Spaaraestadiana «Fan Willem Lucas aan de Geestelijkheid Tan Nederland MET ILLUSTRATIES N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „FIDELITAS" AMSTERDAM-C. Wie „Droomen zijn Bedrog" van Paul Keiler gelezen heeft, weet, dat de dag van St. Sylvester als uitgangspunt van stoutmoedige ondernemingen bijzondere verdiensten heeft. Zoo schijnt ook Jan Willem Lucas, te hebben gedacht, toen hij op Oudejaarsavond 1935 aan „Pastoors en Rectoren van Nederland" een rondschrijven verzond van vertrouwelijken aard. Dit schrijven — op zóó groote schaal verspreid, dat het ook op onze tafel terecht kwam — stelt aan de orde een aantal vragen, die behooren tot het domein van het Katholieke leven. Anders ware de hulp der Geestelijkheid voor het verder verspreiden der door den heer Lucas verstrekte inlichtingen niet ingeroepen. Nu dit verzoek eenmaal is gedaan, rijst de vraag, of de in dit document verstrekte inlichtingen in alle deelen waar zijn en de indruk, die zij aan de Eerwaarde Geestelijkheid beoogen te geven in alle deelen juist. Daarmede is ook de vraag van de beteekenis van het Spaarnestadconcern voor het Katholieke openbare leven aan de orde gesteld.*) Wij beginnen met hier het schrijven met de eerste daaraan toegevoegde bijlage af te drukken. De tweede bijlage, gewijd aan het weekblad „Stad en Land", komt later nog wel aan de orde. Haarlem, 31 Dec. 1935. Vertrouwelijk. Aan de ZeerEerwaarde Heeren Pastoors en Rectoren van Nederland. Wij hebben de eer hierbij onder Uwe aandacht te brengen een tweetal inlichtingen, samengesteld in ver- ') Een vraag, waaraan niet alleen deze brochure, doch ook volgende zullen worden gewijd. band met geruchten, welke door vijanden onzer vennootschap worden verspreid. Wij vertrouwen, dat U van deze inlichtingen, met zooveel mogelijk behoud van het vertrouwelijk karakter, zult willen gebruik maken in alle gevallen, waarin U vragen omtrent onze vennootschap of hare uitgaven bereiken. U zoudt ons tevens zeer verplichten als U een dezer dagen op gelijke wijze de inlichtingen met Uwe heeren Kapelaans zoudt willen bespreken. Hoogachtend, N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD. J. W. LUCAS, Gedel. Comm. C. P. OOMS, Directeur. I. INLICHTINGEN INZAKE DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD. 1. Volgens art. 2 der Statuten heeft de Spaarnestad tot doel: a. het drukken en uitgeven van dagbladen en andere periodieken in katholieken geest, tot verdediging en verspreiding van katholieke beginselen; b. het drukken en uitgeven van dagbladen, periodieken enz., welker inhoud niet in strijd mag zijn met de katholieke beginselen. 2. Deze doelstelling is goedgekeurd door Z.H. Exc. den Bisschop van Haarlem. Wijziging van de Statuten kan slechts met goedkeuring van Z.H. Exc. den Bisschop van Haarlem plaats vinden. 3. De oligarchische macht in de vennootschap berust in handen van de aandeelen op naam. Overschrijving van deze aandeelen op anderen komt practisch zèèr weinig voor. Zij zijn alle in handen van katholieken of katholieke instellingen. Het bestuur bestaat uit de heeren J. W. A. Beynes, Mr. J. H. E. Heerkens Thijssen, Prof. Mr. G. Russel en Dr. J. G. Hoge, als commissarissen, J. W. Lucas als gedelegeerd commissaris en C. P. Ooms als directeur. Al deze heeren zijn, als vanzelfsprekend, positief katholiek. Er is geen sprake van, dat een of meer hunner NSB-er zouden zijn of de NSB-opvattingen zouden huldigen. 4. De onder la vermelde doelstelling is de Spaarnestad, zooals algemeene bekend mag worden geacht, gedurende haar geheele bestaan ten volle nagekomen. 5. In de exploitatie der onder lb bedoelde uitgaven van de Spaarnestad zijn alle schakeeringen van het Nederlandsche volk vertegenwoordigd, met uitzondering van communisten. Nimmer is iemand in de exploitatie dezer uitgaven ontslagen op grond van zijn opvattingen, tenzij deze zich uitten in strijd met godsdienst en goede zeden. 6. Alle uitgaven van de Spaarnestad staan onder leiding van practiseerend katholieke redacteuren. Als hoofdredacteuren treden op de heeren J. A. M. Douwes en C. P. M. Lautenslager. Als Bisschoppelijk censor is aangewezen de Hoogeerwaarde Heer H. C. J. Sondaal, Deken van Haarlem. 7. De in lb bedoelde uitgaven hebben alle tot doel: het binnendringen van slechte tijdschriften te voorkomen. Het was hierom, dat de exploitatie der onder lb bedoelde uitgaven zoozeer de warme sympathie van Mgr. Callier z.g. en van Mgr. Aengenent z.g. had. 8. Bijna 3000 personen zijn in binnen- en buitendienst bij de vennootschap werkzaam. 