J ubileumtentoonstelling Haagsclie Kunstkring GEMEENTE MUSEUM 7 MEI - 19 JUNI 1938 VGRAVENHAGE jjSlT 'niï!*VfaTÏ- ■ m H11 iiiiii ii immu ii 0833 1859 JUBILEUMTENTOONSTELLING HAAGSCHE KUNSTKRING J ut ileumtentoonstelling Haagsche Kunstkring CATALOGUS GEMEENTE MUSEUM VGRAVENHAGE - 193 8 INLEIDING Met veel genoegen heb ik mij bereid verklaard de tentoonstelling te openen, welke de Haagscbe Kunstkring ter gelegenheid van zijn 45-jarig bestaan organiseert. Immers zal ik daarbij eenige beschouwingen kunnen wijden aan de plaats, welke dit instituut in de 's-Gravenhaagsche gemeenschap inneemt en aan zijn beteekenis voor het cultureele leven van de Residentie. Daar echter het gesproken woord slechts een kortstondig bestaan is beschoren, voldoe ik ook gaarne aan het verzoek van de tentoonstellingscommissie, om in dezen catalogus enkele woorden van inleiding te schrijven. Welnu, Iaat ik U dan zeggen, dat ik mij hartelijk over Uw jubileum verheug en U toewensch, dat het welslagen der expositie voor Uw Kring een tijdperk van voortgezetten bloei mag openen, met de viering van het eerste halve-eeuwfeest in het naaste verschiet. Mogen er vele bewonderende bezoekers komen, die uit herinnering aan het tentoongestelde den catalogus later nog eens opslaand, daaruit tevens zullen kunnen lezen, dat het Gemeentebestuur van 's-Gravenhage gaarne heeft medegewerkt om een instelling als den jubileerenden Kunstkring gastvrijheid te verleenen in het Gemeente Museum. Burgemeester van 's-Gravenhage. » VOORWOORD De Haagsche Kunstkring ontstond — nu ruim 45 jaar geleden — uit de weerspannigheid tegen het schoolsche, uit een revolte tegen verstarrende traditie. Onder de namen der oprichters zijn er verscheidene thans beroemd of bekend: Théophile de Bock, Jan Toorop, Thorn Prikker e.a. Zij zijn meerendeels onafscheidelijk verbonden met nieuwe vormgevingen, die tertijd de aanhangers der late Haagsche school verschrikten. Sindsdien hebben vele „ismen in steeds sneller opeenvolging de gronden der Kunst doorsneden en omgewoeld, waarin vooral in de na-oorlogsjaren vormgewassen van zoo bijzonderen aard omhoogschoten, futurisme, cubisme, expressionisme, surréalisme, om slechts enkele ervan te noemen, dat het groote publiek en zelfs de cultureel meer ontwikkelden de problemen, die binnen deze ismen veruiterlijking zochten, niet of nauwelijks meer verstonden. In al deze jaren van waardewisselingen op ieder gebied heeft de Haagsche Kunstkring stellig haar geboortestempel behouden, d.w.z. altijd binnen het ledental een groep kunstenaars omvat, die voor Den Haag en omgeving de avantgarde beteekende. Zoo is ook in deze jubileumtentoonstelling van de beeldende kunstenaars dit merkteeken van den Kring afleesbaar. Het „moderne is openbaar. Maar men vergisse zich niet in de verwachting van z.g. ultra s. De tijden der fanatisch eenzijdige probleemstellingen, der toegespitste middelen, der blinde verwerping van het ééne ter verheviging van het andere, de dagen der principieel abstracte of absolute kunsten hebben hun maximum reeds geteekend. Kleur en vorm, vorm en inhoud zoeken elkander weer in de eenheid van een nieuwen geestelijken achtergrond en in de grondige beheersching van het ambacht. En zoo iets weder gewonnen is, dan is het zeker dit laatste, omdat het eigene, het oorspronkelijke, d.i. het wezenlijk-persoonlijke eerst daardoor tot het waarlijk-groote kan uitrijzen. Voor den leek zal deze winst een winst aan verstaanbaarheid blijken, voor kunstenaars en publiek een herstel van het verbroken contact. Deze tentoonstelling geeft in het werk onzer leden een goed beeld van dit zoeken en bereiken op het gebied van schilderkunst, plastiek, grafiek, architectuur en kunstnijverheid en wij zijn den Burgemeester, Mr. S. J. R. de Monchy, het Gemeentebestuur en den heeren Dr. H. E. van Gelder en Dr. G. Knuttel Wzn. ten zeerste dankbaar voor hunne toegewijde medewerking, die het ons mogelijk maakte daarvan te getuigen. HEIN VON ESSEN. AFKORTINGEN: schilderij in olieverf = o. aquarel = aq. houtsnede = hsn. ets litho teekening = t. foto = f. maquette = m. plastiek in brons = p.b. „ hout = p.h. ,, ,, marmer = p.m. .. gips = P-g- „ ivoor = p.i- ,, ijzer = p.ij. „ terracotta = p.tc. gebakken materiaal . . . = p.st. a. SCHILDERKUNST EN GRAFIEK ALFF. PAUL van Den Haag gek. 10.3.1878. 