b., Haarlem, p.a. Hoofddorp, M. J. Oggel, h.c.t.s., Hoofddorp, arb.beurs naast g.h. te Hoofddorp, 9—12 en 13' 2—25, Za. 9—12, W.V., Hoofddorp 9. Haarlo, zie Borculo. Haarzuilens, U., 466, a., Utrecht, Mej. C. A. G. de Greef, Haarzuilens 7 Kasteel de Haai-, Kasteel de Haar, 9—12. Haastrecht, Z.H., 2272, a., Gouda, F. W. Gronert, concierge museum, Haastrecht Hoogstraat C. 92, Za. g.h., overige dagen aan huis, Za. 9—12, W.V., 1. Haelen, L„ 1323, a., Roermond, H. Aquarius, a.t.s, Haelen Kom 85, g.h., 9—12, 17. Hagestein, Z.H., 875, Utrecht, W. Bovekerk, a.t.s., Everdingen. g.h., 9—12, 1. Halfweg, zie Haarlemmerliede. Hall, zie Brummen. Halle, zie Zelhem. Hallum. zie Ferwerderadeel. Halsteren, N.B., 6143, a.. Bergen op Zoom, A. W. A. Bertens, g.s., Halsteren, g.h., 9—12, W.V., 8. Ham Den, zie Den Ham. Ham en Fransum, zie Aduard. Hamersveld, zie Leusden. Hansweert, zie Kruiningen. Hantum, zie Westdongeradeel. Hapert, zie Hoogeloon. Haps. N.B., 1641, a., Nijmegen, H. W. H. van Raay, v.t.s., Beers „Huize Zendonk", g!h., 10—12 (gem.huis) 8. Hardegarijp, zie Tietjerksteradeel. — LIJST VAN ORGANEN DER OPENBARE ARBEIDSBEMIDDELING. — Hardenberg (Ambt), zie Ambt Hardenberg. Hardenberg (Stad), zie Stad-Hardenberg. Harderwijk, G., 9062, a., Amersfoort, H. Brandsen, g.opz., Harderwijk Academiestraat 14, 11—-12, W.V., 76. Hardinxveld, Z.H., 6932, a., Dordrecht, E. den Breejen, a.t.s., Hardinxveld Rivierdijk A. 485, g.h., 9—16V2, Za. 9—12, W.V., Boven-Hardinxveld 5. Haren, G., zie Megen. Haren, Gr., 8317, a., Groningen, T. de Jong, a.t.s., Haren (Gr), g.h., 9—13 bovendien Di. 19—20, W.V., Groningen 1782. Harenkarspel, N.H., 3313, a., Den Helder, p.a. Dirkshorn, A. van Dijk, a.t.s., Dirkshorn B 123, Harenkarspel, g.h., 9—12, W.V., 5. Harfsen, zie Gorssel. Harich, zie Gaasterland. Haringvliet Stad aan 't, zie Stad aan 't Haringvliet. Harkema-Opeinde, zie Achtkarspelen. Harkstede, zie Slochteren. Harlingen, F., 11027, a., Leeuwarden, J. P. van de Berg, a.t.s., Harlingen, g.h., 9—13, W.V., 140. Harmeien, U., 2316, a.P Utrecht, A. J. D. Rensink, timmerman, Harmeien, Kalverstraat B. 4, aan huis, 19—20, beh. Za., W.V. Haskerdijken, zie Haskerland. Haskerhorne, zie Haskerland. Haskerland, F'., 9868, a., Leeuwarden, p.a. Joure, zie g.a.b. Heerenveen. Hasselt, O.. 2210, a., Zwolle, F. J. Hagevoort, a.t.s., Hasselt, g.h., 9—13, W.V, 10. Hatert, zie Nijmegen. Hattem, G., 4721, a., Zwolle, D. Zielhuis, Hattem, g.h., 9—12, W.V., 3. Haule, zie Ooststellingwerf. Haulerwijk, zie Ooststellingwerf. Hauwert, zie Nibbixwoud. Havelte, D., 3912, a., Assen, A. Götz, a.t.s.. Havelte, g.h., 9—12 en 14—18, W.V., 2. Hazepolder, zie Zijpe. Hazerswoude, Z.H., 4928, a., Leiden, p.a. Hazerswoude-Rijndijk, B. den Braven, g.s., Hazerswoude Rijndijk B. 14, g.h., 9—13 en 14—17, W.V., 28. Hedel, G., 1684, a., Utrecht, H. J. Kooiman, g.s., Hedel Voorstraat A. 71, g.h., 9—12, 11. Hedikhuizen, N.B., 1386, a., 's-Hertogenbosch. Heeg, zie Wijmbritseradeel. BIJLAGEN. Heel en Paneel, L., 2180, a., Roermond, J. H. Hodzalmans, landb., Heel Dorpstraat 91, aan huis, dagel. Heelsum, zie Renkum. Heemse, zie Ambt-Hardenberg. Heemskerk, N.H., 4635, a., Haarlem, N. H. Smit, g.o. te Beverwijk, Beverwijk, Arb.beurs te Beverwijk Gasthuissteeg 7, 10—12 en 15—16, Za. 10—12, W.V., Beverwijk 2315. Heemstede, N.H., 17097, a., Haarlem, A. van Wingerde, comm.chef t.s., Heemstede, g.h., 9—121/2, W.V., Haarlem 28042. Heenvliet, Z.H., 1196, a., Rotterdam, M. J. S. de Rijk, g.s.,- Heenvliet Kerkweg 97, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., Geervliet 8. Heer, L., 5091, a., Maastricht, L. H. Gulikers, a.t.s., g.h., 11-—-12, Maastricht 513. 's-Heer Abtskerke, Z., 430, a., Middelburg, M. Drijger, timmerman, 's-Heer Abtskerke, aan huis, geh. dag. 's-Heer Arendskerke, Z., 4200, a., Middelburg, M. Vogelaar, a.t.s., 's Heer Arendskerke F. 100, g.h., 10—12, W.V., 15. Heerde, G., 9264, a., Zwolle, G. Berghorst, Heerde D. 13, aan huis, dag., W.V. 's-Heerenberg, zie Bergh. G. 's-Heerenhoek, Z., 1338, a., Middelburg, W. J. W. de Goede, a.t.s., 's-Heerenhoek, g.h. en aan huis, 91 ..—ll1/, daarna aan huis, 8. Heerenveen, F., 21462, g.a.b.. Leeuwarden, G. H. Langeler, dir. g.a.b., Heerenveen, arb.beurs Kerkstraat 18, 9—ll1/, en 13V2—16, Za. 9—13 bovendien Di. Do. 1772—19, W.Vj 274. Heerewaarden, G., 942, a., Nijmegen, A. Brinkman, Heerewaarden Hoogestraat 203. Hoogestraat 203 of g.h., 9—10, W.V., 13. 's-Heer Hendrikskinderen, zie 's-Heer Arendskerke. Heerhugowaard, N.H., 5091, a., Alkmaar, p.a. HeerhugowaardZuid, A. Ruiter, a.t.s., Heerhugowaard, g.h., 9—10 en 3—4, Heerhugowaard-Zuid 5. Heerjansdam, Z.H., 1338, a, Dordrecht, L. de Kool, g.s., Wijk A. 57, g.h., 9—12, W.V., 1. 's-Heer Jansland, zie Oosterland. Heerlen, L., 50149, d.a.b., Nic. J. H. Grootjans, dir., Heerlen Geleenstraat 37, 8V2—121/2 en 14—17J/2, Zaterdagmiddag gesloten, 380. Hees, zie Nijmegen. Hees been, zie Eethen. Heesch, N.B., 3313, a., 's-Hertogenbosch, H. Kellner, a.t.s., Heesch, g.h, 9—12 en 14—16, Za. 9—12, W.V., 3. Heesselt, zie Varik. Heeswijk, N.B., 1568, a., 's-Hertogenbosch, Th. de Visser, g.s., Heeswijk, g.h. en aan huis, 12—14, W.V. Heeze, N.B., 3379, a., Eindhoven, M. H. Cox, g.s., Heeze, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 24. Heidenschap, zie Workum. Hei- en Boeicop, Z.H., 642, a., Utrecht, p.a. Lexmond, J. Bikker, g.o., Hei- en Boeicop 18, aan huis, 10—11, W.V. Heiligerlee, zie Scheemda. Heiloo, N.H., 6557, a., Alkmaar, J. Th. van Diepen, makelaar, Heiloo Rijksstraatweg A. 200, aan huis, Ma. 9—10 en Do. 19—19V2, Di., Wo, Vrij., Za. 9—91/,, Alkmaar 1174. Heinenoord, Z.H., 1957, a., Rotterdam, gem.s., 7. Heinkenszand, Z, 1879, a., Middelburg, P. A. Westdijk, a.t.s., Heinkenszand, g.h., 9—12 en 14—16, 10. Heino, O., 2951, a., Zwolle, G. J. Hartholt, a.t.s., Heino A 16, g.h., 9—12, W.V., 10. Hekelingen, Z.H., 1006, a., Rotterdam, J. Hoogstad, a.t.s., Hekelingen .ilekelingscheweg 148b, aan huis, 7—9, W.V., Spijkenisse 10 Hekendorp, Z.H., 686, a., Gouda, p.a. Woerden, A. G. v. d. Roest, g.s., Oudewater, g.h. te Oudewater Leeuweringestraat B. 147, 9—12 en 14—16. Helden, L., 6677, a., Venlo, P. L. H. Tummers, g.s., Panningen, g.h., 9—10, W.V, 11. Helder (Den), zie Den Helder. Helenaveen, zie Deurne. Hellendoorn, O., 14550, a, Enschede, C. van Zuidam, a.t.s, Hellendoorn Schapenmarkt 1, g.h, 9—121/2 en 14—17, Za. 9—12V2, W.V, 2. Hellevoetsluis, Z.H, 1462, a, Rotterdam, F. J. Swart, g.s, Hellevoetsluis Oostzandplein 16, 9—-12, W.V, 37. Hellouw, zie Haaften. Helium, zie Slochteren. Helmond, N.B, 26813, d.a.b, A. van de Laar, dir. Helmond Kerkstraat 23, 9—121/, en 14—18, Za. 9—121/,, 324. Helvoet (Nieuw), zie Nieuw Helvoet. Helvoirt, N.B, 2362, a, 's-Hertogenbosch, F. Kempenaars, g.s, Helvoirt, g.h, 9—12, 12. Hem, zie Venhuizen. Hemelum, zie Hemelumer Oldephaert. Hemelumer Oldephaert en Noordwolle, F, 5060, a, Leeuwarden, p.a. Koudum, S. van Asperen, armmeester, Koudum, aan huis 18—20, W.V, Koudum 3. Hemmen, G., 207, a., Nijmegen, p.a. Zetten, J. G. v. Eek, g.s., Hemmen 9, g.h., Ma. 10—12 en Do. 2—4, Zetten 46. Hempens, zie Leeuwarderadeel. Hendrik-Ido-Ambacht, Z.H., 5014, a., Dordrecht, T. Leeuwenburgh, h.a.t.s., Vrouw Geelenweg 10, g.h., 9—13, 4. Hengelo, G., 5124, a., G. Potman, at.s., Hengelo G., g.h., 9—121/.,, Hengelo G. 6. Hengelo, O., 35720, g.a.b., Enschede, tijdelijk G. B. P. Kolenbrander, dir. gem. dienst A.B. en W.V., Hengelo O., Bureau dienst A.B. en W.V., Langestraat 6, 81/.,—121/2 en 14—17l/,>, Za. 872—127| W.V., 2475. Hengstdijk, Z., 596, a., Terneuzen, L. J. Hermans, g.s., Hengstdijk, g.h., Di., Wo., Za. 10-—11. Hennaard, zie Hennaarderadeel. Hennaarderadeel, F., .4717, a., Leeuwarden, p.a. Wommels, H. Blanksma, a.t.s., Wommels, g.h. te Wommels, 9—12 en 14—15, Wommels 7. Hensbroek, N.H., 944, a., Alkmaar, J. P. Leegwater, *».t.s., Hensbroek, g.h., 9—12, 1. Herbajum, zie Franekeradeel. Herkingen, Z.H., 993, a., Botterdam, A. Munters, g.s., Herkingen, Kaaidijk 129, g.h., 9—12, W.V, 20. Herpen, N.B., 1845, a., 's-Hertogenbosch, B. H. L. de Bruyn, a.t.s., Herpen, g.h., 9—12, 6. Herpt c.a., N.B., 585, 's-Hertogenbosch. Herten, L., 1497, a., Roermond, Emile van Emstede, v.t.s., Roermond, g.h., 9—12. 's-Hertogenbosch, N.B., 45420, d.a.b., G. J. M. Foppele, dir., Achter het Wild Varken 7, 9—12 V2 en 14—17 bovendien 19—21, Za. 9—13, 1375. Herveld, zie Valburg. Herwen en Aerdt, G., 5861, a., Nijmegen, p.a. Lobith-Tolkamer, A. G. J. ten Velde, ambt. A.B. en W.V., Lobith C 59, g.h. te Lobith (dorp), 10—13 en 141/2—17, W.V., Lobith-Tolkamer 100. Herwijnen, G., 1810, a., Utrecht, C. J. van Herpen, g.s.. Herwijnen, g.h., 9—12, W.V., 7. Het Bildt, F., 8424, a., Leeuwarden, p.a. St. Anna Parochie, B. Schottman, timmerman, St. Anna-Parochie, St. Anna-Parochie v. Harensweg 38, geen bep. uren, W.V. Heteren, G., 3884, a., Arnhem, A. Schouten, le a.t.s., Heteren, g.h., 10—12, W.V., 6. Heukelum, Z.H., 1599, a., Utrecht, p.a. Asperen, L. Stellenboom, g.s., Heukelum Gasthuisstraat A. 32, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 1. Heumen, G., 3118, a., Nijmegen, p.a. Malden, P. Geurts, landb., Malden C. 70, Malden C. 70, 11—12, Ma. 13—14. Heusden, N.B., 1735, a., 's-Hertogenbosch, A. van Delft, g.s., Heusden, g.h., 10—12, W.V., 16. Heveskes, zie Delftzijl. Heyen, zie Bergen L. Heythuysen, L., 2830, a., Roermond, Peter Jos. Beckers, a.t.s., Heythuysen, g.h., 9—11, W.V., tot 18 uur 18, daarna 30. Hien, zie Doodewaard. Hierderi, zie Harderwijk. Hillegersberg, Z.H., 20701, g.a.b., Rotterdam, A. T. de Jong, c.t.s., Molenlaan 44 Hillegersberg, Raadhuis Straatweg 223, werkzoekenden 9—13 en 14—151/,, werkgevers 9—-13 en 14—17V2, W.V., Raadhuis 43665 en 43685, woonhuis 41181. Hillegom, Z.H., 11208, a., Haarlem, J. J. H. van der Struyck, tijdel. agent arb.bem., Hillegom, Jhr. Mockkade 21, 9—11 bovendien voor werkgevers Ma. en Do. 181/0—19 V2, W.V., 5203. Hilvarenbeek, N.B., 4069, a., Tilburg, J. M. Naaijkens, g.o., Hilvarenbeek, g.h., 9—12, 6. Hilversum, N.H., 66627, d.a.b., W. Reinders, dir., Hilversum, Langgewenscht 1, 9—18, Za. 9—13, 7814, Afd. vrouwen 7813. Hindeloopen, F., 934, a., Leeuwarden, P. van Veelen, g.o., Hindeloopen, g.h., 9—10, W.V. Hippoïytushoef, zie Wieringen. Hobreede, zie Oosthuizen. Hoedekenskerke, Z., 1414, a., Middelburg, p.a. Goes, C. M. Elenbaas, g.o., Hoedekenskerke, g.h., 10—12, 2. Hoek, Z., 2686, a., Terneuzen, W. C. van Petegem, g.o., Hoek, kant. g.o., zomer Ma. en Do. 9—11, winter dagel. 9—10, W.V., 5. Hoek van Holland, Z.H., s.a., Rotterdam, gem.s., 9—12, Za. niet, W.V., 10. Hoenderloo, zie Apeldoorn en Ede. Hoenkoop, U., 636, a., Utrecht, p.a. Benschop, W. Oskam, g.v., Hoenkoop, Provincialeweg 87, 10—11, Oudewater 43. Hoensadriel, zie Driel. Hoensbroek, L., 14028, a., Heerlen, W. Höppener, a.t.s., Hoensbroek Kouvenderstraat 37, g.h. en aan huis resp. 9—12 en Wo. en Vrij. 18—19,.W.V., Heerlen 5831. Hoevelaken, G., 1388, a., Amersfoort, K. W. Ni Dumon, g.o., Hoevelaken, g.h., 10—11, Amersfoort 1057. Hoeven, N.B., 4117, a., Breda, J. J. A. Moonen, a.c.t.s., Hoeven A 4, g.h., 8—9 en 14—17 en zoo noodig 9—121/2, W.V.,5. Hof van Delft, zie Delft. Hofwegen, zie Bleskensgraaf. Hollandscheveld, zie Hoogeveen. Hollum, zie Ameland. Holten, O., 4367, a., Deventer, H. Hartsuiker, boekhouder, Holten A. 141, alle werkdagen beh. Za., W.V., 5. Holwerd, zie Westdongeradeel. Holwierde, zie Bierum. Holysloot, zie Amsterdam. Homoet, zie Valburg. Hontenisse, Z., 5469, a., Terneuzen, O. A. E. Verstraaten, a.t.s., Hontenisse, g.h. te Kloosterzande, Ma. t/m. Vrij. 123/4—14, Za. 12V2—13, Kloosterzande 12. Hoofdplaat, Z., 1323, a., Terneuzen, gem.s. Hoofddorp, zie Haarlemmermeer. Hoogblokland, Z.H., 826, a., Utrecht, p.a. Gorinchem, J. van 't Hart, stationhouder P.T.T., Hoogblokland 88, aan huis, 14—16, W.V., Telefoon-station. Hoogebeintum, zie Ferwerderadeel. Hooge en Lage Mierde, N.B., 1939, a., Eindhoven, J. G. van Vorst, g.s., Lage Mierde, g.h., 9—12 en 14—17. Hooge en Lage Zwaluwe, N.B., 5097, a., Breda, p.a. Hooge Zwaluwe, A. J. Baart, a.t.s., g.h. te Hooge Zwaluwe, g.h., 9—12, Hooge Zwaluwe 2. Hoogeloon c.a., N.B., 2643, a., Eindhoven, G. Hoskens, a.t.s., Hoogeloon, g.h., 9—12, W.V., 1. Hoogerheide, zie Woensdrecht. Hoogersmilde, zie Smilde en Beilen. Hoogeveen, D., 16381, a., Assen, kom: H. Bouwmeester Bzn., assuradeur, Hoogeveen Willemskade 26, aan huis, Ma., Wo. en Vr. 9—12 205 ; buiten kom: W. L. Boersma Jr., h.c.t.s., Hoogeveen, g.h., 9—12 en 13—16, 39. Hoogezand, Gr., 11743, a., Groningen, gem. s. Hoogkarspel, N.H., 2243, a., Hoorn, W. F. Hellinga, g.s., Hoogkarspel, g.h., 9—12 en 14—17, Za. 9—12, Enkhuizen 1511. Hoog-Keppel, zie Hummelo. Hoogkerk, Gr., 4324, a., Groningen, R. P. Reddingius, g.s., Hoogkerk, g.h., 10—12, W.V., Groningen 2087. Hoogland, U., 3974, a., Amersfoort, E. A. Muys, g.s., Hoogland, g.h., 9—12, W.V., 1. Hoogvliet, zie Rotterdam. Hoogwoud, N.H., 2263, a., Hoorn, L. M. v. d. Steenhoven, a.t.s., Hoogwoud, g.h., 9—16, 4. Hoorn, N.H., 12524, d.a.b., D. C. Nijdam, dir., Hoorn, Nieuwsteeg 42, 8—13 en 14—18, Za. 8—121/2, 141. Hoorn (op Terschelling), zie Terschelling. Hoorn(op Texel), zie Texel. Hoornaar, Z.H., 705, a., Utrecht, p.a. Gorinchem, G. C. Slob, a.t.s., Hoornaar 122, aan huis, 18—19. Hoornsterzwaag, zie Schoterland. Hom, L., 1839, a., Roermond, Th. H. Hammes, g.o., Horn, g.h., 9—12, W.V, Roermond 3. Hornhuizen, zie Kloosterburen. Horssen, G., 972, a., Nijmegen, A. W. Buil, g.s., Horssen, g.h., Ma., Wo., Vrij. en Za. 9—12, W.V., 8. Horst, L., 7967, a., Venray, W. J. Moorman, gem.opz., Horst. Horsten, zie Onstwedde. Houten, U., 2501, a., Utrecht, P. v. d. Sanden, Houten Stationsweg H. 100, g.h., Ma. en Do. 19V2—20, verder aan huis, 13. Houthem, L., 2434, a., Maastricht. Houtrijk, zie Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Huins, zie Baarderadeel. Huisduinen, zie Den Helder. Huiseling, zie Ravenstein. Huissen, G., 5872, a., Arnhem, W. A. Huisman, veilingmeester Huissen, Vierakkerstraat, R.K. Volksbond, 10—12, W.V., 44. Huizen, N.H., 9253, a., Hilversum, K. Wouda, bode-schrijver, Huizen, g.h., 9—121/2, W.V., 20. Huizinge, zie Uiddelstum. Huizum, zie Leeuwarderadeel. Hulsberg, L., 2880, a., Heerlen, J. H. Caumans, a.t.s., Hulsberg, g.h., geen vaste uren, 2. Hulst, Z, 4101, a., Terneuzen, E. F. de Block, a.t.s., Hulst, g.h., Ma. 13—14 + Nov. t/m. Maart Do. 13—-14, W.V, 36. Hummelo en Keppel, G., 3180, a., Zutphen, p.a. Laag-Keppel, H. J. v. Holten, a.t.s., Doesburg, g.h. te Hoog-Keppel, 9—13, W.V., Laag-Keppel 8. Hunsel, L., 1656, a„ Roermond, L. H. M. v. Geleuken, g.s., Hunsel Dorp 70, g.h., 9—10, W.V. Hurwenen, G., 522, a., Utrecht, H. C. v. d. Wal, g.s., Hurwenen A 76, g.h, 9—12. Huybergen, N.B., 1085, a. Bergen op Zoom, A. P. A. M. van Agtmaal, a.t.s., Huybergen, g.h, 0—11, W.V. Hijdaard, zie Hennaarderadeel. 10 Hijkersmilde, zie Smilde. Hijlaard, zie Baarderadeel. Hijum, zie Leeuwarderadeel. Idaard, zie Idaarderadeel. Idaarderadeel, F., 5897, a., Leeuwarden, p.a. Grouw, S. Dijk, a.t.s., Grouw, g.h., Grouw, 9—12 en 14—17, W.V., Grouw 7. Idsegahuizen, zie Wonseradeel. Idzard, zie Weststellingwerf. Ierseke, Z., 4329, a., Middelburg, C. W. van Oeveren, a.t.s., Ierseke Langeviele A 249, g.h., 9—12, W.V., 56. Ilp (Den), zie Ilpendam. Ilpendam, N.H., 2372, a., Amsterdam, G. Kalf, g.s., Ilpendam A 123, g.h., 9—12, W.V., 1. Indoornik, zie Heteren. Ingen, zie Lienden. Irnsum, zie Rauwerderhem. Itteren, L., 589, a., Maastricht, gem.s., g.h., Di. en Do. 9—11. Ittervoort, L., 351, a., Roermond, gem.s., W.V. Jaarsveld, U., 1552, a., Utrecht, p.a. Lopik, B. Manschot, winkelier, Jaarsveld 313, aan huis, 12—14, W.V. Jabeek, L., 632, a., Heerlen, J. Mertens, aan huis, geen bep. uren, 6. Jacobie Parochie St., zie Het Bildt. Jansga St., zie Schoterland. Jansteen St., zie St. Jansteen. Jellum, zie Baarderadeel. Jelsxun, zie Leeuwarderadeel. Jisp, N.H., 728, a., Zaandam, H. Wielen, kant.bed., Jisp, g.h., 9—12 en 13—16, W.V., 1. Jorwerd, zie Baarderadeel. Joure zie Haskerland. Jubbega, zie Schoterland. Jukwerd, zie Appingedam. Julianadorp, zie Den Helder. Jutphaas, U., 5188, a., Utrecht, A. H. M. van Gooi, gem.ambt., Jutphaas, Utrechtschestraatweg 44, g.h., 9—12 en 141/.,— 15V2i Za. 9—12, W.V., Utrecht 16306. Jutrijp, zie Wijmbritseradeel. Kaatsheuvel, zie Loon op Zand. Kabauw, zie Willige Langerak. Kage, zie Alkemade. Kalslagen, zie Leimuiden. Kamerik, U., 2132, a., Utrecht, p.a. Woerden, M. C. Neuteboom, a.t.s., Kamerik A. 124, g.h., 9—13, 1. Kampen, O., 20055, a., Zwolle, H. J. Dokter, Afd.chef gem.s., Kampen Nieuwe Markt 2, 8 V4—13 en 14—17, Za. 8,!/4- 13, 331. Kampereiland, zie Kampen. Kamperland, N. Bev., zie Wissekerke. Kamperveen, O., 585, a., Zwolle, S. Sangers, g.s., Kampen, g.h. te Kampen Burgwal 28, 9-—12 en 14—16, .W.V, Kampen 16. Kantens, Gr., 2161, a., Groningen, gem.s., 9—12, W.V., 4. Kapelle, Z., 2898, a., Middelburg, S. J. van Dijke, g.s., Kapelle A 200, g.h, 9—12V2, W.V., 19. Katendrecht, zie Rotterdam. Kats Z., 647, a. Middelburg, p.a. Colijnsplaats, C. A. v. d. Maas, g.opz, Kats, aan huis, Wo. 18—19. Kattendijke, Z, 1224, a. Middelburg, p.a. Wilhelminadorp, H. J. Minnaar, veldarb, Kattendijke A. 29, aan huis, na 19 uur. Katwoude, N.H, 241, a, Amsterdam, p.a. Monnikendam, F. A. Nagelhout, a.t.s. te Monnikendam, Nieuwpoortslaan Monnikendam, gh. te Monnikendam, 10—12 en 13—16, Monnikendam 14. Katwijk, Z.H. 17205, g.a.b, Leiden, p.a. Katwijk aan Zee, N. Taat, agent arb.bem. Katwijk Burgersdijkstraat 18, 10—12, W.V, Katwijk aan Zee 100. Kedichem, Z.H, 1138, a. Utrecht, H. de Gier, gem.ambt, Kedichem, g.h, 9—12. Keent, zie Overasselt. Kekerdom, zie Ubbergen. Keppel, zie Hummelo. Kerk-Avezaath, zie Wadenoyen. Kerkdriel, zie Driel. Kerkrade, L, 37869, g.a.b, Heerlen, M. J. Sijstermans, dir. arb.beurs, Kerkrade, Kerkrade Markt 1, 9—-12 en 14—17, 500, toestel 34. Kerwerve, Z, 800 a, Rotterdam, J. J. Boot, landb, Kerkwerve 10, aan huis, 13—14, W.V, 1. Kerkwijk, G, 1183, a. Utrecht, W. A. van Voorthuizen, g.s. Kerkwijk, g.h, 9—12, Di. 14—17, Bruchem 1. Kessel, N.B, zie Alem c.a. Kessel, L, 1818, a, Venlo, J. H. Boonen, g.o, Kessel Dorp 5, g.h, Di. en Vrij. 10—12, W.V, 7. Kesteren, G., 4207, a, Arnhem, p.a. Opheusden, W. van Ornmeeren, timmerman, Opheusden Nr. 373, aan huis, dagel, W.V. Kethel en Spaland, Z.H, 2299, a, Schifedam, G. Meyers, a.t.s, Kethel, raadhuis Kethel, 9—12l/0, Schiedam 68462, W.V. Kiel-Windeweer, zie Hoogezand. Kimswerd, zie Wonseradeel. Kinderdijk, zie Nieuw Lekkerland. Klaaswaal, Z,H.. 2096, a., Rotterdam, P. Vermaas, a.t.s., Klaaswaal Dansersweg 176, gem.s., 9—12, W.V., 7. Klazieiiaveen, zie Emmen. Kleverskerke, zie Arnemuiden. Klimmen, L., 2083, a., Heerlen, J. F. Eussen, g.s., Klimmen, g.h., geen vaste uren, W.V., 4. Kloetinge, Z., 2085, a., Middelburg, L. v. d. Hiele, v.t.s., Kloetinge, g.h., 11—12, Goes 307. Klooster, zie Menaldumadeel. Kloosterburen, Gr., 2138, a., Groningen, Kloosterburen (dorp Hornhuizen en dorp Molenrij), K. Braaksma, Hornhuizen C. 31, aan huis, ± 181/,, W.V. Klooster-Lidlum, zie Barradeel. Klooster ter Apel, zie Vlagtwedde. Kloosterzande, zie Hontenisse. Klundert, N.É., 4671, a., Bredé^ M. L. Strootman, makelaar, Klundert Kerkring A 12, M. en Za. 9—10, op voorm. Openb. L. School; Di., Wo.. Do. en Vrij. 9—10 aan huis, W.V., 52. Knegsel, zie Vessem. Knijpe, zie Schoterland. Kockengen, U., 853, a., Utrecht, J. C. Jongeneel, g.s., Kockengen Voorstraat 103, g.h. te Kockengen, 91/2—12'/.,, 1. Koedijk, N.H., 1975, a., Alkmaar, (dorp), K. Koedijker, tuinbouwer, Koedijk Kanaaldijk 19, aan huis, 18—19 ; (St. Pancras), J. Spaans, tuinbouwer, St. Pancras Nr. 61 (gem. Koedijk), aan huis, 18—19. Koekange, zie De Wijk. Koewacht, Z., 2547, a., Terneuzen, O. Vermandei, a.t.s., Koewacht, gem.s., 9—12. Kolderveen, zie Nijeveen. Kolhani, zie Slochteren . Kolhom. zie Barsingerhorn. Knollendam, zie Wormer en Wormerveer. Kollum, zie Kollumerland c.a. Kollumerland c.a., F., 9186, a., Leeuwarden, p.a. Kollum, E. Koopmans, a.t.s., Kollum, g.h. te Kolllum, 9—121/, en 14^18, W.V., Kollum 9. Kollumerzwaag, zie Kollumerland c.a. Koog aan de Zaan, N.H., 5288, a., Zaandam, p.a. Koog Zaandijk, J. van Zoonen, a.t.s., Koog aan de Zaan, g.h., 9V2—12V2, Zaandam 3122. Kooten, zie Achtkarspelen. Kootwijk, zie Barneveld. Kortenhoef, N.H., 1779, a., Hilversum, J. Warmolts, b., Kortenhoef, g.h., 10—121/2, Hilversum 7652. Kortezwaag, zie Opsterland. Kortgene, Z., 1360, a., Middelburg, E. de Korte, gem.bode, Kortgene, aan huis, geh. dag, 23. Koudekerk, Z.H., 1834, a., Leiden, G. J. Corts, a.t.s., Koudekerk, g.h., 10—12, W.V., Koudekerk Z.H. 15. Koudekerke, Z., 3943, a., Middelburg, G. v. d. Voorde, kleermaker, Koudekerke, W.V., 1. Koudum, zie Hemelumer Oldephaert. Krabbendijke, Z., 2477, a., Middelburg, J. van Baren, Krabbendijke, W.V., 10. Kralingen, zie Rotterdam. Krawinkel, zie Geleen. Krewerd, zie Bierüm. Krim De, zie Gramsbergen. Krimpen aan den Lek, Z.H., 3059, a., Rotterdam, W. M. Slingerland, winkelier, Krimpen aan de Lek Dorpstraat 118, aan huis, 17—19, W.V., gem.huis 6. Krimpen aan de IJssel, Z.H., 5386, a., Rotterdam, C. Vermeulen, g.o., Krimpen aan de IJssel, IJsseldijk 198, g.h., 10—12, Za. niet, W.V., g.h. 9 en woonhuis 8. Krommenie, N.H., 5750, a., Zaandam, P. Walig, hoofd der school, Krommenie Oranjeplein 11, aan huis, 12—13 en buiten schooluren, W.V. Krommeniedijk, zie Krommenie. Kropswolde, zie Hoogezand. Kruiningen, Z., 4007, a., Middelburg, J. M. Geleedst, a.t.s., g.h., 9. Kruis St., zie St. Kruis. Kruisland, zie Steenbergen. Kruisland (Nieuw), zie Kollumerland. Kuinre, O., 655, a., Zwolle, W. Fledderus, a.t.s., Kuinre, g.h., dag., 5. Kwadijk, N.H., 647, a., Amsterdam, C. Purmer, a.t.s., Kwadijk, g.h., 9—12 en 13—16, Za. 9—12V2, W.V., 3. Kijfhoek, zie Zwijndrecht. Laag Keppel, zie Hummelo. Laagnieuwkoop, U., 512, a., Utrecht, p.a. Kockengen, zie Kockengen. Laag Soeren, zie Rheden. Lambertschaag, zie Abbekerk. Landsmeer. N.H., 3779, a., Amsterdam, C. A. Meester, a.t.s.b Landsmeer, g.h., 9—121/2,18. Langbroek, U., 1399, a., Utrecht, p.a. Cothen, p.a. g.s. en g.o. Nederlangbroek, C. Kooy, g.s., Nederlangbroek A. 186, g.h., 9V?—12. Langedijke, zie Ooststellingwerf. Langel, zie Ravenstein. Langendam, zie Graauw en Langendam. Langerak, Z.H., 898, a., Dordrecht, A. v. Middelkoop, le a.t.s., Langerak Lekdijk 92, Raadhuis Nieuwpoort, 9—12 en 13—15, Nieuwpoort 25. Langer en Korter Aa, zie Ter Aar. Lange Ruigeweide, Z.H., 722, a., Gouda, p.a. Woerden, F. Vernaai, g.o., Lange-Ruigeweide Kerkstraat 50, Kerkweg 50, 10—12, W.V. Langezwaag, zie Opsterland. Langweer, zie Doniawerstal. Laren N.H., 7766, a., Hilversum, C. Zwanikken, a.t.s., Laren g.h., werkzoekenden 9—10, werkgevers 9—121/,, telefonisch 13V2—1672, W.V., 25. Laren (G.), G., 5800, a., Deventer, p.a. Lochem, D. J. A. Groot Wesseldijk, g.o. te Ampsen, Laren Gelderl., g.h., 9—12, W.V., Lochem 3. Lathum, zie Angerlo. Laurens St., zie St. Laurens. Ledeacker, zie Oploo. Leek, Gr., 8126, a., Groningen, H. van den Velde, a.t.s., Leek, g.h., 9—12 en 14—18, W.V., 4. Leende, N.B., 2025, a., Eindhoven, J. J van Weert, gem.arb., Leende Wijk A 59, aan huis, 12—13 en 18—20, W.V. Leens, Gr., 3851, a., Groningen, p.a. Wehe, R. M. Woldring, a.t.s., Wehe, g.h. te Wehe, Ma. en Vrij. 17—18, W.V., Wehe 5. Leerbroek, Z.H., 870, a., Utrecht, p.a. Meerkerk, A. Timmer, a.t.s., Meerkerk B. 28, g.h. te Meerkerk, 9—12 en 14—17, Za. 9—12, W.V., Meerkerk 7. Leerdam, Z.H., 9041, a., Utrecht, G. van Breugel, h.c.t.s., Leerdam Koningin Emmalaan 4, g.h., 9—121/, en 13V0—17, beh. Za., 28. Leermens, zie 't Zandt. Leersum, U., 2190, a., Utrecht, A. J. Bos, a.t.s., Leersum, g.h., 10—1272> 1. Leeuwarden, F., 51623, d.a.b., B. H. G. Melot, dir., Leeuwarden Jacobijnerkerkhof 50 hoek Bij de Put, 8—15, Za. 8—14, bovendien Ma. en Do. 18—20, 4609. Leeuwarderadeel, F., 19111, a., Leeuwarden; p.a. Leeuwarden, Stiens, Finkum, Hijum, Britsum, Jelsum, Cornjum: A. Ate- ma, concierge O. L. School, Stiens 271, 's winters in het Volkshuis, 9V2—10V2; Wirdum, Wijtgaard, Swickum, Hempens : A. Feenstra, g.v., Wirdum, Wirdum geen bep. uren ; Stedel ged. der gem. : g.a.b. Leeuwarden. Leeuwen, L., zie Maasniel. Leeuwen, G., zie Wamel. Leiden, Z.H., 72776, d.a.b., P. C. G. A. Wijkmans, dir., Leiden Levendaal 1 hoek Garenmarkt, 8—17, Za. 8—12, bovendien Ma. 18—20, Do. 18—20, 1007. Leiderdorp, Z.H., 2904. a., Leiden, J. G. Meerburg, g.opz., Leiderdorp Hoofdstraat 81, g.h. en aan huis, 10—12, W.V., Leiden 2374. Leidschendam, zie Stompwijk en Veur. Leimuiden, "z.H., 2085, a., Leiden, J. W. de Ren, g.o., Leimuiden, g.h., 8V2—12 te Leimuiden, 14V2—161/2 te Rijnzaterwoude, 1. Lekkum, zie Leeuwarderadeel. Lekkerkerk, Z.H., 4427, a., Rotterdam, J. van Riemsdijk, g.s., Lekkerkerk Lekdijk 336, raadhuis, 9—12 en 14—16, W.V., 4. Lekkerland (Nieuw-), zie Nieuw-Lekkerland. Lellens, zie Ten Boer. Lemele, zie Ommen. Lemmel, zie Ulestraten. Lemmer, zie Lemsterland. Lemsterland, F., 7315, a., Leeuwarden, p.a. Lemmer, D. G. Bergman, a.t.s., Lemmer, g.h. te Lemmer, 9—12 en 14—16, Lemmer 32. Lent, zie Eist. Lettelbert, zie Leek. Leur, N.B., zie Etten en Leur. Leur, G., zie Bergharen. Leusden, U., 2398, a., Amersfoort, J. Boeschoten, g.s., Leusden, g.h. Hamersveld, 10—12, Amersfoort 1030. Lenth, zie Ubbergen. Lexmond, Z.H., 1612, a., Utrecht, F. de Jong, g.o., Lexmond 343, aan huis, 10—11, W.V, 9. Lichtenvoorde, G, 8108, a., Zutphen, J. N. M. Daalderop, a.t.s, lichtenvoorde, g.h, 9—121/2 en 14—17, 14. Liempde, N.B., 1769, a, Tilburg, P. J. C. van de Wiel, Liempde, g.h. Ma. en Vrij. 9—13. Lienden, G, 4369, a, Nijmegen, C. van Ommeren, gem.bode, Lienden M. 49, g.h, 9—10, W.V, 8. Lier De, zie De Lier. Lierop, N.B., 1209, a., Helmond. Lieshout, N.B., 2230, a., Helmond, J. H. M. van Nuenen, a.t.s., Lieshout, g.h., 9—12V2, 3. Liessel, zie Deurne. Limbricht, L2313, a., Sittard, Jos. Schrijnen, typograaf, Limbricht Beekstraat 154, g.h., 11—12, W.V., 9. Limmen, N.B., 2282, a., Alkmaar, C. J. Admiraal, a.t.s., Limmen Rijksweg B. 77, g.h., 972—10, 7. Linden, N.B., 541, a., Nijmegen, G. W. Hermanussen, g.s., g.h. Lindeheuvel, zie Geleen. Linne, L., 1766, a., Roermond, F. J. H. Straatman, g.s., Linne, g.h., 9—12, W.V., 5. Linschoten, U., 1862, a. Utrecht, S. Berghoef, a.t.s., Linschoten B. 92, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 2. Lippenhuizen, zie Opsterland. Lisse, Z.H., 8912, a., Leiden, P. J. Suijkerland, g.opz., Lisse Wagenstraat 11, g.h., 10—11, 5. Lith, N.B., 1533, a., 's-Hertogenbosch, A. Schouten, g.s., Lith, g.h., 10—12, W.V., 7. Lithoyen, N.B., 722, a., 's-Hertogenbosch, H. J. Hendriks, g.s., Lithoyen, Nr. «0, g.h., 9—12, W.V., 2. Lobith, zie Herwen en Aerdt. Lochem, G., 5668, a., Deventer, M. H. Lima, Lochem Nieuwstad 15, Achterstraat (oud postkantoor) en aan huis, 8—12, W.Y., 175. Tijdel. belast met arb.bem. voor het Twenthe-Rijnkanaal. Loenen, U., 1398, a., Utrecht, H. de Ruiter, a.t.s., Loenen B. 43, g.h., 9—12, W.V., 10. Loenen op de Veluwe, zie Apeldoorn. Loenersloot, U., 625, a., Utrecht, p.a. Nieuwersluis, J. van Kapper Wzn., a.t.s., Breukelen, g.h., Ter Aa, 10—12, W.V., Nieuwersluis 506. Loevesteyn, zie Poederoyen. Lolluni, zie Wonseradeel. Longerhouw, zie Wonseradeel. Lonneker, zie Enschede. Loo, zie Bemmel Loo Het, zie Apeldoorn. Loon op Zand, N.B., 10956, a., Tilburg, p.a. Kaatsheuvel, J. Th. van Woensel, a.t.s., Kaatsheuvel, g.h., 9—12, W.V., Kaatsheuvel 12. Loosdrecht, U., 3526, a., Hilversum, K. van Walderveen, g.s. en o., Loosdrecht, g.h., 9—12, W.V., 4. Loosduinen, zie 's-Gravenhage. Lopik, U., 1733, a., Utrecht, Joh. A. Vergeer, g.o., Lopik, g.h., 8Vo—12, 13—16V2, Za. 8^—13, W.V.,1. Loppersiun, Gr., 3476, a., Groningen, E. Apol, arbeider, Loppersum, aan huis geh. dag, 64. Losdorp, zie Bierum. Losser, O., 15600, a., Enschede, J. Hoebe, ambt. A.B. en W.V., Losser D 152, Dirkelstraat D 118, aan huis D 152, 9—12, Wo. 18—19, W.V., 65. Lottum, zie Grubbenvorst. Lunteren, zie Ede. Lutjebroek, N.H., zie Grootebroek. Lutjebroek, F., zie Achtkarspelen. Lutjegast, zie Grootegast. Lutkewierum, zie Hennaarderadeel. Lutten, zie Ambt Hardenberg. Lutterade, zie Geleen. Luyksgestel, N.B., 1181, a., Eindhoven, J. R. v. d. Boer, landb., Luyksgestel Dorpstraat 56, aan huis Di. en Vrij. 9—10, 5. Maarheeze, N.B., 2974, a., Eindhoven, F. J. C. van Gastel, g.s., Maarheeze, g.h., 9—12, W.V. Maarn, U., 1979, a., Utrecht, J. Th. Voorde, g.s., Maarn, g.h., 9—12V2, W.V., 9. Maarssen, U., 3575, a., Utrecht, L. van der Chijs, dir. A.B. en W.V., Schippersgracht 25 Maarssen, aan huis en g.h. Maarssen, 19—20 (beh. Za.), Di. en Vrij. 9V2—10x/2 g.h., W.V., 28 g.h. Maarssen. Maarsseveen, U., 1978, a., Utrecht, p.a. Maarssen, zie Maarssen. Maarten St., zie St. Maarten. Maartensbrug, zie Zijpe. Maartensdijk, U., 6619, a., Utrecht, Ph. A. van Wijnen, g.opz., Maartensdijk. Maartensdijk St., zie St. Maartensdijk. Maasbommel, zie Appeltern. Maasbracht, L., 1936, a., Roermond, J. M. A. Grispen, g.h., Maasbracht, g.h., Ma. en Vrij. 9—12, W.V., 6. « Maasbree, L., 14678, a., Venlo, p.a. Blerick, J. H. Vaessen, koster en radiohandelaar, Maasbree C. 103, aan huis, 91/.,—101/2, 4; Baarlo: J. Wijnhoven, koster, Baarlo-Dorp 160, aan huis, 9—10,8 (ten huize van den heer L. Thijssen, Baarlo) ; Blerick: H. Bogaarts, gem.bode, Blerick Ruijsstraat 27, g.h., 9—11 en Do. 19—20, W.V., 503. Maasdam. Z.H., 1520, a., Dordrecht, J. A. Rozendaal, g.o., Maasdam Dorpsstraat 22, g.h., 9—12 en 14—16, 1. Maashees en Overloon, N.B., 2317, a., Venray, p.a. Maashees, P.L. Stevens, g.s., Maashees, g.h., 9—12, W.V., 10. Maasland, Z.H., 3653, a., Schiedam, M. Stolk, a.t.s., Maasland, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 4. Maasmei, L., 2976, a., Roermond, G. W. H. Cox. g.o., Maasniel, g.h., 9—12, 236. Maassluis, Z.H., 9289, g.a.b., Schiedam, F. P. de Laat, agent A.B. en W.V., Maassluis Lange Boonestraat 7, 9—101/2 en 14—15, bovendien Ma. en Do. 19—20, W.V., 102. Maastricht, L., 65485, d.a.b., H. J. Perry, dir., Maastricht, Bal^erijstraat 50, 9—121,/, en 14—1772, Vrij. 16—191/,, Za. 9---121/,, 819. Macharen, zie Megen. Made en Drimmelen, N.B., 5386, a., Breda, P. J. Jansen, a.t.s., Made Markt A 48, voorm. Openb. L. School, 9—12 en 14V2—16, Za. 9—12, W.V., 8. Makkinga, zie Ooststellingwerf. Makkum, zie Wonseradeel. Malden, zie Heumen. Mantgum, zie Baarderadeel. Maren, N.B., zie Alem c.a. Margraten, L., 1324, a., Maastricht, P. H. Brouwers, g.o., Margraten 27a, g.h., Ma. Wo. en Vrij. 9—121/2, 18. Markelo, O., 5329, a., Enschede, gem.s. Marken, N.H., 1439, a., Amsterdam, M. de Jong, a.t.s., Marken Kerkbuurt 189, g.h., 972—11V2, W.V., 2. Marrum, zie Ferwerderadeel. Marssum, zie Menaldumadeel. ' Marsiun, zie Appingedam. Marum, Gr., 6523, a., Groningen, F. Breeuwsma, c.t.s., Marum A 75b, g.h., 9—12 en 14—18, W.V., 2. Mastenbroek, zie Zwollerkerspel Maten, zie Emmen. Maurik, G., 4205, a., Utrecht, W. F. Jonkers, a.t.s., Maurik M. 259, g.h., 9—12, W.V., 20. Mechelen, G., zie Gendringen. Mechelen, zie Wittem. Medemblik, N.H., 5863, a., Hoorn, H. Geusebroek, timmermanaannemer, Medemblik Oudehaven 13, aan huis, 9—12 en 18—19, 50. Meeden, Gr., 1875, a., Winschoten, K. J. de Wit, a.t.s., Wildervank, g.h., 9—12 en 14—17, Za. 9—12, W.V., 1. Meedhuizen, zie Delfzijl. Meerkerk, Z.H., 1734, a., Utrecht, zie Leerbroek. Meerlo, L., 2382, a., Venray, P. J. Martens, postbode, Meerlo A 111, aan huis, 13—15. Meern De, zie Vleuten. Meerssen, L., 5917, a., Maastricht, C. Baltis, fabr.arb., Meerssen Kuileneindestraat 31, aan huis, 8—9. Meerveldhoven, zie Veldhoven. Meeuwen, zie Drongelen en Meeuwen. Megen c.a., N.B., 1722, a., 's-Hertogenbosch, Adr. Couwenbergh, Megen, g.h., 9—12, W.V. Melick en Herkenbosch, L., 3317, a., Roermond, F. H. Thissen, fabr.arb., Herkenbosch Steegstraat 127, onbepaald, 12. Meliskerke, Z., 740, a., Middelburg, p.a. Grijpskerke, J. Jakobsen Lzn., g.s., Grijpskerke A 66, g.h., Grijpskerke (postbestelling Grijpskerke), 10—12, daarna thuis, W.V, Grijpskerke 3. Melissant, Z.H., 1834, a., Rotterdam, Mej. E. T. Kleijnenberg, a.t.s., Melissant Molendijk 39, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., Middelharnis 1520. Menaldum, zie Menaldumadeel. Menaldumadeel, F., 10559, a., Leeuwarden, J. Stienstra, v.t.s., Menaldum, g.h., 9—13 en 14—17, Ma. 9—13. Mensingeweer, zie Leens. Meppel, D., 13011, g.a.b., Assen, M. F. Vissinga, dir. g.a.b., Meppel, 9—13, 14—17 en Wo. 18—20, W.V, 2577. Merkelbeek, L., 1348, a., Heerlen, J. Dols, g.o., Douvergenhout, aan huis, geen vaste uren. Merum, zie Herten. Mesch, L., 296, a., Maastricht, Berenschot, ambt. prov. griffie, Maastricht, gem.s. Meteren, zie Geldermalsen. Metslawier, zie Oostdongeradeel. Meijel, L., 2329, a., Venlo, H. W. Knapen, v.t.s., Meijel A 91, gem.s., 9—12, W.V., 7. Mheer, L., 981, a., Maastricht, p.a. Eysden, gem.s. Michielsgestel St., zie St. Michielsgestel. Middelaar, zie Mook. Middelbeers, zie Oost-, West- en Middelbeers. Middelbert, zie Noorddijk. Middelburg, Z., 18363, d.a.b., H. P. Staal, dir., Middelburg, Wagenaarsstraat 78, 9—12 en 14—17, Za. 9—12, 243; vakk. ambt. b. d. Rijksdienst der W.V. en A.B. voor de landbouwbem. in Zeeland, op Z.H. eilanden en in W. Noord-Brabant : J. K. Melsen, kantoor d.a.b. Middelburg, 243. Middelburg, Z.H., zie Reeuwijk. Middelharnis, Z.H., 4623, a., Rotterdam, H. A. v. d. Meer, a.t.s., Middelharnis Burgem. Boumanplein C 4, g.h., 9—12 en 14—16, 18. Middelie, N.H., 566, a., Amsterdam, gem.s. Middelstum, Gr., 2799, a., Groningen, H. Knot, g.o., Middelstum Wijk, aan huis, geen bep. uren, W.V. Midlum, zie Franekeradeel. Midsland, zie Terschelling. Midwolda, Gr., 4594, a., Winschoten, W. Reininga, goederenagent stoomtram, Midwolda, aan huis, geen bep. uren, W.V. Milwolde, zie Leek. Midwoud, N.H., 1060, a., Hoorn, N. Ruyter, timmerman, Midwoud 108, aan huis, 18—19. Mierlo, N.B., 5466, a., Helmond, M. G. J. Gerrits, a.t.s., Mierlo, g.h., 9—12 en 14—16, Za. 9—12, W.V., 2. Mill en St. Hubert, N.B., 4121, a., Nijmegen, J. M. Klerkx, a.t.s., Mill A 115, g.h., 9—12, W.V., Mill 23. Millingen, G., 3332, a., Nijmegen, E. G. A. P. Thoman, g.s., Millingen B 154a, g.h., 9—12 en 14—17, W.V., 16. Minnertsga, zie Barradeel. Moerkapelle, Z.H.. 893, a., Gouda, P. M. Jonkers, g.s., Moerkapelle, g.h., 9—12, W.V., 2. Moerdijk, zie Hooge- en Lage Zwaluwe. Moergestel, N.B., 2233, a., Tilburg, H. A. J. van Erve, v.t.s., Moergestel, g.h., 9—12, 8. Molenaarsgraaf, Z.H., 577, a., Dordrecht, A. H. Stemerding, g.s., Molenaarsgraaf, g.h., 9—12, 3. Molenrij, zie Kloosterburen. Molkwerum, zie Hemelumer Oldephaert. Monnikendam, N.H., 2566, a., Amsterdam, J. Mol, g.o., Monnikendam Noordeinde 84, aan huis, Wo. en Do. 10—13, Za. 10—13 en 14—17. Monster, Z.H., 11286, a., 's-Gravenhage, G. A. Klazinga, gem.bode, Monster Heerenstraat 2a, g.h., 9—12 en 14—16, 3. Montfoort, U.. 2068, a., Utrecht, J. J. Bottema, g.s., Montfoort, g.h. te Montfoort, 11—12, W.V., 8. Montfort L., 1405, a., Roermond, W. Nissen, g.s., Montfort, g.h.. 9—12, W.V., 6. Mook. L, 1986, a., Nijmegen, L. Rutten, g.s., Mook A 42, g.h., 9—12, W.V., 1. Moordrecht, Z.H., 2900, a., Gouda, W. Hoogendoorn, a.t.s., Moordrecht Dorpsstraat 2b, g.h., 9—13 en 14—18, 's avonds aan huis, W.V., 4. Morra, zie Oostdongeradeel. Muiden, N.H., 2907, a., Hilversum, C. Davids, a.t.s., Muiderberg 49, g.h., 9—löVj, W.V., 8. Muiderberg, zie Muiden. Muilkerk, zie Dussen. Munster, zie Dussen. Munstergeleen, L., 1421, a., Sittard, A. J. J. M. Smeets, g.s., Munstergeleen Kleine Kommel 114, g.h., 10—12, W.V., Sittard 1003. Muntersche Veld, zie Emmen. Muntendam, Gr., 3717, a., Groningen, J. R. Hiemstra, a.c.t.s., Muntendam, g.h., 9—12 en 14—18, W.V., Veendam, 602. Murmerwoude, zie Dantumadeel. Musselkanaal, zie Onstwedde. Mijdrecht, U., 4668, a., Amsterdam, C. Koedam, g.s., Mijdrecht, g.h., 9—12V2, W.V., 4. Mijnsheerenland, Z.H., 1709, a., Rotterdam, E. Hazelaar, a.t.s., Mijnsheerenland, g.h., 10—12, W.V.,5 en 19. Naaldwijk, Z.H., 12776, a., 's-Gravenhage, H. A. van Voorst van Beesd, a.c.t.s., Naaldwijk, g.h., 9—121/,, 211. Naarden, N.H., 7187, a., Hilversum, G. G. J. Klinkenberg, agent arb.bem., Naarden Nieuwe Haven 11, aan huis, 9—11, W.V., Bussum 3898. Nederhemert, G., 1005, a., Utrecht, gem.s. Nederhorst den Berg, N.H., 2217, a., Hilversum, H. A. Pos Hzn., g.o., Nederhorst den Berg Voorstraat A 48, aan huis, 9—12, 1. Nederweert, L., 7270, a., Roermond, J. Smeets, g.o., Nederweert Kerkstraat A 75, g.h., 9—12 en 14—18, W.V., 9. Nederwetten, zie Nuenen. Neede, G., 6117, a., Enschede, K. P. v. d. Velde, g.opz., Neede Borenloscheweg, g.h. of bureau gem. werken, Di. en Vrij. 11—12, ook andere uren, W.V., 17. Neer, L., 2045, a., Roermond, J. M. M. J. Vennekens, a.t.s., Neer Dorp 179, g.h., 10—12, 12. Neerbosch, zie Nijmegen. Neeritter, L., 613, a., Roermond, gem.s., W.V. Neerloon, zie Ravenstein. Neerijnen, zie Waardenburg. Nes, zie Westdongeradeel. Nes op Ameland, zie Ameland. Netersel, zie Bladel. Netterden, zie Gendringen. Neuzen, zie Terneuzen. Nibbixwoud, N.H., 1509, a., Hoorn, H. Galis, g.s., Nibbixwoud, g.h., 9—12, 3601. Nicliove, zie Oldehove. Niekerk, zie Ulrum. Nieuwaal, zie Gameren. Nieuw Amsterdam, zie Emmen en Sleen. Nieuw Beerta, zie Beerta. Nieuw-Beyerland, Z.H., 1655, a., Rotterdam, J. Stok, g.o., NieuwBeyerland A 312, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 20. Nieuw Buinen, zie Borger. Nieuw Dordrecht, zie Emmen. Nieuwedorp, zie 's-Heer Arendskerke. Nieuwendam, s.a., gem. Amsterdam, F. Veenstra, z.b., Buiksloot Wijk B 35, aan huis, 8V2—10. Nieuwenliagen, L-, 4947, a., Heerlen, P. J. Treybels, z.b., Nieuwenhagen Achter de Hoven 2, g.h., Ma., Wo., Do., Za. 10—12, Di. en Vrij. 14—16, W.V., 3. Nieuwenhoorn, Z.H., 1679, a., Rotterdam, L. Visser, g.s., Nieuwenhoorn, g.h., 9—12, W.V., 6. Nieuwe Niedorp, N.H., 1733, a., Den Helder, J. H. Schiebroek, postbode, Oude Niedorp 't Veld 272, aan huis, 15—16, W.V. Nieuw en St. Joostland, Z., 1203, a., Middelburg, P. J. Brakman, a.t.s., g.h. Nieuwe-Pekela, Gr., 5602, a., Winschoten, J. Tuinhof, gem.arch., Nieuwe-Pekela, arb.beurs in de oude Torenschool Wijk C 52, 10—11, bovendien Di., Do. en Za. 13—14, 214. Nieuwer Amstel, N.H., 14312, a., p.a. Amstelveen, C. H. Leguit, a.t.s., g.h. te Amstelveen, 8V2—12V2,1. Nieuwerkerk, Z., 1920, a., Rotterdam, J. L. v. d. Have, g.o., Nieuwerkerk, g.h., 9—12 en 18—19, W.V. Nieuwerkerk aan den IJssel, Z.H., 3905, a., Rotterdam, H. Swets, a.t.s., Nieuwerkerk a/d. IJssel E 106, g.h., 9—12, W.V.,14. Nieuwe Schans, Gr., 2034, a., Winschoten, H. Groen, a.t.s., Nieuwe Schans, g.h., 9—12 en 13 V2—151/,, W.V., 8. Nieuwesluis, zie Wieringerwaard. Nieuwe Tonge, Z.H., 2007, a., Rotterdam, G. A. v. d. Wende, a.t.s., Nieuwe Tonge Korteweegje, gem.s., 10—l01/2, W.V., 21. Nieuw Helvoet, Z.H., 2202, a., Rotterdam, A. A. Fölting, g.v., Nieuw Helvoet Rijksstraatweg C 313, raadhuis, 9l/„—12 en 14V2—16, W.V., 48. Nieuwkoop, Z.H., 3391, a., Leiden, A. M. van Vuuren, g.v., Nieuwkoop, g.h., 9—12 en 14—17, 7. Nieuw Kruisland, zie Kollumerland Nieuwkuyk c.a., N.B., 1528, a., 's-Hertogenbosch. Nieuwland, Z.H., 667, a., Utrecht, p.a. Meerkerk, zie Leerbroek. Nieuw Lekkerland, Z.H., 3737, a.,Dordrecht, G. C. Voorsluys, g.s., Kinderdijk D 266, g.h. te Kinderdijk 9—12, raadhuis te Alblasserdam Ma. 16V2-—17V2, W.V., Kinderdijk 3. Nieuwleusen, O., 3970, a., Zwolle, H. J. Scheffer, a.t.s., Nieuwleusen, g.h., 91/2—12, 1. Nieuwolda, Gr., 1942, a., Winschoten, G. A. Luppes, kapper, Nieuwolda Hoofdweg, aan huis, 8—10, W.V., 27. Nieuwpoort, Z.H., 803, a., Dordrecht, A. van Middelkoop, le a.t.s., Langerak Lekdijk 92, g.h., 9—12 en 13—16, Nieuwpoort 25. Nieuw Scheemda, zie Scheemda. Nieuw Stadskanaal, zie Onstwedde. Nieuwstad, L., 1362, a., Sittard, J. H. Beusmans, ambt. Burg. Stand, Nieuwstad Rijksweg, g.h., Di., Do. en Za. 11—12, W.V. Nieuwveen, Z.H., 1687, a., Leiden, J. P. A. Sernee, a.t.s., Nieuwveen, g.h., 10—12, W.V., 7. Nieuw-Vennep, zie Haarlemmermeer. Nieuwvliet, Z., 478, a., Terneuzen, p.a. Groede, P. Brakman, g.o, Nieuwvliet. Nieuw-Vossemeer, N.B., 1547, a., Bergen op Zoom, Aug. Gijsel, g.s., Nieuw Vosmeer, g.h., 9—12 en 14—16, 1. Nieuw Weerdinge, zie Emmen. Niezijl, zie Grijpskerk. Niftrik, zie Wychen. Nigtevecht, U., 661, a., Hilversum, p.a. Vreeland, N. Frumau, timmerman, Nigtevecht Dorpsstraat 99, aan huis, geen bepaalde uren. Nispen, zie Roosendaal. Nisse, Z., 655, a., Middelburg, J. Mol Wzn., Nisse, aan huis, dagelijks. Nistelrode, N.B., 3033, a., 's-Hertogenbosch, J. E. Schaijk, a.t.s., Berghem, g.h., 9—12 en 14—17, Za. 9—12. Noordbarge, zie Emmen. Noorbeek, L., 838, a., Maastricht, gem.s. Noordbroek, Gr., 2015, a., Groningen, gem.s., 7. Noorddijk, Gr., 2480, a., Groningen, p.a. Oosterhoogebrug post Groningen, J. Bieleveld, agent Mij. Laagspanningsnetten, Ruischerbrug, g.h. te Ruischerbrug, 9—10, W.V., Ruischerweg 2. Noordeloos, Z.H., 1203, a., Utrecht, p.a. Gorinchem, G. C. Slob, a.t.s., Hoornaar 122, g.h, 10—12 en 14—16, Za. 10—12, W.V., 8. Noorden, zie Nieuwkoop en Zevenhoven. Noordgouwe, Z., 855, a., Rotterdam, p.a. Schuddebeurs, Z. Cornelis, g.s, Noordgouwe, g.h, 10—11. Noordhorn, zie Zuidhorn. Noorlaren, zie Haren. Noord-Scharwoude, N.H., 2053, a., Alkmaar, J. Oosterlee, Dorp: straat B 9, Noord-Scharwoude, aan huis, 12—121/2. Noordwelle, Z., 442, a., Rotterdam, p.a. Renesse, G. A. Haringman, g'.s., Renesse, g.h. te Noordwelle, 10—12, Renesse 15. Noordwolde, G., zie Bedum. Noordwolde, F., zie Weststellingwerf. Noordwijk, Z.H., 11249, a., Leiden, A. A. B. van Geelen, Noordwijkerhout 209. Noordwijk, zie Marum. Noordwijkerhout, Z.H., 6792, a., Leiden, J. A. M. Pijnenburg, g.s., Noordwijkerhout, g.h., 10—12, W.V., 209. Nootdorp, Z.H., 1548, a., Delft, Joh. Eisberg, winkelier, Nootdorp Dorpstraat 119, aan huis, 9—12. Norg, D., 5016, a., Assen, J. Mulder Dzn., a.t.s., Norg, g.h., 9—12, W.V., 4. Nuenen c.a., N.B. ,4238, a., Eindhoven, Mej. J. J. M. Prinsen, a.ts., Nuenen, g.h., 9—12, W.V., 12. Nuis, zie Marum. Nidand, N.B., 1572, a., 's-Hertogenbosch, J. E. V. van Baaien, a.t.s., Nuland, g.h., 9—12, 1. Numansdorp, Z.H., 4238, a., Rotterdam, J. Maaten Gzn., g.opz. en bouwkundige, Numansdorp A 457, g.h., 9—10, W.V., 13. Nunhem, L., 347, a., Roermond, H. J. H. Hendriks, g.s., Nunhem, g.h., Di. en Vrij. 15—18, W.V. Nunspeet, zie Ermelo. Nuth, L., 4116, a., Heerlen, L. Petri, a.t.s., Nuth A 33, g.h., 9—12, W.V., 1. * Nijbroek, zie Voorst. Nijeberkoop, zie Ooststellingwerf. Nijega, zie Hemelumer Oldephaert of Smallingerland. Nijehaske, zie Haskerland. Nijeveen, D., 1442, a., Assen, W. Buiten, landb., Nijeveen, aan huis, dagelijks. Nijkerk, G., 10373, a., Amersfoort, E. van Rootselaar, g.opz., Nijkerk Vetkamp 10, 10—12, W.V., 40. Nijkerk, F., zie Westdongeradeel. Nijkerkerveen, zie Nijkerk. Nijland, zie Wijmbritseradeel. Nijmegen, G., 89533, d.a.b., Jhr. P. E. van der Maesen de Sombreff, Nijmegen, Stockumstraat 2, voor werknemers 8V2—1272, bovendien Ma. en Vrii. 19—20, voor werkgevers 81/,—12Vo en 14—17, 2280 en 2281. — LIJST VAN ORGANEN DER OPENBARE ARBEIDSBEMIDDELING. — Nijswiller, zie Wittem. Nijverdal, zie Hellendoorn en Wierden. Obbicht en Papenhoven, L., 1394, a., Sittard, J. J. H. A. Houben, g.s., Obbicht Kempenweg 80a, g.h., 8V2—12V2, W.V., Grevenbicht 2. Obdam, N.H., 1874, a. Alkmaar, W. Dekker Wzn., g.o., Obdam Dijk A B, g.h., 9—12, 4. Obergum, zie Winsum. Ochten, zie Echteld. Odiliënberg St., zie St. Odiliënberg. Odoorn, D., 12716, a., Emmen, p.a. Exloo ; Odoorn (Exloo): A. J. Koops, a.t.s., Exloo, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 1; Odoorn (2e Exloërmond) : J. Roffel, incasseerder en verz.agent, 2e Exloërmond H 291, aan huis, 9—10 en voor zoover aanwezig ; Odoorn (Valthe): H. Oortwijn, kleermaker, Valthe, aan huis, 9—12 ; Odoorn (Valthermond): J. Blaak, Valthermond Zuid 41, opz., aan huis en aan Valthermond K 163. Odijk, U., 493, a., Utrecht, p.a. Bunnik, zie Bunnik. Oedenrode St., zie St. Oedenrode. Oeffeit, N.E., 1327, a., Nijmegen, J. J. Essing, koster Oeffeit Kerkstraat 155, aan huis, 8—9. Oegstgeest, Z.H., 8319, a., Leiden, G. H. van de Kooy, ambt. M.H., Oegstgeest Geverstraat 5, 10—12, Leiden 3044. Oene, zie Epe. Oenker-k, zie Tietjerksteradeel. Oerle, zie Veldhoven. Ohé en Laak, L., 604, a., Roermond, Frans Smeets, v.t.s., Ohé, g.h., Vrij. 14—17. Oirsbeek, L., 1910, a., Heerlen, Fleisscheuer, g.s., Oppeven E 96, g.h., 912. Oirschot, N.B., 5289, a., Eindhoven, J. A. M. v. Kollenburg, a.t.s., Oirschot, g.h., 9—12, W.V., 11. Oisterwijk, N.B., 6863, a., Tilburg, C. M. M. de Valk, g.s., Oisterwijk, g.h., 9—12, W.V., 43. Oldeberkoop, zie Ooststellingwerf. Oldeboorn, zie Utingeradeel. Oldebroek, G., 9302, a., Zwolle, p.a. Elburg, G. v. d. Beek, a.t.s., Oldebroek, g.h., 9—12, W.V., Oldebroek5. Olde en Nije Holtpade, zie Weststellingwerf. Oldeholtwolde, zie Weststellingwerf. Oldehove, Gr., 2453, a., Groningen, G. Reinkingh, a.t.s., Oldehove A 181, g.h., 9—11, W.V., 4. Oldekerk, Gr.; 1800, a., Groningen, gem.s., Niekerk 1. Oldelemmer, zie Weststellingwerf. 11 Oldemarkt, O., 2873, a., Zwolle, J. van Essen, a.t.s., Oldemarkt. g.h., geen bep. uren, 3. Oldenkeppel, zie Hummelo. Oldenzaal, O., 10281, a., Enschede, A. C. Domsdorf, a.t.s., Oldenzaal Haarweg 17, g.h., 81/,—12V„ en 14—17, Za 81/ — 121/,, 55. '2 Oldetrijne, zie Weststellingwerf Oler, zie Grathem. Olst, O., 6040, a., Deventer, J. W. de Weert, Olst, g.h., 9—13, 15, Onze Lieve Vrouwe Parochie, zie Het Bildt. Ommelanderwijk, zie Veendam. Ommen, O., 8591, a., Zwolle, G. Veurink, a.t.s., Ommen gh 9—12, W.V, 2. ' '' Ommeren, zie Lienden. Onderdendam, zie Bedum. Onsenoord, zie Nieuwkuyk. Onstwedde, Gr., 19277, a., Winschoten, p.a. Stadskanaal, G. v. d. Tuuk. a.t.s., Stadskanaal, g.h., 9—12, W.V., Stadskanaal 28. Ooi, zie Herten. Oolde, zie Laren. Ooltgensplaat, Z.H., 3348, a., Rotterdam, H. van Rossum, landb., Ooltgensplaat, g.h., geen bep. uren, W.V., gem.huis 14. Oostburg, Z., 2705, g.a.b., Terneuzen, A. Lutijn, dir. g.a.b., Zuidzande, Oostburg Brouwerijstraat, 9—12 en 14—17, 75 (na kantooruren Zuidzande 4). Oostdongeradeel, F., 7985, a., Leeuwarden, p.a. Metslawier, H. Fokkinga, a.t.s., Metslawier, g.h. te Metslawier, W.V., Metslawier 4. Oostel-, Westel- en Middelbeers, N.B., 1534, a., Eindhoven, A. Hamburg, a.t.s., Middelbeers, g.h. te Middelbeers. 9—12 en 14—16, W.V., Middelbeers 2. Oost- en West Graftdijk, zie Graft. Oost- en West-Souburg, Z., 4872. a„ Middelburg. W. Joosse, a.t.s., g.h., 9—12, W.V., Oost-Souburg 5. Oost en Wester Blokker, zie Blokker. Oosterbeek, zie Renkum Oosterbierum, zie Barradeel. Oosterdijk, zie Andijk en Enkhuizen. Oosterend, N.H., zie Texel. Oosterend, F., zie Hennaarderadeel. Oosterhesselen, D., 3012, a„ Emmen, D. Weima, g.s., Oosterhesselen, g.h., 9—12, W.V., 1. Oosterhaule, zie Doniawerstal Oosterhout, G., zie Valburg. — LIJST VAN ORGANEN DER OPENBARE ARBEIDSBEMIDDELING. — Oosterhout, N.B., 15973, a., Breda, A. A. Franchaert, a.t.s., Oosterhout Slotstraat G 293, g.h., 12—131/2, Za. 11—121/2, W.V., 32. Oosterland, Z., 1934, a., Rotterdam, C. J. Zoeter, g.s., Oosterland, g.h., 9—12, W.V, 4. Oosterland, N.H., zie Wieringen. Oosterleek, zie Wijdenes. Oosterlittens, zie Baarderadeel. Oostermeer zie Tietjerksteradeel. Oosternieland, zie Uithuizermeeden. Oosterveld, zie Emmen. Oosterwierum, zie Baarderadeel. Oosterwolde, G., zie Doornspijk. Oosterwolde, F., zie Ooststellingwerf. Oosterwijk, zie Kedichem. Oosterwijtwerd, zie 't Zandt. Oosterzee, zie Lemsterland. Oosthem, zie Wijmbritseradeel. Oosthuizen, N.H., 893, a., Hoorn, J. K. Nieuwenhuis, v.t.s., Oosthuizen, g.h., 10—16, 1. Oostkapelle, Z., 1473, a., Middelburg, J. J. Lebbe, agent Raad van Arbeid, Oostkapelle 197, aan huis, geen bep. uren. Oostruni, zie Oostdongeradeel. Ooststellingwerf, F., 15108, a., Leeuwarden, p.a. Oosterwolde; Oosterwolde, Fochtelo, Donkerbroek, Haule en Haulerwijk: P.Hellinga, armmeester, Oosterwolde, aan huis, tot 10 uur en 's avonds, W.V., Oosterwolde gem.huis 5 ; Oldeberkoop, Nijeberkoop, Makkinga, Elsloo, Langedijke en Appelscha : K. Joustra, armmeester, Appelscha, aan huis, tot 10 uur en 's avonds, Oosterwolde gem.huis 5. Oost-Vlieland, zie Vlieland. Oostvoorne, Z.H., 3575, a, Rotterdam, J. N. Schipper, a.t.s., Oostvoorne g.h., 9—13, W.V., 13, Oostwold, zie Leek of Midwolda. Oostwoud, zie Midwoud. Oostzaan, N.H., 4020, a., Zaandam, A. Buitink, Oostzaan, g.h., 9—12 en 13V2—15, W.V., 4. Ootmarsum, O., 1670, a., Enschede, J. B. Heupink, kleermaker, Ootmarsum A 185, aan huis, 10—12. Ooy, zie Ubbergen. Opeinde, zie Smallingerland. Opende, zie Grootegast. Ophemert, G., 1245, a., Utrecht, M. van Willigen, g.s., Ophemert O 72, g.h., 9—12, W.V., 1. Opheusden, zie Kesteren. Oppenhuizen, zie Wijmbritseradeel. Oploo c.a., N. B., 2756, a., Venray, p.a. St. Anthonis, A. J. Verhelst, hoofd der school, St. Anthonis, aan huis, 12—13. Opmeer, N.H., 601, Hoorn, P. J. L. Laout, a.t.s., Spanbroek A 58, g.h., 9—12, beh. Wo, 11. Opperdoes, N.H., 1117, a., Hoorn, J. de Bruyne, g.s., Opperdoes, g.h., 9—12, 12, na kant.uren 1. Opsterland, F., 19982,, a;, Leeuwarden, p.a. Beetsterzwaag, I. de Haan, controleur steunverleening, Beetsterzwaag, g.h. te Beetsterzwaag, W.V., Beetsterzwaag 8. Opwierda, zie Appingedam. Opijnen, zie Est en Opijnen. Oranjedorp, zie Emmen. Oss, N.B., 15727, g.a.b., 's-Hertogenbosch, F. Gevers, dir. arb.beurs, Oss, g.h., 9—12V2 en 14—171/,, W.V., 23. Ossendrecht, N.B., 2956, a.. Bergen op Zoom, Jac. Timmermans, a.t.s., Ossendrecht A 95, g.h., 9—12 en 14—15, 8. Ossenisse, Z., 766, a., Terneuzen, R. G. A. Hermans, g.s., Ossenisse, g.h., 9—-11, W.V., 4. Oterdum, zie Delfzijl. Oterleek, N.H., 795, a., Alkmaar, J. Deun, g.v., Oterleek A 59, aan huis, 9—12, 8. Otterloo, zie Ede. Ottersum, L., 2564, a., Nijmegen, F. Th. C. M. Terwindt, a.t.s., Berg en Dal ,,Huize Herwarden", g.h., 91 —12 en 14—16, Za. 9V2-—12, Gennep 38. Ottoland, Z.H., 611, a., Dordrecht, A. K. van de Zanden, v.t.s., Ottoland, A 30, Raadhuis Goudriaan 91 /,,—17, Goudriaan 1. Oud-Alblas, Z.H., 1183, a., Dordrecht, P. J. Lucardie, g.s. en g.o., Oud-Alblas 122, g.h., 10—13, Vrij. niet, 14. Oud-Beyerland, Z.H., 6335, a., Rotterdam, B. W. Schipper, a.t.s., Oud-Beyerland, g.h., 9V2—161/,, W.V. Ouddorp, Z.H., 3745, a., Rotterdam. J. C. Mierop, timmerman, Ouddorp Heerenstraat, Openbare School, geen bep. uren, gem.huis 6. Oude en Nieuwe Wetering, zie Alkemade. Oude en Nijehorne, zie Schoterland. Oudega, zie Hemelumer Oldephaert, of Smallingerland of Wijmbritseradeel. Oudehaske, zie Haskerland. Oudelande, Z., 780, a., Middelburg, p.a. Baarland. J. Mol Mzn., landb., Oudelande A 58, aan huis, dag. Oudemirdum, zie Gaasterland. Oudenbosch, N.B., 5736, a., Breda, J. L. P. M. Teyssen, a.t.s., Oudenbosch, g.h., 81/.,—12, W.V., 41. Oudendijk, N.H., 465, a., Hoorn, C. A. Steketee, g.s., Oudendijk, g.h., geh. dag, 8. Oudenhoorn, Z.H., 915, a., Rotterdam, M. J. Deurloo, v.t.s., g.h., 9—12, W.V., 14. Oude-Niedorp, N.H., 1374, a., Den Helder, zie Nieuwe Niedorp. Oud- en Nieuwgastel, N.B., 6386, a., Breda, L. P. Vrolijk, a.t.s., g.h, 9—12, W.V., 51. Oudenrijn, U., 1018, a. Utrecht, p.a. De Meern, W. van Woudenberg, g.s. Oudenrijn, g.h, 972—12, W.V, (De Meern 5). Oude Pekela, Gr, 7589, a. Winschoten, R. Fokkema, armmeester, oude Pekela V 201, kant. arb.bem, 10—11, W.V.. 20. Ouder Amstel, N.H, 4429, a, Amsterdam, p.a. Ouderkerk a. d. Amstel, H. van de Feer, a.t.s. Ouderkerk a. d. Amstel Hoogereinde 41, g.h. te Ouderkerk a. d. Amstel, 9—12 en 131/2— 15, Za. 9—13, Ouderkerk a. d. Amstel 2. Ouderkerk aan de Amstel, zie Ouder-Amstel. Ouderkerk aan de IJssel, Z.H., 3834, a, Rotterdam, P. v. d. Leeden, g.o, c.t.s. Ouderkerk a. d. IJssel, g.h, 9—12, W.V, 10. Oudeschild, zie Texel Oudeschoot, zie Schoterland. Oudesluis 't Zand, zie Zijpe. Oude Tonge, Z.H, 3168, a, Rotterdam, D. v. d. Tob, a.t.s. Oude Tonge Zuiddijk 70, kant. naast g.h, 10V2—11, W.V, tot 6 uur 10, na 16 uur 20. Oudewater, Z.H, 3087, a, Gouda, A. W. den Boer, g.s. Oudewater A 57, g.h, 9—12V2, W.V, 15. Oudheusden c.a, N.B, 1110, a, 's-Hertogenbosch, p.a. Elshout, b. te Drunen. Oudkarspel, N.H, 1784, a. Alkmaar, A. G. Groen, a.t.s, ZuidScharwoude, g.h, 9—12, Broek op Langendijk 145. Oudkerk, zie Tietjerksteradeel. Oudorp, N.H, 1808, a. Alkmaar, Bleijendaal, a.v.p, Oudorp Kom A 63, g.h, 10—10V2. Oud-Schoonebeek, zie Schoonebeek. Oudshoorn, zie Alphen aan de Rijn. Oud Valkenburg, L, 1306, a, Maastricht, gem.s. Oud Vossemeer, Z, 2263, a,Bergen op Zoom, W. v. d. Ploeg, g.s. Oud Vossemeer, g.h, 10—11 en 18—19, 10. Oud Vroenhoven, zie Maastricht. Oudwoude, zie Kollumerland en Nieuw Kruisland. Ouwerkerk, Z, 676 a, Rotterdam, J. P. Boot, g.v, Ouwerkerk, g.h, 10—10V2, postkantoor Ouwerkerk. Overasselt, G., 2484, a., Nijmegen, W. J. P. J. Peeters, g.s., Overasselt A 54, 9—12, 4 alleen tijdens kantooruren. Overschie, Z.H., 9151, a.,Schiedam, J. Buis, gem.bode, Overschie Dorpstraat 100, Raadhuis Overschie, 9—12 en 13—17, W.V., Rotterdam 40710. Overslag, Z., 316, a., Terneuzen, G. A. Boddaert, hoofd der school, Overslag, aan huis, geen bep. uren. Ovezand, Z., 1329, a., Middelburg, N. J. de Regt, v.t.s., Ovezand, aan huis, dag. Oijen c.a., N.B., 847, a.. 's-Hertogenbosch, J. J. van de Brand, g.s., Oijen, g.h., 10—11, 1. Paesens, zie Oostdongeradeel. Pancras St., zie St. Pancras. Pannerden. G., 1614, a., Nijmegen, P. H. Indemans, a.t.s., Pannerden Hoogeweg 19, g.h.. 9—12, geen bep. uren, W.V., 13. Panningen, zie Helden. Papekop, Z.H., 441, a., Gouda, p.a. Woerden, A. G. v. d. Roest, g.s., Oudewater IJsselbrug B 21, g.h. van Hekendorp, Leeuwingestraat B 147 te Oudewater, 9—12 en 14—16. Papendrecht, Z.H., 5114, a.. Dordrecht, K. van Dijk, le a.t.s.. Papendrecht, g.h., 9—12 en 13—15 en indien noodig aan huis buiten kantooruren, Dordrecht 3700. Parrega, zie Wonseradeel. Paterswolde, zie Eelde. Peins, zie Franekeradeei. Peize, D., 2583, a., Groningen, G. H. C. Mulder, kassier Boerenleenbank en Dir. Landbouwver., Peize B 237, aan huis. 9—12 en 17—20, Do. en Vrij. 9—12, 5. Peperga, zie Weststellingwerf. Pernis, zie Rotterdam. Persingen, zie Ubbergen. Pesse, zie Ruinen. Petten, zie Zijpe. Peursum, Z.H.. 369, a., Dordrecht, p.a. Giessen-Nieuwkerk, P. _ Muilwijk, g.s., Peursum 21, g.h., 10—12, Wo. niet, W.V., 19. Philippine, Z., 1118, a., Terneuzen, P. J. L. v. Hoek. g.s., Philippine g.h., 9—12, W.V.. 5. Philipsland St., zie St. Philipsland. Piaam, zie Wonseradeel. Piershil, Z.H., 909, a., Rotterdam, p.a. Goudswaard, A. Haspels, timmerman en g.o., Piershil Molendijk Wijk A 17, aan huis. 13—14, W.V. Pieter St., zie Maastricht. Pieterburen, zie Eenrum. Pieterbieriun, zie Barradeel. Pingjum, zie Wonseradeel. Poederoyen, G., 1253, a., Utrecht, p.a. Brakel, gem.s., te spreken g.h. Brakel 10—12 en 14—15, 5. Polanen, zie Haarlemmerliede. Polsbroek, U., 900, a., Utrecht, p.a. Benschop, gem.s., Benschop 1. Poortugaal, Z.H., 3245, a., Rotterdam, gem.s., 25, zie ook d.a.b. Rotterdam. Poortvliet, Z., 1702, a., Bergen op Zoom, gem.s., 15. Post ten, zie Ten Boer. Posterholt, L., 2113, a., Roermond, J. Thevissen, g.v., Posterholt Dorp 178, g.h., 's Zo. 11—14, W.V. Princenhage, N.B., 12079, a., Breda, zie arb.beurs Breda. Prinsenland, zie Dinteloord. Purmerend, N.H., 6114, a., Amsterdam, J. Lakeman, c.t.s., Piu'merend B. Nieuwentytstraat 16, g.h,, 9—13 en 14—17, W.V., 43. Purmerland, zie Ilpendam. Putte, N.B., 1490, a., Bergen op Zoom, J. Hendriks, g.o., Putte, g.h., 9—12 en 15—18, 14. Putten, G., 8279, a., Amersfoort, P. G.Gerards, g.opz., Putten Eierhal, 8-—9, 34. Puttershoek, Z.H., 2310, a., Dordrecht, C. L. van Es van de Have, g.o., Puttershoek, g.h., 9—12, W.V., 24. Puyflijk, zie Druten. Pijnacker, Z.H., 6394, a., Delft, Jhr. J. E. Hesselt van Dinter, a.t.s., Pijnacker Westlaan 34, g.h., 9—13, W.V., 4. Kaalte, O., 10375, a., Zwolle, J. A. van Wipper, a.t.s., Raalte, g.h., 9—12, W.V., 3. Raanisdonk, N.B., 7137, a., Breda, p.a. Raamsdonkveer, H. J. Leyten, g.o., Raamsdonkveer Groote Kerkstraat J 52, g.h., W.V., Raamsdonkveer 11. Raamsdonkveer, zie Raamsdonk. Randwijk, zie Heteren. Ransdorp, N.H., s.a., gem. Amsterdam, K. Boelig, kantoorhouder P.T.T. Schellingwoude, aan huis (postkantoor), 9—16, Postkantoor Schellingwoude. Rauwerd, zie Rauwerderhem. Rauwerderhem, F., 2731, a., Leeuwarden, p.a. Rauwerd, mej. R. Schaap, a.t.s., Rauwerd, g.h., 9—12 en 14—16, Za. 9—13, W.V., Rauwerd 4. Ravenstein, N.B., 2453, a., Nijmegen, C. L. J. van Aar, koopman, Ravenstein, Markt 4, slachthuis Ravenstein, Za. 13—15, W.V., 21. BIJLAGEN. Ravenswaay, zie Maurik. Reek, N.B., 1025, a., 's-Hertogenbosch, A. Kuppenvelt, a.t.s., Reek, g.h, 10—12, 2. Reeuwijk, Z.H., 4599, a., Gouda, G. B. van Leeuwen, a.t.s., Reeuwijk Zoutmansweg E 22, g.h., 9—13, Gouda 2513. Reitsum, zie Ferwerderadeel. Rekken, zie Eibergen. Renesse, Z., 604, a., Rotterdam, L. Kloet, g.s., Renesse A 15, g.h., 11—12, W.V., 14. Renkum, G., 20321, a., Arnhem, p.a. Oosterbeek, W. Meijer, boekhandelaar, Oosterbeek, g.h., 9—12, W.V., Oosterbeek 5247. Renswoude, U., 1910, a., Amersfoort, R. G. van Essen, g.s., Renswoude, g.h., 10—13, W.V., 3. Ressen, zie Bemmel. Retrancliement, Z., 679, a., Terneuzen, H. I. Brakman, g.s., Retranchement, g.h., W.V. Reusel, N.B., 2626, a., Eindhoven, W. Verhoeven, g.o., Reusel Hoofdstraat 8, g.h., 9—12, 2. Reuver, zie Beesel. Rheden, G., g.a.b., 26216, Arnhem, p.a. De Steeg, G. J. Hommersom, dir. g.a.b., Velp Kerkallee 87, Velp Ommerhofschelaan 6, 9—12 en 1372—17, W.V, Velp 3114. Rhenen, U., 8151, a. Utrecht, W. Zanen, a.t.s., Rhenen C 247, g.h, 9—13, W.V, 3. Rhenoy, zie Beesd. Rhoon, Z.H., 2305, a, Rotterdam, F. Roelofs Heyrmans, g.o, Rhoon Wijk A 3, g.h, 10—12, W.V, 4 en 7, zie ook d.a.b. Rotterdam. Ridderkerk, Z.H., 15332, a, Rotterdam, F. P. van Rij, c.t.s. Bolnes, Paul Krugersraat 72, geh.s, Ridderdkerk en aan huis, gem.s. 9—10 en aan huis Ma, Di, Do. en Vrij. 177„—187„, W.V, 6. Ried, zie Franekeradeel Riethoven, N.B., 713, a. Eindhoven, J. van Asseldonk, g.s. Riethoven, g.h, 10—12, W.V, 3. Rietveld, Z.H., 683, a, Gouda, K. van Baren. Rilland-Bath, Z, 2060, a. Middelburg, E. Tange, g.v, RillandBath, aan huis, dag, geen bep. uren. Rimburg, zie Ubach over Worms. Rinsumageest, zie Dantumadeel. Ritthem, Z, 670 a. Middelburg, J. Anker, v.t.s, Ritthem, gh, 9—12, 1. Rockanje, Z.H, 2813, a, Rotterdam, C. de Kieviet, a.t.s, Rockanje Dorpsweg, g.h, 9—12 en 1372—16, 4 en 30. Roden, D., 5549, a., Groningen, J. Kemkers, a.t.s., Roden, g.h., 9—12, 1. Rodenrijs, zie Berkel en Rodenrijs. Roderwolde, zie Roder. Roelofarendsveen, zie Alkèmade. Roermond, L, 17158, d.a.b., S. Ie Haen, dir., Roermond Veld- straat 3, 9—12V2 en 17—19, Za. 9—12Va, W.V., 265. Roggel, L., 2060, a., floermond, G. J. H. Frencken, v.t.s., Roggel, g.h., 9—12, beh. Za., W.V., Heythuizen 22. Rolde, D., 3395, a., Assen, L. Lesschen, a.t.s., Rolde, g.h., 9—12, 2. Roodescheol, zie Uithuizermeeden. Roodkerk, zie Tietjerksteradeel. Roordahuizum, zie Idaarderadeeï. Roosendaal en Nispen, N.B., 23847, g.a.b., Breda, P. J. Raats, dir. arb.beurs, Roosendaal Boulevard Antwerpia 27, Achterstraat 44, 9—12, Vrij. 18V2—19Va, W.V., 207 en 233. Roosteren, L., 1019, a., Roermond, gem.s. Rosmalen, N.B., 5650, a., 's-Hertogenbosch, F. Noordhoff, a.t.s., 's-Hertogenbosch, g.h., 9—12, W.V., 2. Rossum, G., 1420, a., Utrecht, H. M. Verbeek, a.t.s., Rossum Maasdijk A 28, g.h, 91/.,—H1/,. Roswinkel, zie Emmen. Rotterdam, Z.H., 594951, d.a.b, J. E. van Riet, dir. d.a.b.; adj.dir. Mevr. v. Vooren-Onnes; Kipstraat 60 (alle afd, beh. v. Zeelieden); afd. mannen: a. Algem. bedr. (geschoolen): 8—16, Za. 8—13, bovend. 19—20 n.m, 29100 (n. k. 29101); b. Algem. bedr. (ongeschoolden): 8—-16 en 19—20, Za. 8—13, 29100 (n. k. 29102) ; c. Binnenscheepvrt. : schoolden): 8—16, Za. 8-—13, bovend. 19—20 n.m, 29100 (n. k. 29101); b. Algem. bedr. (ongeschoolden): 8—16 en bovend. Ma, Wo. en Vrij. 19—20, 29100 (n. k. 29103) ; e. Intercomm. arb.bem. : 8—16, Za. 8—13, 29100 ; f. Handels- en Kant.bed. : 8—16, Za. 8—13, bovend. Ma, Wo. en Vrij. 19—20, 29100 (n. k. 29104) ; g. Metaalbedr. : 8—16, Za. 8—13, bovend. Ma, Wo. en Vrij. 19—20, 29100 (n. k. 29105); h. Hotel-, Café- en Rest.bedr. : 9—13 en 14—17, Za. 13—17, v.1. Mei tot 1 Nov. Zo. 101/,—12, 29100 (n. k. 19104) ; afd. voor Vrouwen (werkvr. en fabr.arb.) : 8—16 en 19—20, Za. 8—13, 29100 (n. k. 29106); afd. v. Vrouwen (dienstb, winkelpers., naaisters, enz.) : 8—16 en 19—20, Za. 8—13, 29100 (n. k. 29107) ; afd. voor Zeelieden: Vasteland 3b, 9—17, Za. 8—13, 10500. Rottevalle, zie Achtkarspelen of Smallingerland, of Tietjerksteradeel. Rottum, zie Kantans. Rouveen, zie Staphorst. Rozenburg, Z.H., 2654, a, Rotterdam, Chr. E. Riedé, a.t.s. Rozenburg B. 136, g.h, 10V2—16, W.V, 10. Rozendaal, G, 359, a, Arnhem, p.a. Ve'lp G, L. Belt, g.s. Rozendaal, g.h, 9—12, W.V, Arnhem 32020. Rucphen c.a. N.B, 7903, a, Breda, C. A. Theewes, g.s, Rucphen A 141, g.h, 9—12, W.V, 1. Ruinen, D, 4844, a. Assen, p.a. Echten, R. Dijkstra, a.t.s. Ruinen Westerstraat A 410, g.h. en aan huis resp. 9—13, 15—18 en 14—15, 18—20, W.V, 4. Ruinerwold, D, 2812, a. Assen, F. Bosman, g.o, Ruinerwold B 338, aan huis, 9—12, W.V. Ruischerbrug, zie Noorddijk. Rumpt, zie Deil. Ruurlo, G, 4383, a, Zutphen, G. H. Wargerink, g.o. en a.t.s, Ruurlo, g.h, 9—12V2 en 14—17, 15. Ruwiel, U, 572, a. Utrecht, p.a. Nieuwersluis, zie Loenersloot. Rijckholt, L, 341, a, Maastricht, G. H. Goessens, g.s, Gronsveld, g.h, Di. en Vrij. 18—20, W.V. Rijnsburg, Z.H., 4747, a. Leiden, A. H. Omtzigt, a.t.s. Rijnsburg, g.h, 9—13 en 14V2—17, 13. Rijnsaterwoude, Z.H, 683, a. Leiden, p.a. Leimuiden, zie Leimuiden. Rijp De, N.H., 1343, a. Zaandam, zie De Rijp. Rijperkerk, zie Tietjerksteradeel. Rijpwetering, zie Alkemade. Rijsbergen, N.B., 2701, a, Breda, H. E. de Hingh. a.t.s, Breda Nieuwe Haagdijk 67b, g.h. te Rijsbergen, 9—12 en 14—16, W.V, 4. Rijsoord, zie Ridderkerk. Rijssen, O, 10088, a, Enschede, H. de Jong, onderwijzer, Rijssen Stationsdwarsweg 6, aan huis, 18—19, Za. niet. Rijswijk, G, zie Maurik. Rijswijk, N.B, 641, a, Dordrecht, G. Nieuwenhuizen, g.o, g.h, 9—12. Rijswijk, Z.H, 16281, a, 's-Gravenhage, W. Monhemius, a.t.s, Rijswijk Z.H, g.h, 9—11, Den Haag 118585. Saaxum, zie Oldehove Saaxumhuizen, zie Baflo. Sambeek, N.B, 2515, a, Venray, P. J. Wijnhoven, g.s, Sambeek, g.h, 9—12, W.V, 1. Santpoort, zie Velsen. Sappemeer, Gr., 6663, a., Groningen, J. ten Cate, agent der A.B., Sappemeer, kant. Molenstraat, 9—12, W.V., Hoogezand 210. Sassenheim, Z.H., 5678, a., Leiden, A. L. Verhoog, g.opz., Sassenheim Hoofdstraat 200, g.h. en aan huis, 9—10, W.V., g.h. 4701. Sas van Gent, Z., 3183, g.a.b., Terneuzen, J. C. Stouthamer, dir. arb.beurs, Sas van Gent, g.h., 64. Sauwerd, zie Adorp. Schaarsbergen, zie Arnhem of Ede. Schaesberg, L., 8167, a., Heerlen, D. A. J. H. M. Verschure, a.t.s., Schaesberg, g.h., 9—12, Heerlen 650. Schagen, N.H., 4166, a., Den Helder, J. C. Vlottes, typograaf, Schagen, „Vreeburg", kant. gem.architect, 18—19, W.V., 10. Schagerbrug, zie Zijpe. Schalkhaar, zie Diepenveen. Schalkwijk, U., 1444, a., Utrecht, N. A. van de Heuvel, ambt. P.T.T., Schalkwijk Dorpstraat B 42, aan huis, 19—20, 29. Schalsum, zie Franekeradeel. Schardam, zie Beets. Scharnier zie Slochteren. Scharnegoutum, zie Wijmbritseradeel. Scharwoude, zie Avenhorn. Schaijk, N.B., 2155, a., 's-Hertogenbosch, P. L. van Gaal, a.t.s., g.h., 12—14, W.V. Scheemda, Gr., 7144, a., Winschoten. SchelIingAvoude, zie Amsterdam. Schellinkhout, N.H., 521, a., Hoorn, gem.s., 2410. Schelluinen, Z.H., 492, a., Dordrecht, p.a. Giessen Nieuwkerk, P. Muilwijk, g.s., Peursum 21, g.h. te Peursum, 10—12, Peursum 19. Schermerhorn, N.H., 1128, a., Alkmaar, J. Klippen, g.o., Schermerhorn, aan huis, geen bep. uren, W.V. Scherpenisse, Z., 1299, a., Bergen op Zoom, A. L. G. van Doorn, a.t.s., Scherpenissie, g.h., 9V?—10, 8. Scherpenzeel, G., 1945, a., Amersfoort, gem.s., g.h., 9—-12, 9. Scherpenzeel, F., zie Weststellingwerf. Schettens, zie Wonseradeel. Scheveningen, zie 's-Gravenhage. Schiebroek, Z.H., 6067, a., Rotterdam, p.a. Rotterdam, J. M. van Rosmalen, secr.-penningm. M.H., Schiebroek Uitweg 19b, Piaslaan 42, 9-—10, Rotterdam 44036. Schiedam, Z.H., 61038, d.a.b., J. H. van Veen, dir., Schiedam Broersveld 142, 8V2—13 en 14—161/.,, Za. 8V„—12Ve, bovendien Ma., Wo. en Vrij. 19—20, Rotterdam 68244. Schiermonnikoog, F., 646, a., Leeuwarden, gem.s., 5. Schildwolde, zie Slochteren. Schimmert, L., 1902, a., Heerlen, P. J. H. Aussems, a.t.s., g.h., 9—12, 4. Schingen, zie Menaldumadeel. Schinnen, L., 3662, a., Sittard, A. Eijssen, a.t.s., Schinnen Dorpstraat 102, g.h., 8V2—12 en 14—17, W.V., 8. Schin op Geul, L., 1673, a., Maastricht, J. J. de Hoen, a.t.s., Berg en Terblijt Kouberg 318, g.h., 9—10. Schinveld, L., 3014, a., Heerlen, M. Palmen, a.t.s., Schinveld, Eindstraat 167, g.h., geen vaste uren. Schipluiden. Z.H., 3914, a., Delft, gem.s. Schoondijke, Z., 1949, a., Terneuzen, zie Oostburg. Schoonebeek, D., 3663, a., Emmen, G. J. van de Daal, a.t.s., OudSchoonebeek, g.h., 12—13, Oud-Schoonebeek 4. Schoonhoven, Z.H., 4492, a., Gouda, D. Onderweegs, a.t.s., Schoonhoven Koestraat 134a., g.h., ged. kant.uren, Di. en Do. 161/,—17, 32. Schoonrewoerd, Z.H., 926, a., Utrecht, P. Kool, g.o., Schoonrewoerd Dorpstraat 75, aan huis, 13—14, W.V. SchoorI, N.H., 2346, a., Alkmaar, W. K. Belonje, a.t.s., SchoorI Wijk C 61, g.h., W.V., 2 (aan huis 49). Scliore, Z., 916, a.. Middelburg, M. Kapelse, secr.-penningm. B.A., Schore, aan huis, dag. 9—12, 5. Schoterland. zie Heerenveen. Schraard, zie Wonseradeel. Schijndel, N.B.. 8642, a., 's-Hertogenbosch, N. J. J. Verhagen, g.s., Schijndel, g.h., 9—12V2 en 14—17. Di. 18—19, W.V., 21. Sebaldeburen. zie Grootegast. Sellingen, zie Vlagtwedde. Serooskerke (Schouwen). Z., 235, a.. Rotterdam, p.a. Renesss, P. van Popering. schilder en behanger, Serooskerke (Sch.) A 2, aan huis, 13—14, Poststation 208. Serooskerke (Walcheren), Z., 1678, a.. Middelburg, H. Clarisse, gem.bode. Serooskerke A 251, g.h., 9—12 en 14—16, W.V. Sevenura, L.. 3164. a., Venlo. J. H. M. van de Loo, a.t.s., Sevenum, gem.s., 10—12. Sexbeirum, zie Barradeel. Siddeburen, zie Slochteren. Siebengewald. zie Bergen L., Silvolde, zie Wisch. Simonshaven, zie Geervliet. Simpelveld. L., 4129, a., Heerlen, J. J. M. Havenith, a.t.s., Simpelveld, g.h., 9—12, W.V., 19. Sinoutskerke, zie 's-Heer Abtskerke. St. Agatha, zie Cuyk. St. Annland, Z., 2674, a., Bergen op Zoom, F. M. Boogaard, g.s., St. Annaland Dorpsweg, g.h., 9—12 en 14—16. St. Anna-Parochie, zie Het Bildt. St. Anna ter Muiden, zie Sluis. St. Anthonis, zie Oploo. St. Anthonypolder, zie Maasdam. St. Geertruid, L., 939, a., Maastricht, Em. Rouckens, g.o., Margraten, g.h., Do. 16—19, 9. St. Jacobie-Parochie, zie Het Bildt. St. Jansga, zie Schoterland. St. Jansklooster, zie Ambt Vollenhove. St. Janssteen, Z., 3529, a., Terneuzen, E. H. F. Francken, g.s., St Janssteen, g.h., Ma. t/m. Vrij. 9—12 en 131/2—161/2 en Za. 9—12, 12. St. Kruis, Z., 655, a., Terneuzen, J. D. Herwegh, g.v., St. Kruis, g.h., 9—10. St. Laurens, Z., 1298, a., Middelburg, S. Simonse, g.o., St. Laurens, g.h., 9— 12 en 14—16, W.V., 12. St. Maarten, N.H., 1300, a., Den Helder, G. C. Sloof, a.t.s., St. Maarten, g.h. en Stroet B 200, g.h., 9—12 en 13—16, Stroet na 16 uur, 2. St. Maartensbrug, zie Zijpe. St. Maartensdijk, Z., 2743, a., Bergen op Zoom, J. E. B. Meloen, g.s., St. Maartensdijk, g.h., W.V., 11. St. Michielsgestel, N.B., 5913, a., 's-Hertogenbosch, J. H. Aarts, gem.bode, Heesakker A 315, Oude School Heesakker A 301, 9—10, W.V., 12. St. Odiliënberg, L., 1221, a., Roermond, J. J. H. v. d. Laar, g.s., St. Odiliënberg, g.h., 10—12, W.V., 18. St. Oedenrode, N.B., 7048, a., Eindhoven, H. Kluytmans, a.t.s., St. Oedenrode A 189, g.h., 9—12 en 14—17, W.V., 12. St. Pancras, N.H., 1499, a., Alkmaar, G. Booy Azn., makelaar, St. Pancras Bovenweg 174b, aan huis, 10—12, W.V. St. Pancras, zie Koedijk. St. Philipsland, Z., 2135, a., Bergen op Zoom, J. C. de Rooy, a.t.s., St. Philipsland, g.h., 10—1072, 1. St. Pieter, zie Maastricht. Sittard, L., 15641, d.a.b., M. J. J. C. Jansen, dir., Sittard Nieuwstraat hoek Rosmolenstraat, 81/,—12V2 en 14—171/,,, Za. 8V2—1272, W.V., 304. Slappeterp, zie Menaldumadeel. Sleen, D., 5356, a., Emmen, I. F. H. Stuveling, a.t.s., Sleen <*h 8—9, W.V., 2. Sleeuwijk, zie De Werken. Slenaken, L., 556, a., Maastricht, H. Kohl, g.v., Slenaken Grensweg 3. Sliedrecht, Z.H., 13747, g.a.b., Dordrecht, P. de Keizer, leider der Arb.beurs, Sliedrecht, Arb.beurs C 14, 9—12 en 14—17, 111 (woonhuis 131). Slikkerveer, zie Rotterdam. Slocliteren, Gr., 13701, a., Groningen, H. van Beilen, a.t.s., Stadskanaal Spoorstraat 16, g.h., 9—12 en 13'/,—17, Za. 9—12, 2. Sloten, N.H., s.a., (gem. Amsterdam), H. Bosch, "makelaar, Amsterdam W. Sloterweg 1121, aan huis, 9—10, Amsterdam 80170. Sloten, F., 719, a., Leeuwarden, J. Klijnsma, a.t.s., Sloten, g.h., 10—12, 4. Sloterdijk, zie Amsterdam. Sluipwijk, zie Reeuwijk. Sluis, Z., 2849, a., Terneuzen, P. F. van Hootegem. g.s., Sluis g.h., 9—12 en 13—16, W.V. Slijk, zie Valburg. Smallingerland, F., 16120, a., Leeuwarden, p.a. Drachten, a. : A. Keuning, armvoogd, Dragten, g.h., Ma., Do. en Za. 8—10, Wo. en Vrij. 9—10, Di. 8—9 en Ma. 17—19, W.V., Dragten 10 ; b. : J. M. Dikkenberg, a.t.s., Dragten, g.h. te Dragten. Sniilde. D, 6347, a. Assen, J. Hubregtse, gem.arch., Smilde B 332a, g.h., 10—11, 14. Sneek, F., 15954, g.a.b., Leeuwarden, A. de Vries, dir. g.a.b., Sneek Kleinzand 18, g.a.b. Marktstraat, 9—12 en 14—17' W.V, 231. Snelrewaard, U., 608, p.a. Linschoten, zie Linschoten. Soerendonk, zie Maarheeze. Soest, U., 16194, a., Hilversum, H. Bossert, a.t.s., Soest Lindenlaan la, g.h, 9—12V2, W.V., 643. Soesterberg, zie Soest en Zeist. Solwerd, zie Appingedam. Someren, N.B.. 5060, a. Helmond, J. M. Boerenkamp, a.t.s. Someren, g.h, 9—12 en 14—16, Za. 9—12, W.V. Sommelsdijk. Z.H, 3548, a, Rotterdam. J. Knape Mzn, a.t.s, Sommelsdijk Dijkstraat B 381, bureau arb.bem. Oostelijke Achterweg achter gem.huis, 13V2—14, beh. Za. (dringende gevallen 9 12 en 14—17 gem.s. en 's avonds aan huis, 18—19), 208. Son en Breugel, N.B., 3111, a. Eindhoven, H. Veneman, a.t.s, Son c.a, g.h, 9—12, 4. Souburg Oost en West, zie Oost en West Souburg. Spakenburg, zie Bunschoten. Spaland, zie Kethel. Spanbroek, N.H., 1802, a., Hoorn, P. J. L. Laout, a.t.s., Spanbroek A 58, g.h., 9—12, beh. Wo, 11. Spankeren, zie Rheden. Spannum, zie Hennaarderadeel. Spaubeek, L., 1477, a., Sittard, H. Boesten, secr. W.K.W.V., Spaubeek A 40, g.h., 11—12, WV, 3. Sprang, zie Sprang-Capelle. Sprang-Capelle, N.B., 5031, a., 's-Hertogenbosch, p.a. Sprang, g.s." te Vrijhoeve-Capelle, B. Verhoeven, a.t.s., VrijhoeveCapelle, g.h., 9—13, Vrijhoeve-Capelle 7. Sprundel, zie Rucphen. Spijk, Z.H., zie Heukelum. Spijk, Gr., zie Bierum. Spijkenisse, Z.H., 2457, a., Rotterdam, G. J. Dekker, g.o., Noordeinde 12 te Spijkenisse, Noordeinde 12, geh. dag, W.V., 10. Stad aan 't Haringvliet, Z.H., 1239, a., Rotterdam, J. v. d. Boogert, a.t.s., Achterdijk A 109, g.h., 83/4—9 en 13V2—133/4, W.V., 7. Stad Delden, zie Ambt Delden. Stad Hardenberg, O., 2850, a., Emmen, H. Rijmsma, a.t.s., Wezuperbrug F 17, g.h., 12—13 en 17V„—18V2, Za. 131/,—141/», W.V., 2. Stadskanaal, zie Wildervank. Stad Vollenhove, O., 1484, a., Zwolle, W. J. Noback, g.s., StadVollenhove, g.h., 9—12, W.V., Vollenhove 3. Standaardbuiten, N.B., 1894, a., Breda, J. P. C. M. van Rooy, a.t.s., Standaardbuiten Dorp A 73, g.h., 10—11, W.V., 2. Staphorst, O., 7145, a., Zwolle, R. Troost, Staphorst, g.h., 9—12, W.V., 9. Stavenisse, Z., 1843, a., Bergen op Zoom, W. Hanssens, a.t.s., Stavenisse, g.h., 9—12 en 19—20, 15. Stavoren, F., 941, a., Leeuwarden, A. Feenstra, a.t.s., Stavoren Schans 41, g.h., 9—12 en 14—17, 5. Stedel, zie Leeuwarden. Stedum, Gr., 2302, a., Groningen, K. Boersema, a.t.s., Stedum, g.h., 9—12 en 14—18, 16. Steeg De, zie Rheden. Steenbergen en Kruisland, N.B., 9415, Bergen op Zoom, M. A. Hellemons, c.t.s., Steenbergen Bergscheweg 451a, g.h., 9—1272, W.V., 24. Steenderen, G., 3752, a., Zutphen, J. W. Agterkamp, a.t.s., Steenderen C 92, g.h., 9—12, W.V., 5. Steensel, zie Eersel. Steenwijk, O., 7674, a., Zwolle, J. Meester, gem.bode en concierge, Steenwijk, g.h., 10—13 en 15—171/2, 18. Steenwijkerwold, O., 6914, a., Zwolle, p.a. Steenwijk, H. Th. van Brederode, a.t.s., Steenwijkerwold, g.h., 9—13 en 15—181/2, W.V., Steenwijk 77. Steggerda, zie Weststellingwerf. Stein, L., 4393, a., Sittard, A. Lenssen, g.o., Stein Keereind 52, g.h., 10—12, W.V, 6. Stellendam,. Z.H., 1798, a., Rotterdam, P. van de Broek, g.s., Voorstraat 118 Stellendam, gem.s., 11—12, 5. Sterksel, zie Maarheeze. Stevensweert, L., 1122, a., Roermond, H. Boers, dakdekker, Stevensweert Singelweg 178, aan huis, onbepaald, W.V. Stiens, zie Leeuwarderadeel Stiphout, N.B., 1065, a., Helmond, A. v. d. Biezen, a.t.s., Lierop, g.h., 9—10, W.V., Helmond 200. Stolwijk, Z.H., 2692, a., Gouda, p.a. Haastrecht, gem.s. Stompwijk, Z.H., 5504, a, 's-Gravenhage, p.a. Leidschendam, P. v. d. Ven, c.t.s., Voorburg Park Leeuwenburgh 12, g.h. te Leidschendam, 9—12, Leidschendam 7. Stoppeldijk, Z., 1458, a., Terneuzen, W. H. F. J. v. Son, g.s., Stoppeldijk, g.h., 9—12 en 131/,—16, W.V., 1. Stoutenburg, U., 1-541, a., Amersfoort, J. Boeschoten, g.s., Leusden, g.h. te Hamersveld, 10—12. Amersfoort 1030. Stamproy, L., 1740, a., Roermond, J. H. Cremers, g.s., Stamproy, g.h., Do. 17—18, W.V. Stratum, zie Eindhoven. Streefkerk, Z.H., 1815, a., Dordrecht, W. L. Schippers Lzn., a.t.s., Streefkerk Wijk C 26a, g.h., 9—12 en 13X/H—16, 's avonds aan huis, 4. Strevelshoek, zie Ridderkerk. Strijen, Z.H., 4681, a., Dordrecht, A. E. J. Noorlander, a.t.s., Kerkstraat 48, g.h., 9—121/, en 14—161/., 8. Strijp, zie Eindhoven. Suameer, zie Tietjerksteradeel. Suawoude, zie Tietjerksteradeel. Surhuisterveen, zie Achtkarspelen. Surhuizum, zie Achtkarspelen. Susteren, L., 4495, a., Sittard, W. A. Merkus, g.s., Susteren Rijksweg Noord 17, g.h., 9—12, W.V., 4. Swalmen, L., 4618, a., Roermond, H, Geraedts, g. opz., Swalmen, A 412, g.h., 9—12, W.V, Roermond 540. Swickum, zie Leeuwarderadeel. Sijbekarspel, N.H., 1375, a., Hoorn, J. C. Bossen, v.t.s., Sijbekarspel, g.h., Ma., Wo. en Vrij. 8V2—91/,, Di. en Do. 9—12 en 14—17, Benningbroek 1. Sijbrandaburen, zie Rauwerderhem. Teefelen, zie Oijen e.a. Tegelen, L, 11639, a., Venlo, M. Cornet, c.t.s., Tegelen Spoorstraat 5, gem.s., Ma. t/m. Vrij. 9—12 en 16—17]/2, Za. 9—-12, W.V., 390. Ten Boer, Gr., 5331, a., Groningen, W. Sliep, a.t.s., Ten Boer A 73, voormalig schoolgebouw, 8—9, 1 (gem.huis). Ten Post, zie Ten Boer. Ter Aa, zie Ruwiel en Loenersloot. Ter Aar, Z.H., 4035, a., Leiden, J. Hogenboom, g.s., Ter Aar, g.h, 9—12, 1. Terborg, zie Wisch. Terheyde, zie Monster. Terheyden, N.B., 4506, a., Breda, A. Beljaars, g.s., Terheyden A 190, g.h., 9—12, 6. Terhorne, zie Utingeradeel. Terkaple, zie Utingeradeel. Termunten, Gr., 4106, a., p.a. Woldendorp, Winschoten; Termunten, Termunterzijl en Borgsweer: A. Westerhuis, brandstoffenhandelaar, Termunten, aan huis, gèen bep. uren; Wagenborger: mej. P. Schuitema, z.b., Wagenborger, aan huis, geh. dag; Woldendorp. J. Brouwer, Woldendorp, g.h., 1. Termunterzijl, zie Termunten. Ternaard, zie Westdongeradeel. Terneuzen, Z, 11112, d.a.b., J. Brinckman, dir., Terneuzen Schoollaan 4, 8V2—12Va> 14^-17 en 18—19, 117. Terschelling, N.H., 3326, a., Den Helder, D. Pols, v.t.s., Terschelling Burgem. Mentzstraat, g.h., na 18 uur thuis en Ma. 13V2—15 g.h, W.V., 1. Terwispel, zie Opsterland. Terwolde, zie Voorst. Teteringen, N.B., 3027, a, Breda, C. J. Oomen, g.s., Teteringen Dorp E 31a, g.h, 9—12 en 13V2—16, beh. Za, Breda 2816. Texel, N.H, 7906, a. Den Helder, p.a. Den Burg, J. Blom, a.t.s, Texel Oudeschild 133, g.h. te Den Burg, 9—13 en 15—18, W.V, Den Burg 21. 12 Thamen aan den Amstel, zie Uithoorn. Thesinge, zie Ten Boer. Tholen, Z., 2992, a., Bergen op Zoom, P. J. Blaas, c.t.s., Tholen Brugstraat 31, g.h., 17—18, W.V., 6. Thorn, L., 1705, a., Roermond, C. Ramaekers, arbeider, Thorn Bogenstraat 169, aan huis, Ma., Do. en Za. 12—14. Tiel, G., 12647, g.a.b., Utrecht, J. Post, gem.ambt., Tiel Konijnenwal 9, Kloosterstraat 3, Ma. 14—17. Di. ,Do. en Vrij. 9—12, Wo. 8V2—10V2 en Za. 9—11, W.V., 203. Tienhoven, U., 590, a., zie Maarsseveen. Tienhoven Z.H., 341, a., Utrecht, zie Ameide. Tietjerk, zie Tietjerksteradeel. Tietjerksteradeel, F., 16644, Leeuwarden, p.a. Bergum, C. P. van Essen, a.c.t.s., g.h. Tilburg, N.B., 87297, d.a.b., A. J. A. C. van Delft, Tilburg Markt 9, 8V2—12V2 en 14—171/2, Za. 8V2—12J/2 en Wo. 19—20, 233. Vakafdeeling voor het Hotel-, Café- en Restaurantbedrijf, telefoon en geopend als voren. Tinallinge, zie Baflo. Tjalleberd, zie Aengwirden. Tjamsweer, zie Appingedam. Tjerkgaast, zie Doniawerstal. Tjerkwerd, zie Wonseradeel. Tolbert, zie Leek. Tonge Nieuwe, zie Nieuwe Tonge. Tongelre, zie Eindhoven. Tricht, zie Buurmalsen. Tubbergen, O., 10306, a., Enschede, J. Kuipers, a.t.s., Tubbergen, g.h., 9—13 en 16V2—17V2, 19. Tuil, zie Haaften. Tuil en 't Waal, U., 450, a., Utrecht, p.a. Schalwijk, zie Schalkwijk. Twello, zie Voorst. Twisk, N.H., 725, a,, Hoorn, D. Reek, schilderspatroon, Twisk K 103, aan huis, geen vaste uren. Twijzel, zie Achtkarspelen. Twijzelerheide, zie Achtkarspelen. Tzum, zie Franekeradeel. Tzuinmanun, zie Barradeel. Ubach over Worms, L., 6735, a., Heerlen, p.a. Waubach, P. D. H. A. Wijnen, a.t.s., Ubach over Worms Schoolstraat 18, g.h. 9—12, W.V., Waubach 1. Ubbergen, G., 5406, a., Nijmegen, p.a. Beek bij Nijmegen, W. Oosterlaak, landbouwer, Persingen 24, aan huis, 9—12, W.V. Uddel (Gem. Apeldoorn), s.a., Apeldoorn, K. W. Boelen, hoofdder school, Uddel, aan huis, 15V2—Za. 12—13. Uden, N.B., 8611, a., 's-Hertogenbosch, H. Hoefs, g.s., Uden Kerkstraat A 223, g.h. en aan huis resp. 9—12 en 14—17 en 's avonds, W.V., 21. Udenhout, N.B., a., Tilburg, Jos. Robben, g.o., Udenhout Stationsstraat 203, g.h., 9—12, W.V., 12. Uitdam, zie Broek in Waterland. Uitgeest, N.H., 4036, a., Zaandam, D. Elmers, z.b., Uitgeest Middelweg 444, aan huis, geen bep. uren, 1. Uithoorn, N.H., 3999, a., Amsterdam, M. F. Berkhout, g.s., Uithoorn, g.h., 9—13 en 14—17, Za. 9—13, W.V., 23. Uithuizen, G., 4473, a., Groningen, H. W. Bierma, g.o., Uithuizen, g.h., 9—10, W.V., 4. Uithuizermeeden, Gr., 5001, a., Groningen, R. Klamer, commissionnair, Roodeschool, aan huis en gem.huis, geen bep. uren, 4. Uitwellingerga, zie Wijmbritseradeel. Uitwierda, zie Delfzijl. Uitwijk, zie Almkerk. Ulestraten, L., 1113, a., Maastricht, Leon Huyben, a.t.s., Lemmel, g.h., 9—12 Ulrum, Gr., 3761, a., Groningen, G. J. Schavinga, Ulrum, g.h., 9—12, 7. Ureterp, zie Opsterland. Urk, N.H., 3473, a., Amsterdam, gem.s., 1. Urraond, L., 2109, a., Sittard, J. H. Houben, g.o., Berg aan de Maas Holleweg B 33a, g.h., 10—12, W.V., 12. • Ursem, N.H., 1430, a., Alkmaar, R. J. de Vries, a.t.s., Alkmaar, g.h„ 10—12, 1. Usselo, zie Enschede. Usquert, Gr., 1810, a., Groningen, P. Bus, arb. en winkelier, Usquert gem. Volkshuis, 11—12. Utingeradeel, F., 5003, a., Leeuwarden, p.a. Akkrum; Akkrum: B. Schuurer, a.t.s., Oldeboorn, Waaggeb. te Akkrum, 13^/2—14, W.V., Akkrum 24 ; Terhorne, Terkaple en Akmarijp: mej. E. v. d. Meulen—De Jonge, Terhorne, aan huis, 10—10V2; Oldeboorn : P. de Haan, Oldeboorn, aan huis, 1372—14. Utrecht, U., 160808 d.a.b., R. P. Göbel, dir. d.a.b. ; afd: Algem. bemiddeling: werkn. 9—14 en 17—19, Za. 9—-13, werkg. 9—19, Lange Lauwerstraat; afd. bouwvakken, metaalbedrijven, handels- en kantoorpers. (m. en vr.), opzichters en teekenaars en jeugdbemiddeling jongens : Lange Lauwerstraat, werkn. 9—14 en 17—19, Za. 9—13, werkg. 9—19 ; afd. vrou- wen en jeugdbemiddeling meisjes: Lange Lauwerstraat, werkn. 9—14 - 18—20, Za. 9—13, werkg. 9—20 ; vakafd. v. hotel, café- en rest.pers. : Breedstraat 26, werkn. 9—14 en 17—19, Za. 9—13, werkg. 9—19; W.V., 11840 (alle afd.). Vaals, L., 8341, a., Maastricht, J. Niessen, bode-concierge, Vaals . M'laan 27, g.h., 81/,—11, 46, Vaassen (gem. Epe), s.a., Apeldoorn, H. Gerritsen, timm., Vaassen, aan huis, geen bep. uren. Valburg, G., 6817, a., Nijmegen, p.a. Andelst, H. Gerritsen, kweeker en kassier, Hoogschestraat 30, g.h. te Herveld, 9—13 en 14—17V2, W.V., Andelst 4. Valkenburg, L., 2208, a., Maastricht, L. Pluymaekers, Valkenburg Muntstraat 15, aan huis, geen bep. uren. Valkenburg, Z.H., 1007, a., Leiden, A. H. Omtzigt, a.t.s., Rijnsburg, g.h. te Valkenburg, Do. en Vrij. 9—12. Valkenburg Oud, zie Oud-Valkenburg. Valkenswaar d, N.B., 10061 a., Eindhoven, J. A. Linders, a.t.s., Valkenswaard, g.h., 11—12l/2, 57. Valkoog, zie St. Maarten. Valthe, zie Odoorn. Valthcrmoncl, zie Odoorn. Van Ewijcksluis, zie Anna-Paulowna. Varik, G., 1140, a., Utrecht, H. Verhagen, g.o., Varik A 50a, aan huis, geh. dag, W.V. Varsseveld, zie Wisch. Vechten, zie Bunnik. Veen, N.B., 967, a., 's-Hertogenbosch, J. Timmermans, g.s., Veen, g.h., 10—12, W.V. Veendam, Gr., 13659, a., Groningen, J. Okkerse, hulp-keurmeester, Havenstraat 7 Veendam, Keurlokaal Havenstraat 6, geh. dag, 169. Veenendaal, U., 9809, a., Amersfoort, D. Blankespoor, g.s., Veenendaal, g.h., 9—13, W.V., 80. Veenhuizen, N.H., zie Heerhugowaard. Veenhuizen, D., zie Norg. Veenwouden, zie Dantumadeel. Veere, Z., 980, a., Middelburg, Th. C. D. Coops, g.s., Veere, aan huis, dagelijks, 23. Veessen, zie Heerde. Veghel, N.B., 8125, a. ,'s-Hertogenbosch, W. J. Rooijmans, kassier Boerenleenbank, Veghel Nieuwstraat 202, 12—13, Do. 10—12 enl6—19, W.V. Veld 't, zie Oude Niedorp en Nieuwe Niedorp. Velddriel, zie Driel. Veldhoven, N.B., 7600, a., Eindhoven, L. J. P. van Doorne, a.t.s., Veldhoven Broek 69, g.h., 8V2—12V2, W.V., Veldhoven 101. Veldhuizen, U., 666, a., Utrecht, p.a. Harmeien, zie Harmeien. Velp N.B., 773, a., Nijmegen, p.a. Grave, A. B. Janssen, hoofd der school, Velp, aan huis, 11V2—12 en 14—18. Velp, G., zie Rheden. Velsen, N.H., 44329, g.a.b., Haarlem, M. W. Hellemons, dir. gem. dienst W.V. en A.B., Driehuis-Westerveld, arb.beurs Engelmundusweg 2 te IJmuiden-Oost, 9—17 en Di. en Vrij. 19—21, Za. 9—12, IJmuiden 4337 (buiten kantooruren 5310). Venhuizen, N.H., 2933, a., Hoorn, J. de Jong, a.t.s., Venhuizen, g.h., 9—12 en 1372—15, Hem 2214. Venlo, L., 26303, d.a.b., W. H. Wolters, dir., Venlo Arsenaalplein, 8V2—12V2, Za. 8x/2—13 en voor mannen Di. 18V2—19 en voor vrouwen 181/.,—20; Ma. t/m. Vrij. 9—181/2, Za. 13, 1463; Di. 18V2—19 en Do. 18Vb—20, 1460 ; 's avonds 1460. Venray, L., 13379, d.a.b., P. Schols, dir., Venray Marktstraat, 9—13, 29. Verwolde, zie Laren. Vessem, N.B., 1573, a., Eindhoven, H. Goossens, a.t.s., Vessem, g.h„ 9-12, 1. Veur, Z.H., 3796, a., 's-Gravenhage, p.a. Leidschendam, zie Stompwijk. Vianen, Z.H., 3714, a., Utrecht, A. G. Bakker, a.t.s., Vianen, Hooglandscheweg 7, g.h., 16—17, beh. Za., 27. Vierlingsbeek, N.B., 1808, a., Venray, J. Cortenbach, kleermaker, Vierlingsbeek Grootestraat A 29, aan huis, 11—12, W.V., 26. Vierpolders, Z.H., 888, a., Rotterdam, p.a. Brielle, L. Bal, g.v., Vierpolders, aan huis, 9—10 en 12—13, W.V., 27 Vinkeveen, U., 4429, a., Amsterdam, J. Hoogendoorn, a.t.s., Vinkeveen, g.h. te Vinkeveen, 9—12 en 14—17, Za. 9—12 W.V., Vinkeveen 8. Visvliet, zie Grijpskerk. Vlaardingen, Z.H., 29329, g.a.b., Schiedam, A. de Koning, dir. g.a.b., Vlaardingen Binnensingel 45, Oosthavenkade 51, 9—17, Za. 8Vo—12'72 en Di. en Vrij. 19—20, W.V., 712. Vlaardinger Ambacht, Z.H., 3463, a., Schiedam, D. Zaayer, a.c.t.s., g.h., 10—12, Vlaardingen 441. Vlagtwedde, Gr., 14618, a., Winschoten, p.a. Sellingen, R. Kuper, a.t.s., Sellingen, g.h. Sellingen, 9—12 en 13V2—171/2, W.V., Sellingen 4. Vlake, zie Schore. Vledder, D., 2494, a', Assen, L. Schumer, g.s., Vledder, g.h., 9—13, W.V., Frederiksoord 7. Vleuten, U, 3149, a., Utrecht, C. Staal, onderwijzer, Vleuten Stationsstraat A 256, aan huis, iederen werkdag, W.V. Vlieland, N.H., 481, a., Den Helder, gem.s. Vlierden, zie Deurne. Vlissingen, Z., 21729, g.a.b.,. Middelburg, W. de Wolf, dir. g.a.b., Vlissingen Hendrikstraat, g.h., 9—12V„ en 14—17V4, Za. 9—12, W.V., 169. Vlist, Z.H., 456, a., Gouda, C. Slobbe, g.s., g.h. te Haastrecht, 10—12, W.V., 17. Vlodrop, L., 1673, a., Roermond, Jos. J. Mulders, v.t.s., Vlodrop Grootestraat 48, g.h., 9—12. Vlijmen, N.B., 4294, a., 's-Hertogenbosch, mej. H. M. Th. van Hooff, a.t.s., Vlijmen B 76, g.h., 10—11, W.V., 13. Voerendaal, L., 4147, a., Heerlen, H. J.B. Boilen, a.t.s., g.h., 9—12, 4. Volendam, zie Edam. Vollenhove Ambt, zie Ambt Vollenhove. Voorburg, Z.H., 23880, a., 's-Gravenhage, J. B. Godwald, a.t.s., Voorburg, g.h., 's-Gravenhage 778350. Voorhout, Z.H., 3475, a., Leiden, A. P. H. de Bekker, a.t.s., Voorhout Mgr. Broerestraat, g.h., 10—13, W.V., Sassenheim 4541. Voorschoten, Z.H., 6266, a., Leiden, C. van Meurs, gem.bode, Voorschoten, g.h., 10—13, 3. Voorst, G., 14617, a., Deventer, p.a. Twello, mej. H. J. ten Raa, z.b., Twello, Binnenweg J 125, aan huis, 9—12 Deventer 4321. Voorthuizen, zie Barneveld. Vorchten, zie Heerde. Vorden, G., 4536, a., Zutphen, T. Bergsma, g.s., Vorden A 281, g.h., 9—12, W.V., 10. Vorenseinde, zie Rucphen. Vossemeer Oud, zie Oud Vossemeer. Vreeland, U., 877, a., Utrecht, H. Driessen, rietdekker, Vreeland Lommeroord, aan huis, 19—20, W.V. Vreeswijk, U., 3478, a., Utrecht, H. G. A. Jacobs, dir. boekh. gem. bedrijven, Vreeswijk Oude Sluis B 24, kantoor gem. bedr., 9—12 en 13V2—161/,, W.V., 4. Vries, D., 5621, a., Assen, W. Brouwer, g.o.. Vries, g.h., 9—12, W.V., 16. Vrieschelo, zie Bellingwolde. Vreizenveen, O., 9325, a., Enschede, F. S. Muller, g.s., Vriezenveen, 14—15, beh. Za., W.V., 17. Vroomshoop, zie Den Ham. Vrouwen-Parochie O. L., zie Het Bildt. Vrouwenpolder, Z., 1046, a., Middelburg, J. Marsie, g.s., Vrouwenpolder, g.h. Vrijenban, zie Delft. Vrijhoeve-Capelle, zie Sprang-Capelle. Vught, N.B., 12544, a., 's-Hertogenbosch, R. A. Reijner, a.t.s., Vught Helvoirtscheweg C 96, g.h., 11—12, Den Bosch 335. Vuren, G., 1683, a., Utrecht, gem.s. Vuursche, zie Baarn. Waal 't, zie Tuil en 't Waal. Waal en Koog, zie Texel. Waalre, N.B., 4723, a,. Eindhoven, C. Kuypers, a.t.s., Waalre, Heuvelschestraat 5, g.h., 9—12V2, W.V., 27. Waalwijk, N.B., 10697, a., 's-Hertogenbosch, L. Verstijnen, a.t.s., Waalwijk, Besoyenschestraat 38, g.h., 9—121/2 en 14—16, 53. Waarde, Z., 1019, a., Middelburg, Joh. de Leeuw, Waarde A 87,16. Waardenburg, G., 1574, a., Utrecht, J. E. Davids, a.t.s., Waardenburg A 2, g.h, 11—12, W.V., 7. Waarder, Z.H., 944, a., p.a. Woerden, Gouda, K. van Baren. Waaxens, zie Westdongeradeel of Wonseradeel. Waddinxveen, Z.H., 7713, a., Gouda, F. Kuyper, c.t.s., Waddinxveen, g.h., 9—121/2, 28. Wadenoyen, G., 1895, a., Utrecht, p.a. Drumpt, A. A. v. Maurik, a.t.s., Kerk-Avezaath 7, g.h. te Drumpt, 9V2—13, Tiel 451, na 4 uur 4 te Kerk-Avezaath. Wadway, zie Wognum. Wagenborgen, zie Termunten. Wageningen, G., 14001, g.a.b., Arnhem, H. Bosveld, dir. g.a.b., Wageningen, arbeidsbeurs, Grindweg 45, 81/2—5, Za. 8V2—13, 2971. Wahlwiller, zie Wittem. Wamel, G., 6046, a., Nijmegen, p.a. Ben. Leeuwen, H. G. v. d. Berk, v.t.s. te Dreumel en Wamel, g.h. te Ben. Leeuwen, 9—12 en 14—17. Wanneperveen O., 1609, a., Zwolle, G. J. Lubben, a.t.s., Wanneperveen B 114 g.h., 10—12, 3. Wanroy, G., 1658, a., Nijmegen, H. J. J. Verbruggen, a.t.s., Wanroy, g.h., 10—12, 10. Wanssum, L., 979, a., Venray, A. H. Wijnhoven, koster, Wanssum Wijk B 35, aan huis, geen bep. uren, 4. Wanswerd, zie Ferwerderadeel. Wapenveld, zie Heerde. Wapserveen, zie Havelte. Warder, N.H., 478, a., Amsterdam, p.a. Kwadijk, J. Bakker, veehouder, Warder, aan huis, 18—18V2, Wo. ten raadhuis 1872—19, geen telefoon. Warffum, Gr., 2257, a., Groningen, D. Ritzema, commissionnair, Warffum Wijk A 173, 11—12, W.V., 57. Warfhuizen, zie Leens. Warga, zie Idaarderadeel.' Warmenliuizen, N.H., 2348, a., Den Helder, H. G. Rijs, g.s., Warmenhuizen Dorpsstraat 106, g.h., 9—13, 9. Warmond, Z.H., 2972, a., Leiden, C. O. de Vroomen, gem.opz., Warmond, g.h., Di., Do. en Za. 11—12, W.V., 3. Warns, zie Hemelumer Oldeph. Warnsveld, G., 4483, a., Zutphen, J. M. Priems, z.b., Warnsveld A 93, aan huis, Ma. Wo. en Za. 10—12, W.V., Zutphen 821. Wartena, zie Idaarderadeel. Waspik. N.B., 3407, a., 's-Hertogenbosch, B. van Schijndel, g.s., Waspik, g.h., 9—12 en 15—17, W.V., 5. Wassenaar, Z.H., 15665, a., 's-Gravenhage, H. A. M. G. ten Harkei, controleur W.V., Wassenaar, g.h., 9—-1, Den Haag 717120. Watergang, zie Landsmeer. Watergraafsmeer, zie Amsterdam. Waterhoek, zie Borculo. Wateringen, Z.H., 4891, a., Delft, J. J. J. Spee, a.t.s., Wateringen, g.h., 10V2—11V2 en 141/,—1572, Za. 10V2—H1/,, 15. Waterlandkerkje, Z., 543, a., Terneuzen, M. L. Verbrugge, landb., Waterlandkerkje, aan huis, geen bep. uren. Waubach, L., s.a., Heerlen, J. Wijnen, a.t.s., g.h., 9—12, 4. Waverveen, zie Vinkeveen. Wedde, Gr., 3835, a., Winschoten, p.a. Blijham, G. Kromkamp, a.t.s., Blijham B 74, g.h., 9—12 en 14—17, W.V., Blijham 1. Weerdinge, zie Emmen. Weerselo, O., 6870, a., Enschede, gem.s., 9—12V2, 2. Weert, L., 15453, a.. Roermond, P. J. F. M. Jansen, a.t.s., Weert, Hieronymuswal 11, g.h., 10—11 en 15—16, 45. Weesp, N.H., 7207, a., Hilversum, P. van Asselt, ambt. gem. bedr., Weesp Hoogstraat 14, kant. gem. bedr., 9—12 en 13—17, W.V., 29. Weesperkarspel, N.H., 3565, a., Hilversum, p.a. Weesp, J. N. Benkum (tijd.), v.t.s., 9—13, Weesp 32. Wehe, zie Leens. Wehl, G., 3266, a., Arnhem, M. B. Alofs, g.s., Wehl 112, g.h., 9—12, W.V., 8. Weidum, zie Baarderadeel. Weiwerd, zie Delfzijl. Well, L., zie Bergen ,L. Well, G., zie Ammerzoden. Wellerlooi, zie Bergen, L. Welsrijp, zie Hennaarderadeel. Welsum, zie Olst. Wemeldinge, Z., 2358, a., Middelburg, H. Dekker, g.o., Wemeldinge. Werken De c.a., N.B., 3533, a., Dordrecht zie De Werken. Werkendam, Z.H., 3739, a., Dordrecht, J. v. d. Wiel, le a.t.s., Werkendam, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 17. Werkhoven, U., 1040, a., Utrecht, Wed. N. Verhoeff geb. Van Dommelen, Werkhoven, aan huis, iederen werkdag, p.a. Bunnik. Wervershoof, N.H., 3617, a., Hoorn, N. J. H. Raat, b., Wervershoof, g.h., 10—12, Enkhuizen 1706. Wessem, L., 1123, a., Roermond, M. Vogels, landb., Wessem Steenweg 176, aan huis, Ma., Wo. en Vrij. 10—12. Westbroek, U., 1157, a., Utrecht, zie Achttienhoven, p.a. Achttienhoven. Westdongeradeel, F., 7389, a., Leeuwarden, p.a. Ternaard, A. Bouma, a.t.s., Ternaard, g.h. te Ternaard, 9—12, W.V., Ternaard 5. Westdorpe, Z., 2077, a., Terneuzen, G. C. Haelst, a.t.s., Westdorpe, g.h., 9—12 en 14—18, W.V., 5. Westelbeers, zie O.-, W.- en Middelbeers. Westenesch, zie Emmen. Wno+nvlmvlr c;nni i Accfln A Pio+OT'C Ion rlnvV» T\J\xr TTtOlUl UUllVl JL* . . UUUX, Cl., J. lOOV-lJ-, J.JL. JL AV 1/VXkJ, J.UX1VAHX W., Alt». aan huis, dagelijks; F. Tijmes, a.t.s., Westerbork, g.h. 9—12, 4. Westerbroek, zie Hoogezand. Westeremden, zie Stedum. Westerhoven, N.B., 796, a., Eindhoven, P. J. Ploegmakers, a.t.s. Dommelen, g.h., 10—121/2, 1. Westerlie, zie Scheemda. Westernieland, zie Eenrum. Westernijkerk, zie Ferwerderadeel. Westervoort, G., 2275, a., Arnhem, R. H. Thuis, g.v., Westervoort Dorp 56, g.h., geh. dag en Ma. en Do. 18—20, W.V. Westerwijtwerd, zie Middelstum. Westkapelle, Z., 2210, a., Middelburg, W. J. K. Dieleman, a.t.s., Westkapelle, g.h., 9—12 en 14—16, 17. Westmaas, Z.H., 931, a., Rotterdam, p.a. Mijnsheerenland, P. Witvliet, g.v., Breestraat 39, aan huis, geh. dag, W.V., 17. Weststellingwerf, F., 1873, a., Leeuwarden, p.a. Wolvega ; voor de dorpen ten noorden der Linde : D. R. Hosper, eoncierge g.h., Wolvega, g.h. te Wolvega, 9—12, Wolvega 26 ; voor de dorpen ten zuiden der Linde : H. J. Das, armmeester, Noordwolde, aan huis, 9—10. West Terschelling, zie Terschelling. Westwoud, N.H., 1260, a., Hoorn, N. C. Onneweer, a.t.s., Blokker A 31, g.h., 9—12, Hoorn 2606 Westzaan, N.H., 2911, a., Zaandam, R. Schoenmaker, a.t.s., Westzaan, g.h., 8V2—12Va? W.V., 81962. Wetsinge, zie Adorp. Wezep, zie Oldebroek. Wezepe, zie Olst. Wichmond, zie Warnsveld. Wieldrecht, zie Dubbeldam. Wier, zie Menaldumadeel. Wierden, O., 11827, a., Enschede, Joh. G. de Lange, (beh. Enter), a.t.s., Almelo, g.h., 9—-13, 3. Wieringen, NH., 6271, a., Den Helder, p.a. Hipp. Hoef, J. Kaaijk, boekh. Hippolytushoef Beltstraat 57, Waaggebouw te Hippolytushoek, 7—8, 12V2—1372 en 19—20, W.V., Hipp. 37. Wieringerwaard, N.H., 1211, a., Den Helder, W. J. Los, a.t.s., Wieringerwaard Tweewegen G 64, g.h., 9—12 en 13V2—17, Za. 9—12, 1. Wildervank, Gr., 10234, a., Groningen, J. Bos, hulpkeurmeester, Wildervank, voorm. distributiegebouw, 10—11 en 141/.,—151/.,, W.V., Veendam, 332. Wilhelminadorp, zie Kattendijke. Wilhelmoord, zie Emmen. Willemsdorp, zie Dubbeldam. Willemsoord, zie Steenwijkerwold. Willemstad, N.B., 2067, a., Bergen op Zoom, L. J. C. Maris, g.s., Wildervank, voorm. distributiegebouw, 10—11 en 141/,—151/.,, W.V., 11. Willeskop, U., 935, zie Montfoort. Willige-Langerak, U., 927, a., Utrecht, P. van Oosterom, gem.opz., — LIJST VAN ORGANEN DER OPENBARE ARBEIDSBEMIDDELING. — Lopik, g.h. te Lopik, 8V2—12 en 13—16V2, Za. 81/2—13, W.V., Lopik 1. Wilnis, N.H., 2446, a., Amsterdam, J. G. A. Koedam, a.t.s., Rosen- haven Mijdrecht, g.h., 9—12, 4. Wilp, G., zie Voorst. Wilp De, Gr., zie Marum. Wilsuin, O., 822, a., Zwolle, p.a. Kampen, J. Boeve, g.o., Kampen Vloeddijk 49, g.h. te Kampen, Ma., Wo. en Za. 9—12, Kampen 121. Windesheim, zie Zwollerkerspel. Winkel, N.H., 1817, a., Den Helder, A. de Ridder, g.s., Winkel, g.h., 9—12 en 13—16, W.V., 13 (tusschen 18—19V2 : 19). Winschoten, Gr., 13886, d.a.b., J. Dijk, dir., Winschoten, Noorderstraat 12, 8'/2—12 en 14—17 en Ma., Wo. en Vrij. 19—20V2, 227. Winssen, zie Ewijk. Winsum, Gr., 761, a, Groningen, G. Juchter, a.t.s., Winsum, g.h., 9—12 en 14—18, 7. Winsum, zie Baarderadeel. Wintelre, zie Vessem. Winterswijk, G., 18820, g.a.b., Zutphen, Sipsma, dir. g.a.b., Winterswijk Sleeswijkpad 29, 329. Wirdum, Gr., zie Loppersum. Wirdum, F., zie Leeuwarderadeel. Wisch, G., 11076, a., Arnhem, p.a. Varsseveld, A. Stienstra, h.c.t.s., Varsseveld, g.h. te Varsseveld, 9—12 en 14—17, Za. 14—17, W.V., Varsseveld 2. Wissekerke, Z., 3578, a., Middelburg, H. Zweers, a.t.s., Wisse- kerke, g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 4. Wissekerke, Z. Bev., zie 's Heer Arendskerke. Witmarsum, zie Wonseradeel. Wittem, L., 4770, a., Maastricht, p.a. Mechelen, A. Loozen, Partij- Wittem, g.h., W. en Vrij. 9V2—11, Mechelen 7. Wittewierum, zie Ten Boer. Witveen, zie Tietjerksteradeel. Woensdrecht, N.B., 3882, a., Bergen op Zoom, H. A. M. Jacobs, a.t.s., Woensdrecht, g.h. te Hoogerheide, 9—12 en 131/2—15V2, W.V., 11. Woensel, zie Eindhoven. Woerden, Z.H., 8270, a., Gouda, G. de Boer, a.t.s., Woerden, 9—12. Wognum, N.H., 2177, a., Hoorn, P. J. Commandeur, Wognum C 120, g.h., Ma., Di., Do. en Vrij. 10—12, Hoorn 3402. Woldendorp, zie Termunten. Wolphaartsdijk, Z., 2549, a., Middelburg, J. Goetheer, g.s., Wolphaartsdijk, g.h., 9—12, W.V., 3. Wolsum, zie Wijmbritseradeel. Woltersum, zie Ten Boer. Wolvega, zie Weststellingwerf. Wommels, zie Hennaarderadeel. Wons, zie Wonseradeel. Wonseradeel, F., 12934, a., Leeuwarden, p.a. Witmarsum, A. Reitsma, ambt. in alg. dienst, Witmarsum, g.h. te Witmarsum, 8V2—12 en 1372—17, Za. 8'I—U1/^ W.V., Witmarsum 4. Wordragen, zie Ammerzoden. Workum, F., 3837, a., Leeuwarden, S. H. Jelgersma, a.t.s., Workum, g.h., 10—11, W.V., 12. Wormer, N.H., 4698, a., Zaandam, D. Ofman, a.t.s., Wormer, g.h., 9—12 en 14—17, 1. Wormerveer, N.H., 9138, a., Zaandam, M. van Krieken, c.t.s., Wormerveer Insulindelaan 56, g.h., 9—13 en 14—17, W.V., 81104. Woubrugge, Z.H., 2595, a., Leiden, H. E. M. Schaminée. a.t.s., Woubrugge, g.h., 10—12, 2. Woud 't, zie Schipluiden. Woudenberg, U., 3381, a., Amersfoort, C. Klomp, g.s., Woudenberg, g.h., 9—12, W.V., Woudenberg 10. Woudsend, zie Wijmbritseradeel. Woudrichem, N.B., 1943, a., Dordrecht, M. van Rijswijk, a.t.s., Woudrichem, g.h., 9—13, 17. Wouterswoude, zie Dantumadeel. Wouw, N.B., 5034, a., Bergen op Zoom, G. C. v. Ravels, winkelier, Wouw Nieuwstraat 101, aan huis, 9—10 en 17—19, W.V., 7. Wijchen, G., 6544, a., Nijmegen, H. P. D. Kleynen, landbouwer, Wijchen A 200, aan huis, 10—12, voor werkversch. 15—17, W.V., 72. Wijckel, zie Gaasterland. Wijdenes, N. H., 856, a., Hoorn, B. P. M. Hafkenscheid, a.t.s., Hoorn Koepoortsweg, g.h., Di., Wo., Do. en Vrij. 10—13, Hoorn 2803. Wijdewormer, N.H., 761, a., Zaandam, R. L. Kalf, timm.-aann., Wijdewormer, dag. aan huis, 9—12. Wijhe, O., 5224, a., Zwolle, H. Hammer, a.t.s., Wijhe, g.h., 9—12, W.V., 14. Wijk, zie Maastricht. Wijk De, zie De Wijk. Wijk aan Zee en Duin, N.H., 8720, Haarlem, p.a. Beverwijk, N. H. Smit, g.o. te Beverwijk, Beverwijk, arbeidsbeurs Gasthuis- steeg 7 te Beverwijk, 10—12 en 15—16 en Ma. 19—20, W.V., Beverwijk 2315. Wijk bij Duurstede, U., 3309, a., Utrecht, E. J. C. J. W. v. Bekkum, a.t.s., Wijk bij Duurstede Singel 38, gh., 9—12 en 13—16, W.V., 6. Wijk c.a., N.B., 2526, a., 's-Hertogenbosch, M. de Graaf, gem.bode, Wijk Bergsteeg B 50, g.h., 12V2—13x/2 en Wo. 181/,—191/*, W.V., 5. Wijmbritseradeel, F., 11794, a., Leeuwarden, p.a. Sneek, voor Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oosthem, IJsbrechtum : J. G. H. Tijhuis, a.t.s., Sneek Monnikenstraat 42, g.h. te Sneek, 8V2—1272 en 14—17, Za. 81/,,—14, W.V., Sneek 247 ; overige dorpen : G. W. van de Ley, armmeester, Oppenhuizen. Wijlre, L., 2251, a., Maastricht, Hodiamont, a.t.s., Wijlre, g.h., 10—12. Wijnaldum, zie Barradeel. Wijnandsrade, L., 804, a., Heerlen, L'Ortye, g.s., g.h., 9—12. Wijngaarden, Z.H., 391, a., Dordrecht, p.a. Molenaarsgraaf, A. H. Stemerding, g.s., Molenaarsgraaf, g.h. Molenaarsgraaf, 9—12, Molenaarsgraaf 3. Wijnjeterp, zie Opsterland. Wijns, zie Tietjerksteradeel. Wijtgaard, zie Leeuwarderadeel. IJhorst, zie Staphorst. IJlst, F., 1448, a., Leeuwarden, F. Faber, a.t.s., IJlst,' g.h., 9—12 en 14—16, W.V., 12. IJmuiden, zie Velsen. IJsbrechtum, zie Wijmbritseradeel. IJsselmonde, Z.H., 7622, a., Rotterdam, Mr. L. W. M. Spaan, gem.ambt., IJsselmonde Dorpstraat 134, werknemers 9—10 en werkgevers 9—12 en 14—17, W.V., Rotterdam 55163. IJsselmuiden, O., 3307, a., Zwolle, J. Boeve, g.o., Kampen Vloeddijk 49, g.h. te Kampen, Ma., Wo. en Za. 9—12, Kampen 121. IJsselstein, U., 5038, a., Utrecht, A. J. A. Schippers, a.t.s., IJsselstein Kloosterstraat 20, g.h., 14—-16, beh. Za., W.V., 6. IJtens, zie Hennaarderadeel. IJzendoorn, zie Echteld. IJzendijke, Z., 2794, a., Terneuzen, J. L. C. V. I. A. Dirikx, a.t.s., IJzendijke, g.h., 9—12 en 14—16, 16. Zaamslag, Z., 3640, a., Terneuzen, M. Dees, corr. V.O.V., Zaamslag A 19, aan huis, geen bep. uren. Zaandam, N.H., 35340, d.a.b., J. Groen, dir., Zaandam, Tuinstraat 14, 9—12 en 14—19, Za. 9—12, 4153. Zaandijk, N.H., 3340, a., Zaandam, p.a. Koog Zaandijk, J. Vesseur, a.t.s., Zaandijk Goeman Borgesiusstraat 16, g.h., 91/.,—13, W.V., 81372. Zalk en Veecaten, O., 858, a., Zwolle, p.a. Kampen, S. Sangers, g.s., Kampen, g.h. te Kampen Burgwal 28, 9-—12 en 14—16, W.V., Kampen 16. Zaltbommel, G., 4078, a., Utrecht, W. A. Ooms, g.o., Zaltbommel, g.h., W.V., 14. Zandeweer, zie Kantens. Zandt ('t), G., 3277, a., Groningen, K. Bos, a.t.s., 't Zandt, g.h., 13V2—141/2, W.V., 5. Zandvoort, N.H., 9075, a., Haarlem, J. L. Vinken, ambt. v. Soc. Zaken, Zandvoort, g.h., Ma., Wo. en Vrij. 19—20, voor werkgevers 9—13 en 14—17, W.V., 178 (buiten kantooruren 74). Zeddam, zie Bergh. Zeeland, N.B., 2753, a., 's-Hertogenbosch, M. Wientjes, g.s., Zeeland, g.h., Di. en Vrij. 9—11, W.V, 11 Zeelandt, zie Millingen. Zeelst, zie Veldhoven. Zeerijp, zie 't Zandt. Zegveld, U., 1173, a., Utrecht, P. v. d. Ham, smid, Zegveld 109, aan huis, dagelijks indien thuis. Zegwaart, Z.H., 3101, a., Delft. Zeist. U., 28509, g.a.b., Utrecht, W. van Geelkerken, Dir. A.B. en W.V., Zeist Utrechtscheweg 95, 2e Dorpsstraat 60, 8—121/., en 14—17, Ma. en Vr. 181/,—1972, W.V., 2340. Zelhem, G., 6388, a., Zutphen, E. C. j. Lubberdink, v.t.s., LaagKeppel, g.h., 9—12, 5. Zennewijnen, zie Ophemert. Zesgehuchten, zie Geldrop. Zetten, zie Valburg. Zevenaar, G., 6966, a., Arnhem, Th. J. J. Wassing, g.o.. Zevenaar E 1, g.h., Ma., Di. Vrij. en Za. 9—10, Wo. 14—15. Do. 8—11 en 13—14, W.V., 4. Zevenbergen, N.B., 8740, a., Breda, B. Vissers, handelsreiziger, Zevenbergen Dijkstraat 3, aan huis, 8—12. Zevenbergsche Hoek, N.B., p.a. Zevenbergen, s.a., Breda, M. P. Kavelaars, Zevenbergsche Hoek D 211, aan huis 83/,—10V, en 14—16. Zevenhoven, Z.H., 1085, a., Leiden, G. J. de Bruyn, a.t.s., Zevenhoven, g.h., 9—12, Nieuwveen 7. Zevenhuizen, Z.H., 2877, a., Gouda, A. Gijsenbergh, a.t.s., Zevenhuizen, g.h., 10—12 en 14—16, Za. 10—12, 7. Zevenhuizen, Gr. zie Leek. Zierikzee, Z., 6921, a., Rotterdam, C. M. Timmerman, agent a.b., Gat van Westen C 494, Gat van Westen C 493, W.V., 142. Zoelen, G., 2282, a., Utrecht. J. van Kalkeren, g.s., Zoelen 287, g.h„ 10-12, 2. Zoelmond, zie Beusichem. Zoeterwoude, Z.H., 4283, a., Leiden, H. J. J. A. Smeets, g.s., Zoeterwoude, g.h., 9—12V2,2 (aan huis 3). Zonnemaire, Z.H., 870, a., Rotterdam, K. C. v. d. Weel, g.v., Zonnemaire, g.h., 9—10, 8. Zoutelande, Z., 887, a., Middelburg, M. Adriaanse, timm., Zoutelande, Duinweg 15, aan huis, geen bep-. uren, W.V. Zoutkamp, zie Ulrum. Zuidbarge, zie Emmen. Zuid-Beyerland, Z.H., 2642, a., Rotterdam, P. Groenweg, a.t.s., Zuid-Beyerland Dorpstraat 109, g.h., 9—10, W.V., 24. Zuidbroek, Gr., 2716, a., Groningen, J. Jager, a.t.s., Zuidbroek, g.h., 9—12 en 14—17, 8. Zuiddorpe, Z., 969, a., Terneuzen, J. Moerdijk, g.s., Zuiddorpe, g.h., 8—12, W.V. Zuid- en Noordschermer, N.H., 937, a., Alkmaar, p.a. Groot Schermer, J. Molenaar, timmerman, Groot Schermerdijk A 50. Zuiderwoude, zie Broek in Waterland. Zuidhorn, Gr., 3435, a., Groningen, H. W. Rosema, sig.fabr., Zuidhorn A 446, 7—9, W.V., 12. Zuidland, Z.H., 2050, a., Rotterdam, H. J. Dijkers, tuinder, Ring 34, aan huis, 151/2—161/2, 8. Zuidlaren, Gr., 4965, a., Groningen, G. Eggens, g.s., Zuidlaren, g.h., 9—12, W.V., 8. Zuid-Scharwoude, N.H., 1677, a., Alkmaar, G. G. Post, g.s., Zuid-Scharwoude, g.h., 9—12 en 14—16, Broek op Langendijk 116. Zuidwolde, D., 5813, a., Assen, H. Jans, a.t.s., Zuidwolde A 132, g.h., 9—12 en 14—16; W.V., 4. Zuidwolde, Gr., zie Bedum. Zuidzande, Z., 922, a., Terneuzen, J. J. Simpelaar, Zuidzande W36A, g.h., 9—12, daarna aan huis. Zuilen, U., 16131, g.a.b., Utrecht, W. v. d. Meer, dir. A.B., Zuilen Siemensstraat 19, g.h. Daalscheweg, 81/.,—17, Ma. 8V„—121/., en 16—18, Za. 8V2—13, Utrecht 14360. Zuilicliem, G., 1104, a., Utrecht, H. C. van Os, g.s., Zuilichem Waaldijk 65, g.h., 9—12 en 14—16, 6. Zunderdorp, zie Amsterdam. Zundert, N.B., 7253, a., Breda, J. C. A. Kouwenberg, a.t.s., Zundert A 15, g.h., 9—12, 5 (na 10V2 29). Zurich, zie Wonseradeel. Zutphen, G., 20652, d.a.b., M. C. Lezer, dir. A.B., Zutphen Kerkhof 5, 9—121/2 en 14—16, Za. 9—121/,,, bovendien Ma. en Do. 18V2—19V2, 279. Zwaag N.H., 1830, a., Hoorn, C. H. C. van Houweninge, v.t.s., Hoorn, g.h., 9—12, Hoorn 3007. Zwaagwesteinde, zie Dantumadeel. Zwammerdara, Z.H., 2509, a., Gouda, T. J. van Brummen, v.t.s., Zwammerdam 11. Zwartemeer, zie Emmen. Zwartewaal, Z.H., 589, a., Rotterdam, E. P. Kort, g.v., Zwartewaal, gem.s., 9V2—10V2, W.V., 7. Zwartsluis, O-, 3366, a., Zwolle, H. W. van Loon, a.t.s., Zwartsluis W. I. 180, g.h., 9—13 en 15—17, W.V., 20. Zweeloo, D., 2070, a., Emmen, H. Rijmsma, a.t.s., Wezuperburg F 17, g.h., 12—13, aan huis 177„—181/,, Za. 131/,,—14Vi, W.V., 2. Zweins, zie Franekeradeel. Zweth De, zie Overschie en Delft. Zwiep, zie Laren, G. Zwolle, O., 42842, d.a.b., D. Knop, dir., Zwolle Nieuwe Markt 4, 8V2—1772 en 181/.,—20, Za. 81/!*—13, 203. Zwollerkerspel, O., 8682, zie d.a.b. Zwolle. Zwijndrecht, Z.H., 12211, a., Dordrecht, J. Slijper, c.t.s., Raadhuis 9—12V2 en 14—15, Dordrecht 6166. Zijderveld, zie Everdingen. Zijderwind, zie Oude-Niedorp. Zijpe, N.H., 5448 a., Den Helder, p.a. Schagerbrug, voor St. Maartensbrug, Schagerbrug, Oude Sluis 't Zand : P. J. Renooy, schilder, Schagerbrug E 167, aan huis, 1/4—: ?—8 en 1/11—31/., : 8—9, W.V., Schagerbrug 22 ; voor Burgerbrug, Hazepolder, Petten: H. v. de Heijden, pol.ambt., Burgerbrug B 21, gem. Zijpe, aan huis, 8—9, Burgerbrug 9. § la. LIJST VAN TELEFOONNUMMERS VAN GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURZEN. Alkmaar .... 4395 Kerkrade .... 500 Amersfoort . . . 1244 Leeuwarden . . . 4609 Amsterdam . . . 41703 Leiden 1007 Apeldoorn . . . 3545 Maassluis .... 102 Arnhem .... 22121 Maastricht . . . 819 Assen 82 Meppel .... 2577 Bergen op Zoom . 333 Middelburg . . . 243 Beverwijk . 2315 Nijmegen . . . 2280 Breda 2726 Oostburg .... 75 Bussum .... 5215 Oss 23 Delft 350 Roermond . . . 265 Deventer .... 3827 Roosendaal . . . 207 Dordrecht . . . 5022 Rotterdam . . . 29100 Ede 263 Sas van Gent . . 64 Eindhoven . . . 4843 Schiedam (R'dam) 68244 Emmen .... 107 Sittard .... 304 Enschede .... 4041 Sliedrecht ... 111 Epe 95 Sneek 231 Geleen (Lutterade) 9 Terneuzen . . . 117 Gouda 3046 Tiel 203 's-Gravenhage 330100 Tilburg . . . .233 Groningen . . . 4244 Utrecht .... 11840 Haarlem .... 13425 Velp 3114 Heerenveen . . . 274 Velsen (IJ'den) . 4337 Heerlen .... 380 Venlo 1463 Helder Den . . . 313 Venray .... 29 Helmond .... 324 Vlaardingen ... 712 Hengelo, O. . . . 2475 Vlissingen . . . 169 's-Hertogenbosch . 1375 Wageningen . . . 2971 Hillegersberg Winschoten . . . 227 (R'dam) 43665 Winterswijk . . . 329 Hillegom .... 5203 Zaandam .... 4153 Hilversum . . . 7813 Zeist 2349 Hoofddorp ... 9 Zuilen (Utrecht) . 14360 Hoorn .... 141 Zutphen .... 279 Kampen .... 331 Zwolle 203 Katwijk (K. a. Z.) 100 13 § 2. LIJST VAN INGEVOLGE HET WERKLOOSHEIDSBESLUIT WERKLOOZENKAS. Nummer, waaronder de vereeni- Naam der vereeniging, waarvan de werk- ^geschrevcn" loozenkas uitgaat. bij den Rijksdienst I. Bouwvakken. 97 Algemeene Nederlandsche Bouwarbeidersbond 5 Nederlandsche Christelijke Bouwarbeidersbond 6 R.-K. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph" 7 Landelijke Federatie van Bouwvakarbeiders in Neder¬ land 75 Christelijke Nationale Bouwvakarbeidersbond in Neder¬ land 47 Nederlandsche Schildersgezellenbond 57 Algemeene Nederlandsche Stukadoorsbond 81 Algemeene Nederlandsche Bond van Arbeiders werk¬ zaam bij straten- en wegenbouw 99 Neutrale Bond van Bouwvakarbeiders in Nederland 953 Neutraal Verbond van Werknemers in het Bouwbedrijf 1193 Nederlandsche Vereeniging van Voorzorg voor Bouw¬ vakarbeiders 2igo Landelijke Federatie van Heiwerkers in Nederland II. Diamantnijverheid. 8 Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond 1917 GESUBSIDIEERDE VEREENIGINGEN MET NATIONALE Aantal le- Giro- den der Adres : Telefoonnummer : nummer: werkloozenkas : 1) Amsterdam-West Amsterdam 20500 29187 Vondelstraat 40 83791, 80591 Utrecht Utrecht 4335 13725 Korte Nieuwe Gracht 22 14736 Utrecht Utrecht 19481 28095 Bemuurde Weerd W.-Z. 4 10092, 15644 Amsterdam-West Amsterdam 8079 4885 Brederodestraat 17 83360, 83649, 83421 '-Gravenhage Wesselsstraat 124 40212 436 Amsterdam-West Amsterdam 13312 6332 Tesselschadestraat 10 82639 's-Gravenhage 's-Gravenhage 14962 2028 Bilderdijkstraat 125 391739 Rotterdam Rotterdam 23033 1094 Stationsweg 55 55135 Amsterdam-West Amsterdam 120499 317 De Kempenaerstraat 2 84775 Amsterdam-Centrum Kattenburgerkade 6 huis 13282 168 Amsterdam-Noord Amsterdam 117330 334 Andoornstraat 18 60951 Amsterdam-Centrum Amsterdam 79822 380 Haarlemmerhouttuinen 8a 47758 Amsterdam-Centrum Amsterdam 16636 4833 Franschelaan 9 53065 i) Per 30 December 1933. Nummer, waaronder de vereeni- Naam der vereeniging, waarvan de werk- ging is in- , geschreven loozenkas uitgaat. bij den Rijksdienst 9 Christelijke Vereeniging van Diamantbewerkers 10 Nederlandsche R.-K. Diamantbewerkersvereeniging 1177 Vereeniging van Israëlietische Diamantbewerkers, Afdeeling van de Vereeniging van Israëlietische Werklieden en Handelsbedienden „Betsalel" 51 Vereeniging „De Vereenigde Schijvenschuurders" III. Fabrieksnijverheid. 11 Nederlandsche Vereeniging van Fabrieksarbeiders (-sters) 12 Nederlandsche Bond van Christelijke Fabrieks- en Transportarbeiders 13 Nederlandsche R.-K. Fabrieksarbeiders (-sters) bond „St. Willibrordus" 95 Nederlandsche R.-K. Steenfabrieksarbeidersbond „St. Stephanus" 1165 Noord-Brabantsche Bond van R.-K. Fabrieksarbeiders 1184 Nederlandsche Federatieve Bond van Arbeiders (-sters) werkzaam in de Fabriekmatige Bedrijven IV. Grafische vakken. 66 Algemeene Nederlandsche Typografenbond 16 Nederlandsche Christelijke Grafische Bond 17 Nederlandsche Katholieke Grafische Bond 67 Nederlandsche Grafische Bond ■ Aantal le- GirO- Adres : Telefoonnummer : nummer: werkloozenkas : J) Amsterdam-West 36245 23 Jacob v. Lennepkade 293II Amsterdam-West Amsterdam 30160 52 3e Hugo de Grootstraat 7 80565 Amsterdam-Centrum Amsterdam 23928 48 Plantage Middenlaan 80 50467 Amsterdam-Centrum Amsterdam 24774 38 Valkenburgerstraat 45 42851 Amsterdam-Zuid Amsterdam 16127 30151 Museumplein 17 91212, 91213, 91214 's-Gravenhage 's-Gravenhage 15591 19620 Pieter Bothstraat 8 770540 's-Gravenhage 's-Gravenhage 23995 18915 Rijswijkscheweg 289 118115 utrecht Utrecht 25287 7983 Weerdsingel O.Z. 27 127 57 Tilburg 72764 192 Prinses Sophiastraat 14 Amsterdam-West Amsterdam 113697 1108 Brederodestraat 17 83360, 83421, 83649 Amsterdam-Centrum Amsterdam 51590 10042 Sarphatistraat 75 53792 Amsterdam-West Amsterdam 10215 2811 Bosboom Toussaintstraat 30 80056 Utrecht Utrecht 62278 4879 Biltstraat 143 12834 Utrecht Utrecht 65658 880 Plompetorengracht 14 13083 1) Per 30 December 1933. BIJLAGEN. Nummer, waaronder de vereeni- Naam der vereeniging, waarvan de werk- ,'s 'n loozenkas uitgaat. geschreven bij den Rijksdienst 30 Nederlandsche Lito-, Foto- en Chemigrafenbond V. Handels- en Kantoorpersoneel. 21 Algemeene Nederlandsche Bond van Handels- en Kantoorbedienden 27 Nederlandsche Vereeniging van Christelijke Handels- en Kantoorbedienden 22 Nederlandsche R.-K. Bond van Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden „St. Franciscus van Assisië" 23 Nationale Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mercurius" 1192 Nederlandsche Vereeniging van Vertegenwoordigers van Handelaren en Industrieelen „Hermes" 1118 Nederlandsche Vereeniging van Christelijke Handels¬ reizigers en Handelsagenten 85 Nederlandsche R.-K. Vereeniging van Handelsreizi¬ gers en Handelsagenten „St. Christoffel" 1138 Nederlandsche Vereeniging van Ambtenaren in het Particuliere Bedrijf 1115 Bond van Notarisklerken in Nederland 1126 Bond van Procureurs- en Deurwaardersklerken en Candidaat-Deurwaarders VI. Hótelbedrijf. 32 Bond van Hotel-, Café- en Restaurantpersoneel in Nederland 84 Nederlandsche R.-K. Bond van Hotel-, Café- en Restaurantgeëmployeerden „St. Antonius" 1154 Nederlandsche Geneefsche Bond van Hotel-, Café- en Restaurantpersoneel Aantal leGiro- den der Adres : Telefoonnummer : nummer: werkloozenkas : ') Amsterdam-West Amsterdam 99292 1962 Alberdingk Thijmstr. 