25 J A A R PA D VIN DE RS BEWEGING T E R O T T E*R D A M DE NEDERLANDSCHE PADVINDERS - AFD. ROTTERDAM 1911-1936 Op 19 Maart 1936 was het 25 jaar geleden, dat de Padvindersbeweging te Rotterdam een aanvang nam. Voor de viering van deze gebeurtenis werd 23 April 1936 gekozen: St.-Jorisdag, de dag, waarop de Padvinders over de gehele wereld hun belofte herhalen, gedachtig aan hun Schutspatroon Sint Joris, die de draak manmoedig bestreed en versloeg. DE NEDERLANDSCHE PADVINDERS - AFDEELING ROTTERDAM (VEREENIGING VAN ROTTERDAMSCHE PADVINDERS) HARINGVLIET 76 /OOSTERKADE 34, ROTTERDAM CENTRUM - TELEF. 15530 P. C. Keen. LORD BADEN-POWELL, de stichter van de Padvindersbeweging. De Padvindersbeweging kent drie leeftijdsgroepen: Welpen van 8 tot 1 1 è 1 2 jaar. Verkenners van 11 è 1 2 tot 1 7 jaar. Voortrekkers van 1 7 jaar en ouder. Bij zijn installatie legt de Verken ner en de Voortrekker de volgende belofte af: Op mijn eer beloof ik ernstig te zullen trachten: Mijn plicht te doen tegenover God en mijn land; Iedereen te helpen waar ik kan; De Padvinderswet te gehoorzamen. Bij zijn installatie legt de Welp de volgende belofte af: Ik beloof mijn best te zullen doen: Mijn plicht te doen tegenover God en mijn land; De Wet van de Welpenhorde te gehoorzamen en lederen dag een goede daad te doen. De Padvinderswet. 1. Op de eer van een Padvinder kan men vertrouwen. 2. Een Padvinder is trouw. 3. Het is de plicht van een Padvinder zich nuttig te maken en anderen te helpen. 4. Een Padvinder is eén vriend voor allen en een broeder voor alle andere Padvinders. 5. Een Padvinder is ridderlijk. 6. Een Padvinder is een dierenvriend. 7. Een Padvinder weet orders te gehoorzamen zonder tegenspreken. 8. Een Padvinder glimlacht en fluit onder alle moeilijkheden. 9. Een Padvinder is spaarzaam. 10. Een Padvinder is rein in gedachten, woord en daad. De Wet van de Welpenhorde. 1. De Welp volgt den Ouden Wolf. 2. : De Welp is moedig en houdt vol. OPVOEDING TOT MANNEN De vurige wensch van ouders en opvoeders is hun beschermelingen tot gelukkige menschen te laten opgroeien. Het bereiken van dit einddoel hebben die ouderen weliswaar niet in de hand, maar de jeugd verkeert alleen dan in de mogelijkheid gelukkig te worden, wanneer zich in haar een evenwicht ontwikkelt tusschen kennen en kunnen, tusschen wetenschap en vermogen om te doen, d.w.z. om zoowel zich zelf te beheerschen als om in goede richting actief op te treden, een evenwicht dus tusschen kennis en karakter. Overtreft iemands karakter in deugdzaamheid en kracht de door hem vergaarde hoeveelheid wetenschap, dan zal hij de moeilijkheden, die zich in zijn leven voordoen vermoedelijk op de juiste wijze aanpakken en vermoedelijk ook zich naar behoefte meer wetenschap eigen maken. Hij zal dus in het algemeen over zijn daden tevreden zijn en zich daardoor gelukkig kunnen gevoelen. Blijft echter iemands karakter in deugdzaamheid en kracht bij zijn kennis ten achter, dan zal hij zich ontevreden en ongelukkig gevoelen, want hij zal zich telkens opnieuw bewust zijn, dat hij in zijn daden tekort schiet. Voor het vergaren van wetenschap wordt overvloedig gezorgd. Maar uit het bovenstaande volgt, dat karaktervorming voor het geluk der menschheid de meeste zorg behoeft. Het karakter, het vermogen om het goede te doen en het verkeerde te laten, staalt men alleen door oefening. Hier baat geen bloote theorie. Het ligt in den aard van alle jonge wezens zich te oefenen door spel voor de taak, die hen in de toekomst wacht. Dèn geen andere theorie, behalve die, welke op het spel zelf betrekking heeft; dèn geen ouderen, die alle moeilijkheden wegnemen; integendeel, dèn alleen de stille leiding van ouderen, die zorgen, dat er moeilijkheden liggen van dien aard, dat de jongens er pleizier in hebben ze tot oplossing te brengen. De jongens pakken aan, zoo stalen zij hun doorzettingsvermogen, hun zelfbeheersching, hun karakter. Alleen zoo groeien jongens op tot mannen. Hieraan zoo krachtig mogelijk mede te werken is het doel van de padvindersbeweging. C. J. DE VRIESE De Padvindersbeweging in Rotterdam Zal men zich in onze beweging ooit als in een „oude" vereniging kunnen voelen? 