1 Landschap bij Loosduinen o. ANDREA, KEES Den Haag geb. 3.3.1914. 2 Landschap o. 3 Stilleven o. 4 Landschap met werkende boer o. BEKMAN, HUBERT Den Haag geb. 4.11.1896. 5 Kruisiging o. 6 Tobias en de visch o. 7 Vrouwelijk naakt in landschap o. BIJSTERVELD, LEONORA J. van geb. 1.3.1888. Den Haag 8 Stilleven met bruine kruik o. 9 Boerderijtje onder Nijmegen o. BOON, JAN Bilthoven geb. 3.12.1883. 10 Winter in Kitzbühel o. 11 Portret Prof. B. M. Molkenboer t. BROERS, EDMEE Den Haag geb. 13.11.1877. 12 Stilleven o. BROUWER, FREDERIK Voorburg geb. 13.5.1891. 14 Termote's atelier aq 15 Termote's atelier o. 16 Sprookje o. BUNDT, LIVINUS v. d. Den Haag geb. 5.3.1909. 17 Bij een oud beeld ets 18 Haar boot vol bloemen ets 19 Van bet spel ets 20 De visscher droomt ets 22 Ze ontdekt een spiegel ets BURGHT, ANDRE van der Den Haag 23 Hypogrypb t. COSSAAR. J. Den Haag geb. 8.8.1874. 24 St. Gedule o. 25 Dom Milaan aq. DRAIJER, R. J. Den Haag geb. 10.7.1899. 26 Naakt o. 27 Stilleven o. 28 Stilleven o. FRANKEN Pzn., J. Den Haag geb. 18.11.1896. 29 Volksvrouw o. 30 De blauwe kimono o. 31 Acrobate o. 32 Portret Mevr. A. v. P. o. FRANKEN. JAN Den Haag geb. 8.4.1878 33 Riddersporen o. HAAS, W. F. Noordwijk a. Zee geb. 3.8.1878. 34 Moestuin t. HAMEL, JACQ. Amsterdam geb. 24.11.1890. 35 Bastia Corsica o. 36 Zittend naakt o. HARTONG, MARIANNE Schaarsbergen gek 25.11.1879. 37 Begonia aq. 38 Herfst aq- HEEL, JAN van Den Haag geb. 27.7.1898. 39 Tableau de Ia troupe o. 40 Profeet o. 41 Twee clowns o. 42 Twee clowns o. HOOWIJ. REIN Den Haag geb. 22.12.1905. 43 Utrecbt, Oudegracht t. HUISMAN, CLAES Voorburg geb. 1885. 44 Het verlaten speelgoed o. KLOOS, C. Den Haag geb. 11.11.1895. 45 Meisjes op bank o. KRAMER, GIJS Den Haag geb. 21.11.1905. 46 Maassluis o. 47 Stilleven o. 48 Stilleven o. KONIJNENBURG, W. A. v. Den Haag geb. 11.2.1868. 49 De Satraap o. KROMJONG, PAUL Den Haag gek ll.ll.ig03. 50 Jonge vrouw o. 51 Vrouwekop o. LANDHEER. HUGO Epe (Geld.) gek 9.12.1896. 52 VisschersscKepen o. 53 Het roode huis o. LEUSDEN, W. van Maarssen geb. 25.9.1886. 54 De student o. 55 Dubbel zelfportret o. LUIJT, A. M. Wassenaar 56 Ploeger o. MEIJS, LOUIS Den Haag geb. 51.3.1902. 57 Le Cimetière de St. Paul o. 58 Le Citadel de Dinant o. MEURS, HARMEN Amsterdam geb. 17.1.1891. 59 De broertjes o. 60 De Jongste o. MOOR, CHRISTIAAN de Den Haag 61 Studie voor moeder en kind '38 o. 62 Liggend naakt '33 o. 63 Portret Hilde Werner '28 o. MOOR. P. CORNELIS de Florence geb. 28.5.1866. 64 Danseres aq. NIEKERK, C. C. van Den Haag geb. 23.1.1897. 65 Beweening °- 66 Vogezenlandschap °- 67 Ardennenlandschap °- NEUJEAN, A. B. Den Haag geb. 2.8.1878. 68 Bloemen in blauwe vaas o. 69 Bloemen in grijze kan o. 70 Alexanderveld Den Haag °- PARE, RU Den Haag geb. 14.7.1896. 71 Planten °- 72 Appels °- POORTENAAR, JAN Amsterdam geb. 23.7.1886. 73 Javaanscb Prinsesje °PRANGE, J. M. Den Haag geb. 8.6.1904. 74 Descente miraculeuse ets 75 Oerwoud e*s 76 Concert litho 77 Landschap met drie ruïnes ets 78 Insecten e*s 79 Onder architectuur gebouwd ets RICHTERS, M. J. Hillegersberg geb. 20.3.1878. 84 October o. RITSEMA, JACOB Haarlem geb. 10.6.1869. 85 Gladiolen o. 86 Kerk te P. Aven, Bretagne o. 87 In het park o. SCHIPPER. M. Den Haag geb. 1.3.1897. 88 Blind o. 89 Boompje o. 90 Droomweg o. SCHRÖDER, SIERK Wassenaar geb. 6.4.1903. 91 Naakt o. 92 Kinderportret o. 93 Illustraties van „Volk bij den weg" uitgave G. F. Callenbach t. SINEMUS. W. Parijs geb. 6.2.1903. 94 Stilleven aq. 95 Stilleven aq. 96 Landschap t. SOLOGOUB, LEONID Den Haag geb. 16.4.1884. 97 Capri terras o. 98 Capri terras o. STOLK, A. J. E. van Wassenaar 99 Zittende mansfiguur o. VERBURG, HARRY Den Haag geb. 20.3.1914- 100 Stilleven met uitgebloeide tulpen o. 101 Landschap *• 102 Landschap *• VERSTONEN, H. Scheveningen geb. 9.7.1882. 103 Blauwe Amerikaansche reiger aq. 104 Witte Iangusaap o. WITTENBERG, JAN Doorn geb. 30.1.1886. 