5 huis 81616 Amsterdam-Zuid Amsterdam 32840 19573 Paulus Potterstraat 9 21777, 22681 Amsterdam-Zuid Amsterdam 43404 7238 Joh. Verhulststraat 20 91288 Rotterdam Rotterdam 89139 7869 Middellandplein 5b 36890 Rotterdam Rotterdam 33323 9000 's-Gravendijkwal 95 33032 Amsterdam-Centrum Amsterdam 134927 1318 Den Texstraat 31 37550 's-Gravenhage 's-Gravenhage 207084 132 Lunterenstraat 124 334139 Utrecht Utrecht 26821 1535 Stationsplein 15 12962 Voorburg 's-Gravenhage 209461 847 Oosteinde 37 778550 Bennebroek 231403 550 Binnenweg 14 Rotterdam-West Rotterdam 229730 337 Burg. Meineszlaan 92a. 33376 Amsterdam-Centrum Amsterdam 75870 2158 Prinsengracht 828 36053 's-Gravenhage 's-Gravenhage 221990 502 Goeverneurlaan 586 1192 49 Amsterdam-Centrum Amsterdam 116871 757 Reguliersgracht 7 35790 !) Per 30 December 1933. Nummer, waaronder de vereeni- Naam der vereeniging, waarvan de werk- ging is in- geschreven loozenkas uitgaat. bij den Rijksdienst VII. Houtbewerking. 38 Algemeene Nederlandsche Bond van Meubelmakers, Behangers, Houtbewerkers en aanverwante vakgenooten 24 Bond van Nederlandsche Christelijke Houtbewerkers, Meubelmakers, Behangers en aanverwante vakgenooten 39 Nederlandsche R.-K. Bond van Houtbewerkers, Meu¬ belmakers, Behangers en aanverwante vakgenooten „St. Antonius en Padua" 40 Landelijke Federatieve Bond van Meubelmakers, Stof¬ feerders, Behangers en aanverwante vakgenooten 1171 Nederlandsche Bond van Christelijke Kuipers, Kruiers en Houtbewerkers (werkzaam in betrekking tot het Visscherij bedrijf) 1164 Nederlandsche R.-K. Bond van Werklieden in het Kuipen- en Kistenmakersbedrijf „St. Ewaldus" 92 Algemeen Nederlandsche Borstelmakersbond D.E.V. VIII. Kapperspersoneel. 1106 Nederlandsche Bond van Kapperspersoneel 87 Nederlandsche R.-K. Bond van Kappersbedienden „St. Cosmas" IX. Kleedingindustrie. 93 Nederlandsche Bond van Mannelijke en Vrouwelijke Arbeiders in de Kleedingindustrie en aanverwante vakken 98 Nederlandsche Christelijke Bond van Arbeiders en Arbeidsters in de Kleedingindustrie en aanverwante vakken (N.C.B.K.) Aantal leGiro- f 1 o t i Het* Adres : Telefoonnummer : nummer: werkloozenkas : *) Amsterdam-West Amsterdam 31149 6959 Vondelstraat 170 81837 Rotterdam Rotterdam 23001 3639 Wijnhaven Z.Z. 70 14781 Utrecht Utrecht 152698 6125 Singeldwarsstraat 21 13518 Amsterdam-Oost 48163 87 Bataviastraat 9III Vlaardingen 28362 164 Stationsstraat 23 Rotterdam 1791 187 Corn. Trompstraat 9 Rotterdam 73476 37 Eendrachtstraat 108c Amsterdam-Oost Amsterdam 133887 1192 Ruyschstraat 40 54389 Utrecht Utrecht 230890 121 Drift 10 13925 Amsterdam-Centrum Amsterdam 25058 5007 Reguliergracht 80 3 5561 Rotterdam Rotterdam 19692 825 Rodenrijschestraat 22a 40610 ') Per 30 December 1933. " Nummer, waaronder de vereeni- Naam der vereeniging, waarvan de werk- ggeEchrevèn loozenkas uitgaat. bij den Rijksdienst 43 Nederlandsche R.-K. Naaisters- en Kleermakersbond „St. Gerardus Majella" 28 Landelijke Federatieve Bond van Arbeiders (-sters) in de Kleedingindustrie en aanverwante vakken X. Land- en tuinbouw. 29 Nederlandsche Bond van Arbeiders in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf 91 Nederlandsche Christelijke Landarbeidersbond 83 Nederlandsche R.-K. Bond van Bloemist-, Tuin-, Veen- en Landarbeiders „St. Deusdedit" (Ned. R.-K. Landarbeidersbond ) 1161 Christelijke Nationale Vereeniging van Werklieden in het Landbouw-, Tuinbouw-, Zuivel- en Veenbedrijf 1176 Neutrale Bond van Veenarbeiders „Door Elkander Sterk" 1187 Algemeene Vereeniging van Land- en Veenarbeiders in Drenthe 1197 Nederlandsche Federatieve Bond van Land-, Tuin- en Veenarbeiders en Zuivelbewerkers 974 Werkliedenvereeniging „Volksbelang" XI. Metaalnijverheid. 34 Algemeene Nederlandsche Metaalbewerkersbond 35 Christelijke Metaalbewerkersbond in Nederland 36 Nederlandsche R.-K. Metaalbewerkersbond 73 Nederlandsche Vereeniging van Metaalbewerkers e.a.v. u Aantal leGiro- den der Adres: Telefoonnummer : nummer: werkloozenkas : x) Utrecht Utrecht 35824 1816 Drift 12 14861 Amsterdam-West 29794 131 Joos de Moorstraat 17 I Utrecht Utrecht 3847 34175 Catharijnesingel 38 12248 Utrecht Utrecht 23255 27021 Mauritsstraat 47 14203 Haarlem Haarlem 19441 19939 Zaanenstraat 18 13383 Menaldum Menaldum 38173 2080 28 Halfweg 112797 17 Osdorperweg 762 Emmen 116816 446 Weerdingerstraat 21 Noordwolde (Fr.) St. Jacobi- 163028 594 H. Bekhof, secr. Parochie 43 Oostburg Oostburg 150013 46 Zuidzandscheweg 3 62 Amsterdam-Zuid Amsterdam 5106 44548 Hemonylaan 24 26175, 90030 Leiden Leiden 37470 10743 Apothekersdijk 4 1719 Utrecht Utrecht 76000 19524 Koningslaan 9 13003 Rotterdam Rotterdam 127131 200 Openrijstuin 10b 13112 !) Per 30 December 1933. Nummer, waaronder de vereeni- Naam der vereeniging, waarvan de werk- ging is in- geschreven loozenkas uitgaat. bij den Rijksdienst 1182 Onafhankelijke Bedrijfs-Federatie van Werkers in de Metaalindustrie en aanverwante industrieën 970 Vereeniging van Werknemers in het Goud- en Zilver- smedenbedrijf XII. Mijnbouw. 41 Algemeene Nederlandsche Mijnwerkersbond 42 Nederlandsche R.-K. Mijnwerkersbond 1100 Prot. Chr. Mijnwerkersbond 1199 Neutrale Mijnwerkersbond XIII. Opzichthoudend personeel e.d. 59 Nederlandsche Bond van Technici 1191 Algemeene Bond van Technisch- en Opzichthoudend Personeel 86 Nederlandsche Vereeniging van Christelijke Technici 90 Nederlandsche R.-K. Bond van Technici „St. Bernul- phus" 80 Centrale Bond van Werkmeesters en ander opzicht¬ houdend personeel 70 Nederlandsche R.K. Bond van Werkmeesters en ander toezichthoudend personeel „St. Joannes de Dooper" 1104 Nederlandsche Christelijke Werkmeestersbond 1109 Nederlandsche Vereeniging tot steun van R.-K. Mees¬ terknechts en Werkbazen in de Textielnijverheid „St. Andreas" Aantal le- Adres: Telefoonnummer : ^en ^er nummer: werkloo- zenkas : ') Amsterdam-West Amsterdam 111887 1185 Brederodestraat 17 83360, 83421, 83649 Voorschoten 131056 35 Tulpstraat 7 Heerlen Heerlen 53166 4612 Valkenburgerweg 10 156 Heerlen Heerlen 121975 12493 Stationsstraat 58a 143 Hoensbroek Heerlen 600 129344 640 Hommerterweg 65 Hoensbroek 5009 Kerkrade Kerkrade 164102 252 O. L. Vrouwestraat 105 476 Amsterdam-Zuid Amsterdam 135726 1728 Diezestraat 35 huis 20821 Amsterdam-West Amsterdam 68176 1965 Tesselschadestraat 31 82847 Rotterdam 122845 682 W. Beukelszoonstraat 75a Eindhoven 121086 605 St. Theresiastraat 16 Utrecht Utrecht 30953 3108 Tolsteegsingel 12 14582 Utrecht Utrecht 34024 2136 Biltstraat 110 15671 Utrecht Utrecht 156251 418 Merwedestraat 33 16647 Tilburg Tilburg 195493 415 Schaepmanstraat 35 669 ') Per 30 December 1933. Naam der vereeniging, waarvan de werkloozenkas uitgaat. 88 Algemeene Nederlandsche Bond van Uitvoerders en Bazen in de Burgerlijke- en Waterbouwkunde 1170 Nederlandsche Bond van Opzichthouders in het Trans¬ portbedrijf 1120 Nederlandsche Vereeniging van Chefs in het Grafisch Bedrijf XIV. Tabaksindustrie. 52 Nederlandsche Sigarenmakers- en Tabaksbewerkers- bond 53 Christelijke Bond van Sigarenmakers en Tabaksbewer¬ kers in Nederland 58 Nederlandsche R.-K. Tabaksbewerkersbond „St. Willi- brordus" 54 Nederlandsche Federatie van Sigarenmakers en Ta¬ bakbewerkers XV. Textielnijverheid. 60 Algemeene Nederlandsche Bond van Textielarbeiders „De Eendracht" 61 Nederlandsche Christelijke Textielarbeidersbond „Unitas" 02 Nederlandsche R.-K. Textielarbeidersbond „St. Lam- bertus" 1103 Politiek Onafhankelijke Textielarbeidersbond 63 Landelijke Federatie van Textielarbeiders 1114 Landelijke Syndicalistische Federatie van Textiel¬ arbeiders XVI. Toonkunstenaars. 1174 Nederlandsche Toonkunstenaarsbond Nummer, waaronder de vereeniging is ingeschreven bij den Rijksdienst Aantal leGiro- Hpn Hpt* Adres : Telefoonnummer : nummer : Werkloozenkas : *) Amstelveen (N.-Amstel) 75595 163 Heemraadschapslaan 54a Rotterdam Rotterdam 120610 349 Dordtschelaan 87a 56778 Amsterdam-Oost Amsterdam 200456 188 W. Beukelszoonstraat 4 40137 Amsterdam-Centrum Amsterdam 23847 3930 Plantage Badlaan 18 53276 Kampen Kampen 14292 920 Boven Nieuwstraat 28 2 00 Eindhoven Eindhoven 14131 7643 Hemelrijken 123 2957 Amsterdam-West Amsterdam 13464 1105 le Helmersstraat 73 83588 Amsterdam-West Amsterdam 11379 13439 Vondelstraat 48 82879 Utrecht Utrecht 23068 5537 F. C. Dondersstraat 63bis 12754 Utrecht Utrecht 21900 15708 Boothstraat 13 12196 Almelo Almelo 163504 668 Stationsteeg 30 272 Enschede Enschede 20987 1080 Wilhelminastraat 45 5937 Almelo 163149 53 Tulpenstraat 13 's-Gravenhage 's-Gravenhage 46420 1146 J. P. Coenstraat 22 771563 ') Per 30 December 1933. Nummer, waaronder de vereeniging is ingeschreven bij den Rijksdienst Naam der vereeniging, waarvan de werkloozenkas uitgaat. XVII. Transportbedrijf, visscherij en scheepvaart. 1150 Vereeniging van Scheepswerktuigkundigen 1132 Vereeniging van Nederlandsche Gezagvoerders en Stuurlieden ter koopvaardij 1125 Nederlandsche Vereeniging van Gezagvoerders bij de Binnenvaart 1111 Nederlandsche Vereeniging van Kapiteins en Stuur¬ lieden bij de Rijn- en Binnenvaart 76 Centrale Bond van Transportarbeiders 77 Nederlandsche R.-K. Bond van Transportarbeiders ,,St. Bonifacius" 1198 Nederlandsche Federatie van Transportarbeiders 1196 Nederlandsche Syndicalistische federatie van -trans¬ portarbeiders 1128 Vereeniging van Arbeiders m de Haven- en irans- portbedrijven 1179 Nederlandsche Bond van Particuliere Chaurreurs XVIII. Voedings- en genotmiddelenfabricage. Algemeene Nederlandsche Bond van Arbeiders (-sters) in het Bakkers-, Chocolade- en Suikerbewerkingbedrijf Nederlandsche R.-K. Bond van Brood-, Koek-, Banketbakkers en Cacao-, Chocolade- en Suikerbewerkers 55 Nederlandsche Bond van Arbeiders (-sters) in de sla¬ gers- en aanverwante bedrijven 56 Nederlandsche K.-K. üond van Arbeiders (-sters; in de Slagers- en aanverwante bedrijven „St. Joris :* Aantal leGiro- jpn jpw Adres : Telefoonnummer : nummer: werkloozenkas : 1) Rotterdam Rotterdam 57626 1933 Eendrachtsweg 53 55678 Rotterdam Rotterdam 204932 1768 Gebouw „Poseidon", West- 10420 Zeedijk 52 Amsterdam-Centrum Amsterdam 200671 279 Molsteeg 3 44858 Amsterdam-Centrum 234295 146 Javakade lc Rotterdam Rotterdam 30000 38894 Heemraadssingel 323 31560, 33460 Amsterdam-West Amsterdam 23731 9967 Fr. Hendrikstraat 94 huis 82184 Amsterdam-Centrum Amsterdam 22824 4308 Amstel 105 51981 Rotterdam Rotterdam 123786 147 Openrijstuin 10b 13112 Rotterdam 87237 629 J. van Geelstraat 55b Amsterdam-West Amsterdam 80205 656 Leimuidenstraat 21 84556 Amsterdam-Centrum Amsterdam 22855 6654 Sarphatistraat 21 32628 Utrecht Utrecht 44372 3444 Drift 10 15485 Amsterdam-West Amsterdam 28345 1709 3e Helmersstraat 54 huis 82475 Utrecht Utrecht 24315 1964 Drift 12 12036 !) Per 30 December 1933. 14a Nummer, waaronder de vereeni- Naam der vereeniging, waarvan de werk- ggeschrevèn" loozenkas uitgaat. bij den Rijksdienst 68 Nederlandsche Centrale Bond van Christelijke Arbei¬ ders (-sters) in de Bedrijven van Voedings- en Genotmiddelen 1156 Neutrale Bond van Personeel in de Voedingsbedrijven XIX. Vereenigingen, niet behoorende tot een der groepen I tot en met XVIII. 1185 Landelijke Vereeniging tot onderlinge verzekering tegen de nadeelige gevolgen van Werkloosheid en Ziekte Aantal leGiro - den der Adres : Telefoonnummer : nummer: werkloozenkas : J) Rotterdam Rotterdam 31227 3046 Mathenesserlaan 474 31285 65796 1053 's-Gravenhage 's-Gravenhage Herderstraat 4 116451 Rijswijk (Z.-H.) 100480 5668 Tulpstraat 127 i) Per 30 December 1933. 14 § 2a. LIJST VAN INGEVOLGE HET WERKLOOSHEIDSBESLUIT WERKLOOZENKAS. Nummer, waaronder de vereeni- Naam der vereeniging, waarvan de werk- ggeschreven loozenkas uitgaat. by den Rijksdienst 246 Vereeniging van Dek- en Machinepersoneel in de binnenscheepvaart „Sta Pal" te Amsterdam 1175 Centrale Bond van Joodsche Handels- en Kantoor¬ bedienden te Amsterdam 973 Amsterdamsche Grondwerkersvereeniging „Nieuw Le¬ ven" te Amsterdam 965 Syndicalistische Federatie van Amsterdamsche metaal¬ bewerkers te Amsterdam 108 Vereeniging tot wering van en ondersteuning bij werk¬ loosheid te Baarn 230 Eibergsche Vereeniging van Industrie-Arbeiders te Eibergen 982 Afdeeling Eibergen van den Christelijke Nationale Werkmansbond te Eibergen 241 Timmerliedenvereeniging „Vooruitgang is ons Stre¬ ven" te 's-Gravenhage 180 Algemeene Vereeniging tot bestrijding van werkloos¬ heid te Haarlem 157 Timmerlieden-, Machinale Houtbewerkers- en Model- makersvereeniging „Eensgezindheid" te Haarlem 213 Vereeniging „Ons Belang" te Hoek, Z 181 Afdeeling Krimpen aan den IJssel van het Neder- landsch Werkliedenverbond „Patrimonium" te Krimpen aan den. IJssel 122 Leidsche Timmerlieden-, Machinale Houtbewerkers- en Modelmakersvereeniging te Leiden 969 Vereeniging van arbeiders in de Metaalindustrie te Rotterdam LIJST VAN VEREENIGINGEN MET PLAATSELIJKE WERKLOOZENKAS. 1917 GESUBSIDIEERDE VEREENIGINGEN MET PLAATSELIJKE Aantal le- Adres : Telefoonnummer : Giro den der nummer: werkloo- zenkas : Amsterdam-Centrum Amsterdam 78656 52 Haarlemmerhouttuinen 8a I 47758 Amsterdam-Centrum 104643 36 Nieuwe Heerengracht 39 Amsterdam-Centrum Amsterdam 149514 110 Haarlemmerhouttuinen 8a 47758 Amsterdam-Oost Amsterdam 14911 825 Commelinstraat 81 huis 50524 Baarn 116235 31 Verlengde Dalweg 60 Eibergen Eibergen 3914 262 A. Izaks 3 Eibergen 162779 55 A 275 's-Gravenhage 109059 71 Trooststraat 58 Haarlem 88961 68 Nieuw Heiligland 5 Haarlem 130983 130 Leidschestraat 6 Hoek (Z.) Hoek 118445 97 1 Krimpen aan den IJssel 120129 63 Tuinstraat 117 Leiden -— 126171 35 Prins Hendrikstraat 33a Rotterdam-West — 126534 609 2e Schansstraat 43a Nummer, waaronder de vereeni- Naam der vereeniging, waarvan de werk- ging is in- , geschreven loozenkas uitgaat. bij den Rijksdienst 972 Vereeniging „Helpt Elkander " te Schoondijke 275 Vereeniging „Arbeidersvoorzorg" te Sellingen 232 Neutrale Bond van Arbeiders „Draagt Elkanders Las¬ ten" te Sliedrecht 217 Vereeniging „Voorzorg" te Terneuzen 143 Utrechtsche Voegersvereeniging te Utrecht 72 Nederlandsche Neutrale Bond van Arbeiders (-sters) in de Kleedingindustrie te Utrecht 211 R.-K. Werkliedenvereeniging „St. Paulus" te Vaals 225 Vereeniging „Voorzorg" te Vaassen 153 Vereeniging van Ambtenaren, Bazen en Werklieden in de Metaalindustrie „Schelde" te Vlissingen 996 Vereeniging „Metaalindustrie" te Vlissingen 182 Vereeniging van Werknemers in het Goud- en Zilver- smedenbedrijf te Zeist Aantal le- . , „ , , Giro- den der Adres : Telefoonnummer : nummer: werkloozenkas : Schoondijke 136064 40 W. 127 Sellingen (gemeente 22022 121 Vlagtwedde) Albertus Scholtens Sliedrecht 65955 39 C. 456 Terneuzen 38335 36 Tramstraat 3 Utrecht 55522 29 Bremstraat 92 Utrecht 30247 22 Hopakker 22 Vaals 24996 53 Boschstraat 28 Vaassen (Gem. Epe) 64667 145 Kastanjelaan Vlissingen Vlissingen 116799 468 Maatsch. „De Schelde" 32 Vlissingen Vlissingen 217841 171 Maatsch. „De Schelde" 32 Zeist Zeist 24703 67 Tollenslaan 7 87 § 3. LIJST VAN POSTADRESSEN VAN GEMEENTE BESTUREN. Ter voorkoming van vertraging in de overkomst is vermeldinj van het aangegeven postadres op de stukken bestemd voor d< besturen der hierna te noemen gemeenten noodzakelijk. Naam van de Gemeente : Postadres van het Gemeentebestuur Abcoude-Baambrugge Abcoude-Proostdij Achtkarspelen Adorp Alkemade Alphen en Riel Ameland Andijk Anlo Appeltern Ar een en Velden Avereerst Abcoude Abcoude Buitenpost Sauwerd Roelofarendsveen Alphen, N.-B. Nes op Ameland Andijk-West Annen (gem.-ontv. te Anner- veensche Kanaal) Maasbommel Arcen Dedemsvaart B Baarderadeel Baarland Barradeel Barwoutswaarder Beemster Beets Bemelen Bergen, L. Bergh, Gld. Beugen en Rijkevoort Bilt, De Bildt, Het Blankenham Bleskensgraaf en Hofwegen Bloemendaal Borgharen Mantgum Hoedekenskerke Sexbierum Woerden Middenbeemster Avenhorn Amby Heyen 's-Heerenberg Beugen Bilthoven St. Anna Parochie Kuinre Bleskensgraaf Overveen Meerssen Naam van de Gemeente: Postadres van het Gemeentebestuur : Cadier en Keer C Heer D Dantumadeel Diemen Diepenveen Doniawerstal Doornspijk Dreischor Driel Driewegen Murmerwoude Diemerbrug Schalkhaar Langweer Elburg Schuddebeurs Kerkdriel Ovezande E Echteld Eethen Eikerzee Ermelo Escharen Est en Opijnen Etten en Leur Ochten Genderen (gem.-secr. en gem.-ontv. te Drongelen) Noordwelle Nunspeet Grave Opijnen Etten, N.-B. F Ferwerderadeel Ferwerd Fijnaart en Heijningen Fijnaart Franekeradeel Franeker Gaasterland Gassel Gasselte Giethoorn Gilze en Reyen Balk Escharen Gasselternijveen Giethoorn-Zuid Gilze Naam van de Gemeente: Ginneken en Bavel Groot Ammers Postadres van het Gemeentebestuur: Ginneken Nieuwpoort H Haarlemmerliede en Spaarn- woude Haarlemmermeer Harenkarspel Haskerland Hazerswoude Heerhugowaard Hei- en Boeicop Hekendorp Hemmen Hemelumer-Oldephaert en Noordwolde Hennaarderadeel Herwen en Aerdt Heukelum Heumen Hoedekenskerke Hoenkoop HoogblokÜand Hooge en Lage Zwaluwe Hoogeloon, Hapert en Casteren (Hoogeloon c.a.) Hoornaar Hummelo en Keppel Halfweg Hoofddorp-Haarlemmermeer Dirkshorn Joure Hazerswoude-Rijndijk Heerhugowaard-Zuid Lexmond Woerden Zetten Koudum Wommels Lobith-Tolkamer Asperen Malden Goes Benschop Gorinchem Hooge Zwaluwe Hoogeloon Gorinchem Laag-Keppel Idaarderadeel Grouw Jaarsveld J Lopik Naam van de Gemeente : Postadres van het Gemeentebestuur : Kamerik Kats Kattendijke Katwijk Katwoude Kesteren Kollumerland en Nieuw Kruisland Koog aan de Zaan Laagnieuwkoop Langbroek Lange Ruige Weide Laren, Gld. Leens Leerbroek Leeuwerderadeel Lemsterland Loenersloot Loon op Zand K Woerden Colijnsplaat Wilhelminadorp Katwijk aan Zee Monnikendam Opheusden Kollum Koog Zaandijk L Kockengen Cothen (gem.-secr. en gem.- ontv. te Nederlangbroek) Woerden Lochem Wehe Meerkerk Leeuwarden Lemmer Nieuwersluis Kaatsheuvel M Maarsseveen Maasbree Maashees en Overloon Meliskerke Menaldumadeel Mheer Mook en Middelaar Maarssen Blerick Maashees Grijpskerke Menaldum Eysden Mook N Nieuwer-Amstel Amstelveen Naam van de Gemeente : Nieuwland Nieuwvliet Nigtevecht Noorddijk Noordeloos Noordgouwe Noordwelle Postadres van het Gemeentebestuur: Meerkerk Groede Vreeland Oosterhoogebrug, post Groningen Gorinchem Schuddebeurs Renesse Odijk Odoorn Oldebroek Onstwedde Oostdongeradeel Ooststellingwerf Oploo c.a. (Oploo, St. Antho- nis en Ledeacker) Opsterland Oudenrijn Oudheusden c.a. Oudelande Ouder-Amstel Papekop Peursum Piershil Poederoyen Polsbroek O Bunnik Exloo Elburg Stadskanaal Metslawier Oosterwolde St. Anthonis Beesterzwaag De Meern Elshout (Burg. te Drunen) Baarland Ouderkerk aan den Amstel P Woerden Giessen-Nieuwkerk Goudswaard Brakel Benschop R Rpamsdonk Rauwerderhem Renkum Raamsdonksveer Rauwerd Oosterbeek Naam van de Gemeente : Rheden Rijnsaterwoude Rozendaal, Gld. Ruinen Ruwiel Postadres van het Gemeentebestuur: De Steeg Leimuiden Velp, Gld. Echten Nieuwersluis S Schelluinen Schiebroek Serooskerke (op Schouwen) Smallingerland Snelrewaard Sprang-Capelle Steenwij kerwold Stolwijk Stompwijk Giessen-Nieuwkerk Rotterdam Renesse Drachten Linschoten Sprang (gem.-secr. te Vrij- hoeve-Capelle) Steenwijk Haastrecht Leidschendam T Termunten Texel Tietj erksteradeel Tuil en 't Waal Woldendorp Den Burg (Texel) Bergum Schalkwijk Ubach over Worms Ubbergen Utingeradeel U Waubach Beek (bij Nijmegen) Akkrum V Valburg Veldhuizen Velp, N.-B. Veur Andelst Harmeien Grave Leidschendam Naam van de Gemeente : Vierpolders Vlagtwedde Voorst Postadres van het Gemeentebestuur : Brielle Sellingen Twello Waarder Wadenoyen Wamel Warder Wedde W eesper karspel Werken en Sleeuwijk, De Werkhoven Westbroek W etsdongeradeel Westmaas W eststellingwerf Wieringen Wijk aan Zee en Duin W ij mbritseradeel Wijngaarden Willige Langerak Wilsum Wisch Wittem Wonseradeel Zaandijk Zalk en Veecaten Zijpe Zuid- en Noord-Schermer W Woerden Drumpt Beneden-Leeuwen Kwadijk Blij ham Weesp Sleeuwijk Bunnik Achttienhoven Ternaard Mij nsheerenland Wolvega Hippolytushoef Beverwijk Sneek Molenaarsgraaf Lopik Kampen Varsseveld Mechelen Witmarsum Z Koog Zaandijk Kampen Schagerbrug Groot-Schermer § 4. VERBODEN VEREENIGINGEN. Door Minister Dr. H. Colijn, Voorzitter van den raad van ministers, zijn als vereenigingen verboden voor personeel in Rijksdienst aangewezen de volgende : a. de Communistische Partij Holland met den Communistischen Jeugdbond, den Revolutionnair Socialistischen Vrouwenbond en alle communistische z.g. mantelorganisaties ; b. het Landelijk Verbond van Sociaal-Anarchisten, de Alarmgroepen en het Landelijk Verbond van die groepen, de Bond van Anarcho-Socialisten, de Vrije Socialistische Vereeniging en het Fonds voor Internationale Solidariteit (F.I.S.) ; c. het Nederlandsch Syndicalistisch Vakverbond met de daarbij aangsloten Vakgroepen en zijn Arbeiders Jeugd Organisatie ; d. de Onafhankelijke Socialistische Partij (O.S.P.) (intusschen gefuseerd met R.S.P. tot R.SA.P., Revolutionnair Socialistische Arbeiders Partij), met haar Jeugdverbond (S.J.V.), de S.A.W. (Socialistische Arbeiders Weer- of Sportorganisaties met dezelfde voorletters), het Anti-Terreur-Fonds (A.T.F.) en de Vereeniging voor Sociale Ontwikkeling (V.V.S.C.) ; e. het Nederlandsch Arbeids Secretariaat (N.A.S.) en de daarbij aangesloten vakgroepen, de Revolutionnaire Jeugdbond (R.J.B.), de N.A.S. Vrouwenbond, de Vereeniging voor Volksontwikkeling (V.V.V.O.), het Proletarisch Steunfonds, alsmede de Revolutionnair Socialistische Partij (intusschen gefuseerd met O.S.P. tot R.S.A.P.); f. de Perhimpoenan Indonesia ; g. de Communistische Arbeiderspartij (K.A.P.) ; h. de groepen van Internationaal Communisten (G.I.C.) ; i. de Concentratie van Raden-Kommunisten; j. de Linksche Arbeiders Oppositie „Spartacus"; k. de Internationale Anti-militairistische Vereenigingen, het Internationaal Anti-militairistische Bureau; 1. de Vrijdenkers Vereeniging „De Dageraad" ; m. de Nationaal Socialistische Beweging (N.S.B., groep Mussert) ; n. de Nationaal Socialistische Nederlandsche Arbeiderspartij (N.S.N.A.P., Amsterdam) ; o. de Nationaal Socialistische Nederlandsche Arbeiderspartij (N.S.N.A.P., groep Smit en Haighton, Den Haag) ; p. de Algemeene Fascistenbond (groep Baars) ; q. het Verbond van Nationaal-solidaristen in Rijks-Nederland (groep Sinclair de Rochemont); r. het Verbond van Nationalisten (groep Dr. v. d. Mijle). Tot de z.g. mantelorganisaties bedoeld onder a. worden in elk geval gerekend de navolgende vereenigingen : 1. Vereeniging van Vrienden van de Sovjet-Unie (V.V.S.U.) ; 2. Internationale Roode Hulp „Holland" (I.R.H.) ; 3. Internationale Arbeiders Hulp (I.A.H.) ; 4. Revolutionnaire Vakvereenigings Oppositie (R.V.O.) ; 5. Landelijk Werkloozen Strijdcomité (L.W.S.C.) ; 6. Rood Frontstrijdersbond (R.F.B.) ; 7. Roode Sport Eenheid (R.S.E.) ; S. Arbeiders „Schaakbond Holland" (A.S.B.H.) ; 9. Arbeiders Voetbalbond „Holland" (A.V.B.H.) ; 10. Arbeiders Dambond „Holland" (A.D.B.H.) ; 11. Arbeiders Theaterbond „Holland" (A.T.B.H.) ; 12. Schrijvers-Collectief „Links richten" (L.R.) ; 13. Vereeniging van Arbeiders-Fotografen ; 14. Liga tegen imperialisme en voor nationale onafhankelijkheid; 15. Centraal Anti-Oorlogscomité (C.A.O.C.) ; 16. Marxistische Arbeidersschool (M.A.S.) ; 17. Nederland — U.S.S.R. ; 18. Proletarische Vrijdenkersvereniging (P.V.V.) ; 19. De Strijdhond tegen het Fascisme (S.T.F.) ; 20. Het Nederlandsch Comité van Kunstenaars en Intellectueelen ter bestrijding van de Terreur in Duitschland ; 21. Het Nederlandsche Boerencomité (N.B.C.) ; 22. De Roode Esperantisten, officieele naam „Nederlanda Unuiga Komitato (N.U.K.) ; INSIGNES OF ONDERSCHEID IN GSTEEKENEN. Met betrekking tot het dragen van onderscheidingsteekenen heeft de Regeering besloten vergunning te verleenen tot het dragen der volgende insignes en onderscheidingsteekenen: a. het schildje van eerste hulp bij ongelukken ; b. het kruis van verdienste en de medaille van verdienste van het Nederlandsche roode kruis ; c. de kenteekenen en insignes, verleend door het verbond van vereenigingen voor veilig verkeer; d. de medaille van het Nederlandsch olympisch comité; e. de onderscheidingsteekenen, uitgereikt aan de deelnemers van de internationale afstandsmarschen ; f. het kruis van verdienste en de medaille voor bijzondere toewijding van den Nederlandschen bond van vrijwillige burgerwachten ; g. het mobilisatieherinneringskruis; h. de groene Esperanto-ster; i. speldjes, kunstbloemen, vlaggetjes, enz., welke dienen als bewijs voor de bijdrage in een van overheidswege toegestane collecte of inzameling, doch slechts op den dag, waarop deze collecte of inzameling wordt gehouden. § 5. KLASSENINDEELING VAN DE GEMEENTEN, bijlage E van het Koninklijk Besluit van den 8sten Maart 1929, Staatsblad Nr. 72, tot vaststelüng van regelen ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren. EERSTE KLASSE. Alkmaar, Amersfoort, Amsterdam (gedeelte, op 31 December 1920 tot de eerste klasse behoorende, benevens de stadsgedeelten der voormalige gemeenten Buiksloot, Nieuwendam, Ransdorp en Sloten, het toegevoegde gebied der gemeente Ouder-Amstel), Arnhem, Assen, Delft, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Gouda, 's-Gravenhage, Groningen, Haarlem, Heerlen, den Helder, 's-Hertogenbosch (behalve Orthen), Hilversum, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Middelburg, Nijmegen, Rotterdam (behalve Hoek van Holland), Schiedam, Schrans (gem. Leeuwarderadeel) , Tilburg, Treebeek (gem . Amstenrade), Utrecht, Vlaardingen, Vlissingen, Wageningen, IJmuiden (groot) en Velsen (dorp) (gem. Velsen), Zaandam, Zandvoort, Zwolle. TWEEDE KLASSE. Aalsmeer, Aalten, Almelo, Alphen aan den Rijn, Ambt-Hardenberg, Ambij, Ameland, Amstenrade (behalve Treebeek), Amsterdam (het landelijk deel van de voormalige gemeenten Buiksloot en Nieuwendam, de onderdeelen Durgerdam en Schellingwoude van de voormalige gemeente Ransdorp, het landelijk deel van het toegevoegde gebied van de gemeente Ouder-Amstel en het toegevoegde gebied van de gemeente Westzaan), Anloo, Apel (ter) (gem. Vlagtwedde), Apeldoorn (dorp), Assendelft, Avereest, Baarn, Beek (L.), Beilen, Bergen (N.H.), Bergen op Zoom, Berg en Terblijt, Beverwijk, Bildt (de), Blerik (gem. Maasbree), Bloemendaal, Bocholtz, Bodegraven, Bolsward, Borger, Boskoop, Boxtel, Breda, Brielle, Brunssum, Bussum, Coevorden, Culem- borg, Delfzijl, Doesburg, Doetinchem, Dongen, Dragten (gem. Smallingerland), Edam, Ede (kom), Emmen, Enkhuizen, Epe, Eygelshoven, Franeker, Geleen, Ginneken, Goes, Gorinchem, 's-Gravenzande, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Hansweert (gem. Kruiningen), Harderwijk, Haren, Harlingen, Havelte, Heemstede, Heer, Heerenveen, Hellevoetsluis, Helmond, Hengelo (O.), Hillegersberg, Hillegom, Hindeloopen, Hoek v. Holland (gem. Rotterdam), Hoensbroek, Hoogeveen, Hoogezand, Hoorn, Houthem, Hulsberg, Kampen, Katwijk, Kerkrade, Klimmen, Koog a/d. Zaan, Krimpen a/d. IJssel, Krommenie, Laren (N.H.), Leerdam, Lisse, Lonneker, Maassluis, Marken, Meerssen, Meppel, Munnekemoer (gem. Vlagtwedde), Muntendam, Musselkanaal (gem. Onstwedde), Naarden, Neuzen ter, Nieuwenhagen, Nieuwer-Amstel, Noordwijk, Nuth, Odoorn, Oldenzaal, Oosterhout, Oostzaan, Orthen (gem. 's-Hertogenbosch), Oude-Pekela, Ouder-Amstel, Oud Valkenburg, Overschie, Peize, Poederoyen, Purmerend, Renkum, Rheden, Roermond, Roosendaal en Nispen, Rijswijk (Z.H.), Sappermeer, Schaesberg, Scheemda, Schiermonnikoog, Schinnen, Schin op Geulle, Schinveld, Simpelveld, Sittard, Sleen, Sliedrecht, Smilde, Sneek, Soesterberg (gem. Soest), Spaubeek, Spijkenisse, Stadskanaal en Stads-Musselkanaal (gem. Onstwedde) , Steenwijk, Terschelling, Texel, Tiel, Ubach over Worms, Urk, Vaals, Valkenburg (L.), Veendam, Veenhuizen (gem. Norg), Velsen (overig deel), Venlo, Veur, Vlieland, Voerendaal, Voorburg, Waalwijk, Wassenaar, Weesp, Westzaan, Wieringen, Wildervank, Winschoten, Winterswijk, Woerden, Wormer, Wormerveer, Wijnandsrade, Zaandijk, Zaltbommel, Zeist, Zevenaar, Zevenbergen, Zierikzee, Zuidbroek, Zuidwolde, Zuilen (stadsgedeelte), Zutphen, Zwijndrecht. DERDE KLASSE. Bij Koninklijk Besluit dd. 1 Juni 1935, Staatsblad Nr. 326, zijn in de derde klasse gerangschikt onderstaande gemeenten of gedeelten van gemeenten. Aar (Ter), Abbekerk, Abcoude-Baambrugge, Abcoude-Proostdij, Akersloot, Alblasserdam, Alkemade, Amsterdam (overig deel), Amerongen, Andijk, Ankeveen, Anna Paulowna, Apeldoorn (overig deel), Appelscha (gem. Ooststellingwerf), Appingedam, Arkel, Axel, Barendrecht, Barneveld, Barsingerhorn, Bedum (kom), Beemster, Beyerland (Oud-), Bennebroek, Bergum (gem. Tietjerksteradeel), Berkel, Berkhout, Bildt ('t), Bingelrade, Blaricum, Blokker, Borculo, Borgharen, Borne, Bovenkarspel, Box- meer, Breskens, Breukelen-Nijenrode, Breukelen-St. Pieters, Broek in Waterland, Broek op Langendijk, Broeksittard, Brouwershaven, Bruinisse, Brummen, Budel, Buitenpost (gem. Achtkarspelen), Bunde, Bunnik, Capelle a/d. IJssel, Castricum, Cuyk (gem. Cuyk en St. Agatha), Delden (Ambt-), Delden (Stad-), Denekamp, Deurne (kom), Diemen, Diever, Dokkum, Domburg, Doorn, Driebergen-Rijsenburg, Druten (kom), Dwingelo, Echt, Ede (overig deel), Eelde, Eemnes, Egmond aan Zee, Egmond-Binnen, Eibergen, Eysden, Elburg, Elsloo, Eist, Ermelo, Etten en Leur, Gasselte, Geertruidenberg, Geldermalsen, Geldrop, Gemert, Gendringen (kom), Gennep, Geulle, Gieten, Gilze en Rven, Goirle, Goor, Gorredijk (gem. Opsterland), Gorssel, Grave, 's-Graveland, 's-Gravendeel, Grevenbicht, Groenlo, Groesbeek, Grootebroek, Gulpen, Haaksbergen, Halsteren, Hardenberg (Stad-), Hardinxveld, Harenkarspel, Harmeien, Hasselt, Hattem, Hazerswoude, Heemskerk, Heerde, 's-Heerenberg (gem. Bergh), Heerhugowaard, Heilo, Hellendoorn, Helvoet (Nieuw-), HendrikIdo-Ambacht, Heusden, Hilvarenbeek, Hoogkarspel, Hoogkerk, Hoogwoud, Horst, Huissen, Huizen, Idaarderadeel, IJlst, IJsselmonde, IJsselstein, Ilpendam, Itteren, Jabeek, Joure (gem. Haskerland), Jutphaas, Kethel, Koedijk, Kortenhoef, Koudekerk, Krimpen a/d. Lek, Kwadijk, Landsmeer, Leek (kom), Leersum, Leeuwarderadeel (overig deel), Leiderdorp, Leimuiden, Lekkerkerk, Lekkerland (Nieuw-), Lemsterland, Leusden, Lichtenvoorde, Lier (De), Limbricht, Limmen, Lochem, Loenen, Loenersloot, Loon op Zand, Loosdrecht, Losser, Maarssen, Maarten (St.), Maartensdijk, Maasbracht, Maasland, Medemblik, Meeden, Merkelbeek, Michielsgestel (St.), Middelharnis, Midwoud, Mijdrecht, Moerdijk (gem. Hooge en Lage Zwaluwe en gem. Klundert), Moergestel, Monnikendam, Monster, Montfoort, Moordrecht, Muiden, Munstergeleen, Naaldwijk, Nederhorst den Berg, Neede, Nieuwe-Niedorp, Nieuwe-Pekela, Nieuwerkerk a/d. IJssel, NieuweSchans, Nieuwstad, Nieuwveen, Nigtevegt, Nijkerk, NoordScharwoude, Noordwijkerhout, Noordwolde (gem. Weststellingwerf), Nootdorp, Obbicht en Papenhoven, Odijk, Oegstgeest, Oirsbeek, Oisterwijk, Oldebroek, Olst, Ommen (kom), Oostburg, Oosten West Souburg, Oosthuizen, Oostvoorne, Ootmarsum, Opperdoes, Oss, Oudenbosch, Oude-Niedorp, Oudenrijn, Ouderkerk a/d. IJssel, Oudewater, Oudkarspel, Oudorp, Pancras (St.), Papendrecht, Pijnacker, Poortugaal, Princenhage, Putten, Raalte (kom), Raamsdonk, Rhenen, Rhoon, Ridderkerk, Rijnsaterwoude, Rijnsburg, Rijp (De), Rijssen, Roosteren, Rotterdam (overig deel), Rozendaal, Sassenheim, Sas van Gent, Schagen, Schiebroek, Schijndel, Schimmert, Schipluiden, Schoonhoven, Schoorl, Sluis, Soest (overig deel), Sommelsdijk, Spanbroek, Sprang-Capelle, Steenbergen (gem. Steenbergen en Kruisland), Stein, Stompwijk, Susteren, Swalmen, Tegelen, Terborg (gem. Wisch), Teteringen, Tholen, Tienhoven, Twisk, Ubbergen, Uden, Uitgeest, Uithoorn, Uithuizen, Ulestraten, Urmond, Utingeradeel, Valkenburg (Z.H.), Valkenswaard, Veenendaal, Veghel, Veldhoven, Veldhuizen, Velp, Venhuizen, Venray, Vianen, Vinkeveen, Vlaardinger-Ambacht, Vleuten, Voorhout, Voorschoten, Voorst, Vorden, Vreeland, Vreeswijk, Vriezenveen, Vught, Waalre, Waddinxveen, Warffum, Warmenhuizen, Warnsveld (stadsgedeelte), Wateringen, Weert, Weesperkarspel, Wemeldinge, Werken (De) en Sleeuwijk, Werkendam, Wervershoof, Westervoort, Westwoud, Wierden, Wieringerwaard, Wijchen, Wijdewormer, Wijhe, Wijk aan Zee en Duin, Wijk bij Duurstede, Wijlre, Wijmbritseradeel, Willemstad, Wilnis, Winkel, Wittem, Wognum, Wolvega (gem. Weststellingwerf), Wonseradeel, Workum, Woubrugge, Yerseke, Zetten (gem. Valburg), Zijpe, Zoeterwoude, Zuidhorn, Zuidlaren, Zuid-Scharwoude, Zuilen (overig deel), Zwaag, Zwammerdam, Zwartsluis, Zwollerkerspel. VIERDE KLASSE. De overige gemeenten of gedeelten van gemeenten. 6. LIJST VAN BEDRIJFSKLASSEN. Nummer der bedrijfs- Benaming der bedrijfsklassen : klasse : 1. Vervaardiging van aardewerk, glas, kalk en steenen; 2. Bewerking van diamant en andere edelsteenen; 3. Boek- en steendrukkerijen, drukkerijen van gravures, fotografische ateliers ; 4. Bouwbedrijven, enz.; 5. Chemische nijverheid ; 6. Hout-, kurk-, stroobewerking, enz.; 7. Kleeding en reiniging ; 8. Kunstnijverheid; 9. Leder, wasdoek, rubber ; 10. Oer, steenkolen, turf ; 11. Metaalnijverheid, scheeps- en rijtuigbouw ; 14. Papier; 15. Textielnijverheid; 16. Gas- en electriciteitsbedrijven ; 17. Bereiding van voedings- en genotmiddelen; 18. Landbouwbedrijven; 19. Visscherij en jacht; 20. Handel; 21. Verkeerswezen; 22. Crediet- en bankwezen ; 23. Verzekeringswezen; 24. Overige bedrijven en vrije beroepen ; 25. Onderwijs; 26. Huiselijke diensten ; 27A. Ongeschoolde fabrieks- en andere arbeiders, die zich als zoodanig aanbieden en gevraagd worden; 27B. Personen, geen handarbeiders, zonder voorkeur voor een bepaald (geen vakkennis vereischend) beroep ; 28. Godsdienst. 15 — BIJLAGEN. — ONDERVERDEELING DER BEDRIJFSKLASSEN IN BEDRIJFSGROEPEN. !) KLASSE I. Vervaardiging van aardewerk, glas, kalk en steenen. 1. Baksteenfabrieken en brikkenbakkerijen; fabrieken van vuurvaste steenen. 2. Kalkzandsteenfabrieken. 3. Kunststeenfabrieken. 4. Fabrieken van aardenbuizen, dakpannen, vloertegels (geen cement). 5. Grofaardewerkfabrieken, fijnaardewerkfabrieken en porceleinfabrieken; muurtegel- en bouwaardewerkfabrieken. 6. Venster- en spiegelglasfabrieken. 7. Overige glasfabrieken. 8. Glasbewerkingsinrichtingen. 9. Cementfabrieken. 10. Kalk-, gips-, tras- en krijtfabrieken. 11. Cementwarenfabrieken (w.o. cementsteen-, buizen-, tegel-, pannenfabrieken). 12. Fabrieken van gipsplaten. KLASSE II. Bewerking van diamant en andere edelsteenen. 1. Inrichtingen tot bewerking van diamant e.a. edelsteenen. KLASSE III. Boek- en steendrukkerijen, drukkerijen van gravures, fotografische ateliers. 1. Boek-, handels- en courantendrukkerijen. 2. Steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen. 3. Inrichtingen tot vermenigvuldiging van geschriften, e.d. 4. Chemigrafische inrichtingen. 5. Fotografische ateliers. 6. Filmfabrieken. !) Ontleend aan een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (Volkstellinc 31 December 1930, Deel X, Bedrijfs- en Beroepsklappers, uitgegeven 1934). KLASSE IV. Bouwbedrijven, enz. 1. 2. Openbare werken (niet afzonderlijk genoemd). 3. Bouw en onderhoud van gebouwen. 4. 5. Betonbouwbedrijven. 6. Slooperijen. 7. Grondwerken en waterbouwkundige werken, heiers- en baggerbedrijven. 8. Pomp- en putboorderijen. 9. Straatmakersbedrijven. 10. Aanleg van macadam-, asphaltwegen e.d. en onderhoud van wegen. 11. Stukadoors- en wittersbedrijven. 12. Schildersbedrijven en glazenmaker ij en. 13. Steenhouwerijen, -zagerijen en -slijperijen. 14. Dakdekkersbedrijven. 15. Vloerleggersbedrijven. 16. Behangerijen en stoffeerderijen. 17. Glazen- en puiwasscherijen en schoonmaakinrichtingen. 18. Schoorsteenvegersbedrijven. 19. Bedrijven voor zuivering en ontsmetting van gebouwen enz. 20. Openbare reinigings- en ontsmettingsdiensten. KLASSE V. Chemische nijverheid. 1. Zwavelzuurf abrieken. 2. Zoutzuurfabrieken. 3. Superphosphaatfabrieken. 4. Kunstmestfabrieken (uitgezonderd superphosphaat- en beendermeelfabrieken) . 5. Lijm- en gelatinefabrieken e.a. beenderverwerkingsinrichtingen. 6. Raffinaderijen van petroleum e.d. Teerdistilleerderijen. 8. Fabrieken van asphalt en asphaltpapier. 9. Magnesietmalerijen en magnesiafabrieken. 10. Isoleermateriaalf abrieken. 11. Zinkwitfabrieken. 12. Loodwitfabrieken. 13. Verf stof fenfabrieken (uitgezonderd lood- en ziiikwitfabrieken). 14. Verf maler ij en, vernis- en lakstokerijen. 15. Inkt- en zegellakfabrieken. 16. Dextrinefabrieken. 17. Fabrieken van ontplofbare stoffen. 18. Lucifersfabrieken. 19. Fabrieken van samengeperste gassen. 20. 21. Kaarsen- en waxinefabrieken. 22. Zeepfabrieken. 23. Sodaraffinaderijen, 24. Fabrieken van genees- en verbandmiddelen. 25. Essences- en reukstoffenfabrieken. 26. Parfumerie- en tandmiddelenfabrieken. 27. Poets- en smeermiddelenfabrieken. 28. Andere chemische fabrieken. 29. Apothekersbedrijven. KLASSE VI. Hout-, kurk-, stroobewerking, enz. 1. Houthakkerijen en houtschillerijen. 2. Schorsmalerijen. 3. Houtzagerijen en -schaverijen. 4. Timmerfabrieken. 5. Houtbereidingsinrichtingen. 6. Fabrieken van triplexhout. 7. Parketvloerenfabrieken. 8. Kistenfabrieken en kistenmakerijen. 9. Kuiperijen. 10. Klompenfabrieken en klompenmakerijen. 11. Meubelfabrieken en meubelmakerijen. 12. Lijstenfabrieken en encadreerinrichtingen. 13. Biljartfabrieken. 14. Fabrieken van zonneschermen, rolluiken en jaloezieën. 15. Overige houtwarenfabrieken. 16. Mandenmakerijen en teenschillerijen. * 17. Rietwarenfabrieken. 18. Rieten- en biezenmattenmakerijen. 19. Hoepelmakerijen. 20. Borstel- en bezemfabrieken. 21. Ivoordraaierijen. 22. Knoopen- en baleinenfabrieken. 23. Celluloidwarenfabrieken 24. Fabrieken van hoornen, barnsteen, schildpad e.d. voorwerpen. 25. Houten koffer- en etuifabrieken. 26. Kurkwarenfabrieken. 27. Fabrieken van reddingsartikelen 28. Fabrieken van stroohulzen e.a. artikelen uit stroo. 29. Hooi-, stroo- en rietperserijen, -hakkerijen en -malerijen. 30. Zeemosbinderijen. KLASSE VII. Kleeding en Reiniging. 1. Kleermakerijen en confectiefabrieken (bovenkleeding). 2. Onderkleeding- en huishoudgoederenfabrieken. 3. Corsettenmakerijen. 4. Fabrieken van boorden, manchetten en dassen, enz. 5. Heerenhoeden- en pettenfabrieken. 6. Dameshoedenfabrieken, modisterijen. 7. Stofknoopenfabrieken. 8. Parapluiefabrieken. 9. Bontwerkerijen. 10. Handwerkateliers en vervaardiging van lampekappen. 11. Bedden- en matrassenmakerijen, dekenstikkerijen. 12. Zeilmakerijen, tenten- en dekkleedenfabrieken. 13. Zakkennaaierijen en -verstellerijen. 14. Sponsenbereidingsinrichtingen. 15. Kapperszaken en haarbewerkingsinrichtingen. 16. Wasch- en strijkinrichtingen. 17. Chemische wasscherijen en -ververijen, tapijtreinigingsinrichtingen. 18. Bad- en zweminrichtingen. KLASSE VIII. Kunstnijverheid. 1. Beelden- en ornamentenfabrieken. 2. Beeldhouwerijen. 3. Kunstschildersateliers. 4. Calligrafeerinrichtingen. 5. Kunstnaaldwerkateliers, sierkunstateliers en kantwerkerijen. KLASSE IX. Leder, wasdoek, rubber. 1. Huidenzouterijen en -blooterijen. 2. Leerlooierijen en andere fabrieken voor de bewerking van huiden, leerfabrieken. 3. Drijfriemenfabrieken. 4. Schoenfabrieken en schoenmakerijen. 5. Lederwarenfabrieken, pickerfabrieken, zadel- en tuigmakerijen. 6. Rubberfabrieken. 7. Linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabrieken. 8. Kunstgebittenfabrieken en tandtechnische werkplaatsen. KLASSE X. Oer, steenkolen, turf. 1. Opsporing van delfstoffen. 2. Steenkolenmijnen. 3. Bruinkoolgroeven. 4. Cokesfabrieken. 5. Brikettenfabrieken. 6. Veenderijen. 7. Turf strooiself abrieken. 8. Oerdelverijen. 9. Zoutontginningen 10. Delverijen van klei, zand en grind. 11. Mergelgroeven. 12. Schelpenvisscherijen en -zuigerijen. KLASSE XI. Metaalnijverheid, scheeps- en rijtuigbouw. 1. Hoogovenbedrijven. 2. Tinfabrieken. 3. Electrotinf abrieken. 4. Zinkfabrieken. 5. Staalgieterijen. 6. Ijzer- en metaalgieterijen. 7. Lettergieterijen. 8. Koperpletterijen 9. Lood-, zink-, enz. -pletterijen en -perserijen. 10. Bladtin- en bladaluminium(stanniol) fabrieken. 11. Capsulefabrieken. 12. Koper- en blikslagerijen. 13. 14. Radio-installatie-inrichtingen. 15. Loodgieterijen, zinkwerkerijen, aanleg van gas- en waterleiding, sanitaire installaties en centrale verwarming. 16. Smederijen, kettingfabrieken, bankwerkerijen, draaierijen, autogene laschinrichtingen en plaatwellerijen. 17. Emailleerfabrieken. 18. Galvaniseerinrichtingen, lakkerijen, schoopeerinrichtingen. 19. Stempelfabrieken en graveerinrichtingen. 20. Metaalwaren- en lampenfabrieken. 21. Draad-, draadnagel- en spijkerfabrieken. 22. Klinknagelfabrieken. 23. Schroeven-, bouten- en moerenfabrieken. 24. Fabrieken van ijzeren en stalen buizen. 25. Electrische draad- en kabelfabrieken 26. Fabrieken van staaldraadkabels. 27. Draadvlechterijen en metaalgaasfabrieken. 28. Blikwarenfabrieken. 29. Gereedschapmakerijen en ijzerwarenf abri eken. 30. IJzerenmeubelfabrieken. 31. Slotenfabrieken. 32. Brandkastenfabrieken. 33. Haarden- en kachelfabrieken. 34. Wapen- en munitiefabrieken. 35. Hoefijzerfabrieken. 36. Constructiewerkplaatsen. 37. Ketelmakerijen. 38. Machinefabrieken en appendagefabrieken. 39. Scheepswerven. 40. Fabrieken van scheepsbenoodigdheden (masten, blokken, enz.). 41. Scheeps- en machineslooperijen. 42. Automobiel- en motorrijwielfabrieken. 43. Rijwielfabrieken en herstelplaatsen van automobielen, motorrijwielen en rijwielen. 44. Vliegtuigfabrieken. 45. Spoor- en tramwegwerkplaatsen. 46. Wagon- en carrosseriefabrieken. 47. Wagenmakerijen. 48. Kinderwagenfabrieken. 49. Gloei- en radiolampenfabrieken 50. Electrotechnische fabrieken en -installatie-inrichtingen. 51. Gas-, electriciteits- en watermeterfabrieken. 52. Instrumentmakerijen. 53. Muziekinstrumentenfabrieken. 54. Klokken- en uurwerkfabrieken, horlogemakerijen. 55. Goud- en zilversmederijen. 56. Rijkswerven. 57. Naalden- en speldenfabrieken. KLASSE XIV. Papier. 1. Houtslijpfabrieken. 2. Cellulosefabrieken. 3. Stroostoffabrieken. 4. Papierfabrieken. 5. Stroocartonfabrieken. 6. Papierwarenfabrieken. 7. Cartonnagefabrieken. 8. Boekbinderijen. KLASSE XV. Textielnijverheid. 1. Vlasserijen. 2. 3. Kapok- en wattenfabrieken. 4. Wolwasscherijen. 5. Wolspinnerijen. 6. Sajetfabrieken. 7. Wol verver ij en. 8. Wolweverijen (inclusief appreteerderijen). 9. Wollendeken- en viltfabrieken. 10. Tricotagefabrieken en breierijen. 11. Katoenspinnerijen. 12. Katoenweverijen (inclusief appreteerderijen) en moltondekenfabrieken. 13. Katoenbleekerijen. 14. Katoenververijen. 15. Katoendrukkerijen. 16. Poetskatoen- en katoenafvalfabrieken. 17. Spoeler ij en en twijnerijen. 18. Vlasspinnerijen. 19. Linnenweverijen (inclusief appreteerderijen). 20. Jutespinnerijen. 21. Juteweverijen (inclusief appreteerderijen). 22. Kunstzijdefabrieken. 23. Touwslagerijen en garenspinnerijen. 24. Nettenfabrieken. 25. Tapijt- en mattenfabrieken. 26. Fluweel-, trijp- en moquettefabrieken. 27. Vitrageweverijen. 28. Kantfabrieken. 29. Band-, veter- en koordfabrieken. 30. Passementfabrieken. 31. Paardenhaarbewerking. 32. Plantenhaarbewerking. KLASSE XVI. Gas- en electriciteitsbedrijven. 1. Gasfabrieken. 2. Electriciteitsbedrijven. KLASSE XVII. Bereiding van voedings- en genotmiddelen. 1. Graandorscherijen. 2. Granen- en zadenzuiveringsinrichtingen. 3. Gort- en rijstpellerijen en grutterijen. 4. Meelfabrieken, graanmalerijen en veevoederfabrieken. 5. Brood- en beschuitfabrieken en broodbakkerijen. 6. Banketbakkerijen. 7. Biscuits- en koekfabrieken. 8. Fabrieken van bakkersartikelen. 9. Puddingpoederfabrieken. 10. Vermicelli- en macaronifabrieken. 11. Aardappelmeelfabrieken. 12. Glucose-, stroop- en sagofabrieken. 13. Stijfselfabrieken. 14. Ijsfabrieken. 15. Beetwortelsuikerfabrieken. 16. Suikerraffinaderijen. 17. Kandij fabrieken. 18. Suikerwerkfabrieken. 19. Cacao- en chocoladefabrieken. 20. Cacao-extractiefabrieken. 21. Boter-, kaas- en melkproductenfabrieken. 22. Margarinefabrieken. 23. Vetsmelterijen. 24. Oliefabrieken. 25. 26. Groentezouterijen, -drogerijen en inmakerijen van groenten, vruchten en aardappelen. 27. Fabrieken van verduurzaamde groenten en vruchten in glas en blik ; vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabrieken. 28. Waterleidingen. 29. Abattoirs. 30. Slachterijen en vleeschwarenfabrieken. 31. Vischbewerkingsinrichtingen. 32. Darmenbewerker ij en. 33. Branderijen, gist- en spiritusfabrieken. 34. Distilleerderijen en likeurstokerijen. 35. Bierbrouwerijen en mouterijen. 36. Azijnf abrieken. 37. Wijn- en bierbottelarijen. 38. Limonade- en mineraalwaterfabrieken. 39. Tabaksfabrieken en tabakskerverijen. 40. Sigarenfabrieken en sigarenmakerijen. 41. Sigarettenf abrieken. 42. Koffiebranderijen en theepakkerijen. 43. Koffiestroopfabrieken en cichoreibranderijen. 44. Zoutziederijen. 45. Mosterd- en specerijfabrieken. 46. Koksbedrijven en kokerijen. KLASSE XVIII. Landbouwbedrijven. 1. Landbouw (akkerbouw en veehouderij). 2. . Groenten- en ooftteelt. 3. Boomkweekerijen. 4. Bloemisterijen en tuinierderijen. 5. Bloembollencultuur. 6. Zaadteelt. 7. Boschbouw. 8. Ontginning. KLASSE XIX. Visscherij en jacht. 1. Zee- en kustvisscherij. 2. Zoetwatervisscher ij. 3. Oester- en mosselteelt. 4. Overige vischteelt. 5. Jacht. KLASSE XX. Handel. 1. 2. Groot-, tusschen- en detailhandel (geen winkels). 3. Warenhuizen, bazars, toko's. 4. Nieuwsbureaux. 5. Uitgeversbedrijven (uitgezonderd uitgevers van dagbladen). 6. Handel in onroerend goed ; woningbureaux. 7. Handel in vaartuigen. 8. Markt- en tentoonstellingswezen, goederenbeurzen. 9. Venters en opkoopers. 10. V erhuurinrichtingen. 11. Reizigers, agenten, enz. 12. Advies-, bemiddelings-, plaatsings- en reclamebureaux. 13. 14—49 Winkels, toonzalen en kiosken voor bepaalde artikelen, t.w. : 14. Huishoudelijke en sanitaire artikelen (kachels, emaille-, glasen blikwaren, aardewerk, porcelein, verfwaren, bezems, borstels, enz., baden, geysers). 15. Optische instrumenten (brillen, microscopen, barometers, kijkers). 16. Goud, zilver, edelgesteenten en uurwerken. 17. Boeken, kantoorbehoeften, couranten. 18. Fotografische artikelen. 19. Kunstvoorwerpen, schilderijen, lijsten, antiquiteiten. 20. Woninginrichting (meubels, tapijten, gordijnen, bedden, behangselpapier, riet- en mandwerk, enz.). 21. Ijzerwaren en gereedschappen (scheepsbenoodigdheden, landbouwwerktuigen, messen, vuurwapens, enz.). 22. Parfumeriën en toiletartikelen. 23. Drogerijen, genees- en verbandmiddelen. 24. Galanterieën, kramerijen en speelgoed, lederwaren (uitgezonderd schoenen), sloyd- en handwerkartikelen. 25. Dames-, heeren- en kinder-, boven- en onderkleeding en mode-artikelen (lingeries, corsetten, kousen, boorden, dassen, handschoenen, enz.), heerenhoeden, manufacturen. 26. Dameshoeden. 27. Schoenen en schoenmakersfournituren. 28. Brandstoffen. 29. Naaimachines. 30. Rijwielen, motorrijwielen en automobielen. 31. Muziekinstrumenten (inclusief piano's). 32. Uitdragerijen. 33. Brood (bakkerswinkels, al of niet verbonden aan banketbakkerswinkels) . 34. Kruidenierswaren (inclusief koffie en thee, enz.). 35. Visch. 36. Snoeperijen. 37. Melk, boter en kaas. 38. Groenten, aardappelen en fruit. 39. Vleesch en vleeschwaren. 40. Wijn en gedistilleerd. 41. Tabak en sigaren (inclusief pijpen, enz.). 42. Wild en gevogelte. 43. Bloemen (inclusief bloembollen, zaden en grafkransen). 44. Levende dieren (vogels, goudvisschen, enz.). 45. Kantoormachines en kantoormeubelen. 46. Overige winkels. 47. Radiotoestellen en gramofoons. 48. Electrische apparaten. 49. Banket (inclusief chocolade, suikerwerken, enz.). 50. Uitgevers van dagbladen. KLASSE XXI. Verkeerswezen. 1. Spoorwegen (stoom en electrische tractie). 2. Tramwegen (stoom en electrische tractie). 3. Autobusondernemingen. 4. Autoverhuurinrichtingen en autogarages. 5 . 6. Rijwielbewaarplaatsen. 7. Omnibusdiensten, paardentrams. 8. Stalhouderijen. 9. Luchtvaart (exclusief militaire luchtvaart). 10. Zeescheepvaart. 11. Binnenscheepvaart. 12. Veerdiensten. 13. Loods- en seinwezen. 14. Sluis- en havenwezen. 15. Reddingswezen. 16. Scheepsjagers. 17. Expediteursbedrijven, bedrijven voor lading en lossing (stuwadoors, cargadoors, enz.), veem- en pakhuisbedrijven. 18. Bestel- en bodediensten. 19. Overige transportondernemingen. 20. Ontvangstations en verzendkantoren. 21. Bergingsdiensten. 22. Begrafeniswezen. 23. Posterijen, telegrafie en telefonie. 24. Radiozend- en -ontvanginrichtingen. 25. Hotels en restaurants.— 26. Pensions en tehuizen. 27. Café's, tapperijen, theeschenkerijen, enz. 28. Reisbureaux en gidsen. KLASSE XXII. Crediet- en bankwezen. 1. Bankinstellingen, kassiers en commissionnairs in effecten. 2. Chèque- en girodiensten. 3. Geldwisselaars. 4. Hypotheekbanken. 5. Spaarbanken. 6. Banken van leening en pandjeshuizen. 7. 8. Loterijkantoren. KLASSE XXIII. Verzekeringswezen. 1. Verzekeringsmaatschappijen en ziekenfondsen, e.d. KLASSE XXIV. Overige bedrijven en vrije beroepen. 1. Hooge Colleges van Staat, departementen van algemeen bestuur en daaronder ressorteerende instellingen, voor zoover niet elders genoemd; provinciale-, gemeente-, waterschaps- en polderbesturen. 2. Diplomatie en consulaatwezen. 3. Financie- en belastingwezen. 4. Tollen. 5. Rechts-, politie- en gevangeniswezen. 6. Arbeidsinspectie, volksgezondheid, enz. 7. Krijgswezen. 8. Bemalingsinrichtingen. 9. Brandweer. 10. Archieven, musea, e.a. wetenschappelijke instellingen en verzamelingen. 11. Bibliotheken en leeszalen. 12. Advocatenkantoren, rechtskundige bureaux e.d. 13. Notariskantoren. 14. Accountantskantoren. 15. Ingenieurs- en architectenbureaux. 16. Administratiekantoren. 11. Kantoren van organisaties van werkgevers en werknemers. 18. Journalistiek. 19. Tolken en translateurs. 20. Dokterspractijken. 21. Tandartsenpractijken. 22. Ziekenhuizen, klinieken, herstellingsoorden e.d. 23. Verpleging van armen, behoeftigen, enz. 24. Kinderbewaarplaatsen. 25. Schouwburgen, concert- en feestgebouwen. 26. Bic«copen. 27. Tooneel-, opera-, cabaretgezelschappen, orkesten, voor eigen rekening werkende artisten, e.d. 28. Circus-, kermisgezelschappen e.d. 29. Letterkundigen, beeldhouwers, kunstschilders, e.d. 30. Sportinrichtingen. 31. Niet te rangschikken bedrijven en beroepen. 32. Veeartspractijken. 33. Vroedvrouwen. 34. Massage-inrichtingen, heilgymnastiek-inrichtingen en magnetiseurs. 35. Verplegers en verpleegsters voor eigen rekening. KLASSE XXV. Onderwijs. 1. Hcoger onderwijs. 2. Voorbereidend hooger en middelbaar onderwijs. 3. Lager onderwijs. 4. Onderwijzersopleiding. 5. Militair onderwijs. 6. Vakonderwijs voor jongens. 7. Vakonderwijs voor meisjes. 8. Taalscholen. 9. Kunst- en teekenacademies. 10. Muziekscholen. 11. Dansscholen. 12. Sportscholen (w.o. maneges). 13. Bewaarscholen. 14. Opleidingscursussen (niet afzonderlijk genoemd) 15. Muziekonderwijzers (voor eigen rekening). KLASSE XXVI. Huiselijke diensten. 1. Huiselijke diensten. KLASSE XXVIIA. Ongeschoolde fabrieks- en andere arbeiders, die zich als zoodanig aanbieden en gevraagd worden. KLASSE XXVIIB. Personen, (geen handarbeiders) zonder voorkeur voor een bepaald (geen vakkennis vereischend) beroep. KLASSE XXVIII. Godsdienst. 1. Kerkgenootschappen of kerkelijke gezindten. § 7. BEROEPSKLAPPER. In deze beroepsklapper zijn ± 5500 beroepen samengebracht. Hierbij is v.n.1. de keuze gevallen op die beroepen in welke voor het meerendeel door de arbeidsbeurzen wordt of kan worden bemiddeld. Er is gestreefd naar het scheppen van eenheid van rubriceering, naar overzichtelijkheid en practische nuttigheid. Zeer zeker zullen vele belanghebbenden in dezen klapper, waarin de officieele indeelingen der bedrijven en bedrijfsgroepen, de nevenbenamingen uiteraard, voor zooveel noodig, zijn aangehouden, een handig naslagwerk vinden. De bedoeling ligt voor om geleidelijk een meer gedetailleerde omschrijving in te lasschen, aanduidingen omtrent loonen en collectieve arbeidsovereenkomsten e.d. toe te voegen. O.m. zijn gegevens verwerkt van het Centraal Bureau voor de Statistiek (Volkstelling 31 December 1930, Deel X, 's-Gravenhage 1934) en het Normalisatie-Bureau voor Arbeidszaken in de Metaalnijverheid (N. A. M.). De beroepsnamen, voorkomende achter de vetgedrukte, geven aan synoniemen, onderdeelen van het ook gedifferentieerd voorkomende hoofdberoep, of wel met het vetgedrukte in verbandstaande nevenberoep. Zooveel mogelijk is hiermede getracht te bereiken een verduidelijking van den aard van het eerstgenoemde beroep. De cijfers, direct achter het vetgedrukte beroep tusschen haakjes geplaatst, geven aan dat de betreffende beroepen, voorkomende in de metaalnijverheid, den scheeps- of rijtuigbouw, zijn te rangschikken onder 1 (= geschoolden), 2 (= geoefenden) of 3 ( — ongeschoolden), overeenkomstig de desbetreffende opvattingen van het Normalisatie-Bureau voor Arbeidszaken in de Metaalnijverheid. Deze indeeling houdt verband met de loonen. Zie daarvoor Hoofdstuk I, paragraaf 7. De vetgedrukte cijfers, aan het einde der toevoegingen achter de vetgedrukte beroepen, geven aan, tot welke bedrijfsklasse deze beroepen behocren volgens de officieele indeeling (zie par. 6 van dit Hoofdstuk). Ook waar een beroep volgens de samenstellers onlogisch werd ingedeeld, werd van deze gedragslijn niet afgeweken. Daar, waar de officieele bronnen ons in den steek lieten, is zooveel mogelijk consequent volgens hetzelfde principe te werk gegaan. In enkels gevallen werden achter beroepen, voorkomende in bijna alle soorten bedrijven, wel de bedrijven vermeld, doch niet het klassenummer. De vetgedrukte, tusschen haakjes geplaatste, cijfers, achter de niet tusschen haakjes geplaatste vetgedrukte, geven aan, dat het betreffende beroep volgens de beroepsindeeling der arbeidsbemiddeling, in afwijking van de officieele indeeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek, tot die klasse moet worden gerekend. De Rijksdienst der W.V. en A.B. huldigt hierbij de opvatting, dat ieder beroep moet worden ondergebracht in de beroepsklasse, waartoe het volgens zijn aard behoort. Verwijzingen naar een ander beroep of andere beroepen heeft gewoonlijk betrekking op synoniemen. Wanneer dit niet zoo is, is bijgevoegd : „zie ook". In vele gevallen is echter ook naar een ander beroep verwezen om de gelijkluidende toevoegingen. Aakschipper - grond- of waterbouwk. werken, heiers- of baggerbedrijven; 4; (21). Aakschipper - binnenscheepvaart; 21. Aalrooker - vischbewerkingsinr. ; 17. Aalvisscher - zoetwatervisscher ; 19. Aanbouter - (2) ; scheepsw.; 11. Aanbouwer - (2) ; constructiewerkpl. en scheepsw. ; 11. Aanbrenger - (2) ; scheepsw.; 11. Aandraaier - aanlanger, indraaier, inhaler, inrijger, kaminrijger, kamopmaker, kamoverzetter, kamrijger, rijger, snoerknooper of stukkenaandraaier ; katoenweverijen; 15. Aandraaier - aankooper, kamrijger; linnenweverijen ; 15. Aandraaier - aanknooper, kamrijger, knooper, rietrijger, rijger ; wolweverijen; 15. Aandrager - (3) ; handl. ; emailleerfabr.; 11. Aandrager - arb. ; papierfabr ; 14. Aangever - hulpvakarb. ; steen-i, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. Aangever - (schoven) ; graandorscherijen ; 17. Aanhaker - katoenbleekerijen ; 15. Aanhechter - glasmaker; venster- en spiegelglasfabr.; 1. Aanheffer - glasmaker; venster- en spiegelglasfabr.; 1. Aanhouder - (3) ; tegenhouder; constructiewerkpl., ketelm., scheepsw., wagon- en carrosseriefabr.; 11. Aanklopper - schoenfabr.; 9. Aanknooper - aandraaier; linnen- en wolweverijen; 15. Aanknooper - kettingscheerder; wollendeken- en viltfabr.; 15. Aanlanger - aandraaier ; katoenweverijen; 15. Aanlapper - spinner; katoen- en wolspinnerijen; 15. 16 Aanlasscher - (2) ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Aanlegger - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Aanmaasster - breister; tricotagefabr. en breierijen ; 15. Aanmaker - spinner ; wolspinnerijen ; 15. Aannaaier - handl.; katoendrukkerijen en kantfabr.; 15. Aannaaister - handl.; katoenweverijen en moltondekenfabr.; 15. Aannaaister - bleekerij-arbeidster ; katoenbleekerijen; 15. Aanplakker - bediende ; reclamebureaux; 21. Aanprikster - lingerienaaister; onderkl.- en huishoudg.fabr.; 7. Aanpunter - (2); metaalfraiser; schroeven-, bouten- en moerenfabr. ; 11. Aanrijder - handl. ; suikerraffinaderijen; 17. Aanrijger - papierbewerker; papierwarenfabr. ; 14. Aanschijver - handl.; chem. wasscherijen en -ververijen, tapijt- reinigingsinr.; 7. Aanslaander - appreteur; wolweverijen en appreteerderijen; 15. Aanslaanster - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen; 15. Aanslager - (1); koper- en blikslager; gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr. ; slotenfabr.; 11. Aanslager - voerman-handl. (ondergr.); steenkolenmijnen; 10Aanslaggever - aanslagmaker-handl.; katoendrukkerijen; 15. Aansluiter - (1); bankwerker; electrotechn.fabr. ; 11. Aansluitingswachter - bewakings- en beveiligingspers.; spoor- en tramwegen ; 21. Aansnijder - (2); metaaldraaier; schroeven-, bouten- en moeren- fabr. ; 11. Aanspreker - begrafenispers.; 21. Aansteker - (2); handl. ; gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr., ijzeren meubelfabr., slotenfabr., brandkastenfabr.; 11Aanstrijker - handl. ; kunststeenfabr. ; 1. Aanstrijker - arb.; lucifersfabr.; 5. Aanvanger - glasmaker; div. glasfabr.; 1. Aanvochter - tabaksbewerker; sigarenfabr. en sigarenmaker ij en, tabaksfabr. en tabakskerverijen ; 17. Aanzetster - naaister; tricotagefabr. en breierijen; 15. Aanzetter - glasmaker; div. glasfabr.; 1. Aanzetter - arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Aardappellosser - sjouwer, transportarb.; aard.meelfabr.; 17; (21). Aardappelschiller - arb. ; groentenzouterijen, -drogerijen en in- makerijen van groenten, vruchten en aardappelen ; 17. Aardappelweger - arb.; aardappelmeelfabr.; 17. Aardbereider - kleibewerker; grof- en fijnaardewerk-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardewerkfabr.; 1. Aardewerkdrager - zie aarddrager; 1. Aarddrager - handl.; grof- en fijnaardewerk-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardewerkfabr. ; 1. Aardewerkdraaier - aardewerkmaker; grof- en fijnaardewerk-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardewerkfabr. ; 1. Aardewerkdroger - grof- en fijnaardewerk-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardewerkfabr. ; 1. Aarde werkdrukker - schilder of drukker; grof- en fijnaardewerk-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardewerkfabr.; 1. Aardewerkopgever - ovenpersoneel; grof- en fijnaardewerk-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardewerkfabr.; 1. Aardewerkschilder - zie aardewerkdrukker ; 1. Aardewerksorteerder - arb.; grof- en fijnaardewerk-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardewerkfabr.; 1. Aardewerkvormer - zie aardewerkdraaier; 1. Aardhakker - zie aardbereider ; 1. Aardkapper - zie aardbereider ; 1. Aardkister - zie aardbereider; 1. Aardkneder - zie aardbereider; 1. Aardkruier - steenfabr.arb. ; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Aardmaker - zie aardkruier ; 1. Aardmaker - arb.; fabr. v. aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Aardnotenperser - arb.; oliefabr. ; 17. Aardperser - zie aardbereider ; 1. Aardsorteerder - arb.; fabr. van aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Aardweger - handl.; grof- en fijnaardewerk-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardewerkfabr. ; 1. Aardwerker - zie aardsorteerder ; 1. Aardwerker - grondwerker ; grond- en waterbouwkundige werken, heiers- en baggerbedr. ; 4. Aardwerker - grondwerker; aanleg van macadam-, asphaltwegen, e.d. en onderhoud van wegen ; 4. Aardzifter - kleibewerker; grof- en fijnaardewerk-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardewerkfabr.; 1. Accountant - adm.pers.; bankinstellingen, kassiers en comm. in eff., cheque- en girodiensten, hypotheekbanken; 22 ; (24). Accountant - financie- en belastingpers., accountantskant.; 24. Acculader - (3); handl.; auto- en motorrijwielfabr., rijwielfabr. en herstelpl. v. auto's, motorrijw. en rijw., wagon- en carroseriefabr. ; 11. Acculader - (3); handl.; electrotechn. fabr. en install.inr. ; 11. Achterlappenzetter - arb.; schoenfabr. ; 9. Achterpletter - (2); koperbewerker ; koperpletter ij en ; 11. Achterpletter - (2); pletter; lood- en zinkpletterijen en -perserijen ; 11. Achtkantslijper - diamantbew.; inr. t. b. v. diamant e. a. edelsteenen; 2. Achtkantsnijder - diamantbew. ; inr. t. b. v. diamant e. a. edelsteenen; 2. Achtkantversteller - diamantbew. ; inr. t. b. v. diamant e.a. edelsteenen; 2. Acquisiteur - insp., agent, enz. ; verzekeringsmaatsch., ziekenfondsen e.d.; 23. Acquisiteur - zie advertentie-aquisiteur; 20. Acteur - tooneelspeler ; tooneel- en cabaretgezelsch. ; 24. Actuaris - verzekeringsmaatsch. en ziekenfondsen, e.d. ; 23. Administrateur - adm.pers. ; administratiekantoren ; 24. Advertentie-aquisiteur - reiziger, colporteur; dagbladen-, tijdschriften-uitgeverijen ; 20. Advertentiezetter - handzetter, smoutzetter ; boek-, handels- en courantendrukkerijen; 3. Adviseur - adm. pers.; bankinstellingen, kassiers en comm. in eff.; 22. Adviseur - cheque- en girodiensten; 22. Adviseur - vakvereenigingspers.; kantoren en organisaties v. werkg. en werkn.; 24. Afbinder - handl.; band-, veter- en koordfabr.; 15. Afbonker - veenarb.; veenderijen ; 10. Afbramer - (2); staal-, ijzer- en metaalgieterijen; 11. Afbramer - (2); metaalwaren- en lampenfabr., draad- en draadnagel- en spijkerfabr., klinknagelfabr., schroeven-, boutenen moerenfabr., gereedschapm. en ijzerwarenfabr.; 11. Afbrander - arb. ; div. chem.fabr. ; 5. Afbrander - (3); handl. ; draad-, draadnagel-, klinknagel- en spijkerfabr., schroeven-, bouten- en moerenfabr.; 11. Afbreker - arb.; kaarsen- en waxinefabr.; 5. Afdekker - handl.; cokesfabr., 10. Afdraaier - aardewerkmaker ; grof-, fijnaardewerk- en porceleinfabr., 1. Afdraaier - houtbew.; kuiperijen ; 6. Afdraaier - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Afdrager - steenfabr.arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. v. vuurv. steenen ; 1. Afdrager - arb.; fabr. v. aarden buizen, dakpannen, vloertegels; 1. Afdroger - handl. ; div. glasfabr.; 1. Afdrukker - handl. ; fotogr.ateliers ; 3. Afgladder - arb.; schoenfabr. en schoenmakerijen; 9. Afhakker - zie afbramer ; 11. Afhakker - slager; abattoirs, slachterijen- en vleeschwarenfabr. ; 17. Afhaler - spinner ; vlasspinnerijen ; 15. Afhaler - appreteur ; band-, veter- en koordfabr.; 15. Afhechtster - naaister; onderkl.- en huishoudg.fabr. ; 7. Afhouder - zee- en kustvisscher ; 19. Afkamster - naaister; tricotagefabr. en breierijen; 15. Afklopper - zie aardsorteerder en aardewerkdrager ; 1. Afknipper - (2); klinknagelmaker ; klinknagelfabr. ; 11. Afkoeler - handl.; div. glasfabr.; 1. Afkoeler - (3); handl.; emailleerfabr. ; 11. Afkoker - handl. ; emailleerfabr. : 11. Afkorter - stroohulzenmaker; fabr. v. stroohulzen e. a. art. uit stroo; 6. Afkrabber - zie aardewerkdroger ; 1. Afkuiper - kuiper ; kuiperijen ; 6. Aflader - handl.; houtzagerijen en -schaverijen ; 6. Aflader - arb. ; brikettenfabr. ; 10. Aflader - arb. ; stroocartonfabr. ; 14. Af lapper - arb. ; schoenfabr.; 9. Aflater - arb. ; branderijen, gist- en spiritusfabr. ; 17. Aflikker - arb. ; schoenfabr.; 9. Afmaker - arb.; schoenfabr.; 9. Afmaker - touwslager; touwslager ij en en garenspinnerijen; 15. Afmaker - grondwerker ; taludwerker ; grond-, dijk- en bagger- werken; 4. Afnemer - tasser; kalkzandsteenfabr.; 1. Afnemer - arb.; fabr. v. aarden buizen, dakpannen, vloertegels; 1. Afnemer - handl; kistenfabr. en kistenmaker ij en; 6. Afpoetser - (3); handl. ; emailleerfabr. ; 11. Afroller - houtbewerker ; lucifersfabr. ; 5 ; (6). Afroller - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen ; 15. Afroomer - melkontroomer; boter-, kaas- en melkproducten- fabr.; 17. Af schepper - arb. ; zeepfabr.; 5. Afschrijver - handl. ; glasfabr.; 1. Afschrijver - meubelm.; meubelfabr. en meubelmakerijen; 6. Afschrijver - houtbew. (hand.), timmerman; div. houtwarenfabr.; 6. Afschrijver - (1); afteekenaar; constructiewerkpl.; scheepswerven; 11. Afslager - steenfabr.arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. v. vuurvaste steenen; 1. Afslager - markt- en tentoonstellingswezen, goederenbeurzen; 20. Afsmelter - arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Afsnijder - arb.; fabr. v. aarden buizen, dakpannen, vloertegels; 1. Afsnijder - glasmaker : div. glasfabr.; 1. Afsnijder - arb.; kaarsen- en waxinefabr.; 5. Afsnijder - handl. ; klompenfabr. en klompenmakerijen; 6. Afsnijder - handl. ; borstel- en bezemfabr.; 6. Afsnijder - arb.; schoenfabr.; 9. Afsnijder - (3); handl.; capsulefabr.; 11. Afsnijder - arb.; papierfabr.; 14. Afsnijder - slager; abattoirs, slachterijen en vleeschw.fabr.; 17. Afsnijdster - naaister; tricotagefabr. en breierijen; 15. Afspringer - arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Afsteker -r (2); koperbewerker; koperpletterijen; 11. Afsteker - (2); metaalschaver; machinefabr. en appendagefabr. ; 11. Afstrijker - steenfabr.arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. v. vuurvaste steenen; 1. Aftapper - arb. ; superphosphaatfabr., teerdistilleerderijen; 5. Aftapper - arb.; distilleerderijen en likeurstokerijen; 17. Afteekenaar - arb.; kleermakerijen en confectiefabr. (bovenkleeding); 7. Afteekenaar - naaister; onderkl.- en huishoudg.fabr. ; 7. Afteekenaar - zie afschrijver. Af tikker - glasmaker; div. glasfabr.; 1. Afvalbereider - arb. ; kaarsen- en waxinefabr. ; 5. Afvalbewerker - arb.; meelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr. ; 17. Afvalbewerker - handl. ; cacao- en chocoladefabr.; 17. Afvalkrasser - arb. (kraskamer); katoenspinnerijen; 15. Afvalslager - slager ; abattoirs, slachterijen en vleeschw.fabr.; 17. Afvalsorteerder - handl.; tricotagefabr. en breierijen, katoenspinnerijen, juteweverijen, poetskatoen- en katoenafvalfabr.; 15. Afvalspinner - spinner; katoenspinnerijen; 15. Afvalstanzer - arb.; schoenfabr.; 9. Afvalvermaler - arb. ; papierfabr.; 14. Afvatter - (2); capsulemaker; capsulefabr.; 11. Afwaschmeisje - hotel-, café- en restaurantbedr.; 21. Afwasscher - handl. ; aardewerkfabr., glasfabr.; 1. Afwasscher - arb.; schoenfabr.; 9. Afwasscher - (3); handl.; emailleerfabr.; 11. Afwerker - aardewerkmaker; grof- en fijnaardewerk-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardewerkfabr. ; 1. Afwerker - handl.; glasfabr.; 1. Afwerker - handl.; klompenfabr., borstel- en bezemfabr.; 6. Afwerker - politoerder; meubelfabr. en meubelmakerijen; 6. Afwerker - confectiefabr. en kleermakerijen (bovenkl.); 7. Afwerker - arb. ; schoenfabr.; 9. Afwerkster - lingerienaaister ; onderkl.- en huishoudg.fabr.; 7. Afwerkster - naaister; corsettenmakerijen; 7. Afwerkster - hoedenmodiste; dameshoedenfabr. en -modisterijen; 7. Afzetter - steenfabr.arb., afnemer ; baksteenfabr., brikkenbakkerijen en fabr. van vuurv. steenen ; 1. Afzetter - spinner; wolspinnerijen, sajetfabr., katoenspinnerijen; 15. Agent - zie handelsagent; 20. Agent - inspecteur, agent, enz.; spaarbanken : 22. Agent - verz.mijen en ziekenfondsen; 23. Agent der openb. arbeidsbemiddeling - 24. Agent van politie - politiewezen; 24. Aigrettenopmaker - opmaker van veerengarnituren; chem. wasscherijen en -ververijen; 7. Ajourster - costuumnaaister ; kleermakerijen en conf.fabr.; 7. Ajourster - naaister ; onderkl.- en huishoudg.fabr. ; 7. Ajourster - handwerkateliers; 7. Ajourstikster - plisseerinr. en handwerkateliers ; 7. Aluinbewerkér - arb.; papierfabr.; 14. Amanuensis - assistent; bibliotheken en leeszalen; 24. Amanuensis - assistent; techn. en hooger onderwijs, 25, wetensch. instellingen en verzamelingen ; 24 ; (24). Amarilslijper - (2); metaalslijper ; metaalwarenfabr. ; 11. Ammoniakstoker - handl. ; verwerker van bijprod. ; gasfabr., 16. Ankerkuilvisscher - zoetwatervisscherij ; 19. Ankerwikkelaar - (2); wikkelaar; electrotechn.fabr.; 11. Apotheker-provisor - zaakwaarnemer, filiaalhouder met universitaire opleiding ; apotheken ; 5. Apotheker-assistent(e) - assistent met middelbare (vak) opleiding ; apotheken; 5. Apothekersbediende - hulp voor flesschenspoelen e.d. in apotheken ; 5. Appreteur - hoedenmaker; heerenhoeden- en pettenfabr. ; 7. Appreteur - conf.fabr.arb.; confectiefabr. (bovenkl.); 7. Appreteur - opmaker; chemische wasscherijen en ververijen; tapijtreinigingsinr.; 7. Appreteur - opmaker, opwerker ; sajetfabr., wolweverijen, wollendeken- en viltfabr., tricotagefabr., breierijen, katoenweverijen, moltondekenfabr., katoendrukkerijen, linnenweverijen, juteweverijen, tapijt- en mattenfabr., fluweel-, trijp- en moquettefabr., band-, veter- en koordfabr.; 15. Appreteur - bleekerijarb.; katoenbleekerijen; 15. Appreteur - ververijarb.; katoen ververij en; 15. Appreteuse - hoedenmodiste ; dameshoedenfabr., modisterijen ; 7. Arbeider - zie los-arbeider ; 27a. Arbeider openbare werken - gemeentewerkman, geschoold en ongeschoold ; 4. Architect - ingenieurs- en architectenbureaux; 24. Archivaris - beambte (met spec. vakopl.); verzek. mijen; 23; (24). Archivaris - wetensch. pers.; archieven, musea, e.a. wetensch. instellingen en verzamelingen; 24. Archivaris - administr. pers., kantoorbediende, beambte, belast met verzorging archief; secretariën, banken, handels- en fabriekskantoren enz. ; (24). Armbezoeker - zie huisbezoeker; burgerl. armbestuur; bur. maatschappelijk hulpbetoon ; diaconieën ; 24. Armeerder - (2); kabel- en geïsoleerd draadmaker; electrische draad- en kabelfabr.; 11. Arts - geneeskundige; ziekenhuizen, klinieken, herstellingsoorden enz.; 24. Aschrijder - handl., voerman; steenkolenmijnen; 10. Aschzever - zeverijpersoneel; steenkolenmijnen ; 10. Asphaltdekker - asphalteur, dakdekker, mastieker; dakdekkersbedr.; 4. Asphalteur - vloerlegger, dakdekker, mastieker; vloerleggers- en dakdekkersbedr.; 4. Asphaltpapiermaker - arb. ; fabr. v. asphalt en asphaltpapier; 5. Asphaltplatengieter - zie ashaltpapiermaker; 5. Assistent-accountant - admin. pers.; bankinst., kassiers, comm. in eff., chèque- en girodiensten; 22; (24). Assistent-accountant - verz.mijen, ziekenfondsen e.d. ; 23 ; (24). Assistent-accountant - administratiekantoren; 24. Assistent-archief - archiefwezen ; 24. Assistent-archief - secretarieën, banken, handels- en fabr.kantoren e.d.; (24). Assistent-bebakening - loods- en seinwezen; 21. Assistent-belastingen - admin.pers.; 24. Assistent-bibliotheek - bibliotheken en leeszalen ; 24. Assistent-goederenloods - stationspers. ; spoor- en tramwegen; 21. Assistent-in-de-huishouding - zie hulp in de huish.; huispers. ; huiselijke diensten; 26. Assistent-ladingmeester - stationspers. ; spoor- en tramwegen; 21. Assistent-meteriologisch instituut - 24. Assistent-museum - musea e.a. wetensch. verzamelingen; 24. Assistent-opzichter - techn. pers.; spoor- en tramwegen; 21. Assistent-pakmeester - treinpers.; spoor- en tramwegen; 21. Assistent-proeftuin - assistent; wetensch. inst. en verzamel. ; 24. Assistent-stationschef - stationspers. ; spoor- en tramwegen; 21. Assistent-werkmeester - techn. pers.; spoor- en tramwegen ; 21. Assistent-bewaarschool - helpster; 25. Assuradeur - inspecteur, agent; verzek.maatsch.; 23. Autobandenhersteller - vulcaniseur ; rubberfabr.; 9. Autobandenmaker - rijwiel- en autobandenmaker; rubberfabr.; 9. Autobandenmonteur - zie autobandenmaker; 9. Autobandenperser - zie autobandenmaker ; 9. Autobandenwikkelaar - zie autobandenmaker; 9. Autobestuurder - zie chauffeur; 21. Auto-etser - etser; chemigrafische inr. ; 3. Auto-fotograaf - reproductiefotograaf; chemigraf. kunstinr. ; 3. Autogeenbrander - (2); snijder; machine- en appendagefabr.; scheepswerven, constructiewerkpl., ketelmakerijen, scheepsen machineslooperijen ; 11. Autogeenlasscher - (1); smederijen, kettingfabr., bankwerkerijen, draaierijen, autogeenlaschinr., fabr. van ijzeren en stalen buizen, gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr., ijzeren meubelfabr., brandkastenfabr., haarden- en kachelfabr., wapen- en munitiefabr., constructiewerkpl., ketelmakerijen, machine- en appendagefabr., scheepswerven, automobiel- en motorrijtuigfabr., rijwilfabr. en herstelpl. van automobielen en motorrijwielen en rijwielen, vliegtuigfabr., spoor- en tramwegwerkpl., wagon- en carroseriefabr. electrotechnische fabr.; zie ook electrisch-lasscher; 11. Autogeensnijder - (2); zie autogeenbrander; 11. Autograaf - reproductiefptograaf; chemigrafische inr. ; 3. Autohoezenmaker - lederbewerker; lederwarenfabr. en zadel- en tuigmakerijen; 9. Automatensteller - (1); mach. bankwerker; lampen-, metaalwaren-, patronen- en slaghoedjesfabr.; 11. Autobekleeder - (1); stoffeerder; wagon- en carrosseriefabr.; 11. Autohersteller - (1); bankwerker; fabr.herstelpl. van auto's, motorrijwielen en rijwielen; 11. Automonteur - (1); bankwerker; automobiel- en motorrijwielfabr. en herstelplaatsen; 11. Autoschilder - (1); auto- en motorrijwielfabr; wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Autostoffeerder - (1); zie autobekleeder; auto-, motorrijwiel-, wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Autowasscher - garageknecht; autobusondern., autoverhuurinr., en autogarages; 21. Azijnmaker - arb. azijnfabr.; 17. Azijnsnijder - arb. azijnfabr.; 17. Azijnstoker - arb. azijnfabr.; 17. Baander - touwslager; touwslagerijen; 15. Baanknecht - schietbanen; 24. Baanveger - onderhoudspers. van weg en werken; spoor- en tramwegen; 21. Baanwachter - bewakings- en beveiligingspers.; spoor- en tramwegen ; 21. Baanwerker - arb. stroocartonfabr.; 14. Baanwerker - onderhoudspers. van weg en werken; spoor- en tramwegen; 21. Babbelaarkoker - dropswerker; suikerwerkfabr. ; 17. Baboe - dienstbode, kinderverzorgster; huiselijke diensten; 26. Badmeester - badmeester badhuis, zwemmeester, instructeur; bad- en zweminr.; 7. Badknecht - zie badmeester; 7. Badmeester - bedienend pers.; zeescheepvaart.; 21. Badvrouw - bad- en zweminr.; 7. Bagagedrager - zie witkiel; 21. Baggerman - arb. baksteenfabr.; 1. Baggerman - arb. openbare reinigingsdiensten; 4. Baggerman - baggerpers. ; grond- en waterbouwk. werken, baggerbedr. ; 4. Baggerman - delverijen van klei, zand en grind ; 10. Baggerman - veenarb.; veenderijen; 10. Baggermeester - baggerpers.; bruinkoolgroeven ; 10. Baggermolenbaas - zie molenbaas; 4; (21). Baggerschipper - zie bakschipper; 4; (21). Bakenmeester - loods- en seinwezen; 21. Bakenplaatser - loods- en seinwezen; 21. Baker - verpleging van zieken; 24. Bakkenaanzetter - handl. ; jutespinnerijen; 15. Bakkenlader - arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurv. steenen; 1. Bakkenrijder - zie bakkenlader ; 1. Bakkenrijger - arb.; kandijfabr ; 17. Bakkenvuller - arb. ; papierfabr.; 14. Bakker - zie banket-, beschuit-, biscuit-, brood- en koekbakker, 17. Bakschipper - ook bakkenschipper; baggerpers. ; grond- en waterbouwk. werken, baggerbedr. ; 4; (21). Bakschipper - delverijen van klei, zand en grind ; 10 ; (21). Bakschipper - dekpers.; binnenscheepvaart; 21. Baksjongen - dekpers.; zeescheepvaart; 21. Baksjongen - reddingswezen; 21. Bakwerker - (1); carrosseriemaker; wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Balansenmaker - (1); instrumentmaker; instrumentmakerijen; maten- en gewichtenfabr. ; 11. Balconjuffrouw - zie ouvreuse ; schouwburgen, concert- en feestgebouwen, bioscopen; 24. Balebreakerarbeider - katoenspinnerijen; 15. Baleineninzetter - corsettenmaker ; corsettenmakerijen ; 7. Baleineninzetter - corsettenmaker; corsettenmakerijen; 7. Baleinenmaker - arb.; knoopen- en baleinenfabr. ; 6. Balenhalcr - openaar en bandvormer ; jutespinnerijen ; 15. Balenmaker - handl. ; papierfabr.; 14. Balenvuller - arb.; gort- en rijstpellerijen, grutterijen, meel- en veevoederfabr. en graanmalerijen; 17. Balgemnaker - (1); orgelmaker; muziekinstrumentenfabr. ; 11. Balkensorteerder - handl. ; houtzagerijen ; 6. Balkenvaarder - dekpers.; binnenscheepvaart; 21. Balkenvlotter - handl.; houtzagerijen; 6; (21). Balkenzager - mach. houtbew.; houtzagerijen en schaverijen ; 6. Balletdanseres - danseres; artiste; tooneel-, opera-, cabaret- gezelsch.; 24. Balletjeskoker - dropswerker ; suikerwerkfabr.; 17. Ballonblazer - glasmaker ; diverse glasfabr.; 1. Ballonwasscher - (3); arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Bamboewerker - arb. ; rietwarenfabr. ; 6. Bandagist - (1); breukbandenmaker; instrumentmakerijen; 11. Bandbinder - handl.; band-, veter-, en koordfabr.; 15. Bandenlegger - straatmaker ; trottoirbandenlegger ; straatmakersbedr.; 4. Bandenmaker - strooverwerker; fabr. van stroohulzen e.a. art. uit stroo ; 6. Bandenmaker - bandvormer ; vlasspinnerijen ; 15. Bandenmaker - rijwiel- en autobandenmaker ; rübberfabr.; 9. Bandenperser - zie bandenmaker ; 9. Bandenschuurder - zie bandenmaker ; 9. Bandensorteerder - arb. ;teenschillerijen en hoepelmakerijen ; 6. Bandenstempelaar - handl.; rübberfabr. ; 9. Bandenstikker - canvasnaaier; zie bandenmaker; 9. Banderolleerder(ster) - ringer ; sigarenfabr., sigarenmaker ij en; 17. Bandenrolleerder(ster) - plakkerijarb. ; sigarettenfabr.; 17. Bandinlegger - zie bandenmaker; 9. Bandjessorteerder - (adresseerstrooken); hulpvakarb. ; courantendrukkerijen ; 3. Bandknipper - appreteur; band-, veter- en koordfabr. ; 15. Bandopmaker - -opdraaier, -oproller, handl. ; band-, veter- en koordfabr. ; 15. Bandschiller - handl. ; hoeden- en mandenmakerijen en teenschillerijen; 6. Bandsnijder - hoepelmaker; hoepelmakerijen ; 6. Bandvormer - wolspinnerijen ; 15. Bandwever - wever; band-, veter- en koordfabr.; 15. Banketbakker - banketbakkerijen, brood- en beschuitbakkerijen ; 17. Banketbakker - bedienend pers. ; zeescheepvaart ; 21. Banketbakker - kok; hotels, restaurants, lunchrooms, e.d.; 21. Bankbediende - administr.pers. ; bankinst., kassiers en comm. in eff. ; 22 ; (24). Banklooper - bode, wissellooper; bankinst., kassiers en comm. in eff. ; 22 ; (21). Bankman - brood- en beschuitbakker ; brood- en beschuitfabr. en broodbakkerijen; 17. Bankman - biscuits- en koekbakker; biscuits- en koekfabr.; 17. Banksteller - (1); mach. bankwerker, insteller van autom. mach.; blikw.-, metaalw.-, lampen-, patronen-, slaghoedjesfabr.; 11. Bankwerker - metaalbew.; fabr. van zonneschermen, rolluiken en jalouzieën ; 6 ; (11). Bankwerker - haarbereider; borstel- en bezemfabr. ; 6. Bankwerker - (1); radioinst.inr., smederijen, kettingfabr., bankwerkerijen, draaierijen, blikwarenfabr., gereedschapmakerijen en ijzerfabr., ijzeren meubelfabr., slotenfabr., brandkastenfabr., haarden- en kachelfabr., wapen- en munitiefabr., hoefijzerfabr., constr. werkpl., machine- en appendagefabr., fabr. en herstelpl. voor auto's, motorrijwielen en rijwielen, vliegtuigfabr., wagon- en carrosseriefabr., kinderwagenfabr., electrotechn. fabr. en install.inr., gas-, electr.- en watermeterfabr., rijkswerven; (zie ook constructie-, electro-, fijn-, grof-, koper-, mach.-, rijtuig-, scheeps-, smidsbankwerker); 11. Bankwerker - onderhoudspers. v. weg en werken; spoor- en tramwegen; 21; (11). Bankwerker - mecanicien, auto-monteur, autobusondern., autoverhuurinr., autogarages; 21; (11). Bankwerker - zie bankman ; 17. Bankwerker-seinwerker - (smidsbankwerker); zie bankwerker; 21; (11). Bankwerker-torpedist - rijkswerven ; 11. Barbier - bedienend pers. ; zeescheepvaart; 21. Barbiersbediende - kapper ; kapperszaken ; 7. Barkeeper - buffethouder, bedienend pers.; zeescheepvaart; 21. Basculemaker - (1); instrumentmaker; instrumentmakerijen; 11. Bassist - toonkunstenaar ; operagez., orkesten ; 24. Batcher - openaar en bandvormer ; jutespinnerijen ; 15. Batikker - sierkunstateliers ; 8. Batterijmonteur - (1); bankwerker; electrotechn. fabr. en inst. inr.; 11. Ba tterijv ulster - (3);handl.; electrotechn. fabr. en inst. inr.; 11. Batteurarbeider - mengzaal-, duivelkamer-, kraskamerarb. ; katoenspinnerijen ; 15. Bayerpakker - handl.; katoenspinnerijen; 15. Beddeninaker - bedden- en matrassenmakerijen, dekenstikkerijen; 7. Beddennaaier - zie beddenmaker ; 7. Beddenstikker - zie beddenmaker ; 7. Beddenstopper - zie beddenmaker ; 7. Bedienaar begrafenissen - begrafeniswezen; 21. Bedienjuffrouw - kellnerin; hotels, restaurants, lunchrooms, café's, tapperijen, theeschenkerijen, pensions e.d., zie ook dienster; 21. Bedienjuffrouw - huispers.; huisel. diensten; 26. Bedwelmer - slager ; abattoirs, slachterijen en vleeschw.fabr. ; 17. Beëedigd vertaler - tolk en translateur ; 24. Beeldengieter - gipswerker; beelden- en ornamentfabr. ; 8. Beeldengipser - zie beeldengieter; 8. Beeldenplakker - beeldhouwer ; beelden- en ornam.fabr., beeld- houwerijen ; 8. Beeldenpoetser - handl.; beelden- en ornam.fabr. ; 8. Beeldenretoucheur - zie beeldenplakker ; 8. Beeldenschilder - beelden- en ornam.fabr. ; 8. Beeldenvormer - gipswerker; beelden- en ornam.fabr.: 8. Beeldhouwer - beeldhouwer (hout); meubelfabr. en meubelmakerijen ; 6. Beeldhouwer - beelden- en ornam.fabr., beeldhouwerijen ; 8. Beeldhouwer - vrije kunsten ; 24. Beendermaler - -breker, -stamper; lijm- en gelatinefabr. e. a. beenderverwerkingsinr.; 5. Beenkappenperser - lederbewerker; lederwarenfabr., zadel-, tuigmakerijen; 9. Beenkappenpoetser - handl. ; lederwarenfabr., zadel- en tuigmakerijen; 9. Beenkappensnijder - lederbewerker; lederwarenfabr., zadel-, tuigmakerijen; 9. Beenzwartbrander - arb. ; glucose-, stroop- en sagofabr.; 17. Beenzwartstoker - lijm- en gelatinefabr. e.a. beenverw.inr.; 5. Beenzwartwasscher - glucose-, stroop- en sagofabr. ; 17. Beerputtenlediger - arb. ; openb. rein. en ontsmettingsdiensten; 7. Beetler - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen; 15. Begraafplaatsbewaarder - begraafplaatspers.; 21. Begrafenisbediende - zie bedienaar begrafenis ; 21. Behanger - behangerijen en stoffeerderijen; 4. Behangersnaaister - naaister ; behangerijen en stoffeerderijen; 4. Behanger-stoffeerder - behangerijen en stoffeerderijen; 4. Beitser - schilder; kistenfabr., kistenmakerijen; 6. Beitser - (was-, water-), politoerder ; meubelfabr., meubelmakerijen, houtwarenfabr.; 6. Beitser - arb. ; fabr. van hoornen, barnsteen, schildpad e.d. voorwerpen ; 6. Beitser - (3); handl.; emailleer-, metaalw.- en lamperifabr.; 11. Beitsmaker - arb. ; verf maler ij en, vernis- en lakstokerijen; 5. Bekleeder - stoffeerder; behangerijen en stoffeerderijen; 4. Bekleeder - arb.; isoleermateriaalfabr. (zie ook isoleerder); 5. Bekleeder - jalouziemaker ; fabr. v. zonneschermen, rolluiken en jalouzieën ; 6. Bekleeder - koffermaker; houtenkoffer- en étuifabr. ; 6. Bekleeder - zeilmaker; zeilmakerijen, tenten- en dekkleedenfabr. ; 7. Bekleeder - arb.; schoenfabr.; 9. Bekleeder - (l);stoffeerder ; wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Bekleeder - (1); kinderwagenfabr. ; 11. Bekleeder - zie ook vliegtuig- en autobekleeder. Bekleedster - (2); (van luidsprekers); electrotechn. fabr.; 11. Belastingadviseur - rechtsk. adv.; advocaten-, administratie- en accountantskant., rechtsk. bureaux; 24. Beljongen - bedienend pers.; zeescheepvaart; 21. Bellboy - zie beljongen; 21. Bellboy - hotels en restaurants ; 21. Beltslechter - arb. ; openb. reinigingsdiensten ; 4. Beltwerker - zie beltslechter; vaaltarb. reinigingsarb.; openbare reinigingsdiensten; 4. Belijnwerker - (2); zinkovenarb.; zinkfabr.; 11. Belijnzifter - zie belijnwerker; 11. Bemiddelaar -vakkund. ambt. arbeidsbeurzen; 24. Bendelopmaker - vlasarb.; vlasserijen; 15. Benzinedistillateur - arb. ; teerdistilleerderijen; 5. Benzoldistillateur - bijprod.verwerker; cokesfabr. 10; gasfabr. 16. Beproever - (2); electr. draad- en kabelfabr. ; fabr. van staaldraadkabels ; 11. Beproever - (2); zie gasmeterbeproever ; 11. Beproever - (2); draadvlechterijen en metaalgaasfabr.; 11. Beproever - (2); gasmeterbeproever; gasmeterfabr. ; 11. Beschieter - zie scheepsbeschieter; 11. Beschrijver - belastingwezen; zie ook schatter; 24. Beschuitafdopper - handl. ; brood- en beschuitfabr. en broodbakkerijen ; 17. Beschuitbakker - bakker; brood- en beschuitfabr., broodbakkerijen ; 17. Beschuitinpakker - handl.; brood- en beschuitfabr., broodbakkerijen ; 17. Beschuitsnijder - handl.; brood- en beschuitfabr., broodbakkerijen ; 17. Be^'agkoker - arb. ; branderijen, gist- en spiritusfabr.; 17. Beslagmaker - biscuits- en koekbakker; biscuits- en koek- fabr.; 17. Beslagmaker - arb. sagofabr.; 17. Beslagmaker - arb.; gist- en spiritusfabr; 17. Bestekwerker - handl.; houtzagerijen en -schaverijen; 6. Besteller - voerman en besteller; spoor- en tramwegen; 21. BIJLAGEN. Besteller - loopkn., bode, chauffeur; expediteurs-, bestel- en bodediensten, transportondern. ; 21. Besteller - zie brievenbesteller ; 21. Bestrater - zie straatmaker; 4. Bestuurder vakvereeniging - vrijgestelde, gesalariëerde, vakvereenigingspers.; kantoren v. org. van werkg. en werkn.; 24. Betaalmeester - financiewezen; 24. Beteener - mandenmaker; mandenmakerijen en teenschillerijen; 6. Betonconstructeur - beton-bouwkundige; betonbouwbedr.; 4; (24). Betonconstructeur - ingenieursbureaux; 24. Betondraadvlechter - zie betonijzervlechter; 4. Betonemaillemaker - glazuurder; cementwarenfabr.; 1. Betongieter - zie betonwerker; 4. Betonmenger - zie betonwerker; 4. 1. Betonner - zie betonwerker; 4. Betonningsarbeider - loodspers.; loods- en seinwezen; 21. Betonpolijster - zie betonwerker; 4. Betonstamper - zie betonwerker ; 4. 1. Betonstorter - zie betonwerker ; 4. 1. Betonvloerlegger - vloerlegger ; vloerleggersbedr.; 4. Betonvormer - zie betonwerker; 1. Betonwerker - beton- en cementwerker; cementwarenfabr.; 1. Betonwerker - bouw en onderhoud van gebouwen, betonbouwbedr., grond- en waterbouwk. werken ; 4. Betonwerker - asphalt- en betonwerker, wegenbouwer; aanleg van beton-, macadam-, asphaltwegen e.d. ; 4. Betonijzervlechter - vlechter, ijzerwerker, ijzervlechter; bouw en onderh. van gebouwen, betonbouwbedrijven; 4. Betonijzerwerker - zie betonijzervlechter; 4. Beugelmaker - (1); goud- en zilversmid, reparateur; goud- en zilversmederijen ; 11. Beursbediende - adm.pers.; bankinst., kassiers, comm. in eff.; 22. Beursmeester - afslager ; markt- en tentoonstellingswezen, goederenbeurzen ; 20. Beurtschipper - dekpers. ; binnenscheepvaart; 21. Bevolkingsagent - gemeente-secretarieën, bevolkingsregister; 24. Bevolkingscontroleur - zie bevclkingsagent; 24. Bewaarder hypotheken en kadaster - financie- en belastingwezen ;24. Bewaarder Rijksopvoedingsgesticht - gevangeniswezen; 24. Bewaarder Rijkswerkinrichting - gevangeniswezen ; 24. Bewaarschoolonderwijzeres - fröbelonderwijzeres; bewaar-, frobel- of voorbereidende scholen ; 25. Bezembinder - borstel- en bezemfabr.; 6. Bezemmaker - pekker, trekker, hekelaar; borstel- en bezemfabr. ; 6. Bezemtrekker - zie bezemmaker ; 6. Bezetster - naaister; tricotagefabr. en breierijen; 15. Bezoldigd bestuurder - vakver.pers.; kant. van org. van werkg. en werkn.; (zie bestuurder vakver een.); 24. Bibliothecaris - bibliotheken en leeszalen; 24; (komt ook voor bij vele groote instellingen en kantoren, als verzorger archief, leider documentatiebureau e.d.). Bibliotheekbediende - gedipl. assistent; bibliotheken en leeszalen ; 24. Bidder - zie begrafenisdienaar; 21. Bieraftapper - handl.; bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Bierbottelaar - arb.; wijn- en bierbottelarijen; 17. Bierbrouwer - brouwer; bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Bierkoker - zie bierbrouwer; 17. Bierpompreiniger - arb.; bierbottelarijen; 17. Bierzieder - gistwerker ; bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Biezenkloover - handl.; rietwarenfabr.; 6. Biezenmattenmaker - mattenmaker; rieten- en biezenmatten- makerijen; 6. Biezenmatter - zie biezenmattenmaker ; 6. Biezenschaver - mach. houtbew. ; lucifersfabr. ; 5 ; (6). Biezensnijder - griendwerker; boschbouw ; 18. Biezensorteerder - zie biezenmattenmaker; 6. Biezentrekker - (2); lakker, schilder; auto-, motorrijwiel- en rijwielfabr. en moffelinr.; 11. Biezenvlechter - zie biezenmattenmaker; 6. Biezer - (2); zie biezentrekker; 11. Bikker - (3); handl.; scheepswerven; zie ketelbikker; 11. Biljartmaker - meubelm.; biljartfabr.; 6. Biljartmonteur - zie biljartmaker; 6 Biller - arb.; meelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr. ; 17. Bimser - arb.; schoenfabr.; 9. Binder - handl.; spoelerijen, twijnerijen en kantfabr. ; 15. Binder - schovenbinder ; graandorscherijen ; 17. Binnenbandenlasscher - rijwiel- en autobandenmaker; rubberfabr.; 9. Binnenbandensnijder - zie binnenbandenlasscher ; 9. Binnenbandenspuiter - zie binnenbandenlasscher; 9. 17 Binnenbandentoetser - zie binnenbandenlasscher; 9. Binnengoedmenger - tabaksbew.; sigarenfabr. en sigarenmakerijen; 17. Binnengoeduitgever - zie binnengoedmenger ; 17. Binnengoedwerker - sigarenmaker; sigarenfabr. en sigarenmakerijen ; 17. Bmnenknecht - handl. ; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Binnenloods - loodspers.; loods- en seinwezen; 21. Binnenmeisje - tweede meisje, dienstbode, dagdienstbode ; huiselijke diensten; 26. Binnennaaier - arb.; schoenfabr.; 9. Binnenschipper - dekpers. ; binnenscheepvaart; 21. Binnenzoler - zie binnennaaier; 9. Binnenzoolinlegger - zie binnennaaier ; 9. Binnenzoolinplakker - zie binnennaaier; 9. Binnenzoolophechter - zie binnennaaier; 9. Bioscoopbediende - zaalbediende, portier; bioscopen, cinema's; 24. Bioscoopcontroleur - zie bioscoopbediende; 24. Bioscoopoperateur - zie filmoperateur ; 24. Biscuitbrander - ovenpers.; grof-, fijnaaardew.-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Biscuitschilder - schilder ; grof-, fijnaardew.- porcelein-, muur- tegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Biscuitovenuitpakker - zie biscuitbrander ; 1. Biscuitbakker - bakker; biscuits- en koekfabr.; 17. Bitumastic-verver - zie mastieker; 4. Bituummastieker - arb. fabr. v. asphalt en asphaltpapier ; 5. Bituummastieker - asphalteur, dakdekker, mastieker, vloerlegger; dakdekkers- en vloerleggersbedr. ; 4. Blaadjestrekker.- tabaksbew. ; sigarenfabr.; 17. Bladsnijder - (3) ;handl.; capsulefabr.; 11. Bladzilvermaker - (2); pletter; capsulefabr.; 11. Blancheerder - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden en leerfabr. ; 9. Blauwer - (3); handl.; draad-, draadnagel- en spijkerfabr. ; 11. Blauwer - ververijarb. ; wolweverijen; 15. Blauwlooier - zie blancheerder; 9. Blauwselmaler - arb.; verfstoffenfabr.; 5. Blauwselsorteerder - zie blauwselmaler; 5. Blauwverver - ververijarb. ; chem. wasscherijen en -ververijen, tapijtrein.inr., sajetfabr., katoen ver ver ij en, tapijt-, matten-, fluweel-, trijp- en moquettefabr.; 15. Bleeker - waschknecht; wasch- en strijkinr.; 7. Bleeker - chem.- en natwasscher; chem. wasscherijen; 7. Bleeker - arb. ; stroostof- en papierfabr.; 14. Bleeker - ververijarb. ; wolververijen; 15. Bleeker - bleekerijarb.; katoenbleekerijen, linnenweverijen, kunstzij defabr. ; 15. Bleeker - katoendrukkerijen, band-, veter- en koordfabr. ; 15. Bleeker - arb.; oliefabr. ; 17. Bleeker - arb..; div. chem. fabr.; 5. Bleekersknecht - zie bleeker ; 7. Bleekhollandermaler - arb.; papierfabr. ; 14. Bleekhollandermolenaar - zie bleekhollandermaler; 14. Blenderijder - arb. ; zwavelzuurfabr.; 5. Blikdrukker - steendrukker; blikwarenfabr. ; 11; (3). Blikinlegger - hulpvakarb. ; steen-, diepdruk- en koper drukkerij en ; 3. Blikkendrager - handl. ; biscuits- en koekfabr. ; 17. Blikkenfelser - (2); blikslager; emailleur- en blikwarenfabr.; 11. Blikkenmaker - (2); zie blikkenfelser ; 11. Blikkenreiniger - handl.; biscuits- en koekfabr., brood- en biscuitsfabr. en broodbakkerijen; 17. Blikkensmeerder - handl. ; cementwarenfabr. ; 1. Blikkensmeerder - brood-, beschuitfabr. en broodbakkerijen ; 17. Blikkenvuller - handl.; biscuits- en koekfabr.; 17. Blikknipper - zie bliksnijder ; 11. Blikknipper - (2); bedienaar knipmach. ; electrotechn. fabr.; 11. Blikperser - (2); mach. blikbewerker; blikwaren- en emailleerfabr.; 11. Blikpoetser - (3) ;handl. ; blikwarenfabr. ; 11. Blikponser - (2); bedienaar ponsmach. ; electrotechn. fabr. ; 11. Blikschilder - (2); lakker en moffelaar; blikwarenfabr.; 11. Blikslager - (1); koper- en blikslagerijen, emailleer-, metaalw.-, lampen-, blikwaren-, ijzerwarenfabr., gereedschapmakerijen, wapen-, munitie-, machine-, appendage-, auto-, motorrijwielen rijwielfabr., gas-, electr.- en watermeterfabr. ; 11. Bliksnijder - (2) ;mach. metaalbew.; blikwarenfabr., electrotechn. fabr., emailleerfabr., gereedschapmakerijen en ijzerw.fabr., gas-, electr.- en watermeterfabr. ; 11. Blikstamper - (2); bedienaar stampmach.; emailleer- en blikwarenfabr., gas-, electr.- en watermeterfabr.; 11. Bliksoldeerder - (2); blikslager; emailleer- en blikw.fabr., gas-, electr.- en watermeterfabr.; 11. Blikzager - (2); bedienaar zaagmach.; emailleer- en blikw. fabr. ; 11. Bloedmaler - arb.; kunstmestfabr. ;5. Bloembollenkweeker - tuinbouwarb.; bloembollencultuur ; 18. Bloemenmaker - papierbew. ; papierw.fabr.; 14. Bloemenprepareerder - arb.; chem. fabr.; 5. Bloemistknecht - tuinman; bloemisterijen en tuinderijen; 18. Bloempottenmaker - aardewerkmaker; grof-, fijnaardew.-, porcelein-, muurtegel-, bouwaardew.fabr.; 1. Bloemzaadschqoner - arb.; granen- en zadenzuiveringsinr.; 17. Blokbreker - mergelblokbreker ; mergelgroeven ; 10. Blokkenperser - tabaksbew.; sigarenfabr.; 17. Blokker - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen ; 15. Blokmaker - montage-arb. ; chemigrafische inr.; 3. Blokmaker - zie klompenmaker; 6. Blokmaker - (1); blok- en mastmaker; fabr. van scheepsbenoodigdh. en rijkswerven; 11. Blokpoetser - onderhoudspers. van rollend materieel; spoor- en tramwegen; 21. Blokwachter - bewakings- en beveiligingspers.; spoor- en tramwegen ; 21. Blokwerker - handschoenmaker; schoenfabr. en schoenmakerijen; 9. Blooter - huiden- en vellenbereider; huidenzouterijen en -blooterijen; 9. Blousenaaister - costuumnaaister; dameskleermakerijen en conf. conf.fabr. (bovenkl.); 7. Blusscher - handl.; cokesfabr.; 10. Bobineopsteker - spinner ; jutespinnerijen ; 15. Bobineur - arb.; papierfabr. ; 14. Bode - voerman, chauffeur ; bestel- en bodediensten ; 21. Bode - incasseerder, looper; verzekeringsmaatsch. ziekenfondsen e.d. ; 23; (21). Bode - bedienend kantoorpers.; secretarieën, departementen enz.; 24 ; (21). Bodemdraaier - zie bodemmaker ; 6. Bodemmaker - mach. houtbew.; kuiperijen; 6. Bodemmaker - kistenmaker; kistenfabr. en kistenmaker ij en ; 6. Boekbinder - boekbinderijen; 14. Boekdrukker - drukker, handpers-, degelpers-, snelpersdrukker ; zie ook couranten- of rotatiepersdrukker; boek-, handels- en courantendrukkerijen; 3. Boekennaaister - boekbindster ; boekbinderijen; 14. Boeker - arb. ; schoenfabr.; 9. Boekhouder - adm.pers.; bankinst., kassiers, comm. in eff., cheque- en girodiensten, hypotheek- en spaarbanken, banken van leening en pandjeshuizen, loterijkantoren ; 22; (24). Boekhouder - verzek.maatsch., ziekenfondsen e.d.; 23 ; (24). Boekhouder - administratiekantoren ; 24. Boekhouder - industrie-, scheepvaart-, handels- en vele andere kantoren; (24). Boekstikker - zie boekbinder ; 14. - Boendermaker - trekker; borstel- en bezemfabr. ; 6. Boerenknecht - landarb., veekn.; landbouw, akkerbouw en veehouderij ; 18. Boesjander - handl.; grof-, fijnaardew., porcelein-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Boeter - nettenboeter ; nettenfabr. ; 15. Boetseerder - (1); vormer ; goud- en zilversmederijen; 11. Bokjongen - hulpvakarb. ; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. Bokkingrooker - rooker, conserveerder ; vischbewerkingsinr. ; 17. Bokschipper - schipper hijschbok; bergingsdiensten, binnenscheepvaart ; 21. Bollenbreker - vlasarb.; vlasserijen ; 15. Bollenmaker - hoedenmaker; heerenhoeden- en pettenfabr.; 7. Bollenmaker - handl.; sajetfabr., touwslager ij en, garenspinnerijen ; 15. Bollenpeller - tuinbouwarb.; bloembollencultuur ; 18. Bolsterturfvermaler - arb.; turfstrooiselfabr. ; 10. Bomser - (1); vormer; ijzer- en metaalgieterijen; 11. Bonboninlegger - handl.; cacao- en choc.fabr. ; 17. Bonbonmaker - officier; cacao- en choc.fabr. ; 17. Bonbonvormer - officier ; suikerwerkfabr.; 17. Bontsnijder - zie bontwerker ; 7. Bontstikster - naaister ; bontwerkerijen; 7. Bontstoffeerster - zie bontstikster ; 7. Bontstrijker - zie bontwerker ; 7. Bontwasscher - waschknecht; wasch- en strijkinr. ; chem. wasscherijen; 7. Bontwerker - bontwerkerijen; 7. Bontwever - wever ; katoenweverijen ; 15. Boomdrager - handl.; katoenweverijen en moltondekenfabr.; 15 Boomenversteller - zie boomer; 15. Boomer - kettingscheerder; wol-, katoen-, linnen- en juteweverijen, moltondeken-, fluweel-, trijp- en moquettefabr. ; 15. Boomhakker - boscharb.; tuinman; boschbouw, onderh. plants. en parken; 18. Boomkweeker - boomkweekerijen; 18. Boommaker - houtbew. ; div. houtw.fabr. ; 6. Boomrooier - boscharb.; boschbouw ; 18. Boomrooier - arb.; openb. werken ; 4. Boomwachter - zie over weg wachter ; 21. Boomwerker - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. v. d. bew. van huiden, leerfabr.; 9. Boomzager - houthakker ; houthakkerijen en houtschillerijen; 6. Boomzetteler - kettingscheerder ; linnenweverijen ; 15. Boonenbreker - handl.; cacao- en choc.fabr. ; 17. Boonenlezer - handl.; cacao- en choc.fabr.; 17. Boonenlezer - arb. ; groentenzouterijen, -drogerijen en inmake- rijen van groenten, vruchten en aardappelen; 17. Boonenweger - handl.; cacao- en choc.fabr. ; 17. Boorarbeider - opsporing van delfstoffen, zoutontginningen; 10. Boordeninspeldster - zie boordennaaister; 7. Boordenknipper - zie boordennaaister; 7. Boordenkrulster - strijkster; wasch- en strijkinr. ; 7. Boordenvormster - zie boordenkrulster; 7. Boordennaaister - lingerienaaister; onderkl.- en huishoudg.fabr.; 7. Boordenomkeerder - zie boordennaaister; 7. Boordenopstikster - zie boordennaaister ; 7. Boordensterkster - strijkster; onderkl.- en huishoudg.fabr. ; 7. Boordenstikster - zie boordennaaister ; 7. Boordenstrijkster - strijkster; onderkl.- en huishoudg.fabr., wasch- en strijkinr.; 7. Boorder - pompboorder; pomp- en putboorderijen ; 4. Boorder - arb.; schoenfabr. ; 9. Boorder - mach. houtbew.; timmerfabr., meubelfabr. en meubelmakerijen, div. houtwarenfabr., klompenfabr. en klompenmakerijen ; 6. Boorder - zie metaalboorder ; 11. Boormeester - opsporing van delfstoffen; 10. Boormeester - pompboorder; pomp- en putboorderijen ; 4. Boorster - naaister ; tricotagefabr. en breierijen ; 15. Boortorenarbeider - boorarb.; opsporing van delfstoffen; 10. Boorstamper - handl.; diamantbewerking ; 2. Bootenmaker - (1); scheepstimmerman; scheepswerven; .11. Bootsmaat - dekpers.; zeescheepvaart; 21. Bootsman - dekpers.; zeescheepvaart, binnenscheepvaart, reddingswezen, loods- en seinwezen; 21. Bootwerker - havenarb. ; expediteurbedr., bedr. voor lading en lossing, veem- en pakhuisbedr.; 21. Bordenmaker - aardewerkmaker; grof-, fijnaardew.-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Bordenstempelaar - zie bordenmaker ; 1. Bordenwasscher - buffet- en keukenpers. ; hotel en restaurants ; 21. Bordeur - (2); zie felser ; 11. Borduurder - passetfientfabr,; 15. Borduurster - costuumnaaister; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.); 7. Borduurster - lingerienaaister; onderkl.- en huishoudg.fabr. ; 7. Borduurster - handwerkateliers ; 7. Borstelaar - (3); handl.; metaalw.- en lampenfabr. ; 11. Borstelbinder - trekker ; borstel- en bezemfabr. ; 6. Borsteler - appreteur ; katoenweverijen ; 15. Borstelhoutboorder - zie borstelhoutmaker; 6. Borstelhoutmaker - mach. houtbew. ; houtw.fabr.; 6. Borstelhoutschaver - zie borstelhoutmaker; 6. Borstelhoutzager - zie borstelhoutmaker; 6. Borstelknipper - handl. ; borstel- en bezemfabr. ; 6. Borstelmachinearbeider - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen ; 15. Borstelmaker - pekker en trekker; borstel- en bezemfabr. ; 6. Boscharbeider - houthakker, boomkapper ; boschbouw ; 18. Bosch wachter - politie ; politiewezen ; 24. Bosjeskeerder - tabaksbew.; sigarenfabr. en sigarenmaker ij en . 11 ■ Bosjesmaker - sigarenmaker; sigarenfabr. en sig.makerijen ; 17. Bosjesmaker - arb. ; vermicelli- en macaronifabr. ; 17. Bosjesmaker - arb.; gloei- en radiolampenfabr. , 11. Bosteldroger - handl. ; bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Boterafknipper - arb. ; margarinefabr. ; 17. Boteraftapper - handl. ; cacao- en choc.fabr.; 17. Boterbereider - botermaker ; boter-, kaas- en melkprod.fabr. , 17. Boterbereider - margarinefabr. ; 17. Boterdraaier - arb. ; margarinefabr.; 17. Botergieter - handl. ; cacao- en choc.fabr.; 17. Boterinpakker - handl. ; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; margarinefabr. ; 17. Boterkarner - zie botermaker ; 17. Boterkleurder - zie botermaker; 17. Boterkleurselmaker - arb. ; chem. fabr. ; 5. Boterkleurder - arb. ; margarinefabr. ; 17. Boterkleurselmaker - arb. ; chem.fabr.; 17. Boterkneder - zie botermaker ; 17. Boterkneder - arb. ; margarinefabr.; 17. Boterlader - arb.; margarinefabr.; 17. Botermaker - botermaker ; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Botermaker - arb. ; margarinefabr.; 17. Botermenger - zie botermaker; 17. Botermerker - zie botermaker; 17. Boteropmaker - zie botermaker; 17. Boterproever - zie botermaker; 17. Boterroller - zie botermaker; 17. Boterschepper - zie botermaker ; 17. Botersnijder - zie botermaker; 17. Boterstamper - zie botermaker ; 17. Botersteker - zie botermaker ; 17. Boterstempelaar - zie botermaker ; 17. Botervormer - zie botermaker ; 17. Boterwalser - zie botermaker; 17. Boterweger - zie botermaker ; 17. Boterweger - arb. ; margarinefabr.; 17. Boterzouter - zie botermaker; 17. Bottelaar - arb.; azijn-, limonade- en mineraalwaterfabr.; 17. Bottelier - arb. ; wijn- en bierbottelarijen; 17. Bottelsorteerder - handl.; flesschenfabr.; 1. Botvisscher - zee- en kustvisscher; zee- en kustvisscherij ; 19. Boucheur - afwerker; div. glasfabr.; 1. Boutenaansnijder - (2); zie boutensnijder; 11. Boutenbramer - (2); zie afbramer; 11. Boutendraaier - (2); draaier ; schroeven-, bouten- en moeren- fabr. ; spoor- en tramw.werkpl.; 11. Boutenfraiser - (2); metaalfraiser; bouten-, schroeven- en moerenfabr.; 11. Boutenheeter - (2); zie boutenmaker; 11. Boutenknipper - (2); zie boutenmaker; 11. Boutenmaker - (2); bouten- en moerenmaker; schroeven-, bouten- en moerenfabr. ; 11. Boutensmid - (2); vuurwerker; schroeven-, bouten- en moerenfabr. ; 11. Boutensnijder - (2); massadraaier; schroeven-, bouten- en moerenfabr.; 11. Bouwer - stutter; steenkolenmijnen ; 10. Bouwhouwer - bouwer, is tevens houwer ; steenkolenmijnen; 10. Bouwknecht - landbouwarb. ; land- en akkerbouw; 18. Bouwkundig ingenieur - ingenieur; ingenieurs- en architectenbureaux; 24. Bouwkundig opzichter - techn. pers. ; bouw- en onderhoud van gebouwen; 4. Bouwkundig opzichter - ingenieurs- en architectenbureaux; 24. Bouwkundig opzichter-teekenaar - zie bouwk. teekenaar; 24. Bouwkundig teekenaar - teekenaar; ingenieurs- en architectenbureaux ; 24. Bouwkundige - architect; ingenieurs- en architectenbureaux; 24. Bouwvaksjouwer - ongesch. arb. ; bouw en onderhoud gebouwen, betonbouwbedr., grond- en waterbouwk. werken, heiers- en baggerbedr., steenhouwerijen, -zagerijen en -slijperijen, dakdekkersbedr. ; 4. Bovenleer snij der - coupeur ; schoenfabr. ; 9. Bovensnijder - arb.; papierfabr.; 14. Braamkapper - (2); zie afbramer; 11. Braamslijper - (2); zie afbramer; 11. Braamvijler - (2); zie afbramer; 11. Braamzager - (2); zie afbramer; 11. Braker - vlasarb. ; vlasserijen; 15. Bramer - (2); zie afbramer ; 11. Brander - arb.; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. van vuurv. steenen, aarden buizen, dakpannen en vloertegels ; 1. Brander - arb.; zinkwit-, loodwit-, dextrinefabr., div. chem. fabr. ; 5. Brander - zie autogeenbrander ; 11. Brander - zie emaillebrander; 11. Brander - lompenbew.; wolspinnerijen ; 15. Brander - appreteur ; wolweverijen ; 15. Brander - arb.; glucose-, stroop-, sagofabr., branderijen, gistspiritus-, koffiestroopfabr. en cichoreibranderijen; 17. Brander - cacaobrander; cacao- en choc.fabr.; 17. Brander - koffiebrander ; koffiebranderijen ; 17. Brandewijnstoker - arb.; distilleerderijen en likeurstokerijen; 17. Brandhoutzager - mach. houtbew.; houtzagerijen; 6. Brandkraanschoonmaker - brandweerpers.; 24. Brandmeester - arb. ; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. van vuurv. steenen, aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Brandwacht - brandweerpers.; brandweer ; 24. Brandweerman - brandweerpers.; brandweer; 24. Breaker - openaar en bandvormer; jutespinnerijen; 15. Breeuwer - (2); zie kalefater; 11. Breier - tricotagebreier ; tricotagefabr. en breierijen; 15. Breker - maler, stamper; lijm- en gelatinefabr. e. a. beenderverw.inr. ; 5. Breker - mengzaal-, duivelkamer-, kraskamerarb.; katoenspinnerijen ; 15. Breker - arb.; stijfsel- en oliefabr.; 17. Breker - handl. ; biscuits- en koekfabr.; 17. Bretelmaakster - knipster, naaister; fabr. van boorden, manchetten en dassen, enz.; 7. Brettensjouwer - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Breukbandenmaker - (1); bandagist; instrumentmakerijen; 11. Briesmaker - arb. ; kalkzandsteenfabr.; 1. Brievenbesteller - posterijen, telegrafie en telefonie ; 21. Brigadier v. d. sifleur - arb.; zinkwitfabr.; 5. Brikettendroger - zie brikettenmaker; 10. Brikettenmaker - arb. ; brikettenfabr. ; 10. Brikettenperser - zie brikettenmaker; 10. Brikettensnapper - zie brikettenmaker; 10. Brikettenvormer - zie brikettenmaker; 10. Brikkenbakker - arb.; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. v. vuurv. steenen; 1. Brikkenstoker - zie brikkenbakker; 1. Brillantslijper - diamantbew. ; inr. tot bew. van diamant e. a. edelsteenen; 2. Brillantsnijder - zie brillantslijper; 2. Brillantversteller - zie brillantslijper ; 2. Brillantzetter - (1); goud- en zilversmid; goud- en zilversmederijen ; 11. Brillenglasslijper - (1); zie brillenmaker; 11. Brillenmaker - (1); opticien; instrumentmakerijen; 11. Brillenmontuurmaker - (1); instrumentmaker; instrumentmakerijen ; 11. ^ Brocheerder - zie boekbinder; 14 (zie ook drukker ij binder). Brodeur(euse) - borduurster; handwerkateliers enz.; 7, Broeier - kuiper; kuiperijen ; 6. Broeier - arb.; azijnfabr. ; 17. Broeier - tuinbouwarb. ; bloemencultuur ; 18. Broekenmaker - conf.kleermaker; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.); 7. Broekenafnaaister - conf.fabr.arb. ; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.); 7. Brongasboorder - pompboorder ; pomp- en putboorderijen; 4. Bronzer - handl.; glasbew.inr.; 1. Bronzer - hulpvakarb. ; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen; 3. Bronzer - vergulder ; lijstenfabr. en encadreerinr. ; 6. Bronzer - (2); galvaniseur; galvaniseerinr., lakker ij en, schoopeerinr., metaalw.- en lampenfabr.; 11. Bronzeur - zie bronzer. Broodbakker - bakker ; brood- en beschuitfabr. en broodbakkerijen ; 17. Broodbakker - zeescheepvaart; 21. Broodbezorger - besteller; brood- en beschuitfabr. en broodbakkerijen ; 17 ; (21). Brooduitdrager - handl.; brood- en beschuitfabr. en broodbakkerijen ; 17. Brosser - arb. ; schoenfabr. ; 9. Brouwer - zie bierbrouwer : 17. Broyeerder - chocolademaker ; cacao- en choc.fabr.; 17. Brugdraaier - zie brugwachter ; 21. Bruggeldgaarder - belastingpers.; financie- en belastingwezen; 24. Brugjesmaker - (2); arb.; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Brugknecht - zie brugwachter; 1. Brugwachter - sluis- en havenpers. ; sluis- en havenwezen; 21. Brugwachter - bewakings- en beveilingspers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Brugwerker - handl.; spoor- en tramwegen; 21. Bruineerder - (2); bruineur; metaalw.-, lampen-, ijzerw.fabr., gereedschapmakerijen, ijzeren meubel-, slotenfabr.; 11. Bruineerder - (2); goud- en zilver smederij en ; 11. Bruinkolenarbeider - grondw.graver ; bruinkoolgroeven ; 10. Bruinmaker - (2); zie bruineerder ; 11. Buffer - (2); polijster; metaalw.- en lampenfabr., goud- en zilversmederijen ; 11. Buffetbediende - buffetpers.; hotels, restaurants, lunchrooms, café's, theeschenker ij en, enz. ; 21. Buffethouder - zie barkeeper ; 21. Buffetjuffrouw - buffet- en keukenpers. ; binnenscheepvaart, veerdiensten, hotels, restaurants, lunchrooms, café's, theeschenkerijen, enz.; 21. Buffetknecht - buffet- en keukenpers,; café's, theeschenker ij en, enz. ; 21. Bügeler - arb. ; schoenfabr. ; 9. Buiger - (1); smid; gereedschapmakerijen, ijzerwaren-, ijzeren meubel-, brandkasten- en hoefijzerfabr. ; 11. Buiger - (1); mach. houtbew. ; wagon- en carrosseriefabr.; 11. Buiger - (1); zie spantenbuiger; 11. Builenplakker - papierbew. ; papierwarenfabr.; 14. Builenpoetser - arb. ; meelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr.; 17. Buiier - arb.; dextrinefabr. ; 5. Buiier - arb.; aardappelmeelfabr.; 17. Buiier - handl. ; suikerraffinaderijen, boter-, kaas- en melkprod. fabr.; 17. Buiier. - cacaomaler; cacao- en choc.fabr. ; 17. Buizeninzetter - arb. ; fabr. van aarden buizen, dakpannen en vloertegels ; 1. Buizenlegger - grondw.; waterleidingen; 17; (4). Buizenmaker - vervaard, techn. rubberart.; rubberfabr.; 9. Buizenperser - arb. ; fabr. van aarden buizen, dakpannen en vloertegels ; 1. Buizenperser - perser; lood-, zink-, enz. pletterijen en -perserijen ; 11. Buizenpoetser - zie buizenperser; 1. Buizensorteerder - zie aardewerksorteerder ; 1. Buizenstamper - arb. ; fabr. van aarden buizen, dakpannen en vloertegels ; 1. Buizenstamper - beton- en cementwerker; cementw.fabr. ; 1. Buizenstoker - zie buizenperser ; 1. Buizen trekker - (2); pijpenbuiger ; fabr. van ijzeren- en stalenbuizen; 11. Buizenvormer - zie buizenperser ; 1. Bultenzetter - arb.; stroocartonfabr.; 14. Bundelmaker - spoeler en twijner; katoenweverijen en moltondekenfabr.; 15. Bunkerarbeider - (3); hoogovenarb. ; hoogovenbedr. ; 11. Bunkerman -(2); hoogovenarb.; hoogovenbedr.; 11. Bunkerwagendrijver - (2); zie bunkerman ; 11. Bureaulist - pers. ; schouwburgen, concert- en feestgeb., bioscopen ; 24. Bureaulist - kaartjesverkooper ; veerdiensten ; 21 ; (24). Bureau-referent - adm.pers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Bureel-ambtenaar - adm.pers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Bureel-ambtenaar - adm.pers. ; adm.kantoren; 24. Bureeloppasser arsenaal - conservatiearb. ; rijkswerven ; 11. Burgemeester - voorz. v. d. gem.raad, hoofd van de politie enz., voorz. gem.bestuur; 24. Busselmaker - mandenmaker ; mandenmakerijen en teenschillerijen; 6. Bussenbinder - handl.; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Bussenopzetter - (3); handl.; blikwarenfabr.; 11. BEROEPSKLAPPER. Bussenplakker - zie bussenbinder; 17. Bussenreiniger - handl. ; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Bussenschoonmaker - arb.; verfmalerijen, vernis- en lakstokerijen; 5. Bussensjouwer - arb. ; margarinefabr. ; 17. Bussensluiter - arb.; verfmalerijen, vernis- en lakstokerijen ; 5. Bussensluiter - handl.; cacao- en choc.fabr., boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Bussensorteerder -zie bussenbinder ; 17. Bussenvuller - arb. ; verfmalerijen, vernis- en lakstokerijen, zeepfabr.; 5. Bussenvuller - handl. ; cacao- en choc.fabr., boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; fabr. van verduurzaamde groenten en vruchten in glas en blik, vruchtensap-, vruchtenwijn-, jamfabr.; 17. Bijknipper - naaister; onderkl.