25 jaren is het geleden, dat de Padvindersbeweging te Rotterdam een aanvang nam, maar op leeftijd voelt onze afdeling zich nog nietl Daarvoor vormen wij een jeugdbeweging en bovendien hebben de laatste jaren zoveel verandering en uitbreiding gebracht, dat wij ons allereerst jong en groeiend weten. In een andere bijdrage voor dit geschrift treft men de indrukken aan van iemand, die als jongen toegetreden, vrijwel de gehele geschiedenis van een kwart eeuw heeft meegemaakt. De schrijver dezes leerde de Rotterdamse Padvinders eerst enige jaren geleden kennen; sindsdien heeft hij ondervonden, dat zich onze beweging te Rotterdam, ondanks de moeilijkheden, die de tijdsomstandigheden ook voor ons met zich brengen, vol groeikracht weet en van de toekomst nog veel te verwachten durft. De onderstaande grafiek geeft een indruk van de ontwikkeling van de laatste jaren. De toename van het ledental is mogelijk geweest door de oprichting van nieuwe Groepen en een snelle toename van ons leiderscorps. Zo zijn thans acht-en-twintig Groepen over de gehele stad en de builen-gemeenten verdeeld: voor ruim de helft z.g. open Groepen en voor het overige „speciale" Groepen, waarvan sommige een onder-afdeling vormen van een andere vereniging en ook enige gevormd worden door jongens met een of andere handicap. Zo bestaat Groep 26 uit leerlingen van de Doof-stommen Inrichting, wordt Groep 25 gevormd door lichamelijk gebrekkige jongens, terwijl een deel van de Hillegersbergse Groep verpleegd wordt in de Adriaan-Stichting aldaar. Groep 9 is een gereformeerde Groep, de Groepen 15, 16, 17, 18, 19, 21 en 22 vormen de Rotterdamsche Christelijke Padvindersvereeniging, Groep 1 6 is verbonden aan de A.M.V.J. en Groep 20 maakt deel uit van de CJ.M.V. Theofilus. De Padvindersbeweging wil allen bereiken en voor ieder open staan, zonder dat beginselen verwaarloosd behoeven te worden. Zo is er tegelijk verscheidenheid èn eenheid, doordat allen zich één weten door de zelfde werkwijze, de zelfde idealen, de zelfde Wet en Belofte. In een stad als Rotterdam zijn voor een Padvindersgroep vele moeilijkheden te overwinnen. Eigen lokalen zijn noodzakelijk en de kosten daarvan moeten voor het overgrote deel uit door de Groepen zelf-verdiend geld en kleine wekelijkse contributies bestreden worden. Vijf der Groepen hebben hun centrum in het Rotterdamse Hoofdkwartier aan het Haringvliet en de Oosterkade, waar zich het^bureau van den districts-commissaris, een leiderskamer en een filiaal van de officiële Padvinderswinkel bevinden. Aldaar worden ook geregeld leid(st)ersbijeenkomsten, cursussen en kleine tentoonstellingen gehouden. De ontwikkeling van het ledental gedurende de laatste jaren. Vier groepen hebben de beschikking kunnen krijgen over terreintjes nabij de grerïs van de stad, waar ze hun eigen gebouw hebben — in enige gevallen met hulp van deskundige ouders door de leden zelf ontworpen en vervaardigd. „Met het begrip „Verkennen” worden de bezigheden en kenmerkende eigenschappen van woudlopers, ontdekkingsreizigers en pioniers bedoeld. Door de elementen hiervan aan de jongens te geven, vormen we een systeem van spelen en oefeningen, dat bij hun verlangens en neigingen past en tegelijkertijd opvoedend is." Aldus de stichter en wereldleider der Padvindersbeweging, Lord Baden-Powell, aan het begin van zijn boek, dat in de Nederlandse vertaling „Het Verkennen voor Jongens” heet. Een stad als Rotterdam en haar directe omgeving is geen ideaal oefenterrein voor het Verkennen. Een Padvinder weet zich echter te behelpen en zo wordt zo goed mogelijk gebruik gemaakt van de mogelijkheden, die de parken, de braak liggende terreinen aan de rand van de stad en de omstreken bieden. Voor pionieren, kookoefeningen e.d. is gelegenheid verkregen aan de Heyse haven en op het eiland Van Brienenoord. Voor een goed kampterrein hebben we ver moeten zoeken; het sedert enkele jaren voor de districten ’s-Gravenhage en Rotterdam beschikbaar staande buitencentrum op Duinrell bij Wassenaar voldoet echter aan alle eisen. Op het eigenlijke kampeerterrein zijn door Padvinders enige duizende jonge bomen geplant en zijn de nodige gebouwtjes vervaardigd, voor een deel van zelf-gekapt en -bewerkt hout. In het kampeerseizoen ziet men er elke Zaterdag de Padvinders heen trekken, die er alle gelegenheid vinden voor het opslaan van hun tenten, het goed inrichten van een kookplaats, bruggenbouw e.d., terwijl de nabij gelegen begroeide duinen een ideaal terrein