Een maand in de Sowjet-Unie door Heieen Ankersmit Uitgeverij VA7.S.U. - Amsterdam - 1936 Gesprekken met Kroepskaja I. Het was in de dagen, dat hier in Holland in arbeidersbladen te lezen stond, dat Kroepskaja, de vrouw van Lenin, gevangen was genomen, dat ik — door toevallige omstandigheden — enige dagen in het rusthuis vertoefde, waar Kroepskaja de zomermaanden doorbracht. Elke morgen zag je Kroepskaja tegen 10 uur wegrijden naar haar arbeid in Moskou, elke avond tegen 6 uur keerde ze weer. 2e nam 's avonds deel aan de gemeenschappelijke maaltijd en zo gebeurde het, dat Kroepskaja, die me nog van vroeger kende, enige malen een gesprek met mij begon en me vertelde uit haar rijke ervaring. Genossin, zeide ze op een avond, ge interesseert U voor de proletarische democratie; ik wil U een heel eenvoudig voorbeeld geven van de nauwe samenhang tussen de leiding en de massa, hoe ze elkander wederkerig beïnvloeden, hoe de massa van de leiding leert en de leiding van de massa, en welk een verrijking dat is voor ons sociale leven. Vanaf Januari — ('t was nu Juli) kreeg ik meer dan 18.000 brieven — andere leiders, in alle republieken, gaat 't net zo — brieven van personen, maar nog meer van groepen. Daaruit zie ik wat er leeft, welke moeilijkheden er zijn, welke tendenzen zich openbaren enz. Zo kreeg ik laatst een brief van de kinderen uit een lagere klasse der school; ze schreven me, dat de pioniers op hun school, inplaats van hen te helpen, de baas over hen speelden en hen plaagden. Ik liet deze brief afdrukken in het pioniersblad, (dat wordt door de schoolkinderen gelezen) en schreef er onder dat „baas spelen" wel een averechtse opvatting was van de plicht der Sowjetkinderen: een oudere kameraad te zijn voor de jongere kinderen; hen te helpen zich te organiseren en hun vrije tijd goed te gebruiken; hen bij 't leren voort te helpen, als ze 't nodig hebben. Maar jongens, die „baasspelen" zijn zelf ook geen goede Sowjetjongens. Baasspelen is niet de houding, waarin de l'eden van de Sowjet-Unie tot elkander moeten staan en dus is dat ook niet de houding van de oudere kinderen tegenover de jongeren. Ze moeten een voorbeeld voor de jongeren zijn, de oudere kameraad, en dat geldt niet alleen tegenover de schoolkinderen, maar tegenover alle kinderen, ook de broertjes en zusjes thuis enfin, in die trant schreef ik. Kroepskaja kreeg hierop meer dan duizend brieven. Er was een brief bij van een elfjarig jongetje. Hij schreef: Lieve kameraad Kroepskaja, ik ben ook ni'et altijd aardig tegenover de andere kinderen; maar nu onze moeder gestorven is, hebben mijn broertje en ik het zo vreselijk akelig thuis.... Ik ben dan vaak jaloers op de andere kinderen en soms zou ik hun wel wat af willen nemen; maar ik doe het niet, want het zou een schande zijn voor alle Sowjet-republieken als er een schoolkind was, dat zou stelen.... Kroepskaja plaatste deze brief in het pioniersblad en schreef er onder: Kinderen, jullie weet dat er een sterke discipline op school moet zijn. Waarom? Omdat jullie veel en goed moeten leren; jullie moeten de techniek later kunnen beheersen. Onze staat gaat de technisch en cultureel hoogst ontwikkelde staat van de wereld worden en die moeten jullie later kunnen leiden en beheeren. Daarom moet er een sterke discipline op school zijn en we hebben jullie opgeroepen mede te helpen deze te houden. Kinderen, dan bedoelen we niet blinde gehoorzaamheid aan je leraars, maar dan bedoelen we deze discipline die deze jongen toont. Dat is de discipline, die Sowjetkinderen zich eigen moeten maken. Zie, zei Kroepskaja tegen me, de brief van deze jongen is het beste artikel, dat ik ooit schreef over discipline. N.B. Misschien vinden de moeders — en de anderen ook — het aardig te weten, dat de schoolcontrole de jongen opdiepte. In overleg met de vader werd het jonge boertje in een kindertehuis opgenomen en de jongen zelf kwam bij zijn familie in Moskou, waar hij een uitstekende school bezoekt. n. Die middag, was ik met mijn gastvrouw naar een colchos geweest; aan tafel spraken we er over. Ja, zei Kroepskaja, het gaat goed met de colchos, „de boer wordt welvarend". Weer « trof me de blijde, ja ik zou willen zeggen innige en stralende toon, waarop mij steeds deze verzekering werd gegeven. 't Is merkwaardig, vervolgde Kroepskaja, hoe ver nu al achter onze boerinnen haar ellendig bestaan van vroeger ligt. Ik heb er altijd plezier in dit te constateren. Als er een delegatie komt vraag ik b.v. „waar zijn jullie nu aan toe?" Een delegatie zei: „We willen nu een auto hebben." „Een auto?" „Ja, we hebben nu een uitstekende kraamvrouwenkliniek op de colchos, groot genoeg voor de hele colchos; maar de andere dorpen zijn verafgelegen van het dorp waar die kliniek is. Dan willen wij niet, dat onze kraamvrouwen in een hotse-botse wagen daarheen moeten, we willen behoorlijk een auto voor haar hebben." Kroepskaja lachte hartelijk. Ze had er opnieuw vreugde van, dat de vrouwen, die vroeger zonder enige hulp bij bevalling waren en niets, maar dan ook niets, hadden aan verzorging, kleren enz. nu reeds zover daarvan zijn verwijderd, dat ze een auto nodig hebben voor haar kraamvrouwen. Soms vraag ik ook naar persoonlijke verlangens, zei Kroepskaja, wat er nu op 't lijstje staat? „Ik ga nu een spiegel kopen", antwoordde een boerin haar. Een spiegel, vr°^o Kroepskaja, wel leen beetje verwonderd. „Ja", antwoordde de boerin. „We krijgen nu cultuur in 't dorp: als we naar de colchosvergadering gaan of naar 't oogstfeest of naar feestjes, dan kleden mijn meisjes, maar de jongens ook, zich netjes en ik en mijn man ook. Dan wil ik niet in een scherf zien, maar een behoorlijke spiegel hebben. Ik vind, bij cultuur hoort een spiegel." Kroepskaja, die zelf wel niet vaak in de spiegel zal zien, lachte haast nog hartelijker dan bij het eerste verhaal. Ze had er echt vreugde aan. Nu vraag ik wel eens aan een boerin: en heb je ook een spiegel? „Natuurlijk", krijg ik nu al ten antwoord. Ik wil hen toch nog wel eens herinneren aan de tijd van vroeger, begon Kroepskaja weer. Ge weet, dat het vroeger schering en inslag was, dat de boer zijn vrouw sloeg. Alle vernedering, waarin hij leefde, wreekte hij op zijn vrouw. „Slaan de mannen de vrouwen nog wel eens?" vroeg ik onlangs aan een delegatie. Ze zeiden eerst „Nee", maar een beetje aarzelend. Toen zei een boerin: „Ja, eenmaal is 't nog gebeurd in de laatste tijd. We hebben die kameraad toen voor een gerecht laten komen. De oudste van 't dorp was voorzitter. De man beloofde, dat hij zijn vrouw niet meer zou slaan en de vrouw heeft beloofd, dat ze 't beslist zal zeggen, als hij ook maar dreigt. De voorzitter hebben we toen voor de controle benoemd. Die woont naast hem. Tot dusverre is 't niet meer gebeurd. Ge hebt geen grote colchos gezien, begon Kroepskaja weer, hier om Moskou zijn geen grote. Daarvoor moet je naar de Oekraïne gaan, of de Wolga, of de Kaukasus bijv. Als je een delegatie van daar vragen stelt, zie je hoe hun cultuureisen al weer hoger zijn. Zo vertelde mij onlangs een delegatie, dat haar colchos, midden in de velden, een heel cultuurpark had • aangelegd. De dorpen zijn vaak ver verwijderd van de velden. Het begon, dat ze een veldkeuken mee namen; maar t komt alle jaar weer, zeiden de boerinnen, en daarom hebben we 't maar dadelijk goed aangepakt en een cultuurpark aangelegd. "We hebben nu een huis, waar de keuken is ondergebracht en waar we eet- en clublokalen hebben, voor de zuigelingen een kamer, een bibliotheek, en zelfs twee douches, wel primitief, van tonnen gemaakt, maar 't gaat best. Eén voor d. mannen en een voor de vrouwen. W^ hebben rondom 't huis een tuin aangelegd en ook grote bomen geplant. We hebben ligstoelen, een radio, en een voorleesuurtje (de krant). DM--Tri°UjWen' -?e' ^roepskaja, komen natuurlijk met al haar moeilijkheden bij me. Er is nog veel ouds te overwinnen. O, ze hebben 't moeilijk gehad, de vrouwen, en nóg hebben ze 't niet makkelijk, 't Is belangrijk, maar ook treffend te horen en te zien hoe ze 't alles per slot overwinnen. Zo vertelde me een drlegatie van boerinnen, dat ze een onderwijzer . s voor zichzelf hadden genomen. Ze waren gekozen in de Sowjet; maar vaak konden ze niet zo reent deelnemen aan de discussie; dat ze zo slecht schrijven konden, was ook zo'n bezwaar. Daarom waren de vrouwen in de Sowjets niet actief genoeg. We hebben toen een grote vergadering van vrouwen saam geroepen en de vraag gesteld: wat zullen we doen, om goed onze taak in de Sowjet te kunnen vervullen. Als 't ons eigen Sokolowa, voorzitster van de dorpssowjet, bespreekt met deboerinnen van het collectieve bedrijf, het plan voor de uitzaai. STALIN en KAL1N1N te midden van de gedelegeerden op het 2de Alg. Uniecongres van de collectivisten- werk betreft, kunnen we wel mee praten, maar er zijn zoveel andere dingen, waar we nog niet zoveel verstand van hebben. Er werd besloten een onderwijzeres te nemen voor de vrouwen. Die leert nu met ons, ze schrijft voor ons en ondertussen leren we het zelf; en we bespreken ook met haar de dingen, die in de Sowjet behandeld worden en die we er zelf brengen. Een andere delegatie