DOEL EN WERKWIJZE „DE NEDERLANDSCHE PADVINDERS NATIONAAL HOOFDKWARTIER Q I 1 o Districts-Commissarissen Districts-Commissarissen ^ . met noot Plaatselijke Afdeelingen Plaatselijke Afdeelingen '/ t-H ■ GO | | | | > Groepsleider * Groepsleider Groepsleider Groepsleider ' ' wet met met met ' Gr°ep Groep Groep Groep HpJ Welpen- Verkenners- Voortrekkers- Welpen- Verkenners- Voortrekkers- Welpen- Verkenners- Voortrekkers- Welpen- Verkenners- Voortrekkers- leidjstjer leider leider leid(st)er leider leider Ie d(st)er leider leider leid(st)er leider leider ...met met met met met met met met met met met met Welpen Verkenners Voortrekkers Welpen Verkenners Voortrekkers Welpen Verkenners Voortrekkers Welpen Verkenners Voortrekkers Horde Troep Stam Horde Troep Stam Horde Troep Stam Horde Troep Stam >11 III III III rm rm rm rm rm rm rm rm rm rm nm rm Nesten Patrouilles Ploegen Nesten Patrouilles Ploegen Nesten Patrouilles Ploegen Nesten Patrouilles Ploegen ,/DE NEDERLANDSCHE PADVINDERS" « DE NEDER LA N BESCHERMVROUWE: H.M. DE KONINGIN KONINKLIJK COMMISSARIS: Z. K. H. PRINS BERNHARD DER NEDERLANDEN KONINKLIJK GOEDGEKEURD NATIONAAL HOOFDKWARTIER: ALEXANDERSTRAAT 20, DEN HAAG, TEL. 112088, GIRO 150484 De eenige Nederlandsche padvindersorganisatie, welke is aangesloten bij en dus erkend is door den wereldbond van padvindersvereenigingen, Boy Scouts International Bureau (Voorzitter Lord Baden Powell of Gilwell), is „De Nederlandsche Padvinders", Nationaal Hoofdkwartier, Alexanderstraat 20, 's Gravenhage. Van deze organisatie maakt „de Nederlandsche Christelijke Vereeniging van Padvinders", de N.C.V.P., deel uit en de „Katholieke Verkenners" zijn er bij aangesloten. Waar de huidige wetten van ons land niet de mogelijkheid openen om naam, uniform en onderscheidingsteekenen te beschermen tegen gebruik door onbevoegden, onderzoeke men, alvorens met een padvinders-vereeniging in verbinding te treden of deze te steunen, of deze vereeniging onderdeel is van „De Nederlandsche Padvinders" (N.P.V.) en dus wat haar doel, organisatie en leiding betreft, voldoende waarborg biedt tegenover de ouders. DSC H E PADVINDERS RAAD DER Ti- r t n/r » ,u , VEREENIGING Prof. Mr. P. J. M. Aalberse, Minister v. Staat, Lid van den Raad van State, J. v. Oldenbameveltlaan 82, ’s-Gravenhage. J. M. de Booy, Directeur B. P. M., Carel van Bylandtlaan 30, ’s-Gravenhage. C. J. M. Collette, Gen. Maj. b. d., v. Horvettestraat 55, Voorburg. Mr. J. van Gelein Vitringa, Raadsheer i. d. Hoogen Raad, Bankastraat 143, ’s-Gravenhage. C. J. Hasselman, Lid van den Raad van State, Groenhovenstraat 11, ’s-Gravenhage. Pangeran Adipati Ario Koesoemo Joedo, Oud-lid v. d. Raad van Ned. Indië, Statenlaan 48, ’s-Gravenhage. J. P. Osten, Vice-Adm. b. d., v. Bevemingkstr. 22, ’s-Gravenhage. Prof. Ir. R. L. A. Schoenmaker, Julianalaan 16, Delft. Mr. R. J. M. Verheijen, Oud-Proc. Gen. v. Ned. Indië, St. Hubertuslaan 21, Maastricht. A. Oosterlee, Secretaris, adv. lid, Bij le veld singel 15, Nijmegen. A. H. van Leeuwen, Penningmeester, adv. lid, Kiplaan 3, ’s-Gravenhage. HOOFDKWARTIERS- COMMISSARISSEN A. Oosterlee, Hoofdcommissaris, waam. Hoofdverkenner, H.K.C. (BESTUUR) voor Training en Verkenners, wnd. H.K.C. voor Voortrekkers, Secretaris, Bijleveldsingel 15, Nijmegen, Tel. 23220, na 5 uur: 23270. A. H. van Leeuwen, Penningmeester, H.K.C. voor Uitrustingen en Uniformen, Kiplaan 3, ’s-Gravenhage, Tel. 338083. H.K.C. voor Ned. Indië, Suriname en Curagao: J. D. A. de Fremery, Nic. Beetslaan 8, Voorburg. Wnd. H.K.C. voor R.K. Verkenners: Mr. R. Höppener, Willem IIsingel 9, Roermond. H.K.C. voor N.C.V.P.-groepen: Ds. W. M. A. Kalkman, Koninginneweg 169, Amsterdam-Zuid, Tel. 92660. H.K.O. voor Zeeverkenners: G. Mante, van Meerkerkestraat 8, ’s-Gravenhage, Tel. 774079. H.K.C. voor Bijzondere Eischen: Ph. D. Baron van Pallandt van Eerde, Ommen, Tel. 66. H.K.C. voor het Buitenland: P. P. C. van Rijen, Koningin Mariastraat 9, ’s-Gravenhage. HK.C. voor Oud-Padvinders: Ir. P. Telder, Krakelingeweg 2, Zeist. H.C. voor Ned. Oost-Indië: R. Polis, Tjikini 26, Batavia-C. • Secr. Hoofdkwartier: H. J. Spijkerman, Alexanderstraat 20, ’s-Gravenhage (Tel. part. adres 716891). Commissaris voor hef Disfrict: Secr. der Plaatselijke Afdeeling: DOEL EN MIDDELEN DOEL EN MIDDELEN De Vereeniging stelt zich ten doel het Spel van Verkennen voor Jongens volgens de regels van het „Boy Scouts Internationaal Bureau" te verbreiden en daardoor mede te