vormen voor spoorzoeken, sluipen, kaartlezen en -schetsen, natuurstudie en andere activiteiten, die_deel uit maken van het Verkennen. Op Duinrell is een apart terrein voor leiderscursussen, dat als een Verkennerskamp is ingericht. Aan de aldaar gehouden cursussen gaan z.g. Inleidingscursussen vooraf, waarvan er jaarlijks enige voor nieuwe leiders op het Rotterdamse Hoofdkwartier gehouden worden. Leent de directe omgeving van Rotterdam zich minder goed voor sluipen e.d., water is er in overvloed en het behoeft danook niet te verwonderen, dat we vijf watergroepen rijk zijn. Drie Groepen hebben hun terrein en boten aan de Kralingse Plas (loods en aanlegsteiger werden zelf vervaardigd), één aan de Schie en één tegenover het eiland Van Brienenoord. Vormt het leven van den ontdekkingsreiziger in onbekende landstreken de achtergrond voor de werkzaamheden van de landgroepen, het leven van den zeevaarder op de primitieve vaartuigen van vroegere eeuwen geeft de sfeer van de watergroepen. Als schipbreukeling op Duinrell in zelf gemaakt costuum Sedert een jaar bezitten de Rotterdamse Padvinders een klipperschip van ongeveer 150 ton (de Vice-Admiraal Rambonnet, aldus genoemd naar den Hoofdverkenner van De Nederlandsche Padvinders), dat in de zomermaanden dienst doet als moederschip voor de kampen der watergroepen. Het lag de vorige zomer in de Biesbos en vormde het uitgangspunt voor verkenningstochten met kleinere boten en kano’s, voor waterverkenningsspelen, e.d. Bij zijn installatie tot Verkenner of Voortrekker (zie blz 2) legt de jongen de Padvindersbelofte af, waarbij hij op zijn eer belooft ernstig te zullen trachten zijn plicht te doen tegenover God en zijn land, iedereen te helpen waar hij kan en de Padvinderswet te gehoorzamen. Het „iedereen helpen" behoort uiteraard allereerst in ieders persoonlijk leven tot uiting te komen. In groter verband wordt o.m. geholpen bij optochten en wedstrijden ter gelegenheid van Koninginnedag. Op grond van de Spelregels kan in het algemeen niet worden deelgenomen aan straatcollectes, omdat deze wijze van geld verkrijgen voor jongens als ongunstig voor de karaktervorming wordt beschouwd. Voor de oudere Padvinders, de Voortrekkers, is het plicht een gelegenheid tot „dienen" te zoeken en zo worden geregeld blinden naar een vergadering geleid, wordt geholpen in jeugdhuizen, wordt geassisteerd bij de leiding der jongere broederPadvinders: de Welpen en de Verkenners. Uit de Voortrekkers zijn ook reeds enkele tientallen leiders voortgekomen. In het najaar wordt een oud-speelgoedactie gehouden, waarbij — met de medewerking van vele scholen — oud speelgoed wordt verzameld, zo nodig gerepareerd en met St.-Nicolaas en Kerstfeest verspreid. In 1935 diende een winkelruimte in het Plan C tot centrum en konden ruim 1400 arme kinderen bedacht worden. Ook op andere wijze deden in de zelfde tijd verscheidene Groepen hun goede daad voor behoeftigen en zieken. „Een padvinder is een vriend voor allen en een broeder van alle andere Padvinders”, luidt art. 4 van de Padvinderswet. In de zomer van 1 937 zal de broederschap van de Padvinders over de gehele wereld in ons land op ongekende wijze tot uiting komen door de Jamboree, het wereld-Padvinderskamp, dat dan in ons land gehouden wordt en waar enige tienduizenden uit een vijftigtal verschillende landen verwacht worden. Het spreekt vanzelf, dat thans reeds de Jamboree voor allen een levend begrip is, waar allerhande voorbereidingen voor getroffen worden en iedere jongen voor spaart. Met het bovenstaande hebben wij een indruk willen geven van het Rotterdamse Padvindersleven. Wie meer mocht willen vernemen, zal op het Rotterdamse Hoofdkwartier steeds gaarne ingelicht worden; wie het werk van een der Groepen van nabij mocht willen zien, wordt gaarne met den leider in contact gebracht. Dat steeds nieuwe leidsters en leiders, instructeurs en beoordelaars voor de verschillende vaardigheidsinsignes welkom zijn, behoeft nauwelijks gezegd te worden: van hun aantal hangt immers af in hoeveel Groepen nieuwe Welpen, Verkenners en Voortrekkers tot onze beweging kunnen toetreden — onze beweging, die naar ons aller overtuiging en ervaring, in het jongensleven een grote invloed ten goede is. J. R. DE JONG, Districts-commissaris. Het Rotterdamse Moederschip voor Waterkampert Een kwarteeuw