beklaagde zich, dat de politieke afdeling op de kolchos was opgeheven. Daar konden we de moeilijkheden mee bespreken, ook die we zelf hadden en de onenigheden, die zich tussen ons voordeden. Ze vonden 't erg jammer, dat die politieke afdeling er niet meer was en wilden op het colchoscongres dit naar voren brengen. Dat colchoscongres, vertelde Kroepskaja, was buitengewoon interessant geweest. De colchozen hadden hun stootbrigadiers als afgevaardigden gekozen. Véél vrouwen waren onder hen en uitstekende dingen hebben ook de vrouwen gezegd en naar voren gebracht. De ervaring is — en dit sprong ook op het congres naar voren — dat de vrouwen een grote rol gespeeld hebben en spelen bij de opbouw van de colchos; gebleken is, dat ze een grote plaats innemen in 't productieproces; ze staan mede in de voorste rijen der stootbrigadiers. Stalin, die dagen de discussie volgde — het congres moest de colchos-statuten behandelen, die de communistische partij het congres had voorgelegd — had ook grote vreugde over de houding der vrouwen. Stalin zelf zou spreken, maar hij wilde niet, dat de discussies werden bekort. Toen ze tenslotte afgelopen waren, vroeg nog weer eens een boerin het woord. Stalin stond toen op en zeide: kameraad, ge hebt nu drie maal gesproken en ik heb met aandacht naar allen geluisterd. Laat mij nu spreken en luistert gij nu naar mij. „Ja", zei Kroepskaja, peinzend. „Stalin verstaat het te luisteren. Hij heeft de gave van omgang met de mensen. Die gave bezat Lenin ook in zo'n sterke mate. Stalin wordt zeer bemind." „Ja", zei Kroepskaja na een stilte, „hoeveel is er reeds veranderd en verandert er met de dag. Nog is er veel van 't oude, maar 't actief is groot; het omvat reeds millioenen en 't wordt steeds groter, in steeds sneller tempo groter. En de jeugd is goed." Kroepskaja keek mij met haar vriendelijke, goede ogen aan:. „Ik ben echt een oude vrouw, maar begrijpt ge, Genossin, dat ik me zó jong voel?" Zij stond op, en ons de hand reikend, ging zij heen. Kroepskaja. Kameraden! Jullie hebt geen idee hoe geliefd Kroepskaja. is. Geen delegatie van kinderen, van jeugd, van vrouwen komt in Moskou, of zij gaan naar Kroepskaja, haar zien, haar spreken, haar vertellen van wat hen bezighoudt en beroert, haar om raad vragen, om opgewekt naar huis te gaan. Geen conferentie van pionieren, van comsomolsen, van vrouwen uit de Unie wordt gehouden, of Kroepskaja is met hen, hoort hen aan, overlegt met hen, raadt hen, opent perspectieven, moedigt hen aan. 18.000 brieven ontving Kroepskaja van Januari tot Juli, waarin groepen en personen vol vertrouwen bij haar komen met hun moeilijkheden en bezwaren, die ze moeten overwinnen; ze komen bij haar met hun liefde en wil, mee te ihelpen aan de opbouw van het nieuwe, betere leven. En Kroepskaja overdenkt het alles, vat het samen: in een schrijven voor een groep; in een artikel in het blad der pioniers voor dezen; der jeugd in hun blad, in het blad der vrouwen voor haar. En in honderden, ja duizenden vergaderingen wordt het artikel besproken, behandeld^ want het zijn de problemen, die allen bezighouden en beroeren. De millioenen kinderen, de jeugd, kijken vol warm vertrouwen op tot Kroepskaja en de millioenen vrouwen hebben Kroepskaja lief; lief, niet zo maar, zoals vrouwen in de kapitalistische landen verrukt zijn van hun koningin, omdat dat nu de koningin is. De millioenen vrouwen hebben Kroepskaja lief, zoals de dochter haar goede, allesbegrijpende, trouwe moeder lief heeft,, waar ze met al haar bewogenheden kan komen en verlucht naar huis gaat. En natuurlijk, dat de mannen een grote genegenheid koesteren voor hun goede, trouwe kameraad. Och, die Kroepskaja! Nog zie ik haar voor me, die morgen, bij haar vertrek naar haar arbeid. Ik ben niet van mening, dat het ieen verdienste is geen aandacht te hebben voor wat je aantrekt; maar toen ik haar daar zo zag gaan, een oud, oud manteltje aan en een hoedje op zonder enig model, werd ik vervuld van liefde voor deze zuivere mens. Wij stonden daar, stil, en keken haar na. Heden schrijft me mijn gastvrouw: Kroepskaja sprak ik ook weer dezer dagen. Zoals altijd was ze druk aan de arbeid, opgewekt en geestig als altijd. Als je naar haar luistert, kun je je niet indenken, dat die die vrouw al zoveel jaren telt. Nu ook weer. Zij heeft de kinderen li'ef met een jonge ziel. Veel vertelde ze me weer over haar correspondentie met de kinderen. Als je hoort, hoe ze de kinderen antwoordt, raadt over hun spel, over den omgang met andere kinderen, de geanimeerdheid, waarmede ze dit doet en hoe ze meeleeft met de kinderen, dan krijg je de indruk of zij zelf nog dicht bij haar kindertijd staat. DE COLCHOS De colchozen, die ik zag,waren geen grote; rondom Moskou (en daar was ik alleen) zijn geen grote, en ze zijn ook niet volkomen; de grote stad in de buurt biedt, thans nog tenminste, voordelen, ook persoonlijke, aan de colchosleden, die de zuivere vorm in de weg staan. Toch zag en hoorde ik er veel, dat mijn bewondering opwekte. Mijn gastvrouw, die met me ging, vertaalde niet alleen al mijn vragen en de antwoorden, maar zelf was ze levendig geïnteresseerd, stelde zelf vragen en vertaalde deze en de antwoorden ook voor me. We werden eerst naar 't clubgebouw gebracht, later zouden we de colchos dan zien. Een bestuurslid, een jonge man. stond ons te woord. De colchos was nog geen twee jaar oud. Z; beginnen dus pas; toch werd de arbeidsdag dit jaar al beter betaald dan 't jaar tevoren (hij deed opgave van wat men kreeg voor een arbeidsdag aan producten). En in de winter? Ja, dan hebben we cursussen en dan wordt de cursus als arbeidsdag betaald. Zo kon je in hun colchos tot 90 arbeidsdagen uitbetaald krijgen. Hij zelf had een cursus boekhouden en administratie gevolgd (in de stad) en had zelfs 95 arbeidsdagen uitbetaald gekregen, omdat hij 't diploma boekhouden had verworven. Hij werd opgebeld. Telefoon en radio zou de colchos met kunnen missen. We hebben een apart radiostation alléén voor de colchozen, gdheel in dienst van de colchozen. Onze colchosvergaderingen laten we door de radio aankondigen, de besturen van de colchozen vergaderen door middel van de radio. Zo bespreken we onze zaken en dienen elkaar met raad; dat is goed geregeld. Natuurlijk krijgen we ook cursussen door $e radio. De radio brengt cultuur in 't dorp, zei hij lachend. We hebben hem nodig bij de opbouw van de colchos. Ja, de statuten van de colchos, door de Communistische Partij aan het colchoscongres voorgelegd, hebben algemene bijval gevonden; ze geven de colchos richting en leiding. Nee, nog niet alle gezinnen hebben een koe; bij ons 87%; die nieuwgekomen zijn zonder koe, moeten zich nog een koe verdienen; 't varken krijgen ze als speenvarken van de colchos. Ja, wat je voor de arbeidsdag betaald krijgt, is wel voldoende om te leven, je krijgt koren, aardappelen, kool, enz.enz., en later bij de oogst ook geld; maar dat ieder gezin zijn eigen moestuin kan hebben en een koe en een varken en gevogelte, konijnen en bijen, is een goede maatregel; ten eerste is 't een goede overgang van 't eigen bedrijf naar 't colchos-bedrijf, en dan kun je ook nog best de voor delen van dat eigen gedoe gebruiken. Je hebt 't nodig. We krijgen cultuur in 't dorp, dus ook behoeften aan beter leven. Alles moet vernieuwd worden of aangeschaft; je huisraad moet aangevuld, je wilt betere kleren hebben; je wilt de kinderen een fiets geven, zelf een naaimachine hebben, en de radio in huis; o, daar is nog veel dat nodig is, en steeds iheb *je meer nodig. Ja, later, als we welvarend zijn, als de colchos je alles in overvloed kan geven, dan heb je misschien geen zin meer aan dit extra werk thuis, maar nu kan 't gezin het best gebruiken, heeft er voordeel van en de gemeenschap ook. De koelakken hebben ons de veestapel zo afgeslacht, we kunnen nog best de millioen kalveren gebruiken, die de boerengezinnen nu extra fokken. Zeggen ze bij jullie, dat er geen democratie is onder de proletarische dictatuur? Laten ze dan maar eens onze colchos statuten bestuderen en laten ze maar eens komen kijken, hoe die uitgevoerd worden. Het hele bestuur van de colchos wordt gekozen door de volledige colchosvergadering. Ieder, die 18 jaar is, heeft recht deel te nemen aan de vergadering en heeft stemrecht. De voorzitter en de secretaris worden gekozen door allen. Hef bestuur kan geen enigszins belangrijk besluit of maatregel nemen, die 't leven cf de arbeid van de colchos betreft, of het moet eerst als voorstel komen in de algemene vergadering, en die moet 't goedkeuren. Of we als bestuur daardoor gehandicapt worden? 