werken aan de opvoeding der mannelijke Nederlandsche jeugd, in het bijzonder wat karaktervorming, zedelijke en lichamelijke ontwikkeling betreft, tot flinke en nuttige staatsburgers. De Vereeniging tracht haar doel te bereiken langs wettigen weg en wel door: a. het oefenen der zintuigen en het ontwikkelen van het opmerkingsvermogen; b. het verhoogen van de lichamelijke vaardigheid en hygiëne; c. het oefenen in kamp- en veldleven, met opwekking tot liefde voor de natuur; d. handenarbeid, zoomede door openlucht- en andere spelen en oefeningen; e. het opwekken van ridderlijkheid, naastenliefde en hulpvaardigheid, door het bewijzen van diensten aan anderen en aan de gemeenschap; f. het ontwikkelen van plichts- en verantwoordelijkheidsgevoel, gehoorzaamheid en zelfvertrouwen; g. het aankweeken van liefde voor eigen land, van tucht en eerbied voor het gezag; h. alle andere wettige middelen, die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn. een en ander als omschreven in de Spelregels. De Vereeniging wenscht den internationalen vrede te bevorderen door het onderhouden van vriendschappelijke betrekkingen met overeenkomstige organisaties buiten het Koninkrijk der Nederlanden. ONS DOEL ONS DOEL Heel korl gezegd is het doel van de padvindersbeweging de ontwikkeling van den MAN in den jongen) De dreigende voorbode van den oorlog met wapengeweld: de economische oorlog, brengt onrust onder de volken en de angst voor schade aan de levensbelangen en de zorg voor het behoud van de verkregen positie in het wereldverband heeft wederom een bewapeningswedstrijd ontketend, grooter dan de geschiedenis ooit heeft gekend. De invloed van den Volkenbond en het geloof in de mogelijkheden er van nemen af; internationaal overleg heeft niet de gewenschfe resultaten en het gevoelen, dat een ramp, met niet te overziene vernietiging van levens en goederen niet meer is af te wenden, dreigt de massa te bevangen en de drijfveer te worden voor het handelen van Regeeringen. Voor luttele jaren werd de oplossing van het vredesprobleem gezocht in acties voor éénzijdige ontwapening, waaraan de geest van defaitisme niet vreemd was. Dergelijke massa-suggesties wekten gevoelsreacties, waardoor de tucht wordt ondermijnd en de waarde van zelftucht miskend. Hetzelfde Amerikaansche volk, dat onder de leuze van „hij hield ons buiten den oorlog", Wilson voor de tweede maal tot President verkoos, ging enkele maanden nè de verkiezing geestdriftig ten oorlog. De omstandigheid, dat men de jeugd zooveel kennis tracht bij te brengen, dat daarvoor geen voldoende belangstelling bestaat, werkt ongunstig op de vorming van de persoonlijkheid. Er ontbreekt naast de intellectueele opleiding de gelegenheid tot het persoonlijk initiatief, tot actief bezig zijn. Het indolent zijn werkt het oppervlakkig oordeelen in de hand, de diepte der vraagstukken waar het over gaat, wordt niet gepeild en er wordt een sfeer geschapen, welke den mensch ontvankelijk maakt voor massa-suggestie. Tegenover de negatieve invloeden, die zich in onzen modernen tijd op de karaktervorming doen gelden, stelt ONS DOEL de padvindersbeweging zich ten doel om door het verkennen het opmerkingsvermogen, door goede daden het altruïsme, door training de vaardigheid en door handelen de bedrijvigheid te ontwikkelen en deze eigenschappen op aantrekkelijke wijze, door in het „spel van verkennen" aan te nemen gewoonten, bij te brengen. Dat dit spel tevens een internationaal karakter heeft en niet alleen het internationaal contact, maar ook een wereldbroederschap bevordert, stempelt het tot den meest eenvoudigen en solieden weg naar een betere wereld. De padvindersbeweging wil het werk der scholen aanvullen. Ongetwijfeld kunnen onze scholen de vergelijking met het onderwijs in het buitenland doorstaan, en er is dan ook eer een gevaar, dat het schoolprogramma te overladen is, dan dat het onvolledig of onvoldoende zou zjjn. Hef gevolg hiervan is, dat door het groote aantal lessen, die door gemis aan voldoende belangstelling slechts met halve aandacht gevolgd worden, door het vele huiswerk en de africhting op exameneischen, de zelfwerkzaamheid en het initiatief in het gedrang komen en het concentratievermogen verslapt. De rijpere jeugd zoekt, natuurlijkerwijze, haar ontwikkeling, naast de school, niet uitsluitend meer in het gezin, zoodat de karakterontwikkeling in vele gevallen maar aan het toéval wordt overgelaten. Hier nu vindt de