Padvinders in Rotterdam Januari 1911. Een stel jongens, zo van om-en-bij de 12 jaar, genietend van de laatste dagen der Kerstvacantie, bespreekt een fijn plannetje: ze willen Padvinder worden. Net als die jongens in Amsterdam en Den Haag en in Engeland. Dan draag je een uniform met zo’n grote hoed en een stok en een lasso en dan ga je tochten maken en avonturen beleven. Reusachtig! Thuis werden onderhandelingen aangeknoopt en met gunstig resultaat: het mocht! Op 15 Januari, een Zondag, kwam het vriendenclubje weer bijeen in het Park en daar werd die dag plechtig de eerste Rotterdamse patrouille opgericht. Zo begon het. Weldra traden meer jongens toe en ouderen, die met de beweging sympathiseerden en er de mogelijkheden van zagen, traden leidend en organiserend op. De 19de Maart 1911 had de officiële oprichting plaats van de afdeling Rotterdam der N. P. O. Er werden twee troepen gevormd en nog in hetzelfde jaar maakte de toeloop van leden het nodig, een derde troep op te richten. Het publiek was, op zijn zachtst uitgedrukt, sceptisch gestemd legenover de jonge beweging, zoals het alles, wat nieuw is, vaak met tegenzin aanvaardt. Dat de openbare mening zich dikwijls op duidelijke en minder aangename wijze manifesteerde, daarvan kunnen de pioniers uit die dagen meepraten! De vereniging was de eerste tijd sterk gecentraliseerd. De troepen hadden een. gemeenschappelijk clubhuis — in de Jodensteeg — sn er werd gezamenlijk geoefend en gekampeerd De eerste kampen werden gehouden te Rijnsburg, Veghel en Oostvoorne. Zelfvervaardigde aanlegplaats en boten aan de Kralingse Plas Langzaam maar zeker bleef de afdeling groeien. In 1913 waren er 5 troepen. Daarnaast werden drie C.J.M.V.-groepen gevormd, waaruit de tegenwoordige R.C.P.V.-groepen zijn ontstaan. Het oorlogsjaar 1914 brak aan. Mobilisatie! De padvinders maakten zich verdienstelijk als ordonnans e.d., totdat de mobilisatietoestand voldoende was geconsolideerd en verdere hulp overbodig was. Al spoedig wachtte evenwel een nieuwe taak: de val van Antwerpen bracht duizenden Belgen, in allerijl hun geteisterd vaderland ontvlucht, naar Rotterdam. Drukte aan de stations, de vluchtelingen moesten van spijs en drank worden voorzien en zij moesten naar hun tijdelijke woningen worden gebracht. De padvinders waren op hun post. Het ging inmiddels met de beweging in Rotterdam enigszins bergaf. Een kwestie N.P.B.-N.P.O., de twee destijds bestaande landelijke verenigingen, en de daaruit voortvloeiende onenigheid deed verscheidene bestuursleden en ook leiders zich van de padvinderij afkeren. Het onderling verband ging voor een groot deel verloren. Toch bleken vele Groepen voldoende weerstandsvermogen te bezitten Oud speelgoed-actie December 1935 Foto's Rott. Nieuwsblad om de crisis het hoofd te bieden. Onder de beproefde leiding van de veteranen uit de afdeling vormden zij een actieve kern, die voorwaarts bleef streven. Zij maten zich in athletiek-, voetbal- en zwemwedstrijden, hielden grootscheepse verkenningsspelen in het polderland. Gelukkig trok de depressie weer voorbij en er volgde een algemene opleving. In 1919 namen verscheidene groepen deel aan het nationaal Pinksterkamp te Scheveningen; in 1920 trok een Rotterdams contingent naar de Jamboree te Richmond; ter gelegenheid van de herdenkingsfeesten in Den Briel trokken meer dan 100 man naar de Geuzenstad, waar zij met vliegende vaandels en slaande trom binnenrukten, zoals hun voorvaderen 350 jaar geleden. Er werden Welpenhorden opgericht en ten overstaan van de gezamenItjke Rotterdamse troepen werd de eerste Welp geïnstalleerd. Later hielden de Welpen nog menigmaal gemeenschappelijke Pinksterkampen in Brabant, kampen, die steeds uitstekend slaagden en waarbij de seniores, de Voortrekkers, prachtige diensten bewezen. Met vaste hand werd thans de N.P.V. bestuurd en dit bleef niet zonder invloed, ook in Rotterdam. Er werd een streven waarneembaar om het Spel te spelen, zoals de Stichter het heeft bedeeld; In de duinen De Eekhoorn-patrouille in de Adriaan-Stichting tal van leiders en Voortrekkers — en ook de voorzitter en secretaris van het afdelingsbestuur — namen deel aan de trainingscursussen te Ommen. Een dezer cursussen telde niet minder dan 12 Rotterdammers I De organisatievorm wijzigde zich. De taak van het bestuur werd voor een deel