105 Egel bsn. 106 Baby hsn. 107 Baby hsn. 108 Bokje hsn. 109 Stilleven o. b. BEELDHOUWKUNST BIESÏOT, PIETER Den Haag geb. 14.5.1890 110 St. Antonius p.h. ESSEN. HEIN von Rijswijk Z.H. geb. 11.4.1886. 111 Wandmasker p.b. 112 Portret buste Jonkvr. Bie Gevers p.b. 113 Portret buste Albert Plasschaert p.b. FRANZEN-HESLENFELD, CORRY J. M. Den Haag geb. 6.3.1903. 114 Jonge vrouw p.g. 115 Dr. A. Pit p.b. 116 Portret p.m. 117 Portret p.b. 118 Figuurtje p.g. GRAFF, GEORGE A. Den Haag geb. 3.8.1900. 119 Reiger p.i. 120 Uil p.i. 121 Parkiet p.i. 122 Uil p.i. HOUWEN1NGEN. CHIEM van Den Haag geb. 17.9.1898. 123 Portret p.g. 124 Portret p.g. TERMOTE. ALBERT M. Voorburg 125 Tarcitius p.g. 126 H. Filomena p.g. 127 Groep lammeren p.g. VA1LLANT, H. Den Haag 128 Ramskop p.tc. 129 Kameelenkop p.tc. 130 Kalkoen p.tc. C. ARCHITECTUUR EN SIERKUNSTEN ABSPOEL, C. A., architect Deri Haag geb. 26.1.1899. 131 Gebouw inwendige dienst lab. B.P.M. a-b te A'dam t. C Gebouw inwendige dienst lab. B.P.M. te A'dam ra¬ d-C Physisch-Chemisch research lab. te Adam t. f Physisch-Chemisch research lab. te A dam m. g-h Foto's Pernis ALONS, COR. binnenhuis-architect Den Haag geb. 11.6.189a. 132a Apotheek te Rotterdam f. b-C Interieur chef persdienst P.T.T. f. d Doopvont Groote Kerk te Den Haag f. e Doopvont Nieuwe Kerk te Delft f. BEGEER. CAREL J. A. Voorschoten sierkunstenaar geb. 13.10.1883. 133a Zilver bestek, vervaardigd voor Koninklijk jacht „Piet Hein" b Soeplepel C Sauslepel d Groentenlepel e Aardappellepel ƒ Groot couvert met mes g Dessert couvert met mes b Vischcouvert t Komkommercouvert ƒ Vischdiencouvert k Dienvork, uitgevoerd in zilver BOVEN, W. van, architect Den Haag geb. 17.3.1869. 134a Oude gevel t. b Kerkhof t. BRANDES, CO, architect Den Haag geb. a7.12.18S4. 135a Gedenkteeken Mgr. Zuysen, Tilburg f. a-b (in saamwerking met Toon Dupuis) C-d Stedenbouw monument Den Haag f. e-f Gedenkteeken H.M. Koningin-Moeder Den Haag f. (in saamwerking met Toon Dupuis) g-j Dalton H.B.S. Den Haag f. k Villa te Alkmaar f. I Landhuis te Oostvoorne f. m-p Villa Schouwhoek Wassenaar f. ECK, A. J. van, architect Den Haag geb. 2.7.1898. 136a Kodakgebouw te Den Haag f. b Kodakgebouw te Den Haag m. FELS, H., architect Den Haag geb. 20.3.1882. 137a Centrale Gelderland te Nijmegen f. b-C Idem Interieurs f. d-e Adm.gebouw v. d. Centrale Gelderland te Nijmegen f. f-g Idem Interieurs f. 138 Meubels en vloerkleed voor vergaderzaal P.G.E.M. te Arnhem, in blank eikenhout uitgevoerd door „My Home N.V., Den Haag GAST, FRANS ter, sierkunstenaar Den Haag geb. 28.1a. 1880. 139 Fries voor kinderkamer (5-deeIig) t. GISPEN, W. H.. binnenhuis architect Den Haag geb. 7.12.1890 140a Fauteuil, uitv. chroom b Twee fauteuils, uitv. roodkoper C Ronde tafel, uitv. roodkoper en glas d Staande lamp. uitv. mat nikkel e Bureaulamp, uitv. mat nikkel ƒ Tapijt bruin g Tapijt geel relief HOFMAN. PIETER A. H. Den Haag sierkunstenaar geb. 4.5.1885. 141a Werkteekening voor gebrandschilderd raam in de Vrije-Protestantenkerk te Den Haag ^ b Gebrandschilderd raam in het Adm.gebouw van de Centrale Gelderland te Nijmegen ^ 142 Tien costuum- en maskerteekeningen voor het masker-gebaren-spel „Lugh t. 143 Diverse boekbanden HOOFT, J. P., kunstsmid Den Haag geb. ïó.ll.1896 144a Vrouwenfiguur P-ij- b Hert P-ij- KERLING, E. W. F., sierkunstenaar Den Haag geb. 7.7.1889. 145 Gebrandschilderd glas-in-lood fragment KLOOT-MEYBURG, HERM. van der Den Haag architect geb. 31.10.1875. 146a Boerderij te Alphen a.d. Rijn, Gouwsluis f. b Boerderij te Linschoten f- C Boerderij te Rijnsaterswoude f- 147 Zes dia-positieven van restauratie-werken LUN 1 EREN, JOOP van, beeldhouwer Den Haag 148 Kind met scheepje, beeldhouwwerk aan de brug aan de Laan van Meerdervoort te Den Haag P-S- LUTHMAN, J., architect Den Haag geb. 28.1.1890. Zie voor de omschrijving van de inzending afzonderlijke bijlage PELT, BAS van, binnenhuis-architect Den Haag geb. 5.11.1900 149a Ronde tafel met drie fauteuils, in blank mahoniehout b Eetkamermeubel, tafel en stoelen, in blank mahoniehout c Bureautje in blank mahoniehout f- d Lamp, mat nikkel en glas e Handgeknoopt tapijt f Bureaugarnituur in goudkleurig metaal Uitgevoerd door „My Home N.V., Den Haag g Foto's keukeninterieur PIETS. Ir. JAN, architect Den Haag geb. 21.2.1912 150 Landhuis „de Pal" te Schaveren a- b C Interieur van dit Landhuis (in samenwerking met Bas van Pelt) ROSSE, Prof. HERMAN Rijswijk (Z.H.) binnenhuis-architect geb. 1.1.1887. 