- en huishoudg.fabr.; 7. Bijkrooier - veenarb.; veenderijen; 10. Bijkruier - zie bijkrooier; 10. Bijperser - conf.fabr.arb. ; kleermakerijen en conf.fabr. (boven- kleeding); 7. Bijsnijder - zie bijperser ; 7. Bijsnijder - zie bijknipper; 7. Bijsnijder - arb.; schoenfabr.; 9. Bijsteker - (3); handl. ; gereedschapmakerijen, ijzerw.-, ijzeren meubel-, sloten-, brandkastenfabr. ; 11. Bijtuiger - arb. ;schoenfabr. ; 9. Bijvoeder - zie bijperser; 7. Bijwerker - zie bijperser ; 7. Bijwever - wever ; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Cabaretzanger - variété-artist; cabaretgez., voor eigen rek. werk. artisten e.d. ; 24. Cacaobrander - cacao- en choc.fabr.; 17. Cacaomaler - cacao- en choc.fabr. ; 17. Cacaomenger - zie cacaomaler ; 17. Cacaopakker - handl. ; cacao- en choc.fabr.; 17. Cacaoperser - perser; cacao- en choc.fabr. ; 17. Cacaosorteerder - arb. ; meelfabr., graanmalerijen en veevoeder- fabr.; 17. Cacaoweger - zie cacaopakker ; 17. Caddiemeester (golfclub) - pers.; sportinr.; 24. Cahiermaker - papierbew. ; papierw.fabr.; 14. Cahiernaaister - zie boekbinder; 14. Calandreur - arb.; papierfabr.; 14. Calfacter - ververijarb.; chem. wasscherijen en -ververijen, tapijtrein.inr.; 9. Calligraaf - calligrafeerinr.; 8. Calqueur - teekenaar; ingenieurs- en architectenbureaux ; 24. Campereur - arb.; schoenfabr.; 9. Candidaat-notaris - notariskantoren ; 24. Candiseur - officier ; suikerwerkfabr.; 17. Cantellexir - (1); pletter, perser en draadtrekker; goud- en zilversmederijen; 11. Cantinebediende - kellner ; café's, tapperijen, theeschenk er ij en, enz. ; 21. Canvasknipper - rijwiel- en autobandenmaker; rubberfabr. ; 9. Canvassnijder - zie canvasknipper ; 9. Caoutchoucperser - rijwiel- en autobandenmaker; rubberfabr.; 9. Capsuledraaier - (2); zie capsulemaker; 11. Capsuleerder - zie capsulevervaardiger ; 5. Capsuleerder - arb.; distilleerderijen en likeurstokerijen; 17. Capsulemaker - (2); capsulefabr.; 11. Capsulevervaardiger - arb.; fabr. van genees- en verbandmiddelen ; 5. Capsuleverver - (3); handl. ; capsulefabr. ; 11. Caramelbrander - officier ; suikerwerkfabr.; 17. Caramelkoker - zie caramelbrander ; 17. Carbidwerker - arb.; div. chem.fabr. ; 5. Carbonateur - handl.; suikerraffinaderijen ; 17. Carboniseerder - lompenbewerker ; wolspinnerijen ; 15. Carboniseerder - appreteur ; wolweverijen ;* 15. Cardeerder - wolkammer; sajetfabr. ; 15. Cardeerder - touwslager ; touwslagerijen ; 15. Careerwever - wever ; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Careur - glasmaker; venster-, spiegelglas-, e.a. glasfabr. ; 1. Carrosseriebekleeder - (1); stoffeerder; wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Carrosseriemaker - (1); wagon- en carosseriefabr. ; 11. Carrosserieschilder - (1); schilder; wagon- en carrosseriefabr.; 11. Cartograaf - lithograaf; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. Cartonnagewerker - cartonnagefabr. ; 14. Cartonneerder - zie cartonnagewerker ; 14. Cartonplakker - arb. ; stroocartonfabr. ; 14. Cartonsnijder - zie cartonnagewerker; 14. Cartonwerker - zie cartonnagewerker; 14. Caseïnebereider - kaasmaker; boter-, kaas- en rnelkprod.fabr.; 17, Casserollier - buffet- en keukenpers.; hotels en restaurants; 21. Cassettenmaker - aardewerkmaker; grof-, fijnaardew.-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Cassettenoplegger - ovenpers. ; grof-, fijnaardew.-, porcelein-, muurtegel-, bouwaardew.fabr.; 1. Cassettenplakker - zie cassettenmaker; 1. Cassettenschoonmaker - handl.; grof-, fijnaardew.-, muurtegel-, bouwaardew.fabr.; 1. Castreerder - beestensnijder ; 24. Caucherslager - slager; abattoirs, slachterijen en vleeschw.fabr.; 17. Caulker - (2); hakker en dichtkoker; scheepswerven; 11. Cellist - toonkunstenaar; operagez., orkesten, voor eig. rek. werk. artisten e.d.; 24. Celluloiddraaier - arb. ; celluloidwarenfabr.; 6. Cellulosemaker - arb.; cellulosefabr.; 14. Celwerker - arb.; stijfselfabr.; 17. Cementbrander - arb. ; cementfabr. ; 1. Cementdrager - arb. ; cementfabr. ; 1. Cementmenger - arb.; cementfabr. ; 1. Cementmenger - zie betonwerker; 1 en 4. Cementpannenmaker - beton- en cementwerker ; cementwarenfabr.; 1. Cementplatenmaker - zie cementpannenmaker; 1. Cementringenmaker - zie cementpannenmaker; 1. Cementstamper - zie betonstamper ; 1 en 4. Cementsteenmaker - zie cementpannenmaker ; 1. Cementvloerlegger - zie betonvloerlegger; 4. Cementwerker - zie betonwerker ; cementw.fabr. ; 1. Cementwerker - zie betonwerker; 4. Centrifugist - arb. ; magnesietmalerijen, magnesiafabr., zeepfabr., fabr. van genees- en verbandmiddelen, div. chem. fabr.; 5. Centrifugist - waschknecht; wasch- en strijkinr. ; 7. Centrifugist - arb. ; aardappelmeel-, stijfsel-, olie-, gist-, spiritusfabr., branderijen, zoutziederijen, suikerraffinaderijen, boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Chartermeester - wetensch. pers.; archieven, musea e.a. wetensch. inst.en verz.; 24. Chasseur - bedienend pers.; hotels en restaurants; 21. Chassismaker - (1); bankw.; auto- en motorrijwielenfabr. ; 11. Chauffeur - autobusondern., autoverhuurinr., autogarages, expe- diteursbedr., bedr. voor lading en lossing, veem- en pakhuisbedr., bestel- en bodediensten, div. transportondern.; 21. Chauffeur - brandweerpers.; brandweer ; 24 ; (21). Chauffeur - part. chauffeur; huiselijke diensten; 26; (21). Chef centr. controle - adm.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Chef comptabiliteit - adm.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Chef de rang - bedienend pers. ; zeescheepvaart; 21. Chef ladingmeester - stationspers.; spoor- en tramwegen ; 21. Chef plaatskaartenbureau - adm.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Chef tractie - adm.pers. ; spoor- en tramwegen; 21. Chef van dienst - adm.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Chef vervoer - adm.pers. ; spoor- en tramwegen; 21. Chef weg en werken - techn. pers. ; spoor- en tramwegen; 21. Chemiker - chemisch ingenieur, scheikundige; techn. pers. kunstzijdefabr., stikstofbindingsfabr. en laboratoria (controle en research werk) groote bedrijven, electr. centr., gas- en waterleidingbedr., e.d. Chemisch verver - ververijarb.; chem. wasscherijen- en -ververijen, tapijtrein.inr.; 7. Clienillesnijder - appreteur; tapijt- en mattenfabr. ; 15. Chinaclaykoker - arb. ; papierfabr.; 14. Chirurg - geneeskundige; dokterspraktijken, ziekenhuizen, klinieken, e.d. ; 24. Chloorbereider - arb. ; stroostoffabr. ; 14. Chloorkalkoplosser - arb.; papierfabr. ; 14. Chloormaler - arb. ; div. chem. fabr. ; 5. Chlooroplosser - arb.; papierfabr. ; 14. Chocolademaker - choc.maler; cacao- en choc.fabr.; 17. Chocolademaler - cacao- en choc.fabr. ; 17. Chocoladeverpakker - handl.; cacao- en choc.fabr. ; 17. Chocoladevormer - vormer; cacao- en choc.fabr. ; 17. Chocoladewerker - biscuits- en koekbakker ; biscuits- en koekfabr. ; 17. Chocoladewerker - choc.werker ; suikerwerkfabr, ; 17. Chocolatier - zie choc.vormer; 17. Chocolatier - zie choc.werker ; 17. Chromo-lithograaf - lithograaf; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. Chroomer - (2); zie verchroomer; 11. Chroomlooier - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr. ; 9. Chronometermaker - (1); instrumentmaker; instrum.makerijen; 11. Cigarillosmaker - sigarenmaker; sigarenfabr. en sigarenmakerijen; 17. Cinograaf - fotograaf; fotogr.ateliers en filmfabr.; 3. Cipier - pers.; gevangeniswezen; 24. Circusartist - circus- en kermispers.; circus-, kermisgez. e.d.; 24. Cirkelzager - mach. houtbew.; houtzagerijen, -schavefijen, timmerfabr.; fabr. van triplexhout, parketvloeren-, kistenfabr., kistenmakerijen, kuiperijen, meubelmakerijen, meubel- en div. houtw.fabr.; 6. Ciseleur - glasslijper; div. glasfabr. en glasbewerkingsinr.; 1. Ciseleur - (1); graveur en drijver; metaalw.- en lampenfabr., goud- en zilver smederij en ; 11. Civiel-ingenieur - ingenieur ; ingenieurs- en architectenbur.; 24. Clarificeerder - arb. ; kaarsen- en waxinefabr.; 5. Clarinettist - bands, dansorchesten, symphonieorkesten, opera- en cabaretgezelsch.; 24. Classificeerder - (3); handl.; scheepswerven; 11. Clearingnian - bediende effecten-, wisselafd., belast met het afsluiten van transacties in zich zelf, n.1. het tegenover elkaar stellen van opdrachten tot koop en verkoop ; een event. surplus wordt op de beurs bijgekocht of verkocht; bankinst., kassiers en comm. in eff.; 22. Clichédrukker - drukker; boek-, handels- en courantdrukkerijen ; 3. Clichémaker - reproductiefotograaf; chem. graf. inr. ; 3. Clipsopzetter - (2); koperbew.; koperpletterijen; 11. Closetgieter - aardewerkmaker; grof-, fijnaardewerk-, porcelein-, bouwaardew.fabr.; 1. Cocosmattenmaker - wever; tapijt- en mattenmaker ij en; 15. Cocosperser - arb.; oliefabr.; 17. Cocosverver - ververijarb. ; tapijt- en mattenfabr.; 15. Cocoswever - wever; tapijt- en mattenfabr.; 15. Codist - adm.pers.; bankinst., kassiers en comm. in eff., chèqueen girodiensten; 22. Coiffeur - kapper ; kapperszaken en haarbewerkingsinr. ; 7. Cokesblusscher - handl.; gasfabr.; 16. Cokesbrander - stokerijpers.; cokesfabr.; 10. Cokesgasstoker. - stokerijpers.; gasfabr.; 16. Cokesklopper - handl. (plaatsarb.); cokesfabr. ; 10. Cokesklopper - gasfabr.; 16. Cokeslader - handl. (plaatsarb.); cokesfabr.; 10. Cokesmaler - handl. (plaatsarb.); gasfabr.; 16. Cokesmeter - zie cokesmaler; 16. 19 •Cokesrijder - zie cokesmaler; 16. Cokesschepper - zie cokesmaler; 16. Cokessorteerder - zie cokesmaler; 16. Cokestrekker - zie cokesbrander ; 10. Collecteur Staatsloterij - adm.pers.; loterij kantoren; 24. Collectormaker - (1); bankw.; electrotechn.fabr. ; 11. Colombonoplegger - schilder, drukker en glazuurder; grof-, fijnaardw.-, porcelein-, muurtegel-, bouwaardew.fabr. ; 1. Colporteur - venter; 20. Colporteur - spaarbanken; 22. Commandeur - handl.; rijkswerven; 11. Commandeur bankwerker - bankw.; rijkswerven; 11. Commandeur conservatie - conservatiearb. ; rijkswerven; 11. Commandeur ernstvuurwerkmaker - ernstvuurwerkmaker; rijkswerven ; 11. Commandeur gieter - metaalgieter ; rijkswerven ; 11. Commandeur magazijn - magazijnpers. ; rijkswerven; 11. Commandeur scheepmaker - ijzerwerker ; rijkswerven ; 11. Commandeur scheepsfceschieter - scheepsbesch.; rijkswerven; 11. Commandeur scheepstuiger - scheepstuiger; rijkswerven; 11. Commandeur schilder - schilder ; rijkswerven ; 11. Commandeur timmerman - scheepsbeschieter ; rijkswerven ; 11. Commandeur verspermijnenmagazijn - magazijnpers.; rijkswerven ; 11. Commandeur vuurwerker - vuurwerker ; rijkswerven ; 11. Commandeur werktuigbouw - bankw. ; rijkswerven; 11. Commandeur zeilmakerij - zeilmaker; rijkswerven; 11. Commies stationsdienst - adm.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Commis de rang - bedienend pers. ; zeescheepvaart; 21. Commissaris loodswezen - loods- en seinpers. ; loods- en seinwezen; 21. Commissaris van politie - politiewezen; 24. Commissionnair - bedienend pers. ; hotels, en restaurants ; 21. Comissionnair - bovendien zelfstandig beroep : volgens W. v. K., iemand, die er zijn beroep van maakt tegen genot van een zeker loon of provisie zaken af te sluiten op order en voor rekening van zijn lastgever, doch op zijn eigen naam (dit in tegenstelling tot makelaar); 20 en 22. Commutatormaker - (1); bankw.; electrotechn. fabr.; 11. Compleetmachinearbeider - arb. ; lucifersfabr.; 5. Compleetmachinearbeider - sigarenfabr. ; 17. Componist - musicus ; vrije kunsten ; 24. Compositiegieter - metaalgieter; spoor- en tramwegwerkpl.; 11. Compositiemenger - handl.; venster-, spiegelglas-, e.a. glasfabr.; 1. Compostbereider - zie beltwerker; vaaltarbeider; 4. Comprimeerder - arb.; fabr. van genees- en verbandmidelen ; 5. Comprimeur - drukregelaar ; gasfabr.; 16. Concertmeester - toonkunstenaar; operagezelsch. en orkesten; 24. Concertzanger - opera- en concertzanger; operagezelsch., orkesten, voor eig. rek. werk. artisten e.d. ; 24. Concierge - huisbewaarder; huiselijke diensten; 26; doch ook openbare gebouwen als scholen, musea, bankgebouwen, raadhuizen, e.d. Condenseür - poedermaler ; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Conducteur - arb.; papierfabr.; 14. Conducteur - treinpers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Conducteur - conducteur; autobusondern., binnenscheepvaart (passagiersdiensten), veerdiensten ; 21. Conducteur-bestuurder - wagenv. conducteur ; spoor- en tramwegen ; 21. Conducteur der brievenmalen - brievenbest. ; posterijen, telegrafie en telefonie ; 21. Conducteur-pakmeester - treinpers. ; spoor- en tramwegen; 21. Conducteur-wagenbestuurder - wagenv. cond.; spoor- en tramwegen ; 21. Confectiekleermaker - kleermaker ; kleermakerijen en confectiefabr. (bovenkl.); 7. Confectieknipster - lingerienaaister; onderkl. en huishoudg. fabr. ; 7. Confectiewerker - kleerm. (dames); kleerm. en conf.fabr. (bovenkl.); 7. Confiseur - banketbakker ; banketbakkerijen ; 17. Confiseur - officier ; suikerwarenfabr.; 17. Confiseur - officier; cacao- en choc.fabr. ; 17. Confijter - conserveerder; fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr.; 17. Conisch zager - houtbew. (mach.); kistenfabr. en kistenmak ; 6. Conservatiearbeider - zie conserveerder ; 11. Conserveerder - conservatiearb. ; rijkswerven; 11. Conserveerder - zie confijter; 17. Constructie-bankwerker - (2); grofbankw., constructie werker; constr.werkpl. ; 11. Constructie-boorder - (2); metaalbew. (mach.); metaalboorder; constr.werkpl. ; 11. Constructie-teekenaar - teekenaar; ing. en archit. bur.; 24. Constructie-teekenaar - teekenaar ; constr.werkpl.; 11. Constructiewerker - zie constr. bankw. ; 11. Constructiewerker - (2); grofbankw.; electrotechn. fabr. en install.inr.; 11. Consumptieijsbereider - banketbakkerijen, consumptieijsfabr.; 17. Consumptieijsbereider - lunchrooms, automatieken, e.d.; 21. Continu-oppasser - openaar en bandvormer ; wolspinnerijen; 15. Contrabassist - jazz-band, opera-, cabaretgezelsch., orkesten; 24. Contrefortinplakker - arb.; schoenfabr. en schoenmak.; 9. Contrefortschifter - arb.; schoenfabr.; 9. Contrefortschuurder - arb.; schoenfabr.; 9. Controleur - stationspers.; spoor- en tramwegen; 21. Controleur - conducteur ; autobusondern., omnibusdiensten ; 21. Controleur - bed. pers.; binnenscheepv. (passagiersdiensten); 21. Controleur - inspect., agent, enz.; verz.maatschappijen e.d.; 23. Controleur afrekenaar - adm.pers.; spoor- en tramw.; 21. Controleur belastingen - financie- en belast.wezen; 24. Controleur gemeentefinanciën - financie- en belast.wezen; 24. Controleur goederendienst - adm.pers.; spoor- en tramw.; 21. Controleur havenarbeid - arbeidsinsp., volksgezondh., enz. ; 24. Controleur inklaring - adm.pers. ; spoor- en tramwegen; 21. Controleur keuringsdienst - arbeidsinsp. volksgezondh., enz.; 24. Controleur magazijnen - adm.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Controleur nachtveiligheidsdienst - politiewezen ; 24. Controleur passencontróle - financie- en belastingwezen; 24. Controleur Raad van Arbeid - 23. Controleur Staatstoezicht mijnen - arbeidsinspectie, volksgezondh. enz.; 24. Controleur - huisbezoeker; organen v. steunverl., bur. v. maat- schapp.- hulpbetoon; 24. Controleur van den arbeid - techn. ambt. arbeidsinspectie ; 24. Controleur v. d. beweging - adm.pers. ; spoor- en tramwegen; 21. Controleur v. d. weg - techn. pers. ; spoor- en tramwegen; 21. Controleur warenhuizen - winkelbediende ; warenhuizen, bazars, toko's; 20. Controleur weg en werken - adm.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Conventeerder - glucose-, stroop- en sagofabr. ; 17. Convooi-looper - adm.kantoren ; 24. Copiëerder - klompenmaker ; klompenfabr. en klompenmak. ; 6. Copiïst - schrijver ; adm.kantoren; 24. Copra-perser - arb.; oliefabr. ; 17. Cops-afzetter - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Cops-drager - handl.; katoenspinnerijen ; 15. Cops-spoeler - spoeler en twijner ; katoenwev. en moltondekenfabr.; 15. Copsverdeeler - handl. ; katoenwev. en moltondekenfabr. ; 15. Copsverver - ververijarb. ; katoenweverijen ; 15. Coquillemaker - (1); kernmaker, matreizenmaker; ijzer-, staale.a. metaalgieterijen ; 11. Cordssnijder - koordsnijder, appreteur; katoenwev. en moltondekenfabr. ; 15. Cordssnijder - ververijarb.; katoenververijen ; 15. Cornuizenarbeider - arb. zinkwitfabr. ; 5. Correspondent - journalist; nieuwsbureaux; 20; journalistiek; 24. Correspondent - adm.pers.; bankinstell., kassiers en comm. in eff., chèque- en girodiensten, hypotheekbanken; 22. Correspondent - adm.pers.; verzekeringsmaatsch. en ziekenfondsen e.d.; 23. Correspondent - adm.pers. ; administratiekantoren ; 24. Corsettenmaker - corsettenmakerijen ; 7. Corsettennaaister - corsettenmakerijen ; 7. Costumière - costuumnaaister; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.); 7. Costuumnaaister - zie costumière ; 7. Costuumstrijkster - strijkster; wasch- en strijkinr. ; 7. Corsettensnijder - coupeur, corsettenmaker ; corsettenmak. ; 7. Coupeur - kleermaker ; kleermak. en conf.fabr. (bovenkl.); T. Coupeur - zie corsettensnijder ; 7. Coupeur - hoeden- en pettenm. ; heerenh.- en pettenfabr.; 7. Coupeur - leer-, bovenleersnijder ; schoenfabr. ; 9. Coupeur - papiersnijder; papierfabr. ; 14. Coupeuse - costuumnaaister; dameski. ateliers (bovenkl); 7. Coupeuse - lingerienaaister; onderkl. en huishoudg.fabr., fabr. van boorden, manchetten, dassen, enz. ; 7. Courantendrukker - rotatiepersdrukker; boek-, handels- en courantendrukk. ; 3. Courantenvouwer - hulpvakarb. ; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Crankslijper - (2); metaalslijper ; gereedsch.-makerijen en ijzerwarenfabr., ijzerenmeubelfabr., slotenfabr. ; 11. Crasseur - (1); afteekenaar; electrotechn.fabr. en -install.inr.; 11. Crasseur - (1); afteekenaar; afschrijver; constr.werkpl. ; 11. Creosoteerder - arb. ; houtber.inr. (bielzen of dwarsliggers); 6. Cubesmaker - handl.; suikerraffinaderijen; 17. Cuisinier - kok; zeescheepvrt.; 21. Cuisinier - kok ; koksbedr. en kokerijen; 17. Cylindervuller - (3); handl.; electrotechn.fabr.; 11. Dagdienstbode - (heele dg. bijv. meer dan 8 uur p.d. (1/1); bijv. 8—8, 7—7 uur; driekwart dg. 6 tot 8 uur p. d. (3/4); bijv. 9—5. 8—4 of 8.30—4.30 uur; halve dg. tot 6 uur p. d. (V2); bijv. 9—2, 8—1 of 8.30—1.30 uur); huispers. ; huisel. diensten; 26. Daglocner - landarb.; landbouw (akkerb. en veeh.); 18. Dakdekker - dakdekkersbedr. ; zie ook asphaltdekker, mastie- ker, stroo- en rietdekker ; 4. Dakpannenperser - arb. ; fabr. v. aarden buizen en dakpannen; 1. Dakpannensorteerder - arb.; fabr. v. aarden buizen en dakp. ; 1. Dakpannenvormer - zie dakpannenperser; 1. Damastwever - linnenweverijen; 15. Dameshoedenmaakster - hoedenmodiste; damesh.fabr., modisterijen; 7. Dameskapper - kapper; kapperszaken en haarbew.inr. ; 7. Dameskleermaakster - costuumnaaister; kleerm. en conf.fabr. (bovenkl.); 7. • Damper - ververijarb. ; wolweverijen; 15. Damper - bleeker ; katoendrukkerijen ; 15. Damwerker - handl.; mandenm. en teenschillerijen; 6. Dansleeraar - dansscholen; 25. Darmenbewerker - darmenbewerkerijen; 17. Darmendroger - darmenbewerkerijen ; 17. Darmenreiniger - darmenbewerkerijen; 17. Darmenrooker - darmenbewerkerijen ; 17. Darmenschrapper - darmenbewerkerijen; 17. Darmenslijmer - darmenbewerkerijen; 17. Darmensorteerder - darmenbewerkerijen; 17. Darmenzouter - darmenbewerkerijen ; 17. Dassenmaker - coupeur; fabr. v. boorden, manch. en dassen, enz.; 7. Dassenmaakster - coupeuse, lingerienaaister; fabr. v. boorden, manch. en dassen, enz.; 7. Dassennaaister - lingerienaaister; fabr. v. boorden, manch. en dassen, enz.; 7. Decateerder - appreteur ; katoenweverijen ; 15. Decatiseerder - appreteur; wolweverijen; 15. Decatisseur - appreteur; chem. wasscherijen en ververijen, tapijtreinigingsinr.; 7. Decorateur - schilder, drukker en glazuurder; grof- en fijnaardew.- en porceleinfabr., muurtegel- en bouwaardew. fabr.; 1. Decorateur - (2); emailleur ; emailleerfabr. ; 11. Decorateur - banketbakker ; banketbakk.; 17. Decorateur - choc.werker; suikerw.fabr. en choc.fabr. ; 17. Decoratief teekenaar - kunstschilder; kunstsch. ateliers; 8. Decoratieschilder - schilder; schildersbedrijven ; 4. Decordrukker - schilder, drukker en glazuurder; grof- en fijnaardew.fabr. en porceleinfabr., muurtegel- en bouwaardew. fabr.; 1. Decoreerder - zie decorateur; 1. Decorknecht - pers. schouwb., concert- en feestgeb.; 24. Decorschilder - zie decorateur; 1. Deegbereider - zie deegmaker; 17. Deegbereider - biscuits- en koekbakker; biscuits-en koekfabr.; 17. Deegmaker - brood- en beschuitbakker ; brood- en beschuitfabr. en broodbakk.; 17. Deegmaker - banketbakker ; banketbakk.; 17. Deegmaker - arb. vermicelli- en macaronifabr. ; 17. Deegwalser - arb. vermicelli- en macaronifabr.; 17. Deegzetter - brood- en beschuitbakker; brood- en beschuitfabr. en broodbakk.; 17. Deegzetter - banketbakker ; banketbakk.; 17. Degelpersdrukker - drukker; boek-, handels- en cour.drukk.; 3. Dekenkammer - appreteur ; wollendekenfabr.; 15. Dekenknipper - dekenmaker; bedden- en matr.mak., dekenstikk.; 7. Dekenknipper - handl.; moltondekenfabr.; 15. Dekenkrasser - opmaker ; chem. wasscherijen en ververijen ; 7. Dekenmaker - bedden- en matr.mak., dekenstikk. ; 7. Dekennaaier - zie dekenmaker ; 7. Dekenruwer - zie dekenkrasser; 7. Dekenruwer - appreteur; wollendekenfabr.; 15. Dekenrijger - zie dekenmaker; 7. Dekensorteerder - bedden- en matr.mak., dekenstikk.; 7. Dekenstopper - handl. ; moltondekenfabr.; 15. Dekenstrijker - appreteur; wollendeken- en viltfabr. ; 15. Dekentrekker - dekenmaker; bedden- en matr.mak., dekenstikk. ; 7. Dekenvoller - appreteur; wollendekenfabr. ; 15. Dekenvouwer - handl.; wollendekenfabr.; 15. Dekenvouwer - handl.; moltondekenfabr.; 15. Dekenvuller - dekenmaker (gestikte dekens); bedden- en matr. mak.; dekenstikk. ; 7. Dekenwever - wolwever ; wollendekenfabr.; 15. Dekenwever - katoenwever; moltondekenfabr.; 15. Dekenzoomer - dekenmaker; bedden- en matr.mak., dekenstikk. ; 7. Dekenzoomer - handl.; wollendekenfabr.; 15. Dekjeslegger - rijwiel- en autobandenmaker; rubberfabr.; 9. Dekjessnijder - rijwiel- en autobandenmaker; rubberfabr.; 9. Dekkleedennaaier - zeilmaker; zeilmak., tenten- en dekkl.fabr.; 7. Dekkleedensmeerder - zeilmaker; zeilmak., tenten- en dekkl. fabr.; 7. Dekknecht - grondw. en waterb.k.werken, heiers- en baggerbedr.; 4 ; (21). Dekknecht - reinigingsarb. ; openb. reinigingsdiensten; 4; (21). Dekknecht - bagger- en scheepspers.; delverijen van klei, zand en grind ; 10 ; (21). Dekknecht - binnenscheepv. (sleepboot en motorschip), veerdiensten, bergingsbedr.; 21. Dekoplegger - handl.; tabaksfabr. en tabakskerv. ; 17. Dekoplegger - sigarenmaker ; sig.fabr. en sig.mak.; 17. Deksehnaker - kistenmaker (hand-); kistenfabr. en kistenmak.; 6. Dekselmaker - mandenmaker ; mandenmak. en teensch.; 6. Dekselzager - houtbew. (mach.); kistenfabr. en kistenmak. ; 6. Deksorteerder - tabaksorteerder ; sig.fabr. en sig.mak.; 17. Dekzeilenmaker - zie dekkleedenmaker; 7. Delver - arb.; oerdelverijen; 10. Dentist - tandtechniker; kunstgeb.fabr. en tandtechn.werkpl.; 9. Depot-assistent - adm.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Depotchef - techn. pers. ; spoor- en tramwegen; 21. Depothouder - adm.pers. ; spoor- en tramwegen; 21. Depötstoker - onderh. pers. van rollend mat.; spoor- en tramwegen ; 21. Desinfecteur - ontsmetter; bedr. voor zuivering en ontsm. van gebouwen enz.; 4. Dessinateur - appreteur ; wolweverijen ; 15. Detacheur - vlekkenreiniger; chem. wasscherijen en -ververijen; tapijtrein.inr.; 7. Deugler - houtbew. (mach.); kuiperijen; 6. Deukenklopper - (2); blikslager ; emailleerfabr. ; 11. Deukenklopper - (2); koper- en blikslager; gereedsch.mak. en ijzerwarenfabr.; metaalwarenfabr. ; 11. Deurenhanger - timmerman nieuwbouw; bouwbedrijven; 4. Deurenmaker - timmerman; mach. houtbew.; timmerfabr.; 6. Deurwaarder - rechtswezen; 24. Deurwaarder - belastingwezen; 24. Dextrinebrander - arb.; dextrinefabr. ; 5. Diamantboorder - diamantbew.; inr. tot bew. van diamant e.a. edelst.; 2. Diamantkloover - diamantbew.; inr. tot bew. van diamant e.d. edelst.; 2. Diamantmonteur - (1); goud- en zilversmid; goud- en zilversmederijen ; 11. Diamantzager - diamantbew.; inr. tot bew. van diamant e.a. edelst.; 2. Diamantzetter - zie diamantmonteur; 11. Dichtdekker - (3); handl.; ijzer- en metaalgieterijen; 11. Dienstbode - hotel en pensions ; 21; zie kamer-, keuken-, keukenwerk- en werkmeisje. Dienstbode - voor dag en nacht, zie ook dagdienstbode ; huiselijke diensten; 26. Dienster - bed.pers.; hotels, restaurants, lunchrooms ; 21. Dienster - huispers.; huiselijke diensten ; 26. Dienstknecht - huispers.; huiselijke diensten; 26. Dienstman - loopkn. en besteller; bestel- en bodediensten; 21. Dienstmeid - boerendienstbode, landbouwarb. ; landbouw (akkerbouw en-veehouderij); 18. Dienstmeisje. - zie dienstbode of dagdienstbode; 26. Diepboorarbeider - boorarb.; opsporing van delfstoff.; 10. Diepdrukdrukker - drukker ; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen; 3. Diepzeevisscher - zeevisscher ; 19. Directeur arbeidsbeurs - 24. Directeur belastingen - financie- en belastingwezen; 24. Directeur bioscoop - 24. Directeur bouw- en woningtoezicht - 24. Directeur gevangenis - 24. Directeur H.B.S. - onderwijsinr.; 25. Directeur keuringsdienst van waren - inspectie volksgezondh.; 24. Directeur lyceum - onderwijsinr.; 25. Directeur rijksopvoedingsgesticht - gevangeniswezen; 24. Directeur rijkswerkinrichting - gevangeniswezen; 24. Directeur tuchtschool - gevangeniswezen; 24. Dirigent - toonkunstenaar; opera-, cabaretgezelsch., orkesten e.d.; 24. Distillateur - arb. Distillateur - arb. Distillateur - arb. Distillateur - arb. Distillateur - arb. zwavelz.fabr.; 5. raff. v. petrol, e. d. ; 5. teerdistilleerderijen; 5. fabr. van asphalt en asphaltpapier; 5. kaarsen- en waxinefabr.; 5. Distillateur - arb. ; fabr. van genees- en verbandmiddelen; 5. Distillateur - arb. ; essences- en reukstoffenfabr.; 5. Distillateur - bijprod. verw. ; cokesfabr.; 10. Distillateur - bijprod. verw. ; gasfabr. ; 16. Distillateur - arb.; oliefabr.; 17. Distillateur - arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr., distilleerderijen en likeurstokerijen; 17. Districtsinspecteur - adm.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Districtsleider - controleur, rijkscontrolediensten; 24. Docent - hoogleeraar ; hooger onderw. ; 25. Doekenwasscher - arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr. ; 17. Doekenwasscher - handl. ; boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Doekspanner - zie bekleeder; 9. Doksjouwer - handl.; rijkswerven ; 11. Dokwerker - (3); handl.; scheepswerven; 11. Dokwerker - zie doksjouwer; 11. Dokwerker - sjouwer, haven- en transp.arb. ; exp.bedr., bedr. v. lading en lossing (stuwadoors, cargadoors, enz.), veem- en pakh.bedr.; 21. Dollyhouder - (3); handl.; scheepswerven; 11. Dompelaar - vervaard, van techn. rubberart.; rubberfabr.; 9. Dompelaar - (3); handl.; constr.werkpl.; 11. Donkeyman - mach.kam.pers. ; zeescheepvaart; 21. Doodbidder - zie begrafenisdienaar; 21. Doodgraver - zie grafmaker; 21. Doodkisterunaker - meubelm. ; schrijnwerker ; meubelfabr., meubelmak., kistenmak.; 6. Doorbrander - stokerijpers.; gasfabr.; 16. Doorhaler - waschknecht; wasch- en strijkinr.; 7. Doorhaler - arb.; schoenfabr.; 9. Doorlegger - arb. ; papierfabr.; 14. Doornaaier - arb. schoenfabr; 9, Doorslaander - arb.; schoenfabr.; 9. Doorsteker - (3); arb. gloei- en radiolampenfabr.; 11. Doortrekker - (3); arb. gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Doorvaarder - handl. ; grof- en fijnaardew. en porc.fabr., muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Doosjesdroger - arb. lucifersfabr. ; 5. Doosjesinpakker - arb. lucifersfabr.; 5. Doosjesmaker - arb. ; lucifersfabr.; 5. Doosjesplakker - arb. ; lucifersfabr.; 5. Doosjessorteerder - arb. ; lucifersfabr. ; 5. Doosjesvuller - arb.; lucifersfabr.; 5. Doozenbinder - arb. ;vetsmelterijen ; 17. Doozenklopper - (1); koperslager; metaalw.- en lampenfabr.; 11. Doozenkrammer - doozenhechter, cartonnagewerker; cartonnagefabr.; 14. Doozenmaker - cartonnagewerker (cartonnen doozen); carton- nagefabr.; zie doozenkrammer ; 14. Doozenmaker - papierbew. (papieren doozen) ; papierwarenfabr.; 14. Doozeranerker - arb. ; marg.fabr. ; 17 ; (14). Doozenplakker - cartonnagewerker ; cartonnagefabr. ; 14. Doozenplakker - handl. ; cacao- en choc.fabr. ; 17 ; (14). Doozensorteerster - arb.; cartonnagefabr. ; 14. Doozenstikker - cartonnagewerker; cartonnagefabr. ; 14. Doozenvuller - arb. ; poets- en smeermidd.fabr.; 5. Doozenvuller. - arb. ; stijfselfabr. ; 17. Doppenafnemer - handl.; brood- en beschuitfabr. en broodbakkerijen ; 17. Doppenmaler - handl.; cacao- en choc.fabr.; 17. Doppenruimster - handl.; kunstzijdefabr. ; 15. Doppensorteerder - handl. ; cacao- en choc.fabr.; 17. Dopper - arb.; lucifersfabr.; 5. Dopper - (3); handl.; metaalw.- en lampenfabr.; 11. Dorsclier - dorscher; graandorscherijen; 17; (18). Dorscher - landarb.; landbouwbedr. ; 18. Douane-agent - adm.pers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Doubleerder - spoeler en twijner; wolweverijen; spoelerijen en twijnerijen, band-, veter- en koordfabr.; 15. Draadaansnijder - (2); draaier; schroeven-, bouten- en moerenfabr.; 11. Draadafknipper - (2); klinknagelmaker; künknagelfabr. ; 11. Draadafsnijder - (2); arb.; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Draadafsnijder - arb.; vermicelli en macaronifabr. ; 17. Draadbeitser - (3); handl.; draad-, draadnagel-, spijker- en klinknagelfabr.; 11. Draadglasmaker - glasmaker; glasfabr.; 1. Draadgloeier - (2); arb. ; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Draadhechter - handl.; band-, veter- en koordfabr. ; 15. Draadinsteker - (2); arb. gloei- en radiolampenfabr; 11. Draadinzetter - (2); zie draadinsteker ; 11. Draadjesafknipper - lingerienaaister; onderkl. en huishoudg. fabr.; 7. Draadlasscher - (2); lasscher; electrotechn.fabr. en inst.inr.; 11. Draadmaker - (2); kabel- en geïsol. draadmaker; electr. draad en kabelfabr.; 11. Draadmaker.- (2); arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Draadmaker - staaldraadkabelmaker; fabr. v. staaldraadkab.; 11. Draadmaker - spinner ; wolspinnerijen ; 15. Draadmaker - spinner ; vlasspinnerijen ; 15. Draadnagelmaker - (2); draad-, draadnagel- en spijkerfabr.; 11. Draadnagelpoetser - (2); handl.; draad-, draadnagel- en spijkerfabr. ; 11. Draadomspinner - (2); wikkelaar; electrotechn. fabr. en -install. inr.; 11. Draadomvlechter - (2); kabel- en geïsol. draadmaker; electr. draad- en kabelfabr. ; 11. Draadopwinder - (3); handl.; electrotechn.fabr. en -install.inr.; 11. Draadopzetter - (2); arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Draadscheerder - rijwiel- en autobandenmaker ; rubberfabr. ; 9. Draadsnijder - (2); draaier, aansnijder, schroeven-, bouten- en moerenfabr., constr.werkpl., ketelmakerijen, mach.fabr. en appendagefabr., scheepswerven, auto-, motorrijw.- en rijwielfabr., spoor- en tramwegwerkpl., wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Draadsorteerder - (2); handl.; electr. draad- en kabelfabr., fabr. van staaldraadkabels, draadvlechterijen en metaalgaasfabr.; 11. Draadspanner - (2); gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Draadspanner - monteur ; electriciteitsbedr.; 16. Draadspinner - (2); kabel- en geïsol. draadmaker ; electr. draaden kabelfabr. ; 11. Draadspinner - (2); staaldraadkabelmaker; fabr. van staaldraadkabels ; 11. Draadspinner - arb. ; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Draadspuiter - (2); arb. gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Draadtrekker - (2); draad-, draadnagel- en spijkerfabr., klinknagelfabr. ; 11. Draadtrekker - (2); electr. draad- en kabelfabr., fabr. van staaldraadkabels, gloei- en radiolampenfabr., electrotechn. fabr. en -install.inr.; 11. Draadtrekker - (1); pletter, draadtrekker; goud- en zilversmederijen ; 11. Draadverver - (2); handl.; electr. draad- en kabelfabr.; fabr. v. staaldraadkabels, draadvlecht- en metaalgaasfabr.; 11. Draadverzilveraar - (2); arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Draadvlechter - (2); draadvlecht. en metaalgaasfabr., matrassenfabr. ; 11. Draadvlechter - (2); arb.; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Draadwalser - (2); electr. draad- en kabelfabr.; 11. Draadwasscher - (3); handl. ; draad-, draadnagel- en spijkerfabr., klinknagelfabr.; 11. Draadwerker - (1); pletter, draadtrekker; goud- en zilversmederijen ; 11. Draadwever - zie draadvlechter; 11. Draadwikkelaar - (2); arb.; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Draadwikkelaar - (2); wikkelaar; electr. techn. fabr. en -install. inr. ; 11. Draadzuurder - (3); beitser; draad-, draadnagel- en spijkerfabr., klinknagelfabr.; 11. Draaier - aardewerkmaker; aardewerkinr. w.o. pijpen- en muurtegelfabr. ; 1. Draaier - munitie- en ontplofb. stoffenfabr. ; 5. Draaier - arb.; knoopen- en baleinenfabr.; 6. Draaier - zie houtdraaier ; 6. Draaier - ivoordraaierijen; 6. Draaier - zie koperdraaier ; 11. Draaier - zie metaaldraaier; 11. Draaier - zie zilverdraaier; 11. Drabbelkoekbakker - banketbakker ; banketbakk.; 17. Dradenschuurder - handl. ; rubberfabr. ; 9. Dradenuithaler - handl. ; kantfabr.; 15. Dragéwerker - dropswerker ; suikerw.fabr.; 17. Dragist - zie dragéwerker; 17. Draineerwerker - grondw. ; grond- en waterbouwk.werken; 4. Dreilder - spoeler en twijner ; linnenweverijen ; 15. Drenker - arb. ; div. chem. fabr.; 5. Dresser - arb. ; schoenfabr. ; 9. Dresser - kettingscheerder ; linnenweverijen ; 15. Drieangelkapper - aardewerkmaker; grof- en fijnaardew.- en porceleinfabr., muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Drieangelmaker - zie drieangelkapper ; 1. Dieangelsorteerder - handl. ; grof- en fijnaardew.- en porceleinfabr., muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Droger - arb. ; beendermeel-, kunstmest- en superph.fabr. ; 5. Droger - handl. ; fabr. van triplexhout, kistenfabr. e.a. houtwarenfabr. ; 6. Droger - stroohulzenmaker; fabr. van stroohulzen e.a. art. uit stroo; 6. Droger - waschknecht; wasch- en strijkinr. ; 7. Droger - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. v. d. bew. van huiden, leerfabr.; 9. Droger - rubberfabr. ; 9. Droger - handl. ; linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr.; 9. Droger - (3); handl.; capsulefabr. ; 11. Droger - (3); handl.; metaalw.- en lampenfabr.; 11. Droger - arb.; papierfabr., stroocartonfabr. ; 14. Droger - appreteur ; wolweverijen en tricotagefabr. en breierijen; 15. Droger - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen ; 15. Droger - ververijarb. ; katoenververijen ; 15. Droger - bleeker; katoendrukkerijen; 15. Droger - wasscherij- en bleekerijarb.; kunstzijdefabr.; 15. Droger - ververijarb. ; tapijt- en mattenfabr., fluweel-, trijp- en moquettefabr.; 15. Droger - arb. ; plantenhaarbew.inr.; 15. Droger - arb. ; meelfabr., graanmal., veevoederfabr ; aardappel- meelfabr., stijfselfabr., oliefabr. ; 17. Droger - arb.; groentenzout., -drogerijen en -inmakerijen van groenten, vruchten en aardapp.; 17. Droger - handl. ; tabaksfabr. en tabakskerverijen; 17. Droger - tabaksbewerker ; sig.fabr., sig.mak. en sigarettenfabr.; 17. Droger - arb.; koffiestr.fabr. en cichoreibranderijen; 17. Droger - chem. en natwasscher; chem. wasscherijen; 7. Droger - ververijarb.; chem. ververijen; 7. Drogeverfmaler - arb. ; verfmalerijen; 5. Drogistbediende - winkelbediende ; drogisterijen; 5 ; (20). Drolier - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Droogkastenarbeider - arb. ; lucifersfabr. ; 5. Droogmaker - arb.; fabr. v. aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Droogmaker - veenarb.; veenderijen; 10. Dr oogstrijker - appreteur ; wol we ver ij en ; 15. Dropmaker - arb. ; fabr. v. verband- en geneesmidd.; 5. Dropskoker - dropswerker ; suikerwerkfabr. ; 17. Dropsmaker - zie dropskoker; 17. Dropswerker - zie dropskoker; 17. Drosseerder - openaar en bandvormer; wolspinnerijen; 15. Drosser - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Drosser - touwslager ; touwslagerijen; 15. Drosseur - drosseerder ; 15. Drostwijner - spinner ; katoenspinnerijen; 15. Drukker - schilder, drukker en glazuurder ; grof- en fijnaardew.- en porceleinfabr., muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Drukker - boekdrukker ; zie couranten-, diepdruk-, steendrukker ; boek-, handels- en cour.drukkerijen; 3. Drukker - linoleum- en vloerzeilfabr.; 9. Drukker - handdrukker, katoendrukker; katoendrukkerijen ; 15. Drukker - mach. drukker, katoendrukker; katoendrukkerijen; 15. Drukkerijbinder - boekbinder, brocheerder; boek- en handelsdrukkerijen ; 3. Drukkingman - zie drukregelaar ; 16. Drukmofstoker - ovenpers. ; grof- en fijnaardew.- en porceleinfabr., muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Drukregelaar - drukkingman, drukzetter; cokesfabr. ; 10. Drukregelaar - idem ; gasfabr.; 16. Drukregelaar - handl. ; waterleidingen; 17. Drukzetter - zie drukregelaar. Drummer - slagwerker ; jazz-band, dans-orchesten; 24. Drijfriemenmaker - drijfr.fabr. ; 9 (komt ook voor in andere bedrijven (onderhoudspers.). Drijfriemennaaier - zie drijfriemenmaker; 9. Drijfriemensnijder - zie drijfriemenmaker ; 9. Drijver - (1); graveur, ciseleur; goud- en zilversmederijen; 11. Drijver - jager ; jacht; 19. Dubbeler - spoeler en twijner ; nettenfabr. ; 15. Duigenklitser - houtbew. (mach.); kuiperijen; 6. Duigenschaver - houtbew.. (mach.); kuiperijen ; 6. Duigenstrijker - houtbew. (mach.); kuiperijen; 6. Duigenvoeger - houtbew. (mach.); kuiperijen; 6. Duigenzager - houtbew. (mach.); kuiperijen; 6. Duiker - grond- en waterbouwk. werken, heiers- en baggerbedr., bergingsbedr.; 4. Duikersluiswachter - bemalingsinr.; 24. Duimstokkenmaker - houtbew. (hand.); div. houtwarenfabr. ; 6. Duinopzichter - politiewezen; 24. Duivelaar - openaar en bandvormer; wolspinnerijen; 15. Duivelaar - duivelkamerarb. ; katoenspinnerijen; 15. Duivelarbeider - zie duivelaar; 15. Dijkwerker - grondwerker, polderwerker; grond- en waterbouwk. werken ; 4. Dwarssnijder - arb. ; stroocartonfabr. ; 14. Eau de Colognewerker - arb.; parfumeriefabr. ; 5. Edelsmid - (1); goud- en zilversmid, reparateur; goud- en zilversmederijen ; 11. Eendenkooiker - jager ; jacht; 19. Eerste man giethal - (2); oven- en giethalarb. ; hoogovenbedr.; 11. Eerste slakkenman - (2); oven- en giethalarb. ; hoogovenbedr ; 11. Eerste smelter - (2); hoogovenbedr.; 11. Eerste ijzerbreker - (2); hoogovenarb.; hoogovenbedr.; 11. Eester - arb.; lijm- en gelatinefabr. e.a. beenderverw.inr.; 5. Eester - arb.; tabaksfabr. en tabakskerv.; 17. Eeststoker - mouterijarb.; bierbrouwerijen en mouterijen ; 17. Effectenbeheerder - adm.pers. ; bankinst., kassiers en comm. in eff., cheque- en girodiensten; 22. Effileur - arb.; papierfabr. ; 14. Eikschiller - eekschiller, houtschiller; houthakkerijen en -schiller ij en ; 6. Eindenmaler - lompenbew. (kunstwolmalerij); wolspinnerijen; 15. Elastiekwever - wever ; band-, veter- en koordfabr. ; 15. Electricien - (1); verzamelnaam, zie ook electro-monteur, fabrieksmonteur, kabel-, zwakstroom- en radiomonteur; behoort ten minste in het bezit te zijn van dipl. A.B.S., huisinstallaties en eenvoudige krachtinstallaties te kunnen maken, alle werkzaamheden te kunnen verrichten, welke bij een erkend installateur voorkomen ; electrotechn.fabr. en -installatieinr., klokken- en uurwerkfabr., radio-installatieinr., spoor- en tramwegwerkpl.; 11 (komt ook voor in div. groote bedrijven, als techn. onderhoudspersoneel) . Electricien - electriciteitsbedr.; 16 ; (11). Electriciteitsmetermonteur - (1); bankw.; gas-, electriciteits- en watermeterfabr.; 11. Electrisch lasscher - (1); lasscher ; constr.werkpl., electrotechn. fabr., ketelmakerijen, scheepswerven, spoor- en tramwegwerkpl. ; 11. Electrodenmaker - (2); gloei- en radiolampenfabr.; 11. Electro-monteur - (1); moet in het bezit zijn van dipl. theoretisch electro-monteur, van teekening kunnen werken; huis-, fabrieks-, scheeps- en telefooninstallaties kunnen maken, kabelwerk (hoog- en laagspanning) kunnen verrichten, electr. kunnen lasschen, bekend zijn met gelijk-, wissel- en draaistroom ; electro-techn. fabr. eil -installatieinr., radio-installatieinr., spoor- en tramwegwerkpl., scheepswerven ; 11. Zie verder electricien. Electrotechniker - ingenieurs- en architectenbureaux; 24. Electrotechnisch ingenieur - spoor- en tramwegen; 21. Electrotechnisch ingenieur - ingenieursbur.; 24. Electrotechnisch—teekenaar - techn.pers.; spoor- en tramw.; 21. Electrotechnisch teekenaar - ingenieursbureaux; 24. Elementmaker - (1); bankwerker; electrotechn.fabr. ; 11. Elevatorbaas - baggerpers. ; grondw. en waterbouwk. werken, baggerbedr.; 4; (21). Elevatorbaas - bagger- en scheepspers.; delverijen van klei, zand en grind ; 10 ; (21). Elevatorknecht - baggerpers.; grondw. en waterbouwk. werken, baggerbedr.; 4; (21). Emaillebrander - (2); emailleur ; emailleerfabr.; 11. Emailleletterteekenaar - (2); emailleerfabr.; 11. Emailleschilder - (2); emailleerfabr.; 11. Emaillespuiter - (2); emailleerfabr.; 11. Emaillestoker - (2); emailleerfabr.; 11. Emailleur - (2); emailleerfabr.; 11. Emailleur - (1); goud- en zilver smeder ij en ; 11. Emballeur - inpakker ; magaz.- en pakh.pers. ; expediteursbedr., bedr. van lading en lossing, veem- en pakh.bedr.; 21. Emplacementwerker - stationspers.; spoor- en tramwegen; 21. Encadreur - lijstenmaker, in- of omlijster ; lijstenfabr. en encadreerinr.; 6. Enfourneur - ovenpers.; grof- en fijnaardew.- en porceleinfabr., muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Entrepötwerker - mag.- en pakh.pers.; veem- en pakh.bedr.; 21. Enveloppenmaker - papierbew.; papierwarenfabr.; 14. Enveloppenplakker - zie enveloppenmaker; 14. Ernstvuurwerkmaker - rijkswerven; 11; (5). Ernstvuurwerlonaker - munitie- en ontplofb. stoffenfabr.; 5. Ertslader - (2); arb. ; hoogovenbedr.; 11. Ertsmenger - (2); hoogovenbedr. ; 11. Erwtenlezer - erwtensorteerder, arb. groentenzouterijen, -drogerijen en inmakerijen van groenten, vruchten en aardapp.; 17. Essayeur waarborg - financie- en belastingwezen; 24. Esstamper - (2); ponser ; metaalw.- en lampenfabr.; 11. Etaleur - winkelbed.; warenhuizen, bazars en toko's; 20. Etendeur - glasmaker; venster- en spiegelglas- e.a. glasfabr.; 1. Etiketteerder - etikettenplakker, arb. verfmal., vernis- en lakstok., inkt- en zegellakfabr., fabr. van genees- en verbandmidd.; parfum.- en tandmiddelenfabr., lucifersfabr., essencesen reukstoffenfabr.; 5; (14). Etiketteerder - (3); etikettenplakker, handl.; blikwarenfabr., capsulefabr.; 11; (14). 18 Etiketteerder - etikettenplakker, arb. limon.- en mineraalwaterfabr.17 ; (14). Etiketteerder - handl.; banketbakk., stijfselfabr., boter-, kaasen melkprod.fabr., margarinefabr., fabr. van verduurzaamde groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr., distilleerderijen en likeurstok., azijnfabr., wijn- en bierbottelarijen, sigarettenfabr. ; 17 ; (14). Etikettengommer - hulpvakarb. ; steen-, diepdruk- en koperdrukk.; 3. Etikettensnijder - hulpvakarb. ; steen-, diepdruk- en koperdrukk. ; 3. Etikettenstempelaar - hulpvakarb.; steen-, diepdruk- en koperdrukk.; 3. Etsdrukker - plaatdrukker ; steen-, diepdruk- en koperdrukk.; 3. Etser - chemigraf.inr. ; 3. Etser - kunstschilder en etser, vrij beroep ; 24. Etser - zie glasetser ; 1. Etuimaker - koffermaker; houten koffer- en étuifabr.; 6. Etuimaker (leder) - lederbewerker; zadelmaker; lederw.fabr., pickerfabr., zadel- en tuigmak.; 9. Etuimaker (papier) - cartonnagewerker ; cartonnagefabr.; 14. Expeditieknecht - mag.- en pakh.pers. ; expediteursbedr., bedr. v. lading en lossing, veem- en pakh.bedr. ; 21. Exportslager - slager; exportslachterijen en vleeschwarenfabr.; 17. Extracteur - arb. ; kaarsen- en waxinefabr.; 5. Extractkoker - arb.; leerlooierijen en andere fabr. v. d. bew. van huiden ; leerfabr.; 9. Fabrieksmonteur - (1); zie ook electricien, electro-monteur; onderhoudspers. ; metaalwaren- e.a. fabr. v. metaalbew., scheepswerven; 11 (komt ook voor in andere soorten bedr.). Facetslijper - glasslijper; glasbew.inr. ; 1. Fa^ondraaier - houtbew. (mach.); div. houtw.fabr.; 6. Facteur - voerman en besteller ; spoor- en tramwegen; 21. Fadendeeler - arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Fadenroller - arb.; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Fagottist - toonkunstenaar; opera-, cabaretgezelsch.,' orkesten e.a.; 24. Fairbankweger - bediende verhuurinr. ; 20. Faraziër - arb.; venster- en spiegelglasfabr. ; 1. Fatsoendraaier - arb. ; knoopen- en baleinenfabr.; 6. Feestartikelenmaker - papierbew.; papierw.fabr. ; 14. Felser - (2); blikslager, bordeur, maakt randje, of kraaltje om metaalwerk ; emailleerfabr., blikwarenfabr. ; 11. Festonneerder - handl. wollendeken- en viltfabr. ; 15. Festonneerster - lingerienaaister ; onderkl.- en huishoudg.fabr. ; kleermakerijen en conf.fabr. (bcvenkl.); 7. Fiatteur - adm.pers.; bankinst., kassiers en comm. in eff., chèque- en girodiensten; 22. Fietsenbewaarder - garageknecht; rijwielbewaarpl.; 21. Fietsenmaker - (1); bankwerker; herstelpl. v. auto's, motorrijwielen en rijwielen; 11. Fietsjongen - loopknecht en besteller; bestel- en bodediensten en div. transportondern.; 21. Figurenmaker - choc.werker; suikerwerkfabr. ; 17. Figurist - beeldhouwer ; beelden- en ornamentfabr. ; 8. Figuurschilder - kunstschilder ; kunstschildersateliers ; 8. Figuurzager - houtbew. (mach.); meubelfabr. en meubelmak.; 6. Figuurzager - (2); koperwerker ; metaalw. en lampenfabr.; 11. Figuurzager - (1); goud- en zilversmid; goud- en zilversmederijen ; 11. Filetteur - afwerker; div. glasfabr. ; 1. Filmartist - acteur, tooneelspeler ; filmstudio's en filmfabr.; 3. Filmontwikkelaar - fotogr.ateliers en filmfabr. ; 3. Filmoperateur - filmdraaier ; bioscopen ; 24. Filmplakker - handl; fotograf, ateliers en filmfabr. ; 3. Filter - arb. ; glucose-, stroop- en sagofabr., suikerraff. ; 17. Filterman - arb.; raffin. van petroleum e.d. ; 5. Filterpersarbeider - arb.; zinkwitfabr.; 5. Filterperser - arb. ; glucose-, stroop- en sagofabr. ; 17. Filterreiniger - waterreinigingsarb. ; waterleidingbedr. ; 17. Filterschijvenmaker - arb. ; kapok- en wattenfabr. ; 15. Filterwachter - waterreinigingsarbeider ; waterleidingbedr.; 17. Filterwasscher - handl. ; bierbr. en mouterijen; 17. Filtreerder - filtreur, arb.; kunstmestfabr. ; 5. Filtreerder - filtreur, handl. ; cacao- en choc.fabr.; 17. Filtreerder - filtreur, oliezuiveraar ; fabr. van techn. plantaard, oliën; 5. Filtreerder - filtreur, arb. ; oliefabr.; 17. Filtreerder - filtreur, arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr.; 17. Fineerder - (1); goud- en zilversmid ; goud- en zilversmeder. ; 11. Fitser - spoeler en twijner ; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Fitser - spoeler en twijner ; spoelerijen en twijnerijen; 15. Fitser - haspelarijarb.; kunstzijdefabr. ; 15. Fitter - (1); fitter en leidingmonteur; loodgieterijen, zinkwerke- rijen, aanleg van gas- en waterleiding, sanitaire install. en centr. verw.; 11. Fitter - (2); koperwerker; metaalw.- en lampenfabr. ; 11. Fixeerder - handl.; ramehweverijen ; 15. Flaconmaker - (1); goud- en zilversmid; goud- en zilversmederijen ; 11. Flesschenbeteener - mandenmaker; mandenmak. en teenschillerijen; 6. Flesscheninzetter - arb.; oliefabr.; 17. Flesschenreiniger - arb. ; oliefabr.; 17. Flesschensorteerder - arb. ; flesschenfabr.; 1. Flesschensorteerder - handl.; bierbrouwerijen en mouterijen, wijn- en bierbottelarijen ; 17. Flesschenspoeler - arb.; superph.fabr., teerdistilleerderijen, zinkwitfabr., inkt- en zegellakfabr., fabr. van genees- en verbandmidd., parfum.- en tandmidd.fabr., poets- en smeermidd. fabr. ; 5. Flesschenspoeler - handl.; suikerw.fabr., boter-, kaas- en melkprod.fabr., oliefabr., fabr. van verduurzaamde groenten en vruchten in gl. en in bl., vruchtensappen-, vruchtenwijnenen jamfabr., vischbew.inr., distilleerderijen en likeurstokerijen, bierbrouwerijen en mouterijen, azijnfabr., wijn- en bierbottelarijen, limon.- en miner.waterfabr., mosterd- en specerijfabr.; 17. Flesschenuitnemer - arb.; flesschenfabr.; 1. Flesschenuitsnijder - arb.; flesschenfabr. ; 1. Flesschenvuller - arb.; inkt- en zegellakfabr., fabr. van samengep. gassen, fabr. v. verband- en geneesmidd., parfum.- en tandm.fabr.; 5. Flesschenvuller - handl.; boter-, kaas- en melkprod.fabr., fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensappen-, vruchtenwijn- en jamfabr., distilleerderijen en likeurstokerijen, bierbrouwerijen en mouterijen, limon.- en mineraalw.fabr., mosterd- en specerijfabr. ; 17. Flikster - naaister; chem. wasscherijen en ververijen, tapijtrein.inr.; 7. Flikster - naaister; tricotagefabr. en breierijen; 15. Fluitist - toonkunstenaar ; opera-, cabaretgez., orkesten e.d.; 24. Fluweelstoomer - opmaker; chem. wasscherijen en ververijen, tapijtreiniginginr.; 7. Fondantbakker - officier ; suikerw.fabr. ; 17. Fondantkoker - officier ; cacao- en choc.fabr.; 17. Fondeur - arb.; venster- en spiegelgl.fabr. e.a. glasfabr. ; 1. Fondsbode - agent, incasseerder; verzekeringsmaatsch. en ziekenfondsen e.d.; 23 ; (21). Forceerder - (2); forceur, blikbewerker (mach.); emailleerfabr.; 11. Forceur - (2); metaalbew. (mach); bankwerkerijen, draaierijen, plaatwellerijen en vliegtuigfabr.; 11. Forceur - (2); routineforceur, koperwerker; metaalw.- en lampenfabr.; 11. Forceur - (1); forceur; gereedsch.makerijen en ijzerwarenfabr.; fabr. van scheepsfournituren ; 11. Forceur - (1); zilversmid; goud- en zilversmederijen; 11. Formaatsnijder - arb.; papierfabr.; 14. Fotograaf - lichtdrukker ; steen-, diepdruk- en koperdrukk.; 3. Fotograaf - reproductiefotograaf ; chemigraf.inr.; 3. Fotograaf - fotograf, ateliers en filmfabr.; 3. Fotograaf - persfotograaf ; nieuwsbureaux ; 20. Fourageknecht - stalknecht; stalhouderijen ; 21. Fourneerder - kleermaker; kleermak. en conf.fabr. (bovenkl.); 7. Fraiser - montagearb.; chemigraf.inr.; 3. Fraiser - arb.; fabr. v. hoornen, barnsteen, schildpad e.d. voorw.; 6. Fraiser - arb.; schoenfabr.; 9. Fraiser - zie metaalfraiser ; 11. Framebouwer - (1); bankw.; constr.werkpl.; 11. Framebouwer - (1); bankw.; rijwielfabr.; 11. Framer - handl.; tapijt- en mattenfabr.; 11. Framesoldeerder - (2); rijwielfabr.; 11. Framevijler - (2); rijwielfabr.; 11. Franjemaker - borduurster; handwerkateliers en ateliers v. d. vervaard, v. lampekappen; 7. Franjemaker - passementwerker ; passementfabr. ; 15. Friseur - kapper ; kapperszaken en haarbew.inr.; 7. Fröbelonderwijzeres - onderwijzeres ; bewaarscholen; 25. Frontnaaister - lingerienaaister ; onderkl.- en huishoudg.fabr.; 7. Fruitkweeker - tuinbcuwarb.; groenten- en ooftteelt; 18. Fruitplukker - tuinbouwarb. ; groenten- en ooftteelt; 18. Fuikenzetter - binnenvisscher, palingvisscher; zoetwatervissche- rij ; 19- . Fundeeringwerker - timmerman; grondwerken en waterbouwk. ' werken, heiers- en baggerbedr.; 4. Fustafkuiper - kuiper ; kuiperijen ; 6. Fustenreiniger - arb.; oliefabr.; 17. Fustenspoelesr - arb.; bierbrouwerijen en mouterijen, branderijen, gist- en spiritusfabr., wijn- en bierbottelarijen ; 17. Fustkuiper - kuiper ; kuiperijen ; 6. Fustperser - kuiper ; kuiperijen ; 6. Fustijker - handl.; bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Fijndroller - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Fijngoedwasscher - waschknecht; wasch- en strijkinr.; 7. Fijnschuurder - arb.; schoenfabr. ; 9. Fijnsmid - (1) ; smid ; smederijen, kettingfabr., bankwerkerijen, draaierijen; 11. Fijnsnijder - handl. ; klompenfabr. en klompenmak.; 6. Fijnstrijker - strijkster ; onderkl.- en huishoudg.fabr. ; 7. Fijnstrijkster - strijkster ; wasch- en strijkinr.; 7. Gaasmaker - zie draadvlechter ; 11. Gaasvlechter. - zie draadvlechter; 11. Gaaswever - zie draadvlechter ; 11. Gaatjesmaker - arb.; fabr. van aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Galettenmaker - hoedenmaker; heerenhoeden- en pettenfabr. ; 7. Galonwever - wever ; passementfabr.; 15. Galvaniseur - stereotypeur; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Galvaniseur - (1); galvanoplastiekarb.; lettergieterijen; 11. Galvaniseur - (2) ; galvaniseerinr,, auto- en motorrijwiel en rij- wielenfabr., metaalw.- en lampenfabr. ; 11. Galvaniseur - (1) ; goud- en zilversmederijen; 11. Gamin - glasmaker ; div. glasfabr.; 1. Gangbouwer - stutter ; steenkolenmijnen; 10. Garageknecht - autobusondernemingen, autoverhuurinr. en autogarages, rijwielbewaarplaatsen; 21. Gardenier - tuinbouwarb.; groenten- en ooftteelt; 18. Garderobejuffrouw - zie garderobier ; 21 en 24. Gaiderobier - hotels en restaurants ; 21; schouwburgen, bioscopen, concert- en feestgebouwen ; 24 ; (21). Gareelmaker - lederbewerker, zadelmaker; lederwarenfabr., pickerfabr., zadel- en tuigmak. ; 9. Garenaftrekker - handl. ; jutespinnerijen ; 15. Garenbinder - handl; wolweverijen ; 15. Garenbleeker - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen ; 15. Garenboomer - kettingscheerder ; linnenweverijen ; 15. Garendrager - handl. ; wolweverijen, tricotagefabr. en breierijen, katoenweverijen en moltondekenfabr., katoenweverijen; 15. Garenglanzer - garenspinnerijen ; 15. Garenknoopster - tapijtknoopster; tapijt- en mattenfabr. ; 15. BEROEPSKLAPPER. Garenkoker - kettingscheerder ; linnenweverijen; 15. Garenmaker - spoeler en twijner ; spoelerijen en twijnerijen ; 15. Garenopnemer - mattenmaker; rieten- en biezenmattenmakerijen; 6. Garenopwinder - mattenmaker; rieten- en biezenmattenmakerijen; 6. Garenopwinder - spoeler en twijner ; wolweverijen ; 15. Garenopwinder - spoeler en twijner ; linnenweverijen ; 15. Garenspinner - spinner ; sajetfabr. en garenspinnerijen; 15... Garenspoeier - spoeler en twijner ; wolweverijen, tricotagefabr. en breierijen, katoenweverijen en moltondekenfabr., linnenweverijen, tapijt- en mattenfabr., band-, veter- en koordfabr.; 15. Garensterker - sterker ; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Garentasser - handl.; wolweverijen ; 15. Garentwijner - spoeler en twijner; nettenfabr.; 15. Garenverver - ververijarb.; katoenweverijen, tapijt- en mattenfabr. ; 15. Garenweger - handl. ; touwslager ij en en garenspinnerijen ; 15. Garnaleninmaker - peller, inmaker en zouter; vischbew.inr.; 17. Garnalenvisscher - zee- en kustvisscherij ; 19. Garnalenzouter - zie garnaleninmaker; 17. Garneerder - schilder, drukker en glazuur der; grof- en fijnaardew.- en porceleinfabr. ; 1. Garneerster - costuumnaaister; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Garneerster - naaister; onderkleeding-, huishoudg.fabr., bontwerkerijen, corsettenmakerijen; 7. Garneerster - hoedenmaakster; heerenh.- en pettenfabr.; 7. Garneerster - hoedenmodiste ; damesh.fabr., modisterijen , 7. Garnisseur - stoffeerder ; behanger ij en en stoff eerder ij en , 4- Garnisseur - stoffeerder ; wagon- en carrosseriefabr. , 11. Gascontroleur - handl. (ondergrondsch) ; steenkolenmijnen ; 10. Gasfitter - (1) ; gedipl. fitter en leidingmonteur ; loodgieterijen, zinkwerkerijen, aanleg van gas- en waterleiding, sanit.install. en centr. verwarming ; 11. Gasmeterbeproever - (2) ; gasmeterfabr.; 11. Gasmetermaker - (1) ; blikslager; gasmeterfabr.; 11. Gasmetermonteur - (1); bankw.; gasmeterfabr.; 11. Gasmetersteller - (1); bankw., fitter; gasmeterfabr.; 11. Gasomsteller - zie gasregulateur; 10. Gasregulateur - drukregelaar ; cokesfabr. ; 10. Gasstoker - arb.; fabr. van samengeperste gassen; 5. Gasstoker - ovenstoker ; zinkfabr.; 11. Gasstoker - stokerijpers.; gasfabr.; 16. Gasuitlater - stokerijpers.; gasfabr.; 16. Gasvuller- -onderhoudspers. van rollend materieel; spoor- en tramwegen; 21. Gaszuiveraar - handl.; gasfabr.; 16. Gatenboorder - arb.; knoopen- en baleinenfabr.; 6. Gebittenmaker - tandtechniker; kunstgebittenfabr. en tandtechn. werkpl.; 9. Geelgieter - (2) ; metaalgieter; ijzer- en metaalgieterijen; 11. Gelatineafraper - zie gelatinegieter; 5. Gelatinegieter - arb.; lijm- en gelatinefabr., e.a. beenderverw. inr.; 5. Gelatinesmelter - zie gelatinegieter ; 5. Gelatinesnijder - zie gelatinegieter ; 5. Geluidkeurder - (radioapp.) ; (2) ; electrotechn.fabr. en install.inr. 11. Gemeenteveldwachter - politie ; rechts- en politiewezen ; 24. Gemengmaker - handl.; venster-, spiegelglas- e.a. glasfabr.; 1. Gemengrijder - zie gemengmaker; 1. Gemengzetter - zie gemengmaker; 1. Gereedschapdraaier - (1) ; metaaldraaier; smederijen, kettingfabr. ; bankwerkerijen, draaierijen, metaalw.-, patronen- en slaghoedjesfabr., machine- en appendagefabr.; 11. Gereedschapmaker - houtbew.; houtwarenfabr.; 6. Gereedschapmaker - (1) ; bankwerker, gereedschapsmid; smederijen, kettingfabr., bankwerkerijen, draaierijen, gereedschapmakerijen, ijzerwarenfabr., scheepswerven, ketelmakerijen ; 11. Gereedschapslijper - (2) ; metaalslijper; gereedschapmakerijen, ijzerwaren-, machinefabr.; 11.. Gereedschapsmid - (1) ;; zie gereedschapmaker; 11. Getouwbaas - wever; katoen-, juteweverijen, tapijt- en mattenfabr; 15. Getouwsmeerder - handl.; katoenweverijen en moltondekenfabriek ; 15. Getouwsteller - wever; wolweverijen, wollendeken- en viltfabr., katoenweverijen, moltondekenfabr., linnen- en juteweverijen, fluweel-, trijp- en moquettefabr., band-, veter- en koordfabriek ; 15. Gevangenbewaarder - gevangenispers.; gevangeniswezen ; 24. Gevangenisopzichter - gevangenispers.; gevangeniswezen ; 24. Geweermaker - (1) ; bankwerker; wapen- en munitiefabr.; 11. (Deze functie komt ook voor bij „Krijgswezen". Bij elk garnizoen is minstens 1 geweermaker (meestal in den rang van adj.-onderofficier), welke belast is met de uitgifte en controle van geweren, karabijnen e.d.). Gewichtenmaker - (1); balansen- en gewichtenmakerijen; bankwerkerijen en draaierijen ; 11. Gezagvoerder - zee- en kustvisscherij ; 19. Gezagvoerder - zee- en binnenscheepvaart, reddingswezen, bergingsdiensten, loods- en seinwezen, vliegwezen; 21. Gezelschapsdame, gezelschapsjuffrouw - huispers.; huiselijke diensten; 26. Gezelschapsheer - huispers.; huiselijke diensten; 26. Gids - bediende reisbureaux; 21. Gids museum - assistent; musea e.a. wetensch.inst. en verz. ; 24. Gieter - arb. ; fabr. v. aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Gieter - aardewerkmaker; grof-, fijnaardewerk-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Gieter - beton- en cementwerker ; cementwarenfabr.; 1. Gieter - stereotypeur; boek-, handels- en cour.drukker; 3. Gieter - arb.; kaarsen- en waxinefabr., poets- en smeermiddelenfabr.; 5. Gieter - (2) ;; metaalgieter; bladtin- en bladalluminium (stanniol-) fabr., capsulefabr.; 11. Gieter - (1); goud- en zilversmederijen ; 11. Gieter - officier ; suikerwerkfabr. ; 17. Gillspinner - spinner ; garenspinnerijen ; 15. Gipsverbrander - arb. ; kalk-, gips-, tras- en krijtfabr., fabr. v. gipsplaten; 1. Gipser - (3) ; arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Gipsgieter - stukadoor ; stukadoorsbedr.; 4. Gipsgieter - gipswerker ; beelden- en ornamentenfabr. ; 8. Gipsmaler - arb.; fabr. van gipsplaten; 1. Gipsvormer - handl. ; glasbewerkingsinr.; 1. Gipsvormer - arb. ; fabr. van aarden buizen, dakpannen en vloertG^öls J 1. Gipsvormer - model- en vormmaker; grof-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Gipsvormer - gipswerker; beelden- en ornamentenfabr. ; 8. Gipsvormer - (1) ; vormer; ijzer- en metaalgieterijen; 11. Gipswerker - vormer ; kunststeenfabr. ; 1. Gipswerker - gipswerker; beelden- en ornamentenfabr.; 8. Girendolleerder - arb.; kaarsen- en waxinefabr.; 5. Gistbezorger - loopknecht en besteller; bestel- en bodediensten; 21. Gistingregelaar - arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr.; 17. Gistknecht - gistwerker; bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Gistkoeler - zie gistmaker; 17. Gistmaker - arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr. ; 17. Gistmenger - zie gistmaker; 17. Gistpakker - zie gistmaker; 17. Gistperser - zie gistmaker; 17. Gistschepper - zie gistmaker ; 17. Gistzifter - zie gistmaker; 17. Gitnaaister - borduurster ; handwerkateliers, kleermak. en conf. fabr. (dames-bovenkl.), dameshoedenfabr. in modisterijen; 7. Gitwerker - zie gitnaaister; 7. Glaceerder - officier ; suikerwerkfabr. ; 17. Glaceerder - glaceerder; cacao- en choc.fabr.; 17. Glacéwerker - lederbew. ; lederwarenfabr.; 9. Glacier - banketbakker ; banketbakkerijen ; 17. Glacier - officier; caco- en choc.fabr. ; 17. Gladmaker - afwerker ; div. glasfabr.; 1. Gladmaker - appreteur ; sajetfabr.; 15. Gladnaaier - arb. ; schoenfabr.; 9. Glanseur - (3) ; handl. ; auto-, motorrijwiel- en rijwielfabr. ; 11. Glansstoker - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. v. huiden, leerfabr.; 9. Glansstrijkster - strijkster ; wasch- en strijkinr. ; 7. Glanzer - arb.; kaarsen- en waxinefabr. ; 5. Glanzer - strijkster; wasch- en strijkinr. ; 7. Glanzer - arb. ; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr., schoenfabr. en schoenmakerijen; 9. Glanzer - mach. metaalbew. ; electrotechn.fabr. en install.inrichting; 11. Glanzer - vergulder ; boekbinderijen ; 14. Glanzer - appreteur ; wol weverij en, touwslagerijen, garenspinnerijen, band-, veter- en koordfabr.; 15. Glasafspringer - glasmaker ; div. glasfabr.; 1. Glasblazer - glasmaker ; div. glasfabr. ; 1. Glasboorder - handl. ; glasbew.inr. ; 1. Glasbrander - glasbew.inr. ; 1. Glasbuiger - glasbew.inr.; 1. Glasdakmonteur - dakdekker ; dakdekkersbedrijven ; 4. Glasetser - afwerker ; div. glasfabr.; 1. Glasetser - glasetser ; glasbew.nr.; 1. Glasgieter - glasmaker ; venster- en spiegelglasfabr. ; 1. Glasgraveur - afwerker; div. glasfabr.; 1. Glasinbinder - handl. ; div. glasfabr.; 1 Glasindraaier - afwerker; div. glasfabr. ; 1. Glasindrager - glasmaker; div. glasfabr.; 1. Glas-in-loodpoetser - glasbew.inr.; 1. Glas-in-loodzetter - glasbew.inr. ; 1. Glasinzetter - glasetser ; glasbew.inr. ; 1. Glaskeurder - handl. ; venster- en spiegelglasfabr. e.a. glasfabrieken ; 1. Glasknipper - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Glaskruier - handl.; venster-, spiegelglas- e.a. glasfabr.; 1. Glasmenger - handl. ; venster-, spiegelglas- e.a. glasfabr.; 1. Glasopdrijver - glasmaker; div. glasfabr.; 1. Glasoplegger.- afwerker; div. glasfabr.; 1. Glasperser - glasmaker ; div. glasfabr. ; 1. Glasperser - handl. ; lampenfabr.; 11. Glaspoetser - afwerker; div. glasfabr.; 1. Glaspoleerder - zie glaspolijster ; 1. Glaspolijster - afwerker; venster-, spiegelglas- e.a. glasfabr.; 1. Glasschilder - glasschilder ; div. glasfabr. en glasbew.inr. ; 1. Glasslijper - afwerker ; venster-, spiegelglas- e.a. glasfabr. ; 1. Glasslijper - glasslijper ; glasbew.inr.; 1. Glassmelter - handl. ; venster-, spiegelglas- e.a. glasfabr.; 1. Glassnijder - glassnijder ; glasbew.inr. ; 1. Glassorteerder - handl.; venster-, spiegelglas- e.a. glasfabr., glasbew.inr.; 1. Glassorteerder - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Glasstopper - afwerker; venster-, spiegelglas- e.a. glasfabr.; 1. Glasstrijker - zie glasstopper ; 1. Glastrekker - glasmaker; div. glasfabr. ; 1. Glasuitnemer - handl.; div. glasfabr.; 1. Glasverzilveraar - achterglasbewerker ; venster- en spiegelglasfabr., glasbew.inr. ; 1. Glasvijler - zie glasslijper; 1. Glaszetter - schilder-glazenmaker (burgerwerk of nieuwbouw); schildersbedr. en glazenmakerijen; 4. Glaszuiveraar - handl.; glasbew.inr.; 1. Glatter - arb.; schoenfabr.; 9. Glazenmaker - zie glasinzetter; 1. Glazensorteerder - handl. ; instrumentmakerijen ; 11. Glazenwasscher - glazen- en puiwasscherijen en schoonmaakinr.; 4. Glazer - pijpenmaker; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Glazuurder - arb. ; baksteenfabr., brikkenbakker ij en, fabr. van vuurvaste steenen, aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Glazuurder - schilder; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Glazuurspuiter - glazuurder ; fijnaardew.-, grofaardew.-, porcel.-, muurtegel-, bouwaardew.- en cementwarenfabr.; 1. Gloedstoker - arb.; brikettenfabr. ; 10. Gloeier - arb. ; div. chem.fabr. ; 5. Gloeier - (3) ; handl.; koperpletterijen, emailleerfabr., metaalwaren- en lampenfabr., draad-, draadnagel-, spijker- en klinknagelfabr. ; 11. Gloeier - (2) ; handl. goudsmid; goud- en zilversmederijen; 11. Glucosestoker - officier ; suikerwerkfabr.; 17. Glycerinebereider - arb.; kaarsen- en waxinefabr.; 5. Glycerineerder - arb. ; zeepfabr.; 5. Gobelinwever - kunstnaaldwerkateliers, sierkunstateliers ; 8. Goederenbesteller - voerman en besteller; spoor- en tramwegen; 21. Goederenklerk - adm.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Goederenloodsarbeider - stationspers.; spoor- en tramwegen ; 21. Goederentreingeleider - treinpers.; spoor- en tramwegen; 21. Gombrander - arb. ; dextrinefabr.; 5. Gonuner - hulpvakarb. ; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Goramer - papierbew.; papierfabr.; 14. Gommer - sterker ; katoenweverijen ; 15. Goochelaar - variété-artist; cabaretgezelsch., v. eigen rek. werkende artisten e.d.; 24. Gordijnennaaister - behangersnaaister; behangerijen en stoffeerder ij en ; 4. Gordijnen wever - wever; vitrageweverijen; 15. Gordijnnaaister - gordijnnaaister; bedden- en matrassenmakerijen, dekenstikker ij en ; 7. Gordijnnaaister - naaister ; vitrageweverijen ; 15. Gordijnwasscher - chem. en natwasscher; chem. wasscherijen en -ververijen; 7. Gortaftrekker - arb.; gort- en rijstpellerijen en grutterijen; 17- Gortmaler - zie gortaftrekker; 17. Gortpeller - zie gortaftrekker ; 17. Gortwasscher - zie gortaftrekker ; 17. Gotenmaker - (2); oven- en giethalarb.; hoogovenbedr.; 11. Gouddraadtrekker - (1) ; draadtrekker; goud- en zilversmederijen ; 11. Goudgieter - (1) ; goud- en zilversmederijen; 11. Goudgraveur - (1) ; graveur en drijver ; goud- en zilversmederijen ; 11. Goudmofstoker - ovenpers. ; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel-, en bouwaardew.fabr. ; 1. Goudmofuitpakker - zie goudmofstoker ; 1. Goudpoetser - (3) ; handl. ; goud- en zilversmederijen; 11. Goudpolijster - (2) ; polijster ; goud- en zilversmederijen; 11. Goudreparateur - (1); goudsmid-reparateur; goud- en zilversmederijen ; 11. Goudschilder - schilder; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.fabr.; 1. Goudslijper - (2) ; slijper ; goud- en zilversmederijen; 11. Goudsmelter - (1) ; zie goudgieter; 11. Goudsmid - (1) ; goud- en zilversmid; goud- en zilversmederijen ; 11. Goudstikker (ster) - borduurder(ster); bandwerkateliers en ateliers v. d. verv. van lampekappen, vaandelfabr. ; 7. Gouvernante - onderwijzeres ; lager onderwijs ; 25. Gouverneur - onderwijzer ; lager onderwijs ; 25. Graandorscher - dorscher ; graandorscherijen ; 17 ; (18). Graandorscher - landarb. ; landbouwbedr.; 18. Graanlosser - havenarb. ; expediteursbedr., bedr. voor lading en lossing, veem- en pakhuisbedr. ; 21. Graanmolenaar - arb. ; meelfabr. ; graanmalerijen en veevoederfabr.; 17. Graanreiniger - zie graanmolenaar; 17. Graanuitzoeker - zie graanmolenaar; 17. Graanwasscher - zie graanmolenaar ; 17. Graanweger - zie graanlosser; 21. Graanzuiger - arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr. ; 17. Grafiethakker - stokerijpers. ; gasfabr. ; 16. Grafmaker - begraafplaatsen ; begrafeniswezen ; 21. Grafdelver - zie grafmaker; 21. Granietschuurder - schuurder ; kunststeenfabr.; 1. Granietschuurder - vloerlegger ; vloerleggersbedr. ; 4. Granietslijper - schuurder ; kunststeenfabr.; 1. Granietvloerlegger - zie betonvloerlegger; 4. Granietwerker - inzetter en stamper; kunststeenfabr. ; 1. \ Grasmaaier - landarb. ; veehouderij, hooibouw ; 18. Graveur - glasetser ; glasbew.inr. ; 1. Graveur - lithograaf,steen-, diepdruk- en koperdr. ; 3. Graveur - montage-arb. ; chem. graf.inr. ; 3. Graveur - (1) ; graveur ; goud- en zilversmederijen, graveerinr., stempel-, metaalwaren- en lampenfabr.; 11. Grenscommissaiis - rechts- en politiewezen ; 24. Gresbuizenperser - arb.; fabr. van aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Gresbuizensorteerder - zie gresbuizenperser; 1. Gresbuizenstoker - zie gresbuizenperser; 1. Gresbuizenwalser - zie gresbuizenperser ; 1. Griendhoutbewerker - hoepelmakerijen; 6. Griendwerker - houthakker ; boschbouw ; 18. Griesmaler - zie gortmaler; 17. Griespoetser - arb. ; meelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr.; 17. Griessorteerder - zie griespoetser ; 17. Grinddelver - zie grindgraver; 10. Grindgraver - grondwerker; delverijen v. klei, zand en grind; '10. Grindhorder - zie grindgraver ; 10. Grindwerker - wegwerker ; aanleg van macadam-, asphaltwegen e.d. en onderhoud van wegen; 4. Grindwerker - zie grindgraver ; 10. Groenteninpakker - handl. ; fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr.; 17 Groentenkoker - conserveerder ; fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr.; 17. Groentenkweeker - tuinbouwarb. ; groenten- en ooftteelt; 18. Groentenschoonmaker - groenten- en vruchtenschoonmaker; fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtenwijn-, vruchtensap- en jamfabr.; 17. Groentenschoonmaker - keukenpers.; koksbedr. en kokerijen ; 17. Groentenzouter - groentenzouterijen, -drogerijen en inmakerijen van groenten, vruchten en aardappelen ; 17. Groevendichter - zie groever; 9. Groever - arb. ; schoenfabr.; 9. Gr of bankwerker - (2) ; bankw. ; smederijen, kettingfabr., bankwerkerijen, gereedschapmak., ijzerwaren-, ijzerenmeubel-, sloten- en brandkastenfabr., constructiewerkpl., spoor- en tramwegwerkpl., wagon- en carrosseriefabr., electrotechn.fabr. en -install.inr.; 11. Grofslijper - zie glasslijper ; 1. Grofslijper - (2); mach.metaalbew.; spoor- en tramwegwerkpl.; 11. Grofsmid - (1) ; smid, vuurwerker; smederijen, kettingfabr., bankwerker ij en, plaatwellerijen, wagenmakerijen, constr.werkpl., ketelmakerijen, mach.- en appendagefabr., scheepswerven, wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Grondboorder - pompboorder; pomp- en putboorderijen; 4- Grondboorder - boorarb.; opsporing van delfstoffen; 10; (4), Grondboorder - grondwerker; waterleidingbedr.; 17; (4). Grondkruier - handl.; ijzer- en metaalgieterijen ; 11. Grondlader - steenfabr.arb. ; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. v. vuurvaste steenen; 1. Grondrijder - zie grondlader; 1. Grondschieter - zie grondlader; 1. Grondspoorder - zie grondlader; 1. Grondspoorder - grondwerker; delverijen van klei, zand en grind; 10. Grondsteker - zie grondlader; 1. Grondstorter - zie grondlader ; 1. Gronduitzetter - zie grondlader ; 1. Grondwerker - zie grondlader; 1. Grondwerker - arb. ; kalksteenfabr., fabr. van aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Grondwerker- -grond- en waterbouwk.werken, heiers- en baggerbedr., aanleg van macadam-, asphaltwegen e.d. en onderhoud van wegen, bouwbedrijven ; 4. Grondwerker - bruinkoolgroeven, delverijen van klei, zand en grind; 10. Grondwerker - waterleidingbedr. ; 17 ; (4). Grondwerker - ontginningsarb. ; ontginningen ; 18. Grondwerker - onderhoudspers. van weg en werken; spoor- en tramwegen ; 21 ; (4). Groote aanlapper - spinner ; katoenspinnerijen; 15. Grootwerker - conf. kleermaker; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Grutter - arb.; gort- en rijstpellerijen, grutterijen; 17 Guillocheur - afwerker ; div. glasfabr.; 1. Guillocheur - graveur en drijver ; goud- en zilversmeder. ; 11. Guitarist - jazz-bands, orchesten; 24. Gummeerder - (3); handl.; blikwarenfabr.; 11. Gummihakkenmaker - vervaard, techn. rubberart.; rubberfabr.; 9. Gummi jassenmaker - conf. kleermaker ; kleermakerijen en conf.- fabr. (bovenkleeding) ; 7. Gummiplakker - conf.fabr.arb.; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Gummiringetibilegger - (3); handl. ; blikwarenfabr. ; 11. Gummiwerker - arb.; isoleermateriaalfabr.; 5. Haakjesmaker - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Haarbereider - zie haarbewerker; 6. Haarbewerker - borstelmaker ; borstel- en bezemfabr.; 6. Haardenlakker - (1) ; schilder; haarden- en kachelfabr.; 11. Haarder - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr.; 9. Haarkammer - zie haarbewerker; 6. Haarmenger - zie haarbewerker; 6. Haarperser - arb.; paardenhaarbewerkingsinr.; 15. Haarpluizer - meubelstoffeerder ; meubelfabr.; 6. Haarschuiver - zie haarbewerker; 6. Haarsnijder - haarbewerker; borstel- en bezemfabr.; 6. Haarsnijder - kapper; kapperszaken en haarbew.inr.; 7. Haarsorteerder - zie haarbewerker; 6. Haarspinner - haarbewerker; borstel- en bezemfabr.; 7. Haarspinner - arb.; paardenhaarbewerkingsinr. ; 15. Haartrekker - trekker; borstel- en bezemfabr.; 6. Haartrekker - arb.; paardenhaarbewerkingsinr.; 15. Haarwasscher - haarbewerker ; borstel- en bezemfabr.; 6. Haarwasscher - huiden- en vellenbereider; huidenzouterijen en -blooterijen; 9. Haarwasscher - arb. ; paardenhaarbewerkingsinr. ; 15. Haarwerker(ster) - pruiken- en vlechtenmaker (maakster) ; kapperszaken en haarbew.inr. ; 7. Haarzetter - zie haarbewerker; 6. Hager - steenfabr.arb. ; baksteenfabr. en brikkenbakker ij en er. fabr. v. vuurvaste steenen; 1. Hakenzetter - arb.; schoenfabr.; 9. Hakkenafwerker - zie hakkenmaker ; 9. Hakkenbevestiger - zie hakkenmaker; 9. Hakkenbiezer - zie hakkenmaker : 9. Hakkenbouwer - zie hakkenmaker; 9. Hakkenbrosser - zie hakkenmaker; 9. Hakkenfraiser. - zie hakkenmaker; 9. Hakkenmaker - arb.; schoenfabr.; 9. Hakkenperser - zie hakkenmaker; 9. Hakkenschooier. - zie hakkenmaker ; 9. Hakkenschuurder - arb.; schoenfabr ; 9. Hakkenslijper - zie hakkenschuurder; 9. Hakkensnijder - zie hakkenmaker; 9. Hakkenstanzer - zie hakkenmaker; 9. Hakkenuitkorter - zie hakkenmaker ; 9. Hakkenzetter - zie hakkenmaker ; 9. Hakker - klompenmaker; klompenfabr. en klompenmaker. ; 6. Hakker - arb.; hooi-, stroo- en rietperserijen, -hakkerijen en -malerijen; 6. Hakker - (2); hakker en koker (caulker); scheepswerven, wagonen carrosseriefabr. ; 11. Hakselhokarbeider - arb.; stroocartonfabr.; 14. Hakselsnijder - arb. ; stroocartonfabr.; 14. Halffijndroller - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Haltechef - stationspers.; spoor- en tramwegen; 21. Haltewachter - bewakings- en beveiligingspers.; spoor- en tramwegen ; 21. Halvedagendienstbode - zie dagdienstbode ; 26. Halwerker - handl. ; abattoirs, slachterijen en vleeschw.fabr.; 17. Hamerder - arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Hamerdrijver - (2) ; handl.; spoor- en tramwegwerkpl.; 11. Hamermachinist - (2) ; handl.; machine- en appendagefabr., wagon- en carrosseriefabr.; 11. Hamerman - (2) ; handl. ; koperpletterijen, wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Hamerrichter - (2); naalden- en speldenmaker; naalden- en speldenfabr. ; 11. Handdrukker - drukker; linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabrieken; 9. Handdrukker - drukker ; katoendrukkerijen ; 15. Handelsagent - vertegenwoordiger; reizigers, agenten enz. ; 20. Handelsagent - adm.pers.; spoorwegen ; 21. Handelsman - zie handleman; 4. Handelsreiziger - reizigers en agenten, enz. ; 20. Handhoutbewerker - (1) ; timmerman; vliegtuigfabr., spooren tramwegwerkpl. ; 11; (4). Handklinker - (2) ; klinker; scheepswerven; 11. Handleman - heier ; bedient de stoomlier 5 grond- en waterbouwk.werken, heiers- en baggerbedr.; 4. Handpersdrukker - drukker; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. 20 Handperser - (2); metaalw.- en lampenfabr. ; 11. Handschoenbreier - breier; tricotagefabr. en breierijen; 15. Handschoenglaceerder - lederbew.; lederwarenfabr.; 9. Handschoenenmaakster - handschoenennaaister; fabr. van boorden, manchetten, dassen, enz.; 7. Handschoenenmaker - lederbew.; lederwarenfabr., zadel- en tuigmakerijen; 9. Handschoenennaaister - lederbew. j lederwarenfabr., zadel- en tuigmakerijen; 9. Handschoenensnijder - lederbew. ; lederwarenfabr., zadel- en tuigmakerijen; 9. Hand-schoenmaker - schoenmakerijen ; 9. Handspeelgoedmaker - houtbew.; div. houtwarenfabr. ; 6. Handstempelaar - beambte postkantoor; posterijen, telefoon en telegrafie ; 21. Handstrijkster - strijkster; wasch- en strijkinr.; 7. Hand vergulder - vergulder ; boekbinderijen; 14. Handvormer - (1) ; vormer ; ijzer- en metaalgieterijen, spoor- en tramwegwerkpl., rijkswerven ; 11. Handvormer - vormer ; cacao- en choc.fabr. ; 17. Handwerkonderwijzeres - vakonderwijs voor meisjes; 25. Handwerkster - borduurster ; handwerkateliers en ateliers v. d. verv. van lampekappen; 7. Handwerkster - kleermaakster, afwerkster; conf.fabr. en kleermakerijen ; 7. Handwever - wol-, katoen-, linnenweverijen, moltondekenfabr., tapijt-, matten-, fluweel-, trijp- en moquettefabr.; 15. Handzetter - letterzetter: boek-, handels- en courantendrukkerijen : 3. Handzwikker - arb.; schoenfabr.; 9. Harder - (1); gereedschapsmid; gereedschapmakerijen, ijzerwaren-, ijzerenmeubel-, sloten-, brandkasten-, machine- en appendagefabr., electrotechn.fabr., wapen- en munitiefabr., gloei- en radiolampenfabr.; 11. Harder - arb.; oliefabr. ; 17. Hardgummidraaier - vervaard, techn. rubberart.; rubberfabrieken ; 9. Haringinlegger - inmaker en zouter; vischbew.inr.; 17. Haringinpakker - handl. ; vischbew.inr.; 17. Haringkuiper - handl. ; vischbew.inr.; 17. Haringrooker - rooker, zouter ; vischbew.inr. ; 17. Haringspeetster - speetster ; vischbew.inr.; 17. Haringvisscher - zeevisscher; zee- en kustvisscherij ; 19. Harkenmaker - houtbew.; div. houtwarenfabr.; 6. Harmonicaspeler - zie accordeonist; 24. Harskoker - arb.; papierfabr.; 14. Harsstoker - arb.; papierfabr.; 14. Haspelaar - (3) ; handl. ; electr. draad- en kabelfabr., fabr. van staaldraadkabels, draad vlechter ij en en metaalgaasfabr. ; 11. Haspelaar - spoeler en twijner; sajetfabr., wolweverijen, wollendekenfabr., vilt-, tricotagefabr., breierijen, katoenweverijen, moltondekenfabr., spoelerijen, twijnerijen, linnen-, juteweverijen, netten-, kant-, band-, veter-, koord- en passementfabrieken ; 15. Haspelaar - haspelarijarb.; kunstzijdefabr. ; 15. Haspeleur - handl.; bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Haspelwachter - handl. (ondergr.); steenkolenmijnen; 10. Haspelwerker - arb.; papierfabr.; 14. Havenarbeider - sjouwer, haven- en transportarb.; expediteursbedr. bedr. voor lading en lossing (stuwadoors, cagadoors, enz.), veem- en pakhuisbedr. ; 21. Havenbeambte - sluis- en havenpers.; sluis- en havenwezen; 21. Havencontroleur - sluis- en havenpers.; sluis- en havenw.; 21. Havengaarder - financie- en belastingwezen; 24. Havenknecht - sluis- en havenwezen ; 21. Havenloods - loodspers.; loodswezen ; 21. Havenmeester - sluis- en havenpers.; 21. Havenwachter - zie havenknecht; 21. Havermoutpeller - arb. ; gort- en rijstpellerijen en grutterijen; 17. Haverpeller - arb. ; gort-, rijstpellerijen en grutterijen; 17. Heelstofmolenaar - arb. ; papierfabr. ; 14. Heerenkleermaker - maatkleermaker; kleermak. en (maat)conf.ateliers (bovenkl.) ; 7. Heerenknecht - huispers.; huiselijke diensten ; 26. Heibaas - heier; grond- en waterbouwk.werken, heiersbedr.; 4. Heier - grond- en waterbouwk.werken, heiersbedrijven; zie handleman, heibaas, heier-stoker, -koptouwhouder, -spaakhouder ; 4. Heier-stoker - grond- en waterbouwk.werken, heiersbedr.; 4. Hekelaar - vlasarb. ; vlasser ij en ; 15. Hekelaar - touwslagerijen ; 15. Hekelaar - arb.; plantenhaarbew.inr. ; 15. Hekjongen - arb. ; papierfabr. ; 14. Helpster bewaarschool - assistente ; bewaar-, fröbel- of voorbereidende scholen; 25. Helpster kinderbewaarplaats - assistente ; 24. Hennepbeuker - hennepbreker ; touwslagerijen ; 15. Hennepbeuker - hennepbreker ; touwslagerijen ; 15. Heulder - klompenmaker ; klompenfabr. en klompenmak.; 6. Hielboorder - klompenmaker ; klompenfabr. en klompenmak.; 6. Hielenmaker - rijwiel- en autobandenmaker ; rubberfabr. ; 9. Hoboïst - toonkunstenaar, bespeelt in bands (dansmuziek) ook wel bovendien marimba en sousaphoon; jazz-bands, orkesten ; 24. Hoedenboorder - zie hoedenmaker; 7. Hoedenmaker - heerenhoeden- en pettenfabr.; 7. Hoedenmaker - hoedenmodiste; dameshoedenfabr., modisterijen; 7. Hoedenopmaker - opmaker ; chem. wasscherijen en ververijen, tapijtrein.inr.; 7. Hoedenperser - zie hoedenmaker; 7. Hoedenvervormer - hoedenmaker; heerenhoeden- en pettenfabrieken; 7. Hoedenvormer - zie hoedenmaker; 7. Hoedenvormer - zie hoedenopmaker ; 7. Hoefsmid - (1) ; smid; smederijen; 11. Hoefsmid - (1) ; vuurwerker; verv. van hoeven, massawerk; hoefijzerfabr.; 11. Hoekenrijder - arb.; papierfabr.; 14. Hoekijzerponser - (2) ; ponser; scheepswerven, constr.werkplaatsen; 11. Hoepelmaker - hoepelmakerijen ; 6. Hofmeester - bedienend pers. * zeescheepvaart, binnenscheepvaart en veerdiensten; 21. Hofmeester (assistent) - bedienend pers. ; zeescheepvaart; 21. Hofmeestersbediende - bedien, pers.; binnenscheepvaart, veerdiensten ; 21. Hollandermaler - arb. ; stroostof-, papier- en stroocartonfabr.; 14. Holvormer - aardewerkmaker ; grof- en fijnaardew., en porcel.fabr.; 1. Hondenbroodbakker - bakker ; dogcakesfabr. ; 17. Hoofdconducteur - treinpers.; spoor- en tramwegen; 21. Hoofdconducteur - stationspers.; spoor- en tramwegen ; 21. Hoofd eener school - zie hoofdonderwijzer ; 25. Hoofdgeleider - treinpers.; spoor- en tramwegen ; 21. Hoofdmachinist - locomotiefpers.; spoor- en tramwegen; 21. Hoofdonderwijzer - onderwijzer ; lager onderwijs ; 25. Hoogspanningsmonteur - electricien, kabelmonteur; electriciteitsbedr. ; 16 ; (11). Hooipakker - zie hooiperser; 6. Hooiperser - arb.; hooi-, stroo- en rietperserijen, -hakkerijen en malerijen ; 6. Hoornboorder - arb.; knoopen- en baleinenfabr. ; 6. Hoornbrander - zie hoornmaker ; 5. Hoornbrander - zie hoorndraaier; 6. Hoorndraaier - arb.; fabr. van hoornen, barnsteenen, schildpad e.d. voorwerpen ; 6. Hoornmaker - arb. ; div. chem.fabr.; 5. Hoornzager - arb. ; knoopen- en baleinenfabr.; 6. Hopperfeederarbeider - mengzaal-, duivelkamer-, kraskamerarb. ; katoenspinnerijen ; 15. Hordenvlechter - arb.; hooi-, stroo- en rietperserijen, -hakkerijen en malerijen ; 6. Horlogemaker - (1) ; klokken- en uurwerkfabr., horlcgemakerijen; 11. Hotelcommissionnair - bedienend pers.; hotels en restaurants ; 21. Hotelconducteur - bedienend pers.; hotels en restaurants ; 21. Hotelknecht - bedienend pers. ; hotels en restaurants ; 21. Hotelportier - portier ; hotels en restaurants ; 21. Houtbereider - arb.; houtbereidingsinr.; 6. Houtbewerker (mach.) - mach. houtbewerker; lucifersfabr. ; 5. Houtbewerker (mach.) - timmerfabr. ; fabr. van triplexhout, parketvloeren, kuiperijen, meubelfabr. en meubelmakerijen, fabr. v. zonneschermen, rolluiken en jaloezieën e.a. houtw.fabr.; 6. Houtbewerker (mach.) - (1); modelmaker; staal-, ijzer- en metaalgieterijen ; 11; (6). Houtbewerker (mach.) - (1) ; wapen-, munitie-, vliegtuig-, wagon-, carrosserie- en kinderwagenfabr. ; 11; (6). Houtboorder - mach. houtbewerker; timmerfabr. e.a. houtwarenfabr.; 6. Houtbuiger - (1) ; mach. houtbew.; wagon- en carrosseriefabr. ; 11; (6). Houtdraaier - mach. houtbew. ; timmerfabr., kuiperijen, meubelfabr., meubelmakerijen, biljartfabr. e.a. houtwarenfabr. ; 6. Houtdraaier - (1) ; modelmaker; staal-, ijzer- en metaalgieterijen ; 11 ; (6). HoutcLraaier - (1); mach. houtbew.; spoor- en tramwegwerkpl., wagon- en carrosseriefabr., muziekinstrumentenfabrieken ; 11; (6). Houtenhakkenbewerker - arb.; schoenfabr.; 9. Houten-scheepmaker - (1) ; scheepstimmerman, scheepswerven ; 11. Houter - (1) ; ijzerwerker; scheepswerven; 1L Houtfraiser - mach. houtbew.; timmerfabr.; 6. Houtfraiser - (2) ; mach. houtbew.; wagon- en carrosseriefabrieken ; 11; (6). Houtgraveur - chemigrafische inr. ; 3. Houthakker - houthakkerijen en -schillerijen; 6. Houthakker - boscharb.; böschbouw ; 18. Houtkapper - arb.; cellulosefabr.; 14. Houtklover - handl.; houtzagerijen en -schaverijen; 6. Houtklover - mach. houtbew.; kuiperijen ; 6. Houtkoker - arb.; cellulosefabr.; 14. Houtkorter - mach. houtbew.; timmerfabr., van triplexhout, kistenfabr., kistenmakerijen e.a. houtw.fabr.; 6. Houtlader - voerman en handl. (ondergr) ; steenkol.mijnen; 10. Houtlosser - sjouwer, haven- en transportarb.; expediteursbedr., bedr. voor lading en lossing (stuwadoors, cargadoors enz.) ; 21. Houtlijmer - handl.; timmerfabr., parketvloerenfabr. e.a. houtwarenfabr.; 6. Houtmeelmaler - mach. houtbew.; timmerfabr. e.a. houtw.fabrieken ; 6. Houtperser - handl.; (bereiding van hard hout) ; div. houtw.fabr. ; 6. Houtploeger - mach. houtbew.; kistenfabr. en kistenmaker.; 6. Houtschaver - mach. houtbew.; houtzagerijen en -schaverijen, timmerfabr., fabr. van triplexhout, parketvloeren, kistenfabr., kistenmakerijen, kuiperijen, meubelfabr. en meubelmakerijen, biljartfabr. e.a. houtw.fabr.; 6. Houtschiller - houthakkerijen en -schillerijen; 6. Houtschiller - arb. ; cellulosefabr.; 14. Houtschuurder - mach. houtbew. ; timmerfabr., fabr. van triplexhout, parketvloerenfabr. e.a. houtw.fabr.; 6. Houtsjouwer - houthandelsbedr; 20; (6); kistenfabr.; 6. Houtslijper - houtbew. ; wapen- en munitiefabr. ; 11; (6). Houtslijper - arb. ; houtslijpfabr./; 14. Houtsnijder - mach. houtbew.; timmerfabr., fabr. van triplexhout, parketvloerenfabr., kistenmakerijen en kistenfabr., e.a. houtwarenfabr.; 6. Houtsnijder - beeldhouwer; meubelfabr. en meubelmaker.; 6. Houtsnijder - ornamenteur; lijstenfabr. en encadreerinr. ; 6. Houtsorteerder - handl.; houtzageryen en -schaveryen, timmer- fabr., houtbereidingsinr., houthandelsbedr.; 6 ; parketvloerenfabr., kistenfabr. en kistenmaker ij en, e.a. houtw.fabr.; 20; (6). Houtsorteerder - handl.; scheepswerven ; 11. Houtstapelaar - zie houtsjouwer; 6. Houtstekknecht - handl.; houtzagerijen en -schillerijen ; 6. Houtstofbereider - houtslijper, houtstofmaler, arb. houtslijpfabrieken; 14. Houtstofmenger - houtkoker, cellulosemaker ; cellulosefabr.; 14. Houtstuwer - haven- en transportarb., houtsjouwer; expediteursbedr., bedr. voor lading en lossing (stuwadoors, cargadoors) ; 21. Houtuitlijner - timmerman, afschrijver ; houtw.fabr.; 6. Houtvlotter - houtzagerijen; 6; (21). Houtvlotter - binnenscheepvaart; 21. Houtwolperser - handl.; houtwarenfabr.; 6. Houtwolschaver - handl.; houtwarenfabr.; 6. Houtzager - mach. houtbew.; lucifersfabr.; 5. Houtzager - mach. houtbew.; houtzagerijen en -schaverijen, kistenfabr., kuiperijen, houtwaren-, meubel-, parketvloeren-, timmer- en triplexhoutfabr.; 6. Houtzager - mach. houtbew.; soms ook modelmaker; metaal- en staal- en ijzergieterijen, spoor- en tramwegwerkpl., wagonen carrosseriefabr.; 11; (6). Houwer - steenkolenmijnen ; 10. Hovenier - tuinbouwarb.; groenten- en ooftteelt; 18. Huidenbereider - bereider van huiden en vellen; huidenzouterijen en -blooterijen ; 6. Huidenbereider - arb.; leerlooierijen, e.a. fabr. v. d. bewerk, van huiden, leerfabr.; 9. Huidenblooter - bereider van huiden en vellen; huidenzouterijen en -blooterijen; 9. Huidenschaver - arb.; leerlooierijen, enz.; 9. Huidenschuurder - arb.; leerlooierijen, enz.; 9. Huidensmeerder - arb.; leerlooierijen, enz.; 9. Huidensnijder - leersnijder; leerlooierijen, enz.; 9. Huidenspanner - oppinner, huidentrekker; arb. huidenzouterijen en -blooterijen, leerlooierijen e.a. fabr. v. d. bew. v. huiden; 9. Huidentrekker - zie huidenspanner; 9. Huidenvetter - arb.; leerlooierijen, enz.; 9. Huidenwasscher - zie huidenbereider; 9. Huidenzouter - huiden- en vellenbereider; huidenzouterijen en -blooterijen; 9. Huisbewaarder - concierge ; huiselijke diensten ; 26. Huisbezoeker - burgerl. armbestuur, bur. van maatsch. hulpbetoon ; 24. Huishoudster - pensions en tehuizen; 21. Huishoudster - huiselijke diensten; zie ook huisjuffr. en meidhuishoudster ; 26. Huisjuffrouw - hotels en restaurants; 21. Huisjuffrouw - huishoudster, huisdame, hulp in de huishouding ; huiselijke diensten; 26. Huisknecht - bediende; hotels, pensions, restaurants, tehuizen ; 21. Huisknecht - huiselijke diensten ; 26. Huisnaaister - thuiswerkster ; kleermakerijen, conf.fabr. ; 7. Huisnaaister - verstelnaaister, costuum- of lingerienaaister; huiselijke diensten; 26. Huisonderwijzer - lager onderwijs ; 25. Huisschilder - schilder; schildersbedr., en glazenmakerijen; 4. Huissmid - smid ; smederijen en bankwerker ij en ; 11. Hulparbeider - (2) ; mach. metaalbew., bedient meerdere automatische mach., metaalwaren-, patronen- en slaghoedjesfabr. ; 11. Hulpbesteller - brieven- of telegrambesteller; posterijen, telegrafie en telefonie; 21. Hulp giethal - (2); gotenmaker ; hoogovenbedr; 11. Hulphouwer - steenkolenmijnen ; 10. Hulp in de huishouding - (in- of extern); gewoonlijk met opl. huishoudschool; niet voor ruw werk ; huispers.; huiselijke diensten; 26. Hulpkapper - hulpbouwer ; steenkolenmijnen ; 10. Hulpkommies - financie- en belastingwezen; 24. Hulploods - loodspers.; loodswezen; 21. Hulpsleeper - sleeper ; steenkolenmijnen : 10. Hulpsmelter - (3); handl.; hoogovenbedr; 11. Hulpstutter - stutter; steenkolenmijnen ; 10. Hulptelefonist - telefonist; posterijen, telegrafie en telefonie; 21. Hulptelegrafist - telegrafist; posterijen, telegrafie en telefonie ; 21. Hulptelegrambesteller - telegrambesteller; posterijen, telegrafie en telefonie; 21. Hulpvakarbeider - boek-, handels- en courantendrukkerijen, steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen; 3. Hulpwever - wever; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Hulzenmaker - (2); werktuigbed. ; wapen- en munitiefabr. ; 11. Hulzeaimaker - arb.; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Hulzenplakker - zie doosjesplakker ; 5 ; (14). Hulzensorteerder - handl.; katoenspinnerijen ; 15. Hutbediende - bedienend pers. ; zeescheepvaart; 21. Huurophaler - incasseerder ; woningbureaux, incassobureaux, eig. v. woningen; 24; (21). Hypotheekbewaarder - financie- en belastingwezen; 24. Impregneer der - arb. ; div. chem.fabr. ; 5. Impregneerder - handl.; kurkwarenfabr.; 6. Impregneerder - ververijarb.; linnenweverijen ; 15. Impregneerder - (radioapparaten) ; (3) ; handl.; electrotechn.fabr. en install.inr.j 11. Impressario - zaakwaarnemer, commercieel leider; operagezelschap, orchesten, bij v. eig. rek. werk. artisten; 24. Inbakker - zee- en kustvisscher ; zee- en kustvisscherij ; 19. Inballer - arb.; schoenfabr.; 9. Inbinder - boekbinder ; boekbinderijen; 14. Inbinder - handl.; band-, veter- en koordfabr.; 15. Inbrander - arb.; schoenfabr.; 9. Incasseerder - wissellooper, banklooper; bankinstell., kassiers, comm. in eff., hypotheekbanken en spaarbanken ; 22 ; (21). Incasseerder - looper; verzeker, mij., ziekenfondsen e.d. 23; (21). Incasseerder - (verhaal); bur. voor maatsch. hulpbetoon; 24; (21). Indamper - arb.; div. chem.fabr.; 5. Indamper - arb.; glucose-, ptroop- en sagofabr., branderijen, gist- en spiritusfabr.; 17. Indraaier - aardewerkmaker; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel., muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Indraaier - arb.; knoopen- en baleinenfabr. ; 6. Indraaier - aandraaier; katoenweverijen en moltondekenfabrieken ; 15. Indrager - arb.; fabr. van aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Indrager - glasmaker; div. glasfabr.; 1. Informateur - bediende; advies-, bemiddelings-, plaatsings- en reclame-bureaux ; 20 ; (24). Informateur - huisbezoeker; bureaux voor maatsch. hulpbetoon ; 24. Ingenieur - ingenieurs- en architectenbur.; 24. Ingenieur Seinwezen - techn.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Ingenieur Staatstoezicht Mijnen - arbeidsinspectie, volksgezondheid enz.; 24. Ingenieur Stoomwezen - arbeidsinspectie enz.; 24. Ingenieur Tractie - spoor- en tramwegen ; 21. Ingenieur Weg en Werken - spoor- en tramwegen; 21. Inhaler - aandraaier; katoenweverijen en moltondekenfabr.; 15. Inkooper - reiziger; groot-, tusschen- en detailhandel (geen winkel). Behoeft niet speciaal een reiziger (dus reizend-inkooper) te zijn. In groote fabrieks-, handels- en winkelzaken zijn ook inkoopers (kantoorbedienden), die dikwijls een geheele staf van pers. onder zich hebben ; 20. Inkorver - (2) ; handl.; electrische draad- en kabelfabr., fabr. van straaldraadkabels, draadvlechterijen en metaalgaasfabr.; 11. Inktkoker - zie inktmaker; 5. Inktmaker - arb.; inkt- en zegellakfabr.; 5. Inktwrijver - zie inktmaker ; 5. Inktwrijver - hulpvakarb. ; boek-, handels- en courantendrukk; 3. Inleester - arb.; schoenfabr.; 9. Inlegger - handl.; div. glasfabr.; 1. Inlegger - hulpvakarb.; boek-, handels- en courantendrukk., steen-, diepdruk- en koper drukkerij en; 3. Inlegger - arb.; lucifersfabr.; 5. Inlegger - stroohulzenmaker; fabr. van stroohulzen e.d. art. uit stroo; 6. Inlegger - papierbew.; papierfabr.; 14. Inlegger - cartonnagewerker; cartonnagefabr.; 14. Inlegger - boekbinder; boekbinderijen ; 14. Inlegger - sigarettenmaker; sigarettenfabr.; 17. Inlegger - handl.; cacao- en choc.fabr.; 17. Inlijster - encadreur; lijstenfabr. en encadreerinr.; 6. Inmaker - arb.; groentenzouterijen, -drogerijen en -inmakerijen van groenten, vruchten en aardappelen ; 17. Inmaker - vischbew.inr.; 17. Innaaister - boekbindster ; boekbinderijen ; 14. Inpakker - arb. ; fabr. van verband- en geneesmiddelen; 5 ; (21). Inpakker - arb. ; stijfselfabr.; 17 ; (21). Inpasser - handdrukker ; katoendrukkerijen ; 15. Inplakker - arb.; schoenfabr.; 9. Inroller - arb.; kaarsen- en waxinefabr.; 5. Inrijder - arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Inrijger - arb.; schoenfabr.; 9. Inrijger - aandraaier; katoenweverijen en moltondekenfabr.; 15. Inslager - arb. ; fabr. v. aarden buizen, dakpannen, vloertegels; 1. Inslagspoeler - spoeler- en twijner; katoenweverijen, moltondekenfabr., linnenweverijen; 15. Insmelter - (2) ; arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Inspecteur - adm.pers.; spoor- en tramwegen ; 21, Inspecteur - hypotheek- en spaarbanken; 22. Inspecteur - verzeker.maatsch., ziekenfondsen e.d.; 23. Inspecteur Bouw- en Woningdienst - 24. Inspecteur Comptabiliteit - adm.pers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Inspecteur havenpolitie - politiewezen ; 24. Inspecteur Loodswezen - loodspers. ; loodswezen ; 21. Inspecteur Nachtveiligheidsdienst - 24. Inspecteur van den Arbeid - arbeidsinspectie, volksgezondheid enz.; 24. Inspecteur van Politie - poütiewezen; 24. Inspecteur Vervoer - adm.pers.; spoor- en tramwegen ; 21. Inspecteur Visscherij - pers. arbeidsinspectie, volksgezondheid enz. ; 24. Inspecteur Volksgezondheid - pers. arbeidsinspectie, volksgezondheid enz.; 24. Inspecteus Volkshuisvesting - pers. arbeidsinspectie, volksgezondheid enz.; 24. Inspecteur Weg en Werken - techn.pers.; spoor- en tramw.; 21. Installateur - (1) ; electricien; radioinstall.inr., electrotechn.fabr. en install.inr.; 11. Insteker - zie inslager; 1. Insteker - (3) ; handl.; capsulefabr.; 11. Insteker - (3) ; arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Instrumentglasmaker - glasmaker; glasfabr. (ook zelfstandig beroep) ; 1. Instrumentmaker - (1); bankwerker; wapen- en munitiefabr., constructiewerkpl., electrotechn.fabr.; 11. Instrumentmaker - (1) ; gas-, electriciteits- en watermeterfabr., instrumentmakerijen; 11. Instrumentmaker - (1) ; muziekinstrumentmaker ; muziekinstrumentenfabr.; 11. Instrumentmaker - (1) ; horloge- en uurwerkmaker; klokkenen uurwerkfabbr., horlogemakerijen; 11. Instrumentmaker - onderhoudspers. van weg en werken; spooren tramwegen ; 21. Instrumentslijper - (2) ; metaalslijper; gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr.; 11. Intertypezetter - machinezetter; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Intrekker - trekker; borstel- en bezemfabr.; 6. Invochter - waschknecht; wasch- en strijkinr.; 7. Invochter - tabaksbewerker ; sigarenfabr. en tabaksfabr-, ; 17. Inzeeper - jongste kappersbediende ; kapperszaken ; 7. Inzetter - arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen, fabr. van aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Inzetter - inzetter en stamper; kunststeenfabr.; 1. Inzetter - ovenpers. ; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Inzetter - (3) ; arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Inzetter - kettingscheerder ; katoenweverijen ; 15. Isolatiemaker - vervaard, techn. rubberart.; rubberfabr. ; 9. Isolatiewerker - arb. ; isoleermateriaalfabr.; 5. ■ Isoleerder - zie isolatiewerker; 5. Isoleerder - (2) ; kabel- en geïsoleerd draadmaker ; electrische draad- en kabelfabr. ; 11. Isoleerder - (2) ; wikkelaar; electrotechn.fabr. ; 11. Ivoorbewerker - zie ivoordraaier ; 6. Ivoordraaier - ivoor draaierij en ; 6. Ivoorsnijder - zie ivoordraaier; 6. Jachtopziener - politie ; politiewezen ; 24. Jachtschipper - huiselijke diensten ; 26 ; (21). Jalouziemaker - fabr. van zonneschermen, rolluiken en jalouzieën; 6. Jamkoker - conserveerder/; fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr.; 17. Japonnennaaister - costuumnaaister ; kleermakerijen en confectiefabr. (bovenkl.) ; 7. Japonner - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Jassenmaker - conf.kleermaker; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Jeneverbrander - zie jeneverstoker; 17. Jeneverstoker - arb. ; distilleerderijen en likeurstokerijen; 17. Jockey - paardensport; 24. Jongeling - expresse- en telegrambesteller; posterijen, telegrafie en telefonie; 21. Jongmaatje - zie jongeling; 21. Jongmaatje - electricien; electriciteitsbedr. ; 16; (11). Jongmaatje - dekknecht; veerdiensten ; 21. Jongste bediende - jongste kantoorbediende; zie kantoorbediende ; 24. Jongste matroos - zee- en kustvisscher; zee- en kustvisscherij; 19. Journalist - nieuwsbureaux en uitgevers van dagbladen; 20; (24). Journalist - jounalistiek; 24. Juffrouw in de huishouding - zie hulp in de huishouding ; 26. Juffrouw van gezelschap - zie gezelschapsdame ; 24. Jurist - juridisch pers. ; advocatenkantoren, rechtskundige en administratieve bureaux e.d.; 24 (ook op handels- en fabriekskantoren). Justeerder - graveur ; lettergieterijen ; 11. Justeerder - (1) ; instrumentmaker ; instrumentmakerijen ; 11. Juteerder - arb.; isoleermateriaalfabr.; 5. Kaarder - openaar en bandvormer ; jutespinnerijen; 15. Kaarsengieter - zie kaarsenmaker ; 5. Kaarsenmaker - arb. ; kaarsen- en waxinefabr.; 5. Kaarsensnijder - zie kaarsenmaker; 5. Kaarsenwrijver - zie kaarsenmaker; 5. Kaartenmaker - handl.; wol-, katoen- en linnenweverijen ; 15. Kaartenplakker - hulpvakarb. ; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. Kaartenslaander - handl.; tapijt- en mattenfabr.; 15. Kaartenslager - handl.; linnenweverijen ; 15. Kaartenzetter - handl.; wolweverijen ; 15. Kaasinpakker - handl. ; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Kaaskeerder - zie kaasmaker; 17. Kaasmaker - boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Kaasmerker - zie kaasinpakker; 17. Kaasperser - zie kaasmaker ; 17. Kabelgast - dekpers.; zeescheepvaart; 21. Kabeljongen - voerman en handl. (ondergr.) ) steenkolenmijnen ; 10. Kabellasscher - (1) ; electr. lasscher ; zie kabelmonteur; electr. techn.fabr. en install.inr.; 11. Kabellasscher - electriciteitsbedr. ; 16 ; (11). Kabellasscher - telegrafie en telefonie ; 21 ; (11). Kabellegger - grondwerker ; grond- en waterbouwk.werken ; 4. Kabelmachinist - ophaalmachinist; steenkolenmijnen; 10; (11). Kabelmaker - (2) ; kabel- en geïsoleerd draadmaker; electr. draadkabelfabr.; 11. Kabelmaker - (2) ; staaldraadkabelmaker ; fabr. van staaldraadkabels ; 11. Kabelmonteur - (1) ; electricien, electromonteur, die speciaal alle voork. kabelwerken kan uitvoeren (hoog- en laagspanningskabelwerk) ; electrotechn.fabr. en install.inr.; 11. Kabelmonleur - (hoogspanning) ; electriciteitsbedr.; 16 ; (11). Kabelmonteur - (zwakstroom); telegrafie en telefonie; 21; (11)- Kabelsorteerder - (2) ; electricien; electrotechn.fabr. en install.inr. ; 11. Kabelspurner - (2) ; kabel- en geïsoleerd draadmaker; electr. draad- en kabelfabr.; 11. Kabelspirtner - (2) ; staaldraadmaker; fabr. van staaldraadkabels ; 11. Kabelsplitser - steenkolenmijnen ; 10 ; (11). Kabelsplitser - electricien ; electriciteitsbedr. ; 16 ; (11). Kabelwinder - (3) ; handl. ; electr. draad- en kabelfabr.; fabr. van staaldraadkabels ; 11. Kachelbakker - ovenpers.; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Kachelpoetser - (3) ; handl. ; haarden- en kachelfabr. ; 11. Kachelsmid - (1) ; smid ; smederijen, bankwerkerijen, haardenen kachelfabr.; 11. Kademeester - zie havenmeester; 21. Kaderdraaier - arb.; lucifersfabr.; 5. Kaderlegger - zie kaderdraaier; 5. Kafzever - arb. ; stroocartonfabr. ; 14. Kajuitbediende - bedienend pers.; zeescheepvaart; 21. Kajuitjongen - bedienend pers.; zeescheepvaart, binnenscheepvaart en veerdiensten; 21. Kalanderaar - opmaker; chem. wasscherijen en -ververijen en tapijtrein.inr.; 7. Kalanderaar - rubberfabr.; 9. Kalanderaar - linoleummaker ; linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr.; 9. Kalanderaar - arb.; papierfabr. ; 14. Kalanderaar - appreteur ; tricotagefabr., breierijen, katoenweverijen- en moltondekenfabr. katoenbleekerijen, katoenververijen, katoendrukkerijen, linnenweverijen, juteweverijen, band-, veter- en koordfabr.; 15. Kalefactor - handl.; tapijt- en mattenfabr; 15. Kalefater - (2) ; breeuwer; scheepswerven; 11. Kalibervijler - model- en vormmaker; grofaardew.-, fijnaardew.en porcel.fabr. ; 1. Kalkbewerker - arb.; kalkzandsteenfabr. ; 1. Kalkblusscher - arb.; kalk-, gips-, tras- en krijtfabr. ; 1. Kalkblusscher - zie kalkbewerker; 1. Kalkblusscher - arb. ; lijm- en gelatinefabr. e.d. beenderbew.inr.; 5 ; (1). Kalkblusscher - arb.; papier- en stroocartonfabr.; 14; (1). Kalkbrander - arb.; kalk-, gips-, tras- en krijtfabr.; 1. Kalkbrander - handl.; suikerraffinaderijen ; 17. Kalker - arb.; leerlooierijen e.a., fabr. voor de bewerking van huiden, leerfabr.; 9. Kalkmenger - arb.; kalkzandsteenfabr.; 1. Kalksteenmaler - arb.; fabr. van asphalt en asphaltpapier ; 5- Kalkwerker - arb.; stroocartonfabr.; 14. Kalkwerker - handl.; gasfabr.; 16. Kamenier - huispers.; huiselijke diensten ; 26. Kamerbewaarder - bedienend kantoorpers. ; departementen van algemeen bestuur; 24. Kamerdienaar - huispers.; huiselijke diensten ; 24. Kamermeisje - bedienend pers.; zeescheepvaart, pensions en tehuizen ; 21. Kamermeisje - huispers.; hotels en restaurants ; 21. Kamermeisje - huispers.; huiselijke diensten ; 26. Kamerstoffeerder - stoffeerder; behangerijen en stoffeerderijen; 4. Kamerwacht - arb.; zwavelzuurfabr.; 5. Kamgrarenspinner - spinner ; wolspinnerijen ; 15. Kaminhanger - handl.; katoenweverijen, moltondekenfabr., wolen linnenweverijen; 15. Kaminrijger - aandraaier; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Kammenaftrekker - arb.; celluloidw.fabr., fabr. van hoornen, schildpad e.d. voorwerpen ; 6. Kammenschaver - zie kammenaftrekker ; 6. Kammenschoonmaker - handl. ; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Kammenslijper - zie kammenaftrekker; 6. Kammenwasscher - zie kammenaftrekker; 6. Kammer - openaar en bandvormer ; wolspinnerijen ; 15. Kammer - wolkammer ; sajetfabr.; 15. Kammer - kraskamerarb., katoenspinnerijen ; 15. Kammer - arb. ; plantenhaarbew.inr. ; 15. Kamopmaker - aandraaier; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Kamoverzetter - aandraaier; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Kamrijger - zie kaminrijger; 15. Kamslager - (1) ; smid; gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr.; 11. Kanaalwachter - handl.; waterleidingen ; 17. Kanaalwerker - grondwerker; grond- en waterbouwk.werken, heiers- en baggerbedr.; 4. Kandijbreker - arb.; kandijfabr.; 17. Kandijkoker - zie kandijbreker; 17. Kannenspoeler -handl.; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Kanobouwer - (1) ; scheepstimmerman ; scheepswerven ; 11. Kantborduurster - borduurster ; handwerkateliers ; 7. Kantenfraiser - zie kantenzetter; 9. Kantenlikker - zie kantenzetter ; 9. Kantenschrooier - zie kantenzetter; 9. Kantenzetter - arb.; schoenfabr.; 9. Kanter - (2) ; mach. blikbew.; emailleer- en blikwarenfabr.; 11. Kanthakker - handl. ; houtzagerijen en -schaverijen; 6. Kantonnier - wegwerker ; rijkswaterstaat, aanleg en onderhoud van wegen e.d.; 4. Kantoorbediende - adm.pers.; bankinstell., kassiers, comm. in eff., cheque- en girodiensten, hypotheekbanken, spaarbanken, banken van leening en pandjeshuizen, loterijkant.; 22 ; (24). Kantoorbediende - adm.pers. ; verzekeringsmaatsch., ziekenfondsen, e.d. ; 23 ; (24). Kantoorbediende - adm.pers. ; administratie-, advocaten- en notariskantoren, kantoren van org. van werkg. en werkn. ; 24. Kantoorbediende - adm.pers. ; fabrieks-, handels-, expediteurs-, landbouw-, tuinbouw-, scheepvaart-, winkel- en bouwbedrijven, visscherij, kweekerij, veemen en entrepots, overheidsinstell. en -bedrijven ; klasse-indeeling naar aard van het bedrijf; (24). Kantoorboekbinder - boekbinder ; boekbinderijen ; 14. Kantoorknecht - kantoorknecht; expeditiebedr., bode- en besteldiensten; 21; (24). Kantoorknecht - bedienend kantoorpers.; bankinstell., kassiers, comm. in eff., cheque- en girodiensten, hypotheek- en spaarbanken, banken van leening ; 22 ; (24). Kantoorknecht - bedienend kantoorpers.; administratiekantoren ; 24. Kantoorlooper - looper ; bankinstell., kassiers, comm. in eff., cheque- en girodiensten, spaarbanken; 22; (21). Kantoorlooper - looper; verzekeringsmaatsch., ziekenfondsen e.d.; 24; (21). Kantopmaker - opmaker; chem. wasscherijen en -ververijen; 7. Kantopmaker - handl. ; kantfabr.; 15. Kantwerker - kunstnaaldwerkateliers en kantwerkeryen ; 8. Kantwerker - papierbew.; papierwarenfabr.; 15. Kantwever - wever; kantfabr.; 15. Kapelmeester - dirigent, toonkunstenaar; orkesten, muziekvereenigingen e.d.; 24. Kapitein - baggerpers.; grond- en waterbouwk.werken, heiersen baggerbedr.; 4 ; (21). Kapitein - zee- en kustvisscher; zee- en kustvisscherij ; 19. Kapitein - dekpers.; zee- en binnenscheepvaart, reddingswezen ; 21. Kapitein - scheepspers.; veerdiensten en bergingsbedr.; 21. Kapnaaister - arb.; schoenfabr.; 9. Kapokbewerker - arb.; kapokfabr.; 15. Kapokmatrassenmaker - bedden- en matrassenmaker; beddenen matrassenmakerijen; 7. Kappenmaker - (1) ; stoffeerder; wagon-, carrosserie- en kinderwagenfabr.; 11. Kappenmaker - papierbew.; papierwarenfabr.; 14. Kapper - houwer ; steenkolenmijnen ; 10. Kapper - bedienend pers.; zeescheepvaart; 21; (7). Kappersbediende - kapper; heerenkapper (le of 2e bed.); dameskapper of dames- en heerenkapper ; kapperszaken ; 7. Kapslijper - diamantbew.; inr. tot bew. van diamant e.a. edelsteenen; 2. Kapsnijder - zie kapslijper; 2. Kapsnijder - beeldhouwer; meubelfabr. en meub.makerijen; 6. Kapster (radio-app.) - electrotechn.fabr.; 11. Kapversteller - zie kapslijper ; 2. Kardeerder - openaar en bandvormer; vlasspinnerijen; 15. Karenboomer - kettingscheerder ; katoenweverijen; 15. Karkasafslijper - zie karkasmaker; 9. Karkasmaker - rijwiel- en autobandenmaker; rubberfabr. ; 9. Karkassenmaker - lampekappenmaker ^ verv. van lampekappen; 7 ; (11). Karkassenmaker - draadart.fabr.; 11. Karnemelkpapmaker - wei-, ondermelk- en karnemelkpapfabr.; boter-: kaas- en melkprod.fabr.; 17. Karner - botermaker; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Karner - arb.; margarinefabr.; 17. Karpetpluister - appreteuse; tapijt- en mattenfabr.; 15. Karpetwever - wever ; tapijt- en mattenfabr.; 15. Karrenlader - arb.; turfstrooiselfabr.; 10. Karrevoerder - zand- en grindhandel; 20. Karweier - metaalbew.; fabr. van zonneschermen, rolluiken en jalouzieën ; 6 ; (11). 