padvindersbeweging haar taak in het vormen van goede burgers en wel door opvoeding, niet door instructie. Ze tracht bij den jongen, door het verstrekken van aantrekkelijke bezigheden, geestdrift op te wekken om zelf te leeren, te onderzoeken, te ondervinden. Ze doet dit door in spelvorm haar werkprogramma te ontleenen aan de bezigheden van woudloopers, verkenners, ontdekkers te land en ter zee, enz., allen helden voor den jongen. Langs dezen weg tracht ze in hem door buitenleven, natuurstudie, kampeeren, verkenningsspelen enz. eigenschappen te ontwikkelen als zelfvertrouwen, vindingrijkheid, wilskracht, gezondheid, vaardigheid, handigheid en dienstvaardigheid tegenover de gemeenschap. De ervaring heeft reeds geleerd, dat de padvindersbeweging niet alleen aantrekkelijk voor den jongen is, doch dat ze inderdaad in staat is om die eigenschappen te ontwikkelen, welk hem meer kans geven om in het leven te slagen. ONS DOEL ONS ARBEIDSVELD Door de uiteenzetting van het doel der padvindersbeweging als aanvulling van Het schoolonderwijs zou men de gevolgtrekking kunnen maken, dat de Beweging uitsluitend of in hootdzaak bestemd is voor schooljongens. Dit is echter niet het geval. De padvindersbeweging is voor jongens van alle standen, dus ook voor hen, die na de lagere school geen voortgezet onderwijs genieten. Wij willen trachten te voorkomen, dat de jongen, die niet meer valt onder de leerplichtwet, terecht komt in een der betrekkingen, welke geen vooruitzicht bieden, zooals krantenjongen, loopjongen, e.d.; voor het oogenblik geven dergelijke baantjes hem misschien een hoog loon, doch is de jongen eenmaal man geworden, dan staat hij in het leven zonder eenige vakkennis en komt hij bij het groote leger der werkloozen, die door de gemeenschap moeten worden onderhouden. Voor den man met karakter en vakkennis is er gemakkelijker werk te vinden. De jongen zal zich met dezelfde animo op de een of andere liefhebberij werpen, als waarmee hij voetbal speelt — en de liefhebberij kan zijn beroep worden. Voor de jongens, die wonen in plaatsen, welke dicht bij de zee, de plassen of de rivieren liggen, hebben wij een onderafdeeling, waarin het werk op het water is georganiseerd: de zgnd. Zee-Verkenners. Het is niet noodzakelijk, dat deze jongens later de Zeevaart als hun beroep kiezen, doch we willen hun, door het spel van verkennen op het water, iets bijbrengen van de handigheid, den moed, de correctheid en discipline van den zeeman, op een wijze, welke de jongens zeer aantrekkelijk vinden. Behalve de vaardigheid in het buitenleven, in het leven op het water, en in den handenarbeid, leeren we den jongens door practische toepassing ridderlijkheid, spaarzaamheid, vaderlandsliefde en de gezondheidsregels. Onze voorschriften (spelregels) zijn zoo ruim, dat de Beweging open staat voor alle standen en gezindten, terwijl aan aangesloten organisaties, aan de leiders en de jongens de grootst mogelijke vrijheid wordt gelaten. De jongensleden der Beweging duiden we aan met den algemeenen naam van Padvinders, doch ze zijn, naarden ONS DOEL leeftijd, onderverdeeld in drie groepen en wel de Welpen: van 8—11 jaar, de Verkenners: van 11—17 jaar, en de Voortrekkers: van 17 jaar en ouder. Elk van deze onderafdeelingen heeft haar eigen werkwijze, welke natuurlijk rekening houdt met de eigenaardigheden van den betreffenden leeftijd. INTERNATIONAAL De padvindersbeweging heeft thans haar vertakkingen in practisch alle landen van de wereld x). Ze telt nu ongeveer drie millioen leden. Het feit, dat de Beweging aantrekkelijk bleek te zijn voor jongens van alle rassen en nationaliteiten, is misschien wel een van haar grootste merkwaardigheden. Een treffend blijk van het internationaal karakter der Beweging was wel de groote Wereld-Jamboree, welke in 1937 te Vogelenzang is gehouden. 