151a Schildering op „dempo"-platen f. b Interieur I. C Interieur in ,,Prima-Vera"-pIaten f. d Interieur voor Cinema tooneel f. e Interieur in beschilderd mahoniehout f. ƒ Meubels in verchroomd staal f. ROETERS van LENNEP, HENRI Den Haag tuinarchitect geb. 17.13.1889 152a Tuinaanleg Huize Eikenrode Wassenaar f. b Stadstuin in Delft. Gezicht op tuinhuisje f. C Tuinaanleg N. Parklaan Den Haag f. ROOD, Ir. A. H. van, architect Wassenaar geb. 33.5.1883. 153a Studie-ontwerp Vereenigingsgebouw Hoogovens te Velzen m. b Landhuis van den architect te Wassenaar f. C Landhuis van Dr. M. van Blankenstein te Wassenaar f. d Landhuis van Prof. Mr. P. N. van Eijlc te Wassenaar f- ROOSENBURG, Ir. D., architect Den Haag geb. 1.3.1887. 154a Gebouw R.V.S. te Amsterdam m. b Toelichtende teekeningen f- STOK, H. van der, sierkunstenaar Den Haag geb. 28.1.1870. 155a Gebrandschilderd raam b Ontwerp Gobelin M.S. „Dempo t. C Ontwerp Gobelin t* d Schoorsteenpaneel WEGERIF, A. H., architect Den Haag geb. 13.4.1888. 156a Van stof tot geest b Naar eenheid c Bloei Drie glas-in-Iood ramen, uitgevoerd door Asperslag 157 Filmdécors f- 158a Ingang flatgebouw Willemspark. Den Haag f. b Delftsche industrie- en huishoudschool f. C-d Urnentuin, Nieuw Eyk-en-Duynen, Den Haag (beplanting Lien Spoor) f- e-f Aula op deze begraafplaats f- g Hal woonhuis te Delft f- h Schoorsteen zitkamer woonhuis te Delft f. WOUDA. HENDRIK, architect Wassenaar geb. 10.3.1885. Luxe hut D.S.S. Nieuw Amsterdam f- a~ b C Luxe hut idem plattegrond t. d Glasraam toegepast in deze hut, natura e Studies van scheepsarchitectuur t. WILS, JAN, architect Den Haag geb. 22.2.1891. 160 a Sporthal te A'dam als tentoonstellingshal t. b Sporthal te A'dam als wielerbaan t. C Flatgebouw Scheveningen t. d-e Landhuis te Wassenaar f. ƒ Uitbreiding van het Stadion te Amsterdam ZEGGEREN, H. H. van, architect Den Haag gek 1.12.1882. 161a Transformatorengebouw G.E.B., Den Haag t. b Transformatorengebouw G.E.B., Den Haag t. C Transformatoren gebouw G.E.B., Den Haag t. ZIEGLER, FRANZ, Kunstfotograaf Den Haag 3.9.1893. 162 Fotografische studie's 4 Kees Andrea: Landschap met werkende Boer o. 5 Hubert Bekman : Kruisiging o. 8 Leonora J. van Bijscerveld: Stilleven met bruine kruik o. 10 Jan Boon: Winter in Kitzbühel o. 14 Fred. Brouwer: Termote's atelier a. 22 Livinus v.d. Bundt: Zij ontdekt een spiegel ets 28 R. J. Draijer: Stilleven o. 31 J. Franken Pzn.: Acrobate o. M 34 W. F. Haas: Moestuin t. 35 Jacq. Hamel: Bastia (Corsica) Marine Bar o. 39 Jan van Heel: Tableau de la troupe o. 45 G. Kloos: Meisjes op bank o. 46 Gijs Kramer: Maassluis o. 49 W. A. van Konijnenburg : De Satraap o. 53 Hugo Landheer: Het roode huis o. 56 A. M. Luyt: Ploeger o. 58 Louis Meys: le Citadel de Dinant o. 59 Harmen Meurs: de Broertjes o. 69 A. B. Neujean: Bloemen in grijze kan o. 71 Ru Paré: Planten o. 73 Jan Poortenaar: Javaanseh Prinsesje o. 77 I. M. Prange: Landschap met drie ruïnes ets 85 Jacob Ritsema: Gladiolen o. 90 M. Schipper: ,,Droomweg" o. 91 Sierk Schröder: Naakt o. 96 W. Sinemus : Landschap t. 99 A. J. E. van Stolk: Zittende mansfiguur o. 103 H. Verstijnen: Reiger aq. 1 Os» Jan Wittenberg: Stilleven o. 61 Ghristiaan de Moor: Moeder met kind o. 64 P. G. de Moor: Danseres aq. 33 Jan Franken: Riddersporen o. 55 W. van Leusden: dubbel zelfportret o. 110 Pieter Biesiot: St. Antonius p.h. 113 Hein von Essen: Portretbuste A/bert Plasschaert p.b. 116 G. M. Franzen-Heslenfeld: Portret p.m. 120 George Graff: Uil p.i. 123 Ch. van Houweningen: Damesportret p.g. J28 Henriëtte Vaillant: Ramskop p.tc. ]31 C. A. Abspoel: Laboratorium - Schaftlokaal B.P.M. Pernis f. 132c Cor Alons: Interieur Chef persdienst P.T.T. f. 135 g Ko Brandes: Detail Hoofdingang