21 Kassier - adm.pers. ; spoor- en tramwegen; 21; (24). Kassier - adm.pers.; bankinstell., kassiers, comm. in eff., chèqueen girodiensten, hypotheek- en spaarbanken, banken van leening ; 22; (24). Kassier - adm.pers.; verzeker.mij., ziekenfondsen e.d.; 23 ; (24). Kastenmaker - meubelmaker ; meubelfabr. en meubelmaker. ; 6. Kaster - pijpenmaker ; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardewerkfabr. ; 1. Kastzetter - handzetter; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Katoenbeitser - ververijarb.; katoenweverijen ; 15. Katoenbleeker - bleekerijarb.; katoenbleekerijen ; 15. Katoenbreker - mengzaalarb. ; katoenspinnerijen ; 15. Katoenkoker - zie katoenbleeker.; 15. Katoenmenger - zie katoenbreker ; 15. Katoenreiniger - zie katoenbreker ; 15 Katoenrekker - zie katoenbleeker; 15. Katoenscheerder - kettingscheerder ; katoenweverijen en moltondekenfabr.; 15. Katoenspinner - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Katoenspoeier - spoeler en twijner; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Katoenstopper - zie katoenbreker; 15. Katoenverver - ververijarb.; katoenververijen, tapijt- en mattenfabr.; 15. * Katoenwasscher - bleekerijarb.; katoenbleekerijen ; 15. Katoenwasscher - ververijarb.; katoenververijen ; 15. Katoenwasscher - bleeker ; katoendrukkerijen ; 15. Katoenwever - wever1; katoenweverijen en moltond.fabr. ; 15. Katoenwinder - zie katoenspoeier; 15 Keerder - handl.; katoenspinnerijen ; 15. Keestenafscheider - arb.; stijfselfabr.; 17. Keetknecht - huiselijke diensten; komt voor bij uitvoering van bouwwerken; 26. Keienklopper - opperman en bouwvaksjouwer ; aanleg van macadam-, asphaltwegen e.d. en onderhoud van wegen; 4. Keier - glasmaker ; div. glasfabr.; 1. Kelderknecht - handl.; bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Kelderknecht - arb. ; wijn- en bierbottelarijen, limonade- en mineraalwaterfabr.; 17. Kelderknecht - buffet- en keukenpers.; hotels, restaurants, café's, tapperijen, theeschenkerijen, lunchrooms, enz.; 21. Kellner - bedienend pers. ; zeescheepvaart, binnenscheepvaart, veerdiensten, pensions en tehuizen; 21. Kellner - hotels, restaurants, café's, tapperijen, theeschenkerijen, lunchrooms, enz.; 21. Kerkbediende - kerkpers. ; kerkgenootschapp. of kerkelijke gezindten ; 28. Kerkbewaarder - zie kerkbediende ; 28. Kerkknecht - zie kerkbediende ; 28. Kerkorganist - kerkgenootsch. of kerkelijke gezindten ; 28. Kerkorgelmaker - (1) ; orgelmaker ; muziekinstrum.fabr. ; 11. Kerkorgel stemmer - (1); muziekinstrumentenfabr. ; 11. Kerkschilder - kunstschilder ; kunstschildersateliers ; 8. Kermisknecht - circus- en kermisgezelsch. e.d. ; 24. Kerndraaier - zie kernmaker ; 11. Kernknipper - (2) ; mach. metaalbew.; electrotechn.fabr.; 11. Kernmaker - (1) ; (routine- of massakernmaker : 2) ; vormer ; staal-, ijzer- en metaalgieterijen; 11. Kerver - handl. ; linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr. ; 9. Kerver - zie tabakskerver; 17. Ketelbekleeder - arb.; isoleermateriaalfabr. ; 11. KetelBikker - (3) ; handl. ; ketelmakerijen, spoor- en tramwegwerkpl. ; 11. Ketelbouwer - (1) ; ketelmaker; ketelmakerijen; 11. Ketellosser - arb. ; cellulosefabr. ; 14. Ketelmaker - (1); ketelmakerijen, spoor- en tramwegwerkpl., rijkswerven; 11. Ketelmonteur - (1) ; ketelmaker; ketelmakerijen; 11. Ketelpoetser - onderhoudspers. v. rollend materieel; spoor- en tramwegen ; 21. Ketelreiniger - arb. ; cellulosefabr. ; 14 ; (11). Ketelreiniger - handl.; electriciteitsbedr. ; 16 ; (11). Ketelsmid - (1) ; vuurwerker ; ketelmakerijen; 11. Ketelvuller - arb.; kunstmestfabr.; 5. Ketelwachter - handl.; (bovengr.) ; steenkolenmijnen; 10. Kettelaarster - naaister ; tricotagefabr. en breierijen ; 15. Kettingboomer - kettingscheerder; katoenweverijen en moltondekenfabr.; 15. / Kettingkastennaaister - lederbewerkster; lederwarenfabr., zadelen tuigmakerijen; 9. Kettinglijmer - kettingscheerder ; wolweverijen, wollendeken- en viltfabr.; 15. Kettingmaker - zie kettingsmid ; 11. Kettingmaker - goud- en zilversmid en reparateur; goud- en zilversmederijen ; 11. Kettingmaker - kettingscheerder, ; katoenweverijen en moltondekenfabr.; 15. Kettingscheerder - wolweverijen, wollendeken- en viltfabr., katoenweverijen en moltondekenfabr., linnen- en jute weverij en, tapijt- en mattenfabr.; fluweel-, trijp- en moquettefabr., vitrageweverijen, band-, veter- en koordfabr., passementfabr. ; 15- Kettingsmid - (1) ; smid; smederijen en kettingfabr. ; 11. Kettingspanner - kettingscheerder ; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Kettingspoeier - spoeler en twijner; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Kettingsterker - kettingscheerder; wolweverijen!; 15. Kettingtrekker - arb. rioleeriingen \ openbare reinigingsdiensten ; 4. Kettingwachter - sluis- en havenpersoneel; sluis- en havenwezen ; 21. Kettingwachter - financie- en belastingwezen; 24. Keukenknecht - keukenpers.; koksbedr. en kokerijen ; 17. Keukenknecht. -. conserveerder ; fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr.; 17. Keukenknecht - buffet- en keukenpers.; hotels en restaur.; 21. Keukenknecht - huispers.; pensions en tehuizen; 21. Keukenmeisje - (voor burgerpot of fijne keuken; wordt ook eerste meisje genoemd) ; huispers.; huiselijke diensten; 26. Keukenmeisje - keukenpers.; hotels en restaurants ; 21. Keukenmeisje - huispers.; pensions en tehuizen; 21. Keurder - (3); handl.; emailleerfabr. ; 11. Keurmeester - pers. ; inspectie volksgezondheid enz.; 24. Keyboardbewerker - machinezetter ; boek-, handels- en courantendrukkerijen : 3. Kiezeldelver - grondwerker ; del ver ij en van zand en grind ; 10- Kiezelkruier - zie kiezeldelver ; 10. Kiezelwerker - zie kiezeldelver; 10. Kiezelzifter - zie kiezeldelver; 10. Kinderjuffrouw - kinderbewaarplaatsen ; 24. Kinderjuffrouw - huispers.; (e.v.t. met dipl. Tesselschade of Huishoudschool, afd. Kinderverz.); huiselijke diensten; 26. Kinderkleermaker - conf.kleermaker ; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Kindermeisje - hulpje bij de kinderen, gewoonlijk ben. 18 jr., zonder vakopl. ; zie ook kinderjuffrouw ; huiselijke diensten ; 26. Kinderverpleegster - verplegend pers. ; ziekenhuizen, klinieken, herstellingsoorden e.d. ; 24. Kinderverzorgster - zie kinderjuffrouw; 24. Kininestoker - arb.; fabr. van genees- en verbandmiddelen ; 5. Kininezever - zie kininestoker; 5. Kioskjuffrouw - winkelbediende ; 20. Kipkarjongen - opperman; grond- en waterbouwk. werken, baggerbedr. ; 4. Kipwagentrekker - handl.; (bovengr.) ; steenkolenmijnen; 10. Kistenmaker - kistenfabr. en kistenmaker ij en ; 6. Kistenstikker - zie kistenmaker ; 6. Kisten verver - schilder ; kistenfabr. en kistenmaker ij en ; 6. Kistjesplakker - handl.; cacao- en choc.fabr.; 17 ; (6). Kistjesplakker - zie kistjesspijkeraar; 17 ; (6). Kistjesspijkeraar - plakkerijarbeider; sigarenfabr. ; 17; (6). Kistjesstikker - zie kistjesspijkeraar ; 17 ; (6). Kitter - (3) ; arb. ; gloei- en radiolampenfabr. en electrotechn.fabr.; 11. Klaarder - arb. ; lijm- en gelatinefabr. e.a. beenderverwerkingsinr. ; 5. Klamper - zie kistenmaker; 6. Klappersdrukker - drukker ; boek-,handels- en courantendrukkerijen ; 3. Klapmeester - sluis- en havenpers. ; sluis- en havenwezen; 21. Klarinetmaker - (1) ; muziekinstrumentenmaker ; muziekinstrumentenfabr.; 11. Klarinettist - toonkunstenaar; jazz-bands, cabaretgezelsch., orkesten ; 24. Klauwenwasscher - arb. ; lijm- en gelatinefabr. e.a. beenderverwerkingsinr.; 5. Klaviermaker - (1) ; pianomaker; muziekinstr.fabr.; 11. Kleedenklopper - tapijtreiniger; chem. wasscherijen en ververijen, tapijtrein.inr.; 7. Kleedster - pers.; schouwburgen, concert- en feestgebouwen; 24. Kleefdroger - arb.; stroocartonfabr.; 14. Kleefsnijder - zie kleefdroger ; 14. Kleermaker - maatkleermaker of conf.kleerm. (heeren-, dames- of kinderkl.) ; zie ook coupeur, tailleur, grootwerker, broekenmaker, jassenmaker, vestenmaker; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Kleiaanvoerder - arb.; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen, aarden buizen, dakpannen en vloertegels ; 1. Kleibereider - arb. ; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen, aarden buizen, dakpannen en vloertegels ; 1. Kleibereider - kleibewerker; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Kleibewerker - (3) ; handl.; ijzer- en metaalgieterijen; 11. Kleidelver - zie kleiaanvoerder ; 1. Kleidroger - arb.; fabr. van aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Kleigieter - aardewerkmaker; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Klei graver - zie kleiaanvoerder; 1. Kleikneder - zie kleiaanvoerder; 1. Kleikoker - arb., zie chinaclaykoker ; papierfabr. ; 14. Kleikruier - zie kleiaanvoerder ; 1. Kleimaler - zie kleibereider; 1. Kleimaler - arb.; div. chem.fabr.; 5. Kleine-aanlapper - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Kleischaver - kleibewerker ; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Kleispoorder - zie kleigraver; 1. Kleitrekker - arb. ; fabr. v. aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Kleitremmer - zie kleiaanvoerder ; 1. Kleivormer - arb. ; baksteenfabr. ; brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen, aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Kleivormer - aardewerkmaker ; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Kleiwalser - zie kleibereider; 1. Kleiwerker - arb.; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Klemmer - pettenmaker; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Kleppennaaister - zie kleppenmaker; 7. Klerk - adm.pers.; administratiekantoren, overheidsdiensten en -bedrijven; 24. Klerk-loketdienst - adm.pers. ; spoor- en tramwegen; 21. Klerk-stationsdienst - adm.pers. ; spoor- en tramwegen; 21. Klerk-telegrafist - stationsper.; spoor- en tramwegen; 21. Klerk-telegrafist - telegrafist; posterijen, telegrafie en telef. ; 21. Kleurder - arb.; lucifersfabr.; 5. Kleurder - zie kistenverver; 6. . Kleurder - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. v. de bew. van huiden; leerfabr.; 9. Kleurder - arb.; papier- en stroocartonfabr.; 14. Kleurder - haudl.; bladtin- en bladalluminium (stanniol), capsulefabr.; 11. Kleurder - arb.; margarinefabr.; 17. Kleurenbereider - ververijarb.; katoenververijen ; 15. Kleurenverver - ververijarb. ; sajetfabr., katoenververijen; 15. Kleuretser - etser ; chemigrafische inr.; 3. Kleurmaker - arb. ; verf malerijen, vernis- en lakstokerijen; 5. Kleurmaker - handl.; katoendrukkerijen ; 15. Kleurstrijker - handdrukker ; katoendrukkerijen ; 15. Kleurverver - ververijarb.; wolweverijen, fluweel-, trijp- en moquettefabr.; 15. Klever - arb.; stroocartonfabr.; 14. Klinkboutenmaker - (2) ; bouten- en moerenmaker; schroeven-, bouten- en moerenfabr.; 11. Klinker - (2) ; mach. blikbew.; emailleerfabr., blikw.fabr.; 11. Klinker - (2) ; koperwerker ; metaalwaren- en lampenfabr. ; 11. Klinker - (2); grof bankwerker ; constr.werkpl., wagon- en carrosseriefabr.; 11. Klinker - (2); handklinker, lucht- of revolverklinker; (van belang is de grootte der klinknagels) ; scheepswerven; 11. Klinker- (2) ; bank- en plaatwerker ; kinderwagenfabr. ; 11. Klinknagelmaker - (2) ; arb.; klinknagelfabr. ; 11. Klitter - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr.; 9. Klitter - appreteur; wolweverijen ; 15. Klokkengieter - (1; ; metaal- en ijzergieterijen; 11. Klokkenluider - kerkpers. ; kerkgenootsch. of kerkelijke gezindten ; 28. Klokkenmaker - (1) ; horloge- en uurwerkmaker; klokken- en uurwerkfabr., horlogemakerijen; 11. Klompenmaker - klompenfabr. en klompenmakerijen ; 6. Klompenschilder - handl. ; klompenfabr. en klompenmaker; 6. Kloover - zie klompenmaker ; 6. Klopper - arb. ; leerlooierijen e.a. fabr. v. d. bew. van huiden, leerfabr., schoenfabr.; 9. Klopper - koordvlechter ; band-, veter- en koordfabr. ; 15. Klopper - vormer ; cacao- en choc.fabr. ; 17. Klopper - porder ; 24. Klosjeswinder - (2) ; wikkelaar; electrotechn.fabr.; 11. Klossenaftrekker - handl.; jutespinnerijen ; 15. Klossendraaier - handl.; tapijt- en mattenfabr.; 15. Klossenjongen - handl.; touwslagerijen, garenspinnerijen, tapijten mattenfabr.; 15. Klossenopsteker - spinner ; jutespinnerijen ; 15. Klossenopzetter - spoeler en twijner; sajetfabr.; 15. Klossenopzetter - kettingscheerder ; wolspinnerijen; 15. Klossenplakker - handl.; spoelerijen en twijnerijen; 15. Klossenspoeler - spoeler en twijner; katoenweverijen, moltondekenfabr., linnen- en juteweverijen, tapijt- en mattenfabr. ; 15. Kluitenpoetser - handl; venster-, spiegelglas- e.a. glasfabr.; 1. Kluwenmaker - handl. ; touwslagerijen en garenspinnerijen; 15. Kluwenwinder - handl.; sajetfabr.; 15. Kluwer - zie kluwenwinder; 15. Kluwer - zie kluwenmaker; 15. Knipper - arb.; kaarsen- en waxinefabr.; 5. Knipper - handl. ; borstel- en bezemfabr.; 6. Knipper - stroohulzenmaker; fabr. v. stroohulzen e.a. art. uit stroo; 6. Knipper - parapluiemaker; parapluiefabr.; 7. Knipper - handl.; wasch- en strijkinr. ; 7. Knipper - (2); mach. blikbew.; emailleer- en blikw.fabr. ; 11. Knipper - (2) ; klinknagelmaker; klinknagelfabr.; 11. Knipper - (2) ; handl.; draadvlechterijen en metaalg.fabr. ; 11. Knipper - (2) ; mach. metaalbew.; gereedschapmakerijen, ijzerwarenfabr., ijzeren meubel-, brandkasten-, hoefijzerfabr., constr.werkpl., scheepswerven, wagon- en carrosseriefabr., electrotechn.fabr. ; 11. Knipper - cartonnagewerker ; cartonnagefabr.; 14. Knipper - handl. ; katoenweverijen en moltondekenfabr. ; 15. Knipper - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen ; 15. Knipper - appreteur; tapijt- en mattenfabr.; 15. Knipper - handl. ; vischbew.inr. ; 17. Knipper - zie coupeur, coupeuse. Knipster - naaister; fabr. v. boorden, manchetten, dassen enz.; 7. Knipster - gordijnnaaister ; bedden- en matrassenmakerijen, dekenstikker ij en enz.; 7. Knipster - hoeden- en pettenmaakster ; heerenhoeden- en -pettenfabr; 7. Knipster - naaister ; tricotagefabr. en breierijen ; 15. Knipster - lingerienaaister ; onderkl. en huishoudg.fabr.; 7. BEROEPSKLAPPER. Knoopenaanzetster - conf.fabr. arb., af werkster ; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Knoopenaanzetster - lingerienaaister; onderkl.- en huishoudg. fabr.; 7. Knoopenaanzetster - naaister; tricotagefabr. en breierijen; 15. Knoopenboorder - zie knoopendraaier; 6. Knoopenbrander - ovenpers. ; grofaardew.-, fijnaardew. por- cel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Knoopendraaier - arb.; knoopen- en baleinenfabr. ; 6. Knoopenjongen - arb. ; stroocartcnfabr.; 14. Knoopenmaker (stof-) - arb.; stofknoopenfabr.; 7. Knoopennaaister - zie knoopenaanzetster; 7. Knoopenperser - zie knoopendraaier; 6. Knoopenperser - mach. metaalbew.; ijzerwarenfabr.; 11. Knoopenschuurder - zie knoopendraaier; 6. Knoopensorteerder - zie knoopendraaier ; 6. Knoopen vanger - arb.; stroocartonfabr.; 14. Knoopenverver - zie knoopendraaier; 6. Knooper - stroohulzenmaker; fabr. v. stroohulzen e.a. art. uit stroo; G. Knooper - aandraaier ; wolweverijen ; 15. Knoopsgatenmaakster - lingerienaaister ; onderkl.- en huishoudg. fabr. ; 7. Knoopsgatemnaakster - naaister; tricotagefabr. en breier. ; 15. Knoopsgatenmaker - conf.fabr.arb.; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Knoopsgatenstikker - arb.; schoenfabr.; 9. Knoopster - tapijtknoopster; tapijt- en mattenfabr.; 15. Knoppendrukker - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Knotenbakjongen - arb.; stroocartonfabr.; 14. Knotenzoeker - arb.; stroostoffenfabr.; 14. Knottenmaker - handl. ; tricotagefabr. en breierijen ; 15. Knijper - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Koejongen - zie koeknecht; 18. Koekbakker - banket-, biscuits- en koekbakker; brood- en be- schuitfabr., broodbakkerijen, biscuits- en koekfabr. ; 17. Koekenbreker - arb.; meelfabr., graanmalerijen, veevoeder- en oliefabr.; 17. Kokengieter - arb. ; kaarsen- en waxinefabr. ; 5. Koekengieter - arb.; oliefabr.; 17. Koekerunaker - zie koekenbreker; 17. Koekenperser - zie koekenbreker; 17. Koekenrijder - handl.; kunstzijdefabr.; 15. Koekenrijder - arb.; oliefabr.; 17. Koekenslager - zie koekenbreker; 17. Koekensnijder - arb. ; oliefabr.; 17. Koekensteker - zie koekensnijder; 17. Koekenvormer - zie koekenbreker ; 17. Koekenzager - zie koekensnijder ; 17. Koekenzetter - zie koekensnijder ; 17. Koekinpakker - handl. ; biscuits- en koekfabr. ; 17. Koeknecht - veeknecht, melkknecht; landbouw, veehouderij ; 18. Koeksnijder - zie koekinpakker ; 17. Koekvormer - aardewerkmaker; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Koekzager - zie koekinpakker; 17. Roeiknecht - conserveerder ; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Koetser - arb. ; papierfabr.; 14. Koetsier - voerman ; stalhouderijen, expediteursbedr., bestel- en bodediensten e.d. transportondernemingen'; 21. Koetsier - huiselijke diensten ; 26 ; (21). Koewachter - zie koeknecht; 18. Koffermaker - houtenkoffer- en étuimakerijen; 6. Koffermaker - lederbew. ; lederwarenfabr., zadel- en tuigmakerijen; 6. Koffiejuffrouw - buffet- en keukenpers. ; hotels, café's, restaurants ; 21. Koffiepelier - koffieverlezer; koffiebranderijen en theepakkerijen; 17. Koffiepikker - zie .koffiepeller ; 17. Koffiestroopbrander - arb.; koffiestroopfabr., cichoreibranderijen; 17. Koffieverlezer - zie koffiepeller; 17. Kok - koksbedr. en kokerijen; 17. Kok - koker; slachterijen en vleeschw.fabr. ; 17. Kok - bedienend pers. ; zee- en binnenscheepvaart, pensions en tehuizen, hotels en restaurants ; 21. Koker - arb.; lijm- en gelatinefabr. e.a. beenderverwerk.inr., kaarsen- en waxinefabr., zeepfabr. fabr. van genees- en verbandmiddelen, essences- en reukstoffenfabr., poets- en smeermiddelenfabr.;. 5. Koker - zie caulker; 11. Koker - arb. ; stroocartonfabr.; 14. Koker - bleeker ; katoendrukkerijen ; 15. Koker - conserveerder; fabr. v. verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchten-, wijn- en jamfabr.; 17- Koker - slachterijen en vleeschw.fabr.; 17. Koker - arb. ; limonade- en koffiestroopfabr., cichoreibranderijen ; 17. Kolbenmaker - arb. ; leerlooierijen e.a. fabr. v. de bew. van huiden, leerfabr. ; 9. Kolendelver - houwer ; steenkolenmijnen ; 10. Kolenhouwer - zie kolendelver ; 10. Kolenkapper - zie kolendelver ; 10. Kolenkruier - handl. ; (bovengr.) ; steenkolenmijnen; 10. Kolenkruier - arb. ; brikettenfabr ; 10. Kolenlader - handl.; cokesfabr.; 10. Kolenlader - handl.; spoor- en tramwegen; 21. Kolenlezer - zeverijpers. ; steenkolenmijnen ; 10. Kolenlosser - voerman en handl. (ondergr.) ; steenk.mijnen ; 10. Kolenlosser - handl. ; cokesfabr.; 10. Kolenlosser - handl. ; gasfabr., electriciteitsbedr ; 16 ; (21). Kolenlosser - handl.; spoor- en tramwegen; 21. Kolenlosser - sjouwer, haven- en transportarb. ; bedr. voor lading en lossing (stuwadoors, cargadoors) ; 21. Kolenmenger - handl. ; electriciteitsbedr.; 16. Kolenmeter - haven- en transportarb. ; bedr. voor lading en lossing (stuwadoors, cargadoors, enz.) ; 21. Kolenopzichter - techn.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Kolenperser - arb.; brikettenfabr.; 10. Kolenregelaar - zie kolenperser ; 10. Kolenrijder - voerman en handl. (ondergr.) ; steenkolenmijnen ; 10. Kolenrijder - handl.; cokesfabr. ; 10. Kolensjouwer - steenkolenhandel; 20 ; (21). Kolenslikarbeider - handl. (bovengr.) ; steenkolenmijnen ; 10. Kolensorteerder - zie kolenlezer; 10. Kolentremmer - handl. ; electriciteitsbedr.; 16. Kolentremmer - mach.kamerpers.; zee- en kustvisscherij; 19; (21). Kolentremmer - mach.kamerpers. ; zeescheepvaart; 21. Kolenverdeeler - arb.; brikettenfabr.; 10. Kolenwasscher - wasscherijpers. ; steenkolenmijnen ; 10. Kolenwerker - sjouwer ; electr. bedr.; 16 ; (21). Kolen werker - zie kolensjouwer ; 20 ; (21). Kolenwerker - handl.; spoor- en tramwegen; 21. Kolenzifter - sorteerder; arb. zeverij ; steenkolenmijnen; 10. Koller - arb.; verfstoffenfabr.; 5. Kollerganger - arb.; papierfabr. en stroocartonfabr.; 14. Kollerganger - arb.; oliefabr. ; 17. / Kollergangmaler - arb.; papier- en stroocartonfabr. ; 14. Kollergangvuller - zie kollergangmaler; 14. Kollermulder - zie kollergangmaler ; 14. Kommies Belastingen - financie en belastingwezen ; 24. Kompasmaker - (1) ; instrumentmaker ; instrumentmaker. ; 11. Koolbrander - beenzwartbrander; glucose-, stroop-, en sagofabr. ; 17. Kooldraadkitter - arb.; gloeilampenfabr.; 11. Koolinzetter - (3) ; handl.; electrotechn.fabr.; 11. Koolmenger - (3) ; zie koolinzetter ; 11. Koolteerstoker - handl. ; gasfabr. (verw. bijprod.) ; 16. Koorddraaier - spoeler ; passementfabr ; 15. Koordmaker - arb.; fabr. v. stroohulzen e.a. art. uit stroo ; 6. Koordmaker - wever ; passementfabr.; 15. Koordsnijder - appreteur ; katoenweverijen ; 15. Koordvlechter - vlechter; band-, veter- en koordfabr. ; 15. Koordvechter - wever ; passementfabr.; 15. Koordwerker - (2) ; wikkelaar; electrotechn.fabr.; 11. Koordwerker - vlechter ; band-, veter- en koordfabr.; 15. Koperaanzetter - (2) ; arb.; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Koperafbijter - (3) ; handl. ; metaalwaren- en lampenfabr. ; 11. Koperbankwerker - (1) ; bankwerker, koperwerker ; brandkastenfabr., gas-, electriciteits- en watermeterfabr.. gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr., metaalwaren- en lamnenfabr., radio-install.inr., slotenfabr., spoor- en tramwegwerkpl.. ijzeren meubelfabr.; 11. Koperbankwerker - (1) ; bankwerker, plaatwerker ; appendageen mach.fabr.; 11. Koperbewerker - (2) ; koperpletterijen; 11. Koperboorder - (2) ; koperwerker ; metaalboorder ; metaalw.fabr.; 11. Koper draadtrekker - zie draadtrekker; 11. Koperdraaier - (1) ; metaaldraaier; (2) ; massa- of routinedraaier ; automobiel-, motor-, rijwiel- en rijwielfabr., brandkastenfabr., electrotechn.fabr., gas-, electriciteits- en watermeterfabr,, gereedschap- en instrumentmakerijen, machineen appendagefabr., metaalwaren- en lampenfabr., slotenfabr., spoor- en tramwegwerkpl., ijzeren meubelfabr.; 11. Koperdraaier - (1) ; muziekinstrumentmaker ; muziekinstrumentenfabr. ; 11. Koperdrukker - plaatdrukker; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. BEROEPSKLAPPER. Koper drijver - (1) ; graveur; ciseleur, modelleur; metaalwaren- en lampenfabr.; 11. Koperforceur - (1) ; zie forceur; 11. Koperfraiser - (2) ; koperwerker ; metaalwaren- en lampenfabr. ; 11. Kopergieter - (2) ; metaalgieter; metaalgieterijen, spoor- en tramwegwerkpl.; 11. Kopergraveur - (1) ; graveur; lettergieterijen, stempelfabr., graveerinr.; 11. Koperinstrumentmaker - (1); muziekinstrumentmaker ; muziekinstrumentenfabr.; 11. Koperlasscher - (1); lasscher, koperslager; lascht autog. of electr. met geel koper, rood koperen voorw. ; zie verder kopersoldeerder; 11. Kopperlesscher - (3) ; handl.; koperpletterijen; 11. Koperlijnbewerker - (1) ; zie lijnbewerker ; 11. Koperlijner - (1) ; zie lijnbewerker; 11. Koperlijnsnijder - (1); zie lijnbewerker; 11. Koperopsteker - (2) ; arb. ; gloei- en radiolampenfabr.'; 11. Koperpletter - (2) ; koperbewerker; koperpletterijen, metaalwaren- en lampenfabr.; 11. Koperpolijster - (2) ; metaalpolijster ; metaalwaren- en lampenfabr. ; 11. Koperschaver - (2) ; koperwterker, metaalschaver j metaalw.fabr.; 11. Koperschuurder - (3) ; handl.; metaalw.- en lampenfabr. ; 11. Koperslager - (1) ; koper- en blikslager, licht plaatwerker ; koper- en blikslagerijen, gas-, electriciteits- en watermeterfabr., gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr., machine- en appendagefabr., metaalwaren- en lampenfabr., automobiel-, motorrijwiel- en rijwielfabr., rijkswerven, slotenfabr., spooren tramwegwerkpl., vliegtuigfabr., wapen- en munitiefabr.; 11. Koperslager - (1) ; muziekinstrumentmaker ; muziekinstrumentenfabr.; 11. Koperslijper - (2) ; zie metaalslijper; 11. Kopersmelter - (2) ; handl.; metaalgieterijen, spoor- en tramwegwerkpl. ; 11. Kopersnijder - (2) ; koperbewerker ; koperpletterijen ; 11. Kopersoldeerder - (1) ; lasscher, koperslager ; soldeert autogenisch rood koperen voorw.; gas-, electr.- en watermeterfabr., electrotechn.fabr., koperslagerijen, scheepswerven, fabr. v. scheepsben.heden; 11. BIJLAGEN. Kopertrekker - (2) ; draadtrekker; electrotechn.fabr. ; 11. Kopervormer - (1) ; vormer ; ijzer- en metaalgieterijen, spooren tramwegwerkpl., goud- en zilversmederijen; 11. Kopervijler - (2) ; koperwerker; metaalwarenfabr.; 11. Koperwalser - (2) ; koperbewerker ; koperpletterijen ; 11. Koperwalser - (2) ; draadwalser; electr. draad- en kabelfabr.; 11. Koperwerker - (2) ; metaalwaren- en lampenfabr.; 11. Koperwinder - (3) ; handl. ; electr. draad- en kabelfabr. ; 11. Koperzager - (2) ; koperwerker ; metaalw.- en lampenfabr. ; 11. Koperzetter - (2) ; koperbewerker ; koperpletterijen; 11. Kopjesmaker - aardewerkmaker; fijnaardew.- en porcel.fabr.; 1. Kopjesmaker - handzetter ; courantendrukkerijen ; 1. Kopjesmaker - redacteur ; uitgevers van dagbladen ; 20 ; (24). Koppeler - (3) ; handl. ; ijzer- en metaalgieterijen; 11. Koptouwhouder - zie heier; 4. Korder - zee- en kustvisscher; zee- en kustvisscherij ; 19. Korenmaaier - (zicht, sikkel, maaimachine), landarb. ; landbouw en akkerbouw ; 18. Korenmeter - meter, weger; stuwadoors-* cargadoorsbedr., veem,- silo- en pakhuisbedr. ; 21. Korenmolenaar - molenaar; meelfabr. en graanmalerijen ; 17. Kortzager - zie maatzager ; 6. Koster - kerkbewaarder; kerkgenootschappen en kerkel. gezindten ; 28. Kotteraar (2) ; meaalboorder, bedient kotterboor; appendage- en machinefabr., scheepswerven (komt vaak voor in combinatie met fraiser) ; 11. Koudvulcaniseur - verv. techn. rubberart.; rubberfabr.; 9. Kousenbreier - breier ; tricotagefabr. en breierijen ; 15. Kozijnenmaker - mach. houtbewerker, fabr.timmerman; timmerfabr. ; 6. Kraamverpleegster - verpleegster; ziekenhuizen en klinieken, verpleegsters voor eigen »rek. ; 24. Kraamverzorgster - ongedipl. verpleegster; zie kraamverpleeg ster ; 24. Kraandrijver - zie kraanmachinist; 4; (11). Kraandrijver - zie kraanmachinist; 21; (11). Kraanmachinist - grond- en waterbouwk. werken ; 4 ; (11). Kraanmachinist - beltwerker; openbare reinigingsd.; 4; (11). Kraanmachinist - scheepswerven ; 11. Kraanmachinist - hout- en metaalhandel, enz. ; 20; (11). Kraanmachinist - expediteursbedr., bedr. voor lading en lossing, veem- en pakhuisbedr. ; 21; (11). Kraanschipper - schipper op drijvende kraan; binnenscheepvaart ; 21. Krammatter - zie krammer ; 4. Krammer - rijswerker; kribwerker; grond- en waterbouwk. werken; 4. Krammer - zie hechter; 14. Krankzinnigenverpleger - krankzinnigengestichten en ziekenhuizen ; 24. Krantenmolenarbeider - arb.; papierfabr.; 14. Krasarbeider - kraskamerarb.; katoenspinnerijen ; 15. Krassenoppasser - zie krasarb.; 15. Krassenpoetser - zie krasarb.; 15. Krassenslijper - zie krasarb. ; 15. Krassenstripper- -zie krasarb.; 15. Krasser - arb. ; v. hoornen, barnsteenen, schildpad e.d. voorwerpen ; 6. Krasser - openaar en bandvormer; wol-, vlas- en jutespinnerijen; 15. Krasser - arb. ; kapok- en wattenfabr.; 15. Krasser - zie krasarb.; 15. Krasseur - zie crasseur; 11. Krattenmaker - zie kistenmaker ; 6. Kribwerker - rijswerker, krammer ; grond- en waterbouwk. werken ; 4. Kribwerker - steenzetter ; grond- en waterbouwk. werken ; 4. Kribzetter - zie steenzetter; 4. Krispeler - arb. ; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabrieken; 9. Kristalslijper - glasslijper ; div. glasfabr.; 1. Krolleninlegger - mach. houtbewerker; lucifersfabr. ; 5. Kroontjesmaker - arb.; gloei- en lampenfabr.; 11. Krozer - handl.; kuiperijen ; 6. Kruisspoeler - zie spoeler ; 15. Kruitwerker - arb.; fabr. v. ontplofbare stoffen; 5. Kruitwerker - (2) ; arb.; wapen- en munitiefabr. ; 11. Kruiwagenmaker - houtbew. (hand), timmerman ; kruiwagenfabr.; 6. Krullenjongen - 1.1. timmerman; bouw en onderh. van gebouwen ; 4. Krullenjongen - handl.; houtwaren-, timmer- en kistenfabr.; 6. Kruller - zie vermicellikruller; 17. Krijtmaker - arb. ; kalk-, gips-, tras- en krijtfabr. ; 1. Krijtmaler - arb.; handl.; verfmalerijen ; 5. Kuiper - kuiperijen ; 6. Kuipwerker - arb.; zinkwitfabr.; 5. Kmnstbloemmaker - arb.; papierwarenfabr. ; 14. Kunstdraaier - aardewerkmaker; grof- en fijnaardew.- en porcel.fabr. ; 1. Kunstdraaier - mach. houtbew. ; meubelfabr. en meubelmakerijen e.a. houtwarenfabr.; 6. Kunstdraaier - ivoordraaier ; ivoordraaierijen ; 6. Kunstdraaier - celluloiddraaier ; celluloidwarenfabr.; 6. Kunstdraaier - (1); bankwerker ij en en draaierijen; 11. Kunstdrijver - (1) ; ciseleur, koperdrijver; metaalw.fabr.; 11. Kunstgebittenmaker - zie gebittenmaker; 9. Kunstglasblazer - div. glasfabr. en zelfstandigen; 1. Kunstmestmaler - kunstmestfabr. (chilisalpeter) ; 5. Kunstnaaldwerker - kunstnaaldwerk- en sierkunstateliers, vaandelfabr.; 8. Kunstschilder - aardewerkschilder ; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.- en muurtegelfabr.; 1. Kunstsmid - (1) ; smid, (fijn smeedwerk) ; smederijen; 11. Kiuistvuurwerkmaker - pyrotechnist; fabr. van ontplofbare stoffen ; 5. Kurkboorder - zie kurkensnijder ; 6. Kurkensnijder - kurkwarenfabr.; 6. Kurkensorteerder - handl.; kurkwarenfabr.; 6. Kurkenwasscher - handl.; kurkwarenfabr.; 6. Kurker - handl. ; inktfabr.; 5. Kurker - handl.; distilleerderijen, likeurstokerijen, bierbrouwerijen ; 17. Kurkmaler - handl. ; kurkwarenfabr.; 6. Kurkmaler - handl.; linoleum- en vloerzeilfabr.; 9. Kurkpapiersnijder - kurksnijder ; kurkwarenfabr.; 6. Kurkplatenmaker - handl.; kurkwarenfabr.; 6. Kunstlichtwachter - loods- en seinwezen; 21. Kustvisscher - zee- en kustvisscherij ; 19. Kwartierder - kurkenmaker ; kurkwarenfabr.; 6. Kwartiermeester - dekpers. ; zeescheepvaart; 21. Kwastenmaker - borstelfabr.; 6. Kwastenpekker - pekker ; borstelfabr.; 6. Kweersnijder - arb. ; stroocartonfabr.; 14. Laadjesmaker - arb. ; lucifersfabr. ; 5. Laarzenmaker - hand-schoenmaker, maatschoenmaker ; schoenmakerijen ; 9. Laarzenstikker - arb.; schoenfabr.; 9. Laborant - ass. ; laboratoria, wetensch. instell.; 24. Laboreerder - arb.; fabr. van ontplofbare stoffen ; 5. Laboreerder - (3) ; handl. ; wapen- en munitiefabr. ; 11,. Laddermaker - hand-houtbewerker, timmerman; houtwarenfabr.; 6. Ladenmaker - mach. houtbewerker; wapen- en munitiefabr ; 11. Ladingmeester - stationspers.; spoor- en tramwegen; 21. Ladingmeester - haven- en transportpers. ; stuwadoors- en car- gadoorsbedr., veem- en pakhuisbedr.; 21. Lady-crooner - refreinzangeres ; jazz-bands, dansorchesten ; 24. Lakdraaier - arb.; verfmalerijen en vernis- en lakstok.; 5. Lakei - huisbed. ; huiselijke diensten ; 26. Lakendroger - appreteur; wolweverijen en -appreteerderijen; 15. Lakenperser - zie lakendroger ; 15. Lakenscheerder - zie lakendroger; 15. Lakenverver - ververijarb. ; chem. ververijen, wolwever. ; 15. Lakenwever - wever; wolweverijen; 15. Lakgieter - arb. ; inkt- en zegellakfabr.; 5. Lakker - schilder, drukker, glazuurder ; aardewerkindustrie; 1. Lakker - schilder, vernisser, verver, timmerfabr., meubelfabr., meubelmakerijen, lijstenfabr., encadreer- e.a. houtwarenfabr. ; G. Lakker - arb. ; schoenfabr. ; 9. Lakker - (3) ; handl. ; capsulefabr., emailleerfabr. ; 11. Lakker - (2) ; lakker, moffelaar ; lakkerijen, metaalwaren- en lampenfabr., blikwarenfabr., automobiel-, rijwiel- en motorrijwielenfabr. ; 11. Lakker - (2) ; haardenlakker, schilder, zwarter ; haarden- en kachelfabr. ; 11. Lakker - carrosserieschilder ; wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Lakkoker - arb. ; inkt- en zegellakfabr.; 5. Lakkoker - (3) ; handl.; electrotechn.fabr. ; 11. Lakmaker - zie lakgieter ; 5. Lakmenger - zie lakmaker; 5. Lakstoker - zie lakmaker ; 5. Lampekappennaaister - naaister ; ateliers ter vervaard, v. lampekappen; 7. Lampenaanzetter - arb.; gloei- en radiolsmpenfabr. ; 11. 22 Lampenafsmelter - zie lampenaanzetter; 11. Lampenblazer - glasblazer ; div. glasfabr. ; 1. Lampenbrander - zie lampenaanzetter ; 11. Lampengipser - zie lampenaanzetter; 11. Lampeninhanger - zie lampenaanzetter ; 11. Lampeninstrijker.- zie lampenaanzetter; 11. Lampenist - steenkolenmijnen ; 10. Lampenist - handl. ; spoor- en tramwegen ; 21. Lampenist - dekpers. ; zeescheepvaart; 21. Lampenist-electricien - electricien, verzorgt booglampen; electri- citeitsbedrijven ; 16; (11). Lampenkeurder - zie lampenaanzetter; 11. Lampenlakker - zie lampenaanzetter ; 11. Lampenmerker - zie lampenaanzetter ; 11. Lampenmeter - zie lampenaanzetter; 11. Lampenmonteur - (2) ; koperwerker; metaalwaren- en lampenfabr. ; 11. Lampenpoetser - zie lampenist; 10 en 21. Lampenpoetser - arb. ; gloeilampenfabr. ; 11. Lampenpomper - zie lampenaanzetter ; 11. Lampensorteerder - zie lampenaanzetter ; 11. Lamsslager - slager ; abbattoirs ; 17. Landarbeider - boerenkn.; bouwkn. ; landbouw- (akkerbouw- en/of veehouderij-) bedrijven ; 18. Landmeter - ingenieurs- en arch.bureaux ; topografische'inrichtingen ; 24. Lantaarnfitter - fitter; leidingmonteur; loodgieterijen, aanleg van gas- en waterleiding ; 11. Lapnaaister - huisnaaister, thuiswerkster; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Lappensnijder - arb. ; poetskatoen- en katoenafvalfabr.; 15. Lappensorteerder - arb. ; zie lappensnijder ; 15. Lappentrekker - arb.; oliefabr.; 17. Lasscher - (1) ; zie autogeen- en electrisch lasscher ; 11. Lattenjongen - arb. ; houtzagerijen en -schaverijen ; 6. Lattenzager - mach. houtbew. ; houtzagerijen en -schaverijen ; 6. Lederbewerker - (1) ; zadelmaker; wapen- en munitiefabr.; 11. Lederbewerker treinzadelmaker; spoor- en tramwegwerkplaatsen; 21; (9). Leejezetter - hekelaar ; touwslagerijen en garenspinnerijen ; 15. Leerenmattenmaker - lederbew. ; lederwarenfabr.; 9. Leerhouwer - hulphouwer ; steenkolenmijnen ; 10. Leerkapper. - zie leerhouwer ; 10. Leerkapper - arb.; schoenfabr.; 9. Leerknipper - lederbew.; lederwarenfabr., enz.; 9. Leerkorter - zie leerknipper; 9. Leerling-machinist - spoor- en tramwegen; 21. Leerling-houwer - hulphouwer ; steenkolenmijnen ; 10. Leerlooier - arb. ; leerlooierijen e.a. fabr. v. de bew. van huiden, leerfabr.; 9. Leerperser - zie leerlooier ; 9. Leerschaver - zie leerlooier ; 9. Leersnijder - leerlooierijen, leerfabr., schoenfabr., lederwarenfabr., zadel- en tuigmakerijen; 9. Leersorteerder - leerlooierijen en leerfabr. ; 9. Leerstikker - arb.; schoenfabr., lederwarenfabr., zadel- en tuigmakerijen ; 9. Leertouwer - arb.; leerlooierijen, leerfabr. ; 9. Leertrekker - zie leertouwer; 9. Leerverver - zie leertouwer; 9. Leerwalser - arb. ; schoenfabr ; 9. Leerzager - zie leertouwer; 9. Leesteninklopper - arb. ; schoenfabr.; 9. Leestenmaker - hand-houtbew. ; houtwarenfabr.; 6. Lefjesmaker - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Legger - arb. ; papierfabr. ; 14. Leidekker - dakdekker ; dakdekkersbedr. ; 4. Leidinglegger - (1) ; zie leidingmonteur; 11. Leidingmonteur - (1) ; fitter; loodgieterijen, aanleg van gas- en waterleiding, san.install. en centr. verw. ; 11. Leidselbreier - touwslager ; touwslager ij en ; 15. Leidselknooper - zie leidselbreier ; 15. Lepelmaker - mach. houtbew.; houtwarenfabr.; 6. Lepelmaker - zilversmid ; goud- en zilversmederijen ; 11. Lepelmonteur - zie lepelmaker ; 11. Lepelvoerder - baggerpers. ; bruinkoolgroeven; 10 Lesscher - glasmaker ; glasfabr. ; 1. Letterfraiser - (1) ; lettergieterijen ; 11. Lettergieter - (1) ; zie letterfraiser; 11. Letterhakker -steenhouwer; steenhouwerijen; 4. Letterschilder - huisschilder, decoratieschilder ; schildersbedrijven ; 4. Lettersorteerder - hulpvakarb. ; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Letterzetter - typograaf ; zie ook hand-, machine-, smout- en platzetter ; boek-, handels- en courantendrukkerijen; 3. Lichtdrukker - reproductiefotograaf; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. Lichterschipper - binnenscheepvaart; 21. Lichtmatroos - zee- en kustvisscherij ; 19. Lichtmatroos - binnen- en zeescheepvaart; 21. Ldchtwachter - kustlichtwachter; loods- en seinwezen; 21. Liergast - cargadoors- en stuwadoorsbedr., veem- en pakhuisbedr.; 21. Lierstoker - zie liergast; 21. Liftjongen - hotelbedrijven; 21. Liftjongen - winkelbedrijven ; 20 ; (21). Liftwachter - handl. ; (ondergr) ; steenkolenmijnen; 10. Ligneerder - arb. ; papierfabr.; 14. Likeurbereider - zie likeurstoker; 17. Likeurstoker - arb. ; distilleerderijen, likeurstokerijen; 17. Likker -(3) ; handl. ; metaalwaren- en lampenfabr. ; 11. Limonademaker - arb.; limonade- en mineraahvaterfabr.; 17. Lingerieknipster - coupeuse, lingerienaaister; lingerie-, onderkl.en huishoudg.fabr. ; 7. Lingerienaaister - machinestikster; zie o.a. ook borduurster, festonneerster, ajouster; lingerie-, onderkl.- en huishoudg.fabr. ; 7. Linieerder - boekb.; boekbinderijen ; 14. Linnen juffrouw - hotels en restaurants, zeescheepvaart; 21. Linnenknipper - rijwiel- en autobandenmaker ; rubberfabr.; 9. Linnenmeid - huiselijke diensten ; 26. Linnenwever - wever ; linnenweverijen ; 15. Linoleumlegger - stoffeerder ; behangerijen en stoffeerderijen; 4. Linoleummaker - linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr.; 9. Linotypezetter - machinezetter ; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Lintwever - wever; band-, veter- en koordfabr.; 15. Lintzager - mach. houtbew. ; lucifersfabr.; 5. Lintzager - mach. houtbew. ; houtschaverijen, houtwarenfabr., houtzagerijen, kistenfabr., kuiperijen, meubelfabr., timmerfabr. ; 6. Lisseur - arb. ; leerlooierijen en leerfabr.; 9. Lithograaf - steenteekenaar; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. Loever - handl.; gasfabr.; 16. Loggerschipper - zee- en kustvisscherij ; 19. Lokkenschudder - vlasarb. ; vlasserijen ; 15. Lompenbewerker - kunstwolmalerijen, wolspinnerijen ; 15. Lompenkoker - arb. ; papierfabr. ; 14. Loodbrander - loodaschbrander; chem. fabr. ; 5. Lood- en zinkwerker - (1) ; loodgieterijen en zinkwerkerijen; 11. Loodgieter - (1) ; loodgieterijen, aanleg van gas- en waterleiding, enz.; 11. Loodgieter - (1) ; fitter; mach.fabr. en appendagefabr., rijkswerven ; spoor- en tramwegwerkpl. ; 11. Loodpletter - (2) ; loodperserijen, loodpletterijen, capsulefabrie- ken; 11. Loods - schipper ; loodswezen ; 21. Loodsmachinist - mach. ; spoor- en tramwegen (geen locomotiefpers.) ; 21. Loodsmelter - hulpvakarb.; courantendrukkerijen ; 3. Loodsmelter - (3) ; handl.; lettergieterijen; 11. Loodwitwerker - brander; lood- en zinkwitfabr. ; 5. Loogbereider - arb. ; chem. fabr.; 5. Loogbrander - arb. ; cellulose- en stroostoffabr. ; 14. Loogmaker - arb. ; zeepfabr. ; 5. Loogmenger -arb. ; oliefabr.; 17. Loonslager - slager ; abattoirs ; 17. Loopenrichter - (3) ; handl.; wapen- en munitiefabr. ; 11. Looper - bankinstell., kassiers, enz. ; 22 ; (21). Loopknecht - winkelbedr.; 20 ; (21). Loopknecht - bestel- en bodediensten ; 21. Los-Arbeider - niet in een bepaald bedrijf werkzaam ; 27a. Losnemer - wever ; kantfabr.; 15. Luchtcontroleur - handl.; (ondergr.) ; steenkolenmijnen ; 10. Luchtdrukboorder - (2) ; metaalboorder ; scheepswerven ; 11. Luchtdrukmachinist - mach. (ondergr.) ; scheenkolenmijnen ; 10. Luchtklinker - (2); revolverklinker; constr.werkpl. ; 11. .. Luchtklinker - (2); scheepsklinker ; scheepswerven ; 11. Luiker - touwslager ; touwslagerijen ; 15. Lustreerder - appreteur; band-, veter- en koordfabr. ; 15. Lijmbreker - handl. ; katoendrukkerijen ; 15. Lijmdroger - arb. ; lijm- en gelatinefabr. e.a. beenderverwerk.inr.; 5. Lijmdrukker - mach. drukker ; katoendrukkerijen ; 15. Lijmdrukker - vloerzeil- en linoleumfabr.; 9. Lijmer - arb.; houtwarenfabr., kurkwarenfabr., lijstenfabr., meubelfabr., parketvloerenfabr., fabr. v. triplexhout en timmerfabr.; 6. Lijmer - arb.; schoenfabr.; 9. Lijmer - arb.; cartonnage- en papierwarenfabr.; 14. Lijmer - hulpvakarb.; boekbinderijen; 14. Lijmer - kettingscheerder ; tapijtfabr. ; 15. Lijmgieter - zie lijmdroger; 5. Lijmkoker - zie lijmdroger; 5. Lijmkoker - arb.; papierfabr.; 14. Lijmschuiver - zie lijmdroger; 5. Lijmsmelter - zie lijmdroger; 5. Lijmsnijder - zie lijmdroger; 5. Lijmzieder - zie lijmdroger; 5. Lijmzuiveraar - zie lijmdroger ; 5. Lijnbewerker - (1) ; koperlijnsnijder ; lettergieterijen ; 11. Lijndraaier - touwslager ; touwslagerijen ; 15. Lijner - (2) ; biezer, biezentrekker, schilder, lakker; automobiel-, motorrijwiel- en rijwielfabr. ; 11. Lijnetser - auto-etser ; chem. inr.; 3. Lijnkoekenmaker - perser ; oliefabr.; 17. Lijnlegger - zie lijnwerker ; 11. Lijnwachter - bewakings- en beveiligingspers.; spoor- en tramwegen ; 21. Lijnwerker - (1) ; electromonteur ; electrotechn. install.-inr.; 11. Lijnwerker - electr.bedr. ; 16 ; (11). Lijnwerker - hoogspanningsmonteur; spoor- en tramw.; 21; (11). Lijstenmaker - lijstenfabr. en encadreerinr.; 6. Lijstenschaver - mach. houtbew. ; houtzagerijen en -schaverijen, lijstenfabr. en encadreerinr. ; 6. Lijstenschilder - zie lijstenmaker; 6. Lijstenvergulder - zie lijstenmaker; 6. Maaier - zie gras- en korenmaaier ; 18. Maalder - worstmaker ; slachterijen en vleeschwarenfabr.; 17. Maalknecht - arb. ; meelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr. ; 17. Maasster - breister; tricotagefabr. en breierijen; 15. Maatkleermaker - kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Machine-bankwerker - (1) ; appendage-, automobielfabr., bankwerkerijen, brandkastenfabr., constr.werkpl., carrosseriefabr., electrotechn. fabr., gas-, electriciteits- en wa termet erf abr., ge- reedschapmakerijen, haarden-, kachel-, ketting-, kinderwagen-, machine-, munitie-, motorrijwielen-, rijwiel- en slotenfabr., rijkswerven, smederijen, spoor- en tramwegwerkpl., vliegtuig- en wagonfahr., ijzerenmeubelfabr.; 11. Machine-bankwerker - (1) ; spoor- en tramwegwerkpl., autogarages ; 21; (11). Machineboorder - (2) ; zie metaalboorder ; 11. Machine-conserveerder - conservatiearb. ; mag.pers.; rijkswerven ; 11. Machinedrukker - linoleum- of zeildrukker.; linoleum-, vloerzeilen wasdoekfabr.; 9. Machinedrukker - katoendrukker ; katoendrukkerijen ; 15. Machinedrijver - machinist, motordrijver; electr. bedr.; 16; (11). Machinedrijver - machinist, motordrijver; kust- en zoetwatervisscherij ; 19. Machinedrijver - machinist, motordrijver; binnen- en zeescheepvaart ; 21. Machinedrijver - machinist, motordrijver; zeemacht, krijgswezen ; 24. Machinegraveur - (1) ; metaalgraveur ; zie guillocheur ; lettergieterijen ; 11. Machineschaver - (2) ; zie metaalschaver; 11. Machineslijper - (2) ; zie metaalslijper en rondslijper; 11. Machinesmeerder - hafidl.; (bovengr.) ; steenkolenmijnen; 10. Machinesmeerder - arb.; papierfabr.; 14. Machinesmeerder - handl.; katoenweverijen ; 15. Machinesmeerder - onderh.pers. van rollend materieel; spooren tramwegen; 21. Machinesmeerder - handl. ; machinekamerpers. ; zeescheepvaart ; 21. Machinesmid - (1) ; vuurwerker; mach.fabr. en appendagefabr.; 11. Machinesnijder - conf.fabr.arb.; bedient lintmessnijmachine; conf.fabr. (boven- en onderkl.) ; lingeriefabr.; 7. Machinesteller - mach.bankw., stempelsteller; stempelfabr, 11. Machinesteller - inspanner, automatensteller; blikwaren-, metaalwaren-, patronen- en slaghoedjesfabr.; 11. Machinesteller - (1) ; monteur; machinefabr. ; 11. Machinesteller - getouwsteller, wever ; wolweverijen, tricotage-, kantfabr. en breierijen ; 15. Machinestikker - conf.fabrarb. (geen kleermaker) ; conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Machinestikker - zakkennaaier ; zakkennaaierijen en -verstellerijen; 7. Machinestikster - naaister ; fabr. van boorden, manchetten, dassen, enz.; conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Machinestikster - lingerienaaister; onderkl.- en huishoudgoederenfabr. ; 7. Machinestikster - naaister ; zeilmakerijen en tentenfabr.; 7. Machinestikster - naaister ; tricotagefabr. en breierijen ; 15. Machinestrijkster - strijkster; wasch- en strijkinr. ; 7. Machineteekenaar - machine- en werktuigkundig teekenaar ; machinefabr. en scheepswerven; 11. Machineteekenaar - ingenieursbureaux ; 24. Machinevoerder - arb.; papierfabr.; 14. Machinevormer - (2) ; vormer (metaal), massavormer; electrotechn.fabr., ijzer- en metaalgieterijen, spoor- en tramwegwerkpl.; 11. Machinevouwer - boekbinder ; boekbinderijen ; 14. Machinewever - wever ; katoenweverijen; 15. Machinezetter - letterzetter; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; zie intertypezetter, keyboardbewerker, linotypezetter en monotypezetter; 3. Machinezwikker - arb.; schoenfabr.; 9. Machinist - zie kraanmachinist; 4. Machinist - zie walsmachinist; 4. Machinist - machinist op heibak ; heiersbedr. ; 4 ; (11). Machinist - locomotiefmachinist; grondwerken; 4; (11). Machinist - locomotiefmachinist; delverijen van klei, zand en grind, steenkolenmijnen ; 10 ; (11). Machinist - electriciteitsbedr. en gasfabr. ; 16 ; (11). Machinist - waterleidingsbedr. ; 17 ; (11). Machinist - zee- en kustvisscherij ; 19. Machinist - zie locomotiefmachinist; 21. Machinist - (scheepswerktuigkundige) ; zeescheepvaart; 21. Machinist - binnenscheepvaart, bergingsdiensten, loods- en seinwezen, veerdiensten; 21. Machinist - (stoomgemaal); bemalingsinr.; 24; (11). Magazijnbediende - komt voor in vele soorten bedrijven; indeeling overeenkomstig den aard van het bedrijf ; (20). Magazijnbeheerder - rijkswerven ; 11. Magazijnknecht - zie magazijnbediende. Magazijnmeester - zie magazijnbediende. Magazijnwerkman (arsenaal) - rijkswerven; 11. Magneetafsteller (radioapp.) - electrotechn.fabr.; 11. Magnesietbrander - zie magnesietwerker; 5. Magnesietmaler - zie magnesietwerker ; 5. Magnesietwerker - arb. ; magnesietmalerijen en magnesiafabrie- ken; 5. Maiskoker - gist- en spiritusfabr. ; 17. Maismaler - arb.; stijfselfabr.; 17. Maitre D'Hotel - hotels- en restaurants ; 21. Maler - zie kalkmaler ; 1. Maler - kunstmest- en superphosphaatfabr. ; 5. Maler - lijm- en gelatinefabr. e.a. beenderverw.inr.; 5. Maler - verfstoffenfabr.; 5. Maler - dextrinefabr.; 5. Maler - zie zeepmaler; 5. Maler - arb. ; papierfabr.; 14. Maler - arb. ; aardappelmeel- en stijfselfabr.; 17. Maler - arb.; oliefabr.; 17. Maler - arb.; koffiestroopfabr. en cichoreibranderijen; 17. Maler - arb. ; mosterd- en specerijenfabr. ; 17. Malieaanzetter - handl. ; band-, veter- en koordfabr. ; 15. Mallensteller - zie betonvormer; 1. Mallenmonteur - bevestigt ijzeren beslag op bielzen ; houtberei- dingsinr.; 5 ; (11). Manchettendraaier - drijfriemenmaker ; drijfriemenfabr.; 9. Manchettenmaker - lederbewerker ; lederwarenfabr. ; 9. Mandenmaker - mandenmakerijen ; 6. Mandenschilder - mandenmaker ij en; 6. Mangelaar - appreteur; jute-, linnen- en wolweverijen en ka- toenbleekerijen; 15. Mangeldrijver - zie mangelaar; 15. Mangelknecht - waschknecht; wasch- en strijkinr., chem. was- scherijen en -ververijen ; 7. Mangelmeisje - hotels en restaurants; 21. Manicure - kapperszaken en schoonheidsinstituten; 7. Mannequin - demonstratrice ; 24. Mantelmaker - dameskleermaker; kleermakerijen en conf.fabr. ; 7. Mantelnaaister - costuumnaaister; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Mantelperser - perser; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl) ; 7. Marbrier - steenhouwer, marmerhouwer ; steenhouwerijen, zagerijen en -slijperijen; 4. Marcerateur - arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr.; 17. Marconist - radiotelegrafist; luchtvaart en zeescheepvaart; 21Marechaussée - rijkspolitie ; politiewezen ; 24. Markiezenmaker - bekleeder, jalouziemaker; fabr. van zonneschermen, rolluiken en jalouzieën ; 6. Marktmeester - gem.ambt., belast met de inning van marktgel- den ; belastingwezen ; 24. Marmerpolijster - schuurder ; kunststeenfabr.; 1. Marmerpolijster - steenslijper; steenhouwerijen, -zagerijen en -slijperijen ; 4. Marmerschilder - schilder, die marmer imiteert; schildersbedr.; 4. Marmerschuurder - zie marmerpolijster ; 1. Marmerslijper - zie marmerpolijster; 4. Marmerzager - steenzager ; steenhouwerijen, -zagerijen en -slijperijen ; 4. Marsepeinbewerker - officier; choc.- en suikerwarenfabr.; 17. Marqueur - hotels en restaurants ; 21. Massadraaier - (2); zie metaaldraaier; 11. Massavormer - (2); zie machinevormer; 11. Mastieker - dakdekker ; dakdekkersbedr. ; 4. Mastieker - schilder, verver, brengt bitumastic aan op bruggen, kranen, scheepshuiden e.d. ; schildersbedr. ; 4. Mastmaker - (1) ; zie blokmaker; 11. Matrassenmaker - matrassennaaier, -stikker (kapok-, stroo- en wolvullingmatr.) ; bedden- en matrassenmakerijen, dekenstikkerijen; 7. Matrassenwever - (2); draad vlechter ij en en metaalgaasfabr. ; 11. Matreizenmaker - zie stempelmaker; 11. Matroos - zee-, kust- en zoetwatervisscherij ; 19. Matroos - dekpers.; zee-, binnenscheepvaart, loods- en sein- wezen, reddingswezen, bergingsdiensten; 21. Matroos - militair zeemacht (marine) ; krijgswezen; 24. Matroos - jachtschipper ; huiselijke diensten ; 26 : (21). Matteerder - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Mattenknipper - appreteur ; tapijt- en mattenfabr. ; 15. Mattenmaker - rieten- en biezenmattenmakerijen ; 8. Mattenperser - zie mattenvlechter; 15. Mattenvlechter - zie mattenmaker; 6. Mattenvlechter - tapijt- en mattenfabr. ; 15. Mattenwever - wever; tapijt- en mattenfabr.; 15. Mecanicien - (1) ; machine-bankwerker, monteur; auto- en motorrijwielenfabr., constr.werkpl., kinderwagenfabr., mach.- en appendagefabr., rijkswerven, rijwielfabr., vliegtuigfabr., wagon- en carrosseriefabr.; 11. Mecanicien - (1) ; machine-bankwerker, monteur; autobusondern., autogarages ; 21; (11). Mecanicien - (1) ; vliegtuig-mecanicien, mach.-bankwerker, monteur; vliegtuigfabr.; 11. Mecanicien - vliegtuig-mecanicien, motor-bankwerker; luchtvaart ; 21; (21). Medaillebewerker - perser ; goud- en zilversmederijen ; 11. Meeldrager - arb.; aardappelmeelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr. ; 17 ; (21). Meeldroger - arb.; aardappelmeelfabr.; 17. Meelmaker - arb.; oüefabr. ; 17. Meelopzakker - arb.; meelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr.; 17. Meelwasscher - arb. ; zinkwitfabr.; 5. Meesterhouwer - houwer ; steenkolenmijnen ; 10. Meetmachinearbeider - handl.; juteweverijen ; 15. Meidhuishoudster - dienstbode, huishoudster, geen huisjuffrouw; huiselijke diensten; 26. Mêleerder - spinner; sajetfabr. ; 15. Mêleerder - tabaksbewerker ; sigarenfabr. en sigarenmaker ij en, sigarettenfabr. ; 17. Mêleerder - koffiebranderijen en theepakkerijen ; 17. Melkafgever - handl.; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Melkbereider - steriliseur, condenseur en poedermaker; boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Melkbereider - arb.; margarinefabr. ; 17. Melkbezorger - (volgens Centr. Bur. v. d. Stat.) ; 21. O.i. 20 (melkhandel). Melkcontroleur - arb. ; margarinefabr. ; 17. Melkcontroleur - boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Melkcontroleur - beambte ; keuringsdienst voor waren ; 24. Melkdroger - zie melkbereider; 17. Melkknecht - handl. ; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Melkknecht - landbouwarb. ; landbouw- en veehouderij ; 18. Melkkoker - pasteuriseur; boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Melkmeid - boerendienstbode ; landbouw en veehouderij ; 18. Melkmeter - melkontvanger; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Melkontroomer - boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Melkontvanger - boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Melkontvanger - arb. ; margarinefabr.; 17. f Melkproever - zie melkcontroleur; 17. Melkproever - arb. ; margarinefabr.; 17. Melkrijder - zie melkbezorger; 21. Melkschepper - zie melkproever; 17. Melkslijter - zie melkbezorger ; 21. Melkstoomer - steriliseur ; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Melkuitgever - handl. ; boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Melkuitstorter - zie melkuitgever ; 17. Melkverzuurder - melkzuurder, botermaker; boter-, kaas- en melkprod.fabr., margarinefabr.; 17. Melkweger - melkontvanger ; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Mengelaar - arb. ; superphosphaatfabr.; 5. Menger - aardbereider; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Menger - beton- en cementwerker ; cementwarenfabr. ; 1. Menger - arb. ; superphosphaatfabr., kunstmestfabr., zinkwitfabr., verfstoffenfabr., verf maler ij en, vernis- en lakstokerijen, essences- en reukstoffenfabr. e.a. chem. fabr.; 5. Menger - linoleummaker; linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr.; 9. Menger - rubberfabr. ; 9. Menger - openaar en bandvormer ; wolspinnerijen; 15. Menger - spinner ; sajetfabr.; 15. Menger - mengzaalarb.; katoenspinnerijen ; 15. Menger - spinnerijarb. ; kunstzijdefabr.; 15. Menger - arb. ; aardappelmeelfabr.; cacao- en choc.fabr., gorten rijstpellerijen en grutterijen, meelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr.; 17. Menger - condenseur en poedermaker; boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Menger - conserveerder ; fabr. v. verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr. ; 17. Menger - mêleerder ; koffiebranderijen en theepakkerijen; 17. Meniër - (3) ; scheepsschilder ; scheepswerven ; 11. Merceriseerder - appreteur ; katoend rukker ij en ; 15. Mergeldelver - mergelblokbreker ; mergelgroeven ; 10. Mergelwerker - zie mergeldelver ; 10. Merkenbrander - zie merkendrukker; 6. Merkendrukker - handl. ; kistenfabr. en kistenmakerijen; 6 Merker - handl. ; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegelen bouwaardw.fabr. ; 1. Merker - zie merkendrukker; 6. Merker - handl.; chem. wasscherijen en ververijen, tapijtrein.inr., wasch- en strijkinr.; 7. Merker - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen ; 15. Merker - handl.; koffiebranderijen en theepakkerijen ; 17. Messboy - bedienend pers.; zeescheepvaart; 21. Messenjongen - arb. ; stroocartonfabr. ; 14. Messenmaker - (1) ; bankwerker; gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr. ; 11. Messenslijper - (2) ; metaalslijper; gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr.; 11. Messroombediende - bedienend pers. ; zeescheepvaart; 21. Metaalboorder - (2) ; mach. metaalbewerker; smederijen, kettingfabr., bankwerker ij en, gereedschapmakerijen, ijzerwaren-, ijzeren meubel-, sloten- en brandkastenfabr., ketelmakerijen, scheepswerven, auto-, motorrijwiel- en rijwielfabr., spoor- en tramwegwerkpl., wagon- en carrosseriefabr., electrotechn. fabr. en install.inr., gas-, electr- en watermeterfabr., hoefijzerfabr., instrumentmakerijen, machine- en appendagefabr. ; 11. Metaalcopiïst - etser ; chemigrafische inr. ; 3. Metaaldraaier - (1) ; draaier, zie ook massa- of routine-draaier (2) ; smederijen, kettingfabr., bankwerkerijen, draaierijen, vliegtuigfabr., spoor- en tramwegwerkpl., electrotechn. fabr. en install.inr., gas-, electr. en watermeterfabr., instrumentmakerijen, gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr., ijzeren meubelfabr., slotenfabr., brandkastenfabr., wapen- en munitiefabr., constructiewerkpl., ketelmakerijen, mach.- en appendagefabr., scheepswerven, auto- en motorrijwielfabr., rijwielfabr. en herstelplaatsen van auto's, motorrijwielen en rijwielen, wagon- en carrosseriefabr., rijkswerven; 11. Metaaldraaier - onderhoudspers. van weg en werken; spoor- en tramwegen ; 21; (11). Metaaldrukker - diepdrukdrukker ; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. Metaaldrukker - (2) ; koperwerker; metaalwaren- en lampenfabr.; 11. Metaalfraiser - (2) ; mach. metaalbew., fraiser; gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr., ijzeren meubelfabr., slotenfabr. (sleutelfraiser), brandkastenfabr., auto- en motorrijwielenfabr., rijwielfabr., spoor- en tramwegwerkpl., gas-, electr.- en watermeterfabr., mach.- en appendagefabr. (tandwielfraiser) ; 11. Metaalgieter - (2) ; ijzer- en metaalgieterijen ; rijkswerven ; 11. (Zie ook alluminium-, goud-, koper-, staal-, ijzer- en zilvergieter.) Metaalgraveur - graveur; stempelfabr. en graveerinr., metaalwarenfabr.; 11. Metaalinvetter - handl. ; electrotechn. fabr. ; 11. Metaallasscher - zie autogeen- en electrisch lasscher; 11. Metaalpolijster - (2) ; slijper; metaalwaren-, haarden- en kachelfabr.; 11. Metaalretoucheur - etser; chemigrafische inr.; 3. Metaalschaver - (2) ; mach. metaalbew., schaver ; gereedschapmakerijen, ijzerwarenfabr., ijzeren meubelfabr., slotenfabr., brandkastenfabr., constr.werkpl., ketelmakerijen, scheepswerven, vliegtuigfabr., spoor- en tramwegwerkpl., bakovenfabr., wagon- en carrosseriefabr., electrotechn.fabr. en install.inr., gas-, electr.- en watermeterfabr., instrumentmakerijen, mach.- en appendagefabr.; 11. Metaalschuurder - (2) ; handl.; galvaniseerinr., lakkerijen, schoopeerinr., haarden- en kachelfabr. ; 11. Metaalsjouwer - (3) ; scheepswerven ; 11. Metaalslooper - (3) ; arb. ; scheeps- en machineslooperijen; 11. Metaalslijper - mach. metaalbew., slijper, zie ook rondslijper; bakovenfabr., brandkastenfabr., constructiewerkpl., auto- en motorrijwielfabr., electrotechn. fabr. en install.inr., gas-, electriciteits- en watermeterfabr., galvaniseerinr., lakkerijen, schoopeerinr., metaalwarenfabr., slotenfabr., haarden- en kachelfabr., machine- en appendagefabr., rijwielfabr., spooren tramwegwerkpl., wagon- en carrosseriefabr., wapen- en munitiefabr.; 11. Metaalsmelter.- (2); handl.; ijzer- en metaalgieterijen; 11. Metaalschuurder - (2) ; lettergieterijen ; 11. Metaalsteker - (2) ; metaalschaver ; mach.- en appendagefabr., spoor- en tramwegwerkpl.; 11. Metaalverver - zie scheepsschilder; 11. Metaalzager - (2) ; mach. metaalbew.; zager ; constructiewerkpi., mach.- en appendagefabr., scheepswerven, wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Meter - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr.; 9. Meter - handl. ; wol-, katoen- en juteweverijen, kantfabr.; 15. Meter - controleur, haven- en transportarb.; expediteursbedr., bedr. voor lading en lossing (stuwadoors, cargadoors, enz.), veem- en pakhuisbedr.; 21. Meterbeproever - (2); gas-, electriciteits- en watermeterfabr. ; 11. Meteropnemer - adm.pers. ; acLm.kant. (gasfabr. (16), electriciteits- (16) en waterl.bedr. (17) ) ; 24. Metervuller - handl.; gasfabr.; 16. Meterwachter - drukregelaar; gasfabr. ; 16. Metselaar - bouw en onderhoud van gebouwen, grond- en waterbouwk. werken; 4. Metselaar - onderhoud van weg en werken; spoor- en tramwegen; 21. Meubelbeeldhouwer - beeldhouwer; meubelfabr. en meubelmakerijen ; 6. Meubelinlegger - zie meubelmaker; 6. Meubellakker - schilder ; meubelfabr. en meubelmakerijen; 6. Meubellijmer - zie meubelmaker; 6. Meubelmaker - meubelfabr. en meubelmakerijen, biljartfabr.; 6. Meubelmaker - (1); muziekinstrumentenfabr., spoor- en tramwegwerkpl., wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Meubelreparateur - zie meubelmaker ; 6. Meubelschilder - zie meubellakker ; 6. Meubelstoffeerder - stoffeerder ; behangerijen en stof f eer derij en ; 4. Meubelstoffeerder - meubelfabr., meubelmakerijen en biljartfabr. ; 6. Meubelteekenaar - meubelfabr. ; 6. Meubelteekenaar - teekenaar ; architectenbureaux ; 24. Militaire kleermaker - conf. en/of maatkleermaker; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Moddermaker - zie kleibereider ; 1. Model - schildersmodel; 24. Modeldraaier - (1) ; modelmaker; staalgieterijen, ijzer- en metaalgieterijen ; 11. Modelgieter - model- en vormgieter; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Modelleur - vormer ; kunststeenfabr. ; 1. Modelleur - ornamenteur; lijstenfabr. en encradreerinr. ; 6. Modelleur - beeldhouwer; beelden- en ornamentenfabr., beeldhouwer ij en ; 8. Modelleur - (1) ; graveur en koperdrijver; metaalwaren- en lampenfabr. ; 11. Modelleur - vormer; goud- en zilversmederijen; 11. Modelmaker - arb. ; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. v. vuurvaste steenen; 1. BIJLAGEN. Modelmaker - model- en vormmaker; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Modelmaker - timmerman, mallenmaker ; cementw.fabr. ; 1; (6). Modelmaker - modelmakerijen en houtwarenfabr.; 6. Modelmaker - arb.; schoenfabr.; 9. Modelmaker - (1) ; modelmaker; staal-, ijzer- en metaalgieterijen, rijkswerven ; 11; (6). Modelmaker - hand-houtbewerker; spoor- en tramwegwerk- pi.; ii; (6). , Modelsnijder - lederbew. ; lederwarenfabr., zadel- en tuigmakerijen; 9. Moerboutenmaker - (2) ; bouten- en moerenmaker; schroeven*, bouten- en moerenfabr.; 11. Moerboutensnijder - (2) ; draaier ; schroeyen-, bouten- en moerenfabr. ; 11. Moerenaandraaier - (3) ; handl. ; schroeven-, bouten- en moerenfabr. ; 11. Moerenaansnijder - zie moerboutensnijder; 11. Moerenboorder - (2) ; mach. metaalbewerker; electrotechn.fabr.; 11. Moerenbramer - (3) ; handl.; schroeven-, bouten- en moerenfabr. ; 11. Moerendraaier - (2) ; zie moerboutensnijder ; 11. Moerenfraiser - (2) ; fraiser ; schroeven-, bouten- en moerenfabr. ; 11. Moerenmaker - zie moerboutenmaker; 11. Moerenopdraaier - (2) ; zie moerboutensnijder ; 11. Moerenperser - (2) ; zie moerboutenmaker; 11. Moerenponser - (2) ; zie moerboutenmaker ; 11. Moerentapper - (2) ; moerboutensnijder ; 11. Moffelaar - (2) ; lakkerijen, blikwarenfabr., auto- en motorrijwielenfabr., rijwielfabr.; 11. Molenaar - handl.; venster-, spiegelglas- en glasfabr., cementwarenfabr. ; 1. Molenaar - zie maler ; 5. Molenaar - (3) ; handl.; ijzer- en metaalgieterijen; 11. Molenaar - arb.; papierfabr.; 14. Molenaar - mouterijarb. ; bierbrouwerijen en mouterijen ; 17. Molenaar - arb. ; meelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr., oliefabr., branderijen, gist- en spiritusfabr., mosterd- en specerij enfabr. ; 17. Molenbaas - betonbouwbedr. ; bouwbedr. ; 4. Molenbaas - baggerpers.; baggerbedr. ; 4; (21). Molenbaas - bruinkoolgroeven ; 10. Molenbaas- -bagger- en scheepspers.; delverijen van klei, zand en grind ; 10 ; (21). Molenbediende - arb.; zeepfabr.; 5. Molenbouwer - timmerman ; bouwbedr.; 4. Molensteenmaker - inzetter en stamper; kunststeenfabr.; 1. Molensteller - openaar en bandvormer; wolspinnerijen ; 15. Molentinunerman - zie molenmaker; 4. Monierwerker - beton- en cementwerker; cementwarenfabr.; 1. Monierwerker - betonwerker; bouw- en onderhoud van gebouwen, betonbouwbedr.; 4. Monierwerker - vloerlegger ; vloerleggersbedr.; 4. Monotypegieter - machinezetter; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Monotypezetter - zie monotypegieter; 3. Monteur - montagearb.; chemigrafische inr.; 3. Monteur - metaalbew.; fabr. v. zonneschermen, rolluiken en jaloezieën; 6. Monteur - koffermaker ; houtenkoffer- en étuifabr. ; 6. Monteur - (1) ; goud- en zilversmid; goud- en zilversmederijen ; 11. Monteur - (1) ; bankwerker; gereedschapmakerijen, ijzerwarenfabr., ijzerenmeubelfabr., slotenfabr., brandkastenfabr., haarden- en kachelfabr., constructiewerkpl., mach.- en appendagefabr., auto- en motorrijwielenfabr., rijwielfabr. en herstelwerkpl. voor auto's, motorrijwielen en rijwielen, spoor- en tramwegwerkpl., wagon- en carrosseriefabr., kinderwagenfabr., gas-, electriciteits- en watermeterfabr., vliegtuigfabr., rijkswerven, electrotechn.fabr. (geen electro-monteur) ; 11. Monteur - mecanicien; autobusondernemingen, autoverhuurinr., autogarages, luchtvaart; 21; (11). Monteur bovenleiding - hoogspanningsmonteur, onderhoudspers. v. weg en werken; spoor- en tramwegen; 21; (11). Monteur (electro) - zie electro-monteur; 11 en 16. Monteur verspermijnen - bankwerker : rijkswerven; 11. Montuurmaker - parapluiemaker ; parapluiefabr.; 7. Mosselsorteerder - mosselteelt; 19. Mosselvisscher - mosselteelt; 19. Motorbankwerker - zie mecanicien; 21. Motordrijver - grond- en waterb.werken, heiers- en baggerbedr. ; 4. 23 Motordrijver - bagger- en scheepspers.; delverijen van klei, zand en grind ; 10 ; (21). Motordrijver - mach.kamerpers.; zee- en kustvisscherij, zoetwatervisscherij ; 19. Motordrijver - mach.kamerpers.; zee- en binnenscheepv. ; 21. Motordrijver - loodswezen ; 21. Motormonteur - (1) ; bankwerker; constructiewerkpl., scheepswerven ; 11. Motornionteur - zie monteur; 21. Motorreparateur - zie motormonteur; 21. Motorrijwielhersteller - bankwerker; herstelpl. voor auto's, motorrijwielen en rijwielen; 11. Motorschipper - binnenscheepvaart; 21. Mouleur - zie modelmaker; 1. Mouteur - mouterijarb.; branderijen, gist- en spiritusfabr., bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Moutwijnstoker - arb. ; branderijen, gist- en spiritusfabr.; 17. Mouwenaanslaanster - conf.fabr.arb. ; kleermakerijen en conf. fabr. (bovenkl.) ; 7. Mouweninzetter - zie mouwenaanslaanster ; 7. Mouweninzetter - lingerienaaister; onderkl.- en huish.g.fabr. ; 7. Mouwenmaker - lingerienaaister ; onderkl.- en huish.g.fabr.; 7. Mouwennaaister - lingerienaaister; onderkl.- en huish.g.fabr. ; 7. Mouwenstikster - zie mouwenmaker; 7. Mulder - zie molenaar ; 14. Mulder - zie molenaar ; 17. Munitiesorteerder - handl.; wapen- en munitiefabr. ; 11. Muntweger - (2) ; handl.; goud- en zilversmederijen; 11. Muntwerker - (1) ; bankwerker ; gas-, electr.- en watermeterfabr. ; 11. Mutsenbreier - breier; tricotagefabr. en -breierijen; 15. Mutsennaaister - mutsenmaakster ; dameshoedenfabr., modisterijen; 7. Muurtegelbakker - ovenpers. ; muurtegel- en bouwaardewerkfabr.; 1. Muurtegeldroger - zie aardewerkdroger; 1. Muurtegelperser - perser; muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Muurtegelschilder - zie aardewerkschilder; 1. Muurtegelschuurder - handl. ; muurtegel- en bouwaardewerkfabr.; 1. Muurtegelsorteerder - zie muurtegelschuurder ; 1. Muurtegelvormer - zie aardewerkvormer; 1. Muziekdrukker - steen-, diepdruk- en koperdrukker ij en; 3. Muziekgraveur - steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen; 3. Muziekinstrumentmaker - (1); muziekinstrumentenfabr.; 11. Muziekrollenmaker - muziekinstrumentenfabr. ; 11. Mijnenmonteur - bankwerker ; rijkswerven ; 11. Mijningenieur - steenkolenmijnen ; 10. Mijnwerker - steenkolenmijnen; 10. Naaimachinereparateur - (1) ; bankwerker, monteur ; machine- fabr. en herstelinr.; 11. Naaister - zie behangers-, gordijnen- en tapijtnaaister ; 4. Naaister - fabr. van zonneschermen, rolluiken en jalouzieën, houtenkoffer- en étuifabr. ; 6. Naaister - zie lingerie-, corsetten-, parapluie-, costuum- en conf.- naaister; 7. Naaister - zie gordijnnaaister; 15. Naaister - fabr. van boorden, manchetten, dassen, enz. ; 7. Naaister - zie bontstikster; 7. Naaister - tentenfabr. ; 7. Naaister - handl. ; wasch- en strijkinr. ; 7. Naaister - chem. wasscherij en -ververijen; 7. Naaister - zie machinestikster; 7. Naaister - zie handwerkster ; 7. Naaister - stoffeerster ; wagon- en carrosseriefabr., kinderwagenfabr.; 11. Naaister - tricotagefabr. en breierijen ; 15. Naaldenmaker - (2) ; naalden- en speldenfabr. ; 11. Naaldenrichter - (2) ; zie naaldenmaker; 11. Naaldenslijper - (2) ; zie naaldenmaker; 11. Naboorder - klompenmaker; klompenfabr. en klompenmakerijen ; 6. Nachtstoker - zie stoker ; 21. Nachttelefonist - telefonist; posterijen, telegrafie en telefonie ; 21. Nachtwaker - waker, politie ; politiewezen ; 24. Nageldraaier - (2) ; massadraaier ; schroeven-, bouten- en moerenfabr.; 11. Nagelheeter - (3) ; handl.; hoefijzerfabr., constructiewerkpl., ketelmakerijen, mach.- en appendagefabr. ; 11. Nagelheeter - (3) ; nageljongen; scheepswerven; 11. Nagelinsteker - (3) ; (meestal tevens aanhouder) ; scheepswerven ; 11. Nagelmaker - (2) ; zie klinknagelmaker ; 11. Nagelsteker - (2) ; zie klinknagelmaker; 11. Nageltrekker - (2) ; scheepswerven; 11. Naperser. - arb.; oliefabr.; 17. Narichter - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Naslagperser - arb.; meelfabr., graanmalerijen en veevoeder- fabr.; 17. Nasnijder - zie naboorder; 6. Nastoomer - fabr. v. verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr. ; 17. Natmaker - arb. ; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Natmaker - zie invochter ; 17. Natstrijker - appreteur; wolweverijen; 15. Natwasscher - chem. wasscher, waschknecht; chem. wasscherijen; 7. Natwerker - arb.; stijfselfabr.; 17. Neerslaander - baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. v. vuurvaste steenen; 1. Nestelmaker - koordvlechter; band-, koord- en veterfabr.; 15. Nettenboeter - breier, wever, knooper; nettenfabr. ; 15. Nettenmaker - zie nettenboeter; 15. Nettenophanger - handl.; nettenfabr.; 15. Nettenwever - zie nettenboeter ; 15. Neutraliseerder - arb.; oliefabr.; 17. Neuzeninplakker - arb. ; schoenfabr ; 9. Nieter - cartonnagewerker, hechter; cartonnagefabr.; 14. Nikkelaar - (2) ; galvaniseur ; galvaniseerinr., rijwielfabr., aijto- en motorrijwielfabr., stofzuigerfabr.; 11. Nikkelslijper - (2) ; metaalslijper; auto-, motorrijwiel- en rijwielfabr., galvaniseerinr., metaalw.- en lampenfabr., stofzuigerfabr. ; 11. Nippelmaker - (2) ; bankwerker; auto-, motorrijwiel- en rijwielfabr. ; 11. Noppentrekster - zie pluister; 15. Nopper - zie pluizer; 15. Oberkellner - kellner ; hotels en restaurants ; 21. Oesterinpakker - oesterwerker ; oesterteelt; 19. Oesterkapper - oestervisscher ; oesterteelt; 19. Oestersorteerder - zie oesterinpakker; 19. Oestervisscher - oesterteelt; 19. BEROEPSKLAPPER. Oeverwerker - grondwerker; grond- en waterb.werken, heiers- en baggerbedr.; 4. Officier - suikerwerk- en choc.fabr.; 17. Offsetdrukker - steendrukker; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. Oliebleeker - arb.; oliefabr.; 17. Oliefiltreur - arb. ; oliefabr.; 17. Oliekoker - handl. ; linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr.; 9. Oliekoker - arb.; oliefabr.; 17. Olieman - onderhoudspers. van weg en werken; spoor- en tramwegen ; 21. Olieman - mach.-kamerpers. ; zeescheepvaart; 21. Olieperser - arb.; margarine- en oliefabr.; 17. Olieraffineerder - zie oliefiltreur; 17. Oliereiniger - zie oliefiltreur; 17. Olieslager - arb.; oliefabr.; 17. Oliespalter - arb.; zeepfabr.; 5. Oliestóker - zie oliekoker ; 9. Olietapper - arb.; oliefabr.; 17. Olieverfmaker - arb. ; verfmalerijen, vernis- en lakstokerijen; 5. Olieverfmaler - zie olieverfmaker; 5. Ombuiger - arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Omklopper - arb.; schoenfabr.; 9. Omlooper - handl.; sajetfabr. en katoenweverijen; 15. Omlijster - zie encadreur; 6. Omroeper - radio-omroepvereen. ; 21. Omstikster - zie festonneerster ; 7. Omvlechter - (2) ; zie isoleerder; electr. draad- en kabelfabr. ; 11. Omwerker - handl. ; katoenweverijen ; 15. Onder-conducteur - arb. ; papierfabr.; 14. Ondergoednaaister - zie lingerienaaister; 7. Onderhouwer - hulphouwer ; steenkolenmijnen ; 10. Onderladingmeester - stationspers.; spoor- en tramwegen ; 21. Ondermachinist - locomotiefpers. ; spoor- en tramwegen; 21. Ondermouter - mouterijarb.; branderijen, gist- en spiritus- fabr.; 17. Ondersnijder - arb.; papierfabr.; 14. Onderstationschef - stationspers.; spoor- en tramwegen; 21. Ondertuigsnijder - arb.; schoenfabr.; 9. Onderwerkschrooier - zie ondertuigsnijder; 9. Onderwijzer (es) - lager- en voorbereidend onderwijs ; 25. Onderwijzer(es) - vakonderwijs; 25. Ontgasser - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Onthaarder - arb.; leerlooierijen en fabr. v. de bew. v. huiden; 9. Ontklitter - appreteur (zie ook nopper) ; wol weverij en; 15. Ontroomer - zie afroomer ; 17. Ontsmetter - openbare reinigings- en ontsm.diensten; 4. Ontvanger - adm.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Ontvanger (Dir. Bel.) - financie- en belastingwezen; 24. Ontvanger (Gemeente) - financie- en belastingwezen; 24. Ontvetter - arb.; lijm- en gelatinefabr. e.a. beenderverw.inr., kaarsen- en waxinefabr.; 5. Ontvleezer - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. v. de bew. van huiden; 9. Ontwerper - coupeur; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkleeding) ; 7. Ontwikkelaar - fotograf, ateliers, filmfabr.; 3. Ontzunrder - arb.; oliefabr.; 17. Oogjesmaker - arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Opblokker - arb.; schoenfabr.; 9. Opbrander - (2) ; emailleerder, emaillebrander ; emailleer- fabr.; 11. Opbrenger - (2) ; zie opbrander; 11. Opdraaier - aardewerkmaker ; grofaardew.-, fijnaardew.-. por- cel.- en bouwaardew.fabr. ; 1. Opdraaier - openaar en bandvormer ; jutespinnerijen; 15. Opdraaier - spoeler- en twijner; nettenfabr.; 15. Opdrijver - glasmaker ; div. glasfabr. ; 1. Operateur - fotograaf, cameraman; filmfabr. ; 3. Operateur - filmoperateur ; bioscopen; 24. Operatiezuster - verplegend pers. ; ziekenh. en klinieken; 24. Ophaalmachinist - steenkolenmijnen ; 10. ' Ophaler - arb.; schoenfabr. ; 9. Ophanger - wachknecht; wasch- en strijkinr.; 7. Ophanger - arb.; papierfabr. ; 14. Opkeerder - handl. ; katoenspinnerijen ; 15. Opklopper - arb.schoenfabr.; 9. Oplegger - hulpvakarb. ; boek- en handelsdrukkerijen, steen-, diepdruk- en koper drukkerij en ; 3. Oplegger - stroohulzenmaker; fabr. v. stroohulzen e.a. art. uit stroo; 6. Oplegger - dekenmaker ; dekenstikkerijen ; 7. Oplegger - zie ophanger ; 7. Oplegger - (3) ; handl.; draad-, draadnagel- en spijkerfabr., klinknagelfabr., schroeven-, bouten- en moerenfabr. ; 11. Oplegger - arb.; stroocartonfabr.; 14. Oplegger - haudl.; katoenweverijen en moltondekenfabr.; 15. Oplosser - arb.; div. chem. fabr.; 5. Opmaakster - lingerienaaister, vouwster; onderkl. en huishoudg. fabr.; 7. Opmaker - handzetter; boek-, handels- en courantendrukkerijen; 3. Opmaker - politoerder; meubelfabr. en meubelmakerijen ; 6. Opmaker - handl.; wasch- en strijkinr.; 7. Opmaker - appreteur; chem. wasscherijen en ververijen, tapijtrein.inr ; 7. Opmaker - arb.; schoenfabr.; 9. Opmaker - vlasarb.; vlasserijen ; 15. Opmaker - appreteur; hand-, veter- en koordfabr., katoenbleekerijen, katoendrukkerijen, katoenververijen, katoenweverijen, moltondekenfabr., linnenweverijen, nettenfabr., sajetfabr., tricotagefabr. en -breierijen, wolweverijen; 15. Oppasser. - huispers.; huiselijke diensten ; 26. Oppasser - dierentuinen en dierenparken; 24. Oppasser - krankzinn.gestichten ; 24. Oppasser - rijkswerkinrichtingen ; 24. Opperman - bouw en onderhoud v. gebouwen, betonbouwbedr., grond- en waterbouwk. werken, straatmakersbedr., aanleg van macadam-, asphaltwegen e.d. en onderhoud van wegen, stucadoorsbedr., steenhouwerijen, dakdekkersbedr., vloerleggersbedr ; 4. Opperman - onderhoudspers. van weg en werken; spoorwegen ; 21; (4). Oppinner - arb. ; leerlooierijen e.a. fabr. v. de bew. van huiden ; 9. Oproller - handl.; wolweverijen, kantfabr., katoenfabr.; 15. Opruimer - (3) ; handl. ; schuurder, vijler; haarden- en kachelfabr., bankwerkerijen; 11. Oprijder - arb. ; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. v. vuurvaste steenen; 1. Oprijger - conf.fabr.arb. ; conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Oprijger - zie oppinner ; 9. Oprijgster - dekennaaister, stikster ; dekenstikkerijen ; 7. Opschuurder - (3) ; handl. ; metaalwaren- en lampenfabr. ; 11. Opsluiter - arb.; superphosphaatfabr.; 5. Opsmelter - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Opsnijder - zie oprijder; 1. Opsnijder - arb. ; schoenfabr.; 9. Opspanner - zie oppinner ; 9. Opspelder - zie opmaakster; 7. Opsteekmachinearbeider - lucifersfabr.; 5. Opsteker - zie oprijder; 1. Opsteker - zie opsmelter; 11. Opsteker - spinner ; katoen- en jutespinnerijen ;' 15. Opsteker - dorscher ; graandorscherijen ; 17 Opstoomer - opmaker; chem. wasscherijen en -ververijen, tapijtrein.inr.; 7. Opstrijker - arb.; schoenfabr.; 9. Optapper - ketelmaker; spoor- en tramwegwerkpl.; 11. Opticien - instrumentmakerijen; 11. Optrekker - zie oprijder; 1. Optrekker - zie oplosser; 5. Opvouwer - handl.; wasch- en strijkinr. ; 7. Opvuller - arb.; schoenfabr. ; 9. Opzakker - arb. ; verfmalerijen ; 5. Opzetter - zie oprijder; 1. Opzetter - glasmaker ; glasfabr.; 1. Opzetter - handl.; kistenfabr. en kistenmakerijen; 6. Opzetter - kuiper ; kuiperijen ; 6. Opzetter - arb. ; schoenfabr. ; 9. Opzetter - arb. ; brikettenfabr.; 10. Opzetter - (3) ; handl.; capsulefabr., gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Opzetter - handl. ; banketbakkerijen, bierbrouwerijen en mouterijen ; 17. Opzichter - techn. pers.; spoor- en tramwegen; 21. Opzichter Bouw- en Woningtoezicht (dienst) - 24. Opzichter Kust verlichting' - loods- en seinwezen; 21. Opzichter locomotief- en treindienst - techn. pers.; spoor- en tramwegen; 21. Opzichter-machinist - zie opzichter; 21. Opzichter materieel - zie opzichter; 21. Opzichter Rijksopvoedingsgesticht - 24. Opzichter Rijkswerkinrichting - zie oppasser; 24. Opzichter seinwezen - zie opzichter; 21. Opzichter stoomwezen - arbeidsinspectie; 24. Opzichter teekenaar - bouwbedr.; 4. Opzichter teekenaar - zie opzichter; 21. Opzichter teekenaar - architectenbureaux, bouw- en woningdienst ; 24. Opzichter tractie - zie opzichter; 21. Opzichter visscherijinspectie - 24. Opzoler - arb. ; schoenfabr.; 9. Orgelbouwer - (1) ; orgelmaker; muziekinstrumentenfabr. ; 11. Orgelpijpmaker - (1) ; zie orgelbouwer; 11. Orgelstemmer - (1) ; muziekinstrumentenfabr.; 11. Orgeltrapper - kerkpers.; kerkgenootsch. of kerkel. gezindten ; 28. Ornamenteur - lijstenfabr. ; 6. Ornamentgieter - aardewerker; grofaardew.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Ornamentsnijder - beeldhouwer ; meubelfabr. en meubelmakerijen ; 6. Ornamentsteker - zie ornamentsnijder; 6. Ornamentsteker - beeldhouwer ; beelden- en ornamentenfabr., beeldhouwer ; 8. Ornamentwerker - steenhouwer ; steenhouwerijen, -zagerijen en -slijperijen; 4. Ornamentwerker - (1) ; goud- en zilversmid ; goud- en zilversmederijen ; 11. Orthopaedist - (1) ; orthopaedisch-instrumentmaker; instrumentenmakerijen ; 11. Oudste matroos - zee- en kustvisscherij ; 19. Ouvreuse - zie balconjuffrouw; 24. Ouwelbakker - arb.; fabr. van bakkersart. ; 17. Ovenarbeider - (3) ; hoogovenbedr.; 11. Ovenbouwer - metselaar ; bakovenfabr. ; 11. Ovenbouwer - constructiewerker ; bakovenfabr. ; 11. Ovenbrander - zie ovenist; 1. Oveninzetter - zie ovenist; 1. Ovenist - arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen, aarden buizen, dakpannen, vloertegels, kalk-, gips-, tras- en krijtfabr., fabr. van gipsplaten, vensteren spiegelglas- e.a. glasfabr., grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Ovenist - arb. ; kunstmestfabr. ; 5. Ovenist - brood-, beschuitfabr. en broodbakkerijen, banketbakkerijen, biscuits- en koekfabr. ; 17. Ovenregelaar - stokerijpers.; gasfabr.; 16. Ovenschuiver - zie oveninzetter; 1. Ovensteller - ovenpers. ; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Ovenstoker - arb. ; zie ovenist; 1. Ovenstoker - ovenist; zwavelzuur- en zinkwitfabr. ; 5. Ovenstoker - stokerijpers. ; cokesfabr.; 10. Ovenstoker - arb.; brikettenfabr.; 10. Ovenstoker - (2) ; zinkfabr. ; 11. Ovenstoker - (2) ; staal-, ijzer- en metaalgieterijen; 11. Ovenstoker- zie ovenregelaar ; 16. Oventrekker - arb.; zinkwitfabr. ; 5. Ovenuitpakker - arb.; fabr. van aarden buizen, dakpannen, en vloertegels ; 1. Ovenuitpakker - ovenpers.; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Ovenvuller - arb.; baksteenfabr., brikkenbakkerijen en fabr. v. vuurvaste steenen ; 1. Ovenvuller - stokerijpers.; cokesfabr ; 10. Ovenvuller - (2) ; hoogovenarb.; hoogovenbedr.; 11. Ovenwerker - zie ovenvuller; 1. Ovenwerker - handl. ; venster-, spiegelglas- e.a. glasfabr. ; 1. Ovenwerker - zie oventrekker; 5. Ovenwerker - zie ovenvuller; 1. Ovenwerker - (2) ; zinkovenarb. ; zinkfabr.; 11. Ovenwerker - biscuits- en koekbakker ; biscuit- en koekfabr.; 17. Ovenzetter - zie oveninzetter; 1. Overdrukker - steendrukker; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. Ovenfuster - arb.; wijn- en bierbottelarijen; 17. Overhaler - arb.; schoenfabr.; 9. Overhemdenstrijkster - strijkster; onderkl.- en huishoudg. fabr. ; 7. Overjager - spoeler en twijner; sajetfabr.; 15. Overkragennaaister - conf.fabr.arb. ; conf.fabr. (bovenkl.); 7. Overleerschifter - arb. ; schoenfabr; 9. Overleersnijder - zie overleerschifter ; 9. Overleider - arb. ; stroocartonfabr. ; 14. Overlockster - tricotagebreister ; tricotagefabr. en breierijen; 15. Overlooper - handl. ; katoenspinnerijen; 15. Overnaaister - naaister; tricotagefabr. en breierijen; 15. Overschepper - arb. ; margarinefabr.; 17. Oversteker - arb. ; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. O vertrekker. - appreteur ; wolweverijen; 15. Overtrekker - hoedenmaker ; heerenhoedenfabr.; 7. Overtrekker - pettenmaker ; pet.tenfabr. ; 7. Overwegwachter - bewakings- en beveiligingspers. ; spoor- en tramwegen; 21. Overzetter - zie oversteker; 11. Overzetter - zie overlegger; 17. Paardenknecht - landbouwarb.; (akkerbouw en veehouderij); 18. Paardenknecht - stalknecht; stalhouderijen, div. transportondernemingen ; 21. Paardenslager - slager; abattoirs, slachterijen en vleeschwarenfabr.; 17. Pagineerder - hulpvakarb.; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Pakhuisknecht - arb.; wijn- en bierbottelarijen; 17. Pakhuisknecht - magazijn- en pakhuispers. ; expediteursbedr., veem- en pakhuisbedr.; 21. Pakjesmaker - handl. ; tabaksfabr. en -kerverijen; 17. Pakkenlader - arb.; turfstrooiselfabr. ; 10. Pakkenweger - arb. ; turfstrooiselfabr.; 10. Pakker - arb.; turfstrooiselfabr.; 10. Pakkingmaker - arb. ; isoleermateriaalfabr. ; 5. Pakkingmaker - vervaard, techn. rubberart. ; rubberfabr.; 9. Pakknecht - magazijn- en pakhuispers. ; expediteurs-, veem- en pakh.bedr.; 21. Pakmeester - trein- en trampers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Palfrenier - koetsier ; stalhouderijen ; 21. Palfrenier - koetsier en stalpersoneel; huisel. diensten; 26; (21). Paliconneur - arb. ; leerlooierijen e.a. fabr. v. d. bew. v. huiden, leerfabr; 9. Palingrooker - rooker, inmaker en zouter; vischbew.inr.; 17. Palingvisscher - zoetwatervisscher ; zoetwatervisscherij ; 19. Paneelvlakker - mach. houtbew.; houtzagerijen- en schaverijen; 6. Panmolenaar - arb. ; fabr. van aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Pannenafsnijder - arb. ; fabr. van aarden buizen, dakpannen en vloertegels; 1. Pannendekker - zie dakdekker ; 4. Pannendroger - arb. ; fabr. van aarden buizen, dakpannen en vloertegels; 1. Panneninzetter - zie pannenkaster; 1. Pannenkaster - arb.; fabr. van aarden buizen, dakpannen en vloertegels ; 1. Pannenoliër - arb.; fabr. van aarden buizen, dakpannen en vloertegels ; 1. Pannensclieerder - arb. ; fabr. van aarden buizen, dakpannen en vloertegels; 1. Pannenstrijker - arb; fabr. van aarden buizen, dakpannen en vloertegels; 1. Panner - arb.; div. chem. fabr. ; 5. Pantalonmaker - kleermaker (conf.); kleermakerijen en conf. fabr. (bovenkl.); 7. Pantoffelmaker - hand-schoenmaker; schoenfabr. en schoenmakerijen ; 9. Pantryman - provisiekamerpers.; zeescheepvaart; 21. Panwerker - arb.; zoutziederijen ; 17. Papierafnemer - arb. ; stroocartonfabr. ; 14. Papierdroger - arb. ; papier- en stroocartonfabr.; 17. Papierglanzer - arb. ; papierfabr.; 14. Papiergolver - cartonnagewerker ; cartonnagefabr.; 14. Papierkeerder - arb.; stroocartonfabr.; 14. Papierkleurder - arb. ; papierfabr.; 14. Papierlegger - arb. ; papier- en stroocartonfabr.; 14. Papierlijmer - arb.; papierfabr.; 14. Papiermaker - arb.; stroostof-, papier- en stroocartonfabr. ; 14. Papiermaler - arb.; papierfabr.; 14. Papieropmaker - arb.; papierfabr.; 14. Papierperser - arb.; papierfabr. ; 14. Papierplakker - hulpvakarb. ; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Papierplakker - arb.; stroocartonfabr.; 14. Papierplakker - cartonnagewerker; cartonnagefabr. ; 14. Papierschepper - arb.; stroocartonfabr; 14. Papierschieter - arb.; papierfabr.; 14. Papiersnijder - hulpvakarb.; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Papiersnijder - arb.; papier- en stroocartonfabr.; 14. Papiersnijder - papierbew.; papierwarenfabr.; 14. Papiersnijder - cartonnagewerker; cartonnagefabr.; 14. Papiersnijder - boekbinder ; boekbinderijen ; 14. Papiersnijder - handl.; kunstzijdefabr.; 15. Papiersnijder - handl. ; cacao- en choc.fabr.; 17. Papiersorteerder - hulpvakarb. ; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Papiersorteerder - arb. ; papier- en stroocartonfabr.; 14. Papierstofmaler - arb. ; papierfabr. ; 14. Papierstückwerker - papierbewerker ; papierwarenfabr. ; 14. Papierteller - arb. ; papierfabr. ; 14. Papierverschieter - arb.; papierfabr.; 14. Papiervouwer - hulpvakarb.; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Papiervouwer - papierbewerker ; papierwarenfabr.; 14. Papiervouwer - boekbinder ; boekbinderijen ; 14. Papierwasscher - arb. ; papierfabr. ; 14. Papierweger - arb. ; stroocartonfab. ; 14. Papkoker - arb.; lucifersfabr. ; 5. Papkoker - sterker, bleekerijarb. ; katoenweverijen (appreteer- derijen); katoenbleekerijen ; 15. Papkoker - wei-, ondermelk- en karnemelktapper ; boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Papkoker - arb. ; branderijen gist- en spiritusfabr. ; 17. Papmaker - arb. ; papierfabr.; 14. Papmaler - arb. ; stroocartonfabr. ; 14. Papper - arb. ; leerlooierijen e.a. fabr. v. de bew. van huiden; 9. Papper - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen ; 15. Papper - stokerijpers.; gasfabr. ; 16. Parallelzager - mach. houtbew. ; timmerfabr., houtbew.inr., div.' houtwarenfabr.; 6. Parapluiemaker - parapluiefabr.; 7. Parapluienaaister - naaister ; parapluiefabr.; 7. Parapluiereparateur - parapluiemaker ; parapluiefabr. ; 7. Parelzetter - goud- en zilversmid ; goud- en zilversmederijen; 11. Parfumeriewerker - arb. ; parfumerie- en tandmiddelenfabr. ; 5. Parketteur - zie parketvloerlegger ; 4. Parketvloerenlegger - parketvloerenfabr. ; 6. Parketvloerlegger - vloerlegger ; vloerleggersbedr.; 4. Parketvloerschuurder - vloerlegger ; vloerleggersbedr. ; 4. Partijmaker - openaar en bandvormer; wolspinnerijen ; 15. Partijwerker - boekbinder ; boekbinderijen ; 14. Passementstikker - passementwerker ; passementfabr. ; 15. Passementwerker - meubelstoffeerder ; meubelfabr. ; 6. Passementwerker - passementfabr.; 15. Passementwever - wever ; passementfabr. ; 15. Passepartoutmaker - encadreur; lijstenfabr. en encadreerinrichtingen ; 6. Passepartoutmaker - papierbew.; papierwarenfabr. ; 14. BIJLAGEN. Pasteibakker - banketbakker ; banketbakkerijen ; 17. Pasteuriseur - boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Pasteuriseur - handl.; bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Patissier - banketbakker ; banketbakkerijen ; 17. Patissier - bedienend pers. ; zeeescheepvaart, hotels en restaurants ; 21. Patronenmaker - (2) ; werktuigbediende; wapen- en munitiefabr.; 11.. Patronenslaander - handl. ; tapijt- en mattenfabr.; 15. Patroonknipper - papierbew. ; papierwarenfabr.; 14. Patroonsnijder - arb. ; schoenfabr.; 9. Pattineur - (1); pletter, perser ; goud- en zilversmederijen ; 11. Paukenist - slagwerker ; orchesten ; 24. Pedicure - voetverzorger ; kapperszaken; 7; massage-inr., schoon- heidsinst. ; 24 ; (7). Pekarbeider - arb.; brikettenfabr.; 10. Pekelknecht - handl. ; boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Pekelknecht - arb.; zoutziederijen ; 17. Pekelmaker - handl. ; slachterijen en vleeschwarenfabr.; 17. Pekelmeter - zout ontginningen ; 10. Pekhakker - arb.; teerdistilleerderijen ; 5. Pekker - borstel- en bezemfabr.; 6. Pekker - handl. ; bierbrouwerijen en mouterijen ; 17. Pekker - (2) ; kalefater, breeuwer ; scheepswerven ; 11. Pekkoker - arb.; fabr. v. asphalt en asphaltpapier; 5. Pekkoker - (3) ; maathelper-breeuwer; scheepswerven; 11. Pekwerker - arb. ; fabr. v. asphalt en asphaltpapier ; 5. Pellenwever - linnenwever ; linnenweverijen ; 15. Peller - arb.; gort- en rijstpellerijen en grutterijen; 17. Peller - handl. ; cacao- en choc.fabr. ; 17. Peller - handl. ; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Peller - arb.; groentenzouterijen, -drogerijen en inmakerijen van groenten, vruchten en aardappelen ; 17. Peller - slager ; slachterijen en vleeschwarenfabr. ; 17. Pelmolenaar - arb. ; gort- en rijstpellerijen en grutterijen; 17. Pelsmaker - bontwerker; bontwerkerijen; 7. Pelsverver - ververij-arb. ; chem. wasscherijen en -ververijen ; 7. Penaalwerker - sigarenmaker; sigarenfabr. en sigarenmakerijen; 17. Pennenschaver - mach. houtbew. ; houtzagerijen en -schaverijen; 6. Penner - mach. houtbew.; meubelfabr. ; 6. Penner - arb. ; schoenfabr.; 9. Penningmeester - vakver.pers. e.d.; kantoren van organisaties van werknemers; 24. Perforeerder - arb ; schoenfabr.; 9. Perforeerder - boekbinder ; boekbinderijen ; 14. Perronarbeider - stationspers. ; spoor- en tramwegen; 21. Perronchef - stationspers.; spoor- en tramwegen ; 21. Perroncontroleur - stationspers. ; spoor- en tramwegen; 21. Persdrijver - (2) ; spoor- en tramwegwerkpl.; 11. Persenschoonmaker - hulpvakarb. ; boek-, handels- en courant endrukker ij en ; 3. Perser - arb.; baksteenfabr. en brikkenbakker ij en, fabr. v. vuurvaste steenen, kalkzandsteenfabr., fabr. van aarden buizen, dakpannen, vloertegels, cementwarenfabr.; 1. Perser - hulpvakarb. ; boek-, handels- en courantendrukk. ; 3. Perser - arb. ; isoleermateriaalfabr. ; 5. Perser - arb.; waskaarsenfabr.; 5. Perser - arb.; zeepfabr.; 5. Perser - arb.; verf stof fenfabr. ; 5. " Perser - handl. ; fabr. v. triplexhout en v. de bereiding v. hardhout ; 6. Perser - arb.; fabr. v. hoornen, barnsteenen, schildpad e.d. voorwerpen; 6. Perser - stroohulzenmaker; fabr. v. stroohulzen e.a. art. uit stroo-, hooi- en rietperser ij en, -hakkerijen en malerijen; 6. Perser - kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Perser - strijkster; onderkl.- en huishoudg.fabr.; 7. Perser - waschknecht, opmaker; wasch- en strijkinr., chem. wasscherijen en ververijen ; 7. Perser - rijwiel- en autobandenmaker ; rubberfabr.; 9. Perser - arb.; brikettenfabr. ; 10. Perser - arb. ; turfstrooiselfabr. ; 10. Perser - (2) ; blikbewerker (mach.) ; blikwarenfabr., emailleerfabr.; 11. Perser - (2) ; bouten- en moerenmaker; schroeven-, bouten- en moerenfabr. ; 11. Perser - (2) ; klinknagelmaker; klinknagelfabr.; 11. Perser - (2) ; mach. metaalbewerker; lood- en zinkpletterijen en -perserijen, metaalwarenfabr., electrotechn.fabr. ; 11. Perser - (2) ; metaalgieter; ijzer- e.a. metaalgieterijen; 11. Perser - (1) ; pletter en draadtrekker; goud- en zilversmederijen ; 11. Perser - (2) ; ponser; constr.werkpl., scheepswerven; 11. Perser - arb.; papierfabr.; 14. Perser- appreteur; wolweverijen, tricotagefabr. en -breierijen, katoenweverijen, katoendrukkerijen; 15. Perser - arb. ; poetskatoen- en katoenafvalfabr.; 15. Perser - arb.; meelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr., vermicelli- en macaronifabr., glucose-, stroop- en sagofabr., cacaoen choc.fabr., oliefabr.; 17. Perser - arb. ; conserveerder; fabr. v. verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr., limonade- en mineraalwaterfabr.; 17. Persjongen - arb.; papierfabr.; 14. Persvergulder - vergulder ; boekbinderijen ; 14. Persvormer - zie perser ; 1. Persvouwer - zie perser; 7. Petroleumventer - venter en bezorger; petr. detailhandel; 21. Pettendrukker - pettenmaker; heerenhoeden- en pettenfabr. ; 7. Pettenknipper - coupeur, pettenmaker; heerenhoeden- en pettenfabr. ; 7. Pettenmaker - heerenhoeden- en pettenfabr.; 7. Pettennaaister - pettenmaakster; heerenhoeden- en pettenfabr. ; 7. Pettenstoomer - pettenmaker; heerenhoeden- en pettenfabr.; 7. Pettenstrijker - pettenmaker; heerenhoeden- en pettenfabr. ; 7. Pezenmaker - handl.; spoelerijen en twijnerijen; 15. Phosphorietdelver - arb.; oerdelverijen ; 10. Pianist - toonkunstenaar of muzikant; opera- en cabaretgezelsch., orkesten, jazzbands, voor eigen rek. werk. artisten e.d.; 24. Pianobouwer - (1) ; pianomaker ; muziekinstrumentenfabr.; 11. Pianomonteur - (1) ; pianomaker ; muziekinstrum.fabr.; 11. Pianostemmer - (1) ; pianostemmer ; muziekinstrum.fabr. ; 11. Piccolo - hotels en restaurants ; 21. Pickermaker - lederbew., zadelmaker; lederwarenfabr., pickerfabr., zadel- en tuigmakerijen; 9. Pikeur - onderwijzer ; sportscholen, maneges ; 24. Piloot - vliegenier ; luchtvaart; 21. Pinnenmaker - (2) ; koperwerker; metaalwaren- en lampenfabr. ; 11. Piqueerster - stikster, bedient piqueermach.; onderkl.- en huishoudg.fabr.; 7. Pitspoeler - spoeler en twijner; band-, veter- en koordfabr.; 15. Pittenmaker - zie pitspoeler; 15. Pittensteller - handl.; band-, veter- en koordfabr.; 15. Plaatbrander - zie autogeen-brander; 11. Plaatbuiger - (1) ; bankwerker, ijzerwerker, plaatwerker; mach.- en appendagefabr., scheepswerven; 11. Plaatdrukker - zie koperdrukkker; 3. Plaatklinker - (2) ; klinker ; scheepswerven ; 11. Plaatklopper - (1) ; ijzerwerker; scheepswerven; 11. Plaatknipper - (2) ; metaalbew. (mach.) ; brandkasten, electrotechn.fabr.,gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr., mach.en appendagefabr., scheepswerven, ijzeren meubelfabr.; 11. Plaatsarbeider - gasfabr.; 16. Plaatschaver - (2) ; metaalbew. (mach.), metaalschaver; constructiewerkpl.; 11. Plaatstrekker - (1) ; strekt of strakt dunne plaat, bijv. carrosserieplaatw., uit de hand ; carrosserie- en wagonfabr. ; 11. Plaatvormer - (1) ; mach. plaat- of ijzerwerker; maakt platen bol of scheluw ; scheepswerven ; 11. Plaatweller - (2); walser, strekker; plaatwellerijen; 11. Plaatwerker - (1) ; plaatwerker, smid, bankwerker, grofbankwerker (2), ijzerwerker f auto- en motorrijwielenfabr., bankwerker ij en, constructiewerkpl., electrotechn.fabr., fabr. van ijzeren en stalen buizen, haarden- en kachelfabr., kinderwagenfabr., mach.- en appendagefabr., plaatwellerijen, rijkswerven, scheepswerven, smederijen, spoor- en tramwegwerkplaatsen, wagon- en carrosseriefabr., wapen- en munitiefabr.; 11. Plaatzager - mach. houtbew. ; houtzagerijen en -schaverijen; 6. Plafonneur - stuc.; stucadoorsbedr.; 4. Plakker - arb.; fabr. van genees- en verbandmiddelen, kaarsenen waxinefabr., poets- en smeermiddelenfabr., verfstoffenen zeepfabr.; 5. Plakker - handl. ; koffermaker; houten koffer- en étuifabr; 6. Plakker - kurkbewerker ; kurkwarenfabr.; 6. Plakker - handl. ; wasch- en strijkinr.; 7. Plakker - drijfriemenmaker ; drijfriemenfabr.; 9. Plakker - arb. ; schoenfabr. ; 9. Plakker - (3) ; arb.; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Plakker - (3) ; handl.; blikwarenfabr.; 11. Plakker - arb., papierbewerker, cartonnagewerker; papier-, stroocarton-, papierwaren- en cartonnagefabr.; 14. Plakker - boekbinder ; boekbinderijen ; 14. Plakker - handl. ; wolweverijen, katoenbleekerijen; 15. 24 Plakker - plakkerijarb. ; aardappelmeelfabr., biscuits- en koekfabr., boter-, kaas- en melkprod.fabr., brood- en beschuitfabr. en broodbakkerijen, cacao- en choc.fabr., distilleerderijen en likeurstokerijen, glucose-, stroop- en sagofabr., koffiebranderijen en theepakker ij en, limonade- .en mineraalwaterfabr., margarinefabr., sigaren- en sigarettenfabr. en sigarenmakerijen, suikerwerkfabr., tabaksfabr. en tabakskerverijen, vetsmelterijen; 17. Plakster - luidsprekers ; electrotechn.fabr.; 11. Plamuurder - handl. ; politoerder; meubelfabr. en meubelmakerijen ; 6. Plamuurder - vloerzeilmaker; linoleum- en vloerzeilfabr. ; 9. Planeerder - (2) ; blikbew. (mach.), koperwerker, forceur; emailleer-, metaalwaren- en lampenfabr., gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr. ; 11. Plankensorteerder - kistenfabr. en kistenmaker ij en; 6. Plateelbakker - ovenpersoneel; fijnaardew.fabr.; 1. Plateeldraaier - aardewerkmaker ; fijnaardew.fabr.; 1. Plateelgieter - aardewerkmaker ; fijnaardew.fabr.; 1. Plateelschilder - schilder, drukker en glazuurder ; fijnaaardew.fabr. ; 1. Plateelschilder - kunstschilder ; kunstschildersateliers ; 8. Platengieter - (2) ; lood- en zinkpletterijen en -perserijen; 11. Platenwerker - beton- en cementwerker ; cementwarenfabr. ; 1. Platenmaker - handl.; plakker ; kurkwarenfabr.; 6. Platenmaker - verv. v. techn. rubberart.; rubberfabr. ; 9. Platenmaker - arb. ; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Platenponser - (2) ; ponser ; scheepswerven ; 11. Platenslijper. - zie steenslijper ; 3. Platenwalser - (2) ; fabr. v. ijzeren en stalen buizen; 11. Plateur - (2) ; pletter, perser; goud- en zilversmederijen; 11. Platina-aanzetter - gloei- en radiolampenfabr.; 11. Platnaaier - arb. ; schoenfabr. ; 9. Platsteek-machineborduurster - borduurster; onderkl.- en huishoudg.fabr.; 7. Platstrijkster - strijkster ; wasch- en strijkinr.; 7. Platzetter - handzetter; boek-, handels- en courantendrukk. ; 3. Plavuizenvormer - arb. ; fabr. van aarden buizen, dakpannen, vloertegels ; 1. Pleegsman - opperman, bouwvaksjouwer; grondwerken en waterbouwk. werken, heiers- en baggerbedr., straatmakersbedr., aanleg v. macadam-, asphaltwegen e.d. en onderhoud van wegen; 4. * Pleger - arb.; glasfabr.; 1. Pleisteraar - stucadoor ; stucadoorsbedr. ; 4. Plektafelwerker - passementwerker ; passementfabr.; 15. Plesser - weverijarb., appreteur; wolververijen en -weverijen, wollendeken en viltfabr. ; 15. Pletter - hulpvakkarb.; boek- handels- en courantendrukk.; 3. Pletter - arb. ; leerlooierijen e.a. fabr. v. de bew. van huiden, leerfabr.; 9. Pletter - zie perser; 11. Plisseerster - handwerkateliers ; 7. Ploegbaas - onderhoudspers. van weg en werken; spoor- en tramwegen ; 21. Ploeger - landarb. ; ontginningsarb. ; landbouw (akkerbouw), ontginning ; 18. Plooienstikster - lingerienaaister'; onderkl.- en huishoudg.fabr. ; 7. Pluizer(ster) - stopster, nopster, arb., wolkammer, appreteur, hekelaar ; band-, veter- en koordfabr., kapok- en wattenfabr., linnenweverijen, poetskatoen- en katoenafvalfabr., sajetfabr., touwslagerijen en garenspinnerijen, wolweverijen; 15. Plukdroller - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Plukker - slager; slachterijen en vleeschwarenfabr. ; 17. Plukmachinearbeider - zie spinner; 15. Poederaar - rijwiel- en autobandenmaker ; rubberfabr.; 9. Poedermaker - arb. ; magnesietmalerijen en magnesiafabr. ; 5. Poedermaker - condenseur; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Poedermaler - arb.; suikerraffinaderijen, cacao- en choc.fabr.; 17. Poederwerker - zie poedermaler, cacaomaler ; 17. Poeliersknecht - boutslachter ; poeliersbedr. ; 17. Poetser - arb. ; handl. ; fabr. v. aarden buizen, dakpannen, vloertegels, glasbew.inr., glas-in-loodzetterijen; 1. Poetser - arb. ; poets- en smeermiddelenfabr. ; 5. Poetser - vergulder enz.; lijstenfabr. en encadreerinr. ; 6. Poetser - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. v. d. bew. van huiden, leerfabr., schoenfabr. en schoenmakerijen ; 9. Poetser - (2) ; afbramer, schuurder; brandkasten-, capsule-, draad-, draadnagel- en spijkerfabr., gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr., instrumentmakerijen, ketelmakerijen, klinknagel- en kinderwagenfabr., mach.- en appendagefabr., metaalwaren- en lampenfabr., schroeven-, bouten- en moerenfabr., slotenfabr., staalgieterijen, wagon- en carrosseriefabr., ijzer- en metaalgieterijen, ijzermeubelfabr. ; 11. Poetser - conservatiearb. ; rijkswerven ; 11. Poetser - onderhoudspers. van rollend materieel; spoor- en tramwegen ; 21. Poffertjesbakker - banketbakker ; banketbakkerijen, poffertjeskramen ; 17. Poldermolenaar - bemalingsinr. ; 24. Polderveldwachter - politiewezen; 24. Polderwerker - grond- en dijkwerker; grond- en waterbouwk. werken; 4. Poleerder - polijster; fabr. van aarden buizen, dakpannen, vloertegels, grof- en fijnaardew.-, porcel.-, muurtegels- en bouwaardew.fabr. ; 1. Poleerder - (2) ; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Polierder - arb. ; schoenfabr.; 9. Polisseur - (2) ; slijper en polijster; goud- en zilversmederijen ; 11. Politie-agent - agent van politie ; politiewezen; 24. Politoerder - biljartfabr., borstel- en bezemfabr., lijstenfabr. en encadreerinr., meubelfabr., meubelmakerijen e.a. houtwarenfabr.; 6. Politoerder - parapluiemaker ; parapluiefabr. ; 7 ; (6). Politoerder - (3) ; handl.; capsulefabr.; 11. Politoerder - (2) ; houtbew.; muziekinstrumentenfabr. ; 11 ; (6). Politoerder - (2) ; hand-houtbew., meubelmaker ; spoor- en tramwegwerkpl., wagon- en carroseriefabr. ; 11; (6). Polychromeur - kunstschildersateliers ; 8. Polijster - steenpolijster ; kunststeenfabr.; 1. Polijster - aardewerkmaker; grof- en fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Polijster - steenpolijster; steenhouwerijen, -zagerijen en -slijperijen ; 4. Polijster - politoerder; lijstenfabr. en encadreerinr., meubelfabr. en meubelmakerijen ; 6. Polijster - arb.; celluloidwarenfabr., fabr. van hoornen, barnsteenen, schildpad e.d. voorwerpen, knoopen- en baleinenfabr. ; 6. Polijster - (2) ; metaalbew. (mach.), slijper; automobiel- en motorrijwielfabr., capsulefabr., electrotechn.fabr., galvaniseerinr., vernikkel- en verchroominr., haarden- en kachelfabr., mach.- en appendagefabr., metaalw.- en lampenfabr., rijwielfabr., stofzuigerfabr.; 11. Polijster - (2) ; slijper en polijster; goud- en zilversmederijen ; 11. BEROEPSKLAPPER. Pompboorder - pomp- en putboorderijen; 4. Pompdrijver - arb. ; kunstmestfabr.; 5. Pompenmaker - hand-houtbew. ; houtwarenfabr., pompmakerijen ; 6. Pompenmaker - (1) ; koper- en blikslager ; koper- en blikslagerijen ; 11. Pompenman - arb. ; gasfabr. ; 16. Pomper - arb. ; fabr. van samengeperste gassen, lijm- en gelatinefabr. e.a. beenderverwerkinr., superphosphaatfabr., teerdistilleerderijen; 5. Pomper - (2) ; arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Pomper - arb. ; margarinefabr. ; 17. Pomper - onderhoudspers. van rollend materieel; spoor- en tramwegen ; 21. Pompier - kleermaker (conf.) ; conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Pompmachinist - arb. ; raffinaderijen van petroleum e.d.; 5. Pompmachinist - steenkolenmijnen ; 10. Pompmeester - zie pompmachinist; 10. Pompslaander - zie pompboorder ; 4. Ponser - verv. van techn. rubberart.; rubberfabr. ; 9. Ponser - (2) ; capsulefabr.; 11. Ponser - (2) ; blikbewerker (mach.) ; blikwarenfabr., emailleerfabr., gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr., metaalwarenen lampenfabr. ; 11. Ponser - (2) ; metaalbew. (mach.) ; brandkastenfabr., electrotechn.fabr., slotenfabr., ijzeren meubelfabr. ; 11. Ponser - (2) ; boorder, mach. metaalbew. ; ketelmakerijen, mach.- en appendagefabr., wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Ponser - (2) ; hoekijzerponser, platenponser ; constructiewerkpi., scheepswerven; 11. Pontknecht - scheepspers. ; veerdiensten ; 21. Pontschipper - scheepspers.; veerdiensten ; 21. Poolinsteker - arb.; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Poortensluiter - arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Popmaker - zie bosjesmaker ; 17. Poppemnaker - hand-houtbew. ; houtwarenfabr.; 6. Porceleinbrander - ovenpers.; fijnaardew.- en porcel.fabr. ; 1. Porceleindrukker - schilder, drukker, glazuurder; fijnaardew.en porcel.fabr.; 1. Porceleingieter - aardewerkmaker; fijnaardew.- en porcel.fabr. ; 1. Porceleinschilder - zie porceleindrukker; 1. Porceleinslijper - aardewerkmaker; fijnaardew.- en porcel.fabr. ; 1. Portemonnaiemaker - lederbew. ; lederwarenfabr., zadel- en tuigmakerijen; 9. Portier - hotels en restaurants ; 21. Portier - huisbewaarder ; huiselijke diensten ; 26. Postbode - zie brievenbesteller ; 21. Potrainwerker - zie kleibewerker; 1. Pottenbakker - ovenpers. ; grofaardew.fabr.; 1. Pottendraaier - aardew.maker ; grofaardw.fabr.; 1. Pottenvuller - handl. ; fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr. ; 17. Pragedrukker - boekbinder; boekbinderijen; 14. Prentafwasscher - handl. ; grofaardew.- en fijnaardew.fabr. ; 1. Prentdrukker - schilder, drukker, glazuurder; grofaardew.en fijnaardew.fabr. ; 1. Prentknipper - handl. ; grofaardew.- en fijnaardew.fabr.; 1. Prentoplegger - schilder, drukker, glazuurder; grofaardew.- en fijnaardew.fabr.; 1. Preparateur - lichtdrukker ; diepdruk- en koper drukkerij en ; 3. Presjongen - zie pers jong en; 14. Presser - zie perser ; 1. Presser - zie perser ; 6. Presser - zie perser; 11. Presseur - (1) ; pletter, perser en draadtrekker; goud- en zilversmederijen ; 11. Prikker - arb.; schoenfabr. ; 9. Prikzetter - arb. ; schoenfabr. ; 9. Prima-notist - adm.pers.; bankinstellingen, kassiers en comm. in eff., cheque- en girodiensten; 22. Privaatjuffrouw - retiradejuffr., toiletjuffr.; hotels, restaurants, stations; 21. Probeerder - (2) ; zie beproever en gasmeterbeproever; 11. Procuratiehouder - adm. en leidend pers.; adm.kant., bankinstell., kassiers, comm. in eff. ; 22. (Komt ook voor in vele andere soorten bedr. ); (24). Proefdrukker - drukker; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Profielschaver - mach. houtbew. ; div. houtw.fabr., houtzagerijen en schaverijen, lijstenfabr. en encadreerinr., timmerfabr. ; 6. Profielslijper - zie profielschaver; 6. Programmaverkoopster - bioscopen, schouwb., concert- en feestgeb.; 24. Propellermaker - (1) ; hand-houtbew.; vliegtuigfabr. ; 11; (6). Protectormaker - rijwiel- en autobandenmaker; rubberfabr ; 9. Proviandknecht - bed. pers.; zeescheepvaart; 21. Pruikenmaker - zie haarwerker; 7. Puddingmaker - arb. ; puddingpoederfabr. ; 17. Puinrijder - handl. (bovengr.) ; steenkolenmijnen; 10. Puncher - (2) ; zie ook ponser; scheepswerven ; 11. Puntenmaker - (2) ; fraiser; schroeven-, bouten- en moerenfabr.; 11. Purser - bedienend pers.; zeescheepvaart; 21. Putboorder - zie pompboorder; 4. Puttenmaker - beton- en cementwerker; cementwarenfabr.; 1. Puttenreiniger - puttenschepper ; openb. reinigingsdiensten ; 4. Pijpenbakker - ovenpers. ; fijnaardew.fabr.; 1. Pijpenbrander - zie pijpenbakker ; 1. Pijpenlegger - grondwerker, fitter; grondw.- en waterbouwk. werken; 4. Pijpenlegger - (2) ; zie ook fitter en leidingmonteur; aanleg van gas- en waterleiding, sanitaire install. en centr. verwarming ; 11. Pijpenmaker - (1) ; autogeen- en electr. lasscher; fabr. van ijzeren en stalen buizen, spoor- en tramwegwerkpl. ; 11. Pijpenlakker - isoleermateriaalfabr.; 5. Pijpenjongen - handl. ; tapijt- en mattenfabr. ; 15. Pijpenbuiger - (2) ; zie ook fitter en leidingmonteur; fabr. van ijzeren en stalen buizen, loodgieterijen, zinkwerkerijen, aanleg van gas- en waterl., sanitaire install. en centr. verwarming ; 11. Pijpendrager - handl.; katoenspinnerijen en -weverijen; 15. Pijpenmonteur.- (1) ; fabr. van ijzeren en stalen buizen; 11. Pijpennathouder - handl.; wolweverijen ; 15. Pijpenopsteker - kettingscheerder ; wolweverijen ; 15. Pijpenopzetter - spoeler en twijner; tapijt- en mattenfabr.; 15. Pijpenperser - (2) ; perser; lood-, zink- enz.-pletterijen en perserijen; 11. Pijpenschoonbrander - stokerijpers.; gasfabr. ; 16. Pijpenschoonmaker - arb. ; aardappelmeelfabr.; 17. Pijpenschuiver - handl. ; katoenspinnerijen ; 15. Pijpenslijper - arb.; fabr. van hoornen, barnsteenen, schildpad e.d. voorw.; 6. Pijpenspoeler - spoeler en twijner ; katoenweverijen, tapijt- en mattenfabr.; 15. Pijpentasser - handl.; wolweverijen; 15. Pijpen vormer - zie pijpenmaker ; 1. Pijpleidingmonteur - zie pijpenmonteur; 11. Pyrietrijder - arb.; zwavelzuurfabr. ; 5. Pyrotechnist - vuurwerkmaker ; fabr. van ontplofb. stoffen ; 5. Quarantainebeambte - ontsmetter; openb. reinigings- en ontsmettingsdiensten ; 4. Raddraaier. - arb.; fabr. van asphalt en asphaltpapier ; 5. Raddraaier - touwslager; touwslager ij en en garensp.rijen ; 15. Raddraaier - handl. ; tapijt- en mattenfabr. ; 15. Radiotelegrafist - zeescheepvaart, radiozend- en ontvanginr.; 21. Radmaker - hand-houtbew. ; div. houtwarenfabr. ; 6. Radmaker - (1) ; carrosseriemaker; wagon- en carrosserie- fabr. ; 11. Raffineerder - arb. ; zeepfabr.; 5. Raffineerder - arb. ; kandijfabr., oliefabr. ; 17. Raggelaar - timmerman; bouwbedr. (nieuwbouw) ; 4. Railarbeider - handl. (ondergr.) ; steenkolenmijnen; 10. Ramenmaker - timmerman ; timmerfabr.; 6. Ramer - appreteur; wolweverijen, wollendeken- en viltfabr. ; 15. Randenmaker - arb.; schoenfabr. ; 9. Rander - (2) ; handl.; emailleerfabr, blikwarenfabr. ; 11. Randmaker - (2) ; koperslager; gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr., slotenfabr. ; 11. Randopzetter - arb. ; schoenfabr. ; 9 Randslijper - aardewerkmaker; grofaardew.-, fijnaardew.-, por- cel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Rangeerder - stationspers.; spoor- en tramwegen; 21. Rangeerder - voerman (ondergr.), handl. (bovengr.) ; steenkolenmijnen ; 10. Rasper - arb. ; aardappelmeelfabr. ; 17. Rateljongen - arb.; openbare reinigingsdiensten; 4. Rechercheur - politiewezen ; 24. Reclamebordlooper - zie sandwichman ; 21. Reclamerijder - bediende ; reclamebureaux; 21. Reclameschilder - schilder ; schildersbedr.; 4. Reclameteekenaar - kunstschilder; kunstschildersateliers ; 8. Redacteur - journalist; nieuwsbureaux ; 20. Redacteur - journalist; journalistiek ; 24. Reepenmaker - vormer ; choc.fabr. ; 17. Reepschieter - zee- en kustvisscherij ; 19. Regenereerder - rubberfabr.; 9. Regenjassenmaker - kleermaker; conf.fabr. (bovenkl) ; 7. Regenjassenplakker - conf.fabr.arb.; conf.fabr. (bovenkl.) ; 7. Registerbinder - boekbinder ; boekbinderijen ; 14. Reguleerder - (2) ; meterbeproever; gas-, electr.- en watermeterfabr.; 11. Reinigingsarbeider - arb. ophaaldienst; zie ook beltwerker en straatveger ; openb. reinigingsdiensten ; 4. Reisleider - reisbureaux en gidsen ; 21. Rekening-courantboekhouder - boekhouder; bankinstell., kassiers en comm. in eff., cheque- en girodiensten ; 22 ; (24). Rekjongen - handl. ; tapijt- en mattenfabr. ; 15. Rekker - spinner ; sajetfabr.; 15. Rekker - appreteur ; katoenbleekerijen, katoenweverijen ; 15. Releveur - handl. ; venster-, spiegelglas- en glasfabr.; 1. Remisearbeider - onderhoudspers. van rollend materieel; spooren tramwegen ; 21. Remmer - sleeper ; steenkolenmijnen; 10. Remmer - treinpers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Remsteller - (1); bankw. ; spoor- en tramwegwerkpl.; 11. Reparatiehouwer - houwer ; steenkolenmijnen; 10. Repelaar - vlasarb. ; vlasserijen; 15. Reporter - zie verslaggever; 24. / Reproductiefotograaf - chem. graf. inr. ; 3. Requisiteur - schouwburgen, concert- en feestgebouwen ; 24. Retiradejuffrouw - zie privaat juffrouw; 21. Retortenstoker - stokerijpers.; gasfabr. ; 16 ; (11). Retoucheur - fotograaf; chem. graf. inr., fotograf.-ateliers, filmfabr. ; 3. Retoucheur - beeldhouwer ; beelden- en ornamentenfabr. ; 8. Revolverbankdraaier - (2) ; massadraaier ; bankwerker ij en, draaierijen, metaalw.fabr., gereedschapmakerijen, ijzerw.fabr., ijzeren meubelfabr., slotenfabr., brandkastenfabr., wapen- en munitiefabr., constructiewerkpl., mach.- en appendagefabr., scheepswerven, spoor- en tramwegwerkpl., electrotechn. fabr., gas-, electr.- en watermeterfabr.; 11. Revolverbanksteller - (1) ; metaaldraaier; electrotechnische fabr.; 11. Revolverklinker - (2) ; luchtklinker; scheepswerven; 11. Revolverkoker - (2) ; zie caulker; 11. Riemenlijmer - drijfriemenmaker ; drijfriemenfabr. $ 9. Riemenmaker - zie riemenlijmer ; 9. Riemenmaker - lederbewerker; lederwarenfabr., zadel- en tuig- makerijen; 9. Riemensnijder - zie riemenmaker; 9. Riemer - kurkenmaker ; kurkwarenfabr. ; 6. Rieter - stucadoorsrieter, bespijkert de rachels met riet e.a. materialen ; stucadoorsbedr.; 4. Rietmeubelmaker - (pitriet) ; rietwarenfabr. ; 6. Rietmeubelschilder - zie rietmeubelmaker; 6. Rietrijger - aandraaier ; wolweverijen ; 15. Rietsnijder - griendwerker ; boschbouw ; 18. Rietvlechter - mandenmaker; mandenmakerijen en teenschillerijen ; 6. Riemschijfmaker - houtwarenfabr.; 6. Rietdekker - dakdekker ; dakdekkersbedr. ; 4. Rietenstoelenmaker - zie rietmeubelmaker; 6. Rietmattenmaker - zie mattenmaker ; 6. Rietmattenvlechter - zie mattenmaker ; 6. Rietwerker - zie rieter; 4. Rietwerker - handl. ; rietwarenfabr.; 6. Riffelaar - arb. ; meelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr.; 17. Ringenmaker - (1) ; goud- en zilversmid ; goud- en zilversmederijen; 11. Ringenwinder - (2) ; kabel- en geïsoleerddraadmaker; electr. draad- en kabelfabr. ; 11. Ringenzetter; arb.; schoenfabr.; 9. Ringer - zie ringenzetter ; 9. Ringer - sigarenfabr. en sigarenmakerijen; 17. Ringspinner - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Rioollegger - grondwerker ; grond- en waterbouwk. werken ; 4. Rioolreiniger - arb. ; openb. reinigingsdiensten ; 4. Rioolstamper - beton- en cementwerker; cementwarenfabr.; 1. Riooltrekker. - zie rioolreiniger ; 4. Rioolwerker - zie rioolreiniger; 4. Ritser - cartonnagewerker ; cartonnagefabr. ; 14. Rivierloods - loodswezen ; 21. Rivierpolitie - politiewezen ; 24. Roerder - arb. ; kaarsen- en waxinefabr.; 5. Roerganger - dekpers. ; zee- en binnenscheepvaart; 21. Roestbikker - (3) ; -krabber, -schrapper, -steker; ketelmakerijen, scheepswerven, wagon- en carrosseriefabr.; 11. BEROEPSKLAPPER. Roggebroodbakker - brood- en beschuitfabr. en broodbakkerijen ; 17. Rogneerder - arb. ; kaarsen- en waxinefabr. ; 5. Rokkenmaakster - costuumnaaister; kleermakerijen en conf.- fabr. (bovenkl.) ; 7. Rokkennaaister - zie rokkenmaakster; 7. Rokkennaaister - lingerienaaister; onderkl.