30.000 jongens van 43 verschillende landen der wereld kampeerden hier broederlijk naast elkander. De pers en het geheele Nederlandsche publiek betuigde uitbundig de instemming met den geest van kameraadschap, welke in het kamp heerschte. In 1920 stichtten de padvindersorganisaties van 42 ververschillende landen een wereldverbond, het Boy Scouts International Bureau, dat zijn zetel te Londen heeft, waarbij thans 54 landen zijn aangesloten. De stichter der Beweging, de Chief Scout Lord Baden Powell of Gilwell, werd tot voorzitter benoemd. Door de stichting van dit verbond is er eenheid gekomen in de grondbeginselen, waarop het werk van elke aangesloten landelijke padvindersorganisatie moet berusten. Zijn doel is verder om de goede verstandhouding tusschen de verschillende aangesloten padvindersorganisaties te helpen handhaven en bevorderen, o.a. door de regeling en bevordering van het onderlinge contact, zoowel op kleine als op groote schaal, zoowel door correspondentie als door bezoeken. Zoo is er in Zwitserland te Kandersteg in het Berner Oberland voor gezamenlijke rekening een chalet aangekocht, waar 200 jongens kunnen verblijven en waar elk jaar vele padvinders van verschillende landen de bergsport beoefenen en met elkander in aanraking komen. Het aantal troepen, dat in het buitenland gaat i) In Duitschland en Italië is echter slechts de Staats-jeugdbeweging toegelaten. ONS DOEL kampeeren en trekken, neemt jaarlijks toe, welk werk wordt gesteund door den Volkenbond, die voor goedkoope reistarieven heeft gezorgd. Daartegenover wordt het werk van den Volkenbond op deze manier op practische wijze door de padvindersbeweging gesteund. Immers zullen deze onderlinge bezoeken van jongens, welke door een gemeenschappelijk ideaal vereenigd zijn in één wereldbroederschap, niet nalaten op den duur een gunstigen invloed uit te oefenen op het bereiken van een duurzamen vrede tusschen de verschillende volkeren. De jongens van heden zijn de mannen, die binnen weinig jaren over vrede of oorlog hebben te beslissen. De padvinderbeweging houdt zich buiten de politiek. Zij wil de jongens vormen tot goede, trouwe, arbeidzame burgers, die ook in tijden van nood pal staan voor hun land, die voldoende moed, karakter en begrip van verhoudingen hebben om hun trouw en gehoorzaamheid aan hef Wettig Gezag niet afhankelijk te stellen van eigen inzichten of eigen veiligheid. Wereldvrede is een kwestie van geleidelijken groei, welke ten nauwste verband en gelijken tred houdt met de individueele ontwikkeling in deze richting. Wij willen den jongen leeren, dat hij persoonlijke plichten heeft tegenover en gehoorzaamheid verschuldigd is aan den Staat; dat het wereldprobleem ook het persoonlijk probleem is, m.a.w. dat hij zich door de daad moet trainen een goed burger te worden, die welwillend en hulpvaardig is tegenover zijn medemenschen. Wij willen hem leeren op te merken en zelfstandig te denken, zoodat hij niet gemakkelijk het slachtoffer wordt van welsprekende volksmenners en hun leuzen aan eigen ervaring en eigen waarneming kan toetsen. Omdat de padvindersbeweging begint met de training van het individu met geleidelijke ontplooiing van zijn inzichten betreffende zijn verantwoordelijkheid tegenover eigen gezin, speelkameraadjes, patrouille, troep, groep, stad, land, broeder-padvinders in het buitenland, werkt zij in overeenstemming met de natuurlijke ontwikkeling, zooals deze door de hedendaagsche wetenschappelijke psychologie wordt erkend, werkt zij synthetisch in plaats van anti-thefisch, werkt zij in overeenstemming met de christelijke leer van liefde en innerlijke waarachtigheid, werkt zij langs den weg van geleidelijke, harmonische ontwikkeling, waardoor het gevaar ONS DOEL van een te groote gaping tusschen weten en kunnen, vaak de oorzaak van pessimisme, cynisme en minderwaardigheidsgevoel, wordt vermeden. DE PADVINDERSBELOFTE Wanneer een jongen tot Padvinder wordt geïnstalleerd, legt hij op zijn eer de belofte af ernstig te zullen trachten: 1. Zijn plicht te doen tegenover God en zijn Land. 2. Iedereen te helpen waar hij kan. 3. De padvinderswet te gehoorzamen. DE PADVINDERSWET Elke Verkenner en Voortrekker belooft, ernstig te zullen trachten, gehoorzaam te zijn aan de volgende wet: 1. Op de eer van een Padvinder kan men vertrouwen. 2. Een Padvinder is trouw. 3. Het is de plicht van een Padvinder zich nuttig te maken en anderen te helpen. 4. Een Padvinder is een vriend voor allen, en een broeder voor alle andere Padvinders. 5. Een Padvinder is ridderlijk. 6. Een Padvinder is een dierenvriend. 7. Een Padvinder weet orders te gehoorzamen zonder tegenspreken. 8. Een Padvinder glimlacht en fluit onder alle moeilijkheden. 9. Een Padvinder is spaarzaam. 