overgenomen door den districts-commissaris. De leidersbijeenkomsten werden meer op de practijk ingesteld en er werden plaatselijke cursussen voor Verkenners- en Welpenleiders gehouden. Hemelvaartsdag 1 932 zag alle groepen vereenigd op Woudesteyn, waar een demonstratiemiddag werd gehouden, in tegenwoordigheid van den Hoofdverkenner. Tien dagen later kampeerden verscheidene troepen bij Strijbeek en dezelfde troepen namen deel aan het onvergetelijké Nationaal Kamp te Wassenaar. De golf van enthousiasme en belangstelling, welke zijn oorsprong vond in dit kamp, plantte zich ook naar Rotterdam voort en sedertdien is de Padvinderij in de Maasstad sterk gegroeid. Hieraan zal stellig niet vreemd zijn, dat in 1933 aan het Haringvliet een districtshoofdkwartier werd gevestigd, om als centrum van de spelleiding voor onze stad en omstreken te fungeren. Het aannemen van de internationale belofte door de N.P.V., waarmee een strijd van 20 jaar voor goed werd beëindigd, was voor één groep aanleiding de gelederen te verlaten. Dit verlies werd evenwel ruimschoots gecompenseerd door de inschrijving van verscheidene nieuwe groepen: in enkele jaren is het ledental van de afdeling Rotterdam verdubbeld, het bedraagt thans ongeveer 1 200. Het was uiteraard ondoenlijk hier meer dan een zeer globaal overzicht van de Rotterdamse Padvindersgeschiedenis te geven en wij deden dan ook slechts hier en daar een creep. Er zou immers met een beschrijving van het wel en wee een lijvig boekdeel zijn te vullen I Zo bleven dan noodgedwongen vele gebeurtenissen, die in het bestaan van de afdeling en van de afzonderlijke Groepen een voorname plaats innamen, onbesproken. Wij hopen echter te hebben aangetoond, hoe de beweging zich in onze goede stad langzaam, maar zeker heeft ontwikkeld, hoe zij zich, alle tegenslag en onverschilligheid van buitenstaanders ten spijt, een plaats onder de zon heeft veroverd. Bij het ' neerschrijven van deze herinneringen kwamen ons weer duidelijk voor de geest de velen, die in de loop van vijf-en-twintig jaren hun krachten aan de beweging in Rotterdam hebben gegeven, de stoere werkers, die vaak af hun beschikbare tijd opofferden en zich door schier onoverkomelijke moeilijkheden niet uit het veld lieten slaan; die, doordrongen van de waarde der Padvindersbeweging voor de toekomst van ons Volk, met bewonderenswaardige energie en doorzettingsvermogen arbeidden aan een zware, maar mooie taak. Hun zij van deze plaats een eresaluut gebracht. G. J. DE KONING, Ass. Districts-com missa ris. Voortrekkerslokaal DE NEDERLANDSCHE PADVINDERS BESCHERMVROUWE H.M. DE KONINGIN ORGANISATIE. De leiding van ,,De Nederlandsche Padvinders” berust bij den Hoofdverkenner, Vice-Admiraal b.d. Staatsraad J. J. Rambonnet, die bijgestaan wordt door de Hoofdkwartiercommissarissen voor Welpen, Het Rotterdamsche Hoofdkwartier Haringvliet 76/Oosterkade 34 Verkenners, Voortrekkers, de Leiderstraining, het Buitenland, Ned.Indië, de Öud-Padvinders, de NCVP-Groepen enz., die het Bestuur vormen. Een „Raad der Vereeniging” is belast met het toezicht op de Bestuursgestie. Het Nationale Hoofdkwartier is gevestigd te Den Haag in het gebouw Alexanderstraat 20. Het land is verdeeld in een twintigtal districten, elk bestaande uit verschillende afdelingen. Het district Rotterdam bestaat uit de afdelingen Dordrecht, Middelharnis-Sommelsdijk, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen. De leiding berust bij den districtscommissaris (D.C.) en de Assistent-districtscommissarissen (A.D.C.’s) voor een gedeelte van het district, Welpen enz. Het Rotterdamse districtshoofd kwartier is gevestigd in het gebouw Haringvliet 7ó, Rotterdam Centrum. De districtsleiding bestaat uit: Ir. J. R. de Jong, D.C. Mevrouw H. J. Andreae— de Ruyter van Stevenninck, A. D.C. voor Welpen, Dordrecht. B. Bieleveld, A.D.C. voor Verkenners. G. J. de Koning, A.D.C. voor Verkenners. A. Hoogerwerf Jr., A.D.C. voor Vlaardingen. In elke afdeling is een afdelingsbestuur ter bevordering van de beweging. Het controleert de financiën der Groepen, wint informaties in over personen, die voorgedragen worden voor een rang als le'der e.d. Het Rotterdamse afdelingsbestuur is als volgt samengesteld: Mr. C. J. de Vriese, Voorzitter. J. A. de Monchy, secretaris. Mr. Ph. A. J. Mees Jr., penningmeester. Ds. W. S. van