't Is per slot bet beste zo. Als je samen een besluit neemt, volvoert ieder het ook met meer plezier, en voelt Jeder zich er voor verantwoordelijk. Stalin heeft op het colchoscongres er over gesproken, toen hij over de zelfcritiek sprak; je moet nooit alleen een besluit nemen, dat is altijd eenzijdig, zegt Stalin; overkg en overweeg samen en neem dan een besluit; dat is altijd een verrijking. Dat hebben we op 't congres gezien. Door de discussies zijn de statuten nog verbeterd en aangevuld op vele punten. Ja, de vrouwen zijn er natuurlijk mee ingenomen, dat Stalin de leuze heeft uitgegeven: de vrouwen stootbrigadiers moeten evenzo de functies bezetten als de mannen, als haar arbeid haar daar recht op geeft. Die oproep van Stalin, hiervoor te zorgen, heeft een grote indruk gemaakt in de colchos. Of het voor den ouden boer en boerin moeilijk is, zich in het colchosbedrijf te voegen? Het voorstel van Kaganowitsch, om de oudere boeren tot inspecteur van de qualiteit te benoemen, heeft een grote weerklank gevonden in de colchos en heeft de ouderen veel verzoend. Die arbeid wordt ook betaald als arbeidsdag. De ouderen moeten met hun ervaring de jongeren dienen. Zij moeten controle houden, dat b.v. diep genoeg geploegd wordt, dat het zaad of de aardappelen goed in rijen staan en op goede diepte gepoot zijn, enz., enz. De jongeren mogen geen werk afleveren, dat niet door de ouderen is gekeurd. Zo hebben deouderen autoriteit, nemen een eervolle plaats in in het colchosbedrijf. De oudere vrouwen krijgen de gemakkelijke bezigheden. Ze worden er ook voor betaald als voor de arbeidsdag; maar velen willen 't gewone werk doen, menen, dat ze best nog werk verzetten kunnen. Hoe die regeling getroffen wordt met de arbeidsdag? Nu, je krijgt al dadelijk een deel arbeidsdag in producten betaald; later na de oogst krijg je ook geld. Van de oogst krijgt de staat een bepaald deel, waarvoor de staat gedeeltelijk geld betaalt en ook hulp geeft (tractoren, stations, enz.) (Van het product van de grond, die door ons nieuw ontgonnen wordt, hoeven we het eerste jaar niets af te staan aan de staat). Dan gaan er enige percenten af voor ons cultuurwerk, club, bi- bliotheek, crèche, kliniek, enz. Dan moet de dorps-sowjet zijn deel hebben voor de huishouding van het dorp: school, wegen, film, theater,enz., en de rest wordt naar arbeidsdagen verdeeld. Omdat de ganse productie stijgt in de Sowjet-Unie, wordt ons deel natuurlijk ook steeds groter. Of we een kliniek hebben? Nee, we zijn nog een kleine colchos en eerst kort begonnen. De kameraden zagen zeker de Sovchos al, hier in de buurt? Daar gaan we naar de kliniek en onze vrouwen naar de kraamkliniek tot we zelf alles zullen hebben. We hebben nu een club en bibliotheek en crèche en in het dorp de lagere school; onze grote kinderen gaan naar de stad op de polytechnische school en de universiteit. We hebben alleen nog maar een varkensfokkerij en melkerij. Nee, we zijn nog niet toe aan een melkfabriek. We bezoeken nu de velden. Eén, met die van de Sovchos, strekken zich eindeloze korenvelden van rogge, tarwe, haver uit op het golvend terrein. Een schoon gezicht. De tractor trok een moderne eg over reeds gemaaide en geploegde landen. We zien de vrouwen en mannen, als overal op het land, in groepen arbeidend. Dan zien we het verdere bedrijf. Dit is maar een kleine colchos, begon mijn gastvrouw op de terugweg. Och, zei ik, 't is reusachtig, wat we gehoord hebben: De radio, die de besturen van de colchossen verbindt, zodat ze geregeld voeling met elkaar hebben en van eikaars ervaring kunnen profiteren; de cursussen in de winter, die als arbeidsdag betaald worden! En wat een prachtige, menselijke oplossing om die oudere boeren als inspecteurs van de qualiteit aan te stellen. Ja, zei mijn gastvrouw, dat is het sociale systeem, kameraad; elke dag wordt het leven interessanter. Wat blijkt er nu waar te zijn van de Russische boer, die stom en vuil en lui zou zijn „van nature", die niet werken wou, die alleen maar bidden kon en zuipen en zijn vrouw afranselen. Een intelligent, werkzaam, goed mens wordt hij thans onder het socialistisch systeem, 't Is een vreugde te leven. Dit was nu maar een kleine colchos, maar de cultuur dringt door alle poriën in de colchos. Ik geef 's winters ook cursus in de colchos (mijn gastvrouw is een rode professor), maar wat je dan kunt opmerken! Zo'n voorzitter van de colchos is een cultuurmens. Hij ziet grote perspectieven, een wijde horizon. Hij heeft een instelling tot de ganse mensheid. Hij heeft een houding tot de arbeid. Evenals de arbeider zijn deel arbeid gaat zien als deel van de ganse arbeid, zo gaat hij ook zijn arbeid zien in verband met alle maatschappelijke arbeid, dat geeft nieuwe waarde aan zijn arbeid en het vergroot zijn eigenwaarde als werkend mens. Vroeger was arbeid een plaag, nu is het een bevrediging en een eer. De arbeid van de boer is nu ook technisch. De industrialisering van de landbouw heeft plaats. De boer moet de chemie der meststoffen kennen, enz., de biologie voor plant en dier, die hij kweekt; aardkunde, natuurkunde en technische kennis hebben van de machine. De grote colchossen hebben al laboratoria, vliegmachines, cultuurpark; de colchos heeft in de winter cultuurcursussen, voorlezingen, enz. Zij zenden hun zonen en dochters naar de stad voor school, cursus, universiteit, 't Onderscheid tussen stad en land is opgeheven. Ze ontwikkelen zich ook sociaal zo prachtig. Ze hebben gemeenschappelijke interessen; zo komen ze tot het communisme. De sprong van colchos tot communisme is veel gemakkelijker, dan van kleinbedrijf naar colchos. We hebben thans ook „helden van de colchos". In de Oekraine b.v. Postichef, reusachtig bemind leider, ook door de kinderen. Dit voorjaar organiseerde hij een pioniersbijeenkomst voor alle kinderen der Oekraine; hij is de stootbrigadier van de laboratoria op de colchos. Bethel Kalmekof is zo'n organisator en held in de Kaukasus. Hij bouwde reeds tehuizen voor oudjes :n logeerhuizen voor de arbeiders die daar dan vrij onderdak en voedsel kunnen vin den. -li-- i Op die colchossen komen dokters een tijd bij de vrouwen van het dorp wonen, om haar te leren kinderen te verzorgen en de hygiëne van het huis. Ja, kameraad, 't leven is interessant, • t wordt alle dagen interessanter. . . Mijn gastvrouw keek me vriendelijk lachend aan en staiv haar arm door de mijne. Verbeeld je die oudjes, die hebben soms zo'n interesse in het nieuwe, en de wetenschappelijke proeven die genomen worden. Laatst zag ik zo'n oude boer reuzen bezet met de kweek van een nieuw soort aardappel en soms zitten ze met hun neus vooraan in t laboratorium als er een proef gedemonstreerd wordt. Wij willen ook wel eens weten, hoe 't in elkaar zit, jullie kunt nog genoeg leren. Ik had dat in mijn jeugd moeten weten, zegt menige oude boer tegen je. Och, hadden we dat voor 20 jaar gehad, zei een oude boerin. O, kameraad, de materiële en culturele mogelijkheden van de colchos zijn oneindig onder de proletarische dictatuur. Lisa zag ik weer. Ze is de dochter van een Wolga-Duitse boer, een middelboer, felle tegenstander van het Sowj'etsysteem. Eéns in het jaar ging Lisa toch naar huis, ze wilde moeder zien. Dan sprak ze geen woord over haar werk in Moskou, of probeerde vader te overtuigen. Hij zou haar een ongeluk slaan. KALININ tussen een groep vrouwelijke stootbrigadier** uit het vroegere gebied van de Zwarte Aarde. En, Lisa, vader? Vader is colchosboer! Maar Lisa!!! En wat zegt hij? O hij vindt, dat het toch goed is zo, alleen vindt hij 't nog ellendig, dat zijn kinderen niet het land van hem kunnen erven. Nee, dat kan in de Sowjetstaat niet. Het land is het onaantastbaar eigendom van hen, die het bearbeiden, onvervreemdbaar bezit van de bewerkers van de bodem. Proletarische democratie Gedurende mijn verblijf in Sowjet-Rusland had ik nogal eens gesprekken met mijn Russische gastvrouw (rode professor) over de democratie onder de proletarische dictatuur. Daar deze vraag een levendige belangstelling heeft onder de arbeiders, geef ik hier de notities die ik hierbij maakte. Ik heb ze min of meer als een geheel geordend. Bij ons, zei ik tot mijn gastvrouw, gelukt het de sociaaldemocratische leiders altijd nog de democratie uit te spelen tegen de dictatuur in Sowjet-Rusland en tal van arbeiders te doen geloven, dat, ook in 'Sowjet-Rusland, de dictatuur van het proletariaat de democratie uitsluit. Dat ze eikaars antipoden zijn. Integendeel, zeide mijn gastvrouw, sluiten dictatuur van het proletariaat en democratie elkaar niet uit, maar is de democratie het wezen zelf der proletarische dictatuur. „Alle macht aan de Sowjets" betekende al, vanaf het begin der revolutie, de democratie voor de overweldigende massa's van de werkenden van stad en land; thans, op het ogenblik van de opbouw, is het de democratie voor 98 pCt_ der Sowjet-burgers. Dat de arbeiders er zich nog door in verwarring laten brengen komt, omdat zij er zich geen rekenschap van geven, dat — mèt de dictatuur van het proletariaat — direct een nieuwe toestand is geschapen, met geheel andere verhoudingen der mensen onderling. „Dictatuur van het proletariaat, dat betekent eigenlijk de dictatuur van de communistische partij," vertellen de soc.dem. leiders bij ons, zei ik. „Wat is de communistische partij?" De bolsjewistische partij organiseerde op een vast program de arbeidersklasse in de klassenstrijd, tot overname van alle productiemiddelen, tot opbouw van een socialistische samenleving. Thans, in de opbouw, is de communistische partij tevens het kader, dat reeds millioenen telt; maar meerdere niillioenen niet bij de partij aangesloten, vormen reeds méde