10. Een Padvinder is rein in gedachten, woord en daad. ONS DOEL De Welpen hebben een eenvoudiger belofte, welke luidt: 1. Ik beloof mijn best te zullen doen mijn plicht te doen tegenover God en mijn Land. 2. De Wet van de Welpenhorde te gehoorzamen en iederen dag een goede daad te doen. De Welpenwet luidt: 1. De Welp volgt den Ouden Wolf. 2. Een Welp is moedig en houdt vol. De wijze, waarop de jongens worden geoefend, vindt men beschreven in de volgende handboeken: Voor Welpen: Het Welpenhandboek, ƒ0.95; voor Verkenners: Het Verkennen voor Jongens, ƒ1.50; voor Voortrekkers: Zwervend op den Weg naar Levensgeluk, ƒ2.10; welke boeken verkrijgbaar zijn bij het Nationaal Hoofdkwartier van „De Nederlandsche Padvinders", Alexanderstraat 20, 's-Gravenhage, alsmede in den boekhandel. ONZE WE R KW IJ Z E ONZE WERKWIJZE ORGANISATIE Onder den Koninklijken Commissaris bestaat het Nationaal Hootdkwartier uit den Hootdcommissaris en de Hoofdkwartierscommissarissen voor de diverse onderdeelen van het werk, als Training, Welpen, Voortrekkers, Verkenners, Buitenland, Zeeverkenners, Koloniën, enz. Het land is verdeeld in districten en elk district heeft als vertegenwoordiger van het Nationaal Hoofdkwartier een Districts-Commissaris, die wordt bijgestaan door eenige Assistent Districts-Commissarissen; zij allen hebben voor hun rang een volmacht van het Hoofdkwartier. Elk district bestaat uit één of meer Plaafselijke Afdeelingen, elk met een bestuur of commissie, dat als taak heeft de Beweging plaatselijk naar buiten te bevorderen. Een Plaatselijke Afdeeling bestaat uit één of meer Groepen. Een complete Groep wordt gevormd door een Welpenhorde, een Verkennerstroep en een Voortrekkersstam. De Welpenleid(sf)er, de Verkennersleider en de Voortrekkersleider kiezen uit hun midden den Groepsleider. Al deze Leid(st)ers hebben voor hun bepaalde taak een volmacht van het Nationaal Hoofdkwartier. Het corps van Commissarissen en Leid(st)ers vormt de ruggegraat van de Beweging en het is zeer moeilijk hiervoor steeds geschikte menschen in voldoende mate te vinden; zij zijn onbezoldigd. De aanstelling der Leid(st)ers geschiedt op voordracht van de Plaatselijke Afdeeling, onder goedkeuring van den befreffenden Districts-Commissaris, door het Nationaal Hoofdkwartier. Welpen zijn junior-Padvinders van 8 tot 11 of 12 jaar. Verkenners zijn Padvinders van 12 jaar tot 17 jaar. Voortrekkers zijn Padvinders van 17 jaar en ouder. Voor nadere bijzonderheden betreffende deze drie afdeelingen zijn pamfletten bij het Nationaal Hoofdkwartier verkrijgbaar. ONZE WE R KWIJ Z E TRAINING Hef is van groot belang, dat de Groepsleider voor zijn Groep de beschikking heeft over een lokaal, waar de jongens worden opgeleid en waar ze kunnen spelen. Hef beheer en het onderhoud van een dergelijk lokaal wordt zooveel mogelijk aan de jongens overgelafen. De training kan onder vier rubrieken worden ondergebracht: a. KARAKTER Ontwikkeling, vindingrijkheid, zelfvertrouwen, gehoorzaamheid, moed, volharding. b. HANDENARBEID Liefhebberijen voor zelf-expressie, bevorderlijk voor het beseffen van eigen aanleg (beroepskeuze). c. DIENST VOOR DE GEMEENSCHAP Hef specialiseeren in een of meer vaardigheden, waardoor de jongens anderen kunnen helpen. d. GEZONDHEID Lichamelijke ontwikkeling en persoonlijke hygiëne. Padvinders kunnen verschillende insignes behalen, waarvoor bepaalde eischen zijn vastgesteld. We kunnen deze insignes splitsen in twee hoofdgroepen: a. de klasseinsignes, b. de vaardigheidsinsignes. De klasse-insignes bepalen den graad, welken de jongen in het corps heeft bereikt. De jongen kiest zelf, voor welk der vaardigheidsinsignes hij gaat werken; hun doel is om den jongen aan te moedigen zijn persoonlijke liefhebberijen tot een bepaalde mate van vaardigheid op te voeren, waardoor hij aan de hand van eigen ervaringen kan leeren, in welke richting zijn aanleg in verband met een toekomstig beroep ligt. Bovendien leeren deze insignes den jongen om zelf dingen uit te zoeken, te probeeren, te bestudeeren en te maken, dus: zijn vrijen tijd nuttig te gebruiken. De oefeningen en spelen worden zooveel mogelijk in de buitenlucht gedaan en tenminste eenmaal per jaar gaan de jongens naar een zomerkamp, dat tien dagen ONZE WE R KWIJ Z E of twee weken duurt. Dit kamp biedt een prachtige gelegenheid om de jongens te trainen overeenkomstig het doel, dat de padvindersbeweging zich stelt. De jongens hebben een aandeel in de leiding van hun Troep door den Troep- of Eereraad. Het handhaven van de tucht en het toepassen van de training geschiedt voor een groot gedeelte door de jongens zelf, d.w.z. door de Patrouilleleiders, die als 'f ware captain zijn van een team (de patrouille) van 6 a 7 jongens. De opleiding en training van onze Leiders geschiedt