Leeuwen. Dr. F. H. Meihuizen. De districtsleiding maakt als zodanig deel uit van de afdelingsbe¬ sturen.. De Rotterdamse afdeling heeft een commissie voor de Watergroepen, die bestaat uit de heren: H. Lucardie Sr. en H. W. Schalkwijk. Tot de Rotterdamse afdeling behoren Groepen te Rotterdam, Barendrecht, Hillegersberg, Schiebroek en IJsselmonde, aangaande welke hieronder nadere bizonderheden vermeld zijn. Als regel bestaat een Groep .uit een Welpenhorde (jongens van 8 tot 11a 12 jaar), een Verkennerstroep (jongens van 11 a 12 tot 1 7 jaar) en een Voortrekkersstam. Een der leiders van deze drie onderafdelingen is tevens Groepsleider. Slechts bij de Welpen kunnen dames een functie als leidster innemen. Een kleine Groepscommissie, samengesteld uit ouders en soms ook uit andere belangstellenden, helpt den leider met het verkrijgen van de benodigde financiën, het vinden van lokalen e.d. De commissie draagt de verantwoordelijkheid voor de Groepseigendommen en beheert de gelden, die niet afkomstig zijn van de jongens. Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli LISSONE-LINDEMAN N.V. ROTTERDAM VOOR AL’ UW REIZEN! ER IS GEWOON BROOD EN ER IS BROOD VAN van der MEER & SCHOEP DAT IS HET FIJNSTE! EN DAN NOG 10 %f De Rotterdamse Padvindersgroepen. No. GROEP GROEPSLEIDER HOOFDKWARTIER HALSDOEK 1 Lischgroep C. N. Fles Voorhaven 77 Groen 2 Decimagroep G. J. de Koning Voorhaven 77 Paars 3 De Pioniers S. Rotsteeg Scherpendrechtsekade Blauw met gele rand 4 Gr. van Zoelengroep M. Verkaik Dorpstraat 134, IJsselmonde Rood/blauw 5 Calandtroep J. E. A. van Kasteel Hofstedestraat 67 Grijs 6 Ph. van Uytternessegroep H. J. A. Loedeman Vierhavenstraat Blauw met grijze rand 7 De Verkenners M. L. Saris Oosterkade 34 Zwart met gele rand 8 Rambonnetgroep M. Verkaik O. Molen B. 162, Barendrecht Kastanje bruin 9 Gereformeerde groep * A. G. Stienstra Heer Kerstantstraat 27 Oranje met groene rand 10 Kralingse groep H. E. Mailletlede Buy Wenniger Kralingseweg Oranje 11 Den Berggroep J. E. A. v. Kasteel Lommerrijk, Hillegersberg Grijs met oranje rand 12 Fr. Nansengroep J. A. Dikken Charl. Lagedijk Khaki 13 Livingstonegroep J. M. G. v. Dijk Rechthuislaan 40 Lichtgroen 15 De Tommies * Mej. G. van Bakergem Joubertstraat 32 Schots 16 Prins Hendrikgroep * W. Kloot Grote Markt 6 Grijs met rode rand 17 Oranje-Blauw * J. H. M. Wilhelm Oosterkade 34 Oranje-blauw 18 M. A. A. S.-groep * P. C. v. Putten Oosterkade 34 Schots 19 De Trekvogels * A. v. Eynsbergen. Voorstraat 15 Zwart met paarse rand 20 Theofilusgroep * G. Hamerslag Zoutziederstraat 19c Bruin 21 De Ketting * H. de Nie Oosterkade 34 Geel/zwart 22 De Geuzen * W. L. v. d. Schee Rozegaarde 6 Oranje met blauwe rand 24 Tasmaniagroep B. H. Zwaan Kreekweg Blauw met oranje bies 25 Michiel de Ruytergroep * J. F. Bosma Oosterkade 34 Schots 26 Doofstommen-lnrichting * J. F. Bosma Ammanstraat 22 Schots met rode rand 27 R. Kiplinggroep Mej. A. C. Reeser Parklaan 9 Groen met M. D. rand 28 Schiebroekse Verkenners J. Korsman Kleiweg 376, Schiebroek Blauw met gele balk 29 De Stormvogels P. v. d. Does Dordtse Straatweg 30311 Oranje/donkerblauw 30 De Trappers S. C. van Nieuwenhuizen Disselstraat 19 Grijs met groene rand Op blz. 4 treft men nadere bizonderheden aan betreffende de „Speciale" Groepen, die hierboven met een * gemerkt zijn. PROGRAMMA ✓an het herdenkingsfeest op 23 April 1936 van het 25-jarig bestaan der Rotterdamse afdeling ✓an de vereniging De Nederlandsche Padvinders, n het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. Padvindersmars Marslied, gezongen door de Welpen. Woorden: David Tomkins. Muziek: M. Overman-Zöllner. Opening door den afdelingsvoorzitter Mr. C. J. de Vriese. KLOKSLAG TWAALF. REVUE uit demonstraties en recreaties van verschillende Rotterd. Groepen samengesteld door W. Hoogenstrijd Jr. en H. E. Maillette de Buy Wenniger. Hoofdrollen: Vader Tijd . . . H. E. Maillette de Buy Wenniger Jan Salie . ... . . . . .