Dalton H.B.S. f. Aronskelkweg 136a A. J. van Eek: Interieur Kodak Gebouw f. 137 a H. Fels f. Exterieur Adm. Gebouw Centrale Gelderland Nijmegen 139 Frans ter Gast: Fries voor kinderkamer (5-deeIig) t. 1 140a W. H. Gispen: Fauteuil, uitv. chroom 141a P. A. H. HOFMAN f. Werkteekening glas-in-lood-raam 144a J. P. Hooft: Vrouwenfiguur p.ij. 145 E. W. F. Kerling Gebrandschilderd glas~in-lood fragment 146b H. van der Kloot Meyburg : Boerderij te Linscboten ' f. J. van Lunteren: Qevelrelief p.st. Das van Pelt: Armstoel in blank mahonie 150c Ir. Jan Piets in samenwerking met Bas van Pelt f. Interieur landhuisje 151b Prof. Herman Rosse: Interieur f. 152c H. Roeters van Lennep: Stadstuin, Den Haag f. Stapeimuur met iooden beeldje en bassin 153c Ir. A. H. van Rood f. Landhuis van Dr. M. van B/ankenstein te Wassenaar 155 H. van der Stok: Wandschildering T.H.S. Delft 158 a A. H. Wegerif f. Ingang flatgebouw Willemspark, Den Haag 159a H. Wouda f. Interieur luxe hut D.S.S. „Nieuw Amsterdam" BIJLAGE CATALOGUS Jubileumtentoonstelling Haagsche Kunstkring STADHUISPLAN ARCHITECT M. J. LUTHMANN GEMEENTE MUSEUM 7 Mei tot 19 Juni 1958 's—Gravennage 160a Jan Wils: Sporthal te Amsterdam Hoofdingang. ■ STADHUISPLAN 's GRAVENHAGE Toelichting. Algemeene opmerkingen. De karakteristiek van het prijsvraagontwerp was als volgt: In de as van de doorbraak in de Javastraat, in liet verlengde van de Alexanderstraat, lag liet vertegenwoordigend gedeelte met den toren. Hierbij sloot rechts aan het secretariegebouw en rechthoekig op het laatste het gebouw der Technische Diensten. Het zuidelijk gedeelte van het secretariegebouw was lager gehouden dan het noordelijk gedeelte, met het tweeledige doel het vertegenwoordigend gedeelte een domineerende werking te verzekeren en anderzyijds om de van bovenlicht voorziene afdeelingen op het binnenterrein niet rondom door hooge bouwmassa s in te sluiten. Er was verder toegang tot het stadhuisterrein door een doorbraak op het Nassauplein. Aan deze karakteristiek is bij de verdere uitwerking van het plan niets veranderd. De uitwerking van het prijsvraagontwerp heeft plaats gehad na ampele bespreking met de z.g. kleine Stadhuiscommissie en met de hoofden der secretarieafdeelingen en de directeuren der te huisvesten diensten. Eveneens is overleg gepleegd met de volledige Stadhuiscommissie, terwijl aan de door de jury op het bedoelde ontwerp geleverde critiek aandacht werd geschonken. De resultaten, neergelegd in het nu aangeboden plan, zijn als volgt te omschrijven: Situatie. De pleinvorming is verbeterd door de bestaande Zuid-Westelijke bebouwing van het Alexanderveld niet meer de begrenzing te laten vormen van het stadhuisplein, doch aldaar een nieuw bouwblok te projecteeren, waartoe genoeg diepte voorhanden is. Voorts is het vertegenwoordigend gedeelte (met het secretarie-gebouw) eenigszins naar voren verplaatst, waardoor het eerste een duidelijker scheidend motief vormt tusschen de beide pleingedeelten. Door deze verschuiving ontstaat tevens een verruiming aan de Laan Copes van Cattenburch, welke het gebouw aldaar ten goede komt. De bebouwing van de vrijkomende terreinen is, ook in bet nieuwe plan, in hoofdzaak gedacht zooals deze oorspronkelijk was ontworpen. De doorbraak in de Javastraat is vóór het Stadhuis pleinvormig verwijd, waardoor meer samenhang ontstaat tusschen deze doorbraak en het representatief gedeelte. Het verkeer kan uiterst eenvoudig geregeld worden. Trouwstoeten komen voor den hoofdingang, die geheel buiten het normale stadsverkeer is gelegen; zij rijden vervolgens op, om aan den zijingang, aan de Zuid-Westzijde, de getrouwde paren weer af te halen. De weg van hoofdingang tot zijingang is lang genoeg om voor een behoorlijke file plaats te bieden. Ook de plaats voor deze file, alsmede de genoemde zijingang zijn geheel buiten het normale stadsverkeer gelegen. Voor parkeerende auto s is er plaats te over op het Oostelijk plein. Een permanente parkeerruimte is gedacht tegenover het gebouw der 1 echnische Diensten, terwijl bij bijzondere ontvangsten langs de lange zijde van den vijver auto