9. Van hen, die tot voorlichters van de katholieken geroepen zijn, wordt gevraagd, geen oordeel over de Spaarnestad of hare doeleinden te vormen, alvorens van het bovenstaande te hebben kennis genomen, en, indien noodig,_ bij den Censor verdere inlichtingen te hebben gevraagd. N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD. Gezien en geheel in overeenstemming met de feiten: De Deken van Haarlem, Censor (geteekend) H. C. J. Sondaal pr. Haarlem, 31 December 1935. Voor het onderzoek naar de waarde en beteekenis van dit schrijven is het in de eerste plaats van belang het begrip „De Spaarnestad" nader te omschrijven. Moet men dit verstaan als het „Spaarnestad-concern", het anonieme vermogenscomplex, dat tot een ingewikkelde combinatie van vennootschappen en belangenpenetraties is verworden? — Of moet men het verstaan, als beperkt tot slechts een onderdeel van dit concern, n.1. de N.V. Drukkerij De Spaarnestad, de niet-alles omvattende Haarlemsche kern van het bedrijf? Het is van belang dit vooruit vast te stellen. Het Spaarnestadconcern bestaat o.m. uit de navolgende rechtspersonen: N.V. Drukkerij De Spaarnestad, te Haarlem; N.V. Vaderlandsche Beheer Maatschappij, te Haarlem; N.V. Exploitatie Maatschappij Quod Bonum te Utrecht; Société des Périodiques te Luxemburg; Zeitschriftenverlag A.G. te Berlijn. Verder heeft het Spaarnestadconcern door crediet-participatie of anderszins domineerenden invloed op de Pallasmaatschappij, de Uitgeverij Joost van den Vondel e.d. Wanneer men het heeft over Spaarnestaduitgaven, bedoelt men dan daarmede alleen de uitgaven, die men met veel raffinement op naam van de N.V. Drukkerij De Spaarnestad zelf heeft gesteld? Of bedoelt men daarmede alle uitgaven, die in economischen zin en nog meer die in moreelen zin onder het machtsbereik van de Spaarnestad vallen en waarvoor de „Spaarnestadleiders" in geweten de verantwoordelijkheid dragen, omdat de vorm en uitwerking dezer uitgaven zóó door hen gewild is en doorgezet, vaak tegen verzet van hun eigen personeel in? Het lijdt naar onze meening geen twijfel, dat het begrip „De Spaarnestad" in den ruimsten zin moet worden opgevat, dus: zoover als het machtsbereik van De Spaarnestad daadwerkelijk strekt. Zoo vat de publieke opinie het op. Achter de vennootschappen-maskerade zoekt zij de realiteit. Een ev. misdaad in een bepaald juridisch hokje begaan, rekent zij den bestuurder van het geheel aan — en terecht. In zijn schrijven van Oudejaarsavond 1935 nu, concentreert J. W. Lucas wel heel sterk — et pour cause — zijn beweringen op de N.V. Drukkerij De Spaarnestad. Aanleiding tot dit schrijven heeten geruchten, welke door vijanden dezer vennootschap zouden worden verspreid. Welke deze geruchten zijn, wordt niet vermeld, terwijl zij nog niet eens tot 95 % der E.E.H.H. Pastoors kunnen zijn doorgedrongen. Ook wordt niet nader aangeduid wie de booze vijanden zijn. Dat een vennootschap als zoodanig vijanden hebben zou, is al zeer naief en ook niet waar. Daden van bestuurders van vennootschappen kunnen vijandschap wekken tegen deze bestuurders. Maar daarom hebben deze bestuurders nog niet het recht achter hun vennootschappen weg te kruipen en deze juridische figuren te misbruiken als scherm wanneer zij voor hun euveldaden ter verantwoording geroepen worden. Op het Laatste Oordeel zal b.v. de heer J. W. Lucas niet kunnen volstaan met een verwijzing naar het bestuur der N.V. Drukkerij De Spaarnestad en deszelfs censor, doch zal hij persoonlijk zijn liberalistisch-kapitalistisch bewind, dat zooveel gezinnen heeft benadeeld en zelfs geruïneerd, hebben te verantwoorden. In de bijlagen tot Lucas' schrijven aan de geestelijkheid, wordt in den kop gesproken over „Inlichtingen inzake de N.V. Drukkerij De Spaarnestad", terwijl in den tekst alleen geschreven wordt De Spaarnestad. Zoo wordt gezegd: 1. Volgens art. 2 der Statuten heeft de Spaarnestad tot doel: a. het drukken en uitgeven van dagbladen en andere periodieken in katholieken geest, tot verdediging en verspreiding van katholieke beginselen; b. het drukken en uitgeven van dagbladen, periodieken enz., welker inhoud niet in strijd mag zijn met de katholieke beginselen. 2. Deze doelstelling is goedgekeurd door Z.H. Exc. den Bisschop van Haarlem, enz." Sub 4. heet het dan: „De onder la vermelde doelstelling is De Spaarnestad, zooals algemeen bekend mag worden geacht, gedurende haar geheele bestaan ten volle nagekomen." Over het nakomen der verplichting sub lb wordt wijselijk niets gezegd, doch alleen een eind verder (sub 7!) opgemerkt : „De lb bedoelde uitgaven hebben alle tot doel, het binnendringen van slechte tijdschriften te voorkomen. Het was hierom, dat de exploitatie der onder lb bedoelde uitgaven zoozeer de warme sympathie van Mgr. Callier z.g. en van Mgr. Aengenent z.g. had." Het is zeer duidelijk, dat men in den brief niet heeft durven zetten, dat de Spaarnestad, gedurende haar geheele bestaan de onder lb vermelde doelstelling ten volle is nagekomen. Het zou ook al te onwaar zijn geweest dit te beweren. En de brief moest immers door Haarlem's Deken, H. C. J. Sondaal pr. als „gezien en geheel in overeenstemming met de feiten" worden onderteekend. Dat dit ondanks deze opvallende voorzichtigheid in formuleering toch nog ten onrechte is geschiedt, zal uit het volgende blijken. Als bijkomende geruststelling ten behoeve van de