het kader. Daarom is er de innigste samenhang tussen partij en massa, leert de massa van de partij, leert de partij van de massa. Stalin dictator, zegt men? Wat is in de communistische partij eigenlijk een leider? De communistische partij heeft een vastgelegd program, en de leiders kunnen slechts leiders zijn, in zoverre ze het program in -de grondslagen, de hoofdlijnen uitvoeren; in zoverre ze zich houden aan de opgaven, die de partij stelt. Zo is hij slechts leider in het raam van het program, een gewoon soldaat der revolutie. Leider wordt hij, die de best geschoolde marxist is, de grootste theoreticus, die grote politieke ontwikkeling heeft, die verre perspectieven ziet en tevens scherp de concrete verhoudingen en stromingen, het spel der krachten; die de geschiedenis van de klassenstrijd kent, die de wil en de kracht heeft, niettegenstaande alle moeilijkheden, niet af te gaan van de principes en toch genoeg elastisch is, om, gegeven de concrete feiten, zijn tactiek te bepalen. Zo een wordt gekozen tot leider van de communistische partij. Ja, de partij is de leiding; zij heeft de grondwet samengesteld, die door de Sowjets van- arbeiders en boeren en soldaten is aangenomen en met hun leven verdedigd. De partij, de door allen erkende en gewilde en vertrouwde leiding, stelt de vragen, komt met vooruit doorgewerkte voorstellen en initiatieven in de hoogste instantie, het al-Russische congres, gekozen door alle Sowjet-burgers. Het congres kan de voorstellen veranderen, aanvullen, nieuwe voorstellen eraan toevoegen, d.w.z. de voorstellen verrijken en verdiepen door de ervaring der millioenen. De voorstellen worden besproken in alle stad- en dorps-sowjets, in alle colchozen bedrijven, enz. In alle bedrijven, colchozen enz. zit de partijcel, die de problemen, die zich voordoen, vooruit doorwerkt en ze in de bedrijf- of colchosvergadering brengt, waar ze door de massa verdiept en verrijkt worden; maar iedere arbeider in het bedrijf en colchos kan zelf met initiatieven komen. Zo is er een innige samenhang tussen partij en massa. De verhoudingen van de mensen onderling zijn veranderd, er zijn in de grond geen belangentegenstellingen meer, niet tussen de landen der Sowjet-Unie, niet tussen groepen, maar ook niet meer tussen de individuen. Het belang van de landen, van de groepen, van het individu valt samen met het belang der gemeenschap. Dat ziet men aan de verschillende nationaliteiten der Sowjet-Unie; zij worden niet meer onderdrukt, zij staan niet in concurrentie tot elkander, maar in wedijver bij de opbouw. Men ziet het in de wedijver tussen de fabrieken; wint de ene fabriek, dan zendt zij haar stootbrigade naar de andere fabriek, om die te helpen. De arbeid is de grondslag der samenleving. In een samenleving waar alle arbeid van allen voor allen geschiedt, gaat de arbeider zijn arbeid voelen als deel van de ganse maatschappelijke arbeid. De boer ook. Arbeiden is dan niet meer alleen: zijn onderhoud verdienen. De arbeid wordt een eer zoals Stalin zegt. Dat is geen phrase, dat is de instelling, die in de socialistische samenleving de mens tegenover zijn arbeid verkrijgt, dat geeft hem zijn eigenwaarde als mens. Dat is de nieuwe mens. Millioenen zijn al zo ingesteld en hun aantal groeit in steeds sneller tempo en de andere millioenen krijgen toch ook reeds een andere mentaliteit. Iedere arbeidende gaat zich in de socialistische gemeenschap nu natuurlijker, logischer wijze, verantwoordelijk voelen tegenover de gemeenschap niet alleen, maar ook vóór de gemeenschap. Hieruit volgt, dat dan ook aan de distributie, aan het beheer, aan de controle ieder arbeidende moet deelnemen. In de kapitalistische staat met zijn klassentegenstellingen is het staatsapparaat noodzakelijk ingewikkeld; het ingewikkelde burgerlijke staatsapparaat is bij ons, waar géén klassentegentegenstellingen meer zijn, omgesmeed in een eenvoudig beheerapparaat, voor ieder begrijpelijk, want ten nauwste verbonden met de levens- en arbeidsvoorwaarden van een ieder. Ieder kan leren, in dit raderwerk een post te vervullen, nu kennis en weten niet meer een voorrecht is van de bezittende klasse. Lenins fameuze uitspraak: „Iedere kookster kan leren de staat te beheren" is geen phrase. Het is werkelijkheid, feit, in de proletarische staat, die in zijn wezen oneindig democratischer is, dan de kapitalistische maatschappij kan zijn, zelfs in het begin van zijn bloeitijd zijn kón, en die nu overgaat tot de vernietiging van alle democratie, tot het fascisme, om zich in stand te houden. Is er groter democratie denkbaar, dan die in de statuten van de colchos is vastgelegd? De algemene vergadering (Sowjet) die alle leden van de colchos vanaf 18 jaar omvat, souverein; het bestuur, gekozen door de algemene vergadering, niet gerechtigd een enigszins belangrijk ingrijpend besluit over aanbouw, aanschaffing, distributie enz. te nemen, zonder toestemming van de algemene vergadering. Het algemeen kiesrecht is in de kapitalistische landen wel het toppunt van democratie. Wat betekent het voor de kiezers? Dat ieder, die 21 of 25 jaar is en niet is uitgesloten, om de zoveel jaren zijn stem uit kan brengen op een afgevaardigde voor stad en land. Daarmee is voor de kiezers de deelname aan het bestuur van stad en land vrijwel afgelopen. En nu in de Sowjet-Unie. Ieder arbeidende vanaf 18 jaa'r heeft het kiesrecht, d.w.z. 98 pCt. van alle Sowjet-burgers boven 18 jaar hebben het directe, geheime kiesrecht voor alle Sowjets, gemeente-district-gebied-land- en al-Russische Sowjet Nemen we de gemeente Sowjets. De afgevaardigden worden gekozen uit de bedrijven door de bedrijven, dito door de colchos, de coöperatie, de huisvrouwen uit een aantal woningblokken enz. Deze afgevaardigden blijven ten sterkste verbonden met hun kiezers, die hun elk ogenblik kunnen terugroepen; zij moeten aan hun kiezers geregeld verslag uitbrengen over hun arbeid en zijn hun verantwoording schuldig. Het aantal leden der Sowjets is naar evenredigheid veel talrijker dan in de kapitalistische landen. Het bedraagt voor de ganse Sowjet rond 13 millioen en voor Moskou 126000 afgevaardigden. (Moskou is weer in districten verdeeld, ieder met zelfstandige Sowjet). De Sowjet leidt het ganse leven der stad. In de kapitalistische landen behoort niets aan de massa, in de Sowjet-Unie behoort alles aan de Sowjets, dus aan de massa. Haar vertegenwoordigers besturen, beheren en controleren alles. Maar daarmede houdt het niet op: elk actief kiezer kan hieraan deelnemen. Dit is zó: De gemeente Sowjet is verdeeld in secties: Communale sectie, waaronder vallen: woningen (bouw en verdeling), waterleiding, electriciteit, riolering, bestrating, bouw van openbare gebouw n enz. VclkscntwikkeMngssectie: kleuterscholen, scholen., universiteit, technische en andere bibliotheken, clubs (vakvereniging en bedrijf hebben ook hun clubs en bibliotheek), kino, theater enz. Sectie voor gezondheidswezen: ziekenhuizen, sanatoria, nacht- Waar voeger het analfabetisme heerste, daar gaan thar.k 2; miljoen kinderen naar school. In zes jaar tijds steeg het aantal schoolkinderen tot het lo-vondige Bijna 2 miljoen arbeiders en kinderen vdti arbeiders werden reeds tot fabrieksleiders, tot leraren, ingenieurs etc. opgeleid. sanatoria, ambulances, klinieken, apotheken, voorbehoed-inrichtingen, enz. Sectie handel en coöperatie: staatshandel, magazijnen, winkels, eigen bedrijven (b.v. broodbakkerijen), manufacturen. De staatsbedrijven vallen buiten het beheer der Sowjets, staan onder de desbetreffende volkssecretariaten. De bedrijven der gemeente hebben een eigen beheer, maar de Sowjetleden nemen deel aan het beheer en de controle. Sectie voor revolutionaire rechtspleging: (gerechten, procuratuur.) Dan is er nog militie, die de orde helpt in stand houden (bij ons politie). De militie zijn soldaten uit het rode leger. Het rode leger leeft in innigste verstandhouding met de arbeiders en boeren. Er is geen tegenstelling tussen rood leger en massa. integendeel. Het beschermt de Sowjetrepbliek tegen de vijandige buitenwereld en het voedt de rode soldaat op tot kundig, geschoold, Sowjetburger, straks een waardevolle kracht in zijn dorp. De militie ressorteert dus onder het leger, maar voor zover ze aangesteld is in stad en dorp, als ordebewaarders, is er samenwerking met de Sowjet. Bij de militie voegen zich vrijwillig tientallen Sowjetburgers als ordebewaarders. Al deze secties zijn elk weer onderverdeeld in de verschillende afdelingen, die zij omvatten: b.v. „ziekenhuizen vormt een aparte onderafdeling, scholen, crèches enz. De leden der Sowjets worden in de verschillende secties verdeeld en daarna in iedere sectie weer in de onderafdelingen. Nu zit het zó: .... A , , . Gewoonlijk zenden de bedrijven, ziekenhuizen, creches, huisvrouwen enz. naast de afgevaardigden, nog actieven uit het bedrijf in de onderafdelingen, maar elk burger kan ook zelf vragen opgenomen te worden in zo'n onderafdeling. Zij kunnen daar het werk meedoen met de gedelegeerden, de cursus mee volgen, die voor de gedelegeerden gegeven wordt over het arbeidsveld der onderafdeling, ze hebben alleen geen recht