- en huishoudg.fabr. ; 7. Rolder - pijpenmaker; fijnaardew.fabr.; 1. Roldrukker - katoendrukker ; katoendrukkerijen ; 15. Rollenaftikker - zie aftikker; 1. Rollenbinder - arb.; fabr. v. asphalt en asphaltpapier ; 14. Rollengieter - hulpvakarb.; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Rollensnijder - arb.; papierfabr. ; 14. Rollensnijder - papierbew. ; papierwarenfabr. ; 14. Rollenwinder - (3) ; handl; electr. draad- en kabelfabr., fabr. van staaldraadkabels, draadvlechterijen, metaalgaasfabr. ; 11. Roller - arb. ; rubberfabr. ; 9. Roller - handl. ; katoenweverijen; 15. Roller - bleekerijarb.; katoenbleekerijen ; 15. Rolluikenmaker - jalouziemaker; fabr. van zonneschermen, rolluiken en jalouzieën ; 6. Rolmachinearbeider - appreteur ; juteweverijen ; 15. Rolopmaker - zie roller; 15. Rompbouwer - (1) ; timmerman, vliegtuigfabr. ; 11; (6). Rompenmaker - massawerk en handwerk, stoelenmaker; meu- belfabr. en meubelmakerijen ; 6. Ronder - kurkenmaker ; kurkwarenfabr.; 6. Ronder - zie rander ; 11. Roncüooper - handl. ; sajetfabr. en nettenfabr; 15. Rondnaaier - stroohulzenmaker; fabr. v. stroohulzen e.a. art. uit stroo; 6. Rondzager - mach. houtbew. ; houtzagerijen- en -schaverijen, timmerfabr., parketvloerenfabr. e.a. houtwarenfabr.; 6. Rooker - slachterijen en vleeschwarenfabr., vischbew.inr. ; 17. Roomijsmaker - banketbakkerijen en consumptieijsfabr. ; 17. Roosjesslijper - diamantbew. ; inr. tot bew. van diamant; 2. Roosjessnijder - diamantbew. ; inr. tot bew. van diamant; 2. Roosjesversteller - diamantbew.; inr. tot bew. van diamant; 2Rootarbeider - vlasarb.; vlasser ij en ; 15. Rottingwerker - zie rotanbewerker ; 6. Rouleaandrukker - machinedrukker, katoendrukker; katoendrukkerijen ; 15. Rotanbewerker - handl.; rietwarenfabr.; 6. Rotatiepersdrukker - (zie ook courantendrukker) ; boek-, handels- en courantendrukkerijen; 3. Rouwer - zie ruwer ; 15. Rovingframearbeider - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Rubberbreker - arb. ; rubberfabr. ; 9. Rubberdroger - zie rubberbreker; 9. Rubbergieter - rijwiel- en autobandenmaker ; rubberfabr.; 9. Rubbermenger - zie rubberbreker; 9. Rubbervloerlegger - vloerlegger ; vloerleggersbedr.; 4. Rubberwalser - zie rubberbreker; 9. Rubberwasscher - zie rubberbreker ; 9. Rubberweger - zie rubberbreker; 9. Ruimer - (3) ; mach. metaalbew.; constructiewerkpl. en scheepswerven; 11. Runderslager - slager ; abattoirs, slachterijen en vleeschwarenfabr. ; 17. Runner - dekpers.; zeescheepvaart; 21. Russchenvlechter - mattenmaker ; rieten- en biezenmattenmakerijen; 6. Ruwer - appreteur; wolweverijen, wollendeken- en viltfabr., tricotagefabr. en -breierijen, katoenweverijen; 15. Rijger - arb.; schoenfabr. ; 9. Rijger - aandraaier ; wolweverijen, katoenweverijen, linnenweverijen ; 15. Rijgster - conf.fabr.arb.; kleermakerijen, conf.fabr. (bovenkl.); 7. Rijknecht - landbouwarb.; landbouw en veehouderij ; 18. Rijknecht - koetsier en stalpers.; huiselijke diensten; 26; (21). Rijknecht rijschool - sportscholen; 25. Rijksveldwachter - politiewezen ; 24. Rijnschipper - (met Rijnpatent) ; binnenscheepvaart; 21. Rijstmaler - arb.; stijfselfabr.; 17. Rijstpeller - arb. ; gort- en rijstpellerijen en grutterijen; 17. Rijswerker - zie ook kribwerker en krammer; grond- en waterbouwk. werken; 4. Rijswerker - griendwerker ; boschbouw ; 18. Rijtuigbankwerker - (1); grofbankwerker ; spoor- en tramwegwerkpl.; 11. Rijtuigbekleeder - (1) ; stoffeerder; wagon- en carrosseriefabr.; 11. Rijtuiglakker - (1) ; schilder; wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Rijtuigmaker - (1) ; carrosseriemaker; spoor- en tramwegwerk- pl., wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Rijtuigpoetser - onderhoudspers. van rollend materieel; spoor- en tramwegen; 21. Rijtuigpoetser - stalknecht; stalhouderijen ; 21. Rijtuigschilder - (1) ; schilder; spoor- en tramwegwerkpl., wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Rijtuigsmid - (1) ; smid; smederijen en bankwerkerijen, wagenmakerijen ; 11. Rijtuigsmid - (1) ; vuurwerker; wagon- en carrosseriefabr.; 11. Rijtuigstoffeerder - zie rijtuigbekleeder ; 11. Rijwielbandenmaker - rubberfabr. ; 9. Rijwielbewaarder - garageknecht; rijwielbewaarplaatsen ; 21. Rijwielhersteller - bankwerker; herstelpl. voor motorrijwielen en rijwielen; 11. Rijwielkettingkastenmaker - lederbew. en wasdoekbew. ; leder- waren- en wasdoekfabr. ; 9. Rijwiellakker - (2) ; lakkerijen en rijwielfabr.; 11. Rijwielmoffelaar - (2) ; lakkerijen en rijwielfabr. ; 11. Rijwielmonteur - (2) ; rijwielsamensteller ; wapen- en munitie- fabr.. rijwielfabr. ; 11. Rijwielreparateur - zie rijwielhersteller ; 11. Rijwielslijper - (2) ; metaalslijper ; rijwielfabr. ; 11. Rijwielzadelmaker - lederbew. en wasdoekbew.; lederwarenfabr. en zadelmakerijen ; 9. Safebeheerder - adm.pers.; bankinstell., kassiers ; 22. Sagomaker - arb. ; sagofabr.; 17. Sajetdroger - ververijarb. ; sajetfabr. ; 15. Sajethaspelaar - spoeler en twijner; sajetfabr.; 15. Sajetkammer - wolkammer ; sajetfabr. ; 15. Sajetknooper - handl.; sajetfabr.; 15. Sajetnopper - appreteur ; sajetfabr.; 15. Sajetopmaker - appreteur ; sajetfabr.; 15. Sajetoverjager - spoeler en twijner ; sajetfabr.; 15. Sa jetspinner - spinner ; sajetfabr.; 15. Sajetspoeler - spoeler en twijner ; sajetfabr. ; 15. Sajettwijner - spoeler en twijner ; sajetfabr.; 15. Sajetverver - ververijarb. ; sajetfabr. ; 15. Sajetwasscher - ververijarb. ; sajetfabr. ; 15. Sajetweger - handl.; sajetfabr.; 15. Sajetwinder - handl.; sajetfabr. ; 15. Sandwichman - reclamebordlooper ; reclamebureaux ; 20. Sanitairbewerkekr - aardewerkmaker; porcel.- en bouwaardewerkfabr.; 1. Satineerder - hulpvakarb. ; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. Satineerder - arb.; papier- en stroocartonfabr.; 14. Sausbereider - handl. ; tabaksfabr. en tabakskerverijen; 17. Sauser - handl.; tabaksfabr. en tabakskerverijen; 17. Saxofonist - sopraan-, alt- (le en 2e), tenor-, bariton- of bassaxofonist ; jazz-bands, orchesten; 24. Schaalknecht - stationspers. ; spoor- en tramwegen; 21. Schaapherder - veehoeder, veeknecht, landbouwarb. ; veehouderij ; 18. Schaarman - koperbewerker ; koperpletterijen ; 11. Schaatsenslijper - (2) ; slijper ; gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr. ; 11. Schablonist - decorschilder; schildersbedr.; 4. Schablonist - schilder ; kunstschildersateliers ; 8. Schabonker - arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Schabul - zie schabonker ; 1. Schachtbouwer - stutter ; steenkolenmijnen; 10. Schachtenmaker - arb.; schoenfabr.; 9. Schachtenstikker - arb. ; schoenfabr.; 9. Schachtenhersteller - handl. (ondergr.) ; steenkolenmijnen; 10. Schachthouwer - houwer ; steenkolenmijnen ; 10. Schakelbordmonteur - (1) ; bankwerker; electr.techn.fabr. en install.inr. ; 11. Schakelbordwachter - electriciteitsbedr.; 16. (Komt ook voor in andere groote bedr.). Schalmer - arb. ; schoenfabr. ; 9. Schapenslager - slager ; abattoirs, slachterijen en vleeschwarenfabr. ; 17. Scharenslijper - (2) ; slijper; gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr.; 11. Schatter - zie taxateur ; 24. Schatter - belastingpers.; belastingwezen ; 24. Schavenmaker - (1) ; gereedschapmakerijen; 11. Schaver - mach. houtbew.; lucifersfabr. ; 5; (6). Schaver - mach. houtbew. ; houtzagerijen en -schaverijen; 6. Schaver - (2) ; koperbewerker ; koperpletterijen ; 11. Schaver - zie houtschaver; 6. Schaver - zie metaalschaver; 11. Scheepmaker - (1) ; houtenscheepmaker of ijzerenscheepmaker; scheepswerven; 11. Scheepsbakker - bedienend pers.; zeescheepvaart; 21. Scheepsbeschieter - (1) ; timmerman, schrijnwerker; rijkswerven, scheepswerven; 11. Scheepsbeschuitbakker - brood- en beschuitfabr. ; 17. Scheepsblokmaker - (1) ; blok- en mastmaker; fabr. van scheepsbenoodigdheden, (masten, blokken, enz.) ; 11. Scheepsbouwkundige - scheepswerven ; 11. Scheepsbouwkundige - techn. pers. ; ingenieursbureaux ; 24. Scheepsbouwkundig ingenieur - scheepswerven ; 11. Scheepsbouwkundig ingenieur - ingenieursbureaux; 24. Scheepsconserveerder - conservatiearb.; rijkswerven ; 11. Scheepsdiepgangmeter - loodspers.; loods- en seinwezen; 21. Scheepsexpert - expert; verzekeringsmij.en ; 23. Scheepskok - bedienend pers. ; binnenscheepvaart, zeescheepvaart ; 21. Scheepskoker - zie caulker; 11. Scheepsmeter - belastingpers.; belastingwezen ; 24. Scheepsschilder - zie verver ; 11. Scheepsschilder - rijkswerven ; 11. Scheepsslooper - (3) ; arb. ; scheeps- en mach.slooperijen; 11. Scheepssmid - (1) ; smid; vuurwerker; scheepsw. en smederijen ; 11. Scheepsteekenaar - scheepswerven; 11; (24). Scheepsteekenaar - teekenaar ; ingenieursbureaux ; 24. Scheepstimmerman - (1) ; timmerman, zie ook scheepsbeschieter ; rijkswerven, scheepwerven; 11. Scheepstuiger - (1) ; tuiger, zie takelaar ; rijkswerven, scheepswerven ; 11. Scheepswerktuigkundige - techn pers. ; ingenieursbureaux ; 24. Scheepswerktuigkundige - machinist; zeescheepvaart (groote vaart) ; 21. Scheepsijker - (2) ; scheepswerven; 11. Scheepsijkopnemer - belastingpers.; belastingwezen ; 24. Scheerder - barbier, kapper; kapperszaken ; 7. Scheerder - zie kettingscheerder ; 15. Scheerder - zie stukkenscheerder ; 15. Scheikundige - chem. fabr. ; 5. Scheikundige - komt ook voor in andere bedr., bijv. kunstzijdefabr., gasfabr., waterleidingen, electr. bedr., enz ., (5). Scheikundig ingenieur - chem. fabr.; 5. Scheikundig ingenieur - ingenieur ; ingenieursbureaux ; 24; (5). Schelpenbrander - arb.; kalkfabr.; 1. Schelpenvisscher - schelpenvisscherij en -zuigerijen ; 10. Schepper - arb.; papierfabr. ; 14. Schepper - arb.; aardappelmeelfabr.; 17. Schepwerkmaker - (1) ; goud- en zilversmid ; goud- en zilversmederijen ; 11. Schietjesuitgever - handl.; linnenweverijen ; 15. Schietmeester - schietmeester ; steenkolenmijnen ; 10. Schifter - arb.; schoenfabr.; 9. Schilder - huisschilder (prima, goed, gewoon burgerwerk, dan wel nieuwbouwschilder in mindere soort, zgn. revolutiewerk, betere soort, of onder architect gebouwden nieuwbouw); zie ook brug-, constructie-, decoratie-, fabrieks-, metaal-, reclame-, rijtuig-, scheepsschilder; schildersbedr. en glazenmakerijen ; 4. Schilder - borstel- en bezemfabr., div. houtwarenfabr., fabr. van zonneschermen, rolluiken en jalouzieën, kistenfabr. en kistenmaker ij en, klompenfabr. en makerijen, knoopen- en balei nenfabr., mandenmakerijen en teenschillerijen, meubelfabr. en -makerijen, timmerfabr.; 6. Schilder - (2) ; figuur- en letterschilder ; emailleerfabr.; 11. Schilder - (2) ; haardenlakker ; haarden- en kachelfabr.; 11. Schilder - (2) ; handl. ; wapen- en munitiefabr.; 11. Schilder - (2) ; constructieschilder; constructiewerkpl. ; 11. Schilder - (1) ; schilder; vliegtuigfabr. ; spoor- en tramwegwerkpl.; 11. Schilder - (2) ; lakker ; kinderwagenfabr.; 11. Schilder - onderhoudspers. van weg en werken; spoor- en tramwegen ; 21. Schipper - baggerpers.; grond- en waterbouwk. werken, baggerbedr. ; 4 ; (21). Schipper - bagger- en scheepspers.; delverijen van klei, zand en grind; 10; (21). Schipper - oester- en mosselvisscher; zee- en kustvisscher; oester- en mosselteelt, zee- en kustvisscherij ; 19. Schipper - bergingsdiensten, binnenscheepvaart, loods- en seinwezen, zeescheepvaart; 21. Schipper - militair (zeemacht) ; krijgswezen; 24; (21). Schippersknecht - dekpers. ; loods- en seinpers.; binnenscheepvaart, loods- en seinwezen, zeescheepvaart; 21. Schlauehcopsspinner - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Schlauchwasscher - arb.; div. chem. fabr.; 5. Schoenmaker - hand-schoenmaker; schoenfabr. en schoenmakerijen ; 9. Schoenmaker (hand) - handschoenmaker; lederwarenfabr; 9. Schoenparer - arb.; schoenfabr.; 9. Schoenpinner - arb. ; schoenfabr. ; 9. Schoenpoetser - arb.; schoenfabr. en schoenmakerijen; 9. Schoenpoetser - vrije beroepen ; 24. Schoenpoetser - huispers.; hotels ; 21. Schoenreparateur - hand-schoenmaker ; schoenmakerijen ; 9. Schoensnijder - zie coupeur; 9. Schoensmeermaker - arb.; poets- en smeermiddelenfabr. ; 5. Schoenstikker - arb.; schoenfabr.; 9. Schokker - arb.; lucifersfabr.; 5. Schommelknecht - waschknecht; wasch- en strijkinr.; 7. Schoonmaakster - zie werkster ; 21. Schoopeerder - (2) ; schoopeerder; galvaniseerinr., lakkerijen en schoopeerinr.; 11. Schoorsteenbouwer - metselaar; boüwbedr.; 4. Schoorsteenveger - schoorsteenvegersbedr.; 4. Schoppenmaker - houtbew. (hand) ; houtwarenfabr.; 6. Schorsmaler - zie schorsmolenaar; 6. Schorsmaler - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. v. de bew. van huiden, leerfabr.; 9. Schorsmolenaar - schorsmaler ; schorsmalerijen; 6. Schortenmaker - lingerienaaister; onderkl.- en huishoudgoederenfabr.; 7. Schortennaaister - lingerienaaister ; onderkl.- en huishoudgoederenfabr.; 7. Schoudernaaister - conf.fabr.arb. ; kleermakerijen en confectiefabr.; 7. Schouderspeldster - conf.fabr.arb. ; kleermakerijen en confectie- fabr.; 7. Schraper - arb.; stijfselfabr.; 17. Schriftlithograaf - lithograaf ; steendrukkerijen; 3. Schrobbelaar - openaar en bandvormer ; wolspinnerijen; 15. Schrobber - arb.; margarinefabr.; 17. Schroevendraaier - (2) ; koperwerker ; metaalwarenfabr. ; 11. Schroevenmaker - (2) ; koperwerker ; metaalwarenfabr.; 11. Schrooier - arb.; schoenfabr.; 9. Schrootmaler - arb.; kunstmestfabr.; 5. 25 Schrijfmachinemonteur - (1) ; bankwerker, monteur en plaatwerker ; machine- en apparatenfabr. ; 11. Schrijfmachinereparateur - (1) ; zie schrijfmachinemonteur ; 11. Schrijnwerker - timmerman, meubelmaker; bouw- en onderhoud van gebouwen (winkelbetimmeringen e.d.) ; 4. Schrijnwerker - houtbew. (hand), meubelmaker ; div. houtw.fabr,. meubelfabr. en meubelmakerijen ; 6. Schrijnwerker - (1); houtbew. (hand), meubelmaker; spooren tramwegwerkpj., wagon- en carrosseriefabr. ; 11; (6). Schrijver - adm.pers. ; adm.kantoren ; 24. Schuimer - gerout. arb. ; waterleidingen; 17. Schuimmaker - officier ; suikerwerkfabr.; 17. Schuitenvoerder - baggerpers., reinigingsarb. ; grond- en waterbouwk. werken, openbare reinigingsdiensten ; 4. Schuitenvoerder - dekpers.; binnenscheepvaart; 21. Schuitjesvuller - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Schuiver - (2) ; naalden- en speldenmaker ; naalden- en speldenfabr.; 11. Schulpzager - houtbew. mach. ; houtzagerijen, kistenfabr., kuiperijen ; 6. Schuttenzetter - zie turfdrager ; 10. Schuurder - beton- en cementwerker, schuurder; cementfabr., kunststeenfabr. ; 1. Schuurder - beton- en cementwerker, steenschuurder; betonbouwbedr., bouw- en onderhoud van gebouwen, steenhouwerijen, -zagerijen en -slijperijen ; 4. Schuurder - handl. politoerder; klompenfabr. en klompenmakerijen, meubelfabr. en meubelmakerijen; 6. Schuurder - arb.; schoenfabr.; 9. Schuurder - (2); zie metaalschuurder; 11. Schuurmachinearbeider - kettingscheerder ; juteweverijen ; 15. Schuurpakker - arb.; papierfabr.; 14. Schijvenmaker - lederbewerker ; lederwarenfabr. ; 9. Schijvenschuurder - slijper ; galvaniseerinr.; 11. Scutcherarbeider - katoenspinnerijen; 15. Seingever - handl.; bruinkoolgroeven ; 10. Seingever - (bovengr.); steenkolenmijnen; 10. Seingever - (ondergr.); steenkolenmijnen; 10. Seinhuiswachter - bewakings- en beveiligingspers.; spoor- en tramwegen; 21. Seinjongen - dekpers.; zeescheepvaart; 21. Seinschilder - onderhoudspers. van weg en werken; spoor- en tramwegen ; 21; (4). Seinwachter - loods- en seinpers.; loods- en seinwezen ; 21. Seinwachter - zie seingever ; 10. Seinwerker - onderhoudspers. van weg en werken; spoor- en tramwegen; 21; (11). Selfactorspinner - spinner ; katoen-, wolspinnerijen; 15. Selfactorsteller - spinner; katoen- wolspinnerijen ; 15. Separatiearbeider - arb.; cellulosefabr. ; 14. Serveerjuffrouw - kellner; hotels, restaurants, lunchrooms ; 21. Sexionaalscheerder - kettingscheerder ; linnenweverijen ; 15. Shuttler - wever; vitrage weverij en ; 15. Sigarencontroleur - sigarenfabr. en -makerijen; 17. Sigareninnemer - sigarenfabr. en -makerijen ; 17. Sigarenkistenmaker - kistenmaker (hand); kistenfabr. en kistenmaker ij en ; 6. Sigarenmaker - sigarenmaker ; sigarenfabr. en sigarenm.ijen ; 17. Sigarenplakker - plakkerijarb.; sigarenfabr. en sigarenm.ijen ; 17. Sigarenperser - plakkerijarb.; sigarenfabr. en sigarenm.ijen; 17. Sigarenringer - ringer; sigarenfabr. en sigarenmakerijen ; 17. Sigarensorteerder - sigarenfabr. en sigarenmakerijen; 17. Sigarettenvormer - sigarettenmaker ; sigarettenfabr. ; 17. Sigarettenplakker - sigarettenfabr. ; 17. Sigarettensorteerder - sigarettenfabr.; 17. Sigarettenvormer - sigarettenmaker ; sigarettenfabr.; 17. Signaalsmid - onderhoudspers. van weg en werken ; spoor- en tramwegen ; 21. Siloknecht - magazijn- en pakhuispers.; veem- en pakh.bedr; 21. Siroopmaker - damper, koker ; glucose-, stroopfabr. ; 17. Siroopmak,er - conserveerder; fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr. ; 17. Siroopstoker - zie siroopmaker ; 17. Sjouwer - zie metaalsjouwer; 11. Sjouwer - haven- en transportarb. ; expediteursbedr., bedr. voor lading en lossing (stuwadoors, cargadoorsbedr.), veem- en pakhuisbedr., e.a. transportondern. ; 21. Slachter - zie slager ; 17. Slager - slager; abattoirs, slachterijen en vleeschw.fabr. ; 17. Slager - bedienend pers.; zeescheepvaart; 21. Slagkrooier - veenarb.; veenderijen ; 10. Slagwerker - drummer; jazz-band, orchesten; 24. Slangenmaker - verv. van techn. rubberart.; rubberfabr. ; 9. Slangenwever - wever ; linnenweverijen ; 15. Sleepbootkapitein - binnenscheepvaart; 21. Sleeper - steenkolenmijnen ; 10. Sleepersknecht - voerman ; expediteursbedr. e.a. transportondernemingen ; 21. Slemper - arb.; aardappelmeelfabr.; 17. Slemptafelarbeider - zie slemper; 17. Sleutelmaker - (2); bankw. (massawerk); gereedschapmakerijen, ijzerw.fabr., slotenfabr.; 11. Sleutelmeester - boorarb.; opsporing van delfstoffen; 10. Slichter - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr.; 9. Slikvervoerder - handl. (bovengr.); steenkolenmijnen; 10. Sloepenmaker - (1); scheepstimmerman; scheepswerven; 11. Sloeper - handl.; bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Slooper - slooperijen ; 4. Slootenreiniger - arb. ; openbare rein. en ontsmettingsdiensten, openbare werken; 4. Slotenmaker - (2); bankw. (massawerk); slotenfabr. ; 11. Slotensmid - (1); smid; smederijen en bankwerker ij en; 11. Slotenvijler - 2); zie slotenmaker ; 11. Sluisknecht - sluispers. ; sluis- en havenwezen; 21. Sluismeester - zie sluisknecht; 21. Sluiswachter - zie sluisknecht; 21. Slijper - aardewerkslijper ; fabr. van aarden buizen, dakpannen en vloertegels, grof- en fijnaardew.-, porcelein-, muurtegelen bouwaardew.fabr. ; 1. Slijper - zie glasslijper; 1. Slijper - zie steenslijper; 3. Slijper - arb. ; fabr. van hoornen, barnsteen en schildpad e.d. voorwerpen; 6. Slijper - zie brillenglasslijper ; 11. Slijper - zie metaalslijper; 11. Smeerder - arb.; schoenfabr.; 9. Smeerder - (3); handl. ; hoogovenbedr.; 11. Smeerder - handl.; jutespinnerijen; 15. Smelter - handl. ; venster-, spiegelglas- e.a. glasfabr.; 1. Smelter - arb. ; lijm-, gelatinefabr. e.a. beenderverw.inr., poetsen smeermiddelenfabr. ; 5. Smelter - handl.; linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr.; 9. Smelter - zie metaalsmelter en staalsmelter ; 11. Smelter (eerste) - (1); hoogovenbedr. en staalgieterijen; 11. Smelter (tweede en derde) - (2); hoogovenbedr. en staalgieterijen ; 11. Smelter - (2); ijzer- en metaalgieterijen, lood- en zinkpletterijen en -perserijen, lettergieterijen; 11. Smelter - (2); emailleur ; emailleerfabr. ; 11. Smelter - kopersmelter, ijzersmelter; spoor- en tramwegwerkplaatsen; 11. Smelter - arb. ; suikerraffinaderijen, zoutziederijen ; 17. Smelter - arb. ; margarinefabr., oliefabr.; 17. Smid - fabr. van zonneschermen, rolluiken en jalouzieën; 6. Smid - (1); smederijen, kettingfabr., bankwerker ij en, metaalw.-, lampen- en blikw.fabr., gereedschapmakerijen en ijzerw.fabr., ijzeren meubelfabr., brandkastenfabr., haarden- en kachelfabr., wapenfabr., hoefijzerfabr., constructiewerkpl., ketelmakerijen, mach.- en apperidagefabr., scheepswerven, autoen motorrijwielenfabr., vliegtuigfabr., spoor- en tramwegwerkpl., wagon- en carroseriefabr., wagenmakerijen, kinderw. fabr., electrotechn. fabr., gas-, electr.- en watermeterfabr., rijkswerven; 11. Smid - onderh.pers. van weg en werken ; spoor- en tramw.; 21. Smid - zie ook vuurwerker, kachelsmid, hoefijzersmid, hoefsmid, rijtuigsmid, wagensmid, scheepssmid, wapensmid, veerensmid; smeden komen ook voor in techn. afd. van groote bedr.; (11). Smouter - openaar en bandvormer ; wolspinnerijen; 15. Smoutzetter - handzetter; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Snapper - arb.; brikettenfabr.; 10. Snararbeider - mengzaal-, duivelkamer- en kraskamerarb. ; katoenspinnerijen ; 15. Snarder - zie snararb.; 15. Snarenknooper - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Snarenmaker - (1); muziekinstrumentenfabr. ; 11. Sneevergulder - vergulder ; zie ook persvergulder ; boekbinderijen ; 14. Sneezager - mach. houtbew. ; houtzagerijen en -schaverijen; 6. Snelpersdraaier - hulpvakarb.; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Snelpersdrukker - drukker ; boek- handels- en courantendrukkerijen, steen-, diepdruk- en koper drukkerij en ; 3. Snoerknooper - aandraaier; katoenweverijen ; 15. Snoermaker - (2); wikkelaar; electrotechn. fabr.; 11. Snijbrander - (2); zie autogeen-brander; 11. Snijder - zie knipper; 7. Snijder - coupeur, arb. ; schoenfabr. ; 9. Snijder - handl.; linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr. ; 9. Snijder - (2); handsnijder; bladtin- en bladalluminium(stanniol) fabr. ; 11. Snijder - zie papiersnijder; 14. Snijder - appreteur ; wolweverijen ; 15. Snijder - arb.; plantenhaarbewerking ; 15. Snijmachinearbeider - mach. houtbew. ; lucifersfabr. ; 5. Snijmachinearbeider - appreteur ; juteweverijen ; 15. Sodabereider - arb.; fabr. van samengeperste gassen ; 5. Sodabrander - arb. ; sodaraffinaderijen; 5. Soldeerder - (2); loodgieterijen, zinkwerkerijen, aanleg van gasen waterleiding ; 11. Soldeerder - (2); koper- en blikslagerijen; emailleerfabr., metaalw.- en lampenfabr., blikwarenfabr., blikslagerijen, gereedschapmakerijen, ijzerwarenfabr., slotenfabr.; 11. Soldeerder - (1); goud- en zilversmid ; goud- en zilversmederijen ; 11. Solutiemaker - menger ; rubberfabr.; 9. Sorteerder - handl. ; grof- en fijnaardew.-, porcelein-, muurtegelen bouwaardew.fabr., venster- en spiegelglasfabr. e.a. glasfabr.; 1. Sorteerder - handl. ; hulpvakarb.; steen-, diepdruk- en koperdrukkerijen ; 3. Sorteerde^ - arb.; kaarsen- en waxinefabr. ; 5. Sorteerder - handl. ; klompenfabr., mandenmakerijen en teenschillerijen; 6. Sorteerder - arb. ; knoopen- en baleinenfabr., fabr. van hoornen, barnsteenen, schildpad, e.d. voorwerpen; 6. Sorteerder - stroohuLzenmaker; fabr. van stroohulzen e.a. art. uit stroo; 6. Sorteerder - handl.; wasch- en strijkinr., chem. wasscherijen en ververijen; 7. Sorteerder - arb. ; leerlooieryen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr., schoen- en rubberfabr.; 9. Sorteerder - zeverijpers.; steenkolenmijnen ; 10. Sorteerder - (3); handl.; koperpletterijen, capsulefabr., emailleerfabr., blikwarenfabr., gereedschapmakerijen, ijzerwarenfabr., slotenfabr.; 11. Sorteerder - arb.; papierfabr., papierwarenfabr. ; 14. Sorteerder - handl.; katoenweverijen, moltondekenfabr., katoendrukkerijen, linnenweverijen, kapok- en wattenfabr., plantenhaarbew.; 15. Sorteerder - ververijarb. ; katoenweverijen; 15. Sorteerder - openaar en bandvormer; jutespinneryen; 15. Sorteerder - sorteerderij-arb.; kunstzijdefabr; 15. Sorteerder - arb.; granen- en zadenzuiveringsinr., meelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr., vermicelli- en macaronifabr., kandijfabr., groentenzouterijen, -drogerijen en inmakerijen van groenten, vruchten en aardappelen; 17. Sorteerder - handl.; banketbakkerijen, suikerwerkfabr., cacaoen choc.fabr. ; 17. Sorteerder - zie tabaksorteerder; 17. Sorteerder - zie vruchtensorteerder; 17. Sorteerder - rooker, inmaker, zouter; vischbew.inr. ; 17. Sorteerder - zie darmensorteerder ; 17. Sorteerder - (hand- of machine-); sorteert brieven e.a. poststukken met de hand of met de sorteermach.; posterijen; 21. Soubrette - zangeres, voordrachtskunstenares, lichte of kleinkunst ; cabaretgezelschappen, voor eig. rek. werk. artisten; 24. Souffleur - glasmaker ; glasfabr.; 1. Souffleur - tooneelgezelschappen, schouwburgen; 24. Soufreiner - (2); scheepswerven; 11. Ook souvereiner, ontbraamt met souvereinboor de geponste of geboorde gaten in scheepsplaten. Spaakhouder - zie heier; 4. Spakendraaier - (2); mach. houtbew.; wagon- en carrosserie, fabr.; 11. Spanensnijder - mandenmaker ; mandenmakerijen en teenschillerijen; 6. Spanner - waschknecht; wasch- en strijkinr. ; 7. Spanner - opmaker; chem. wasscherijen en ververijen, tapijtrein.inr.; 7. Spanner arb. ; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr.; 9. Spanner - appreteur; wolweverijen, katoenbleekerijen ; 15. Spanningsregelaar - schakelbordwachter ; electriciteitsbedr.; 16. Spantenbouwer - (1); ijzerwerker; scheepswerven; 11. Spantenbuiger - (1); zie spantenbouwer; 11. Spantenplaatser - (1); ijzerwerker; scheepswerven ; 11. Spantentrekker - (1); zie spantenbouwer; 11. Spantenvormer - (1); zie spantenbouwer; 11. Spantenzetter - (1); zie spantenplaatser ; 11. Specerijmaler - arb. ; mosterd- en speeerijfabr.; 17. Speciemaker - arb. ; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Speciemaker - handl; venster-, spiegelglas e.a. glasfabr., cementwarenfabr.; 1. Speciemaker - opperman; bouw- en onderh. van gebouwen; 4. Speciemaker - arb.; brikettenfabr. ; 10. Speciemaker - (2); metaalsmelter, speciesmelter; lettergieterijen ; 11. Speciemenger - zie speciemaker; 1, 4, 10. Specierollengieter - zie rollengieter; 3. Speelgoedmaker - houtbew.; speelgoederenfabr.; 6. Speelgoedverver - schilder ; speelgoederenfabr.; 6. Speetster - haring-, spieringspeetster; vischbew. inr.; 17. Spekrooker - rooker, conserveerder; slachterijen en vleeschw. fabr.; 17. Spekzouter - conserveerder; slachterijen en vleeschw.fabr. ; 17. Speldenmaker - naalden- en speldenfabr.; 11. Spiegelmaker - glasverzilveraar; glasbew.inr.; 1. Spiegelslijper - glasslijper; glasbew.inr.; 1. Spinner - wolspinnerijen, sajetfabr., katoenspinnerijen, vlasspinnerijen, jutespinnerijen, kunstzijdefabr., garenspinnerijen, paardenhaarbewerking; 15. Spiraalmaker - arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Spiraalopzetter - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Spiraalwikkelaar - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Spiritusstoker - arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr.; 17. Spiritustapper - arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr.; 17. Spirituszuiveraar - arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr.; 17. Spitsslijper - (2); naalden- en speldenmaker; naalden- en speldenfabr. ; 11. Spitter - arb.; stijfselfabr.; 17. Splitser - touwslager ; touwslagerijen ; 15. Splitser.- (2); repareert staaldraadtouw; vliegtuigfabr. ; 11. Splitser - (2); schaaft splitsen (schuine kanten) aan scheepsplaten ; scheepswerven ; 11. Splitser - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr.; 9. Spoeler - waschknecht; wasch- en strijkinr.; 7. Spoeler - chem. en natwasscher ; chem. wasscherijen en ververijen, tapijtrein.inr.; 7. Spoeler - (3); handl.; metaalwaren- en lampenfabr., draadvlechterijen en metaalgaasfabr., gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Spoeler - spoeler en twijner; winder, kluwer enz.; sajetfabr. en breierijen, katoenververijen en moltondekenfabr., spoelerijen en twijnerijen, linnen-, juteweverijen, garenspinnerijen, nettenfabr., tapijt- en mattenfabr., fluweel-, trijp- en moquette- fabr., vitrageweverijen, kantfabr., band-, veter- en koordfabr., passementfabr.; 15. Spoeler - haspelarijarb.; kunstzijdefabr.; 15. Spoeler - arb. ; aardappelmeelfabr., azijnfabr., mosterd- en specerijfabr.; 17. Spoeler - handl.; suikerraffinaderijen; 17. Spoelingdroger - arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr.; 17. Spoelingkoker - arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr.; 17. Spoelingwerker - arb. ; branderijen, gist- en spiritusfabr. ; 17. Spoelingwerker - arb.; branderijen, gist- en spiritusfabr.; 17. Spoelknecht - handl,; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Spoelknecht - arb.; distilleerderijen en likeurstokerijen, wyn- en bierbottelarijen; 17. Spoelwinder - (2); wikkelaar ; electrotechn. fabr.; 11. Spoelwinder - spoeler en twijner ; band-, veter- en koordfabr.; 15. Sponsenbereider - arb.; sponsenbereidingsinr.; 7. Sponsennaaister - arb.; sponsenbereidingsinr.; 7. Sponsensorteerder - arb. ; sponsenbereidingsinr. ; 7. Sponsenwasscher - arb.; sponsenbereidingsinr.; 7. Sponturfmaker - veenarb. ; veenderijen; 10. Spoorbrugwachter - bewakings- en beveiligingspers.; spoor- en tramwegen; 21. Spoorlader - arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Spoorlegger - opperman en bouwvaksjouwer ; grond- en waterbouwk. werken, baggerbedr. ; 4. Spoorlegger - grondwerker ; bruinkoolgroeven ; 10. Spoorrijder - arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Spoorwachter - handl. (ondergr.); steenkolenmijnen; 10. Spoorwegwachter - bewakings- en beveiligingspers.; spoor- en tramwegen; 21. Spoorwerker - onderhoudspers. van weg en werken; spoor- en tramwegen ; 21. Sprangwerker - grondw. ; waterleidingen ; 17 ; (4). Sprayer - ververijarb. ; chem. wasscherijen en -ververijen, tapijtreininr.; 7. Spreekmachinereparateur - monteur; machine- en apparatenfabr.; 11. Sprietser - vormer ; cacao- en choc.fabr.; 17. Sproeier - opperman, bouwvaksjouwer ; aanleg van macadam-, asphaltwegen e.d. en onderhoud van wegen ; 4. Sproeier - arb.; openb. reinigings- en ontsmettingsdiensten; 4. ■ Sproeimachinearbeider - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen ; 15. Spuier - arb.; openb. reinigingsdiensten; 4. Spuiter - rijwiel- en autobandenmaker; rubberfabr.; 9. Spuiter - (3); handl.; emailleerfabr.; 11. Spuiter - (2); lakker; metaalw.- en lampenfabr. ; 11. Spuiter - banketbakker ; banketbakkerijen ; 17. Spuiter - grond.; waterleidingen; 17; (4). Spuitgast - brandweerman; brandweer; 24. Spijker jongen - handl.; houtzagerijen en -schaverijen; 6. Spijkerjongen - handkistenmaker; kistenfabr. en kistenm.rijen; 6. Spijkerjongen - plakkerijarb. ; sigarenfabr. en sigarenm.rijen; 17. Spijkermaker - (2); draad-, draadnagel- en spijkerfabr.; 11. Staafjesdrukker - arb. ; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Staafjessnijder - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Staafjessorteerder - arb.; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Staaldraadmaker - (2); staaldraadkabelmaker; fabr. van staaldraadkabels ; 11. Staaldraadmatrassenmaker - (2); draadvlechter; draadvlechte- rijen en metaalgaasfabr.; 11. Staaldraadsplitser - (2); draadvlechter; draadvlechterijen en metaalgaasfabr. ; 11. Staaldraadtrekker - (2); zie staaldraadmaker ; 11. Staaldraaier - (1); metaaldraaier; mach. fabr.; 11. Staalgieter - (1); staalgieterijen; 11. Staalgraveur - (1); graveur ; stempelfabr. en graveerinr.; 11. Staalmaker - handl. ; katoendrukkerijen ; 15. Staalsinelter - (1); staalgieterijen; 11. Staaltrosmaker - (2); zie staaldraadmaker; 11. Staalvormer - (1); vormer; staalgieterijen; 11. Staalzager - (2); metaalzager; machinefabr. ; 11. Stalbaas - stalknecht; stalhouderijen, expediteursbedr., bestel- en bodediensten, e.a. transportondernemingen; 21. Stalenknipper - handl.; wolweverijen ; 15. Stalknecht - voerman (ondergr.); steenkolenmijnen; 10. Stalknecht - landb.arb.; landbouw (akkerbouw en veeh.rij); 18. Stalknecht - stalhouderijen, expediteursbedr., bestel- en bodediensten, e.a. transportondern.; 21. Stalknecht - stalpers.; huiselijke diensten ; 26. Stamper - arb.; kalkzandsteenfabr., cementfabr.; 1. Stamper - inzetter en stamper ; kunststeenfabr; 1. Stamper - beton- en cementwerker; cementwarenfabr.; 1, Stamper - beton- en cementwerker; bouw en onderhoud van gebouwen, betonbouwbedr.; 4. Stamper - opperman, straatmakershelper; straatmakersbedr. ; 4. Stamper - arb.; magnesietmalerijen en magnesiafabr ; 5. Stamper - (2); ponser; capsulefabr., metaalw.- en lampenfabr., gereedschapm. en ijzerwarenfabr.; 11. Stamper - (2); mach. blikbew. ; emailleerfabr., blikw.fabr., gas-, electriciteits- en watermeterfabr.; 11. Stamper - (2); pletter, perser; goud- en zilversmederijen; 11. Stamper - (2); naalden- en speldenmaker ; naalden- en speldenfabr.; 11. Stamper. - melkpoedermaker ; boter-, kaas- melkprod.fabr.; 17. Stamper - arb.; oliefabr., koffiestroopfabr. en cichoreibranderijen; 17. Stamperijarbeider - (2); handl.; hoogovenbedr; 11. Stannioler - handl. ; cacao- en choc.fabr. ; 17. Stanniolmaker - (2); pletter; bladtin- en bladalluminium(stanniol)fabr. ; 11. Stanzer - arb. ; zeepfabr. ; 5. Stanzer - arb. ; celluloidw.fabr., fabr. van hoornen, barnsteenen, schildpad e.d. voorwerpen; 6. Stanzer - arb.; schoenfabr.; 9. Stanzer - (2); mach. blikw.; emailleerfabr. ; 11. Stanzer - (2); ponser; metaalw.- en lampenfabr., gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr., electrotechn.fabr. en instrumentmakerijen ; 11. Stanzer - papierbew.; papierw.fabr. ; 14. Stanzer.- boekbinder; boekbinderijen; 14. Stapelaar - arb.; houtbereidingsinr.; 6. Stationsarbeider - spoor- en tramwegen; 21. Stationschef - spoor- en tramwegen; 21. Stationsklerk - adm.pers.; spoor- en tramwegen; 21. Steenafknipper - arb. ; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Steenafnemer - zie afnemer; 1. Steenafsnijder - zie steenafknipper ; 1. Steenafzetter - zie afnemer en afzetter; 1. Steenbaas - opzichter, steenfabr.arb. ; baksteenfabr., brikkenbakkerijen en fabr. van vuurvaste steenen; 1. Steenbikker - slooper; slooperijen; 4. Steenbrander - steenfabr.arb.; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Steenbreker - arb.; kalk-, gips-, tras- en krijtfabr.; 1. Steenbreker - arb. ; magnesietmalerijen en magnesiafabr. ; 5. Steendekker - steenfabr.arb. ; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Steendroger - steenfabr.arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Steendrukker - steendrukkerijen ; 3. Steengaasmonteur - stucadoor, zie ook rieter; stucadoorsbedr.; 4. Steenglazuurder - steenfabr.arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Steengoeddraaier - aardewerkmaker ; grof- en fijnaardew.-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Steengreiner - steenslijper ; steendrukkerijen ; 3. Steenhouwer - kunststeenfabr.; 1. Steenhouwer - steenhouwerijen, -zagerijen en -slijperijen ; 4. Steeninkruier - steenfabr.arb. ; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Steeninoliër - handl.; kunststeenfabr.; 1. Steeninzetter - zie steeninkruier; 1. Steenkapper - grondwerker ; mergelgroeven ; 10. Steenklopper - opperman en bouwvaksjouwer ; bouw en onderhoud van gebouwen, aanleg van macadam-, asphaltwegen e.d. en onderhoud van wegen; 4. Steenklopper - slooper; slooperijen; 4. Steenlader - steenfabr.arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Steenlegger - steenfabr.arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Steenlezer - zeverijpers. ; steenkolenmijnen; 10. Steenlosser - haven- en transportpers.; bedr. voor lading en lossing ; 21. Steenmaler - arb. ; kalk-, gips-, tras- en krijtfabr.; 1. Steenmaler - arb.; zinkwitfabr.; 5. Steennootdraaier - arb. ; knoopen- en baleinenfabr. ; 6. Steennootzager - zie steennootdraaier ; 6. Steenomzetter - zie steenlegger; 1. Steenoprijder - zie steeninkruier; 1. Steenopsnijder - steenfabr.arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Steenperser - steenfabr.arb. ; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Steenpolijster - steenslijper; steenhouwerijen, -zagerijen en -slijperijen ; 4. Steenrander - steenfabr.arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Steenraper - zie steenlezer ; 10. Steenschuurder - zie steenpolijster; 4. Steenslager - steenfabr.arb.; baksteenfabr. en brikkenbakker ij en, fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Steenslijper - steengreiner, hulpvakarb. ; steendrukkerijen; 3. Steenslijper - zie steenpolijster; 4. Steensorteerder - steenfabr.arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Steensorteerder - handl. (bovengr.); steenkolenmijnen; 10. Steenstrijker - steenfabr.arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Steentasser - zie steenopzetter ; 1. Steenuitkruier - steenfabr.arb. ; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Steenvormer - steenfabr.arb. ; zie steenperser; 1. Steenzager - steenhouwerijen, -zagerijen en -slijperijen; 4. Steenzetter - steenfabr.arb. ; zie afzetter; 1. Steenzetter - basaltsteenzetter, kribwerker; waterbouwk. werken ; 4. Steenzetter - (1); goud- en zilversmid; goud- en zilversmederijen ; 11. Steenzetter - steenlader en -losser ; bedr. v. lading en lossing ; 21. Stehgeiger - violist, leider dansorchest; bands, dansorchesten; 24. Steigermaker - opperman ; bouw en onderh. van gebouwen ; 4. Steker - (2); metaalsteker, -schaver; bankwerkerijen, scheepswerven, wagon- en carrosseriefabr., spoor- en tramwegwerkpl., machine- en appendagefabr. ; 11. Stekkendroger - arb. ; lucifersfabr. ; 5. Stekkenraper - arb.; lucifersfabr.; 5. Steller - (2); richt of spoort wielen, frame, stuur e.d.; auto-, motorrijwiel- en rijwielfabr. ; 11. ^ Stellingmaker - (2); maakt steigers langs den romp van het schip ; scheepswerven ; 11. Stelmaker - (1); carrosseriemaker; wagon- en carross.fabr. ; 11. Stelmaker - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Stempelaar - arb.; zeepfabr.; 5. Stempelaar - arb.; schoenfabr.; 9. Stempelaar - (3); handl.; capsulefabr., hoefijzerfabr., gloei- en radiolampenfabr., electrotechn.fabr.; 11. Stempelaar - boekbinder ; boekbinderijen; 14. Stempelaar - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen; 15. Stempelaar - arb.; margarinefabr. ; boter-, kaas- en melkprod. fabr. abattoirs, slachterijen en vleeschwarenfabr.; 17. Stempelaar - (hand- of machine); brievensorteerder en -afstempelaar ; posterijen ; 21. Stempeldraaier - arb.; stofknoopenfabr. ; 7. Stempeldrukker - boekbinder ; boekbinderijen ; 14. Stempelgraveur - (1); graveur; stempelfabr. en graveerinr., goud- en zilversmederijen; 11. Stempelkussenmaker - arb.; inkt- en zegellakfabr.; 5. Stempelmaker - verv. van techn. rubberart. ; rubberfabr. ; 9. Stempelmaker - (1); fijn-bankwerker, gereedschapmaker; blikwarenfabr., gereedschapmakerijen, metaalwarenfabr., ijzerwarenfabr., slotenfabr., wapen- en munitiefabr., machine- en appendagefabr., electrotechn.fabr.; 11. Stempelsnijder - (1) ; graveur ; lettergieterijen, goud- en zilversmederijen ; 11. Stempelsteller - (1); mach. bankw., automatensteller; blikwarenfabr., electrotechn.fabr., munitiefabr., metaalwarenfabr.; 11. Stenograaf - redactiestenograaf ; journalistiek ; 24. Stenograaf - vergaderingstenograaf ; stenografenbureaux ; 24. Stenograaf - kantoorstenograaf; fabrieks-, handels-, administratiekant., exp.ondern., kant. v. org. v. werkg. en werkn., winkelzaken, bankinstell., kassiers; enz.; (24). Steno-typist(e) - bankinst., kassiers, comm. in eff., cheque- en girodiensten, hypotheekbanken, verzekeringsmaatsch., ziekenfondsen e.d., administratiekantoren, handels- en fabriekskantoren, transportondern., winkelzaken, accountants-, notaris- en advocatenkantoren, kant. v. org. v. werkg. en werkn., vereenigingskantoren enz. ; (24). Stereotypeur - ook stypeur; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Stereotypeur - (1); galvanoplastiekarb., galvaniseur, (maakt vaste drukvormen of letterplaten zgn. stereotypen, onbeweeglijk samengegoten drukletters en de afdrukken daarvan); lettergieterijen ; 11. Steriliseerder - steriliseur, pasteuriseur; boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Sterker - katoenweverijen ; 15. Sterker - kettingscheerder; linnen- en juteweverijen, band-, veter- en koordfabr.; 15. Sterkster - sterkster en strijkster; onderkl. en huishoudg.fabr.; 7. Stermaker - arb. ; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Steward(ess) - bedienend pers.; zeescheepvaart, luchtvaart; 21. Stikker(ster) - zie machinestikker (-ster); 7. Stoelenmaker - zie ook rompenmaker ; meubelfabr. en meubelmakerijen; 6. Stoelenmatter - rieten- en biezenmattenmakerijen; 6. Stoelenvlechter - rietmeubelmaker ; rietwarenfabr.; 6. Stofbereider - handl.; venster-, spiegelglas-, e.a. glasfabriek ; 1. Stofbereider - arb. ; papierfabr. ; 14. Stofbrander - arb.; zinkwitfabr.; 5. Stofdrager - arb.; papierfabr.; 14. Stofdroger - zie stofbrander ; 5. Stoffeerder - behangerijen en stoffeerderijen ; 4. Stoffeerder - kistenmaker; kistenfabr. en kistenmaker ij en; 6. Stoffeerder - zie meubelstoffeerder; 6. Stoffeerder - (1); bekleeder; spoor- en tramwegwerkpl., kinder- wagenfabr., wagon- en carrosseriefabr., vliegtuigfabr. ; 11. Stoffenversierder - kunstnaaldwerkateliers, sierkunstateliers ; 8. Stoffenverver - ververijarb.; chem. wasscherijen en -ververijen; 7. Stoffenverver - ververijarb.; wolver ver ij en, katoenververijen, tapijt- en mattenfabr.; 15. Stof jager - handl.; katoenspinnerijen; 15. Stofknoopenmaker - arb.; stofknoopenfabr. ; 7. Stoflokaalarbeider - openaar en bandvormer; jutespinnerijen; 15. Stofmaler - arb.; zinkwitfabr.; 5. Stofmaker - arb.; papier- en stroocartonfabr. ; 14. Stofmolenaar - zie stofmaler; 14. Stofmulder - zie stofmaler; 14. Stofsnarder - zie snararbeider. Stofsnuiter - arb.; stroostoffabr.; 14. Stoftapper - arb.; papierfabr.; 14. Stofvaarder - arb.; papierfabr.; 14. Stofvanger - arb.; papierfabr.; 14. Stofwasscher - zie stofbereider ; 14. Stofwerker - (3); handl.; hoogovenbedr.; 11. Stoker - grond- en waterbouwk. werken, heiers- en bag.bedr. ; 4; (11 en 21). Stoker - arb.; openbare rein. en ontsmettingsdiensten; 4; (11). Stoker - arb.; raffinaderijen van petroleum e.d.; 5; (11). Stoker - stokerijpers.; cokesfabr.; 10; (11). Stoker - arb.; brikettenfabr. ; 10 ; (11). Stoker - scheeps- en baggerpers.; delverijen van klei, zand en grind; 10; (21). Stoker - electriciteitsbedr. ; 16 ; (11). Stoker - waterleidingen; 17 ; (11). Stoker - machinekamerpers.; zee- en kustvisscherij ; 19. Stoker - locomotiefpers.; spoor- en tramwegen; 21. Stoker - machinekamerpers.; zee-, binnenscheepvaart, reddingswezen, loods- en seinwezen, veerdiensten, bergingsdiensten; 21. Stoker - cichorei-, koffiestroop-; koffiestroopfabr. en cichorei- branderijen; 17. Stoker - zie gasstoker; 16. Stoker-stoomgemaal - bemalingsinr.; 24. Stoller -arb.-; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr.; 9. Stolpster - conf.fabr.; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.); 7. Stoomer - opmaker; chem. wasscherijen en ververijen, tapijt- rein.inr.; 7. Stoomer - appreteur; wolweverijen; 15. Stoomer - bleeker ; katoendrukkerijen ; 15. Stoomer - arb. ; oliefabr.; 17. Stoomhamerdrijver - (2); smederijen, plaat"vellerijen, scheepswerven, spoor- en tramwegwerkpl.; 11. Stoppenmaker - (1); bankw.; electrotechn. fabr.; 11. Stopper - zie worstmaker; 17. Stopper - handl. ; tabaksfabr. en tabakskerverijen ; 17. Stopster - naaister; chem. wasscherijen en ververijen, tapijtrein. inr.; 7. Stopster - appreteuse ; wol weverij en ; 15. Stopster - appreteuse; tapijt- en mattenfabr.; 15. Stopster - vitrageweverijen; 15. Stopverfmaler - arb.; verfmalerijen, vernis- en lakstokerijen; 5. Storingsmonteur - electromonteur ; electriciteitsbedr. ; 16 ; (11). Stortbaas - grond- en waterbouwk. werken, baggerbedr.; 4. Storter - handl. ; suikerraffinaderijen; 17. Stortplaatsarbeider - zie beltwerker; 4. Straatmaker - straatmakersbedr.; 4. Straatveger - reinigingsarb.; openbare rein.diensten; 4. Strekker - (2); grofbankwerker; constructiewerkpl.; 11. Strengenmaakster - haspelarijarb.; kunstzijdefabr.; 15. Strengenmaker - handl.; touwslagerijen ; 15. Strengenopdraaier - zie strengenmaker ; 15. Strengenverver - ververijarb.; katoenververijen en linnenweverijen ; 15. Strikker - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Stripper - katoenspinnerijen; 15. Stripper - zie tabakstripper; 17. Stroobultenzetter - zie bultenzetter ; 14. Stroodekker - dakdekker; dakdekkersbedr. ; 4. Stroohoedenmaker - hoedenmaker ; heerenh.- en pettenfabr. ; 7. Stroohulzenbinder - zie stroohulzenmaker; 6. Stroohulzenmaker - fabr. van stroohulzen e.a. art. uit stroo ; 6. Strookoker - arb.; stroocartonfabr. ; 14. Strookoordmaker - fabr. van stroohulzen e.a. art. uit stroo ; 6. Stroomatrassenmaker - bedden- en matrassenmaker ; bedden- en matrassenmakerijen, dekenstikkerijen; 7. Stroomulder - arb. ; stroocartonfabr. ; 14. Stroonaaister - hoedenmaakster ; heerenhoedenfabr. ; 7. Strooperser - arb.; hooi-, stroo- en rietperserijen, -hakkerijen en -malerijen; 6. Stroopkoker - suikerkoker; suikerraffinaderijen; 17. Stroopperser - arb. ; glucose-, stroop- en sagofabr.; 17. Stroosnijder - stroohulzenmaker; fabr. van stroohulzen e.a. art. uit stroo ; 6. Stroosnijder - arb. ; hooi-, stroo- en rietperserijen, -hakkerijen en -malerijen; 6. Stroosnijder - arb. ; stroostoffabr., stroocartonfabr.; 14. Strijker - conf.fabr.arb. ; kleerm.ijen en conf.fabr. (bovenkl.); 7. Strijker - arb ; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr.; 9. Strijker - handdrukker ; linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr.; 9. Strijker - cartonnagewerker; cartonnagefabr. ; 14. Strijker - appreteur ; wol we ver ij en, wollendeken- en viltfabr., band-, veter- en koordfabr.; 15. Strijker - handdrukker ; katoendrukkerijen ; 15. Strijker - sorteerderijarb. ; kunstzij defabr. ; 15. Strijker - arb.; stijfselfabr.; 17. Strijker - heerenhoeden- en pettenfabr. ; 7. Strijkster - onderkl.- en huishoudg.fabr., chem. wasscherijen en ververijen, wasch- en strijkinr.; 7. Strijkster - appreteuse ; tricotagefabr. en breierijen, katoenbleekerijen ; 15. Strijkster - huispers. ; hotels- en restaurants ; 21 ; (7). Strijkster - arb. ; bloemenprepareerinr., chem. fabr.; 5. Stückmaker - papierbew. ; papierwarenfabr. ; 14. Stuiker - (2); bouten- en moerenmaker; schroeven-, bouten- en moerenfabr., wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Stukadoor - stukadoors- en wittersbedr.; 4. Stukkenaandraaier - aandraaier ; katoenweverijen ; 15. Stukkenaaimaaier - ververijarb.; katoenververijen; 15. Stukkenappreteur - ververijarb. ; katoenververijen; 15. Stukkenblauwer - ververijarb.; wolververijen; 15. 26 Stukkendichtster - stopster, nopster; wolweverijen ; 15. Stukkendrager - handl.; wol- en katoenweverijen, katoenbleekerijen; 15. Stukkendroger - appreteur ; wol wever ij en, wollendeken- en viltfabr.; 15. Stukkenglajnzer - appreteur; linnenweverijen; 15. S t u kit eng ommer - zie stukkenglanzer ; 15. Stukkeninnemer - handl. ; katoenweverijen; 15. Stukkenknipster - naaister ; tricotagefabr. en breierijen ; 15. Stukkenmeter - handl. ; wol- en katoenweverijen, moltondekenfabr., katoenbleekerijen, linnenweverijen, tapijt- en mattenfabr., band-, veter- en koordfabr. ; 15. Stukkenopmaker - handl. ; katoenweverijen, moltondekenfabr., katoenbleekerijen, katoenververijen, katoendrukkerijen; 15. Stukkenopschrijver - handl. ; katoenweverijen; 15. Stukkenoptrekker - appreteur ; katoendrukkerijen : 15. Stukkenrekker - appreteur; katoendrukkerijen; 15. Stukkenrijder - arb.; papierfabr.; 14. Stukken scheer der - appreteur; wolweverijen, wollendeken- en viltfabr., katoenweverijen en moltondekenfabr., katoendrukkerijen, linnenweverijen, tapijt- en mattenfabr.; 15. Stukkenschuurder - handl. ; katoendrukkerijen; 15. Stukkensorteerder - handl. ; katoenweverijen, moltondekenfabr., katoendrukkerijen; 15. Stukkenspoeler - ververijarb. ; wolververijen; 15. Stukkenspoeler - bleeker ; katoendrukkerijen ; 15. Stukkenstopster - zie stukkendichtster ; 15. Stukkenverver - ververijarb. ; wol-, katoenververijen, linnenweverijen ; 15. Stukkenvoerder - arb. ; papierfabr.; 14. Stukkenvouwer - zie opmaker; 15. Stukkenzuiger - arb.; stijfselfabr.; 17. Stulper - arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Stutter - steenkolenmijnen ; IQ. Stuurman - baggerbedr.; 4; (21). Stuurman - dekpers. ; zee- en binnenscheepvaart, veerdiensten, loods- en seinwezen, bergingsdiensten ; 21. Stuurmansmaat - zee- en kustvisscherij ; 19. Stuwer - haven- en transportarb.; bedr. v. lading en lossing; 21. Stijfseldroger - arb.; stijfselfabr. ; 17. Stijfselkoker - plakkerijarb.; sigarenfabr. en sigarenm.ijen; 17. Stijfselkratser - arb. ; stijfselfabr. ; 17. Stijfselmaker - arb.; stijfselfabr. ; 17. Stijfselmaler - arb. ; stijfselfabr. ; 17. Stijfselreiniger - arb. ; stijfselfabr. ; 17. Stijfselvormer - arb.; stijfselfabr. ; 17. Stypeur - zie stereotypeur ; 3. Stijver - waschknecht; wasch- en strijkinr. ; 7. Suikerbakker - banketbakker ; banketbakkerijen ; 17. Suikerbakker - officier ; suikerwerk-, cacao- en choc.fabr. ; 17. Suikerkoker - suikerraffinaderijen ; 17. Suikerkoker - arb. ; kandijfabr. ; 17. Suikerkoker - officier; suikerwerk-, cacao- en choc.fabr. ; 17. Suikermaler - banketbakker ; banketbakkerijen ; 17. Suikermaler - handl.; cacao- en choc.fabr. ; 17. Suikerweger - handl. ; suikerraffinaderijen ; 17. Suikerwerker - banketbakker ; brood-, beschuitfabr., brood- en banketbakkerijen ; 17. Suikerwerker - officier; cacao- en choc.fabr. ; 17. Suikerwerkmaker - officier ; cacao- en choc.fabr. ; 17. Sulfaatstoker - bijprod.verwerker; gasfabr. ; 16. Suppoost - bedienend kantoorpers. ; bankinstell. ; 22 ; (26). Suppoost - pers. ; schouwburgen, concert- en feestgebouwen, bioscopen, musea e.d. ; 24; (26). Surnumerair - adm.pers. ; spoor- en tramwegen; 21. Taander - zeilmaker; zeilm.rijen, tenten- en dekkleedenfabr.; 7. Taander - nettenfabr. ; 15. Tabaksbewerker - sigaren- en sigarettenfabr., tabaksfabr. en tabakskerverijen; 17. Tabakmêleerder - zie tabakmenger ; 17. Tabakmenger - tabaksbewerker; sigarenfabr. en sigarett.fabr.; 17. Tabakskerver - tabaksfabr. en tabakskerverijen, sigarett.fabr.; 17. Tabakssorteerder - tabaksfabr. en tabakskerverijen, sigarenfabr. en sigarenmakerijen, sigarettenfabr. ; 17. Tabaksplanter - landbouwarb. ; landbouw; 18. Tabaksstoomer - tabaksbew.; sigarettenfabr. ; 17. Tabaksstripper - tabaksfabr. en tabakskerverijen, sigarenfabr. en sigarenmakerijen; 17. Tabakuitgever - tabaksbew.; sigarenfabr. ; 17. Tabakvochter - zie invochter; 17. Tabakweger - handl.; sigarenfabr., tabaksfabr. en tabakskerverijen ; 17. Tablettenverpakker - handl. ; cacao- en choc.fabr. ; 17. Tabletvormer - vormer; cacao- en choc.fabr.; 17. Tafelbediende - kellner ; zeescheepvrt., hotels en restaurants ; 21. Tafelmaker - meubelmaker; meubelfabr. en meubelmakerijen; 6. Tafelwerker - techn. rubberart.verv.; rubberfabr. ; 9. Tafelwerker - zie plektafelwerker; 15. Tafelwerker - arb. ; stijfselfabr. ; 17. Tailleur - maatkleermaker; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkleeding); 7.^ Taillewerker - conf.fabr.arb. ; conf.fabr. (bovenkleeding); 7. Taillewerker - maatkleermaker; kleermakerijen ; 7. Takelaar - (1); tuiger ; scheepswerven, rijkswerven; 11. Takelaar - haven- en transportarb.; bedr. voor lading en loss.; 21. Talieman - dekpers.; zeescheepvaart; 21. Taludwerker - grondwerker, afmaker; grond- en waterbouwk. werken; 4. Tamboureerster - borduurster ; poef-, kussenmaakster; handwerkateliers ; 7. Tandenpunter - arb. ; celluloidwarenfabr., fabr. v. hoornen, barnsteenen, schildpad e.d. voorw.; 6. Tandtechniker - kunstgebittenfabr. en tandtechn.werkpl.; 9. Tapper - arb.; raffinaderijen van petroleum e.d. ; 5. Tapper - (2); ponser; metaalw.- en lampenfabr. ; 11. Tapper - (2); mach. metaalbew. ; electrotechn. fabr., gas-, electriciteits- en watermeterfabr. ; 11. Tapper - handl. ; fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr., bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Tapper - arb. ; distilleerderijen, likeurstokerijen, limonade- en mineraalwaterfabr. ; 17. Tapijtklopper - tapijtrein.inr.; 7. Tapijtknoopster - tapijt- en mattenfabr.; 15. Tapijtnaaister - behangersnaaister ; beh.rijen en stoffeer der ij en; 4. Tapijtreiniger - chem. wasscher; chem. wasscherijen, tapijtrein. inr. ; 7. Tapijtreparateur - appreteur ; tapijt- en mattenfabr.; 15. Tapijtstopster - zie tapijtreparateur; 15. Tapijtverver - ververijarb.; tapijt- en mattenfabr. ; 15. Tapijtwever - wever ; tapijt- en mattenfabr. ; 15. Tasschenmaker - lederbew.; lederwarenfabr., zadel- en tuigmakerijen; 9. Tassenzetter - zie steenzetter; 1. Taxateur - schatter ; hypotheekbanken, banken van leening en pandjeshuizen; 22. Taxateur - expert; verzekeringsmij en ; 23. Technisch ambtenaar - techn. pers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Technisch ambtenaar Arbeidsinspectie - 24. Technisch ambtenaar Rijkswaterstaat - 24. Teekenaar - techn. pers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Teekenaar - ingenieurs- en architectenbureaux ; 24. Teekenaar-Iithograaf - zie teekenaar; 24. Teenschiller - handl. ; mandenmakerijen en teenschillerijen ; 6. Teensnijder - houthakker, hoepel- of mandenmaker; hoepelmakerijen, mandenmakerijen en teenschillerijen; 6. Teensnijder - griendwerker ; boschbouw; 18. Teensorteerder - zie teenschiller; 6. Teenvlechter - mandenmaker ; mandenmakerijen en teenschillerijen ; 6. Teerbewerker - bijproductenverw. ; gasfabr.; 16. Teercentrifugeerder - zie teerbewerker ; 16. Teerder - schilder ; schildersbedr. ; 4. Teerder - touwslagerijen; (zie ook taander); 15. Teerkoker - arb. ; brikettenfabr. ; 10. Teerpomper - zie teerbewerker; 16. Teerstoker - arb. ; fabr. van asphalt en asphaltpapier ; 5. Teerstoker - zie teerbewerker ; 16. Tegelmaker - zie tegelperser; 1. Tegelperser - arb.; fabr. van aarden buizen, dakpannen en'vloertegels ; 1. Tegelperser - beton- en cementwerker ; cementwarenfabr. ; 1. Tegelvormer - zie tegelperser; 1. Tegelzetter - metselaar; bouw en onderhoud van gebouwen; 4. Tegenhouder - zie aanhouder; 11. Telefonist - stationspers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Telefonist - posterijen, telegrafie en telefonie ; 21. Telefonist(e) - komt ook voor in veel andere soorten bedrijven als bediende van de telefooncentrale. Telefonist - (ondergr.) ; steenkolenmijnen ; 10. Telefoonwerker - electricien; electrotechn.fabr. en install.inr.; 11. Telegraafwerker - zie telefoonwerker; 11. Telegraafwerker - onderhoudspers. van weg en werken ; spoor- en tramwegen ; 21. Telegrafist - stationspers. ; spoor- en tramwegen; 21. Telegrafist - posterijen, telegrafie en telefonie ; 21. Telegrambesteller - besteller; spoor- en tramwegen; 21. Telegrambesteller - posterijen, telegrafie en telefonie ; 21. Teller - handl.; wasch- en strijkinr.; 7. Teller - zie papierteller; 14. Teller - arb.; margarinefabr.; 17. Tellerdraaier - arb. ; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Tellerzetter - zie tellerdraaier; 11. Telwerkmaker - (1); instrumentmaker; gas-, electriciteits- en watermeterfabr.; 11. Tempereerder - handl. ; cacao- en choc.fabr.; 17. Tentenmaker - zeilmaker; zeilm.rijen, tenten- en dekkl.fabr. ; 7. Terrazzoschuurder - schuurder; kunststeenfabr.; 1. Terrazzoschuurder - vloerlegger ; vloerleggersbedr.; 4. Terrazzovloerlegger - vloerlegger; vloerleggersbedr. ; 4. Terreinarbeider - (3); handl. ; hoogovenbedr; 11. Terreinknecht - pers.; sportinr. ; 24. Terreinwachter - handl. ; bruinkoolgroeven; 10. Terreinwerker - zie beltwerker ; 4. Terreinwerker - zie plaatsarb.; 16. Theepakker - handl.; theepakkerijen; 17. Theesorteerder - theepakkerijen; 17. Throstler - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Throstlespinner - zie throstler; 15. Tichelwerker - arb. ; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Timmerhouwer - schachthouwer ; steenkolenmijnen ; 10. Timmerman - zie mallensteller ; 1. Timmerman - (nieuwbouw-, onderhouds-, betontimmerman; zie ook fabrieks-, molen-, scheepstimmerman); bouw- en onderh. van gebouwen, betonbouwbedr., grond- en waterbouwk. werken; 4. Timmerman - fabriekstimmerman, mach. houtbew. enz. ; timmeren houtw.fabr. ; 6. Timmerman - koffermaker; houtenkoffer- en étuifabr. ; 6. Timmerman - spoor- en tramw.egwerkpl., kinderwagenfabr.; 11. Timmerman - wagenmaker ; wagenmakerijen ; 11. Timmerman - zie ook carrosseriemaker. Timmerman - onderhoudspers. van weg en werken ; spoor- en tramwegen ; 21. Tinblazer - (2); koperwerker; metaalw. en lampenfabr.; 11. Tingieter - (2); metaalgieter; metaalgieterijen, gas-, electriciteits- en watermeterfabr., stofzuigerfabr. ; 11. Tinpletter - (2); pletter; bladtin- en bladalluminium(stanniol) fabr.; 11. Toffeesnijder - officier ; suikerwerkfabr. ; 17. Toiletjuffrouw - hotels, restaurants, stations; zie ook privaat- en retiradejuffrouw; 21. Tolgaarder - tollen ; 24. Tolk - reisbureaux en gidsen; 21. Tolk - vertaler, translateur; 24. Tolknecht - zie tolgaarder; 24. Toimenkuiper - zie vatenkuiper; 6. Tonnenlegger - betonningsarb. ; loods- en seinwezen; 21. Tonnenophaler - arb.; openbare reinigings- en ontsmettingsdiensten ; 4. Tooneelkapper - kapper; kapperszaken; 7 (ook bij beroeps- tocneelgezelschappen en bij filmfabr.). Tooneelknecht - schouwburgen, concert- en feestgebouwen ; 24. Tooneelspeler - tooneel-, cabaretgezelsch., voor eig. rek. werk. artisten; 24. Toonkunstenaar - opera-, cabaretgezelsch., orkesten, voor eig. rek. werkende artisten ; 24. Torpedomaker - bankwerker ; rijkswerven ; 11. Touwbaas - wever; wol- en katoenweverijen, fluweel-, trijp- en moquettefabr.; 15. Touwbaas - arb.; paardenhaarbewerking; 15. Touwer - arb. ; leerlooierijen en fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr. ; 9. Touwpluizer - hekelaar ; touwslager ij en ; 15. Touwslager - touwslager ij en ; 15. Touwslopper - zie touwslager; 15. Touwspinner - zie touwslager ; 15. Touwwinder - handl.; touwslager ij en ; 15. Traceur - zie afschrijver en crasseur; 11. Tractor bestuurder - chauffeur; landbouw (akkerbouw); 18. Trademarker - (3); handl. ; capsulefabr.; 11. Traliewerkster - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Trambestuurder - wagenvoerder, conducteur ; tramwegen; 21. Tramconducteur - tramwegen ; 21. Trammachinist - locomotiefpers.; stoom-tramwegen ; 21. Tramwegarbeider - stationspers.; tramwegen; 21. Translateur - zie tolk, vertaler; 24. Transportarbeider - expediteursbedr., bedr. voor lading en lossing e.e. transportondern. ; 21. Transportbandenmaker - arb.; cellulosefabr.; 14. Trappenmaker - timmerman; bouw- en onderh. van gebouwen; 4. Trappenmaker - timmerman; timmerfabr ; 6. Trappersdrukker - drukker; boek-, handels- en courantendrukkerijen ; 3. Treincontroleur - stationspers.; spoorwegen ; 21. Treingeleider - treinpers. ; spoorwegen ; 21. Treinpoetser - onderhoudspers. van rollend materieel; spoorwegen ; 21. Treinsmid - stationspers.; spoor- en tramwegen; 21; (11). Treinzadelmaker - lederbew.; spoor- en tramwegwerkpl.; 11; (9). Trekker - borstel- en bezemfabr. ; 6. Trekker - dekenmaker ; bedden- en matrassenmaker ij en, deken- stikkerijen; 7. Trekker - dropswerker; suikerwerkfabr. ; 17. Trekwerker - zie trekker; 17. Tremmer - mach.kamerpers. ; zee- en kustvisscherij ; 19. Tremmer - mach.kamerpers.; zeescheepvaart; 21. Trenzer - conf.fabr.arb. ; conf.fabr. (bovenkl.); 7. Tricotagewever - breier ; tricotagefabr.; 15. Tricotbreier - breier ; tricotagefabr. en breierijen; 15. Tricotnaaister - naaister; tricotagefabr. en breierijen ; 15. Trogwerker - handdeegmaker; brood- en beschuitfabr., broodbakkerijen ; 17. Trombonist - jazzband, orchesten; 24. Trommelaar - (3); handl.; draad-, draadnagel- en spijkerfabr.; 11. Trommeldraaier - handl. ; katoendrukkerijen ; 15. Trommelzager - mach. houtbew.; houtzagerijen en -schaverijen, kistenfabr. en kistenmaker ij en, kuiperijen ; 6. Trompettist - le of 2e; meestal leider jazz-band; jazz-band, orchesten; 24. Trottoirmaker - straatmaker ; straatmakersbedr.; 4. Trijpdrukker - appreteur ; fluweel-, trijp- en moquettefabr. ; 15. Trijpwever - wever; fluweel-, trijp- en moquettefabr.; 15. Tuiger - (1); scheepswerven en rijkswerven; 11. Tuigsnijder - arb.; schoenfabr.; 9. Tuinbaas - tuinman; huiselijke diensten ; 26. Tuinbouwarbeider - groenten- en ooftteelt; 18. Tuindersknecht - zie tuinbouwarb.; 18. Tuinier - bloemist, tuinder ; bloemisterijen en tuinderijen; 18. Tuinknecht - zie tuinbaas ; 26. Tuinman - zie tuinbaas ; 26. Tuinman - zie tuinier ; 18. Tuinwerker - grond-, dijk- en kribwerker; grond- en water- bouwk. werken; 4. Tuitentasser - handl. ; wolweverijen; 15. Turbineur - centrifugist; suikerraffinaderijen; 17. Turbinewerker - centrifugist; stijfselfabr. ; 17. Turfbaggerman - veenarb. (korte turf); veenderijen; 10. Turfdrager - veenarb. (korte en lange turf); veenderijen; 10. Turfdrager - arb.; turfstrooiselfabr. ; 10. Turfdrager - arb. ; stroocartonfabr. ; 14 ; (21). Turfdrager - sjouwer-, haven- en transportarb.; bedr. voor lading en lossing; 21. Turfdroger - veenarb. (korte en lange turf); veenderijen; 10. Turfdijker - zie turfdroger ; 10. Turfgraver - veenarb. (korte en lange turf); veenderijen ; 10. Turfkrooier - zie turfdrager; 10. Turfkruier - zie turfdrager; 10. Turf kruier - arb. ; stroostof- en stroocartonfabr. ; 14 ; (21). Turflader - zie turfdrager; 10. Turflegger - zie turfdroger; 10. Turfopzetter - zie turfdroger ; 10. Turfschipper - binnenscheepvaart; 21. Turfslechter - zie turfgraver; 10. Turfspitter - zie turfgraver; 10. Turfstapelaar - zie turfdroger; 10. Turfsteker - zie turfgraver; 10. Turfsteller - zie turfdroger; 10. Turftrekker - zie turfbaggerman ; 10. Tweede slakkenman - (3); oven- en giethalarb.; hoogovenb.; 11. Tweede smelter - (2); oven- en giethalarb. ; hoogovenbedr. ; 11. Tweede ijzerbreker - (3); hoogovenarb. ; hoogovenbedr. ; 11. Tweerner - zie twijner; 15. Twerner - zie twijner; 15. Twister - twijner; garenspinnerijen, nettenfabr., band-, veter- en koordfabr.; 15. Twijner - spoeler en twijner; sajetfabr., wolweverijen, wollendeken- en viltfabr., tricotagefabr. en breierijen, katoenweverijen, spoelerijen en twijnerijen, linnen-, juteweverijen, touwslager ij en, garenspinnerijen, nettenfabr., tapijt- en mattenfabr., fluweel-, trijp- en moquettefabr., band-, veter- en koordfabr.; 15. Twijner - haspelarijarb.; kunstzijdefabr.; 15. Tijdschrijver - komt voor op fabriekskantoren, is belast met het noteeren v. d. arbeidst. welke voor div. werkzaamh. noodig is. Typist (e) - machineschrijver, tikster; bankinstell., kassiers, comm. in eff., chèque- en girodiensten, hyp.banken; 22 ; (24). Typist(e) - machineschrijver, tikster; verz. maatsch. en ziekenfondsen e.d. ; 23 ; (24). Typiste(e) - mach.schrijver, tikster; adm.kantoren; 24. Typist (e) - komt voor op : fabr.kant., handelskant., scheepskant., expeditieondern., winkelbedr., advocaten- en notariskant., kant. van org. van werkgevers en werknemers, vereen.kant., gemeente-secret., departementen, enz.; (24). Uitballer - arb. ; schoenfabr.; 9. Uitbeener - slager ; abattoirs, slachterijen en vleeschw.fabr.; 17. Uitboorder - arb. ; knoopen- en baleinenfabr. ; 6. Uitbreker - openaar- en bandvormer; jutespinnerijen; 15. Uitbreker - vormer; cacao- en choc.fabr. ; 17. Uitdopper - handl.; brood- en beschuitfabr. en broodb.rijen; 17. Uitdrager - arb.; fabr. v. aarden buizen, dakpannen en vloertegels ; 1. Uitdrager - ovenpers.; grof-, fijnaardewerk-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Uitdrager - handl.; div. glasfabr.; 1. Uitkleier - arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurv. steenen, aarden buizen, dakpannen en vloertegels ; 1. Uitklopper - arb.; vetsmelterijen ; 17. Uitknipper - zie coupeur; 7. Uitkorter - arb.; schoenfabr. ; 9. Uitkruier - zie uitkleier; 1. Uitkruier - zie uitdrager; 1. Uitleester - arb.; schoenfabr.; 9. Uitlegger - (1); ijzerwerker (zie uitslaander); scheepswerven; 11. Uitlijner - zie afschrijver; 6. Uitlijner - (1); afteekenaar; -11. Uitnemer - hulpvakarb. ; steen-, diepdruk- en koperdrukk.; 3. Uitpakker - handl.; wasch- en strijkinr.; 7. Uitpoetser - arb. ; schoenfabr. en schoenmakerijen; 9. Uitpoetser - appreteur; band-, veter- en koordfabr. ; 15. Uitpomper - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Uitrijder - arb. ; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. v. vuurvaste steenen; 1. Uitrijder - handl. ; div. glasfabr. ; 1. Uitschieter - handl. ; houtzagerijen en -schaverijen; 6. Uitschieter - zie uitpakker; 7. Uitslaander - (1); afteekenaar, ijzerenscheepmaker; scheepswerven ; 11. Uitsnijder - zie coupeur; 7. Uitsnijder - arb.; schoenfabr.; 9. Uitsnijder - zie uitbreker; 15. Uitstamper - zie uitnemer; 3. Uitstamper - papierbew. ; papierfabr. ; 14. Uitstanzer - arb.; celluloidw.fabr., fabr. van hoornen, barnsteenen, schildpad e.d. voorwerpen ; 6. Uitsteker - arb.; schoenfabr. ; 9. Uitvaarder - arb. ; zinkwitfabr.; 5. Uitzetter - grondwerker ; grond- en waterbouwk. werken ; 4. Uitzoeker - arb.; baksteenfabr. en brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Uitzoeker - zie sorteerder; 7 en 15. Uitzoeker - (3); handl.; goud- en zilversmederijen; 11. Uitzoeker - zie tabakssorteerder ; 17. Uitzoeker - koffieverlezer ; koffiebranderijen ; 17. Uniforminaker - maatkleermaker; (zie ook militaire-kleermaker); kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.); 7. Uniformpettenmaker - pettenmaker ; pettenfabr. ; 7. Urinoirreiniger - reinigingsarb. ; openbare reinigings- en ontsmettingsdiensten ; 4. Uurwerkmaker - (1); instrumentmaker; gas-, electriciteits- en watermeterfabr.; 11. Uurwerkmaker - (1); horloge- en uurwerkmaker, klokken- en uurwerkfabr. en horlogemakerijen; 11. Vaaltarbeider - zie beltwerker; 4. Vacuumbediende - arb. ; chem. fabr. ; 5. Vacuumblazer - arb. ; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Vacuumknecht - steriliseur ; boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Valhamerdrijver - (2); handl. ; spoor- en tramwegwerkpl. ; 11. Valhamersmid - (2); handl. ; wagon- en carrosseriefabr. ; 11. Varkensslager - slager; abattoirs, slachterijen en vleeschwarenfabr.; 17. Vatenkuiper - kuiper, (droog- of natkuiper); kuiperijen; 6. Vatenpekker - zie pekker ; 17. Vatenreiniger - arb. ; fabr. v. asphalt en asphaltpapier ; 5. Vatenreiniger - arb. ; margarine- en oliefabr. ; 17. Vatenreiniger - handl. ; bierbrouwerijen en mouterijen; 17. Vatenvuller - arb.; raffinaderijen van petroleum e.d. ; 5. Vatenvuller - arb. ; glucose-, stroop- en sagofabr., margarinefabr., distilleerderijen en likeurstokerijen, boter-, kaas- en melkprod.fabr.; 17. Veedrijver - veetransport; 21. Veedrijver - veehandel; 20 ; (21). Veegmachinerijder - koetsier of chauffeur ; openbare reinigingsdiensten ; 4. Veeknecht - melkknecht, boerenknecht; veehouderij (melk- en slachtvee); 18. Veemarbeider - magazijn- en pakhuispers.; veem- en entrepötbedr.; 21. Veenarbeider - (korte en lange turf); veenderijen; 10. Veenbaggeraar - zie turfbaggerman; 10. Veenslechter - zie turfgraver; 10. Veenspitter - zie turfgraver ; 10. Veensteker - zie turfgraver ; 10. Veentrekker - zie turfbaggerman; 10. Veerenbereider - handl.; bedden- en matrassenmakerijen, dekenstikker ij en ; 7. Veerennaaister - zie aigrettenopmaker; 7. Veerenopmaker - zie aigrettenopmaker; 7. Veerenschooner - zie veerenbereider; 7. Veerensmid - (1); vuurwerker; machine- en appendagefabr., spoor- en tramwegwerkpl. ; 11. Veerenstoomer - zie veerenbereider; 7. Veerknecht - zie pontknecht; 21. Veerman - veerdiensten; zie ook pontschipper ; 21. Veger - arb.; papierfabr.; 14. Veger - handl.; juteweverijen ; 15. Veilingknecht - arb. ; veilingsdiensten; 20. Veldarbeider - landarb. ; landbouw (akkerbouw); 18. Veldslechter - zie turfslechter; 10. Veldwachter - politiewezen ; 24. Vellenbereider - huidenzouterijen en -blooterijen ; 9. Vellenblooter - zie vellenbereider; 9. Vellendroger - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr.; 9. Vellenkeerder - arb. ; stroocartonfabr. ; 14. Vellenoppinner - zie vellenbereider ; 9. Vellenschraper - zie vellendroger; 9. Vellensmoorder - zie leerlooier ; 9. Vellensnijder - zie vellendroger ; 9. Vellensnijder - arb. ; papierfabr. ; 14. Vellensorteerder - zie vellenbereider ; 9. Vellenspoeler - zie vellenbereider; 9. Vellenstrijker - arb. ; kapok- en wattenfabr.; 15. Vellenverver - chem. verver, ververijarb. ; chem. wasscherijen en ververijen; 7. Vendnknecht - arb.; verkooplokalen, veilingen ; 20. Ventielinzetter - rijwiel- en autobandenmaker; rubberfabr.j 9. Verbandstoffenmaker - arb. ; fabr. van genees- en verbandmiddelen ; 5. Verbouwer - stutter; steenkolenmijnen; 10. Verbreeder - appreteur ; katoenbleekerijen ; 15. Verchroomer - (2); auto-, motorrijwiel- en rijwielfabr., galvaniseerinr., haarden- en kachelfabr., metaalslijperijen, metaalw.en lampenfabr., nikkelarijen, stofzuigerfabr.; 11. Verdamper - arb.; chem. fabr.; 5. Verdamper - arb. ; stroocartonfabr.; 14. Verdamper - condenseur en poedermaker; melkprodfabr.; 17. Verdeelstoelarbeider - spinner ; katoenspinnerijen ; 15. Verfaanmaker - handl.; linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr.; 9. Verf bereid er - zie verfmaker ; 5. Verfmaker - arb. ; verfstoffenfabr. ; 5. Verfmaker - arb.; capsule- en tubefabr. ; 11; (5). Verfmaler - hulpvakarb.; steen-, diepdruk- en koperdrukk. ; 3. Verfmaler - zie verfmaker; 5. Verfmaler - arb.; verf malerij en, vernis- en lakstokerijen ; 5. Verfmenger - arb. ; verfmalerijen, vernis- en lakstokerijen; 5. Verfmenger - ververijarb. ; katoenververijen; 15. Verfspuiter - (2); lakker en moffelaar ; blikw.fabr.; 11. Verfspuiter - (2); alluminiumspuiter; vliegtuigfabr. ; 11. Verfwrijver - zie verfmaler; 3. Verfwrijver - arb. ; inkt- en zegellakfabr. ; 5. Vergaarder - boekbinder ; boekbinderijen ; 14. Vergulddrukker - vergulder ; boekbinderijen; 14. Vergulder - schilder, drukker, glazuurder; grofaardew.-, fijn- aardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Vergulder - handl. ; glasbew.inr.; 1. Vergulder - schilder; meubelfabr. en meubelmakerijen, lijsten- fabr. en encadreerinr. ; 6. Vergulder - beeldenschilder ; beelden- en ornamentenfabr.; 8. Vergulder - (2); galvaniseur, lakker ; galvaniserinr., lakkerijen, schoopeerinr., goud- en zilversmederijen, metaalwaren- en lampenfabr.; 11. Vergulder - zie ook persvergulder; boekbinderijen; 14. Verhuizer - verhuis- en transportondern. ; 21. Verificateur belastingen - 24. Verificateur kadaster - 24. Verkasser - kuiper ; kuiperijen ; 6. . Verlaatoppasser - bemalingspers. ; bemalingsinr. ; 24. Verlakker - pettenmaker; pettenfabr.; 7. Verlakker - zie lakker; 9. Verlezer - arb.; groentenzouterijen en -drogerijen en inmakerijen van groenten, vruchten en aardappelen ; 17. Verlezer - zie koffieverlezer; 17. Vermicellidraaier - zie vermicellikruller; 17. Vermicellikruller - arb.; vermicellifabr.; 17. Vermicellimenger - arb. ; vermicellifabr. ; 17. Vermicelli verpakker - arb. ; vermicellifabr. ; 17. Vermicellivormer - zie vermicellikruller; 17. Vernikkelaar - (2); zie nikkelaar; 11. Vernisbrander - ovenpers. ; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Vernisbrander - zie vernisstoker; 5. Vernismaler - zie vernisstoker; 5. Vernisovenwerker - zie vernisbrander ; 1. Vernisser - glazuurder; grofaardew.-, fijnaardew.-, porcelein-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Vernisser - hulpvakarb. ; steen-, diepdruk- en koperdrukk.; 3. Vernisser - schilder; timmerfabr., lijstenfabr. en encadreerinr. e.a. houtwarenfabr. ; 6. Vernisser - handl. ; linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr. ; 9. Vernisser - (2); lakker; metaalw.- en lampenfabr., blikw.fabr.; 11. Vernisser - (2); handl.; goud- en zilversmederijen; 11. Vernisspuiter - zie vernisser; 1. Vernisstoker - arb. ; verf malerij en, vernis- en lakstokerijen ; 5. Verpakker - arb.; meelfabr. graanmalerijen, veevoederfabr. aardappelmeelfabr.; 17. Verpakker - handl. ; brood- en beschuitfabr., beschuit- en koekfabr., suikerwerkfabr., cacao- en choc.fabr. ; 17. Verpleegster - ziekenhuizen, klinieken, herstellingsoorden en verpleegster voor eigen rekening werkend ; 24. Verslaggever - journalist; nieuwsbureaux ; 26. Verslaggever - journalist; journalistiek ; 24. Verstekker - mach. houtbew., lijstenmaker, verstelwerker; lijstenfabr. en encadreerinr. ; 6. Verstelnaaister - zie huisnaaister ; 7. Verstelster - naaister ; tricotagefabr. en breierijen, vitrageweverijen ; 15. Vertaler - zie tolk en translateur; 24. Vertegenwoordiger - reiziger, agent, handelsagent; groot-, tusschen- en detailhandel, uitgeversbedr.; 20. Vertegenwoordiger - zie agent en verzekeringsagent; 23. Vertinner - (2); galvaniseur; galvaniseerinr., metaalw.- en lampenfabr. ; 11. Verver - ongesch. schilder ; schildersbedr. ; 4. Verver - schilder; kistenfabr. en kistenmaker ij en, timmerfabr. e.a. houtwarenfabr.; 6. Verver - handl. ; borstel- en bezemfabr.; mandenmakerijen en teenschillerijen; 6. Verver - chem. verver, arb. ; knoopen- en baleinenfabr. ; 6. Verver - ververijarb. ; chem. wasscherijen en ververijen, tapijtrein.inr. ; 7. Verver - arb. ; leerlooierijen, fabr. voor de bew. van huiden; 9. Verver - (2); handl.; capsulefabr., constructiewerkpl., gas-, electriciteits- en watermeterfabr., wapen- en munitiefabr. ; 11. Verver - (2); scheeps- en brugschilder (zie ook mastieker); scheepswerven; 11. Verver - schilder; spoor- en tramwegwerkpl., wagon- en carrosseriefabr.; 11. Verver - ververijarb. ; band-, veter- en koordfabr., fluweel-, trijp- en moquettefabr., garenspinnerijen, juteweverijen, kunstzijdefabr., kapok- en wattenfabr., katoenververijen, linnenweverijen, passementfabr., plantenhaarbew.inr., sajetfabr., tapijt- en mattenfabr., tricotagefabr. en breierijen, wolweverijen ; 15. Verver - zie schilder. Verwarmingsmonteur - (1); monteur (le, 2e monteur en helper) ; aanleg van centr. verwarming; 11. Verzeeper - arb. ; zeepfabr. ; 5. Verzekeringsagent - verz.maatsch., ziekenfondsen e.d.; 23. Verzekeringswiskundige - actuaris; verzek.maatsch. en ziekenfondsen e.d. ; 23. Verzilveraar - (2); galvaniseur ; goud- en zilversmederijen; 11. Verzinker - (2); galvaniseur ; galvaniseerinr. ; 11. Vestmaker - conf. kleermaker; conf.fabr. en kleermakerijen (bovenkl.); 7. Vestennaaister - conf.fabr.arb. ; conf.fabr. en kleermakerijen (bovenkl); 7. Vestiairebediende - schouwburgen en concert- en feestgebouwen, bioscopen; 24. Vestiairejuffrouw - bedienend pers.,; hotels en restaurants ; 21. Vestiaireiuffrouw - zie vestiairebediende ; 24. Ve'bereider - arb. ; kaarsen- en waxinefabr. ; 5. Veterbandwever - wever ; band-, veter- en koordfabr. ; 15. Veterknooper - koord vlechter ; band-, veter- en koordfabr.; 15. Vetermaker - zie veterknooper; 15. Vetfiltreerder - arb. ; vetsmelterijen; 17. Vetgieter - arb. ; margarinefabr. en vetsmelterijen; 17. Vetkoker - arb. ; margarinefabr: ; 17. Vetperser - arb.; kaarsen- en waxinefabr. ; 5. Vetschepper - arb.; zeepfabr.; 5. Vetschepper - arb. ; margarinefabr. ; 17. Vetschrapper - handl. ; abattoirs, slachterijen en vleeschw. fabr. ; 17. Vetsmelter - arb. ; lijm- en gelatinefabr., zeepfabr. ; 5. Vetsmelter - arb.; margarinefabr. en vetsmelter ij en; 17. Vettapper - handl.; cacao- en choc.fabr. ; 17. Vetwalser - arb. ; margarinefabr. ; 17. Vet weger - arb. ; margarinefabr.; 17. Vetzuurkoker - arb. ; oliefabr. ; 5. Vezelkammer - haarbereider; borstel- en bezemfabr.; 6. Viltwerker - hoedenmaker ; heerenhoeden- en pettenfabr. ; 7. Violist - toonkunstenaar ; opera-, cabaretgezelsch., orkesten, voor eig. rek. werkende artisten ; 24. Vioolmaker - (1); vioolbouwer; muziekinstrumentenfabr. ; 11. Vioolonderwijzer - leeraar ; muziekscholen ; 25. Vioolonderwijzer - onderw. ; voor eig. rek.; 25. Vischafslager - afslager ; markt- en veilingwezen; 20. Vischbakker - vischbakkerijen ; 17. Vischconserveerder - droger, rooker, inmaker en zouter; visch- bew.inr. ; 17. Vischdroger - zie vischconserveerder ; 17. Vischkweekerknecht - zie vischteler; 19. Vischschoonmaker - zie vischconserveerder ; 17. Vischteler - arb. ; vischteelt; 19. Vischzouter - zie vischconserveerder ; 17. Visscher - binnenvisscherij, zee- en kustvisscherij ; 19. Visscherman - arb. ; papierfabr.; 14. Visscherijpolitie - politiewezen; 24. Vitragewever - wever ; vitrageweverijen ; 15. Vlaggenmaker - vlaggen- en vaandelmaker; vlaggen- en vaandelfabr.; 7. Vlakbankschaver - mach. houtbew. ; houtzagerijen en -schaverijen; 6. Vlakker - mach. houtbew. ; fabr. van triplexhout, houtzagerijen en -schaverijen, parketvloerenfabr., timmerfabr. e.a. houtwarenfabr. ; 6. Vlasarbeider - vlasserijen; 15. Vlasbraker - zie vlasrepelaar; 15. Vlasopmaker - zie vlasarbeider ; 15. Vlasrepelaar - vlasarbeider, zwingelaar, braker; vlasserijen; 15. Vlasrooter - vlasarb.; vlasserijen; 15. Vlasschoonder - zie vlasrooter; 15. Vlasuitlegger - zie vlasarb.; 15. Vlaszwingelaar - zie vlasrepelaar; 15. Vlechter - zie betonijzervlechter ; 4. Vlechter - zie mandenmaker; 6. Vlechter - zie rietvlechter ; 6. Vlechter - zie stroovlechter; 6. Vlechter - zie koordvlechter; 15. Vleeschrooker - rooker; slachterijen en vleeschw.fabr. ; 17. Vleeschweger - handl.; abatt., slachterijen en vleeschw.fabr. ; 17. Vleeschzouter - handl. ; slachterijen en vleeschw.fabr.; 17. Vleetafhouder - zee- en kustvisscherij ; 19. Vlekkenreiniger - detacheur ; chem. wasscherijen en -ververijen, tapijtrein.inr.; 7. Vletschipper - baggerpers.; grond- en waterbouwk. werken; 4. Vletschipper - dekpers.; binnenscheepvaart; 21. Vletterman - dekpers.; loods- en seinwezen; 21. Vliegenier - zie piloot; 21. Vliegtuigbekleeder - (1); bekleeder, stoffeerder, zadelmaker; vliegtuigfabr.; 11. Vliegtuigmonteur - (1); mach. bankw., monteur, mecanicien; vliegtuigfabr.; 11. Vloerder - timmerman; bouw- en onderhoud van gebouwen; 4Vloerenlegger - zie parketvloerenlegger; 6. Vloerlegger - terrazzowerker; vloerleggersbedr.; 4. Vloerschuurder - terrazzoschuurder ; vloerleggersbedr.; 4. Vloerwerker - handl.; (bovengr.); steenkolenmijnen; 10. Vloerzeildrukker - mach. drukker; linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr.; 9. Vloerzeilmaker - linoleum-, vloerzeil- en wasdoekfabr.; 9. Vochter - hulpvakarb. ; steendrukkerijen; 3. Vochter - zie invochter; 17. Voeger - bouw- en onderhoud van gebouwen; 4. Voeringnaaister - conf.fabr.arb.; kleermakerijen en conf.fabr. (bovenkl.); 7. Voeringnaaister - heerenhoeden- en pettenfabr.; 7. Voeringsnijder - arb.; schoenfabr.; 9. Voeringstikker - arb.; schoenfabr.; 9. Voerman - arb.; openbare reinigings- en ontsmettingsdiensten; 4. Voerman - stalhouderijen, expeditiebedr., bestel- en bodediensten e.a. transportondern. ; 21. Voerman - arb.; (ondergr.); steenkolenmijnen ; 10. 27 Voetjesdrukker - arb. ; gloei- en radiolampenfabr. ; 11. Voetjesinzetter - zie voetjesdrukker; 11. Voetjeskeier - glasmaker ; glasfabr.; 1. Voetjesinwikkelaar - arb.; gloei- en radiolampenfabr; 11. Voller - aardewerkmaker ; grof- en fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr. ; 1. Voller - appreteur; wol weverij en, wollendeken- en viltfabr. ; 15. Voorblazer - glasmaker; glasfabr.; 1. Voorbouwer - arb.; schoenfabr.; 9. Voorbraker - vlasser ij arb.; vlasserijen ; 15. Voorbreier - breier ; tricotagefabr. en breierijen; 15. Voorklinker - (2); klinker; scheepswerven; 11. Voorkoker - steriliseur; melkprod.fabr. ; 17. Voorperser - arb.; oliefabr.; 5. Voorslager - (3); handl. bij smid; auto- en motorrijwielfabr., brandkastenfabr., constructiewerkpl., electrotechn.fabr., fabr. van ijzeren en stalen buizen, gereedschapmakerijen, ijzerwar enfabr., haarden- en kachelfabr., ketelmakerijen, kinderwagenfabr., mach.- en appendagefabr., rijkswerven, rijwielfabr., scheepswerven, slotenfabr., smederijen, kettingfabr. en bankwerkerijen, spoor- en tramwegwerkpl., wagenmakerijen, wagon- en carrosseriefabr., ijzerenmeubelfabr. ; 11. Voorslagperser - zie voorperser; 17. Voorspinner - spinner ; wolspinnerijen, sajetfabr., katoen-, vlasen jutespinnerijen; 15. Voorwerker - spinner; sajetfabr.; 15. Vorkmaker - (1); bankw.; motorrijwiel- en rijwielfabr. ; 11. Vormenaflegger - arb. ;baksteenfabr., brikkenbakkerijen en fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Vormenboorder - mach. houtbew. ; timmer- e.a. houtw.fabr. ; 6. Vormengieter - (2); vormer ; ijzer- en metaalgieterijen ; 11. Vormenhouder - glasmaker; glasfabr.; 1. Vormenmaker - model- en vormmaker; grof- en fijnaardew. fabr., porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Vormenmaker - beeldhouwer; beelden- en ornamentfabr., beeldhouwer ij en ; 8. Vormenmaker - arb.; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen ; 1. Vormenoplegger - zie vormenaflegger; 1. f Vormensteker - zie vormenaflegger; 1. Vormenzander - arb.; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen; 1. Vormer - arb. ; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen, kalkzandsteenfabr., fabr. van aarden buizen, dakpannen en vloertegels ; 1. Vormer - kunststeenfabr.; 1. Vormer - aardewerkmaker; grof- en fijnaardew.-, porcel.- muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Vormer - glasmaker ; div. glasfabr. ; 1. Vormer - beton- en cementwerker ; beton- en cementw.fabr. ; 1. Vormer - arb.; chem. fabr.; 5. Vormer - hoedenmaker ; heerenhoeden- en pettenfabr.; 7. Verver - verv. van techn. rubberart.; rubberfabr.; 9. Vormer - arb.; brikettenfabr. ; 10. Vormer - (1); staalgieterijen; ijzer- en metaalgieterijen, spoor- en tramwegwerkpl., goud- en zilversmederijen; 11. Vormer - appreteur; tricotagefabr. en breierijen; 15. Vormer - zie vormwerker; 17. Vormer - officier, choc.werker; suikerwerkfabr. en choc.fabr.; 17. Vormgieter - arb. ; kaarsen- en waxinefabr.; 5. Vorminslaander - handzetter; handels-, boek- en courantendrukkerijen ; 3. Vormmaker - (1); modelmaker; staal-, ijzer- en metaalg.rijen; 11. Vormzandmaker - (2); ijzer- en metaalgieterijen; 11. Vormwerker - sigarenmaker; sigarenfabr. en sigarenm.rijen; 17. Vouwer - hulpvakarb. ; boek-, handels- en courantendrukk. ; 3. Vouwer - lingerienaaister; onderkl.- en huishoudg.fabr. ; 7. Vouwer - handl; wasch- en strijkinr. ; 7. Vouwer - opmaker; chem. wasscherijen en -ververijen; 7. Vouwer - papierbew.; papierfabr.; 14. Vouwer - papierbew.; cartonnagefabr. ; 14. Vouwer - boekbinder ; boekbinderijen ; 14. Vouwer - handl.; wolweverijen, wollendeken- en viltfabr., tricotagefabr. en breierijen, katoenweverijen, moltondekenfabr., katoenbleekerijen, katoendrukkerijen, spoelerijen en twijnerij en,linnenweverij en, nettenfabr., vitrage wever ij en ; 15. Vouwmachinearbeider - arb.; juteweverijen ; 15. Vrachtrijder - zie voerman; 21. Vrachtschipper - binnenscheepvaart; 21. Vruchtenconfijter - zie confijter; 17. Vruchtendroger - conserveerder; groentenzouterijen en -drogerijen en inmakerijen van groenten, vruchten en aardapp.; 17. Vruchtenperser - conserveerder; fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr.; 17. Vruchtensorteerder - groenten- en vruchtenschoonmaker; fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn en jamfabr. ; 17. Vuilnisophaler - zie reinigingsarb.; 4. Vuilsorteerder - beltwerker, vaaltarb.; openb. rein.diensten; 4. Vuilverbrander - arb. ; openb. rein.- en ontsmettingsdiensten ; 4. Vuilvisscher - baggerman; openbare rein.diensten ; 4. Vulcaniseur - preparateur ; rubberfabr.; 9. Vulcaniseur - (2); preparateur; wapen- en munitiefabr.; 11. Vuiler - arb.; zeepfabr., fabr. van genees- en verbandmiddelen, parfumerieën en tandmiddelen; 5. Vuiler - arb.; gloei- en radiolampenfabr.; 11. Vuiler - inpakker ; cacao- en choc.fabr.; 17. Vuiler - handl.; fabr. van verduurz. groenten en vruchten in gl. en bl., vruchtensap-, vruchtenwijn- en jamfabr., tabaksfabr., tabakskerverijen, koffiebranderijen, theepakkerijen; 17. Vuiler - arb. gascylinders; fabr. van samengeperste gassen; 5. Vuursmid - zie vuurwerker; 11. Vuurtorenwachter - loods- en seinwezen; 21. Vuurwerker - smid; fabr. van zonneschermen, rolluiken en jalouzieën; 6. Vuurwerker - (1); smid ; automobiel-, motorrijwiel-, rijwielfabr., blikwarenfabr., brandkastenfabr., constructiewerkpl., gas-, electriciteits- en watermeterfabr., electrotechn. fabr. en install. inr., gereedschapmakerijen en ijzerwarenfabr., haarden- en kachelfabr., ketelmakerijen, kinderwagenfabr., machine- en appendagefabr., metaalwarenfabr., rijkswerven, scheepswerven, slotenfabr., spoor- en tramwegwerkpl., vliegtuigfabr., wagenmakerijen, wagon- en carrosseriefabr., wapenfabr., ijzeren meubelfabr. ; 11. Vuurwerkmaker - zie pyrotechnist; 5. Vijlenblauwer - zie vijlenharder ; 11. Vijlenharder - harder ; gereedschapmakerijen ; 11. Vijlenkapper - (2); gereedschapmaker, vijlensmid; gereedschapmakerijen ; 11. Vijlenrichter - zie vijlenkapper; 11. Vijlenslijper - (2); gereedschapslijper; gereedschapm.rijen; 11. Vijlensmid - zie vijlenkapper; 11. Vijler - (2); afbramer, schuurder; brandkastenfabr., gereedschapm. en ijzerwarenfabr., slotenfabr., staal-, metaal- en ijzergieterijen, wapenfabr., ijzeren meubelfabr. ; 11. Waagknecht - zie waagmeester; 24. Waagmeester - stationspers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Waagïneester - financie- en belastingwezen ; 24. Wachteres - beveiligingspers, overwegwachteres; spoor- en tramwegen ; 21. Wachtsman - dekpers.; waker ; zeescheepvaart, loodswezen, binnenscheepvaart; bergingsdiensten ; 21. Waddenvisscher - kustvisscher : zee- en kustvisscherii ; 19. WafeJbakker - banketbakker; banketbakkerijen, wafelkramen; 17. Wagenbankwerker - (2); grofbankwerker; spoor- en tramwegwerkpl. ; 11. Wagenbekleeder - (1); stoffeerder, bekleeder, kappenmaker; kinderwagenfabr.; 11. Wagenbestuurder - zie conducteur ; 21. Wagenbestuurder - chauffeur ; brandweer ; 24. Wagenduwer - voerman (ondergr.); steenkolenmijnen; 10. Wagenknecht - voerman, koetsier; expediteursbedr., bestel- en bodediensten, e.a. transportondern. ; 21. Wagenlader - voerman (bovengr.) en handl. (ondergr.); steenkolenmijnen ; 10. Wagenlichter - (2); grofbankw. ; spoor- en tramwegwerkpl. ; 11. Wagenlosser - handl. (bovengr.); steenkolenmijnen; 10. Wagenmaker - (1); timmerman, carrosseriemaker; spoor- en tramwegwerkpl., wagenmakerijen; 11; (6). Wagenmeester - onderh.pers. van rollend materieel; spoor- en tramwegen; 21. Wagenno'eerder - stationspers. ; spoor- en tramwegen; 21. Wagenplakker - zie wagennoteerder ; 21. Wagenpoetser - onderh.pers. van rollend materieel; spoor- en tramwegen ; 21. Wagensmeeder - zie wagenpoetser ; 21. Wagensmid - (1); zie rijtuigsmid ; 11. Wagenteller.- handl. (bovengr.); steenkolenmijnen; 10. Wagenvoerder-conducteur - zie wagenbestuurder ; 21. Wagonlader - stationsarb.; spoor- en tramwegen; 21. Waker - beveiligingspers. ; nachtveiligheidsdiensten; 24. Walbaas - expediteursbedr., bedr. voor lading en lossing ; 21. Walkapitein - baggerbedr. ; 4 ; (21). Walkapitein - binnenscheepvaart en zeescheepvaart; 21. Walkenafnemer - zie afnemer; 1. Walknecht - zie walbaas ; 21. Walmachinist - zie walkapitein; 21. Walsarbeider - grondwerker, handl.; aanleg v. macadam- en asphaltwegen en onderhoud van wegen ; 4. Walsarbeider - appreteur ; katoenbleekerijen ; 15. Walsbaas - arb. ; superphosphaatfabr. ; 5. Walsbekleeder - verv. yan techn. rubberart. ; rubberfabr. ; 9. Walsdraadtrekker - draadtrekker ; elec. draad- en kabelfabr.; 11. Walsendrijver - arb.; meelfabr., graanmalerijen en veevoederfabr.; 17. Walsenslijper - gereedschapslijper; gereedschapm. en ijzerw. fabr. ; 11. Walser - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr., rubberfabr.; 9. Walser - (2); arb.; bladtin- en bladalluminiumfabr., capsulefabr.; 11. Walser - (2); mach. blikbew.; emailleerfabr. en blikw.fabr. ; 11. Walser - (2); draadtrekker; electr. draad- en kabelfabr. ; 11. Walser - (2); pletter en draadtrekker; goud- en zilversmederijen ; 11. Walser - arb.; papierfabr.; 14. Walser - zie walsendrijver. Walser - choc.maler, zoetmaler; cacao- en choc.fabr.; 17. Walser - perser; margarine- en oliefabr.; 17. Walsmachinist - mach.; aanleg van macadam- en asphaltwegen en onderh. van wegen; 4. Walswerker - steenfabr.arb.; baksteenfabr., fabr. v. vloertegels; 1. Walwerker - zie walbaas; 21. Wapenpoetser - handl.; wapenfabr. ; 11. Wapenpoetser - conservatiearb.; rijkswerven; 11. Wapenreparateur - (1); bankw., geweermaker; wapenfabr.; 11. Warmoezier tuinder ; groenten- en ooftteelt; 18. Warmperser - zie vetperser; 5. Warpswikkelaar - spoeler en twijner; katoenweverijen; 15. Wasbewerker - arb. ; beelden- en ornamentfabr.; 8. Wasbleeker - waskaarsenmaker; chem. fabr.; 5. Waschbleeker - zie waschknecht; 7. Waschknecht - (zie ook chem. wasscher); wasch- en strijkinr.; 7. Waschmeester - kolenwasscherij ; steenkolenmijnen; 10. Waschvrouw - huiselijke diensten; 26. Wasdoekdrukker - linoleum- vloerzeil- en wasdoekfabr. ; 9. Waskaarsenmaker - chem. fabr. ; 5. Wasniaker - arb. ; poets- en smeerf.fabr.; 5. Wasscher - zie chem. wasscher; 7. Wasscher - arb.; leerlooierijen; 9. Wasscher - arb.; rubberfabr. ; 9. Wasscher - zie kolenwasscher; 10. Wasscher - (3); handl.; ijzer- en metaalgieterijen en metaalw. fabr. ; 11. Wasscher - appreteur; wollendeken- en viltfabr.; 15. Wasscher - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen en katoendrukkerijen, linnenweverijen, kunstzijdefabr.; 15. Wasscher - ververijarb. ; katoenververijen; 15. Wasscher - zie groentenschoonmaker ; 17. Wassmelter - zie wasmaker; 5. Waterbouwkundig ingenieur - (ing. weg- en waterbouwkunde) grond- en waterbouwk. werk; 4; (24). Waterbouwkundig ingenieur - ingenieursbureaux; 24. Waterfitter - zie fitter; 11. Watermolenaar - poldermolenaar ; bemalingsinr. ; 24. Waterstofmaker - arb.; fabr. van samengeperste gassen ; 5. Waterwerker - arb.; papierfabr.; 14. Waterzuiveraar - arb. ; lijm-, gelatinefabr., kaarsen- en waxinefabr.; 5. Wattenmaker - arb. ; kapok- en wattenfabr.; 15. Wattenoplegger - dekenmaker ; dekenstikker ij en ; 7. Wattenroller - arb. ; kapok- en wattenfabr. ; 15. Waxinemaker - zie waskaarsenmaker; 5. Weefstoelensteller - zie getouwsteller ; 15. Weegwagendrijver - (2); hoogovenarb.; hoogovenbedr.; 11. Weerstandopbouwer - (1); bankw., monteur; electr.techn.fabr.; 11. Wegenslechter - zie grondwerker; 4. Wegenbouwer - grondw., walsarb. ; aanleg macadam-, asphalten betonwegen ; 4. Wegenteerder - teerspuiter ; aanleg van macadam- en asphaltwegen en onderh. van wegen; 4. Weger - arb.; zeepfabr.; 5. Weger - arb. ; graandorscherijen, aardappelmeelfabr., cacaofabr., margarine- en oliefabr., vetsmelterijen, koffiebranderijen, theepakker ij en; 17. Weger - zie waagmeester ; 21. Weger - beëedigd meter en weger; bedr. voor lading en lossing, veem- en pakhuisbedr; 21. Wegopzichter - onderh.pers. van weg en werken ; spoor- en tramwegen ; 21. Wegwerker - grondwerker; onderhoud van wegen; 4. Wegwerker - grondwerker; onderh. van weg en werken, spooren tramwegen ; 21; (4). Weipomper - arb. ; boter-, kaas- en melkprod.fabr. ; 17. Weller - zie plaatweller; 11. Werfknecht - handl.; houtzagerijen en -schaverijen; 6. Werfsjouwer - arb.; rijkswerven; 11. Werkmeester - techn. pers. ; spoor- en tramwegen ; 21. Werkmeester - vakonderwijs ; onderwijsinr.; 25. Werkmeester - gevangenisen, observatieinr., rijksopvoedingsgest. en tuchtscholen; 24. Werkmeisje - (zie ook keukenwerkmeisje en kamermeisje); hotels, pensions en restaurants; 21. Werkmeisje - dagdienstbode, ook werkster ; huisel. diensten ; 26. Werkster - schoonmaakster; hotels, pensions, restaurants, stations ; 21. Werkster - schoonmaakster ; huiselijke diensten ; 26. Werkster - komt voor in vele soorten bedr., kantoren, winkels, magazijnen enz. Werktuigkundige - ingenieursbureaux ; 24; (komt ook voor in vele andere bedr.). Werktuigkundig ingenieur - ingenieursbureaux; 24 ; (komt ook voor in vele andere bedr.). Werktuigkundig teekenaar - ingenieursbureaux ; 24; (komt ook voor in vele andere bedr.). Werktuigmaker - mach. bankw. ; rijkswerven ; 11. Werkvrouw -zie werkster. Wever - band- en veterfabr., fluweel-, trijp- en moquettefabr., juteweverijen, kantfabr., katoen-, linnenweverijen, nettenfabr., fabr. voor paardenhaarbew., passementfabr., tapijt- en mattenfabr., vitrage weverij en, wollendeken- en viltfabr. en wolweverijen; 15. Wieder - landarb. ; akkerbouw en tuinderijen ; 18. Wielenmaker - handhoutbew. ; houtwaren- en kruiwagenfabr.; 6. Wielenmaker - (1); bankw., plaatw. ; automobiel-, motorrijwielen rijwielfabr.; 11. Wielenmaker - (1); smid, vuurwerker, wielensmid ; wagon- en carrosseriefabr., spoor- en tramwegwerkpl. ; 11. Wielensmid - zie wielenmaker; 11. Wikkelaar - (2); ankerwikkelaar (gelijk-, wissel- of draaistroomwikkelaar); electr. tech. fabr. en motorenfabr., gas-, electriciteits- en watermeterfabr., spoor- en tramwegwerkpl., stofzuigerfabr.; 11. Wikkelaar - spoeler en twijner ; katoenweverijen; 15. Wikkelmaker - verv. van techn. rubberart.; rubberfabr. ; 9. Winchdrijver - liergast; bedr. voor lading en lossing ; 21. Winder - kluwer, bollenmaker; sajetfabr.; 15. Winder - bundelmaker, spoeler ; katoenweverijen; 15. Windverhitterman - (2); hoogovenarb. ; hoogovenbedr.; 11. Winkelbediende - winkels, warenhuizen, bazars, enz. ; 20. Winkeljuffrouw - zie winkelbediende ; 20. Wiskundige - verzekeringsmaatsch.; 23. Wisselbouwer - (2); grofbankw., plaatw., constructiew.; constructie werkpl. ; 11. Wissel- en railreiniger - arb.; spoor- en tramwegen; 21. Wissellooper - incasseerder, facteur; bankinst., kassiers en spaarbanken, enz.; 22 ; (21). Wisselsmid - (1); vuurwerker; spoor- en tramwegwerkpl. ; 11. Wisselsmid - vuurwerker ; spoor- en tramwegen; 21. Wisselwachter - handl. (bovengr.); steenkolenmijnen; 10. Wisselwachter - beveiligingspers. ; spoor- en tramwegen; 21. Witgoednaaister - zie lingerienaaister; 7. Witgoedwasscher - zie witwasscher; 7. Witkiel - stationspers. ; spoorwegen ; 21. Witplakker - arb.^ stroocartonfabr.; 14. Witter - (bezit niet de geschooldheid van een stucadoor); stuca- doors- en wittersbedr.; 4. Witwasscher. - waschknecht; (zie ook bontwasscher); wasch- en strijkinr. ; 7. Witwerker - meubelmaker, handhoutbew. ; ijskastenfabr., meu- belfabr. e.a. houtw.fabr. ; 6. Witwerker - mach. houtbew. ; lijstenfabr. ; 6. Witwever - katoenwever ; katoenweverijen ; 15. Wolblooter - huidenblooter; huidenzouterijen en -blooterijen; 9. Woldroger - wolwasscherijen en sajetfabr.; 15. Woldroger - ververijarb. ; wolweverijen ; 15. Wolfarbeider - wolver ; katoenspinnerijen ; 15. Wolkaarder - zie wolkammer ; 15. Wolkammer - sajetfabr.; 15. Wolkammer - openaar en .bandvormer ; wolspinnerijen ; 15. Wolgarenspinner - spinner, wolspinner; wolspinnerijen; 15. Wolmaker - wolmenger ; wolspinnerijen ; 15. Wolperser - wolwasscherijen; 15. Wolpluister - nopster, pluister; wolweverijen; 15. Wolpluizer - zie wolmaler ; 15. Wolrekker - rekker, spinner; sajetfabr.; 15. Wolscheider - zie wolsorteerder; 15. Wolsorteerder - arb.; wolwasscherijen; 15. Wolspinner - spinner ; wolspinnerijen, sajetfabr. ; 15. Wolver - openaar en band vormer; jute-, katoen- en wolspinn.; 15. Wol verver - ververijarb.; sajetfabr., wolververijen, tapijt- en mattenfabr., fluweel-, trijp- en moquettefabr.; 15. Wolwasscher - sajetfabr. en wolwasscherijen; 15. Wolwever - wever; wolweverijen, wollendeken- en viltfabr.; 15. Wolzwaaier - ververijarb. ; wolververijen; 15. Worstmaker - vleeschdraaier en worststopper, koker; slagerijen en vleeschw.fabr.; 17. Wijkverpleegster - verpleegster, (zie ook kraamverpleegster); ziekenhuizen, diaconiën, groene-kruisvereenigingen; 24. Wijnbottelaar - zie wijnkoopersknecht; 17. Wijnkoopersknecht - bottelaar, bottelier, wijnsteker en wijnver- snijder ; wijn- en bierbottelarijen, wijnpakhuizen; 17. Wijnstoker - zie wijnkoopersknecht; 17. Xylophonist - slagwerker ; jazz-bands, orchesten; 24. IJker - ijkbeambte, (zie ook scheepsijker); financie- en belastingwezen ; 24. Yoghurtmaker - melkbereider; melkprod.fabr.; 17. IJskastenmaker - zie witwerker; 6. IJsmaker - arb. ; (zie ook consumptie-ijsbereider); ijsfabr.; 17. IJswerker - zie ijsmaker; 17. IJzerbikker - (3); ontroester, roestschrapper, (zie ook ketelbikker); scheepswerven; 11. IJzerboorder - zie metaalboorder; 11. IJzerbramer - zie afbramer; 11. IJzerbrander - zie autogeenbrander; 11. IJzerbuiger - zie betonijzervlechter; 4. IJzerbüiger - zie metaalbuiger, spantenbuiger, pijpbuiger; 11. IJzerdraaier - zie metaaldraaier; 11. IJzerfraiser - zie metaalfraiser; 11. IJzergieter - (2); ijzergieterijen; 11. IJzergloeier - zie gloeier; 11. IJzerknipper - zie knipper; 11. IJzerparkman (eerste) - (2); ijzerparkarb. ; hoogovenbedr; 11. IJzerperser - zie metaalperser; 11. IJzerponser - zie ponser; 11. IJzerschaver - zie metaalschaver; 11. IJzersjouwer - zie metaalsjouwer; 11. IJzersmelter - (2); moet het ijzer en de slakken uit den koepeloven afsteken enz. ; ijzergieterijen; 11. IJzersorteerder - (2); sorteert gelost materiaal in soorten platen, hoekijzer, enz., en vergelijkt dit met de specificatie, noteert het afgegeven materiaal; mach.fabr. en scheepswerven; 11. IJzersteker - zie metaalsteker; 11. IJzervlechter - zie betonijzervlechter . IJzervormer - (1); vormer; ijzergieterijen; 11. IJzerwerker - zie betonijzervlechter . IJzerwerker - (1); zie constructiewerker; 11. IJzerwerker - scheepsbankw., grofplaatw.; scheepswerven, rijkswerven ; 11. IJzerzager - (2); zie metaalzager; 11. Zaadperser - zie perser oliefabr.; 5. Zaadschoonder - vlasarb.; vlasserijen; 15. Zaadschooner - arb.; graan- en zaadzuiveringsinr. ; 17. Zaadteler - tuindersknecht; zaadteelt; 18. Zaalchef - oberkellner ; hotels, restaurants; 21. Zaalknecht - bediende ; bioscopen, concert- en feestgeb., schouwburgen ; 24. Zaalwachter - bankinstellingen ; 22. Zaalwachter - stembureaux: 24. Zadelmaker - lederbew. ; lederw.fabr., pickerfabr., zadel- en tuigmakerijen ; 9. Zadelmaker - (1); lederbew.; wapenfabr., spoor- en tramweg- werkpl., wagon- en carrosseriefabr.; 11; (9). Zagenscherper - (2); gereedschapmakerijen en ijzerw.fabr. ; 11. Zagenslijper - zie zagenscherper; 11. Zagensteller - diamantzager; inr. tot bew. van diamant enz.; 2. Zager - diamantzager; inr. tot bew. van diamant enz.; 2. Zager - zie houtzager. Zager - zie metaalzager; 11. Zakkendrager - transportarb. ; bedr. voor lading en lossing, veem- en pakhuisbedr. e.a. transportondern. ; 21. Zakkeninzetter - conf.fabr.arb.; conf.fabr. (bovenkl.); 7. Zakkenmaker - arb.; papierw.fabr.; 14. Zakkennaaier - arb.; jutezakkennaaierijen en -versteller ij en ; 7. Zakkennaaier - juteweverijen; 15. Zakkensorteerder - kalk-, gips-, tras- en krijtfabr.; 1. Zakkensorteerder - jutezakkennaaierijen en -versteller ij en; 7. Zakkensorteerder - arb. ; meelfabr., graanmalerijen, veevoeder- fabr., suikerraffinaderijen en zoutziederijen; 17. Zakkenstopper - zie zakkenversteller; 7. Zakkenversteller - zakkennaaier en -stopper; jutezakkennaaierijen en -versteller ij en ; 7. Zalfmaker - arb. ; fabr. van genees- en verbandmiddelen; 5. Zalmrooker - vischconserveerder ; vischbew.inr. ; 17. Zalmvisscher - zalmsteekvisscher ; zoetwatervisscherijen ; 19. Zandaawnaker - zie vormzandmaker ; 11. Zandaanvoerder - steenfabr.arb. ; baksteenfabr. ; 1. Z andbaggeraar - zandschipper; delverijen van zand en grind; 10. Zandbereider - zie vormzandmaker; 11. Zandblazer - handl. ; glasbew.inr. ; 1. Zandblazer - zandstraler, ontroester; schildersbedr. ; 4. Zandblazer - (3); zandstraalblazer, ruimer, schuurder; ijzer- en me taal gieterij en, emailleerfabr., galvaniseerinr., automobiel-, motorrijwiel- en rijwielfabr., mach.fabr., wagon- en carrosseriefabr.; 11. Zanddroger - steenfabr.arb. ; baksteenfabr. ; 1. Zanddroger - arb. ; fabr. van asphaltpapier; 5. Zandgraver - zandgroeve-arb. ; delverijen van zand en grind; 10. Zandhorder - zifter; delverijen van zand en 'grind ; 10. Zandschipper - grond- en waterbouwk. werken ; 4; (21). Zandschipper - binnenscheepvaart; 21. Zandslechter - veenarb.; veenderijen; 10. Zandstraalblazer - zie zandblazer; 4 en 11. Zandstraler - zie zandblazer; 4 en 11. Zandstraoier - steenfabr.arb. ; baksteenfabr. ; 1. Zandverdeeler - arb.; kalkzandsteenfabr.; 1. Zandvormer - steenfabr.arb. ; baksteenfabr., brikkenbakkerijen, fabr. van vuurvaste steenen, grof- en fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel en bouwaardew.fabr.; 1. Zandvormer - (1); vormer; ijzer- en metaalgieterijen, rijkswerven ; 11. Zandvormer - (1); vormer; boetseerder; goud- en zilversmederijen ; 11. ZandAvasscher - grondw. ; delverijen van zand en grind ; 10. Zandwerker - arb.; kalkzandsteenfabr.; 1. Zandwerker - zie zandgraver; 10. Zandzever - speciemaker; venster- en spiegelglas- e.a. glasfabr.; 1. Zandzifter - zie zandwerker ; 10. Zandzifter - zie vormzandmaker; 11. Zeefreiniger - handl. ; aardappelmeelfabr. ; 17. Zeegrasdroger - arb. ; zeemosbinderijen ; 6. Zeegrasperser - zie zeegrasdroger; 6. Zeeloods - loods ; loods- en seinwezen; 21. Zeemleertouwer - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden; 9. Zeepdroger - zie zeepmaker ; 5. Zeepgieter - zie zeepmaker; 5. Zeepkoker - zie zeepmaker ; 5. Zeepmaker - arb.; zeepfabr. (harde en zachte zeepen); 5. Zeepmaler - zie zeepmaker ; 5. Zeepmenger - zie zeepmaker; 5. Zeepperser - zie zeepmaker ; 5. Zeeppoedermaker - arb. ; zeep- en zeeppoederfabr. ; 5. Zeepschepper - zie zeepmaker ; 5. Zeepsmelter - zie zeepmaker; 5. Zeepsnijder - zeepverwerker, arb; zeepfabr. ; 5. Zeepstoker - zie zeepmaker; 5. Zeeptapper - zie zeepmaker; 5. Zeepverpakker - zie zeepsnijder ; 5. Zeepvormer - zie zeepmaker; 5. Zeepzieder - zie zeepmaker; 5. Zeevisscher - zee- en kustvisscherij ; 19. Zeildoekwever - wever ; linnenweverijen ; 15. Zeildrukker - zie vloerzeildrukker; 9. Zeilmaker - zeilmakerijen, tenten- en dekkleedenfabr. ; 7. Zeilmaker - rijkswerven, spoor- en tramwegwerkpl. ; 11; (7). Zeilnaaister - mach. stikster ; zeilmakerijen en tentenfabr. ; 7. Zeilsnijder - arb. ; linoleum- en vloerzeilfabr. ; 9. Zenger - appreteur, brander ; wolweverijen; 15. Zenger - bleekerijarb. ; katoenbleekerijen, katoendrukkerijen; 15. Zetteler - kettingscheerder ; katoen- en linnenweverijen ; 15. Zetter - zie letterzetter; 3. Zetter-drukker - letterzetter tevens boekdrukker; boek- en handelsdrukkerijen; 3. Zever - arb.; magnesietmalerijen en magnesiafabr.; 5. Zever - rubbermengselmaker ; rubberfabr.; 9. Zever - arb. ; aardappelmeelfabr., meelfabr., graanmalerijen, vee- voederfabr., stijfselfabr. ; 17. Zever - handl.; tabaksfabr.- en tabakskerverijen ; 17. Zieder - zie zeepmaker; 5. Zieder - zie zoutzieder; 10. Zieder - zie zoutzieder; 17. Zifter - arb.; lijm- en gelatinefabr. e.a. beenderverw.inr. ; 5. Zifter - arb. ; verfmalerijen ; 5. Zifter - arb. ; lucifersfabr.; 5. Zifter - zie zever; 17. Zifter - zie zoutzieder; 17. Zilverafkoker - (2); zilverbew. ; goud- en zilversmederijen; 11. Zilverdraaier - zilversmid; goud- en zilversmederijen ; 11. Zilvergraveur - (2); ciseleur, graveur; zie ook guillöcheur; goud- en zilver smederij en ; 11. Zilvermonteur - (1); goud- en zilversmid; goud- en zilversmederijen ; 11. Zilverpoetser - (2); zie zilverafkoker; 11. Zilverpoetser - bedienend pers.; zeescheepvaart; 21. Zilverpoetser - huispers.; hotels en restaurants ; 21. Zilverpoetser - huispers.; huiselijke diensten; 26. Zilverreparateur - (1); reparateur; goud- en zilversmederijen; 11, Zilverslijper - (2); slijper; goud- en zilversmederijen; 11. Zilversmelter - (2); handl.; goud- en zilversmederijen ; 11. Zilversmid - (1); goud- en zilversmederijen; 11. Zilvervormer - (1); vormer; goud- en zilversmederijen ; 11. Zincograaf - etser; chemigrafische inr.; 3. Zinkdrukker - steendrukker; steen-, diepdruk- en koperdrukk.; 3. Zinkenlegger - arb.; papierfabr.; 14. Zink gieter - (2); platengieter; lood- en zinkpletterijen en -perserijen; 11. Zinkinzetter - (3); handl.; electr. techn. fabr. ; 11. Zinkknipper - (2); handl. ; lood- en zinkpletterijen en -perserijen ; 11. Zinkoxydezuiveraar - arb.; zinkwitfabr.; 5. Zinkpletter - (2); pletter, lood- en zinkpletterijen en -perserijen ; 11. Zinkslijper - slijper; diepdruk- en koperdrukkerijen; 3. Zinksmelter - (2); zinkfabr. ;11. Zinksmelter - (2); platengieter; lood- en zinkpletterijen en -perserijen; 11. Zinkstukwerker - rijswerker; grond- en waterbouwk. werken; 4. Zinktrekker - (3); zinkovenarb.; zinkfabr.; 11. Zinkwalswerker - (2); pletter; lood- en zinkpletterijen en -per- serijen; 11. Zinkwaterbereider - arb. ; zinkwitfabr. ; 5. Zinkwerker - (1); fitter en leidingmonteur; loodgieterijen en zinkwerkerijen, aanleg van gas- en waterleiding, sanitaire install. en centr. verw.; 11. Zinkwitstoker - arb,; zinkwitfabr.; 5. Zoetmaler - walser; choc.maler; cacao- en choc.fabr. ; 17. Zoetwatervisscher - zoetwatervisseherijen; 19. Zoetwerker - zie zoetmaler; 17. Zolderknecht - belast met het in ontvangst nemen van grondstoffen, storten, mêleeren enz. van meel e. d. ; brood- en beschuitfabr.; 17. Zolenbevestiger - arb. ; schoenfabr. ; 9. Zolenbimser - arb. ; schoenfabr.; 9. Zolengladder - arb.; schoenfabr.; 9. Zolengr oever - arb.; schoenfabr.; 9. Zolemnaker - arb. ; schoenfabr. ; 9. Zolenopzetter - arb. ; schoenfabr. ; 9. Zolenpenner - zie zolenbevestiger; 9. Zolenperser - stanzer ; schoenfabr.; 9. Zolenplakker - zie zolenbevestiger; 9. Zolenrander - zie zolengroever; 9. Zolenronder - zie zolengladder; 9. Zolenschifter - arb.; schoenfabr.; 9. Zolenschuurder - arb.; schoenfabr. ; 9. Zolensnijder - arb.; schoenfabr.; 9. Zolenstanzer - arb.; schoenfabr.; 9. Zolenverver - arb.; schoenfabr. ; 9. Zolenzetter - zie zolenbevestiger ; 9. Zooilijmer - zie zolenbevestiger; 9. Zooltjes inlegger - arb. ; schoenfabr. ; 9. Zoomster - lingerienaaister; onderkl.- en huishoudg.fabr. ; 7. Zoomster - naaister; katoenbleekerijen, tapijt- en mattenfabr.; 15. Zouter - huiden- en vellenbereider ; huidenzouterijen en -blooterijen; 9. Zouter - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. v. d. bew. van huiden, leerfabr.; 9. Zouter - arb.; margarinefabr., groentenzouterijen, -drogerijen, -inmakerijen van groenten, vruchten en aardappelen ; 17. Zouter - handl.; slachterijen en vleeschw.fabr. ; 17. Zouter - conserveerder; vischbew.inr.; 17. Zoutpannenstoker - zoutzieder; zoutontginningen; 10. Zoutstoker - bijprod.verwerker; cokesfabr.; 10. Zoutstoker - bijprod.verwerker ; gasfabr.; 16. Zoutstoker - arb.; zoutziederijen; 17. Zoutzieder - arb. ; zoutontginningen; 10. Zoutzieder - arb.; zoutziederijen; 17. Zoutzuurstoker - arb. ; zoutzuurfabr.; 5. Zuigerbaas - baggerpers. zandzuiger ; baggerbedr. ; 4 ; (21). Zuurder - arb.; dextrinefabr.; 5. Zuurstofbereider - arb.; fabr. v. samengeperste gassen; 5. Zuurstoker - arb.; zwavelzuur fabr.; 5. Zwaaimachinearbeider - waschknecht; wasch- en strijkinr.; 7. Zwartbrander - ovenpers. ; grof- en fijnaardew.-, porcel.-, muurtegel- en bouwaardew.fabr.; 1. Zwartbrander - arb.; glucose-, stroop- en sagofabr.; 17. Zwarter - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr. ; 9. Zwarter - schilder; haarden- en kachelfabr.; 11. Zwartetser - etser; chemigrafische inr.; 3. Zwartfotograaf - reproductie-fotograaf; chemigrafische inr. ; 3. Zwartmaker - afwerker ; spiegelglasfabr.; 1. Zwartmaker - arb.; leerlooierijen e.a. fabr. voor de bew. van huiden, leerfabr., schoenfabr.; 9. Zwavelaar - ververijarb.; wolververijen ; 15. Zwavelaar - appreteur ; wolweverijen; 15. Zwavelzuurbereider - zie zuurstoker; 5. Zweeler - arb.; dextrinefabr.; 5. Zwemmeester - badmeester; bad- en zweminr.; 7. Zwikker - arb.; schoenfabr.; 9. Zwingelaar - zie vlasrepelaar; 15. Zijdesorteerder - sorteerderijarb.; kunstzijdefabr.; 15. Zijdespinner - spinnerijarb. ; kunstzij defabr.; 15. Zijdeverver - ververijarb.; chem. wasscherijen en ververijen, tapijtrein.inr.; 7. § 8. LITERATUURLIJST VOOR BEROEPSKUNDE. ABASZ, F. W. Der Metallarbeiter. (Leipzig 1921). ADAM, F. Der Heizungsmonteur. (Verlag Dr. Janecke, Leipzig, 3. Auflage, 1925). ADAMS, JESSIE B. An introduction to the study of occupations. (Vocational pamphlet No. 1, Cincinnati public schools, 1921). ADAMS, JESSIE B. The shoe-industry in Cincinnati. (Vocational pamphlet No. 2, Cincinnati public schools, 1921). ANALYSIS of the management of a cotton-growing enterprise, issued by the Federal Board for vocational education. (Washington, 1926). ANALYSIS of the operative jobs of a corn-growing enterprise, issued by the Federal Board for vocational education. (Washington 1927). ARBEITERVERTEILUNG in der deutschen Industrie, Die. (1921). Karten werk der Reichsarbeitsverwaltung. Eingeleitet und erlautert von Prasident Geh. Reg.-Rat Dr. Syrup. (Verlag des Reichsarbeitsblattes, Berlin, 1924). A SURVEY and analysis of the pottery industry, issued by the Federal Board for vocational education .(Washington, 1921). BADER, G. N. De leerares in de naaldvakken. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek Nr. 47). BARDTKE, P. Gemeinfaszliche Darstellung der gesamten Schweisztechnik. Behandelt u.a. auch Ausbildungsfragen und Ungefallgefahren. (Verein Deutscher Industrielier-Verlag, Berlin 1927). BAUMGARTEN, FRANZISKA, Berufswünsche und Lieblingsfacher. (Langensalz, Beyer u. Söhne, 1921). BEETS, C. De fabrieksingenieur. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek Nr. 18). BEINHOFF, ing. W. Der Facharbeiter in der Machinenindustrie. „Am Scheidewege", Berufsbilder. (Verlag H. Paetel, Berlin, 1922). BELINFANTE, EMMY J. De vrouw als journaliste. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek Nr. 48). BERGARBEITER im Wandel der Geschichte, Die. Historische Betrachtung nach Otto Huës Darstellung nebst Erganzung herausgegeben vom Verband der Bergarbeiter Deutschlands (Verlag von Hausman & Co., Bochum i/W., 1926). BERGBAULICHEN Berufe, Die. Beitrage zur Berufskunde. (Verlag Landesarbeitsamt Westfalen und Lippe, Abt. Bergbau, Bochum und Münster i/W., 1921). BERRY, R. E. An analysis of clerical positions for juniors in railway transportation. (Part.-time education series, No. 6, University of California, 1921). BERRY, R. E. The work of juniors in the telegraph service. (Part.-time education series, No. 10, University of California, 1922). BERRY, R. E. The work of juniors in retail grocery stores. (Part.-time education series, No. 11, University of Californa, 1922). BERUFS- UND FACHSCHULWESEN, Handbuch für das. Im Auftrage des Zentralinstituts für Erziehung und Unterricht, Berlin. (Herausgegeben von A. Küne, Verlag Quelle und Meyer, Leipzig, 1923). BIENKOWSKI, Dr. ing. von. Untersuchungen über Arbeitseignung und Leistungsfahigkeit der Arbeiterschaft einer Kabelfabrik. (Schriften der Verein. für Sozialpolitik, Bd. 134, Leipzig, 1910). BLEEKER, S. De tuinbouw. (Morks' Beroepsbibliotheek, No. 17 Dordrecht). 28 BOER, T. J. de. Over het beroepsleven van onze bedeelden. (Overdruk uit het Tijdschrift v. Armenzorg en Kinderbescherming van 10, 17 en 24 November 1917). BOER, T. J. de. Uit de praktijk van het beroepspatronaat. (1921). BONGAERS, M. C. E. De waterstaats-ingenieur. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 13). BOUMAN, L. School en beroep. (Overdruk v. h. orgaan v. d. Chr. Ver. v. Natuur- en Geneeskundigen in Nederland, z. j.). BOVENKAMP, E. G. v. d. Administratie der Directe Belastingen, Invoerrechten en Accijnzen. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 3). BRAAM, J. S. De rentmeester. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 44). BRANDT, F. A. De spoorwegingenieur (Weg en Werken). (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 15). BRUGMANS, Dr. H. J. F. W. en Dr. J. L. PRAK. Een psychologische analyse van de telefoniste. (Mededeelingen v. d. Dr. Bos-Stichting No. 3, J. B. Wolters, Groningen). BRUGMANS, Dr. H. J. F. W. en Dr. J. L. PRAK. Een psychotechnische analyse v. d. monteur in het hoogspanningsbedrijf. (Mededeelingen v. d. Dr. Bos-Stichting No. 4, J. B. Wolters, Groningen). BRUGMANS, Dr. H. J. F. W. en Dr. J. L. PRAK. Een psychotechnisch onderzoek in de N.V. Machinefabriek Gebr. Stork & Co. (Mededeelingen v. d. Dr. Bos-Stichting No. 12, J. B. Wolters, Groningen, 1926). BUCH der Erfindungen, Gewerbe und Industrien. (8. Auflage 1887, 9. Aufl. 1899, Verlag Otto Spamer, Leipzig und Berlin). BüCHER, Dr. Karl. Entstehung der Volkswirtschaft, 2 Bde. (Verlag H. Laupp'schen Buchhandlung, 17. Auflage, Tübingen, 1926). BUCHNER, G. Die Metallfarbung. (Leipzig 1920). BUES, H. Die Stellung des Jugendlichen zum Beruf und zur Arbeit. (Grüner, Berlin, 1926). CALCAR, R. P. van. De psychologie der beroepskeuze, arts en onderwijzer (1929). CHAJES, Prof. Dr. B. Grundriss der Berufskunde und Berufshygiene. (Detmold. 1919, Meyersche Hofbuchhandlung). CLERC, J. F. Die Berufe der Machinen- und Metallindustrie. (Schweizer Berufsführer, herausgegeben in Verbindung mit dem Jugendamt des Kantons Zürich. Verlag Rascher & Cie. A. G., Zürich, 1924). COMPTES rendus de la cinquière conférence internationale de psychotechnique, tenue a Utrecht du 10 au 14 Septembre 1928, sous la présidence de F. Roels. (Publié par le comité national, 1929). DAEL, Dr. JAC. VAN. Beroepskeuze-voorlichting op psychologische grondslag (1934). DERS. Der praktische Gas- und Wasserinstallateur. (Verlag G. H. Moritz, Stuttgart, 1925). DERS. Das Aetzen und Farben der Metalle. (Leipzig, 1922). DET, E, J. VAN. De jeugd en het beroep. (Lezing gehouden voor de vereeniging „Onderlinge Vrouwenbescherming", enz. op 3 Februari en 3 Maart 1927). DICKE, Mr. W. De advocaat. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliothee, No. 6). DIE AKADEMISCHEN BERUFE, 6 Bde. (Herausgegeben von der deutschen Zentralstelle für Berufsberatung der Akademiker in Berlin, 1919, Furche Verlag. Bnd. 1. Grundsatzliches zur Frage der Berufsberatung. Bnd. 2, Der Theologe. Bnd. 3, Der Philologe. Bnd. 4, Der Mediziner. Bnd. 5, Der Jurist und der Volkswirt. Bnd. 6, Der Techniker). DöHNER, O. H. Die Entwicklung der Drahtherstellung. (Beitrage zur Geschichte der Technik und Industrie. Jahrbücher des V. D. I., Bnd. 14/1924. Selbstverlag des V. D.I., Berlin). DOZY, E. De politie. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 36). DRALLE, R. Die Glasfabrikation. (Herausgegeben von Prof. Dr. Keppeler. 2. Aufl. München, 1925). DUNKMANN, K. Die Lehre vom Beruf. (Berlin, Trowirtsch u. Sohn, 1922). DIJK, L. W. H. VAN. De civiel-ingenieur in gemeentedienst. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 13). EASTON, Dr. C. en M. J. BRUSSE. De journalist. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 14). EMPLOYMENT TRAINING in civilian vocational rehabilitation, issued by the Federal Board for vocational education. (Washington, 1926). EYSTEN, Mr. J. Officier bij de Ned. Landmacht. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 2). FISCHER, A. Ueber Beruf, Berufswahl und Berufsberatung. (Leipzig, Quelle u. Meyer, 1918). FISCHER, A. Berufsberatung und Berufspolitik. (Die Hochschule, 2. Jrg., S. 361—369). FONTèGNE, J. L'orientation professionelle et la détermination des aptitu- des. (Paris, Delachaux). FRANCHET, A. et FRANCHET. L, Livre de 1'activité humaine des lec- tures de la profession. (Paris, Dunod, 1924). FRaNZNER, W. Die Gieszerei. Vor dem Tore des werktatigen Lebens. Ausführliche berufskundliche Darstellung des Former- und Gieszerberuf, mit 14 Bildern. (Herausgegeben vom Berufamt Harburg/Elbe, 3. Jahrg., Heft 4, Juli 1927). FREY, S. Der Bergbau für weitere Kreise geschildert. (Verlag Otto Spamer, Leipzig, 1900). GEIGER, Prof. Dr. ing. C. Handbuch der Eisen- und Stahlgieszerei. (3 Bde. Verlag J. Springer, 2. Aufl. Berlin, 1928). GEORGI und SCHUBERT. Die Technik der Stanzerei, Pressen und Ziehen. (Leipzig, 1922). GESCHRIFTEN van de Nederlandsche Vereeniging voor Armenzorg en Weldadigheid te Amsterdam. Prae-adviezen voor de algemeene vergadering van 23—25 October 1930 te Amsterdam. Voorkomen en bestrijden van bedelarij en landlooperij. Prae-adviseurs : Mr. O. J. Cluysenaer, G. H. Honing, Mr. J. P. H. Kroon, 188 blz. — Beraadslaging over het onderwerp : Voorkomen en bestrijden van bedelarij en landlooperij, 92 blz. — Eerste rapport uitgebracht door de permanente commissie inzake de opleiding van verzorgers van onmaatschappelijken en maatschappelijke zwakken, 67 bl. — Beraadslaging over het eerste rapport, uitgebracht door de permanente commissie inzake de opleiding van verzorgers van onmaatschappelijken en maatschappelijke zwakken, 97 blz., allen 1931. GIESE, Dr. F. Eignungsprüfe für Uhrmacher-Lehrlinge. (Verlag des Zen- tralverbands Deutsche Uhrmacher, Halle a/S., 1924). GNANT, H. Der Maschinenschlosser. (Berlin, 1925). GRAF, O. Unbekannte Berufe, Drahtflechter und Siebmacher. Berufsberatung und Berufsbildung. (Beilage der Schweiz. Gewerbe-Zeitung, Basel, No. 6 v. 3. Mai 1924, S. 21/22). GRIEK, M. Officier-machinist. (Dordrecht, Morks'Beroepsbibliotheek, No. 8). GROOT, E. J. DE. De boekdrukker. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 10). GRUTTERINK, Prof. J. A. De mijn-ingenieur. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 20). GUNNING Wzn., J. H. Opvoeding en beroepsopleiding. (Het Kind, jrg. 20, 1919, blz. 50—55). GUTTMAN, A. Die Bedeutung des Farbensinns für die Berufswahl. (Umschau, 1912, S. 447—450). HAAS, C. Der Metallarbeiter. (Leipzig, 1922). HANDWöRTERBUCH der Staatswissenschaften, 3. und 4. Auflage. (Verlag Gustav Fischer, Jena). HANFFSTENGEL, G. VON. Technisches Denken und Schaffen. 2e Auflage (Springer, Berlin, 1920). HANDBUCH DER BERUFE. Herausgegeben von der Reichsanstalt für Arbeitsvermittlung und Arbeitslosenversicherung, Berlin, Kommissionsverlag Quelle & Meyer, Leipzig, 1927 ff. HANAUER. Die Berufskrankheiten der Gold- und Silberarbeiter. (Zeitschr. für Gewerbehygiene, Wien, 1910, S. 371). HANDWöRTERBUCH des Kaufmanns. (Hanseatische Verlagsanstalt, Hamburg, 1925). HARTMANN, F. Das Verzinnen, Verzinken, u.s.w. (Berlin, 1924). HARTMANN, F. Das Ueberziehen von Metallen duch andere Metallen. (Leipzig, 1924). HARTMANN, F. Das Farben der Metallen. (Berlin, 1925). HASSELT, R. VAN. Chemisch-ingenieur. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 18). HAUCK, KARL. Berufskunde, verfaszt und herausgegeben im Auftrage des Osterreichischen Bundesministeriums für soziale Verwaltung. (Sonderabdruck und Verlag der Zeitschrift für Gewerbe-Hygiene und Unfallverhütung, Wien, Am Tabor 18, 1922). HAUSDING. Handbuch für Torfgewinnung und Torfverwertung. HEUGEL, W. Beitrage zur Berufskunde und Eignungsprüfung des Schmiedes mit besonderer Berücksichtigung der Arbeit in den Stadt- und Dorfschmieden. (Industrielle Psychotechnik, 2. Jrg. Heft 12, 1925, S. 359 ff., Verlag J. Springer, Berlin). Abdruck auch in: Berufsarbeit und Wissen in Gewerbe und Handel, Heft, Heft 10, 1926. HIRSCH, Dr. MAX. Leitfaden der Berufskrankheiten der Frau. (Verlag Ferdinand Enke, Stuttgart, 1919). HOEUFFT-ROUKENS, S. De tuberculose-huisbezoekster. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 30). HOFMAN, J. J. Apotheker en apothekers-assistent. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 25). HUBERT, D. De Stoomvaart Mij. „Nederland" en de K.P.M. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 5). IVES, J. B. The watchmaking and repair trade. (Bulletin series No. 1. The board of public education Philadelphia. Pensylvania, 1923). JANSEN, C. De spoorwegambtenaar. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 23). JESSUP, EVA and CLYDE BLANCHARD. An analysis of the work of juniors in banks. (Part.-time education series, No. 5, University of California, 1921). JEUGD en BEROEP. Tijdschrift voor jeugd-psychologie, voorlichting bij beroepskeuze en beroepsvorming, onder red. van E. J. van Det en P. van Mever ; Jrg. 1928 e.v. JOB SPECIFICATIONS, issued by the Federal Board for vocational education. (Washington, 1919). KACZMAREK. Die moderne Stanzerei. (Leipzig, 1925). KALLENBERG, Dr. O. Der praktische Klempner. (Verlag H. Moritz, Stuttgart). KAN, J. B. De jurist als ambtenaar. (No. 3, uitg. op verzoek van de juridische faculteit der Leidsche studenten, Leiden, 1923). KELLER Jr., Ch. Electrical industries of Philadelphia. (Bulletin series No. 4, Philadelphia, Pensylvania, 1924). KELLERMAN, E. Das Schmiedehandwerk. (3 Bde, Verlag Bernh. Friedr. Voigt., Leipzig, 1926). KELLNER, HANS. 9 Jahre Prüfererfahrungen in der Berliner Metallindustrie. (Industrielle Psychotechnik, Heft 2, Febr. 1928, S. 33). KERKHOF, B. J. De opzichter van den Rijkswaterstaat. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 12). KETELAAR, J. G. De inspecteur bij het levensverzekeringsbedrijf. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 28). KLIJZING, D. M. Het notariaat. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 29). KNOBEL, F. M. De beroeps-consul. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 33). KöHLER, R. Der Beruf des Kabelmonteurs. (Electrotechnischer Anzeiger, No. 125 vom 5. Aug. 1924). KOOIMAN, D. De burgemeester. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 37). KRAUSZ. Die psychotechnische Lehrlingsprüfe in der Gasmotorenfabrik Köln. Enthalt eine Zusammenstellung der für Metallarbeiter erforderlichen Eigenschaften und Fahigkeiten in Tabellenform. (Praktische Psychologie, 2. Jrg., 1921, No. 12, S. 378). KROES, H. A. De dierenarts. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 40). KUKUCK, FRIEDR. Der Gasrohrleger und Gaseinrichter. (Verlag R. Oldenbourg, München-Berlin, 3. Aufl., 1925). KUPFERSCHMIEDE. Berufskunde für. (Herausgegeben vom Badischen Landesgewerbeamt, Karlsruhe). LABRIJN, P. De spoorweg-ingenieur (Tractie en materiaal). (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 15). LAHY, J. M. La profession de dactylographie. (Genève, Bureau International du travail, 1924). LAMORAAL WICHERS, J. P. en D. E. v. RIJN. De verpleegster. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 19). LANGLOIS, V. Le livret de la couturière. (Paris, Eyrolles, 1923). LEHMANN, K. B. Arbeits- und Gewerbehygiene. (Verlag S. Hirzel, Leipzig, 1919). LELIMAN, J. H. W. De bouwmeester. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 21). LES CARRIèRES FéMININES, étude sur 1'enquête faite par la commission d'éducation de la plus grande familie, préface de A. Isaac. (Paris, Action populaire, 1922). LEW1S, Meivin S. Analysis of the plasterer's trade. (Trade and Industrial series, No. 3, University of California, 1924). LEWIS, Meivin S. Analysis of the automechanics trade with job instruction sheets. (Part.-time education series No. 4, University of California, 1925). LIPMANN, Prof. OTTO. Die Berufseignung der Schriftsetzer. (Zeitschr. für angew. Psychologie, Bd. 13). LIPMANN, Prof. OTTO. Psychologie der Berufe. Handbuch der Vergleichenden Psychologie. (Verlag Ernst Reinhardt, München). LIPMANN-STOLZENBERG. Methoden zur Auslese hochwertiger Facharbeiter in der Metallindustrie. 2. Unverand. Auflage mit Erganzungen und einem Nachtrag: Streller, Erfahrungen mit den Methoden von Lipmann-Stolzenberg. Schriften zur Psychologie der Berufsberatung und des Wirtschaftslebens, herausgegeben von O. Lipmann und W. Stern, Heft 11. (Verlag Joh. Ambr. Barth, Leipzig, 1926). LOHMANN, W. Die Berufsberatung an höheren Knabenschulen. (Monatschrift für höher Schulen, 17. Jrg., S. 271—285). LONKHUIZEN, I. P. VAN. De boschbouw. (Dordrecht, Mork's Beroepsbibliotheek, No. 22). LUNING PRAK, Dr. J. School, beroep en aanleg (1932). MAARTENS, F. De electrotechnicus (middelbaar en lager gevormd). (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 27). MARGADANT, G. D. De tandarts. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 41). MERKBLaTTER zur Berufsberatung. Herausgegeben des Pad.-psychologischen Institutes, München. 3. B., Merkblatt No. 20: Juwelier, Goldund Silberschmied, Metallgieszer und Gürtler, Ziseleur und Graveur). MEULEN, JOH. A. TER. De woningopzichteres. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 43a). MUTHESIUS, K. Die Berufsbildung des Lehrers. (München, Beek, 1913). MOLENAAR, J. De Gouvernements-marine in Ned. Oost-Indië. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 5). MOM. Dissertatie over de hygienische verhoudingen der zeevisschers. (Amsterdam, 1910). NEUHAUS. Die deutsche Volkswirtschaft und ihre Wandlungen im letzten Vierteljahrhundert. Band I: Die berufliche und soziale Gliederung des deutschen Volkes ; Band II : Landwirtschaft und Gewerbe. (Volksvereins-Verlag GmbH., Gladbach, 1911). NOUHUYS, H. v. De suikergeëmployeerde op Java. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 31). OTTO, C. und A. JAKOBI. Der Klempner. (Verlag Bernh. Friedr. Voigt, Bd. I. Leipzig. 1916). OVEN, Dr. A. S. VAN. De leeraar. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 9). PELTZER, A. Geschichte der Messingindustrie. (Aachen, 1909). PERKINS, AGNES F. Vocations for the trained woman. (Boston, Women's educational and industrial union, 1920). PERNé, B. De bewaarschoolonderwijzeres. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 45). PETIT, W. Der Kupferschmied. (Verlag Bernh. Friedr. Voigt, Leipzig). PINKHOF, Dr. H. Het beroep van arts. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 7). POELJE, Mr. G. A. VAN. De gemeente-secretaris. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 34). PRAK, Dr. J. L. Het psychotechnisch onderzoek aan de ambachtsschool te Eindhoven. (Mededeelingen van de Dr. D. Bos-Stichting, No. 13, 1926). PSYCHOTECHNISCHE Eignungsprüfungen in Werkschulen der Metall- industrie Deutschlands. (Psychotechnische Zeitschrift, 1. Jrg., Heft 1, S. 38, Okt. 1925). PSYCHOTECHNISCHE Lehrlingsprüfungen in der deutschen mechanischen Industrie. (Praktische Psychologie, 3. Jrg., Heft 10, S. 314 ff., Juli 1922). QUAY, Dr. J. E. DE. Psychotechniek in het bedrijf. (Geschriften v. h. Adviesbureau voor Bedrijfsorganisatie, 1931). RAPPORT uitgebracht door de studiecommissie inzake de opleiding v. verzorgers van psychisch invaliden. Met 5 bijlagen. — Rapport uitgebracht aan de nationale commissie tegen het alcoholisme betreffende onder curateelestelling van drankzuchtigen op gelijken voet als verkwisters. (Geschriften van de Nederl. Ver. v. Armenzorg en Weldadigheid te Amsterdam, 1928). RASKOP, F. Katechismus der Ankerwickelei. (Leipzig, 1922). REED, ANNA Y. Junior wage earners. (New York, The Macmillan company, 1920). REICH. Der Former, Gieszer und Schmied. Heft 14 der Schriften des Berufskundlichen Ausschusses bei der Hauptstelle der Reichsanstalt für Arbeitsvermittlung und Arbeitslosenversicherung, herausgegeben mit Mitwirkung des Deutschen Ausschusses für Technisches Schulwesen. (Verlag von R. Hobbing, Berlin, 1928). REIN, J. VAN. De vrouw op kantoor. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 49). REINHARDT, A. Beitrage zur Berufsberatung und Berufskunde in Württemberg. Erste Folge : Die wirtschaftliche und soziale Bedeutung der Berufsberatung, die Aufgaben vom Schule und Schulartzt, die Auslese beschrankten. (Stuttgart, Kohlhammer, 1920). Zweite Folge : Der Besuch der Universitaten und Technischen Hochschulen. (Stuttgart Kohlhammer, 1921). RéVéSZ GéZA. Das frühzeitige Auftreten der Begabung und ihre Erkennung. (Leipzig, Barth., 1921). RICHTLINEN des Verbands Berliner Metallindustrieller für das planmaszige Anlernen in der Metallindustrie. (Verschiedene Blatter, z. B. : V.B.M.I. Blatt A 10, Aug. 1926, Richtlinien für Kernmacher). ROMBOUTS, Fr. S. 'n Psychologiese karakteristiek van het onderwijzersberoep (Ons Eigen Blad, 8e Jrg. 1920, blz. 44—47). ROMBOUTS, Fr. S. Beïnvloeding der kinderlike psyche door de oorlog. (Ons Eigen Blad, Jrg. 3, blz. 54—66). ROTFUCHS, Dr. Hygiene und Gesundheitsgefahren der Werft- und Hafenarbeit und der Arbeit des Heizpersonals auf Schiffen. (Verlag J. Springer, Berlin, 1928). ROVAART, M. C. VAN DE. Het beroep van musicus. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 42). SCHIFFSBAUER und Schiffzimmerer. Berufsberatungsmerkblatt der Berufsberatung. (Hamburg, 1928). SCHLOSSER. Berufskunde für (Bauschlosser). Herausgegeben vom Bad.Landesgewerbeamt. (Verlag Friedr. Lang'schen Buchdruckerei, Karlsruhe i/B.). SCHMIDT-ENGEL. Hygiene der Metallbearbeitung. Adam-Engel-Lorentz, Gesundheitslehre für die Fortbildungs-, Berufs- und Fachschulen unter besonderer Berücksichtigung der Gewerbehygiene, II. Teil. Heft 3, (Verlag F. C. W. Vogel, Leipzig, 1928). SCHMIED, Der. 2 Teile: Gronemann, Der Schmiedelehrling; Lippmann, Die Gesellenprüfung für Schmiede ; Warncke, Meisterprüfung im Schmiedehandwerk; Fischer, Der Veterinargehilfe ; Wartenberg, Die Reparaturarbeit des Schmiedes ; Grüninger, Die Arbeiter des Wagenschmiedes; Ritter, Moderne Kunstschmiede- und Schlosserarbeiter; u s. w. SCHMIEDE, Berufskunde der. Herausgegeben vom Badischen Landesgewerbeamt. SCHMOLLER, Zur Geschichte der deutschen Kleingewerbe im 19. Jahrhundert. (Verlag der Buchhandlung des Waisenhauses, Halle a/S., 1870). SCHOTEL, Adr. De huisschilder. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek No. 32). SCHOTT, E. A. Die Metallgieszerei. (Leipzig, 1920). SCHUBERT, A. Einführung in die Fraserei. (Verlag Dr. Max Janicke Leipzig, 1925). SCHULZ. W. Der Uhrwerkmacher am Werktisch. (Berlin, 1924). SCHWEISZGUTH, P. H. Gesenkschmiede. (Verlag Eugen Simon Berlin 1926). SCHWENN, O. Der moderne Metallarbeiter. (Leipzig, 1921). SCHWEREISENINDUSTRIE im deutschen Zollgebiet und ihre Entwicklung und ihre Arbeit. (Verlag des Deutschen Metallarbeiter Verbandes Stuttgart, 1912). SERVAAS VAN ROOYEN, A. J. De archivaris. (Dordrecht, Morks'Beroepsbibliotheek, No. 11). SEYFERT, E. W. Der Arbeiternachwuchs in der deutschen Machinenindustrie. (Berlin, Springer, 1920). SIEVERTSEN BUVIG, S. Vroedvrouw. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 43b). SLOOTEN, G. VAN. Het ambt van den rechter (No. 2, uitg. op verz. v. de juridische faculteit der Leidsche studenten, Leiden, 1921). SNOUCK HURGRONJE, Mej. P. De bibliothecaresse eener openbare leeszaal. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 11). STEINBRINKS. D. W. Der praktische Maschinenbauer und Mechaniker. (Leipzig, 1924). STERRINGA, T. J. De onderwijzer. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 4). STETS, W. Aus der Berufsberatung. (Der Arbeitsnachweis in Deutschland, Berlin, 1. Mai 1921, S. 199—200). STIER, LESLIE G. Analysis of the cabinetmaker's trade. (Trade and Industrial series, No. 2, University of California, 1923). STIER, LESLIE G. Analysis of the house carpenter's trade. (Trade and Industrial series, No. 1, University of California, 1923). STIPRIAAN LUISCIUS, J. M. VAN. De advocaat. (5e dr., 's-Gravenhage. Belinfante, 1919). STOCKER, O. Erfahrungen in der Berufsberatung. (Vortrag gehalten am 1. Dez. 1915 in der Neuen Helvetischen Gesellschaft, Zurich). STUDENT TEACHING in agriculture, issued by the Federal Board for vocational education. (Washington, 1925). SURVEY of junior commercial occupations, issued by the Federal Board for vocational education. (Washington, 1920). TEENSTRA, E. M. De landbouw. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 38). TELDERS, J. H. Het beroep van advocaat. (No. 1, uitg. op verz. v. d. juridische faculteit der Leidsche studenten, Leiden 1921). TELEKY, L. Ueber arztliche Berufsberatung. (Zeitschrift für Kinderschutz und Jugendfürsorge, 10. Jrg., 1918, S. 150—156). THE HOME PROJECT, issued by the Federal Board for vocational education. (Washington, 1926). THE SELECTION and placement of employees, issued by the Federal Board for vocational education. (Washington, 1919). THOMAE, K. Die Bedeutung und die Organisation der Berufsberatung. (Hamburg, Lange u. Schröter). THiiMMLER, Berufsberatung und Schule. (Mitteilungen der Zentralstelle des Deutschen Stadtetages, 1918). TYDEMAN-VERSCHOOR, A. S. Het beroep van huishoudkundige. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 35). UNTERSUCHUNGEN über Auslese und Anpassung (Berufswahl und Berufsschicksal) der Arbeiter in den verschiedenen Zweigen der Groszindustrie. Schriften des Vereins für Sozialpolitik. (Verlag Duncker u. Humblot, Leipzig, 1910). VERSLAG van het nationaal congres voor beroepskeuze, gehouden op 29—30 December 1926 in het gebouw van de „Vrije gemeente" te Amsterdam. VERVIERS, E. Beroepsopleiding en werkloosheid. (Tijdschrift der Nationale ver. tegen de werkloosheid, Jrg. 5, 1916, blz. 290—320). VETTER, R., Vom Drahtziehen und von Drahtziehern. (Der Deutsche Metallarbeiter, No. 17, v. 23 April 1927, S. 267/68). VOCATIONAL EDUCATION for foreign trade and shipping, issued by the Federal Board for vocational education. (Washington, 1918). VOS, M. DE. Kadaster. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 16). WAERDEN, Th. v. d. Geschooldheid en techniek. Onderzoek naar den invloed van arbeidssplitsing en machinerie op de mate van vereischte oefening en bekwaamheid der arbeiders. (Amsterdam, van Rossen, 1911). WALLICH. Deutsche Forschungsstatten technischer Arbeit. (Berlin, Verein deutscher Ingenieure, 1919). WALREE, DOROTHEE VAN. De vrouwelijke arts. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 46). WALTER, E. Die Fischerei als Nebenbetrieb des Landwirtes und Forstmannes. (Neudam, 1903). WEBER, W. M. Departementen van algemeen bestuur. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 26). WEBER, H. VON. Am Ziel, Rückblick und Abwehr. (Einige Worte über den Stand des deutschen Buchgewerbes im allgemeinen und meinen Verlag im besonderen. München, 1919). WENZEL, ZOLEK. Lebensgang eines deutsch-tschechischen Landarbeiters, mit einem Vorwort von P. Göhre. (Jena, Diederichs, 1909). WESTLAND, CORA. De telephoniste. (Dordrecht, Morks' Beroepsbibliotheek, No. 39). WEYL, Th. Handbuch der Arbeiterkrankheiten. WIDMER, H. Das Buch des kunstgewerblichen und künstlerischen Berufe. (Berlin, Siemens, 1919). WINKEL, H. Der praktische Maschinenbauer. 4 Bde. (Leipzig, 1921/1923). WOLF, W. Beitrage zur praktischen Ausführung von Ankerwicklungen. (Leipzig, 1919). WOODRUFF, RUTH J. The hosiery industry. (Bulletin series No. 5, Philadelphia, Pennsylvania, 1925). WOODRUFF, RUTH J. A trade and its training. (Repr. from the Journal of Personnel Research, 1922, P. 159—170). WöRTERBUCH der Volkswirtschaft. (3. Aufl., Verlag Gustav Fischer, Jena). WOYTACEK, C. Das Buch der Glasblaserei. (Verlag O. Meiszner; Hamburg). WUNDERLICH, Dr. FRIEDA. Der Arbeiter in der elektrotechnischen Industrie. (Wirtschaftshefte der Frankfurter Zeitung, Heft II, 1927). WüST. Handbuch der Metallgieszerei. (Leipzig, 1897). ZAPFE, M. Der Galvanotechniker (1911). ZEGERS, G. D. Inleiding tot de kennis der beroepen. (Utrecht—Nijmegen, N.V. Dekker en v. d. Vegt, 1923). ZUIDHOF, J. J. Beroepskeuze voor jongelui met einddiploma MULO (1930). § 9. GEGEVENS OMTRENT LANDEN WAARHEEN EMIGRATIE MOGELIJK IS. In aansluiting op en als nadere omschrijving van hetgeen in Deel I, Hoofdstuk II, paragraaf 1, is vermeld omtrent emigratiemogelijkheden naar andere landen, volgen hieronder bijzonderheden betreffende werkgelegenheid, werkloosheid, toelatingsbepalingen, industrie, klimaat, bevolking, levensonderhoud en loonen, belastingen, arbeidsrecht, sociale wetten en verzekeringen, economische toestanden, bestuur, onderwijs, enz. in en een conclusie over landen, waar immigratie thans mogelijk en waarvoor belangstelling aanwezig is, als Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, Egypte, Nieuw-Guinea, Palestina, Suriname en Zuid-Afrika; voorts, wat de internationaal-Europeesche migratie betreft, Duitschland, Frankrijk, Luxemburg, Portugal, Sowjet-Rusland, Spanje en Zwitserland. Hierbij kunnen wij dus twee scheidingslijnen trekken: a. tusschen internationaal-Europeesche migratie en emigratie naar andere werelddeelen en verder b. tusschen die landen, waar vestigingsmogelijkheid bestaat voor hen, die daar in loondienst willen gaan werken, en die, waar uitsluitend, of voor het grootste deel mogelijkheden bestaan voor vestiging als kolonist. De mogelijkheid tot het gaan werken in loondienst zal voornamelijk bestaan in andere Europeesche landen. Bovendien echter in Palestina en Zuid-Afrika. Kolonisatie is alleen aangewezen op overzeesche landen. Landen met gemengde mogelijkheden zijn Weliswaar ook vertegenwoordigd, doch dit zijn er slechts weinige, Palestina en Zuid-Afrika. Wij zullen ons daarom bepalen tot een geografisch indeeling : A. Europa, B. andere werelddeelen. Het komt ons gewenscht voor op deze plaats een aantal „Wenken voor het afsluiten van arbeidsovereenkomsten voor arbeid in den vreemde" 1) te doen opnemen. Immers, indien men niet op goed geluk naar het buitenland gaat, teneinde daar werk te zoeken, doch afgaat op de toezegging van werk vanwege een bepaalden werkgever, zal men goed doen toe te zien, dat vóór vertrek een contract wordt opgemaakt, dat eenerzijds aan de wettelijke vereischten van het land, waar de werkgever zijn domicilie heeft, voldoet en anderzijds bepalingen bevat, welke de voornaamste der door den werknemer te stellen eischen zeker stelt. Men zal goed doen op de volgende punten acht te slaan: 1. Het contract moet schriftelijk in tweevoud zijn opgesteld en moet de werknemer vóór vertrek een exemplaar in zijn bezit hebben. Veelal zal het contract zijn opgesteld in de landstaal van den werkgever, hetgeen ook zijn voordeelen heeft voor het geval het in rechten moet worden overlegd. Er moet dan echter een gewaarmerkte vertaling voor den werknemer worden bijgevoegd, indien men de taal, waarin het contract gesteld is, niet machtig is, of wel werknemer moet zich het contract, vóór hij het onderteekent, door iemand, die de taal machtig is, doen vertalen en uitleggen. 2. Wanneer, zooals dikwijls voorkomt, het contract voor den werkgever wordt afgesloten door een relatie ter plaatse waar werknemer woont zal deze moeten toezien, dat naam en woonplaats van den werkgever in het contract voorkomen en degene, met wien hij de arbeidsovereenkomst afsluit, daartoe van den werkgever algemeene of speciale volmacht heeft. 3. Vele landen eischen tegenwoordig, alvorens een buitenlandschen werknemer toe te laten, dat de arbeidsovereenkomst, op grond van welke hij overkomt, is geviseerd geworden door een consulairen ambtenaar van het bestemmingsland in het land van herkomst van den werknemer. Anderzijds luiden momenteel ook de bepalingen van vele landen zoo, dat hun consuls in den vreemde de contracten niet mogen viseeren, of ook het paspoort niet mogen viseeren, indien de arbeidsovereenkomst niet door bepaalde overheidsinstan- i) Welwillend afgestaan door den heer J. A. A. Hartland, Directeur van de „Stichting Landverhuizing Nederland". ties (b.v. de plaatselijke politie, het Ministerie van Arbeid of het Ministerie van Buitenlandsche Zaken) is gelegaliseerd, of er een verklaring van een bepaalde instantie aan wordt toegevoegd, dat de overkomst van den werknemer gewenscht is. 4. Vanzelfsprekend zal in ieder contract vermeld zijn voor welken arbeid men wordt aangenomen. Hierbij bedenke men echter, dat louter vermelding van het beroep dikwijls onvoldoende zal zijn, aangezien de vertaling van den Hollandschen naam van het beroep niet altijd het begrip dekt, dat door het Hollandsche woord wordt aangeduid. Het kan n.1. zijn, dat in het land, waarheen men zich begeeft, de arbeid in den betrokken bedrijfstak meer of minder gespecialiseerd is dan in ons land. Het zal soms duidelijkheidshalve van belang kunnen zijn, dat bepaalde werkzaamheden gespecificeerd worden, welke van werknemer niet geëischt zullen kunnen worden. 5. In het algemeen zullen de dagelij ksche werkuren in het contract vermeld moeten zijn, alsook bepalingen inzake Zondagsrust, nachtarbeid, overwerk, e.d. Eveneens het recht op een zekere jaarlij ksche vacantie en de vermelding of dezen tijd al dan niet het loon wordt doorbetaald. Bij betrekkingen in tropische landen moet er op gelet worden, dat het contract bepalingen bevat omtrent een zeker aantal maanden buitenlandsch verlof op gezette tijden. Om de hoeveel jaren zulk een verlof behoort te worden verleend, is afhankelijk van het klimaat van het betrokken land. 6. Wat het loon betreft, dat als regel zal zijn uitgedrukt in de munteenheid van het land van werkgever, moet men er in de eerste plaats om denken, dat men, om het te beoordeelen, het niet eenvoudig om kan rekenen in guldens naar den koers van den dag, want ten eerste kan de levensstandaard in het land waarheen men zich begeeft een andere zijn (in dien zin, dat degenen welke hetzelfde beroep uitoefenen daar nu eenmaal loonen of salarissen verdienen, van welke zij zich minder kunnen permitteer en dan hun bedrijfsgenooten in Nederland) en ten tweede kan de binnenlandsche koopkracht van het geld hooger of lager zijn dan de tegenwaarde in guldens omgerekend tegen dagkoers, terwijl men tenslotte nog moet bedenken, dat momenteel in verschillende landen er een officieel genoteerde geldkoers is en een koers in de vrije markt, welke beide dikwijls zeer aanzienlijk van elkander verschillen. 7. Geheele of gedeeltelijke uitbetaling van het loon in Nederlandsche valuta, of in het algemeen valuta van een ander land dan dat van den werkgever — vooral van belang voor wie in den vreemde gaat werken met achterlating in Nederland van een gezin — zal men tegenwoordig nog slechts bij hooge uitzondering kunnen bedingen. 8. In het algemeen zal men in dezen tijd blij zijn met een contract van langen duur tegen een vastgesteld salaris. Men moet dan echter bedenken, dat hier ook gevaren aan verbonden zijn, n.1. voor het geval van inflatie met daaruit voortvloeiende sterke prijsstijging. Een bepaling, volgens welke in een dergelijk geval het overeengekomen loon op billijke wijze zal worden verhoogd, is van veel belang. 9. Men zij zeer voorzichtig met het accepteeren van bepalingen volgens welke een bepaald gedeelte van het loon zal of mag worden uitbetaald in natura, alsmede in het algemeen van bepalingen volgens welke, indien zekere emolumenten worden verstrekt, hiertegenover een aftrek van het bedongen salaris mag plaats hebben. Ook met voorspiegelingen van tantièmes, bonussen, gratificaties e.d., welke een laag loon voor den werknemer aannemelijk moeten maken, zij men uiterst voorzichtig. 10. Intusschen zal men goed doen te bedenken, dat in dezen tijd het dikwijls verstandig zal zijn arbeid tegen een laag loon toch te accepteeren, indien men hierdoor in een nieuw land voet kan krijgen en daar de kansen om werk te houden wellicht grooter zijn dan hier te lande. 11. Vrije woning en in bepaalde gevallen ook vrije maaltijden, of maaltijden tegen een vastgesteld tarief, zal in sommige gevallen bedongen moeten worden in streken waar woongelegenheid niet, of slechts zeer duur of slecht, te verkrijgen is. Ook is het in bepaalde landen en landstreken, vooral in tropische landen, dikwijls van belang vrije medische verzorging te bedingen voor zichzelf en zijn gezin. 12. Men zal zich van te voren moeten vergewissen hoeveel de reiskosten beloopen. Vooral wanneer het contract niet van langen duur is en het loon of salaris niet hoog, zal men moeten zien of men geheele of gedeeltelijke vergoeding van reiskosten kan bedingen. Bij het aannemen van werk in de tropen voor grootere maatschappijen is deze vergoeding nog steeds gebruikelijk voor heen- en terugreis. 13. Indien er bepalingen in het contract voorkomen, volgens welke in bepaalde gevallen de werkgever het recht heeft de arbeidsovereenkomst vóór den daarin voorzienen termijn te beëindigen, zal men deze bepalingen nauwkeurig aan een onderzoek moeten onderwerpen. Het zal aan den anderen kant ook voor werknemer van belang kunnen zijn, dat bepaalde gevallen worden genoemd waarin hij zijnerzijds het recht zal hebben zonder schadevergoeding of boete de overeenkomst te beëindigen, b.v. ingeval hem door de overheid van het land de verblijfsvergunning wordt opgezegd of indien hij zelf, of leden van zijn gezin, volgens medisch attest zouden blijken niet tegen het klimaat te kunnen. 14. Men zal goed doen zich van den aanvang af voor oogen te stellen, dat in het geval van een geschil met den werkgever, dat niet in der minne zou kunnen worden bijgelegd, men in het geval van een proces reeds altijd in een minder gunstige positie verkeert dan de tegenpartij, doordat deze landsman en kapitaalkrachtig is. In sommige landen, waar de justitie niet vrij is van beïnvloeding, kan het gevolg hiervan zelfs zijn, dat al staat men in zijn recht, men zoo goed als geen kans heeft dit erkend te krijgen. Nog afgezien hiervan zullen de gerechtelijke kosten eener acte dikwijls voor den werknemer te zwaar zijn. Somtijds komt in de arbeidsovereenkomsten de bepaling voor, dat alle geschillen beslecht zullen worden door de rechtbank ter plaatse en bij voorbaat afgezien wordt van het recht van beroep op hoogere instanties. Dit heeft voor den werknemer in zooverre zijn voordeel, dat kostbaar procedeeren voor hoven van appèl, dat hij niet zou kunnen betalen, is uitgesloten. Daar staat echter tegenover, dat de invloed van werkgever juist op de plaatselijke justitie groot kan zijn. In ieder geval zal men er op moeten letten, dat het niet alleen werknemer, maar evenzeer werkgever is, welke bij voorbaat van het recht van beroep afstand doet. Het is niet de bedoeling, van vorenstaande, dat men van een werkgever, van welke men een betrekking aangeboden krijgt, contractsbepalingen in den zin van alle de bovengenoemde punten zal vragen. Zoo veeleischend kan men in dezen tijd van gebrek aan werkgelegenheid niet meer zijn. Bedoeld is slechts een opsomming der voornaamste punten, welke men althans onder het oog moet hebben gezien, opdat men niet later voor onverwachte onaangename verrassingen komt te staan. A. INTERNATIONAAL-EUROPEESCHE MIGRATIE. Duitschland, Frankrijk, Luxemburg, Portugal, Sowjet-Rusland, Spanje, Zwitserland. Van de bovengenoemde landen zullen achtereenvolgens gegevens worden vermeld van soms uiteenloopenden aard, o.a. zijn opgenomen een aantal circulaires van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling gericht aan de DistrictsArbeidsbeurzen en wel in chronologische volgorde en voor zoover nog van toepassing. DUITSCHLAND. De kans voor Nederlanders om in Duitschland werk te vinden is uiterst gering. Slechts in twee bedrijfsgroepen, n.1. den landbouw in Rijnland en Westfalen en dan nog vooral in de speciale functie van melker en veeverzorger en de grensveenderijen in Hannover als veenderij arbeider kunnen Nederlanders nog eenigermate werk vinden. Er zijn echter omstandigheden, die het voor Nederlandsche arbeiders haast onmogelijk maken in Duitschland arbeid te verrichten. Als melker of veeverzorger komen alleen in aanmerking ongehuwde melkers. Het loon voor een melker in Rijnland bedraagt thans 40 a 50 R.M. per maand met kost en inwoning. Voor Nederlandsche veenarbeiders, grensarbeiders die dagelijks heen en weer reizen, gaat, doordat zij slechts zilvermarken mogen meenemen, + 1/4 van het loon bij de omwisseling van het geld in Nederland verloren. In de veenderijen in Duitschland werkten in Juli 1935 + 250 grensarbeiders. De Nederlandsche Arbeidsbeurs te Oberhausen plaatst maandelijks melkers en landarbeiders, in Mei 1935 nog 17 melkers uit Friesland en 11 landarbeiders uit Zeeuwsch-Vlaanderen, in Rijnland en Westfalen, waar groote vraag is naar geschoolde arbeiders. Gastarbeitnehmer. Tusschen de Nederlandsche en Duitsche Regeering is een overeenkomst aangegaan nopens de toelating van werknemers, die zich in hun beroep en in de taal verder willen bekwamen. De bepalingen dezer overeenkomst luiden als volgt: Deze overeenkomst geldt voor „Gastarbeitnehmer", dat wil zeggen voor onderdanen van een der beide landen, die gedurende een beperkten tijd in een handels- of nijverheidsonderneming in het andere land werkzaam willen zijn, teneinde hun beroeps- en taalkennis uit te breiden. Met dit doel worden de daarvoor in aanmerking komende personen, ongeacht den toestand der arbeidsmarkt in het betreffende beroep, onder de voorwaarden, vervat in genoemde overeenkomst, toegelaten. Zoowel mannelijke als vrouwelijke werknemers kunnen worden toegelaten, zij zullen in beginsel den 30-jarigen leeftijd niet hebben mogen overschreden. De vergunning wordt in het algemeen voor den duur van een jaar verleend. Zij kan in uitzonderingsgevallen met zes maanden worden verlengd. Het aantal vergunningen, dat op grond van deze overeenkomst aan onderdanen van elk der beide landen kan worden verleend, mag per jaar niet meer dan 100 bedragen. Van dit aantal worden 50 vergunningen toegewezen aan werknemers in het hótelbedrijf en 50 aan de overige werknemers. Onder het aantal van 100 worden niet medegerekend „Gastarbeitnehmer", die reeds in vorige jaren op grond dezer overeenkomst zijn toegelaten. Hetzelfde geldt voor werknemers, die zich ter bekwaming in hun beroep of ter uitbreiding hunner taalkennis op het grondgebied van het andere land ophouden, zonder op grond dezer overeenkomst te zijn toegelaten. „Gastarbeitnehmer", die gedurende den termijn waarvoor zij zijn toegelaten, van betrekking veranderen, worden niet opnieuw in rekening gebracht. De beperking tot 100 „Gastarbeitnehmer" geldt ongeacht voor welken duur de toelating in den loop van een jaar is verleend en benut. Wordt het aantal van 100 vergunningen in den loop van een jaar door de onderdanen van een der beide landen niet bereikt, dan kan het aantal vergunningen voor de onderdanen van het andere land niet worden verminderd, noch het maximum aantal voor het volgende jaar worden vermeerderd met het aantal nietbenutte vergunningen. Het maximum aantal van 100 geldt per kalenderjaar. De „Gastarbeitnehmer" kunnen door de bevoegde instanties slechts dan worden toegelaten, indien de werkgevers, die hen willen aannemen, zich tegenover die instanties verbinden, deze personen, zoodra hun praestaties aan de gebruikelijke eischen beant- woorden, te beloonen volgens de collectieve arbeidsovereenkomst en bij gebreke daarvan volgens den ter plaatse in hun beroep geldenden loonstandaard. In de andere gevallen moeten de werkgevers zich verbinden de „Gastarbeitnehmer" te beloonen overeenkomstig den gepraesteerden arbeid. Personen, die van de mogelijkheden dezer overeenkomst gebruik willen maken, moeten daartoe een aanvrage *) richten tot de bevoegde instantie in hun land. Bij die aanvrage moeten zij alle vereischte gegevens verstrekken en de volgende stukken overleggen : 1. een geboorte-acte; 2. een ambtelijk bewijs van goed gedrag ; 3. een verklaring van een officiëel aan te wijzen ,geneesheer inhoudende, dat zij niet lijdende zijn aan een besmettelijke ziekte; 4. zoo mogelijk een verklaring van een werkgever, dat hij bereid is gegadigde aan te nemen; 2) 1) De volgende vragen zullen moeten worden beantwoord : Naam en voornamen van den „Gastarbeitnehmer" : Nationaliteit: Geboren den : te : Volledig adres : Burgerlijke staat: Godsdienst: Genoten onderwijs en opleiding : Spreekt gij Duitsch: In welk(e) beroep(en) of bedrijf(ven) zijt gij werkzaam geweest en gedurende welke periode (n) : Bij wie(n) kan naar U worden geïnformeerd (namen en adressen opgeven van beslist twee referenties in Nederland) : In welk beroep of bedrijf zijt gij thans werkzaam : Zoo mogelijk opgeven naam en adres der onderneming in Duitschland, waarbij gij ter opleiding kunt worden geplaatst: Waarin zult gij worden opgeleid: Datum van indiensttreding: Welke zijn de arbeidsvoorwaarden (nauwkeurig op te geven: a. duur der betrekking ; b. welk salaris of welke andere belooning, b.v. in den vorm van kost en huisvesting zal worden genoten, terstond, dan wel na afloop van eenigen tijd) : Wat zijn Uwe plannen na afloop van Uwe opleiding in het buitenland: Datum van indiening der aanvraag: Andere bijzondere mededeelingen: Onderteekening van de(n) „Gastarbeitnehmer" : 2) Werkgeversverklaring in de Duitsche taal gesteld en gericht aan den „Gastarbeitnehmer" persoonlijk, moet kort en duidelijk vermelden: a. doel der betrekking als „Gastarbeitnehmer"; b. duur der betrekking als „Gastarbeitnehmer" ; c. arbeidsvoorwaarden; d. datum, waarop indiensttreding wordt gewenscht. 29 5. een verklaring, waarin zij zich verplichten, het land, na beëindiging van het dienstverband, terstond te verlaten. De genoemde instantie onderzoekt de aanvrage en brengt haar zoolang het jaarlijksch maximum nog niet is bereikt, ter kennis van de bevoegde instantie in het andere land. Is de aanvrager niet in staat de bovenbedoelde verklaring aan een werkgever over te leggen, dan zullen de bevoegde instanties zich voor de verschaffing van een passende werkgelegenheid met elkaar in verbinding stellen. Zoodra de bevoegde instantie tot de toelating van den aanvrager heeft besloten, deelt zij dit mede aan de bevoegde instantie in het andere land. De bevoegde instanties zullen bevorderen, dat de ambtelijke beslissingen, die voor het binnenkomen en het verblijf van den „Gastarbeitnehmer" noodig zijn, zoo mogelijk per omgaande volgen. Zij zullen zich er ook mede bezighouden, moeilijkheden, die door het binnenkomen of het verblijf der „Gastarbeitnehmer" mochten ontstaan, zoo spoedig mogelijk uit den weg te ruimen. De aanvragen van personen, die van de mogelijkheden van deze overeenkomst gebruik wenschen te maken, moeten van de zijde der Duitsche onderdanen worden gericht, voor zooveel betreft hotelpersoneel, aan „Die Fachabteilung beim Landesarbeitsamt Südwestdeutschland, Zulassungsstelle im Verkehr mit den Ausland in Baden-Baden (Arbeitsamt)", voor zooveel betreft personeel in de overige beroepen, aan „das Arbeitsamt Köln, Zulassungsstelle im Verkehr mit dem Ausland, Köln, Badstrasse 8-10"; van de zijde der Nederlandsche onderdanen aan den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, Bezuidenhoutscheweg 97 te 's-Gravenhage. De toelating over en weer van andere werknemers wordt door deze overeenkomst onaangetast gelaten. Deze overeenkomst is in werking getreden op 1 April 1935 en geldt tot 31 December 1935. Zij wordt telkens stilzwijgend voor één jaar verlengd, voor zoover zij niet door een der beide landen vóór 1 October wordt opgezegd voor het einde van het jaar. Ingeval van opzegging blijven de op grond der overeenkomst verleende vergunningen voor den duur daarvan van kracht. Artikel 6, paragraaf 2, opent de mogelijkheid dat door de bevoegde instanties, in Nederland dus de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, ingeval de aanvrager niet in staat is een verklaring van een werkgever te overleggen dat hij bereid is gegadigden aan te nemen, pogingen in het werk kunnen worden gesteld hem een passende werkgelegenheid te verschaffen, door zich te dien aanzien met elkaar in verbinding te stellen. Uiteraard zullen pogingen, aangewend door den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, momenteel weinig resultaat opleveren. Aangedrongen wordt dan ook, alvorens een aanvraag om als „Gastarbeitnehmer" in Duitschland te mogen werken in behandeling wordt genomen, dat de aanvrager serieus moeite doet zelf werk in Duitschland te vinden. Als het den aanvrager niet gelukt een verklaring van een werkgever in Duitschland te verkrijgen, waarin hij verklaart bereid te zijn gegadigde aan te nemen, kan de Rijksdienst alsnog trachten werk voor hem te verrichten. Door het groote aantal aanvragen om vergunning en het overeengekomen aantal van 100 vergunningen per kalenderjaar zullen vele moeten worden afgewezen. De aanvragen, gericht aan den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, zullen ter kennis worden gebracht van den Directeur der Districts-ArbeidsBeurs, binnen welker gebied de woonplaats van den aanvrager is gelegen. Door dezen moet aan den Rijksdienst advies worden uitgebracht over aanvrager. Het advies moet behelzen mededeelingen omtrent gegadigde en zijn financieele omstandigheden, of zijn financieele draagkracht van dien aard is, dat hij in Duitschland kan verblijven, ook al zou hij er niet of slechts gedeeltelijk in zijn onderhoud kunnen voorzien gedurende de opleidingsperiode, of hij niet in staat is door eigen relatie een betrekking in Duitschland te verkrijgen en of het inderdaad om het doormaken van een leertijd gaat. Het is dus taak der districts-arbeidsbeurzen de omstandigheden waaronder een gegadigde een vergunning voor „Gastarbeit" aanvraagt nauwkeurig te onderzoeken, waarbij vooral gelet moet worden op het bezit van bovenbedoelde werkgeversverklaring, daar het geenszins zeker is, dat, bij gebreke daarvan, de pogingen van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling bij de Arbeidsbeurs te Baden-Baden (voor hotelpersoneel) of Keulen (voor personeel in overige beroepen) om voor gegadigde een passende werkkring te verkrijgen, succes zullen hebben. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende verordening inzake buitenlandsche arbeidskrachten in Duitschland. No. 315, Afd. A.B. 's-Gravenhage, 3 Mei 1933. Ik heb de eer het navolgende onder Uwe aandacht te brengen. In de „Deutsche Reichsanzeiger" No. 20 van 24 Januari j.1. is opgenomen een op 1 Mei j.1. in werking getreden nieuwe verordening betreffende het verrichten van arbeid in Duitschland door buitenlandsche arbeidskrachten („Arbeiter" en „Angestellten"). Deze verordening, welke 34 paragrafen bevat, bepaalt o.a., dat een werkgever voor het in dienst nemen van een buitenlandsche arbeidskracht, een bijzondere vergunning („Beschaftigungsgenehmigung") behoeft, terwijl de werknemer in het bezit moet zijn van een arbeidsvergunning („Arbeitserlaubnis"). In bepaalde gevallen kan de buitenlandsche arbeidskracht een „Befreiungsschein" verkrijgen, bijv. wanneer hij zich tenminste 10 jaren onafgebroken op geoorloofde wijze in Duitschland heeft opgehouden. De „Arbeitserlaubnis" is dan niet noodig. Aangezien par. 30 bepaalt, dat overeenkomsten met andere landen gesloten, niet door de voorschriften der nieuwe verordening zullen worden getroffen, zullen, krachtens een tusschen Duitschland en Nederland bestaande arbeidsmarktregeling, Nederlandsche arbeidskrachten, die in Duitschland arbeid willen verrichten, daartoe slechts in het bezit behoeven te zijn van een „Befreiungsschein". Deze „Befreiungsschein" zal op aanvrage bij de bevoegde Duitsche autoriteiten, zoowel aan „Arbeiter" als aan „Angestellten" worden verstrekt. (Onder „Angestellten" worden o.a. handels- en kantoorbedienden gerangschikt). Aan de verplichting, zich te voorzien van een „Befreiungsschein", die hoogstens twee jaren geldig is, zijn alle Nederlandsche werknemers in Duitschland gehouden, dus ook die werknemers, welke reeds 10 jaren of langer daar te lande woonachtig zijn. Ik moge U verzoeken, een en ander, voor zooveel noodig, ter ken- nis te willen brengen van de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) VERWEY. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende verordening buitenlandsche arbeidskrachten in Duitschland. No. 365, Afd. A.B. 's-Gravenhage, 3 Juni 1933. In aansluiting aan mijn schrijven van 3 Mei j.L, No. 315, A.B., bericht ik U dat bij circulaire, verschenen als bijlage van de Reichs-Arbeitsmarktanzeiger No. 8 van 25 April 1933, eenige overgangsbepalingen, geldende voor het tijdvak van 1 Mei—30 Juni a.s., zijn uitgevaardigd met betrekking tot de op 1 Mei j.1. in werking getreden nieuwe verordening inzake het werkzaam zijn van buitenlandsche arbeidskrachten in Duitschland. Artikel 2 dier overgangsbepalingen bevat voorschriften omtrent den „Befreiungsschein". De voor het jaar 1932 afgegeven Befreiungsscheine (zoomede de voorloopige Befreiungsscheine), zullen tot 30 Juni a.s. geldig blijven. Nieuwe Befreiungsscheine worden tot dien datum niet uitgereikt. Aan buitenlandsche „Arbeiter", die op grond van een tusschen Duitschland en hun land bestaande regeling, aanspraak kunnen maken op den Befreiungsschein, wordt in plaats daarvan door het Landesarbeitsamt, waaronder zij ressorteeren, voorloopig een „Bescheinigung" uitgereikt, die hun tot 30 Juni a.s. recht geeft, arbeid in Duitschland te verrichten. De in het tijdvak van 1 Januari tot 30 April 1933 uitgereikte „Bescheinigungen" gelden tot 30 Juni a.s. Artikel 5 bepaalt o.a., dat op buitenlandsche „Angestellten", die krachtens een voor hun land bestaande regeling, recht hebben op den Befreiungsschein, die bovenvermelde voor „Arbeiter" geldende voorschriften van toepassing zijn. Ik moge U verzoeken een en ander, voor zooveel noodig, ter kennis te willen brengen van de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De regeling, die op 1 Juli e.k. van kracht wordt, zal ik te Uwer kennis brengen, zoodra ik daarvan kennis krijg. De Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) VERWEY. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende Befreiungsschein No. 470, Afd. A.B. voor Nederlandsche arbeidskrachten in Duitschland. 's-Gravenhage, 6 Juli 1935. Met verwijzing naar mijn schrijven laatstelijk van 3 Juni j.1., No. 365, A.B., betreffende de in Duitschland geldende voorschriften omtrent den „Befreiungsschein" voor Nederlandsche arbeidskrachten, bericht ik U, dat de oude Befreiungsscheine na 30 Juni j.1., definitief door nieuwe moeten worden vervangen. Belanghebbenden moeten deze derhalve zoo spoedig mogelijk bij de Duitsche autoriteiten aanvragen. Te zijner tijd zullen de nieuwe Befreiungsscheine — gelijk voorheen — door de „Deutsche Arbeiterzentrale" worden afgegeven. De prijs bleef gesteld op Mk. 2.—. Hierbij zij aangeteekend, dat de oude Befreiungsscheine nog geldig zullen blijven totdat op de aanvragen om de nieuwe een beslissing is genomen. Ik moge U verzoeken van h'et bovenstaande, voor zooveel noodig, mededeeling te willen doen aan de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) VERWEY. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. FRANKRIJK. In het algemeen is het bekomen van arbeid in dit land de laatste jaren zeer moeilijk, voornamelijk door de strenge toelatingsbepalingen. Zooals uit Deel I, Hoofdstuk H, paragraaf 1 kan blijken, is de emigratie naar Frankrijk sterk aan het afnemen. Plaatsing in Frankrijk is, door middel van de migratie-af deeling van den Rijksdienst v.n.1. mogelijk van personeel voor den landbouw : ongehuwde melkknechten, veelal op een arbeidscontract voor één jaar; het loon bedraagt circa 350 frcs., per maand + kost en inwoning; voorts landbouwers-, deelbouwers-gezinnen. Melkknechten worden gewoonlijk gevraagd voor de Noordelijke departementen, landbouwersgezinnen voor Midden-Frankrijk. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende buitenlandsch No. 440, Aid. A.B. hotelpersoneel in Frankrijk. 's-Gravenhage, 12 April 1933. Een in het „Journal Officiel de la République francaise", d.d. 22 Maart j.1., verschenen decreet van 20 Maart j.1., regelt de toelating in het departement Alpes Maritimes (Z.O. Frankrijk) van buitenlandsch personeel voor het hotel-, café- en restaurantbedrijf, alsmede voor andere inrichtingen op het gebied van den verkoop van etenswaren, welke ter plaatse worden geconsumeerd. Dit decreet bepaalt o.m. het navolgende : Het aantal buitenlandsche arbeidskrachten mag niet meer bedragen dan 20 % van het totaal aantal arbeidskrachten in dienst van bovengenoemde ondernemingen, met dien verstande, dat voor elk der hierna genoemde drie categorieën hoogstens 10 °/o van het totaal aantal der tot die categorie behoorende arbeidskrachten, uit buitenlandsch personeel bestaat. De eerste categorie omvat: Directeurs et sous-directeurs a compétence générale, Chefs de réc.eption, Chefs de personnel, Chefs de concierges Chefs de renseignements. De tweede categorie omvat: Chefs caissiers, Chefs comtables, Chefs controleurs, Chefs de bureau, Premiers maïtres d'hótels, Chefs d'equipes de garcons. Chefs cavistes, Chefs barman, Gérants de limonade, Chefs d'économat, Gouvernantes, Cheffesses lingères, Chefs d'étage, Chefs standardistes, Chefs de courrier, Chefs du vestiaire. De derde categorie omvat: Personnel de la salie, Personnel des étages (hotels), Personnel du vestibule (hotels). Ik verzoek U van het bovenstaande, voor zooveel noodig, mededeeling te willen doen aan de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) MORREN, wnd. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende buitenlandsche No. 401, Afd. A.B. arbeidskrachten in Frankrijk. 's-Gravenhage, 9 Juni 1933. Ik heb de eer te Uwer kennis te brengen, dat in het „Journal Officiel de la République frangaise", d.d. 27 April 1933, zijn verschenen een tweetal decreten, d.d. 23 April 1933, betreffende het werkzaam zijn van buitenlandsche arbeidskrachten resp. in de hoedenindustrie en in het vermakelijkheidsbedrijf. I. Decreet betreffende buitenlandsche arbeidskrachten in de hoedenindustrie. Dit decreet bepaalt percentsgewijze voor elk onderdeel dier industrie het aantal buitenlanders, dat daarin werkzaam mag zijn. Het percentage varieert van 10 %—33 °/o. II. Decreet betreffende buitenlandsche arbeidskrachten in het vermakelijkheidsbedrijf. Dit decreet, dat voorschriften geeft omtrent het werkzaam zijn van buitenlandsche artisten en andere arbeidskrachten in schouwburgen, music-halls, cabarets, muziekuitvoeringen (concerten), circussen, cinema's, inrichtingen tot het maken van cinematografische opnamen (studio's) e.d. ondernemingen, bevat 22 artikelen. Evenals het onder I bedoelde decreet, stelt het percentsgewijze vast het aantal buitenlandsche krachten toe te laten in elk onderdeel van dat bedrijf. Het bepaalt o.a., dat het maximum-aantal buitenlandsche tooneelspelers, zangers, artisten in cabarets en koristen, in den regel 10 % van het totaal mag bedragen. Voor musici in orchesten is dit 5 % ; voor artisten in revues of variété-theaters 50 °/o ; in vaste circussen, zoomede in rondreizende circussen en voor specifiek buitenlandsche danstroepen 60 °/o, voor uitvoerders van klassieke dansen 20 °/o, voor bioscopen (cinema's) met attractienummers 33 °/o, voor technisch personeel in studio's 25 °/o enz. Nadere bijzonderheden terzake, worden desgewenscht door mijn Dienst verstrekt. Ik verzoek U van het bovenstaande, voor zooveel noodig, mededeeling te willen doen aan de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, Aan (w. g.) onleesbaar. Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende identiteitskaart No. 325, Afd. A.B. voor verblijf in Frankrijk. 's-Gravenhage, 16 November 1933. In aansluiting aan vroegere circulaires betreffende de formalitei- ten voor de toelating en het verblijf in Frankrijk van buitenlandsche arbeidskrachten, bericht ik U, dat in het ,Journal Officiel" van 31 October j.1. is verschenen een decreet d.d. 23 October j.1., houdende samenvatting der wettelijke voorschriften inzake de identiteitskaarten voor vreemdelingen. De korte inhoud van enkele bepalingen van dat decreet, welke voor Nederlandsche arbeidskrachten van belang kunnen zijn, volgt hieronder. Elke vreemdeling van 15 jaar en ouder en jonger dan 15 jaar, die in Frankrijk een gesalarieerde betrekking wil vervullen, moet ter verkrijging van de voor het bedrijf daar te lande vereischte identiteitskaart voor arbeider („carte d'identité de travailleur") in het bezit zijn van een door het Fransche Ministerie van Arbeid of van Landbouw geviseerd arbeidscontract en een gezondheidscertificaat, voorzien van het visum van een Franschen consul en afgegeven door een geneesheer, vanwege dien consul aangewezen. De aanvrage om een identiteitskaart moet geschieden binnen 8 dagen na aankomst in Frankrijk bij het commissariaat van politie of ter gemeente-secretarie van de verblijfplaats. Behalve bovengenoemde stukken, moet de aanvrager hierbij overleggen 4 portretten van voren en zonder hoed genomen, en de volgende gegevens verstrekken: naam en voornamen van den aanvrager en van zijn ouders, datum en plaats van geboorte, beroep, nationaliteit, burgerlijke staat; naam, voornamen, leeftijd en nationaliteit van de echtgenoote, namen en leeftijden der bij hem inwonende kinderen, laatste woonplaats buiten Frankrijk, benevens namen en adressen van twee Fransche staatsburgers, die bereid zijn voor hem in te staan. Deze gegevens moeten zooveel mogelijk door authentieke bewijsstukken (zooals geboorteen huwelijksakten, paspoorten, e.d.) worden gestaafd. De vreemdeling, die in het bezit is van een geviseerd arbeidscontract en een gezondheidscertificaat, kan op vertoon van die stukken bij den grenscommissaris een vrijgeleide („sauf-conduit") ontvangen, dat voorzien moet zijn van het portret van den houder. Indien hij bij aanvrage der identiteitskaart, het „sauf-conduit" inlevert, kan hij het arbeidscontract in zijn bezit houden en behoeft hij geen Fransche staatsburgers aan te wijzen, die bereid zijn voor hem in te staan. Den vreemdeling wordt, tegen betaling van het voor zijn identiteitskaart verschuldigde bedrag, een regu („récépissé") verstrekt, ten bewijze, dat hij een identiteitskaart heeft aangevraagd. De identiteitskaart is twee jaar geldig ; indien de geldigheidsduur is verstreken, heeft zij geen waarde meer. Aanvragen om hernieuwing moeten worden ingediend gedurende het eerste kwartaal volgende op het verstrijken van den geldigheidsduur. Indien zulks niet is geschied, stelt de vreemdeling zich bloot aan uitleiding uit Frankrijk. Bij verandering van beroep moet opnieuw een identiteitskaart worden aangevraagd, onder overlegging van een geviseerd arbeidscontract. Ingeval van verandering van woonplaats in Frankrijk moet de vreemdeling vóór vertrek uit zijn tegenwoordige woonplaats, zijn kaart doen afteekenen bij het commissariaat van politie of ter gemeente-secretarie en dezelfde formaliteit vervullen binnen 2 maal 24 uren na aankomst in de nieuwe woonplaats. Ingeval van weigering of intrekking der identiteitskaart moet de vreemdeling het Fransche grondgebied verlaten binnen den voor zijn geval door den Minister van Binnenlandsche Zaken te bepalen termijn. De vreemdeling, die zich schuldig maakt aan wijziging of vervalsching van zijn identiteitskaart, stelt zich bloot aan strafrechtelijke vervolging en uitleiding uit Frankrijk. Ik vestig er in het bijzonder Uwe aandacht op, dat nieuw is de bepaling, dat vreemdelingen onder de 15 jaar van een „carte d'indentité de travailleur" moeten zijn voorzien, indien zij in Frankrijk in loondienst willen gaan werken. Tenslotte zij hierbij aangeteekend, dat de bepalingen van het decreet, ook van toepassing zijn in Algerië. Ik moge U verzoeken, van het bovenstaande, voor zooveel noodig, mededeeling te willen doen aan de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) VERWEY. Aan Heeren Directeuren van Distri ets-Arbeidsbeurzen. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende Frankrijk. No. 375, Afd. A.B. 's-Gravenhage, 23 Februari 1934. In aansluiting aan mijn rondschrijven van 16 November 1933, No. 325, A.B., betreffende de identiteitskaart voor het verblijf in Frankrijk van buitenlandsche arbeidskrachten, bericht ik U het navolgende. Naar vanwege het Departement van Buitenlandsche Zaken wordt medegedeeld, is het, mede in verband met de steeds toenemende crisis in Frankrijk, zoowel op het gebied van de nijverheid als van den handel en den landbouw, niet gemakkelijk voor vreemdelingen, die daar te lande arbeid in loondienst willen gaan verrichten, daartoe van de Fransche Regeering vergunning te verkrijgen. Ik moge U derhalve verzoeken, personen, die zich tot het verkrijgen van inlichtingen aangaande werkgelegenheid in Frankrijk, tot U wenden, met nadruk af te raden zich naar dat land te begeven zonder dat vooraf dienaangaande door U met mijn Dienst overleg is gepleegd. Ik zou het op prijs stellen, indien U het bovenstaande ter kennis zoudt willen brengen van de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) VERWEY. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende identiteits- No. 453, Afd. A.B. kaart voor Frankrijk. 's-Gravenhage, 25 Februari 1935. Met verwijzing naar mijn schrijven d.d. 16 November 1933, No. 325, A.B., betreffende de formaliteiten voor de toelating en het verblijf in Frankrijk van buitenlandsche arbeidskrachten, bericht ik U, dat in het „Journal Officiel" van 8 Februari j.L is verschenen een decreet d.d. 6 Februari j.1., houdende wijziging van het decreet van 23 October 1933 inzake de identiteitskaarten voor vreemdelingen. De voornaamste wijzigingen volgen hieronder: 1. Ter verkrijging van verlenging der identiteitskaart met een geldigheidsduur van twee jaren of korter is noodig, over- legging van een nieuw arbeidscontract, geviseerd door het Ministerie van Arbeid. 2. Aanvragen om verlenging der identiteitskaart met korter geldigheidsduur dan twee jaren, moeten worden ingediend in het begin der veertien dagen voorafgaande aan het verstrijken van den geldigheidsduur. Bij verzuim wordt op de aanvrage terstond afwijzend beschikt. 3. De identiteitskaart is slechts geldig voor het departement, waarin zij is afgegeven. Vestiging in een ander departement kan niet plaats vinden zonder voorafgaande toestemming van den prefect van dat departement. De aanvrage daartoe (op gezegeld papier) moet door belanghebbende rechtstreekt tot den prefect worden gericht, die haar, voorzien van zijn advies aan dezen terugzendt, nadat hij zijn beslissing heeft doen kennen aan het commissariaat van politie of de gemeente-secretarie in de toekomstige woonplaats van belanghebbende. Ik moge U verzoeken, van het bovenstaande, voor zooveel noodig, mededeeling te willen doen aan de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) VERWEY. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. LUXEMBURG. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende toelating van No. 374, Afd. A.B. Nederlandsche arbeidskrachten in Luxemburg. 's-Gravenhage, 19 Februari 1930. Het komt af en toe voor, dat Nederlandsche arbeiders in het Groot-Hertogdom Luxemburg, gaan werken. Daarom meen ik goed te doen, U het volgende mede te deelen. De Regeering van Luxemburg heeft bij besluit van 30 November 1929 nader vastgesteld de voorwaarden, aan welke buitenlandsche arbeidskrachten moeten voldoen om in het Groot-Hertogdom te kunnen worden toegelaten en aldaar arbeid te kunnen aanvaarden. Hieronder gelieve U aan te treffen den korten inhoud van die bepalingen, welke bij de bemiddeling van Nederlandsche arbeidskrachten naar Luxemburg voor U van belang kunnen zijn Een Luxemburgsche werkgever, heeft, wil hij buitenlandsche werknemers (waaronder ook begrepen zijn beroepsmusici, kantoorbedienden en personeel voor huiselijke diensten) in dienst nemen, noodig een voorafgaande machtiging van den DirecteurGeneraal van den Arbeid en de Sociale Voorzorg. Vrijstelling van deze machtiging kan worden verleend voor landarbeiders, voor een bepaalden tijdsduur en voor bepaalde werkzaamheden. De machtiging is niet alleen vereischt voor nieuwe binnenkomende vreemdelingen, maar ook voor hen die reeds in Luxemburg arbeiden, doch van werkgever veranderen. De machtiging moet schriftelijk door den werkgever aangevraagd worden onder bijvoeging van: 1. een verklaring van het plaatselijk orgaan der openbare arbeidsbemiddeling, dat bij dit orgaan geen krachten staan ingeschreven, die de open plaats zouden kunnen bezetten. 2. Een identiteitsbewijs, i.c. een bewijs van Nederlandschap van den werknemer. 3. Een getuigschrift van diens vroegeren werkgever, waaruit blijkt dat de werknemer de noodige bekwaamheid voor deze betrekking bezit. 4. Een uittreksel uit zijn strafregister (dit uittreksel mag niet meer dan één jaar oud zijn). 5. Een bewijs van goed gedrag. 6. Een bewijs van gezondheid, volgens een voorgeschreven model, afgegeven binnen 15 dagen vóór het binnenkomen in Luxemburg, en afgegeven door een arts, daartoe aangewezen door den consul van Luxemburg, c.q. bij ontstentenis daarvan, door den Belgischen consul; dit bewijs moet vermelden : a. dat de arts, die het bewijs heeft uitgereikt, den werknemer tegen pokken heeft ingeënt, en zich van het resultaat dier inenting heeft overtuigd; b. dat de werknemer niet lijdt aan vallende ziekte, aan tuberculose of een geslachtsziekte in besmettelijken vorm, of aan eenige andere besmettelijke ziekte ; c. dat hij niet alcoholist, opium-, morphine- of cocaïnegebruiker is; d. dat hij niet lijdt aan eenige andere lichamelijke of geestelijke ziekte, welke hem ongeschikt zou maken voor de uitoefening van zijn beroep, of hem zou blootstellen aan een langdurige ziekenhuisverpleging. Blijkt later dat een werknemer aan den onderzoekenden arts onjuiste opgaven heeft verstrekt, dan kan hij, ook al verblijft hij reeds geruimen tijd in Luxemburg, uitgezet worden. Wordt de machtiging tot indienstneming van een buitenlandsche arbeidskracht aan een werkgever verleend, dan zendt de Directeur-Generaal van den Arbeid en de Sociale Voorzorg hem daarbij een bewijs van toelating van den betrokken werknemer, volgens een voorgeschreven model. De werkgever moet dit bewijs, vergezeld van de bovengenoemde, bij de aanvraag om machtiging gebruikte, bewijsstukken, aan den werknemer zenden, die deze stukken bij de overschrijding van de grens moet toonen. Laatstgenoemde moet zich overigens binnen 24 uur na het binnenkomen in het land melden bij de autoriteiten van de gemeente, waar hij zal gaan wonen. Een buitenlandsch werknemer die in Luxemburg wordt aangetroffen zonder in het bezit te zijn van het bewijs van toelating en de overige bovengenoemde bewijsstukken, wordt zonder vorm van proces over de grens gezet. Herhaalt hij later zijn poging om in strijd met de voorschriften van dit besluit in het land te komen, dat stelt hij zich bovendien bloot aan veroordeeling tot gevangenisstraf en geldboete. Een buitenlandsch werknemer, die bij een Luxemburgsche werkgever in dienst getreden is, in strijd met deze regeling, of die bij het bovenbedoeld geneeskundig onderzoek verzwegen heeft dat hij lijdt aan een parasitaire, besmettelijke of chronische ziekte, kan voorts worden uitgesloten van de rechten en voordeelen ten aanzien van de sociale verzekeringen, uit de wet van 17 December 1925 voortvloeiende. De Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) FOLMER. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende vestiging in het No. 370, Afd. A.B. Groot-Hertogdom Luxemburg. 's-Gravenhage, 8 November 1932. Ik heb de eer het navolgende te Uwer kennis te brengen. Bij Groothertogelijk Besluit voorkomende in het „Mémorial du Grand Duché de Luxembourg", No. 52, van 21 September 1932, is bepaald, dat vestiging als koopman of als ambachtsman in het Groot-Hertogdom Luxemburg verboden is zonder voorafgaande schriftelijke vergunning van den Directeur-Generaal van Handel en Nijverheid. Zij, die in een ander beroep wenschen over te gaan of hun bedrijf willen veranderen, behoeven daartoe eveneens schriftelijke toestemming. Met kooplieden worden gelijkgesteld hun vertegenwoordigers, zaakwaarnemers en in het algemeen diegenen, welke goederen koopen en verkoopen voor rekening van anderen. De vergunning, welke strikt persoonlijk is, zal slechts verstrekt kunnen worden aan personen, voor wier zedelijk gedrag en integriteit kan worden ingestaan. Zij wordt niet uitgereikt dan op een behoorlijk gemotiveerd gunstig advies uitgebracht door een terzake bevoegde commissie van deskundigen. Ik verzoek U het bovenstaande, voor zooveel noodig, ter kennis te brengen van de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijkdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, Aan (w. g.) VERWEY. Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende toelating van Nederlandsche No. 340, Afd. A.B. arbeidskrachten in Luxemburg. 's-Gravenhage, 19 Juli 1933. Bij schrijven van 19 Februari 1930, No. 374, A.B., heb ik U mededeeling gedaan van den inhoud der door de Regeering van Luxemburg in haar besluit van 30 November 1929, vastgestelde bepalingen, aan welke buitenlandsche arbeidskrachten moeten voldoen om in het Groothertogdom te worden toegelaten tot het verrichten van arbeid in loondienst. Thans breng ik onder Uwe aandacht, dat bovenbedoeld Groothertogelijk besluit is gewijzigd bij besluit van 2 Juni j.1. Het gewijzigde betreft hoofdzakelijk de derde alinea van mijn schrijven van 19 Februari 1930, No. 374 A.B., welke alinea nu als volgt moet worden gelezen : Een werkgever in Luxemburg heeft, wil hij buitenlandsche werknemers (w. o. beroepsmusici, kantoorbedienden en personeel voor huiselijke diensten) in dienst nemen, noodig: een voorafgaande machtiging („autorisation d'embauchage") van den DirecteurGeneraal van den Arbeid en de Sociale Voorzorg. Van deze machtiging kunnen worden vrijgesteld landarbeiders, boscharbeiders en personeel voor huiselijke diensten, voor een bepaalden tijdsduur en voor bepaalde werkzaamheden. De machtiging is niet alleen vereischt voor vreemdelingen, die voor de eerste maal in Luxemburg komen werken, doch ook voor degenen, die reeds aldaar hebben gewerkt, hetzij zij van werkgever veranderen, hetzij zij den arbeid bij den zelfden werkgever hervatten, na afloop van vroegere werkzaamheden of na onderbreking dier werkzaamheden gedurende meer dan een maand, tengevolge van gebrek aan werk. Elke machtiging tot het indienstnemen van een buitenlandsche arbeidskracht geldt slechts voor de speciaal daarin genoemde betrekking, voor welke zij is verleend. Ik moge verzoeken het bovenstaande, voor zooveel noodig, ter kennis te brengen van de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijkdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) VERWEY. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. 30 RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende Groot-Hertogdom No. 291, Afd. A.B. Luxemburg. 's-Gravenhage, 29 Augustus 1934. In aansluiting aan mijn schrijven van 19 Juli 1933, No, 340, A.B., betreffende toelating van Nederlandsche arbeidskrachten in het Groot-Hertogdom Luxemburg, bericht ik U het volgende. Elke vreemdeling, ouder dan 15 jaren, die langer dan twee maanden in het Groothertogdom wil verblijven moet een identiteitskaart aanvragen. De identiteitskaart wordt voor ten hoogste 2 jaren afgegeven. De afgifte of vernieuwing derzelve kost 200 francs. Echter zijn degenen, die een salaris van minder dan 18000.— francs per jaar (of minder dan 1500.— francs per maand en minder dan 60.— francs per dag) genieten, slechts een bedrag van 25 francs verschuldigd. Ik moge U verzoeken, het bovenstaande, voor zooveel noodig, ter kennis te brengen van de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijkdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) VERWEY. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. PORTUGAL. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende vreemde No. 204, Afd. A.B. arbeidskrachten in Portugal. 's-Gravenhage, 1 Augustus 1933. Ik heb de eer het navolgende onder Uwe aandacht te brengen. Bij decreet van 14 Juli j.1., heeft de Portugeesche Regeering o.a. bepaald, dat alle handels- en industrieele ondernemingen in Portugal dus ook de aldaar gevestigde buitenlandsche ondernemin- gen, slechts Portugeesch personeel in dienst mogen hebben, zoo lang geschikte Portugeesche arbeidskrachten werkloos zijn. Tevens is bepaald, dat vreemdelingen, die in dienst van of namens in het buitenland gevestigde hoofddirecties van ondernemingen, filialen dier ondernemingen in Portugal willen bezoeken voor inspectie- of dergelijke doeleinden, daartoe vooraf vergunning behoeven van den ondersecretaris van Staat van de Corporaties en Sociale Voorzorg („Sub Secretario Providencia Social"). Indien het niet mogelijk is, die vergunning vooraf aan te vragen moet zulks binnen 48 uren na aankomst in Portugal geschieden. De vergunning wordt verleend voor een termijn van 30 dagen, eventueel met evenzooveel dagen te verlengen, zoo daartoe grondige redenen bestaan. Ook voor het in dienst nemen van volontairs van vreemde nationaliteit is een voorafgaande vergunning van bovengenoemde autoriteit noodig, welke vergunning maandelijks moet worden hernieuwd. Ik moge U verzoeken van het bovenstaande, voorzooveel noodig, mededeeling te willen doen aan de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijkdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) MORREN, wnd. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. SOWJET-RUSLAND. Omtrent de toestanden in de Unie der Socialistische SowjetRepublieken kan moeilijk een zuiver beeld worden gevormd. Aan den eenen kant vermelden de berichten groote plannen omtrent de uitbreiding van de industrie, uitbreiding van het met landbouwgewassen bezette gebied, huizenbouw, enz. tot zeer hooge cijfers, aan den anderen kant verneemt men omtrent het ver achter blijven van de resultaten ten opzichte van de vastgestelde cijfers, nijpend gebrek aan de meest noodige levensmiddelen, achterstalligheid van uit te betalen loonen, een grenzenlooze bureaucratie. De waarheid zal ook hier wel weer in het midden liggen. Zeker is echter, dat het groote experiment nog lang niet zijn uiteindelijk succes heeft bereikt. Uit het ons ten dienste staande documentatiemateriaal blijkt, dat, zooals bekend, de meeningen omtrent S.R. zeer verdeeld te' zijn. Heel veel zou er over dit land te schrijven zijn. De geringe mogelijkheden echter, welke het voorshands nog maar biedt voor Nederlandsche arbeiders, technici of kunstenaars om zich daar in loondienst te begeven, noodzaken ons tot beperking. Niet onvermeld echter mogen wij laten, hoe de inhoud er, volgens „De Metaalbewerker" van 28 November 1931, uit ziet 'van een arbeidscontract, zooals dat aan naar Rusland gaande arbeiders ter goedkeuring en onderteekening voorgelegd wordt. j>§ 1- Dit contract wordt afgesloten tusschen het centrale regeeringsbureau W.S.N.Ch. in Moskou, daarna kortheidshalve „werkgever genaamd en den heer N.N., verder „werknemer" genaamd. § 2. De werknemer verklaart zich bereid in dienst van den werkgever te treden als en verplicht zich uiterlijk den de reis naar de plaats van werken in de Sowjet-Republiek aan te vangen. De werkgever verplicht zich de kosten der reis van den werknemer van tot zijn plaats van bestemming in de S.-R. te betalen en wel: a. pas- en visumkosten ; b. reisbiljet 3e klasse ; c. 20 Mark verteringskosten voor twee reisdagen. Na aankomst van den werknemer op de bestemmingsplaats in de S.-R. tot het tijdstip waarop hij aan het werk gaat, betaalt de werkgever aan den werknemer de werkelijke verblijfkosten, benevens het minimumloon in § 4 vermeld. § 3. Voor zoover in deze overeenkomst niets anders vermeld is, regelen de arbeidsverhoudingen in de S.-R. zich naar de in de bedrijven van den werkgever geldende collectieve arbeidsovereenkomst, afgesloten tusschen den werkgever en den Metaalbewerkersbond, alsmede naar de wetten in de S.-R. De werkgever verplicht zich den werknemer met betrekking tot de woning-, levens- en voedingsvoorwaarden, dezelfde voorwaarden te waarborgen als den inheemschen arbeider. § 4. Het minimumloon in de S.-R. zal bij doelmatigen arbeid en rekening houdend met de in het bedrijf van den werkgever bestaande werkregeling en werktijd niet minder dan 150 roebels per maand bedragen. Verdere garanties met betrekking tot het loon neemt de werkgever niet op zich. § 5. De werknemer is er mede in kennis gesteld, dat het overmaken en uitvoeren van buitenlandsch geld uit de S.-R., alsmede de in- en uitvoer van Sowjetgeld naar en uit de S.-R., overeenkomstig de in de S.-R. geldende wetten verboden is. § 6. Mocht de werknemer zijn vrouw en minderjarige kinderen naar zijn plaats waar hij werkt medenemen, dan betaalt de werkgever de kosten der reis 3e klasse, alsmede de pas- en visumkosten. § 7. De werkgever is gerechtigd werknemers op al zijn bedrijven in de S.-R. volgens eigen oordeel aan te stellen. § 8. De overeenkomst wordt afgesloten voor den duur van een jaar en houdt dan op te bestaan indien geen andere regeling is tot stand gekomen. § 9. Mocht de werknemer na afloop van de overeenkomst naar terugkeeren, dan vergoedt de werkgever indien de werknemer inderdaad afreist, de reiskosten volgens de maatstaf in § 3 vermeld. § 10. Ingeval van het niet houden aan de bedrijfsregeling en in het bijzonder bij systematisch werkverzuim, niet-opvolging van instructies en dergelijke, is de werkgever gerechtigd de overeenkomst zonder opzegtermijn te beëindigen. § 11. Beëindigt de werknemer door ziekte zijn werk, dan vergoedt de werkgever de kosten van de terugreis volgens de maatstaf in § 2 vermeld. Wordt overigens het werk door arbeiders opgezegd of volgt ontslag als gevolg van eigen schuld van den werknemer (zie § 10), dan worden de kosten der terugreis niet vergoed. § 12. De werknemer neemt er nota van, dat de werkgever uitdrukkelijk de verantwoordelijkheid, resp. de schikkingen die de werknemer naar aanleiding van het beëindigen van dit contract getroffen heeft, zooals b.v. opzegging der woning, betrekking, te gelde maken van bezittingen, enz. afwijst. § 13. De werknemer is verantwoordelijk voor de juistheid van de door hem bij de aanstelling over zijn persoon, bekwaamheid en vroegere werkzaamheden verstrekte inlichtingen en overhandigde stukken. § 14. Voor behandeling van geschillen over deze overeenkomst zijn uitsluitend de rechtbanken in de S.-R. bevoegd. § 15. Deze overeenkomst treedt in werking na goedkeuring door den hoogsten economischen raad der S.-R. en na plaats gehad hebbende registratie door het volkscommissariaat voor den arbeid in de S.-R. Mocht de werknemer binnen 14 dagen geen schriftelijke mededeeling over de bevestiging van het contract ontvangen, dan kan hij aannemen, dat zij niet tot stand gekomen is, waarbij de partijen wederzijds geen aanspraken kunnen doen gelden. § 16. De werkgever is gerechtigd den werknemer aan een geneeskundig onderzoek door zijn eigen dokter in te doen onderwerpen. De werknemer is aansprakelijk voor de juistheid der door hem bij het geneeskundig onderzoek gegeven inlichtingen over zijn gezondheid. Mocht de werknemer niet geschikt bevonden worden voor de hem opgelegde taak, dan wordt de overeenkomst als niet afgesloten beschouwd, ook zelfs wanneer de goedkeuring van de overeenkomst (zie § 15) reeds heeft plaatsgevonden. Ook in dit geval kunnen de partijen geen rechten wederzijds doen gelden. De kosten van de eventueele reis worden niet vergoed. § 17. De genomen besluiten van de genoemde lichamen alsmede van den dokter zijn onaanvechtbaar." Het blad geeft het volgende commentaar op den inhoud van dit contract: „Reeds in par. 2 valt het op dat de plaats waar hij werken zal, niet aangewezen is. Velen van de naar Rusland reizende arbeiders hebben ervaren, dat het in een afzonderlijk schrijven aangegeven reisdoel niet hetzelfde was als de werkelijke plaats waar gewerkt zou worden. Dat het weglaten van de plaats van werken met opzet is geschied, bewijst par. 7, die den werkgever het recht geeft de arbeiders naar goedvinden in de geheele Staat te gebruiken of ze gedurende contractsduur te verplaatsen. De arbeider kan dus in Europeesch of Aziatisch Rusland, aan de Zwarte Zee of in het Noorden van Siberië geplaatst worden. En de arbeider heeft daarop in het geheel geen invloed wil hij niet van contractbreuk beschuldigd worden. In par. 3 is van de regeling der arbeidsvoorwaarden volgens een tusschen den Metaalbewerkersbond en den werkgever afgesloten overeenkomst en de wetten der S.-R. sprake. De arbeiders krijgen echter nóch de collectieve overeenkomst nóch de in aanmerking komende wetten bij het afsluiten van de overeenkomst te zien. De tweede alinea van par. 3 zegt, dat de door omstandigheden aan hoogere cultuurbehoeften gewende arbeiders van MiddenEuropa in Rusland volgens het contract ook met de primitiefste levensvormen, indien zij ter plaatse gebruikelijk zijn, tevreden moeten zijn. Het in par. 4 vastgestelde minimumloon wordt eerst bij doelmatige arbeidsprestatie betaald, hetgeen vanzelfsprekend is. De vraag is maar wie de doelmatigheid vaststelt en welken invloed de arbeider op deze bepaling heeft. Bovendien is om dit loon te kunnen verdienen maatgevend hoe de bedrijfsregelen, die de arbeider niet kent, zijn en hoelang de werktijd is, waarover eigenaardigerwijze ook niets vermeld is in het contract. Zeer noodlottig voor overhaast naar Rusland gaande arbeiders is par. 5, waarin verboden is geld of geldswaarden, noch in Russische noch in vreemde valuta, naar het buitenland te sturen. De arbeider moet dus direct zijn familie medenemen indien hij haar in weerwil van werk en verdienste in het oude vaderland niet wil laten verhongeren. Volgens par. 8 loopt het contract af indien niet een andere overeenkomst is tot stand gekomen. En wat gebeurt er als de arbeider daarvan afziet? Deze mogelijkheid is voor den arbeider niet zonder beteekenis, daar bij zijn uitsluiting van den arbeid de levensmiddelenkaarten worden ingetrokken en een vertienvoudiging van de kosten van het levensonderhoud met zich brengt. Par. 10 opent de mogelijkheid van het zonder opzegtermijn beeindigen van het contract en par. 11 bevat de weigering van het betalen der kosten van de terugreis naar het oude vaderland. Wie daarover beslist, waar en hoe de arbeider bij een onrechtvaardige beëindiging van het contract zijn recht van verdedigen, staat in par. 14, volgens welke slechts de Russische rechtbanken bevoegd zijn, hetgeen de arbeider door onderteekening goedvinden moet en waarmee hij echter ook van ieder recht afstand doet om de hulp van de vertegenwoordiging van zijn land, zijn consulaat of zijn gezantschap in te roepen. Wordt hij door de Russische rechtbank afgewezen, dan beneemt par. 12 de mogelijkheid zijn beetje have en goed mee te nemen of zelfs te verkoopen, daar noch de Staat noch iemand anders die zaken van hem koopen mag. Op alles zet echter de kroon par. 16, volgens welke, zelfs als het volkscommissariaat de overeenkomst goedgekeurd en ook de dokter den arbeider gezond verklaard heeft, de overeenkomst als niet afgesloten geldt als de werkgever den arbeider niet gezond acht. Daarmede kan iedere arbeider zijn contractrechten kwijtraken indien hij bij de leiding gevende beambten in een bedrijf niet geliefd is. De arbeider is dus aan de willekeur van de sow jetbureau era ie en alle vreeselijke economische gevolgen weerloos overgeleverd." SPANJE. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende arbeid in Na 352) Afd. A B Spanje. 's-Gravenhage, 14 October 1932. Ik heb de eer te Uwer kennis te brengen, dat een in de „Gaceta de Madrid ' van 10 September j.1. verschenen decreet van 8 September 1932, uitgevaardigd door den Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg, voorschriften bevat aangaande het werkzaam zijn van vreemde arbeidskrachten in Spanje. Het decreet bepaalt o.m. het navolgende. Elke vreemde arbeidskracht boven 15 jaar oud, die naar Spanje gaat met het doel daar te lande op eenigerlei wijze in zijn levensonderhoud te voorzien, moet daartoe in het bezit zijn van een speciale vergunning van het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg, terwijl hij om in loondienst arbeid te mogen verrichten, bovendien een arbeidsovereenkomst dient te hebben, geviseerd door den arbeidsraad en ingeschreven in de registers van den dienst der arbeidsbemiddeling en werkloosheidsbestrijding. Binnen drie dagen na aankomst op de plaats van bestemming moet hij een aanvrage ter verkrijging eener beroeps-identiteitskaart indienen via het plaatselijk orgaan der arbeidsbemiddeling of bij ontstentenis van zulk een orgaan, via den arbeidsraad in het betreffende ressort. De identiteitskaart moet voorzien zijn van de foto van den houder en bevatten den korten inhoud van zijn arbeidsovereenkomst, datum van afgifte en duur daarvan, aard der te verrichten werkzaamheden, beroep en — indien technicus — opgave van titels of diploma's. De identiteitskaart kost 5 pesetas, is een jaar geldig en moet na afloop van dien termijn, onder overlegging van de vervallen kaart, opnieuw worden aangevraagd. Als vreemde arbeidskrachten worden niet beschouwd zij, die onder eigen verantwoordelijkheid de leiding van een onderneming hebben (niet te verwarren met degenen die met een titel van administrateur, handelsdirecteur, filiaalchef of chef eener technische afdeeling enz., onder een verantwoordelijk hoofd werkzaam zijn), en zij die voor studie aan een inrichting van onderwijs in Spanje willen verblijven of er een leertijd in een industri- eele of handelsonderneming willen doormaken. Deze moeten alleen van een identiteitskaart voorzien zijn, welke gratis wordt verstrekt. Ik verzoek U van het bovenstaande, voor zooveel noodig, mededeeling te willen doen aan de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijkdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) MORREN, wnd. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. ZWITSERLAND. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende toelating van vreemde No. 262, Afd. A.B. arbeidskrachten in Zwitserland. 's-Gravenhage, 28 April 1933. Ik heb de eer U het navolgende mede te deelen. Door het Zwitsersche Parlement werd den 26en Maart 1931 een federale wet aangenomen, nopens het verblijf en de vestiging van vreemdelingen in Zwitserland, welke wet echter nog niet in werking getreden is. In afwachting van de binnen afzienbaren tijd te verwachten verordening tot uitvoering van genoemde wet heeft de Bondsraad, in verband met de economische crisis, bij besluit van 3 April j.1., bepaald, dat van 10 April j.1. af, eenige bepalingen dier wet zullen worden toegepast. De voornaamste daarvan zijn: Een vreemdeling mag geen betrekking vervullen en een werkgever mag geen arbeid in zijn dienst laten verrichten, tenzij eerstgenoemde in het bezit is van een vergunning tot vestiging of verblijf. De werkgever, die dit voorschrift overtreedt, stelt zich bloot aan boete van ten hoogste 2000 Zw. francs. De kantonale Regeeringen kunnen op eigen gezag (dus zonder de federale Regeering er in te kennen), verblijfsvergunningen voor ten hoogste 9 maanden verleenen aan arbeidskrachten, welke seizoen-werkzaamheden verrichten, indien echter door het federale Bureau van nijverheid, kunsten, wetenschappen en arbeid, een jaarlijks toe te laten contingent is vastgesteld, zijn de kantonale Regeeringen gehouden bij het verleenen van verblijfsvergunning aan genoemde categorie van arbeidskrachten, binnen de grenzen van dit contingent te blijven. De federale Regeering houdt toezicht op de naleving der wettelijke voorschriften en regelt de samenwerking tusschen vreemdelingen-politie en arbeidsbeurzen. Voorts regelt zij de bevoegdheden van het federale Bureau van nijverheid, kunsten, wetenschappen en arbeid ten aanzien van de kantonale arbeidsbeurzen, met betrekking tot de arbeidsmarkt. Ik moge U verzoeken van het bovenstaande, voor zooveel noodig, mededeeling te willen doen aan de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijkdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) VERWEY. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende toelating van buitenland- No. 319, Afd. A.B. sche arbeidskrachten in Zwitserland. 's-Gravenhage, 1 September 1933. Met verwijzing naar mijn schrijven van 28 April 1933, No. 262, A.B., bericht ik U, dat de federale wet van 26 Maart 1931 nopens het verblijf en de vestiging van vreemdelingen in Zwitserland, zoomede de door den Bondsraad op 5 Mei 1933 uitgevaardigde verordening tot uitvoering van genoemde wet, op 1 Januari 1934 in werking zullen treden. Hieronder is de beknopte inhoud van eenige bepalingen der wet en der verordening weergegeven, welke van belang kunnen zijn voor Nederlandsche arbeidskrachten, die in Zwitserland willen gaan werken. I. De Wet. Een buitenlandsch werknemer mag geen betrekking vervullen en een werkgever mag hem geen arbeid in zijn dienst laten verrichten, tenzij eerstgenoemde in het bezit is van een verblijfs-, vestigings- of tolerantievergunning (z.g. „Aufenthalts"-, „Niederlassung"- of „Toleranzbewilligung",). Hij heeft zich, in den regel, binnen 14 dagen na aankomst op Zwitsersch grondgebied, in elk geval voordat hij er arbeid gaat verrichten, te melden bij de vreemdelingen-politie in zijn verblijfplaats. De „Aufenthaltsbewilligung", waarvan de duur beperkt is en de „Niederlassungsbewilligung", waarvan de duur onbeperkt is, kunnen uitsluitend worden verleend aan degenen, die geldige en door de Zwitsersche Regeering erkende legimitatiepapieren kunnen overleggen. Buitenlandsche werknemers, die niet in het bezit zijn van deze legimitatiepapieren, kunnen slechts een „Toleranzbewilligung" verkrijgen, welker duur beperkt is. Zij moeten doorgaans een waarborgsom storten. De „Aufenthalts"-, „Niederlassungs"- en „Toleranzbewilligung" geldt slechts in het kanton, waarvoor zij is afgegeven. Men mag echter, zonder toestemming te vragen, tijdelijk — niet langer dan 14 dagen — in een ander kanton werkzaamheden verrichten. Indien blijkt, dat een werknemer vervalschte legimitatiepapieren overgelegd heeft dan wel in Zwitserland verblijft, ofschoon hij om een of andere reden uitgewezen is, wordt hij met hechtenis van ten hoogste 6 maanden gestraft. Deze straf kan gepaard gaan met geldboete van ten hoogste 10.000 Zw. francs. Andere overtredingen door werknemer of werkgever tegen de voorschriften der vreemdelingen-politie of andere bevoegde autoriteiten, kunnen met geldboete ten hoogste 2000 Zw. francs worden gestraft. De kantonale regeeringen kunnen op eigen gezag (dus zonder de federale Regeering erin te kennen), „Aufenthaltsbewilligung" verleenen voor ten hoogste 5 jaren aan dienstboden en aan boerenknechts. Ook kunnen die Regeeringen voor ten hoogste 9 maanden „Aufenthaltsbewilligung" verleenen aan seizoenarbeiders en -employé's, met dien verstande, dat, ingeval door het federale Bureau van nijverheid, kunsten, wetenschappen en arbeid, een jaarlijks toe te laten contingent is vastgesteld, zij gehouden zijn binnen de grenzen van dit contingent te blijven. Voor alle andere vergunningen is de toestemming der federale vreemdelmgen-politie noodig. Echter kan in spoedeischende gevallen, wanneer de arbeid terstond moet worden verricht door de betrokken kantonale autoriteiten een voorloopige „Aufenthalts - of „Toleranzbewilligung" worden verstrekt. Alvorens vergunning wordt verleend, moet doorgaans het advies der betrokken arbeidsbeurs worden ingewonnen. II. De Verordening. Hierin is o.a. bepaald, dat onder buitenlandsche werknemers worden verstaan degenen, die tegen salaris of zonder salaris werkzaam zijn in dienst van een in Zwitserland gevestigden werkgever. Daaronder vallen ook leerlingen, volontairs, hulpen in het huishouden, assistenten, handelsreizigers (ook op provisie werkende reizigers) , enz. Eveneens worden als werknemers beschouwd degenen, die ten behoeve van een in Zwitserland gevestigd filiaal eener buitenlandsche onderneming werkzaam zijn. Bij verandering van werkkring in hetzelfde kanton is geen nieuwe vergunning noodig, mits de te verrichten arbeid van denzelfden aard blijft. Werknemers, die in een ander beroep willen overgaan, of met zekeren regelmaat een nevenberoep van anderen aard willen uitoefenen, behoeven daartoe opnieuw vergunning. Zulks geldt ook voor werknemers, die voor eigen rekening willen gaan werken. Verzoeken om vergunning tot het verrichten van arbeid moeten worden ingediend door middel van een door het federale Departement van Justitie en Politie voorgeschreven formulier (vragenlijst). De indiening kan geschieden vóór vertrek naar Zwitserland door werknemer of werkgever. De bevoegde autoriteiten kunnen den werkgever een vergunning toezeggen, vóórdat de naam, enz. van den buitenlandschen werknemer bekend is. De werknemer voor wien een vergunning is toegezegd, moet zich vóór dat hij zijn werkzaamheden aanvangt, bij de vreemdelingen-politie melden, doch mag, tenzij anders is beschikt, terstond in dienst treden. Den buitenlandschen werknemer, aan wien vergunning is verleend, wordt door de bevoegde autoriteiten daarvan een bewijs gegeven. Bij indiensttreding of sollicitatie moet de werknemer van dat bewijs inzage geven aan den werkgever. Ik moge U verzoeken van het bovenstaande, voor zooveel noodig, mededeeling te willen doen aan de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijkdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) VERWEY. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. RIJKSDIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. Betreffende toelating van buitenland- No. 371, Afd. A.B. sche arbeidskrachten in Zwitserland. 's-Gravenhage, 20 December 1933. Met verwijzing naar mijn circulaire van 1 September 1933, No. 319, A.B., betreffende de federale wet van 26 Maart 1931 nopens het verblijf en de vestiging van vreemdelingen in Zwitserland, bericht ik U, dat bij Besluit van den Zwitserschen Bondsraad d.d. 28 November j.1. is vastgesteld, dat de tot nu toe geldende bepaling, volgens welke men zich binnen 8 dagen na aankomst op Zwitsersch grondgebied moet melden bij de politie, ook na het in werking treden van genoemde wet — op 1 Januari a.s. —, tot nader order van kracht blijft. Overal waar in de wet en de verordening een aanmeldingstermijn van 14 dagen is aangegeven, wordt deze op 8 dagen teruggebracht. U gelieve het bovenstaande voor, zooveel noodig, ter kennis te brengen van de agenten der arbeidsbemiddeling in Uw district. De Directeur van den Rijkdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, (w. g.) VERWEY. Aan Heeren Directeuren van Districts-Arbeidsbeurzen. B. INTERCONTINENTALE MIGRATIE. Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, Egypte, Ned.-Indië, Nieuw-Guinea, Palestina, Suriname, ♦ Zuid-Afrika. ARGENTIME. In het bewoonbare gedeelte voor Nederlanders is Argentinië een groote vlakte, waar het grootgrondbezit overheerscht en welke terreinen voor een groot deel in extensieve cultuur in gebruik zijn. Het is een graanland bij uitstek, alsook een veegebied voor de vleeschproductie. Voor de afzet van hare producten is Argentirne bijna geheel aangewezen op de wereldmarkt, hetgeen aan de bedrijven een speculatief karakter geeft. De voor deze producten te maken prijzen vormen geheel de basis van de welvaart van het land, waardoor deze veel ups en downs vertoont. Uit het jaarverslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam over 1933 citeeren wij het volgende : „Teneinde den afzet der Argent.ijnsche producten zooveel mogelijk te bevorderen heeft de Argentijnsche regeering met verscheidene landen (Engeland, Italië, Chili, Brazilië, België) handelsverdragen gesloten. Met andere landen worden nog onderhandelingen gevoerd. Een regeling met Nederland werd aan het einde van het jaar verwacht. Er kwamen geen belangrijke stakingen voor. Het aantal werkloozen is iets toegenomen, doch bedraagt slechts ongeveer 2V2°/o van de geheele bevolking, terwijl het loonpeil practisch onveranderd bleef. Ter ontlasting van de arbeidsmarkt projecteerde de Regeering de uitvoering van belangrijke openbare werken, als den aanleg van spoorwegen, irrigatiewerken, scholen, wegen. Aan loonen en in het eigen land te ver vaardigen materialen is hiervoor ongeveer 320 millioen c$l uitgetrokken. Doordat de graanprijzen verder daalden, bleef de toestand der landbouwers ongunstig, ondanks de door de Regeering genomen steunmaatregelen als verleening van goedkoopere credieten, afkondiging van een hypothecair moratorium voor 3 jaar, vaststelling van maximum-rente voor hypotheken. De Regeering heeft daarom, in samenhang met de peso-depreciatie, minimum-prijzen vastgesteld en een Graancontrölecommissie in het leven geroepen, die prijsregelend optreedt en opheffing van de wanverhouding tusschen de pesowaarde in het buitenland en den officieelen koers in Argentinië beoogt, ten einde op deze wijze den landbouw te steunen en tevens zoo mogelijk tot opheffing der deviezencontrole te geraken. De oogst en de uitvoer van maïs waren kleiner dan in het vorige jaar. De uitvoer van tarwe nam, wat de hoeveelheid betreft, met ongeveer 14°/o toe, doch de waarde daalde met 4%. De oogst van lijnzaad was aanzienlijk kleiner dan die van het vorige jaar, terwijl de uitvoer ervan verminderde. Het zelfde geldt voor katoen. Ook de suikeropbrengst ging achteruit, doch de suikerprijzen waren bevredigend. Ofschoon de veeprijzen stegen, bleef de toestand van de veeteelt ongunstig. De uitvoer van vleesch daalde naar gewicht en waarde. De handel in en de uitvoer van huiden verbeterde. De uitvoer van wol nam ten opzichte van 1932 bijna met een vierde toe. Ook de uitvoer van quebracho was grooter dan in het vorige jaar, doch de prijzen hiervoor waren laag, tengevolge van de onderlinge mededinging der inheemschtlooistoffabrieken. Ofschoon blijkens het bovenstaande Argentinië niet aan de gevolgen van de economische wereldcrisis is ontsnapt, staat dit land er beter voor dan de meeste andere. Het beschikt over voldoende voedingsmiddelen en in het land verwerkbare grondstoffen, om zijn bevolking geheel en al te onderhouden. De grondstoffen, die het zelf niet verwerkt, kan het voor het betalen van den invoer en andere verplichtingen aan het buitenland gebruiken. Een en ander wettigt de gevolgtrekking, dat de economische toestand van Argentinië in wezen gezond blijft, zoo lang de Regeering zorg er voor draagt om niet meer in te voeren, dan het bedrag, dat zij uit den uitvoer verkrijgt, na aftrek van de voor den dienst der buitenlandsche schulden noodige deviezen." De landprijzen zijn naar verhouding hoog, 8 a 10 maal zoo hoog als in Brazilië. Teneinde een bestaan te geven, moeten de bedrijven ook van veel grooter omvang zijn, hetgeen met zich brengt, dat een grooter bedrijfskapitaal noodig is, dan in Brazilië om een bedrijf te kunnen exploiteeren. Kolonisten met een bescheiden kapitaal zijn dan ook geheel op pachtprijzen aangewezen. Weliswaar zijn de laatste jaren proeven genomen met het inrichten van kleinere bedrijven, doch deze zijn geen onverdeeld succes geweest. Ook van Nederlandsche zijde is aan deze proeven deelgenomen. In 1931 en 1932 zijn te Los Pinos in de provincie Buenos Aires een tiental bedrijven door landgenooten opgenomen ; op deze bedrijven ter grootte van c.a. 30 h.a. worden zoowel landals tuinbouw bedreven, waarbij de fruitcultuur in de toekomst een belangrijke rol gaat spelen. Ook deze bedrijven vertegenwoordigen een groote waarde, n.1. 48.000 pesos = ƒ 20.000,— geheel geïnstalleerd. Erkend moet worden, dat de kolonisten over het algemeen te weinig over pioniersgeest beschikten en zij te veel steunden op hulp van derden, waartoe de contractsbepalingen een gereede aanleiding gaven. Deze wijze van kolonisatie, „confectiekolonisatie", zooals men het in Duitschland noemt, is echter gebleken niet de juiste vorm te zijn. Zij laat te weinig gelegenheid tot het vormen van eigen initatief onder de kolonisten. Bovendien is gebleken, dat de keuze van de plaats van vestiging, op grooten afstand van de afzetgebieden, niet gelukkig is geweest. Het zal mogelijk zijn in beter daartoe gelegen gebieden dergelijke bedrijven in te richten. Het is echter de vraag of er maatschappijen of particuliere eigenaren te vinden zijn, die bereid zijn voor de inrichting daarvan belangrijke bedragen ter beschikking te stellen. Bovendien is in Argentinië het kleinbedrijf in de omgeving van de groote steden bijna geheel in handen van ZuidEuropeesche immigranten, die belangrijk lagere eischen aan het levensonderhoud stellen dan de Nederlanders, zoodat het moeilijk voor deze is daartegen te concurreeren. Er bestaat een gereformeerde kolonie te Tres Arroyos, provincie Buenos Aires. De daar gevestigde kolonisten zijn bijna zonder uitzondering pachtboeren. Zij huren bedrijven ter grootte van 100 tot 200 h.a., waarop in hoofdzaak graan wordt verbouwd. Als zoodanig zijn de bedrijven in groote mate speculatief, hetgeen ook wel is gebleken uit de resultaten van de laatste jaren. Goede en ongunstige resultaten wisselen sterk af. Berekend wordt, dat onze landgenooten met een kapitaal van ƒ 4 a 5000, een bedrijf van 100 h.a. kunnen opzetten. Voorzichtigheid lijkt ons in dezen wel zeer geboden. Indien nieuwe kolonisten in den eersten tijd een minder gunstigen oogst of lage prijzen treffen, is het gevaar, dat zij met dit kapitaal in moeilijkheden komen, niet denkbeeldig. Weliswaar zijn de eerste jaren voor nieuwe kolonisten steeds moeilijk, doch de inrichting van gemengde bedrijven, waartoe te Tres Arroyos weinig gelegenheid bestaat, biedt meer kansen om dezen moeilijken tijd te boven te komen. De kansen in de sub-tropische gebieden in het Noorden van Argentinië worden over het algemeen niet zeer gunstig beoordeeld. Weliswaar is de laatste jaren Misiones als kolonisatiegebied van beteekenis geweest; het heeft echter enkele nadeelen, welke tot voorzichtigheid manen ten opzichte van de kansen voor Nederlanders. In de eerste plaats is het klimaat minder gunstig dan in de oerwoudkolonies in de drie zuidelijke Staten van Brazilië. Voorts is de afstand naar het afzetgebied zeer groot en zijn de vrachten hoog. Voor de gewone levensmiddelenproductie bestaat geen afzetgebied, terwijl de markt voor de koloniale producten beperkt is. Alvorens kolonisatie op meer uitgebreide schaal in Argentinië te beginnen, is het gewenscht een uitvoerige studie te maken van de meest geschikte vestigingsgebieden in dat land en de wijze van exploitatie, zonder dat groote kapitalen noodig zijn. Groote voorzichtigheid is geboden. De landbouw maakt in dit land een vrij hevige crisis door en menige Hollandsche boer heeft men zien verongelukken. Volgens mededeelingen van iemand, die jarenlang in Argentinië verblijf hield, heeft het dorp Tres Arroyos in de provincie Buenos Aires, zegt hij. „niet voor niets den bijnaam gekregen van „het graf der Hollandsche boeren". Immigratiebepalingen. Kolonisten, die op daartoe vooraf bepaalde wijze zich op het land zullen vestigen, worden bij de toelating geen moeilijkheden in den weg gelegd. Een kolonisatieonderneming kan bij de regeering toelating aanvragen van een bepaald aantal kolonisten, waarop dan toestemming wordt verleend: Indien kolonisten uit eigen beweging naar Argentinië willen vertrekken, moeten zij in het bezit zijn van een zeker bedrag, hetgeen minder is dan noodzakelijk moet worden geacht om op behoorlijke wijze zich in Argentinië te vestigen. In Argentinië zijn dus in dat opzicht geen moeilijkheden te verwachten, hoewel niet op groote medewerking van de regeering moet worden gerekend. Tenslotte willen wij nog een en ander vermelden over de pogingen, welke van Friesche zijde in het werk worden gesteld om te emigreeren naar Argentinië. Wij citeeren hiervoor, onder het noodige voorbehoud een artikel in de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" van 29 en 30 Maart 1935. 