E.E. H.H. pastoors, wordt sub 6. verklaard: 6. „Alle uitgaven van De Spaarnestad staan onder leiding van practiseerend katholieke redacteuren. Als hoofdredacteuren treden op de heeren J. A. M. Douwes *) en C. P. M. Lautenslager -). Als Bisschoppelijke censor is aangewezen de HoogEerwaarde Heer H. C. J. Sondaal, Deken van Haarlem." Noch het feit evenwel, dat deken Sondaal censor is, noch ook het feit, dat de redacteuren „practiseerend katholiek" zijn, kan garandeeren dat de inhoud der uitgaven „katholiek", resp. „niet in strijd met de katholieke beginselen" zal zijn. De redacteuren hebben zelfs, wanneer zij tot den familie- en vriendenkring van het directorium behooren, in feite niets in te brengen over wat er al dan niet in de tijdschriften komt. Dat maakt Lucas, geassisteerd door Ooms, zelf uit. Het censorschap van Deken Sondaal is daarbij slechts een matige rem. De H.E. Deken Sondaal heeft zich doen kennen als een •) Zwager van den heer C. P. Ooms, directeur der vennootschap. 2) Ex-hoofdredacteur van het „Amusante Weekblad", thans hoofdredacteur van „De Katholieke Illustratie". zwak man, die zich op onbegrijpelijke wijze onder invloed van J. W. Lucas heeft doen stellen en herhaaldelijk blijk gaf van gemis aan zelfstandigheid, zelfs in zijn oordeel, zoo spoedig hij tegenover J. W. Lucas of diens daden stond. De Spaarnestad, die (zie sub lb) bladen, periodieken enz. uitgeeft, die naar zij stelt alle tot doel hebben — let wèl alle — het „binnendringen van slechte tijdschriften te voorkomen", schijnt onder leiding van J. W. Lucas, om dit doel te bereiken, zonderlinge methodes toe te passen. Wij kunnen de mentaliteit niet bevatten, die er toe leidde aan de abonne's van de neutrale tijdschriften van De Spaarnestad als zgn. Kerstboek aan te bieden het „Winterboek", dat de Spaarnestad indertijd vervaardigde voor het Comité voor Intellectueele Werkeloozen en waarvoor De Spaarnestad zich zelfs schamen moest het te hebben gedrukt. Welke hersenkronkel, welke moreele instelling heeft J. W. Lucas er toe gebracht dit boek te laten aanbieden aan de lezers van de neutrale Spaarnestad tijdschriften, nota bene in plaats van het „Kerstboek"? Wij hebben er slechts één verklaring voor: die van het geld, dat niet stinkt. De voorraad „winterboeken" moest worden opgeruimd en het was voordeeliger uit dien voorraad te putten, dan wederom een zgn. Neutraal Kerstboek (de Hemel vergeve ons de uitdrukking) te vervaardigen, zooals anders bij de Spaarnestad te doen gebruikelijk was. Dat wij ons ter zake van het Winterboek — alias Kerstboek — zeer gematigd uitdrukken, zal ieder duidelijk zijn, die kennis neemt van een hiernaast ter documentatie afgedrukte walgelijke illustratie uit dit boek, waarover wel geen verschil van meening mogelijk kan zijn. De tekst van het surrogaat-Kerstboek is op vele plaatsen van hetzelfde allooi en allerminst geschikt voor verspreiding op groote schaal onder de massa — het moge dan zelfs een voor het grootste deel niet-Katholiek publiek zijn, dat op de neutrale tijdschriften van De Spaarnestad ge-abonneerd is. Dat zooiets bij de Spaarnestad mogelijk is — dergelijke belangrijke beslissingen komen uiteraard alleen uit de directiekamer — bewijst, dat de leiding dezer zich op sommige oogenblikken Katholiek noemende uitgeverij in volstrekt verkeerde handen is. Slechts wie de heeren kent, zal zich over de mogelijkheid van deze brutale distributie van een zoo indecent Winterboek niet verbazen. Er rijst hierbij nog een andere vraag: Hoe staat het met de verantwoordelijkheid van Deken H. C. J. Sondaal als censor voor de schandelijke distributie van dit „Winterboek" onder de abonne's van de door hem gecensureerde neutrale Spaarnestadtijdschriften? Wij volstaan voorloopig met het stellen der vraag. * * * De Spaarnestad (i.c. J. W. Lucas) is naar onze meening verplicht tegenover de Katholieke publieke opinie duidelijk te maken, of zij de tweeledige doelstelling harer statuten (zie boven) alleen als van toepassing voor de N.V. Drukkerij De Spaarnestad beschouwt — dan wel of zij erkent, dat deze tweeledige doelstelling van kracht is voor het „concern" in al zijn onderdeelen en geledingen. Wij vreezen, dat J. W. Lucas niet bereid zal worden gevonden zonder dwang van boven af laatstbedoelde erkenning te geven en in toepassing te brengen. Immers het is zoo gemakkelijk: als de statuten der „moederonderneming" resp. „hoofdvennootschap" op het punt van katholiciteit en zedelijkheid wat eng zijn, dan richt men een vennootschap op, die deze doelstelling niet overneemt en men acht zich vrij te doen, wat de N.V. Drukkerij De Spaarnestad zelf statutair niet zou mogen doen. Of ook, men laat de vennootschap door middel van speciale crediet- en andere overeenkomsten een andere vennootschap controleeren, die zelf geheel vrij is het zakelijk principe uit te leven, los van elke gebondenheid aan Katholiek geloofs- en/of zedenprincipes. Zaken zijn immers zaken en de tantièmes moeten