■ . G. Altmann Pietje Suikerzoet . . . ... . . . G. Noteboom Tekst en muziek, voor zover oorspronkelijk: W. Hoogenstrijd Jr. Orkestbewerking: W. Drucker. Muzikale begeleiding: Groepsorkest van de Calandtroep, onder leiding van den Heer G. Ligtermoet. Welpenkoor uit de Groepen 7, 17, 18 en 21. Eerste toneel. In het rijk van Vader Tijd. Calandtroep (Groep 5). PERSONEN: Vader Tijd. Pietje Suikerzoet. Dienaren van Vader Tijd. Omroeper. Liedje van de klok. Ongestoord, Immer voort, Tellen wij de uren. Zorgen wij, dat alles gaat In een vaste regelmaat, Zoals het behoort. Dag en nacht, Zonder klacht, Gaan wij onze ronde. Overal regeren wij, Niemand komt aan ons voorbij; Niets breekt onze macht. Tweede toneel. Amerika in 1492. De Trekvogels (Groep 19, RCPV.) Vredespijp ceremonie. Caribu dans. Derde toneel. Het tempo versneld. Figuur wielrijden. Lischgroep (Groep 1). Vierde toneel. De jeugd aan het woord. Hoe het publiek reageerde. Fr. Nansengroep (Groep 1 2). Muziek: Frieda de Jong. PUBLIEK: Zeg, moet je nu toch weer eens kijken, Wat komen daar voor vreemde snuiters aan? Waar of die jongens nu toch wel op lijken Met hun rare pakjes aanl Als soldaten zijn ze aan 't marcheren. Het is precies een kleine compagnie. Wie zoU ze al die malle fratsen leren? ’t Is je reinste idioterie I VERKENNERS: Ons deert geschimp, noch spot, noch plagen, Wij kozen zelf de richting, die we gaan. Wij hoeven niemand om de weg te vragen, Wij zullen zoekend voorwaarts gaan. Wij zijn nog jong, wij hebben idealen, Het grote doel ligt ver in het verschiet, Elkander steunend zullen wij niet dwalen, Wij staan paraat en wij versagen niet. PUBLIEK: Zeg, zou je nu toch werk’lijk denken Dat zo n zottigheid hier ingang vindt? Mijn lieve mens, ik moet er niet aan denken, Die blote knieën van zo’n kind. Het is wat moois, waar moet dat weer voor dienen? Ja mens, ’t is kras, waar hebben ze’t vandaan? Laat ze begaan, en maak je maar geen zorgen, Zo iets geks is zo weer van de baan. Jongens van Holland. Holland se Jon gens, ga met ons mee, Daar buiten, daar ligt avontuur. Bij moeders pappot tel je niet mee, Vooruit, zelf de hand aan het stuur. Laat je niet door Jan Salie weerhouden, Laat je niet door gevaren verslaan, Zonder durf, zonder moed en vertrouwen Zul je steeds aan de kant blijven staan. Hollandse jongens, wij volgen het spoor, Dat leidt naar de toekomst, vooruit. Niet langer talmen, wij gaan er vandoor. Vooruit, met ons mee, er op uit. Laat je niet door Jan Salie weerhouden, Laat je niet door gevaren verslaan, Zonder durf, zonder moed en vertrouwen Zul je steeds aan de kant blijven staan. Zo doet Holland. Calandtroep. (Groep 5). Welpenkoor: A B C D E F G, In Nederland iets nieuws beginnen valt niet mee, Wil je in Holland wat nieuws proberen Moet je ’t eerst aan alle kanten flink beredeneren Anders gaat het vast niet goed Als je in Holland nieuwe dingen doet. A B C D E F G, De een zegt ja en de ander .nee, Een derde wil er niets van weten ’t Moet eerst in de lengte en de breedte uitgemeten, Anders gaat het vast niet goed Als je in Holland nieuwe dingen doet. Wij zwerven. Wij zwerven als de vogels Door bos en hei Aan plaats noch tijd gehouden Zwerven wij Langs alle dorpen en steden [van ons land. Wij willen vrij zijn, Eigen wegen gaan. Wij willen vrij op eigen benen staan En zwerven, zwerven De wereld door. De handen uit de mouwen, Vol goede moed. Wij wachten niet op wat een ander doet. Wij trekken vrolijk de wijde wereld in. Ver van de grenzen Van ons eigen land Reikt men in trouw en vriendschap [ons de hand, Al zwervend, zwervend De wereld door. Vijfde toneel. Toekomstmuziek. Naar de Jamboree. Oranje-blauw (Groep 1 7, RCPV). Dat zijn de Verkenners, ze kennen hun man, Dat zijn de Verkenners van Rotterdam! Dat zijn de Verkenners, de Scouts van B.P. Zij hebben de toekomst: de Jamboree. Vogelenzang 1937. Kralingse Troep. (Groep 10). Jongens van alle landen. Jongens van alle landen der aarde, Leven eendrachtig hier bij elkaar. Hier woont een Eskimo bij de Chinezen, ’n Zoon van het Noorden naast een Hongaar, Amerikanen, Polen, Chilenen, Zwartjes uit Afrika, Hollanders, Denen. Padvinder zijn we allemaal; Dienend één vaandel, één ideaal. Wat kan *t ons schelen waar je vandaan bent, En welke landaard of je bezit, Wat kan *t ons schelen of j’onze taal kent En of je rood bent, zwart, bruin of witl Niemand, die meer wil zijn dan een ander. Wij leven eensgezind hier bij elkander Padvinder zijn we allemaal; Dienend één vaandel, één ideaal. Demonstratie Rope spinning Maasgroep. (Groep 1 8, RCPV). Demonstratie seinen. Decimagroep. (Groep 2). Padvinders van Rotterdam. Woorden van Joh. H. Been. Muziek van Jac. Dorrenboom. Padvinders, padvinders van Rotterdam, Geeft