s van bezoekers kunnen parkeeren. Omdat de Hoofdcommissaris van Politie gewezen had op den ongewenschten toestand, welke zou ontstaan, indien de vijver onmiddellijk tegen het gebouw zou liggen (ontoegankelijk voor brandweermateriaal), is er thans voldoende ruimte tusschen vijver en gebouw gelaten. De rijwielstalling voor het publiek lag eerst niet zeer geriefelijk in het onderhuis van het dienstgebouw. De stalling is thans naar buiten gebracht en strekt zich uit langs den vijver, even onder straatpeil, waarbij de mogelijkheid ontstond een geleding aan het gebouw toe te voegen. Dit gaat nu terrasvormig over naar den vijver. Aan den voet van den muur, welke de rijwielbergplaats (met een openbare toiletgelegenheid annex) aan het gezicht onttrekt, is een planten- border gedacht. De muur eindigt in een sculpturale groep. De vijver is voorts omgeven door een terras, eenige treden lager dan den beganen grond, welk terras zal worden beplant met lage geschoren haagjes, waartusschen gazon kan worden aangebracht. Vertegenwoordigend gedeelte. De oorspronkelijk ontworpen binnenplaats vormde een beletsel om tot een voorname ruimteontwikkeling te komen, alsook om de verschillende zalen op fraaie wijze onderling te groepeeren. Ze is vervangen door een groote hal, waaromheen nu de representatieruimten zijn gelegen. Was bij het prijsvraagontwerp de Raadzaal met annexen als een afzonderlijke groep opgevat, geheel afgescheiden van het complex van feestzalen, het nieuwe gegeven is een groote centrale ruimte met een uitgesproken lengte-as. De plaats van de Raadzaal is in deze as en daardoor tevens in de hoofdmassa van het vertegenwoordigend gedeelte. Het onbevredigende in de buitenarchitectuur van het oorspronkelijk ontwerp, dat ontstond door het tegen elkaar concurreeren van twee bijna even groote massa's, gevormd door feestzaal met hal eenerzijds en de Raadzaal anderzijds, kon hierdoor worden opgeheven. Uiterlijk valt nu duidelijk te onderscheiden de hoofdmassa, gevormd door groote receptiezaal —■ hal — Raadzaal en de uitgesproken secundaire massa's van kleine receptiezalen en koffiekamer voor de Raadsleden. In de vergaderingen van de z.g. kleine Stadhuiscommissie kwam de algemeene wensch naar voren om de kamer van den Burgemeester eveneens in het vertegenwoordigend gedeelte een plaats te geven. Bijgevolg vormt ze met het vertrek voor den kamerbewaarder (tevens wachtkamer) en met een ontvangen een werkvertrek, den rechtervleugel van het vertegenwoordigend gedeelte. Het ontvangvertrek kan in verbinding worden gebracht met de groote receptiezaal. Aldus bestaat de receptieruimte uit een groote zaal met podium en muziekgalerij en 4 kleine zalen, welke alle onderling in verbinding kunnen worden gebracht. De ruimte op den beganen grond is gebeel in beslag genomen door de trapbal, de 3 trouwzalen met baar wachtruimten, garderobes, wachtkamers voor de tribunes, enz. De interieurs zijn door het plan, de verdiepinghoogte en de raamverdeeling in hun elementairen vorm bepaald. Hierbij is, evenals bij het exterieur, de noodige aandacht besteed aan de verhoudingen, als zijnde van primaire beteekenis. In de groote hal zijn de kolommen, de wanden onder de galerijen en de balustraden bekleed gedacht met gepolijste witte travertin. Ook de traptreden en de vloeren zijn in dit materiaal gedacht, de laatste in afwisseling met groen marmer. Boven de galerijen zijn de wanden geschuurd, aldus een rustigen achtergrond biedend voor plaatselijke decoratieve behandeling in den vorm van wandbeschildering of mozaïkbezetting, en verder voor beeldhouwwerk. De Raadzaal heeft tot ± 2.50 M. uit den vloer een eiken betimmering. Voor de verdere wandbekleeding komen materialen in aanmerking, die een goede acoustiek waarborgen. Mede uit deze overweging zal het plafond bestaan uit cassetten. Als vloerbedekking is een tapijt hier aangewezen. Voor de feestzalen is aan betimmering met houtsoorten van lichte kleur gedacht in combinatie met bespannen of geschilderde wanden. Voor avondverlichting komt een algemeene verlichting door plafondbestraling in aanmerking, met