worden verdiend. Van de uitgaven dezer vennootschappen — die toch in feite uitgaven van het Spaarnestadconcern zijn — behoeft niet te worden gezegd, dat zij onder leiding van practiseerend katholieke redacteuren staan, terwijl Deken Sondaal er zich als censor niet verantwoordelijk voor te voelen heeft, nu het toch geen uitgaven van de Naamlooze Vennootschap zelf zijn. Z.H.E. kan dan twee oogen dichtknijpen en naar eigen meening in geweten vrij uitgaan, ook al krijgt hij de fraaie producten geregeld te zien. Als voorbeeld van een dergelijke uitgave halen wij hier aan „International Textiles", uitgave der Pallas-maatschappij, doch „gefinancierd" en mede-opgericht door de Spaarnestad en gedrukt ter drukkerij 't Kasteel van Aemstel te Amsterdam, dank zij den allesomvattenden concernband. Het is een internationaal (sic) modeblad, dat uiteraard niet de verdediging en verspreiding van katholieke beginselen tot doel heeft — doch slechts geldverdienen beoogt, in een richting, waarin weinigen zullen hebben vermoed, dat J. W. Lucas het zocht1). Dat een modeblad, teekeningen van dessous brengt, is noodzakelijk en aanvaardbaar, doch hoe de Spaarnestadleiding het met haar katholieke doelstelling in overeenstemming kan achten een blad te helpen uitgeven en mogelijk te maken, dat zinneprikkelende teekeningen — a la „Vie Parisienne" — brengt, is niet voor iedereen begrijpelijk2). Dat wij wederom niet overdrijven, bewijst nevengaande reproductie van een in „International Textiles" opgenomen liederlijke teekening. Het naar voren brengen der naakte, uitdagende vrouwenfiguren is kennelijk niet de laatste bedoeling geweest. Ook de advertenties van het periodiek zijn zeer vaak „aantrekkelijk" — „nur für Herrn." Het is waar, dat wie veel in Duitschland reist aan veel gewend raakt! En deken Sondaal waarschijnlijk niet de censor is van dit te Amsterdam gedrukte, doch overigens hem lang niet onbekende maandblad. Ware hij een krachtiger figuur, dan zou Z.H.E. — censor of geen censor — onmiddellijk bij Lucas hebben geopponeerd tegen deze uitgave in den al te erotischen vorm waarin zij tot dusver het licht zag. Ook op de neutrale tijdschriften: Panorama met bijbladen wordt veel critiek geoefend, van geestelijke zijde. Brute obsceniteiten komen er niet in voor, doch de geest, a die de advertenties dezer bladen vaak ademen, is er niet minder verderfelijk om. Zij kweeken een geest van monda- ') Sommige Spaarnestad-ondernemingen lijken erg op gokkerijtjes van particulieren en zijn wel heel erg van het statutaire doel der vennootschap verwijderd. 2) De praestaties van de „Die Neue Jugend" op dit gebied, worden in een volgende brochure onder de loupe genomen. niteit en genotzucht, die van kwaad tot erger leidt en zware moreele verwoestingen aanricht. Wij zien niet in waarom de censor op advertenties voor Panorama e.d. minder zware eischen stelt dan voor de Katholieke Illustratie — eischen, die blijkens klachten van geestelijken, zelfs niet altijd voldoende kunnen worden geacht. * * * Wij komen nu aan de behandeling van punt 3 der door J. W. Lucas welwillend aan de geestelijkheid verstrekte inlichtingen. De eerste alinea daarvan luidt: „De oligarchische macht in de vennootschap berust in handen van de aandeelen op naam. Overschrijving van deze aandeelen op anderen komt practisch zéér weinig voor. Zij zijn alle in handen van katholieken of katholieke instellingen." De slimme vos, die Lucas is, meent hiermede de E.E. H.H. Pastoors, voor wie deze regels bestemd zijn, een fopspeen in den mond te hebben geduwd. Immers wat wil men nog meer? De oligarchische macht is in handen van — ongenoemde! — katholieken of katholieke instellingen. Kan het mooier? Lucas raakt hier een punt uit de wordings- en verwordingsgeschiedenis van De Spaarnestad, dat wij iets duidelijker en uitvoeriger zullen uiteenzetten, dan hij het in zijn Oudejaarsavondbrief deed. De aandeelen op naam van de N.V. Drukkerij De Spaarnestad waren oorspronkelijk in handen van een kleine groep (kapitaal ongeveer ƒ 200.000.—), waarvan ongeveer de helft toebehoorde aan het Bisdom Haarlem en aan het Bisdom rekenplichtige instellingen; voor het overige in handen van te goeder naam bekend staande katholieken. Bovendien was toentertijd Voorzitter van het College van Commissarissen de Hoogeerw. Heer H. A. Th. van Dam, Deken van Den Haag, zonder wiens medewerking geen aandeelen op naam konden worden overgeschreven. In 1931 is het kapitaal der Vennootschap evenwel uitgebreid met \y2 millioen gulden en tegelijkertijd met het oog daarop, opgericht een vennootschap genaamd: N.V. Ver- eenigd Bezit van aandeelen in de N.V. Drukkerij de Spaarnestad. Naar behoefte werden de aandeelen N.V. De Spaarnestad ingebracht in de N.V. Vereenigd Bezit, die tegenover dezen inbreng aandeelen „Vereenigd Bezit" bij het publiek in omloop bracht. Omdat op laatstgenoemde aandeelen hetzelfde dividend was gegarandeerd als op de gewone en preferente aandeelen