van medezeggingschap, mogen niet stemmen (wel voorstellen in hun afdeling doen, rapport uitbrengen enz.). Stemmen, besluiten nemen kan alleen het plenum der Sowjet, dus de afgevaardigden der Sowjets. Er gaat een grote opvoedende kracht uit van dit alles. Zo worden leden door de Sowjets in ambten gekozen, waarvoor ze, door hun werk in de Sowjets, geschikt bleken te zijn, en menig niet-lid toont zich zo bekwaam, dat hij een volgend maal als lid wordt gekozen. Als men nu bedenkt, dat ieder ook in zijn bedrijf, colchos enz. waar zijn arbeid ligt, aan de bedrijfs- en colchos-vergaderingen zijn vakverenigingsvergadering deelneemt, in talrijke secties en commissies mede kan werken en controle oefenen, dat er nog duizenden arbeiders-correspondenten zijn, wier correspondentie, die vaak critiek inhoudt, opgenomen móet worden in de desbetreffende kranten, dan ziet men welk een waarachtige democratie heerst onder de proletarische dictatuur, ziet men, hoe deze democratie het wezen zelf is van de dictatuur van het proletariaat. De school De school was gesloten in de tijd, dat ik in Moscou was, de schoolinstanties waren met vacantie. De 16-jarige komsomols, dochter van mijn gastvrouw, vertelde mij echter van haar school wat ik maar weten wilde. Ta de school was veel veranderd; we moeten nu veel meer exacte kennis hebben dan vroeger. We hebben nu de io-janöe poly-technische school; je kunt na de zevende klasse we naar de fabriek gaan, maar dan moet je daar 2 jaar rapfak (arbeid faculteit) volgen. . • . . De school sluit aan op de universiteit. i Of ze zo niet te afgescheiden worden van de hele samenleving, vraag ik; vroeger stond de school midden in het leven. Ze lachte. O, nee kameraad, helemaal met! riep ze uit. e staan er nu óók midden in. Leren is onze arbeidstaak, zoals de arbeiders in het bedrijf arbeiden. Wij hebben nu tot taa veel en goed te leren, want onze Sowjet-Unie wordt het technisch en cultureel hoogst ontwikkelde land en dat moeten wij dan kunnen leiden en beheren. U moest eens de school een dag meemaken. Dan zoudt het wel zien! Alles is interessant; de opbouw en wat er gebeurt in de wereld. Over alles spreken we ja, ook met de leraars, in de pauzes en bij het eten, maar ook in de les, neem b.v. maatschappijkennis. We krijgen ook de leer van Marx, Lenin en Stalin, maar ook de verschillende maatschappijen in de verschillende landen en de tijdperken en namen enz., en dan natuurlijk het gebeuren van de dag; het vijl jarenplan: b.v. het colchoscongres hebben we gevo gd en het partijcongres, en na de vacantie krijgen we natuurlijk het Kominterncongres. Maar alle vakken zijn interessant. Welke vakken? Voor de hogere klassen (zij zit in de 8ste; wiskunde, scheikunde, natuurkunde, electrotechmek, aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappijkennis, taal, litteratuur, een vreemde taal, werktuigkundig tekenen (projecten), zingen, tekenen. Ta, geschiedenis is geschiedenis van de klassen, maar we moeten nu ook de feiten weten, de landen, namen en jaartallen van vroeger en natuurlijk van wat er nu gebeurt; zoals China va gen we. Ik zou zó graag na school naar China gaan en onder de jeugd daar werken. Aardrijkskunde? We krijgen economische aardrijkskunde van de Unie. Maar ook van de hele wereld; we moeten nu ook van alle landen weten, waar ze liggen en de steden en rivieren enz. kennen en kaartjes ervan tekenen, (ze toonde mij een keurig net kaartje van de Krim). We leren de litteratuur kennen; we lezen de boeken van de schrijvers en met de bespreking wordt je geleerd het in de tijd te zien, waarin het geschreven is. Alles is interessant, ook de andere vakken. Ja, we hebben daar drie werkplaatsen. Boekbinden voor de la- gere klagen en metaalwerk en timmeren voor alle klassen. De fabriek stuurt wel leiders daarvoor. (Later vertelde men mij in een fabriek, die ik bezocht, dat er een paar arbeiders waren, die imij CjrSUS anderen zo uitstekend voorthelpen konden; ze hadden deze toen laten opleiden voor leeraars in dat vak; ze geven nu ook les op de school,waarvan de fabriek peet is; en de fabrieksarbeiders organiseerden een sabbotnik (vrije dag waarop men voor de gemeenschap werkt) voor het helpen opbouwen van de nieuwe school). Ja, we hebben klassikaal onderwijs. Neen we doen niet meer de sociale arbeid van vroeger. Daar hebben we nu geen tijd voor. We mogen zelfs in de vacantie in het kamp geen sociale arbeid meer doen bij de boerenwe moeten dan uitrusten. In deze etappe van de opbouw hoeft dat ook niet meer, nu helpen de boeren ons eerder met een kamphuis en voedsel enz ln deze etappe moeten we veel leren, alle kinderen. Nu is onze sociale arbeid ten eerste, te zorgen dat allen van onze klasse mee komen; verder moeten de hogere klassen de jongeïen voorthelpen en hun helpen hun vrije tijd te organiseren. We bespreken onze krant met hen en verklaren hun de politiek; verder tekenen en lezen en spelen we en gaan m.jt ze naar de bioscoop en de schouwburg. Eigenlijk, wat vroe- ger de pioniers deden. Nu doet het de hele school. Ja, dat gaat van de school uit. Ook het kamp. We krijgen daarvoor ook geld van de fabriek, die peet over ons is. Ja, we hebben nog wedijver met de fabriek. Twee leden van ons schoolcomité zitten in de propaganda-brigade van de fabriek en deze sturen afgevaardigden naar onze schoolvergadering. Ja, we krijgen de klas mee. We hebben gemerkt, zei ze met beslistheid, dat gewone kinderen niet dom zijn. Kinderen lijken wel eens dom, maar ze worden altijd goed, als je maar geduld hebt, nog eens uitlegt, ze voorthelpt en laat zien, dat ze het best kunnen; als je samenwerkt met hen, en met hen praat. Daar heb je Katja. Ze is nu mijn vriendin; ze is een Tartaars meisje. Ze was onvoldoende. We schreven in de klaskrant: waarom is Katja onvoldoende? I. Katja is pas op deze school gekomen. II. Katja moet veel werk thuis doen voor haar moeder. III. Sommige leeraren zijn nog ouderwets ingesteld tegenover Katja, dat maakt haar schuw. Wie helpt mee Katja op peil te brengen. En Katja is heel goed overgegaan; Katja is heel intelligent, zei ze triomfantelijk. Ja, "we moeten ook in huis werken. Hoe lang? Zowat twee uur gemiddeld. Dat is verschillend, sommigen korter, anderen langer. Ja, we hebben een klassekrant en een schoolkrant (wandkranten allebei). We schrijven erin over de film, die we zagen, 't theater, er komen karikaturen in en eigen gedichtjes en kritiek over dingen op school, die niet in orde zijn en verder dingen voor algemene ontwikkeling. We hebben net als vroeger secties: de sanitaire sectie b.v. voor het reinhouden van de klas, regelen, wie de dag heeft, controle enz. Dan de huishoudelijke sectie, die b.v. controleren moet of alle kinderen genoeg te eten krijgen. Daar moeten zij voor zorgen. Dan de werksectie, die moet controleren, of kinderen onvoldoende zijn; dan moeten ze zorgen, dat ze voortgeholpen worden, voldoende worden. Ja, de leeraars helpen ook mee. We hebben alle tien dagen klassevergadering en ook schoolvergadering, maar die niet zo vaak meer. Daar maken we een prettige avond van tegenwoordig — na de bespreking — met muziek en opvoerinkjes, om de niet actieven te trekken in het werk van de school. De secties hebben zelf ook vergaderingen en de voorzitter en de secretaris van de klassevergaderingen controleren allen. Van alle klassen samen vormen ze het schoolcomité. Ja, dat is zo, er is nu een strenge discipline. We hebben ieder ons klasseboek — wacht, ik zal 't U laten zien — waarin alle vakken staan en elke leeraar vult iedere dag in voor zijn vak. Ook „discipline" wordt ingevuld en je ouders moeten tekenen als je onvoldoende hebt. Ja, dat hebben ze mij verteld: in sommige scholen moeten de kinderen opstaan, als ze tegen de leeraars spreken; bij ons is dat niet. Nee, dat. vind ik gewoon. "We hebben zulke grote klassen nog, bij ons 39, maar soms 42, want we hebben nog een tekort aan scholen en ook aan leeraars, dan hoor je beter als je opstaat. En als de leeraar het wil voor zijn autoriteit tegenover de kinderen? Ze dacht even na. 