gedeeltelijk in het District, en later op het Buitencentrum van de Vereeniging te Ommen, waar cursussen worden gegeven door Kampleiders, die hiervoor gemachtigd zijn door het moedercentrum Cilwell Park te Chingford. Het theoretisch gedeelte van dezen cursus wordt des winters schriftelijk afgehandeld. Deelname aan een dergelijken cursus is niet verplicht, doch wel zeer gewenscht. VERHOUDING TOT DEN GODSDIENST Het standpunt van „De Nederlandsche Padvinders" ten opzichte van den godsdienst kan als volgt worden omschreven: a. De Vereeniging plaatst zich op het standpunt, dat haar doel de erkenning van eenig religieus beginsel vooropstelt. b. Als een Groep bestaat uit leden, allen behoorende tot een bepaalden godsdienst, wordt verwacht, dat de Leider de tot dien godsdienst behoorende voorschriften en verplichtingen nakomt en dat godsdienst-onderricht geeft of laat geven, hetwelk in overleg met den betreffenden geestelijke of predikant, noodig of gewenscht geoordeeld wordt. c. Als een Groep bestaat uit Padvinders van verschillende godsdienstige richting, moeten de jongens worden aangemoedigd om den dienst van hun eigen kerk of genootschap bij te wonen; gemeenschappelijke Groepkerkgangen moeten dan niet worden gehouden. In het kamp kan een dagelijksch gebed en een wekelijksche Kampdienst gehouden worden, doch deze moeten van zeer eenvoudigen aard zijn, terwijl de deelname niet verplicht mag worden gesteld. PADVINDERS-AANDACHT De Padvinders-Aandacht is een bijeenkomst, waarop door een diepere beschouwing van de padvindersbe- ONZE WERKWIJZE lofte en -wef een hooger besef van en beter inzicht in deze wet en belofte wordt gegeven. De Padvindersaandacht treedt niet in de plaats van, doch is een aanvulling op, de in Regel 3 genoemde godsdienstplichten, -voorschriften en -onderrichtingen. FINANCIËN Het is overeenkomstig den geest van de padvindersbeweging om het geld, dat noodig is ter bestrijding van de onkosten die de jongens maken, door hen zelf te laten verdienen en er niet om te bedelen. De bijdragen van ouders en andere donateurs aan een bepaalde Groep, worden beheerd door den penningmeester van het Groepscomité, terwijl de contributies van de jongens zelf worden beheerd door den penningmeester van de Groep. De Groepsleider moet er voor zorgen, dat hiervan een behoorlijke administratie wordt gevoerd en de jongens hebben recht op inzage der boeken, waarin de door hen zelf bijgedragen gelden worden verantwoord. Groepen, Afdeelingen en Districten zorgen voor eigen geldmiddelen. Het Bestuur der Plaatselijke Afdeeling bepaalt zelf het minimum bedrag der contributie, waarvoor men lid kan worden van een Plaatselijke Afdeeling. In de Spelregels der Vereeniging wordt aanbevolen dit minimum niet hooger te stellen dan ƒ1.— voor ouders van padvinders en voor oud-padvinders en ƒ3.— voor andere personen. Wat zijn financiën betreft, is het Nationaal Hoofdkwartier van „De Nederlandsche Padvinders" hoofdzakelijk aangewezen op eventuëele baten, voortvloeiende uit den verkoop van padvindersartikelen, insignes en lectuur, op een kleine jaarlijksche contributie van de leden der Vereeniging en op de bijdragen der begunstigers. Deze gelden dienen om de kosten van administratie, vereenigingsorgaan, buitencentrum, leiderstraining, salarissen personeel en van de verdere landelijke organisatie te bestrijden, leder jaar wordt een jaarverslag gepubliceerd. Men kan begunstiger worden van de nationale Vereeniging voor een minimum bedrag van ƒ10.— per jaar of ƒ 100.— ineens, te zenden aan den Penningmeester, Alexanderstraat 20, 's-Gravenhage. Postgiro 150484. RESULTATEN RESULTATEN De padvindersbeweging is in Nederland moeizaam tot ontwikkeling gekomen. Een plant van vreemden bodem schiet hier niet gemakkelijk wortel, dat hangt nu eenmaal met de geaardheid van het volk samen, maar, zoo zeide Lord Baden Powell, „indien gij Hollanders het éénmaal hebt ondernomen, dan gebeurt het goed." Oorspronkelijk werd de padvindersbeweging in ons land niet ongewijzigd overgenomen. Het schoolsche element, dat er ten eenenmale vreemd aan is, werd er in gebracht, voortdurend toezicht en controle kwamen in de plaats van het geven van verantwoordelijkheid, het aanmoedigen van de zelfwerkzaamheid werd vervangen door instructie. Het is de verdienste geweest van den Hoofdverkenner Staatsraad J. J. Rambonnet, Vice-Admiraal b. d., de padvindersbeweging te hebben doen terugkeeren van het dwaalspoor. Met groote