der N.V. Drukkerij de Spaarnestad, had voor het publiek het onderscheid geen economische beteekenis. Het stemrecht van de iyz millioen Spaarnestad-aandeelen samengebracht in de N.V. Vereenigd Bezit, berust echter in handen van tien houders van Prioriteitsaandeelen der N.V. Vereenigd Bezit. Deze laatsten moeten zijn directeur of commissaris der N.V. Drukkerij de Spaarnestad. Op zeker oogenblik bleek, dat buiten weten van de oorspronkelijke aandeelhouders der N.V. Drukkerij de Spaarnestad dit kapitaaal van 1% millioen was geschreven op naam der N.V. Vereenigd Bezit, waardoor de overmacht der oude groep aandeelen op naam was verloren gegaan in de massa, en waardoor ook het Bisdom Haarlem zijn invloed — voorzoover uitgeoefend door aandeelenbezit — verloren had. Als Lucas nu schrijft „De oligarchische macht in de vennootschap (De Spaarnestad) berust in handen van de aandeelen op naam", dat beteekent dit, dat de overgroote meerderheid der stemmen in de N.V. Drukkerij de Spaarnestad berust in handen van directeuren en commissarissen der Spaarnestad, zonder dat het Bisdom in de gelegenheid is zich op de vaak eenig-effectief wijze als indertijd door Mgr. Callier bedoeld, te doen gelden. Van een controle der aandeelhouders op degenen die het bestuur voeren, is bij de Spaarnestad dan ook geen sprake. Een misstand, die niet slechts economische gevolgen heeft gehad en tot misbruiken bij de winstverdeeling heeft geleid — doch in wezen ook een bedreiging vormt van het Katholieke karakter, dat naar de bedoeling van Mgr Callier onder alle omstandigheden moest worden verzekerd. Hoe Lucas een bisschop durft te behandelen heeft men nog kort geleden in het Aartsbisdom ondervonden, — een behandeling, die als een vloek op „Het Centrum" zal blijven drukken zoolang de Spaarnestad in handen van Lucas is. Zonder schaamte noemt J. W. Lucas in zijn schrijven van 31 December de beide namen van Mgr. Callier z.g. Mgr. Aengenent z.g. blijkbaar om de geestelijkheid te imponeeren. Deze geestelijkheid dient echter te weten, dat het J. W Lucas is, die Mgr. Callier's opzet verijdelde en het bisdom van Haarlem op de aandeelhoudersvergadering (waar het aanvankelijk de aandeelen op naam beheerschte) machteloos maakte, ten einde met zijn creaturen het beheer te kunnen voeren, desnoods tegen den bisschop van Haarlem in. Voor bisschoppen — door hem spottend Sinterklazen genoemd — heeft Lucas nimmer veel respect aan den dag gelegd, tenzij dit in zijn handelskraam te pas kwam. Hij gebruikt ze, althans poogt ze te gebruiken, voorzoover zakelijke transacties hem dit gewenscht doen voorkomen. Met evenveel genoegen gaat hij er evenzeer dwars tegen in. Wie doet hem wat, als hij de aandeelen in zijn bezit heeft, ook al zijn zij niet zijn bezit? Geen bisschop, die ze uit zijn handen haalt. Wat zou het ook? Lucas gaat niet op zij voor een „Sinterklaas". Eerst een half jaar vóór zijn dood kreeg Mgr. Aengenent z.g. kennis van den dieperen zin der machinaties met de N.V. Vereenigd Bezit, waarop Mgr. aan Deken Sondaal den wensch te kennen gaf Z.H. Eerw. als Commissaris uit de N.V. Drukkerij de Spaarnestad te willen zien aftreden1). Mgr. Aengenent wilde sindsdien niets meer met de Spaarnestad te maken hebben. * * * Mgr. had in een ervaring van jaren de persoonlijkheid van J. W. Lucas ten volle leeren begrijpen. Talrijk zijn de pogingen geweest om het bisdom van Haarlem voor den zakelijken wagen van De Spaarnestad te spannen ten koste van belangen van kleinere lieden. Lucas, die zich al spoe- ') Dat Deken Sondaal zich sindsdien met veronachtzaming van 's bisschops wensch toch met de zaken van De Spaarnestad bleef bemoeien, is nader gebleken uit de brochure „De Tijd op Drift". — Het heeft Mgr. Aengenent z.g. ongetwijfeld pijnlijk getroffen, dat in de plaats van Deken Sondaal, rector der Maria-Stichting, Dr. Hoge, directeur dierzelfde stichting, door het „oligarchische bestuur" tot commissaris werd benoemd in de vacature Sondaal. dig geen „persona grata" meer voelde bij Monseigneur Aengenent, maakte voor de behartiging van zijn belangen bij de pogingen tot beinvloeding van het bisdom gebruik van derden, bij voorkeur van zijn vriend Deken Sondaal, dien hij steeds weer bereid vond op te treden als pleitbezorger voor de „Spaarnestad"belangen. Telkens weer werd deze — na ontvangen voorlichting — naar het bisdom gestuurd om een of ander belang te bepleiten. Deze voorlichting geschiedde niet altijd mondeling, doch nam ook soms den vorm aan van een „aide-mémoire", die Deken Sondaal zich goed in zijn hoofd prentte, alvorens naar het bisschoppelijk paleis aan de Nieuwe Gracht te gaan. In deze aide-mémoires geeft Lucas zich bloot op een wijze, die verdient aan de vergetelheid te worden ontrukt. Wij laten dan ook volgen: ENKELE AANTEEKENINGEN TEN BEHOEVE VAN DEN HOOGEERW. HEER DEKEN H. C. J. SONDAAL. 1. „Vergissen wij ons niet, — aldus Lucas — dan bezit het Haarlemsche Bisdom in zijn diverse fondsen een bedrag van ongeveer ƒ 100.000.