't Is makkelijk voor hem, zei ze weer. Dat weet ik niet, zei ze toen. (Later sprak ik er mijn gastvrouw nog eens over. Zelfs als die leeraren 't doen voor hun autoriteit, zei ze, vind ik het geen principiële kwestie). Door het te kort, hebben we ook nog ouderwets; leraars. De nieuwe zijn veel prettiger; nee, niet alle oude zijn ouderwets gelukkig. Ja, ook bij de studenten is de controle op de studie heel streng. Wie verzuimt moet ook een doktersbriefje hebben, 't Is eigenlijk net als op school. Hoe ik dat vind? Gewoon. De staat laat alle kinderen alles leren en de staat heeft ons nodig, dan kun je niet je werk niet doen en langer tijd gebruiken dan nodig is. Later sprak ik toch nog eens met mijn gastvrouw over de school. Neen, je kunt nog niet zeggen,, dat de 10-jarige school algemeen is. Wel in de stad, maar velen gaan na de zevende klasse naar de fabriek. In de colchos is de 7-jarige school ingevoerd, maar de 10-jarige is maar een kwestie van tijd, ook de landbouw vraagt een technische opleiding. Ja, de school staat in het leven; ze moeten veel exacte kennis verwerven, maar de socialistische wetenschap is concreter, staat op andere, op marxistisch-materialistische grondslag. Het is geen formele kennis, die de kinderen moeten opdoen. Daarom hoeft men geen angst te hebben dat de kinderen „maar leren" en voor de rest overal buiten staan. Door hun vergaderingen, hun kranten, hun organisaties worden ze in 't gemeenschapsleven opgevoed. Het leven van de schoolkinderen heeft een ander karakter aangenomen als in de kapitalistische maatschappij. Nee, ook al gaan de kinderen direct van de school naar de universiteit, hoeft men zich geen zorgen te maken, dat er zich dan toch weer een aparte laag van intellectuelen vormt. De maatschappelijke arbeid neemt in de socialistische samenleving een ander karakter aan; ze is veel dieper theoretisch en politiek gegrond en brengt steeds verdere ontwikkeling en daarmede verdwijnt de tegenstelling van geestelijke en physieke arbeid; zelfs de wetenschappelijke arbeid is verbonden met het geheel, en physieke arbeid wordt tegelijkertijd geestelijke arbeid in Rusland. Daarom kan er geen aparte laag intellectuelen ontstaan. Allen worden intellectuelen, welke arbeid ze ook verrichten. Ieder moet door het leven, door de opgaven, die het leven hem stelt, ook een intellectueel zijn in de socialistische samenleving. Het intellect en initiatief der massa is oneindig Toen ik mij aansloot bij de Soc. Dem. Partij zeide mij een partijgenoot-dokter, dat hij sociaal-democraat was geworden, omdat hij de ervaring had opgedaan in zijn practijk, dat in de kapitalistische maatschappij zo ontzettend veel intellect verloren ging. Hieraanmoest ik telkens denken bij wat ik zag en hoorde bij mijn verblijf in de Sowjet-Unie, in de proletarische staat, waar bij de leiding het inzicht heerst, dat het initiatief en het intellect van de massa onzegbaar groot is; waar alle krachten in het werk worden gesteld om dit initiatief te wekken, tot ontplooiing te brengen, dat intellect vrije baan te maken tot zijn ontwikkeling, en tot waardevol werker in de socialistische samenleving. Er zijn kinderen, zegt men, die reeds vroeg grote begaafdheid tonen, niet alleen voor muziek en tekenen, maar ook voor techniek, constructie. Zonder de wetten te kennen, construeren :ze soms wondermooie technische dingen. Je moet deze kinderen zich rustig laten ontwikkelen, goede omgeving voor ze scheppen, hun materiaal verschaffen en goede leiding. In 't cultuurpark te Moskou zag ik werkplaatsen voor deze kinderen, onder leiding van ingenieurs-paedagogen. Op 't ogenblik wierpen deze technisch begaafde kinderen zich op het construeren van modellen van zweefvliegtuigen. Gedurende mijn verblijf te Moskou, had er een wedstrijd plaats van kinderen uit de ganse Sowjet-Unie, die een goed model zweefvliegtuig hadden geconstrueerd. Sommige kinderen hadden dagen moeten reizen. Vliegmachines brachten de modellen tot een hoogte van 800 meter en lieten ze dan los. Een 8-jarige Baskiren jongetje kreeg ook een prijs, zijn toestel steeg in 32 seconden 250 meter; eveneens kreeg een 11-jarige irkizen jongen een prijs. Deze kinderen werden in een instituut geplaatst, waar zij hun gaven ten volle kunnen ontwikkelen. Mèt ons woonde de zuster van mijn gastvrouw met haar gezin. Zij was agronoom, maar toen er gebrek aan arbeiders was, ging ze in een fabriek voor het vervaardigen van thermometers. De vele ongeschoolde arbeiders kregen soms ernstige ongevallen door het kwik. Dit bracht haar op het idee een thermometer met water inplaats van kwik te construeren. Ze werd toen direct overgeplaatst naar een instituut voor uitvindingen. Daar maakte ze uit „lungin" ('n bestanddeel van hout) kunstmatige vanille; toen ik er was moest ze een fabriek projecteren. Een vriend van me, chef van de „Plan"-afdeling van een autofabriek met 28.000 arbeiders (volgend jaar zullen er 45.000 zijn en in '37 80.000), vertelde mij, dat elk voorstel van elke arbeider in de fabriek, met den arbeider zelf, binnen 14 dagen werd nagegaan op zijn waarde. (Dit initiatief geschiedt in alle bedrijven). Verleden jaar waren er rond j.ooo voorstellen ingekomen. Degenen, die voor uitvoering in aanmerking kwamen, hadden een besparing van x millioen roebel gebracht. Vaak waren het heel eenvoudige voorstellen: het licht beter te laten vallen, verandering aan de werkbank, zodat men beter, sneller kon arbeiden; andere soort olie gebruiken voor 't smeren der machines, maar ook grote voorstellen: een machine draaide een koper onderdeel voor de auto. Indien men de machine construeerde zoals de arbeider aangaf, zou het afval veel verminderen en kon men volstaan met minder koper, wat een reusachtige besparing bleek te zijn (bovendien is er tekort aan koper). Deze arbeider werd dadelijk overgeplaatst, waarbij hij zijn speciale aanleg volledig kon ontwikkelen. Verder vertelde hij, dat alle arbeiders de technische school van de fabriek moeten hebben doorlopen en het technische examen van de staat moeten afleggen. De bibliotheek van dè fabriek heeft duizende boeken, in merendeel technische. Hijzelf heeft eerst een belangrijke betrekking gehad bij de Staatsbank. (Hij is een goed organisator). Toen hij echter chef van de „Plan"-afdeling op deze fabriek werd, voelde hij een leemte aan technische kennis. Juist nu had hij zijn diploma als oekonomisch ingenieur gehaald; hij had die studie bij zijn werk gedaan, 's morgens lessen vóór fabriekstijd, 's avonds studie en in zijn vacanties. De fabriek had de studie bekostigd. Ze had de fabriek 4.000 Roebel gekost. Ook alle ingenieurs moeten verder studeren. Nu begint de jeugd een volledige opleiding te krijgen; in de vroegere etappe moesten allen in haast worden klaargemaakt. Allen moeten nu om zo te zeggen „bijleren", de ingenieurs, de dokters, de leeraren, de arbeiders van de fabrieken enz. enz. in cursussen en verdere studie. De hele plaats, die de mens in de Sowjet-Unie inneemt, ontwikkelt hem naar alle kanten. Het uitgewerkt plan komt, wat de uitvoering betreft, in de algemene vergadering en de afdelingsvergadering; wordt grondig besproken en de arbeiders komen ook wel met een tegenplan; er naast zijn de partij- en de vakvergaderingen, de fabriekscommissies: voor de fabriekswoningen, de stalowaja (eetzaal), de kliniek, de crèche, het materiaal, arbeidsbescherming, de controle over alles. Ja, ook controle over zijn arbeid en van de ganse „plan'-afdeling. De arbeider die aan de werkbank staat, kan als lid van de vakvereniging en daarvoor aangewezen, de controle hebben van de plan-afdeling. De fabriek geeft 'n dagblad uit (50.000 ex.) en een technisch journaal, nog een humoristisch-satirisch blad en een technisch maandblad. In de kapitalistische maatschappij maakt deelarbeid je tot automaat. Hier, in de Sowjet-Unie, ziet de arbeider zijn deelarbeid in verhouding tot de ganse arbeid. Hier ontwikkelt de arbeider zich, studeert, doet sociale arbeid. Zo is er geen tweespalt tussen physieke en geestelijke arbeid. Zelfs de wetenschappelijke arbeid is verbonden met de physieke arbeid, met de practijk. En zo ontwikkelt zich de boer op de colchos ook. En dan de politieke scholing! Arbeider en boer interesseren zich hevig voor het 5-jarenplan, dat zij zelf helpen opbouwen; voor de sociale en politieke vragen van het land, maar ook voor internationale vraagstukken. Zie in de tram, in de trein: staande lezen ze de krant. We ontwikkelen ons naar alle kanten, het initiatief en het intellect van de millioenen krijgt ruim baan. En nu is de uitspraak van Stalin gekomen: Het meest waardevolle kapitaal is de mens. Zoals Stalin zegt: in de eerste étappe van de opbouw, moesten we voor alles de techniek verzorgen. Maar nu, Hoe jong ook, is de komsomolse Maroesja reeds voorzitster van bet collectieve landbouwbedrijf „Krasnij Loetsj", in het gebied kolchos de pathéfoon laat zien, die zij als prijs gekregen heeft van de communistische jeugd, omdat onder haar leiding del voorjaaresuitzaai reeds vroeg was beëindigd. in deze étappe, nu kunnen en moeten we ervoor zorgen, dat ieder zijn plaats krijgt in 't productieproces die hem ligt, dat ieder zich kan ontwikkelen in de richting, die hem ligt. Dat betekent een nieuwe, enorme ontplooiing van de intelligentie en 't initiatief van de massa, een enorme stijging van hun kunnen en willen, van hun ganse energie. „Natuurlijk zijn we nog niet zo ver; dat komt niet met een slag; eindeloos zijn de afwijkingen van dit principe nog thans, maar deze tendenz ontspringt a.an ons systeem en daarom zal ook de leuze van Stalin doorgezet worden en verwerkelijkt, evenals zijn leuze: het kader beslist alles. Stalin geeft op t ogenblik, dat een tendenz tot werkelijkheid kan worden, deze als leuze uit. Daarvoor is hij Stalin, onze grote leider. Dat versterkt dan weer de. tendenz. Gretig wordt de leuze door de massa begroet en opgevangen. . , , De chef van de „plan"-afdeling legt zijn handen op mijn schouders: „Kameraad, we worden een groot cultuurland, van vrije, gelukkige mensen. We zijn op weg en de jeugd gaat voor." Ja, de jeugd is goed. Je had ze moeten zien marcheren 30 Juni,' hun sportfeest. 