er de moed nooit verloren, Kranige jongens van Hollandse stam Laat niets je levenslust storen, Houdt het voor eens en voor altijd gezegd: Zeker en stellig komt alles terecht. Padvinders, padvinders van Rotterdam, Gaat het je goed in je leven. Weest dan geen sukkels, te loom en te lam Om fluks je zeilen te reven. Scheepjes met zeilen zoo hoog in de top Slaan bij een rukwind licht over de kop. Padvinders, padvinders van Rotterdam, Loopt het je plotseling tegen, t Hoofd maar omhoog, in je kijkers een vlam, Nooit om een uitkomst verlegen. Als Keesje Tromp pak je dad'lijk maar aan, Roepend als hij: *t zal waarachtig wel gaan I Zesde toneel. Ridders van deze tijd. De Voortrekkers. Een band van hechte vriendschap Verbindt ons allemaal, Wij streven, waar ter wereld, Naar *t zelfde ideaal. PAUZE. SINT JORIS. Spel in twaalf taferelen door G. Hamerslag. Op te voeren door Voortrekkers en Verkenners van de Theotilusgroep (Groep 20), De Trekvogels (Groep 1 9, RCPV) en De Ketting (Groep 21, RCPV). TER INLEIDING. Er zijn vele legenden, die het leven van St. Joris tot onderwerp hebben. De historische feiten staan niet geheel vast. Volgens de in dit stuk gevolgde legende is Joris omstreeks 270 jaar na Christus geboren. Zijn vader, de Prins van Cappadocië, ontvangt de blijde tijding op de terugweg van een veldtocht. Hij wijdt de jonggeborene aan God. Op vijftienjarige leeftijd, na de dood van zijn vader, komt Joris aan het hof van den Keizer, die hem tot ridder slaat. Hij is mooi en sterk en dol op avontuur. Hij is een van de lievelingen van den Keizer, hetgeen de jalouzie van diverse hovelingen opwekt. Deze weten den Keizer te bewegen de Christen-vervolgingen, welke een tijdlang gestaakt, waren weer in te stellen, verwachtende daardoor ook Joris te zullen .treffen. Omstreeks deze tijd sterft Joris* moeder. Joris gaat dan zwerven en komt op een zijner tochten te Lyddië, waar het bekende gevecht met de draak plaats heeft. De inwoners willen hem als Koning behouden, maar Joris voelt het als zijn plicht het Christendom verder te verspreiden en gaat dus verder. Onderwijl gaan de hovelingen door den Keizer te bewerken en als Joris aan het Hof terugkeert, smeekt de Keizer hem het Christendom te laten varen, hetgeen Joris weigert. Het Paleis verlatende, ziet hij aan een der zuilen het bevel tot vervolging van de Christenen aangeplakt en hij scheurt het af. Hij wordt gegrepen en naar de gevangenis gesleept. In de gevangenis gaat hij echter door met zijn werk en bekeert zelfs zijn bewakers. Om Joris tot andere gedachten te brengen woont de Keizer met hem de martelingen van de Christenen bij. Als hij echter nog steeds weigert, geeft de Keizer toestemming Joris te geselen. Als de geseling op het plein voor het Paleis plaats heeft, komt Alexandra, de vrouw van den Stedehouder, voorbij, die door de houding van Joris zo getroffen wordt, dat zij zich tot het Christendom bekeert en voortaan de gevangenen bezoekt en van alles voorziet. Als dan de hovelingen het bloed van Joris eisen doet de Keizer nog een laatste poging om Joris tot Appollo terug te brengen. Eerst wil Joris van niets horen, maar dan doet hij als of hij overtuigd is en laat hij zich naar de tempel brengen. In plaats echter van Appollo te aanbidden, vervloekt hij het beeld, dat van zijn voetstuk op de marmeren vloer in stukken valt Alexandra, die in de tempel aanwezig is, gezwicht voor de bedreigingen van haar man, heeft berouw over haar verraad en bekent openlijk Christin te zijn; op weg naar de gevangenis bezwijkt zij onder de ruwe handen van de soldaten. De Keizer moet nu wel tot de dood van Joris besluiten en op 23 April 303 n.C. wordt Joris onthoofd buiten de poorten der stad. Volgens de legende ging die morgen de zon niet op. In het stuk is de belofte-herhaling opgenomen van de Welpen, Verkenners en Voortrekkers, die over de gehele wereld op St. Jorisdag, 23 April plaats vindt. DEPOSITO UITVOERING VAN EFFECTENORDERS OPEN BEWARING BRAND- EN INBRAAKVERZEKERING LEVENSVERZEKERING SAFE-LOKETTEN R. MEES ét ZOONEN BANKIERS & ASSURANTIEMAKELAARS ANNO 1720 ROTTERDAM BIJKANTOREN: 'S GRAVEN DIJK WAL ■ BEIJERLANDSCHELAAN Q^>cS/^ancl runsft constani eenfooa Oila/rwvzn^JvaJüjs. Uw sla is pas fijn met Tromp & Rueb azijn ! 0 Gepasteuriseerd. 0 Belegen. TROMP 6 RUEB AZIJNFABRIEK ROTTERDAM Anno 1663