— aandeelen in onze vennootschap. Deze aandeelen zijn tegen vrij lage koersen — gewoonlijk parikoersen — verworven en hebben in den loop der jaren zeer belangrijke dividenden opgeleverd. Zelfs over 1932 ontvingen deze aandeelen nog 7 % (ondanks alle malaise) en de verwachtingen voor 1933 zijn belangrijk hooger gespannen. Het Haarlemsche Bisdom heeft vroeger ook deelgenomen in de 5 % en 7 % obligatieleeningen der vennootschap. De coupons en de aflossingen hierop zijn altijd volledig betaald. Tegenover de langen tijd uitgestaan hebbende 4 % leening aan het Kapittel heeft het Bisdom, toen wij eens geld noodig hadden, ten behoeve van den aankoop van een R.K. Militair Hospitaal, een 5 % leening van gelijk bedrag, n.1. ƒ 50.000.— verstrekt, af te lossen in vier jaar. 2. Ondanks het feit, dat het Bisdom èn door de dividenden èn door de interestbetalingen groote inkomsten uit onze zaak trekt, ontvangen wij nimmer opdrachten tot het vervaardigen van drukwerk, boekwerken en soortgelijke, welke opdrachten toch per jaar een belangrijk cijfer zullen uitmaken. Onze inrichting is wellicht minder gezocht ten opzichte van het maken van 100 visitekaartjes of 500 enveloppen, doch het grootere werk past haar — als vanzelfsprekend — geheel. 3. Toen het niet mogelijk bleek op de kleine participa tie n.1. van ƒ 5000.— aandeelen Société des Périodiques, welke het Bisdom ter wille van de goede zaak en ter verbreiding van onze lectuur in Duitschland had genomen, een dividend uit te keeren, werd het telefonisch gesprek hetwelk de secretaris van het Bisdom hierover voerde niet alleen zoodanig gestuurd, dat een onaangename situatie hierdoor ontstond en de secretaris zich meende bij Monseigneur te moeten beklagen, doch tevens werd de verwondering uitgesproken dat op aandeelen, welke De Spaarnestad had uitgegeven, geen dividend werd betaald! Daarvoor waren ze toch niet genomen! 4. Wij hebben op verzoek van Mgr. plm. 3y2 jaar geleden De Graal in staat gesteld een veertiendaagsch tijdschrift te doen verschijnen „De Zilveren Trompet" en mede op verzoek zelfs op ons genomen, het verlies van het eerste jaar te dragen. Ondanks het feit, dat dat deze regeling aan onze vennootschap ongeveer ƒ 5000.— kostte, meende men het te mogen bestaan ons nog ƒ 2000.— meer te laten betalen voor zgn. verliezen, welke De Graal zelf had geleden door de slechte organisatie, welke men onder leiding van Mej. Kersbergen had ingericht. Daarenboven heeft men ons voortdurend laten wachten op de ons toekomende gelden en was men zeer nalatig met het afdragen van inkomsten, welke ons toekwamen. Ondanks dit alles meende Mgr., toen wij niet langer dergelijke dingen wilden verdragen, zeer duidelijk zijn ontstemming te moeten mededeelen en ons te kunnen toevoegen, dat „dergelijke dingen tusschen fatsoenlijke menschen niet mogen plaatsvinden." 5. Toen indertijd mr. dr. Witteman als aanvoerder van de opposanten in de N.V. Dagblad en Drukkerij De Tijd bij ons was gekomen, met verzoek onze schouders onder de beide Amsterdamsche bladen te zetten, hebben wij onze deelname afhankelijk gesteld van het verkrijgen van een bedrag van ƒ 300.000.—, hetwelk noodig was teneinde de zaak te Amsterdam te reorganiseeren. Mgr. heeft ons toen medegedeeld, dat voor een zeer belangrijk deel op zijn financieelen steun kon worden gerekend, zoodat aangenomen mocht worden, dat het grootste gedeelte van bedoelde drie ton was gevonden. Nadat wij ons echter verder hadden vastgelegd tegenover de buitenwereld en bovenbedoelde groep van opposanten, werd medegedeeld, dat Mgr. geen enkele bijdrage in genoemde drie ton zoude nemen. 6. Wij hebben ons in de aangelegenheid van Het Centrum slechts begeven, nadat Mgr. Aengenent ons feitelijk hiertoe had overgehaald. Ter wille van zijn vriend Aalberse, heeft hij zich, nadat Mgr. Jansen zich van zijn ware zijde had laten kennen, persoonlijk tot dezen gericht en ons door een briefwisseling gesuggereerd, dat de houding van den Aartsbisschop van vriendschappelijken aard was. Wij hebben eerst daarna onzen goeden naam en ons goede geld in het Utrechtsche gewaagd. 7. Nadat ons gebleken was, dat door de weinige medewerking van de geestelijkheid in het Haarlemsche Diocees en door de tegenwerking in het Utrechtsche, groote verliezen voor de deur stonden en het gevaar nabij kwam, dat wij te Amsterdam en te Utrecht het bijltje erbij moesten neerleggen, hebben wij ons tot Mgr. Aengenent gewend, met een zoo duidelijk schrijven, dat misverstand uitgesloten was. Wel heeft Mgr. Aengenent tot twee maal toe geprobeerd met den Aartsbisschop te dezer zake in contact te komen en heeft deze laatste deze pogingen verijdeld, doch daarna is niets meer geschied. Ware het niet mogelijk geweest, duidelijk en in het openbaar van de sympathie van het Haarlemsche diocees te getuigen? Ware het niet mogelijk geweest, zoowel v. d. Biggelaar als Wierdels, die ons met brochures te lijf gingen, aan het Bisdom te roepen? Had het niet voor de hand gelegen, dat de redacteur van het tijdschrift „De Katholieke Pers" van Mgr. Aengenent had vernomen, dat hij van De Spaarnestad moest afblijven? 