100.000 van onze Moskouse sporters. Ik wilde even gaan kijken en bleef 6 uur daar. Dat was een schouwspel! Zó krachtig en zelfbewust, zo vrij en blij, onze Russische jeugd. DE JEUGD. De jeugd is goed. Hoevelen hebben het mij verzekerd met dezelfde stralende voldoening in hun stem, waarmede ze zeggen: „de boer wordt welvarend". Nee, toch niet geheel, er is ook een trotse klank in hun stem. Ze zijn trots op hun jeugd. . De jeugd is stootbrigade. De jeugd is kader. De comsomolsen hebben de leiding der jongeren. Deze leiding is uitstekend georganiseerd; de comsomolsen, die hiervoor aangewezen worden over de ganse linie over de schoolkinderen, hebben de verantwoording, of weer 'de controle. De jeugd is een grote politieke taak opgedragen: De comsomolsen hebben de taak alle nieuwe besluiten en maatregelen te propageren onder de massa, te zorgen, dat de besluiten, die genomen zijn ook tot uitvoer komen. Kroepskaja vertelde me van de conferentie der comsomolsen ter uitvoering van de leuze van Stalin: „De vrouwen moeten de functies hebben, die haar door haar arbeid toekomen." Van heinde en ver waren ze gekomen, 't W^as een goede conferentie. In e colchozen zullen ze commissies van propaganda vormen, waarin natuurlijk ook vrouwelijke leden der comsomolsen zitting hebben. Deze commissies zijn verantwoordelijk, dat de vrouwen de plaats verkrijgen, die haar toekomt. In de jeugd heeft men vertrouwen. Jonge mensen wórdengeplaatst in de leiding der bedrijven en colchozen. De mens van 25 jaar wordt gerekend onder de beste organisators. De jeugd is internationaal. Krachtig, zelfbewust staan zij in het volle leven met zijn wijde horizon, zijn grote perspectieven. Met de Communistische 'Partij en hun grote leider Stalin vooraan, voelen zij zich zeker; wereld- en hemelbestormers! De verhouding van man en vrouw De vraag naar verhouding tussen man en vrouw kwam natuurlijk ook wel ter sprake gedurende mijn verblijf in Moskou, maar men is er in de Sowjet-Unie minder mee bezet, men ziet de ontwikkeling rustiger aan. Met de omverwerping van de kapitalistische maatschappij en de vestiging van.de dictatuur van het proletariaat werden de grondslagen gelegd, waarop de verhouding van man en vrouw in de socialistische samenleving 'komt te staan: de maatschappelijke arbeid der vrouw en daarmede haar volkomen maatschappelijke onafhankelijkheid van de man en haar volkomen gelijkheid in rechten. Op deze grondslagen nu, van de volkomen maatschappelijke gelijkheid van man en vrouw, moet zich de verhouding van man en vrouw in de socialistische samenleving ontwikkelen. „De verhouding tussen man en vrouw stijgt", zei Kroespkaja. „Het huwelijk komt op hoger plan, er vormt zich een sterke moraal." „Natuurlijk is 't nooit geweest, wat het buitenland er van vertelde", voegde ze er aan toe. Ja, over deze kwestie schrijven de vrouwen me nog al eens. Zo kreeg ik ook een brief van vrouwen van mijnwerkers. Ze beklaagden zich over haar mannen: steeds maar bleven ze slecht in hun werk, gingen door met kameraden te drinken en thuis gedroegen ze zich ook als van ouds. Ik schreef hun, dat als de mannen zich zo slecht gedragen, de vrouwen flink moeten zijn, hun eigenwaarde en hun wil moeten laten gelden, en eenvoudig breken moeten met die mannen. Ze moeten een streep onder hun oude leven zetten en een nieuw leven beginnen. Maar zij moeten ook zelf-critiek uitoefenen, een voorbeeld worden voor de mannen, door zelf flink te werken, goede moeders voor hun kinderen te zijn, hun huis ordelijk en rein te houden. Ze moeten zich cultuur verwerven. Niet met lege praatjes tijd vermorsen, dat is geen cultuur, maar club en cursussen bezoeken, deelriemen aan de cultuurarbeid, aan sociale arbeid. Deze brief werd in honderden vergaderingen voorgelezen en behandeld; er werd veel over gesproken. Als de liefde er niet meer is, kan men niet samenblijven, zeide Kroepskaja. Geen wetten kunnen hier gemaakt worden, slechts moraal kan zich hier vormen. Dit heeft natuurlijk niets te maken met trouwen en scheiden, weer trouwen en weer scheiden enz., dat wordt natuurlijk veroordeeld, voegde 'ze er aan toe. Natuurlijk wordt de zwakkerij partij door de wet beschermd. Wie getrouwd is en nog eens trouwt, wordt natuurlijk streng gestraft; maar ook hij, die getrouwd is geweest en zijn a.s. vrouw hier onkundig van laat, krijgt straf. Wie een geslachtsziekte heeft en toch trouwt of leeft met een vrouw, zonder dat hij 't gezegd heeft, wordt streng gestraft. De man moet natuurlijk even goed zijn kinderen onderhouden als zijn gescheiden vrouw dit doen moet, of de moeder van zijn kinderen. Wettig getrouwd of niet, is het zelfde voor de wet. De prostitutie is vrijwel opgeruimd in de Sowjet-Unie. Prostitutie als maatschappelijk verschijnsel bestaat hier niet meer. De abortus echter is altijd nog groot, in Moskou tenminste. Laten we echter beginnen met te constateren, dat in geen land van Europa het geboortecijfer zo groot is als in SowjetRusland. Terwijl van 1929—1933 de bevolking in Frankrijk toenam met 6'ix/i op de 100.000 inwoners; in Engeland met Sl/2, in Duitsland met 13, was dit getal voor de Sowjet-Unie 115 op de 100.000 inwoners. Toch moet men niet denken, dat de abortus de vrouw zo gemakkelijk wordt gemaakt omdat abortus vrij is in SowjetUnie, indien zij geschiedt in de vrouwenklinieken door deskundige hulp. Ernstig wordt de vrouw door een met zorg samengestelde commissie — waarin naast de dokter en de leidster van de kliniek nog een vróuw wordt aangewezen — er op gewezen, dat abortus schadelijk is en blijft voor het lichaam, maar ook voor de psyche van de vrouw; de vrouwen worden aangemoedigd en sterk beïnvloed af te zien van abortus. Haar wordt voorgehouden dat haar kind welkom is aan de gemeenschap. Dat zij geen zorgen voor haar kind behoeft te hebben. En met de daad bewijst de samenleving, dat ze het kind, elk kind beschermt en de moeder ook. Het moederschap wordt in de Sowjet-Unie beschouwd als een sociale functie van grote waarde en wordt als zodanig ook gepropageerd: „Moeders geeft ons kinderen, het socialisme heeft leidende krachten nodig; brengt kinderen ter wereld, hun wacht een blijde jeugd en een gelukkig leven." Waarom is er dan abortus? Er zijn nog tijdelijke oorzaken. De moeder van meerdere kinderen heeft het nog moeiiijk. Laten we nu direct zeggen dat haar moeilijkheden niet te vergelijken zijn met die van de moeder in kapitalistische landen, die abortus pleegt, omdat ze geen eten voor haar kinderen - heeft en geen verschiet ziet. Nee, in de Sowjet-Unie weet de Bijna alle Russische kleuterscholen gaan 's zomers drie maanden naar huiten. Ze komen daarna gezond en gebruind in de grote steden terug. moeder inderdaad, dat haar kind voedsel heeft niet alleen, maar een gelukkige, verzorgde jeugd hem wacht, dat hij zich ontwikkelen kan tot een goed, bekwaam Sowjetburger, als alle kinderen. In een stad als Moskou heeft de moeder van meerdere kinderen het echter zelf thans nog moeilijk. Daar zijn ten eerste nog de slechte woningtoestanden. Dan zijn er in de bedrijven zeker voor 100 pet. crèches en kleuterscholen, maar voor de ambtenaressen is het dadelijk veel moeilijker hun kinderen naar de crèches te brengen. De schoolkinderen krijgen een uitstekende hoofdmaaltijd op school; maar de andere maaltijden moet moeder hun dan toch thuis bereiden. Thuis heeft ze de verzorging der kinderen, het verstellen van 't goed, de was; want zeker niet voor 100 pet. zijn er wasinrichtingen, die de vrouwen van de was ontheffen. Daar mankeert nog heel wat aan. Tijdelijke omstandigheden zijn dit echter, want alles wordt in 't werk gesteld om ze op te heffen. Er is een stede- plan, dat Moskou in xo jaar tot een stad met de modernste woningen maakt, berekend voor 5 millioen inwoners, en reeds de dag, dat het plan door de Sowjets werd aangenomen, begon men met de uitvoering. Daarmede en met de steeds betere en makkelijker levenswijze zal de oorzaak van deze abortus dus verdwijnen. Dan hoort men zeggen, dat het makkelijker ontbinden van het huwelijk, toch de vrouwen teruggeschrikt kinderen te nemen. Indien deze gevoelens zich later blijven handhaven, dan zal dat in de moraal tot uiting komen. Maar ook hoort men zeggen, dat — nu de vrouw in de arbeid staat, gans vrij is en 'het leven haar een wijd veld van belangen en interessen opent, met wijde perspectieven — het blijkt, dat er vrouwen zijn, die volstrekt het moederschap niet begeren. Blijkt dat zo te zijn, ook voor later, welnu, dan is het zo. De socialistische samenleving ontwikkelt zeer gunstige factoren voor een zuiver, gezond huwelijksleven: de volkomen maatschappelijke gelijkheid van man en vrouw: geen materiele, zuiver een liefdesband, bindt man en vrouw. Zij staan als kameraden in de arbeid en leren elkaar zo kennen. — Zij hebben gelijke ontwikkeling en gelijke interessen — zij zijn niet zo enkel op elkaar aangewezen, hun belangen- eïi interes- sensfeer is wijd en groot, het leven vol perspectieven. De socialistische samenleving ontwikkelt het verantwoordelijkheidsgevoel tegenover de gemeenschap, de plicht ook als ouders; dit wordt versterkt door een krachtige propaganda onder de ouders, mede te werken hun kinderen op te