31 „Ongeveer tien jaren geleden werd in Friesland de emigratievereeniging „Gaspard de Coligny" opgericht. Toen een jaar later elders de „Gereformeerde Emigratie-vereeniging" tot stand kwam, zag men in Friesland in, dat een provinciaal verband niet langer noodig was en smolt men samen met de laatst genoemde vereeniging. De tijden waren voor emigratieplannen niet gunstig. Doch in 1934 begon men in Friesland, het historische land der trekkers — op de tien Friesche families is er tenminste één die familie heeft in Amerika of in andere werelddeelen dan Europa —, weer met geestdrift te spreken over een betere toekomst, in den vorm van kolonisatie. De leider van de kolonisatiebeweging, de heer D. van der Meulen, vertelde ons, aldus de „N.R.Crt.", dat hij op zeker oogenblik den stelligen indruk had gekregen, dat in bepaalde ambtelijke kringen de overtuiging had post gevat, dat de gedachte aan kolonisatie niet leefde in het volk. Om het bewijs te leveren, dat de belangstelling voor kolonisatie in ons volk allerminst lauw was, verzocht de leiding den Frieschen boeren, hun oordeel in dezen te vernemen. Enkele honderden brieven kwamen binnen van menschen, die met grooten aandrang verzochten pogingen in het werk te stellen om tot kolonisatie te geraken . Dit waren brieven van „zittende" boeren; van werkloozen of steuntrekkenden is in deze beweging weinig of geen sprake. Deze briefschrijvers richtten in Januari j.1. een Friesche afdeeling van de Gereformeerde Emigratie-beweging op ; eenige weken later heeft zij, gelijk wij destijds gemeld hebben zich van de landelijke vereeniging afgescheiden en arbeidt sindsdien als een geheel zelfstandige organisatie. Deze organisatie is tot de overtuiging gekomen, dat klimatologische en andere bezwaren voor de kolonisatie van Westerlingen het minst gelden bij vestiging in de Zuid-Amerikaansche republieken. Landen als Argentinië en Brazilië leenen zich voor een dergelijke kolonisatie zeer goed. Wel hebben deze republieken de emigratie aan bepaalde regelen gebonden, doch zij zijn desalniettemin ten zeerste gesteld op Europeesche kolonisten. De meening van onzen gezant te Buenos Aires, dat „Argentinië als een modern doornroosje op den sprookjesprins wacht" is bepaald aanmoedigend voor dit streven. Argentinië dat 85 maal zoo groot is als Nederland, heeft nog geen 12 millioen inwoners. Deze landen zijn zeer dun bevolkt: terwijl in ons land 500 menschen op eiken vierkanten kilometer wonen (in Friesland ongeveer 280), telt Zuid-Amerika er nog geen 5 menschen op de zelfde oppervlakte ! Op deze Zuid-Amerikaansche republieken is de aandacht van schier alle noodlijdende landen van Europa, die uitweg voor hun bevolkingssurplus moeten zoeken, gevestigd. Oostenrijk sticht, met behulp van de regeering, nu zijn tweede kolonie in Brazilië, elk voor twintig duizend landverhuizers bestemd. De Deensche minister van buitenlandsche zaken vertoeft thans in Zuid-Amerika, om daar onderhandelingen te voeren ten bate van een grootsch opgezet kolonisatieplan van Denemarken uit. Dat de leiders der kolonisatie-beweging ten onzent warm loopen voor Argentinië, is vooral ook het gevolg van een vroegere, zeer geslaagde emigratie van Nederlanders naar het Zuid-Amerikaansche land. Deze kolonie, die gehuisvest is in de provincie Buenos Aires, interesseert zich in het bijzonder voor de overkomst van Nederlandsche kolonisten. Hun geestelijk leider, ds. A. C. Sonneveldt, is onvermoeid bezig in dezen geest. Volgens dezen Nederlandschen predikant in Argentinië is het thans, nu de peso laag staat en de gulden zoo hoog, de tijd geworden om een kolonisatie van Nederlanders te organiseeren. Voor Nederlanders is daar alles goedkoop. De Argentijnsche regeering stelt gelden disponibel voor landbouwers, die willen emigreeren. De grenzen open, én aannemelijke voorwaarden voor vestiging, wat wil de Friesche boer meer ? Met genoemden predikant voelt de leiding zeer veel voor een massale landverhuizing van bijvoorbeeld drie a vier duizend landbouwersgezinnen, mede ter verlichting van den druk in Nederland. Om de aspirant-kolonisten ter zijde te staan, heeft er zich te Tres Arroyos een commissie gevormd, bestaande uit practische landbouwers, om eventueele kolonisatie van Nederlanders van hulp en voorlichting te dienen. Van deze zijde wordt er op gewezen, dat het in verband met den geldkoers nu de beste tijd is, voorts dat er momenteel enorme oppervlakte land in het bezit van de hypotheekbanken is gekomen, welke grond voor geringen prijs te koop is, en tenslotte dat Argentinië zonder twijfel het land der toekomst is en geen enkel ander land zoo goedkoop kan produceeren. De commissie is van meening, dat de beste streek voor een nieuwe massale Nederlandsche kolonie de streek bij Tres Arroyos is. Reeds zijn er voorloopige besprekingen gehouden met leidende personen in den handel, van de Nationale Hypotheekbank en van de Spoorwegen ; bij allen vinden de kolonisatie-plannen hartelijke instemming. Doorloopend worden de leiders van de kolonisatie-beweging in Friesland ingelicht over de prijzen van het land in Argentinië en over de rentabiliteit der bedrijven. Te Tres Arroyos worden geregeld groote stukken land verkocht tegen een prijs van, in Hollandsch geld berekend, ongeveer hon- derd gulden per hectare. Soms worden uitgestrektheden van 8000 h.a. verkocht! Menigmaal met een gemakkelijk systeem van afbetaling over een tijdvak van een aantal jaren. De kosten van installatie van een boeiderij van 150 h.a. met toebehooren en een jaar levensonderhoud bedragen globaal lO.OOOpesos, dat is ongeveer ƒ 3000, . De voordeeligste manier zou, naar het oordeel der commissie, zijn het land te koopen. Daarmee zijn op den duur goede zaken te maken. De prijs van goeden grond wordt tegenwoordig opgegeven te bedragen ongeveer 200 pesos per h.a. Evenwel is men van meening, dat het land nog wel goedkooper zal worden. Wanneer men een groot complex wil koopen, zal de prijs stellig niet hooger dan ƒ 65, per h.a. zijn. Voot Friesche boeren zijn dit cijfers om van te watertanden! De Nederlandsche boeren in Argentinië telen de zelfde producten als in het vaderland, te weten : tarwe, haver, gerst en lijnzaad. Vanwege den langen 'tijd, die voor alle werkzaamheden beschikbaar is (elf maanden van het jaar) kan een boerderij van 150 h.a. door één flinken man worden behartigd. De bedrijfsonkosten per h.a. zijn: huur 14 pesos, zaaizaad 5 ps., bewerking 8 ps., verzekering 2.50 ps., totaal 29.50 pesos of ongeveer tien gulden per h.a. Er zou ten minste 60 '/o hypotheek op de landerijen gevestigd kunnen blijven, doch naar het oordeel der commissie, verdient het, gezien den lagen rentekoers in Nederland, aanbeveling alles contant te koopen. Dat zou weer van invloed zijn op den koopprijs ; met contant geld doet men hier thans wonderen. Aldus de commissie. Onder het voorbehoud, dat cijfers van één oogst voor het verkrijgen van betrouwbare oogstberekeningen over een reeks jaren eigenlijk niet kunnen dienen, vernamen wij, met welke graanprijzen het vorig jaar moedgevende resultaten werden bereikt. Men besomde : Voor tarwe 440 pesos, of per 100 k.g. nog geen ƒ 2,—; voor haver 2.50 pesos, of per 100 k.g. nog geen ƒ 1,—; voor lijnzaad 10 pesos, of per 100 k.g. ongeveer ƒ 4,—; voor gerst 3 pesos, of per 100 k.g. ruim ƒ 1,—. Deze cijfers bewijzen, dat Argentinië buitengewoon goedkoop produceeren kan, dat er bij zulke lage prijzen nog winsten kunnen gemaakt worden en regeeringssubsidie overbodig is. Momenteel betalen de Nederlandsche boeren te Tres Arroyos aan huur 25% van de jaarlijksche opbrengst. Nu stelt men zich de zaak aldus voor. Als de Nederlandsche regeering wil helpen, laat het dan op royale wijze geschieden en zoodanig, dat ook daardoor het succes wordt verzekerd. De regeering zou bijvoorbeeld — zoo oordeelen de leiders van het kolonisatieplan — aan de eventueele kolonisten een renteloos voorschot kunnen geven, met de bepaling er aan verbonden, dat elk jaar iets wordt terugbetaald. De leiders zijn vol goeden moed. Zij vertrouwen, dat de financieele kant van het vraagstuk zal worden opgelost. Gemakkelijk is dit geenszins. Wij vernamen, dat de kosten per gezin ƒ 4000,— a ƒ 5000,— worden geschat (met inbegrip van een boerderij van 100 h.a.). Daarbij komen dan de reiskosten nog. De leiding stelt zich op het standpunt, dat financieele hulp zal komen van de regeering, of van een particulier concern. Wij subsidieeren hier zooveel werken, enkel omdat zij van algemeen belang worden geacht. Dat algemeen belang eischt nu ook kolonisatie, verlichting van onzen boerenstand. Eiken steuntrekker, die met ƒ 10,— per week wordt gesteund, zou, zoolang de crisis duurt en berekend naar 4% rente, zeker een crediet van ƒ 12.000,— kunnen worden verstrekt, zonder eenige schade voor de publieke kassen. Zoo staan de zaken er voor. De leiding hoopt en vertrouwt, dat men in staat zal zijn een groot aantal boeren, die het hier niet kunnen bolwerken en gaarne het uiterste willen beproeven om zich een bestaan te verschaffen, naar het verre Argentinië te verschepen. Zij acht een krachtige, in het groot georganiseerde kolonisatie een der eerste levensbelangen van het Nederlandsche volk. AUSTRALIË. Volgens berichten zou de Australische regeering overwegen om in het groot kolonisatie te bevorderen in het Noordelijke gedeelte van het land, waar een tropisch klimaat heerscht, door de uitgifte van groote concessies, terwijl zij hoopte dat het Britsche kapitaal tot die streek zou worden aangetrokken, waardoor deze laatste tot ontwikkeling zou kunnen worden gebracht. Het heeft echter niet zoo mogen zijn. De tot oordeelen bevoegde kringen schijnen zeer sceptisch te staan tegenover de mogelijkheid tot het ter beschikking krijgen van de zeer groote kapitalen, welke voor deze kolonisatie noodig zijn. Thans houdt men er rekening mede, dat het nog 30 jaar kan duren, alvorens met kolonisatie een aanvang zou kunnen worden gemaakt. Voorts wordt sterk betwijfeld of Noord-Europeanen bestand zouden zijn tegen het klimaat van die streek, zoodat er weinig verwachting wordt gekoesterd, dat deze categorie van menschen voor deze kolonisatie in aanmerking zou komen. Gehoopt werd, dat zooveel mogelijk Britsche onderdanen aldaar plaatsing zouden kunnen vinden. In de eerste plaats is echter gedacht aan de Australische werkloozen. Voor Nederlanders zal, of beter gezegd, zou er weinig vooruitzicht tot plaatsing hebben kunnen bestaan. BRAZILIË. Kolonisatie-mogelijkheden in Brazilië bestaan volgens mededeeling van den Directeur van de „Stichting Landverhuizing Nederland" in overvloed. Volgens mededeelingen ^ van den heer G. S. de Clercq Jr. te Rio de Janeiro, secretaris van het Comité Brazilië (correspondent voor Brazilië van het NederlandschZuidamerikaansch Instituut) onderscheidt Brazilië met zijn betrekkelijk nog eenvoudige samenleving zich vooral van de oudere landen door het feit dat de crisis, hoewel reeds vroeger begonnen, er minder diep in het nationale economische leven snijdt. „Werkloosheid heeft bij lange na niet dien omvang aangenomen dien men elders kent en de lage levensstandaard van een groot deel der bevolking gepaard aan uiterst geringe onderhoudskosten, in een land met een zacht klimaat en voortbrenging van velerlei levensmiddelen, ontlasten de overheid er van een groote zorg, hetgeen te meer van belang is, doordat de reserves van het nationale vermogen in dit nieuwe land uit den aard der zaak nog gering zijn," aldus de heer de Clercq. „Vooral op het land zelf heeft de bevolking zich aan de nieuwe verhoudingen aangepast. Waar de loonen anders verlaagd zouden moeten worden, heeft men, zooals b.v. op de koffieplantages, een anderen uitweg gevonden. Het is den arbeiders toegestaan een deel van de gronden zelf te bebouwen, om zoodoende het tekort aan te vullen met eigen gekweekte groenten en vruchten." „Een opvatting, die dan ook herhaaldelijk, o.a. in de rapporten van groote in Brazilië geïntereseerde Engelsche ondernemingen, tot uiting komt, is dat Brazilië tot de landen behoort, die het eerst gunstig op een verbetering in de conjunctuur zullen reageeren." Elders lezen we, dat „het streven der Regeering er op is gericht, om het land van de afhankelijkheid van den koffiehandel te be- *) Zie de bijlage van het Weekblad „Handelsberichten" van 6 December 1934, No. 49. vrijden, om het op breeden landbouwbasis te plaatsen. Er moeten veel levensmiddelen worden ingevoerd, terwijl aanzienlijke uitgestrektheden vruchtbaar land braak liggen. Met het oog hierop is onder andere de bevordering van betere communicatiemiddelen (bijv. vliegdiensten) ter hand genomen. Er wordt voorts gearbeid aan de opheffing der douanerechten tusschen de Staten onderling, terwijl de electrificatie, vooral in de Staten Sao Paulo en Minas Geraes, goeden voortgang maakt. x) Ook de Noordelijke Staten, „die na het afnemen van Brazilië s beteekenis voor den wereld-suikerhandel en na den terugslag van de rubberdebacle, voor Brazilië's economische situatie van weinig gewicht meer waren, bieden nog vele ongekende mogelijkheden. Een onderzoek bracht aan het licht, dat daar groote cngeexploiteerde uitgestrektheden vruchtbaar land liggen en zij onberekenbare rijkdommen aan hout, brandstoffen van eiken aard, mineralen vellen en huiden van wilde dieren kunnen leveren Dientengevolge zijn stappen in voorbereiding, om deze ontzaglijke middelen van bestaan voor handel en industrie toegankelijk te maken. ) In Brazilië zijn streken met een goed klimaat en goeden bodem en zonder dat groote kapitalen noodig zijn per eenheid, is kolonisatie zeer wel mogelijk. Vnl. is dit het geval met de dne Zuidedelijke staten: Rio Grande do Sul, Santa Catharina en Parana. In den staat Parana bevindt zich de Nederlandsche Gereformeerde kolonie Carambehy, waar thans ongeveer 25 families zijn gevestigd, allen veehouders en die daarvan een succes hebben gemaakt. Op gronden van de kolonisten zelf bestaat nog ge egenheid voor een zestigtal gezinnen om zich daar te vest^; het benoodigde kapitaal daarvoor bedraagt ƒ 2000,— a ƒ 3000, . In de omgeving is voorts nog voldoende plaats voor uitbreiding. Verder bezit in dezen staat een Engelsche kolonisatie-maatschappij, die zeer goed wordt beoordeeld, een grondcomplex van ruim 1 millioen h.a. voor kolonisatie; voor spoorwegaansluiting heeft zij zelf gezorgd. Op haar terreinen hebben zich vooral veel Duitschers gevestigd. Om een idee te geven van de ^e e omwikkeling van deze vestiging kan worden vermeld, dat te Londrina, een der gevormde kolonies, in 1930 een hut stond, terwij er thans meer dan 2000 menschen wonen. Te Roland was in 1932 nog niets gedaan, thans wonen er ongeveer 400 menschen. dien tijd werden in deze laatste plaats 8 kinderen geboren, er kwamen 2 sterfgevallen voor, beide door ongelukken. Onze vorige i) Zie het Verslag 1933 van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam. gezant te Rio de Janeiro bezocht deze kolonies en de kolonie Carambehy en was over deze vestiging zeer enthousiast Verbouwd worden in de eerste plaats levensmiddelen-producten voor eigen gebruik en voor verkoop in de omgeving, terwijl daarna het bedrijf geleidelijk wordt omgezet in een plantagebedrijf. De producten zijn dan mais, rijst, citrusvruchten, koffie, suikerriet, ricinuspitten, tabak e.d. Onder de ongeveer 30 in Brazilië voortgebrachte verschillende soorten van landbouwproducten en producten van industrieën, welke in nauw verband staan met den landbouw, nemen de volgende de voornaamste plaats in (terwille van het overzicht worden zij in zes klassen verdeeld) : a. Granen. mais, rijst, tarwe, gerst, rogge en haver j b. Suikerriet-producten ' suiker, alcohol en brandewijn ; c. Grondstoffen': ruwe katoen, katoenpitten, cacao en cocosnooten; d. Bewerkte producten : mandioca-meel, tabak en wijn; e. Voedingsstoffen: koffie, aardappelen, boonen, sinaasappelen, ananas, bananen en maté; f. Veevoeder : „alfalfa". Naar de waarde gerekend, komt koffie in de eerste plaats; dit product bracht in de periode 1929—1933 van de totale landbouwproductie 38 % op. Katoen vertegenwoordigde in dezelfde periode 7 % en cacao 1.5 %. De grond (van de kolonie Carambehy) is van zeer goede kwaliteit en het klimaat, ofschoon het er warmer is dan bij ons, gunstig. Om zich aldaar te vestigen is een bedrag van minstens ƒ 1500,— noodig. In dit gebied bestaat gelegenheid de vestiging geheel Nederlandsch te houden, waardoor de mogelijkheid bestaat tot het behoud van eigen taal en godsdienst, al zal een zekere aanpassing aan het Braziliaansche leven noodig zijn. Ook in de meer zuidelijke Staten Santa Catharina en Rio Grande do Sul bestaat nog veel gelegenheid tot het zelfstandig vormen van nieuwe nederzettingen, dan wel om zich aan te sluiten bij andere kolonies. De Duitschers hebben in Brazilië hun vestiging op drieërlei wijze ingericht. Allereerst bestaat de oude vorm van aankoop van gronden in het bezit van particulieren of landmaatschappijen, waarop de kolonisten in meer of minder gesloten verband hun kolonies inrichten. Voorts heeft men den coöperatieven vorm, uitgaande van een Duitsche Vereeniging in Brazilië. In dezen vorm is in 1926 de kolonie Porto Novo in Santa Catharina gesticht, welke uitgaat van de Volksverein Deutscher Katholiken in Rio Grande do Sul, te Porto Alegre. De kolonisatie-onderneming beoogt geen winst, doch wordt wel op commercieele wijze beheerd. Het doel is de vestiging van Duitsche Katholieken uit Duitschland in Brazilië. De leider staat met raad bij, doch gemeenschapswerk wordt niet verlangd. Men is ook niet gebonden aan een bepaald bedrijf of beroep. Bij de behandeling en den afzet van de producten, voornamelijk tabak en fruit, wordt deskundig hulp verstrekt en de verkoop kan coöperatief geschieden. Ook is het credietwezen volgens het goede materiaal, waaruit de kolonisten bestonden, een groot succes geworden. Verder zijn kolonies opgebouwd als gemeenschapsnederzetting. Een voorbeeld hiervan is de kolonie Terra Nova (Neue Heimat). Deze kolonies gaan uit van de in 1931 opgerichte Gesellschaft für Siedlung im Auslande, waarbij zijn aangesloten de emigratievereenigingen van verschillende godsdienstige richtingen in Duitschland. Zij heeft zich tot doel gesteld het vormen van landbouwcoöperaties in overzeesche landen, in het bijzonder in Brazilië, door op verschillende plaatsen kolonies te vormen, welker bewoners onder deskundige leiders komen te staan, gemeenschappelijk hun producten verkoopen en de benoodigdheden inkoopen en welke men op deze wijze tracht te vrijwaren voor de risico's, waaraan kolonisten, die met de zeden en gebruiken van het nieuwe land niet op de hoogte zijn, blootstaan. Op gronden van de coöperatie mogen zich geen handelsmenschen vestigen en ook de kolonisten mogen zich daarmede niet bezighouden, waardoor uitbuiting door handelaren en het op crediet koopen en verkoopen wordt vermeden. Het is de bedoeling, dat deze coöperaties zich weer aansluiten bij de groote centrale Duitsch-Braziliaansche coöperatie te Curytiba. Op de kolonie Terra Nova was de opzet een protestant en katholiek dorpscentrum te stichten. Door de gewijzigde politieke constellatie in Duitschland is men niet geheel tot uitvoering van deze plannen gekomen, doch als vorm van kolonisatie zijn ze de vermelding ten zeerste waard. De emigratie van Duitschland naar Brazilië is zeer belangrijk geweest. De cijfers hiervan zijn : 1820—1920 131.441 1921—1925 50.550 1926 7.674 1927 4.876 1928 4.228 1929 1930 1931 4.351 4.180 2.621 In den loop der jaren zijn door geboorten (en het kindertal in de gezinnen was over het algemeen zeer groot, daar zij allen arbeidskrachten vormen) de Duitsch-Brazilianen zeer sterk toegenomen en worden thans op c.a. l1/2 millioen geschat. Het behoeft geen betoog, dat deze bevolking van gelijken stam voor de nieuwe Duitsche emigranten van groote beteekenis is en de moeilijkheden voor hun vestiging belangrijk verminderen. Zij kunnen voor leiders in nieuwe vestigingen een keuze doen uit een groot aantal bekwame en met de toestanden van het land volkomen bekende landgenooten. Waar er naast de Duitschers ook duizenden representanten zijn van bijna alle andere West-Europeesche naties, treft het wel zeer, dat Nederland, slechts vertegenwoordigd is met één kleine kolonie van een 20-tal gezinnen te Carambehy. Het moge waar zijn, dat onze Hollandsche boeren zeer hokvast en in zekeren zin conservatief zijn, en moeilijk te bewegen hun geluk in den vreemde te beproeven, waar zij veel van hun oude gewoonten moeten opgeven en de noodige versatiliteit moeten hebben om zich aan veranderde omstandigheden aan te passen, er zijn toch in dezen tijd in ons land vele anderen wier opleiding of ervaring hen tegenover de kolonisatie-gedachte niet vreemd doet staan. Wij denken hierbij in de eerste plaats aan onze Indische planters en cultuuremployees, welke geen werk meer hebben en aan de afgestudeerde jongelui van landbouwscholen, o.a. de Koloniale Landbouwschool te Deventer, welke geen emplooi kunnen vinden. Inderdaad is er dan het laatste jaar in deze kringen ook een groeiende belangstelling voor Zuid-Amerika merkbaar. Deze heeft echter nog niet geleid tot een aaneensluiting van interessenten, welke de mogelijkheid zou scheppen de uitvoering van eenig plan in combinatie te overwegen. Anderzijds is het voor enkelingen, welke het land en de Portugeesche taal niet kennen en uiteraard niet gaarne groote bedragen aan kostbare buitenlandsche reizen spendeeren, bezwaarlijk zich persoonlijk op de hoogte te gaan stellen yan de vooruitzichten, welke diverse streken in ZuidAmerika voor hen zouden kunnen bieden om weer een arbeidsveld te vinden voor hun werkkracht en kundigheden. Het lijkt ons daarom nuttig er de aandacht op te vestigen, dat de Norddeutsche Lloyd voor den prijs van slechts R.M. 1150,— reizigers heen en terug voert naar Brazilië en hen daar gedurende drie weken onder deskundige leiding drie der voornaamste kolonisatiegebieden in Zuid-Brazilië in oogenschouw doet nemen. Deze prijs houdt in de trein- en autoreizen, hotels, maaltijden, enz. Voor wie nederzetting in Zuid-Brazilië zou overwegen zou dit geld zeker goed besteed zijn. Nederlanders hebben dan tegelijkertijd de gelegenheid de Hollandsche kolonie Carambehy te bezichtigen, aangezien een der kolonies, waar de Norddeutsche Lloyd de deelnemers aan de studiereizen heen brengt, de nieuwe Duitsche kolonie Terra Nova, in de nabijheid van Carambehy gelegen is. Ook kan men met de maatschappij bijzondere afspraken maken voor gewijzigde of langere rondreizen in het land. De normale route brengt de deelnemers achtereenvolgens naar de havenplaats San Francisco do Sul en de Duitsch-Braziliaansche stad Joinville. Men bezichtigd dan in de eerste dagen de stad Blumenau, het kolonisatie-centrum Hammonia en de gebieden van de Hanseatische kolonisatie-onderneming. Vervolgens Curytiba en het district van Ponta Grossa en Castro, waarin de kolonies Carambehy en Terra Nova gelegen zijn. In de derde plaats een noordelijker aan de grens der staten Parana en Sao Paulo gelegen nieuw en pas aan het spoorwegnet aangesloten kolonisatiegebied, waar zoowel Engelschen als Duitschers aan het koliniseeren zijn. Tenslotte keert men terug over Sao Paulo en Santos. Immigratiebepalingen. Door de Voorloopige Regeermg zijn regelen vastgesteld t.a.v. de immigratie. Deze materie is tot in details geregeld in het Decreet no. 24.415 van 9 Mei 1934 (bekend gemaakt 18 Mei d.a.v.), en het Decreet no. 24.258 van 1 Mei 1934 (bekend gemaakt 11 Juni d.a.v.). In de motiveering van eerstgenoemd decreet wordt aangevoerd, dat Brazilië door de enorme uitgestrektheid dringend immigranten noodig heeft, die mede kunnen werken aan een verdere opvoering van de landbouw-productie, doch dat het onbeperkt toelaten van immigranten die niet altijd voor productief werk geschikt blijken te zijn, een oorzaak is van vermeerdering der werkloosheid, van economische wanorde en sociale onzekerheid. Om deze redenen wordt dan ook de toegang tot dit land voor immigranten binnen vaste perken gebracht, met nauwkeurige omlijning van de gevallen, waarin deze toegang geweigerd zal worden, en die v.n.1. betrekking hebben op physiek en moreel ongeschikte personen, terwijl de anderen aan een feeks van eischen moeten voldoen. Onder immigranten worden in dit verband alle personen e- grepen, die van plan zijn voor langer dan 30 dagen in het land te blijven, met het doel hun activiteit uit te oefenen in wettige en winstgevende bedrijven van welken aard ook, die hun en de van hen afhankelijke personen een bestaan zullen moeten verzekeren. Als niet onder immigranten vallende vreemdelingen worden de volgende genoemd : diplomatieke en consulaire ambtenaren, hun gezinnen en gedienstigen; toeristen en excursionisten, pelgrims, vreemdelingen op vacantiereizen, journalisten, sportsmen, schaakspelers, biljartspelers en beoefenaren van andere spelen; leden van godsdienstige lichamen, zendelingen en priesters ; vreemdelingen, die naar het land komen voor studiedoeleinden of voor het onderwijs in wetenschappen of kunsten ; vreemdelingen, die op een zakenreis komen of vertegenwoordigers van buitenlandsche handelsondernemingen, voor een periode van hoogstens zes maanden; vreemdelingen, die Brazilië op de doorreis bezoeken; vreemdelingen, die naar het land komen, met het doel er kapitaal te beleggen; terwijl zekere faciliteiten worden verstrekt aan: tooneelspelers, personen, die op concert komen spelen, of lezingen houden, aan circusartisten, boksers, worstelaars, goochelaars e.d. Ook niet-immigranten zijn aan een aantal voorschriften gebonden, waarnaar zij vooraf o.a. op het betrokken tiraziliaansche consulaat inlichtingen kunnen inwinnen. Ingevolge een grondwetswijziging, in 1934 aangenomen, is onder protest van Japan, bepaald, dat voortaan jaarlijks slechts 2% immigranten mogen worden toegelaten van het totale aantal, dat zich van de betreffende nationaliteit in de laatste 50 jaar blijvend in het land gevestigd heeft.1) Men zit met de moeilijkheid, dat men niet beschikt over behoorlijke statistieken betreffende de nationaliteit der aangekomen en weer gerepatrieerde vreemdelingen. Eerst de laatste 16 jaar kunnen deze statistieken als vrij volledig worden aangemerkt. Het verkrijgen van een goed overzicht over de laatste 50 jaar is dus zeer problematiek ; het vaststellen van de quota der toe te laten vreemdelingen ondervindt daardoor groote moeilijkheden. Tot dusverre zijn nog geen mededelingen ontvangen omtrent de grootte van het quotum Nederlanders. Men heeft bij het aannemen van de grondwetswijziging tevoren ') Deze maatregel is kennelijk bedoeld tegen het binnenkomen van een groot aantal Japanners. Volgens recente gegevens zijn momenteel (Sept. '35) 173.000 Japanners in Brazilië gevestigd (van de ± ll/s millioen buiten het moederland gevestigden). niet voldoende overwogen tot welke consequenties dit zou leiden, wat tot gevolg heeft, dat algemeene ontstemming over deze maatregelen bestaat. Er wordt dan ook verwacht, dat deze bepalingen nader zullen worden gewijzigd. De Braziliaansche Minister van Buitenlandsche Zaken heeft nog kort geleden verklaart, dat aan het binnenkomen van Nederlandsche kolonisten geen moeilijkheden in den weg zullen worden gelegd, aangezien men deze gaarne ziet komen. De toestand is op het oogenblik zoo, dat de instantie in Brazilië, welke de kolonisten zal ontvangen, bij de regeering van Brazilië toelating vraagt. Weliswaar gaat een en ander met groote vertraging gepaard, doch moeilijkheden zijn overigens nog niet ondervonden. In het bijzonder, indien plannen tot. vertrek van groote groepen naar Brazilië zouden worden overwogen, zal het echter aanbeveling verdienen langs diplomatieken weg de toelating van deze personen te vergemakkelijken en te bespoedigen. Algemeene wenken. Om zich eenigszins een beeld te kunnen vormen van het werken en leven op een Zuid-Amerikaansche kolonie, kan men het best uitgaan van den toestand, zooals deze thans nog is op de meeste staatskolonies en op meerdere kolonies in de pas ontsloten westelijker gelegen gebieden van Brazilië. Deze toestanden verschillen niet veel van het zware leven der voortrekkers uit het midden der 19de eeuw, welke zonder de geringste hulp of bijstand langs ongebaande wegen het oerwoud introkken, om op een gunstig geachte plaats dit te vellen en met eigen hand alles van den aanvang af op te bouwen. De staatskolonisatie in Zuid-Brazilië geschiedde op deze wijze, dat de bondsregeering, of ook de regeering van één der staten, groote terreincomplexen voor de kolonisatie vrijgaven en voorbereidden. Deze voorbereiding bestond echter uitsluitend hierin, dat een meer of minder berijdbare weg naar het kolonisatieterrein werd aangelegd, het land werd geparcelleerd, meest in stukken van 10 alqueires (dat is ruim 25 h.a.) en een hoogst eenvoudig landverhuizerslogies op het terrein werd opgeslagen, waar de nieuw aangekomen families den eersten tijd een onderkomen vonden. Zoodra dan de man op een klein stukje van zijn land de boomen gerooid had en een hut had gebouwd, moesten vrouw en kinderen naar deze primitieve woning verhuizen. Dit eerste huis van den kolonist, indien zulk een onderkomen althans den naam van huis verdient, bestond in het woudgebied meest uit 4 in den grond geslagen palen met wanden van gespleten jonge palmboomen, een dak van bamboes, bedekt met groote palmblaren, een vloer van gestampte aarde en vensters zonder ruiten met in het beste geval luiken uit planken getimmerd. Was het een kolonie op het meer boomlooze campland, dan werd de eerste woning veelal gemaakt uit vlechtwerk van twijgen of riet, bestreken met leem. In de staatskolonies leverde de regeering den kolonisten levensmiddelen voor een half jaar, gaf hun de meest noodzakelijke gereedschappen en stelde hun ook in beperkte mate in de gelegenheid een weinig geld voor andere aankoopen te verdienen door werk aan de wegen. De geringe koopprijs van' het land, meest 3 a 400 milreis, kon over een periode van meest 10 jaren worden afbetaald. Verder bekommerde men zich niet om de kolonisten, welke zich tot reeds langer gevestigde buren wendden om hun licht op te steken omtrent de beste wijze van het ontginnen en bebouwen van het land en van al de andere werkzaamheden, welke hun te wachten stonden. De eerste arbeid, na het bouwen van de voorloopige woning, was gemeenlijk de ontbossching van 2 of 3 h.a. land, teneinde die producten te verbouwen, welke het vlugst en op de meest gemakkelijke wijze in de meest noodzakelijke levensbehoeften van het gezin voorzien. In de eerste plaats mais. Deze ontbossching is heel wat zwaarder werk dan degeen zich in kan denken, die nooit een tropisch woud gezien heeft. Eerst moet al het kleine hout worden weggehakt tusschen de groote stammen, dan moeten deze stuk voor stuk worden gekapt. Om de stompen heen wordt kleiner hout gestapeld en daarna wordt alles in brand gestoken. Geheel verbranden doen de geweldige stompen natuurlijk niet, zoodat de eerste jaren niet met den ploeg gewerkt kan worden, doch de aarde met spade en hak moet worden bewerkt. Minstens 5 jaar is noodig, zelfs in dit land van tropische zon en tropischen regenval, eer de stompen zoover zijn weggerot, dat men met den ploeg kan werken. De zaaitijd voor de meeste producten valt in Zuid-Brazilië in de maanden September en October; de oogsttijd in Januari. Mais is zooals gezegd voor den kolonist in den aanvang het voornaamste product. Het wordt gebruikt als voer en groenvoer voor paarden, koeien en varkens, en evenzeer als voedsel voor de kolonisten zelve, als brood verwerkt en in anderen vorm. De mandioka (broodwortel), het voornaamste voedingsmiddel van den Braziliaan, kan eerst later geplant worden, na gedeeltelijke verwijdering der boomwortels. De mandioka wordt gekookt als voedsel gebruikt, terwijl er ook het mandiokameel uit gewennen wordt, dat tezamen met zwarte boonen op het land de hoofdschotel van den eenvoudigen Braziliaan is. In het eerste jaar plant de kolonist op de enkele ontg9nnen hectaren het meest pompoenen en kweekt hij met pompoenen en mais de varkens op. Daardoor heeft hij het noodzakelijkste voor zijn eenvoudige voeding: brood, boonen, spok en varkensvleesch. Wanneer de kolonist zoover gekomen is, of ook reeds eerder wanneer in het gezin meerdere arbeidskrachten voorradig zijn of de buren bijzonder hulpvaardig, bouwt hij een houten huisje ter vervanging van de eerste hut, welke dan voortaan dient als schuur. Keuken en bakoven worden meestal op korten afstand van de woning afzonderlijk gebouwd. Tegenwoordig is meestal het eerste bedrijf dat op een kolonie gevestigd wordt een houtzaagmolen, doch vroeger moest de kolonist alle planken, uit welke hij zijn huis opbouwde, zelf zagen. Daartoe werd dan een kuil gegraven, waarover twee boomstammen werden gelegd en daarop werden stuk voor stuk de boomen gerold, welke dan in maandenlangen zwaren arbeid één voor één met de handzaag tot planken werden gezaagd door twee man, waarvan de een beneden in de kuil stond. Dit huisje, met planken vloer en bedekt met dakspanen, diende het gezin meest vele jaren tot woning, tot later, wanneer alles goed ging en de kolonie tot ontwikkeling kwam, overgegaan kon worden tot den bouw van iets wat den naam van landhuis of bungalow zou mogen verdienen. Intusschen was dan in een reeks van jaren het verdere land langzamerhand ontboscht, want het is een regel in deze tropische landen, waar het onkruid even welig tiert als de landbouwproducten, dat men nooit meer land ontgint, dan men ook direct in cultuur kan brengen. Zoodra mogelijk zaait de kolonist verschillende graansoorten, zooals tarwe, rogge, gerst, haver en ook erwten. In het tweede jaar, wanneer de grond dieper is gespit, kan hij ook aardappelen verbouwen en zal hij ook de batata (zoete aardappel) niet verwaarloozen, welks loof als veevoeder dient. Voor eigen gebruik, zoowel als voor verkoop, wordt ook rijst verbouwd. Voorts aardnoten, welke dienen zoowel voor verkoop als voor de eigen winning van olie en suikerriet, hetwelk dient ter bereiding van stroop, welke zooveel mogelijk de suiker vervangt en voorts ook als veevoeder goede diensten bewijst. Naast de varkensteelt, welke in het eerste jaar reeds begonnen wordt, houdt iedere kolonist zoo spoedig mogelijk enkele stuks vee. Voor zoover de melk niet in de huishouding gebruikt wordt, dient zij voor de boterbereiding of wordt, zoodra er een zuivelfabriek dicht genoeg bij ligt, daarheen verkocht. Zoodra het land rijp is voor de ploeg, gebruikt men ossen, paarden of muildieren. Ook houdt iedere kolonist vaak het eerste jaar reeds een aantal kippen. Een zwaren strijd heeft hij ook veelal ter plaatse te voeren tegen schadelijk wild, zooals wilde zwijnen en tegen insectenplagen, muskieten, sprinkhanen en vooral mieren. In vele kolonistenfamilies waren vroeger sterfgevallen te betreuren tengevolge van malaria en andere infectieziekten. Voornamelijk ook daarom, omdat natuurlijk op de kolonies van dokter of apotheek, laat staan van ziekenhuis, geen sprake was. Op de nieuwere kolonies, waarover wij hierna het een en ander zullen mededeeelen, zijn echter, wij willen dit reeds direct hier zeggen, dergelijke gevallen zoo goed als uitgesloten, door het uitzoeken van malaria-vrije terreinen, het treffen van hygiënische maatregelen en de aanwezigheid van medische hulp. Zooals hiervoren geschetst, was het leven van de kolonisten in de vorige eeuw wel haast op alle kolonies in Zuid-Amerika. In den lateren tijd is hierin echter veel veranderd, in meer of mindere mate. In ieder geval op al die kolonies, welke bestemd waren voor de nederzetting van emigranten uit Noord-West Europa, aangezien dezulken met de toestanden, zooals deze vroeger bestonden, eenvoudigweg geen genoegen meer namen. Vooral in de laatste 10 jaren zijn verschillende nieuwe vormen van kolonisatie tot stand gekomen of geprobeerd, teneinde tegemoet te komen aan de moeilijkheden en bezwaren, welke den kolonist vooral in de eerste jaren wachten. Zoo heeft men gekregen de voorbereide kolonisatie, de gemeenschapskolonisatie en de groepsnederzetting in engeren zin. Voorbereide kolonisatie noemen wij dezulke, waarbij de kolonisten niet meer zelf hun land behoeven te ontbosschen en hun huis te bouwen, doch zij bij aankomst een in gereedheid gebracht landbouwbedrijf aantreffen (met deze soort van kolonisatie is van Nederlandsche zijde enkele jaren geleden een proef genomen in Argentinië met de kolonie Los Pinos). Onder gemeenschapskolonie wordt verstaan, dat de kolonisten den arbeid verbonden aan de ontbossching en ontginning, den wegenaanleg en huizenbouw, het plantklaar maken van den grond en alle bewerkingen tot aan den eersten oogst op alle de bedrijven, welke later aan ieder afzonderlijk zullen worden toegewezen, in georganiseerden gemeenschappelijken arbeid verrichten. Groepsnederzetting in algemeenen zin is slechts een ander woord voor wat wij in deze beschrijving onder kolonisatie verstaan, n.1. nederzetting in den landbouw of meer of minder aaneengesloten bedrijven op het terrein van een overheids- of particuliere onderneming. In engeren zin beteekent groepsnederzetting, dat de kolonisatie geschiedt niet door individueel emigreerende nederzetters, doch voor een of meer in het moederland gevormde groepen van nederzetters, uit welke, hetzij door reeds bestaande banden van territorialen, beroeps- of confessioneelen aard, hetzij door eerst speciaal voor het doel getroffen maatregelen als samenwerking (en selectie) in werkkampen, een meer of minder hechte eenheid is gevormd Het is niet zoo, dat een kolonie al dan niet slechts tot een der drie voornoemde categoriën kan behooren, doch veeleer zoo, dat deze op te vatten zijn als methodes van kolonisatie, welke ook gecombineerd kunnen worden toegepast. Wij zullen hierna nog in het kort enkele kolonies bespreken, waar deze methodes reeds toepassing hebben gevonden, doch willen er eerst op wijzen, dat ook de kolonisatie, bij welke bovenstaande methodes geen toepassing hebben gevonden, reeds een geheel ander karakter heeft aangenomen dan in de 19de eeuw het geval was. Ook de kolonies toch, bestemd voor individueele nederzetters, welke hun bedrijven op eigen gelegenheid en ieder naar eigen inzicht opbouwen, treffen tegenwoordig vele maatregelen ten bate der kolonisten, waaraan vroeger niet gedacht werd. Dit geldt niet alleen voor de kolonies uitgaande van (voornamelijk confessioneele) bonden en vereenigingen, waarvan men zulks gereedelijk verwachten kan, doch evenzeer van particuliere op zuiver commercieele basis gedreven kolonisatie-ondernemingen. Waren dergelijke ondernemingen toch vroeger er slechts op gericht binnen den kortst mogelijken tijd de goedkoop door hen in het groot gekochte gronden in kleine perceelen met winst van de hand te doen, langzamerhand is het zoo geworden, dat nog slechts die ondernemingen kolonisten trekken, welke zich een goeden naam verwerven, zoowel onder de bevolking der oudere kolonies, waarvan de jongere generatie een aanzienlijk gedeelte der nederzetters levert voor de nieuw ontsloten gebieden, als ook bij de thans in de welhaast ieder Europeesch land bestaande officieele of semi-officieele emigratie-bureaux, wier raad meestentijds vóór vertrek wordt ingewonnen. Zoo zijn ook hier te lande bij de „Stichting Landverhuizing Nederland" te 's-Gravenhage, Bezuidenhoutscheweg 97, de adressen der meer en der minder aanbevelenswaardige kolonies in Brazilië bekend. De voordeelen welke de nieuwe goed geleide ondernemingen bieden, kunnen als volgt worden samengevat: 32 1. Het eigendomsrecht van den grond, welke men door koop verwerft, staat vast. Het komt niet meer voor, zooals vroeger dikwijls geschiedde, dat kolonisten, na een jaar hard werken zonder eenige vergoeding voor de aangebrachte verbeteringen, hun grond konden verlaten, omdat het bleek, dat een gewetenlooze maatschappij grond had verkocht, welke haar niet in eigendom toebehoorde. (Dit was voornamelijk de reden, dat dikwijls de voorkeur gegeven werd aan de staatskolonies, waar zulks natuurlijk niet kon voorkomen). 2. Belangstellenden worden niet meer tot nederzetting verleid door bedriegelijke voorspiegelingen, hetzij in geschrifte of in mondeling onderhoud op het kantoor der kolonisatie-onderneming. De moeilijkheden en bezwaren, aan het kolonistenleven verbonden, worden niet verbloemd. Sommige particuliere ondernemingen, zooals b.v. de Companhia Territorial Sul Brasil te Porto Alegre, gaan zelfs reeds zoo ver, dat zij eigener beweging een zekere selectie toepassen en nederzetters, van wie het apert is dat zij de eigenschappen noodig tot succes geheel missen, niet aannemen als kolonisten. 3. Verschillende ondernemingen bewerkstelligen op haar terrein afzonderlijke nederzetting naar den godsdienst en verleenen hunne medewerking, ook financieele, tot den bouw van een kerkje, zoodra er een voldoende aantal kolonisten is, hetwelk gemeenschappelijk in het onderhoud van een geestelijk voorganger kan voorzien. 4. Waar de kolonies bijna altijd vrij ver van spoorwegen en steden lagen, waren de kolonisten voor aankoop van al wat zij niet zelf konden bebouwen, industrie-producten, gereedschappen, kleeren, enz. aangewezen op verkoopers, welke de kolonie bezochten en meest schandelijk hooge prijzen berekenden, terwijl zij daarenboven ook voor den verkoop van hunne producten bijna geheel op reizende opkoopers waren aangewezen, welke hun prijzen boden, die ver beneden den gangbaren marktprijs waren gelegen. De moderne ondernemingen zijn aan deze bezwaren op verschillende wijzen tegemoet gekomen. Sommige hebben goedkoope transportgelegenheid voor den afzet der producten geschapen. In de dorpscentra der kolonies bevorderen zij de oprichting van winkelbedrijven, terwijl zij ook, zoolang dit noodig "is, zelf tegen schappelijke prijzen allerhande artikelen voor de kolonisten beschikbaar stellen. Verder bevorderen zij de oprichting door de kolonisten van coöperatieve in- en verkoopsvereenigingen. Verschillende voorzieningen worden getroffen om den eersten tijd van ontginning en opbouw voor de kolonisten minder moeilijk te maken. Zoo wordt de kolonie voorzien van voor auto's bruikbare wegen, wordt er in ieder centrum een fatsoenlijk logement gesticht, waar nieuwaangekomen kolonisten tegen geringen prijs kost en inwoning kunnen krijgen tot hun eigen woning gereed is en kan de kolonist zijn land tegen geringen prijs, onder leiding van de maatschappij, door inheemsche werkkrachten doen ontbosschen. Dit kost meest ongeveer ƒ 25,— per h.a. Ook wordt tegen ziekte gewaakt: in de eerste plaats doordat de ongezonde malariagebieden worden vermeden; voorts door het instellen van medicamentendepöts in alle centra; door een overeenkomst voor de geregelde overkomst van een arts uit de dichtstbijzijnde plaats waar deze gevestigd is, terwijl zelfs enkele maatschappijen zijn overgegaan tot de oprichting van een klein ziekenhuis met eigen dokter. De oprichting van scholen in de dorpscentra der kolonies is veelal slechts vanwege de onderneming geschied, wanneer deze uitging van een confessioneele vereeniging, zooals de Katholische Volks ver ein te Porto Alegre. Bij particuliere ondernemingen is hiertoe meest het initiatief moeten uitgaan van de kolonisten zelf. Van veel belang is ook, dat verschillende ondernemingen den nieuwen nederzetters landbouwkundige voorlichting geven, welke in den eersten tijd niet alleen diegenen noodig hebben, die niet of slechts weinig in den landbouw onderlegd waren, doch evenzeer landbouwers uit Europa, die geheel vreemd staan tegenover de totaal andere eischen, welke de Braziliaansche landbouw stelt Een verplichting tot het opvolgen van aanwijzingen van de leiding is gebleken weinig aanbevelenswaardig te zijn (ook op de Nederlandsche kolonie te Los Pinos, Argentinië, heeft men met dit systeem geen bemoedigende ondervinding opgedaan), doch evenzeer is gebleken, dat voorlichting in eenigen zin noodzakelijk is. Zeer bemoedigende ondervindingen schijnen te worden opgedaan met het z.g. systeem van leerkolonisten, d.w.z., dat naast de nieuwe kolonisten in een bepaalde verhouding (b.v. van één tot zes, acht of tien) ervaren kolonisten, die reeds langer in ZuidAmerika aan de ontginning en landarbeid gewend zijn, worden geplaatst, welke tegen vergoeding van bepaalde hun door de maatschappij geboden voordeelen op zich nemen hun onervaren buren gedurende de eerste één, twee of drie jaren voort te helpen. Dit systeem heeft o.a. toepassing gevonden in de Duitsche kolonie Terra Nova nabij Castro in den staat Parana Als voorbeelden van goedgeleide kolonisatie-ondernemingen welke op individueele basis koloniseeren, doch in meer of minder ruime mate voorzieningen voor de nederzetters hebben getroffen, noemen wij de Hanseatische Kolonisationsgesellschaft, de Companhia Territorial Sul Brasil, de Volksverein deutscher Katholiken in Rio Grande do Sul en de Parana Plantations Co. Ltd. Conclusie. Na kennisneming van het bovenstaande kan met gerustheid worden gezegd, dat kolonisatie naar Brazilië met een redelijken kans op welslagen thans zeer goed mogelijk is. Natuurlijk is de mate van succes mede afhankelijk van het kapitaal dat in een op te richten onderneming kan worden gestoken. In ieder geval is een kapitaal noodig van minstens ƒ 2000,— a ƒ 3000 — ingeval men een eigen bedrijf wil trachten te stichten. In vergelijking met andere landen waarheen emigratie mogelijk is, is Brazilië het immigratieland van heden en toekomst. Door de geweldige uitgestrektheid en de vele mogelijkheden om zich een bestaan te verzekeren is deze beschrijving van immigratie-mogelijkheden in Brazilië verre van volledig. Alle inlichtingen betreffende reeds gevestigde kolonies, aansluiting met emigratie-vereenigingen in Duitschland, enz. worden verstrekt door de „Stichting Landverhuizing Nederland" te 's-Gravenhage, Bezuidenhoutscheweg 97. CANADA. In Canada bestaat de mogelijkheid tot vestiging in de Maritieme provincies, Nova-Scotia en New-Brunswick, alwaar gemengde vee- en landbouwbedrijven tegen redelijken prijs te koop zijn. Een groepsvestiging is hier niet goed mogelijk, doch wel vestiging van een groot aantal families op niet te grooten afstand van elkaar. Teneinde te worden toegelaten eischt de Canadeesche regeering dat de families bona fide land- of tuinbouwers zijn, met een kapitaal van minstens $ 1000,— bij aankomst in Canada. Voor enkele jaren heeft de toenmalige Rijkslandbouwconsulent te Washington hierover een rapport uitgebracht. Deze heer beoordeelde vestiging in Canada zeer gunstig. Hij was echter van meening, dat, om het bedrijf naar behooren te kunnen inrichten, het bezit van $ 1500,— a $ 2000,— aanbeveling verdiende. Verschillende Denen en Duitschers hebben in deze streken met succes bedrijven opgenomen. Voor groentekweekers, die over een kapitaal van $ 1000,— bij aankomst in Canada beschikken, bestaat gelegenheid zich te vestigen in een veenpolder in Ontario, waar thans reeds een dertigtal Nederlanders wonen en aldaar goed vooruit komen. Naast de mogelijkheid tot het stichten van deze tuinbouwbedrijven, bestaat de laatste jaren de gelegenheid om flinke (gemengde) bedrijven over te nemen. Door de depreciatie van den dollar kan een Hollandsche boer momenteel voor een 10 a 15000 gulden een flink bedrijf met 40 h.a. grond in Zuid-Ontario koopen. De heer A. G. Mörzer Bruyns, voorwaar geen onbekende op emigratiegebied — jarenlang was hij vice-president van de Nederlandsche Vereeniging Landverhuizing en voor dat hij in 1925 naar Canada vertrok, directeur van de Emigratie Centrale Holland —, heeft, na daar zelï gedurende acht jaar ruime ervaring te hebben opgedaan als veefokker en melkveehouder, het één en ander omtrent zijn bevindingen in het nieuwe land medegedeeld in „De Nieuwe Veldbode" (Nov. 1933). Wij willen een en ander betreffende de door hem medegedeelde vestigingsmogelijkheden vertellen. „In verband met mijn vroeger landbouw- en emigratiewerk in Holland, ontvang ik nog uiteraard geregeld tal van brieven van heden, die inlichtingen vragen omtrent Canada, brieven, die ik niet altijd kon of wilde beantwoorden. De eerste jaren van ons verblijf hier toch wenschte ik mij niet met emigratie in te laten, aangezien ik mij nog nieuweling voelde in dit groote land, terwijl in de latere jaren langzamerhand de landbouwtoestanden slechter werden en ik dus niemand wilde aanraden hier te komen. Thans echter zijn wij in de eerste plaats ingeburgerd en in de tweede plaats zijn de landbouwtoestanden op het oogenblik zóó slecht, dat, hoe vreemd het oppervlakkig ook moge schijnen, emigratie van jonge, ervaren landbouwers uit Nederland niet zoo gek lijkt, zooals ik zal trachten aan te toonen. De prijs der allerbeste 40 h.a. boerderijen in Zuid-Ontario was gedurende de jaren 1900—1929 gemiddeld $ 12.000,— of, berekend naar den normalen dollarkoers ƒ 30.000,—•, met eenige fluctuaties in en na den wilden oorlogstijd. De gebouwen op een dergelijken farm, die men heden niet zou kunnen zetten onder de $ 10.000,—, bestaan als regel uit een goed huis met 8 of 10 kamers, veelal met electrisch licht en centraal verwarmd, en een groote landbouwschuur en stallen. In de uitgestrekte prairie-provinciën van Canada is graanroof- bouw de hoofdzaak, doch in het kleine Zuid-Ontario (zie de atlas), dat, ook wat het klimaat betreft, in het geheel niet met West-Canada vergeleken kan worden, is een gemengd bedrijf regel. Graan, mais, aardappelen, bieten, knolrapen, klavers, appelboomgaarden of fijnere vruchten, met melk- of vleeschvee, paarden- en kleinvee-fokkerij of mesterij. Het eenige graan, dat verkocht wordt, is gewoonlijk de vrucht van 4 of 5 h.a. wintertarwe. Ontario heeft ongeveer 200.000 farms en is het dichtst bevolkte gedeelte van Canada. Er zijn overal kerken (van verschillende richting), goed en kosteloos lager en middelbaar onderwijs, ook landbouwscholen en hooger onderwijs (dit niet kosteloos), ruim water, goedkoope electriciteit, groote en kleine steden en dorpen en goede wegen. De eenige directe belasting, die de farmers betalen, bedraagt gemiddeld $ 100,— grondlasten per 40 H.A.farm. Ondanks deze gunstige omstandigheden is op het oogenblik de toestand der farmers beneden peil, en die der hypotheekboeren zelfs critiek. Er is hier geen „steun" of financieele hulp. Natuurlijk zijn de prijzen der landerijen sinds 1929 sterk gedaald ; er is weinig handel in farms. Boerderijen, die gedurende ongeveer 25 jaar een vrij constante waarde hadden van $ 12.000,—, gelden nu slechts $ 8000,— of minder. Ook de veeprijzen zijn overeenkomstig laag. Zelfs stamboekvee, dat vrij in de Ver. Staten mag worden ingevoerd, is meer dan de helft in prijs gedaald. Een complete landbouwersinventaris : paarden, vee, varkens, schapen, kippen, wagens en werktuigen, gereedschap en tuigen, hooi, voeder, enz., die vóór 1929 een waarde vertegenwoordigde van een $ 5000,—, geldt op het oogenblik ongeveer $ 2000,—. Men kan dus heden een prima plaats met volledigen inventaris en een normale waarde van $ 17000,— of ƒ 42.500,— (a 40 dollarcent per gulden, de normale koers) koopen voor gemiddeld $ 10.000,—, hetgeen bij den lagen dollarkoers, slechts circa een 15.000 gulden beteekent. Natuurlijk kan men ook grooter beginnen, wat echter m.i. niet aan te bevelen is. Doch men kan ook goedkooper terecht en bijv. een plaats koopen voor $ 4000,— of $ 5000,—, daarbij een 20-tal van de allerbeste stamboek-kalveren koopen voor een $ 40,— per stuk en langzamerhand de paarden en inventaris op boelhuizen aanschaffen. Men is dan geheel ingespannen voor een $ 6000,— tot $ 6500,— of ongeveer ƒ 10.000,—. De eerste jaren heeft men dan wel geen melk (die toch weinig is), maar men heeft een groeienden veestapel, die over eenige jaren toch weer op een rendeerend peil moet komen. Er is nooit een tijd geweest, dat men voor zoo weinig geld de allerbeste stamboekdieren kon aanschaffen. Men moet, zooals vanzelf spreekt, ook hier door schade en schande wijs worden; doch richt men het bedrijf op deze manier in dan is het risico tot op een minimum beperkt, want het komt mij voor, dat land en goed vee hier in Zuid-Ontario niet veel lager in prijs kunnen komen. Onder deze omstandigheden lijkt het mij daarom, dat er voor een ervaren landbouwer en veefokker, met een voldoende bedrag in guldens, geen betere gelegenheid bestaat of ooit bestaan heeft voor het koopen van een prima plaats in Zuid-Ontario met eerste klasse jongvee en verderen inventaris. Mits hij zijn plaats oordeelkundig heeft uitgezocht, kan hem niets gebeuren, wat er ook in de wereld voorvalt; goed land is altijd nog de veiligste belegging geweest. Zelfs als deze crisis nog eenige jaren duurt, kan hij leven van zijn farm, als hij en de zijnen bereid zijn zooveel mogelijk alles zelf te doen. De wintertijd is voor farmzoekers natuurlijk niet de geschikte tijd, omdat dan meestal het land hier met sneeuw is bedekt. Hoewel ik over dit onderwerp nog veel zou kunnen schrijven, wil ik het hierbij laten. Maar alleen nog opmerken, dat volgens onze ondervinding het voor Hollanders, die zich hier willen vestigen en vooral voor hunne vrouwen heel veel waard is om met twee of meer families in eikaars buurt te wonen." De toelating wordt verleend indien bovengenoemde $ 1000, bij aankomst in Canada aanwezig zijn en immigranten zich onmiddellijk na aankomst op een eigen bedrijf in de daartoe aangewezen provincies gaan vestigen. De regeering ziet toe dat na aankomst deze vestiging inderdaad plaats vindt. Het aantal kolonisten dat jaarlijks wordt toegelaten is eenigszins beperkt, doch is voornamelijk afhankelijk van de mogelijkheid om geschikte bedrijven aan te koopen en de financieele draagkracht van de kolonisten. Uit een en ander blijkt wel, dat geen overwegende bezwaren bestaan om kolonisten van een eenigszins beteekenend aantal naar andere landen te doen vertrekken. Indien men echter bepaalde projecten op het oog heeft, zal het goed zijn, alvorens vertrek plaats vindt, dat van Nederlandsche zijde besprekingen met de betreffende regeeringen worden gehouden, opdat in de toekomst, wanneer de menschen zullen vertrekken, geen moeilijkheden ten aanzien van de toelating zullen worden ondervonden Overigens verdient het aanbeveling om de uitvoering van dergelij e plannen met zoo weinig mogelijk trompetgeschal te doen plaats vinden, omdat dit vaak aanleiding kan geven, dat buitenlandsche regeeringen minder toeschietelijk worden in het verleenen van toestemming tot binnenkomen van deze emigranten. Dit geldt niet alleen voor emigratie naar Canada, ook voor de andere voor immigratie in aanmerking komende landen. Het niet plaats vinden van vestiging van gesteunde tuinders in een veenpolder in Canada vindt in hoofdzaak zijn oorzaak in te groote publiciteit, welke tevoren was gegeven. Deze publiciteit kan dan aanleiding geven tot een politieke beweging in die landen, welke gericht is tegen dergelijke gesteunde emigratie. CHILI. Toelatingsbepalingen. Behalve een paspoort heeft men om in Chili toegelaten te kunnen worden noodig een visum van het consulaat-generaal van Chili te Amsterdam, Binnenkant 7. Voor wie in Chili langer en tijd verblijven wil en dus niet onder de toeristen gerangschikt wordt kost een visum ongeveer f 35,—. Aan het consulaat is een vragenlijst verkrijgbaar welke men moet invullen in duplo. Overlegd moet worden een bewijs van goed gedrag over de laatste vijf jaren, een gezondheidsattest en vaccinatie-bewijs, welke documenten in het Spaansch door het consulaat worden vertaald. Bovendien wordt het visum echter slechts verstrekt, indien rnen bewijzen kan overleggen, dat men in Chili in zijn onderhoud zal kunnen voorzien, hetzij doordat men over fortuin beschikt, dan wel dat men een arbeidscontract met een werkgever in Chili kan overleggen. Hierbij moet in het oog gehouden worden, dat zulk een arbeidsovereenkomst öf wel notarieel moet worden opgemaakt, öf wel zijn geviseerd door het Chileensche Departement van Arbeid, terwijl bovendien, indien het technische arbeidskrachten betreft, men den consul moet overleggen een toestemming tot het aannemen der betrekking, afgegeven door het Chileensche Ministerie van Buitenlandsche Zaken, öf wel een verklaring van de betreffende autoriteiten, dat de overeenkomst van den werknemer noodzakelijk is, aangezien een goede kracht in Chili zelf niet kan worden gevonden. Voor wie zich blijvend in Chili willen vestigen, gelden intusschen nog bijzondere bepalingen, zoodat het steeds aanbeveling verdient zich tevoren schriftelijk of mondeling met den consul in verbinding te stellen. Land en klimaat. De Chileensche republiek beslaat een lange smalle strook lands aan de Westkust van Zuid-Amerika. Het land, dat een oppervlakte heeft van 750.000 k.m.2 (ongeveer 25 maal zoo groot als Nederland), heeft een gemiddelde breedte van slechts 175 k.m. en strekt zich uit van den 18den tot den 56sten breedtegraad, hetgeen een afstand is grooter dan van de Noordkaap tot de Zuidpunt van Spanje. Het land vertoont dan ook zeer verschillende klimaten, van sub-tropisch in het Noorden tot een pool-klimaat in het Zuiden. Een groot verschil in temperatuur en klimatologische gesteldheid heeft men ook van het Westen naar het Oosten gaande, aangezien over deze betrekkelijk korten afstand men stijgt van het niveau van de zee tot de geweldige hoogte van het Andes-gebergte, dat een hoogte bereikt van 7 a 8000 meter. Het klimaat van Santiago, Valparaiso en Midden-Chili is in het algemeen buitengewoon goed. In den winter (van Mei tot Augustus) vallen er dikwijls zware regens. Gedurende de overige maanden van het jaar is het echter bijna constant mooi weer. Daar er verschil is tusschen dag- en nachttemperatuur, vooral in de hooger gelegen plaatsen, kan men zelfs in den zomer niet uitsluitend lichte zomerkleeding dragen. In den winter heeft men in Chili zeer zeker ook winterkleeding noodig. De koudste maand van den winter is in temperatuur ongeveer te vergelijken met November in Nederland. Bevolking. In Chili is de landstaal Spaansch. De bevolking stamt af van de Spanjaarden, gemengd met de oorspronkelijke Indiaansche bevolking, met bijmenging echter van ander Europeesch bloed. Volgens de volkstelling van 1930 had het groote Chili slechts 4.287.445 inwoners. Immigratie. In de 19de eeuw, na den bevrijdingsoorlog, arriveerden sporadisch Europeesche handelaren, industrieelen, landbouwers, technici, leeraren en geestelijken van velerlei nationaliteit, onder hen Engelschen en Ieren, die veel hebben bijgedragen tot de latere welvaart en de voorvaderen zijn van de aanzienlijkste families van Valparaiso en Santiago. De oorlog van 1879 en de daarop gevolgde exploitatie van de salpetervelden in het noorden des lands, brachten vele Serviërs en onderdanen van de voormalige Oostenrijksch-Hongaarsche Dubbelmonarchie (Dalmatiërs, Kroaten) in het land en later Syriërs en Joden. De belangrijkste en meest geslaagde immigratie en kolonisatie in het groot was echter die van de Duitschers in Osorno en Valdivia. In 1845 waren in eerstgenoemde plaats eenige Hessische families aangekomen, gecontracteerd door zekeren Philippi. Nadat deze kolonisatie goede resultaten had opgeleverd, zond de Chileensche Regeering Philippi naar Duitschland ten einde een grooter aantal immigranten aan te werven. In 1850 arriveerde het eerste schip in Valdivia. Tot het jaar 1870 ging deze stelselmatige kolonisatie van Osorno, Valdivia en later Puerto Montt en de omstreken van het meer Llanquihue voort. De Duitschers moesten de dichte bosschen die in die waterrijke streek groeien, opruimen om cultuurgrond voor hun landbouwondernemingen te verkrijgen. Zij bewaarden tot op heden hun taal, gewoonten en godsdienst. De eene helft dezer nederzetting is Luthersch en Evangelisch, de andere Roomsch Katholiek. In 1883 ving men aan met de kolonisatie van de „Frontera", het gebied waar de woeste Araucanen het zoo lang uitgehouden hebben tegen de Spanjaarden. Duitschers, Zwitsers, Britten, Transvaalsche boeren e.a. vestigden zich daar. Deze stelselmatige immigratie is in de 20ste eeuw stopgezet. De laatste kolonisten van deze periode zullen zijn geweest de Transvaalsche en Nederlandsche immigranten, die zich omstreeks 1901 bij Gorbea vestigden, waar zij noesten pioniersarbeid verrichten. Het meerendeel was echter niet afkomstig uit den landbouwstand, zoodat zij die eenigszins succes hadden, naar de stad trokken, of naar Nederland terug keerden, na in 25 jaar een klein fortuin bijeengebracht te hebben. De meesten zijn ietwat verduitscht door het verblijf in die DuitschChileensche streek. In Santiago bevinden zich eenige dezer Nederlandsche kolonisten, die in staat zijn rustig te leven, doch geen elementen van belang in het tegenwoordige Chili zijn. De overige Nederlanders zijn handelaren, artsen, ingenieurs, gepensionneerde ambtenaren, landbouwers en deskundigen op verschillend gebied, die weinig onderlinge aanraking hebben in dit zoo uitgestrekte land. Economische toestand. Voor den oorlog was de voornaamste factor van Chili's economie de salpeteruitvoer, alsmede verdere mijnbouw-producten, voornamelijk het koper. In de tweede plaats kwam de landbouw, welke echter steeds te lijden heeft gehad met de funeste gevolgen van het groot-grondbezit. Volgens de laatste statistiek blijkt, dat van de 210.736 landbouwondernemingen er 14.246, of slechts 6,8 °/o van het totaal, tezamen 81 °/o van de waarde vertegenwoordigen. Bijna het geheele bebouwbare land, n.1. meer dan 27 millioen hectaren, is in particuliere handen, waarvan echter slechts een gedeelte werkelijk in cultuur is. Zelfs in de provincie Santiago waar men het kleinbezit zou verwachten, vindt men integendeel uitgestrekte „fundo's". In Zuid-Chili, in de omstreken van Osorno en Valdivia onder de nazaten der Duitsche kolonisten, komt meer klein-bezit voor. Mijnbouw is in Chili voornamelijk in handen van groote concerns, o.a. Anaconda- en Bradenkopermaatschappij en Bethlehem Steel Cy. In de salpeterexploitatie deelt het gouvernement. Uit het Economisch Verslag van den tijdelijk zaakgelastigde te Santiago de Chile, G. W. Boissevain, ontleenen wij het volgende : Des te merkwaardiger is de onmiskenbare opleving op allerlei gebied die het jaar 1934 te zien geeft. De werkloosheid verdween bijna geheel, de koopkracht echter is tengevolge van de inflatie met 22 % verminderd sedert 1929, terwijl de kosten van levensonderhoud met 30 °/o gestegen zijn. De vermindering van de werkloosheid is voor een groot deel te danken aan de wet, waarbij vrijdom van belastingen, rijks — zoowel als gemeentelijke — werd verleend ten aanzien van die bouwwerken, welke voor 31 December 1935 zullen beëindigd zijn. Het gevaar is echter nu, dat deze koortsachtige bedrijvigheid zal plaats maken voor een verlammende stagnatie in het bouwbedrijf na het einde van het loopende jaar met al de kwade gevolgen, die daarvan het noodzakelijk gevolg zouden zijn. De uitvoer-cijfers van Chili vertoonen een gunstige tendenz, in 1930, 1931, 1932, 1933 en 1934 resp. 1328, 823, 290, 344 en 498 (voorloopige cijfers) millioen pesos van 6 goudpence. Loonen en kosten van levensonderhoud. Door de valutatoestanden is het zeer moeilijk een vergelijking te maken tusschen Chileensche loonen en salarissen en Hollandsche, alsmede tusschen de kosten van levensonderhoud in beide landen. De levensstandaard van werknemers is in Chili lager dan in Holland, dat wil dus zeggen, dat de Chileenen een loon verdienen, waarvan zij zich minder kunnen permitteeren. Een aanzienlijk verschil bestaat er tusschen de loonen van ongeschoolde, meest Chineesche, arbeiders en de geschoolde, waartoe de buitenlanders steeds behooren. Zoo krijgen ook de buitenlandsche krachten, welke op contract overkomen, een hoogere salariëering, dan degenen welke op eigen gelegenheid gaan, om in Chili hun diensten aan te bieden. Een ongehuwd persoon zou voor zijn levensonderhoud in Santiago noodig hebben 5 a 600 pesos per maand; een familie van 4 personen 800 a 1200 pesos. Een salaris van 200 pesos per maand is in Chili hoog te noemen, men doet daar minstens evenveel mee als met een salaris van R.M. 500.— in Duitschland, hetgeen overeenkomt met ongeveer ƒ 300, in Nederlan . n ieder geval moet een werknemer, en niet alleen een arbeider, maar ook een ingenieur , zijn eischen lager stellen dan men in Nederland gewoon is, of althans tot voor kort gewoon was. EGYPTE. Den laatsten tijd worden dikwijls inlichtingen gevraagd omtrent werkgelegenheid in Egypte van menschen, die gehoord hadden, dat daar voor Nederlandsche arbeiders werk zou zijn, o.a. bij aanleg van spoorlijnen, wegen en kanalen. De bron, waaruit deze berichten komen is nog niet ontdekt. Waarschijnlijk is een en ander afkomstig uit verkeerd begrepen courantenberichten, waarbij nog komt, dat men alles, wat met het Nijlgebied in verband staat, dus wat den Soedan en Abessynië betreft, op Egypte betrekt. De geruchten zullen mede met de volgende zaken in verband staan: a. de constructie van den Jebel Aulia-dam, welke, naast de reeds bestaande groote stuwdammen van Assuan en Sennar, tot bevloeiïng van het Nijldal moet dienen. Dit is een werk dat voor meer dan £ 2.000.000,— is aangenomen en waarvoor ook een stuk spoorweg zal worden aangelegd, dat £ 130.000,— zal kosten. Dit werk is echter reeds in Mei 1933 gegund aan de Engelsche firma Gibson & Pauling, welke zooals steeds bij groote projecten in dergelijke landen, werkt met lager goedkoop inlandsch personeel en hooger personeel uit eigen land; b de werken aan het in Abessynië gelegen Tsana-meer, waaruit de Blauwe Nijl ontspringt. Dit werk bevindt zich echter nog slechts in het stadium van voorbereiding en zal trouwens indien het doorgaat, worden uitgevoerd door een Amerikaansche firma, welke natuurlijk ook weer Amerikaansche technici zal meebrengen; c. den aanleg van wegen door het Italiaansche Gouvernement van de kust van haar Afrikaansche bezittingen naar Abessynisch gebied. Voor den nieuwen weg vanaf Massawa zouden 3800 Egyptische arbeiders door het Egyptische Gouvernement worden gestuurd ter verlichting van de werkloosheid. Dit plan is echter niet doorgegaan, daar er een onvriendelijke daad in gezien werd tegenover Abessynië, aangezien de wegen vooral strategische bedoelingen hebben; d. de Egyptische plannen voor uitbreiding van het autowegennet in aansluiting op het net van spoorwegen, dat nauwelijks verdere uitbreiding behoeft. Dit wordt echter niet in de hand gewerkt door de nieuwe zeer gehate belasting op motorvoertuigen, welke geheven wordt per k.g en een vrij sterke !) Dit is intusschen reeds gebleken! inkrimping van het aantal auto's op den weg tengevolge heeft gehad. Werkloosheid. Dat ook in Egypte werkloosheid heerscht, blijkt, hoewel er daar geen werkloosheidsstatistiek bestaat, wel uit verschillende zaken. Naast het plan tot het sturen van arbeiders naar Abessynië, kunnen wij ter zake wijzen op een kort geleden uitgevaardigd besluit volgens hetwelk werknemers vrij vervoer kunnen krijgen van een plaats met minder goede naar een plaats met betere werkgelegenheid binnen Egypte . Dan zijn er de maatregelen van het aantal leerlingen, dat de Hoogere Scholen bezoekt, aangezien thans in grooten getale afgestudeerden geen betrekking, hoe gering ook gehonoreerd, meer kunnen vinden. Deze maatregelen en toestanden hebben de laatste maanden tot ernstige ongeregeldheden op de Hooge Scholen en stakingen der studenten geleid. Teneinde werkgelegenheid te scheppen voor gediplomeerden van de „School of arts and crafts" heeft de regeering besloten tot het oprichten van een drietal fabrieken, n.1. een leerfabriek, een fabriek van uurwerken en een fabriek van landbouwmachines. Ook in de vrije beroepen is de werkgelegenheid verminderd, zoodat er maatregelen worden genomen om de binnenlandsche krachten te beschermen. Zoo is voor medici en apothekers verplicht gesteld het behalen van een vergunning tot uitoefening van het beroep vanwege het Departement of Public Health, welke vergunning zeer moeilijk te verkrijgen is. Egypte begint zich hoe langer hoe meer tegen het binnenkomen van buitenlandsche handarbeiders te verzetten. In 1933 zijn er weliswaar nog 5000 buitenlandsche arbeiders met een speciale vergunning binnengekomen, meerendeels Italianen, steenhouwers, metselaars en beeldhouwers. De pers is echter zoodanig tegen deze immigratie te keer gegaan, dat zij in 1934 drastisch werd ingekrompen. In het algemeen is er in de laatste 10 jaren een sterk xenophobische beweging in Egypte waar te nemen welke er in de eerste plaats op gericht is de capitulaties, die ten voordeele van de onderdanen van een groot aantal mogendheden, waaronder ook Nederland, bestaan, te doen afschaffen. Hierbij moet men nog bedenken, dat Engeland in Egypte een uitzonderlijke positie heeft en, voor zoover Egyptenaren niet voorgaan, Engelschen den voorrang hebben tengevolge van den grooten invloed, welke zoowel de Engelsche regeering als het Engelsche kapitaal op ieder gebied heeft. Ook in het nieuwe afzonderlijke Ministerie van Handel en Industrie, hetwelk juist is opgericht, wordt een Britsche Commercial Adviser benoemd, al is de Egyptische opinie hierover allerminst te spreken. De meeste groote orders op technisch gebied gaan ook alle nog naar Engeland. Zoo zijn in dit voorjaar weer orders voor locomotieven en ander spoormateriaal voor de Egyption Railways gegeven aan de British Locomotives Co., Ltd. te Glasgow. Echter begint men zich langzamerhand in Egypte ook hiertegen te verzetten en worden ook orders in andere landen geplaatst. Zoo zijn de laatste orders voor Diesel-spoorwegmateriaal geplaatst bij de firma Ganz & Co. te Budapest. Er is echter thans weer een groote Egptische handelsdelegatie in Engeland voor uitbreiding der wederzijdsche relaties. Klimaat. Wanneer men zou denken over tewerkstelling in Egypte, moet een Nederlander aan de questie van het klimaat aandacht besteden. Egypte valt namelijk in de warme zóne. Nochtans kan men 3 gebieden onderscheiden: het kustgebied, het Nijldal en de vlakten. In het kustgebied is het klimaat meer gematigd, dank zij den zeewind die voortdurend heerscht. In het Nijldal is het klimaat warm, lichtelijk getemperd door den waterdamp van de rivier. De overige gebieden hebben een vastelandsklimaat, 's winters kouder, doch 's zomers veel heeter dan het Nijldal. Hollanders kunnen op den duur niet tegen het klimaat bij arbeid in de steden en op het land. Hoe meer men zich in zuidelijke richting beweegt, hoe meer het tropische klimaat op het gestel van den Europeaan neerdrukkend inwerkt. In Egypte vertoonen zich bij de nakomelingen in het derde geslacht van in het land bij voortduring gevestigde vreemdelingen gekarakteriseerde teekenen van degeneratie. Veel in het binnenland voorkomende ziekten zijn: pest, typhus (in de dorpen), bilhardzia, pokken, dysenterie. Daarbij talrijke gevallen van hydrophobie en tetanus, de gevolgen van beten van honden, jakhalzen en kameelen. Een ziekte, die aan het land eigen is en den Europeaan veel last bezorgt, is de z.g. Nijlbuil, een gezwel dat verband houdt met het drinken van Nijlwater gedurende de maanden, waarin deze stroom wast. De Europeanen, die aan de gevolgen van het Egyptische klimaat wenschen te ontsnappen, trachten tenminste iedere twee jaar eenige maanden in het koele klimaat van Midden-Europa door te brengen. Bevolking. Egypte heeft een bevolking van ruim 12 millioen zielen, waarvan 111/2 millioen fellah's, die bijna zonder uitzonde- ring zeer arm zijn. Op het land gaan hun verdiensten aan pacht weg en in de steden werken zij voor loonen, welke de concurrentie voor Europeanen met hun hoogeren levensstandaard onmogelijk maakt. Voorts treft men in Egypte aan 60.000 Grieken, 40.000 Italianen, 24.000 Engelschen, 21.000 Franschen, 3.000 Oostenrijkers, 200 Duitschers, ± 50 Nederlanders en 30.000 van andere nationaliteiten. Arbeidsrecht, sociale wetten en verzekeringen. Met de invoering van sociale wetten, verzekeringen e.d. heeft men eerst voor enkele jaren een begin gemaakt in Egypte. In 1933 werden de eerste twee wetten aangenomen betreffende vrouwen- en kinderarbeid. Arbeidsbeurzen of eenige andere vorm van openbare arbeidsbemiddeling bestaat er nog niet. Immigratiebepalingen. Hoewel een vreemdeling, die onderdaan is van een capitulaire mogendheid, zooals Nederland, theoretisch eigenlijk zonder meer in Egypte zou moeten worden toegelaten, moeten nochtans dezulken nu ook een visum hebben, dat men in Nederland kan aanvragen bij het Consulaat-Generaal, dat gevestigd is te 's-Gravenhage, Surinamestraat 20, welk visum 10 goud franken, of te wel ƒ 5.— kost en wordt afgegeven voor den tijd van 1 jaar. Zonder groote moeilijkheden krijgen toeristen dit visum, wanneer een reisbureau er voor instaat, dat de betreffende personen werkelijk bona-fide toeristen zijn. Hiermede gelijkgesteld worden degenen, die in Egypte willen gaan wonen, hetzij tijdelijk of voor goed en kunnen bewijzen daartoe over ruime middelen te beschikken. Voorts voor zaken reizenden, indien zij zich ten genoegen van het consulaat als zoodanig kunnen legitimeeren door bewijzen van hun firma of zoo noodig van de Kamer van Koophandel. In bijzondere gevallen worden ook personen toegelaten, die in Egypte bloedverwanten hebben, die in staat zijn zoo noodig in het onderhoud van den immigrant te voorzien. Zeer moeilijk maakt men het echter werknemers. Dezen wordt alleen een visum verschaft met speciale toestemming van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken te Cairo, afdeeling paspoorten en wel alleen, wanneer het personen betreft, wier aanwezigheid noodzakelijk geacht wordt voor het verrichten van arbeid, welke niet door locale werkkrachten kan worden gedaan (deskundigen, specialisten, technici, adviseurs, e.d.). Deze personen worden in het bezit gesteld van een visum voor 1 jaar, dat zoo noodig verlengd wordt onder voorwaarde dat de betrokken vreemdeling het door hem te gebruiken inlandsch werkvolk in zijn vak zal voorlichten en instrueeren. Deze aanvragen voor een visum, practisch zijnde een verblijfsvergunning, worden door het Ministerie van Binnenlandsche Zaken dan nog onderworpen aan het oordeel van het Departement van Arbeid. Indien een op bijzonder gebied zeer goed theoretisch en practisch onderlegde technicus zou willen pogen een dergelijke vergunning te verkrijgen, dan zal hij beter doen de aanvrage te richten tot de Stichting Landverhuizing Nederland te 's-Gravenhage, die dan eerst kan doen onderzoeken of de persoon in quaestie kans heeft de vergunning te verkrijgen. Conclusie. Zoowel het afmattende klimaat als de inheemsche sociale en politieke toestanden van Egypte, waar de eeuwige botsing van het Christendom en de Islam in nauw contact de samenleving beheerschen, maken, dat er voor het oogenblik geen plaats is voor Nederlandsche immigranten, zoowel hand- als landarbeiders. Egypte beschikt over te weinig bouwland voor haar, tengevolge van de verbetering van de sanitaire toestanden en den vooruitgang der wetenschap, sterk aangroeiende bevolking. Nu de Egyptische Regeering om de werkloosheid in den landbouw te bestrijden bezig is het land te industrialiseer en, is zij er op uit om het Nijldal zooveel mogelijk voor vreemdelingen te sluiten. Wij hebben in Egyte te doen met een volk van 12 millioen zielen, waarvan 11V2 millioen fellah's van bijna niets leven en waar de loonstandaard te laag is voor Europeesche werkkrachten. Voor een enkele hierop te maken uitzondering voor een zeer bekwaam specialist wordt verwezen naar het tevoren uiteengezette. NEDERLANDSCH-INDIE. Ook in dit artikeltje, over emigratie naar Nederlandsch-Indië, willen wij hetzelfde thema nog weer eens herhalen, wat wij reeds eerder hebben laten hooren. Nederland, dat in verloop van 50 jaren zijn bevolking zag verdubbelen — in 1930 bevonden zich ruim 8 millioen inwoners in ons land —, Nederland, dat ieder jaar zijn bevolking ziet vermeerderen met ruim 100.000 zielen, Nederland, dat, hoewel behoorend tot de dichtstbevolkte landen der aarde, er tot nu toe vrij goed in geslaagd is zijn inwoners van werk, d.i. brood, te voorzien, Nederland zal in deze eeuw van groote verschuivingen op economisch gebied, op zijn tellen moeten passen. Nederland, dat in de zeer gelukkige omstandigheden verkeert, dat het beschikt over ontzaglijke koloniën, weet daarvan voor zijn eigen bevolking maar een matig gebruik te maken. Zonder dat de oorspronkelijke bevolking daaronder heeft te lijden, moeten er in de Oost ongekende mogelijkheden aanwezig geacht worden voor blanke kolonisatie. Dat daarvoor in vroegere decennia hoegenoemd niets is in het werk gesteld, vindt zijn grond in bepaalde omstandigheden en opvattingen bij de hooge Overheid. Zoowel het prestige van den blanke in het algemeen en diens positie in de cultures in het bijzonder, als overwegingen van politieken aard, hebben hierbij een rol gespeeld. Er is echter de laatste jaren een en ander veranderd. We willen om dat te omschrijven een ander het woord geven, die als volkomen ter zake kundig geacht moet worden J): ,,Wel moet men Indië door een anderen bril bekijken dan voorheen. Wij moeten Indië niet meer zien als het land waar het intellect, de wetenschap, heen moet om daar werkzaam te zijn en goed betaalde betrekkingen te vinden; niet meer als het land, waar wij ons kapitaal kunnen plaatsen en in de groote cultures mooie rente van ons geld krijgen; niet meer als het land waar wij de producten van Nederlandsche nijverheid en industrie op de markt kunnen brengen en die markt voor een groot deel beheerschen. Wii moeten Indië zien zooals het thans is en het Indië van heden is heel anders dan het Indië van vroeger. In den loop der jaren hebben wij heel wat wetenschap naar Indië gebracht en er instellingen gesticht, om die wetenschap, die kennis, ook daar wortel te doen schieten. Voor vele wetenschappelijke betrekkingen kan Indië de daar gevormde menschen nemen en dat doet het ook. De groote cultures vroegen voorheen tal van menschen als leiders en employé's. De laatsten worden thans ook in Indië opgeleid en vormen goedkoope werkkrachten die voor den arbeid, waarvoor men ze noodig heeft, voldoende toegerust zijn. De crisis en de lastige afzet hebben de bestaansmogeliikheden voor de cultures heel veel moeilijker gemaakt, maar ook al zal dat zich geheel of ten deele herstellen, men denke niet. dat de groote cultures weer dat aantal Nederlandsche employé's zullen nemen i) Dr. B. Vrijburg in de N. R. Crt., 9 en 10 Octber 1934. 33 van vroeger. De huidige tijden hebben doen zien, dat het met inheemsche krachten ook gaat en veel goedkooper. Ook hierin is dus voor ons Nederlanders veel minder vooruitzicht dan vroeger." Er zijn echter bovendien nog andere omstandigheden, welke ons Nederlanders nopen een andere koers te peilen. Wij hebben een en ander geschetst in de paragraaf over Nieuw-Guinea. Dat is de dreiging, welke men tientallen jaren geleden reeds heeft aangeduid als het „gele gevaar", doch waartegen men — is het niet verkeerd opgevatte zelfzucht geweest? —, zich niet voldoende heeft voorbereid door middel van een veel intenser penetratie, economisch en politiek. Het „gele gevaar" bestaat voorshands niet uit het plegen van militair geweld. Daar voor is het overwicht der V.S. vooralsnog een waarborg. Veeleer ligt de dreiging op economisch gebied. Dr. Vrijburg zeide hiervan: „In de naburige landen, ik heb daarbij in de eerste plaats Japan op het oog, heeft zich de industrie de laatste jaren verbazend snel ontwikkeld en ze heeft door goedkoope werkkracht en lage transportkosten in ons Indië allerlei producten en waren op de markt gebracht tegen een prijs zoo laag. dat elke concurrentie van onze zijde daartegen onmogelijk is. Wij hebben dan ook reeds een groot gedeelte van de markt verloren en zijn nog steeds in dalende lijn. Ook hier heeft de crisis den toestand verergerd, maar ook na den crisistijd, die toch eens voorbij zal gaan, blijven de oorzaken doorwerken. Wanneer Indië niet meer onze menschen noodig heeft en niet meer onze producten afneemt, zou er van het voordeel van de koloniën weinig overblijven. Nederland zou met zijn menschen en zijn producten blijven zitten en een zeer moeilijke toekomst tegemoet gaan. Dan pas zou men ten volle beseffen van hoeveel waarde Indië altijd voor Nederland geweest is en nog voor Nederland kan zijn, als wij maar op tijd de bakens weten te verzetten. En daarvoor is het nu tijd, hoog tijd. Indië kan nog heel wat meer menschen-materiaal opnemen en de behoefte aan verbruiksartikelen is door de steeds aangroeiende millioenenbevolking nog altijd groot. Nederland kan van beide een belangrijk deel blijven leveren, maar het moet anders dan tot nu toe geschiedde. De industrie heeft reeds ingezien dat men verschillende artikelen, die vroeger geïmporteerd werden, thans in Indië moet produ- ceeren. De hooge arbeidsloonen van Europa (Nederland) en de hooge transportkosten naar het afzetgebied maken den verkoop in Indië onmogelijk. Wij kunnen de concurrentie van de naburige landen in hoofdzaak Japan, niet het hoofd bieden. Daarom werden op Java fabrieken opgericht van olie, van zeep, van verf, van bier, van autobanden, van vaten, van conserven, straks misschien van katoentjes (dit is reeds het geval). Hetzelfde wat de industrie reeds doet, moet door den land- en tuinbouw, moet door de veeteelt worden nagevolgd. Er wordt in Indië nog voor millioenen en millioenen guldens ingevoerd aan zuivelproducten, aan ingemaakte vruchten en groenten, aan granen voor brood en bier. Heel veel komt uit den vreemde, uit Australië, Zwitserland, Californië. Waarom zou men dat in Indië niet kunnen produceeren? Er zullen stellig producten zijn, die in Indië minder goed gedijen, maar daartegenover staan weer andere, die Indië beter zal kunnen leveren dan elk ander gebied. Men vergete niet dat Indië uitgestrekt is, wel 100 maal zoo groot als Nederland en met zijn bergstreken alle klimaten heeft en een zeer afwisselenden bodem. Vroeger, toen Nederland het grootste aandeel in den import had, was het geen Nederlandsch belang, om die producten in Indië te kweeken. Nu echter een groot deel van de markt in vreemde handen komt en wij bij voortduring terreinen verliezen, nu moeten de bakens verzet worden, nu moeten wij mogelijkheden zoeken om in het land van afzet, in Indië, te produceeren met Nederlandsche menschen, met Nederlandsch materiaal. Men late zich niet in slaap sussen met de gedachte, als straks de crisis voorbij is wordt alles wel weer beter. Het is niet de crisis, het is de ontwaking van Indië, van het Oosten, die voor ons deze moeilijkheden opwerpt. De crisis heeft ze alleen wat verscherpt en ons de urgentie van aanpakken aangetoond. Nederland kan straks zijn bewoners niet meer voeden, een deel van de zonen zal moeten uittrekken en daarvoor is gelegenheid in Indië. Wij hebben daar de leiding van het landsbestuur en kunnen zelf de zaken regelen; nog is het groote voordeel van Indië voor Nederland niet verloren. ... maar voor hoe lang nog? De heer Vrijburg betoogt dan de wenschelijkheid van emigratie naar Nederlandsch-Indië en wel van Nederlandsche boeren, die daar met kleinen landbouw en veeteelt een bestaan moeten vinden. „Dat gaat niet", hoor ik velen al zeggen, het is dikwijls geprobeerd en steeds heeft het tot mislukking geleid. Ik kan hierop alleen antwoorden, dat het met de hulpmiddelen, waarover wij thans beschikken en met de wetenschap, die wij nu hebben, nog niet geprobeerd is. Ik ga verder en zeg, dat wij thans genoodzaakt zijn een proef op dit gebied te nemen, want, blijken de mogelijkheden er te zijn, dan is daar in ons Indië voor duizenden Nederlandsche boeren een goed bestaan. Deze kans mogen wij bij de huidige sombere vooruitzichten in Nederland niet onbeproefd laten. Nu moet men niet aankomen met voorbeelden van Europeanen, die hebben getracht met landbouw en veeteelt in het klein in Indië een bestaan te vinden en mislukten. Ik kan stellig die voorbeelden met even zooveel aanvullen, maar tevens de redenen opgeven, waarom die opzet met mislukking moest eindigen. Een beschouwing daarover zou te ver voeren, ik wil alleen zeggen, dat een ernstige proef, zooals ik hieronder uiteen zal zetten, nooit genomen is. Ik bedoel met kleinen landbouw en veeteelt bedrijven, die zich toeleggen op tuinbouw, op het telen van granen, op het fokken van pluimvee, van varkens en koeien, op het leveren van zuivelproducten. De groote cultures schakel ik uit. Enkele producten als koffie en thee zouden in kleinere hoeveelheden als bijproduct waarde kunnen hebben, meer niet. Het idee van zelfwerkzaamheid zal op de nederzettingen gehuldigd moeten worden, althans voor de technische werkzaamheden. Als helpers in het bedrijf komen jongere emigranten in aanmerking, terwijl voor bezigheden buiten het eigenlijke bedrijf staande, inheemsche hulp genomen kan worden. Tegen deze emigratie naar de tropen worden in den regel twee bezwaren aangehaald. De eerste is, dat de Europeanen voor lichamelijken arbeid in de tropen niet deugt. Ik meen in dezen naar de litteratuur te mogen verwijzen, die vele voorbeelden noemt van het tegendeel. Verder merk ik op, dat ik de Nederlandsche boeren niet naar de kuststreken zou willen zenden, maar dat voor de nederzettingen als hier bedoeld, alleen de gezondere bergstreken in aanmerking komen. Zij vinden daar klimaten heel wat beter dan het Nederlandsche. Haast overbodig acht ik het, nog te releveeren dat de ziekten en plagen in Indië, die men vroeger op het klimaat schoof, voor het meerendeel ziekten zijn van besmettelijken of parasitairen aard en dat men deze thans bijna zonder uitzondering weet te bestrijden door profilactische entingen en betere algemeene hygiëne. Het tweede bezwaar is: de Nederlandsche boer komt met producten, die ook door den inheemschen landbouwer, door Inlanders en Chineezen geteeld worden. Zij zullen den Nederlandschen collega zulk een zware concurrentie aandoen, dat deze niet boven het eenvoudig bestaan van den Inlander uitkomt. En dat kan de bedoeling niet zijn. Hierop zou ik het volgende willen antwoorden: Wanneer aan concurrentie op het gebied van den kleinen landbouw en veeteelt het hoofd moet worden geboden, diene men te letten op de volgende zaken: 1. Wij moeten het product niet duurder op de markt brengen dan de concurrent. 2. Wij moeten een beter product leveren, dat meer marktwaarde heeft. 3. Wij moeten een product leveren, dat de concurrent niet kan voortbrengen. 4. Wij moeten kunnen afzetten naar gebieden, waar geen concurrentie is, m.a.w. nieuwe markten scheppen. 5. Wij moeten bij den verkoop de tweede hand uitschakelen en met onze verkoopsorganisatie direct den consument bereiken. Sub. 1. Als concurrent hebben we de Inlanders en de Chineezen, die goedkoop werken en met weinig winst tevreden zijn. "Wij moeten niet duurder werken dan zij en dat kan als we de volgende voordeelen hebben: a. een goede organisatie ; b. productie in het groot, echter blijvende binnen de afzetmogelijkheden ; c. zeer goedkoopen grond ; d. regeeringssteun; e. betere werkkrachten; f. een begin-kapitaal en goedkoop crediet. Met deze voordeelen is het mogelijk, goedkoop te produceeren en de concurrentie aan te durven. Wij zullen een en ander iets nader bespreken. Een goede organisatie, een coöperatie, met een zeker aantal werkkrachten, kan maken dat men zich toelegt op een vast product, dat dan in vrij groote hoeveelheid geproduceerd wordt, zoodat het niet teveel door transport naar de markt wordt bezwaard. Men zorge, dat men binnen de mogelijkheden van afzet blijft en zoo weinig mogelijk met producten blijft zitten. Een verkoopscentrale is daarvoor noodig. Wij kunnen dan terreinen occu- peeren, die op wat grooteren afstand van het afzetgebied liggen en hebben daarvoor veel ruimere keuze van grond. De organisatie zorgt bij aankoop voor allen tegelijk, de inkoop van alles is derhalve zeer billijk, terwijl het opslaan en het transport van het product minder zwaar drukt dan wanneer een ieder afzonderlijk daarvoor zou moeten zorgen. De organisate stelt de emigranten in staat op goedkoope wijze gebruik te maken van landbouwwerktuigen en van werkvee, zoodat de werkprestatie eenige keeren die van den Indischen landbouwer overtreft en de verdiensten dus ook in gunstiger verhouding staat tot die van Inlander en Chinees. Men moet den grond zoo goedkoop mogelijk krijgen en ook het hout en de andere ingrediënten, die voor woningbouw noodig zijn. Daarvoor behoeft men Regeeringssteun. Ook is deze noodig voor het laag houden van onkosten, doordat de emigranten voorloopig vrij gesteld worden van belasting, pacht, enz. Verder kan de regeering behulpzaam zijn bij het verkrijgen van contracten voor afzet. Ook de hulp van regeerings-ambtenaren op het gebied van landbouw en veeteelt is een zeer te waardeeren factor. Betere werkkrachten vinden we in de Nederlandsche boeren in vergelijking met de Inlanders, meer werkprestatie in de daarvoor geschikte koelere streken, meer volharding en meer vakkennis van velerlei producten. Het groote voordeel van een begin-kapitaal en van goedkoop crediet zal een ieder duidelijk zijn. Gewapend met deze voordeelen zal het product dat door de emigranten wordt geleverd, stellig niet duurder ter markt komen dan hetgeen de Inlanders en Chineezen aanbieden; de kwaliteit zal niet minder, de kwantiteit belangrijk meer zijn. Sub 2—3. Door meerdere vakkennis en een ernstiger streven naar volmaking van de producten, zullen deze stellig van betere kwaliteit zijn dan die, welke de Inlanders ter markt brengen. Ik wijs hier op aardappelen, slachtkippen, eieren, vele groenten en vruchten. Men zal zich ook kunnen toeleggen op vruchtsoorten en groenten, die den Inlander onbekend zijn. Wij weten uit ervaring, hoe weinig variatie er is in hetgeen de Inlander op dit gebied ten verkoop brengt, vooral in de buitengewesten. Sub 4. Nieuwe markten scheppen kan men zeer zeker als men goed georganiseerd is en hulp kan krijgen van regeeringsambtenaren, van stoomvaart- en spoorwegmaatschappijen, enz. Voor de producten ter Oostkust van Sumatra valt te denken aan Singapore, Penang, Riouw, Saigon, enz. Sub 5. Bij den verkoop van onze producten moeten we zooveel mogelijk de tweede hand uitschakelen en direct den verbruiker bereiken. De producten van kleine landbouw en veeteelt, die in Indië aan de markt komen, worden, men ziet dat trouwens in de meeste landen, niet door den producent verkocht. Men heeft tusschenhandelaren, die de waren van den producent afnemen en bij den consument brengen. Deze tusschenhandel, die veelal in handen is van Chineezen en andere vreemde Oosterlingen, neemt vaak ruime winst. Schakelen wij dezen tusschenhandel uit, dan wordt de concurrentie al weer gemakkelijker. Doordat wij met onze Nederlandsche nederzettingen in eigen gebieden blijven, hebben wij de bovengenoemde factoren grootendeels in de hand. Dat is het enorme voordeel dat we hebben boven emigratie naar den vreemde. Ik meen de aangehaalde bezwaren hiermee wel te hebben weerlegd en zou thans willen zeggen: het wordt tijd dat wij met theoretiseeren ophouden en de praktijk laten spreken. In het kort gezegd is het dus de bedoeling in Indië te zoeken naar gezonde, nog niet ontgonnen streken met behoorlijk vruchtbaren grond, die zich leenen voor den kleinen landbouw en de veeteelt en waar mogelijkheden zijn voor afzet van de producten. In deze streken nederzettingen te stichten van Nederlandsche boeren, die daar in organisatie, later in coöperatie, werken en trachten een bestaan te vinden in landbouw, tuinbouw en veeteelt. Het gaat in eerste instantie om een bestaan, in tweede instantie om bijverdienste voor een spaarpotje. Hoe groot die nederzettingen moeten zijn? Men begint in het klein, echter met zooveel emigranten, dat men dadelijk een soort coöperatie heeft, b.v. met niet minder dan 25. Deze nederzetting groeit geleidelijk uit: tot welk een omvang, dat kan alleen de practijk uitmaken. Lukt het, de nog talrijke leege gebieden in Indië op deze wijze te occupeeren, dan is zoowel Nederland als Indië daarmee gebaat. Wij juichen toe, dat een persoonlijkheid als Dr. Vrijburg op zoo krachtige wijze emigratie naar Indië bepleit. Door sommigen is critiek geoefend op deze plannen. Men beweert o.a., dat geen geschikt Hollandsch emigratie-materiaal voorhanden zou zijn ; dat de verbindingskosten naar en in Indië te hoog zouden zijn; dat Dr. Vrijburg het zwaartepunt te veel zoekt bij Regeeringssteun. Hiertegen zouden wij dit willen aanvoeren. Regeeringssteun achten wij vooral wat betreft emigratie naar onze eigen overzeesche gebieden geenszins onredelijk. In de eerste plaats worden de kapitalen, hierin belegd, met hooge renten terugbetaald in den vorm van belasting, pacht, enz. Ten tweede, een der opponenten merkte het terecht op, heeft niet zoo ang gleden, een Amerikaansch minister gemeend een, in Japan opzienwekkende, rede te moeten houden over penetratie in Nederlandsch-Indië en zou men hierin niet moeten zien een duidelijke wenk, misschien zelfs een dreigement aan Nederland, om zich in Indië op economisch gebied op snelle wijze te voegen naar de gewijzigde omstandigheden? Regeeringssteun aan de emigratie moet, in dit licht bezien, niet anders worden beschouwd als één der maatregelen, tot zelfbehoud van de geheele Nederlandsche en Nederlandsch-Indische gemeenschap. De vervoerkosten zijn inderdaad hoog. Maar zijn die naar andere emigratie-gebieden dan lager? Emigratie-materiaal zou niet aanwezig zijn? Wij meenen beter te weten. In Friesland en in Groningen, in de veengebieden, zijn er energieke boeren te over, die, als men hun den eersten tijd de helpende hand wil reiken, met veel wilskracht, we zouden haast zeggen met koppige wilskracht, de hand aan den ploeg zullen slaan. Wij gelooven, dat een aderlating van den Nederlandschen boerenstand, op behoorlijk grooten schaal, saneerend zal werken op de toestanden in de bedrijven van land- en tuinbouw, veeteelt, enz., hetgeen zal beteekenen besparing van de millioenen voor steun aan deze bedrijven. NIEUW-GUINEA. Ten aanzien van Nieuw-Guinea bestaan de meest tegenstrijdige opinies t.a.v. de mogelijkheid van kolonisatie, in het algemeen genomen, van exploitatie van den bodem en van bodemrijkdommen. Op verschillende manieren heeft men, wat kolonisatie betreft, geëxperimenteerd, grootendeels zonder veel succes. Men heeft het geprobeerd met Indo-Europeanen, met Javanen, met Nederlandsche landbouwers. Aneta berichtte op 10 Mei 1934, dat „de reis van den gouverneur der Molukken naar Manokwari (Nieuw-Guinea) tot resultaat heeft gehad, dat overeenstemming is bereikt met den gedele- geerde van de Stichting Immigratie en Kolonisatie Nieuw-Guinea over het besluit tot terugzending naar Java van voorloopig 20 mannen, 15 vrouwen, 31 kinderen en 5 andere gezinsleden". Naar Aneta verder vernam, waren „meerdere kolonisten van plan op eigen kosten terug te keeren". De N. R. Crt. van 25 Juli 1934 schrijft: „Er is een schrijnende tegenstelling tusschen de droevige verhalen van de slachtoffers van een onbezonnen, slecht voorbereide en tegen den raad van het bestuur in ondernomen emigratie van Europeanen naar Nieuw-Guinea en de geestdrift van comité's en vereenigingen, die de bevordering van kolonisatie van Nederlanders, vooral in Nieuw-Guinea ten doel hebben en die met onverdroten ijver in woord en geschrift propageeren. Beide — de berichten over de ervaringen van de weggevluchte kolonisten en de propaganda wisselen elkaar in verschillende publicaties af en het is wel merkwaardig, dat de eerste niet in staat zijn gebleken om de geestdrift van de propagandisten te doen bekoelen. In deze rubriek heeft men kunnen lezen, hoe het den IndoEuropeanen, die van Java naar Nieuw-Guinea zijn getrokken en den Nederlandschen landbouwers, die hun haardsteden hebben verlaten om ginds een nieuw bestaan te vinden, is vergaan. De verhalen van de menschen zelf, die in de Indische dagbladen zijn verschenen, bevatten nog heel wat meer staaltjes van ondeivenden ellende, dan wij in onze samenvatting hebben gegeven. Het ergste eraan toe zijn de kolonisten in Manokwari geweest. In Hollandia, waar de kolonisatie in handen is van een andere vereeniging en volgens een andere methode geschiedt, moet de toestand minder ongunstig zijn, maar de kleine successen, die daar behaald zijn, geven allerminst reden, om de mogelijkheid van een blijvende vestiging van Europeesche gezinnen, die zich daar een redelijk bestaan zouden verwerven, aan te nemen. Dr. Vrijburg, die voor de afdeeling Nederland van de Vaderlandsche Club poolshoogte is gaan nemen acht Nieuw-Guinea nog niet rijp voor Europeesche kolonisatie. Men tracht nu de mislukking goed te praten, door haar toe te schrijven aan buitengewone omstandigheden, waaronder deze pogingen zijn geschied, waaronder in de eerste plaats slechte organisatie, verkeerd gekozen terrein, ongeschiktheid van de uitgezonden kolonisten e.d. Een organisatie kan men verbeteren, maar er zijn andere factoren, die men niet zoo eenvoudig kan elimineeren. Nieuw-Guinea is niet zoo maar te bevrijden van zijn malaria, die er hevig heerscht; grond, die ongeschikt is voor den landbouw, kan men daarvoor niet geschikt maken. Nu is het zeer wel mogelijk, dat er wel geschikte grond is te vinden, maar eenige zekerheid heeft de practijk nog niet opgeleverd. "Wij noemen verder: gelegenheid om de producten te vervoeren en om ze af te zetten en in verband daarmede de vraag: welke producten kan men met succes telen. Ten aanzien van deze en vele andere vragen kan men wel hoop en vertrouwen hebben, maar heeft men geen zekerheid. Men neemt in zijn geestdrift de mogelijkheden voor zekerheid. Wat men van het land weet en heeft ervaren, is in alle opzichten ongunstig, maar men hoopt, dat wat men nog niet weet, gunstig zal zijn. Men kan nog van alles probeeren, maar er zijn geen aanwijzingen, die redelijke kans op succes geven. Dat men van het land zoo weinig weet, is misschien de reden, dat de kolonisatie in Nieuw-Guinea zoo warm bepleit wordt. Het spreekt tot de verbeelding en prikkelt de belangstelling. Geen enkele schat wekt zooveel belangstelling als een verborgen schat. Nieuw-Guinea heeft als terrein voor kolonisatie, zoowel van IndoEuropeanen van Java als van landbouwers uit Nederland dit voor, dat het schaars bevolkt is, zeer uitgestrekt, dat het Nederlandsch grondgebied is en dat de Inlandsche bevolking geen rechten op den grond heeft, die den Europeanen verhinderen, grondbezit te erlangen. Daarbij komen politieke overwegingen. Men vreest, dat, als Nederland dit land niet in cultuur brengt, de Japanners dit zullen doen. Nieuw-Guinea heeft, naar de oud-gouverneur van Sandick gezegd heeft, om tot ontwikkeling te komen noodig een goed bestuur en geld. En, daar goed bestuur geld kost en daarvoor b.v. wegen noodig zijn, die ook weer geld kosten, komt het daarop neer, dat er geld, veel geld in Nieuw-Guinea gestoken moet worden. De heer van Sandick vertrouwde, dat dit geld er wel zou komen." Gezien den toestand van 's lands financiën, zoowel als die van Indië, kan men niet verwachten, dat onze of de Indische regeering veel ten kosten zullen leggen aan de openlegging van dit enorme eiland. Er zijn echter omstandigheden, die hoopvol stemmen. „Zooals men weet zullen drie groote maatschappijen de exploratie van olie in Nieuw-Guinea ondernemen en een Australische onderneming zal in samenwerking met de Billiton Maatschappij trachten goud te vinden. Dit kan het begin van de openlegging van Nieuw-Guinea zijn. Als de pogingen van deze ondernemingen tot exploitatie zullen voeren, zullen er bestaansmogelijkheden ontstaan — en op natuurlijke wijze — die vestiging van Europeanen mogelijk en noodig maken. De groote bedrijven zullen de kleine bedrijfjes stimuleeren, er zullen communicatiemiddelen komen en een intensiever bestuur." Inderdaad lijkt ook ons dit een juiste zienswijze. Nieuw-Guinea is te zeer nog buiten het wereldruilverkeer gelegen, is te moeilijk nog te bereiken en te ver afgelegen van de economische brandpunten der aarde, dat een eenvoudig opgezette kolonisatie een goede kans van slagen zou kunnen waarborgen. Onze belangstelling is derhalve gericht op de resultaten van de exploratie ten behoeve van de petroleum- en goudindustrie, waarvan de eerstgenoemde wel als de voornaamste moet worden beschouwd. Uit de samenwerking van drie groote petroleummaatschappijen, de N.V. „De Bataafsche Petroleum Maatschappij" (Koninkl. Shell), de Nederlandsch Koloniale Petroleummaatschappij en de N ederlandsche Pacific Petroleummaatschappij, is geboren de Nederlandsche Nieuw-Guinea Petroleummaatschappij. Deze maatschappij heeft onlangs aan de K.N.I.L.M. opdracht gegeven tot het karteeren van een oppervlakte van ± 10 millioen h.a. (ongeveer de helft van het Nederlandsche bezit op NieuwGuinea) . Daartoe zijn op 11 September 1935 onder leiding van kapitein Koppen drie De Havilland Dragon vliegtuigen van Schiphol vertrokken, met de meest moderne apparaten uitgerust. De duur van het werk wordt op ten minste een jaar geschat. Het spreekt vanzelf, dat men maar niet voor niets deze kostbare exploratie op touw heeft gezet. Er schijnen redenen te over te zijn om aan te nemen, dat ontginning van de bodemschatten binnen afzienbaren tijd ter hand genomen zal kunnen worden. Dr. W. C. Klein m.i., geoloog bij de N.V. „De Bataafsche Petroleum Maatschappij" en dr. A. N. J. Thomassen a Thuessink van der Hoop, den bekenden pionier der luchtvaartverbinding Nederland—Indië, de vaders van het denkbeeld om Nieuw-Guinea met vliegtuigen te verkennen, betoogden eenigen tijd geleden in het „Koloniaal Tijdschrift" allereerst de wenschelijkheid om de luchtverkenning als eerste stadium van de studie van slecht bekende gebieden meer practisch-wetenschappelijk, dus economisch, te oriënteeren en toe te passen in streken, waar exploratie in de naaste toekomst van economisch en politiek belang kunnen worden of reeds nu van politiek belang zijn (en wel in de eerste plaats op het Vogelkopschiereiland). Naast de door dr. Klein c.s. aangewezen petroleum- en goudmogelijkheden is de Japansche activiteit het voornaamste i.c. politieke motief, dat huns inziens zoo spoedig mogelijk tot meer werkzaam- heid van Nederlandsche zijde op het Vogelkopschiereiland dient te leiden. De regeering en ook de Nederlandsche ondernemingsgeest mogen niet toestaan, dat de economisch beste terreinen, die nabij voorname Nieuw-Guineahavens op den Vogelkop, als Manokwari (en straks Sorong, enz.) liggen, voor 75 jaar in Japansche handen vallen, omdat de Nederlanders er geen werk van maakten. De regeering dient mede te doen en zelfs voor te gaan door het voeren van een meer intensief bestuur met bekwame, uitgezochte, van exploratielust vervulde ambtenaren, niet alleen langs de kust, doch ook in het binnenland. Verkenning van de woonplaatsen der bevolking is ten slotte iets, dat voor het bestuur zeer belangrijk is, en topografische verkenning eveneens, want van de resultaten van beide hangt de toekomstige wegenaanleg en de richting der latere bestuurspenetratie af. Dr. Klein en Dr. van der Hoop resumeeren volgenderwijze de economische activiteit, welke in de toekomst verricht kan worden: „1. Meer en beter georganiseerde ontgin ning van z.g. Ambonsch ijzerhout en damar (gomcopal), die zeli.s thans loonend schijnt te zijn, althans bij afvoer over een Japansche scheepvaartlijn naar het Noorden. 2. Een begin van gouderts-exploratie, dat reeds vroeger werd bepleit. Zij denken hier aan de kans, dat de goudexploratie op Nederlandsch Nieuw-Guinea op flinke schaal wordt aangepakt, nu in het Australisch gebied de productie zoo stijgt. 3. Meer kolonisatie, o.a. te Sorong, geprojecteerd door de in Ned.-Indië gevestigde Vereeniging „Kolonisatie Nieuw-Guinea". 4. Meer bevolkingsklapper-productie in verband met bestuursuitbreiding, ook naar het binnenland toe, en meer notemuskaat- !) Met die Japansche activiteit schijnt het overigens in feite nogal los te loopen. Hier en daar hebben zich wat Japanners neergezet. Wel heeft in de Geelvinckbaai een Japansch concern, de „Nanyo Koghatsu Kabus hiki Kaisha , de bezittingen en zaken ten deele overgenomen van de Duitsche Maatschappij Phoenix ; het andere en belangrijkste deel kwam wederom in Duitsche handen. Japanners treden hier en daar op als handelaren, opkoopers van damar e.a. boschproducten. Ongetwijfeld is Nieuw-Guinea gunstig gelegen voor Japan. Maar men heeft eenerzijds te kampen met de weinige lust tot emigratie der Japanners (momenteel, September 1935, bevinden zich slechts IV2 millioen Japanners buiten hun land), anderzijds is ook het klimaat van Nieuw-Guinea voor hen een zeer groot bezwaar. Desondanks bestaat er van Japansche zijde inderdaad veel belangstelling voor dat groote eiland, uiteraard niet het minst voor het Nederlandsche deel. export. In de jaren 1935, etc., worden veel klapperaanplantingen productief, die een paar jaar geleden aangelegd zijn, op instigatie van het bestuur." De schrijvers onderscheiden, twee stadia; exploratie en exploitatie. Van de lucht uit zullen verkenningen worden gedaan ter verzameling van gegevens omtrent de dichtheid van de bevolking en bevolkings-landbouw voor het zoeken van tracés voor wegen, vlag- en machtsvertoon, zoeken van terreinen geschikt voor vliegtuigen. Er zullen cartografische opnemingen worden verricht ten behoeve van petroleum-industrie, mijnbouw, landbouw en boschwezen en voor het vinden van geschikte kolonisatieterreinen. Hierop volgt detailexploratie op het land. Als deze tot ontginning heeft geleid, zal het vliegtuig niet meer, of niet meer alleen, als verkenningsmiddel, maar als verkeersmiddel worden gebiuikt. Hiervan zullen vooral het bestuur en groote lichamen, als de petroleum-ondernemingen, kunnen profiteeren. De postverzending zal enorm kunnen worden versneld. Wordt goud gevonden, dan"zal wellicht het geheele transport van en naar de goudvelden door de lucht kunnen geschieden, evenals in Bulolo in het NewGuinea-territorium. Naast de door genoemde deskundigen mogelijk geachte, neen, verwachte kolonisatie als gevolg van de industrieële penetratie, zijn er nog door andere deskundigen geopperde mogelijkheden. In de jongste aflevering (September 1935) van ,,De Indische Gids" bspreekt Dr. H. G. Heyting naar aanleiding van het voor- loopig verslag van de „Bodemonderzoek-commissie-Wentholt de bestaande toestanden en de z.i. noodzakelijk te nemen maatregelen op Nieuw-Guinea. „De kolonisatie van het, in menig opzicht leege, Nieuw-Guinea, zoo zegt hij, is noodzakelijk. Niet alleen om te voorkomen dat andere, al dan niet nabijgelegen, landen wier overbevolking Japan — of economische behoefte — Duitschland aanleiding kan geven een begeerig oog te slaan op dat groote eiland. Vooral echter om tijdig te bevorderen, dat, indien de bij de wet reeds toegestane opsporing en ontginning van aardolie enz. op NieuwGuinea voorgenomen door de combinatie van de B.P.M., de Ned. Kol. Petr. Mij. en de Ned. Pacific Mij. t.z.t. een gunstig resultaat oplevert, zooveel mogelijk in de nabijheid der te stichten petroleum-ondernemingen, een bevolking gevestigd is, die werkkrachten in vrijen arbeid kan leveren, wat uiteraard die exploitatie ten goede komt, doch niet minder voor die bevolking zelve een gewaardeerde bron van inkomsten zou kunnen vormen, zoo- als de praktijk der petroleum-ondernemingen elders in den Archipel heeft bewezen. IVlen mag verwachten, dat wanneer eenmaal de landbouwkolonisatie van Javanen geslaagd is, de kolonisten uit eigen beweging er toe zullen overgaan om — zooals thans reeds in de Lampongs gebeurt — een zoon, schoonzoon of anderen verwant tot het gezin behoorend, zullen opdragen om op een naburige onderneming, hier dus een petroleumonderneming, in vrijen arbeid geld te verdienen. Het zullen in de eerste plaats weer Javanen moeten zijn, voor wie men de vestiging reeds dadelijk zoo aanlokkelijk mogelijk moet maken. Dit zou wellicht bereikbaar zijn door aan de emigratie van landbouwers vooraf te doen gaan: de aanleg van toegangswegen naar de terreinen, het kappen van de bosschen, de verdere ontginning der opengelegde gronden, het bouwen van gezinswoningen, enz., zoodat de kolonisten bij aankomst een behoorlijk onderdak aantreffen en een stuk grond ter verdere bewerking en beplanting. Dezen voorbereidenden arbeid zou Dr. Heyting willen opdragen aan tot gevangenisstraf veroordeelde mannelijke Inlanders in Ned.-Indië, te kiezen uit de meest nabij gelegen strafgevangenis onder hen die 16 tot 30 jaar oud zijn, voldoende krachtig voor dat werk en minstens voor 1 jaar zijn gestraft. Zonder bezwaar zou te Manokwari of te Momi een hulpstrafgevangenis van eenvoudige constructie gebouwd kunnen worden voor b.v. een 200-tal gevangenen. Het werken van gestraften buiten de gevangenis is sedert lang, vooral in de Buitengewesten, gebruikelijk. Dat aan den kolonisatie-arbeid vele jaren tijd gegund moeten worden om een goed resultaat te kunnen toonen, is een reden om spoedig daarmede te beginnen. Ook in verband met de mogelijkheid, dat reeds na 10 of 15 jaren de behoefte zal opkomen aan vrije arbeiders voor de verwachte petroleumondernemingen. Tot dusver is in hoofdzaak de emigratie naar de Lampongs — Zuid-Sumatra — van regeeringswege aangemoedigd en geldelijk gesteund. Nu de Javanen-kolonisatie aldaar geslaagd is, b.v. in 1930 zijn 1972 kolonisten voor eigen rekening te Gedongtatakan aangekomen, ligt het voor de hand, zoo besluit Dr. Heyting, in verband met bovenstaande beschouwingen, voortaan een post op de begrooting te brengen voor de emigratie naar NieuwGuinea. De kolonisatie in Zuid-Sumatra is thans wel de minst bezwaarlijke, doch die in Nieuw-Guinea de meest noodzakelijke. Ook hierbij is vooruitzien geboden. Dit vooruitzien ontbreekt o.i. zeker niet bij de Japanners. Een zustermaatschappij van de „Nanyo Koghatsu Kabushiki Kaisha heeft aan de Indische regeering erfpacht gevraagd op 5000 h.a. grond bij Momi en Sarmi (dezelfde gebieden welke ook Dr. Heyting op het oog heeft!), aan de Noordkust van Ned. NieuwGuinea, voor het vestigen van katoenplantages. Men wil de werkkrachten betrekken uit de inlandsche bevolking rondom de Geelvinckbaai. „Ongetwijfeld", meent de heer Saito, leider van den Japanschen katoenaanplant in de vestiging Kaili nabij Manokwari, met wien, blijkens „De Telegraaf" (4-9-'35), de Java-Bode" een onderhoud had, „zal bij een gunstige beslissing op het verzoek om erfpacht, met betrekking tot de gronden gelegen nabij Momi en Sarmi, de landbouw op groote schaal worden ingezet en de bevolking zal hiervan zeker de voordeelen plukken, terwijl de onderneming tevens zal trachten contracten voor de levering van katoen af te sluiten met in de omgeving harer werkzaamheden gevestigde kolonisten. Ook voor het land zou dit een bron van inkomsten kunnen beteekenen aan pacht, uitvoerrecht en andere belastingen. Over de afzetmogelijkheid merkte de heer Saito op, dat Japan jaarlijks voor een bedrag van yen 400.000.000 aan katoen importeert uit Britsch-Indië, Afrika en Zuid-Amerika. Indien echter katoen uit Nieuw-Guinea wordt verkregen, zal aan deze de voorkeur kunnen worden gegeven, daar de kostprijs, in verband met de aanmerkelijk lagere vracht, lager zal zijn. Ik hoop van ganscher harte, aldus de heer Saito, dat ons in Nieuw-Guinea een kans zal worden gegeven en dat men ons enkele jaren ongestoord zal willen laten arbeiden. Wij wenschen ons te gedragen als loyale burgers en zijn tegen elke politieke inmenging gekant. Onze bedoelingen zijn zuiver en alleen economisch." Van geheel onverdachte, ook onverwachte, zijde blijkt men mtusschen de toekomstmogelijkheden van Nieuw-Guinea niet somber in te zien. Terwijl wij dit schrijven (September 1935) zal de Resident der Molukken (onder wien ook Nieuw-Guinea ressorteert) zich op reis begeven naar Buitenzorg teneinde de volgende punten te bespreken: 1. uitbreiding van het bestuur in Nieuw-Guinea ; 2. aantrekking van kapitaal naar Nieuw-Guinea; 3. kolonisatie. Wat de bestuursuitbreiding betreft; de Resident acht het nood- zakelijk de formatie te vermeerderen met 7 bestuursassisenten, 1 hulp-assistent, 5 schrijvers en 46 oppassers. Het tweede punt omvat de mogelijkheid van het sluiten van een koelie-contract met Papoea's voor een jaar door bona fide ondernemingen. Voorts wordt gestreefd naar wijziging van de vrachtenpolitiek der Paketvaart, na invoering van een kleiner type schepen voor Nieuw-Guinea alsmede verlaging van den erfpachtscanon en uitsluiting van Nieuw-Guinea van de rubberrestrictie. Ten slotte zal de Resident op dit punt bezwaren voorbrengen tegen het voorstel betreffende de kustvaart, hetwelk practisch alle havens in de Molukken uitsluit voor schepen onder vreemde vlag. Wat tenslotte de kolonisatie betreft, wordt mede voorgestaan bevordering van inlandsche kolonisatie in bepaalde gebieden, gescheiden van de Nederlandsche kolonisatieterreinen. Nader werd nog vernomen dat de resident de noodzakelijke minimumuitbreiding van het bestuur reeds op de begrooting van de landschapskas bracht. De gewenschte organisatie omvat 10 bestuursassistenten, 44 oppassers, gewapend met karabijnen en een hulpgezaghebber voor Mimika aan de Zuidkust. De aanleiding hiertoe is vooral gelegen in de voortdurende sneltochten in Vogelkop, de invallen van Mappiërs in Boven-Digoel en de invallen van Manoeweeërs van de Oetakwa-rivier in de Mimikastreek. De Mamberanostreek krijgt dan een bestuursassistent, voorzien van een motorboot. Verder wordt voorgesteld de plaatsing van twee extra-brigades militairen in het midden-Mappigebied en extra-brigades veldpolitie voor Sorong, Mamberano en de streek tusschen Mimika en Mappi, waartegenover zou staan opheffing van de militaire bezetting van West-Ceram, welke zou worden vervangen door veldpolitie. Ten slotte wordt voorgesteld Hollandia een radiozender en Inanwatan, Sarmi en Mimika een radio-ontvanger te geven. Het is de bedoeling dit alles te doen ingaan op 1 Januari 1936. Hierop aansluitend is het interessant de meening te vernemen van een anderen deskundige, den oud-Gouverneur der Molukken, J. Tideman, die in een artikel over kolonisatie van Europeanen op Nieuw-Guinea in het „Koloniaal Tijdschrift" ') tot de volgende conclusie komt: I) Jan. afl. 1934. „dat het probleem eener kolonisatie van Europeanen op Nederlandsch Nieuw-Guinea in samenhang met de ontwikkeling van dit achterlijk gebied in het algemeen ernstige belangstelling verdient; dat, zoolang niet op doortastende wijze wordt ingegrepen, de kolonisatie op Nieuw-Guinea „klein werk" blijft, hetwelk aan Nederlanders, die daarmee een oplossing voor eigen moeilijkheden hopen te vinden, slechts leed en ellende zal veroorzaken, dat de zoo gebrekkig begonnen kolonisatie van Indo-Europeanen onder deskundige leiding behoort te worden voortgezet en kans van slagen heeft, mits men het denkbeeld laat varen een voor inheemschen gesloten maatschappij te vormen; dat ten aanzien van kolonisatie van Nederlanders allereerst een plaatselijke proefneming onder deskundige leiding zal moeten uitwijzen, of de Europeaan — gesteld, dat hij aan bepaalde eischen voldoet — in bepaalde streken (hoogland) als landbouwer kan bestaan ; .. dat — wil men een kolonisatie organiseeren, die voor de bestrijding van de werkloosheid beteekenis eal hebben er millioenen beschikbaar zullen moeten worden gesteld. De schrijver noemt deze conclusies voor een kolonisatie van „Noord-Europeanen" op Nieuw-Guinea als oplossing van het werkloozen-vraagstuk in Nederland niet hoopvol. Hij constateert uitdrukkelijk, dat een propaganda, waarin de zaken in een gunstiger licht gesteld worden, misleidend en heilloos is. Nog een ander feit van belang is, dat de zending en de missie, wat Nieuw-Guinea betreft, den laaten tijd een vergroote activiteit aan den dag leggen. Zeer onlangs nog is bijv. door het Nederlandsch Bijbelgenootschap een taalgeleerde (Dr. G. J. Held) uitgezonden om als adviseur der zendelingen, als taalvorscher en bijbelvertaler werkzaam te zijn in de kuststrook langs de Geelvinckbaai, met als standplaats Manokwari. Conclusie. Het vorenstaande geeft een kijkje op de verscheidenheid van meeningen. Wij hebben slechts een zeer beperkte greep uit ons documentatiemateriaal kunnen doen. Het merkwaardigste is daarbij, dat die meeningen werden verkondigd door niet de eersten de besten. Staat bijv. de Regeering vrij sceptisch tegenover de kwestie Nieuw-Guinea (vooral wat betreft kolonisatie), anderzijds moeten we toch ook erkennen, dat de heeren, die zitting hebben genomen in het in Januari 1934 opgerichte NieuwGuinea-comité, mannen zijn van groote beteekenis in de wereld van handel, financiën, industrie en verkeerswezen. 