8. De houding inzake onze dagbladen, welke zoowel Mgr. Aengenent als Mgr. Jansen heeft ingenomen, is onbegrijpelijk en onverantwoordelijk. Indien wij nu eens onze exploitatie hadden moeten stoppen — en wij mogen er wel aan denken, dat deze mogelijkheid nog altijd bestaat — wat zou er dan van de katholieke zaak in Amsterdam en Utrecht terecht zijn gekomen? Men denke hierover niet te licht. Ook in andere landen heeft de geestelijkheid ondervonden, dat èn door een slechte pers èn door de weinige samenwerking met de leeken groote verliezen voor de Kerk zijn ontstaan. 9. Over 1932 heeft onze vennootschap ƒ 395.000.— geofferd uit haar winst over het jaar om haar verlies op de vier bladen: De Tijd, De Nieuwe Dag, Het Centrum en het Dagblad van Arnhem af te schrijven. Deze ƒ 395.000.— heeft De Spaarnestad geput uit haar overwinst, in welke overwinst de directie iy2 % per persoon geniet. Deze afschrijving heeft dus elk lid van het directorium pl.m. ƒ 30.000.— gekost. Ook over volgende jaren zijn verliezen nog in groote bedragen te wachten1). Weet men wel, dat elke ƒ 100.000.— verlies besteed ') Deze verliezen zijn — gelijk de geschiedenis van de exploitatie in 1935 bewezen heeft — nagenoeg uitsluitend te wijten aan het wanbeheer door De Spaarnestad bijna vier jaar lang over de N.V. Drukkerij de Tijd gevoerd. Toen de Spaarnestad in 1935 het bijltje er bij neerlegde is de exploitatie van de N.V. De Tijd in een minimum van tijd in evenwicht gebracht. Vergeten mag niet worden, dat de Spaarnestad een belangrijke winstbron — de K. R. O. Gids! — aan het exploitatiecomplex van de N.V. aan de katholieke pers, ieder der directeuren ƒ 7500.— in privé kost! Ondanks dit alles laat men toe, dat wij in onze personen op de meest perfide wijze worden aangevallen, doet men niets om ons te rehabiliteeren." Aldus besluit Lucas de aanteekeningen door hem anno 1933 gemaakt ten behoeve van Deken Sondaal. Men ziet daaruit, hoe Lucas het noodig achtte, Deken Sondaal te wijzen op de z.i. aanzienlijke voordeelen door het bisdom uit het bezit van aandeelen en obligaties, behoorend tot het Spaarnestadconcern, getrokken. Daaruit haalt Lucas een argument om Deken Sondaal te bewegen het bisdom er op te wijzen, dat het zijn drukwerkorders aan De Spaarnestad onthoudt. Kleine drukkers moeten blijkbaar niet leven! De stemming moet verder worden beinvloed door een incident ter zake van de niet-uitkeering van dividend *) op de aandeelen „Société des Périodiques , welke De Spaarnestad heeft uitgegeven (Die Neue Jugend c.s.). De snoodheid van „De Graal" en Mgr. wordt eveneens aan de kaak gesteld — terwijl ter zake van de overname van De Tijd Lucas aan Mgr. Aengenent niet-nakoming van een eenmaal aangegane verplichting, althans ontrouw aan het gegeven woord, durft ten laste leggen! Mgr. Aengenent wordt aangewezen als de persoon, die de Spaarnestad heeft „overgehaald" zich in de aangelegenheid van Het Centrum te begeven, „terwille van zijn vriend Aalberse" s). J. W. Lucas durft verder te schrijven: „Nadat Mgr. Jansen zich van zijn ware zijde had laten kennen" (zoo schrijft Lucas in 1933 over Utrecht s aartsbisschop!) heeft Mgr. Aengenent zich „persoonlijk tot dezen gericht en ons (d.i. Lucas c.s.) door een briefwisse- de Tijd ontnomen en aan zichzelf toegevoegd heeft, ten profijte der leden van haar directorium. Was de K. R. O. Gids bij De Tijd gebleven dan zou deze vennootschap met haar 9 ton obligatiekapitaal nimmer noodlijdend geweest zijn — afgezien dan van de gevolgen van het door de Spaarnestad-directie gevoerde wanbeheer. 1) Dit betrof slechts het eerste jaar. — Dividendbasis thans 10 pet. uit Duitsche objecten. 2) Ook hierover zullen wij in een volgende brochure een uitvoerige nadere uiteenzetting geven. ling gesuggereerd, dat de houding van den Aartsbisschop van vriendschappelijken aard was. ij hebben eerst daarna onzen goeden naam (!!!) en ons goede geld (Lucas bedoelt het geld der aandeelhouders zonder stemrecht) in het Utrechtsche gewaagd." Daarna wordt aan Mgr. Aengenent verweten niet duidelijk en in het openbaar van de sympathie van het Haarlemsche diocees voor De Spaarnestad te hebben „getuigd" en de heeren van de Biggelaar en Wierdels, die De Spaarnestad met brochures te lijf gingen, niet aan het Bisdom te hebben geroepen. Blijkbaar om de heeren van de Biggelaar en Wierdels eens een flinke réprimande te geven en hen duidelijk te maken, dat wie Lucas in zijn geldverdienen stoort, tegelijk de Katholieke zaak aanrandt. Bovendien had de redacteur van „De Katholieke Pers" volgens Lucas van Mgr. Aengenent moeten vernemen, „dat hij van De Spaarnestad moest afblijven!" Ja, zeker. Lucas weet precies aan deken Sondaal te schrijven wat een bisschop van Haarlem zooal te doen heeft, wanneer Z.H.E. met de Spaarnestad op goeden voet blijven wil. Men weet het nu. De brutaliteit van den man komt hier wel zeer sterk tot uiting. Het is waar, dat hij er zijn finantieel succesvolle „carrière"1) aan te danken heeft. Toch zal ook deze olifant eindelijk de muur moeten vinden, die niet voor hem wijken zal en waarop zijn tanden zullen worden gebroken. Lucas verklaart de houding, door zoowel Mgr. Aengenent als Mgr. Jansen ingenomen inzake „onze" Spaarnestaddagbladen: „onbegrijpelijk en onverantwoordelijk." Lucas weet blijkbaar beter dan twee bisschoppen wat verantwoordelijkheid is en durft hun houding „onverantwoordelijk" te noemen. 