voeden tot goede Sowjetburgers. Ten slotte zijn de kinderen een grote band tussen de ouders. En dan: een zuivere, gezonde cultuur bloeit op, een cultuur voor allen en brengt daarmede een verdieping en verfijning van alle levensverhoudingen, ook van het liefdeleven. Treffende woorden heeft Lenin hierover gezegd in zijn gesprek met Clara Zetkin, juist wat betreft de verhouding van man en vrouw. En verder kunnen we het rustig overlaten aan het jonge geslacht. Hun heldhaftige ouders hebben de giftige bodem van de kapitalistische maatschappij, waaruit zijn huichelachtige moraal sproot, vernietigd. Met de opbouw van de socialistische samenleving zal het nieuwe geslacht een zuiver en goed liefdeleven doen opbloeien. En ten slotte: de socialistische samenleving is reëel. Zij stelt zich niet voor engelen te kweken, onwezenlijke, abstrakte mensen. Dat verwacht niemand. De socialistische samenleving geeft „de mens zoals hij is" gelegenheid tot zijn gunstigste ontwikkeling te komen, tot zijn „maximum variante", zoals de term luidt; de socialistische samenleving schept een vrije, blijde mensheid. SPROKKELS Onze Pionier. Ik speel niet meer met dat jong", roept onze 8-jarige pionier verontwaardigd uit, „ik doe 't niet meer!" Theo woont met zijn tweelingzusje Mara en zijn ouders bij ons in huis. „Waarom niet, Theo?" vraagt mijn gastvrouw. „Och, hij zegt altijd maar weer: „ik hou meer van de tsaar dan van Stalin" — „En waarom houdt hij meer van de tsaar?" — „Och, zijn vader en moeder vertellen hem altijd hoe prachtig het vroeger bij hun was. Toen had zijn grootvader een groot huis in de stad en een op 't land. En ze hadden paarden en ze gingen op jacht. En 't was alles zó prachtig bij hun aan huis; en dan hadden ze feest en allemaal waren ze zo prachtig aangekleed en ze aten zo lekker...." „En wat zeg jij dan?" „Ik heb hem gezegd: „Jullie ja, maar de arbeiders niet. Dit moesten lang werken en die woonden in kelders en die konden geen lekker eten kopen en die bleven dom, die mochten niet leren. Nu mag iedereen alles Ieren; maar hij geeft er niks om, hij zegt maar: ik hou meer van de tsaar dan van Stalin." En de oudere meisjes zeiden nog tegen hem, Ernst, als jij groot bent, dan zijn we allemaal zo welvarend, dan hebben we alles nog veel mooier dan jouw grootvader; maar dan zegt-ie nog: „ik hou toch meer van de tsaar dan van Stalin". „Ik speel niet meer met dat jong." Mijn gastvrouw liet hem maar een beetje betijen. Later zei ze: „Nee, Theo, ik ging maar weer spelen met Ernst. Een pionier moet een kameraad zijn voor alle jongere kinderen. Speel maar wel met hem, dan merkt Ernst wel, dat het prettig is een Sowjet-jongen tot vriendje te hebben. Als Ernst naar school gaat, zal hij 't wel begrijpen, dat het toch veel mooier is, zoals het nu is. Ga maar weer spelen." — Tien minuten later hoorde ik ze heel geanimeerd Jan-Plank-an of zoiets spelen om het huis. Radioprogramma voor i Mei. * Er was dit jaar een radiowedstrijd georganiseerd voor het mooiste i Mei-program. Een boerin uit een colchosbedrijf kreeg de eerste prijs. Ze had nooit muziek geleerd, had echter de radio in^ de stal hangen als ze de koeien melkte en schreef op wat ze t geschikst vond voor een i Mei- program van alles wat ze had gehoord. — De jury van musici zeide, dat geen musicus het program beter had kunnen samenstellen. — Ds tweede prijs kreeg een spoorbeambte en de derde een beambte van een fabriek. Grapje. Een Amerikaanse en een Russische ingenieur, studievrienden, daar ze beiden aan dezelfde universiteit in het buitenland hadden gestudeerd, ontmoetten elkander in Moskou. Hoe gaat het je? vroeg de Russische ingenieur. Best, antwoordde de Amerikaanse. Eerst had ik een betrekking in een slechte fabriek, iraar ik had nogal succes en toen ben ik naar een eerste klas bedrijf overgeplaatst. En jij? — O, best: ik heb eerst meegeholpen een verwoeste fabriek weer in orde te maken; ik had nogal succes en toen werd ik naar een slechtere overgeplaatst.. Het verschil. Terug in Holland ontmoette ik bourgeois-kennissen, die dit jaar ook in Rusland reisden. Ze vertelden me, dat er op de Wolga-boot gewezen Russen geweest waren, vóór de revolutie reeds in Amerika genationaliseerd, maar uitstekend hun moedertaal sprekend. De passagiers vroegen naar hun indrukken, daar zij tot vergelijkingen met vroeger in staat waren. Een antwoordde: O, 't is niet te zeggen, dat verschil met vroeger. Als je toen iemand uit 't volk zou trachten aan te spreken, was 't haast uitgesloten, dat je antwoord kreeg. Hun belangstelling in 't gebeuren om hen heen was te gering. Ze waren uitsluitend met hun eigen belangetjes bezig en spraken daar alleen over met de betrokkenen. Nu kan men elk onderwerp aansnijden; niet alleen stellen ze er belang in, maar ze weten er een hele boel van; ze hebben er over gelezen, met anderen over gedebatteerd en willen graag de mening van nog anderen horen, vooral ook van buitenlanders. Ze willen weten hoe 't buitenland is, om dit met de toestanden bij hen te vergelijken. Ze komen niet uitgepraat — uitgevraagd .... Vanzelfsprekend. Mijn gastvrouw schrijft me: Bij ons zijn we nu bezig, eerst richt de vruchten te plukken van wat we hebben gezaaid, in de beste zin van het woord. De prijzen worden van dag tot dag billijker, de productie groeit, en steeds in sneller tempo. De massa verheugt zich en terzelfder tijd nemen ze 't op als een vanzelfsprekende zaak: Hoe zou 't anders kunnen, zo moest het gaan en zo gaat het steeds verder. Dat is duidelijk.... Ziehier de stemming. Ze overzien het volkomen. Hun vreugde, hun blijde zekerheid is er des te groter om.... Elke etappe van de opbouw heeft zijn eigen, bepaalde opgaven- Kroepskaja wordt innig geliefd; er is een sterke persoonlijke noot in de liefde voor Kroepskaja. Stalin wordt stormachtig bemind. Het is de liefde van de nieuwe mens voor zijn grote, wijze leider. Tenslotte: Ik werd gegrepen door ontzag en liefde voor gans dat Russische volk, de wegbereiders der nieuwe mensheid. NAWOORD. De Stachanow-beweging. „Het leven is interessant in de Sowjet-Unie, en elke dag wordt het interessanter." Deze woorden van mijn gastvrouw, hoezeer hebben zij zich bewaarheid. Nog was deze brochure ter perse en reeds was ze haast verouderd; want de Stachanow-beweging barstte open in alle delen van de Sowjet-Staat. De uitgeefster van deze brochure staat me nu toe, deze beweging ten minste even te vermelden. Wie de brochure leest, kent de voorgeschiedenis dezer beweging. Van 't voorjaar zeide Stalin: We hebben nu de techniek; thans moeten wij de techniek beheersen; „Het kader beslist alles". Enige maanden later geeft het kader reeds een schitterend bewijs van de beheersing der techniek. Want wat is de Stachanow-beweging anders? Het is de zeer verhoogde productiviteit van de arbeid van de theoretisch geschoolde, technisch ontwikkelde en daarbij practisch ervaren Sowjet-arbeider. Volgens de eigen getuigenis der Stachanow-mensen is — dank de beheersing der techniek — de hogere productiviteit van hun arbeid, geen grotere inspanning voor hen. Ofschoon de mijnwerker Stachanow de eerste is, die deze beheersing van de techniek door zijn meerdere arbeid toonde — vandaar dat de beweging zijn naam draagt — moest de beweging tegelijk in vele delen van de Sowjet-Staat baanbreken, omdat de factoren hiervoor aanwezig waren. In zijn grote rede tot de Stachanow-mensen heeft Stalin ze uitvoerig besproken. Wij kunnen ze slechts hier in het kort noemen: Het vrije en opgewekte leven, in toenemende welvaart, van de opbouwers der socialistische gemeenschap. Het bezit van de techniek, en zijn beheersing door theoretische en practische scholing van alle arbeidenden. De socialistische productiewijze en zijn verhoudingen, met zijn belang èn van het individu èn van de gemeenschap bij hoger productiviteit, dat hoger welstand betekent voor allen. Eenvoudige, klare woorden sprak Stalin ook tot de vrouwen, waaronder vele colchosvrouwen, die deel hebben in de Stachanow-beweging, de jonge Maria Demtsienko als eerste van de colchos; de weefsters Winogradowa als eerste in het textielbedrijf enz. Wij zijn niet maar hier, zei Stalin om voortreffelijke werksters eeluk te wensen met haar succes; door de betaling van de colchosarbeid naar de arbeidsdag, vieren wij hier het feest van dc bevrijding van de arbeid der colchösvrouwen.... Een gebeurtenis van wereldhistorische betekenis noemde StaIin deze beweging. Het is het bewijs, het feit, dat het socialistische productie-systeem een hoger productie-systeem vertegenwoordigt dan het kapitalistische; èn het is de opheffing van de scheiding tussen geestelijke en lichamelijke arbeid. In de arbeidenden van de socialistische staat zijn beide één. Gans Sowjet-Rusland staat in het teken van de Stachanowbewêging, schrijft mijn gastvrouw; de Stachanow-mensen worden óveral met muziek en bloemen terug ontvangen in hun kring; hun voorbeeld werkt aanmoedigend; reeds zijn er tienduizenden die hun productie verhogen. De rede van Stalin moest drie maal door de radio worden uitgezonden en is in 5 millioen exemplaren verspreid over de Sowjet-Staat. „Het is een vreugde te leven".