bijverlichting door kronen en wandappliqués. Werkgedeelte. De veranderingen in de indeeling, zoowel als in de architectuur kunnen niet alle genoemd worden. Zooals bij uitwerking van schetsplannen gebruikelijk is, werden alle onderdeelen van het plan nagegaan en gecorrigeerd. Enkele voorname punten worden hier genoemd: Secretarie. In het onderhuis werden archieven voor de AfdeeIing Bevolking en voor den Gemeente-ontvanger opgenomen, alsmede drie brand- en braakvrije kluizen. Toegevoegd werden voorts een conciërgewoning en en vluchtkelder voor ± 1000 personen. Op den beganen grond bestaat de voornaamste verandering hierin, dat de Afdeeling van den Gemeente-ontvanger niet meer in het centrum van het gebouw is gelegen naast de Afdeeling Bevolking, doch naar den buitenkant is verhuisd. Hierdoor wordt het publiek, dat beide Afdeelingen in grooten getale pleegt te bezoeken, gescheiden gehouden. Op de verdiepingen zijn verschillende Afdeelingen verschoven, samengetrokken of geheel verplaatst. In het programma voor de prijsvraag was slechts de benoodigde oppervlakte voor elke Afdeeling genoemd. In het uitgewerkte ontwerp zijn de Afdeelingen in overleg met de betrokken chefs nader ingedeeld, waarbij de grootst mogelijke ruimte-economie in acht werd genomen. Gebouw voor de l echnische Diensten. Hier zijn de wijzigingen van ingrijpender aard. In het oorspronkelijke ontwerp was het gebouw zoodanig ingedeeld, dat een doelmatige scheiding, zoowel van het publiek, als van het personeel van de verschillende diensten, niet mogelijk was, wat tot minder gewenschte toestanden aanleiding zou kunnen geven. Hierin is verbetering gebracht door de indeeling te wijzigen. Met name zijn o.a. de ingangen met trappenhuizen en liften, welk ook in het oorspronkelijke plan reeds aanwezig waren, maar dan voor algemeen gebruik, nu voor de verschillende diensten afzonderlijk bestemd, zoodat het publiek reeds van den buiteningang af gescheiden wordt gehouden. Ook voor het personeel, dat per rijwiel komt en van het binnenterrein af het gebouw betreedt, is deze scheiding doorgevoerd. De hoofdindeeling der diensten is gebleven, zooals in het oorspronkelijke plan, n.I. Bouw- en Woningtoezicht op den beganen grond, Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting op de ie en 2e verdieping en Gemeentewerken op de 3e, 4e en 5e verdieping. Ook deze diensten met hun verschillende afdeelingen zijn naar aanwijzing van de betrokken Directeuren nader ingedeeld. Het laboratorium voor Bouw- en Woningtoezicht bleek bij nadere studie niet wel onder te brengen in het onderhuis. De beschikbare ruimte was te bekrompen, ruime toetreding van licht was niet mogelijk, terwijl hier ook kostbare voorzorgen genomen moesten worden om verschillende werktuigen, die hinderlijk geluid en trillingen veroorzaken, van het gebouw te isoleeren. Doelmatiger bleek het om op het binnenterrein hiervoor een afzonderlijk gebouwtje te maken, dat in uitvoering zeer eenvoudig kan zijn. In het gebouw der Technische Diensten bevindt zich voorts de kelder van de centrale verwarming. Door een oliestookinrichting kon de omvangrijke opslagplaats voor brandstoffen in het onderhuis vervallen. Hiervoor in de plaats is een zeer noodige uitbreiding van de rijwielstalling tot stand kunnen komen en kon tevens een garage voor auto s een plaats vinden. In het oorspronkelijke ontwerp bestond het gebouw over de geheele oppervlakte uit beganegrond en de in het programma als minimum genoemde 4 verdiepingen. Dit bleek bij nadere uitwerking al zeer weinig mogelijkheden in te houden om aan eentonigheid in het silhouet te ontkomen. Is overigens hooge bebouwing op het stadhuisplein op zijn plaats, voor den Zuidelijken vleugel, vormende een wand van de doorbraak op het Nassauplein, kwam het den ontwerper ongewenscht voor deze hoogte te handhaven. Daarom is van dit gedeelte een verdieping afgenomen en de hierin gevestigde administratie van Gemeentewerken naar een 5e verdieping gebracht, welke een gedeelte van den vleugel aan het stadhuisplein in beslag neemt. Tevens ontstond hierdoor de mogelijkheid om