energie heeft hij vastgehouden aan de zich zelf gegeven opdracht om de oorspronkelijke schepping van Baden Powell wederom in te voeren. Eerst onder zijn leiding werd het oorspronkelijk handboek van den stichter in het Nederlandsch vertaald, hij spande zich in om vaste bronnen van inkomsten te scheppen, streefde naar herstel van den goeden naam van de Beweging; de opleiding van de Leiders werd ter hand genomen en centrale leiding ingesteld. Langzaam kwam er een kentering. De Beweging begon zich te ontwikkelen. De Hoofdverkenner vormde zich een schare enthousiaste medewerkers, die, zoodra zij hem begrepen, alles voor de Beweging wilden doen, hiertoe gedreven door zijn voorbeeld. De grafische voorstelling van den groei der Beweging, hiernaast afgedrukt, spreekt voor zich zelf. Er was een groote schuld en geen enkele bron van inkomsten in 1919. Bij het heengaan van den Hoofdverkenner was het Buitencentrum, ruim 50 H.A. kampgrond met een prachtige boerderij, het bezit der Vereeniging; het Hoofdkwartier, Alexanderstraat 20, 's-Gravenhage, eigendom; een vaste bron van inkomsten door de Padvinderswinkel geschapen; de Vereeniging beschikte over eenig kapitaal en de kroon op dit werk werd gezet door de welgeslaagde Wereld-Jamboree. Bij het heengaan van den Hoofdver- RESULTATEN kenner Rambonnet en hei foetreden tof de Beweging van Prins Bernhard als Koninklijk Commissaris, wordt een tijdperk afgesloten. Nieuwe perspectieven openen zich voor de Beweging, die nog een veel grooter deel van de Nederlandsche jeugd kan omvatten; nieuwe perspectieven, maar ook nieuwe behoeften. .NEDERLAND. .AANTALLEN. .□WELPEN. Bji20000 .Ü2VERKENNERS .Bi VOORTREKKERS, .AANGESLOTEN BU DE 'N.P.V:* j£g| '|l , WAT WIJ NOODIG HEBBEN WAT WIJ NOODIG HEBBEN Uit de voorafgaande uiteenzetting, hoe de Vereeniging wordt gefinancierd, blijkt wel voldoende, dat zoowel de Plaatselijke Afdeelingen voor het steunen en bevorderen der Beweging ter plaatse, als het Nationaal Hoofdkwartier voor zijn landelijke organisatie en training van Leiders, geld noodig hebben; maar meer nog dan aan geld hebben we behoefte aan mannen en vrouwen, die de Beweging, en door de Beweging hun land, willen dienen. Morgen aan den dag zouden we het dubbele aantal jongens kunnen hebben, indien wij over voldoende Leid(st)ers beschikten om hen te oefenen. In de eerste plaats hebben we behoefte aan werkers, die een commissariaat op zich willen nemen of die bereid zijn een Welpenhorde, een Verkennerstroep of een Voortrekkersstam te leiden, maar ook indien ge hiertoe niet in de gelegenheid zijt, zijn er nog andere functies, waarin ge de Beweging kunt helpen. Voor de verschillende vaardigheidsinsignes b.v. hebben we Instructeurs en Beoordeelaars noodig. Dames kunnen helpen als Leidster, Assistent-Leidsfer of Instructrice bij de Welpenhorden. In vele plaatsen van ons land is reeds een Plaatselijke Afdeeling gevestigd. Wenscht ge adressen of wilt ge een nieuwe Afdeeling oprichten, schrijf dan even naar het Nationaal Hoofdkwartier van „De Nederlandsche Padvinders", Alexanderstraat 20, 's-Gravenhage, en we brengen U in aanraking met den betreffenden Commissaris, met den secretaris der betreffende Plaatselijke Afdeeling, met het Padvinderssecretariaat van de N.C.P.V. of met het secretariaat van de R.K. Verkenners. FINANCIEELE STEUN AAN DE PADVINDERSBEWEGING IS OOK OP ZAKELIJKE GRONDEN GERECHTVAARDIGD Vermoedelijk wordt er geen enkele groote, sociale Beweging, welke haar vertakkingen over de geheele wereld heeft, zoo zuinig geleid als de Padvindersbeweging. Men vindt niet alleen padvinders in de beschaafde en dichtbevolkte landen, doch men vindt ze ook in de uithoeken van de wereld, zoowel b.v. op hef eilandje Trisfan WAT WIJ NOODIG HEBBEN da Cunha in het midden van den Atlantischen Oceaan als bij de Eskimo's. En daar overal werken Commissarissen, Leidsters en Leiders geheel belangeloos voor de opvoeding van de jeugd. Dit vertegenwoordigt een geweldig stuk vrijwilligen arbeid. In wiens belang? Niet in dat dier Commissarissen en Leid(st)ers zelve, noch in het belang van de een of andere organisatie, doch in het belang der gemeenschap in haar geheel, omdat deze arbeid onbaatzuchtigheid en welwillendheid jegens den medemensch aankweekt en door karaktervorming het opgroeiend geslacht vormt tot gezonde, gelukkige, vaardige en verantwoordelijke menschen. Goed burgerschap is het doel en dit doel wordt bereikt door methoden, welke voor de