34 De doelstelling van dit comité is het bestudeeren van middelen, die de ontwikkeling van Nieuw-Guinea kunnen stimuleeren, het wekken van de belangstelling voor dit deel van NederlandschIndië in zoo breed mogelijken kring en het voorbrengen bij de autoriteiten van de uitkomsten van ingestelde onderzoekingen en de bevordering van stelselmatige exploratie op het gebied van bevolkingsgesteldheid, land- en boschbouw, in samenwerking, voor zooveel mogelijk, met van particuliere zijde voorgenomen mijnbouwkundige verkenningen, teneinde te geraken tot een ontginning van de natuurlijke hulpbronnen en de opheffing van land en volk tot een hooger economisch peil, in overeenstemming met de beste tradities, die ons bestuur over Nederlandsch-Indië hebben gekenmerkt. Resumeerende kunnen wij zeggen, dat er groote belangstelling bestaat voor Nieuw-Guinea, dat de voorbereiding tot de exploratie op groote schaal van dit enorme eiland in vollen gang is, dat Nederland reikhalzend naar de resultaten van deze onderzoekingen uitziet en dat hopelijk, zoowel de Nederlandsche als de Indische Regeering, zoodra mogelijk, zal overgaan tot het treffen van die maatregelen, die de openstelling van Nieuw-Guinea voor den landbouw zoowel als voor de industrie op gezonde basis mogelijk maken! PALESTINA. Vooral in verband met de gunstige berichten inzake de vele bouwwerken, welke in Palestina in uitvoering zijn en waardoor behoefte aan arbeidskrachten bestaat, omtrent gunstige conjunctuur, vraag naar arbeiders, zoowel in de steden als op het land, is de belangstelling in Nederland en drang naar emigratie groot te noemen. Toelating in Palestina is echter aan zeer strenge bepalingen onderworpen. Slechts een beperkt aantal landingscertificaten worden uitgereikt, die in hoofdzaak dan nog aan Joodsche werknemers toevallen. Tot dusverre is het, ondanks medewerking van autoriteiten, nog niet mogen gelukken landingscertificaten te verkrijgen voor niet-Joodsche bouwvakarbeiders. Van eenige beteekenis zal Palestina als emigratieland voor ons dan ook niet worden. Waar men zich omtrent enkele punten der immigratievoorschriften steeds verkeerde voorstellingen blijkt te maken, lijkt het ons dienstig dienaangaande de immigratiebepalingen van Palestina eenigszins uitvoerig uiteen te zetten. De voornaamste vergissingen, welke steeds gemaakt worden, zijn de volgende: 1. men denkt steeds, dat, indien men slechts een kapitaal van minstens duizend pond sterling bezit, men zonder meer in Palestina wordt toegelaten; 2. men leest in de pers van een bepaald quotum werknemers, welke per half jaar worden toegelaten. Men meent, dat dit uitsluitend de Joodsche werknemers betreft, welke gaan onder de auspiciën van de Jewish Agency en dat onafhankelijk daarvan een aantal andere arbeiders kan worden toegelaten, voor welke laatsten de toelating dan gemakkelijk zou worden wanneer slechts werk bij aankomst in hun vak verzekerd was ; 3. men heeft gehoord van de toelating van tijdelijke arbeidskrachten en ook van het verstrekken van toeristenvisa. Men meent nu deze beide zaken te kunnen combineeren en met een tijdelijk geldig toeristenvisum voorloopig in Palestina te kunnen gaan arbeiden, in de hoop vast werk te krijgen en daarop vergunning in het land te blijven. Dat bovenstaande meeningen ongegrond zijn, moge blijken uit onderstaande samenvatting van de voornaamste bepalingen der immigratiewet 1933. Toeristen moeten behalve een geldig paspoort een visum hebben van een Britsch Consulaat. De Consuls kunnen zelfstandig visa afgeven, welke echter niet meer dan 3 maanden geldig mogen zijn. Bij aankomst in Palestina moeten zij in het bezit zijn van een betaald retourbiljet, alsmede van een bedrag van minstens £ 50.—. Reizigers (toeristen) in den zin der wet zijn vreemdelingen, metingezetenen, welke op wettige wijze Palestina binnenkomen voor ieder ander doel, dan daar zich blijvend te vestigen, of er werk te zoeken of aan te nemen. Hieruit ziet men, dat men met een toeristenvisum gegaan zijnde, geen betrekking in Palestina mag aannemen. Wie zoowel te dezer zake als in andere opzichten in strijd met de bepalingen van de immigratiewet handelt, stelt zich bloot aan gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden en (of) boete van ten hoogste £ 100.—. Toeristen kunnen bij den Directeur van het Departement van Immigratie, wanneer zij eenmaal in Palestina zijn, een verzoekschrift indienen, in voorgeschreven vorm, teneinde óf wel nog als reiziger in Palestina te mogen verblijven voor een periode van ten hoogste negen maanden, óf wel als immigrant in Palestina te mogen blijven, in welk geval dezelfde bepalingen op hen van toepassing zijn als voor degenen, welke vóór vertrek naar Palestina een immigratiecertificaat aanvragen. Immigranten in den zin der wet, zijn vreemdelingen, niet-ingezetenen, welke Palestina op wettige wijze binnenkomen, teneinde zich daar blijvend te vestigen. Afgezien van bepaalde categoriën van personen, wier toelating in bijna alle landen ongewenscht wordt geacht, worden alleen als immigranten toegelaten degenen, welke, behalve een geldig paspoort een immigratie-certificaat kunnen toonen, afgegeven door den Directeur van het Departement van Immigratie van Palestina. Hierbij diene opgemerkt te worden, dat zelfs het bezit van zulk een immigratie-certificaat geen absoluut recht geeft tot het binnenkomen van Palestina, terwijl ook het voldoen aan al de voorschriften terzake de immigratiewet en de uitvoeringsbepalingen geen absoluut recht geeft op het verkrijgen van het immigratie-certificaat. Zoowel de Directeur van het Immigratie Departement toch, als een immigratiebeambte in de havens van aankomst en de Britsche Consuls in den vreemde hebben het recht, overeenkomstig algemeene of bijzondere aanwijzingen van den High Commissioner of den Directeur der Immigratie, zulke bijzondere voorwaarden voor het verstrekken van een certificaat of voor de toelating te stellen, als hun goeddunkt. Er bestaat ook een speciale regeling voor de toelating van tijdelijke werkkrachten. Iedere werkgever in Palestina, welke voor bepaalden tijdsduur een aantal arbeiders uit het buitenland zou willen doen komen, kan hiertoe het verzoek bij den Directeur der Immigratie indienen, onder nauwkeurige opgave van het voorgenomen tijdstip van aankomst en van vertrek, van den aard van het werk en de plaats waar het verricht zal worden, enz. Indien de Directeur der Immigratie echter van meening is, dat voor het werk in quaestie arbeiders in Palestina zelf gevonden kunnen worden, moet hij zulk een verzoek weigeren. In het tegenovergestelde geval kan hij het toestaan, doch kan dan van den werkgever een borgstelling eischen voor de richtige vervulling van de voorwaarden aan de toelating verbonden, inzonderheid terzake van het weder verlaten van het land door de arbeiders binnen den vastgestelden tijd. Voor toelating in Palestina moeten Joodsche werknemers zich wenden tot de Jewish Agency, vertegenwoordiger voor Nederland de heer J. Cohen Hzn., Schiekade 172 te Rotterdam. Voor niet-Joodsche werknemers bestaat slechts zeer beperkte gelegenheid tot het verkrijgen van het toelatings-certificaat. Voor de laatsten bestaat dan nog bijna uitsluitend de mogelijkheid tot plaatsing als bouwvakarbeider. Op 9 September 1935 is in het Amstel-Hotel te Amsterdam de eerste (vierdaagsche) Internationale Conferentie der Joodsche Jeugd-emigratie-comité's geopend. Afgevaardigden waren aanwezig uit Amerika, Bulgarije, Denemarken, Engeland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Nederland, Joego-Slavië, Noorwegen, ZuidAfrika, Zweden en Zwitserland. Het doel dezer internationale beweging is om ieder jaar 1000 jeugdige personen, van het mannelijk en vrouwelijk geslacht, van 15_17 jaar, naar Palestina te brengen, waar zij 2 jaar in de kolonies En Chaod en Ben Schemen, en verder o.a. in de huishoudschool te Jeruzalem, een opleiding ontvangen in den landbouw, voor een ambacht of huishoudelijke beroepen. Reeds zijn op deze wijze 700 kinderen uit alle Joodsche kringen uit Duitschland, dank zij de groote bereidwilligheid der Engelsche mandaatsregeering met kindercertificaten in Palestina ondergebracht. Ook uit Frankrijk en Nederland zijn een aantal kinderen van daarheen gevluchte Duitsche Joden naar Palestina geëmigreerd. De middelen worden door de ouders, verder door inzamelingen in alle landen der wereld, bijeengebracht. Aan een correspondentie van een medewerker van de N. R. Crt., dd. 8 en 9 October 1935, av.bl. B., betreffende een onlangs verschenen rapport over den economischen toestand in Palestina in den jongsten tijd, ontleenen wij het volgende. „De menschenstroom naar Palestina wordt steeds sterker, zeer groote sommen komen uit alle deelen der wereld het land binnen, de inkomsten der regeering blijven stijgen, de fabrieken werken tengevolge van de vele bestellingen op volle kracht. Vanwege het gebrek aan de noodige arbeidskrachten zijn de havens overladen met goederen, die niet tijdig gelost kunnen worden. Het verkeer op de wegen is levensgevaarlijk tengevolge van het groote aantal auto's. De departementen der regeéring hebben zooveel arbeid, dat zij dezen niet meer beheerschen kunnen, het spoorwegmateriaal is niet voldoende voor het uitgebreide transport. Men moet 18 maanden op een telefooninstallatie wachten, het duurt ongeveei 3 dagen eer een brief van Haifa Tel-Aviv bereikt (een afstand van 2V2 uur). De wettige en onwettige immigratie neemt voortdurend toe. Niettegenstaande alle bedrijvigheid in het bouwbedrijf is het moeilijk een woning te vinden. De arbeidsloonen, de landprijzen stijgen op fantastische wijze. Het land is reeds een belangrijk afzetgebied voor de Europeesche en Japansche industrieën en de BIJLAGEN. ?K^nn?aagt. tH»nS reeds de 11161 onbelangrijke som van £ 15.000.000 per jaar." „Parallel met de buitengewone ontwikkeling van het land neemt het aantal moeilijke vraagstukken toe. De immigratie in het land is betrekkelijk gering, in vergelijking met de groote sommen, die bij de banken gedeponeerd zijn, zonder dat zij omgezet worden. Tengevolge van het tekort aan arbeidskrachten zijn de loonen zoo gestegen, dat de industrieën dit niet kunnen uithouden." „Als gevolg van de buitengewoon hooge loonen, die de stadsarbeiders verdienen, blijft men op het land verstoken van arbeiders en de snelle ontwikkeling der steden ten koste van het land is voor Palestina een groot economisch en politiek gevaar." „In Palestijnsche mils berekend, verdient een werktuigkundige te Londen 530 mils, in Palestina 900 mils ; een metselaar 630 mils en 1200 mils ; een betonwerker 500 mils en 1200 mils ; een huisschilder 600 mils en 1500 mils; een electricien 691 mils en 750 mils." „Het immigratie-departement van de Jewish Agency ontvangt 30.000 aanvragen per maand uit alle deelen der wereid van personen, die naar Palestina willen komen. Dikwijls zijn het brieven van menschen, die slechts honger en ellende in de toekomst voor zich zien, menschen van middelbaren leeftijd met gezinnen, die zij niet onderhouden kunnen, verhongerde grijsaards, wier kinderen in Palestina hun brood verdienen. Men ontvangt zelfs brieven van kleine kinderen, die niet begrijpen kunnen, waarom zij iederen morgen op school het befaamde Horst Wessellied zingen moeten, dat tot moord op de Joden aanspoort. Natuurlijk kan slechts een zeer gering deel dezer brieven bevredigend beantwoord worden. Hoe groot de welwillendheid van de Engelsche regeering ten opzichte van de immigranten ook zijn mag, het land kan niet plotseling de 300.000 personen absorbeeren, die al dan niet met reden Palestina als de eenige redding voor zich zien." „Volgens de officieele gegevens is het aantal personen, dat in 1934 naar Palestina gegaan is, 47.807. Van dezen zijn 42.757 Joden, 3899 Christenen en 1151 Mohammedanen. Van de eerste categorie zijn in 1934 slechts 10.882 arbeiders naar Palestina gekomen. De indeeling van de immigranten in hun verschillende beroepen is zuiver theoretisch. Na aankomst in het land blijft hier een arbeider niet steeds bij zijn beroep, maar oefent hij het vak uit, waarmede hij het meeste verdient. In de bouwvakken werd verreweg het meest verdiend, daarom is het niet te verwonderen, dat weinig arbeiders voor de fabrieken of op het land te vinden zijn. Verreweg het grootste deel der immigranten komt uit Polen, namelijk 42 pet., dan volgt Duitschland met 16 pet. Het gemiddelde cijfer immigranten per maand was in 1934 3530. Gedurende de eerste 6 maanden van 1935 was dit aantal echter zoodanig gestegen. dat de gemiddelde immigratie 5079 personen per maand bedroeg." , Ondanks dit groote aantal blijft er een groot tekort aan arbeidskrachten. Zooals hierboven aangeduid, liggen bij de banken mi lioenen ponden, die niet gebruikt kunnen worden wegens het tekort aan arbeiders. Dit heeft de arbeidsloonen m de hoogte gedreven, de ontwikkeling van de industrie verminderd en den landbouw in gevaar gebracht. Groote uitgestrekheden Joodsche landerijen zijn dit slechts in naam Als men door het Zuiden van Palestina trekt, ziet men deze, die voor het grootste gedeelte reeds voor 1 of 2 jaar gekocht zijn en waarop geen enkele Joodsche arbeider wer . n bezaten de Joden 65.000 dunam citrusland, toen was het aantal Joodsche arbeiders die dit land bewerkten 4500 thans is het aantal dunams in handen der Joden 150.000, dus 130 »/o meer dan in 1932 maar het aantal Joodsche arbeiders, dat op de citrusplantages werkzaam is, bedraagt niet meer dan 5000. Er zijn natuurlijk kolonies, die slechts met Joodsche arbeiders werken maar een groot gedeelte der kolonies werkt uitsluitend me Arabische arbeiders. In de havens van Jaffa en Haifa waar de tonnenmaat, uitsluitend door de Joodsche immigratie dagelijks toeneemt en waar 3000 arbeiders bij voortduring gebruikt worden, vindt men slechts 240 Joodsche arbeiders, d.w.z. 8 %>. Indien de regeering de openbare werken tusschen de Joden en de Arabieren overeenkomstig hun aantal zou verdeelen en indien de Joden 50 «/„ Joodsche en 50 /o Arabische arbeidskrachten zouden gebruiken, kon men nog 25.000 Joodsche arbeiders meer laten komen, wat, met hun gezinnen, 75.000 a 100.000 personen zou beteekenen." In 1922 telde de Joodsche bevolking in Palestina 84.000 personen, van wie 15.000 in den landbouw werkzaam waren, dus 18 '/o. In 1931 waren van de 174.600 Joden 46.140 landbouwers, d.w.z 28 °/o. In 1935 heeft de toestand zich geheel gewijzigd. Het aanta der tegenwoordige Joodsche arbeiders, die werkzaam zijn in den 52 800 °P de totale Joodsche bevolking van 330.000, d.w.z. 16%. Het is daarom niet te verwonderen, dat de import van buitenlandsche landbouwproducten groot is." „In tegenstelling met de langzame ontwikkeling van den landbouw is de evolutie van de steden zeer buitengewoon. In 1933 werden 89 nieuwe maatschappijen opgericht, in 1934 niet minder dan 227 met een kapitaal van £ 2.180.000. Bij de banken waren in Mei 1935 gelden gedeponeerd tot een bedrag van £ 19.000.000 tegen £ 7.000.000 einde 1932. De regeering heeft groote overschotten, niet minder dan £ 1.970.000 gedurende het laatste jaar." „De beste aanwijzing voor de ontwikkeling van Palestina, vooral m de steden, geeft ons de vermeerdering van het electriciteitsverbruik. Met uitzondering van Jeruzalem en omstreken, waar men den stroom van de Jeruzalem Electric and Public Service Corporation betrekt, leverde de Palestine Electric Corporation in 1930 5.500.000 K. W. aan 10.600 verbruikers, in 1934 34.400.000 K. W. aan 35.400 verbruikers. De Joden gebruiken 93 % van de geheele electrische kracht van de Palestine Electric Corporation." »De som, die de Joden in 1934 in den bouwarbeid geïnvesteerd hebben, bedraagt £ 5.400.000. Tengevolge van de hooge huren, £ 2 /, a £ 3 per kamer, is het in dit bedrijf bij voortduring zeer druk. Het aantal arbeidswijken breidt zich steeds uit. Men zal spoedig een aanvang maken met een nieuw centrum in de Haifabaai en met den bouw van 1000 huizen aan de andere zijde van de Jarkom. Door dit laatste hoopt men dat Tel-Aviv wat zal worden ontlast van de enorme drukte in de stad zelf, die ondraaglijk begint te worden Het plan voor deze stad werd in 1910 ontworpen op een schaal van 10.000 ingezetenen, die men in 1925 berekende te hebben. In 1925 bedroeg het aantal reeds 25.000, daarop heeft men een nieuw plan gemaakt op de basis van 50.000 ingezetenen in 1940. Thans met een bevolking van 135.000 ingezetenen moet alles weer gewijzigd worden." Het statistisch bureau van de Jewish Agency in Jeruzalem geeft over de ontwikkeling van Palestina sinds 1920 de volgende cijfers 1), waarop als basis voor het jaar 1920 het cijfer 100 is genomen. !) De Arbeidsmarkt, afl. 8/9, Jrg. 16. 1926 1930 1932 1934 Immigratie 220 50 80 400 Joodsche bevolking 160 220 230 300 Joodsche landbouwbedrijven . . 130 310 760 1100 Industrieproducten (waarde) . . — 200 300 500 Bankdeposito's — 160 400 1000 Invoer (waarde) 115 120 125 400 Uitvoer (waarde) 100 130 150 230 Scheepsverkeer (hoeveelheden) . 140 160 170 300 Geldomloop — 200 230 400 Arabische bevolking 110 120 130 140 Totaalbevolking 115 130 140 150 SURINAME. Ten aanzien van een eventueele koloniseering van het binnenland van Suriname zou het aanbeveling verdienen, indien pogingen tot opheffing van dit gewest meer zouden worden bestudeerd in het licht van het bedrijf in coöperatief verband, uit te voeren door blanke kolonisten. Individueele emigratie zal thans nergens en nimmer gunstige resultaten kunnen opleveren. Zooals besproken wordt in de paragraaf over Brazilië, is emigratie thans practisch alleen mogelijk, indien men haar coöperatief organiseert. Van dit standpunt zijn de heeren C. van Marselis Hartsinck en N. J. van Straaten, leiders en ontwerpers van de in Suriname te stichten Nederlandsche kolonie „Nieuw-Holland" uitgegaan. Alvorens deze plannen te bespreken komt het ons gewenscht voor het vraagstuk ,.emigratie naar Suriname" van verschillende zijden te bezien. Zooals gewoonlijk loopen de meeningen hieromtrent zeer sterk uiteen. Zeer bevoegde personen keuren Hollandsche emigratie naar Suriname om verschillende, aannemelijk klinkende, redenen sterk af, anderen weer moedigen haar op weldoordachte gronden aan. Om zich eenigszins een beeld te kunnen vormen hoe het dan toch eigenlijk staat met de mogelijkheden van emigratie naar Suriname, zullen we hieronder eenige bevoegde personen het woord geven. Na kennisneming van deze meeningen zal het plan van de heeren van Marselis Hartsinck en van Straaten zooveel mogelijk op zijn juiste waarde kunnen worden beoordeeld. Een van de belangrijkste vraagstukken in Suriname is de aanvoer van arbeiders voor den landbouw. In 1892 bedroeg de geheele bevolking van Suriname 58484 zielen. Hiervan waren 6473 Britsch-Indiërs, toenmaals bijna allen op plantages werkzaam, en 210 Hollandsche boeren. Deze boeren werkten op hun groote doch schrale op schulprits gelegen weilanden en akkers, op de wijze der vaderen van 1845. Het is niet te verwonderen, dat door de regeeringspolitiek van invoei van Aziaten, waarvan er thans 67000 in de Kolonie wonen, de welvaart der boeren getaand is. Had men deze boeren, die bij' hun gestagen handenarbeid niets voor hun geestelijke ontwikkeling konden doen, moderne begrippen van akkerbouw bijgebracht, dan waren zij zeker nog welvarend. Wat het kiezen van andere beroepen bij de jongeren betreft, dit is een cosmopolitisch verschijnsel bij alle landbouwers. Britsch-Indiërs en Javanen doen trouwens hetzelfde. Voorstanders van Hollandsche emigratie hebben overigens steeds het oog gehad op uitvoerproducten, nooit op die voor de binnenlandsche markt. Loonende uitvoerproducten zijn gevonden in rijst en citrusvruchten. De heer E. Snellen, oud-voorzitter van de Kamer van Koophandel te Paramaribo, heeft bij het proefschrift waarop hij in November 1933 promoveerde in de landbouwkunde aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen zijn inzichten in Suriname's landbouweconomische ontwikkeling in een aantal stellingen uiteengezet. Deze stellingen kunnen aan waarde winnen doordat de samensteller niet enkel op litteratuur behoeft te steunen, doch bovendien kan putten uit een fonds van langjarige persoonlijke vertrouwdheid met land en volk. De stellingen van den heer Snellen zijn de volgende : „De wijze, waarop de afschaffing der slavernij in Suriname is voorbereid en eindelijk tot stand gebracht, heeft een ongunstigen invloed uitgeoefend op de ontwikkeling van het plantagebedrijf in Suriname. Het besluit der Nederlandsche regeering om de aanvoerkosten der arbeidskrachten voor de Surinaamsche plantages door de gemeenschap te doen dragen, genomen in 1926, is te laat gekomen om daarvan nog de verwachte ontwikkeling van het plantagebedrijf te zien tot stand komen. Het plantagebedrijf in Suriname heeft bij uitbreiding nog behoefte aan den aanvoer van meer Javaansche immigranten, mits deze onder een overeenkomst van arbeidslevering te werk gesteld kunnen worden. Het instandhouden en ontwikkelen van het plantagebedrijf is van groot belang voor de gemeenschap; steun daaraan te verleenen in de crisisjaren is gerechtvaardigd, mits onder voldoenden waarborg van het goed gebruik daarvan. De kleine landbouw in Suriname verdient als bedrijfsvorm steun van overheidswege, waaronder te noemen verbetering der productievoorwaarden, verlaging der kosten van overdracht van grond en meer voorlichting voor het bedrijf. De uitgifte van domeingrond aan den kleinen landbouw onder den titel van allodialen eigendom en erfelijk bezit met de daaraan verbonden beperkingen, verdient de voorkeur boven uitgifte in erfpacht met vasten canon (advies der Suriname-commissie) of met wisselenden canon (advies der commissie-Radier) of eigendom volgens het Burgerlijk Wetboek en in vele gevallen boven huur. De nakomelingen der Britsch-Indische immigranten blijken voor Suriname de beste kolonisten te zijn. Het ligt op den weg der overheid de kansen op ontwikkeling dezer groep zoo gunstig mogelijk te maken. Zij, die thans pogingen aanwenden om Nederlandsche landbouwers in Suriname te doen koloniseeren, zullen hun volle aandacht moeten vestigen op het feit, dat die bedrijven geheel op export moeten zijn ingericht, daar de plaatselijke markt reeds meer dan overvoerd is. Het vorenstaande zal voor die plannen het voornaamste bezwaar opleveren." Tenslotte spreekt de heer Snellen de verwachting uit, dat de Surinaamsche kleine landbouw zich vooral zal moeten bepalen tot de bestaande producten-huishouding. Uitbreiding van de Surinaamsche productie van voedings- en genotmiddelen ten behoeve van uitvoer naar Nederland heeft geen zin met het oog op de ongunstige toekomstverwachtingen van land- en tuinbouw hier te lande. De economisch-geografische positie van Suriname is in den loop der 19e eeuw zeer achteruitgegaan. De oorzaak van dit feit moet gezocht worden in de economische ontwikkeling gedurende dit tijdvak van Ned.-Oost-Indië. Toen het Suez-kanaal werd geopend, kwam Ned. Oost-Indië dichter bij de wereldmarkt. Tengevolge van de nieuwe agrarische wetgeving (1870—'71) kwam er in Oost-Indië een overschot van vrije arbeidskrachten. Ongeveer gelijktijdig werd in Suriname de slavernij afgeschaft. Met deze omstandigheden houdt men bij de beoordeeling van den toestand in Suriname niet voldoende rekening. En juist deze omstandigheden verklaren waarom Suriname minder aantrekkelijk voor economische belangen werd. Het in Suriname geplaatste kapitaal vloeide, na de openstelling van het Suez-kanaal en de invoering van de nieuwe agrarische wetgeving in de Oost, af naar Ned. Oost-Indië. Hierdoor is ook het feit te verklaren, dat Minister Colijn, zooals bij de jongste behandeling van de begrooting van Suriname in de Tweede Kamer is gebleken, een ietwat sceptische althans voorzichtige houding ten aanzien van „welvaarts-plannen" ten opzichte van Suriname inneemt. Z. E Prof. Dr. J. C. Kielstra, Gouverneur van Suriname, antwoordde op een vraag of deze de verdere emigratie van BritschIndiërs en Javanen gewenscht achtte, bevestigend. Aanvankelijk werkten deze emigranten als contract-koelies, maar later werden zij vrij. Eerst werkten zij vooral op de plantages, doch tegenwoordig hebben velen een bestaan in den landbouw gevonden, waarmede zij in hun eigen behoeften kunnen voorzien. De negers hebben weinig neiging tot den landbouw, terwijl de Creolen bovendien geen landbouwers willen zijn, maar slechts als opzichters op de plantages dienst willen doen. De loonen der Britsch-Indiërs en Javanen zijn vrij hoog; het gemiddelde dagloon bedraagt 40 a 50 centen. Er is nog veel grond ter beschikking, zoodat ook om deze reden emigratie gewenscht is. De kuststreek van Suriname is een vruchtbaar, maar laag polderland. Het aanleggen van dijken (draineering is niet mogelijk) is vrijwel onmogelijk met het oog op de daaraan verbonden kosten. De vochtige atmospheer oefent bovendien een nadeeligen invloed op cultures uit. Plantenziekten komen veelvuldig voor. Nu heeft men echter technisch het middel gevonden ter bestrijding van de „schimmels , die zich bij de bacovencultuur voordeden. Maar economisch is de bestrijding nog niet gegarandeerd. De sinaasappelcultuur levert vooruitzichten. Reeds is een goede vrucht, de „Kwatta-202" gevonden, maar een verder doorgevoerde selectie is desondanks noodig. In Suriname beseft men zeer goed, dat deze vruchten slechts een beperkte markt ten onzent vinden,' maar op de Amsterdamsche volksmarkt worden de Surinaamsche sinaasappelen aardig gekocht. Het ligt bovendien in de bedoeling om de kwijnende koffiecultuur te saneeren door uitbreiding van de sinaasappelcultuur, hetgeen de regeering als voorwaarde heeft gesteld van een te verleenen steunbedrag, zooals zij eveneens in 1931 en 1933 heeft gedaan. Lijkt derhalve ten aanzien van de sinaasappel- en koffiecultuur eenig optimisme gerechtvaardigd, dit is niet het geval met de cacao-cultuur. De cacao, die massaal gevraagd wordt, wordt voornamelijk door Afrika geleverd en voor Suriname is ten deze een plaats op de wereldmarkt uitgesloten. Men zou dit vraagstuk kunnen vergelijken met dat van de bevolkings- en plantagerubber in onze Oost. Momenteel heeft men vanuit Suriname een soort ananassen uitgevoerd, die veelbelovend lijken. Hierboven werd gesproken over sinaasappelcultuur. In dit verband volgt hierna een gedeelte van een door den heer J. A. Bange, leider van de Citrus-cultuur in Suriname, voor „De Telegraaf" geschreven artikel, waarin het belang van de sinaasappelteelt voor Suriname wordt uiteengezet. „Het is volgens de literatuur nu bijna dertig jaar geleden, dat de eerste sinaasappelen naar Holland werden verzonden. Later volgden meer zendingen, welke met meer of minder succes verscheept werden. De verbruikers in Holland waren algemeen van oordeel, dat de smaak uitstekend was, terwijl vooral de saprijkheid van de vrucht en de smaak van het sap ten zeerste werden geroemd. Uit de jaarverslagen van het Landbouwproefstation te Paramaribo blijkt, dat verscheidene soorten uit het buitenland werden ingevoerd, met het doel hiervan voort te kweeken. Genoemd proefstation was dus werkzaam in het belang van de sinaasappelteelt en deze overheidsbemoeienis is tot heden nog niet gestaakt. In de opeenvolgende jaarverslagen wordt steeds het een en ander gerapporteerd over de werkzaamheden, welke zich uitsluitend bepaalden tot het kweeken van jonge boomen en het verzenden der vruchten. Door allerlei omstandigheden, o.a. gebrek aan technisch personeel, enz., werd aan het stadium tusschen levering der boomen en het verzenden der vruchten weinig aandacht besteed. En aangezien de meeste planters, met uitzondering van een enkeling, den groei aan de natuur overlieten, kan men wel begrijpen, dat van een vruchtencultuur geen sprake kon zijn. Koffie was hoofdzaak, sinaasappelen moesten vanzelf maar groeien. Hierbij komt nog, dat vóór 1922 een groot sortiment afgeleverd werd, n.1. elf vormen. Dit had het groote nadeel, dat van ïederen vorm' slechts weinig boomen verspreid werden, zoodat het langs dezen weg nooit mogelijk geworden zou zijn, een belangrij kwantum van een standaardmerk te verkrijgen. Na 1922 werd de collectie tot zes nummers ingekrompen, doch ook dit was nog niet voldoende om tot groote aanplantingen van één type te komen. In de jaren 1927 tot en met 1931 verkocht het proefstation 8800 jonge sinaasappelboomen, zoodat gemiddeld van ïederen vorm per jaar 300 boomen verspreid werden. Hiermee is duidelijk aangetoond, dat op deze wijze nimmer groote verschepingen plaats zouden kunnen vinden. Er komt nog bij, dat de planters de geleverde boomen links en rechts door elkaar plantten, zoodat practisch gesproken de meeste aanplantingen, welke aangelegd zijn uit materiaal van vóór 1932, voor den export geen blijvende waarde zullen hebben. Vorm en smaak van deze vruchten loopen zoo sterk uiteen, dat geen standaardproduct uit die aanplantingen geleverd kan worden. Eén aanplant maakt hierop een uitzondering en dank zij deze plantage is het mogelijk geworden na 1932 een standaardvariëteit voort te kweeken Het is de plantage „Guineesche Vriendschap", welke deze eer te beurt valt. Aldaar werden in 1923 twee vormen uitgeplant, evenwel sterk gescheiden. Bij de eerste verschepingen in 1932 bleek het, dat de eene vorm (Kwatta 202) bijna 1V2 maand eerder rijp was, dan de andere, hetgeen zich in 1933 herhaalde. De bloei was gelijktijdig geweest. Mede door het feit, dat een zuivere aanplant van dezen vorm was aangelegd, was het mogelijk een aantal kratten met gelijkvormige vruchten te verzenden. De beoordeeling dezer kratten was buitengewoon goed, hetgeen voor een groot deel is toe te schrijven aan het feit, dat vorm en smaak van alle vruchten uit één krat gelijk waren. Gesteund door deze beoordeeling en nog meer aangemoedigd door het vroegtijdig rijpen, werd deze vorm door den heer J. A. Bange voorgedragen voor het vermenigvuldigen in het groot. Even verdient nog vermeld, dat Kwatta 202 geen variëteitsnaam is. Op het land Kwatta werd jaren geleden een groot aantal sinaasappelvormen uitgeplant, alle afkomstig van het landbouwproefstation. Deze boomen en ook van andere plantages werden in 1922 genummerd en waarna de vruchten ter beoordeeling naar Nederland zijn gezonden. Kwatta 202 geeft dus het nummer aan van den boom, waarvan deze vruchten afkomstig zijn." Op een vraag, welke verwachtingen Gouyerneur Kielstra koestert omtrent Suriname s toekomst, antwoordde hij geen grooten bloei opeens te verwachten, tenzij belangrijke mijnbouwkundige vondsten worden gedaan, hetgeen zeer onwaarschijnlijk is. In den landbouw is weinig vooruitgang, aldus Gouverneur Kielstra, maar de vruchtcultures (bacoven, ananas, citrus-vrucht en grapefruit) houden wel eenige beloften voor de toekomst in. Ter bevordering dezer cultures is het landbouwproefstation ijverig werkzaam. Aan dit instituut is de landbouw-economische afdeeling in een landbouw-economische en een cultuur-technische afdeeling gesplitst, teneinde ten aanzien van de vruchtencultures van nauwkeurige voorlichting te kunnen dienen. In de stad wordt nu armoede geleden, immers de stad leefde in het verleden van de plantages. Koloniseeren naar het platteland is dus heden ten dage noodzaak geworden. Dit ging eerst individueel, maar nu ook in groepsverband Het Surinaamsch crisis-comité stichtte Herminadorp, waar de landbouw beoefend wordt. Het idee van kolonisatie in groepsverband lokte ook de Creolen. Op initiatief van een onderwijzer werd een comité opgericht ter propageering van dit denkbeeld. Het comité „Creola" had succes, mede dank zij den steun van overheidswege verleend. Bij de beoordeeling van den toestand dient men wel te bedenken, dat het land beperkte hulpbronnen en een dun gezaaide bevolking heeft. Met behulp van emigratie en kapitaal acht Gouverneur Kielstra het echter zeer wel mogelijk, rekening houdende met de omstandigheden, een matige welvaart in Suriname op te bouwen. In „Neerlandia", Jrg. 38, No. 5, dient de heer Th. Lens, medicus met jarenlange ervaring in Suriname, Dr. Rutgers, oud-gouverneur van Suriname, van repliek naar aanleiding van een artikel van laatstgenoemde, waarin de contra's van een kolonisatie van Suriname door Nederlanders sterk naar voren werden gebracht. De heer Lens schrijft: „De fout, van ons mooie Suriname een kolonie van Aziaten gemaakt te hebben, wreekt zich nu. Dat de kolonisatie van 1845 zoo slecht was voorbereid, was te danken aan tegenwerking in leidende Creolenkringen. Deze was eensdeels te verklaren uit de vrees voor verlies van prestige tegenover de negerslaven door het verrichten van veldarbeid door blanken, anderdeels uit vrees voor verlies van invloed op het bestuur, bij toenemende Hollandsche bevolking. Stelselmatig zijn de Hollandsche boeren tegengewerkt en geplaagd. Later, toen men de slavenarbeid door Aziaten deed verrichten, stuitte Hollandsche kolonisatie op de belangen der plantagebezitters, die, hopende met de aan te voeren contractarbeiders hun ondernemingen te kunnen redden, alle subsidie voor Suriname te hunnen bate opeischten. Thans blijkt het, dat de groote landbouw in Suriname met zijn te dure ingevoerde werkkrachten, de mededinging met andere tropenlanden, die over goedkoopen koeliearbeid beschikken, niet kan volhouden. De proef met Aziaten heeft 63 jaar geduurd, de mislukkig was echter veel vroeger al duidelijk. Thans meent men door het klein-landbouwbedrijf van Aziaten en Creolen de kolonie in beteren toestand te kunnen brengen. Ik acht het plicht der regeering deze klein-landbouwers voor te lichten en aan een goede soort van rijst te helpen en hen ook behulpzaam te zijn bij het verkrijgen van de goede soort sinaasappelboompjes." Geraken de menschen hierdoor tot meer welvaart, dan kunnen zij tenminste door het betalen van belasting en landhuur iets teruggeven van het geld, dat Hollandsche belastingbetalers voor hen hebben opgebracht en nog opbrengen. Vanzelfsprekend is het min of meer een voorwaarde, dat het de huidige Surinaamsche bevolking goed gaat. Maar met deze, betrekkelijke, welvaart zouden we nog niet tevreden kunnen zijn. Immers, daarmede zijn onze 400.000 werkloozen nog niet geholpen. Een aantal, dat voorzoover geen ingrijpende veranderingen in den economischen toestand van ons land en van de wereld zullen optreden, zooals wij het zien, zeker nog zal stijgen. Men vergete daarbij ook niet, dat ons toch al dichtbevolkte land, jaarlijks wordt verblijd met een geboorteoverschot van 100.000 zielen. Het is dus hoog tijd om uit te zien naar mogelijkheden tot het spuien van flinke bevolkingsgroepen. In de eerste plaats komen daarvoor in aanmerking onze eigen koloniën. Doen wij dit niet, dan zullen er wel andere kapers op de kust komen, die o.i. zeer terecht zullen opmerken, dat ongekende bodemschatten blijven afgesloten voor de wereldhuishouding. !) Waarom tracht de regeering niet de duizenden, die naar Suriname en elders willen emigreeren, te helpen? Het vertrouwen waarmede emigratie naar Suriname aanbevolen wordt, berust op de wetenschap, dat er sinds het begin dezer eeuw honderdduizenden Europeanen met goeden uitslag naar de tropen emigreerden en daar slaagden. In November j.1. zijn door het Tweede-Kamerlid Rutgers, oudGouverneur van Suriname, aan den Minister van Koloniën een aantal vragen gesteld naar aanleiding van een door de „Stichting Nieuw-Holland" aan gemeentebesturen gezonden circulaire. Uit de beantwoording dezer vragen blijkt, dat iedere hoop op verwezenlijking der emigratieplannen zal moeten worden opgeheven, althans voorloopig. Dit heeft ons niet weerhouden de plannen, terwille der volledigheid, in deze paragraaf eenigszins uitvoerig te bespreken. ') Wij herinneren hierbij aan het begrijpelijke verlangen van de Japanners om, zii het dan wel niet enkel uit economische overwegingen, penetratie van Nieuw-Guinea en onze Oost te forceeren. Het plan „Nieuw-Holland", waarvan de uitwerking en voorbereiding ruim twee jaren in beslag hebben genomen, is er een dat al'een reeds door de wijze van voorbereiding en de minutieuse aandacht waarmede de ontwerpers de hoogste belangrijke vraagstukken die bij een dergelijk plan ontstaan, hebben bestudeerd en opgelost aller aandacht waard is. Afgezien van de vraag of het voor uitvoering inderdaad vatbaar is en aan redelijk te stellen eischen kan voldoen, moet het plan worden beschouwd als een zeer serieus voorbere'de poging, te goed om a la Dr. Rutgers onverbiddelijk te worden afgewezen. In deze paragraaf willen wij, daar o.i. de eerste behandeling van verzoeken om inlichtingen betreffende eventueele emigratiemogelijkheden naar Suriname door de arbeidsbeurzen en agentschappen der arbeidsbemiddeling zal worden verricht, eenige vragen beantwoorden, welke naar aanleiding van courantenberichten enz. kunnen worden gesteld. Te onzer oriënteering hebben we ons gewend tot de ontwerpers. De beschouwing, welke hierna volgt, is de persoonlijke meening der beide ontwerpers, welke zij ons zeer gedocumenteerd hebben te kennen gegeven. Prof. J. C. Kielstra, Gouverneur van Suriname, qualificeerde het plan „Nieuw-Holland" in een interview door een Telegraafjournalist als volgt: „In ieder geval heeft het twee zeer goede eigenschappen, waardoor het zich van tal van vroegere projecten onderscheidt: er wordt geen gouvernementssubsidie gevraagd en het vertoont een groot-chen opzet. Ik zou gaarne zien, dat „Nieuw-Holland werkelijkheid werd ; op alle medewerking van het bestuur kan te zijner tijd zeker gerekend worden, maar dan moet bij de vooibe^eirling ook in alles voorzien zijn, anders is het resultaat niet moeilijk te voorspellen en aan mislukkingen heeft Suriname waarlijk geen behoefte meer. In een onderhoud dat de ontwerpers hadden met Gouverneur Kielstra machtigde deze hen te verklaren, dat hij met groote belangstelling van het plan heeft kennis genomen en vooral den opzet, met alle finesses, bewondert, doch alsnog een plaatselijk diepgaand onderzoek aanbeveelt. De ontwerpers, de heeren C. van Marselis Hartsinck en N. J. van Straaten zijn, door bestudeering van vroegere plannen, die voor een groot deel mislukt zijn of niet uitgevoerd, omdat er fouten 35 zijn gemaakt, waarmede men thans rekening kan houden, tot de overtuiging gekomen, dat kolonisatie door Europeanen in de tropen, met name in Suriname, mogelijk moet zijn, indien men zooveel mogelijk gunstige factoren weet te combineeren, den opzet tot in de finesses verzorgt, dus vooral ook aan den hygiënischen en medischen kant alle aandacht besteedt en het risicopercentage zeer klein wordt. Alvorens het geheele plan te ontleden willen we onze aandacht wijden aan het voornaamste vraagstuk, den hygiënischen en medischen kant van emigratie naar Suriname. Dr. P. R. van der Eist te Haarlem, de medische adviseur schreef, in verband met zijn ondervindingen opgedaan in equatoriaalAfrika als assistent van Prof. Albert Schweitzer : „De analogie, in vele opzichten, met de situatie van Uw toekomstige kolonie deed mij Uw onderneming ook eens van dien kant bekijken. Hoewel er natuurlijk op ondergeschikte punten nog veel overleg en studie noodig zal zijn, meen ik U toch te kunnen verzekeren, dat men, mits streng vasthoudende aan de regelen, die door U zijn voorgeschreven, juist deze onderneming veel kans heeft om, na de eerste moeilijke maanden in het laagland tijdens den aanleg van den weg, te slagen, zonder al te veel moeilijkheden. Men heeft hier nl. te doen met wat Schüffner, de zeer verdienstelijke pionier op het gebied van de plantage-hygiëne op Sumatra, een dwanggemeenschap noemde, waarin allen gedwongen zijn zich te onderwerpen aan de medische voorschriften. Dit in tegenstelling met de vrije bevolkingsgroep, die door gebrek aan hygiëne in de tropen zoo groote ziektekansen heeft. Een dergelijke vrije bevolking is naar Uw gegevens bij U zelfs niet in de buurt: het ontbreken van zoo'n infectie-bron is een niet genoeg te waardeeren voordeel. Bovendien heeft men hier niet te maken met inlanders, maar met Europeanen, die van veel maatregelen zelf het belang kunnen inzien en dus beter meewerken Het ziektecijfer behoeft onder deze omstandigheden slechts weinig te verschillen met dat in gematigde luchtstreken." Dr. v. d. Eist voegt aan zijn gunstige prognose deze beperking toe, dat de medicus alleen dan een goeden gezondheidstoestand van de aan hem toevertrouwden kan garandeeren, indien hem naast de formeele en feitelijke macht om zijn voorschriften te doen uitvoeren, ook de noodige financiën ter beschikking staan. Organisatie. Het transport der kolonisten van Nederland naar Suriname zal geschieden met een eigen schip ; op den duur is dat goedkooper, omdat na anderhalve reis de kosten er reeds uit zijn, hetgeen mede veroorzaakt wordt, door de bemanning als kolonisten te beschouwen. De leiding der kolonie volgt het principe: the right man in the right place; wordt iemand het meest geschikt geacht voor bepaalde werkzaamheden, dan moet hij die ook verrichten. Het schip blijft de schakel vormen tusschen de kolonie en het moederland. Behalve de kolonisten worden ook zeer veel landbouwmachines, werktuigen en andere materialen, extra kleeding, huisraad, enz. meegenomen. De overtocht is geheel vrij, niet alleen voor den kolonist, doch ook voor zijn huisgenooten. De eenige uitgave, die gemaakt moet worden is de aanschaffing van een uitrusting, bestaande uit: 2 dekens 1 overtrek voor bed (60 X 180 c.m.) 1 overtrek voor kussen 4 lakens 4 slopen 6 khaki hemden 6 bruine hemden 2 wit linnen pakken 12 paar sokken, katoen of wol 6 onderbroeken 6 hemden 1 paar laarzen 2 paar schoenen 1 dozijn veters 1 schoenborstel 1 etensbord (metaal) 1 eetketel 2 vorken 2 lepels 2 messen 1 waschblik 1 zeepdoos 2 kammen 2 tandenborstels 1 handenborstel 6 handdoeken 12 zakdoeken 2 drinkbekers 2 dozen schoensmeer 2 stuks scheerzeep 1 scheerkwast 5 dozijn scheermesjes of 2 scheermessen 1 scheerapparaat 2 veldflesschen 2 tabakspijpen 1 reiszak (schipperszak) 1 naaizakje (inhoud: stopgaren voor onderhoud goed, zwart, wit en bruin garen, knopen en haken, pakje naalden, stopnaalden, naairing) . Deze uitrusting kan bij de leiding van „Nieuw-Holland worden besteld. Het is mogelijk, door groote hoeveelheden ineens te koopen, den prijs van een volledige uitrusting te stellen op ƒ 60,-. Na aankomst in de Kapoeri-kreek dient het schip voorloopig als huisvesting, totdat de muskiet-vrije barakken zijn gebouwd. Het beginkapitaal is zuiver uitgerekend, met een behoorlijke marge. De opbrengst van het te kappen hout zal de onderneming den eersten tijd kunnen financieren. De opbrengst der cultures per hectare is berekend op 2/3 van die der bestaande ondernemingen, gecalculeerd naar 2/3 van de laagste prijzen, die de producten op de wereldmarkt opbrengen en op die basis zal iedere kolonist een behoorlijk inkomen kunnen hebben. Als basis der arbeidsprestatie is genomen 3/4 gedeelte van die van een middelmatigen koelie op bestaande ondernemingen. De kolonisten behoeven geen contract te onderteekenen, men verplicht zich alleen alle bevelen van de leiding naar beste weten en kunnen op te volgen. Indien blijkt, dat iemand ondanks het medische vooronderzoek niet tegen het klimaat kan of om andere redenen terug wil of minder geschikt wordt bevonden, kan hij gratis den terugtocht aanvaarden. Iedere kolonist blijft afhankelijk van de deskundige leiding en moet zijn arbeidskracht met die van anderen samen besteden aan het openleggen, schoonmaken en beplanten der gronden. Indien alles beplant is, wordt deze grond uitgegeven, doch moet een ieder zelf, onder toezicht, voor onderhoud en oogsten zorgen. De afwerking van het product geschiedt centraal om het beste resultaat te verkrijgen. We zouden het als volgt kunnen samenvatten: één groote gemeenschap, allen werkend met en voor elkaar, aankoopen en verkoopen geschieden in coöperatief verband, waardoor de laagste prijzen kunnen worden bedongen en de hoogste worden gevraagd. Deze wijze van koloniseeren biedt zeer vele voordeelen boven individueele kolonisatie. Denken we slechts aan mogelijkheden van een eigen landbouw-proefstation, deskundige voorlichting, uitgebreide relaties, waardoor goeden afzet gewaarborgd is, enz. Bodemgesteldheid en klimaat. Er is gezocht naar een bergterrein met een klimaat, waarin Europeanen kunnen arbeiden, indien mechanische hulp in voldoende mate aanwezig is. De ontwerpers meenen dit gevonden te hebben in het Zuidelijk gedeelte van het Bakhuisgebergte en het Westelijk deel van de aangrenzende Wilhelminaketen. De voedselgronden liggen op 5 a 600 m., de cultuurgronden hooger. De Corantijnrivier, welke de grens vormt tusschen Britsch- Guyana en Suriname is bevaarbaar voor schepen van circa 4000 ton en kan dus als „toegangsweg" worden benut. Via de Kapoerikreek komt men in het savannen-gebied, waardoorheen een weg van i 80 k.m. lengte moet worden aangelegd om het Bakhuisgebergte te bereiken. Het bergterrein, dat volgens de plannen door „Nieuw-Holland" gedurende 75 jaar in erfpacht zal worden genomen, beslaat een oppervlakte van 3.000.000 h.a. De weide-gronden zullen worden benut voor veeteelt; het melkvee kan goedkoop ter plaatse worden gekocht en later aangevuld uit Nederland. Zoodra men op 400 m. is gekomen, worden er voedselgronden met mechanische hulp bouwrijp gemaakt, daarna het hooger gelegen cultuurgebied. Het klimaat in het uitgezochte gebied is gunstiger dan elders. De temperatuur is niet hooger dan 80 graden en wegens de afwezigheid van bevolking is de streek waar „Nieuw-Holland" zal worden gevestigd gegarandeerd malaria-vrij. De Nederlandsche kolonisten hebben bovendien geen koelie-arbeid te verrichten, dank zij de grondbewerkingsmachines. Prof. Stahel, de directeur van het proefstation in Suriname, veronderstelt, dat in het binnenland de bodem bestaat uit geërodeerd granietzand, dat volmaakt onvruchtbaar is, met een in den loop van eeuwen onstane humuslaag er op, welke echter nog zoo dun is, dat wanneer de bosschen gekapt worden, die laag op de meeste plaatsen weer gauw zou zijn weggeregend en verwaaid. Andere deskundigen, deze opvatting in hoofdzaak deelend, meenen echter dat er valleien en hellingen zijn, waar de humuslaag wel voldoende is. Gouverneur Kielstra heeft eveneens de vraag gesteld of de bodem wel geschikt is. Wij hebben ons gewend tot de ontwerpers van het plan „Nieuw-Holland" en ten aanzien van de bodemgesteldheid is hun meening als volgt. Het argument, dat de humuslaag onvoldoende zal blijken te zijn, is zeer zwak, indien men uitgaat van den gedachtengang, dat zware bosschen in den loop der eeuwen uit dien bodem zijn ontstaan, de humuslaag steeds dikker is geworden. Zelfs wanneer er onvruchtbare streken zijn, is dat eerder een voor- dan een nadeel. De regenval wordt immers sterk beïnvloed door de aanwezigheid van bosschen. De kolonie heeft een gebied van 3.000.000 h.a. in erfpacht gevraagd ; men gaat geenszins van de veronderstelling uit, dat deze 3.000.000 h.a. zonder uitzondering alle vruchtbaar en geschikt voor cultures zullen zijn. Cultures. De landbouw in Suriname kan dezelfde producten voortbrengen als andere tropische en sub-tropische gebieden: rijst, suiker, koffie, tabak, katoen, bananen, citrus, e.d. De kuststreek bestaande uit groote gebieden aangeslibde zeeklei, is bijzonder vruchtbaar en hier zijn dan ook nog oude plantages waar nimmer gemest is, zonder dat echter de grond merkbaar achteruit is gegaan. Voor intensief in cultuur brengen zou echter inpoldering noodig zijn, met de daaraan op de exploitatie drukkende kosten van onderhoud van dijken, slooten, e.d. Daarbij komt, dat de vochtigheidsgraad van het klimaat, behalve den normalen plantengroei, in het bijzonder ook dien van allerlei ziekten bevordert. Daardoor is vroeger de koffie mislukt en thans vertoont de bacove alweer een nieuwe schimmel. Deze is gedefinieerd en de bestrijdingswijze is bekend, doch dat kost weer geld en zullen deze extrakosten de bacovecultuur nog loonend doen zijn? Door de leiding van „Nieuw-Holland" is gezocht naar een bergcultuur, die niet te veel moeilijkheden oplevert met oogsten, waarvan de afwerking niet te hooge eischen stelt en waarvoor een afzet der producten gegarandeerd is. Het meest geschikt leek de oliepalm en later de arabica-koffie. De gewonnen palmolie wordt, zooals bekend, behalve voor consumptiedoeleinden ook gebruikt voor de bereiding van zeep en kaarsen en o.a. in Amerika vooi vertinnen van ijzer. Het genoemde gebied van vestiging is daarom zoo gunstig in cultuur te brengen, omdat men niet in botsing komt met bevolkingsbelangen, hetgeen elders in Suriname meestal wel het geval is. Vermoedelijk wordt er ook een proef genomen met moerbei-teelt voor eventueele zijde-industrie. Bij ieder huis kunnen vruchtboomen worden geplant en kan pluimvee worden gehouden, enz. Vooral gedurende de eerste jaren zal de opbrengst van het gekapte hout een belangrijk deel der totale ontvangsten uitmaken. Er zijn met Nederlandsche houthandelaren reeds contracten afgesloten. Aanvangswerk. De werkzaamheden waarmede wordt aangevangen bestaan uit den aanleg van den 80 k.m langen weg; de eerste groep kolonisten maakt dezen op 3 m. breedte, de volgende groep brengt hem op 6 m., enz. tot 12 m. toe. De weg zal gelegd worden door een savannengebied, uiteraard zal dit werk niet zeer veel tijd en kosten vergen. Van de leiders der te stichten kolonie vernamen wij, dat een Nederlandsche organisatie haar octrooi-recht op een nieuwe vinding, een auto- en tractor-railbaan, voot Suriname aan hen heeft afgestaan, waardoor de mogelijkheid is ontstaan geen wegen aan te leggen, maar railbanen. Door een der beide ontwerpers van het plan „Nieuw-Holland , den heer C. van Marselis Hartsinck, zal met den heer J. J. J. Ingerman, oud-planter op Java en Sumatra en oud-directeur van groote ondernemingen in den Congo, den plantkundigen leider, in October 1935 een voetreis door het in erfpacht gevraagde gebied maken. Het ligt in de bedoeling in Januari 1936 een 300-tal kolonisten te laten vertrekken, daarna zullen per 3 maanden 225 personen in de kolonie worden opgenomen. Verdiensten. In principe verdient niemand iets alvorens er winst gemaakt wordt, waaruit volgt dat iedereen weet, dat hij uitsluitend tegen kost en inwoning moet werken en wel gedurende de eerste 2 jaren. Daarna ontvangen de menschen 55°/o minimaal van de netto opbrengst. De resteerende 45 °/o wordt gebruikt voor het vormen van een reserve-kapitaal en voor het winstaandeel der niet-verbouwers, die in aantal 10°/o van het totaal aantal kolonisten zullen bedragen, voorts voor een weduwen- en weezenfonds en voor onderwijs, enz. Tenslotte heeft Gouverneur Kielstra bij alle waardeering voor opzet en gedetailleerde uitwerking van het plan „Nieuw-Holland tweeërlei voorbehoud moeten maken : zal het vervoer, minstens 80 k m tot de Corantijn, de producten niet te duur maken en is de bodem wel geschikt? Indien deze beide vragen ontkennend zouden moeten worden beantwoord, behooren kolonisatiepogingen onmiddellijk gestaakt te worden. De eerste vraag kan echter met een wedervraag beantwoord worden: is in Suriname een weg van 80 k.m. lengte, een railbaan waarop een snelheid van gemiddeld 40 k.m. per uur kan worden ontwikkeld, vergeleken bij de afstanden die door de planters in Ned. Oost-Indië moeten worden afgelegd, van nadeeligen invloed op den kostprijs der producten? De tweede vraag betreffende de bodemgesteldheid is hierboven reeds beantwoord. ZUID-AFRIKA. Zuid-Afrika is een van de weinige landen ter wereld, waar depressie en werkloosheid hebben plaats gemaakt voor opleving en bedrijvigheid. Het is hier niet de plaats om op de oorzaken daarvan diep in te gaan, noch ook om een algemeene beschrijving van de economische toestanden in de Unie te geven. Bekend is trouwens dat de voornaamste reden gelegen is in de verhoogde werkzaamheid der goudindustrie sinds het land in December 1932 de gouden standaard verliet en het verschil van meer dan 30 % tusschen het Engelsche en Zuid-Afrikaansche Pond verdween. De grootste bedrijvigheid heerscht aan den z.g Rand het centrum der goudindustrie, waar in 1934 een steeds toenemende bouwbedrijvigheid, men kan wel zeggen bouwwoede, heeft ingezet. Ook de toestand in den landbouw heeft zich den laatsten tijd gunstig ontwikkeld. De melkproductie is grooter geworden terwijl door de opgedane ervaring de kwaliteit van het voornaamste product dat voor de afzet in aanmerking komt, n.1. kaas, belangrijk is verbeterd, waardoor een goede vraag naar deze kaas ontstaan is, terwijl behoorlijke prijzen worden verkregen. Het blijft te wenschen dat de melkproductie wordt opgevoerd, opdat de productiekosten van de kaas minder kunnen zijn. Dit zou o.a. kunnen geschieden indien meerdere bekwame zuivelboeren zich daar gingen vestigen, waartoe nog gelegenheid bestaat. Ook zou er gelegenheid bestaan volgens berichten van een Nederlandsche kolonie nabij Johannesburg in Zuid-Afrika, tot vestiging van een aantal boeren op kleine bedrijven, waar men in hoofdzaak zijn bestaan moet vinden in de pluimveehouderij voor afzet zoowel van eiefen als kippen naar Johannesburg, terwijl daarnaast hetzij groenten- of fruitteelt overwogen zou kunnen worden. Er bestaan alzoo mogelijkheden van immigratie in Zuid-Afrika voor landbouwers en bouwvakarbeiders, mits zij in het bezit zijn van eenig kapitaal voor overtocht, levensonderhoud gedurende eenigen tijd en oprichting van een landbouwbedrijf Hieronder volgen bijzonderheden voor emigreerende landbouwers en bouwvakarbeiders. x) Landbouw en veeteelt. De plaats Wonderfontein, gelegen op het Hoogeveld in het Zuiden van Transvaal tusschen Johannesburg en Potchefstroom, kwam in 1929 in Nederlandsche handen, opdat daar zou worden gevestigd een nederzetting van Nederlandsche landbouwers. Zij beslaat een oppervlakte van 3450 morgen (1 morgen is 0.85 h.a.). De ligging van de plaats is gunstig ten opzichte van den afzet naar groote bevolkingscentra, waarmede zij door den spoorweg van Kaapstad naar Petroria over Kimberley, Potchef stroom en !) Bron : Maandblad „Zuid-Afrika", October 1934. Johannesburg, die over de gronden loopt verbonden is. Het spoorwegstation van de nederzetting heet Oberholzer en is gelegen op een afstand van c.a. 105 k.m van Pretoria, c.a. 80 k.m. van Johannesburg en c.a. 55 k.m. van Potchefstroom. De bodem bestaat hoofdzakelijk uit roodbruin leemhoudend zand van goede structuur, verder uit roodbruin tot zwarten kleigrond en daarnaast vruchtbaren veengrond. De eerste grondsoort verdraagt geregelde bevloeiïng goed, doch is als nieuwe grond over het algemeen humusarm, waardoor stalbemesting en groenbemesting noodig is. Op bijna alle gronden in Zuid-Afrika is superfosfaatbemesting noodig. Stikstof wordt zoo goed als niet toegevoegd; de meeste gewassen hebben het niet noodig en door den verbouw van lucerne en andere leguminosen wordt hierin voldoende voorzien. Een lichte kalibemesting is soms noodig bij den verbouw van knolgewassen. Het klimaat op Wonderfontein is zonnig droog, niet te warm in den zomer en niet koud in den winter, waardoor gezond en aangenaam. Het vee blijft het geheele jaar buiten. De geringe regenval maakt echter, dat men voor den landbouw in groote mate afhankelijk is van bevloeiïng. De boeren beschikken daar alleen over een gedeelte bevloeibaar land en een gedeelte droog land, waarvan het laatste dient als weideland en voor den verbouw van gewassen, die zonder bevloeiïng kunnen gedijen. Het water wordt verkregen uit twee z.g. „oogen ; dat zijn bronnen. Het eene oog, gelegen op de plaats zelve, levert 22 kubieke voet water per seconde en voedt een van kalkbeton gemaakt irrigatiekanaal van 12 k.m. lengte. Het andere oog, gelegen ten Noord-Oosten van de plaats, nabij het station Bank, levert 18 kubieke voet per seconde en voedt een irrigatiekanaal ter lengte van 17 k.m. De hoeveelheid water blijft steeds vrij constant. In gepasseerde langdurige droogteperioden was er slechts geringe vermindering van de hoeveelheid water te bespeuren. Er is voldoende water voor het geheele bevloeibare gedeelte. De waterrechten varieeren van 3—16 sh. per morgen per jaar, terwijl daarboven de onderhoudskosten van de kanalen moeten worden betaald; deze laatste kosten bedroegen in de afgeloopen jaar ca. 21/2. sh. per morgen per jaar. Plantenziekten komen niet meer of ernstiger voor dan in Nederland. Evenmin komen bijzondere veeziekten voor, behalve paardenziekte. Er zijn wel paarden, doch deze worden weinig ge- bruikt voor trekkracht. Hiervoor bezigt men trekossen of muildieren. Een achttal Nederlandsche landbouwers heeft zich reeds op de kolonie Wonderfontein gevestigd, aldaar grond gekocht en bedrijven gesticht. De aldaar voorkomende bedrijfsvorm is het melkveebedrijf met daarnaast verbouw van voedergewassen en enkele andere gewassen, welke in de vruchtwisseling noodig zijn. Voorts worden diverse grove groentegewassen verbouwd. Voor verwerking van de melk is een kaasfabriek gebouwd, waartoe een coöperatie is opgericht, n.1. de Coöperatieve Kaasfabriek „Adorp . Na aanvankelijk met groote moeilijkheden gekampt te hebben, is men er in geslaagd een product te bereiden, dat een goeden naam heeft verworven op de markt te Johannesburg. Nadat in de eerste paar jaar slechts lage melkprijzen konden worden uitgekeerd, is de prijs geleidelijk gestegen, zoodat over 1933 6 pence per gallon, is 5 a 5V2 per liter melk, kon worden uitgekeerd. De prijs zou nog kunnen worden verhoogd, o.a. door vestiging van meer kolonisten, indien een grootere hoeveelheid melk kon worden verwerkt, daar de fabriek niet op volle capaciteit kan worden gebracht. De stemming onder de kolonisten is zeer hoopvol, hetgeen een groot contrast maakt ten opzichte van de stemming onder de melkveehouders in andere landen. De veehouderij is het hoofdbedrijf op de kolonie Wonderfontein. Het aantal stuks vee wordt in hoofdzaak bepaald door de beschikbare hoeveelheid weidegrond en bevloeibaren grond voor den verbouw van voedergewassen. In Zuid-Afrika is het nogal de gewoonte onproductieve koeien aan te houden. Bij goede voeding en teeltselectie door een kundig veehouder is het productievermogen even groot als in andere landen. Men treft er in hoofdzaak zwartbont Hollandsch vee aan, waarvan in Zuid-Afrika een stamboek is ingesteld. Voor een beginner op Wonderfontein zijn de aankoopsprijzen van hoogproductieve koeien waarschijnlijk te duur. De prijzen voor goed gebruiksvee loopen van ƒ 70,— tot ƒ 150,—. Op de kolonie zijn twee goede stieren aanwezig. Goede koeien leveren van 3000—4000 liter per lactatieperiode van 300 dagen. Het gemiddelde vetgehalte is 3,6—3,8 °/'o. Het melkbedrijf kan gecombineerd worden met varkensfokkerij en -mesterij en hoenderfokkerij. Het afvalproduct bij de kaasbereiding, de wei, wordt gebruikt voor het opfokken van kalveren en varkens. De hoenderteelt, zoowel voor eierproductie als voor de slacht, geeft bij voldoende kennis van zaken bevredigende resulaten, wegens de nabijheid van groote steden ais Johannesburg en Pretoria. De te verbouwen gewassen dienen in de eerste plaats tot het verkrijgen van het noodige veevoer. Hiertoe behooren lucerne, mais V; _>r zaad, zoowel als voor persvoer, tefgras voor hooi en groenbemesting, haver, sojaboonen voor hooi en zaad, pompoen en mangelwortels. Voorts kunnen worden verbouwd tarwe, gerst, rogge, aardappelen, lijnzaad, erwten, boonen en diverse tuinbouwgewassen. Lucerne. Op de oudere cultuurgronden kan lucerne 6 maal gemaaid worden per seizoen en levert een zeer bevredigende opbrengst, 6 tot 12 ton per morgen. Op de z.g. „nieuwe gronden" moet men eerst enkele andere gewassen brengen en daarna stalmest en superbemesting geven voor men met lucerne aanvangt. Mielies (mais) is zeer geschikt voor persvoer en geeft groote opbrengst, tot 24 ton per morgen. Tefgras geeft zeer waardevol hooi, wordt meest gevoerd met lucerne en z.g. kafferboontjes. Opbrengst 2 tot 5 ton per morgen. Kafferboontjes zijn onmisbaar voor het in cultuur brengen van nieuwen grond, voor groenbemesting zoowel als voor hooiwinning, opbrengst 3 tot 6 ton per morgen. Haver wordt gebruikt voor het samenstellen van een goed gemengd krachtvoer voor melkkoeien en kalveren. Ook het stroo wordt gewaardeerd als ruwvoer. Opbrengst 4 tot 6 ton stroo en 20 tot 40 zakken zaad per morgen (1 zak is 150 Engelsche ponden of c.a. 68 k.g.). Sojaboonen zoowel voor hooi als voor zaad, opbrengst 2 tot 8 ton hooi en 8 tot 16 zakken zaad per morgen. Pompoen en mankataan is uitstekend groenvoer, absoluut noodzakelijk voor het vee in de droge wintermaanden, buitengewoon groote opbrengst per morgen. Mangelwortelen doen goed dienst in het melkbedrijf in de maanden September en October, wanneer de pompoen opgevoerd is. Rogge, gerst en haver kunnen in het najaar gezaaid worden om af te weiden gedurende den winter en daarna kan nog zaad gewonnen worden. Tarwe: opbrengst 10 tot 25 zakken per morgen. Aardappelen: 2 oogsten per jaar. Bij goede stalmest en superbemesting opbrengst 80 tot 200 zakken per morgen. Benoodigd kapitaal. De prijzen van gronden op Wonderfontein varieeren naar den aard van den grond, voorts naar den kwaliteit en ligging. Men onderscheidt drie hoofdtypes, n.1. bevloeibaren grond, ploegbaren drogen grond en weideveld, niet ploegbaar. Omtrent de grondprijzen kunnen thans geen vaste gegevens worden vermeld, daar deze te veel aan wisselingen onderhevig zijn. Ernsüge reflectanten worden hierover met de eigenaren in verbinding gebracht. Voorts bestaat wellicht de mogelijkheid, dat voor een gedeelte van de koopsom in Zuid-Afrika hypotheken opgenomen worden. Bij het bepalen van het benoodigde bedrijfskapitaal moet men rekening houden met de grootte van het aan te koopen bedrijf. Men kan hierbij twee types onderscheiden, n.1. een gemengd veebedrijf en een hoenderbedrijf annex veehouderij en groenteteelt. De gemengde veebedrijven hebben meestal een grootte van 20 a 25 morgen besproeibaar land, 20 a 25 morgen ploegbaren drogen grond en 30 a 40 morgen weideveld, de hoenderbedrijven ca. 5 morgen besproeibaar land en ca. 5 morgen drogen grond. Op deze laatste bedrijven is hoenderteelt voor eier- en slachtproductie de hoofdzaak. Daarnaast worden enkele stuks melkvee gehouden, terwijl bovendien groenteteelt en wellicht bloementeelt neveninkomsten kunnen geven. Voor het weidebedrijf wordt het eerste jaar vereiseht het bewerken van den grond en verdere inrichting van het bedrijf, terwijl in het tweede jaar vee wordt aangekocht en enkele gewassen worden verbouwd. Indien men rekening houdt met enkele tegenvallers en daarom de opbrengsten in het tweede jaar niet berekent, heeft men voor inrichting en bewerking van het bedrijf, waterrechten, rente van eventueele hypotheek en kosten van levensonderhoud gedurende deze beide jaren als bedrijfskapitaal 12 a 14.000 gulden noodig. Daarna wordt er op gerekend, dat het bedrijf voldoende inkomsten afwerpt om een bestaan te maken. In het hoenderbedrijf kan men vlugger inkomsten verwachten en heeft men berekend, dat een dergelijk bedrijf mee 600 a 800 Pond Sterling kan worden opgezet. In geen van beide gevallen zijn de reiskosten, die c.a. ƒ 300,— per persoon bedragen, in aanmerking genomen. Aan gehuwde landbouwers, die het plan hebben naar Wonderfontein te vertrekken, moet sterk worden aangeraden, eerst alleen te vertrekken, teneinde de mogelijkheden aldaar na te gaan, alvorens de verdere familie te laten komen. Zuid-Afrika heeft op landbouwgebied zijn bijzondere moeilijkheden, die men niet te gering moet achten en die men eerst goed onder het oog moet zien, voordat men zich gaat verbinden. Hierbij moet echter niet vergeten worden, dat de oorspronkelijke kolonisten met groote moeilijkheden te kampen hebben gehad en veel leergeld hebben moeten betalen. De families, die nu volgen, genieten al de voordeelen van hetgeen hun voorgangers hebben opgebouwd en die er thans een redelijk bestaan hebben. De nieuw-komers vermijden door vestiging op Wonderfontein de tallooze moeilijkheden en gevaren, welke de nederzetting buiten groepsverband meebrengt voor iemand, die met het land geheel onbekend is. Voor de Nederlandsche boeren kan in deze kolonie, vooral voor hunne kinderen, een goede toekomst zijn weggelegd Ongetwijfeld bestaat op meerdere plaatsen in de Unie van ZiUiaAfrika de mogelijkheid op de wijze als de Nederlandsche nederzetting te Wonderfontein kolonies te stichten. Aan de toelating worden geen moeilijkheden in den weg gelegd, indien de emigranten maar over voldoende geld beschikken om een bedrijf te beginnen. Ook overigens laat de Zuid-Afrikaansche regeering emigranten toe, die in andere beroepen dan in den landbouw gaan werken, indien zij bij de regeering een deposito van £ 100.— storten, welk bedrag twee jaren lang blijft uitstaan, waarna het terugbetaald wordt. Bouwbedrijven. Johannesburg, dat in 1885, vóór de opening der goudvelden slechts 51 inwoners telde, bij het begin van den boerenoorlog 61000, telde volgens de census van 1931 199.507 blanken en volgens de laatste census der niet-blanken inwoners, die van 1921, 132.685 gekleurden. Thans wordt de bevolking reeds boven de 400.000 geschat en is het voor wat de blanke bevolking betreft de grootste stad van het geheele Afrikaansche continent, of, als men de andere rassen in aanmerking neemt, de derde (na Alexandrië en Kaïro). Johannesburg is het centrum van het Zuid-Afrikaansche verkeerswezen, het voornaamste centrum van productie en distributie. Met de jaarwisseling waren er 50 grootere bouwprojecten in uitvoering, waaronder het nieuwe postkantoor a £ 185 000. , een nieuwe stedelijke bibliotheek a £ 250.000. , het Central News Agency gebouw a £ 60.000.—, de Mackay Building a £ 75.000. en Darragh House a £ 62.000.—, terwijl de plannen gereed lagen voor de nieuwe Magistrate Court Buildings a £ 300.000. , het Victoria Hotel a £ 250.000—, het gebouw der electriciteitsbedrijven a £150.000.—, de Reserve Bank a £80.000.—. het nieuwe gebouw der Prudential Assurance Company a £ 70.000. en een nieuw groot gebouw voor de Consolidated Goldfields Maatschappij, terwijl het groote en kostbare nieuwe stationsgebouw, ter vervanging van het oude Parkstation, juist gereed kwam' Tenslotte verdient vermelding het tien verdiepingen hooge Clewer House, waarvan de eerste vijf verdiepingen de luxueuse kantoren van het Bailey Concern zullen huisvesten en dat dezen zomer gereed zal komen. Waar een wijziging der stedelijke bouwverordening thans den hoogbouw toelaat, worden veel flat- en kantoorgebouwen tot op groote hoogte opgetrokken. Zoo zal het electriciteitsgebouw 17 verdiepingen hebben. De meeste groote gebouwen worden staalen betonconstructies; nochtans is de behoefte aan baksteenen momenteel in Johannesburg zoo groot, dat een groote stijging in den prijs van dit materiaal heeft plaats gehad. Men schijnt ter plaatse niet de verwachting te hebben, dat de bouwnijverheid spoedig een einde zal nemen. Een Joint Townplanning Committee is gevormd, dat tot in alle bijzonderheden plannen doet uitwerken voor een systematischen en gecoördineerden wegenaanleg en bebouwing van de geheele Witwatersrandstreek. Ook koestert men groote verwachtingen van het 50-jarig jubileum van Johannesburg, dat het volgend jaar gevierd zal worden en ter gelegenheid waarvan een zeer grootsch opgezette Empire Exhibition zal worden gehouden op de terreinen van de Witwatersrand Agricultural Society. Op zich zelf zal de oprichting van alle tentoonstellingsen andere gebouwen reeds aan vele handen werk geven. Als voorbeeld, hoezeer in het buitenland het vertrouwen in de toekomst van Johannesburg onveranderd gunstig blijft, noemt het maandelijksch overzicht (Juli 1935) van de Nederlandsche Bank voor Zuid-Afrika N.V. de emissie te Londen van een maatschappij, gevormd tot het verkijgen van o.a. 7 groote Johannesburgsche flatgebouwen voor een totalen kostprijs van £ 559.000.—. Deze emissie is sterk overteekend en de inschrijving moest reeds na 5 minuten worden gesloten. De positie in de meubelnijverheid vertoont uiteraard veel overeenstemming met die in de bouwbedrijvigheid. De vraag naar meubels blijft groot, doch overeenkomstig de waarschijnlijke vermindering in de bouwbedrijvigheid aan den Witwatersrand is de bedrijvigheid in de meubelindustrie eenigszins achteruitgeloopen. De stijgende werkgelegenheid in Zuid-Transvaal blijkt uit de navolgende cijfers, gevende de aantallen vakarbeiders in de bouwerijen uitgedrukt in procenten van het basisjaar 1925. De cijfers van na November 1934 zullen zeker nog een vrij aanzienlijke stijging te zien geven, doch deze zijn nog niet bekend. J) Bouwvakarbeiders tewerkgesteld in Zuid-Transvaal. (In percenten van 1925) : 1934 Blanken Kleurlingen Naturellen Aziaten Januari 81 338 74 — Februari 84 350 75 — Maart 83 388 81 — April 87 425 96 — Mei 93 450 103 — Juni 98 425 113 — Juü 103 400 120 — Augustus 109 400 119 — September 110 438 115 — October 115 463 121 — November 121 475 127 — Wanneer de toelatingsbepalingen voor vreemde werknemers niet zoo bezwaarlijk waren, zou de immigratiestatistiek zeker de betere werkgelegenheid sterker weerspiegelen. Nochtans is een gestadige stijging van het aantal immigranten merkbaar: Immigratie in de Unie van Zuid-Afrika. 1934 Nederlanders Duitschers Totaal a b a b a b Januari 6 1 161 1 464 109 Februari 5 5 110 9 351 137 Maart 11 1 68 22 345 186 April 10 2 61 11 324 183 Mei 10 5 62 7 323 163 Juni 7 5 113 5 397 189 Juli 8 — 51 5 328 121 Augustus 7 — 73 4 324 156 September 7 4 80 7 391 164 October 10 — 53 3 378 120 November 18 — 109 9 629 131 11 maanden 99 23 941 83 4254 1659 i) Uit: „De arbeidsmarkt", orgaan voor de practijk, afl. 3, 1935. 1933 113 30 653 76 3031 1829 1932 66 98 479 56 3098 2339 1931 94 136 400 67 4140 2697 1930 124 130 481 94 5904 4623 1929 443 39 414 86 7895 3597 a = binnengekomen, b = vertrokken. Deze cijfers betreffen uitsluitend blanke immigranten en wel immigranten in den zin van degenen die kwamen om zich blijvend in het land te vestigen. Het grootste gedeelte der immigranten is wel steeds Engelschen, doch dat, percentsgewijze dan altijd, ook wel degelijk een vrij belangrijke immigratie van andere nationaliteiten plaats heeft moge blijken uit de cijfers der Duitsche immigratie, welke ter vergelijking naast de Hollandsche zijn geplaatst. Het is niet te verwonderen, dat er bij zulk een bedrijvigheid in de bouwnijverheid in en om Johannesburg een groote navraag is naar allerhande bouwvakarbeiders. Uit alle deelen van het land poogt men hen met alle middelen naar het centrum toe te trekken. Nu moet men hierbij wel in aanmerking nemen, dat evenals in alle takken van bedrijf, zoo ook in de bouwvakken, de lagere ongeschoolde arbeid steeds verricht wordt door de zwarten, welke veel lagere loonen dan blanke vakarbeiders verdienen, zoodat het aantal bouwvakarbeiders waarvoor emplooi is, geringer is, dan men op het eerste gezicht wellicht zou denken. Daar staat echter weer tegenover, dat het aanbod van zulke werkkrachten in ZuidAfrika ook vrij beperkt is. Men moet toch niet vergeten, dat dit geheele uitgestrekte land slechts een vrij gering aantal blanke inwoners heeft, n.1. volgens de cijfers van 1931 1.828.175 voor de geheele Unie en slechts 696.120 voor Transvaal. De loonen in de bouwvakken zijn met 1 December 1934 verhoogd, voor de meeste categoriën tot 3 sh. 6 d. per uur, terwijl de arbeidstijd gesteld is op 44 uur per week. Dit maakt dus een week'oon van £ 7.14 (dat is omgerekend ca. ƒ 55.—). Bijzondere krachten zullen echter allicht op den duur meer kunnen verdienen, terwijl ook in aanmerking moet worden genomen, dat overwer1: betaald moet worden met 50 % extra voor de eerste 4 en 100 %> extra voor de volgende uren. Immigratiebepalingen. Volgens berichten der stoomvaartmaatschappijen, vooral van de Duitsche, welke den goedkoopsten overtocht bieden, zijn de lagere klassen van de booten naar Kaapstad al reeds aanzienlijken tijd vóór vertrek geheel volgeboekt. Het is wel zeer jammer, dat onze Nederlandsche bouw- vakarbeiders, van welke er duizenden werkloos zijn en van steun moeten leven, niet meer van deze arbeidsgelegenheid in ZuidAfrika kunnen profiteeren. Wel vragen zij bij de arbeidsbeurzen en ten kantore van de Stichting Landverhuizing Nederland de laatste maanden in toenemende getale inlichtingen omtrent ZuidAfrika doch slechts weinigen kunnen de gelden bij elkaar krijgen, welke zij voor vertrek zouden behoeven. Stichting Landverhuizing Nederland de laatste maanden in toenemende getale inlichtingen omtrent Zuid-Afrika doch slechts weinigen kunnen de gelden bij elkaar krijgen, welke zij voor vertrek zouden behoeven. De reis kan tegenwoordig met Duitsche booten, welke ook Nederlandsche havens aandoen, zeer goedkoop gemaakt worden. Indien men op de goedkoopste wijze reist, is voor de geheele reis, inclusief spoorreis Kaapstad—Johannesburg niet meer noodig dan ruim ƒ 200.—. Het is echter uiterst gewenscht, dat men een paar honderd gulden bij zich heeft, daar men er niet op mag rekenen direct werk te vinden. Trouwens de stoomvaartmaatschappijen eischen van alle passagiers, welke in de goedkoopste klasse reizen, dat zij vóór vertrek bij de maatschappij een wissel van £ 35,—, (dat is ongeveer ƒ 250,—) koopen ter dekking van de terugreis en andere kosten voor het geval de toelating in Zuid-Afrika geweigerd zou worden. Zoodra men toegelaten wordt krijgt men dit geld terug. Voorts eischt de Zuid-Afrikaansche regeering van alle immigranten bij aankomst in Kaapstad een deposito, dat is een bedrag aan geld, dat bij de immigratie-autoriteiten moet worden gestort en pas wordt teruggegeven na twee jaren, of wel bij eerder vertrek uit het land. Dit deposito, waarvan het bedrag in ieder afzonderlijk geval eerst bij aankomst in de havenplaats wordt vastgesteld, zal tegenwoordig voor bouwvakarbeiders zeker nooit meer dan £ 100,— (ca. ƒ 700,—) bedragen. Wellicht slechts de helft, maar daar mag men natuurlijk niet op rekenen. Dit deposito kan vervangen worden, doordat de Zuid-Afrikaansche vertegenwoordiging eener te Amsterdam gevestigde Nederlandsche Vereeniging zich tegenover de Zuid-Afrikaansche regeering ten opzichte van immigranten ten beloope van bovengenoemd bedrag garant verklaart. Zij doet dit echter alleen, indien men haar in Holland voor hetzelfde bedrag een soliden borg kan verschaffen. Wij vragen ons af of het niet van belang ware, dat men te onzen lande ernstig in overweging nam van overheidswege de bovengeschetste geldelijke bezwaren althans ten deele uit den weg te 36 ruimen voor flinke vakbekwame en werklustige arbeiders, welke werkloos zijn of spoedig dreigen te worden. Voor de meesten toch is het wel zeer moeilijk bij hun vrienden en bekenden zoowel een ƒ 500,— aan contanten als bovendien nog een soliden borg te vinden. Men zou het bezwaar kunnen opperen, dat de bouwbedrijvigheid en daaruit voortkomende werkgelegenheid wel geen jaren zal duren. Dit argument houdt o.i. geen steek. Een arbeider, die een half jaar werk heeft gehad tegen ƒ 55,— per week, kan daarvan reeds ten volle zijn heen- en terugreis hebben oververdiend. Hij heeft dan bovendien inplaats van werkloos rond te loopen, de voldoening al dien tijd met eigen handen zijn kost verdiend te hebben. Men moet buitendien niet vergeten, dat, waar een arbeider in Johannesburg van ƒ 25,— a ƒ 30,— per week voldoende kan rondkomen, gehuwden voor het onderhoud van het in Holland achtergelaten gezin ca. ƒ 20,— per week kunnen oversturen, terwijl ongehuwden, indien zij van eenige zijde een voorschot voor hun emigratie zouden hebben ontvangen, dit vrij spoedig kunnen aflossen. In het algemeen echter is het inderdaad wenschelijker ongehuwden uit te zenden, dan hoofden van gezinnen, die de hunnen moeten onderhouden. Besluiten wij deze beschouwing over emigratie-mogelijkheden naar Zuid-Afrika met opneming van een in September 1934 gepubliceerd persbericht door de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Vereeniging en de Stichting Landverhuizing Nederland. „De berichten over gunstige economische toestanden in de Unie van Zuid-Afrika doen velen in Nederland denken aan emigratie naar Zuid-Afrika. Om teleurstelling te voorkomen vestigen het secretariaat van de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Vereeniging en het bureau van de Stichting Landverhuizing Nederland er de aandacht op, dat: le. er in de Unie in het algemeen geen gebrek aan arbeidskrachten is. 2e. werkgevers in de Unie geen personeel aannemen, dat zich niet aldaar bevindt. 3e. er thans practisch gesproken geen Nederlandsche firma's zijn, die personeel voor hun kantoren in Zuid-Afrika uitzenden. 4e. in Nederland afgestudeerde medici en juristen van Nederlandsche nationaliteit niet als geneesheer, resp. advocaat of procureur in de Unie kunnen worden geregistreerd. 5e. ieder die naar Zuid-Afrika wil emigreeren, dit dus op eigen kosten en eigen risico moet doen en daarbij ernstig rekening moet houden met de strenge immigratiebepalingen. Emigratie wordt onvoorwaardelijk ontraden aan: le. ongeschoolde of half geschoolde arbeidskrachten. 2e. geschoolde krachten, die niet over voldoende middelen beschikken om een jaar te kunnen leven en niet aan de immigratievoorschriften kunnen voldoen. 3e. onderwijzers en gegradueerden die het onderwijs willen dienen, alsmede kantoorbedienden. 4e. boeren die niet, of onvoldoende over kapitaal beschikken. 5e. alle anderen, die niet over moed, volharding, aanpassingsvermogen en degelijke vakkennis beschikken, of reeds een zekeren leeftijd bereikt hebben. Slechts individueele gevallen en met inachtneming van speciale voorzorgen is er kans, om in Zuid-Afrika toekomst te vinden. In elk geval wende men zich om voorlichting tot de Nederlandse Zuid-Afrikaansche Vereeniging, Keizersgracht 141 te Amsterdam en de Stichting Landverhuizing Nederland, Bezuidenhoutscheweg 97 te 's-Gravenhage." HOOFDSTUK III. STATISTISCHE GEGEVENS.1) WERKLOOSHEID, ARBEIDSBEMIDDELING. Overzicht van het aantal mannelijke en vrouwelijke werkzoekenden, resp. werkloozen, in Nederland op den tweeden en laatsten Zaterdag der maand. 2. Overzicht van het aantal mannelijke werkloozen onder de bij de 55 belangrijkste organen der arbeidsbemiddeling ingeschreven werkzoekenden; het aantal werkloozen per 1000 inwoners dezer gemeenten; toename of afname van het aantal werkloozen, in procenten uitgedrukt op het aantal inwoners resp. in het zomer- en in het winterseizoen. 3. Aantal mannelijke werklooze arbeiders, ingeschreven bij de gezamenlijke organen der arbeidsbemiddeling in gemeenten met 5000 en meer inwoners, verdeeld naar eenige leeftijdsgroepen. 4. Rangorde der gemeenten naar het werkloosheidspercentage per 1 Juli 1935. 5. Overzicht van de aantallen aanbiedingen, aanvragen en plaatsingen geboekt door de arbeidsbeurzen. 6. Overzicht in duizendtallen van de aantallen, op het einde der maand, bij de gezamenlijke organen der arbeidsbemiddeling ingeschreven mannelijke en vrouwelijke werkzoekenden, resp. werkloozen. 7. Overzicht van het verloop der werkloosheid in de provinciën van Nederland. WERKLOOSHEIDSVERZEKERING. 8. Overzicht van het aantal tegen werkloosheid verzekerden en uitkeeringen verstrekt aan werklooze verzekerde leden. 9. Aantal gemeenten toegetreden en aantal kassen toegelaten tot de regeling vervat in het „Werkloosheidsbesluit 1917". i) Voörzoover niet anders vermeld, zijn deze overzichten samengesteld naar gegevens, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek te 's-Gravenhage. VAKBEWEGING. 10. Overzicht van het aantal georganiseerden in de jaren 1914—1934. 11. Overzicht van het ledental der vakcentralen. 12. Overzicht van het ledental der vakvereenigingen. SOCIALE VERZEKERING. 13. Overzicht van het aantal loopende premie-betalende vrijwillige ouderdomsverzekeringen ingevolge de Ouderdomswet 1919. 14. Overzicht van het aantal renten ingevolge de Ouderdomswet 1919. 15. Overzicht van het aantal Ouderdoms-, Weduwen- en Weezenrenten ingevolge de Invaliditeitswet. DIVERSEN. 16. Overzicht van het aantal arbeidsgeschillen, betrokken ondernemingen, betrokken werknemers, uitslag der geschillen en verloren arbeidsdagen. 17. Verdeeling der personen die een beroep uitoefenen naar de bedrijven waarin zij werkzaam zijn. 18. Overzicht van het aantal collectieve arbeidsovereenkomsten. 19. Aantal Nederlandsche landverhuizers uit Nederlandsche havens vertrokken. 20. Indexcijfers van de kosten van levensonderhoud. 1. DE WERKLOOSHEID IN NEDERLAND. x) DATUM Gemeenten met . , . (tweede 5000 en meer inwoners Gemeenten met minder « en laatste ~~ " . Zaterdag Aantal mannel. mannel. Aantal mannel. der maand) gemeenten werkz. werkl. gemeenten werkz. 1933 2) Maart 314 307942 285466 711 52247 April 318 291254 273309 730 48682 316 280926 262908 740 42940 Mei 316 275275 256032 744 42666 316 270981 252012 744 35385 juni 316 265056 237951 744 30736 315 259729 241768 744 27753 Juli 316 261306 242967 740 26774 314 262378 243668 746 26573 Augustus 313 261233 242265 751 25137 312 265254 246077 752 26666 September 312 263761 244815 741 25992 j 313 267123 249342 747 26924 October 313 272495 254818 749 2/735 313 277229 259306 747 30105 November 313 288277 264701 752 .>3123 312 290113 272481 753 38442 December 313 322035 304683 751 57896 310 333889 317292 742 67221 1934 Januari 316 332640 315706 748 62905 316 331719 313821 748 60655 Februari 316 325819 309058 74/ 56290 316 315699 299589 749 50730 Maart 316 305995 289257 748 48011 316 295178 279012 748 44561 April 316 288530 272570 748 40770 316 278342 262211 750 38779 Mei 315 272968 256805 747 35164 315 268902 253194 747 32048 Juni 315 268609 252757 748 31251 315 266957 251846 748 29936 Juli 315 271901 256458 748 29321 312 272852 256962 748 28908 dan 5000 inwoners Totaal mannel. werkl. 2) De gegevens van vóór dit tijdstip zijn, vergeleken bij deze, te onvolledig om op te nemen. De zuiverheid en vergelijkbaarheid zou daardoor geschaad worden. Aantal gemeenten 46637 1025 43105 1048 38505 1056 35519 1060 31712 1060 27579 1060 24731 1059 23942 1056 24213 1060 22820 1064 24451 1064 24028 1053 25234 1060 26059 1062 28309 1060 31147 1065 38442 1065 56196 1064 65214 1052 60313 1064 58377 1064 53973 1063 48068 1065 45456 1064 42102 1064 38479 1064 36552 1066 33130 1066 30159 1062 29539 1063 28280 1063 27437 1063 27022 1060 aantal organen waarvan geen opgave ontvangen 45 22 14 10 10 10 11 14 10 6 6 17 10 8 10 5 5 6 18 6 6 7 5 6 6 6 4 4 5 4 4 4 7 mannel. en vr. werkz. 376987 356044 338626 331777 319937 308781 301351 302407 302993 300387 306507 305106 309722 316134 323067 331391 344945 396092 416261 411964 409160 399323 383591 371047 355822 344919 331791 322499 315074 314578 312576 316972 318084 mannel. en vr. werkl. 343962 327403 311291 300747 292718 274194 275585 275925 276740 274142 279909 278780 284805 291394 298298 306282 319711 371805 392930 387406 383686 374942 359511 346596 331959 321758 308769 299806 292949 292334 290675 294458 295091 i) Gegevens, gepubliceerd door den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling te s-Gravenhage. DATUM (tweede en laatste Zaterdag der maand) Gemeenten met 5000 en meer inwoners Aantal gemeenten Augustus September October November December 1935 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October 311 315 314 315 315 315 315 313 315 315 321 321 321 320 322 321 321 322 322 329 329 326 329 329 329 329 329 329 329 mannel. werkz. 273962 278144 281780 283895 285381 291657 302093 312405 329121 345712 357945 360969 362433 356204 351364 333311 329862 322977 318385 315610 313146 303932 303872 306396 311648 318271 322637 324735 329416 mannel. werkl. 258406 262027 265555 267740 271356 277638 281455 300158 318136 334600 347328 349733 351317 345145 340201 322482 319090 311861 307424 304760 301620 292465 292827 294795 299974 306695 311905 312764 317929 Gemeenten met minder dan Aantal gemeenten 748 747 748 749 750 749 750 749 748 747 743 743 743 741 741 740 740 742 736 729 731 734 731 729 731 730 731 732 733 mannel. werkz. 26729 28338 29149 30231 30776 32289 36614 41250 52116 60916 61095 62101 62686 59131 56395 48099 47682 45507 41858 40692 37931 30883 28720 28060 28721 32602 32881 34176 33954 5000 inwoners mannel. werkl. Totaal Aantal gemeenten aantal organen waarvan geen opgave ontvangen mannel. en vr. werkz. 24947 26494 27282 28048 28652 30540 34745 39329 50079 58817 1059 1062 1062 1064 1065 1064 1065 1062 1063 1062 58844 1064 59927 I 1064 60198 1064 56838 1061 54396 1063 45751 1061 45622 1061 43305 1064 39764 1058 38738 1058 35853 1060 28520 1060 26559 1060 26195 1058 26919 1060 30856 1059 31136 1060 32139 1061 32135 1062 8 5 5 3 2 3 2 5 4 5 4 4 4 7 5 7 7 4 4 6 4 4 4 6 4 5 4 3 2 317673 324574 329754 333090 335106 343190 358118 373555 401800 427272 440358 444831 446944 436795 428642 400606 395953 385660 377505 373603 367662 351233 349457 352090 358795 370271 376022 380014 385397 mannel. en vr. werkl. 295184 301288 306101 309430 313926 321993 330312 354039 383283 408811 422520 426303 428181 418147 410243 382683 368659 368029 359714 355987 349671 332880 331635 333932 340635 352217 358551 360743 367074 2. overzicht van het verloop der Gemeenten Aantal inwoners per 1 Jan. 1935 Aantal mannelijke werkloozen onder de bij de 55 belangrijkste organen der arbeidsbemiddeling ingeschreven werkzoekenden 1 Juli 1935 1 Jan. 1935 1 Juli 1934 1 Jan. 1934 __J ! — Amsterdam . 781660 51480 53811 44646 46764 Amsterdam 512g9 43596 47670 Rotterdam . . 594951 4/ igm 21536 Se. «3 1»613 8858 9071 SS1- . . s SS 3617 SS Groningen . . 112938 3352 3068 4154 Eindhoven . . 100458 3 3215 Npegen • • 89533 4292 ^ ^ ^ Tilburg . • • 867671) 5595 6088 48361) 3548 Enschede . . 86767 ) 5595 ^ 3233 Arnhem . . M»»» 4287 2894 3494 Leiden . . . '2776 3 2246 1436 1782 Apeldoorn . . 67080 1. 21g9 Hilversum . . 66627 2092 z SÏdTm1 • * | 61038 ^ SS 5236 5623 Dordrecht ! 59823 4877 5246 39 3 4556 Dplft 52809 2832 3188 2478 dlii Leeuwarden ' 51623 1498 1718 1371 1556 Leeuwarden . lg04 12?9 n84 Setr ' • ' 48850 2553 2943 2192 2592 V Hertogenb ' I 45420 2129 < 2072 1665 1860 s^Hertogenb. . , ^ ^ ^ 324? vSïn ' '• i 44329 2243 2528 2182 2665 t , 44282 1265 1602 1028 1251 Amersfoort . -,c10 ' qiq 1173 rr ii l 42842 1447 1612 919 ma Deventer ' 38432 1931 2103 1752 1807 Kerkrade . 37869 1663 1508 1091 1004 TT^nffeln 35720 1682 1686 1573 l'bö Zaandam . . 35340 1738 2106 1119 192g_ Transporteeren 3670556 205416 225115 179712 | 198374 1) Door vereeniging met Lonneker op 1 Mei 1934 vermeerderd met 3^1 7fi inw «octtt ti» ixt ss nF.lYïEENTEN. WKKJVbUuanrjJi' "» - : ____——Toename (+) of afname (—) v. h. aantal werkloozen in procenten uit- Aantal werkloozen gedrukt op het aantal Aanta per 1000 inwoners op inwoners, resp. in het inwoners zomer- en in het per • winterseizoen - 1 Jan. '34 j I T 1 Juli '34—11 Jan. '34— | 1 Juli 1935 1 Jan. 1935 1 Juli 1934 1 Jan. 1934 1 JuU lg35 | 1 Jan. 1935 \ aa 57 60 "t" 0.9 "I" 0.9 778442 66 69 57 + Q 0 + 0 5 587901 80 86 74 + ^ ; + Q3 469168 43 49 39 + Q9 159895 ; 59 66 55 57 # + ^ 126740 43 48 38 + Q4 + 0? 111240 36 44 32 ^ + Q1 _ 10 96866 33 33 32 + ^ + 12 87808 48 55 37 ^ + ^ + 10 84967 36 34 25 ^ __ 3 Q + 01 51171 64 70 9 3g + 13 + 13 82367 51 52 3 ^ + ^ + L1 72414 51 59 40 ^ + Q g + Q 6 65179 28 33 22 __ + 04 64893 31 37 31 ^ + 10 + 1.3 64895 43 43 33 ^ _ + 0 6 59246 88 101 88 ^ >+ ^ + 1X 59008 82 88 J 6Q + „ 6 _ 52139 54 60 gl + 0 2 + 0.2 50598 29 33 24 + 0 6 + 1.2 50017 32 fin 46 54 + 0.6 + 0.6 48046 52 60 4b ^ t+ 1Q + 06 44615 47 M 74 130 - O-8 - l-4 44052 66 116 ' gl + o.l — °-4 43602 i 51 «I 24 29 + 0.5 + 0.7 42818 29 36 g ^ + ^ + 1Q 42007 34 38 4g + 0.4 + 0.7 37949 50 55 4b ^ + 15 , + 1.4 38554 43 40 28 + Q 2 0.3 35058 47 47 45 ^ + 17 _J_0.5_ 34952 49 60_ — -c 44 50 3586607 49 55 Gemeenten Aantal inwoners per 1 Jan. 1935 Aantal mannelijke werkloozen onder de bij de 55 belangrijkste organen der arbeidsbemiddeling ingeschreven werkzoekenden 1 Juli 1935 1 Jan. 1935 1 Juli 1934 1 Jan. 1934 Transport 367055(5 205416 225115 179712 198374 2° ^ ' 32892 W « S « Gouda : : : Sl«35 VS12 1868 1492 1507 Alkmaar . . 30199 1154 1279 654 1246 HaarLmeer . 29618 535 1598 706 1 Vlaardingen . 29329 2216 2554 1976 2372 „ . . 9Rc;nq 474 710 413 04t) ? " ' ' ' 27483 693 860 467 691 Bussum . . . Alioó np„ Helmond . . 26813 2266 2330 2107 2097 Venlo . . . 26303 806 1104 569 884 Rheden . . . 26216 1149 1564 865 1685 Roosendaal . 23847 794 1181 694 1036 Bergen op Z. . 33555 860 1109 691 1009 Vlissingen . . 21729 985 1361 748 1223 Heerenveen . 214622) 1238 Zutphen . . 20652 659 818 625 745 Assen 18941 624 787 548 Middelburg . 18363 899 1048 754 996 Roermond . . 17158 374 418 262 413 Sittard . . . 15641 452 532 270 405 Winschoten . 13886 526 744 547 631 Venray . . . 13379 228 257 148 226 Hoorn . . . 12524 339 400 295 403 Terneuzen 11112 655 876 660 669 Beverwijk . . 10280 677 897 390 987 Totaal 4235876 227479 252989 197989 224074 Het Rijk 8392102 321387 398401 281206 383600 2) Ontstaan op 1 Juli 1934 uit vereeniging van Aengwirden (4848 inw.), een gedeelte van Schoterland (15159) en een gedeelte van Haskerland (1441 inw.). 3) Gemeente Schoterland. Aantal inwoners per 1 Jan. 1934 Aantal werkloozen per 1000 inwoners op Toename (+) of afname (—) v. h aantal werkloozen in procenten uitgedrukt op het aantal inwoners, resp. in het zomer- en in het winterseizoen 1 Juli 1935 1 Jan. 1935 | 1 Juli 1934 1 Jan. 1934 1 Juli 1934 1 Juli 1935 1 Jan. 1934 1 Jan. 1935 QS8KK 17 CC .1.) Ad 50 0.0 3586607 49 ->-> " ' | 33940 29 33 24 33 + 0.5 32271 18 22 13 20 + 0.5 30595 60 60 49 ^ 29596 38 42 22 4 ^ ^ ? 28783 18 54 K« 82 +08 28901 76 87 68 82 • 21335 " H H » X 0.8 26868 25 ^ _j_ 95 26521 85 2 22 34 + 0.9 25862 31 42 22 d ^ 25856 44 60 33 ^ 23369 33 50 30 23152 36 47 30 43 -r ^ 21594 45 ol X 95 - 0-7 18003*) 58 80 65 95 20498 32 40 30 3b + ^ l8693 33 tl ai 54 + 0.8 18485 49 57 + Q7 17145 22 24 15 24 + ^ 15519 29 34 17 ^ _ Q 2 l3733 38 11 17 + 0.6 13148 " S 24 33 + 0.3 12349 27 32 ^ _ Q1 10942 59 79 6 9962 66 87 39 99 — /io 54 + 0.6 p. 4T"+ni" 8290389 38 4< + 0.2 + 1.1 — 0.2 + 0.5 + 0.5 + 0.5 + 0.8 + 0.8 — 0.5 + 0.6 + 0.4 + 0.6 — 1.5 + 0.4 — 0.3 + 0.3 + + + + 0.8 0.8 0.2 0.1 1.8 1.2 + 0.6_ Tö.1 3. Aantal mannelijke werklooze arbeiders ingeschreven bij de gezamenlijke organen der arbeidsbemiddeling m gemeenten me meer dan 5000 inwoners, verdeeld naar eenige leeftijdsgroepen. ) aantal Ijonger dan 26 fr» I Totaal organen 18 jaar ] | 1 Oct. '33 313 7359 j 48804 196131 252300 1 April'34 316 8317 50979 220384 279680 1 Oct '34 315 10337 50000 208991 269328 1 April '35 322 11658 | 57475 254886') 324019 n"i 1! i WorlrlnncllpiHs — 1) Gegevens gepubliceerd door den nijKsaien.i — verzekering en Arbeidsbemiddeling te s-Gravenhage. 2) 26—30 jaar : 56701. 11 rtll^or • 1 Qftl Ol J ctdi tli • - * . ut _ i_i 4. Rangorde der gemeenten naar net vverKiu^c— percentage per 1 Juli 1935 (Zie Staat 2). 1 Schiedam 21 Middelburg 41 Zutphen 2 Helmond 22 Nijmegen 42 Hilversum 3 Dordrecht 23 Hengelo O. 43 ^enl° 4 Rotterdam 24 's-Hertogenbosch 44 Den Hel<^ 5 Vlaardingen 25 Vlissingen 45 Leeuwarden 6 Emmen 26 Rheden 46 Sittard 7 Amsterdam 27 Kerkrade 47 Amersfoo 8 Beverwijk 28 Maastricht 48 Apeldoorn 9 Enschedé 29 's-Gravenhage 49 Hoorn 10 Gouda 30 Haarlem 50 gussuni 11 Utrecht 31 Alkmaar 51 Roermond ]2 Terneuzen 32 Winschoten 52 Haariemmemeer 13 Heerenveen 33 Bergen op Zoom 53 Ede 14 Delft 34 Groningen | 54 Venray 15 Breda 35 Tilburg 55 Zeist 16 Velsen 36 Zwolle 17 Leiden 37 Eindhoven 18 Arnhem 38 Roosendaal 19 Deventer 39 Assen 20 Zaandam 40 Heerlen 5. Aanbiedingen, aanvragen en plaatsingen, geboekt door J ~ TV «U/»i^cV*t>iirrpn. Uc ril Utmowv»* — - - 1 . « . 1. PTi (10 De gegevens hebben betrekking op ae aibtn^a ™d«>r haar ressorteerende agentschappen. Over 1922 en 1923 zijn ^ aeea voUediQ. g«8cvens „opens de agentschappen betend. Aanbiedlng;n Aanvragen Plaatsingen Aantal aanvragen van >aren werkzoekenden werkgevers werkzoekenden aanbiedingen Mannen 1Q?2 499200 127200 113500 25,5 \V>1 521500 141800 132500 27.2 1924 484300 161000 144000 3 925 479300 158400 41700 33.0 1926 486400 172600 52400 35,5 q?7 513900 188500 165400 36,/ 1928 470000 193600 l^ojn 44'2 Q?Q 499900 220800 181800 44,2 Q30 618200 199000 176500 32,2 S 830400 218000 203800 6 3 932 928400 171800 65300 8,5 1?33 920400 178700 68100 19.4 1934 889100 181700 i/^uu Vrouwen ,922 104600 83500 56800 79,8 1923 105000 75200 53300 g 1924 98100 %900 57q0U gg^ 1925 106300 93800 gg ? 1926 1l0300 97800 6390 1927 110800 04900 653 ^ 1928 H6400 16500 726^ „y 1929 116300 131000 «mnn 94 4 1930 132500 125100 80300 9? g 1931 146200 H3700 7820 ^ g 1932 H9200 96600 694^ ^ 1933 140000 102700 65 g 1934 149000 98000 Ö5ZUU u . • ,1 maand bij de gezamenlijke organen der arbeidsbemiddeling 6. Overzicht in duizendtallen van de aantallen, op ie ein e e ^ werkzoekenden. ingeschreven mannelijke en ■ i ■' ■ M. : Juni Juli I Augustus September October ^e^_Dece^ - s», 93,8 1925 88,9 83,7 76,3 66,6 57,4 59,6 . 65>7 78,0 96,1 « « « 6°'2 , 56'5 56: : 6l',2 « 1M - «e o CQ7 ^7 7 55,5 ' ' 1927 96.2 90'4 75'6 65, ' , „3 I 516 57.6 67.9 «8,8 ,71 „ R 52 0 52,3 53,3 90,6 j 77,7 62,6 57,1 52,6 5 ^ ^ ^ ^ 1929 102,7 H7,4 68,2 50,0 41,8 41. , ^ ^ 1267 156,2 1930 93,3 | 91,9 77,4 71,2^ 66,2 63,3 ^ | JM ^1,0 ™ ... B 9 SS g g S & ' -- i i 1 S « 1932 288,9 : 297 0 277 3 *8,9 W » 2H, «8 W ^ 1168 263,9 272,3 252,8 ' 300 g 305,0 304,6 312/ 394,1 423'9 ÏÏU ïïf ïïf Ïïf W "*» S*. Ml 347,3 382,6 4311,1 S ' S 5 332, 315,8 W j 319,9 324,6 330, ^ „3 387,2 358,0 332,9 309,9 294,9 , 354,1 370,3 4S I S tB ÏÏS ' « : - 3ai ', . klejne letter gedrukte aantallen duiden aan de aantallen geheel ' «rS:.»,"eïl begrepen » in de daarboven — — werkzoekenden. 37a 7. OVERZICHT VAN HET VERLOOP DER WERK- Aantal mannelijke inwoners per PROVINCIËN j . anuari I 1 Januari j 1 Januari i j 1935 1934 1933 Zuid-Holland >010721 999388 987°'8 Noord-Holland ™'»9 774886 763289 Noord-Brabant <83346 4737,8 464934 444214 438089 432308 Gelderland 299268 297438 294240 Limburg 277401 274043 270892 Overijsel 217968 212984 208070 Utrecht Friesland 1 207375 205542 2°37M 204232 201690 199573 Groningen Zeeland | >26561 125752 12""3 122099 120268 118530 Drente 4177294 4123798 4067630 Totaal mannen i Totaal vrouwe» «14808 4166591 4115762 Algemeen totaal 8392102 8290389 8183392 T r»r»cunin tm nF. PROVINCIËN VAN NEDERLAND. LWL/oiiL'11-' —- — — ~ — 1 sr1 ^1'S" 104801 123086 93695 119342 89577 109449 iZ 84446 642.8 78857 58832 72005 28605 34260 24612 33461 26608 31648 21623 27690 15702 25317 15501 21998 4,9 Q7»5 12976 8083 10198 14478 15565 9785 U*/o 27 3(5 23110 24416 19834 24328 19645 21785 ,6829 22929 15027 21140 12645 19679 10S£ 18685 11304 19027 9379 13458 | 12663 21536 12675 22041 12119 18500 4598 10602 4613 10617 4022 8427 10116 15186 9741 16494 98tf "404 ^ ( 321387 398401^ 281206 38360cT 266276 3385% 12193 1594 ^ 10707 10535 9195 '^Q.3 2754ü 3507ïï 4,0 4,9 ! N * 37 8. Aantal tegen werkloosheid verzekerden en uitkeeringen verstrekt aan werklooze verzekerde leden. Uitkeeringen volgens de Jaren Aanta' verzekerden reglementen der op 31 Dec. werkloozenkassen in guldens ') 1910 43600 1911 48500 96200 1912 58900 152700 1913 70500 386800 1914 8990D 1822600 1915 116700 2498700 1916 142900 593000 1917 165000 778900 1918 216300 1203900 1919 397900 1821900 1920 398300 9774600 1921 386100 5513200 1922 334000 12619600 1923 280700 17223500 1924 275500 5255900 1925 278300 5117200 1926 292000 5274900 1927 306900 6065700 1928 330600 5165900 1929 390200 8055500 1930 441400 11595800 1931 517900 24472600 1932 595300 28673700 1933 595100 27057500 1934 5642002) 188299003) ') Incl. de uitkeeringen, verstrekt door niet gesubsidieerde kassen. 2) Voorloopige opgave. 3) .. .. (Jan. t/m Nov.) 9, Aantal gemeenten toegetreden en aantal kassen toegelaten tot de regeling vervat in het „Werkloosheidsbesluit 1917" Tijdstip Gemeenten Kassen 9 Juli 1917 317 • 1 1 Januari 1918 343 14 1 „ 1919 515 63 1 „ 1920 771 77 1 „ 1921 855 79 1 ,, 1922 876 95 I „ 1923 880 100 1 „ 1924 872 101 1 „ 1925 872 103 1 „ 1926 866 108 1 1927 873 110 1 „ 1928 882 120 1 „ 1929 908 118 1 „ 1930 941 122 1 „ 1931 966 126 1 „ 1932 1020 128 1 „ 1933 1045 134 1 „ 1934 1062 132 1 „ 1935 1057 142 1 Oct. 1935 1061') — i) Niet toegetreden tot de regeling vervat in het „Werkloosheidsbesluit 1917" zijn de gemeenten: Aagtekerke (Z.). Hemmen (Gld.). Nederhemert (Gld.). 10. AANTAL GEORGANISEERDEN IN DE JAREN 1914—1934. Jaren Totaal aantal georganiseerden: Aangesloten bij vakcentralen. NAS NVV CNV RKW NVC !(ANV)'J NSV WH') Niet aangesloten bij vak¬ centralen Werklieden in het vrije bedrijf. Jan. 1920 428718 „ 1925 272819 „ 1926 273827 1927 283493 1928 294080 „ 1929 316841 .. 1930 375912 „ 1931 4108S9 „ 1932 499547 1933 544849 „ 1934 533919 i Jan. 1920 55267 .. 1925 45057 „ 1926 43828 „ 1927 43471 1928 43718 „ 1929 44883 .. 1930 47714 .. 1931 52037 1932 60456 1933 65923 1934 65992 45824191721 9917130111 10002135026 9780140951 9996144879 11491157143 12317186205 11839201256 14911239632 16913258867 14734251311 48967 34245 33959 36743 37936 41388 50847 57281 75399 88048 88705 116672 71011' 70382 76243 81425 88665 107712 121055 149919 160753 159990 6748 5905 4565 3557 3333 3634 6581 6798 7701 7543 7244 Overig personeel in het vrije bedrijf. 360 54 47 46 35 25 7109 6635 7376 7796 8627 9361 25 10822 25 12708 76 16401 106 19516 83 19953 5337 4191 3765 3584 3455 3801 4298 5246 6803 7767 8069 6665 4661 3989 4016 4031 3992 4170 4796 6427 7881 8445 13204 120 75| 60 56 49 10108 11354 12974 14200 13876 18786 7218 2375 12037 6156 2531 11206 4899 2232 9088 4661 2326 9524 2143 2387 9990 2028 — 10222 1576 — 11084 1954 — 9831 2148 — 10577 2097 — 9838 — 22592 — 10428 18968 — 10046 18530 — 9654 18315 9623 17891 9723 17932 — — 18291 — — 17908 — — 17775 — — 16453 — — 15566 !) Vóór 1 Januari 1930 ANV. Op dien datum zijn ANV, WH en Centrale van Nederl. Overheidspersoneel vereenigd tot NVC. Totaal Aangesloten bij vakcentralen aantal aange- Jaren georga- : ; i j i sloten Tn"' NAS NVV CNV RKW j(ANV') NSV j VVH') centraten Personeel in openbaren dienst. 1920 199483 5386 48918 12693 17665 19951 — — 94870 1925 179610 3782 47747 11606 16233 17810 70 3765 78597 1926 175855 3566 47777 10603 16104 8516 65 3714 85510 1927 177204 3872 48212 10890 16144 7960 40 3647 86439 1928 182333 4219 49536 11313 16620 8909 25 3605 88106 1929 190332 4563 50886 12329 17727 8936 800 3647 91444 1930 200893 5019 54460 16155 19012 19745 720 — 85782 1931 211888 5065 57045 17761 19964 22459 684 — 88910 1932 2 9645 52'2 58990 19052 20300 25236 684 — 90171 1933 218127 5493 57775 19191 24021 27437 680 — 83530 1934 195861 4745 50542 18832 21961 25S03 260 — 73718 Jan. 1914 1919 1920 1925 1926 1927 1928 1929 1930 1931 1932 1933 1934 265985 514633 683468 497486 493510 504168 520131 552056 624519 674814 779648 828899 795772 9697 84261 33626190942 51570247748 13753184493 13615190179 13698196959 14250203042 16079217390 17361251487 16929271009 20199315023 22512336158 19562321806 Totaal. 11023 46338 66997 50042 48327 51217 52704 57518 71300 80288 101454 115006 115606 29048 91804 141002 91905 90475 96403 102076 110384 130894 145815 176646 192655 190396 3864 10539 39903 23835 13156 11577 12298 12619 36434 40611 45911 49180 46923 7288 6221 4939 4686 2943 2748 2260 2638 2828 2357 — 128092 — 141384 — 136248 16568109602 16291115246 15533 15554 15757 113842 115521 119366 H 4295 117902 117777 110560 99122 NAS Nationaal Arbeids-Secretariaat. NW Nederl. Verbond van Vakvereenigingen. CNV Christelijk Nationaal Vakverbond. RKW Roomsch-Katholiek Werkliedenverbond. NVC Nederlandsche Vakcentrale. NSV Nederl. Syndicalistisch Vakverbond. 11. Ledental der Vakcentralen. 1 Jan. | n.a.S. n.V.V. | C.n.V. r.k.w. | a.n.V. j n.S.V. V.V.h. |n.V.C. 1910 3400 40700 6600 11700 — — — — 1911 5200 44400 7500 15500 — 1912 6200 52200 7800 16400 — — — 1913 8100 61400 7900 21100 2800 — — 1914 9700 84300 11000 29000 3900 — 1915 9200 87600 12300 35300 4700 — — — 1916 10500 99500 15000 40300 5000 — — — 1917 14300 128900 20500 54900 5600 — — 1918 23100 159400 28000 69100 7800 — - 1919 33600 190900 46300 91800 10500 — — — 1920 51600 247700 67000 141000 39900 — — — 1921 37100 216600 73800 146000 52200 — — — 1922 31400 217500 71300 142000 49600 — — 1923 23300 196800 61400 117100 47500 — — — 1924 13750 180300 53300 98050 32200 7700 — — 1925 13750 184500 50050 91900 23800 7300 16600 — 1926 13700 190200 48300 90500 13150 6200 16300 — 1927 13600 196950 51200 96400 11600 4900 15500 — 1928 14250 203050 52700 102100 12300 4700 15550 — 1929 16100 217400 57500 110400 12600 2950 15750 — 1930 17400 251500 71300 130900 — 2750 — 36400 1931 16900 271000 80300 145800 — 2300 — 40600 1932 20600 315000 101450 176650 — 2650 — 45900 1933 22500 336200 115000 192700 - 2800 — 49200 1934 19600 321800 115600 190400 — 2400 - 46900 1935 12800 300400 113600 182700 — 2000 46200 1 Juli '35 12800') 293100 2i 110900 180400 — 2000") — 46200 ') Ontstaan door vereeniging van het Alg. Ned. Vakverbond A.N.V. (na omzetting in een Alg. Verbond van Handarbeidersorganisaties), het Verbond van Vakorganisaties van Hoofdarbeiders (V.V.H.) en de Centrale van Nederl. Overheidspersoneel C. N. O. P.). ') 1 Jan. '35. 2) 1 juni '35. 12. Ledental der Vakvereenigingen. Waarvan aangesloten bij . , Totaal aantal vakcentralen 1 lanuari . georganiseerden Totaal In '/, 1910 185100 62400 33 69 1911 196500 72600 36,97 1912 212800 82600 38,80 1913 233800 101400 43,31 1914 266000 137900 51,84 1915 273400 149100 54,53 1916 298900 170400 57,07 1917 352300 224200 63,64 1918 420500 287500 68,36 1919 514600 373200 72,53 1920 683500 547200 80,07 1921 651200 525800 80,74 1922 640000 511800 79,96 1923 573600 446100 77,77 1924 5'7900 385300 74,39 1925 497500 387900 77,97 1926 493500 378300 76,65 1927 504200 390300 77.42 1928 520100 404600 77,79 1929 552100 432700 78,38 1930 624500 510200 81,70 1931 674800 556900 82,53 1932 779600 661900 84,88 1933 828900 718300 86,66 1934 795800 696700 87,55 13. Vrijwillige Ouderdomsverzekeringen ingevolge de Ouderdomswet 1919. Aantal loopende premie-betalende Tijdstip verzekeringen ex. art. 10 der O.W. 1919 I art. 24 der O.W. 1919 1 Januari 1924 87744 182202 1 .. 1925 84253 160754 1 1926 83973 141505 1 1927 93900 123039 1 1928 95514 103679 1 „ 1929 96444 93226 1 1930 100290 80711 1 .. 1931 107398 69787 1 .. 1932 112415 59688 1 1933 110800 53426 1 1934 108870 45084 1 „ 1935 110224 38311 1 April 1935 111562 37081 ') Ontleend aangegevens van Sociale Zaken. van de Rijksverzekeringsbank en van het Ministerie 14. Renten ingevolge de Ouderdomswet 1919. Renten ex art. 24 ') Renten ex. art. 28 Tijdstip van f 156, =van f 130, =van f 156, = van f 130,= 1 Januari 1920 — — 136869 64930 1 1925 56633 30408 104020 51342 1 „ 1926 63630 35329 97107 46290 1 „ 1927 69681 2) 39762 90434 41103 1 „ 1928 74261 3) 42976 83485 35433 1 „ 1929 78501 4) 45332 77309 30257 1 „ 1930 81358 5) 46748 69903 24949 1 1931 83771 6) 47676 64007 21157 1 „ 1932 85490 7) 47015 57356 16940 1 „ 1933 86196 8) 45877 51533 16940 1 „ 1934 86351 9) 44366 46125 11028 1 „ 193510) 86000 42600 40100 8600 ') Vroeger art. 26. 2) Verder waren op dien datum nog toegekend 321 gereduceerde renten als gevolg van toepassing van artt. 20 en 21 der Ouderdomswet 1919. 3) idem 416. 4) idem 731. 5) idem 1016. 6) idem 1256. 7) idem 1516, 8) idem 1810. 9) idem 2064. 10) Op honderdtallen afgerond. 15. Aantal Ouderdoms-, Weduwen- en Weezen- Renten Renten ex. art. 369 ex. art. 370 Tijdstip j van ' van van van f 156. | f 130. f 156. f 130. 1 Jan. 1919 54479 7833 40577 6737 1 .. 1925 19987 3764 27816 12009 1 1926 16908 2951 25901 10444 1 1927 13925 2317 23880 8879 1 1928 10880 1458 21551 7115 1 1929 8644 992 19378 5725 1 „ 1930 6534 634 16933 4294 1 „ 1931 5204 400 15109 3455 1 1032 3906 186 1^939 2431 1 „ 1933 2963 80 117i>6 1729 1 „ 1934 2229 8 9389 1215 1 „ 1935') 1300 65 7200 1000 ') Afgerond op honderdtallen. renten ingevolge de Invaliditeitswet. Re°te° Renten Renten R Uitkeeringen ex. art 373 ex art ex. artt. bij overlijden " 81 a j°„ 82, 83 ex'7.art" van f 20, f 40, f?56 f?30 81 c" en 84 f 60 of f 100. 29594 11042 4149 6278 7709 6086 35023 13498 5694 7469 11570 11415 40575 15743 7351 8634 15531 17550 45829 17350 9382 9730 19476 24598 51368 18754 11583 10669 23064 31449 59124 20169 14153 11616 25569 36790 65780 21297 16762 12225 29326 39148 71989 21688 19743 12948 34399 39288 77850 21382 22600 13466 39246 83102 21661 25600 13833 43437 88100 21300 28600 13800 46900 — 16. Arbeidsgeschillen, betrokken ondernemingen, betrokken werk- ° s ° W KJ - u 5 « «i ^ O -Si1" -o c | » I -S § S a B §■£ 1-Ï sS| §§ §1 g, « ë J § ü"§ ° o § gfc J?x! .o — CP-C 67 7 10 67 22 1 201500 220500 55 7 14 68 17 1 634500 647700 73 5 6 82 12 <1 889900 990800 51 14 18 51 25 5 229300 273000 16 74 18 51 31 <1 766300 856100 9 85 6 80 13 1 1636400 1772600 13 75 11 56 33 <1 483400 533800 _ — — — — 72700 108300 17. Verdeeling der personen die een beroep uitoefenden 1920 Bedrijfsklassen. Mannen Vrouwen Totaal Vervaardiging v. aardewerk, glas, kalk en steenen Bewerking v. diamant en andere edelsteenen en fijne steenen . . Boek- en steendrukkerijen, drukken van gravuren, fotogr. ateliers Bouwbedrijven, enz Chemische Nijverheid Hout-, kurk-, stroobewerking, enz. Kleeding en reiniging . . . . . Kunstnijverheid Leder, wasdoek, rubber . Oer, Steenkolen, turf Metaalnijverheid, scheeps- en rijtuigbouw Papier Textielnijverheid Gas- en electriciteitsbedrijven Bereiding van Voedings- en Genotmiddelen Totaal industrie . . Landbouwbedrijven Visscherij en jacht Handel Verkeerswezen Crediet- en bankwezen Verzekeringswezen Overige bedrijven en vrije beroepen Onderwijs Huiselijke diensten Losse werklieden Godsdienst Totaal l) . • De geheele bevolking 2) 33450 2360 35810 9408 1061 10469 24024 1524 25548 189325 1612 190937 16887 3984 20871 52840 1481 54321 45575 78496 124073 974 87 1061 35537 2886 38423 43391 3295 46686 188293 7689 195982 13220 3434 16654 44667 22831 67498 19128 582 19710 163362 16750 180112 880083 148072 ~~ 1028155 532842 89672 622514 19191 406 19597 207471 64247 271718 233236 28341 261577 24618 5078 29696 12820 3779 16599 101631 41089 142720 32586 35820 63406 9790 211345 221135 24867 36 24903 8704 3135 11839 2090576 631831 2722407 3410135 3455011 6865146 ') Hieronder begrepen de personen, wier beroep onbekend was, 2) Voor het jaar 1920 zijn hierin niet begrepen de personen, wonende in Nederland, naar de bedrijven waarin zij werkzaam zijn. 1930 Toeneming (4-) of afneming (—) 'in percenten sedert '20 Mannen Vrouwen Totaa' —| Vrouwgn | 38034 2050 40084 + 13,7 — 13,1 + 11,9 6276 643 6919 — 33,3 - 39,4 — 33,9 28702 2165 30867 + 19,5 + 42,1 + 20,8 254497 2969 257466 + 34,4 + 84,2 + 34,8 20415 5541 25956 + 20,9 + 39,1 + 24,4 56465 1283 57748 + 6,9 — 13,4 + 6,3 56746 78421 135167 + 24,5 — 0,1 + 8.9 1132 251 1383 + 16,2 + 188,5 + 30,3 38790 3976 42766 + 9,2 + 37,8 + 11,3 49543 1906 51449 + 14,2 — 42,2 + 10,2 225318 12103 237421 + 19,7 + 57,4 + 21,2 16593 4678 21271 + 25,5 + 36,2 + 27,7 58101 30194 88295 + 30,1 + 32,2 + 30,8 19712 584 20296 + 3,1 + 0,3 + 2,9 195725 23099 218824 + 19,8 + 37,9 + 21,5 1066049 169863 1235912 + 21.1 _+ 14,7 + 20,2 529708 109318 639026 — 0,6 + 21,9 + 2,7 158 6 348 16164 — 17,6 — 14,3 — 17,5 294631 104087 398718 + 42,0 + 62,0 + 46,7 262439 34298 296737 + 12,5 + 21,0 + 13,7 23339 4968 28307 — 5,2 — 2,2 — 4,7 16716 3501 20217 + 30,4 — 7,4 + 21,8 155443 55869 171312 + 13,6 + 36,0 + 20,0 39571 45496 85067 + 21,4 + 27,0 + 24,4 9109 234446 243555 — 7.0 + 10.9 + 10,1 32707 138 32845 + 31,5 + 283,3 + 31,9 12431 5193 17624 + 42,8 + 65,6 + 48,8 2418237 767579 3Ï85816 + 15.7 +~21,5 + 17.0 3942676 3992889 7935565 + 15,6 + 15.6 -f 15,6 doch niet in het bevolkingsregister van de door hen opgegeven woonplaats ingeschreven. 18. Collectieve Arbeidsovereenkomsten, Aantal Tijdstip overeenkomsten ondernemingen werknemers 1 Jan. 1911 87 1126 23002 1 .. 1920 984 22541 273598 1 Juni 1926 810 16555 264695 1 .. '927 894 16976 267791 1 .. 1928 1016 17209 279595 1 .. 1929 1260 18555 291831 1 .. 1930 1552 23545 385876 1 „ 1931 1507 23495 359339 1 .. 1932 1344 21856 252907 1 1933 1221 23241 243821 1 .. 1934 1132 25431 258185 19. Aantal Nederlandsche landverhuizers uit Nederlandsche havens vertrokken. Landen van bestemming Kinderen Totaal Jaren Mannen Vrouwen ben. Noord- Ten , incl '0 iaar Amerika Midden- Afrika ander£ Amerika , , landen 1916-1920 5652 3740 1963 10702 543 9 11355 1921-1925 1855 1030 565 3135 256 33 3450 1929-1930 1652 844 509 2725 218 7 3005 1931 170 128 67 207 153 — 365 1932 80 59 19 79 76 — 158 1933 91 62 10 113 48 — 163 19343) — - — 133 100 — 243 ') In deze opgave komen alleen voor de personen die het land hebben verlaten, vanuit de havens van Amsterdam en Rotterdam. 20. Indexcijfers van de kosten van levensonderhoud. 's-Gravenhage Amsterdam Arbei- Ambte- Ciezinnen van dersge- naarsge- Arbeidersgezinnen j ^^den zinnen zinnen Maanden Indexcijfer Indexcijfers op de basis van (1921=100) je peHode de periode^ deW 1911-1913 ^'pt.2l; 1911.1913 30 Sept. '24 = 100 = ioo — 100 = ioo 1911/1913 100,0 100,0 Januari 1920 107,1 1 106,6 j Maart ,, 198,3 September ,, 108,9 108,3 j . 1921 100,0 100,0 December 1923 177,6\ \ Maart 1924 84,8 81,8 J79,lf]766 100>0 (176,5 100,0 Juni „ 84,0 81,0 173,31 |l September ,, 83,5 | 80,9 176,3/ December ,, 84,1 81,5 180,8 Maart 1925 83,0 80,5 179,3 Juni „ 85,7 82,1 179,1 September ,, 82,9 | 80,7 178,7 December ,, 81,8 79,7 177,2 Maart 1926 80,4 78,1 169,0') 95,7 170,5 96,9 Juni „ 81,8 78,7 170,9 96,8 171,7 97,3 September ,, 78,7 76,6 164,2 93,0 167,8 95,1 December „ 79,8 77,3 167,8 95,0 169,5 96,1 Maart 1927 79,7 76,7 166,4 94,2 168,0 95,2 Juni 79,8 76,4 167,4 94,8 168.9 95,7 September „ 79,7 76,8 167,2 94,7 168,4 95,4 December „ 82,2 78,5 169,5 96,0 169,3 95,9 Maart 1928 83,0 78.9 169,2 95,8 169,4 96,0 Juni 81,9 78,0 170,4 96,5 170,5 96,6 September ,, 80,7 77,8 169,2 95,8 169,3 95,9 December „ 80,3 77,6 167,9 95,1 169,4 96,0 i) ln Maart 1926 is een nieuwe reeks indexcijfers begonnen. Ware de oude methode van berekening toegepast geworden, dan zou het Maartcijfer van 1926 174, 2 geweest zijn. De daling van 174, 2 op 169,0 kan dus beschouwd worden als een gevolg van de verandering in de methode. Indexcijfers van de kosten van levensonderhoud. (Vervolg) 's-Gravenhage Amsterdam Arbei- Ambte- „ . dersge- j naarsge- Arbeidersgezinnen Gezinnen van zinnen I zinnen meergegoeden Maanden Indexcijfer Indexcijfer op de basis van (1921. 100) periode de periode! . de periode 1911-1913 1 °ct «f 1 0ct 23 „i 30 Sept. '24 19U1®'3„ 30 Sept. '24 = 100 =100 — 100 = 100 Maart 1929 80,7 77,8 168,5 95,4 168,6 95,5 Juni „ 78,7 76,3 169,0 95,7 170,7 96,7 September „ 80,0 76,9 166,7 94,4 168,2 95,3 December „ 79,2 76,6 167,4 94,8 168,7 95,6 Maart 1930 77,6 75,2 162,8 92.2 165,0 93,5 Juni „ 76,6 73,9 162,1 91,8 166,1 94,1 September „ 77,7 74,7 162,1 91,8 165,4 93,7 December „ 75.9 72,8 156,6 8S.7 163,1 92.4 Maart 1931 74,1 71,5 154,3 87,4 158,7 89,9 Juni „ 74,4 70,8 153,5 86,9 157,1 89,0 September „ 71,3 69,1 151,2 85,6 153.4 86,9 December „ 70,2 67,9 145,2 82,2 149,7 84,8 Maart 1932 68,0 66,1 141,1 79.9 144,4 81,8 Juni „ 66.0 64,4 140,9 79,8 143,8 81,5 September „ 65,8 64,5 141.1 79,9 143,0 81,0 December 67,0 65,1 140,2 79,4 142,4 80,7 Maart 1933 66,3 64,2 137,9 78,1 138,7 78,6 Juni 66,1 64,2 137,4 77,8 137.5 77,9 September ,, 66,9 64,8 139,5 79,0 136,6 77,4 December „ 68,4 65,8 142,5 80,7 137,7 78,0 Maart 1934 68,5 65,8 141,5 80,1 135,9 77,0 Juni 67,4 65,0 139.9 79,2 134,7 76,3 September „ 67,5 65,5 140,0 79,3 134,5 76,2 December „ 66,7 64,8 138,8 78,6 133,3 75,5 Maart 1935 66,2 64,2 136,7 77.4 131,5 74,5 Juni .. 65,6 64,0 135,8 76,9 131,7 74,6 September „ 65,2 63,8 135,6 76,8 129,7 73,5 I