verschillende, anders geïsoleerd staande elementen (rollenkamers voor de liften, schoorsteen voor de centrale verwarming) in architectonisch verband op te nemen. Om dezelfde redenen is de cantine voor het personeel van het Secretariegebouw naar een vijfde verdieping gebracht, welke cantine daardoor tevens een dakterras rijker wordt. Algemeene opmerkingen over de architectuur. Zoowel in sommige vak- als in leekenkringen wordt het recht der moderne architectuuropvatting, om zich in gebouwen als het onderhavige te manifesteeren, aangevochten. Zulks op grond van het feit, dat de moderne bouwkunst het hechte fundament eener traditie mist. Aldus redeneerende ziet men voorbij, dat het stadhuis in zijn hedendaagschen vorm geen traditie van beteekenis heeft. Nimmer in de geschiedenis heeft de gemeentelijke administratie vormen aangenomen als in dezen tijd. Haar huisvesting dient te beantwoorden aan de eischen, die aan elk modern administratiegebouw worden gesteld. Dit kan, volgens den ontwerper, niet volledig worden bereikt, indien geen organische scheiding tusschen representatief en administratief gedeelte van het stadhuis tot stand wordt gebracht. (Bij het verder doordringen in de eischen is de overtuiging van den ontwerper, dat deze scheiding uit organisatorisch oogpunt noodzakelijk is, in niet geringe mate versterkt.) Deze scheiding mag evenwel een architectonische eenheid niet verhinderen. In het kort is met dit laatste het programma omschreven, zooals de ontwerper zich dit van het begin af heeft gesteld: een organische scheiding, doch een architectonische eenheid, welke gedachte in haar uitwerking tegemoet dient te komen aan het rechtmatig verlangen naar waardigheid en monumentaliteit voor een dergelijk gebouw. Resumeerende, heeft bij planvorming en opbouw, die één zijn, geen ander doel voorgezeten dan, recht doende aan de gebruikseischen, die verhoudingen te zoeken, welke het gebouw, boven de nuttigheidsgedachte uit, stempelen tot architectuur. Deze moge geen directe aanknoopingspunten vertoonen met de architectuur van een bepaald tijdperk uit het ver- leden, ze steunt niettemin op een traditie die voor alle tijden de grondslagen inhield voor de architectuur: verhouding, schaal. Constructie en materialen. Het gebouw is gedacht als een skelet van gewapend beton. Of ook de vloeren van dit materiaal worden vervaardigd, dan wel of zij uit los opgelegde betonbalken moeten worden samengesteld, waardoor een betere geluidsisolatie te bereiken is, zal een punt van nader overleg uitmaken. De scheidingswanden worden gedeeltelijk gemetseld, gedeeltelijk zal een verplaatsbare standaardwand moeten worden vervaardigd, die de noodige soepelheid bij de indeeling waarborgt. De raamafstanden van het administratief gedeelte zijn zoodanig gekozen dat, uitgaande van een eenheid van ± 12 M.2, gemakkelijk kamers of zalen van diverse grootten zijn te vormen, waarbij een gelijkmatige verlichting is gewaarborgd. De buitenwanden worden gemetseld van lichtbruin genuanceerde baksteen op een basement van natuursteen. Ook de afdekbanden worden van dit materiaal. De ramen in het representatieve gedeelte zijn gedacht in brons in omlijstingen van natuursteen. De ramen van het ad ministratieve gedeelte in staal. De bovenlichten in de Afdeeling Bevolking worden van kristaltegels in beton. Hierdoor kan voor deze bovenlichten met een minimumdikte worden volstaan. De toren is bestemd een carillon te dragen en verder te worden dienstbaar gemaakt voor tijdaanwijzing. Wat het inwendige betreft zijn reeds eenige aanduidingen gegeven, omtrent het representatieve gedeelte. Het administratieve gedeelte zal uiteraard een eenvoudiger karakter dragen, hetgeen evenwel een aangename sfeer niet behoeft uit te sluiten. Als vloerbedekking zal over het algemeen geluiddempend materiaal worden toegepast. De ramen op het Zuiden en Westen worden voorzien van oprolbare marquisettes. 13e architect LU1HMANN. Gevel aan de Laan Copes van Cattenburgh. Zuidgevel Zuidgevel. Raadzaal. Stadhuishal. 161 H. H. van Zeggeren: Transformatorengebouw G.E.B. Den Haag t. Groote receptiezaal.