jongens zelf een groote aantrekkelijkheid hebben, zoodat de goede gewoonten niet worden gevormd door onderdrukking of verdringing, doch door den jongen de gelegenheid te geven tot zelf-expressie in dusdanigen vorm, sfeer en omgeving, dat in hem eigenschappen worden aangekweekt, welke onontbeerlijk zijn voor een goed gemeenschapsmensch. Deze Beweging kent geen ras-, standen-, of godsdienstverschillen. In haar gelederen vindt men blank en bruin, arm en rijk, Mohammedanen, Boeddhisten, Christenen en Joden, verbonden door één ideaal, één Belofte en één Wet. In de padvindersbeweging zitten in Brifsch Indië de Hindoe en de Mohammedaan aan één tafel, iets dat in geen ander milieu denkbaar is. Deze resultaten kunnen niet worden bereikt zonder geld en daar hier werk wordt verricht van groot belang voor de gemeenschap, is het de plicht van de gemeenschap, om door financieelen steun van haar waardeering blijk te geven. Op zakelijke gronden is een dergelijke steun gerechtvaardigd. Het werk van de padvindersbeweging is preventief en verlicht ongetwijfeld den arbeid der vele zeer kostbare instellingen van corrigeerenden aard, als ziekenhuizen, gevangenissen, opvoedingsgestichten, liefdadige instellingen, enz. Maatschappelijk beschouwd is er geen betere geldbelegging dan financieele steun WAT WIJ NOODIG HEBBEN aan de padvindersbeweging, opdat ze haar werk kan ontwikkelen en uitbreiden en door haar evenwichtige methode van lichamelijke, verstandelijke, zedelijke en geestelijke oefening door karaktervorming het intellectueel onderricht der scholen kan aanvullen. De padvindersbeweging vraagt steun aan alle burgers, die voor het geluk der menschheid het gevaar en het kwaad beseffen van rassenhaat en klassenstrijd, van arbeidsonvolwaardigheid, zelfzucht en nijd, welke alle de kiem in zich dragen van toekomstige oorlogen. Door haar geest van welwillendheid jegens den medemensch en van verantwoordelijkheidsgevoel voor eigen bruikbaarheid in de gemeenschap is de padvindersbeweging, in plaats van een militaire of half-militaire instelling, een krachtig bolwerk tegen het oorlogsgevaar. Dat dit in dezen tijd van beschouwen en debatteeren en woordenstrijd niet zoo gemakkelijk opvalt is te begrijpen; immers de Beweging zoekt meer haar kracht in het positieve opbouwen dan in het negatieve bestrijden, verbieden en onderdrukken. De padvindersbeweging heeft het financieel niet gemakkelijk, omdat zij geen beroep doet op het gevoel van medelijden, — omdat uit den aard harer werkwijze haar training meer gericht is op de individueele ontwikkeling met de ambities der jongens als uitgangspunt, dan op massavertooning van prestaties, welke door volwassenen zijn opgelegd en dus ook eerder door volwassenen zullen worden gewaardeerd. Het sentiment van medelijden of het toetsen van jeugdwerk aan het gedachten leven van volwassenen is niet meer voldoende om tot een bevredigende oplossing te komen van de hedendaagsche moeilijkheden. Het vereischt een dieper nadenken over de opvoeding onzer jeugd in verband met de nooden van dezen tijd, om consequent te kunnen handelen volgens het inzicht, dat voorkomen beter (en goedkooper) is dan genezen. Zoo richten wij ons verzoek om steun aan hen, die voelen voor een uit de jeugd zelve voortgekomen Wereldbeweging, welke een gezond nationaliteitsbesef wakker WAT WIJ NOODIG HEBBEN roept, welke welwillendheid jegens den medemensch, eerbied voor Gezag aankweekt, en waarin jongens van alle rassen, klassen en gezindten elkander als broeders ontmoeten. Bijdragen kunnen worden gezonden aan: Den Penningmeester van „De Nederlandsche Padvinders" Alexanderstraat 20, 's-Gravenhage. Giro 150484. LEGATEN Zij, die de Vereeniging bij testament willen gedenken, gelieven daarin te doen opnemen: „Ik legateer, vrij van rechten en kosten, aan de Vereeni„ging „De Nederlandsche Padvinders" gevestigd te ,,'s-Gravenhage, de som van ƒ " INTEEKENFORMULIER VOOR BEGUNSTIGERS Aan den Penningmeester van „De Nederlandsche Padvinders" Alexanderstraat 20, 's-Gravenhage Ondergeteekende verklaart zich bereid „De Nederlandsche Padvinders" als begunstiger te steunen met * a. een gift ineens ten bedrage van ƒ * b. een jaarlijksche bijdrage van ƒ * en heeft genoemd bedrag gestort op de girorekening 150484. * en verzoekt over genoemd bedrag per kwitantie te beschikken. Naam: (verzoeke Mr., Mevr. of Mej. te vermelden) Adres: Datum: 19.... * Verzoeke door te halen wat niet van toepassing is.