's Mans eigenwaan is grenzenloos, want in het vervolg der aanteekeningen vraagt hij aan Deken Sondaal wat er van de katholieke zaak in Amsterdam en Utrecht zou zijn terecht gekomen, wanneer De Spaarnestad de exploitatie harer bladen had moeten stopzetten! En deze boeman werd Haarlem's deken medegegeven ') De aandeel- en obligatiehouders van de Industrieële DiscontoMaatschappij en de Küchenmeister Accoustic hebben er een onsterfelijke herinnering aan! — Hierover in een aparte brochure. voor zijn besprekingen aan het bisdom. Zou men daar niet geweten hebben, dat wanneer de Spaarnestad haar dagbladexploitatie moest stopzetten, de Utrechtsche Courant in het Utrechtsche en De Maasbode in Amsterdam en elders zonder veel moeite de nalatenschap hadden overgenomen? De Katholieke zaak zou er bij hebben gewonnen! Want nu weet men totaal niet in welke richting De Spaarnestad koerst, wanneer zij niet tijdig ontdaan wordt van haar verkeerd element op de stuurbrug. Dat Lucas tot slot het financieele argument van den eigen geldzak bij besprekingen met het bisdom naar voren haalt typeert den man en de .... situatie. Een situatie, waarin alleen geldelijke waarden regeeren. Een situatie ook, dat De Spaarnestad er is voor haar directorium (in den ruimsten zin genomen). Niet omgekeerd. En dat elke ƒ 100.000.— boven het minimum dividend voor ieder der directeuren ƒ 7500.— extra beteekent boven hun salaris ad ƒ 15.000.—. Directeuren die overigens, wanneer de overwinst in gebreke blijft, best het middel weten te vinden om zich door al te volgzame commissarissen, extra-salarissen in strijd met de statuten te doen toekennen en daardoor zich zoetigheden des levens te blijven verschaffen, waarvan de 3000 personen, die in „binnen- en buitendienst bij de vennootschap werkzaam zijn", verstoken blijven. In de ideologie van Lucas-De Spaarnestad moeten er nu eenmaal „Heeren" zijn, die zooveel mogelijk naar zich toe halen en knechten, die voor zoo min mogelijk werken. Wie zal het niet met ons eens zijn, dat Lucas in zijn aanteekeningen ten behoeve van Deken Sondaal, vollediger inlichtingen gaf dan in zijn brief aan de Geestelijkheid van Nederland van 31 December j.1. ? Noch ook, dat het aangezicht van Lucas-De Spaarnestad beter te onderkennen is in de illustraties en de aanteekeningen, die wij hier reproduceerden. Er is echter nog meer .... J. V. L. M. VERBIEST. Katholieke Keurboekerij OOK UW KEUS! Prijs Ing. Geb. M. J. Lagrange O.P.: Het Evangelie van JesusChristus. Geautoriseerde vertaling van Rector J. Nolet. — Penteekeningen van Jo Schrijnder. — 700 blz ƒ4.20 ƒ5.— Kardinaal Faulhaber: Jodendom, Christendom, Germanendom. — Geautoriseerde vertaling door Ant. van Welsem, pr ƒ 1.35 ƒ 1.95 Prof. Benoit Lavaud O.P.: De Moderne Wereld en het Huwelijk. — Geautoriseerde vertaling van J. Wijdeveld-Perenboom. — 350 blz. . ƒ2.90 ƒ3.90 Prof. Dr. Karl Adam: Geloof en Liefde. - Geauto- seerde vertaling van Piet Kasteel . . . . ƒ1.75 ƒ2.50 G. K. Chesterton: Orthodoxie. — Vertaald door Piet Kerstens ƒ 3.15 ƒ 3.95 Oda Schneider: Het Priesterschap der Vrouw. — Met een voorwoord van Mgr. F. Frencken . . ƒ 1.10 ƒ 1.65 Ellen Russe: Het Boek der Zieken, Standaardwerk van het Zieken Apostolaat, vereerd met inleidingen van resp. Mgr. J. D. J. Aengenent en Kardinaal van Roey ƒ 2.— ƒ 2.50 Pieter van der Meer de Walcheren: Mijn Dagboek. Met een inleiding van Jacques Maritain . . ƒ2.50 ƒ3.25 Joseph Clayton: Sir Thomas More, geautoriseerde vertaling door Piet Kasteel ƒ 1.75 ƒ2.50 Piero Misciattelli: Savonarola, in het Nederlandsch vertaald door Ellen Russe ƒ 2.90 ƒ 3.90 Sigrid Undset e.a.: Het Christendom bedreigd door Rassenwaan en Jodenhaat. — Ingeleid door Anton van Duinkerken ƒ 1.50 ƒ2.25 N. Salvaneschi: De Regenboog boven den afgrond, uit het Italiaansch vertaald door H. Houben ƒ 1.75 ƒ2.50 Paul Keiler: Droomen zijn Bedrog. — Verlucht met teekeningen van Jo Spier ƒ2.75ƒ3.50 VERKRIJGBAAR IN DEN BOEKHANDEL. Reproduclie eener teekening uit het „Winterboek" (pag. 56), door de Spaarnestad aan de abonné's van haar neutrale tijdschriften te koop aangeboden in plaats van het usantiëele neutrale „Kerstboek". Illustratie uit het door de Spaarnestad met Berlijnsche relaties in het leven geroepen en door haar gefinancierde blad „International Textiles" (gedrukt aan „De Tijd" te Amsterdam),